QRVA 51 067
QRVA 51 067
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
28 - 02 - 2005
1365 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10806
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2004
2005
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10807
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 10811 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 10821
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
10821 Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
10823 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister 10832 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
10836 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
10840 Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
10842 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 10843 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
10850 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs 10857 Minister van Werk en Consumentenzaken Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 10861 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité
10862 Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions 10866 Minister van Leefmilieu en Pensioenen ´ ´ Secrétaire d’Etat à l’Informatisation de l’Etat, Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, adjoint au ministre du Budget toegevoegd aan de minister van Begroting et des Entreprises publiques — en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances 10869 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister ´ Secrétaire d’Etat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères 10871 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat au Développement durable Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling et à l’E´conomie sociale, en Sociale Economie, toegevoegd aan adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques — de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique — en Volksgezondheid
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10809
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 10873
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
— Eerste minister 10873 Vice-eerste minister en minister van Justitie 10908 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister — en minister van Begroting en Overheidsbedrijven 10918 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 10931 Minister van Buitenlandse Zaken 10954 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 10957 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
10975 10983 10991 10998
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 11001 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 11028 Minister van Mobiliteit 11033 Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven — Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, 11039 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 11042 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 11044 de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
Page/Blz. 11047
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10811
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004
22 25 66 203
951326510173-
3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
206 229 233 249 260 272 283 289
91526269161622-
6-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
291 303 306 338 339 342 350 352 364
24- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 10-11-2004
369 370 378 383 398 400 416 419 435
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt Stijn Bex Mw. Sabien LahayeBattheu Claude Marinower Luk Van Biesen Bart Laeremans Alfons Borginon Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Dylan Casaer Stijn Bex Francis Van den Eynde
232 233 1091 4254 4255 4878 4880 5312 5457 5614 5969 6112 6114 6598 6599 7181 7182 7511 7685 7685 7691 7879 8081 8084 8085 8437 8439 8652 8654 8885
Date Datum
Question no Vraag nr.
10-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 30-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 22-12-2004 22-10-2004 28-12-2004 3- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005
436 441 444 447 448 450 451 452 453 455 456 457 459 460 461 462 469 473 477 479 480 482 484 485 486 488 489 490 491 492 496 497 498
17- 1-2005
499
17171718-
500 501 503 504
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Auteur Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Claude Marinower Guido De Padt Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Staf Neel Geert Lambert Mme Anne Barzin Hagen Goyvaerts Guido De Padt Gerolf Annemans Guido De Padt Alfons Borginon Dirk Van der Maelen Mw. Martine Taelman Guido De Padt Alfons Borginon Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Roel Deseyn
Page Blz. 8885 9279 9280 9281 9282 9283 9284 9284 9285 9286 9475 9476 9478 9478 9479 9480 9484 9662 9664 9665 9666 9951 9952 9952 9953 9955 9955 9956 10141 10311 10549 10550 10550 10551 10551 10552 10553 10553
* Liste cloˆturée le 25 février 2005 * Lijst afgesloten op 25 februari 2005
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10812
Date Datum 1819191920242426-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Question no Vraag nr. 505 506 507 508 511 512 513 514
Auteur Luk Van Biesen Mark Verhaegen Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Gerolf Annemans Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
10554 10555 10556 10556 10821 10821 10822 10823
22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 16- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 12-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 30-11-2004
420 421 422 425 434 435 441 442 443 445 449 473 483 487 490 496 497 499 500 501 503 504 506 509 510 511 512 513 518 519 523 525 527 528 529 532 533 535 538 541 543 547
2-12-2004 6-12-2004 6-12-2004
549 551 552
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 20- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004
45 54 66 81 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 305 318 320 352 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407
Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
689 947 1117 1694 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4281 4576 4577 5075 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 2004
2005
Auteur Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Dylan Casaer Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Richard Fournaux Patrick De Groote Dirk Van der Maelen Ortwin Depoortere Mw. Dalila Douifi Alfons Borginon Alfons Borginon Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen
Page Blz. 6440 6442 6442 6607 6753 6753 7187 7187 7188 7188 7190 7692 7697 7879 8091 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8239 8444 8445 8445 8446 8447 8656 8658 8888 8890 8891 8892 8893 8895 8896 9107 9286 9287 9287 9486 9487 9490 9491
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 Date Datum
Question no Vraag nr.
7-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 3- 1-2005 3- 1-2005 10- 1-2005 10- 1-2005 11- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005
553 554 555 556 557 560 561 563 568 569 571 574 577 578 580 581 583 584 585 589 590 591
14141417-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
593 594 595 596
1717181818192021-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
597 598 601 603 604 607 608 611
242425252526262626-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
612 614 616 617 618 619 620 621 622
10813
Auteur Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Geert Lambert Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Guido De Padt Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Guido De Padt Roel Deseyn Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Jan Peeters Guido De Padt Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Jean-Jacques Viseur Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Mw. Marleen Govaerts Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Geert Lambert Geert Lambert Carl Devlies
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 9491 9492 9493 9668 9669 9670 9671 9957 10142 10142 10143 10147 10148 10149 10312 10313 10314 10440 10441 10441 10557 10557 10559 10560 10561 10562 10563 10564 10564 10565 10566 10567 10823 10825 10825 10825 10826 10827 10828 10829 10830 10831 10831 2004
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting
28- 6-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005
27 28 29 31 34 36 37 39 40 41 42 43
Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans
6616 7699 7700 8450 8898 8898 9672 9673 9957 10832 10832 10833
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
242531111242815913272727272730112061017-
2-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 9-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004
2005
170 214 218 222 224 231 240 244 247 250 253 255 257 259 263 269 270 271 274 282 284 286
Geert Lambert Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Jan Mortelmans Filip De Man Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Tommelein Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mme Marie Nagy
4097 5973 6118 6315 6316 6618 6622 6624 6626 6755 6758 7195 7196 7198 7199 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7702
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1366
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10814
Date Datum
Question no Vraag nr.
20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 1-12-2004 1-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005
288 289 290 291 292 296 304 305 312 314 319 321 328 330 339 340 341 343 345 346 350 354 358 362 363 364 369 371 373 374 375 376 377 378 379 380 381 383 389 390 391 392 395 396 397 399
Auteur Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Bart Laeremans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Roel Deseyn Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote Roel Deseyn Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Luk Van Biesen Olivier Chastel François Bellot Jef Van den Bergh François Bellot Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Inga Verhaert Carl Devlies Melchior Wathelet Gerolf Annemans Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Guido De Padt Francis Van den Eynde Filip Anthuenis Bart Laeremans Bart Laeremans Jan Mortelmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 7704 7704 7705 7881 7881 8104 8109 8110 8240 8240 8451 8452 8660 8661 8900 8901 8901 8903 8904 8906 8908 9290 9293 9296 9494 9495 9497 9497 9498 9499 9674 9675 9675 9677 9678 9958 9959 9960 10150 10315 10442 10443 10568 10569 10569 10570 2004
Date Datum 131317171717181919192020242425-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Question no Vraag nr. 400 401 402 404 405 406 407 408 409 410 411 412 414 415 416
Auteur Francis Van den Eynde Roel Deseyn Guido De Padt Bart Laeremans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luk Van Biesen Jean-Marc Nollet Mme Colette Burgeon Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Willy Cortois
Page Blz. 10570 10571 10571 10572 10572 10573 10573 10573 10574 10575 10833 10833 10834 10834 10835
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 12- 7-2004 27- 7-2004 11- 8-2004 12- 8-2004 12- 8-2004 18- 8-2004 20- 8-2004 25- 8-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 8-11-2004 9-11-2004 22-11-2004 2005
314 325 337 338 339 343 344 346 352 353 355 360 365 367 373 378 379 395 398 402 411 413 426 427 439
Willy Cortois Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Geert Lambert Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Stijn Bex Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens
6760 7207 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7520 7520 7522 7706 7709 7710 7884 8116 8117 8244 8247 8454 8459 8665 8912 8913 9298
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 Date Datum
Question no Vraag nr.
23-11-2004 25-11-2004 29-11-2004 1-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 11- 1-2005 11- 1-2005 12- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005
444 446 447 448 452 457 459 461 464 466 467 471 472 474 475 476 478 479 481
14181818192020202424242426-
483 485 486 487 488 490 491 492 493 494 495 496 497
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
10815
Auteur Guido De Padt Stijn Bex Guido De Padt Jan Mortelmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Filip De Man Melchior Wathelet Jean-Marc Nollet Guido De Padt Filip De Man Guido De Padt Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Mw. Inga Verhaert Koen T’Sijen Willy Cortois Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Melchior Wathelet Guido Tastenhoye Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Bert Schoofs Koen T’Sijen Guido De Padt Guido De Padt
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
9301 9501 9501 9502 9504 9679 9679 9680 9965 9966 9967 9967 10315 10444 10445 10446 10447 10576
21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004
118 119 121 123 125 126 127 128 129 130 131
16-11-2004
132
18-11-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 24-12-2004 11- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 24- 1-2005 25- 1-2005
134 138 139 140 141 142 143 144 145 147 154 159 160 161 165 166 167 168 169
10577 10578 10579 10580 10581 10583 10836 10836 10837 10837 10837 10838 10839 10839
Ministre des Affaires étrangères
Auteur Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Patrick Moriau Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Mohammed Boukourna Mme Annick Saudoyer Pieter De Crem Mme Zoé Genot Geert Lambert Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Luc Goutry Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Bert Schoofs Mme Marie Nagy
Page Blz. 7713 7714 8248 8461 8915 8916 8917 8919 8919 9115 9117 9119 9302 9508 9682 9683 9683 9684 9685 9969 9969 10150 10449 10587 10588 10589 10840 10840 10841 10841 10842
Minister van Buitenlandse Zaken 761722114262913-
1-2004 2-2004 2-2004 3-2004 4-2004 7-2004 7-2004 7-2004 9-2004
51 59 61 70 71 102 104 109 115
Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523
28-11-2003 16-12-2003 17- 1-2005 20- 1-2005
2004
2005
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 36 45 168 170
Karel Pinxten Luc Sevenhans Eric Massin Jean-Marc Nollet
2091 2359 10590 10842
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10816
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie
3-11-2004 28-12-2004 14- 1-2005 21- 1-2005
167 197 203 212
Roel Deseyn Gerolf Annemans Gerolf Annemans Roel Deseyn
8921 10155 10591 10843
E´nergie — Energie
24242424242525-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
98 99 100 101 102 103 104
Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel
Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens
10844 10845 10846 10847 10848 10849 10849
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
29-12-2004 18- 1-2005
37 38
Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans
10157 10595
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
3-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 18- 1-2005
31 32 33 36 38 41 44
Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans
8926 8927 8928 9692 9693 10158 10596
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Date Datum
Question no Vraag nr.
22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004
19 20 25 41 83 84 87 100
24- 5-2004 11- 6-2004 15- 6-2004 3- 8-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 4-10-2004
109 122 123 141 148 151 153 159 162 165 167
6-10-2004
170
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 25-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 17-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004
173 174 175 177 178 182 190 193 196 199 201 204 206 208 210 212
9-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004
213 214 215 218
10-12-2004 14-12-2004
221 223
Affaires sociales — Sociale Zaken
21- 8-2003
14
Jan Mortelmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
253 2004
2005
Auteur Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Philippe De Coene Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Hendrik Daems Mw. Maggie De Block Hans Bonte Guy D’haeseleer David Geerts Benoıˆt Drèze Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Geert Lambert Mw. Greet Van Gool Bruno Van Grootenbrulle Jo Vandeurzen Luc Goutry
Page Blz. 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 7236 7526 7529 7718 7721 7723 8134 8135 8137 8252 8253 8253 8467 8467 8469 8676 8931 8933 9124 9315 9517 9519 9521 9522 9695 9696 9697 9697 9698 9700 9701
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 Date Datum
Question no Vraag nr.
15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004 21-12-2004
224 225 226 227 228 229
22-12-2004
231
22-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 13- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 21- 1-2005 24- 1-2005 24- 1-2005 24- 1-2005
233 234 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250
10817
Auteur Carl Devlies Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Bruno Van Grootenbrulle Mw. Yolande Avontroodt Mw. Maggie De Block Koen Bultinck Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Melchior Wathelet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Koen Bultinck Gerolf Annemans Gerolf Annemans Guido De Padt Gerolf Annemans Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz. 9702 9972 9973 9974 9974 9975 9976 9977 10158 10160 10161 10316 10597 10598 10599 10599 10600 10850 10850 10850 10851 10851
11 12 14 44 66 141 158 179 196 223
11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004
224 231 234
9- 7-2004 12- 7-2004 26- 7-2004
243 244 246
Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Willy Cortois
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Question no Vraag nr.
26- 7-2004 4- 8-2004 4- 8-2004 13- 8-2004 2- 9-2004 6- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004
247 259 260 265 269 270 277 278 279 287 295 297 298 299
20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004
310 312 314 316
26-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004
317 318 320 321 324 326 336 338 342
29-11-2004 30-11-2004 1-12-2004
345 348 349
3-12-2004 7-12-2004 10-12-2004
351 355 361
15-12-2004
362
6652 6772 6773 7239
17-12-2004 21-12-2004 10- 1-2005 11- 1-2005 11- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005
364 370 372 373 374 376 377
2004
2005
10852
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 26- 5-2004 9- 6-2004
Date Datum
254 255 256 1123 2099 4438 5078 5626 5987 6153 6328 6453
Auteur Willy Cortois Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen Bultinck Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Mw. Yolande Avontroodt Luc Goutry Koen Bultinck Mw. Marleen Govaerts Willy Cortois Mw. Annelies Storms Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Jacqueline Galant Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Hagen Goyvaerts
Page Blz. 7240 7249 7249 7251 7429 7430 7435 7529 7531 7727 8140 8142 8143 8143 8478 8677 8679 8680 8681 8681 8684 8684 8934 8936 9316 9317 9320 9524 9526 9527 9528 9531 9704 9705 9978 9982 10451 10452 10453 10600 10601
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10818
Date Datum 1920202020212424142425-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Question no Vraag nr. 378 379 381 382 383 384 385 386 387 388 389
Auteur Jo Vandeurzen Ortwin Depoortere Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Colette Burgeon Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz. 10602 10852 10853 10853 10854 10854 10855 10855 10855 10856 10856
131417182020242425-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Minister van Werk en Consumentenzaken
20-10-2004
163
25-10-2004
167
30-11-2004
190
9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004
195 197 198 199
17-12-2004 21-12-2004
203 205
12- 1-2005
213
Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Luc Sevenhans Mme Marie Nagy Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mme Zoé Genot Mw. Greet Van Gool Guido Tastenhoye Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Annelies Storms Mw. Maggie De Block
10602 10603 10603 10604 10857 10857 10858 10858 10859
86 87 88
Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans
10859 10860 10860
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Emploi — Werk
87 89 90 109 112 127 134 137 138 142 161
215 216 217 223 225 226 227 228 230
Auteur
Page Blz.
Protection des consommateurs — Consumentenzaken
20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
7- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 17- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 20-10-2004
Question no Vraag nr.
Date Datum
5621 5975 5976 6776 7254 7730 8147 8148 8149 8153 8480
8- 3-2004 10-11-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 22-12-2004 22-12-2004 29-12-2004 14- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005 19- 1-2005
19 43 46 47 48 49 50 51 52 54 55 56 57
Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Nathalie Muylle Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Guido Tastenhoye
4270 8944 9711 9712 9714 9987 9987 9988 10162 10605 10606 10606 10607
8481 Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
8687 9538 9706 9707 9708
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
9708 9983
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
9984 10455 2004
22- 9-2003 2005
7
Francis Van den Eynde
621
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 Date Datum
Question no Vraag nr.
31- 3-2004 23- 6-2004 3-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 12- 1-2005
37 54 69 72 77 82
17- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005
85 86 87
10819
Auteur Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Geert Lambert Mw. Sabien LahayeBattheu Patrick De Groote Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot
Page Blz. 4736 6456 8944 8946 9716 10456 10607 10861 10861
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
3-11-2004 9-12-2004 15-12-2004
23 27 29
Guy D’haeseleer Geert Lambert Carl Devlies
8947 9718 9719
Gelijke Kansen — E´galité des chances
30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004
4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24
17- 9-2004 1-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 13- 1-2005 18- 1-2005
25 37 38 39 41 44 45
Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 9546 9720 9721 9722 10608 10609 2004
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 2- 9-2004
143
10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 12-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 25-10-2004
144 146 151 154 162 163 164
5-11-2004 5-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 23-11-2004
168 169 171 172 174 175 176 178
24-11-2004 24-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 24-12-2004 24-12-2004 28-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 11- 1-2005 11- 1-2005
179 180 181 182 183 187 188 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204
13- 1-2005 13- 1-2005 2005
205 206
Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Staf Neel Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Mme Zoé Genot Guido De Padt Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Willy Cortois Jean-Marc Nollet Ludo Van Campenhout François Bellot Bart Tommelein Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Greet Van Gool Walter Muls Mme Marie Nagy Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Peeters Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Melchior Wathelet Mme Pierrette CahayAndré Guido De Padt Roel Deseyn
7436 7534 7737 8155 8265 8690 8691 8692 8950 8950 8951 8952 8952 8953 8954 9323 9324 9325 9547 9548 9548 9724 9725 9990 9990 10163 10163 10164 10164 10164 10165 10165 10166 10166 10166 10167 10458 10458 10609 10610
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10820
Date Datum 141420202425252526-
1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005
Question no Vraag nr. 207 208 209 210 211 212 213 214 215
Auteur Jef Van den Bergh Luk Van Biesen Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Jef Van den Bergh Mme Jacqueline Galant Ludo Van Campenhout
Page Blz.
Date Datum
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Auteur
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
10611 10612 10862 10862 10862 10863 10863 10864 10865
Question no Vraag nr.
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
22- 3-2004 7- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 9-12-2004 25- 1-2005
13 15 20 21 23 24 25 27 32
Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters
4595 7437 8267 8493 8494 8496 8695 9732 10869
Environnement — Leefmilieu
21- 9-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 24- 1-2005
33 39 41 42 49
Bart Laeremans Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens
7740 9726 9728 9991 10866
Pensions — Pensioenen
10- 5-2004 5- 7-2004 21- 9-2004 23-11-2004 26-11-2004 9-12-2004 17-12-2004 3- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 24- 1-2005 25- 1-2005
32 36 45 62 63 65 69 71 72 73 74 75 76
Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Patrick De Groote Patrick De Groote
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
6126 6667 7741 9327 9550 9729 9992 10319 10866 10867 10867 10867 10868 2004
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
17-12-2004 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005
23 25 26 27
Gerolf Gerolf Gerolf Gerolf
Annemans Annemans Annemans Annemans
9992 10871 10871 10871
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
24- 9-2004 2005
26
Mme Zoé Genot
7889
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10821
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 511 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 511 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 512 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 512 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1367
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10822
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503185
DO 2004200503185
Question no 513 de M. Koen T’Sijen du 24 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 513 van de heer Koen T’Sijen van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Trafic d’êtres humains. — Audits financiers des réseaux.
Georganiseerde mensensmokkel. — Financie¨le doorlichtingen van netwerken.
Dans son rapport, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte conte le racisme affirme que la lutte contre le trafic d’êtres humains organisé exige l’élaboration d’une politique à deux niveaux.
In haar rapport stelt het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding dat om de georganiseerde mensensmokkel te bestrijden de overheid een beleid op twee niveaus moet uitwerken.
En premier lieu, les réseaux criminels doivent être combattus sur un plan structurel. Plus ils peuvent organiser de trafics, plus ils accumulent de bénéfices et plus ils peuvent investir dans le système économique. Ces organisations criminelles ne peuvent être affectées qu’en découvrant le système criminel sous-jacent luimême par le biais d’une approche consistant à penser en termes de système.
In eerste instantie moeten de criminele netwerken op structureel niveau bestreden worden. Hoe meer trafieken zij kunnen organiseren, hoe meer winsten ze kunnen vergaren en des te meer ze kunnen investeren in het economisch stelsel. Dergelijke criminele organisaties kunnen enkel aangepakt worden door het achterliggend crimineel systeem zelf via een benadering van systeemdenken te ontrafelen.
En deuxième lieu, il est important dans le cadre de la lutte contre la traite des êtres humains d’offrir une alternative légale à la dynamique de migration existante en menant une autre politique en matière de migration et ce, de préférence, au niveau européen. Les faits révèlent que beaucoup de victimes potentielles sont prêtes à payer très cher leur voyage vers l’Occident. E´tant donné l’absence d’alternative légale sérieuse, les migrants s’adressent actuellement au système criminel du trafic qui en sort renforcé. La seule manière de sortir de ce cercle vicieux consiste à essayer de canaliser certaines formes de migration et de les controˆler afin que les victimes potentielles du trafic puissent faire appel à un circuit officiel et ne risquent pas de retomber dans un système criminel.
In tweede instantie is het in het kader van de bestrijding van de mensenhandel belangrijk om een legaal alternatief te bieden voor de aanwezige migratiedynamiek door het voeren van een ander migratiebeleid en dit, bij voorkeur, op Europees niveau. Uit de feiten blijkt dat veel potentie¨le slachtoffers bereid zijn om veel geld te betalen om naar het Westen gesmokkeld te worden. Wegens gebrek aan een degelijk legaal alternatief richten ze zich momenteel tot het crimineel smokkelsysteem dat zich hierdoor kan versterken. De enige manier om uit deze vicieuze cirkel te geraken is trachten bepaalde vormen van migratie te kanaliseren en onder controle te krijgen zodat potentie¨le smokkelslachtoffers zich kunnen beroepen op een officieel circuit en niet hoeven terug te vallen op een crimineel systeem.
1. Quelle est l’évolution des effectifs et du budget consacré aux audits financiers des réseaux qui opèrent dans le cadre du crime organisé en général et dans celui de la traite des êtres humains en particulier ?
1. Hoe is de evolutie van het aantal personeelsleden, en van het budget dat besteed wordt aan financie¨le doorlichtingen van netwerken die opereren in de georganiseerde misdaad in het algemeen en in de mensenhandel in het bijzonder ?
` l’avenir, allez-vous augmenter les effectifs et 2. A mettre en œuvre davantage de moyens pour controˆler financièrement ces réseaux et organisations criminelles ?
2. Zullen er in de toekomst meer mensen en middelen worden ingezet om dergelijke netwerken en misdaadorganisaties financieel door te lichten ?
3. Envisagez-vous de recentrer la politique sur la lutte contre les réseaux organisés plutoˆt que sur la chasse aux illégaux ?
3. Overweegt u om het beleid meer te steunen naar een strijd tegen de georganiseerde netwerken in plaats van een jacht op illegalen ?
4. Envisagez-vous d’autres mesures pour renforcer la lutte contre la traite des êtres humains ?
4. Zijn er nog andere maatregelen die u overweegt om de strijd tegen de mensenhandel op te voeren ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10823
DO 2004200503215
DO 2004200503215
Question no 514 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 514 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Vols à la tire.
Gauwdiefstallen.
Les personnes victimes de vols à la tire sont souvent fort déconcertées par cette expérience. Ce n’est pas uniquement la perte matérielle qui provoque leur mécontentement, mais également le fait que le vol même ait pu se produire.
Burgers die het slachtoffer zijn van gauwdiefstallen, zijn daardoor danig in de war. Niet alleen het materieel verlies zorgt voor ongenoegen, maar ook het feit op zich dat de diefstal op zich mogelijk is geweest.
Pourriez-vous m’indiquer pour les années 2001, 2002, 2003 et 2004 :
Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 meedelen :
1. le nombre de vols à la tire qui ont été déclarés;
1. hoeveel feiten van gauwdiefstal er werden aangegeven;
2. le nombre de cas ou` l’auteur ou les auteurs ont pu être identifiés);
2. in hoeveel gevallen de dader(s) kon(den) worden geı¨dentificeerd;
3. le nombre de dossiers, le ou les auteurs étant connus, qui ont donné lieu à des poursuites pénales ?
3. in hoeveel dossiers waarin de dader(s) bekend was/waren, er tot strafrechtelijke vervolging werd overgegaan ?
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2004200503165
DO 2004200503165
Question no 608 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 608 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Critères de sélection pour le controˆle de dossiers fiscaux. — Data mining. — Publicité de l’administration. — Systèmes équilibrés de controˆle de la TVA et des contributions directes.
Selectiecriteria bij het onderzoek van fiscale dossiers. — Data mining. — Openbaarheid van bestuur. — Evenwichtige controlesystemen inzake BTW en inzake directe belastingen.
Il semblerait que les dossiers à controˆler des sociétés, ASBL et personnes physiques soient à présent essentiellement sélectionnés à l’aide du « data mining », le nouveau système de points informatisé.
De te onderzoeken dossiers van vennootschappen, VZW’s en natuurlijke personen worden thans naar verluidt voornamelijk geselecteerd aan de hand van het nieuw computergestuurd puntensysteem « data mining ».
En principe, les fonctionnaires des contributions peuvent toujours communiquer aux contribuables qui en font la demande tous les critères de sélection appliqués à leur dossier individuel.
In principe kunnen de belastingambtenaren aan de belastingplichtigen die erom verzoeken de individueel gehanteerde selectiecriteria steeds volledig en persoonlijk meedelen.
Néanmoins, depuis que la formule du « data mining » est appliquée, les fonctionnaires dirigeants et les agents taxateurs sont dans l’impossibilité totale d’effectuer cette communication parce qu’eux-mêmes n’auraient plus connaissance des critères.
Met de formule « data mining » zou dit echter blijkbaar totaal niet meer mogelijk zijn omdat zowel de leidinggevende ambtenaren als de taxatieambtenaren er zelf niet zouden over beschikken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10824
La loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration accorde pourtant aux justiciables le droit de consulter leur dossier administratif à chaque étape de la procédure et de s’en faire remettre une copie. Ce droit individuel et fondamental est d’ailleurs également garanti par l’article 32 du texte coordonné de la Constitution.
Bij toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur beschikken de rechtsonderhorigen nochtans in ieder stadium van de procedure over een administratief inzagerecht en over het recht tot kopiename. Dit individueel en fundamenteel recht is trouwens eveneens gewaarborgd door artikel 32 van de Gecoo¨rdineerde Grondwet.
Autrement dit, l’ensemble des pièces du dossier fiscal attestant des éléments qui ont amené le fonctionnaire à sélectionner le dossier à controˆler n’échappent en principe pas aux règles légales précitées, peu importe si lesdits éléments ont été retenus en utilisant un quelconque logiciel de controˆle et/ou le système du « data mining ».
Alle stukken van het belastingdossier die de elementen bevatten die eigen zijn aan de selectie van het dossier voor verificatie — of die nu al dan niet kadert in het luik van een of ander toegepast controleprogramma en/of « data miningsysteem » — ontsnappen met andere woorden in beginsel niet aan voornoemde wettelijke regels.
` l’heure actuelle, se posent toutefois les questions A pratiques générales suivantes, notamment à propos de l’emploi de tels outils d’exploration de données.
Inzonderheid in verband met die « data mining » rijzen thans evenwel de onderstaande algemene praktische vragen.
1. a) En vertu de quelles dispositions légales et/ou réglementaires, les controˆleurs ne peuvent-ils ou ne doivent-ils désormais plus communiquer ces critères de sélection ?
1. a) Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen kunnen of moeten die beoogde selectiecriteria van nu af aan niet meer aan de belastingplichtigen worden meegedeeld ?
b) Dorénavant, ne pourrait-on pas plutoˆt parler d’arbitraire en la matière ?
b) Is er terzake voortaan niet veeleer sprake van willekeur ?
c) Dans la négative, pourquoi ne serait-ce pas le cas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
2. Quelles mesures organisationnelles générales ou applicables au niveau national allez-vous prendre pour remédier à ces manquements et désagréments, afin que, par exemple, les contribuables qui subissent des controˆles répétés ne se sentent plus visés personnellement, sachant qu’en moyenne, seulement 3 % des contribuables sont soumis à un controˆle conjoint approfondi de la TVA et des contributions ?
2. Welke algemene of nationaal geldende organisatorische maatregelen zullen worden getroffen om die tekortkomingen en ongemakken op te lossen, zodat de onder meer herhaaldelijk onderzochte belastingplichtigen zich niet meer sterk persoonlijk geviseerd zouden voelen, wetende dat hoogstens gemiddeld nog slechts 3 % van de belastingplichtigen aan een grondige gezamenlijke BTW- en belastingverificatie worden onderworpen ?
3. ` l’avenir, les administrations vont-elles effectivea) A ment veiller à ce qu’au bout d’un certain laps de temps, « tous » les contribuables finissent toujours par subir un controˆle (conjoint) approfondi ou superficiel ?
3. a) Zullen de administraties er in het vervolg effectief zorg voor dragen dat « alle » belastingplichtigen over een welbepaalde tijdspanne altijd wel eens aan de beurt komen voor een (gezamenlijke) grondige of een oppervlakkige controle ?
b) Auprès de quelles instances supérieures ou services de médiation les contribuables peuvent-ils se plaindre lorsqu’ils sont chaque année soumis à un controˆle approfondi et de longue durée, effectué ou non par les mêmes fonctionnaires et/ou services de TVA et des contributions ?
b) Bij al welke hogere instanties of ombudsdiensten kunnen de belastingplichtigen zich beklagen wanneer zij keer op keer jaarlijks al dan niet door dezelfde ambtenaren en/of BTW- en belastingdiensten aan een langdurige grondige controle worden onderworpen ?
4. Pouvez-vous, point par point, exposer votre vision et attitude générales à la lumière d’une bonne administration, conviviale, performante, publique et équilibrée, et dans le cadre du principe de légalité ?
4. Kan u, punt per punt, uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van een klantvriendelijk, performant, openbaar en evenwichtig behoorlijk bestuur en in het kader van het legaliteitsbeginsel ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10825
DO 2004200503172
DO 2004200503172
Question no 611 de Mme Marleen Govaerts du 21 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 611 van mevrouw Marleen Govaerts van 21 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
PME et sociétés. — Taux d’impoˆt réduit. — Nombre d’entreprises unipersonnelles.
KMO’s en vennootschappen. — Verminderd belastingtarief. — Aantal éénmanszaken.
Les questions suivantes se posent en ce qui concerne la déduction des intérêts notionnels :
In verband met de problematiek van de notionele interestaftrek rijzen volgende vragen :
1. Combien de PME ou de sociétés fiscales bénéficient-elles du taux d’impoˆt réduit ?
1. Hoeveel fiscale KMO’s of vennootschappen zijn er die genieten van het verminderd belastingtarief ?
2. Combien y a-t-il d’entreprises unipersonnelles (n’ayant pas adopté la forme d’une société) ?
2. Hoeveel éénmanszaken (zonder vennootschapsvorm) zijn er ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 612 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 612 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503177
DO 2004200503177
Question no 614 de Mme Trees Pieters du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 614 van mevrouw Trees Pieters van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Services compétents pour la détermination de la valeur d’un immeuble assorti d’un terrain.
Bevoegde diensten voor de waardebepaling van een gebouw met grond.
Conformément au no 61/82 actuel, premier alinéa, du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992, l’agent taxateur peut dans tous les cas s’adresser au receveur de l’Enregistrement compétent afin de déterminer la valeur amortissable d’un immeuble assorti d’une parcelle de terrain.
Luidens het huidig nr. 61/82, eerste lid van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kan de taxatieambtenaar steeds terecht bij de bevoegde ontvanger der Registratie voor de bepaling van de afschrijfbare waarde van een gebouw met grond.
Il me revient qu’à la suite de la récente restructuration du Service public fédéral des Finances, les bureaux de recette de l’Enregistrement ne seraient dorénavant plus du tout compétents pour réaliser ce type d’estimations ou de déterminations de valeur.
Naar verluidt zouden ingevolge de recente herstructurering van de Federale Overheidsdienst Financie¨n de ontvangkantoren der Registratie zich met dergelijke schattingen of waardebepalingen van nu af aan helemaal niet meer mogen inlaten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10826
Dès lors, les agents taxateurs des administrations fiscales ne savent donc plus à quels services territorialement et juridiquement compétents ils doivent s’adresser pour obtenir immédiatement par écrit l’avis d’estimation souhaité.
De aanslagambtenaren van de belastingadministraties weten thans dan ook niet meer tot welke territoriaal en juridisch bevoegde diensten zij zich precies moeten richten om het gewenste administratief schattingsadvies meteen schriftelijk te bekomen.
Cette confusion nuit également au citoyen et entrave par ailleurs considérablement l’examen fiscal des amortissements actés et le traitement rapide du dossier fiscal du contribuable.
Daarenboven komt deze onwetendheid ook de burger niet ten goede en stremt dit tevens ten zeerste het fiscaal onderzoek van de geboekte afschrijvingen en de vlotte afhandeling van zijn belastingdossier.
D’une manière générale, la question pratique qui se pose dès lors est de savoir quels sont les services compétents de l’administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines (ACED), auxquels les fonctionnaires fiscaux doivent dorénavant s’adresser pour ce qui concerne l’impoˆt des personnes physiques et des sociétés (petites et grandes entreprises) en vue d’obtenir l’avis souhaité avec la célérité requise.
De algemene praktische vraag rijst derhalve tot welke bevoegde homogene diensten van de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen (AKRED) de belastingambtenaren zich zowel inzake personenbelasting als inzake vennootschapsbelasting (grote en kleine ondernemingen) voortaan wel rechtstreeks moeten wenden om met bekwame spoed het gewenste advies te bekomen.
1. Ces informations indispensables pour le public comme pour les agents taxateurs peuvent-elles dorénavant être consultées immédiatement sur le site internet des administrations fiscales fédérales ?
1. Kan die noodzakelijke informatie zowel voor het publiek als voor de taxatieambtenaren voortaan eveneens onmiddellijk worden teruggevonden op het internet via de wegwijzer van de website van de federale belastingadministraties ?
2. Dans le cadre d’une politique conviviale pour le personnel et la clientèle et d’une administration fiscale performante, pourriez-vous sans délai sensibiliser à cette question l’ensemble des fonctionnaires fiscaux concernés de l’ACED et de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus (AFER) ?
2. Kan u in het licht van een klant- en personeelsvriendelijk beleid en in het kader van een performant fiscaal bestuur dringend een sensibilisatie doorvoeren van alle betrokken fiscale ambtenaren van zowel de AKRED als van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (AOIF) ?
DO 2004200503204
DO 2004200503204
Question no 616 de Mme Trees Pieters du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 616 van mevrouw Trees Pieters van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Traitement plus rapide de réclamations anciennes. — Fonctionnement immédiat du filtre administratif. — Accomplissement de devoirs d’enquête et d’opérations de taxation par les fonctionnaires du contentieux.
Snellere afhandeling van oude bezwaarschriften. — Onmiddellijke werking van de administratieve filter. — Instellen van onderzoeksdaden en aanslagverrichtingen door de geschillenambtenaren.
L’un des objectifs actuels du gouvernement et de la cellule Management de la performance est de traiter administrativement toutes les réclamations en matière d’impoˆts directs dans les six mois ou dans les neuf mois en cas d’imposition d’office.
Het is ongetwijfeld één van de geactualiseerde doelstellingen van de regering en van het performantiemanagement dat alle bezwaarschriften inzake directe belastingen binnen zes maanden of binnen negen maanden in geval van aanslag van ambtswege, administratief zouden moeten worden afgehandeld.
Il me revient néanmoins que, jusqu’à présent, seulement une réclamation sur quatre en moyenne est traitée dans les délais précités.
Naar verluidt is tot dusver evenwel slechts gemiddeld één op de vier van de ingediende bezwaarschriften binnen die beide redelijke termijnen reeds afgehandeld.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10827
1. Quelles mesures concrètes, pratiques et draconiennes ont été prises entre-temps sur le terrain : a) pour ne plus exécuter que les propositions de taxation dotées d’un véritable fondement juridique; b) pour vérifier à suffisance, dès la phase de la taxation ou en cas de désaccord persistant, tous les griefs du contribuable, en fonction du cadre légal existant, et de les accepter immédiatement s’ils sont fondés en tout ou en partie sur le plan matériel, juridique et/ou procédural; c) pour traiter rapidement et correctement l’important arriéré de réclamations anciennes ? 2. a) Jugez-vous admissible que la majorité du personnel du service de direction et du service du contentieux consacre toujours autant de temps à statuer sur des réclamations, sachant que le filtre administratif et lesdits services devraient d’emblée fonctionner strictement, parfaitement et objectivement ? b) Dans la négative, quelles initiatives comptez-vous prendre ou avez-vous déjà prises pour assurer un suivi rigoureux du problème ? 3. a) Pour quelles raisons légitimes les services du contentieux de nombreux offices ou centres doivent-ils en permanence consacrer concomitamment une grande partie de leur temps à de simples devoirs d’instruction et à des opérations de taxation, alors que force est de constater qu’il subsiste toujours un arriéré colossal d’anciennes réclamations et que l’on sait que ces services ne peuvent remplir qu’une mission de consultation et jouer un roˆle délibératif « indépendant » ? b) Quelles actions ou mesures diligentes envisagezvous de prendre sur-le-champ pour qu’à l’avenir, ces services du contentieux accomplissent à nouveau « exclusivement » leur mission objective de filtrage, prévue par la loi, au lieu de procéder à des opérations supplémentaires de taxation et d’imposition ? 4. Pourriez-vous me faire part, point par point, de la philosophie et de la politique que vous mettez en œuvre dans le souci d’une administration fiscale correcte et performante ?
1. Welke concrete praktische en doortastende maatregelen werden er op de werkvloer inmiddels reeds getroffen om voortaan : a) nog uitsluitend voldoende juridisch onderbouwde taxatievoorstellen door te voeren; b) reeds in fase van taxatie of van blijvend nietakkoord alle grieven van de belastingplichtige op afdoende wijze te toetsen aan het bestaande wettelijk kader en deze meteen te aanvaarden indien deze geheel of gedeeltelijk feitelijk, juridisch en/of procedureel gegrond zijn; c) die grote voorraad oude bezwaarschriften sneller en correct af te handelen ? 2. a) Vindt u het aanvaardbaar dat het merendeel van de directieen geschillendienst nog steeds zoveel tijd besteden aan het beslissen over bezwaarschriften, wetende dat zowel die administratieve filter als die toezichthoudende diensten of managers reeds van meet af aan streng, perfect en neutraal moeten functioneren ? b) Zo neen, welke initiatieven overweegt u te nemen of nam u reeds tot strikte opvolging van die opgeworpen problematiek ? 3. a) Om al welke gegronde redenen moeten de afdelingen geschillen op vele diensten of centra zich bij voortdurendheid terzelfder tijd ook nog steeds grotendeels met zuivere onderzoeksdaden en met aanslagverrichtingen inlaten, daar waar men ontegensprekelijk vaststelt dat er nog altijd een kolossale voorraad aan oude bezwaarschriften blijft bestaan en men weet dat zij in hoofdorde slechts een adviserende taak en een « onafhankelijke » beslissende rol mogen vervullen ? b) Welke slagvaardige acties of maatregelen overweegt u onmiddellijk te treffen opdat die geschillendiensten voortaan weer « uitsluiten » hun wettelijk voorziene en onpartijdige filteropdracht zouden uitvoeren in plaats van extra taxatie- en aanslagwerkzaamheden te verrichten ? 4. Kan u, punt per punt, uw huidige ziens- en handelwijze meedelen in het kader van een behoorlijk en performant fiscaal bestuur ?
DO 2004200503205
DO 2004200503205
Question no 617 de M. Carl Devlies du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Impoˆts directs. — Directions régionales. — Membres du personnel qui ne sont pas en service effectif. Il est notoire que l’administration du SPF Finances souffre d’un manque de personnel. Ce constat vaut
Vraag nr. 617 van de heer Carl Devlies van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Personeelsleden die niet werkelijk in dienst zijn. Het is een publiek geheim dat de administratie van de FOD Financie¨n te kampen heeft met een personeels-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10828
pour les services centraux comme pour les services extérieurs. Cette situation hypothèque les travaux de taxation au sein des différentes directions régionales.
tekort. Dit geldt zowel voor de centrale diensten als voor de buitendiensten. In de verschillende gewestelijke directies hypothekeert dit de taxatiewerkzaamheden.
Outre cette pénurie de personnel, le nombre d’équivalents plein temps disponibles ne correspond pas au nombre d’équivalents plein temps réellement opérationnels, ce que peuvent expliquer de nombreux motifs : maladies, mises en disponibilité, détachements, interruptions de carrière, etc.
Bovenop dit personeelstekort dient te worden opgemerkt dat het aantal beschikbare voltijdse equivalenten niet overeenstemt met het aantal werkelijk inzetbare voltijdse equivalenten. Er zijn hiervoor heel wat redenen denkbaar : ziektes, terbeschikingstellingen, detacheringen, loopbaanonderbreking, enzovoort.
Il faut naturellement en tenir compte pour pouvoir évaluer la situation sur le plan des effectifs.
Om de situatie op het vlak van de personeelsbezetting te kunnen inschatten, dient men hier uiteraard rekening mee te houden.
1. Pourriez-vous me fournir un aperçu, par direction régionale, du nombre d’agents qui ne sont pas en service effectif, en ventilant les chiffres selon le motif invoqué (maladie de longue durée, congé de maternité, mise en disponibilité pour certains groupes de travail, mission pour les services centraux, absence de longue durée, détachements, interruption de carrière, congé préalable à la retraite, etc.) ?
1. Kan een overzicht worden gegeven per gewestelijke directie met betrekking tot het aantal niet werkelijk in dienst zijnde personeelsleden en dit opgesplitst volgens de reden ervan (langdurige ziekte, bevallingsverlof, terbeschikkingstelling voor bepaalde werkgroepen, opdracht voor de centrale diensten, afwezigheid lange duur, detacheringen, loopbaanonderbreking, verlof voorafgaand aan pensionering, enzovoort) ?
2. Pourriez-vous me fournir un aperçu (par année) de l’évolution des effectifs dans les différents services de taxation des directions régionales durant la période 1999-2004 ?
2. Kan een overzicht worden gegeven van de evolutie van het personeelseffectief in de verschillende taxatiediensten van de gewestelijke directies in de periode 1999-2004 (en dit uitgesplitst per jaargang) ?
DO 2004200503206
DO 2004200503206
Question no 618 de M. Carl Devlies du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 618 van de heer Carl Devlies van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Impoˆts directs. — Directions régionales. — Activités de controˆle.
Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Controlewerkzaamheden.
Le controˆle efficace des contribuables constitue incontestablement un pilier important de la politique de lutte contre la fraude fiscale. L’efficacité du controˆle est déterminée par le nombre de controˆles réalisés et par une bonne sélection préalable sur la base d’une analyse de risques.
Een performante controle van de belastingplichtigen is onmiskenbaar een belangrijke pijler van een beleid dat erop gericht is om de fiscale fraude te bestrijden. De performantie van de controles wordt beı¨nvloed door het aantal uitgevoerde controles en door een goede voorafgaandelijke selectie op basis van risicoananalyse.
Il est également important que les controˆles soient effectués de la même manière sur l’ensemble du territoire.
Daarnaast is het van belang dat de controlewerkzaamheden op een gelijke wijze worden toegepast over het hele grondgebied.
1. a) Combien de vérifications approfondies ont-elles été réalisées au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour les exercices d’imposition 2000, 2001, 2002 et 2003 ?
1. a) Hoeveel grondige verificaties werden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden en dit voor de aanslagjaren 2000, 2001, 2002 en 2003 ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10829
b) Quel est le rapport entre ce nombre et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?
b) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?
2. a) Combien de vérifications approfondies seront-elles réalisées au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour l’exercice d’imposition 2004 ?
2. a) Hoeveel grondige verificaties zullen worden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden voor aanslagjaar 2004 ?
b) Combien de vérifications ont déjà été réalisées dans l’intervalle ?
b) Hoeveel daarvan zijn intussen afgehandeld ?
c) Quel est le rapport entre ces nombres et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?
c) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?
3. a) Combien de controˆles de gestion ont-ils été réalisés au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, et ce pour les exercices d’imposition 2000, 2001, 2002 et 2003 ?
3. a) Hoeveel beheerscontroles werden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden en dit voor aanslagjaren 2000, 2001, 2002 en 2003 ?
b) Quel est le rapport entre ce nombre et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?
b) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?
4. a) Combien de controˆles de gestion seront-ils réalisés au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour l’exercice d’imposition 2004 ?
4. a) Hoeveel beheerscontroles zullen worden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden voor aanslagjaar 2004 ?
b) Combien de controˆles ont déjà été réalisés dans l’intervalle ?
b) Hoeveel daarvan zijn intussen afgehandeld ?
c) Quel est le rapport entre ces nombres et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?
c) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?
DO 2004200503216
DO 2004200503216
Question no 619 de M. Carl Devlies du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 619 van de heer Carl Devlies van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Inspection spéciale des impoˆts. — Effectifs du personnel.
Bijzondere Belastinginspectie. — Personeelsbezetting.
L’administration de l’Inspection spéciale des Impoˆts (ISI) a pour mission essentielle la détection et la prévention des fraudes à grande échelle grande envergure. Cette administration est donc la pièce maıˆtresse
De primordiale opdracht van de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) bestaat erin grote fraude op te sporen, te verhinderen en te bestrijden. Deze administratie vormt dan ook het sluitstuk
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1368
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10830
d’une politique qui fait de la lutte contre la fraude fiscale sa première priorité. L’action de l’ISI a également un effet dissuasif important sur les secteurs.
van een beleid dat het bestrijden van fiscale fraude hoog op de agenda plaatst. Van het optreden van de BBI gaat er tevens een belangrijk ontradend effect uit op de sectoren.
Il s’est toutefois avéré dans un passé récent que cette administration souffre d’un manque important d’effectifs qui a fortement influencé le nombre de ses enquêtes.
We weten uit een recent verleden echter dat er belangrijke personeelstekorten te noteren vielen in deze administratie, hetgeen een belangrijk effect had op de evolutie van het aantal uitgevoerde BBIonderzoekingen.
1. a) Combien de dossiers l’ISI a-t-elle cloˆturés en 2002, 2003 et 2004, en ventilant les données par région et par lieu d’affectation ?
1. a) Hoeveel dossiers werden er door de BBI afgehandeld in 2002, 2003 en 2004 en dit uitgesplitst per regio en per standplaats ?
b) Pouvez-vous préciser dans combien de cas ces dossiers ont conduit à des redressements fiscaux ?
b) Kan hierbij worden weergegeven in hoeverre dit leidde tot fiscale rechtzettingen ?
2. a) Pourrais-je obtenir un aperçu des effectifs du personnel de l’ISI, ventilés par région et par lieu d’affectation, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?
2. a) Kan een overzicht gegeven worden van de personeelsbezetting van de BBI, uitgesplitst per regio en per standplaats, voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
b) Pourriez-vous me fournir un aperçu de l’évolution de l’occupation effective, du cadre organique, du nombre de statutaires, du nombre de fonctionnaires non disponibles ?
b) Kan u hierbij een evolutie geven van effectieve bezetting, organieke personeelsformatie, aantal statutairen, aantal tijdelijken en aantal (al of niet tijdelijke) niet-beschikbare ambtenaren ?
3. Pourrais-je obtenir un aperçu du renouvellement du personnel de l’ISI (en considérant les engagements, les mutations et les démissions), en ventilant les données par région et par lieu d’affectation, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?
3. Kan een overzicht gegeven worden van het personeelsverloop van de BBI (met aandacht voor wervingen, mutaties en ontslagen), uitgesplitst per regio en per standplaats, voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
4. a) Quelles initiatives envisagez-vous de prendre pour remédier aux déficits d’effectifs éventuels ?
4. a) Welke initiatieven worden overwogen om eventuele tekorten op het vlak van de personeelsbezetting weg te werken ?
b) Quels sont les objectifs pour les années à venir en ce qui concerne les effectifs ?
b) Wat zijn de doelstellingen voor de komende jaren op het vlak van de personeelsbezetting ?
DO 2004200503218
DO 2004200503218
Question no 620 de M. Geert Lambert du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 620 van de heer Geert Lambert van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Remplacement du numéro d’identification à la TVA par le numéro BCE. — Relations avec les clients étrangers.
Vervanging BTW-nummer door KBO-nummer. — Relaties met buitenlandse klanten.
Depuis l’introduction du numéro BCE (Banquecarrefour des entreprises), celui-ci est venu se substituer au numéro de TVA. Dans la pratique, on a ajouté un 0 au numéro d’identification à la TVA, qui compte par conséquent dorénavant 10 au lieu de 9 chiffres.
Door de invoering van het KBO-nummer (Kruispuntbank voor ondernemingen) werd het eigenlijke BTW-nummer vervangen. Concreet werd een 0 toegevoegd aan het vroegere BTW-nummer. Dit betekent ondertussen wel dat het BTW-nummer 10 cijfers omvat daar waar dit vroeger slechts 9 cijfers had.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10831
Or, dans les pays voisins, le numéro de TVA est toujours composé de 9 chiffres. Pour le traitement électronique des documents, il convient également d’introduire le numéro de TVA, mais il n’y a généralement de l’espace que pour 9 chiffres au maximum. 1. Votre administration est-elle au courant de cette situation ?
In de ons omringende landen bestaat het BTWnummer echter nog steeds uit 9 cijfers. Ook bij de elektronische verwerking van documenten vraagt men het BTW-nummer op, en is er meestal slechts ruimte voorzien om maximaal 9 cijfers in te voegen. 1. Is uw administratie hiervan op de hoogte ?
2. Un assujetti à la TVA peut-il communiquer son numéro de TVA à ses clients étrangers en ne mentionnant que les 9 derniers chiffres, ou enfreint-il en ce faisant la législation qui prévoit l’utilisation obligatoire du numéro BCE ?
2. Kan een BTW-plichtige in haar relaties met buitenlandse klanten haar BTW-nummer doorgeven door slechts de laatste 9 cijfers mee te delen, of begaat zij hiermee een inbreuk op het — verplicht — gebruik van het KBO-nummer ?
DO 2004200503219
DO 2004200503219
Question no 621 de M. Geert Lambert du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 621 van de heer Geert Lambert van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Remplacement du numéro d’identification à la TVA par le numéro BCE. — Problèmes informatiques.
Vervanging BTW-nummer door KBO-nummer. — Problemen computerbestanden.
Depuis le remplacement du numéro de TVA par le numéro BCE (Banque-carrefour des entreprises), il apparaıˆt qu’un certain nombre de programmes informatiques ne parviennent pas à traiter correctement ce numéro. De plus, les fichiers moins récents ne mentionnent souvent que les 9 chiffres du numéro de TVA au lieu des 10 chiffres du nouveau numéro BCE.
Met de vervanging van het BTW-nummer door het KBO-nummer (Kruispuntbank voor ondernemingen) blijken diverse computerprogramma’s niet in staat om het juiste KBO-nummer te verwerken. Ook oudere bestanden maken vaak enkel nog melding van de laatste 9 cijfers in plaats van de huidige 10 cijfers van het KBO-nummer.
1. Quelle attitude l’administration adoptera-t-elle à l’égard de l’utilisation, dans divers fichiers informatiques, de l’ancien numéro d’identification à la TVA au lieu du numéro BCE ?
1. Kan u meedelen welke houding de administratie zal innemen ten aanzien van het verder gebruiken van het oude BTW-nummer in plaats van het KBOnummer in diverse computerbestanden ?
2. Votre administration estime-t-elle que cette manière de procéder n’est pas légale ou compte-t-elle adopter une attitude pragmatique ?
2. Meent uw administratie dat hiermee een inbreuk wordt begaan op de wettelijkheid of zal zij hierin een pragmatische houding aannemen ?
DO 2004200503220
DO 2004200503220
Question no 622 de M. Carl Devlies du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 622 van de heer Carl Devlies van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Administration. — Nombre de fonctions N-3.
Administratie. — Aantal N-3 functies.
Nous savons que bon nombre de fonctions N-3 sont exercées par des intérimaires. Il nous semble qu’il conviendrait de remédier à cette situation étant donné que les fonctions N-3 sont des postes clé de l’administration. Il s’agit en outre de fonctions conférant une certaine autorité.
We weten dat heel wat N-3 functies worden waargenomen door interimarissen. Het verdient ons inziens aanbeveling om dat te verhelpen gelet op het feit dat het gaat om sleutelfuncties in de administratie. Daarenboven gaat het ook om functies die een zekere gezagspositie vertegenwoordigen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10832
1. a) Pourriez-vous nous donner un aperçu du nombre total de fonctions N-3 dans l’administration ?
1. a) Kan een overzicht worden gegeven van het totaal aantal N-3 functies in de administratie ?
b) Pourriez-vous scinder les données entre les différents centres (Douanes et Accises, particuliers, PME, etc.), la région de langue néerlandaise, la région de langue française et Bruxelles ?
b) Kan hierbij een opsplitsing gemaakt worden over de verschillende centra (Douane en Accijnzen, particulieren, KMO, enzovoort) en het Nederlandstalig landsgebied, het Franstalig gebied en Brussel ?
2. a) Pourriez-vous nous donner un aperçu du nombre de fonctions N-3 dans l’administration assurées par des intérimaires ?
2. a) Kan een overzicht worden gegeven van het aantal N-3 functies in de administratie die worden waargenomen door interimarissen ?
b) Pourriez-vous scinder les données entre les différents centres (Douanes et Accises, particuliers, PME, etc.), la région de langue néerlandaise, la région de langue française et Bruxelles ?
b) Kan hierbij een opsplitsing gemaakt worden over de verschillende centra (Douane en Accijnzen, particulieren, KMO, enzovoort). en het Nederlandstalig landsgebied, het Franstalig gebied en Brussel ?
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Budget
Begroting
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 41 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 42 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10833
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 43 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 43 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 411 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 411 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 412 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 412 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10834
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 414 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 414 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503178
DO 2004200503178
Question no 415 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 415 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
UGMM. — Surveillance aérienne de la mer du Nord. — Pollution.
BMM. — Luchttoezicht op de Noordzee. — Verontreiniging.
L’Unité de gestion du modèle mathématique de la mer du Nord et de l’estuaire de l’Escaut (UGMM) est un département de l’Institut royal des sciences naturelles de Belgique (IRScNB), établissement scientifique fédéral relevant de la Politique scientifique fédérale (anciennement SSTC). L’UGMM est, entre autres, responsable pour la surveillance aérienne de la mer du Nord.
De Beheerseenheid van het mathematisch model van de Noordzee en het Schelde-estuarium (BMM) is een departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen (KBIN), een federale wetenschappelijke instelling die van het Federaal Wetenschapsbeleid afhangt (vroeger bekend onder de naam DWTC). Het toezicht op de Noordzee vanuit de lucht is een van de opdrachten van de BMM.
Pourriez-vous communiquer, d’une part pour 2003, d’autre part pour 2004 :
Kan u respectievelijk voor 2003 en 2004 de volgende gegevens meedelen :
1. Combien d’heures de vol au-dessus de la mer ont-elles été effectuées dans le cadre des missions de l’UGMM ?
1. Hoeveel vlieguren boven zee werden aan de opdrachten van de BMM besteed ?
2. Combien de ces heures étaient consacrées à la surveillance antipollution ?
2. Hoeveel daarvan gingen naar de controle op vervuiling ?
3. Combien d’infractions en matière de pollution ont-elles été constatées ?
3. Hoeveel overtredingen werden in dat verband vastgesteld ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10835
4. Combien de procès-verbaux ont-ils été dressés ?
4. Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld ?
DO 2004200503200
DO 2004200503200
Question no 416 de M. Willy Cortois du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 416 van de heer Willy Cortois van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré. — Vente de terrains.
NMBS. — Aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet. — Verkoop van terreinen.
Le conseil d’administration de la SNCB a approuvé récemment le budget d’investissement pour 2005.
Recentelijk heeft de raad van bestuur van de NMBS het investeringsbudget voor 2005 goedgekeurd.
Une légère diminution, que le ministre avait annoncée lors de l’élaboration du budget fédéral, est à noter par rapport à 2004. D’autre part, la SNCB a annoncé la vente de certains de ses biens immobiliers, représentant une quarantaine de terrains. Le terrain de la gare de formation de Schaerbeek jouxte le territoire de la Région flamande et a déjà fait l’objet de diverses spéculations et contestations avec la Région de Bruxelles-Capitale.
Er valt een lichte daling te noteren ten opzichte van 2004, daling die de minister in het vooruitzicht stelde bij de opmaak van de begroting van de federale regering. Anderzijds heeft de NMBS ter kennis gebracht bepaalde van haar onroerende bezittingen — een veertigtal terreinen — van de hand te zullen doen. Een gedeelte van dit patrimonium, meer bepaald het vormingsstation van Schaarbeek, grenst aan het Vlaams Gewest en was reeds het voorwerp van diverse speculaties en betwistingen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Pour permettre la poursuite du développement économique de la Région, les autorités bruxelloises souhaitent l’aménagement d’une liaison directe entre le port de Bruxelles et le réseau ferré. La Commission européenne a d’ailleurs recommandé, il y a quelques années, dans un Livre blanc, le développement du transport intermodal de marchandises par le biais d’une étroite interaction entre le rail, la route et les voies fluviales.
Een rechtstreekse verbinding van de haven van Brussel met het spoorwegnet wordt door de Brusselse instanties nagestreefd met het oog op de verdere economische ontwikkeling. Enkele jaren geleden heeft de Europese Commissie in een « Witboek » overigens de ontwikkeling aanbevolen van het modale goederenvervoer, door een nauwe samenwerking tussen het spoor, de weg en de waterwegen.
1. a) La SNCB a-t-elle déjà pris une décision en ce qui concerne l’aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré ?
1. a) Werd reeds een beslissing genomen door de NMBS in verband met de aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet ?
b) Quelle solution a été privilégiée ?
b) Welke oplossing heeft de voorkeur gekregen ?
c) Dans quel délai cette liaison devrait-elle être réalisée ?
c) Op welke termijn zou deze verbinding tot stand moeten komen ?
2. Quelles mesures concrètes la SNCB a-t-elle déjà prises dans le cadre du Livre blanc européen en vue de promouvoir le transport intermodal de marchandises ?
2. Welke concrete maatregelen heeft de NMBS reeds getroffen in het kader van het Europees Witboek om het modale goederenvervoer te bevorderen ?
3. a) La SNCB a-t-elle déjà effectivement vendu certains des terrains dont la vente avait été annoncée récemment ?
3. a) Is de NMBS reeds overgegaan tot de verkoop van de terreinen die recentelijk in het vooruitzicht werden gesteld ?
b) Une vente publique a-t-elle eu lieu ?
b) Werd een openbare verkoping gehouden ?
c) Quel est le produit du transfert d’une partie du patrimoine de la SNCB ?
c) Wat is de opbrengst geweest van de overdracht van een gedeelte van patrimonium van de NMBS ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10836
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2004200503167
DO 2004200503167
Question no 490 de Mme Zoé Genot du 20 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 490 van mevrouw Zoé Genot van 20 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Plainte de la police contre un médecin. — Procès. — Couˆt. — Procédure.
Klacht van de politie tegen een geneesheer. — Proces. — Kosten. — Procedure.
Le 7 décembre 2004, le tribunal de Bruxelles a acquitté un médecin qui était poursuivi pour diffamation à l’encontre de la police.
Op 7 december 2004 heeft de rechtbank te Brussel vrijspraak verleend aan een geneesheer die vervolgd werd wegens smaad aan de politie.
Rappel des faits : Lors d’une manifestation contre la guerre en Irak, organisée le 19 janvier 2003, le médecin concerné qui faisait partie du service d’ordre interne de la manifestation, avait saisi un mégaphone alors que les esprits s’échauffaient. Ce médecin militant de Médecine pour le Tiers Monde, avait notamment déclaré : « Ce sont des flics en civil. Ne répondez pas aux provocation. ». Dans son esprit, il s’agissait de calmer les esprits en s’exprimant dans la langue des manifestants. La police avait alors porté plainte contre lui pour injures à la police.
Ter herinnering. Toen de gemoederen verhit raakten tijdens een demonstratie op 19 januari 2003 tegen de oorlog in Irak, maakte de betrokken geneesheer, die tot de interne ordedienst van de demonstranten behoorde, gebruik van een megafoon. De geneesheer, een militant van Geneeskunde voor de Derde Wereld, zei onder meer : « Het zijn flikken in burger. Reageer niet op de provocatie. » Naar zijn zeggen gebruikte hij de taal van de demonstranten om de gemoederen te bedaren. De politie diende vervolgens klacht tegen hem in wegens smaad.
1. Quel a été le couˆt de la préparation du procès et de la défense de la police dans ce procès ?
1. Hoeveel hebben de voorbereiding van het proces en de verdediging van de politie op dit proces gekost ?
2. a) Qui prend la décision de déposer une plainte pour de telles affaires ?
2. a) Wie beslist om bij dergelijke incidenten een klacht neer te leggen ?
b) Après quelle procédure ?
b) Welke procedure wordt hierbij gevolgd ?
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 491 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 491 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10837
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 492 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 492 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 493 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 493 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503179
DO 2004200503179
Question no 494 de M. Bert Schoofs du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 494 van de heer Bert Schoofs van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Perception de la fonction d’agent de quartier.
Beeldvorming over de functie van wijkagent.
Pendant les vacances de Noe¨l, on a pu lire dans la presse quotidienne un article rendant compte d’un accident provoqué par un agent en état d’ébriété, qui avait renversé un adolescent. Cet article précisait que des problèmes impliquant cet agent avaient déjà été constatés par le passé et que celui-ci allait dès lors « être dégradé à la fonction d’agent de quartier ».
Tijdens het Kerstreces verscheen in de dagbladpers een artikel over een agent die in dronken toestand een tiener had doodgereden, waarbij gewag gemaakt werd van het feit dat er met de agent in kwestie in het verleden reeds problemen waren. Om die reden zou hij naar verluidt « gedegradeerd zijn tot wijkagent ».
1. Avez-vous reçu des réactions à la suite de ces commentaires de la part de responsables et de membres de la police locale ?
1. Heeft u betreffende deze uitlatingen reacties ontvangen vanwege lokale politieverantwoordelijken en -manschappen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1369
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10838
2. Estimez-vous, par impossible, que cette présentation de la fonction d’agent de quartier soit correcte ?
2. Vindt u, per impossibile, deze voorstelling van de functie van wijkagent correct ?
3. Ne craignez-vous pas que l’idée que se fait le grand public de la fonction d’agent de quartier soit ainsi biaisée ?
3. Vreest u niet dat de beeldvorming over de wijkagent bij het brede publiek wordt scheefgetrokken ?
4. Comment envisagez-vous de diffuser une information correcte à propos du roˆle social, de la dignité et de l’image positive de la fonction d’agent de quartier et, si nécessaire, de rétablir cette image ?
4. Op welke wijze overweegt u de maatschappelijke relevantie, de waardigheid van het ambt en het positieve beeld van de functie van wijkagent desgevallend bekend te maken en zo nodig te herstellen ?
DO 2004200503186
DO 2004200503186
Question no 495 de M. Koen T’Sijen du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 495 van de heer Koen T’Sijen van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Traite des mineurs. — Loi sur la tutelle.
Handel in minderjarigen. — Voogdijwet.
Dans son « Rapport sur la traite des êtres humains », le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme émet des considérations critiques à propos de la loi sur la tutelle : L’accueil de mineurs étrangers non accompagnés (MENAS) se fait en deux phases, une première phase d’observation et d’orientation, et une deuxième phase dans laquelle le mineur est transféré ` dans une structure adaptée à ses besoins individuels. A cet égard, il est absolument nécessaire que les victimes mineures présumées soient immédiatement orientées vers un centre adapté.
In het « Rapport mensenhandel » van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding geeft het centrum kritische opmerkingen over de voogdijwet. Zo stelt het centrum : « De opvang van nietbegeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV’s) is in twee fasen gepland, namelijk eerst in een observatieen orie¨ntatiecentrum, vervolgens in een structuur die aangepast is aan de individuele behoeften van de minderjarige. In dit verband is het absoluut noodzakelijk dat de minderjarige vermoedelijke slachtoffers onmiddellijk naar een centrum worden doorverwezen dat aan hen is aangepast ».
Le centre demande également de mieux délimiter le roˆle du tuteur, pour éviter une grande disparité dans la manière dont chaque tuteur va concevoir sa mission, d’autant qu’il peut y avoir des doublons entre les missions des centres spécialisés dans l’accompagnement des victimes de la traite des êtres humains et certaines missions du tuteur.
Ook vraagt het centrum een betere omschrijving van de rol van de voogd, om te vermijden dat er verschillen ontstaan in de manier waarop ze hun opdrachten aanpakken, zeker nu er overlapping kan ontstaan tussen de opdrachten van de centra gespecialiseerd in de begeleiding van de slachtoffers van de mensenhandel en bepaalde opdrachten van de voogd.
En ce qui concerne le séjour des victimes mineures, le centre estime qu’il faudrait envisager un affinement du statut de la « traite des êtres humains », notamment en ce qui concerne le délai de réflexion. Les mineurs étrangers non accompagnés qui ne souhaitent pas faire de déclarations aux autorités judiciaires devraient bénéficier malgré tout d’une sécurité et d’une protection suffisantes, dans le cadre d’un véritable statut du mineur non accompagné.
Wat het verblijf van minderjarige slachtoffers betreft, lijkt voor het centrum een verfijning van het statuut mensenhandel noodzakelijk, onder meer inzake de bedenktijd. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen verklaringen wensen af te leggen aan de gerechtelijke autoriteiten zouden toch voldoende bescherming en veiligheid moeten worden geboden, binnen het kader van een echt statuut van niet-begeleide minderjarige.
Selon le centre, la lutte contre la traite des êtres humains et contre la traite des mineurs doit rester une priorité des autorités belges, non seulement dans le cadre de la répression des auteurs mais aussi et surtout ` ce titre, les dans l’attention portée aux victimes. A enfants constituent un groupe particulièrement vulnérable auquel il convient d’attacher l’attention et la protection nécessaires.
De strijd tegen de mensenhandel, en tegen de handel in minderjarigen, moet volgens het centrum voor de Belgische overheden een prioriteit blijven, niet enkel door een bestraffing van de daders maar ook vooral door aandacht te schenken aan de slachtoffers. Kinderen vormen hier een bijzonder kwetsbare groep, ze moeten dan ook de nodige aandacht en bescherming krijgen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10839
1. Quelles mesures avez-vous prises ou envisagezvous de prendre pour que les victimes mineures présumées soient orientées immédiatement vers un centre adapté ? 2. Envisagez-vous de mieux délimiter le roˆle du tuteur ? 3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour affiner le statut de la « traite des êtres humains » ? 4. Allez-vous prendre des mesures pour que les mineurs étrangers non accompagnés qui ne souhaitent pas faire de déclarations aux autorités judiciaires bénéficient malgré tout d’une sécurité et d’une protection suffisantes ?
1. Welke maatregelen heeft u genomen of overweegt u te nemen om ervoor te zorgen dat minderjarige vermoedelijke slachtoffers onmiddellijk naar een aan hen aangepast centrum worden doorverwezen ? 2. Overweegt u een betere omschrijving van de rol van de voogd ? 3. Overweegt u maatregelen te nemen om tot een verfijning te komen van het statuut mensenhandel ? 4. Neemt u maatregelen om ervoor te zorgen dat niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen verklaringen wensen af te leggen aan de gerechtelijke autoriteiten, toch voldoende bescherming en veiligheid wordt geboden ?
DO 2004200503196
DO 2004200503196
Question no 496 de M. Guido De Padt du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Vols de bicyclette. Les vols de bicyclette constituent une source récurrente d’irritation pour nos concitoyens qui se sentent par surcroıˆt impuissants lorsqu’ils en sont victimes. Si ce phénomène prend de l’ampleur, c’est aussi en raison de l’utilisation de cadenas trop bon marché ou que les voleurs n’ont aucun mal à ouvrir. 1. a) Combien de vols de bicyclette ont été recensés au cours des années 2001, 2002, 2003 et 2004 ? b) Combien de ces bicyclettes ont été retrouvées et combien ont été restituées à leur propriétaire légitime ? 2. Disposez-vous de données concernant le « dark number » (nombre de vols non signalés) relatif à ce problème ? 3. a) Quelles mesures et/ou actions sont actuellement mises en œuvre dans le but de faire baisser le nombre de vols ? b) Envisagez-vous encore, dans un avenir proche, d’autres mesures pour continuer à lutter contre ce fléau ?
Vraag nr. 496 van de heer Guido De Padt van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Fietsdiefstallen. Fietsdiefstallen vormen vaak een enorme bron van ergernis en machteloosheid bij de bevolking. Te goedkope en/of door dieven eenvoudig te openen fietssloten, werken dit fenomeen nog te veel in de hand.
DO 2004200503217
DO 2004200503217
Question no 497 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Services de police locale. — Litiges civils.
Vraag nr. 497 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Lokale politiediensten. — Feiten van « burgerlijk geschil ». Vastgesteld wordt dat de politiediensten vrij regelmatig worden opgeroepen voor zaken die in feite geen
Les services de police sont fréquemment sollicités pour des faits qui ne nécessitent pas véritablement une
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. a) Hoeveel fietsdiefstallen werden in de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 geregistreerd ? b) Hoeveel van deze fietsen werden teruggevonden en hoeveel werden aan hun rechtmatige eigenaar terugbezorgd ? 2. Heeft u gegevens over het « dark number » (de hoogte van het aantal niet-gerapporteerde diefstallen) voor dit probleem ? 3. a) Welke maatregelen en/of acties lopen op dit ogenblik om het aantal diefstallen te verminderen ? b) Zijn er voor de nabije toekomst nog plannen om deze diefstallen verder te bestrijden ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10840
intervention policière. Ainsi, il est fait appel à la police lorsqu’un animal domestique s’est enfui ou est source de nuisances ou encore pour des animaux (en chaleur) errants, pour toutes sortes de disputes familiales mineures, dans le cadre de plaintes relatives à des factures non payées, etc. Si ce type d’intervention pèse évidemment sur la capacité opérationnelle des services de police, des aspects tels que l’accessibilité, l’accueil et la prise en charge ne peuvent par ailleurs pas être négligés. Ce phénomène doit par ailleurs être mis en rapport avec la constatation selon laquelle le citoyen est de plus en plus enclin à porter plainte dans toutes sortes de circonstances.
echt politioneel karakter hebben. Zo dient bijvoorbeeld te worden geı¨ntervenieerd bij het weglopen of bij hinder van huisdieren, bij klachten wegens het feit dat een (bronstig) dier zich op andermans erf begeeft, bij allerhande kleine echtelijke disputen, bij het ontvangen van klachten over onbetaalde rekeningen, enzovoort. Deze tussenkomsten wegen uiteraard op de capaciteit van de politie, terwijl anderzijds ook het aspect van laagdrempeligheid, opvang en onthaal niet verwaarloosd mag worden. Een en ander dient ook te worden gerelateerd aan de beweerde toegenomen « klachtencultuur » van de burger.
Pourriez-vous me faire savoir combien de litiges civils ont été constatés par les services de police locale pour les années 2002, 2003 et 2004 ?
Kan u voor de jaren 2002, 2003 en 2004 meedelen hoeveel feiten van « burgerlijk geschil » werden geacteerd door de lokale politiediensten ?
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 165 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 165 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 166 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 166 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10841
veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 167 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 167 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503180
DO 2004200503180
Question no 168 de M. Bert Schoofs du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 168 van de heer Bert Schoofs van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Aide internationale à la suite du raz-de-marée dans le Sud-Est asiatique.
Internationale hulp als gevolg van de vloedgolf in Zuid-Oost-Azie¨.
` la suite du raz-de-marée dans le Sud-Est asiatique, A les gouvernements de plusieurs nations et E´tats fédérés ont promis une aide financière afin de soulager les besoins de la population touchée.
Naar aanleiding van de vloedgolf in Zuid-Oost-Azie¨ zijn er door regeringen van diverse naties en deelstaten bedragen toegezegd om de nood ter plaatse te lenigen.
1. Disposez-vous d’une liste des donateurs — nations, E´tats fédérés et organisations internationales — d’une part, et des montants respectivement promis par chacun d’eux, d’autre part ?
1. Beschikt u over een lijst van naties en deelstaten alsook internationale organisaties, enerzijds, en de respectieve sommen, anderzijds, die door elk van de voornoemde zijn toegezegd ?
2. Les gouvernements donateurs concernés précisent-ils chaque fois à quel (gouvernement d’un) pays ou d’une zone touchée, ou à quelle organisation de secours ou autre, les moyens offerts doivent être octroyés, et dans l’affirmative, pouvez-vous donner un aperçu de l’affectation concrète que les pays et instances donatrices souhaitent pour leurs dons ?
2. Duiden de schenkende regeringen in kwestie telkens (de regering van) een getroffen land of zone aan, dan wel een hulp- of andere organisatie, aan wie de geschonken middelen moeten worden besteed, en zo ja, kan u een overzicht geven van de concrete toewijzing die door de schenkende landen en instanties wordt gewenst ?
3. Comment et par qui les fonds sont-ils encaissés, gérés et attribués ?
3. Op welke wijze en door wie worden de fondsen geı¨nd, beheerd en besteed ?
4. Les sommes promises ont-elles déjà été effectivement versées par tous les gouvernements ?
4. Zijn de toegezegde bedragen reeds door alle regeringen effectief uitgekeerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10842
DO 2004200503212
DO 2004200503212
Question no 169 de Mme Marie Nagy du 25 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 169 van mevrouw Marie Nagy van 25 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Signature du protocole additionnel à la Convention des Nations unies contre la torture.
Ondertekening van het aanvullend protocol bij de VNConventie tegen foltering.
Le protocole additionnel à la Convention des Nations unies contre la torture adopté par l’assemblée générale de l’ONU le 18 décembre 2002 a été ouvert à la signature le 4 février 2003.
Het aanvullend protocol bij de VN-conventie tegen foltering dat op 18 december 2002 door de algemene vergadering van de UNO werd aangenomen, werd op 4 februari 2003 voor ondertekening opengesteld.
En juillet 2004, la ministre de la Justice avançait que la signature et la ratification de ce protocole par la Belgique faisaient alors l’objet d’un examen du gouvernement.
In juli 2004 stelde de minister van Justitie dat de Belgische ondertekening en bekrachtiging van dit protocol door de regering werden onderzocht.
Elle affirmait également vous avoir demandé expressément par un courrier daté du 15 juin 2004, de procéder immédiatement à la signature du protocole.
Zij verklaarde tevens dat zij u in een schrijven van 15 juni 2004 uitdrukkelijk had verzocht onmiddellijk tot de ondertekening van het protocol over te gaan.
1. Pourriez-vous communiquer ce qu’il en est actuellement ?
1. Kan u meedelen hoever het ondertussen met dit protocol staat ?
2. La Belgique a-t-elle enfin signé et ratifié ce protocole ?
2. Heeft Belgie¨ het uiteindelijk ondertekend en bekrachtigd ?
3. Une telle procédure est-elle en cours ?
3. Is de procedure daarvoor aan de gang ?
4. Si ce n’est pas le cas, qu’envisagez-vous faire pour remédier au plus vite à cette situation ?
4. Zo neen, wat zal u ondernemen om die toestand zo snel mogelijk te verhelpen ?
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2004200503162
DO 2004200503162
Question no 170 de M. Jean-Marc Nollet du 20 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 170 van de heer Jean-Marc Nollet van 20 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
INIG. — Rapport sur les comptes 2003.
NIOOO. — Verslag over de rekening 2003.
En réponse à ma question no 142 du 10 novembre 2004, vous m’informez que le rapport sur les comptes 2003 de l’Institut national des invalides de guerre, anciens combattants et victimes de guerre (INIG) « est en cours d’élaboration par un nouveau réviseur désigné à cette fin » (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 57, p. 9016).
In antwoord op mijn vraag nummer 142 van 10 november 2004 deelde u mee dat het verslag over de rekening 2003 van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers (NIOOO) « opgemaakt wordt door een nieuwe revisor die hiervoor werd aangeduid » (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57, blz. 9016).
Je m’étonne que ce rapport soit si tardif, par rapport à des comptes qui auraient duˆ être approuvés au plus tard en juin ou juillet de l’année 2004.
Het verbaast me dat dit verslag zo lang op zich laat wachten. De rekening van het Instituut had immers ten laatste in juni of juli 2004 moeten goedgekeurd zijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10843
1. Pourriez-vous communiquer ce qui justifie la remise tardive de ce rapport et le changement de réviseur aux comptes ?
1. Kan u meedelen wat de reden is voor de laattijdige indiening van het verslag en de aanwijzing van een nieuwe bedrijfsrevisor ?
2. Quand les comptes 2003 de l’INIG pourront-ils être effectivement approuvés ?
2. Wanneer zal de rekening 2003 van het NIOOO effectief worden goedgekeurd ?
3. Quand pourrons-nous disposer de ce rapport ?
3. Wanneer kunnen we over dit verslag beschikken ?
4. Qui est le nouveau réviseur désigné par vous auprès de l’INIG ?
4. Wie is de nieuwe revisor die u bij het NIOOO heeft aangesteld ?
5. Quel a été le roˆle du commissaire du gouvernement à l’INIG par rapport à la remise tardive de ce rapport sur les comptes 2003, à la non-approbation des comptes 2003 en découlant et au changement de réviseur ?
5. Welke rol heeft de regeringscommissaris bij het NIOOO gespeeld bij de laattijdige indiening van dit verslag over de rekening 2003, de daaruit volgende niet-goedkeuring van de rekening 2003 en de vervanging van de revisor ?
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2004200503170
DO 2004200503170
Question no 212 de M. Roel Deseyn du 21 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 212 van de heer Roel Deseyn van 21 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Convention de Tampere sur la mise à disposition de ressources de télécommunications pour l’atténuation des effets des catastrophes et pour les opérations de secours en cas de catastrophe. — Absence de signature de la Belgique.
Verdrag van Tampere inzake de levering van telecommunicatievoorzieningen voor rampenmitigatie en noodhulpoperaties. — Niet-ondertekening door Belgie¨.
La Convention de Tampere du 18 juin 1998 sur la mise à disposition de ressources de télécommunications pour l’atténuation des effets des catastrophes et pour les opérations de secours en cas de catastrophe crée un cadre international pour faciliter l’utilisation et la mise à disposition d’équipements de télécommunications en cas de catastrophes et d’opérations d’urgence et pour faciliter la collaboration dans le cadre de la lutte contre les catastrophes et de l’aide d’urgence. Après avoir été ratifiée par 30 pays, la convention est entrée en vigueur le 8 janvier 2005, quelques jours trop tard donc que pour éventuellement avoir pu produire des effets en Asie du Sud-Est.
Het Verdrag van Tampere inzake de levering van telecommunicatievoorzieningen voor rampenmitigatie en noodhulpoperaties van 18 juni 1998 biedt een internationaal raamwerk om het gebruik en de levering van telecommunicatievoorizeningen bij rampen en noodhulpoperaties te vergemakkelijken en om de samenwerking bij rampenbestrijding en noodhulp te bevorderen. Het verdrag ging op 8 januari 2005 in werking, na de ratificering door 30 landen. Enkele dagen te laat dus om een verschil uit te maken in Zuid-Oost-Azie¨.
Même si la réglementation nationale en matière d’importation et d’utilisation d’équipements de télé-
Alhoewel de nationale regulering omtrent de import en het gebruik van telecommunicatieapparatuur goed
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10844
communications est bien au point, elle peut retarder sensiblement l’intervention des équipes de secours en situation de crise. E´tant donné que chaque pays a sa propre réglementation, le déploiement rapide des équipements de télécommunications est souvent très difficile étant donné que chaque pays doit au préalable donner son accord. Cette situation complique l’utilisation de fréquences, l’obtention de permis pour l’importation d’équipements ou même tout simplement leur utilisation. Ces formalités ont causé par le passé des retards dans le déroulement des opérations et ainsi la mort de nombreuses personnes. Dans les pays qui ont signé la convention, de nombreuses formalités seront ainsi supprimées. Or, la Belgique n’a pas signé la convention, contrairement à certains pays voisins comme les Pays-Bas et l’Allemagne.
uitgedokterd is, kan ze in een crisisituatie de responstijd van reddingsteams ernstig vertragen. Omdat de regelgeving in verschillende landen zeer dispers is, is de snelle ontplooiing van telecommunicatieapparatuur vaak zeer moeilijk omdat elk land zijn voorafgaandelijke toestemming moet geven. Dit maakt het gebruik van frequenties, het verkrijgen van toelating voor de import van apparatuur of zelfs louter het gebruik daarvan, moeilijk. Deze formaliteiten hebben in het verleden vertraging en de kost van talrijke mensenlevens veroorzaakt. Dankzij het verdrag werden heel wat van die formaliteiten opgeheven in de landen die het verdrag ondertekenden. Belgie¨ tekende het verdrag niet, buurlanden als Nederland en Duitsland wel.
1. Pourquoi la Belgique n’a-t-elle toujours pas signé cette convention ?
1. Waarom heeft Belgie¨ het verdrag nog steeds niet ondertekend ?
2. a) Allez-vous insister pour que ce soit le cas ?
2. a) Overweegt u hierop alsnog aan te dringen ?
b) Si oui, comment la procédure va-t-elle se dérouler ?
b) Zo ja, hoe zal de procedure verlopen ?
3. Quel est, selon vous, l’intérêt qu’aurait un pays tel que la Belgique à signer cette convention ?
3. Wat is volgens u het belang van de ondertekening voor een land als Belgie¨ ?
E´nergie
Energie
DO 2004200503182
DO 2004200503182
Question no 98 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 98 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution de gaz.
CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Gasdistributienetbeheerders.
Certains gestionnaires de réseau de distribution de gaz se plaignent que les délais d’amortissements utilisés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) sont trop longs. Ceci entraıˆnerait une difficulté de faire les investissements nécessaires dans le réseau.
Een aantal gasdistributienetbeheerders meent dat de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) te lange afschrijvingstermijnen hanteert. De onontbeerlijke investeringen in het vervoersnet zouden daardoor in het gedrang komen.
1. Quels gestionnaires de réseau ont signalé ce problème ?
1. Welke netbeheerders hebben op dat probleem gewezen ?
2. Pourriez-vous expliquer les points de vue des gestionnaires de réseau et de la CREG dans ce dossier ?
2. Kan u de standpunten van de netbeheerders, enerzijds, en van de CREG, anderzijds, in dit dossier toelichten ?
3. Quels délais d’amortissements sont utilisés dans les pays avoisinants ?
3. Welke afschrijvingstermijnen gelden in onze buurlanden ?
4. Combien d’investissements (nombre d’investissements et montants d’investissements) ont été suppri-
4. Hoeveel investeringen (aantal en bedrag) werden in 2002 en 2003 geschrapt of uitgesteld als gevolg van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10845
més ou reportés en 2002 et en 2003 suite à la politique de la CREG en matière de taux d’amortissement ?
het door de CREG gevoerde beleid inzake afschrijvingspercentages ?
5. Pourriez-vous communiquer, par gestionnaire de réseau de distribution de gaz, le pourcentage des bénéfices octroyé aux actionnaires du gestionnaire de réseau ?
5. Kan u, per gasdistributienetwerkbeheerder, het aan de aandeelhouders uitgekeerde winstpercentage meedelen ?
DO 2004200503188
DO 2004200503188
Question no 99 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : « Commission Ampère ». — E´tude.
Vraag nr. 99 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Par arrêté royal du 19 avril 1999, il a été institué auprès de l’administration de l’Energie du ministère des Affaires économiques une « Commission pour l’analyse des modes de production de l’électricité et le redéploiement des énergies ». Cette Commission était chargée d’élaborer dans un délai de dix-huit mois un rapport sur les choix futurs en matière de production d’électricité. Le précédent gouvernement avait demandé un « peer review » (évaluation) de ce rapport. Les travaux de la « Commission Ampère » sont donc depuis tout un temps terminés.
Bij koninklijk besluit van 19 april 1999 werd bij het bestuur Energie van het ministerie van Economische Zaken een « Commissie voor de analyse van de middelen voor productie van elektriciteit en de ree¨valuatie van de energievectoren » ingericht. Die commissie kreeg de opdracht binnen een termijn van achttien maanden een verslag over de toekomstige keuzen inzake elektriciteitsproductie op te stellen. De vorige regering vroeg een peer review (evaluatie) van dat verslag. De Ampère-commissie bee¨indigde haar opdracht dus al geruime tijd geleden.
Le ministre a déclaré qu’il a commandé une nouvelle étude au groupe Ampère, à savoir sur la sécuritéd’approvisionnement d’énergie dans les années suivantes. Je ne suis pas au courant d’un nouvel arrêté royal chargeant la « Commission Ampère » de cette taˆche. S’il s’agit d’une commande d’étude, il faut d’ailleurs respecter la législation sur les marchés publics.
De minister verklaarde dat hij die commissie een nieuwe studieopdracht met betrekking tot de continuı¨teit van de energiebevoorrading toevertrouwde. Ik heb geen weet van een nieuw koninklijk besluit dat de Ampère-commissie met die opdracht belast. Bovendien moet, bij het geven van een studieopdracht, de wetgeving op de openbare aanbestedingen worden nageleefd.
1. ` quelle date cette étude a-t-elle été commandée ? a) A
1. a) Op welke datum werd die studieopdracht gegeven ?
b) Quelle procédure en matière de marché public a été suivie ?
b) Volgens welke procedure werd die opdracht aanbesteed ?
2. a) Y a-t-il un document (par exemple une lettre du ministre au groupe Ampère) qui contient un cahier des charges précis ?
2. a) Bestaat er een document (bijvoorbeeld een brief van de minister aan de Ampère-commissie) met een nauwkeurig bestek ?
b) Si oui, quel en est le contenu ?
b) Zo ja, wat houdt dat in ?
Ampère-commissie. — Studie.
3. Quel budget a été prévu pour financer cette étude ?
3. Welk bedrag werd voor die studie uitgetrokken ?
4. a) Avez-vous commandé un « peer review » de l’étude à réaliser par le groupe Ampère ?
4. a) Gaf u ook de opdracht een peer review van de nieuwe studie van de Ampère-commissie uit te voeren ?
b) Qui fera ce « peer review » ?
b) Wie zal daarmee worden belast ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1370
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10846
c) Les mêmes personnes que celles qui ont réalisé le « peer review » de la première étude du groupe Ampère ?
c) Betreft het de experts die ook de eerste studie evalueerden ?
DO 2004200503189
DO 2004200503189
Question no 100 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 100 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Unités de production. — Sources d’énergie renouvelables et unités de cogénération. — Concertation et demandes d’avis.
Productie-eenheden. — Hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling. — Overleg en vraag om advies.
Les unités de production qui utilisent des sources d’énergie renouvelables et les unités de cogénération bénéficient d’une marge de tolérance par rapport à l’équilibre production/consommation. Cette marge de tolérance doit être définie.
Voor productie-eenheden die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling, geldt een zekere tolerantie met betrekking tot het evenwicht tussen productie en verbruik. Die tolerantie moet nader bepaald worden.
L’article 5, 2o, de l’arrêté royal du 11 octobre 2002 relatif aux obligations de service public dans le marché de l’électricité précise que :
Artikel 5, 2o, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen in de elektriciteitsmarkt zegt dienaangaande :
« 2o Par dérogation aux dispositions de l’article 157 du règlement technique, les unités de production qui utilisent des sources d’énergie renouvelables et les unités de cogénération jouissent, aux fins de contribuer à leur promotion, d’une plage de tolérance relative à l’équilibre, située entre un niveau maximum et minimum, qui dépend :
« 2o In afwijking van de bepalingen van artikel 157 van het technisch reglement genieten productieeenheden die hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling gebruiken, teneinde bij te dragen aan hun bevordering, een tolerantiemarge met betrekking tot het evenwicht, geplaatst tussen een maximum en een minimum niveau, dat afhangt van :
1o du type de l’unité de production; et
1o het soort van productie-eenheid; en
2o de l’injection de puissance active dans le réseau;
2o de injectie van actief vermogen in het net; en
et 3o du Pnom de l’unité de production et du site.
3o van Pnom van de productie-eenheid en van de plaats.
Le ministre arrête les critères définis au précédent alinéa sur proposition du gestionnaire du réseau.
De minister legt de criteria bepaald in het voorgaande lid vast op voorstel van de netbeheerder.
Toute compensation d’un déséquilibre éventuel en dehors de la plage de tolérance visée ci-dessus est à charge du responsable d’accès concerné, sur la base d’un tarif qui répond aux conditions de l’article 12 de la loi du 29 avril 1999 et ses arrêtés d’exécution ».
Elke compensatie van een eventueel onevenwicht buiten het kader van de hierboven bedoelde tolerantiemarge is voor rekening van de betrokken toegangsverantwoordelijke, op basis van een tarief dat aan de voorwaarden in artikel 12 van de wet van 29 april 1999 en haar uitvoeringsbesluiten beantwoordt. »
Le ministre a demandé l’avis du « Users Group » d’Elia sur ces critères. Mais les régions et les exploitants de sources d’énergie renouvelables ou d’unités de cogénération ne sont pas représentés dans ce « Users Group ». Le ministre n’est juridiquement pas obligé de consulter la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) ou les régulateurs régionaux, mais
De minister heeft over die criteria het advies van de « Users Group » van Elia gevraagd. Noch de gewesten, noch de exploitanten van productie-eenheden die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling zijn evenwel in die « Users Group » vertegenwoordigd. Juridisch gezien is de minister ook niet verplicht de Commissie voor de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10847
cela ne pourra qu’augmenter la qualité de la réglementation en voie de rédaction.
regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) of de gewestelijke regulatoren te raadplegen, maar overleg kan de kwaliteit van in de maak zijnde regelgeving uiteindelijk alleen maar ten goede komen.
Il me semble évident que ce dossier nécessite, vu les dispositions en la matière dans la loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles, une concertation formelle avec les régions.
Mijns inziens is een formele overlegronde met de gewesten in dit dossier zeker noodzakelijk, gelet op de bepalingen dienaangaande van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
1. Pourquoi avez-vous consulté uniquement le « Users Group » d’Elia ?
1. Waarom heeft u enkel de « Users Group » van Elia geraadpleegd ?
2. a) Avez-vous organisé une concertation avec les régions ?
2. a) Is u in overleg getreden met de gewesten ?
b) Si oui, quand ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Si non, pourquoi pas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
3. a) Avez-vous demandé l’avis du comité de la CREG ?
3. a) Heeft u het advies van het directiecomité van de CREG gevraagd ?
b) Si oui, quand ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Si non, pourquoi pas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
4. a) Avez-vous demandé l’avis des régulateurs régionaux ?
4. a) Heeft u het advies van de regionale regulatoren gevraagd ?
b) Si oui, quand ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Si non, pourquoi pas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
DO 2004200503197
DO 2004200503197
Question no 101 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 101 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Plan de développement du réseau de transport d’électricité.
Plan voor de ontwikkeling van het elektriciteitstransmissienet.
L’article 13 de la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation du marché de l’électricité prévoit l’adoption d’un plan de développement du réseau de transport. La loi impose une concertation avec la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) et une consultation du Bureau fédéral du Plan. La loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles impose une concertation avec les régions.
Artikel 13 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt voorziet in de goedkeuring van een plan voor de ontwikkeling van het transmissienet. Overeenkomstig de wet moet tevens overleg worden gepleegd met de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het Gas (CREG) en moet het Federaal Planbureau worden geraadpleegd. De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat er overleg met de gewesten moet worden gepleegd.
1. ` quelle date a eu lieu la concertation avec la a) A CREG ?
1. a) Wanneer heeft het overleg met de CREG plaatsgevonden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10848
b) Existe-t-il un procès-verbal de la réunion de concertation ?
b) Bestaan er notulen van de overlegvergadering ?
2. ` quelle date a eu lieu la concertation avec les a) A régions ?
2. a) Wanneer heeft het overleg met de gewesten plaatsgevonden ?
b) Existe-t-il un procès-verbal de la réunion de concertation ?
b) Bestaan er notulen van de overlegvergadering ?
3. Quel a été l’avis du Bureau fédéral du Plan ?
3. Hoe luidde het advies van het Federaal Planbureau ?
` quelle date a été approuvé le plan de dévelop4. A pement du réseau de transport d’électricité ?
4. Wanneer werd het plan voor de ontwikkeling van het elektriciteitstransmissienet goedgekeurd ?
5. Sous quelle forme cette approbation a-t-elle été donnée (par arrêté ministériel, par lettre, etc.) ?
5. Welke vorm heeft die goedkeuring aangenomen (ministerieel besluit, brief, enzovoort) ?
DO 2004200503198
DO 2004200503198
Question no 102 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 102 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CREG. — Dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands. — Couˆts refusés.
CREG. — Uitgaven van Vlaamse distributienetbeheerders. — Geweigerde kosten.
La Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) aurait refusé d’accepter la répercussion d’une partie des dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands pour encourager les économies de l’énergie dans les tarifs de distribution.
Naar verluidt heeft de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) geweigerd een gedeelte van de kosten op zich te nemen die door Vlaamse distributienetbeheerders werden gemaakt om via de distributietarieven energiebesparingen aan te moedigen.
La CREG n’aurait accepté que les dépenses faites pour atteindre les objectifs d’un décret flamand en matière d’économie d’énergie. Cette approche fait poser des questions. Si les gestionnaires de réseau de distribution investissent dans des mesures d’économie d’énergie, ce n’est pas uniquement suite aux obligations de ce décret, mais aussi suite à d’autres obligations. Je pense notamment au Protocole de Kyoto que notre pays a ratifié, mais également au plan fédéral de développement durable, pour ne pas parler d’autres plans et programmes en matière d’énergie et de climat d’application en Région flamande.
De CREG zou alleen die kosten hebben aanvaard die werden gemaakt om de doelstellingen van een Vlaams decreet inzake energiebesparing te bereiken. Die aanpak doet vragen rijzen. De distributienetbeheerders investeren immers niet alleen in energiebesparende maatregelen omdat het decreet hen ertoe verplicht, maar ook omdat ze aan andere eisen moeten voldoen. Ik denk met name aan het door ons land bekrachtigde Kyoto-Protocol, het federaal plan voor duurzame ontwikkeling en nog andere energieen klimaatplannen en -programma’s die in het Vlaams Gewest van toepassing zijn.
1. Quel est le montant des couˆts de la politique d’utilisation rationnelle de l’énergie qui a été refusé par la CREG ?
1. Voor welk bedrag weigerde de CREG kosten die voortvloeien uit het beleid inzake het rationele energieverbruik ?
2. Quelle a été l’argumentation de la CREG ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Welke argumenten voerde de CREG daarvoor aan ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10849
DO 2004200503207
DO 2004200503207
Question no 103 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 103 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Cotisation fédérale sur le transport de l’électricité.
Federale heffing op het vervoer van elektriciteit.
Le Conseil des ministres a décidé le 23 décembre 2004 de plafonner la cotisation fédérale sur le transport de l’électricité. Selon un article dans le journal « De Standaard » du 24 décembre 2004, cette décision induirait une réduction de recettes de 19 millions d’euros.
Op 23 december 2004 besliste de Ministerraad de federale heffing op het vervoer van elektriciteit te plafonneren. Volgens een artikel in de krant De Standaard van 24 december 2004 zou de overheid door die beslissing 19 miljoen euro inkomsten mislopen.
1. Pourriez-vous communiquer ce qui a été décidé exactement ?
1. Kan u meedelen wat precies werd beslist ?
2. a) Les recettes du fonds social et du fonds Kyoto sontelles maintenues ?
2. a) Blijven de inkomsten van het sociaal fonds en het Kyoto-fonds behouden ?
b) Sinon, une compensation est-elle prévue ?
b) Zo neen, is in een compensatie voorzien ?
c) Laquelle ?
c) Welke ?
DO 2004200503208
DO 2004200503208
Question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 104 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution d’électricité.
CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Beheerders van het elektriciteitsdistributienet.
Certains gestionnaires de réseau de distribution d’électricité se plaignent que les délais d’amortissements utilisés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) sont trop longs. Ceci entraıˆnerait une difficulté de faire les investissements nécessaires dans le réseau.
Sommige beheerders van het elektriciteitsdistributienet klagen dat de door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) gehanteerde afschrijvingstermijnen te lang zijn. Daardoor zouden zij het moeilijk krijgen om de nodige investeringen in het netwerk te doen.
