QRVA 51 138
QRVA 51 138
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
5 - 10 - 2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27030
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2005
2006
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27031
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 27035 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. —
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
—
Vice-eersteminister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
—
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
—
Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
—
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
—
Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
—
Minister van Landsverdediging
—
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
—
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
—
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre de la Mobilité
—
Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions
—
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
—
Minister van Werk
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27033
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 27051
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
— Eerste minister 27051 Vice-eersteminister en minister van Justitie 27072 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n Vice-eersteminister — en minister van Begroting en Consumentenzaken 27093 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 27099 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 27102 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
27109 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid — Minister van Middenstand en Landbouw — Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 27128 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen — Minister van Mobiliteit 27132 Minister van Leefmilieu en Pensioenen 27140 Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, 27150 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 27151 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité 27155 voor Europese aangelegenheden
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken 27153 en Volksgezondheid
—
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
Page/Blz. 27157
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27035
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 205173-
8-2003 4-2004 5-2004 6-2004
22 229 283 289
9- 6-2004 5- 7-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 31- 1-2005 16- 2-2005 21- 2-2005 23- 2-2005 24- 2-2005 28- 2-2005 2- 3-2005 3- 3-2005 10- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 23- 3-2005 29- 3-2005 7- 4-2005
291 306 342 383 416 435 441 448 461 462 489 497 518 533 535 540 543 545 556 563 581 587 589 590 608 612 617
Francis Van den Eynde Filip De Man Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Roel Deseyn Alfons Borginon Dylan Casaer Francis Van den Eynde Alfons Borginon Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Alexandra Colen Claude Marinower Filip De Man Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Walter Muls Gerolf Annemans Guy Hove Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche
232 4878 5969 6112 6114 6599 7511 8085 8652 8885 9279 9282 9479 9480 9955 10550 11083 11717 11718 11722 12035 12035 12042 12222 12410 12412 12412 12413 12422 12871 13157
Date Datum
Question no Vraag nr.
21- 4-2005
638
2591010101023252526199999922-
4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
641 667 674 675 676 678 687 691 692 693 701 705 706 707 708 709 710 723
2327284142628285115-
6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 8-2005 8-2005 9-2005
724 729 731 738 746 754 761 763 768 770 772
1622222228-
9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005
782 790 792 794 802
21-10-2005
812
Auteur Mw. Frieda Van Themsche Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer Jo Vandeurzen Guido De Padt Guido De Padt Claude Marinower Stijn Bex Servais Verherstraeten Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Corinne De Permentier Jean-Marc Nollet Geert Lambert Guy Hove Dylan Casaer Walter Muls Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Claude Marinower Mw. Marleen Govaerts Mw. Hilde Vautmans
Page Blz. 13605 13606 14132 14133 14134 14135 14136 14409 14413 14413 14641 14648 15155 15155 15156 15156 15157 15157 15412 15627 15630 15632 15636 15873 16960 16965 16966 16970 16972 16974 17311 17657 17658 17659 17662 18138
* Liste cloˆturée le 5 octobre 2006 * Lijst afgesloten op 5 oktober 2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27036
Date Datum
Question no Vraag nr.
24-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 14-11-2005 25-11-2005 29-11-2005 1-12-2005
819 823 830 833 848 854 860
7-12-2005 8-12-2005 8- 9-2005 9- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 18- 1-2006 19- 1-2006 19- 1-2006 25- 1-2006 27- 1-2006 31- 1-2006 1- 2-2006 1- 2-2006 6- 2-2006
863 865 870 883 889 891 892 893 894 895 899 903 905 906 910 913 916 917 918 921
791321231013-
2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 3-2006 3-2006
922 926 929 939 940 948 950
13- 3-2006 13- 3-2006 13- 3-2006 13- 3-2006 14- 3-2006 2-12-2005
953 954 955 956 957 959
23- 1-2006 25- 1-2006
960 961
Auteur Claude Marinower Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Stijn Bex Eric Libert Willy Cortois Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Bart Laeremans Hendrik Bogaert Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mw. Martine Taelman Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Servais Verherstraeten Koen T’Sijen Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Dylan Casaer Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Filip De Man Mw. Annelies Storms Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer Mw. Marleen Govaerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 18143 18146 18591 18593 19031 19033 19035 19038 19040 19041 20108 20306 20306 20307 20308 20309 20310 20311 20313 20481 20482 20484 20823 20825 20825 20826 21028 21028 21483 21485 21810 22133 22583 22585 22588 22588 22589 22590 22590 22591 22592 22593 2005
Date Datum 16161717-
Question no Vraag nr.
3-2006 3-2006 3-2006 3-2006
962 963 966 967
21- 3-2006 22- 3-2006 23- 3-2006 24- 3-2006 24- 3-2006 27- 3-2006 29- 3-2006 31- 3-2006 5- 4-2006 7- 4-2006 7- 4-2006 14-11-2005 20- 2-2006 19- 4-2006
971 972 973 975 976 978 981 982 985 989 991 992 993 995
19- 4-2006 20- 4-2006 20- 4-2006 24- 4-2006 15-12-2005 25- 4-2006 25- 4-2006 19- 4-2006
996 998 999 1001 1003 1004 1005 1007
27- 4-2006 28- 4-2006 28- 4-2006
1008 1010 1012
2- 5-2006
1013
2334-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
1015 1016 1017 1019
5101212151818-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
1020 1022 1025 1026 1028 1030 1031
2006
Auteur Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Jef Van den Bergh Mw. Sabien LahayeBattheu Ortwin Depoortere Filip De Man Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Claude Marinower Alfons Borginon Walter Muls Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Olivier Maingain Dylan Casaer Guido De Padt Guido De Padt Ludo Van Campenhout Mme Marie Nagy Charles Michel Mw. Hilde Vautmans Alfons Borginon Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Dylan Casaer Alfons Borginon Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Mw. Dalila Douifi Jef Van den Bergh Bart Laeremans Mw. Sabien LahayeBattheu Jacques Germeaux Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer Mark Verhaegen Claude Marinower Bert Schoofs Mw. Hilde Vautmans
Page Blz. 22831 22831 22832 22833 22834 22835 23023 23024 23025 23026 23027 23385 23388 23687 23688 23690 23690 23692 23693 24029 24030 24031 24033 24034 24034 24035 24347 24349 24351 24351 24352 24353 24354 24497 24498 24499 24706 24707 24710 24859 24860
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum 242430677912121212121212131516161619192122261828132020242828313111616162223-
5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 1-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
27037
Question no Vraag nr. 1040 1041 1043 1046 1048 1049 1051 1052 1054 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1062 1064 1065 1066 1070 1071 1072 1073 1075 1076 1077 1087 1093 1094 1096 1097 1098 1099 1100 1102 1103 1104 1105 1106 1107
Auteur Mw. Martine Taelman Mw. Martine Taelman Guido De Padt Mme Colette Burgeon Patrick Cocriamont Mw. Martine Taelman Mw. Ingrid Meeus Jean-Marc Nollet Bart Laeremans Alfons Borginon Guido De Padt Stijn Bex Walter Muls Bart Laeremans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Filip De Man Gerolf Annemans Geert Lambert Bart Laeremans Walter Muls Charles Michel Mw. Hilde Claes Mw. Hilde Vautmans Gerolf Annemans Alfons Borginon Dylan Casaer Roel Deseyn Guido De Padt Mme Zoé Genot Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Bart Laeremans Luc Sevenhans
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
24861 24862 25103 25328 25329 25330 25332 25332 25334 25335 25336 25336 25338 25338 25338 25624 25625 25626 25627 25629 25630 25630 25847 25849 25849 25850 26743 26746 26747 26748 26749 26750 26750 26751 26751 26752 26752 26753 26753 26753
6-11-2003 10-11-2003 20-11-2003 8- 1-2004 26- 1-2004 5- 5-2004 2- 6-2004 23- 9-2004 2-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 27- 1-2005
81 97 152 206 236 367 407 487 549 560 563 589 625
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 30- 9-2003
45
Geert Lambert
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
689 2005
31- 1-2005 3- 2-2005 16- 2-2005 10- 3-2005 29- 3-2005 10- 5-2005 18- 5-2005 27- 5-2005 31- 5-2005 1- 6-2005 14- 6-2005 27- 7-2005 16- 8-2005 5- 9-2005 4-10-2005
629 636 645 692 711 788 794 805 812 814 838 891 903 910 944
6-10-2005
949
17-11-2005 9-12-2005 12-12-2005 9- 1-2006 11- 1-2006 10- 2-2006 10- 2-2006 15- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 14- 3-2006 28-11-2005 20- 3-2006 24- 3-2006 28- 3-2006 2006
980 1031 1033 1052 1065 1138 1139 1146 1161 1162 1184 1192 1194 1201 1208
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Jean-Jacques Viseur Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Geert Lambert Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Guido De Padt Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mme Zoé Genot Dirk Van der Maelen David Geerts Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Marleen Govaerts Carl Devlies Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Guido Tastenhoye Gerolf Annemans Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Carl Devlies Patrick Moriau Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Guido De Padt
Page Blz. 1694 1714 1944 2784 3225 5471 6134 7879 9487 9670 9957 10441 11087 11087 11391 11725 12426 12876 14155 14159 14651 14658 14660 15163 16978 16990 16995 17680 17895 18788 19062 19064 20112 20121 21490 21491 21494 21816 21817 22597 21820 22836 23030 23034
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27038
Date Datum
Question no Vraag nr.
31- 3-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 9- 5-2006 11- 5-2006 22- 5-2006 4- 5-2006 12- 6-2006 31- 3-2006 12-12-2005
1211 1226 1235 1282 1288 1300 1315 1319 1322 1327
131519212626261717181919252573110-
6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 6-2006 7-2006 8-2006
1329 1332 1336 1339 1341 1343 1344 1368 1369 1370 1375 1377 1378 1379 1380 1382 1385
111116232428-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
1386 1387 1388 1389 1390 1391
Auteur Jean-Marc Nollet Melchior Wathelet Bart Laeremans Bart Tommelein Alfons Borginon Bart Tommelein Mw. Maggie De Block Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Carl Devlies Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Dirk Van der Maelen Roel Deseyn Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Dirk Claes Mw. Annemie Turtelboom Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Carl Devlies Luc Sevenhans Carl Devlies Carl Devlies
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
23390 23697 24036 24503 24711 24864 25341 25344 25345
9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 20-10-2005 14- 3-2006 18- 4-2006 24- 5-2006
34 36 42 46 54 60 61 62 68 71 74 86 91 93
23- 8-2006
96
25347 25348 25633 25633 25636 25852 25854 25855 26754 26756 26758 26758 26759 26759 26760 26761 26762 26763 26763 26765 26765 26766 26767 26768
242627233116-
1-2006 1-2006 2-2006 1-2006 3-2006 5-2006
16- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 17- 5-2006 15- 6-2006 18- 7-2006 24-10-2005 20- 7-2006
173 175 185 188 198 201 202 203 204 207 211 214 215 216
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
24866 26770
Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Bart Tommelein Willy Cortois Mw. Greet Van Gool Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Trees Pieters Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Bart Tommelein Alfons Borginon Bart Tommelein Yvan Mayeur Roel Deseyn
20492 20840 22136 22837 23037 24715 24716 24867 24868 25349 25637 26770 26771 26772
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 10- 3-2005 16- 3-2005 7- 4-2005
545 552 573
8450
21- 4-2005 18- 5-2005
595 625
2005
2006
Budget — Begroting
Mme Muriel Gerkens
8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 15882 16999 18160 22600 24358
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
31
Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Geert Lambert Olivier Maingain Guy D’haeseleer Gerolf Annemans Bart Laeremans Mw. Marleen Govaerts Luc Sevenhans
Protection de la consommation — Consumentenzaken
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
15-10-2004
Auteur
Page Blz.
Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen T’Sijen Roel Deseyn
12459 12462 13176 13628 14185
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
13- 6-2005 4- 7-2005
649 677
9- 8-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 16- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 29- 6-2005 17-11-2005
713 723 725 726 729 737 739 751 757 776
17-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 9-12-2005 19-12-2005 11- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 17- 1-2006 25- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 8- 2-2006 8- 2-2006 20- 2-2006 27- 2-2006 28- 2-2006 28- 2-2006 3- 3-2006 10- 3-2006 14- 3-2006 20- 3-2006 22- 3-2006 22- 3-2006 27- 3-2006 28- 3-2006 31- 3-2006 3- 4-2006 5- 4-2006 7- 4-2006 18- 4-2006 18- 4-2006
779 796 806 820 827 855 860 861 864 867 883 887 888 891 892 904 915 916 917 921 925 927 934 940 941 948 953 956 958 960 965 971 972
27039
Auteur Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Bert Schoofs Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Patrick Moriau Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Mw. Ingrid Meeus Bart Tommelein Dylan Casaer Patrick Cocriamont Patrick De Groote Ortwin Depoortere Dirk Van der Maelen Guido De Padt Guido De Padt Patrick De Groote Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dirk Claes Guido De Padt Melchior Wathelet Dirk Van der Maelen Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Simonne Creyf Guido De Padt Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Nancy Caslo
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 15179 15679 17013 17327 17328 17329 17333 17337 17691 18164 18386 18810 18810 19070 19077 19085 19567 20130 20336 20337 20339 20340 20500 20845 20846 21037 21038 21827 22142 22143 22144 22448 22602 22603 22840 22844 22845 23042 23045 23395 23395 23397 23701 23703 23704 2005
Date Datum
Question no Vraag nr.
1921242355510161829291212121622141717-
4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006
976 980 991 999 1001 1003 1004 1005 1007 1010 1012 1023 1024 1028 1029 1030 1037 1039 1059 1061 1062
1819191920252623-
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 8-2006
1066 1067 1068 1069 1070 1073 1074 1076 1077
7- 8-2006 9- 8-2006
1079 1080
9- 8-2006
1081
101016161616-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
1082 1083 1084 1086 1087 1088
18- 8-2006 22- 8-2006 23- 8-2006
1089 1091 1092
2006
Auteur Mw. Hilde Dierickx Gerolf Annemans Alfons Borginon Melchior Wathelet Bart Laeremans Patrick De Groote Jacques Germeaux Filip De Man Guido De Padt Mw. Hilde Claes Bert Schoofs Dirk Claes Paul Tant Patrick Cocriamont Olivier Maingain Bart Laeremans Mw. Ingrid Meeus Paul Tant Mme Marie Nagy Mw. Martine Taelman Mw. Sabien LahayeBattheu Joseph Arens Bart Laeremans Bart Laeremans Koen Bultinck Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Filip De Man Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Claude Marinower Ludo Van Campenhout Stijn Bex Patrick De Groote Luc Sevenhans
Page Blz. 23706 24043 24051 24360 24361 24509 24509 24510 24511 24717 24869 25105 25107 25353 25354 25354 25642 25856 26774 26775 26776 26777 26778 26779 26780 26780 26782 26783 26784 26784 26785 26786 26786 26787 26788 26789 26790 26790 26791 26791 26793 26793
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27040
Date Datum
Question no Vraag nr.
24- 8-2006 29- 8-2006
1093 1094
Auteur
Page Blz.
Francis Van den Eynde 26794 Joseph Arens 26794
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 27161819192032222235-
7-2005 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 5-2006
258 358 370 371 372 374 375 379 380 381 382
Mw. Inga Verhaert Gerolf Annemans Miguel Chevalier Filip Anthuenis Mme Zoé Genot Miguel Chevalier Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Francis Van den Eynde Luc Sevenhans Mw. Alexandra Colen
17017 25644 26795 26796 26796 26797 26798 26799 26799 26800 26800
Ministre de la Défense
Date Datum
Question no Vraag nr.
8- 8-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 26- 1-2006 1- 2-2006 2- 2-2006 17- 2-2006 10- 3-2006 24- 1-2005
330 338 339 340 349 362 363 401 409 411 422 429 433
18- 4-2006 19- 7-2006 24- 7-2006
459 482 484
25- 7-2006 26- 7-2006 31- 7-2006
485 487 489
Minister van Landsverdediging 16-12-2003 8- 6-2005 28- 2-2006 9- 3-2006 9- 3-2006 7- 4-2006 23- 8-2006
45 238 352 359 360 379 416
Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Koen T’Sijen Luc Sevenhans Luc Sevenhans
2359 14921 22147 22604 22605 23709 26801
25-10-2005 20- 7-2006 7- 8-2006
15293023-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
22847 24719 26803 26805 26806 26807 26808
153 181 185
Servais Verherstraeten 18189 Melchior Wathelet 26810 Mw. Simonne Creyf 26815
6-2005 7-2005 1-2006 8-2006
58 61 67 72
Mw. Greta D’hondt Mme Muriel Gerkens Jean-Marc Nollet Luc Sevenhans
25703 17032 20861 26817
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
E´conomie — Economie
Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Marc Verwilghen Roel Deseyn
17029 17341 17342 17343 17895 18181 18182 20850 20857 21042 21833 22609
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
197 224 243 288 320 328
Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Philippe De Coene Roel Deseyn Luk Van Biesen Jan Mortelmans Roel Deseyn Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn
E´nergie — Energie
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
28-12-2004 7- 2-2005 8- 3-2005 25- 5-2005 26- 7-2005 5- 8-2005
Auteur
Page Blz.
10155 11403 12253 14432 17025 17029 2005
10-11-2004 1- 2-2005 25- 2-2005 21- 3-2005 31- 3-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 26- 4-2005 2006
33 49 52 55 56 59 61 63 64
Guy D’haeseleer Koen T’Sijen Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Staf Neel Geert Lambert
8928 11111 12070 12472 13012 13355 13356 13645 13646
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
20-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 20-12-2005 21-12-2005 17- 1-2006 18- 1-2006 27- 1-2006 27- 1-2006 30- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 21- 3-2006 31- 3-2006 24- 5-2006
81 83 85 90 92 93 94 96 97 98 99 100 101 103 110
242610232829-
114 115 116 117 118 119
7-2006 7-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
27041
Auteur Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Stijn Bex Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Mw. Ingrid Meeus Jean-Marc Nollet Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Staf Neel Mw. Ingrid Meeus Luc Sevenhans Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18191 18192 18611 19593 19596 20351 20351 20862 20863 20864 20865 20865 22850 23406
9-12-2004
212
24884 26818 26818 26819 26820 26821 26821
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
21- 8-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 11- 6-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 4-10-2004
14 25 41 83 84 87 122 153 159 167
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004
173 174 175 182 206
Jan Mortelmans Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Willy Cortois Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
10-12-2004 22- 3-2005 24- 3-2005 21- 4-2005 13- 5-2005
221 275 279 299 316
20- 6-2005 29- 6-2005 27- 7-2005 29- 8-2005 31- 8-2005 23- 9-2005 24-10-2005 25-10-2005 14-11-2005
328 334 344 349 350 357 363 365 373
14-11-2005
375
29-12-2005
405
18- 1-2006
407
2- 2-2006 20- 2-2006
418 429
21- 2-2006 24- 2-2006 2- 3-2006
431 435 439
253 778 1523 4111 4114 4282 6324 7718 7721
6910141724-
3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006
8135 8252 8253 8253 8469 9519
18269112223-
2005
2006
8- 3-2006 7- 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
440 441 444 448 451 454 460 463 464 468 475 477 480 482
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Jo Vandeurzen Carl Devlies Mw. Maggie De Block David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mme Marie Nagy Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Sabien LahayeBattheu Francis Van den Eynde Mw. Maggie De Block Luc Goutry Koen Bultinck Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Bert Schoofs Mw. Greet Van Gool Mw. Hilde Dierickx Benoıˆt Drèze Jean-Marc Nollet Mw. Karin Jiroflée
Page Blz. 9695 9700 17977 12888 13647 14198 15428 15696 17038 17042 17043 17700 18194 18196 18616 18618 19601 20353 21045 21837 21838 22151 22454 22455 22611 22613 22616 22852 23054 23409 23710 23711 24062 24519 24720 24885 24886
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27042
Date Datum
Question no Vraag nr.
23- 5-2006
483
6- 6-2006 6- 6-2006 7- 4-2006
487 488 489
3- 5-2006 13- 6-2006
490 493
20- 6-2006
495
27- 6-2006
496
281717171718191910-
6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
497 505 506 507 508 509 510 511 512
23- 8-2006 29- 8-2006
513 514
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Joseph Arens Filip Anthuenis Filip Anthuenis Filip Anthuenis Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Guy D’haeseleer David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Luc Sevenhans Mw. Magda De Meyer
Page Blz. 24886 25359 25360 25360 25361 25364 25651 25861 25862 26822 26823 26824 26825 26827 26828 26828 26829 26830 26830
Santé publique — Volksgezondheid
21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 9- 6-2004 24- 6-2004 9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 13- 8-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 29-10-2004 10- 1-2005 24- 1-2005
44 66 141 223 234 243 246 247 265 277 278 295 318 321 326 372 385
Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Koen Bultinck Mme Zoé Genot Gerolf Annemans
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1123 2099 4438 6153 6652 6772 7239 7240 7251 7435 7529 8140 8681 8684 8936 10451 10855 2005
Date Datum
Question no Vraag nr.
14- 4-2005
445
2- 5-2005 9- 5-2005 31- 5-2005 6- 6-2005 6- 6-2005 45191926-
462 467 479 483 484
7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005
504 506 515 516 524
28- 7-2005 8- 8-2005
527 530
5- 9-2005 13- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005
541 546 561 563 564 565 575 578 580 587 594 595 601
30-11-2005 5-12-2005
602 605
14-12-2005 20-12-2005 22-12-2005 28-12-2005
610 612 617 621
5- 1-2006 5- 1-2006 11- 1-2006
622 624 628
13- 1-2006 13- 1-2006 18- 1-2006
635 636 644
2006
Auteur Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mme Dominique Tilmans Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Inga Verhaert Mw. Marleen Govaerts Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Mw. Hilde Dierickx Geert Lambert Daniel Bacquelaine Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nancy Caslo Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mme Zoé Genot Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer
Page Blz. 13366 13943 14201 14703 14935 14936 15703 15705 15917 15917 17046 17047 17050 17056 17352 17903 18197 18197 18198 18621 18624 18625 19125 19129 19130 19134 19135 19137 19139 19601 19605 19607 20142 20143 20144 20357 20357 20364
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum 232426302-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006
Question no Vraag nr. 648 652 658 661 667
1014141420-
2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006
679 680 681 682 685
21248916161721275-
2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006
688 697 705 708 716 717 718 719 723 726
2124272810-
4-2006 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006
735 737 738 741 748
151617181818222324-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
749 751 752 754 756 757 759 763 765
10169-
5-2006 6-2006 6-2006 6-2006
766 771 772 773
12- 6-2006 13- 6-2006
27043
774 775
Auteur Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Nathalie Muylle Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Alfons Borginon Guido De Padt Ortwin Depoortere Ortwin Depoortere Mw. Marleen Govaerts Koen Bultinck Joseph Arens Mw. Nathalie Muylle Jo Vandeurzen Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Ortwin Depoortere Jo Vandeurzen Mw. Marleen Govaerts Jacques Germeaux Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Paul Tant Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Koen Bultinck Jean-Jacques Viseur Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Staf Neel Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 20511 20513 20868 20870 21048 21510 21511 21512 21513 21841 21843 22154 22458 22618 22852 22853 22853 22854 23058 23413 24064 24066 24369 24370 24521 24722 24723 24724 24888 24889 24889 24890 24892 24894 24895 25369 25370 25370 25371 25372 2005
Date Datum 15152226272713141718181819202519274-
6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 6-2006 4-2005 8-2006
4- 8-2006 22222222222328-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
Question no Vraag nr. 776 778 781 783 784 785 798 799 800 801 802 803 804 805 806 808 809 810 811 812 813 814 815 816 817 818
Auteur Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Koen Bultinck Miguel Chevalier Patrick Cocriamont Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Koen Bultinck Patrick De Groote Miguel Chevalier Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Miguel Chevalier Hendrik Bogaert Paul Tant Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Luc Sevenhans Mw. Nathalie Muylle
Page Blz. 25651 25652 25863 25864 25865 25865 26831 26831 26832 26832 26833 26833 26834 26835 26835 26836 26837 26839 26840 26841 26841 26841 26842 26842 26843 26844
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005 21- 3-2006 18- 7-2006 10- 7-2006 19- 7-2006 19- 7-2006 24- 7-2006 23- 8-2006 2006
49 62 91 115 124 125 126 127 128 129
Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man Ortwin Depoortere Miguel Chevalier Staf Neel Mme Zoé Genot Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Luc Sevenhans
9987 11126 15712 22856 26844 26845 26846 26847 26848 26848
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27044
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken
30- 8-2006
217
Joseph Arens
26850
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
31- 3-2004 23- 2-2005 8- 3-2005
37 100 102
4-11-2005 14-11-2005 8- 9-2005 18- 4-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 20- 4-2006 25- 4-2006 3- 5-2006 22- 5-2006 7- 6-2006
155 160 162 195 196 199 200 205 208 210 213
12- 6-2006 16- 6-2006 26- 6-2006
214 215 220
Mw. Annelies Storms David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx Koen T’Sijen Filip De Man Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Hagen Goyvaerts Mw. Hilde Dierickx Walter Muls
4736 11770 12264 18409 18628 18631 23716 23716 24068 24069 24072 24376 24897 25372 25373 25655 26851
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
22- 5-2006
61
Jean-Marc Nollet
24899
Gelijke Kansen — E´galité des chances
26- 9-2005 29- 9-2005 8-12-2005 14-12-2005 23- 1-2006
73 74 85 87 89
Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
17707 17707 19154 19155 20520 2005
Date Datum
Question no Vraag nr.
13- 3-2006
96
22- 5-2006 24- 5-2006
103 104
13181818181818181818181818181823-
107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122
6-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luc Sevenhans
Page Blz. 22625 24900 24901 25375 26852 26853 26853 26854 26854 26855 26855 26856 26856 26857 26857 26858 26859 26859 26860
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 29-11-2004 28-12-2004 29-12-2004 11- 4-2005 12- 4-2005
182 198 201 242 246
28681013-
4-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
266 294 296 303 305
26- 7-2005
330
29- 7-2005
339
22- 8-2005 5- 9-2005 23- 9-2005 7-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 2006
342 349 362 373 374 376
Roel Deseyn Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Ludo Van Campenhout Mw. Hilde Dierickx André Frédéric Stijn Bex Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Melchior Wathelet Mw. Simonne Creyf Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Filip De Man
9548 10165 10166 13194 13198 13950 14955 14956 15195 15198 17077 17083 17085 17090 17708 17907 18212 18214
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
20-10-2005
379
20-10-2005
382
14-11-2005 14-11-2005 21-11-2005 12- 1-2006 20- 1-2006 23- 1-2006 23- 1-2006 24- 1-2006 1- 2-2006 13- 2-2006 22- 2-2006 21- 3-2006 22- 3-2006 20- 3-2006 29- 3-2006 7- 4-2006 19- 4-2006 19- 4-2006 24- 4-2006 8- 5-2006 8- 5-2006 7- 4-2006
396 397 400 418 424 426 427 428 434 436 441 448 450 452 453 456 459 461 463 467 468 472
22222222222223232399121515151624262624-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 4-2006 6-2006 6-2006 7-2006
474 475 476 477 478 479 480 481 482 486 487 488 489 490 491 492 493 494 495 504
27045
Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Véronique Ghenne Bart Tommelein Dylan Casaer Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Willy Cortois Jan Peeters Hendrik Bogaert Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Guido De Padt Jo Vandeurzen Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Mw. Dalila Douifi Guido De Padt Koen T’Sijen Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Claes Dylan Casaer Dylan Casaer Mme Alisson De Clercq Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jean-Marc Nollet Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Charles Michel Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Guido De Padt Jef Van den Bergh Miguel Chevalier Guido De Padt
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 18216 18218 18633 18634 18840 20365 20521 20522 20523 24074 20888 21515 21853 22859 22860 23060 23061 23717 23720 23722 24077 24525 24527 24727 24901 24902 24902 24903 24903 24904 24904 24905 24905 25377 25378 25379 25657 25658 25659 25659 25866 25867 25868 26860 2005
Date Datum 24228816161623-
7-2006 5-2006 7-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
Question no Vraag nr. 505 506 507 508 509 510 511 512
Auteur Mme Marie Nagy Dirk Claes Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Benoıˆt Drèze Luc Sevenhans
Page Blz. 26862 26862 26863 26864 26865 26866 26866 26867
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu
25-10-2005 10-11-2005 5-12-2005 20- 1-2006 1- 6-2006 8- 5-2006
78 80 85 89 99 101
Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Mme Muriel Gerkens
18223 18635 19163 20524 25379 25381
Pensions — Pensioenen
9-12-2004 14-12-2005 3- 2-2006
65 140 147
12161423-
167 168 174 175
6-2006 6-2006 7-2006 8-2006
Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Dylan Casaer Luc Sevenhans
9729 19171 21057 25382 25660 26869 26870
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004
2006
89 90 109 127 138 142 167
Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom
5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27046
Date Datum
Question no Vraag nr.
15-12-2004
199
13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005 161622313127323626-
215 237 253
3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
257 258 266 272 274 306 311 322 331 338
5- 9-2005
341
15- 9-2005 27- 9-2005
344 348
28- 9-2005
351
20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 18-11-2005
357 364 369 370 378 382
18-11-2005 22-11-2005
384 388
28-11-2005 5-12-2005 9-12-2005
396 403 405
14-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 29-12-2005
407 411 413 416
912261315-
430 435 442 453 454
1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mme Muriel Gerkens Mme Yolande Avondroodt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot François-Xavier de Donnea Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 9708 10602 11123
Date Datum
Question no Vraag nr.
28- 2-2006
463
2- 3-2006 7- 3-2006
12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706 15710 17058 17061 17370 17715 17717 18226 18230 18418 18418 18638 18845 18847 18849 19174 19177 19178 19180 20255 19619 19621 20152 20374 20892 21518 21519 2005
468 470
7- 3-2006
471
13- 3-2006 13- 3-2006 23- 1-2006
476 477 479
21- 3-2006 22- 3-2006
481 484
4151824-
519 531 534 539
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
30- 5-2006 2- 6-2006 21- 6-2006
542 544 563
21- 6-2006
564
2122181819-
6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006
565 567 577 578 580
20202828283-
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
582 583 584 586 587 590
4- 8-2006
592
8- 8-2006 11- 8-2006
595 598
18- 8-2006 23- 8-2006 24- 8-2006
600 601 602
2006
Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Luc Goutry Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Mw. Nancy Caslo Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Marleen Govaerts Charles Michel Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Charles Michel Mw. Maggie De Block Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Roel Deseyn Servais Verherstraeten Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom Stijn Bex Luc Sevenhans Mw. Greta D’hondt
Page Blz. 22165 22461 22462 22462 22627 22628 22865 22866 22868 24528 24729 24906 24911 25109 25383 25669 25669 25670 25872 26870 26872 26873 26873 26874 26874 26875 26876 26876 26877 26878 26879 26880 26880 26881
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27047
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Question no Vraag nr.
Auteur
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
7- 9-2004 4- 7-2005 22-11-2005 21-12-2005 22- 5-2006
15 48 53 59 68
Mme Muriel Gerkens Pieter De Crem Dirk Van der Maelen Mw. Nathalie Muylle Dirk Van der Maelen
7437 17720 18851 19622 24913
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling
23- 8-2006
62
Luc Sevenhans
26883
E´conomie sociale — Sociale Economie
23- 8-2006
67
Luc Sevenhans
26884
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 121919302131-
Date Datum
4-2005 4-2005 4-2005 1-2006 3-2006 3-2006
49 53 54 80 85 88
Mme Zoé Genot Mw. Karin Jiroflée Mw. Karin Jiroflée Jean-Marc Nollet Ortwin Depoortere Mw. Greet Van Gool
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
13199 13388 13389 20903 22869 23433 2005
1- 7-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005
244 282 286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417 419 420
1918222225289910142124-
423 429 443 444 448 450 451 462 466 467 472 483 487
2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005
2006
Filip De Man Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh
Page Blz.
6624 7414 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 11095 11096 11098 11397 11740 11741 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12453 12879
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27048
Date Datum 14181821222610101011262781314232945-
Question no Vraag nr.
4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
499 507 509 515 516 519 528 529 530 541 555 556 595 603 606 608 615 618 621
6- 7-2005 26- 7-2005
623 641
26- 7-2005
642
26- 7-2005
643
27- 7-2005 28- 7-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 24-11-2005 2-12-2005 29- 7-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 10- 1-2006 19- 1-2006 23- 1-2006 25- 1-2006
647 650 658 661 671 672 694 712 721 723 756 768 775 789 793 802 813 829 835 839
Auteur Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Roel Deseyn Stijn Bex Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain Olivier Maingain Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Bart Laeremans Guy D’haeseleer Bart Laeremans Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173 14664 14664 14910 15173 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17003 17004 17004 17006 17007 17009 17373 17380 17380 17909 18240 18421 18422 19193 19199 19203 19636 19639 19644 20159 20530 20534 20537 2005
Date Datum
Question no Vraag nr.
263031131410212324242729313157202491023232324-
1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
841 844 852 862 866 901 920 922 924 927 928 931 937 938 940 942 954 962 964 965 966 976 977 978 980
2429291016-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
982 985 987 988 989
30307121212161616191921222626-
5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006
2006
990 991 994 997 998 1000 1002 1003 1005 1007 1008 1014 1015 1017 1018
Auteur Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Jan Mortelmans Mw. Hilde Dierickx Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Koen T’Sijen Bart Laeremans Bart Laeremans Roel Deseyn Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Mw. Martine Taelman Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Guy D’haeseleer Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Jean-Claude Maene Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jef Van den Bergh Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Jef Van den Bergh Guido De Padt Bert Schoofs Mw. Annemie Turtelboom Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Mme Anne Barzin Jef Van den Bergh Miguel Chevalier Geert Lambert Geert Lambert Guido De Padt Jan Mortelmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Guido De Padt Roel Deseyn Francis Van den Eynde
Page Blz. 20904 20907 20911 21521 21525 22631 22875 23066 23067 23069 23070 23072 23435 23436 23437 23732 24083 24385 24530 24530 24531 24916 24917 24918 24919 24920 25113 25114 25115 25115 25116 25117 25385 25387 25388 25390 25672 25673 25674 25676 25676 25679 25876 25877 25878
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 Date Datum 2727272828-
6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006
Question no Vraag nr. 1019 1020 1025 1027 1028
28- 6-2006
1029
13181919202020242426282-
1040 1043 1044 1045 1046 1047 1048 1049 1050 1051 1053 1054
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
27049
Auteur Mw. Ingrid Meeus Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mw. Martine Taelman Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Mark Verhaegen Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jan Peeters Roel Deseyn Ludo Van Campenhout
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 25878 25879 25881 25883 25884 25884 26886 26887 26887 26887 26888 26889 26890 26891 26892 26892 26893 26894
2005
Date Datum 1717171717171717182222222223232324283030-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006
2006
Question no Vraag nr. 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1061 1062 1063 1064 1065 1066 1067 1068 1069 1070 1071 1072 1073 1074
Auteur Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Stijn Bex Patrick De Groote Patrick De Groote Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luc Sevenhans Roel Deseyn Walter Muls Roel Deseyn Francis Van den Eynde
Page Blz. 26895 26896 26896 26896 26897 26897 26897 26898 26898 26900 26900 26901 26902 26902 26903 26904 26904 26905 26906 26906
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27051
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eersteminister en minister van Justitie
DO 2004200503512
DO 2004200503512
Question no 549 de M. Bert Schoofs du 1er mars 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 549 van de heer Bert Schoofs van 1 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Police fédérale. — Radars mobiles. — Controˆles de vitesse.
Federale politie. — Mobiele radartoestellen. — Snelheidscontroles.
