Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

QRVA 50 016

QRVA 50 016

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

————

————

Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites

31 - 01 - 2000

KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

1999

2000

CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE

217

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1694

AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID

: : : : : : : : : :

Anders gaan leven / Ećologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)

Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering

Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1695

Blz. Pages

INHOUD Eerste minister

—

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

Premier ministre

1733

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

SOMMAIRE

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

—

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

1736

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

1738

Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

1741

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Minister van Binnenlandse Zaken

1750

Ministre de l’Intérieur

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen

1753

Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration

—

Minister van Landsverdediging

1755

Ministre de la Défense

Minister van Landbouw en Middenstand

1756

Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

Minister van Justitie

1760

Ministre de la Justice

Minister van Financie¨n

1772

Ministre des Finances

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

1781

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek

1783

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique

Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel

—

Secrétaire d’E´tat au Commerce extérieur

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

—

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

—

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

—

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt


Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1696

Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date

Vraag nr. Question no

Auteur

Blz. Page

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 29- 9-1999 25-10-1999 3-11-1999 19-11-1999 25-11-1999 6-12-1999 14-12-1999

10 20 21 25 31 34 41

Jo Vandeurzen Mw. Kathleen van der Hooft Paul Timmermans Jean-Marc Delizée Jean-Pol Poncelet Jan Mortelmans Mw. Els Van Weert

395 851 973 1145 1295 1443 1557

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 20-10-1999 20-10-1999 29-10-1999 25-11-1999 30-11-1999 8-12-1999 17-12-1999 17-12-1999 20-12-1999 21-12-1999

46 47 55 62 64 70 75 76 77 78

Bart Laeremans Olivier Maingain Mw. Alexandra Colen Jean-Pol Poncelet John Spinnewyn Jan Mortelmans Olivier Maingain Jean-Pol Poncelet Olivier Maingain André Frédéric

724 724 974 1297 1299 1443 1701 1702 1703 1704

24 25 27

15-12-1999 16-12-1999

28 29

Auteur Jan Mortelmans Claude Eerdekens Mw. Kristien Grauwels Claude Eerdekens Claude Eerdekens

Blz. Page 1445 1558 1559 1560 1705

Volksgezondheid — Santé publique

20-10-1999 10-11-1999 25-11-1999 29-11-1999 6-12-1999 10-12-1999 13-12-1999

15 21 25 28 35 36 39

13-12-1999 14-12-1999

40 41

16-12-1999

43

Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jean-Pierre Viseur Mw. Annemie Van de Casteele Tony Smets Mw. Kristien Grauwels Mme Michèle Gilkinet

726 977 1301 1304 1445 1560 1561 1562 1562 1705

Leefmilieu — Environnement

6-12-1999 14-12-1999

6 7

Jan Mortelmans Mw. Kristien Grauwels

1445 1563


1147

1999

2000

Consumentenzaken — Protection de la consommation

Mw. Frieda Brepoels

6-12-1999 13-12-1999 14-12-1999

29317101415-


21




19-11-1999

Datum Date

7-1999 8-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999

2 11 16 21 23 24

Jan Mortelmans Peter Vanvelthoven Yves Leterme Marcel Hendrickx Claude Eerdekens Guido Tastenhoye

13 19 122 201 203 204

* Lijst afgesloten op 31 januari 2000 * Liste cloˆturée le 31 janvier 2000



QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1697

Datum Date


16- 9-1999 17- 9-1999 17- 9-1999 8-10-1999 8-10-1999 19-10-1999 20-10-1999 20-10-1999 27-10-1999 27-10-1999 4-11-1999 5-11-1999

26 27 28 38 39 42 47 51 55 56 63 65

16-11-1999 17-11-1999 17-11-1999 22-11-1999 23-11-1999 23-11-1999 23-11-1999 24-11-1999 29-11-1999 30-11-1999 3-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 8-12-1999 10-12-1999 14-12-1999 17-12-1999

70 71 73 74 75 76 77 78 81 82 83 85 86 87 88 91 93 94

22-12-1999

96

Auteur

Roger Bouteca Jan Eeman Jan Eeman Bart Laeremans Bart Laeremans Yves Leterme Bart Laeremans Bart Laeremans Jo Vandeurzen Hubert Brouns Bert Schoofs Mw. Annemie Van de Casteele Jo Vandeurzen Willy Cortois Willy Cortois Lode Vanoost Yves Leterme Jo Vandeurzen Luc Goutry Mw. Trees Pieters Mw. Joke Schauvliege Paul Timmermans Jan Mortelmans Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Hugo Philtjens Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Mw. Kristien Grauwels Jan Eeman

Blz. Page 299 300 300 636 637 727 728 731 857 858 982 983 1077 1078 1078 1149 1150 1151 1151 1152 1311 1311 1446 1447 1447 1449 1449 1564 1565 1707 1708

Datum Date


25-11-1999 17-12-1999 22-12-1999

43 57 58

22-12-1999

59

22-12-1999 24-12-1999

60 61

Sociale Zaken — Affaires sociales

23-11-1999

41

Mw. Annemie Van de Casteele 640 Mw. Alexandra Colen 1154


1312 1708 1708 1709 1709 1710

Ministre de la Défense 5-10-1999 23-11-1999 25-11-1999 30-11-1999 6-12-1999 24-12-1999

14 27 29 30 31 37

Alfons Borginon Mme Muriel Gerkens Jean-Pol Poncelet Peter Vanhoutte Jan Mortelmans Jan Peeters

415 1159 1326 1328 1450 1711

Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture

25-11-1999 3-12-1999 6-12-1999 14-12-1999

13 14 15 16

Jean-Pol Poncelet Jacques Chabot Jan Mortelmans Mw. Kristien Grauwels

1329 1451 1451 1565

Middenstand — Classes moyennes


27

Jo Vandeurzen Mw. Alexandra Colen Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Jef Valkeniers Peter Vanvelthoven

Blz. Page



12-10-1999

Auteur

1999

25-11-1999 6-12-1999 14-12-1999

6 7 8

24-12-1999 24-12-1999 24-12-1999

11 12 13

2000

Jean-Pol Poncelet Jan Mortelmans Mw. Kristien Grauwels Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux

1331 1451 1566 1712 1713 1714


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1698

Datum Date


Auteur

Blz. Page

Minister van Justitie Ministre de la Justice 9- 8-1999 9- 8-1999 10- 8-1999 12- 8-1999 12- 8-1999 24- 8-1999 26- 8-1999 7- 9-1999 8- 9-1999 8- 9-1999 10- 9-1999 16- 9-1999 22- 9-1999 22- 9-1999 23- 9-1999 29- 9-1999 1-10-1999 1-10-1999 4-10-1999 15-10-1999 18-10-1999 18-10-1999 19-10-1999 20-10-1999 20-10-1999 21-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 3-11-1999 3-11-1999 4-11-1999

5 6 9 10 11 14 16 25 30 31 35 39 47 49 50 56 61 62 63 72 75 76 78 81 82 85 87 90 91 96 97 98

8-11-1999

99

9-11-1999 9-11-1999 9-11-1999 9-11-1999 19-11-1999

100 101 102 103 106

Yves Leterme 31 Yves Leterme 32 Yves Leterme 34 Tony Smets 35 Tony Smets 35 Jan Mortelmans 37 Jo Vandeurzen 38 Jan Mortelmans 124 Geert Bourgeois 215 Geert Bourgeois 216 Francis Van den Eynde 218 Yves Leterme 305 Alfons Borginon 309 Jean-Pierre Viseur 310 Geert Bourgeois 419 Geert Bourgeois 422 Geert Bourgeois 424 Karel Van Hoorebeke 425 Martial Lahaye 426 Jo Vandeurzen 737 Francis Van den Eynde 738 Yves Leterme 738 Filip De Man 739 Bart Laeremans 739 Bart Laeremans 740 Jan Eeman 861 Mw. Alexandra Colen 861 Peter Vanvelthoven 862 Alfons Borginon 863 Alfons Borginon 991 Georges Lenssen 992 Bruno Van Grootenbrulle 992 Mw. Yolande Avontroodt 994 Mw. Joke Schauvliege 994 Jan Mortelmans 995 Geert Bourgeois 995 Bart Laeremans 996 Fred Erdman 1160


1999

Datum Date


19-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 25-11-1999 30-11-1999 30-11-1999 1-12-1999 3-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 8-12-1999 10-12-1999 16-12-1999 20-12-1999 24-12-1999

107 108 110 111 113 114 115 117 118 119 120 122 123 124 125 127 128 132

Auteur

Jo Vandeurzen Bert Schoofs Mw. Trees Pieters Fred Erdman Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Luc Goutry Luc Goutry Jo Vandeurzen Charles Michel Mw. Frieda Brepoels Stefaan De Clerck Jos Ansoms Jean-Pierre Viseur Jan Eeman Luc Goutry Jan Peeters

Blz. Page 1162 1162 1164 1165 1167 1333 1334 1335 1335 1336 1452 1453 1454 1455 1566 1715 1715 1716

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 283091-

7-1999 7-1999 8-1999 9-1999

2 8 9 13

88899101515162323-

9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999 9-1999

22 23 24 25 26 31 50 51 52 60 63

27- 9-1999 28- 9-1999 29- 9-1999 6-10-1999 2000

64 65 66 72

Marcel Hendrickx Aimé Desimpel Peter Vanvelthoven Mw. Annemie Van de Casteele Marcel Hendrickx Jos Ansoms Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Jan Mortelmans Yves Leterme Geert Bourgeois Gerolf Annemans

40 42 43 44 130 221 222 223 225 228 245 246 311 427 430 431 432 432 436


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1699

Datum Date


Auteur

12-10-1999 13-10-1999 13-10-1999 13-10-1999 15-10-1999 18-10-1999 18-10-1999 19-10-1999 19-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 27-10-1999 27-10-1999 3-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 16-11-1999 16-11-1999 16-11-1999 17-11-1999 17-11-1999 19-11-1999 22-11-1999 22-11-1999 22-11-1999 23-11-1999 23-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 25-11-1999 25-11-1999 25-11-1999

74 75 76 77 81 82 83 86 88 93 94 95 96 97 99 100 102 104 106 108 109 110 111 112 114 115 116 117 118 121 122 124 125 126 127 129 130 131 132 133 134 136 137

Mw. Simonne Creyf Tony Van Parys Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Filip Anthuenis Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Thierry Giet Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Mw. Alexandra Colen Karel Van Hoorebeke Alfons Borginon Jean-Pierre Viseur Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Dirk Pieters Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Aimé Desimpel Jan Eeman Servais Verherstraeten Karel Pinxten Lode Vanoost Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Richard Fournaux Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Pol Poncelet


Blz. Page

Datum Date


26-11-1999 26-11-1999 26-11-1999 1-12-1999 3-12-1999 3-12-1999 3-12-1999 6-12-1999 6-12-1999 6-12-1999 6-12-1999 6-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 7-12-1999 8-12-1999 10-12-1999

138 139 140 141 142 143 144 145 146 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157

14-12-1999 14-12-1999 14-12-1999 17-12-1999

160 161 162 163

646 647 647 648 742 743 743 744 746 865 865 866 866 867 868 869 870 871 872 996 997 998 999 999 1080 1082 1082 1083 1084 1170 1171 1173 1174 1175 1177 1180 1181 1182 1186 1337 1338 1340 1342

21-12-1999

171

21-12-1999 21-12-1999 21-12-1999 23-12-1999 23-12-1999 24-12-1999 24-12-1999

172 173 174 175 176 177 178

1999

2000

17-12-1999

164

17-12-1999

165

20-12-1999 20-12-1999 21-12-1999 21-12-1999 21-12-1999

166 167 168 169 170

Auteur

Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Maurice Dehu Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Yves Leterme Yves Leterme Jacques Chabot Mme Colette Burgeon Yves Leterme Francis Van den Eynde Jean-Marc Delizée Mw. Magda De Meyer Willy Cortois Willy Cortois Willy Cortois Jan Eeman Mme Pierrette CahayAndré Dirk Pieters Dirk Pieters Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Aimé Desimpel Dirk Pieters Filip Anthuenis André Frédéric Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Filip Anthuenis Georges Lenssen Jan Eeman Jacques Lefevre Claude Eerdekens Eric van Weddingen Aimé Desimpel

Blz. Page 1343 1345 1346 1347 1456 1456 1457 1458 1459 1461 1462 1463 1463 1464 1465 1465 1466 1466 1567 1569 1570 1570 1716 1717 1717 1717 1718 1720 1721 1722 1722 1723 1723 1724 1725 1725 1726 1727


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1700

Datum Date


24-12-1999

179

Auteur Luc Goutry

Blz. Page 1728


Datum Date


22-11-1999

21

Lode Vanoost

1192

25-11-1999

26

Jean-Pol Poncelet

1349

14-12-1999

29

Mw. Kristien Grauwels

1572

Olivier Maingain

1731

20-12-1999

30

Auteur

Blz. Page

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Economie — Ećonomie

Secrétaire d’E´tat au Commerce extérieur

5-10-1999

13

Mw. Frieda Brepoels

441

6-12-1999

24

Jan Mortelmans

1467

13-12-1999

27

Claude Eerdekens

1571

14-12-1999

29


1571

24-12-1999

31

Richard Fournaux

1729

24-12-1999

32

Richard Fournaux

1730

24-12-1999

33

Richard Fournaux

1731

26-11-1999

1351

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

Energie — Eńergie

25-10-1999

9

25-11-1999

3

Jean-Pol Poncelet

1353

22-11-1999

14

Lode Vanoost

1188

6-12-1999

6

Jan Mortelmans

1467

22-11-1999

18

Lode Vanoost

1191

14-12-1999

7

22-11-1999

19

Lode Vanoost

1191


1572


873

Geert Bourgeois

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

Alfons Borginon

4

1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1701

(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).



DO 1999200000410

DO 1999200000410

Vraag nr. 75 van de heer Olivier Maingain van 17 december 1999 (Fr.) :

Question no 75 de M. Olivier Maingain du 17 décembre 1999 (Fr.) :

NMBS. — Afgifte van reserveringsbewijzen in het station Brussel-Zuid. — Taalgebruik.

SNCB. — Délivrance de tickets de réservation à la gare de Bruxelles-Midi. — Emploi des langues.

De reserveringsbewijzen voor de Thalys op de lijn Brussel-Parijs die in het station Brussel-Zuid worden uitgereikt, ook aan Franstalige klanten, zijn naar verluidt meestal enkel in het Nederlands opgesteld.

Il me revient que les tickets de réservation du train Thalys de la ligne Bruxelles-Paris, délivrés à la gare de Bruxelles-Midi, comportent le plus souvent des mentions unilingues néerlandaises, même lorsqu’ils sont délivrés à des clients d’expression française.

Dat is een inbreuk op de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Ce fait constitue une infraction aux lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

Het gebruik der talen in de internationale dienst bij de Europese spoorwegmaatschappijen wordt geregeld bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, goedgekeurd bij de wet van 25 april 1983 (Belgisch Staatsblad van 7 september 1983).

En effet, l’utilisation des langues en service international au sein des sociétés de chemin de fer européennes est réglée par la Convention relative aux transports internationaux ferroviaires (COTIF) du 9 mai 1980, approuvée par la loi du 25 avril 1983 (Moniteur belge du 7 septembre 1983).

Conform de eenvormige regels betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van reizigers en bagage (CIV), die kracht van wet hebben, dient de reiziger bij afgifte van het vervoersbewijs na te gaan of dat wel volgens zijn aanwijzingen is opgesteld (artikel 11, § 6).

Selon les règles uniformes concernant le contrat de transport international ferroviaire des voyageurs et des bagages (CIV) et qui ont force de loi en la matière, le voyageur doit s’assurer, à la réception du billet, que celui-ci a été établi selon ses indications (article 11, § 6).

In Belgie¨ worden de internationale vervoersbewijzen voorgedrukt in de drie landstalen; afhankelijk van het gewest waarin het vervoersbewijs aan de reiziger wordt afgegeven, komt ofwel het Nederlands, ofwel het Frans op de eerste plaats. In Brussel en de gemeen-

En Belgique, les titres de transport internationaux sont préimprimés dans les trois langues nationales, avec priorité soit au néerlandais, soit au français, suivant la région dans laquelle ces documents sont mis ` Bruxelles et dans les à la disposition des utilisateurs. A


1999

2000


218

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1702

ten waar een bijzondere taalregeling geldt, kiest de klant de eerste taal. De in Brussel-Zuid afgegeven treinkaartjes voor de Thalys dienen, wat taalgebruik betreft, beschouwd te worden als getuigschriften zoals bedoeld in artikel 20, § 1, van de voormelde gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966, die dus « naar gelang van de wens van de belanghebbende » in het Nederlands of in het Frans gesteld moeten worden.

communes à régime linguistique spécial, la langue prioritaire est celle choisie par le client. ` cet égard, les tickets de chemin de fer pour le train A Thalys délivrés à la gare de Bruxelles-Midi sont à considérer comme des certificats qui, en application de l’article 20, § 1er, des lois coordonnées du 18 juillet 1966 précitées, doivent être rédigés en français ou en néerlandais, selon le désir de l’intéressé.

Op de treinkaartjes die aan Franstalige reizigers worden afgegeven, moet met andere woorden in de eerste plaats het Frans worden gebezigd.

Dès lors, les tickets de chemin de fer qui ont été délivrés à ces usagers devaient comporter des mentions prioritairement établies en langue française.

Ik wijs u erop dat ik dit — overigens chronische — probleem al herhaaldelijk heb aangekaart bij de heer Etienne Schouppe, gedelegeerd bestuurder van de NMBS, die mij verzekert dat reserveringen geheel los staan van de taal van de verkoper en altijd gedaan kunnen worden in het Frans of het Nederlands, afhankelijk van de taal die de klant spreekt (de verkoper selecteert te dien einde de gewenste taal voor hij het bewijs laat afdrukken).

Je dois vous préciser que je suis déjà intervenu à de nombreuses reprises auprès de M. Etienne Schouppe, administrateur délégué de la SNCB, afin de dénoncer ce problème récurrent. Celui-ci m’avait à cet égard certifié que la réservation des billets pour la clientèle était indépendante de la langue du vendeur et que cette réservation pouvait toujours se faire soit en français, soit en néerlandais, selon la langue du client (le vendeur sélectionne à cet effet la langue désirée sur le clavier avant de commander l’impression du billet).

Die mooie beginselverklaring wordt helaas echter niet altijd in praktijk gebracht.

Je dois cependant bien constater que cette déclaration d’intention n’est pas toujours suivie d’effets dans la pratique.

Welke maatregelen denkt u te nemen om de NMBS de taalwetgeving op dat gebied rigoureus te doen naleven ?

Quelles mesures envisagez-vous de prendre afin que la SNCB se conforme strictement à la législation linguistique en cette matière ?

DO 1999200000413

DO 1999200000413

Vraag nr. 76 van de heer Jean-Pol Poncelet van 17 december 1999 (Fr.) :

Question no 76 de M. Jean-Pol Poncelet du 17 décembre 1999 (Fr.) :

NMBS. — Lijn Brussel-Luxemburg.

SNCB. — Ligne Bruxelles-Luxembourg.

Ondanks de beloften van de NMBS blijven de gebruikers van de lijn Brussel-Luxemburg hinder ondervinden van de falende dienstverlening. De jongste weken hebben zich herhaaldelijk vertragingen voorgedaan. Daarnaast waren er ook technische problemen die kennelijk aan de slechte staat van het rollend materieel te wijten zijn. De internationale trein « SchumanGroothertogdom Luxemburg » werd op 15 december 1999 tijdens de reis zelf te Jemelle afgeschaft. Dat incident was het laatste van een lange reeks problemen die de jongste weken zijn gerezen. De reizigers op die lijn kijken van dergelijke incidenten niet eens meer verwonderd op.

Malgré les promesses de la SNCB, les clients de la ligne Bruxelles-Luxembourg continuent à subir les désagréments d’un service inefficace. Au cours des dernières semaines, des retards systématiques se sont répétés, auxquels s’ajoutent des problèmes techniques liés à l’évidence au mauvais état du matériel roulant. Le train international « Schuman-Grand Ducal » a même été supprimé en plein voyage, à Jemelle, le 15 décembre 1999. Cet incident concluait une longue série de problèmes qui s’étaient manifestés au cours des dernières semaines. On ne peut donc même plus parler de surprise.

Kan u mij een antwoord geven op volgende vragen : 1. Hoeveel bedroeg, sinds 1 oktober 1999, voor elk incident dat voor de reizigers tot vertragingen heeft


1999

Pourriez-vous indiquer : 1. depuis le 1er octobre 1999, pour chaque incident ayant provoqué des retards des trains de voyageurs sur 2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1703

geleid, de gemiddelde vertraging, en welke reden heeft de NMBS telkens gegeven om die vertraging te verantwoorden ?

cette ligne, le retard moyen occasionné et la nature du problème évoqué par la SNCB pour l’expliquer;

2. Van welk jaar dateren de motorwagens en de rijtuigen die voor voornoemde afgeschafte internationale trein werden ingezet ? Graag een lijst van de mankementen of problemen waarmee de motorwagens sinds 1 oktober 1999 te kampen hebben gehad en een overzicht van de maatregelen die werden genomen om dat te verhelpen, met vermelding van de kosten die dat heeft meegebracht.

2. dans le cas précis du train international évoqué ci-dessus, l’aˆge des motrices et des voitures utilisées, de même que la liste des défaillances ou problèmes survenus aux motrices depuis le 1er octobre 1999 et les mesures prises pour y remédier, en indiquant le couˆt de ces opérations;

3. Waarom beschikten de plaatselijke NMBSautoriteiten (dus van buiten Brussel) met betrekking tot het incident van 15 december 1999 niet over de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een reservemotorwagen in te zetten ?

3. en relation avec l’incident survenu le 15 décembre 1999, les raisons pour lesquelles les responsables locaux de la SNCB (c’est-à-dire hors de Bruxelles) ne disposaient pas de la possibilité de mettre en œuvre une motrice de remplacement dans des délais raisonnables;

4. Kan u het precieze tijdschema voor de op die lijn geplande technische aanpassingswerken meedelen, alsook de bedragen van de daarvoor uitgetrokken investeringen en de als gevolg daarvan verwachte verbeteringen met betrekking tot de reistijd tussen Brussel en Luxemburg ?

4. le calendrier précis des adaptations techniques envisagées sur cette ligne, les montants des budgets d’investissement correspondants et les améliorations attendues en conséquence sur la durée du voyage entre Bruxelles et Luxembourg;

5. Kan u, meer in het algemeen, voor alle hoofdplaatsen van de provincies, de reistijden van de trein naar Brussel-Centraal meedelen, met vermelding van het treintype dat voor de vergelijking wordt gebruikt, alsook de gemiddelde uursnelheid, de gemiddelde leeftijd van het gebruikte materieel voor het reizigersvervoer en, eventueel, de redenen die worden aangehaald om eventuele discriminaties te motiveren ?

5. d’une manière plus générale, pour chaque cheflieu de province, la durée du trajet en train vers Bruxelles-Central en mentionnant le type de train retenu pour la comparaison, la vitesse horaire moyenne correspondante, de même que l’aˆge moyen du matériel de transport des voyageurs qui est utilisé et, le cas échéant, les raisons évoquées pour justifier les éventuelles discriminations ?

DO 1999200000426

DO 1999200000426

Vraag nr. 77 van de heer Olivier Maingain van 20 december 1999 (Fr.) :

Question no 77 de M. Olivier Maingain du 20 décembre 1999 (Fr.) :

Overheidsdiensten op het grondgebied van de luchthaven Brussel-Nationaal. — Taalrol van het personeel.

Services publics présents sur le territoire de l’aéroport de Bruxelles-national. — Répartition linguistique du personnel.

De overheidsdiensten die zijn gevestigd op het grondgebied van de luchthaven Brussel-Nationaal, hebben enkel Nederlandstalig personeel in dienst omdat ze, in de zin van de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het taalgebruik in bestuurszaken, als plaatselijke diensten gevestigd in Nederlandstalig gebied worden beschouwd en de luchthaven zich in dat gebied bevindt. Dat geldt zowel voor de overheidsdiensten die deel uitmaken van de overheidsbedrijven (Belgacom, NMBS, De Post, Belgocontrol) als voor de overheidsdiensten die bij de federale ministeries (bestuur van Douane en Accijnzen, luchthavenpolitie) behoren.

Il appert que les services publics présents sur le territoire de l’aéroport de Bruxelles-national tant ceux relevant des entreprises publiques (Belgacom, SNCB, La Poste, Belgocontrol) que ceux relevant des ministères fédéraux (administration des Douanes et Accises, police aéroportuaire) n’emploieraient que du personnel néerlandophone car ils sont considérés, au sens des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, comme des services locaux établis en région de langue néerlandaise, étant donné que l’aéroport est établi dans cette même région.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1704

Het nationaal karakter van de luchthaven wordt evenwel bevestigd door artikel 6, § 1, X, 7o, van de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, zodat die openbare diensten dienen te worden beschouwd als centrale diensten in de betekenis van de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het taalgebruik in bestuurszaken.

Or, il n’en demeure pas moins que le caractère national de l’aéroport est attesté par l’article 6, § 1er, X, 7o, de la loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles et que dès lors ces services publics devraient être considérés comme des services centraux, au sens des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

Het gebruik van het Nederlands door het personeel van die diensten is bovendien een probleem, gelet op de massale aanwezigheid van buitenlandse toeristen op het grondgebied van de luchthaven en ook gelet op de Franstalige Belgische toeristen.

De surcroıˆt, l’usage de la langue néerlandaise par le personnel de ces services pose problème au regard de la préséance massive des touristes étrangers sur le territoire de l’aéroport et au regard également des touristes belges d’expression française.

1. Wat is de taalindeling in de voornoemde diensten ?

1. Pourriez-vous communiquer la répartition linguistique du personnel pour chacun des services précités ?

2. Welke maatregelen neemt u om het nationaal karakter van de luchthaven Brussel-Nationaal, als instelling die onder de bevoegdheid van de federale overheid ressorteert, te versterken ?

2. Quelles mesures prenez-vous afin de renforcer le caractère national de l’aéroport de Bruxelles-national, en tant qu’institution qui relève de l’E´tat fédéral ?

DO 1999200000431

DO 1999200000431

Vraag nr. 78 van de heer André Frédéric van 21 december 1999 (Fr.) : Omleiding van de transporten van « Spa Monopole ».

Question no 78 de M. André Frédéric du 21 décembre 1999 (Fr.) : Évacuation du charroi de « Spa Monopole ».

Nu het zware vrachtverkeer niet langer door het centrum van de stad Spa mag, aangezien de groep woningen « Les Arcades » dreigt in te storten, moet het transport van Spa Monopole worden omgeleid, wat de dringende noodzaak van een ringweg weer scherp in het licht stelt.

Suite à l’interdiction du passage du charroi lourd par le centre de la ville de Spa intervenue après les menaces d’effondrement du groupe d’habitations appelé « Les Arcades », l’évacuation du charroi de Spa Monopole remet en évidence l’urgence de la construction d’une voie de contournement.

Volgens persberichten zou u, in samenwerking met uw collega in de Waalse regering, de heer Daras, belast hebben met een nieuwe mobilititeitsstudie waarin alle mogelijke formules voor de omleiding bestudeerd worden.

Selon la presse, vous auriez, en collaboration avec votre collègue du gouvernement wallon, M. Daras, commandé une nouvelle étude de mobilité qui devrait envisager toutes les formules d’évacuation.

1. Wanneer zullen de beleidsmakers in het arrondissement Verviers over de conclusies van dat studiewerk worden ingelicht ?

1. Dans quel délai les responsables politiques de l’arrondissement de Verviers pourront-ils être informés des conclusions de cette requête ?

2. Hoe zit het met de aanleg van een ringweg volgens het zogenaamde « Noirhomme »-tracé, dat in het arrondissement Verviers de goedkeuring van iedereen wegdraagt, behalve dan van Ecolo, dat tegen het advies van Spa Monopole en de NMBS in het spoor als oplossing naar voren blijft brengen ?

2. Par ailleurs, j’aimerais savoir ce qu’il en est de la création d’une voirie de contournement sur le tracé dit « Noirhomme » qui a reçu l’adhésion de toutes les forces vives de l’arrondissement de Verviers, à l’exception d’Ecolo qui privilégie le rail contre l’avis de Spa Monopole et de la SNCB.

Werden dienaangaande gesprekken gevoerd met onze nationale spoorwegmaatschappij ?

Pourriez-vous, à cet égard, dire si des contacts ont été entrepris en ce sens avec notre société des chemins de fer ?

3. De vrachtwagens die uit het stadscentrum van Spa geweerd worden, wijken nu blijkbaar uit naar de

3. Enfin, il apparaıˆt que la fermeture à la circulation des poids lourds au centre de Spa entraıˆne un


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1705

helling van Mont-Theux in de richting van Luik, en denderen ook en vooral door de dorpen La Reid en Polleur. De gemeenteraad van Theux heeft trouwens beslist de doortocht van voertuigen van meer dan 10 ton door het dorp te verbieden maar stiet daarbij op een negatief advies van de inspectrice van verkeer. Het is volstrekt onaanvaardbaar dat landelijke dorpjes op hun volslagen onaangepaste wegennet zo’n grote en vervuilende stroom zware vrachtwagens te slikken krijgen. Kunt u mij derhalve meedelen welke beslissingen in dit dossier zullen worden genomen en wanneer ?

passage de cet important charroi par la coˆte de MontTheux en direction de Liège mais aussi et surtout au travers des villages de la Reid et de Polleur. Une interdiction au passage des plus de 10 tonnes par ce village a par ailleurs été décidée par le conseil communal de Theux mais a reçu un avis défavorable de l’inspectrice des communications. E´tant donné qu’il est inacceptable de faire assumer par des villages ruraux via des voiries non adaptées un charroi aussi intense et néfaste pour l’environnement, pourriez-vous m’informer des décisions qui seront prises dans ce dossier et dans quel délai ?



Consumentenzaken

Protection de la consommation

DO 1999200000400

DO 1999200000400

Vraag nr. 29 van de heer Claude Eerdekens van 16 december 1999 (Fr.) :

Question no 29 de M. Claude Eerdekens du 16 décembre 1999 (Fr.) :

Zakoeski’s van bedenkelijke hygie¨nische kwaliteit.

« Zakouski » à l’hygiène insuffisante.

In het magazine Test Aankoop van december 1999 worden een reeks monsters geanalyseerd van allerhande zakoeski’s die met name met het oog op de eindejaarsfeesten in de rekken liggen.

Test Achats de décembre 1999 a analysé une série d’échantillons parmi les zakouski en tout genre qui sont mis sur le marché, particulièrement en période de fêtes.

De kwaliteit van sommige monsters, zo blijkt, laat schromelijk te wensen over. Noch voor de versheid noch voor de ingredie¨ntenlijst worden voldoende garanties geboden. Dertien van de 46 monsters behalen een onvoldoende op het stuk van de hygie¨ne.

La qualité d’un certain nombre d’entre eux laisse visiblement à désirer. Ni la fraıˆcheur ni la composition ne donnent des garanties suffisantes. Au total, pour le magazine, ce sont 13 produits sur 46 échantillons qui manquent d’hygiène.

Kan men dit type van voedingsproduct niet beter controleren en de nodige maatregelen treffen om dergelijke wantoestanden te voorkomen ?

Pourrait-on veiller à une meilleure surveillance de ce secteur particulier de l’alimentation et prendre les mesures nécessaires pour éviter de telles situations à l’avenir ?

Volksgezondheid

Santé publique

DO 1999200000402

DO 1999200000402

Vraag nr. 43 van mevrouw Michèle Gilkinet van 16 december 1999 (Fr.) :

Question no 43 de Mme Michèle Gilkinet du 16 décembre 1999 (Fr.) :

Gebruik van het geneesmiddel « Depo-medrol ».

Utilisation du médicament « Depo-medrol ».

In Belgie¨ zouden rugklachten soms met peridurale « Depo-medrolinjecties » (glucocorticoı¨de) worden

Il semble qu’en Belgique un certain nombre de patients souffrants de maux de dos soient traités par


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1706

bestreden, wat in bepaalde gevallen rampzalige gevolgen zou hebben.

des injections péridurales de « Depo-medrol » (glucocorticoı¨de) et que ceci ne soit pas, dans certains cas, sans conséquence désastreuse.

De bijsluiter waarschuwt hiervoor niet. De gedetailleerde gebruiksaanwijzing, die niet voor de patie¨nt bedoeld is, wel. Die laatste vermeldt immers het volgende : « Depo-medrol is af te raden bij intraveneuze toediening. Depo-medrol is niet aangewezen bij epidurale, intranasale, intraoculaire toediening of bij elke andere niet-aanbevolen toedieningswijze (zie « Ongewenste bijwerkingen van niet-aanbevolen toedieningswijzen »). »

En effet, dans la notice complète du patient, et non celle accompagnant le médicament destiné au patient, on lit : « Depo-medrol est contre-indiqué pour l’administration intraveineuse. Depo-medrol n’est pas indiqué pour l’administration épidurale, intranasale, intra-oculaire ou tout autre mode d’administration recommandé (voir « Effets indésirables en cas de modes d’administration non recommandé »). »

De tekst doet vragen rijzen. Waarom gebruikt de onderneming « af te raden » alleen voor de intraveneuze toediening en niet voor de epidurale toediening die ze gewoonweg als « niet-aangewezen » bestempelt ? Als een peridurale injectie van depo-medrol inderdaad, zoals de gebruiksaanwijzing verder signaleert, arachnoı¨ditis kan veroorzaken, moet die toedieningswijze vanzelfsprekend worden afgeraden.

Ce texte interpelle. Pourquoi la firme utilise-t-elle le terme « contre-indiqué », pour l’administration intraveineuse mais non pour l’administration épidurale qui est seulement « non-indiqué » ? Si effectivement, comme signalé plus loin dans la notice, le Depomedrol peut provoquer une arachnoı¨dite, il convient bien évidemment de contre-indiquer son usage en injection péridurale.

Verder in de gebruiksaanwijzing worden de mogelijke ongewenste bijwerkingen van de intrathecale/ epidurale injectie opgesomd : « arachnoı¨ditis, meningitis, paraplesie/paraplegie, zintuiglijke stoornissen, blaas- en ingewandsstoornissen, cefalalgia, stuiptrekkingen ».

En effet, plus loin dans la notice on lit : « Effets indésirables suite à l’administration par des voies non recommandées : injection inthrathécale/épidurale : arachnoı¨dite, méningite, paraplésie/paraplégie, troubles sensoriels, troubles vésicaux et intestinaux, céphalées, convulsions. »

De onderneming erkent dus de gevaarlijke bijwerkingen van epidurale toediening, ook al zit die waarschuwing verscholen in een heel compacte tekst van verscheidene bladzijden.

La firme reconnaıˆt dans ces lignes les graves effets secondaires d’une administration épidurale mais elle noie son affirmation dans un texte très dense de plusieurs pages.

Naar verluidt zou de Farmaceutishe Inspectie op de hoogte zijn van de hierboven geschetste situatie en zou zij de onderneming verzocht hebben de bijsluiter aan te passen.

Il m’est revenu que l’Inspection de la pharmacie serait au courant des choses et aurait demandé une modification de la notice.

1. a) Is de Farmaceutische Inspectie op de hoogte van de situatie ?

1. a) L’Inspection de la pharmacie est-elle au courant du fait énoncé ?

b) Zo ja, wat deed ze om die situatie te verhelpen ? Verzocht zij de ondernemingen de bijsluiter te wijzigen ? Welke wijzigingen stelde zij voor ? Welke termijn legde zij op ?

b) Si oui, qu’a-t-elle entrepris pour remédier à la situation ? Une modification de la notice a-t-elle été demandée ? De quelle manière ? En quels termes ? Dans quel délai ?

c) Zo neen, is zij van plan de situatie te laten onderzoeken ? Hoe ? Binnen welke termijn ?

c) Si non, compte-t-elle mettre à l’examen la situation énoncée ? De quelle manière ? Dans quel délai ?

2. a) Werd in Belgie¨ al onderzoek ingesteld naar het consumptiepatroon voor Depo-medrol ?

2. a) Une enquête a-t-elle été réalisée sur la manière dont le Depo-medrol est utilisée en Belgique ?

b) Zo ja, wat zijn de conclusies van het onderzoek ?

b) Si oui, quels en sont les résultats ?

c) Zo neen, is een dergelijk onderzoek, gelet op de situatie, niet noodzakelijk ? Is de Farmaceutische Inspectie van plan een dergelijk onderzoek in te stellen ?

c) Si non, la situation dénoncée n’exigerait-elle pas une enquête de ce type ? L’Inspection de la pharmacie compte-t-elle en réaliser une ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1707

3. a) Weet men hoe vaak een verkeerd gebruik van Depo-medrol in ons land tot een arachnoı¨ditis leidde ?

3. a) Connaıˆt-on le nombre de cas ou` une mauvaise utilisation du Depo-medrol a entraıˆné une arachnoı¨dite dans notre pays ?

b) Zo ja, kunt u mij dat cijfer meedelen ?

b) Le chiffre peut-il m’être communiqué ?

4. a) Hoe worden de artsen op de hoogte gebracht van een eventuele wijziging van de bijsluiter ?

4. a) Lorsqu’une modification est apportée à une notice, comment les médecins en sont-ils informés ?

b) Bestaat daarvoor een geeïgend signaal ?

b) Existe-t-il un signal pour attirer leur attention ?

c) Zo ja, hoe werkt die ?

c) Comment celui-ci fonctionne-t-il ?

5. Vele patie¨nten beklagen zich erover dat de arts hen niet inlicht omtrent de bijwerkingen van een therapie. Is het bijgevolg niet nuttig de artsen te verplichten de patie¨nten op de hoogte te brengen van de risico’s die verbonden zijn aan de medische handeling en het gebruik van de producten ?

5. Beaucoup de patients se plaignent d’être laissé dans l’ignorance des risques secondaires encourus lors d’une thérapie. Ne devrait-on pas remédier à cette situation en imposant aux médecins de signifier aux patients les risques de l’acte médical et des produits utilisés ?



DO 1999200000415

DO 1999200000415

Vraag nr. 94 van mevrouw Kristien Grauwels van 17 december 1999 (N.) :

Question no 94 de Mme Kristien Grauwels du 17 décembre 1999 (N.) :

Steun aan asielzoekers.

Aide aux demandeurs d’asile.

Tijdens het ontvankelijkheidsonderzoek van een asielaanvraag wordt de asielzoeker door de dienst Vreemdelingenzaken (cel dispatching) toegewezen aan een open opvangcentrum, dit met toepassing van artikel 54 van de vreemdelingenwet. Artikel 57ter van de OCMW-wet van 8 juli 1976 bepaalt overigens dat de asielzoeker die aan dergelijk opvangcentrum wordt toegewezen, alleen in dat centrum maatschappelijke dienstverlening kan krijgen. OCMW’s kunnen in die gevallen dus niet meer worden aangesproken voor hulpverlening.

Lors de l’enquête de recevabilité d’une demande d’asile, l’Office des étrangers (cellule dispatching), en application de l’article 54 de la loi sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, fait savoir au demandeur d’asile dans quel centre d’accueil ouvert il doit se rendre. L’article 57ter de la loi du 8 juillet 1976 sur les CPAS dispose par ailleurs que le demandeur d’asile qui est renvoyé à un tel centre d’accueil ne peut obtenir l’aide sociale que dans ce même centre. On ne peut donc plus faire appel aux CPAS, dans ces cas précis, pour obtenir de l’aide.

Het gebeurt dat de asielzoeker die zich meldt bij het aangewezen centrum, moet vaststellen dat dit opvangcentrum volzet is.

Il peut arriver que le centre d’accueil auquel le demandeur d’asile se présente soit déjà complet.

Kan de betrokken asielzoeker in die omstandigheden dan toch maatschappelijke steun vragen aan het OCMW van de gemeente waar hij feitelijk verblijft ?

Dans ce cas précis, le demandeur d’asile concerné peut-il solliciter ou non un soutien social du CPAS de la commune dans laquelle il réside effectivement ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1708

DO 1999200000441

DO 1999200000441

Vraag nr. 96 van de heer Jan Eeman van 22 december 1999 (N.) :

Question no 96 de M. Jan Eeman du 22 décembre 1999 (N.) :

Ambtenaar van de burgerlijke stand. — Huwelijksakten. — Persoonlijke verantwoordelijkheid.

Officier de l’état civil. — Actes matrimoniaux. — Responsabilité personnelle.

Met toepassing van de vigerende wetgeving is de ambtenaar van de burgerlijke stand persoonlijk verantwoordelijk voor de huwelijksakten.

En application de la législation en vigueur, l’officier de l’état civil est personnellement responsable des actes matrimoniaux.

Wat dient verstaan te worden onder het begrip « persoonlijke verantwoordelijkheid » ?

Que faut-il entendre par « responsabilité personnelle » ?



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 1999200000407

DO 1999200000407

Vraag nr. 57 van mevrouw Alexandra Colen van 17 december 1999 (N.) :

Question no 57 de Mme Alexandra Colen du 17 décembre 1999 (N.) :

Wanbetaling van sociale bijdragen door Waalse overheid.

Non-paiement des cotisations sociales par les autorités wallonnes.

Naar verluidt voldoen een aantal Waalse overheden en parastatalen niet aan hun verplichtingen RSZbetalingen te doen.

Certains pouvoirs publics et parastataux wallons ne rempliraient pas leurs obligations en matière de paiement des cotisations sociales. ` combien s’élèvent les retards de paiement en 1. A matière de cotisations sociales dans le chef des pouvoirs publics et des parastataux depuis 1988 ?

1. Hoeveel achterstallige RSZ-bijdragen zijn nog verschuldigd vanwege overheden en parastatalen sinds 1988 ? 2. Welke maatregelen werden genomen om deze misbruiken te doen ophouden respectievelijk sanctioneren ?

2. Quelles mesures ont été prises pour sanctionner ces abus et pour y mettre un terme ?

3. Hoe is het te verklaren dat deze zaak meer dan tien jaar aansleept terwijl KMO’s na enkele kwartalen reeds worden gedagvaard voor faling indien zij hun RSZ-verplichtingen niet vervullen ?

3. Comment peut-on expliquer le fait que ce problème se pose depuis plus de dix ans, alors que les PME risquent après quelques trimestres déjà d’être déclarées en faillite si elles ne remplissent pas leurs obligations en matière d’ONSS ?

DO 1999200000442

DO 1999200000442

Vraag nr. 58 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 22 december 1999 (N.) :

Question no 58 de Mme Annemie Van de Casteele du 22 décembre 1999 (N.) :

Contractuele personeelsleden.

Membres du personnel contractuels.

In uw antwoord op mijn vraag nr. 30 van 18 oktober 1999 springt één post in het oog, namelijk die van

Dans votre réponse à ma question no 30 du 18 octobre 1999, un poste attire tout de suite l’attention : celui


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1709

deskundige voor het opstarten van de organisatie en de leiding van het informaticasysteem bij het bestuur van Financie¨n en Informatica (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 9, blz. 904).

d’expert pour le lancement, l’organisation et la direction du système informatique au service Finances et Informatique (Questions et Réponses, Chambre, 19992000, no 9, p. 904).

1. Werd voor de invulling van deze betrekking in 1998 een examen of selectieproef georganiseerd ?

1. Un examen ou une épreuve de sélection a-t-il été organisé en 1998 en vue de conférer cet emploi ?

2. Wat betreft het universitair personeel van de Maatschappij voor mecanografie der toepassing van de sociale wetten, kan u meedelen over welk universitair diploma de analisten en informatici beschikken ?

2. En ce qui concerne le personnel universitaire de la Société pour la mécanographie de l’application des lois sociales, pourriez-vous communiquer de quel diploˆme universitaire sont porteurs les analystes et les informaticiens ?

DO 1999200000443

DO 1999200000443



Farmanet. — Privacy van artsen en patie¨nten.

Pharmanet. — Vie privée des médecins et des patients.

De sociale programmawet 1998 bepaalt dat de veiligheidsprocedures op het gebied van de privacywetgeving voor de mutualiteiten en de tariferingsdiensten bij koninklijk besluit zouden worden vastgelegd.

La loi-programme sociale 1998 prévoit que les procédures de sécurité prévues par la législation sur la protection de la vie privée seront fixées par arrêté royal pour les mutualités et les offices de tarification.

Bij de bespreking van de programmawet bleek dat de finaliteiten voor het unieke spoor voor interpretatie vatbaar zijn. Blijkbaar zouden er ook tussen administratie en zorgverstrekkers enerzijds en de mutualiteiten anderzijds verschillen in interpretatie bestaan. 1. Hoever staat het met het hierboven vermelde koninklijk besluit ?

Lors de l’examen de la loi-programme, il est apparu que les finalités de la voie unique pouvaient donner lieu à différentes interprétations. Manifestement, cette loi n’est pas interprétée de la même manière par l’administration et les dispensateurs de soins, d’une part, et par les mutualités, d’autre part. ` quel stade se trouve l’élaboration de l’arrêté 1. A royal susmentionné ?

2. Wat is uw standpunt in verband met de finaliteit van het unieke spoor van Farmanet ?

2. Que pensez-vous de la finalité de la voie unique de Pharmanet ?

3. a) Is hierover reeds een advies gevraagd aan de « privacycommissie » ?

3. a) L’avis de la Commission pour la protection de la vie privée a-t-il déjà été pris à ce sujet ?

b) Zo neen, overweegt u dit te vragen ?

b) Dans la négative, envisagez-vous de le prendre ?

DO 1999200000446

DO 1999200000446

Vraag nr. 60 van de heer Jef Valkeniers van 22 december 1999 (N.) :

Question no 60 de M. Jef Valkeniers du 22 décembre 1999 (N.) :

Overtreden van de facturatieregels van de nomenclatuur.

Violation des règles de facturation de la nomenclature.

Uit onderzoek van de onafhankelijke mutualiteiten blijkt dat drie ziekenhuizen bij de inplanting van totale heupprotheses in meer dan 90 % van de gevallen reanimatieverstrekkingen aanrekenen. Het Onafhankelijk Ziekenfonds onderzocht 1 751 verblijven in 160 zie-

Il ressort d’une étude réalisée par les Mutualités indépendantes que, dans plus de 90 % des cas d’implantation de prothèses complètes de la hanche, trois hoˆpitaux facturent des soins de réanimation. Les mutualités indépendantes ont analysé, pour l’année


1999

2000


219

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1710

kenhuizen in 1996. Van de 25 instellingen met het hoogste aantal verblijven blijken 18 ziekenhuizen in 0 tot 18 % van de gevallen reanimatieverstrekkingen aan te rekenen. Vier instellingen scoren tussen 36 en 50 % en drie halen een score van meer dan 90 %. Van deze drie ziekenhuizen past één ziekenhuis in alle gevallen een reanimatieverstrekking toe.

1996, 1 751 séjours dans 160 hoˆpitaux. Sur les 25 hoˆpitaux présentant le nombre de séjours le plus élevé, 18 hoˆpitaux facturent des soins de réanimation dans 0 à 18 % des cas. Pour 4 institutions, le score se situe entre 36 et 50 %, 3 hoˆpitaux dépassant les 90 %, dont un facture systématiquement des soins de réanimation.

Reanimatieverstrekkingen mogen slechts gefactureerd worden indien het gaat om zieken die lijden aan een zo ernstige tijdelijke depressie van een vitale functie dat de dood kan worden gevreesd. Gelet op het feit dat dergelijke implantaties meestal voorafgaandelijk gepland worden lijkt de score wel zeer hoog. De beoordeling van de geoorloofdheid blijkt alleen mogelijk indien het RIZIV en de ziekenfondsen kunnen beschikken over de anonieme MKG’s (minimale klinische gegevens) zodat ze vergelijkbaar zijn met de facturatiegegevens. Ten slotte lijkt er ook onduidelijkheid te bestaan over de interpretatie van de nomenclatuurregels wat zou leiden tot het aanrekenen van reanimatieverstrekkingen als een algemene regel.

Les soins de réanimation ne peuvent être facturés que pour les malades souffrant d’une dépression temporaire d’une fonction vitale d’une gravité telle que l’on peut craindre qu’elle entraıˆne la mort. Compte tenu du fait que les opérations d’implant concernées sont programmées à l’avance, le score de 90 % semble fort élevé. L’évaluation de l’opportunité de recourir aux soins de réanimation ne semble possible qu’à la condition que l’INAMI et les organismes assureurs disposent du RCM (le résumé clinique minimum) anonyme afin que les données regroupées dans ce résumé puissent être mises en parallèle avec les données de facturation. Enfin, l’interprétation des règles de nomenclature semble également constituer une source d’imprécision qui permettrait de considérer la facturation des soins de réanimation comme une régle générale.