1. Quels gestionnaires de réseau ont signalé ce problème ?
1. Welke netbeheerders hebben dat probleem onder de aandacht gebracht ?
2. Pourriez-vous expliquer les points de vue des gestionnaires de réseau et de la CREG dans ce dossier ?
2. Kan u de standpunten van de CREG en de netbeheerders in dit dossier uiteenzetten ?
3. Quels délais d’amortissements sont utilisés dans les pays avoisinants ?
3. Welke afschrijvingstermijnen zijn in onze buurlanden van toepassing ?
4. Combien d’investissements (nombre d’investissements et montants d’investissements) ont été supprimés ou reportés en 2002 et en 2003 suite à la politique de la CREG en matière de taux d’amortissement ?
4. Hoeveel investeringen (aantal en bedragen) werden in 2002 en 2003 geannuleerd of uitgesteld omwille van het afschrijvingspercentage dat de CREG toepast ?
5. Pourriez-vous communiquer, par gestionnaire de réseau de distribution d’électricité, le pourcentage des bénéfices octroyé aux actionnaires du gestionnaire de réseau ?
5. Kan u per beheerder van het elektriciteitsdistributienet meedelen welk percentage van de winst aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10850
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 245 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 245 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 246 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 246 van de heer Gerolf Annemans van 20 ja nuari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503174
DO 2004200503174
Question no 247 de M. Guido De Padt du 21 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 247 van de heer Guido De Padt van 21 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Bénéficiaires d’indemnités radiés d’office des registres de la population. — Interruption du paiement des indemnités de sécurité sociale.
Gerechtigden die van ambtswege worden afgeschreven in de bevolkingsregisters. — Stopzetting betaling van socialezekerheidsvergoedingen.
Les communes se voient régulièrement contraintes de radier d’office des personnes dont il s’est avéré
De gemeenten zien zich regelmatig verplicht om personen van wie is gebleken dat zij niet effectief ver-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10851
qu’elles ne résidaient pas réellement à l’adresse à laquelle elles étaient inscrites dans les registres de la population.
blijven op het adres waarvoor zij in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven, ambtshalve af te schrijven.
La radiation s’accompagne également de l’interruption du paiement des indemnités de sécurité sociale jusqu’à ce que les personnes concernées disposent à nouveau d’un domicile légal.
Op dat ogenblik wordt ook de betaling van socialezekerheidsvergoediingen stopgezet tot wanneer de betrokkenen opnieuw over een wettelijk domicilie beschikken.
Pourriez-vous me fournir pour les années 2001, 2002, 2003 et 2004 les informations suivantes (ventilées par région) :
Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 (en opgesplitst per gewest) meedelen :
1. Dans combien de cas le paiement d’indemnités de sécurité sociale a-t-il été interrompu vis-à-vis de bénéficiaires radiés d’office des registres de la population ?
1. in hoeveel gevallen de betaling van socialezekerheidsvergoedingen werd stopgezet ten aanzien van gerechtigden die van ambtswege werden afgeschreven in de bevolkingsregisters;
2. Quelle « économie » a-t-on ainsi pu réaliser ?
2. welke « besparing » aldus werd verwezenlijkt ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 248 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 248 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503190
DO 2004200503190
Question no 249 de Mme Maggie De Block du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 249 van mevrouw Maggie De Block van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Nombre d’hoˆpitaux commerciaux en Belgique.
Aantal commercie¨le ziekenhuizen in Belgie¨.
1. Combien d’hoˆpitaux commerciaux étaient reconnus en Belgique en 2001, 2002, 2003 et 2004, et comment se répartissaient-ils entre la Flandre, la Wallonie et Bruxelles ?
1. Hoeveel commercie¨le ziekenhuizen zijn in Belgie¨ erkend, onderverdeeld naargelang ze gelegen zijn in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel in 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
2. Combien d’interventions réalisées dans ces hoˆpitaux commerciaux ont été remboursées par l’INAMI en 2001, 2002, 2003 et 2004 et comment se sont répartis ces remboursements entre la Flandre, la Wallonie et Bruxelles ?
2. Hoeveel ingrepen in deze commercie¨le ziekenhuizen werden door het RIZIV terugbetaald, eveneens onderverdeeld naar gelang ze gelegen zijn in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel in 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
3. Pour quel montant y a-t-il eu des remboursements dans ces hoˆpitaux commerciaux en 2001, 2002,
3. Voor welk bedrag waren er terugbetalingen in deze commercie¨le ziekenhuizen eveneens onderver-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10852
2003 et 2004, et comment ces montants se sont-ils répartis entre la Flandre, la Wallonie et Bruxelles ?
deeld naargelang ze gelegen zijn in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel in 2001, 2002, 2003 en 2004 ?
DO 2004200503191
DO 2004200503191
Question no 250 de Mme Yolande Avontroodt du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 250 van mevrouw Yolande Avontroodt van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Article 73 de la loi-programme du 27 décembre 2004. — Cotisation. — Imputation.
Artikel 73 programmawet van 27 december 2004. — Heffing. — Aanrekening.
L’article 73 de la loi-programme du 27 décembre 2004 dispose que la cotisation visée à cet article doit être considérée comme une charge pesant sur l’exercice 2005 des demandeurs.
Artikel 73 van de programmawet van 27 december 2004 bepaalt dat de in dit artikel voorziene heffing moet beschouwd worden als een last die weegt op het boekjaar 2005 van de aanvragers.
1. Cette cotisation ne doit-elle pas être payée dans l’hypothèse ou` un demandeur n’existerait plus en 2005 (en cas d’éventuelle dissolution) ?
1. Moet, in de hypothese dat een aanvrager in 2005 niet meer zou bestaan (bij een eventuele ontbinding), deze heffing niet betaald worden ?
2. Une provision doit-elle d’ores et déjà être constituée pour cette cotisation en 2004 ?
2. Dient er reeds een provisie aangelegd te worden voor die heffing in 2004 ?
3. Cela signifie-t-il que les autres cotisations dont il est question dans les lois coordonnées concernant l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités ne doivent elles aussi être imputées qu’à l’exercice au cours duquel elles doivent être payées ?
3. Betekent dit dat de andere heffingen waarvan sprake in de gecoo¨rdineerde wetten betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen ook pas aangerekend dienen te worden aan het boekjaar waarin ze betaald moeten worden ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2004200503158
DO 2004200503158
Question no 379 de M. Ortwin Depoortere du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 379 van de heer Ortwin Depoortere van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
AFSCA. — Nombres de controˆles effectués.
FAVV. — Aantal uitgevoerde controles.
Depuis 2002, la majorité des membres du personnel de l’Inspection générale des denrées alimentaires ont été transférés à l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) dans le cadre de ses activités de controˆle.
Sedert 2002 is het merendeel van de personeelsleden van de Algemene Eetwareninspectie overgeheveld naar het Federaal Agentschap voor de voedselveiligheid (FAVV) in het kader van zijn controleactiviteiten.
1. Pouvez-vous nous fournir un aperçu du nombre de controˆles d’aliments et de produis de consommation effectués en 2003 et 2004 par l’AFSCA ?
1. Kan u een overzicht geven van het aantal controles dat werd uitgevoerd door het FAVV wat voedingsmiddelen en consumptieproducten betreft voor het jaar 2003 en het jaar 2004 ?
2. De combien de controˆleurs dispose l’AFSCA ?
2. Hoeveel controleurs staan er hiervoor ter beschikking ?
3. Combien d’infractions ont été constatées à l’occasion de ces controˆles ?
3. Hoeveel inbreuken werden er bij deze controles vastgesteld ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10853
4. Combien de procès-verbaux les controˆleurs ontils dressées par région ? Serait-il possible de fournir ces données ventilées par région ?
4. Hoeveel processen-verbaal werden er door de controleurs opgesteld ? Graag had ik voor deze vragen een opdeling per gewest verkregen.
5. a) Les chiffres traduisent-ils une évolution sensible par rapport aux années précédentes ?
5. a) Is er een evolutie merkbaar in de cijfers met voorgaande jaren ?
b) Des modifications sont-elles nécessaires ?
b) Zijn bijsturingen noodzakelijk ?
DO 2004200503164
DO 2004200503164
Question no 381 de M. Stijn Bex du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 381 van de heer Stijn Bex van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Fonds tabac. — Projets. — Dépenses.
Tabaksfonds. — Projecten. — Uitgaven.
La cinquième mesure du Plan fédéral de lutte contre le tabagisme a trait à la création d’un Fonds de lutte contre le tabagisme. Ce Fonds est opérationnel depuis le 1er juillet 2004. Les moyens s’élèvent à 1 million d’euros pour 2004 et à 2 millions d’euros pour les années suivantes. Ce Fonds finance des projets qui s’inscrivent dans le Plan fédéral de lutte contre le tabagisme.
Het « Federaal plan ter bestrijding van het tabaksgebruik » vermeldt de oprichting van een Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik als vijfde maatregel. Sinds 1 juli 2004 is dit Fonds operationeel. De middelen zijn 1 miljoen euro in 2004 en 2 miljoen euro de jaren daarna. Het Fonds financiert projecten die passen in de lijn van het federaal tabaksplan.
1. a) Pouvez-vous fournir un aperçu des projets financés en 2004 par le Fonds de lutte contre le tabagisme ?
1. a) Kan u een overzicht geven van de projecten die in 2004 gefinancierd zijn vanuit het Tabaksfonds ?
b) Pouvez-vous fournir pour chaque projet les détails du budget octroyé et une brève explication du contenu ?
b) Kan u per project details geven over het toegewezen budget en een (korte) inhoudelijke toelichting ?
2. a) Pouvez-vous fournir un aperçu des projets qui seront financés en 2005 par le Fonds de lutte contre le tabagisme ?
2. a) Kan u een overzicht geven van de projecten die in 2005 gefinancierd zullen worden vanuit het Tabaksfonds ?
b) Pouvez-vous fournir pour chaque projet les détails du budget octroyé et en expliciter (brièvement) le contenu ?
b) Kan u per project details geven over het toegewezen budget en een (korte) inhoudelijke toelichting ?
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 382 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 382 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1371
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10854
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 383 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 383 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503171
DO 2004200503171
Question no 384 de Mme Colette Burgeon du 21 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 384 van mevrouw Colette Burgeon van 21 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
AFSCA. — Rapport d’activités.
FAVV. — Activiteitenverslag.
Test Achats a estimé, fin décembre 2004, que le rapport d’activités 2003 de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) devrait donner plus de transparence quant aux activités de l’Agence et aux suites données aux infractions constatées.
Eind december 2004 formuleerde Test-Aankoop de wens dat het activiteitenverslag 2003 van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen meer klaarheid zou scheppen over de activiteiten van het Agentschap evenals over de manier waarop tegen de vastgestelde overtredingen wordt opgetreden.
Test Achats regrette, par exemple, que les décisions de fermeture d’établissement ou de retrait de certaines denrées alimentaires ne soient pas davantage clairement portées à la connaissance des consommateurs.
Test-Aankoop betreurt bijvoorbeeld dat de consumenten onvoldoende worden ingelicht over de beslissingen om een zaak te sluiten of bepaalde voedingswaren uit de handel te nemen.
` l’instar de ce qui se fait dans d’autres pays, A comme les USA ou l’Irlande, rendre publiques les sanctions prises en cas d’infraction ne pourrait que renforcer la confiance du consommateur dans les institutions officielles chargées de la protéger.
Belgie¨ zou het voorbeeld van andere landen, zoals de Verenigde Staten en Ierland, moeten volgen. Die landen maken de maatregelen die tegen de overtredingen worden genomen openbaar. Dit werkt het vertrouwen van de consumenten in de officie¨le instellingen die over de consumentenbelangen waken alleen maar in de hand.
Quelles suites envisagez-vous donner à ces deux suggestions de Test Achats ?
Welk gevolg zal u aan deze twee voorstellen van Test-Aankoop geven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10855
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 385 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 385 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503192
DO 2004200503192
Question no 386 de M. Jo Vandeurzen du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 386 van de heer Jo Vandeurzen van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Note fédérale sur la drogue. — Accord de coopération. ` l’occasion de la discussion portant sur la note A fédérale sur la drogue, le Parlement fédéral a adopté un accord de coopération visant à rendre possible dans notre pays la conduite d’une politique plus intégrée en matière de drogues.
Federale drugnota. — Samenwerkingsakkoord.
1. Pourriez-vous me dire si les différents parlements que compte notre pays ont adopté cet accord de coopération ?
1. Kan u meedelen in welke mate dit samenwerkingsakkoord door de verschillende parlementen in ons land werd goedgekeurd ?
2. Pour quelle raison cet accord de coopération n’est-il pas encore entré en vigueur ?
2. Wat is de reden waarom het samenwerkingsakkoord nog niet in werking is getreden ?
DO 2004200503193
DO 2004200503193
Question no 387 de Mme Colette Burgeon du 14 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 387 van mevrouw Colette Burgeon van 14 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Suicides. — Dépressions.
Zelfmoorden. — Depressies.
Quelque 58 000 Européens décèdent chaque année des suites d’un suicide ou d’automutilations, soit plus que les 50 700 décès annuels sur les routes.
Jaarlijks sterven er zo’n 58 000 Europese burgers door zelfmoord of zelfverminking. Dat is meer dan de 50 700 verkeersdoden per jaar.
La plupart de ces suicides sont liés à une maladie mentale, et en particulier la dépression, selon la Commission européenne. 15 % des personnes souffrant de dépression se suicident, et 56 % tentent de le faire. Selon des chiffres de l’Institut national des statistiques (INS) datant de 2001, 6,3 % des Belges souffrent
Volgens de Europese Commissie zijn de meeste mensen die zelfmoord plegen, psychisch ziek, meer bepaald depressief. 15 % van de mensen met een depressie pleegt zelfmoord, en 56 % probeert zelfmoord te plegen. Uit cijfers van het Nationaal Instituut voor de statistiek (NIS) uit 2001 blijkt dat 6,3 % van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Naar aanleiding van de federale drugnota werd in het federaal parlement een samenwerkingsakkoord goedgekeurd dat ertoe moet strekken om een meer geı¨ntegreerd drugbeleid in ons land mogelijk te maken.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10856
de dépression, dont 7,5 % des femmes et 5 % des hommes.
Belgen (7,5 % van de vrouwen en 5 % van de mannen) depressief is.
1. a) Possédez-vous des données plus actualisées sur ces statistiques ?
1. a) Beschikt u over recentere statistische gegevens ?
b) Si oui, lesquelles ?
b) Zo ja, wat blijkt er uit die cijfers ?
2. Quelles initiatives, éventuellement avec les communautés, avez-vous déjà prises en matière de traitement et suivi des dépressions pouvant mener au suicide ?
2. Wat heeft u al ondernomen, gebeurlijk in samenspraak met de gemeenschappen, op het stuk van de behandeling en follow-up van patie¨nten met een depressie en aan de depressie gerelateerde suı¨cidale neigingen ?
DO 2004200503199
DO 2004200503199
Question no 388 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 388 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides.
Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.
La directive 2001/42 du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement; Les E´tats membres devaient prendre les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004. Cette directive me semble être d’application sur le programme de réduction de pesticides approuvé par le gouvernement le 11 décembre 2004.
De richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s bepaalt dat dit ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling moet worden onderworpen. De lidstaten moesten de nodige wetgevende, regelgevende en administratieve bepalingen uitvaardigen om zich vo´o´r 21 juli 2004 naar die richtlijn te schikken. Mijns inziens is de richtlijn van toepassing op het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen dat de regering op 11 december 2004 goedkeurde.
1. a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de l’élaboration du programme de réduction de pesticides de la directive 2001/42 ?
1. a) In hoeverre werd bij het opstellen van het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen met de richtlijn 2001/42 rekening gehouden ?
b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ?
b) Wie stelde het verslag over de milieugevolgen op ?
c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce rapport ?
c) In hoeverre hebt u met dit verslag rekening gehouden ?
2. Ou` en êtes-vous avec la transposition de cette directive en droit belge ?
2. Hoever staat u met de omzetting van die richtlijn in Belgisch recht ?
DO 2004200503209
DO 2004200503209
Question no 389 de Mme Yolande Avontroodt du 25 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Dépendance au jeu. — E´tudes scientifiques.
Vraag nr. 389 van mevrouw Yolande Avontroodt van 25 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Il est difficile de se procurer des chiffres relatifs au nombre de personnes dépendantes au jeu en Belgique.
Cijfers over het aantal gokverslaafden in Belgie¨ zijn moeilijk te vinden. Vast staat wel dat het hier niet om
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Gokverslaving. — Wetenschappelijk onderzoek.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10857
Or, le problème est loin d’être anodin et les jeux de hasard séduisent également de plus en plus les mineurs. La dépendance a des effets dévastateurs sur les joueurs et leur famille. Les conséquences sociales ne devraient pas non plus être sous-estimées.
een geringe problematiek gaat en dat steeds meer minderjarigen tot allerlei gokspelen worden aangetrokken. De consequenties op betrokkenen en hun familie zijn groot. Ook de maatschappelijke consequenties zijn niet te onderschatten.
1. Disposez-vous de données chiffrées relatives à la dépendance au jeu ?
1. Beschikt u over cijfermateriaal met betrekking tot de problematiek van gokverslaving ?
2. Ne vous semble-t-il pas opportun de mener une étude scientifique permettant de dresser un état des lieux du problème de la dépendance au jeu dans tous ses aspects, notamment le nombre de joueurs dépendants, les facteurs personnels et externes contribuant au risque, le couˆt pour la société, etc. ?
2. Acht u het niet wenselijk om een wetenschappelijk onderzoek te organiseren om het probleem van de gokverslaving in kaart te brengen, waarin diverse aspecten behandeld worden zoals het aantal gokverslaafden, de persoons- en omgevingsfactoren die het risico op gokverslaving verhogen, de maatschappelijke kost van gokverslaving, enzovoort ?
3. Une concertation avec les Communautés est-elle menée à cet égard ?
3. Is er terzake overleg met de gemeenschappen ?
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 225 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 225 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 226 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 226 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10858
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 227 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 227 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503183
DO 2004200503183
Question no 228 de Mme Annelies Storms du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 228 van mevrouw Annelies Storms van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Groupe de travail « Immigrés ».
Werkgroep « Migranten ».
Voici plus d’un an, il a été décidé lors de la conférence sur l’emploi de Gembloux de créer un groupe de travail « Immigrés » chargé d’élaborer des initiatives concrètes pour stimuler l’emploi. Entre-temps, ce groupe de travail s’est déjà réuni à plusieurs reprises.
Mer dan een jaar geleden werd op de werkgelegenheidsconferentie in Gembloux beslist tot de oprichting van een werkgroep rond migranten. Deze werkgroep zou concrete initiatieven moeten uitwerken om de tewerkstelling van migranten te stimuleren. Intussen is deze werkgroep reeds enkele malen bijeen gekomen.
Le groupe de travail a décidé d’œuvrer sur trois plans : la fonction d’exemple que doit remplir l’E´tat, l’encouragement d’un management basé sur la diversité et enfin la mise en œuvre de la législation antidiscrimination.
De werkgroep besliste om op drie vlakken te werken : de voorbeeldfunctie die de overheid te vervullen heeft, het aanmoedigen van een diversiteitsmanagement enten slottede uitvoering van de antidiscriminatiewetgeving.
1. Quelles initiatives ce groupe de travail a-t-il prises dans chacun des trois domaines susmentionnés ?
1. Welke initiatieven nam deze werkgroep reeds met betrekking tot elk van de drie bovengenoemde onderwerpen ?
2. a) Des initiatives ont-elles déjà été concrétisées ?
2. a) Werden er reeds initiatieven in de praktijk omgezet ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10859
c) Dans la négative, quand des initiatives seront-elles mises en pratique, selon vous ? ` combien s’élève le budget de ce groupe de 3. A travail pour 2005 ?
c) Zo neen, wanneer denkt u dat er initiatieven zullen uitgevoerd worden ?
DO 2003200432326
DO 2003200432326
Question no 230 de Mme Maggie De Block du 25 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 230 van mevrouw Maggie De Block van 25 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Assurance contre les accidents pour les clubs sportifs.
Ongevallenverzekering voor sportclubs.
Les clubs sportifs dont les joueurs et les entraıˆneurs sont rémunérés sont tenus de souscrire un contrat d’assurance couvrant les accidents du travail. Il me revient que certains clubs éprouvent des difficultés à trouver un assureur. Ainsi, un club recherche depuis deux ans déjà, par l’entremise d’un courtier, une compagnie d’assurances qui le couvrirait contre les accidents du travail. Des courriers ont été envoyés à plus de dix compagnies d’assurances, mais sans succès. Le club concerné risque aujourd’hui de se voir infliger une amende par le Fonds des accidents du travail. L’intervention d’un pool d’assurance, qui doit en principe proposer un contrat à tout qui ne trouve pas d’assureur, ne constitue pas une solution. En effet, ce pool réclame une prime correspondant à 18 % de la masse salariale, ce qui n’est pas abordable pour le club.
Sportclubs met betaalde spelers en trainers zijn verplicht een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Ik verneem dat sommige clubs moeilijkheden ondervinden om een verzekeraar te vinden. Een bepaalde club zoekt nu al twee jaar lang via een makelaar een verzekeringsmaatschappij die bereid is haar een arbeidsongevallenverzekering aan te bieden. Meer dan 10 verzekeringsmaatschappijen werden aangeschreven zonder succes. Zij riskeren nu een boete van het Fonds voor Arbeidsongevallen. De aansluiting bij een verzekeringspool die in principe iedereen moet aansluiten die geen verzekeraar bereid vindt, is geen optie omdat deze 18 % op de loonmassa vraagt, wat niet betaalbaar is.
1. Avez-vous connaissance du problème ?
3. Hoeveel bedraagt het budget waarover deze werkgroep voor 2005 kan beschikken ?
1. Bent u op de hoogte van dit probleem ?
2. Dans l’affirmative, une solution financièrement acceptable a-t-elle déjà été recherchée ?
2. Zo ja, werd reeds onderzocht hoe het probleem kan worden opgelost op een betaalbare wijze ?
3. Le ministre a décidé, à juste titre, de lutter contre l’obésité. Le sport constitue un précieux outil de prévention du diabète chez les jeunes. L’impossibilité de trouver un assureur décourage les clubs sportifs de poursuivre leurs activités.
3. De minister trekt ten strijde tegen overgewicht. Sport is een belangrijk instrument om jongeren te behoeden voor diabetes. De onmogelijkheid van sportclubs om een verzekeraar te vinden ontmoedigt sportclubs om met hun activiteiten verder te gaan.
Comment situez-vous ce problème dans la lutte que vous vous proposez de mener contre l’obésité ?
Hoe kadert u dit probleem in uw strijd tegen overgewicht ?
Protection des consommateurs
Consumentenzaken
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 86 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 86 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10860
des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 87 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 87 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 88 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 88 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10861
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2004200503161
DO 2004200503161
Question no 86 de M. Jo Vandeurzen du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 86 van de heer Jo Vandeurzen van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Emploi d’anciens toxicomanes. — Centres de formation. — E´valuation des projets-pilotes.
Tewerkstelling van ex-verslaafden. — Opleidingscentra. — Evaluatie pilootprojecten.
Des conventions ont été signées avec Gand, le Limbourg et Namur dans le cadre du traitement posthospitalier et du plan d’action emploi pour les anciens toxicomanes. Des centres de formation ont été créés à Namur et à Gand.
In het kader van de nazorg aan ex-verslaafden en het « actieplan tewerkstelling van ex-verslaafden », werden conventies gesloten met Gent, Limburg en Namen. Te Gent en Namen richtte men opleidingscentra voor ex-drugsverslaafden op.
1. a) Ces projets-pilotes ont-il déjà été évalués ?
1. a) Werden deze pilootprojecten al gee¨valueerd ?
b) Si tel est le cas, quelle est la teneur de l’avis ?
b) Zo ja, hoe luidde het advies ?
2. Quelles mesures ont été prises dans le Limbourg en matière d’emploi ?
2. Welke tewerkstellingsmaatregelen werden er in Limburg getroffen ?
DO 2004200503166
DO 2004200503166
Question no 87 de Mme Zoé Genot du 20 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 87 van mevrouw Zoé Genot van 20 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Aide du gouvernement belge aux défenseurs des droits humains.
Steun van de Belgische regering aan de mensenrechtenactivisten.
Le 13 février 2003 la Chambre des représentants a adopté une proposition de résolution sur les défenseurs des droits humains qui demande au gouvernement de soutenir politiquement et financièrement les actions de protection des défenseurs des droits humains à travers le monde (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, no 2060/6).
Op 13 februari 2003 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers een voorstel van resolutie betreffende de mensenrechtenactivisten goedgekeurd. In de resolutie wordt de regering gevraagd de acties ter bescherming van de mensenrechtenactivisten overal ter wereld politiek en financieel te ondersteunen (Parl. St., Kamer, 2002-2003, nr. 2060/6).
1. Quel budget le gouvernement a-t-il consacré, depuis lors, à des actions de protection des défenseurs des droits humains ?
1. Welke bedragen heeft de regering sindsdien uitgetrokken voor acties ter bescherming van de mensenrechtenactivisten ?
2. Quels sont les projets développés ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Welke projecten worden uitgevoerd ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1372
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10862
3. Y a-t-il des projets (belges) de formation des défenseurs des droits humains dans les pays concernés ?
3. Bestaan er (Belgische) opleidingsprojecten voor de mensenrechtenactivisten in de betrokken landen ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 209 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 209 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 210 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 210 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 211 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 211 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10863
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503201
DO 2004200503201
Question no 212 de M. Pieter De Crem du 25 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 212 van de heer Pieter De Crem van 25 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Trafic de poids lourds pendant le week-end.
Vrachtwagenverkeer tijdens het weekend.
Le transport routier assuré par des poids lourds pendant le week-end soulève un certain nombre de questions.
Er rijzen enkele vragen in verband met het wegtransport van zware vrachtwagens tijdens het weekend.
L’Union européenne s’est en effet efforcée de créer un cadre général établissant des restrictions au transport international de marchandises par des poids lourds (COM(98) 115 final), mais à l’évidence elle n’est pas (encore) parvenue à prendre une décision. Au demeurant, le conseil européen des ministres des transports du 5 décembre 2003 a estimé que les restrictions au transport routier pendant le week-end devaient rester une prérogative des E´tats membres. Par la suite, cette tentative d’élaborer une directive européenne n’a pas été réitérée et, en conséquence, les législations nationales restent en vigueur.
De Europese Unie heeft immers getracht een algemeen kader te scheppen voor beperkingen van het internationaal goederenvervoer met zware vrachtwagens (COM(98) 115 final), maar is daaromtrent blijkbaar (nog) niet tot een besluit gekomen. De Europese Raad van transportministers van 5 december 2003 vond overigens dat de beperkingen van het vrachtwagenvervoer tijdens weekends een aangelegenheid moest blijven van de lidstaten zelf. Achteraf is er op deze poging tot Europese richtlijn niet meer teruggekomen, en bijgevolg blijven de nationale wetgevingen van kracht.
1. Quelle attitude a adopté notre pays au moment ou` ce thème a été abordé ?
1. Wat is de houding van ons land geweest destijds bij de bespreking van de thematiek ?
2. Est-il encore question, actuellement, d’une réglementation européenne ?
2. Is er op dit ogenblik nog sprake van een Europese regelgeving ?
3. a) Quelles conclusions tirez-vous de la situation actuelle ?
3. a) Welke conclusies trekt u uit de huidige stand van zaken ?
b) Pensez-vous qu’il serait judicieux d’interdire les poids lourds pendant le week-end dans notre pays ?
b) Acht u de invoering van een weekendverbod voor zware vrachtwagens in ons land zinvol ?
c) Envisagez-vous de prévoir semblable interdiction et, dans l’affirmative, ou` en sont vos projets à cet égard ?
c) Zijn er plannen in die richting en zo ja, hoever staan die dan ?
d) Dans la négative, pourquoi êtes-vous opposé à cette interdiction pendant le week-end ?
d) Zo neen, waarom wijst u een weekendverbod af ?
DO 2004200503202
DO 2004200503202
Question no 213 de M. Jef Van den Bergh du 25 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 213 van de heer Jef Van den Bergh van 25 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Plaque minéralogique pour les cyclomoteurs à l’étranger.
Nummerplaat voor bromfietsen in het buitenland.
Dans certains pays européens (notamment l’Espagne, la France et le Luxembourg), une plaque
Er zijn Europese landen (onder meer Spanje, Frankrijk en Luxemburg) waar een nummerplaat verplicht is
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10864
minéralogique est obligatoire pour les cyclomoteurs. En Belgique, en revanche, une telle plaque n’est même pas disponible.
voor bromfietsen. In Belgie¨ bestaat zulke nummerplaat niet eens.
Cette situation est de nature à poser certains problèmes aux personnes qui emportent leur cyclomoteur en vacances, dans leur caravane ou leur mobilhome. Il me revient en effet que des touristes se sont déjà vu infliger une amende parce que leur cyclomoteur n’était muni d’aucune plaque minéralogique. En Espagne, les autorités résolvent ce problème en invitant les touristes étrangers à aller chercher une plaque minéralogique temporaire valable pour la durée de leur séjour. Mais ils doivent restituer cette plaque minéralogique à l’endroit ou` ils ont été la chercher, ce qui est source de nouveaux désagréments pour eux.
Dat kan tot problemen leiden voor mensen die bijvoorbeeld de brommer mee op vakantie nemen, met de caravan of met de mobilhome. Er wordt mij inderdaad gemeld dat toeristen op die manier al een boete hebben gekregen omdat er geen nummerplaat op de bromfiets gevestigd was. In Spanje wordt dat zo opgelost dat buitenlandse toeristen een tijdelijke nummerplaat moeten halen voor hun verblijf in dit land. Maar men moet deze nummerplaat ook terugbrengen op dezelfde plaats waar men ze heeft afgehaald, en dat brengt opnieuw vervelende toestanden mee.
1. Ne serait-il pas possible de prévoir, à titre facultatif, des plaques minéralogiques pour les cyclomoteurs ?
1. Is het niet mogelijk om facultatief te voorzien in nummerplaten voor bromfietsen ?
2. N’y aurait-il pas lieu de prévoir une plaque minéralogique obligatoire pour tous ?
2. Zijn er misschien geen redenen om in een voor iedereen verplichte nummerplaat te voorzien ?
DO 2004200503211
DO 2004200503211
Question no 214 de Mme Jacqueline Galant du 25 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 214 van mevrouw Jacqueline Galant van 25 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :
Sécurité des motards.
Veiligheid van motorrijders.
Cela fait quelque temps déjà que les motards réclament plus de sécurité sur nos routes. Leurs revendications légitimes surviennent après une multitude d’accidents graves, voire mortels, qui ont semé le trouble dans les rangs des amateurs de deux-roues.
De motorrijders dringen al een hele tijd aan op veiliger wegen. Na een lange reeks ernstige, vaak zelfs dodelijke ongevallen die de motormiddens in beroering hebben gebracht, trekken zij terecht aan de alarmbel.
Dans la nuit du 30 au 31 octobre 2004, un habitant de Velroux a encore trouvé la mort en revenant d’une manifestation à laquelle avaient pris part 25 000 motards qui réclamaient des routes en meilleur état. Comble de l’ironie, c’est dans un rond-point qui venait d’être installé pour sécuriser une route dangereuse de Faimes qu’il s’est tué.
Onlangs nog, in de nacht van 30 op 31 oktober 2004, kwam een inwoner van Velroux om het leven toen hij terugkeerde van een bijeenkomst waar 25 000 motorrijders betere wegen eisten. De ironie wil dat het ongeval gebeurde ter hoogte van een rond punt dat nog maar pas was aangelegd om een gevaarlijke weg in Faimes veiliger te maken.
1. a) Qu’est-il prévu pour répondre à leur requête ?
1. a) Hoe zal aan de eisen van de motorrijders tegemoet worden gekomen ?
b) N’est-il pas urgent de veiller à la sécurité des usagers des deux-roues en remplaçant certains tronçons routiers il est vrai mal carrossés et qui peuvent être source d’accidents ?
b) Wordt het niet hoog tijd dat de veiligheid van de tweewielers ter harte wordt genomen, door sommige wegen die in slechte staat zijn en tot ongevallen aanleiding kunnen geven, opnieuw aan te leggen ?
2. N’est-il pas urgent de sensibiliser les différents niveaux de pouvoir à qui incombent l’entretien des voiries de cet état de fait ?
2. Moeten de verschillende beleidsniveaus die voor het onderhoud van de wegen instaan, niet dringend van het probleem bewust worden gemaakt ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10865
3. Un budget est-il destiné à finaliser certains travaux routiers ?
3. Zijn middelen uitgetrokken om sommige wegenwerken af te ronden ?
4. Les motards sont-ils suffisamment consultés avant de prévoir des infrastructures routières ?
4. Wordt vo´o´r de aanleg van wegen voldoende met de motorrijders overlegd ?
5. Ne serait-il pas intéressant d’inviter les autorités compétentes à les consulter avant de finaliser nos routes ?
5. Ware het niet interessant de bevoegde overheden aan te manen met de motorrijders te overleggen alvorens wegenwerken worden voltooid ?
6. Ne pourrait-on pas créer un groupe de concertation « deux-roues » commun aux différents niveaux de pouvoir en y associant les acteurs de terrain ?
6. Zou men geen overlegplatform inzake tweewielers in het leven kunnen roepen waar de verschillende beleidsniveaus en de mensen uit het veld kunnen samenkomen ?
DO 2004200503214
DO 2004200503214
Question no 215 de M. Ludo Van Campenhout du 26 janvier 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 215 van de heer Ludo Van Campenhout van 26 januari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Navigation maritime. — Transposition de la directive européenne de monitoring 2002/59.
Zeescheepvaart. — Implementatie van de EG« monitoringrichtlijn » 2002/59.
La directive 2002/59/CE du Parlement et du Conseil du 27 juin 2002 relative à la mise en place d’un système d’information pour la navigation maritime a pour but d’anticiper et de réagir plus efficacement en cas d’accident maritime afin de minimiser les risques de pollution grave.
De richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het informatiesysteem voor de zeescheepvaart heeft tot doel beter te anticiperen en te reageren op scheepvaartongevallen. Met deze maatregelen wil men zware natuurrampen die zich bij sommige scheepvaartongevallen voordoen, verminderen.
La directive règle notamment :
De richtlijn bepaalt onder andere :
— l’obligation de notification aux autorités maritimes pour les navires transportant des marchandises dangereuses ou polluantes;
— de meldingsplicht aan de scheepvaartautoriteiten van schepen met gevaarlijke of verontreinigende goederen;
— les mesures à prendre en cas d’accidents en mer; — l’élaboration de plans par l’E´tat membre en vue d’accueillir des navires en détresse dans les eaux relevant de sa juridiction.
— de wijze van optreden bij ongevallen op zee;
Cette directive européenne date de 2002 et aurait duˆ être transposée le 5 février 2004, ce qui n’a pas été le cas pour la Belgique. La commission européenne a alors décidé de citer la Belgique devant la Cour européenne de justice.
Deze EG-richtlijn dateert van 2002 en had geı¨mplementeerd moeten zijn op 5 februari 2004. Belgie¨ is te laat met de omzetting. Hierop besliste de Europese Commissie Belgie¨ voor het Europees Hof van justitie te dagen.
Il est clair qu’une transposition rapide de la directive s’impose, non seulement dans l’intérêt de la navigation maritime belge mais également pour préserver notre environnement marin.
Het is duidelijk dat een snelle implementatie zich opdringt. De omzetting van de richtlijn zou niet enkel een troef zijn voor onze Belgische scheepvaart, maar eveneens voor de bescherming van ons marine milieu.
1. Reconnaissez-vous l’existence de ce problème ?
— het opstellen van plannen door de lidstaat voor de opvang van schepen in nood in de wateren die onder de lidstaat zijn jurisdictie vallen.
1. Erkent u het probleem ?
2. Comment expliquez-vous le retard dans la transposition de la directive 2002/59/CE ?
2. Hoe valt de vertraging in de omzetting van de Richtlijn 2002/59/EG te verklaren ?
3. Des projets de transposition ont-ils déjà été élaborés ?
3. Werden er reeds ontwerpen tot implementatie opgesteld ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10866
4. Quand la réglementation en question devrait-elle être publiée et entrer en vigueur ?
4. Wanneer mogen we publicatie en inwerkingtreding van de nodige regelgeving verwachten ?
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2004200503199
DO 2004200503199
Question no 49 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 49 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides.
Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.
La directive 2001/42 du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement; Les E´tats membres devaient prendre les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004. Cette directive me semble être d’application sur le programme de réduction de pesticides approuvé par le gouvernement le 11 décembre 2004.
De richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s bepaalt dat dit ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling moet worden onderworpen. De lidstaten moesten de nodige wetgevende, regelgevende en administratieve bepalingen uitvaardigen om zich vo´o´r 21 juli 2004 naar die richtlijn te schikken. Mijns inziens is de richtlijn van toepassing op het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen dat de regering op 11 december 2004 goedkeurde.
1. a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de l’élaboration du programme de réduction de pesticides de la directive 2001/42 ?
1. a) In hoeverre werd bij het opstellen van het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen met de richtlijn 2001/42 rekening gehouden ?
b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ?
b) Wie stelde het verslag over de milieugevolgen op ?
c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce rapport ?
c) In hoeverre hebt u met dit verslag rekening gehouden ?
2. Ou` en êtes-vous avec la transposition de cette directive en droit belge ?
2. Hoever staat u met de omzetting van die richtlijn in Belgisch recht ?
Pensions
Pensioenen
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 72 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 72 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
SPF. — Plan stratégique. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition
FOD’s. — Strategisch plan. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10867
des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 73 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 73 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 74 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 74 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503184
DO 2004200503184
Question no 75 de M. Patrick De Groote du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 75 van de heer Patrick De Groote van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Régime de mise en disponibilité.
Systeem van terbeschikkingstelling (TBS).
Le titulaire d’une pension de retraite ou de survie a la possibilité, sous certaines conditions, de cumuler
Voor een titularis van een rust- of overlevingspensioen is het onder voorwaarden mogelijk dit pensioen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10868
cette pension avec le revenu d’une activité professionnelle. La règle générale qui s’applique à ce cumul est que tant que le titulaire ne dépasse pas les plafonds autorisés, il conserve le droit à la totalité de la pension pendant toute l’année civile. Lorsque le plafond est dépassé de moins de 15 %, la pension est réduite pendant toute l’année civile entière à concurrence du taux du dépassement du plafond. Ces montants de cumul n’ont pas été indexés depuis 2002.
b) Envisagez-vous de ne pas tenir compte des revenus afférents à des mandats politiques ?
te cumuleren met het inkomen uit hoofde van een beroepsactivieit. De algemene regel voor deze cumultatie is dat wanneer de titularis onder de toegelaten grensbedragen blijft, hij voor het hele kalenderjaar recht behoudt op het volledig pensioen. Wanneer het grensbedrag met minder dan 15 % wordt overschreden, wordt het pensioen voor het hele kalenderjaar verminderd naar rato van het percentage waarmee het grensbedrag werd overschreden. Deze cumulatiebedragen werden vanaf 2002 niet geı¨ndexeerd. 1. Overweegt u deze bedragen (automatisch met de spilindex en/of met de loonsverhogingen) te laten indexeren ? 2. Daarbij willen we opmerken dat personen die in terbeschikkingstelling zijn voorafgaand aan het rustpensioen, zich moeten houden aan de grensbedragen bepaald bij de cumulatie van een beroepsinkomen met een ander beroepsinkomen en dit zonder dat hier de proportionele vermindering van het wachtgeld bij overschrijding van het grensbedrag met minder dan 15 % geldt. De minste overschrijding van het grensbedrag heeft het verlies van het wachtgeld voor het hele kalenderjaar voor gevolg. Overweegt u het systeem van de proportionele vermindering uit te breiden voor de mensen die in terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen zijn ? 3. Bovendien hebben personen met een politiek mandaat of een mandaat van voorzitter of lid van een OCMW recht op het volledig pensioen zonder beperking van hun inkomen tot het mandaat verstrijkt voor zover het mandaat een aanvang had genomen vo´o´r de ingangsdatum van het pensioen en uiterlijk de laatste dag van de maand waarin de leeftijd van 65 jaar werd bereikt, is ingegaan. Maar wanneer na verkiezingen het mandaat wordt hernieuwd of wanneer een ander mandaat wordt opgenomen, zijn de gewone cumulatieregels van toepassing. a) Gezien een loopbaan en een politiek mandaat perfect combineerbaar zijn en naast elkaar mogelijk zijn, waarom wordt er in het rust- en overlevingspensioen wel rekening gehouden met de inkomsten van een politiek mandaat in de cumulatiebedragen ? b) Overweegt u de inkomsten uit politieke mandaten buiten de cumulatiebedragen te houden ?
DO 2004200503210
DO 2004200503210
Question no 76 de M. Patrick De Groote du 25 janvier 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Loi du 3 février 2003. — Entrée en vigueur. Les personnes qui ont travaillé sous différents statuts (salarié, indépendant, fonctionnaire) ne bénéfi-
Vraag nr. 76 van de heer Patrick De Groote van 25 januari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Wet van 3 februari 2003. — Inwerkingtreding. Mensen die in verschillende statuten (als loontrekkende, zelfstandige en/of ambtenaar) hebben gewerkt,
1. Envisagez-vous de faire indexer ces montants (en suivant automatiquement l’indice-pivot et/ou les augmentations salariales) ? 2. Nous tenons à souligner à cet égard que les personnes mises en disponibilité avant la mise à la retraite doivent respecter les plafonds fixés en cas de cumul d’un revenu professionnel avec un autre revenu professionnel sans que s’applique ici la réduction proportionnelle du traitement d’attente en cas de dépassement du plafond de moins de 15 %. Le moindre dépassement du plafond entraıˆne la perte du traitement d’attente pour toute l’année civile. Envisagez-vous d’étendre le système de la réduction proportionnelle aux personnes mises en disponibilité en attendant la mise à la retraite ? 3. Les personnes titulaires d’un mandat politique ou d’un mandat de président ou de membre d’un CPAS ont en outre droit à la pension complète sans limitation de leurs revenus jusqu’à l’expiration du mandat, pour autant que le mandat ait commencé avant l’entrée en vigueur de la pension et qu’il ait été exercé au plus tard le dernier jour du mois au cours duquel la personne a atteint l’aˆge de 65 ans. Mais lorsque le mandat est renouvelé après des élections ou lorsqu’un second mandat est assumé, les règles de cumul ordinaires sont d’application. a) Dans la mesure ou` il est parfaitement possible de combiner et de faire cœxister une carrière et un mandat politique, pourquoi est-il tenu compte du revenus afférent au mandat politique pour le calcul de la pension de retraite et de survie ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10869
cient pas toujours de la pension la plus avantageuse. Cette situation résulte des règles de priorité qui prévoient que, pour le calcul de la pension, il doit d’abord être tenu compte des années de travail en tant que fonctionnaire, ensuite en tant que salarié et enfin en tant qu’indépendant. Lorsqu’une année de travail en qualité d’indépendant offre davantage de droits à la pension qu’une année de travail en qualité de salarié, par exemple, il ne sera plus tenu compte, dans le cadre de la législation actuelle, de cette année plus avantageuse pour le calcul de la pension en cas d’années de travail excédentaires.
ontvangen niet altijd het meest voordelige pensioen. Oorzaak zijn de voorrangregels die bepalen dat voor de pensioenberekening eerst de jaren als ambtenaar, dan de jaren als werknemer en ten slotte de jaren als zelfstandige moeten worden gebruikt. Wanneer een gewerkt jaar als zelfstandige meer pensioenrechten oplevert dan bijvoorbeeld een jaar als werknemer, zal bij een overschot aan gewerkte jaren voor de pensioenberekening volgens de huidige wetgeving niet het meer gunstige jaar als zelfstandige worden gebruikt.
La loi du 3 février 2003 portant des modifications diverses à la législation relative aux pensions du secteur public avait été adoptée pour mettre fin à ce traitement inéquitable. Un arrêté royal doit toutefois encore être promulgué pour qu’elle puisse entrer en vigueur.
Om deze onrechtvaardigheid weg te werken werd de wet van 3 februari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector uitgevaardigd. Deze wet van 3 februari 2003 wacht echter nog op een koninklijk besluit voor de inwerkingtreding.
1. Quand envisagez-vous de promulguer cet arrêté royal ?
1. Wanneer overweegt u het koninklijk besluit voor de inwerkingtreding uit te vaardigen ?
2. Dans quel délai ?
2. Binnen welke termijn ?
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
DO 2004200503204
DO 2004200503204
Question no 32 de Mme Trees Pieters du 25 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 32 van mevrouw Trees Pieters van 25 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Traitement plus rapide de réclamations anciennes. — Fonctionnement immédiat du filtre administratif. — Accomplissement de devoirs d’enquête et d’opérations de taxation par les fonctionnaires du contentieux.
Snellere afhandeling van oude bezwaarschriften. — Onmiddellijke werking van de administratieve filter. — Instellen van onderzoeksdaden en aanslagverrichtingen door de geschillenambtenaren.
L’un des objectifs actuels du gouvernement et de la cellule Management de la performance est de traiter administrativement toutes les réclamations en matière d’impoˆts directs dans les six mois ou dans les neuf mois en cas d’imposition d’office.
Het is ongetwijfeld één van de geactualiseerde doelstellingen van de regering en van het performantiemanagement dat alle bezwaarschriften inzake directe belastingen binnen zes maanden of binnen negen maanden in geval van aanslag van ambtswege, administratief zouden moeten worden afgehandeld.
Il me revient néanmoins que, jusqu’à présent, seulement une réclamation sur quatre en moyenne est traitée dans les délais précités.
Naar verluidt is tot dusver evenwel slechts gemiddeld één op de vier van de ingediende bezwaarschriften binnen die beide redelijke termijnen reeds afgehandeld.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1373
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10870
1. Quelles mesures concrètes, pratiques et draconiennes ont été prises entre-temps sur le terrain :
1. Welke concrete praktische en doortastende maatregelen werden er op de werkvloer inmiddels reeds getroffen om voortaan :
a) pour ne plus exécuter que les propositions de taxation dotées d’un véritable fondement juridique;
a) nog uitsluitend voldoende juridisch onderbouwde taxatievoorstellen door te voeren;
b) pour vérifier à suffisance, dès la phase de la taxation ou en cas de désaccord persistant, tous les griefs du contribuable, en fonction du cadre légal existant, et de les accepter immédiatement s’ils sont fondés en tout ou en partie sur le plan matériel, juridique et/ou procédural;
b) reeds in fase van taxatie of van blijvend nietakkoord alle grieven van de belastingplichtige op afdoende wijze te toetsen aan het bestaande wettelijk kader en deze meteen te aanvaarden indien deze geheel of gedeeltelijk feitelijk, juridisch en/of procedureel gegrond zijn;
c) pour traiter rapidement et correctement l’important arriéré de réclamations anciennes ?
c) die grote voorraad oude bezwaarschriften sneller en correct af te handelen ?
2. a) Jugez-vous admissible que la majorité du personnel du service de direction et du service du contentieux consacre toujours autant de temps à statuer sur des réclamations, sachant que le filtre administratif et lesdits services devraient d’emblée fonctionner strictement, parfaitement et objectivement ?
2. a) Vindt u het aanvaardbaar dat het merendeel van de directieen geschillendienst nog steeds zoveel tijd besteden aan het beslissen over bezwaarschriften, wetende dat zowel die administratieve filter als die toezichthoudende diensten of managers reeds van meet af aan streng, perfect en neutraal moeten functioneren ?
b) Dans la négative, quelles initiatives comptez-vous prendre ou avez-vous déjà prises pour assurer un suivi rigoureux du problème ?
b) Zo neen, welke initiatieven overweegt u te nemen of nam u reeds tot strikte opvolging van die opgeworpen problematiek ?
3. a) Pour quelles raisons légitimes les services du contentieux de nombreux offices ou centres doivent-ils en permanence consacrer concomitamment une grande partie de leur temps à de simples devoirs d’instruction et à des opérations de taxation, alors que force est de constater qu’il subsiste toujours un arriéré colossal d’anciennes réclamations et que l’on sait que ces services ne peuvent remplir qu’une mission de consultation et jouer un roˆle délibératif « indépendant » ?
3. a) Om al welke gegronde redenen moeten de afdelingen geschillen op vele diensten of centra zich bij voortdurendheid terzelfder tijd ook nog steeds grotendeels met zuivere onderzoeksdaden en met aanslagverrichtingen inlaten, daar waar men ontegensprekelijk vaststelt dat er nog altijd een kolossale voorraad aan oude bezwaarschriften blijft bestaan en men weet dat zij in hoofdorde slechts een adviserende taak en een « onafhankelijke » beslissende rol mogen vervullen ?
b) Quelles actions ou mesures diligentes envisagezvous de prendre sur-le-champ pour qu’à l’avenir, ces services du contentieux accomplissent à nouveau « exclusivement » leur mission objective de filtrage, prévue par la loi, au lieu de procéder à des opérations supplémentaires de taxation et d’imposition ?
b) Welke slagvaardige acties of maatregelen overweegt u onmiddellijk te treffen opdat die geschillendiensten voortaan weer « uitsluitend » hun wettelijk voorziene en onpartijdige filteropdracht zouden uitvoeren in plaats van extra taxatie- en aanslagwerkzaamheden te verrichten ?
4. Pourriez-vous me faire part, point par point, de la philosophie et de la politique que vous mettez en œuvre dans le souci d’une administration fiscale correcte et performante ?
4. Kan u, punt per punt, uw huidige ziens- en handelwijze meedelen in het kader van een behoorlijk en performant fiscaal bestuur ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10871
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 25 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 25 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 26 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 27 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 27 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10872
à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10873
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 293 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 293 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10874
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
j) couˆt total à charge de l’E´tat;
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 22 février 2005, à la question no 293 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 22 februari 2005, op de vraag nr. 293 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je permets de renvoyer l’honorable membre à la réponse fournie par le premier ministre concernant ladite question. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord gegeven door de eerste minister op bovengenoemde vraag. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
DO 2003200431980
DO 2003200431980
Question no 327 de M. Bart Laeremans du 4 aouˆt 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 327 van de heer Bart Laeremans van 4 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPF Justice. — Répartition du personnel.
FOD Justitie. — Verdeling personeelsleden.
1. Pourriez-vous, afin de permettre une comparaison exacte entre l’effectif néerlandophone et l’effectif francophone du département de la Justice, hormis les
1. Kan u, om een correcte vergelijking te maken tussen het aantal Nederlandstalige en het aantal Franstalige personeelsleden bij het departement Justitie, met
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10875
magistrats et le personnel des greffes, communiquer le nombre total de membres du personnel, respectivement statutaires et contractuels, employés au SPF Justice au 30 juin 2004, ventilés selon leur roˆle linguistique et leur niveau ?
uitzondering van de magistraten en het griffiepersoneel, een overzicht geven van het totaal aantal personeelsleden op 30 juni 2004 in respectievelijk contractueel en vast verband bij de FOD Justitie, ingedeeld in Nederlandstaligen en Franstaligen en volgens de verschillende niveaus ?
2. Pourriez-vous, par ailleurs, faire une distinction entre les établissements pénitentiaires en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles (y compris celui d’Everberg), ainsi que pour les maisons de justice dans les trois régions ? Veuillez indiquer, en particulier pour Bruxelles, les effectifs néerlandophone et francophone du personnel.
2. Kan u hierbij een aparte indeling maken voor de penitentiaire instellingen in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel (annex Everberg) alsook voor de justitiehuizen in dezelfde regio’s ? Gelieve in Brussel zeker ook aan te geven hoeveel Nederlandstaligen en Franstaligen er tewerkgesteld zijn.
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 22 février 2005, à la question no 327 de M. Bart Laeremans du 4 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 22 februari 2005, op de vraag nr. 327 van de heer Bart Laeremans van 4 augustus 2004 (N.) :
1. Je suis en mesure de vous communiquer les chiffres suivants pour ce qui concerne l’administration centrale.
1. Wat betreft de centrale administratie kan ik u volgende cijfers meedelen.
Statuaires — Statuairen
Niveau
Contractuels — Contractuelen
F
N
F
N
A .................................... B ..................................... C .................................... D ....................................
155 27 116 154
137 24 116 157
45 9 52 157
43 7 39 45
Total. — Totaal .............
452
434
263
167
2. Veuillez trouver les données relatives aux établissements pénitentiaires et maisons de justice en annexe 1 et 2.
2. U kan de gegevens voor de penitentiaire instellingen en de justitiehuizen terugvinden in bijlagen 1 en 2.
Annexe 1 : établissements pénitentiaires
Bijlage 1 : strafinrichtingen Niveau A
Niveau B
C
C
S
F N F
N
Everberg ........................................................................ 1 L’établissement pénitentiaire de Wortel. — Strafinrichting 3 3 van Wortel .................................................................... La prison centrale de Louvain. — Gevangenis van Leuven 2 16 La prison d’Anvers. — Gevangenis van Antwerpen ...... 5 8 La prison d’Andenne. — Gevangenis van Andenne ....... 10 11 La prison d’Arlon. — Gevangenis van Aarlen ............... 3 3 La prison de Dinant. — Gevangenis van Dinant ........... 1 2
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
F
Niveau C C
S N F N
1 4
2005
9 4 1
F
Niveau D C
S
S
N
F
N D
F
N
F
N
1
2
3
18
23
42
26
2
1
15
14
82
4 9
5 12
22 18
39 39
193 207
9 2 3
32 11 4
1
33 28 3
232 69 32
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10876
Niveau A
Niveau B
C
C
S
F N F
N
F
La prison de Forest. — Gevangenis van Vorst .............. 6 6 13
2
4
La prison de Gand. — Gevangenis van Gent ................
4
8
La prison de Hasselt. — Gevangenis van Hasselt ..........
5
2
La prison de Huy. — Gevangenis van Hoei .................. 2 La prison de Malines. — Gevangenis van Mechelen .....
2 2
C
S N F N
F
6 2
12
2 2
3
Niveau C C
S
S
N
F
N D
F
N
F
3
12
11
64
15
196
25
16
179
4
7
10
12
63
2 1
11 2
4 10
57 15
57
5
3
9
8
21
34
206
La prison de Namur. — Gevangenis van Namen .......... 6
8
1
7
5
20
18
132
La prison de Nivelles. — Gevangenis van Nijvel .......... 4
8
2
5
6
14
24
155
4
8 6
6
6
La prison de Termonde. — Gevangenis van Dendermonde ...........................................................................
5
5
La prison de Tongres. — Gevangenis van Tongeren .....
1
2
La prison de Tournai. — Gevangenis van Doornik ...... 3 La prison de Turnhout. — Gevangenis van Turnhout ..
5 3
La prison de Verviers. — Gevangenis van Verviers ....... 6 La prison de Ypres. — Gevangenis van Ieper ...............
1
5
4
2 1
11
15
11
23
28
4
5
11
22
2
1
9
5
3 5
3
3
9 7
7
7 14
15
143
83 1 127
10 12
85 147
1
2
1
8
12
56
4
4
9
7
102
5
1
19
11
131
1
1
10
1
35
4
8
2
4
13
17
94
4 6
4 21
5
6 4
4 19
12 1 4
14 22
12
4
8 53
18 5
79 44
2 13
526 148
11
112
L’établissement pénitentiaire de Jamioulx. — Strafin6 richting van Jamioulx ...................................................
6
2
7
9
18
61
163
L’établissement pénitentiaire de Lantin. — Strafinrichting 8 van Lantin .....................................................................
18
4
18
25
50
60
563
L’établissement pénitentiaire d’Ittre. — Strafinrichting 6 van Ittre ........................................................................
42
1
L’établissement de défense sociale de Paifve. — Instelling 2 van sociaal verweer van Paifve ......................................
L’établissement pénitentiaire de Merksplas. — Strafinrichting van Merksplas ..................................................
122
3
Le centre pénitentaire école de Marneffe. — Penitentiair 4 schoolcentrum van Marneffe .........................................
L’établissement pénitentiaire de Audenarde. — Strafinrichting van Oudenaarde ...............................................
6
4
Le centre de détention de Saint-Hubert. — Detentiecen3 trum van Saint-Hubert ...................................................
Le complexe pénitentiaire de Bruges. — Gevangeniscomplex van Brugge ......................................................
1 3
8
La prison secondaire de Louvain. — Hulpgevangenis van Leuven ..........................................................................
Le centre pénitentiaire Agricole de Ruiselede. — Penitentiair landbouwcentrum van Ruiselede ........................... Le centre pénitentiaire E´cole de Hoogstraten. — Penitentiair schoolcentrum van Hoogstraten ............................
1
94
10
La prison de Mons. — Gevangenis van Bergen ............. 4
La prison de Saint-Gilles. — Gevangenis van Sint-Gillis 2 3 8
N
7 1
2
Niveau D
13
15 11
2 3
16 6
12 6
36 23
79 57
348 313
Total. — Totaal ............................................................ 76 70 121 115 36 15 112 95 120 114 308 301 1 467 409 2 936 2 507
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10877
Annexe 2 : maisons de justice
Bijlage 2: justitiehuizen Niveau A C
Niveau B C
S
F
N
F
Administration centrale. — Centrale administratie 1 Anvers. — Antwerpen ........................................... Arlon. — Aarlen .................................................... Audenarde. — Oudenaarde .................................... Bruges. — Brugge ................................................... Bruxelles (francophone). — Brussel (Franstalig) ..... Bruxelles (néerlandophone). — Brussel (Nederlandstalig) ...................................................................... Charleroi ................................................................ Courtrai. — Kortrijk ............................................. Dinant .................................................................... Eupen ..................................................................... Furnes. — Veurne .................................................. Gand. — Gent ....................................................... Hasselt ................................................................... Huy. — Hoei ......................................................... Liège. — Luik ........................................................ Louvain. — Leuven ................................................ Malines. — Mechelen ............................................ Marche-en-Famenne ............................................... Mons. — Bergen .................................................... Namur. — Namen ................................................. Neufchaˆteau ........................................................... Nivelles. — Nijvel .................................................. Termonde. — Dendermonde .................................. Tongres. — Tongeren ............................................ Tournai. — Doornik ............................................. Turnhout ............................................................... Verviers .................................................................. Ypres. — Ieper .......................................................
3
1
Total. — Totaal .................................................... 1
3
N
F
4
Niveau C C
S N
F
9
N
7
1 10 8 4
1
1 1
1
5 1 1 4
2 4 1 1 1 1 1
24
1 2
39
1 1
1 1
1 1
1
1
1
1
1 1
2
1 1
2 3
7
1 1 1 1 1
2 1 2 1 3
2
59 336 323
1 1
1 4
2
8
1
1 3 2
3 2
21
2
2 2 1
1 5 3 1 2
29 17
N
1
4
2 3
16 1
4
1 8
1
F
1 3
1 4 3
1
N
2
3
18
1 24
3
32 24
5
1
1
S
1
2
8 26 23 8 16
1
1
8
11 43 19
6 2
1
4
11 64
2 2 1 1
F
2 4 4
1
14 5
3 3
N
1
22
6 3
1 1
24
39
4 6
F
5
13 21 16
2 1
N
1
83
C
S
47 8
1 1 4
F
Niveau D
40
29
21
7
12
DO 2003200432221
DO 2003200432221
Question no 366 de M. Geert Lambert du 23 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 366 van de heer Geert Lambert van 23 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Palais de justice de Bruges. — Système de sécurité. — Badges d’accès pour les avocats.
Gerechtsgebouw van Brugge. — Veiligheidssysteem. — Toegangskaarten voor de advocatuur.
L’été dernier, le palais de justice de Bruges a été équipé d’un système de sécurité sans doute destiné à protéger les fonctionnaires et les magistrats présents dans le baˆtiment. Ainsi, quantité de portes ont été
Waarschijnlijk met het oog op de beveiliging van de diverse ambtenaren en magistraten aanwezig in het gerechtsgebouw, werd in het gerechtsgebouw van Brugge in de voorbije zomer een veiligheidssysteem
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1374
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10878
munies d’un système de fermeture électronique et sont seulement accessibles aux détenteurs d’un badge spécifique. Ces badges n’ont pas été mis à la disposition des avocats, jusqu’ici. Or, plusieurs couloirs donnent directement accès à certaines salles du tribunal. Le passage entre le tribunal de première instance et la section du tribunal de la jeunesse, notamment, a ainsi été fermé. Concrètement, les avocats souhaitant déposer des conclusions au tribunal de la jeunesse, par exemple, doivent dès lors effectuer un énorme détour par l’extérieur. Cette situation complique également les contacts entre avocats et magistrats.
geplaatst. Zo werd een groot aantal deuren in het gerechtsgebouw met een elektronisch slot beveiligd, enkel toegankelijk voor zij die beschikken over een specifieke kaart. Deze kaarten werden op heden niet ter beschikking gesteld van de advocatuur. Nochtans dienen diverse gangen als directe toegang tot sommige onderdelen van de rechtbank. Zo is onder andere de verbinding tussen de rechtbank van eerste aanleg en de jeugdrechtbankafdeling volledig afgesloten geworden. Concreet betekent dit dat advocaten die bijvoorbeeld besluiten wensen neer te leggen op de jeugdrechtbank een enorme omweg langs buiten dienen te maken. Ook een gemakkelijke toegang tussen advocaten en magistraten is hierdoor onmogelijk gemaakt.
1. Envisagez-vous de mettre aussi des badges à la disposition des avocats ?
1. Overweegt u ook de advocatuur de beschikking te geven over de toegangskaart ?
2. Dans la négative, pourriez-vous m’indiquer comment vous pensez pouvoir remédier à ce problème ?
2. Kan u in elk ander geval meedelen hoe u meent dat aan het toegankelijkheidsprobleem kan verholpen worden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 366 de M. Geert Lambert du 23 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 366 van de heer Geert Lambert van 23 september 2004 (N.) :
1. Les cartes d’accès électroniques sont exclusivement réservées au personnel employé dans les baˆtiments de Justice et ne sont pas mises à la disposition des personnes ne faisant pas partie du personnel.
1. Elektronische toegangskaarten zijn uitsluitend bestemd voor het personeel tewerkgesteld in de justitiegebouwen en worden niet ter beschikking gesteld van niet-personeelsleden.
2. Le chemin le plus court entre le greffe du tribunal de première instance et la salle d’audience de première instance passe par le couloir central et le passage ` partir de là, il faut couvert vers la justice de paix. A effectivement quitter le baˆtiment sur une courte distance pour se rendre à l’entrée du tribunal de la jeunesse. Pour des raisons de sécurité, il n’est pas possible de maintenir le raccourci qui était auparavant utilisé à tort entre le couloir central et le tribunal de la Jeunesse. La sécurité concerne tout le monde dans le baˆtiment et chacun doit dès lors agir en ce sens.
2. De kortste weg tussen de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en de zittingzaal van eerste aanleg loopt via de centrale wandelgang en de overdekte doorgang naar het vredegerecht. Van daaruit dient men inderdaad over een korte afstand het gebouw te verlaten om zich naar de toegang van de jeugdrechtbank te begeven. Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk de vroeger ten onrechte gebruikte doorsteek tussen de centrale wandelgang en de jeugdrechtbank te handhaven. Veiligheid is een zaak die iedereen in het gebouw aangaat en iedereen dient dan ook vanuit dit oogpunt te handelen.
DO 2003200432342
DO 2003200432342
Question no 390 de Mme Annemie Turtelboom du 6 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 390 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias.
Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.
Les entrepreneurs sont de plus en plus nombreux à se plaindre de l’iniquité engendrée par le travail au noir. On peut trouver en abondance dans les journaux publicitaires des annonces dans lesquelles des
Meer en meer ondernemers klagen over de oneerlijkheid van het zwartwerk. In advertiebladen verschijnen frequent allerhande advertenties waarin « ervaren karweimannen » hun diensten aanbieden tegen een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10879
« hommes à tout faire expérimentés » proposent leurs services à un tarif horaire incroyablement bas; ainsi, un prétendu « spécialiste en peinture et tapissage » propose par exemple ses services au tarif de 7 euros l’heure. Ses nom et adresse ne sont pas mentionnés. Seul figure dans l’annonce un numéro de GSM permettant de contacter l’intéressé. Non seulement ces pratiques génèrent une concurrence vis-à-vis des entrepreneurs mais elles sont en outre souvent le fait de leurs propres ouvriers qui travaillent ainsi après leurs heures. Ces derniers ne sont dès lors pas en mesure d’effectuer des heures supplémentaires sur les chantiers urgents, au risque de mettre les entrepreneurs en difficulté pour ce qui concerne le respect de leurs engagements à l’égard de leurs clients. Il me revient même que certains travailleurs veulent absolument prendre un congé de maladie pour pouvoir ensuite travailler au noir. 1. L’inspection compétente controˆle-t-elle également les journaux publicitaires ou d’autres médias (tels qu’internet) dans le cadre de la lutte contre le travail au noir ? 2. L’inspection est-elle compétente pour mener des enquêtes plus approfondies sur les annonces, par exemple en vérifiant qui a placé l’annonce en question, afin d’identifier ainsi le travailleur au noir et ensuite le ou la controˆler ? 3. Dans l’affirmative, combien de controˆles ont-ils été effectués au cours des dernières années et quels en étaient les résultats ? 4. Dans la négative, envisagez-vous de prendre des initiatives pour permettre aux inspections compétentes de procéder à des enquêtes plus approfondies sur les annonces suspectes et réprimer le cas échéant les agissements des contrevenants ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 390 de Mme Annemie Turtelboom du 6 octobre 2004 (N.) :
onrealistisch lage uurprijs. Een voorbeeld daaromtrent is iemand die zichzelf bestempelt als « gespecialiseerd in schilderen en behangen » en zijn diensten aanbiedt tegen 7 euro per uur. Naam en adres zijn onbekend. Enkel een GSM-nummer om betrokkenen te contacteren wordt afgedrukt. Probleem is niet alleen de concurrentie die ondernemers van deze praktijken ondervinden. Vaak zijn het immers hun werknemers die na hun uren gaan bijklussen. Tijd voor overuren in geval van dringende werkzaamheden hebben betrokkenen niet, waardoor de ondernemers in moeilijkheden dreigen te komen met hun aangegane engagementen ten aanzien van de klanten. Ons bereiken zelfs verhalen van werknemers die mordicus in ziekenverlof willen gaan om dan in het zwart te gaan bijklussen. 1. Worden door de bevoegde inspectie ook advertentiebladen of andere media (zoals internet) gecontroleerd in de strijd tegen het zwartwerk ? 2. Heeft de inspectie de bevoegdheid om verdachte advertenties dieper te onderzoeken, bijvoorbeeld door na te trekken wie de bewuste advertentie heeft geplaatst om op die manier de identiteit van de zwartwerker te ontdekken en hem of haar nadien te gaan controleren ? 3. Zo ja, hoeveel controles werden de afgelopen jaren verricht en wat waren daarvan de resultaten ? 4. Zo neen, neemt u initiatieven opdat de bevoegde inspecties verdachte advertenties dieper kunnen onderzoeken en overtreders zo nodig beteugelen ?
Les questions posées concernent exclusivement les services d’inspection compétents en vertu de la loi du 6 juillet 1976 et non le ministère public.
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 390 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 oktober 2004 (N.) : De gestelde vragen hebben uitsluitend betrekking op de, krachtens de wet van 6 juli 1976, bevoegde inspectiediensten en niet op het openbaar ministerie.
DO 2004200502488
DO 2004200502488
Question no 412 de M. Alfons Borginon du 22 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Acquisition volontaire d’une nationalité étrangère. — Traités des 6 mai 1963 et 6 novembre 1997. La loi prévoit actuellement que les Belges qui acquièrent volontairement une nationalité étrangère
Vraag nr. 412 van de heer Alfons Borginon van 22 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Vrijwillige verkrijging van een vreemde nationaliteit. — Verdragen van 6 mei 1963 en 6 november 1997. Momenteel voorziet de wet dat Belgen die vrijwillig een vreemde nationaliteit verkrijgen, automatisch de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10880
perdent automatiquement la nationalité belge (article 22, § 1er, 1o, du Code de la nationalité belge). Dans la plupart des E´tats membres de l’Union européenne, ce cas de figure n’entraıˆne pas automatiquement la perte de la nationalité d’origine. C’est, entre autres, le cas à Chypre, en Allemagne, en Grèce, en Hongrie, en Irlande, à Malte, en Pologne, au Portugal, en Slovaquie, au Royaume-Uni et en Suède (voir : European Bulletin on Nationality, http :// www.coe.int).
Belgische nationaliteit verliezen (artikel 22, § 1, 1o, Wetboek Belgische nationaliteit).
Dès lors, des voix s’élèvent de plus en plus dans notre pays pour accorder la double nationalité dans ce cas de figure (plusieurs partis ont déjà déposé des propositions de loi à ce sujet à la Chambre et au Sénat).
Er gaan dan ook in ons land steeds meer stemmen op om in dat geval de dubbele nationaliteit toe te laten (verschillende partijen hebben daarover in Kamer en Senaat al wetsvoorstellen ingediend).
La Belgique est toutefois liée en cette matière par la Convention du 6 mai 1963 relative à la réduction des cas de pluralité de nationalités et sur les obligations militaires en cas de pluralité de nationalités. L’article 1er, alinéa 1er, de cette convention prévoit en effet que l’acquisition volontaire d’une nouvelle nationalité entraıˆne automatiquement la perte de l’ancienne nationalité.
Belgie¨ is op dit vlak echter gebonden door het Verdrag van 6 mei 1963 betreffende de vermindering van het aantal gevallen van meervoudige nationaliteit en inzake de militaire dienstplicht in geval van meervoudige nationaliteit. Artikel 1, eerste lid, van dit verdrag bepaalt immers dat als men vrijwillig een nieuwe nationaliteit verkrijgt, men zijn vroegere nationaliteit automatisch verliest.
Il serait donc nécessaire de dénoncer la Convention du 6 mai 1963. Cette action n’envenimerait toutefois pas les relations internationales, vu le nombre restreint de pays (l’Autriche, le Danemark, la France, l’Italie, le Luxembourg, les Pays-Bas et la Norvège) qui ont ratifié le «Chapitre Ier (Diminution du nombre de cas de pluralité de nationalités)» de cette Convention et vu la dénonciation antérieure de celle-ci par l’Allemagne en 2001.
Het zou dus nodig zijn het Verdrag van 6 mei 1963 op te zeggen. Dit zou echter niet tot een verzuring van internationale relaties leiden, gezien het klein aantal staten dat « Hoofdstuk I (Vermindering van het aantal gevallen van meervoudige nationaliteit) » van dit Verdrag heeft geratificeerd (Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Italie¨, Luxemburg, Nederland en Noorwegen), en gezien de eerdere opzegging van dit Verdrag door Duitsland in 2001.
D’autant que le «Chapitre II (Service militaire en cas de pluralité de nationalités)» figure comme Chapitre VII dans la Convention européenne sur la nationalité du 6 novembre 1997.
Zeker aangezien « Hoofdstuk II (Militaire dienstplicht in geval van meervoudige nationaliteit) » wordt hernomen als Hoofdstuk VII in het Europees Verdrag betreffende de Nationaliteit van 6 november 1997.
L’article 15, a), de la Convention du 6 novembre 1997 ne porte pas atteinte à la compétence des E´tats nationaux d’accorder la double nationalité dans ce cas. Cette Convention n’a toutefois pas encore été signée et ratifiée par la Belgique.
Artikel 15, a), van het Verdrag van 6 november 1997 laat de bevoegdheid van de nationale staten onverkort om in dit geval de dubbele nationaliteit toe te laten. Dit Verdrag is echter nog niet door Belgie¨ ondertekend en geratificeerd.
La dénonciation de la Convention du 6 mai 1963 s’impose toujours, étant donné que l’article 26, § 2, a), du Traité du 6 novembre 1997 prévoit qu’il n’est pas dérogé au Traité du 6 mai 1963.
Opzegging van het Verdrag van 6 mei 1963 blijft nodig, aangezien artikel 26, § 2, a), van het Verdrag van 6 november 1997 bepaalt dat geen afbreuk wordt gedaan aan het Verdrag van 6 mei 1963.
1. Envisageriez-vous de dénoncer la Convention du 6 mai 1963 relative à la réduction des cas de pluralité de nationalités et sur les obligations militaires en cas de pluralité de nationalités ?
1. Zou u overwegen om het Verdrag van 6 mei 1963 betreffende de vermindering van het aantal gevallen van meervoudige nationaliteit en inzake de militaire dienstplicht in geval van meervoudige nationaliteit op te zeggen ?
2. Envisagez-vous de signer la Convention européenne sur la nationalité du 6 novembre 1997 ?
2. Overweegt u het Europees Verdrag betreffende de Nationaliteit van 6 november 1997 te ondertekenen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
In de meeste lidstaten van de Europese Unie leidt dit geval echter niet automatisch tot het verlies van de nationaliteit. Dit is onder meer zo in Cyprus, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Malta, Polen, Portugal, Slowakije, Verenigd Koninkrijk en Zweden (zie : European Bulletin on nationality, http :// www.coe.int).
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10881
Cette matière relèverait de la compétence de la ministre de la Justice (Question orale no 1636 de Mme Marie Nagy, Compte rendu intégral, Chambre, 20032004, commission des Relations extérieures, COM 190, p. 17).
Deze materie zou behoren tot de bevoegdheid van de minister van Justitie (Mondelinge vraag nr. 1636 van mevrouw Marie Nagy, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Buitenlandse Betrekkingen, COM 190, blz. 17).
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 412 de M. Alfons Borginon du 22 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 412 van de heer Alfons Borginon van 22 oktober 2004 (N.) :
La ratification de la Convention du 6 novembre 1997 doit s’apprécier dans sa globalité. Cette Convention porte sur différents aspects de la nationalité et la problématique de la perte de la nationalité d’origine en cas d’acquisition d’une nationalité étrangère n’est qu’une des questions qu’elle aborde.
De ratificatie van het Verdrag van 6 november 1997 moet globaal worden bekeken. Dit Verdrag gaat over verschillende aspecten van de nationaliteit en de problematiek van het verlies van de oorspronkelijke nationaliteit bij het verkrijgen van een vreemde nationaliteit is slechts één van de vragen die het aansnijdt.
La signature et la ratification d’une Convention internationale, quel que soit son objet, impliquent préalablement une évaluation de son impact et de ses conséquences sur notre législation nationale.
De ondertekening en ratificatie van een internationaal Verdrag moeten, welke het voorwerp er ook van zij, voorafgaandelijk worden gee¨valueerd inzake de impact ervan en de gevolgen voor onze nationale wetgeving.
Après un examen de la question par mes services, il apparaıˆt que la ratification de cette Convention requiert un certain nombre de modifications substantielles à notre Code de nationalité et ce, indépendamment de la problématique de la perte de la nationalité belge en cas d’acquisition d’une nationalité étrangère :
Na onderzoek van de vraag door mijn diensten, blijkt dat de ratificatie van dit Verdrag een bepaald aantal substantie¨le wijzigingen vereist van ons Wetboek van de Belgische nationaliteit en dit onafhankelijk van de problematiek van het verlies van de Belgische nationaliteit bij het verkrijgen van een vreemde nationaliteit :
— l’obligation de motivation des décisions de naturalisation. Dans la législation belge actuelle, la naturalisation est traditionnellement analysée comme une faveur, une simple possibilité octroyée discrétionnairement et souverainement par la Chambre des représentants.
— de verplichting om de naturalisatiebeslissingen te motiveren. Zoals de Belgische wetgeving thans voorligt, wordt naturalisatie traditioneel aanzien als een gunst, een eenvoudige mogelijkheid die discretionair en soeverein toegekend wordt door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Cette absence de motivation obligatoire des décisions distingue nettement la procédure de naturalisation des autres procédures d’acquisition de la nationalité belge.
Dit ontbreken van de verplichting tot motiveren van de beslissingen onderscheidt duidelijk de naturalisatieprocedure van de andere procedures voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit.
— l’obligation de prévoir un recours contre les décisions de naturalisation. Ceci implique que l’instauration d’un mécanisme de recours de type judiciaire ou administratif qui semble aller à l’encontre du principe de souveraineté des décisions de la Chambre des représentants, en ce qui concerne la naturalisation.
— de verplichting om te voorzien in een beroepsmogelijkheid tegen de naturalisatiebeslissingen. Dit houdt de invoering in van een beroepsmechanisme van het juridische of administratieve type, en dit lijkt in tegenspraak te zijn met het principe van de soevereiniteit van de beslissingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers inzake de naturalisatie.
— l’article 5 de la Convention du 6 novembre 1997 consacre le principe de non-discrimination entre les personnes qui, à leur naissance, sont ressortissants de l’E´tat et ceux qui acquièrent cette nationalité ultérieurement. ` l’heure actuelle, l’article 23 du Code de la natioA nalité distingue actuellement, d’une part, les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d’un auteur belge au
— artikel 5 van het Verdrag van 6 november 1997 verheft het principe van de non-discriminatie tot regel tussen personen die, op het moment van hun geboorte, onderdanen zijn van de Staat en die welke die nationaliteit later verkrijgen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Momenteel onderscheidt artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit enerzijds de Belgen van wie de ouder geen Belg was op de dag van 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10882
jour de leur naissance ainsi que les Belges dits de la troisième génération (enfant né en Belgique d’un(e) auteur(e) Belge né(e) lui(elle)-même en Belgique) et, d’autre part, les autres Belges. En effet, il est prévu un mécanisme de déchéance qui est exclusivement applicable à la première catégorie. Il convient donc de vérifier dans quelle mesure ce système est compatible avec le principe de nondiscrimination énoncé dans la Convention. C’est la raison pour laquelle j’ai demandé une évaluation plus complète des implications de la ratification de la Convention de 1997 dans notre législation afin d’en analyser objectivement ses conséquences sur le plan interne.
hun geboorte, evenals de Belgen van de zogenaamde derde generatie (kind geboren in Belgie¨ uit een Belgische ouder die zelf in Belgie¨ werd geboren) en anderzijds de andere Belgen. Er is inderdaad voorzien in een mechanisme van verlies, dat uitsluitend op de eerste categorie van toepassing is. Er moet dus worden nagezien in welke mate dit systeem verenigbaar is met het principe van nondiscriminatie dat vermeld wordt in het Verdrag. Dat is de reden waarom ik een meer complete evaluatie heb gevraagd van de gevolgen van de ratificatie van het Verdrag van 1997 in onze wetgeving, teneinde de gevolgen op intern niveau objectief te analyseren.
DO 2004200502550
DO 2004200502550
Question no 420 de M. Walter Muls du 27 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Dossiers répressifs fiscaux. ` la suite de ma question orale no 3840, les quesA tions suivantes se posent (Compte rendu intégral, 2004-2005, commission de la Justice, 19 octobre 2004, COM 354, p. 8). 1. Combien de dossiers répressifs fiscaux ont-ils été ouverts auprès des différents parquets en 2001, 2002, 2003 et 2004 ? 2. Dans combien de dossiers des poursuites ontelles été engagées auprès des différents parquets en 2001, 2002, 2003 et 2004 ? 3. Combien de dossiers répressifs fiscaux ont-ils été classés sans suite auprès des différents parquets en 2001, 2002, 2003 et 2004 ? 4. Dans combien de dossiers des réquisitions finales ont-elles été rédigées auprès des différents parquets en 2001, 2002, 2003 et 2004 ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 420 de M. Walter Muls du 27 octobre 2004 (N.) : L’honorable membre voudra bien trouver cidessous les éléments de réponse aux questions posées. Avant d’aborder les tableaux, il convient de prendre connaissance des remarques suivantes : — Les chiffres repris dans les tableaux présentés concernent les affaires enregistrées dans le système informatique par les sections correctionnelles des parquets près les tribunaux de première instance entre le 1er janvier 2001 et le 30 juin 2004. Nous sommes en mesure de fournir des résultats pour tous les parquets à l’exception toutefois de celui d’Eupen étant donné que ce dernier n’enregistre pas, à l’heure actuelle, ses dossiers dans le système informatique REA/TPI.
Vraag nr. 420 van de heer Walter Muls van 27 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Fiscale strafdossiers. In opvolging van mijn mondelinge vraag nr. 3840 rijzen volgende vragen (Integraal Verslag, 2004-2005, commissie voor de Justitie, 19 oktober 2004, COM 354, blz. 8). 1. Hoeveel fiscale strafdossiers werden geopend bij de verschillende parketten in 2001, 2002, 2003 en 2004 ? 2. In hoeveel fiscale strafdossiers werd een vervolging ingesteld bij de verschillende parketten in 2001, 2002, 2003 en 2004 ? 3. Hoeveel fiscale strafdossiers werden geseponeerd bij de verschillende parketten in 2001, 2002, 2003 en 2004 ? 4. In hoeveel fiscale strafdossiers werd een eindvordering opgesteld bij de verschillende parketten in 2001, 2002, 2003 en 2004 ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 420 van de heer Walter Muls van 27 oktober 2004 (N.) : Op de vragen van het geachte lid kan ik volgend antwoord verstrekken. Alvorens over te gaan tot de tabellen moet kennis worden genomen van volgende opmerkingen : — de cijfers in de tabellen betreffen de zaken die tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2004 in het computersysteem zijn geregistreerd door de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg. Er kunnen resultaten worden gegeven voor alle parketter behalve voor dat van Eupen, aangezien op laatstgenoemd parket de dossiers thans niet in het REA/TPI-computersysteem worden geregistreerd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10883
1. La première question porte sur les affaires ouvertes en 2001, 2002, 2003 et 2004. Les questions suivantes portent quant à elles sur les décisions prises au cours de ces années, quelle que soit l’année d’entrée des affaires. Ces décisions pouvant être prises sur des affaires antérieures à l’année 2001, les chiffres fournis en réponse à ces questions ne peuvent par conséquent pas être rapportés aux dossiers sélectionnés pour la première question. De manière à fournir des résultats cohérents et comparables, portant sur la cohorte d’affaires entrées entre le 1er janvier 2001 et le 30 juin 2004, les poursuites exercées par les parquets pour ce groupe de dossiers sont examinées par le biais de l’état d’avancement de ces dossiers à une date récente, à savoir lors de la dernière extraction des données (le 11 juillet 2004). L’état d’avancement des dossiers entrès au cours de la période mentionnée est donc relevé à cette date précise. Pour la question concernant les réquisitoires finaux d’instruction, le tableau donne le nombre de réquisitoires enregistrès parmi la même cohorte de dossiers depuis leur entrée au parquet.
1. De eerste vraag betreft de in 2001, 2002 2003 en 2004 geopende zaken. De volgende vragen hebben betrekking op de in de loop van die jaren genomen beslissingen, ongeacht het instroomjaar van de zaken. Aangezien deze beslissingen kunnen zijn genomen voor zaken van voor 2001, kunnen de in antwoord op die vragen verstrekte cijfers bijgevolg niet in verband worden gebracht met de voor de eerste vraag geselecteerde dossiers. Met het oog op coherente en vergelijkbare resultaten me betrekking tot de cohort zaken binnengekomen tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2004 worden de door de parketten voor deze dossiers ingestelde vervolgingen onderzocht aan de hand van de voortgang van die dossiers op een recente datum, te weten bij de laatste gegevensextractie (11 juli 2004). De voortgang van de tijdens de vermelde periode binnengekomen dossiers wordt dan ook bepaald op die precieze datum. Wat de vraag in verband met de eindvorderingen betreft, in de tabel word het aantal geregistreerde vorderingen in dezelfde cohort dossiers sinds de instroom ervan op het parket weergegeven.
— Le numéro de notice contient un code de prévention donnant une qualification des faits constatés par les autorités verbalisantes. Ce code est composé de deux caractères. En l’occurrence, le code 78 est enregistré pour des faits de « fraude fiscale (contribution, TVA, droits de timbres), trafic de diamants, or et ivoire ».
— Het notitienummer bevat een tenlasteleggingscode met de juridische kwalificatie van de door de verbaliserende autoriteiten vastgestelde feiten. Die code bestaat uit twee cijfers. Zo wordt code 78 geregistreerd voor feiten van « fiscale fraude (belastingen, BTW, zegelrechten), diamant-, goud- en ivoorsmokkel ».
Les parquets précisent dans la majorité des cas la nature des faits au moyen d’une lettre adjointe à ce code. En l’occurrence, la lettre A est enregistrée pour les faits de fraude fiscale (contributions, TVA, droits de timbres). Seuls les dossiers enregistrès sous le code « 78A » ont été retenus dans l’analyse qui suit. Les dossiers pour lesquels le code de prévention n’aurait pas été précisé au moyen de la lettre A ne sont pas retenus.
De parketten geven in de meeste gevallen de aard van de feiten aan door middel van een letter die aan die code wordt toegevoegd. Zo wordt de letter A geregistreerd voor feiten van fiscale fraude (belastingen, btw, zegelrechten) In hiernavolgende analyse zijn enkel de onde code « 78A » geregistreerde dossiers in aanmerking genomen. De dossiers waarvoor de tenlasteleggtngscode niet nader is omschreven via de letter A, zijn niet in aanmerking genomen.
— Le système informatique prévoit la possibilité d’enregistrer une prévention principale et des préventions secondaires. Dans la présente étude, tous les dossiers comprenant le code est « 78A », qu’il s’agisse de la prévention principale de l’affaire ou non, ont été sélectionnés. Il peut s’agir de dossiers dont la prévention principale concerne par exemple le blanchiment (code 27) ou l’abus de confiance (code 20) alors que la fraude fiscale apparaıˆt comme prévention secondaire de l’affaire. Ces dossiers seront sélectionnés dans la présente analyse, pour autant que les préventions secondaires aient été enregistrées dans REA/TPI.
— Het computersysteem biedt de mogelijkheid een voornaamste tenlastelegging en secundaire tenlasteleggingen te registreren. In dit onderzoek zijn alle dossiers met code « 78A » geselecteerd, ongeacht of het al dan niet gaan om de voornaamste tenlastelegging van de zaak. Het kan dossiers betreffen waarvan de voornaamste tenlastelegging bijvoorbeeld betrekking heeft op witwassen (code 27) of op misbruik van vertrouwen (code 20), terwijl fiscale fraude is vermeld als secundaire tenlastelegging van de zaak. Die dossiers worden in deze analyse geselecteerd op voorwaarde dat de secundaire tenlasteleggingen in REA/TPI zijn geregistreerd.
Il faut en effet souligner le fait que les 26 parquets n’encodent pas systématiquement les préventions secondaires dans le système informatisé.
Er moet immers worden beklemtoond dat de 26 parketten niet systematisch de secundaire tenlasteleggingen in het computersysteem coderen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10884
Signalons que, parmi les 2 620 dossiers sélectionnés, 2 584 dossiers, soit près de 98 %, ont été enregistrès avec le code « 78A » (fraude fiscale) pour prévention principale de l’affaire.
Er wordt op gewezen dat van de 2 620 geselecteerde dossiers, 2 584 dossiers, of bijna 98 %, zijn geregistreerd met code « 78A » (fiscale fraude) als voornaamste tenlastelegging van de zaak.
Le tableau (annexe 1) donne un aperçu du flux d’affaires entrées dans chaque arrondissement judiciaire au cours des années 2001, 2002, 2003 et au cours du premier semestre de l’année 2004 (du 1er janvier au 30 juin).
In de tabel (bijlage 1) wordt een overzicht gegeven van de stroom in elk gerechtelijk arrondissement binnengekomen zaken in 2001 2002 en 2003 en in het eerste semester van 2004 (van 1 januari tot 30 juni).
E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (Dienst Parlementaire Vragen).
Le nombre d’affaires (n) entrées par année est ventilé par parquet. Le pourcentage (%) est calculé en colonne, de manière à ce que l’on puisse en déduire la proportion d’affaires par année selon l’arrondissement judiciaire.
Het aantal per jaar binnengekomen zaken (a) wordt uitgesplitst per parket. In een kolom wordt het percentage (%) berekend zodat voor elk gerechtelijk arrondissement het aantal zaken per jaar kan worden bepaald.
Une pratique de traitement spécifique des dossiers en matière de fraude fiscale a été signalée dans le ressort de Gand. Cette pratique, entraıˆnant un double enregistrement des dossiers dans cette matière, a été prise en compte. Les dossiers enregistrès en double ont été extraits de sorte que dans les tableaux qui suivent, chaque dossier n’est compté qu’une fois.
In het rechtsgebied Gent is sprake van een specifieke behandeling van de dossiers inzake fiscale fraude. Met die handelwijze, die leidt tot een dubbele registratie van de dossiers ter zake, is rekening gehouden. De dubbel geregistreerde dossiers zijn eruit gehaald zodat in onderstaande tabellen elk dossier slechts één keer wordt meegeteld.
2. Cette seconde question porte sur le nombre de poursuites engagées au cours des années 2001, 2002, 2003 et 2004. Ainsi que nous l’avons signalé dans l’introduction, il s’agit de décisions intervenues au cours de ces années sur des dossiers qui peuvent être antérieurs à l’année 2001. Répondre strictement à cette question implique de donner des chiffres qui ne peuvent en aucun cas être comparés aux chiffres demandés dans le premier tableau. Pour cette raison, il nous a paru opportun de poursuivre l’étude en la ciblant sur le groupe de dossiers dont il est question dans le premier tableau, à savoir les affaires entrées entre le 1er janvier 2001 et le 30 juin 2004.
2. Deze tweede vraag betreft het aantal in 2001 2002, 2003 en 2004 ingestelde vervolgingen Zoals reeds in de inleiding vermeld, gaat het om beslissingen genomen in de loop van die jaren in verband met dossiers die van voor 2001 kunnen zijn. Strikt op deze vraag antwoorden onderstelt dat cijfers worden gegeven die in geen geval kunnen worden vergeleken met de in de eerste tabel gevraagde cijfers. Daarom leek het nuttig bij het vervolg van het onderzoek te focussen op de dossiers waarvan sprake is in de eerste tabel, te weten de zaken die zijn binnengekomen tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2004.
Le tableau (annexe 2) présente l’état d’avancement au 11 juillet 2004, des affaires entrées au parquet en 2001, 2002, 2003 et durant le premier semestre de 2004. Le nombre d’affaires par état d’avancement est donné par parquet (n). Le pourcentage (%) est calculé en ligne, permettant de déduire par parquet, la proportion d’affaires se retrouvant dans chacun des états d’avancement.
In de tabel (bijlage 2) wordt de voortgang op 11 juli 2004 weergegeven van de zaken die op het parket zijn binnengekomen in 2001, 2002 en 2003 en in het eerste semester van 2004. Het aantal zaken per stand van voortgang wordt per parket (a) weergegeven. In een rij wordt het percentage (%) berekend, waardoor per parket het aantal zaken in elke stand van voortgang kan worden bepaald.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10885
` cette date, chaque dossier se trouve exclusivement A dans l’un des états suivants :
Op die datum is voor elk dossier uitsluitend één van de volgende standen van voortgang toepasselijk :
— En information : Tous les dossiers sont mis en information dès leur entrée au parquet. On retrouve dans cette catégorie tous les dossiers qui sont encore en information à la date d’extraction des données.
— opsporingsonderzoek : alle dossiers bevinden zich vanaf de instroom ervan op het parket in de fase van opsporingsonderzoek. Deze categorie bevat alle dossiers die zich op de datum van de gegevensextractie nog in de opsporingsonderzoeksfase bevinden;
— Classement sans suite : Sont comptabilisés, sous cette catégorie, les dossiers se trouvant dans l’état de « classement sans suite » à la date d’extraction. Le classement sans suite constituant une renonciation provisoire aux poursuites, le dossier peut toujours être rouvert.
— sepot : worden in deze categorie weergegeven de dossiers die zich op de extractiedatum in de sepotfase bevinden. Aangezien het sepot een voorlopige beslissing is om af te zien van vervolging, kan het dossier steeds worden heropend;
— Envoi pour disposition : On trouve sous cette rubrique les dossiers qui à la date d’extraction, ont été transmis pour disposition à un autre parquet ou à une autre instance. Pour autant qu’ils ne reviennent pas vers le parquet expéditeur, les dossiers transmis restent dans cet état pour le parquet initial, et peuvent donc être considérés comme cloˆturés pour ce parquet.
— overzending voor ter beschikking stelling : tot deze rubriek behoren de dossiers die op de extractiedatum ter beschikking zijn gesteld aan een ander parket of aan een andere instantie Zolang de overgezonden dossiers niet worden teruggestuurd naar het parket-verzender, blijver zij in deze stand van voortgang bij het parket van oorsprong, waar zij dan ook als afgesloten worden beschouwd;
— Affaire jointe : Cette rubrique contient les dossiers qui, à la date d’extraction, étaient joints à un autre dossier; les décisions qui y interviennent ensuite sont prises et enregistrées dans l’autre dossier.
— samengevoegde zaak : deze rubriek bevat de dossiers die op de extractiedatum bij een ande dossier waren gevoegd; de beslissingen worden daarna genomen en geregistreerd in het andere dossier;
— Transaction : Dans le système informatique, dès qu’une transaction est proposée dans un dossier, ce dossier n’est plus considéré comme en information mais en transaction. Le paiement de la transaction a pour effet d’éteindre l’action publique. Le dossier reste dans l’état « transaction » mais on peut le considérer comme dossier cloˆturé.
— minnelijke schikking : zodra in een dossier een minnelijke schikking is voorgesteld, wordt het in het computersysteem niet langer beschouwd als een dossier dat zich bevindt in de opsporingsonderzoeksfase, maar wel als een dossier in de fase van minnelijke schikking. Door de betaling van de minnelijke schikking vervalt de strafvordering. Hoewel het dossier dan als afgesloten wordt beschouwd, blijft als stand van voortgang minnelijke schikking behouden;
— Instruction judiciaire : Les dossiers apparaissent sous cette rubrique dès qu’est enregistrée dans le système la date de mise à l’instruction. Les dossiers restent dans cet état « instruction » jusqu’à la date de fixation devant la chambre du conseil pour le règlement de la procédure.
— gerechtelijk onderzoek : de dossiers worden in deze rubriek opgenomen zodra de datum voor instelling van het gerechtelijk onderzoek in het systeem is geregistreerd. De dossiers blijven in de stand van voortgang « gerechtelijk onderzoek » tot de datum van bepaling van een rechtsdag voor de raadkamer met het oog op de regeling van de rechtspleging.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1375
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10886
Sont donc repris sous cette rubrique, tous les dossiers qui, à la date d’extraction, ont été mis à l’instruction sans avoir encore fait l’objet d’une fixation devant la chambre du conseil pour le règlement de la procédure.
Behoren bijgevolg tot deze rubriek, alle dossiers waarvoor op de extractiedatum een gerechtelijk onderzoek is ingesteld zonder dat voor het dossier reeds een rechtsdag voor de raadkamer met het oog op de regeling van de rechtspleging is bepaald;
— Ordonnance chambre du conseil : Les dossiers pour lesquels est encodée une date de fixation devant la chambre du conseil pour le règlement de la procédure sont repris sous cette rubrique. Si l’ordonnance de la chambre du conseil prévoit le renvoi devant le tribunal, les dossiers restent dans cet état jusqu’à la date de première fixation devant le tribunal. En cas de non-lieu, internement ou suspension du prononcé, les dossiers restent dans l’état « ordonnance chambre du conseil » et peuvent être considérés comme des dossiers cloˆturés.
— beschikking raadkamer : de dossiers waarvoor een datum van bepaling van een rechtsdag voor de raadkamer met het oog op de regeling van de rechtspleging is gecodeerd, zijn in deze rubriek opgenomen. Indien de beschikking van de raadkamer voorziet in de verwijzing naar de rechtbank, blijven de dossiers in deze stand tot de datum van de eerste bepaling van een rechtsdag voor de rechtbank. In geval van buitenvervolgingstelling, internering of opschorting van de uitspraak blijven de dossiers in de stand « beschikking raadkamer » en kunnen zij als afgesloten dossiers worden beschouwd.
Apparaissent donc sous cette rubrique les dossiers qui, à la date d’extraction, étaient en attente de fixation devant le tribunal correctionnel à la suite d’une instruction judiciaire, ainsi que les dossiers cloˆturés par un non-lieu, un internement ou une suspension du prononcé.
