Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

QRVA 50 006

QRVA 50 006

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

————

————

Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites

16 - 11 - 1999

KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

1999

2000

CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE

73

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

568

AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID

: : : : : : : : : :

Anders gaan leven / Ećologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)

Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering

Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

569

Blz. Pages

INHOUD

SOMMAIRE

Eerste minister

—

Premier ministre

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

573

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

—

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

—

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

574

Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

582

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Minister van Binnenlandse Zaken

—

Ministre de l’Intérieur

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen

—

Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

—

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration

Minister van Landsverdediging

588

Ministre de la Défense

Minister van Landbouw en Middenstand

590

Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

Minister van Justitie

605

Ministre de la Justice

Minister van Financie¨n

607

Ministre des Finances

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

613

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek

616

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique

Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel

—

Secrétaire d’E´tat au Commerce extérieur

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

619

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

—

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

—

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt


Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

570

Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date

Vraag nr. Question no

Auteur

Blz. Page

Datum Date


Auteur

Blz. Page





29- 9-1999

10

Jo Vandeurzen

Consumentenzaken — Protection de la consommation

395

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

14- 9-1999 14- 9-1999 4-10-1999 6-10-1999 6-10-1999 6-10-1999 6-10-1999

5

Geert Bourgeois

395

29- 9-1999 1-10-1999

Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale

29- 9-1999

2

Geert Bourgeois

396

Yves Leterme Yves Leterme Claude Eerdekens Bart Laeremans Servais Verherstraeten Bart Laeremans Bart Laeremans

10 11

Geert Bourgeois Daniel Bacquelaine

406 407

22- 9-1999

2

Jean-Pierre Viseur

299

Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur

Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 13 16 19 32 38 39 40

197 197 403 404 404 405 406

Leefmilieu — Environnement


6- 9-1999 9- 9-1999 14- 9-1999 29- 9-1999 5-10-1999 6-10-1999 6-10-1999

Claude Eerdekens Claude Eerdekens Mme Colette Burgeon Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens

Volksgezondheid — Santé publique

Begroting — Budget

29- 9-1999

4 5 8 9 10 11 12

120 192 194 399 401 402 402

293131781010141515-

7-1999 8-1999 8-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999

1999

2000

2 10 11 16 19 20 21 23 24 25

Jan Mortelmans Marcel Hendrickx Peter Vanvelthoven Yves Leterme Yves Leterme Jan Mortelmans Marcel Hendrickx Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye

13 18 19 122 200 200 201 203 204 205

* Lijst afgesloten op 16 november 1999 * Liste cloˆturée le 16 novembre 1999



QRVA 50 006 16 - 11 - 1999 Datum Date 1617171722272727292930-

9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999

571


Auteur

26 27 28 30 31 32 33 34 35 36 37

Roger Bouteca Jan Eeman Jan Eeman Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Jozef Van Eetvelt Danie¨l Vanpoucke Jo Vandeurzen Guido Tastenhoye

Blz. Page 299 300 300 301 302 408 408 409 409 410 411

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales

9- 8-1999 1- 9-1999 1- 9-1999 8- 9-1999 14- 9-1999 14- 9-1999 28- 9-1999 29- 9-1999 4-10-1999 4-10-1999 4-10-1999 6-10-1999

2 7 8 9 14 15 19 20 21 22 23 24

Peter Vanvelthoven Danny Pieters Koen Bultinck Jo Vandeurzen Claude Eerdekens Claude Eerdekens Yves Leterme Richard Fournaux Daniel Bacquelaine Jef Valkeniers Mme Colette Burgeon Jef Valkeniers

23 26 28 205 209 209 411 412 412 413 414 414

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 10- 9-1999 16- 9-1999 5-10-1999

9 11 14

Jan Eeman Yves Leterme Alfons Borginon

212 302 415

Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

Datum Date

5

Peter Vanvelthoven


Auteur

Blz. Page

Minister van Justitie Ministre de la Justice 30- 7-1999 9- 8-1999 9- 8-1999 10- 8-1999 12- 8-1999 12- 8-1999 24- 8-1999 26- 8-1999 27- 8-1999 2- 9-1999 7- 9-1999 8- 9-1999 8- 9-1999 8- 9-1999 10- 9-1999 10- 9-1999 15- 9-1999 16- 9-1999 16- 9-1999 22- 9-1999 22- 9-1999 22- 9-1999 22- 9-1999 23- 9-1999 28- 9-1999 28- 9-1999 28- 9-1999 28- 9-1999 29- 9-1999 30- 9-1999 30- 9-1999 1-10-1999 1-10-1999 4-10-1999 5-10-1999 6-10-1999

4 5 6 9 10 11 14 16 18 23 25 29 30 31 34 35 38 39 40 41 42 47 49 50 52 53 54 55 56 58 59 61 62 63 64 65

Servais Verherstraeten Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Tony Smets Tony Smets Jan Mortelmans Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Danny Pieters Geert Bourgeois Geert Bourgeois Geert Versnick Francis Van den Eynde Yves Leterme Yves Leterme Francis Van den Eynde Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Alfons Borginon Jean-Pierre Viseur Geert Bourgeois Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Geert Bourgeois Geert Bourgeois Dirk Van der Maelen Geert Bourgeois Karel Van Hoorebeke Martial Lahaye Martial Lahaye Gerolf Annemans

31 31 32 34 35 35 37 38 38 124 124 215 215 216 217 218 221 305 306 306 307 309 310 419 420 420 421 422 422 423 423 424 425 426 426 427

Minister van Financie¨n Ministre des Finances

Landbouw — Agriculture

13- 9-1999


214 1999

28- 7-1999 2000

2

Marcel Hendrickx

40


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

572

Datum Date 30991-


7-1999 8-1999 8-1999 9-1999

8 9 10 13

1- 9-1999

15

3- 9-1999

19

38889910101013131414141414141414141414141414141415151617222323-

9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999

20 22 23 24 25 26 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 56 59 60 63

27- 9-1999 28- 9-1999

64 65

Auteur

Aimé Desimpel Peter Vanvelthoven Aimé Desimpel Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Francis Van den Eynde Marcel Hendrickx Jos Ansoms Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Mw. Fientje Moerman Pierre Lano Francis Van den Eynde Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Filip Anthuenis Geert Bourgeois Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Jan Mortelmans Yves Leterme


Blz. Page 42 43 44 44 45 128 129 130 221 222 223 225 227 228 228 229 230 231 232 233 234 234 235 236 236 237 238 240 240 241 242 243 244 245 246 311 312 314 427 430 431 432 1999

Datum Date


29- 9-1999 30- 9-1999 4-10-1999 5-10-1999 5-10-1999 5-10-1999 6-10-1999

66 67 68 69 70 71 72

Auteur

Geert Bourgeois Jaak Van den Broeck Martial Lahaye Hans Bonte Yves Leterme Yves Leterme Gerolf Annemans

Blz. Page 432 433 433 434 435 435 436

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique

Economie — Ećonomie

14- 9-1999 14- 9-1999 14- 9-1999 28- 9-1999 29- 9-1999 29- 9-1999 5-10-1999 6-10-1999 6-10-1999

3 5 7 9 10 11 13 14 15

Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jean-Pierre Viseur Bart Laeremans Guido Tastenhoye Frieda Brepoels Claude Eerdekens Claude Eerdekens

247 248 249 438 440 440 441 441 442

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

29- 9-1999

3

Geert Bourgeois

442

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement 4-10-1999 2000

4

Mme Colette Burgeon

444


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

573

Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.



DO 1999200000022

DO 1999200000022

Vraag nr. 13 van mevrouw Kathleen van der Hooft van 13 oktober 1999 (N.) :

Question no 13 de Mme Kathleen van der Hooft du 13 octobre 1999 (N.) :

RVA. — PWA. — Externe dienst voor preventie en bescherming.

ONEM. — ALE. — Service extérieur de prévention et de protection.

Het hoofdbestuur van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) deelt aan de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) mede dat zij moeten waken over de arbeidsvoorwaarden waaronder de bij hen door de RVA gedetacheerde contractuele personeelsleden tewerkgesteld zijn. Van de PWA’s wordt volgens de RVA ook verwacht dat zij het toezicht op de medische toestand en de arbeidsomstandigheden van de PWA-beambten organiseren. PWA-beambten worden door de RVA betaald.

L’administration centrale de l’Office national pour l’emploi (ONEM) rappelle aux agences locales pour l’emploi (ALE) qu’elles doivent être attentives aux conditions de travail des contractuels détachés par l’ONEM. Selon l’ONEM, les ALE doivent également organiser le controˆle de l’état de santé et des conditions de travail des agents ALE. Les agents ALE sont rémunérés par l’ONEM.

1. Wie wordt beschouwd als werkgever in het kader van een externe dienst voor preventie en bescherming : de RVA of de PWA ? 2. Moet de RVA naar analogie met de interimkantoren aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming, niettegenstaande de raad van bestuur van de PWA de rechtstreekse opdrachtgever van de taken is ?

1. Qui, de l’ONEM ou de l’ALE, est considéré comme employeur dans le cadre d’un service extérieur de prévention et de protection ? ` l’instar des agences de travail intérimaire, 2. A l’ONEM doit-il s’affilier à un service extérieur de protection et de prévention nonobstant le fait que le conseil d’administration de l’ALE est le commettant direct des travaux ?

3. Kan of moet een PWA aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming ?

3. Une ALE peut-elle ou doit-elle s’affiler à un service extérieur de prévention et de protection ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vragen te vinden.

Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après les réponses à ses questions.

1. Aangezien de juridische vorm van een PWA een VZW is, is de werkgever de raad van bestuur van die VZW. Als dusdanig is die verantwoordelijk voor het welzijnsbeleid van de administratieve bedienden van het PWA, ongeacht hun herkomst : aangeworven door het PWA of als contractueel toegewezen door de RVA.

1. Une ALE étant constituée sous la forme juridique d’une ASBL, l’employeur est le conseil d’administra` ce titre, il est responsable de la tion de cette ASBL. A politique du bien-être des employés administratifs de l’ALE, quelle que soit leur origine : recrutés par l’ALE ou contractuels détachés de l’ONEM.

2. Niet van toepassing.

2. Sans objet.

3. Het PWA kan zich ofwel aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het


1999

3. L’ALE peut soit s’affilier à un service externe pour la prévention et la protection au travail, soit, si 2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

574

werk, ofwel, indien het gemeentebestuur voor zijn diensten een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk zoals bedoeld in artikel 49 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk heeft opgericht, bij die gemeenschappelijke dienst.

l’administration communale a créé un service commun pour la prévention et la protection au travail à tous ses services, tel que visé à l’article 49 de l’arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux services externes pour la prévention et la protection au travail, adhérer à ce service commun.


Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

DO 0000199950285

DO 0000199950285

Vraag nr. 29 van de heer Geert Bourgeois van 28 september 1999 (N.) :

Question no 29 de M. Geert Bourgeois du 28 septembre 1999 (N.) :

NMBS. — Bevordering van het toerisme naar de kust en naar de Ardennen.

SNCB. — Promotion du tourisme au littoral et en Ardenne.

Tijdens de beide maanden van de grote schoolvakantie staat de NMBS een flinke korting toe op de toeristische dagreizen naar de kust en naar de Ardennen. Dit jaar is nogmaals gebleken dat dit gunstig tarief de mensen er toe aanzet met de trein naar de kust of de Ardennen te reizen.

La SNCB accorde durant les mois de juillet et d’aouˆt d’importantes réductions sur les voyages d’un jour au littoral et en Ardenne. Il est une nouvelle fois apparu, au cours de la saison touristique qui vient de s’achever, que ces tarifs préférentiels incitent de nombreuses personnes à se rendre en train au littoral ou en Ardenne.

Het is spijtig dat dit lage tarief alleen tijdens deze maanden wordt aangeboden in de loop van de week. Tijdens de andere maanden geldt zulk gunstig tarief slechts tijdens de weekeinden.

Il est cependant dommage que ces tarifs réduits ne soient d’application en semaine que durant les deux mois d’été. Au cours des autres mois, ces tarifs ne sont valables que le week-end.

Nochtans zijn er vele gepensioneerden die liever de drukte van de weekeinden zouden vermijden.

Or, de nombreuses personnes pensionnées préféreraient éviter l’agitation des week-ends.

Kan de NMBS dan ook niet overwegen dit gunstig tarief het hele jaar door aan te bieden, zo niet, minstens vanaf mei tot eind oktober ?

La SNCB ne pourrait-elle pas envisager de proposer ces tarifs réduits durant toute l’année, ou du moins de mai jusque fin octobre ?

De NMBS verliest er niet bij, daar dit de bezettingsgraad van de treinen verhoogt.

Financièrement, l’opération ne serait pas une mauvaise chose pour la SNCB, puisque de telles offres permettent d’augmenter le taux d’occupation des trains.

Antwoord : Het biljet « Een dag aan zee » of « Een dag in de Ardennen » is inderdaad slechts geldig tijdens de officie¨le schoolvakanties. Hetzelfde gunsttarief wordt als weekendtarief aangeboden tijdens het weekend. Dit omdat het kusttoerisme vooral tijdens deze periodes plaatsvindt.

Réponse : Le billet « Un jour à la mer » ou « Un jour en Ardenne » n’est en effet valable que pendant les congés scolaires officiels. Durant les week-ends s’applique le tarif week-end, qui est également un tarif avantageux. Cela est duˆ au fait que le tourisme à la coˆte a principalement lieu durant ces périodes.

Gepensioneerden die naar zee of naar de Ardennen wensen te reizen, maken echter beter gebruik van de Golden Railpass. Voor slechts 1 260 frank in tweede klas of 1 940 frank in eerste klas heeft iedereen vanaf

Les personnes pensionnées qui souhaitent se rendre à la mer ou en Ardenne, ont plutoˆt intérêt à utiliser le Golden Railpass. Pour seulement 1 260 francs en 2e classe ou 1 940 francs en 1e classe, toute personne, à


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

575

60 jaar (of meereizenden vanaf 55 jaar) recht op 6 enkele reizen binnen Belgie¨. In tegenstelling tot de biljetten « Een dag aan zee » of « Een dag in de Ardennen » is deze pass het volledige jaar geldig, zonder tijdsbeperking.

partir de 60 ans (ou 55 pour les personnes accompagnantes) a droit à 6 trajets simples sur le réseau belge. Contrairement aux billets « Un jour à la mer » ou « Un jour en Ardenne », ce pass est valable toute l’année, sans limitation de durée.

DO 0000199950286

DO 0000199950286

Vraag nr. 30 van de heer Karel Van Hoorebeke van 28 september 1999 (N.) :

Question no 30 de M. Karel Van Hoorebeke du 28 septembre 1999 (N.) :

NMBS. — Mogelijke onteigeningen bij aanleg derde en vierde spoor op de lijn Gent-Brugge.

SNCB. — Expropriations éventuelles lors de l’aménagement d’une troisième et d’une quatrième voie sur la ligne Gand-Bruges.

Over de NMBS-plannen om een derde en vierde spoor aan te leggen op de lijn Gent-Brugge wordt al jaren gesproken. De jongste investeringsplannen voorzien in een timing waarbij de werken worden opgestart tussen eind 2002 en 2004. De voltooiing van de werkzaamheden is gepland tegen 2007. De kostprijs voor het hele traject wordt geraamd op 13,5 miljard frank.

On évoque depuis des années des projets de la SNCB visant à aménager une troisième et une quatrième voie sur la ligne Gand-Bruges. Le calendrier des derniers projets d’investissements prévoit le début des travaux entre la fin de 2002 et 2004. L’achèvement des travaux est programmé pour 2007. Le couˆt de l’ensemble du trajet est estimé à 13,5 milliards.

Over de gevolgen voor de omwonenden bestaat momenteel nog geen duidelijkheid. Op een informatievergadering die begin juni te Drongen werd georganiseerd, sprak gedelegeerd bestuurder Etienne Schouppe over mogelijke onteigeningen. Deze zouden vanaf het midden van 2001 van start gaan in Drongen, in het natuurgebied Assels te Gent en in het dorpscentrum van Hansbeke. Alhoewel de technische plannen nog niet geheel uitgewerkt zijn, laat het milieueffectrapport blijkbaar weinig twijfel bestaan over onder meer een vijftiental huizen op de Varendrieskouter te Drongen, een tweetal huizen te Bellem, een vijfendertigtal panden te Aalter.

` l’heure qu’il est, on ne sait pas encore très bien A quelles seront les conséquences de ces projets pour les riverains. Lors d’une réunion d’information organisée à Tronchiennes au début du mois de juin, M. Etienne Schouppe, administrateur délégué, avait évoqué de possibles expropriations qui devraient commencer à partir de mi-2001 à Tronchiennes, dans la zone naturelle d’Assels à Gand, ainsi que dans le centre du village de Hansbeke. Quoique les plans techniques ne soient pas encore tout à fait achevés, les auteurs du rapport d’incidence sur l’environnement ne laissent pas planer le moindre doute sur le sort qui sera réservé notamment à quinze maisons situées dans la « Varendrieskouter » à Tronchiennes, à deux maisons de Bellem, ainsi qu’à trente-cinq immeubles à Aalter.

Mijn vraag betreft dus de planning van de aanleg van een derde en vierde spoor op de lijn Gent-Brugge.

Ma question a donc trait au calendrier prévu pour l’aménagement d’une troisième et d’une quatrième voie sur la ligne Gand-Bruges.

1. Wanneer zullen deze werken van start gaan op het grondgebied van de gemeenten Aalter, Nevele en Gent ?

1. Quand ces travaux débuteront-ils sur le territoire des communes d’Aalter, de Nevele et de Gand ?

2. a) Geven deze werken aanleiding tot onteigening op het grondgebied van de gemeenten Aalter (Aalter, Bellem), Nevele (Hansbeke) en Gent (Drongen) ?

2. a) Ces travaux nécessiteront-ils des expropriations sur le territoire des communes d’Aalter (Aalter, Bellem), de Nevele (Hansbeke) et de Gand (Tronchiennes) ?

b) Welke panden en gronden komen hiervoor in aanmerking ?

b) Quels immeubles et terrains pourraient être expropriés ?


1999

2000


74

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

576

3. Wanneer zal de NMBS van start gaan met de opmaak van een onteigeningsplan en wanneer zal de eigenlijke onteigeningsprocedure op gang worden gebracht ?

3. Quand la SNCB entamera-t-elle la réalisation d’un plan d’expropriation et quand la procédure d’expropriation proprement dite sera-t-elle engagée ?

4. Wat zal de kostprijs zijn van deze onteigeningen en hoeveel is hiervoor reeds gereserveerd ?

4. Combien couˆteront ces expropriations et quelles sommes ont déjà été réservées à cette fin ?

5. Op welke wijze zal de NMBS de betrokken gemeenten en inwoners op een accurate en snelle manier inlichten ?

5. Comment la SNCB informera-t-elle précisément et rapidement les communes et habitants concernés ?

Antwoord :

Réponse :

1. Volgens de huidige planning die niet gedetailleerd is, zullen de werken starten op het grondgebied van Gent en eindigen op het grondgebied van Aalter.

1. Suivant le planning actuel qui n’est pas détaillé, les travaux commenceront sur le territoire de Gand et se termineront sur le territoire d’Aalter.

2 en 3. De werken hebben onteigeningen tot gevolg op de grondgebieden van de betrokken gemeenten. De onteigeningsplans zijn in opmaak. Deze zullen opgemaakt worden in functie van de vordering van het project. De onteigeningsprocedure zal volgens de huidige voorzieningen starten tussen Gent en Landegem. Mogelijk wordt dit eind 2000.

2 et 3. Les travaux entraıˆneront des expropriations sur les territoires des communes concernées. Les plans d’expropriation sont en cours d’élaboration. Ils seront conçus en fonction de l’avancement du projet. Suivant les prévisions actuelles, la procédure d’expropriation sera d’abord lancée entre Gand et Landegem, probablement vers la fin 2000.

4. De onteigeningen gebeuren door tussenkomst van het ministerie van Financie¨n. Zij bepalen de waarde van het te onteigenen goed en delen dit mee aan de NMBS. De werkelijke kosten worden betaald.

4. Les expropriations se déroulent sur intervention du ministère des Finances. Celui-ci détermine la valeur du bien à exproprier et la communique à la SNCB. C’est le prix réel qui est payé.

5. In het kader van de openbare nutsverklaring en bij het indienen van de bouwaanvraag zal een openbaar onderzoek plaatsvinden. De NMBS heeft echter als traditie dat vooraleer deze documenten in openbaar onderzoek gesteld worden, deze vooraf te bespreken met het bestuur van de betrokken gemeente.

5. Une enquête publique aura lieu dans le cadre de la déclaration d’utilité publique et lors du dépoˆt de la demande de permis de baˆtir. La SNCB a toutefois pour tradition d’en discuter avec les dirigeants de la commune visée, avant que ces documents soient soumis à enquête publique.

DO 0000199950300

DO 0000199950300

Vraag nr. 31 van de heer Bart Laeremans van 29 september 1999 (N.) :

Question no 31 de M. Bart Laeremans du 29 septembre 1999 (N.) :

NMBS. — Treinaanbod tijdens het kustseizoen.

SNCB. — Offre de trains au cours de la saison coˆtière.

A. Te klein aanbod

A. Offre trop limitée

Het voorbije seizoen is gebleken dat het comfort van de nieuwe rijtuigen door de reizigers sterk geapprecieerd wordt. Ongelukkiglijk is ook gebleken dat het aanbod de vraag niet bijhoudt. Regelmatig moeten reizigers een uur lang en zelfs meer blijven rechtstaan. Het aanbodtekort is vooral groot op de verbinding naar Blankenberge. Dat spruit voort uit het feit dat de IC Blankenberge/Knokke-Brussel en verder maximaal uit twee treinstellen voor Blankenberge wordt


1999

Au cours de la saison écoulée, il est apparu que le confort des nouveaux véhicules est fort apprécié par les voyageurs. Il s’est malheureusement également avéré que l’offre ne répond pas à la demande. Les voyageurs sont fréquemment contraints de rester debout pendant une heure, voire plus. Le manque de trains est le plus important sur la ligne vers Blankenberge, essentiellement parce que le train IC Blankenberge/Knokke-Bruxelles ne comporte au maximum 2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

577

gevormd, terwijl er ook twee beschikbaar zijn voor de verbinding van en naar Knokke.

que deux wagons, deux wagons étant également disponibles pour Knokke.

Is dit geen reden voor de NMBS om te overwegen van het volgend jaar af meer plaatsen te bieden naar en van de oostkust, en vooral dan naar Blankenberge ?

La SNCB ne devrait-elle pas prévoir pour l’an prochain un nombre plus élevé de places à destination de la coˆte est, et essentiellement à destination de Blankenberge ?

B. Slecht aanbod

B. Offre de mauvaise qualité

Tijdens het zomerseizoen wordt er tussen de oostkust en Brugge een tweede uurverbinding ingelegd beperkt tot Brugge. De bijkomende diensten tussen Brugge en Knokke en Brugge en Blankenberge geven beide in Brugge aansluiting op de IC G AntwerpenOostende. De dienst op Knokke geeft in Brugge eveneens aansluiting op de IC A Keulen-Brussel-Oostende.

Pendant la saison d’été, une deuxième liaison est ` Bruges, les liaiassurée entre la coˆte est et Bruges. A sons supplémentaires avec Knokke et Blankenberge offrent toutes deux une correspondance avec le train IC G Anvers-Ostende. La liaison Knokke-Bruges offre également une correspondance avec le train IC A Cologne-Bruxelles-Ostende.

1. Kan dit aanbod ook niet gelden voor Blankenberge ? Het volstaat deze trein enkele minuten later te laten vertrekken en omgekeerd enkele minuten vroeger uit Blankenberge. Bovendien zou de NMBS dan een treinstel kunnen uitsparen.

1. Le même service ne pourrait-il être assuré pour Blankenberge ? Il suffirait de faire partir ce train quelques minutes plus tard et, inversement, quelques minutes plus toˆt au départ de Blankenberge. Cette formule permettrait en outre à la SNCB de faire l’économie d’une rame.

2. De spreiding van het aanbod ’s avonds lijkt niet zo goed te zijn. Zo is er bijvoorbeeld tijdens het weekeinde na het vertrek van de IC E uit Blankenberge om 18.14 uur met een beperkt aanbod, slechts een volgende trein voor Brussel en verder om 19.10 uur, dus 4 minuten voor de volgende IC E.