1. De beoordeling van de geoorloofdheid van een reanimatieverstrekking lijkt vandaag onmogelijk omdat RIZIV en ziekenfondsen niet beschikken over anonieme gegevens. In de sociale programmawet wordt voorzien in een doelmatige verspreiding van klinische en financie¨le gegevens waarbij het ministerie van Volksgezondheid en het RIZIV gegevens kunnen uitwisselen.

1. L’évaluation de l’opportunité d’administrer des soins de réanimation semble, pour l’instant, impossible dans la mesure ou` l’INAMI et les organismes assureurs ne disposent pas des données anonymes. La loiprogramme sociale prévoit une diffusion systématique des données cliniques et financières basée sur un échange d’informations entre la Santé publique et l’INAMI.

Betekent dit de oplossing voor het bovengenoemde probleem ?

Cette procédure apporte-t-elle une solution au problème décrit ci-dessus ?

2. Blijkbaar is er ook onduidelijkheid over de interpretatie van de nomenclatuur.

2. L’interprétation de la nomenclature semble également constituer une source d’imprécision.

Hoe denkt u dit probleem van informatiedoorstroming te kunnen oplossen ?

Comment envisagez-vous de résoudre le problème d’échange d’informations ?

3. De onafhankelijke mutualiteiten publiceren regelmatig rapporten over foute toepassingen van de wetgeving inzake gezondheidszorgen.

3. Les mutualités indépendantes publient régulièrement des rapports relatifs à des applications erronées de la législation en matière de soins de santé.

Welke opvolging wordt door het RIZIV op de vaststellingen gedaan ?

Quel suivi l’INAMI réserve-t-il à ces constatations ?

DO 1999200000451

DO 1999200000451

Vraag nr. 61 van de heer Peter Vanvelthoven van 24 december 1999 (N.) :

Question no 61 de M. Peter Vanvelthoven du 24 décembre 1999 (N.) :

Sociaal statuut der zelfstandigen. — Bedelen van reclamebladen.

Statut social des indépendants. — Distribution de journaux publicitaires.

Blijkbaar ontvangen een aantal mensen een schrijven van de Nationale Hulpkas voor sociale verzekerin-

De nombreuses personnes reçoivent apparemment un courrier de l’Institut national d’assurances sociales


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1711

gen der zelfstandigen, met het verzoek zich in regel te stellen met het sociaal statuut der zelfstandigen wegens hun vermeende zelfstandige activiteit. Het gaat om personen die zich bezig houden met de bedeling van reclamebladen in opdracht van de Belgische Distributiedienst (BDD).

pour les travailleurs indépendants leur enjoignant de se mettre en règle du point de vue du statut social des indépendants en raison de l’activité d’indépendant à laquelle elles se livreraient. Ces personnes s’occupent de la distribution de journaux publicitaires à la demande du Service de distribution belge (le SDB).

Omdat de betrokkenen blijkbaar van oordeel zijn te werken onder gezag, leiding en toezicht van de BDD, menen zij gewag te kunnen maken van schijnzelfstandigheid. De BDD zou deze mensen voorhouden dat zij werken onder het handelsregisternummer en het BTW-nummer van de BDD.

Les intéressés étant apparemment d’avis qu’ils travaillent sous l’autorité, la direction et le controˆle du SDB, ils estiment pouvoir faire valoir que leur activité n’est une activité indépendante que d’apparence. Le SDB leur aurait, en effet, expliqué qu’ils travaillent sous le numéro de registre commercial et le numéro de TVA du SDB.

1. Kan het bedelen van reclamebladen in de gegeven omstandigheden inderdaad aanzien worden als een zelfstandige activiteit (in de wetenschap dat zij zelf noch een handelsregisternummer, noch een BTWnummer hebben) ?

1. La distribution de journaux publicitaires peutelle, en effet, être considérée, dans les circonstances actuelles, comme une activité indépendante (sachant que les intéressés mêmes ne disposent ni d’un numéro de registre de commerce ni d’un numéro TVA) ?

2. Wordt de betrokkenen terecht gevraagd zich in regel te stellen met het sociaal statuut der zelfstandigen ?

2. Est-ce à juste titre que l’INASTI invite les intéressés à se mettre en règle du point de vue du statut social des indépendants ?



DO 1999200000459

DO 1999200000459

Vraag nr. 37 van de heer Jan Peeters van 24 december 1999 (N.) :

Question no 37 de M. Jan Peeters du 24 décembre 1999 (N.) :

Burgervoertuigen van Landsverdediging.

Véhicules civils de la Défense nationale.

Het is mij bekend dat heel wat officieren een burgervoertuig van Landsverdediging ter beschikking krijgen, met chauffeur. Het is mij echter een raadsel over hoeveel voertuigen het hier gaat, of het steeds om hetzelfde type voertuigen gaat en of er eventuele regels verbonden zijn aan het gebruik en/of toewijzing van deze auto’s.

Sachant que le département de la Défense nationale met à la disposition de nombre d’officiers un véhicule civil avec chauffeur, je m’interroge cependant à propos des éléments suivants : quel est le nombre de ces véhicules, s’agit-il invariablement du même modèle, des régles particulières en régissent-elles l’utilisation et/ou l’attribution ?

1. Hoeveel burgervoertuigen voor het vervoer van personen heeft het ministerie van Landsverdediging in bezit ?

1. Combien de véhicules civils destinés au transport de personnes le département de la Défense nationale possède-t-il ?

2. Hoeveel van deze voertuigen zijn toegewezen aan het Algemeen Burgerlijk Bestuur en hoeveel aan de militaire component van uw departement ?

2. Combien de ces véhicules sont affectés à l’Administration générale civile et combien à la composante militaire de votre département ?

3. Van welk(e) merk(en) en type(s) zijn deze voertuigen en wat was hun aankoopprijs ?

3. Quels sont la(les) marque(s) et le(s) modèle(s) de ces véhicules et quel était leur prix d’achat ?

4. Welke budgettaire middelen moeten er in de eerstkomende jaren uitgetrokken worden voor de vervanging van deze voertuigen ?

4. Quels moyens budgétaires devront être dégagés dans les prochaines années pour le remplacement de ces véhicules ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1712

5. a) Is het recht op een burgervoertuig van het departement verbonden aan het bekleden van een functie of graad ?

5. a) Le droit de disposer d’un véhicule du département est-il lié à l’occupation d’une fonction ou d’un grade ?

b) Zo ja, welke ?

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

6. Zijn er aan de toewijzing van dergelijk voertuig ook steeds de diensten van een chauffeur verbonden ?

6. L’attribution d’un tel véhicule va-t-elle systématiquement de pair avec la mise à disposition d’un chauffeur ?

7. a) Is het gebruik van deze dienstvoertuigen ook toegelaten buiten de diensturen ?

7. a) L’utilisation de ces véhicules de service est-elle également autorisée en dehors des heures de service ?

b) Zo ja, wat is hiervoor de reglementering ?

b) Dans l’affirmative, quelles règles régissent cette possibilité ?

8. Is het toegelaten gebruik te maken van de dienstvoertuigen voor het woon-werkverkeer ?

8. L’utilisation de véhicules de service pour les trajets entre le domicile et le lieu de travail est-elle autorisée ?



Middenstand

Classes moyennes

DO 1999200000454

DO 1999200000454

Vraag nr. 11 van de heer Richard Fournaux van 24 december 1999 (Fr.) :

Question no 11 de M. Richard Fournaux du 24 décembre 1999 (Fr.) :

Warenhuizen. — Lokartikelen.

Grands magasins. — Produits d’appel.

De meeste handelaars beschouwen concurrentie als gezonde wedijver ten dienste van de consument, maar ook van henzelf, omdat het hen motiveert om een dienst en/of product van betere kwaliteit te leveren.

La concurrence est considérée par la plupart des commerçants comme une saine émulation au service des consommateurs, mais également d’eux-mêmes étant donné la motivation qu’ils en retirent à présenter un service et/ou un produit de meilleure qualité.

Foto’s zijn de belangrijkste bron van inkomsten van de fotograaf en zijn onderneming. Sinds een paar jaar wordt een sterke daling van het aantal fotografen vastgesteld. Een van de hoofdoorzaken is de verkoop van foto’s door grote bedrijven die het product als lokartikel gebruiken om klanten naar hun winkels te lokken. De gevolgen zijn rampzalig : omdat de warenhuizen de prijzen drukken en geen winst op het product maken, zijn ze op termijn verantwoordelijk voor de verdwijning van het beroep.

La principale ressource du photographe, de son entreprise, est la photo. Depuis maintenant quelques années, on assiste à la diminution draconienne du nombre de photographes. L’une des raisons principales réside dans le fait que la photo est devenue un « produit d’appel », un produit d’attraction, et ce par le fait de grandes sociétés qui n’ont aucun autre intérêt de vendre des photographies que d’attirer sa clientèle dans son magasin. Les conséquences sont désastreuses, les grands magasins écrasent les prix, ne font aucun bénéfice sur ce produit et organisent à terme la disparition d’une profession toute entière.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1713

Een groot aantal banen en veel gezinnen hebben hiermee te maken. En bovendien krijgen steeds meer sectoren met het probleem af te rekenen. Tot die laatste behoren onder meer de sectoren papierwaren, bloemen en ijzerwaren.

De nombreux emplois sont concernés, de nombreuses familles. Bien plus encore, une série croissante de secteurs subissent le même problème. De manière non limitative on parlera du secteur de la papeterie, des fleuristes ou des quincailliers.

1. Zou het niet aangewezen zijn, om een gezonde concurrentie te handhaven en de negatieve gevolgen van die verkopen zonder winst te verzachten, de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument te preciseren door de invoering van een duidelijke reglementering op lokartikelen (beperkte periode, promotionele tarieven beneden een bepaald percentage, enz.) ?

1. Afin de maintenir une saine concurrence et d’atténuer les effets pervers de ces ventes sans profit sur les produits d’appel d’offre, ne faudrait-il pas préciser la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, en instaurant une réglementation claire sur les produits d’appel (période limitée, tarifs promotionnels ne dépassant pas un pourcentage précis, etc.) ?

2. Zijn niet-fotografen, warenhuizen, boekhandelaars... in staat en opgeleid om « de consument behoorlijke en nuttige voorlichting te geven » overeenkomstig artikel 30 van genoemde wet ?

2. Au regard de l’article 30 de cette même loi, les non-photographes, les grandes surfaces, librairies, sont-ils capables, formés pour « apporter aux consommateurs les informations correctes et utiles » ?

3. Makro, dat een omzet van 40 miljard frank heeft, besteedt minder dan 25 miljoen of 0,06 % van zijn omzet aan het ontwikkelen en afdrukken van foto’s. Wanneer dit warenhuis twee foto’s voor de prijs van één aanbiedt, verdient het 1,24 % (min algemene onkosten, kosten voor personeel, onderhoud, verwarming, elektriciteit, ...). De winstmarge is hier, zoals in veel gevallen, gering.

3. Makro, pour un chiffre d’affaires de 40 milliards de francs, consacre moins de 25 millions, soit 0,06 % de son chiffre d’affaires, pour son développement photos et impressions. Lorsque ce grand magasin fait son offre en double print, il gagne 1,24 % (moins les frais généraux, le personnel, l’entretien, le chauffage, l’électricité, ...). Il s’agit ici, comme dans de nombreux cas, d’une marge bénéficiaire extrêmement réduite.

Is dit geen verkoop met verlies in de zin van artikel 40 van dezelfde wet ?

Ne s’agit-il pas d’une vente à perte au sens de l’article 40 de cette même loi ?

4. Zijn advertenties « goed voor een gratis portretfoto (zonder aankoopverplichting) » niet strijdig met artikel 56 van dezelfde wet ?

4. Certaines publicités « bon pour un portrait gratuit (sans obligation d’achat) » ne sont-elles pas contraires à l’article 56 de cette même loi ?

5. Is een prijs van 3 tot 6 frank voor een lokartikel niet strijdig met de eerlijke handelspraktijken in de zin van artikel 93 van dezelfde wet, aangezien in de (geglementeerde) beroepssector een gemiddelde prijs tussen 18 en 21 frank per foto geldt ?

5. Si l’on considère que le prix moyen pratiqué par l’ensemble de la profession (réglementée) est de 18 à 21 francs par photo, un prix situé entre 3 et 6 francs pour un produit d’appel ne constitue-t-il pas un acte contraire aux usages honnêtes en matière commerciale au sens de l’article 93 de cette même loi ?

DO 1999200000457

DO 1999200000457



Elektronisch betalingsverkeer.

Paiements électroniques.

Gratis elektronisch betalingsverkeer is een virtuele realiteit. De consument die gebruik maakt van elektronische betaalmiddelen, weet vaak niet dat die toestellen de handelaar een niet-onaanzienlijk bedrag kosten.

La gratuité des paiements électroniques est une réalité virtuelle. Les consommateurs, bénéficiant du service de paiement électronique sont souvent étonnés d’apprendre que ces appareils couˆtent au commerçant une somme d’argent loin d’être négligeable.

Zo betaalt de detailhandelaar voor een Bancontactterminal meer dan 3 000 frank huur per maand, met daarbovenop nog een forfait van 100 frank voor de

En effet, les détaillants sont contraints de payer des locations s’élevant, pour le terminal Bancontact à plus de 3 000 francs par mois, ainsi qu’un forfait de


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1714

honderd eerste transacties. Een handelaar die zeven jaar lang een Bancontact-terminal in zijn zaak heeft staan, heeft intussen 252 000 frank aan huur opgehoest, plus de forfaits voor de eerste honderd klanten. De kostprijs per klant ligt dus veel te hoog voor de kleine zelfstandigen.

100 francs pour les cent premières opérations. Si l’on prend le cas d’un commerçant louant un terminal Bancontact depuis sept ans, on en déduit qu’il aura duˆ débourser la somme de 252 000 francs à quoi il faut encore ajouter les sommes forfaitaires dues avant les cent premiers clients. La charge imputée au petit commerçant par client est donc beaucoup trop lourde.

Zoals zo vaak komt er ook hier nog een schrijnende onrechtvaardigheid bij en is de kleine zelfstandige als het ware het slachtoffer van zijn beperkte omzet. De supermarkten konden de terminals namelijk wél aankopen.

De plus, et comme dans de nombreux cas, une injustice supplémentaire vient s’ajouter au problème et est due uniquement à la petite taille qui caractérise le commerce indépendant. Les grandes surfaces, elles, ont pu devenir propriétaires des terminaux.

Voor het Proton-leestoestel zijn er soortgelijke problemen. Het toestel werd onlangs aangepast aan de nakende invoering van de euro, en de oude — en verouderde — toestellen worden door de leverancier niet teruggenomen. De handelaar krijgt de rekening gepresenteerd.

Des problèmes identiques existent pour Proton, appareil encore récemment adapté au change monétaire de l’euro. Les anciens appareils, obsolètes, ne sont évidemment pas repris par les fournisseurs et leur couˆt incombe aux commerçants.

Wordt het niet eens tijd dat de kleine zelfstandige, die jarenlang buitensporige kosten heeft moeten dragen, net als de supermarkten eigenaar moet kunnen worden van de terminal ?

Après plusieurs années de charges excessives, autorisons pour les petits commerçants à pouvoir devenir propriétaires de ces terminaux, et ce au même titre que les grandes surfaces.

Banksys zou de situatie kunnen toelichten aan de hand van een officie¨le verklaring over de ree¨le kosten die de kleine middenstanders tot nu toe werden aangerekend.

Afin de clarifier la situation auprès de leur clientèle, Banksys, pourrait faire une déclaration officielle relative au couˆt réel imputé jusqu’à aujourd’hui aux petits commerçants.

Wat is uw reactie op deze opmerkingen ?

Quelle est votre position par rapport à ces remarques ?

DO 1999200000458

DO 1999200000458



Foto’s in een uur in alle winkels.

Photos en une heure dans n’importe quel magasin.

Een firma stelt boekhandels, winkels van elektrische huishoudapparatuur, decoratiezaken en zelfs lingeriewinkels voor in hun zaak een toestel te plaatsen dat in een uur automatisch foto’s ontwikkelt. Nadat ze technische documentatie over hun toestel naar het bevoegde ministerie van Middenstand en KMO stuurden, kregen de producenten een verkoop- en exploitatievergunning, onder voorbehoud van een andersluidende uitspraak door de rechtbank van koophandel. Het ministerie had die vergunning, die in strijd is met het koninklijk besluit dat de toegang tot het beroep regelt, niet mogen uitreiken.

Une société propose aux librairies, aux magasins d’électro, de décoration et même de lingerie féminine, de placer un appareil de développement de photos en une heure « 100 % » automatique. Après avoir envoyé une simple documentation technique de leur appareil au ministère responsable des Classes moyennes et PME, les producteurs ont reçu l’autorisation de vente et d’exploitation, sous réserve d’un jugement contraire du tribunal de commerce. Cette autorisation, contraire à l’arrêté royal régissant l’accès à la profession, n’aurait jamais duˆ être donnée par le ministère.

Die situatie moet dan ook worden rechtgezet op grond van het koninklijk besluit dat de toegang tot het beroep regelt. Bedoeld besluit bepaalt dat eenieder die voor rekening van derden foto’s ontwikkelt, aan die regeling is onderworpen en aan de voorwaarden voor

Il serait nécessaire de rectifier cette situation sur base de l’arrêté royal régissant l’accès à la profession. Il y est spécialement précisé que toute personne pratiquant le développement photographique pour le compte de tiers est soumise à ce règlement et doit


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1715

toegang tot het beroep moet voldoen. Enkel de automatische systemen met instantontwikkeling (type Polaroı¨d) ontsnappen aan die regel. Het betrokken ministerie hield ten onrechte rekening met de term « automatisch » in plaats van « instantontwikkeling ». Het materieel waarvan sprake is natuurlijk niet geschikt voor instantontwikkeling. Het is evenmin automatisch, vermits de gebruiker chemische producten en lichtgevoelig papier moet gebruiken. Wat denkt u van voorgaande opmerkingen ?

répondre aux conditions d’accès à la profession. Seuls les systèmes automatiques à développement instantané (entendez de type Polaroı¨d) dérogent à la règle. Le ministère en question a commis l’erreur de ne prendre en compte que le terme « automatique » en lieu et place de « développement instantané ». Le matériel précité n’est évidemment pas instantané. Il n’est pas davantage automatique puisqu’il nécessite de la part de son utilisateur la manipulation de produits chimiques et de papier photosensible. Quelle est votre position par rapport à ces remarques ?



DO 1999200000404

DO 1999200000404



Voorwaardelijke invrijheidstellingen.

Libérations conditionnelles.

Kan u, in het kader van het gevoerde justitiebeleid, meedelen :

Pouvez-vous communiquer, dans le cadre de la politique de justice menée :

1. het aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen voor 1997-1998 en 1999;

1. le nombre de libérations conditionnelles décidées pour 1997-1998 et 1999;

2. deze cijfers opdelen per hof van beroep met vermelding van het aantal veroordeelden die meer dan de helft van de celstraf uitzaten ?

2. une ventilation de ces chiffres par cour d’appel, avec mention du nombre de personnes condamnées ayant purgé plus de la moitié de leur peine de prison ?

DO 1999200000428

DO 1999200000428

Vraag nr. 128 van de heer Luc Goutry van 20 december 1999 (N.) :

Question no 128 de M. Luc Goutry du 20 décembre 1999 (N.) :

Wet betreffende de collectieve schuldenregeling. — Aantal aanvragen en dossiers.

Loi relative au règlement collectif de dettes. — Nombre de demandes et de dossiers.

De wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling trad in werking op 1 januari 1999. Na enkele maanden blijkt in de praktijk dat de toepassing van deze wet een enorme administratie met zich mee brengt.

La loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes est entrée en vigueur le 1er janvier 1999. Quelques mois plus tard, il s’avère en pratique que l’application de cette loi engendre un volume énorme de formalités administratives.

1. Hoeveel aanvragen zijn er tot op heden reeds ingediend ?

1. Combien de demandes ont déjà été introduites à ce jour ?

2. Hoeveel dossiers zijn er lopende ?

2. Combien de dossiers sont en cours ?

3. a) Klopt het dat deze wet een enorme administratie met zich meebrengt ?


1999

3. a) Est-il exact que cette loi engendre un volume énorme de formalités administratives ? 2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1716

b) Zo ja, wat denkt u daaraan te doen ?

b) Dans l’affirmative, comment envisagez-vous d’y remédier ?

DO 1999200000460

DO 1999200000460

Vraag nr. 132 van de heer Jan Peeters van 24 december 1999 (N.) :

Question no 132 de M. Jan Peeters du 24 décembre 1999 (N.) :

Wijziging van voornamen.

Changement de prénoms.

Artikel 249, § 1, tweede lid, van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten voorziet (sinds de wijzigingswet van 5 juli 1998) in een verminderd recht (tarief) voor bepaalde aanvragen tot voornaamswijziging.

L’article 249, § 1er, deuxième aliéna, du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe prévoit (depuis la loi de modification du 5 juillet 1998) un droit (tarif) réduit pour certaines demandes de changement de prénom.

Voormelde wetswijziging werd onder meer ingegeven door de bekommernis dat velen, hoewel ze niettemin aan alle voorwaarden voldeden om een voornaamswijziging te bekomen, toch geen aanvraag indienden omwille van de financie¨le drempel.

La modification légale précitée a notamment été inspirée par le souci de lever la réticence de nombreuses personnes qui, pour des raisons financières, n’introduisent pas de demande de changement de prénom alors qu’elles remplissent toutes les conditions à cet effet.

1. Beschikt u over cijfergegevens waaruit zou blijken dat sedert de toepassing van deze wet het aantal aanvragen tot voornaamswijziging daadwerkelijk is gestegen, met andere woorden dat de wetswijziging haar beoogde doel heeft bereikt ?

1. Disposez-vous de données chiffrées indiquant que, depuis l’entrée en vigueur de cette loi, le nombre de demandes de changement de prénom a réellement augmenté, autrement dit que cette modification légale a atteint son objectif ?

2. Kan u een overzicht geven van de aangehaalde motiveringen ter staving van de aanvragen ?

2. Pourriez-vous fournir un aperçu des motifs sur lesquels sont fondées les demandes ?

3. Kan u mededelen hoeveel aanvragen er het afgelopen jaar werden geweigerd en de motivering hiertoe ?

3. Pourriez-vous me faire savoir combien de demandes ont été rejetées au cours de l’année écoulée, ainsi que les motifs de leur rejet ?



DO 1999200000414

DO 1999200000414



Vennootschappen. — Tantièmes.

Sociétés. — Tantièmes.

De tantièmes, door de algemene vergadering van een vennootschap toegekend aan de bestuurders of zaakvoerders van een vennootschap, zijn bij de vennootschap steeds aftrekbaar geweest in het boekjaar waarop zij betrekking hebben en waren bij de bestuurders of zaakvoerders belastbaar in het jaar van de toekenning.

Les tantièmes accordés par l’assemblée générale d’une société aux administrateurs et gérants de la société ont toujours été déductibles dans le chef de la société pour l’exercice auquel ils ont trait et dans le chef des administrateurs et gérants pour l’année d’octroi.

1. Zijn die regels nog steeds van toepassing ?


1. Ces règles sont-elles toujours d’application ? 1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1717

2. Gelden zij voor alle vennootschappen met rechtspersoonlijkheid ?

2. Sont-elles applicables à toutes les sociétés disposant de la personnalité juridique ?

3. Worden de tantièmes in bepaalde gevallen geacht op de balansdatum te zijn toegekend, bijvoorbeeld in vennootschappen die volgens het vennootschapsrecht geen algemene vergadering moeten houden en/of dat in feite toch doen na de afsluiting van het boekjaar ?

3. Les tantièmes sont-ils, dans certains cas, censés être octroyés à la date du bilan, par exemple dans le cas des sociétés qui, conformément au droit des sociétés, ne doivent pas tenir d’assemblée générale et/ou tiennent tout de même une assemblée générale après la cloˆture de l’exercice comptable ?

DO 1999200000416

DO 1999200000416



Aftrekbaarheid van fiscale boeten.

Déductibilité des amendes fiscales.

Volgens het Arbitragehof en in zekere mate volgens de rechtspraak volgens het Hof van Cassatie kunnen fiscale administratieve sancties een strafrechtelijk karakter hebben en als zodanig niet aftrekbaar zijn inzake de inkomstenbelastingen.

Selon la Cour d’arbitrage ainsi que selon une certaine jurisprudence de la Cour de cassation, des sanctions fiscales administratives peuvent revêtir un caractère pénal et n’être donc pas déductibles en matière d’impoˆts sur les revenus.

Welke richtlijnen of criteria zijn van toepassing bij de belastingadministratie om het strafrechtelijk karakter van die sancties (ook BTW-sancties), en dus de niet-aftrekbaarheid ervan, te bepalen ?

Sur quelles directives ou critères l’administration des contributions se base-t-elle pour apprécier le caractère pénal des sanctions (y compris en matière de TVA) et donc leur éventuelle non-déductibilité ?

DO 1999200000417

DO 1999200000417



Certificatie van effecten. — Fiscale transparantie.

Certification des titres. — Transparence fiscale.

Volgens bepaalde vakpublicaties was de certificering van effecten in het verleden ook bij een coo¨peratieve vennootschap (CV) in de praktijk van toepassing, met fiscale transparantie.

Selon certaines publications professionnelles, la certification des titres était par le passé également applicable dans le chef des sociétés coopératives (SC).

In de wet van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen (en de fiscale transparantie) is blijkbaar alleen sprake van NV’s en BVBA’s.

Or, dans la loi du 15 juillet 1998 relative à la certification de titres émis par des sociétés commerciales (et à la transparence fiscale), il n’est question que des SA et des SPRL.

Kan u meedelen hoe de situatie is sinds die wet, wat betreft de coo¨peratieve vennootschappen ?

Depuis l’entrée en vigueur de cette loi, quelle est la situation en ce qui concerne les sociétés coopératives ?

DO 1999200000419

DO 1999200000419

Vraag nr. 166 van de heer Aimé Desimpel van 20 december 1999 (N.) :

Question no 166 de M. Aimé Desimpel du 20 décembre 1999 (N.) :

Inwerkingtreding van de nieuwe regeling inzake aandelenopties.

Entrée en vigueur du nouveau réglement en matière d’options sur actions.

De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende

La loi du 26 mars 1999 relative au plan d’action belge pour l’emploi 1998 et portant des dispositions


1999

2000


220

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1718

diverse bepalingen voert een nieuwe regeling in ten aanzien van de fiscale behandeling van aandelenopties.

diverses instaure un nouveau règlement en matière de traitement fiscal des options sur actions.

De voordelen van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van de beroepswerkzaamheid van de begunstigde, onder de vorm van al dan niet kosteloze toekenning van een optie, vormen voortaan voor deze laatste een beroepsinkomen dat belastbaar is op het ogenblik van de toekenning ervan, wanneer hij die optie niet heeft aangewend voor de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid.

Les avantages de toute nature obtenus en raison ou à l’occasion de l’activité professionnelle du bénéficiaire, sous forme d’attribution gratuite ou non d’option, constituent, dans le chef de celui-ci, un revenu professionnel qui est imposable, lorsqu’il ne l’a pas affectée à l’exercice de son activité professionnelle, au moment de l’attribution de cette option.

Wanneer het om opties gaat die genoteerd of verhandeld worden op een beurs, wordt het belastbare voordeel bepaald op grond van de laatste slotkoers van de optie die voorafgaat aan de dag van het aanbod. In de andere gevallen wordt het belastbare voordeel forfaitair vastgesteld op een percentage van de waarde die de aandelen waarop de optie betrekking heeft, bezitten op het ogenblik van het aanbod.

Lorsqu’il s’agit d’options cotées ou négociées en bourse, l’avantage imposable est déterminé d’après le dernier cours de cloˆture de l’option qui précède le jour de l’offre. Dans les autres cas, l’avantage imposable est fixé forfaitairement à un pourcentage de la valeur, au moment de l’offre, des actions sur lesquelles porte l’option.

Ingevolge de bepalingen van voornoemde wet is de nieuwe regeling van toepassing op de aandelenopties die zijn toegekend vanaf 1 januari 1999.

Aux termes des dispositions de la loi précitée, le nouveau règlement s’applique aux options sur actions octroyées à partir du 1er janvier 1999.

Nochtans zijn er heel wat ondernemingen die in het vooruitzicht van deze nieuwe wet aandelenopties hebben toegekend voor de datum van 1 januari 1999.

Or, dans la perspective de cette nouvelle loi, de nombreuses entreprises ont octroyé des options sur actions avant la date du 1er janvier 1999.

Is de bovengenoemde wet van 26 maart 1999 onder bepaalde voorwaarden van toepassing op aandelenopties die zijn toegekend voor 1 januari 1999 ?

La loi susvisée du 26 mars 1999 s’applique-t-elle dans certaines conditions aux options sur actions octroyées avant le 1er janvier 1999 ?

DO 1999200000424

DO 1999200000424

Vraag nr. 167 van de heer Dirk Pieters van 20 december 1999 (N.) :

Question no 167 de M. Dirk Pieters du 20 décembre 1999 (N.) :

Herstructurering van de administratie en personeelstekort.

Restructuration de l’administration et pénurie de personnel.

Uw voorgangers werden reeds diverse malen ondervraagd over de problemen die gepaard gaan met de herstructurering van de fiscale administratie.

Vos prédécesseurs ont déjà été interrogés à plusieurs reprises au sujet des problèmes liés à la restructuration de l’administration fiscale.

Er werden reeds heel wat controlecentra opgericht. Ook werd de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (AOIF) opgericht en werd de top benoemd. Daarnaast bleef echter de klassieke administratie bestaan (klassieke controlekantoren van de Directe Belastingen en de BTW) die later nog moeten overgaan in de nog op te richten « beheerscentra ». Het feit dat op dit ogenblik twee structuren naast elkaar bestaan — de oude en deels de nieuwe — is één van de oorzaken van de felle onderbezetting op veel kantoren. Ik wijs er hier op dat de meeste (bijna allemaal op de uitvoering van de grondige controles na) taken behouden bleven op de klassieke kantoren, maar het meren-

De nombreux centres de controˆle ont déjà été créés. De même, les fonctionnaires dirigeants de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus (l’AFER) ont été désignés. Parallèlement, l’administration classique (les bureaux de controˆle des Contributions directes et de la TVA) a été maintenue. La coexistence, à l’heure actuelle, de deux structures — l’ancienne dans son intégralité et, pour une partie déjà, la nouvelle — constitue l’une des causes de la grave pénurie de personnel à laquelle sont confrontés de nombreux bureaux. Je fais observer qu’alors que les bureaux classiques continuent d’assurer la plupart des taˆches (c’est-à-dire la quasi-totalité, à l’exception des


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1719

deel van de ervaren controleagenten weg zijn naar de controlecentra. Gevolg : onderbezetting en de uiterst moeilijke toestand op de klassieke kantoren.

controˆles classiques approfondis), ils ont vu partir la plupart de leurs agents les plus qualifiés vers les centres de controˆle. Conséquence : sous-occupation et situation extrêmement difficile pour les bureaux classiques.

Naar het schijnt, zal men nu (medio anno 2000) starten met pilootcentra (een zestal in Belgie¨) van beheerscentra, deze een jaar laten functioneren, dan kijken naar de resultaten, bijsturen en dan overgaan naar de totale herstructurering (dit is de oprichting van alle beheerscentra).

Il semblerait qu’à la mi-2000, des centres pilotes (6 environ pour l’ensemble de la Belgique) seraient mis sur pied. Il s’agirait de faire fonctionner ces centres, d’évaluer leurs résultats, d’opérer des corrections pour procéder, enfin, à une restructuration de l’administration fiscale dans son ensemble (par la mise en place de l’ensemble des centres de gestion).

A) 1. Heeft u cijfers wat de onderbezetting betreft van de klassieke controlekantoren ?

A) 1. Disposez-vous de chiffres relatifs à la sousoccupation des bureaux de controˆle classiques ?

2. Leidt die onderbezetting volgens u tot minderinkomsten voor de Staat of andere negatieve gevolgen ?

` votre estime, cette sous-occupation n’est-elle 2. A pas à l’origine d’une diminution des recettes de l’E´tat et d’autres conséquences négatives ?

3. Hoe denkt u die onderbezetting te verhelpen ?

3. Comment envisagez-vous de problème de la sous-occupation ?

remédier

au

4. Hoe lang duurt het nog vooraleer de herstructurering volledig afgerond zal zijn ?

4. Dans quel délai la restructuration sera-t-elle totalement achevée ?

5. Hoe worden ondertussen voldoende efficie¨nte controles verzekerd ?

5. Dans l’intervalle, comment une efficacité suffisante des controˆles est-elle garantie ?

6. Kan u meedelen hoeveel dossiers er zijn inzake personenbelasting : vrije beroepen, het aantal loontrekkers, het aantal zelfstandigen, beheerders, ... en dit vergelijken met het aantal effectieve controlerende ambtenaren dat er hiervoor is en hoeveel dossiers er in de voorbije periode grondig werden nagezien ?

6. Pouvez-vous me communiquer le nombre des dossiers relatifs à l’impoˆt des personnes physiques : le nombre de personnes exerçant une profession libérale, le nombre des salariés, le nombre des indépendants, des administrateurs, etc., et ce en parallèle avec le nombre de fonctionnaires effectivement chargés du controˆle et le nombre de dossiers ayant fait l’objet d’un controˆle approfondi au cours de la période écoulée ?

7. Idem voor de vennootschapsbelasting.

7. Idem pour l’impoˆt des sociétés.

8. Kan u met cijfers een idee geven van de regionale spreiding (zowel wat aantal controles betreft, als wat het personeel betreft) ?

8. Pouvez-vous me donner une idée de la répartition régionale de ces éléments (en ce qui concerne tant le nombre des controˆles que le personnel) ?

B. Er wordt ons gemeld dat de hierboven uiteengezette problematiek zich nog het scherpst stelt in de grote centra en agglomeraties zoals Brussel en Antwerpen. De onderbezetting van de kantoren, zowel klassieke als reeds hervormde en opgerichte controlecentra zou er enorm zijn. Het zou doodeenvoudig niet mogelijk zijn om nog alle taken naar behoren en zoals voorgeschreven uit te voeren met alle gevolgen vandien.

B) D’après nos informations, la problématique esquissée ci-dessus se poserait de la manière la plus alarmante dans les grands centres et agglomérations tels que Bruxelles ou Anvers. La sous-occupation des bureaux — qu’il s’agisse des bureaux classiques ou des centres de controˆle déjà créés — y prendrait des proportions considérables. Il serait tout simplement impossible d’effectuer les taˆches correctement et conformément aux instructions, avec toutes les conséquences que l’on imagine.

1. Klopt het dat het onderbezettingsprobleem zich het scherpst stelt in de grote centra zoals Brussel en Antwerpen ?

1. Est-il exact que le problème de la sousoccupation se pose de la manière la plus alarmante dans les grands centres tels que Bruxelles ou Anvers ?

2. Kan u uw antwoord staven met cijfers ?


2. Pouvez-vous étayer votre réponse au moyen de chiffres ? 1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1720

3. a) Overweegt u maatregelen om die onderbezetting in de grote centra tegen te gaan (bijvoorbeeld een agglomeratiepremie) ?

3. a) Envisagez-vous de prendre des mesures en vue de remédier à cet état de choses sous-occupation (notamment par l’octroi d’une prime d’agglomération) ?

b) Zo niet, waarom niet ?

b) Dans la négative, pourquoi ?

4. a) Wat Brussel betreft : meent u niet dat de huidige tweetaligheidspremie (netto ongeveer 485 frank per maand) onvoldoende blijkt ?

4. ` propos de Bruxelles : n’estimez-vous pas que a) A l’actuelle prime de bilinguisme (qui s’élève à 485 francs nets par mois environ) semble insuffisante ?

b) Wat wordt op dit moment gedaan om de situatie in Brussel op te lossen ?

b) Quelles initiatives prenez-vous en vue de remédier aux problèmes qui se posent à Bruxelles ?

DO 1999200000430

DO 1999200000430

Vraag nr. 168 van de heer Filip Anthuenis van 21 december 1999 (N.) :

Question no 168 de M. Filip Anthuenis du 21 décembre 1999 (N.) :

BTW. — Sociale woningbouw.

TVA. — Logement social.

Krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 december 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven bedraagt het BTW-tarief voor een aantal handelingen in de bouwsector, onder bepaalde voorwaarden, 6 % (voor de institutionele sociale woningbouw) of 12 % (voor de particuliere sociale woningbouw). Het koninklijk besluit bepaalt dat de tarieven van 6 % en 12 % slechts van toepassing zijn van 1 januari 1996 tot 31 december 1997.

Conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 1er décembre 1995 modifiant l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 fixant le taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux, le taux de TVA applicable à certains travaux dans le secteur de la construction est, sous certaines conditions, de 6 % (pour le logement social public) ou de 12 % (pour le logement social privé). L’arrêté royal en question précise encore que les taux de 6 % et de 12 % ne sont applicables que du 1er janvier 1996 au 31 décembre 1997.

De wet van 20 januari 1998 tot wijziging van het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 vervangt, opnieuw onder bepaalde voorwaarden, de datum van 31 december 1997 door 30 juni 1998, zowel voor de institutionele als voor de particuliere sociale woningbouw.

La loi du 20 janvier 1998 modifiant l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 remplace, toujours sous certaines conditions, la date du 31 décembre 1997 par celle du 30 juin 1998, et ce tant pour le logement social public que privé.

Bij het invoeren van deze maatregel was er, ook bij de administratie, grote onduidelijkheid omtrent de criteria voor deze BTW-verlaging. Er werden twee ministerie¨le besluiten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, omdat het eerste te vaag was. De administratie gaf — onvrijwillig — een verkeerd advies. Vele bouwers lieten hun plannen aanpassen, met de mondelinge bevestiging van een taksverlaging, als ze zich hielden aan het advies.

Lors de l’introduction de cette mesure, il régnait une grande confusion — y compris dans le chef de l’administration — à propos des critères à appliquer dans le cadre de cette réduction de TVA. La mesure a fait l’objet de la publication de deux arrêtés ministériels au Moniteur belge, le premier arrêté étant trop vague. L’administration a involontairement rendu un avis erroné. De nombreux candidats baˆtisseurs ont fait adapter leurs plans après avoir reçu la confirmation orale de cette réduction de TVA à condition de respecter l’avis.

Kan u, aansluitend op de mondelinge vraag nr. 243 van 26 oktober 1999 van de heer Patrick Lanssens over de verlaging van de BTW tot 12 % in de sector van de sociale privé-woningen (Beknopt Verslag, Kamer,

Me référant à la question orale no 243 du 26 octobre 1999 de M. Patrick Lanssens sur la réduction du taux de TVA à 12 % dans le secteur des logements sociaux privés (Compte rendu analytique, Chambre, 1999-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1721

1999-2000, commissie voor de Financie¨n en de Begroting, 26 oktober 1999, COM027, blz. 7) meedelen :

2000, commission des Finances et du Budget, 26 octobre 1999, COM027, p. 7), pourriez-vous me fournir les précisions suivantes :

1. of de resultaten van het tussenonderzoek inmiddels gekend zijn;

1. Les résultats de l’étude portant sur la période intermédiaire sont-ils à présent connus ?

2. of u, op basis hiervan, maatregelen overweegt om de gedupeerde bouwers tegemoet te komen, zoals het toestaan van een percentuele afwijking op in aanmerking te nemen oppervlakte, kwijtschelding van de boete, het verlenen van een soepele betalingstermijn zonder intrest ?

2. Le cas échéant, envisagez-vous de prendre des mesures en faveur des personnes dupées, telles qu’une dérogation exprimée en pourcentage de la superficie à prendre en considération, la remise de l’amende ou encore l’octroi de facilités en matière de délais de paiement ?

DO 1999200000432

DO 1999200000432

Vraag nr. 169 van de heer André Frédéric van 21 december 1999 (Fr.) :

Question no 169 de M. André Frédéric du 21 décembre 1999 (Fr.) :

Belasting op water en limonade.

Pression fiscale sur les eaux et limonades.

Sinds 1925 zijn water en limonade, behalve aan een BTW-tarief van 21 %, ook aan accijnzen onderworpen. Die accijnsheffing bedraagt 2 frank per liter voor water en 3 frank per liter voor limonade. Daardoor maakt de indirecte belasting in Belgie¨ 30 % uit van de prijs die door de consument wordt betaald.

Depuis 1925, les eaux et limonades sont frappées, en plus d’un taux de TVA de 21 %, d’une accise. Ce droit d’accise s’élève à 2 francs par litre pour les eaux et 3 francs par litre pour les limonades, ce qui fait, qu’en Belgique, la taxation indirecte représente 30 % du prix payés par le consommateur.

Die zware indirecte belasting op water in flessen en limonade zet de Belgische consumenten ertoe aan die producten in de buurlanden aan te kopen.

Cette lourde taxation indirecte sur l’eau en bouteille et la limonade incite les consommateurs belges à s’approvisionner dans les pays frontaliers.

90 % van de Belgen wonen immers binnen een straal van 50 km van een grens : de Franse en Luxemburgse hypermarkten verspreiden in die gebieden heel wat reclamefolders. Volgens FEDIS besteden de Belgische consumenten 8 % van hun uitgaven in het buitenland, wat neerkomt op een bedrag van 76 miljard frank dat de Belgische distributiesector, enkel wat de voedingssector betreft, misloopt. Voor water en limonade wordt dat verlies op om en bij de 5 miljard frank geraamd.

En effet, il faut savoir que 90 % des Belges vivent dans un rayon de 50 km d’une frontière : les hypermarchés français et luxembourgeois n’hésitent pas à envoyer de la publicité toutes-boıˆtes. Selon la FEDIS, 8 % des dépenses des consommateurs belges sont effectuées hors de nos frontières, ce qui représente un chiffre d’affaires de quelque 76 milliards de francs perdus pour la distribution belge rien que pour le secteur alimentaire. Pour les eaux et les limonades, cette perte est estimée à quelques 5 milliards de francs.

Die fiscale heffingen op water en limonade hinderen tevens de expansie van sommige ondernemingen.

De plus, cette politique fiscale à l’égard des eaux et limonades handicape également l’expansion de certaines sociétés.

In beginsel worden accijzen geheven op producten die het milieu of de gezondheid schaden. Vanuit het oogpunt van de volksgezondheid dient het verbruik van niet-alcoholhoudende dranken echter te worden aangemoedigd : water is één van de eerste levensbehoeften.

En principe, les accises frappent les biens qui entraıˆnent des conséquences négatives en matière d’environnement ou de santé. Or, pour des raisons évidentes de santé publique, il convient d’encourager la consommation de boissons non alcoolisées : l’eau est un bien de première nécessité.

In het kader van de preventie van verkeersongevallen moet het verbruik van niet-alcoholhoudende dranken sterk worden aangemoedigd, temeer daar vooral jongeren tussen 15 en 24 jaar het slachtoffer van zware verkeersongevallen worden.

En outre, dans le cadre de la prévention des accidents de la route, ce sont plus particulièrement les jeunes de 15 à 24 ans qui sont les victimes d’accidents graves et la consommation de boissons non alcoolisées se doit d’être hautement recommandée.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1722

Zou het, gelet op die argumenten, niet aangewezen zijn om maatregelen te treffen teneinde de fiscale druk op water en limonade te verlichten ?

` la lumière de ces arguments, ne conviendrait-il A pas de prendre des mesures pour alléger la pression fiscale sur les eaux et limonades ?

DO 1999200000435

DO 1999200000435



Bedrijfsleiders. — Herkwalificatie van intresten tot dividenden.

Chefs d’entreprises. — Requalification des intérêts en dividendes.

In 1997 antwoordde de toenmalige minister van Financie¨n dat de interpretatie van het begrip « geldlening », dat thans als voorschot van een bedrijfsleider bepalend is, door de administratie zou onderzocht en verduidelijkt worden.

En 1997, le ministre des Finances de l’époque avait indiqué que l’administration étudierait et préciserait l’interprétation de la notion d’« emprunt », qui est actuellement déterminant en tant qu’acompte versé par un chef d’entreprise.

1. Is dat onderzoek reeds beeïndigd ?

1. Cette étude est-elle déjà terminée ?

2. Hoe moet dat begrip nu geı¨nterpreteerd worden ?

2. Comment convient-il actuellement d’interpréter cette notion ?

DO 1999200000436

DO 1999200000436



Bedrijfsleiders. — Attractiebeginsel.

Chefs d’entreprise. — Concept d’attraction.

Volgens de Com.IB 92, nr. 23/389 en 390 (bijwerking van 15 februari 1999), zou een architect of een advocaat, die bestuurder is van een vennootschap, als een beoefenaar van een vrij beroep belastbaar zijn.

Aux termes du Com.IR 92, no 23/389 et 390 (mise à jour du 15 février 1999), un architecte ou un avocat, administrateur d’une société, devrait être imposé au même titre qu’une personne exerçant une profession libérale.

1. Is dit standpunt sinds de wet van 22 december 1998 nog geldig : met andere woorden, houdt de voormelde bijwerking van 15 februari 1999 nog geen rekening met de genoemde wet ?

1. Ce raisonnement s’applique-t-il encore depuis la loi du 22 décembre 1998 : en d’autres termes, la mise à jour du 15 février 1999 précitée ne tient-elle pas encore compte de la loi mentionnée ?

2. Wordt een architect of een advocaat, die naast zijn functie als bestuurder een eigen kabinet heeft en aan de vennootschap diensten verleent zoals bijvoorbeeld het opmaken, het indienen (enz.) van een plan, of het opmaken van conclusies en het pleiten in een rechtszaak voor de vennootschap, op de daardoor verkregen inkomsten belast als bestuurder of als een beoefenaar van een vrij beroep ?

2. L’architecte ou l’avocat qui, en dehors de sa fonction d’administrateur, possède un cabinet propre et prête ses services à la société par exemple en rédigeant ou en présentant un projet, en rédigeant des conclusions et en plaidant en faveur de la société dans le cadre d’une affaire judiciaire est-il imposé pour les revenus qu’il tire de ces activités en tant qu’administrateur ou en tant que titulaire d’une profession libérale ?

3. Volgens welke criteria wordt terzake eventueel het onderscheid gemaakt ?

3. Sur quels critères se fonde-t-on pour opérer éventuellement une distinction en la matière ?

4. Is het attractiebeginsel op gelijke wijze van toepassing op de bedrijfsleiders van de wettelijk ingevoerde twee categoriee¨n ?

4. Le principe d’attraction peut-il être appliqué de la même manière pour les chefs d’entreprise des deux catégories légalement instituées ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1723

DO 1999200000437

DO 1999200000437

Vraag nr. 172 van de heer Filip Anthuenis van 21 december 1999 (N.) : Verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten. — Renovatiewerken aan gebouwen. — Lijst met materialen. Op 22 oktober 1999 werd door de Raad van de Europese Unie een richtlijn goedgekeurd met betrekking tot de toepassing van het verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten. In deze richtlijn worden vijf categoriee¨n opgesomd om de toepassing van het verlaagd tarief te kunnen genieten. Aan de lidstaten wordt de mogelijkheid geboden om twee, uitzonderlijk drie, van deze diensten te belasten tegen het verlaagd tarief. In Belgie¨ zullen arbeidsintensieve diensten vanaf 1 januari 2000, gedurende drie jaar belast worden tegen 6 %. Deze diensten zijn de renovatiewerkzaamheden uitgevoerd aan gebouwen ouder dan vijf jaar en de herstellingswerkzaamheden aan fietsen, schoenen en kleren. In de reeds bestaande regeling inzake renovatiewerken aan gebouwen van meer dan 15 jaar geldt het tarief van 6 % zowel voor de loonkosten als voor de materialen. In de nieuwe regeling is er sprake dat « bepaalde materialen » onder de toepassing van het 6 %-tarief zullen vallen. Hiertoe zal een gedetailleerde lijst opgesteld worden. Kan u, de verwarring bij de invoering van de BTWverlaging voor kleine en middelgrote woningen voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997 indachtig, meedelen :

Question no 172 de M. Filip Anthuenis du 21 décembre 1999 (N.) : Taux de TVA réduit pour les services à haut coefficient de main-d’œuvre. — Travaux de rénovation des baˆtiments. — Liste de matériaux. Le Conseil de l’Union européenne a adopté le 22 octobre 1999 une directive relative à l’application du taux de TVA réduit aux services à haut coefficient de main-d’œuvre. Cette directive énumère cinq catégories susceptibles de bénéficier du taux réduit. Les E´tats membres ont la possibilité d’imposer à un taux réduit deux, voire exceptionnellement trois services à haut coefficient de main-d’œuvre.

1. of de lijst met de materialen welke onderworpen zullen zijn aan het BTW-tarief van 6 % inmiddels reeds gekend is; 2. of de BTW-administratie tijdig op de hoogte zal zijn van de juiste richtlijnen om als dusdanig de gebruiker de correcte informatie te verschaffen ?