Behoren bijgevolg tot deze rubriek, de dossiers waarin op de extractiedatum werd gewacht op de bepaling van een rechtsdag voor de correctionele rechtbank als gevolg van een gerechtelijk onderzoek, alsook de dossiers die zijn afgesloten met een buitenvervolgingstelling een internering of een opschorting van de uitspraak;
— Citation directe : La citation directe, assignation à comparaıˆtre devant la juridiction de jugement, suppose l’absence d’instruction préparatoire. La rubrique « citation directe » concerne principalement les citations directes émanant de particuliers, du ministère public ou de Services publics. Les dossiers repris ici n’avaient pas encore fait, au moment de l’extraction des données, l’objet d’une fixation devant le tribunal.
— rechtstreekse dagvaarding : de rechtstreekse dagvaarding, dat is de dagvaarding om voor het vonnisgerecht te verschijnen, onderstelt het ontbreken van een vooronderzoek. De rubriek « rechtstreekse dagvaarding » betreft voornamelijk de rechtstreekse dagvaardingen door particulieren, het openbaar ministerie of federale overheidsdiensten. Op het tijdstip van de gegevensextractie was voor de hier bedoelde dossiers nog geen rechtsdag voor de rechtbank bepaald;
— Fixation : Font partie de cette rubrique les dossiers qui, à la date d’extraction, étaient fixés devant le tribunal. Il s’agit des dossiers qui n’ont pas encore fait l’objet d’un prononcé.
— bepaling van een rechtsdag : maken deel uit van deze rubriek, de dossiers waarvoor op de extractiedatum een rechtsdag voor de rechtbank was bepaald. Het betreft de dossiers waarover nog geen uitspraak is gedaan;
— Jugement et suivants : Tous les dossiers ayant fait l’objet d’un prononcé devant le tribunal correctionnel à la date d’extraction sont repris sous cette rubrique; il peut s’agir également de dossiers pour lesquels il y a appel, opposition, etc.
— vonnis en volgende : alle dossiers waarover op de extractiedatum voor de correctionele rechtbank uitspraak is gedaan, zijn in deze rubriek opgenomen; het kan eveneens dossiers betreffen waarin sprake is van beroep, verzet, enzovoort.
Afin de donner un éclairage plus précis de l’état d’avancement de ces dossiers en fonction du temps écoulé depuis leur entrée, ils ont été ventilés selon leur année d’entrée dans le tableau (annexe 2bis).
Teneinde de voortgang van deze dossiers op grond van de tijd die is verstreken sinds de instroom ervan duidelijker weer te geven, zijn zij in de tabel uitgesplitst volgens het instroomjaar ervan (bijlage 2bis).
Le tableau (annexe 2bis) reprend les dossiers « fraude fiscale » enregistrès dans les parquets, selon leur année d’entrée et leur état d’avancement au 11 juillet 2004 (nombre et pourcentage en colonne). On peut par exemple en déduire qu’à la date du
De tabel (bijlage 2bis) bevat de in de parketter geregistreerde dossiers inzake fiscale fraude volgens het instroomjaar en de voortgang ervan op 11 juli 2004 (aantal en percentage in kolommen). Aan de hand daarvan kan bijvoorbeeld worden afgeleid dat op
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10887
11 juillet 2004, 4,7 % des dossiers de 2002 avaient fait l’objet d’un jugement, pour 1,8 % des dossiers de 2003. De même, 10,8 % des affaires entrées en 2001 étaient en information lors de l’extraction des données (le 11 juillet 2004) mais 50,6 % l’étaient parmi les affaires entrées en 2004.
11 juli 2004 4,7 % van de dossiers van 2002 had geleid tot een vonnis, tegenover 1,8 % van de dossiers van 2003. Tevens bevond 10,8 % van de in 2001 binnengekomen zaken zich in de opsporingsonderzoeksfase op het tijdstip van de gegevensextractie (11 juli 2004), tegenover 50,6 % van de in 2004 binnengekomen zaken.
3. Le tableau (annexe 3) présente, pour les 773 affaires qui ont été classées sans suite (cf. tableau annexe 2), le type de motif qui a prévalu à ce classement sans suite. Ces données sont fournies ici pour l’ensemble des parquets repris dans l’analyse.
3. In de tabel (bijlage 3) wordt voor de 773 geseponeerde zaken (cf. tabel bijlage 2) melding gemaakt van het soort reden dat doorslaggevend was voor dat sepot. Deze gegevens worden hier verstrekt voor alle in de analyse opgenomen parketten.
La loi impose au procureur du Roi l’obligation d’indiquer le motif de sa décision (article 28quater, alinél 1er du Code d’Instruction Criminelle inséré par la loi du 12 mars 1998). Une décision de classement sans suite peut être prise soit pour des motifs de techniques juridiques, soit pour des motifs d’opportunité. Les classements sans suite relevant d’un motif ne se réfèrent pas à l’une de ces deux catégories spécifiques sont regroupés dans la catégorie « autre ».
Krachtens de wet moet de procureur des Konings de reden van zijn beslissing aangeven (artikel 28quater, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998). Een beslissing tot sepot kan worden genomen om rechtstechnische redenen dan wel om opportuniteitsredenen. De sepots om een reden die geen betrekking heeft op éér van beide specifieke categoriee¨n, worden in de categorie « andere » opgenomen.
Les parquets disposent d’une catégorisation affinée des motifs de classement sans suite qui a été formalisée et uniformisée au niveau national suite à la réforme Franchimont. Les différentes rubriques figurent dans l’annexe 1 de la circulaire COL 12/98 du Collège des procureurs généraux concernant l’application de la loi du 12 mars 1998.
De parketten beschikken over een verfijnde categorisering van de redenen voor sepot die als gevolg van de Franchimont-hervorming op nationaal niveau is geformaliseerd er geu¨niformeerd. De verschillende rubrieken zijn weergegeven in bijlage 1 bij circulaire COL 12/98 van het College van procureurs-generaal betreffende de toepassing van de wet van 12 maart 1998.
4. Le tableau (annexe 4) donne, pour chaque parquet, le nombre de réquisitions finales cloˆturant l’instruction qui ont été enregistrès pour les dossiers entrès entre 2001 et 2004 (1er semestre) entre le moment où ces dossiers sont entrès dans les parquets et la date d’extraction des données. Pour ce dernier tableau, l’unité de compte n’est donc plus l’affaire comme précédemment, mais les réquisitions finales du ministère public prises pour les affaires entrées au cours de la période de référence. Ce nombre est présenté selon l’année d’entrée des affaires.
4. In de tabel (bijlage 4) wordt voor elk parket het aantal eindvorderingen weergegeven waarmee het onderzoek is afgesloten en die zijn geregistreerd voor de tussen 2001 en 2004 (eerste semester) binnengekomen dossiers tussen het tijdstip waarop die dossiers in de parketten zijn binnengekomen en de datum van gegevensextractie. Voor deze laatste tabel is de rekeneenheid dan ook niet langer de zaak, maar wel de eindvorderingen van het openbaar ministerie die zijn opgesteld voor de tijdens de referentieperiode binnengekomen zaken. Dit aantal is volgens het instroomjaar van de zaken weergegeven.
Signalons que, outre le parquet d’Eupen, 5 parquets ne figurent pas dans ce tableau. Il s’agit des parquets de Nivelles, Termonde, Verviers, Neufchaˆteau et Marche-en-Famenne. Pour ces 5 parquets, aucun réquisitoire final n’a été enregistré dans le système informatisé en ce qui concerne les affaires entrées au cours de la période de référence.
Er wordt op gewezen dat naast het parket van Eupen 5 parketten niet in die tabel voorkomen Het gaat om de parketten van Nijvel, Dendermonde, Verviers, Neufchaˆteau en Marche-en-Famenne. Voor deze 5 parketten is in het computersysteem geen enkele eindvordering geregistreerd voor de tijdens de referentieperiode binnengekomen zaken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10888
DO 2004200502623
DO 2004200502623
Question no 433 de M. Hagen Goyvaerts du 9 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 433 van de heer Hagen Goyvaerts van 9 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Installation de caméras de surveillance sur le domaine public. — Avis de la Commission de la protection de la vie privée.
Plaatsen van camerabewaking op het openbaar domein. — Adviezen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Les villes et les communes sont de plus en plus nombreuses à vouloir installer des réseaux de caméras de surveillance sur le domaine public afin d’endiguer plus efficacement toutes les formes de criminalité et de nuisances (telles que les délits avec violence, les dégradations volontaires, les vols à l’étalage et les vols à la tire). Avant de pouvoir installer un réseau de caméras de surveillance sur le domaine public, les autorités locales doivent demander un avis préalable à la Commission de la protection de la vie privée.
Steeds meer steden en gemeenten wensen over te gaan tot het plaatsen van netwerken van camerabewaking op het openbaar domein teneinde allerlei vormen van criminaliteit en overlast (zoals gewelddelicten, opzettelijke beschadigingen, winkeldiefstallen en gauwdiefstallen) op een efficie¨ntere manier aan te pakken. Alvorens een lokale overheid kan overgaan tot het plaatsen van een netwerk van cameratoezicht op het openbaar domein dient daartoe een voorafgaandelijk advies te worden ingewonnen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
1. La commission a-t-elle déjà donné des avis aux villes et aux communes en ce qui concerne la surveillance par caméra sur le domaine public ?
1. Werden er tot op heden reeds adviezen verleend door de commissie aan steden en gemeenten aangaande het cameratoezicht op het openbaar domein ?
2. Dans l’affirmative, de quelles villes et communes s’agit-il ?
2. Zo ja, over welke steden en gemeenten gaat het ?
3. Ces avis sont-ils accessibles au public ?
3. Zijn deze adviezen publiek toegankelijk ?
4. Dans l’affirmative, par le biais de quels canaux ou quels services ces informations sont-elles disponibles ?
4. Zo ja, via welke kanalen of diensten is deze informatie beschikbaar ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 433 de M. Hagen Goyvaerts du 9 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 433 van de heer Hagen Goyvaerts van 9 november 2004 (N.) :
1. Dans sa question, l’honorable membre confond les avis de la commission et les déclarations préalables de traitement.
1. In zijn vraag verwart het geachte lid de adviezen van de commissie en de voorafgaandelijke behandelingsverklaringen.
En vertu de l’article 17 de la loi du 8 décembre 1992, les villes et communes qui souhaitent installer une caméra de surveillance sur les lieux publics doivent préalablement en faire la déclaration à la Commission de la protection de la vie privée.
Krachtens artikel 17 van de wet van 8 december 1992 moeten de steden en gemeenten die een bewakingscamera op openbare plaatsen wensen te installeren dit voorafgaand melden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
La déclaration mentionne entre autres le nom et adresse du déclarant, la finalité du traitement de données et les moyens par lesquels les personnes filmées seront informées.
De verklaring vermeldt onder andere de naam en het adres van de aangever, de finaliteit van de gegevensverwerking en de middelen via welke de gefilmde personen zullen worden geı¨nformeerd.
La commission peut exiger ders informations complémentaires.
De commissie kan bijkomende informatie eisen.
En vertu de l’article 18 de la loi précitée du 8 décembre 1992, l’ensemble de ces déclarations sont contenues dans un registre accessible au public, notamment via le site internet de la commission.
Krachtens artikel 18 van voornoemde wet van 8 december 1992 worden al deze verklaringen bijgehouden in een register dat toegankelijk is voor het publiek, met name via de internetsite van de commissie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10889
Ces déclarations ne doivent pas être confondues avec des autorisations : la Commission de la protection de la vie n’a pas de pouvoir d’autoriser ou de refuser l’installation d’une caméra de surveillance. Elle peut juste dénoncer au procureur du Roi les infractions à la loi du 8 décembre 1992 dont elle a connaissance.
Deze verklaringen mogen niet worden verward met de toelatingen : de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is niet bevoegd om de installatie van een bewakingscamera toe te staan of te weigeren. Ze kan alleen bij de procureur des Konings aangifte doen van de schendingen van de wet van 8 december 1992 waarvan ze kennis heeft.
Ces déclarations préalables ne doivent pas non plus être confondues avec les avis données par la Commission de la protection de la vie privée sur la base de l’article 29 de la loi précitée, qui sont des avis de portée générale.
Deze voorafgaandelijke verklaringen moeten evenmin verward worden met de adviezen die de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geeft op basis van artikel 29 van voornoemde wet, want dat zijn adviezen van een algemene reikwijdte.
Pour le surplus, les questions posée par l’honorable membre relève des compétences de la Commission de la protection de la vie privée qui est rattachée à la Chambre depuis le 26 juin 2003.
Daarenboven behoren de vragen die het geachte lid stelt tot de bevoegdheden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, die sedert 26 juni 2003 verbonden is met de Kamer.
Il appartient dès lors à l’honorable membre d’adresser ses questions directement à la commission.
Het geachte lid moet zijn vragen dus rechtstreeks aan de commissie stellen.
DO 2004200502650
DO 2004200502650
Question no 437 de Mme Ingrid Meeus du 16 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 437 van mevrouw Ingrid Meeus van 16 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Suppression des juridictions militaires. — Conseil de guerre.
Afschaffing van de militaire rechtscolleges. — Krijgsraad.
La loi du 10 avril 2003 réglant la suppression des juridictions militaires en temps de paix ainsi que leur maintien en temps de guerre, entrée en vigueur le 1er janvier 2004, soulève les questions suivantes.
Naar aanleiding van de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan in oorlogstijd, dewelke in werking is getreden op 1 januari 2004 rijzen volgende vragen.
1. Quelle est l’incidence de la suppression du Conseil de guerre sur la charge de travail des parquets civils, déjà surchargés ?
1. Wat is de impact van de afschaffing van de Krijgsraad op de werklast van de nu al overbelaste burgerparketten ?
2. a) Combien d’affaires relevant précédemment de la compétence du Conseil de guerre ont été traitées à ce jour ?
2. a) Hoeveel zaken die vroeger een materie van de Krijgsraad waren zijn er tot op heden behandeld ?
b) Quelles infractions concernaient-elles ?
b) Welke misdrijven ?
c) Par quelles juridictions ont-elles été traitées (première instance, assises, etc.) ?
c) Op welk niveau (eerste aanleg, assisen, enzovoort) ?
3. Qu’en est-il du jugement des infractions militaires proprement dites, prévues dans le Code pénal militaire, telles que la désertion, l’insubordination, l’abandon de poste, etc. ?
3. Wat gebeurt er met de specifieke militaire misdrijven zoals gestipuleerd in het militair Strafwetboek zoals desertie, insubordinatie, postverlating, enzovoort ?
4. a) Qui remplace à présent l’auditeur qui constatait auparavant les infractions civiles et militaires lors de missions à l’étranger ?
4. a) Wie vervangt thans de voormalige auditeur voor de vaststelling van misdrijven en militaire vergrijpen bij operaties in het buitenland ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10890
b) Quelle évaluation peut provisoirement être faite de la situation pour la période janvier-novembre 2004 ?
b) Wat zijn de voorlopige ervaringen hiervan voor de periode januari-november 2004 ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 437 de Mme Ingrid Meeus du 16 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 437 van mevrouw Ingrid Meeus van 16 november 2004 (N.) :
1 à 3. L’impact de la suppression des juridictions militaires ne fait pas à ce jour l’objet de statistiques particulières auprès des parquets.
1 tot 3. Er bestaan thans bij de parketten geen bijzondere statistieken inzake de impact van de afschaffing van de militaire rechtscolleges.
4. Il ressort des éléments de réponse recueillis auprès du procureur fédéral que :
4. Uit de elementen van antwoord van de federale procureur blijkt het volgende :
a) Le procureur fédéral est avisé, en vertu de l’article 144quinquies du Code judiciaire, des infractions commises sur le territoire d’un E´tat étranger qui peuvent être poursuivies sur le territoire belge sur la base de l’article 10bis du titre préliminaire du Code d’instruction criminelle.
a) op grond van artikel 144quinquies van het Gerechtelijk Wetboek wordt de federale procureur ingelicht over de misdrijven gepleegd op het grondgebied van een vreemde staat die in Belgie¨ kunnen worden vervolgd op grond van artikel 10bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering.
Ces infractions peuvent être constatées sur place par la police fédérale qui, en fonction de la nature et de la durée de la mission et de l’effectif du contingent, accompagne les unités militaires à ` l’étranger pendant des missions ou exercices. A l’heure actuelle cette présence est prévue pendant les missions au Kosovo et en Afghanistan.
Deze misdrijven kunnen ter plaatse door de federale politie worden vastgesteld die, afhankelijk van de aard en de duur van de opdracht en van de getalsterkte van het contingent, de militaire eenheden vergezelt naar het buitenland tijdens opdrachten of oefeningen. Thans is in deze aanwezigheid voorzien tijdens de opdrachten te Kosovo en Afghanistan.
Par circulaire du Collège des procureurs généraux, il a été recommandé de donner au procureur fédéral la compétence pour les infractions commises à l’étranger à bord des avions militaires et des navires qui doivent être considérés comme le territoire de la Belgique.
Door middel van een circulaire van het College van procureurs-generaal is aanbevolen de federale procureur de bevoegdheid te verlenen voor de misdrijven gepleegd in het buitenland aan boord van militaire vliegtuigen en schepen die als Belgisch grondgebied moeten worden beschouwd.
b) Entre le 1er janvier 2004 et le 15 décembre 2004, 416 dossiers concernant des faits répartis sur 43 pays ont été portés à la connaissance du procureur fédéral.
b) Tussen 1 januari 2004 en 15 december 2004 is de federale procureur op de hoogte gebracht van 416 dossiers betreffende feiten verspreid over 43 landen.
Il n’y a eu qu’un seul cas dans lequel un magistrat fédéral s’est rendu à l’étranger (Kaboul) dans le cadre d’une instruction judiciaire.
In slechts een geval is een federaal magistraat naar het buitenland (Kaboel) gegaan in het kader van een gerechtelijk onderzoek.
— L’expérience montre notamment qu’il aurait été utile de maintenir l’article 24 du code de procédure pénale militaire qui permettait aux autorités judiciaires de renvoyer les faits peu graves aux autorités disciplinaires. Une telle disposition offrait une possibilité de réaction rapide pour les faits commis à l’étranger lorsque le rapatriement immédiat du militaire auprès de son unité en Belgique était impossible.
— De ervaring leert inzonderheid dat het nuttig zou zijn geweest artikel 24 van het militair wetboek van strafvordering te behouden op grond waarvan de gerechtelijke overheden de minder ernstige zaken konden doorverwijzen naar de tuchtoverheden. Een dergelijke bepaling bood de mogelijkheid snel te reageren met betrekking tot in het buitenland gepleegde feiten ingeval de onmiddellijke repatrie¨ring van de militair naar zijn eenheid in Belgie¨ onmogelijk was.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10891
— Des difficultés se présentent en ce qui concerne le respect du délai constitutionnel de 24 heures en matière de détention préventive pour les faits commis dans des pays très éloignés. La possibilité de recourir à des moyens audiovisuels lors de l’interrogatoire, prévue à l’article 16, § 2, de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, nécessite que des moyens supplémentaires y soient consacrés tant en Belgique qu’à l’étranger.
— Er zijn moeilijkheden inzake de naleving van de grondwettelijke termijn van 24 uur inzake de voorlopige hechtenis voor de feiten gepleegd in verafgelegen landen. De mogelijkheid om gebruik te maken van audiovisuele media tijdens de ondervraging, bedoeld in artikel 16, § 2, van de wet van 20 juli 1990 vereist extra middelen, zowel in Belgie¨ als in het buitenland.
DO 2004200502559
DO 2004200502559
Question no 458 de M. Roel Deseyn du 1er décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 458 van de heer Roel Deseyn van 1 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Phishing.
Phishing-probleem.
Le phishing est une tentative d’arnaque par courrier électronique : les escrocs copient le site web d’une banque ou d’un établissement financier, pour ensuite mitrailler l’internet de courriels. Dans ces faux e-mails, dont on pourrait croire qu’ils ont été émis par la banque en question, par exemple, les arnaqueurs demandent au destinataire de visiter le (faux) site web et d’y laisser ses coordonnées, son numéro de compte, son mot de passe et autres codes d’accès. Selon les informations publiées sur le site www.antiphishing.org, le nombre d’agressions de ce genre recensé aux E´tats-Unis est passé de 116 en 2003 à 1 422 durant le premier semestre 2004 (de janvier à juin). Cette tendance se confirme en Belgique aussi.
Bij phishing kopie¨ren criminelen de website van een bank of financie¨le instelling en sturen vervolgens massaal e-mails rond op het internet. In die mail doen ze zich voor als de bank in kwestie en vragen ze de ontvanger om naar de (valse) website te surfen om hun persoonlijke gegevens, rekeningnummer, wachtwoord, toegangscode, door te geven. Volgens de website www.antiphishing.org is het aantal dergelijke aanvallen in de VS gestegen van 116 in 2003 tot 1 422 van januari tot juni 2004. Deze trend zet zich ook door in Belgie¨.
1. a) Combien de plaintes concernant le phishing ont été déposées en septembre et en octobre 2004 ?
1. a) Hoeveel meldingen zijn er binnengekomen in september en (tot nu toe) in oktober 2004 ?
b) Peut-on ventiler ces plaintes selon leur nature précise ?
b) Is er een onderscheid te maken in de aard van deze klachten ?
c) Ou` les plaintes sont-elles enregistrées ?
c) Waar gebeurt de registratie van de klachten ?
2. Un phénomène récent concerne une nouvelle forme de phishing, par laquelle les arnaqueurs maquillent les courriels frauduleux en correspondance interne. Prévoyez-vous des actions visant à sensibiliser les banques au problème et à les inciter à élaborer un code interne concernant la communication, afin de combattre le phishing ?
2. Recentelijk duikt een nieuwe vorm van phishing op waarbij de frauduleuze mails zich voordoen als interne correspondentie. Plant u acties om banken te sensibiliseren rond het opstellen van een interne code rond communicatie om dit tegen te gaan ?
3. a) Quelles actions avez-vous entreprises, en tenant compte de la très courte durée de vie des sites miroirs (lesquels sont activés durant six jours en moyenne) et donc de la nécessité d’une réaction rapide ?
3. a) Welke acties, die tegemoetkomen aan het feit dat phishing sites gemiddeld slechts zes dagen actief zijn en dus snelle reactie vergen, heeft u ondernomen ?
b) Comment pouvez-vous garantir des interventions rapides ?
b) Hoe kan u snelle interventies garanderen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10892
4. a) Quelles dispositions légales existe-t-il régissant cette matière ?
4. a) Welke wetgeving bestaat hier terzake ?
b) Jugez-vous nécessaire d’adopter une loi antiphishing, à l’instar de ce qu’ont fait les E´tats-Unis ?
b) Acht u het nodig om in navolging van de VS een anti-phishing act aan te nemen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 23 février 2005, à la question no 458 de M. Roel Deseyn du 1er décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 23 februari 2005, op de vraag nr. 458 van de heer Roel Deseyn van 1 december 2004 (N.) :
Compte tenu de la réponse formulée par le ministre de l’Emploi à la question no 75 du 27 octobre 2004 (Protection des consommateurs) de l’honorable membre Roel Deseyn, je ne peux fournir des informations complémentaires qu’au sujet de la première question. Pour les autres questions, je me réfère dès lors à la réponse susmentionnée du ministre de l’Emploi (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 56, p. 8831).
Gelet op het antwoord van de minister van Werk op vraag nr. 75 van 27 oktober 2004 (Consumentenzaken) van het geachte lid Roel Deseyn, kan ik enkel wat betreft de eerste vraag bijkomende informatie verschaffen. Voor de andere vragen verwijs ik dan ook naar het eerder vermelde antwoord van de minister van Werk (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 56, blz. 8831).
1. a) Pour la Belgique, le nombre total de plaintes reçues à la FCCU pour l’année 2004 s’élève à 1 256.
1. a) Voor Belgie¨ betreft voor het dienstjaar 2004 het totaal aantal ontvangen meldingen bij de FCCU 1 256.
b) 1 252 de ces plaintes ont été introduites par des citoyens qui ont fait état d’un e-mail qu’ils avaient reçu et dont ils pensaient qu’il s’agissait d’un cas de phishing. Quatre de ces plaintes ont été introduites par des entreprises dont le site internet était dupliqué dans le but de commettre du phishing.
b) 1 252 van deze meldingen kwamen van burgers welke melding gaven van een email die ze hadden ontvangen, en waarvan ze dachten dat het een geval van phishing betrof. Vier van deze meldingen werden ontvangen van bedrijven van wie de website was gedupliceerd met het doel phishing te plegen.
c) L’enregistrement des plaintes se fait auprès du service de police ou du parquet sollicité. Les chiffres précités ont été récoltés par le FCCU.
c) De registratie van de klachten gebeurt bij de ontvangende politiedienst, of het aangesproken parket. De voornoemde cijfers werden verzameld door de FCCU.
DO 2004200502828
DO 2004200502828
Question no 467 de M. Jo Vandeurzen du 7 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 467 van de heer Jo Vandeurzen van 7 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Effectifs dans les prisons.
Personeelsformaties gevangenissen.
Les cadres du personnel des prisons ou` du personnel supplémentaire ou nouveau est nécessaire doivent être peu à peu remplis. Il s’agit entre autre des prisons de Hasselt, d’Anvers et de la nouvelle prison de Hasselt.
Stilaan moeten de personeelsformaties van de gevangenissen, waar extra personeel of nieuw personeel nodig is, ingevuld worden. Het gaat onder meer over de gevangenis in Hasselt, Antwerpen en de nieuwe gevangenis te Hasselt.
Pouvez-vous confirmer que les cadres seront réellement complétés ?
Kan u bevestigen dat men inderdaad in staat zal zijn om deze noodzakelijke kaderinvullingen te realiseren ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10893
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 467 de M. Jo Vandeurzen du 7 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 467 van de heer Jo Vandeurzen van 7 december 2004 (N.) :
En ce qui concerne l’attribution des places vacantes au sein des établissements pénitentiaires, la situation est la suivante.
Wat betreft de invulling van de vacante betrekkingen in de strafinrichtingen ziet de situatie er als volgt uit.
Au sein du cadre de surveillance, toutes les places vacantes du niveau D ont été déclarées ouvertes et à quelques fonctions près, le cadre sera donc rempli.
Binnen het bewakingskader zijn voor alle vacante betrekkingen binnen het niveau D openstellingen gebeurd en op een paar betrekkingen na, zal het kader dan ook ingevuld zijn.
Le nombre limité de postes qui ne seront pas attribués est dû au fait que les réserves de lauréats sont vides ou que les lauréats restants ne sont pas intéressés par les fonctions vacantes.
Een beperkt aantal betrekkingen dat niet ingevuld zal worden, is te wijten aan het feit dat de reserves aan laureaten ofwel leeg zijn ofwel dat de resterende laureaten geen interesse hebben voor de vacante betrekkingen.
En Région flamande, cette situation concerne surtout la prison d’Anvers. Pour un nombre très restreint de fonctions prévues pour la nouvelle prison de Hasselt, il n’y a plus non plus de lauréats disponibles.
Het betreft hier, voor de Vlaamse regio, vooral de betrekkingen in de gevangenis te Antwerpen. Ook voor een erg beperkt aantal betrekkingen voorzien voor de nieuwe gevangenis te Hasselt zijn er geen laureaten meer beschikbaar.
Nous tenons toutefois à souligner que dans le cadre de l’exécution de l’accord social de 2000, il a déjà été établi que les tableaux de services devaient être élaborés de façon telle qu’un remplissage à 95 % des cadres prévus doit suffire à un fonctionnement normal. Ce remplissage à 95 % est quasiment toujours garanti, hormis quelques écarts temporaires et ponctuels.
Wij wensen er echter op te wijzen dat in het kader van de uitvoering van het sociaal akkoord van 2000 reeds werd vastgelegd dat de diensttabellen op die wijze dienen te worden opgemaakt dat een invulling van de voorziene kaders met 95 % moet volstaan om normaal te kunnen functioneren. Deze invulling aan 95 % is quasi permanent gegarandeerd, tijdelijke en punctuele afwijkingen niet te na gesproken.
Le cadre de surveillance de niveau C comporte environ 55 postes vacants pour lesquels il n’existe plus non plus de réserve. On attend dès lors les résultats de l’examen d’avancement interne pour le passage du niveau D au niveau C (procès-verbal peut-être en juin 2005).
Wat de vacante betrekkingen binnen het bewakingskader van niveau C betreft, zijn er ongeveer 55 betrekkingen vacant. Hiervoor bestaan er evenmin nog reserves. De resultaten van het intern bevorderingsexamen voor overgang van niveau D naar niveau C worden hiervoor afgewacht (proces verbaal wellicht in juni 2005).
En ce qui concerne les fonction dans le cadre technique (niveau D et niveau C), il n’y a plus aucun lauréat disponible. Le nombre de postes vacants est d’environ 190 pour le niveau C.
Wat de betrekkingen in het technisch kader (niveau D en niveau C) betreft zijn er geen laureaten meer beschikbaar. Het aantal vacante betrekkingen bedraagt ongeveer 190 voor niveau C.
Dans la pratique, il ne s’agit que d’une cinquantaine de postes car 140 autres fonctions de ce niveau sont en fait occupées par du personnel de surveillance de niveau D. Des tentatives sont effectuées pour attirer des techniciens d’autres services publics (notamment par la fermeture de restaurants).
In de praktijk betreft het echter slechts een 50-tal betrekkingen vermits 140 andere betrekkingen binnen dat niveau immers ingevuld worden door bewakingspersoneel van niveau D. Er worden pogingen ondernomen om technici vanuit andere overheidsdiensten binnen te halen (ondermeer door het sluiten van restaurants).
Le nombre de postes vacants de directeur de prison s’élève à 3 unités. Ces recrutements sont actuellement en cours.
Het aantal vacante betrekkingen van gevangenisdirecteur bedraagt 3 eenheden. Deze wervingen zijn momenteel lopende.
En ce qui concerne le grade de psychologue, on dénombre une vingtaine de places vacantes. Une sélection sur la base de la réserve générale d’attaché de Selor est en préparation.
Wat de graad van psycholoog betreft zijn er ongeveer twintigtal vacante betrekkingen. Een selectie op basis van de algemene reserve van attaché van Selor is in voorbereiding.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1376
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10894
Pour le grade d’expert financier, les fonctions vacantes sont au nombre de 16. Une sélection sur la base de la réserve générale de Selor pour ce grade est en préparation.
Voor de graad van financieel expert zijn er 16 betrekkingen vacant. Een selectie op basis van de algemene reserve voor deze graad van Selor is in voorbereiding.
Pour le grade d’assistant social, environ 35 postes sont vacants. Les réserves d’autres services publics vont être vérifiées.
Voor de graad van maatschappelijk assistent zijn er ongeveer 35 betrekkingen vacant. Reserves van andere overheidsdiensten worden nagekeken.
Il n’y a plus d’autres réserves disponibles et pour les emplois les plus précaires, on a recours au recrutement d’agents contractuels.
Andere reserves zijn niet meer beschikbaar en voor de meest precaire betrekkingen worden contractuele agenten aangeworven.
Pour le grade d’assistant médical, on dénombre environ 40 places vacantes. Ce secteur connaıˆt un problème structurel. Les réserves existantes contiennent en effet encore un certain nombre de lauréats mais ceux-ci ne réagissent plus. Une nouvelle sélection via Selor est annoncée dont le procès-verbal est attendu pour mai 2005. Pour les emplois vacants les plus précaires, on a recours à des agences d’intérim ou à des contrats d’entreprise.
Voor de graad van paramedicus zijn er ongeveer 40 betrekkingen vacant. Hier stelt zich een structureel probleem binnen de sector. De bestaande reserves bevatten immers nog een aantal kandidaten maar de laureaten reageren niet meer. Een nieuwe selectie via Selor is uitgeschreven en het procesverbaal wordt verwacht tegen mei 2005. Voor de meest precaire vacante betrekkingen wordt via interim-bureaus of aannemingscontracten gewerkt.
En ce qui concerne le personnel administratif de niveau C, on dénombre environ 50 fonctions vacantes. Il n’y a plus de lauréat disponible via recrutement. Une procédure d’avancement sera prochainement lancée.
Wat het administratief personeel van niveau C betreft zijn er ongeveer 50 betrekkingen vacant. Er zijn geen laureaten meer beschikbaar via werving. Een procedure voor bevordering wordt weldra opgestart.
DO 2004200502839
DO 2004200502839
Question no 470 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 470 van mevrouw Hilde Vautmans van 7 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Lutte contre le travail au noir.
Bestrijding van zwartwerk.
Beaucoup d’indépendants doivent faire face à la concurrence déloyale des travailleurs au noir. Ce travail au noir peut être effectué tant par des salariés qui travaillent en dehors de leurs heures que par des illégaux ou des choˆmeurs. Certains prétendent en outre que certains indépendants à titre complémentaire ne factureraient pas la totalité des services offerts. L’E´tat est donc perdant sur toute la ligne. Il perd les recettes des cotisations patronales et des travailleurs salariés et ne perçoit pas de recettes provenant des impoˆts sur les bénéfices. Enfin, beaucoup de travailleurs au noir perçoivent encore souvent un revenu de remplacement, de sorte que la caisse de l’E´tat effectue des dépenses qui n’ont pas lieu d’être.
Vele zelfstandigen hebben te kampen met oneerlijke concurrentie van zwartwerkers. Dit zwartwerk kan zowel worden uitgevoerd door werknemers die na hun uren een beetje bijklussen als door illegalen of werklozen. Sommigen beweren daarenboven dat een aantal zelfstandigen in bijberoep de volledige dienstverlening zou factureren. De Staat verliest hier viermaal.
Je souhaiterais obtenir les informations suivantes pour la Flandre, Bruxelles et la Wallonie :
Graag had ik voor de jaren 2002, 2003 en 2004 de volgende gegevens opgedeeld voor Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨ verkregen.
1. Combien de fonctionnaires à plein temps sont chargés de la lutte contre le travail au noir ?
1. Hoeveel voltijdse ambtenaren zijn belast met de strijd tegen het zwartwerk ?
2. Combien de controˆles ont été effectués ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Vooreerst verliest de Staat de niet-gederfde werkgevers- en werknemersbijdragen. Tevens ontvangt de Staat geen inkomsten uit de belastingen op de winsten. Ten slotte trekken vele zwartwerkers vaak ook nog een vervangingsinkomen, waardoor de Staatskas uitgaven heeft die normaal niet zouden mogen zijn.
2. Hoeveel controles werden verricht ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10895
3. Combien de procès-verbaux ont été dressés pour le travail au noir ?
3. Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt voor zwartwerk ?
4.Selon les catégories suivantes, combien de personnes ont été prises à travailler au noir : indépendants à titre complémentaire, salariés, fonctionnaires, indépendants, bénéficiaires de revenus de remplacement ou illégaux ?
4. Als men de groep van zwartwerkers mag onderverdelen in verschillende categoriee¨n zoals : zelfstandigen in bijberoep, loontrekkers, ambtenaren, zelfstandigen, trekkers van een vervangingsinkomen of illegalen. Hoeveel mensen van elke categorie werden betrapt op zwartwerk ?
5. Combien d’employeurs ont été verbalisés ?
5. Hoeveel werkgevers werden geverbaliseerd ?
6. Combien d’infractions ont été classées sans suite ? 7. Combien l’amiable ?
d’infractions
à
7. Hoeveel overtredingen kregen hun beslag via minnelijke schikking ?
8. Combien d’infractions ont été renvoyées devant les instances judiciaires ?
8. Hoeveel overtredingen werden doorgestuurd naar de gerechtelijke instanties ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 470 de Mme Hilde Vautmans du 7 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 470 van mevrouw Hilde Vautmans van 7 december 2004 (N.) :
Les questions posées aux points 1 à 5 relèvent de la compétence des services d’inspection du travail compétents en vertu de la loi du 6 juillet 1976.
De gestelde vragen van punt 1 tot 5 behoren tot de bevoegdheid van de, krachtens de wet van 6 juli 1976, bevoegde diensten van de arbeidsinspectie.
En ce qui concerne les questions reprises aux points 6 à 8, les auditorats de travail, n’étant actuellement pas informatisés, ne peuvent donner des statistiques cohérentes. En effet, les différents systèmes d’encodage des données ne conduiraient qu’à des données statistiques nécessairement faussées parce que recueillies diversement; en outre, les services d’inspection ne fonctionnent pas de manière homogène.
Wat betreft de vragen van punt 6 tot 8, kunnen de arbeidsauditoraten, daar ze op heden niet geı¨nformatiseerd zijn, geen coherente statistieken bieden. De verschillende systemen voor gegevensinvoer zouden slechts tot onvermijdelijk vervormde statistieken leiden, omdat deze op verschillende manieren werden ingezameld; bovendien werken de inspectiediensten niet op homogene wijze.
DO 2004200502928
DO 2004200502928
Question no 487 de M. Bart Laeremans du 20 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : ´Etablissements pénitentiaires. — Situation dans les cuisines.
Vraag nr. 487 van de heer Bart Laeremans van 20 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Il me revient que la cuisine de la prison de LouvainCentral avait déjà été déclarée insalubre il y a sept ans par l’inspection de la Santé publique. Les ustensiles de cuisine et autres appareils utilisés sont totalement obsolètes, et j’ai cru pouvoir comprendre que la cuisine ne dispose pas d’un cuisinier diploˆmé.
Ik heb vernomen dat de keuken in de gevangenis van Leuven-Centraal reeds zeven jaar geleden werd afgekeurd door de inspectie van Volksgezondheid. Men werkt er met volkomen verouderd materiaal. Ook heb ik begrepen dat de keuken niet beschikt over een gediplomeerde kok.
1. Ces informations sont-elles exactes, et quels efforts avez-vous déjà faits pour remédier à cette situation ?
1. Klopt deze informatie en welke inspanningen heeft u reeds gedaan om in deze situatie verbetering te brengen ?
2. Pouvez-vous indiquer, pour chacun des établissements pénitentiaires, si la cuisine est conforme aux
2. Kan u voor elk van de penitentiaire instellingen weergeven of de keukens voldoen aan de normen van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
ont
été
réglées
6. Hoeveel overtredingen werden geseponeerd ?
2004
Penitentiaire instellingen. — Toestand keukens.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10896
normes édictées par le département de la Santé publique et si elle dispose ou non de cuisiniers diploˆmés ?
Volksgezondheid en of zij al dan niet beschikken over gediplomeerde koks ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 487 de M. Bart Laeremans du 20 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 487 van de heer Bart Laeremans van 20 december 2004 (N.) :
1. Selon mes informations, la cuisine de la prison de Louvain-Central n’a pas été déclarée impropre à l’usage par le ministère de la Santé publique il y a sept ans. L’établissement est toutefois visité régulièrement par l’Inspection des denrées alimentaires et par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. Diverses adaptations ont été effectuées suite à ces visites.
1. Volgens mijn informatie is de keuken van de gevangenis te Leuven-Centraal zeven jaar geleden niet afgekeurd door het ministerie van Volksgezondheid. Geregeld krijgt de instelling wel het bezoek van Eetwareninspectie en het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen. Er hebben reeds aanpassingen plaatsgevonden ten gevolge van deze bezoeken.
Il est effectivement exact que la cuisine de la prison de Louvain-Central est une vieille cuisine. Sa modernisation est toutefois prévue dans le plan pluriannuel et est planifiée pour 2005. Les plans ont déjà été établis par la Régie des Baˆtiments.
Het is inderdaad wel zo dat de keuken van de gevangenis te Leuven-Centraal verouderd is. De modernisering ervan is evenwel in het meerjarenplan voorzien en is in 2005 gepland. De plannen zijn reeds door de Regie der Gebouwen opgemaakt.
2. Les cuisines des prisons modernes (Andenne, Ittre, Hasselt-Nouveau) répondent évidemment aux normes en vigueur. Tel est également le cas des établissements rénovés tels Nivelles ou Gand.
2. De keukens van de moderne gevangenissen (Andenne, Ittre, Nieuw-Hasselt) beantwoorden natuurlijk aan de geldende normen. Dit is eveneens het geval voor de vernieuwde instellingen, zoals Gent en Nijvel.
La cuisine de la prison d’Anvers a également été rénovée début 2000.
Begin 2000 werd de keuken van de gevangenis te Antwerpen eveneens gemodemiseerd.
Par ailleurs, la rénovation des cuisines de plusieurs établissements (Saint-Gilles, Forest, Everberg, Lantin, Paifve, Audenarde, Ypres, Ruiselede, Turnhout, Louvain Secondaire, Bruges, Jamioulx et, comme déjà précisé, Louvain-Central) a été inscrite dans le plan pluriannuel.
Bovendien is de renovatie van de keukens van een aantal instellingen (Sint-Gillis, Vorst, Everberg, Lantin, Paifve, Oudenaarde, Ieper, Ruiselede, Turnhout, Leuven-Hulp, Brugge, Jamioulx, en zoals reeds gesteld, Leuven-Centraal) in het meerjarenplan gepland.
En principe, les repas sont préparés par des détenus sous la direction d’un assistant technique adjoint (ATA) ou d’un assistant technique (AT). Il s’agit de membres du personnel qui ont présenté un examen spécifique et qui peuvent également suivre des forma` Louvain-Central, tions adaptées complémentaires. A la place d’ATA/AT n’a, à l’heure actuelle, pas pu être remplie. Un examen a toutefois été demandé au Selor.
De maaltijden worden in principe door gedetineerden bereid onder leiding van een adjunct-technisch assistent (ATA) of van een technisch assistent (AT). Het gaat om personeelsleden die een specifiek examen hebben afgelegd en die eveneens bijkomende aangepaste opleiding hebben kunnen volgen. In LeuvenCentraal kon op heden de plaats van ATA/AT nog niet worden ingevuld. Een examen werd aangevraagd aan Selor.
DO 2004200503032
DO 2004200503032
Question no 494 de Mme Annelies Storms du 11 janvier 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 494 van mevrouw Annelies Storms van 11 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Loi du 13 avril 1995 relative aux abus sexuels à l’égard des mineurs d’aˆge. — Augmentation de la charge de travail des parquets.
Wet van 13 april 1995 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen. — Stijging werklast van de parketten.
Les principales formes d’abus sexuel commis sur des mineurs d’aˆge étant sanctionnées de peines criminelles
Ons Strafwetboek straft de belangrijkste vormen van seksueel misbruik van minderjarigen met crimi-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10897
par notre Code pénal, le délai de prescription de l’action publique est de dix ans. Dans la toute grande majorité des cas, ces crimes sont correctionnalisés. Avant l’adoption de la loi du 28 novembre 2000 relative à la protection pénale des mineurs, la correctionnalisation de ces crimes avait pour conséquence que le délai de prescription était ramené à cinq ans. Désormais, l’article 21bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale prévoit que même en cas de correctionnalisation des crimes visés aux articles 372 à 377, 379, 380 et 409 du Code pénal, le délai de prescription de l’action publique reste celui qui est prévu pour un crime.
nele straffen, waarbij de verjaringstermijn van de strafvordering tien jaar bedraagt. De overgrote meerderheid van die misdaden wordt gecorrectionaliseerd. Voordat de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen werd goedgekeurd, had die correctionalisering tot gevolg dat de verjaringstermijn tot vijf jaar werd teruggebracht. Artikel 21bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering bepaalt voortaan dat, zelfs in geval van correctionalisering van misdaden bedoeld in de artikelen 372 tot 377, 379, 380 en 409 van het Strafwetboek, de verjaringstermijn van de strafvordering blijft waarin is voorzien bij een misdaad.
Cette modification combinée avec la modification introduite par la loi du 13 avril 1995 relative aux abus sexuels à l’égard des mineurs, faisant courir la prescription à partir du jour ou` la victime atteint l’aˆge de dix-huit ans, constituait une avancée indispensable pour ces victimes. Concrètement, les mineurs d’aˆge victimes d’abus sexuels peuvent donc déclarer jusqu’au jour de leur 28e anniversaire les crimes visés à l’article 21bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale. Par rapport à la situation d’avant 1995, ces modifications offrent donc nettement plus de possibilités aux victimes.
Deze wijziging samen met de wijziging ingevoerd bij de wet van 13 april 1995 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen, die de verjaring doet ingaan vanaf de dag waarop het slachtoffer de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, was een noodzakelijke vooruitgang voor deze slachtoffers. Seksueel misbruikte minderjarigen kunnen nu concreet tot hun 28e levensjaar aangifte doen van deze misdrijven bedoeld in artikel 21bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering. Deze wijzigingen bieden dus, vergeleken met de situatie voor 1995, heel wat meer mogelijkheden aan deze slachtoffers.
1. Pouvez-vous indiquer pour les différents crimes visés à l’article 21bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale (donc voir les articles 372 à 377, 379, 380 et 409 du Code pénal), depuis 1995 si possible, et sinon pour les cinq dernières années :
1. Kan u van verschillende misdrijven bedoeld in artikel 21bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering (dus zie : artikelen 372 tot 377, 379, 380 en 409 van het Strafwetboek) sinds 1995 indien mogelijk, anders van de jongste vijf jaar, weergeven :
a) le nombre de déclarations annuelles;
a) het aantal aangiften per jaar;
b) pour ces déclarations, le nombre de classements sans suite;
b) het aantal seponeringen van deze aangiften;
c) le nombre de condamnations effectives ayant suivi ces déclarations ?
c) het aantal effectieve veroordelingen gevolgd op deze aangiften ?
2. Pouvez-vous également indiquer dans quelle mesure la modification de la loi en 1995 a entraıˆné une augmentation notable du nombre de déclarations et du nombre de déclarations traitées en comparaison de la période d’avant 1995 ?
2. Kan u ook meedelen in welke mate de wetswijziging van 1995 ertoe heeft geleid dat het aantal aangiften en afhandelingen van deze aangiften opmerkelijk gestegen is in vergelijking met de periode vo´o´r 1995 ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 494 de Mme Annelies Storms du 11 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 494 van mevrouw Annelies Storms van 11 januari 2005 (N.) :
Sur la base des renseignements qui sont à ma disposition, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.
Op basis van de informatie waarover ik beschik, kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10898
1. a) La direction générale judiciaire de la Police fédérale a réalisé en avril 2004 une analyse sur le suivi policier dans le cadre de l’exécution des peines et des mesures en ce qui concerne le cas des auteurs d’infraction(s) à caractère sexuel.
1. a) Wat betreft daders van seksueel misbruik heeft de Algemene Gerechtelijke Directie van de federale politie in april 2004 een analyse uitgevoerd over de politionele opvolging in het kader van de uitvoering van straffen en maatregelen.
(David Lomastro, DGJ de la Police fédérale, Direciton de la lutte contre la criminalité à l’égard des personnes, Service agression, « Le suivi policier dans le cadre de l’exécution des peines et des mesures. Le cas des auteurs d’infraction(s) à caractère sexuel », 6 avril 2004)
(David Lomastro, DGJ van de federale politie, directie Strijd tegen criminaliteit inzake personen, Dienst agressie, « Le suivi policier dans le cadre de l’exécution des peines et des mesures. Le cas des auteurs d’infraction(s) à caractère sexuel », 6 april 2004)
Seules trois infractions sont reprises dans le tableau no 1 ci-dessous. Il s’agit de l’attentat à la pudeur, du viol ainsi que de l’exhibitionnisme.
In de tabel nr. 1 hieronder worden slechts drie misdrijven opgenomen. Het gaat hierbij om aanranding van de eerbaarheid, verkrachting en exhibitionisme.
Tableau 1 — Les faits de mœurs consignés sur procès-verbal par les services de police entre 1996 et 2002 (c’est-à-dire les PV initiaux lors de l’ouverture d’un dossier).
Tabel 1 — De door de politiedienst op procesverbaal aangetekende zedenfeiten tussen 1996 en 2002 (met andere woorden de eerste PV’s bij het openen van een dossier).
Année — Jaar
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
Viol. — Verkrachting .........................
2 002
2 189
1 925
2 012
1 839
1 869
1 886
Attentat à la pudeur. — Aanrading van de eerbaarheid ....................................
2 229
2 395
2 303
2 54
1 906
1 897
1 805
Exhibitionnisme. — Exhibitionisme ...
1 382
1 430
1 256
1 257
1 073
909
1 057
Total. — Totaal ..................................
5 613
6 014
5 484
5 323
4 818
4 675
4 748
Dans le tableau, chaque PV peut couvrir une répétition plus ou moins importante de faits. Par exemple, un seul PV pour viol est rédigé dans le cas d’un enfant abusé pendant plusieurs années par un adulte. Toutefois, les chiffres repris dans ce tableau sont incomplets car ils ne concernent que les plaintes reçues au niveau des services de police. Il existe également la possibilité de déposer une plainte directement au parquet.
In de tabel kan elk PV een min of meer belangrijke herhaling van feiten omvatten. Zo wordt een enkele PV voor verkrachting opgesteld bij een kind dat meerdere jaren door een volwassene werd misbruikt. De cijfers van deze tabel zijn niettemin onvolledig. Ze hebben immers enkel betrekking op klachten die op het niveau van de politiediensten werden ontvangen. Het is tevens zo dat rechtstreeks klacht kan worden ingediend bij het parket.
c) En ce qui concerne le nombre de condamnations, le tableau no 2 ci-dessous reprend le nombre d’individus condamnés pour attentat à la pudeur, viol et pour les infractions relatives à la corruption de la jeunesse et à la prostitution.
c) Wat betreft het aantal veroordelingen, wordt het aantal veroordeelde individuen voor aanranding van de eerbaarheid, verkrachting en misdrijven die betrekking hebben op het bederf van de jeugd en de prostitutie in de tabel nr. 2 hieronder weergegeven.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10899
Tableau 2 — Condamnations selon la nature de l’infraction entre 1993 et 2003 : individus condamnés. Condamnations selon la nature de l’infraction: individus condamnés — Veroordelingsberichten en veroordeelde individuen naar aard van inbreuk (aantal individuen) Pour 1993: CP & LP: N total estimé sur la base de 1994 et 1995 — Voor 1993: SWB en BSW geschat op basis van 1994 en 1995 c/IV.1. Min. Just. — SPC — Point d’appui statistique — c/IV.1. Min. Just. — DSB — Statistisch Steunpunt
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
1.1.4. Attentat à la pudeur (372-373; 376-377). — Aanranding van de eerbaarheid (372-373; 376-377) ..................... A. Attentat à la pudeur sans violence ni menace (372,1372,2). — Aanranding van de eerbaarheid zonder geweld of bedreiging (372,1-372,2) ................................................... B. Attentat à la pudeur avec violence ou menaces (373). — Aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging (373) ................................................................................ 1.1.5. Viol (375-377). — Verkrachting (375-377) .............. A. Viol sur personne majeure (375,3). — Verkrachting op een meerderjarige (375,3) ................................................. B. Viol sur mineur + 16 ans accomplis (375,4). — Verkrachting op een minderjarige boven de volle leeftijd van 16 jaar (375,4) ........................................................... C. Viol sur mineur + 14 ans accomplis et - 16 ans accomplis (375,5). — Verkrachting op een minderjarige boven de volle leeftijd van 14 jaar en beneden de volle leeftijd van 16 jaar (375,5) .................................................................. D. Viol sur enfant - 14 ans accomplis (375,6). — Verkrachting op een kind beneden de volle leeftijd van 14 jaar (375,6) .................................................................. E. Viol sur enfant - 10 ans accomplis (375,7). — Verkrachting op een kind beneden de volle leeftijd van 10 jaar (375,7) .................................................................. 1.6. Crimes et délits contre la morale sexuelle. — Misdaden en wanbedrijven tegen de seksuele moraal ....................... 1.6.1. Crimes et délits relatifs à la débauche et à la prostitution (379-381). — Misdaden en wanbedrijven inzake ontucht en prostitutie (379-381) ....................................... A. Incitation à la débauche, à la corruption ou prostitution d’un mineur, dont l’auteur connaissait l’état de minorité (379). — Opwekking van ontucht, van bederf of prostitutie van een minderjarige, waarvan de staat van minderjarigheid aan de dader bekend is (379) ............................... B. Incitation à la débauche, à la corruption ou prostitution d’un mineur, dont l’auteur par négligence, ignorait l’état de minorité (380). — Opwekking van ontucht, van bederf of prostitutie van een minderjarige, waarvan de staat van minderjarigheid aan de dader niet bekend is ten gevolge van diens nalatigheid (380) .....................................................
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Tabel 2 — Veroordeling volgens de aard van het misdrijf tussen 1993 en 2003 : veroordeelde individuen.
357
394
443
481
571
624
589
558
536
503
542
112
95
101
120
158
140
107
117
100
83
114
251 284
314 337
353 376
384 425
441 481
506 479
505 463
457 457
450 456
429 412
444 467
114
148
129
161
143
160
162
162
149
156
147
41
42
61
58
75
78
85
58
72
52
63
74
91
88
94
120
134
110
104
116
92
122
90
98
146
169
196
187
180
154
164
143
183
15
25
52
92
125
102
105
111
102
80
111
277
372
341
371
355
386
389
385
347
327
402
69
137
156
159
165
192
181
198
194
185
220
16
26
36
27
34
42
35
33
43
36
46
2
1
4
1
1
3
2
1
2
3
4
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10900
Condamnations selon la nature de l’infraction: individus condamnés — Veroordelingsberichten en veroordeelde individuen naar aard van inbreuk (aantal individuen) Pour 1993: CP & LP: N total estimé sur la base de 1994 et 1995 — Voor 1993: SWB en BSW geschat op basis van 1994 en 1995 c/IV.1. Min. Just. — SPC — Point d’appui statistique — c/IV.1. Min. Just. — DSB — Statistisch Steunpunt
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
C. Provocation à la débauche par paroles, gestes ou signes dans un lieu public (380quater, 1). — Aanzetting tot ontucht door woorden, gebaren of tekens in een openbare plaats (380quater, 1) ........................................................ D. Embauchage, entraıˆnement ou détournement en vue de la débauche ou de la prostitution (380bis, 1,1). — Het aanwerven, het meenemen of wegbrengen met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie (380bis, 1,1) ........... E. Tenue d’une maison de débauche ou de prostitution (380bis, 2). — Het houden van een huis van ontucht of prostitutie (380bis, 2) ....................................................... F. Exploitation de débauche ou de prostitution par souteneur (380bis, 3). — Exploitatie van prostitutie door souteneurschap (380bis, 3) ....................................................... G. Exploitation de débauche ou de prostitution sous une forme autre que l’embauchage, entraıˆnement ou détournement, tenu d’une maison ou le fait d’être souteneur (380bis, 4). — Exploitatie van prostitutie op een andere wijze dan door het aanwerven, het meenemen of het wegbrengen, het houden van een huis of door souteneurschap (380bis, 4) . H. Retenir contre son gré une personne, majeure ou mineure dans une maison de débauche ou de prostitution/ contraindre une personne majeure à la débauche ou à la prostitution (380ter). — Een meerder- of minderjarige tegen zijn/haar wil in een huis van ontucht of prostitutie houden/ een meerderjarige tot het plegen van ontucht of prostitutie dwingen (380ter) .............................................................. I. Publicité en matière de débauche ou de prostitution (380quater, 2). — Publiciteit inzake ontucht of prostitutie (380quater, 2) ...................................................................
5
14
21
10
7
7
17
4
1
3
7
12
32
52
65
71
85
85
93
75
85
92
22
37
56
46
48
61
56
45
67
49
61
24
64
52
61
67
84
70
70
89
89
117
3
17
21
37
29
44
27
38
25
20
20
4
11
4
5
2
3
0
1
3
0
3
3
7
5
20
6
16
8
11
11
6
8
Dans ce tableau, un même individu ayant commis des infractions différentes sera repris à différents enddroits. Par exemple, un individu a été condamné pour viol et attentat à la pudeur; il apparaıˆtra dans la ligne qui reprend les condamnations pour viol mais aussi dans la ligne attentat à la pudeur.
Eenzelfde individu die verschillende misdrijven heeft gepleegd, zal op verschillende plaatsen in deze tabel worden opgenomen. Zo werd een individu veroordeeld voor verkrachting en aanranding van de eerbaarheid. Hij zal in de rij van zowel veroordelingen wegens verkrachting als veroordeling wegens aanranding van de eerbaarheid worden opgenomen.
E´tant donné qu’il existe un écart de une, voire plusieurs années entre la plainte et une éventuelle condamnation, il est impossible, sur la base des informations reprises dans les deux tableaux, de
Aangezien er een verschil bestaat van een of meerdere jaren tussen de klacht en een eventuele veroordeling, kan, op basis van de vermelde informatie in beide tabellen, het aantal klachten die tijdens een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10901
déterminer exactement, sur une année donnée, le nombre de plaintes ayant abouti à une condamnation effective. ` l’heure actuelle, les cas de mutilations (artiA cle 409 du Code pénal) ne sont pas encore repris dans la nomenclature.
bepaald jaar op een effectieve veroordeling zijn uitgelopen, niet precies worden bepaald.
2. Une évaluation des lois de 1995 et de quelques instruments connexes est actuellement en cours et devrait donner de plus amples informations en ce qui concerne cette problématique.
2. Een evaluatie van de wetten van 1995 en enkele verwante instrumenten is momenteel aan de gang en zou meer informatie met betrekking tot deze problematiek moeten bieden.
DO 2004200502924
DO 2004200502924
Question no 502 de M. Melchior Wathelet du 17 janvier 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 502 van de heer Melchior Wathelet van 17 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Zones de police locales. — Répartition des nouveaux agents de sécurité.
Lokale politiezones. — Verdeling van de nieuwe veiligheidsbeambten.
Après une formation de 46 jours, 108 agents de sécurité viennent rejoindre les rangs des 50 de leurs collègues déjà en fonction dans le corps de sécurité.
Het veiligheidskorps, dat reeds 50 leden telt, wordt uitgebreid met 108 veiligheidsbeambten die een opleiding van 46 dagen achter de rug hebben.
Ces 108 agents vont être affectés dans plusieurs zones de police locales afin de décharger le personnel de ces zones d’une partie importante du transfert des détenus vers les palais de justice et de la surveillance des audiences.
De 108 beambten zullen in verscheidene lokale politiezones worden ingezet, waar zij grotendeels voor de overbrenging van gedetineerden naar het gerechtshof en hun bewaking tijdens de zittingen zullen instaan. Op die manier wil men het lokale politiepersoneel enigszins ontlasten.
1. Quelle est la répartition actuelle des agents de sécurité par zone de police locale du Royaume ?
1. Hoe zijn de veiligheidsbeambten op dit ogenblik over de lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ?
2. Quelle est la répartition des 108 nouveaux agents de sécurité par zone de police locale du Royaume ?
2. Hoe worden de 108 nieuwe beambten over de lokale politiezones van het Koninkrijk verdeeld ?
3. Quels sont les critères qui ont prévalu pour ces répartitions ?
3. Welke criteria werden/worden bij die verdeling toegepast ?
4. Quel est le nombre de femmes que compte actuellement le corps de sécurité ?
4. Hoeveel vrouwelijke beambten telt het veiligheidskorps op dit ogenblik ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 22 février 2005, à la question no 502 de M. Melchior Wathelet du 17 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 22 februari 2005, op de vraag nr. 502 van de heer Melchior Wathelet van 17 januari 2005 (Fr.) :
Les 50 premiers agents de sécurité ont été répartis comme suit : Andenne : 1 Anvers : 4 Arlon : 1 Basse Meuse : 2 Bruges : 5 Termonde : 4 Dinant : 1
De eerste 50 veiligheidsagenten zijn op volgende wijze verdeeld : Andenne : 1 Antwerpen : 4 Aarlen : 1 Basse Meuse : 2 Brugge : 5 Dendermonde : 4 Dinant : 1
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Op heden zijn de gevallen van verminking (artikel 409 van het Strafwetboek) nog niet in de nomenclatuur opgenomen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1377
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10902
Gand : Hasselt : Hoogstraten/Wortel/Merksplas : Huy : Ypres : Louvain : Malines : Mons : Namur : Nivelles : Audenarde : Thuin : Tongres : Tournai : Tubize : Turnhout : Verviers : Bruxelles/Ixelles : Saint-Gilles Anderlecht :
3 5 0 1 1 3 0 4 2 0 0 3 4 3 0 2 1 0 0
Gent : Hasselt : Hoogstraten/Wortel/Merksplas : Hoei : Ieper : Leuven : Mechelen : Bergen : Namen : Nijvel : Oudenaarde : Thuin : Tongeren : Doornik : Tubeke : Turnhout : Verviers : Brussel/Elsene : Sint-Gillis Anderlecht :
3 5 0 1 1 3 0 4 2 0 0 3 4 3 0 2 1 0 0
2. Les nouveaux 108 agents de sécurité se répartissent comme suit : Andenne : 3 Anvers : 11 Arlon : 1 Basse Meuse : 6 Bruges : 6 Termonde : 1 Dinant : 1 Gand : 5 Hasselt : 2 Hoogstraten/Wortel/Merksplas : 7 Huy : 1 Ypres : 1 Louvain : 3 Malines : 4 Mons : 2 Namur : 5 Nivelles : 3 Audenarde : 3 Thuin : 6 Tongres : 0 Tournai : 1 Tubize : 3 Turnhout : 2 Verviers : 3 Bruxelles/Ixelles : 21 Saint-Gilles Anderlecht : 4
2. De nieuwe 108 veiligheidsagenten zijn op volgende wijze verdeeld : Andenne : 3 Antwerpen : 11 Aarlen : 1 Basse Meuse : 6 Brugge : 6 Dendermonde : 1 Dinant : 1 Gent : 5 Hasselt : 2 Hoogstraten/Wortel/Merksplas : 7 Hoei : 1 Ieper : 1 Leuven : 3 Mechelen : 4 Bergen : 2 Namen : 5 Nijvel : 3 Oudenaarde : 3 Thuin : 6 Tongeren : 0 Doornik : 1 Tubeke : 3 Turnhout : 2 Verviers : 3 Brussel/Elsene : 21 Sint-Gillis/Anderlecht : 4
3. Les agents de sécurité issus de l’armée ont pu choisir leur affectation en fonction de leur classement à l’examen du Selor. Les personnes issues de la mobilité ainsi que de la réserve de recrutement de niveau C ont été répartis en fonction des besoins des différentes zones concernées. Ces besoins ont été déterminés par mes services et l’Intérieur et sont basés notamment sur la charge de travail qui existait pour les services de police avant la création du corps de sécurité. Il était
3. De veiligheidsagenten die uit het leger afkomstig zijn, hebben hun affectatie kunnen kiezen volgens hun rangorde na het examen van Selor. De personen die via mobiliteit of via de wervingsreserve zijn aangeworven, zijn verdeeld naargelang de noden van de verschillende politiezones. Deze noden weden door mijn diensten bepaald in samenspraak met Binnenlandse Zaken en steunen onder andere op de werklast die voor de politiediensten bestond vo´o´r de oprichting van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10903
dès le départ prévu d’affecter une partie de ces nouveaux agents de sécurité aux zones de Bruxelles.
het veiligheidskorps. Het was vanaf het begin voorzien dat een deel van de nieuwe veiligheidsagenten bij de Brusselse zones geaffecteerd zouden worden.
` l’heure actuelle, le corps de sécurité compte 4. A deux femmes. Suite à l’examen au Selor actuellement en cours pour la zone de Bruxelles, d’autres femmes seront sans doute engagées au sein du corps de sécurité.
4. Het veiligheidskorps telt nu twee vrouwen. Na het examen dat op dit ogenblik bij Selor wordt georganiseerd voor de Brusselse zone zullen andere vrouwen vermoedelijk bij het veiligheidskorps worden aangeworven.
DO 2004200503157
DO 2004200503157
Question no 509 de Mme Jacqueline Galant du 20 janvier 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 509 van mevrouw Jacqueline Galant van 20 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Peines de travail au sein de l’armée.
Werkstraffen in het leger.
Dernièrement, j’ai lu dans la presse que vous envisagiez de signer un protocole d’accord avec le ministre de la Défense, à propos du travail que les condamnés pourraient effectuer dans les casernes.
De kranten maakten onlangs gewag van uw voornemen om een protocolakkoord te sluiten met de minister van Landsverdediging in verband met de werkstraffen die de veroordeelden in de kazernes zouden kunnen volbrengen.
Il apparaıˆt que le protocole de coopération prévoit qu’une personne condamnée par un tribunal à effectuer un certain nombre d’heures de travail va pouvoir effectuer, soit au profit de l’armée, soit au profit de la Protection civile, sa peine, et ce dans les mêmes conditions que cela se fait déjà dans d’autres services publics, des communes ou auprès d’associations sans but lucratif ou de fondations à but social, scientifique ou culturel.
Dit samenwerkingsprotocol blijkt nu te bepalen dat een persoon die veroordeeld werd tot een aantal uren werkstraf, deze hetzij in het leger, hetzij bij de Civiele Bescherming kan volbrengen. In dat geval gelden dezelfde voorwaarden als voor de werkstraffen die bij andere overheidsdiensten, gemeenten of verenigingen zonder winstoogmerk of stichtingen met een maatschappelijk, wetenschappelijk of cultureel doel volbracht worden.
Si l’idée me semble bonne, je m’interroge néanmoins sur les missions qui pourraient être confiées aux condamnés.
Het principe lijkt me lovenswaardig, maar toch stel ik me vragen bij de taken die aan de veroordeelden kunnen worden toevertrouwd.
1. Pourriez-vous préciser les taˆches qui pourraient leur être demandées ?
1. Welke taken zouden hun opgelegd kunnen worden ?
2. Quelles mesures de protection envisagez-vous au sein de l’armée pour suivre ces condamnés ?
2. Onder welke vorm van toezicht zullen deze veroordeelden in het leger geplaatst worden ?
3. A qui reviendra le devoir et le droit d’encadrer les condamnés ?
3. Wie heeft de plicht en het recht om de veroordeelden te begeleiden ?
4. Si des irrégularités sont constatées, comment envisagez-vous de muer la peine infligée ?
4. Volgens welke modaliteiten zal u de strafmaat herzien indien onregelmatigheden worden vastgesteld ?
5. De plus, il apparaıˆt que le condamné pourrait refuser d’accomplir sa peine dans l’armée, et même ailleurs. Sous quel prétexte légitime peut-il refuser et quand pensez-vous que cette mesure puisse entrer en vigueur ?
5. Bovendien zou de veroordeelde blijkbaar kunnen weigeren om zijn straf in het leger — of elders — te volbrengen. Welke gegronde reden kan hij aanvoeren voor zijn weigering ? Wanneer denkt u dat deze maatregel in werking kan treden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 février 2005, à la question no 509 de Mme Jacqueline Galant du 20 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 februari 2005, op de vraag nr. 509 van mevrouw Jacqueline Galant van 20 januari 2005 (Fr.) :
1. La Défense nationale offre une variété intéressante de travaux au sein des casernes militaires : de
1. Defensie biedt een interessante verscheidenheid aan taken in de kazernes : onderhoud van de militaire
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10904
l’entretien des cimetières militaires ou des quartiers (pelouses, parterres, voiries, trottoirs, élagage d’arbres, nettoyage de fosses septiques, etc.) au ponçage et à la réparation de véhicules, en passant par le nettoyage de hangars, la remise en peiture des baˆtiments, ou encore la remise en état de pièces de collection de musée (comme à Beauvechain). S’ajoutent à cela diverses occupations en cuisine.
begraafplaatsen of van de kwartieren (grasvelden, bloemperken, wegen, voetpaden, snoeien van bomen, reinigen van septische tanks, enzovoort), herstellen van voertuigen, schoonmaken van loodsen, opnieuw shcilderen van gebouwen en herstellen van verzamelstukken van musea (zoals te Beauvechain). Daarnaast zijn er nog diverse jobs in de keuken.
2. Des mesures de protection ont été prévues par le protocole d’accord entre la Défense nationale et la Justice, de manière à garantir, d’une part, une surveillance adéquate des prestataires, et, d’autre part, un controˆle des risques inhérents à l’exercice de toute activité.
2. In het protocolakkoord tussen Defensie en Justitie is voorzien in beschermingsmaatregelen zodat een toezicht op de werkgestrafte en een controle over de aan de uitoefening van de activiteiten verbonden risico’s kan worden gewaarborgd.
Durant l’exécution de la peine, le condamné est confié à la surveillance du personnel militaire présent sur place. Comme pour toute peine de travail, le nombre d’heures effectuées est controˆlé via l’emploi d’un formulaire type qui est transmis en fin de prestation à l’assistant de justice.
Gedurende de uitvoering van de straf staat de veroordeelde onder toezicht van het militaire personeel dat ter plaatse aanwezig is. Zoals voor elke werkstraf wordt het aantal gepresteerde uren gecontroleerd door het gebruik van een standaardformulier dat op het einde van de prestatie aan de justitieassistent wordt bezorgd.
Pour des raisons de sécurité au sens large du terme, la Défense nationale détermine quels sont les condamnés à une peine de travail qu’elle ne peut accueillir.
Wegens veiligheidsredenen in de brede zin van het woord, bepaalt Defensie welke werkgestraften niet aan het werk gesteld kunnen worden.
Avant le début d’une prestation, la Défense peut, le cas échéant, mener une enquête de sécurité supplémentaire, et ce pour des raisons de sécurité militaire. Cette enquête vise à s’assurer de la sécurité des locaux qui seront fréquentés par les condamnés.
Vo´o´r het begin van een prestatie kan Defensie desgevallend een bijkomend onderzoek uitvoeren gericht op de militaire veiligheid. Dit onderzoek beoogt de veiligheid te waarborgen in de lokalen waar de veroordeelden vaak zullen zijn.
Avant d’entamer leur prestation, les condamnés seront mis au courant des directives nécessaires concernant l’accès au quartier et la sécurié des installations militaires.
Alvorens de veroordeelden hun prestatie aanvatten, worden zij op de hoogte gebracht van de nodige richtlijnen met betrekking tot de toegang tot het kwartier en de veiligheid van de militaire installaties.
Par ailleurs, certaines taˆches requièrent que les intéressés soient préalablement soumis à un examen médical, à un examen de dépistage, voire à des vaccinations, qui seront organisées par la Défense et à sa charge. Les personnes doivent être informées de l’existence, de l’objet et de la nature des exigences médicales préalablement à leur entrée en fonction. Le ministère de la Défense transmettra à la maison de justice les informations relatives aux taˆches nécessitant ces exigences médicales.
Overigens vereisen sommige taken dat de betrokkenen voorafgaandelijk een medisch of preventief onderzoek ondergaan of zelfs bepaalde vaccinaties ontvangen. Dit wordt georganiseerd door, en valt ten laste van Defensie. De personen moeten, alvorens te starten met de uitvoering van de werkstraf, ingelicht worden betreffende het bestaan, het doel en de aard van deze medische vereisten. De FOD Defensie zal de inlichtingen, betreffende de taken die medische onderzoeken vereisen, bezorgen aan het justitiehuis.
Enfin, les condamnés à une peine de travail sont couverts par un contrat d’assurance conclu par le SPF Justice. Durant l’exécution de sa peine de travail, le prestataire est assuré pourles accidents corporels et en responsabilité civile.
Ten slotte zijn de werkgestraften gedekt door een vezekeringscontract gesloten door de FOD Justitie. Tijdens de uitvoering van de werkstraf is de werkgestrafte verzekerd tegen persoonlijke ongevallen en tegen burgerlijke aansprakelijkheid.
3. Comme le mentionne la Convention « peine de travail » conclue avant le commencement de toute prestation par le prestataire, l’assistant de justice et le
3. Zoals vermeld in de « Overeenkomst werkstraf » die vo´o´r het begin van de prestatie wordt gesloten door de werkgestrafte, de justitieassistent en de plaats
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10905
lieu de prestation, l’exécution des activités aura lieu sous l’autorité et la guidance d’une personne de contact qui aura pour mission d’encadrer le prestataire tout au long de l’exécution de la peine. Dans le cadre du protocole d’accord avec la Défense nationale, ce même fonctionnement est également d’application. L’état des prestations, à savoir le relevé des heures déjà prestées, est établi par le commandant de quartier et transmis par celui-ci chaque semaine au commandant de province. Le relevé des prestations est communiqué à l’assistant de justice une fois l’entièreté de la peine accomplie.
waar de werkstraf wordt uitgevoerd, worden de activiteiten uitgevoerd onder het gezag en de begelieding van een contactpersoon die ermee is belast de werkgestrafte gedurende de uitvoering van de straf te begeleiden. In het kader van het protocolakkoord met Defensie is dezelfde werkwijze van toepassing. De kwartiercommandant stelt de prestatiestaat, te weten het overzicht van de reeds gepresteerde uren, op en bezorgt die wekelijks aan de provinciecommandant. De prestatiestaat wordt aan de justitieassistent bezorgd zodra de straf volledig is bee¨indigd.
4. Lorsqu’il condamne à une peine de travail, le juge prévoit une peine d’emprisonnement ou une amende qui peut être applicable en cas de nonexécution de la peine de travail. En cas d’irrégularités constatées (par exemple absence lors de la prestation, refus d’exécuter le travail prévu, retards répétés, ...), le responsable du lieu de travail en informe immédiatement l’assistant de justice. Celui-ci clarifiera la situation avec le condamné et en informera la commission de probation. La loi du 17 avril 2002 instaurant la peine de travail comme peine autonome, prévoit dans ce cas que la commission de probation convoque le condamné et rédige ensuite un rapport succinct ou motivé en vue de l’application de la peine de substitution. Dans ce cas-ci, le ministère public peut décider de faire exécuter la peine d’emprisonnement ou l’amende prévue dans la décision judiciaire.
4. Ingeval de rechter een werkstraf oplegt, voorziet hij in een gevangenisstraf of in een geldboete die van toepassing kan worden ingeval de werkstraf niet wordt uitgevoerd. In geval van onregelmatigheden (bijvoorbeeld afwezigheid tijdens de prestatie, weigering om het geplande werk uit te voeren, herhaaldelijk te laat komen, ...), brengt de leidinggevende van de plaats waar de werkstraf wordt uitgevoerd de justitieassistent hiervan onverwijld op de hoogte. Laatstgenoemde bespreekt de situatie met de veroordeelde en meldt zulks aan de probatiecommissie. De wet van 17 april 2002 tot invoering van de werkstraf als autonome straf in correctionele zaken en in politiezaken, voorziet in dit geval dat de probatiecommissie de veroordeelde oproept en vervolgens een beknopt of met redenen omkleed verslag opstelt, met het oog op de toepassing van de vervangende straf. In dit geval kan het openbaar minsiterie beslissen de in de rechterlijke beslissing bedoelde gevangenisstraf of geldboete uit te voeren.
5. Le condamné a tout à fait le droit de ne pas souhaiter effectuer sa prestation à l’armée ou ailleurs. Plus précisément, lorsque le condamné est convoqué par l’assistant de justice, le but de la rencontre sera de déterminer avec le condamné l’endroit exact et le contenu concret de la peine dans le respect des éventuelles indications qui ont été données par le juge. L’assistant de justice ne détermine le contenu concret de la peine qu’après avoir préalablement entendu le condamné et tenu compte de ses observations. En effet, afin de donner à la prestation un maximum de chances de réussite, l’assistant de justice tiendra compte, lors de la détermination du travail à accomplir, des capacités tant physiques qu’intellectuelles de la personne et de l’intérêt que celle-ci porte à tel ou tel type d’activité. L’assistant de justice dispose en général de possibilités d’accueil suffisamment larges pour pouvoir désigner un lieu décidé consensuellement avec le condamné.
5. De veroordeelde heeft het recht zijn prestatie niet bij het leger of elders te willen leveren. Ingeval de veroordeelde wordt opgeroepen door de justitieassistent is de ontmoeting meer bepaald erop gericht met de veroordeelde de precieze plaats en de concrete invulling van de straf te bepalen met naleving van de eventuele aanwijzingen die de rechter heeft gegeven. De justitieassistent bepaalt de concrete invulling van de straf pas na voorafgaandelijk de veroordeelde gehoord te hebben en rekening houdend met zijn opmerkingen. Teneinde de prestatie zoveel mogelijk slaagkansen te geven, houdt de justitieassistent bij het bepalen van het te verrichten werk immers rekening met de fysieke en intellectuele capaciteiten van de persoon en met de belangstelling van laatstgenoemde voor een bepaald soort activiteit. De justitieassistent beschikt over het algemeen over voldoende mogelijkheden om een plaats aan te wijzen waarover hij samen met de veroordeelde heeft beslist.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10906
DO 2004200503266
DO 2004200503266
Question no 520 de M. Melchior Wathelet du 1er février 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 520 van de heer Melchior Wathelet van 1 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Recrutement des référendaires près les cours d’appel et les tribunaux de première instance et près la Cour de cassation. — Durée de validité des réserves.
Werving van de referendarissen bij de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en het Hof van Cassatie. — Geldigheidsduur van de reserves.
Il me revient qu’à l’heure actuelle, il reste plus ou moins une trentaine de lauréats du dernier concours de référendaires près les cours d’appel et les tribunaux de première instance organisé par le Conseil supérieur de la Justice (session 2002-2003) qui n’ont pas encore été recrutés.
Naar ik verneem werden een dertigtal geslaagden voor het laatste examen voor referendarissen bij de hoven van beroep en de rechtbanken van eerste aanleg, georganiseerd door de Hoge Raad voor de Justitie (zitting 2002-2003), nog niet in dienst genomen.
Or, la réserve de recrutement n’est valable que jusqu’en avril 2005, la durée de validité du concours étant de trois ans. Ces lauréats s’inquiètent du rapprochement de cette échéance. L’article 285bis, alinéa 2, du Code judiciaire, qui leur est applicable par analogie, permet pourtant au ministre de la Justice de prolonger la durée de validité des réserves de recrutement pour cette fonction pour maximum deux périodes d’un an.
De wervingsreserve is slechts geldig tot april 2005 vermits het examen drie jaar geldig is. De geslaagden maken zich zorgen dat het bijna zover is. Artikel 285bis, 2e lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat naar analogie op hen van toepassing is, bepaalt evenwel dat de minister van Justitie de geldigheidsduur van de wervingsreserves voor dit ambt met maximum twee periodes van één jaar kan verlengen.
Il me paraıˆt que l’engagement de référendaires est l’une des clés permettant de résoudre la question de l’arriéré judiciaire en ce que ces derniers améliorent incontestablement, de manière qualitative et quantitative, le travail des magistrats et la productivité de la juridiction à laquelle ils sont affectés.
Ik meen dat de werving van referendarissen een van de manieren is om de gerechtelijke achterstand weg te werken. Het staat immers buiten kijf dat ze door de kwaliteit en de omvang van hun prestaties het werk van de magistraten en van het rechtscollege waarbij ze zijn aangesteld, wezenlijk verlichten.
Les lauréats du dernier concours pour référendaires à la Cour de cassation se trouvent également dans la même situation. La durée de validité de leur concours est de trois ans selon l’article 259duodecies du Code judiciaire. De plus, l’article 285bis du Code judiciaire ne semble plus être applicable à leur égard.
De geslaagden voor het laatste examen van referendaris bij het Hof van Cassatie bevinden zich in een vergelijkbare situatie. Volgens artikel 259duodecies van het Gerechtelijk Wetboek bedraagt de geldigheidsduur van hun examen drie jaar. Bovendien zou artikel 285bis van het Gerechtelijk Wetboek niet langer op hen van toepassing zijn.
1. Ne pensez-vous pas qu’il serait utile, dans l’immédiat, de prolonger la durée de validité des réserves de recrutement des référendaires près les cours d’appel et les tribunaux de première instance en faisant usage de l’article 285bis, alinéa 2, du Code judiciaire ?
1. Zou het niet interessant zijn de geldigheidsduur van de wervingsreserve van referendarissen bij de hoven van beroep en de rechtbanken van eerste aanleg onmiddellijk te verlengen ? Artikel 285bis, 2e lid, van het Gerechtelijk Wetboek laat zulks immers toe.
2. N’envisagez-vous pas de rendre une telle mesure applicable par analogie à la durée de validité des réserves de recrutement pour la fonction de référendaire à la Cour de cassation ?
2. Kan dit naar analogie ook niet toegepast worden op de geldigheidsduur van de wervingsreserve van referendarissen bij het Hof van Cassatie ?
3. N’estimez-vous pas opportun, vu notamment le caractère onéreux de l’organisation des concours par le Conseil supérieur de la Justice, de procéder à un alignement de la durée de validité des réserves de recrutement, en particulier pour tous les référendaires, sur la durée de validité des réserves de recrutement des lauréats de l’examen d’aptitude professionnelle, lesquels conservent l’avantage de leur réussite pendant
3. De organisatie van examens door de Hoge Raad voor de Justitie is een dure aangelegenheid. Is het daarom niet aangewezen de geldigheidsduur van de wervingsreserves, in het bijzonder van referendarissen, gelijk te schakelen met de geldigheidsduur van de wervingsreserves van de geslaagden voor het examen inzake beroepsbekwaamheid ? Deze laatsten behouden het voordeel van hun uitslag gedurende zeven jaar te
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10907
sept années à compter de la date du procès-verbal de l’examen ?
rekenen van de datum van het proces-verbaal van het examen.
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 février 2005, à la question no 520 de M. Melchior Wathelet du 1er février 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 februari 2005, op de vraag nr. 520 van de heer Melchior Wathelet van 1 februari 2005 (Fr.) :
1. Dans la réserve de recrutement de référendaires près les cours d’appel et près les tribunaux de première instance issue de la session d’examen 2002-2003, il y avait 36 lauréats francophones et 14 néerlandophones. Parmi les francophones, il reste actuellement 25 lauréats dont 15 ont renoncé à entrer en service. Parmi les néerlandophones, il ne reste que deux personnes qui ont renoncé à une nomination.
1. De wervingsreserve voor referendarissen bij de hoven van beroep en de rechtbanken van eerste aanleg, tengevolge van de examenzitting 2002-2003, telde 36 Franstalige en 14 Nederlandstalige laureaten. Onder de Franstalige kandidaten blijven er momenteel nog 25 geslaagden over, waarvan er evenwel 15 reeds verzaakt hebben aan een indiensttreding. Onder de Nederlandstalige kandidaten, blijven er maar 2 personen over, die beiden een benoeming verzaakt hebben.
Cette réserve est valable pendant trois ans à dater du procès-verbal de l’examen, daté du 27 février 2003 pour les francophones et du 19 mars 2003 pour les néerlandophones. L’examen est donc valable jusqu’en février (F) et mars (N) 2006 et non jusqu’en avril 2005.
Deze reserve is drie jaar geldig te rekenen vanaf het proces-verbaal van het examen, gedateerd op 27 februari 2003 voor de Franstalige en op 19 maart 2003 voor de Nederlandstalige. Het examen is dus geldig tot februari (F) en maart (N) 2006, en niet tot april 2005.
L’opportunité de prolonger ces réserves ou d’organiser un nouvel examen sera donc réévaluée en temps utile en fonction des vacances d’emplois.
De opportuniteit van een eventuele verlenging of organisatie van een nieuw examen, zal bijgevolg ter gelegener tijd worden beoordeeld in functie van het aantal vacante betrekkingen.
2. Le dernier concours pour référendaires à la Cour de cassation a été cloˆturé en date du 25 février 2003. La durée de validité de ce concours étant également de trois ans, la réserve de recrutement est donc valable jusqu’en février 2006.
2. Het laatste vergelijkend examen voor referendaris bij het Hof van Cassatie werd afgesloten op 25 februari 2003. De geldigheidsduur van dit vergelijkend examen is drie jaar zodat de wervingsreserve geldig blijft tot februari 2006.
En outre, les dispositions de l’article 259duodecies du Code judiciaire, qui limite notamment la validité du concours pour référendaires à la Cour de cassation à trois ans, ont été prises en s’inspirant en grande partie du statut déjà existant pour les référendaires à la Cour d’arbitrage (articles 35 à 39 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 et la loi ordinaire du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage).
Bovendien werden de bepalingen van het artikel 259duodecies van het Gerechtelijk Wetboek, welke de geldigheidsduur van het vergelijkend examen beperkt tot drie jaar, grotendeels geı¨nspireerd op het bestaand statuut van de referendarissen bij het Arbitragehof (artikel 35 tot 39 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof).
3. La durée de validité des réserves est actuellement de trois ans, éventuellement prolongée de deux périodes d’un an. Cette durée de validité est inspirée de la durée de validité pour des fonctions comparables (cf. ` ce propos, j’attire d’ailleurs l’attention sur le supra). A fait que dans le cadre de la modernisation de la fonction publique, la durée des réserves de recrutement des services publics fédéraux a même été réduite à deux années.
3. De geldigheidsduur van de reserves is momenteel beperkt tot drie jaar, eventueel verlengbaar met twee periodes van een jaar. Deze duurtijd is geı¨nspireerd op de geldigheid van reserves voor vergelijkbare functies (cf. supra). In dit verband wil ik er trouwens op wijzen dat in het kader van de modernisering van het openbaar ambt, de geldigheidsduur van wervingsreserves voor federale overheidsdiensten zelfs tot twee jaar werd teruggebracht.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10908
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2004200503010
DO 2004200503010
Question no 582 de Mme Marleen Govaerts du 3 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 582 van mevrouw Marleen Govaerts van 3 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Bureaux de recettes. — Effectifs. — Montant des impoˆts perçus.
Ontvangkantoren. — Personeelsbezetting. — Bedrag geı¨nde belastingen.
Pouvez-vous communiquer les informations suivantes pour une série de bureaux de recettes :
Kunt u voor een aantal ontvangkantoren volgende gegevens meedelen :
1. l’effectif du personnel;
1. de personeelsbezetting;
2. la population du territoire couvert;
2. de populatie van het gebied dat zij bestrijken;
3. le montant des impoˆts perçus en 2003 ?
3. het bedrag aan belastingen dat geı¨nd werd in het jaar 2003 ?
Les bureaux de recettes pour lesquels j’aimerais disposer de ces informations sont les suivants :
De ontvangstkantoren waarvoor ik deze gegevens zou willen kennen zijn de volgende :
1. Bureau de recettes de Biévène.
1. Ontvangkantoor van Beveren.
2. Bureau de recettes de Kontich.
2. Ontvangkantoor van Kontich.
3. Bureau de recettes de Forest.
3. Ontvangkantoor van Vorst.
4. Bureau de recettes de Jette.
4. Ontvangkantoor van Jette.
5. Bureau de recettes d’Izegem.
5. Ontvangkantoor van Izegem.
6. Bureau de recettes d’Eeklo.
6. Ontvangkantoor van Eeklo.
7. Bureau de recettes de Courcelles.
7. Ontvangkantoor van Courcelles.
8. Bureau de recettes d’Ath.
8. Ontvangkantoor van Aat.
9. Bureau de recettes de Herstal.
9. Ontvangkantoor van Herstal.
10. Bureau de recettes de Genk.
10. Ontvangkantoor van Genk.
11. Bureau de recettes de Bastogne.
11. Ontvangkantoor van Bastenaken.
12. Bureau de recettes de Jodoigne.
12. Ontvangkantoor van Geldenaken.
13. Bureau de recettes de Diest.
13. Ontvangkantoor van Diest.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10909
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 février 2005, à la question no 582 de Mme Marleen Govaerts du 3 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 februari 2005, op de vraag nr. 582 van mevrouw Marleen Govaerts van 3 januari 2005 (N.) :
1. L’effectif du personnel est le suivant pour les bureaux de recettes énumérés :
1. De personeelsbezetting van de opgesomde ontvangkantoren is de volgende :
Bureau de recettes — Ontvangkantoor Biévène. — Beveren ............................ Kontich .............................................. Vorst (nl) ........................................... Forest (fr) ........................................... Total Forest. — Totaal Vorst ............ Jette (nl) ............................................. Jette (fr) ............................................. Total Jette. — Totaal Jette ................ Izegem ................................................ Eeklo .................................................. Courcelles ........................................... Ath. — Aat ........................................ Herstal ............................................... Genk .................................................. Bastogne. — Bastenaken .................... Jodoigne. — Geldenaken .................... Diest ...................................................
Niveau A (1)
Niveau B (2+) 2 — — 1 1 — — — 1 1 2 1 2 1 1 1 2
Niveau C (2) 5 3 1 4 5 4 — 4 1 4 3 4 2 4 3 5 2
(a) unités physiques; (b) tenant compte du régime de travail effectif.
Niveau D (3) 2 3 3 6 9 3 2 5 — 2 4 3 4 2 3 4 4
Niveau D (4) 2 2 — 1 1 1 — 1 5 3 4 7 3 1 3 3 4
Total Totaal (a) — — — — — 1 — 1 — — — — 1 — — 1 —
Total Totaal (b) 11 8 4 12 16 9 2 11 7 10 13 15 12 8 10 14 12
8,9 6,1 4 11,3 15,3 8,6 2 10,6 6,2 9,1 11,4 14 11,8 7,1 8,3 12 11,4
(a) fysieke eenheden; (b) rekening houdende met het daadwerkelijke arbeidsregime.
2. En ce qui concerne les chiffres de la population des communes qui font partie de la circonscription des bureaux de recettes cités je me réfère à mon collègue le ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique qui a l’Institut national des statistiques dans ses compétences. Je tiens toutefois à spécifier que, quelles que soient les conclusions que l’honorable membre voudrait tirer des données obtenues suite à ses questions, on ne peut considérer que le nombre de la population correspond au nombre de redevables.
2. Wat de bevolkingscijfers betreft van de gemeenten die deel uitmaken van het ambtsgebied van de genoemde ontvangkantoren verwijs ik naar mijn collega de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid tot wiens bevoegdheid het Nationaal Instituut voor de statistiek behoort. Ik wens er evenwel op te wijzen dat, ongeacht de conclusies die het geachte lid zou willen trekken uit de synthese van de bekomen gegevens op haar vragen, men niet kan stellen dat het bevolkingsaantal overeenstemt met het aantal belastingschuldigen.
Chacun des bureaux de recettes énuméré est compétent pour une ou plusieurs communes.
Elk van de opgesomde ontvangkantoren is bevoegd voor één of meerdere gemeenten.
Ci-après suit un aperçu des communes pour lesquelles chacun des bureaux visés est compétent :
Hierna volgt een overzicht van de gemeenten waarvoor elk van de beoogde kantoren bevoegd is :
Bureau de recettes de Biévène pour Biévène, SintGillis-Waas et Stekene; Bureau de recettes de Kontich pour Edegem, Hove, Kontich et Lint; Bureau de recettes de Forest pour Forest; Bureau de recettes de Jette pour Jette et Koekelberg; Bureau de recettes d’Izegem pour Ingelmunster, Izegem, Meulebeke, Oostrozebeke
Ontvangkantoor Beveren voor Beveren, Sint-GillisWaas en Stekene; Ontvangkantoor Kontich voor Edegem, Hove, Kontich en Lint; Ontvangkantoor Vorst voor Vorst; Ontvangkantoor Jette voor Jette en Koekelberg; Ontvangkantoor Izegem voor Ingelmunster, Izegem, Meulebeke, Oostrozebeke en Wielsbeke;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1378
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10910
et Wielsbeke; Bureau de recettes d’Eeklo pour Eeklo, Evergem, Kaprijke, Sint-Laureins et Waarschoot; Bureau de recettes de Courcelles pour Chapelle-lezHerlaimont, Courcelles et Pont-à-Celles; Bureau de recettes d’Ath pour Ath, Brugelette, Chièvres, Jurbise, Lens et Silly; Bureau de recettes d’Herstal pour Herstal et Oupeye; Bureau de recettes de Genk pour Genk; Bureau de recettes de Bastogne pour Bastogne, Bertogne, Fauvillers, Martelange, Sainte-Ode, Tenneville et Vaux-sur-Sûre; Bureau de recettes de Jodoigne pour Beauvechain, Chaumont-Gistoux, Gray-Doiceau, Hélécine, Incourt, Jodoigne, Orp-Jauche, Perwez, Ramillies et Walhain et Bureau de recettes de Diest pour Bekkevoort, Diest, Geetbets, Kortenaken, Montaigu-Zichem et Tielt-Winge.
Ontvangkantoor Eeklo voor Eeklo, Evergem, Kaprijke, Sint-Laureins en Waarschoot; Ontvangkantoor Courcelles voor Chapelle-lez-Herlaimont, Courcelles en Pont-à-Celles; Ontvangkantoor Aat voor Aat, Brugelette, Chièvres, Jurbeke, Lens en Opzullik; Ontvangkantoor Herstal voor Herstal en Oupeye; Ontvangkantoor Genk voor Genk; Ontvangkantoor Bastenaken voor Bastenaken, Bertogne, Fauvillers, Martelange, Sainte-Ode, Tenneville en Vaux-sur-Sûre; Ontvangkantoor Geldenaken voor Bevekom, Chaumont-Gistoux, Graven, Hélécine, Incourt, Geldenaken, Orp-Jauche, Perwijs, Ramillies en Walhain en Ontvangkantoor Diest voor Bekkevoort, Diest, Geetbets, Kortenaken, Scherpenheuvel-Zichem en TieltWinge.
3. Enfin les bureaux de recettes cités ont perçu au courant de l’année budgétaire 2003 les montants suivants :
3. Ten slotte hebben de genoemde ontvangkantoren in het begrotingsjaar 2003 de volgende bedragen aan belastingen geı¨nd :
Bureau de recettes — Ontvangkantoor
Impoˆts perçus (en euros) — Geı¨nde belastingen (in euro)
Biévène. — Beveren ............................................................................. Kontich ................................................................................................ Forest. — Vorst ................................................................................... Jette ..................................................................................................... Izegem ................................................................................................. Eeklo ................................................................................................... Courcelles ............................................................................................ Ath. — Aat ......................................................................................... Herstal ................................................................................................ Genk ................................................................................................... Bastogne. — Bastenaken ...................................................................... Jodoigne. — Geldenaken ..................................................................... Diest ....................................................................................................
48 868 863,67 37 036 951,09 60 280 811,23 54 777 769,54 39 745 991,78 42 288 029,18 40 794 130,48 51 519 511,08 55 466 855,20 38 224 274,98 22 437 358,50 67 484 901,88 42 445 624,73
DO 2004200503085
DO 2004200503085
Question no 592 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Prêts d’E´tat à E´tat octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Ma question concerne les prêts d’E´tat à E´tat octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003.
Vraag nr. 592 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
1. Pour quels dossiers des prêts ont-ils été octroyés ?
1. In het kader van welke dossiers werden leningen toegekend ?
2. Pourriez-vous donner par dossier la date de la décision du Conseil des ministres, le montant en cours,
2. Kan u me per dossier de volgende gegevens meedelen : de datum van de beslissing van de Minister-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen van Staat tot Staat. Mijn vraag betreft de leningen van Staat tot Staat die de regering sinds juli 2003 heeft toegekend.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10911
les conditions de prêt, le nom du pays ainsi qu’une courte description du projet ?
raad, het bedrag van de lopende leningen, de voorwaarden waaronder deze leningen werden toegekend evenals de naam van het land en een korte beschrijving van het project ?
3. Quels sont les normes et critères nationaux et internationaux qui ont été utilisés pour évaluer le projet ?
3. Volgens welke nationale en internationale criteria en normen werden de projecten gee¨valueerd ?
4. a) Pour lesquels parmi ces projets une étude d’incidence a-t-elle été réalisée ?
4. a) Voor welke projecten werd een effectenstudie opgesteld ?
b) De quelle manière le gouvernement en a-t-il tenu compte ?
b) In welke mate heeft de regering met deze studies rekening gehouden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 février 2005, à la question no 592 de Mme Zoé Genot du 14 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 25 februari 2005, op de vraag nr. 592 van mevrouw Zoé Genot van 14 januari 2005 (Fr.) :
L’honorable membre voudra trouver ci-après les réponses à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vragen te willen vinden.