Dans le cadre de ma question no 312 du 7 juillet 2004, je vous avais demandé certaines données statistiques pour les années 2001, 2002 et 2003 relatives aux radars mobiles de la police fédérale (le point 5 de la question écrite susmentionnée, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 45, p. 6866).
In het kader van mijn vraag nr. 312 van 7 juli 2004 peilde ik naar een aantal gegevens over de jaren 2001, 2002 en 2003 met betrekking tot de mobiele radartoestellen van de federale politie (onderdeel 5 van de voormelde schriftelijke vraag, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 45, blz. 6866).
1. a) Combien de véhicules ont été controˆlés par les radars mobiles en 2004 ?
1. a) Hoeveel voertuigen werden er in 2004 gecontroleerd door de mobiele radartoestellen ?
b) Combien de véhicules avaient dépassé la vitesse réglementaire ?
b) Hoeveel voertuigen overschreden de toegelaten snelheid ?
c) Combien de véhicules avaient dépassé la vitesse tolérée ?
c) Hoeveel voertuigen overschreden de getolereerde snelheid ?
2. Les radars mobiles de la police fédérale étaientils toujours au nombre de 35 en 2004 ?
2. Bedroeg het aantal mobiele radartoestellen van de federale politie in 2004 nog steeds 35 ?
3. a) Pouvez-vous me fournir un aperçu des dates auxquelles les équipes respectives ont effectué des controˆles par radars mobiles ainsi que des endroits ou` ces controˆles ont été effectués ?
3. a) Kan u een overzicht geven van de data waarop door de respectievelijke ploegen controles werden uitgevoerd door middel van de mobiele radartoestellen, en tevens de plaatsaanduiding ?
b) Dans la négative, pouvez-vous à tout le moins me faire connaıˆtre le nombre de controˆles par arrondissement judiciaire ?
b) Zo neen, kan u minstens meedelen hoeveel controles er respectievelijk in elk gerechtelijk arrondissement plaatsvonden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 4 octobre 2006, à la question no 549 de M. Bert Schoofs du 1er mars 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 549 van de heer Bert Schoofs van 1 maart 2005 (N.) :
Le SPF Justice ne dispose pas de ces données.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
De FOD Justitie beschikt niet over deze gegevens. 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27052
DO 2004200504809
DO 2004200504809
Question no 747 de M. Walter Muls du 14 juillet 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Commissions de défense sociale. — Dossiers relatifs aux internés. Les différentes commissions de défense sociale (CDS) prennent chaque année des décisions dans les dossiers des internés qui relèvent de leur compétence territoriale. 1. Combien de dossiers ont-ils été traités par chacune des commissions en 2002, en 2003 et en 2004 ? 2. Dans combien de dossiers a-t-il été fait appel de la décision de la commission ? 3. Combien de décisions ont-elles été réformées en appel (pour chacune des commissions) ?
Vraag nr. 747 van de heer Walter Muls van 14 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Commissies voor de bescherming van de maatschappij. — Dossiers van geı¨nterneerden. De verschillende commissies ter bescherming van de maatschappij (CBM) nemen jaarlijks beslissing in de dossiers van geı¨nterneerden die onder hun territoriale bevoedheid vallen. 1. Hoeveel dossiers werden, door elke commissie afzonderlijk, behandeld in 2002, 2003 en 2004 ? 2. In hoeveel dossiers werd tegen de beslissing van de commissie beroep aangetekend ? 3. Hoeveel beslissingen hiervan werden (voor elke commissie afzonderlijk) in graad van beroep hervormd ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 747 van de heer Walter Muls van 14 juli 2005 (N.) : 1. De commissies tot bescherming van de maatschappij namen in 2002, 2003 en 2004 respectievelijk volgend aantal beslissingen : CBM Leuven : 594, 673 en 744; CBM Antwerpen : 490, 502 en 521; CBM Gent : 1076, 1020 en 1045; CBM Vorst : 576, 707 en 643; CBM Jamioulx : 442, 518 en 481; CBM Namen : 205, 207 en 191; CBM Bergen : 388, 392 en 400. 2. In 2002, 2003 en 2004 werd tegen de beslissingen van de commissies tot bescherming van de maatschappij 179 maal beroep ingesteld bij de hoge commissie tot bescherming van de maatschappij. Deze beroepen kunnen per commissie worden uitgesplitst als volgt : CBM Leuven : 13; CBM Antwerpen : 94; CBM Gent : 29; CBM Vorst : 19; CBM Jamioulx : 2; CBM Namen : 1; CBM Bergen : 21. 3. Zes beslissingen uitgaande van de commissie tot bescherming van de maatschappij Vorst, één beslissing van de commissie tot bescherming van de maatschappij Gent en één beslissing van de commissie tot bescherming van de maatschappij Bergen werden door de hoge commissie hervormd.
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 4 octobre 2006, à la question no 747 de M. Walter Muls du 14 juillet 2005 (N.) : 1. Les commissions de défense sociale ont respectivement pris en 2002, 2003 et 2004 les décisions suivantes : CDS de Louvain : 594, 673 et 744; CDS d’Anvers : 490, 502 et 521; CDS de Gand : 1076, 1020 et 1045; CDS de Forest : 576, 707 et 643; CDS de Jamioulx : 442, 518 et 481; CDS de Namur : 205, 207 et 191; CDS de Mons : 388, 392 et 400. 2. En 2002, 2003 et 2004, un appel a été interjeté à 179 reprises devant la commission supérieure de défense sociale contre les décisions de la commission de défense sociale. Ces appels peuvent être répartis par commission comme suit : CDS de Louvain : 13; CDS d’Anvers : 94; CDS de Gand : 29; CDS de Forest : 19; CDS de Jamioulx : 2; CDS de Namur : 1; CDS de Mons : 21. 3. Six décisions de la commission de défense sociale de Forest, une décision de la commission de défense sociale de Gand et une décision de la commission de défense sociale de Mons ont été réformées par la commission supérieure de défense sociale.
DO 2004200504925
DO 2004200504925
Question no 762 de M. Guido De Padt du 28 juillet 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Infractions au code de la route. — Perception immédiate des amendes. La perception immédiate des amendes constitue une procédure simplifiée et facultative. L’autorité verbali-
Vraag nr. 762 van de heer Guido De Padt van 28 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Verkeersdelicten. — Onmiddellijke inning van geldboetes. De onmiddellijke inning van geldboetes is een vereenvoudigde procedure die facultatief is. De verbali-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27053
sante n’est donc pas tenue d’y recourir. Une directive (COL 03/2004) du collège des procureurs généraux dispose que les infractions ordinaires et les infractions graves du premier et du deuxième degré doivent être réglées dans toute la mesure du possible par des perceptions immédiates. Cette même directive précise également que le ministère public peut proposer une transaction pour un montant identique à celui de la perception immédiate lorsque celle-ci n’a pas été proposée dans les cas ou` elle était pourtant possible et recommandée. ` combien de perceptions immédiates a-t-il été 1. A procédé, par région, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 pour des infractions ordinaires et des infractions graves du premier et du deuxième degré ? ` combien de transactions a-t-il été procédé, par 2. A région, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 pour des infractions ordinaires et des infractions graves du premier et du deuxième degré pour lesquelles la police aurait en fait déjà pu/duˆ appliquer une perception immédiate (comme prescrit) ?
sant is dus niet verplicht er gebruik van te maken. Een richtlijn (COL 03/2004) van het college van procureurs-generaal bepaalt dat de gewone overtredingen en de zware overtredingen van de eerste en tweede graad zo veel mogelijk moeten afgehandeld worden door middel van onmiddellijke inningen. Tevens wordt in dezelfde richtlijn bepaald dat het openbaar ministerie een minnelijke schikking van hetzelfde bedrag kan voorstellen als de onmiddellijke inning, wanneer geen onmiddellijke inning werd voorgesteld waar dit nochtans mogelijk en aanbevolen was.
3. Dans combien de cas mentionnés sous le point 2 le ministère public a-t-il augmenté l’amende de 10 euros ?
3. In hoeveel van de gevallen vermeld onder 2. werd door het openbaar ministerie een verhoging met 10 euro van de geldboete toegepast ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 4 octobre 2006, à la question no 762 de M. Guido De Padt du 28 juillet 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 762 van de heer Guido De Padt van 28 juli 2005 (N.) :
1. Le SPF Justice ne dispose de pas de chiffres à ce sujet.
1. Hierover beschikt de FOD Justitie niet over de cijfers.
2. Le nombre de transactions pour les infractions ordinaires et pour les infractions graves du premier et du second degré s’élevait à 464 788 en Flandre, à 250 144 en Wallonie et à 429 157 dans la Région de Bruxelles-Capitale.
2. Het aantal minnelijke schikkingen voor de gewone overtredingen en voor de zware overtredingen van de eerste en de tweede graad bedroeg in het Vlaams Gewest 464 788, in het Waals Gewest 250 144 en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 429 157.
3. En principe, la majoration du montant est automatiquement calculée à partir de la seconde mise en demeure mais dans la pratique, tous les parquets ne semblent pas le faire. Il est donc impossible de donner des chiffres précis à ce sujet.
3. In principe wordt de verhoging automatisch aangerekend vanaf de tweede aanmaning, maar in de praktijk blijken niet alle parketten dit te doen. Het is dan ook niet mogelijk hiervoor een nauwkeurig aantal weer te geven.
DO 2005200606578
DO 2005200606578
Question no 871 de M. Guido De Padt du 13 décembre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 871 van de heer Guido De Padt van 13 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Jeux de hasard. — Commission des jeux de hasard. — Dénonciation d’infractions au procureur du Roi.
Kansspelen. — Kansspelcommissie. — Aangiften van misdrijven bij de procureur des Konings.
Conformément à l’article 15, § 2 de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, la Commission
Overeenkomstig artikel 15, § 2, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, doet de Kansspel-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Hoeveel onmiddellijke inningen, opgesplitst per gewest, werden in 2004 en in de eerste helft van 2005 uitgeschreven voor gewone overtredingen en voor zware overtredingen van de eerste en de tweede graad ? 2. Hoeveel minnelijke schikkingen, opgesplitst per gewest, werden in 2004 en in de eerste helft van 2005 uitgeschreven voor gewone overtredingen en voor zware overtredingen van de eerste en de tweede graad, waarvoor de politie (zoals dit voorgeschreven is) in feite reeds een onmiddellijke inning had kunnen/ moeten toepassen ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27054
des jeux de hasard dénonce auprès du procureur du Roi toute infraction dont elle prend connaissance.
commissie aangifte bij de procureur des Konings van elk misdrijf waarvan zij kennis heeft.
1. Combien de dénonciations de ce type ont été enregistrées en 2003, 2004 et au cours du premier semestre 2005 (en ventilant les données par arrondissement judiciaire) ?
1. Hoeveel dergelijke aangiften (opgesplitst per gerechtelijk arrondissement) gebeurden er in 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 ?
2. Dans combien de cas les autorités ont-elles entamé des poursuites pénales et avec quel résultat ?
2. In hoeveel gevallen werden strafrechtelijke vervolgingen ingesteld en met welk resultaat ?
3. Quelles furent les infractions les plus fréquemment constatées ?
3. Wat waren de meest voorkomende inbreuken die werden vastgesteld ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 2 octobre 2006, à la question no 871 de M. Guido De Padt du 13 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 871 van de heer Guido De Padt van 13 december 2005 (N.) :
Je signale à l’honorable membre que le ministère public ne dispose pas de statistiques informatisées qui permettent de répondre à ce type de question, dans la mesure où le système informatique ne permet pas d’identifier la Commission de jeux de hasard comme instance dénonciatrice de l’infraction.
Ik wijs het geachte lid erop dat het openbaar ministerie niet over geı¨nformatiseerde statistieken beschikt die de mogelijkheid bieden dat soort vraag te beantwoorden, zulks omdat het computersysteem de Kansspelcommissie niet kan identificeren als autoriteit die aangifte heeft gedaan van het misdrijf.
D’autre part, pour des motifs de disponibilité et d’efficience du travail du personnel administratif des parquets, lequel doit prioritairement être orienté vers l’exécution de missions en relation avec l’exercice de l’action publique, il m’apparaıˆt qu’il ne convient pas de demander à chacun des procureurs du Roi de Belgique de faire exécuter des taˆches de recherches manuelles pour traiter votre question.
Aan de andere kant is het om redenen van beschikbaarheid en doeltreffendheid van het administratief personeel van de parketten, dat in hoofdzaak moet worden belast met de uitvoering van de taken die verband houden met de uitoefening van de strafvordering, naar mijn oordeel niet passend alle procureurs des Konings te vragen dat zij doen overgaan tot manuele opzoekingen voor de behandeling van deze parlementaire vraag.
De plus, outre la lourdeur des opérations à entamer, cette pratique entraıˆnerait également un traitement différencié de données récoltées selon les arrondissements et un biais d’uniformité dans la procédure de récolte des informations, ce qui vicierait l’exactitude des réponses apportées à votre question.
Deze handelwijze onderstelt bovendien niet enkel logge verrichtingen, maar zou tevens leiden tot een uiteenlopende behandeling van de verzamelde gegevens naar gelang van de arrondissementen en tot een gebrekkige eenvormigheid bij de verzameling van de gegevens, wat de nauwkeurigheid van de antwoorden op de parlementaire vraag in het gedrang brengt.
Toutefois, afin de tenter d’apporter une réponse à votre question redéfinie de façon plus globale comme intégrant l’ensemble de la problématique des jeux de hasards, l’analyste statistique a effectué des recherches en sélectionnant toutes les affaires relatives à cette matière et, ce, quel que soit le mode d’introduction de la plainte ou de la dénonciation (un procès-verbal d’un service de police ou d’un service d’inspection, une plainte déposé par un particulier, une constitution de partie civile entre les mains du juge d’instruction ou tout autre mode d’introduction de la plainte ou de la dénonciation.
Teneinde te proberen te antwoorden uw vraag, die algemener werd omschreven door de volledige problematiek van de kansspelen erbij te betrekken, heeft de statistische analist opzoekingen gedaan en alle zaken geselecteerd die verband houden met deze aangelegenheid, zulks ongeacht de wijze waarop klacht is ingediend of aangifte is gedaan (een proces-verbaal van een politie- of een inspectiedienst, een klacht ingediend door een particulier, een burgerlijke partijstelling in de handen van de onderzoeksrechter of enige andere wijze om klacht in te dienen of aangifte te doen).
Les codes de prévention retenus pour l’analyse se sont les suivants :
De voor de analyse in aanmerking genomen tenlasteleggingscodes zijn :
— « 58 jeux de hasard, pronostics, loteries et tombolas non autorises, combats de coqs »,
— « 58 kansspelen, voorspellingen, niet toegelaten loterijen en tombola’s, hanengevechten »;
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27055
— « 58A jeux de hasards »,
— « 58A kansspelen »,
— « 58B pronostics »,
— « 58B voorspellingen »,
— « 58C loteries et tombolas non autorisées »,
— « 58C niet toegelaten loterijen en tombola’s »,
— « 58D combats de coqs »,
— « 58D hanengevechten »,
— « 59F bingo non conforme à la législation en vigueur »,
— « 59F bingo niet conform geldende wetgeving »,
— « 58G bingo — avoir laissé jouer un mineur d’aˆge.
— « 58G bingo — minderjarige hebben laten spelen ».
L’unité de compte est l’affaire pénale sélectionnée à partir du code de prévention principal. Chaque affaire peut compter une ou plusieurs personnes et une ou plusieurs infractions.
De rekeneenheid wordt gevormd door de via de voornaamste tenlasteleggingscode geselecteerde strafzaak. Iedere zaak kan betrekking hebben op een of meer personen en op een of meer strafbare feiten.
L’étude réalisée se base sur les enregistrements réalisés par les sections correctionnelles des parquets près les tribunaux de première instance entre le 1er janvier 2003 et le 30 juin 2005. Cette étude est en mesure de fournir des résultats pour tous les parquets à l’exception de celui d’Eupen.
De analyse is gebaseerd op de registraties door de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg tussen 1 januari 2003 en 30 juni 2005. Via deze analyse kunnen de resultaten worden gegeven voor alle parketten met uitzondering van het parket te Eupen.
Je vous présente quatre tableaux.
Ik stel de vier tabellen voor.
Le tableau 1 vous donne un aperçu du flux d’entrée des affaires, dans chaque arrondissement judiciaire, au cours des années 2003, 2004 et du premier semestre 2005. Le nombre d’affaires entrées est ventilé par parquet. Seuls les magistrats qui ont pris connaissance d’une affaire de jeux des hasards, pendant la période de référence, figurent dans le tableau. Ces résultats sont basés sur la situation des banques de données au 10 juillet 2005.
In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de stroom in elk gerechtelijk arrondissement binnengekomen zaken tijdens de jaren 2003, 2004 en tijdens het eerste semester van 2005. Het aantal binnengekomen zaken wordt uitgesplitst per parket. Enkel de magistraten die tijdens de referteperiode kennis hebben genomen van een zaak betreffende kansspelen zijn in de tabel opgenomen. Deze resultaten zijn gebaseerd op de gegevens die op 10 juli 2005 in de gegevensbanken aanwezig waren.
Le flux d’entrée relativement élevé pour le parquet de Turnhout, au cours de l’année 2003, s’explique par le fait que le jeux loto (« kienspel ») était très populaire dans la région. Durant cette période. Le Collège des bourgmestre et échevins de Turnhout avaient donc pris l’habitude de notifier au parquet leurs décisions : autorisation/non autorisation des soirées loto (« kien »).
De betrekkelijk hoge instroom in 2003 voor het parket te Turnhout wordt verklaard door het gegeven dat het kienspel zeer populair was in die streek. Tijdens deze periode stelde het College van burgemeester en schepenen te Turnhout het parket in kennis van zijn beslissingen : kienavonden toegelaten/niet toegelaten.
Tableau 1 : flux d’entrée des affaires en matière de jeux de hasard, par arrondissement judiciaire.
Tabel 1 : instroom van de zaken betreffende kansspelen, per gerechtelijk arrondissement
Années 2003, 2004 et premier semestre 2005
Jaren 2003, 2004 en eerste semester 2005
2003 n Anvers. — Antwerpen Anvers. — Antwerpen .......... Hasselt .................................. Malines. — Mechelen ........... Tongres. — Tongeren ...........
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
%
25 12 4 5
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004 n
12,82 6,15 2,05 2,56
2005
%
24 7 6 4
2006
n
11,71 3,41 2,93 1,95
%
6 4 1 6
7,89 5,26 1,32 7,89
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27056
2003 n Turnhout .............................. Ressort. — Rechtsgebied ...... Bruxelles. — Brussel Bruxelles. — Brussel ............. Louvain. — Leuven .............. Nivelles. — Nijvel ................ Ressort. — Rechtsgebied ...... Gand. — Gent Bruges. — Brugge ................. Termonde. — Dendermonde Gand. — Gent ...................... Courtrai. — Kortrijk ............ Audenarde. — Oudenaarde .. Furnes. — Veurne ................. Ressort. — Rechtsgebied ...... Liège. — Luik Arlon. — Aarlen ................... Dinant .................................. Liège. — Luik ....................... Namur. — Namen ................ Verviers ................................ Ressort. — Rechtsgebied ...... Mons. — Bergen Charleroi .............................. Mons. — Bergen ................... Tournai. — Doornik ............ Ressort. — Rechtsgebied ...... Belgique. — Belgie¨ ....................
%
n
%
%
25,13 48,72
12 53
5,85 25,85
3 20
3,95 26,32
31 5 1 37
15,90 2,56 0,51 18,97
42 5 — 47
20,49 2,44 — 22,93
16 1 1 18
21,05 1,32 1,32 23,68
15 3 2 4 6 18 48
7,69 1,54 1,03 2,05 3,08 9,23 24,62
4 5 6 7 2 16 40
1,95 2,44 2,93 3,41 0,98 7,80 19,51
2 5 2 1 2 11 23
2,63 6,58 2,63 1,32 2,63 14,47 30,26
— — 1 9 — 10
— — 0,51 4,62 — 5,13
4 4 3 1 25 37
1,95 1,95 1,46 0,49 12,20 18,05
1 — 4 1 2 8
1,32 — 5,26 1,32 2,63 10,53
2 — 3 5
1,03 — 1,54 2,56
4 24 — 28
1,95 11,71 — 13,66
1 5 1 7
1,32 6,58 1,32 9,21
195
100,00
205
100,00
76
100,00
Tableau 2 : Type d’infraction en matière de jeux de hasard Années 2003, 2004 et premier semestre 2005
In tabel 2 worden de zaken voorgesteld naar gelang van de tenlasteleggingscode geregistreerd in het informaticasysteem REA. De misdrijven die op nationaal vlak het vaakst terugkeren zijn de misdrijven gepleegd in het kader van kansspelen en niet toegelaten loterijen of tombola’s. Deze resultaten zijn gebaseerd op de gegevens die op 10 juli 2005 in de gegevensbanken aanwezig waren. Tabel 2 : Soort misdrijf inzake kansspelen Jaren 2003, 2004 en eerste semester 2005
2003 n
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
n
49 95
Le tableau 2 présente les affaires selon le code de prévention enregistré dans le système informatique TPI. Au niveau national, les infractions les plus récurrentes sont celles commises dans le cadre de jeux de hasard, de loteries ou de tombolas non autorisées. Ces résultats sont basés sur la situation des banques de données au 10 juillet 2005.
Rubrique générale. — Algemeen Jeux de hasard. — Kansspelen .
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004
% 35 123
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004 n
17,95 63,08
2005
% 16 148
2006
n
7,80 72,20
% 2 55
2,63 72,37
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27057
2003 n
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004 %
n
%
n
%
Pronostics. — Voorspellingen ... Loteries et tombolas non autorisées. — Niet toegelaten loterijen en tombola’s ............................. Combats de coqs. — Hanengevechten ..................................... Bingo non conforme à la législation en vigueur. — Bingo niet conform de geldende wetgeving
—
—
1
0,49
—
—
32
16,41
30
14,63
17
22,37
3
1,54
2
0,98
—
—
2
1,03
8
3,90
2
2,63
Total. — Totaal .......................
195
100,00
205
100,00
76
100,00
Le tableau 3 donne un aperçu des décisions prises pour les affaires entrées entre le 1er janvier 2003 et 30 juin 2005. Outre le nombre absolu des affaires (n), le pourcentage en colonne (%) est calculé pour chaque type de décision. Le tableau 3 indique l’état des affaires au moment où les données ont été extraites des systèmes locaux des parquets correctionnels, en vue de constituer une banque de donnée centralisée, c’est à dire le 10 juillet 2005. Tableau 3 : Type de décision en matière de jeux de hasard
Tabel 3 geeft een overzicht van de beslissingen gewezen betreffende zaken die tussen 1 januari 2003 en 30 juni 2005 zijn ingestroomd. Voor ieder soort beslissing is naast het absolute aantal zaken (n) tevens het percentage berekend (%). Tabel 3 heeft betrekking op de stand van zaken op het tijdstip waarop de gegevens werden gee¨xtraheerd uit de plaatselijke stelsels van de correctionele parketten om een gecentraliseerde gegevensbank te vormen, te weten 10 juli 2005. Tabel 3 : Soort beslissing inzake kansspelen
Années 2003, 2004 et premier semestre 2005
Jaren 2003, 2004 en eerste semester 2005
2003 n
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004 %
n
%
n
%
Sans suite. — Sepot .................. Information. — Opsporingsonderzoek ..................................... Jonction. — Voeging ................ Pour disposition. — Ter beschikking ............................... Transaction. — Dading ............ Citation & suite. — Dagvaarding & vervolg ......................... Instruction. — Onderzoek ........
115
58,97
94
45,85
23
30,26
13 46
6,67 23,59
62 28
30,24 13,66
38 9
50,00 11,84
12 2
6,15 1,03
13 —
6,34 —
6 —
7,89 —
5 2
2,56 1,03
8 —
3,90 —
— —
— —
Total. — Totaal .......................
195
100,00
205
100,00
76
100,00
Le tableau 4 donne un aperçu des motifs de classements sans suite.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de redenen voor sepot. 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27058
Tableau 4 : Affaires classées sans suite selon le motif de classement sans suite
Tabel 4 : Zaken die zonder gevolg worden geklasseerd naar gelang van de reden van het sepot
Années 2003, 2004 et premier semestre 2005
Jaren 2003, 2004 en eerste semester 2005
2003 n Technique. — Technisch Auteur inconnu. — Dader onbekend .............................. Absence d’infraction. — Geen misdrijf ................................. Charges insuffisantes. — Onvoldoende bezwaren ......... Opportunité. — Opportuniteit Répercussion sociale limitée. — Beperkte maatschappelijke weerslag ................................ Situation régularisée. — Toestand geregulariseerd ............ Préjudice peu important. — Nadeel gering ....................... Absence d’antécédentes. — Geen antecedenten ................ Faits occasionnels — Circonstances spécifiques. — Occasionnele feiten — Specifieke omstandigheden .................... Conséquenes disproportionnées — Trouble social. — Wanverhouding gevolgen — Maatschappelijke verstoring . Capacité d’enquête insuffisante. — Te weinig recherchecapaciteit .............................. Autres priorités. — Andere prioriteiten ............................ Total. — Totaal .......................
Premier semestre 2005 — Eerste semester 2005
2004 %
n
%
n
%
3
2,61
2
2,13
—
—
57
49,57
30
31,91
13
56,52
9
7,83
15
15,96
1
4,35
4
3,48
—
—
1
4,35
10
8,70
14
14,89
—
—
1
0,87
—
—
1
4,35
1
0,87
4
4,26
—
—
3
2,61
2
2,13
—
—
10
8,70
3
3,19
1
4,35
6
5,22
6
6,38
3
13,04
11
9,57
18
19,15
3
13,04
115
100,00
94
100,00
23
100,00
DO 2005200606769
DO 2005200606769
Question no 881 de M. Guido Tastenhoye du 9 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 881 van de heer Guido Tastenhoye van 9 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Aide appportée à des illégaux.
Helpen verbergen en steunen van illegalen.
Dans un article du journal « De Standaard » du 2 janvier 2006, une juriste déclare qu’il n’est pas interdit de venir en aide à des illégaux en les cachant et en leur apportant un soutien car, ajoute-t-elle, s’il s’agit
In het dagblad De Standaard van 2 januari 2006 zegt een juriste dat het niet verboden is om illegalen te helpen door ze te verbergen en ze steun te verlenen, want, zo stelt ze, « als dat een daad van menslievend-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27059
d’un acte de philanthropie, personne ne peut leur reprocher quoi que ce soit sur le plan pénal. ` ma connaissance, un illégal séjournant sur notre A territoire enfreint nos lois sur l’immigration et, plus particulièrement, notre loi sur les étrangers — loi de 1980 sur l’accès à notre territoire — de sorte que nous sommes ici en présence de délits.
heid is, kan niemand die mensen strafrechtelijk iets aanwrijven ».
1. La juriste citée par le quotidien flamand a-t-elle raison quand elle dit que le fait, pour des personnes privées, de prêter assistance à des illégaux n’est pas une infraction et ne peut donc donner lieu à des poursuites pénales parce qu’il s’agirait d’un acte de philanthropie ?
1. Heeft de geciteerde juriste het bij het rechte eind als ze stelt dat het verlenen van hand- en spandiensten door privé-personen aan illegalen geen misdrijf is en dus niet strafrechtelijk te vervolgen is omdat het zou gaan om een daad van menslievendheid ?
2. Quel comportement des fonctionnaires doiventils, en particulier, adopter lorsqu’ils ont connaissance de la présence de personnes en séjour illégal sur notre territoire ?
2. Hoe moeten in het bijzonder ambtenaren optreden als ze weet hebben van de aanwezigheid van illegale personen op ons grondgebied ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 octobre 2006, à la question no 881 de M. Guido Tastenhoye du 9 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 881 van de heer Guido Tastenhoye van 9 januari 2006 (N.) :
1. Le 2 septembre 2005, la loi du 10 août 2005 modifiant diverses dispositions en vue de renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres humains et contre les pratiques des marchands de sommeil a été publiée au Moniteur belge. Par cette loi l’article 77 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (« Loi des étrangers) est adapté aux instruments juridiques européens et internationaux. Cet article concerne l’aide lors de l’entrée illégale, du transit illégal ou du séjour illégal. Cet article permet en principe la sanction d’une personne qui aide sciemment et volontairement une personne qui n’est pas ressortissante d’un E´tat membre de l’Union européenne ou qui assiste cette dernière pour l’entrée illégale, le passage illégal ou le séjour illégal. Une exception est cependant prévue si cette aide ou assistance est fournie pour des « raisons principalement humanitaires », mais c’est le procureur du Roi qui apprécie si l’exception est de mise ou s’il s’agit d’une infraction.
1. Op 2 september 2005 werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers gepubliceerd. Via deze wet werd het artikel 77 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (« Vreemdelingenwet ») aangepast aan de Europese en andere internationale rechtsinstrumenten. Dit artikel heeft betrekking op de hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf. Dit artikel maakt principieel de bestraffing mogelijk van een persoon die wetens en willens een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie helpt of bijstaat bij illegale binnenkomst, illegale doortocht of illegaal verblijf. Er wordt wel een uitzondering voorzien indien deze hulp of bijstand uit « voornamelijk humanitaire overwegingen » verleend wordt, maar het is de procureur des konings die beoordeelt of de uitzondering van tel is, dan wel of het gaat om een misdrijf.
Cette notion doit être considérée au sens large et doit comprendre tous les objectifs non économiques et non criminologiques.
Dit begrip moet ruim opgevat worden en alle nieteconomische en niet-criminologische doelstellingen omvatten.
2. Le séjour illégal d’un étranger en Belgique constitue une infraction punissable d’une peine d’emprisonnement de trois mois maximum (article 75 de la loi sur les étrangers).
2. Het illegaal verblijf van een vreemdeling in Belgie¨ is een misdrijf, strafbaar met een gevangenisstraf van maximaal drie maanden (artikel 75 Vreemdelingenwet).
L’article 29 du Code d’instruction criminelle prévoit de manière générale une obligation de déclaration pour les fonctionnaires qui, dans l’exercice de leurs
Artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering voorziet in het algemeen in een meldingsplicht voor ambtenaren die in de uitoefening van zijn ambt kennis
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Bij mijn weten overtreedt een illegaal die op ons grondgebied verblijft onze immigratiewetten, en meer bepaald de zogenaamde vreemdelingenwet, wet van 1980 op de toegang tot ons grondgebied, zodat het hier gaat om het plegen van een misdrijf.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27060
fonctions, ont connaissance d’une infraction : « Toute autorité constituée, tout fonctionnaire ou officier public, qui, dans l’exercice de ses fonctions, acquerra la connaissance d’un crime ou d’un délit, sera tenu d’en donner avis sur-le-champ au procureur du Roi près le tribunal dans le ressort duquel ce crime ou délit aura été commis ou dans lequel l’inculpé pourrait être trouvé, et de transmettre à ce magistrat tous les renseignements, procès-verbaux et actes qui y sont relatifs. »
heeft van een misdrijf : « Iedere gestelde overheid, ieder openbaar officier of ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, is verplicht daarvan dadelijk bericht te geven aan de procureur des Konings bij de rechtbank binnen wier rechtsgebied die misdaad of dat wanbedrijf is gepleegd of de verdachte zou kunnen worden gevonden, en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processen-verbaal en akten te doen toekomen. »
L’infraction de séjour illégal est commentée plus avant à l’article 81 de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980. Le premier alinéa énumère les fonctionnaires qui peuvent rechercher et constater l’infraction de séjour illégal. Le deuxième alinéa de cet article renvoie à l’obligation de déclaration énoncée par le Code d’instruction criminelle : « Ils rassemblent les preuves des infractions et en livrent les auteurs aux autorités judiciaires, conformément aux dispositions du Code d’instruction criminelle ».
Met betrekking tot het misdrijf van illegaal verblijf, wordt dit verder toegelicht in artikel 81 van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980. Het eerste lid somt de ambtenaren op die het misdrijf van illegaal verblijf kunnen opsporen en vaststellen. Het tweede lid van dit artikel verwijst naar de meldingsplicht van het wetboek strafvordering : « Zij verzamelen de bewijzen van deze misdrijven en leveren de daders ervan over aan de rechterlijke overheden overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering. »
L’obligation de déclaration a pour but de permettre une éventuelle poursuite par les parquets. Il convient cependant de constater que « l’infraction » de séjour illégal est pour ainsi dire rarement voire jamais poursuivie dans la pratique (d’autant plus que les intéressés doivent, par définition, quitter le territoire et éventuellement être rapatriés, rendant impossible toute poursuite pénale en Belgique). L’article 29 du Code d’instruction criminelle perd ainsi en grande partie son importance.
De meldingsplicht heeft als doel een mogelijke vervolging door de parketten mogelijk te maken. Er dient echter vastgesteld te worden dat het « misdrijf » van illegaal verblijf in de praktijk zelden tot nooit als dusdanig vervolgd wordt (temeer dat de betrokkenen per definitie het grondgebied dienen te verlaten en mogelijk gerepatrieerd worden, zodat iedere strafrechtelijke vervolging in Belgie¨ onmogelijk wordt). Artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering verliest in dit verband dan ook veel van zijn belang.
Par ailleurs, l’obligation de déclaration de principe de l’article 29 du Code d’instruction criminelle ne peut pas être imposée : la loi ne prévoit aucune sanction en cas de non-respect de cette obligation.
Overigens kan de principie¨le aangifteverplichting van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering hoe dan ook niet afgedwongen worden : de wet voorziet in geen enkele sanctie in geval van schending van deze verplichting.
Certains fonctionnaires doivent parfois simultanément respecter le secret professionnel. C’est le cas par exemple des assistants sociaux et des psychologues. Ils sont ainsi soumis à deux textes législatifs contradictoires. D’un coˆté, l’article 29 du Code d’instruction criminelle ou CIC (voir ci-dessus) et d’un autre coˆté, l’article 458 du Code pénal (CP) qui impose le secret à l’égard de faits dont ils ont eu connaissance en raison de leur qualité.
Bepaalde ambtenaren moeten soms op hetzelfde moment voldoen aan het beroepsgeheim zoals bijvoorbeeld sociaal assistenten en psychologen. Ze zijn dus onderworpen aan twee tegengestelde wetteksten. Aan de ene kant artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering of Sv (zie hierboven) en aan de andere kant artikel 458 van het Strafwetboek (Sw) die geheimhouding verplicht ten aanzien van feiten die ze in hun hoedanigheid te weten zijn gekomen.
La doctrine est partagée quant à l’article qui prime.
De rechtsleer is verdeeld over welke artikel primeert ten opzichte van het andere.
Certains font prévaloir l’article 29 CIC par rapport à l’article 458 CP. Pour ces personnes, la lutte contre la criminalité organisée peut permettre une exception à l’égard du secret professionnel.
Sommigen laten artikel 29 Sv primeren ten opzichte van artikel 458 Sw. Voor hen kan de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit een beperking inhouden van het beroepsgeheim.
D’autres font prévaloir l’article 458 CP par rapport ` cet égard, ils tiennent compte des à l’article 29 CIC. A éléments suivants.
Anderen laten artikel 458 Sw primeren ten aanzien van artikel 29 Sv. Hierbij houden ze rekening met de volgende elementen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27061
Tout d’abord, les deux normes ont le même rang hiérarchique. Il s’agit de lois qui concernent différentes catégories de personnes. Le problème se pose quand une personne appartient aux deux catégories.