2. La répartition de l’offre ne semble pas être satisfaisante le soir. Ainsi, au cours du week-end, après le départ du train IC E de Blankenberge de 18 h 14, à bord duquel le nombre de places est limité, le train suivant à destination de Bruxelles et au-delà ne part qu’à 19 h 10, soit 4 minutes avant le train IC E suivant.

Is de NMBS niet bereid dit aanbod dus beter te spreiden en ook te verhogen ?

La SNCB n’envisage-t-elle pas de mieux répartir cette offre de trains et d’en augmenter la fréquence ?

Antwoord :

Réponse :

A. De oostkust en Blankenberge, in het bijzonder, hebben in de zomer een uitgebreide treinbediening. Naast de basisdienst (de IC-E relatie) rijden er tijdens de weekends nog 11 specifieke toeristentreinen naar Blankenberge evenals 4 verlengde IC-treinen vanuit Dinant. Blankenberge ontvangt alzo 70 % van al de toeristentreinen en 60 % van het aantal verlengde ICrelaties die onze kust aandoen.

A. L’est du littoral et Blankenberge, en particulier, bénéficient en été d’une offre ferroviaire élargie. En plus du service de base (la relation IC-E), 11 autres trains touristiques circulent spécifiquement le weekend à destination de Blankenberge, ainsi que 4 trains IC prolongés en provenance de Dinant. 70 % de l’ensemble des trains touristiques et 60 % des relations IC prolongées qui desservent la coˆte, ont ainsi Blankenberge comme destination.

Ook op weekdagen is het bijkomend aanbod (66 % van het totaalaanbod voor de kust) belangrijk met 6 toeristentreinen naar Blankenberge, 12 bijkomende pendeltreinen vanuit Kortrijk en 5 verlengde ICtreinen (2 uit Dinant en 3 uit Genk).

L’offre complémentaire est également importante en semaine (66 % du total de l’offre pour le littoral) laquelle comprend 6 trains touristiques à destination de Blankenberge, 12 trains de navetteurs supplémentaires au départ de Courtrai et 5 trains IC prolongés (2 à partir de Dinant et 3 en provenance de Genk).

B.

B.

1. Het voorstel van het geachte lid met betrekking tot een gewijzigd aansluitingspatroon zal grondig worden onderzocht bij de bepaling van het zomeraanbod van het jaar 2000.


1999

1. La proposition de l’honorable membre visant à modifier le schéma de correspondance fera l’objet d’une étude approfondie lors de l’élaboration de l’offre pour l’été 2000. 2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

578

2. Aangezien de rechtstreekse toeristentreinen meestal lange afstanden afleggen is een laat vertrekuur niet steeds aangewezen. Toch heeft de NMBS nog een belangrijk aanbod na de IC E 1518 van 18.14 uur, gespreid tot 20 uur naar verschillende lijnen :

2. E´tant donné que les trains touristiques directs parcourent en général de longues distances, fixer l’heure de départ tardivement n’est pas toujours indiqué. Toutefois, après l’IC E 1518 de 18 h 14, l’offre SNCB est encore importante et est étalée jusqu’à 20 heures sur différentes lignes :

— IC M 2420 naar Dinant om 18.42 uur.

— IC M 2420 pour Dinant à 18 h 42.

— T 6762 naar Neerpelt om 18.48 uur.

— T 6762 pour Neerpelt à 18 h 48.

— T 6753 naar Quévy om 18.56 uur.

— T 6753 pour Quévy à 18 h 56.

— T 6751 naar Welkenraedt om 19.10 uur.

— T 6751 pour Welkenraedt à 19 h 10.

— T 6755 naar Aarlen om 19.25 uur.

— T 6755 pour Aarlen à 19 h 25.

— T 6754 naar Charleroi om 19.34 uur.

— T 6754 pour Charleroi à 19 h 34.

— IC M 2421 naar Namen om 19.42 uur.

— IC M 2421 pour Namen à 19 h 42.

— T 6766 naar Turnhout om 19.51 uur.

— T 6766 pour Turnhout à 19 h 51.

— T 6756 naar Essen om 20.00 uur.

— T 6756 pour Essen à 20 heures.

Bij mooi weer zijn met de mooi-weerbulletin nog 3 extra treinen (vertrek om 18.10 uur, 19.10 uur en 20.10 uur met bestemming Brussel) voorzien.

Par beau temps, 3 trains extraordinaires sont prévus en plus (sur la base du bulletin de beau temps) (départ à 18 h 10, 19 h 10 et 20 h 10 à destination de Bruxelles).

De statistische gegevens van het voorbije badseizoen worden actueel geanalyseerd met het oog op eventuele aanpassingen tijdens het volgend toeristisch seizoen.

Les données statistiques de la saison balnéaire précédente sont actuellement analysées en vue d’y apporter d’éventuelles adaptations lors de la prochaine saison touristique.

DO 0000199950308

DO 0000199950308



NMBS. — Agressie op de treinverbinding KortrijkRijsel.

SNCB. — Agression sur la liaison ferroviaire Courtrai-Lille.

In De Standaard van 20 september 1999 verscheen een artikel waaruit blijkt dat de agressie op de trein fors toeneemt. 94 van de 227 arbeidsongevallen (41 %) waarvan treinbegeleiders de eerste acht maanden van 1999 het slachtoffer waren, zijn het gevolg van agressie. Voor het hele jaar 1998 was dat in 77 van de 257 gevallen zo, of goed 30 %. De NMBS zou de geweldgolf willen indijken onder meer door opnieuw politionele bevoegdheid aan de hoofdwachters toe te kennen.

Selon un article publié dans le quotidien « De Standaard » du 20 septembre 1999, le nombre d’agressions dans les trains est en augmentation sensible. 94 des 227 accidents de travail (41 %) dont ont été victimes les préposés au cours des huit premiers mois de 1999 résultent d’agressions. Pour l’année 1998, 77 des 257 accidents de travail, soit 30 %, avaient la même cause. La SNCB souhaiterait endiguer cette vague de violence en dotant à nouveau les gardiens-chefs d’une compétence de police.

1. Blijkt uit de EOV’s (Exploitatie ongevallenverslagen), processen-verbaal of andere documenten (D43, rijtuigfiches, ...) dat het aantal overvallen, diefstallen, geweldplegingen (zowel op reizigers als op treinpersoneel), opzettelijke beschadigingen en vandalenstreken op de lijn Kortrijk-Rijsel hoger ligt dan elders ?

1. Les rapports relatifs aux accidents d’exploitation, les procès-verbaux ou autres documents (D43, fiches de voitures, ...) montrent-ils que le nombre d’attaques, de vols, d’actes de violence (à l’encontre de voyageurs ou du personnel des trains), de dégradations volontaires et d’actes de vandalisme est plus élevé sur la ligne Courtrai-Lille que sur les autres lignes ?


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

579

2. Hoeveel daden van agressie in de breedste zin van het woord waren er op deze treinverbinding in 1997, 1998 en de eerste acht maanden van 1999 ?

2. Combien d’actes d’agression, au sens large du terme, ont été commis sur cette ligne en 1997, 1998 et au cours des premiers mois de 1999 ?

3. Wat is het daarbij berokkende menselijk leed en de daarbij aangerichte schade ?

3. Quelle souffrance humaine et quels dommages en ont résulté ?

4. Welke beveiligings- en voorzorgsmaatregelen werden genomen of worden gepland ?

4. Quelles mesures de sécurité et de précaution ont été prises ou sont envisagées ?

Antwoord :

Réponse :

1. Sedert de maand februari 1999, beschikt de NMBS over een inventaris van alle gevallen van agressie tegenover treinbegeleiders. Uit deze inventaris en de exploitatieongevallenverslagen (EOV) blijkt dat de agressie met geweldpleging tegenover treinpersoneel/ reizigers en het vandalisme op de lijn Kortrijk-Rijsel niet hoger ligt dan elders.

1. Depuis le mois de février 1999, la SNCB procède à un inventaire de tous les cas d’agression commis contre des accompagnateurs de train. Il ressort de cet inventaire et des rapports d’accidents d’exploitation (RAE) que les actes d’agression avec violence envers le personnel des trains/les voyageurs et les actes de vandalisme ne sont pas plus fréquents sur la ligne Courtrai-Lille qu’ailleurs.

2. Volgens de exploitatieongevallenverslagen werd er één geval van agressie vastgesteld in 1997 en twee in 1998 op de lijn Kortrijk-Rijsel. Dit jaar werden tot op heden op deze lijn elf gevallen van agressie tegenover treinbegeleiders gesignaleerd.

2. Suivant les rapports d’accidents d’exploitation, il y a eu, sur la ligne Courtrai-Lille, un cas d’agression en 1997 et deux en 1998. Cette année, onze cas d’agression à l’encontre des accompagnateurs de trains ont été signalés jusqu’à présent sur cette ligne.

3. Slachtoffers van agressie ondergaan meestal een emotionele schok. De berokkende schade uit zich vooral op psychologisch vlak. Wetenschappelijke studies tonen aan dat de schade meestal kan beperkt worden indien het slachtoffer kort na de feiten kan opgevangen worden. Voor 1999 zijn er geen gevallen gekend die aanleiding gaven tot werkverlet.

3. Les victimes d’agression subissent la plupart du temps un choc émotionel. Le préjudice causé se situe surtout sur le plan psychologique. Des études scientifiques ont montré que les séquelles peuvent le plus souvent être limitées si la victime est prise en charge peu de temps après les faits. Pour 1999, aucun cas donnant lieu à des journées de travail perdues n’a été signalé. 4. Afin de lutter contre les agressions à l’encontre du personnel d’accompagnement des trains, les mesures suvivantes ont été prises : — Création d’un groupe de travail paritaire « agression » chargé de suivre la problématique et de proposer des moyens et des solutions. — Identification des trains à problèmes. Dans la mesure du possible, un deuxième accompagnateur est prévu sur les trajets à risques, de telle sorte que le chef de bord puisse procéder en compagnie du deuxième agent à la vérification des titres de transport. — Organisation d’une formation de deux jours « syndrome de stress post-traumatique » pour le personnel d’encadrement des accompagnateurs de train. Ces agents sont responsables de la prise en charge des victimes d’un choc émotionnel. — Organisation d’une formation de trois jours « la gestion des comportements agressifs » pour tous les membres du personnel d’accompagnement des trains. Cette campagne de formation a débuté en mai 1999 et s’étalera sur une période de deux ans de manière à pouvoir toucher tous les accompagnateurs de train.

4. Om agressie tegenover treinbegeleidingspersoneel tegen te gaan, werden volgende maatregelen getroffen : — Oprichting van een paritaire werkgroep « agressie » die de problematiek opvolgt; middelen en oplossingen voorstelt. — In kaart brengen van de probleemtreinen. In de mate van het mogelijke wordt in een tweede begeleider voorzien op de risicotrajecten zodat de boordchef samen met de tweede bediende de controle van de vervoerbewijzen uitvoert. — Organisatie van een tweedaagse opleiding « post traumatische stress-syndroom » voor de leden van de omkadering van het treinbegeleidingspersoneel. Dit omkaderingspersoneel staat in voor de opvang van slachtoffers van een emotionele schok. — Organisatie van een driedaagse opleiding « omgaan met agressie » voor alle leden van het treinbegeleidingspersoneel. Deze opleidingsactie startte in mei 1999 en is gespreid over een periode van twee jaar zodat alle treinbegeleiders kunnen bereikt worden.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

580

— Uitrusten van de treinbegeleiders met een GSM zodat er vlugger hulp kan ingeroepen worden en problemen gemeld.

— Distribution de GSM aux accompagnateurs de train de manière à pouvoir demander plus rapidement du secours et signaler les problèmes.

— Bereikte akkoorden tussen de NMBS en de SNCF in verband met specifieke maatregelen op het baanvak Kortrijk-Rijsel, waaronder meer regelmatige aanwezigheid van politie aan boord van de treinen, die rijden op dit baanvlak.

— Conclusion d’accords entre la SNCB et la SNCF en ce qui concerne les mesures spécifiques au tronçon Courtrai-Lille telle entre autres une présence plus régulière de la police à bord des trains circulant sur ce tronçon.

— In dienst stellen van een centrale meldkamer, eind oktober, waar slachtoffers van agressie, zowel NMBS personeelsleden als reizigers, terecht kunnen.

— Mise en service d’une centrale d’appels fin octobre à laquelle peuvent avoir recours les victimes d’agression que ce soient des membres du personnel de la SNCB ou des voyageurs.

DO 0000199950309

DO 0000199950309



NMBS. — Treinbestuurders. — Personeelsformatie.

SNCB. — Conducteurs de train. — Cadre du personnel.

De personeelsformatie van de Nederlandstalige treinbestuurders raakt maar niet opgevuld ! Het blijkt nu ook dat de formatie van treinbestuurders officieel uit 1 964 Franstalige en 2 035 Nederlandstalige betrekkingen bestaat. Dat betekent dat de Nederlandstaligen nog geen 51 % van de betrekkingen toegewezen krijgen. Dat staat in geen enkele verhouding, noch met de bevolkingsverhoudingen, noch met de economische realiteit, daar de Nederlandstaligen meer dan 60 % van de actieve bevolking uitmaken.

La SNCB n’est pas en mesure de combler le cadre des conducteurs de train néerlandophones. Il s’avère, d’autre part, que l’effectif des conducteurs de train compte 1 964 emplois francophones et 2 035 emplois néerlandophones, ce qui signifie que moins de 51 % des emplois sont attribués à des néerlandophones. Cette répartition n’est pas proportionnelle aux chiffres de population et ne correspond pas à la réalité économique, puisque les néerlandophones représentent plus de 60 % de la population active.

1. Hoe verantwoordt de NMBS deze verdeling van de betrekkingen ?

1. Comment la SNCB justifie-t-elle la répartition des emplois ?

2. Wat is de prestatie in treinkilometer per Nederlandstalige, respectievelijk per Franstalige treinbestuurder ?

2. Quel est le volume de travail, exprimé en kilomètres train, pour le conducteur de train néerlandophone par rapport au conducteur francophone ?

3. Wat is het aantal treinkilometer per gewest, onderverdeeld in goederen- en reizigerstreinen ?

3. Quel est, pour les trains de marchandises et les trains de voyageurs, le nombre de kilomètres train par région ?

Antwoord :

Réponse :

1. De personeelsformatie van de treinbestuurders ziet er uit als volgt :

1. Le cadre des conducteurs de trains est le suivant :

Taalgebied

Kader

%

Région linguistique

Cadre

%

Brussel .................................. Vlaanderen ........................... Wallonie¨ ...............................

230 1 740 1 660

6,34 47,93 45,73

Bruxelles ............................... Flandre ................................. Wallonie ...............................

230 1 740 1 660

6,34 47,93 45,73

Totaal ...................................

3 630

100

Total .....................................

3 630

100

De verdeling van het werk van de treinbestuurder is een gevolg van de treindienst. De prestaties van de


1999

La répartition du travail des conducteurs de train découle du service des trains. Les prestations des 2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

581

treinbestuurders zijn voor een groot deel gebonden aan de geografische plaats van waar de treinen hun begin- of eindpunt hebben. Daardoor zijn deze niet noodzakelijk evenredig met het aantal reizigers of de bevolkingsdichtheid.

conducteurs de train sont pour une grande partie liées à l’emplacement géographique où les trains ont leur point de départ ou de destination. C’est pourquoi celles-ci ne sont pas forcément proportionnelles au nombre de voyageurs ou à la densité de population.

2. Voor de maand augustus 1999 bedroeg het gemiddeld aantal trein-km per bestuurder :

2. Au mois d’août 1999, le nombre moyen de trainskm par conducteur s’élevait à :

2 424 km/Nederlandstalige bestuurder/maand;

2 424 km/conducteur néerlandophone/mois;

2 141 km/Franstalige bestuurder/maand.

2 141 km/conducteur francophone/mois;

3. Voor de maand augustus 1999 bedroeg het aantal trein-km :

3. Au mois d’août 1999, le nombre de trains-km s’élevait à :

Soort trein — Nature du train

Vlaanderen — Flandre

Wallonie¨ — Wallonie

Brussel — Bruxelles

Reizigers. — Voyageurs ......................................... Goederen. — Marchandises ...................................

3 348 435 784 332

2 483 090 711 909

553 246 41 354

DO 0000199950311

DO 0000199950311

Vraag nr. 35 van de heer Luc Sevenhans van 30 september 1999 (N.) :

Question no 35 de M. Luc Sevenhans du 30 septembre 1999 (N.) :

NMBS. — Spoorlijn 18, tussen Neerpelt en Hasselt. — Uitbreken van rails.

SNCB. — Ligne 18 entre Neerpelt et Hasselt. — Démolition de rails.

Over een traject van meer dan vijf kilometer op de spoorlijn 18, tussen Neerpelt en Hasselt, worden momenteel de rails uitgebroken om plaats te ruimen voor een fietspad.

Plus de cinq kilomètres de rails sont actuellement enlevés sur la ligne 18 entre Neerpelt et Hasselt pour faire place à une piste cyclable.

Dit is zeer tegen de zin van de Limburgse bedrijven, die deze aanvoerlijn als een belangrijk onderdeel voor de toekomstige « IJzeren Rijn » zien.

Les entreprises limbourgeoises, qui considèrent que cette ligne d’approvisionnement constitue un élément essentiel du futur « Rhin de fer », le déplorent.

Deze lijn zou goed zijn voor 1,6 miljoen ton. Het schijnt mij dan ook onbegrijpelijk dat deze lijn wordt opgegeven.

La ligne permettrait d’assurer le transport de 1,6 million de tonnes de marchandises. Son abandon me paraıˆt dès lors incompréhensible.

Welke verklaring heeft de NMBS voor deze beslissing ?

Comment la SNCB justifie-t-elle cette décision ?

Antwoord : De lijn 18 tussen Neerpelt en Eksel is voor de NMBS reeds buiten dienst sinds 26 augustus 1996.

Réponse : Pour la SNCB, la ligne 18 entre Neerpelt et Eksel est déjà hors service depuis le 26 aouˆt 1996.

De heropening ervan tussen Neerpelt en Hasselt (vertakking Houthalen) / Genk is gekoppeld aan de realisatie van de « IJzeren Rijn ».

La réouverture du tronçon entre Neerpelt et Hasselt (bifurcation Houthalen)/Genk est liée à la résiliation de l’« IJzeren Rijn ».

Daarenboven wil men de lijn 18 terug openstellen voor het treinverkeer tegen een commercie¨le snelheid, dienen de sporen op het baanvak Neerpelt-Eksel volledig vernieuwd te worden.

En outre, pour pouvoir réouvrir la ligne 18 au trafic ferroviaire et l’exploiter à une vitesse commerciale, il faudrait renouveler complètement les voies sur la section Neerpelt-Eksel.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

582

Het uitbreken van de sporen biedt het economisch voordeel dat een 7-tal overwegen verdwijnen waardoor onderhoudswerken zich niet meer opdringen.

Sur le plan économique, le démontage des voies présente l’avantage de supprimer quelque 7 passages à niveau, lesquels ne devraient plus ainsi être entretenus.

Bovendien zullen het uitbreken van de sporen en de aanleg van een fietspad op de spoorbedding, door en op kosten van de gemeente Overpelt, geen enkele hypotheek leggen op een eventuele heropening van de lijn omdat in het overeenkomstig bezettingscontract een opzegtermijn van 1 jaar wordt opgenomen.

De plus, le démontage des voies et la pose d’une piste cyclable sur l’assiette de la voie, par et aux frais de la commune d’Overpelt, n’hypothéqueront en aucune façon une réouverture éventuelle de la ligne, parce que le contrat d’occupation conforme comporte un délai de préavis de 1 an.



Consumentenzaken

Protection de la consommation

DO 0000199950180

DO 0000199950180

Vraag nr. 3 van de heer Claude Eerdekens van 14 september 1999 (Fr.) :

Question no 3 de M. Claude Eerdekens du 14 septembre 1999 (Fr.) :

GGO’s. — Test. — Producten die soja of maı¨s bevatten.

OGM. — Test. — Produits contenant du soja ou du maı¨s.

Een onderzoek van 53 producten met soja of maı¨s die mogelijk genetisch werden gewijzigd (Test Aankoop Magazine, nr. 417 van januari 1999), wijst uit dat het in de huidige stand van de wetenschap onmogelijk is om uit te maken of sommige producten met genetisch gewijzigde organismen (GGO) werden vervaardigd. Dat is het geval voor producten die een raffinage of een warmtebehandeling ondergingen, waardoor de eventueel gebruikte GGO’s niet kunnen worden opgespoord.

Un test réalisé sur 53 produits contenant du soja ou du maı¨s pouvant avoir été potentiellement modifié (Test-Achats-Magazine, no 417 de janvier 1999) a démontré entre autres que, dans l’état actuel des connaissances, il n’est pas possible de déterminer si certains produits ont été ou non fabriqués à partir d’organismes génétiquement modifiés (OGM). C’est le cas des produits qui ont subi un raffinage ou un traitement thermique, rendant les OGM éventuellement utilisés non identifiables.

Welke initiatieven heeft uw departement al genomen :

Quelles initiatives ont déjà été prises par votre département pour que :

1. om de consumenten correct voor te lichten over de redenen van de genetische manipulatie en de manier waarop die heeft plaatsgevonden;

1. le consommateur puisse être correctement informé du pourquoi et du comment des manipulations effectuées;

2. om onafhankelijke en deskundige controles in alle productiestadia in te stellen;

2. des controˆles indépendants et compétents puissent avoir lieu à tous les stades de la production;

3. om de producenten bewust te maken van hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de huidige en toekomstige risico’s ?

3. les producteurs soient responsabilisés des risques existants ou à venir ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

1. De consument kan informatie verkrijgen over genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen telefonisch of per brief, fax of e-mail bij de Eetwareninspec-

1. Le consommateur peut obtenir des informations sur les aliments génétiquement modifiés, par téléphone, lettre, télécopie ou e-mail auprès de l’Inspec-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

583

tie of bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid-Louis Pasteur (WIV-LP). Er zijn ook effectief regelmatig vragen hieromtrent. De adviezen van het Wetenschappelijk Comité voor planten (EU) staan op internet (http://europa.eu.int) en beschrijven voor elke genetisch gewijzigde plant de wijziging die is aangebracht en de functie van de ingebrachte genen, met daarbij de veiligheidsevaluatie voor mens en milieu. Verder kan de consument informatie verkrijgen via de website van het WIV-LP, via de media (krant, TV, radio, tijdschriften), via consumentenorganisaties, via actiegroepen, via bedrijven en federaties, via wetenschappers, ethici, enz. Zodoende kan men alle gezichtspunten in rekening brengen.

tion des denrées alimentaires ou de l’Institut scientifique de la Santé publique-Louis Pasteur (ISSP-LP). Des questions sont effectivement régulièrement posées à ce sujet. Les avis du Comité scientifique des plantes (UE) sont accessibles sur Internet (http://europa.eu.int) et décrivent, pour chaque plante génétiquement modifiée, les modifications apportées et la fonction des gènes importés, avec l’évaluation de la sécurité pour l’homme et l’environnement. Le consommateur peut aussi obtenir des informations via le site web de l’ISSPLP, les médias (journaux, TV, radio, magazines), les associations de consommateurs, les groupes d’action, les entreprises et les fédérations, les scientifiques, etc. De cette manière, il est possible de tenir compte de tous les points de vue.

2. De Eetwareninspectie heeft in 1998 27 monsters genomen gevarieerd over allerlei voedingsmiddelen met soja of maı¨s. Het DNA werd in het WIV-LP geanalyseerd. De aanwezigheid van ingredie¨nten afkomstig van Roundup Ready Soja of Maximizer Maı¨s werd in geen enkel monster vastgesteld met de gevalideerde analysemethodes. Er werden dus geen overtredingen vastgesteld van Verordening (EG) nr. 1139/98 omtrent de etiketteringsplicht.

2. L’Inspection des denrées alimentaires a prélevé en 1998 27 échantillons répartis sur un large éventail d’aliments, en ce compris le soja et le maı¨s. L’ADN a été analysé par l’ISSP-LP. La présence de Roundup Ready Soja ou de Maximizer Maı¨s n’a été constatée dans aucun échantillon au moyen des méthodes d’analyse validées. Aucune infraction au Règlement (CE) no 1139/98 sur l’étiquetage obligatoire n’a par conséquent été constatée.