1. Depuis le mois de juillet 2003, le gouvernement a marqué son accord sur l’octroi des nouveaux prêts d’E´tat suivants :
1. Sinds juli 2003 heeft de regering haar goedkeuring betuigd voor de toekenning van de volgende nieuwe staatsleningen :
a) Mozambique : 849 800 euros; b) E´quateur : 982 000 euros;
a) Mozambique : 849 800 euro;
c) Ouzbékistan : 8 000 000 euros;
c) Uzbekistan : 8 000 000 euro;
d) Philippines : 6 296 791 euros;
d) De Filipijnen : 6 296 791 euro;
e) Ghana : 1 325 000 euros;
e) Ghana : 1 325 000 euro;
f) Burkina Faso : 2 225 756 euros;
f) Burkina Faso : 2 225 756 euro;
g) République du Congo : 10 300 000 euros;
g) Republiek Congo : 10 300 000 euro;
h) Zambie : 820 000 euros;
h) Zambia : 820 000 euro;
i) Cap Vert : 748 800 euros;
i) Kaapverdie¨ : 748 800 euro;
j) Cameroun : 4 800 000 euros;
j) Kameroen : 4 800 000 euro;
k) Coˆte d’Ivoire : 2 300 000 euros;
k) Ivoorkust : 2 300 000 euro;
l) Algérie : 7 101 984 euros;
l) Algerije : 7 101 984 euro;
m) Sénégal : 826 800 euros.
m) Senegal : 826 800 euro.
2. Les prêts accordés à l’E´quateur et à l’Ouzbékistan ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 3 octobre 2003.
2. De leningen ten gunste van Ecuador en Uzbekistan werden goedgekeurd op de Ministerraad van 3 oktober 2003.
Les prêts accordés aux Philippines et au Mozambique ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 5 décembre 2003.
De leningen ten gunste van De Filipijnen en Mozambique werden goedgekeurd op de Ministerraad van 5 december 2003.
Les prêts accordés au Ghana et au Burkina Faso ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 5 mars 2004.
De leningen ten gunste van Ghana en Burkina Faso werden goedgekeurd op de Ministerraad van 5 maart 2004.
Les prêts accordés à la République du Congo et à la Zambie ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 9 juillet 2004.
De leningen ten gunste van de Republiek Congo en Zambia werden goedgekeurd op de Ministerraad van 9 juli 2004.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
b) Ecuador : 982 000 euro;
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10912
Les prêts accordés au Cap Vert et au Cameroun ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 20 juillet 2004.
De leningen ten gunste van Kaapverdie¨ en Kameroen werden goedgekeurd op de Ministerraad van 20 juli 2004.
Les prêts accordés à la Coˆte d’Ivoire et à l’Algérie ont été approuvés lors du Conseil des ministres du 3 décembre 2004.
De leningen ten gunste van Ivoorkust en Algerije werden goedgekeurd op de Ministerraad van 3 december 2004.
Le prêt accordé au Sénégal a été approuvé lors du Conseil des ministres du 23 décembre 2004.
De lening ten gunste van Senegal werd goedgekeurd op de Ministerraad van 23 december 2004.
Les prêts reçoivent un accord de principe du Conseil des ministres. Les activités devant mener à la signature et au paiement des accords de prêts ne débutent que par la suite et durent plusieurs mois. Certains prêts accordés pour des projets faisant l’objet d’une procédure d’adjudication publique internationale ne sont concrétisés qu’au terme de cette procédure d’adjudication. La procédure de signature inhérente aux accords de prêt pour l’E´quateur, le Ghana, la République du Congo, la Zambie, le Cameroun, la Coˆte d’Ivoire, l’Algérie et le Sénégal n’est pas encore cloˆturée. Ces accords n’ont pas encore fait l’objet d’un paiement.
De leningen krijgen een principie¨le goedkeuring op de Ministerraad. De werkzaamheden die moeten leiden tot de ondertekening en uitbetaling van de leningsakkoorden beginnen pas daarna en nemen meerdere maanden in beslag. Sommige leningen die toegekend worden aan projecten waarvoor een internationale openbare aanbestedingsprocedure loopt concretiseren zich pas na afloop van de aanbestedingsprocedure. Voor de leningsakkoorden ten gunste van Ecuador, Ghana, De Republiek Congo, Zambia, Kameroen, Ivoorkust, Algerije en Senegal is de ondertekeningsprocedure nog niet afgerond. Ze zijn nog niet uitbetaald.
En ce qui concerne le prêt accordé à l’Ouzbékistan, la moitié du montant a été libérée après la signature. Pour ce qui concerne les prêts accordés au Mozambique, aux Philippines, au Burkina Faso et au Cap Vert, les montants octroyés ont été totalement libérés. Ces sommes doivent financer des projets encore en cours d’exécution. Les coûts financés par les prêts d’E´tat sont payés conformément à la procédure de paiement ` ce jour, aucun de ces prêts n’a prévue dans ce cadre. A été totalement liquidé. Tous les prêts d’E´tat ont une durée de 30 ans, en ce inclus une période de graˆce de 10 années. L’intérêt à payer à compter de la onzième année sur le prêt accordé à l’Algérie s’élève à 2 %. Tous les autres prêts approuvés ne portent aucun intérêt.
Voor de lening ten gunste van Uzbekistan werd de helft van het leningsbedrag na de ondertekening gestort. Voor de leningen ten gunste van Mozambique, De Filipijnen, Burkina Faso en Kaapverdie¨ werden de toegekende bedragen volledig gestort. De met deze leningen te financieren projecten bevinden zich nog in hun uitvoeringsfase. De door de staatslening te financieren kosten worden volgens de daarvoor geldende uitbetalingsprocedure betaald. Op dit ogenblik is nog geen enkele van deze leningen volledig uitbetaald.
Les prêts ont été accordés pour financer les projets suivants :
De leningen werden goedgekeurd voor de financiering van de volgende projecten :
a) Mozambique : une sous-station mobile pour la société de distribution de l’électricité du Mozambique;
a) Mozambique : een mobiel onderstation voor de elektriciteitsmaatschappij van Mozambique;
b) E´quateur : une installation de radiocommunications maritimes pour la province des Galapagos;
b) Ecuador : installatie van maritieme radiocommunicatie voor de provincie Galapagos;
c) Ouzbékistan : un équipement multimédia et didactique pour un projet d’enseignement;
c) Uzbekistan : multimedia en didactische uitrusting voor een onderwijsproject;
d) Philippines : des travaux de réparations au métro à Manille;
d) De Filipijnen : herstellingswerken voor de metro in Manila;
e) Ghana : la modernisation des équipements de laboratoire dans plusieurs polycliniques et hoˆpitaux;
e) Ghana : de modernisering van de laboratoriumuitrusting in een aantal poliklinieken en ziekenhuizen;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Al de goedgekeurde staatsleningen hebben een looptijd van 30 jaar, een gratieperiode van 10 jaar inbegrepen. De vanaf het elfde jaar te betalen intrest voor de lening aan Algerije bedraagt 2 %. Alle andere goedgekeurde leningen zijn renteloos.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10913
f) Burkina Faso : l’approvisionnement en eau potable de la ville de Ziniaré;
f) Burkina Faso : de drinkwatervoorziening voor de stad Ziniaré;
g) République du Congo : la construction d’une centrale thermique à Brazzaville;
g) Republiek Congo : de bouw van een thermische centrale in Brazaville;
h) Zambie : l’augmentation de la capacité de la sousstation de Mapepe;
h) Zambia : het verhogen van de capaciteit van het onderstation van Mapepe;
i) Cameroun : la livraison et l’installation de systèmes de sécurité pour le port de Douala;
i) Kameroen : de levering en installatie van veiligheidssystemen voor de haven van Douala;
j) Cap Vert : l’installation de radiocommunications maritimes;
j) Kaapverdie¨ : de installatie van maritieme radiocommunicatie;
k) Coˆte d’Ivoire : la réhabilitation du collecteur des eaux usées de Abobo à Abidjan;
k) Ivoorkust : de rehabilitatie van de afvalwatercollector van Abobo in Abidjan;
l) Algérie : la production et la livraison de 29 bus destinés au transport urbain;
l) Algerije : de productie en levering van 29 bussen voor stedelijk vervoer;
m) Sénégal : l’amélioration des radiocommunications maritimes dans la zone des deux cents miles.
m) Senegal : de verbetering van de maritieme radiocommunicatie in de tweehonderdmijlszone.
3. Une déclaration écrite du gouvernement du pays bénéficiaire doit faire apparaıˆtre que les projets introduits constituent des priorités dans le pays concerné. Les projets approuvés comme aide liée doivent satisfaire aux critères utilisés par le comité consultatif FINEXPO relatifs à la pertinence en matière de développement pour le pays bénéficiaire et à la pertinence économique pour la Belgique. Les projets et les conditions de financement y afférentes doivent également satisfaire aux conditions approuvées dans l’Arrangement du groupe de travail des crédits à l’exportation de l’OCDE.
3. Uit een schriftelijke verklaring van de regering van het begunstigde land dient te blijken dat de ingediende projecten een prioriteit zijn voor het betrokken land. De als gebonden hulp goedgekeurde projecten dienen te beantwoorden aan de door het adviescomité FINEXPO gehanteerde criteria betreffende de ontwikkelingsrelevantie voor het begunstigde land en de economische relevantie voor Belgie¨. De projecten en de gehanteerde financieringsvoorwaarden dienen eveneens te voldoen aan de in het zogenaamde Arrangement van de werkgroep der exportkredieten van de OESO goedgekeurde voorwaarden.
Cela signifie notamment que, pour les pays en voie de développement ordinaires, un élément de don de 35 % au moins doit être respecté alors que ledit élément est de 50 % au moins pour les Pays les Moins Avancés.
Dit betekent onder andere dat voor de gewone ontwikkelingslanden een giftelement van minstens 35 % gerespecteerd dient te worden terwijl dat giftelement voor de zogenaamde Minst Ontwikkelde Landen minstens 50 % dient te bedragen.
Conformément aux règles de l’OCDE, les prêts concessionnels peuvent être uniquement accordés pour des projets commercialement non-viables.
Goedkope leningen mogen volgens die OESO-regels enkel toegekend worden aan commercieel nietleefbare projecten.
En ce qui concerne les prêts accordés au Pays les Moins Avancés (PMA), les accords du comité de l’aide au développement de l’OCDE relatifs au déliement de l’aide au PMA, sont également respectés. Les projets dans les PMA dont la valeur est supérieure à 700 000 Droits de tirage spéciaux (DTS) sont financés sous la forme d’une aide non-liée. Parmi les prêts accordés depuis le mois de juillet 2003, le prêt consenti au Burkina Faso l’a donc été comme un prêt d’E´tat nonlié.
Voor de leningen aan de Minst Ontwikkelde Landen (MOL) worden ook de afspraken van het ontwikkelingscomité van de OESO betreffende de ontbinding van de hulp aan de MOL gerespecteerd. Projecten in MOL waarvan de waarde boven de 700 000 Speciale TrekkingsRechten (STR) ligt worden gefinancierd onder de vorm van niet gebonden hulp. Van de sinds juli 2003 goedgekeurde leningen werd de lening ten gunste van Burkina Faso zodoende als niet gebonden staatslening toegekend.
4. Un rapport sur les effets environnementaux a été réalisé en marge du projet de financement de la centrale thermique de Brazzaville accordé à la République du Congo. Les résultats de l’étude ont été soumis aux membres de FINEXPO et à l’Inspection
4. Voor het project ter financiering van de thermische centrale van Brazaville ten gunste van de Republiek Congo werd een milieueffectenrapport uitgevoerd. De resultaten van de studie werden aan de leden van FINEXPO en de Inspectie van Financie¨n
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10914
des Finances. Il en a été tenu compte dans le cadre de l’approbation du projet.
voorgelegd. Er werd rekening mee gehouden bij de goedkeuring van het project.
DO 2004200503176
DO 2004200503176
Question no 613 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 613 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Faux monnayage de pièces libellées en euros.
Valsemunterij van euromunten.
Selon un communiqué de presse de l’Office européen de lutte antifraude, 74 564 fausses pièces en euros ont été retirées de la circulation dans la zone euro en 2004, essentiellement par les banques centrales nationales. Comparativement, en 2003, 26 191 fausses pièces en euros avaient été retirées de la circulation contre 2 339 fausses pièces en euros en 2002; le nombre de fausses pièces retirées de la circulation évolue donc de manière spectaculaire et inquiétante. Il s’agit essentiellement de pièces de 2 euros.
Uit een persbericht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding blijkt dat er in 2004 in de eurozone 74 564 valse euromuntstukken uit circulatie werden genomen, hoofdzakelijk door de nationale centrale banken. Vergeleken met 2003 waarin er 26 191 valse euromuntstukken uit circulatie werden genomen, en 2002 waarin er 2 339 valse euromuntstukken werden verwijderd, duidt deze spectaculaire stijging op een verontrustende evolutie. Het betreft vooral de muntstukken van 2 euro.
Les pièces de monnaie belges libellées en euros sont très prisées des faux-monnayeurs. La Belgique occupe une peu enviable quatrième place au classement des pièces de monnaie en euros les plus falsifiées.
Ook euromuntstukken met een Belgische beeltenis zijn in trek bij vervalsers. Belgie¨ bekleedt de weinig benijdenswaardige vierde plaats in de rangschikking van meest vervalste euromuntstukken.
Par ailleurs, il est de plus en plus difficile, voire impossible, pour la population de faire la distinction entre les vraies et les fausses pièces de monnaie en euros.
Bijkomend probleem is dat het onderscheid tussen echte en valse euromuntstukken steeds moeilijker te maken is, zoniet onmogelijk voor de bevolking.
1. Connaissez-vous cette étude et existe-t-il des chiffres relatifs au nombre de pièces de monnaie en euros retirées de la circulation en Belgique ?
1. Bent u op de hoogte van deze studie en bestaan er cijfers over het aantal uit circulatie genomen euromuntstukken in Belgie¨ ?
2. Estimez-vous opportun d’informer la population à propos des fausses pièces de monnaie en euros par le biais d’une campagne médiatique ?
2. Vindt u het zinvol om de bevolking voor te lichten over de valse euromuntstukken door middel van een mediacampagne ?
3. a) Quelles initiatives avez-vous prises pour freiner cette évolution inquiétante ?
3. a) Welke initiatieven neemt u om deze verontrustende evolutie af te remmen ?
b) Quelles observations envisagez-vous de faire à l’échelle européenne à cet égard ?
b) Welke opmerkingen overweegt u daaromtrent in Europees verband te maken ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 février 2005, à la question no 613 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 25 februari 2005, op de vraag nr. 613 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2005 (N.) :
La réponse à vos deux premières questions est affirmative.
Het antwoord op uw twee eerste vragen is affirmatief.
1. En Belgique, le Centre National d’analyse des pièces (CNAP) est installé à la Monnaie Royale de Belgique (MRB). Il effectue entre autres l’expertise des fausses pièces de monnaie découvertes en Belgique (cf. loi du 12 mai 2004 relative à la protection contre le faux monnayage, Moniteur belge du 5 juillet 2004).
1. Het Nationaal Analysecentrum voor munten (NACM), gevestigd in de Koninklijke Munt van Belgie¨ (KMB) zorgt onder andere voor de expertise van de in Belgie¨ ontdekte valse muntstukken (cf. wet van 12 mei 2004 : wet betreffende de bescherming tegen valsemunterij, Belgisch Staatsblad van 5 juli 2004).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10915
Chaque pays de l’Union européenne possède un même service appelé Coin National Analysis Centre (CNAC).
Elk land van de Europese Unie heeft een zelfde dienst ook wel Coin National Analysis Centre (CNAC) genoemd.
Au 4 février 2005, le nombre cumulé de pièces analysées par le CNAP s’élève à 2 504 fausses pièces en euros (dont en 2002 : une pièce, en 2003 : 58 pièces, en 2004 : 2 297 pièces et en 2005 : 148 pièces) sur un total de 2,23 milliard de pièces en circulation en Belgique (chiffre décembre 2004).
Op 4 februari 2005 bedroeg het door de NACM geanalyseerd, gecumuleerd aantal 2 504 valse euromunten (waarvan 1 stuk ontvangen in 2002, 58 stukken ontvangen in 2003, 2 297 stukken ontvangen in 2004 en 148 stukken ontvangen in 2005) op een totaal van 2,23 miljard muntstukken in omloop in Belgie¨ (cijfer december 2004).
La répartition des dénominations s’établit comme suit : 148 pièces de 50 cents (en majorité des pièces de face nationale italienne), 1 047 pièces fausses de 1 euro (825 de face nationale allemande, 160 de face nationale française, 41 de face nationale italienne et 21 de face nationale néerlandaise) et 1 309 pièces fausses de 2 euros (938 de face nationale allemande, 137 de face nationale française, 130 de face nationale néerlandaise, 40 de face nationale espagnole, 20 de face nationale italienne, 17 de face nationale autrichienne, 14 de face nationale luxembourgeoise, 12 de face nationale belge et 1 de face nationale irlandaise).
De verdeling volgens de waarde is als volgt : 148 valse stukken van 50 eurocent (hoofdzakelijk stukken met de Italiaanse nationale zijde), 1 047 valse stukken van 1 euro (waarvan 825 met de Duitse nationale zijde, 160 met de Franse nationale zijde, 41 met de Italiaanse nationale zijde en 21 met de Nederlandse nationale zijde) en 1 309 valse stukken van 2 euro (938 met de Duitse nationale zijde, 137 met de Franse nationale zijde, 130 met de Nederlandse nationale zijde, 40 met de Italiaanse nationale zijde, 17 met de Oostenrijkse nationale zijde, 14 met de Luxemburgse nationale zijde, 12 met de Belgische nationale zijde en 1 met de Ierse nationale zijde).
La communication des résultats d’analyse s’effectue conformément au règlement 1338/2001 à l’aide d’un système sécurisé de communication européenne, le Counterfeit Monitoring System (CMS) situé à la Banque Centrale européenne. D’autre part, le Centre Européen Technique et Scientifique (European Technical and Scientific Centre — ETSC) de Pessac (France) s’occupe de la gestion du système interne de classification du CMS.
De communicatie van de analyseresultaten gebeurt conform de verordening 1338/2001 via een beveiligd Europees communicatiesysteem, namelijk het CMS (Counterfeit Monitoring System) van de Europese Centrale Bank. Het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (European Technical and Scientific Centre — ETSC) in Pessac (Frankrijk) zorgt voor het beheer van het classificatiesysteem binnen het CMS.
Les données citées dans l’article de presse du 18 janvier 2005 de l’Office de la Lutte anti-fraude (OLAF) sont surtout celles qui relatent les données statistiques du CMS.
De door u genoemde gegevens zoals voorkomend in het persbericht van Office de la lutte anti-fraude (OLAF) van 18 janvier 2005, zijn op de statistische gegevens van het CMS gebaseerd.
Une face nationale belge sur une fausse pièce ne donne pas d’indication quant à l’origine du faux monnayage.
Het voorkomen van de Belgisch nationale zijde op valse euromunten geeft geen indicatie over de oorsprong van de valsemunterij.
2. Comme vous l’écrivez, il est de plus en plus difficile, sinon impossible pour la population, de faire la distinction entre une vraie et une fausse pièce. Par conséquent, cela ne semble pas très opportun étant donné que pour l’analyse des pièces présumées fausses il faut non seulement une connaissance approfondie des caractéristiques visuelles des pièces authentiques, mais aussi de certaines caractéristiques physiques.
2. Daar het onderscheid tussen valse en echte stukken zoals u zelf schrijft, steeds moeilijker te maken is, zoniet onmogelijk voor de bevolking, lijkt het bijgevolg ook niet erg opportuun aangezien er voor de analyse van de vermoedelijk valse stukken niet alleen een behoorlijke kennis van de visuele kenmerken van authentieke stukken, maar ook van de bepaalde fysische kenmerken, vereist is.
L’éventuelle diffusion de certaines informations concernant certaines formes de faux monnayage doit se faire de manière extrêmement prudente étant donné qu’elles peuvent donner directement et indirectement des idées aux contrefacteurs et à d’autres personnes.
Het eventueel verstrekken van de bepaalde info over bepaalde vormen van valsemunterij dient bovendien ook uiterst voorzichtig te gebeuren aangezien ze ook rechtstreeks of onrechtstreeks de valsemunters en anderen op ideee¨n kan brengen.
Comme mentionné dans la réponse à la question parlementaire numéro 1652 (question de M. de
Verwijzend naar het antwoord op de parlementaire vraag nummer 1652 (vraag van de heer de Donnéa)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10916
Donnéa), une campagne médiatique ne semble pas très indiquée. Il y est d’ailleurs également indiqué qu’il faut rester vigilant dans la lutte contre ce phénomène pour éviter une psychose autour de la fausse monnaie parmi les commerçants et le grand public.
lijkt een mediacampagne ook niet aangewezen. Zoals hier trouwens vermeld wordt, dient men bij het bestrijden van dit fenomeen waakzaam te blijven om het ontstaan van een psychose rond vals geld bij handelaars en het grote publiek te vermijden.
La diffusion de toute information complémentaire relative à cette matière devrait être organisée en concertation avec le Service public fédéral Finances et la Banque Nationale de Belgique (BNB).
Het verstrekken van alle bijkomende informatie over deze materie zou georganiseerd moeten worden in overleg met de Federale Overheidsdienst Financie¨n en de Nationale Bank van Belgie¨ (NNB).
3. a) Les fonctionnaires du laboratoire de la Monnaie Royale de Belgique (MRB) ont déjà pris des initiatives pour la détection « en masse » de fausses pièces afin d’augmenter le retrait de la circulation d’un maximum de fausses ou présumées fausses pièces, notamment par des visites (audits) en commun avec des collaborateurs de la BNB et de la MRB, aux deux grands centres de tri, à savoir le Group 4 Falck et Brinks, où les appareils de tri présents ont été testés quant à leur précision en matière de rejet des monnaies non conformes et, en particulier, de celui des fausses pièces.
3. a) Medewerkers van het lab van de Koninklijke Munt van Belgie¨ (KMB), hebben reeds initiatieven genomen met oog op de « massale » detectie van valse stukken om het uit omloop halen van valse en vermoedelijk valse stukken te verhogen, namelijk door gezamenlijke bezoeken (audits) van medewerkers van de NBB, en van de KMB, aan de twee grote sorteercentra, te weten Group 4 Falck en Brinks, waarbij de aanwezige sorteertoestellen getest werden op hun accuraatheid om nietconforme munten en inzonderheid valse stukken te verwerpen.
Les appareils de tri des cinq succursales locales et de la Caisse Centrale de la BNB (Banque Nationale de Belgique) ont été soumis aux mêmes tests et quand nécessaire réglés correctement.
De sorteertoestellen van de vijf locale zetels en de Centrale Kas van NBB (Nationale Bank van Belgie¨) werden aan dezelfde testen onderworpen en wanneer nodig correct afgeregeld.
Le frein de cette évolution suppose naturellement non seulement le retrait maximum de la circulation de ces pièces à l’aide d’appareils de tri correctement réglés mais aussi le dépistage des faux monnayeurs, de leurs ateliers illégaux de frappe monétaire et des distributeurs de ces fausses monnaies.
Het afremmen van deze evolutie, veronderstelt natuurlijk niet alleen het zo veel mogelijk uit omloop halen van deze stukken met behulp van correct afgeregelde sorteertoestellen, maar ook het opsporen van de valsemunters, hun illegale muntwerkplaatsen en de verdelers van deze valse munten.
En vue du dépistage de ces personnes et des ateliers illégaux de frappe monétaire, la base de données confidentielles du CMS a été développée avec un système de classification bien agencée.
Met het oog op het opsporen van deze personen en de illegale muntwerkplaatsen werd de confidentie¨le database CMS met een welbepaald classificatiesysteem trouwens ontwikkeld.
De plus, il existe en Belgique un important travail de collaboration entre le CNAP et l’Organisation centrale de répression du faux monnayage.
Bovendien bestaat er in Belgie¨ een belangrijke samenwerking tussen het NACM en de Centrale Dienst ter beteugeling van de valsemunterij.
` coˆté des controˆles des appareils de tri précités, le A CNAP a organisé dans un passé récent un total de huit sessions de formation, en particulier quatre sessions destinées à la BNB, en octobre 2004 et quatre sessions adressées aux centres de tri cités ciavant, en janvier 2005.
Naast de genoemde controles van sorteertoestellen, werden er door het NACM in het recente verleden in totaal acht opleidingssessies georganiseerd, namelijk vier voor de NBB in oktober 2004 en vier voor de reeds genoemde sorteercentra in januari 2005.
Durant ces sessions, aussi bien les propriétés des pièces authentiques que celles des principales classes de pièces fausses de 50 eurocents, 1 euro et 2 euros ont été commentées et illustrées à l’aide d’exemples et d’exercices pratiques.
Tijdens deze sessies werden zowel de eigenschappen van authentieke euromunten als die van voornaamste klassen van valse euromunten van 50 eurocent, 1 euro en 2 euro toegelicht en geı¨llustreerd met behulp van voorbeelden en praktische oefeningen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10917
Enfin, il faut aussi faire remarquer que, au mieux les systèmes de détection fonctionnent, au plus la détection de fausses pièces et leur retrait de la circulation augmente.
Er dient hier tot slot nog opgemerkt te worden dat hoe beter de detectiesystemen functioneren, hoe meer valse stukken ontdekt worden en uit circulatie kunnen genomen worden.
Par conséquent, une augmentation de la détection ne signifie donc pas nécessairement une augmentation de la concentration de fausses pièces en circulation.
Bijgevolg betekent een verhoogde detectie dus niet noodzakelijk een verhoogde concentratie van valse stukken in omloop.
3. b) Sur la base de plus de mille données reçues jusqu’à présent par la MRB, nous sommes pratiquement certains que le faux monnayage proprement dit n’a pas lieu en Belgique, mais par contre que la distribution de fausses monnaies en euros est bien possible.
3. b) Op basis van de door de KMB tot nu toe ontvangen duizenden gegevens zijn wij vrijwel zeker dat de eigenlijke valsemunterij van euromunten niet in Belgie¨ plaatsgrijpt, maar de verdeling van valse euromunten daarentegen mogelijk wel.
La MRB a dès lors l’intention de faire remarquer dans le groupe de travail européen compétent des experts en faux monnayage des pièces en euross (c’est-à-dire le CCEG : Counterfeit Coin Expert Group) qu’une analyse de risque, par valeur et par pays, s’impose et que, sur la base de ces données et de celles du CMS et de Europol, une action commune orientée dans le contexte européen soit entreprise.
De KMB heeft de intentie in de bevoegde Europese werkgroep van experts inzake valsemunterij van euromunten (namelijk de CCEG : Counterfeit Coin Expert Group) op te merken dat een risicoanalyse, per waarde en per land, nodig is en dat, op basis van deze gegevens en die van het CMS en Europol, een gerichte gezamenlijke actie in Europees verband zou ondernomen worden.
DO 2004200503187
DO 2004200503187
Question no 615 de M. Luk Van Biesen du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 615 van de heer Luk Van Biesen van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
TVA. — ASBL. — Formation professionnelle. — Concurrence déloyale.
BTW. — VZW. — Beroepsopleiding. — Concurrentievervalsing.
Aux termes de l’article 44, § 2, 4o, du Code de la TVA, « les prestations de services ayant pour objet l’enseignement scolaire ou universitaire, la formation ou le recyclage professionnel ainsi que les prestations de services et les livraisons de biens qui y sont étroitement liées, telles que la fourniture de logement, de nourriture, de boissons et de manuels utilisés pour les besoins de l’enseignement dispensé, effectuées par des organismes qui sont reconnus à ces fins par l’autorité compétente, par des établissements qui sont annexés à de tels organismes ou en dépendent et les prestations de services ayant pour objet des leçons données par des enseignants et portant sur l’enseignement scolaire ou universitaire, la formation ou le recyclage professionnel » sont exemptées de la TVA.
Krachtens artikel 44, § 2, 4o, WBTW zijn vrijgesteld van BTW « Het verstrekken van school- of universitair onderwijs, beroepsopleiding en -herscholing, en het verrichten van de nauw daarmee samenhangende diensten en leveringen van goederen, zoals het verschaffen van logies, spijzen en dranken en van voor het vrijgestelde onderwijs gebruikte handboeken, door instellingen die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend of die aan dergelijke instellingen zijn toegevoegd of ervan afhangen; het geven door leerkrachten van lessen met betrekking tot school- of universitair onderwijs, beroepsopleiding of -herscholing. ».
Certaines ASBL organisent des formations — telles qu’un cours de dégustation de vins, des cours spécifiques d’informatique, un cours destiné à acquérir de la confiance en soi au travail, etc. — qui ne peuvent toutefois être considérées comme une formation
Sommige VZW’s organiseren een reeks van opleidingen die evenwel niet als beroepsopleiding kunnen worden aanzien, zoals een cursus wijnproeven, bepaalde informaticalessen, een cursus assertiviteit op het werk en dergelijke. Deze cursussen worden niet
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1379
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10918
professionnelle dans la mesure ou` elles ne tendent pas vers l’acquisition d’une matière ou l’apprentissage d’un métier. Les ASBL qui organisent de tels cours sont dès lors assujetties à la TVA et doivent y appliquer la TVA belge s’ils sont donnés en Belgique.
Si l’honorable membre vise des cas concrets, l’administration procèdera à une enquête, à condition que les nom et adresse des établissements concernés lui soient communiqués. En toute hypothèse, une attention particulière sera à nouveau demandée aux services de controˆle compétents de mon administration à l’égard de la problématique soulevée par l’honorable membre.
beschouwd als beroepsopleiding gezien zij niet tot doel hebben een vak of een beroep aan te leren. De VZW’s die dergelijke cursussen organiseren zijn dan ook belastingplichtig inzake BTW en moeten de Belgische BTW aanrekenen over deze cursussen voor zover ze in Belgie¨ plaatsvinden. Evenwel stellen wij in de praktijk vast dat vele VZW’s dit echter niet doen en blijven gebruik maken van de bovengenoemde vrijstelling, weliswaar ten onrechte. Dit resulteert in een grondige concurrentievervalsing zodat zij die op een juiste manier de BTW in rekening brengen 21 % duurder worden en voor een aantal opdrachten uit de boot vallen. Diegenen die de wet op een juiste manier toepassen zijn het slachtoffer en verliezen belangrijke contracten hetgeen uiteraard zijn gevolgen heeft op economisch vlak voor deze VZW’s. Welke maatregelen overweegt u te nemen om deze concurrentievervalsing aan te pakken ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 februari 2005, op de vraag nr. 615 van de heer Luk Van Biesen van 24 januari 2005 (N.) : Zoals het geachte lid stelt, kan het ten onrechte toepassen van de vrijstelling beoogd door artikel 44, § 2, 4o, van het BTW-Wetboek leiden tot concurrentieverstoring. Wanneer de administratie vaststelt of ervan in kennis wordt gebracht dat de BTW ten onrechte niet werd aangerekend, zal zij de nodige maatregelen nemen opdat de verschuldigde belasting zal worden afgedragen. Indien het geachte lid concrete gevallen beoogt, zal de administratie, mits haar de naam en het adres vvan de betrokken inrichtingen worden meegedeeld, een onderzoek instellen. Aan de bevoegde controlediensten van mijn administratie zal in ieder geval nog eens bijzondere aandacht worden gevraagd voor de problematiek die door het geachte lid wordt opgeworpen.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Il s’avère toutefois que, dans la pratique, de nombreuses ASBL ne respectent pas cette règle et continuent à bénéficier induˆment de l’exonération précitée. Il en résulte une concurrence déloyale importante de sorte que les ASBL qui facturent correctement la TVA seront 21 % plus chères et resteront sur la touche pour certaines activités. Celles qui respectent la loi en sont victimes et perdent d’importants contrats, ce dont elles subissent bien évidemment les conséquences économiques. Quelles mesures comptez-vous prendre pour lutter contre cette concurrence déloyale ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 février 2005, à la question no 615 de M. Luk Van Biesen du 24 janvier 2005 (N.) : Ainsi que l’honorable membre l’affirme, l’application indue de l’exemption visée par l’article 44, § 2, 4o, du Code de la TVA peut conduire à une distorsion de concurrence. Lorsque l’administration constate ou qu’il est porté à sa connaissance que la TVA n’a pas été portée en compte, à tort, elle prend les mesures nécessaires afin que la taxe due soit versée.
DO 2003200421506
DO 2003200421506
Question no 281 de M. Dirk Claes du 17 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Prévention d’incendie. — Paratonnerres. ` l’heure actuelle, une réglementation oblige A d’installer des paratonnerres dès qu’un baˆtiment
Vraag nr. 281 van de heer Dirk Claes van 17 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Brandpreventie. — Bliksemafleiders. Vandaag blijkt een regelgeving te bestaan die de verplichting oplegt om bliksemafleiders te installeren
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10919
atteint une hauteur déterminée. Cette obligation est évidemment importante dans le cadre de la prévention d’incendie.
zodra een gebouw een bepaalde hoogte heeft. Dit is uiteraard belangrijk in het kader van de brandpreventie.
C’est dans le cadre de la norme NBN 579 (19621985) qu’ont été imposées les directives de bonnes pratiques professionnelles lors de l’installation d’équipement de paratonnerres (cf. l’arrêté royal du 4 avril 1972). Les baˆtiments de plus de 25 mètres de haut dont plus de la moitié de la hauteur dépasse le paysage alentour doivent être pourvus d’une installation de paratonnerre selon la norme NBN 579. Cette norme mentionne uniquement une « Cage de Faraday »; tous les autres « gadgets », comme les paratonnerres radioactifs, étaient illégaux. La législation a ainsi été enfreinte massivement lors du placement de ces dispositifs radioactifs ou autres.
De NBN 579 (1962-1985) was de norm waarin men de richtlijnen van goed vakmanschap bij de aanleg van bliksemafleidersinstallatie oplegde (cf. het koninklijk besluit van 4 april 1972). Gebouwen die hoger zijn dan 25 m, die meer dan de helft van hun hoogte boven de omgeving uitsteken moeten voorzien worden van een bliksemafleidersinstallatie volgens de NBN 579. In deze norm is enkel een « Kooi van Faraday » besproken, alle andere « gadgets » zoals de radioactieve opvangers waren onwettelijk. De wetgeving is aldus door de plaatsing van deze radioactieve of andere tuigen, massaal overtreden.
La norme NBN 579 a été remplacée, en 1985, par la norme NBN C18-100, qui a également acquis force de loi par le biais de l’arrêté royal du 19 décembre 1997. La norme NBN C18-100 ne prévoit, elle non plus, qu’une « Cage de Faraday » (un maillage en fil de cuivre pourvu de diverses mises à la terre) en vue d’assurer la protection.
De NBN 579 werd in 1985 vervangen door de NBN C18-100, deze norm kreeg door het koninklijk besluit van 19 december 1997 eveneens kracht van wet. Ook in de NBN C18-100 is er alleen sprake van de « Kooi van Faraday » (een mazennet in koperdraden met diverse aardingen) om in de bescherming te voorzien.
1. Disposez-vous de données chiffrées concernant le nombre annuel d’incendies dans des baˆtiments qui ont nécessité l’intervention des services d’incendie et qui ont été provoqués par la foudre ?
1. Beschikt u over cijfers betreffende het jaarlijks aantal branden in gebouwen waarbij interventie van de brandweer nodig is en waar een blikseminslag de brand veroorzaakte ?
2. a) Dans combien de cas la foudre est-elle tombée malgré la présence de paratonnerres ?
2. a) In hoeveel gevallen was er een blikseminslag ondanks de aanwezigheid van bliksemafleiders ?
b) E´tait-ce duˆ à des paratonnerres mal installés ?
b) Was dit te wijten aan slecht geı¨nstalleerde bliksemafleiders ?
3. a) Qui veille au respect de l’obligation de placer les paratonnerres sur les hauts baˆtiments ?
3. a) Wie ziet toe op de naleving van de verplichting om bliksemafleiders te plaatsen op hoge gebouwen ?
b) Existe-t-il, en la matière, une collaboration avec les services régionaux compétents ?
b) Wordt er in deze samengewerkt met de bevoegde gewestelijke diensten ?
c) Pouvez-vous évaluer dans quelle mesure sont respectées les dispositions réglementaires en matière de placement de paratonnerres par des experts sur les grands baˆtiments ?
c) Heeft u een idee in welke mate de reglementaire bepalingen inzake het deskundig plaatsen van bliksemafleiders op grote gebouwen wordt gerespecteerd ?
4. L’installation d’un nombre très élevé de paratonnerres qui n’étaient et qui ne sont pas conformes aux normes légales constitue-t-elle un problème ?
4. Vormt het feit dat zeer veel bliksemafleiders werden geı¨nstalleerd die niet conform waren en zijn met de wettelijke normen een probleem ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 février 2005, à la question no 281 de M. Dirk Claes du 17 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 281 van de heer Dirk Claes van 17 mei 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10920
1 et 2. Il n’existe pas dans mes services de statistiques disponibles en matière d’incendies provoqués par la foudre.
1 en 2. Er zijn binnen mijn diensten geen statistieken beschikbaar over blikseminslagen die brand veroorzaakten.
3 et 4. Selon l’article 136 du Règlement général sur les installations électriques (RGIE), les personnes et les biens doivent être protégés contre, notamment, les conséquences dommageables des phénomènes atmosphériques (dont la foudre). Vérifier si l’installation d’un paratonnerre est conforme aux réglementations en vigueur est une taˆche qui relève de la compétence des agents et organismes agréés pour les visites et controˆles des installations électriques.
3 en 4. Volgens artikel 136 van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI) moeten personen en goederen onder meer beschermd worden tegen de schadelijke gevolgen van overspanningen te wijten aan weerverschijnselen (waaronder bliksem). Het controleren of een bliksemafleiderinstallatie voldoet aan de geldende reglementeringen is een taak die behoort tot de bevoegdheid van de agenten bezoekers en organismen die erkend werden voor het uitvoeren van controles op elektrische installaties.
Le controˆle de ces agents et organismes relève de la compétence de mon collègue, le ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. Je lui ai transmis la question de l’honorable membre pour disposition. (Question no 239 du 25 février 2005.)
De controle op deze agenten bezoekers en organismen valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. Ik heb de vraag van het geachte lid aan hem overgemaakt. (Vraag nr. 239 van 25 februari 2005.)
DO 2003200432173
DO 2003200432173
Question no 364 de M. Patrick De Groote du 17 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 364 van de heer Patrick De Groote van 17 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Mutation de pompiers du corps de volontaires vers le corps professionnel. — Arrêté royal du 20 mars 2002.
Overschakeling van brandweerlui van het vrijwilligerskorps naar het beroepskorps. — Koninklijk besluit van 20 maart 2002.
L’arrêté royal du 20 mars 2002 fixant les dispositions générales relatives à la valorisation pécuniaire des services antérieurs accomplis par des membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels contient les dispositions relatives à la mutation de pompiers du corps de volontaires vers le corps professionnel avec maintien de l’ancienneté qu’ils ont acquise en tant que volontaires depuis 1994. Rien n’a toutefois été prévu pour les volontaires qui ont déjà été mutés avant 2002 et qui ont perdu leur ancienneté dans cette fonction lors de cette mutation.
Het koninklijk besluit van 20 maart 2002 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende het geldelijk in aanmerking nemen van de diensten verricht door vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweerlieden, houdt de bepalingen in voor de overschakeling van brandweerlui van het vrijwilligers- naar het beroepskorps met het behoud van ancie¨nniteit die ze vanaf 1994 hebben opgebouwd als vrijwilliger. Er werd echter niets voorzien voor de vrijwilligers die reeds vo´o´r 2002 deze overschakeling maakten en die hun ancie¨nniteit als vrijwilliger bij deze overschakeling waren verloren.
Dans différents corps, d’importantes discordances sont ainsi apparues entre pompiers comptant un nombre équivalent d’années de service effectives, mais dont la rémunération diffère, et ce parfois jusqu’à concurrence de 250 euros par mois. Cette situation est perçue comme discriminatoire par les pompiers. Eˆtes-vous disposé à adapter l’arrêté royal susmentionné du 20 mars 2002 afin que l’ancienneté perdue à partir de 1994 jusqu’au moment de leur mutation par les pompiers mutés avant 2002 du corps de volontaires vers le corps professionnel soit à nouveau prise en considération, et cela avec effet rétroactif ?
In verschillende brandweerkorpsen onstonden daardoor grote discrepanties tussen brandweerlui met gelijklopende aantal feitelijke dienstjaren, maar met een verschillende verloning, welke dan kan oplopen tot 250 euro per maand. De brandweerlui ervaren dit als discriminatie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Bent u bereid het voornoemd koninklijk besluit van 20 maart 2002 aan te passen zodat bij de brandweerlui die vo´o´r 2002 de overstap van het vrijwilligers- naar het beroepskorps maakten de verloren ancie¨nniteit vanaf 1994 tot de datum van hun overstap weer in rekenschap wordt genomen en dit met terugwerkende kracht ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10921
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 février 2005, à la question no 364 de M. Patrick De Groote du 17 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 februari 2005, op de vraag nr. 364 van de heer Patrick De Groote van 17 september 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag.
L’arrêté royal du 20 mars 2002 fixant les dispositions générales relatives à la valorisation pécuniaire des services antérieurs accomplis par des membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels crée effectivement une différence dans le mode de calcul de la rémunération entre les volontaires qui sont devenus professionnels avant l’entrée en vigueur de l’arrêté royal, à savoir le 9 avril 2002, et ceux qui sont devenus professionnels depuis l’entrée en vigueur dudit arrêté.
Het koninklijk besluit van 20 maart 2002 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende het geldelijk in aanmerking nemen van de diensten verricht door vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweerlieden, cree¨ert inderdaad een verschil in de berekeningswijze van de bezoldiging tussen vrijwilligers die vo´o´r de inwerkingtreding van het koninklijk besluit, op 9 april 2002, beroeps zijn geworden en degenen die sinds de inwerkingtreding beroeps werden.
Ce mode de calcul ne s’avère inégal que dans les services d’incendie situés en Flandre à la suite de l’application et l’interprétation par l’autorité de tutelle de la Région flamande des règles relatives au statut pécuniaire des membres des services d’incendie.
Dit verschil in berekeningswijze doet zich alleen voor bij brandweerdiensten in het Vlaamse Gewest ingevolge de toepassing en interpretatie door de Vlaamse voogdijoverheid van de regels in verband met het geldelijk statuut van de leden van de brandweer.
Il s’agit plus particulièrement de l’application et de l’interprétation de la circulaire contenant les directives dénommées « les lignes de force Kelchtermans ».
Het gaat meer bepaald om de toepassing en de interpretatie van de omzendbrief met de zogenaamde « krachtlijnen Kelchtermans ».
Afin de remédier à l’inégalité de traitement, que vous dénoncez, mon administration a établi un projet d’arrêté modificatif.
Om de ongelijke behandeling, die u hebt opmerkt, weg te werken werd door mijn administratie, een ontwerp van wijzigingsbesluit opgemaakt.
Ce projet offre aux communes la possibilité d’octroyer aux volontaires qui sont devenus sapeurspompiers professionnels avant le 9 avril 2002, une ancienneté reprenant les années de service prestées comme volontaire.
In dit ontwerp wordt aan de gemeenten de mogelijkheid geboden om aan de vrijwilligers die vo´o´r 9 april 2002 beroepsbrandweerlid zijn geworden, een ancie¨nniteit toe te kennen met inbegrip van de dienstjaren gepresteerd als vrijwilliger.
Il prévoit que le nouveau mode de calcul sera d’application pour les prestations effectuées depuis le 1er janvier 2005.
Er is voorzien dat de nieuwe berekeningswijze zal worden toegepast voor de prestaties geleverd sinds 1 januari 2005.
Le projet sera incessamment transmis aux régions, qui doivent légalement être associées à son élaboration.
Binnenkort zal het ontwerp worden overgemaakt aan de gewesten, die bij de totstandkoming van dit ontwerp betrokken moeten worden.
DO 2004200502497
DO 2004200502497
Question no 414 de Mme Hilde Vautmans du 22 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 414 van mevrouw Hilde Vautmans van 22 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Fonds commun de garantie automobile. — Véhicules immatriculés non assurés.
Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds. — Onverzekerde ingeschreven voertuigen.
D’après les estimations du Fonds commun de garantie automobile, plus de 80 000 véhicules non assurés circulent sur les routes belges. L’assurance de la responsabilité civile en matière de véhicules automo-
Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds raamt het aantal onverzekerde auto’s op de Belgische wegen op meer dan 80 000. De verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen is
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10922
teurs est pourtant obligatoire en vertu de la loi du 21 novembre 1989. Le Fonds commun de garantie automobile est alimenté par l’ensemble des assureurs automobiles belges, qui récupèrent à leur tour ces frais auprès de leurs assurés. Les automobilistes assurés paient donc pour les dégaˆts causés par des automobilistes non assurés.
echter verplicht bij wet van 21 november 1989. Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds wordt gespijsd door alle Belgische autoverzekeraars die op hun beurt deze kost terugverhalen op hun klanten. De « wel-verzekerde » bestuurders betalen dus voor de brokken van onverzekerde bestuurders.
Pour intensifier la lutte contre les conducteurs qui circulent sans assurance, la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité civile en matière de véhicules automoteurs a été modifiée par la loi du 2 aouˆt 2002.
Om de strijd tegen het onverzekerd autorijden op te voeren, werd de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen gewijzigd bij wet van 2 augustus 2002.
Depuis le début de 2003, le Fonds commun de garantie automobile dresse une liste des propriétaires de véhicules non assurés mais disposant d’une plaque et d’un certificat d’immatriculation. Ces personnes reçoivent un courrier par lequel le Fonds les invite à fournir des informations concernant la situation de leur véhicule en matière d’assurance.
Sinds begin 2003 stelt het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds een lijst samen van eigenaars van voertuigen die niet verzekerd zijn maar wel over een nummerplaat en inschrijvingsbewijs beschikken. Deze mensen worden door het Fonds schriftelijk verzocht inlichtingen te verschaffen omtrent de verzekeringstoestand van hun voertuig.
En 2003, le Fonds commun de garantie automobile a adressé un courrier à 10 109 propriétaires de véhicules. Plus de 5 500 dossiers furent transmis aux services de police.
In 2003 werden er 10 109 eigenaars door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds aangeschreven. Meer dan 5 500 dossiers werden aan de politiediensten overgemaakt.
1. a) Les services de police vérifient-ils la situation en matière d’assurance de tous les véhicules pour lesquels le Fonds commun de garantie automobile leur communique un dossier ?
1. a) Wordt de verzekeringstoestand van alle voertuigen waarvan de politie een dossier heeft gekregen van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds door de politiediensten onderzocht ?
b) Dans l’affirmative, de combien de dossiers s’agitil ?
b) Zo ja, hoeveel ?
2. Dans combien de cas les services de police ont-ils constaté en 2003 qu’un véhicule était immatriculé mais non assuré ?
2. Voor hoeveel voertuigen stelden de politiediensten in 2003 vast dat ze ingeschreven maar onverzekerd waren ?
3. a) La police a-t-elle déjà procédé à la confiscation de plaques minéralogiques et/ou de véhicules sur la base de données transmises par le Fonds commun de garantie automobile ?
3. a) Werden er reeds nummerplaten en/of voertuigen in beslag genomen door de politiediensten op basis van gegevens die hen werden verstrekt door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds inzake onverzekerde voertuigen ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel ?
4. Combien de véhicules ont-ils déjà été confisqués sur la base des données fournies par le Fonds commun de garantie automobile en matière de véhicules non assurés ?
4. Hoeveel voertuigen werden reeds in beslag genomen van de gegevens verstrekt door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds inzake onverzekerde ingeschreven voertuigen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 février 2005, à la question no 414 de Mme Hilde Vautmans du 22 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 414 van mevrouw Hilde Vautmans van 22 oktober 2004 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer que chacune des 196 zones de police a été invitée à me faire parvenir les statistiques relatives au suivi des dossiers qui leur ont
In antwoord op de vraag van het geachte lid heb ik hierbij de eer haar mede te delen dat alle 196 politiezones werden verzocht om mij de statistieken inzake de opvolging van de dossiers, die hun door het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10923
été transmis par le Fonds commun de Garantie automobile. Au total, 103 zones de police sur les 196 m’ont envoyé une réponse aux questions posées par l’honorable membre.
Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds werden overgemaakt, toe te sturen. In totaal heb ik van 103 van de 196 politiezones een antwoord ontvangen op de door het geachte lid gestelde vragen.
1. a) Dans 101 de ces 103 zones de police, on a examiné la situation en matière d’assurance de l’ensemble des véhicules dont la police a reçu un dossier du Fonds commun de Garantie automobile. Deux zones signalent que ces dossiers n’ont pas fait l’objet d’une investigation.
1. a) In 101 van deze 103 politiezones werd de verzekeringstoestand onderzocht van alle voertuigen waarvan de politie een dossier heeft gekregen van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds. Twee zones delen mee dat deze dossiers niet werden onderzocht.
b) Sur les 101 zones de police, 88 zones ont examiné au total 1 494 dossiers en 2003. Huit autres zones de police disposent uniquement de chiffres communs pour 2003 et 2004. Ces huit zones ont traité 409 dossiers pendant cette période. Une seule zone de police dispose de statistiques, mais uniquement pour 2004. 121 dossiers ont été traités dans cette zone de police. Dans les quatre zones restantes, le nombre de dossiers traités n’est pas connu.
b) Van deze 101 politiezones onderzochten 88 zones in 2003 gezamenlijk 1 494 dossiers. Acht andere politiezones beschikken enkel over gezamenlijke cijfers voor 2003 en 2004. Deze acht zones behandelden in deze tijdspanne 409 dossiers. E´én politiezone beschikt enkel voor 2004 over statistieken. 121 dossiers werden in deze politiezone behandeld. In de resterende vier zones is het aantal dossiers dat werd behandeld niet gekend.
2. Dans 92 des 103 zones de police, 1 783 véhicules immatriculés n’étaient pas assurés en 2003. Trois autres zones de police disposent uniquement de chiffres pour les années 2003 et 2004. Au cours de cette période, 22 véhicules immatriculés, mais non assurés ont été constatés. Les huit zones de police restantes n’ont tenu à jour aucune information à ce sujet.
2. In 92 van de 103 politiezones bleken 1 783 ingeschreven voertuigen niet verzekerd te zijn in 2003. Drie andere politiezones beschikken enkel voor de periode 2003 en 2004 over cijfers. In deze periode werden 22 ingeschreven maar niet verzekerde voertuigen vastgesteld. De acht resterende politiezones hebben hieromtrent geen informatie bijgehouden.
3. a) Seize zones de police signalent que des plaques d’immatriculation et/ou des véhicules ont déjà été saisis sur la base de données qui leur ont été fournies par le Fonds commun de Garantie automobile. Trois autres zones de police signalent ne pas disposer de ces informations. Les 84 autres zones soulignent qu’aucune plaque d’immatriculation et/ ou véhicule n’ont été saisi sur la base de données qui leur ont été fournies par le Fonds commun de Garantie automobile.
3. a) Zestien politiezones delen mee dat er reeds nummerplaten en/of voertuigen in beslag werden genomen op basis van gegevens die hen werden verstrekt door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds. Drie andere politiezones delen mee niet over deze informatie te beschikken. De overige 84 politiezones delen mee dat er geen nummerplaten en/of voertuigen in beslag werden genomen op basis van gegevens die hen werden verstrekt door het gemeenschappelijk motorwaarborgfonds.
b) Dans douze de ces seize zones de police, 241 plaques d’immatriculation et/ou véhicules ont été saisis en 2003; quatre autres zones de police ne tiennent en la matière aucune statistique à jour.
b) In twaalf van deze zestien politiezones werden in 2003 241 nummerplaten en/of voertuigen in beslag genomen, vier andere politiezones houden hier geen statistieken over bij.
4. Dans 98 zones de police, 233 véhicules au total ont été saisis sur la base de données fournies par le Fonds commun de Garantie automobile en ce qui concerne les véhicules immatriculés, mais non assurés. Les cinq autres zones de police ne disposent d’aucune information à ce sujet.
4. In 98 politiezones werden in totaal 233 voertuigen in beslag genomen op basis van gegevens verstrekt door het motorwaarborgfonds inzake onverzekerde ingeschreven voertuigen. De vijf overige politiezones beschikken hieromtrent niet over informatie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10924
DO 2004200502847
DO 2004200502847
Question no 456 de Mme Annelies Storms du 8 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 456 van mevrouw Annelies Storms van 8 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Rémunération uniforme pour les sapeurs-pompiers.
Eenvormige verloning voor brandweerlieden.
Ma question concerne l’arrêté royal du 20 mars 2002 fixant les dispositions générales relatives à la valorisation pécuniaire des services antérieurs accomplis par des membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels.
Mijn vraag betreft het koninklijk besluit van 20 maart 2002 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende het geldelijk in aanmerking nemen van de diensten verricht door vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweerlieden.
Cet arrêté royal stipule notamment que sous réserve de l’arrêté royal fixant les dispositions générales relatives à la valorisation pécuniaire des services antérieurs accomplis dans le secteur public par des agents des services publics d’incendie et de la police communale, il leur est accordé, pour le calcul de cette rémunération, une ancienneté équivalente au nombre d’années de service prestées en tant que volontaire dans un service public d’incendie.
Een citaat : « De geldelijke valorisatie van vroegere diensten die in de overheidssector door personeelsleden van de openbare brandweerdiensten en van de gemeentepolitie werden verricht, wordt hun, voor de berekening van die bezoldiging, een ancie¨nniteit toegekend die gelijk is aan alle dienstjaren die zij gepresteerd hebben als vrijwilliger bij een openbare brandweerdienst ».
La promulgation de l’arrêté royal du 20 mars 2002 a à mon sens fait naıˆtre une inégalité sur le terrain. Je vais tenter d’illustrer mon propos à l’aide d’un exemple pratique.
Door de afkondiging van het koninklijk besluit van 20 maart 2002 is er op het terrein mijns inziens een ongelijkheid ontstaan. Ik probeer dit aan te tonen via een praktijkvoorbeeld.
En 1988, une personne rejoint le corps des sapeurspompiers de la commune X en tant que volontaire. En 1997, cette personne a la possibilité de rejoindre le ` ce moment, aucune ancienneté corps professionnel. A pécuniaire n’est prise en compte.
Iemand trad als vrijwilliger toe tot het brandweerkorps van gemeente X in het jaar 1988. In 1997 kreeg die man de mogelijkheid om over te stappen naar het beroepskader. Op dat moment nam hij een geldelijke ancie¨nniteit van 0 jaar mee.
Toujours en 1988, un collègue de cette personne a quant à lui rejoint comme volontaire le corps des sapeurs-pompiers de la commune Y. Il a eu l’opportunité de rejoindre le corps professionnel de la commune X peu après le 20 mars 2002. Conformément à l’arrêté royal du 20 mars 2002, il a pu faire valoir 14 années d’ancienneté pécuniaire.
Een collega is vrijwilliger geworden in gemeente Y, eveneens in het jaar 1988. Diezelfde persoon kon de overstap maken naar het beroepskader van gemeente X iets na 20 maart 2002 en nam door het voornoemde koninklijk besluit van 20 maart 2002 14 jaar mee die tellen als geldelijke ancie¨nniteit.
Les deux hommes qui font maintenant partie du même corps professionnel travaillent donc coˆte à coˆte pour un salaire différent. Dans l’exemple cité, l’écart entre les deux collègues s’élevait donc à la mi-2002 à 9 années de valorisation pécuniaire, ce qui représente une différence au niveau du traitement brut de pas moins de 4 200 euros par an !
Deze mannen die nu deel uitmaken van hetzelfde beroepskorps staan dus zij aan zij te blussen voor een verschillende maandwedde. In het voorbeeld bedroeg het verschil tussen de twee collega’s midden 2002 dus 9 jaar die geldelijk meetellen, hetgeen neerkomt op een verschil in brutowedde van zo maar eventjes 4 200 euro/jaar !
De telles situations peuvent conduire à des rancœurs au sein des corps.
Situaties zoals hierboven beschreven kunnen tot heel wat interne wrevel leiden binnen de korpsen.
1. Avez-vous connaissance de cette inégalité découlant de l’arrêté royal précité du 20 mars 2002 et êtesvous également d’avis qu’il est urgent de résoudre ce problème ?
1. Bent u op de hoogte van de ongelijkheid die voortspruit uit bovengenoemd koninklijk besluit van 20 maart 2002 en bent u het met mij eens dat die best zo snel mogelijk uit de wereld geholpen wordt ?
2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour rectifier le tir et dans quel délai pensez-vous y parvenir ?
2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om deze scheve situatie recht te trekken en welke timing stelt u daarbij voorop ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10925
3. Envisagez-vous d’accorder une compensation aux sapeurs-pompiers qui sont victimes de cette situation, en leur octroyant par exemple leur ancienneté pécuniaire avec effet rétroactif ?
3. Voorziet u in een compensatie voor « gedupeerde » brandweerlui, bijvoorbeeld via de toekenning van hun ancie¨nniteit met terugwerkende kracht ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 février 2005, à la question no 456 de Mme Annelies Storms du 8 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 februari 2005, op de vraag nr. 456 van mevrouw Annelies Storms van 8 december 2004 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse que j’ai donnée à la question parlementaire numéro 364 posée le 17 septembre 2004 par M. Patrick De Groote qui portait sur le même objet (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 10920).
Ik zou het geachte lid willen verwijzen naar het antwoord dat ik heb gegeven op de parlementaire vraag nummer 364 die op 17 september 2004 werd gesteld door de heer Patrick De Groote met betrekking tot hetzelfde onderwerp (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 10920).
DO 2004200503047
DO 2004200503047
Question no 477 de M. Guido Tastenhoye du 11 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 477 van de heer Guido Tastenhoye van 11 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Regroupements familiaux.
Gezinsherenigingen.
Le regroupement familial des étrangers est régi par l’article 10 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Celui des ressortissants de l’UE est réglé par l’article 40 de la loi précitée.
De gezinshereniging wordt, wat betreft de vreemdelingen, geregeld in artikel 10 en, wat betreft de EUonderdanen en Belgen, in artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
1. Pourriez-vous indiquer, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004, combien de personnes ont eu recours aux diverses dispositions légales relatives au regroupement familial pour justifier leur établissement en Belgique ?
1. Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 meedelen hoeveel personen er op grond van de verschillende wettelijke bepalingen inzake gezinshereniging naar Belgie¨ zijn gekomen ?
2. Comment ces personnes sont-elles réparties entre les régions sur la base de leur inscription au registre communal des étrangers ?
2. Wat is de uitsplitsing per gewest volgens de gemeente waar de vreemdeling wordt ingeschreven in het vreemdelingenregister ?
3. Pourriez-vous par ailleurs indiquer pour l’ensemble de la Belgique quel lien de parenté (conjoint, enfants, petits-enfants, parents, grandsparents ou autres) l’étranger invoque lorsqu’il cherche à rejoindre sa famille en Belgique ?
3. Kan u tevens (voor heel Belgie¨) aangeven of het gaat om echtgenoten, kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders of andere verwanten van de persoon bij wie de gezinsmigrant zich in Belgie¨ komt voegen ?
4. Quelles sont parmi les étrangers qui rejoignent leur famille les dix nationalités les plus représentées par région et par année ?
4. Wat zijn de tien meest voorkomende nationaliteiten per jaar per gewest ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 février 2005, à la question no 477 de M. Guido Tastenhoye du 11 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 februari 2005, op de vraag nr. 477 van de heer Guido Tastenhoye van 11 januari 2005 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1380
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10926
l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2004200503063
DO 2004200503063
Question no 480 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à l’intention des officiers de l’armée congolaise. — Clandestins. Lorsqu’au début du mois d’octobre 2004, un stage a été organisé à l’intention des officiers de la nouvelle armée congolaise au camp militaire d’Elsenborn, un certain nombre d’entre eux en ont profité pour quitter la caserne et entrer dans la clandestinité. Les autorités se sont vues dans l’obligation de mettre fin à ce stage prématurément et de renvoyer les participants au Congo le plus vite possible. 1. A-t-on retrouvé entre-temps certains de ces clandestins et, dans l’affirmative, combien ? 2. Des efforts sont-ils encore entrepris pour les retrouver ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 février 2005, à la question no 480 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) :
Vraag nr. 480 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers.
Concernant la poursuite des enquêtes dans ce dossier, je puis communiquer à l’honorable membre que les services de police y restent très attentifs.
Toen begin oktober 2004 in het militair kamp van Elsenborn een stagecursus georganiseerd werd voor officieren van het nieuwe Kongolese leger, maakte een aantal onder hen hiervan gebruik om uit de kazerne te verdwijnen en in de illegaliteit onder te duiken. De overheid zag zich verplicht de stage voortijdig te bee¨indigen en de deelnemers ervan zo vlug mogelijk naar Kongo terug te sturen. 1. Werden er ondertussen onderduikers teruggevonden en zo ja, in welk aantal ? 2. Kan u ook meedelen of er nog werk gemaakt wordt van de opsporing ervan ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 480 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. Een eerste stagiair verdween uit het militaire hospitaal van Neder-Over-Heembeek. Er werd procesverbaal opgesteld en betrokkene werd geseind. Voor de verdwijning van 16 Kongolese militairen werden twee samenvattende processen-verbaal opgesteld. Ook zij werden geseind. Tot op heden blijft elk spoor van de betrokkenen bijster. Wat betreft de verdere onderzoeken in dit dossier, kan ik het geachte lid meedelen dat de politiediensten ter zake alert blijven.
DO 2004200503165
DO 2004200503165
Question no 489 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Critères de sélection pour le controˆle de dossiers fiscaux. — Data mining. — Publicité de l’administration. — Systèmes équilibrés de controˆle de la TVA et des contributions directes. Il semblerait que les dossiers à controˆler des sociétés, ASBL et personnes physiques soient à présent
Vraag nr. 489 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Selectiecriteria bij het onderzoek van fiscale dossiers. — Data mining. — Openbaarheid van bestuur. — Evenwichtige controlesystemen inzake BTW en inzake directe belastingen. De te onderzoeken dossiers van vennootschappen, VZW’s en natuurlijke personen worden thans naar
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions. Un premier stagiaire disparut de l’hoˆpital militaire de Neder-Over-Heembeek. Un procès-verbal a été rédigé et l’intéressé a été signalé. En ce qui concerne la disparition de 16 militaires congolais, deux procès-verbaux de synthèse ont été rédigés. Ces militaires ont également été signalés. Il n’y a pas de trace des intéressés.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10927
essentiellement sélectionnés à l’aide du « data mining », le nouveau système de points informatisé.
verluidt voornamelijk geselecteerd aan de hand van het nieuw computergestuurd puntensysteem « data mining ».
En principe, les fonctionnaires des contributions peuvent toujours communiquer aux contribuables qui en font la demande tous les critères de sélection appliqués à leur dossier individuel.
In principe kunnen de belastingambtenaren aan de belastingplichtigen die erom verzoeken de individueel gehanteerde selectiecriteria steeds volledig en persoonlijk meedelen.
Néanmoins, depuis que la formule du « data mining » est appliquée, les fonctionnaires dirigeants et les agents taxateurs sont dans l’impossibilité totale d’effectuer cette communication parce qu’eux-mêmes n’auraient plus connaissance des critères.
Met de formule « data mining » zou dit echter blijkbaar totaal niet meer mogelijk zijn omdat zowel de leidinggevende ambtenaren als de taxatieambtenaren er zelf niet zouden over beschikken.
La loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration accorde pourtant aux justiciables le droit de consulter leur dossier administratif à chaque étape de la procédure et de s’en faire remettre une copie. Ce droit individuel et fondamental est d’ailleurs également garanti par l’article 32 du texte coordonné de la Constitution.
Bij toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur beschikken de rechtsonderhorigen nochtans in ieder stadium van de procedure over een administratief inzagerecht en over het recht tot kopiename. Dit individueel en fundamenteel recht is trouwens eveneens gewaarborgd door artikel 32 van de Gecoo¨rdineerde Grondwet.
Autrement dit, l’ensemble des pièces du dossier fiscal attestant des éléments qui ont amené le fonctionnaire à sélectionner le dossier à controˆler n’échappent en principe pas aux règles légales précitées, peu importe si lesdits éléments ont été retenus en utilisant un quelconque logiciel de controˆle et/ou le système du « data mining ». ` l’heure actuelle, se posent toutefois les questions A pratiques générales suivantes, notamment à propos de l’emploi de tels outils d’exploration de données.
Alle stukken van het belastingdossier die de elementen bevatten die eigen zijn aan de selectie van het dossier voor verificatie — of die nu al dan niet kadert in het luik van een of ander toegepast controleprogramma en/of « data miningsysteem » — ontsnappen met andere woorden in beginsel niet aan voornoemde wettelijke regels.
1. a) En vertu de quelles dispositions légales et/ou réglementaires, les controˆleurs ne peuvent-ils ou ne doivent-ils désormais plus communiquer ces critères de sélection ?
1. a) Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen kunnen of moeten die beoogde selectiecriteria van nu af aan niet meer aan de belastingplichtigen worden meegedeeld ?
b) Dorénavant, ne pourrait-on pas plutoˆt parler d’arbitraire en la matière ?
b) Is er terzake voortaan niet veeleer sprake van willekeur ?
c) Dans la négative, pourquoi ne serait-ce pas le cas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
2. Quelles mesures organisationnelles générales ou applicables au niveau national allez-vous prendre pour remédier à ces manquements et désagréments, afin que, par exemple, les contribuables qui subissent des controˆles répétés ne se sentent plus visés personnellement, sachant qu’en moyenne, seulement 3 % des contribuables sont soumis à un controˆle conjoint approfondi de la TVA et des contributions ?
2. Welke algemene of nationaal geldende organisatorische maatregelen zullen worden getroffen om die tekortkomingen en ongemakken op te lossen, zodat de onder meer herhaaldelijk onderzochte belastingplichtigen zich niet meer sterk persoonlijk geviseerd zouden voelen, wetende dat hoogstens gemiddeld nog slechts 3 % van de belastingplichtigen aan een grondige gezamenlijke BTW- en belastingverificatie worden onderworpen ?
3. ` l’avenir, les administrations vont-elles effectivea) A ment veiller à ce qu’au bout d’un certain laps de temps, « tous » les contribuables finissent toujours par subir un controˆle (conjoint) approfondi ou superficiel ?
3. a) Zullen de administraties er in het vervolg effectief zorg voor dragen dat « alle » belastingplichtigen over een welbepaalde tijdspanne altijd wel eens aan de beurt komen voor een (gezamenlijke) grondige of een oppervlakkige controle ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Inzonderheid in verband met die « data mining » rijzen thans evenwel de onderstaande algemene praktische vragen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10928
b) Auprès de quelles instances supérieures ou services de médiation les contribuables peuvent-ils se plaindre lorsqu’ils sont chaque année soumis à un controˆle approfondi et de longue durée, effectué ou non par les mêmes fonctionnaires et/ou services de TVA et des contributions ?
b) Bij al welke hogere instanties of ombudsdiensten kunnen de belastingplichtigen zich beklagen wanneer zij keer op keer jaarlijks al dan niet door dezelfde ambtenaren en/of BTW- en belastingdiensten aan een langdurige grondige controle worden onderworpen ?
4. Pouvez-vous, point par point, exposer votre vision et attitude générales à la lumière d’une bonne administration, conviviale, performante, publique et équilibrée, et dans le cadre du principe de légalité ?
4. Kan u, punt per punt, uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van een klantvriendelijk, performant, openbaar en evenwichtig behoorlijk bestuur en in het kader van het legaliteitsbeginsel ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 février 2005, à la question no 489 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 489 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2005 (N.) :
Les questions spécifiques ne portent pas sur la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration et relèvent par conséquent de la compétence de mon collègue, le ministre des Finances. (Question no 608 du 20 janvier 2005.)
De specifieke vragen hebben geen betrekking op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en behoren bijgevolg tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 608 van 20 januari 2005.)
En ce qui concerne l’application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration, je ne peux que signaler que cette loi vaut pour tous les documents administratifs. Il faut évidemment que ces documents administratifs existent. La notion de document administratif porte sur « toute information, sous quelque forme que ce soit, dont une autorité administrative dispose » (article 1er, alinéa 2, 2o de la loi du 11 avril 1994). Il ressort de l’Exposé des Motifs que ce terme doit être pris au sens large. Il concerne « toutes les informations disponibles, quel que soit le support : documents écrits, enregistrements sonores et visuels y compris les données reprises dans le traitement automatisé de l’information » (Doc. parl., Chambre, 19921993, no 1112/1, 11). Il n’est d’ailleurs pas nécessaire qu’une administration fédérale soit en possession d’un document administratif. Il suffit qu’une administration fédérale puisse disposer des informations pour que la loi s’applique.
Wat de toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur betreft, kan ik er enkel maar op wijzen dat deze geldt voor alle bestuursdocumenten. Vereist is natuurlijk dat deze bestuursdocumenten bestaan. Het begrip bestuursdocumenten slaat op « alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve overheid beschikt » (artikel 1, tweede lid, 2o van de wet van 11 april 1994). Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat dit begrip een zeer ruime omvang heeft. Het slaat zowel op « schriftelijke stukken, geluids- en beeldopnamen met inbegrip van de gegevens vervat in de geautomatiseerde informatieverwerking » (Parl. St., Kamer, 19921993, nr. 1112/1, 11). Het is trouwens niet nodig dat een federale administratie in het bezit is van een bestuursdocument. Het is voldoende dat een federale administratie over de informatie kan beschikken opdat de wet van toepassing is.
La loi du 11 avril 1994 ne contient pas de règles spécifiques qui prévoient que les informations visées par l’honorable membre doivent être communiquées à l’administré. Certaines informations peuvent éventuellement ne pas être publiées mais l’administration fiscale doit dans ce cas démontrer qu’un ou plusieurs motifs d’exception repris dans la loi du 11 avril 1994 peuvent ou doivent être invoqués. Un tel controˆle ne peut se faire qu’in concreto, pas in abstracto.
De wet van 11 april 1994 bevat geen specifieke regels die bepalen dat de door u geviseerde informatie aan de bestuurde moet worden meegedeeld. Eventueel kan bepaalde informatie niet openbaar worden gemaakt, maar dan moet de fiscale administratie aantonen dat één of meerdere uitzonderingsgronden van de wet van 11 april 1994 kunnen of moeten worden ingeroepen. Een dergelijke toetsing kan enkel in concreto gebeuren, niet in abstracto.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10929
DO 2004200503233
DO 2004200503233
Question no 499 de Mme Marie-Claire Lambert du 28 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 499 van mevrouw Marie-Claire Lambert van 28 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Commission de régularisation. — Dossiers traités avec avis positifs.
Regularisatiecommissie. — Dossiers met een positief advies.
Il me revient que de nombreux dossiers traités avec avis positif par la Commission de regularisation (application de la loi du 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certaines catégories d’étrangers séjournant sur le territoire du Royaume) seraient bloqués au niveau des services du SPF Intérieur depuis plusieurs semaines. Il me revient également que malgré des motivations positives extrêmement bien étayées, les services en question réexamineraient les dossiers en essayant de trouver un moyen pour refuser la régularisation.
Naar ik vernomen heb zouden tal van dossiers met een positief advies van de Regularisatiecommissie (met toepassing van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk) zich reeds verscheidene weken bij de diensten van de FOD Binnenlandse Zaken bevinden. Verder vernam ik dat hoewel deze positieve beslissingen bijzonder goed onderbouwd zijn, de kwestieuze diensten de dossiers opnieuw zouden onderzoeken om een aanleiding te vinden om de regularisatie alsnog te kunnen weigeren.
En outre, il convient de souligner que dans certains de ces dossiers, les CPAS sont encore amenés à intervenir financièrement sur base d’une décision de justice exécutoire en faveur de personnes qui attendent toujours sans papiers, une décision suite à leur demande de régularisation de séjour en application de la loi précitée du 22 décembre 1999. Le travail d’intégration que doivent mener les CPAS dans tels cas est fortement limité par le fait que les personnes concernées ne disposent pas de titre de séjour, même provisoire, et qu’elles ne disposent pas d’un permis de travail.
Bovendien mag niet vergeten worden dat als gevolg van een rechterlijke uitvoerbare beslissing in bepaalde dossiers, de OCMW’s de mensen zonder papieren financieel moeten bijstaan in afwachting dat er een uitspraak over hun aanvraag tot regularisatie van verblijf volgt (zoals bepaald in voornoemde wet van 22 december 1999. In dergelijke gevallen wordt het integratiebeleid van de OCMW’s sterk gehinderd door het feit dat deze personen over geen (zelfs niet voorlopige) verblijfstitel of arbeidsvergunning beschikken.
1. Confirmez-vous ces faits inquiétants ?
1. Kan u deze verontrustende feiten bevestigen ?
2. Envisagez-vous prendre des mesures afin d’accélérer le traitement par vos services des dossiers reçues avec avis positifs de la Commission de régularisation ?
2. Welke maatregelen zal u treffen opdat uw diensten de dossiers met een positief advies van de Regularisatiecommissie sneller zouden behandelen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 février 2005, à la question no 499 de Mme Marie-Claire Lambert du 28 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 februari 2005, op de vraag nr. 499 van mevrouw Marie-Claire Lambert van 28 januari 2005 (Fr.) :
1 et 2. Je tiens tout d’abord à vous rassurer sur le fait que les dossiers des demandes de régularisation introduites sur la base de la loi du 22 décembre 1999 ne sont pas bloqués. Dès la réception de l’avis de la Commission de régularisation, je statue sur la demande en tenant compte de tous les éléments du dossier.
1 en 2. Allereerst wil ik duidelijk maken dat de dossiers in verband met een regularisatieaanvraag die worden ingediend op basis van de wet van 22 december 1999 niet zijn geblokkeerd. Zodra ik het advies van de Regularisatiecommissie ontvang, neem ik een beslissing met betrekking tot de aanvraag, waarbij ik rekening houd met alle elementen van het dossier.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10930
DO 2004200503301
DO 2004200503301
Question no 506 de Mme Muriel Gerkens du 7 février 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 506 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nations unies. — Résolution 1540. — Directives. — Armes nucléaires, chimiques et biologiques.
Verenigde Naties. — Resolutie 1540. — Richtlijnen. — Nucleaire, chemische en biologische wapens.
Le 13 aouˆt 2004, le Comité du Conseil de sécurité des Nations unies, conformément à la résolution 1540 (comité 1540), a adopté la Directive « Terms of Reference » et la Directive pour les rapports nationaux qui ont été distribués à tous les membres des Nations unies.
Op 13 augustus 2004 keurde het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, overeenkomstig resolutie 1540 (comité 1540) de Richtlijn « Terms of Reference » en de Richtlijn inzake de nationale verslaggeving goed. Deze werden aan alle leden van de Verenigde Naties overgemaakt.
La résolution 1540 exige que tous les pays a) prennent les mesures qui s’imposent pour interdire à tout protagoniste non gouvernemental de fabriquer, d’acquérir, d’utiliser ou de transférer des armes nucléaires, chimiques ou biologiques; b) instaurent des controˆles au sein de leurs frontières pour prévenir la prolifération d’armes nucléaires, chimiques ou biologiques et de prendre les mesures adéquates pour empêcher leur transfert via un certain nombre de dispositions préventives : comptabilisation, protection physique, controˆles frontaliers, de transit et de transbordement, sanctions pénales et criminelles.
Resolutie 1540 bepaalt dat alle landen a) de nodige maatregelen moeten treffen om niet-overheidsactoren te verbieden nucleaire, chemische of biologische wapens aan te maken, te verwerven, te gebruiken of over te dragen; b) controles op hun grondgebied moeten uitvoeren om de proliferatie van nucleaire, chemische of biologische wapens te voorkomen en gepaste maatregelen moeten treffen om hun overdracht te voorkomen, met name door middel van een reeks preventieve bepalingen : inventarisatie, fysieke bescherming, controles aan de grenzen en bij het doorvoeren en overladen, strafrechtelijke en burgerrechtelijke sancties.
De plus, la résolution encourage les E´tats à prendre les mesures suivantes : a) adoption et application universelles des traités de non prolifération; b) adoption de réglementations nationales visant à garantir la conformité aux obligations relatives au désarmement et à la non prolifération; c) sensibilisation des milieux industriels et de l’opinion publique au respect de ces obligations et d) coopération entre les E´tats en matière de non prolifération.
Bovendien roept de resolutie de lidstaten op om de volgende maatregelen te treffen : a) de universele goedkeuring en toepassing van de non-proliferatieverdragen; b) de goedkeuring van nationale reglementeringen teneinde het naleven van de verplichtingen inzake ontwapening en non-proliferatie te verzekeren; c) de sensibilisering van de industriesector en de publieke opinie inzake het nakomen van die verplichtingen en d) de samenwerking tussen de lidstaten op het stuk van de non-proliferatie.
La Directive demande à tous les Etats de présenter au Comité d’ici le 28 octobre les mesures qu’ils envisagent de prendre ou qu’ils ont déjà prises pour appliquer la résolution.
In de Richtlijn wordt alle lidstaten gevraagd tegen 28 oktober de maatregelen aan ht Comité voor te leggen die zij al hebben getroffen of nog zullen treffen om de resolutie toe te passen.
1. a) Notre pays a-t-il présenté avant le 28 octobre 2004 au Comité du Conseil de sécurité les mesures qu’il envisage de prendre ou qu’il a déjà prises pour appliquer cette résolution ?
1. a) Heeft ons land vo´o´r 28 oktober 2004 de maatregelen aan het Comité van de Veiligheidsraad voorgelegd die het reeds heeft getroffen of nog zal treffen om de resolutie toe te passen ?
b) Si oui, quand ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Si non, pourquoi pas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
2. Pourriez-vous donner un résumé du rapport belge ?
2. Kan u een samenvatting van het Belgische verslag geven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10931
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 février 2005, à la question no 506 de Mme Muriel Gerkens du 7 février 2005 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 506 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 februari 2005 (Fr.) :
Je puis informer l’honorable membre que cette question relève des compétences exclusives de mon collègue des Affaires étrangères. (Question no 177 du 7 février 2005.)
Ik kan er het geachte lid op wijzen dat deze vraag tot de exclusieve bevoegdheden van mijn collega van Buitenlandse Zaken behoort. (Vraag nr. 177 van 7 februari 2005.)
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200400282
DO 2003200400282
Question no 38 de M. Roel Deseyn du 18 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 38 van de heer Roel Deseyn van 18 november 2003 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Sommet européen de Thessalonique. — Note stratégique relative à la politique étrangère de l’Union européenne.
Europese Top van Thessaloniki. — Strategienota over het Europees buitenlands beleid.
Un document intitulé « Une Europe suˆre dans un monde meilleur » a été adopté lors du Sommet européen de Thessalonique. Il s’agit d’un projet de texte censé mettre fin aux divisions en matière de politique étrangère au sein de l’Union européenne. Dans l’intervalle, le contenu de cette note a soulevé un certain nombre de questions. Ainsi, la note pourrait conduire à encore vider davantage de sa substance le droit international et à diminuer l’importance des Nations unies en tant qu’organe de concertation international, cela dans le cadre de la lutte internationale contre le terrorisme. L’identité de l’auteur de cette note soulève également un certain nombre de questions. Il s’agirait en effet de Robert Cooper, auteur de plusieurs essais controversés et ancien conseiller de Tony Blair.
Op de Europese Top van Thessaloniki werd een tekst goedgekeurd met als titel « Een veiliger Europa in een betere wereld ». Het gaat om een ontwerptekst die een einde zou moeten maken aan de verdeeldheid binnen het Europese buitenlands beleid. Ondertussen zijn echter bepaalde vragen gerezen over de inhoud van het document. Zo zou de nota ertoe leiden dat het internationaal recht verder wordt uitgehold en dat het belang van de Verenigde Naties als internationaal overlegorgaan wordt teruggeschroefd, ter wille van de internationale strijd tegen het terrorisme. Ook over de auteur van het document rijzen bepaalde vragen. Het zou immers gaan om Robert Cooper, de auteur van enkele controversie¨le essays en voormalig adviseur van Tony Blair.
1. a) Comment notre gouvernement envisage-t-il la future stratégie européenne ?
1. a) Hoe ziet onze regering de toekomstige Europese strategie ?
b) Dans ce cadre, permettra-t-on que le droit international soit encore davantage vidé de sa substance ?
b) Zal hierbij toegelaten worden dat het internationaal recht verder wordt uitgehold ?
2. Est-il exact que Robert Cooper est le véritable auteur de cette « Note stratégique » européenne ?
2. Klopt het dat de werkelijke auteur van de Europese « Strategienota » Robert Cooper is ?
3. Le gouvernement est-il conscient de l’influence ainsi exercée par Robert Cooper, compte tenu de ses analyses et visions stratégiques, sur la Politique étrangère et de sécurité commune ?
3. Is de regering zich bewust van het feit dat Robert Cooper, gezien zijn strategische analyses en visies, een dergelijke invloed uitoefent op het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid ?
4. a) Le gouvernement a-t-il déjà pu prendre connaissance de la proposition définitive pour une stratégie européenne qui devrait normalement être adoptée lors du prochain sommet européen ?
4. a) Heeft de regering al inzage gekregen in het definitieve voorstel voor een Europese strategie dat normaal op de volgende Europese Top moet worden goedgekeurd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10932
b) Dans l’affirmative, quelle est la teneur de cette proposition ?
b) Zo ja, wat staat erin ?
c) Est-il prévu d’en débattre au sein des institutions démocratiques ?
c) Is er een debat over voorzien in de democratische instellingen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 38 de M. Roel Deseyn du 18 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 38 van de heer Roel Deseyn van 18 november 2003 (N.) :
L’initiative d’établir une stratégie européenne date de la réunion informelle des ministres des Affaires étrangères de Kastellorizo en mai 2003. La Belgique s’est montré très satisfaite de cette initiative, car c’est la première fois que l’intérêt européen était déterminé par une instance commune (en ce cas le Haut Représentant pour la PESC J. Solana) et qu’elle n’était pas constituée de l’agrégat de priorités communes. Ceci représente un pas en avant important pour la PESC (Politique étrangère et de sécurité commune UE). Nous attendions de l’Unité politique qu’elle propose un choix argumenté de priorités stratégiques pour la sécurité de l’Union, tout en atteignant un équilibre judicieux entre les intérêts parfois très divergents des E´tats membres. L’Unité politique s’est acquittée avec succès de cette double mission.
Het initiatief om een Europese strategie op te stellen werd gedurende de informele vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken in Kastellorizo in mei 2003 genomen. De Belgische regering is zeer tevreden met dit initiatief omdat het de eerste keer is dat het Europees belang aangaande buitenlands beleid bepaald wordt door een gemeenschappelijke instelling (met name de Hoge Vertegenwoordiger), en het dus niet gaat om een samenstelling van belangen van lidstaten. Dat betekent een belangrijke stap vooruit voor het GBVB (Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid EU). Wij hebben van de Policy Unit verwacht een gerechtvaardigde keuze van veiligheidsprioriteiten van Europa voor te stellen, en een toegepast evenwicht te vinden tussen de soms zeer uiteenlopende nationale inzichten van de lidstaten over deze onderwerpen. De Policy Unit heeft zijn taak met aanzienlijk succes volbracht.
Le document définit, s’appuyant sur une description générale des défis globaux, certaines menaces-clé; celles-ci sont définies de manière large : prolifération des armes de destruction massive, terrorisme, criminalité organisée, trafic de matières premières ... Le document propose trois priorités : réagir aux menaces, sécurité dans l’environnement géographique de l’Union, et multilatéralisme efficace. Ce dernier concept assure pleinement le respect du droit international, et la Belgique s’est assurée qu’aucune mention à l’action pré-emptive ne serait reprise dans le texte. En ce qui concerne les implications pour l’Europe, le texte demande à l’Union d’être plus active (plus de prévention, donc), mieux équipée (en moyens militaires et non-militaires), plus cohérente, en en interaction plus étroite avec les partenaires extérieurs, fussent-ils bilatéraux ou multilatéraux.
Het document bepaalt, naast een algemene schets van de globale uitdagingen, een aantal sleutelbedreigingen. Deze zijn zeer breed ingeschat : proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme, zware criminaliteit, verkeer van grondstoffen enzovoort. De paper stelt drie prioriteiten voorop : het reageren op bedreigingen, veiligheid in de geografische omgeving van Europa, en efficie¨nt multilateralisme. Dit laatste concept eerbiedigt ten volle de principes van internationaal recht, en Belgie¨ heeft zich ervan vergewist dat er geen controversie¨le vermelding van pre-emptive action in de tekst zou komen. Wat de politieke implicaties voor Europa betreft, vraagt de tekst Europa meer actief te zijn (meer preventief optreden dus), meer machtig (qua militaire en niet-militaire middelen), meer coherent, en met meer interactie met buitenlandse partners, zij het multilaterale of bilaterale.
La version originale de ce document a été discutée en profondeur durant l’automne 2003 à l’occasion d’une série de séminaires. La version finale ne diffère pas fondamentalement du projet initial; elle met un peu plus l’accent sur les relations stratégiques avec la Russie, à condition que les valeurs communes soient respectées. Elle prend mieux en compte les menaces internes qui concernent directement le citoyen européen, bien que nous pensions que la commission puisse dans ce domaine livrer une contribution additionnelle.
De originele versie van dit document werd gedurende dit najaar breed bediscussieerd in een reeks seminaries. De huidige versie is niet zeer verschillend van degene die voor de top van Thessaloniki opgesteld werd. Zij legt een beetje meer de nadruk op de transatlantische betrekkingen, door het gebruik van een zeer evenwichtige bewoording. Zij legt ook de nadruk op strategische relaties met Rusland, op voorwaarde dat deze relaties onze gemeenschappelijke waarden bevorderen. Ze neemt beter de interne bedreigingen die de Europese burger rechtstreeks betreft in acht, alhoewel we denken dat de commissie hier in de toekomst een bijkomende bijdrage zou kunnen leveren.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10933
DO 2004200502720
DO 2004200502720
Question no 135 de M. Hervé Hasquin du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 135 van de heer Hervé Hasquin van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Attitude de l’ambassade de Belgique en Coˆte d’Ivoire vis-à-vis des ressortissants belges.
Houding van de Belgische ambassade in Ivoorkust ten aanzien van de Belgische onderdanen.
Depuis un certain nombre de jours, les citoyens occidentaux présents en Coˆte d’Ivoire sont évacués.
Sinds een aantal dagen worden de westerlingen die in Ivoorkust aanwezig zijn, gee¨vacueerd.
De nombreux observateurs soulignent l’efficacité de l’armée française et la qualité de la coopération entre les autorités belges et françaises. Les efforts consentis par les Affaires étrangères belges sont également mis en exergue.
Tal van waarnemers beklemtonen het efficie¨nt optreden van het Franse leger en de goede samenwerking tussen de Belgische en Franse autoriteiten. Ook de inspanningen van het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken worden geprezen.
Il existe cependant une ombre au tableau, qui est l’accueil réservé par l’ambassade de Belgique eux ressortissants belges se tournant vers elle. De nombreux témoignages font état d’un accueil déplorable, quand il n’était pas carrément inexistant.
Er is echter één minpunt, namelijk de opvang door de Belgische ambassade van Belgische onderdanen die zich tot haar wenden. Volgens tal van getuigen is die opvang beneden alle peil, zo ze al opgevangen worden.
1. Vos services ont-ils été informés de ce problème avec l’ambassade belge en Coˆte d’Ivoire ?
1. Werden uw diensten ingelicht over dat probleem met de Belgische ambassade in Ivoorkust ?
2. Une enquête a-t-elle été ordonnée ?
2. Werd een onderzoek bevolen ?
3. Quelles mesures concrètes envisagez-vous de prendre pour résoudre ce problème ?
3. Welke concrete maatregelen zal u treffen om dat probleem te verhelpen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 135 de M. Hervé Hasquin du 23 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 135 van de heer Hervé Hasquin van 23 november 2004 (Fr.) :
En réponse sa question, j’informe l’honorable membre que ni l’administration centrale à Bruxelles ni l’ambassade de Belgique à Abidjan n’ont reçu à un moment ou un autre des plaintes de compatriotes ayant été mal accueillis ou pas du tout par notre poste sur place. Le contraire est plus probable, vu le nombre important d’éloges à l’adresse des collaborateurs de l’ambassade et des militaires.
In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen. Het hoofdbestuur in Brussel noch de Belgische ambassade in Abidjan hebben ooit — zowel tijdens de crisis als daarna — klachten ontvangen van landgenoten die onheus behandeld of helemaal niet onthaald zouden zijn door onze post ter plaatse. Het tegendeel blijkt immers uit de talloze lofbetuigingen die betoond werden aan zowel de ambassademedewerkers als de militairen.
Je rappelle l’honorable membre que depuis le début de la crise ivoirienne le samedi 6 novembre 2004 — jour du bombardement par les troupes françaises des avions et des hélicoptères de combat ivoiriens et les rassemblements massifs dans les rues d’Abidjan qui en ont découlés — notre ambassade a ouvert une cellule de crise à la résidence de l’ambassadeur. En effet, il n’était plus possible ce jour là de joindre notre chancellerie vu la situation. modifiée dans la rue (et ce en quelques heures à peine). Ceci impliquait la mise en œuvre du plan de crise établi par l’ambassade dans lequel nos ressortissants étaient déjà recensés. Ce dossier de crise comprend aussi une stratégie de communication de consignes de sécurité par le biais de relais fonctionnant en structure pyramidale. Nos compatriotes qui essayaient de contacter l’ambassade
Ik herinner het geachte lid eraan dat sedert het begin van de Ivoriaanse crisis op zaterdag 6 november 2004 — bij het bombardement van de Ivoriaanse gevechtsvliegtuigen en -helikopters door Franse troepen en de daaruit voortvloeiende massabijeenkomsten in de straten van Abidjan — onze ambassade een crisiscel heeft opgericht op de residentie van de ambassadeur. De kanselarij was op zaterdag immers niet langer bereikbaar omwille van het gewijzigd straatbeeld (in luttele uren sloeg de situatie geheel om). Dit veronderstelde de uitvoering van het crisisplan dat onze ambassade daartoe heeft opgesteld en waarin onze landgenoten reeds geı¨nventariseerd stonden. Dit crisisdossier omvat tevens een strategie waarbij veiligheidsvoorschriften worden meegedeeld via tussenpersonen die deel uitmaken van een piramidestructuur.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1381
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10934
par téléphone ont été renvoyés vers le numéro de permanence à la résidence de l’ambassadeur et de son adjoint où l’on répondit directement à leur appel.
Zo werden onze in Ivoorkust verblijvende landgenoten via de piramidestructuur op de hoogte gebracht van de te volgen veiligheidsvoorschriften. Landgenoten die telefonisch de ambassade trachtten te bereiken, werden doorverwezen naar het noodnummer op de residentie van de ambassadeur en van zijn adjunct waar hun oproep onmiddellijk beantwoord werd.
` Bruxelles, le Centre de Crise des Affaires étrangèA res a été ouvert dès le 7 novembre 2004 afin d’épauler au maximum les activités d’information, de communication et de sécurisation de nos ressortissants fournies par le personnel de l’ambassade. Afin de pouvoir garantir leur sécurité, un détachement FST (First Support Team) a été envoyé à Abidjan. Pour les Belges en général, les mêmes consignes de sécurité ont été communiquées par le biais des avis de voyages.
In Brussel werd op zondag 7 november 2004 eveneens het Crisiscentrum van Buitenlandse Zaken geactiveerd teneinde alle taken van het ambassadepersoneel met betrekking tot de berichtgeving, de communicatie als het in veiligheid brengen van onze landgenoten maximaal te ondersteunen. Teneinde de veiligheid van het ambassadepersoneel te kunnen blijven garanderen, werd tevens een First Support Team naar Abidjan gestuurd. Voor de Belgen in het algemeen werden diezelfde veiligheidsvoorschriften kenbaar gemaakt via de reisadviezen.
Pendant la crise, l’administration centrale et la mission diplomatique ont maintenu des contacts permanents afin de relayer des informations sur la situation politique et sécuritaire dans le pays. Nos agents en poste ont été en contact permanent avec nos citoyens via la structure de communication pyramidale ou le numéro de permanence de l’ambassade.
Tijdens de crisis stonden het hoofdbestuur en de diplomatieke zending bovendien permanent in contact met elkaar, zodat alle informatie rond de politieke en veiligheidstoestand in het land kon worden doorgegeven. Onze ambtenaren op de post stonden eveneens in permanent contact met de landgenoten ter plaatse via de piramidale communicatiestructuur of via het noodnummer van de ambassade.
Ceci a permis à notre ambassade et au Centre de crise de coordonner au mieux l’aide au rapatriement des quelques 199 Belges qui à la date du 17 novembre 2004 avaient décidé de quitter volontairement la Coˆte d’Ivoire.
Zodoende konden onze ambassade alsook het Crisiscentrum een optimale bijstand verlenen aan de repatrie¨ring van zowat 199 Belgen die op 17 november 2004 besloten hadden Ivoorkust vrijwillig te verlaten.
Ces Belges furent rapatriés via l’organisation de nombreux vols affrétés par les différents partenaires de l’Union européenne. La Belgique a également envoyé un C-130 à Cotonou (Bénin) afin d’effecteur des rotations sur Abidjan et d’évacuer des Belges et d’autres citoyens. Nos ressortissants arrivèrent ainsi dans différentes villes européennes et africaines (Cotonou, Accra, Dakar, Eindhoven, Paris, Rome, Madrid, Baˆle et Bruxelles). Dans tous ces cas de figure, nos ressortissants furent accueillis par nos postes diplomatiques, qui eux-mêmes, travaillaient en étroite collaboration avec l’Administration centrale à Bruxelles et la Défense nationale.
Deze landgenoten werden teruggebracht middels het inleggen van meerdere door verschillende partners van de Europese Unie gecharterde vliegtuigen. Ook werd een Belgische C-130 overgevlogen naar Cotonou (Benin) om van daaruit rotatievluchten uit te voeren op Abidjan en aldus landgenoten en andere burgers uit het land te ontzetten. Aldus kwamen er Belgen toe in verschillende Europese en Afrikaanse grootsteden (Cotonou, Accra, Dakar, Eindhoven, Parijs, Rome, Madrid, Bazel en Brussel). In alle gevallen werden zij opgevangen door onze diplomatieke vertegenwoordigingen die zelf nauw samenwerkten met het hoofdbestuur in Brussel en met Landsverdediging.
Le personnel de l’ambassade a pu rejoindre finalement par escorte militaire française le camp militaire français du 43e BIMA jouxtant l’aéroport, d’où les rapatriements s’organisèrent pour épauler nos ressortissants belges et les aider à partir.
Het ambassadepersoneel zelf kon uiteindelijk onder militaire begeleiding naar het Frans militair kamp (43e Bima) naast de luchthaven worden gebracht. Van hieruit werden de vertrekken georganiseerd, onze Belgische landgenoten ondersteund en geholpen met het vertrek.
Durant toute la crise, le personnel de l’ambassade a opéré dans des conditions de travail particulièrement pénibles et une situation sécuritaire excessivement labile.
Tijdens de hele crisis diende het ambassadepersoneel te werken onder bijzonder zware omstandigheden en in een uiterst labiele veiligheidstoestand.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10935
DO 2004200502545
DO 2004200502545
Question no 136 de Mme Zoé Genot du 26 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 136 van mevrouw Zoé Genot van 26 november 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Asielaanvragen in de Belgische ambassades.
Demandes d’asile introduites dans les ambassades belges. 1. Quel est le nombre total des demandes d’asile introduites dans les ambassades belges pour les années 2003 et 2004 ? 2. Quelles sont les ambassades les plus concernées et pour quelles nationalités de demandeurs d’asile ? 3. Quelles sont les instructions données au chef de poste lorsque de tels cas se présentent ? 4. Quels sont les différents scénarios qui se déroulent alors pour le demandeur d’asile ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 136 de Mme Zoé Genot du 26 novembre 2004 (Fr.) : En réponse à la question de l’honorable membre je puis la communiquer que l’article 71/2 du Titre II, Chapitre III de l’arrêté royal du 8 octobre 1981 relatif à l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers détermine l’autorité auprès de laquelle l’étranger peut se déclarer réfugié. C’est à la frontière, auprès de l’autorité frontalière (§ 1er). Dans le Royaume, il s’agit des fonctionnaires de l’Office des étrangers ainsi que des directeurs des établissements pénitentiaires (§ 2). Les postes diplomatiques ne tombent pas sous les catégories mentionnées dans cet article. Dans le cas où une personne se présenterait auprès d’un poste diplomatique pour y introduire une demande d’asile, le poste diplomatique sollicitera des instructions expresses auprès du service compétent de mon département. Le poste diplomatique donnera ensuite la possibilité à la personne d’introduire une demande de visa et la transmettra à l’Office des étrangers, Service public fédéral Intérieur. L’Office des étrangers peut décider de délivrer le visa pour raisons humanitaires.