Ten eerste hebben de twee normen dezelfde hie¨rarchische rang. Ze zijn alle twee wetten en hebben betrekking op verschillende categoriee¨n van personen. Het probleem is er als een persoon behoort tot beide categoriee¨n.
Deuxièmement, l’article 29 CIC est plus ancien que l’article 458 CP. Auparavant, l’obligation de déclaration était considérée comme une exception au secret professionnel. Lors de l’introduction de l’article 458 CP, ceci n’a pas été retenu.
Ten tweede is, op het chronologisch niveau artikel 29 Sv ouder dan artikel 458 Sw. Vroeger werd de meldingsplicht als een uitzondering gezien op het beroepsgeheim. Door de invoering van artikel 458 Sw werd dit niet weerhouden.
Ces divers éléments indiquent que le secret professionnel prime sur l’obligation de déclaration dans les cas où le fonctionnaire intervient en tant que médecin, psychologue ou assistant social. La Cour de cassation a confirmé ceci dans un arrêt du 29 mai 1986 : « Attendu qu’en outre, à supposer que lesdites autorités, par une application erronée de l’article 29 du Code d’instruction criminelle, donnent avis au ministère public de crimes ou délits dont elles auraient acquis la connaissance dans l’exercice de leur fonction, cette dénonciation n’aurait d’autre effet que de contraindre le ministère public à partager un secret dont il ne pourrait en aucun cas faire état dans des poursuites pénales; qu’en effet, pareilles poursuites, fondées sur la violation d’une règle d’ordre public, seraient entachées de nullité. »
Deze verschillende elementen geven aan dat het beroepsgeheim primeert op de meldingsplicht in de gevallen waar de ambtenaar tussen komst als dokter, psycholoog of sociaal werker. Dit werd bevestigd door een arrest van 29 mei 1986 van het Hof van Cassatie : « In de onderstelling dat, door een verkeerde toepassing van artikel 29 Wetboek van Strafvordering, tuchtoverheden, onder meer die van de Orde van Geneesheren, aan het openbaar ministerie bericht geven van misdaden of wanbedrijven waarvan zij kennis hebben gekregen in de uitoefening van hun ambt, zou die aangifte alleen tot gevolg hebben dat het openbaar ministerie gedwongen wordt een geheim te delen waarvan het in geen geval gewag mag maken bij de strafvervolging, die immers, nu zij op schending van een regel van openbare orde zou zijn gegrond, nietig zou zijn. »
Dans ce contexte, on peut se référer par exemple à l’article 36 de la loi CPAS du 8 juillet 1976 qui contient un genre de secret professionnel pour les collaborateurs de CPAS.
In deze context kan men bijvoorbeeld verwijzen naar artikel 36 van de OCMW-wet van 8 juli 1976 die een soort van beroepsgeheim bevat voor OCMWmedewerkers.
Les collaborateurs de CPAS sont en principe tenus au secret professionnel de l’article 458 CP. Cependant, s’ils ont connaissance d’une infraction, comme le séjour illégal d’un étranger, le devoir de réserve de l’article 458 CP n’est plus d’application, étant donné l’existence d’une disposition légale (à savoir l’article 29 CIC) qui les contraint à divulguer ces secrets.
OCMW-medewerkers zijn principieel verbonden aan het beroepsgeheim van artikel 458 Sw. Indien zij echter kennis hebben van een wanbedrijf, zoals het illegaal verblijf van een vreemdeling, geldt de zwijgplicht van artikel 458 Sw niet langer, aangezien er een wettelijke bepaling bestaat (namelijk artikel 29 Sv) die hen verplicht die geheimen bekend te maken.
Cela ne signifie cependant pas que l’article 29 CIC est pleinement applicable pour ces derniers. L’existence de cette disposition légale qui contraint à divulguer certaines informations implique uniquement pour les personnes qui sont en principe tenues au secret professionnel une conversion de leur devoir de réserve en un droit de réserve (= droit de parler), et non en une obligation de parler.
Dit wil echter niet zeggen dat artikel 29 Sv voor hen volle uitwerking krijgt. Het bestaan van deze wettelijke bepaling die verplicht om bepaalde informatie bekend te maken, houdt voor personen die principieel gebonden zijn door het beroepsgeheim enkel in dat hun zwijgplicht verandert in een zwijgrecht (= spreekrecht), niet in een spreekplicht.
C’est ce qu’il ressort d’un arrêt de la Cour de cassation du 23 septembre 1986 : « Un témoin appelé à déposer en justice au sujet de faits couverts par le secret professionnel peut révéler ceux-ci s’il estime devoir le faire. Il ne peut être contraint à parler s’il estime devoir garder le secret professionnel. Il apprécie lui-même l’opportunité de sa décision, même s’il est délié de son secret professionnel. »
Dit blijkt uit een arrest van het Hof van Cassatie van 23 september 1986 : « Een getuige die geroepen is om in rechte getuigenis af te leggen over feiten die door het beroepsgeheim gedekt zijn, mag die feiten bekend maken, indien hij oordeelt zulks te moeten doen. Hij kan niet tot spreken gedwongen worden indien hij meent het beroepsgeheim te moeten bewaren. Hij beoordeelt zelf de opportuniteit van zijn beslissing, zelfs indien hij van zijn beroepsgeheim ontslagen wordt. »
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27062
E´tant donné qu’une obligation de parler est en principe également valable pour les témoins appelés en justice (« toute la vérité et rien que la vérité », voir article 75 CP), ces constatations de la Cour de cassation relatives au secret professionnel peuvent, par analogie, être étendues au cas de l’article 29 CIC.
Aangezien voor getuigen geroepen in rechte eveneens een principie¨le spreekplicht geldt (« de gehele waarheid en niets dan de waarheid », zie artikel 75 Sv), kunnen deze vaststellingen van het Hof van Cassatie in verband met het beroepsgeheim naar analogie uitgebreid worden op het geval van artikel 29 Sv.
La circonstance dans laquelle des étrangers en situation illégale peuvent faire appel au CPAS pour une aide médicale urgente constitue un argument supplémentaire pour faire primer dans ce cas le secret professionnel sur l’obligation de déclaration de l’article 29 CIC. Il ressort en effet de l’énumération de l’article 458 CP que le secret professionnel s’applique par excellence en ce qui concerne les affaires médicales. Ceci est commenté plus avant dans un arrêt de la Cour de cassation du 23 juin 1958 : « L’obligation (le cas échéant, le droit) de secret se fonde sur la nécessité de garantir le sentiment de sécurité le plus complet à ceux qui doivent se confier à un médecin et ainsi garantir à chaque patient les soins requis par son état de santé, quelle qu’en soit la cause. » Cette préoccupation de garantir à chaque patient les soins nécessaires signifie que le droit au remboursement par le CPAS doit également être préservé par le secret professionnel.
De omstandigheid dat illegale vreemdelingen voor dringende medische hulp een beroep kunnen doen op het OCMW, is een bijkomend argument om in dit geval het beroepsgeheim te laten primeren op de aangifteverplichting van artikel 29 Sv. Uit de opsomming van artikel 458 Sw blijkt immers dat het beroepsgeheim bij uitstek geldt in verband met medische aangelegenheden. Dit wordt verder toegelicht in een arrest van het Hof van Cassatie van 23 juni 1958 : « De verplichting (desgevallend : het recht) tot geheimhouding berust op de noodzaak het volste veiligheidsgevoel te verzekeren aan degenen die zich aan een geneesheer moeten toevertrouwen, en aldus elke patie¨nt de zorgen te verzekeren die zijn gezondheidstoestand vereist, welke de oorzaak ervan ook zij. » Deze bekommernis, om aan elke patie¨nt de nodige zorgen te verzekeren, betekent dat eveneens het recht op terugbetaling door het OCMW door het beroepsgeheim gevrijwaard moet worden.
DO 2005200607494
DO 2005200607494
Question no 951 de M. Olivier Chastel du 13 mars 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 951 van de heer Olivier Chastel van 13 maart 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Formation à la conduite automobile. — Exercices en situation « d’intervention ». — Amendes infligées aux policiers.
Rijopleiding. — Oefeningen in interventiesituaties. — Boetes opgelegd aan politieagenten.
Plusieurs dispositions de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique, précisent que les véhicules prioritaires peuvent déroger aux règles de circulation pour autant que leur mission le justifie.
Volgens meerdere bepalingen van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg mogen prioritaire voertuigen afwijken van de verkeersregels wanneer hun opdracht het rechtvaardigt.
L’article 59.12 de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 précise que les dispositions de l’article 7.1 ne sont pas applicables au personnel des services de police lorsque leur mission le justifie. L’article 7.1 précise quant à lui que tout usager est tenu de respecter les dispositions du présent règlement. Il précise encore que, sans préjudice du respect des dispositions du règlement, le conducteur ne peut mettre en danger les usagers plus vulnérables, tels notamment les cyclistes et les piétons, en particulier lorsqu’il s’agit d’enfants, de personnes aˆgées et de personnes handicapées.
Artikel 59.12 van het konklijk besluit van 1 december 1975 zegt dat de bepalingen van artikel 7.1 niet gelden voor het personeel van de politiediensten wanneer hun opdracht het rechtvaardigt. Volgens Artikel 7.1 daarentegen moet elke weggebruiker de bepalingen van het geldende verkeersreglement naleven. Dit artikel stipuleert eveneens, onverminderd de naleving van de bepalingen van het verkeersreglement, dat de bestuurder kwetsbaardere verkeersdeelnemers, zoals fietsers en voetgangers en in het bijzonder kinderen, bejaarden en personen met een handicap, niet in gevaar mag brengen.
L’article 59.13 précise que les dispositions relatives aux limitations de vitesse ne sont pas applicables aux
Volgens artikel 59.13 zijn de bepalingen met betrekking tot de snelheidsbeperkingen niet van toepassing
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27063
véhicules utilisés par les agents qualifiés ainsi qu’aux véhicules prioritaires dans les cas justifiés par l’urgence de leur mission.
op de voertuigen gebruikt door bevoegde personen noch op prioritaire voertuigen wanneer een dringende opdracht het rechtvaardigt.
D’autres dispositions comportent également des dérogations à l’égard des véhicules prioritaires lorsque la nature de la mission le justifie. Il en est ainsi par exemple pour les rues limitées à la circulation locale ou les dessertes locales, la circulation sur les chemins réservés aux piétons, cyclistes et cavaliers, la circulation dans les zones piétonnes, la circulation dans les rues réservées au jeu, le port de la ceinture, le respect des signaux lumineux, les règles d’admissions et de circulation sur les autoroutes, etc.
Er zijn nog bepalingen die afwijkingen voor prioritaire voertuigen inhouden wanneer hun opdracht het rechtvaardigt. Dat is bijvoorbeeld zo voor het verkeer in straten voor plaatselijk verkeer, het verkeer op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters, het verkeer in voetgangerszones, het dragen van de veiligheidsgordel, het naleven van de verkeerslichten, de regels voor toelating en verkeer op de autosnelweg enzovoort.
Lors des exercices de la police, instructeurs et élèves travaillent en situation « d’intervention » et devraient donc pouvoir déroger au code de la route. Cependant, il m’est revenu que certains parquets considèrent qu’un exercice n’est pas une « mission justifiée ». Certains policiers ont donc été invités à payer des amendes pour les infractions commises à l’occasion de leurs cours.
Tijdens politieoefeningen werken instructeurs en leerlingen in een interventiesituatie en zouden zij moeten kunnen afwijken van het verkeersreglement. Ik heb evenwel vernomen dat sommige parketten een oefening niet beschouwen als een gerechtvaardigde opdracht. Sommige agenten kregen dan ook een boete voor overtredingen waaraan ze zich tijdens hun opleiding schuldig hadden gemaakt.
Cette situation amène les instructeurs à organiser désormais les exercices en conditions normale. Ce faisant, ces cours ont perdu considérablememnt leur intérêt dans la mesure ou` ils ne préparent plus de manière aussi efficace qu’auparavant les fonctionnaires de police à affronter des situations d’urgence.
Daarom organiseren de instructeurs voortaan oefeningen in normale omstandigheden. Hierdoor zijn die opleidingen echter minder interessant geworden omdat ze de politiebeambten niet meer zo efficie¨nt als vroeger voorbereiden op noodsituaties.
1. L’attitude adoptée par certains parquets est-elle en concordance avec l’esprit des dispositions dérogatoires de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 ?
1. Strookt de houding van bepaalde parketten met de geest van de afwijkende bepalingen van het konkinklijk besluit van 1 december 1975 ?
2. a) N’est-il pas envisageable de considérer que ces exercices en situation « d’intervention » correspondent à la notion de « mission justifiée » ?
2. a) Kan niet worden overwogen om oefeningen in interventiesituaties te beschouwen als gerechtvaardigde opdrachten ?
b) Si tel est le cas, ne conviendrait-il pas d’adresser une circulaire aux parquets ?
b) Zo ja, moet er dan geen omzendbrief naar de parketten worden gestuurd ?
3. Si tel n’est pas le cas, ne conviendrait-il pas de modifier cet arrêté royal afin de permettre une formation la plus efficace possible de nos fonctionnaires de police ?
3. Zoniet, moet bedoeld koninklijk besluit niet worden gewijzigd zodat ons politiepersoneel de best mogelijke opleiding kan genieten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 octobre 2006, à la question no 951 de M. Olivier Chastel du 13 mars 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 951 van de heer Olivier Chastel van 13 maart 2006 (Fr.) :
Une toute nouvelle circulaire du Collège des procureurs généraux, la Col 16/2006, relative à la politique de constatation et de poursuite des infractions routières commises par des conducteurs à bord de véhicules prioritaires et en mission, est entrée en vigueur début septembre 2006.
Een volledig nieuwe omzendbrief van het College van procureurs-generaal, Col 16/2006, betreffende het vaststellings- en vervolgingsbeleid inzake verkeersmisdrijven gepleegd door bestuurders van prioritaire voertuigen en voertuigen in opdracht is begin september 2006 in werking getreden.
Cette circulaire a pour but d’uniformiser les politiques de constatation et de poursuite des infractions
De doelstelling van deze omzendbrief bestaat erin het vaststellings- en vervolgingsbeleid te uniformeren
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27064
routières commises par des conducteurs à bord de véhicules prioritaires et en mission.
op gebied van verkeersinbreuken gepleegd door bestuurders van prioritaire voertuigen en voertuigen in opdracht.
Concernant le champ d’application, cette circulaire précise qu’« après concertation avec les représentants des polices fédérale et locale, il peut être considéré que les présentes directives s’appliquent par analogie aux policiers, dans le cadre de leur formation à la conduite rapide sur la voie publique organisée par le Groupe de circulation de l’E´cole de la Police fédérale, dès lors qu’ils sont, dans ce cadre, mis en situation de mission (urgente) ».
Wat betreft het toepassingsveld, stelt deze omzendbrief dat « na overleg met de vertegenwoordigers van de federale en lokale politie, kan worden aangenomen dat deze richtlijnen naar analogie van toepassing zijn op de politieagenten in het raam van hun opleiding tot het besturen van een snel voertuig, georganiseerd door de Groep Verkeer van de Federale Politieschool, gegeven het feit dat zij zich, in dit kader, bevinden in een toestand van (dringende) opdracht. »
DO 2005200608364
DO 2005200608364
Question no 1074 de Mme Marie Nagy du 26 juin 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1074 van mevrouw Marie Nagy van 26 juni 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Directives de politique criminelle.
Richtlijnen van het strafrechtelijk beleid.
L’alinéa 1er de l’article 143ter du Code judiciaire prévoit que : « La ministre de la Justice arrête les directives de politique criminelle, y compris en matière de politique de recherche et de poursuites après avoir pris l’avis du collège des procureurs généraux ».
Het eerste lid van artikel 143ter van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : « De minister van Justitie legt de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid vast, inclusief die van het opsporings- en vervolgingsbeleid, nadat hij het advies van het college van procureurs-generaal heeft ingewonnen ».
Ce collège est sous l’autorité de la ministre de la Justice et prend donc des décisions en vue de l’élaboration et de la coordination la plus cohérente possible de la politique et du bon fonctionnement du ministère public.
Dat college staat onder het gezag van de minister van Justitie en neemt dus beslissingen met het oog op de uitwerking en de zo coherent mogelijke coo¨rdinatie van het beleid en de goede werking van het openbaar ministerie.
1. Combien de circulaires ont ainsi été prises « en concertation » avec le Collège des procureurs généraux ?
1. Hoeveel circulaires werden al uitgevaardigd « in overleg » met het college van procureurs-generaal ?
2. Sur quels sujets ?
2. Over welke aangelegenheden ?
3. Pour chacune de ces circulaires, lesquelles sont déjà d’application et lesquelles sont encore en cours d’élaboration et qui (de la ministre ou du collège) en a pris l’initiative ?
3. Kan u voor elk van die circulaires aangeven welke al van toepassing zijn en welke momenteel nog worden uitgewerkt en wie (de minister dan wel het college) daartoe het initiatief heeft genomen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 4 octobre 2006, à la question no 1074 de Mme Marie Nagy du 26 juin 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1074 van mevrouw Marie Nagy van 26 juni 2006 (Fr.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27065
DO 2005200607693
DO 2005200607693
Question no 1089 de M. Guido De Padt du 4 avril 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1089 van de heer Guido De Padt van 4 april 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Agents de prévention et de sécurité et gardiens de parking. — Agressions.
Stads- en parkeerwachten. — Meldingen van agressie.
Les agents de prévention et de sécurité et les gardiens de parking jouent un roˆle important dans les villes et communes pour assurer propreté et ordre dans la rue. Il leur arrive d’être eux-mêmes confrontés à des phénomènes d’agression pendant l’exercice de leur fonction.
Stads- en parkeerwachten spelen een belangrijke rol in steden en gemeenten wat betreft de netheid en de orde in het straatbeeld. Af en toe worden zij tijdens de uitoefening van hun functie persoonlijk met agressie geconfronteerd.
1. a) Combien de cas d’agressions contre des agents de prévention et de sécurité et/ou des gardiens de parking ont été signalés à la police locale en 2003, 2004 et 2005 ?
1. a) Hoeveel meldingen van agressie tegenover stadsen/of parkeerwachten ontving de lokale politie in 2003, 2004 en 2005 ?
b) Dans combien de cas était-il question d’agression verbale ou physique ?
b) In hoeveel van die gevallen ging het om verbale of fysieke agressie ?
c) Combien de personnes ont été blessées lors de ces agressions ?
c) Hoeveel gewonden vielen daarbij ?
2. Ces agents peuvent-ils utiliser légalement dans le cadre de leur fonction certains moyens de défense contre leurs agresseurs éventuels ?
2. Hebben deze werknemers extra wettelijke verdedigingsmiddelen tegenover agressors tijdens de uitoefening van hun functie ?
3. Combien de dossiers ont été transmis au parquet ?
3. Hoeveel zaken werden doorgespeeld naar het parket ?
4. a) Envisagez-vous d’insister auprès de la ministre de la Justice pour que les agressions contre ces agents dans l’exercice de leur fonction soient sanctionnées plus sévèrement ?
4. a) Overweegt u bij de minister van Justitie aan te dringen om de agressie tegen deze personen in functie strenger te laten bestraffen ?
b) Une concertation a-t-elle déjà été menée à ce sujet ?
b) Is er reeds overleg geweest ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 octobre 2006, à la question no 1089 de M. Guido De Padt du 4 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1089 van de heer Guido De Padt van 4 april 2006 (N.) :
En ce qui concerne les deux premiers points de la question, je vous renvoie à la réponse qui a déjà été donnée par le ministre de l’Intérieur. (Question no 959 du 4 avril 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 129, p. 25427.)
Met betrekking tot de eerste twee punten van uw vraag verwijs ik naar de elementen van antwoord die reeds door de minister van Binnenlandse Zaken werden verstrekt. (Vraag nr. 959, van 4 april 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 129, blz. 25427.)
3. II n’existe pas de code de prévention indépendant pour les faits d’agression commis sur les assistants de prévention et de sécurité et les surveillants de parcs. Ces faits ne sont donc pas enregistrès séparément et peuvent par exemple tomber dans des dénominations générales comme les menaces, les coups et blessures, etc.
3. Er bestaat geen aparte preventiecode voor feiten van agressie die werden gepleegd ten aanzien van stads- en parkeerwachters. Deze feiten worden als dusdanig niet apart geregistreerd en kunnen bijgevolg bijvoorbeeld vallen onder de algemene noemer bedreigingen, slagen en verwondingen, enzovoort.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27066
4. II ressort de la réponse du ministre de l’Intérieur à cette question que son intention est de créer un cadre légal pour certaines fonctions de sécurité (assistants de prévention et de sécurité, surveillants de parcs, stewards etc.) afin de clarifier les compétences, les modalités de formation, le statut, la déontologie, etc. ` la lumière de ceci, il semble en effet recommandé de A ce concerter à ce sujet.
4. Uit het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken op deze vraag blijkt dat het zijn bedoeling is om voor een aantal veiligheidsfuncties (onder meer stadswachten, parkwachters, stewards, enzovoort) een wettelijk kader te cree¨ren waarin hun bevoegdheden, opleidingsmodaliteiten, statuut, deontologie, enzovoort verduidelijkt zullen worden. In het licht hiervan lijkt het inderdaad aangewezen om ter zake overleg te plegen.
Je vous renvoie également aux initiatives que j’ai déjà prises concernant l’approche des actes de violence perpétrès contre des personnes revêtant une fonction d’intérêt général.
Ik verwijs hierbij naar de initiatieven die ik reeds heb genomen met betrekking de aanpak van gewelddaden die worden gepleegd tegen personen die een functie van algemeen belang bekleden.
Il s’agit tout d’abord de mon initiative législative par laquelle un article 410bis a été inséré dans le Code pénal. Ainsi, des circonstances aggravantes sont prévues aux articles 398 à 405 du Code pénal si les faits ont été commis à l’égard de personnes qui, dans l’exercice de leur fonction, ont des contacts avec le public afin de remplir des missions importantes d’intérêt collectif. Cette initiative vise l’adoption d’une approche plus répressive de ce type de faits, mais il est clair que la lutte contre ce phénomène exige une approche qui en plus de la répression, comporte également des mesures préventives et une politique en faveur des victimes efficace. Cette approche s’inscrit également dans la philosophie d’une politique de sécurité intégrale et intégrée telle qu’elle a été décrite dans la Note-Cadre de Sécurité Intégrale et Intégrée, approuvé par le Conseil des ministres des 30 et 31 mars 2004. Cette vision permet que tous les niveaux de compétence concernés et le public puissent être impliqués dans sa réalisation.
In eerste instantie betreft het mijn wetgevend initiatief waardoor een artikel 410bis wordt ingevoegd in het Strafwetboek. Hierdoor worden verzwarende omstandigheden voorzien bij de artikelen 398 tot 405 van het Strafwetboek indien de feiten werden gepleegd ten aanzien van personen die in de uitoefening van hun ambt contact hebben met het publiek teneinde belangrijke opdrachten van algemeen belang te vervullen. Dit initiatief beoogt een meer repressieve aanpak van deze feiten te bewerkstelligen, maar het is duidelijk dat de strijd tegen dit fenomeen een aanpak vereist waarin naast repressie ook ruimte is voor preventieve maatregelen en een efficie¨nt slachtofferbeleid. Deze benadering kadert trouwens in de filosofie van een integraal en geı¨ntegreerd veiligheidsbeleid zoals uitgetekend in de Kadernota Integrale Veiligheid, goedgekeurd door de Ministerraad op 30 en 31 maart 2004. Deze visie laat toe dat alle betrokken bevoegdheidsniveau’s en het doelpubliek zelf nauw worden betrokken bij de uitwerking ervan.
Je me réfère également à la journée d’étude organisée concernant cette matière le 13 juin 2005 à ma demande par le Service de la Politique criminelle. Outre les représentants des autorités publiques (services publics fédéraux, ministère public, police fédérale, etc.), les personnes concernées venant des différents secteurs touchés par le problème ont également participé à cette journée d’étude. La première partie de la journée en séance plénière a été consacrée à des présentations qui ont permis d’esquisser le cadre et l’approche visée de la problématique. Des groupes de travail ont ensuite été formés pour l’après-midi. Chacun d’entre eux s’est penché sur un aspect spécifique de politique tout en tenant compte de la philosophie de la chaıˆne de sécurité (prévention, répression et suivi).
Ik verwijs ook naar de studiedag die met betrekking tot deze materie op mijn verzoek werd georganiseerd door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid op 13 juni 2005. Aan deze studiedag hebben naast vertegenwoordigers van de publieke autoriteiten (federale overheidsdiensten, openbaar ministerie, federale politie, enzovoort) ook betrokkenen van de diverse betrokken beroepssectoren deelgenomen. In de voormiddag werden in de plenaire sessie uiteenzettingen voorgesteld die hebben toegelaten het kader van de problematiek en de beoogde aanpak ervan te schetsen. In de namiddag werden werkgroepen georganiseerd die zich elk hebben gebogen over één bepaald beleidsaspect, rekening houdend met de filosofie van de veiligheidsketen (preventie, repressie en nazorg).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27067
DO 2005200608555
DO 2005200608555
Question no 1092 de M. Roel Deseyn du 18 juillet 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1092 van de heer Roel Deseyn van 18 juli 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Jeux de hasard sur internet.
Internetgokspelen.
Le 31 janvier 2006, en commission, vous avez répondu à une question concernant la régulation des jeux de hasard sur internet (question no 9980 de M. Verherstraeten, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission de la Justice, 31 janvier 2006, COM 831, p. 5). Votre réponse a fait apparaıˆtre les éléments suivants :
Op 31 januari 2006 antwoordde u in commissie op een vraag in verband met het reguleren van de gokspelen via het internet (vraag nr. 9980 van de heer Verherstraeten, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Justitie, 31 januari 2006, COM 831, blz. 5). Daarin kwamen volgende elementen naar voor :
— L’étude de la KUL, qui a consisté essentiellement en une analyse juridique de la définition de jeu de hasard, est terminée.
— De studie van de KUL, vooral een juridische analyse van de definitie van een kansspel, was klaar.
— Un avis de la Commission des jeux de hasard suivra cette étude.
— Een advies van de Kansspelcommissie zou volgen op deze studie.
— La situation reste confuse quant au roˆle des fournisseurs d’accès à internet; ce point sera étudié.
— Er was nog altijd onduidelijkheid over de rol van de ISP’s; dit zou onderzocht worden.
— Dans le courant de 2006, la Commission des jeux de hasard s’attachera à déterminer le nombre de joueurs dépendants.
— In de loop van 2006 zou de Kansspelcommissie nagaan hoeveel gokverslaafden er zijn.
— Aucune décision n’a encore été prise au sujet d’une extension des effectifs de la Commission des jeux de hasard.
— Over de uitbreiding van het personeelsbestand van de Kansspelcommissie bestond nog onduidelijkheid.
— Les communautés seront conviées à la concertation.
— De gemeenschappen zouden worden uitgenodigd bij het overleg.
En outre, la Chambre des représentants américaine a adopté récemment une proposition de loi interdisant aux banques de prêter leur concours aux jeux de hasard organisés sur internet. Il leur sera par exemple interdit d’effectuer au nom de leurs clients des paiements destinés à des sites de jeux de hasard.
Daarnaast keurde het Amerikaans Huis van Afgevaardigden recentelijk een wetsvoorstel goed dat banken verbiedt mee te werken aan gokken via het internet. Het wordt de banken bijvoorbeeld verboden om namens hun klanten betalingen uit te voeren aan goksites.
1. Pourriez-vous transmettre l’étude intégrale de la KUL ?
1. Kan u de integrale studie van de KUL overzenden ?
2. a) La Commission des jeux de hasard a-t-elle déjà rendu un avis ?
2. a) Is er ondertussen al een advies van de Kansspelcommissie ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous le communiquer ?
b) Zo ja, kan u dit meedelen ?
c) Dans la négative, quand devrions-nous le recevoir ?
c) Zo neen, wanneer kunnen we dit verwachten ?
3. a) Le roˆle des fournisseurs d’accès à internet a-t-il été clairement défini ?
3. a) Is er ondertussen al duidelijkheid over de rol van de ISP’s ?
b) Dans l’affirmative, en quoi consiste ce roˆle ?
b) Zo ja, wat is deze rol ?
c) Dans la négative, quand devrions-nous en savoir plus sur ce roˆle ?
c) Zo neen, wanneer kunnen we dit verwachten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27068
4. a) Des décisions claires ont-elles été prises quant à une extension des effectifs de la Commission des jeux de hasard ?
4. a) Is er ondertussen al duidelijkheid over de uitbreiding van het personeelsbestand van de Kansspelcommissie ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’unités s’agit-il et quand cette extension prendra-t-elle cours ?
b) Zo ja, om hoeveel eenheden gaat het en wanneer zal dit ingaan ?
c) Dans la négative, quand une décision à ce sujet devrait-elle être prise ?
c) Zo neen, wanneer kunnen we hierover een beslissing verwachten ?
5. Ou` en est l’initiative de la Commission des jeux de hasard visant à déterminer le nombre de joueurs dépendants ?
5. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het initiatief van de Kansspelcommissie om het aantal internetgokverslaafden na te gaan ?
6. a) Combien de dossiers de plainte ont été ouverts en 2006 contre des sites illégaux de jeux de hasard sur internet ?
6. a) Hoeveel klachtendossiers werden totnogtoe in 2006 opgestart tegen illegale goksites ?
b) Combien de sites ont été fermés à la suite de l’ouverture de ces dossiers ?
b) Hoeveel sites werden daarop van het net gehaald ?
7. Selon les estimations, à combien de sites illégaux de jeux de hasard les internautes belges peuvent-ils avoir accès ?
7. Hoeveel illegale gokwebsites zijn naar schatting bereikbaar voor de Belgische internetsurfers ?
8. Comment envisagez-vous de faire en sorte que les mineurs d’aˆge et les personnes qui ont un comportement de jeu à problème ne puissent pas participer à des jeux de hasard sur internet ?
8. Hoe overweegt u te bereiken dat minderjarigen en mensen met een problematisch gokgedrag niet kunnen deelnemen aan de internetgokspelen ?
9. a) Comment envisagez-vous de faire en sorte qu’on ne puisse plus parier qu’un montant minimum ?
9. a) Hoe overweegt u te bereiken dat er maar voor een zeker maximumbedrag kan worden gegokt ?
b) Prévoira-t-on à cette fin un système cohérent pour les casinos (tant les casinos sur internet que les casinos traditionnels) qu’il s’agira d’homologuer ?
b) Zal er tussen de te vergunnen casino’s (zowel online als traditionele) daartoe in een sluitend systeem voorzien worden ?
10. a) Envisagez-vous, outre l’autorisation d’un nombre limité de casinos, d’opter à l’instar de ce qui s’est fait aux E´tats-Unis pour un système qui empêche les transactions bancaires vers des sites illégaux de jeux de hasard ?
10. a) Overweegt u, naast vergunning van een beperkt aantal casino’s, er naar Amerikaans voorbeeld voor te opteren om banktransacties naar illegale goksites onmogelijk te maken ?
b) Dans la négative, pourquoi non ?
b) Zo neen, waarom niet ?
11. a) Quand le cadre législatif devrait-il être adapté ?
11. a) Wanneer kunnen we de aanpassing van het wetgevende kader verwachten ?
b) Pourriez-vous exposer d’ores et déjà les idées-force de cette adaptation ?
b) Kan u hiervan nu reeds de grotere krachtlijnen uiteenzetten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 2 octobre 2006, à la question no 1092 de M. Roel Deseyn du 18 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 1092 van de heer Roel Deseyn van 18 juli 2006 (N.) :
1. La version intégrale du rapport de la KUL a été publiée sous forme de livre par la maison d’édition La Charte/Die Keure sous le titre « Kansspel » dans la série « Recht en Onderneming », où il est possible de se le procurer.
1. De integrale versie van het rapport van de KULeuven is uitgegeven in boekvorm bij de uitgeverij Die Keure onder de titel « Kansspel » in de reeks « Recht en Onderneming », en is daar verkrijgbaar.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27069
2. a) En mars 2006, la Commission des jeux de hasard a approuvé un avis sur la base des rapports des 2 groupes de travail qu’elle avait institués. Cet avis a été transmis à mon cabinet et est disponible auprès de la Commission des jeux de hasard.
2. a) De Kansspelcommissie heeft in maart 2006 een advies goedgekeurd op basis van de verslagen van de 2 werkgroepen die zij had opgericht. Dit advies is overgemaakt aan mijn kabinet en is ter beschikking bij de Kansspelcommissie.
b) Cet avis a été intégré à la proposition de modification de la loi qui, conformément à la directive 98/ 34/CE, fait actuellement l’objet d’une procédure d’information de la Commission européenne parce qu’elle contient des dispositions techniques. La période de statu quo arrive à échéance le 6 novembre 2006, après quoi ce projet sera déposé à la Chambre des représentants.
b) Dit advies is geı¨ntegreerd in het voorstel van wetswijziging dat momenteel is genotificeerd bij de Europese Commissie omdat er technische bepalingen inzitten overeenkomstig richtlijn 98/34/EG. De standstill periode loopt af op 6 november 2006 waarna dit ontwerp zal worden ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers.
3. a) et b) Le projet de modification de la loi précise le roˆle des ISP et plus particulièrement leur responsabilité pénale éventuelle.
3. a) en b) In het ontwerp van wetswijziging wordt de rol van de ISP’s meer verduidelijkt en meer bepaald hun eventuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid.
Toute personne qui, sciemment, collabore à des jeux de hasard ou en facilite l’exploitation sera punissable. Cette disposition permettra d’agir plus facilement à l’égard des ISP qui persistent à offrir sciemment des jeux de hasard en ligne qui sont interdits.
Elkeen die bewust meewerkt aan of het uitbaten van kansspelen vergemakkelijkt zal strafbaar kunnen worden gesteld. Door deze bepaling zal het makkelijker zijn om op te treden tegen ISP’s die doelbewust verboden online kansspelen blijven aanbieden.
4. a) et b) Une augmentation du budget de la Commission des jeux de hasard est prévue afin d’engager 5 membres du personnel supplémentaires. Ces procédures de recrutement démarreront après l’augmentation du budget.
4. a) en b) Er wordt in een budgetverhoging voor de Kansspelcommissie voorzien om 5 extra personeelsleden te engageren. Deze wervingsprocedures zullen een aanvang nemen na het verhogen van het budget.
5. La Commission des jeux de hasard prépare actuellement une étude sur l’offre existante en matière d’assistance aux personnes dépendantes du jeu. Cette étude mérite pour l’heure davantage d’attention qu’une enquête sur le nombre de personnes dépendantes du jeu. Sur la base de cette étude, l’assistance existante peut alors éventuellement être améliorée. Cette initiative est également soutenue par la Loterie nationale. Lorsqu’elle aura été menée à bien et qu’un cadre législatif précis aura été créé en ce qui concerne les nouvelles formes de jeux de hasard, la Commission des jeux de hasard pourra réaliser une étude démographique sur le nombre de participants à toutes les formes de jeux de hasard.
5. Actueel wordt bij de Kansspelcommissie een studie voorbereid naar de bestaande hulpverlening voor gokverslaafden. Deze studie verdient momenteel meer aandacht dan een studie naar het aantal gokverslaafden. Op basis van deze kan de bestaande hulpverlening dan eventueel worden verbeterd. Dit initiatief wordt mede ondersteund door de Nationale Loterij. Nadat deze is afgerond en er een duidelijk wetgevend kader is gecree¨erd rond de nieuwe vormen van kansspelen, kan de Kansspelcommissie een demografisch onderzoek doen naar het aantal deelnemers aan alle vormen van kansspelen.