In 1999 zullen 30 monsters voedingsmiddelen gecontroleerd worden. Momenteel zijn 15 monsters voedingsmiddelen met soja-ingredie¨nten voor analyse bij het WIV-LP. Er zullen nog 15 monsters worden genomen door de Eetwareninspectie voor analyse op genetisch gewijzigde maı¨s.

En 1999, 30 échantillons de denrées alimentaires seront controˆlés. Actuellement, 15 échantillons de denrées contenant des ingrédients de soja sont à l’ISSPLP pour analyse. L’Inspection des denrées alimentaires prélèvera 15 autres échantillons en vue du dépistage de la présence de maı¨s génétiquement modifié.

3. Via de hygie¨nereglementering (HACCP) zijn alle voedingsmiddelenbedrijven verplicht veiligheidsprocedures uit te werken. Het vermijden van het aankopen van niet-toegelaten genetisch gewijzigde planten valt hier ook onder.

3. La réglementation de l’hygiène (HACCP) contraint toutes les entreprises dans le secteur alimentaire de mettre au point des procédures de sécurité. E´viter d’acheter des plantes génétiquement modifiées non autorisées relève également de ces procédures.

DO 0000199950306

DO 0000199950306



Bij wet opgelegde verslagen.

Rapports imposés par la loi.

Tal van wetten bepalen dat al dan niet jaarlijks een verslag moet worden opgemaakt, ingediend, bekendgemaakt, enz.

L’obligation, annuelle ou non, de rédiger et de publier un rapport est prévue par de nombreuses lois.

Kan u met betrekking tot de aangelegenheden die tot uw bevoegdheid behoren opgave doen van :

` propos des matières ressortissant à vos compétenA ces, je vous remercie de me communiquer :

1. de verslagen die ingevolge een wettelijke of reglementaire verplichting moeten opgemaakt worden, met :

1. les rapports qui doivent être rédigés en application d’une obligation légale ou réglementaire :


1999

2000


75

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

584

a) opgave van de instantie die daarvoor instaat en de instantie bij wie het rapport moet ingediend worden;

a) en précisant l’instance chargée d’établir le rapport et l’instance auprès de laquelle il doit être fait;

b) een overzicht van de overige verplichtingen zoals bekendmaking, bespreking, evaluatie, enz.;

b) en donnant un aperçu des autres obligations en matière notamment de publication, d’examen, d’évaluation, etc.;

2. voor elk van die verslagen een overzicht van de naleving van de verplichtingen tijdens deze regeerperiode :

2. pour chacun de ces rapports, un aperçu de la manière dont ces obligations ont été respectées au cours de la présente législature :

a) is de verplichting elk jaar nageleefd;

a) l’obligation a-t-elle été respectée chaque année;

b) zo ja, tijdig;

b) dans l’affirmative, l’a-t-elle été dans les délais;

c) zo neen, met welke vertraging;

c) dans la négative, quel retard a été encouru;

3. voor elk van die rapporten : de datum van het laatst verschenen rapport ?

3. pour chacun de ces rapports : la date du dernier rapport paru ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hierbij een overzicht van de jaarverslagen die, wat mijn bevoegdheid in het kader van consumentenzaken betreffen, door het ministerie van Economische Zaken moeten opgesteld worden.

Réponse : L’honorable membre trouvera ci-joint un aperçu des rapports annuels qui, en ce qui concerne mes compétences dans le domaine de la consommation, doivent être élaborés, par le ministère des Affaires économiques.

1. Ter uitvoering van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument moeten twee jaarverslagen opgesteld worden :

1. En exécution de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, il faut établir deux rapports annuels :

1.1. het jaarverslag van de commissie voor Onrechtmatige Bedingen (artikel 36, § 3)

1.1. Le rapport annuel de la commission des Clauses abusives (article 36, § 3)

Dit verslag wordt opgesteld door de voorzitster van deze commissie. Het omvat onder meer de volledige tekst van de aanbevelingen en voorstellen die de commissie in de loop van het jaar gedaan heeft en wordt opgenomen in het jaarlijks activiteitenverslag van de Raad voor het verbruik.

Ce rapport est rédigé par la présidente de cette commission. Il contient, entre autres, le texte exhaustif des recommandations et propositions faites par la commission dans le courant de l’année et est repris dans le rapport annuel des activités du Conseil de la consommation.

Het laatst verschenen verslag dekt het jaar 1998.

Le dernier rapport couvre l’année 1998.

1.2. het jaarverslag over de werking van de waarschuwingsprocedure (artikel 101)

1.2. Le rapport annuel sur le fonctionnement de la procédure d’avertissement (article 101)

Dit verslag dat wordt opgesteld door het bestuur Economische Inspectie, in samenwerking met de dienst « Voorverpakte Waren » van het bestuur Kwaliteit en Veiligheid wordt via de bevoegde minister voorgelegd aan de Wetgevende Kamers, die dan beslissen over de eventuele bekendmaking ervan.

Ce rapport est rédigé par l’administration de l’Inspection économique, en collaboration avec le service « Préemballage » de l’administration de la Qualité et de la Sécurité, et soumis aux Chambres législatives qui décident ensuite de son éventuelle publication.

Dit verslag wordt steeds opgemaakt tijdens het eerste semester van het jaar dat volgt op het referentiejaar.

Ce rapport est toujours établi au cours du premier semestre de l’année qui suit l’année de référence.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

585

2. Ter uitvoering van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten stelt het secretariaat van de commissie voor de Veiligheid van de consumenten haar activiteitenverslag op.

2. En exécution de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des consommateurs, le secrétariat de la commission pour la Sécurité des consommateurs élabore son rapport d’activités.

Ook dit verslag, dat eveneens de volledige tekst omvat van de aanbevelingen en voorstellen die de commissie in de loop van het jaar gedaan heeft, is opgenomen in het jaarlijks activiteitenverslag van de Raad voor het verbruik. Het laatst verschenen verslag dekt het jaar 1998.

Ce rapport, qui contient aussi le texte exhaustif des recommandations et propositions faites par la commission dans le courant de l’année, est également repris dans le rapport annuel des activités du Conseil de la consommation. Le dernier rapport publié couvre l’année 1998.

Volksgezondheid

Santé publique

DO 0000199950169

DO 0000199950169

Vraag nr. 8 van de heer Peter Vanvelthoven van 13 september 1999 (N.) :

Question no 8 de M. Peter Vanvelthoven du 13 septembre 1999 (N.) :

Voorschrijfgedrag van artsen in verband met antibiotica.

Comportement prescripteur des médecins en matière d’antibiotiques.

Uit statistieken over de geneesmiddelenverkoop zou blijken dat artsen meer naar antibiotica grijpen dan nuttig en gezond is voor hun patie¨nten. Er zou voor honderden miljoenen aan antibiotica voorgeschreven worden tegen ziekten die niet of zelden genezen kunnen worden met dit geneesmiddel. Zo schreven de artsen in 1998 voor 734 miljoen frank antibiotica voor tegen keelpijn, terwijl de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse huisartsen stelt dat antibiotica slechts in uitzonderlijke gevallen nut kan hebben bij de bestrijding van acute keelpijn.

Il ressort de statistiques relatives à la vente des médicaments que les médecins prescrivent parfois inutilement des antibiotiques et que ceux-ci sont parfois nocifs pour leurs patients. Ils prescriraient des antibiotiques à concurrence de centaines de millions de francs pour des maladies que ce type de médicaments ne soignent pas ou rarement. C’est ainsi qu’en 1998, ils en ont prescrit pour un total de 734 millions de francs pour traiter des maux de gorge, alors que, selon l’Association scientifique des généralistes flamands, les antibiotiques ne peuvent servir qu’exceptionnellement à guérir des maux de gorge aigus.

Uit eerder onderzoek is bovendien gebleken dat bij veelvuldig gebruik van antibiotica het menselijk lichaam zich aanpast aan deze hoeveelheden. Hierdoor dreigt het geneesmiddel na verloop van tijd geen effect meer te hebben.

Des études antérieures ont par ailleurs révélé que la consommation intensive d’antibiotiques a pour conséquence une adaptation du corps humain à de grandes quantités de ces médicaments. Ainsi, après un certain temps, les médicaments risquent de ne plus avoir d’effet du tout.

Hoewel een bezoek aan een geneesheer ten goede zou moeten komen aan de gezondheid, lijkt dit door het discutabele voorschrijfgedrag van de artsen, integendeel, een averechts effect te krijgen.

Alors que les consultations médicales devraient être bénéfiques à la santé, elles ont l’effet inverse en raison du comportement prescripteur discutable des médecins.

1. Kan u dit voorschrijfgedrag van de artsen in verband met antibiotica bevestigen ?

1. Confirmez-vous ce comportement prescripteur des médecins en matière d’antibiotiques ?

2. Zo ja, welke maatregelen denkt u hiertegen te moeten nemen ?

2. Dans l’affirmative, quelles mesures pensez-vous devoir prendre pour y remédier ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre les éléments de réponse suivants.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

586

1. In 1998 werd er onder de auspicie¨n van Belgisch Centrum voor farmacotherapeutische informatie (BCFI) een Wetenschappelijk Comité onafhankelijke informatie geneesmiddelen opgericht. Dit comité heeft tot opdracht een rationele beschrijving van geneesmiddelen op basis van bewijzen (evidence based) uit te werken. Een van de projecten van dit comité betreft het opstellen van dossiers om de deskundigheid op het vlak van geneesmiddelen te bevorderen, met name de gebruikers gestandaardiseerde, consensuele informatie alsmede richtlijnen voor een goede praktijkvoering ter beschikking te stellen. De doelgroepen zijn de in de lokale kwaliteitsgroepen (LOK) verenigde artsengroepen alsmede de apothekers. Het comité is thans onder meer bezig met het dossier inzake de behandeling van de infecties van de bovenste luchtwegen (angina, sinusitis, otitis), waarvoor verschillende studies reeds daadwerkelijk verkeerd en onnodig gebruik van antibiotica hebben aangetoond. Een ander project van dit comité betreft het bezorgen van mondelinge farmacotherapeutische informatie via onafhankelijke « artsenbezoekers » die een speciale opleiding genoten hebben. Die richten zich op verzoek rechtstreeks tot de artsen. Onder de geselecteerde thema’s bevindt zich ook de behandeling van de bovenste luchtwegen.

1. En 1998 a été créé sous l’égide du Centre belge d’information pharmacothérapeutique (CBIP) un Comité scientifique d’information indépendante des médicaments. Le but de ce comité est de favoriser une prescription rationnelle de médicaments fondée sur des preuves (evidence based). Un des projets de ce comité est la réalisation de dossiers de promotion de la compétence dans le domaine des médicaments. Il s’agit de mettre à disposition des utilisateurs une information standardisée, consensuelle et des lignes directrices qui puissent servir de guide de bonne pratique. Les groupes cibles sont les groupes de médecins réunis en groupes locaux d’évaluation médicale (GLEM) ainsi que les pharmaciens. Un des dossiers actuellement en préparation au sein de ce comité concerne le traitement des infections des voies respiratoires supérieures (angine, sinusite, otite) pour lesquelles plusieurs études ont effectivement déjà démontré l’utilisation abusive et intempestive d’antibiotiques. Un autre projet de ce comité concerne la livraison d’une information pharmacothérapeutique orale par la voie de « visiteurs médicaux » indépendants et ayant reçu une formation spéciale. Ceux-ci s’adressent directement aux médecins à leur demande. Parmi les thèmes choisis figure également le traitement des voies respiratoires supérieures.

2. Ingevolge de aanbevelingen van Kopenhagen (conferentie « The Microbial Threat ») werd er een commissie voor de Coo¨rdinatie van het antibioticabeleid opgericht (koninklijk besluit van 26 april 1999, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1999). Deze commissie heeft tot opdracht de verschillende activiteiten en initiatieven op het gebied van het gebruik van antibiotica en de resistentie tegen antibiotica te coo¨rdineren en dat zowel op het vlak van de menselijke (intra- en extramurale sector) als de diergeneeskunde. In het kader van haar bevoegdheden heeft de commissie voor het ogenblik verschillende projecten lopen waarvan er twee in het kader van het voorschrijven van antibiotica zeker gesignaleerd moeten worden : een project inzake het uitwerken van officie¨le nationale aanbevelingen betreffende het therapeutische gebruik van antibiotica in welbepaalde medische situaties (de eerste aanbevelingen hebben betrekking op acute keelpijn), en dat in samenwerking met vertegenwoordigers van de huisartsen, de pneumologen, de pediaters, de keel-, neusen oorartsen en het Wetenschappelijk Comité onafhankelijke informatie geneesmiddelen. Parallel hiermee loopt er voor het ogenblik een campagne ter sensibilisering van het grote publiek en de gezondheidswerkers voor het probleem van het irrationele gebruik van antibiotica en voor het gevaar dat er resistentie tegen antibiotica opgebouwd wordt. Het doel van die campagne bestaat erin om op middellange termijn een mentaliteitsverandering teweeg te brengen bij 1) artsen die te vlug antibiotica voorschrijven voor infecties

2. D’autre part, suite aux recommandations de Copenhague issues de la conférence « The Microbial Threat », une commission de Coordination de la politique antibiotique a été mise sur pied (arrêté royal du 26 avril 1999, Moniteur belge du 31 juillet 1999). L’objectif de cette commission est de coordonner les différentes activités et initiatives prises ou à prendre dans le domaine de l’utilisation des antibiotiques et de l’antibiorésistance et ce, tant au niveau de la médecine humaine (domaines ambulatoire et hospitalier) qu’au niveau vétérinaire. Dans le cadre de ses compétences, la commission a actuellement plusieurs projets en préparation dont deux méritent d’être signalés dans le cadre de la problématique de la prescription d’antibiotiques : il s’agit notamment d’un projet d’élaboration de recommandations nationales officielles relatives à l’usage thérapeutique d’antibiotiques dans des situations médicales bien précises; les premières recommandations se porteront sur les maux de gorges aigus (« acute keelpijn »), et ce en collaboration avec des représentants des médecins généralistes, des pneumologues, des pédiatres, des ORL et le Comité scientifique d’information indépendante des médicaments. Parallèlement, il existe également un projet de campagne de sensibilisation du public et des professionnels de la santé au problème de l’emploi irrationnel d’antibiotiques et au danger de l’antibiorésistance. Le but de cette campagne est d’arriver à moyen terme à un changement de mentalité (1) des médecins qui prescrivent trop rapidement des antibiotiques pour des


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

587

waarvoor dat niet altijd nodig is, en bij 2) het grote publiek dat te vaak antibiotica vraagt tengevolge van een gebrek aan kennis van de verschillende infectiebronnen (viraal, bacterieel, ...), van de natuurlijke evolutie van de infectie (vaak spontane genezing) en de rol van antibiotica. Die informatie- en sensibiliseringscampagne dient samen met de voor de preventie bevoegde gemeenschappen en andere geı¨nteresseerde partijen gevoerd te worden.

infections qui ne le nécessitent pas toujours, et (2) du public qui est souvent demandeur d’antibiotiques, suite notamment à une méconnaissance des différentes origines des infections (virale, bactérienne, ...), de l’évolution naturelle de l’infection (guérison souvent spontanée) et du roˆle des antibiotiques. Cette campagne d’information et de sensibilisation devrait se faire avec les communautés compétentes en matière de prévention et avec d’autres partenaires intéressés.

Leefmilieu

Environnement

DO 0000199950142

DO 0000199950142

Vraag nr. 1 van de heer Peter Vanvelthoven van 9 september 1999 (N.) : Ecotaks op batterijen. — Inzameling.

Question no 1 de M. Peter Vanvelthoven du 9 septembre 1999 (N.) : Écotaxe sur les piles. — Collecte.

Het oorspronkelijke doel van de ecotaks op batterijen was om te vermijden dat de batterijen terecht zouden komen in de huisvuilniszakken. Batterijen horen immers tot de categorie Klein Gevaarlijk Afval (KGA). De batterijen zouden hiertoe belast worden met 20 frank, tenzij ze onderworpen waren aan een statiegeldsysteem. Met dit systeem zou men een inzamelgraad van 95 % kunnen bereiken.

` l’origine, l’instauration d’une écotaxe sur les piles A avait pour objectif d’empêcher que ces dernières n’aboutissent au fond d’un sac poubelle. Les piles font, en effet, partie de la catégorie des Petits déchets dange` moins d’être soumises à un système de reux (PDD). A consigne, elles seraient taxées de 20 francs. Ce système devrait permettre d’atteindre un taux de collecte de 95 %.

De batterijproducenten vreesden echter een forse daling van de verkoop en onder hun druk is de regering in 1995 overgegaan op een systeem van vrijwillige inzameling. Met steun van de federale regering en de gewesten werd de Bebat opgericht, een VZW die de inzameling en recyclage van gebruikte batterijen in goede banen moet leiden. Bebat werkt met een systeem van een 20 000-tal inzamelpunten waar gebruikte batterijen gedeponeerd kunnen worden.

Les producteurs de piles redoutant toutefois une chute spectaculaire de leurs ventes, le gouvernement a procédé, en 1995, sous la pression du secteur, à la mise en place d’un système de collecte volontaire. Avec l’appui du gouvernement fédéral et des régions, une ASBL chargée de promouvoir la collecte et le recyclage des piles usées — Bebat — a été créée. Bebat travaille avec un système de quelque 20 000 points de collecte ou` les piles usées peuvent être déposées.

Met dit systeem zou de garantie dat batterijen effectief worden ingezameld een heel stuk kleiner zijn dan bij het statiegeldsysteem. Bebat spreekt van een inzamelgraad van 60 % in 1998.

Par rapport au système de consigne, le système actuel réduirait fortement la garantie de collecte effective des piles. Bebat fait état d’un taux de collecte de 60 %.

Indien inderdaad slechts een inzamelgraad van 60 % wordt bereikt, is dit een slechte zaak voor het milieu.

Si ce pourcentage est exact, ce serait une mauvaise affaire pour l’environnement.

1. Was er reeds een evaluatie van het inzamelsysteem van Bebat, en zo ja, welke conclusies zijn hieraan verbonden ?

1. Le système de collecte mis en place par Bebat at-il déjà fait l’objet d’une évaluation ? Dans l’affirmative, à quelles conclusions a-t-elle abouti ?

2. Welke bijkomende maatregelen worden in het vooruitzicht gesteld om de inzamelgraad op een aanvaardbaar niveau te brengen ?

2. Quelles mesures complémentaires envisagezvous de prendre en vue de relever le taux de collecte à un niveau acceptable ?

Antwoord :

Réponse :

1. De implementatie van de wet op de milieutaksen wordt door de opvolgingscommissie betreffende de Milieutaksen gee¨valueerd.


1999

1. La mise en œuvre de la loi écotaxes est évaluée par la commission de suivi relative aux Ećotaxes.

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

588

BEBAT, een organisme opgericht door de batterijsector, maakt een jaarlijks rapport ten behoeve van deze commissie met kwantitatieve resultaten van inzameling en recyclage van de batterijen. De inzamelingen recyclagedoelstellingen die inzake batterijen moeten bereikt worden zijn bij wet opgelegd, namelijk 40 % voor 1996, 50 % voor 1997, 60 % voor 1998, 67,5 % voor 1999 en 75 % voor 2000 (artikel 7, wet van 7 maart 1996).

BEBAT, un organisme créé par le secteur des batteries, élabore un rapport annuel pour les besoins de cette commission, avec les résultats quantitatifs de collecte et recyclage des batteries. Les objectifs de collecte et recyclage devant être atteints pour les batteries sont imposés par la loi écotaxes, à savoir, 40 % pour 1996, 50 % pour 1997, 60 % pour 1998, 67,5 % pour 1999 et 75 % pour 2000 (article 7, loi du 7 mars 1996).

Voor 1996 en 1997 werden de gegevens over de resultaten van de inzameling en recyclage toevertrouwd aan de opvolgingscommissie. De resultaten overtreffen de doelstellingen. Maatregelen wegens het niet bereiken van de doelstellingen waren niet nodig. Voor 1998 is er nog geen evaluatie door de commissie.

Pour 1996 et 1997, les données sur les résultats de collecte et de recyclage ont été confiées à la commission de suivi. Les résultats étaient supérieurs aux objectifs. Des mesures pour non réalisation des objectifs n’ont pas été nécessaires. Pour 1998, aucune évaluation n’a encore été réalisée.

De wet van 13 juli 1993 voorziet in zware sancties bij het niet behalen van deze doelstellingen. Voor nadere informatie over dit laatste punt, verzoek ik het geachte lid zich te wenden tot mijn collega, de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 113 van 10 november 1999.)

La loi du 13 juillet 1993 prévoit de lourdes sanctions pour la non réalisation des objectifs. Pour une information plus détaillée sur ce dernier point, je prie l’honorable membre de se référer à mon collègue, le ministre des Finances. (Question no 113 du 10 novembre 1999.)

2. Zoals onder punt 1 gesteld werd zal de implementatie van de wet op de milieutaksen gee¨valueerd worden. Waar nodig zal deze herbekeken worden. Daarenboven kunnen de gewesten ook andere maatregelen ontwikkelen om hun inzamelingen recyclageprogramma aan te vullen.

2. Comme mentionné au point 1, la mise en œuvre de la loi écotaxes sera évaluée. Là où c’est nécessaire, celle-ci pourra être revue. En outre, les régions peuvent également développer d’autres mesures pour compléter leur propre programme de collecte et recyclage.

Minister van Landsverdediging

Ministre de la Défense

DO 1999200000024

DO 1999200000024

Vraag nr. 16 van de heer Ferdy Willems van 13 oktober 1999 (N.) :

Question no 16 de M. Ferdy Willems du 13 octobre 1999 (N.) :

Kankerverwekkende afweersystemen.

Effets cancérigènes du système antiaérien Hawk.

effecten

van

de

Hawk-

Op 28 september 1999 stelde ik u in de commissie voor de Landsverdediging een vraag over de mogelijke kankerverwekkende effecten van de Hawk-luchtafweersystemen (vraag nr. 69, Kamer, BZ 1999, Beknopt Verslag, 28 september 1999, C7, blz. 4). Op mijn vraag wanneer en waarom er een loden bescherming aangebracht werd gaf u als antwoord dat het hier ging om een semantische vergissing in de Nederlands-


1999

En commission de la Défense de la Chambre du 28 septembre 1999, je vous ai posé une question relative aux effets cancérigènes éventuels du système antiaérien Hawk (question no 69, Chambre, SE 1999, Compte rendu analytique, 28 septembre 1999, C7, ` ma question de savoir quand et pourquoi ces p. 4). A systèmes ont été munis de protections de plomb, vous avez répondu qu’en l’occurrence, une erreur sémanti2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

589

talige pers. De pers zou het Engelse woord « LOAD » verwarren met het Nederlandse « LOOD ». U benadrukte dat er geen veiligheidsvoorschriften of gezondheidsnormen waren om technische aanpassingen te verantwoorden. Het zou gaan om de aanpassing van een technisch accessoire (« Dummy Load ») dat tussen 1975 en 1985 op de radars geı¨nstalleerd werd.

que est à relever dans la presse néerlandophone, qui confondrait le terme anglais « LOAD » avec le terme néerlandais « LOOD ». Vous avez souligné qu’aucune raison de sécurité ou qu’aucune norme de santé ne justifiait de procéder à des aménagements techniques. Il s’agirait de l’aménagement d’un accessoire technique (« Dummy Load ») dont les radars ont été équipés entre 1975 et 1985.

Dit antwoord staat echter lijnrecht tegenover een eerder antwoord van uw voorganger. Op een mondelinge vraag van toenmalig senator Bert Anciaux gaf toenmalig minister van Landsverdediging Poncelet volgende toelichting : « De bijkomende loden bescherming werd aangebracht tijdens een gewone revisie met als doel nog meer bescherming te bieden en niet nadat incidenten plaatsvonden. »

Cette réponse est cependant en contradiction totale avec une réponse antérieure donnée par votre prédé` une question orale de M. Bert Anciaux, à cesseur. A l’époque sénateur, le ministre de la Défense nationale de l’époque a répondu que la protection de plomb supplémentaire a été installée lors d’une révision ordinaire en vue d’augmenter encore la protection, et non après que des incidents avaient eu lieu.

1. Ontkent u dat er een loden bescherming werd aangebracht op de radars ?

1. Démentez-vous que les radars ont été équipés d’une protection de plomb ?

2. Zo ja, hoe staat u dan tegenover het tegenstrijdige antwoord van uw voorganger ?

2. Dans l’affirmative, que pensez-vous de la réponse de votre prédécesseur, qui est en contradiction totale avec la voˆtre ?