1. Wat is het totale aantal asielaanvragen dat voor 2003 en 2004 in de Belgische ambassades werd ingediend ? 2. Welke ambassades ontvangen de meeste aanvragen ? Wat is de nationaliteit van de aanvragers ? 3. Welke richtlijnen moeten de posthoofden in zo’n geval volgen ? 4. Op welke verschillende manieren kan zo’n asielaanvraag worden afgewikkeld ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 136 van mevrouw Zoé Genot van 26 november 2004 (Fr.) : In antwoord op de vraag van het geachte lid kan ik haar meedelen dat artikel 71/2 van Titel II, Hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de overheden bepaalt waarbij de vreemdeling zich vluchteling kan verklaren. Dit is aan de grens bij de met grens belaste overheden (§ 1). In het Rijk is dit bij de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken alsook bij de directeurs van de strafinrichtingen (§ 2). De diplomatieke posten in het buitenland vallen niet onder de categoriee¨n vermeld in dit artikel. In het geval een persoon zich toch aanmeldt bij een diplomatieke post om aldaar een asielaanvraag in te dienen dan zal de diplomatieke post duidelijke instructies vragen aan de competente dienst van mijn departement. De diplomatieke post zal vervolgens de persoon de kans geven een visumaanvraag in te dienen en zal deze vervolgens doorsturen naar de Dienst Vreemdelingenzaken bij de FOD Binnenlandse Zaken. De Dienst Vreemdelingenzaken kan beslissen het visum af te leveren op grond van humanitaire redenen.
DO 2004200502777
DO 2004200502777
Question no 137 de Mme Zoé Genot du 29 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 137 van mevrouw Zoé Genot van 29 november 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Experts bij de beleidsorganen. — Opdrachten. Op pagina 403 van de Verantwoording van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005
Experts pour l’Organe stratégique. — Missions. En page 403 de la justification du Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2005 (Doc. parl.,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10936
Chambre, 2004-2005, DOC 51 1371/11), nous pouvons lire qu’au budget 2004 était prévu 138 000 euros pour la rémunération des experts de l’Organe stratégique du ministre des Affaires étrangères.
(Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51 1371/11) staat te lezen dat er op de begroting 2004 een bedrag van 138 000 euro uitgetrokken was voor bezoldigingen en vergoedingen van de experts van de beleidsorganen van de minister van Buitenlandse Zaken.
1. Pouvez-vous communiquer la liste des missions qui ont été confiées aux experts ? ` quels experts ces missions ont-elles été 2. A confiées ?
1. Kan u de lijst van opdrachten meedelen die aan experts werden toegewezen ?
3. Pour quels montants ?
2. Welke experts hebben die opdrachten gekregen ? 3. Welke bedragen waren daarmee gemoeid ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 137 de Mme Zoé Genot du 29 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 137 van mevrouw Zoé Genot van 29 november 2004 (Fr.) :
Par rapport à votre question écrite concernant les missions et dépenses pour les experts du Conseil politique, je dois donner une réponse négative à chaque question.
In antwoord op uw schriftelijke vraag betreffende de zendingen en uitgaven voor experten van de Beleidsraad moet ik u op elke vraag negatief antwoorden.
En tant que ministre des Affaires étrangères, je n’ai pas utilisé le budget prévu pour 2004.
Ik heb als minister van Buitenlandse Zaken geen gebruik gemaakt van het voorziene budget in 2004.
DO 2004200502954
DO 2004200502954
Question no 146 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 146 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingston en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique.
Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.
Ma question concerne le dossier du soutien financier pour la construction d’un hall de transit pour des autobus à Kingston (Jamaı¨que). Il s’agirait d’un oprojet très luxueux qui couˆterait 49 millions d’euros et dont l’intérêt pour le pays ne serait pas du tout évident. Une aide dans le cadre du Finexpo aurait été demandée.
Mijn vraag betreft het dossier van de financie¨le steun voor de bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. Het zou om een zeer luxueus bouwproject gaan, met een kostenplaatje van 49 miljoen euro. Het nut ervan voor het land zou niet meteen duidelijk zijn. Er zou steun aangevraagd zijn via Finexpo.
1. Qui a introduit ce dossier ?
1. Wie heeft dit dossier ingediend ?
2. Quel en est le couˆt ?
2. Wat is het exacte kostenplaatje ?
3. Quelle a été l’attitude du représentant du ministre au Finexpo ?
3. Wat was het standpunt van de vertegenwoordiger van de minister bij Finexpo ?
4. Quelle a été la décision de Finexpo ?
4. Wat heeft Finexpo in deze beslist ?
5. Quelle a été la décision du gouvernement ?
5. Wat heeft de regering in deze beslist ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 146 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 146 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) :
1. Le dossier a été introduit par un consortium d’entreprises belges actives dans le domaine des études et réalisation de projets et de génie civil.
1. Het dossier werd ingeleid door een consortium van Belgische bedrijven met activiteiten in de studie en verwezenlijking van civiele bouwkundeprojecten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10937
2. Le couˆt total du projet est de 43,5 millions d’euros.
2. De totale kosten van het project bedragen 43,5 miljoen euro.
3 et 4. Le Comité Finexpo n’est pas en état de prendre des décisions et se limite à donner des avis. Les avis formulés par les membres du Comité sont confidentiels. Dans ce cas précis, l’avis du Comité était positif.
3 en 4. Het Comité Finexpo is niet in staat beslissingen te nemen en beperkt zich tot het formuleren van adviezen. De adviezen geformuleerd door de leden van het comité zijn vertrouwelijk. In dit specifiek geval was het advies van het comité positief.
5. Le Conseil des ministres a pris une décision positive en vue de soutenir le financement du projet.
5. De Ministerraad heeft een positieve beslissing genomen om de financiering van het project te ondersteunen.
DO 2004200502979
DO 2004200502979
Question no 148 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 148 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Chine. — Distribution de pamphlets chrétiens. — Droits de l’homme.
China. — Uitdeling christelijke pamfletten. — Mensenrechten.
Le 17 juin 2004, deux femmes ont distribué des pamphlets chrétiens sur la place du marché de Pusdu, dans le district de Tongzi en Chine, ce qui leur a valu d’être arrêtées et conduites en prison, ou` elles ont été interrogées durant toute la nuit ainsi que le matin suivant. Ensuite, la famille d’une de ces deux femmes a été informée du fait qu’elle était décédée à la suite d’une crise cardiaque.
Op 17 juni 2004 deelden twee vrouwen christelijke pamfletten uit op de markt van Pusdu, in het district Tongzi in China. Hiervoor werden ze aangehouden en naar de gevangenis gebracht. Daar werden ze de ganse nacht en ook de volgende voormiddag ondervraagd. Daarna kreeg de familie van één van hen te horen dat zij « aan een hartaanval gestorven was ».
La famille, qui a voulu faire procéder à une autopsie, a constaté que la femme était couverte de sang et de cicatrices et qu’en outre ses cheveux avaient été arrachés. Il était évident qu’elle avait été battue à mort.
Toen de familie een autopsie wou laten uitvoeren, bleek dat ze helemaal onder het bloed en littekens zat en dat bovendien haar haren waren uitgetrokken. Het was duidelijk dat ze was doodgeslagen.
Ces faits sont contraires au prescrit des « Droits de l’homme ».
Deze feiten stroken niet met wat de « Rechten van de mens » voorschrijven.
1. Le gouvernement a-t-il connaissance de ces faits ?
1. Is de regering hiervan op de hoogte ?
2. Des mesures ont-elles été prises à cet égard ?
2. Werden hieromtrent maatregelen getroffen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 148 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 148 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) :
Le cas soulevé par l’interpellant dans sa question ne m’est pas connu. Il pourrait être sujet d’une discussion dans un cadre européen et éventuellement, avec l’accord des partenaires européens, être incorporé dans la liste européenne des cas de violations des droits humains. On pourrait aussi retenir le cas en ` cet effet, il sera nécesquestion sur le plan bilatéral. A saire que l’honorable membre me communique le nom des deux femmes auxquelles il fait référence dans sa question écrite. Il sera également utile de préciser l’endroit où les faits ont eu lieu, en particulier dans quelle province et district (county).
Het geval vermeld in uw vraag is mij niet bekend. Het kan in Europees verband worden besproken en eventueel, met instemming van de andere Europese partners opgenomen worden in de Europese lijst van individuele gevallen van schending van de mensenrechten. Het kan ook bilateraal weerhouden worden. Het is daartoe noodzakelijk dat het geachte lid mij de naam meedeelt van de twee vrouwen waarnaar verwezen wordt in zijn schriftelijke vraag. Het zal tevens nuttig zijn de plaats van het gebeuren preciezer te omschrijven, in het bijzonder in welke provincie en district (county).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10938
DO 2004200502980
DO 2004200502980
Question no 149 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 149 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Ambassade de Belgique à Rome. — Réception. — Incident.
Belgische ambassade in Rome. — Receptie. — Rel.
Lors de la réception offerte à l’occasion de la fête de la dynastie à l’ambassade de Belgique à Rome le 15 novembre 2004, une dame a formulé une remarque au sujet du manque de connaissance des langues de l’épouse de l’ambassadeur.
Tijdens de receptie die op 15 november 2004 naar aanleiding van het feest van de dynastie op de Belgische ambassade in Rome aangeboden werd, maakte een dame een opmerking over het gebrek aan talenkennis van de echtgenote van de ambassadeur.
La dame en question aurait alors immédiatement et brutalement été mise à la porte par ce dernier.
Deze laatste zou de betrokken dame onmiddellijk hardhandig aan de deur hebben gezet.
1. Avez-vous connaissance de ces événements ? Les confirmez-vous ?
1. Bent u van de feiten op de hoogte en kan u ze bevestigen ?
2. Ce comportement vous semble-t-il approprié dans le cadre d’une réception officielle à l’ambassade, d’autant plus qu’il est le fait du principal diplomate de cette ambassade ?
2. Bent u van mening dat het gepast is dat zoiets op een officie¨le receptie van een ambassade gebeurt en dat bovendien de belangrijkste diplomaat van deze ambassade hierbij betrokken is ?
3. Quelles mesures ont été prises ?
3. Welke maatregelen werden er getroffen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 149 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 149 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) :
Je peux confirmer que j’ai été informé de ces faits qui se sont déroulés à la fin d’une réception organisée à l’occasion de la « Fête de la Dynastie » par l’ambassadeur de Belgique à Rome lorsqu’une invitée — d’après mes sources — a du être sommé à quitter les lieux après un comportement non approprié.
Ik kan bevestigen dat ik inderdaad op de hoogte werd gebracht van deze feiten, welke zich situeerden op het einde van de receptie die naar aanleiding van het « Feest van de Dynastie » werd georganiseerd door de Belgische ambassadeur te Rome toen een genodigde na — volgens mijn informatie — niet gepast gedrag aangemaand moest worden om het pand te verlaten.
Je tiens également à souligner que, à défaut d’un lien contractuel entre le SPF Affaires étrangères et les épouses(oux)/partenaires des diplomates belges, nous ne pouvons pas obliger ces personnes à connaıˆtre nos langues nationales. Le département mène vis-à-vis de ces personnes une politique d’encouragement d’apprentissage des langues nationales.
Mag ik er tevens op wijzen dat wij, bij gebrek aan enig contractuele band tussen de FOD Buitenlandse Zaken en de echtgenoten(s/n)/partners van Belgische diplomaten, deze personen niet kunnen verplichten tot kennis van onze nationale talen. Het departement voert ten aanzien van deze personen wel een beleid van aanmoediging om de landstalen te leren.
DO 2004200502983
DO 2004200502983
Question no 150 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 150 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Chine. — Répression de la vente de bibles.
China. — Bestraffing voor het verkopen van bijbels.
J’ai appris de différentes sources que le pasteur Cai Zhuohua, qui est en charge de six églises de maison à Pékin, ainsi que plusieurs membres de sa famille, ont été arrêtés le 11 septembre 2004 par trois agents de la sécurité.
Uit verschillende bronnen heb ik vernomen dat Pastor Cai Zhuohua, voorganger van zes huiskerken in Peking, op 11 september 2004 opgepakt werd door drie veiligheidsagenten. Een aantal van zijn familieleden deelden dit lot.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10939
Tous sont passibles de peines sévères pour avoir fait imprimer clandestinement des bibles. En Chine, une seule personne est autorisée à imprimer des bibles, à tirage limité. Les bibles ne peuvent par ailleurs pas y être vendues par des librairies publiques.
Ze zouden allemaal zwaar bestraft worden omdat zij in het geheim bijbels hadden laten drukken. In China is er slechts één persoon die toelating heeft om bijbels te drukken, en dit dan nog op een zeer beperkt aantal. Bijbels mogen er trouwens ook niet in openbare boekenwinkels worden verkocht.
Tout cela est contraire à la Déclaration universelle des droits de l’homme. 1. Eˆtes-vous au courant de ces faits ?
Een en ander is niet in overeenstemming met de Universele Verklaring van de rechten van de mens.
2. Quelles initiatives ont été prises ?
1. Bent u van de feiten op de hoogte ? 2. Welke maatregelen werden er getroffen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 150 de M. Francis Van den Eynde du 28 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 150 van de heer Francis Van den Eynde van 28 december 2004 (N.) :
Le cas de violation des droits humains en Chine, cité par l’interpellant ne nous est pas connu. Il ne figure ni sur la liste de l’EU des cas individuels et ne nous est pas connu davantage sur le plan bilatéral. J’aimerais rappeler dans ce contexte qu’un dialogue a lieu au niveau européen avec la Chine au sujet du respect des droits humains. Deux fois par an la partie chinoise est notamment questionnée sur une liste d’environ 75 cas de violations sérieuses des droits humains en Chine. II s’agit de cas bien documentés sur lesquels nous disposons, de sources fiables et de façon régulière, de renseignements. Les réponses chinoises sont évaluées sur une période de temps bien définie. Ceci permet de faire pression sur la Partie chinoise afin que cette dernière passe à l’action. Bilatéralement aussi des cas de violations des droits humains sont soulevés lors de rencontres officielles, telles que lors des consultations politiques avec la Chine dont le dernier tour a eu lieu à Pékin fin novembre 2004. Notre influence est dans ce cas évidemment moindre que dans un cadre européen.
Het door de interpellant geciteerd geval van schending van de mensenrechten in China is ons niet bekend. Het komt noch voor op de EU-lijst van individuele gevallen noch is het ons bilateraal gekend. Ik wenste in dit verband eraan te herinneren dat op EU niveau een dialoog aan de gang is met China met betrekking tot de mensenrechten.Tweemaal per jaar wordt daarbij aan de Chinese partij uitleg gevraagd met betrekking tot de situatie van een 75-tal goed gedocumenteerde gevallen van ernstige schendingen van de rechten van de mens in China, waarover wij geregeld informatie ontvangen uit betrouwbare bron. De Chinese antwoorden worden door de EU gee¨valueerd over een bepaalde periode. Hierdoor wordt zoveel mogelijk druk uitgeoefend op de Chinese tegenpartij opdat deze tot actie zou overgaan. Ook bilateraal worden kwesties van schendingen van de mensenrechten opgebracht tijdens officie¨le bijeenkomsten, zoals tijdens de politieke consultaties met China waarvan de laatste ronde plaats vond eind november 2004 te Peking. Onze invloed is vanzelfsprekend geringer dan in Europees verband.
Je tiens à indiquer à l’honorable membre que le prochain tour du dialogue UE-Chine sur les droits de l’homme est prévu à Luxembourg les 24 et 25 février 2005 sous présidence luxembourgeoise.
Ik moge het geachte lid erop wijzen dat de volgende ronde in deze EU-Chinese dialoog over mensenrechten gepland is te Luxemburg op 24 en 25 februari 2005 onder Luxemburgs voorzitterschap.
DO 2004200502984
DO 2004200502984
Question no 151 de M. Gerolf Annemans du 28 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 151 van de heer Gerolf Annemans van 28 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Cahier de la Cour des comptes. — Désignation de comptables dans les postes à l’étranger.
Boek van het Rekenhof. — Aanstelling van rekenplichtigen in buitenlandse posten.
Dans son 161e Cahier (Observations et documents soumis à la Chambre des représentants, Session 20042005. Fascicule Ier, p. 90) la Cour des comptes fait observer ce qui suit : « En 1999, le SPF Affaires étrangè-
In het 161e Boek van het Rekenhof (Opmerkingen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd. Zitting 2004-2005. Deel I, blz. 87) lezen we onder meer : « In 1999 besloot de FOD Buitenlandse Zaken,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10940
res, Commerce extérieur et Coopération au développement a décidé de réformer la gestion financière des postes diplomatiques et consulaires en vue de leur accorder une autonomie financière. Dès le début de cette réforme, la Cour des comptes a signalé qu’en application de la législation relative à la comptabilité de l’E´tat, des ordonnateurs devaient être désignés dans tous les postes à l’étranger, ainsi que des comptables qui doivent justifier leurs opérations financières par le biais d’un compte de gestion. L’absence de telles désignations entrave le controˆle de la Cour des comptes, qui a pour mission d’arrêter les comptes des comptables et de constater les déficits éventuels. C’est plus spécifiquement le controˆle des recettes qui est entravé, parce qu’aucun état des recettes et aucun état des droits constatés n’est établi. Jusqu’à présent, l’administration n’a donné suite qu’à un certain nombre d’observations de la Cour des comptes relatives à l’organisation pratique de la nouvelle gestion financière au sein des postes diplomatiques et consulaires. »
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ertoe het financie¨le beheer van de diplomatieke en consulaire posten te hervormen om ze financie¨le autonomie te bezorgen. Van bij het begin van deze hervorming heeft het Rekenhof gesteld dat in toepassing van de wetgeving rijkscomptabiliteit in alle buitenlandse posten ordonnateurs moeten worden aangesteld evenals rekenplichtigen die hun financie¨le verrichtingen door middel van een beheersrekening moeten verantwoorden. Dat dit nog steeds niet gebeurd is, bemoeilijkt de controle van het Rekenhof dat tot opdracht heeft de rekeningen van de rekenplichtigen af te sluiten en eventuele tekorten vast te stellen. De controle van de ontvangsten wordt specifiek bemoeilijkt omdat er geen ontvangstenstaten noch staten van vastgestelde rechten worden opgesteld. Tot hiertoe heeft de administratie alleen gevolg gegeven aan een aantal aanbevelingen van het Rekenhof die betrekking hebben op de praktische organisatie van het nieuwe financie¨le beheer in de diplomatieke en consulaire posten ».
Malgré l’engagement du ministre de faire le nécessaire pour répondre aux observations de la Cour des comptes, il apparaıˆt à la lecture du 161e Cahier de la Cour des comptes qu’on ne peut toujours pas nous garantir que des comptables, tenus, en vertu des dispositions légales et réglementaires en vigueur, de rendre des comptes à la Cour des comptes, seront désignés à court terme dans tous les postes à l’étranger. La Cour des comptes insiste pour que la désignation d’ordonnateurs et de comptables ne soit pas reportée jusqu’à l’entrée en vigueur de la nouvelle législation budgétaire et du nouveau statut du comptable. La Cour estime d’ailleurs qu’il conviendrait de fixer un calendrier précis à cet égard.
Hoewel de minister had aangekondigd het nodige te doen om aan deze verzuchtingen van het Rekenhof tegemoet te komen, blijkt in het 161e Boek van het Rekenhof dat nog steeds niet kan worden verzekerd dat op korte termijn in alle buitenlandse posten rekenplichtigen zullen worden aangesteld die volgens de geldende wettelijke en reglementaire voorschriften rekening afleggen bij het Rekenhof. Ter zake dringt het Rekenhof erop aan om de aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen niet langer uit te stellen tot de nieuwe begrotingswetgeving en het nieuwe statuut van de rekenplichtigen van kracht worden. Meer nog : volgens het Rekenhof moet een duidelijke timing opgesteld worden.
1. Quel est votre réaction face à ces observations ?
1. Kan u meedelen wat u van deze opmerkingen denkt ?
2. Quelles mesures ont été prises pour répondre aux observations de la Cour des comptes ?
2. Welke maatregelen zijn inmiddels genomen om tegemoet te komen aan de opmerkingen van het Rekenhof ?
3. Quel calendrier précis proposez-vous à la Cour des comptes ?
3. Welke duidelijke timing stelt u voor aan het Rekenhof ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 151 de M. Gerolf Annemans du 28 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 151 van de heer Gerolf Annemans van 28 december 2004 (N.) :
Mon département connaıˆt les remarques faites à l’époque par la Cour des comptes. Depuis les responsables du département ont eu un entretien avec les représentants de la Cour. E´tant donné le retard pris dans la mise en application de la nouvelle loi budgétaire et le nouveau statut des comptables justiciables, l’introduction de certains aspects de l’autonomie financière a également été postposée.
Mijn departement is op de hoogte van de opmerkingen van het Rekenhof die destijds werden gemaakt. Ondertussen hebben de verantwoordelijken van het departement een onderhoud gehad met de afgevaardigden van het Rekenhof. Vermits het in voege treden van de nieuwe begrotingswetgeving en het nieuwe statuut van de rekenplichtigen uitgesteld werden, werden ook de toepassing van de financie¨le autonomie wat bepaalde aspecten betreft uitgesteld.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10941
Entretemps nous avons travaillé à une simplification du système (réduction du nombre d’enveloppes, version améliorée du programme de comptabilité, etc.). L’année passée, un effort considérable a été accomplis afin d’apurer les comptabilités des postes. Cet effort sera poursuivi en 2005. Cela doit nous permettre, via une procédure de remise-reprise, de nommer progressivement l’ensemble des comptables ` ce sujet, je peux vous confirmer que justiciables. A dans le courant de cette année un certain nombre de nominations auront lieu. Afin d’assurer un déroulement correction de ce processus de nomination, ainsi que celui des ordonnateurs, nous resterons bien entendu en contact avec les responsables de la Cour des comptes.
Inmiddels wordt gewerkt aan een vereenvoudiging van het systeem (minder budgettaire enveloppen, gebruiksvriendelijkere versie van het boekhoudkundig programma, enzovoort). Vorig jaar werd tevens een ernstige inspanning gedaan om de boekhoudingen van alle posten aan te zuiveren. Deze inspanning zal in 2005 worden verdergezet. Dit moet ons toelaten via een procedure van overname/overgave op een progressieve manier rekenplichtigen aan te stellen. In dit verband kan ik u zeggen dat er al in de loop van dit jaar een aantal aanstellingen zullen gebeuren. Opdat deze aanstelling alsmede deze van de ordonnateurs correct zou verlopen, zal er uiteraard blijvend contact onderhouden worden met de verantwoordelijken op het Rekenhof.
L’attention requise pour cette problématique se concrétisera par ailleurs dans un projet BPR spécifique de la direction B&B consacré au controˆle financier des postes. Entre le 1er janvier 2005 et le 1er avril 2007, nous mettrons en place un système informatisé qui permettra un controˆle et un ordonnancement plus rapide des comptabilités des postes. La nomination des comptables justiciables est un des éléments qui sera mis en place au sein de ce projet.
De nodige aandacht aan deze problematiek zal tevens geschonken worden in het specifieke BPRproject van B&B in verband met de financie¨le controle op post. Tussen 1 januari 2005 en 1 april 2007 zou er een snellere, geı¨nformatiseerde controle en ordonnancering vin de postboekhoudingen op poten gezet worden. Onder meer de aanstelling van de rekenplichtigen behoort tot één van de aspecten die in dit project zullen uitgevoerd worden.
DO 2004200503006
DO 2004200503006
Question no 152 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 152 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
CFDD. — Avis. — Financement des assureurs crédit.
FRDO. — Advies. — Financiering van de kredietverzekeraars.
Le Conseil fédéral de développement durable (CFDD) a donné le 26 novembre 2004 un avis sur « une stratégie de prévention des changements climatiques au-delà de 2012 ». Dans le paragraphe 61 de l’avis, le CFDD dit : « Il convient aussi d’orienter dans un sens plus compatible avec le développement durable les financements des assureurs crédit (par exemple le Ducroire en Belgique) ... ». 1. Eˆtes-vous d’accord avec cet avis ?
De Federale Raad voor duurzame ontwikkeling (FRDO) heeft op 26 november 2004 een advies verstrekt « inzake een strategie ter voorkoming van klimaatveranderingen na 2012 ». In paragraaf 61 van het advies stelt de FRDO dat « het ook nodig is de financieringen van de kredietverzekeraars (bijvoorbeeld Delcredere in Belgie¨) [...] beter te doen overeenstemmen met een duurzame ontwikkeling ».
2. Si oui, quelles initiatives avez-vous prises en réponse à cet avis ?
2. Zo ja, welke initiatieven heeft u genomen om aan dit advies uitvoering te geven ?
3. Si non, pourquoi ?
1. Kan u dit advies onderschrijven ?
3. Zo neen, waarom niet ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 152 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 152 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) :
Le Ducroire est un assureur-crédit qui couvre notamment les crédits à l’exportation proposés par les banques commerciales. Il ne finance pas lui-même ces crédits.
Delcredere is een kredietverzekeraar die met name de exportkredieten dekt die door de commercie¨le banken worden ingediend. Delcredere financiert zelf de kredieten niet.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1382
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10942
Les opérations assurées par le Ducroire sont par essence des opérations commerciales, dans lesquelles les exportateurs et banquiers belges sont en concurrence avec des sociétés étrangères.
De door Delcredere verzekerde transacties zijn in essentie commercie¨le transacties waarin Belgische exporteurs en bankiers in concurrentie treden met buitenlandse ondernemingen.
Dans ce contexte, la vocation légale du Ducroire n’est pas de jouer directement le roˆle d’une « Agence pour le développement durable ».
In dit verband bestaat de wettelijke rol van Delcredere er niet in om rechtstreeks de rol te spelen van « Agentschap voor de duurzame ontwikkeling ».
Ceci dit le Ducroire, comme ses collègues étrangers membres de l’OCDE, est soumis aux règles édictées par cette institution internationale en accord avec les pays qui en sont membres. Depuis quelques années, l’OCDE édicté des règles en matière de protection de l’environnement, et donc de développement durable. Ces règles sont respectées par le Ducroire, de même que toute règle qui serait imposée par exemple par le gouvernement et par l’Union européenne. Le gouvernement fédéral dispose au sein du conseil d’administration du Ducroire de six représentants y ayant un droit de veto. Ils sont en particulier chargés de veiller à ce que toutes les décisions du Ducroire soient conformes aux lois, au règlement d’organisation ou aux intérêts de l’E´tat, et ils communiquent par ailleurs au conseil d’administration la politique à suivre par l’institution (article 16 des statuts).
Dit gezegd zijnde moet Delcredere, net als zijn buitenlandse OESO-collega’s, zich houden aan de regels opgelegd door deze internationale instelling in overeenstemming met de landen die er lid van zijn. Sinds enkele jaren vaardigt de OESO regels uit op het vlak van de bescherming van het leefmilieu en bijgevolg duurzame ontwikkeling. Deze regels worden door Delcredere nageleefd, net als elke regel die zou opgelegd worden door bijvoorbeeld de regering en de Europese Unie. De federale regering beschikt over zes vertegenwoordigers in de Bestuursraad van Delcredere, die elk een vetorecht hebben. Zij zijn in het bijzonder belast met het toezien op de conformiteit van de beslissingen van Delcredere met de wetten, de organisatievoorschriften of de belangen van de Staat; zij melden tevens aan de Bestuursraad de politiek die door de instelling moet worden gevolgd (artikel 16 van de statuten).
DO 2004200503022
DO 2004200503022
Question no 153 de M. Hagen Goyvaerts du 10 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 153 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Droits et libertés des journalistes en Turquie.
Journalistieke rechten en vrijheden in Turkije.
Malgré les déclarations ronflantes faites récemment par le gouvernement fédéral à propos de l’adhésion de la Turquie à l’Union européenne, nous constatons que les journalistes turcs continuent à rencontrer des difficultés dans l’exercice de leur profession et ne bénéficient ni de la liberté l’association ni d’une protection sur le plan professionnel comme c’est le cas au sein de l’Union européenne.
Niettegenstaande de recente ronkende verklaringen van de federale regering rond de toetreding van Turkije tot de Europese Unie, stellen we vast dat Turkse journalisten nog steeds in moeilijke omstandigheden hun beroep moeten uitoefenen en niet kunnen genieten van de vrijheid van vereniging en een beroepshalve bescherming zoals die in de Europese Unie bestaat.
C’est ainsi que le Code pénal turc prévoit encore à ce jour de lourdes peines pour les délits de presse, comme par exemple dans le cadre des informations données par les journalistes turcs à propos de la situation à Chypre.
Zo staan in het Turkse Strafwetboek nog steeds zware straffen op mogelijke persinbreuken bijvoorbeeld inzake de berichtgeving door Turkse journalisten over de toestand in Cyprus.
Par ailleurs, le gouvernement turc aurait l’intention de prendre des dispositions légales visant à obliger les associations de journalistes turques à fusionner avec les syndicats de l’imprimerie, de la poste et de la téléphonie. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?
Bovendien zou de Turkse regering van plan zijn om — via een wettelijke regeling — de Turkse verenigingen van journalisten te verplichten om een fusie aan te gaan met de vakbonden van drukkerijen, post en telefonie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Bent u van deze situatie op de hoogte ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10943
2. Avez-vous évoqué cette situation lors des négociations d’adhésion avec la délégation turque ?
2. Heeft u de bovenvermelde situatie onder de aandacht gebracht tijdens de onderhandelingsgesprekken met de Turkse delegatie ?
3. Dans l’affirmative, quelle a été la réaction de la délégation turque ?
3. Zo ja, wat was de reactie van de Turkse delegatie ?
4. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre visà-vis du gouvernement turc pour garantir la liberté totale de la presse ?
4. Welke initiatieven overweegt u te nemen ten aanzien van de Turkse regering om een volledige vrijheid van pers te waarborgen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 153 de M. Hagen Goyvaerts du 10 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 153 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 januari 2005 (N.) :
1. Des progrès notables ont été accomplis en Turquie en ce qui concerne la liberté d’expression. Depuis 2002, le code pénal, la loi anti-terreur et la loi sur la presse ont été modifiés dans le sens de la suppression des restrictions à la liberté d’expression, ce qui a entraıˆné une réduction du nombre de poursuites et de condamnations. Depuis janvier 2004, 103 jugements ont fait référence à l’article 10 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales (CEDH), conduisant à des acquittements. De même, dans une affaire où un journaliste avait été condamné en vertu de l’article 312 du code pénal (« incitation à la haine raciale, ethnique ou religieuse »), la Cour de cassation a annulé le jugement en indiquant que les particuliers ont le droit d’avoir des opinions différentes de celles de la majorité et de critiquer l’ordre établi.
1. In Turkije werd ter zake van de vrijheid van meningsuiting aanzienlijke vooruitgang geboekt. Sinds 2002 werden het Strafwetboek, de anti-terreurwet en de perswet gewijzigd in die zin dat een aantal beperkingen van de vrijheid van meningsuiting werden opgeheven, waardoor het aantal vervolgingen en veroordelingen is afgenomen. Sinds januari 2004 werd bij 103 uitspraken verwezen naar artikel 10 van het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), wat leidde tot een aantal gevallen van vrijspraak. In een zaak waarbij een journalist werd veroordeeld op grond van artikel 312 van het Strafwetboek (« het aanzetten tot rassenhaat, etnische of godsdiensthaat »), vernietigde het Hof van Cassatie het vonnis door erop te wijzen dat particulieren het recht hebben er meningen op na te houden die afwijken van die van de meerderheid en krititiek te leveren op de gevestigde orde.
On constate aussi que les deux exemples mentionnés dans l’exposé des motifs de l’article 305 du Code pénal (article qui criminalise les propos contraires à l’intérêt national) en ont été retirés. Pour mémoire, ces deux exemples étaient le génocide arménien et la présence militaire turque à Chypre.
Een andere vaststelling is dat de twee voorbeelden die waren opgenomen in de motivering van artikel 305 van het Strafwetboek (artikel dat tegen het nationaal belang ingaande uitlatingen strafbaar stelt), uit het Strafwetboek werden verwijderd. Het betrof meer bepaald de Armeense genocide en de Turkse militaire aanwezigheid in Cyprus.
2. De même, la nouvelle loi sur la presse adoptée en juin 2004 représente une avancée significative. Elle renforce le droit des journalistes de ne pas divulguer leurs sources, ainsi que le droit de réponse et de rectification, elle remplace en grande partie les peines d’emprisonnement par des amendes, supprime les sanctions telles que l’interdiction des publications, l’interruption de la distribution et la confiscation du matériel d’impression et elle réduit la possibilité de confisquer des textes imprimés comme des livres et des périodiques. Par ailleurs, l’article 30 de la Constitution concernant la protection des installations d’impression a été modifié de façon à ce que la confiscation ou la saisie du matériel d’impression d’une maison d’édition ne soit plus autorisée en toutes circonstances.
2. Ook de in juni 2004 goedgekeurde perswet is een mijlpaal. Deze nieuwe wet versterkt het recht van journalisten hun bronnen niet bekend te maken en voorziet in een recht van antwoord en van rechtzetting. Uit hoofde van deze wet worden gevangenisstraffen grotendeels vervangen door boetes en wordt een einde gemaakt aan sancties zoals een publicatieverbod, het staken van de distributie en de inbeslagneming van drukmateriaal. Daarnaast maakt de nieuwe perswet het moeilijker drukwerk zoals boeken en tijdschriften in beslag te nemen. Het is ook zo dat artikel 30 van de Grondwet inzake de bescherming van drukkerijapparatuur in die zin werd gewijzigd dat de inbeslagneming of confiscatie van de apparatuur van een uitgeverij niet langer in alle gevallen is toegestaan.
3. Toutefois, des efforts supplémentaires sont nécessaires pour résoudre les questions en suspens. Ainsi, la plupart des actions intentées contre des jour-
3. Toch moeten er in verband met een aantal punten nog bijkomende inspanningen worden geleverd. Het is immers nog steeds een feit dat de meeste
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10944
nalistes ne le sont pas sur la base de la loi sur la presse. Les dispositions les plus couramment utilisées pour poursuivre les médias continuent d’être les articles 159 (« offense à l’égard de l’E´tat et des institutions de l’E´tat »), 169 (« aide à — et complicité avec des organisations terroristes ») et 312 du Code pénal, ainsi que les articles 6 (« impression ou publication de tracts et déclarations d’organisations terroristes ») et 7 (« propagande relative à des organisations (terroristes) et qui encourage le recours à la violence ou à d’autres moyens terroristes ») de la loi anti-terreur.
vorderingen tegen journalisten niet worden ingesteld op grond van de perswet. Voor het vervolgen van de media wordt nog al te vaak teruggegrepen naar de artikelen 159 (« belediging van de Staat en de overheidsinstellingen »), 169 (« hulp aan en medeplichtigheid met terroristische organisaties ») en 312 van het Strafwetboek. Ook wordt regelmatig een beroep gedaan op de anti-terreurwet, met name artikel 6 (« drukken of publiceren van pamfletten en verklaringen van terroristische organisaties ») en artikel 7 (« propaganda voor (terroristische) organisaties die aanzet tot het gebruiken van geweld of andere terroristische middelen »).
Bien que les sources officielles soulignent une diminution considérable du nombre d’affaires qui aboutissent à des sanctions, la régularité avec laquelle des actions sont intentées contre des membres de la presse constitue un puissant moyen de dissuasion pour la liberté d’expression dans les médias.
Hoewel officie¨le bronnen vooral de aandacht vestigen op de aanzienlijke daling van het aantal zaken waarbij straffen worden opgelegd, kan niet worden ontkend dat de talrijke vorderingen die tegen leden van de pers worden ingesteld, voor de vrijheid van meningsuiting in de media een krachtig afschrikkingsmiddel zijn.
Les journalistes et les écrivains continuent d’être condamnés pour des motifs non conformes aux normes de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales (CEDH).
Journalisten en schrijvers worden nog steeds veroordeeld op gronden die niet stroken met de regels van het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Je constate donc avec vous que si d’importantes avancées ont été faites dans le domaine de la liberté d’expression et de la presse, beaucoup d’efforts restent encore à fournir.
Ik ben het dan ook met u eens dat er nog veel werk aan de boeg is, niettegenstaande de aanzienlijke vooruitgang die ter zake van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid reeds werd geboekt.
4. En ce qui concerne le projet que vous évoquez d’une réglementation légale visant à obliger les associations de journalistes à fusionner avec les syndicats de l’imprimerie, de la poste et de la téléphonie, je vous prie de noter qu’au sein de l’Union européenne, il n’a pas été confirmé qu’un tel projet officiel et définitif existe. Dès lors, je ne peux me prononcer sur ce point.
4. Met betrekking tot het plan waarvan u melding maakt, de journalistenverenigingen te verplichten een fusie aan te gaan met de vakbonden van drukkerijen, post en telefonie, werd het bestaan van een zodanig officieel en definitief plan binnen de Europese Unie niet bevestigd. Ik kan mij hierover dan ook niet uitspreken.
5. Lors de sa recommandation sur l’ouverture des négociations entre la Turquie et l’Union européenne, la Commission européenne a clairement identifié une série de domaines, dont la liberté d’expression, qui continue à nécessiter un monitoring politique.
5. In de aanbeveling van de Europese Commissie de onderhandelingen tussen Turkije en de Europese Unie aan te vatten, werden de gebieden die ook in de toekomst een politieke monitoring vereisen, duidelijk aangemerkt. Een daarvan is de vrijheid van meningsuiting.
Le Conseil européen des 16 et 17 décembre 2004 a d’ailleurs confié ce monitoring à la Commission, afin de garantir l’irréversibilité du processus de réforme politique et la mise en œuvre complète et totale des réformes adoptées par le Parlement turc.
De Commissie werd door de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 belast met deze monitoring teneinde de onomkeerbaarheid van het politieke hervormingsproces en de volledige en algehele uitvoering van de door het Turkse parlement goedgekeurde hervormingen te waarborgen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10945
DO 2004200503071
DO 2004200503071
Question no 155 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 155 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
E´laboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme.
Opstelling van een VN-kader voor « Responsabilities of Transnational Corporations and related Business Enterprises with regard to Human Rights ».
Nous sommes pratiquement tous convaincus du fait que le processus de globalisation peut aider les régions plus pauvres du monde à développer leurs économies. Pour cela, il faut absolument mettre en place une réglementation mondiale adaptée. Les Nations unies ont déjà pris une série d’initiatives importantes pour que les entreprises prennent leurs responsabilités sur les plans social et écologique.
Weinigen twijfelen aan het potentieel van het globaliseringsproces om de armere regio’s van deze wereld economisch te laten ontwikkelen. Er is een absolute noodzaak aan wereldwijde en aangepaste regelgeving. In de VN worden reeds waardevolle initiatieven ontwikkelt om de bedrijfswereld op haar verantwoordelijkheden op sociaal en ecologisch vlak te wijzen.
Dans ce domaine, la Belgique adopte plutoˆt une position frileuse. Elle entend laisser le législateur national de chaque état prendre ses responsabilités et fait davantage confiance aux initiatives informelles reprises sous la dénomination de « Responsabilité sociale des entreprises« . Les institutions onusiennes servent de source d’inspiration et de complément juridique pour les états plus faibles. J’espère donc que la Belgique choisira de considérer ces négociations internationales plus comme une opportunité que comme une menace, en vue d’introduire dans la sphère économique globale des normes internationales en matière de droits de l’homme. Nous pouvons saisir cette opportunité pour donner aux entreprises multinationales et à leurs sociétés liées une protection contre la pression vers le bas qu’exercent les législations nationales moins progressistes. En même temps, nous leur fournirons un point d’ancrage précieux qui leur permettra de dénoncer la concurrence déloyale des entreprises qui ne prennent pas leurs responsabilités en la matière ou de peser sur leurs sous-traitants internationaux pour qu’ils prennent sérieusement en compte les droits de l’homme de leurs travailleurs.
De Belgische positie in deze zou eerder een lauwe positie zijn waarbij Belgie¨ de verantwoordelijkheid bij de nationale wetgever van de respectievelijke staten wil leggen en meer vertrouwt op de vrijblijvende initiatieven verzameld onder de noemer van « Corporate Social Responsability ». De VN-instellingen dienen tot inspiratiebron en juridisch complement voor zwakkere staten. Ik hoop dan ook dat Belgie¨ er voor opteert om in deze internationale onderhandelingen eerder een kans dan een bedreiging te zien om internationale mensenrechtenstandaarden te introduceren in de globale economische sfeer. Indien we deze onderhandelingen als een dergelijke kans aangrijpen bezorgen we de multinationale ondernemingen en hun affiliaties immers een paraplu waaronder ze zich tegen de neerwaartse druk van de minder progressieve nationale wetgeving kunnen beschermen. Terzelfder tijd verschaffen we hen een waardevolle kapstok waaraan ze hun klachten over deloyale concurrentie van bedrijven die hun verantwoordelijkheid terzake niet opnemen, kunnen ophangen of waarmee ze hun internationaal verspreide toeleveringsbedrijven onder druk kunnen zetten om terdege rekening te houden met de mensenrechten van hun werknemers.
1. Quelle position le gouvernement belge a-t-il jusqu’à présent défendue dans le contexte de l’élaboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme ?
1. Wat is het standpunt dat de Belgische regering in deze context van de opstelling van het VN-kader voor « Responsabilities of Transnational Corporations and related Business Enterprises with regard to Human Rights » tot op heden heeft verdedigd ?
2. Pensez-vous qu’il soit éventuellement nécessaire de donner à cette position une dimension plus progressiste ?
2. Ziet u, de eventuele noodzaak om dit standpunt op meer progressieve manier bij te sturen ?
3. Si vous répondez par l’affirmative à la deuxième question, de quelle manière envisagez-vous d’infléchir cette position ?
3. Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend is, op welke manier overweegt u dit standpunt bij te sturen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10946
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 155 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 155 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) :
Dans une décision datée du 20 avril 2004 et faisant suite à une initiative de la sous-commission des droits de l’homme, la Commission des droits de l’homme des Nations unies a demandé au Haut Commissaire aux droits de l’homme d’établir un rapport consacré aux normes applicables aux sociétés transnationales et autres entreprises en matière de droits de l’homme. Cette décision a été soutenue par la Belgique et ses partenaires de l’UE. Lors des débats, notre pays a plaidé pour que l’UE adopte une approche constructive et pragmatique et pour que la Commission des droits de l’homme poursuive ses travaux sur ce sujet important.
Met haar beslissing van 20 april 2004 en gevolg gevend aan een initiatief van de sub-commissie mensenrechten, heeft de Commissie mensenrechten van de Verenigde Naties de Hoog Commissaris voor de mensenrechten verzocht een verslag op te stellen, gewijd aan de normen die van toepassing zijn op transnationale en andere bedrijven op het gebied van de mensenrechten. Deze beslissing werd door Belgie¨ en onze. EU-partners gesteund. Tijdens de debatten heeft ons land ervoor gepleit dat de Eu constructief en pragmatisch zou te werk gaan en dat de Commissie mensenrechten haar werkzaamheden over dit belangrijk onderwerp zou voortzetten.
Le rapport — qui est attendu prochainement — devrait identifier les normes déjà existantes en précisant leur portée et leur statut juridique, analyser les options possibles et faire des recommandations éventuelles à la Commission des droits de l’homme, dont la prochaine session aura lieu en mars et avril 2005. Ainsi, les E´tats disposeront d’une base solide pour poursuivre les discussions sur un thème qui soulève des questions complexes.
Het verslag — dat eerstdaags wordt verwacht — zou de reeds bestaande normen bevatten, hun draagwijdte en hun juridisch statuut preciseren, de mogelijke opties analyseren en eventuele aanbevelingen voorleggen aan de Commissie mensenrechten, waarvan de volgende zitting in maart en april 2005 zal doorgaan. Op die manier zullen de staten over een degelijke basis beschikken om de besprekingen voort te zetten rond een thema dat complexe vraagstukken opwerpt.
Dans le cadre de la rédaction de ce rapport, la Belgique et ses partenaires de l’UE ont apporté, à sa demande, au Haut Commissaire un certain nombre de commentaires préliminaires. L’UE a rappelé, en particulier, le fait que la responsabilité de protéger et de promouvoir les droits de l’homme repose en premier lieu sur les E´tats. S’il est vrai que les individus et les sociétés ont, eux aussi, une responsabilité en matière de droits de l’homme, celle-ci, en principe, n’implique cependant pas d’obligations juridiquement contraignantes.
Bij de opstelling van dit rapport hebben Belgie¨ en onze EU partners aan de Hoog Commissaris, op diens verzoek, een reeks preliminaire commentaren gegeven. De EU onderstreepte dat de verantwoordelijkheid om de mensenrechten te beschermen in eerste instantie bij de Staten ligt. Ook al hebben individuele personen en bedrijven een verantwoordelijkheid inzake mensenrechten, deze verantwoordelijkheid is echter niet bindend vanuit een rechtskundig standpunt.
La détermination de la position belge sur cette importante question aura lieu prochainement en concertation avec les différentes administrations concernées, dès que le rapport du Haut Commissaire sera disponible.
Het Belgisch standpunt hieromtrent zal binnenkort worden bepaald, in overleg met de betrokken administraties, zodra het verslag van de Hoog Commissaris beschikbaar is.
DO 2004200503072
DO 2004200503072
Question no 156 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 156 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Négociations de l’AGCS en cours.
Lopende GATS-onderhandelingen.
J’apprends que la Commission européenne travaille à une révision des questionnaires qu’elle a transmis en juin 2002 à 109 pays dans le cadre des négociations de
Ik verneem dat de Europese Commissie werkt aan een herziening van de vraaglijsten die ze in juni 2002 overmaakte aan 109 landen in het kader van de GATS-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10947
l’AGCS. Un des objectifs poursuivis par la Commission lors de ces négociations est la libéralisation des approvisionnements en eau. La Commission euro` péenne a demandé cette libéralisation à 72 pays. A présent, la Commission européenne souhaite relancer les négociations de l’AGCS en communiquant des questionnaires modifiés aux membres de l’OMC.
onderhandelingen. Eén van de doelstellingen die de Commissie in deze onderhandelingen nastreeft is de liberalisering van de watervoorzieningen. De Europese Commissie heeft deze liberalisering gevraagd aan 72 landen. Nu wil de Europese Commissie de GATSonderhandelingen verder aanzwengelen door in januari 2005 herziene vraaglijsten over te maken aan de WTO-leden.
Le 18 décembre 2002, la Chambre a adopté une résolution sur les négociations de l’AGCS (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, no 1923/8).
Op 18 december 2002 heeeft de Kamer een resolutie aangenomen over de GATS-onderhandelingen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, nr. 1923/8).
En ce qui concerne la libéralisation de la distribution d’eau, nous nous référons plus particulièrement à la signature, en 2001 et en 2002, par 120 000 citoyens et institutions, du Manifeste belge de l’eau qui a été remis aux instance sinternationales compétentes par les trois gouvernements régionaux lors du sommet mondial de Johannesburg sur le Developpement durable. Je voudrais également rappeler l’audition sur l’eau organisée par la Commission de la Mondialisation de la Chambre et du Sénat, le 18 octobre 2004, et la résolution que cette Commission déposera en janvier 2005. Il y est en effet demandé de préserver le secteur de l’eau, qui revêt un caractère crucial, de la tendance internationale à la libéralisation.
Wat de liberalisering van de waterdiensten betreft verwijzen we in het bijzonder ook naar het feit dat 120 000 burgers en instellingen in 2001 en 2002 het Belgische Watermanifest ondertekenden dat door de drie Gewestregeringen op de wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg aan de bevoegde internationale instanties werd overgemaakt. Ook zou ik willen verwijzen naar de Waterhearing die de Commissie Globalisering van Kamer en Senaat organiseerden op 18 oktober 2004 en de resolutie die deze Commissie in januari 2005 zal neerleggen. Daarin wordt immers ook een lans gebroken voor het vrijwaren van de cruciale watersector van de internationale liberaliseringsdrift.
1. Quel est le but de la récision des questionnaires AGCS européens ?
1. Wat is de bedoeling van de herziening van de Europese GATS-vraaglijsten ?
2. Quelle position la Belgique a-t-elle adoptée à ce sujet au Comité 133 ?
2. Wat is de houding die Belgie¨ hierover in Comité 133 heeft aangenomen ?
3. Dans quelle mesure le gouvernement a-t-il tenu compte de la résolution adoptée par la Chambre le 18 décembre 2002 et dans quelle mesure, notamment, s’est-il prononcé contre les demandes européennes de libéralisation del’approvisionnement en eau ?
3. In welke mate heeft de regering rekening gehouden met de Kamerresolutie van 18 december 2002, meer bepaald in welke mate heeft de regering zich uitgesproken tegen Europese liberaliseringverzoeken met betrekking tot watervoorzieningen ?
4. La libéralisation del’approvisionnement en eau figurera-t-elle toujours dans les questionnaires AGCS modifiés que la Commission enverra en janvier 2005 ?
4. Zal de liberalisering van watervoorzieningen nog steeds deel uitmaken van de herziene GATSvragenlijsten die de Commissie in januari 2005 zal uitsturen ?
5. Que comptez-vous faire pour que le Parlement puisse consulter les projets de questionnaires AGCS établis par la Commission européenne et qui sont soumis au Comité 133 ?
5. Wat u denkt te doen om het Parlement inzage te geven in de ontwerpen van herziene GATSvragenlijsten die de Europese Commissie heeft opgesteld en die voorliggen in Comité 133 ?
6. Nous apprenons en outre que la Commission européenne va également revoir l’offre européenne lors des négociations AGCS et qu’en mai 2005, elle déposera cette offre modifiée à l’OMS.
6. We vernemen bovendien dat de Europese Commissie ook het Europese aanbod in de GATSonderhandelingen zal herzien en dit herziene aanbod in mei 2005 bij de WTO zal indienen.
Pouvez-vous nous faire savoir quelles démarches vous comptez entreprendre pour permettre au Parlement de consulter en temps opportun le projet d’offre AGCS modifiée qui sera établi par la Commission européenne et comment le gouvernement envisage-t-il de consulter le Parlement et les parties intéres-
Kan u ons meedelen welke stappen u overweegt te ondernemen om het Parlement tijdig inzage te geven in het ontwerp van het herzien GATS-aanbod dat de Europese Commissie zal opstellen en hoe de regering het Parlement en de betrokken partijen uit de relevante sectoren hierover denkt te raadplegen (dienstenver-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10948
sées des secteurs concernés (fournisseurs de services, travailleurs, consommateurs, organisations non gouvernementales) ?
strekkers, werknemers, consumenten, niet-gouvernementele organisaties) ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 156 de M. Dirk Van der Maelen du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 156 van de heer Dirk Van der Maelen van 13 januari 2005 (N.) :
1. La révision des requêtes adressées aux partenaires OMC fait partie de l’Accord-cadre de l’OMC du 1er août 2004 relatif au déroulement ultérieur des travaux de l’AGCS. Ceux-ci ont lieu dans le cadre du « single undertaking » (entreprise unique) — approche qui caractérise les négociations de Doha. En vue d’accélérer les travaux, il a été convenu d’inscrire dans l’accord-cadre comme échéancier le mois de mai 2005. L’intention est donc de disposer pour cette date d’offres supplémentaires et de meilleure qualité. Comme vous le savez, les offres existantes sont décevantes, tant au niveau du nombre que de la qualité. C’est donc en vue d’atteindre cet objectif que les demandes initiales (de 2002) ont été révisées.
1. De herziening van de vragenlijsten aan de WTOpartners maakt deel uit van de in het WTORaamakkoord van 1 augustus 2004 afgesproken verdere verloop van de GATS-werkzaamheden. Deze vinden plaats in het kader van de « single undertaking »-benadering die de Doha-onderhandelingen kenmerkt. Teneinde de werkzaamheden wat te versnellen, is in Genève afgesproken mei 2005 als termijn in het raamakkoord in te schrijven. Het is de bedoeling dat men tegen die datum over meer en, vooral betere offertes beschikt. Zoals u weet zijn de bestaande offertes eerder ontgoochelend, zowel wat hun aantal als wat hun kwaliteit betreft. Wil men die doelstelling bereiken, dan moeten in een eerste stadium ook de oorspronkelijke (2002) vragenlijsten (« requests ») herzien worden.
2. La préparation de la position belge au sujet de la présentation, par la Commission européenne, de sa proposition de requêtes révisées, a fait l’objet d’une coordination DGE qui a eu lieu le 20 décembre. Les coordinations dites DGE (anciennement : P. 11) se font au SPF Affaires étrangères avec des représentants des cabinets ministériels, dûment mandatés.
2. De voorbereiding van het Belgisch standpunt betreffende het Commissievoorstel voor herziene vragenlijsten heeft het voorwerp uitgemaakt van een DGE-coo¨rdinatie van 20 december. Deze DGEcoo¨rdinaties (vroeger als P. 11-coo¨rdinaties bekend) gebeuren op de FOD Buitenlandse Zaken in aanwezigheid van gemandateerde vertegenwoordigers van de ministerie¨le kabinetten.
Les remarques introduites par la Belgique au Comité 133 à la suite de la coordination du 20 décembre portaient sur le Mode 4 (déplacements de personnel hautement qualifié dans le cadre de contrats de services), services financiers, services de construction, services récréatifs, services de télécoms. La Belgique a émis et maintenu une réserve au sujet des services environnementaux, et notamment au sujet du maintien de la distribution de l’eau dans les requêtes.
Zoals afgesproken tijdens de coo¨rdinatie van 20 december sloegen de opmerkingen van Belgie¨ in Comité 133 met name op Modus 4 (overbrengen van hoog gekwalificeerd personeel in het kader van dienstencontracten), financie¨le diensten, bouw, vrijetijdsdiensten en telecommunicatie. Belgie¨ heeft voorbehoud aangetekend (en behouden) voor wat betreft milieudiensten, in het bijzonder het behoud van de waterdistributie in de vragenlijsten.
3. La Belgique a tenu compte de la résolution de la Chambre du 18 décembre 2002 dans la mesure où elle a émis une réserve au sujet des requêtes (pourtant assouplies) adressées aux pays du groupe 3 (PMA et autres) pour ouvrir leurs marchés de la distribution d’eau. Cette réserve a été maintenue, même si la Belgique s’est trouvée isolée sur ce point. Il n’en a dès lors pas été tenu compte lors de la présentation des requêtes révisées à Genève.
3. Belgie¨ heeft met de resolutie van de Kamer van 18 december 2002 rekening gehouden in zoverre dat zij voorbehoud heeft aangetekend voor de vragenlijsten (hoewel gemilderd) gericht aan de landen van Groep 3 (MOL en anderen) en gericht op het openen van hun markten voor waterbedeling. Dit voorbehoud is aangehouden geworden, zelfs al stond Belgie¨ alleen op dat punt. Het heeft uiteindelijk geen rol gespeeld bij de neerlegging van de vragenlijsten in Genève.
La Belgique n’a pas été suivie non plus par les autres pays membres de l’UE pour ce qui est de sa demande, basée sur la résolution de la Chambre, de procéder à une révision du mandat de négociation dans le domaine des services.
Belgie¨ is evenmin gevolgd geworden door de overige landen van de EU bij de vraag, gebaseerd op de Kamerresolutie, om over te gaan tot een herziening van het onderhandelingsmandaat voor diensten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10949
4. La Commission a décidé de maintenir dans les requêtes révisées de 2005 le secteur de l’eau, mais en les assouplissant considérablement par rapport à 2002 :
4. De Commissie heeft beslist om de watersector in de herziene vragenlijsten van 2005 te behouden, zij het dan op een soepeler wijze dan in 2002 :
— l’accent est mis davantage sur des activités de consultance;
— het accent ligt meer op consultancy;
— pour les requêtes adressées aux pays les moins avancés, un choix est laissé au partenaire de prendre des engagements dans l’un des 5 secteurs liés à l’infrastructure dont le secteur des services environnementaux (et dès lors de l’eau). De même, à l’intérieur du secteur environnemental, le partenaire. pourra, prendre des engagements dans d’autres sous-secteurs que l’eau.
— in de vragenlijsten gericht aan de minst ontwikkelde landen wordt de keuze gelaten verbintenissen aan te gaan in een van de 5 sectoren van infrastructuur waaronder het milieubeleid (dus ook water). Bovendien kan het partnerland, binnen het domein van het milieu, verbintenissen aangaan voor andere subsectoren dan water.
5. Les représentants des cabinets ministériels, dûment mandatés, ont été consultés et ont pu prendre connaissance des requêtes lors de la préparation de la ` noter qu’à l’heure actuelle, les requêposition belge. A tes révisées ayant été transmises aux partenaires le 25 janvier 2005, la Belgique ne peut plus exprimer de remarques sur celles-ci.
5. De gemandateerde vertegenwoordigers van de ministerie¨le kabinetten hebben kunnen kennis nemen van de vragenlijsten tijdens de voorbereiding van de Belgische reactie. Momenteel zijn de vragenlijsten reeds sinds 25 januari 2005 aan de partnerlanden voorgelegd, en kan Belgie¨ geen verdere reactie meer formuleren.
6. S’agissant de la révision de l’offre européenne, il n’y a pas encore de proposition de la Commission.
6. Er is nog geen Commissievoorstel voorhanden op het gebied van het herziene aanbod.
DO 2004200503084
DO 2004200503084
Question no 157 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 157 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Suppression des subventions aux Chambres de commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en 2005.
Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland.
Le gouvernement fédéral a décidé de ne plus octroyer de subventions aux Chambres de commerce belgoluxembourgeoises à l’étranger en 2005.
De federale regering schrapte de subsidies 2005 voor de Belgisch-Luxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland.
Une quelconque autorité luxembourgeoise a-t-elle été associée à cette prise de décision ?
Kan u meedelen of enige Luxemburgse instanties betrokken zijn geweest bij de beslissing van de regering om de subsidies te schrappen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 157 de M. Gerolf Annemans du 14 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 157 van de heer Gerolf Annemans van 14 januari 2005 (N.) :
L’annulation des subsides aux Chambres de Commerce belgo-luxembourgeoises doit être considérée comme une mesure nécessaire dans le cadre des réductions budgétaires.
De schrapping van de subsidies aan de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland moet worden beschouwd als een noodzakelijke maatregel in het kader van de begrotingsbesparingen.
Les autorités luxembourgeoises ont immédiatement été mises au courant de la décision prise.
De Luxemburgse autoriteiten werden onmiddellijk van de genomen beslissing in kennis gesteld.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1383
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10950
DO 2004200503099
DO 2004200503099
Question no 158 de M. Pieter De Crem du 17 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 158 van de heer Pieter De Crem van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Hulpverlening aan Belgen in het buitenland. — Taak ambassades. — Roemenie¨. Op 20 april 2004 overleed de elfjarige Karla Crisan in Boekarest na een auto-ongeval en acht dagen comateuze toestand. Nada Karla Crisan in Pitesti op een zebrapad werd aangereden duurde het zes uur vooraleer ze kon worden opgenomen in een Roemeens ziekenhuis. Onmiddellijk werd contact opgenomen met Eurocross, waar vanuit Eurocross Brussel een dossier werd geopend. Aangezien de primitieve, corrupte en onhygie¨nische toestanden in het Roemeense ziekenhuis en de precaire situatie waar het meisje zich in bevond, vroegen de ouders een onmiddellijke repatrie¨ring naar Belgie¨ aan bij Eurocross, wat werd geweigerd. Daarop namen de ouders contact op met de Belgische ambassade in Roemenie¨, waar hun verhaal in dovemansoren viel. Na acht dagen zonder enige hulp vanuit Eurocross noch vanuit de Belgische ambassade overleed Karla Crisan in Hospitaal Municipal Bukarest.
Aide aux Belges à l’étranger. — Missions des ambassades. — Roumanie. Le 20 avril 2004, Karla Crisan, aˆgée de onze ans, décédait à Bucarest, victime d’un accident de la route, après être restée huit jours dans le coma. Renversée sur un passage pour piétons à Pitesti, elle n’a été transférée vers un hoˆpital roumain que six heures après l’accident. Eurocross a été contacté sans délai et un dossier a été ouvert par Eurocross Bruxelles. E´tant donné les conditions particulières régnant dans l’hoˆpital roumain (conditions de travail rudimentaires, problèmes de corruption, manque d’hygiène) et la situation précaire dans laquelle se trouvait la petite fille, les parents ont demandé à Eurocross le rapatriement immédiat de leur enfant vers la Belgique, ce qui leur a été refusé. Les parents ont alors contacté l’ambassade de Belgique en Roumanie, ou` personne n’a daigné leur prêter attention. Après huit jours, et sans qu’aucune aide ne soit apportée par Eurocross ou l’ambassade de Belgique, Karla Crisan est décédée à l’hoˆpital municipal de Bucarest. 1. Quelles sont les missions et les compétences des ambassades belges à l’étranger dans de telles situations ? 2. Dans ce contexte et dans ce cas spécifique, l’ambassade de Belgique en Roumanie a-t-elle fait tout ce qui était en son pouvoir pour aider ces citoyens belges ? 3. En cas de négligence grave, des sanctions sontelles prévues ou des compensations sont-elles octroyées aux familles touchées ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 158 de M. Pieter De Crem du 17 janvier 2005 (N.) : Comme indiqué dans la brochure « Un voyageur averti », publié par le SPF Affaires étrangères, l’assistance consulaire est réservée aux personnes confrontées à de graves problèmes et qui ne peuvent être aidées par un autre biais. Ainsi, il est normal que la compagnie d’assurance-voyage (et non l’ambassade de Belgique) intervienne pour les cas relevant de sa compétence. L’action de l’ambassade de Belgique se limite alors à un roˆle de facilitation. Voici un résumé des faits tels qu’ils m’ont été rapportés par notre ambassade à Bucarest après l’accident de roulage impliquant Karla Crisan : Le 13 avril 2004, l’ambassade a été contactée par M. Crisan concernant l’accident. L’intéressé a
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Wat zijn de taken en bevoegdheden van de Belgische ambassades in het buitenland in dergelijke noodsituaties ? 2. Heeft de Belgische ambassade in Roemenie¨ in die optiek en in dit specifieke geval al het nodige gedaan om Belgische burgers op te vangen en hulp te bieden ? 3. Zijn in het geval van grove nalatigheid sancties mogelijk of compensaties voor de getroffen families ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 158 van de heer Pieter De Crem van 17 januari 2005 (N.) : Zoals vermeld in de brochure « Reis wijs », uitgegeven door de FOD Buitenlandse Zaken, wordt consulaire bijstand alleen gegeven aan wie zich in ernstige moeilijkheden bevindt en niet via een ander kanaal kan geholpen worden. Zo spreekt het vanzelf dat de reisverzekering (en niet de Belgische ambassade) tussenkomt in gevallen waarvoor zij bevoegd is. De Belgische ambassade kan dan enkel een faciliterende rol vervullen. Hier volgt een samenvatting van de feiten zoals ze me werden gerapporteerd door onze ambassade te Boekarest, na het auto-ongeval waarbij Karla Krisan betrokken was : Op 13 april 2004 werd de ambassade gecontacteerd door de Heer Crisan in verband met het gebeurde. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10951
demandé à l’ambassade si elle pouvait lui offrir les services d’un médecin. L’ambassade a alors vivement conseillé à M. Crisan de prendre contact sans délai avec Eurocross, ce qui a été fait. M. Crisan a également été informé de ce que l’ambassade n’employait pas de médecin ni ne collaborait avec un ou des médecins en particulier. Le 16 avril 2004, les deux parents se sont présentés à la chancellerie de l’ambassade. Ils ont déclaré qu’ils n’étaient pas satisfaits des soins prodigués à leur fillette par l’hoˆpital universitaire et ont insisté pour qu’un médecin belge soit contacté. Il leur a été répété que ce type de problèmes relevait de la compétence de la compagnie d’assurance. L’ambassade leur a toutefois proposé de transmettre toutes les informations nécessaires aux hoˆpitaux privés auxquels le personnel local et expatrié de l’ambassade s’adresse d’ordinaire pour recevoir des soins médicaux. Les parents n’ont apparemment pas donné suite à cette proposition. Karla Crisan est décédée le 20 avril 2004. Le lendemain, la compagnie d’assurance belge a téléphoné à l’ambassade et lui a demandé d’intervenir en faveur du père afin de lui permettre d’être présent à l’autopsie de Karla. Cette démarche s’est avérée superflue dans la mesure où M. Crisan se trouvait déjà sur place lorsque l’accord du ministère de la santé publique a été reçu.
Betrokkene vroeg of de ambassade een geneesheer ter beschikking kon stellen. De ambassade heeft de heer Crisan toen sterk aangeraden onmiddellijk contact op te nemen met Eurocross, wat ook gebeurd is. Er werd de heer Crisan eveneens meegedeeld dat de ambassade over geen geneesheer beschikt en dat er geen vaste artsen zijn waarmee de ambassade samenwerkt. Op 16 april 2004 hebben beide ouders zich op de Kanselarij aangemeld. Ze verklaarden ontevreden te zijn over de zorgen in het universitair ziekenhuis waar hun dochtertje werd verpleegd en stonden erop dat een Belgische dokter zou worden gecontacteerd. Er werd hen nogmaals uitgelegd dat deze problemen tot de bevoegdheid van de verzekeringsmaatschappij behoorden. De ambassade heeft hen wel voorgesteld de nodige informatie door te geven aan de privéziekenhuizen waar het lokaal en het uitgezonden ambassadepersoneel medische hulp ontvangt. Hierop werd blijkbaar niet ingegaan. Op 20 april 2004 overleed Karla Crisan. ’s Anderendaags werd door de Belgische verzekeringsmaatschappij telefonisch aan de ambassade gevraagd tussenbeide te komen om de vader toe te laten aanwezig te zijn bij de autopsie van Karla. Deze demarche bleek overbodig te zijn vermits de heer Crisan zich reeds ter plaatse bevond toen de toelating van het ministerie van Volksgezondheid bekomen was.
L’ambassade de Belgique a correctement agi dans le cadre de ce dossier et ne peut donc être accusée de négligence. Elle n’a ni la faculté ni le droit de se substituer aux compagnies d’assurance ou aux médecins.
De Belgische ambassade heeft in dit dossier correct gehandeld en kan dus niet van nalatigheid worden beschuldigd. Ze kan noch mag zich in de plaats stellen van verzekeringsmaatschappijen of geneesheren.
DO 2004200503116
DO 2004200503116
Question no 162 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 162 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
SPF. — Président du comité de direction. — Plans de management et opérationnel.
FOD. — Voorzitter directiecomité. — Managementen operationeel plan.
Presque tous les présidents des comités de direction de SPF ont confectionné un plan de management et un plan opérationnel, et les ont soumis pour approbation aux ministres. Seul le plan opérationnel de votre SPF l n’a pas encore été définitivement élaboré.
Bijna alle voorzitters van de directiecomités van de FOD hebben een management- en operationeel plan opgesteld en aan de ministers ter goedkeuring bezorgd. Enkel bij uw FOD is het operationeel plan nog niet volledig opgesteld.
Pourriez-vous me faire savoir quand ce sera chose faite ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 4 février 2005, à la question no 162 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 4 februari 2005, op de vraag nr. 162 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) :
Le président du Comité de direction a soumis son plan de management au ministre des Affaires étrangères le 31 octobre 2002.
De voorzitter van het directiecomité legde zijn managementplan voor aan de minister van Buitenlandse Zaken op 31 oktober 2002.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10952
Le plan a obtenu l’approbation de M. Louis Michel, ministre des Affaires étrangères, le 11 décembre 2002. Le secrétaire d’E´tat à la coopération au développement Eddy Boutmans a donné ses commentaires le 13 décembre 2002.
Het verkreeg de goedkeuring van de heer Louis Michel, minister van Buitenlandse Zaken, op 11 december 2002. Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans gaf zijn commentaren op 13 december 2002.
Le plan de management décrit la mission et la vision du SPF Affaires étrangères, le contexte dans lequel ce SPF opère, les points forts et faibles de l’organisation, les objectifs stratégiques et finalement les objectifs opérationnels. Il comprend également quelques annexes de nature opérationnelle, comme l’organigramme du SPF, un calendrier d’exécution concernant les différents objectifs opérationnels dans une perspective de trois ans, un état de la situation relative au personnel et une description du budget de l’année 2002.
Het managementplan beschrijft de missie en visie van de FOD Buitenlandse Zaken, de context waarin deze FOD opereert, de sterke en zwakke punten van de organisatie, de strategische doelstellingen en ten slotte de operationele doelstellingen. Het bevat tevens een aantal bijlagen van operationele aard, zoals het organogram van de FOD, een uitvoeringskalender met betrekking tot de verschillende operationele doelstellingen uit het plan met een horizon van drie jaar, een overzicht van het personeelsbestand en een omschrijving van de begroting voor het jaar 2002.
Le plan du personnel ainsi que le budget sont adaptés annuellement en tenant compte des objectifs stratégiques et opérationnels du SPF.
Het personeelsplan zowel als de begroting worden jaarlijks aangepast, rekening houdend met de strategische en operationele doelstellingen van de FOD.
Dans le courant de cette année le président actualisera son plan de management et son plan opérationnel en tenant compte d’un contexte (international) modifié, de priorités politiques nouvelles et les résultats des programmes d’amélioration au sein du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement.
In de loop van dit jaar zal de voorzitter zijn management- en operationeel plan actualiseren, rekening houdend met de gewijzigde (internationale) omgeving, nieuwe beleidsprioriteiten en de resultaten van de verbeterprogramma’s in de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
DO 2004200503146
DO 2004200503146
Question no 163 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 163 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne.
Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit.
1. Pourriez-vous me faire savoir de quelle manière votre département a accordé un soutien direct ou indirect (par le biais d’organisations non gouvernementales, d’institutions supranationales, etc.) à l’Autorité palestinienne ou à des institutions ou organisations actives sur son territoire ?
1. Kan u meedelen op welke wijze er via uw departement in 2004 rechtstreekse of onrechtstreekse (via niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), supranationale instellingen, enzovoort) steun werd verleend aan de Palestijnse Autoriteit of aan instellingen of organisaties die op haar grondgebied actief zijn ?
2. Quels projets ont pu bénéficier de ce soutien et quels moyens financiers ont été affectés à chaque projet ?
2. Kan u preciseren om welke projecten het ging, en hoeveel financie¨le middelen er telkens met elk project gepaard gingen ?
3. Combien de projets devraient bénéficier d’un soutien financier en 2005 ? Quel montant sera affecté à chacun de ces projets ?
3. Hoeveel projecten, met telkens hoeveel middelen, worden er in het jaar 2005 gepland ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 163 de M. Guido Tastenhoye du 19 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 163 van de heer Guido Tastenhoye van 19 januari 2005 (N.) :
Cette question concerne les compétences du ministre de la Coopération au développement. (Question no 57 du 19 janvier 2005.)
Deze vraag betreft de bevoegdheid van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. (Vraag nr. 57 van 19 januari 2005.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10953
DO 2004200503166
DO 2004200503166
Question no 164 de Mme Zoé Genot du 20 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 164 van mevrouw Zoé Genot van 20 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Aide du gouvernement belge aux défenseurs des droits humains.
Steun van de Belgische regering aan de mensenrechtenactivisten.
Le 13 février 2003 la Chambre des représentants a adopté une proposition de résolution sur les défenseurs des droits humains qui demande au gouvernement de soutenir politiquement et financièrement les actions de protection des défenseurs des droits humains à travers le monde (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, no 2060/6).
Op 13 februari 2003 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers een voorstel van resolutie betreffende de mensenrechtenactivisten goedgekeurd. In de resolutie wordt de regering gevraagd de acties ter bescherming van de mensenrechtenactivisten overal ter wereld politiek en financieel te ondersteunen (Parl. St., Kamer, 2002-2003, nr. 2060/6).
1. Quel budget le gouvernement a-t-il consacré, depuis lors, à des actions de protection des défenseurs des droits humains ?
1. Welke bedragen heeft de regering sindsdien uitgetrokken voor acties ter bescherming van de mensenrechtenactivisten ?
2. Quels sont les projets développés ?
2. Welke projecten worden uitgevoerd ?
3. Y a-t-il des projets (belges) de formation des défenseurs des droits humains dans les pays concernés ?
3. Bestaan er (Belgische) opleidingsprojecten voor de mensenrechtenactivisten in de betrokken landen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 164 de Mme Zoé Genot du 20 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 164 van mevrouw Zoé Genot van 20 januari 2005 (Fr.) :
L’action de la Belgique en faveur des défenseurs des droits de l’homme s’inscrit principalement dans le cadre de l’Union européenne et celui des NationsUnies.
De actie van Belgie¨ ten gunste van de mensenrechtenverdedigers gebeurt voornamelijk in het kader van de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Au sein de l’UE, des lignes directrices en matière de soutien aux défenseurs des droits de l’homme ont été adoptées par le CAGRE du 14 juin 2004. Ces lignes directrices correspondent dans une large mesure à la résolution adoptée en février 2003 par la Chambre des représentants. Elles ont comme objectif de renforcer et de mieux coordonner l’action de l’UE dans ce domaine. J’ai sensibilisé nos chefs de mission dans les pays tiers aux taˆches qui leur incombent dans la mise en œuvre de ces lignes directrices. Par ailleurs, la problématique des défenseurs des droits de l’homme est régulièrement évoquée dans les contacts bilatéraux et dans le cadre des dialogues politiques que l’UE entretient avec les pays tiers.
Op 14 juni 2004 hechtte de RAZEB zijn goedkeuring aan de EU-richtsnoeren inzake de ondersteuning van de mensenrechtenverdedigers. Deze richtsnoeren zijn in grote lijnen conform de resolutie die in februari 2003 door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd aangenomen. Ze hebben ten doel de actie van de EU ter zake te versterken en beter te coo¨rdineren. Ik heb onze zendingshoofden in derde landen gewezen op hun taak in verband met de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren. Ook is het zo dat de kwestie van de mensenrechtenverdedigers regelmatig ter sprake wordt gebracht tijdens bilaterale contacten en in het kader van de politieke dialoog tussen de EU en derde landen.
Aux Nations unies, notre pays participe activement aux travaux concernant les défenseurs des droits de l’homme. C’est ainsi que la Belgique a co-parrainé, à la 60e Commission des droits de l’homme, la résolution norvégienne consacrée à cette problématique. Nous apportons également notre soutien à Mme H. Jilani, représentante spéciale du secrétaire général sur la situation des défenseurs des droits de l’homme. La contribution volontaire de 175 000 euros que notre pays a accordée en 2004 pour les procédures spéciales
In de Verenigde Naties neemt ons land op actieve wijze deel aan de werkzaamheden die betrekking hebben op de mensenrechtenverdedigers. Ter gelegenheid van de 60e Commissie voor de rechten van de mens, co-sponsorde Belgie¨ de Noorse resolutie over de mensenrechtenverdedigers. Ook speciaal vertegenwoordiger bij de VN voor mensenrechtenverdedigers, mevrouw H. Jilani, kan op onze steun rekenen. De vrijwillige bijdrage van 175 000 euro die Belgie¨ in 2004 voor de speciale procedures van de Commissie voor de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10954
de la Commission des droits de l’homme couvre, entre autres, le mandat de Mme Jilani.
rechten van de mens leverde, dient onder meer om het mandaat van mevrouw Jilani mee te helpen financieren.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 127 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 127 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Réponse du ministre de la Défense du 24 février 2005, à la question no 127 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 24 februari 2005, op de vraag nr. 127 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
Je prie l’honorable membre de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.
1. La Défense respecte ses engagements pris suite à la décision du Conseil des ministres du 5 décembre 2003 relative au plan d’action de lutte contre la discrimination des personnes moins valides. Par cette décision, chaque membre du gouvernement s’était en effet engagé à prendre un certain nombre d’aménagements
1. Defensie respecteert de verbintenissen die werden aangegaan in navolging van de beslissing van de Ministerraad op 5 december 2003 aangaande het actieplan voor de strijd tegen discriminatie van mindervalide personen. Met deze beslissing verbond elk lid van de regering er zich toe om een bepaald aan-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10955
« raisonnables » (c’est-à-dire à impact budgétaire limité) favorisant l’intégration des personnes moins valides.
tal « redelijke » (dat wil zeggen met beperkte budgettaire impact) aanpassingen door te voeren die de integratie van mindervalide personen vergemakkelijken.
Des aménagements ont déjà été réalisés ou sont encore à l’état de projets. Principalement, il s’agit d’intégrer, lors de la construction de baˆtiments neufs ou de rénovations lourdes de baˆtiments existants, des éléments facilitant l’accessibilité de personnes moins valides, tels que : prévoir des rampes d’accès, adapter la largeur des portes d’entrée de baˆtiments, voire installer des ascenseurs. Exceptionnellement, des aménagements peuvent être spécifiquement prévus dans des baˆtiments existants afin de répondre à un besoin local particulier.
Aanpassingen werden reeds gerealiseerd of zijn nog in ontwerpfase. Het handelt hoofdzakelijk over de integratie, in geval van nieuwbouw of grote renovaties van bestaande gebouwen, van dispositieven die de toegang voor mindervalide personen vergemakkelijken zoals : voorzien van toegangsopritten, aanpassing van de breedte van de toegangsdeuren van de gebouwen tot zelfs het installeren van liften. Uitzonderlijk kunnen specifieke aanpassingen voorzien worden in bestaande gebouwen om aan een bijzondere lokale behoefte te voldoen.
Ces aménagements « raisonnables » contribuent à améliorer l’accessibilité de certaines installations militaires à des personnes moins valides, non seulement pour le personnel militaire et civil de la Défense, mais aussi et surtout pour les interlocuteurs et visiteurs extérieurs civils.
Deze « redelijke » aanpassingen dragen bij tot de verbetering van de toegankelijkheid van bepaalde militaire installaties voor mindervalide personen, niet enkel voor het militaire of burgerpersoneel van Defensie maar ook, en vooral, voor de burgerlijke gesprekspartners en bezoekers van buitenaf.
2. Vu le faible pourcentage de personnes à mobilité réduite que compte notre département, il n’y a pas de généralisation de places de parking spéciales à proximité des baˆtiments. Des exceptions existent cependant (par exemple : bibliothèque ministère de la Défense à Evere.
2. Gezien het lage percentage aan personen met beperkte mobiliteit in ons departement is er geen veralgemening voor speciale parkingplaatsen in de nabijheid van de gebouwen. Er bestaan echter wel uitzonderingen (bijvoorbeeld : bibliotheek ministerie van Landsverdediging te Evere).
3. Le besoin d’une attention particulière pour des personnes ayant un handicap visuel ou auditif n’a pas encore été manifesté.
3. De behoefte om een speciale aandacht te besteden aan personen met een visuele of auditieve handicap werd nog niet uitgedrukt.
DO 2004200502849
DO 2004200502849
Question no 154 de Mme Jacqueline Galant du 8 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 154 van mevrouw Jacqueline Galant van 8 december 2004 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
Statut du personnel civil du SHAPE.
Status van het burgerpersoneel van de SHAPE.
Voici quelque temps, le personnel civil (255 travailleurs dont 200 ouvriers) engagé au SHAPE a manifesté son mécontentement, réclamant un véritable statut de travailleur. Il semble que le problème perdure depuis quelques années déjà. Le personnel LWR (personnel civil à statut local) est affecté pour l’essentiel à la maintenance des installations shapiennes et les salaires proviennent des cotisations versées par les pays membres du Traité Atlantique Nord. Les travailleurs réclament une convention collective de travail et une protection sociale dont ils ne bénéficient pas à l’heure actuelle. Ils se plaignent en outre de pressions accrues sur le personnel belge, jugé trop cher par rapport à une main d’œuvre intérimaire ou provenant d’autres pays de la zone OTAN.
Enige tijd geleden heeft het burgerpersoneel dat werkzaam is bij de SHAPE (255 werknemers onder wie 200 arbeiders) uiting gegeven aan zijn ontevredenheid en een volwaardige werknemersstatus gee¨ist. Dat probleem zou al jarenlang aanslepen. De meeste LWRpersoneelsleden (burgerpersoneel met een lokale status) staan in voor het onderhoud van de SHAPEinstallaties en hun lonen worden betaald uit bijdragen die door de lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie worden gestort. De werknemers eisen een collectieve arbeidsovereenkomst en een sociale bescherming die zij thans ontberen. Zij klagen bovendien over de toenemende druk die wordt uitgeoefend op de Belgische personeelsleden, die als te duur worden bestempeld in vergelijking met uitzendkrachten of personeelsleden uit andere NAVOlidstaten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10956
1. Comment expliquer que les syndicats n’aient pas droit de parole au SHAPE ?
1. Hoe komt het dat de vakbonden geen inspraak hebben bij de SHAPE ?
2. Quelle solution préconisez-vous pour permettre à ces travailleurs d’entrer dans une commission paritaire et de leur garantir dans ce cas, au cas ou` le SHAPE déciderait de se séparer d’eux, le droit à la prépension ?
2. Welke oplossing stelt u voor om die werknemers in een paritair comité op te nemen en hen het recht op brugpensioen te garanderen mocht de SHAPE beslissen hen te laten afvloeien ?
3. Pouvez-vous donner des précisions quant au statut de ces travailleurs attachés à la base de CasteauMaisière ?
3. Kan u meer toelichtingen geven over de status van die werknemers die werkzaam zijn op de basis van Casteau-Maisière ?
4. Qu’en est-il des autres travailleurs civils attachés à une base militaire ?
4. Hoe zit het met de andere burgers die werkzaam zijn op legerbases ?
Réponse du ministre de la Défense du 25 février 2005, à la question no 154 de Mme Jacqueline Galant du 8 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 februari 2005, op de vraag nr. 154 van mevrouw Jacqueline Galant van 8 december 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.
Le personnel LWR (Local Wage Rate) est du personnel contractuel civil employé par le SHAPE. Il n’est pas géré par l’intervention des services du ministère de la Défense. Cette question ne relève donc pas de la compétence du département.
Het personeel LWR (Local Wage Rate) is contractueel burgerpersoneel, tewerkgesteld door de SHAPE. Het wordt niet door tussenkomst van de diensten van het ministerie van Landsverdediging beheerd. Deze vraag behoort dus niet tot de bevoegdheid van het departement.
Le statut du personnel civil, employé dans un quartier militaire, varie selon l’origine statutaire (personnel statutaire ou contractuel) l’employeur et éventuellement selon les traités internationaux.
Het statuut van het burgerpersoneel, tewerkgesteld in een militair kwartier, verschilt volgens de statutaire oorsprong (statutair of contractueel personeel), de werkgever en eventueel volgens de internationale verdragen.
Le statut du personnel civil, employé par la Défense dans les quartiers militaires, est défini par la nature du recrutement (personnel statutaire ou contractuel).
Het statuut van het burgerpersoneel, tewerkgesteld door Defensie in militaire kwartieren, wordt bepaald door de aard van de werving (statutair of contractueel personeel ).
Le personnel civil employé dans les quartiers militaires dans le cadre de contrats de service ne relève pas de la compétence de la Défense.
Het burgerpersoneel tewerkgesteld in militaire kwartieren in het kader van dienstencontracten valt niet onder bevoegdheid van Defensie.
DO 2004200503079
DO 2004200503079
Question no 167 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 167 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Force aérienne. — Vols C 130 vers le Congo.
Luchtmacht. — C 130-vluchten naar Kongo.
Pouvez-vous indiquer à combien de reprises des C 130 de la Force aérienne ont volé vers le Congo en 2003 et 2004 et avec quelle mission (quels biens ou personnes y a-t-on transporté ou embarqués) ?
Kan u meedelen hoe vaak in 2003 en in 2004 C 130’s van onze luchtmacht naar Kongo gevlogen zijn en met welk doel (wie en wat werd er vervoerd of afgehaald) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10957
Réponse du ministre de la Défense du 24 février 2005, à la question no 167 de M. Francis Van den Eynde du 13 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 24 februari 2005, op de vraag nr. 167 van de heer Francis Van den Eynde van 13 januari 2005 (N.) :
Je prie l’honorable membre de trouver ci-après la réponse à sa question.
Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.
Au total en 2003 et 2004, 123 vols C 130 ont été exécutés vers la République Démocratique du Congo. Ceci représente le transport de 2 043 passagers ainsi que 2 927 tonnes de matériel, y inclus le transport interne à l’RDC de passagers et de matériel.
In 2003 en 2004 werden in het totaal 123 vluchten C 130 naar de Democratische Republiek Congo uitgevoerd. Hierbij werden 2 043 passagiers vervoerd alsook 2 927 ton aan materieel, het transport van passagiers en materieel intern RCD inbegrepen.
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2004200503125
DO 2004200503125
Question no 207 de M. Patrick De Groote du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 207 van de heer Patrick De Groote van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Investissements étrangers.
Buitenlandse investeringen.
Il semble que les investisseurs étrangers soient moins tentés d’investir dans notre pays s’estompe. Combien les entreprises étrangères ont-elles investi (montant net) durant les cinq dernières années dans chacune des Régions de notre pays ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 207 de M. Patrick De Groote du 18 janvier 2005 (N.) :
De buitenlandse ondernemingen lijken minder geneigd te zijn in Belgie¨ te investeren. Hoeveel bedroegen de netto-investeringen van de buitenlandse bedrijven in Belgie¨ de jongste vijf jaar per gewest ?
En réponse à la question de l’honorable membre, je communique les éléments suivants.
In antwoord op de vraag gesteld door het geachte lid, kan ik het volgende meedelen.
1. Conformément à la définition communément admise à l’échelon international des « Investissements directs à l’étranger (IDE) », la Banque nationale de Belgique fait chaque année rapport sur l’évolution des IDE sur la base d’informations statistiques sur les flux ` cet effet, la financiers dans la balance des paiements. A BNB utilise la définition suivante : un investissement direct du pays X en Belgique représente toute relation d’un résident du pays X avec une entreprise en Belgique, qui permet à l’investisseur d’exercer une influence significative sur l’administration de l’entreprise (au minimum 10 % du capital).
1. In overeenstemming met de internationaal aanvaarde definitie van « Directe Investeringen in het Buitenland (DIB) », rapporteert de Nationale Bank van Belgie¨ jaarlijks de evolutie van DIB, aan de hand van statistische informatie over de financie¨le stromen in de betalingsbalans. Hiervoor hanteert de NBB de volgende definitie : een directe investering van land X in Belgie¨ is elke band tussen een ingezetene van land X en een onderneming in Belgie¨, die de investeerder toelaat om een significante invloed uit te oefenen op het bestuur van de onderneming (minimum 10 % in het kapitaal).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 207 van de heer Patrick De Groote van 18 januari 2005 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1384
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10958
Flux IDE entrants en millions d’euros.
Allemagne. — Duitsland ................................... Pays-Bas. — Nederland ..................................... France. — Frankrijk .......................................... Royaume-Uni. — Verenigd Koninkrijk ............. UE. — EU ......................................................... E´tats-Unis. — Verenigde Staten ........................ Volume mondial. — Wereldvlak .......................
Inkomende DIB-stromen in miljoen euro. 1999
2000
2001
2002
2003
2 522 5 555 NB-ND 77 338 118 424 3 740 133 762
49 674 10 428 3 886 129 273 201 179 NB-ND 239 818
757 17 004 9 420 NB-ND 72 577 15 151 102 846
1 764 6 107 1 370 323 12 102 654 13 384
6 590 3 309 3 549 -4 834 26 822 NB-ND 28 532
UNCTAD : NBB. ND : Non disponible.
UNCTAD : Dienst betalingsbalans. NB : Niet beschikbaar.
Tout comme les flux IDE au niveau mondial, les flux IDE vers la Belgique atteignent un pic en 2000, suivi par un repli marqué qui s’explique par un pic historique (les flux IDE n’ont jamais été si élevés), la récession macroéconomique et le retard en matière de privatisations. Il existe une corrélation entre la croissance de l’économie mondiale et l’ampleur des flux IDE. Depuis 1970, il y eu, à quatre reprises, un repli considérable dans les flux IDE, à chaque fois lors d’une récession mondiale : notamment en 1976, 1981-1982, 1991 et en 2001-2002. 2. Les chiffres précités ne sont pas ventilés par région par la Banque nationale de Belgique. Les trois agences régionales d’investissements, respectivement la Cellule des Investissements étrangers de la Région bruxelloise, le FFIO (Flanders Foreign Investment Office) de la Région flamande et le OFI (Office for Foreign Investors) de la Région wallonne ne disposent pas d’un instrument de mesurage objectif comparable en matière d’investissements étrangers. Elles publient leurs propres statistiques dans leurs rapports d’activités. Ces statistiques sont indicatives et non pas exhaustives et ne peuvent être comparées entre elles, car elles utilisent par exemple une définition différente des investissements. Le tableau ci-après met en évidence les éléments suivants : Montant des investissements (en millions d’euros).
Région de Bruxelles-Capitale. — Brussel Hoofdstedelijk Gewest ................................................ Région flamande — Vlaams Gewest ................. Région wallonne — Waals Gewest ...................
Deze statistieken zijn indicatief en niet exhaustief van aard en zijn onderling niet vergelijkbaar, zo werd onder andere een verschillende definitie van investeringen gehanteerd. Onderstaande tabel is hier een weergave van : Investeringsbedrag (in miljoen euros).
2000
2001
2002
2003
2004
— 2 550 347
— 2 700 963
— 2 600 587
— 1 278 621
— — 389
Source : Agences régionales d’investissements.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Net zoals de mondiale DIB-stromen vertonen de DIB-stromen naar Belgie¨ een piek in 2000. Nadien volgt een forse afname, die is te verklaren door de historische piek (nooit waren BDI stromen zo hoog), de macro-economische recessie en de vertraging inzake privatiseringen. Er bestaat een correlatie tussen groei in de wereldeconomie en de omvang van DIB-stromen. Sinds 1970 vond er vier keer een aanzienlijke terugval plaats in DIB-stromen, telkens wanneer er recessie was op wereldvlak : met name in 1976, 1981-1982, 1991 en 2001-2002. 2. De hoger aangehaalde cijfers worden door de Nationale Bank van Belgie¨ niet verspreid per gewest. De drie regionale investeringsagentschappen, respectievelijk Cel Buitenlandse Investeringen van het Brussels Gewest, FFIO (Flanders Foreign Investment Office) van het Vlaams Gewest en OFI (Office for Foreign Investors) van het Waals Gewest, beschikken niet over een vergelijkbaar objectief meetinstrument inzake buitenlandse investeringen, ze verspreiden in hun activiteitenrapporten echter wel eigen statistieken.
Bron : Gewestelijke investeringsagentschappen.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10959
3. Les données précitées indiquent que la tendance baissière se traduit dans les chiffres régionaux.
3. Bovenstaande cijfers wijzen erop dat de dalende trend zich vertaalt in de regionale cijfers.
4. Dans son « European Investment Monitor 2004 », le bureau de consultance Ernst & Young mentionne la ` partir de même tendance que celle décrite ci-dessus. A 2000, on assiste à une diminution des implantations d’entreprises étrangères en Belgique.
4. In hun European Investment Monitor 2004, haalt het consultancybureau Ernst & Young dezelfde tendens aan die hierboven beschreven wordt. Vanaf 2000 doet er zich een daling voor inzake nieuwe inplantingen van buitenlandse ondernemingen in Belgie¨.
Cette évolution se manifeste également dans d’autres régions économiquement performantes.
Deze evolutie manifesteert zich eveneens in andere economisch performante regio’s.
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 208 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 208 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes.
FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le voˆtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı¨dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 208 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 208 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) :
Je ne peux pas marquer mon accord sur la version selon laquelle les objectifs du SPF n’ont pas encore été définis, et les risques internes et externes pas encore identifiés.
Ik kan niet akkoord gaan met de stelling dat de doelstellingen van de FOD Economie nog niet werden gedefinieerd, noch de interne en externe risico’s geı¨dentificeerd.
Les objectifs ont initialement été fixés dans le plan de management du président du SPF, lequel a été approuvé le 16 juin 2003 par le ministre de l’E´conomie de l’époque M. Charles Picqué. Il a par la suite été adapté à l’issue du Conseil stratégique qui, en décembre 2003 et mars 2004, s’est réuni à l’initiative de mon prédécesseur, Mme Moerman, et en présence de sa collègue, la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture également en charge du département, Mme Laruelle. Il tient compte de leurs remarques ainsi que des initiatives déjà prises entre-temps en vue de son exécution et comporte une section spécifiquement consacrée à la gestion des risques.
De doelstellingen werden reeds initieel vastgesteld in het managementplan van de voorzitter van de FOD dat op 16 juni 2003 werd goedgekeurd door de toenmalige minister van Economie, de heer Charles Picqué. Het werd daarna aangepast na de Beleidsraad die, in december 2003 en in maart 2004, is bijeengekomen op initiatief van mijn voorgangster, mevrouw Moerman, en in aanwezigheid van haar collega, de minister van Middenstand en Landbouw, die ook belast is met het departement, mevrouw Laruelle. Het houdt rekening met de opmerkingen en met de initiatieven die ondertussen reeds werden genomen met het oog op de uitvoering ervan en het omvat een sectie die specifiek aan het risicobeheer is gewijd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10960
De plus, les objectifs stratégiques et opérationnels repris dans ce plan ont été coordonnés avec ceux des plans de management des directeurs généraux et des directeurs d’encadrement du SPF.
De in dit plan opgenomen strategische en operationele doelstellingen werden bovendien gecoo¨rdineerd met deze van de managementplannen van de directeurs-generaal en stafdirecteurs van de FOD.
La mise en œuvre de l’objectif stratégique et opérationnel fait d’ailleurs l’objet d’un business process reengineering (BPR), opération qui a été entamée en juin 2004 et qui est suivie par des représentants du SPF P&O et par un consultant externe.
De implementatie van de strategische en operationele doelstelling maakt bovendien het voorwerp uit van een business process re-engeneering (BPR), operatie die werd opgestart in juni 2004, begeleid door vertegenwoordigers van de FOD P&O en door een extern consultant.
Une analyse des risques internes et externes fait partie de chaque sous-processsus de ce BPR.
Een analyse van de interne en externe risico’s maakt deel uit van elk sub-proces van vermelde BPR.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 210 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 210 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 23 février 2005, à la question no 210 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11000) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11000) werden gegeven op dezelfde vraag.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 211 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 211 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF)
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheids-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 23 februari 2005, op de vraag nr. 210 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10961
précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
diensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 211 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 211 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 213 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 213 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 213 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 213 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10962
E´nergie
Energie
DO 2004200503080
DO 2004200503080
Question no 92 de M. Jean-Marc Nollet du 13 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 92 van de heer Jean-Marc Nollet van 13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
ONDRAF. — Localisation du dépoˆt final des déchets nucléaires de classe A.
NIRAS. — Keuze van de site voor de berging van kernafval van klasse A.
Selon le calendrier prévisionnel de l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles (ONDRAF), c’est dans le courant de l’année qui s’ouvre que le gouvernement devra prendre sa décision relative à la localisation du dépoˆt final des déchets nucléaires de classe A.
Volgens het vooropgestelde tijdschema van de Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen (NIRAS) moet de regering in de loop van dit jaar een beslissing nemen omtrent de site voor de berging van kernafval van klasse A.
Par la présente question je souhaite faire le point sur les étapes déjà franchies et le calendrier précis de celles qui doivent encore l’être.
Deze vraag strekt ertoe een stand van zaken te krijgen met betrekking tot de stappen die al werden ondernomen, alsook een duidelijke planning van de nog te nemen maatregelen.
Trois localisations sont à ce stade encore envisagées : Dessel, Mol et Fleurus-Farciennes.