En Belgique, ces services seront imposés à un taux de % à partir du 1er janvier 2000 et pour une durée de trois ans. Il s’agit de la rénovation de baˆtiments construits depuis plus de cinq ans ainsi que les réparations de bicyclettes, de chaussures et de vêtements. La réglementation déjà en vigueur en matière de travaux de rénovation de baˆtiments de plus de 15 ans prévoit un taux de 6 % pour les charges salariales comme pour les matériaux. Selon le nouveau règlement, « certains matériaux » seraient soumis au taux de 6 %. Une liste détaillée sera établie à cet égard. E´tant donné la confusion qui a présidé à l’introduction de la réduction du taux de TVA pour les petites et moyennes habitations pour la période du 1er janvier 1996 au 31 décembre 1997, pouvez-vous me faire savoir : 1. si la liste des matériaux soumis à un taux TVA de 6 % est déjà disponible; 2. si l’administration de la TVA sera informée en temps opportun des directives adéquates, de manière à fournir à l’utilisateur une information exacte ?

DO 1999200000439

DO 1999200000439

Vraag nr. 173 van de heer Georges Lenssen van 21 december 1999 (N.) : Inkomstenbelastingen. — Nederlandse ingezetenen. — Vergoedingen. — Bevrijdende bedrijfsvoorheffing.

Question no 173 de M. Georges Lenssen du 21 décembre 1999 (N.) : Impoˆts sur les revenus. — Ressortissants néerlandais. — Indemnités. — Précompte professionnel libératoire. Un ressortissant néerlandais joue dans une équipe de foot belge et reçoit à ce titre une rémunération (de

Een Nederlands ingezetene speelt in een Belgisch voetbalteam, en krijgt hiervoor een vergoeding (onge-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1724

veer 150 000 frank per jaar). Met toepassing van de artikelen 228, § 2, 8o, en 270, eerste lid, 3o, WIB 92 en artikel 87, 5o, d), en nummer 66 van de bijlage III van het KB/WIB 92, wordt op deze vergoeding een bevrijdende bedrijfsvoorheffing van 18 % ingehouden. Gezien de Nederlandse sportman geen andere inkomsten heeft (noch in Belgie¨, noch in Nederland, noch elders), werd een aangifte in de belasting der nietinwoners gevraagd en ingediend. Het beoogde was uiteraard dat er een negatieve aanslag, ten bedrage van de ingehouden voorheffing, zou opgelegd worden.

quelque 150 000 francs sur une base annuelle). En application des articles 228, § 2, 8o, et 270, premier alinéa, 3o, du CIR 92 et de l’article 87, 5o, d), et du numéro 66 de l’annexe III de l’AR/CIR 92, un précompte professionnel libératoire de 18 % est retenu sur cette indemnité. E´tant donné que le sportif néerlandais ne bénéficie pas d’autres revenus (en Belgique, aux Pays-Bas ou dans aucun autre pays), il a demandé à recevoir une déclaration à l’impoˆt des non-résidents, qu’il a ensuite introduite. L’objectif était évidemment de se voir imposer une cotisation négative, équivalente au précompte retenu.

De controlediensten stuurden deze aangifte echter terug, omdat ze stellen dat er geen regularisatie via een aanslag mogelijk is, omdat de ingehouden bedrijfsvoorheffing bevrijdend is.

Les services de controˆle lui ont toutefois renvoyé sa déclaration en arguant de l’impossibilité de procéder à une régularisation sur la base d’une imposition, vu le caractère libératoire du précompte professionnel.

1. Bent u niet van mening dat dit een discriminatie is, die met toepassing van artikel 25 van het Verdrag ter voorkoming van dubbele belastingen, gesloten tussen Belgie¨ en Nederland, verboden is ?

1. N’estimez-vous pas qu’il s’agit, en l’occurrence, d’une mesure discriminatoire, interdite en vertu de l’article 25 de la Convention préventive de la double imposition, conclue entre la Belgique et les Pays-Bas ?

2. Immers, indien de belastingplichtige Belgisch rijksinwoner zou zijn, zou hij gelet op de hoogte van de bezoldiging, geen belastingen moeten betalen omdat de belastbare inkomsten lager zouden zijn dan de belastingvrije som. Het enkele feit dat hij Nederlands rijksinwoner is rechtvaardigt blijkbaar de heffing van de belastingen. Dit lijkt mij precies de discriminatie te zijn die door artikel 25 van het genoemde verdrag beoogd werd.

2. En effet, si le contribuable était un habitant du Royaume de Belgique, il ne payerait pas d’impoˆts, étant donné que ses revenus imposables sont inférieurs à la somme maximale non imposable. Apparemment, le seul fait qu’il soit résident néerlandais suffit pour justifier le prélèvement d’impoˆts. Or, c’est exactement ce type de discrimination qui est visé par la convention susmentionnée.

Wat is uw standpunt tegenover deze opmerkingen ?

Que pensez-vous de ces observations ?

DO 1999200000440

DO 1999200000440



Aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen.

Formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles.

Op aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen wordt als uiterste datum voor betaling vermeld « Onmiddellijk ».

Les formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles mentionnent le terme « Immédiatement » comme date ultime de paiement.

1. Sedert wanneer is dit systeem in voege ?

1. Depuis quand ce système est-il en vigueur ?

2. Waarom wordt deze term gebruikt in plaats van de normaal geldende periode van betaling van twee maanden ?

2. Pourquoi utilise-t-on ce terme et n’indique-t-on plus la période normale de deux mois ?

3. a) Wat dient te worden verstaan onder het begrip « Onmiddellijk » ?

3. a) Que doit-on entendre exactement par le terme « Immédiatement » ?

b) Is dit bijvoorbeeld de week volgend op de ontvangst van het aanslagbiljet ?

b) S’agit-il, par exemple, de la semaine qui suit la réception du formulaire ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1725

4. Hoe kunnen belastingplichtigen die op het ogenblik van de verzending met verlof of vakantie zijn aan deze verplichting voldoen ?

4. Comment les contribuables en congé ou en vacances au moment de l’envoi de ce formulaire peuvent-ils satisfaire à cette obligation ?

5. Is het niet zinvoller een vermelding aan te brengen zoals « Te betalen voor ... » teneinde de rechtszekerheid te bevorderen ?

5. Ne serait-il pas plus indiqué de faire figurer la mention « à payer avant le ... », ce qui augmenterait la sécurité juridique ?

6. Kan u voor 1999 een overzicht geven van de betalingen die gebeurden meer dan twee maanden na de toezending met vermelding van het totaal verschuldigd bedrag ?

6. Pourriez-vous donner un aperçu des paiements effectués en 1999 plus de deux mois après l’envoi et préciser sur quel montant global ils portent ?

DO 1999200000448

DO 1999200000448

Vraag nr. 175 van de heer Jacques Lefevre van 23 december 1999 (Fr.) :

Question no 175 de M. Jacques Lefevre du 23 décembre 1999 (Fr.) :

BTW. — Toepassing.

TVA. — Cas d’application.

Ik wil u het volgende geval van toepassing van de BTW voorleggen.

Je me permets de vous soumettre un cas d’application de la TVA.

Een handelaar brengt zijn materieel, zijn stocks en de immaterie¨le effecten van zijn activiteit in in een vennootschap die hij opricht. Zijn uitsluitend voor professioneel gebruik bestemde nieuwbouw, waarop BTW werd betaald en afgetrokken, brengt hij daarentegen niet in.

Un commerçant apporte son matériel, ses stocks et les valeurs incorporelles que recèle son activité à une société qu’il constitue. Par contre, il n’apporte pas son immeuble entièrement professionnel, nouvellement construit, sur lequel il a payé et déduit la TVA.

Dat gebouw wordt zonder huurcontract en zonder betaling van huur ter beschikking van de vennootschap gesteld en is bestemd om in die toestand te blijven en uitsluitend voor beroepsdoeleinden te worden gebruikt.

Cet immeuble est mis à disposition de la société sans bail de location, ni paiement de loyer et est destiné à être maintenu dans cette situation et à garder une vocation entièrement professionnelle.

1. Is het volgens uw administratie in dit geval mogelijk dat de BTW op die nieuwbouw die werd opgetrokken, niet wordt herzien ?

1. Votre administration peut-elle dire si l’on peut concevoir dans ce cas que la révision de la TVA déduite lors de la construction de l’immeuble n’ait pas lieu ?

2. Is het normaal, zo de BTW wel wordt herzien, dat de boeten worden toegepast op het ogenblik dat de administratie tot herziening overgaat, hoewel de BTW-plichtige te goeder trouw, en na de administratie te hebben gecontacteerd, van oordeel was dat het antwoord op de vraag bevestigend was en geen herziening diende te gebeuren ?

2. Si elle a lieu, est-il normal que les pénalités soient appliquées lorsque l’administration intervient en vue de la révision alors que de bonne foi, et après avoir pris contact avec celle-ci, l’assujetti considérait que la réponse à la question posée était positive et que la révision ne devait pas avoir lieu ?

DO 1999200000449

DO 1999200000449



Bedrijven. — E-commerce. — Fiscale consequenties.

Sociétés. — Commerce électronique. — Conséquences fiscales.

Sedert enkele jaren doen steeds meer bedrijven aan e-commerce.

Depuis quelques années, le commerce électronique a considérablement évolué. De plus en plus de sociétés pratiquent l’« E-business ».


1999

2000


221

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1726

Het elektronische handelsverkeer heeft de afgelopen jaren een hele ontwikkeling doorgemaakt. Zoals I. Lejeune en Pascal P. Minne in een artikel in L’Ećho van 7 december 1999 onderstreepten, heeft deze heuse industrie¨le revolutie evenwel fiscale consequenties.

Cette importante révolution industrielle a des conséquences fiscales, ainsi que l’ont souligné récemment I. Lejeune et Pascal P. Minne dans un article paru dans L’Ećho le 7 décembre 1999.

1. a) Wanneer bedrijfsleiders dankzij videoconferencing enkel nog in een virtuele werkruimte bijeenkomen, aan de hand van welke criteria wordt dan de fiscale verblijfplaats bepaald ?

1. a) Lorsque des dirigeants ne se réunissent plus que dans un espace de travail virtuel au moyen de « Net-conférence », quels sont les critères de détermination de la résidence fiscale ?

b) Blijft uw departement criteria als « zetel van bestuur » en « vaste inrichting » hanteren, of wordt er nagedacht over nieuwe, aan de nieuwe technologie aangepaste ijkpunten ?

b) Votre département continue-t-il à appliquer les critères du « siège de direction » et d’« établissement stable » ou une réflexion est-elle en cours sur de nouveaux critères, mieux adaptés aux nouvelles technologies ?

c) Aan welke nieuwe criteria wordt er in het laatste geval meer bepaald gedacht ?

c) Dans ce dernier cas, quels seront les critères retenus ?

d) Werden er dienaangaande al instructies en circulaires uitgevaardigd ?

d) Des instructions et circulaires ont-elles déjà été données en cette matière ?

2. a) Moet een in een ander land gevestigde klant bij een betaling aan een Belgische schuldeiser bronbelasting inhouden ?

2. a) Dans le cas de paiements reçus de clients établis dans un autre E´tat, le débiteur du revenu doit-il retenir un impoˆt à la source ?

b) Zo ja, tegen welk tarief ?

b) Dans l’affirmative, quel serait le taux retenu ?

3. Het BTW-stelsel, dat op een fundamenteel onderscheid tussen leveringen van goederen en leveringen van diensten berust, lijkt niet op het elektronische handelsverkeer te zijn berekend. De Europese Commissie heeft een werkgroep ingesteld die moet nagaan hoe de BTW-regelgeving kan worden aangepast aan e-commerce.

3. Le système de TVA qui repose sur une distinction fondamentale entre les livraisons de biens et les prestations des services, semble inapproprié au commerce électronique. La Commission européenne a mis sur pied un groupe de travail afin d’étudier les possibilités d’adaptation des règles de TVA à l’environnement du commerce électronique.

Welke houding neemt uw departement in deze aan ?

Quelle est l’attitude de votre département à ce propos ?

DO 1999200000452

DO 1999200000452

Vraag nr. 177 van de heer Eric van Weddingen van 24 december 1999 (Fr.) :

Question no 177 de M. Eric van Weddingen du 24 décembre 1999 (Fr.) :

Vennootschappen. — Artikel 44, § 3, 10o, van het BTW-wetboek. — Vrijstelling.

Sociétés. — Article 44, § 3, 10o, du Code de la TVA. — Exonération.

Vennootschap A die BTW-plichtig is, levert, wat het verhandelen van effecten betreft, dezelfde diensten als een financie¨le instelling.

Une société A, assujettie, fournit des prestations relatives à des opérations sur titres, analogues à celles des établissements financiers.

De diensten worden geleverd aan de clie¨nten van vennootschap B die effecten verhandelt. De contracten worden gesloten tussen de vennootschap B en haar clie¨nten. De naam van vennootschap A wordt ten aanzien van haar clie¨nten niet vermeld. Bovendien gaat A geen verplichtingen aan ten aanzien van hen. A stuurt,

Ces prestations sont fournies aux clients d’une société B, dont l’activité est celle de négociation de titres. Les contrats sont conclus entre la société B et ses clients; le nom de la société A n’apparaıˆt pas vis-à-vis de ses clients, et A ne souscrit d’ailleurs pas d’obligations à leur égard. La documentation et la


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1727

in naam van B, documentatie en post door naar de clie¨nten. Aangezien de clie¨nten met B een contract hebben gesloten, is het ook B die hen die verrichtingen aanrekent. Voor die facturering geniet de clie¨nt de vrijstelling bepaald in artikel 44, § 3, 10o, van het BTW-wetboek.

correspondance sont transmises aux clients par la société A, au nom de la société B. C’est aussi la société B qui facture les opérations sur titres à ses clients puisque c’est avec elle qu’ils ont contracté. Cette facturation se fait sous le bénéfice de l’exonération de l’article 44, § 3, 10o, du Code de la TVA.

In de zaak C-2/95, — het Sparekassernes Datacenter — besliste het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen dat de BTW-vrijstelling bepaald in artikel 13B, onder d), punten 3 en 5, van de zesde richtlijn 77/388 niet afhankelijk is van de voorwaarde dat de dienst wordt verricht door een instelling die een rechtsbetrekking onderhoudt met de uiteindelijke clie¨nt.

Dans l’affaire C-2/95, en cause Sparekassernes Datacenter, la Cour de Justice des Communautés européennes a décidé que l’exonération prévue par l’article 13B, sous d), points 3 et 5, de la sixième directive 77/388, n’est pas subordonnée à la condition que la prestation soit effectuée par un établissement qui se trouve en relation juridique avec le client final.

Voorts besliste het Hof dat tot de diensten met betrekkingen tot effecten ook de diensten geleverd door een computercentrum behoren, op voorwaarde dat die diensten een afzonderlijk geheel vormen, dat de kenmerkende en essentie¨le functies van die diensten vervult (arrest van 5 juni 1997, Rec., I, 3017).

La Cour a également décidé que les opérations portant sur des titres incluent les opérations effectuées (par un centre informatique en l’occurrence) si ces opérations présentent un caractère distinct et qu’elles sont spécifiques et essentielles pour les opérations exonérées (arrêt du 5 juin 1997, Rec., I, 3017).

In mijn voorbeeld worden de diensten die vennootschap A aan vennootschap B factureert op grond van artikel 44, 3, 10o, van het BTW-wetboek, dus vrijgesteld voor zover A het geheel van de dienst verhandeling van de effecten van de diensten van de vennootschap B materieel uitvoert.

Dans mon exemple, les prestations facturées par la société A à la société B sont donc exonérées par l’article 44, § 3, 10o, du Code de la TVA, dès lors que la société A exécute matériellement toute l’opération de négociation des titres des clients de la société B.

1. Bent u het met mijn interpretatie eens ?

1. Partagez-vous mon point de vue ?

2. Zo neen, blijft het antwoord negatief wanneer de vennootschap B niet over voldoende personeel beschikt om de bewuste diensten uit te voeren ?

2. Si non, votre réponse reste-t-elle négative dans l’hypothèse ou` la société B n’a pas le personnel nécessaire pour exécuter les opérations en question ?

DO 1999200000453

DO 1999200000453

Vraag nr. 178 van de heer Aimé Desimpel van 24 december 1999 (N.) :

Question no 178 de M. Aimé Desimpel du 24 décembre 1999 (N.) :

Vennootschappen naar buitenlands recht. — Wijziging statuten. — Commissie voor het bank- en financiewezen.

Sociétés de capitaux de droit étranger. — Modification des statuts. — Commission bancaire et financière.

Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verplichtingen inzake periodieke informatie van emittenten waarvan de financie¨le instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt en de nieuwe markt van een effectenbeurs, bepaalt dat de vennootschappen die voornemens zijn hun oprichtingsakte of hun statuten te wijzigen, het ontwerp en de desbetreffende verslagen aan de Commissie voor het bank- en financiewezen (CBF) dienen over te maken. Deze bepaling is algemeen en zonder uitzonderingen gesteld.

L’article 5, deuxième alinéa, de l’arrêté royal du 3 juillet 1996 relatif aux obligations en matière d’information périodique des émetteurs dont les instruments financiers sont inscrits au premier marché et au nouveau marché d’une bourse de valeurs mobilières stipule que les sociétés qui envisagent une modification de leur acte constitutif ou de leur statuts doivent en communiquer le projet ainsi que les rapports y afférents à la Commission bancaire et financière (CBF). Il s’agit, en l’espèce, d’une disposition générale qui ne comporte pas d’exception.

Artikel 6, § 1, 5o, van hetzelfde koninklijk besluit handelt over de bevoegdheden van de Commissie voor

L’article 6, § 1er, 5o, de ce même arrêté royal traite des compétences de la Commission bancaire et finan-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1728

het bank- en financiewezen, voor zover zij bevoegd is overeenkomstig artikel 5, inzake het ter beschikking stellen aan het publiek in Belgie¨ van de gelijkwaardige periodieke informatie, voor zover deze informatie van belang kan zijn voor de waardering van de financie¨le instrumenten van de vennootschap.

cière, dans la mesure où elle est compétente, conformément à l’article 5, en matière de mise à disposition du public en Belgique des informations périodiques équivalentes, pour autant que ces informations puissent avoir de l’importance pour l’évaluation des instruments financiers de la société.

De circulaire van de CBF terzake brengt geen volstrekte duidelijkheid omtrent de draagwijdte van artikel 5, tweede lid, van het bovengenoemde koninklijk besluit van 3 juli 1996.

La circulaire de la CBF ne précise que dans une mesure limitée la portée de l’article 5, deuxième alinéa, de l’arrêté royal du 3 juillet 1996 précité.

1. Dienen vennootschappen naar buitenlands recht, die ter buitenlandse zetel en volgens de voorschriften bepaald in de van toepassing zijnde wetgeving, overgaan tot de wijziging van hun statuten, inderdaad het ontwerp van statutenwijziging over te maken aan de Commissie voor het bank- en financiewezen ?

1. Les sociétés de droit étranger qui, depuis un siège à l’étranger, procèdent à la modification de leurs statuts, conformément aux prescriptions fixées par la législation d’application en la matière, doivent-elles effectivement communiquer l’objet de la modification des statuts à la Commission bancaire et financière ?

2. Is dit ook het geval met de eventueel door het buitenlands recht voorgeschreven bijzondere verslagen ?

2. En est-il de même pour les rapports spéciaux éventuellement prescrits par le droit étranger ?

3. Hoe en door wie wordt vastgesteld of de informatie van belang kan zijn voor de waardering van de financie¨le instrumenten van de vennootschap ?

3. Qui détermine, et de quelle manière, si les informations peuvent avoir de l’importance pour l’évaluation des instruments financiers de la société ?

DO 1999200000456

DO 1999200000456

Vraag nr. 179 van de heer Luc Goutry van 24 december 1999 (N.) :

Question no 179 de M. Luc Goutry du 24 décembre 1999 (N.) :

Reisbureaus. — Percentage van de prijs van de reis die wordt doorgestort aan het « Garantiefonds Reizen ». — BTW-aangifte.

Agences de voyages. — Pourcentage du prix du voyage reversé au « Fonds de garantie Voyages ». — Déclaration de TVA.

In de prijs van iedere reis die wordt vastgelegd zit sedert een paar jaar een percentage van 0,25 % dat bestemd is voor het « Garantiefonds Reizen ». Dit percentage wordt doorgestort naar het Garantiefonds Reizen.

Depuis quelques années, le prix de tout voyage comprend un pourcentage de 0,25 % destiné au « Fonds de garantie Voyages ». Ce pourcentage est reversé au Fonds de garantie Voyages.

Bij sommige reisorganisaties wordt dit bedrag beschouwd als behorende tot de maatstaf van heffing en wordt de overeenkomstige BTW van toepassing voor de reisbureaus als verschuldigde BTW doorgestort via de BTW-aangifte (bedrag garantiefonds × 18 % × 21 %).

Certains voyagistes considèrent que ce montant fait partie intégrante du taux d’imposition et reversent la TVA correspondante applicable aux agences de voyages par le biais de la déclaration de TVA (montant fonds de garantie × 18 % × 21 %).

Bij andere reisorganisaties wordt dit bedrag beschouwd als zijnde niet behorende tot de maatstaf van heffing en wordt er bijgevolg geen BTW doorgestort.

D’autres voyagistes ne partagent pas cette conception et ne reversent par conséquent pas de TVA correspondant à ce montant.

1. Heeft u weet van de verschillende visies ?

1. Eˆtes-vous informé de ces positions différentes ?

2. Wat is de juiste zienswijze ?

2. Quelle est l’interprétation correcte ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1729



Economie

Ećonomie

DO 1999200000454

DO 1999200000454



Warenhuizen. — Lokartikelen.

Grands magasins. — Produits d’appel.

De meeste handelaars beschouwen concurrentie als gezonde wedijver ten dienste van de consument, maar ook van henzelf, omdat het hen motiveert om een dienst en/of product van betere kwaliteit te leveren.

La concurrence est considérée par la plupart des commerçants comme une saine émulation au service des consommateurs, mais également d’eux-mêmes étant donné la motivation qu’ils en retirent à présenter un service et/ou un produit de meilleure qualité.

Foto’s zijn de belangrijkste bron van inkomsten van de fotograaf en zijn onderneming. Sinds een paar jaar wordt een sterke daling van het aantal fotografen vastgesteld. Een van de hoofdoorzaken is de verkoop van foto’s door grote bedrijven die het product als lokartikel gebruiken om klanten naar hun winkels te lokken. De gevolgen zijn rampzalig : omdat de warenhuizen de prijzen drukken en geen winst op het product maken, zijn ze op termijn verantwoordelijk voor de verdwijning van het beroep.

La principale ressource du photographe, de son entreprise, est la photo. Depuis maintenant quelques années, on assiste à la diminution draconienne du nombre de photographes. L’une des raisons principales réside dans le fait que la photo est devenue un « produit d’appel », un produit d’attraction, et ce par le fait de grandes sociétés qui n’ont aucun autre intérêt de vendre des photographies que d’attirer sa clientèle dans son magasin. Les conséquences sont désastreuses, les grands magasins écrasent les prix, ne font aucun bénéfice sur ce produit et organisent à terme la disparition d’une profession toute entière.

Een groot aantal banen en veel gezinnen hebben hiermee te maken. En bovendien krijgen steeds meer sectoren met het probleem af te rekenen. Tot die laatste behoren onder meer de sectoren papierwaren, bloemen en ijzerwaren.

De nombreux emplois sont concernés, de nombreuses familles. Bien plus encore, une série croissante de secteurs subissent le même problème. De manière non limitative on parlera du secteur de la papeterie, des fleuristes ou des quincailliers.

1. Zou het niet aangewezen zijn, om een gezonde concurrentie te handhaven en de negatieve gevolgen van die verkopen zonder winst te verzachten, de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument te preciseren door de invoering van een duidelijke reglementering op lokartikelen (beperkte periode, promotionele tarieven beneden een bepaald percentage, enz.) ?

1. Afin de maintenir une saine concurrence et d’atténuer les effets pervers de ces ventes sans profit sur les produits d’appel d’offre, ne faudrait-il pas préciser la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, en instaurant une réglementation claire sur les produits d’appel (période limitée, tarifs promotionnels ne dépassant pas un pourcentage précis, etc.) ?

2. Zijn niet-fotografen, warenhuizen, boekhandelaars... in staat en opgeleid om « de consument behoorlijke en nuttige voorlichting te geven » overeenkomstig artikel 30 van genoemde wet ?

2. Au regard de l’article 30 de cette même loi, les non-photographes, les grandes surfaces, librairies, sont-ils capables, formés pour « apporter aux consommateurs les informations correctes et utiles » ?

3. Makro, dat een omzet van 40 miljard frank heeft, besteedt minder dan 25 miljoen of 0,06 % van zijn omzet aan het ontwikkelen en afdrukken van foto’s. Wanneer dit warenhuis twee foto’s voor de prijs van één aanbiedt, verdient het 1,24 % (min algemene on-

3. Makro, pour un chiffre d’affaires de 40 milliards de francs, consacre moins de 25 millions, soit 0,06 % de son chiffre d’affaires, pour son développement photos et impressions. Lorsque ce grand magasin fait son offre en double print, il gagne 1,24 % (moins les


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1730

kosten, kosten voor personeel, onderhoud, verwarming, elektriciteit, ...). De winstmarge is hier, zoals in veel gevallen, gering.

frais généraux, le personnel, l’entretien, le chauffage, l’électricité, ...). Il s’agit ici, comme dans de nombreux cas, d’une marge bénéficiaire extrêmement réduite.

Is dit geen verkoop met verlies in de zin van artikel 40 van dezelfde wet ?

Ne s’agit-il pas d’une vente à perte au sens de l’article 40 de cette même loi ?

4. Zijn advertenties « goed voor een gratis portretfoto (zonder aankoopverplichting) » niet strijdig met artikel 56 van dezelfde wet ?

4. Certaines publicités « bon pour un portrait gratuit (sans obligation d’achat) » ne sont-elles pas contraires à l’article 56 de cette même loi ?

5. Is een prijs van 3 tot 6 frank voor een lokartikel niet strijdig met de eerlijke handelspraktijken in de zin van artikel 93 van dezelfde wet, aangezien in de (geglementeerde) beroepssector een gemiddelde prijs tussen 18 en 21 frank per foto geldt ?

5. Si l’on considère que le prix moyen pratiqué par l’ensemble de la profession (réglementée) est de 18 à 21 francs par photo, un prix situé entre 3 et 6 francs pour un produit d’appel ne constitue-t-il pas un acte contraire aux usages honnêtes en matière commerciale au sens de l’article 93 de cette même loi ?

DO 1999200000457

DO 1999200000457



Elektronisch betalingsverkeer.

Paiements électroniques.

Gratis elektronisch betalingsverkeer is een virtuele realiteit. De consument die gebruik maakt van elektronische betaalmiddelen, weet vaak niet dat die toestellen de handelaar een niet-onaanzienlijk bedrag kosten.

La gratuité des paiements électroniques est une réalité virtuelle. Les consommateurs, bénéficiant du service de paiement électronique sont souvent étonnés d’apprendre que ces appareils couˆtent au commerçant une somme d’argent loin d’être négligeable.

Zo betaalt de detailhandelaar voor een Bancontactterminal meer dan 3 000 frank huur per maand, met daarbovenop nog een forfait van 100 frank voor de honderd eerste transacties. Een handelaar die zeven jaar lang een Bancontact-terminal in zijn zaak heeft staan, heeft intussen 252 000 frank aan huur opgehoest, plus de forfaits voor de eerste honderd klanten. De kostprijs per klant ligt dus veel te hoog voor de kleine zelfstandigen.

En effet, les détaillants sont contraints de payer des locations s’élevant, pour le terminal Bancontact à plus de 3 000 francs par mois, ainsi qu’un forfait de 100 francs pour les cent premières opérations. Si l’on prend le cas d’un commerçant louant un terminal Bancontact depuis sept ans, on en déduit qu’il aura duˆ débourser la somme de 252 000 francs à quoi il faut encore ajouter les sommes forfaitaires dues avant les cent premiers clients. La charge imputée au petit commerçant par client est donc beaucoup trop lourde.

Zoals zo vaak komt er ook hier nog een schrijnende onrechtvaardigheid bij en is de kleine zelfstandige als het ware het slachtoffer van zijn beperkte omzet. De supermarkten konden de terminals namelijk wél aankopen.

De plus, et comme dans de nombreux cas, une injustice supplémentaire vient s’ajouter au problème et est due uniquement à la petite taille qui caractérise le commerce indépendant. Les grandes surfaces, elles, ont pu devenir propriétaires des terminaux.

Voor het Proton-leestoestel zijn er soortgelijke problemen. Het toestel werd onlangs aangepast aan de nakende invoering van de euro, en de oude — en verouderde — toestellen worden door de leverancier niet teruggenomen. De handelaar krijgt de rekening gepresenteerd.

Des problèmes identiques existent pour Proton, appareil encore récemment adapté au change monétaire de l’euro. Les anciens appareils, obsolètes, ne sont évidemment pas repris par les fournisseurs et leur couˆt incombe aux commerçants.

Wordt het niet eens tijd dat de kleine zelfstandige, die jarenlang buitensporige kosten heeft moeten dragen, net als de supermarkten eigenaar moet kunnen worden van de terminal ?

Après plusieurs années de charges excessives, autorisons pour les petits commerçants à pouvoir devenir propriétaires de ces terminaux, et ce au même titre que les grandes surfaces.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1731

Banksys zou de situatie kunnen toelichten aan de hand van een officie¨le verklaring over de ree¨le kosten die de kleine middenstanders tot nu toe werden aangerekend. Wat is uw reactie op deze opmerkingen ?

Afin de clarifier la situation auprès de leur clientèle, Banksys, pourrait faire une déclaration officielle relative au couˆt réel imputé jusqu’à aujourd’hui aux petits commerçants. Quelle est votre position par rapport à ces remarques ?

DO 1999200000458

DO 1999200000458

Vraag nr. 33 van de heer Richard Fournaux van 24 december 1999 (Fr.) : Foto’s in een uur in alle winkels. Een firma stelt boekhandels, winkels van elektrische huishoudapparatuur, decoratiezaken en zelfs lingeriewinkels voor in hun zaak een toestel te plaatsen dat in een uur automatisch foto’s ontwikkelt. Nadat ze technische documentatie over hun toestel naar het bevoegde ministerie van Middenstand en KMO stuurden, kregen de producenten een verkoop- en exploitatievergunning, onder voorbehoud van een andersluidende uitspraak door de rechtbank van koophandel. Het ministerie had die vergunning, die in strijd is met het koninklijk besluit dat de toegang tot het beroep regelt, niet mogen uitreiken. Die situatie moet dan ook worden rechtgezet op grond van het koninklijk besluit dat de toegang tot het beroep regelt. Bedoeld besluit bepaalt dat eenieder die voor rekening van derden foto’s ontwikkelt, aan die regeling is onderworpen en aan de voorwaarden voor toegang tot het beroep moet voldoen. Enkel de automatische systemen met instantontwikkeling (type Polaroı¨d) ontsnappen aan die regel. Het betrokken ministerie hield ten onrechte rekening met de term « automatisch » in plaats van « instantontwikkeling ». Het materieel waarvan sprake is natuurlijk niet geschikt voor instantontwikkeling. Het is evenmin automatisch, vermits de gebruiker chemische producten en lichtgevoelig papier moet gebruiken.

Question no 33 de M. Richard Fournaux du 24 décembre 1999 (Fr.) : Photos en une heure dans n’importe quel magasin. Une société propose aux librairies, aux magasins d’électro, de décoration et même de lingerie féminine, de placer un appareil de développement de photos en une heure « 100 % » automatique. Après avoir envoyé une simple documentation technique de leur appareil au ministère responsable des Classes moyennes et PME, les producteurs ont reçu l’autorisation de vente et d’exploitation, sous réserve d’un jugement contraire du tribunal de commerce. Cette autorisation, contraire à l’arrêté royal régissant l’accès à la profession, n’aurait jamais duˆ être donnée par le ministère.

Wat denkt u van voorgaande opmerkingen ?

Il serait nécessaire de rectifier cette situation sur base de l’arrêté royal régissant l’accès à la profession. Il y est spécialement précisé que toute personne pratiquant le développement photographique pour le compte de tiers est soumise à ce règlement et doit répondre aux conditions d’accès à la profession. Seuls les systèmes automatiques à développement instantané (entendez de type Polaroı¨d) dérogent à la règle. Le ministère en question a commis l’erreur de ne prendre en compte que le terme « automatique » en lieu et place de « développement instantané ». Le matériel précité n’est évidemment pas instantané. Il n’est pas davantage automatique puisqu’il nécessite de la part de son utilisateur la manipulation de produits chimiques et de papier photosensible. Quelle est votre position par rapport à ces remarques ?

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 1999200000425

DO 1999200000425

Vraag nr. 30 van de heer Olivier Maingain van 20 december 1999 (Fr.) : Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium. — Brochures. — Taalgebruik. Naar verluidt was er tijdens de recente Open Monumentendagen in Brussel een chronisch gebrek aan in

Question no 30 de M. Olivier Maingain du 20 décembre 1999 (Fr.) : Institut royal du patrimoine artistique. — Brochures. — Emploi des langues. Il me revient que lors des récentes journées du Patrimoine à Bruxelles, une absence récurrente de brochu-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1732

het Frans gestelde brochures bij het aan het Jubelpark gevestigde KIKP (Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium).

res en langue française a été constatée à l’Institut royal du patrimoine artistique (IRPA) situé Parc du Cinquantenaire.

Het KIKP is een federale wetenschappelijke instelling die onder toezicht staat van de minister van Wetenschappelijk Onderzoek en zijn bestuur, de Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.

Cette institution est un établissement scientifique fédéral placé sous la tutuelle du ministre de la Recherche scientifique et de son administration, les Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et culturelles.

Voor de toepassing van de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken is het KIKP een uitvoeringsdienst waarvan de zetel in Brussel-Hoofdstad is gevestigd en waarvan de werkkring het hele land bestrijkt (artikel 44 van voornoemde wetten).

En ce qui concerne l’application des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, l’IRPA constitue un service d’exécution dont le siège est établi dans BruxellesCapitale et dont l’activité s’étend à tout le pays (article 44 des lois précitées).

Krachtens artikel 45 van deze gecoo¨rdineerde wetten worden « de diensten [...] zo georganiseerd dat het publiek zonder enige moeite in het Nederlands of in het Frans kan te woord gestaan worden ».

En application de l’article 45 de ces mêmes lois, « ces services sont organisés de manière telle que le public puisse se servir sans la moindre difficulté, du français ou du néerlandais ».

Welke maatregelen treft u om ervoor te zorgen dat de betrokken instelling, die onder uw gezag staat, de taalwetten naleeft ?

Quelles mesures prenez-vous afin que ce service qui relève de votre autorité se conforme à la législation linguistique ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1733

Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

DO 1999200000409

DO 1999200000409

Vraag nr. 45 van de heer Hans Bonte van 17 december 1999 (N.) :

Question no 45 de M. Hans Bonte du 17 décembre 1999 (N.) :

De analyse van de sociale balansen.

Analyse des bilans sociaux.

Via de pers vernam ik dat de diensten van de Nationale Bank van Belgie¨ (NBB) hun analyse beeïndigd hebben van de sociale balansen van 1998 die door de bedrijven sinds 1996 verplicht moeten neergelegd worden. De wetgever heeft deze verplichting ingevoerd teneinde een beter zicht te hebben op het werkgelegenheidsbeleid en meer bepaald op de efficie¨ntie van de diverse tewerkstellingsmaatregelen. Het lijkt me dan ook wenselijk dat er jaarlijks, naar aanleiding van de bekendmaking van het betreffende onderzoeksrapport, een bespreking van de resultaten plaatsvindt in de commissie voor de Sociale Zaken. 1. Bent u bereid om jaarlijks de onderzoeksresultaten betreffende de sociale balansen ter bespreking voor te leggen aan de commissie voor de Sociale Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers ?

J’ai pu lire dans la presse que les services de la Banque nationale de Belgique (BNB) ont mis un terme à leurs analyses relatives aux bilans sociaux de 1998 que les entreprises doivent déposer depuis 1996. Le législateur avait instauré cette obligation en vue de pouvoir se faire une meilleure idée de la politique de l’emploi, et plus précisément de l’efficacité des diverses mesures relatives à l’emploi. Il me semble dès lors souhaitable d’organiser annuellement en commission des Affaires sociales, à l’occasion de la publication du rapport d’enquête en question, un débat sur les résultats obtenus. 1. Eˆtes-vous disposé à soumettre chaque année à la commission des Affaires sociales de la Chambre des représentants, les résultats de l’enquête relatifs aux bilans sociaux ?

2. a) Het onderzoeksrapport 1998 stelt, blijkbaar, een aantal belangrijke tendensen vast op onze arbeidsmarkt :

2. a) Le rapport d’enquête 1998 révèle apparemment un certain nombre de tendances importantes sur notre marché de l’emploi :

— De groei van de werkgelegenheid gebeurt in belangrijke mate door de aanwerving van mensen met tijdelijke contracten.

— La croissance de l’emploi est due en grande partie à l’embauche de travailleurs temporaires.

— De toename van de werkgelegenheid komt vooral op rekening van bedrijven met meer dan 100 werknemers.

— Elle se situe principalement dans les entreprises qui comptent plus de 100 salariés.

— Er is een veel sterkere groei van de deeltijdse tewerkstelling dan van het aantal voltijdse jobs waarbij kan worden vastgesteld dat het doorgaans minder hoog opgeleide werknemers zijn die deeltijds aan de slag gaan.

— L’on constate une croissance beaucoup plus importante au niveau des emplois à temps partiel qu’à celui de ceux à temps plein; les emplois à temps partiel sont par ailleurs le plus souvent occupés par des travailleurs moins qualifiés.

b) Inzake opleidings- en vormingsinspanningen in de bedrijven blijkt uit het rapport dat de Belgische

b) En matière d’efforts consentis à la formation au sein des entreprises, il ressort de ce rapport que les


1999

2000


222

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1734

bedrijven reeds in 1998 aan een forse inhaalbeweging zijn begonnen en reeds in 1998 de doelstelling van het lopende interprofessioneel akkoord (1999-2000) hebben bereikt om 1,4 % van de loonmassa te besteden aan opleiding en vorming. Daarbij is er een opvallend verschil in de mate waarop mannen en vrouwen toegang hebben tot bijkomende opleidingen en vormingen : « bedrijven getroosten zich nog altijd minder inspanningen voor de opleiding van vrouwen dan voor mannen » concludeert het rapport.

entreprises belges ont déjà opéré un rattrapage considérable en 1998 et qu’elles ont atteint, au cours de cette année, l’objectif visé dans l’accord interprofessionnel 1999-2000, qui était de consacrer 1,4 % de la masse salariale à la formation. On constate des différences notables entre les hommes et les femmes pour ce qui est de l’accès aux formations complémentaires : les entreprises consentent toujours beaucoup moins de moyens à la formation des femmes qu’à celle des hommes, telle est la conclusion du rapport.

Welke conclusies verbindt u aan deze gegevens ?

Quelles conclusions tirez-vous de ces données ?

Antwoord :

Réponse :

1. De analyse van de resultaten van de sociale balans wordt ieder jaar opgemaakt door de diensten van de Nationale Bank van Belgie¨ en kan eventueel besproken worden door de commissie voor de Sociale Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

1. L’analyse des résultats des bilans sociaux réalisée chaque année par les services de la Banque nationale pourrait effectivement être examinée au niveau de la commission des Affaires sociales.

2. a) De belangrijke tendensen die het rapport op basis van de resultaten van de sociale balans vaststelt, worden bevestigd door andere statistische bronnen met betrekking tot de arbeidsmarkt, onder meer de jongste evaluatierapporten met betrekking tot het federaal werkgelegenheidsbeleid en de jaarlijkse enqueˆte naar de beroepsbevolking van het Nationaal Instituut voor de statistiek.

2. a) Les tendances principales qui apparaissent suite à l’examen du rapport consacré au bilan social sont confirmées par d’autres sources statistiques, parmi lesquelles le dernier rapport d’évaluation de la politique fédérale de l’emploi et l’enquête sur les forces de travail de l’Institut national des statistiques.

— Volgens deze laatste bron schommelt het aantal tijdelijke loontrekkenden tot in het begin van de jaren negentig rond een nagenoeg constant niveau van 150 000 eenheden. Tussen 1995 en 1998 bedraagt de toename 84 000 eenheden en in 1998 werken 250 000 loontrekkende arbeidskrachten op tijdelijke basis, wat overeenkomt met een tijdelijke arbeidsgraad van 7,8 %.

— Selon cette dernière source, le nombre de salariés ayant un emploi temporaire se situait à un niveau assez constant de 150 000 unités au début des années nonante. Entre 1995 et 1998, l’emploi temporaire a augmenté de 84 000 unités et on dénombre 250 000 salariés occupés sur une base temporaire en 1998, ce qui correspond à un taux de travail temporaire de 7,8 %.

— Eén van de onderliggende oorzaken van deze evolutie is de snelle groei van uitzendarbeid sinds 1993. Uit zowel de statistieken van de RSZ als van de Beroepsvereniging van de uitzendkantoren (Upedi) blijkt dat, ondanks het verschil in statistische eenheid van beide bronnen, uitzendarbeid sinds 1993 nagenoeg verdubbelde in omvang.

— Une des causes sous-jacentes de cette évolution est l’augmentation rapide du travail intérimaire depuis 1993. Selon les statistiques de l’ONSS et de l’Union professionnelle des entreprises de travail intérimaire (Upedi), il apparaıˆt que, indépendamment de la différence entre les unités statistiques des deux sources, le nombre de travailleurs intérimaires a environ doublé depuis 1993.

— De conclusie in verband met de werkgelegenheidsgroei die zich vooral zou voordoen in de grote bedrijven dient mijns inziens enigszins te worden genuanceerd, omdat de werkelijk kleine bedrijven met minder dan twintig werknemers ondervertegenwoordigd zijn binnen de steekproef. Een volledig en meer gedetailleerd overzicht van de jobscreatie naar dimensie van de onderneming in de privé-sector wordt verstrekt door de RSZ (zie tabel 1). Uit deze cijfers

— La conclusion selon laquelle la croissance de l’emploi se serait principalement produite dans les grandes entreprises devrait être nuancée étant donné que les petites entreprises de moins de 20 travailleurs sont sous-représentées dans l’échantillon. Une vue complète et plus détaillée des créations d’emplois selon la taille des entreprises dans le secteur privé est communiquée par l’ONSS (voir tableau 1). Selon ces chiffres, la croissance de l’emploi dans le


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1735

blijkt dat de werkgelegenheidsgroei in de privésector (+ 51 000 eenheden tussen 30 juni 1997 en 30 juni 1998) zich vooral realiseerde in de bedrijven met 500 werknemers of meer (+ 36 000 eenheden) en in mindere mate in de bedrijven met 20 tot 99 arbeidskrachten (+ 14 000 eenheden). De werkgelegenheid in de kleinste bedrijven met minder dan 20 werknemers, die bijna 30 % van de totale werkgelegenheid voor hun rekening nemen, evolueerde gedurende de periode nagenoeg niet. — Deeltijdarbeid blijft sinds de helft van de jaren tachtig voortdurend stijgen en blijft een typisch vrouwelijk fenomeen. Deeltijdarbeid is tevens zeer sectorgebonden en concentreert zich voor 90 % in de tertiaire sector. Hoge deeltijdse arbeidsgraden worden genoteerd in sectoren die relatief sterk een beroep doen op laaggeschoolde arbeidskrachten, zoals de horeca, waar nagenoeg zes vrouwen op tien deeltijds worden tewerkgesteld. De tweede sector met een relatief hoge deeltijdse arbeidsgraad is groot- en kleinhandel. Meer details vindt het geachte lid in het eerste en het derde deel van de recent verschenen publicatie Het federaal werkgelegenheidsbeleid — Evaluatierapport 1999.

secteur privé (+ 51 000 unités entre le 30 juin 1997 et le 30 juin 1998) a eu lieu principalement dans les entreprises de 500 travailleurs et plus (+ 36 000 unités) et dans une moindre mesure dans les entreprises de 20 à 99 travailleurs (+ 14 000 unités). L’emploi dans les plus petites entreprises de moins de 20 travailleurs, qui représentent environ 30 % de l’emploi total, est resté pratiquement stable.

— L’emploi à temps partiel augmente de façon continue depuis le milieu des années quatrevingt, il s’agit d’un phénomène typiquement féminin qui se concentre à 90 % dans le secteur tertiaire. Les hauts taux de travail à temps partiel se retrouvent dans les secteurs qui utilisent principalement une main-d’œuvre faiblement qualifiée tels que l’horeca. Près de six femmes sur six y travaillent à temps partiel. Le second secteur avec un taux élevé de travail à temps partiel est celui du commerce de gros et de détail. L’honorable membre trouvera plus de détails à ce sujet dans la première et la troisième partie de la publication La politique fédérale de l’emploi — Rapport d’évaluation 1999, qui a été diffusée récemment. b) Les dépenses en matière de formation ont augmenté de plus de 13 % en 1998, elles représentent 1,4 % du total des frais de personnel. Si la part des femmes dans le nombre de travailleurs formés est assez conforme à celle qu’elles occupent dans l’emploi total, on peut cependant regretter que la durée et le coût de leur formation soient sensiblement plus faibles que pour les travailleurs masculins.

b) De uitgaven met betrekking tot de vorming zijn met meer dan 13 % gestegen in 1998 en vertegenwoordigden 1,4 % van de totale personeelskosten. Ondanks het feit dat het relatief aandeel van de vrouwen in het totaal aantal opgeleiden nagenoeg gelijk is aan hun aandeel in de totale werkgelegenheid, is het jammer dat de gemiddelde duur en kost van hun vorming gevoelig lager ligt in vergelijking met de mannelijke arbeidskrachten.

E´volution de l’emploi selon la taille de l’entreprise au 30 juin 1997 et 1998

Evolutie van de werkgelegenheid naar dimensie van de werkgever op 30 juni 1997-1998 Dimensie — Dimension 1997 1998 Relatief aandeel in de totale werkgelegenheid. — Part relative dans l’emploi total ........ Absolute toename. — Augmentation absolue ......... Relatieve toename. — Augmentation relative .........

1-4

5-9

10-19

20-49

50-99

100-199 200-499 500-999

> 1000

254 870 189 747 217 495 323 265 188 720 187 103 247 806 157 344 445 620 255 958 188 839 218 119 332 429 193 698 187 412 247 498 168 890 470 093

11,3 1 088 0,4

8,3 - 908 - 0,5

9,6 624

14,7 9 164

0,3

Bron : RSZ.


8,6 4 978

2,8

2,6

8,3 309 0,2

10,9 - 308 - 0,1

7,5 11 546 7,3

20,8 24 473 5,5

Totaal — Total 2 211 970 2 262 936

100 50 966 2,3

Source : ONSS.

1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1736

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Maatschappelijke Integratie

Intégration sociale

DO 1999200000421

DO 1999200000421



OCMW-hulp aan asielzoekers.

Aide CPAS aux demandeurs d’asile.

Ingevolge het arrest van het Arbitragehof van 22 april 1998 dient aan afgewezen asielzoekers, in voorkomend geval, OCMW-hulp te worden verleend indien zij tegen de beslissing van afwijzing een beroep hebben ingesteld bij de Raad van State.

En vertu de l’arrêt de la Cour d’arbitrage du 22 avril 1998, il convient d’octroyer le cas échéant une aide CPAS aux demandeurs d’asile déboutés s’ils ont introduit un recours au Conseil d’E´tat contre la décision de rejet de leur demande d’asile.

Naar verluidt wordt dit arrest door sommige OCMW’s vrij strikt geı¨nterpreteerd in die zin dat er enkel (opnieuw) financie¨le hulp wordt verleend vanaf het ogenblik dat er een beroep werd ingesteld bij de Raad van State. In de periode tussen de beslissing van weigering van verblijf en/of uitwijzing en het opstarten van de procedure voor de Raad van State, zou er geen financie¨le hulp worden verstrekt, zelfs niet met terugwerkende kracht zodra het beroep zou zijn ingesteld.

Il me revient que certains CPAS interpréteraient cet arrêt très strictement, en ce sens qu’ils n’octroieraient (de nouveau) une aide financière aux intéressés qu’à partir du moment ou` ils ont introduit un recours au Conseil d’E´tat. Au cours de la période comprise entre la décision de refus de séjour et/ou d’expulsion et le début de la procédure devant le Conseil d’E´tat, ils ne leur octroieraient aucune aide financière, pas même avec effet rétroactif dès l’instant ou` ils auraient introduit leur recours.