3. Zo neen, wanneer werd deze bescherming aangebracht ?

3. Dans la négative, quand les radars ont-ils été munis de cette protection ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à sa question.

Wij ontkennen niet dat een loden bescherming op bepaalde radars aangebracht werd. Dit gebeurde nochtans enkel tijdens de fabricatie door de firma HSA. De geleverde radars hadden bijgevolg geen loden bescherming. De radar PAR, een component van het Hawk-systeem, zendt ioniserende stralingen uit door het feit dat er een elektronische buis (zoals in een televisietoestel) aanwezig is. Het is uitsluitend tijdens de testprocedure van deze buis dat er een loden bescherming aangebracht werd om het personeel van de firma HAS te beschermen. Buiten deze testprocedure, zijn beschermpanelen aanwezig. Deze bieden een voldoende bescherming tegen ioniserende stralingen, waardoor er geen gevaar is van blootstelling voor de militaire gebruiker.

Nous ne démentons pas qu’une protection en plomb ait été installée seulement pendant le processus de fabrication à la firme HAS. Les radars n’étaient pas munis de protection en plomb à la livraison. Le radar PAR, un des composants du système Hawk, émet des radiations ionisantes, ceci est duˆ à la présence d’un tube électronique (comme dans un téléviseur). C’est seulement lors des tests de ce tube, qu’une protection en plomb a été installée, et ce aux fins de protéger le personnel de HAS. En dehors des procédures de tests, les panneaux sont en place. Ceux-ci offrent une protection suffisante vis-à-vis du rayonnement ionisant et il n’y a donc aucun risque d’exposition pour l’utilisateur militaire.

Volgens de firma HSA werd er geen geval van abnormale blootstelling bij hun personeel vastgesteld.

Selon la firme HAS, aucun cas de surexposition n’a été relevé parmi son personnel.

Uit hetgeen voorafgaat moet dus vastgesteld worden dat er geen tegenstrijd is tussen het antwoord van mijn voorganger en mijn antwoord van 28 september 1999.

De ce qui précède, on peut conclure qu’il n’y a pas de contradiction entre la réponse faite par mon prédécesseur et ma réponse du 28 septembre 1999.

De benaming van de technische uitrusting « Dummy Load » heeft bij sommigen verwarring doen ontstaan. Er werd nooit een loden bescherming geplaatst op het Hawk-systeem tijdens zijn gebruik door militair personeel.

La dénomination de l’équipement technique « Dummy Load » a, chez certains, été source de confusion et une protection en plomb n’a donc pas été installée sur le système Hawk pendant son utilisation par du personnel militaire.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

590

Minister van Landbouw en Middenstand

Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

Landbouw

Agriculture

DO 0000199950306

DO 0000199950306














b) en donnant un aperçu des autres obligations en matière notamment de publication, d’examen, d’évaluation, etc.





b) zo ja, tijdig;




3. voor elk van die rapporten : de datum van het laatst verschenen rapport.

3. pour chacun de ces rapports : la date du dernier rapport paru.

Antwoord : DG 1 : Bestuur voor het KMO-beleid

Réponse : DG 1 : Administration de la politique PME

Jaarlijks middenstandsverslag. (Wet van 7 augustus 1978 - Belgisch Staatsblad van 21 september 1978.)

Rapport annuel des Classes moyennes. (Loi du 7 août 1978 - Moniteur belge du 21 septembre 1978.)

1. a) De minister of staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort, legt elk jaar voor 1 november bedoeld middenstandsverslag voor aan het Parlement (artikel 1).

1. a) Le ministre ou le secrétaire d’E´tat qui a les Classes moyennes dans ses attributions présente chaque année avant le 1er novembre au Parlement ledit rapport (article 1).

b) Het koninklijk besluit van 11 maart 1994 bepaalt de vorm en de inhoud van het jaarlijks middenstandsverslag en geeft aan welke verschillende externe diensten eraan meewerken (Belgisch Staatsblad van 21 april 1994).

b) L’arrêté royal du 11 mars 1994 détermine la forme et le contenu du rapport et identifie les différents intervenants extérieurs (Moniteur belge du 21 avril 1994).


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

591

2. a) Neen.

2. a) Non.

b) Nihil.

b) Néant.

c) Sinds de ontbinding van het Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand, bevestigd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1991 (Belgisch Staatsblad van 24 september 1991).

c) Depuis la dissolution de l’Institut économique et social des Classes moyennes, confirmée par l’arrêté royal du 7 août 1991 (Moniteur belge du 24 septembre 1991).

3. Het recentste verslag had betrekking op het referentiejaar 1990 en werd in 1991 ingediend.

3. Le dernier rapport réalisé portait sur l’année de référence 1990 et a été déposé en 1991.

DG 2 : Bestuur voor het landbouwbeleid

DG 2 : Administration de la politique agricole

A. Wat de Dienst coo¨rdinatie en concertatie betreft :

A. En ce qui concerne le Service coordination et concertation :

1. De wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling (Belgisch Staatsblad van 18 juni 1997) schrijft in artikel 16, derde lid, voor dat de vertegenwoordigers van leden van de federale regering in de Interdepartementale commissie duurzame ontwikkeling (ICDO) ertoe gehouden zijn ieder jaar een rapport uit te brengen over het beleid inzake duurzame ontwikkeling en over de uitvoering van het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling in de federale administraties en publieke instellingen die zij vertegenwoordigen. Met het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1997), werd de heer ir. J. Carmeliet, directeur-generaal, benoemd als vertegenwoordiger van de minister van Landbouw en de KMO. Overeenkomstig artikel 21, § 1, van het koninklijk besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van de algemene regels betreffende de organisatie en de werking van de ICDO (Belgisch Staatsblad van 22 december 1998), dienen deze rapporten voó´r 15 januari, in het Nederlands en het Frans bij het secretariaat van de ICDO te worden neergelegd. Het secretariaat van de ICDO wordt, overeenkomstig artikel 16, vierde lid, van de hoger vermelde wet, waargenomen door de vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau. Artikel 19 van dezelfde wet schrijft voor dat de ICDO voó´r 31 maart een jaarlijks rapport dient op te maken over de werkzaamheden van het voorbije jaar. Dit rapport wordt overgemaakt aan alle leden van de federale regering, aan de Wetgevende Kamers en aan de Federaal Raad voor duurzame ontwikkeling (FRDO).

1. La loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable (Moniteur belge du 18 juin 1997), article 16, troisième alinéa, prévoit que les représentants de membres du gouvernement fédéral dans le Commission interdépartementale du développement durable (CIDD) sont tenus de rédiger chaque année un rapport sur la politique de développement durable et sur la mise en œuvre du plan fédéral de développement durable dans les administrations et organismes publics fédéraux qu’ils représentent. En vertu de l’arrêté royal du 8 août 1997 (Moniteur belge du 29 août 1997), M. l’ir. J. Carmeliet, directeur-général, a été nommé représentant du ministre de l’Agriculture et des PME. Conformément à l’article 21, § 1er, de l’arrêté royal du 1er décembre 1998 portant fixation des règles générales relatives à l’organisation et au fonctionnement de la CIDD (Moniteur belge du 22 décembre 1998), ces rapports doivent être déposés avant le 15 janvier, en français et en néerlandais, auprès du secrétariat de la CIDD. L’article 16, quatrième alinéa, de la loi précitée stipule que le représentant du Bureau fédéral du plan assure le secrétariat de la CIDD. L’article 19 de cette loi prévoit que la CIDD doit établir avant le 31 mars un rapport annuel des activités de l’année écoulée. Ce rapport est transmis à tous les membres du gouvernement fédéral, aux Chambres législatives et au Conseil fédéral du développement durable (CFDD).

2 en 3. Het eerste jaarlijks rapport over het beleid inzake duurzame ontwikkeling in het ministerie van Middenstand en Landbouw, werd op 19 februari 1999 aan het secretariaat van de ICDO overgemaakt. Het eerste jaarrapport van de ICDO, waaraan de verschillende rapporten van de ICDO-leden werden toegevoegd, werd op 16 april 1999 aan de regeringsleden en de FRDO overgemaakt en in de daar op volgende week aan alle parlementsleden.

2 et 3. Le premier rapport annuel relatif à la politique de développement durable du ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture a été transmis le 19 février 1999 au secrétariat de la CIDD. Le premier rapport annuel de la CIDD, auquel les différents rapports des membres de la CIDD ont été joints, a été adressé le 16 avril 1999 aux membres du gouvernement et au CFDD et, la semaine suivante, à tous les parlementaires.


1999

2000


76

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

592

B. Wat de Dienst financiering van het landbouwbeleid betreft :

B. En ce qui concerne le Service financement de la politique agricole :

1. Artikel 5 van de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds bepaalt dat de Hoge Raad van het Landbouwfonds ieder jaar, voó´r 31 maart, verslag uitbrengt over de werkzaamheden van het fonds en dat dit verslag aan de Wetgevende Kamers medegedeeld wordt.

1. L’article 5 de la loi du 29 juillet 1955 relative à la création du Fonds agricole stipule que le Haut Conseil du Fonds agricole est tenu de dresser chaque année, avant le 31 mars, un rapport des activités du fonds et que ce rapport doit être communiqué aux Chambres législatives.

Opgemerkt dient te worden dat het activiteitsverslag van het Landbouwfonds, na de oprichting in 1991 van de begrotingsfondsen en de regionalisatie van bepaalde landbouwmateries, niet meer uitgebracht wordt door de Hoge Raad van het Landbouwfonds (artikel 5 van de wet van 29 juli 1955) die een overbodige structuur geworden is door de beperking van de activiteiten van het Landbouwfonds tot de gemachtigde uitgaven ten laste van fondskredieten, door de oprichting van andere forums en van een permanent overleg (ICL) tussen regionale en federale landbouwministeries.

Soulignons que le rapport d’activités du Fonds agricole n’est plus rédigé par le Haut Conseil du Fonds agricole (article 5 de la loi du 29 juillet 1955) depuis la constitution, en 1991, des fonds budgétaires et la régionalisation de certaines matières agricoles. Le Haut Conseil du Fonds agricole est devenu une structure superflue par la limitation des activités du Fonds agricole aux dépenses autorisées à charge des crédits du fonds, par la création d’autres panels traitant de la politique agricole globale et des concertations permanentes (CIA) entre les ministres de l’Agriculture régionaux et fédéraux.

De bepaling tot opheffing van deze Hoge Raad werd voorzien in de wet van 27 mei 1999 tot wijziging van de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds (Belgisch Staatsblad van 21 september 1999).

La disposition au sujet de la suppression de ce Haut Conseil a été prévue par la loi du 27 mai 1999 relative à la modification de la loi du 29 juillet 1955 concernant la création du Fonds agricole (Moniteur belge du 21 septembre 1999).

2. Tijdens de voorbije jaren werd de verplichting inzake het opmaken van het activiteitsverslag nageleefd met een lichte vertraging van ongeveer 1 maand.

2. Au cours de ces dernières années, les rapports d’activités ont été achevés avec un léger retard d’environ 1 mois.

3. Het activiteitsverslag voor het dienstjaar 1998 werd uitgebracht midden oktober 1999.

3. Le rapport d’activités de 1998 était terminé mioctobre 1999.

DG 3 : Bestuur voor het landbouwproductiebeheer

DG 3 : Administration de la gestion de la production agricole

Nihil.

Néant.

DG 4 : Bestuur voor de kwaliteit van de grondstoffen en de plantaardige sector Nihil.

DG 4 : Administration de la qualité des matières premières et du secteur végétal Néant.

DG 5 : Bestuur voor de dierengezondheid en de kwaliteit van de dierlijke producten

DG 5 : Administration de la santé animale et de la qualité des produits animaux

Nihil.

Néant.

DG 6 : Bestuur voor onderzoek en ontwikkeling

DG 6 : Administration recherche et développement

1. a) « Evolutie van de landen tuinbouweconomie in 19xx(xx) »

1. a) « Evolution de l’économie agricole et horticole en 19xx(xx) »

xxe verslag voorgelegd door de regering met het Centrum voor landbouweconomie (ex. landbouweconomisch instituut) en het kabinet van minister van Landbouw en Middenstand, ter uitvoering van de wet van 29 maart 1963, gewijzigd bij de wet van

xxe rapport présenté par le gouvernement avec le Centre d’économie agricole (ex. Institut d’économie agricole) et le cabinet du ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes, en exécution de l’article 2 de la loi du 29 mars 1963 tendant


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

593

25 mei 1999, ertoe strekkende de rendabiliteit in de landbouw op te voeren en zijn gelijkwaardigheid met de andere sectoren van het bedrijfsleven te bevorderen.

à promouvoir la rentabilité de l’agriculture et son équivalence avec les autres secteurs de l’économie.

b) Voorlegging door de regering aan de Wetgevende Kamers voor bespreking, na goedkeuring volgt de publicatie.

b) Présentation par le gouvernement aux Chambres législatives pour discussion, après approbation suit la publication.

2. a) Ja.

2. a) Oui.

b) Ja.

b) Oui.

c) Nihil.

c) Néant.

3. Voor het jaar 1997-1998 publieke verspreiding op 4 februari 1999.

3. Pour l’année 1997-1998 diffusion publique le 4 février 1999.

DG 7 : Bestuur voor het sociaal statuut van de zelfstandigen

DG 7 : Administration du statut social des indépendants

Nihil.

Néant.

DO 0000199950332

DO 0000199950332

Vraag nr. 7 van mevrouw Frieda Brepoels van 5 oktober 1999 (N.) :

Question no 7 de Mme Frieda Brepoels du 5 octobre 1999 (N.) :

Proefvelden transgene gewassen.

Champs expérimentaux pour végétaux transgéniques.

Een Britse studie, uitgevoerd in opdracht van « Friends of the Earth », is de eerste die aantoont dat transgeen stuifmeel door bijen kilometers verder kan vervoerd worden. Dat stuifmeel zelf werd in open lucht 475 m van het proefveld waargenomen. In feite toont deze studie aan dat transgene proefvelden nu al zorgen voor genetische vervuiling. Voor de Britse minister van Landbouw alvast reden genoeg om de bufferzones opnieuw te bekijken.

Une étude britannique réalisée à la demande de « Friends of the Earth » est la première à démontrer que le pollen transgénique peut être transporté par des abeilles sur une distance de kilomètres. La présence de ce pollen a été constatée en plein air, à 475 m du champ expérimental. En fait, cette étude établit que les champs expérimentaux transgéniques provoquent, dès à présent, une pollution génétique. Pour le ministre britannique de l’Agriculture, il s’agit d’une raison suffisante pour reconsidérer les zones tampons.

1. Bent u op de hoogte van deze studie en welke conclusie trekt u hieruit voor ons land ?

1. Avez-vous eu connaissance de cette étude et quelles conclusions en tirez-vous pour notre pays ?

2. Hoeveel afstand moet er in Belgie¨ gehanteerd worden tussen transgene gewassen en hun nietgenetisch gemanipuleerde buurgewassen ?

2. Quelle distance doit séparer, dans notre pays, les plantations transgéniques des plantations non génétiques ?

3. a) Hoeveel dossiers werden er tot op dit ogenblik in Belgie¨ ingediend over transgene proefvelden ?

3. ` ce jour, combien de dossiers ont été introduits a) A dans notre pays à propos des champs expérimentaux transgéniques ?

b) Betreft het aantal evenveel proefvelden of worden experimenten uitgevoerd op een verschillend aantal proefvelden ?

b) Ce chiffre recouvre-t-il un nombre identique de champs transgéniques ou les expériences sont-elles mises en œuvre sur plusieurs champs ?

4. Op welke gewassen wordt er gee¨xperimenteerd ?

4. Quelles plantes font l’objet d’expériences de ce type ?

5. Door welke instanties of bedrijven gebeurt dit ?

5. Quelles instances ou entreprises réalisent-elles ces expériences ?


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

594

6. a) Waar bevinden zich deze proefvelden ?

6. a) Ou` ces champs expérimentaux sont-ils localisés ?

b) Kan u de gegevens verschaffen per provincie, gemeente, kadastraal perceel, eigenaar, aantal velden en aard van de transgene manipulatie ?

b) Pouvez-vous ventiler ces données par province, commune, parcelle cadastrale, propriétaire, nombre de champs et nature des manipulations transgéniques ?

7. a) Welke procedure wordt in Belgie¨ gehanteerd voor het indienen van een dossier ?

7. a) Quelle procédure est-elle appliquée en Belgique pour l’introduction d’un dossier ?

b) Is er in een openbare bekendmaking voorzien zodat er bezwaren kunnen ingediend worden ?

b) Existe-t-il une procédure de publication permettant la formulation d’éventuelles objections ?

Antwoord : Hierbij heb ik de eer het geachte lid volgende gegevens te verstrekken in antwoord op uw vraag.

Réponse : J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les données suivantes en réponse à sa question.

1. Mijn diensten volgen aandachtig alle nieuwe wetenschappelijke gegevens die van invloed kunnen zijn op de bijzondere voorwaarden die vermeld worden in de door mij overhandigde vergunningen voor experimenten met transgene planten. Ter herinnering : deze vergunningen worden afgeleverd op advies van de Bioveiligheidsraad of op advies van haar wetenschappelijk secretariaat aangesteld bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid — Louis Pasteur.

1. Mes services suivent avec attention toutes les nouvelles données scientifiques susceptibles d’influer sur les conditions particulières reprises dans les autorisations d’expérimentation de plantes transgéniques que je délivre. Pour rappel, ces autorisations sont délivrées sur avis du Conseil de biosécurité ou de son secrétariat scientifique institué auprès de l’Institut scientifique de la santé publique — Louis Pasteur.

De gegevens vermeld door het geachte lid bevestigen alleen de reeds door het Frans Nationaal Instituut voor landbouwkundig onderzoek gekregen resultaten en wijzigen dus fundamenteel niet de voorzorgsmaatregelen die mijn departement neemt in geval van toelating van doelbewuste introductie van transgene planten in het leefmilieu.

Les données citées par l’honorable membre ne font que confirmer les résultats antérieurs obtenus par l’Institut national de la recherche agronomique français et donc ne modifient pas fondamentalement les précautions que mon département prend lorsqu’il délivre une autorisation de dissémination volontaire de plantes transgéniques.

De evaluatie van de risico’s die uitgevoerd werd door de Bioveiligheidsraad heeft in dit denkbeeldig geval twee aspecten.

L’évaluation des risques qui est effectuée par le Conseil de biosécurité revêt dans ce cas de figure deux aspects.

Het eerste aspect van de te onderzoeken elementen is de mogelijke kruising met verwante planten tengevolge van dit transport of van deze stuifmeelemissie.

Le premier aspect des éléments à examiner est le croisement possible avec des plantes apparentées, suite à ce transport ou à cette émission de pollen.

Deze verplaatsing van stuifmeel is een moeilijk te vermijden fenomeen en heeft alleen maar betekenis voorzover de verschillende vragen, hieronder hernomen een positief antwoord krijgen :

Ce déplacement de pollen est un phénomène difficile à éviter et qui ne prend toute sa signification que pour autant que les différentes questions reprises ci-dessous trouvent une réponse positive :

— bevat het stuifmeel de genetische informatie ?

— le pollen contient-il l’information génétique ?

De biologische systemen maken het tegenwoordig mogelijk om de expressie van het « transgen » tot enkele weefsels van de plant te beperken en aldus te vermijden dat informatie door bijen of door andere vectoren naar anderen planten overgedragen wordt;

Des systèmes biologiques permettent aujourd’hui de limiter l’expression du « transgène » à quelques tissus de la plante et évitent que l’information ne soit véhiculée par les abeilles ou d’autres vecteurs vers d’autres plantes;

— in dit geval, is het stuifmeel levensvatbaar of is het in staat om het genetisch materiaal dat het met zich meedraagt, naar gelijkaardige planten of verwante onkruiden over te brengen ?

— le pollen reste-t-il viable ou capable de transmettre l’information génétique qu’il porte, le cas échéant, vers des plantes cultivées ou des adventives apparentées ?


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

595

Deze factor varieert naargelang de plantensoort;

Ce facteur varie d’une espèce végétale à une autre;

— bestaan er in de onmiddellijke omgeving van het transgeen perceel verwante planten die in staat zijn om een vruchtbare hybride voort te brengen tengevolge van deze kruising ?

— existe-il dans l’entourage immédiat de la parcelle transgénique des plantes apparentées et susceptibles de produire, suite à ce croisement, un hybride fertile ?

Wanneer al deze voorwaarden vermeld zijn, moet nog het gevolg van deze overdracht op het leefmilieu gee¨valueerd worden.

Si toutes ces conditions sont réunies, il faut encore évaluer la conséquence de ce transfert sur l’environnement.

Het geachte lid zal begrijpen dat het moeilijk is om een algemeen antwoord aan te voeren. Deze evaluatie hangt af van geval tot geval en moet rekening houden met de aard van het transgen, de getransformeerde soort en de omstandigheden van de introductie.

L’honorable membre comprendra qu’il est difficile d’apporter une réponse générale. Cette évaluation relève du cas par cas et doit tenir compte de la nature du transgène, de l’espèce transformée et des conditions de dissémination.

Het tweede aspect dat het geachte lid genetische vervuiling noemt is het schadelijke effect dat het stuifmeel zelf veroorzaakt op de menselijke gezondheid of op de omringende fauna.

Le second aspect de ce que l’honorable membre appelle la pollution génétique est l’effet néfaste que le pollen lui-même peut causer pour la santé humaine ou pour la faune environnante.

Het zijn de intrinsieke eigenschappen van het transgen die toelaten om deze evaluatie te richten. Tijdens het experimenteel stadium waarbij de oppervlaktes nog beperkt zijn en waar de eventuele effecten gemakkelijker opgemerkt kunnen worden, moet de houder van een vergunning aan mijn diensten ieder element die het mogelijk maakt om te oordelen of de transgene plant een schadelijk effect op een onderdeel van het leefmilieu kan hebben, rapporteren.

Ce sont les propriétés intrinsèques du transgène qui permettent d’orienter cette évaluation. Au stade expérimental, là où les surfaces sont encore limitées et où les effets éventuels peuvent être notés plus facilement, le détenteur d’une autorisation est tenu de rapporter à mes services tout élément susceptible de juger si la plante transgénique peut avoir un effet néfaste sur un compartiment de l’environnement.

Tot besluit kan ik u verzekeren dat er met de door deze studie geleverde gegevens volledig rekening gehouden wordt en zal worden bij de beslissingen die ik moet en zal moeten nemen op het gebied van de doelbewuste introductie van transgene planten, in het bijzonder op het gebied van isolatie-afstand van de transgene percelen.

En conclusion, je peux assurer que les données fournies par cette étude sont et seront pleinement prises en compte lors des décisions que j’ai et aurai à prendre en matière de dissémination volontaire de plantes transgéniques, notamment en matière de distance d’isolement des parcelles transgéniques.

2. In Belgie¨ varie¨ren de te respecteren afstanden tussen de proefvelden met transgene planten en hun niettransgene equivalenten van de ene tot de andere soort. Algemeen gezien, zijn het de aanbevolen afstanden in geval van zaaizaadproductie die vooropgesteld worden : deze zijn uitgewerkt in het kader van internationale reglementen over de kwaliteit van de landbouwzaden (onderzochte zuiverheid tussen 98 en 99 %), en maken het maximaal mogelijk om de « besmettingen » tengevolge van de kruising tussen verschillende rassen van eenzelfde soort te beperken. In de praktijk, om een idee te geven, betekent dit dat de volgende afstanden moeten gerespecteerd worden, behalve bij expliciete derogatie van mijn diensten :

2. En Belgique, les distances à respecter entre les champs d’essais de plantes transgéniques et leurs équivalents non transgéniques varient d’une espèce à l’autre. D’une façon générale, ce sont les distances recommandées en cas de production semencière qui sont préconisées : élaborées dans le cadre de règlements internationaux sur la qualité des semences fermières (pureté recherchée variant entre 98 et 99 %), elles permettent de limiter au maximum les « contaminations » liées aux croisements entre les différentes variétés d’une même espèce. En pratique, à titre indicatif, cela se traduit par le respect des distances suivantes, sauf dérogation expresse de mes services :

— koolzaad : rand van 6 m niet-transgeen koolzaad (« pollen-trap » = « stuifmeelval ») en isolement van 400 m minimum tegenover de andere percelen van niet-transgeen koolzaad;

— colza : bordure de 6 m de colza non transgénique (« pollen-trap » = « piège à pollen ») et isolement de 400 mètres minimum par rapport aux autres parcelles de colza non transgénique;


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

596

— bieten : rand van 5 m ingezaaid met zaaigras en 25 m afstand met elke niet-transgene biet. Samen met deze voorwaarden bestaat de verplichting tot vernietiging van de bieten die tot bloei komen;

— betteraves : bordure de 5 m ensemencée de raygrass et distance de 25 m par rapport à toute autre betterave non transgénique. Ces conditions sont associées à l’obligation de destruction des betteraves montées en fleurs;

— maı¨s : een afstand van 200 m respecteren.