Op dit ogenblik komen nog drie sites in aanmerking : Dessel, Mol en Fleurus-Farciennes.
1. Pourriez-vous communiquer pour chacune de ces localisations :
1. Zou u voor elk van die sites volgende gegevens kunnen meedelen :
a) la date de lancement du partenariat local;
a) de datum waarop het lokale partnerschap werd gesloten;
b) le nombre de réunions organisées par le partenariat et la nature de ces réunions (CA, AG, réunion publique, réunion de quartier, etc.);
b) het aantal door dat partnerschap georganiseerde vergaderingen en de aard ervan (RVB, AV, openbare vergadering, buurtvergadering, enzovoort);
c) le relevé et le budget de toutes les études effectuées, leurs auteurs, leur date de publication et leur accessibilité (consultables sur place, sur internet avec adresse du site et/ou par envoi);
c) een overzicht van alle studies die werden uitgevoerd, met de bijhorende financie¨le middelen, de auteurs, hun respectieve publicatiedatum en de toegankelijkheid ervan (kunnen ze ter plaatse worden geraadpleegd, zijn ze beschikbaar op internet (gelieve in dat geval het adres mee te delen), kan men een exemplaar bekomen);
d) le relevé et le budget des enquêtes et autres consultations locales effectuées ainsi que pour chacune d’elles le nombre de personnes interrogées, le nombre de personnes ayant effectivement accepté de répondre et le taux d’acceptation ou de rejet du projet;
d) een overzicht van de opinieonderzoeken en de andere raadplegingen die op het lokale niveau werden gehouden, met opgave van de bestede financie¨le middelen en met opgave, per onderzoek, van het aantal ondervraagde personen, het aantal personen dat bereid werd gevonden te antwoorden en de percentages inzake aanvaarding en verwerping van het project;
e) la date d’approbation ou la date attendue d’approbation du rapport final par le conseil communal;
e) de goedkeuringsdatum of de verwachte datum van goedkeuring van het eindverslag door de gemeenteraad;
f) le relevé des études et enquêtes qui doivent encore être effectuées;
f) de opgave van de studies en de onderzoeken die nog moeten gebeuren;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10963
g) la superficie du terrain envisagé;
g) de oppervlakte van de onderzochte site;
h) le délai de construction du dépoˆt;
h) de termijn nodig voor de bouw van de opslagplaats;
i) le couˆt de chaque projet dans l’état actuel de son élaboration ?
i) de kostprijs van elk project tot op heden ?
2. Par ailleurs, pourriez-vous communiquer quel est le calendrier précis que le gouvernement s’est donné en terme de décisions à prendre en la matière (position de l’ONDRAF, choix par le gouvernement du site retenu, définitions et calendrier des recherches complémentaires à effectuer, date de la décision finale) ?
2. Welk precies tijdschema stelt de regering voor de te nemen beslissingen voorop (standpunt van de NIRAS, keuze van de site door de regering, omschrijving en tijdschema van de gewenste bijkomende onderzoeken, datum van de eindbeslissing) ?
3. L’implantation du dépoˆt final sera accompagnée de compensations économiques. Pourriez-vous sur ce volet me donner précisément la nature de ces aides (construction du site, transport du matériel, engagement de personnel, compensations proprement dites, etc.) et les montants dégagés et retenus par le gouvernement dans le cadre de ses projections budgétaires pluriannuelles pour la période 2005-2035 pour ces compensations économiques ?
3. De site die de berging op zich zal nemen, heeft recht op economische compensaties. Wat is de precieze aard van die steunmaatregelen (bouw van de site, vervoer van materieel, indienstneming van personeel, eigenlijke compensaties, enzovoort) ? Welke bedragen heeft de regering in het raam van haar budgettaire meerjarenprognoses 2005-2035 voor die economische compensaties uitgetrokken ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 92 de M. Jean-Marc Nollet du 13 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 92 van de heer JeanMarc Nollet van 13 januari 2005 (Fr.) :
Tout d’abord, je tiens à signaler à l’honorable membre que les trois partenariats locaux STOLA (Studie- en Overleggroep Laagactief Afval) de Dessel, MONA (Mols, Overleg Nucleair Afval) de Mol et PaLoFF (Partenariat local Fleurus-Farciennes) de Fleurus-Farciennes sont des associations sans but lucratif qui jouissent chacune d’une autonomie totale dans leurs travaux et décisions relatifs au(x) projet(s) de dépoˆt final intégré(s) qu’elles proposeront. Elles sont soumises aux règles comptables propres à leur statut. Chaque partenariat dispose de façon tout à fait autonome d’un budget de fonctionnement annuel de 247 893 euros destiné à couvrir ses frais logistiques et de fonctionnement, et d’une dotation de 148 736 euros pour la réalisation d’études techniques et socio-économiques et pour le développement de son (ses) projet(s) de dépoˆt final intégré(s). Les partenariats sont donc eux-mêmes responsables des activités qu’ils organisent et des décisions qu’ils prennent.
Vooreerst wens ik het geachte lid erop te wijzen dat de drie lokale partnerschappen STOLA (Studie- en Overleggroep Laagactief Afval) van Dessel, MONA (Mols Overleg Nucleair Afval) van Mol en PaLoFF (Partenariat local Fleurus-Farciennes) van FleurusFarciennes verenigingen zonder winstoogmerk zijn, die elk een totale zelfstandigheid hebben over hun werkzaamheden en beslissingen met betrekking tot het (de) geı¨ntegreerde bergingsproject(en) die ze zullen voorstellen. Zij zijn onderworpen aan de boekhoudkundige regels die eigen zijn aan hun statuut. Elk partnerschap beschikt op een volledig zelfstandige manier over een jaarlijks werkingsbudget van 247 893 euro bestemd om hun logistieke en werkingskosten te dekken, alsook over een dotatie van 148 736 euro voor de verwezenlijking van technische en socio-economische studies en voor de ontwikkeling van zijn (hun) geı¨ntegreerde bergingsproject(en). De partnerschappen zijn dus zelf verantwoordelijk voor de activiteiten die zij organiseren en voor de beslissingen die zij nemen.
Au terme de leur activité, les partenariats établissent un rapport sur leurs activités et les conclusions auxquelles ils ont abouti. Ces rapports seront transmis au gouvernement sous le couvert de l’ONDRAF.
Aan het einde van hun activiteit stellen de partnerschappen een rapport op over hun activiteiten en de besluiten waartoe ze gekomen zijn. Deze rapporten zullen overgemaakt worden aan de regering onder bescherming van NIRAS.
En ce qui concerne les questions 1. a), 1. b), 1. e), et les questions 2 et 3, j’invite l’honorable membre à prendre connaissance des informations qui suivent.
Wat betreft de vragen 1. a), 1. b), 1. e) en de vragen 2 en 3 nodig ik het geachte lid uit kennis te nemen van de volgende inlichtingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10964
1. a) L’ASBL STOLA-Dessel, le partenariat local de Dessel, a été constituée officiellement le 30 septembre 1999.
1. a) De VZW STOLA-Dessel, het lokale partnerschap van Dessel, werd officieel opgericht op 30 september 1999.
L’ASBL MONA-Mol, le partenariat local de Mol, a été constituée officiellement le 9 février 2000.
De VZW MONA-Mol, het lokale partnerschap van Mol, werd officieel opgericht op 9 februari 2000.
L’ASBL PaLoFF, le partenariat local de FleurusFarciennes, a été constituée officiellement le 27 février 2003.
De VZW PaLoFF, het lokale partnerschap van Fleurus-Farciennes, werd officieel opgericht op 27 februari 2003.
b) Des informations fournies par les différents partenariats, il ressort ce qui suit :
b) Uit de inlichtingen verstrekt door de verschillende partnerschappen, blijkt het volgende :
1. Partenariat STOLA
1. Partnerschap STOLA
Jusqu’en novembre 2004, le partenariat STOLA a organisé les réunions suivantes :
Tot in november 2004 heeft het partnerschap STOLA de volgende vergaderingen georganiseerd :
— assemblée générale : 13 réunions;
— algemene vergadering : 13 vergaderingen;
— conseil d’administration : 48 réunions;
— raad van beheer : 48 vergaderingen;
— groupes de travail : (4 groupes de travail) : 120 réunions; les groupes de travail ont en plus organisé 7 visites d’information et d’étude à plusieurs installations nucléaires;
— werkgroepen (4 werkgroepen) : 120 vergaderingen; de werkgroepen hebben bovendien 7 informatie- en studiebezoeken georganiseerd op verschillende nucleaire installaties;
— réunions de direction (regroupant notamment les présidents de l’assemblée générale, du conseil d’administration et des groupes de travail, ainsi que le trèsorier) : 18 réunions.
— directievergaderingen (die onder meer de voorzitters van de algemene vergadering, van de raad van beheer en van de werkgroepen, alsook de penningmeester verenigen) : 18 vergaderingen.
En outre, le partenariat a distribué 15 bulletins d’information parmi les habitants de la commune et a organisé trois grands événements d’information publique, 4 séances publiques et 2 enquêtes.
Bovendien heeft het partnerschap 15 informatieberichten verdeeld onder de inwoners van de gemeente en drie grote openbare informatiegebeurtenissen georganiseerd, 4 openbare zittingen en 2 onderzoeken.
Il a produit un film didactique sur ses activités et les projets de dépoˆt final intégrés étudiés et a développé un site web (www.stola.be) qui a été consulté 550 fois par mois en moyenne.
Het heeft een didactische film voortgebracht over zijn activiteiten en de bestudeerde geı¨ntegreerde bergingsprojecten en heeft een website (www.stola.be) ontwikkeld, die gemiddeld 550 maal per maand werd geraadpleegd.
2. Partenariat MONA
2. Partnerschap MONA
Jusque fin 2004, le partenariat MONA a organisé les réunions suivantes :
Tot eind 2004 heeft het partnerschap MONA de volgende vergaderingen georganiseerd :
— assemblée générale : 13 réunions;
— algemene vergadering : 13 vergaderingen;
— conseil d’administration : 46 réunions;
— raad van beheer : 46 vergaderingen;
— groupes de travail (4 groupes de travail) : 200 réunions;
— werkgroepen (4 werkgroepen) : 200 vergaderingen;
— réunions de direction (regroupant notamment les présidents de l’assemblée générale, du conseil d’administration et des groupes
— directievergaderingen (die onder meer de voorzitters van de algemene vergadering, van de raad van beheer en van de werk-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 de travail, 23 réunions.
10965
ainsi
que
le
trèsorier) :
groepen, alsook de penningmeester verenigen) : 23 vergaderingen.
En outre, le partenariat a, entre autres, organisé 30 séances publiques, 17 visites d’information et d’étude (notamment à plusieurs installations nucléaires), mené 2 enquêtes, distribué 11 bulletins d’information parmi les habitants de la commune et produit un film didactique sur ses activités. Il dispose également d’un site web (www.monavzw.be). qui est consulté régulièrement.
Bovendien heeft het partnerschap onder andere 30 publieke zittingen georganiseerd en 17 informatie- en studiebezoeken (onder meer aan verschillende nucleaire installaties). Het heeft 2 onderzoeken gehouden, 11 informatieberichten verdeeld onder de inwoners van de gemeente en een didactische film voortgebracht over zijn activiteiten. Het beschikt ook over een website (www.monavzw.be), die regelmatig wordt geraadpleegd.
3. Partenariat PaLoFF
3. Partnerschap PaLoFF
Jusqu’à présent, le partenariat PaLoFF a organisé les réunions suivantes :
Tot op heden heeft het partnerschap PaLoFF de volgende vergaderingen georganiseerd :
— assemblée générale : 3 réunions;
— algemene vergadering : 3 vergaderingen;
— conseil d’administration : 13 réunions;
— raad van beheer : 13 vergaderingen;
— groupes de travail (5 groupes de travail) : 83 réunions.
— werkgroepen (5 werkgroepen) : 83 vergaderingen.
Le partenariat a organisé plusieurs visites d’information et d’étude, notamment à des installations nucléaires. Plusieurs séances publiques ont été organisées dans les deux communes et un bulletin d’information, tiré à 15 000 exemplaires, est publié trimestriellement. Son site web (www.paloff.be) est consulté régulièrement.
Het partnerschap heeft verschillende informatie- en studiebezoeken georganiseerd, onder meer aan nucleaire installaties. Verschillende publieke zittingen werden georganiseerd in de twee gemeenten en een informatiebericht, gedrukt op 15 000 exemplaren, wordt driemaandelijks gepubliceerd. Zijn website (www.paloff.be) wordt regelmatig geraadpleegd.
e) Le partenariat STOLA de Dessel a transmis officiellement son rapport final au conseil communal de Dessel le 5 novembre 2004. Celui-ci a approuvé le rapport en sa séance du 27 janvier 2005. Le rapport sera donc transmis prochainement à l’ONDRAF.
e) Het partnerschap STOLA van Dessel heeft officieel zijn eindrapport overgemaakt aan de gemeenteraad van Dessel op 5 november 2004. Deze laatste heeft het rapport goedgekeurd in zijn zitting van 27 januari 2005. Het rapport zal dus binnenkort worden overgemaakt aan NIRAS.
Le partenariat MONA de Mol a remis officiellement son rapport final au conseil communal de Mol le 27 janvier 2005. Il est prévu que le conseil communal prendra une décision en sa séance du 21 mars 2005.
Het partnerschap MONA van Mol heeft zijn eindrapport officieel overhandigd aan de gemeenteraad van Mol op 27 januari 2005. Het is voorzien dat de gemeenteraad een beslissing zal nemen in zijn zitting van 21 maart 2005.
La transmission du rapport final du partenariat PaloFF aux conseils communaux de Farciennes et de Fleurus est prévue dans le courant du deuxième trimestre 2005.
De overhandiging van het eindrapport van het partnerschap PaloFF aan de gemeenteraden van Farciennes en Fleurus is voorzien in de loop van het tweede trimester 2005.
2 et 3. D’une manière générale, les rapports finals doivent être transmis par les partenariats locaux aux conseils communaux pour approbation éventuelle. Ceux-ci transmettent alors le dossier au gouvernement fédéral par l’intermédiaire de l’ONDRAF. J’ai demandé à l’ONDRAF de me faire des propositions concrètes quant à la suite à donner aux dossiers des ` cette fin, j’ai mandaté communes concernées. A l’ONDRAF pour consulter toutes les parties concer-
2 en 3. In het algemeen moeten de eindrapporten worden overhandigd door de lokale partnerschappen aan de gemeenteraden met het oog op een eventuele goedkeuring. De raden overhandigen dan het dossier via NIRAS aan de federale regering. Ik heb NIRAS gevraagd mij concrete voorstellen te doen inzake het gevolg dat gegeven moet worden aan de dossiers van de betrokken gemeenten. Hiertoe heb ik NIRAS belast om alle betrokken partijen (de gemeenten en de produ-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1385
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10966
nées (les communes et les producteurs de déchets radioactifs) étant entendu qu’il faudra veiller à conserver la continuité de l’approche participative instaurée au travers des partenariats. Ce n’est qu’à l’issue de cette phase de consultation que le gouvernement fédéral pourra se prononcer.
centen van radioactief afval) te raadplegen. Bovendien zal er moeten over gewaakt worden de continuı¨teit te behouden in de participatieve aanpak die werd ingesteld door middel van de partnerschappen. Pas na deze consultatiefase zal de federale regering zich kunnen uitspreken.
Aujourd’hui, aucune disposition concrète ne peut donc être prise car ces dossiers doivent encore nous parvenir.
Tegenwoordig mag dus nog geen concrete bepaling worden getroffen, daar de dossiers ons nog overgemaakt moeten worden.
DO 2004200503131
DO 2004200503131
Question no 93 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes.
FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s.
Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le voˆtre.
In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı¨dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd.
Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 93 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) :
Je ne peux pas marquer mon accord sur la version selon laquelle les objectifs du SPF n’ont pas encore été définis, et les risques internes et externes pas encore identifiés.
Ik kan niet akkoord gaan met de stelling dat de doelstellingen van de FOD Economie nog niet werden gedefinieerd, noch de interne en externe risico’s geı¨dentificeerd.
Les objectifs ont initialement été fixés dans le plan de management du président du SPF, lequel a été approuvé le 16 juin 2003 par le ministre de l’E´conomie de l’époque M. Charles Picqué. Il a par la suite été adapté à l’issue du Conseil stratégique qui, en décembre 2003 et mars 2004, s’est réuni à l’initiative de mon prédécesseur, Mme Moerman, et en présence de sa collègue, la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture également en charge du département, Mme Laruelle. Il tient compte de leurs remarques ainsi que des initiatives déjà prises entre-temps en vue de son exécution et comporte une section spécifiquement consacrée à la gestion des risques.
De doelstellingen werden reeds initieel vastgesteld in het managementplan van de voorzitter van de FOD dat op 16 juni 2003 werd goedgekeurd door de toenmalige minister van Economie, de heer Charles Picqué. Het werd daarna aangepast na de Beleidsraad die, in december 2003 en in maart 2004, is bijeengekomen op initiatief van mijn voorgangster, mevrouw Moerman, en in aanwezigheid van haar collega, de minister van Middenstand en Landbouw, die ook belast is met het departement, mevrouw Laruelle. Het houdt rekening met de opmerkingen en met de initiatieven die ondertussen reeds werden genomen met het oog op de uitvoering ervan en het omvat een sectie die specifiek aan het risicobeheer is gewijd.
De plus, les objectifs stratégiques et opérationnels repris dans ce plan ont été coordonnés avec ceux des
De in dit plan opgenomen strategische en operationele doelstellingen werden bovendien gecoo¨rdineerd
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10967
plans de management des directeurs généraux et des directeurs d’encadrement du SPF.
met deze van de managementplannen van de directeurs-generaal en stafdirecteurs van de FOD.
La mise en œuvre de l’objectif stratégique et opérationnel fait d’ailleurs l’objet d’un business process reengineering (BPR), opération qui a été entamée en juin 2004 et qui est suivie par des représentants du SPF P&O et par un consultant externe.
De implementatie van de strategische en operationele doelstelling maakt bovendien het voorwerp uit van een business process re-engeneering (BPR), operatie die werd opgestart in juni 2004, begeleid door vertegenwoordigers van de FOD P&O en door een extern consultant.
Une analyse des risques internes et externes fait partie de chaque sous-processsus de ce BPR.
Een analyse van de interne en externe risico’s maakt deel uit van elk subproces van vermelde BPR.
DO 2004200503138
DO 2004200503138
Question no 94 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 94 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Utilisation d’uranium naturel par les centrales nucléaires belges.
Gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische kerncentrales.
L’utilisation d’uranium naturel dans les centrales nucléaires belges soulève les questions suivantes.
In verband met het gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische kerncentrales rijzen volgende vragen.
1. a) De quels pays provient l’uranium naturel livré aux centrales nucléaires belges en 2004 et en 2005 ?
1. a) Uit welke landen en gebieden is dat natuurlijk uranium, geleverd aan de Belgische kerncentrales voor 2004 en 2005, afkomstig ?
b) Pouvons-nous obtenir la traçage annuel de cet l’uranium depuis que les centrales nucléaires belges sont opérationnelles ?
b) Kunnen we een jaarlijkse historiek krijgen van de herkomst van uranium sinds de Belgische kerncentrales operationeel zijn ?
2. a) Quels contrats Synatom a-t-elle encore pour les années à venir ?
2. a) Welke contracten heeft Synatom nog lopen voor de komende jaren ?
b) Avec quelles sociétés ces contrats ont-ils été conclus ?
b) Met welke bedrijven ?
c) Quels délais sont en vigueur ?
c) Met welke termijnen ?
d) De quelles régions provient l’uranium naturel ?
d) Uit welke gebieden komt het natuurlijk uranium ?
3. Quelle quantité d’uranium naturel les centrales nucléaires belges ont-elles utilisée annuellement depuis qu’elles sont opérationnelles ?
3. Hoeveel natuurlijk uranium hebben de Belgische kerncentrales jaarlijks gebruikt sinds ze operationeel zijn ?
4. De graves problèmes environnementaux et des violations des droits de l’homme commises contre les populations locales ont été signalés sur les sites miniers d’uranium et alentour. Des articles de presse sont parus le 11 octobre 1997 à ce sujet dans la presse flamande, à l’occasion d’une action publique menée par l’ASBL Voor Moeder Aarde à proximité de la centrale nucléaire de Doel le vendredi 10 octobre 1997. La semaine suivante, une audition se tenait au Parle-
4. Er zijn ernstige milieuproblemen en schendingen van mensenrechten van inheemse volkeren gesignaleerd in en rond de sites van uraniummijnen. Daarover verschenen verschillende persartikels op 11 oktober 1997 in de Vlaamse pers naar aanleiding van een publieke actie van Voor Moeder Aarde VZW aan de kerncentrale van Doel op vrijdag 10 oktober 1997. De week daarop volgde een hoorzitting in het parlement met de aanwezige vertegenwoordigers van inheemse
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10968
ment avec des représentants des populations locales venant en autres d’Australie, du Canada, de Namibie et des E´tats-Unis.
volkeren uit onder andere Australie¨, Canada, Namibie¨ en de VS.
a) Une suite a-t-elle été donnée à ce dossier sous la forme d’enquêtes menées par les instances responsables ?
a) Werd hier enig gevolg aan gegeven via onderzoek door de verantwoordelijke instanties ?
b) Dans l’affirmative à l’initiative de qui et quels en sont les résultats ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 94 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) :
b) Zo ja, door wie en wat waren de bevindingen ?
1. a) L’uranium naturel fourni aux centrales nucléaires belges pour les années 2004 et 2005 provient des pays suivants : Afrique du Sud, E´tats-Unis, Canada, Australie, Kazakhstan et Russie.
1. a) Het natuurlijk uranium geleverd aan de Belgische kerncentrales voor de jaren 2004 en 2005 is afkomstig uit de volgende landen : Zuid-Afrika, Verenigde Staten, Canada, Australie¨, Kazakhstan en Rusland.
b) Les informations détaillées année par année sur l’origine de l’uranium depuis le début de l’exploitation des centrales nucléaires, ne peuvent être données, étant donné qu’elles sont de nature commercialement sensible. Sur les quinze dernières années, les fournitures de matières fissiles ont été les suivantes :
b) De gedetailleerde inlichtingen jaar per jaar over de herkomst van het uranium sinds het begin van de uitbating van de Belgische kerncentrales, kunnen niet gegeven worden, aangezien ze van commercieel gevoelige aard zijn. Over de laatste vijftien jaar zijn de leveringen van splijtstoffen de volgende geweest :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 94 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) :
— Afrique du Sud : 9 %;
— Zuid-Afrika : 9 %;
— Australie : 6 %;
— Australie¨ : 6 %;
— Belgique : 2 %;
— Belgie¨ : 2 %;
— Canada : 13 %;
— Canada : 13 %;
— Chine : 5 %; — E´tats-Unis : 9 %;
— China : 5 %;
— Kazakhstan : 7 %;
— Kazakhstan : 7 %;
— Spot, recyclage, HEU : 38 %.
— Spot, recyclage, HEU : 38 %.
— Verenigde Staten : 9 %;
2. Ces informations ne peuvent être données, étant donné qu’elles sont de nature commercialement sensible.
2. Deze inlichtingen kunnen niet gegeven worden, daar zij van commercieel gevoelige aard zijn.
3. La quantité approximative que les centrales nucléaires belges ont utilisée depuis le début de leur exploitation est environ égal à 25 000 tonnes. 4. Il est difficile pour un E´tat qui achète de l’uranium d’intervenir ou de s’immiscer dans les affaires internes d’un autre E´tat où l’uranium est produit. Les fournitures d’uranium à la Belgique sont effectuées en conformité avec les prescrits légaux des pays fournisseurs et de l’Union européenne.
3. De benaderde hoeveelheid die de Belgische kerncentrales gebruikt hebben sedert het begin van hun uitbating is ongeveer gelijk aan 25 000 ton.
Dans le programme de l’Agence internationale de l’énergie atomique à Vienne, on peut retrouver plusieurs activités, comme :
In het programma van de Internationale Organisatie voor atoomenergie te Wenen zijn verschillende activiteiten terug te vinden, zoals :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Het is moeilijk voor een Staat dat uranium aankoopt tussen te komen of zich te mengen in de interne aangelegenheden van een andere Staat waar het uranium geproduceerd wordt. De uraniumleveringen aan Belgie¨ worden uitgevoerd in overeenstemming met de wettelijke voorschriften van de leverende landen en van de Europese Unie.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10969
— la promotion de meilleures pratiques de production d’uranium, afin de limiter autant que possible les incidences sur l’environnement;
— de bevordering van betere uraniumproductiepraktijken, teneinde de invloed op het milieu zoveel mogelijk te beperken;
— le renforcement des autorités de suˆreté nationales en général;
— de versterking van de nationale veiligheidsautoriteiten in het algemeen;
— l’assainissement d’environnements contaminés.
— de sanering van besmette omgevingen.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 95 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 95 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 95 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) werden gegeven op dezelfde vraag.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 96 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 96 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 95 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10970
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 96 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 96 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 97 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 97 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 97 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006) werden gegeven op dezelfde vraag.
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 97 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 39 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 39 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Plan stratégique. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition
FOD’s. — Strategisch plan. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10971
des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 39 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 39 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) werden gegeven op dezelfde vraag.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10972
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 41 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 41 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006) werden gegeven op dezelfde vraag.
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
DO 2004200502507
DO 2004200502507
Question no 43 de M. Patrick De Groote du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 43 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Données relatives à la pauvreté infantile.
Gegevens inzake kinderarmoede.
Les questions suivantes se posent à propos du nombre d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté :
Inzake het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft, rijzen volgende vragen.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté, ventilé par région ?
1. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden de armoedegrens leeft meedelen, met onderverdeling per gewest ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre et le pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté et faisant partie d’une famille monoparentale, ventilé par région ?
2. Kan u het aantal en percentage van kinderen dat beneden die armoedegrens leeft en tezelfdertijd deel uitmaakt van éénoudergezinnen, met onderverdeling per gewest meedelen ?
3. Pourriez-vous communiquer la proportion d’enfants vivant sous le seuil de pauvreté en fonction de la taille du ménage, en d’autres termes le lien entre les ménages qui vivent dans la pauvreté et la taille du ménage ?
3. Kan u de verdeling geven van het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft in functie van de grootte van het gezin, met andere woorden het verband tussen gezinnen die in armoede leven en de grootte van het gezin ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10973
4. a) Dans quelle mesure les frais afférents à l’enseignement au cours des années de scolarité obligatoire jouent-ils, selon vous, un roˆle en tant que cause de la pauvreté dans ces familles ?
4. a) In welke mate spelen de kosten, gebonden aan het onderwijs tijdens de verplichte leertijd volgens u een rol als oorzaak van armoede in deze gezinnen ?
b) Dans quelle mesure la gratuité de l’enseignement obligatoire pourrait-elle constituer une solution en ce qui concerne la situation financière difficile des ménages vivant dans la pauvreté ?
b) In welke mate zou een kostenloos leerplichtonderwijs tegemoet kunnen komen aan de moeilijke financie¨le situatie van gezinnen in armoede ?
c) Le ministre soutient-il l’éventuelle mise en œuvre d’une telle mesure ? Dans l’affirmative, de quelle manière ? Quelles initiatives pouvons-nous espérer à cet égard ?
c) Wordt deze mogelijke maatregel door de minister ondersteund ? Zo ja, op welke wijze ? Welke initiatieven mogen we hierin verwachten ?
d) Des chiffres sont-ils disponibles en ce qui concerne le lien entre la pauvreté et les frais inhérents à l’enseignement obligatoire ? Dans l’affirmative, pourriez-vous m’en fournir un aperçu ?
d) Zijn er met betrekking tot het verband tussen armoede en de kosten eigen aan het leerplichtonderwijs cijfergegevens beschikbaar ? Zo ja, graag een overzicht.
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 février 2005, à la question no 43 de M. Patrick De Groote du 17 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 februari 2005, op de vraag nr. 43 van de heer Patrick De Groote van 17 januari 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve herina het antwoord op zijn vraag te vinden.
Ce sont les communautés et les régions qui peuvent fournir les informations à propos du nombre et du pourcentage d’enfants vivant sous le seuil de la pauvreté, de la composition des familles dont ces enfants font partie et des conséquences de leur situation existante sur leur scolarité.
Het zijn de gemeenschappen en de gewesten die informaties kunnen verschaffen over het aantal en het percentage kinderen dat onder de armoedegrens leeft, de samenstelling van de gezinnen waarvan deze kinderen deel uitmaken en de gevolgen van hun bestaande situatie op hun leerplicht.
La politique scientifique fédérale n’est pas partie signataire de l’accord de coopération relatif à la continuité de la politique en matière de pauvreté, signé à Bruxelles le 5 mai 1998, avec les communautés et les régions.
Het federaal wetenschapsbeleid is geen ondertekenende partij van het samenwerkingsakkoord betreffende de bestendiging van het armoedebeleid dat op 5 mei 1998 in Brussel met de gemeenschappen en de gewesten werd getekend.
En effet, l’E´tat fédéral y est représenté par le premier ministre et par les ministres compétents en matière d’Affaires sociales, d’Emploi et de Travail, de Politique d’égalité des chances, de Santé publique, des Pensions et d’Intégration sociale.
De federale Staat wordt er immers in vertegenwoordigd door de eerste minister en door de ministers die bevoegd zijn inzake Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Arbeid, Gelijkekansenbeleid, Volksgezondheid, Pensioenen en Sociale Integratie.
Cet accord de coopération vise à renforcer la mission du Centre pour l’égalité des chances dans son combat contre toute forme d’exclusion.
Het doel van dit samenwerkingsakkoord is de opdracht te versterken van het Centrum voor gelijkheid van kansen in zijn strijd tegen iedere vorm van uitsluiting.
Dans le même ordre d’idées, le Conseil des ministres du 20 juillet 2004 a approuvé une première liste de projets introduits, entre le 1er décembre 2003 et le 15 avril 2004, par un CPAS ou une ASBL, soit 1 887 000 euros pour soutenir 53 initiatives réparties sur les trois régions dans le cadre de la distribution des bénéfices de la Loterie nationale.
De Ministerraad van 20 juli 2004 heeft, altijd in verband hiermee, een eerste lijst goedgekeurd van projecten die tussen 1 december 2003 en 15 april 2004 werden ingediend door een OCMW of een VZW, namelijk 1 887 000 euro voor de ondersteuning van 53 initiatieven verdeeld over de drie gewesten in het kader van de verdeling van de winst van de Nationale Loterij.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1386
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10974
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 45 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 45 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) werden gegeven op dezelfde vraag.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 45 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et ministre
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10975
du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002) à cette même question.
(vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 février 2005, à la question no 47 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006) werden gegeven op dezelfde vraag.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 februari 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
DO 2004200502570
DO 2004200502570
Question no 192 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 3 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 192 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 3 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Recouvrement judiciaire des cotisations ONSS.
Gerechtelijke navordering van de RSZ-bijdragen.
Il ressort d’un audit de la Cour des comptes au sujet du recouvrement judiciaire des cotisations ONSS que
Uit een audit van het Rekenhof over de gerechtelijke navordering van de RSZ-bijdragen is gebleken dat de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10976
la perception des arriérés est mal organisée. La caisse de sécurité sociale se voit ainsi privée de plusieurs millions d’euros. L’audit a révélé des déficiences graves dans les informations de gestion et des lacunes dans le contrat d’administration. Concrètement, des études ont démontré que près de 47 500 procédures, soit une sur cinq, restaient pendantes bien qu’une décision judiciaire ait été prononcée dans les trois mois dans 80 % des cas. Le problème se situe donc au niveau des services de perception de l’ONSS.
inning van achterstallige bijdragen mank loopt. Gevolg is dat de sociale zekerheidskas miljoenen euro’s misloopt. De audit heeft belangrijke tekortkomingen in de beheersinformatie en leemten in de bestuursovereenkomst aan het licht gebracht. Concreet heeft onderzoek aangetoond dat ruim 47 500 procedures, ofwel één op vijf, blijven openstaan, hoewel er in 80 % van de gevallen een gerechtelijke uitspraak is binnen de drie maanden. Het probleem situeert zich dus bij de inningsdiensten van de RSZ.
La gestion des dossiers peut également être améliorée. C’est surtout la procédure qui n’est pas suffisamment controˆlée. En outre, la Cour des comptes a constaté que la contrainte qui dispense l’ONSS de s’adresser aux tribunaux reste lettre morte alors que cette procédure est prévue par la loi. D’une manière générale, la gestion du recouvrement judiciaire n’est ` l’issue du jugement, pas assez axée sur les résultats. A trop de temps est perdu avant qu’un dossier ne soit définitivement cloˆturé. Plus de la moitié des dossiers sont encore en suspens après deux ans.
Ook het beheer van dossiers kan worden verbeterd. Vooral de procedure is onvoldoende onder controle. Daarnaast heeft het Rekenhof vastgesteld dat het dwangbevel dat de RSZ ervan vrijstelt zich tot de rechtbanken te richten, dode letter blijft en dat terwijl die procedure in de wet is opgenomen. In het algemeen is het beheer van de gerechtelijke navordering onvoldoende resultaatgericht. Er wordt na het vonnis nodeloos lang getreuzeld om de betaling van de dossiers definitief te sluiten. Meer dan de helft van de dossiers staan na twee jaar nog open.
La Cour des comptes a formulé des recommandations pour améliorer le fonctionnement des services. Elle plaide concrètement en faveur d’une amélioration qualitative des objectifs, de l’élimination du retard en matière informatique, de la création de la fonction de business analyst et d’un remodelage du système de controˆle interne.
Het Rekenhof formuleert aanbevelingen om de werking van de diensten te verbeteren. Concreet wordt gepleit voor een kwalitatieve verbetering van de doelstellingen, het wegwerken van de achterstand qua informatica, de ontwikkeling van een functie van business analyst en een herdenking van het interne controlesysteem.
J’ai interrogé le ministre à ce sujet lors de la séance plénière du 1er juillet 2004. Le ministre n’était pas en mesure de répondre de manière exhaustive aux questions techniques et détaillées. Il a proposé de le faire en commission des Affaires sociales. Il a également laissé entendre que les chiffres obtenus n’étaient pas corrects et que la perte de millions d’euros était exagérée. Néanmoins, on peut déduire de la réponse qu’il subsiste un problème en ce qui concerne la perception des arriérés de paiement des cotisations ONSS (question no P491, Compte rendu intégral, Chambre, 20032004, séance plénière, 1er juillet 2004, PLEN 076, p. 44).
Ik ondervroeg de minister hierover tijdens de plenaire vergadering van 1 juli 2004. Daar bleek dat hij niet compleet kon antwoorden op de technische en uitgebreide vraag. Hij stelde voor om dat in de commissie in de Sociale Zaken te doen. Tevens liet hij uitschijnen dat de aangehaalde cijfers niet correct zijn en dat het verlies van miljoenen euro’s overdreven was. Niettemin kan uit het antwoord worden afgeleid dat er een probleem met de inning van achterstallige RSZbijdragen is (vraag nr. P491, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, plenumvergadering, 1 juli 2004, PLEN 076, blz. 44).
1. a) Le ministre peut-il apporter la preuve du fait que les chiffres cités ne sont pas corrects ?
1. a) Kan de minister zijn stelling hard maken dat de geciteerde cijfers niet kloppen ?
b) Si oui, quels sont donc les chiffres exacts et comment se fait-il que la Cour des comptes dispose d’informations erronées ? 2. Eˆtes-vous disposé à prendre sur le champ des mesures qui vont améliorer la perception des arriérés et mettre un terme à ces pertes de recettes dans le domaine de la sécurité sociale ?
b) Zo ja, welke zijn dan de exacte cijfers en hoe komt het Rekenhof aan deze verkeerde informatie ?
3. Envisagez-vous de demander aux responsables du service concerné de s’expliquer concernant les causes des lenteurs à l’issue du jugement et les incite-
3. Overweegt u de verantwoordelijken van de betrokken dienst ter verantwoording te roepen om meer uitleg te geven over de oorzaken van het getreu-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2. Bent u bereid om stante pede maatregelen te nemen die de inning van achterstallige bijdragen zal verbeteren om paal en perk te stellen aan het mislopen van financie¨le inkomsten in de sociale zekerheid ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10977
rez-vous à s’investir davantage dans le suivi des dossiers ?
zel om dossiers na het vonnis definitief op te volgen en te sluiten en hen aanmanen in de toekomst meer spoed te zetten achter de opvolging van dossiers ?
4. Prenez-vous les mesures nécessaires pour garantir à l’avenir un suivi rapide des dossiers après la décision judiciaire, par une adaptation de la procédure et du système de controˆle interne et par une amélioration des objectifs du contrat d’administration ?
4. Neemt u de nodige maatregelen opdat in de toekomst de dossiers zo snel mogelijk na een gerechtelijke uitspraak worden opgevolgd, meer bepaald een bijsturing van de procedure, het interne controlesysteem en de verbetering van de doelstellingen van de bestuursovereenkomst ?
5. Pourquoi l’ONSS renonce-t-il à la procédure de contrainte légale alors que celle-ci le dispense de s’adresser aux tribunaux ?
5. Waarom ziet de RSZ af van de wettelijk voorziene procedure van het dwangbevel terwijl de RSZ daardoor wordt vrijgesteld zich te richten tot de rechtbanken ?
6. Allez-vous mettre à la disposition des services concernés le matériel informatique nécessaire et êtesvous disposé à mettre sur pied et reconnaıˆtre la fonction de business analyst ?
6. Zal u aan de betrokken dienst de nodige informatica-apparatuur ter beschikking laten stellen en bent u bereid de functie van business analyst te ontwikkelen en te erkennen ?
7. Dans quel délai pensez-vous pouvoir résoudre ce problème ?
7. Welke timing stelt u voorop om dit probleem uit de wereld te helpen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 février 2005, à la question no 192 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 3 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 februari 2005, op de vraag nr. 192 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 3 november 2004 (N.) :
L’audit de la Cour des comptes a eu lieu en accord et en collaboration avec l’Office national de sécurité sociale (ONSS), compte tenu de sa préoccupation d’améliorer le traitement des dossiers et leur suivi quotidien.
De audit van het Rekenhof heeft plaats gevonden in overeenstemming met en met de medewerking van de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), rekening houdend met zijn bezorgdheid om de behandeling en de dagelijkse opvolging van de dossiers te verbeteren.
En réponse à la première question, les chiffres cités par la Cour des comptes sont corrects mais doivent être interprétés.
In antwoord op de eerste vraag kan ik meedelen dat de cijfers die door het Rekenhof aangehaald worden juist zijn maar geı¨nterpreteerd moeten worden.
En effet, l’Office a envoyé, au cours de l’année 2002, 120 347 mises en demeure de payer aux employeurs qui sont en défaut de payer leurs cotisations et compléments. 60 780 de ces mises en demeure ont donné lieu à une assignation en paiement devant les tribunaux du travail compétents.
De Rijksdienst heeft in het jaar 2002 inderdaad 120 347 aanmaningen verstuurd aan werkgevers om hun achterstallige bijdragen en aanhorigheden te betalen. 60 780 van deze aanmaningen hebben aanleiding gegeven tot een dagvaarding in betaling voor de bevoegde arbeidsrechtbanken.
Concernant la deuxième question, l’Office national de sécurité sociale tire les enseignements nécessaires de l’audit de la Cour des comptes et les lacunes constatées seront comblées.
Met betrekking tot de tweede vraag kan ik meedelen dat de Rijksdienst de nodige lessen trekt uit de audit van het Rekenhof en dat er aan de vastgestelde tekortkomingen zal worden verholpen.
Ainsi, les services de recouvrement mettent actuellement au point, un système qui permettra de mieux controˆler et évaluer les collaborateurs externes de ces services.
Zo stellen de navorderingsdiensten momenteel een systeem op punt dat zal toelaten de externe medewerkers van deze diensten beter op te volgen en te evalueren.
Il ne faut cependant pas perdre de vue que le succès du recouvrement judiciaire dépend, dans une large mesure, de nombreux facteurs externes que les services de recouvrement de l’ONSS ne peuvent maıˆtriser.
Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat het succes van de gerechtelijke invordering sterk afhankelijk is van tal van externe factoren waarop de navorderingsdiensten van de RSZ geen vat hebben.
Aucune technique de recouvrement ne saurait être efficace à l’égard d’un débiteur insolvable. La seule
Lastens een debiteur die onvermogend is kan geen enkele invorderingstechniek nog soelaas brengen. Het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10978
possibilité est de suspendre la procédure de recouvrement jusqu’au moment où la situation financière du débiteur s’améliore éventuellement.
opschorten van de invorderingsprocedure totdat de schuldenaar eventueel opnieuw tot beter fortuin komt, is hier de enige mogelijkheid.
Une politique active de recouvrement ne peut également pas être menée à l’égard d’une personne morale en liquidation, étant donné que le liquidateur doit avoir la possibilité de réaliser l’actif afin d’apurer le passif dans des conditions optimales, ou de céder l’entreprise avec son principe de continuité.
Tegenover een rechtspersoon in vereffening kan evenmin een actief invorderingsbeleid worden gevoerd, aangezien aan de vereffenaar de kans moet worden geboden om in optimale omstandigheden het actief te realiseren teneinde het passief aan te zuiveren, of om hem in staat te stellen een onderneming in going concern over te dragen.
Un recouvrement forcé n’est légalement plus possible auprès d’un employeur en faillite et il faut laisser le curateur faire son travail.
Ten opzichte van een gefailleerde werkgever is gedwongen invordering wettelijk niet meer mogelijk en dient men de curator zijn werk te laten doen.
` l’égard du débiteur qui recourt à la procédure A légalement prévue du règlement collectif de dettes ou de l’accord judiciaire, l’ONSS doit suspendre le recouvrement forcé pendant toute la procédure.
Ten aanzien van de schuldenaar die gebruik maakt van de wettelijk voorziene procedure van de collectieve schuldbemiddeling of van het gerechtelijk akkoord dient de RSZ de gedwongen invordering te staken gedurende de hele procedure.
En réponse à la question 3, je peux faire savoir qu’une concertation permanente a lieu entre mes services et les responsables de l’Office national de sécurité sociale.
In antwoord op vraag 3 kan ik meedelen dat er permanent overleg gepleegd wordt tussen mijn diensten en de verantwoordelijken van de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
En réponse aux questions 4 et 5, je me réfère en premier lieu à la réponse de la question 2.
In antwoord op vragen 4 en 5 verwijs ik in de eerste plaats naar mijn antwoord op vraag 2.
En ce qui concerne l’application de la technique de la contrainte, les services concernés de l’ONSS ont examiné cette possibilité. Il est ainsi apparu que l’utilisation de la contrainte, qui exige une organisation pratique spécifique et un circuit d’informations performant, ne permettrait pas nécessairement d’améliorer les résultats.
Wat de toepassing betreft van de techniek van het dwangbevel is het zo dat de betrokken diensten van de RSZ deze mogelijkheid hebben onderzocht. Het is gebleken dat de toepassing van het dwangbevel, die een specifieke praktische organisatie en een performant informaticacircuit vergt niet noodzakelijk een verbetering van de resultaten zou inhouden.
L’ONSS estime qu’il faudrait plutoˆt examiner si un titre exécutoire est nécessaire pour tous les arriérés qui sont dus. Les arguments invoqués dans le rapport de la Cour des comptes pourraient plaider en faveur d’une alternative qui consisterait en la possibilité pour l’ONSS d’offrir à ses débiteurs des facilités de paiement sous certaines conditions sans devoir obtenir un titre exécutoire à cet effet. Moyennant les modifications légales nécessaires et la mise en œuvre administrative, cette solution ne devrait pas poser trop de problèmes techniques.
Volgens de RSZ zou eerder moeten worden onderzocht of een uitvoerbare titel noodzakelijk is voor alle verschuldigde achterstallen. De argumenten aangehaald in het rapport van het Rekenhof zouden voor een alternatief kunnen pleiten dat erin bestaat om aan de RSZ de mogelijkheid te geven om aan zijn debiteurs onder bepaalde voorwaarden betalingsfaciliteiten te verlenen zonder dat daarvoor een uitvoerbare titel moet worden verkregen. Mits de nodige wetswijzigingen en de administratieve uitwerking ervan zou dit geen te grote technische problemen mogen opleveren.
En réponse à la question 6, je peux préciser que la fonction de « business analist » a en effet été reconnue entre-temps et qu’elle a été intégrée dans le dernier plan de personnel de l’ONSS. Les résultats des examens du Selor en cours sont attendus pour procéder au recrutement effectif.
In antwoord op vraag 6 kan ik meedelen dat de functie van « business analist » ondertussen inderdaad erkend werd en opgenomen werd in het recentste personeelsplan van de RSZ. De resultaten van de lopende examens van Selor worden afgewacht teneinde tot effectieve aanwerving te kunnen overgaan.
Enfin, en réponse à la question 7, je ne peux que constater qu’il est particulièrement difficile d’élaborer un calendrier concret. Nous sommes en effet confrontés à un processus dynamique en évolution constante
In antwoord op vraag 7 ten slotte, kan ik enkel maar stellen dat het uitermate moeilijk is om een concrete timing voorop te stellen. Men heeft hier te maken met een dynamisch proces dat constant in evolutie is en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10979
et soumis à de nombreux facteurs externes que les services de recouvrement ne peuvent maıˆtriser.
waarop tal van externe factoren inwerken, waarop de navorderingsdiensten geen vat hebben.
En conclusion, je voudrais renvoyer, pour l’ensemble de la problématique évoquée, à la note de politique générale 2005 concernant les affaires sociales, en particulier au point 1.1 de cette note.
Tot slot wil ik in verband met het geheel van de aangehaalde problematiek verwijzen naar de nota over de algemene politiek in sociale zaken in 2005 en meer bepaald naar punt 1.1 van deze nota.
DO 2004200502639
DO 2004200502639
Question no 197 de M. Francis Van den Eynde du 10 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 197 van de heer Francis Van den Eynde van 10 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Obligation pour les traducteurs et les interprètes judiciaires de prendre le statut d’indépendant. ` l’heure actuelle, il n’existe aucune réglementation A légale concernant le statut des traducteurs et des interprètes judiciaires. Depuis plusieurs années déjà, une réglementation légale de la formation, de la déontologie et du statut des traducteurs judiciaires est annoncée.
Verplichte zelfstandigheid voor gerechtelijke vertalers en tolken.
Tant qu’ils ne disposent pas de statut légal spécifique, les traducteurs-interprètes judiciaires sont considérés comme des indépendants. Des personnes travaillant comme traducteur-interprète judiciaire à titre accessoire m’ont ainsi fait savoir qu’ils ont été amenés à arrêter cette activité en raison des obligations en matière d’assurances et de paiement de cotisations découlant du statut d’indépendant. L’obligation de prendre le statut d’indépendant est dès lors de nature à décourager les traducteurs-interprètes à travailler pour les services de justice et de police, alors qu’il y existe un besoin réel d’interprètes et de traducteurs. De plus, la demande de traducteurs-interprètes judiciaires augmente en raison de l’internationalisation croissante des procédures judiciaires. 1. Eˆtes-vous au courant du problème des traducteurs-interprètes judiciaires qui cessent cette activité en raison de l’obligation de prendre le statut d’indépendant ?
In afwachting van een eigen wettelijk statuut worden de gerechtelijke vertaler-tolken als zelfstandigen beschouwd. Ik vernam van enkele personen die voor bijverdienste optreden als gerechtelijke vertalertolk dat zij naar aanleiding van de verplichte zelfstandigheid, met bijhorende verzekeringsplicht of bijdrageplicht, hun activiteiten als gerechtelijk vertaler-tolk hebben stopgezet. De verplichte zelfstandigheid ontmoedigt om op te treden als vertaler-tolk voor justitie en politie en dit terwijl er juist nood is aan tolken en vertalers in gerechtelijke procedures. Bovendien stijgt de vraag naar gerechtelijke vertaler-tolken nog omwille van de toenemende internationalisering.
2. a) Quelle est votre position par rapport à cette obligation ?
2. a) Wat is uw standpunt over de verplichte zelfstandigheid voor gerechtelijke vertalers en tolken ?
b) Estimez-vous qu’il est indispensable que ces traducteurs-interprètes travaillent comme indépendants ?
b) Vindt u deze verplichte zelfstandigheid noodzakelijk ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 février 2005, à la question no 197 de M. Francis Van den Eynde du 10 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 februari 2005, op de vraag nr. 197 van de heer Francis Van den Eynde van 10 november 2004 (N.) :
Les traducteurs et interprètes jurés peuvent être assujettis à la sécurité sociale des travailleurs salariés
De bee¨digde vertalers en tolken kunnen onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Momenteel bestaat er geen wettelijke regeling inzake het statuut van gerechtelijke vertalers en tolken. Reeds meerdere jaren wordt een wettelijke regeling beloofd voor het opleidingsstatuut, de deontologie en het statuut van de gerechtsvertalers.
1. Bent u op de hoogte van het probleem dat door de verplichte zelfstandigheid gerechtelijke vertalertolken afhaken ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10980
s’ils se trouvent dans les liens d’un contrat de travail. Il n’existe, en effet, pour eux, aucune obligation de prendre le statut d’indépendant.
wanneer ze gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst. Er bestaat voor hen immers geen enkele verplichting om het statuut van zelfstandige aan te nemen.
Il faut examiner, au cas par cas, la manière dont est exécutée la relation de travail, en fonction des différents critères dégagés par la doctrine et la jurisprudence, afin d’établir la présence réelle ou non d’un lien de subordination, critère indispensable à l’existence d’un contrat de travail.
Er dient geval per geval nagegaan te worden op welke manier de arbeidsverhouding wordt uitgevoerd, in functie van de verschillende criteria die onderscheiden worden door de rechtsleer en de rechtspraak, om vast te stellen of er werkelijk een band van ondergeschiktheid bestaat, een noodzakelijk criterium voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Il faut considérer comme indices de l’état de subordination :
Dienen als aanwijzingen voor de band van ondergeschiktheid te worden beschouwd :
— l’autorité et la surveillance exercée par l’employeur, à savoir le fait d’être soumis à un controˆle hiérarchique;
— het gezag en het toezicht uitgeoefend door de werkgever, met name het feit onderworpen te zijn aan een hie¨rarchische controle;
— la fixation des jours et heures de travail, à savoir la liberté d’organiser son temps de travail;
— de vastlegging van de werkdagen en -uren, met name de vrijheid om zijn arbeidstijd te organiseren;
— la durée des prestations, à savoir le nombre minimum d’heures de travail;
— de duur van de prestaties, met name het minimummaantal werkuren;
— l’obligation pour le travailleur de faire rapport de son activité;
— de verplichting voor de werknemer om te rapporteren over zijn activiteit;
— l’obligation de consacrer tout son temps et toute son activité à un employeur déterminé;
— de verplichting om al zijn tijd en activiteiten aan een bepaalde werkgever te besteden;
— le mode de fixation de la rémunération (mensuelle, à la pièce, commission, etc.);
— de wijze van vaststelling van het loon (maandelijks, per stuk, commissie, enz.);
— le fait de bénéficier de congés annuels payés;
— het genieten van betaalde jaarlijkse vakantie;
— le remboursement des frais exposés;
— de terugbetaling van gemaakte kosten;
— etc.
— enzovoort.
Aucun de ces éléments ne suffit, en soi, à justifier ou à nier l’existence d’un contrat de travail; c’est l’association de différents éléments qui indiquera s’il y a ou non subordination.
Geen van deze elementen volstaat op zich om het bestaan van een arbeidsovereenkomst aan te tonen of te ontkennen; het is de combinatie van verschillende elementen die aantoont of er al dan niet sprake is van ondergeschiktheid.
La loi du 27 juin 1969, révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, étant d’ordre public, elle prime, par conséquent, sur la volonté des parties. Dès lors, on ne peut pas décider de commun accord d’établir des relations de travail en tant qu’indépendant s’il ressort de la situation de fait que les prestations sont fournies contre rémunération dans un lien de subordination.
De wet van 27 juni 1969, tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders is van openbare orde, en heeft dus voorrang op de wil van de partijen. Bijgevolg kan niet in onderling akkoord beslist worden om op zelfstandige basis samen te werken indien uit de feitelijke toestand blijkt dat tegen een loon prestaties geleverd worden in een band van ondergeschiktheid.
Cependant, la question posée me semble concerner la manière dont les traducteurs et interprètes jurés sont admis par les tribunaux de première instance à figurer sur les listes établies par les greffes et ne relève donc pas de ma compétence.
Ik denk echter dat de gestelde vraag betrekking heeft op de manier waarop de bee¨digde vertalers en tolken door de rechtbanken van eerste aanleg toegelaten worden op de lijsten die de griffies opmaken en dat ze dus niet onder mijn bevoegdheid valt.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10981
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200400066
DO 2003200400066
Question no 47 de M. Jo Vandeurzen du 21 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 47 van de heer Jo Vandeurzen van 21 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Loi relative aux droits du patient. — Professionnels. — Application de la loi.
Patie¨ntenrechtenwet. — Toepassing van de wet.
La loi du 22 aouˆt 2002 relative aux droits du patient commence peu à peu à produire concrètement ses effets. La question se pose dès lors de savoir à qui les professionnels peuvent s’adresser pour des questions au sujet de la portée exacte de la loi.
De wet op de patie¨ntenrechten (wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt) begint nu stilaan concrete toepassing te vinden. De vraag rijst waar beroepsbeoefenaars terecht kunnen wanneer zij vragen hebben over de juiste draagwijdte van de wet.
Existe-t-il une instance qui puisse répondre à leurs demandes d’information concernant les modalités pratiques de l’application de ladite loi ?
Is er een instantie die hun antwoord kan geven op vragen in verband met de praktische organisatie van de toepassing van deze wet ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 février 2005, à la question no 47 de M. Jo Vandeurzen du 21 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 februari 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Jo Vandeurzen van 21 oktober 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Tout praticien professionnel confronté à des questions relatives à la portée et aux modalités pratiques de l’application de la loi relative aux droits du patient, peut à tout moment s’adresser aux médiatrices fédérales :
Elke zorgverstrekker die vragen heeft inzake de draagwijdte of praktische voorwaarden van de toepassing van de wet betreffende de rechten van de patie¨nt, kunnen zich altijd wenden tot de federale ombudsvrouwen :
Mme Marie-Noelle Verhaegen (Fr); Mme Willeke Dijkloffz (Nl); adresse commune : Boulevard 542; Oratoriumberg, 20 boıˆte 3; 1010 Bruxelles.
Mevrouw Marie-Noelle Verhaegen (Fr); mevrouw Willeke Dijkloffz (Nl); gemeenschappelijk adres : Boulevard 542; Oratoriumberg, 20 bus 3; 1010 Brussel.
DO 2003200421620
DO 2003200421620
Question no 206 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 206 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Interdiction de la vente libre de colliers électriques pour chiens.
Verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden.
Vous vous étiez engagé voici six mois, en réponse à une question parlementaire, à interdire la vente libre de colliers électriques pour chiens. Depuis lors, une firme a entamé une véritable campagne promotionnelle pour ces objets : stands spéciaux dans les magasins, articles publicitaires dans la presse, etc. Une étude menée à l’Université d’Utrecht a révélé que les colliers électriques sont pour les chiens une source de douleur, d’angoisse et de stress. De plus, les risques d’abus et
Een half jaar geleden beloofde u mij naar aanleiding van een parlementaire vraag om de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden te verbieden. Ondertussen is een bepaalde firma nu met een heuse promotiecampagne begonnen voor deze ondingen : speciale standjes in de winkels, promotionele artikels over blaffende honden, enzovoort. Uit een onderzoek aan de Universiteit van Utrecht is gebleken dat stroomhalsbanden pijn, angst en stress geven aan dieren. Boven-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
Beroepsbeoefenaars.
—
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1387
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10982
d’utilisation peu judicieuse de ce type d’appareils sont évidents. L’article 1 de la loi du 14 aouˆt 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux interdit d’infliger à ceux-ci des souffrances inutiles. Les aboiements intempestifs ou autres comportements indésirables sont généralement l’indice d’un trouble affectant le chien. Le collier électrique s’attaque au symptoˆme et non à l’origine du problème. Son utilisation aura donc pour effet que le chien va soit adopter d’autres comportements non désirés (ronger les meubles, uriner à l’intérieur, ...), soit il ne fera plus rien de mal par crainte mais mènera une existence malheureuse et frustrante.
dien ligt onoordeelkundig gebruik en misbruik voor de hand bij dergelijke apparaten. Het nutteloze lijden van dieren wordt verboden door artikel 1 van de dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986. Overdreven blaffen of ander ongewenst gedrag is meestal een teken dat er iets mis is met de hond. Met een stroomhalsband wordt wel het symptoom maar niet het probleem aangepakt. Bijgevolg zal het gebruik ertoe leiden dat de hond andere dingen verkeerd gaat doen (bijten aan meubels, plassen in huis, ...). Ofwel zal het dier uit angst niets meer verkeerd doen, maar een ongelukkig en gefrustreerd leven hebben.
De nombreuses méthodes permettent de dresser ou de rééduquer correctement les chiens. Les procédés de dressage humains (par la récompense) constituent une meilleure solution, plus efficace, au problème. Les résultats seront sans doute moins immédiats, mais ils déboucheront sur une meilleure relation entre le maıˆtre et l’animal et n’entraıˆneront pas d’effets secondaires indésirables. Heureux et confiant, le chien donnera satisfaction à son maıˆtre. C’est seulement en dernier recours que l’utilisation du collier électrique pourra être autorisée par un spécialiste du comportement canin sachant parfaitement comment s’en servir et à quel moment.
Er zijn vele andere methoden waarmee honden goed getraind dan wel heropgevoed kunnen worden. Humane methoden om honden te trainen (door beloning) zijn een betere en meer effectieve oplossing voor het probleem. Resultaten zullen misschien iets langer uitblijven, maar leiden tot een betere relatie tussen baas en hond en brengen geen vervelende neveneffecten met zich. Ze leiden tot een gelukkige hond met veel zelfvertrouwen en een tevreden eigenaar. Enkel indien alles al geprobeerd is kan het gebruik van stroomhalsbanden toegelaten worden door een gedragspecialist met ervaring die perfect weet hoe zo’n apparaat te gebruiken en het gebruik ook goed kan timen.
Quand l’interdiction de la vente libre de colliers électriques annoncée par le ministre, entrera-t-elle en vigueur ?
Wanneer zal het verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden, zoals aangekondigd door de minister, in voege treden ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 février 2005, à la question no 206 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 februari 2005, op de vraag nr. 206 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) :
Il est exact que j’ai lancé il y a quelque temps l’idée d’interdire la vente des colliers électriques pour chiens
Het klopt dat ik enige tijd geleden de idee heb geopperd om de verkoop van stroomhalsbanden voor honden te verbieden.
Cet avis a provoqué beaucoup de réactions positives mais aussi négatives. Ces réactions négatives provenaient principalement des professionnels qui s’occupent du comportement des chiens mais aussi de scientifiques qui estiment que pour un certain nombre de situations l’utilisation des colliers électriques est justifiable.
Dit bericht heeft tal van reacties losgeweekt, positieve, maar ook veel negatieve. Deze negatieve reacties kwamen in hoofdzaak van mensen die hetzij professioneel met honden en hondengedrag bezig zijn, maar ook van wetenschappers die een aantal situaties schetsten waarin het gebruik van dergelijke halsbanden zeker te verantwoorden is.
Le fonctionnement du collier électrique est toujours basé sur le même principe : un signal sonore précédé d’une petite décharge électrique causée par une excitation comme l’aboiement, franchir une barrière ou commande déclenchée manuellement à distance. Ce système fait que le chien associe rapidement le signal sonore avec le stimuli électrique et souvent ce choc n’est plus nécessaire. Dans le cas de la barrière, le système permet de protéger le chien de fuites ou de s’approcher d’endroits dangereux (piscines) Une prairie entourée de fils de cloˆture électrique fonctionne selon le même principe. Dans le cas de la commande à
De werking van de halsband is steeds gebaseerd op hetzelfde principe : een geluidssignaal gaat vooraf aan een kleine elektrische ontlading veroorzaakt door een stimulus zoals geblaf, het overschrijden van een barrière of een bediening vanop afstand. Dit systeem maakt dat de hond vrij snel het geluidssignaal associeert met de elektrische prikkel en hierdoor dikwijls deze schok niet meer nodig is. Het staat toe dat een hond op die manier bepaalde barrières leert respecteren die voorkomen dat hij wegloopt of in de buurt van mogelijk gevaar (bijvoorbeeld zwembad) komt. Een elektrische prikkeldraad rond een weide werkt volgens
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10983
distance, le système permet d’éduquer un chien récalcitrant aux autres méthodes d’éducation. L’utilité du collier anti aboiement pour un chien qui ne cesse d’agacer ses maıˆtres ou les voisins est évidente.
hetzelfde principe. Een bediening op afstand kan helpen een hond op te voeden waar andere leermethodes gefaald hebben. Het nut van een antiblafhalsband voor een hond die zijn baasje of diens buren tureluurs maakt met zijn geblaf ligt voor de hand.
Ces systèmes, en général, ne sont pas bon marché (de l’ordre de 100 à 300 euros), et pour cette raison on peut supposer que ce sont les personnes motivées seulement pour éduquer leur chien, qui les achètent.
Deze systemen zijn doorgaans niet goedkoop (grootteorde van 100 tot 300 euro), daarom mag men veronderstellen dat het slechts baasjes, die gemotiveerd zijn om hun hond op te voeden, ze aankopen.
Je vous dis tout ceci pour vous démontrer que l’utilisation des colliers électriques n’est pas nécessairement une maltraitance animale et que les objections qui sont exprimées doivent être certainement nuancées. Malgré que la création d’un cadre légal pour lesquels la vente et l’utilisation des colliers électriques soient certainement intéressantes, je ne le considère pas comme un dossier très urgent. En tout les cas, je demanderai conseil auprès du Conseil du bien-être animal, mais actuellement l’agenda de ce conseil est déjà surchargé par des affaires plus urgentes en matière du bien-être animal.
Ik vertel u dit allemaal om u aan te tonen dat het gebruik van elektrische halsbanden niet noodzakelijk gelijk is aan dierenmishandeling, dat de bezwaren die ertegen geuit worden zeker genuanceerd moeten worden. Hoewel het cree¨ren van een wettelijk kader waarbinnen verkoop en gebruik van elektrische halsbanden zeker interessant is, beschouw ik dit niet als een hoogdringend dossier. In elk geval zal ik mij hiervoor laten adviseren door de Raad voor dierenwelzijn, maar momenteel is de agenda van deze raad reeds overvol door dringender zaken inzake dierenwelzijn.
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2004200503159
DO 2004200503159
Question no 55 de M. Melchior Wathelet du 20 janvier 2005 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 55 van de heer Melchior Wathelet van 20 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Situation des guichets d’entreprises.
Toestand van de ondernemingsloketten.
Depuis le lancement de la Banque-carrefour des entreprises en juillet 2003, les guichets d’entreprises constituent les interfaces auprès desquelles les « starters » doivent venir régler une série de formalités administratives : inscription au registre de commerce, accès à la profession, octroi d’un numéro d’identification unique, etc.
Sinds de oprichting van de Kruispuntbank van ondernemingen in juli 2003 zijn de ondernemingsloketten het aanspreekpunt voor starters. Die kunnen er terecht voor een hele reeks administratieve formaliteiten, zoals de inschrijving in het handelsregister, de toegang tot het beroep, de toekenning van een uniek identificatienummer, enzovoort.
Depuis peu, les guichets ont ajouté à leur gamme de services la demande de numéro de TVA électronique. Tout profit pour les candidats entrepreneurs qui gagent du temps par rapport au passé, puisqu’ils bénéficient désormais des services d’un interlocuteur unique pour toutes ces formalités.
Sinds kort hebben de loketten hun dienstverlening uitgebreid met de elektronische aanvraag van het BTW-nummer. Voor de kandidaat-ondernemers betekent dat ontegenzeglijk tijdswinst, omdat zij voortaan alle formaliteiten met één en dezelfde gesprekspartner kunnen regelen.
La presse s’est récemment fait l’écho du fait que les guichets doivent faire face à d’importantes pertes
De pers berichtte onlangs over de aanzienlijke financie¨le verliezen die de loketten boeken. De forfaitaire
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10984
financières. Il semble, en effet, que les tarifs forfaitaires appliqués à leurs missions ne leur permettent pas de couvrir leurs frais. Néanmoins, ceux-ci sont tenus de reverser à l’Etat 50 % des recettes afférentes à ces services. Il en va d’un total de quelque trois millions d’euros sur l’année. ` cet égard, il me revient que les pertes financières A proviennent d’une sous-évaluation de l’ampleur de la taˆche dévolue aux guichets d’entreprises.
tarieven die zij voor hun diensten aanrekenen, zouden niet volstaan om hun werkingskosten te dekken. Toch zijn zij verplicht 50 % van de inkomsten uit hun dienstverlening aan de overheid terug te storten. In totaal zou het om zo’n drie miljoen euro per jaar gaan.
1. a) Confirmez-vous la situation ?
1. a) Bevestigt u deze toestand ?
b) Estimez-vous que les guichets d’entreprises sont dans la capacité de couvrir les couˆts de leur guichet ?
b) Meent u dat de ondernemingsloketten in staat zijn om hun werkingskosten te dekken ?
2. a) En outre, pourriez-vous préciser si, suite à la décision du Conseil des ministres du 4 juin 2004 d’effectuer un audit opérationnel, un appel d’offres a déjà été lancé ?
2. a) Kan u verduidelijken of, ingevolge de beslissing van de Ministerraad op 4 juni 2004 om een operationele audit uit te voeren, reeds een offerteaanvraag werd uitgeschreven ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
c) Cet audit portera-t-il uniquement sur le fonctionnement et l’efficacité des guichets ?
c) Betreft die audit louter de werking en de doeltreffendheid van de loketten ?
d) Cet audit analysera-t-il également la problématique de la couverture des couˆts des guichets ?
d) Zal die audit ook betrekking hebben op het probleem van de dekking van de werkingskosten van de loketten ?
e) Ne convient-il pas d’anticiper les conclusions de l’audit dès lors que les résultats de l’audit ne sont attendus que dans la première moitié de 2005 ?
e) Is het niet wenselijk aan te raden nu reeds op te treden, omdat het resultaat van de audit pas in de eerste helft van 2005 wordt verwacht ?
f) Dans la négative, pourquoi ?
f) Zo neen, waarom ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 février 2005, à la question no 55 de M. Melchior Wathelet du 20 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 februari 2005, op de vraag nr. 55 van de heer Melchior Wathelet van 20 januari 2005 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.
1. a) Les missions de base des guichets d’entreprises, missions que l’on peut qualifier de missions de service public concédées par l’E´tat aux guichets d’entreprises, n’ont pas évolué depuis la genèse du dossier. Pour rappel, il s’agit :
1. a) De basisopdrachten van de ondernemingsloketten, opdrachten die men kan bestempelen als opdrachten van openbare dienstverlening die door de overheid aan de ondernemingsloketten worden afgestaan, zijn sedert de oorsprong van het dossier niet gee¨volueerd. Ter herinnering, betreft het :
— d’inscrire les entreprises commerciales et artisanales auprès de la Banque-carrefour des entreprises;
— de inschrijving van de handelsondernemingen en ambachtelijke ondernemingen bij de Kruispuntbank voor ondernemingen;
— de vérifier les conditions que les entreprises commerciales et artisanales doivent remplir en vertu des lois et règlements spéciaux pour
— het nazicht van de voorwaarden die de handelsondernemingen en ambachtelijke ondernemingen dienen te vervullen krachtens de bijzondere wetten
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
De financie¨le verliezen zouden te verklaren vallen door het feit dat men de omvang van de aan de ondernemingsloketten toevertrouwde taken heeft onderschat.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10985
l’exercice des activités envisagées par l’entreprise commerciale ou artisanale;
en regelgevingen voor het uitoefenen van de bedrijvigheden die door de handelsonderneming of ambachtelijke onderneming worden overwogen;
— d’effectuer pour le compte des entreprises, les formalités administratives vis-à-vis de toutes les administrations fédérales;
— het verrichten van administratieve formaliteiten ten overstaan van alle federale besturen voor de rekening van de bedrijven;
— de garantir l’accès aux données enregistrées au Registre de commerce;
— het waarborgen van de toegang tot de gegevens die in het Handelsregister geregistreerd staan;
— de percevoir pour le compte du Trésor les droits d’inscription en tant qu’entreprise commerciale ou artisanale, ainsi que tous les autres frais de publication, des droits d’inscription, d’enregistrement ou des droits de timbre, fixés par le Roi;
— de inning voor de rekening van de Schatkist van de inschrijvingsrechten als handelsonderneming of ambachtelijke onderneming evenals alle andere publicatiekosten, inschrijvingsrechten, registratierechten of zegelrechten die door de Koning zijn vastgesteld;
— de conserver les archives.
— het bewaren van de archieven.
Les guichets d’entreprises ont donc demandé leur agrément sur la base de d’un cahier de charge et dans des conditions de rémunération qui leur étaient parfaitement connus dès le départ.
De ondernemingsloketten hebben derhalve hun erkenning gevraagd op basis van een lastenboek en onder bezoldigingsvoorwaarden die van bij de start door hen volstrekt gekend waren.
b) Les guichets d’entreprises ont très vite revendiqué une augmentation de la rémunération de leurs missions. Avant de prendre position, il convenait d’objectiver cette demande sur la base de d’une analyse des coûts liés aux missions légales accomplies par les guichets d’entreprises. Mais l’exercice, sur lequel nous reviendrons dans la réponse à la question 2. Ne pouvait être réalisé efficacement qu’après un certain nombre de mois de fonctionnement du système. Les guichets d’entreprises en conviennent par ailleurs.
b) De ondernemingsloketten hebben heel snel een verhoging van de bezoldiging van hun opdrachten gee¨ist. Vooraleer een houding ter zake aan te nemen, paste het dit verzoek te objectiveren op basis van een analyse van de kosten die verbonden zijn aan de wettelijke opdrachten die door de ondernemingsloketten worden vervuld. Doch deze oefening, waarop wij in het antwoord op vraag 2. zullen terugkomen kon slechts doeltreffend worden verwezenlijkt na afloop van een bepaald aantal werkingsmaanden van het systeem. De ondernemingsloketten zijn het hierover overigens eens.
Aujourd’hui, le système fonctionne depuis plus de 12 mois en vitesse de croisière. Nous disposons donc de suffisamment de recul pour procéder à l’audit.
Vandaag werkt het systeem sedert meer dan 12 maanden op kruissnelheid. Wij beschikken dus over voldoende afstand om tot de audit over te gaan.
Néanmoins, force est de constater qu’en phase de démarrage, le fonctionnement de la Banquecarrefour des entreprises n’a pas été optimal ce qui a compliqué la taˆche des guichets d’entreprises.
We moeten evenwel vaststellen dat tijdens de opstartfase de werking van de Kruispuntbank voor ondernemingen niet optimaal is geweest, hetgeen de taak van de ondernemingsloketten heeft bemoeilijkt.
Pour prendre en compte les surcoûts auxquels ont dû faire face les guichets d’entreprises, j’ai obtenu, qu’à titre exceptionnel, les Guichets d’entreprises soient dispensés de rétrocéder à l’E´tat la partie des droits d’inscriptions à la Banque-carrefour des entreprises perçus durant les six premiers mois de fonctionnement soit de juillet à décembre 2003.
Om de meerkosten waaraan de ondernemingsloketten werden blootgesteld in rekenschap te nemen, heb ik verkregen dat, bij wijze van uitzondering, de ondernemingsloketten ervan zouden worden vrijgesteld aan de overheid het gedeelte van de inschrijvingsrechten bij de Kruispuntbank voor ondernemingen terug te geven die gedurende de zes eerste werkingsmaanden, of van juli tot december 2003, werden geı¨nd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10986
2. a) Le gouvernement a effectivement décidé en juin 2004, à mon initiative, de faire réaliser un audit opérationnel des guichets d’entreprises. J’ai obtenu que, dans le budget 2005, 120 000 euros soient réservés à cet audit. Les modalités du cahier de charges ont été définies en concertation avec l’union des guichets d’entreprises.
2. a) De regering heeft inderdaad in juni 2004, op mijn initiatief, beslist een operationele audit van de ondernemingsloketten te verwezenlijken. Ik heb verkregen dat in de begroting 2005, 120 000 euro voor deze audit zouden worden voorbehouden. De modaliteiten van het lastenboek werden bepaald in overleg met de Unie der ondernemingsloketten.
Un appel d’offre a effectivement été lancé en vue d’effectuer cet audit; il a été publié au bulletin des adjudications du 14 janvier 2005.
Er werd inderdaad een offerteaanvraag gelanceerd met het oog op het verrichten van deze audit; zij is in het bulletin der aanbestedingen van 14 januari 2005 verschenen.
Les soumissionnaires devaient rentrer leur dossier pour le 15 février 2005; la procédure de sélection suit son cours.
De inschrijvers dienden hun dossier tegen 15 februari 2005 ten laatste in te dienen.
Les résultats de l’audit seront connus pour la fin du premier semestre 2005 au plus tard.
De resultaten van de audit zullen tegen het einde van het eerste semester ten laatste bekend zijn.
c) et d) Cet audit permettra non seulement d’analyser comment les différents guichets d’entreprises créent les données au sein de la Banquecarrefour des entreprises, avec pour objectif de garantir un niveau de qualité optimal et, à tout le moins, correspondant à leur cahier de charges, mais également leur structure de coût.
c) en d)Deze audit zal het mogelijk maken niet alleen te analyseren hoe de verschillende ondernemingsloketten de gegevens binnen de Kruispuntbank voor ondernemingen aanmaken, met als doel een optimale kwaliteit te waarborgen die ten minste met hun lastenboek overeenstemt, maar eveneens hun kostenstructuur.
` cet égard, il s’agit de circonscrire ce qui A relève exactement de leurs missions de service public, d’en déterminer le « coût vérité » et, partant, de définir un plan d’affaire type pour les guichets d’entreprises.
Wat dit betreft gaat het erom te omschrijven wat precies tot hun opdrachten van openbare dienstverlening behoort, er de « ware kost » van te bepalen en, bijgevolg, een type businessplan voor de ondernemingsloketten te definie¨ren.
e) et f) Il s’agira alors de tirer les conclusions de l’audit ... mais sans aucun tabou. Ainsi, l’audit permettra notamment de répondre à une question fondamentale qui consiste à déterminer le point d’équilibre, le point de viabilité économique, d’un guichet d’entreprise.
e) en f) Dan zal het erop aankomen de besluiten uit de audit te trekken ... doch zonder enig taboe. Zo zal de audit het met name mogelijk maken een antwoord te bieden op een fundamentele vraag die erin bestaat het evenwichtspunt, het economisch leefbaarheidpunt van een ondernemingsloket te bepalen.
Vous n’êtes pas sans savoir qu’il y a aujourd’hui plus de 220 guichets d’entreprises disséminés à travers le Royaume. Est-ce suffisant ou, au contraire, y a-t-il trop de guichets par rapport au potentiel de clients ? Et, si l’objectif du gouvernement n’est pas de s’immiscer dans la politique d’implantation des guichets d’entreprises, l’audit permettra en tout cas de déterminer le niveau de financement adéquat des guichets d’entreprises, pour les missions de service public qu’ils effectuent pour le compte de l’E´tat et ce, indépendamment de tout élément de positionnement concurrentiel des guichets d’entreprises.
U weet ongetwijfeld dat er vandaag meer dan 220 ondernemingsloketten over het Rijk verspreid zijn. Is dit voldoende, of integendeel, zijn er te veel loketten ten opzichte van het potentieel aan klanten ? En, waar het niet de doelstelling van de regering is zich in het vestigingsbeleid van de ondernemingsloketten in te mengen, zal de audit in ieder geval toelaten het gepaste financieringsniveau van de ondernemingsloketten te bepalen voor de opdrachten van openbare dienstverlening die zij voor rekening van de overheid uitvoeren, en dit, onafhankelijk van eender welk element van mededingingspositionering van de ondernemingsloketten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10987
DO 2004200502688
DO 2004200502688
Question no 59 de Mme Greet Van Gool du 26 janvier 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 59 van mevrouw Greet Van Gool van 26 januari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Allocation d’orphelin.
Wezenbijslag.
En commission des Affaires sociales de la Chambre du 20 janvier 2004, j’ai interrogé l’ancienne secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées sur la modification de l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés à la suite de différents arrêts rendus par la Cour d’arbitrage (questions no 1150 et 1190, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 20 janvier 2004, COM 129, p. 33).
In de Kamercommissie voor de Sociale Zaken van 20 januari 2004 heb ik de vorige bevoegde staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap ondervraagd in verband met de wijziging van artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders ten gevolge van verschillende arresten die het Arbitragehof uitgesproken heeft (Vragen nrs. 1150 en 1190, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 20 januari 2004, COM 129, blz. 33).
Le premier problème concerne la différence de traitement entre les personnes mariées et les cohabitants en matière d’allocations d’orphelin et plus précisément la situation dans laquelle le parent survivant se remarie ou forme un nouveau ménage. Dans ce cas, l’allocation d’orphelin est supprimée. Si la nouvelle situation familiale se modifie, l’allocation d’orphelin peut être versée à nouveau. Si le parent survivant était établi en ménage et qu’il est mis fin à cette situation, le droit à l’allocation d’orphelin est immédiatement rétabli. En revanche, si le parent survivant s’était remarié et qu’il est mis fin à ce nouveau mariage par une séparation de fait, le droit à l’allocation d’orphelin n’est rétabli que lorsque la séparation de fait est confirmée par une décision judiciaire assignant une résidence séparée aux époux. Cette inégalité a été déclarée contraire à la Constitution par la Cour d’arbitrage dans un arrêt du 10 décembre 2003 sur l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés. Dans sa réponse, la secrétaire d’E´tat a indiqué que la question serait inscrite à l’ordre du jour de la réunion du comité de gestion de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés du 3 février 2004 et qu’une proposition de modification y serait formulée.
Het eerste probleem betreft het verschil in behandeling tussen gehuwden en samenwonenden op vlak van de wezenbijslag. Meer bepaald gaat het om de situatie waarin de overlevende ouder een huwelijk aangaat of een nieuw gezin vormt. Dan valt de wezenbijslag weg. Wijzigt de nieuwe gezinstoestand, dan kan er opnieuw wezenbijslag worden uitbetaald. Wanneer de overlevende ouder een huishouden vormde en daar een einde aan wordt gemaakt, dan ontstaat er onmiddellijk opnieuw recht op de wezenbijslag. Wanneer de overlevende ouder evenwel opnieuw gehuwd was en aan dat nieuwe huwelijk een einde gemaakt wordt door feitelijke scheiding, dan ontstaat er slechts opnieuw recht op wezenbijslag wanneer de feitelijke scheiding bekrachtigd is door een gerechtelijke beslissing die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanwijst. Deze ongelijkheid werd door het Arbitragehof, in een arrest van 10 december 2003 over artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, als strijdig met de Grondwet bestempeld. In haar antwoord heeft de staatssecretaris gesteld dat deze zaak besproken zou worden tijdens de vergadering van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag op 3 februari 2004, waar men een voorstel tot wijziging zou formuleren.
Le deuxième problème concerne la différence de traitement entre les orphelins bénéficiaires d’allocations familiales selon que, lors du décès de l’un de leurs parents, l’attributaire était l’un des parents ou une autre personne faisant partie de la famille ou du ménage. Dans le premier cas, l’enfant bénéficie des allocations familiales au taux majoré pour orphelin; dans le second cas, l’enfant continue à bénéficier des allocations au tarif ordinaire. Cette situation a également été déclarée contraire à la Constitution par la Cour d’arbitrage (arrêt du 30 avril 2003 concernant l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés).
Het tweede probleem heeft betrekking op het verschil in behandeling tussen de wezen die recht hadden op kinderbijslag naargelang bij het overlijden van een van de ouders de rechthebbende een van de ouders was dan wel een andere persoon die deel uitmaakte van het gezin of het huishouden. In het eerste geval krijgt het kind kinderbijslag tegen het verhoogde tarief voor wezen, in het tweede geval blijft het kind kinderbijslag genieten tegen het gewone tarief. Ook dit werd door het Arbitragehof als strijdig met de Grondwet bestempeld (arrest van 30 april 2003 over artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10988
Enfin, la secrétaire d’E´tat a encore fait état dans sa réponse d’une autre discrimination qui avait également été considérée comme un traitement inégal par la Cour d’arbitrage (arrêts des 26 juin 2002 et 30 avril 2003). Il s’agit en l’occurrence des conditions à remplir par le parent survivant pour être attributaire de l’allocation d’orphelin, à savoir que le défunt ou le parent survivant doit, au moment du décès, avoir satisfait à la condition de carrière et donner droit à au moins six allocations forfaitaires mensuelles au cours des douze mois précédant immédiatement le décès. L’obligation du respect de la condition de carrière par l’un des parents de l’enfant sans qu’il soit tenu compte d’un autre ayant droit est considérée comme un traitement inégal par la Cour d’arbitrage.
Ten slotte verwees de staatssecretaris in haar antwoord naar nog een discriminatie die eveneens door het Arbitragehof als ongelijke behandeling werd beschouwd (arresten van 26 juni 2002 en 30 april 2003). Daar gaat het om de voorwaarden die vervuld moeten zijn opdat de overlevende ouder wezenbijslag zou krijgen. Met name moet op het ogenblik van het overlijden de overledene of de overlevende ouder de voorwaarde inzake loopbaan hebben vervuld en recht geven op ten minste zes maandelijkse forfaitaire kinderbijslagen in de loop van de twaalf maanden die het overlijden onmiddellijk voorafgaan. Het feit dat de loopbaanvoorwaarde vervuld moet worden door een ouder van het kind zonder dat rekening gehouden wordt met een andere rechthebbende, wordt door het Arbitragehof als een ongelijke behandeling beschouwd.
L’ancienne secrétaire d’E´tat avait promis en janvier 2004 de modifier l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés dans les meilleurs délais afin de tenir compte de la jurisprudence de la Cour d’arbitrage dans ces trois affaires distinctes. Elle contacterait aussi le ministre des Classes moyennes pour examiner si des modifications identiques ne devaient pas être apportées au régime des indépendants.
De vorige staatssecretaris beloofde in januari 2004 om artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders zo snel mogelijk te wijzigen om met de rechtspraak van het Arbitragehof in de drie verschillende zaken rekening te houden. Ze zou bovendien ook contact opnemen met de minister van Middenstand om te bespreken of ook in de regeling voor zelfstandigen aanpassingen in dezelfde zin nodig zijn.
Qu’en est-il de ces modifications annoncées et qu’en est-il exactement pour le régime des indépendants ?
Kan u meedelen wat de stand van zaken is van de beloofde aanpassingen en hoe het precies zit in de regeling voor zelfstandigen ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 février 2005, à la question no 59 de Mme Greet Van Gool du 26 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 februari 2005, op de vraag nr. 59 van mevrouw Greet Van Gool van 26 januari 2005 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communique à l’honorable membre ce qui suit.
Naar aanleiding van haar vraag heb ik de eer aan het geachte lid het volgende te antwoorden.
La Direction générale Indépendants du Service public fédéral Sécurité sociale est occupée à préparer un projet d’arrêté royal modifiant notamment l’article 9 de l’arrêté royal du 8 avril 1976 établissant le régime des prestations familiales en faveur des travailleurs indépendants ainsi que certaines dispositions réglementaires liées à cet article.
De Directie-Generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid is bezig een ontwerp van koninklijk besluit voor te bereiden tot wijziging inzonderheid van artikel 9 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, alsmede bepaalde met voornoemd artikel in verband staande reglementaire beschikkingen.
Les dispositions en projet mettront fin à la discrimination constatée par la Cour d’arbitrage à l’égard du parent survivant qui se sépare de son nouveau conjoint. Tout comme c’est le cas à présent dans le régime des allocations familiales pour travailleurs salariés, la fin de la cohabitation de l’auteur survivant avec son nouveau conjoint ou la personne avec laquelle il a formé un ménage de fait sera prise en considération pour permettre à nouveau l’octroi des allocations d’orphelin.
De geplande beschikkingen zullen een einde maken aan de door het Arbitragehof vastgestelde discriminatie tegenover de overlevende ouder die van zijn/haar nieuwe echtgenoot/echtgenote scheidt. Zoals het tegenwoordig het geval is in het kinderbijslagstelsel voor werknemers, zal het einde van het samenwonen van de overlevende ouder met zijn/haar nieuwe echtgenoot/ echtgenote of met de persoon met wie hij/ze een feitelijk huishouden heeft gevormd in aanmerking genomen worden om de wezenbijslag opnieuw te verlenen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10989
Les autres problèmes soulevés sont également à l’étude. Par ailleurs, par souci d’harmonisation entre les régimes et en tenant compte des possibilités budgétaires, la réglementation des allocations familiales en faveur des travailleurs indépendants s’aligne de plus en plus sur la législation en vigueur dans le régime des allocations familiales pour travailleurs salariés.
De andere aangehaalde problemen worden eveneens bestudeerd. Bovendien, met het oog op de harmonisatie van de stelsels en rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden, wordt de wetgeving betreffende het kinderbijslagstelsel voor zelfstandigen steeds meer op de wetgeving van het werknemerstelsel afgestemd.
DO 2004200503282
DO 2004200503282
Question no 63 de Mme Greet Van Gool du 2 février 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 63 van mevrouw Greet Van Gool van 2 februari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Bénéfice de la pension pour le mois du décès.
Pensioen in de maand van overlijden.
Lors du décès du bénéficiaire d’une pension, les arriérés de pension peuvent, à certaines conditions, être versés à ses proches ou à d’autres personnes. Dans certains cas, le paiement est automatique; dans d’autres, l’intéressé doit en faire la demande.
Wanneer de pensioengerechtigde overleden is maar er op het ogenblik van zijn overlijden nog achterstallige pensioenbedragen waren, kunnen deze onder bepaalde voorwaarden aan zijn nabestaanden of aan andere personen worden betaald. In sommige gevallen gebeurt dit ambtshalve, in andere moet de betrokkene een aanvraag indienen.
Les montants échus et non payés à la date du décès sont automatiquement liquidés en faveur du conjoint survivant (droit à la pension afférente au mois du décès) et aux enfants avec lesquels le bénéficiaire cohabitait au moment de son décès en l’absence d’une conjoint bénéficiant d’une clause « au dernier vivant les biens ». Ils peuvent prétendre à la pension correspondant au mois du décès, pour autant que le bénéficiaire n’était pas décédé à la date d’émission de l’assignation postale ou, en cas de virement sur un compte bancaire, à la date de l’exécution du paiement prise en considération dans le système national de compensation.
De vervallen en op de dag van het overlijden nietbetaalde pensioenbedragen worden zonder aanvraag uitgekeerd aan de overlevende echtgenoot (recht op het pensioen met betrekking tot de maand van het overlijden) en aan de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden op voorwaarde dat er geen langstlevende echtgenoot is. Zij hebben slechts recht op het pensioen van de maand van het overlijden indien de gerechtigde nog niet overleden was op de uitgiftedatum van de postassignatie of, bij betaling op een rekening, op de uitvoeringsdatum die geldt in het nationaal compensatiesysteem.
En l’absence d’un conjoint ou d’enfants cohabitants, les pension échues et non liquidées le jour du décès sont versées à toute personne avec qui le bénéficiaire cohabitait au moment de son décès, à celle qui a pris en charge le couˆt des soins infirmiers et à celle qui a acquitté les frais funéraires.
Wanneer er geen samenwonende echtgenoot, noch samenwonende kinderen zijn, worden de vervallen en op de dag van het overlijden niet-betaalde pensioenbedragen uitgekeerd aan iedere persoon die met de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van overlijden; aan de persoon die ingestaan heeft voor de verplegingskosten en aan de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald.
Dans le cas des conjoints, le paiement de la pension du mois du décès ne dépend pas de la date du décès, ce qui est revanche le cas pour les autres parents. Ces derniers ne touchent dès lors pas le montant de la pension si le bénéficiaire est décédé avant la date du paiement ou doivent le rembourser s’il a été payé erronément.
Voor echtgenoten hangt de uitbetaling van het pensioen van de maand van overlijden niet af van de datum van het overlijden. Voor andere verwanten hangt die uitbetaling wel af van de datum van het overlijden. Voor deze laatsten betekent dit echter dat ze het pensioen niet krijgen als de gerechtigde is overleden vo´o´r de uitbetalingsdatum of dat ze het pensioen moeten terugstorten, mocht dat verkeerdelijk toch zijn betaald.
Ce dernier cas constitue une situation pénible et il n’est pas tout à fait logique qu’une personne qui a
Zeker dit laatste is een zeer pijnlijke situatie, maar het is ook niet helemaal logisch dat iemand die nog
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1388
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10990
encore vécu dix jours dans un mois n’ait droit à aucune pension pour le mois en question. La pension porte en effet sur le mois en cours.
10 dagen van een maand heeft geleefd geen pensioen krijgt voor die maand. Het pensioen is immers een uitkering voor de lopende maand.
Envisagez-vous de mettre un terme à ces situations délicates, par exemple en octroyant tout de même une somme à ces personnes, au prorata des jours ou` le bénéficiaire était encore en vie au cours du mois concerné ?
Overweegt u om deze pijnlijke situaties de wereld uit te helpen, bijvoorbeeld door deze mensen toch een uitkering te bezorgen, maar dan naar rata van het aantal dagen dat de gerechtigde in die maand nog heeft geleefd ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 février 2005, à la question no 63 de Mme Greet Van Gool du 2 février 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 februari 2005, op de vraag nr. 63 van mevrouw Greet Van Gool van 2 februari 2005 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que dans le régime de pension des travailleurs indépendants il est prévu que les arrérages échus et non payés au jour du décès, en ce compris ceux afférents au mois du décès, sont liquidés d’office au conjoint survivant. ` défaut du conjoint survivant, les arrérages sont A liquidés d’office aux enfants avec qui le bénéficiaire vivait au moment de son décès à condition, pour ce qui concerne le mois du décès, que le paiement avait déjà eu lieu à cette date. Ceci ressort de la date d’émission de l’assignation postale ou de la date d’exécution du paiement auprès du système national de compensation en cas de paiement sur un compte personnel ouvert auprès d’un organisme financier.
In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat in de pensioenregeling voor zelfstandigen voorzien is dat de vervallen en op de dag van het overlijden niet betaalde termijnen, inclusief deze van de maand van het overlijden, ambtshalve uitgekeerd worden aan de langstlevende echtgenoot.
D’autres personnes peuvent également, lorsqu’elles introduisent une demande dans les six mois suivant le décès, prétendre aux arriérés de pension et à la pension du mois du décès à la même condition que les enfants avec qui le bénéficiaire vivait au moment de son décès, à savoir; la personne avec qui le bénéficiaire vivait au moment de son décès, la personne qui est intervenue dans les frais d’hospitalisation et la personne qui a acquitté les frais de funérailles et ceci dans l’ordre précité.
Ook andere personen kunnen, mits zij een aanvraag indienen binnen zes maanden volgend op het overlijden, op de achterstallige pensioenbedragen en het pensioen van de maand van het overlijden aanspraak maken onder dezelfde voorwaarde als de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde bij zijn overlijden, namelijk : de persoon met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden, de persoon die in de verplegingskosten is tussengekomen en degene die de begrafeniskosten heeft betaald en wel in deze rangorde.
La pension du mois du décès n’est en conséquence pas liquidée aux enfants et aux autres personnes que le conjoint survivant lorsque le paiement n’a pas eu lieu avant le décès.
Het pensioen van de maand van het overlijden wordt bijgevolg niet uitgekeerd aan de kinderen en andere personen dan de langstlevende echtgenoot wanneer de uitbetaling niet vo´o´r het overlijden heeft plaatsgevonden.
Cette règle trouve son origine dans l’arrêté royal du 17 septembre 2000 portant modification des articles 137, 157 et 159 de l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, qui a assoupli la règle existante selon laquelle les personnes précitées, autres que le conjoint survivant, ne pouvaient prétendre qu’aux arrérages qui précèdent le mois du décès.
Deze regeling vindt zijn oorsprong in het koninklijk besluit van 17 september 2000 tot wijziging van de artikelen 137, 157 en 159 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, dat de bestaande regeling volgens dewelke de vermelde personen, andere dan de langstlevende echtgenoot, enkel aanspraak konden maken op de termijnen die aan de maand van het overlijden voorafgingen, versoepelde.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Bij ontstentenis van langstlevende echtgenoot worden deze termijnen ambtshalve uitgekeerd aan de kinderen met wie de pensioengerechtigde op het ogenblik van zijn overlijden samenleefde op voorwaarde, wat de maand van het overlijden betreft, dat de uitbetaling op deze datum reeds gebeurd was. Dit laatste blijkt uit de uitgiftedatum van de postassignatie of de uitvoeringsdatum in het nationaal compensatiesysteem bij uitbetaling op een persoonlijke rekening bij een financie¨le instelling.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10991
Un autre assouplissement tel que la proposition de l’honorable membre, de liquider à ces personnes le montant mensuel de la pension au prorata du nombre de jours où le bénéficiaire était encore en vie pendant le mois de son décès, ne paraıˆt pas indiqué.
Een verdere versoepeling, zoals het voorstel van het geachte lid om een gedeelte van het maandelijks pensioenbedrag aan deze personen uit te keren naar rata van het aantal dagen dat de gerechtigde in de maand van zijn overlijden nog geleefd heeft, lijkt niet aangewezen.
En effet, ceci dérogerait, d’une part, au principe selon lequel les pensions sont acquises par douzième et payables par mois tel que prévu par l’article 137 de l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants et aurait, d’autre part, un impact budgétaire non négligeable.
Dit zou immers, enerzijds, een afwijking inhouden op het principe dat de pensioenen verworven worden bij twaalfden en betaalbaar zijn per maand zoals voorzien in artikel 137 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen en dit zou, anderzijds, een niet te verwaarlozen budgettaire impact hebben.
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2003200400009
DO 2003200400009
Question no 24 de M. Filip Anthuenis du 14 octobre 2003 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 24 van de heer Filip Anthuenis van 14 oktober 2003 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Formules de cessation temporaire de l’activité professionnelle.
Tijdelijke uitstapformules.
Les formules de cessation temporaire de l’activité professionnelle connaissent un succès grandissant. En outre, la loi du 10 aouˆt 2001 visant à permettre de mieux concilier la vie professionnelle avec une certaine qualité de vie leur a donné une impulsion supplémentaire. Ce succès a malheureusement une incidence budgétaire pour les dépenses de l’Office national de l’emploi. ` combien se sont élevés exactement les 1. A montants alloués en 2002 dans le cadre :
Het succes van de tijdelijke uitstapformules gaat in stijgende lijn. Bovendien kreeg deze mogelijkheid een extra impuls door de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven. Het succes van de uitstapformules heeft echter ook een budgettaire weerslag op de uitgaven van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening.
a) du crédit-temps à mi-temps;
a) halftijds tijdskrediet;
b) du crédit-temps à temps plein;
b) voltijds tijdskrediet;
c) du régime dit « des quatre cinquièmes » destiné aux plus de 50 ans;
c) vier vijfde-regeling voor 50 plussers;
d) du crédit-temps à mi-temps destiné aux plus de 50 ans;
d) halftijds tijdskrediet voor 50 plussers;
e) de l’interruption de carrière (ventilée en fonction de la forme de l’interruption : temps plein, mitemps, 4/5, etc.);
e) loopbaanonderbreking (opgesplitst per vorm : voltijds, halftijds, 4/5, enz.);
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Welk is het precieze bedrag dat in 2002 werd uitgekeerd in het kader van :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10992
f) du congé parental;
f) ouderschapsverlof;
g) du congé palliatif;
g) palliatief verlof;
h) de la réduction du temps de travail, de l’interruption de carrière et du crédit-temps en général ?
h) arbeidsduurvermindering, loopbaanonderbreking en tijdskrediet in het algemeen ?
2. Combien de travailleurs masculins, féminins, flamands et wallons ont opté respectivement pour chacune des formules susmentionnées ?