De OCMW’s zouden dit standpunt innemen op grond van het gegeven dat ambtenaren van uw diensten zouden hebben medegedeeld dat er niet moet worden gerekend op de federale overheid voor de terugbetaling van de financie¨le hulp die zou zijn verstrekt tijdens de periode waarin eventueel een beroepsprocedure kan worden ingesteld bij de Raad van State en zolang die procedure niet is ingesteld.

Les CPAS se fonderaient, pour adopter cette position, sur le fait que des fonctionnaires de vos services leur auraient fait savoir qu’ils ne devaient pas espérer que l’E´tat fédéral leur rembourse l’aide financière qu’ils auraient octroyée au cours de la période pendant laquelle une procédure de recours peut éventuellement être introduite auprès du Conseil d’E´tat et tant que cette procédure n’a pas été entamée.

Is dit standpunt wel verenigbaar met de grondstelling in bedoeld arrest van het Arbitragehof, waarbij het begrip « uitvoerbare » beslissing (van weigering van verblijf) werd vernietigd en in feite werd vervangen door het begrip « definitieve » beslissing ?

Cette position est-elle bien conciliable avec le fondement de l’arrêt visé de la Cour d’arbitrage aux termes duquel la notion de décision « exécutoire » (de refus de séjour) a été annulée et remplacée en fait par la notion de décision « définitive » ?

Zolang een beslissing van het Commissariaat voor de vluchtelingen en staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie kan worden aangevochten, met name bij de Raad van State, is ze uiteraard niet definitief en zou er dus een recht op financie¨le hulp vanwege een OCMW normaliter moeten blijven bestaan.

Tant qu’une décision du Commissariat aux réfugiés et aux apatrides ou de la Commission permanente de recours peut être contestée, notamment devant le Conseil d’E´tat, elle n’est évidemment pas définitive et un droit à une aide financière d’un CPAS devrait normalement toujours être ouvert.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1737

Antwoord : In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid de volgende elementen te verduidelijken.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de préciser les éléments suivants à l’honorable membre.

Volgens de lering van het arrest nr. 43/98 van 22 april 1998 van het Arbitragehof, kan eventueel nog in twee gevallen maatschappelijke dienstverlening worden toegekend aan een behoeftige vreemdeling wiens verzoek om als vluchteling te worden erkend werd verworpen en die dientengevolge een bevel heeft gekregen om het grondgebied te verlaten. Volgens voormeld arrest is deze dienstverlening afhankelijk van het feit dat betrokkene een beroep tot vernietiging bij de Raad van State heeft ingediend, eventueel samen met een beroep tot schorsing, tegen de beslissing genomen ofwel door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, ofwel door de Vaste Beroepscommissie voor de vluchtelingen.

Suite à l’enseignement de l’arrêt no 43/98 du 22 avril 1998 de la Cour d’arbitrage, l’aide sociale peut encore éventuellement être accordée dans deux cas à un étranger indigent dont la demande de reconnaissance en tant que réfugié a été rejetée et qui a dès lors reçu l’ordre de quitter le territoire. Selon l’arrêt précité, cette aide est conditionnée par le fait que l’intéressé a introduit un recours en annulation auprès du Conseil d’E´tat, accompagné le cas échéant d’un recours en suspension, contre la décision émanant soit du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides, soit de la Commission permanente de recours pour les réfugiés.

De omzendbrief van 9 december 1998 over de wijzigingen aangebracht bij voornoemd arrest van het Arbitragehof heeft terzake duidelijk aangegeven dat indien een asielzoeker die in kennis wordt gesteld van een negatieve beslissing van het Commissariaatgeneraal voor de vluchtelingen en de staatlozen of van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen niet vrijwillig wenst te vertrekken en beslist een beroep tot vernietiging bij de Raad van State in te dienen, de maatschappelijke dienstverlening slechts kan worden hervat na een grondig sociaal onderzoek door het betrokken OCMW en ten vroegste vanaf de datum waarop de afgewezen asielzoeker een aanvraag tot maatschappelijke dienstverlening heeft ingediend en hij de nodige bewijsstukken voorlegt van zijn beroep bij de Raad van State.

La circulaire du 9 décembre 1998 relative aux modifications apportées par l’arrêt précité de la Cour d’arbitrage a précisé en la matière que lorsqu’un demandeur d’asile auquel une décision négative du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides ou de la Commission permanente de recours pour les réfugiés est communiquée ne désire pas quitter volontairement le territoire et décide d’introduire un recours auprès du Conseil d’E´tat, l’aide sociale ne pourra reprendre qu’après une enquête sociale approfondie par le CPAS concerné et au plus toˆt à partir de la date à laquelle le demandeur d’asile débouté a introduit une demande d’aide sociale et fournit les pièces justificatives nécessaires de son recours auprès du Conseil d’E´tat.

Volgens de algemene rechtsbeginselen moet een persoon die meent dat hij aan de voorwaarden voldoet opdat een recht hem wordt erkend bewijzen dat hij deze voorwaarden vervult, waardoor hij zijn aanspraken kracht kan bijzetten. Hieruit volgt dat de afgewezen asielzoeker een nieuwe aanvraag om maatschappelijke dienstverlening moet indienen, wanneer hij meent dat hij nog steeds behoeftig is. Die aanvraag geldt altijd voor de toekomst. Het is immers een wezenlijk kenmerk van de maatschappelijke dienstverlening dat zij enkel ogenblikkelijk en in de toekomst en niet met betrekking tot een periode die reeds voorbij is kan verstrekt worden. Het arbeidshof te Gent zegt hierover dat het enige wat het OCMW binnen zijn wettelijke opdracht kan doen bijstand verlenen is met betrekking tot de nog bestaande nadelige gevolgen van een doorgemaakt mensonwaardig bestaan, in zoverre die nadelige gevolgen de betrokkene niet toelaten een menswaardig bestaan te leiden op het ogenblik van de aanvraag (arrest van 7 mei 1998).

Suivant les principes généraux du droit, c’est à la personne qui s’estime être dans les conditions pour se voir reconnaıˆtre un droit, à prouver qu’elle remplit ces conditions, permettant d’affirmer ses prétentions. Il en résulte que le demandeur d’asile débouté doit introduire une nouvelle demande d’aide sociale lorsqu’il estime qu’il est encore toujours indigent. Cette demande vaut toujours pour le futur. En effet, l’aide sociale a comme caractéristique essentielle qu’elle ne peut être octroyée que pour le présent et pour le futur et non pas pour une période déjà écoulée. La cour du travail de Gand estime en ce qui concerne le passé, que dans le cadre de sa mission légale, le CPAS ne peut fournir qu’une aide relative aux conséquences négatives subsistantes d’une existence dégradante, dans la mesure où ces conséquences négatives ne permettent pas à l’intéressé de mener une vie conforme à la dignité humaine au moment de la demande (arrêt du 7 mai 1998).


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1738



DO 1999200000363

DO 1999200000363

Vraag nr. 71 van de heer Jan Mortelmans van 8 december 1999 (N.) : NMBS. — Treinbegeleiders. — GSM’s. — Noodnummer van centrale meldkamer van de interne bewakingsdienst. In het kader van de toenemende agressie ten opzichte van treinpersoneel en reizigers werd aan de GSM’s van de treinbegeleiders het noodnummer toegevoegd van de centrale meldkamer van de interne bewakingsdienst.

Question no 71 de M. Jan Mortelmans du 8 décembre 1999 (N.) : SNCB. — Accompagnateurs de train. — GSM. — Numéro de détresse du bureau central du service de garde interne. Le personnel des chemins de fer au même titre que les voyageurs sont confrontés à une agressivité croissante. C’est dans ce contexte que le numéro de détresse du bureau central du service interne de garde a été ajouté au répertoire des GSM des accompagnateurs de train. 1. Ce numéro est-il joignable en permanence ? 2. Est-il exact que ce numéro a déjà plusieurs fois été hors service ? 3. Quelle est l’utilité d’un tel numéro dès lors que les demandes d’intervention transmises à la gendarmerie ou au service de garde interne restent sans réponses dans la mesure ou` ces services ne sont pas joignables en permanence ? Réponse : 1. Le central d’appels est devenu opérationnel le 29 octobre 1999. Le numéro d’alarme est accessible en permanence vu que ce service fonctionne 24 h/24. ` ce jour, trois dérangements ont été dénombrés 2. A et ont été signalés aux services compétents, lesquels ont procédé à une réparation immédiate. 3. Si, ni la police des chemins de fer (la gendarmerie), ni le service interne de gardiennage ne sont présents, l’opérateur s’adresse aux services locaux de la gendarmerie ou de la police. L’opérateur dispose à cet effet d’une base de données qui lui permet :

1. Is dit nummer permanent bereikbaar ? 2. Klopt het dat het nummer reeds verscheidene malen buiten dienst is geweest ? 3. Wat is het nut van een noodnummer wanneer verzoeken tot interventie vanwege de rijkswacht of de interne bewakingsdienst niet kunnen beantwoord worden om reden van het feit dat deze diensten niet permanent bereikbaar zijn ? Antwoord : 1. De centrale meldkamer werd op 29 oktober 1999 operationeel. Het alarmnummer is permanent bereikbaar want deze dienst werkt 24u/24u. 2. Tot op heden werden drie storingen vastgesteld en gemeld aan de bevoegde diensten, die overgingen tot onmiddellijke herstelling. 3. Indien noch de spoorwegpolitie (rijkswacht), noch de interne bewakingsdienst aanwezig is, wendt de operator zich tot de lokale diensten van rijkswacht of politie. Om dit naar behoren te kunnen doen beschikt de operator over een database die hem toelaat : — uur van aankomst of doorrit van een trein te bepalen; — de meest nabije politie- of rijkswachtpost te contacteren.

— de déterminer l’heure d’arrivée ou de passage d’un train; — de contacter le poste de police ou de gendarmerie le plus proche.

DO 1999200000388

DO 1999200000388

Vraag nr. 73 van de heer Lode Vanoost van 14 december 1999 (N.) : NMBS. — Uitbreidingsplannen voor lijn 161 BrusselNamen. 1. Beschikt u reeds over een gedetailleerd plan voor de uitbreiding van het net op lijn 161 Brussel-Namen ?

Question no 73 de M. Lode Vanoost du 14 décembre 1999 (N.) : SNCB. — Projets d’extension de la ligne 161 Bruxelles-Namur. 1. Disposez-vous d’un plan détaillé pour l’extension projetée du réseau sur la ligne 161 BruxellesNamur ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1739

2. Kan u per betrokken gemeente een overzicht geven van de reeds uitgevoerde onteigeningen en van de geplande onteigeningen ?

2. Pouvez-vous répertorier, pour chacune des communes concernées par ce projet, les expropriations déjà effectuées et encore à réaliser ?

3. Wanneer zullen de nog uit te voeren onteigeningen starten ?

3. Quand sera-t-il procédé aux expropriations encore prévues ?

4. Over hoeveel woningen (per gemeente) gaat het ?

4. Combien de logements (par commune) sont concernés ?

5. Welke van de huidige stationsgebouwen langs de lijn (van Watermaal tot Rhisnes) zullen afgebroken worden ?

5. Quelles gares situées sur la ligne (de Watermael à Rhisnes) sont vouées à la démolition ?

Antwoord :

Réponse :

1. De capaciteitsuitbreiding van lijn 161 in het kader van het GEN bestaat uit het op vier sporen brengen van het baanvak Brussel-Leopoldswijk — Ottignies (vertakking Louvain-la-Neuve). In de huidige studiefase beschikt de NMBS nog niet over gedetailleerde plannen wat betreft de uit te voeren onteigeningen. 2. Uitgevoerde onteigeningen :

1. L’extension de capacité de la ligne 161 projetée dans le cadre du RER consiste en la mise à quatre voies du tronçon Bruxelles-Quartier-Léopold — Ottignies (bifurcation Louvain-la-Neuve). Au stade actuel des études, la SNCB ne dispose pas encore de plans détaillés des expropriations à réaliser. 2. Expropriations effectuées :

In het kader van het project voor een derde spoor tussen Brussel en Ottignies (einde jaren 1970), werd in een aantal onteigeningen voorzien. Het destijds voorziene derde spoor bevond zich hoofzakelijk ten westen van de bestaande sporen. Hierna, per gemeente, een overzicht van deze onteigeningen :

Dans le cadre du projet d’une troisième voie entre Bruxelles et Ottignies (fin des années 1970), un nombre d’expropriations avait été prévu. La troisième voie projetée à l’époque se situait principalement à l’ouest des voies existantes. Suit par commune le bilan de ces expropriations :

— Brussel : onteigeningen uitgevoerd.

— Bruxelles : expropriations effectuées.

— Watermaal-Bosvoorde : openbaar onderzoek bleef zonder gevolg.

— Watermael-Boitsfort : enquête publique restée sans suite.

— Hoeilaart : onteigeningen uitgevoerd.

— Hoeilaart : expropriations effectuées.

— Terhulpen : onteigeningen uitgevoerd.

— La Hulpe : expropriations effectuées.

— Rixensart : onteigeningen niet uitgevoerd (tot aan het station van Genval).

— Rixensart : expropriations non réalisées (jusqu’à la gare de Genval).

— Voorbij het station van Genval : studies stopgezet voó´r de plannen van de openbare onderzoeken.

— Au-delà de la gare de Genval : études arrêtées avant les plans d’enquêtes publiques.

Geplande onteigeningen :

Expropriations projetées :

— Vanaf het stationsgebouw van Watermaal (kp 10 400) tot aan de « Archiefstraat » (kp 11 500) : de twee bijkomende sporen liggen aan dezelfde kant van de bestaande sporen (kant spoor A).

— Du baˆtiment des voyageurs de Watermael (bk 10 400) à la « Rue des Archives » (bk 11 500) : les deux voies supplémentaires sont du même coˆté des voies existantes (coˆté voie A).

— Vanaf de « Archiefstraat » (kp 11 500) tot aan de vertakking Louvain-la-Neuve : de twee bijkomende sporen bevinden zich elk langs een kant van de bestaande lijn. De gevolgen van de onteigeningen zijn weer verschillend in functie van de configuratie van het terrein (relie¨f), van zijn bezetting (niet-bebouwde terreinen of habitat) en de localisatie van gebouwen ten opzichte van de grenzen van het NMBS-domein en van de toekomstige inplanting van de voorziene sporen. Bijzondere oplossin-

— De la « Rue des Archives (bk 11 500) à la bifurcation de Louvain-la-Neuve : les deux voies supplémentaires se situent chacune de part et d’autre de la ligne existante. L’implication au niveau des expropriations est extrêmement variable en fonction de la configuration du terrain (relief) et de son occupation (terrains non construits ou habitat) et de la localisation des immenbles par rapport aux limites du domaine SNCB et à l’emplacement futur des voies projetées. Des solutions particulières


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1740

gen dienen in overweging genomen om de te onteigenen oppervlakten te beperken (steile taluds, steunmuren).

pourront être envisagées pour limiter les surfaces à exproprier (talus raidis, murs de soutènement).

3. De onteigeningen zullen een aanvang nemen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de betreffende koninklijk besluiten. Heden bevindt de studie zich in het stadium van voorontwerp. De plannen van het voorontwerp in hun eindfase zullen als basis dienen voor de onderhandelingen met de betrokken gemeenten. Later volgen de eindbeslissing en het indienen van de bouwaanvragen gevolgd door de bijkomende studies (Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest), de voorafgaandelijke bouwaanvragen voor het MER (Milieu Effecten Rapport — Vlaamse Gewest). Slechts dan zullen de onteigeningsprocedures kunnen worden aangevat.

3. Les expropriations débuteront dès la publication au Moniteur belge des arrêtés royaux y relatifs. Actuellement, l’étude en est au stade d’avant-projet. Les plans d’avant-projet en phase de finition serviront de base aux discussions avec les communes concernées. Suivront la finalisation et l’introduction des demandes de permis de baˆtir suivies des études d’incidence (Région de Bruxelles-Capitale et Région wallonne), demandes de permis de baˆtir précédées du MER (« Milieu Effecten Rapport » — Région flamande). Ce n’est qu’alors que les procédures d’expropriations pourront être entamées.

4. Het is moeilijk in deze fase van de studie het aantal te onteigenen woningen vast te stellen. Het is slechts na de gesprekken met de verschillende gemeentebesturen en in functie van de aanpassing van de wegenis en de eventuele infrastructuurwerken (onder andere bouwen van steunmuren) dat juist kan bepaald worden welke huizen moeten onteigend worden.

4. Il est difficile, à ce stade de l’étude, de déterminer le nombre de maisons à exproprier. Ce n’est qu’après discussions avec les différentes administrations communales, en fonction de l’adaptation de la voirie et des éventuels travaux d’infrastructure (entres autres construction des murs de soutènement) que l’on pourra déterminer quelles habitations devront être expropriées.

5. Volgende reizigersgebouwen zullen moeten worden gesloopt : Bosvoorde, Genval, Rixensart, Profondsart.

5. Les baˆtiments des voyageurs suivants devront être démolis : Boitsfort, Genval, Rixensart, Profondsart.

DO 1999200000455

DO 1999200000455

Vraag nr. 79 van de heer Arnold Van Aperen van 24 december 1999 (N.) :

Question no 79 de M. Arnold Van Aperen du 24 décembre 1999 (N.) :

Vrachtwagens. — Overlading. — Weging. — Weegkosten.

Camions. — Surcharge. — Pesage. — Frais de pesage.

Bij rijkswachtcontroles op overlading komt het regelmatig voor dat een vrachtwagen, waarvan vermoed wordt dat de maximum toegelaten massa en/of de maximum aslasten overschreden zijn, voor weging afgeleid wordt naar een private weegbrug.

Lors des controˆles effectués pour détecter les surcharges, la gendarmerie renvoie fréquemment vers un pont-bascule privé les camions dont elle pense qu’ils dépassent le poids maximal autorisé ou la charge maximale à l’essieu. ` qui incombent les frais de pesage : A

Ten laste van wie zijn de weegkosten : 1) indien wordt vastgesteld dat de vrachtwagen niet overladen is, noch wat zijn maximaal toegelaten massa, noch wat zijn aslasten betreft;

1) lorsqu’il apparaıˆt que ni le poids maximal autorisé ni la charge maximale à l’issieu n’ont été dépassés;

2) indien één of andere vorm van overlading wordt vastgesteld ?

2) lorsque l’une ou l’autre forme de surcharge est constatée ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat ik over geen inlichtingen beschik inzake de eventuele regelingen die de rijkswacht zou getroffen hebben betreffende het betalen van de weegkosten bij het gebruik van private weegbruggen. Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheid van mijn collega

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que je ne dispose pas des renseignements relatifs aux procédures utilisées par la gendarmerie concernant le paiement des frais de pesage lorsqu’il est fait usage de ponts à peser privés. Cette matière concerne les compétences de mon collègue de l’Inté-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1741

van Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor de wegcontroles uitgevoerd door de rijkswacht. (Vraag nr. 113 van 27 januari 2000.)

rieur, qui est compétent pour les controˆles routiers effectués par la gendarmerie. (Question no 113 du 27 janvier 2000.)

De wegbrigadiers van het bestuur van het Vervoer te land van mijn departement hebben inzake het gebruik van bepaalde private weegbruggen afspraken gemaakt met de eigenaars. Deze regeling komt erop neer dat de bestuurder van de vrachtwagen slechts betaalt, indien er overtredingen inzake aslasten of op de maximaal toegelaten massa worden vastgesteld.

Les brigardiers de la route de l’administration du Transport terrestre de mon département ont, lors de l’utilisation de ponts à peser privés, convenu avec les propriétaires de ne faire payer la pesée par les conducteurs de camion, que lorsqu’une infraction en matière de dépassement de charge par essieu ou de masse maximale autorisée est constatée.



Consumentenzaken

Protection de la consommation

DO 0000199950325

DO 0000199950325

Vraag nr. 8 van mevrouw Colette Burgeon van 4 oktober 1999 (Fr.) :

Question no 8 de Mme Colette Burgeon du 4 octobre 1999 (Fr.) :

Geneesmiddelen. — Verpakking. — Veilige sluiting.

Médicaments. — Conditionnement. — Bouchons de sécurité.

De verpakking van bepaalde geneesmiddelen sticht verwarring. Statistieken tonen aan dat 40 % van de gevallen van vergiftiging die zich in huis voordoen, toe te schrijven zijn aan het onoordeelkundig of per ongeluk innemen van geneesmiddelen. Tot nu toe heeft geen enkele studie aangetoond dat een veiligheidsdop het aantal ongelukken zou beperken of verminderen. Toch kan men zich afvragen waarom de techniek van de veiligheidsdop niet wijder verbreid is in de apotheken.

Actuellement, le conditionnement de certains médicaments peut prêter à confusion. Il est statistiquement démontré que 40 % des intoxications à domicile restent liées à une ingestion incorrecte, voire accidentelle de certaines substances médicamenteuses. Même si aucune étude n’a prouvé jusqu’ici qu’un bouchon de sécurité limite ou diminue le nombre d’accidents, on est en droit de se demander pourquoi la technique du bouchon inviolable n’est pas plus répandue en pharmacie.

1. Waarom heeft deze uitvinding geen ingang gevonden voor bereidingen op medisch voorschrift, met name methadonbereidingen ?

1. Pourquoi ce concept n’est-il pas développé pour les magistrales et notamment celles de méthadone ?

2. Waarom hebben de apothekers zoveel moeite om aan veiligheidsdoppen te geraken ?

2. Pourquoi les pharmaciens éprouvent-ils tant de mal à se procurer de tels bouchons de sécurité ?

3. Welke maatregelen heeft u gebeurlijk al genomen ?

3. Quelles mesures éventuelles avez-vous déjà prises en ce sens ?

Antwoord : In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Réponse : En réponse à sa question, je prie l’honorable membre de prendre connaissance de ce qui suit.

1. Wat de officinale en magistrale bereidingen betreft, zijn in de huidige wetgeving, met het oog op een veilig gebruik van zulke bereidingen, bepaalde maatregelen vermeld :

1. En ce qui concerne les préparations magistrales et officinales, la législation actuelle, dans le but de garantir la sécurité lors de l’utilisation de ces préparations, mentionne les dispositions suivantes :


1999

2000


223

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1742

— op de recipie¨nten van bereidingen die bepaalde gifstoffen, verdovende middelen of bepaalde psychotrope stoffen bevatten, moet een speciaal oranjerood etiket worden aangebracht, waarop in het zwart gedrukt, een doodshoofd en de vermelding « poison - vergift » voorkomen;

— les récipients de préparations qui contiennent certaines substances toxiques, des stupéfiants ou certaines substances psychotropes, doivent porter une étiquette spéciale rouge orangé avec, imprimées en noir, une tête de mort et la mention « poison-vergift »;

— flessen, flacons en andere primaire verpakkingen met geneesmiddelen voor uitwendig gebruik en hun eventuele buitenverpakking moeten worden afgeleverd, voorzien van een bijzonder roodkleurig etiket met de woorden « uitwendig gebruik — usage externe » en van een waarschuwingsteken in relie¨f herkenbaar bij aanraking;

— les bouteilles, flacons et autres conditionnements primaires contenant des médicaments pour l’usage externe ainsi que leur éventuel emballage extérieur doivent être délivrés munis d’une étiquette spéciale de couleur rouge portant les mentions « uitwendig gebruik — usage externe » et d’un signe en relief de mise en garde identifiable au toucher;

— op het etiket van die bereidingen moeten de apothekers duidelijk schrijven hoe men die innemen of gebruiken moet, indien de geneesheer dat op zijn recept heeft vermeld.

— les pharmaciens doivent clairement écrire sur l’étiquette de ces préparations la manière de les prendre ou de les employer, si le médecin l’a indiquée lui-même sur son ordonnance.

Daarenboven werd in een ontwerp van koninklijk besluit voorgesteld dat de apotheker duidelijk op de verpakking van de door hem in de apotheek bereide geneesmiddelen de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de therapeutisch werkzame bestanddelen die in de bereiding voorkomen, evenals de bereidingsdatum, vermeldt.

En outre, un projet d’arrêté royal propose que le pharmacien inscrive clairement sur l’emballage des médicaments qu’il prépare en officine la composition qualitative et quantitative des constituants thérapeutiques actifs qui entrent dans la préparation, ainsi que la date de la préparation.

2 en 3. Door mijn administratie zal, in overleg met de meest representatieve beroepsorganisaties van officina-apothekers, worden nagegaan in hoeverre het in de praktijk mogelijk is om in bepaalde bereidingen te voorzien van een veiligheidssluiting.

2 et 3. Mon administration, en concertation avec les organisations professionnelles les plus représentatives des pharmaciens d’officine, examinera comment il sera possible de prévoir, dans la pratique, un bouchon de sécurité pour certaines préparations.

Wat de bereidingen met methadon betreft, wil ik er toch op wijzen dat een veiligheidssluiting niet van die aard mag zijn dat het voor toxicomanen moeilijk zou worden om zulke bereiding in te nemen.

Pour ce qui concerne les préparations renfermant de la méthadone, je voudrais souligner qu’une fermeture de sécurité ne doit pas empêcher le toxicomane d’absorber la préparation.

DO 1999200000380

DO 1999200000380



Nitrosamines in de voeding.

Nitrosamines dans l’alimentation.

Test Gezondheid (van december 1999) verrichtte een enquête naar het nitrosaminengehalte in meer dan 600 voedingsproducten in vijf Europese landen. Het is bekend dat nitrosamines zelfs in kleine doses kankerverwekkend zijn en dat zij vooral in vlees worden verwerkt.

Test Santé (du mois de décembre 1999) a enquêté sur la teneur en nitrosamines de plus de 600 produits alimentaires à travers cinq pays européens. On sait que les nitrosamines sont cancérigènes même à faible dose, et qu’elles sont surtout présentes dans les viandes.

Die nitraatderivaten werden vroeger gebruikt wegens hun bewarende en antibacterie¨le eigenschappen, maar vandaag dienen zij enkel nog om vlees « een mooie kleur » te geven. Het gebruik ervan wordt dus louter door commercie¨le redenen ingegeven en is geenszins noodzakelijk vanuit het oogpunt van de volksgezondheid.

Jadis utilisés pour leur pouvoir conservateur et antibactérien, ces dérivés de nitrate n’ont plus aujourd’hui, pour justification, que la « belle coloration » qu’ils confèrent aux viandes. Leur utilisation, strictement commerciale, n’est donc pas du tout nécessaire du point de vue de la santé publique.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1743

Belgie¨ scoort in die enquête het slechtst, met 6 % van de producten die de aanvaardbare grenswaarden soms in ruime mate overschrijden. Voor 1995 beschikte ons land echter over een voldoende stringente wetgeving, maar ons land heeft zich geconformeerd aan een laksere Europese richtlijn. Sommige producenten hebben daarvan gebruik gemaakt om opnieuw nitrosamines in de voedingsketen te introduceren.

Les résultats de la Belgique sont les plus mauvais avec 6 % de produits dépassant, parfois très largement, les limites acceptables. Avant 1995, pourtant, notre pays disposait d’une législation suffisamment sévère, mais la Belgique s’est alignée sur une directive européenne plus laxiste. Certains producteurs en ont profité pour réintroduire les nitrosamines dans la chaıˆne alimentaire.

Kan men dat dossier niet opnieuw op de agenda plaatsen en druk uitoefenen op Europees niveau om terzake tot een strengere aanpak te komen ?

Pourrait-on remettre ce dossier à l’ordre du jour et faire pression au niveau européen pour obtenir une plus grande sévérité en la matière ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

In het advies van het Europese Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding van 22 september 1995 over nitraat en nitriet zijn sommige nitrosamines genotoxisch carcinogeen, zodat er geen 100 % veilig niveau kan vastgesteld worden. Hoewel de blootstelling aan deze stoffen zeer laag is, wordt gevraagd inspanningen te doen om de blootstelling te minimaliseren.

Dans l’avis du 22 septembre 1995 donné par le Comité scientifique européen pour l’alimentation humaine relative aux nitrates et nitrites, certaines nitrosamines sont considérées comme des cancérigènes génotoxiques. Par conséquent, un niveau de sécurité à 100 % ne peut pas être fixé. Bien que l’exposition à ces produits est très faible, il a été demandé d’accomplir des efforts pour minimaliser cette exposition.

Ik accepteer de arbitraire limieten die Test Gezondheid hanteert, en daaruit voortvloeiend het percentage zogenaamd onaanvaardbare producten, niet zonder meer. Dit moet grondig bestudeerd worden. Er bestaan nu (nog) geen wettelijke maximale gehaltes voor nitrosamines in voedingsmiddelen in Europa, Belgie¨ of de USA. Momenteel gaat er in het algemeen meer aandacht naar normstelling voor contaminanten en ik ben er dan ook voorstander van om wettelijke limieten vast te stellen voor nitrosamines. Enerzijds moet gedefinieerd worden welke nitrosamines dienen gemeten te worden. Anderzijds moeten de gehaltes zelf vastgesteld worden, per individuele stof of voor de som van een reeks nitrosamines. Belangrijk is hierbij de analytische haalbaarheid van de normen, die met voldoende rechtszekerheid (een acceptabele analytische onzerkerheid) moeten kunnen afgedwongen worden. Er werd een spoedadvies gevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad. De kwaliteiten van de laboratoria worden onderzocht en er werden monsters genomen van vleeswaren voor onderzoek op nitraat en nitriet en nitrosamines, zodat ik u kan verzekeren dat het dossier behandeld wordt.

Je n’accepte pas sans plus la limite arbitraire utilisée par Test Santé et par conséquent le pourcentage de produits considéré comme inacceptable. Ceci nécessite d’être étudié en profondeur. Actuellement, il n’existe pas (encore) de teneurs légales maximales pour les nitrosamines dans les aliments. Et ceci, aussi bien en Europe, qu’en Belgique ou aux USA. En ce moment, la normalisation des teneurs en contaminants reçoit de manière générale une plus forte attention et je suis par conséquent aussi favorable pour fixer des limites pour les nitrosamines. D’une part, il faut déterminer quelles sont les nitrosamines qu’il est utile de mesurer. D’autre part, ces teneurs doivent être déterminées, par produit individuel ou pour la somme d’une série de nitrosamines. De plus, il est important que la norme soit réalisable du point de vue analytique, celle-ci doit pouvoir être obtenue avec une sécurité juridique suffisante (ou encore avec une erreur analytique acceptable). Un avis urgent a été demandé au Conseil supérieur d’hygiène. La qualité des laboratoires est etudiée et différents échantillons de viandes ont été prélevés pour analyser teneurs en nitrates, nitrites, et nitrosamines. Je peux donc vous assurer que ce dossier est à l’étude.

Wat betreft de Europese additievenwetgeving, zal Belgie¨ nauwkeurig de discussies volgen naar aanleiding van artikel 7 van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven, die dit jaar zullen plaatshebben. Dit artikel stelt immers : « In overeenstemming met (...) herziet de Commissie binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn de in deze richtlijn gestelde gebruiksvoorwaarden en stelt zij de nodige wijzigingen voor. » Dit gaat gepaard met een advies van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke

En ce qui concerne la réglementation européenne des additifs, la Belgique suivra avec soin ls discussions qui se dérouleront cette année concernant l’article 7 de la directive 95/2/CE concernant les additifs alimentaires. Puisque cet article dit : « en accord avec (...) la Commission réexamine, dans un délai de cinq ans à compter de l’entrée en vigueur de la présente directive, les conditions d’emploi qui y sont énoncées et propose, le cas échéant, des modifications ». Ceci est couplé avec un avis du Comité scientifique pour l’alimen-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1744

voeding. Het is reeds duidelijk dat nitraat en nitriet bijzondere aandacht zullen krijgen, hoewel het allesbehalve duidelijk is dat dit zal resulteren in wijzigingen.

tation humaine. Il est déjà très clair que les nitrates et les nitrites recevront une attention toute particulière. Et ce, malgré qu’il est loin d’être certain que ceci aboutira à des modifications.

Het huidige standpunt van de Europese Commissie wordt duidelijk uiteengezet in beschikking 1999/ 830/EG van de Commissie van 26 oktober 1999 betreffende kennisgeving door het koninkrijk Denemarken van de nationale bepalingen met betrekking tot het gebruik van sulfieten, nitrieten en nitraten in levensmiddelen. De van richtlijn 95/2/EG afwijkende (strengere) Deense nationale bepalingen zijn bestudeerd door de Commissie en werden niet goedgekeurd. De Europese Commissie is van mening dat de betrokken maatregelen geen rechtvaardiging vinden in de noodzaak de volksgezondheid te beschermen. De Commissie constateert dat de Deense maatregelen weliswaar ten doel hebben de volksgezondheid te beschermen, maar verder gaan dan strikt noodzakelijk is om deze doelstelling te kunnen verwezenlijken. De Europese Commissie bevestigt dat de voorwaarden (in de Europese richtlijn) in vleesproducten niet ruimer zijn dan hetgeen noodzakelijk is om deze additieven hun technologische functie te doen vervullen. De in vleesproducten gebruikte nitrieten en nitraten zorgen ervoor dat de groei van schadelijke micro-organismen zoals de Clostridium botulium wordt voorkomen of een halt wordt toegeroepen.

La position actuelle de la Commission européenne est clairement présentée dans la décision 1999/830/CE de la Commission du 26 octobre 1999 relative aux dispositions nationales notifiées par le royaume du Danemark concernant l’emploi des sulfites, nitrites et nitrates dans les denrées alimentaires. Les dispositions nationales danoises qui sont plus restrictives que la directive 95/2/CE ont été examinées par la Commission et ne sont pas approuvées. La Commission constate que les mesures danoises ont bien pour objectif de protéger la santé publique, mais excèdent ce qui est nécessaire pour atteindre cet objectif. La Commission européenne est d’avis que les mesures en cause ne sont donc pas justifiées par la nécessité de protéger la santé publique. La Commission confirme que les conditions d’emploi (prévues dans la directive) des nitrites et des nitrates dans les produits de viande ne dépassent pas ce qui est nécessaire pour que ces additifs remplissent leur fonction technologique. Les nitrites et les nitrates tendent à inhiber ou arrêter la croissance de microorganismes indésirables, tel le Clostridium botulinum.

In de komende maanden wordt ook het verslag verwacht van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement in verband met deze additievenrichtlijn.

Notons enfin que le rapport de la Commission au Conseil et au Parlement européen sur cette directive concernant les additifs est attendu dans les prochains mois.

Volksgezondheid

Santé publique

DO 1999200000391

DO 1999200000391

Vraag nr. 42 van mevrouw Frieda Brepoels van 14 december 1999 (N.) :

Question no 42 de Mme Frieda Brepoels du 14 décembre 1999 (N.) :

Onderzoek inzake motorolie in frituurvet.

Enquête relative à l’utilisation d’huile moteur dans la graisse de friture.

Onder de vorige legislatuur kregen premier Dehaene en toenmalig minister van Volksgezondheid Luc Van den Bossche in de laatste weken van de vorige regering een brief waarin gemeld werd dat sommige frituuruitbaters motorolie onder hun frituurvet mengden. Frituuruitbaters zouden op die manier hun vet meer hittebestendig kunnen maken. Daardoor blijft het langer houdbaar en moeten ze hun vet minder snel vervangen. Bovendien hebben ze minder kosten voor het ophalen van het vuile vet. De gevolgen voor de volksgezondheid hangen af van het type olie dat is gebruikt.

Sous la législature précédente, et plus précisément au cours des dernières semaines du gouvernement Dehaene II, le premier ministre et le ministre de la Santé publique en fonction à l’époque, M. Luc Van den Bossche, ont reçu une lettre les informant que certains exploitants de friteries mêlaient de l’huile moteur à leur graisse de friture. Les exploitants concernés pourraient ainsi augmenter la résistance à la chaleur de leur graisse. Ils pourraient la conserver plus longtemps, de sorte qu’ils devraient la remplacer moins souvent. De plus, ils réduiraient leurs couˆts liés


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1745

De Eetwareninspectie bij het ministerie van Volksgezondheid nam de tip ernstig en bereidde een aantal maanden geleden een onderzoek voor.

à l’enlèvement de leur graisse usée. Les effets de cette pratique néfaste pour la santé publique sont fonction du type d’huile utilisée. L’Inspection des denrées alimentaires du ministère de la Santé publique a pris cette information au sérieux et, il y a quelques mois, a entamé une enquête.

1. De Eetwareninspectie heeft een laboratorium aangesproken om een methode te ontwikkelen waarmee ter plekke vastgesteld kan worden of frituurvet al dan niet gemengd is met motorolie.

1. L’Inspection des denrées alimentaires a contacté un laboratoire en vue de la mise au point d’une méthode permettant de constater sur place si de l’huile moteur a été mêlée à de la graisse de friture.

Welke methode werd ontwikkeld ?

Quelle méthode a été mise au point ?

2. Vervolgens zouden er uitgebreide steekproeven worden uitgevoerd.

2. Ensuite, des échantillons très nombreux devaient être effectués.

a) Zijn deze steekproeven afgerond ?

a) Le prélèvement de ces échantillons est-il terminé ?

b) Zo ja, wat zijn de resultaten van het onderzoek ?

b) Dans l’affirmative, à quels résultats a-t-il abouti ?

c) Zo neen, hoever staat men ermee, wanneer zullen ze afgerond zijn en zijn er al voorlopige bevindingen ?

c) Dans la négative, à quel stade se trouve-t-il, quand sera-t-il terminé, et a-t-il déjà permis de tirer des conclusions provisoires ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

1. De methode, die ontwikkeld werd om de eventuele aanwezigheid van motorolie in frituurvet op te sporen, omvat eerst een kwalitatieve screening en vervolgens, bij positief of verdacht resultaat, één of twee bevestigingen.

1. La méthode développée pour dépister la présence éventuelle d’huile moteur dans la graisse de friture comprend tout d’abord un dépistage (screening) qualitatif et ensuite, en cas de résultat positif ou suspect, une ou deux confirmations.

De kwalitatieve screening is gesteund op het principe van de sterke roodkleurende absorptie met behulp van Soedan-rood van de minerale olie, na hydrolyse van het vet of de olie, bij filtratie over een filter. Met deze methode kan een toevoeging van 0,1 tot 0,2 % motorolie aan frituurvet of -olie in principe opgespoord worden. Het is echter mogelijk dat valse positieve monsters of verdachte monsters met deze screening ontdekt worden, bijvoorbeeld bij langdurig en sterk verhitte frituurvetten (ten gevolge van blokpolymerisatie) en bij het frituren van sterk gekleurde grondstoffen (brochetten, loempia’s en dergelijke die kruiden bevatten).

Le screening qualitatif est basé sur le principe de l’absorption avec une forte coloration rouge de l’huile minérale au moyen du rouge Soudan, après hydrolyse de la graisse ou de l’huile, lors de la filtration sur filtre. Cette méthode permet, en principe, de détecter l’addition de 0,1 à 0,2 % d’huile moteur à la graisse ou à l’huile de friture. Il est cependant possible que ce screening produise des échantillons faussement positifs ou suspects, par exemple s’il s’agit de graisses de friture chauffées longuement à très haute température (suite à la polymérisation en bloc) ou de friture de matières premières fortement colorées (brochettes, paˆtés impériaux et autres qui contiennent des épices).

Indien de screening positief is of een verdacht resultaat geeft, bestaat een eerste bevestiging in de bepaling van de onverzeepbare fractie na hydrolyse van het vet of de olie en vergelijking van de onverzeepbare fractie van het monster met niet gebruikt frituurvet of -olie. Daarbij kan een verhoging van de onverzeepbare fractie vanaf 0,5 % opgespoord worden. Absolute zekerheid over toevoeging van motorolie bestaat vanaf 1 à 2 % toevoeging. Om een mogelijk effect te hebben is vermoedelijk echter een veel hogere concentratie vereist, zodat een eventuele toevoeging zeker zal opgespoord worden.

Si le screening est positif ou donne un résultat suspect, une première confirmation consiste à déterminer la fraction insaponifiable après hydrolyse de la graisse ou de l’huile et à comparer la fraction insaponifiable de l’échantillon avec la graisse ou l’huile de friture non utilisée. Une augmentation de la fraction insaponifiable peut être détectée à partir de 0,5 %. La certitude absolue quant à l’addition d’huile moteur est obtenue à partir de l’addition de 1 à 2 %. Pour arriver à un effet possible, il faut probablement une concentration beaucoup plus élevée, ce qui fait qu’une addition éventuelle sera sans aucun doute détectée.

Een tweede bevestiging bestaat uit de vaststelling van de verhoging van de natuurlijke calcium- en

Une seconde confirmation consiste en la constatation de l’élévation des teneurs naturelles en calcium et


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1746

magnesiumgehalten in frituurolie, waaraan motorolie wordt toegevoegd. In motorolie zijn inderdaad hoge concentraties van deze elementen aanwezig, die dan ook bijkomend als opsporingsmiddel kunnen gebruikt worden.

en magnésium dans l’huile de friture à laquelle de l’huile moteur a été ajoutée. L’huile moteur contient des concentrations élevées de ces éléments qui peuvent alors être utilisés comme moyen de détection complémentaire.

Om deze redenen werden zo mogelijk steeds drie monsters genomen : een monster ongebruikt frituurvet of -olie, een monster frituurvet in gebruik en een monster gebruikt frituurvet of -olie.

Pour cette raison, trois échantillons ont si possible toujours été prélevés : un échantillon de graisse ou d’huile de friture non utilisée, un échantillon de graisse de friture en usage et un échantillon de graisse ou d’huile de friture usagée.

De uitwerking van deze methode werd eind juni 1999 gestart en stond pas tegen half oktober 1999 op punt, omdat de methode ook eerst door het betrokken laboratorium in de eigen streek op een dertigtal monsters uitgetest werd, met gunstig resultaat (geen toevoeging van motorolie ontdekt, de methode kon in de praktijk gebruikt worden).

Le développement de cette méthode a été entamé fin juin 1999 et n’a pu être finalisé qu’à la mi-octobre 1999 parce que la méthode a d’abord été testée par le laboratoire concerné dans sa propre région, sur une trentaine d’échantillons, avec un résultat favorable (aucune addition d’huile moteur n’a été découverte, la méthode pouvait être utilisée en pratique).

2. De Algemene Eetwareninspectie heeft dan een eerste uitgebreide steekproef (zowat 6 % van de frituren) vanaf half oktober 1999 uitgevoerd : van de 370 bemonsterde frituren of restaurants was het allergrootste gedeelte negatief met de screeningsmethode. De verdachte monsters bleken bij de eerste bevestigingsproef echter alle negatief, zodat de tweede bevestiging niet moest uitgevoerd worden. Dat betekent dus dat deze 370 bemonsterde inrichtingen geen motorolie aan hun frituurolie of -vet hebben toegevoegd. Hier moet aan toegevoegd worden dat de streek van de persoon, die de klacht had ingediend, volledig werd bemonsterd en dat ook vele frituren tijdens weekends werden bemonsterd.

2. L’Inspection générale des denrées alimentaires a alors effectué, à partir de la mi-octobre 1999, un premier controˆle étendu par sondage (quelque 6 % des friteries) : la majorité des 370 friteries ou restaurants échantillonnés dans le cadre du screening étaient négatifs. Les échantillons suspects se sont tous avérés négatifs dans le premier essai de confirmation, ce qui fait qu’une seconde confirmation n’a pas dû être réalisée. Cela implique donc que ces 370 établissements échantillonnés n’avaient pas ajouté d’huile moteur à leur graisse ou à leur huile de friture. Il faut encore préciser que la région de l’auteur de la plainte a été complètement échantillonnée et que des échantillons ont aussi été prélevés dans de nombreuses friteries pendant le week-end.

De Algemene Eetwareninspectie heeft een tweede reeks monsternamen gestart vanaf half november 1999 en is daar nog steeds mee bezig. Daarbij wordt soms ook teruggegaan naar reeds bemonsterde inrichtingen, zodat deze niet het gevoel krijgen dat ze ooit slechts eenmaal zullen bemonsterd worden. De uitslagen van de 410 genomen monsters geven tot nu toe hetzelfde gunstige resultaat : er werden geen positieve monsters gevonden (dus geen toevoeging van motorolie).

L’Inspection générale des denrées alimentaires a entamé une seconde série d’échantillonnages à partir de la mi-novembre 1999, une action encore en cours et qui controˆle parfois des établissements déjà échantillonnés par le passé afin qu’ils n’aient pas l’impression qu’ils ne peuvent être controˆlés qu’une seule fois. Les résultats des 410 échantillons prélevés jusqu’à présent sont tous favorables : aucun échantillon positif n’a été découvert (donc pas d’addition d’huile moteur).

Dat betekent dat de in totaal 590 tot nu toe ontlede monsters frietvet en -olie (op 780 genomen monsters of in totaal ongeveer 10 % van de inrichtingen) alle een gunstig resultaat geven.

Cela signifie que les 590 échantillons de graisse ou d’huile de friture analysés jusqu’à présent (sur 780 échantillons prélevés ou au total 10 % des établissements) donnent tous un résultat favorable.

Het is niet mogelijk te zeggen wanneer dit onderzoek zal afgerond zijn ; er zullen in de toekomst uiteraard nog monsters genomen worden.

On ne peut dire dès à présent quand cette opération pourra être finalisée; on prélèvera de toute évidence encore des échantillons à l’avenir.

Tenslotte kan hier nog aan toe gevoegd worden dat tegelijkertijd een grondig en intensief onderzoek uitgevoerd wordt naar het eventuele hergebruik van reeds gebruikt frituurvet. De voorlopige resultaten wijzen er

Il faut enfin ajouter qu’un examen approfondi et intensif est, en même temps, consacré au dépistage de la réutilisation éventuelle de graisse de friture usagée. Les résultats provisoires semblent indiquer que la


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1747

echter op dat gebruikt frituurvet of -olie niet zou opnieuw in het circuit van de menselijke voeding gebracht worden.

graisse ou l’huile de friture usagée n’est pas remise dans le circuit de l’alimentation humaine.

DO 1999200000411

DO 1999200000411

Vraag nr. 44 van mevrouw Joke Schauvliege van 17 december 1999 (N.) :

Question no 44 de Mme Joke Schauvliege du 17 décembre 1999 (N.) :

ADHD-syndroom. — Geneesmiddel « Rilatine ».

Syndrome de l’ADHD. — Médicament « Rilatine ».

Test Gezondheid brengt in zijn nummer van december 1999 een artikel over kinderen die lijden aan het ADHD-syndroom (« Attention Deficit Hyperactivity Disorder » of hyperactiviteit). De voornaamste kenmerken van dit syndroom zijn aandachtstekort, gestoorde bewegingsdrang en impulsiviteit. De kinderen hebben vaak te kampen met leerproblemen, faalangst, slordigheid, onhandigheid, sociale problemen, motorische en psychomotorische ontwikkelingsstoornissen.

Le magazine Test-Santé a publié dans son numéro de décembre 1999 un article consacré aux enfants atteints du syndrome de l’ADHD (« Attention Deficit Hyperactivity Disorder ») ou « syndrome de l’hyperactivité ». Le manque de concentration, la manie de bouger et l’impulsivité en sont les principaux signes. Les enfants atteints du syndrome sont souvent confrontés à des problèmes d’apprentissage, au trac, au laisser-aller, à la maladresse, à des problèmes sociaux et à des troubles liés au développement moteur et psychomoteur.

Een verantwoorde en langdurige aanpak van de kenmerken van ADHD via de ouders, de omgeving en het kind kan een merkbare gedragsverbetering teweegbrengen. Enkel na een diepgaand onderzoek kan eventueel worden beslist geneesmidelen in te schakelen in de behandeling. Meestal wordt het geneesmiddel Rilatine (methylphenidaat) voorgeschreven.

La collaboration des parents, de l’entourage, ainsi que de l’enfant lui-même à un traitement efficace et de longue haleine peut contribuer à une nette amélioration du comportement de l’enfant. Dans le cadre du traitement, le recours aux médicaments ne peut être autorisé qu’après une étude approfondie. Le médicament prescrit en règle générale est la rilatine (méthylphénidate).

1. Is er enig zicht over de mate waarin het syndroom bij Belgische kinderen verspreid is ? 2. Bestaat er cijfermateriaal over het gebruik van Rilatine, aangezien het geneesmiddel enkel op doktersvoorschrift te verkrijgen is ?

1. Existe-t-il des données indiquant le nombre d’enfants belges atteints du syndrome ? 2. E´tant donné que la rilatine est uniquement délivrée sur ordonnance médicale, existe-t-il des chiffres relatifs à son utilisation ?

3. Heeft dit geneesmiddel — aangezien het tot de stimulerende middelen behoort — ook bijwerkingen, en zo ja, welke ?

3. Ce médicament faisant partie de la catégorie des remèdes stimulants, présente-t-il des effets secondaires ? Dans l’affirmative, lesquels ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid, heb ik de eer volgende inlichtingen te verstrekken.