— maı¨s : distance de 200 m à respecter.

Andere maatregelen kunnen echter toegevoegd worden aan de voorwaarden tot vergunning om de overdrachtrisico’s verder te beperken, namelijk : het omkooien van planten in bloei, vernietiging voor bloei, oogst voor de rijping van de zaden, vernietiging van opgeschoten planten, omsluiting in schermteelten, ...

Toutefois, d’autres mesures ajoutées aux conditions de l’autorisation permettent de limiter encore plus les risques de transfert, à savoir, encagement de plantes en fleurs, destruction avant floraison, récolte avant maturation des graines, destruction des plantes montées, enclavement dans des cultures-écrans, ...

3. a) 186 vergunningen werden afgeleverd door mijn departement sinds 1986.

3. a) 186 autorisations ont été délivrées par mon département depuis 1986.

b) Een vergunning kan meerdere proefplaatsen omvatten.

b) Par autorisation, plusieurs sites peuvent être répertoriés.

4. De in 1999 toegestane proeven betreffen koolzaad, maı¨s, bieten en cichorei.

4. Les essais autorisés en 1999 concernent le colza, le maı¨s, la betterave ainsi que la chicorée.

5. In 1999 hebben 4 bedrijven vergunningen verkregen : Plant Genetic Systems/Agrevo, Monsanto Europe, Warcoing en Novartis.

5. Les 4 sociétés ayant reçu autorisation en 1999 sont : Plant Genetic Systems/Agrevo, Monsanto Europe, Warcoing et Novartis.

6. Het geachte lid zal hierna de referenties van de proefpercelen vinden (aard en oppervlakte) voorgesteld per provincie voor het jaar 1999.

6. L’honorable membre trouvera ci-après les références des parcelles d’essais (nature et surface) présentées par province pour l’année 1999.

Provincie — Province

West-Vlaanderen Flandre occidentale

Oost-Vlaanderen Flandre occidentale

GGO — OGM

Transgeen karakter (resistent tegenover) — Caractère transgénique (résistance à)

Bekendgemaakte firma — Firme notifiante

Suikerbieten Betterave sucrière

glyfosaat glyphosate

Novartis Novartis

48,6 m2 48,6 m2

Voederbieten Betterave fourragère


Novartis Novartis

50 m2 50 m2

Maı¨s Maı¨s

ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium

AgrEVO AgrEVO

480 m2 480 m2

Lentekoolzaad

hybried, ammonium-glufosinaat

128 700 m2

Colza de printemps

hybride, glufosinate-ammonium

Plant Genetic Systems (PGS) PGS

Winterkoolzaad Colza d’hiver

hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium

PGS PGS

11 000 m2 11 000 m2



Novartis Novartis

18 m2 18 m2



Novartis Novartis

58 m2 58 m2

Maı¨s Maı¨s


AgrEVO AgrEVO

1 200 m2 1 200 m2


1999

2000

Oppervlakte — Superficie

128 700 m2


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

597

GGO — OGM




Maı¨s

maı¨sboorder (Bt-maı¨s)

PGS

Maı¨s

résistant à la pyrale (maı¨s Bt)

PGS

Lentekoolzaad Colza de printemps Lentekoolzaad Colza de printemps Lentekoolzaad Colza de printemps Lentekoolzaad Colza de printemps Lentekoolzaad Colza de printemps Winterkoolzaad Colza d’hiver Winterkoolzaad Colza d’hiver

hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium laag gehalte aan glucosinolaat taux réduit en glucosinolates vroege openspring van peulen déhiscence précoce des siliques dwerg-fenotypen phénotypes nains fungi résistance fongique hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium fungi résistance fongique

PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS PGS

200 m2 (In serre) 200 m2 (En serre) 244 450 m2 244 450 m2 675 m2 675 m2 2 700 m2 2 700 m2 1 800 m2 1 800 m2 3 400 m2 3 400 m2 309 028 m2 309 028 m2 6 800 m2 6 800 m2

Brabant Brabant

Suikerbieten Betterave sucrière Suikerbieten Betterave sucrière Suikerbieten Betterave sucrière Voederbieten Betterave fourragère Maı¨s Maı¨s Maı¨s Maı¨s Winterkoolzaad Colza d’hiver Lentekoolzaad Colza de printemps

ammonium-glufosinaat glyfosinate-ammonium glyfosaat glyphosate glyfosaat glyphosate glyfosaat glyphosate glyfosaat glyphosate ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium

AgrEVO AgrEVO Monsanto Monsanto Novartis Novartis Novartis Novartis Monsanto Monsanto AgrEVO AgrEVO PGS PGS PGS PGS

Antwerpen Anvers



Novartis Novartis

Namen Namur

Suikerbieten Betterave sucrière Voederbieten Betterave fourragère Lentekoolzaad Colza de printemps Maı¨s Maı¨s

glyfosaat glyphosate glyfosaat glyphosate hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium glyfosaat glyphosate

Monsanto Monsanto Novartis Novartis PGS PGS Monsanto Monsanto

Suikerbieten Betterave sucrière Suikerbieten Betterave sucrière

ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium glyfosaat glyphosate

AgrEVO AgrEVO Monsanto Monsanto


Henegouwen Hainaut


1999

2000

3 294 3 294 2 413 2 413 1 806 1 806 76 76 10 000 10 000 3 100 3 100 25 000 25 000 70 300 70 300

m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2

40 m2 40 m2 30 000 m2 30 000 m2 Ciney ? Ciney ? 500 m2 500 m2 6 000 m2 6 000 m2 1 720 1 720 1 000 1 000

m2 m2 m2 m2


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

598


Luik Liège Limburg Limboug

GGO — OGM



Cichorei Chicorée Maı¨s Maı¨s Maı¨s Maı¨s Winterkoolzaad Colza d’hiver Lentekoolzaad Colza de printemps

ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium glyfosaat glyphosate ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium

Warcoing Warcoing Monsanto Monsanto AgrEVO AgrEVO PGS PGS PGS PGS



AgrEVO AgrEVO

Maı¨s Maı¨s Winterkoolzaad Colza d’hiver

ammonium-glufosinaat glufosinate-ammonium hybried, ammonium-glufosinaat hybride, glufosinate-ammonium

AgrEVO AgrEVO PGS PGS


3 634 3 634 1 000 1 000 100 100 38 500 38 500 4 550 4 550

m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2

1 350 m2 1 350 m2 1 200 1 200 35 000 35 000

m2 m2 m2 m2

7. a) De te respecteren procedure met het oog op de evaluatie van de risico’s is deze beschreven door de richtlijn 90/220/EEG omgezet door middel van het koninklijk besluit van 18 december 1998 met betrekking tot de vrijwillige introductie in het leefmilieu evenals het commercialiseren van genetisch gemodificeerde organismen of producten die deze bevatten.

7. a) La procédure à respecter en vue de l’évaluation des risques est celle décrite par la directive 90/220/CEE transposée par le biais de l’arrêté royal du 18 décembre 1998 relatif à la dissémination volontaire dans l’environnement ainsi que la mise sur le marché d’organismes génétiquement modifiés ou de produits en contenant.

Deze procedure voorziet voor iedere proefneming in de volgende opeenvolgende stappen :

Cette procédure prévoit pour chaque expérimentation les étapes successives suivantes :

— indiening bij de bevoegde overheid (in het geval van een transgene plant, is dit mijn departement) van een technisch dossier opgesteld door de aanvrager : dit dossier beschrijft de aard van het genetisch gemodificeerd organisme, de doelstellingen van de proef, de omstandigheden bij de voorgestelde introductie, het plan van toezicht evenals een samenvattingsfiche toegankelijk voor het publiek;

— introduction auprès de l’autorité compétente (dans le cas d’une plante transgénique, il s’agit de mon département) d’un dossier technique préparé par le demandeur : ce dossier décrit la nature de l’organisme génétiquement modifié, les objectifs de l’essai, les conditions de la dissémination proposée, le plan de surveillance ainsi qu’une fiche de résumé accessible au public;

— evaluatie van de risico’s verbonden aan de uitgevoerde introductie, door de Bioveiligheidsraad die bovendien de precieze voorwaarden omschrijft (isolement, insluitingsmaatregelen, ...) die men moet respecteren bij de opstelling van de proef en bij de opvolging ervan;

— évaluation des risques associés à la dissémination réalisée par le Conseil de biosécurité qui définit en outre les conditions précises (isolement, mesures de confinement, ...) à respecter lors de la mise en place de l’essai et lors de son suivi;

— raadpleging van de regionale instanties betrokken bij de introductie overeenkomstig de voorschriften van het samenwerkingsakkoord van 27 april 1997;

— consultation des instances régionales concernées par la dissémination, conformément aux dispositions de l’accord de coopération du 27 avril 1997;

— in het desbetreffende geval uitreiking van de vergunning door de bevoegde overheid;

— le cas échéant, délivrance de l’autorisation par l’autorité compétente;


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

599

— opstelling van de proef door de houder van de vergunning en controle door mijn diensten van het respecteren van de voorwaarden van de vergunning; — vernietiging van de oogst;

— mise en place de l’essai par le détenteur de l’autorisation et controˆle du respect des conditions de l’autorisation par mes services; — destruction de la récolte;

— post-experimenteel verslag opgesteld door de houder van de vergunning;

— rapport post-expérimental établi par le détenteur de l’autorisation;

— controle van het perceel gedurende een of twee jaar na de introductie en eindrapport van de houder.

— suivi de la parcelle pendant un ou deux ans après la dissémination et rapport final du détenteur.

b) Behalve van de elementen hernomen in de informatiefiche, is in dit stadium in geen enkele publieke raadpleging voorzien. In het kader echter van de huidige discussies op Europees niveau met het oog op de herziening van de bovenvermelde richtlijn 90/220 staat het door het geachte lid naar voren gebrachte punt op de agenda en dit zal ondersteund worden door mijn diensten.

` ce stade, mis à part les éléments repris dans la b) A fiche d’information, il n’est prévu aucune consultation du public. Cependant, dans le cadre des discussions actuellement en cours au niveau européen en vue de la révision de la directive 90/220 précitée, le point soulevé par l’honorable membre est à l’ordre du jour et sera appuyé par mes services.

DO 1999200000006

DO 1999200000006

Vraag nr. 8 van de heer Jean-Pierre Viseur van 12 oktober 1999 (Fr.) :

Question no 8 de M. Jean-Pierre Viseur du 12 octobre 1999 (Fr.) :

Genetisch gemodificeerd zaad. — Ingezaaide arealen.

Semences génétiquement modifiées. — Superficies ensemencées.

De onzekerheid over de gevolgen van het gebruik van genetisch gemodificeerd zaad voor de economie en het milieu is zo groot dat een moratorium zich opdringt.

Les incertitudes sur les conséquences économiques et environnementales de l’utilisation de semences génétiquement modifiées sont telles qu’un moratoire s’impose.

Uit recente wetenschappelijke studies blijkt immers dat ingeplante genen (voor resistentie tegen een bepaalde onkruidverdelger bijvoorbeeld) overgedragen kunnen worden op wilde soorten die in de nabijheid van de cultivars groeien.

En effet, certaines études scientifiques récentes mettent en évidence la transmission de gènes implantés (résistance à un herbicide, par exemple) à des espèces sauvages proches de celles cultivées.

1. Kunt u, om de omvang van het risico terdege in te schatten, een overzicht geven van de ingezaaide arealen over de periode 1995-1999 per gezaaide varie¨teit en daarbij een onderscheid maken tussen gewassen die geteeld werden voor onderzoeksdoeleinden en gewassen voor de klassieke landbouwproductie (de vraag is gericht aan de federale overheid, aangezien akkerbouwgewassen voortspruiten uit de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) — cf. de door de federale overheid in Belgisch recht omgezette richtlijn nr. 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu) ?

1. Afin de bien évaluer l’ampleur de ce risque, pourriez-vous communiquer, de 1995 à 1999 inclus, les superficies ensemencées, par variété, en distinguant les cultures à des fins de recherche et à des fins de production classique (la question concerne les autorités fédérales puisque les cultures aux champs relèvent de la dissémination volontaire des organismes génétiquement modifiés (OGM) — directive 90/220 du Conseil relative à la dissémination volontaire d’organismes génétiquement modifiés dans l’environnement, transposée par l’autorité fédérale) ?

2. Wordt er studiewerk verricht met het oog op een betere risicobeoordeling en een vlotter onderzoek van de aanvragen inzake het gebruik van GGO’s die voor advies aan de minister worden voorgelegd ?

2. Des études sont-elles en cours pour mieux évaluer ces risques et faciliter l’examen des demandes d’utilisation d’OGM soumises au ministre pour avis ?


1999

2000


77

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

600

Antwoord : Hierbij heb ik de eer het geachte lid volgende gegevens te verstrekken als antwoord op zijn vraag.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les données suivantes.

1. Onderstaande tabel vermeldt de oppervlakten van de proefpercelen waarvoor een toelating werd verleend door het departement na gunstig advies van het departement Volksgezondheid of van de Raad voor bioveiligheid.

1. Le tableau ci-dessous reprend les superficies des parcelles d’essais pour lesquelles une autorisation a été délivrée par le département sur avis favorable du département de la Santé publique ou du Conseil de biosécurité.

Geteste oppervlakte in m2 — Surfaces testées en m2 Teelten — Cultures

1995

1996

1997

1998

Bieten — Betteraves .......................................... Cichorei — Chicorée ......................................... Maı¨s .................................................................. Koolzaad — Colza ............................................ Kolen — Choux ................................................ Tarwe — Froment ............................................

22 5 27 189

500 569 490 500 650 —

— 2 504 28 746 426 228 394 —

36 6 10 220

250 684 250 474 72 310

Totaal/jaar — Total/année ...............................

245 709

457 872

274 040

34 8 13 458

121 047 860 780 — 16

514 824

1999 43 3 23 895

219 634 280 403 — —

965 536

Deze percelen werden aangelegd als proefproject om het gedrag of de kenmerken van de verschillende transgenetische planten te evalueren.

Ces parcelles ont été installées à titre expérimental pour évaluer le comportement ou les caractéristiques des différentes plantes transgéniques.

Momenteel is geen enkele genetisch gewijzigde plantenvarie¨teit toegelaten in Belgie¨ om ingezaaid te worden met commercie¨le doeleinden.

Aucune variété transgénique n’est actuellement admise en Belgique en vue de l’ensemencement dans un but commercial.

In Belgie¨ is momenteel een studie aan de gang in het kader van een Europees programma, genaamd FAME (« Familiarization and Acceptance for the use of genetically modified oilseed rape through monitoringexperience »).

2. En Belgique, une étude est actuellement en cours de réalisation dans le cadre d’un programme européen, dénommé FAME (« Familiarization and Acceptance for the use of genetically modified oilseed rape through monitoring-experience »).

Deze studie, gerealiseerd in samenwerking met het Centrum voor landbouwkundig onderzoek te Gent, beoogt de vaststelling, onder stricte voorwaarden, van de frequentie van overbrenging van genetisch gemanipuleerd materiaal van een transgenetisch koolzaadveld naar een niet-transgenetisch veld en naar verwante onkruiden.

Réalisée en collaboration avec le Centre de recherches agronomiques de Gand, cette étude vise à établir en conditions très strictes la fréquence de transfert de matériel génétiquement modifié à partir d’un champ de colza transgénique vers un champ non transgénique et vers les adventices apparentées.

Middenstand

Classes moyennes

DO 0000199950240

DO 0000199950240

Vraag nr. 2 van de heer Marcel Hendrickx van 17 september 1999 (N.) :

Question no 2 de M. Marcel Hendrickx du 17 septembre 1999 (N.) :

Rommelmarkten. — Omzendbrief.

Brocantes. — Circulaire.

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van open-

La loi du 25 juin 1993 sur l’exercice d’activités ambulantes et l’organisation des marchés publics a été


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

601

bare markten kreeg met het koninklijk besluit van 3 april 1995 uitvoeringsbesluiten en werd bij koninklijk besluit van 30 april 1999 gewijzigd.

mise en œuvre par l’arrêté royal du 3 avril 1995 et modifiée par l’arrêté royal du 30 avril 1999.

Vooral de regeling van de zogenaamde rommelmarkten zorgt voor de nodige beroering omdat het, na ontvangst van de omzendbrief van het ministerie van Middenstand en Landbouw, niet zo duidelijk is hoe bepaalde onderrichtingen moeten geı¨nterpreteerd worden.

En particulier la réglementation relative aux brocantes suscite un certain émoi parce qu’après réception de la circulaire du ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture, l’interprétation à donner à certaines directives n’apparaissait pas clairement.

Onder het hoofdstuk « Occasionele verkopen van goederen die aan de verkoper toebehoren » wordt gesteld wie controle mag uitoefenen op dergelijke manifestaties : de officieren van gerechtelijke politie, de gerechtelijke agenten bij de parketten, de rijkswacht, de gemeentelijke politie, de inspectiediensten van het ministerie van Economische Zaken en die van het ministerie van Middenstand.

Le chapitre « Ventes occasionnelles de biens appartenant au vendeur » précise qui peut effectuer le controˆle de ce type de manifestations : il s’agit des officiers de police judiciaire, des agents judiciaires près les parquets, de la gendarmerie, de la police communale, des services d’inspection du ministère des Affaires économiques et de ceux du ministère des Classes moyennes.

Met andere woorden, de zogenaamde « marktmeesters » die door steden en gemeenten werden aangesteld en die geen enkele politionele bevoegdheid bezitten, mogen deze controle niet uitoefenen. Zij hebben onder andere niet de bevoegdheid de door het koninklijk besluit van 30 april 1999 voorziene « kaarten voor de occasionele verkoop van eigen goederen » op te vragen en te controleren.

En d’autres termes, les « maıˆtres du marché » désignés par les villes et communes qui ne possèdent aucune compétence policière ne peuvent exercer ce controˆle. Ils sont notamment privés de la compétence de demander la présentation et de controˆler les « cartes pour la vente occasionnelle de biens appartenant au vendeur » prévues par l’arrêté royal du 30 avril 1999.

Rekening houdend met de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, die niet toelaat dat politiediensten administratieve taken uitvoeren (artikel 25), rijst de vraag wie de bevoegdheid heeft aan de deelnemers van deze markten de kaarten op te vragen en te controleren.

Compte tenu de la loi du 5 aouˆt 1992 sur la fonction de police, qui ne permet pas à des policiers d’accomplir des taˆches administratives (article 25), la question se pose de savoir qui peut exiger la présentation de ces cartes en vue de leur controˆle.

Het voornoemde koninklijk besluit bepaalt dat particulieren per jaar slechts zesmaal mogen deelnemen aan zulke markten. Zij dienen daarvoor bij het gemeentebestuur van hun woonplaats de voorziene kaart op te vragen. Nergens bepaalt de wet noch het koninklijk besluit wat er gebeurt indien een particulier in de loop van een kalenderjaar verhuist naar een andere gemeente. Heeft hij dan recht op een nieuwe kaart ?

L’arrêté royal précité dispose que des particuliers ne peuvent participer à ce type de marchés que six fois par an. Pour obtenir la carte prévue à cet effet, ils doivent s’adresser à l’administration communale de leur lieu de domicile. Ni la loi ni l’arrêté royal ne précisent cependant quelle disposition s’applique lorsqu’un particulier déménage vers une autre commune au cours d’une année calendrier.

Meent u niet dat deze wetgeving dient aangepast te worden ter beteugeling van de echte problematiek, te weten illegale handel, terwijl thans vooral de hobbyist — vaak kansarmen — getroffen wordt ?

N’estimez-vous pas qu’il convient d’adapter cette législation pour s’attaquer au véritable problème, à savoir le commerce illégal, alors que les premiers touchés par la réglementation en vigueur sont ceux qui font les brocantes par hobby, c’est-à-dire souvent les moins nantis ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat ik mijn diensten opdracht gegeven heb om, in samenspraak met de diensten van mijn collega’s, de minister van Economische Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken, zo vlug mogelijk een nieuwe regeling van de problematiek van de rommelmarkten op punt te stellen.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que j’ai chargé mes services de mettre au point, le plus vite possible et en dialogue avec les services de mes collègues, le ministre de l’Ećonomie et le ministre de l’Intérieur, une nouvelle régulation de la problématique des marchés de brocante.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

602

De nieuwe regeling zal een evenwicht inhouden tussen het respect voor het hobbyisme en de strijd tegen de illegale handel.

La nouvelle régulation contiendra un équilibre entre le respect pour la pratique d’un hobby et la lutte contre le commerce illégal.

DO 0000199950306

DO 0000199950306














b) en donnant un aperçu des autres obligations en matière notamment de publication, d’examen, d’évaluation, etc.





b) zo ja, tijdig;






Antwoord : DG 1 : Bestuur voor het KMO-beleid

Réponse : DG 1 : Administration de la politique PME

Jaarlijks middenstandsverslag. (Wet van 7 augustus 1978 — Belgisch Staatsblad van 21 september 1978.)

Rapport annuel des Classes moyennes. (Loi du 7 août 1978 — Moniteur belge du 21 septembre 1978.)

1. a) De minister of staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort, legt elk jaar voor 1 november bedoeld middenstandsverslag voor aan het Parlement (artikel 1)

1. a) Le ministre ou le secrétaire d’E´tat qui à les Classes moyennes dans ses attributions présente chaque année avant le 1er novembre au Parlement ledit rapport (article 1er)

b) Het koninklijk besluit van 11 maart 1994 bepaalt de vorm en de inhoud van het jaarlijks middenstandsverslag en geeft aan welke verschillende externe diensten eraan meewerken (Belgisch Staatsblad van 21 april 1994).

b) L’arrêté royal du 11 mars 1994 détermine la forme et le contenu du rapport et identifie les différents intervenants extérieurs (Moniteur belge du 21 avril 1994).


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

603

2. a) Neen.

2. a) Non.

b) Nihil.

b) Néant.

c) Sinds de ontbinding van het Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand, bevestigd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1991 (Belgisch Staatsblad van 24 september 1991).

c) Depuis la dissolution de l’Institut économique et social des Classes moyennes, confirmée par l’arrêté royal du 7 août 1991 (Moniteur belge du 24 septembre 1991).

3. Het recentste verslag had betrekking op het referentiejaar 1990 en werd in 1991 ingediend.

3. Le dernier rapport réalisé portait sur l’année de référence 1990 et a été déposé en 1991.

DG 2 : Bestuur voor het landbouwbeleid

DG 2 : Administration de la politique agricole

A. Wat de Dienst coo¨rdinatie en concertatie betreft :

A. En ce qui concerne le Service coordination et concertation :

1. De wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling (Belgisch Staatsblad van 18 juni 1997) schrijft in artikel 16, derde lid voor dat de vertegenwoordigers van leden van de federale regering in de Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling (ICDO) ertoe gehouden zijn ieder jaar een rapport uit te brengen over het beleid inzake duurzame ontwikkeling en over de uitvoering van het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling in de federale administraties en publieke instellingen die zij vertegenwoordigen. Met het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1997), werd de heer ir. J. Carmeliet, directeur-generaal, benoemd als vertegenwoordiger van de minister van Landbouw en de KMO. Overeenkomstig artikel 21, § 1, van het koninklijk besluit van 1 december 1998 tot vaststelling van de algemene regels betreffende de organisatie en de werking van de ICDO (Belgisch Staatsblad van 22 december 1998), dienen deze rapporten voó´r 15 januari, in het Nederlands en het Frans bij het secretariaat van de ICDO te worden neergelegd. Het secretariaat van de ICDO wordt, overeenkomstig artikel 16, vierde lid van de hoger vermelde wet, waargenomen door de vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau. Artikel 19 van dezelfde wet schrijft voor dat de ICDO voó´r 31 maart een jaarlijks rapport dient op te maken over de werkzaamheden van het voorbije jaar. Dit rapport wordt overgemaakt aan alle leden van de federale regering, aan de Wetgevende Kamers en aan de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling (FRDO).