6. En 2006, la Commission des jeux de hasard a engagé 7 procédures contre des jeux de hasard en ligne. Elles ont toutes été transmises aux procureurs du Roi compétents. Cependant, aucun site n’a été retiré du web en 2006 dans la mesure où, dans presque tous les cas, ils sont établis à l’étranger.
6. In 2006 werden een zevental procedures opgestart door de Kansspelcommissie tegen online kansspelen. Deze werden telkens overgemaakt aan de bevoegde procureurs des Konings. Geen enkele site werd echter van het net verwijderd in 2006, daar deze zich in bijna al de gevallen situeren in het buitenland.
Par contre, une société a retiré un pari en ligne de son offre après une remarque de la part de la Commission des jeux de hasard. Il s’agissait d’un pari sur des événements que la loi sur les jeux de hasard n’excepte
Echter werd wel door een bedrijf een online weddenschap uit het aanbod verwijderd na opmerking vanwege de Kansspelcommissie. Het betrof een weddenschap op evenementen die niet zijn uitgezon-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27070
pas et qui restent donc interdits. Seuls les paris sur les résultats sportifs et les courses hippiques sont autorisés.
derd van de kansspelwet en dus verboden blijven. Enkel weddenschappen op sportuitslagen en paardenwedrennen zijn toegelaten.
7. Il y a environ 7 000 websites avec jeux de hasard qui, s’ils étaient organisés en Belgique, seraient illégaux. Il ne s’agit pas uniquement de jeux de casino en ligne comme la roulette et les machines à sous, mais aussi de quantité d’autres jeux. Ce chiffre est basé sur une étude du Nederlands College van Toezicht op de kansspelen.
7. Er zijn ongeveer 7 000 websites met kansspelen, die, indien ze in Belgie¨ zouden georganiseerd zijn, illegaal zijn. Het betreft niet enkel online casinospelen zoals roulette en slotmachines, maar ook tal van andere spelen. Dit cijfer is gebaseerd op een studie van het Nederlands College van Toezicht op de kansspelen.
8 et 9. Aux termes du projet de loi, les casinos sur Internet recevront de la Commission des jeux de hasard un certificat de fiabilité. Pour obtenir ce certificat, les casinos en ligne doivent satisfaire à diverses conditions en matière d’enregistrement et de mises maximales, par exemple. Ces dispositions seront précisées dans un arrêté royal.
8 en 9. De internetcasino’s zullen volgens het wetsontwerp een betrouwbaarheidscertificaat krijgen van de Kansspelcommissie. Om dit certificaat te verkrijgen moeten de online casino’s aan diverse voorwaarden voldoen zoals registratie en maximale inzetten. Deze bepalingen zullen nog verder worden uitgewerkt in een koninklijk besluit.
Outre ces possibilités, la Commission des jeux de hasard examine également si la carte d’identité électronique ne peut pas offrir des garanties suffisantes pour éviter que des mineurs jouent.
Naast deze mogelijkheden wordt bij de Kansspelcommissie eveneens onderzocht of de elektronische identiteitskaart geen afdoende waarborgen kan inbedden om het spelen door minderjarigen te vermijden.
10. Tout comme vis-à-vis des ISP, il est possible d’agir contre les organismes bancaires et les sociétés de cartes de crédit qui facilitent sciemment l’exploitation de jeux de hasard illégaux. Ainsi, si un organisme bancaire est au courant que des transactions peuvent être utilisées pour parier en ligne, il est tenu de ne pas les exécuter afin de ne pas être punissable. Le texte actuel de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs n’est juridiquement pas tout à fait contraignant à cet égard. Dans son arrêt opposant les E´tats-Unis à Antigua-etBarbuda, l’Organisation mondiale du commerce a cependant remis en question cette interdiction à l’égard des sociétés de cartes de crédit, eu égard notamment aussi à la vision protectionniste des E´tatsUnis et à la politique incohérente entre les divers E´tats.
10. Net zoals bij de ISP’s kan er ten opzichte van de bankinstellingen en creditkaartvennootschappen worden opgetreden indien zij bewust het exploiteren van illegale kansspelen vergemakkelijken. Indien een bankinstelling aldus op de hoogte is dat transacties kunnen worden gebruikt om online te gokken moeten zij deze niet uitvoeren om niet strafbaar kunnen te worden gesteld. Met de huidige tekst van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers is dit juridisch niet volledig afdwingbaar.
11. a) Le dossier sera déposé à la Chambre des représentants à la fin de la période de statu quo liée à l’information de la Commission européenne. Cette période court encore jusqu’au 6 novembre 2006.
11. a) Nadat de standstill periode bij de Europese Commissie is afgelopen zal het dossier worden ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. Deze periode loopt nog tot 6 november 2006.
b) Les lignes de force de la modification de la loi se situent à 3 niveaux.
b) De krachtlijnen van de wetswijziging situeren zich op 3 niveaus.
Tout d’abord, une adaptation concerne les jeux de hasard utilisant le réseau de communication électronique, en particulier les jeux sur Internet. Les exploitants de ces sites peuvent obtenir un certificat de fiabilité auprès de la Commission des jeux de hasard. Ils doivent pour cela répondre à différentes conditions en matière de sécurité, de caractère aléatoire des jeux (« randomness »), etc. Un joueur qui se rend sur ce type
Allereerst is er de aanpassing inzake kansspelen via het elektronisch communicatienetwerk, meer in het bijzonder de internetspelen. De exploitanten van deze sites kunnen bij de Kansspelcommissie een betrouwbaarheidscertificaat krijgen. Hiervoor moeten zij voldoen aan diverse voorwaarden zoals veiligheid, randomness van de spelen en andere. Een speler die op een dergelijke site gaat is zeker dat zijn gegevens niet
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
De Wereldhandelsorganisatie heeft in zijn arrest tussen de Verenigde Staten tegen Antigua en Barbuda dit verbod voor de creditkaartvennootschappen echter in vraag gesteld, mede ook door de protectionistische visie van de Verenigde Staten en het niet coherente beleid tussen de diverse staten.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27071
de site peut être assuré que ses données ne seront pas utilisées à mauvais escient et qu’il percevra son argent s’il enregistre un gain.
misbruikt zullen worden en dat hij zijn geld zal krijgen indien hij een winst boekt.
Deuxièmement, il est prévu de modifier les paris. Pour l’instant, ceux-ci relèvent de diverses dispositions légales et ces jeux ne font l’objet d’aucun controˆle véritable. L’intention est de placer tous ces paris sous le controˆle de la Commission des jeux de hasard. Les agences de paris, les bookmakers et les paris via Internet seront controˆlés par la Commission des jeux de hasard par le biais d’un système de licence ou d’un certificat de fiabilité, en fonction du support utilisé.
Ten tweede is er een verandering voorzien voor de weddenschappen. Actueel vallen deze onder diverse wettelijke bepalingen en is er niet een echt concreet toezicht op deze spelen. Het is de bedoeling om alle weddenschappen onder het toezicht van de Kansspelcommissie te plaatsen. Wedkantoren, bookmakers en via het internet komen onder toezicht van de Kansspelcommissie, afhankelijk van het medium door middel van een vergunningssysteem of door middel van een betrouwbaarheidscertificaat.
Le dernier grand changement concerne les jeux via les médias. Actuellement, une exception est déjà prévue pour les jeux télévisés qui constituent un programme complet. D’autres jeux pourront dorénavant être offerts via les médias pour autant qu’il satisfont aux conditions qui seront fixées par arrêté royal. La Commission des jeux de hasard en controˆlera le respect.
De laatste grote wijziging omvat de spelen via de media. Momenteel is er reeds een uitzondering op de TV-spelen die een totaalprogramma uitmaken. Andere spelen via de media zullen nu ook mogelijk zijn mits zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in koninklijk besluit. De Kansspelcommissie houdt toezicht op de naleving hiervan.
Outre ces dispositions majeures, des modifications mineures concernent par exemple la composition de la Commission des jeux de hasard et la possibilité pour la Commission des jeux de hasard d’infliger des amendes administratives.
Naast deze grote bepalingen zijn er ook kleinere wijzigingen zoals de samenstelling van de Kansspelcommissie en de mogelijkheid dat de Kansspelcommissie administratieve geldboetes kan opleggen.
DO 2005200608589
DO 2005200608589
Question no 1095 de Mme Marie Nagy du 20 juillet 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1095 van mevrouw Marie Nagy van 20 juli 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Droit d’injonction positive.
Positief injunctierecht.
En tant que ministre de la Justice, vous disposez d’un droit d’injonction positive.
In uw hoedanigheid van minister van Justitie heeft u een positief injunctierecht.
Pourriez-vous communiquer combien de fois vous avez fait usage de ce droit en dans l’affirmative me communiquer la liste des dossiers dans lesquels vous en avez usé ?
Hoe vaak heeft u uw injunctierecht gebruikt, en kan u mij desgevallend de lijst bezorgen van de dossiers waarin u van dat recht gebruik gemaakt heeft ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 octobre 2006, à la question no 1095 de Mme Marie Nagy du 20 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1095 van mevrouw Marie Nagy van 20 juli 2006 (Fr.) :
Pour votre parfaite information, j’ai fait usage de mon droit d’injonction positive une seule fois, lors de l’affaire Cools, au procureur général de Liège pour poursuivre Benito Francesconi.
Ik deel u mee dat ik mijn positief injunctierecht één enkele keer heb gebruikt, tijdens de zaak Cools, en wel bij de procureur-generaal van Luik om Benito Francesconi te vervolgen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27072
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
DO 2004200504755
DO 2004200504755
Question no 877 de Mme Annemie Turtelboom du 6 juillet 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 877 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Statut des artistes. — Nombre de personnes ayant déposé une déclaration d’impoˆt en tant qu’artiste.
Kunstenaarsstatuut. — Aantal personen die een belastingaangifte hebben ingediend als kunstenaar.
Le 1er juillet 2003, le nouveau statut des artistes est entré en vigueur. Il est constitué d’une série de mesures prises dans le domaine de la législation sur la sécurité sociale et qui tendent à permettre aux artistes de se constituer plus facilement une protection sociale par le biais d’une réglementation. Ce projet est une réussite mais il est encore perfectible.
Op 1 juli 2003 werd het nieuwe statuut voor kunstenaars van kracht. Het nieuwe statuut is een gamma van maatregelen in de sociale zekerheidswetgeving om de kunstenaar het gemakkelijker te maken om een sociale bescherming op te bouwen via een regelgeving. Dit project loopt als een trein, maar er kan nog iets verbeterd worden.
C’est ainsi que le statut ne constitue pas une solution pour les artistes-interprètes aˆgés. Quoique l’arrêté royal du 28 novembre 1969 assujettisse toute activité des artistes de spectacles au régime de sécurité sociale des employeurs, il a omis de définir clairement, pour ce qui les concerne, la notion d’employeur. Conséquence : dans la majorité des cas, aucun client n’assumait ses obligations d’employeur. Mais l’artiste de spectacles étant légalement tenu d’adopter le statut de travailleur salarié, il ne pouvait s’affilier à la caisse d’assurances des indépendants, ce qui avait pour effet qu’en pratique, il ne bénéficiait souvent d’aucune protection sociale.
Het statuut van kunstenaar biedt geen oplossing voor oudere uitvoerende kunstenaars. Hoewel het koninklijk besluit van 28 november 1969 elke activiteit van een schouwspelartiest onderwerpt aan het sociale zekerheidsregime van de werkgever, werd vergeten de werkgever duidelijk te definie¨ren. Dientengevolge was er meestal geen enkele opdrachtgever die de werkgeversverplichting op zich nam. Maar omdat de schouwspelartiest van rechtswege verplicht was om zich te onderwerpen aan het statuut van werknemer, kon hij zich niet aansluiten bij de verzekeringskas voor zelfstandigen. Dit zorgde ervoor dat de schouwspelartiest in de praktijk vaak geen enkele sociale bescherming genoot.
Toutefois, depuis l’entrée en vigueur du nouveau statut de l’artiste, des cotisations sociales sont dues sur les rachats et il en résulte, pour les artistes aˆgés, une baisse du résultat net de leur rémunération alors que la protection sociale qu’ils peuvent encore se constituer est très restreinte compte tenu de leur aˆge.
Sinds het nieuwe statuut voor de kunstenaar zijn op de uitkoopsommen wel sociale bijdragen verschuldigd. Voor de oudere kunstenaar heeft dit tot gevolg dat het nettoresultaat van zijn vergoeding daalt, terwijl de sociale bescherming die hij nog kan opbouwen zeer gering is, gezien zijn hogere leeftijd.
1. Combien de personnes ont introduit entre 1999 et 2003 une déclaration d’impoˆt en tant qu’artiste ?
1. Hoeveel personen hebben tussen 1999 en 2003 een belastingaangifte ingediend als kunstenaar ?
2. Votre administration pourrait-elle communiquer combien de personnes ont introduit entre 1999 et 2003 une déclaration d’impoˆt en tant qu’artiste ?
2. Zou uw administratie kunnen meedelen hoeveel personen tussen 1969 en 2003 een belastingaangifte hebben ingediend als kunstenaar ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 877 de Mme Annemie Turtelboom du 6 juillet 2005 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 877 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 juli 2005 (N.) :
Le tableau ci-dessous présente un aperçu de l’évolution du nombre de contribuables repris sous le code professionnel « Art » pour la période 1997-2004.
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de evolutie van het aantal belastingplichtigen opgenomen in de beroepscode « Kunst » gedurende de periode 1997-2004.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27073
Dans celui-ci, une ventilation a été opérée selon qu’il s’agit de contribuables qui, en tant qu’indépendant, exercent leur activité à titre principal sous le code professionnel « Art », ou bien de contribuables qui sont repris à titre complémentaire sous le code professionnel « Art ». En outre, une catégorie particulière de contribuables a également été prévue spécialement pour ceux qui poursuivent l’exercice d’une activité professionnelle sous le code professionnel « Art » après l’aˆge de la pension.
Hierbij is een opsplitsing gemaakt naargelang het gaat om belastingplichtigen die als zelfstandige, in hoofdberoep, in de beroepscodes « Kunst » werkzaam zijn dan wel belastingplichtigen die als bijberoep opgenomen zijn in de beroepscodes « Kunst ». Daarnaast is eveneens voorzien in een afzonderlijke categorie belastingplichtigen, met name diegenen die een beroepswerkzaamheid in de beroepscodes « Kunst » voortzetten na de pensioenleeftijd.
Il ressort clairement de ce tableau que la croissance du nombre de contribuables au cours de la période 1997-2002 fut relativement constante avec une ` partir de l’année 2003, une nette moyenne de 1,57 %. A accélération de la croissance apparaıˆt. En effet, la croissance moyenne du nombre de contribuables de 2002 à 2004 s’élève à 5,8 %. Cette accélération est intégralement imputable au nouveau statut qui est d’application depuis le 1er juillet 2003.
Uit de cijfers in de tabel blijkt duidelijk dat de groei van het aantal belastingplichtigen gedurende de periode 1997-2002 relatief constant was met gemiddeld 1,57 %. Vanaf het jaar 2003 treedt een duidelijke groeiversnelling op. De gemiddelde groei van het aantal belastingplichtigen van 2002 tot en met 2004 bedraagt immers 5,8 %. Deze versnelling is integraal te wijten aan het nieuwe statuut dat operationeel is vanaf 1 juli 2003.
Nombre de contribuables repris sous le code professionnel « Art » — Aantal belastingplichtigen opgenomen in de beroepscodes « Kunst » Activité principale — Hoofdberoep
Activité complémentaire — Bijberoep
4 763 4 799 4 843 4 800 4 737 4 690 4 967 4 941
2 090 2 240 2 382 2 500 2 661 2 694 2 912 3 347
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Actif après l’aˆge de la pension — Actief na pensioen leeftijd 414 431 444 482 465 471 487 509
Total — Totaal
7 267 7 470 7 669 7 782 7 863 7 855 8 366 8 797
DO 2005200607658
DO 2005200607658
Question no 1209 de M. Luk Van Biesen du 29 mars 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1209 van de heer Luk Van Biesen van 29 maart 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Sociétés émettrices de titres-services dans le cadre de l’aide à la maternité. — Réduction d’impoˆt.
Uitgiftebedrijven van dienstencheques voor moederschapshulp. — Belastingvermindering.
Une société émettrice de titres-services dans le cadre de l’aide à la maternité ne peut délivrer une attestation fiscale car — contrairement aux titres-services dans le régime général — ces titres n’ouvrent pas le droit à une réduction d’impoˆt visée à l’article 145/21 CIR 1992.
Een uitgiftebedrijf van dienstencheques voor moederschapshulp mag geen fiscaal attest afleveren omdat — anders dan bij dienstencheques in de algemene regeling — deze cheques geen recht openen op een belastingvermindering bedoeld in artikel 145/21 WIB 1992.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27074
La réduction d’impoˆt ne serait pas accordée parce que le bénéficiaire lui-même ne prend rien à sa charge.
De belastingvermindering zou niet toepasselijk zijn omdat de begunstigde zelf niets ten laste neemt.
1. L’octroi de titres-services dans le cadre de l’aide à la maternité constitue-t-il oui ou non un revenu imposable ?
1. Is de toekenning van dienstencheques voor moederschapshulp al of niet een belastbaar inkomen ?
2. Dans l’affirmative, de quelle valeur faut-il tenir compte ?
2. Zo ja, met welke waarde moet dan worden rekening gehouden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 1209 de M. Luk Van Biesen du 29 mars 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1209 van de heer Luk Van Biesen van 29 maart 2006 (N.) :
Comme je l’ai déjà répondu à la question orale du 21 février 2006 de Mme Pieters (Question no 10410, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2005-2006, Commission des Finances, 21 février 2006, COM 861, p. 35), le prix d’achat de 469 euro concernant les 70 titres-services pour aide à la maternité, qui, conformément à l’arrêté royal du 17 janvier 2006 instaurant un régime de prestations d’aide à la maternité en faveur des travailleuses indépendantes et modifiant l’arrêté royal du 12 décembre 2001 concernant les titresservices (Moniteur belge du 23 januari 2006), est pris en charge par la caisse d’assurances sociales à laquelle la travailleuse indépendante est affiliée, doit être, en principe, considéré dans le chef de cette dernière, comme une aide imposable.
Zoals ik reeds heb geantwoord op de mondelinge vraag van 21 februari 2006 van mevrouw Pieters (Vraag nr. 10410, Integraal Verslag, Kamer, 20052006, Commissie Financie¨n, 21 februari 2006, COM 861, blz. 35), moet de aankoopprijs van 469 euro voor de 70 dienstencheques voor moederschapshuip die, overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshuip ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (Belgisch Staatsblad van 23 januari 2006), ten laste wordt genomen door het sociaal verzekeringsfonds waarbij de vrouwelijke zelfstandige is aangesloten, ten name van deze laatste in principe als een belastbare tegemoetkoming worden aangemerkt.
DO 2005200608008
DO 2005200608008
Question no 1285 de Mme Nathalie Muylle du 10 mai 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1285 van mevrouw Nathalie Muylle van 10 mei 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Utilisation du restaurant du SPF Finances. — Ville d’Ypres. — Bénévoles. ` Ypres, les membres du personnel des diverses A administrations publiques peuvent prendre un repas dans le restaurant du SPF Finances. Cette faveur est accordée notamment au personnel de la ville. Un fonctionnaire qui travaille à la bibliothèque par exemple, peut donc aller manger dans ce restaurant durant sa carrière professionnelle.
Gebruik van het restaurant van Financie¨n. — Stad Ieper. — Vrijwilligers.
Les fonctionnaires communaux qui continuent à travailler en tant que bénévoles après leur retraite, ne peuvent plus aller manger dans ce restaurant du fait qu’ils ne figurent plus sur la liste des membres du personnel de la ville d’Ypres. Leur situation est en contraste flagrant avec celle des fonctionnaires retraités des services publics fédéraux qui après leur retraite, peuvent continuer à fréquenter ce restaurant, même s’ils n’exercent plus aucune fonction.
Wie na zijn pensioen verder als vrijwilliger werkt, mag niet meer gaan eten in dit restaurant omdat hij niet meer op de loonlijst van de stad Ieper vermeld staat. Dit is in schril contrast met gepensioneerde ambtenaren van federale overheidsdiensten die na hun pensioen wel verder in het restaurant terecht kunnen, ook al vervullen ze geen enkele dienst meer.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
In de stad Ieper mogen de personeelsleden van de diverse overheden gaan eten in het restaurant van de FOD Financie¨n. Dit wordt als een gunst toegestaan aan onder meer het stadspersoneel. Iemand die dus in de bibliotheek werkt mag tijdens zijn loopbaan in het restaurant gaan eten.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27075
1. Ne pourrait-on trouver un arrangement permettant aux bénévoles qui travaillent dans un service communal de se rendre également dans le restaurant du SPF Finances ? 2. Le travail des bénévoles ne mérite-t-il pas d’être soutenu ?
1. Kan er geen regeling getroffen worden zodat mensen die als vrijwilliger werken voor een stadsdienst ook terecht kunnen in het restaurant van de FOD Financie¨n ? 2. Moeten vrijwilligers niet ondersteund worden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 2 octobre 2006, à la question no 1285 de Mme Nathalie Muylle du 10 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 1285 van mevrouw Nathalie Muylle van 10 mei 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le personnel des diverses autorités publiques ont accès aux restaurants de personnel du SPF Finances pour autant que les capacités de la cuisine et de la salle sont suffisantes et à condition que ces autorités n’ont pas prévu elles-même la possibilité de fournir des repas à leur personnel ou une intervention financière dans ces repas. En ce qui concerne le personnel pensionné, uniquement ceux du SPF Finances sont admis dans les restaurants de personnel précités.
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de personeelsleden van de diverse openbare overheden toegang hebben tot de personeelsrestaurants van de FOD Financie¨n voor zover de beschikbare keuken- en zaalcapaciteit het toelaat en indien deze overheden niet zelf een regeling voor verstrekking of een financie¨le vergoeding van de maaltijden van hun personeelsleden hebben voorzien. Wat de gepensioneerde personeelsleden betreft, zijn het enkel deze van de FOD Financie¨n die worden toegelaten in voormelde personeelsrestaurants.
Je suis d’avis que le soutien du volontariat incombe à l’organisme auprès duquel il est exercé.
Ik ben van mening dat het vrijwilligerswerk moet worden ondersteund door de organisatie waar het wordt verricht.
DO 2005200608032
DO 2005200608032
Question no 1289 de M. Bert Schoofs du 12 mai 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1289 van de heer Bert Schoofs van 12 mei 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Application de la législation relative aux bases forfaitaires de taxation fixées pour les exploitants de vergers à basses tiges. — Incohérence entre les instructions données aux fonctionnaires des contributions de Flandre et de Wallonie.
Toepassing wetgeving inzake de forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de laagstamfruittelers. — Verschillende instructies voor de belastingsambtenaren in Vlaanderen en Wallonie¨.
Le fisc a mis au point un système qui oblige les fruiticulteurs à déclarer des « superficies fictives » en cas de plus-values. Ces superficies fictives sont calculées par espèce fruitière. La superficie fictive constitue un revenu imposable supplémentaire dès que le rendement (en kilos) dépasse le rendement normal par hectare. En cas de rendement supérieur (en euros) lié à une augmentation des prix, à un stockage avec vente à la fin de l’hiver ou à d’autres circonstances, le controˆleur flamand peut ignorer la déclaration forfaitaire et imposer des recettes supplémentaires.
Er werd een systeem uitgewerkt dat de fuitteler verplicht « fictieve oppervlaktes » aan te geven in geval van behaalde meerwinsten. Deze fictieve oppervlakte wordt berekend per fruitsoort. De fictieve oppervlakte is bijkomend belastbaar inkomen van zodra de fruitteler meer opbrengst (kilo’s) per hectare heeft dan normaal. Indien hij een betere opbrengst heeft (in euro’s) door stijgende prijzen, door stockage met verkoop einde winter of door andere omstandigheden kan de Vlaamse controleur de forfaitaire aangifte naast zich neerleggen en belasten op meeropbrengsten.
En ce qui concerne l’application des bases forfaitaires de taxation, la base de données fiscales Fisconet indique ce qui suit, pour l’exercice d’imposition 2005, pour les exploitants de vergers à basses tiges de Flandre orientale, de Flandre occidentale et de l’Ouest du Brabant flamand (no 187) et pour les exploitants de
Over de toepassing van de forfaitaire grondslagen van aanslag staat op de fiscale gegevensbank Fisconet, voor aanslagjaar 2005, voor laagstamfruittelers van Oost- en West-Vlaanderen en West Brabant (nr. 187) en voor laagstamfruittelers van Limburg en Hageland (nr. 190) het volgende vermeld : « De aanlagsambte-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27076
vergers à basses tiges du Limbourg et du Hageland (no 190) : « De son coˆté, le fonctionnaire taxateur peut refuser l’application du forfait lorsqu’il est à même d’établir que le bénéfice réel excède sensiblement le bénéfice forfaitaire ».
naar mag zijnerzijds de toepassing van het forfait weigeren indien hij in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst. ».
Pour les exploitants de vergers à basses tiges de Wallonie (no 198), il est néanmoins stipulé ce qui suit : « De son coˆté, le fonctionnaire taxateur peut refuser l’application du forfait lorsqu’il est à même d’établir que le bénéfice réel excède sensiblement le bénéfice forfaitaire suite au fait que le contribuable n’a pas déclaré ses hectares fictifs correctement ».
Voor de laagstamfruitteler van Wallonie¨ (nr. 198) is echter het volgende bepaald : « De son coˆté, le fonctionnaire taxateur peut refuser l’application du forfait lorsqu’il est à même d’établir que le bénéfice réel excède sensiblement le bénéfice forfaitaire suite au fait que le contribuable n’a pas déclaré ses hectares fictifs correctement. ».
Autrement dit, dans la partie wallonne du pays, le fonctionnaire taxateur ne peut imposer les recettes réelles qu’à la condition que la surface fictive n’ait pas été déclarée correctement. Cette condition figure même en gras dans la directive administrative. Le fonctionnaire controˆleur flamand a toutefois l’instruction d’ignorer le forfait, même en cas de déclaration correcte de superficie. En Flandre, même en cas de déclaration correcte suivant forfait, le fonctionnaire taxateur peut imposer une taxation supplémentaire.
De controleambtenaar in het Waalse landsgedeelte mag dus enkel op werkelijke ontvangsten belasten op voorwaarde dat de fictieve oppervlakte niet correct aangegeven is. Deze voorwaarde staat in de administratieve richtlijn zelfs vetgedrukt. De Vlaamse controleambtenaar heeft echter de instructie om ook bij correcte oppervlakteaangifte de forfait naast zich neer te leggen. Zelfs bij correcte aangifte volgens forfait mag er in Vlaanderen extra getaxeerd worden.
1. Pourquoi la clause litigieuse n’apparaıˆt-elle pas dans le texte néerlandais ?
1. Waarom komt de betrokken clausule niet voor in de Nederlandstalige tekst ?
2. a) La clause francophone s’applique-t-elle aussi à la partie néerlandophone du pays ?
2. a) Geldt de Franstalige clausule ook voor het Nederlandstalig landsgedeelte ?
b) Dans la négative, avez-vous déjà pris des mesures pour supprimer cette discrimination entre les deux parties du pays ?
b) Zo neen, heeft u reeds maatregelen genomen om het verschil in behandeling tussen beide landsgedeelten weg te werken ?
3. Combien de fruiticulteurs (par province) ont été taxés l’an passé sur les bénéfices réels plutoˆt que sur des bénéfices bruts forfaitaires ?
3. Hoeveel fruittelers (per provincie) werden vorig jaar belast op werkelijke winst in plaats van op de forfaitaire bruto-winst ?
4. a) Confirmez-vous que, l’an passé, en province de Limbourg, le fisc a perçu pratiquement autant de suppléments d’impoˆts lors des controˆles que dans l’ensemble de la Région wallonne ?
4. a) Klopt het dat er vorig jaar in de provincie Limburg ongeveer evenveel belastingsupplementen geı¨nd werden bij controle dan in het hele Waals Gewest ?
b) Dans l’affirmative, comment expliquez-vous cet écart significatif entre la Région flamande et la Région wallonne ?
b) Zo ja, wat is uw verklaring voor dit significante verschil tussen het Vlaams en Waalse Gewest ?
c) Cette situation est-elle due au fait que les controˆleurs flamands ont reçu des instructions plus strictes ?
c) Is dit te wijten aan het feit dat de controleurs in Vlaanderen strengere instructies krijgen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 1289 de M. Bert Schoofs du 12 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1289 van de heer Bert Schoofs van 12 mei 2006 (N.) :
1 et 2. Je souhaite tout d’abord attirer l’attention sur le fait que, en concertation avec le secteur, un système a été mis en place pour les producteurs de fruits qui réalisent des rendements sensiblement supérieurs à
1 en 2. Vooreerst wens ik te benadrukken dat in overleg met de sector een systeem werd uitgewerkt voor de fruittelers die aanzienlijk hogere rendementen behalen dan de rendementen waarmee rekening werd
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27077
ceux pris en compte lors de l’établissement des bases forfaitaires de taxation (BFT), de telle sorte que les producteurs précités puissent, par la prise en compte d’une superficie fictive, mettre en concordance leur revenu déterminé forfaitairement avec le bénéfice réellement obtenu.
gehouden bij het vaststellen van de forfaitaire grondslagen van aanslag (afgekort FGA), zodat voormelde telers, door het in rekening brengen van een fictieve oppervlakte hun forfaitair vastgesteld inkomen in overeenstemming kunnen brengen met de werkelijk behaalde winst.
Les BFT sont arrêtées en accord avec les groupements professionnels intéressés. Les règles y insérées doivent être intégralement appliquées aussi bien en ce qui concerne les chiffres de bénéfice semi-brut que les règles et modalités d’application.
De FGA worden in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen vastgesteld. De er opgenomen regels moeten in hun geheel worden toegepast en dit geldt zowel voor de semi-brutowinstcijfers als voor de regels en toepassingsmodaliteiten.
Une clause générale d’exclusion est mentionnée au Commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 no 342/34. Cette clause ne constitue qu’une recommandation; le texte arrêté d’accord avec les groupements professionnels et repris dans les BFT prime.
In het nr. 342/34 van de administratieve Commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een algemene uitsluitingsclausule vermeld. Deze clausule is slechts een aanbeveling; de tekst opgenomen in de FGA die met het akkoord van de beroepsgroepering werd afgesloten primeert.
Pour l’avenir, l’administration veillera à une uniformisation des règles et modalités d’application en cause.
Naar de toekomst toe zal de administratie letten op het eenvormig maken van de desbetreffende regels en toepassingsmodaliteiten.
3 et 4. L’administration ne tient pas de statistiques par province.
3 en 4. De administratie houdt geen statistieken per provincie.
Les mêmes directives sont en vigueur pour les services en Flandre et en Wallonie.
Voor de diensten in Vlaanderen en Wallonie¨ gelden dezelfde richtlijnen.
DO 2005200606974
DO 2005200606974
Question no 1310 de M. Carl Devlies du 20 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1310 van de heer Carl Devlies van 20 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Règlement relatif à la sécurité sociale des indépendants. — Présomption fiscale contre la non-opposabilité de la qualification du revenu par le fisc.
Socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen. — Fiscaal vermoeden versus niet-tegenstelbaarheid van de kwalificatie van het inkomen door de fiscus.
Conformément à l’article 3, § 1er, deuxième alinéa, de l’arrêté royal no 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social des travailleurs indépendants, il existe une présomption fiscale réfragable selon laquelle toute personne qui exerce en Belgique une activité professionnelle susceptible de produire des revenus visés à l’article 23, § 1er, 1o et 2o, ou à l’article 30, 2o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 est présumée exercer une activité professionnelle indépendante assujettie au régime de sécurité sociale des indépendants.
Overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, geldt een weerlegbaar fiscaal vermoeden dat ieder persoon die in Belgie¨ een beroepswerkzaamheid uitoefent, die inkomsten kan opleveren bedoeld in artikel 23, § 1, 1o of 2o, of in artikel 30, 2o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, geacht wordt een zelfstandige beroepsactiviteit uit te oefenen onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel voor zelfstandigen.
L’article 111 de la deuxième loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses prévoit que les accords conclus entre l’administration qui est compétente pour l’établissement des impoˆts sur les revenus et le contribuable concernant la qualification des revenus et la décision de cette administration en matière de qualifications des revenus ne sont obligatoires qu’en matière d’impoˆts sur les revenus.
Artikel 111 van de tweede wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, bepaalt dat de akkoorden gesloten tussen de administratie die bevoegd is voor de vestiging van de inkomstenbelastingen en de belastingplichtige omtrent de kwalificatie van de inkomsten en de beslissing van die administratie inzake de kwalificaties van inkomsten, enkel bindend zijn inzake inkomstenbelastingen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27078
1. Lorsque le fisc établit une imposition sur la base de bénéfices, profits ou rémunérations déclarés de chefs d’entreprise, prend-il une décision ?
1. Wanneer de fiscus een aanslag vestigt op basis van aangegeven winsten, baten of bezoldigingen van bedrijfsleiders, neemt hij dan een beslissing ?
2. Estimez-vous qu’une décision judiciaire concernant la qualification d’un revenu n’est pas comprise à l’article 111 de la deuxième loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses et considérez-vous que cette qualification est, par conséquent, opposable à l’ONSS ?
2. Bent u van mening dat een rechterlijke beslissing inzake de kwalificatie van een inkomen niet begrepen wordt in artikel 111 van de tweede wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen en is zij bijgevolg wel tegenstelbaar aan de RSZ ?
3. Quelle relation y a-t-il entre la présomption fiscale réfragable qui est prévue à l’article 3, § 1er, deuxième alinéa, de l’arrêté royal no 38 du 27 juillet 1967 et la non-opposabilité de la qualification fiscale du revenu telle qu’instaurée par l’article 111 de la seconde loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses :
3. Hoe verhoudt het weerlegbaar fiscaal vermoeden van artikel 3, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 zich ten opzichte van de niettegenstelbaarheid van de fiscale kwalificatie van het inkomen, zoals ingevoerd bij artikel 111 van de tweede wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen :
a) à l’ONSS;
a) in hoofde van de RSZ;
b) du coˆté du contribuable/assuré social ?
b) in hoofde van de belastingplichtige/sociaal verzekerde ?
4. L’article 111 de la seconde loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses abroge-t-il implicitement l’article 3, §1er, deuxième alinéa de l’arrêté royal no 38 du 27 juillet 1967 ?
4. Heft artikel 111 van de tweede wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen impliciet artikel 3, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 op ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 5 octobre 2006, à la question no 1310 de M. Carl Devlies du 20 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1310 van de heer Carl Devlies van 20 januari 2006 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après, complé-mentairement aux réponses lui fournies par mes collègues de la Sécurité Sociale (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 123, pp. 24151 à 24153) et des Classes moyennes (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 129, pp. 25540 et 25541), la réponse à la question 1.
Aanvullend aan het antwoord dat hem wordt verstrekt door mijn collega’s bevoegd voor Sociale Zaken (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 123, blz. 24151-24153) en voor Middenstand (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 129, blz. 25540 en 25541), u gelieve het geachte lid hierbij het antwoord op vraag 1 te willen vinden.