Réponse : En réponse à sa question, je prie l’honorable membre de bien vouloir prendre connaissance de ce qui suit.

1. Deze gegevens zijn niet nauwkeurig gekend.

1. Ces données ne sont pas connues avec précision.

2. De cijfers van het totaal Belgisch jaarlijks verbruik van methylphenidaat (actief bestanddeel) worden bijgehouden door de Dienst voor verdovende middelen van de Farmaceutische Inspectie. Deze cijfers maken echter geen onderscheid wat betreft de indicaties waarvoor dit product wordt voorgeschreven zodat het niet mogelijk is daaruit conclusies te trekken over het aantal gevallen van ADHD.

2. Des chiffres reprenant les valeur totales de consommations annuelles belges de méthylphénidate (principe actif de la rilatine) sont enregistrés par le Service des stupéfiants de l’Inspection générale de la pharmacie. Ces chiffres ne font pas la distinction en fonction des indications pour lesquelles cette substance est prescrite rendant donc impossible de tirer des conclusions concernant le nombre de cas d’ADHD.

3. Voor de bijwerkingen stuur ik in bijlage de in voege zijnde en aanvaarde wetenschappelijke bijslui-

3. Pour les effets secondaires de la rilatine je vous renvoie à la notice scientifique adoptée et en vigueur


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1748

ter. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen, maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

annexée à la réponse. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Ik moet er u ook aan herinneren dat dit product werd geklasseerd in tabel II van het Internationaal Verdrag van Wenen op psychotrope stoffen (UNO) daar de eigenschappen verwant zijn met die van de amfetamines en tot verslaving kunnen leiden.

Je dois également vous rappeler que cette substance a été classée au tableau II de la Convention internationale sur les substances psychotropes de Vienne (ONU) pour ses propriétés proches de celles des amfétamines et pour son potentiel à engendrer des dépendances.

Deze internationale maatregel is in onze nationale wetgeving ingelast geweest door het klasseren van dit product in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen en dus in de meest gecontroleerde categorie.

Cette disposition internationale a été traduite dans notre législation en classant cette substance au chapitre II de l’arrêté royal du 22 janvier 1998 réglementant certaines substances psychotropes, soit dans la classe la plus sévèrement controˆlée.

DO 1999200000445

DO 1999200000445



Proeven met geneesmiddelen op vrijwilligers door de farmaceutische industrie.

Utilisation par l’industrie pharmaceutique de volontaires pour tester des médicaments.

1. Klopt het dat Belgische of in Belgie¨ gevestigde buitenlandse farmaceutische bedrijven in ons land vrijwilligers betalen om geneesmiddelen op zich te laten uittesten, met alle mogelijke risico’s van dien voor de gezondheid van de proefpersonen ?

1. Serait-il exact que, dans notre pays, des industries pharmaceutiques belges ou étrangères installées en Belgique feraient appel au service de volontaires rémunérés pour tester des médicaments, ce qui pourrait présenter des risques pour la santé de ces hommes ou de ces femmes cobayes ?

2. a) Zijn dergelijke proeven op mensen, weliswaar vrijwilligers die echter meestal financie¨le problemen hebben legaal ?

2. a) De telles expérimentations sur des êtres humains, volontaires il est vrai, mais souvent en difficulté financière, sont-elles légales ?

b) Zo ja, zijn er regels om deze nieuwe vorm van menselijke uitbuiting te verhinderen ?

b) Dans l’affirmative, existe-t-il des règles pour éviter cette nouvelle exploitation de l’homme par l’homme ?

3. Doen in het buitenland gevestigde Belgische bedrijven of in Belgie¨ gevestigde multinationals die zowel in Belgie¨ als in andere landen actief zijn, een beroep op vrijwilligers uit ontwikkelingslanden als goedkope proefkonijnen voor het testen van geneesmiddelen ?

3. D’autre part, des sociétés belges installées à l’étranger ou des multinationales installées en Belgique en œuvrant tant en Belgique qu’à l’étranger, feraientelles appel à des volontaires de pays sous-développés pour tester des médicaments à bon compte ?

4. In het RTBF-televisieprogramma « L’écran témoin » van 6 december 1999 werd een getuige opgevoerd die verklaarde dat er in het CHU (vermoedelijk het ziekenhuis van Luik) proeven met geneesmiddelen op hem waren genomen. Dat getuigenis lijkt de bewering dat er in Belgie¨ geneesmiddelen op vrijwilligers worden uitgetest, te staven.

4. Lors de l’émission télévisée à la RTBF « L’écran témoin » du 6 décembre 1999, un témoin exprimait avoir subi des expérimentations de médicaments au CHU (on peut présumer qu’il s’agit du centre hospitalier de Liège). Ce témoignage tend à confirmer l’expérimentation de médicaments sur des volontaires en Belgique.

Is het normaal dat openbare of privé-ziekenhuizen hun infrastructuur zomaar ter beschikking kunnen

Est-il logique que des hoˆpitaux, privés ou publics, puissent mettre leur infrastructure à disposition de


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1749

stellen van de farmaceutische industrie voor dergelijke proeven ?

l’industrie pharmaceutique pour réaliser de telles expériences ?

5. Beschikt men over gegevens over de gevolgen van dergelijke proeven voor de vrijwillige proefpersonen op korte, middellange en lange termijn ?

5. Dispose-t-on de données sur les effets à court, moyen et long terme que subissent ces hommes et ces femmes volontaires à l’occasion de telles expérimentations ?

6. Wordt het niet tijd dat de wetgever paal en perk stelt aan dergelijke praktijken ?

6. N’est-il pas temps de légiférer en la matière pour mettre fin à de telles pratiques ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen en in uitvoering daarvan, het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen aan de farmaceutische industrie de verplichting opleggen, zowel de doeltreffendheid als de onschadelijkheid ervan te bewijzen. Dit bewijs wordt bekomen dankzij klinische studies die uitgevoerd worden zowel op vrijwilligers als op patie¨nten die lijden aan de ziekte waarvoor de geneesmiddelen bestemd zijn. Alle documentatie wordt ter evaluatie onderworpen aan de Algemene Farmaceutische Inspectie. Vooraleer de geneesmiddelen een vergunning voor het in de handel brengen verkrijgen, worden zij gee¨valueerd wat betreft de benefit/risk.

Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments, et en exécution de celle-ci, l’arrêté royal du 3 juillet 1969 relatif à l’enregistrement des médicaments imposent à l’industrie pharmaceutique de prouver aussi bien leur efficacité que leur innocuité. Ces preuves sont obtenues graˆce aux études cliniques qui sont effectuées tant sur des volontaires que sur des malades qui présentent la maladie qu’ils sont sensés soigner. Toute la documentation est soumise pour évaluation auprès de l’Inspection générale de la pharmacie. Avant de recevoir une autorisation de mise sur le marché, les médicaments sont évalués quant au rapport bénéfice/risque qu’ils présentent.

Daarom worden er eerst zogenoemde Fase I studies uitgevoerd op gezonde vrijwilligers om enerzijds de tolerantie van het nieuwe geneesmiddel te documenteren alsmede zijn uitwerking in het menselijk organisme (absorptie, metabolisme, excretie enz.). Bij de uitvoering van deze Fase I studies noteert men bij gezonde vrijwilligers alle verschijnselen die zij vertonen na toediening van het geneesmiddel. Deze proefnemingen vinden plaats in lokalen onder streng medisch toezicht, meestal in ziekenhuizen teneinde een maximale veiligheid van de deelnemers te waarborgen. De geneesmiddelen worden aan de deelnemers slechts toegediend nadat er verschillende toxicologische proeven op dieren uitgevoerd werden. De resultaten van deze dierproeven moeten een veilige toediening aan de deelnemers kunnen waarborgen.

` cette fin, des études appelées Phase I sont d’abord A entreprises auprès de volontaires sains afin de documenter, d’une part, la tolérance du nouveau médicament ainsi que son devenir dans l’organisme humain (absorption, métabolisme, excrétion etc.). Au cours de ces essais de Phase I on enregistre chez les volontaires sains toutes les manifestations qu’ils présentent après administration du médicament. Ces expérimentations se déroulent dans des locaux sous haute surveillance médicale. Le plus souvent même au sein d’institutions hospitalières afin de garantir une sécurité maximale pour les participants. Les médicaments ne sont administrés aux participants qu’après avoir subi de nombreux tests toxicologiques chez des animaux. Les résultats des tests sur animaux doivent pouvoir garantir une administration sûre aux participants.

Alle klinische proefnemingen dienen op voorhand onderworpen te worden aan een ethisch comité dat desgevallend een gunstig advies verleent voor de uitvoering ervan na kennis genomen te hebben van de preklinische documentatie op dieren. Het Ethisch Comité verleent eveneens zijn akkoord over de documentatie welke aan de deelnemers geleverd wordt om hen in te lichten over de draagwijdte van het experiment, de verwachte voordelen en de eventuele risico’s. Alle deelnemers zijn bijgevolg geı¨nformeerd en dienen hun toestemming te geven (meestal schriftelijk) vooraleer aan de klinische proef te mogen deelnemen. Vooraleer zij het geneesmiddel toegediend krijgen ondergaan de vrijwillige deelnemers medische onderzoeken om hun goede gezondheidstoestand bevestigd

Toutes les expérimentations cliniques doivent avoir été soumises, au préalable, à un comité d’éthique qui, le cas échéant, émet un avis favorable quant à sa réalisation après avoir pris connaissance notamment de la documentation pré-clinique (sur animaux). Le Comité d’éthique marque également son accord sur la documentation fournie aux participants en vue de les informer quant à la portée de l’expérimentation, ses bénéfices escomptés et ses risques éventuels. Tous les participants sont dès lors informés et doivent donner leur consentement, le plus souvent par écrit, avant de pouvoir participer à l’essai clinique envisagé. Avant de recevoir le médicament, les participants volontaires sains subissent des examens médicaux pour confirmer leur bon état de santé. Les compensations financières


1999

2000


224

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1750

te zien. De financie¨le compensaties voor de vrijwilligers worden eveneens onderworpen aan het Ethisch Comité. De evaluatie van de protocollen van de klinische proeven, de informatie aan de deelnemers en hun toestemming vinden hun oorsprong in de verklaring van Helsinki die in Belgie¨ van toepassing is op de klinische studies. De klinische studies Fase I of in een later stadium bij patie¨nten worden meestal opgestart door de farmaceutische industrie. Door alzo in Belgie¨ actief te zijn erkent de farmaceutische industrie de kwaliteit van onze onderzoekers alsmede de gevolgde regels. Deze regels zijn samengebracht onder de noemer van de « Goede Klinische Praktijken » welke eveneens door de industrie nageleefd wordt. Zoals in vele andere landen zijn ze ook bij ons van toepassing. Verschillende internationale of nationale wetenschappelijke instanties hebben zich reeds uitgesproken over de voorwaarden die nageleefd moeten worden alvorens een proefneming bij sommige mensen te starten. De Wereldgezondheidsorganisatie, de Raad van Europa en het Raadgevend Comité voor bioe¨thiek hebben regels uitgewerkt die de deelnemers aan de klinische proeven beschermen. Deze regels zijn wereldwijd erkend. Hun toepassing wordt minder en minder in twijfel getrokken. Wat meer is, bij de evaluatie van de documentatie die bij een registratieaanvraag wordt geleverd wordt het ethisch luik eveneens in aanmerking genomen. Een Europese richtlijn is momenteel ter discussie in de Raad en in het Europees Parlement. Belgie¨ neemt actief deel aan de uitwerking van deze tekst die na zijn omzetting in het Belgisch recht enerzijds de verplichtingen van de industrie zal verzwaren en anderzijds de bescherming van de deelnemers aan de klinische studies zal verstrekken. Ten titel van inlichting deel ik mede dat een wetsvoorstel neergelegd werd door senator Monfils (wetsvoorstel betreffende de bescherming van proefpersonen bij medisch onderzoek, zie : Parl. St., Senaat, 19992000, nr. 222/1). Ik zal nauwlettend de debatten volgen welke dit voorstel zal uitlokken.

pour les volontaires sont également revues par le Comité d’éthique.

Une directive européenne est actuellement en discussion au Conseil ainsi qu’au Parlement européen. La Belgique participe activement à l’élaboration de ce texte qui lorsqu’il sera transposé viendra renforcer, d’une part, les obligations des industriels et, d’autre part, la protection des participants aux études cliniques. ` titre d’information, une proposition de loi a été A déposée par le sénateur Monfils (proposition de loi relative à la protection des personnes qui se prêtent à des recherches médicales, voir : Doc. parl., Sénat, 1999-2000, no 222/1). Je ne manquerai pas de suivre les débats que cette proposition suscitera.



La revue des protocoles d’essais cliniques, l’information des participants et leur consentement sont l’émanation de la déclaration d’Helsinki qui s’applique en Belgique aux études cliniques. Les études cliniques de Phase I ou ultérieures chez des patients sont le plus souvent initiées par l’industrie pharmaceutique. L’industrie pharmaceutique est active en Belgique reconnaissant ainsi la qualité de nos investigateurs ainsi que les règles qu’ils suivent. Ces règles sont réunies sous le vocable de Bonnes Pratiques Cliniques que l’industrie respecte également. Elles sont d’application chez nous comme dans bon nombre d’autres pays. De nombreuses instances scientifiques internationales ou nationales se sont déjà prononcées sur les conditions à respecter avant d’entreprendre une expérimentation sur l’homme. L’OMS, le Conseil de l’Europe et le Comité consultatif de bioéthique ont élaboré des règles qui protègent les participants aux essais cliniques de médicaments. Ces règles sont mondialement reconnues. Leur application est de moins en moins sujette à caution. De plus, lors de l’évaluation de la documentation fournie à l’occasion d’une demande d’enregistrement, le volet éthique est également pris en considération.

DO 1999200000077

DO 1999200000077

Vraag nr. 52 van de heer Bart Laeremans van 20 oktober 1999 (N.) : Regularisaties van illegale vreemdelingen. 1. Kan uw administratie een overzicht geven van 1980 tot heden van het aantal regularisaties van ille-

Question no 52 de M. Bart Laeremans du 20 octobre 1999 (N.) : Régularisations d’étrangers illégaux. 1. Votre administration peut-elle donner un aperçu du nombre de régularisations d’étrangers illégaux


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1751

gale vreemdelingen dat zich per jaar heeft voorgedaan, waarbij telkens een onderscheid wordt gemaakt naargelang het gewest waar de betrokkene woonachtig was ?

auxquelles il a été procédé par an de 1980 à aujourd’hui, en les ventilant selon la région ou` la personne concernée était établie ?

2. Wat zijn de belangrijkste redenen waarom tot regularisatie wordt overgegaan ?

2. Quelles sont les principales raisons pour lesquelles il est procédé à une régularisation ?

3. Waren er collectieve regularisaties ?

3. Y a-t-il eu des régularisations collectives ?

Antwoord :

Réponse :

1. Op basis van de omzendbrief van 15 december 1998 over de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de regularisatie van bijzondere situaties werden, in de loop van het jaar 1999, 3 252 aanvragen tot regularisatie ingediend; aan 2 203 werd een positief gevolg verleend.

1. Sur base de la circulaire du 15 décembre 1998 relative à l’application de l’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers et la régularisation de situations particulières, 3 252 demandes de régularisation ont été introduites dans le courant de l’année 1999, 2 203 ont fait l’objet d’une décision favorable.

Er zijn geen statistieken volgens het betrokken gewest voorhanden, omdat de vreemdelingenmaterie een federale bevoegdheid is.

Il n’existe pas de statistiques au niveau des régions, la matière des étrangers relevant du pouvoir fédéral.

Wat de toepassing betreft van de bijzondere procedure van artikel 9, derde lid, van de bovenvermelde wet van 15 december 1980 verwijs ik naar de jaarverslagen van de Dienst vreemdelingenzaken die op aanvraag kunnen worden verkregen.

En ce qui concerne l’application de la procédure particulière prévue à l’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 précitée, je vous renvoie aux rapports annuels de l’Office des étrangers qui peuvent être obtenus sur demande.

2. De belangrijkste redenen tot regularisatie worden opgesomd in de bovenvermelde omzendbrief van 15 december 1998.

2. Les raisons principales de régularisation sont énoncées dans la circulaire susmentionnée du 15 décembre 1998.

3. Er is nooit sprake geweest van een collectieve regularisatie. De beslissingen werden steeds getroffen na een beoordeling, geval per geval.

3. Il n’y a jamais eu de régularisation collective. Les décisions ont toujours été prises au cas par cas.

DO 1999200000172

DO 1999200000172

Vraag nr. 61 van de heer Jef Tavernier van 3 november 1999 (N.) :

Question no 61 de M. Jef Tavernier du 3 novembre 1999 (N.) :

Asielaanvragen. — Asielzoekers. — Open opvangcentrum. — OCMW.

Demandes d’asile. — Demandeurs d’asile. — Centre d’accueil ouvert. — CPAS.

Tijdens het ontvankelijkheidsonderzoek van een asielaanvraag wordt de asielzoeker door de Dienst vreemdelingenzaken (cel dispatching) toegewezen aan een open opvangcentrum en dit met toepassing van artikel 54 van de vreemdelingenwet van 15 december 1980. Artikel 57ter van dezelfde wet bepaalt overigens dat de asielzoeker die aan dergelijk opvangcentrum wordt toegewezen, alleen in dat centrum maatschappelijke dienstverlening kan krijgen. OCMW’s kunnen in die gevallen dus niet meer worden aangesproken voor hulpverlening.

Pendant l’examen de la recevabilité d’une demande d’asile, l’Office des étrangers (cellule dispatching), conformément à l’article 54 de la loi du 15 décembre 1980 relative aux étrangers, désigne un centre d’accueil ouvert comme lieu obligatoire d’inscription. L’article 57ter de la même loi prévoit d’ailleurs que le demandeur d’asile, assigné à résider dans un centre d’accueil de ce type, ne peut obtenir d’aide sociale que dans ce centre. Il ne peut donc plus s’adresser au CPAS pour obtenir cette aide.

Het gebeurt dat de asielzoeker die zich meldt bij het aangewezen centrum, moet vaststellen dat dit opvangcentrum volzet is.

Il arrive toutefois que le centre ou` doit se présenter le demandeur d’asile soit complet.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1752

Kan de betrokken asielzoeker in die omstandigheid dan toch maatschappelijke steun vragen aan het OCMW van de gemeente waar hij feitelijk verblijft ?

Le demandeur d’asile peut-il, dans ces circonstances, demander une aide sociale au CPAS de la commune ou` il séjourne effectivement ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Maatschappelijke Integratie, in die zin dat de cel Dispatching een dienst van de minister van Maatschappelijke Integratie is. (Vraag nr. 19 van 25 januari 2000.) Doch om praktische redenen opereert ze in de gebouwen van de Dienst vreemdelingenzaken.

La réponse à cette question relève de la compétence du ministre de l’Intégration sociale dans la mesure où la cellule Dispatching est un service du ministre de l’Intégration sociale. (Question no 19 du 25 janvier 2000.) Elle est cependant installée pour des raisons pratiques, dans les baˆtiments occupés par l’Office des étrangers.

De asieldienst is zo georganiseerd dat elke asielzoeker die zich aanbiedt eveneens een afspraak krijgt bij de cel Dispatching, teneinde een open centrum of een OCMW toegewezen te krijgen. Indien de betrokkene zich aan de gemaakte afspraak houdt, kan hij niet zonder opvang komen te staan.

Le service traitant l’asile est organisé de telle manière que chaque demandeur d’asile qui se présente aura un entretien à la cellule Dispatching afin de se voir attribuer un centre ouvert ou un CPAS. Si l’intéressé s’en tient à ce qui a été convenu, il ne pourra pas se retrouver sans lieu d’accueil.

DO 1999200000427

DO 1999200000427

Vraag nr. 95 van de heer André Frédéric van 20 december 1999 (Fr.) :

Question no 95 de M. André Frédéric du 20 décembre 1999 (Fr.) :

Rijkswacht. — Arrondissement Verviers. — Telefooncentrale.

Gendarmerie. — Arrondissement de Verviers. — Centrale téléphonique.

Ik wil u wijzen op de situatie met betrekking tot de telefooncentrale van de rijkswacht in het arrondissement Verviers.

Permettez-moi de vous rendre attentif à la situation de la centrale téléphonique de la gendarmerie dans l’arrondissement de Verviers.

Wanneer men in de zone Verviers met een gewoon telefoontoestel het nummer 101 intoetst, komt men terecht bij de rijkswachtbrigade van Verviers. Wanneer men datzelfde nummer echter met een GSMtoestel intoetst, komt men automatisch terecht bij de rijkswachtbrigade van Eupen.

Lorsqu’on forme le 101 à partir d’un poste de téléphone fixe situé dans la zone de Verviers, c’est la brigade de Verviers qui décroche et qui gère l’appel tandis que l’appel effectué à partir d’un GSM aboutit automatiquement à la brigade d’Eupen.

1. Is het normaal dat de opbeller elders terechtkomt naargelang van het telefoontoestel dat hij gebruikt ?

1. Cette différence de traitement en fonction des caractéristiques de l’appareil téléphonique de l’appelant est-elle normale ?

2. Zou het ter wille van de efficie¨ntie en de snelheid niet beter zijn mochten ook de GSM-oproepen bij de brigade van Verviers terechtkomen ?

2. Dans un souci d’efficacité et de rapidité, ne serait-il pas plus opportun que les appels à partir d’un GSM soient aussi gérés par la brigade de Verviers ?

Antwoord : Het geachte lid kan hierna de antwoorden vinden op de verschillende vragen.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses différentes questions.

1. Het verschil in de behandeling van 101-oproepen van vaste toestellen en GSM-toestellen is in de gegeven omstandigheden normaal. Alle oproepen uit Eupen en Verviers worden vanuit de publieke telefoonnetten naar de 101-centrale van de rijkswacht Eupen gestuurd. Oproepen van vaste toestellen uit Verviers worden vanaf deze centrale automatisch verder gestuurd naar de 101-centrale van de rijkswacht Ver-

1. La différence de traitement des appels 101 en provenance de postes fixes et d’appareils GSM est normale étant donné les circonstances. Tous les appels d’Eupen et de Verviers en provenance des réseaux téléphoniques publics sont envoyés à la centrale 101 de la gendarmerie d’Eupen. Les appels de postes fixes de la région de Verviers sont envoyés automatiquement à partir de cette centrale à la centrale 101 de la gendar-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1753

viers op basis van de eerste cijfers van het oproepend nummer die de geografische oorsprong van de oproep bepalen. Aangezien er voor oproepen van GSMtoestellen geen verband is tussen het oproepend nummer en de plaats waarvan de oproep vertrekt moeten die oproepen noodgedwongen in de 101-centrale van Eupen behandeld worden.

merie de Verviers sur base des premiers chiffres du numéro appelant qui déterminent l’origine géographique de l’appel. Quant aux appels par appareils GSM, comme il n’y a pas de liaison entre le numéro appelant et l’endroit d’où part l’appel, ils doivent forcément être traités à la centrale 101 d’Eupen.

2. Zowel uit operationeel oogpunt als op het punt van de veiligheid in het algemeen, is het probleem beperkt. Een gelijkaardige toestand doet zich overigens voor in Luik, in Asse en in sommige 101-centrales die beheerd worden door de gemeentepolitie. In het geval van Verviers bestaat er een technische oplossing om de 101-oproepen van GSM-toestellen rechtstreeks naar de 101-centrale van Verviers te sturen. Het invoeren van deze oplossing vereist de tussenkomst van alle vaste en mobiele telecomoperators die actief zijn in de regio Eupen-Verviers (Belgacom, Proximus, Mobistar, KPN Orange, ...) en van de rijkswacht en kan enige tijd in beslag nemen. Het is beter te wachten op de volledige oplossing die aangeboden wordt in het kader van het Astrid-project dat eind 2002-begin 2003 operationeel zal zijn in de provincie Luik.

2. Tant d’un point de vue opérationnel qu’au plan de la sécurité en général, le problème reste limité. Une situation semblable existe à Liège, à Asse ainsi que dans certains centres 101 gérés par la police communale. Dans le cas de Verviers une solution technique existe, permettant de faire aboutir les appels 101 à partir de GSM à la centrale 101 de Verviers. Néanmoins cette solution implique l’intervention de tous les opérateurs fixes et mobiles qui sont actifs dans la région Eupen-Verviers (Belgacom, Proximus, Mobistar, KPN Orange, ...) ainsi que de la gendarmerie et la modification put prendre un certain temps. Mieux vaut attendre la solution complète qui sera concrétisée dans le cadre du projet Astrid qui équipera la province de Liège fin 2002-début 2003.

In afwachting zullen de districtscommandanten ervoor waken dat de procedure om oproepen door te geven tussen de 101-centrales correct wordt toegepast.

Dans l’attente de cette solution les commandants de district veilleront à ce que la procédure de relais d’appels entre les centres 101 soit appliquée correctement.



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 1999200000296

DO 1999200000296

Vraag nr. 45 van de heer Daniel Bacquelaine van 26 november 1999 (Fr.) :

Question no 45 de M. Daniel Bacquelaine du 26 novembre 1999 (Fr.) :

Nieuwe regelgeving inzake de mogelijkheid om zich te verzekeren. — Uitbreiding van het voorkeurstarief voor de terugbetaling van de verzorging tot de bruggepensioneerden en de oudere langdurig werklozen.

Nouvelle réglementation en matière d’assurabilité. — Extension du tarif préférentiel de remboursement des soins aux prépensionnés et choˆmeurs de longue durée aˆgés.

De jongste wijzigingen van de artikelen 32 en 37, § 1, en 19, 6o, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, en van de uitvoeringsbesluiten hebben de regels voor de verzekerbaarheid inzake de geneeskundige verzorging versoepeld en het WIGW-voorkeursstatuut uitgebreid tot de bruggepensioneerden en de langdurig werklozen van meer dan 50 jaar.

Les dernières modifications des articles 32 et 37, § 1er, et § 19, 6o, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et de leurs arrêtés d’exécution ont assoupli les règles d’assurabilité en matière d’assurance soins de santé et étendu le statut VIPO préférentiel notamment aux prépensionnés et choˆmeurs de longue durée aˆgés de plus de 50 ans.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1754

De hervormingen, die ontegensprekelijk nuttig zijn, kunnen evenwel in sommige specifieke gevallen van gecombineerde toepassing leiden tot een situatie die slechter uitvalt dan verhoopt. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een gezin bestaande uit een man met brugpensioen die gezinshoofd is, zijn echtgenote en een gehandicapte zoon van 40 jaar. Door de hervorming van de verzekerbaarheid wordt de zoon van 40 jaar rechthebbende en geniet hij bovendien het WIGWvoorkeursstatuut. Het zou echter kunnen dat de vader die met brugpensioen is, niet in aanmerking komt voor het onlangs uitgebreide WIGW-voorkeursstatuut omdat hij volgens dat statuut nog maar één persoon ten laste heeft en te hoge inkomsten heeft. Het is namelijk zo dat de inkomensgrens op grond waarvan wordt beslist of iemand recht heeft op het voorkeurstarief voor de terugbetaling van de verzorging in het nieuwe statuut, werd vastgesteld op 562 365 frank voor wie één persoon ten laste heeft en op 650 211 frank voor wie twee personen ten laste heeft. In dat gezin zou dus maar één persoon het voorkeurstarief kunnen genieten.

Ces réformes, dont l’utilité est incontestable, peuvent toutefois, dans certains cas particuliers d’application combinée, aboutir à une situation moins favorable que ce que l’on pouvait espérer. Ainsi en est-il, par exemple, de la situation d’un ménage dont le chef de famille serait un prépensionné et composé également d’une épouse et d’un fils handicapé de 40 ans. La réforme de l’assurabilité a rendu titulaire le fils de 40 ans lequel pourrait bénéficier, en outre, du statut VIPO préférentiel. Par contre, le père prépensionné pourrait ne pas bénéficier de l’extension du statut VIPO préférentiel récemment entrée en vigueur parce que, n’ayant plus à sa charge qu’une personne et compte tenu de ses revenus, le plafond pris en considération pour déterminer le droit au tarif préférentiel de remboursement des soins est plus restrictif que s’il avait eu deux personnes à charge (plafond fixé à 562 365 francs avec une personne à charge contre 650 211 francs avec deux personnes à charge). Seul un des trois membres de ce ménage pourrait donc bénéficier de ce tarif préférentiel dans cette hypothèse.

1. Zou het mogelijk zijn de geschetste situatie te verhelpen via een aanpassing van de regelgeving die de gezinsleden opnieuw hun vroegere statuut toekent of via een aanpassing van de inkomensgrenzen die als criterium dienen voor de toekenning van het voorkeursstatuut ?

1. Estimez-vous qu’il soit possible, afin de remédier à l’inconvénient de la situation qui vient d’être exposée, d’envisager une adaptation de la réglementation permettant d’en revenir à la composition de ménage préexistante ou d’adapter les plafonds de revenus à prendre en considération ?

2. Welk standpunt neemt u terzake in ?

2. Quelle est votre position à cet égard ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid, de volgende antwoorden te geven op de door hem gestelde vragen.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les réponses aux questions qu’il a posées.

Het is juist dat het recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming vanaf 1 juni 1999 is uitgebreid tot de langdurig werklozen die ouder zijn dan 50 jaar en die gezinshoofd of alleenstaande zijn als bedoeld in de reglementering betreffende de werkloosheidsuitkeringen.

Il est exact que le droit à l’intervention majorée de l’assurance a été étendu, à partir du 1er juin 1999, aux choˆmeurs de longue durée, aˆgés de plus de 50 ans et qui, au sens de la réglementation relative aux allocations de choˆmage, sont chefs de famille ou isolés.

Aan de toekenning van dat recht is echter een voorwaarde verbonden, namelijk dat het belastbaar brutojaarinkomen van het gezin van de betrokkene beneden het in dat geval toepasselijke grensbedrag moet liggen. Bij de vaststelling van dat grensbedrag is rekening gehouden met de samenstelling van het gezin van de betrokken gerechtigde : daarmee worden de gerechtigde zelf, zijn echtgenote of de samenwonende partner en de personen ten zijnen laste beoogd.

L’octroi de ce droit est cependant subordonné à la condition que les revenus annuels bruts imposables du ménage de l’intéressé soient inférieurs au plafond en vigueur dans ce contexte. Ce plafond est fixé en tenant compte de la composition du ménage du titulaire concerné : sont visés le titulaire lui-meˆme, son conjoint ou cohabitant et les personnes inscrites à sa charge.

Het begrip gezin zoals het hierboven is uiteengezet, is tot 1 juli 1997 ongewijzigd gebleven; vanaf die datum wordt eveneens rekening gehouden met de partner van de betrokken sociaal verzekerde, zelfs al is die partner niet ingeschreven als persoon ten laste van die sociaal verzekerde.

La notion de ménage telle qu’explicitée ci-dessus n’a pas été modifiée si ce n’est que depuis le 1er juillet 1997, il est également tenu compte du partenaire de l’assuré social concerné, meˆme lorsque ce partenaire n’est pas inscrit à charge de cet assuré social.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1755

Die beginselen zijn eveneens van toepassing op de gerechtigde weduwnaars of weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen, alsook op de gehandicapte kinderen die vanwege die handicap verhoogde kinderbijslag genieten, wanneer al die personen vragen het recht op de verhoogde tegemoetkoming te kunnen genieten. In de door het geachte lid beschreven toestand gaat het duidelijk om een wijziging van het begrip kind, persoon ten laste. Sinds 1 januari 1998 kan een kind tot de leeftijd van 25 jaar ingeschreven blijven als kind ten laste van zijn ouders. Die leeftijdsgrens bestond vroeger niet altijd en met name in geval van een kind dat een inkomensvervangende tegemoetkoming genoot. Die wijziging past in de wil die op Europees vlak bestaat om het recht op geneeskundige verzorging te individualiseren, zeker ten aanzien van een persoon van 40 jaar die moeilijk als kind kan worden beschouwd. Ten slotte vestig ik de aandacht van het geachte lid erop dat de wijziging in het begrip persoon ten laste soms leidt tot de toestand die door het geachte lid is aangehaald, maar in andere gevallen leidt ze tot de toekenning van het recht op de verhoogde tegemoetkoming. In de hypothese waar de betrokken mindervalide als kind — persoon ten laste zou worden beschouwd, zal dit weliswaar betekenen dat het toepasselijke grensbedrag voor de verhoogde verzekeringstegemoetkoming zal worden verhoogd met een bedrag van 87 846 frank voor de persoon ten laste, maar zal dit tevens betekenen — zoals hoger vermeld — dat moet rekening gehouden worden met de eventuele bruto belastbare inkomens van de betrokken persoon ten laste in het totaal van de bruto belastbare inkomens van het gezin. Dit kan met zich meebrengen dat — in het geval waar het totaal van de bruto belastbare inkomens van het gezin het grensbedrag overschrijden — de verhoogde tegemoetkoming niet wordt toegekend, waar ze in de huidige reglementering wel kan worden toegekend.

Ces principes sont également d’application pour les titulaires veufs ou veuves, invalides, pensionnés et orphelins ainsi que pour les enfants handicapés bénéficiant de ce fait d’allocations familiales majorées, lorsque ces personnes demandent à bénéficier du droit aux remboursements préférentiels. Dans la situation décrite par l’honorable membre, ce qui est mis en évidence est une modification apportée à la notion d’enfant, personne à charge. Depuis le 1er janvier 1998, un enfant peut rester inscrit comme enfant personne à charge de ses parents jusqu’à l’aˆge de 25 ans. Auparavant cette limite d’aˆge n’existait pas toujours et notamment dans le cas où l’enfant était bénéficiaire d’une allocation de remplacement de revenus. Cette modification s’inscrit dans le cadre de la volonté manifestée au niveau européen d’aboutir à une individualisation du droit aux soins de santé, certainement à l’égard d’une personne de 40 ans que l’on peut difficilement considérer comme un enfant. Enfin, j’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que la modification apportée à la notion de personne à charge, si elle aboutit parfois à une situation telle qu’explicitée par l’honorable membre a, dans d’autres cas, abouti à octroyer le droit aux remboursements préférentiels. Dans l’hypothèse où la personne handicapée en question est considérée comme enfant, personne à charge, cela signifie que le plafond applicable pour l’intervention majorée de l’assurance est augmenté d’un montant de 87 846 frank pour cette personne à charge, mais aussi, comme il est mentionné plus haut, qu’il y a lieu de tenir compte des revenus bruts imposables éventuels de la personne à charge concernée dans le total des revenus bruts imposables du ménage. Il peut en résulter, dans le cas où le total des revenus bruts imposables du ménage dépasse le plafond, que l’intervention majorée n’est pas accordée, alors qu’elle peut l’eˆtre dans le cadre de la réglementation en vigueur.



DO 1999200000403

DO 1999200000403

Vraag nr. 33 van de heer Jan Eeman van 16 december 1999 (N.) : Deserteurs. In de pers verscheen onlangs dat Belgie¨ nog ongeveer 1 600 deserteurs zou tellen, terwijl de dienstplicht in 1993 werd afgeschaft.

Question no 33 de M. Jan Eeman du 16 décembre 1999 (N.) : Déserteurs. La presse a récemment signalé que la Belgique compterait encore quelque 1 600 déserteurs, alors que le service militaire obligatoire a été aboli en 1993.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1756

1. Is dit juist ?

1. Cette information est-elle exacte ?

2. Staan deze deserteurs nog steeds internationaal geseind ?

2. Ces déserteurs font-ils toujours l’objet d’un signalement international ?

3. In hoeveel gevallen betreft het personen met een dubbele nationaliteit ?

3. Dans combien de cas s’agit-il de personnes bénéficiant de la double nationalité ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

Réponse : Je prie l’honorable membre de trouver ciaprès la réponse à sa question.

De inhoud van de vraag valt onder de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Le contenu de la question est de la compétence du ministre de la Justice.

De vraag werd hem dan ook overgezonden. (Vraag nr. 145 van 26 januari 2000.)

La question lui a dès lors été transmise. (Question no 145 du 26 janvier 2000.)



Landbouw

Agriculture

DO 0000199950340

DO 0000199950340



Visindustrie. — Bescherming van dolfijnen. — Keurmerk.

Industrie de la pêche. — Préservation des dauphins. — Label.

In het oktobernummer 1999 van het magazine Test Aankoop wordt de wildgroei van labels aan de kaak gesteld die de consument moeten verzekeren dat de tonijn in blik die hij koopt, niet gevist werd door middel van technieken waarbij ook dolfijnen gevangen en gedood werden. Drijfnetten en ringzegens zijn intussen verboden door de belangrijkste visserijlanden. Het in de Verenigde Staten gebaseerde « Earth Island Institute » voert als onafhankelijke organisatie controles uit, met uiterst positieve resultaten. Omdat die instelling echter geen officieel erkend keurmerk kan toekennen, produceren de fabrikanten aan de lopende band allerhande labels waarvan de kwaliteit nooit echt kan worden gecontroleerd. Voor de consument is het dan ook onmogelijk om echt met kennis van zaken en in vol vertrouwen een keuze te maken.

Le magazine Test-Achats d’octobre 1999 dénonce la prolifération de labels censés garantir aux acheteurs de boıˆtes de thon que les techniques de pêche utilisées n’ont pas entraıˆné la capture et la mort de dauphins. On sait que les filets dérivants et les sennes tournantes ont été interdits par les principaux pays actifs dans ce type d’industrie. Un véritable controˆle indépendant, assuré par une organisation basée aux E´tats-Unis, l’« Earth Island Institute », a été instauré, avec des résultats extrêmement positifs. Malheureusement, en l’absence d’une caution officielle que pourrait décerner cette institution, les fabricants ont multiplié les labels dont la qualité ne peut être réellement vérifiée. Il suit de là que les consommateurs ne peuvent choisir leur produit en toute confiance et en toute connaissance de cause.

Denkt de regering op internationaal niveau te ijveren voor de invoering van een onbetwistbaar keurmerk, dat een daadwerkelijke garantie biedt voor de bescherming van dolfijnen in de visindustrie ?

Le gouvernement compte-t-il exercer une influence au niveau international pour que soit instauré un label incontestable, garant d’une réelle préservation des dauphins dans l’industrie de la pêche ?

Antwoord : Het invoeren van labels betreffende de vismethodes, of deze al dan niet ecologisch verant-

Réponse : L’instauration de labels relatifs aux méthodes de pêche, et établissant que celles-ci sont ou


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1757

woord zijn, of zij een duurzame visserij garanderen of niet, is een zeer moeilijke zaak.

non écologiquement justifiées, ou qu’elles garantissent ou non une pêche durable, est une problématique très difficile.

Bepaalde organisaties promoten ten onrechte bepaalde visserijmethodes omdat zij zogezegd milieuvriendelijker zijn dan andere. Aldus wordt de consument verkeerde informatie voorgehouden.

Certaines organisations font à tort la promotion de certaines méthodes de pêche parce qu’elles sont soidisant plus écologiques que d’autres. Ainsi, le consommateur se voit présenter des informations erronées.

Algemeen gesproken ben ik voorstander van een visserij die zoveel mogelijk ecologisch verantwoord en duurzaam is.

De façon générale, je suis partisan d’une pêche aussi écologiquement justifiée et durable que possible.

De vraag rijst evenwel of de zogenoemde ecolabels, die door allerlei organisaties geproduceerd worden, dit algemeen standpunt ten goede komen.

La question se pose cependant de savoir si les « écolabels » ainsi dénommés, instaurés par toutes sortes d’organisations, vont vraiment dans ce sens.

Het kan niet ontkend worden dat de invoering van ecolabels omstreden is omdat :

On ne peut nier que l’instauration d’écolabels est controversée parce que :

1. de werkelijke visserijmethode bijna niet te controleren is nadat de vis gevangen en een eerste maal verkocht werd;

1. la méthode de pêche réellement appliquée est presque impossible à controˆler après que le poisson a été capturé et vendu une première fois;

2. het veelal nog niet onomstootbaar vaststaat of een visserijmethode nu al dan niet ecologisch verantwoord of duurzaam is;

2. il n’est généralement pas encore établi de façon incontestable si une méthode de pêche est ou non écologiquement justifiée ou durable;

3. bepaalde organisaties tendentieuze berichtgevingen de wereld insturen zonder zich te baseren op echt wetenschappelijke gegevens.

3. certaines organisations envoient au monde des messages tendancieux sans se baser sur des données véritablement scientifiques.

Om deze redenen werd de invoering van ecolabels in de visserijsector op Europees vlak verdaagd en zal onderzocht worden of deze gewenst en uitvoerbaar zijn of niet.

C’est pour ces raisons que l’instauration des écolabels dans le secteur de la pêche a été reportée au niveau européen et que des recherches seront faites pour déterminer si ceux-ci sont opportuns et applicables ou non.

In deze omstandigheden meen ik dan ook dat de positie van Belgie¨ ten opzichte van een « onbetwistbaar keurmerk » op internationaal vlak zeer omzichtig moet zijn.

Dans ces circonstances, j’estime que sur le plan international, la Belgique doit adopter des positions très prudentes à l’égard d’un « label incontestable ».

Middenstand

Classes moyennes

DO 1999200000420

DO 1999200000420

Vraag nr. 9 van mevrouw Anne-Marie Descheemaeker van 20 december 1999 (N.) :

Question no 9 de Mme Anne-Marie Descheemaeker du 20 décembre 1999 (N.) :

Rommelmarktkaarten.

Cartes de marché aux puces.

Het moratorium ten aanzien van de zogenaamde « rommelmarktkaarten » is verlengd, maar een oplossing ten gronde dringt zich op. Vaak echter wordt een lokale rommelmarkt ingericht door scholen, jeugdbewegingen of verenigingen allerhande als activiteit om geld in het laadje te brengen. In dat geval blijven de eigenaars niet zelf bij hun goederen en staan zij de

Le moratoire prévu pour les « cartes de marché aux puces » a été prolongé, mais une solution de fond s’impose. Cependant, sur le plan local, les marchés aux puces sont souvent organisés par des écoles, des mouvements de jeunesse ou des associations de toute nature dans le but de récolter de l’argent. Dans ce cas, les propriétaires se désaisissent de leurs marchandises


1999

2000


225

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1758

opbrengst van die goederen geheel of gedeeltelijk af aan de inrichters.

et cèdent leur recette, en tout ou en partie, aux organisateurs du marché.

Zal de reglementering voor die rommelmarktkaarten ook gelden voor dergelijke gelegenheids-tweedehandsmarkten ?

La réglementation applicable aux marchés aux puces s’appliquera-t-elle également à ces marchés occasionnels ou` sont vendues des marchandises de seconde main ?

Antwoord : De vraag van het geachte lid weerhoudt mijn volledige aandacht.

Réponse : La question de l’honorable membre retient toute mon attention.

De bepalingen betreffende de verkoopsmanifestaties toegankelijk voor particulieren, zoals rommelmarkten, zijn alleen van toepassing op personen die zelf hun eigen goederen occasioneel verkopen. Deze bepalingen sluiten de verkoop door een tussenpersoon uit, of het nu gaat om een derde persoon of om een vereniging.

Les dispositions concernant les manifestations de ventes accessibles aux particuliers, telles que les brocantes, s’appliquent aux seules personnes vendant personnellement leurs propres biens de manière occasionnelle. Ces dispositions excluent la vente par un intermédiaire qu’il s’agisse d’une tierce personne ou d’une association.

Andere bepalingen binnen de wetgeving betreffende de ambulante activiteiten richten zich daarentegen specifiek tot de verenigingen en voorzien voor deze in de mogelijkheid om hun kas te spijzen door de verkoop van verzamelde of ontvangen goederen. Echter, uit een begrijpelijke zorg om de gevestigde handel te beschermen, wordt die mogelijkheid beperkt tot de verkopen met een uitsluitend menslievend of caritatief doel. In de praktijk wordt deze mogelijkheid geboden aan de VZW’s en aan de instellingen van openbaar nut en, in beperkte mate, aan de OCMW’s of liefdadigheidsinstellingen, erkend door de gemeentelijke overheid.

D’autres dispositions de la législation sur les activités ambulantes s’adressent par contre spécifiquement aux associations et prévoient pour celles-ci la possibilité d’alimenter leur trésorerie par la vente notamment de biens collectés ou reçus. Toutefois, dans un souci bien compréhensible de protection du commerce établi, cette faculté est circonscrite aux seules ventes poursuivant un objet exclusivement caritatif ou philanthropique. Pratiquement cette faculté est offerte aux ASBL et aux organismes d’utilité publique et, dans une mesure plus limitée, aux CPAS et aux œuvres de bienfaisance agréées par l’autorité communale.

Wegens de reeds aangehaalde bescherming van de gevestigde handel, lijkt het mij niet aangewezen om de mogelijkheden tot verkopen gegeven aan de verenigingen, die reeds zeer ruim zijn, nog verder uit te bouwen. Bovendien lijkt de huidige reglementering tegemoet te komen aan de behoeften van de jeugdbewegingen, de schoolverenigingen en andere menslievende en caritatieve verenigingen die uitgebreid op dit systeem een beroep doen. Het is uiteraard vanzelfsprekend dat indien er zich binnen dit vastgestelde kader legitieme behoeften zouden aandienen, waaraan binnen de huidige reglementaire context niet kan voldaan worden, ik elke gerechtvaardigde aanpassing in overweging zal nemen.

Pour les raisons de protection du commerce établi évoquées, il ne m’apparaıˆt pas indiqué d’élargir le champ des possibilités de ventes offertes aux association, déjà fort vaste. La réglementation actuelle semble d’ailleurs rencontrer les besoins des mouvements de jeunesse, des associations scolaires et des autres associations caritatives ou philanthropiques, qui font largement appel au système. Il va cependant de soi que si des besoins légitimes, s’inscrivant dans le cadre défini, ne pouvaient être satisfaits dans le contexte réglementaire présent, je suis disposé à envisager toute adaptation justifiée.

DO 1999200000450

DO 1999200000450



Fotografiesector. — Huwelijksreportage.

Secteur de la photographie. — Reportage de mariage.

Als men niet oppast, dreigt de fotografiesector eerlang te verdwijnen. Een bijkomende dreiging gaat uit van het feit dat de toename van de vrije tijd en de veralgemening van het deeltijds werk, gecombineerd

Le secteur de la photographie est en grave danger de disparaıˆtre sous peu si l’on n’y porte quelconque attention. Une menace supplémentaire réside dans le fait que si on prend l’augmentation du temps réservé aux


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1759

met het alomtegenwoordig probleem van het zwartwerk, tot gevolg hebben dat veel contracten voor huwelijksreportages niet door fotografen worden uitgevoerd. Personen of VZW’s realiseren foto- of videoreportages van huwelijken tegen prijzen waarmee beroepsfotografen niet kunnen concurreren. Hoe zit het met de gereglementeerde toegang tot het beroep, het zwartwerk, enz. ?

loisirs, du travail à temps partiel, ... et que l’on considère la problématique largement partagée du travail au noir, alors on peut en déduire qu’une part importante des contrats de reportages de mariage ne sont pas le fait de photographes. Certaines personnes, ASBL, proposent leur service pour la réalisation de reportages de mariages, photo ou vidéo, à des prix mettant l’ensemble des photographes professionnels hors concurrence. Qu’en est-il de l’accès à la profession censé les protéger, qu’en est-il du travail au noir, etc. ?

Het is wellicht mogelijk de situatie te reglementeren door een beroepskaart UPPF/NVB in te voeren.

De par l’instauration d’une carte professionnelle UPPF/NVB, il serait sans doute possible de réglementer cette situation. Serait-il possible :

1. Kan de tekst die de toegang tot het beroep regelt, niet worden gewijzigd ?

1. de modifier le texte régissant l’accès à la profession;

2. Kunnen de toegangsvoorwaarden tot het beroep niet worden herzien om beter te beantwoorden aan de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, en meer bepaald aan artikel 30 dat de verplichting tot voorlichting van de consument regelt ?

2. de revoir les limites d’accès à la profession afin de mieux répondre à la loi du 14 juillet 1991, sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, notamment son article 30 qui réglemente l’obligation de l’information au consommateur;

3. Kan niet worden voorzien in sancties voor de overtreders ?

3. de prévoir des modalités de sanction pour le contrevenant ?

Antwoord : Ik deel het geachte lid mee dat hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, de wettelijke basis is van de reglementering van de uitoefening van handels- en ambachtelijke beroepen.

Réponse : Je signale à l’honorable membre que le chapitre Ier du titre II de la loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entreprise indépendante est la base légale des réglementations de l’exercice des professions commerciales et artisanales.

Inzake wijzigingen van een reglementering, kan mij altijd een aanvraag in die zin worden gezonden door de Hoge Raad voor de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen of een interfederaal bureau, in dit geval bureau nr. 7, overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998.