2. Hoeveel mannelijke, respectievelijk vrouwelijke, Vlaamse, respectievelijk Waalse werknemers stapten telkens in elk van de bovengenoemde formules ?
3. Combien d’hommes ont déjà exercé leur droit aux dix jours de congé de paternité, respectivement lors de la naissance et de l’adoption d’un enfant ?
3. Hoeveel mannen maakten reeds gebruik van hun recht op tien dagen vaderschapsverlof bij de geboorte, respectievelijk adoptie van een kind ?
4. Quelles répercussions le succès croissant de ces mesures de cessation temporaire de l’activité professionnelle aura-t-il sur le budget de l’ONEM ?
4. Welke repercussies zal het stijgend succes van deze tijdelijke uittredingsmaatregelen ressorteren voor het RVA-budget ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 février 2005, à la question no 24 de M. Filip Anthuenis du 14 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 24 van de heer Filip Anthuenis van 14 oktober 2003 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (Service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (Dienst Parlementaire Vragen).
DO 2004200502483
DO 2004200502483
Question no 179 de M. Hagen Goyvaerts du 18 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 179 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial.
Tijdskrediet en politiek mandaat van een provincieraadslid.
Il est mentionné dans le texte du formulaire C61 — CCT 77bis (ONEM — demande d’allocations d’interruption dans le cadre d’un crédit-temps, d’une interruption de carrière ou d’une réduction des prestations de travail jusqu’à un emploi à mi-temps) que le crédit-temps n’est pas cumulable avec un mandat politique, à l’exception d’un mandat de conseiller communal ou de membre du CPAS.
In de tekst van het formulier C61 — CAO 77bis (RVA — aanvraag onderbrekingsuitkeringen in het kader van een tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) staat vermeld dat het tijdskrediet niet cumuleerbaar is met een politiek mandaat, met uitzondering van een mandaat als gemeenteraadslid of lid van het OCMW.
Donc, implicitement, les mandats politiques rémunérés au moyen d’un jeton de présence ne sont pas jugés incompatibles avec le crédit-temps.
Hiermee wordt aangegeven dat politieke mandaten die door middel van een zitpenning worden vergoed niet worden uitgesloten.
1. Les conseillers provinciaux étant aussi rémunérés par des jetons de présence, on peut se demander pourquoi ils n’ont pas été rangés dans les exceptions au même titre que les conseillers communaux et les conseillers de CPAS ?
1. In de praktijk worden ook de provincieraadsleden vergoed op basis van zitpenningen en bijgevolg rijst de vraag waarom deze niet mee zijn opgenomen in de uitzonderingen zoals de gemeenteen OCMWraadsleden ?
2. Sur la base de quelle motivation existe-t-il, en matière de crédit-temps, une inégalité de traitement
2. Op basis van welke motivering is er voor het tijdskrediet een ongelijke behandeling tussen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10993
entre les conseillers communaux et de CPAS d’une part et les conseillers provinciaux d’autre part ?
gemeente- en OCMW-raadsleden enerzijds en provincieraadsleden anderzijds ?
3. a) Envisagez-vous de prendre à brève échéance une initiative législative pour mettre un terme à cette inégalité de traitement ?
3. a) Overweegt u om op korte termijn een wetgevend initiatief te nemen om deze ongelijke behandeling op te heffen ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
4. Quelques expériences pratiques montrent par ailleurs qu’au sein des services de l’ONEM, un grand manque de clarté règne à ce sujet. Si certains bureaux de choˆmage suivent l’esprit de la loi, d’autres en appliquent la lettre. Quelles initiatives comptez-vous prendre vis-à-vis de vos services de façon à clarifier davantage cette question ?
4. Uit enkele praktijkervaringen blijkt ook dat er bij de RVA-diensten grote onduidelijkheid hierover bestaat. Bepaalde werkloosheidsbureaus volgen de geest van de wet, andere bureaus houden zich strikt aan de wettekst. Welke initiatieven neemt u ten aanzien van uw diensten om hierover meer duidelijkheid te scheppen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 février 2005, à la question no 179 de M. Hagen Goyvaerts du 18 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 179 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 november 2004 (N.) :
En réponse à votre question, je peux vous communiquer qu’il est vrai que le texte de l’arrêté royal du 12 décembre 2001 pris en exécution du chapitre VI de la loi du 10 août 2001 relative à la conciliation entre l’emploi et la qualité de vie concernant le système du crédit-temps, la diminution de carrière et la réduction des prestations de travail à mi-temps prévoit en son article 7 que les allocations d’interruption ne peuvent pas être cumulées avec les revenus découlant de l’exercice d’un mandat politique, sauf s’il s’agit d’un mandat de conseiller communal ou de membre d’un centre public d’aide sociale.
In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het juist is dat de tekst van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk VI van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, in zijn artikel 7 voorziet dat de onderbrekingsuitkeringen niet gecumuleerd kunnen worden met de inkomsten voortvloeiend uit een politiek mandaat, tenzij het een mandaat van gemeenteraadslid of van lid van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betreft.
Comme le droit aux allocations d’interruption qu’on accorde dans ce cadre a toujours été considéré comme une récompense pour la perte des revenus découlant du fait que le travailleur interrompt totalement ou partiellement son travail, les possibilités de cumuler une telle allocation avec des autres revenus professionnel ont toujours été limitées.
Aangezien het recht op onderbrekingsuitkeringen dat toegekend wordt binnen dit kader altijd beschouwd geweest is als een vergoeding voor het verlies van inkomen voortvloeiend uit het feit dat de werknemer zijn arbeid geheel of gedeeltelijk onderbreekt, werden de mogelijkheden om dergelijke uitkering te cumuleren met andere beroepsinkomsten altijd beperkt.
Toutefois il est vrai qu’au cours des années les règles concernant les possibilités de cumuler les autres revenus avec une allocation d’interruption ont maintes fois été modifiées, et sont devenues de plus en plus restrictives.
Het is nochtans juist dat in de loop van de jaren de regels betreffende de mogelijkheden om andere inkomsten met een onderbrekingsuitkering te cumuleren verschillende malen gewijzigd werden, en steeds restrictiever geworden zijn.
Le texte actuel de l’arrêté royal du 12 décembre 2001 précité est le résultat actuel de toute cette évolution.
De actuele tekst van het koninklijk besluit van 12 december 2001 is het huidig resultaat van heel deze evolutie.
S’il y a parfois un manque de clarté au sein des services de l’Office national de l’Emploi, c’est dû au fait que les différents textes réglant le système de l’interruption de la carrière pour les différents secteurs n’ont pas encore été complètement coordonnés.
Indien er soms een gebrek aan duidelijkheid bestaat binnen de diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, is dit te wijten aan het feit dat de verschillende teksten die het stelsel van loopbaanonderbreking regelen voor de verschillende sectoren nog niet volledig gecoo¨rdineerd zijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10994
J’ai l’intention de passer le plus vite possible à cette ` ce moment la problématique du coordination. A cumul des autres revenus avec une allocation d’interruption sera également à nouveau examiné et je suis d’opinion qu’un mandat de conseiller provincial peut en fait être assimilé à un mandat de conseiller communal. Cette assimilation a d’ailleurs déjà été faite dans la réglementation du choˆmage et les adaptations dans les réglementations concernant l’interruption de la carrière pourraient s’y inspirer.
Ik heb de bedoeling om zo spoedig mogelijk tot deze coo¨rdinatie over te gaan. Op dit ogenblik zal de problematiek van de cumul van andere inkomsten met een onderbrekingsuitkering eveneens herzien worden, waarbij ik van oordeel ben dat een mandaat van provincieraadslid inderdaad kan gelijkgesteld worden met een mandaat van gemeenteraadslid. Deze gelijkschakeling gebeurde trouwens reeds in de werkloosheidsreglementering, en de aanpassingen in de reglementering inzake loopbaanonderbreking zouden zich hierop kunnen inspireren.
DO 2004200503110
DO 2004200503110
Question no 218 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 218 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Composition de la commission consultative « d’agréments » dans le cadre du système des titresservices.
Samenstelling van de Adviescommissie « erkenningen » in het kader van de dienstencheques.
Une commission consultative « d’agréments » a été mise sur pied auprès de l’administration centrale de l’ONEM dans le cadre du système des titres-services. Elle est chargée de rendre des avis concernant l’octroi, la suspension ou le retrait de l’agrément des entreprises.
In het kader van het systeem van dienstencheques werd er bij het Hoofdbestuur van de RVA een Adviescommissie « erkenningen » opgericht, die advies moet verstrekken betreffende de toekenning, de opschorting of intrekking van de erkenning van de ondernemingen.
1. Pouvez-vous nous communiquer la composition de cette commission de consultation ?
1. Kan u de samenstelling meedelen van deze adviescommissie ?
2. Pouvez-vous nous communiquer le règlement interne qui devait être établi au sein de la commission et présenté au ministre ?
2. Kan u kennis geven van het huishoudelijk reglement dat in de schoot van deze commissie moest opgesteld worden en aan de minister moest worden voorgelegd ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 février 2005, à la question no 218 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 februari 2005, op de vraag nr. 218 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) :
1. Les membres de la commission consultative d’agréments concernant les titres-services ont été nommés par l’arrêté ministériel du 23 janvier 2004. Cet arrêté ministériel a été publié dans le Moniteur belge du 9 février 2004.
1. De leden van de adviescommissie erkenningen inzake dienstencheques werden benoemd bij ministerieel besluit van 23 januari 2004. Dit ministerieel besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 februari 2004.
2. Le règlement d’ordre intérieur de cette commission vous sera envoyé directement. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (Service des Questions parlementaires).
2. Het huishoudelijk reglement van deze commissie zal u rechtstreeks worden bezorgd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (Dienst Parlementaire Vragen).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10995
Protection des consommateurs
Consumentenzaken
DO 2004200503252
DO 2004200503252
Question no 91 de Mme Marie Nagy du 31 janvier 2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 91 van mevrouw Marie Nagy van 31 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Envoi de magazines publicitaires non désirés aux clients d’Electrabel.
Verzending van ongewenste reclamebladen aan de clie¨nten van Electrabel.
Je suis interpellée par un citoyen qui après de multiples tentatives (courriers, appels téléphoniques, renvoi à l’expéditeur) ne parvient pas à stopper l’envoi du magazine publicitaire de « L’E´nergie et du Confort » de la société Electrabel.
Ik werd benaderd door een burger die er na tal van pogingen (per brief, via de telefoon, terugzending aan afzender) niet in geslaagd is Electrabel duidelijk te maken dat hij het reclameblad « Energie en Comfort » van dat bedrijf niet meer wenst te ontvangen.
1. Pourriez-vous communiquer si vous avez connaissance d’autres plaintes allant en ce sens ?
1. Heeft u kennis van andere klachten in die zin ?
2. Comment expliquez-vous qu’une entreprise puisse inonder de publicité ses clients sans leur autorisation ?
2. Hoe verklaart u dat een bedrijf zijn clie¨nten met reclame overspoelt zonder dat zij daarvoor hun toestemming hebben gegeven ?
3. a) L’inscription sur « la liste Robinson », serait-elle dans ce cas une solution au problème rencontré ?
3. a) Zou de inschrijving op de « Robinson »-lijst in dit geval een oplossing voor dat probleem kunnen vormen ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer s’il est justifié que les consommateurs doivent opter pour une mesure aussi radicale que celle-là pour être débarrassés de magazines non désirés ?
b) Zo ja, is het verantwoord dat de consumenten voor zo’n radicale maatregel moeten kiezen als zij dergelijke reclamebladen niet wensen te ontvangen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 février 2005, à la question no 91 de Mme Marie Nagy du 31 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 91 van mevrouw Marie Nagy van 31 januari 2005 (Fr.) :
1. Les directions générales du SPF E´conomie « Régulation et Organisation du marché » et « Controˆle et Médiation » n’ont pas connaissance de plaintes relatives à la distribution du magazine cité.
1. De algemene directies « Regulering en Organisatie van de Markt » en « Controle en Bemiddeling » van de FOD Economie hebben geen kennis van klachten met betrekking tot de verdeling van het genoemde magazine.
2. Je suis d’avis que l’affaire doit être placée dans son contexte. Les intercommunales mixtes en Wallonie, dans lesquelles Electrabel est partenaire, éditent le magazine « E´nergie — Le Magazine de votre confort énergétique ». Ce magazine a certes des buts promotionnels, mais il contient en grande partie des messages informatifs, notamment sur une consommation rationnelle d’énergie.
2. Ik ben van mening dat de zaak in zijn context moet worden geplaatst. De gemengde intercommunales in Wallonie¨, waarin Electrabel partner is, geven het magazine « E´nergie — Le Magazine de votre confort énergétique » uit. Dit magazine, dat uiteraard ook promotionele doeleinden heeft, bevat voor een groot deel informatieve boodschappen, meer bepaald over rationeel energieverbruik.
Cette revue est éditée quatre fois par an.
Dit blad wordt vier maal per jaar uitgegeven.
Compte tenu de ces éléments, j’estime que l’on ne peut pas affirmer que les éditeurs « inondent » les citoyens de publicité.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Rekening houdend met deze elementen meen ik niet dat we kunnen stellen dat de uitgevers de burgers « overspoelen » met publiciteit. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10996
3. a) et b) Le magazine n’est plus envoyé de manière nominative; par contre, il est distribué dans toutes les boıˆtes aux lettres. Dès lors, une inscription sur la liste Robinson n’offre pas de solution à celui qui ne souhaiterait plus recevoir cette revue. En effet, cette liste n’est utilisable que pour les messages adressés nominativement.
3. a) en b) Het magazine wordt niet meer op naam verstuurd; het wordt daarentegen in alle brievenbussen verdeeld. Derhalve biedt een inschrijving op de Robinson-lijst geen oplossing aan degene die dit blad niet meer zou wensen te ontvangen. Deze lijst kan inderdaad enkel maar worden gebruikt voor op naam gerichte boodschappen.
L’éditeur demande cependant aux distributeurs du magazine de respecter au mieux le souhait du citoyen qui ne désire pas recevoir de publicité, lorsque ce souhait est manifesté par un autocollant « pas de publicité s.v.p. » apposé sur la boıˆte aux lettres.
Het is wel zo dat de uitgever de verdelers van het magazine vraagt zoveel mogelijk de wens te eerbiedigen van de burger die geen publiciteit wenst te krijgen, wanneer dit is kenbaar gemaakt via een klever op de brievenbus « geen reclame a.u.b. ».
DO 2004200503343
DO 2004200503343
Question no 95 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 95 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Département. — Accueil d’enfants.
Departement. — Kinderopvang.
Combiner travail et vie familiale est une responsabilité partagée des parents, des employeurs et des pouvoirs publics. Or, la « Conférence pour l’emploi » s’est avant tout focalisée sur la recherche d’emplois et a pratiquement ignoré les difficultés que peuvent éprouver les travailleurs pour combiner travail et vie de famille. L’accueil des enfants, pierre angulaire de l’équilibre entre travail et vie de famille, doit être un service de première nécessité, accessible à tout parent. Actuellement, l’offre en matière d’accueil est insuffisante. L’an passé, le gouvernement comptait beaucoup sur les efforts du secteur indépendant, qui est sous le controˆle de l’Etat mais ne perçoit aucune subvention. Dans ce secteur, il n’est pas simple d’organiser une garantie et un controˆle de qualité. Les accueillants d’enfants travaillant par le biais d’un service disposent depuis cette année d’un statut social mais on ignore dans quelle mesure cette meilleure protection sociale aura une influence sur le nombre d’accueillants d’enfants. Les entreprises sont aussi encouragées fiscalement à prendre des initiatives, ce qui n’est pas toujours sans conséquence pour l’indépendance des travailleurs.
De combinatie van gezin en arbeid is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en overheid. Toch spitste de « banenconferentie » zich eenzijdig toe op het zoeken naar jobs en ging men haast voorbij aan de vraag hoe gezinnen dat werk kunnen combineren met hun gezinsleven. Kinderopvang, een van de belangrijkste bouwstenen om gezin en arbeid te combineren, dient een basisvoorziening te zijn waar iedere ouder toegang toe heeft. Het bestaande aanbod is ontoereikend. Vorig jaar rekende de overheid sterk op de inspanningen van de zelfstandige sector die onder toezicht van de overheid staat, maar geen subsidie ontvangt. Kwaliteitsgarantie en -controle zijn hier niet vanzelfsprekend. Onthaalgezinnen die via een dienst werken, kregen dit jaar een sociaal statuut, al is het niet zeker of dit vangnet zal verhinderen dat nog meer onthaalouders afhaken dan wel zal toenemen. Ook bedrijven worden fiscaal aangemoedigd om initiatieven te nemen, wat niet altijd zonder gevolgen is voor de onafhankelijkheid van de werknemers.
1. Votre département organise-t-il une garde d’enfants ?
1. Voorziet uw departement in kinderopvang ?
2. Quelle est la capacité des centres d’accueil pour enfants ?
2. Wat is de capaciteit van de kinderopvangcentra ?
3. Jusqu’à quel aˆge les enfants sont-ils admis ?
3. Tot welke leeftijd worden de kinderen toegelaten ?
4. Des dérogations sont-elles prévues à cette règle, par exemple pendant les périodes de congé ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Zijn hierop uitzonderingen gesteld tijdens bijvoorbeeld vakantieperiodes ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10997
5. L’accueil des enfants est-il organisé en interne ou sous-traité à une société externe (laquelle ?)
5. Wordt de kinderopvang uitgebaat in eigen beheer of door een externe firma (welke firma ?)
6. Si l’accueil est organisé en interne, les puéricultrices sont-elles liées au département par un contrat de travail ?
6. Indien de uitbating in eigen beheer van het departement zou geschieden, hebben de kinderverzorgsters dan een arbeidscontract via uw departement ?
7. Si l’accueil est sous-traité à une société externe, celle-ci se charge-t-elle également de l’organisation de l’accueil des enfants ?
7. Indien de uitbating door een externe firma wordt gedaan, staan zij dan ook in voor de inrichting van de kinderopvang ?
8. A quel groupe linguistique appartiennent les puéricultrices (en ventilant si possible par centre d’accueil) ?
8. Tot welke taalgroep behoren de kinderverzorgsters (graag opsplitsing per kinderopvang) ?
9. Des examens de recrutement ont-ils été organisés pour pourvoir aux vacances ?
9. Werden er examens uitgeschreven om de vacatures in te vullen ?
10. Le département a-t-il introduit une demande pour obtenir une agréation de la part de l’Office de la Naissance et de l’Enfance ou d’une organisation équivalente ?
10. Werd er een aanvraag ingediend om erkenning te verkrijgen van de kinderopvang door Kind en Gezin of een gelijkaardige organisatie ?
11. Les membres du personnel doivent-ils payer une contribution pour l’accueil de leurs enfants ?
11. Dient het personeel een vergoeding te betalen voor de opvang van hun kinderen ?
12. Si aucun accueil n’est prévu, envisagez-vous d’en organiser un ?
12. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, overweegt u dit dan te doen ?
13. Si aucun accueil n’est prévu, les collaborateurs attachés à votre département peuvent-ils bénéficier d’un remboursement (partiel) extralégal des montants versés aux centres d’accueil agréés ?
13. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, kunnen de medewerkers verbonden aan uw departement dan genieten van extra legale (gedeeltelijke) terugbetaling van gemaakte kosten bij erkende kinderopvangcentra ?
14. Si aucun remboursement n’est prévu, envisagezvous d’instaurer un tel remboursement dans le futur ?
14. Indien er in geen terugbetaling is voorzien, overweegt u dit in de toekomst in te voeren ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 février 2005, à la question no 95 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) : Je me réfère à la réponse au ministre de l’E´conomie. (Question no 228 du 9 févier 2005.)
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 februari 2005, op de vraag nr. 95 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) :
DO 2004200503354
DO 2004200503354
Question no 97 de M. Roel Deseyn du 14 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 97 van de heer Roel Deseyn van 14 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Racisme sur internet.
Internetracisme.
Selon une information du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, le racisme progresse sur internet. Quantité de petits mouvements trouveraient sur la toile un lieu de diffusion pour leurs idées extrémistes. Le Centre préconise une prise de conscience à propos du racisme sur internet.
Volgens een bericht van het Centrum voor de gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding rukt het racisme op op het internet. Heel wat kleinere bewegingen zouden op het net een plek vinden om extremistische ideee¨n te verspreiden. Het Centrum pleit voor een bewustwording rond racisme op het net.
1. a) Combien de délits relatifs à des sites web racistes ont-ils été signalés au cours des trois dernières années (chiffres ventilés par année) ?
1. a) Hoeveel inbreuken aangaande racistische websites werden voor de jongste drie jaar gemeld (opgesplitst per jaar) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Economie. (Vraag nr. 228 van 9 februari 2005.)
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1389
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10998
b) Convient-il d’opérer à cet égard une distinction entre certaines catégories ?
b) Moet er daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen bepaalde categoriee¨n ?
2. a) Quelles actions ont-elles été entreprises dans le passé ?
2. a) Welke acties zijn in het verleden ondernomen ?
b) Avec quel résultat ?
b) Met welk effect ?
3. a) Quelles actions envisage-t-on de mener ?
3. a) Welke acties staan op stapel ?
b) Selon quel calendrier ?
b) Met welke timing ?
4. Quels budgets ont-ils été fixés à cet effet ?
4. Welke budgetten werden hiervoor bepaald ?
5. a) Quelles peines sont-elles prévues pour ces pratiques ?
5. a) Welke straffen zijn verbonden aan deze praktijken ?
b) Des jugements ont-ils été prononcés en Belgique au cours de l’année écoulée ?
b) Zijn er in het afgelopen jaar gerechtelijke uitspraken in Belgie¨ geweest ?
c) Dans l’affirmative, lesquels regroupés par catégorie) ?
(éventuellement
c) Zo ja, welke (eventueel gebundeld per categorie) ?
6. Quel type de collaboration européenne existe-t-il en la matière ?
6. Welke Europese samenwerking bestaat er in deze ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 février 2005, à la question no 97 de M. Roel Deseyn du 14 février 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 februari 2005, op de vraag nr. 97 van de heer Roel Deseyn van 14 februari 2005 (N.) :
Cette matière relève des compétences de la ministre de la Justice. (Question no 540 du 23 févier 2005.)
Deze materie behoort tot de bevoegdheden van de minister van Justitie. (Vraag nr. 540 van 23 februari 2005.)
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2004200503007
DO 2004200503007
Question no 53 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 53 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs.
Adviezen van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.
L’article 11, § 6, de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, impose au gouvernement d’indiquer les motifs pour lesquels il est éventuellement dérogé à l’avis du Conseil fédéral de développement durable (CFDD).
Krachtens artikel 11, § 6, van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, moet de regering de motieven aangeven voor het eventueel afwijken van het advies van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling (FRDO).
1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?
1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
10999
2. Quand ?
2. Zo ja, wanneer was dat ?
3. Quels étaient ces motifs ?
3. Wat waren die motieven ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 22 février 2005, à la question no 53 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 22 februari 2005, op de vraag nr. 53 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) :
En matière de coopération au développement, le Conseil fédéral de développement durable a rendu en 2004, un avis sur la note politique de mon prédécesseur qui s’intitulait « Entreprendre contre la pauvreté et pour le développement » (avis du 12 mai 2004).
Inzake de bevoegdheid van ontwikkelingssamenwerking heeft de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling in 2004 een advies overgemaakt met betrekking tot de beleidsnota van mijn voorganger, getiteld « Ondernemen tegen armoede en voor ontwikkeling » (advies van 12 mei 2004).
Le CFDD a rendu un avis très positif sur cette note, tout en regrettant de ne pas avoir eu assez de temps pour atteindre un consensus. En effet, sur quelque 50 points que comporte l’avis, plus d’une vingtaine font l’objet soit de positions divergentes entre les membres du CFDD soit font l’objet d’abstentions de la part de certains d’entre eux.
Het advies van de FRDO over deze nota was erg positief, hoewel betreurd werd dat de raad over onvoldoende tijd beschikte om tot een consensus te komen. Het advies slaat op ongeveer 50 punten waarvan een twintigtal niet tot een consensus geleid hebben of goedgekeurd zijn met onthoudingen binnen de FRDO.
Par ailleurs, comme le prévoit la loi, le suivi réservé à cet avis a été transmis au CFDD lors de l’assemblée générale du 3 février 2005. Le texte est disponible sur le site internet du CFDD.
Daarenboven is de opvolging van dit advies in overeenstemming met de wet overgemaakt aan de FRDO tijdens de algemene vergadering van 3 februari 2005. De tekst is beschikbaar op de website van de FRDO.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 58 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 58 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 22 février 2005, à la question no 58 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 22 februari 2005, op de vraag nr. 58 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) werden gegeven op dezelfde vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11000
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 59 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 59 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 22 février 2005, à la question no 59 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 22 februari 2005, op de vraag nr. 59 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et le ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 60 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 60 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 22 février 2005, à la question no 60 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 22 februari 2005, op de vraag nr. 60 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à sa question communiquée par le ministre de la Fonction publique. (Question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006.)
Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op zijn vraag dat door de minister van Ambtenarenzaken werd gegeven. (Vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11001
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 105 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 105 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 105 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 105 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
La problématique du plan stratégique me semble plutoˆt un problème de forme qu’un problème de fond.
De problematiek van het strategisch plan lijkt mij veeleer een vormprobleem dan een inhoudelijk probleem.
Comme la Cour des comptes le mentionne d’ailleurs elle-même dans son rapport, les réactions des présidents à la Cour font mention du fait que les ministres rédigent des notes de politique générale et se basent pour ce faire sur les passages dans l’Accord gouvernemental, qui ont trait aux compétences qui leur ont été confiées.
Zoals het Rekenhof zelf aanhaalt in zijn rapport, wordt er in de reacties van de voorzitters aan het Hof verwezen naar het feit dat de ministers algemene beleidsnota’s opstellen en zich hiervoor baseren op de passussen uit het Regeerakkoord die betrekking hebben op de hun toegewezen bevoegdheden.
En effet, il est vrai que le cycle budgétaire prévoit que chaque ministre soumet sa note de politique générale à la Chambre des représentants où il explique la stratégie pour l’année budgétaire en question. Sur la base de cette note de politique générale le comité de direction du SPF concerné se charge de l’exécution de cette stratégie et demande et justifie les crédits nécessaires à cette fin dans le projet de budget.
Het is inderdaad zo dat de budgettaire cyclus voorziet dat elke minister zijn algemene beleidsnota voorlegt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers waarin hij de voor het betrokken begrotingsjaar voorziene strategie toelicht. Het is op basis van die beleidsnota dat het directiecomité van de betrokken FOD de strategie uitvoert en de hiertoe benodigde kredieten aanvraagt en verantwoordt in het begrotingsontwerp.
Les notes de politique générale susmentionnées contiennent donc les grandes lignes de la stratégie de
Voornoemde algemene beleidsnota’s bevatten dus in wezen de krachtlijnen van de strategie van elke
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11002
chaque ministre et ceci pour sa partie de l’Accord gouvernemental, qui à son tour peut être considéré comme le document de stratégie pluriannuelle de toute l’équipe gouvernementale.
minister en dit voor zijn aandeel in het Regeerakkoord, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als het document dat de meerjarenstrategie van de hele regeringsploeg omvat.
On pourrait recommander que chaque ministre, quand il entre en fonction, se conforme aussi de manière formelle à l’exigence de la rédaction d’un plan stratégique. Dans cette optique ce serait logique qu’il/ elle soumette ce plan stratégique au Conseil des ministres. Ce plan contiendrait les éléments stratégiques que chaque ministre se prépare à mettre en œuvre en exécution de l’accord gouvernemental. Ceci me semble aussi valable que de soumettre ce plan stratégique au Conseil stratégique du SPF.
Het kan aanbeveling verdienen dat elke minister zich ook vormelijk conformeert aan de vereiste van het opstellen van een strategisch plan kort na zijn ambtsaanstelling. En dan zou het in die optiek logisch zijn dat hij dit strategisch plan voorlegt aan de Ministerraad. Immers dat plan zou de strategische elementen bevatten die elke minister zinnens is te implementeren in uitvoering van het regeerakkoord. Dit lijkt mij minstens even zinvol als dat dit strategisch plan zou worden voorgelegd aan de Beleidsraad van de FOD.
Je tiens à vous signaler dans ce contexte que les ministres de la Fonction publique et des Affaires sociales et Santé publique ont rédigé un plan stratégique pour cette législature.
Ik kan er in dit verband op wijzen dat de ministers van Ambtenarenzaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor de lopende legislatuur een strategisch plan hebben opgesteld.
Mon prédécesseur a soumis son plan au Conseil des ministres, qui en a pris connaissance.
Mijn voorgangster heeft haar plan voorgelegd aan de Ministerraad, die er kennis van heeft genomen.
Les notes de politique générale, que mon prédécesseur et moi-même avons rédigé dans le cadre du cycle budgétaire s’alignent parfaitement sur ce plan et reprennent les éléments stratégiques de la politique, qui pour l’année budgétaire concernée seront mis en exécution.
De algemene beleidsnota’s, die mijn voorgangster en ikzelf hebben opgesteld in het kader van de budgettaire cyclus sluiten naadloos aan op dit plan en hernemen de strategische elementen uit het beleid, die voor het betrokken begrotingsjaar daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd.
Je soumettrai la problématique des plans stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées et déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Ik zal de problematiek van de strategische plannen voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 106 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 106 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11003
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 106 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 106 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec mon collègue du Budget, je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met mijn collega van Begroting, kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux pose des problèmes de mise en œuvre, notamment en termes de coûts et de budget.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten stelt problemen inzake de uitvoering, onder meer op het vlak van kosten en begroting.
Par ailleurs, la pleine mise en œuvre de dispositions réglementaires relatives à l’audit interne dans ces services publics présuppose celle de l’arrêté royal du 26 mai 2002 relatif au système de controˆle interne au sein des services publics fédéraux, et l’une et l’autre doivent aller de pair avec un assouplissement corrélatif de l’actuel controˆle administratif et budgétaire.
Bovendien vooronderstelt de volledige uitvoering van verordeningsbepalingen inzake de interne audit in die overheidsdiensten, de uitvoering van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 betreffende het intern controlesysteem binnen de federale overheidsdiensten en beide moeten gepaard gaan met een correlatieve versoepeling van de huidige administratieve en begrotingscontrole.
Sous l’autorité des ministres de la Fonction publique et du Budget, les services compétents travaillent à mettre au point un système cohérent de controˆle interne et de controˆle administratif, budgétaire et de gestion, de nature à pouvoir être mis en place dans un contexte de restrictions budgétaires et dont l’audit interne représenterait l’élément final.
Onder het gezag van de ministers van Ambtenarenzaken en Begroting zijn de bevoegde diensten volop bezig met het uitwerken van een coherent systeem voor de interne controle en de administratieve, begrotingsen beheerscontrole, dat in een context van budgettaire restricties kan worden ingevoerd en waarvan de interne audit het sluitstuk zou worden.
Dans ce cadre, l’avant-projet d’un nouvel arrêté royal relatif à l’audit interne, appelé à remplacer l’arrêté royal du 2 octobre 2002, est actuellement en cours de finalisation.
In dat kader wordt de laatste hand gelegd aan het voorontwerp van een nieuw koninklijk besluit betreffende de interne audit om het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 te vervangen.
Dans le courant du printemps 2005, un avant-projet d’arrêté royal relatif au controˆle administratif, budgétaire et de gestion et cet avant-projet d’arrêté royal relatif à l’audit interne devraient être soumis au Conseil des ministres par les ministres compétents.
In het voorjaar van 2005 moeten een voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole en dat voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de interne audit door de bevoegde ministers aan de Ministerraad worden voorgelegd.
DO 2004200502963
DO 2004200502963
Question no 107 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 107 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications.
Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.
Le système de publication et de diffusion des marchés publics JEPP (Joint Electronic Public Procurement) est une procédure électronique ayant pour objet la communication électronique des annonces d’adjudications publiques aux organismes de publica-
JEPP (Joint Electronic Public Procurement) is een elektronische procedure voor overheidsopdrachten die tot doel heeft de aankondigingsberichten van openbare aanbestedingen elektronisch mee te delen aan de officie¨le publicatieorganismen (het Publicatieblad van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11004
tion officiels (Journal officiel des Communautés européennes et Bulletin des Adjudications). Ces annonces, ainsi que les cahiers des charges, sont disponibles sur internet. Les entreprises peuvent s’inscrire à ce service de telle sorte que le système JEPP leur transmette automatiquement, par courriel, les nouvelles offres publiées qui correspondent aux critères qu’elles ont sélectionnés.
Europese Gemeenschappen en het Belgisch Bulletin der Aanbestedingen). Deze wordt, evenals de bestekken, ter beschikking gesteld op het web. De ondernemingen kunnen zich op dit systeem registreren zodanig dat het systeem JEPP hen automatisch via e-mail op de hoogte brengt van de nieuwe opportuniteiten die gepubliceerd worden en die overeenkomen met de criteria die door hen gekozen worden.
Ce système présente l’avantage supplémentaire, pour les entreprises, d’être informées des nouvelles opportunités une semaine plus toˆt en général que par le biais des canaux officiels.
Een extra voordeel voor de ondernemingen is dat zij via de online aankondigingsberichten doorgaans één week sneller op de hoogte zijn van de nieuwe opportuniteiten dan via de officie¨le kanalen.
Seule la première phase du système JEPP, à savoir les annonces officielles d’adjudications publiques (JEPP I), est opérationnelle pour l’instant. Les entreprises transmettent leur profil et sont automatiquement averties lorsqu’un appel d’offres est publié dans leur branche. Le système JEPP I fonctionne actuellement en tant que projet-pilote aux départements de la Défense et des Finances.
Op dit ogenblik is enkel de eerste fase van JEPP operationeel : de officie¨le aankondigingen van overheidsopdrachten (JEPP I). Ondernemingen laten hun profiel achter en worden automatisch verwittigd bij publicatie van een offerte aanvraag uit hun domein. JEPP I loopt momenteel als pilootproject bij de departementen van Defensie en Financie¨n.
L’objectif était de promouvoir JEPP I auprès de tous les départements d’ici à la fin de 2004. La phase II du système JEPP, à savoir la possibilité de compléter les offres de manière électronique, devait également être lancée fin 2004.
De bedoeling was om tegen eind 2004 JEPP I bij alle departementen te promoten. Tevens zou tegen eind 2004 van start gegaan worden met JEPP fase II, namelijk het elektronisch invullen van de offertes.
1. a) Comment le projet-pilote JEPP I se déroule-t-il ?
1. a) Hoe verloopt het piloot-project JEPP I ?
b) Combien d’entreprises se sont-elles inscrites à ce jour ?
b) Hoeveel ondernemingen hebben zich in dit systeem tot op heden geregistreerd ?
c) Combien d’offres publiques ont-elles été annoncées par le biais de ce système en 2004 ?
c) Hoeveel aanbestedingen werden er in 2004 via dit systeem aangekondigd ?
2. La suite de JEPP I sera-t-elle également mise en œuvre en tant que projet-pilote par la Défense et quand le sera-t-elle ?
2. Wordt het vervolg van JEPP I eveneens als piloot-project door Defensie uitgevoerd en wanneer ?
3. Une évaluation du système JEPP I a-t-elle déjà été menée et quelles en sont les conclusions ?
3. Gebeurde er reeds een evaluatie van het systeem JEPP I en wat zijn de besluiten terzake ?
4. Quand ce système sera-t-il mis en œuvre dans les autres départements ?
4. Wanneer wordt dit systeem bij de andere departementen geı¨mplementeerd ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 107 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 107 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) :
1. a) La mise à disposition de JEPP a été réalisée début 2003. Comme tout système informatique, il a connu quelques maladies de jeunesse qui aujourd’hui sont résolues ou en passe de l’être. Il est utilisé principalement par la Défense et la Régie des Baˆtiments, à la plus grande satisfaction des acheteurs. D’un autre coˆté, le feed-back reçu des firmes et personnes utilisant les services de JEPP
1. a) JEPP werd begin 2003 ter beschikking gesteld. Zoals ieder informaticasysteem heeft het enkele kinderziektes gekend die nu zijn of worden opgelost. JEPP wordt vooral gebruikt door Defensie en de Regie der Gebouwen, tot groot genoegen van de kopers. Anderzijds is de feedback die gekregen wordt van de firma’s en de personen die gebruik maken van de diensten van JEPP positief, wat
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11005
est positif et démontre à suffisance qu’il faut poursuivre dans cette voie.
voldoende aantoont dat de gevolgde weg moet worden voortgezet.
2. La gestion de JEPP a été transférée au SPF P&O. Ce dernier collabore de manière étroite avec le SPF Technologie de l’Information et de la Communication (Fedict). Afin de mener à bien ce projet d’implémentation et de gestion, un groupe d’experts pluridisciplinaire, la cellule e-procurement, a été créé au sein du SPF P&O.
2. Het beheer van JEPP werd overgedragen aan de FOD P&O. Deze laatste werkt nauw samen met de FOD Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict). Om dit implementatie- en beheersproject tot een goed einde te brengen, zal een multidisciplinaire groep van experts, de cel e-procurement, worden opgericht binnen de FOD P&O.
En ce qui concerne la suite de JEPP I, au niveau de la consolidation de JEPP, la convivialité est améliorée de manière régulière. Pour ce qui est de la promotion de JEPP I auprès de tous les SPF dans un souci d’utilisation générale, une campagne d’information et de sensibilisation sera menée dans les prochains mois.
Wat het vervolg van JEPP I betreft, op het vlak van de versterking van JEPP, wordt de gebruikersvriendelijkheid regelmatig verbeterd. Wat de bevordering van JEPP I bij alle FOD’s betreft, zal de volgende maanden een informatie- en sensibiliseringscampagne worden gevoerd, opdat dit systeem algemeen zou worden gebruikt.
En parallèle, le Bulletin des adjudications, c’est-àdire les publications d’avis de marché public, sera synchronisé avec JEPP dans un souci de cohérence et de crédibilité. En effet, le BDA a pour objectif principal de remplir les obligations légales en matière de ` l’heure publication. Le JEPP est lui un outil proactif. A actuelle, seule une partie des marchés publiés dans le BDA se retrouvent dans JEPP. La réalisation de la synchronisation totale aura en principe lieu au mois d’avril 2005.
Parallel hiermee zal het Bulletin der aanbestedingen, i.e. de publicaties van berichten inzake overheidsopdrachten, worden gesynchroniseerd met JEPP, met het oog op samenhang en geloofwaardigheid. De belangrijkste doelstelling van het BDA bestaat er immers in te voldoen aan de wettelijke verplichtingen inzake bekendmaking. JEPP is een proactief middel. Op dit moment zijn slechts een deel van de overheidsopdrachten in het BDA opgenomen in JEPP. De volledige synchronisatie zal in principe in april 2005 plaatshebben.
4. Une « Roadmap » définira les prochaines étapes et le plan à suivre pour atteindre les objectifs stratégiques. Elle sera rédigée dans les plus bref délais en fonction des objectifs stratégiques et opérationnels. Elle comportera notamment la définition d’une vision globale, modulaire et évolutive du projet. Elle inclura également, outre les aspects fonctionnels et informatiques, une description des implications budgétaires et organisationnelles.
4. Een « Roadmap » zal de volgende etappes en het plan bepalen die moeten worden gevolgd om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Deze roadmap zal zo snel mogelijk worden opgesteld in functie van de operationele en beleidsdoelstellingen. De map zal met name de bepaling van een globale, modulaire en evolutieve visie van het project inhouden en, naast de functionele en computeraspecten, een beschrijving bevatten van de budgettaire en organisatorische gevolgen.
Dans ce cadre, les délais seront définis pour chaque étape ou module et en particulier pour l’implémentation générale du système dans tous les départements.
In dit kader zullen de termijnen worden bepaald voor elke etappe of module en meer bepaald voor de algemene implementatie van het systeem in alle departementen.
Concernant le système en question, JEPP I, comme expliqué ci-dessus sous le point 2, la synchronisation entre JEPP et le BDA sera effective en principe au mois d’avril 2005. De ce fait, tous les départements seront concernés par JEPP I puisque le BDA inclut les appels d’offres au niveau fédéral.
Wat het systeem in kwestie betreft, JEPP I, zal de synchronisatie tussen JEPP en het BDA in principe in de maand april 2005 plaatshebben, zoals h iervoren onder punt 2 meegedeeld. Dan zullen alle departementen betrokken zijn bij JEPP I, aangezien het BDA de offerteaanvragen op federaal niveau bevat.
Pour la réponse aux points 1. b) et c) de votre question, je renvoie à la réponse de mon collègue de la Défense (question no 162 du 22 décembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 62, p. 10045) et en ce qui concerne le point 3, aux réponses du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative (question no 33 du 22 décembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 62, p. 10105) et du
Voor het antwoord op de punten 1 b) en c) van uw vraag, verwijs ik naar het antwoord van mijn Collega van Defensie (vraag nr. 162 van 22 december 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 62, blz. 10045), en wat punt 3 betreft, naar de antwoorden van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging (vraag nr. 33 van 22 december 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 62, blz. 10105)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1390
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11006
secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat. (Question no 46 du 21 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10772.)
en van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat. (Vraag nr. 46 van 21 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10772.)
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 108 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 108 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 108 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 108 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
Sous la présente législature, seuls deux SPF ont mis en place un conseil stratégique : le SPF Finances et le SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie.
Onder de huidige legislatuur hebben slechts twee federale overheidsdiensten een beleidsraad opgericht : de FOD Financie¨n en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
Cela indique, me semble-t-il, que la disposition concernée prise en 2000 au début de la réforme de la fonction publique fédérale, n’est pas apparue chez la plupart de mes collègues comme un élément indispensable de cette réforme.
Dit wijst er mijns inziens op dat de betrokken beschikking die in 2000 werd genomen bij de start van de hervorming van het openbaar ambt bij het merendeel van mijn collega’s niet wordt beschouwd als een onontbeerlijk onderdeel van die hervorming.
Ainsi il était prévu que le conseil stratégique serait entre autres le relais entre l’autorité politique et l’administration et serait chargé de la définition et de l’évaluation de la stratégie du SPF. Il me semble que ces missions peuvent tout aussi bien être prises en charge par le ministre lui-même en concertation avec son administration.
Zo was het voorzien dat de Beleidsraad onder meer zou optreden als verbindingsorgaan tussen de politieke overheid en de administratie en ook zou instaan voor het vaststellen en evalueren van de strategie van de FOD. Het komt mij voor dat deze opdrachten in wezen even goed kunnen worden opgenomen door de minister zelf in samenspraak met zijn administratie.
Au cas où il serait nécessaire de faire appel à une expertise externe au service public fédéral concerné pour certains problèmes spécifiques, le ministre peut ` ce niveau, il n’est faire appel à des experts ad hoc. A donc pas absolument nécessaire de disposer d’un organe approprié et permanent.
Wanneer voor bepaalde specifieke problemen behoefte blijkt te bestaan aan expertise extern aan de betrokken federale overheidsdienst staat het de minister vrij om beroep te doen op experten ad hoc. Wat dit aspect betreft is er dus geen absolute noodzaak om daartoe over een gee¨igend, permanent orgaan te beschikken.
Néanmoins, ne voulant pas abandonner trop rapidement le concept d’un instrument d’avis externe de la
Om toch ook niet al te vlug het concept van een extern adviesinstrument met betrekking tot de stra-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11007
stratégie d’un SPF, je soumettrai la problématique de l’installation des conseils stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
tegie van een FOD achterwege te laten zal ik de problematiek van het installeren van de beleidsraden voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503213
DO 2004200503213
Question no 109 de Mme Marie Nagy du 26 janvier 2005 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 109 van mevrouw Marie Nagy van 26 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Selor. — Organisation des examens écrits. — Commission de sélection.
Selor. — Organisatie van de schriftelijke proeven. — Selectiecommissie.
Pour ses examens écrits, le Selor soumet régulièrement un questionnaire technique (à choix multiples) aux candidats. Pour sa préparation, sa vérification et/ ou la gestion des litiges, le Selor fait appel à une « commission de sélection ».
De schriftelijke proeven bij Selor omvatten vaak een (multiple choice) technische vragenlijst. Bij de voorbereiding ervan, de verbetering van de proeven en/of het geschillenbeheer doet Selor een beroep op een « selectiecommissie ».
1. Qui compose cette commission de sélection ?
1. Hoe is die selectiecommissie samengesteld ?
2. Comment sont désignés les experts ?
2. Hoe worden de deskundigen aangeduid ?
3. Sont-ils rémunérés ?
3. Worden zij vergoed ?
4. a) Existe-t-il beaucoup de cas de litiges ?
4. a) Zijn er veel geschillen ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous communiquer comment ils sont réglés et si la commission de sélection a déjà été mise en cause par des candidats mécontents ?
b) Zo ja, kan u meedelen hoe zij worden beslecht en of ontevreden kandidaten reeds klacht hebben ingediend tegen de selectiecommissie ?
5. Quelle est la procédure prévue pour l’interprétation des résultats des choix multiples ?
5. Volgens welke procedure worden de antwoorden op de meerkeuzevragen beoordeeld ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 février 2005, à la question no 109 de Mme Marie Nagy du 26 janvier 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 februari 2005, op de vraag nr. 109 van mevrouw Marie Nagy van 26 januari 2005 (Fr.) :
1. C’est l’administrateur délégué de Selor qui constitue la commission de sélection de toute sélection qu’il organise; il signe chaque arrêté de composition des membres de la commission.
1. De afgevaardigd bestuurder van Selor stelt de selectiecommissie samen voor elke door Selor georganiseerde selectie; hij ondertekent elk besluit tot aanstelling van de commissieleden.
2. Le choix des experts désignés en tant que membres des commissions se base sur leur expertise dans le domaine des compétences recherchées dans le profil de la fonction qui fait l’objet de la sélection. Il peut s’agir d’experts internes à Selor ou d’experts externes (par exemple : d’experts au sein de l’administration fédérale, régionale ou communautaire, d’experts du monde académique, d’experts du monde professionnel ...).
2. De keuze van de experts die zullen fungeren als commissielid is gebaseerd op hun expertise inzake de beoogde competenties voor het functieprofiel dans het voorwerp uitmaakt van de selectie. Het kan gaan om experts intern aan Selor of om externe experts (bijvoorbeeld : experts van een federale, regionale of communautaire overheidsinstelling, experts uit de academische wereld, experts uit de professionele wereld ...).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11008
3. Tous les membres du jurys sont rémunérés suivant les modalités précisées aux articles 19 et 20 de l’arrêté royal du 22 décembre 2000 concernant la sélection et la carrière des agents de l’E´tat.
3. Alle juryleden worden vergoed overeenkomstig de nadere regels bepaald in de artikelen 19 en 20 van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel.
4. En cas de réclamation d’un candidat par rapport à son résultat, c’est à l’administrateur délégué de Selor lui-même, en tant que président du jury, qu’il revient de recevoir et de traiter la plainte dans le respect des dispositions de la loi sur la publicité de l’administration. La procédure suivie vise donc à éviter des contacts directs entre les membres de la commission et les candidats, qu’il s’agisse de réclamations quant aux résultats ou tout autre type de relations. Dans ce cadre, lorsque des questions sont contestées, Selor procède à une vérification auprès de la commission de sélection.
4. Wanneer een kandidaat een klacht indient met betrekking tot zijn resultaat, is het de afgevaardigd bestuurder van Selor zelf, optredend als voorzitter van de jury, die de klacht zal ontvangen en behandelen, overeenkomstig de bepalingen van de wet betreffende de openbaarheid van bestuur. Onderhavige procedure is er dus op gericht om rechtstreekse contacten tussen de commissieleden en de kandidaten te vermijden, ongeacht of het gaat om klachten inzake resultaten of om eender welk type van contact. Zo ook zal Selor, in het geval van een betwisting van vragen, overgaan tot een verificatie bij de selectiecommissie.
5. Dans tous les questionnaires à choix multiple, on communique aux candidats le type d’information suivante : « Il sera attribué trois points par réponse correcte. La commission d’examen décidera de la pénalisation par réponse fausse. Cette pénalisation s’élèvera à un point maximum et si vous ne répondez pas à une question, aucun point ne sera retiré ».
5. In alle meerkeuzevragenlijsten wordt aan de kandidaten de volgende informatie verstrekt : « Er worden drie punten per correct antwoord toegekend. De examencommissie zal beslissen hoeveel punten zullen worden afgetrokken per fout antwoord. Dit kan maximaal een punt zijn en indien u niet antwoordt op een vraag zal geen enkel punt worden afgetrokken ».
Les résultats font l’objet d’une analyse statistique (analyse d’item, indice de difficulté, indice de discrimination ...). Sur la base de ces analyses, la commission de sélection peut éventuellement revoir à la baisse la pénalité infligée aux mauvaises réponses, ou peut éventuellement décider de supprimer certains items. Ces décisions sont actées dans le procès-verbal de l’épreuve.
De bekomen resultaten maken het voorwerp uit van een statistische analyse (analyse van het item, van de moeilijkheidsgraad, van de discriminatiegraad ...). Op basis van deze analyses kan de selectiecommissie eventueel het aantal afgetrokken punten ingevolge slechte antwoorden verminderen, of kan eventueel beslissen om bepaalde items te schrappen. Van deze beslissingen wordt akte genomen in het proces-verbaal van de selectie.
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2003200421684
DO 2003200421684
Question no 52 de Mme Hilde Dierickx du 18 juin 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 52 van mevrouw Hilde Dierickx van 18 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
CPAS. — Revenu d’intégration pour les indépendants aux revenus variables.
OCMW’s. — Leefloon voor zelfstandigen met een wisselend inkomen.
Les ressources des indépendants aux revenus variables peuvent fluctuer de manière telle d’une semaine ou d’un mois à l’autre qu’ils ont droit à un revenu d’intégration (complémentaire ou non) certains mois et pas d’autres. E´tant donné que le calcul du revenu d’intégration doit tenir compte des ressources dont l’intéressé
Het inkomen van zelfstandigen met een wisselend inkomen kan wekelijks of maandelijks zodanig veranderen dat ze sommige maanden wel recht hebben op een (al dan niet aanvullend) leefloon, en andere maanden totaal niet.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Aangezien bij de berekening van het leefloon rekening gehouden dient te worden met de bestaansmidde2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11009
dispose, les CPAS s’interrogent sur les modalités pratiques d’octroi du revenu d’intégration.
len waarover een betrokkene beschikt, vragen de OCMW’s hoe ze het leefloon in praktijk moeten toekennen aan deze mensen.
Il peut en résulter des situations faˆcheuses et difficiles pour les indépendants aux revenus variables.
Deze situatie kan leiden tot vervelende en moeilijke situaties voor de zelfstandige met een wisselend inkomen.
1. Le droit au revenu d’intégration d’un indépendant peut-il être maintenu au cours des mois ou` les ressources sont suffisantes, mais sans qu’aucun montant ne soit donc versé ?
1. Mag men het recht op leefloon voor een zelfstandige laten doorlopen tijdens de maanden waar er genoeg bestaansmiddelen zijn, en dus gewoon 0 euro uitkeren ?
2. Ou faut-il chaque fois prendre à nouveau la décision d’accorder le revenu d’intégration lorsqu’un manque de ressources est constaté ?
2. Of moet men elke keer een nieuwe beslissing nemen om het leefloon toe te kennen, wanneer er een tekort aan bestaansmiddelen wordt vastgesteld ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 février 2005, à la question no 52 de Mme Hilde Dierickx du 18 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 februari 2005, op de vraag nr. 52 van mevrouw Hilde Dierickx van 18 juni 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de préciser à l’honorable membre les éléments suivants.
In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid de volgende elementen mee te delen.
Lorsqu’un travailleur indépendant, tout comme un travailleur salarié, dispose de ressources variant fréquemment, le CPAS doit réviser le dossier à chaque fois qu’une modification intervient dans les ressources dont dispose l’intéressé. Le calcul s’opère en projetant ces ressources en montant annuel pour déterminer l’éventuel montant de revenu d’intégration complémentaire à octroyer.
Wanneer een zelfstandige, net zoals een werknemer, over vaak wisselende bestaansmiddelen beschikt, moet het OCMW het dossier herzien telkens als de bestaansmiddelen waarover de betrokkene beschikt, veranderen. De berekening gebeurt door een omzetting van deze bestaansmiddelen in een jaarbedrag om het eventueel toe te kennen bedrag van het aanvullend leefloon te kunnen bepalen.
Par conséquent, il se peut que pour certaines périodes, l’intéressé n’ait plus droit au revenu d’intégration mais qu’il en dispose à nouveau ultérieurement à la suite du calcul opéré à chaque révision.
Het is dan ook mogelijk dat de betrokkene voor sommige perioden geen recht meer heeft op het leefloon maar dat hij dit later opnieuw ontvangt ingevolge de berekening uitgevoerd bij elke herziening.
DO 2004200502428
DO 2004200502428
Question no 65 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 65 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres E´colo et Agalev consommaient des produits du « commerce e´quitable ».
Kabinetten en administraties. — « Fair trade »-aankopen. Naar aanleiding van de internationale week van de eerlijke handel (« Fair trade »), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de E´colo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.
1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ?
1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ?
2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ?
2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11010
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 février 2005, à la question no 65 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 februari 2005, op de vraag nr. 65 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
En réponse à votre question, je peux vous informer que le SPP Intégration sociale offre du « café équitable » lors de toutes les réunions de staff interne. En ce moment, aucun en-cas issus du commerce équitable n’est consommé.
In antwoord op uw vraag kan ik u melden dat op de POD Maatschappelijke Integratie « eerlijke koffie » geschonken wordt tijdens alle interne stafvergaderingen. Op dit moment worden nog geen snacks uit het eerlijke handelscircuit geconsumeerd.
Dans le cadre du remplacement des quelques machines à café destinées au personnel de l’administration, on analyse actuellement si elles peuvent être remplacées par des automates avec des « produits équitables ». Il s’agit d’automates à café et (éventuellement) à encas.
Naar aanleiding van de vervanging van enkele koffie-automaten op de administratie bestemd voor het personeel, wordt op dit moment nagegaan of deze vervangbaar zijn door automaten met « eerlijke producten ». Het betreft hier automaten voor koffie en (eventueel) snacks.
` l’avenir, j’espère pouvoir offrir une offre la plus A complète possible de produits du commerce équitable au personnel de l’administration.
Naar de toekomst toe streef ik ernaar om een zo volledig mogelijk aanbod van eerlijke handelsproducten te kunnen aanbieden aan het personeel van de administratie.
DO 2004200502899
DO 2004200502899
Question no 78 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 78 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard.
Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.
Au cours de la période 1997-1999, les pouvoirs publics flamands sont parvenus à réduire considérablement le montant des intérêts de retard à payer par les différents départements et services à gestion séparée. Dans cet intervalle, ces intérêts ont diminué de 4,8 à 1,4 millions d’euros, pour se stabiliser, en 2000 et 2001, aux alentours de 1,8 à 1,9 millions d’euros. En 2002, l’on a assisté à une rupture de tendance et les intérêts de retard se sont montés à 4,8 millions d’euros, essentiellement à cause d’un dossier non cloˆturé au département des Travaux publics et à la suite de l’introduction d’un nouveau système comptable. En 2003, on a pu réduire considérablement ce montant, notamment graˆce à la modification de la réglementation relative aux intérêts de retards dans le cadre des marchés publics. Cela a permis de limiter le montant des intérêts payés à 2,5 millions d’euros. En 2004, les intérêts de retard risquent de remonter d’environ 17 %. Les pouvoirs publics fédéraux devraient également
De Vlaamse overheid slaagde er in de periode 19971999 in om een neerwaartse trend te realiseren inzake de verwijlintresten bij de verschillende departementen en diensten met afzonderlijk beheer. In die periode daalden de betaalde verwijlintresten van 4,8 miljoen euro tot 1,4 miljoen euro. In 2000 en 2001 stabiliseerden de betaalde verwijlintresten rond een bedrag van 1,8 à 1,9 miljoen euro. In 2002 was er evenwel een trendbreuk en bedroegen de betaalde verwijlintresten 4,8 miljoen euro, voornamelijk door een aanslepend dossier bij Openbare Werken en de overschakeling naar een nieuw boekhoudsysteem. In 2003 kon men het hoge niveau van 2002 fors doen dalen, mede door de gewijzigde reglementering inzake de verwijlintresten bij overheidsopdrachten, en een daling realiseren tot 2,5 miljoen euro. In 2004 dreigt evenwel opnieuw een stijging met zo’n 17 %. Ook de federale overheid dient dergelijke onnodige uitgaven te vermijden. Het betalen van verwijlintresten betekent immers dat
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11011
faire le nécessaire pour éviter des dépenses superflues. En effet, le paiement d’intérêts de retard se fait au détriment des moyens budgétaires destinés à la poursuite des objectifs politiques. 1. Pourriez-vous me fournir un aperçu des intérêts de retard payés par les administrations et les autres institutions sous votre tutelle en 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ? 2. Qu’est-ce qui a conduit au paiement d’intérêts de retard ? 3. Le deuxième alinéa de la disposition légale 1-0107 du budget des dépenses 2004 stipule que les ministres ordonnateurs ou leurs délégués communiquent tous les trois mois à la Chambre des représentants et à la Cour des comptes une liste des dépenses qui, n’ayant pas été effectuées en 2003 à la suite de l’annulation des crédits y afférents, sont imputées au budget de 2004. Cette disposition légale figure également au budget général des dépenses 2005. a) Les administrations ressortissant à votre département ont-elles communiqué une telle liste ? b) Quel en est le contenu pour l’année budgétaire 2004 ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 février 2005, à la question no 78 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) : En réponse à la question posée, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre. 1. Le Service de staff Budget & Controˆle de Gestion du SPF Sécurité Sociale n’a pas payé d’intérêts de retard pour le SPP ces dernières années. 2. Cette question est sans réponse. 3. En 2004, chaque trimestre, le Service de staff Budget & Controˆle de Gestion du SPF Sécurité Sociale a envoyé au SPF Budget & Controˆle de Gestion et à la Cour des Comptes la liste des créances antérieures à l’année 2003, mais le SPP n’a pas été concerné par ce problème. En 2005, le problème est le même : le Service de staff Budget & Controˆle de Gestion tient à jour une liste des paiements antérieurs à 2004 et qui peuvent être imputés sur 2005.
budgettaire middelen worden afgewend van de beleidsdoelstellingen. 1. Kan u een overzicht geven van de verwijlintresten die in 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 werden uitbetaald bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ? 2. Wat zijn de oorzaken die hebben geleid tot het betalen van verwijlintresten ? 3. Het tweede lid van wetsbepaling 1-01-07 van de uitgavenbegroting 2004 bepaalt dat de ordonnancerende ministers of hun afgevaardigden elk trimester een lijst zouden overzenden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof van uitgaven die, aangezien ze niet betaald werden in de loop van 2003 wegens annulering van de kredieten, worden aangerekend op de begroting van 2004. Ook in 2005 is die wetsbepaling opgenomen in de algemene uitgavenbegroting. a) Hebben de administraties die onder uw toezicht staan een dergelijke lijst overgezonden ? b) Kan u een dergelijk overzicht verschaffen voor het begrotingsjaar 2004 ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 februari 2005, op de vraag nr. 78 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) : In antwoord op de gestelde vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. De Stafdienst Budget & Beheerscontrole van de FOD Sociale Zekerheid heeft geen verwijlintresten betaald voor de POD in de afgelopen jaren. 2. Deze vraag heeft geen antwoord. 3. In 2004 heeft de Stafdienst Budget & Beheerscontrole van de FOD Sociale Zekerheid elk trimester een lijst overgemaakt aan de FOD Budget & Beheerscontrole en het Rekenhof van schuldvorderingen voorafgaand aan 2003, maar het betrof in dit geval niet de POD. In 2005 is het probleem hetzelfde : de stafdienst Budget & Beheerscontrole actualiseert een lijst met schuldvorderingen voorafgaand aan 2004 die kunnen geı¨mputeerd worden op het krediet 2005.
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 88 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : SPF. — Plan stratégique. Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition
Vraag nr. 88 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : FOD’s. — Strategisch plan. Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11012
des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 88 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 88 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
La problématique du plan stratégique me semble plutoˆt un problème de forme qu’un problème de fond.
De problematiek van het strategisch plan lijkt mij veeleer een vormprobleem dan een inhoudelijk probleem.
Comme la Cour des comptes le mentionne d’ailleurs elle-même dans son rapport, les réactions des présidents à la Cour font mention du fait que les ministres rédigent des notes de politique générale et se basent pour ce faire sur les passages dans l’accord gouvernemental, qui ont trait aux compétences qui leur ont été confiées.
Zoals het Rekenhof zelf aanhaalt in zijn rapport, wordt er in de reacties van de voorzitters aan het Hof verwezen naar het feit dat de ministers algemene beleidsnota’s opstellen en zich hiervoor baseren op de passussen uit het regeerakkoord die betrekking hebben op de hun toegewezen bevoegdheden.
En effet, il est vrai que le cycle budgétaire prévoit que chaque ministre soumet sa note de politique générale à la Chambre des représentants où il explique la stratégie pour l’année budgétaire en question. Sur la base de cette note de politique générale le Comité de direction du SPF concerné se charge de l’exécution de cette stratégie et demande et justifie les crédits nécessaires à cette fin dans le projet de budget.
Het is inderdaad zo dat de budgettaire cyclus voorziet dat elke minister zijn algemene beleidsnota voorlegt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers waarin hij de voor het betrokken begrotingsjaar voorziene strategie toelicht. Het is op basis van die beleidsnota dat het directiecomité van de betrokken FOD de strategie uitvoert en de hiertoe benodigde kredieten aanvraagt en verantwoordt in het begrotingsontwerp.
Les notes de politique générale susmentionnées contiennent donc les grandes lignes de la stratégie de chaque ministre et ceci pour sa partie de l’accord gouvernemental, qui à son tour peut être considéré comme le document de stratégie pluriannuelle de toute l’équipe gouvernementale.
Voornoemde algemene beleidsnota’s bevatten dus in wezen de krachtlijnen van de strategie van elke minister en dit voor zijn aandeel in het regeerakkoord, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als het document dat de meerjarenstrategie van de ganse regeringsploeg omvat.
On pourrait recommander que chaque ministre, quand il entre en fonction, se conforme aussi de manière formelle à l’exigence de la rédaction d’un plan stratégique. Dans cette optique ce serait logique qu’il/ elle soumette ce plan stratégique au Conseil des ministres. Ce plan contiendrait les éléments stratégiques que chaque ministre se prépare à mettre en œuvre en exécution de l’accord gouvernemental. Ceci me semble aussi valable que de soumettre ce plan stratégique au Conseil stratégique du SPF.
Het kan aanbeveling verdienen dat elke minister zich ook vormelijk conformeert aan de vereiste van het opstellen van een strategisch plan kort na zijn ambtsaanstelling. En dan zou het in die optiek logisch zijn dat hij dit strategisch plan voorlegt aan de Ministerraad. Immers dat plan zou de strategische elementen bevatten die elke minister zinnens is te implementeren in uitvoering van het regeerakkoord. Dit lijkt mij minstens even zinvol als dat dit strategisch plan zou worden voorgelegd aan de Beleidsraad van de FOD.
Je tiens à vous signaler dans ce contexte que les ministres de la Fonction publique et des Affaires sociales et Santé publique ont rédigé un plan stratégique pour cette législature.
Ik kan er in dit verband op wijzen dat de ministers van Ambtenarenzaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor de lopende legislatuur een strategisch plan hebben opgesteld.
Mon prédécesseur a soumis son plan au Conseil des ministres, qui en a pris connaissance. Les notes de
Mijn voorgangster heeft haar plan voorgelegd aan de Ministerraad, die er kennis heeft van genomen. De
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11013
politique générale, que mon prédécesseur et moi-même avons rédigé dans le cadre du cycle budgétaire s’alignent parfaitement sur ce plan et reprennent les éléments stratégiques de la politique, qui pour l’année budgétaire concernée seront mis en exécution.
algemene, beleidsnota’s, die mijn voorgangster en ikzelf hebben opgesteld in het kader van de budgettaire cyclus sluiten naadloos aan op dit plan en hernemen de strategische elementen uit het beleid, die voor het betrokken begrotingsjaar daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd.
Je soumettrai la problématique des plans stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées et déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Ik zal de problematiek van de strategische plannen voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 89 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 89 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 89 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 89 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec mon collègue du Budget, je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met mijn collega van Begroting, kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux pose des problèmes de mise en œuvre, notamment en termes de coûts et de budget.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten stelt problemen inzake de uitvoering, ondermeer op het vlak van kosten en begroting.
Par ailleurs, la pleine mise en œuvre de dispositions réglementaires relatives à l’audit interne dans ces services publics présuppose celle de l’arrêté royal du 26 mai 2002 relatif au système de controˆle interne au sein des services publics fédéraux, et l’une et l’autre doivent aller de pair avec un assouplissement corrélatif de l’actuel controˆle administratif et budgétaire.
Bovendien vooronderstelt de volledige uitvoering van verordeningsbepalingen inzake de interne audit in die overheidsdiensten, de uitvoering van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 betreffende het intern controlesysteem binnen de federale overheidsdiensten en beide moeten gepaard gaan met een correlatieve versoepeling van de huidige administratieve en begrotingscontrole.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1391
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11014
Sous l’autorité des ministres de la Fonction publique et du Budget, les services compétents travaillent à mettre au point un système cohérent de controˆle interne et de controˆle administratif, budgétaire et de gestion, de nature à pouvoir être mis en place dans un contexte de restrictions budgétaires et dont l’audit interne représenterait l’élément final.
Onder het gezag van de ministers van Ambtenarenzaken en Begroting zijn de bevoegde diensten volop bezig met het uitwerken van een coherent systeem voor de interne controle en de administratieve, begrotingsen beheerscontrole, dat in een context van budgettaire restricties kan worden ingevoerd en waarvan de interne audit het sluitstuk zou worden.
Dans ce cadre, l’avant-projet d’un nouvel arrêté royal relatif à l’audit interne, appelé à remplacer l’arrêté royal du 2 octobre 2002, est actuellement en cours de finalisation.
In dat kader wordt de laatste hand gelegd aan het voorontwerp van een nieuw koninklijk besluit betreffende de interne audit om het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 te vervangen.
Dans le courant du printemps 2005, un avant-projet d’arrêté royal relatif au controˆle administratif, budgétaire et de gestion et cet avant-projet d’arrêté royal relatif à l’audit interne devraient être soumis au Conseil des ministres par les ministres compétents.
In het voorjaar van 2005 moeten een voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole en dat voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de interne audit door de bevoegde ministers aan de Ministerraad worden voorgelegd.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 90 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 90 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 90 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 90 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
Sous la présente législature, seuls deux SPF ont mis en place un conseil stratégique : le SPF Finances et le SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie.
Onder de huidige legislatuur hebben slechts twee federale overheidsdiensten een beleidsraad opgericht : de FOD Financie¨n en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
Cela indique, me semble-t-il, que la disposition concernée prise en 2000 au début de la réforme de la fonction publique fédérale, n’est pas apparue chez la plupart de mes collègues comme un élément indispensable de cette réforme.
Dit wijst er mijns inziens op dat de betrokken beschikking die in 2000 werd genomen bij de start van de hervorming van het openbaar ambt bij het merendeel van mijn collega’s niet wordt beschouwd als een onontbeerlijk onderdeel van die hervorming.
Ainsi il était prévu que le conseil stratégique serait entre autres le relais entre l’autorité politique et l’ad-
Zo was het voorzien dat de beleidsraad onder meer zou optreden als verbindingsorgaan tussen de politieke
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11015
ministration et serait chargé de la définition et de l’évaluation de la stratégie du SPF. Il me semble que ces missions peuvent tout aussi bien être prises en charge par le ministre lui-même en concertation avec son administration.
overheid en de administratie en ook zou instaan voor het vaststellen en evalueren van de strategie van de FOD. Het komt mij voor dat deze opdrachten in wezen even goed kunnen worden opgenomen door de minister zelf in samenspraak met zijn administratie.
Au cas où il serait nécessaire de faire appel à une expertise externe au service public fédéral concerné pour certains problèmes spécifiques, le ministre peut ` ce niveau, il n’est faire appel à des experts ad hoc. A donc pas absolument nécessaire de disposer d’un organe approprié et permanent.
Wanneer voor bepaalde specifieke problemen behoefte blijkt te bestaan aan expertise extern aan de betrokken federale overheidsdienst staat het de minister vrij om beroep te doen op experten ad hoc. Wat dit aspect betreft is er dus geen absolute noodzaak om daartoe over een gee¨igend, permanent orgaan te beschikken.
Néanmoins, ne voulant pas abandonner trop rapidement le concept d’un instrument d’avis externe de la stratégie d’un SPF, je soumettrai la problématique de l’installation des conseils stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Om toch ook niet al te vlug het concept van een extern adviesinstrument met betrekking tot de strategie van een FOD achterwege te laten zal ik de problematiek van het installeren van de beleidsraden voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503240
DO 2004200503240
Question no 91 de M. Filip De Man du 28 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 91 van de heer Filip De Man van 28 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Répartition des demandeurs d’asile entre les différentes communes.
Spreiding van asielzoekers over de gemeenten.
Les villes sont toujours confrontées à un afflux de demandeurs d’asile qui ont pourtant été assignés à d’autres communes conformément à la politique de répartition. Les demandeurs d’asile qui se trouvent dans la phase d’examen du bien-fondé de leur demande peuvent en effet s’établir librement sur le territoire.
De steden worden nog steeds geconfronteerd met een toestroom van asielzoekers die conform het spreidingsbeleid werden toegewezen aan andere gemeenten. Asielzoekers die zich in de gegrondheidsfase bevinden, mogen zich immers vrij vestigen op het grondgebied.
1. Pourriez-vous me donner un aperçu, ventilé par commune, du nombre de demandeurs d’asile (en phase d’examen du bien-fondé de leur demande) qui résidaient dans les différentes communes au 1er janvier 2005 ?
1. Kan u een overzicht geven, onderverdeeld per gemeente, hoeveel asielzoekers (die zich in de gegrondheidsfase bevinden) er op 1 januari 2005 in de verschillende gemeenten verbleven ?
2. a) Pourriez-vous donner un aperçu, ventilé par commune, du nombre de demandeurs d’asile (en phase d’examen du bien-fondé de leur demande) qui ont été pris en charge par les différentes communes au 1er janvier 2005 ?
2. a) Kan u een overzicht geven, onderverdeeld per gemeente, hoeveel asielzoekers (die zich in de gegrondheidsfase bevinden) de verschillende gemeenten op 1 januari 2005 ten laste namen ?
b) Parmi ces demandeurs d’asile, combien d’entre eux se trouvaient au 1er janvier 2005 dans une initiative locale d’accueil et combien d’entre eux ont reçu une aide financière ?
b) Hoeveel van deze asielzoekers bevonden zich op 1 januari 2005 in een lokaal opvanginitiatief en hoeveel van hen ontvingen financie¨le steun ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11016
3. Pourriez-vous rapprocher les données ci-dessus, c’est-à-dire me fournir un aperçu du nombre de demandeurs d’asile qui ne se trouvent pas dans la commune qui leur a été assignée, en ventilant par commune assignée et par commune de résidence effective ?
3. Kunnen voormelde gegevens reeds met elkaar worden gekoppeld, met andere woorden kan u reeds een overzicht geven van het aantal asielzoekers dat niet in de aan hen toegewezen gemeente is gevestigd en dit per toegewezen gemeente en de plaats waar ze effectief verblijven ?
4. Pourriez-vous me communiquer le nombre de CPAS qui ont subi des sanctions financières en 2004 parce qu’ils n’ont pas accompli suffisamment d’efforts pour loger les demandeurs d’asile dans leur propre commune ?
4. Kan u meedelen hoeveel en welke OCMW’s in 2004 financieel werden gestraft omdat ze onvoldoende moeite deden om asielzoekers te huisvesten in de eigen gemeente ?
5. Pourriez-vous me communiquer les quotas qui ont été attribués aux différentes communes, tels qu’ils sont appliqués depuis le 25 janvier 2005 conformément au nouvel arrêté royal du 14 décembre 2004 ?
5. Kan u de toegewezen quota meedelen van de verschillende gemeenten zoals deze vanaf 25 januari 2005 conform het nieuw koninklijk besluit van 14 december 2004, worden toegepast ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 91 de M. Filip De Man du 28 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 91 van de heer Filip De Man van 28 januari 2005 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (Service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (Dienst Parlementaire Vragen).
DO 2004200503253
DO 2004200503253
Question no 92 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 92 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail.
FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.
Les 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, lors du Conseil des ministres spécial, il a été décidé de réserver au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Le télétravail à domicile se heurtant toujours à une série d’obstacles pratiques et juridiques, il a été décidé d’élaborer pour les personnes concernées un cadre juridique clair, adapté aux réalités du travail à domicile et assorti des garanties requises en matière de protection du travail et de la vie privée. Les principaux écueils se situent dans le domaine des accidents du travail et du Règlement général pour la protection du travail (RGPT). Le gouvernement a convenu de se pencher sur un certain nombre de ces problèmes et de lancer une série de projets de télétravail au sein de l’administration.
Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen, aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.
1. a) Des projets pilotes de télétravail ont-ils été lancés en 2004 dans le(s) SPF et éventuellement dans le(s) SPP qui relève(nt) de votre compétence ?
1. a) Werden er in de FOD(’s) en eventueel POD(’s) die onder uw bevoegdheid valt of vallen in de loop van 2004 telewerkproefprojecten opgestart ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11017
b) Dans l’affirmative, quelle est la durée de ces projets et combien de travailleurs sont-ils concernés ?
b) Zo ja welke, wat is hun duurtijd en hoeveel werknemers waren hierbij telkens betrokken ?
c) Ces projets ont-ils déjà fait l’objet d’une évaluation ?
c) Werden deze projecten reeds gee¨valueerd ?
d) Des enseignements peuvent-ils déjà être tirés de ces premières expériences ?
d) Kunnen er uit de eerste ervaringen al conclusies worden getrokken ?
e) Une extension des projets pilotes est-elle envisagée ?
e) Wordt een uitbreiding van de proefprojecten overwogen ?
f) Dans la négative, pourquoi a-t-on décidé de ne pas mener de projet pilote ?
f) Zo neen, waarom werd besloten geen proefproject op te zetten ?
2. a) Des projets pilotes sont-ils en préparation pour cette année ?
2. a) Staan er in de loop van dit jaar dergelijke poefprojecten op stapel ?
b) Dans l’affirmative, lesquels et combien de travailleurs seront-ils concernés ?
b) Zo ja, welke en hoeveel werknemers zullen hierbij betrokken worden ?
3. Quelles fonctions entrent-elles en ligne de compte pour ces projets pilotes ?
3. Welke functies komen voor de proefprojecten in aanmerking ?
4. Dans quelle mesure les travailleurs faisant partie du groupe cible visé sont-ils disposés à participer aux projets pilotes ?
4. Bestaat er bij de werknemers die onder de beoogde doelgroep vallen een grote bereidheid om in dergelijke proefprojecten te stappen ?
5. De quelle manière et selon quels critères les personnes participant aux projets sont-elles sélectionnées ?
5. Op welke manier en aan de hand van welke criteria worden de proefpersonen geselecteerd ?
6. Pendant combien d’heures par semaine en moyenne les télétravailleurs travaillent-ils à domicile ?
6. Hoeveel uur per week presteren de telewerkers gemiddeld thuis ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 92 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 92 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.
Aucun projet de télétravail n’a débuté en 2004 auprès du Service public fédéral de programmation Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale.
Bij de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie zijn in de loop van 2004 geen telewerkproefprojecten opgestart.
Des projets de ce type ne sont pas prévus pour 2005. Le cadre juridique et d’autres questions pratiques devraient être élucidées avant de mettre un projet en place.
Er zijn ook geen projecten van deze aard in het vooruitzicht gesteld voor 2005. Het juridische kader en andere praktische vragen moeten worden toegelicht alvorens een project op te zetten.
En outre, un projet-pilote est en préparation au SPF P&O et le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale s’inscrira dans le cadre défini par le SPF P&O.
Bovendien is er een pilootproject in voorbereiding binnen de FOD P&O en zal de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie zich aansluiten in het door het FOD P&O vastgestelde kader.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11018
DO 2004200503270
DO 2004200503270
Question no 94 de Mme Hilde Dierickx du 1er février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : CPAS. — E´tudiants. — Interprétation de la circulaire.
Vraag nr. 94 van mevrouw Hilde Dierickx van 1 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
La loi du 2 avril 1965 sur la prise en charge du soutien accordé par les centres publics d’action sociale tend à éviter les conflits de compétence entre les CPAS en précisant quel CPAS sera compétent et dans quelle situation il le sera.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn probeert bevoegdheidsbetwistingen tussen OCMW’s te vermijden, door te bepalen welk OCMW in welke situatie bevoegd zal zijn.
La loi comporte un paragraphe relatif aux étudiants. L’article 2, § 6, de la loi précitée du 2 avril 1965 stipule que le CPAS qui prend un étudiant en charge est celui de la commune dans le registre de la population ou dans le registre des étrangers de laquelle l’étudiant est inscrit au moment de sa demande. Le CPAS reste compétent pour la durée ininterrompue des études.
Voor studenten staat er een aparte paragraaf ingeschreven. Artikel 2, § 6, van voornoemde wet van 2 april 1965 bepaalt dat het steunverlenend OCMW van een student datgene is van de gemeente waar de student, op het ogenblik van de aanvraag, zijn inschrijving als hoofdverblijfplaats heeft in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Dit OCMW blijft bevoegd voor de hele ononderbroken duur van de studie.
En pratique, il subsiste une incertitude sur l’interprétation des termes « au moment de la demande ».
In de praktijk is er onduidelijkheid over de interpretatie van de woorden « op het ogenblik van de aanvraag ».
La circulaire du 3 aouˆt 2004 relative au droit à l’intégration sociale des étudiants et au droit au revenu d’intégration donne lieu à diverses interprétations.
De omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende het recht op maatschappelijke integratie van studenten en het recht op een leefloon geeft enkele interpretaties.
Cette circulaire stipule qu’il n’est pas obligatoire que le CPAS ait octroyé une aide au moment de la demande d’aide. Il suffit que l’étudiant ait introduit une demande d’aide à la suite de laquelle le CPAS compétent en vertu de la règle spécifique de compétence pour les étudiants a accordé ou refusé l’aide.
Deze omzendbrief zegt dat het niet vereist is dat het OCMW op het ogenblik van de steunaanvraag effectief steun heeft toegekend. Het volstaat dat er een aanvraag van de student was waarna het OCMW dat bevoegd was op grond van de specifieke bevoegdheidsregel voor studenten ofwel steun toekende ofwel steun weigerde.
Exemple pratique : un étudiant introduit une demande de revenu d’intégration auprès du CPAS A qui n’est pas compétent. Ce CPAS communique au CPAS B, ou` réside l’étudiant, qu’une demande a été introduite mais qu’il n’est pas compétent.
Een praktijkvoorbeeld : een student vraagt het leefloon aan bij OCMW-A dat niet bevoegd is. Dit OCMW-A laat het bevoegde OCMW-B, waar de student zijn hoofdverblijfplaats heeft, weten dat er een aanvraag gekomen is, maar dat het niet bevoegd is.
La personne concernée ne se présente pas auprès du CPAS B mais va s’établir dans la commune A, commune ou` elle a introduit sa première demande avant d’avoir reçu une réponse positive ou négative du CPAS B. Un conflit de compétence entre les deux CPAS surgit donc.
De betrokkene gaat zich niet melden bij OCMB-B maar gaat zich intussen wel vestigen in de gemeente-A, de gemeente van zijn eerste aanvraag, voordat er een positief of negatief antwoord gekomen is van OCMW-B. Hierdoor ontstaat een bevoegdheidsconflict tussen beide OCMW’s.
Le CPAS B déclare que la demande valable est la première demande introduite alors auprès du CPAS non compétent et que ce dernier est à présent compétent pour le reste de la durée ininterrompue des études.
OCMW-B zegt dat de geldende aanvraag wel degelijk de eerste aanvraag was bij het toen niet bevoegde OCMW-A en dat dit laatste bevoegd blijft gedurende de hele ononderbroken duur van de studies.
Le CPAS A se déclare incompétent parce que l’étudiant résidait dans une autre commune « au moment de sa demande d’aide ».
OCMW-A verklaart zich onbevoegd omdat de student op het « ogenblik van de aanvraag » zijn hoofdverblijfplaats in een andere gemeente had.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
OCMW’s. — Studenten. — Interpretatie omzendbrief.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11019
1. a) La mention « au moment de la demande d’aide » pour une demande introduite auprès d’un CPAS qui n’est pas compétent tombe-t-elle sous la réglementation de l’article 2, § 6, de la loi du 2 avril 1965 ?
1. a) Valt het « ogenblik van aanvraag » bij een OCMW dat niet bevoegd is, onder de reglementering van artikel 2, § 6, van de wet van 2 april 1965 ?
b) Ou faut-il seulement interpréter la demande introduite auprès du CPAS compétent comme déterminant « le moment de la demande » ?
b) Of is enkel de aanvraag bij het bevoegd OCMW te interpreteren als het « ogenblik van de aanvraag » ?
2. a) Qu’advient-il si un CPAS omet de répondre jusqu’à ce que la personne concernée soit inscrite dans un autre CPAS, ce qui a pour effet qu’il cesse d’être compétent ?
2. a) Wat als een bevoegd OCMW wacht met een antwoord tot de betrokkene ingeschreven is in een ander OCMW, waardoor het niet meer bevoegd is ?
b) Quel CPAS sera alors compétent ?
b) Welk OCMW is dan bevoegd ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 février 2005, à la question no 94 de Mme Hilde Dierickx du 1er février 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 februari 2005, op de vraag nr. 94 van mevrouw Hilde Dierickx van 1 februari 2005 (N.) :
En réponse à ses deux questions, je peux communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.
In antwoord op haar beide vragen, kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
Pour diverses raisons, entre autres la promotion d’une meilleure répartition des charges financières des étudiants entre les CPAS et la volonté d’éviter des conflits de compétences entre certains centres publics d’action sociale, le législateur du 26 mai 2002 a opté pour une règle de compétence spécifique pour les étudiants.
Om meerdere redenen, waaronder de bevordering van een betere spreiding van de financie¨le lasten van de studenten onder de OCMW’s en het vermijden van bevoegdheidsconflicten tussen sommige openbare centra voor maatschappelijk welzijn, heeft de wetgever van 26 mei 2002 geopteerd voor een specifieke bevoegdheidsregel voor studenten.
Par dérogation à la règle générale de compétence, le CPAS compétent pour un étudiant est le centre public de la commune où cet étudiant est inscrit pour sa résidence principale au registre de la population ou des étrangers, au moment de sa demande d’aide. En d’autres termes, la situation administrative de l’étudiant à la date d’introduction de la demande est déterminante.
In afwijking van de algemene bevoegdheidsregel, is het bevoegd OCMW voor een student, het openbaar centrum van de gemeente waar deze student op het ogenblik van zijn steunaanvraag voor zijn hoofdverblijf is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Het is met andere woorden de administratieve situatie van de student op de dag van het indienen van de aanvraag die doorslaggevend is.
Il importe peu de savoir auprès de quel CPAS l’étudiant a introduit sa demande. Même si l’étudiant s’adresse à un autre CPAS, il n’y a qu’un seul CPAS territorialement compétent et pour les étudiants il s’agit du CPAS de la commune d’inscription au moment de la demande d’aide. Lorsqu’une demande est introduite auprès d’un CPAS non compétent, celuici est d’ailleurs tenu de transmettre le dossier au CPAS qu’il estime compétent et d’en aviser le demandeur dans les cinq jours calendrier.
Bij welk OCMW de student zijn aanvraag heeft ingediend, doet niets ter zake. Ook al richt de student zich tot een ander OCMW, er is maar één enkel territoriaal bevoegd OCMW en dat is ten aanzien van studenten het OCMW van de gemeente van inschrijving op het moment van de steunaanvraag. Wanneer een aanvraag wordt ingediend bij een onbevoegd OCMW, heeft dit laatste trouwens de plicht om het dossier over te maken aan het volgens hem bevoegd OCMW en de aanvrager hiervan te verwittigen binnen vijf kalenderdagen.
Dans l’exemple pratique de l’honorable membre, le CPAS B est donc incontestablement le centre compétent, même si l’intéressé s’était erronément adressé au CPAS A, et ce pour toute la durée ininterrompue des études.
In het praktijkvoorbeeld van het geachte lid is OCMW-B derhalve onbetwistbaar het bevoegd centrum, ook al zou betrokkene zich verkeerdelijk tot OCMW-A gericht hebben, en dit voor de hele ononderbroken duur van de studie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11020
Politique des grandes villes
Grootstedenbeleid
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 31 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 31 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 31 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 31 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
La problématique du plan stratégique me semble plutoˆt un problème de forme qu’un problème de fond.
De problematiek van het strategisch plan lijkt mij veeleer een vormprobleem dan een inhoudelijk probleem.
Comme la Cour des comptes le mentionne d’ailleurs elle-même dans son rapport, les réactions des présidents à la Cour font mention du fait que les ministres rédigent des notes de politique générale et se basent pour ce faire sur les passages dans l’accord gouvernemental, qui ont trait aux compétences qui leur ont été confiées.
Zoals het Rekenhof zelf aanhaalt in zijn rapport, wordt er in de reacties van de voorzitters aan het Hof verwezen naar het feit dat de ministers algemene beleidsnota’s opstellen en zich hiervoor baseren op de passussen uit het regeerakkoord die betrekking hebben op de hun toegewezen bevoegdheden.
En effet, il est vrai que le cycle budgétaire prévoit que chaque ministre soumet sa note de politique générale à la Chambre des représentants où il explique la stratégie pour l’année budgétaire en question. Sur la base de cette note de politique générale le comité de direction du SPF concerné se charge de l’exécution de cette stratégie et demande et justifie les crédits nécessaires à cette fin dans le projet de budget.
Het is inderdaad zo dat de budgettaire cyclus voorziet dat elke minister zijn algemene beleidsnota voorlegt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers waarin hij de voor het betrokken begrotingsjaar voorziene strategie toelicht. Het is op basis van die beleidsnota dat het directiecomité van de betrokken FOD de strategie uitvoert en de hiertoe benodigde kredieten aanvraagt en verantwoordt in het begrotingsontwerp.
Les notes de politique générale susmentionnées contiennent donc les grandes lignes de la stratégie de chaque ministre et ceci pour sa partie de l’accord gouvernemental, qui à son tour peut être considéré comme le document de stratégie pluriannuelle de toute l’équipe gouvernementale.
Voornoemde algemene beleidsnota’s bevatten dus in wezen de krachtlijnen van de strategie van elke minister en dit voor zijn aandeel in het regeerakkoord, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als het document dat de meerjarenstrategie van de hele regeringsploeg omvat.
On pourrait recommander que chaque ministre, quand il entre en fonction, se conforme aussi de
Het kan aanbeveling verdienen dat elke minister zich ook vormelijk conformeert aan de vereiste van het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11021
manière formelle à l’exigence de la rédaction d’un plan stratégique. Dans cette optique ce serait logique qu’il/ elle soumette ce plan stratégique au Conseil des ministres. Ce plan contiendrait les éléments stratégiques que chaque ministre se prépare à mettre en œuvre en exécution de l’accord gouvernemental. Ceci me semble aussi valable que de soumettre ce plan stratégique au Conseil stratégique du SPF.
opstellen van een strategisch plan kort na zijn ambtsaanstelling. En dan zou het in die optiek logisch zijn dat hij dit strategisch plan voorlegt aan de Ministerraad. Immers dat plan zou de strategische elementen bevatten die elke minister zinnens is te implementeren in uitvoering van het regeerakkoord. Dit lijkt mij minstens even zinvol als dat dit strategisch plan zou worden voorgelegd aan de Beleidsraad van de FOD.
Je tiens à vous signaler dans ce contexte que les ministres de la Fonction publique et des Affaires sociales et Santé publique ont rédigé un plan stratégique pour cette législature.
Ik kan er in dit verband op wijzen dat de ministers van Ambtenarenzaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor de lopende legislatuur een strategisch plan hebben opgesteld.
Mon prédécesseur a soumis son plan au Conseil des ministres, qui en a pris connaissance. Les notes de politique générale, que mon prédécesseur et moi-même avons rédigé dans le cadre du cycle budgétaire s’alignent parfaitement sur ce plan et reprennent les éléments stratégiques de la politique, qui pour l’année budgétaire concernée seront mis en exécution.
Mijn voorgangster heeft haar plan voorgelegd aan de Ministerraad, die er kennis heeft van genomen. De algemene beleidsnota’s, die mijn voorgangster en ikzelf hebben opgesteld in het kader van de budgettaire cyclus sluiten naadloos aan op dit plan en hernemen de strategische elementen uit het beleid, die voor het betrokken begrotingsjaar daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd.
Je soumettrai la problématique des plans stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées et déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Ik zal de problematiek van de strategische plannen voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 32 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 32 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 32 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 32 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec mon collègue du Budget, je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met mijn collega van Begroting, kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1392
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11022
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux pose des problèmes de mise en œuvre, notamment en termes de coûts et de budget.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten stelt problemen inzake de uitvoering, ondermeer op het vlak van kosten en begroting.
Par ailleurs, la pleine mise en œuvre de dispositions réglementaires relatives à l’audit interne dans ces services publics présuppose celle de l’arrêté royal du 26 mai 2002 relatif au système de controˆle interne au sein des services publics fédéraux, et l’une et l’autre doivent aller de pair avec un assouplissement corrélatif de l’actuel controˆle administratif et budgétaire.
Bovendien vooronderstelt de volledige uitvoering van verordeningsbepalingen inzake de interne audit in die overheidsdiensten, de uitvoering van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 betreffende het intern controlesysteem binnen de federale overheidsdiensten en beide moeten gepaard gaan met een correlatieve versoepeling van de huidige administratieve en begrotingscontrole.
Sous l’autorité des ministres de la Fonction publique et du Budget, les services compétents travaillent à mettre au point un système cohérent de controˆle interne et de controˆle administratif, budgétaire et de gestion, de nature à pouvoir être mis en place dans un contexte de restrictions budgétaires et dont l’audit interne représenterait l’élément final.
Onder het gezag van de ministers van Ambtenarenzaken en Begroting zijn de bevoegde diensten volop bezig met het uitwerken van een coherent systeem voor de interne controle en de administratieve, begrotingsen beheerscontrole, dat in een context van budgettaire restricties kan worden ingevoerd en waarvan de interne audit het sluitstuk zou worden.
Dans ce cadre, l’avant-projet d’un nouvel arrêté royal relatif à l’audit interne, appelé à remplacer l’arrêté royal du 2 octobre 2002, est actuellement en cours de finalisation.
In dat kader wordt de laatste hand gelegd aan het voorontwerp van een nieuw koninklijk besluit betreffende de interne audit om het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 te vervangen.
Dans le courant du printemps 2005, un avant-projet d’arrêté royal relatif au controˆle administratif, budgétaire et de gestion et cet avant-projet d’arrêté royal relatif à l’audit interne devraient être soumis au Conseil des ministres par les ministres compétents.
In het voorjaar van 2005 moeten een voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole en dat voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de interne audit door de bevoegde ministers aan de Ministerraad worden voorgelegd.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 33 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 33 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 33 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 33 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11023
Sous la présente législature, seuls deux SPF ont mis en place un conseil stratégique : le SPF Finances et le SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie.
Onder de huidige legislatuur hebben slechts twee federale overheidsdiensten een beleidsraad opgericht ; de FOD Financie¨n en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
Cela indique, me semble-t-il, que la disposition concernée prise en 2000 au début de la réforme de la fonction publique fédérale, n’est pas apparue chez la plupart de mes collègues comme un élément indispensable de cette réforme.
Dit wijst er mijns inziens op dat de betrokken beschikking die in 2000 werd genomen bij de start van de hervorming van het openbaar ambt bij het merendeel van mijn collega’s niet wordt beschouwd als een onontbeerlijk onderdeel van die hervorming.
Ainsi il était prévu que le conseil stratégique serait entre autres le relais entre l’autorité politique et l’administration et serait chargé de la définition et de l’évaluation de la stratégie du SPF. Il me semble que ces missions peuvent tout aussi bien être prises en charge par le ministre lui-même en concertation avec son administration.
Zo was het voorzien dat de beleidsraad onder meer zou optreden als verbindingsorgaan tussen de politieke overheid en de administratie en ook zou instaan voor het vaststellen en evalueren van de strategie van de FOD. Het komt mij voor dat deze opdrachten in wezen even goed kunnen worden opgenomen door de minister zelf in samenspraak met zijn administratie.
Au cas où il serait nécessaire de faire appel à une expertise externe au service public fédéral concerné pour certains problèmes spécifiques, le ministre peut ` ce niveau, il n’est faire appel à des experts ad hoc. A donc pas absolument nécessaire de disposer d’un organe approprié et permanent.
Wanneer voor bepaalde specifieke problemen behoefte blijkt te bestaan aan expertise extern aan de betrokken federale overheidsdienst staat het de minister vrij om beroep te doen op experten ad hoc. Wat dit aspect betreft is er dus geen absolute noodzaak om daartoe over een gee¨igend, permanent orgaan te beschikken.
Néanmoins, ne voulant pas abandonner trop rapidement le concept d’un instrument d’avis externe de la stratégie d’un SPF, je soumettrai la problématique de l’installation des conseils stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Om toch ook niet al te vlug het concept van een extern adviesinstrument met betrekking tot de strategie van een FOD achterwege te laten zal ik de problematiek van het installeren van de beleidsraden voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503253
DO 2004200503253
Question no 34 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail.
FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.
Les 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, lors du Conseil des ministres spécial, il a été décidé de réserver au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Le télétravail à domicile se heurtant toujours à une série d’obstacles pratiques et juridiques, il a été décidé d’élaborer pour les personnes concernées un cadre juridique clair, adapté aux réalités du travail à domicile et assorti des garanties requises en matière de protection du travail et de la vie privée. Les principaux écueils se situent dans le domaine des accidents du travail et du Règlement Général pour la Protection du Travail (RGPT). Le gouvernement a convenu de se pencher sur un certain nombre de ces
Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen, aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11024
problèmes et de lancer une série de projets de télétravail au sein de l’administration.
een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.
1. a) Des projets pilotes de télétravail ont-ils été lancés en 2004 dans le(s) SPF et éventuellement dans le(s) SPP qui relève(nt) de votre compétence ?
1. a) Werden er in de FOD(’s) en eventueel POD(’s) die onder uw bevoegdheid valt of vallen in de loop van 2004 telewerkproefprojecten opgestart ?
b) Dans l’affirmative, quelle est la durée de ces projets et combien de travailleurs sont-ils concernés ?
b) Zo ja welke, wat is hun duurtijd en hoeveel werknemers waren hierbij telkens betrokken ?
c) Ces projets ont-ils déjà fait l’objet d’une évaluation ?
c) Werden deze projecten reeds gee¨valueerd ?
d) Des enseignements peuvent-ils déjà être tirés de ces premières expériences ?
d) Kunnen er uit de eerste ervaringen al conclusies worden getrokken ?
e) Une extension des projets pilotes est-elle envisagée ?
e) Wordt een uitbreiding van de proefprojecten overwogen ?
f) Dans la négative, pourquoi a-t-on décidé de ne pas mener de projet pilote ?
f) Zo neen, waarom werd besloten geen proefproject op te zetten ?
2. a) Des projets pilotes sont-ils en préparation pour cette année ?
2. a) Staan er in de loop van dit jaar dergelijke poefprojecten op stapel ?
b) Dans l’affirmative, lesquels et combien de travailleurs seront-ils concernés ?
b) Zo ja, welke en hoeveel werknemers zullen hierbij betrokken worden ?
3. Quelles fonctions entrent-elles en ligne de compte pour ces projets pilotes ?
3. Welke functies komen voor de proefprojecten in aanmerking ?
4. Dans quelle mesure les travailleurs faisant partie du groupe cible visé sont-ils disposés à participer aux projets pilotes ?