1. La réponse est affirmative.
1. Het antwoord luidt bevestigend.
L’attention de l’honorable membre est néanmoins attirée sur le fait que l’enroˆlement sur la base des bénéfices, profits ou rémunérations des dirigeants d’entreprise déclarés n’implique aucunement que l’administration admet définitivement l’exactitude des revenus déclarés et la qualification que le contribuable donne à ces revenus dans sa déclaration. L’administration a en effet toujours le droit de modifier la déclaration dans les délais légaux.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
De aandacht van het geachte lid wordt er niettemin op gevestigd dat de inkohiering op basis van de aangegeven winsten, baten of bezoldigingen van bedrijfsleiders geenszins impliceert dat de administratie de aangegeven inkomsten en de kwalificatie dief de belastingplichtige aan die inkomsten geeft in zijn aangifte, definitief als juist erkent. De administratie heeft immers steeds het recht de aangifte te wijzigen binnen de wettelijke termijnen. 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27079
DO 2005200608257
DO 2005200608257
Question no 1324 de Mme Trees Pieters du 13 juin 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1324 van mevrouw Trees Pieters van 13 juni 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Sportifs belges. — Habitants du Royaume. — Impoˆt des personnes physiques. — Participation à des compétitions sportives internationales. — Indemnités forfaitaires pour des voyages de service à l’étranger.
Belgische sportbeoefenaars. — Rijksinwoners. — Personenbelasting. — Deelname aan internationale sportwedstrijden. — Forfaitaire vergoedingen voor dienstreizen in het buitenland.
Avec la circulaire récente no Ci.RH.241/534.514 (AFER 17/2006) du 11 mai 2006 (cf. : Fisconet), des commentaires intéressants ont été formulés concernant le régime fiscal des indemnités forfaitaires pour les voyages de service à l’étranger qui peuvent être éventuellement considérées comme un remboursement de frais propres de l’employeur.
Met de recente circulaire nr. Ci.RH.241/534.514 (AOIF 17/2006) van 11 mei 2006 (zie : Fisconet) werd een interessante commentaar verstrekt op het belastingregime van de forfaitaire vergoedingen voor dienstreizen in het buitenland die eventueel als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever kunnen worden beschouwd.
Les indemnités accordées par une sociétéemployeuse à ses salariés et dirigeants d’entreprise pour des voyages de service à l’étranger peuvent être en effet considérées, sous certaines conditions et dans certaines limites, comme un remboursement de frais propres de l’employeur. Par conséquent, ces indemnités forfaitaires, fixées conformément à des normes strictes, ne sont en principe pas imposables dans le secteur de l’impoˆt des personnes physiques, et cela conformément à l’article 31, deuxième alinéa, 1o, in fine, CIR 1992.
Vergoedingen die een vennootschap-werkgeefster aan haar werknemers en bedrijfsleiders toekent voor dienstreizen in het buitenland, kunnen onder bepaalde voorwaarden en binnen zekere grenzen immers worden aangemerkt als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever. Die forfaitaire vergoedingen, bepaald volgens ernstige normen, zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 31, tweede lid, 1o, in fine, WIB 1992 in principe dan ook niet belastbaar in de personenbelasting.
Toutefois, en cette matière, se pose encore actuellement la question d’ordre pratique et de portée générale suivante : ces nouvelles instructions et ces forfaits valent-ils en principe également pour les voyages de service à l’étranger effectués par tous les sportifs belges (habitants du Royaume) dont il est question par analogie au no 228/46 du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 aussi bien que par leurs managers, chefs d’équipe, coaches, techniciens, chauffeurs de bus, responsables presse, accompagnateurs, entraıˆneurs, entraıˆneurs adjoints, médecins de l’équipe, soigneurs, signaleurs, personnel chargé des relations publiques, chroniqueurs et travailleurs occasionnels ou délégués de clubs sportifs, unions, fédérations ou associations qui se rendent volontairement ou non à l’étranger dans le cadre de manifestations, compétitions ou championnats sportifs professionnels internationaux et transfrontaliers ?
Terzake rijst thans evenwel nog de algemene praktische vraag of deze nieuwe onderrichtingen en forfaitaire bedragen in beginsel eveneens gelden bij dienstreizen in het buitenland zowel gemaakt door alle Belgische sportbeoefenaars of sportlui (rijksinwoners) waarvan naar analogie sprake in het nr. 228/46 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als door hun managers, ploegleiders, coaches, techniekers, buschauffeurs, persverantwoordelijken, begeleiders, trainers, hulptrainers, ploegdokters, verzorgers, seingevers, prmannen, verslaggevers en gelegenheidsmedewerkers of afgevaardigden van sportclubs, bonden, federaties of verenigingen die zich al dan niet op vrijwillige basis mee naar het buitenland begeven bij internationale en grensoverschrijdende professionele sportmanifestaties, sportwedstrijden of kampioenschappen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 1324 de Mme Trees Pieters du 13 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1324 van mevrouw Trees Pieters van 13 juni 2006 (N.) :
L’attention est tout d’abord attirée sur le fait que lorsqu’un habitant du Royaume de Belgique fournit de telles prestations (sportives ou autres) à l’étranger, il conviendra en premier lieu d’examiner si la Belgique a
Vooreerst wordt de aandacht erop gevestigd dat wanneer een rijksinwoner van Belgie¨ in het buitenland eender welke prestatie (sportieve of andere) levert, er eerst zal moeten worden nagegaan of Belgie¨ met het
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27080
conclu une convention préventive de la double imposition avec le pays en question et le cas échéant, à quel pays est accordé le pouvoir d’imposition sur les revenus attribués pour les prestations fournies.
betrokken land een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting heeft gesloten en eventueel aan welk land de heffingsbevoegdheid over de toegekende inkomsten voor de geleverde prestatie wordt toegewezen.
Si le pouvoir d’imposition a été attribué à la Belgique, la circulaire visée par l’honorable membre peut éventuellement trouver à s’appliquer, pour autant qu’il soit satisfait à toutes les conditions et limites qui y sont posées, notamment en ce qui concerne les contribuables visés (travailleurs ou dirigeants d’entreprises) et la notion de voyages de service.
Indien de heffingsbevoegdheid aan Belgie¨ zou zijn toegewezen, kan de door het geachte lid beoogde circulaire desgevallend toepassing vinden voor zover aan alle erin gestelde grenzen en voorwaarden is voldaan, inzonderheid wat betreft de bedoelde belastingplichtigen (werknemers of bedrijfsleiders) en het begrip dienstreis.
Lorsque le pouvoir d’imposition n’est pas attribué à la Belgique, la circulaire précitée peut aussi être appliquée en vue d’établir les revenus qui doivent être pris en considération pour la détermination de l’impoˆt belge suite à la réserve de progressivité.
In geval de heffingsbevoegdheid niet aan Belgie¨ zou zijn toegewezen kan, met het oog op de vaststelling van de inkomsten, die ingevolge het progressievoorbehoud voor de bepaling van de Belgische belasting in aanmerking moeten worden genomen, bovenvermelde circulaire eveneens worden toegepast.
Enfin, il convient encore de remarquer que la circulaire visée concerne les indemnités forfaitaires pour les voyages de service à l’étranger qui peuvent être considérées comme des remboursements de frais propres à l’employeur. Ceci implique que le travailleur ou le dirigeant d’entreprise a supporté personnellement ces frais et demande leur remboursement à l’employeur, l’entreprise ou l’association.
Ten slotte wordt nog opgemerkt dat de beoogde circulaire betrekking heeft op forfaitaire vergoedingen voor dienstreizen in het buitenland die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever kunnen worden aangemerkt. Dit houdt in dat de werknemer of de bedrijfsleider die kosten zelf heeft gedragen en de terugbetaling ervan aan de werkgever, onderneming of vereniging vraagt.
En ce qui concerne le régime spécifique des bénévoles, je renvoie l’honorable mmbre à la circulaire Ci.RH.241/509.803 du 5 mars 1999 et à ses addenda relatifs au régime d’imposition des indemnités pour activités de bénévolat.
Wat betreft het specifieke stelsel van de vrijwilligers, verwijs ik naar de circulaire Ci.RH.241/509.803 van 5 maart 1999 en addenda met betrekking tot het belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk.
DO 2005200608656
DO 2005200608656
Question no 1384 de M. Roel Deseyn du 8 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : E´valuation du plan PC privé.
Vraag nr. 1384 van de heer Roel Deseyn van 8 augustus 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Le plan PC privé a été lancé le 1er janvier 2003. Une évaluation s’impose dès lors.
Het Pc-privéplan loopt sinds 1 januari 2003. Een evaluatie dringt zich op.
1. Combien de PC ont chaque année (et pour 2006, jusqu’à ce jour) trouvé acquéreur via le plan PC privé depuis l’année de son introduction ?
1. Hoeveel pc’s werden sinds het jaar van de invoering (jaarlijks en voor 2006 tot op heden) via Pc-privé aan de man gebracht ?
2. Combien d’entreprises font actuellement appel au plan PC privé ?
2. Hoeveel bedrijven gebruiken momenteel het PcPrivé plan ?
3. a) Dans quelle mesure le plan PC privé est-il connu auprès des employeurs ?
3. a) Hoe groot is de bekendheid bij werkgevers van het Pc-privéplan ?
b) Dans quelle mesure est-il connu auprès des travailleurs ?
b) Hoe groot is de bekendheid bij werknemers ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Evaluatie van het Pc-privéplan.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27081
4. a) Pensez-vous qu’une offre intéressante pourrait également être élaborée à l’intention des choˆmeurs et des seniors ?
4. a) Kan er voor werklozen en senioren volgens u ook een aantrekkelijke regeling worden uitgewerkt ?
b) Dans l’affirmative, quelles pourraient en être les modalités et existe-t-il des projets concrets quant à la mise en œuvre de cette idée ?
b) Zo ja, hoe zou die er volgens u uit kunnen zien en bestaan er concrete plannen naar de uitvoering van dit idee ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 1384 de M. Roel Deseyn du 8 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1384 van de heer Roel Deseyn van 8 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de door hem gestelde vragen te willen vinden.
1 et 2. Il n’existe aucune donnée statistique portant sur la quantité de PC acquis dans le cadre d’un plan PC privé, ni sur le nombre d’entreprises qui font actuellement usage d’un tel plan.
1 en 2. Er bestaan geen statistische gegevens over de hoeveelheid PC’s die in het kader van het PC-privéplan zijn verkocht, noch over het aantal bedrijven dat momenteel een PC-privéplan gebruiken.
3. Aucune étude en la matière n’est actuellement en cours tant auprès des employeurs que des travailleurs. Une circulaire administrative no Ci.RH.241/560.386 sur le sujet a été publiée en date du 28 avril 2004. Celle-ci fut remplacée en date du 9 février 2005 suite à un complément sur le plan de la réglementation TVA et peut être consultée sur la banque de données fiscales www.fisconet.fgov.be.
3. Er worden ter zake noch bij de werkgevers, noch bij de werknemers enquêtes gevoerd. Ter zake werd reeds op 28 april 2004 een administratieve circulaire nr. Ci.RH.241/560.386 gepubliceerd. Deze werd op 9 februari 2005 vervangen, ingevolge aanvulling op het vlak van de BTW-reglementering, en kan via de fiscale databank www.fisconet.fgov.be worden geraadpleegd.
Suite à l’arrêté royal du 22 février 2006 modifiant l’AR/CIR 1992 en ce qui concerne les plans PC privés (Moniteur belge du 3 mars 2006 — Ed. 2) un addenda à la circulaire précitée sera prochainement publié.
Ingevolge het koninklijk besluit van 22 februari 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit/WIB 1992 betreffende PC-privé-plannen (Belgisch Staatsblad van 3 maart 2006 — Ed. 2) zal binnenkort een addendum aan voormelde circulaire worden gepubliceerd.
4. La disposition « Plan PC privé » s’adresse uniquement aux employeurs et à leurs travailleurs.
4. De bepaling met betrekking tot het Pc-privéplan richt zich uitsluitend tot werkgevers en hun personeel.
Mais à coˆté de cette disposition, il existe une mesure « internet pour tous » qui est accessible à tout le monde, donc également aux choˆmeurs et aux seniors. La loi du 27 décembre 2005 portant des dispositions diverses (Moniteur belge du 30 décembre 2005 — Ed. 2) a en effet instauré un crédit d’impoˆt pour les dépenses effectivement payées pendant l’année 2006 en vue de l’achat d’un paquet agréé comprenant un ordinateur, un software de base, une connexion à un réseau à large bande y compris un abonnement de 12 mois et une formation de base relative à l’utilisation de l’ordinateur et d’internet.
Maar naast deze bepaling bestaat een maatregel « Internet voor iedereen » die toegankelijk is voor iedereen, dus eveneens voor de werklozen en senioren. De wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005 — Ed. 2) heeft inderdaad een belastingkrediet ingevoerd voor de uitgaven die werkelijk zijn betaald gedurende het jaar 2006 met het oog op de aankoop van een erkend pakket bevattende een computer, basissoftware, een aansluiting op een breedbandnetwerk, met inbegrip van een abonnement voor 12 maanden en een basisopleiding tot het gebruik van computer en internet.
Pour le moment, je n’envisage pas de proposer des modifications aux dispositions fiscales précitées.
Momenteel beoog ik geen wijziging voor te stellen aan de voormelde fiscale bepalingen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27082
DO 2005200608743
DO 2005200608743
Question no 1392 de M. Carl Devlies du 29 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1392 van de heer Carl Devlies van 29 augustus 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Application des impositions forfaitaires minimales (article 342, § 3 CIR 1992).
Toepassing van de minimum forfaitaire belastingen (artikel 342, § 3 WIB 1992).
L’article 342, § 3, du CIR 1992, tel qu’inséré par l’article 41 de la loi programme du 11 juillet 2005, prévoit une imposition forfaitaire minimale en cas d’absence de déclaration ou de dépoˆt tardif de celle-ci. La loi est applicable depuis l’exercice d’imposition 2005, revenus 2004.
Artikel 342, § 3, van het WIB 1992, zoals ingevoegd door artikel 41 van de programmawet van 11 juli 2005, voorziet in een minimum forfaitaire belasting bij niet of laattijdige aangifte. De wet is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2005, inkomsten 2004.
1. a) Pourriez-vous me faire connaıˆtre, par région, le nombre de contribuables, sociétés d’une part et entrepreneurs indépendants ou titulaires de professions libérales d’autre part, qui n’ont pas introduit de déclaration pour l’exercice d’imposition 2005 ?
1. a) Kan u mij mededelen, opgesplitst per gewest, hoeveel belastingsplichtige vennootschappen enerzijds en zelfstandige ondernemers of vrije beroepen anderzijds, geen aangifte indienden voor het aanslagjaar 2005 ?
b) Dans combien de cas, par région, la déclaration at-elle été introduite tardivement pour ces catégories ?
b) In hoeveel gevallen, opgesplitst per gewest, gebeurde de aangifte voor deze categoriee¨n laattijdig ?
2. a) Dans combien de cas, par région, une imposition d’office a-t-elle été établie pour chacune de ces catégories, sur la base du revenu imposable forfaitaire minimal ? ` combien se montent, par région, les montants b) A ainsi enroˆlés pour l’exercice d’imposition 2005 ?
2. a) In hoeveel gevallen, opgesplitst per gewest, werd voor de bovenvermelde categorie een ambtshalve aanslag gevestigd op basis van het minimum forfaitair belastbaar inkomen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 4 octobre 2006, à la question no 1392 de M. Carl Devlies du 29 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 1392 van de heer Carl Devlies van 29 augustus 2006 (N.) :
L’article 342, § 3, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) s’inscrit dans le cadre de la procédure de taxation d’office et vise à accélérer la mise en œuvre de celle-ci par une estimation forfaitaire de la base imposable.
Artikel 342, § 3, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) kadert binnen de procedure van aanslag van ambtswege en heeft als doel de toepassing ervan te versnellen door een forfaitaire raming van de belastbare grondslag.
La nouvelle disposition ne peut être appliquée que lorsque le contribuable n’a pas souscrit sa déclaration ou l’a souscrite avec un retard conséquent sans avoir demandé aucun report et sans pouvoir démontrer sa bonne foi. La situation où la déclaration n’a été souscrite qu’avec un ou deux jours de retard sort donc du champ d’application de l’article 342, § 3, CIR 1992. En d’autres mots, il est tenu compte du respect des principes de bonne administration.
De nieuwe bepaling kan enkel toegepast worden als de belastingplichtige niet of met behoorlijke vertraging zijn aangifte heeft ingediend zonder uitstel te hebben gevraagd en zonder zijn goede trouw te kunnen bewijzen. De omstandigheid waarbij de aangifte slechts één of twee dagen te laat werd ingediend, valt dus buiten het toepassingsgebied van artikel 342, § 3, WIB 1992. Met andere woorden men heeft oog voor de naleving van de beginselen van behoorlijk bestuur.
S’il a été fait application de l’article 342, § 3, CIR 1992, et que le contribuable souscrit tout de même une déclaration, toutefois tardive, basée sur des éléments probants, le taxateur doit tenir compte de cette décla-
Indien artikel 342, § 3, WIB 1992 werd toegepast en de belastingplichtige dient alsnog een, evenwel laattijdige, aangifte in welke gebaseerd is op bewijskrachtige gegevens, dient de taxatieagent rekening te houden
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
b) Welk is het totaal, opgesplitst per gewest, van de als dusdanig ingekohierde bedragen voor het aanslagjaar 2005 ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27083
ration. Les principes précités, ainsi que des directives concrètes concernant l’application de l’article 342, § 3, CIR 1992, ont été reprises dans la circulaire du 25 novembre 2005 (Ci.RH.81/574.077).
met deze aangifte. Voormelde principes evenals concrete richtlijnen inzake de toepassing van artikel 342, § 3, WIB 1992 werden opgenomen in de circulaire van 25 november 2005 (Ci.RH.81/574.077).
Cette circulaire est consultable sur le site portail du SPF Finances (www.minfin.fgov.be), sous la rubrique « Fisconet ». Elle a été rédigée sur la base des travaux parlementaires relatifs à cette nouvelle disposition. L’information relative, entre autres, au caractère tardif de la déclaration a déjà été communiquée à l’honorable membre dans la réponse à sa question parlementaire orale no 8 297 du 18 octobre 2005 (Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, Commission des Finances et du Budget, 18 octobre 2005, COM 706, p. 8).
Deze circulaire is consulteerbaar op de portaalsite van de FOD Financie¨n (www.minfin.fgov.be), rubriek « Fisconet ». Zij werd opgesteld op basis van de parlementaire werkzaamheden betreffende deze nieuwe bepaling. De informatie betreffende onder andere het laattijdige karakter van de aangifte werd aan het geachte lid reeds medegedeeld in het antwoord op zijn mondelinge parlementaire vraag nr. 8 297 van 18 oktober 2005 (Integraal verslag, Kamer, 2005-2006, Commissie voor de Financie¨n en de Begroting, 18 oktober 2005, COM 706, blz. 8).
L’administration ne dispose pas de données chiffrées relatives au nombre de cas d’application de l’article 342, § 3, CIR 1992.
De administratie beschikt niet over cijfergegevens aangaande het aantal toepassingen van artikel 342, § 3, WIB 1992.
En ce qui concerne le nombre de déclarations tardives ou non souscrites pour l’exercice d’imposition 2005, je renvoie au tableau suivant qui donne la situation au 24 mars 2006.
Wat het aantal laattijdige en niet-ingediende aangiften betreft voor het aanslagjaar 2005, toestand per 24 maart 2006, verwijs ik naar onderstaande tabel.
Compte tenu de la brièveté du délai accordé, il n’a pas été possible d’établir une distinction entre les déclarations tardives ou non souscrites des entreprises assujetties à l’impoˆt des personnes physiques (indépendants) et celles des titulaires de professions libérales. Si l’honorable membre le souhaite, il peut être procédé à une répartition complémentaire entre les bénéfices et les profits.
Gezien het korte tijdsbestek kon er geen onderscheid gemaakt worden tussen de laattijdige en niet ingediende aangiften voor de ondernemingen in de personenbelasting (zelfstandigen) en de vrij beroepers. Indien het geachte lid dit wenst, kan een verdere opsplitsing tussen de winsten en baten bezorgd worden.
Impoˆt des sociétés. — Vennootschapsbelasting ............................................. Impoˆt des personnes physiques (toutes déclarations). — Personenbelasting (alle) .............................................................................................................. Bénéfices et profits. — Winsten en baten ......................................................
Nombre de déclarations tardives — Aantal laattijdige aangiften
Nombre de déclarations non souscrites — Aantal niet ingediende aangiften
16 824
38 950
270 039 36 661
341 198 21 692
DO 2005200608746
DO 2005200608746
Question no 1393 de M. Roel Deseyn du 30 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1393 van de heer Roel Deseyn van 30 augustus 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Recyclage des ordinateurs des Finances.
Recyclage van de computers van Financie¨n.
Le SPF Finances est aujourd’hui le seul département dont les fonctionnaires peuvent racheter les ordinateurs.
De FOD Financie¨n is momenteel het enige departement waarvan de ambtenaren de computers kunnen overnemen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27084
1. Combien d’ordinateurs ont-ils été déclassés au cours des trois dernières années ?
1. Hoeveel computers werden de onderscheiden afgelopen drie jaar gedeclasseerd ?
2. a) Combien de ces ordinateurs déclassés ont-ils été rachetés par des fonctionnaires des Finances au cours des trois dernières années ? ` quel prix sont-ils vendus aux fonctionnaires ? b) A
2. a) Hoeveel van deze gedeclasseerde computers werden de onderscheiden afgelopen drie jaar door ambtenaren van Financie¨n overgenomen ?
3. Dans le cadre de l’idée lancée récemment de recycler tous les ordinateurs des autorités publiques, les fonctionnaires bénéficieront-ils d’une priorité pour le rachat ?
3. Zal de voorrang voor aankoop door eigen ambtenaren behouden blijven in het licht van het recent gelanceerde recyclage-idee van alle overheidscomputers ?
4. a) Ces ordinateurs sont-ils adaptés (effacement de données confidentielles, mise à jour, etc.) avant d’être vendus aux fonctionnaires ?
4. a) Worden deze aan ambtenaren verkochte pc’s eerst aangepast (verwijdering vertrouwelijke gegevens, update, enzovoort) ?
b) Dans l’affirmative, qui procède à ces adaptations ?
b) Zo ja, door wie ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 5 octobre 2006, à la question no 1393 de M. Roel Deseyn du 30 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1393 van de heer Roel Deseyn van 30 augustus 2006 (N.) :
1. Le SPF Finances conserve son équipement informatique pendant cinq ans. Ce qui signifie qu’un cinquième environ du parc informatique est renouvelé chaque année (voir tableau (ligne « remplacement ») cidessous)
1. De FOD Financie¨n bewaart zijn informaticauitrusting vijfjaar. Dit betekent dat jaarlijks ongeveer een vijfde van het informaticapark wordt vernieuwd, (zie tabel (rij « vervanging ») hieronder)
2. a) Le président du comité de direction du SPF Finances autorise ses agents, sous la responsabilité du chef local, à enlever les PC déclassés moyennant le respect des conditions posées par le Comité de direction, dont le renvoi d’une déclaration d’enlèvement. Ont fait usage de cette possibilité : 172 agents en 2005 et 151 agents en 2006.
2. a) De voorzitter van het directiecomité van de FOD Financie¨n geeft zijn ambtenaren de toestemming om, onder de verantwoordelijkheid van het plaatselijke hoofd, de verouderde pc’s te verwijderen, indien de door het directiecomité gestelde voorwaarden worden nageleefd, zoals het terugsturen van een verklaring van verwijdering. Van deze mogelijkheid hebben gebruikgemaakt : 172 ambtenaren in 2005 en 151 ambtenaren in 2006.
b) Les agents du SPF Finances sont autorisés à enlever le matériel informatique déclassé qui a une valeur résiduelle nulle et donc ne doit pas être vendu par l’Administration des Domaines.
b) De ambtenaren van de FOD Financie¨n mogen het verouderde informaticamateriaal dat geen restwaarde heeft en dus niet door de administratie der Domeinen hoeft te worden verkocht, verwijderen.
3. Le SPF Finances souscrit entièrement à la politique fédérale de recyclage des PC. Son comité de direction en tiendra compte dans le futur et sera le cas échéant amené à revoir sa position quant à l’enlèvement des PC déclassés par son personnel.
3. De FOD Financie¨n stemt volledig in met het federale beleid voor recycling van de pc’s. Het directiecomité zal er in de toekomst rekening mee houden en zal er eventueel toe worden gebracht zijn standpunt te herzien wat de verwijdering van verouderde pc’s door het personeel betreft.
4. a) Comme signalé, les PC ne sont jamais vendus. Dans la déclaration d’enlèvement, les agents s’engagent à effacer au préalable les données sensibles du disque dur, ainsi que les logiciels propriété du SPF Finances.
4. a) Zoals reeds opgemerkt, worden de pc’s nooit verkocht. In de verklaring van verwijdering beloven de ambtenaren vooraf de gevoelige gegevens van de harde schijf te wissen, alsook de software die eigendom van de FOD Financie¨n is.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
b) Welke prijs moeten deze hiervoor betalen ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27085
Lorsque du matériel informatique déclassé est distribué à des organisations caritatives, la destruction des données est assurée par le service d’encadrement ICT préalablement à la cession de l’équipement. Le logiciel spécialité « Blancco » est utilisé à cette fin. Il en est de même lorsque le matériel informatique déclassé est cédé à des organismes de recyclage.
Wanneer het verouderde informaticamateriaal aan liefdadigheidsorganisaties wordt bezorgd, staat de stafdienst ICT in voor de vernietiging van de gegevens vo´o´r de overdracht van de uitrusting. Hiervoor wordt de gespecialiseerde software « Blancco » gebruikt. Hetzelfde gebeurt wanneer het verouderde informaticamateriaal aan recyclingorganisaties wordt overgedragen.
b) Sans objet.
b) Ongegrond.
Garantie PC depuis 2001 — Livraison 2006
Pc’s in garantie vanaf 2001 — Levering 2006
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Livraison. — Levering ............................................ Remplacement. — Vervanging ............................... Supplément. — Aanvulling ....................................
6 250 6 250 0
6 000 6 000 0
3 000 1 135 1 865
8 000 6 588 1 412
6 000 500 5 500
7 000 6 250 750
Total des PC en service. — Totaal pc’s in dienst ...
6 250
12 250
15 250
23 250
29 250
30 000
DO 2005200608764
DO 2005200608764
Question no 1395 de M. Hagen Goyvaerts du 4 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1395 van de heer Hagen Goyvaerts van 4 september 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Déclarations TVA : fonctionnement des centres de scanning.
BTW-aangiften : werking scanningscentra.
Depuis le mois de janvier 2003, les contribuables néerlandophones doivent envoyer leurs déclarations TVA au centre de scanning de Gand et non plus aux bureaux de TVA locaux. La charge de travail a ainsi diminué pour les bureaux locaux mais la procédure ne s’est guère améliorée pour le contribuable. Auparavant, de simples erreurs pouvaient être rectifiées par un contact téléphonique avec le bureau de TVA local, ce qui ne s’avère plus possible à présent : le centre de scanning n’est pas accessible par téléphone et tout contact a lieu par correspondance, avec toutes les conséquences qui en découlent en termes d’expiration éventuelle des délais et/ou d’amendes. En outre, le centre de scanning refuse systématiquement d’envoyer un accusé de réception. Le risque lié à l’envoi mais également au traitement par le centre lui-même est dès lors entièrement supporté par le contribuable, ce qui peut engendrer de lourdes conséquences pour ce dernier, telles qu’une amende pour non-dépoˆt de la déclaration, même si celle-ci a été envoyée dans les délais, ou un remboursement tardif du crédit TVA, la croix cochée en vue d’une demande de restitution de la TVA n’ayant pas été scannée.
Sedert januari 2003 moeten Nederlandstalige belastingplichtigen hun btw-aangiften niet langer opsturen naar de lokale btw-kantoren, maar naar het scanningcentrum in Gent. Hierdoor verlaagt de werkdruk voor de lokale kantoren, maar voor de belastingplichtigen is de procedure niet echt verbeterd. Vroeger konden eenvoudige vergissingen telefonisch met het lokaal btw-kantoor rechtgezet worden. Nu blijkt dit niet langer mogelijk : het scanningcentrum is telefonisch onbereikbaar en elke communicatie gebeurt per briefwisseling, met alle gevolgen voor het eventuele verloop van termijnen en/of boetes. Daarenboven weigert het scanningcentrum systematisch om een ontvangstbevestiging te sturen. Het risico van verzending, maar ook van behandeling in het centrum zelf, is bijgevolg volledig ten laste van de belastingplichtige. Dit kan voor deze laatste zware gevolgen hebben. Bijvoorbeeld een boete voor niet-indiening van aangifte, niettegenstaande de aangifte tijdig opgestuurd werd of een laattijdige terugbetaling van het btw tegoed, omwille van het niet inscannen van het kruisje voor aanvraag teruggaaf BTW.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27086
1. a) Pourquoi le centre de scanning de Gand n’est-il pas accessible par téléphone ? ` partir de quand les contribuables pourront-ils b) A effectivement s’adresser au centre par téléphone ?
1. a) Waarom is het scanningcentrum in Gent telefonisch onbereikbaar ?
2. a) Les contribuables pourront-ils à l’avenir, tout comme auparavant, faire apporter de petites corrections aux déclarations par téléphone, ou les contraintes administratives actuelles demeurentelles applicables ?
2. a) Zullen belastingplichtigen in de toekomst, net als vroeger, kleine correcties in de aangiften telefonisch kunnen regelen, of blijft de huidige administratieve rompslomp van toepassing ?
3. L’envoi d’un accusé de réception assurerait une plus grande sécurité juridique aux déclarants.
3. De verzending van een ontvangstmelding zou voor meer rechtszekerheid zorgen bij de indieners van aangiften.
a) Pourquoi ne procède-t-on pas de la sorte actuellement ? ` partir de quand pourra-t-on escompter effectiveb) A ment un accusé de réception lors de l’envoi d’une déclaration ?
a) Waarom gebeurt dit momenteel niet ?
4. Les demandes d’explications adressées par courrier à votre service public fédéral restent souvent sans réponse. Quelles mesures comptez-vous prendre pour qu’une réponse claire soit fournie dans les plus brefs délais aux questions posées dans chaque courrier ?
4. Brieven aan uw federale overheidsdienst met vragen om toelichtingen blijven vaak onbeantwoord. Welke maatregelen zult u nemen opdat elke briefschrijver zo vlug mogelijk een duidelijk antwoord krijgt op de gestelde vragen ?
5. a) Combien de plaintes votre service public fédéral at-il déjà reçues au total à propos du fonctionnement des centres de scanning depuis leur instauration ?
5. a) Hoeveel klachten heeft uw federale overheidsdienst in totaal reeds ontvangen betreffende de werking van de scanningcentra sinds de invoering ervan ?
b) Combien concernent le centre de Gand ?
b) Hoeveel betreffen het centrum te Gent ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 5 octobre 2006, à la question no 1395 de M. Hagen Goyvaerts du 4 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1395 van de heer Hagen Goyvaerts van 4 september 2006 (N.) :
1 et 2. De manière partielle depuis octobre 2002 et pour l’ensemble des assujettis à compter de janvier 2003, le traitement des déclarations TVA « papier » s’effectue par scanning. Pour ce faire, un centre de scanning départemental a été mis en place. Il est composé de plusieurs unités locales de traitement (Gand, Namur et Bruxelles). Corrélativement, l’organisation du traitement des déclarations a été adaptée au nouveau contexte.
1 en 2. De verwerking van de « papieren » BTWaangiften geschiedt, voor een aantal belastingplichtigen sinds oktober 2002 en voor alle belastingplichtigen sinds januari 2003, via scanning. Ter uitvoering hiervan werd een departementaal scanning-centrum geı¨nstalleerd. Het bestaat uit meerdere lokale verwerkingsentiteiten (Gent, Namen en Brussel). De organisatie van de verwerking van de aangiften werd correlatief aangepast aan de nieuwe context.
En bref, le centre de scanning numérise les déclarations (photo digitale du document) et en saisit, en principe de manière automatisée, les données pertinentes pour alimenter les traitements informatiques qui sont opérés notamment en vue de gérer la situation fiscale des assujettis.
Beknopt gesteld, digitaliseert het scanningcentrum de aangiften (digitale foto van het document) en onttrekt er, in beginsel op geautomatiseerde wijze, de relevante gegevens van om daarmee de informaticabehandelingen toe te laten die worden verricht onder andere om de fiscale toestand van de belastingplichtigen te beheren.
Ce nouveau service n’a aucune compétence fiscale ni de gestion de dossiers. Il assure uniquement le « data
Deze nieuwe dienst heeft geen enkele fiscale bevoegdheid en verricht geen dossierbeheer. Hij ver-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
b) Vanaf wanneer zullen belastingplichtigen er daadwerkelijk terecht kunnen per telefoon ?
b) Vanaf wanneer kan men effectief een ontvangstmelding verwachten bij aangifte ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27087
entry » en lieu et place des offices de controˆle TVA qui procédaient, jusque-là, à l’encodage manuel de toutes les données que comportaient les déclarations (et autres documents). Il s’agit, en fait, d’un service de support à la gestion pour les offices de controˆle. Il est conçu comme une simple interface devant rester un service « aveugle » non accessible au public comme d’ailleurs tout autre service informatique soumis à des impératifs de traitement de masse. Dans ce cadre, il n’est aucunement autorisé à modifier quelconque donnée.
zorgt enkel de « data entry » in de plaats van de BTWcontrolekan-toren die voorheen overgingen tot de manuele codering van alle gegevens die de aangiften (en de andere documenten) bevatten. In feite betreft het een dienst ter ondersteuning van het dossierbeheer voor de controlekantoren. Het werd opgevat als een eenvoudige « interface » die een « blinde » dienst moet blijven en die, zoals trouwens elke andere informaticadienst die onderworpen is aan de imperatieven van de massale verwerking, niet toegankelijk is voor het publiek. In dit kader is het geenszins gemachtigd om wat voor gegeven ook te wijzigen.
En revanche, les offices de controˆle demeurent, en tout état de cause, responsables et compétents pour les ` ce titre, ils dossiers dont ils assurent la gestion. A restent les seuls points de contacts et interlocuteurs qualifiés pour les assujettis qui souhaiteraient formuler une demande en rapport avec leurs déclarations (par exemple, demander la modification d’une donnée ou obtenir la confirmation qu’une déclaration a bien été reçue au centre de scanning).
De controlekantoren blijven daarentegen, hoe dan ook, verantwoordelijk en bevoegd voor de dossiers die zij beheren. Om die reden blijven ze de enige geschikte contact- en aanspreekpunten voor de belastingplichtigen die een vraag in verband met hun aangiften zouden wensen te stellen (bijvoorbeeld, verzoeken om een gegeven te wijzigen of om de bevestiging te bekomen van het feit dat een aangifte goed werd ontvangen op het scanningcentrum).
3. Plus encore qu’avant 2003, l’administration n’est pas en mesure de délivrer systématiquement un accusé de réception aux déclarants pour le dépoˆt des déclarations TVA « papier » en raison de la centralisation du lieu de dépoˆt des déclarations, de leur nombre à traiter — en 2005, 2 595 176 déclarations TVA ont été scannées — et des délais légaux et opérationnels dans lesquels les données des déclarations doivent être traitées pour éviter tout préjudice aux assujettis, voire au Trésor public.