En ce qui concerne les modifications à apporter à une réglementation, une demande en ce sens peut toujours m’être adressée par le Conseil supérieur des indépendants et des petites et moyennes entreprises ou par un bureau interfédéral, en l’occurrence le bureau no 7, conformément à l’article 2 de l’arrêté royal du 21 octobre 1998 portant exécution du chapitre Ier du titre II de la loi-programme du 10 février 1998.

In artikel 13 van de programmawet is trouwens voorzien in een evaluatie van de beroepen die zijn gereglementeerd ter uitvoering van de wetten van 24 december 1958 en 15 december 1970. Bij deze evaluatie zal inzonderheid rekening worden gehouden met de behoefte aan kwaliteitsgaranties voor de consument, de technologische evolutie van de sector, de reglementeringen in andere lidstaten van de Europese Unie en de andere wetten en besluiten die specifiek van toepassing zijn op de betrokken sector.

Par ailleurs, l’article 13 de la loi-programme prévoit une évaluation des activités réglementées en exécution des lois des 24 décembre 1958 et 15 décembre 1970. Dans le cadre de cette évaluation, il sera notamment tenu compte des nécessités de garanties de qualité en faveur du consommateur, de l’évaluation technologique du secteur, des réglementations existantes dans les autres E´tats membres de l’Union européenne et des autres lois et arrêtés réglementaires qui sont d’application spécifique pour le secteur concerné.

De programmawet van 10 februari 1998 viseert alleen KMO’s. VZW’s kunnen dus niet worden onderworpen aan reglementeringen van handels- en ambachtelijke beroepen, zoals dat van fotograaf.

La loi-programme du 10 février 1998 concerne les PME. Les ASBL ne peuvent donc être soumises au réglementations des professions commerciales ou artisanales, telles que celle de photographe.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1760

Ten slotte ben ik zo vrij u erop te wijzen dat personeelsleden van mijn departement en van dat van Economische Zaken ermee zijn belast om overtredingen op te sporen en vast te stellen en dat de straffen die ten gevolge van die overtredingen kunnen worden opgelegd zijn bepaald bij artikel 16 van de programmawet.

Enfin, je me permets de vous rappeler que les agents de mon département et de celui des Affaires économiques, notamment, recherchent et constatent les infractions et que les sanctions consécutives à ces infractions sont déterminées par l’article 16 de la loi-programme.



DO 0000199950101

DO 0000199950101

Vraag nr. 23 van de heer Francis Van den Eynde van 2 september 1999 (N.) :

Question no 23 de M. Francis Van den Eynde du 2 septembre 1999 (N.) :

Inbraken in wagens.

Vols dans les voitures.

In Gent worden de inbraken in wagens stilaan een ware plaag. De voorbije zes maanden werden er, naar verluidt, ruim 1 400 feiten vastgesteld. Ter vergelijking : in het volledige jaar 1996 sloegen inbrekers 1 168 keer toe. De rijkswacht zit met de handen in het haar.

` Gand, le nombre de vols dans les voitures prend A des proportions inquiétantes. C’est ainsi que 1 400 faits de vol auraient été constatés au cours des six derniers mois. Signalons à titre de comparaison que pour l’ensemble de l’année 1996, le nombre de vols dans les voitures s’élevait à 1 168. La gendarmerie ne sait plus quelle attitude adopter.

Ondanks enkele grote politionele acties en ondanks het feit dat er regelmatig daders werden betrapt of opgespoord, blijft het aantal autokrakers stijgen.

Malgré quelques actions policières d’envergure et en dépit du fait que des voleurs sont régulièrement pris en flagrant délit ou identifiés, le nombre de voleurs ne cesse d’augmenter.

Bijzonder frustrerend voor de rijkswacht is dat de gearresteerde daders binnen de kortste keren terug op straat zouden staan en opnieuw de stad onveilig maken.

Il est particulièrement frustrant, pour les gendarmes, de devoir constater que les voleurs arrêtés se retrouvent à nouveau très vite dans la rue, contribuant ainsi à accroıˆtre encore le climat d’insécurité.

Een en ander zou te maken hebben met het feit dat de aangehouden daders vaak erg jong zijn, tussen 14 en 20 jaar.

Le problème serait notamment duˆ au fait que les auteurs de ces vols sont souvent très jeunes, puisqu’ils ont entre 14 et 20 ans.

De jeugdinstellingen zouden overvol zitten en als er toch eens iemand geplaatst wordt, is hij snel terug buiten, ofwel omdat hij gevlucht is, ofwel om plaats te maken voor anderen. Zodra de betrokkenen uit die instellingen zijn, herbeginnen ze.

Les établissements de protection de la jeunesse seraient surpeuplés. De plus, lorsqu’un jeune est finalement placé, il ne reste guère longtemps dans l’établissement, soit parce qu’il s’enfuit, soit parce qu’il faut faire de la place pour d’autres jeunes. Une fois dehors, le jeune commet à nouveau les mêmes méfaits. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?

1. Bent u hiervan op de hoogte ? 2. Heeft u maatregelen overwogen om aan deze situatie wat te doen ? 3. Zo ja, dewelke ?


2. Envisagez-vous de prendre des mesures pour y remédier ? 3. Dans l’affirmative, lesquelles ?

1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1761

Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de rechterlijke autoriteiten zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee.

Réponse : Sur la base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit :

1. Uit inlichtingen ingewonnen bij de rijkswacht blijkt dat er inderdaad een voortdurende toename is van het aantal inbraken in auto’s.

1. En effet, d’après les informations recueillies auprès de la gendarmerie, il s’avère que le nombre de vols dans les voitures est en augmentation constante.

Na negen maanden in het lopende jaar is er reeds een stijging van 12 % ten opzichte van het voorgaande jaar 1998. Door de rijkswacht wordt een stijging van ruim 50 % ten opzichte van 1998 verwacht.

Après les neuf premiers mois de cette année, les chiffres sont déjà en hausse de 12 % par rapport à l’année 1998. La gendarmerie s’attend à une augmentation de plus de 50 % par rapport à 1998.

In 1999 werden een aantal ontradende acties georganiseerd en uit onderzoeken bleek dat een groot deel van de daders minderjarig zijn en het veelal dezelfde daders of dadergroepen zijn welke in beeld komen.

Un certain nombre d’actions dissuasives ont été menées en 1999 et des enquêtes ont permis d’établir qu’une grande partie des voleurs sont mineurs et qu’il s’agit souvent des mêmes voleurs ou groupes de voleurs.

Er wordt bevestigd dat er is vastgesteld dat een aantal minderjarige, maar ook meerderjarige daders, na onderzoek van autokraken, soms gekoppeld aan zware feiten, blijkbaar snel terug in het straatbeeld komen en opnieuw feiten plegen.

Le constat selon lequel, après examen de vols dans les voitures accompagnés parfois de faits graves, certains délinquants mineurs, mais également des délinquants majeurs, se retrouveraient très vite dans la rue et commettraient de nouveaux délits, s’avère exact.

2. Minderjarigen die inbraken plegen in auto’s worden bijna steeds voorgeleid voor de jeugdrechter.

2. Les mineurs qui commettent des vols dans des voitures sont presque toujours déférés devant le juge de la jeunesse.

Bij het bepalen van de te nemen maatregel moet de jeugdrechter soms vaststellen dat de jeugdinstellingen inderdaad volzet zijn. Zo kan het (uitzonderlijk) gebeuren dat een minderjarige in afwachting van zijn plaatsing voor enkele dagen terug naar huis gaat en ook gebeurt het meermaals dat de jongere dient geplaatst te worden in een instelling die niet onmiddellijk geschikt is voor zijn persoon of problematiek.

Au moment de déterminer la mesure à prendre, le juge de la jeunesse doit parfois constater que les établissements sont effectivement complets. C’est ainsi qu’il peut arriver (à titre exceptionnel) qu’un mineur rentre quelques jours chez lui en attendant d’être placé dans un tel établissement et il arrive aussi plus d’une fois qu’un jeune doive être placé dans un établissement qui n’est pas vraiment adapté à sa personne ou à son problème.

Voorts is het inderdaad zo dat de gerechtelijke autoriteiten geconfronteerd worden met een groot aantal ontvluchtingen, waarbij een aantal minderjarigen inderdaad herhaaldelijk ontvluchten en telkens opnieuw strafbare feiten plegen. Terzake doet zich het probleem voor dat het aantal plaatsen in de gesloten instellingen eerder beperkt zijn zodat de minderjarigen terug in een open instelling terechtkomen met nieuwe fugues tot gevolg.

En outre, il est exact que les autorités judiciaires sont confrontées à un grand nombre d’évasions, étant entendu qu’un certain nombre de mineurs récidivent en la matière et commettent chaque fois de nouveaux ` ce propos, le problème du nombre relativedélits. A ment limité de places dans les institutions fermées nécessite le placement des mineurs en milieu ouvert, ce qui entraıˆne de nouvelles fugues.

3. Mijn kabinet werkt thans aan een globale hervorming van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming.

3. Une réforme globale de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse est actuellement en préparation au sein de mon cabinet.

Het probleem van het aantal plaatsen in de gesloten inrichtingen moet worden besproken met de gemeenschappen, inzonderheid op grond van de resultaten van het onderzoek dat momenteel wordt gevoerd door het NICC.

Le problème du nombre de places dans les institutions fermées devra être discuté avec les communautés, notamment sur base des résultats attendus de la recherche menée actuellement par l’INCC.

De plaatsing van een jongere in een gesloten regime moet evenwel steeds een uitzonderlijke maatregel en het allerlaatste middel blijven.

Le placement en milieu fermé de jeunes délinquants devra toutefois rester une mesure exceptionnelle et de dernier recours.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1762

DO 0000199950151

DO 0000199950151

Vraag nr. 34 van de heer Geert Versnick van 10 september 1999 (N.) :

Question no 34 de M. Geert Versnick du 10 septembre 1999 (N.) :

Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen.

Convention sur le transfèrement des personnes condamnées.

Overeenkomstig het verdrag van 21 maart 1983 inzake de overbrenging van gevonniste personen, goedgekeurd bij wet van 19 juni 1990, kan een persoon die gevonnist is op het grondgebied van één van de landen die partij zijn bij het verdrag naar het grondgebied van een ander land, dat ook partij is bij het verdrag, worden overgebracht, teneinde de tegen hem uitgesproken veroordeling daar te ondergaan.

Conformément à la convention du 21 mars 1983 sur le transfèrement des personnes condamnées, adoptée par la loi du 19 juin 1990, une personne condamnée sur le territoire d’une Partie peut être transférée vers le territoire d’une autre Partie pour y subir la condamnation qui lui a été infligée.

Om de overbrenging kan door de Staat van de veroordeling of door de Staat van de tenuitvoerlegging worden verzocht.

Le transfèrement peut être demandé soit par l’E´tat de condamnation, soit par l’E´tat d’exécution.

Artikel 3 van het bovengenoemde verdrag van 21 maart 1983 somt de voorwaarden op om voor overbrenging in aanmerking te komen. Zo moet de persoon om voor overbrenging in aanmerking te komen onderdaan zijn van de Staat van de tenuitvoerlegging; het vonnis onherroepelijk zijn; de persoon met de overbrenging instemmen; het strafbaar feit waarvoor de betrokkene in de Staat van de veroordeling is veroordeeld ook in de Staat van de tenuitvoerlegging strafbaar zijn gesteld en moeten zowel de Staat van de veroordeling als de Staat van de tenuitvoerlegging het eens zijn met de overbrenging.

L’article 3 de la convention susmentionnée du 21 mars 1983 énumère les conditions du transfèrement. Le condamné doit être ressortissant de l’E´tat d’exécution. Le jugement doit être définitif. Le condamné doit consentir au transfèrement. Les actes qui ont donné lieu à la condamnation doivent constituer une infraction pénale au regard du droit de l’E´tat d’exécution. L’E´tat de condamnation et l’E´tat d’exécution doivent s’être mis d’accord sur ce transfèrement.

Artikel 4 van het verdrag somt de verplichtingen tot inlichtingen van de Staat van de veroordeling ten opzichte van de betrokken persoon op. Zo moet de gevonniste persoon door de Staat van veroordeling van de inhoud van dit verdrag op de hoogte worden gebracht en moet de gevonniste persoon schriftelijk in kennis worden gesteld van de door beide Staten ondernomen acties, alsmede van elk door één van beide Staten op een verzoek tot overbrenging genomen beslissing.

L’article 4 de la convention énumère les obligations de fournir des informations auxquelles l’E´tat de condamnation doit satisfaire vis-à-vis du condamné. Tout condamné doit être informé par l’E´tat de condamnation de la teneur de la convention susvisée. Le condamné doit être informé par écrit de toute démarche entreprise par l’E´tat de condamnation ou l’E´tat d’exécution, ainsi que de toute décision prise par l’un des deux E´tats au sujet d’une demande de transfèrement.

1. Welke criteria worden door het ministerie van Justitie gehanteerd om een verzoek tot overbrenging al dan niet in te willigen ?

1. Quels critères le ministère de la Justice utilise-t-il quand il est amené à accéder ou non à une demande de transfèrement ?

2. Bestaat er een vaststaande procedure die ingeval van een verzoek tot overbrenging altijd wordt toegepast ?

2. Une procédure constante est-elle appliquée systématiquement en cas de demande de transfèrement ?

3. Bestaat er een procedurereglement met daarbij horende rechten en verplichtingen van de over te brengen persoon ?

3. Un règlement de procédure prévoit-il les droits et obligations du condamné faisant l’objet d’un transfèrement ?

4. Wat zijn de procedurewaarborgen voor de gevonniste personen (motivering van weigering, onafhankelijkheid van de betrokken ambtenaren, hoorrecht, inzake in het administratief dossier, ...) ?

4. Quelles garanties de procédure sont offertes au condamné (motivation du refus, indépendance des fonctionnaires compétents, droit d’être entendu, autorisation de consulter le dossier administratif, ...) ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1763

5. Indien er geen procedurereglement bestaat, is het dan niet wenselijk dat er een procedurereglement komt om zo de rechtszekerheid van de betrokkenen te waarborgen ?

5. S’il n’y a pas de règlement de procédure, n’est-il pas souhaitable d’en élaborer un afin de garantir la sécurité juridique du condamné souhaitant être transféré ?

Antwoord : Uit de vraag van het geachte lid leid ik af dat zij betrekking heeft op de overbrenging van in het buitenland gedetineerde personen naar Belgie¨.

Réponse : Je déduis de la question de l’honorable membre telle qu’elle est formulée qu’elle se rapporte au transfèrement vers la Belgique de personnes détenues à l’étranger.

De overbrenging van gevonniste personen in de zin van het Verdrag van de Raad van Europa van 21 maart 1983 en de wet van 19 juni 1990 waarbij dit verdrag werd goedgekeurd, heeft tot doel de sociale reclassering van de gevonniste persoon te optimaliseren door deze in het eigen milieu te laten plaatsvinden.

Le transfèrement de personnes condamnées, au sens de la Convention du Conseil de l’Europe du 21 mars 1983 et de la loi du 19 juin 1990 portant approbation de ladite convention, a pour but d’optimaliser la réinsertion sociale de la personne condamnée en lui permettant d’exécuter sa peine dans son milieu.

Artikel 3 van het overbrengingsverdrag somt de volgende voorwaarden op voor de overbrenging :

L’article 3 de la convention précitée soumet le transfèrement aux conditions suivantes :

a) de persoon die om zijn overbrenging verzoekt moet een onderdaan zijn van de Staat van tenuitvoerlegging;

a) la personne qui demande son transfèrement doit être un ressortissant de l’E´tat d’exécution;

b) het veroordelend vonnis (of arrest) moet definitief zijn;

b) le jugement de condamnation (ou l’arrêt doit être définitif;

c) de gevonniste persoon moet op het tijdstip van de ontvangst van het verzoek tot overbrenging nog ten minste zes maanden van de veroordeling ondergaan (of de duur van de veroordeling is onbeperkt);

c) à la date de réception de la demande de transfèrement, la durée de condamnation que la personne condamnée a encore à subir doit être au moins de six mois, ou indéterminée;

d) de instemming van de gevonniste persoon (of zijn wettelijke vertegenwoordiger);

d) la personne condamnée (ou son réprésentant légal) doit consentir au transfèrement;

e) de dubbele incriminatie;

e) il doit y avoir double incrimination; f) l’E´tat de condamnation et l’E´tat d’exécution doivent s’être mis d’accord sur ce transfèrement.

f) het akkoord van de Staat van veroordeling en van de Staat van tenuitvoerlegging. Onder voorwaarde f) van het verdrag — die iedere Partij bij het verdrag een eigen beleidsruimte geeft bij het beoordelen van overbrengingsverzoeken — zal elk verzoek worden beoordeeld of :

En ce qui concerne la condition f) de la convention — qui accorde à chacune des Parties contractantes une marge de manœuvre dans l’application de sa politique relative à l’appréciation des demandes de transfèrement —, il sera vérifié à l’occasion de chaque demande si :

— er ree¨le perspectieven voor de sociale reclassering in het eigen milieu van de gevonniste persoon aanwezig zijn;

— il existe pour la personne condamnée de réelles perspectives quant à une réinsertion sociale dans son milieu;

— de overbrenging in overeenstemming is met de belangen van de rechtshandhaving. Met name wat betreft de adequate strafuitvoering, van de Staat van veroordeling én de Staat van verdere tenuitvoerlegging van de straf.

— le transfèrement respecte les objectifs de la loi, notamment en ce qui concerne l’exécution adéquate de la peine dans l’E´tat de condamnation et par la suite dans l’E´tat d’exécution.

Dit laatste criterium moet beletten dat de overbrenging zou worden aangewend en dus wordt misbruikt om een strafvoordeel te bekomen in de Staat van verdere tenuitvoerlegging.

Ce dernier critère doit empêcher que le transfèrement ne soit utilisé abusivement pour obtenir un avantage au niveau de la peine dans l’E´tat d’exécution où sera subi le reliquat de la peine.

Het eerste criterium wordt geoperationaliseerd door de toetsing van het strafregister van de gevonniste

L’application du premier critère donne lieu à un controˆle du casier judiciaire de la personne condamnée


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1764

persoon en het rapport van de sociale enquête die wordt uitgevoerd in het milieu van betrokkene.

et à un rapport sur l’enquête sociale menée dans le milieu de la personne concernée.

De combinatie van het strafregister en het rapport van de sociale enquête vormt een objectieve basis waarop kan gesteund worden om de perspectieven op sociale reclassering in te schatten.

La combinaison formée par le casier judiciaire et le rapport sur l’enquête sociale constitue une base objective sur laquelle on peut s’appuyer pour évaluer les perspectives de réinsertion sociale.

Het tweede criterium wordt geoperationaliseerd door middel van een vergelijking van het strafeinde in de Staat van veroordeling en het strafeinde in de Staat van verdere tenuitvoerlegging. Er wordt met andere woorden nagegaan hoe de strafuitvoering verder zou verlopen indien de persoon wordt overgebracht. Bij deze vergelijking wordt tevens rekening gehouden met de respectieve mogelijkheden van vervroegde invrijheidstelling (voorwaardelijke invrijheidstelling).

Le deuxième critère se traduit dans la pratique par une comparaison de la fin de la peine dans l’E´tat de condamnation et dans l’E´tat d’exécution où serait subi le reliquat de la peine. On vérifie en d’autres termes comment l’exécution de la peine se déroulerait si la personne est transférée. Il est également tenu compte dans cette comparaison des possibilités respectives de libération anticipée (libération conditionnelle).

Indien de overbrenging tot gevolg zou hebben dat er, na de vergelijking, een substantieel strafvoordeel ontstaat, wordt de overbrenging in beginsel geweigerd. In dit geval is de overbrenging immers onverenigbaar met de belangen van de strafuitvoering.

Le transfèrement est en principe refusé s’il ressort de la comparaison qu’il engendrerait un avantage substantiel au niveau de la peine. Dans ce cas, le transfèrement ne rencontrerait donc pas les objectifs de la loi.

De beslissing wordt steeds gemotiveerd en meegedeeld aan de Staat van veroordeling en aan de betrokken persoon, zijn naastbestaanden en, in voorkomend geval zijn raadsman.

La décision est toujours motivée et communiquée à l’E´tat de condamnation ainsi qu’à la personne concernée, à ses proches et, le cas échéant, à son conseil.

De wet van 29 juli 1991 inzake de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen voorziet in een uitzondering op de openbaarheid van administratieve dossiers indien de internationale betrekkingen in het gedrang kunnen komen.

La loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs prévoit une exception à la publicité des dossiers administratifs si cette publicité peut porter préjudice aux relations internationales. E´tant donné également que le transfèrement n’est pas un droit mais une faveur, la consultation des dossiers de transfèrement n’est pas autorisée par principe.

Ook mede gezien het feit dat de overbrenging geen recht is maar een gunst wordt er principieel geen inzage verleend in de overbrengingsdossiers.

DO 0000199950291

DO 0000199950291

Vraag nr. 52 van de heer Guido Tastenhoye van 28 september 1999 (N.) :

Question no 52 de M. Guido Tastenhoye du 28 septembre 1999 (N.) :

Overeenkomst met Marokko waardoor Belgische veroordeelden hun straf in Belgie¨ kunnen uitzitten en omgekeerd.

Convention conclue avec le Maroc en vertu de laquelle les Belges condamnés au Royaume chérifien peuvent purger leur peine dans notre pays, et inversement.

Tussen Belgie¨ en Marokko werd onderhandeld over het sluiten van een overeenkomst tussen beide landen, waardoor het mogelijk zou worden dat Belgische veroordeelden hun in Marokko opgelopen gevangenisstraf in Belgie¨ kunnen uitzitten, en in Belgie¨ veroordeelde Marokkanen hun straf in Marokko zouden uitzitten.

La Belgique et le Maroc ont mené des négociations en vue de la conclusion d’une convention bilatérale autorisant des Belges condamnés au Maroc à purger en Belgique la peine d’emprisonnement qu’ils se sont vu infliger au Royaume chérifien, et autorisant inversement des Marocains condamnés en Belgique à purger leur peine au Maroc.

1. Is deze overeenkomst tussen Belgie¨ en Marokko reeds gesloten en in uitvoering ?

1. Cette convention belgo-marocaine a-t-elle déjà été conclue et est-elle déjà en vigueur ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1765

2. Hoe verlopen de procedures precies ?

2. Comment se déroulent exactement les procédures ?

3. Zijn er al gevangenen van het ene naar het andere land overgebracht ?

3. Certains détenus belges ou marocains ont-ils déjà été transférés chez nous ou au Maroc ?

4. Kan Belgie¨ de in ons land veroordeelde Marokkanen ook verplichten hun straf in Marokko te gaan uitzitten ?

4. La Belgique peut-elle également contraindre les Marocains condamnés dans notre pays à purger leur peine au Maroc ?

5. Komen ook de in Belgie¨ veroordeelde « bipatriden », dat zijn Marokkanen die eveneens de Belgische nationaliteit bezitten, in aanmerking om hun straf in Marokko te gaan uitzitten ?

5. Les « bipatrides » condamnés en Belgique (les « bipatrides » sont des Marocains qui ont aussi la nationalité belge) entrent-ils également en considération pour aller purger leur peine au Royaume chérifien ?

Antwoord :

Réponse :

1. De Overeenkomst tussen het Koninkrijk Belgie¨ en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen van 7 juli 1997 en goedgekeurd bij wet 17 maart 1999 (Belgisch Staatblad van 6 juli 1999) is op 1 juni 1999 in werking getreden.

1. La Convention entre le Royaume de Belgique et le Royaume du Maroc sur l’assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées, signée le 7 juillet 1997 et approuvée par la loi du 17 mars 1999 (Moniteur belge du 6 juillet 1999), est entrée en vigueur le 1er juin 1999.

2. De overbrenging heeft tot doel de sociale reclassering van de gevonniste persoon te optimaliseren door deze in het eigen milieu te laten plaatsvinden.

2. Le transfèrement a pour but d’optimiser la réinsertion sociale de la personne condamnée en lui permettant d’exécuter sa peine dans son milieu.

Artikel 5 van voornoemde overeenkomst somt de volgende voorwaarden op voor de overbrenging :

L’article 5 de la convention précitée soumet le transfèrement aux conditions suivantes :

a) het misdrijf dat aan het verzoek ten grondslag ligt, moet in de wetgeving van beide Staten strafbaar zijn gesteld (vereiste van dubbele incriminatie);

a) l’infraction qui motive la demande doit être réprimée par la législation de chacun des deux E´tats (principe de la double incrimination);

b) het veroordelend vonnis (of arrest) moet definitief en uitvoerbaar zijn;

b) le jugement de condamnation (ou l’arrêt) doit être définitif et exécutoire;

c) de veroordeelde persoon die om zijn overbrenging verzoekt moet een onderdaan zijn van de Staat van tenuitvoerlegging;

c) le condamné qui demande son transfèrement doit être un ressortissant de l’E´tat d’exécution;

d) de vrijwillige en geı¨nformeerde instemming van de gevonniste persoon (of zijn wettelijke vertegenwoordiger);

d) le condamné (ou son représentant légal) doit consentir au transfèrement volontairement et en étant pleinement conscient des conséquences juridiques qui en découlent;

e) de gevonniste persoon moet op het tijdstip van het verzoek tot overbrenging nog ten minste één jaar van de straf ondergaan. In uitzonderingsgevallen kunnen beide Staten zich akkoord verklaren met een overbrenging zelfs wanneer de duur van de alsnog te ondergane straf lager is dan één jaar;

e) au moment de la demande de transfèrement, le condamné doit avoir encore au moins un an de peine à exécuter. Dans des cas exceptionnels, les deux E´tats peuvent autoriser le tranfèrement même si le reliquat de peine est inférieur à un an;

f) het akkoord van de Staat van veroordeling en van de Staat van tenuitvoerlegging.

f) l’E´tat de condamnation et l’E´tat d’exécution doivent s’être mis d’accord sur ce transfèrement.


1999

2000


226

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1766

Onder voorwaarde f) van het verdrag — die iedere Partij bij het verdrag een eigen beleidsruimte geeft bij het beoordelen van overbrengingsverzoeken — zal er bij elk verzoek worden nagegaan of :

En ce qui concerne la condition f) de la convention — qui accorde à chacune des Parties contractantes une marge de manœuvre dans l’application de sa politique relative à l’appréciation des demandes de transfèrement —, il sera vérifié à l’occasion de chaque demande si :

— er ree¨le perspectieven voor de sociale reclassering in het eigen milieu van de gevonniste persoon aanwezig zijn;

— il existe pour la personne condamnée de réelles perspectives quant à une réinsertion sociale dans son milieu;

— de overbrenging in overeenstemming is met de belangen van de rechtshandhaving. Met name wat betreft de adequate strafuitvoering in de Staat van veroordeling én de Staat van verdere tenuitvoerlegging van de straf.

— le transfèrement respecte les objectifs de la loi, notamment en ce qui concerne l’exécution adéquate de la peine dans l’E´tat de condamnation et par la suite dans l’E´tat d’exécution.

Dit laatste criterium moet beletten dat de overbrenging zou worden aangewend en dus wordt misbruikt om een strafvoordeel te bekomen in de Staat van verdere tenuitvoerlegging.

Ce dernier critère doit empêcher que le transfèrement ne soit utilisé abusivement pour obtenir un avantage au niveau de la peine dans l’E´tat d’exécution où sera subi le reliquat de la peine.

Het eerste criterium wordt geoperationaliseerd door de toetsing van het strafregister van de gevonniste persoon en het rapport van de sociale enquête die wordt uitgevoerd in het milieu van de veroordeelde persoon.

L’application du premier critère donne lieu à un controˆle du casier judiciaire de la personne condamnée et à un rapport sur l’enquête sociale menée dans le milieu de la personne condamnée.

De combinatie van het strafregister en het rapport van de sociale enquête vormt een objectieve basis waarop kan gesteund worden om de perspectieven op sociale reclassering in te schatten.

La combinaison formée par le casier judiciaire et le rapport sur l’enquête sociale constitue une base objective sur laquelle on peut s’appuyer pour évaluer les perspectives de réinsertion sociale.

Het tweede criterium wordt geoperationaliseerd door middel van een vergelijking van het strafeinde in de Staat van veroordeling en het strafeinde in de Staat van verdere tenuitvoerlegging. Er wordt met andere woorden nagegaan hoe de strafuitvoering verder zou verlopen indien de persoon wordt overgebracht. Bij deze vergelijking wordt tevens rekening gehouden met de respectieve mogelijkheden van vervroegde invrijheidstelling (voorwaardelijke invrijheidstelling).

Le deuxième critère se traduit dans la pratique par une comparaison de la fin de la peine dans l’E´tat de condamnation et dans l’E´tat d’exécution où serait subi le reliquat de la peine. On vérifie en d’autres termes comment l’exécution de la peine se déroulerait si la personne est transférée. Il est également tenu compte dans cette comparaison des possibilités respectives de libération anticipée (libération conditionnelle).

Indien de overbrenging voor gevolg zou hebben dat er, na de vergelijking, een substantieel strafvoordeel ontstaat, wordt de overbrenging in beginsel geweigerd. In dit geval is de overbrenging immers onverenigbaar met de belangen van de strafuitvoering.

Le transfèrement est en principe refusé s’il ressort de la comparaison qu’il engendrerait un avantage substantiel au niveau de la peine. Dans ce cas, le transfèrement ne rencontrerait donc pas les objectifs de la loi.

In principe zal de Staat van veroordeling bovendien eisen dat de opgelegde geldboetes en/of gerechtskosten worden betaald.

De plus, l’E´tat de condamnation exigera en principe que soient payés les amendes et/ou les frais de justice.

De beslissing wordt steeds gemotiveerd en meegedeeld aan de Staat van veroordeling en aan de betrokken persoon, zijn naastbestaanden en, in voorkomend geval zijn raadsman.

La décision est toujours motivée et communiquée à l’E´tat de condamnation ainsi qu’à la personne concernée, à ses proches et, le cas échéant, à son conseil.

3. Tot op heden werden er nog geen veroordeelden overgebracht op basis van voornoemde overeenkomst.

3. Jusqu’à ce jour, aucun condamné n’a été transféré sur la base de la convention précitée.

4. Belgie¨ kan — evenmin als Marokko — gedetineerden verplichten tot het verder uitzitten van de straf

4. La Belgique et le Maroc ne peuvent obliger des personnes détenues à exécuter le reste de leur peine


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1767

in een andere Staat. Krachtens artikel 5, d), dient de veroordeelde in te stemmen met de overbrenging. Bovendien is steeds het akkoord van de tegenpartij vereist.

dans un autre E´tat. En vertu de l’article 5, d), le condamné doit consentir au transfèrement. En outre, l’accord de la partie adverse est toujours nécessaire.

5. Krachtens artikel 7, f), kan de overbrenging worden geweigerd zo de veroordeelde de nationaliteit heeft van de Staat van veroordeling. Hieruit moet worden afgeleid dat in Belgie¨ veroordeelde bipatriden (met de Belgische én de Marokkaanse nationaliteit met andere woorden) inderdaad om hun overbrenging naar Marokko kunnen verzoeken. Op basis van voornoemd artikel kan de overbrenging enkel om deze reden evenwel geweigerd worden. Uiteraard maakt deze weigeringsgrond geen uitzondering op de voorwaarden ex. artikel 5 van de overeenkomst. Deze voorwaarden dienen in elk geval vervuld.

5. Aux termes de l’article 7, f), le transfèrement peut être refusé si le condamné à la nationalité de l’E´tat de condamnation. Ainsi, les bipatrides condamnés en Belgique (en d’autres mots, ceux possédant la nationalité belge et marocaine) peuvent demander leur transfèrement vers le Maroc. Sur la base de l’article précité, le transfèrement peut cependant être refusé pour cette seule raison. Il va de soi que ce motif de refus ne constitue pas une exception aux conditions énoncées à l’article 5 de la convention, lesquelles doivent être remplies dans tous les cas.

DO 0000199950292

DO 0000199950292

Vraag nr. 53 van de heer Guido Tastenhoye van 28 september 1999 (N.) :

Question no 53 de M. Guido Tastenhoye du 28 septembre 1999 (N.) :

Gerechtelijke politie van Antwerpen. — Opsporingsbericht in verband met de moord op een winkelierster.

Police judiciaire d’Anvers. — Avis de recherche concernant le meurtre d’une commerçante.

Uit verkregen informatie blijkt dat de gerechtelijke politie van Antwerpen reeds enkele dagen na de moord op de winkelierster Christel De Jongh op 25 maart 1999, beschikte over een zeer goede robotfoto van de verdachte mannelijke dader. De verdachte wordt beschreven als een Noord-Afrikaanse man van 20 tot 25 jaar oud. Verschillende getuigen van de moord hadden zo’n man halsoverkop zien wegrennen. Toch werd deze robotfoto door de gerechtelijke politie niet onmiddellijk verspreid via de media, zoals dat in zo’n geval gebruikelijk is. Pas half juni 1999, dik drie maanden later dus en nà de parlementsverkiezingen van 13 juni 1999, werd de robotfoto verspreid. In politiekringen kan men vernemen dat de gerechtelijke politie verbod had gekregen om de robotfoto van de verdachte Marokkaan voor de verkiezingen te verspreiden, omdat men vreesde dat dit electorale winst zou kunnen opleveren voor het Vlaams Blok. De identiteit van de verdachte zou aan de politie bekend zijn. Uiteraard was de dader intussen allang gevlogen, en vermoed wordt dat hij nu bij familie of vrienden ondergedoken leeft, wellicht in Marokko.

Il me revient que la police judiciaire d’Anvers disposait déjà, quelques jours après le meurtre de la commerçante Christel De Jongh, le 25 mars 1999, d’un excellent portrait-robot de l’auteur présumé, une personne de sexe masculin. Le suspect est décrit comme étant un homme de type nord-africain, aˆgé de 20 à 25 ans. Plusieurs témoins du meurtre avaient vu s’enfuir à toute allure une personne correspondant à cette description. La police judiciaire n’a toutefois pas fait diffuser immédiatement le portrait-robot dans les médias, comme c’est ordinairement le cas. Le portraitrobot n’a été diffusé qu’à la mi-juin 1999, plus de trois mois après les faits, et après les élections législatives du 13 juin 1999. Il se dit, dans les milieux de la police, que la police judiciaire n’avait pas été autorisée à diffuser avant les élections le portrait-robot du suspect d’origine marocaine parce que l’on craignait que le Vlaams Blok ne puisse en tirer un profit électoral. La police connaıˆtrait l’identité du suspect. Il est évident que l’oiseau s’est depuis longtemps envolé. On pense qu’il se cache chez des amis ou des membres de la famille, probablement au Maroc.

1. Kan u deze feiten bevestigen ?

1. Pouvez-vous confirmer ces faits ?

2. Wat is er precies gebeurd ?

2. Que s’est-il exactement passé ?

3. Wie is er verantwoordelijk, binnen de gerechtelijke politie en politiek, voor het inhouden van de robotfoto ? 4. Wie heeft de opdracht daartoe gegeven ?


3. Qui est responsable, au sein de la police judiciaire et parmi les responsables politiques, de la diffusion tardive du portrait-robot ? 4. Qui a donné des ordres en ce sens ?

1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1768

5. Overweegt u een grondig onderzoek in te stellen over deze zaak ?

5. Avez-vous l’intention de mener une enquête approfondie sur cette affaire ?

6. Welke sancties zijn er bepaald voor de betrokken politiemensen die het onderzoek naar de moord op bovengenoemde persoon op deze manier grondig verknoeiden ?

6. Quelles sanctions sont prévues à l’encontre des policiers concernés qui ont ainsi saboté l’enquête sur le meurtre de cette commerçante ?

7. Welke (juridische) mogelijkheden heeft de familie van de vermoorde vrouw om de gerechtelijke diensten ter verantwoording te roepen ?

7. De quels moyens (juridiques) la famille de la victime dispose-t-elle pour demander des comptes aux services judiciaires ?

8. Waar ligt in deze zaak de uiteindelijke politieke verantwoordelijkheid ?

8. Ou` se situent exactement les responsabilités politiques dans cette affaire ?

Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de rechterlijke autoriteiten zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee.

Réponse : Sur la base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.

Twee dagen na de feiten werd inderdaad een compositietekening gemaakt. In totaal werden er zelfs drie gemaakt waarvan de derde uiteindelijk gebruikt werd. De vermoedelijke dader blijkt een Marokkaan te zijn die naar Nederland zou gevlucht zijn. In die optiek werden rechtshulpverzoeken naar Nederland gericht met het oog op onderzoeksmaatregelen, die ter bescherming van het onderzoek hier niet verder kunnen gespecificeerd worden. Gelijkaardige onderzoeksmaatregelen werden in Belgie¨ genomen. Vanuit strategisch oogpunt werd ervoor geopteerd om de compositietekening gelijktijdig te verspreiden met de uitvoering van voormelde onderzoeksmaatregelen met het oog op het bekomen van informatie over de verdachte.

Un portrait-robot a en effet été dressé deux jours après les faits. Au total, trois portraits-robots ont même été dressés et c’est le troisième qui a finalement été utilisé. Il semble que l’auteur présumé soit d’origine marocaine et qu’il se serait enfui aux PaysBas. C’est dans cette optique que des demandes d’entraide judiciaire ont été adressées aux Pays-Bas en vue de prendre des mesures d’instruction sur lesquelles on ne peut s’étendre davantage dans le souci de garder le secret de l’instruction. Des mesures d’instruction semblables ont été prises en Belgique. D’un point de vue stratégique, il a été décidé de diffuser le portraitrobot simultanément à l’exécution des mesures d’instruction précitées en vue d’obtenir des informations sur le suspect.

Dit kon in Nederland maar eerst gebeuren op 21 juni 1999, datum waarop de zaak het voorwerp was van een televisie-uitzending « Oproep 2020 ». In Nederland was trouwens simultaan met deze uitzending en de verspreiding van de compositietekening in Den Haag een lid van de gerechtelijke politie aanwezig voor bijstand bij de uitvoering van de hogervermelde onderzoeksmaatregelen aldaar. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat het tijdstip van de verspreiding van de compositietekening enkel bepaald werd vanuit de strategie van het onderzoek. Dat dit tijdstip na de parlementaire verkiezingen viel, is bijgevolg louter toevallig.

Le portrait-robot n’a pu être diffusé pour la première fois aux Pays-Bas que le 21 juin 1999, date à laquelle l’affaire passait à l’émission télévisée « Oproep 2020 ». Au moment où l’émission ainsi que le portrait-robot ont été diffusés aux Pays-Bas, un membre de la police judiciaire était d’ailleurs présent à La Haye pour apporter son assistance lors de l’exécution des mesures d’instruction susvisées. Il ressort de ce qui précède que la date de diffusion du portrait-robot a uniquement été déterminée par la stratégie suivie dans le cadre de l’enquête. Par conséquent, le fait que cette date soit tombée après les élections parlementaires n’est que pure coı¨ncidence.

DO 1999200000284

DO 1999200000284

Vraag nr. 112 van mevrouw Joe¨lle Milquet van 24 november 1999 (Fr.) :

Question no 112 de Mme Joe¨lle Milquet du 24 novembre 1999 (Fr.) :

Subsidie¨ring van officie¨le VZW’s voor de opvang, de begeleiding en de huisvesting van slachtoffers van mensenhandelaars.

Subsidiation des ASBL officielles pour l’accueil, l’accompagnement et l’hébergement des victimes de la traite des êtres humains.

Ook de nieuwe regering beschouwt de bestrijding van de georganiseerde mensenhandel als een prioritair

La volonté de démantèlement des filières qui exploitent la traite des êtres humains est une priorité réaffir-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1769

beleidspunt. Een menselijke opvang van de slachtoffers is een wezenlijk onderdeel van een dergelijk beleid. De getuigen zelf, hun getuigenissen en de getuigenverklaringen zijn een onmisbaar gegeven voor het werk van politie en justitie.

mée du nouveau gouvernement. Le volet humanitaire qui permet d’accueillir les victimes en est un élément indispensable. La présence des victimes, leurs dépositions et témoignages sont des éléments essentiels du travail policier et judiciaire.

U heeft ambitieuze plannen op het stuk van de strijd tegen de mensenhandel. Alleen moet men daar ook de middelen toe hebben. Naar ik verneem, heeft de VZW Su¨rya haar personeel moeten opzeggen en moet ze, aangezien de subsidiekraan voor volgend jaar volledig wordt dichtgedraaid, de deuren sluiten.

Vous avez des projets ambitieux en matière de lutte contre la traite des êtres humains. Encore faut-il en avoir les moyens. Or il me revient que l’ASBL Su¨rya, faute d’un seul franc de subside prévu pour l’an prochain, a remis le préavis à son personnel et entame un processus de fermeture.

Die vereniging werd nochtans opgericht op aansporing van de overheid. Vijf jaar geleden wilden meer bepaald de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken dat een dergelijke vereniging werd opgericht om het vervolgingsbeleid van de regering mee uit te voeren. Bij een beslissing van de interministerie¨le conferentie van 15 februari 1994 en een richtlijn van 13 februari 1997 waarvan sprake in een brief van het parket-generaal van Luik, dat binnen het college van procureurs-generaal specifiek met deze problematiek belast is, werd nochtans bevestigd dat de VZW Su¨rya evenals de andere twee centra in ons land die deze dienstverlening aanbieden, op overheidsfinanciering konden rekenen.

Vous n’ignorez pas que cette association a été créée à l’instigation des pouvoirs publics et voulue, il y a cinq ans, par les ministres de la Justice et de l’Intérieur pour appliquer la politique de poursuites décidée par le gouvernement. Une décision de la conférence interministérielle du 15 février 1994 ainsi qu’une directive du 13 février 1997 évoquée par un courrier du parquet général de Liège chargé de cette problématique au sein du collège des procureurs généraux, confirment l’intention de financer l’ASBL Su¨rya et les deux autres centres du pays qui assurent le même service.

1. Welk beleid zal u, gezien de spoedeisende toestand en de nakende sluiting van deze organisatie voor de opvang, de begeleiding en de huisvesting van slachtoffers van de georganiseerde mensenhandel, ten aanzien van die centra voeren, en waarom heeft de betrokken vereniging — en misschien ook andere — nog steeds geen frank subsidie gekregen ?

1. Vu l’urgence de la situation et la fermeture annoncée d’une organisation spécialisée pour l’accueil, l’accompagnement et l’hébergement des victimes de la traite des êtres humains, quelle est votre politique à l’égard de ces centres et pourquoi cette association — voire d’autres le cas échéant — n’a-t-elle toujours pas reçu de subside ?

2. Wilt u dat die vereniging haar deuren sluit ?

2. Souhaitez-vous que cette association mette fin à ses activités ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

1. De problematiek van de financiering van de opvangcentra voor de slachtoffers van de mensenhandel is bijzonder ingewikkeld en is gekoppeld aan de problematiek van de bevoegdheden.

1. La question du financement des centres d’accueil spécialisés pour l’hébergement et l’accompagnement des victimes de la traite des eˆtres humains est très complexe et liée à celle des compétences.

De jeugdbijstand en de sociale hulp aan de rechtsonderhorigen ressorteren immers onder de gemeenschappen, terwijl de gewesten bevoegd zijn voor bepaalde specifieke categoriee¨n van hulpbehoevenden.

Les communautés ont des compétences générales en matière d’aide à la jeunesse et d’aide sociale aux justiciables et les régions pour certains groupes spécifiques ayant besoin d’aide.

2. Ik ondersteun evenwel de voorstellen om via een pragmatische benadering, een oplossing te zoeken op federaal vlak, zodat het opvangcentrum Su¨rya haar activiteiten kan verderzetten.

2. J’appuie néanmoins les propositions qui envisagent par une approche pragmatique, une solution au niveau fédéral, de sorte que le centre d’accueil Su¨rya puisse continuer ses activités.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1770

DO 1999200000434

DO 1999200000434

Vraag nr. 130 van de heer Lode Vanoost van 21 december 1999 (N.) :

Question no 130 de M. Lode Vanoost du 21 décembre 1999 (N.) :

Handhavingsbeleid voor het rijden onder invloed van alcohol.

Politique de répression de la conduite sous influence.

Belgie¨ heeft op het gebied van verkeersveiligheid geen al te goede faam. Een regelmatig aangehaald voorbeeld is de vergelijking van het aantal verkeersdoden met Nederland. Met 15 miljoen inwoners komen in Nederland tweemaal minder mensen om in het verkeer dan in Belgie¨ met 10 miljoen inwoners. Hoewel het zeker niet alles zegt is het voorbeeld wel sprekend.

La Belgique ne jouit pas d’une très bonne réputation en matière de sécurité routière. On compare souvent à titre d’exemple les chiffres des tués sur la route en Belgique et aux Pays-Bas. Les Pays-Bas, avec 15 millions d’habitants, dénombrent deux fois moins de morts qu’en Belgique, dont la population est de 10 millions d’habitants. Cet exemple n’explique pas tout, mais est néanmoins éloquent.

Naast preventieve dienen repressieve maatregelen deze toestand te veranderen. Een van de belangrijke aspecten van de verkeersonveiligheid in Belgie¨ betreft het rijden onder invloed van middelen die het normale reactie- en inschattingsvermogen van de bestuurder verminderen, in de eerste plaats (maar niet de enige) onder invloed van alcohol. Een handhavingsbeleid dat de « pakkans » voor de overtreder reeël maakt, gecombineerd met hoge boetes en sancties, is trouwens niet alleen repressief van aard maar heeft ook een niet te onderschatten preventief karakter. Immers, het besef voor de mogelijke overtreders van het bestaan van dit handhavingsbeleid zal velen onder hen tot een ander verkeersgedrag brengen. Laten we tenslotte niet vergeten dat snelheidsovertreders asociaal handelen door het in gevaar brengen van andere personen, die door dit soort gedrag ernstig in hun vrijheid van bewegen bedreigd worden. Daarnaast is het belangrijk dat er over het hele Belgische grondgebied op eenzelfde manier wordt opgetreden om het handhavingsbeleid geloofwaardig te maken.

Il faut modifier cette situation en prenant des mesures à la fois préventives et répressives. L’une des causes majeures de l’insécurité routière en Belgique est la conduite sous l’influence de substances qui diminuent les facultés de réaction et d’évaluation normales du conducteur, en premier lieu (mais pas uniquement) l’alcool. Les mesures de controˆle rendant effectif le risque d’être surpris, associées à des amendes et à des sanctions importantes, ne sont pas purement répressives mais revêtent également un caractère éminemment préventif. En effet, nombre de contrevenants potentiels, informés de ces mesures, adopteront un comportement différent au volant. Il ne faut pas perdre de vue que les conducteurs sous influence qui se rendent coupables d’excès de vitesse, par leur comportement asocial, représentent une menace importante pour la mobilité des autres usagers dont ils mettent la vie en danger. Par ailleurs, il convient d’intervenir de manière uniforme sur tout le territoire belge, afin d’asseoir la crédibilité des mesures.

Welke instructies heeft u sinds uw aantreden gegeven aan de gerechtelijke diensten om een handhavingsbeleid te voeren dat er op gericht is de vervolgingen voor het rijden onder invloed consequent als zware overtredingen te laten behandelen en dit op een gelijke wijze in alle gerechtelijke districten van het land ?

Depuis votre arrivée au département, quelles instructions ont été données aux services judiciaires afin que la conduite sous l’influence de l’alcool soit traitée comme une infraction grave, et ce de manière uniforme dans tous les districts judiciaires du pays ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te laten weten dat momenteel binnen het kabinet Justitie, in samenwerking met het kabinet Verkeer, het College van procureur-generaals, de diensten van de administratie en de diverse politiediensten, in het kader van de wet van 16 maart 1999 betreffende « drugs in het verkeer », circulaires worden uitgewerkt ten behoeve van de parketten en de politiediensten.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que, dans le cadre de la loi du 16 mars 1999 concernant « la conduite sous l’influence de drogues », des circulaires à l’intention des parquets et des services de police sont actuellement élaborées au sein du cabinet de la Justice, en collaboration avec le cabinet du ministre des Transports, le Collège des procureurs-généraux, les services de l’administration et les différents services de police.

Er wordt tevens de laatste hand gelegd aan het uitwerken van de gestandaardiseerde testbatterij (uiterlijke fysieke tekens en een reeks praktische tests) als onderdeel van de procedure omschreven in de wet.

Parallèlement, on finalise la mise au point d’une batterie de tests standardisés (signes extérieurs d’ordre physique plus une série de tests pratiques) qui font partie de la procédure définie par la loi. En outre, la


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1771

Bovendien is de opleiding terzake bij de betrokken politiediensten lopende.

formation appropriée est actuellement dispensée au sein des services de polices concernés.