4. Bestaat er bij de werknemers die onder de beoogde doelgroep vallen een grote bereidheid om in dergelijke proefprojecten te stappen ?
5. De quelle manière et selon quels critères les personnes participant aux projets sont-elles sélectionnées ?
5. Op welke manier en aan de hand van welke criteria worden de proefpersonen geselecteerd ?
6. Pendant combien d’heures par semaine en moyenne les télétravailleurs travaillent-ils à domicile ?
6. Hoeveel uur per week presteren de telewerkers gemiddeld thuis ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 34 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.
Aucun projet de télétravail n’a débuté en 2004 auprès du Service public fédéral de programmation Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale.
Bij de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie zijn in de loop van 2004 geen telewerkproefprojecten opgestart.
Des projets de ce type ne sont pas prévus pour 2005. Le cadre juridique et d’autres questions pratiques devraient être élucidées avant de mettre un projet en place.
Er zijn ook geen projecten van deze aard gepland voor 2005. Het juridische kader en andere praktische vragen moeten worden toegelicht alvorens een project op te zetten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11025
En outre, un projet-pilote est en préparation au SPF P&O et le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale s’inscrira dans le cadre défini par le SPF P&O.
Bovendien is er een pilootproject in voorbereiding binnen de FOD P&O en zal de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie zich aansluiten in het door het FOD P&O vastgestelde kader.
E´galité des chances
Gelijke Kansen
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 46 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 46 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
La problématique du plan stratégique me semble plutoˆt un problème de forme qu’un problème de fond.
De problematiek van het strategisch plan lijkt mij veeleer een vormprobleem dan een inhoudelijk probleem.
Comme la Cour des comptes le mentionne d’ailleurs elle-même dans son rapport, les réactions des présidents à la Cour font mention du fait que les ministres rédigent des notes de politique générale et se basent pour ce faire sur les passages dans l’accord gouvernemental, qui ont trait aux compétences qui leur ont été confiées.
Zoals het Rekenhof zelf aanhaalt in zijn rapport, wordt er in de reacties van de voorzitters aan het Hof verwezen naar het feit dat de ministers algemene beleidsnota’s opstellen en zich hiervoor baseren op de passussen uit het regeerakkoord die betrekking hebben op de hun toegewezen bevoegdheden.
En effet, il est vrai que le cycle budgétaire prévoit que chaque ministre soumet sa note de politique générale à la Chambre des représentants où il explique la stratégie pour l’année budgétaire en question. Sur la base de cette note de politique générale le comité de direction du SPF concerné se charge de l’exécution de cette stratégie et demande et justifie les crédits nécessaires à cette fin dans le projet de budget.
Het is inderdaad zo dat de budgettaire cyclus voorziet dat elke minister zijn algemene beleidsnota voorlegt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers waarin hij de voor het betrokken begrotingsjaar voorziene strategie toelicht. Het is op basis van die beleidsnota dat het directiecomité van de betrokken FOD de strategie uitvoert en de hiertoe benodigde kredieten aanvraagt en verantwoordt in het begrotingsontwerp.
Les notes de politique générale susmentionnées contiennent donc les grandes lignes de la stratégie de
Voornoemde algemene beleidsnota’s bevatten dus in wezen de krachtlijnen van de strategie van elke
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11026
chaque ministre et ceci pour sa partie de l’accord gouvernemental, qui à son tour peut être considéré comme le document de stratégie pluriannuelle de toute l’équipe gouvernementale.
minister en dit voor zijn aandeel in het regeerakkoord, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als het document dat de meerjarenstrategie van de ganse regeringsploeg omvat.
On pourrait recommander que chaque ministre, quand il entre en fonction, se conforme aussi de manière formelle à l’exigence de la rédaction d’un plan stratégique. Dans cette optique ce serait logique qu’il/ elle soumette ce plan stratégique au Conseil des ministres. Ce plan contiendrait les éléments stratégiques que chaque ministre se prépare à mettre en œuvre en exécution de l’accord gouvernemental. Ceci me semble aussi valable que de soumettre ce plan stratégique au Conseil stratégique du SPF.
Het kan aanbeveling verdienen dat elke minister zich ook vormelijk conformeert aan de vereiste van het opstellen van een strategisch plan kort na zijn ambtsaanstelling. En dan zou het in die optiek logisch zijn dat hij dit strategisch plan voorlegt aan de Ministerraad. Immers dat plan zou de strategische elementen bevatten die elke minister zinnens is te implementeren in uitvoering van het regeerakkoord. Dit lijkt mij minstens even zinvol als dat dit strategisch plan zou worden voorgelegd aan de Beleidsraad van de FOD.
Je tiens à vous signaler dans ce contexte que les ministres de la Fonction publique et des Affaires sociales et Santé publique ont rédigé un plan stratégique pour cette législature.
Ik kan er in dit verband op wijzen dat de ministers van Ambtenarenzaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor de lopende legislatuur een strategisch plan hebben opgesteld.
Mon prédécesseur a soumis son plan au Conseil des ministres, qui en a pris connaissance.
Mijn voorgangster heeft haar plan voorgelegd aan de Ministerraad, die er kennis heeft van genomen.
Les notes de politique générale, que mon prédécesseur et moi-même avons rédigé dans le cadre du cycle budgétaire s’alignent parfaitement sur ce plan et reprennent les éléments stratégiques de la politique, qui pour l’année budgétaire concernée seront mis en exécution.
De algemene beleidsnota’s, die mijn voorgangster en ikzelf hebben opgesteld in het kader van de budgettaire cyclus sluiten naadloos aan op dit plan en hernemen de strategische elementen uit het beleid, die voor het betrokken begrotingsjaar daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd.
Je soumettrai la problématique des plans stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées et déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Ik zal de problematiek van de strategische plannen voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 47 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11027
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 47 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
En concertation avec mon collègue du Budget, je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
In samenspraak met mijn collega van Begroting, kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux pose des problèmes de mise en œuvre, notamment en termes de coûts et de budget.
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten stelt problemen inzake de uitvoering, ondermeer op het vlak van kosten en begroting.
Par ailleurs, la pleine mise en œuvre de dispositions réglementaires relatives à l’audit interne dans ces services publics présuppose celle de l’arrêté royal du 26 mai 2002 relatif au système de controˆle interne au sein des services publics fédéraux, et l’une et l’autre doivent aller de pair avec un assouplissement corrélatif de l’actuel controˆle administratif et budgétaire.
Bovendien vooronderstelt de volledige uitvoering van verordeningsbepalingen inzake de interne audit in die overheidsdiensten, de uitvoering van het koninklijk besluit van 26 mei 2002 betreffende het Intern controlesysteem binnen de federale overheidsdiensten en beide moeten gepaard gaan met een correlatieve versoepeling van de huidige administratieve en begrotingscontrole.
Sous l’autorité des ministres de la Fonction publique et du Budget, les services compétents travaillent à mettre au point un système cohérent de controˆle interne et de controˆle administratif, budgétaire et de gestion, de nature à pouvoir être mis en place dans un contexte de restrictions budgétaires et dont l’audit interne représenterait l’élément final.
Onder het gezag van de ministers van Ambtenarenzaken en Begroting zijn de bevoegde diensten volop bezig met het uitwerken van een coherent systeem voor de interne controle en de administratieve, begrotingsen beheerscontrole, dat in een context van budgettaire restricties kan worden ingevoerd en waarvan de interne audit het sluitstuk zou worden.
Dans ce cadre, l’avant-projet d’un nouvel arrêté royal relatif à l’audit interne, appelé à remplacer l’arrêté royal du 2 octobre 2002, est actuellement en cours de finalisation.
In dat kader wordt de laatste hand gelegd aan het voorontwerp van een nieuw koninklijk besluit betreffende de interne audit om het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 te vervangen.
Dans le courant du printemps 2005, un avant-projet d’arrêté royal relatif au controˆle administratif, budgétaire et de gestion et cet avant-projet d’arrêté royal relatif à l’audit interne devraient être soumis au Conseil des ministres par les ministres compétents.
In het voorjaar van 2005 moeten een voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole en dat voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de interne audit door de bevoegde ministers aan de Ministerraad worden voorgelegd.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 48 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 48 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11028
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 février 2005, à la question no 48 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) : En concertation avec le premier ministre je puis communiquer à l’honorable membre les éléments de réponse suivants. Sous la présente législature, seuls deux SPF ont mis en place un conseil stratégique : le SPF Finances et le SPF E´conomie, PME, Classes Moyennes et E´nergie. Cela indique, me semble-t-il, que la disposition concernée prise en 2000 au début de la réforme de la fonction publique fédérale, n’est pas apparue chez la plupart de mes collègues comme un élément indispensable de cette réforme. Ainsi il était prévu que le Conseil stratégique serait entre autres le relais entre l’autorité politique et l’administration et serait chargé de la définition et de l’évaluation de la stratégie du SPF. Il me semble que ces missions peuvent tout aussi bien être prises en charge par le ministre lui-même en concertation avec son administration. Au cas où il serait nécessaire de faire appel à une expertise externe au service public fédéral concerné pour certains problèmes spécifiques, le ministre peut ` ce niveau, il n’est faire appel à des experts ad hoc. A donc pas absolument nécessaire de disposer d’un organe approprié et permanent. Néanmoins, ne voulant pas abandonner trop rapidement le concept d’un instrument d’avis externe de la stratégie d’un SPF, je soumettrai la problématique de l’installation des conseils stratégiques à mes collègues au Conseil des ministres afin de connaıˆtre leur point de vue sur les considérations susmentionnées déterminer en concertation une ligne de conduite commune.
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 februari 2005, op de vraag nr. 48 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) : In samenspraak met de eerste minister kan ik de volgende elementen van antwoord aan het geachte lid verstrekken. Onder de huidige legislatuur hebben slechts twee federale overheidsdiensten een Beleidsraad opgericht : de FOD Financie¨n en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Dit wijst er mijns inziens op dat de betrokken beschikking die in 2000 werd genomen bij de start van de hervorming van het openbaar ambt bij het merendeel van mijn collega’s niet wordt beschouwd als een onontbeerlijk onderdeel van die hervorming. Zo was het voorzien dat de Beleidsraad ondermeer zou optreden als verbindingsorgaan tussen de politieke overheid en de administratie en ook zou instaan voor het vaststellen en evalueren van de strategie van de FOD. Het komt mij voor dat deze opdrachten in wezen even goed kunnen worden opgenomen door de minister zelf in samenspraak met zijn administratie. Wanneer voor bepaalde specifieke problemen behoefte blijkt te bestaan aan expertise extern aan de betrokken federale overheidsdienst staat het de minister vrij om beroep te doen op experten ad hoc. Wat dit aspect betreft is er dus geen absolute noodzaak om daartoe over een gee¨igend, permanent orgaan te beschikken. Om toch ook niet al te vlug het concept van een extern adviesinstrument met betrekking tot de strategie van een FOD achterwege te laten zal ik de problematiek van het installeren van de beleidsraden voorleggen aan mijn collega’s in de Ministerraad om hun visie te kennen over de hiervoor aangehaalde overwegingen en om in overleg een gezamenlijke gedragslijn te bepalen.
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2003200432363
DO 2003200432363
Question no 153 de Mme Nathalie Muylle du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 153 van mevrouw Nathalie Muylle van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit : NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare. Bij het opstappen van de treinen op het perron in het station Roeselare is de afstand tussen het perron en de
SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers. Le voyageur qui souhaite monter dans le train en gare de Roulers doit enjamber un espace de 30 cm au
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11029
moins entre le bord du quai et la première marche du train. Dans d’autres gares par contre, le quai arrive en général au niveau de la première marche du train. Il s’agit là d’un grave problème non seulement pour les personnes à mobilité réduite, mais également pour les personnes aˆgées et les enfants, qu’il faut souvent littéralement hisser à bord du train. Le problème n’est pas lié à un type de train en particulier; il se pose en effet pour tous les types de trains. 1. La SNCB est-elle au courant du problème ?
eerste trede van de trein minstens 30 centimeter, terwijl in andere stations het perron vaak op gelijke hoogte komt met de eerste trede van de trein. Dit betekent niet alleen een groot probleem voor mensen met een beperkte mobiliteit, maar ook voor ouderen en kinderen die vaak de trein opgetrokken moeten worden. Het is duidelijk dat het niet ligt aan een bepaald type trein want het probleem doet zich voor bij alle treinen. 1. Is dit probleem gekend bij de NMBS ?
2. a) La SNCB a-t-elle l’intention de remédier à cette situation à court terme, dans le cadre de son programme visant à améliorer l’accessibilité des gares ?
2. a) Heeft de NMBS op korte termijn plannen om dit euvel op te lossen in het kader van haar programma met betrekking tot een betere toegankelijkheid van haar stations ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures la SNCB envisage-t-elle de prendre à cet effet ?
b) Zo ja, welke maatregelen stelt de NMBS hiervoor in het vooruitzicht ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 24 février 2005, à la question no 153 de Mme Nathalie Muylle du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 24 februari 2005, op de vraag nr. 153 van mevrouw Nathalie Muylle van 7 oktober 2004 (N.) :
J’attire l’attention de l’honnorable membre sur le fait que cette question relève de la compétence de ministre Vande Lanotte. (Question no 449 du 24 février 2005.)
Ik wil het geachte lid wijzen op het feit dat deze vraag tot de bevoegdheid van minister Vande Lanotte behoort. (Vraag nr. 449 van 24 februari 2005.)
La gare de Roulers fait partie des 93 gares pour lesquelles la SNCB s’efforce d’offrir une solution optimale pour les personnes à mobilité réduite : accessibilité du baˆtiment de la gare et des quais et rampe d’accès mobile pour monter à bord des train.
Het station van Roeselare maakt deel uit van de 93 stations waar de NMBS ernaar streeft om een totaaloplossing aan te bieden voor de mindervaliden : toegankelijkheid stationsgebouw, bereikbare perrons, mobiele oprijhelling om in de trein te geraken.
Toutefois, la gare de Roulers est déjà équipée partiellement d’ascenseurs et d’escaliers roulants et dispose d’une rampe d’accès mobile. Il est prévu, à terme en fonction des moyens financiers, de compléter cet équipement et de rehausser les quais.
Het station van Roeselare is echter reeds gedeeltelijk uitgerust met liften en roltrappen en beschikt over een mobiele helling. Het is voorzien, op termijn in functie van de budgettaire mogelijkheden, om deze uitrusting te vervolledigen en de perrons te verhogen.
DO 2004200502614
DO 2004200502614
Question no 170 de M. Servais Verherstraeten du 9 novembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 170 van de heer Servais Verherstraeten van 9 november 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Exécution des déchéances du droit de conduire. — Test psychologique comme condition de levée de la déchéance.
Uitvoering rijverboden waarbij een psychologische test als voorwaarde geldt om het rijverbod op te heffen.
En vertu de la nouvelle loi sur la police, de nombreuses déchéances du droit de conduire risquent d’être prescrites depuis longtemps avant que les automobilistes condamnés se voient restituer leur permis de conduire car ils doivent attendre trop longtemps avant de passer les tests psychologiques requis.
Ingevolge de nieuwe politiewet dreigen vele rijverboden reeds geruime tijd verstreken te zijn alvorens veroordeelde hun rijbewijs terug ter beschikking krijgen vermits men al te lang moet wachten om de nodige psychologische tests af te leggen.
Le ministre précédent de la Mobilité avait fait notamment référence aux Régions qui auraient duˆ
De vorige minister van Mobiliteit verwees onder meer naar de gewesten die maar beter hadden moeten
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1393
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11030
anticiper le « projet de loi Sécurité routière » et avait parlé d’examiner s’il ne serait pas possible d’accélérer la transmission par le SPF Mobilité aux intéressés.
anticiperen bij het « wetsontwerp verkeersveiligheid » en sprak van te onderzoeken of een snellere verzending vanuit FOD Mobiliteit naar de betrokkene te laten plaatsvinden.
1. Quelles initiatives avez-vous prises entre-temps pour tenter de résoudre ce problème ?
1. Welke initiativen werden er ondertussen genomen om aan de bestaande problematiek een antwoord te bieden ?
2. Comment pensez-vous pouvoir le résoudre de manière définitive ?
2. Welke inzichten heeft u om een definitief antwoord te geven aan deze problemen ?
3. a) Est-il exact que, désormais, les permis de conduire sont retirés plus tard, soit juste avant que les intéressés doivent subir les tests psychologiques requis ?
3. a) Klopt het dat de rijbewijzen nu later worden opgevraagd, namelijk vlak voor betrokkenen de nodige psychologische tests dienen te ondergaan ?
b) Quels délais s’écoulent entre la date du jugement définitif et le retrait du permis de conduire ?
b) Over welke termijnen spreken we dan tussen datum van definitieve uitspraak en intrekken van het rijbewijs ?
c) Les délais qui s’écoulent entre les faits, le prononcé du jugement et l’exécution des peines ne sont-ils alors pas trop longs ?
c) Zijn de termijnen dan niet te lang tussen de feiten, de uitspraak en de strafuitvoering ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 24 février 2005, à la question no 170 de M. Servais Verherstraeten du 9 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 24 februari 2005, op de vraag nr. 170 van de heer Servais Verherstraeten van 9 november 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de répondre ce qui suit à l’honorable membre, conformément à ma réponse à sa question quasi identique en commission du 4 octobre 2004.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden, overeenkomstig mijn antwoord van op zijn bijna identieke vraag in commissie van 4 oktober 2004.
1. Les initiatives suivantes ont d’ores et déjà été prises après les informations fournies à ce sujet par mon prédécesseur à l’honorable membre.
1. Na de eerdere door mijn voorganger aan het geachte lid hierover verstrekte inlichtingen werden al de volgende initiatieven genomen.
Les organismes régionaux chargés des examens psychologiques ont déjà été largement interrogés par mon administration quant aux possibilités d’organiser, là où c’est nécessaire, davantage d’examens en vue de restreindre les listes d’attente.
De gewestelijke, voor de psychologische onderzoeken bevoegde, instellingen werden reeds uitgebreid door mijn bestuur bevraagd over de mogelijkheden om, waar nodig, meer onderzoeken te organiseren met het oog op het beperken van de wachtlijsten.
Il en ressort que l’augmentation s’est essentiellement manifestée dans le Brabant flamand, à Anvers et en Flandre orientale. C’est la raison pour laquelle le VDAB a engagé dans l’intervalle cinq psychologues supplémentaires à plein temps, ce que j’estime louable.
Daaruit blijkt dat de stijging zich vooral voordeed in Vlaams-Brabant, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Daarvoor heeft de VDAB inmiddels vijf bijkomende voltijdse psychologen in dienst genomen, wat ik lovenswaardig vind.
En outre, un groupe de travail composé de ces trois services régionaux a été créé en vue de la recherche proactive d’une solution plus définitive. Par ailleurs, il convient de tenir compte en permanence tant de la bonne accessibilité des services pour le citoyen que de la nécessité, notamment via une décentralisation, d’un personnel spécialisé et, naturellement, des limites au niveau des moyens humains, financiers et matériels.
Er werd bovendien een werkgroep opgericht met die drie gewestelijke diensten om pro-actief een definitievere oplossing te zoeken. Daarbij dient steeds rekening gehouden te worden met zowel de goede toegankelijkheid van de diensten voor de burger, als met de noodzaak, via een decentralisatie, van gespecialiseerd personeel en met, uiteraard, de beperkingen inzake menselijke, financie¨le en materie¨le middelen.
Comme les examens psychologiques sont effectués sur la base du dossier répressif des personnes concernées, et que, d’une part, la demande introduite par
Omdat de psychologische onderzoeken op grond van het strafdossier van de betrokkenen gebeuren, en de aanvraag door de betrokkene enerzijds soms nogal
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11031
l’intéressé est parfois assez tardive et que, d’autre part, l’envoi du dossier au VDAB se fait quelquefois attendre, il est examiné comment mieux attirer l’attention de la personne condamnée sur ses devoirs en la matière et comment accélérer la transmission du dossier répressif, en prévoyant par exemple un accès direct, certes limité, au Casier judiciaire central.
laat gebeurt en de toezending van het dossier aan de VDAB anderzijds soms op zich laat wachten, wordt nagegaan hoe de veroordeelde beter op zijn eigen verplichtingen ter zake gewezen kan worden en hoe de doorzending van het strafdossier sneller georganiseerd kan worden, door bijvoorbeeld een rechtstreekse, zij het beperkte, toegang tot het Centraal Strafregister te bewerkstelligen.
2. Dans le cadre du programme d’amélioration du service public fédéral Mobilité et Transports relatif à la délivrance des permis de conduire, il est examiné comment, à plus long terme, améliorer l’efficacité de l’ensemble de la procédure, en adaptant le cas échéant la réglementation relative au permis de conduire.
2. In het verbeteringsprogramma van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer voor de afgifte van rijbewijzen wordt, op langere termijn dan, nagegaan hoe de hele procedure doeltreffender georganiseerd kan worden, met eventueel daartoe de nodige aanpassingen aan de rijbewijsreglementering.
3. a) La réponse à ces problèmes est déjà fournie pour une bonne part car les nouveaux psychologues précités du VDAB ont grandement permis de résorber le retard. C’est ce que l’on peut déduire de la diminution considérable des plaintes auprès de mes services. Dans un nombre croissant de cas, les personnes déchues ont déjà réussi leur épreuve de réparation avant que la période de déchéance proprement dite n’ait commencé, si bien que dans la pratique ils ne peuvent pas conduire uniquement durant cette période.
3. a) Het antwoord op deze problemen is reeds grotendeels gegeven omdat de genoemde nieuwe VDABpsychologen de achterstand sterk hielpen inlopen. Dit valt af te leiden door een zeer sterke daling van de betreffende klachten bij mijn diensten. In steeds meer gevallen zijn de vervallenverklaarden al geslaagd voor hun herstelproeven voor de eigenlijke vervalperiode ingaat, zodat zij in de praktijk alleen tijdens die periode niet kunnen sturen.
b) Le déroulement favorable des autres initiatives mentionnées précédemment doit consister à élaborer de nouvelles procédures avec l’ensemble des acteurs concernés. L’honorable membre comprendra qu’aucune date précise ne peut être fixée à ce propos en raison des nombreuses parties et de leurs possibilités et de leurs intérêts parfois divergents.
b) Het gunstige verloop van de andere hierboven genoemde initiatieven moet erin bestaan dat er met alle betrokkenen nieuwe procedures op punt gesteld zijn. Het geachte lid zal begrijpen dat hierop geen precieze datum gekleefd kan worden, wegens de vele partijen en hun soms uiteenlopende belangen en mogelijkheden.
c) La célérité avec laquelle, d’une part, les infractions constatées sont jugées par rapport à la date des faits et, d’autre part, les peines prononcées sont exécutées, concernent la politique judiciaire qui ne relève pas de ma compétence pour la mobilité.
c) De snelheid waarmee enerzijds over de vastgestelde inbreuken gevonnist wordt ten aanzien van de datum van de feiten en waarmee anderzijds de uitgesproken straffen ten uitvoer gelegd worden, betreft het justitie¨le beleid, dat buiten mijn bevoegdheid voor mobiliteit valt.
DO 2004200502784
DO 2004200502784
Question no 184 de M. Guido De Padt du 30 novembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 184 van de heer Guido De Padt van 30 november 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Interdiction de conduire la nuit pendant les week-ends pour les jeunes. ` la suite d’une récente série d’accidents survenus le A week-end et impliquant des jeunes gens, le médecin urgentiste Luc Beaucourt a préconisé d’interdire aux jeunes de conduire la nuit les vendredis, samedis et dimanches soirs.
Rijverbod voor jongeren in weekendnachten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Naar aanleiding van een recente reeks weekendongevallen bij jongeren, pleitte urgentiearts Luc Beaucourt voor de invoering van een rijverbod voor jongeren op vrijdag-, zaterdag- en zondagnacht.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11032
Les statistiques révèlent que la majorité des victimes d’accidents mortels sont des jeunes aˆgés de 18 à 29 ans. En 2001, le groupe à risques des jeunes conducteurs représentait même 39 % du nombre total de conducteurs de voiture tués et grièvement blessés.
Cijfers tonen aan dat het meeste aantal verkeersdoden terug te vinden is in de leeftijdscategorie van 18 tot 29 jaar. Deze risicogroep van jonge bestuurders vertegenwoordigde zelfs 39 % van het totaal aantal dode en ernstig gewonde bestuurders van personenauto’s in 2001.
En dépit des nombreuses campagnes menées sur ce thème, l’interdiction absolue de prendre le volant la nuit pendant les week-ends pour les jeunes aˆgés entre dix-huit ans et le début de la vingtaine, constitue la dernière solution envisageable d’après le Dr Beaucourt.
Ondanks de vele campagnes tegen weekenddoden, blijft volgens Beaucourt maar één oplossing over, namelijk een absoluut verbod voor jongeren van achttien jaar tot een eindje in de twintig om te rijden in de weekendnachten.
Un débat a déjà été lancé sur ce thème aux Pays-Bas, ou` le nombre de tués sur les routes (750) est inférieur de moitié au chiffre belge.
In Nederland, dat met 750 verkeersdoden slechts de helft van het Belgisch cijfer haalt, woedt reeds een debat om de jongeren van de baan te halen.
1. a) Jugez-vous nécessaire d’imposer aux jeunes en Belgique une interdiction absolue de conduire la nuit pendant les week-ends ?
1. a) Vindt u een totaal rijverbod in weekendnachten voor jongeren in Belgie¨ een noodzaak ?
b) Dans l’affirmative, jusqu’à quel aˆge ?
b) Zo ja, tot welke leeftijd ?
2. a) Estimez-vous utile de lancer un débat sur la question ?
2. a) Acht u het nodig hieromtrent een debat te starten ?
b) Dans l’affirmative, comment l’envisagez-vous dans la pratique ?
b) Zo ja, hoe ziet u dit concreet ?
3. Quelles autres mesures concrètes comptez-vous prendre pour réduire le nombre de jeunes victimes d’accidents de la circulation pendant les week-ends ?
3. Welke andere concrete maatregelen overweegt u te nemen om het aantal jonge verkeersslachtoffers in het weekend te doen dalen ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 24 février 2005, à la question no 184 de M. Guido De Padt du 30 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 24 februari 2005, op de vraag nr. 184 van de heer Guido De Padt van 30 november 2004 (N.) :
Me référant à ma note de politique Mobilité 20052007 en général (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, no 1371/6), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden, met verwijzing naar mijn beleidsnota Mobiliteit 2005-2007 in het algemeen (Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 1371/6).
Je me réfère plus particulièrement au point 4.1.1.3 Journée de rencontre Jeunes et Circulation, ainsi rédigé :
Meer bepaald verwijs ik naar punt 4.1.1.3 Trefdag Jongeren en Verkeer, dat luidt :
« Un jeune conducteur automobile a quatre fois plus de chance d’avoir un accident qu’un conducteur d’aˆge moyen. L’analyse de l’IBSR permet de constater ce qui suit :
« Een jonge autobestuurder maakt vier maal meer kans op een ongeval dan de gemiddelde bestuurder. Uit analyse van de BIVV kan men ter zake het volgende vaststellen :
1. a) les jeunes entre 18 et 29 ans représentent 39 % des conducteurs qui décèdent dans les 30 jours de l’accident ou sont grièvement blessés;
1. a) jongeren tussen 18 en 29 jaar vertegenwoordigen 39 % van de bestuurders die overlijden binnen de 30 dagen na het ongeval of zijn zwaargewond;
b) les jeunes entre 18 et 24 ans représentent 22 % des conducteurs qui sont impliqués dans un accident grave. Ce pourcentage grimpe même à 34 % durant les nuits de week-end;
b) jongeren tussen 18 en 24 jaar vertegenwoordigen 22 % van de bestuurders die betrokken zijn in een zwaar ongeval. Dit percentage loopt zelfs op tot 34 % tijdens de weekendnachten;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11033
c) la catégorie d’aˆge entre 24-35 ans représente 30 % des accidents graves et la catégorie d’aˆge entre 3564 représente 33 % des accidents graves. ». Cette problématique s’inscrit dans le cadre de l’évaluation et de la révision de la formation à la conduite existante. Cette évaluation aura lieu les semaines et mois à venir, en collaboration avec les jeunes, avec les organisations de jeunesse représentatives et avec les experts de la sécurité routière. L’introduction d’un nouveau système de formation, comme par exemple le permis de conduire « par étapes », implique éventuellement une conduite limitée pendant les nuits du week-end, je ne veux toutefois pas me pronocer d’avance sur les résultats de l’évaluation et de la sorte pas non plus sur l’éventuelle interdiction de conduire pendant les nuits du week-end. 2. Je juge nécessaire de mettre en route un débat à ce sujet et c’est pourquoi j’ai déjà attribué un subside à la Fondation RYD (Responsible Young Driver) pour l’organisation du « Forum Mobilité pour les Jeunes ».
c) de leeftijdcategorie tussen 24-35 jaar vertegenwoordigt 30 % van de zware ongevallen en de leeftijdcategorie tussen 35-64 vertegenwoordigt 33 % van de zware ongevallen. ». Deze problematiek kadert in de evaluatie en herziening van de bestaande rijopleiding. Deze evaluatie vindt de komende weken en maanden plaats samen met jongeren, de representatieve jongerenorganisaties en verkeersveiligheidsexperts. De invoering van een nieuw opleidingssysteem zoals bijvoorbeeld het rijbewijs in stappen zal eventueel een beperking op het rijden’s avonds en het weekend inhouden. Ik wil evenwel geen voorafname doen op de resultaten van de evaluatie en wens daarom op dit moment nog geen uitspraak te doen omtrent het al dan niet instellen van een rijverbod tijdens weekendnachten.
` mon initiative entre autres un website était mis en A œuvre (www.be-young.be) afin de laisser réfléchir les jeunes sur la politique de la sécurité routière et la mobilité afin que des propositions concrètes soient faites et soient remises à la fin du forum des jeunes ainsi qu’à moi-même et aux ministres compétents en Belgique. Le but final est de sensibiliser les jeunes d’une façon la plus efficace possible afin de diminuer le nombre des accidents de la circulation, ce qui entre dans le soucis de l’honorable membre. 3. Pour cela, je réfère à ma note de politique générale (voir : document précité no 1371/6), en particulier à point 4.1.1 de la note qui concerne la sécurité routière.
2. Ik acht het inderdaad nodig om hieromtrent een debat te starten en ik heb daarom ook reeds een toelage aan de Stichting RYD (Responsible Young Drivers) toegekend voor de organisatie van het « Jongerenforum Mobiliteit ». Daarmee werd onder meer een website (www.beyoung.be) gestart teneinde de jongeren mee te laten nadenken over het beleid rond verkeersveiligheid en mobiliteit, zodat concrete voorstellen kunnen ontstaan die op het einde van het jongerenforum kunnen overhandigd worden aan mij en aan de andere bevoegde ministers in Belgie¨. Het uiteindelijke doel, namelijk de jongeren op een zo efficie¨nt mogelijke wijze te sensibiliseren ten einde het aantal verkeersongevallen te verminderen, past zeker in de bezorgdheid van het geachte lid. 3. Ik verwijs hiervoor graag naar mijn beleidsnota (zie : voornoemd stuk nr. 1371/6), en in het bijzonder naar punt 4.1.1 van de nota die betrekking heeft op verkeersveiligheid.
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 2004200502727
DO 2004200502727
Question no 61 de Mme Greet Van Gool du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Cumul d’une pension accordée dans le cadre d’un régime de pension du secteur public avec un revenu de remplacement. Une pension n’est versée que lorsque l’intéressé ne perçoit pas d’allocation de maladie ou d’invalidité, de prépension ou de choˆmage.
Vraag nr. 61 van mevrouw Greet Van Gool van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Cumulatie van een pensioen toegekend door een pensioenregeling van de openbare sector met een vervangingsinkomen. Een pensioen is slechts betaalbaar indien de betrokkene geen uitkering wegens ziekte of invaliditeit geniet, noch een brugpensioen, noch een werkloosheidsvergoeding.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11034
Cette condition est la même pour les trois régimes de pension (salariés, indépendants, secteur public). Cette règle n’est cependant pas appliquée de la même manière lorsque l’intéressé n’a bénéficié d’un revenu de remplacement que pendant une période précise de l’année.
Die voorwaarde is dezelfde voor de drie pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen, openbare sector). Deze regel wordt evenwel niet op dezelfde manier toegepast wanneer de betrokkene slechts gedurende een bepaalde periode van een jaar een vervangingsinkomen geniet.
Dans les régimes de pension des travailleurs salariés et des indépendants, le paiement de la pension n’est suspendu que pendant les mois au cours desquels des indemnités ont effectivement été allouées. En revanche, le régime de pension du secteur public prévoit une suspension automatique de la pension de retraite et de survie pour l’année entière lorsque l’intéressé touche une allocation pour interruption de carrière ou réduction des prestations de travail, et le paiement de la pension de survie est également suspendu pour une année entière lorsque l’intéressé perçoit un revenu de remplacement, ne fuˆt-ce que pendant un seul mois.
Zo wordt in de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen de betaling van het pensioen slechts geschorst tijdens de maanden waarin de betrokkene effectief de sociale uitkering geniet. In de pensioenregeling van de openbare sector wordt de betaling van het rust- en overlevingspensioen daarentegen voor het hele jaar geschorst wanneer de betrokkene een uitkering wegens loopbaanonderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties ontvangt en ook de betaling van het overlevingspensioen wordt voor het hele jaar geschorst wanneer de betrokkene een vervangingsinkomen geniet, ook al is dat maar voor één maand.
Il en résulte dans les différents régimes de pension une inégalité de traitement qui ne paraıˆt pas fondée sur des raisons objectives et que le Service de médiation des Pensions a déjà dénoncé ce traitement inégal (voyez : Rapport annuel 2002, Recommandations générales 2002/2).
Dit cree¨ert een verschillende situatie in de verschillende pensioenregelingen, die niet door objectieve redenen gerechtvaardigd lijkt. Ook de Ombudsdienst Pensioenen heeft deze ongelijke behandeling al aangeklaagd (zie : Jaarverslag 2002, Algemene aanbevelingen 2002/2).
Votre prédécesseur a reconnu le 18 février 2004 que rien ne justifie objectivement qu’un même revenu de remplacement soit traité différemment selon le régime qui accorde la pension de survie. Il a également estimé souhaitable d’uniformiser les dispositions applicables dans les trois grands régimes de pension, indiquant qu’il demanderait à l’administration de préparer un projet de loi visant à adapter la législation du secteur public à celle qui s’applique aux travailleurs salariés et aux indépendants, en limitant la suspension de la pension de survie à la période de perception effective d’un revenu de remplacement (question no 1739 du 18 février 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 18 février 2004, COM 169, p. 41).
Uw voorganger heeft op 18 februari 2004 erkend dat er geen objectieve rechtvaardiging bestaat voor het feit dat een zelfde vervangingsinkomen op verschillende wijze wordt behandeld volgens het regime dat het overlevingspensioen toekent. Tevens heeft hij meegedeeld dat het uniform maken van de toepasselijke bepalingen in de drie grote pensioenstelsels wenselijk is, en dat hij aan de administratie zou vragen om in een volgend wetsontwerp de wetgeving van de publieke sector aan te passen aan die van de werknemers en de zelfstandigen door de schorsing van het overlevingspensioen te beperken tot de periode van het daadwerkelijke genot van een vervangingsinkomen (vraag nr. 1739 van 18 februari 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 18 februari 2004, COM 169, blz. 41).
Quelle est votre opinion en la matière et ou` en est l’adaptation de la législation du secteur public visant à également limiter dans ce secteur la suspension de la pension de survie à la période de perception effective d’un revenu de remplacement ?
Wat is uw mening over deze zaak en hoever staat het met de aanpassing van de wetgeving van de publieke sector om ook in deze sector de schorsing van het overlevingspensioen te beperken tot de periode van het daadwerkelijke genot van een vervangingsinkomen ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 23 février 2005, à la question no 61 de Mme Greet Van Gool du 23 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 23 februari 2005, op de vraag nr. 61 van mevrouw Greet Van Gool van 23 november 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11035
Les pensions de retraite et de survie ne sont payables que si les bénéficiaires n’exercent pas d’activité professionnelle et s’ils ne jouissent pas de revenu de remplacement.
De rust- en een overlevingspensioenen zijn slechts betaalbaar indien de gerechtigden geen beroepsactiviteit uitoefenen en geen vervangingsinkomen genieten.
Une activité professionnelle, ne dépassant pas certaines limites de revenus, est néanmoins compatible avec le paiement total ou partiel de la pension.
Een beroepsbezigheid is nochtans verenigbaar met de volledige of gedeeltelijke betaling van het pensioen, indien bepaalde inkomstenlimieten niet worden overschreden.
Aucune disposition ne permet cependant de cumuler le paiement de la pension avec par exemple le bénéfice d’indemnités de choˆmage, de maladie ou d’invalidité. Il en résulte que le cumul d’une pension de survie et de ces prestations est interdit, quel qu’en soit le montant, même si elles font suite et découlent d’une activité professionnelle autorisée.
Geen enkele bepaling laat echter de cumulatie toe van de betaling van het pensioen met bijvoorbeeld een werkloosheids-, ziekte- of invaliditeitsuitkering. Derhalve is de cumul van een overlevingspensioen met deze prestaties verboden is, zelfs indien ze het gevolg zijn van en voortvloeien uit een toegelaten beroepsactiviteit.
Lorsque le travailleur salarié ou indépendant a perçu au cours d’un mois un revenu de remplacement, la pension doit être suspendue pour ce même mois.
Het pensioen van de werknemer of zelfstandige die in de loop van een maand een vervangingsinkomen ontvangt wordt voor deze maand geschorst.
En revanche, si durant une année civile le fonctionnaire qui bénéficie d’une pension perçoit effectivement un revenu de remplacement, la pension est suspendue pour toute l’année.
Daarentegen, indien de ambtenaar die een pensioen geniet effectief in de loop van een jaar een vervanginginkomen ontvangt, dan wordt het pensioen voor het gehele jaar geschorst.
Comme il s’avère qu’actuellement l’incidence d’un cumul entre une pension de survie et un revenu de remplacement n’est pas identique dans les différents régimes de pension et qu’une harmonisation et une simplification en cette matière seraient souhaitable, un groupe de travail composé de représentants des trois administrations (Office national des pensions, INASTI, AP) a été chargé de me proposer une solution.
Vermits de gevolgen van de cumulatie van een overlevingspensioen met een vervangingsinkomen in de verschillende pensioenregimes thans niet identiek zijn en dat een harmonisering en een vereenvoudiging inzake wenselijk zijn, werd een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie administraties (Rijksdienst voor pensioenen, RSVZ en AP), belast een oplossing voor te stellen.
Je signale enfin que la problématique du travail autorisé des pensionnés, et plus spécifiquement celle du cumul d’une pension de survie avec un revenu de remplacement, sera examinée lors du débat se rapportant à la fin de carrière.
Ten slotte wijs ik erop dat de problematiek van de toegelaten arbeid voor gepensioneerden, en meer in het bijzonder de cumul van een overlevingspensioen met een vervangingsinkomen, onderzocht zal worden binnen het kader van het eindeloopbaandebat.
DO 2004200502899
DO 2004200502899
Question no 68 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 68 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard.
Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.
Au cours de la période 1997-1999, les pouvoirs publics flamands sont parvenus à réduire considérablement le montant des intérêts de retard à payer par les différents départements et services à gestion séparée. Dans cet intervalle, ces intérêts ont diminué de 4,8 à 1,4 millions d’euros, pour se stabiliser, en 2000 et 2001, aux alentours de 1,8 à 1,9 millions d’euros. En
De Vlaamse overheid slaagde er in de periode 19971999 in om een neerwaartse trend te realiseren inzake de verwijlintresten bij de verschillende departementen en diensten met afzonderlijk beheer. In die periode daalden de betaalde verwijlintresten van 4,8 miljoen euro tot 1,4 miljoen euro. In 2000 en 2001 stabiliseerden de betaalde verwijlintresten rond een bedrag van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11036
2002, l’on a assisté à une rupture de tendance et les intérêts de retard se sont montés à 4,8 millions d’euros, essentiellement à cause d’un dossier non cloˆturé au département des Travaux publics et à la suite de l’introduction d’un nouveau système comptable. En 2003, on a pu réduire considérablement ce montant, notamment graˆce à la modification de la réglementation relative aux intérêts de retards dans le cadre des marchés publics. Cela a permis de limiter le montant des intérêts payés à 2,5 millions d’euros. En 2004, les intérêts de retard risquent de remonter d’environ 17 %. Les pouvoirs publics fédéraux devraient également faire le nécessaire pour éviter des dépenses superflues. En effet, le paiement d’intérêts de retard se fait au détriment des moyens budgétaires destinés à la poursuite des objectifs politiques.
1,8 à 1,9 miljoen euro. In 2002 was er evenwel een trendbreuk en bedroegen de betaalde verwijlintresten 4,8 miljoen euro, voornamelijk door een aanslepend dossier bij Openbare Werken en de overschakeling naar een nieuw boekhoudsysteem. In 2003 kon men het hoge niveau van 2002 fors doen dalen, mede door de gewijzigde reglementering inzake de verwijlintresten bij overheidsopdrachten, en een daling realiseren tot 2,5 miljoen euro. In 2004 dreigt evenwel opnieuw een stijging met zo’n 17 %. Ook de federale overheid dient dergelijke onnodige uitgaven te vermijden. Het betalen van verwijlintresten betekent immers dat budgettaire middelen worden afgewend van de beleidsdoelstellingen.
1. Pourriez-vous me fournir un aperçu des intérêts de retard payés par les administrations et les autres institutions sous votre tutelle en 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?
1. Kan u een overzicht geven van de verwijlintresten die in 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 werden uitbetaald bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?
2. Qu’est-ce qui a conduit au paiement d’intérêts de retard ?
2. Wat zijn de oorzaken die hebben geleid tot het betalen van verwijlintresten ?
3. Le deuxième alinéa de la disposition légale 1-0107 du budget des dépenses 2004 stipule que les ministres ordonnateurs ou leurs délégués communiquent tous les trois mois à la Chambre des représentants et à la Cour des comptes une liste des dépenses qui, n’ayant pas été effectuées en 2003 à la suite de l’annulation des crédits y afférents, sont imputées au budget de 2004. Cette disposition légale figure également au budget général des dépenses 2005.
3. Het tweede lid van wetsbepaling 1-01-07 van de uitgavenbegroting 2004 bepaalt dat de ordonnancerende ministers of hun afgevaardigden elk trimester een lijst zouden overzenden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof van uitgaven die, aangezien ze niet betaald werden in de loop van 2003 wegens annulering van de kredieten, worden aangerekend op de begroting van 2004. Ook in 2005 is die wetsbepaling opgenomen in de algemene uitgavenbegroting.
a) Les administrations ressortissant à votre département ont-elles communiqué une telle liste ?
a) Hebben de administraties die onder uw toezicht staan een dergelijke lijst overgezonden ?
b) Quel en est le contenu pour l’année budgétaire 2004 ?
b) Kan u een dergelijk overzicht verschaffen voor het begrotingsjaar 2004 ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 février 2005, à la question no 68 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 februari 2005, op de vraag nr. 68 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Office national des pensions 1. Intérêts de retard payés dans la période concernée : 2000 : 34 246,61 euros; 2001 : 10 202,87 euros; 2002 : 13 328,99 euros; 2003 : 27 873,75 euros; 2004 : 43 501,93 euros.
Rijksdienst voor pensioenen 1. Verwijlintresten uitbetaald in de betrokken periode : 2000 : 34 246,61 euro; 2001 : 10 202,87 euro; 2002 : 13 328,99 euro; 2003 : 27 873,75 euro; 2004 : 43 501,93 euro.
2. Le paiement d’intérêts de retard est une suite de :
2. Het betalen van verwijlintresten is een gevolg van :
— l’exécution d’un jugement du tribunal du travail;
— de uitvoering van een vonnis van de arbeidsrechtbank;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11037
— l’application de l’article 20 de la loi du 11 avril 1995 visant à instituer la « charte » de l’assuré social qui prévoit que, en vue d’accélérer l’examen des dossiers, les prestations portent intérêt de plein droit, uniquement pour les bénéficiaires assurés sociaux, à partir de la date de leur exigibilité.
— de toepassing van artikel 20 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde dat bepaalt dat, met het oog op een snellere afwerking van de dossiers, de prestaties enkel voor de rechthebbenden-sociaal verzekerden van rechtswege interest opbrengen vanaf hun opeisbaarheid.
3. La disposition légale 1-07-07 du budget des dépenses 2004 et 2005 n’est pas d’application à l’Office national des pensions.
3. De wetsbepaling 1-07-07 van de uitgavenbegroting 2004 en 2005 is niet van toepassing op de Rijksdienst voor pensioenen.
Administration des Pensions
Administratie der Pensioenen
1. Le tableau ci-dessous fournit un relevé des intérêts que l’administration des Pensions a payés au cours des années 2000 à 2004. Accidents de travail 2000 2001 2002 2003 2004
40 3 157 26 116
1. Hierna volgt een overzicht van de interesten die de administratie der Pensioenen heeft uitbetaald in de loop van de jaren 2000 tot 2004.
Charte de l’assuré social
037,66 860,40 172,77 049,21 959,93
2 13 1 2 29
305,98 811,31 208,01 658,16 322,48
Arbeidsongevallen 2000 2001 2002 2003 2004
40 3 157 26 116
037,66 860,40 172,77 049,21 959,93
Handvest sociaal verzekerde 2 13 1 2 29
305,98 811,31 208,01 658,16 322,48
2. En ce qui concerne les intérêts payés en matière de rentes accident du travail, comme ces intérêts sont dus à partir de la date de prise de cours de la rente alors que la rente ne peut être liquidée qu’après la consolidation de l’invalidité qui n’intervient qu’après un délai plus ou moins long, il y a toujours des intérêts dus.
2. In het kader van de arbeidsongevallenrenten zijn er steeds interesten verschuldigd. De interesten zijn verschuldigd vanaf de ingangsdatum van de rente terwijl deze slechts kan betaald worden na de consolidatie van de ongeschiktheid, hetzij na een min of meer lange termijn.
En matière d’intérêts payés dans le cadre de la Charte de l’assuré social, ceux-ci sont dus lorsque les délais de paiements prévus dans cette charte n’ont pas été respectés.
De interesten uitbetaald in het kader van het Handvest van de sociaal verzekerde zijn verschuldigd wanneer de in dit handvest bedoelde uitbetalingstermijnen niet werden gerespecteerd.
3. L’administration des Pensions a pour principale mission légale le paiement des pensions publiques. Elle ne peut liquider que les pensions dont la dépense a été préalablement approuvée par la Cour des comptes. Il s’agit d’une compétence liée, une obligation pour laquelle le principe de l’ancre ou tout autre mécanisme de ralentissement budgétaire n’est pas d’application. L’éventuel solde disponible des crédits variables des fonds organiques gérés par l’administration des Pensions qui peut sans problème être reporté à l’année budgétaire suivante, est utilisé pour ordonnancer, au cours de l’année suivante, des dépenses qui n’ont pas été liquidées l’année précédente.
3. Het uitbetalen van de overheidspensioenen is de voornaamste wettelijke opdracht van de administratie der Pensioenen. Zij kan enkel die pensioenen uitbetalen waarvan de uitgave voorafgaandelijk door het Rekenhof werd goedgekeurd. Dit is een gebonden bevoegdheid, een verplichting, waarop het ankerprincipe of enig ander budgettair vertragingsmechanisme niet van toepassing is. Het eventuele saldo van de variabele kredieten van de door de administratie der Pensioenen beheerde organieke fondsen, dat zonder problemen kan worden overgedragen naar volgend begrotingsjaar, wordt aangewend om de in het vorige begrotingsjaar niet uitbetaalde uitgaven tijdens het volgende begrotingsjaar te vereffenen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1394
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11038
DO 2004200503007
DO 2004200503007
Question no 70 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 70 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs.
Adviezen van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.
L’article 11, § 6, de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, impose au gouvernement d’indiquer les motifs pour lesquels il est éventuellement dérogé à l’avis du Conseil fédéral de développement durable (CFDD).
Krachtens artikel 11, § 6, van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, moet de regering de motieven aangeven voor het eventueel afwijken van het advies van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling.
1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?
1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?
2. Quand ?
2. Zo ja, wanneer was dat ?
3. Quels étaient ces motifs ?
3. Wat waren die motieven ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 23 février 2005, à la question no 70 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 23 februari 2005, op de vraag nr. 70 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
De 1997 à ce jour, le Conseil fédéral de développement durable n’a, dans le cadre de l’article 11 de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, émis aucun avis concernant l’activité des institutions qui relèvent de ma compétence.
De Federale Raad voor duurzame ontwikkeling heeft, binnen het kader van artikel 11 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, van 1997 tot op heden geen enkel advies uitgebracht over de activiteit van de instellingen die onder mijn bevoegdheid ressorteren.
DO 2004200503262
DO 2004200503262
Question no 78 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 78 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Cabinets et administrations. — Voyages en avion.
Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.
1. Combien de voyages en avion ont été effectués depuis le début de la législature par vous-même, par des membres de votre cabinet et par des membres du personnel des administrations relevant de votre compétence ?
1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het begin van de legislatuur ?
2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés en classe d’affaires et combien en classe économique ?
2. Hoeveel van deze reizen waren in business class, hoeveel in economy class ?
3. Quelle était la destination des vols ?
3. Wat was de bestemming van de vluchten ?
4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés graˆce à ces vols ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11039
5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le cadre de déplacements en avion depuis le début de la législature ? 6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ? 7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés personnellement par des membres des cabinets et des membres du personnel des administrations à des fins privées ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 23 février 2005, à la question no 78 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit. Administration des pensions 1. Il y a eu 2 voyages en avion. 2. Tous les voyages étaient en classe économique. 3. La destination était Bilbao. 4. Il n’y a pas d’airmiles qui ont été attribués. Office national des pensions 1. Il y a 2 voyages en avion. 2. Tous les voyages étaient en classe économique. 3. La destination était : — 4 fois Bruxelles-Berlin; — 3 fois Bruxelles-Nice; — 1 fois Bruxelles-Warschau; — 2 fois Cologne-Berlin; — 1 fois Cologne-Leipzig. 4 à 7. Il n’y a pas d’airmiles qui ont été attribués.
5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ?
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
6. Worden die gebruikt door de kabinetten en administraties ? 7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door personeelsleden van kabinetten en administraties voor privé-doeleinden ? Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 23 februari 2005, op de vraag nr. 78 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) : In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Administratie der pensioenen 1. Er werden 2 vliegtuigreizen gemaakt. 2. Alle reizen waren in economy class. 3. De bestemming was Bilbao. 4. Er werden geen airmiles verzameld. Rijksdienst voor pensioenen 1. Er werden 11 vliegtuigreizen gemaakt. 2. Alle reizen waren in economy class. 3. De bestemming was : — 4 keer Brussel-Berlijn; — 3 keer Brussel-Nice; — 1 keer Brussel-Warschau; — 2 keer Keulen-Berlijn; — 1 keer Keulen-Leipzig. 4 tot 7. Er werden geen airmiles verzameld.
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 22 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 22 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n : Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit. Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijk-
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆti-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11040
ments publics pour les personnes moins valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
heid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 25 février 2005, à la question no 22 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Par la présente, j’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée dans cette matière pour le SPF Finances par le vice-premier ministre et ministre des Finances Didier Reynders. (Question no 511 du 18 octobre 2004.)
Hierbij heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord dat terzake voor de FOD Financie¨n zal worden verstrekt door de heer vice-eerste minister en minister van Financie¨n Didier Reynders. (Vraag nr. 511 van 18 oktober 2004.)
DO 2004200503343
DO 2004200503343
Question no 34 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 34 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Département. — Accueil d’enfants.
Departement. — Kinderopvang.
Combiner travail et vie familiale est une responsabilité partagée des parents, des employeurs et des pouvoirs publics. Or, la « Conférence pour l’emploi » s’est avant tout focalisée sur la recherche d’emplois et a pratiquement ignoré les difficultés que peuvent éprouver les travailleurs pour combiner travail et vie de famille. L’accueil des enfants, pierre angulaire de l’équilibre entre travail et vie de famille, doit être un service de première nécessité, accessible à tout parent. Actuellement, l’offre en matière d’accueil est insuffisante. L’an passé, le gouvernement comptait beaucoup sur les efforts du secteur indépendant, qui est sous le
De combinatie van gezin en arbeid is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en overheid. Toch spitste de « banenconferentie » zich eenzijdig toe op het zoeken naar jobs en ging men haast voorbij aan de vraag hoe gezinnen dat werk kunnen combineren met hun gezinsleven. Kinderopvang, een van de belangrijkste bouwstenen om gezin en arbeid te combineren, dient een basisvoorziening te zijn waar iedere ouder toegang toe heeft. Het bestaande aanbod is ontoereikend. Vorig jaar rekende de overheid sterk op de inspanningen van de zelfstandige sector die onder toezicht van de overheid staat, maar geen subsi-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 25 februari 2005, op de vraag nr. 22 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11041
controˆle de l’E´tat mais ne perçoit aucune subvention. Dans ce secteur, il n’est pas simple d’organiser une garantie et un controˆle de qualité. Les accueillants d’enfants travaillant par le biais d’un service disposent depuis cette année d’un statut social mais on ignore dans quelle mesure cette meilleure protection sociale aura une influence sur le nombre d’accueillants d’enfants. Les entreprises sont aussi encouragées fiscalement à prendre des initiatives, ce qui n’est pas toujours sans conséquence pour l’indépendance des travailleurs.
die ontvangt. Kwaliteitsgarantie en -controle zijn hier niet vanzelfsprekend. Onthaalgezinnen die via een dienst werken, kregen dit jaar een sociaal statuut, al is het niet zeker of dit vangnet zal verhinderen dat nog meer onthaalouders afhaken dan wel zal toenemen. Ook bedrijven worden fiscaal aangemoedigd om initiatieven te nemen, wat niet altijd zonder gevolgen is voor de onafhankelijkheid van de werknemers.
1. Votre département organise-t-il une garde d’enfants ?
1. Voorziet uw departement in kinderopvang ?
2. Quelle est la capacité des centres d’accueil pour enfants ?
2. Wat is de capaciteit van de kinderopvangcentra ?
3. Jusqu’à quel aˆge les enfants sont-ils admis ?
3. Tot welke leeftijd worden de kinderen toegelaten ?
4. Des dérogations sont-elles prévues à cette règle, par exemple pendant les périodes de congé ?
4. Zijn hierop uitzonderingen gesteld tijdens bijvoorbeeld vakantieperiodes ?
5. L’accueil des enfants est-il organisé en interne ou sous-traité à une société externe (laquelle ?)
5. Wordt de kinderopvang uitgebaat in eigen beheer of door een externe firma (welke firma ?)
6. Si l’accueil est organisé en interne, les puéricultrices sont-elles liées au département par un contrat de travail ?
6. Indien de uitbating in eigen beheer van het departement zou geschieden, hebben de kinderverzorgsters dan een arbeidscontract via uw departement ?
7. Si l’accueil est sous-traité à une société externe, celle-ci se charge-t-elle également de l’organisation de l’accueil des enfants ?
7. Indien de uitbating door een externe firma wordt gedaan, staan zij dan ook in voor de inrichting van de kinderopvang ?
` quel groupe linguistique appartiennent les 8. A puéricultrices (en ventilant si possible par centre d’accueil) ?
8. Tot welke taalgroep behoren de kinderverzorgsters (graag opsplitsing per kinderopvang) ?
9. Des examens de recrutement ont-ils été organisés pour pourvoir aux vacances ?
9. Werden er examens uitgeschreven om de vacatures in te vullen ?
10. Le département a-t-il introduit une demande pour obtenir une agréation de la part de l’Office de la Naissance et de l’enfance ou d’une organisation équivalente ?
10. Werd er een aanvraag ingediend om erkenning te verkrijgen van de kinderopvang door Kind en Gezin of een gelijkaardige organisatie ?
11. Les membres du personnel doivent-ils payer une contribution pour l’accueil de leurs enfants ?
11. Dient het personeel een vergoeding te betalen voor de opvang van hun kinderen ?
12. Si aucun accueil n’est prévu, envisagez-vous d’en organiser un ?
12. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, overweegt u dit dan te doen ?
13. Si aucun accueil n’est prévu, les collaborateurs attachés à votre département peuvent-ils bénéficier d’un remboursement (partiel) extralégal des montants versés aux centres d’accueil agréés ?
13. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, kunnen de medewerkers verbonden aan uw departement dan genieten van extra legale (gedeeltelijke) terugbetaling van gemaakte kosten bij erkende kinderopvangcentra ?
14. Si aucun remboursement n’est prévu, envisagezvous d’instaurer un tel remboursement dans le futur ?
14. Indien er in geen terugbetaling is voorzien, overweegt u dit in de toekomst in te voeren ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11042
Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 25 février 2005, à la question no 34 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 25 februari 2005, op de vraag nr. 34 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) :
Par la présente, j’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée dans cette matière pour le SPF Finances par le vice-premier ministre et ministre des Finances Didier Reynders. (Question no 640 du 9 février 2005.)
Hierbij heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord dat terzake voor de FOD Financie¨n zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Financie¨n Didier Reynders. (Vraag nr. 640 van 9 februari 2005.)
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200503343
DO 2004200503343
Question no 30 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 30 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Département. — Accueil d’enfants.
Departement. — Kinderopvang.
Combiner travail et vie familiale est une responsabilité partagée des parents, des employeurs et des pouvoirs publics. Or, la « Conférence pour l’emploi » s’est avant tout focalisée sur la recherche d’emplois et a pratiquement ignoré les difficultés que peuvent éprouver les travailleurs pour combiner travail et vie de famille. L’accueil des enfants, pierre angulaire de l’équilibre entre travail et vie de famille, doit être un service de première nécessité, accessible à tout parent. Actuellement, l’offre en matière d’accueil est insuffisante. L’an passé, le gouvernement comptait beaucoup sur les efforts du secteur indépendant, qui est sous le controˆle de l’Etat mais ne perçoit aucune subvention. Dans ce secteur, il n’est pas simple d’organiser une garantie et un controˆle de qualité. Les accueillants d’enfants travaillant par le biais d’un service disposent depuis cette année d’un statut social mais on ignore dans quelle mesure cette meilleure protection sociale aura une influence sur le nombre d’accueillants d’enfants. Les entreprises sont aussi encouragées fiscalement à prendre des initiatives, ce qui n’est pas toujours sans conséquence pour l’indépendance des travailleurs.
De combinatie van gezin en arbeid is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en overheid. Toch spitste de « banenconferentie » zich eenzijdig toe op het zoeken naar jobs en ging men haast voorbij aan de vraag hoe gezinnen dat werk kunnen combineren met hun gezinsleven. Kinderopvang, een van de belangrijkste bouwstenen om gezin en arbeid te combineren, dient een basisvoorziening te zijn waar iedere ouder toegang toe heeft. Het bestaande aanbod is ontoereikend. Vorig jaar rekende de overheid sterk op de inspanningen van de zelfstandige sector die onder toezicht van de overheid staat, maar geen subsidie ontvangt. Kwaliteitsgarantie en -controle zijn hier niet vanzelfsprekend. Onthaalgezinnen die via een dienst werken, kregen dit jaar een sociaal statuut, al is het niet zeker of dit vangnet zal verhinderen dat nog meer onthaalouders afhaken dan wel zal toenemen. Ook bedrijven worden fiscaal aangemoedigd om initiatieven te nemen, wat niet altijd zonder gevolgen is voor de onafhankelijkheid van de werknemers.
1. Votre département organise-t-il une garde d’enfants ?
1. Voorziet uw departement in kinderopvang ?
2. Quelle est la capacité des centres d’accueil pour enfants ?
2. Wat is de capaciteit van de kinderopvangcentra ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11043
3. Jusqu’à quel aˆge les enfants sont-ils admis ?
3. Tot welke leeftijd worden de kinderen toegelaten ?
4. Des dérogations sont-elles prévues à cette règle, par exemple pendant les périodes de congé ?
4. Zijn hierop uitzonderingen gesteld tijdens bijvoorbeeld vakantieperiodes ?
5. L’accueil des enfants est-il organisé en interne ou sous-traité à une société externe (laquelle ?)
5. Wordt de kinderopvang uitgebaat in eigen beheer of door een externe firma (welke firma ?)
6. Si l’accueil est organisé en interne, les puéricultrices sont-elles liées au département par un contrat de travail ?
6. Indien de uitbating in eigen beheer van het departement zou geschieden, hebben de kinderverzorgsters dan een arbeidscontract via uw departement ?
7. Si l’accueil est sous-traité à une société externe, celle-ci se charge-t-elle également de l’organisation de l’accueil des enfants ?
7. Indien de uitbating door een externe firma wordt gedaan, staan zij dan ook in voor de inrichting van de kinderopvang ?
8. A quel groupe linguistique appartiennent les puéricultrices (en ventilant si possible par centre d’accueil) ?
8. Tot welke taalgroep behoren de kinderverzorgsters (graag opsplitsing per kinderopvang) ?
9. Des examens de recrutement ont-ils été organisés pour pourvoir aux vacances ?
9. Werden er examens uitgeschreven om de vacatures in te vullen ?
10. Le département a-t-il introduit une demande pour obtenir une agréation de la part de l’Office de la Naissance et de l’Enfance ou d’une organisation équivalente ?
10. Werd er een aanvraag ingediend om erkenning te verkrijgen van de kinderopvang door Kind en Gezin of een gelijkaardige organisatie ?
11. Les membres du personnel doivent-ils payer une contribution pour l’accueil de leurs enfants ?
11. Dient het personeel een vergoeding te betalen voor de opvang van hun kinderen ?
12. Si aucun accueil n’est prévu, envisagez-vous d’en organiser un ?
12. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, overweegt u dit dan te doen ?
13. Si aucun accueil n’est prévu, les collaborateurs attachés à votre département peuvent-ils bénéficier d’un remboursement (partiel) extralégal des montants versés aux centres d’accueil agréés ?
13. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, kunnen de medewerkers verbonden aan uw departement dan genieten van extra legale (gedeeltelijke) terugbetaling van gemaakte kosten bij erkende kinderopvangcentra ?
14. Si aucun remboursement n’est prévu, envisagezvous d’instaurer un tel remboursement dans le futur ?
14. Indien er in geen terugbetaling is voorzien, overweegt u dit in de toekomst in te voeren ?
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 24 février 2005, à la question no 30 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 24 februari 2005, op de vraag nr. 30 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) :
Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à sa question no 178 du 9 février 2005 communiquée par le ministre des Affaires étrangères. (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 68.)
Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op zijn vraag nr. 178 van 9 februari 2005 dat door de minister van Buitenlandse Zaken meegedeeld werd. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 68.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11044
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2004200503168
DO 2004200503168
Question no 39 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 39 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Plan stratégique.
FOD’s. — Strategisch plan.
Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.
Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.
Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 février 2005, à la question no 39 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et le ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001) werden gegeven op dezelfde vraag.
DO 2004200503169
DO 2004200503169
Question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.
FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du
Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 februari 2005, op de vraag nr. 39 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11045
service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.
auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.
Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 février 2005, à la question no 40 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 februari 2005, op de vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui seront données par le vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et le ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002) à cette même question.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005 ) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002) gegeven zullen worden op dezelfde vraag.
DO 2004200503175
DO 2004200503175
Question no 41 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Conseil stratégique.
FOD’s. — Beleidsraad.
Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.
Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.
Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 février 2005, à la question no 41 de M. Gerolf Annemans du 24 janvier 2005 (N.) :
Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?
Je renvoie l’honorable membre aux réponses qui ont été données par le premier ministre (question no 72 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10615) et le ministre de la Fonction publique (question no 108 du 24 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11006) à cette même quesiton.
Ik verwijs het geachte lid naar de antwoorden die door de eerste minister (vraag nr. 72 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, no 66, blz. 10615) en de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 108 van 24 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11006) werden gegeven op dezelfde vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 februari 2005, op de vraag nr. 41 van de heer Gerolf Annemans van 24 januari 2005 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1395
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11047
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2003200421651 11- 6-2004
293
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
10873
1
2003200431980
4- 8-2004
327
Bart Laeremans
SPF Justice. — Répartition du personnel. FOD Justitie. — Verdeling personeelsleden.
10874
1
2003200432221 23- 9-2004
366
Geert Lambert
Palais de justice de Bruges. — Système de sécurité. — Badges d’accès pour les avocats. Gerechtsgebouw van Brugge. — Veiligheidssysteem. — Toegangskaarten voor de advocatuur.
10877
1
2003200432342
6-10-2004
390
Mw. Annemie Turtelboom
Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias. Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.
10878
1
2004200502488 22-10-2004
412
Alfons Borginon
Acquisition volontaire d’une nationalité étrangère. — Traités des 6 mai 1963 et 6 novembre 1997. Vrijwillige verkrijging van een vreemde nationaliteit. — Verdragen van 6 mei 1963 en 6 november 1997.
10879
1
2004200502550 27-10-2004
420
Walter Muls
Dossiers répressifs fiscaux. Fiscale strafdossiers.
10882
1
2004200502623
9-11-2004
433
Hagen Goyvaerts
Installation de caméras de surveillance sur le domaine public. — Avis de la Commission de la protection de la vie privée. Plaatsen van camerabewaking op het openbaar domein. — Adviezen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
10888
1
2004200502650 16-11-2004
437
Mw. Ingrid Meeus
Suppression des juridictions militaires. — Conseil de guerre. Afschaffing van de militaire rechtscolleges. — Krijgsraad.
10889
1
2004200502559
1-12-2004
458
Roel Deseyn
Phishing. Phishing-probleem.
10891
1
2004200502828
7-12-2004
467
Jo Vandeurzen
Effectifs dans les prisons. Personeelsformaties gevangenissen.
10892
1
2004200502839
7-12-2004
470
Mw. Hilde Vautmans
Lutte contre le travail au noir. Bestrijding van zwartwerk.
10894
1
2004200502928 20-12-2004
487
Bart Laeremans
E´tablissements pénitentiaires. — Situation dans les cuisines. Penitentiaire instellingen. — Toestand keukens.
10895
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11048
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503032 11- 1-2005
494
Mw. Annelies Storms
Loi du 13 avril 1995 relative aux abus sexuels à l’égard des mineurs d’aˆge. — Augmentation de la charge de travail des parquets. Wet van 13 april 1995 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen. — Stijging werklast van de parketten.
10896
1
2004200502924 17- 1-2005
502
Melchior Wathelet
Zones de police locales. — Répartition des nouveaux agents de sécurité. Lokale politiezones. — Verdeling van de nieuwe veiligheidsbeambten.
10901
1
2004200503157 20- 1-2005
509
Mme Jacqueline Galant
Peines de travail au sein de l’armée. Werkstraffen in het leger.
10903
8
2004200503169 20- 1-2005
511
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10821
8
2004200503175 24- 1-2005
512
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10821
8
2004200503185 24- 1-2005
513
Koen T’Sijen
* Trafic d’êtres humains. — Audits financiers des réseaux. Georganiseerde mensensmokkel. — Financie¨le doorlichtingen van netwerken.
10822
8
2004200503215 26- 1-2005
514
Guido De Padt
* Vols à la tire. Gauwdiefstallen.
10823
1
2004200503266
520
Melchior Wathelet
1- 2-2005
Recrutement des référendaires près les cours d’appel et les tribunaux de première instance et près la Cour de cassation. — Durée de validité des réserves. Werving van de referendarissen bij de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en het Hof van Cassatie. — Geldigheidsduur van de reserves.
10906
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1
2004200503010
3- 1-2005
582
Mw. Marleen Govaerts
Bureaux de recettes. — Effectifs. — Montant des impoˆts perçus. Ontvangkantoren. — Personeelsbezetting. — Bedrag geı¨nde belastingen.
10908
1
2004200503085 14- 1-2005
592
Mme Zoé Genot
Prêts d’E´tat à E´tat octroyés par le gouvernement depuis juillet 2003. Sinds juli 2003 door de regering toegekende leningen van Staat tot Staat.
10910
8
2004200503165 20- 1-2005
608
Mw. Trees Pieters
* Critères de sélection pour le controˆle de dossiers fiscaux. — Data mining. — Publicité de l’administration. — Systèmes équilibrés de controˆle de la TVA et des contributions directes. Selectiecriteria bij het onderzoek van fiscale dossiers. — Data mining. — Openbaarheid van bestuur. — Evenwichtige controlesystemen inzake BTW en inzake directe belastingen.
10823
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
Date Datum
11049
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503172 21- 1-2005
611
Mw. Marleen Govaerts
* PME et sociétés. — Taux d’impoˆt réduit. — Nombre d’entreprises unipersonnelles. KMO’s en vennootschappen. — Verminderd belastingtarief. — Aantal éénmanszaken.
10825
8
2004200503175 24- 1-2005
612
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10825
1
2004200503176 24- 1-2005
613
Pieter De Crem
8
2004200503177 24- 1-2005
614
Mw. Trees Pieters
1
2004200503187 24- 1-2005
615
Luk Van Biesen
8
2004200503204 25- 1-2005
616
8
2004200503205 25- 1-2005
8
Faux monnayage de pièces libellées en euros. Valsemunterij van euromunten.
10914
* Services compétents pour la détermination de la valeur d’un immeuble assorti d’un terrain. Bevoegde diensten voor de waardebepaling van een gebouw met grond.
10825
TVA. — ASBL. — Formation professionnelle. — Concurrence déloyale. BTW. — VZW. — Beroepsopleiding. — Concurrentievervalsing.
10917
Mw. Trees Pieters
* Traitement plus rapide de réclamations anciennes. — Fonctionnement immédiat du filtre administratif. — Accomplissement de devoirs d’enquête et d’opérations de taxation par les fonctionnaires du contentieux. Snellere afhandeling van oude bezwaarschriften. — Onmiddellijke werking van de administratieve filter. — Instellen van onderzoeksdaden en aanslagverrichtingen door de geschillenambtenaren.
10826
617
Carl Devlies
* Impoˆts directs. — Directions régionales. — Membres du personnel qui ne sont pas en service effectif. Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Personeelsleden die niet werkelijk in dienst zijn.
10827
2004200503206 25- 1-2005
618
Carl Devlies
* Impoˆts directs. — Directions régionales. — Activités de controˆle. Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Controlewerkzaamheden.
10828
8
2004200503216 26- 1-2005
619
Carl Devlies
* Inspection spéciale des impoˆts. — Effectifs du personnel. Bijzondere Belastinginspectie. — Personeelsbezetting.
10829
8
2004200503218 26- 1-2005
620
Geert Lambert
* Remplacement du numéro d’identification à la TVA par le numéro BCE. — Relations avec les clients étrangers. Vervanging BTW-nummer door KBO-nummer. — Relaties met buitenlandse klanten.
10830
8
2004200503219 26- 1-2005
621
Geert Lambert
* Remplacement du numéro d’identification à la TVA par le numéro BCE. — Problèmes informatiques. Vervanging BTW-nummer door KBO-nummer. — Problemen computerbestanden.
10831
8
2004200503220 26- 1-2005
622
Carl Devlies
* Administration. — Nombre de fonctions N-3. Administratie. — Aantal N-3 functies.
10831
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11050
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 8
2004200503168 20- 1-2005
41
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10832
8
2004200503169 20- 1-2005
42
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10832
8
2004200503175 24- 1-2005
43
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10833
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 8
2004200503168 20- 1-2005
411
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10833
8
2004200503169 20- 1-2005
412
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10833
8
2004200503175 24- 1-2005
414
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10834
8
2004200503178 24- 1-2005
415
Mme Muriel Gerkens * UGMM. — Surveillance aérienne de la mer du Nord. — Pollution. BMM. — Luchttoezicht op de Noordzee. — Verontreiniging.
10834
8
2004200503200 25- 1-2005
416
Willy Cortois
10835
* SNCB. — Aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré. — Vente de terrains. NMBS. — Aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet. — Verkoop van terreinen.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2003200421506 17- 5-2004
281
Dirk Claes
Prévention d’incendie. — Paratonnerres. Brandpreventie. — Bliksemafleiders.
10918
1
2003200432173 17- 9-2004
364
Patrick De Groote
Mutation de pompiers du corps de volontaires vers le corps professionnel. — Arrêté royal du 20 mars 2002. Overschakeling van brandweerlui van het vrijwilligerskorps naar het beroepskorps. — Koninklijk besluit van 20 maart 2002.
10920
1
2004200502497 22-10-2004
414
Mw. Hilde Vautmans
Fonds commun de garantie automobile. — Véhicules immatriculés non assurés. Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds. — Onverzekerde ingeschreven voertuigen.
10921
1
2004200502847
8-12-2004
456
Mw. Annelies Storms
Rémunération uniforme pour les sapeurs-pompiers. Eenvormige verloning voor brandweerlieden.
10924
4
2004200503047 11- 1-2005
477
Guido Tastenhoye
Regroupements familiaux. Gezinsherenigingen.
10925
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11051
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503063 13- 1-2005
480
Francis Van den Eynde
Camp militaire d’Elsenborn. — Stage organisé à l’intention des officiers de l’armée congolaise. — Clandestins. Militair kamp van Elsenborn. — Stagecursus officieren Kongolese leger. — Onderduikers.
10926
1
2004200503165 20- 1-2005
489
Mw. Trees Pieters
Critères de sélection pour le controˆle de dossiers fiscaux. — Data mining. — Publicité de l’administration. — Systèmes équilibrés de controˆle de la TVA et des contributions directes. Selectiecriteria bij het onderzoek van fiscale dossiers. — Data mining. — Openbaarheid van bestuur. — Evenwichtige controlesystemen inzake BTW en inzake directe belastingen.
10926
8
2004200503167 20- 1-2005
490
Mme Zoé Genot
* Plainte de la police contre un médecin. — Procès. — Couˆt. — Procédure. Klacht van de politie tegen een geneesheer. — Proces. — Kosten. — Procedure.
10836
8
2004200503168 20- 1-2005
491
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10836
8
2004200503169 20- 1-2005
492
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10837
8
2004200503175 24- 1-2005
493
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10837
8
2004200503179 24- 1-2005
494
Bert Schoofs
* Perception de la fonction d’agent de quartier. Beeldvorming over de functie van wijkagent.
10837
8
2004200503186 24- 1-2005
495
Koen T’Sijen
* Traite des mineurs. — Loi sur la tutelle. Handel in minderjarigen. — Voogdijwet.
10838
8
2004200503196 24- 1-2005
496
Guido De Padt
* Vols de bicyclette. Fietsdiefstallen.
10839
8
2004200503217 26- 1-2005
497
Guido De Padt
* Services de police locale. — Litiges civils. Lokale politiediensten. — Feiten van « burgerlijk geschil ».
10839
1
2004200503233 28- 1-2005
499
Mme Marie-Claire Lambert
Commission de régularisation. — Dossiers traités avec avis positifs. Regularisatiecommissie. — Dossiers met een positief advies.
10929
1
2004200503301
506
Mme Muriel Gerkens
Nations unies. — Résolution 1540. — Directives. — Armes nucléaires, chimiques et biologiques. Verenigde Naties. — Resolutie 1540. — Richtlijnen. — Nucleaire, chemische en biologische wapens.
10930
7- 2-2005
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1
2003200400282 18-11-2003
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
38
Roel Deseyn
Sommet européen de Thessalonique. — Note stratégique relative à la politique étrangère de l’Union européenne. Europese Top van Thessaloniki. — Strategienota over het Europees buitenlands beleid.
2004
2005
10931
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11052
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502720 23-11-2004
135
Hervé Hasquin
Attitude de l’ambassade de Belgique en Coˆte d’Ivoire vis-à-vis des ressortissants belges. Houding van de Belgische ambassade in Ivoorkust ten aanzien van de Belgische onderdanen.
10933
1
2004200502545 26-11-2004
136
Mme Zoé Genot
Demandes d’asile introduites dans les ambassades belges. Asielaanvragen in de Belgische ambassades.
10935
1
2004200502777 29-11-2004
137
Mme Zoé Genot
Experts pour l’Organe stratégique. — Missions. Experts bij de beleidsorganen. — Opdrachten.
10935
1
2004200502954 22-12-2004
146
Mme Zoé Genot
Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingston en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.
10936
1
2004200502979 28-12-2004
148
Francis Van den Eynde
Chine. — Distribution de pamphlets chrétiens. — Droits de l’homme. China. — Uitdeling christelijke pamfletten. — Mensenrechten.
10937
1
2004200502980 28-12-2004
149
Francis Van den Eynde
Ambassade de Belgique à Rome. — Réception. — Incident. Belgische ambassade in Rome. — Receptie. — Rel.
10938
1
2004200502983 28-12-2004
150
Francis Van den Eynde
Chine. — Répression de la vente de bibles. China. — Bestraffing voor het verkopen van bijbels.
10938
1
2004200502984 28-12-2004
151
Gerolf Annemans
Cahier de la Cour des comptes. — Désignation de comptables dans les postes à l’étranger. Boek van het Rekenhof. — Aanstelling van rekenplichtigen in buitenlandse posten.
10939
1
2004200503006 29-12-2004
152
Mme Muriel Gerkens
CFDD. — Avis. — Financement des assureurs crédit. FRDO. — Advies. — Financiering van de kredietverzekeraars.
10941
1
2004200503022 10- 1-2005
153
Hagen Goyvaerts
Droits et libertés des journalistes en Turquie. Journalistieke rechten en vrijheden in Turkije.
10942
1
2004200503071 13- 1-2005
155
Dirk Van der Maelen
E´laboration d’un cadre onusien quant à la responsabilité des entreprises transnationales et autres entreprises en matière de respect des droits de l’homme. Opstelling van een VN-kader voor « Responsabilities of Transnational Corporations and related Business Enterprises with regard to Human Rights ».
10945
1
2004200503072 13- 1-2005
156
Dirk Van der Maelen
Négociations de l’AGCS en cours. Lopende GATS-onderhandelingen.
10946
1
2004200503084 14- 1-2005
157
Gerolf Annemans
Suppression des subventions aux Chambres de commerce belgo-luxembourgeoises à l’étranger en 2005. Schrapping subsidies 2005 voor de BelgischLuxemburgse Kamers van Koophandel in het buitenland.
10949
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11053
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503099 17- 1-2005
158
Pieter De Crem
Aide aux Belges à l’étranger. — Missions des ambassades. — Roumanie. Hulpverlening aan Belgen in het buitenland. — Taak ambassades. — Roemenie¨.
10950
1
2004200503116 18- 1-2005
162
Gerolf Annemans
SPF. — Président du comité de direction. — Plans de management et opérationnel. FOD. — Voorzitter directiecomité. — Management- en operationeel plan.
10951
1
2004200503146 19- 1-2005
163
Guido Tastenhoye
Soutien direct et indirect à l’Autorité palestinienne. Rechtstreekse en onrechtstreekse steun aan de Palestijnse Autoriteit.
10952
1
2004200503166 20- 1-2005
164
Mme Zoé Genot
Aide du gouvernement belge aux défenseurs des droits humains. Steun van de Belgische regering aan de mensenrechtenactivisten.
10953
8
2004200503168 20- 1-2005
165
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10840
8
2004200503169 20- 1-2005
166
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10840
8
2004200503175 24- 1-2005
167
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10841
8
2004200503180 24- 1-2005
168
Bert Schoofs
* Aide internationale à la suite du raz-de-marée dans le Sud-Est asiatique. Internationale hulp als gevolg van de vloedgolf in Zuid-Oost-Azie¨.
10841
8
2004200503212 25- 1-2005
169
Mme Marie Nagy
* Signature du protocole additionnel à la Convention des Nations unies contre la torture. Ondertekening van het aanvullend protocol bij de VN-Conventie tegen foltering.
10842
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2004200502445 18-10-2004
127
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
10954
1
2004200502849
8-12-2004
154
Mme Jacqueline Galant
Statut du personnel civil du SHAPE. Status van het burgerpersoneel van de SHAPE.
10955
1
2004200503079 13- 1-2005
167
Francis Van den Eynde
Force aérienne. — Vols C 130 vers le Congo. Luchtmacht. — C 130-vluchten naar Kongo.
10956
8
2004200503162 20- 1-2005
170
Jean-Marc Nollet
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
* INIG. — Rapport sur les comptes 2003. NIOOO. — Verslag over de rekening 2003.
2005
10842
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1396
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11054
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2004200503125 18- 1-2005
207
Patrick De Groote
Investissements étrangers. Buitenlandse investeringen.
10957
1
2004200503131 18- 1-2005
208
Gerolf Annemans
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s.
10959
1
2004200503168 20- 1-2005
210
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10960
1
2004200503169 20- 1-2005
211
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10960
8
2004200503170 21- 1-2005
212
Roel Deseyn
* Convention de Tampere sur la mise à disposition de ressources de télécommunications pour l’atténuation des effets des catastrophes et pour les opérations de secours en cas de catastrophe. — Absence de signature de la Belgique. Verdrag van Tampere inzake de levering van telecommunicatievoorzieningen voor rampenmitigatie en noodhulpoperaties. — Nietondertekening door Belgie¨.
10843
1
2004200503175 24- 1-2005
213
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10961
E´nergie — Energie 1
2004200503080 13- 1-2005
92
Jean-Marc Nollet
ONDRAF. — Localisation du dépoˆt final des déchets nucléaires de classe A. NIRAS. — Keuze van de site voor de berging van kernafval van klasse A.
10962
1
2004200503131 18- 1-2005
93
Gerolf Annemans
SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s.
10966
1
2004200503138 18- 1-2005
94
Dirk Van der Maelen
Utilisation d’uranium naturel par les centrales nucléaires belges. Gebruik van natuurlijk uranium door de Belgische kerncentrales.
10967
1
2004200503168 20- 1-2005
95
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10969
1
2004200503169 20- 1-2005
96
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10969
1
2004200503175 24- 1-2005
97
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10970
8
2004200503182 24- 1-2005
98
Mme Muriel Gerkens * CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution de gaz. CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Gasdistributienetbeheerders.
10844
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11055
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503188 24- 1-2005
99
Mme Muriel Gerkens * « Commission Ampère ». — E´tude. Ampère-commissie. — Studie.
10845
8
2004200503189 24- 1-2005
100
Mme Muriel Gerkens * Unités de production. — Sources d’énergie renouvelables et unités de cogénération. — Concertation et demandes d’avis. Productie-eenheden. — Hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling. — Overleg en vraag om advies.
10846
8
2004200503197 24- 1-2005
101
Mme Muriel Gerkens * Plan de développement du réseau de transport d’électricité. Plan voor de ontwikkeling van het elektriciteitstransmissienet.
10847
8
2004200503198 24- 1-2005
102
Mme Muriel Gerkens * CREG. — Dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands. — Couˆts refusés. CREG. — Uitgaven van Vlaamse distributienetbeheerders. — Geweigerde kosten.
10848
8
2004200503207 25- 1-2005
103
Mme Muriel Gerkens * Cotisation fédérale sur le transport de l’électricité. Federale heffing op het vervoer van elektriciteit.
10849
8
2004200503208 25- 1-2005
104
Mme Muriel Gerkens * CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution d’électricité. CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Beheerders van het elektriciteitsdistributienet.
10849
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 1
2004200503168 20- 1-2005
39
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10970
1
2004200503169 20- 1-2005
40
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10971
1
2004200503175 24- 1-2005
41
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10972
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1
2004200502507 17- 1-2005
43
Patrick De Groote
Données relatives à la pauvreté infantile. Gegevens inzake kinderarmoede.
10972
1
2004200503168 20- 1-2005
45
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10974
1
2004200503169 20- 1-2005
46
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10974
1
2004200503175 24- 1-2005
47
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10975
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2004200502570
3-11-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
192
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
2004
Recouvrement judiciaire des cotisations ONSS. Gerechtelijke navordering van de RSZ-bijdragen.
2005
10975
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11056
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502639 10-11-2004
197
Francis Van den Eynde
Obligation pour les traducteurs et les interprètes judiciaires de prendre le statut d’indépendant. Verplichte zelfstandigheid voor gerechtelijke vertalers en tolken.
10979
8
2004200503168 20- 1-2005
245
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10850
8
2004200503169 20- 1-2005
246
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10850
8
2004200503174 21- 1-2005
247
Guido De Padt
* Bénéficiaires d’indemnités radiés d’office des registres de la population. — Interruption du paiement des indemnités de sécurité sociale. Gerechtigden die van ambtswege worden afgeschreven in de bevolkingsregisters. — Stopzetting betaling van socialezekerheidsvergoedingen.
10850
8
2004200503175 24- 1-2005
248
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10851
8
2004200503190 24- 1-2005
249
Mw. Maggie De Block
* Nombre d’hoˆpitaux commerciaux en Belgique. Aantal commercie¨le ziekenhuizen in Belgie¨.
10851
8
2004200503191 24- 1-2005
250
Mw. Yolande Avontroodt
* Article 73 de la loi-programme du 27 décembre 2004. — Cotisation. — Imputation. Artikel 73 programmawet van 27 december 2004. — Heffing. — Aanrekening.
10852
1
2003200400066 21-10-2003
47
Jo Vandeurzen
Loi relative aux droits du patient. — Professionnels. — Application de la loi. Patie¨ntenrechtenwet. — Beroepsbeoefenaars. — Toepassing van de wet.
10981
1
2003200421620
9- 6-2004
206
Mw. Magda De Meyer
Interdiction de la vente libre de colliers électriques pour chiens. Verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden.
10981
8
2004200503158 20- 1-2005
379
Ortwin Depoortere * AFSCA. — Nombres de controˆles effectués. FAVV. — Aantal uitgevoerde controles.
10852
8
2004200503164 20- 1-2005
381
Stijn Bex
* Fonds tabac. — Projets. — Dépenses. Tabaksfonds. — Projecten. — Uitgaven.
10853
8
2004200503168 20- 1-2005
382
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10853
8
2004200503169 20- 1-2005
383
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10854
8
2004200503171 21- 1-2005
384
Mme Colette Burgeon
* AFSCA. — Rapport d’activités. FAVV. — Activiteitenverslag.
10854
8
2004200503175 24- 1-2005
385
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10855
8
2004200503192 24- 1-2005
386
Jo Vandeurzen
* Note fédérale sur la drogue. — Accord de coopération. Federale drugnota. — Samenwerkingsakkoord.
10855
8
2004200503193 14- 1-2005
387
Mme Colette Burgeon
* Suicides. — Dépressions. Zelfmoorden. — Depressies.
10855
Santé publique — Volksgezondheid
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11057
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503199 24- 1-2005
388
Mme Muriel Gerkens * Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides. Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.
8
2004200503209 25- 1-2005
389
Mw. Yolande Avontroodt
* Dépendance au jeu. — E´tudes scientifiques. Gokverslaving. — Wetenschappelijk onderzoek.
10856
10856
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1
2004200503159 20- 1-2005
55
Melchior Wathelet
Situation des guichets d’entreprises. Toestand van de ondernemingsloketten.
10983
1
2004200502688 26- 1-2005
59
Mw. Greet Van Gool
Allocation d’orphelin. Wezenbijslag.
10987
1
2004200503282
63
Mw. Greet Van Gool
Bénéfice de la pension pour le mois du décès. Pensioen in de maand van overlijden.
10989
2- 2-2005
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk 4
2003200400009 14-10-2003
24
Filip Anthuenis
Formules de cessation temporaire de l’activité professionnelle. Tijdelijke uitstapformules.
10991
1
2004200502483 18-11-2004
179
Hagen Goyvaerts
Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial. Tijdskrediet en politiek mandaat van een provincieraadslid.
10992
1
2004200503110 17- 1-2005
218
Guy D’haeseleer
Composition de la commission consultative « d’agréments » dans le cadre du système des titres-services. Samenstelling van de Adviescommissie « erkenningen » in het kader van de dienstencheques.
10994
8
2004200503168 20- 1-2005
225
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10857
8
2004200503169 20- 1-2005
226
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10857
8
2004200503175 24- 1-2005
227
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10858
8
2004200503183 24- 1-2005
228
Mw. Annelies Storms
* Groupe de travail « Immigrés ». Werkgroep « Migranten ».
10858
8
2003200432326 25- 1-2005
230
Mw. Maggie De Block
* Assurance contre les accidents pour les clubs sportifs. Ongevallenverzekering voor sportclubs.
10859
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11058
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Protection des consommateurs — Consumentenzaken
8
2004200503168 20- 1-2005
86
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10859
8
2004200503169 20- 1-2005
87
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10860
8
2004200503175 24- 1-2005
88
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10860
1
2004200503252 31- 1-2005
91
Mme Marie Nagy
Envoi de magazines publicitaires non désirés aux clients d’Electrabel. Verzending van ongewenste reclamebladen aan de clie¨nten van Electrabel.
10995
1
2004200503343
9- 2-2005
95
Staf Neel
Département. — Accueil d’enfants. Departement. — Kinderopvang.
10996
6
2004200503354 14- 2-2005
97
Roel Deseyn
Racisme sur internet. Internetracisme.
10997
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 1
2004200503007 29-12-2004
53
Mme Muriel Gerkens
Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs. Adviezen van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.
10998
1
2004200503168 20- 1-2005
58
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10999
1
2004200503169 20- 1-2005
59
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11000
1
2004200503175 24- 1-2005
60
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11000
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2004200503168 20- 1-2005
105
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
11001
1
2004200503169 20- 1-2005
106
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11002
1
2004200502963 21- 1-2005
107
Mw. Ingrid Meeus
Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications. Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.
11003
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11059
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503175 24- 1-2005
108
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11006
1
2004200503213 26- 1-2005
109
Mme Marie Nagy
Selor. — Organisation des examens écrits. — Commission de sélection. Selor. — Organisatie van de schriftelijke proeven. — Selectiecommissie.
11007
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1
2003200421684 18- 6-2004
52
Mw. Hilde Dierickx
CPAS. — Revenu d’intégration pour les indépendants aux revenus variables. OCMW’s. — Leefloon voor zelfstandigen met een wisselend inkomen.
11008
1
2004200502428 15-10-2004
65
Mme Muriel Gerkens
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »-aankopen.
11009
1
2004200502899 15-12-2004
78
Carl Devlies
Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard. Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.
11010
8
2004200503161 20- 1-2005
86
Jo Vandeurzen
* Emploi d’anciens toxicomanes. — Centres de formation. — E´valuation des projets-pilotes. Tewerkstelling van ex-verslaafden. — Opleidingscentra. — Evaluatie pilootprojecten.
10861
8
2004200503166 20- 1-2005
87
Mme Zoé Genot
* Aide du gouvernement belge aux défenseurs des droits humains. Steun van de Belgische regering aan de mensenrechtenactivisten.
10861
1
2004200503168 20- 1-2005
88
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
11011
1
2004200503169 20- 1-2005
89
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11013
1
2004200503175 24- 1-2005
90
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11014
4
2004200503240 28- 1-2005
91
Filip De Man
Répartition des demandeurs d’asile entre les différentes communes. Spreiding van asielzoekers over de gemeenten.
11015
1
2004200503253 31- 1-2005
92
Mw. Maggie De Block
SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail. FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.
11016
1
2004200503270
94
Mw. Hilde Dierickx
CPAS. — E´tudiants. — Interprétation de la circulaire. OCMW’s. — Studenten. — Interpretatie omzendbrief.
11018
1- 2-2005
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1
2004200503168 20- 1-2005
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
31
Gerolf Annemans
2004
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
2005
11020
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11060
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200503169 20- 1-2005
32
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11021
1
2004200503175 24- 1-2005
33
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11022
1
2004200503253 31- 1-2005
34
Mw. Maggie De Block
SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail. FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.
11023
Gelijke Kansen — E´galité des chances 1
2004200503168 20- 1-2005
46
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
11025
1
2004200503169 20- 1-2005
47
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11026
1
2004200503175 24- 1-2005
48
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11027
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1
2003200432363
7-10-2004
153
Mw. Nathalie Muylle
SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers. NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.
11028
1
2004200502614
9-11-2004
170
Servais Verherstraeten
Exécution des déchéances du droit de conduire. — Test psychologique comme condition de levée de la déchéance. Uitvoering rijverboden waarbij een psychologische test als voorwaarde geldt om het rijverbod op te heffen.
11029
1
2004200502784 30-11-2004
184
Guido De Padt
Interdiction de conduire la nuit pendant les weekends pour les jeunes. Rijverbod voor jongeren in weekendnachten.
11031
8
2004200503168 20- 1-2005
209
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10862
8
2004200503169 20- 1-2005
210
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10862
8
2004200503175 24- 1-2005
211
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10862
8
2004200503201 25- 1-2005
212
Pieter De Crem
* Trafic de poids lourds pendant le week-end. Vrachtwagenverkeer tijdens het weekend.
10863
8
2004200503202 25- 1-2005
213
Jef Van den Bergh
* Plaque minéralogique pour les cyclomoteurs à l’étranger. Nummerplaat voor bromfietsen in het buitenland.
10863
8
2004200503211 25- 1-2005
214
Mme Jacqueline Galant
* Sécurité des motards. Veiligheid van motorrijders.
10864
8
2004200503214 26- 1-2005
215
Ludo Van Campenhout
* Navigation maritime. — Transposition de la directive européenne de monitoring 2002/59. Zeescheepvaart. — Implementatie van de EG« monitoringrichtlijn » 2002/59.
10865
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005 CA
DO
11061
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu 8
2004200503199 24- 1-2005
49
Mme Muriel Gerkens * Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides. Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.
10866
Pensions — Pensioenen 1
2004200502727 23-11-2004
61
Mw. Greet Van Gool
Cumul d’une pension accordée dans le cadre d’un régime de pension du secteur public avec un revenu de remplacement. Cumulatie van een pensioen toegekend door een pensioenregeling van de openbare sector met een vervangingsinkomen.
11033
1
2004200502899 15-12-2004
68
Carl Devlies
Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard. Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.
11035
1
2004200503007 29-12-2004
70
Mme Muriel Gerkens
Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs. Adviezen van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.
11038
8
2004200503168 20- 1-2005
72
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10866
8
2004200503169 20- 1-2005
73
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10867
8
2004200503175 24- 1-2005
74
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10867
8
2004200503184 24- 1-2005
75
Patrick De Groote
* Régime de mise en disponibilité. Systeem van terbeschikkingstelling (TBS).
10867
8
2004200503210 25- 1-2005
76
Patrick De Groote
* Loi du 3 février 2003. — Entrée en vigueur. Wet van 3 februari 2003. — Inwerkingtreding.
10868
2
2004200503262
78
Koen T’Sijen
1- 2-2005
Cabinets et administrations. — Voyages en avion. Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.
11038
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 1
2004200502445 18-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
22
Mw. Greet Van Gool
2004
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
2005
11039
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1397
QRVA 51 067 28 - 02 - 2005
11062
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200503204 25- 1-2005
32
Mw. Trees Pieters
1
2004200503343
34
Staf Neel
9- 2-2005
* Traitement plus rapide de réclamations anciennes. — Fonctionnement immédiat du filtre administratif. — Accomplissement de devoirs d’enquête et d’opérations de taxation par les fonctionnaires du contentieux. Snellere afhandeling van oude bezwaarschriften. — Onmiddellijke werking van de administratieve filter. — Instellen van onderzoeksdaden en aanslagverrichtingen door de geschillenambtenaren. Département. — Accueil d’enfants. Departement. — Kinderopvang.
10869
11040
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 8
2004200503168 20- 1-2005
25
Gerolf Annemans
* SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
10871
8
2004200503169 20- 1-2005
26
Gerolf Annemans
* SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
10871
8
2004200503175 24- 1-2005
27
Gerolf Annemans
* SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
10871
1
2004200503343
30
Staf Neel
9- 2-2005
Département. — Accueil d’enfants. Departement. — Kinderopvang.
11042
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
E´conomie sociale — Sociale Economie 1
2004200503168 20- 1-2005
39
Gerolf Annemans
SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.
11044
1
2004200503169 20- 1-2005
40
Gerolf Annemans
SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.
11044
1
2004200503175 24- 1-2005
41
Gerolf Annemans
SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.
11045
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: TMP S.A.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1255