3. Nog minder dan het geval was vo´o´r 2003, is de administratie nu bij machte om systematisch een ontvangstmelding af te leveren aan de indieners voor de indiening van de « papieren » BTW-aangiften, dit om redenen van de centralisering van de plaats van indiening van de aangiften, van het te verwerken aantal ervan — in 2005 werden 2 595 176 BTW-aangiften gescand — en van de wettelijke en operationele termijnen waarbinnen de gegevens van de aangiften moeten zijn verwerkt om te vermijden dat de belastingplichtigen en zelfs de Schatkist schade wordt berokkend.
Pour les déclarations « papier », l’administration n’a pas l’intention de développer une telle pratique que ce soit sous la forme d’un accusé spécifique ou d’une copie du document reçu comme déjà suggéré par d’aucuns.
Voor de « papieren » aangiften is de administratie niet van plan om een dergelijke praktijk, weze het onder de vorm van een specifieke ontvangstmelding of van een kopie van het ontvangen document zoals reeds door enkelen werd voorgesteld, uit te werken.
Toutefois, notamment en cas de doute, la confirmation qu’une déclaration a bien été reçue et donc scannée par le centre de scanning peut toujours être demandée à l’office de controˆle compétent. En l’occurrence, ces derniers disposent d’un accès électronique direct à la base de données des déclarations scannées leur permettant donc de fournir après le dépoˆt et le scanning du document une réponse quasi instantanée.
Echter en met name in geval van twijfel kan de bevestiging dat een aangifte goed werd ontvangen en dus gescand door het scanningcentrum, steeds worden aangevraagd bij het bevoegde controlekantoor. In onderhavig geval beschikken deze laatste over een directe elektronische toegang tot de gegevensbank van de gescande aangiften, wat hen toelaat om na de indiening en de scanning van het document een quasi ogenblikkelijk antwoord te verstrekken.
Par ailleurs, l’administration a développé des solutions alternatives basées sur les nouvelles technologies facilitant le dépoˆt des déclarations TVA. Ainsi, le dépoˆt des déclarations par la voie électronique est possible depuis octobre 2001 via l’application EDIVAT et depuis février 2002 via l’application INTERVAT (voir le portail http:// www.minfin.fgov.be — rubrique E-Services). Ces deux solutions fournissent, de manière électronique et
Bovendien heeft de administratie alternatieve oplossingen, gebaseerd op de nieuwe technologiee¨n, ontwikkeld die de indiening van de BTW-aangiften vergemakkelijken. Alzo is de indiening van de aangiften langs elektronische weg mogelijk sinds oktober 2001 via de toepassing EDIVAT en sinds februari 2002 via de toepassing INTERVAT (zie de portaalsite : http:// www.minfinigov.be — rubriek E-Diensten). Deze twee oplossingen verstrekken, op elektronische wijze
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27088
sans coût supplémentaire, un accusé de réception automatique horodaté, signé et reprenant le détail des données reçues par l’administration et qui seront intégrées dans les traitements.
en zonder meerkost, een automatische ontvangstmelding die, voorzien van uur- en datumstempel en van een handtekening, het detail van de door de administratie ontvangen gegevens, die zullen worden geı¨ntegreerd in de verwerkingen, bevat.
Je ne peux qu’encourager l’utilisation des applications précitées qui rencontrent les préoccupations légitimes de l’honorable membre notamment pour une meilleure sécurité juridique.
Ik kan enkel het gebruik aanmoedigen van de voormelde toepassingen, die tegemoetkomen aan de gewettigde bezorgdheid van het geachte lid voor, onder andere, een beter juridische zekerheid.
4 et 5. Je n’ai pas connaissance de demandes d’explications qui seraient restées sans réponse. Certes, certaines d’entre elles vu leur complexité nécessitent des recherches et vérifications qui peuvent paraıˆtre longue pour le requérant. Tout est toutefois mis en place pour qu’une réponse lui soit fournie dans les plus brefs délais. Bien entendu, si l’honorable membre vise un cas particulier, il me serait agréable qu’il m’en communique les références afin qu’il soit remédié au plus toˆt à cette situation.
4 en 5. Ik heb geen weet van verzoeken om toelichting die zonder gevolg zouden zijn gebleven. Wel is het zo dat bepaalde ervan, gezien hun ingewikkeldheid, nopen tot onderzoeken en verificaties die de verzoeker langdurig kunnen lijken. Echter, alles wordt in het werk gesteld om hem binnen de kortst mogelijke termijn een antwoord te bezorgen. Vanzelfsprekend zou het mij een genoegen zijn, mocht het geachte lid een specifiek geval beogen, dat hij mij de referenties ervan mededeelt, opdat er zo vlug mogelijk zou worden verholpen aan die toestand.
Pour ce qui concerne le fonctionnement du centre de scanning de Gand ainsi d’ailleurs que de Namur, peu de plaintes ont été reçues par les services centraux de l’AFER. Celles-ci ont toutefois été plus nombreuses à la suite du déménagement du centre de scanning de ` ce propos, il est référé à ma Gand en octobre 2005. A o réponse à la question n 1046 du 21 décembre 2005 de l’honorable membre Bart Tommelein (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 108, 13 février 2006, pp. 20182-20183).
Wat de werking van het scanningcentrum van Gent, zowel als dat van Namen trouwens betreft, werden weinig klachten ontvangen door de centrale diensten van de AOIF. Deze zijn evenwel talrijker geworden ingevolge de verhuis in oktober 2005 van het scanningcentrum van Gent. In dat verband wordt verwezen naar mijn antwoord op de vraag nr. 1046 van 21 december 2005 van het geachte lid Bart Tommelein (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 108, 13 februari 2006, blz. 20182-20183).
DO 2005200608817
DO 2005200608817
Question no 1401 de M. Dirk Van der Maelen du 8 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1401 van de heer Dirk Van der Maelen van 8 september 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Controˆles de propriétés à l’étranger.
Controles op buitenlandse eigendommen.
En 2005, l’administration centrale a reçu un CDROM du fisc français contenant les données relatives aux contribuables belges qui possèdent une propriété en France. Début avril 2006, ces informations des autorités françaises sont enfin parvenues aux services de controˆle locaux, qui peuvent à présent s’en servir dans le cadre du controˆle des déclarations d’impoˆts. En 2003, 12 400 contribuables belges ont déclaré une propriété à l’étranger. Or, les données transmises révèlent que, rien qu’en France, quelque 29 000 contribuables belges possèdent une deuxième propriété.
In 2005 heeft de centrale administratie een CDROM ontvangen van de Franse fiscus die de gegevens bevat van de Belgische belastingplichtigen die een eigendom hebben in Frankrijk. Begin april 2006 is de informatie uit Frankrijk eindelijk aangekomen op de lokale controlediensten en kan ze gebruikt worden om de belastingaangiften te controleren. In 2003 hebben 12 400 Belgische belastingplichtigen een eigendom in het buitenland aangegeven, terwijl uit de ontvangen informatie blijkt dat alleen al in Frankrijk zo’n 29 000 Belgische belastingplichtigen een tweede eigendom bezitten.
1. a) Combien de contribuables belges ont déclaré une propriété à l’étranger en 2004 ?
1. a) Hoeveel Belgische belastingplichtigen hebben een eigendom in het buitenland aangegeven in 2004 ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27089
b) Peut-on me transmettre ces données pour 2005 également, dès que celles-ci sont connues ?
b) Van zodra deze gegevens bekend zijn, had ik ze graag ook voor 2005 gekregen.
2. Quel usage les services de controˆle locaux fontils des informations transmises par la France ?
2. Op welke manier wordt door de lokale controlediensten omgesprongen met de verkregen inlichtingen uit Frankrijk ?
3. Quels sont les résultats (nombre de rectifications et montants concernés) des actions entreprises par les différents services de controˆle locaux sur la base des informations reçues de la France ?
3. Wat zijn de resultaten (aantal correcties en voor welke bedragen) van de inspanningen van de verschillende lokale controlediensten naar aanleiding van de verkregen informatie ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 2 octobre 2006, à la question no 1401 de M. Dirk Van der Maelen du 8 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 1401 van de heer Dirk Van der Maelen van 8 september 2006 (N.) :
Ainsi que j’en ai déjà informé l’honorable membre dans ma réponse à sa question no 1072 posée le 16 février 2006, le nombre de déclarations souscrites à l’impoˆt des personnes physiques en 2004 (exercice d’imposition 2004, revenus de l’année 2003) sur lesquelles figurent des revenus immobiliers d’origine étrangère s’élève à 13 989. Pour de plus amples détails quant à la ventilation et à la répartition de ces revenus, ma réponse précitée sera utilement consultée (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 109, p. 20406).
Zoals ik reeds heb meegedeeld aan het geachte lid in mijn antwoord op de vraag nr. 1072 gesteld op 16 februari 2006, bedraagt het aantal aangiftes in de personenbelasting in 2004 (aanslagjaar 2004, inkomstenjaar 2003) waarin buitenlandse onroerende inkomsten werden opgenomen, 13 989. Voor meer details betreffende de uitsplitsing en de verdeling van deze inkomsten, kan mijn voornoemd antwoord tot alle nuttige doeleinden worden geraadpleegd (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 109, blz. 20406).
Eu égard au caractère prioritaire accordé au développement et à la mise en œuvre de nouvelles applications informatiques au sein du département, l’administration ne dispose pas encore à ce jour des données statistiques relatives à l’année 2005 (exercice d’imposition 2005, revenus de l’année 2004).
Gezien het prioritaire karakter dat aan de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe informaticatoepassingen binnen het departement wordt toegekend, beschikt de administratie tot nu toe nog niet over statistische gegevens met betrekking tot het jaar 2005 (aanslagjaar 2005, inkomstenjaar 2004).
Cela étant, les informations en provenance de France sont exploitées par les services locaux de taxation de la même manière que les informations parvenues à ceux-ci par d’autres canaux. Comparées avec les éléments mentionnés sur la déclaration, ces informations font le cas échéant l’objet d’une demande complémentaire de renseignements adressée au contribuable, d’un avis de rectification de la déclaration, voire d’un avis d’imposition d’office. En fonction des explications fournies par le contribuable, un supplément d’impoˆt est ensuite éventuellement établi. Une fois encore, j’insiste sur l’impact très limité des informations afférentes à des biens immobiliers fourmes par les administrations étrangères au niveau des recettes fiscales. Pour autant que de besoin, il est rappelé que les revenus d’immeubles situés dans un pays avec lequel la Belgique a conclu une convention préventive de la double imposition sont exonérés d’impoˆts dans notre pays. Pour autant qu’il en subsiste après déduction de possibles intérêts d’emprunt, ces revenus de source étrangère n’interviennent, à l’impoˆt des personnes physiques, qu’en vue de déterminer le taux ` noter à d’imposition applicable aux autres revenus. A cet égard que de récentes mesures issues de la dernière réforme fiscale, telles que la réduction du nombre des
De informatie uit Frankrijk wordt door de plaatselijke taxatiekantoren op dezelfde wijze beheerd als de informatie die hen via andere kanalen bereikt. Deze informatie wordt vergeleken met de elementen die op de aangifte worden vermeld, en maakt desgevallend het voorwerp uit van een aanvullend verzoek om inlichtingen dat aan de belastingplichtige wordt gericht, van een bericht van wijziging van de aangifte, of zelfs van een kennisgeving van een ambtshalve aanslag. In functie van de uitleg die door de belastingplichtige wordt verstrekt, wordt vervolgens eventueel een belastingsupplement gevestigd. Eens te meer, wijs ik op de zeer beperkte impact van de inlichtingen omtrent onroerende goederen verstrekt door de buitenlandse administraties op het niveau van de fiscale ontvangsten. Voor zover nodig wordt er aan herinnerd dat de inkomsten van onroerende goederen gelegen in een land waarmee Belgie¨ een overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting heeft gesloten in ons land worden vrijgesteld van belastingen. Voor zover er na aftrek van mogelijke leninginteresten nog iets overblijft, komen deze buitenlandse inkomsten, op het vlak van de personenbelasting, enkel tussen om het belastingtarief te bepalen dat van toepassing is op de andere inkomsten. Gelieve in dit verband op te merken dat
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27090
taux et l’élargissement des tranches de revenus couvertes par chaque taux existant, ont sensiblement diminué l’effet de la progressivité de l’impoˆt dû par les habitants du Royaume.
Quant au chiffre de 29 000 contribuables dont j’ai signalé à l’honorable membre, dès mon intervention en commission des Finances et du Budget de la matinée du mercredi 29 juin 2005, le caractère tout à fait approximatif (Compte rendu analytique CRABV 51 COM 665), il convient de le nuancer. Il rassemble en effet tous les détenteurs, tant personnes physiques que sociétés ou autres personnes morales, de droits quelconques de propriété dont les revenus ne doivent pas toujours être déclarés (nue-propriété) ou font l’objet d’une déclaration commune (droits indivis détenus par des conjoints et leurs enfants mineurs). De même, ce chiffre comprend des revenus qui, bien que produits par des propriétés foncières en France, subissent en Belgique un traitement fiscal autre que celui réservé aux revenus immobiliers (les revenus tirés de sociétés civiles immobilières françaises considérés en Belgique comme des dividendes).
recente maatregelen afkomstig van de laatste fiscale hervorming, zoals de vermindering van het aantal tarieven en het ruimer maken van de schijven voor inkomsten die vallen onder elk bestaand tarief, aanzienlijk het effect van de progressiviteit van de belasting, verschuldigd door de rijksinwoners, hebben verminderd. Het is ten slotte zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om exact te becijferen welke resultaten bereikt werden op basis van de elektronische informatie die ons bezorgd werd door de Franse administratie met betrekking tot Belgische inwoners die een onroerend goed in Frankrijk bezitten. De beschikbare statistieken melden alleen de correcties die werden doorgevoerd op basis van alle informatie afkomstig uit het buitenland, zonder een duidelijk onderscheid wat betreft de herkomst van de informatie of de aard van het inkomen. Steekproeven die werden uitgevoerd bij enkele taxatiediensten maken het mogelijk de volgende tendens te onderscheiden : slechts enkele belastingplichtigen konden niet worden geı¨dentificeerd; 10 % van hen hebben Belgie¨ ondertussen verlaten, vooral om zich in Frankrijk te vestigen; voor ongeveer 30 % van de getelde zaken is de weerslag van het in rekening nemen van het Frans onroerend inkomen nihil op de Belgische belasting; de overige zaken kunnen worden opgedeeld in gevallen waarin de inkomsten waren aangegeven en gevallen waarin een rechtzetting plaatsvindt. Het cijfer van bij benadering 29 000 belastingplichtigen (Analytisch Verslag CRABV 51 COM 665), dat ik het geachte lid, tijdens mijn interventie bij de commissie voor Financie¨n en Begroting van woensdag 29 juni 2005 in de namiddag, heb meegedeeld, dient enigszins genuanceerd te worden. Dit cijfer omvat alle eigenaars, zowel natuurlijke personen als vennootschappen of andere rechtspersonen, van een of ander eigendomsrecht waarvan de inkomsten niet altijd moeten worden aangegeven (naakte eigendom) of waarvan de inkomsten deel uitmaken van een gezamenlijke aangifte (onverdeelde rechten van echtgenoten en hun minderjarige kinderen). Dit cijfer omvat eveneens inkomsten die, hoewel ze voortgebracht worden door Franse onroerende goederen, in Belgie¨ een ander fiscale behandeling kennen dan onroerende inkomsten (inkomsten uit Franse « sociétés civiles immobilières » worden in Belgie¨ als dividenden beschouwd).
DO 2005200608825
DO 2005200608825
Question no 1409 de M. Dirk Van der Maelen du 11 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Compte courant TVA. — Délai de restitution du solde créditeur. L’arrêté royal no 4 du 29 décembre 1969 stipule expressément qu’une personne assujettie à la TVA qui
Vraag nr. 1409 van de heer Dirk Van der Maelen van 11 september 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Termijn van de teruggave BTW-rekening-courant.
Il est enfin très difficile, sinon impossible, de chiffrer avec précision les résultats obtenus sur la base des seules informations fournies sous forme dématérialisée par l’administration française concernant les biens immobiliers que des résidents de la Belgique détiennent en France. Les seuls éléments statistiques disponibles se rapportent en effet aux corrections effectuées sur la base de l’ensemble des informations en provenance de l’étranger, sans distinction quant à l’origine de l’information ou à la nature du revenu visé. Des coups de sonde réalisés auprès de quelques services de taxation permettent cependant de dégager les tendances suivantes : tout d’abord, très peu de contribuables n’ont pu être identifiés; 10 % d’entre eux ont quitté la Belgique, principalement pour la France; pour environ 30 % des cas recensés, l’incidence de la prise en considération des revenus immobiliers de source française sur l’impoˆt belge est nulle; le solde se partage enfin entre revenus régulièrement déclarés et rectifications en cours.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 vermeldt uitdrukkelijk dat een BTW-belastingplichtige 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27091
dispose d’un crédit auprès de l’administration de la TVA par le biais de son compte courant TVA ne peut récupérer ce crédit si celui-ci est inférieur à 245 euros à la fin de l’année. L’article 82bis du Code de la TVA stipule que la prescription de l’action en restitution de la TVA, des intérêts et des amendes fiscales est acquise à l’expiration de la troisième année civile qui suit celle durant laquelle la cause de restitution de ces taxe, intérêts et amendes fiscales est intervenue. Une certaine confusion est toutefois apparue à ce sujet récemment. Plusieurs assujettis à la TVA étaient convaincus par le passé que l’envoi d’extraits du compte courant du contribuable impliquait une reconnaissance de dette récurrente de l’administration de la TVA, alors que conformément à l’article 2248 du Code civil, cette reconnaissance de dette serait interruptive de prescription. Depuis peu, l’administration de la TVA semble adopter une position plus qu’ambigue¨. Pour les crédits ordinaires sur le compte courant, l’administration applique un délai de prescription de trois ans. Dès lors, les contribuables qui en raison de certaines circonstances n’atteignent pas le montant de 245 euros de TVA récupérable perdent tout simplement leur solde créditeur de TVA. L’administration a par ailleurs indiqué récemment que les crédits issus de comptes spéciaux (ET 110.131 du 3 mars 2006) n’arrivent à prescription qu’après dix ans. L’administration précise aussi qu’un assujetti disposant d’un crédit sur son compte courant est tenu de ne pas déposer de déclaration de TVA pendant une période d’imposition pour susciter automatiquement l’ouverture d’un compte spécial par l’administration de la TVA.
die via zijn BTW-rekening-courant beschikt over een tegoed bij de BTW-administratie, dit tegoed niet kan terugkrijgen indien het tegoed onder de 245 euro blijft op het einde van het jaar. Artikel 82bis van het Wetboek BTW bepaalt dat er verjaring is voor de vordering tot teruggaaf van de BTW, van de interesten en van de administratieve geldboeten, na het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de oorzaak van teruggaaf van de BTW, interesten en administratieve geldboeten zich heeft voorgedaan. Recentelijk is er echter enige verwarring ontstaan dienaangaande. Menig BTW belastingplichtige was er in het verleden van overtuigd dat het toezenden van uittreksels van de rekening-courant van de belastingplichtige een steeds terugkerende schulderkenning in hoofde van de BTW-administratie inhield, welke in overeenstemming met artikel 2248 Burgerlijk Wetboek verjaringsstuitend zou zijn. Schijnbaar hanteert de BTW-administratie recentelijk een meer dan dubbelzinnige houding. Voor gewone tegoeden op de rekening-courant hanteert de administratie een verjaringstermijn van drie jaar. Dus belastingplichtigen die door omstandigheden op het einde van drie opeenvolgende jaren niet aan 245 euro terugvorderbare BTW komen, verliezen gewoon hun BTW tegoed. Maar anderzijds stelt de administratie recentelijk wel dat tegoeden die ontstaan zijn via bijzondere rekeningen (ET 110.131 van 3 maart 2006) slechts na tien jaar verjaren. Meteen zegt de administratie dat een belastingplichtige die een tegoed heeft op zijn rekening-courant verplicht is om gedurende één periode geen BTW-aangifte in te dienen om alsnog een bijzondere rekening uit te lokken waardoor de BTW-administratie automatisch een bijzondere rekening opent.
1. Pouvez-vous préciser s’il est correct de considérer que les petits indépendants qui ne peuvent récupérer que peu ou pas de TVA perdent ainsi purement et simplement leur crédit de TVA tous les trois ans ?
1. Graag hadden wij van u vernomen of het correct geı¨nterpreteerd is dat kleine zelfstandigen die weinig of geen BTW kunnen terugvorderen, gewoon elke drie jaar hun BTW zomaar kwijt zijn ?
2. Que pensez-vous par ailleurs du fait qu’un assujetti à la TVA qui se soustrait sciemment à ses obligations en matière de TVA (en omettant intentionnellement de déposer au moins une déclaration de TVA) s’arroge automatiquement davantage de droits (délai de prescription de dix ans) qu’un assujetti à la TVA qui remplit ses obligations (délai de prescription de trois ans) ?
2. Tevens hadden wij graag uw standpunt vernomen omtrent het feit dat een BTW belastingplichtige die zich moedwillig onttrekt aan zijn BTWverplichtingen (door minstens één BTW-aangifte opzettelijk niet in te dienen) zich meteen meer rechten (verjaringstermijn 10 jaar) toekent dan een consequent handelende BTW belastingplichtige (verjaringstermijn drie jaar).
3. Enfin, quel est votre point de vue en ce qui concerne l’infraction aux principes de bonne gestion en la matière ? En envoyant pendant plusieurs années un extrait de compte de TVA tous les trois mois, le contribuable fait confiance à l’administration et pense qu’il récupérera son argent. Or, s’il respecte scrupuleusement tous les arrêtés royaux et les lois, ses deniers sont perdus.
3. Tot slot verzoeken wij u uw standpunt mede te delen omtrent het volgens ons overtreden van de beginselen van behoorlijk bestuur in deze materie. Door gedurende meerdere jaren alle drie maanden een BTW-rekeninguittreksel op te sturen, wekt de administratie een vertrouwen bij de belastingplichtige dat hij centen zal terugkrijgen. Door zich strikt aan alle wetten en koninklijke besluiten te houden, verliest hij echter zijn centen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27092
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 5 octobre 2006, à la question no 1409 de M. Dirk Van der Maelen du 11 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 1409 van de heer Dirk Van der Maelen van 11 september 2006 (N.) :
Comme le souligne l’honorable membre, lorsque le montant du crédit d’impoˆt repris au compte courant d’un assujetti n’atteint pas les montants prévus par l’article 81 de l’arrêté royal no 4, relatif aux restitutions en matière de taxe sur la valeur ajoutée, ce crédit d’impoˆt est reporté, dans le compte courant, sur la période de déclaration suivante.
Wanneer het bedrag van het belastingkrediet opgenomen in de rekeningcourant van een belastingplichtige de bedragen bepaald in artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4, met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde niet bereikt, wordt, zoals het geachte lid stelt, dit belastingkrediet naar het volgende aangiftetijdvak overgebracht.
Dans cette situation, l’assujetti se trouve dans l’impossibilité réglementaire d’exercer une action en restitution. Il ne saurait évidemment alors être question d’une quelconque prescription de cette action, quel que soit le temps pendant lequel ce crédit d’impoˆt reste inscrit au compte courant de l’assujetti.
In dat geval is het voor de belastingplichtige volgens de ter zake geldende reglementering niet mogelijk een vordering tot teruggaaf uit te oefenen. Er kan uiteraard geen sprake zijn van enige verjaring van deze vordering, wat ook de termijn is gedurende dewelke het belastingkrediet ingeschreven blijft op de rekeningcourant van de belastingplichtige.
Par ailleurs, et sans vouloir entrer dans des détails procéduraux qui sortiraient du cadre d’une question parlementaire, je tiens à faire observer à l’honorable membre que lorsqu’un assujetti n’a pas rempli, volontairement ou non, ses obligations fiscales de dépoˆt de déclaration, l’article 8, § 1er de l’arrêté royal no 24, relatif au paiement de la taxe sur la valeur ajoutée, prévoit l’établissement d’un compte spécial reprenant notamment les éléments — dont le crédit d’impoˆt -figurant sur son compte courant.
Overigens, en zonder in detail te willen treden op het stuk van procedure, wat het kader van een parlementaire vraag zou te buiten gaan, wens ik de aandacht van het geachte lid er op te vestigen dat, wanneer een belastingplichtige, vrijwillig of niet, zijn fiscale verplichtingen tot indiening van aangifte niet heeft vervuld, artikel 8, § 1 van het koninklijk besluit nr. 24 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, bepaalt dat een bijzondere rekening wordt opgesteld waarin de verschillende gegevens — waaronder het belastingkrediet — die voorkomen op de rekeningcourant worden opgenomen.
Si, après le dépoˆt de la ou des déclaration(s) manquante(s), ce compte spécial se cloˆture toujours par un excédent en faveur de l’assujetti, cet excédent est normalement inscrit à son compte courant et dès lors, les règles de prescription d’une éventuelle action en restitution ne lui sont certainement pas plus favorables.
Indien, na de indiening van de ontbrekende aangifte(n), de bijzondere rekening nog steeds sluit met een overschot in het voordeel van de belastingplichtige, wordt dit overschot normaal ingeschreven in zijn rekening-courant zodat de regels inzake verjaring van een eventuele vordering tot teruggaaf voor hem zeker niet voordeliger zijn.
Si l’honorable membre vise toutefois un cas particulier, je l’invite à me communiquer les éléments dont il dispose afin que je puisse les faire examiner par mon administration.
Indien het geachte lid evenwel een concreet geval beoogt, nodig ik hem uit mij de elementen waarover hij beschikt mee te delen zodat ik deze kan laten onderzoeken door mijn administratie.
En toute hypothèse, les règles applicables en matière de prescription seront rappelées aux services compétents en la matière en vue d’assurer un traitement équitable de tous les assujettis.
De toepasselijke regels inzake verjaring zullen in elk geval aan de bevoegde diensten in herinnering gebracht worden teneinde een billijke behandeling voor alle belastingplichtigen te verzekeren.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27093
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2005200608510
DO 2005200608510
Question no 1057 de M. Melchior Wathelet du 13 juillet 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1057 van de heer Melchior Wathelet van 13 juli 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Futur projet de loi relatif à la réforme des services d’incendie.
Toekomstige wetsontwerp betreffende de hervorming van de brandweer.
La réforme de la sécurité civile, relancée depuis fin 2004, a fait l’objet de nombreuses réunions de commissions et groupes de travail, plus particulièrement dans le cadre de la « Commission Paulus » qui a d’ailleurs remis son rapport en janvier 2006. Depuis le début de l’année, des groupes internes au SPF Intérieur ont été constitués afin de traduire en textes légaux les principes et recommandations dégagés par la « Commission Paulus ».
De hervorming van de civiele veiligheid, die sinds eind 2004 opnieuw in de steigers staat, werd in talloze vergaderingen van commissies en werkgroepen besproken, inzonderheid in het kader van de commissie-Paulus, die haar verslag in januari 2006 indiende. Sinds het begin van het jaar vertaalt een aantal interne groepen bij de FOD Binnenlandse Zaken de principes en aanbevelingen van de commissie-Paulus in wetteksten.
Le 3 juillet 2006, l’Union des Villes et Communes de Wallonie et la « Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten » ont quitté la table des négociations, aucune réponse satisfaisante n’ayant été apportée à leur demande d’obtenir des assurances sur le financement de la réforme envisagée et des surcouˆts qu’elle risque d’engendrer pour les communes.
Op 3 juli 2006 verlieten de « Union des Villes et Communes de Wallonie » en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de onderhandelingstafel omdat ze geen afdoend antwoord kregen op hun vraag om garanties voor de financiering van de geplande hervorming en van de extra kosten die deze voor de gemeenten zou meebrengen.
En effet, le projet de texte ne prévoit aucune garantie sur la neutralité budgétaire de la réforme pour les communes. Plus encore, bien qu’il soit inscrit dans le projet un nouveau principe de « double dotation » (communale et fédérale) à la zone de secours, rien n’est prévu pour que cette intervention financière permette un rééquilibrage 50-50 entre les efforts communaux et fédéraux tel qu’il ressort du rapport Paulus.
Nergens in de ontwerptekst wordt immers de garantie gegeven dat de hervorming geen gevolgen zal hebben voor de gemeentebegroting. Sterker nog : het ontwerp voorziet weliswaar in het nieuwe principe van een dubbele (gemeentelijke én federale) dotatie voor de hulpverleningszones, maar die nieuwe financie¨le steun vormt klaarblijkelijk geen aanleiding om de uitgaven van de gemeenten enerzijds en van de federale overheid anderzijds op fiftyfiftybasis te herverdelen, zoals aanbevolen door het verslag-Paulus.
1. D’après vos dires, vous prévoyez que le « rééquilibrage » aura lieu lorsque la réforme aura atteint « sa vitesse de croisière ».
1. Komt die evenwichtige herverdeling er volgens u alsnog wanneer de hervorming goed op stoom ligt ?
a) Que voulez-vous dire par là, et quand prévoyezvous le rééquilibrage ?
a) Wat moeten we daar precies onder verstaan, en wanneer zal die herverdeling geregeld worden ?
b) Qu’entendez-vous exactement par « rééquilibrage » : les communes devront-elles supporter plus de couˆts financiers qu’elles n’en supportent actuellement avant la réforme ?
b) Wat verstaat u precies onder « evenwichtige herverdeling » : zullen de gemeenten na de hervorming meer kosten moeten dragen dan nu ?
2. Vous êtes actuellement occupé à faire le relevé des investissements consentis par les communes. Les communes financent actuellement les services de secours à 90 %.
2. U maakt momenteel een inventaris op van de investeringen van de gemeenten. De hulpdiensten worden thans naar rata van 90 % gefinancierd door de gemeenten.
Dès lors, à quoi ce relevé va-t-il servir ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Wat is dan het nut van die inventaris ? 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27094
3. Enfin, il me revient que l’analyse des risques n’est toujours pas disponible alors que vous entamez le travail de rédaction des textes. Cela me paraıˆt paradoxal. Pourriez-vous expliquer dès lors sur quelle base vous avez pu fixer l’ampleur des zones de secours, sans disposer des résultats de cette analyse ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 3 octobre 2006, à la question no 1057 de M. Melchior Wathelet du 13 juillet 2006 (Fr.) :
Le logiciel qui permettra notamment de disposer d’une cartographie des risques a été délivré. L’analyse de risques permettra d’optimaliser l’implantation des postes de secours. Son impact sur l’organisation administrative et juridique des futures structures est limité. L’ampleur des zones telle que prévue par les projets en discussion constitue un point d’équilibre entre les nécessaires économies d’échelle et la volonté de maintenir un ancrage local suffisant.
3. Ten slotte is de risicoanalyse naar verluidt nog steeds niet beschikbaar. Paradoxaal genoeg schijnt dat u er niet van te weerhouden om alvast met het schrijven van de teksten te beginnen. Op grond waarvan heeft u zonder de resultaten van die analyse de hulpverleningszones kunnen afbakenen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 1057 van de heer Melchior Wathelet van 13 juli 2006 (Fr.) : Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden kunnen vinden op de door hem gestelde vragen. De kwestie van de financiering maakt het voorwerp uit van specifieke discussies teneinde de meest adequate oplossingen te bepalen. De uit het verslag van de Begeleidingscommissie voor de Hervorming van de Civiele Veiligheid afgeleide principes vormen daartoe de richtlijn. Aangezien het gaat om een belangrijke wijziging in de financieringswijze van de brandweerdiensten, zal het herstellen van het evenwicht slechts geleidelijk aan kunnen gebeuren. Het is de bedoeling om op termijn te komen tot een evenwichtige verdeling van de kosten tussen de gemeenten en de federale Staat. De door de gemeenten te dragen kosten zullen globaal gezien identiek blijven. De meerkosten zullen gedragen worden door de federale Staat, die geleidelijk aan een groter deel van de financiering ten laste zal nemen. Het overzicht van de investeringen zal de mogelijkheid bieden een algemeen en zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de ree¨le kosten van de brandweerdiensten. De software om met name over een cartografie van de risico’s te beschikken, is geleverd. Door de risicoanalyse zal de inplanting van de hulpverleningsposten geoptimaliseerd kunnen worden. De impact ervan op de administratieve en juridische organisatie van de toekomstige structuren is beperkt. De omvang van de zones, zoals voorzien door de besproken ontwerpen, vormt een evenwichtspunt tussen de nodige economische schaalvergrotingen en de wil om een voldoende lokale verankering te behouden.
DO 2005200608511
DO 2005200608511
Question no 1058 de M. Joseph Arens du 13 juillet 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Futur projet de loi relatif à la réforme des services d’incendie. La réforme de la sécurité civile, relancée depuis fin 2004, a fait l’objet de nombreuses réunions de commis-
Vraag nr. 1058 van de heer Joseph Arens van 13 juli 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Toekomstige wetsontwerp betreffende de hervorming van de brandweer. De hervorming van de civiele veiligheid, die sinds eind 2004 opnieuw in de steigers staat, werd in talloze
L’honorable membre trouvera ci-après réponses à ses questions. La question du financement fait l’objet de discussions spécifiques afin de déterminer les solutions les plus adéquates. Les principes dégagés par le Rapport de la Commission d’accompagnement pour la Réforme de la Sécurité civile en constituent la ligne directrice. S’agissant de procéder à un changement important dans le mode de financement des services d’incendie, le rééquilibrage ne pourra se faire que de manière progressive. L’objectif est de parvenir à terme à une répartition équilibrée des coûts entre les communes et l’E´tat fédéral. Le coût à supporter par les communes demeurera globalement identique. Le surcoût sera supporté par l’E´tat fédéral lequel prendra progressivement en charge une part croissante du financement. Le relevé des investissements permettra de disposer d’une image générale aussi complète que possible du coût réel des services d’incendie.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27095
sions et groupes de travail, plus particulièrement dans le cadre de la « Commission Paulus » qui a, d’ailleurs remis son rapport en janvier 2006. Depuis le début de l’année, des groupes internes au SPF Intérieur ont été constitués afin de traduire en textes légaux les principes et recommandations dégagés par la « Commission Paulus ».
vergaderingen van commissies en werkgroepen besproken, inzonderheid in het kader van de commissie-Paulus, die haar verslag in januari 2006 indiende. Sinds het begin van het jaar vertaalt een aantal interne groepen bij de FOD Binnenlandse Zaken de principes en aanbevelingen van de commissie-Paulus in wetteksten.
Le 3 juillet 2006, l’Union des Villes et Communes de Wallonie et la « Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten » ont quitté la table des négociations, aucune réponse satisfaisante n’ayant été apportée à leur demande d’obtenir des assurances sur le financement de la réforme envisagée et des surcouˆts qu’elle risque d’engendrer pour les communes.
Op 3 juli 2006 verlieten de « Union des Villes et Communes de Wallonie » en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten de onderhandelingstafel omdat ze geen afdoend antwoord kregen op hun vraag om garanties voor de financiering van de geplande hervorming en van de extra kosten die deze voor de gemeenten zou meebrengen.
En effet, le projet de texte ne prévoit aucune garantie sur la neutralité budgétaire de la réforme pour les communes. Plus encore, bien qu’il soit inscrit dans le projet un nouveau principe de « double dotation » (communale et fédérale) à la zone de secours, rien n’est prévu pour que cette intervention financière permette un rééquilibrage 50-50 entre les efforts communaux et fédéraux tel qu’il ressort du rapport Paulus.