De ree¨le pakkans wordt aldus de basis van een daadwerkelijk handhavingsbeleid. De aanpak en het strenge optreden tegen het rijden onder invloed van drugs zal tevens het rijden onder invloed van alcohol nogmaals in de kijker plaatsen.

La chance réelle d’arrêter les contrevenants devient ainsi la base d’une politique visant le respect de la loi. L’action sévère menée contre la conduite sous l’influence de drogues aura également pour effet d’attirer une fois de plus l’attention sur la conduite sous l’influence de l’alcool.

DO 1999200000438

DO 1999200000438

Vraag nr. 131 van de heer Lode Vanoost van 21 december 1999 (N.) :

Question no 131 de M. Lode Vanoost du 21 décembre 1999 (N.) :

Handhavingsbeleid voor snelheidsovertredingen.

Politique de répression des excès de vitesse.

Belgie¨ heeft op het gebied van verkeersveiligheid geen al te goede faam. Een regelmatig aangehaald voorbeeld is de vergelijking van het aantal verkeersdoden met Nederland. Met 15 miljoen inwoners komen in Nederland tweemaal minder mensen om in het verkeer dan in Belgie¨ met 10 miljoen inwoners. Hoewel het zeker niet alles zegt is het voorbeeld wel sprekend.

La Belgique ne jouit pas d’une très bonne réputation en matière de sécurité routière. On compare souvent à titre d’exemple le nombre de tués sur la route en Belgique et aux Pays-Bas. Les Pays-Bas, avec 15 millions d’habitants, dénombrent deux fois moins de morts qu’en Belgique, dont la population est de 10 millions d’habitants. Cet exemple n’explique pas tout, mais est néanmoins éloquent.

Naast preventieve dienen repressieve maatregelen deze toestand te veranderen. Een van de belangrijke aspecten van de verkeersonveiligheid in Belgie¨ betreft de snelheidsovertredingen. Een handhavingsbeleid dat de « pakkans » voor de overtreder reeël maakt, gecombineerd met hoge boetes en sancties, is trouwens niet alleen repressief van aard maar heeft ook een niet te onderschatten preventief karakter. Immers, het besef voor de mogelijke overtreders van het bestaan van dit handhavingsbeleid zal velen onder hen tot een ander verkeersgedrag brengen. Laten we tenslotte niet vergeten dat snelheidsovertreders asociaal handelen door het in gevaar brengen van andere personen, die door dit soort gedrag ernstig in hun vrijheid van bewegen bedreigd worden. Daarnaast is het belangrijk dat er over het hele Belgische grondgebied op eenzelfde manier wordt opgetreden om het handhavingsbeleid geloofwaardig te maken.

Il faut modifier cette situation en prenant des mesures à la fois préventives et répressives. Les excès de vitesse constituent l’une des causes majeures de l’insécurité routière en Belgique. Les mesures de controˆle rendant effectif le risque d’être surpris, associées à des amendes et à des sanctions importantes, ne sont pas purement répressives mais revêtent également un caractère préventif à ne pas sous-estimer. En effet, nombre de contrevenants potentiels, informés de ces mesures, adopteront un comportement différent au volant. Il ne faut pas perdre de vue que les conducteurs qui se rendent coupables d’excès de vitesse représentent par leur comportement asocial une menace importante pour les autres usagers, dont ils compromettent la liberté de mouvement et mettent la vie en danger. Par ailleurs, il convient d’opérer de manière uniforme sur tout le territoire belge, afin d’asseoir la crédibilité des mesures.

Welke instructies heeft u sinds uw aantreden gegeven aan de gerechtelijke diensten om een handhavingsbeleid te voeren dat er op gericht is de vervolgingen voor snelheidsovertredingen consequent als zware overtredingen te laten behandelen en dit op een gelijke wijze in alle gerechtelijke districten van het land ?

Depuis votre arrivée au département, quelles instructions ont été données aux services judiciaires afin que les excès de vitesse soient traités comme des infractions graves, et ce de manière uniforme dans tous les districts judiciaires du pays ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid mededelen dat binnen het federaal veiligheidsplan de federale programma’s de prioriteiten aanduiden. Het punt 6.9 behandelt de verkeersongevallen met letsel.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que, dans le cadre du plan fédéral de la sécurité, les programmes fédéraux indiquent les priorités. Le point 6.9 concerne les accidents de la circulation entraıˆnant des lésions corporelles.

In de analyse wordt gesteld dat in onze samenleving het merendeel van de « slachtoffers » nog altijd het

Au sein de notre société, la plupart des « victimes » sont, selon l’analyse, toujours des accidentés de la


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1772

gevolg zijn van verkeersongevallen. Wil men de doelstellingen van het federaal regeerakkoord realiseren dan moet er worden ingewerkt op de oorzaken. Algemeen wordt gesteld dat menselijk gedrag in 90 à 95 % van de ongevallen (mede)oorzaak is. Vandaar dat de te nemen maatregelen hoofdzakelijk dienen gericht te zijn op het bevorderen van verkeersveilig gedrag. Het preventieve luik stelt duidelijk dat wil men preventief inwerken op de factoren mens, voertuig en omgeving er vooreerst de nodige burgerzin vereist is. Elke burger in welke hoedanigheid ook heeft hierin een belangrijke plicht te vervullen. Het in dit kader uit te werken project stelt dat de gemeenschappen en het onderwijs in het bijzonder, verkeersvoorlichting en opvoeding moeten geven aan de scholieren en studenden. Verkeers- en mobiliteitseducatie alsook het verwerven van bepaalde kennis en vaardigheden zou in de eindtermen kunnen opgenomen worden. Bij de rijopleiding moet er aandacht worden besteed aan het defensief rijden.

Wat de repressie betreft stelt het federaal veiligheidsplan uitdrukkelijk dat om de verkeersongevallen met persoonlijk letsel repressief te benaderen, een eenvormige en duidelijke aanpak zich opdringt. De acties van de parketten en de politie dienen op elkaar te worden afgestemd en de geldboetes moeten efficie¨nter worden geı¨nd. Bijzondere aandacht moet gaan naar het drug- en alcolholgebruik in het verkeer en de strenge aanpak bij recidive.

Men dient te komen tot een effectief verkeershandhavingsbeleid gebaseerd op een handhavingsplan waaraan de nodige publiciteit wordt gegeven. Een gericht verkeerstoezicht moet de pakkans verhogen. De mogelijkheid om een dagboetesysteem in te voeren zal inzake vervolging en bestraffing onderzocht worden.

route. Si l’on désire atteindre les objectifs de l’accord de gouvernement fédéral, il convient d’agir sur les causes. En général, on estime que le comportement humain est la ou une des causes de 90 à 95 % d’accidents. C’est pourquoi, les mesures à prendre doivent principalement être axées sur la promotion d’un comportement prudent sur la route. Le volet préventif pose clairement que le civisme nécessaire doit être présent avant d’agir de façon préventive sur les facteurs homme, véhicule et environnement. Tout citoyen, quelle que soit sa qualité, a des devoirs importants à remplir à cet égard. Le projet élaboré dans ce cadre prévoit que les communautés, et l’enseignement en particulier, doivent fournir des informations et donner une éducation en matière de circulation aux écoliers et aux étudiants. L’éducation au code de la route et à la mobilité ainsi que l’acquisition de connaissances et d’aptitudes particulières pourraient être insérées dans les programmes. En matière d’écolage, il convient d’accorder une certaine attention à la conduite défensive. Pour ce qui est du volet répressif, le plan fédéral de la sécurité dit expressément que pour aborder de manière répressive les accidents de la circulation ayant causés des lésions corporelles, il y a lieu de mettre sur pied une politique uniforme et claire. Les actions des parquets et de la police doivent être harmonisées et la perception des amendes doit être plus efficace. En matière de circulation routière, une attention particulière doit être accordée à la consommation de drogues et d’alcool ainsi qu’à une réaction sévère en cas de récidive. En d’autres termes, il faut arriver à mettre en œuvre une politique de respect de la loi efficace en matière de circulation routière, basée sur un plan de respect de la loi qui doit bénéficier de toute la publicité nécessaire. Une surveillance orientée du trafic routier doit augmenter la probabilité d’arrêter les contrevenants. La possibilité d’introduire un système d’amendes journalières sera examinée au niveau de la poursuite et de la répression.



DO 0000199950095

DO 0000199950095

Vraag nr. 15 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 1 september 1999 (N.) : Vennootschappen. — Verdoken meerwinsten. 1. Heeft de recente wetswijziging die bepaalt dat « verdoken meerwinsten », die niet in het vermogen

Question no 15 de Mme Annemie Van de Casteele du 1er septembre 1999 (N.) : Sociétés. — Plus-values déguisées. 1. La récente modification légale en vertu de laquelle les « plus-values déguisées » qui n’apparaissent


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1773

van een vennootschap worden teruggevonden, aan de bijzondere aanslag van 309 % onderworpen zijn, invloed op de mogelijkheid om die winsten na de vaststelling van de belastingdienst :

pas dans le patrimoine de la société sont imposées au taux spécial de 309 % a-t-elle une influence sur la possibilité, après constatation par les services des contributions :

a) aan de bestuurder e.d. toe te kennen en aldus met diens akkoord te boeken ? Moeten in dat geval nog aanvullende fiches 281 en opgaven 325 worden opgemaakt, niettegenstaande de toekenning reeds aan de administratie bekend is;

a) d’accorder ses bénéfices à l’administrateur et de les comptabiliser avec son accord ? Convient-il encore, dans ce cas, d’établir des fiches 281 et des relevés 325, l’attribution étant déjà connue de l’administration;

b) aan de verkrijger aan te rekenen en in haar boekhouding op te nemen, en in haar fiscale toestand van het onderzochte jaar en onzichtbare reserve aan haar belastbaar inkomen toe te voegen ?

b) de les imputer au bénéficiaire et de les inscrire dans sa comptabilité et d’ajouter ainsi une réserve occulte au revenu imposable de l’exercice concerné ?

2. Wat is de precieze omschrijving van de term « meerwinst » ?

2. Quelle est la définition exacte de la notion de plus-value ? ` quel moment ces plus-values doivent-elles 3. A apparaıˆtre dans le patrimoine de la société pour ne pas être soumises au taux spécial de 309 % ?

3. Op welk ogenblik moeten die « meerwinsten » in het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden om niet aan de bijzondere aanslag van 309 % onderworpen te zijn ? 4. a) Wat gebeurt er inzake vennootschapsbelasting met de BTW, die volgens ComIB 92, 24/24, in de « meerwinst » wordt begrepen ?

4. a) Qu’en est-il en ce qui concerne l’impoˆt des sociétés de la TVA qui est incluse dans les plus-values, conformément au ComIR 92, 24/24 ?

b) Is die BTW dan aftrekbaar van de gewoon belastbare winst, of wordt de bijzondere aanslag van 309 % dan herzien ?

b) Cette TVA est-elle dans ce cas déductible du bénéfice imposable ordinaire ou procède-t-on à une révision du taux spécial de 309 % ?

c) Welke procedure moet de belastingplichtige volgen ?

c) Quelle est la procédure à suivre par le contribuable ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de door haar gestelde vragen te vinden.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées.

1. De wijzigingen die de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen heeft aangebracht aan artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), waardoor de in dat artikel bedoelde afzonderlijke aanslag uitdrukkelijk van toepassing wordt verklaard op de verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden, doen geen afbreuk aan de onderrichtingen vermeld in het nr. 219/ 3, 4o, van de administratieve commentaar op het voormelde wetboek, luidens dewelke de afzonderlijke aanslag niet van toepassing is voor zover de verdoken meerwinsten :

1. Les modifications que la loi du 4 mai 1999 portant des dispositions fiscales diverses a apportées à l’article 219 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 92) par lesquelles la cotisation distincte visée à cet article a été expressément déclarée applicable aux bénéfices dissimulés qui ne se retrouvent pas parmi les éléments du patrimoine de la société, ne portent pas préjudice aux directives tracées au no 219/3, 4o, du commentaire administratif du code précité, selon lesquelles la cotisation distincte ne trouve pas à s’appliquer pour autant que les bénéfices dissimulés :

— ofwel als beroepsinkomsten van de betrokken bedrijfsleiders worden belast, wanneer die bedrijfsleiders zich individueel schriftelijk akkoord hebben verklaard met het belasten, in hun hoofde, van die verdoken meerwinsten als beroepsinkomsten (uiteraard moet die akkoordverklaring van de betrokken bedrijfsleiders gebeuren op een ogenblik waarop het nog mogelijk is die toekenningen binnen de wettelijke termijnen te belasten);

— soit ont été taxés à titre de revenus professionnels dans le chef des dirigeants d’entreprise concernés lorsque ces dirigeants se sont prononcés dans un accord individuel écrit sur la taxation, dans leur chef, en tant que revenus de ces bénéfices dissimulés professionnels (bien entendu cet accord des dirigeants concernés doit intervenir à un moment où il est encore possible d’imposer ces attributions dans les délais légaux);


1999

2000


227

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1774

— ofwel, door aanpassing van de boekhouding, in het vermogen van de vennootschap worden uitgedrukt.

— soit sont réintégrés, après adaptation de la comptabilité, dans le patrimoine de la société.

In het eerstgenoemde geval blijft de vennootschap ertoe gehouden om, met toepassing van artikel 57, WIB 92, zelf de nodige aanvullende of verbeterende fiches 281.20 en de opgave 325.20 op te maken.

Dans le premier cas, la société reste tenue d’établir elle-même les fiches 281.20 complémentaires ou rectificatives nécessaires ainsi que les relevés 325.20 en application de l’article 57, CIR 92.

Evenwel zal, gelet op het bijzondere karakter van de gegeven omstandigheden [inzonderheid de schriftelijke individuele akkoordverklaringen van de betrokken bedrijsleider(s)], de taxatieambtenaar die met het onderzoek van de fiscale toestand van de vennootschap is belast, zelf die aanvullende of verbeterende fiches 281.20 opmaken en (zo nodig met de passende verduidelijkingen) doorsturen aan de diensten die bevoegd zijn voor de taxatie van de verkrijgers.

Toutefois, eu égard aux circonstances particulières [notamment l’accord individuel écrit du (des) dirigeant(s) d’entreprise concerné(s], le fonctionnaire taxateur qui est chargé de l’examen de la situation fiscale de la société établira lui-même les fiches 281.20 complémentaires ou rectificatives et les fera parvenir (au besoin avec les éclaircissements qui s’imposent) aux services compétents pour la taxation des bénéficiaires.

2. Onder verdoken meerwinst moet worden verstaan de door de administratie vastgestelde winsten (eventueel op basis van de artikelen 340 en 342, WIB 92) die niet begrepen zijn in het boekhoudkundig resultaat van de vennootschap en derhalve evenmin onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden. Inzonderheid betreft het de omzet die een onderneming in het zwart heeft gerealiseerd. Als verdoken meerwinsten worden uiteraard niet aangemerkt, de reserves bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2o tot 4o, WIB 92 (artikel 219, derde lid, WIB 92).

2. Par bénéfices dissimulés, il faut entendre les bénéfices constatés par l’administration (éventuellement sur la base des articles 340 et 342, CIR 92) qui ne sont pas compris dans le résultat comptable de la société et qui, par conséquent, ne se retrouvent pas non plus parmi les éléments du patrimoine de la société. En particulier, cela concerne le chiffre d’affaires réalisé en noir par une entreprise. Ne sont naturellement pas considérées comme des bénéfices dissimulés, les réserves visées à l’article 24, alinéa 1er, 2o à 4o, CIR 92 (article 219, alinéa 3, CIR 92).

3. In de huidige stand van zaken aanvaardt de administratie dat de hiervoor vermelde aanpassing van de boekhouding (door een boeking als inkomen van de vennootschap) gebeurt na de afsluiting van het boekjaar en zelfs nadat het bestaan van de verdoken meerwinsten door de taxatiediensten wordt vastgesteld, voor zover die boeking plaatsvindt binnen de wettelijke aanslagtermijnen (zie dienaangaande ook de parlementaire vraag nr. 119 van 19 september 1996 gesteld door senator Anciaux — Vragen en Antwoorden , Senaat, 1996-1997, nr. 1-32, blz. 1582-1583).

3. Dans l’état actuel des choses, l’administration accepte que l’adaptation de la comptabilité mentionnée ci-avant (via une comptabilisation à titre de revenus de la société) soit effectuée après la cloˆture de l’exercice comptable et même après que l’existence de bénéfices dissimulés ait été établie par des services de taxation, pour autant que cette comptabilisation ait lieu dans les délais légaux d’imposition (à cet égard, voyez également la question parlementaire no 119 du 19 septembre 1996 posée par le sénateur Anciaux — Questions et Réponses , Sénat, 1996-1997, no 1-32, pp. 1582-1583).

4. Zoals is vermeld in de door het geachte lid aangehaalde passage van voormelde commentaar, moet — wanneer wordt vastgesteld dat aan de BTW onderworpen leveringen van goederen of diensten niet werden aangegeven — in de regel worden aangenomen dat de belastingplichtige, boven het bedrag van die leveringen, eveneens de normaal daarop verschuldigde BTW aan zijn klanten heeft aangerekend. Dit houdt in dat de verdoken meerwinsten die aan de afzonderlijke aanslag in de vennootschapsbelasting worden onderworpen, eveneens de BTW omvatten die, rekening houdend met het toepasselijke tarief, wettelijk op die leveringen of diensten is verschuldigd. Hiervan mag slechts worden afgewerken wanneer de belastingplichtige het bewijs levert dat de normaal ver-

4. Tel que cela est mentionné dans le passage du commentaire précité souligné par l’honorable membre, il faut généralement considérer — lorsqu’il est constaté que des livraisons de biens ou des prestations de services soumises à la TVA n’ont pas été déclarées — qu’en sus du montant de ces livraisons ou prestations, le contribuable a également porté en compte à ses clients la TVA due sur ces opérations. Cela implique que les bénéfices dissimulés qui sont soumis à la cotisation distincte à l’impoˆt des sociétés comprennent également la TVA qui, compte tenu du tarif applicable, est légalement due sur ces livraisons ou services. On ne peut y déroger que lorsque le contribuable apporte la preuve que la TVA normalement due n’a pas été portée en compte à ses clients ou


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1775

schuldigde BTW geheel of gedeeltelijk niet werd aangerekend aan zijn klanten of wanneer het, gelet op de voorhanden zijnde feitelijke gegevens, als vaststaand kan worden aangenomen dat die aanrekening niet gebeurde.

ne l’a été que partiellement ou lorsque, eu égard aux éléments de faits disponibles, on peut considérer comme acquis qu’il en a été ainsi.

De BTW die achteraf op de niet-aangegeven leveringen of diensten door de administratie zou worden geeïst of die, ingevolge de gedane vaststelling, spontaan in een BTW-aangifte zou worden opgenomen, vormt een beroepskost die aftrekbaar is van de gewone winst voor het belastbare tijdperk waarin ze wordt betaald of het karakter heeft verworven van een zekere en vaststaande schuld en als dusdanig is geboekt (nr. 53/88, tweede lid, van voormelde commentaar).

La TVA sur les livraisons ou les prestations non déclarées qui serait perçue ultérieurement par l’administration ou qui, ensuite des constatations faites par celle-ci, serait incluse spontanément dans une déclaration TVA, constitue des frais professionnels déductibles des bénéfices ordinaires pour la période imposable au cours de laquelle elle est payée ou acquiert le caractère de dette certaine et liquide et est comptabilisée comme telle (no 53/88, alinéa 2, du commentaire précité).

DO 0000199950150

DO 0000199950150

Vraag nr. 29 van mevrouw Fientje Moerman van 10 september 1999 (N.) : Inkomstenbelastingen. — Pensioensparen. — Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. — Rijksinwoners.

Question no 29 de Mme Fientje Moerman du 10 septembre 1999 (N.) : Impoˆts sur les revenus. — E´pargne-pension. — Réduction d’impoˆt pour épargne à long terme. — Habitants du Royaume.

Luidens artikel 145/1, 5o, WIB 1992, wordt een belastingvermindering voor het lange termijnsparen verleend ten gunste van betalingen voor het pensioensparen.

Conformément à l’article 145/1, 5o, du CIR 1992, une réduction d’impoˆt pour épargne à long terme est accordée pour les dépenses faites à titre de paiements pour l’épargne-pension.

Een der voorwaarden om van de belastingvermindering te kunnen genieten is dat de spaarrekening of -verzekering is aangegaan « door een rijksinwoner vanaf de leeftijd van 18 jaar en voó´r de leeftijd van 65 jaar » (artikel 145/9, eerste lid, 1o, a), WIB 1992).

Pour pouvoir bénéficier de cette réduction d’impoˆt, il faut notamment que le compte d’épargne ou l’assurance épargne soit souscrit « par un habitant du Royaume, à partir de l’aˆge de 18 ans et avant l’aˆge de 65 ans » (article 145/9, premier alinéa, 1o, a), du CIR 1992).

Deze voorwaarde moet getoetst worden op 31 december van het jaar waarin de bewuste spaarrekening of -verzekering is aangegaan. Doordat men « rijksinwoner » dient te zijn op 31 december van het jaar waarin de bewuste spaarrekening of -verzekering is aangegaan, worden nietinwoners van deze belastingvermindering uitgesloten. Een uitzondering hierop geldt voor de categorie nietinwoners die slechts na het afsluiten van de bewuste spaarrekening of -verzekering hun woonplaats uit Belgie¨ naar een andere staat hebben overgebracht.

Le respect de cette condition est vérifié au 31 décembre de l’année au cours de laquelle le compte d’épargne ou l’assurance épargne a été souscrit. E´tant donné qu’il faut être « habitant du Royaume » au 31 décembre de l’année au cours de laquelle le compte d’épargne ou l’assurance épargne a été souscrit, les non-résidents sont exclus du bénéfice de cette réduction d’impoˆt. Une dérogation est prévue pour les non-résidents qui n’ont transféré leur lieu de résidence de la Belgique vers un autre E´tat qu’après la souscription du compte d’épargne ou de l’assurance épargne.

1. Kan deze belastingvermindering verleend worden aan erkende buitenlandse kaderleden, vermits deze geacht worden rijksinwoners te zijn ?

1. Cette réduction d’impoˆt peut-elle être accordée aux cadres étrangers reconnus, étant donné qu’ils sont considérés comme des habitants du Royaume ?

2. Dient men de belastingvermindering niet uit te breiden tot niet-inwoners met tehuis of waarvan de in Belgie¨ behaalde beroepsinkomsten een bepaald

2. Ne conviendrait-il pas d’étendre le bénéfice de cette réduction d’impoˆt aux non-résidents ayant maintenu un foyer d’habitation en Belgique ou dont les


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1776

percentage van hun totaal inkomen bereiken (artikel 242, § 1, WIB 1992) ?

revenus professionnels recueillis en Belgique atteignent un certain pourcentage de leur revenu total (article 242, § 1er, CIR 1992) ?

3. Is de voorwaarde opgenomen in artikel 145/9, eerste lid, 1o, a), WIB 1992, niet strijdig met het grondwettelijk non-discriminatiebeginsel, vermits nietinwoners, die zich in gelijke omstandigheden bevinden, verschillend behandeld worden naargelang hun woonplaats zich vroeger al dan niet in Belgie¨ bevond ?

3. La condition visée à l’article 145/9, premier alinéa, 1o, a), du CIR 1992 n’est-elle pas contraire au principe constitutionnel de non-discrimination, étant donné que des non-résidents se trouvant dans la même situation sont traités différemment selon que leur lieu de résidence se trouvait auparavant en Belgique ou non ?

4. Is de voorwaarde opgenomen in artikel 145/9, eerste lid, 1o, a), WIB 1992, te verenigen met rechtspraak van het Europees Hof van Justitie, die stelt dat niet-inwoners, die zich in gelijke omstandigheden als inwoners bevinden, van dezelfde fiscale aftrekposten moeten kunnen genieten ?

4. La condition visée à l’article 145/9, premier alinéa, 1o, a), du CIR 1992 est-elle compatible avec la jurisprudence de la Cour européenne de justice, selon laquelle les non-résidents se trouvant dans la même situation que les habitants du Royaume doivent pouvoir bénéficier des mêmes possibilités de réduction fiscale ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de gestelde vragen.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.

1. Vooreerst wens ik de aandacht erop te vestigen dat, in tegenstelling tot wat het geachte lid in haar vraag beweert, de buitenlandse kaderleden die op het bijzonder aanslagstelsel aanspraak maken, de hoedanigheid van niet-rijksinwoner moeten hebben.

1. Au préalable, je souhaite attirer l’attention sur le fait que contrairement à ce que l’honorable membre affirme dans sa question, les cadres étrangers qui revendiquent le régime spécial d’imposition doivent posséder la qualité de non-habitant du Royaume.

De belastingvermindering voor pensioensparen kan dus enkel aan die buitenlandse kaderleden worden verleend die bij het openen van een collectieve of individuele spaarrekening of bij het sluiten van een spaarverzekering de hoedanigheid van rijksinwoner hadden.

La réduction d’impoˆt pour épargne-pension peut donc seulement être accordée aux cadres étrangers qui, lors de l’ouverture d’un compte-épargne collectif ou individuel ou lors de la souscription d’une assuranceépargne, possédaient la qualité d’habitant du Royaume.

2. Niet-inwoners met tehuis zijn niet a priori uitgesloten van de belastingvermindering voor pensioensparen. Artikel 244 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bepaalt uitdrukkelijk dat de regels inzake berekening van de personenbelasting eveneens van toepassing zijn op deze categorie niet-inwoners. Dit houdt in dat ook alle belastingverminderingen voor het lange termijnsparen van toepassing zijn. Hetzelfde geldt voor niet-inwoners die minstens 75 % van hun totaal beroepsinkomen uit winsten, baten, bezoldigingen of pensioenen in Belgie¨ behalen en die dus met niet-inwoners met tehuis worden gelijkgesteld. Evenwel blijkt de voorwaarde vervat in artikel 1459, eerste lid, 1o, a), WIB 92, namelijk dat betrokkene bij het afsluiten van de spaarverzekering of het openen van de spaarrekening rijksinwoner moet zijn, een rem te zijn op de toepassing ervan.

2. Les non-résidents avec foyer d’habitation ne sont pas a priori exclus de la réduction d’impoˆt pour épargne-pension. L’article 244 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 92) dispose expressément que les règles relatives au calcul de l’impoˆt des personnes physiques s’appliquent également à cette catégorie de non-résidents. Cela implique que toutes les réductions d’impoˆt pour épargne à long terme leur sont aussi applicables. Cela vaut également pour les nonrésidents qui recueillent en Belgique des bénéfices, profits, rémunérations ou pensions constituant au moins 75 % de l’ensemble de leurs revenus professionnels et qui sont donc assimilés à des non-résidents avec foyer d’habitation. Il semble toutefois que la condition reprise à l’article 1459, alinéa 1er, 1o, a), CIR 92, à savoir que la personne concernée doit être habitant du Royaume lors de la souscription de l’assuranceépargne ou de l’ouverture d’un compte-épargne, constitue un frein à l’application des règles visées ci-dessus.

3 en 4. Gelet op het antwoord op vraag 2 lijkt de door het geachte lid aangehaalde bepaling uit artikel 1459, eerste lid, 1o, a), WIB 92, moeilijk in overeenstemming te brengen met enkele recente arresten van het Europees Hof. Bovendien onderzoekt de admi-

3 et 4. Au vu de la réponse donnée à la question 2, il semble que la disposition de l’article 1459, alinéa 1er, 1o, a), CIR 92, visée par l’honorable membre soit difficile à mettre en concordance avec les divers arrêts récents de la Cour européenne. Par ailleurs, l’adminis-


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1777

nistratie van Fiscale Zaken momenteel of het WIB 92 nog regels bevat die in strijd zijn met de Europese rechtspraak.

tration des Affaires fiscales examine actuellement si le CIR 92 contient encore des dispositions en contradiction avec la jurisprudence européenne.

Van zodra dat onderzoek volledig is afgerond, zal ik de nodige wetgevende initiatieven nemen.

Je prendrai les initiatives législatives qui s’imposent dès que cet examen sera terminé.

DO 1999200000032

DO 1999200000032

Vraag nr. 80 van de heer Eric van Weddingen van 14 oktober 1999 (Fr.) :

Question no 80 de M. Eric van Weddingen du 14 octobre 1999 (Fr.) :

« Sale and lease back »-verrichtingen.

« Sale and lease back ».

Boekhoudkundig gezien mogen kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen waardeverminderingen uit de verkoop van vastrentende effecten in het kader van arbitrageoperaties gespreid aanmerken samen met de toekomstige inkomsten uit effecten die in het kader van de arbitrage worden aangekocht. In een circulaire van 13 oktober 1995 stelt de administratie evenwel dat een dergelijke taxatiemethode uit fiscaal oogpunt in strijd is met het principe van de eenjarigheidsbelasting. Minderwaarden die het gevolg zijn van een arbitrageoperatie, mogen derhalve enkel als beroepskosten in mindering worden gebracht ten belope van het gedeelte dat conform de boekhoudkundige bepalingen wordt aangemerkt tijdens het boekjaar waarin de minderwaarde wordt geleden.

Sur le plan comptable, les établissements de crédit et les entreprises d’assurances peuvent adopter une méthode d’évaluation dans laquelle les moins-values résultant de la vente de titres de placements à revenus fixes dans le cadre d’opérations d’arbitrage, sont prises en résultats de manière étalée avec les revenus futurs des titres acquis dans le cadre de l’arbitrage. Dans une circulaire du 13 octobre 1995, l’administration faisait savoir que sur le plan fiscal, une telle méthode d’évaluation était contraire au principe de l’annualité de l’impoˆt. Il s’en déduisait que la moins-value réalisée à l’occasion d’une opération d’arbitrage ne pourrait être admise à titre de frais professionnels qu’à concurrence de la partie qui, conformément aux dispositions comptables, est prise en résultats de l’exercice au cours duquel la moins-value est supportée.

Naar ik verneem, komt de administratie echter in een circulaire van 1 juni 1999 op dat standpunt terug : er mag nu een negatieve reserve worden aangelegd ten belope van het verschil tussen de geleden minderwaarde en het gedeelte van de minderwaarde dat tijdens dat boekjaar wordt aangemerkt, waarbij gewerkt wordt met over de daaropvolgende boekjaren gespreide onttrekkingen aan de negatieve reserve. Dat lijkt mij een prima oplossing te zijn. Ik wijs er nog op dat, in de memorie van toelichting bij wat de wet van 22 december 1998 zou worden, eveneens naar het mechanisme van de belaste negatieve reserve wordt verwezen.

J’apprends que, par une circulaire du 1er juin 1999, l’administration revient sur sa position en admettant la création d’une réserve négative à concurrence de la différence entre la moins-value supportée et la partie de celle-ci prise en résultats pendant cet exercice, ladite réserve négative faisant l’objet de prélèvements échelonnés lors des exercices suivants. Il y a là une solution qui me paraıˆt heureuse. Je relève que l’exposé des motifs de ce qui allait devenir la loi du 22 décembre 1998 fait, lui aussi, appel au mécanisme de la réserve taxée négative.

Bij « sale and lease back »-verrichtingen rijst er een soortgelijk probleem wanneer de oorspronkelijke overdracht van de materie¨le vaste activa een waardevermindering tot gevolg heeft. Die minderwaarde kan, boekhoudkundig gezien, enkel gespreid verrekend worden, wat uit fiscaal oogpunt dan weer in strijd is met het principe van de eenjarigheidsbelasting.

Je fais remarquer au ministre qu’un problème semblable à celui qui vient d’être évoqué se pose en matière de « Sale and lease back » lorsque la cession initiale de l’immobilisation corporelle entraıˆne une moins-value. Ladite moins-value ne peut, d’un point de vue comptable, être prise en charge que de manière étalée, ce qui, d’un point de vue fiscal, est contraire au principe de l’annualité de l’impoˆt.

In zijn antwoord op een vraag van senator P. Hatry van 30 april 1996 verklaarde de toenmalige minister van Financie¨n dat de administratie verscheidene oplossingen overwoog om de boekhoudkundige en de

En réponse à une question posée par le sénateur P. Hatry le 30 avril 1996, le ministre des Finances de l’époque déclare que l’administration étudiait différentes solutions permettant de réconcilier le résultat


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1778

fiscale resultaten met elkaar in overeenstemming te brengen (vraag nr. 83, Vragen en Antwoorden, Senaat, 1995-1996, nr. 1-23, blz. 1158).

comptable et le résultat fiscal (question no 83, Questions et Réponses, Sénat, 1995-1996, no 1-23, p. 1158).

Kan de minister ermee instemmen dat dit probleem eveneens opgelost wordt aan de hand van het mechanisme van de belaste negatieve reserve ?

Le ministre est-il d’accord de résoudre également ce problème par le mécanisme de la réserve taxée négative ?

Antwoord : Het antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag luidt bevestigend.

Réponse : La question posée par l’honorable membre comporte une réponse affirmative.

DO 1999200000109

DO 1999200000109

Vraag nr. 98 van de heer Karel Van Hoorebeke van 22 oktober 1999 (N.) :

Question no 98 de M. Karel Van Hoorebeke du 22 octobre 1999 (N.) :

Bezwaar. — Vernietiging van de aanslag.

Réclamations. — Annulation de l’imposition.

Indien een bezwaarindiener expliciet of impliciet de vernietiging van een bepaalde aanslag vraagt wegens schending van een wettelijke regel, maar in het bezwaarschrift terzelfdertijd formuleert hoe volgens hem zijn correcte toestand eruit zou zien, dient de aanslag dan effectief vernietigd te worden of daarentegen aangepast te worden zoals door de bezwaarindiener uiteengezet werd ?

Si le redevable qui se pourvoit en réclamation demande implicitement ou explicitement l’annulation de l’imposition contestée pour violation d’une règle légale, tout en indiquant, dans sa réclamation, ce qui à ses yeux devrait être sa situation correcte, l’imposition doit-elle être effectivement annulée ou simplement rectifiée et mise en concordance avec les faits tels que détaillés par le requérant ?

Antwoord : De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar moet de aanslag vernietigen wanneer de bezwaarindiener een schending aanvoert van een op straffe van nietigheid voorgeschreven procedurevorm, zoals bijvoorbeeld de niet-naleving van de verplichting tot verzending van een bericht van wijziging, en deze grief gegrond is.

Réponse : Le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui doit annuler la cotisation lorsque le réclamant invoque la violation d’une forme de procédure prescrite à peine de nullité, comme par exemple le non-respect de l’obligation d’envoyer un avis de rectification, et que ce grief est fondé.

Indien de directeur de aanslag vernietigt wegens niet-naleving van een op straffe van nietigheid voorgeschreven procedurevorm kan hij de aanlag niet verbeteren. Hij kan zelfs de door de bezwaarindiener ten gronde aangevoerde grieven niet meer onderzoeken (zie naar analogie Cass., 10 oktober 1986, Pas., 1987, I, 155).

Si le directeur annule la cotisation pour non-respect d’une forme de procédure prescrite à peine de nullité, il ne peut pas rectifier la cotisation. Il ne peut même plus examiner les griefs invoqués par le réclamant quant au fond (voir par analogie, Cass., 10 octobre 1986, Pas., 1987, I, 155).

DO 1999200000224

DO 1999200000224

Vraag nr. 120 van de heer Karel Pinxten van 19 november 1999 (N.) :

Question no 120 de M. Karel Pinxten du 19 novembre 1999 (N.) :

Fiscale behandeling van hypothecaire leningen.

Régime fiscal applicable aux emprunts hypothécaires.

De administratie was van mening dat de kapitaalaflossingen en interesten van hypothecaire leningen niet voor belastingvermindering in aanmerking kwamen indien zij werden aangegaan bij een buitenlandse kredietinstelling.

Jusqu’il y a peu, l’administration était d’avis que les amortissements de capital et d’intérêts des emprunts hypothécaires ne pouvaient faire l’objet d’une réduction fiscale lorsque l’emprunt avait été contracté auprès d’un établissement de crédit étranger.

De administratie meende uit de economie van de artikelen 145(1, 3o), 145(5) en 145(17), WIB 1992, te

De la philosophie des articles 145(1, 3o), 145(5) et 147(17), du CIR 1992, l’administration estimait


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1779

kunnen afleiden dat de aftrek en de belastingvermindering enkel konden toegekend worden indien de hypothecaire lening was aangegaan bij een Belgische kredietinstelling of een Belgische inrichting van een buitenlandse kredietinstelling.

pouvoir déduire que la déduction et la réduction fiscales ne pouvaient être accordées que lorsque l’emprunt hypothécaire avait été contracté auprès d’un établissement de crédit belge ou d’une antenne belge d’un établissement de crédit étranger.

Volgens haar volgde uit de economie van de artikelen 145(1, 3o), 145(5) en 145(17), WIB 1992 dat zowel het leningscontract als het erop betrekking hebbende levensverzekeringscontract in Belgie¨ moet gesloten zijn.

Selon l’administration, il découlait de la philosophie des articles 145(1, 3o), 145(5) et 145(17), du CIR 1992 que tant le contrat d’emprunt que le contrat d’assurance vie y afférent devaient être avoir été conclus en Belgique.

De Europese Commissie zag in de houding van de administratie een inbreuk op de principes van de eengemaakte markt en bereidde daarom een procedure tegen Belgie¨ voor overeenkomstig artikel 169 van het Verdrag van de Europese Unie.

La Commission européenne a cependant vu dans cette position de l’administration belge une infraction aux principes du marché unifié et se prépare dès lors, sur la base de l’article 169 du Traité de l’Union européenne, à entamer une procédure contre la Belgique.

De Belgische wetgever heeft op de afloop van deze procedure niet gewacht om artikel 145(1, 3o), WIB 1992 aan te passen, om die bepaling in overeenstemming te brengen met het beginsel van vrij verkeer van diensten en kapitaal binnen de Europese Unie. In artikel 145(1, 3o), WIB 1992, wordt nu uitdrukkelijk bepaald dat de lening ook mag worden gesloten bij een instelling die binnen de Europese Unie gevestigd is. Artikel 145(1, 3o), WIB 1992, werd aldus gewijzigd door de wet van 21 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 16 januari 1999). De wetswijziging gaat in vanaf aanslagjaar 1999.

Le législateur belge n’a pas attendu l’issue de cette procédure pour adapter l’article 145(1, 3o), du CIR 1992, en vue de rendre cette disposition conforme au principe de la libre circulation des services et des capi` l’article 145(1, taux au sein de l’Union européenne. A 3o), du CIR 1992, il est à présent stipulé expressément que l’emprunt peut également être contracté auprès d’un établissement ayant son siège dans l’Union européenne. L’article 145(1, 3o), CIR 1992, a donc été modifié par la loi du 21 octobre 1998 (Moniteur belge du 16 janvier 1999), cette modification législative entrant en vigueur à partir de l’exercice d’imposition 1999.

Volgens de administratie betekent dit dat de aanpassing van artikel 145(1, 3o), WIB 1992, enkel effect heeft voor leningen die gesloten werden nà de wetswijziging. Voor leningen die voó´r de wetswijziging werden gesloten bij een buitenlandse kredietinstelling, handhaaft de Belgische administratie haar houding. De belastingvermindering voor deze leningen wordt nog steeds verworpen omwille van dezelfde argumenteringen als voorheen.

Selon l’administration, l’adaptation de l’article 145(1, 3o), CIR 1992, ne s’applique qu’aux emprunts contractés après la modification de la loi. Pour les emprunts contractés auprès d’un établissement de crédit étranger avant la modification, l’administration belge maintient son point de vue : pour ces emprunts, la réduction fiscale est toujours refusée sur la base de la même argumentation que précédemment.

1. Is deze houding niet strijdig met :

1. Cette attitude n’est-elle pas contraire :

a) de artikelen 145(1, 3o), 145(5) en 145(17), WIB 1992 zoals deze bestonden voó´r de wetswijziging in oktober 1998 ? In deze artikelen werd nergens, als voorwaarde voor de aftrek of belastingvermindering, gesteld dat de hypothecaire lening moest worden gesloten bij een Belgische kredietinstelling;

a) aux articles 145(1, 3o), 145(5) et 145(17), CIR 1992 tels qu’ils existaient avant la modification législative d’octobre 1998 ? Ces articles ne précisent nullement que la déduction ou la réduction fiscale n’est accordée qu’à la condition que l’emprunt hypothécaire ait été contracté auprès d’un établissement de crédit belge;

b) de Europese reglementering ? Is het standpunt van de administratie niet strijdig met de Europese reglementering in verband met het vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal ?

b) à la réglementation européenne ? La position de l’administration ne va-t-elle pas à l’encontre de la réglementation européenne relative à la libre circulation des personnes, des services et des capitaux ?

c) de mening van de Europese Commissie ? De Europese Commissie was een inbreukprocedure gestart tegen de Belgische Staat omwille van haar discriminerende houding inzake hypothecaire kredieten.

c) au point de vue de la Commission européenne ? La Commission européenne avait entamé une procédure de mise en défaut à l’encontre de l’E´tat belge en raison de son attitude discriminatoire en


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1780

Door te stellen dat de wetswijziging enkel van toepassing is voor leningen gesloten nà de wetswijziging, blijft de houding van de administratie discriminerend ten aanzien van de vroeger gesloten leningen;

matière de crédits hypothécaires. En limitant l’application de la modification législative aux emprunts contractés après l’entrée en vigueur de cette modification, l’administration persiste dans son attitude discriminatoire à l’égard des emprunts contractés dans le passé;

d) de houding van de Belgische wetgever ? Geeft de Belgische wetgever, door artikel 145(1, 3o), WIB 1992 te wijzigen, niet impliciet toe dat de houding van de administratie met betrekking tot de aftrek en belastingvermindering in verband met hypothecaire leningen discriminerend was, door deze reglementering aan te passen aan de Europese vereisten in verband met de vrijheid van verkeer van personen, diensten en kapitaal ?

d) la position du législateur belge ? En modifiant l’article 145(1, 3o), CIR 1992, le législateur belge n’admet-il pas implicitement que l’attitude de l’administration en ce qui concerne la déduction et la réduction fiscale relative aux emprunts hypothécaires était discriminatoire, vu qu’il a adapté cette réglementation aux exigences européennes en matière de libre circulation des personnes, des services et des capitaux ?

e) wordt er geen ongeoorloofde discriminatie in het leven geroepen tussen leningen die voó´r de wetswijziging zijn gesloten en leningen die na de wetswijziging zijn gesloten ?

e) une discrimination inacceptable n’est-elle pas créée, de la sorte, entre les emprunts contractés avant et après la modification de la législation ?

2. Houdt de Belgische fiscus vast aan zijn enge interpretatie van de artikelen 145(1, 3o), 145(5) en 145(17), WIB 1992 om aldus de aftrek en belastingvermindering in verband met hypothecaire leningen gesloten bij buitenlandse kredietinstellingen voor de wetswijziging te blijven verwerpen ?

2. Le fisc belge s’en tient-il à son interprétation étroite des articles 145(1, 3o), 145(5) et 145(17), CIR 1992 et continue-t-il de refuser la déduction et la réduction fiscale relatives aux emprunts hypothécaires contractés auprès d’établissements de crédit étrangers avant la modification législative ?

3. Of zal de Belgische belastingadministratie haar standpunt versoepelen in het kader van hogervermelde punten, en aldus de aftrek en belastingvermindering in verband met hypothecaire leningen gesloten bij buitenlandse kredietinstellingen aanvaarden, ook bij leningen gesloten voó´r de wetswijziging ?

3. L’administration belge fiscale assouplira-t-elle son point de vue à propos des points précités et autorisera-t-elle la déduction et la réduction fiscale pour les emprunts hypothécaires contractés auprès d’un établissement étranger, même avant la modification de la législation ?

Antwoord : Ik wens vooreerst het geachte lid er op te wijzen dat de wet tot wijziging van artikel 145 (1, 3o) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, betreffende de belastingvermindering voor afbetalingen van hypotheekleningen — bepaling waarover het in de vraag gaat — de datum draagt van 17 november 1998 en niet van 21 oktober 1998. Ik verwijs daarvoor naar het erratum verschenen in het Belgisch Staatsblad van 10 februari 1999 op blz. 3815.

Réponse : Je souhaite tout d’abord signaler à l’honorable membre que la loi modifiant l’article 145 (1, 3o) du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (en ce qui concerne les réductions d’impoˆt en matière de remboursements d’emprunts hypothécaires, disposition faisant l’objet de la question) porte la date du 17 novembre 1998 et non du 21 octobre 1998. Je me réfère à ce sujet à l’erratum paru en p. 3815 du Moniteur belge du 10 février 1999.

De inwerkingtreding van deze wet is niet geregeld in functie van de datum waarop de leningcontracten zijn gesloten, maar wel in functie van het aanslagjaar, met name vanaf het aanslagjaar 1999 (artikel 3 van de voormelde wet).

L’entrée en vigueur de cette loi n’est pas fixée en fonction de la date de conclusion des contrats d’emprunt mais bien en fonction d’un exercice d’imposition, à savoir à partir de l’exercice d’imposition 1999 (article 3 de la loi précitée).

Dit betekent dat de datum waarop het leningscontract is gesloten geen enkele invloed heeft en de aangepaste wettekst zowel geldt voor de nieuw gesloten contracten als voor bestaande contracten die voó´r de wet zijn gesloten met een instelling die binnen de Europese Unie is gevestigd. Die verduidelijking wordt door de administratie gegeven in haar eerste commentaar op de genoemde wet die het voorwerp uitmaakt van de

Cela signifie que la date de conclusion du contrat d’emprunt n’a aucune influence et que le texte de loi modifié vaut tant pour les nouveaux contrats que pour les contrats existants conclus avant la loi avec un établissement ayant son siège dans l’Union européenne. Cette précision a été apportée par l’administration dans son premier commentaire de la loi précitée qui a fait l’objet de la circulaire no AAF/99-0390 du


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1781

circulaire nr. AFZ/99-0390 van 16 augustus 1999, gepubliceerd in het Bulletin der belastingen van oktober 1999.

16 août 1999 publiée dans le Bulletin des contributions d’octobre 1999.

DO 1999200000385

DO 1999200000385



Reiskosten van kabinetsleden.

Frais de déplacement des membres de cabinet.

1. Kan u meedelen of de kosten van reizen van mensen op de loonrol van het kabinet (leden van het kabinet, experts, enz.) gedragen worden door het budget van het kabinet of door de administratie ?

1. Pourriez-vous me faire savoir si les frais de déplacement des personnes rémunérées par le cabinet (membres du cabinet, experts, etc.) sont imputés au budget du cabinet ou s’ils sont à charge de l’administration ?

2. Wat is de rechtsgrond voor de wijze van budgettering ?

2. Quel est le fondement juridique de cette budgétisation ?

Antwoord : 1. De kosten van reizen van de leden van het kabinet voor het jaar 2000 worden aangerekend op de kredieten van de basisallocatie 12.19 — werkingskosten van het kabinet van de begroting voor het jaar 2000, overeenkomstig het grondwettelijk principe van de specialiteit (artikel 174 van de Grondwet), vervat inzonderheid in de artikelen 12, 18 en 28, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coo¨rdinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit.

Réponse : 1. Les frais de voyage des membres du cabinet pour l’année 2000 sont imputés sur les crédits inscrits sur l’allocation de base 12.19 — frais de fonctionnement du cabinet du budget pour l’année 2000, en vertu du principe de la spécialité (article 174 de la Constitution), contenu notamment aux articles 12, 18 et 28, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 17 juillet 1991 portant coordination des lois sur la comptabilité de l’E´tat.

2. Zie punt 1.

2. Voir point 1.

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie

Télécommunications

DO 1999200000401

DO 1999200000401

Vraag nr. 36 van de heer Francis Van den Eynde van 16 december 1999 (N.) :

Question no 36 de M. Francis Van den Eynde du 16 décembre 1999 (N.) :

De Post. — Briefomslagen. — Poststempel. — Datum.

La Poste. — Enveloppes. — Cachet postal. — Date.

Ik ken het geval van een omslag van een brief die de bestemmeling in de eerste dagen van december 1999 ontving maar waarvan de poststempel merkwaardig genoeg de datum vermeldt van 26 december 1999. Met andere woorden dit zou betekenen dat de brief nog voor hij verstuurd werd ter bestemming kwam.

J’ai connaissance d’une lettre que son destinataire a reçue dans les premiers jours du mois de décembre 1999 alors que le cachet postal sur l’enveloppe mentionnait curieusement la date du 26 décembre 1999. Cette lettre serait donc arrivée à destination avant d’avoir été envoyée.