1. La loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable (Moniteur belge du 18 juin 1997), article 16, troisième alinéa, prévoit que les représentants de membres du gouvernement fédéral dans le Commission interdépartementale du développement durable (CIDD) sont tenus de rédiger chaque année un rapport sur la politique de développement durable et sur la mise en œuvre du plan fédéral de développement durable dans les administrations et organismes publics fédéraux qu’ils représentent. En vertu de l’arrêté royal du 8 août 1997 (Moniteur belge du 29 août 1997), M. l’ir. J. Carmeliet, directeur général, a été nommé représentant du ministre de l’Agriculture et des PME. Conformément à l’article 21, § 1er, de l’arrêté royal du 1er décembre 1998 portant fixation des règles générales relatives à l’organisation et au fonctionnement de la CIDD (Moniteur belge du 22 décembre 1998), ces rapports doivent être déposés avant le 15 janvier, en français et en néerlandais, auprès du secrétariat de la CIDD. L’article 16, quatrième alinéa de la loi précitée stipule que le représentant du Bureau fédéral du plan assure le secrétariat de la CIDD. L’article 19 de cette loi prévoit que la CIDD doit établir avant le 31 mars un rapport annuel des activités de l’année écoulée. Ce rapport est transmis à tous les membres du gouvernement fédéral, aux Chambres législatives et au Conseil fédéral du développement durable (CFDD).

2 en 3. Het eerste jaarlijks rapport over het beleid inzake duurzame ontwikkeling in het ministerie van Middenstand en Landbouw, werd op 19 februari 1999 aan het secretariaat van de ICDO overgemaakt. Het eerste jaarrapport van de ICDO, waaraan de verschillende rapporten van de ICDO-leden werden toegevoegd, werd op 16 april 1999 aan de regeringsleden en de FRDO overgemaakt en in de daar op volgende week aan alle parlementsleden.

2 et 3. Le premier rapport annuel relatif à la politique de développement durable du ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture a été transmis le 19 février 1999 au secrétariat de la CIDD. Le premier rapport annuel de la CIDD, auquel les différents rapports des membres de la CIDD ont été joints, a été adressé le 16 avril 1999 aux membres du gouvernement et au CFDD et la semaine suivante, à tous les parlementaires.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

604

B. Wat de Dienst financiering van het landbouwbeleid betreft :

B. En ce qui concerne le Service financement de la politique agricole :

1. Artikel 5 van de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds bepaalt dat de Hoge Raad van het Landbouwfonds ieder jaar, voó´r 31 maart, verslag uitbrengt over de werkzaamheden van het fonds en dat dit verslag aan de Wetgevende Kamers medegedeeld wordt.

1. L’article 5 de la loi du 29 juillet 1955 relative à la création du Fonds agricole stipule que le Haut Conseil du Fonds agricole est tenu de dresser chaque année, avant le 31 mars, un rapport des activités du fonds et que ce rapport doit être communiqué aux Chambres législatives.

Opgemerkt dient te worden dat het activiteitsverslag van het Landbouwfonds, na de oprichting in 1991 van de begrotingsfondsen en de regionalisatie van bepaalde landbouwmateries, niet meer uitgebracht wordt door de Hoge Raad van het Landbouwfonds (artikel 5 van de wet van 29 juli 1955) die een overbodige structuur geworden is door de beperking van de activiteiten van het Landbouwfonds tot de gemachtigde uitgaven ten laste van fondskredieten, door de oprichting van andere forums en van een permanent overleg (ICL) tussen regionale en federale landbouwministeries.

Soulignons que le rapport d’activités du Fonds agricole n’est plus rédigé par le Haut Conseil du Fonds agricole (article 5 de la loi du 29 juillet 1955) depuis la constitution de certaines matières agricoles. Le Haut Conseil du Fonds agricole est devenu une structure superflue par la limitation des activités du Fonds agricole aux dépenses autorisées à charge des crédits du fonds, par la création d’autres panels traitant de la politique agricole globale et des concertations permanentes (CIA) entre les ministres de l’Agriculture régionaux et fédéraux.

De bepaling tot opheffing van deze Hoge Raad werd voorzien in de wet van 27 mei 1999 tot wijziging van de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een Landbouwfonds (Belgisch Staatsblad van 21 september 1999).

La disposition au sujet de la suppression de ce Haut Conseil a été prévue par la loi du 27 mai 1999 relative à la modification de la loi du 29 juillet 1955 concernant la création du Fonds agricole (Moniteur belge du 21 septembre 1999).

2. Tijdens de voorbije jaren werd de verplichting inzake het opmaken van het activiteitsverslag nageleefd met een lichte vertraging van ongeveer 1 maand.

2. Au cours de ces dernières années, les rapports d’activités ont été achevés avec un léger retard d’environ 1 mois.

3. Het activiteitsverslag voor het dienstjaar 1998 werd uitgebracht midden oktober 1999.

3. Le rapport d’activités de 1998 était terminé mioctobre 1999.

DG 3 : Bestuur voor het landbouwproductiebeheer

DG 3 : Administration de la gestion de la production agricole

Nihil.

Néant.

DG 4 : Bestuur voor de kwaliteit van de grondstoffen en de plantaardige sector Nihil.

DG 4 : Administration de la qualité des matières premières et du secteur végétal Néant.

DG 5 : Bestuur voor de dierengezondheid en de kwaliteit van de dierlijke producten

DG 5 : Administration de la santé animale et de la qualité des produits animaux

Nihil.

Néant.

DG 6 : Bestuur voor onderzoek en ontwikkeling

DG 6 : Administration recherche et développement

1. a) « Evolutie van de landen tuinbouweconomie in 19xx(xx) »

1. a) « E´volution de l’économie agricole et horticole en 19xx(xx) »

xxe verslag voorgelegd door de regering met het Centrum voor landbouweconomie (bijvoorbeeld landbouw-economisch instituut) en het kabinet van minister van Landbouw en Middenstand, ter uitvoering van de wet van 29 maart 1963, gewij-

xxe rapport présenté par le gouvernement avec le Centre d’économie agricole (par exemple Institut d’économie agricole) et le cabinet du ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes, en exécution de l’article 2 de la loi du 29 mars 1963 tendant


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

605

zigd bij de wet van 25 mei 1999, ertoe strekkende de rendabiliteit in de landbouw op te voeren en zijn gelijkwaardigheid met de andere sectoren van het bedrijfsleven te bevorderen.

à promouvoir la rentabilité de l’agriculture et son équivalence avec les autres secteurs de l’économie.

b) Voorlegging door de regering aan de Wetgevende Kamers voor bespreking, na goedkeuring volgt de publicatie.

b) Présentation par le gouvernement aux Chambres législatives pour discussion, après approbation suit la publication.

2. a) Ja.

2. a) Oui.

b) Ja.

b) Oui.

c) Nihil.

c) Néant.

3. Voor het jaar 1997-1998 publieke verspreiding op 4 februari 1999.

3. Pour l’année 1997-1998 diffusion publique le 4 février 1999.

DG 7 : Bestuur voor het sociaal statuut van de zelfstandigen

DG 7 : Administration du statut social des indépendants

Nihil.

Néant.

Minister van Justitie

Ministre de la Justice

DO 0000199950251

DO 0000199950251

Vraag nr. 43 van de heer Jean-Pierre Viseur van 22 september 1999 (Fr.) :

Question no 43 de M. Jean-Pierre Viseur du 22 septembre 1999 (Fr.) :

« KB »-dossier.

Dossier « KB ».

Zou u, in aansluiting op de mondelinge vraag die op donderdag 30 april 1998 aan de toenmalige minister van Justitie in plenaire vergadering werd gesteld (Handelingen, Kamer, 1997-1998, 30 april 1998, nr. 243, blz. 8623), kunnen meedelen welke onderzoeksdaden werden gesteld in het aan onderzoeksrechter mevrouw Callewaert toevertrouwde « KB »dossier ? Graag tevens de data waarop die daden werden gesteld.

En complément à la question orale posée en séance plénière le jeudi 30 avril 1998 au précédent ministre de la Justice (Annales, Chambre, 1997-1998, 30 avril 1998, no 243, p. 8623), pourriez-vous faire savoir quels devoirs d’enquête ont été exécutés, et à quelles dates, dans le dossier « KB » confié à Mme Callewaert, juge d’instruction ?

Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de rechterlijke autoriteiten zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee :

Réponse : Sur la base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.

In het kader van bedoeld gerechtelijk onderzoek zal deze maand (november 1999) een rogatoire commissie worden uitgevoerd in het buitenland.

Au cours de ce mois (novembre 1999), une commission rogatoire sera exécutée à l’étranger dans le cadre de l’enquête judiciaire en question.

Op grond van de resultaten van deze ambtelijke opdracht zal de verdere richting van het strafonderzoek worden bepaald.

L’orientation future de l’instruction sera déterminée sur la base des résultats de cette commission rogatoire.

Het geheim karakter van het onderzoek laat niet toe een overzicht te geven van de onderzoeksverrichtingen welke tot op heden in deze zaak werden uitgevoerd.

Le caractère secret de l’instruction ne permet pas de donner un aperçu des devoirs d’instruction accomplis jusqu’à présent dans cette affaire.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

606

DO 0000199950254

DO 0000199950254



Verkrijging van nationaliteit. — Vervallenverklaring.

Acquisition de la nationalité. — Déchéance.

Artikel 23 van de nationaliteitswet van 28 juni 1984 bepaalt dat Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een ouder of op basis van artikel 11, vervallen verklaard kunnen worden van de Belgische nationaliteit, indien ze ernstig tekortkomen aan de verplichtingen als Belgisch burger.

L’article 23 de la loi du 28 juin 1984 relative à certains aspects de la condition des étrangers et instituant le Code de la nationalité belge prévoit que les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d’un auteur belge ou qui l’ont acquise sur la base de l’article 11 peuvent, s’ils manquent gravement à leurs devoirs de citoyen belge, être déchus de la nationalité belge.

Deze vervallenverklaring moet evenwel gevorderd worden door het openbaar ministerie.

Cette déchéance doit cependant être poursuivie par le ministère public.

1. Beschikt uw administratie over cijfers in verband met dergelijke vorderingen ?

1. Votre administration dispose-t-elle de données chiffrées relatives à de telles actions en déchéance ?

2. Kan u het jaarlijkse aantal vorderingen tot vervallenverklaring meedelen tussen 1980 en 1999 ?

2. Combien d’actions en déchéance ont été intentées annuellement entre 1980 et 1999 ?

3. In hoeveel gevallen werd deze vervallenverklaring ook effectief uitgesproken ?

3. Dans combien de cas cette déchéance a-t-elle été effectivement prononcée ?

4. Wat zijn de belangrijkste redenen waarom deze vervallenverklaring werd uitgesproken ?

4. Quels sont les motifs les plus importants pour lesquels cette déchéance a été prononcée ?

5. Hoeveel van deze mensen hebben achteraf de Belgische nationaliteit opnieuw aangevraagd ?

5. Combien de ces personnes ont réintroduit ultérieurement une demande d’acquisition de la nationalité belge ?

6. Hoeveel mensen hebben ze opnieuw verkregen ?

6. Combien de personnes ont à nouveau acquis la nationalité belge ?

Antwoord : Artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, dat betrekking heeft op de procedure van verval van de Belgische nationaliteit, en dat de bepalingen overneemt van artikel 18bis van de wetten op de verkrijging, het verlies en de herkrijging van de Belgische nationaliteit, gecoo¨rdineerd op 14 december 1932, bepaalt : « § 1. De Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een ouder die Belg was op de dag van hun geboorte en de Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op basis van artikel 11, kunnen, indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen als Belgische burger, van de Belgische nationaliteit vervallen worden verklaard.

Réponse : L’article 23 du Code de la nationalité belge relatif à la procédure de déchéance de la nationalité belge, qui reprend les dispositions de l’article 18bis des lois sur l’acquisition, la perte et le recouvrement de la nationalité, coordonnées le 14 décembre 1932, dispose : « § 1er. Les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d’un auteur belge au jour de leur naissance et les Belges qui ne se sont pas vu attribuer leur nationalité en vertu de l’article 11, peuvent, s’ils manquent gravement à leurs devoirs de citoyen belge, être déchus de la nationalité belge.

§ 2. De vervallenverklaring wordt gevorderd door het openbaar ministerie. (...) ».

§ 2. La déchéance est poursuivie par le ministère public. (...) ».

Mijn diensten beschikken over geen cijfers in verband met dergelijke vorderingen.

Mes services ne disposent pas des chiffres relatifs à de telles actions. ` ma connaissance, quatre déchéances de nationaA lité belge ont été prononcées avant la guerre 19401945, en vertu de l’article 18bis des lois coordonnées précitées. Dans l’immédiat après-guerre, on peut dénombrer trente-quatre cas de déchéance. Depuis lors, aucun citoyen belge n’a été frappé de déchéance

Bij mijn weten zijn, op grond van artikel 18bis van hoger vermelde gecoo¨rdineerde wetten, vier vervallenverklaringen van de Belgische nationaliteit uitgesproken voó´r de oorlog van 1940-1945. Onmiddellijk na de oorlog zijn vierendertig personen vervallen verklaard. Sedertdien is geen enkel Belgisch burger van de Belgi-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

607

sche nationaliteit vervallen verklaard bij toepassing van voornoemd artikel 18bis of van artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. De andere vragen zijn bijgevolg zonder voorwerp.

de la nationalité belge en application de l’article 18bis précité ou de l’article 23 du Code de la nationalité belge. Les autres questions sont dès lors sans objet.

Minister van Financie¨n

Ministre des Finances

DO 0000199950094

DO 0000199950094

Vraag nr. 14 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 1 september 1999 (N.) :

Question no 14 de Mme Annemie Van de Casteele du 1er septembre 1999 (N.) :

Roerende voorheffing op dividenden.

Précompte mobilier sur des dividendes.

1. In artikel 269 van het WIB 1992 is nog steeds sprake van roerende voorheffing tegen 20 % op dividenden van zogenaamde AFV-aandelen.

1. L’article 269 du CIR 1992 mentionne toujours un précompte mobilier de 20 % sur des dividendes d’actions dites AFV.

In welke gevallen kan dit tarief nog van toepassing zijn ?

Dans quels cas ce taux peut-il encore s’appliquer ?

2. In de aangifte voor de roerende voorheffing op dividenden komt het tarief van 20 % niet meer voor. Indien er geen gevallen meer zijn, moet de desbetreffende bepaling in artikel 269 niet worden opgeheven of naar de overgangsbepalingen worden overgeheveld om mogelijke verwarring bij de belastingplichtigen te vermijden ? Antwoord : Aangezien de periode waarin het tarief van 20 % in de roerende voorheffing van toepassing was, is verstreken, is de tekst van artikel 269, tweede lid, 1o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 achterhaald.

2. Le taux de 20 % ne figure plus dans la déclaration relative au précompte mobilier sur les dividendes. Ne conviendrait-il pas, si de tels cas ne se présentent plus, d’abroger la disposition concernée de l’article 269 ou de l’incorporer dans les dispositions transitoires afin d’éviter une confusion parmi les contribuables ? Réponse : E´tant donné que la période pendant laquelle le taux de 20 % de précompte mobilier trouvait à s’appliquer est écoulée, le texte de l’article 269, alinéa 2, 1o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 est devenu obsolète.

Ik ben dan ook van plan binnenkort de opheffing ervan aan het Parlement voor te stellen.

Aussi ai-je l’intention de proposer prochainement sa suppression au Parlement.

DO 0000199950258

DO 0000199950258

Vraag nr. 58 van mevrouw Joe¨lle Milquet van 22 september 1999 (Fr.) :

Question no 58 de Mme Joe¨lle Milquet du 22 septembre 1999 (Fr.) :

Inkomstenbelastingen. — Postorderbedrijven. — Relatiegeschenken. — Aftrekbaarheid.

Impoˆts sur les revenus. — Entreprises de vente par correspondance. — Cadeaux d’affaires. — Déductibilité.

Een promotiesysteem waarvan postorderbedrijven (verkoop per « mailing ») vaak gebruik maken, bestaat erin de geadresseerden van een « mailing », zowel klanten als niet-klanten, gratis (tegen betaling van de portkosten) een voorwerp van beperkte waarde aan te bieden ook als de betrokkene niets bestelt.

Un système de promotion qui est fortement répandu chez les entreprises du secteur de la vente par correspondance (vente par « mailing ») consiste à proposer aux personnes concernées par un « mailing », clients ou non, d’obtenir gratuitement (sous réserve des frais de courrier), même en l’absence d’une commande, un objet d’une valeur tout à fait modique.


1999

2000


78

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

608

Men kan stellen dat het in die gevallen niet gaat om relatiegeschenken in de betekenis van artikel 53, 8o, van het WIB 92, die slechts voor 50 % aftrekbaar zijn, maar om promotieuitgaven die worden gelijkgesteld met courante reclamekosten en die volledig aftrekbaar zijn. Zoals uw administratie in haar commentaar stelt, heeft artikel 53, 8o, van het Wetboek betrekking op « voorwerpen van een zekere waarde die periodiek (bijvoorbeeld bij het jaareinde) of toevallig worden aangeboden in het kader van beroepsrelaties » (Com.IB nr. 53/150).

La position peut être prise que, dans pareil cas, il ne s’agit pas de cadeaux d’affaires au sens de l’article 53, 8o, du CIR 92, déductibles à concurrence de 50 % seulement, mais bien de dépenses promotionnelles assimilables aux frais publicitaires courants, et, partant intégralement déductibles. L’article 53, 8o, du Code vise, comme le rappelle le commentaire de votre administration, « les objets d’une certaine valeur, offerts périodiquement (par exemple en fin d’année) ou occasionnellement, dans le cadre des relations professionnelles » (Com.IR no 53/150).

Om als relatiegeschenk te worden beschouwd moeten de voorwerpen dus gelijktijdig aan de volgende criteria beantwoorden :

Pour entrer dans la catégorie des cadeaux d’affaires, les trois critères suivants doivent donc être réunis de manière simultanée :

1. het geschenk moet een zekere waarde hebben;

1. le cadeau doit avoir une certaine valeur;

2. het geschenk moet toevallig of periodiek worden aangeboden ter gelegenheid van feestdagen of gebeurtenissen die de betrokkene aanbelangen, zoals een verjaardagsdatum;

2. le cadeau doit être offert occasionnellement ou périodiquement lors des fêtes du calendrier ou d’événements liés à la personne du bénéficiaire, comme une date-anniversaire;

3. het geschenk moet worden aangeboden in het kader van beroepsrelaties.

3. le cadeau doit être offert dans le cadre des relations professionnelles.

In casu is zeker niet aan de twee laatste criteria voldaan :

Dans le cas d’espèce, il semble qu’en tout cas les deux derniers critères ne soient pas remplis :

a) het gaat niet om een toevallig of periodiek aangeboden geschenk maar om een gewoon reclamemiddel om de verkoop van producten te promoten, zoals andere firma’s de aandacht trekken door middel van affiches of televisie- en radiocampagnes (tweede voorwaarde niet vervuld);

a) il ne s’agit pas d’un cadeau offert occasionnellement ou périodiquement, mais véritablement d’un élément publicitaire courant à l’occasion de la promotion de vente des produits, là ou` d’autres firmes attireraient l’attention par le biais d’affiches ou de campagnes télévisées ou radiophoniques (deuxième condition non remplie);

b) voorts zijn de bestemmelingen van de artikelen geen « beroepsrelaties ». Het gratis aanbieden van kleine voorwerpen is bedoeld om, overeenkomstig de wetsbepalingen terzake, de aandacht van de « consument » (en dus van de « klant ») te trekken en de verkochte producten te promoten of bekend te maken (derde voorwaarde niet vervuld).

b) de plus, les destinataires des articles ne sont pas des « relations professionnelles ». L’offre à titre gratuit de menus objets vise légitimement, dans le respect des dispositions légales en la matière, à attirer l’attention des « consommateurs » (et donc nécessairement des « clients ») et à promouvoir ou faire connaıˆtre les produits vendus (troisième condition non remplie).

De commentaar van uw administratie gaat overigens in diezelfde richting :

Les commentaires de votre administration vont du reste dans ce sens :

« Wanneer een onderneming een toegelaten loterij of een wedstrijd organiseert waaraan alleen verbruikers kunnen deelnemen, worden de aan de winnaars al dan niet in geld ten deel vallende prijzen niet als relatiegeschenken aangemerkt, zodat de erop betrekking hebbende kosten voor 100 % aftrekbaar blijven. » (Com.IB nr. 53/153).

« Lorsqu’une entreprise organise une loterie autorisée ou un concours auxquels seuls les consommateurs peuvent prendre part, les prix qui échoient aux gagnants, en espèces ou autrement, ne sont pas considérés comme des cadeaux d’affaires, de sorte que les frais s’y rapportant restent déductibles à 100 %. » (Com.IR no 53/153).

Die overwegingen sluiten overigens aan bij de geest van de wet, die in feite bedoeld is om misbruiken van sommige bedrijven op een pragmatische wijze aan

Ces réflexions rejoignent du reste l’esprit de la loi qui vise, en réalité, à tempérer de façon pragmatique (déductibilité limitée à 50 %) les abus consistant pour


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

609

banden te leggen (aftrekbaarheid beperkt tot 50 %). Die misbruiken bestaan erin « relaties », die soms meer privé dan professioneel zijn, te begunstigen. Die praktijken zijn door uw administratie moeilijk te controleren (restaurantkosten zijn daarvan een treffend voorbeeld). Uw administratie probeert met andere woorden de fiscale aftrek van kosten waarvan het strikt professionele karakter twijfelachtig is, forfaitair te beperken (cf. Parl. St., Senaat, nr. 440/2, 1988-1989, blz. 112). Dit laatste geldt duidelijk niet voor de geschenken van beperkte waarde die door postorderbedrijven worden aangeboden.

certaines entreprises à gratifier des « relations » qui sont parfois davantage privées que professionnelles, et dont le controˆle par votre administration s’avère difficile (les frais de restaurant constituent, à cet égard, le cas le plus parlant). En d’autres termes, votre administration cherche légitimement à restreindre forfaitairement la déduction fiscale des frais dont le caractère strictement professionnel peut être sujet à caution (voir à ce sujet Doc. parl., Sénat, no 440/2, 1988-1989, p. 112). Or, tel n’est à l’évidence pas le cas des cadeaux de faible valeur offerts par les entreprises de vente par correspondance.

Is uw administratie, gelet op wat voorafgaat, bereid voortaan de interpretatie te aanvaarden dat bedoelde promotieartikelen niet onder toepassing vallen van artikel 53, 8o, van het WIB 92 en volledig aftrekbaar blijven, zelfs wanneer de benaming van het « schenkend » bedrijf niet duidelijk en blijvend zichtbaar op het bewuste artikel is aangebracht ?

Compte tenu des arguments précités, pourriez-vous communiquer si votre administration se montrerait, à l’avenir, favorable à l’interprétation selon laquelle de tels articles de promotion ne tombent pas sous l’application de l’article 53, 8o, du CIR 92, et restent entièrement déductibles, même dans le cas ou` la dénomination de l’entreprise « donatrice » n’est pas reprise de manière apparente et durable sur l’article en question ?

Antwoord : Onder relatiegeschenken moet worden verstaan, voorwerpen van een zekere waarde die periodiek of toevallig aan klanten of aan zakenrelaties worden aangeboden.

Réponse : Par cadeaux d’affaires, il y a lieu d’entendre les objets d’une certaine valeur, offerts périodiquement ou occasionnellement à des clients ou relations d’affaires.

De voorwerpen die door postorderbedrijven aan mogelijke klanten worden aangeboden, beantwoorden ontegensprekelijk aan die omschrijving.

Les objets offerts à des clients potentiels par des entreprises de vente par correspondance répondent incontestablement à cette définition.

Daar de in artikel 53, 8o, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde afwijking uitdrukkelijk en uitsluitend slaat op reclameartikelen die opvallend en blijvend de benaming van de schenkende onderneming dragen, zijn de kosten met betrekking tot de door het geachte lid beoogde geschenken slechts aftrekbaar ten belope van 50 % van het beroepsmatige gedeelte ervan.

E´tant donné que la dérogation prévue à l’article 53, 8o, b), du Code des impoˆts sur les revenus 1992 concerne explicitement et exclusivement les articles publicitaires portant de manière apparente et durable la dénomination de l’entreprise donatrice, les frais se rapportant aux cadeaux visés par l’honorable membre ne sont dès lors déductibles qu’à concurrence de 50 % de leur quotité professionnelle.