Nergens in de ontwerptekst wordt immers de garantie gegeven dat de hervorming geen gevolgen zal hebben voor de gemeentebegroting. Sterker nog : het ontwerp voorziet weliswaar in het nieuwe principe van een dubbele (gemeentelijke én federale) dotatie voor de hulpverleningszones, maar die nieuwe financie¨le steun vormt klaarblijkelijk geen aanleiding om de uitgaven van de gemeenten enerzijds en van de federale overheid anderzijds op fiftyfiftybasis te herverdelen, zoals aanbevolen door het verslag-Paulus.
1. D’après vos dires, vous prévoyez que le « rééquilibrage » aura lieu lorsque la réforme aura atteint « sa vitesse de croisière ».
1. Komt die evenwichtige herverdeling er volgens u alsnog wanneer de hervorming goed op stoom ligt ?
a) Que voulez-vous dire par là, et quand prévoyezvous le rééquilibrage ?
a) Wat moeten we daar precies onder verstaan, en wanneer zal die herverdeling geregeld worden ?
b) Qu’entendez-vous exactement par « rééquilibrage » : les communes devront-elles supporter plus de couˆts financiers qu’elles n’en supportent actuellement avant la réforme ?
b) Wat verstaat u precies onder « evenwichtige herverdeling » : zullen de gemeenten na de hervorming meer kosten moeten dragen dan nu ?
2. Vous êtes actuellement occupé à faire le relevé des investissements consentis par les communes. Les communes financent actuellement les services de secours à 90 %.
2. U maakt momenteel een inventaris op van de investeringen van de gemeenten. De hulpdiensten worden thans naar rata van 90 % gefinancierd door de gemeenten.
Dès lors, à quoi ce relevé va-t-il servir ?
Wat is dan het nut van die inventaris ?
3. Enfin, il me revient que l’analyse des risques n’est toujours pas disponible alors que vous entamez le travail de rédaction des textes. Cela me paraıˆt paradoxal.
3. Ten slotte is de risicoanalyse naar verluidt nog steeds niet beschikbaar. Paradoxaal genoeg schijnt dat u er niet van te weerhouden om alvast met het schrijven van de teksten te beginnen.
Pourriez-vous expliquer dès lors sur quelle base vous avez pu fixer l’ampleur des zones de secours, sans disposer des résultats de cette analyse ?
Op grond waarvan heeft u zonder de resultaten van die analyse de hulpverleningszones kunnen afbakenen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 3 octobre 2006, à la question no 1058 de M. Joseph Arens du 13 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 1058 van de heer Joseph Arens van 13 juli 2006 (Fr.) :
En réponse à la question de l’honorable membre, je me réfère à la réponse donnée à la question no 1057 du
In antwoord op de vraag van het geachte lid, verwijs ik naar het antwoord dat gegeven werd op de vraag
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27096
13 juillet 2006. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 138, p. 27093.)
nr. 1057 van 13 juli 2006. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 138, blz. 27093.)
DO 2005200608535
DO 2005200608535
Question no 1063 de M. Jef Van den Bergh du 18 juillet 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1063 van de heer Jef Van den Bergh van 18 juli 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Discrimination dans le cadre de la législation électorale.
Discriminatie in de kieswetgeving.
L’article 23, § 1er, quatrième alinéa, de la loi électorale communale dispose : « L’identité de la femmecandidat, mariée ou veuve, peut être précédée du nom de son époux ou de son époux décédé ».
De identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, mag voorafgegaan worden door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot (artikel 23, § 1, vierde lid van de gemeentekieswet).
Contrairement aux candidats masculins, les candidates sont donc autorisées à faire figurer le nom de leur époux sur la liste des candidats. Cette discrimination réduit notamment les chances des candidats masculins ayant déménagé au village de leur épouse et qui ne sont pas connus sous leur propre nom.
Vrouwelijke kandidaten mogen dus de naam van hun echtgenoot mee op de kandidatenlijst zetten. Mannen mogen dit niet. Deze discriminatie verkleint de kansen van onder andere mannen die verhuisden naar het dorp van hun vrouw en niet onder hun eigen naam bekend zijn.
L’article 10 de la Constition prévoit que les Belges sont égaux devant la loi et que l’égalité des femmes et des hommes est garantie.
Artikel 10 van de Grondwet stelt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet en dat de gelijkheid van vrouwen en mannen gewaarborgd is.
1. a) Pour quelle raison cette règle a-t-elle été instaurée ?
1. a) Wat is de reden van deze regel ?
b) Pourquoi les candidats masculins ne peuvent-ils s’inscrire sous un double nom, contrairement aux candidates ?
b) Waarom kunnen mannen zich niet inschrijven onder een dubbele naam en vrouwen wel ?
2. Estimez-vous qu’il s’agit en l’occurrence d’une discrimination ?
2. Is hier volgens u sprake van discriminatie ?
3. L’article 23, § 1er, quatrième alinéa de la loi électorale communale viole-t-il le principe d’égalité garanti par la Constitution ?
3. Wordt het gelijkheidsbeginsel uit de Grondwet geschonden door artikel 23, § 1, vierde lid van de Gemeentekieswet ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 3 octobre 2006, à la question no 1063 de M. Jef Van den Bergh du 18 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 1063 van de heer Jef Van den Bergh van 18 juli 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse ci-après.
Ik heb de eer het geachte lid het onderstaande antwoord te verstrekken op zijn vraag.
Conformément auxdits « Accords du Lambermont » de 2001, l’ensemble de la législation provinciale et communale a, à quelques exceptions près, été transféré de l’E´tat fédéral aux trois régions (Région flamande, Région wallonne et Région de Bruxelles-Capitale). Ce transfert est réglé par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés (Moniteur belge du 3 août 2001).
Ingevolge de zogenaamde « Lambermontakkoorden » uit 2001 is de volledige provinciale en gemeentelijke wetgeving, op enkele uitzonderingen na, overgeheveld van de federale Staat naar de drie gewesten (Vlaams Gewest, Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Deze overheveling is geregeld bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2001).
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27097
Il s’ensuit que dès les prochaines élections provinciales et communales du dimanche 8 octobre 2006, chaque région sera exclusivement compétente pour la législation (« décrets » en Région flamande et en Région wallonne et « ordonnances » en Région de Bruxelles-Capitale), la réglementation et l’organisation des élections provinciales et communales.
Hieruit volgt dat vanaf de komende provincie- en gemeenteraadsverkiezingen op zondag 8 oktober 2006 ieder gewest uitsluitend bevoegd is voor de wetgeving (« decreten » in het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest en « ordonnanties » in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest), de reglementering en de organisatie van de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen.
Il relève donc des compétences de mes collègues de chaque région de répondre à cette question.
Het beantwoorden van deze vraag behoort derhalve tot de bevoegdheid van mijn collega’s in elk gewest.
DO 2005200608577
DO 2005200608577
Question no 1071 de M. Guido De Padt du 20 juillet 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1071 van de heer Guido De Padt van 20 juli 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Communes. — Archives de l’E´tat. — Droit d’entrée.
Gemeenten. — Rijksarchieven. — Toegangsgeld.
Pour atteindre la norme de Maastricht, notre pays a instauré plusieurs nouvelles taxes au cours des dernières années. Des personnes qui s’investissent à titre volontaire pour établir la cartographie de l’histoire familiale ou locale se plaignent du fait que les communes réclament actuellement souvent un droit d’entrée pour consulter les Archives de l’E´tat. Il faut en outre également débourser une somme considérable d’argent pour la publication du matériel d’illustration.
Om de Maastricht-norm te halen werden in ons land de voorbije jaren enkele nieuwe heffingen ingevoerd. Personen die zich vrijwillig inzetten om de lokale en familiegeschiedenis in kaart te brengen, klagen dat gemeenten nu dikwijls toegangsgeld vragen tot hun rijksarchieven. Bovendien dient voor het publiceren van illustratiemateriaal dat zich in de officie¨le archieven bevindt, ook heel wat geld op tafel te worden gelegd.
1. Quelles étaient les recettes pour les différentes communes de notre pays en 2004 et en 2005 provenant :
1. Wat waren de opbrengsten van de verschillende gemeenten in ons land in de jaren 2004 en 2005 door :
a) des droits d’entrée réclamés aux citoyens pour consulter les Archives de l’E´tat;
a) burgers toegangsgeld te vragen tot de rijksarchieven;
b) des droits dus pour la publication du matériel d’illustration se trouvant dans les archives officielles;
b) de rechten die dienen te worden betaald voor het publiceren van illustratiemateriaal dat zich in officie¨le archieven bevindt;
c) de l’argent versé par les citoyens pour la copie de documents conservés aux Archives de l’E´tat ?
c) het geld ontvangen van burgers om kopiee¨n te nemen uit de rijksarchieven ?
2. Quel était le couˆt lié à la perception de ces taxes pour les communes (pour les mêmes années) ?
2. Wat was de kostprijs van de gemeenten (voor dezelfde jaren) om dit geld te kunnen innen ?
3. Est-il exact qu’il sera bientoˆt interdit de prendre encore des photos numériques pour la reproduction de certains documents ?
3. Klopt het dat binnenkort een verbod komt om nog digitale foto’s te nemen om bepaalde documenten te reproduceren ?
4. a) N’estimez-vous pas que les bénévoles sont limités dans leurs activités en raison du couˆt financier souvent élevé lié au travail de recherche historique effectué dans les communes ?
4. a) Worden volgens u vrijwilligerswerkers niet in hun doen en laten beperkt doordat het financieel kostenplaatje bij hun geschiedkundig opzoekingswerk in gemeenten vaak hoog oploopt ?
b) Dans l’affirmative, êtes-vous en mesure et envisagez-vous de remédier à la situation ?
b) Zo ja, kunt u en overweegt u dit te verhelpen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27098
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 3 octobre 2006, à la question no 1071 de M. Guido De Padt du 20 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 1071 van de heer Guido De Padt van 20 juli 2006 (N.) :
Les archives des communes ne sont pas des archives du Royaume, mais des archives communales. L’accès aux documents se trouvant dans ces archives relève du champ d’application de la réglementation en matière de publicité qui s’applique aux communes.
De archieven van de gemeenten zijn geen rijksarchieven, maar gemeentelijke archieven. De toegang tot de documenten die zich in deze archieven bevinden, valt onder het toepassingsgebied van de openbaarheidsregelgeving die op de gemeenten van toepassing is.
Vu l’attribution aux régions des compétences organiques relatives aux communes, la loi fédérale du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l’administration ne s’applique en principe plus aux archives communales. Les règles d’accès et les autres modalités d’accès aux documents administratifs placés dans les archives des communes flamandes sont fixées dans le décret flamand du 26 mars 2004 relatif à la publicité de l’administration. La tutelle administrative des communes flamandes est confiée à la Région flamande. Le gouvernement fédéral n’a aucune compétence en la matière.
Door de toekenning van de organieke bevoegdheid over de gemeenten aan de gewesten, is in principe niet langer de federale wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur op de gemeentelijke archieven van toepassing. De toegangsregels tot en andere modaliteiten voor de toegang tot bestuursdocumenten in de archieven van de Vlaamse gemeenten zijn te vinden in het Vlaams decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Ook het administratief toezicht op de Vlaamse gemeenten is toevertrouwd aan het Vlaamse Gewest. De federale overheid heeft ter zake geen enkele bevoegdheid.
En ce qui concerne la publication de documents illustratifs, il y a lieu de tenir compte de la présence éventuelle de travaux protégés par un droit d’auteur auxquels s’applique la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins. Cette loi impose en effet certaines conditions pour la réutilisation de travaux protégés par un droit d’auteur. L’application de cette législation relève des compétences du ministre des Affaires économiques.
Wat de publicatie van illustratief materiaal betreft, moet rekening worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van auteursrechtelijk beschermde werken waarop de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van toepassing is. Deze wet legt inderdaad voorwaarden op voor het hergebruik van auteursrechtelijk beschermde werken. De bevoegdheid over de toepassing van deze wetgeving ligt bij de minister van Economische Zaken.
DO 2005200608675
DO 2005200608675
Question no 1085 de Mme Hilde Dierickx du 16 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1085 van mevrouw Hilde Dierickx van 16 augustus 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Incendie volontaire. — Services d’incendie. — Dégaˆts.
Opzettelijke brandstichting. — Brandweerdiensten. — Schade.
L’incendie volontaire constitue un terrible phénomène et de tels actes sont généralement le fait de pyromanes. ` combien de reprises les services d’incendie ont1. A ils duˆ intervenir à la suite d’un incendie volontaire ? Pourriez-vous fournir les chiffres annuels à partir de 2003 ?
Opzettelijke brandstichting is een verschrikkelijk fenomeen. Meestal gaat het om pyromanen die tot deze daden overgaan.
2. Quelle est l’ampleur des dégaˆts, exprimés en euros, constatés annuellement depuis 2003 à la suite :
2. Hoeveel schade, uitgedrukt in euro, wordt er sinds 2003 jaarlijks vastgesteld ten gevolge van :
a) d’un incendie en général;
a) brand in het algemeen;
b) d’un incendie volontaire ?
b) opzettelijke brandstichting ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
1. Hoeveel keer zijn de brandweerdiensten moeten uitrukken voor een brand ten gevolge van opzettelijke brandstichting ? Graag jaarlijkse cijfers vanaf 2003.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27099
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 3 octobre 2006, à la question no 1085 de Mme Hilde Dierickx du 16 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 1085 van mevrouw Hilde Dierickx van 16 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1. Dans leurs rapports, les services d’incendie mentionnent généralement la cause probable d’un incendie.
1. De brandweer vermeldt meestal in haar verslag de vermoedelijke oorzaak van een brand.
Seules les instances judiciaires sont compétentes pour se prononcer ultérieurement sur les causes exactes d’un incendie.
Enkel de gerechtelijke instanties zijn bevoegd om zich later uit te spreken over de juiste oorzaken van een brand.
La question est dès lors transmise pour suite voulue à mon collègue de la Justice. (Question no 1121 du 3 octobre 2006)
Om die reden wordt de vraag voor passend gevolg overgezonden aan mijn collega van Justitie. (Vraag nr. 1121 van 3 oktober 2006)
2. Les services d’incendie ne disposent pas d’informations relatives au montant des dommages causés par un incendie volontaire ou non.
2. De brandweer beschikt over geen informatie met betrekking tot het bedrag van de schade veroorzaakt al dan niet door opzettelijke brandstichting.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2005200608586
DO 2005200608586
Question no 411 de M. Walter Muls du 20 juillet 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 411 van de heer Walter Muls van 20 juli 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Réduction des effectifs de l’armée. — Départs naturels sans anicroche.
Inkrimping leger. — Vlotte uitstroom.
Afin de poursuivre la réduction des effectifs de l’armée belge (27 725 militaires et 10 000 fonctionnaires), vous tablez surtout sur le fait que beaucoup de nos soldats devraient quitter spontanément l’armée pour aller travailler dans le privé.
Voor de verdere inkrimping van het Belgisch leger (27 725 militairen en 10 000 ambtenaren) rekent u vooral op een vlotte uitstroom naar de privé-sector.
Au cours de ces dernières années, 220 d’entre eux sont allés travailler à la gendarmerie, 150 sont allés rejoindre le corps de sécurité chargé d’escorter les transports de détenus. En outre, la Défense a conclu des accords de coopération avec le secteur des transports et le secteur du gardiennage afin d’amener les militaires aˆgés à franchir le pas.
De afgelopen jaren gingen 220 mensen aan de slag bij de rijkswacht, 150 vormden het veiligheidskorps, dat gevangenentransporten begeleidt. Defensie sloot verder samenwerkingsakkoorden met de transportsector en de bewakingssector, om oudere militairen de overstap te laten maken.
1. Quelles démarches envisagez-vous d’entreprendre à l’avenir pour faire en sorte que les départs naturels de nos militaires continuent de se dérouler sans anicroche ?
1. Welke stappen overweegt u in de toekomst te ondernemen om de verdere uitstroom vlot te doen verlopen ?
2. Suivant quel échéancier souhaiteriez-vous que vos projets se concrétisent ?
2. Welk tijdskader ziet u voor de uitvoering van uw plannen ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27100
Réponse du ministre de la Défense du 2 octobre 2006, à la question no 411 de M. Walter Muls du 20 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 411 van de heer Walter Muls van 20 juli 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Durant ces dernières années par le biais de plusieurs pistes, le département a réalisé des textes de lois qui doivent permettre d’exécuter le passage externe :
1. De afgelopen jaren heeft het departement een aantal wetteksten gerealiseerd die moeten toelaten om de externe overgang via diverse pistes uit te voeren :
a) le transfert vers un autre employeur public par lequel certains projets sont déjà mis en œuvre à l’heure actuelle (calltaker, renfort des zones de police, etc.);
a) de overplaatsing naar een andere openbare werkgever, zoals er nu reeds enkele projecten bestaan (calltaker, versterking van de politiezones, enzovoort);
b) la réorientation professionnelle : exécutée par des ` cette fin, des négociaaccords de partenariat. A tions ont lieu, à l’heure actuelle, avec divers secteurs tels que l’Association professionnelle des Entreprises de Gardiennage, la Fédération belge des exploitants d’Autobus et d’Autocars et des organisateurs de voyages et le secteur du transport des marchandises;
b) de professionele herorie¨ntering : uitgevoerd door partnerschapsakkoorden. Momenteel wordt er met verschillende sectoren onderhandeld, zoals de Beroepsvereniging van de Bewakingsondernemingen, de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers en van reisorganisatoren en de sector van het goederentransport;
c) la reconversion professionnelle : dans ce cas, le militaire qui quitte la Défense sera accompagné, pendant une période d’un an maximum, lors de son passage dans le secteur privé.
c) de beroepsomschakeling : in dit geval zal de militair die Defensie verlaat, gedurende een periode van maximum één jaar, begeleid worden bij zijn overstap naar de privé-sector.
Les projets qui ont été exécutés ou sont encore en cours, préparent l’intégration du concept de la carrière mixte. Dans ce concept, le passage externe constitue un volet important et une approche structurelle est nécessaire. Une cellule mobilité externe a été instaurée pour mener à bonne fin cette approche structurelle avec les partenaires futurs. En outre un effort considérable est fourni pour valoriser les formations qui sont données au sein du département.
De projecten die werden uitgevoerd of nog lopende zijn, zijn de aanloop naar het concept gemengde loopbaan. In dit concept vormt de externe overgang een belangrijk luik en een structurele aanpak is noodzakelijk. Een cel externe mobiliteit werd opgericht om deze structurele aanpak met toekomstige partnerwerkgevers in goede banen te leiden en contacten te leggen. Ook wordt een ernstige inspanning geleverd om de vormingen die worden verstrekt binnen het departement te valoriseren.
2. Il est prématuré de communiquer la planification dans le temps mais mon département met tout en ouvre pour arriver à des projets concrets.
2. Het is voorbarig om een tijdskader vrij te geven maar mijn departement stelt alles in het werk om tot concrete projecten te komen.
DO 2005200608742
DO 2005200608742
Question no 417 de M. Walter Muls du 29 août 2006 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 417 van de heer Walter Muls van 29 augustus 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Airbus de l’armée.
Airbussen van het leger.
L’armée dispose de 2 Airbus qui ont été achetés à Singapore Airlines à l’époque. Ces appareils ne sont pas très fiables et seraient uniques au monde, dans ce ` sens qu’ils ne sont pas équipés de moteurs standard. A cause de cette configuration, il est très difficile de trouver des pièces de rechange. Lufthansa a récemment
Het leger beschikt over 2 airbussen, die werden destijds aangekocht bij Singapore Airlines. Deze toestellen zijn niet altijd even bedrijfszeker, en zouden uniek in de wereld zijn (ze zijn nameljk uitgerust met motoren die niet standaard zijn). Dat betekent dat het erg moeilijk is om wisselstukken te vinden. Lufthansa
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27101
annoncé qu’elle ne souhaite plus assurer la maintenance de ces appareils. 1. Quand les deux Airbus ont-ils été achetés ?
heeft onlangs laten weten dat ze geen onderhoud meer wil uitvoeren aan die toestellen. 1. Wanneer werden de twee airbussen aangekocht ?
2. De quel type de moteur sont-ils équipés et pourquoi divergent-ils de la configuration standard ?
2. Met welk type motoren zijn ze uitgerust, en waarom wijken ze af van de standaard ?
3. Selon quelle périodicité Lufthansa soumet-elle les Airbus à une révision de maintenance ?
3. Om de hoeveel tijd voert Lufthansa een onderhoud uit aan de airbussen ?
4. Quelle est la nature de la maintenance effectuée par Lufthansa ?
4. Welk soort onderhoud voert Lufthansa uit ?
5. Quelles missions les Airbus de l’armée accomplissent-ils ?
5. Voor welke zaken worden de airbussen van het leger ingezet ?
6. Si Lufthansa n’assure plus la maintenance, comment les appareils sont-ils entretenus ?
6. Als Lufthansa geen onderhoud meer uitvoert, hoe worden de toestellen dan wel onderhouden ?
7. Quelles en sont les conséquences pour les Airbus à plus long terme ?
7. Welke consequenties heeft dit op langere termijn voor de airbussen ?
Réponse du ministre de la Défense du 4 octobre 2006, à la question no 417 de M. Walter Muls du 29 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 417 van de heer Walter Muls van 29 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-dessous la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.
Les deux appareils de type A310-222 ont été achetés en 1997 et répondent encore toujours aux normes sévères de sécurité.
De twee toestellen van het type A310-222 werden aangekocht in 1997 en voldoen nog steeds aan de strenge veiligheidsvoorschriften.
Ces avions sont équipés de manière standardisée avec des moteurs de type Pratt and Whitney JT9D7R4E1. Cette configuration n’est pas unique et est utilisée par d’autres opérateurs.
Deze vliegtuigen zijn standaard uitgerust met het type motor Pratt and Whitney JT9D-7R4E1. Deze configuratie is niet uniek en is in gebruik bij meerdere operatoren.
Dans le cadre d’un contrat pluriannuel avec la Défense, Lufthansa Technik est en charge d’une partie de l’entretien des avions et de leurs moteurs. Il s’agit de l’exécution de C-check avec un intervalle de 24 mois et de D-check avec un intervalle de 10 ans.
In het kader van een meerjarige overeenkomst met Defensie, staat Lufthansa Technik in voor de uitvoering van een deel van het onderhoud op de vliegtuigen en hun motoren. Het betreft de uitvoering van CChecks, met een interval van 24 maand, en D-Checks, met een interval van 10 jaar.
L’entretien des moteurs a lieu en fonction de leur état technique et du nombre d’heures de vol exécutées tout en respectant les prescriptions de sécurité sévères du constructeur. ` coˆté de ceci, pour certaines activités de mainteA nance au sein du 15W Tpt Aé, il est ponctuellement fait appel à l’assistance technique de Lufthansa Technik.
Het onderhoud op de motoren gebeurt in functie van hun technische toestand en van de uitgevoerde vluchten, overeenkomstig de strenge veiligheidsvoorschriften van de constructeur.
Les deux A310 sont utilisés pour des opérations diverses allant du transport stratégique de troupes et de matériel à des missions humanitaires et du transport de VVIP.
De twee A310 worden ingezet voor diverse types zendingen, gaande van het strategische transport van troepen en materieel tot humanitaire zendingen en WIP transport.
L’entretien journalier des appareils est effectué par du personnel technique du 15 W Tpt Aé.
Het dagelijks onderhoud van de toestellen wordt uitgevoerd door het technische personeel van 15 W LuTpt.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Daarnaast wordt voor bepaalde onderhoudswerken in 15 W LuTpt punctueel beroep gedaan op technische assistentie van Lufthansa Technik.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27102
L’entretien plus poussé des A310 continuera d’être effectué conformément aux directives du constructeur ` cet effet la jusqu’au moment de leur retrait d’emploi. A Défense continuera à faire appel à un contrat pluriannuel, soit avec Lufthansa, soit avec un autre avionneur certifié
Het meer gevorderd onderhoud van de A310 zal uitgevoerd blijven worden volgens de strenge veiligheidsvoorschriften van de constructeur, tot op het moment van de uit gebruik name. Daartoe zal Defensie beroep doen op een meerjarige open overeenkomst hetzij met Lufthansa, hetzij met een andere gecertificeerd vliegtuigbouwer.
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´nergie
Energie
DO 2005200608599
DO 2005200608599
Question no 182 de Mme Muriel Gerkens du 24 juillet 2006 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 182 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Premier rapport annuel du Comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion des matières fissiles irradiées.
Eerste jaarverslag van het Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen.
Le premier rapport annuel du Comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion des matières fissiles irradiées, donne des informations intéressantes, mais relève également quelques questions.
In het eerste jaarverslag van het Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen staan een aantal interessante inlichtingen. Het verslag roept echter ook enkele vragen op.
La composition du Comité a été fixée par un arrêté royal du 16 février 2004, mais le rapport signale qu’il y a entre-temps un membre effectif et deux membres suppléants qui ne sont plus membres du Comité.
De samenstelling van het comité werd vastgelegd bij een koninklijk besluit van 16 februari 2004, maar luidens voormeld verslag maken een lid en twee plaatsvervangers intussen geen deel meer uit van het Opvolgingscomité.
Le rapport signale que le Comité a approuvé les méthodes de constitution des provisions, mais le Comité a demandé qu’à court terme, deux parties complémentaires soient reprises dans un rapport. Le rapport du Comité de suivi ne signale pas si cela a été fait et ne précise pas de quoi il s’agit au juste.
In het verslag staat ook dat het Opvolgingscomité de methoden voor het aanleggen van de voorzieningen heeft goedgekeurd. Het comité heeft evenwel gevraagd dat er op korte termijn twee aanvullende delen in een rapport worden opgenomen. Of dat ook gebeurd is, blijkt niet uit het verslag van het Opvolgingscomité, en waar het precies over gaat vernemen we al evenmin.
Le rapport signale que la société de provisionnement a formé un recours contre deux « avis » très importants du Comité auprès du ministre, à savoir :
In het verslag staat voorts te lezen dat de kernprovisievennootschap bij de minister verzet aangetekend heeft tegen twee zeer belangrijke « adviezen » van het Opvolgingscomité, te weten :
A) L’avis concernant « l’intention » de la société de provisionnement à propos des investissements finan-
A) het advies betreffende de « intenties » van de kernprovisievennootschap inzake de investering van
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27103
ciers de la partie des provisions ne pouvant pas faire l’objet de prêts à l’exploitant nucléaire (avis transmis à la société de provisionnement le 1er juin 2005). Le Comité trouve le placement prévu de 77 % dans une seule société inacceptable et a demandé à la société de provisionnement de revoir cette intention et de faire une nouvelle proposition plus diversifiée et moins risquée.
het gedeelte van de voorzieningen dat niet aan de kernexploitanten mag worden geleend (advies dat op 1 juni 2005 aan de kernprovisievennootschap werd overgezonden). Het comité vindt het vooropgestelde beleggingspercentage van 77 % in één enkele vennootschap onaanvaardbaar en heeft de kernprovisievennootschap gevraagd op dat voornemen terug te komen en een nieuw, meer gediversifieerd en minder riskant voorstel te formuleren;
B) L’avis sur les categories des actifs dans lesquels la société de provisionnement (nucléaire) investit la part de ses fonds qu’elle ne peut pas prêter aux exploitants nucléaires. Le Comité de suivi a donné un avis très élaboré et l’a transmis à la société de provisionnement le 15 juillet 2006.
B) het advies over de categoriee¨n van activa waarin de kernprovisievennootschap het gedeelte van haar fondsen dat ze niet aan de kernexploitanten mag lenen, investeert. Het Opvolgingscomité heeft daarover een zeer omstandig advies uitgebracht, dat op 15 juli 2006 aan de kernprovisievennootschap werd overgezonden.
Aujourd’hui, les intentions de placements se sont concrétisées sans respecter les avis négatifs du Comité de suivi. Les recours introduits par Synatom contre ces avis suspendant leur effet. Synatom a pu réaliser son intention de placer ces 77 % de l’argent non prêtable aux producteurs dans une seule société, à savoir Elia selon les informations du Soir du 19 juillet 2006. Elia, dont Electrabel-Suez, producteur d’éléctricité à partir d’énergie nucléaire, est actionnaire.
De beleggingsintenties hebben intussen vaste vorm gekregen. Met de negatieve adviezen van het Opvolgingscomité werd geen rekening gehouden. Het beroep dat Synatom tegen die adviezen aangetekend heeft, heeft opschortende werking. Synatom heeft zijn voornemen om 77 % van de fondsen die niet aan de kernexploitanten mogen worden geleend, in één enkele vennootschap te beleggen dus ten uitvoer kunnen brengen. Die vennootschap is overigens Elia, zo vernemen we uit de krant « Le Soir » van 19 juli 2006. Electrabel-Suez, dat elektriciteit opwekt met behulp van kernenergie, is aandeelhouder van Elia.
1. Pourquoi n’avez-vous pas actualisé l’arrêté royal concernant la composition du Comité de suivi ?
1. Waarom heeft u nagelaten het koninklijk besluit met betrekking tot de samenstelling van het Opvolgingscomité te updaten ?
2. a) Quelles sont les « deux parties complémentaires » que la société de provisionnement doit réaliser suite à l’avis du Comité de suivi sur les méthodes de constitution des provisions ?
2. a) Wat zijn die « twee aanvullende delen » die van de kernprovisievennootschap gevraagd worden in het advies van het Opvolgingscomité over de methoden voor het aanleggen van provisies ?
b) Quand le Comité a-t-il reçu ces deux parties complémentaires ?
b) Wanneer heeft het Opvolgingscomité die twee aanvullende delen ontvangen ?
c) Le Comité de suivi est-il satisfait du contenu ?
c) Is het Opvolgingscomité tevreden met wat daarin staat ?
d) Si non, pourquoi ?
d) Zo niet, waarom niet ?
3. Vous n’avez toujours pas pris de décisions dans le dossier des deux recours de la société de provisionnement contre les deux avis du Comité de suivi mentionnés plus haut.
3. U heeft nog altijd geen beslissing genomen over het verzet dat de kernprovisievennootschap aangetekend heeft tegen de voormelde twee adviezen van het Opvolgingscomité.
La loi prévoit que le ministre réagit dans un court terme en cas de recours introduits, or un an s’est écoulé et toujours rien.
De wet zegt dat de minister binnen een korte termijn moet reageren op het verzet dat tegen de adviezen wordt aangetekend. Intussen is er een jaar verlopen, en er is nog steeds niets gebeurd.
a) Pouvez-vous nous donner la définition du « court terme » à laquelle vous-même et le gouvernement vous êtes ralliés ?
a) Kan u ons de definitie geven die uzelf en de regering hanteren voor het begrip « korte termijn » ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27104
b) Quand pouvons-nous attendre une réponse ?
b) Wanneer mogen we een antwoord verwachten ?
4. Ne considérez-vous pas que le placement de plus de 70 % d’un capital dans une même société est un placement qui ne rencontre pas les règles élémentaires de prudence d’une politique de placement suˆr ?
4. Vindt u niet dat wie meer dan 70 % van het kapitaal in één enkele vennootschap investeert, de meest elementaire regels inzake voorzichtig en veilig beleggen uit het oog verliest ?
5. Ne pensez-vous pas que le fait que le producteur belge d’électricité, devenu de plus filiale d’une entreprise française, soit cette société qui bénéficie de plus de 70 % du capital des provisions nucléaires qui ne peut être prêté aux producteurs, est un détournement déguisé de l’esprit de la loi de 2003 dont l’objectif était de se garantir une disponibilité des provisions sous la régulation de l’E´tat ?
5. Vindt u niet dat de geest van de wet van 2003 op een verkapte manier met voeten getreden wordt doordat de vennootschap waarin meer dan 70 % van het kapitaal van de voorzieningen dat niet aan de kernexploitanten mag worden geleend wordt geı¨nvesteerd, uitgerekend de Belgische elektriciteitsproducent blijkt te zijn, die bovendien nu een dochtermaatschappij van een Franse holding is ? Bedoeling van de wetgever was immers precies in overheidsregulering te voorzien en zich te verzekeren van steeds beschikbare voorzieningen.
6. a) Y a-t-il eu en 2006 des avis du Comité de suivi qui ont été suivis d’un recours de la société de provisionnement devant le ministre ?
6. a) Heeft de kernprovisievennootschap in 2006 bij de minister nog verzet aangetekend tegen adviezen van het Opvolgingscomité ?
b) De quels avis s’agit-il ?
b) Zo ja, tegen welke adviezen ?
c) Quelle a été la décision du ministre ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 2 octobre 2006, à la question no 182 de Mme Muriel Gerkens du 24 juillet 2006 (Fr.) :
c) Hoe luidde de beslissing van de minister ?
1. La composition du comité de suivi est à l’examen compte tenu des dernières propositions qui viennent de nous parvenir.
1. De samenstelling van het opvolgingscomité wordt momenteel onderzocht rekening houdend met de laatste voorstellen die we hebben gekregen.
2. Les deux parties complémentaires qui ont été demandées par le comité de suivi à la société de provisionnement nucléaire sont les suivantes :
2. De twee aanvullende delen die door het opvolgingscomité gevraagd werden aan de kernprovisievennootschap zijn de volgende :
1o une description détaillée du scénario de l’évacuation directe du combustible irradié et le détail des calculs économiques et financiers de ce scénario;
1o een gedetailleerde beschrijving van het scenario van de directe berging van de verbruikte brandstof en het detail van de economische en financie¨le berekeningen van dit scenario;
2o une justification documentée complète de l’évaluation des coûts de démantèlement par centrale.
2o een volledig gedocumenteerde verantwoording van de evaluatie van de ontmantelingskosten per centrale.
Dans son avis, le comité de suivi avait demandé la première partie complémentaire à court terme. Le comité de suivi a reçu cette partie le 1er février 2006. En première instance, cette partie satisfait pour le comité de suivi. Elle correspond à l’information dont dispose l’Ondraf.
In zijn advies had het opvolgingscomité het eerste bijkomende deel gevraagd op korte termijn. Het opvolgingscomité heeft dit deel ontvangen op 1 februari 2006. In eerste instantie voldoet dit deel voor het opvolgingscomité. Het stemt overeen met de informatie waarover Niras beschikt.
Dans son avis, le comité de suivi a demandé la deuxième partie complémentaire pour la révision suivante de la méthode de constitution des provisions pour le démantèlement des centrales nucléaires. Cette partie doit être présentée pour le 15 janvier 2007.
In zijn advies heeft het opvolgingscomité het tweede bijkomende deel gevraagd tegen de volgende herziening van de methode voor het aanleggen van provisies voor de ontmanteling van kerncentrales. Dit deel moet voorgelegd worden tegen 15 januari 2007.