1999

2000


228

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1782

1. Hoe is dit te verklaren ?

1. Comment cela s’explique t-il ?

2. Kan het dat bij De Post een datumvergissing gebeurd is ?

2. La Poste a t-elle pu commettre une erreur de dates ?

3. Kan er ook een andere reden bestaan waarom deze brief op bovenvermelde datum afgestempeld werd ?

3. Pourrait-il y avoir une autre raison justifiant l’oblitération de cette lettre à la date précitée ?

Antwoord : Alhoewel de datumstempels in onze kantoren dagelijks gecontroleerd worden, kan een datumvergissing nooit uitgesloten worden.

Réponse : Bien que les timbres à date soient controˆlés quotidiennement dans nos bureaux, il n’est jamais exclu qu’une erreur puisse intervenir dans la date.

Het door het geachte lid geciteerd voorval, dat wellicht te wijten is aan een of andere menselijke fout, is een geı¨soleerd geval en beperkt zich alleszins tot een klein aantal poststukken.

Le fait cité par l’honorable membre, qui est peutêtre imputable à l’une ou l’autre erreur humaine, est un cas isolé et se limite en tous points à un petit nombre d’envois postaux.

DO 1999200000418

DO 1999200000418

Vraag nr. 37 van mevrouw Jacqueline Herzet van 20 december 1999 (Fr.) :

Question no 37 de Mme Jacqueline Herzet du 20 décembre 1999 (Fr.) :

De Post. — Verschillende posttarieven in Belgie¨ en in Frankrijk.

La Poste. — Affranchissement distinct entre la Belgique et la France.

Tot voor kort golden in Belgie¨ en in Frankrijk dezelfde posttarieven. Een tegen het normaal tarief gefrankeerde brief kon zonder problemen naar Frankrijk worden verzonden.

L’homogénéité des tarifs postaux entre la Belgique et la France était en vigueur jusqu’il y a peu. L’envoi d’une lettre, au tarif normal, franchissait sans encombre la frontière française.

Vandaag is dat niet langer het geval. Voor zendingen naar Frankrijk worden voortaan hogere posttarieven aangerekend. Voor het verzenden van een brief naar Frankrijk moest tot voor kort 17 frank worden betaald (hetzelfde tarief als in Belgie¨); het huidige tarief bedraagt 21 of 19 frank, naargelang het al of niet een prioritaire zending betreft.

Aujourd’hui ce n’est plus le cas. L’affranchissement est désormais plus cher pour les envois à destination de la France. Une lettre qu’il y a peu, était encore affranchie à 17 francs pour la France (et donc au même tarif qu’en Belgique) couˆte désormais 21 francs ou 19 francs selon que l’envoi est prioritaire ou non.

1. Vanwaar die verschillende tarieven ?

1. Qu’est-ce qui justifie cette distinction de tarifs ?

2. Is dat niet onzinnig, nu de autoriteiten in Europa een harmonisatie van de dienstverlening aan de bevolking nastreven ?

2. N’est-ce pas là un non-sens à l’heure ou` les autorités publiques cherchent en Europe à harmoniser les services aux populations ?

Antwoord : Het autonoom overheidsbedrijf De Post deelt mij het volgende mee.

Réponse : L’entreprise autonome La Poste me communique ce qui suit.

1. Tot en met 31 december 1998 paste De Post de aanbeveling van de Europese Commissie van 29 mei 1979 toe. Deze aanbeveling verzocht de lidstaten het binnenlandse tarief te gebruiken in hun wederzijdse postale relaties voor de brieven van de eerste gewichtstrap en de briefkaarten.

1. Jusqu’au 31 décembre 1998, La Poste appliquait la recommandation de la Commission européenne du 29 mai 1979. Cette recommandation invitait les E´tats membres à appliquer, dans leurs relations postales réciproques, le tarif pratiqué au niveau intérieur pour les lettres du premier échelon de poids.

2. Sinds 1 januari 1999 is het voor De Post niet meer mogelijk deze aanbeveling te volgen. Dit is een gevolg van de nieuwe compensatiesystemen tussen de Europese postbesturen voor de wederzijdse uitwisseling van hun briefwisseling. Deze kosten, « eindrechten » genoemd, zijn de vergoeding van het postbestuur van

2. La Poste a estimé ne plus être en mesure de suivre cette recommandation à partir du 1er janvier 1999, et ce suite aux nouveaux mécanismes de compensation mis en place entre les postes européennes pour rémunérer l’échange réciproque de courrier. Ces frais, payables entre les postes, sont appelés « frais terminaux ».


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1783

verzending (in uw voorbeeld De Belgische Post), dat van de inkomsten van de frankering geniet, aan het postbestuur van bestemming (de Franse Post), dat de uitreiking moet verzekeren van de in Belgie¨ geposte en gefrankeerde post. In het kader van haar autonomie beschouwde De Post de invloed van deze nieuwe eindrechten op de kosten dermate groot dat het nationale tarief niet meer volstond om de kostprijs te dekken voor het versturen van een brief van het ene naar het andere Europese land. De Post herinnert er echter aan dat de Europese richtlijn voor de postsector de verplichting oplegt tarieven toe te passen op basis van de kosten. Om die reden past ze een verschillend tarief toe voor de binnenlandse correspondentie en voor de correspondentie bestemd voor een andere lidstaat.

Ils représentent la rémunération due par la poste expéditrice (dans votre exemple La Poste belge), qui bénéficie des recettes résultant des affranchissements, à la poste d’arrivée (la poste française), qui doit assurer la distribution de l’envoi posté et payé en Belgique. La Poste a considéré, dans le cadre de son autonomie, que l’incidence de ces nouveaux frais terminaux sur ses couˆts était telle que le tarif national ne suffisait plus à couvrir le prix de revient de l’envoi d’une lettre dans un autre pays d’Europe. Or, La Poste rappelle que la directive européenne en matière postale lui impose de pratiquer des tarifs basés sur les couˆts. C’est la raison pour laquelle elle pratique aujourd’hui un tarif différencié entre le courrier intérieur, et celui à destination d’un autre E´tat membre.

3. De Post bevestigt dat ze geen alleenstaand geval is. Volgens haar zouden de meeste landen van de Europese Unie eveneens afzien van de toepassing van de bovengenoemde aanbeveling van de Commissie, rekening houdend met de structurele wijzigingen die de postbesturen intussen ondergingen.

3. La Poste m’affirme qu’elle n’est pas un cas isolé. D’après elle, compte tenu des évolutions structurelles poursuivies entre-temps par les administrations postales dans le contexte de la libéralisation croissante des services postaux, la plupart des pays membres de l’Union européenne auraient également renoncé à l’application de la recommandation de la Commission que j’évoquais plus haut.



Economie

Ećonomie

DO 1999200000305

DO 1999200000305

Vraag nr. 23 van mevrouw Trees Pieters van 26 november 1999 (N.) :

Question no 23 de Mme Trees Pieters du 26 novembre 1999 (N.) :

Vennootschappen. — Bedrijfsleidersverzekeringen en groepsverzekeringen.

Entreprises. — Assurances chef d’entreprise et assurances de groupe.

Als verzekeringsnemer kunnen door vennootschappen « bedrijfsleidersverzekeringen » en « groepsverzekeringen » worden afgesloten.

Les entreprises ont la faculté de contracter des « assurances chef d’entreprise » et des « assurances de groupe ».

De bedrijfsleiders, bestuurders, zaakvoerders, werkende vennoten, kaderleden en sommige belangrijke bedienden worden hierbij meestal als begunstigde en/of als verzekerde aangeduid.

Sont généralement désignés en qualité de bénéficiaire et/ou d’assuré les chefs d’entreprise, administrateurs, gérants, associés actifs, cadres et certains employés importants.

Terzake rijzen evenwel de volgende algemene praktische vragen.

En la matière, se posent les questions pratiques suivantes :

1. a) Kan op het hoofd van eenzelfde begunstigde en/of verzekerde terzelfder tijd een bedrijfsleiders- als een groepsverzekering worden afgesloten :

1. a) Un même bénéficiaire et/ou assuré peut-il faire en même temps l’objet d’une assurance chef d’entreprise et d’une assurance de groupe contractées :


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1784

— bij dezelfde vennootschap of werkgever;

— auprès de la même entreprise ou du même employeur;

— bij meerdere vennootschappen of werkgevers al dan niet behorende tot eenzelfde vennootschappengroep;

— auprès de plusieurs entreprises ou employeurs, appartenant ou non à un même groupe d’assurance;

wanneer die ene begunstigde en/of verzekerde :

lorsque le bénéficiaire et/ou l’assuré :

— onderworpen is aan het sociaal statuut der zelfstandigen (al dan niet bijdrageplichtig);

— est soumis au statut social des indépendants (redevable de cotisations ou non);

— onderworpen is aan de RSZ ?

— soumis à l’ONSS ?

b) Door wie en hoe wordt zonodig in elk van die vier verschillende mogelijke gevallen hierop telkens een afdoende verzekeringscontrole verricht ?

b) Par qui et, le cas échéant, comment les quatre cas évoqués ci-dessus font-ils l’objet d’un controˆle d’assurance efficace ?

c) Welke maximale grenzen inzake verzekerde kapitalen en welke mogelijke « stelsels » worden er desgevallend reglementair opgelegd ?

c) Quelles limites maximales en matière de capitaux assurés et quels régimes éventuels sont, le cas échéant, imposés réglementairement ?

d) Welke administratieve en/of andere sancties kunnen er eventueel gelijktijdig worden getroffen bij overtreding van de voorgeschreven bepalingen van de verzekeringswetgeving ?

d) Quelles sanctions administratives et/ou autres peuvent être imposées éventuellement simultanément en cas d’infraction des dispositions prévues par la loi sur les assurances ?

2. Wat wordt uit juridisch en/of uit administratief oogpunt als een « groep » gedefinieerd ?

2. Comment la notion de « groupe » est-elle définie sur les plans juridique et/ou administratif ?

3. a) Wat wordt uit juridisch en/of uit administratief oogpunt als een « personeelscategorie » aangemerkt ?

3. a) Comment la notion de « catégorie du personnel » est-elle définie sur les plans juridique et administratif ?

b) Kan een verzekering waarbij slechts één persoon van een welbepaalde personeelscategorie als begunstigde en als verzekerde werd aangewezen wel degelijk als een « groepsverzekering » worden beschouwd ?

b) Une assurance ne désignant en qualité de bénéficiaire et d’assuré qu’une seule personne d’une catégorie de personnel déterminée peut-elle être considérée comme une assurance de groupe ?

4. Worden naast de hoofdwaarborg, de aanvullende of bijkomende waarborgen zoals invaliditeitspremies, blijvende invaliditeit, familiale verzekering, gewaarborgd inkomen en ongevallenverzekering en hospitalisatieverzekering zowel in rechte als in feite eveneens als een eigenlijke « groepsverzekering » aangemerkt ?

4. Parallèlement à la garantie principale, les garanties complémentaires telles que les primes d’invalidité, l’invalidité permanente, l’assurance familiale, le revenu garanti, l’assurance en cas d’accident et l’assurance hospitalisation peuvent-elles être considérées, en droit et en fait, comme une assurance de groupe ?

5. Kan u, punt per punt, uw algemene zienswijze geven in het licht van de wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen ?

5. Pouvez-vous, point par point, faire connaıˆtre votre point de vue général à la lueur des dispositions légales et réglementaires de la loi du 25 juin 1992 sur les contrats d’assurance terrestre et de la loi du 9 juillet 1975 relative au controˆle des entreprises d’assurance ?

Antwoord : Antwoordend op de vraag van het geachte lid, heb ik hierbij de eer haar het volgende mee te delen.

Réponse : En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de signaler ce qui suit.

Bij wijze van inleiding wens ik eraan te herinneren dat de bedrijfsleidersverzekering tot doel heeft het wegvallen van de bedrijfsleider door overlijden of pensionering te verzekeren. De bedrijfsleidersverzeke-

En guise d’introduction, je souhaite rappeler que l’assurance dirigeant d’entreprise a pour but d’assurer la disparition du dirigeant d’entreprise en raison de son décès ou en raison de son départ à la pension.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1785

ring stelt financie¨le middelen ter beschikking van het bedrijf om in de opvolging te voorzien. Dikwijls wordt de bedrijfsleidersverzekering gecombineerd met een pensioenbelofte aan de bedrijfsleider zelf of aan zijn nabestaanden. In dat geval is de operatie op te splitsen in drie delen : in het eerste deel sluit de onderneming met zijn bedrijfsleider een overeenkomst af die neerkomt op een belofte van een aanvullend pensioen dat hem zal gestort worden zo hij op een bepaalde datum in leven is of dat zal betaald worden aan de aangeduide begunstigden zo hij voor deze datum komt te overlijden. Vervolgens sluit de onderneming met een verzekeringsonderneming een individuele levensverzekering op het hoofd van de bedrijfsleider, met als begunstigde de onderneming zelf, zowel in het geval van leven als bij overlijden. Hiermee financiert de onderneming enerzijds haar pensioenbelofte en anderzijds de kosten voor de vervanging van de bedrijfsleider. Tenslotte bekomt de onderneming bij pensionering of bij overlijden van de bedrijfsleider het verzekerde kapitaal en voert tegelijkertijd zijn pensioenbelofte uit.

L’assurance dirigeant d’entreprise met les moyens financiers à la disposition de l’entreprise afin de pourvoir à sa succession. L’assurance dirigeant l’entreprise va souvent de pair avec une promesse de pension au dirigeant même ou à ses héritiers. Dans ce cas, l’opération se décompose en trois parties : dans un premier temps, l’entreprise conclut avec son dirigeant une convention qui équivaut à une promesse de pension complémentaire. Cette dernière lui sera versée s’il est en vie à une date déterminée ou elle sera versée aux bénéficiaires désignés au cas où il viendrait à décéder avant cette date. Ensuite, l’entreprise conclut un contrat d’assurance vie individuelle avec une entreprise d’assurance, reposant sur la tête du dirigeant, avec comme bénéficiaire, l’entreprise elle-même, tant en cas de vie qu’en cas de décès. Ce faisant, l’entreprise finance, d’une part, sa promesse de pension et, d’autre part, les frais de remplacement du dirigeant d’entreprise. Enfin, l’entreprise perçoit le capital assuré en cas de mise à la pension ou de décès du dirigeant et exécute concomitamment sa promesse de pension.

Een groepsverzekering daarentegen is een overeenkomst of een geheel van overeenkomsten gesloten bij een verzekeringsonderneming voor één of meer werkgevers ten voordele van het geheel of een deel van hun personeel of van hun leiders.

Une assurance de groupe est, par contre, un contrat ou un ensemble de contrats conclus auprès d’une entreprise d’assurance par un ou plusieurs employeurs au profit de tout ou partie de leur personnel ou des dirigeants.

1. a) Geen enkele bepaling verbiedt dat op het hoofd van een bepaalde persoon een bedrijfsleidersverzekering wordt afgesloten en dat dezelfde persoon gelijktijdig deelneemt aan een groepsverzekering, hetzij bij dezelfde vennootschap, hetzij bij verschillende vennootschappen of werkgevers, al dan niet behorend tot eenzelfde groep. Het sociaal statuut van de betrokkene is dienaangaande irrelevant.

1. a) Aucune disposition n’interdit de conclure une assurance dirigeant d’entreprise sur la tête d’une personne déterminée même si cette personne est, dans le même temps, partie à une assurance de groupe, soit dans une même entreprise, soit dans plusieurs entreprises ou auprès de plusieurs employeurs appartenant ou non au même groupe. Le statut social de l’intéressé est, en l’occurrence, peu relevant.

b) Aangezien geen enkele bepaling zich tegen de hierboven beschreven praktijk verzet, dient terzake geen controle te worden uitgeoefend.

b) Comme aucune disposition ne s’oppose à la pratique décrite ci-avant, aucun controˆle y relatif ne doit être effectué.

c) Er is geen enkele grens inzake de verzekerde kapitalen bepaald. Niettemin, wanneer de onderneming de fiscale aftrekbaarheid van de patronale bijdragen wenst door te voeren, kan dit slechts geschieden op voorwaarde dat de wettelijke en extralegale voordelen gestort op het ogenblik van het pensioen, uitgedrukt in jaarrente, de grens van 80 % van het laatste normale bruto-jaarsalaris niet overtreffen en rekening houden met de normale duur van de beroepsactiviteit. Een en ander is neergelegd in de artikelen 59, 60 en 195 van het Wetboek der inkomstenbelastingen.

c) Aucune limite n’est fixée quant aux capitaux assurés. Néanmoins, si l’entreprise souhaite appliquer la déductibilité fiscale des allocations patronales, elle ne peut le concrétiser qu’à la condition que les avantages légaux et extra-légaux versés au moment de la pension, exprimés en rente annuelle, ne dépassent pas 80 % du dernier salaire brut normal et tiennent compte d’une durée normale d’activité professionnelle. Tout ceci est stipulé aux articles 59, 60 et 195 du Code des impoˆts sur les revenus.

d) Aangezien de verzekeringswetgeving terzake niets voorschrijft, dienen er geen sancties te worden getroffen.

d) Comme la réglementation en assurance ne prescrit rien en la matière, aucune sanction ne doit eˆtre prise.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1786

2. Er wordt nergens gedefinieerd wat onder een « groep » dient verstaan te worden.

2. Ce qu’il faut entendre par un « groupe » n’a été défini nulle part.

Niettemin geven de verwijzingen aangehaald hieronder in punt 3 een aanwijzing van het begrip groep (een groep die ten minste een categorie werknemers omvat).

Néanmoins, les références citées au point 3 cidessous donnent une indication de la notion de groupe (un groupe comprenant au moins une catégorie de travailleurs).

Een groep zou als een geheel van personen kunnen worden gedefinieerd, die gemeenschappelijke kenmerken hebben. Het behoren tot de groep moet op een algemene en abstracte wijze worden vastgesteld. De rechten en verplichtingen bepaald in de pensioenregeling van de onderneming moeten ieder persoon aanbelangen, die van de groep deel uitmaakt of er deel van zal uitmaken.

Un groupe pourrait se définir comme un ensemble de personnes possédant des caractéristiques communes. L’appartenance au groupe doit être déterminée de manière générale et abstraite. Les droits et obligations fixés par le règlement de pension de l’entreprise doivent concerner toute personne qui fait ou qui fera partie de ce groupe.

3. a) Artikel 45 van de wet van 27 juni 1969, dat de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der werknemers wijzigt, bepaalt dat elke werkgever die vrijwillig aanvullende sociale voordelen aan zijn personeel verleent dat onder de sociale zekerheid valt, dit zonder uitzondering moet verlenen aan alle werknemers van zijn onderneming die tot dezelfde personeelscategorie behoren.

3. a) L’article 45 de la loi du 27 juin 1969 qui modifie la loi de pouvoirs spéciaux du 28 décembre 1944 relative à la sécurité sociale des travailleurs, précise que chaque employeur qui octroie volontairement des avantages complémentaires à son personnel qui ressortit à la sécurité sociale, doit les octroyer sans exception à tous les travailleurs de son entreprise qui appartiennent à la même catégorie de personnel.

Een circulaire van 4 februari 1987 van de administratie van Directe Belastingen heeft een mogelijke omschrijving van wat onder een categorie kan worden verstaan :

Une circulaire du 4 février 1987 de l’administration des Contributions directes détermine ce que l’on pourrait entendre comme étant une catégorie :

1o al het personeel van de onderneming;

1o tout le personnel de l’entreprise;

2o een specifieke categorie van het personeel van de onderneming, voldoende omschreven :

2o une catégorie spécifique du personnel de l’entreprise décrite de manière suffisante :

— door de wet;

— par la loi;

— door een collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat deze overeenkomst op de onderneming van toepassing is;

— par une convention collective à condition que cette convention soit applicable à l’entreprise;

3o een andere specifieke personeelscategorie voor zover het vaststaat dat zij een homogene groep uitmaakt binnen de onderneming rekening houdend met de speciale aard van de bedrijvigheid uitgeoefend door de betrokken personeelsleden, bijvoorbeeld de bedrijvigheid die een eerdere oppensioenstelling dan de voor de andere personeeelsleden normaal voorziene oppensioenstelling zou rechtvaardigen.

3o une autre catégorie spécifique du personnel pour autant qu’il soit patent qu’il s’agit d’un groupe homogène au sein de l’entreprise compte tenu du caractère particulier de l’activité déployée par les membres du personnel concernés. Il s’agit, par exemple, de l’activité qui justifierait une mise à la pension plus rapide que la mise à la pension normalement prévue pour les autres membres du personnel.

In dit verband preciseert artikel 4 van de wet van 6 april 1995 betreffende de aanvullende pensioenen dat de werkgever geen ongeoorloofd onderscheid mag maken tussen de tot eenzelfde categorie behorende werknemers van zijn onderneming. Hierbij wordt vooral de gelijke behandeling van mannen en vrouwen geviseerd.

Dans ce contexte, l’article 4 de la loi du 6 avril 1995 relative aux régimes de pensions complémentaires précise que l’employeur ne peut faire de discrimination illicite entre les salariés de son entreprise appartenant à une même catégorie. On vise, par là, particulièrement l’égalité de traitement entre hommes et femmes.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1787

b) Gegeven de definitie van groep zoals zij hoger werd bepaald, is het perfect denkbaar dat een groep slechts één persoon omvat. Er dient evenwel op gewezen te worden dat wanneer een andere persoon op een welbepaald ogenblik aan dezelfde criteria zou beantwoorden, hij automatisch in deze groep dient begrepen te worden.

b) E´tant donné la définition de groupe donné cidessus, il est parfaitement pensable qu’un groupe ne comporte qu’une seule personne. Il convient toutefois de signaler que si une autre personne répond, à un certain moment, aux mêmes critères elle devra automatiquement être intégrée à ce groupe.

4. De verzekeringen die de groepsverzekering aanvullend kunnen slechts, zoals deze laatste, personenverzekeringen zijn tot uitkering van een vast bedrag en zij moeten tegelijkertijd betrekking hebben op een bijkomend risico bij de risico’s gedekt door de groepsverzekering voor dewelke het zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur. Het gaat over ziekte- en invaliditeitsverzekeringen. Andere verzekeringswaarborgen kunnen uiteraard ook voor de groep onderschreven worden, maar dit gaat het kader van de pensioenproblematiek te buiten.

4. Les assurances complémentares à l’assurance de groupe ne peuvent être, comme cette dernière, que des assurances de personnes à caractère forfaitaire et doivent être relatives à un risque accessoire aux risques couverts par l’assurance de groupe pour lequel la survenance de l’événement assuré ne dépend que de la durée de la vie humaine. Il s’agit d’assurances maladie et invalidité. D’autres garanties d’assurance peuvent bien, évidemment, également être souscrites au bénéfice du groupe mais l’on sort du cadre de la problématique des pensions.

5. Behoudens dat wat eerder werd aangehaald, houdt evenwel geen enkele van die reglementeringen bepalingen in die op de problematiek slaan die het onderwerp is van de vraag van het geachte lid.

5. Sauf ce qui a été cité précédemment, aucune des ces réglementations ne comporte de dispositions qui portent sur la problématique faisant l’objet de la question de l’honorable membre.

DO 1999200000405

DO 1999200000405



Timesharingwet. — Geschillen.

Loi de time-sharing. — Litiges.

Op 1 juli 1999 is de wet van 11 april 1999 betreffende timesharing in werking getreden.

La loi du 11 avril 1999 relative aux contrats portant sur l’acquisition d’un droit d’utilisation d’immeubles à temps partagé est entrée en vigueur au 1er juillet 1999.

Bedoeling van deze wet is de consument te beschermen tegen impulsieve aankopen. Zo wordt onder meer aan de koper van een (vakantie)verblijf de wettelijke mogelijkheid geboden om af te zien van deze aankoop binnen een welbepaalde termijn.

Cette loi vise à protéger le consommateur contre des achats impulsifs. L’acquéreur d’une résidence (de vacances) se voit entre autres présenter la possibilité légale de renoncer à cet achat dans un délai déterminé.

1. a) Heeft deze wet reeds geleid tot een gevoelige vermindering van het aantal geschillen inzake timesharing ?

1. a) Cette loi a-t-elle déjà entraıˆné une diminution sensible du nombre de litiges en matière de timesharing ?

b) Zo ja, kan u die staven met cijfers in vergelijking met het jaar 1998 ?

b) Dans l’affirmative, est-il possible d’étayer ces résultats au moyen de données chiffrées par rapport à celles portant sur l’année 1998 ?

2. In welke landen is het onroerend goed gelegen waarover de meeste geschillen ontstaan ?

2. Dans quels pays les biens immobiliers font-ils le plus l’objet de litiges ?

3. Welke firma’s zijn in een rechterlijk geding betrokken ?

3. Quelles sont les entreprises contre lesquelles une procédure juridique a été engagée ?


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1788

Antwoord :

Réponse :

1. a) en b) Als antwoord op zijn bovenvermelde vraag kan ik het geachte lid mededelen dat er bij mijn administratie voó´r 1 juli 1999 geen statistieken bekend zijn betreffende het aantal specifieke klachten inzake timesharing, aangezien deze tot dan toe voornamelijk werden geregistreerd onder de algemene rubrieken misleidende reclame en/of verkoop buiten de onderneming van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Wat de periode 1 juli tot en met 31 december 1999 betreft, werden er 17 klachten ontvangen, hetgeen resulteerde in :

1. a) et b) En réponse à sa question ci-dessus, je puis informer l’honorable membre que mon administration ne dispose pas de statistiques sur les plaintes en matière de timesharing pour la période antérieure au 1er juillet 1999, ces plaintes étant jusqu’à cette date surtout enregistrées sous les rubriques générales publicité trompeuse et/ou vente en dehors de l’entreprise de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur. Pendant la période du 1er juillet jusqu’au 31 décembre 1999, ont été reçues 17 plaintes, qui ont abouti à:

— 1 proces-verbaal van waarschuwing wegens inbreuk op de wet van 11 april 1999 betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen;

— 1 procès-verbal d’avertissement pour infraction à la loi du 11 avril 1999 relative aux contrats portant sur l’acquisition d’un droit d’utilisation d’immeubles à temps partagé;

— 3 pro justitia’s wegens inbreuken op voornoemde wet;

— 3 pro justitia pour infraction à la même loi;

— 3 processen-verbaal van waarschuwing wegens inbreuken op de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling.

— 3 procès-verbaux d’avertissement pour infraction à la loi du 16 février 1994 régissant le contrat d’organisation de voyages et le contrat d’intermédiaire de voyages.

Afgezien van deze klachten werden de verkopers uit de timesharing sector sinds 1 juli 1999, op eigen initiatief regelmatig bezocht door het bestuur Economische Inspectie met het oog op controles naar de correcte naleving van de voornoemde wet van 11 april 1999.

Indépendamment de ces plaintes, depuis le 1er juillet 1999, l’administration de l’Inspection économique controˆle régulièrement et de sa propre initiative, les vendeurs du secteur du timesharing pour s’assurer qu’ils respectent bien la loi du 11 avril 1999 précitée.

2. Slechts een tiental firma’s zijn actief in Belgie¨. De meeste klachten slaan op het systeem « multiclub ». In dit systeem wordt er niet een gebruiksrecht op een specifiek onroerend goed toegekend, maar een gebruiksrecht in een clubsysteem. De club heeft meerdere residenties en de verkrijger kan zijn verblijf jaar na jaar opnemen in een residentie naar zijn keuze. De periode in het jaar wordt bepaald in het contract (bijvoorbeeld rode periode = hoogseizoen). De klachten zijn niet zozeer gericht tegen het systeem op zich, maar wel bijvoorbeeld tegen de publiciteit van de verkoper/tussenpersoon in Belgie¨, de contracten, de wijze van betaling, agressieve verkoopmethodes, enz.

2. Une dizaine de firmes seulement exercent leurs activités en Belgique. La plupart des plaintes ont trait au système « multiclub ». Celui-ci accorde non pas un droit d’utilisation d’un bien immobilier spécifique mais un droit d’usage dans un système de club. Le club a plusieurs résidences et l’acquéreur peut, année après année, opter pour un séjour dans une résidence de son choix. La période de l’année est déterminée dans le contrat (par exemple période rouge = haute saison). Les plaintes visent non pas tellement le système en soi mais plutoˆt, par exemple, la publicité du vendeur/ intermédiaire en Belgique, les contrats, le mode de paiement, les méthodes de vente agressives, etc.

Ik vestig de aandacht van het geachte lid op het feit dat, indien een gebruiksrecht wordt toegekend op een specifiek onroerend goed in een andere lidstaat van de Europese Unie, het in principe de bescherming geboden door de wetgeving van de andere lidstaat is die

J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que si l’on accorde un droit d’utilisation d’un bien immobilier spécifique situé dans un autre E´tat membre de l’Union européenne, l’acquéreur jouira en principe de la protection offerte par la législation de cet autre


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1789

van toepassing zal zijn. Bij gebrek hieraan zal de Belgische wet van toepassing zijn (artikel 3, § 2, van de wet van 11 april 1999).

` défaut, ce sera la loi belge qui sera E´tat membre. A applicable (article 3, § 2, de la loi du 11 avril 1999).

3. Zoals hoger vermeld, werden reeds drie pro justitia’s opgesteld wegens inbreuken op de wet van 11 april 1999. Aan de overtreders zal een som worden voorgesteld die in geval van betaling, de strafvordering doet vervallen. In geval van niet-betaling worden de dossiers doorgestuurd naar de bevoegde parketten. Het optreden van mijn departement heeft dus voorlopig nog niet geleid tot een rechterlijk geding.

3. Comme signalé ci-avant, trois pro justitia ont déjà été dressés pour infraction à la loi du 11 avril 1999. Aux différents contrevenants, le paiement d’une somme qui éteint l’action publique sera proposé. En cas de non-paiement, les dossiers seront transmis aux parquets compétents. L’intervention de mon département n’a donc provisoirement pas encore abouti à une action judiciaire.

DO 1999200000492

DO 1999200000492

Vraag nr. 34 van de heer Yves Leterme van 11 januari 2000 (N.) :

Question no 34 de M. Yves Leterme du 11 janvier 2000 (N.) :

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning.

Cabinets. — Personnel exécuteur de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

Luidens punt A.2 in fine van de omzendbrief van 1 oktober 1999 mag u één lid van het uitvoerend personeel niveau 4 van uw kabinet in uw privé-woning tewerkstellen.

Conformément au point A.2 in fine de la circulaire du 1er octobre 1999, vous êtes autorisé à employer un membre du personnel exécuteur de niveau 4 de votre cabinet dans votre domicile privé.

1. a) Is een lid van het uitvoerend personeel van uw kabinet effectief in uw privé-woning tewerkgesteld ?

1. a) Employez-vous effectivement un membre du personnel exécuteur de votre cabinet dans votre domicile privé ?

b) Gaat het om een man of een vrouw ?

b) S’agit-il d’un homme ou d’une femme ?

c) Gaat het om een gedetacheerd personeelslid van een openbare dienst ?

c) S’agit-il d’un agent détaché d’un service public ?

2. Wat zijn, nauwkeurig omschreven, de opdrachten die aan het betrokken personeelslid zijn toebedeeld ?

2. Quelles sont, en détail, les missions confiées au membre du personnel concerné ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat ik op het moment geen enkel lid van mijn kabinet in mijn privé-woning tewerkstel.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que je n’emploie pour l’instant aucun membre de mon cabinet à mon domicile privé.

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 1999200000492

DO 1999200000492

Vraag nr. 33 van de heer Yves Leterme van 11 januari 2000 (N.) :

Question no 33 de M. Yves Leterme du 11 janvier 2000 (N.) :

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning.

Cabinets. — Personnel exécuteur de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

Luidens punt A.2 in fine van de omzendbrief van 1 oktober 1999 mag u één lid van het uitvoerend perso-

Conformément au point A.2 in fine de la circulaire du 1er octobre 1999, vous êtes autorisé à employer un


1999

2000


229

QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1790

neel niveau 4 van uw kabinet in uw privé-woning tewerkstellen.

membre du personnel exécuteur de niveau 4 de votre cabinet dans votre domicile privé.

1. a) Is een lid van het uitvoerend personeel van uw kabinet effectief in uw privé-woning tewerkgesteld ?

1. a) Employez-vous effectivement un membre du personnel exécuteur de votre cabinet dans votre domicile privé ?

b) Gaat het om een man of een vrouw ?

b) S’agit-il d’un homme ou d’une femme ?

c) Gaat het om een gedetacheerd personeelslid van een openbare dienst ?

c) S’agit-il d’un agent détaché d’un service public ?

2. Wat zijn, nauwkeurig omschreven, de opdrachten die aan het betrokken personeelslid zijn toebedeeld ?

2. Quelles sont, en détail, les missions confiées au membre du personnel concerné ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat ik op het moment geen enkel lid van mijn kabinet in mijn privé-woning tewerkstel.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que je n’emploie pour l’instant aucun membre de mon cabinet à mon domicile privé.


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1791

INHOUDSOPGAVE — SOMMAIRE PAR OBJET CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 1

1999200000409 17-12-1999

45

Hans Bonte

Analyse van de sociale balansen. Analyse des bilans sociaux.

1733

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1

1999200000421 20-12-1999

10


OCMW-hulp aan asielzoekers. Aide CPAS aux demandeurs d’asile.

1736

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1

1999200000363

8-12-1999

71

Jan Mortelmans

NMBS. — Treinbegeleiders. — GSM’s. — Noodnummer van centrale meldkamer van de interne bewakingsdienst. SNCB. — Accompagnateurs de train. — GSM. — Numéro de détresse du bureau central du service de garde interne.

1738

1

1999200000388 14-12-1999

73

Lode Vanoost

NMBS. — Uitbreidingsplannen voor lijn 161 Brussel-Namen. SNCB. — Projets d’extension de la ligne 161 Bruxelles-Namur.

1738

8

1999200000410 17-12-1999

75

Olivier Maingain

* NMBS. — Afgifte van reserveringsbewijzen in het station Brussel-Zuid. — Taalgebruik. SNCB. — Délivrance de tickets de réservation à la gare de Bruxelles-Midi. — Emploi des langues.

1701

8

1999200000413 17-12-1999

76

Jean-Pol Poncelet

* NMBS. — Lijn Brussel-Luxemburg. SNCB. — Ligne Bruxelles-Luxembourg.

1702

8

1999200000426 20-12-1999

77

Olivier Maingain

* Overheidsdiensten op het grondgebied van de luchthaven Brussel-Nationaal. — Taalrol van het personeel. Services publics présents sur le territoire de l’aéroport de Bruxelles-national. — Répartition linguistique du personnel.

1703

8

1999200000431 21-12-1999

78

André Frédéric

* Omleiding van de transporten van « Spa Monopole ». E´vacuation du charroi de « Spa Monopole ».

1704


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1792

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 1

1999200000455 24-12-1999

Blz. Page

* Question sans réponse 79

Arnold Van Aperen

Vrachtwagens. — Overlading. — Weging. — Weegkosten. Camions. — Surcharge. — Pesage. — Frais de pesage.

1740

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Consumentenzaken — Protection de la consommation 8

Mme Colette Burgeon

Geneesmiddelen. — Verpakking. — Veilige sluiting. Médicaments. — Conditionnement. — Bouchons de sécurité.

1741

1999200000380 13-12-1999

26

Claude Eerdekens

Nitrosamines in de voeding. Nitrosamines dans l’alimentation.

1742

1999200000400 16-12-1999

29

Claude Eerdekens

1

0000199950325

1 8

4-10-1999

* Zakoeski’s van bedenkelijke hygie¨nische kwaliteit. « Zakouski » à l’hygiène insuffisante.

1705

Volksgezondheid — Santé publique 1

1999200000391 14-12-1999

42

Mw. Frieda Brepoels

Onderzoek inzake motorolie in frituurvet. Enquête relative à l’utilisation d’huile moteur dans la graisse de friture.

8

1999200000402 16-12-1999

43

Mme Michèle Gilkinet

1

1999200000411 17-12-1999

44

Mw. Joke Schauvliege

ADHD-syndroom. — Geneesmiddel « Rilatine ». Syndrome de l’ADHD. — Médicament « Rilatine ».

1747

1

1999200000445 22-12-1999

45

Claude Eerdekens

Proeven met geneesmiddelen op vrijwilligers door de farmaceutische industrie. Utilisation par l’industrie pharmaceutique de volontaires pour tester des médicaments.

1748

* Gebruik van het geneesmiddel « Depo-medrol ». Utilisation du médicament « Depo-medrol ».

1744

1705

Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 1

1999200000077 20-10-1999

52

Bart Laeremans

Regularisaties van illegale vreemdelingen. Régularisations d’étrangers illégaux.

1750

1

1999200000172

3-11-1999

61

Jef Tavernier

Asielaanvragen. — Asielzoekers. — Open opvangcentrum. — OCMW. Demandes d’asile. — Demandeurs d’asile. — Centre d’accueil ouvert. — CPAS.

1751

8

1999200000415 17-12-1999

94


1

1999200000427 20-12-1999

95

André Frédéric


1999

* Steun aan asielzoekers. Aide aux demandeurs d’asile. Rijkswacht. — Arrondissement Verviers. — Telefooncentrale. Gendarmerie. — Arrondissement de Verviers. — Centrale téléphonique.

2000

1707 1752


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

CA

DO

1793

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 8

1999200000441 22-12-1999

Blz. Page

* Question sans réponse 96

Jan Eeman

* Ambtenaar van de burgerlijke stand. — Huwelijksakten. — Persoonlijke verantwoordelijkheid. Officier de l’état civil. — Actes matrimoniaux. — Responsabilité personnelle.

1708

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Sociale Zaken — Affaires sociales Nieuwe regelgeving inzake de mogelijkheid om zich te verzekeren. — Uitbreiding van het voorkeurstarief voor de terugbetaling van de verzorging tot de bruggepensioneerden en de oudere langdurig werklozen. Nouvelle réglementation en matière d’assurabilité. — Extension du tarif préférentiel de remboursement des soins aux prépensionnés et choˆmeurs de longue durée aˆgés.

1753

* Wanbetaling van sociale bijdragen door Waalse overheid. Non-paiement des cotisations sociales par les autorités wallonnes.

1708

1

1999200000296 26-11-1999

45

Daniel Bacquelaine

8

1999200000407 17-12-1999

57

Mw. Alexandra Colen

8

1999200000442 22-12-1999

58

Mw. Annemie Van * Contractuele personeelsleden. de Casteele Membres du personnel contractuels.

1708

8

1999200000443 22-12-1999

59

Mw. Annemie Van * Farmanet. — Privacy van artsen en patie¨nten. de Casteele Pharmanet. — Vie privée des médecins et des patients.

1709

8

1999200000446 22-12-1999

60

Jef Valkeniers

* Overtreden van de facturatieregels van de nomenclatuur. Violation des règles de facturation de la nomenclature.

1709

8

1999200000451 24-12-1999

61

Peter Vanvelthoven * Sociaal statuut der zelfstandigen. — Bedelen van reclamebladen. Statut social des indépendants. — Distribution de journaux publicitaires.

1710

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 6

1999200000403 16-12-1999

33

Jan Eeman

8

1999200000459 24-12-1999

37

Jan Peeters


Deserteurs. Déserteurs.

1755

* Burgervoertuigen van Landsverdediging. Véhicules civils de la Défense nationale.

1999

2000

1711


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1794

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture 1

0000199950340 17-12-1999

17

Claude Eerdekens

Visindustrie. — Bescherming van dolfijnen. — Keurmerk. Industrie de la pêche. — Préservation des dauphins. — Label.

1756

Middenstand — Classes moyennes 1

1999200000420 20-12-1999

9

Mw. Anne-Marie Descheemaeker

Rommelmarktkaarten. Cartes de marché aux puces.

1757

1

1999200000450 23-12-1999

10

Richard Fournaux

Fotografiesector. — Huwelijksreportage. Secteur de la photographie. — Reportage de mariage.

1758

8

1999200000454 24-12-1999

11

Richard Fournaux

* Warenhuizen. — Lokartikelen. Grands magasins. — Produits d’appel.

1712

8

1999200000457 24-12-1999

12

Richard Fournaux

* Elektronisch betalingsverkeer. Paiements électroniques.

1713

8

1999200000458 24-12-1999

13

Richard Fournaux

* Foto’s in een uur in alle winkels. Photos en une heure dans n’importe quel magasin.

1714

Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1

0000199950101

2- 9-1999

23

Francis Van den Eynde

Inbraken in wagens. Vols dans les voitures.

1760

1

0000199950151 10- 9-1999

34

Geert Versnick

Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen. Convention sur le transfèrement des personnes condamnées.

1762

1

0000199950291 28- 9-1999

52

Guido Tastenhoye

Overeenkomst met Marokko waardoor Belgische veroordeelden hun straf in Belgie¨ kunnen uitzitten en omgekeerd. Convention conclue avec le Maroc en vertu de laquelle les Belges condamnés au Royaume chérifien peuvent purger leur peine dans notre pays, et inversement.

1764

1

0000199950292 28- 9-1999

53

Guido Tastenhoye

Gerechtelijke politie van Antwerpen. — Opsporingsbericht in verband met de moord op een winkelierster. Police judiciaire d’Anvers. — Avis de recherche concernant le meurtre d’une commerçante.

1767

1

1999200000284 24-11-1999

112

Mme Joe¨lle Milquet

Subsidie¨ring van officie¨le VZW’s voor de opvang, de begeleiding en de huisvesting van slachtoffers van mensenhandelaars. Subsidiation des ASBL officielles pour l’accueil, l’accompagnement et l’hébergement des victimes de la traite des êtres humains.

1768


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

CA

DO

1795

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


8

1999200000404 16-12-1999

127

Jan Eeman

* Voorwaardelijke invrijheidstellingen. Libérations conditionnelles.

1715

8

1999200000428 20-12-1999

128

Luc Goutry

* Wet betreffende de collectieve schuldenregeling. — Aantal aanvragen en dossiers. Loi relative au règlement collectif de dettes. — Nombre de demandes et de dossiers.

1715

1

1999200000434 21-12-1999

130

Lode Vanoost

Handhavingsbeleid voor het rijden onder invloed van alcohol. Politique de répression de la conduite sous influence.

1770

1

1999200000438 21-12-1999

131

Lode Vanoost

Handhavingsbeleid voor snelheidsovertredingen. Politique de répression des excès de vitesse.

1771

8

1999200000460 24-12-1999

132

Jan Peeters

* Wijziging van voornamen. Changement de prénoms.

1716

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1

0000199950095

1- 9-1999

15

Mw. Annemie Van de Casteele

Vennootschappen. — Verdoken meerwinsten. Sociétés. — Plus-values déguisées.

1772

1

0000199950150 10- 9-1999

29

Mw. Fientje Moerman

Inkomstenbelastingen. — Pensioensparen. — Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. — Rijksinwoners. Impoˆts sur les revenus. — E´pargne-pension. — Réduction d’impoˆt pour épargne à long terme. — Habitants du Royaume.

1775

1

1999200000032 14-10-1999

80

Eric van Weddingen

« Sale and lease back »-verrichtingen. « Sale and lease back ».

1777

1

1999200000109 22-10-1999

98

Karel Van Hoorebeke

Bezwaar. — Vernietiging van de aanslag. Réclamations. — Annulation de l’imposition.

1778

1

1999200000224 19-11-1999

120

Karel Pinxten

Fiscale behandeling van hypothecaire leningen. Régime fiscal applicable aux emprunts hypothécaires.

1778

1

1999200000385 14-12-1999

158


Reiskosten van kabinetsleden. Frais de déplacement des membres de cabinet.

1781

8

1999200000414 17-12-1999

163

Mw. Annemie Van * Vennootschappen. — Tantièmes. de Casteele Sociétés. — Tantièmes.

1716

8

1999200000416 17-12-1999

164

Mw. Annemie Van * Aftrekbaarheid van fiscale boeten. de Casteele Déductibilité des amendes fiscales.

1717

8

1999200000417 17-12-1999

165

Mw. Annemie Van * Certificatie van effecten. — Fiscale transparantie. de Casteele Certification des titres. — Transparence fiscale.

1717

8

1999200000419 20-12-1999

166

Aimé Desimpel

* Inwerkingtreding van de nieuwe regeling inzake aandelenopties. Entrée en vigueur du nouveau réglement en matière d’options sur actions.

1717

8

1999200000424 20-12-1999

167

Dirk Pieters

* Herstructurering van de administratie en personeelstekort. Restructuration de l’administration et pénurie de personnel.

1718


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

1796

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


8

1999200000430 21-12-1999

168

Filip Anthuenis

* BTW. — Sociale woningbouw. TVA. — Logement social.

1720

8

1999200000432 21-12-1999

169

André Frédéric

* Belasting op water en limonade. Pression fiscale sur les eaux et limonades.

1721

8

1999200000435 21-12-1999

170

Mw. Annemie Van * Bedrijfsleiders. — Herkwalificatie van intresten tot de Casteele dividenden. Chefs d’entreprises. — Requalification des intérêts en dividendes.

1722

8

1999200000436 21-12-1999

171

Mw. Annemie Van * Bedrijfsleiders. — Attractiebeginsel. de Casteele Chefs d’entreprise. — Concept d’attraction.

1722

8

1999200000437 21-12-1999

172

Filip Anthuenis

* Verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten. — Renovatiewerken aan gebouwen. — Lijst met materialen. Taux de TVA réduit pour les services à haut coefficient de main-d’œuvre. — Travaux de rénovation des baˆtiments. — Liste de matériaux.

1723

8

1999200000439 21-12-1999

173

Georges Lenssen

* Inkomstenbelastingen. — Nederlandse ingezetenen. — Vergoedingen. — Bevrijdende bedrijfsvoorheffing. Impoˆts sur les revenus. — Ressortissants néerlandais. — Indemnités. — Précompte professionnel libératoire.

1723

8

1999200000440 21-12-1999

174

Jan Eeman

* Aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen. Formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles.

1724

8

1999200000448 23-12-1999

175

Jacques Lefevre

* BTW. — Toepassing. TVA. — Cas d’application.

1725

8

1999200000449 23-12-1999

176

Claude Eerdekens

* Bedrijven. — E-commerce. — Fiscale consequenties. Sociétés. — Commerce électronique. — Conséquences fiscales.

1725

8

1999200000452 24-12-1999

177

Eric van Weddingen * Vennootschappen. — Artikel 44, § 3, 10o, van het BTW-wetboek. — Vrijstelling. Sociétés. — Article 44, § 3, 10o, du Code de la TVA. — Exonération.

1726

8

1999200000453 24-12-1999

178

Aimé Desimpel

* Vennootschappen naar buitenlands recht. — Wijziging statuten. — Commissie voor het bank- en financiewezen. Sociétés de capitaux de droit étranger. — Modification des statuts. — Commission bancaire et financière.

1727

8

1999200000456 24-12-1999

179

Luc Goutry

* Reisbureaus. — Percentage van de prijs van de reis die wordt doorgestort aan het « Garantiefonds Reizen ». — BTW-aangifte. Agences de voyages. — Pourcentage du prix du voyage reversé au « Fonds de garantie Voyages ». — Déclaration de TVA.

1728


1999

2000


QRVA 50 016 31 - 01 - 2000

CA

DO

1797

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie — Télécommunications 1

1999200000401 16-12-1999

36

Francis Van den Eynde

De Post. — Briefomslagen. — Poststempel. — Datum. La Poste. — Enveloppes. — Cachet postal. — Date.

1781

1

1999200000418 20-12-1999

37

Mme Jacqueline Herzet

De Post. — Verschillende posttarieven in Belgie¨ en in Frankrijk. La Poste. — Affranchissement distinct entre la Belgique et la France.

1782

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique

Economie — Ećonomie 1

1999200000305 26-11-1999

23

Mw. Trees Pieters

Vennootschappen. — Bedrijfsleidersverzekeringen en groepsverzekeringen. Entreprises. — Assurances chef d’entreprise et assurances de groupe.

1783

1

1999200000405 16-12-1999

30

Jan Eeman

Timesharingwet. — Geschillen. Loi de time-sharing. — Litiges.

1787

8

1999200000454 24-12-1999

31

Richard Fournaux

* Warenhuizen. — Lokartikelen. Grands magasins. — Produits d’appel.

1729

8

1999200000457 24-12-1999

32

Richard Fournaux

* Elektronisch betalingsverkeer. Paiements électroniques.

1730

8

1999200000458 24-12-1999

33

Richard Fournaux

* Foto’s in een uur in alle winkels. Photos en une heure dans n’importe quel magasin.

1731

1

1999200000492 11- 1-2000

34

Yves Leterme

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning. Cabinets. — Personnel exécuteur de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

1789

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique 8

1999200000425 20-12-1999

30

Olivier Maingain

1

1999200000492 11- 1-2000

33

Yves Leterme


1999

* Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium. — Brochures. — Taalgebruik. Institut royal du patrimoine artistique. — Brochures. — Emploi des langues.

1731

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning. Cabinets. — Personnel exécuteur de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

1789

2000


230

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Recommend Documents