DO 0000199950266

DO 0000199950266

Vraag nr. 61 van de heer Stef Goris van 23 september 1999 (N.) :

Question no 61 de M. Stef Goris du 23 septembre 1999 (N.) :

Maaltijdcheques. — Circulaire.

Titres-repas. — Circulaire.

Met het oog op het instellen van een parallellisme tussen de sociale en fiscale wetgeving, heeft de administratie der Directe Belastingen beslist om de richtlijnen te wijzigen die, enerzijds, voor de periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1998 en, anderzijds, vanaf 1 april 1998, van toepassing zijn inzake maaltijdcheques (CI.RH. 244/460.391 van 9 juni 1999).

Pour instaurer un parallélisme entre la législation sociale et fiscale, l’administration des Contributions directes a décidé de modifier les directives s’appliquant aux titres-repas, d’une part, pour la période du 1er avril 1994 au 31 mars 1998 et, d’autre part, pour la période suivant le 1er avril 1998 (CI.RH. 244/460.391 du 9 juin 1999).

Met betrekking tot de periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1998 bepaalt deze circulaire : « Maaltijdcheques toegekend aan werknemers die toegang hebben tot een bedrijfsrestaurant dat sociale maaltij-

Pour la période du 1er avril 1994 au 31 mars 1998, la circulaire précise que : « ... les titres-repas octroyés à des travailleurs ayant accès à un restaurant d’entreprise qui fournit des repas sociaux peuvent être consi-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

610

den verstrekt, kunnen op grond van artikel 38, 11o, WIB 92, als vrijgestelde sociale voordelen worden aangemerkt voorzover ze — voor de betrokken periode — zijn toegekend volgens de voorwaarden gesteld door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, namelijk dat de toekenning van maaltijdcheques niet verenigbaar is met het verstrekken van een maaltijd in het bedrijfsrestaurant beneden kostprijs. Wanneer beide voordelen in eenzelfde onderneming samen voorkomen, moet de werknemer zijn maaltijd verplicht betalen met een maaltijdcheque, en mag hem het verschil tussen de nominale waarde van de maaltijdcheque en de prijs van de maaltijd in geen geval worden terugbetaald.

dérés comme des avantages sociaux exonérés sur pied de l’article 38, 11o, du CIR 92, dans la mesure ou` ils sont octroyés, pour ladite période, dans les conditions prévues par l’Office national de sécurité sociale, à savoir que l’octroi de titres-repas ne peut pas être cumulé avec la fourniture de repas à un prix inférieur au prix couˆtant dans le restaurant d’entreprise. Lorsque les deux avantages coexistent dans une même entreprise, le travailleur doit obligatoirement payer son repas au moyen d’un titre-repas et la différence entre le prix du repas et la valeur faciale du titre-repas ne peut en aucun cas être remboursée.

Bovendien is er beslist om de kostprijs van een maaltijd opgediend in een bedrijfsrestaurant voor de betrokken periode vast te stellen op 120 frank en dit in overeenstemming met de terzake door de Rijksdienst voor sociale zekerheid vastgestelde normen voor het jaar 1998. »

En outre, il a été décidé de fixer le prix couˆtant d’un repas servi dans un restaurant d’entreprise, pour la période en question, à 120 francs, et ce par souci d’équité par rapport aux normes fixées en l’espèce par l’Office national de sécurité sociale pour l’année 1998 ».

Het koninklijk besluit van 31 januari 1994 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, bracht geen wijzigingen aan op het vlak van de combinatie van de toekenning van maaltijdcheques en de mogelijkheid tot het gebruiken van maaltijdcheques in het bedrijfsrestaurant.

L’arrêté royal du 31 janvier 1994 de révision de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, n’a pas apporté de modifications en ce qui concerne la combinaison de l’octroi de titres-repas et la possibilité de les utiliser dans le restaurant d’entreprise.

Mag dan ook worden aangenomen dat de hierboven aangehaalde regeling met betrekking tot de periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1998, eveneens van toepassing is voor de periode voó´r 1 april 1994 ? Antwoord : Het antwoord luidt ontkennend. Aangezien het parallellisme tussen de sociale en de fiscale wetgeving inzake maaltijdcheques vanaf 1 april 1994 is ingesteld, blijven voor de periode voó´r 1 april 1994 de richtlijnen van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Com. IB 92) van toepassing.

Peut-on considérer dès lors que la réglementation précitée relative à la période du 1er avril 1994 au 31 mars 1998 s’applique également à la période qui précède le 1er avril 1994 ? Réponse : La réponse est négaitve. E´tant donné que le parallélisme entre la législation sociale et fiscale, en matière de titres-repas, n’a été établi qu’à partir du 1er avril 1994, les directives du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (Com. IR 92) restent applicables pour la période antérieure au 1er avril 1994.

Overeenkomstig het nr. 38/32, vierde lid, van de toenmalige Com.IB 92 moeten de maaltijdcheques die tot 31 maart 1994 werden toegekend aan werknemers die toegang hadden tot een bedrijfsrestaurant dat sociale maaltijden verstrekt, derhalve als op hun naam belastbare voordelen van alle aard worden aangemerkt.

Conformément au no 38/32, quatrième alinéa, du Com.IR 92 de l’époque, les titres-repas qui ont été octroyés jusqu’au 31 mars 1994, à des travailleurs ayant accès à un restaurant d’entreprise qui fournissait des repas sociaux, doivent, par conséquent, être considérés comme des avantages de toute nature imposables dans leur chef.

DO 0000199950267

DO 0000199950267

Vraag nr. 62 van de heer Hubert Brouns van 23 september 1999 (N.) :

Question no 62 de M. Hubert Brouns du 23 septembre 1999 (N.) :

Grensarbeiders. — Fiscale aftrekbaarheid van de particuliere ziekenfondspremie.

Travailleurs frontaliers. — Déductibilité fiscale des primes de mutuelles privées.

Belgische grensarbeiders die tewerkgesteld zijn in Nederland en een loon hebben dat boven de zoge-

Les travailleurs frontaliers belges qui travaillent aux Pays-Bas et perçoivent un salaire supérieur au


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

611

naamde loongrens (ongeveer 64 000 gulden) ligt, zijn niet verzekerd bij een ziekenfonds en kunnen zich enkel tegen ziektekosten verzekeren bij een particuliere verzekeringsinstelling. Wel zijn ze verplicht verzekerd via de algemene wet op de bijzondere ziektekosten (AWBZ) voor de verzorging en behandeling in allerlei inrichtingen en voor maatregelen om ziekten te voorkomen (meestal uitzonderlijke omstandigheden). Doordat deze AWBZ beschouwd wordt als een verplichte verzekering wordt de particuliere ziektekostenverzekering beschouwd als een vrijwillige verzekering die dus niet fiscaal aftrekbaar is.

« plafond » salarial (qui se situe aux alentours de 64 000 florins), n’ont pas d’assurance maladie classique et ne peuvent souscrire d’assurance en vue de la couverture de leurs frais médicaux qu’auprès d’un organisme assureur privé. Toutefois, ils sont obligatoirement assurés en vertu de la loi générale sur les frais médicaux spéciaux (AWBZ) pour les soins et les traitements dont ils bénéficient dans divers établissements ainsi que pour toutes les mesures préventives dont ils sont l’objet (généralement, dans des circonstances exceptionnelles). Cette AWBZ est considérée comme une assurance obligatoire et l’assurance privée comme une assurance volontaire qui, par définition, n’est pas déductible fiscalement.

In het verleden stelde ik hierover al diverse vragen. Vorig jaar antwoordde de toenmalige minister van Sociale Zaken dat zij het met mij eens was over het feit dat de grensarbeider feitelijk geen keuze heeft en deze als het ware verplicht is om een particuliere verzekering af te sluiten. Zij stuurde hierover een vraag aan de toenmalige minister van Financie¨n maar op dat moment (april 1998) had zij nog geen antwoord ontvangen.

Par le passé, j’ai déjà posé diverses questions à ce sujet. L’an dernier, la ministre des Affaires sociales m’avait répondu qu’elle estimait, comme moi, que le travailleur frontalier n’a en réalité pas le choix et qu’il est donc en quelque sorte obligé de souscrire une assurance privée. Elle avait adressé une question à ce propos à son collègue des Finances, mais n’avait pas encore obtenu de réponse en avril 1998.

Momenteel constateer ik dat in sommige belastingkantoren de particuliere ziekteverzekeringspremies wel worden afgetrokken van het bruto-inkomen van de grensarbeider en in andere weer niet. Dit schept uiteraard een vorm van discriminatie.

Aujourd’hui, je constate que dans certains bureaux des contributions, les primes de mutuelles privées sont déduites du revenu brut des travailleurs frontaliers, alors qu’elles ne le sont pas dans d’autres. Il en résulte bien évidemment une forme de discrimination.

1. Bent u het met mij en de voormalige minister van Sociale Zaken eens dat de particuliere ziekteverzekering eigenlijk beschouwd kan worden als een verplichte verzekering ?

1. Estimez-vous, comme moi et comme l’ancienne ministre des Affaires sociales, que l’assurance maladie privée peut au fond être considérée comme une assurance obligatoire ?

2. Werd er ooit een antwoord geformuleerd door de toenmalige minister van Financie¨n op de brief van de voormalige minister van Sociale Zaken en wat was de inhoud van dit antwoord ?

2. L’ancien ministre des Finances a-t-il jamais répondu à la lettre de sa collègue des Affaires sociales ? Dans l’affirmative, quelle était la teneur de cette réponse ?

3. Welke richtlijnen dienen momenteel gehanteerd te worden door de belastingkantoren inzake de aftrekbaarheid van deze particuliere ziekteverzekering ?

3. Quelles directives les bureaux des contributions doivent-ils actuellement appliquer concernant la déductibilité de cette assurance maladie privée ?

4. Welke stappen overweegt u in de nabije toekomst te ondernemen om deze particuliere ziekteverzekering fiscaal aftrekbaar te maken ?

4. Quelles démarches envisagez-vous d’entreprendre dans un avenir proche pour que cette assurance maladie privée puisse être déduite fiscalement ?

Antwoord :

Réponse :

1 en 3. Vooreerst wil ik de aandacht van het geachte lid erop vestigen dat ik geen kennis heb van een verschillende behandeling door de lokale belastingdiensten van de aftrek van de premies die Belgische grensarbeiders aan een particuliere ziektekostenverzekeringsmaatschappij in Belgie¨ of in Nederland betalen. De onderrichtingen terzake zijn in ieder geval duidelijk en opgenomen in de nrs. 52/143 en 144 van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Com.IB 92), waarover iedere dienst beschikt.


1999

1 et 3. Tout d’abord, je tiens à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que je n’ai pas connaissance de l’existence d’un traitement différent, de la part des divers services locaux des contributions directes, en matière de déduction des primes payées par des travailleurs frontaliers belges à une compagnie d’assurance maladie privée en Belgique ou aux Pays-Bas. De toute manière, les directives en la matière sont claires et reprises aux nos 52/143 et 144 du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (Com.IR 92). 2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

612

Uit die onderrichtingen blijkt onder meer dat de sociale bijdragen die een grensarbeider verplicht moet betalen in het kader van een stelsel van buitenlandse sociale zekerheid, waaraan hij verplicht onderworpen is in de Staat waar hij zijn beroepswerkzaamheid uitoefent, krachtens artikel 52, 7o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) aftrekbare beroepskosten zijn.

Il résulte, entre autres de ces directives, que les cotisations sociales dues par un travailleur frontalier dans le cadre du régime de sécurité sociale étranger auquel il est obligatoirement soumis dans l’E´tat où il exerce son activité professionnelle, constituent des frais professionnels déductibles sur pied de l’article 52, 7o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 92).

De Belgische grensarbeiders met een jaarlijks loon dat een bepaalde grens (64 300 gulden voor het jaar 1999) overschrijdt, zijn niet verzekerd ingevolge de Nederlandse ziekenfondswet. In dat geval zijn zij onderworpen aan de AWBZ-regeling (algemene wet bijzondere ziektekosten). Om het risico van bepaalde ziektekosten te dekken, kunnen zij zich op vrijwillige basis verzekeren bij een particuliere ziektekostenverzekeringsmaatschappij in Belgie¨ of in Nederland. De daaraan betaalde ziektekostenverzekeringspremies kunnen evenwel niet worden aangemerkt als verplichte persoonlijke bijdragen ter uitvoering van de sociale wetgeving in de zin van artikel 52, 7o, WIB 92, zodat zij niet als beroepskosten aftrekbaar zijn.

Les travailleurs frontaliers belges, dont la rémunération annuelle excède un certain plafond (64 300 florins pour l’année 1999), sont exclus de l’assurance maladie dans le cadre de la « Ziekenfondswet » néerlandaise. Dans ce cas, il sont assurés en vertu des dispositions de l’AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten). Afin de couvrir le risque de certains frais médicaux, ils peuvent s’assurer, sur base volontaire, auprès d’une compagnie d’assurance maladie privée en Belgique ou aux Pays-Bas. Les primes d’assurance pour frais médicaux payées volontairement dans le cadre de ce régime, ne peuvent pas être considérées comme des versements personnels obligatoires en vertu de la législation sociale, au sens de l’article 52, 7o, CIR 92 et, dès lors, elles ne sont pas déductibles à titre de frais professionnels.

2 en 4. De informatie die door de voormalige minister van Sociale Zaken aan één van mijn voorgangers is verstrekt om te argumenteren dat de Belgische grensarbeider in Nederland feitelijk geen keuze heeft en als het ware genoodzaakt is om een particuliere verzekering af te sluiten (cf. de eerste twee leden van het antwoord van de voormalige minister van Sociale Zaken op uw parlementaire vraag nr. 591 van 25 februari 1998, Vragen en Antwoorden, Kamer, gewone zitting 1997-1998, nr. 126, blz. 17480), heeft geen aanleiding gegeven tot een wijziging van het voormelde standpunt. Er is immers geen sprake van een wettelijke verplichting om een particuliere verzekering af te sluiten.

2 et 4. L’information, fournie par le précédent ministre des Affaires sociales à l’un de mes prédécesseurs, en vue de démontrer que le travailleur frontalier belge occupé aux Pays-Bas n’a, en fait, pas de choix et qu’il est en quelque sorte obligé de souscrire une assurance privée (voir les deux premiers alinéas de la réponse du précédent ministre des Affaires sociales à votre question parlementaire no 591 du 25 février 1998, Questions et Réponses, Chambre, session ordinaire 19971998, no 126, p. 17480) n’a pas apporté de modification au point de vue précité. Il n’a en effet jamais été question d’obliger légalement la souscription d’une assurance privée.

Het ingestelde onderzoek heeft echter uitgewezen dat om in het interne recht op korte termijn een oplossing te bieden, sociale maatregelen het meest aangewezen zijn.

L’enquête ouverte a cependant démontré qu’en droit interne, les dispositions sociales sont les plus apropriées pour trouver une solution à court terme.

Dienaangaande heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar de wet van 22 december 1998 betreffende de sociale zekerheid van de grensarbeiders (Belgisch Staatsblad van 10 april 1999) waarin voor Belgische grensarbeiders in een vergoeding wordt voorzien « ter compensatie van het inkomstenverlies dat zij lijden tengevolge van het feit dat zij hun belastingen in Belgie¨ en hun socialezekerheidsbijdragen in het werkland betalen ».

` ce propos, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable A membre à la loi du 22 décembre 1998 relative à la sécurité sociale des travailleurs frontaliers (Moniteur belge du 10 avril 1999) qui prévoit d’octroyer, aux travailleurs frontaliers belges, une indemnité destinée à « compenser la perte de revenus que ceux-ci subissent en raison du fait qu’ils payent leurs impoˆts en Belgique et leurs cotisations sociales dans le pays d’emploi ».

De voorwaarden voor de toekenning van die compensatievergoedingen en het bedrag ervan zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 9 juni 1999 tot toekenning van een vergoeding aan de Belgische grens-

Les conditions mises à l’octroi de ces indemnités compensatoires et leur montant sont fixés par l’arrêté royal du 9 juin 1999 accordant une indemnité aux travailleurs frontaliers belges en exécution de l’arti-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

613

arbeiders ter uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, n), van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 3 juli 1999). Dit koninklijk besluit is in werking getreden met ingang van 1 januari 1999.

cle 7, § 1er, alinéa 3, n), de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs (Moniteur belge du 3 juillet 1999). Cet arreté royal est entré en vigueur à partir du 1er janvier 1999.

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie

Télécommunications

DO 0000199950306

DO 0000199950306



















b) zo ja, tijdig;






Antwoord : Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

Réponse : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

614

Overheidsbedrijven en Participaties

Entreprises et Participations publiques

DO 0000199950306

DO 0000199950306



















b) zo ja, tijdig;






Antwoord : Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

Réponse : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

DO 0000199950243

DO 0000199950243

Vraag nr. 5 van de heer Bart Laeremans van 28 oktober 1999 (N.) :

Question no 5 de M. Bart Laeremans du 28 octobre 1999 (N.) :

Sabena. — « Compagnie internationale de gestion ». — Taalverplichtingen.

Sabena. — Compagnie internationale de gestion. — Obligations linguistiques.

Op 3 mei 1999 werd door de Vaste Commissie voor taaltoezicht aan minister Daerden, voormalig minister

Le 3 mai 1999, la Commission permanente de controˆle linguistique a transmis à M. Daerden, mi-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

615

van Vervoer, een advies overgemaakt in verband met de plaatsing van Franstalige advertenties door de Compagnie internationale de gestion (CIG), een dochtermaatschappij van Sabena. In deze beschikking staat te lezen dat zogenaamde « private medewerkers » van de CIG onderworpen zijn aan dezelfde taalverplichtingen als die welke van toepassing zijn op Sabena. 1. Wat zijn de doelstellingen van de CIG ?

nistre des Transports de l’époque, un avis relatif à l’insertion d’annonces en langue française par la Compagnie internationale de gestion (CIG), une filiale de la Sabena. Aux termes de cette décision, les « collaborateurs privés » de la CIG sont soumis aux mêmes obligations linguistiques que celles qui incombent à la Sabena. 1. Quels sont les objectifs de la CIG ?

2. Klopt het dat deze vennootschap Franstalig is, en zo ja, waarom ?

2. Est-il exact que cette société se présente comme exclusivement francophone, et dans l’affirmative, pourquoi ?

3. Kan u een overzicht geven van de dochtermaatschappijen van Sabena alsook van hun taalstatuut ?

3. Pouvez-vous fournir un aperçu des filiales de la Sabena, en précisant leur statut linguistique ?

4. Zal u er op toezien dat de CIG in de toekomst de taalverplichtingen zal naleven ?

4. Veillerez-vous à ce que la CIG respecte à l’avenir les obligations linguistiques ?

5. Werd de CIG reeds van uw standpunt in kennis gesteld ?

5. Avez-vous déjà informé la CIG de votre point de vue à ce sujet ?

Antwoord :

Réponse :

1. CIG heeft tot doel het beheer van de commercie¨le, boekhoudkundige en administratieve diensten van onverschillig welke Belgische of buitenlandse onderneming te organiseren, reorganiseren en ook te voeren; alle controletaken te verrichten; alle financie¨le posities, contracten of verbintenissen te onderzoeken, advies te verstrekken; verslagen op te maken; raad te geven voor rekening van onverschillig welke maatschappijen of particulieren; alle fiscale vraagstukken, of er al dan niet geschil over bestaat, te onderzoeken en bij te houden; burgerlijke of commercie¨le maatschappijen, groeperingen, syndicaten en ondernemingen op te richten, te beheren of op te heffen en in het algemeen alle werkzaamheden te verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op de bovengenoemde doeleinden. Deze opsomming is niet uitputtend.

1. La CIG a pour objet d’organiser, de réorganiser, d’assurer la gestion des services commerciaux comptables et administratifs de toutes entreprises belges ou étrangères, d’effectuer tous travaux de controˆle, d’examiner toutes situations, tous contrats, tous engagements, de donner tous avis, d’établir tous rapports, de donners tous conseils, d’examiner et de suivre toutes questions fiscales contentieuses ou autres pour compte de toutes sociétés ou de tous particuliers; de créer, administrer ou liquider toutes sociétés civiles ou commerciales, tous groupements quelconques, tous syndicats et toutes entreprises et généralement faire toutes opérations se rattachant directement ou indirectement aux objects ci-dessus. L’énumération qui précède étant énonciative et non limitative.

2. CIG is een naamloze vennootschap die afzonderlijk van Sabena werd gecreeërd als een Franstalige vennootschap.

2. La CIG est une société anonyme, créée séparément de la Sabena, comme société francophone.

Door het koninklijk besluit van 18 januari 1971, kreeg Sabena de toestemming om een participatie in deze NV te nemen. Het koninklijk besluit van 22 december 1988 staat Sabena toe haar participatie te verhogen.

Par l’arrêté royal du 18 janvier 1971, la Sabena a reçu l’autorisation de prendre une participation dans cette SA. L’arrêté royal du 22 décembre 1988 a donné l’autorisation à la Sabena d’augmenter sa participation.

Op 17 mei 1990 nam Sabena de controle van CIG over en herbepaalde ze de statuten van de vennootschap, in het bijzonder om gelijkwaardige statuten in het Nederlands en in het Frans neer te leggen. Op dat vlak komt de CIG dus zeker de taalwetgeving na, die hier inderdaad van toepassing is zoals voor Sabena zelf.

Le 17 mai 1990, la Sabena a pris le controˆle de la CIG et a redéfini les statuts de la société, en particulier afin de les établir de la même façon en néerlandais et en français. Sur ce point, la CIG est donc conforme à la législation linguistique, qui dans ce cas est d’application comme pour la Sabena elle-même.

Praktisch gezien is het echter inderdaad al voorgevallen dat een advertentie alleen in het Frans werd

Dans la pratique, il est vrai qu’à certaines occasions des annonces ont été publiées uniquement en français,


1999

2000


79

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

616

gepubliceerd, hetgeen geen correcte naleving van de taalwetgeving is en zou kunnen verklaard worden door de Franstalige afkomst.

ce qui va à l’encontre de la législation linguistique et peut trouver son explication dans l’origine francophone de la société.

3. Voor een volledige opsomming van de participaties van Sabena in andere bedrijven, kan verwezen worden naar het geconsolideerde jaarverslag van de Sabena-groep, dat werd neergelegd bij de Nationale Bank.

3. Pour une énumération complète des participations de la Sabena dans d’autres entreprises, on peut se référer au rapport annuel consolidé du groupe Sabena, disponible à la Banque nationale.

Wat de taalverplichtingen betreft, kan gesteld worden dat al de vennootschappen waarover Sabena de controle heeft, (i) hun statuten zowel in het Nederlands als in het Frans neergelegd en (ii) beheerd worden in hetzelfde juridische kader als Sabena.

En ce qui concerne la législation linguistique, on peut affirmer que toutes les sociétés sur lesquelles la Sabena exerce un controˆle, (i) ont des statuts rédigés aussi bien en français qu’en néerlandais et (ii) sont gérées dans le même cadre juridique que la Sabena.

4 en 5. De instructies werden onmiddellijk aan alle vennootschappen van de Sabena-groep herhaald, opdat alle aankondigingen in de pers aan de taalverplichtingen zouden beantwoorden.

Ces instructions ont été immédiatement rappelées à toutes les sociétés du groupe Sabena, de sorte que toutes les annonces dans la presse répondent aux exigences linguistiques.

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique

Economie

Ećonomie

DO 0000199950357

DO 0000199950357

Vraag nr. 17 van de heer Claude Eerdekens van 7 oktober 1999 (Fr.) :

Question no 17 de M. Claude Eerdekens du 7 octobre 1999 (Fr.) :

Ambulancevervoer. — Tarieven.

Transport par ambulance. — Tarifs.

Behalve in enkele welbepaalde gevallen komt de ziekteverzekering niet tegemoet in de kosten voor ambulancevervoer. Dat doen sommige particuliere verzekeringen of de aanvullende verzekering van de ziekenfondsen wel, maar de voorwaarden voor tegemoetkoming en het terugbetaalde bedrag varie¨ren sterk afhankelijk van de polisvoorwaarden of het ziekenfondsreglement.

Hormis certains cas particuliers, l’assurance soins de santé n’intervient pas dans les tarifs de transport par ambulance. Par contre, certaines assurances privées ou l’assurance complémentaire des mutuelles interviennent dans les frais, mais les conditions et le niveau du remboursement varient beaucoup selon la police ou la réglementation de la mutuelle.

Daardoor komt het dat, voor eenzelfde dienstverlening, het vervoer per ziekenwagen tot zeer grote prijsverschillen kan leiden.

Il en résulte que, pour un service égal, le transport par ambulance fait l’objet d’une disparité de prix qui peut être très importante.

Zouden er op dat gebied geen wettelijke normen moeten worden opgelegd, aangezien de consumentpatie¨nt niet met kennis van zaken kan kiezen op wie hij voor die dienstverlening een beroep doet ?

E´tant donné que le consommateur-patient n’est pas en mesure de faire un choix en toute connaissance de cause pour ce type de service, n’y aurait-il pas lieu d’instaurer des normes légales en la matière ?

Antwoord : Op de vraag van het geachte lid kan ik volgend antwoord verstrekken.

` la question de l’honorable membre, je Réponse : A peux fournir la réponse suivante.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

617

Er bestaat een eenheidstarief overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 houdende vaststelling van het tarief voor het vervoer per ziekenwagen van de personen bedoeld in artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998. Dit tarief is vastgesteld door mijn collega van Volksgezondheid.

Il existe un tarif uniforme conformément à l’article 2 de l’arrêté royal du 7 avril 1995 déterminant le tarif applicable au transport en ambulance des personnes visées à l’article 1er de la loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente, modifiée par la loi du 22 février 1998. Ce tarif est fixé par mon collègue de la Santé publique.

Het besluit dat ik zojuist heb genoemd, geldt niet voor het niet-dringend ziekenvervoer. Er moet dus worden teruggegrepen naar de prijzenreglementering. Deze reglementering steunt vandaag op het beginsel van de vrije prijsvorming zonder tussenkomst van de overheid. Niettegenstaande de ontstentenis van een bijzondere reglementering moet de prijs evenwel normaal blijven op basis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen. Het zijn de hoven en rechtbanken die, in laatste instantie, bepalen of een prijs al dan niet normaal is.

L’arrêté que je viens de citer ne vaut pas pour le transport non urgent de patients. Il y a donc lieu de faire référence à la réglementation des prix. Cette réglementation est actuellement basée sur le principe de la libre fixation des prix sans intervention des autorités publiques. Malgré l’absence d’une réglementation particulière, le prix doit toutefois rester normal sur base de la loi du 22 janvier 1945 sur la réglementation économique et les prix. Ce sont les cours et tribunaux qui déterminent en dernier ressort si un prix est normal ou non.

Concreet betekent dit dat ik thans niet tussenkom in de tarieven voor het niet-dringend ziekenvervoer en dat er geen maximumtarieven zijn opgelegd. Zelfs indien dit het geval was zou het probleem van een verschillende kostendoorrekening aan de patie¨nt niet opgelost zijn. Er is immers geen invloed op de uiteenlopende dekking die vrij is bepaald door zekere privéverzekeringen of de aanvullende verzekering van ziekenfondsen.

Concrètement, cela signifie qu’actuellement, je n’interviens pas dans les tarifs pour le transport non urgent de patients et que des tarifs maxima ne sont pas imposés. Même si cela était le cas, le problème d’une répercussion différente des coûts au patient ne serait pas résolu. En effet, il n’y a pas d’incidence sur la couverture différente qui est librement fixée par certaines assurances privées ou par l’assurance complémentaire des mutuelles.

Hoe dan ook werden mij tot nu toe geen misbruiken ter kennis gebracht inzake de betrokken tariefering. Ingevolge uw vraag verzoek ik niettemin het bestuur Economische Inspectie om een onderzoek te verrichten naar de tarieven die voor het niet-dringend ziekenvervoer worden toegepast.

Quoi qu’il en soit, des abus dans la tarification concernée ne m’ont pas encore été signalés. Suite à votre question, je charge néanmoins l’administration de l’Inspection économique de réaliser une enquête sur les tarifs appliqués pour le transport non urgent de patients.

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 1999200000015

DO 1999200000015

Vraag nr. 5 van mevrouw Simonne Creyf van 12 oktober 1999 (N.) : Wetenschappelijke instellingen. — Afdelingen.

Question no 5 de Mme Simonne Creyf du 12 octobre 1999 (N.) : Établissements scientifiques. — Sections.

Als men de organogrammen van de wetenschappelijke instellingen vergelijkt, stelt men vast dat één instelling veel afdelingen heeft, een andere ongeveer evenveel en één (Rijksarchief) zeer weinig, vooral als men rekening houdt met het feit dat deze instelling zeventien archiefdiensten heeft in de provincies. Dit moet toch in deze instelling organisatorische proble-

Quand on compare les organigrammes des établissements scientifiques, on constate qu’un seul établissement comporte de nombreuses sections, qu’un autre établissement en comporte à peu près autant et qu’un autre encore (les Archives de l’E´tat) en comporte très peu, surtout si l’on tient compte du fait que cet établissement compte dix-sept services d’archives dans les


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

618

men stellen en demotiverend zijn voor het wetenschappelijk personeel.

provinces. On peut raisonnablement en déduire que cette situation entraıˆne certains problèmes organisationnels dans cet établissement et est de nature à démotiver son personnel scientifique.

Krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat wordt het aantal departementen en afdelingen bepaald rekening houdend met :

En vertu de l’article 3 de l’arrêté royal du 20 avril 1965 relatif au statut organique des établissements scientifiques de l’E´tat, le nombre de départements et de sections est fixé compte tenu :

— de getalsterkte van het wetenschappelijk personeel (statutair en contractueel);

— de l’effectif du personnel scientifique (statutaire et contractuel);

— de getalsterkte van het personeel van alle overige kwalificaties (statutair en contractueel);

— de l’effectif du personnel de toutes autres qualifications (statutaire et contractuel);

— het bedrag van de werkingsuitgaven;

— du montant des dépenses de fonctionnement;

— de wetenschappelijke orie¨ntaties van iedere instelling.

— des orientations scientifiques de chaque établissement.

Wat is de rechtvaardiging van het gering aantal afdelingen van het Rijksarchief, in functie van de criteria uit het bovengenoemde koninklijk besluit van 20 april 1965 ?

Pour quelle raison les Archives de l’E´tat comptentelles aussi peu de sections, vu les critères définis dans l’arrêté royal susmentionné du 20 avril 1965 ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.

Voor de organisatie van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provincie¨n zijn thans 3 departementen en 17 afdelingen voorzien. Wat betreft de 10 wetenschappelijke instellingen ressorterend onder mijn gezag, heeft het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provincie¨n aldus het grootste aantal afdelingen, na de Koninklijke Bibliotheek van Belgie¨ die 20 afdelingen telt.

En ce qui concerne les Archives générales du Royaume et les Archives de l’E´tat dans les provinces, 3 départements et 17 sections sont actuellement prévus. Parmi les 10 établissements scientifiques relevant de mon autorité, les Archives générales du Royaume et les Archives de l’E´tat dans les provinces comptent donc le plus de sections, hormis la Bibliothèque royale de Belgique qui en compte 20.

Voormelde indeling laat toe de opdrachten van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provincie¨n derwijze te organiseren dat :

Cette subdivision permet d’organiser les missions des Archives générales du Royaume et les Archives de l’E´tat dans les provinces de la manière suivante :

— de taken van het Algemeen Rijksarchief te Brussel worden gebundeld in 1 departement dat 6 afdelingen telt;

— les taˆches des Archives générales du Royaume à Bruxelles sont regroupées en 1 département comportant 6 sections;

— de taken van het Rijksarchief in de provincie¨n worden opgesplitst in 2 departementen — één voor Vlaanderen en één voor Wallonie¨ — die elk 5 afdelingen tellen;

— les taˆches des Archives dans les provinces sont réparties en 2 départements — un en Flandre et un en Wallonie — qui comptent chacun 5 sections;

— een autonome afdeling bevoegd is voor de taken van het Rijksarchief in het Duitstalig landsgedeelte.

— une section autonome est compétente pour les taˆches des Archives de l’E´tat en région de langue allemande.

Aldus werd voor het Rijksarchief in de provincie¨n één afdeling per provincie voorzien.

Ainsi, en ce qui concerne les Archives de l’E´tat dans les provinces, une section a été prévue par province.

Ingevolge de budgettaire mogelijkheden is het niet mogelijk geweest om iedere afzonderlijke vestigings-

En raison de difficultés budgétaires, il n’a pas été possible d’organiser chaque lieu d’implantation séparé


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

619

plaats van het Rijksarchief in de provincie¨n in te richten als een afzonderlijke afdeling.

des Archives de l’E´tat dans les provinces en section distincte.

De criteria voor de inrichting der wetenschappelijke instellingen in departementen en afdelingen, opgesomd in artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, worden in aansluiting met de bepalingen van artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit derwijze gehanteerd dat bepaalde combinaties van deze criteria als minimum worden vereist om de oprichting van een departement of afdeling te rechtvaardigen. Vanzelfsprekend vloeit de indeling der wetenschappelijke instellingen in departementen en afdelingen essentieel voort uit functionele overwegingen en de budgettaire mogelijkheden worden, zoals reeds hoger aangestipt, evenzeer medebepaald voor de verwezenlijking van bedoelde indeling.

Les critères concernant l’organisation des établissements scientifiques en départements et sections, énoncés à l’article 3 de l’arrêté royal du 20 avril 1965 relatif au statut organique des établissements scientifiques de l’E´tat, doivent être appliqués conjointement avec les dispositions de l’article 4 du même arrêté royal, de sorte que la combinaison de ces critères constitue une condition minimum pour justifier la création d’un département ou d’une section. Il va de soi que la subdivision des établissements scientifiques en départements et sections découle essentiellement de considérations de nature fonctionnelle et que les difficultés budgétaires mentionnées ci-dessus interviennent au même titre pour la mise en place de la subdivision en question.

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

DO 0000199950217

DO 0000199950217

Vraag nr. 2 van de heer Jef Valkeniers van 16 september 1999 (N.) :

Question no 2 de M. Jef Valkeniers du 16 septembre 1999 (N.) :

Ontwikkelingssamenwerking. — Deskundigen en studiebureaus. — Uitgaven.

Coopération au développement. — Experts et bureaux d’études. — Dépenses.

1. Hoeveel geld werd in de voorbije vier jaar uitgegeven aan deskundigen en studiebureaus in de sector van de ontwikkelingssamenwerking ?

1. Quelles sommes ont été dépensées au cours des quatre dernières années pour rémunérer des experts et des bureaux d’études dans le secteur de la coopération au développement ?

2. Kan u een afzonderlijk overzicht geven voor elk van die jaren ?

2. Pourriez-vous fournir un aperçu de la situation par année ?

Antwoord :

Réponse :

Dienst Evaluatie (E)

Service E´valuation (E)

Tot 1997 bestond er geen specifieke BA voor de evaluaties. De uitgaven die hiermee verband hielden werden aangerekend op de BA 15 54 14 54 40 van de bilaterale samenwerking.

Jusqu’en 1997, il n’existait pas d’AB spécifique pour les évaluations. Les dépenses y relatives étaient couvertes par l’AB 15 54 14 54 40 de la coopération bilatérale.

Sinds 1997 werd er een nieuwe BA gecreeërd voor de financiering van externe evaluaties. Zij worden uitgevoerd door deskundigen en private studiebureaus, onder leiding van de dienst « Evaluatie ».

Depuis 1997, une nouvelle AB a été créée pour les évaluations externes. Celles-ci sont effectuées par des experts et bureaux d’études privés, sous la direction du service « E´valuation ».


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

620

U vindt hierbij het overzicht van de ordonnanceringen die werden uitgevoerd ten gunste van studiebureaus. 1997 : 2 600 000 frank

On trouvera ci-dessous les ordonnancements effectués au profit de ces experts et bureaux d’études. 1997 : 2 600 000 francs

1998 : 26 735 407 frank (situatie op 5 oktober 1999).

1998 : 26 735 407 francs (situation au 5 octobre 1999).

Dienst Audit en Methoden (D6)

Service Audit et Méthodes (D6)

1996 : 3 775 200 frank

1996 : 3 775 200 francs

1997 : 435 600 frank

1997 : 435 600 francs

1998 : 7 691 321 frank

1998 : 7 691 321 francs

1999 : 10 729 500 frank

1999 : 10 729 500 francs

Dienst « Europese Instellingen » (M2)

Service « Institutions européennes » (M2)

Bijdragen van ABOS aan de stichting ECDPM (European Centre for Development Policy Management), Maastricht :

Contributions de l’AGCD à la fondation ECDPM (European Centre for Development Policy Management), Maastricht :

Op multilaterale begroting — Sur budget multilatéral

Punctuele contracten — Contrats ponctuels

Totalen per jaar — Totaux par année

4 000 000 4 000 000 Nihil — Néant 4 000 000 4 000 000

Nihil — Néant Nihil — Néant Nihil — Néant 2 363 000 2 497 700

4 000 000 4 000 000 Nihil — Néant 6 363 000 6 497 700

1995 1996 1997 1998 1999

DO 0000199950306

DO 0000199950306
















1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

621





b) zo ja, tijdig;




3. voor elk van die rapporten : de datum van het laatst verschenen rapport ?

3. pour chacun de ces rapports : la date du dernier rapport paru ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende elementen van antwoord op zijn vraag over te maken :

Réponse : J’ai l’honneur de transmettre à l’honorable membre les éléments de réponse suivants. Service « E´valuation et Appui à la Politique »

Dienst « Evaluatie en Beleidsondersteuning » 1. a) Krachtens de wet van 7 februari 1994, moet het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking getoetst worden aan de eerbiediging van de mensenrechten.

1. a) En vertu de la loi du 7 février 1994, la politique de coopération au développement est évaluée en fonction du respect des droits de l’homme.

b) Deze wet bepaalt dat de regering jaarlijks aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Senaat een schriftelijk verslag inzake de eerbiediging van de mensenrechten moet overmaken, en dit voor elk land waarmee Belgie¨ een algemene overeenkomst inzake ontwikkelingssamenwerking gesloten heeft.

b) Cette loi stipule que le gouvernement transmet annuellement un rapport écrit à la Chambre des représentants et au Sénat au sujet du respect des droits de l’homme reconnus par la communauté internationale, et ce pour chaque pays avec lequel la Belgique a conclu un accord général de coopération au développement.

c) De voorlopige lijst van de partnerlanden van de Belgische internationale samenwerking bestaat uit 24 landen en één regionale organisatie (SADC/ Southern African Development Community). d) Aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking wordt een bijdrage gevraagd, om in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken, dit verslag op te stellen.

c) La liste des pays partenaires de la coopération internationale belge se compose de 24 pays et d’une organisation régionale (SADC/Southern African Development Community). d) Le secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement contribue, en concertation avec le ministre des Affaires étrangères, à la rédaction dudit rapport.

2. a) Artikel 4 van de wet van 6 maart 1996 bepaalt dat de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking aan de Federale Kamers jaarlijks een verslag moet uitbrengen over het beleid gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van de vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad.

2. a) Article 4 de la loi du 6 mars 1996 stipule que le secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement doit transmettre annuellement aux Chambres fédéraux un rapport concernant la politique menée en rapport avec les objectifs de la quatrième Conférence mondiale des femmes qui a eu lieu en septembre 1995 à Pékin.

b) Het verslag aan het Parlement dat de periode 1997 en 1998 behandelt, werd overgemaakt op het einde van de vorige legislatuur. Ik wens er de aandacht van het geachte lid op te vestigen dat het pertinenter leek om één verslag op te stellen dat de periode 1997 en 1998 behandelt en dit om de volgende redenen : het voorgaande verslag, dat in juli 1997 werd overgemaakt, had betrekking op het jaar 1996 en op de eerste helft van 1997. Het leek dan ook weinig opportuun om een verslag op te stellen dat enkel de tweede helft van 1997 zou omvatten. Bij de opstelling van het verslag 1997-1998 werd er gebruik gemaakt van een participatieve benade-

b) Le rapport au Parlement portant sur les années 1997 et 1998 a été transmis à la fin de la législature précédente. Je tiens à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait qu’il a semblé plus pertinent d’élaborer un seul rapport sur les années 1997 et 1998, pour la raison suivante : le précédent rapport, transmis en juillet 1997, portant sur l’année 1996 et la première moitié de l’année 1997, il paraissait peu opportun de rédiger un nouveau rapport pour la seconde moitié de cette même année. D’autre part un processus d’élaboration participatif, impliquant tant la hiérarchie de l’administration concernée que les différents gestion-


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

622

ring, waarbij zowel de hie¨rarchie van de betrokken administratie als de verschillende dossierbeheerders actief werden betrokken. De gebruikte werkwijze heeft het verslag aanzienlijk verrijkt en dit zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak, maar — zoals dikwijls het geval is bij een participatieve benadering — had dit voor gevolg dat de overmaking van het verslag aan het Parlement enigszins werd vertraagd. Dienst « Multilaterale samenwerking »

naires de dossiers impliqués, a été mis en place pour l’élaboration du rapport 1997-1998. Il est exact que ce processus, qui a considérablement enrichi le contenu quantitatif et qualitatif du rapport, a — comme c’est souvent le cas pour toute démarche participative — peut-être eu pour effet d’en retarder quelque peu la transmission au Parlement. Service « Coopération multilatérale »

Enkel de dienst « Overlevingsfonds » is verplicht, krachtens de wet betreffende het Overlevingsfonds van 3 oktober 1983, jaarlijkse verslagen in te dienen voor het Parlement, die ook de initiatiefnemer is van deze wet. Deze wet bepaalt enkel dat jaarlijks een verslag dient te worden ingediend en bepaalt geen datum van indiening. De nieuwe wet van 9 februari 1999 heeft dezelfde bepaling.

Seul le service « Fonds de survie » est obligé, en vertu de la loi du 3 octobre 1983 relative au Fonds de survie, de déposer un rapport annuel au Parlement qui est l’iniateur de cette loi. Cette loi stipule uniquement qu’un rapport doit être déposé annuellement sans en préciser la date de dépoˆt. La nouvelle loi du 9 février 1999 contient les mêmes dispositions.

De verslagen van 1995, 1996 en 1997 werden ingediend rond het midden van het jaar dat volgde. Het verslag januari 1998-juni 1999 is momenteel ingediend ter vertaling en zal nog voor het einde van dit jaar worden voorgelegd.

Les rapports couvrant 1995, 1996 et 1997 ont été déposés vers la moitié de l’année ultérieure. Le rapport janvier 1998-juin 1999 est en cours de traduction, il devrait être déposé avant la fin de cette année.


1999

2000


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

623

INHOUDSOPGAVE — SOMMAIRE PAR OBJET CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 1

1999200000022 13-10-1999

13

Mw. Kathleen van der Hooft

RVA. — PWA. — Externe dienst voor preventie en bescherming. ONEM. — ALE. — Service extérieur de prévention et de protection.

573

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1

0000199950285 28- 9-1999

29

Geert Bourgeois

NMBS. — Bevordering van het toerisme naar de kust en naar de Ardennen. SNCB. — Promotion du tourisme au littoral et en Ardenne.

574

1

0000199950286 28- 9-1999

30

Karel Van Hoorebeke

NMBS. — Mogelijke onteigeningen bij aanleg derde en vierde spoor op de lijn Gent-Brugge. SNCB. — Expropriations éventuelles lors de l’aménagement d’une troisième et d’une quatrième voie sur la ligne Gand-Bruges.

575

1

0000199950300 29- 9-1999

31

Bart Laeremans

NMBS. — Treinaanbod tijdens het kustseizoen. SNCB. — Offre de trains au cours de la saison coˆtière.

576

1

0000199950308 29- 9-1999

33

Geert Bourgeois

NMBS. — Agressie op de treinverbinding KortrijkRijsel. SNCB. — Agression sur la liaison ferroviaire Courtrai-Lille.

578

1

0000199950309 29- 9-1999

34

Bart Laeremans

NMBS. — Treinbestuurders. — Personeelsformatie. SNCB. — Conducteurs de train. — Cadre du personnel.

580

1

0000199950311 30- 9-1999

35

Luc Sevenhans

NMBS. — Spoorlijn 18, tussen Neerpelt en Hasselt. — Uitbreken van rails. SNCB. — Ligne 18 entre Neerpelt et Hasselt. — Démolition de rails.

581

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation 1

0000199950180 14- 9-1999

3


Claude Eerdekens

1999

GGO’s. — Test. — Producten die soja of maı¨s bevatten. OGM. — Test. — Produits contenant du soja ou du maı¨s.

2000

582


80

QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

624

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 1

0000199950306 29- 9-1999

Blz. Page

* Question sans réponse 7

Geert Bourgeois

Bij wet opgelegde verslagen. Rapports imposés par la loi.

583

Volksgezondheid — Santé publique 1

0000199950169 13- 9-1999

8

Peter Vanvelthoven

Voorschrijfgedrag van artsen in verband met antibiotica. Comportement prescripteur des médecins en matière d’antibiotiques.

585

Leefmilieu — Environnement 1

0000199950142

9- 9-1999

1

Peter Vanvelthoven

Ecotaks op batterijen. — Inzameling. Ećotaxe sur les piles. — Collecte.

587

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1

1999200000024 13-10-1999

16

Ferdy Willems

Kankerverwekkende effecten van de Hawkafweersystemen. Effets cancérigènes du système antiaérien Hawk.

588

Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture 1

0000199950306 29- 9-1999

6

Geert Bourgeois


590

1

0000199950332

5-10-1999

7

Mw. Frieda Brepoels

Proefvelden transgene gewassen. Champs expérimentaux pour végétaux transgéniques.

593

1

1999200000006 12-10-1999

8

Jean-Pierre Viseur

Genetisch gemodificeerd zaad. — Ingezaaide arealen. Semences génétiquement modifiées. — Superficies ensemencées.

599

Middenstand — Classes moyennes 1

0000199950240 17- 9-1999

2

Marcel Hendrickx

Rommelmarkten. — Omzendbrief. Brocantes. — Circulaire.

600

1

0000199950306 29- 9-1999

3

Geert Bourgeois


602

Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1

0000199950251 22- 9-1999

43


Jean-Pierre Viseur

1999

« KB »-dossier. Dossier « KB ».

2000

605


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

CA

625

Datum Date

DO


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 1

Blz. Page

* Question sans réponse

0000199950254 22- 9-1999

46

Bart Laeremans

Verkrijging van nationaliteit. — Vervallenverklaring. Acquisition de la nationalité. — Déchéance.

606

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1

0000199950094

1- 9-1999

14

Mw. Annemie Van de Casteele

Roerende voorheffing op dividenden. Précompte mobilier sur des dividendes.

607

1

0000199950258 22- 9-1999

58

Mme Joe¨lle Milquet

Inkomstenbelastingen. — Postorderbedrijven. — Relatiegeschenken. — Aftrekbaarheid. Impoˆts sur les revenus. — Entreprises de vente par correspondance. — Cadeaux d’affaires. — Déductibilité.

607

1

0000199950266 23- 9-1999

61

Stef Goris

Maaltijdcheques. — Circulaire. Titres-repas. — Circulaire.

609

1

0000199950267 23- 9-1999

62

Hubert Brouns

Grensarbeiders. — Fiscale aftrekbaarheid van de particuliere ziekenfondspremie. Travailleurs frontaliers. — Déductibilité fiscale des primes de mutuelles privées.

610

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie — Télécommunications 4

0000199950306 29- 9-1999

19

Geert Bourgeois


613

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 4

0000199950306 29- 9-1999

1

Geert Bourgeois


614

1

0000199950243 28-10-1999

5

Bart Laeremans

Sabena. — « Compagnie internationale de gestion ». — Taalverplichtingen. Sabena. — Compagnie internationale de gestion. — Obligations linguistiques.

614

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique Economie — Ećonomie 1

0000199950357

7-10-1999

17


Claude Eerdekens

1999

Ambulancevervoer. — Tarieven. Transport par ambulance. — Tarifs.

2000

616


QRVA 50 006 16 - 11 - 1999

626

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

1

1999200000015 12-10-1999

5

Mw. Simonne Creyf

Wetenschappelijke instellingen. — Afdelingen. E´tablissements scientifiques. — Sections.

617

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement 1

0000199950217 16- 9-1999

2

Jef Valkeniers

Ontwikkelingssamenwerking. — Deskundigen en studiebureaus. — Uitgaven. Coopération au développement. — Experts et bureaux d’études. — Dépenses.

619

1

0000199950306 29- 9-1999

3

Geert Bourgeois


620


1999

2000


Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Recommend Documents