3. Les avis que le comité de suivi a donnés en matière :
3. De adviezen die het opvolgingscomité heeft verstrekt inzake :
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 182 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 juli 2006 (Fr.) :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27105
— des investissements financiers de la société de provisionnement nucléaire dans la partie des provisions ne pouvant faire l’objet de prêts à l’exploitant nucléaire;
— de financie¨le investeringen van de kernprovisievennootschap in het gedeelte van de voorzieningen dat niet het voorwerp mag uitmaken van leningen aan de kernexploitant;
— des catégories d’actifs dans lesquels la société de provisionnement nucléaire investit la part des fonds qu’elle ne peut pas prêter aux exploitants nucléaires;
— de categoriee¨n van activa waarin de kernprovisievennootschap het deel van de fondsen, dat zij niet mag lenen aan de kernexploitanten, investeert;
et les recours que la société de provisionnement nucléaire a formés contre ces avis constituent une matière difficile et complexe. Ceci est illustré par les exemples suivants :
en de beroepen die de kernprovisie-vennootschap heeft aangetekend tegen deze adviezen vormen een moeilijke en ingewikkelde materie. Dit wordt geı¨llustreerd door volgende voorbeelden :
— après le premier avis du comité de suivi sur les investissements financiers de la société de provisionnement nucléaire Synatom, la dépendance d’ELIA vis-à-vis d’Electrabel a évolué : la participation d’Electrabei dans ELIA est passée d’environ 64 % à environ 27,5 %. Toutefois le comité de suivi n’a pas modifié son avis;
— na het eerste advies van het opvolgingscomité over de financie¨le investeringen van de kernprovisievennootschap Synatom, is de afhankelijkheid van ELIA ten opzichte van Electrabel gee¨volueerd : de deelname van Electrabel in ELIA is overgegaan van ongeveer 64 % naar ongeveer 27,5 %. Het opvolgingscomité heeft zijn advies evenwel niet gewijzigd;
— il n’y avait pas d’unanimité au sein du comité de suivi sur les deux avis. Un membre n’a pas approuvé explicitement le premier avis et n’a pas signé le deuxième avis. Dans son recours contre l’avis sur les catégories d’actifs, Synatom a fait référence à une analyse du Service Juridique de la Banque nationale de Belgique, dans laquelle des réserves sont émises sur la qualité de l’avis;
— er was geen unanimiteit in de schoot van het opvolgingscomité over de twee adviezen. Een lid heeft het eerste advies expliciet niet goedgekeurd en heeft het tweede advies niet getekend. In haar beroep tegen het advies over de categoriee¨n van activa heeft Synatom verwezen naar een analyse van de Juridische Dienst van de Nationale Bank van Belgie¨, waarin voorbehoud wordt gemaakt over de kwaliteit van het advies.
— j’ai souhaité qu’un consensus soit atteint entre Synatom et le comité de suivi sur le choix des investissements financiers. Je dois toutefois constater que non seulement un consensus n’a pas pu être obtenu, mais qu’un dialogue n’a même pas pu être établi à ce sujet.
— ik heb de wens uitgedrukt dat een consensus zou bereikt worden tussen Synatom en het opvolgingscomité over de keuze van de financie¨le investeringen. Ik moet evenwel vaststellen dat niet alleen geen consensus kon bereikt worden, maar dat zelfs geen dialoog kon tot stand gebracht worden over dit onderwerp.
Les avis et recours nécessitent une analyse approfondie, qui prendra inévitablement beaucoup de temps. Dès que cette analyse sera finalisée, une proposition devra être transmise au Conseil des ministres. Une date précise ne peut pas être donnée pour la prise de décision.
De adviezen en beroepen vergen een grondige analyse, die onvermijdelijk veel tijd in beslag zal nemen. Zodra zij afgerond zal worden, zal een voorstel moeten worden voorgelegd aan de Ministerraad. Een precieze datum kan niet gegeven worden wanneer een beslissing zal genomen worden.
4 et 5. Je ne souhaite pas me prononcer maintenant sur ces deux points. J’attends les résultats de l’analyse mentionnée au point 3 soit disponible.
4. 5. Ik wens me nu niet uit te spreken over deze twee punten. Ik wacht op de resultaten van de analyse vermeld in punt 3.
6. Au cours de l’année 2006, le comité de suivi n’a pas donné d’avis qui ait fait l’objet d’un recours de la part de la société de provisionnement nucléaire.
6. In het jaar 2006 heeft het opvolgingscomité geen adviezen verstrekt die het voorwerp hebben uitgemaakt van een beroep vanwege de kernprovisievennootschap.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27106
DO 2005200608602
DO 2005200608602
Question no 183 de M. Hagen Goyvaerts du 25 juillet 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 183 van de heer Hagen Goyvaerts van 25 juli 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées. — Composition du comité de suivi.
Jaarverslag van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. — Samenstelling van het opvolgingscomité.
Le premier rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées pour les années 2004 et 2005 a été publié récemment.
Onlangs verscheen het eerste jaarverslag over de jaren 2004 en 2005 van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen.
Les membres du comité de suivi ont été nommés par l’arrêté royal du 16 février 2004, publié au Moniteur belge du 11 mars 2004.
De leden van het opvolgingscomité werden benoemd via het koninklijk besluit van 16 februari 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2004.
Il ressort toutefois de la lecture du rapport annuel que plusieurs personnes ne sont entre-temps plus membres du comité de suivi. Ainsi, le président, MF Sonck, est resté en fonction jusqu’au 30 avril 2005, date de sa mise à la retraite. Les membres suppléants, MM. E. De Corte et F. Verhaeghe, ont été membres du comité de suivi, respectivement jusqu’au 31 aouˆt 2004 et 31 aouˆt 2005.
Uit de lezing van het jaarverslag blijkt evenwel dat een aantal personen ondertussen geen lid meer zijn van het opvolgingscomité. Zo was de voorzitter, de heer F. Sonck, in functie tot zijn pensionering van 30 april 2005. De plaatsvervangende leden E. De Corte en F. Verhaeghe zijn lid geweest van het opvolgingscomité tot respectievelijk 31 augustus 2004 en 31 augustus 2005.
1. Des successeurs ont-ils déjà été nommés pour remplacer les personnes précitées ?
1. Werden voor deze voornoemde personen reeds opvolgers benoemd ?
2. Quand ces nominations ont-elles été entérinées par un arrêté royal actualisé ?
2. Wanneer werden deze benoemingen via een geactualiseerd koninklijk besluit bekrachtigd ?
3. Si aucun arrêté n’a encore été pris, quelles en sont les raisons ?
3. Mocht dit nog niet gebeurd zijn, wat zijn de redenen daartoe ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 2 octobre 2006, à la question no 183 de M. Hagen Goyvaerts du 25 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 183 van de heer Hagen Goyvaerts van 25 juli 2006 (N.) :
1. La composition du comité de suivi est à l’examen compte tenu des dernières propositions qui viennent de nous parvenir. Outre les remplacements cités, d’autres remplacements sont également prévus.
1. De samenstelling van het opvolgingscomité wordt momenteel onderzocht rekening houdend met de laatste voorstellen die we hebben gekregen. Naast de aangehaalde vervangingen zijn er ook andere gepland.
2 et 3. Un arrêté royal actualisant la composition du comité devra être soumis prochainement au Conseil des ministres.
2 en 3. Een koninklijk besluit dat de samenstelling van het opvolgingscomité actualiseert zal binnenkort moeten worden voorgelegd aan de Ministerraad.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27107
DO 2005200608604
DO 2005200608604
Question no 184 de M. Hagen Goyvaerts du 25 juillet 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 184 van de heer Hagen Goyvaerts van 25 juli 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées. — Avis sur les investissements financiers.
Jaarverslag van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. — Advies over de financie¨le investeringen.
Le premier rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées pour les années 2004 et 2005 a été publié récemment.
Onlangs verscheen het eerste jaarverslag over de jaren 2004 en 2005 van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen.
Le rapport annuel relate l’avis du comité de suivi sur les investissements financiers de la société de provisionnement nucléaire dans la partie des provisions qui ne peut faire l’objet de prêts à l’exploitant nucléaire.
In het jaarverslag is het hele relaas beschreven aangaande het advies van het opvolgingscomité over de financie¨le investeringen van de kernprovisievennootschap in het gedeelte van de voorzieningen dat niet het voorwerp mag uitmaken van leningen aan de kernexploitant.
Dans son avis du 1er juin 2005, le comité de suivi dispose que l’investissement de 77 % de la partie des provisions que la société de provisionnement nucléaire ne peut consacrer à l’exploitant nucléaire et qui serait destiné à une seule et même firme est contraire à l’exigence d’une diversification et d’une répartition suffisantes des investissements afin de minimiser les risques.
In zijn advies van 1 juni 2005 stelt het opvolgingscomité dat de voorgenomen belegging van 77 % van het deel van de voorzieningen dat door de kernprovisievennootschap buiten de kernexploitant moet worden belegd, in één en dezelfde firma strijdig is met de vereiste van een voldoende diversificatie en spreiding van de beleggingen teneinde het risico te minimaliseren.
La société de provisionnement nucléaire a interjeté appel contre cet avis auprès du ministre.
Tegen dit advies heeft de kernprovisievennootschap bij de minister beroep aangetekend.
1. Quelle est votre position à l’égard de l’avis du comité de suivi qui tient compte de la minimisation et de la répartition des risques ?
1. Wat is uw standpunt ten aanzien van het advies van het opvolgingscomité dat rekening houdt met de minimalisering en de spreiding van het risico ?
2. Dans quelle étaient-ils prévus ?
entreprise
investissements
2. In welk bedrijf werden de beleggingen gepland ?
3. Est-ce conforme aux dispositions légales telles que fixées dans la législation sur les provisions nucléaires ?
3. Is dat in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals vastgesteld in de wetgeving op de nucleaire provisies ?
4. Quelles sont pour vous les conséquences de l’appel interjeté par la société de provisionnement nucléaire ?
4. Wat is het gevolg van het beroep van de kernprovisievennootschap ten aanzien van de minister ?
5. Quelle devrait être la suite de la procédure en ce qui concerne la proposition du comité de suivi ?
5. Wat zijn de volgende stappen met betrekking tot het verder verloop van de werkzaamheden c.q. het voorstel van het opvolgingscomité ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 2 octobre 2006, à la question no 184 de M. Hagen Goyvaerts du 25 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 184 van de heer Hagen Goyvaerts van 25 juli 2006 (N.) :
1. Pour la réponse au premier point de sa j question, je renvoie l’honorable membre à la j réponse au
1. Voor het antwoord op het eerste punt van zijn vraag verwijs ik het geachte lid naar het antwoord op
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
les
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27108
point 3 de la question no 182 du 24 juillet 2006 de sa collègue, madame Muriel Gerkens. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 138, p. 27102.)
punt 3 van vraag nr. 182 van 24 juli 2006 van zijn collega, mevrouw Muriel Gerkens. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 138, blz. 27102.)
Comme mentionné dans cette réponse, une analyse approfondie est nécessaire avant de pouvoir prendre une position dans ce dossier.
Zoals vermeld in dit antwoord is een grondige analyse nodig vooraleer een standpunt in het dossier kan ingenomen worden.
2. En mai 2005, la société de provisionnement nucléaire a proposé au comité de suivi d’investir 77 % de la partie des provisions ne pouvant faire l’objet de prêts à l’exploitant nucléaire dans la société ELIA. Au moment de cette proposition et de l’avis du comité, l’exploitant nucléaire Electrabel était le plus grand actionnaire d’ELIA.
2. In mei 2005 heeft de kernprovisie-vennootschap aan het opvolgingscomité voorgesteld 77 % van het gedeelte van de voorzieningen dat niet het voorwerp mag uitmaken van leningen aan de kernexploitant, te beleggen in de maatschappij ELIA. Op het ogenblik van dit voorstel en van het advies van het comité was de kernexploitant Electrabel de grootste aandeelhouder van ELIA.
3. Je ne souhaite pas me prononcer maintenant sur ce point. Pour cela je veux attendre le résultat de l’analyse approfondie dont question au point 1.
3. lk wens me nu niet uit te spreken over dit punt. Ik wil daarvoor het resultaat af te wachten van de grondige analyse waarvan sprake onder punt 1.
4. La conséquence du recours de la société de provisionnement nucléaire est qu’elle a pu faire son investissement prévu dans la SA ELIA.
4. Het gevolg van het beroep van de kernprovisievennootschap is dat zij haar voorgenomen belegging in de NV ELIA heeft kunnen uitvoeren.
5. Les étapes suivantes pour le déroulement des travaux sont entre autres une analyse approfondie des avis du comité de suivi et des recours de la société de provisionnement nucléaire. Ensuite, un dossier devra être préparé pour le Conseil de ministres.
5. De volgende stappen met betrekking tot het verder verloop van de werkzaamheden zijn onder meer een grondige analyse van de adviezen van het opvolgingscomité en van de beroepen de kernprovisievennootschap. Daarna zal een dossier moeten voorbereid worden voorde Ministerraad.
DO 2005200608651
DO 2005200608651
Question no 186 de M. Melchior Wathelet du 8 août 2006 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 186 van de heer Melchior Wathelet van 8 augustus 2006 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
25 % de provisions nucléaires gérés par Synatom.
25 % van de door Synatom beheerde nucleaire voorzieningen.
La presse a fait mention du rapport annuel du Comité de suivi des « mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion des matières fissiles irradiées ». Ces provisions s’élèvent aujourd’hui à 4,3 milliards d’euros et sont logées chez Synatom en attendant le démantèlement des centrales nucléaires et le traitement des déchets radioactifs.
In de pers kwam onlangs het jaarverslag van het Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen ter sprake. Die voorzieningen bedragen momenteel 4,3 miljard euro en zijn in afwachting van de ontmanteling van de kerncentrales en de behandeling van radioactief afval bij Synatom ondergebracht.
Comme vous le savez, la loi sur les provisions adoptée en 2003, stipule que Synatom « peut prêter, aux taux pratiqués sur le marché pour des crédits industriels, la contre-valeur des provisions (...) à hauteur de maximum 75 % du montant local de ces provisions aux exploitants nucléaires. ».
Zoals u ongetwijfeld weet, bepaalt de in 2003 aangenomen wet betreffende de voorzieningen dat Synatom de tegenwaarde van de voorzieningen voor de ontmanteling en het beheer van bestraalde splijtstoffen kan lenen aan kernexploitanten tegen de geldende rente voor industrie¨le kredieten en tot maximum 75 % van het totale bedrag van die voorzieningen.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27109
En ce qui concerne les 25 % restant, la loi dit que ce montant : « est placé dans des actifs extérieurs aux exploitants dans le respect d’une suffisante diversification et répartition des investissements afin de minimiser le risque ». Or, 77 % de ces 25 % ont été prêtés à Elia en mai 2005. Le comité de suivi, chargé de controˆler ces 25 % de provisions, a jugé ce placement contraire aux exigences de diversification.
1. Y a-t-il une raison qui explique qu’un an après, vous n’avez toujours pas pris de décision à ce propos ? 2. Quand cette décision tombera-t-elle ? 3. Ne pensez-vous pas que placer 77 % du capital dans une seule et même société, en l’occurrence Elia, comporte des risques importants et ne satisfait pas aux exigences d’une politique de placement prudente ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 2 octobre 2006, à la question no 186 de M. Melchior Wathelet du 8 août 2006 (Fr.) : 1. Pour les réponses à ces 3 questions, je renvoie l’honorable membre aux réponses fournies dans la réponse à la question parlementaire no 182 du 24 juillet 2006 de Mme Muriel Gerkens et en particulier au point 3 et au point 4.5 de cette réponse. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 138, p. 27102.)
Wat de overige 25 % betreft, stelt de wet dat dat bedrag belegd wordt in activa buiten de kernexploitanten, met aandacht voor een voldoende diversificatie en spreiding van de beleggingen teneinde het risico te minimaliseren. 77 % van die 25 % werd evenwel in mei 2005 in de vorm van een lening aan Elia toegekend. Het opvolgingscomité dat op de besteding van die 25 % van de voorzieningen moet toezien, was van oordeel dat die belegging niet aan de vereiste inzake diversificatie voldoet. Het advies van het opvolgingscomité is echter niet bindend, indien er binnen veertien werkdagen na ontvangst ervan verzet wordt aangetekend. Synatom heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt. In dat geval legt de Minister van Energie het verzet voor aan de ministerraad die op korte termijn een bindende beslissing treft en wordt het advies van het comité geschorst tot de dag van de beslissing van de ministerraad. 1. Waarom heeft u een jaar later ter zake nog steeds geen beslissing getroffen ? 2. Wanneer valt de beslissing ? 3. Is u niet van mening dat een belegging van 77 % van het kapitaal in een enkele vennootschap — in dit geval Elia — grote gevaren inhoudt en indruist tegen de eisen van een voorzichtige beleggingsstrategie ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 186 van de heer Melchior Wathelet van 8 augustus 2006 (Fr.) : 1. Voor deze 3 vragen verwijs ik het geachte lid naar de antwoorden op de parlementaire vraag nr. 182 van 24 juli 2006 van mevrouw Muriel Gerkens, in het bijzonder punt 3 en punt 4.5 van het antwoord. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 138, blz. 27102.)
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Santé publique
Volksgezondheid
Mais l’avis du comité de suivi n’est pas contraignant si un recours est déposé dans les 14 jours ouvrables après réception de l’avis. Ce que Synatom a fait. En conséquence, l’avis du comité est suspendu jusqu’au moment ou` le ministre de l’E´nergie « soumet l’opposition au Conseil des ministres qui prend à court terme une décision contraignante. ».
DO 2004200502895
DO 2004200502895
Question no 362 de Mme Yolande Avontroodt du 15 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Mesures de confinement et d’isolement. — Recommandations du Commissariat aux droits de l’enfant. De nombreux établissements d’aide aux personnes handicapées, d’assistance spéciale à la jeunesse et de
Vraag nr. 362 van mevrouw Yolande Avontroodt van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Maatregelen van afzondering en isolatie. — Aanbevelingen Kinderrechtencommissariaat. Heel wat voorzieningen in gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdzorg en kinder- en jeugdpsychiatrie
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27110
psychiatrie infantile et juvénile ont recours à des mesures de confinement et d’isolement. Le Rapport annuel 2003-2004 du Commissariat aux droits de l’enfant relève des disparités importantes quant à l’application de ces mesures. Le Commissariat souhaite que les établissements élaborent un code de conduite en la matière. Il souligne en outre que les établissements ayant recours à des mesures radicales de confinement ou d’isolement devraient disposer d’une infrastructure adéquate à cet égard. Il demande dès lors aux pouvoirs publics d’établir des normes de qualité et de proposer aux établissements une réglementation claire relative aux normes d’agrément d’établissements dotés de cellules d’isolement.
passen maatregelen van afzondering of isolatie toe. In het Jaarverslag 2003-2004 van het Kinderrechtencommissariaat wordt erop gewezen dat er in de toepassing van deze maatregelen grote verschillen optreden. Het Kinderrechtencommissariaat vraagt dat voorzieningen hiervoor een gedragscode zouden uitwerken. Verder wijst het commissariaat erop dat voorzieningen die werken met ingrijpende vormen van afzondering of isolatie daarvoor de nodige infrastructuur moeten hebben. Het vraagt dan ook dat de overheid kwaliteitseisen stelt en de voorzieningen een duidelijke regelgeving aanreikt voor de erkenningsnormen van voorzieningen met beveiligingskamers.
Envisagez-vous de prendre des mesures pour répondre aux recommandations du Commissariat aux droits de l’enfant ?
Overweegt u maatregelen te nemen om de aanbevelingen van het Kinderrechtencommissariaat uit te voeren ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 3 octobre 2006, à la question no 362 de Mme Yolande Avontroodt du 15 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 362 van mevrouw Yolande Avontroodt van 15 december 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Seuls les services hospitaliers avec un index A, T et K, ainsi que les Maisons de Soins Psychiatriques (MSP) et les Initiatives d’Habitations Protégées (IHP) sont des structures de soins dans le domaine des soins de santé mentale qui ressortent de ma compétence.
Enkel de ziekenhuisdiensten met kenletter A, T en K, evenals de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en de initiatieven voor beschut wonen (IBW) zijn zorgvoorzieningen in de de geestelijke gezondheidszorg die tot mijn bevoegdheid behoren.
Pour les MSP et les IHP, il n’y a pas de normes déterminées concernant les chambres d’observation en vue de l’isolement. Ce qui est bien le cas pour les services A, T et K en psychiatrie et dans les hoˆpitaux généraux.
Voor de PVT en de IBW zijn geen normen vastgelegd voor wat betreft isolatievertrekken. Dit is wel het geval voor de A-, T- en K-diensten in psychiatrische en algemene ziekenhuizen.
Ces normes sont déterminées dans un certain nombre d’arrêtés royaux qui constituent la partie des normes d’agrément pour les hoˆpitaux. Il s’agit alors spécifiquement de normes d’agrément architecturales où il est déterminé que « [...] ces chambres doivent se trouver à proximité de la salle de garde et disposer d’un éclairage, du confort et de l’aération suffisants; l’aménagement intérieur sera réalisé de façon à préserver la sécurité du malade; ».
Deze normen zijn bepaald in een aantal koninklijke besluiten die onderdeel uitmaken van de erkenningsnormen voor ziekenhuisdiensten. Het gaat dan specifiek om architecturale erkenningsnormen waarin bepaald wordt dat « [...] die kamers moeten in de nabijheid van de kamers van wacht gelegen zijn en moeten beschikken over voldoende verlichting, comfort en verluchting; de kamers moeten zo worden ingericht dat de veiligheid van de zieken is gewaarborgd; ».
Le controˆle sur le respect des normes d’agrément ressort des compétences des communautés.
De controle op de naleving van de erkenningsnormen behoort tot de bevoegdheden van de gemeenschappen.
` cela s’ajoute encore que les principes généraux A doivent également être respectés comme formulés dans la loi sur les droits des patients.
Hierbij komt nog dat ook de algemene principes zoals geformuleerd in de wet op de patie¨ntenrechten moeten worden nageleefd.
Il s’agit entre autres du droit à la prestation de service de qualité qui signifie que les meilleurs soins possibles doivent être assurés en fonction de la connaissance médicale et de la technologie disponible
Het betreft dan ondermeer het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening dat impliceert dat de best mogelijke zorg wordt verstrekt in functie van de beschikbare medische kennis en technologie en met naleving
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27111
et en respect des normes et recommandations scientifiques en application. Ce droit implique aussi que les valeurs culturelles et morales et les convictions philosophiques et religieuses des patients doivent, en tout temps, être respectées.
van de geldende wetenschappelijke standaarden en aanbevelingen. Eveneens impliceert dit recht dat de morele en culturele waarden en de religieuze en filosofische overtuigingen van de patie¨nt ten allen tijde moeten worden gerespecteerd.
DO 2005200606706
DO 2005200606706
Question no 619 de M. Jo Vandeurzen du 23 décembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 619 van de heer Jo Vandeurzen van 23 december 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Déclaration à l’AFSCA. — Cas pratiques.
Aangifte FAVV. — Praktische toepassingen.
1. Une petite école de quartier qui distribue des boissons aux élèves au prix couˆtant doit-elle déclarer cette activité à l’Agence fédérale pour la Sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) ?
1. Dient een wijkschooltje, dat aan kostprijs dranken verstrekt aan leeringen aangifte te doen bij het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) ?
2. Faut-il pour ce faire payer une indemnité ? ` quelles conditions une petite école de quartier 3. A doit-elle satisfaire ?
2. Moet daarvoor een vergoeding betaald worden ? 3. Aan welke voorwaarden dient zo’n wijkschooltje te voldoen ?
4. a) Qu’en est-il des entreprises et écoles qui disposent dans leur cantine d’un distributeur automatique permettant de se procurer des sandwiches et des plats froids ?
4. a) Dezelfde vraag durf ik te stellen met betrekking tot een onderneming of school die een refter heeft waarin broodjes en koude maaltijden ter beschikking worden gesteld via een automaat.
b) Ces règles s’appliquent-elles également aux cantines ou` l’on propose du potage au personnel ?
b) Gelden de regels ook wanneer het gaat over een refter waar men warme soep ter beschikking stelt voor het personeel ?
5. Opère-t-on une distinction entre ces différentes situations ?
5. Worden tussen al die situaties onderscheiden gemaakt ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 3 octobre 2006, à la question no 619 de M. Jo Vandeurzen du 23 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 619 van de heer Jo Vandeurzen van 23 december 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Une petite école de quartier qui vend à ses élèves des boissons au prix de revient, doit, en effet, remplir une déclaration pour l’AFSCA. Dans ce contexte, le fait qu’il s’agisse ou non d’une vente au prix de revient, est sans importance.
1. Een wijkschooltje dat aan kostprijs dranken verstrekt aan leerlingen moet inderdaad een aangifte invullen bij het FAVV. Het al dan niet verstrekken aan kostprijs speelt in deze context geen rol.
2. Comme tous les opérateurs, tant du secteur marchand que non marchand, ces écoles doivent payer une contribution. Ce principe n’est pas nouveau; il était également inscrit dans l’ancienne réglementation.
2. Net zoals alle andere operatoren, zowel uit de profit als de non-profit sector moet door deze scholen een heffing worden betaald. Dit principe is niet nieuw en bestond eveneens in de oude reglementering.
3. Comme chaque exploitant d’une entreprise de denrées alimentaires, les écoles doivent veiller au respect de la réglementation en vigueur relative à l’hygiène des denrées alimentaires. Ceci implique, par ailleurs, que les règles minimales en matière
3. Zoals elke exploitant van een levensmiddelenbedrijf moeten scholen waken over de goede toepassing van de reglementering inzake hygie¨ne van levensmiddelen; dit houdt verder ook bijvoorbeeld dat de minimale regels van autocontrole moeten worden
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27112
d’autocontroˆle doivent être respectées. Les établissements comme l’école de quartier en question étaient soumis à une autorisation en vertu de l’arrêté royal du 4 décembre 1995. Depuis l’entrée en vigueur, le 15 mars 2006, du nouvel arrêté royal relatif aux agréments, autorisations et enregistrements, les établissements ayant comme seule activité la vente au consommateur final des boissons et/ou des denrées alimentaires préemballées dont la durée de conservation est d’au moins 3 mois à température ambiante, ne doivent plus être en possession d’une autorisation. Pour ces établissements-ci, un simple enregistrement suffira.
gevolgd. Inrichtingen zoals het beschreven wijkschooltje waren op basis van het koninklijk besluit van 4 december 1995 aan de vergunningsplicht onderworpen. Sinds het in voege treden van het nieuwe koninklijk besluit op de erkenningen, toelatingen en registraties op 15 maart 2006, moeten inrichtingen die als enige activiteit het te koop aanbieden van dranken of voorverpakte levensmiddelen met een minimale houdbaarheid van 3 maanden bij omgevingstemperatuur niet langer over een vergunning beschikken maar zal een eenvoudige registratie volstaan.
4. a) Une école comprenant un réfectoire où sont mis à disposition des sandwiches et des plats froids au moyen d’un distributeur automatique, doit payer la contribution si elle est responsable de ce distributeur automatique ou si celui-ci lui appartient et lorsqu’elle en assure l’approvisionnement. Dans tous les autres cas, l’opérateur qui met à disposition le distributeur automatique est redevable de la contribution.
4. a) Een school met een refter waarin broodjes en koude maaltijden ter beschikking worden gesteld via een automaat moet bijdragen indien zij verantwoordelijk is voor of eigenaar is van die automaat en deze opvult, in alle andere gevallen is het de operator die de automaat ter beschikking stelt die de retributie verschuldigd is.
b) Ces règles sont d’application dès qu’une organisation prépare des repas ou met à disposition des denrées alimentaires, étant donné qu’elle exerce alors une activité qui relève de la compétence de l’AFSCA.
b) Deze regels gelden vanaf het moment een organisatie maaltijden bereidt of voedingsmiddelen ter beschikking stelt, aangezien zij een activiteit verrichten die valt onder de bevoegdheden van het FAVV.
5. On n’a pas prévu de distinction particulière, la nature des activités n’étant pas différente au point de vue de la sécurité alimentaire. En revanche, il est bien tenu compte de la taille des organisations.
5. Er wordt geen specifiek onderscheid gemaakt aangezien de aard van de activiteiten vanuit voedselveiligheidsstandpunt niet verschillend is. Wel wordt met de grootte van de organisaties rekening gehouden.
DO 2005200607930
DO 2005200607930
Question no 744 de M. Koen Bultinck du 2 mai 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 744 van de heer Koen Bultinck van 2 mei 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Lucratif trafic d’organes en Chine.
Winstgevende handel in organen in China.
Dans un communiqué récent, l’association de transplantation britannique a dénoncé le trafic d’organes humains en Chine.
Recentelijk verspreidde het Brits Transplantatie Genootschap een communiqué waarin men China beschuldigt van handel in menselijke organen.
Il semble qu’aujourd’hui, un tourisme de transplantation se développe également depuis l’Europe et l’Amérique vers la Chine.
Blijkbaar ontstaat nu ook vanuit Europa en Amerika een « transplantatietoerisme » naar China.
1. Eˆtes-vous au courant de ces pratiques ?
1. Bent u op de hoogte van deze praktijken ?
2. Avez-vous connaissance de patients belges qui se rendent en Chine pour subir une transplantation d’organe ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2. Beschikt u al dan niet over gegevens dat ook patie¨nten vanuit Belgie¨ richting China gaan voor orgaantransplantaties ? 2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27113
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 3 octobre 2006, à la question no 744 de M. Koen Bultinck du 2 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 744 van de heer Koen Bultinck van 2 mei 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
La presse fait régulièrement état de telles pratiques, qui ne sont pas limitées à la Chine, mais ni mon administration, ni le Conseil belge de la transplantation ne disposent de données indiquant que des patients ou des prestataires de soins belges y seraient impliqués.
In de pers is er geregeld sprake van dergelijke praktijken, die zich niet alleen beperken tot China, maar mijn administratie noch de Belgische Transplantatie Raad beschikken over enige gegevens dat Belgische patie¨nten of zorgverleners hierbij zouden zijn betrokken.
Vous n’ignorez sans doute pas que le commerce lucratif et la transplantation d’organes ont déjà fait l’objet de prises de position par les instances internationales.
Zoals u wellicht weet zijn winstgevende handel en transplantatie van organen reeds het onderwerp geweest van een aantal stellingnames van internationale instanties.
En 1978, le Conseil de l’Europe, avec la résolution (78) 29 sur l’harmonisation des législations des E´tats membres relatives aux prélèvements, greffes et transplantations de substances d’origine humaine, adoptée par le Comité des ministres le 11 mai 1978, a déclaré qu’aucune substance d’origine humaine ne peut être cédée dans un but lucratif. La déclaration finale de la troisième conférence des ministres européens de la santé, qui a eu lieu à Paris les 16-17 novembre 1987 a précisé qu’aucun organe humain ne peut être source de profit pour une banque d’organes, un centre de stockage d’organes ou toute autre organisme ou particulier. L’article 21 de la convention du Conseil de l’Europe sur les droits de l’homme et la biomédecine, adoptée à Oviédo le 4 avril 1997, et entrée en vigueur le 1er décembre 1999, comporte une interdiction de tirer profit du corps humain et de ses parties. Son article 25 oblige les E´tats signataires à prévoir des sanctions — qui ne sont pas forcément pénales — dans les cas de manquement aux dispositions de la convention. Un protocole additionnel a été joint à cette convention, relatif à la transplantation d’organes et de tissus d’origine humaine, qui a été élaboré le 24 janvier 2002 mais n’est pas encore entré en vigueur.
De Raad van Europa heeft in 1978 met besluit (78) 29 tot harmonisatie van de wetgeving van de lidstaten betreffende de verwijdering en transplantatie van menselijk lichaamsmateriaal — dat op 11 mei 1978 werd aangenomen door het Comité van ministers van de Raad van Europa — te kennen gegeven dat geen enkel menselijk lichaamsmateriaal mag worden aangeboden met een winstoogmerk. De slotverklaring van de Derde Conferentie van de Europese ministers van Volksgezondheid van 16-17 november 1987 te Parijs werd benadrukt dat geen enkel menselijk orgaan met winstoogmerk mag worden aangeboden door een instantie voor de uitwisseling van organen, een centrum voor de opslag van organen of een andere instantie of particulier. Artikel 21 van het verdrag van de Raad van Europa inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde dat op 4 april 1997 in Oviedo is gesloten en op 1 december 1999 in werking is getreden staat dat het menselijk lichaam en zijn bestanddelen niet mogen dienen tot verkrijging van financieel voordeel. Volgens artikel 25 dienen de Partijen te voorzien in de nodige — niet noodzakelijkerwijze strafrechtelijke — sancties die moeten worden toegepast in geval van schending van de bepalingen van dit Verdrag. Aan dit verdrag is een Aanvullend Protocol inzake transplantatie van organen en weefsel van menselijke herkomst gehecht dat op 24 januari 2002 totstandgekomen is maar tot op heden nog niet in werking is getreden.
L’article 21 du protocole additionnel dispose que le corps humain et ses parties ne doivent pas être, en tant que tels, source de profit ou d’avantages comparables. Il prévoit également l’interdiction de faire de la publicité sur le besoin d’organes ou de tissus, ou sur leur disponibilité, en vue d’offrir ou de rechercher un profit ou un avantage comparable. L’article 22 du protocole additionnel institue l’obligation d’interdire le trafic d’organes et de tissus.
In artikel 21 van het aanvullend protocol wordt bepaald dat het menselijk lichaam en zijn bestanddelen niet mogen leiden tot financieel of daarmee vergelijkbaar voordeel. Ook is het op grond van dit artikel verboden met het oog op het aanbieden van of zoeken naar een financieel of daarmee vergelijkbaar voordeel te adverteren met de behoefte aan of beschikbaarheid van organen of weefsel. Artikel 22 van het aanvullend protocol verbiedt het smokkelen van organen en weefsel.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27114
L’achat et la vente d’organes d’origine humaine, le prélèvement d’organes du corps de mineurs (sauf en cas de circonstances exceptionnelles) et la publicité d’organes humains contre rémunération ont été condamnés à plusieurs reprises par l’Organisation mondiale de la santé (OMS) dans plusieurs résolutions (WHA 40.13. en mai 1987, WHA 42.5 de mai 1989, 44.25 de mai 1991).
Verschillende besluiten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (WHA 40.13 van mei 1987; WHA 42.5 van mei 1989; WHA 44.25 van mei 1991) veroordelen de koop en verkoop van menselijke organen, het verwijderen van organen uit het lichaam van minderjarigen (tenzij in uitzonderlijke gevallen) en het adverteren met menselijke organen tegen betaling.
Le protocole additionnel à la convention des Nations unies contre la criminalité transnationale visant à prévenir, réprimer et punir la traite des personnes, en particulier des femmes et des enfants, inclut le prélèvement d’organes dans la notion d’exploitation, qui caractérise la traite des personnes.
In het Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, valt de verwijdering van menselijke organen onder de definitie van exploitatie, ter karakterisering van mensenhandel.
J’apporterai mon appui à toute initiative luttant contre la commercialisation d’organes d’origine humaine et condamnant celle-ci comme une forme de traite des êtres humains et comme une violation grave des droits fondamentaux de l’homme, à savoir la dignité humaine et l’intégrité physique.
Ik zal mijn steun geven aan elk initiatief dat de handel in menselijke organen en weefsels tegengaat en veroordeelt als een vorm van mensenhandel en een ernstige schending van de fundamentele mensenrechten, met name van de menselijke waardigheid en lichamelijke integriteit.
Par ailleurs, je chargerai mon administration d’examiner comment une série d’actes relatifs à la commercialisation d’organes d’origine humaine et aux pratiques commerciales de transplantation peuvent, à court terme, être sanctionnés en tant qu’abus d’autorité, abus d’une position de vulnérabilité, recours à la violence et menaces, emploi de manœuvres frauduleuses, acceptation, paiement, offre ou promesse d’une contrepartie (financière) en vue de la médiation, de la cession, de l’acquisition, du commerce, de la possession, du stockage, du transport, de l’importation, de l’exportation ou de la détention et de l’échange d’organes et de tissus d’origine humaine, ainsi que la collaboration, par le personnel médical ou soignant, à la transplantation de tels organes ou tissus.
Ik zal verder mijn administratie de opdracht geven om te onderzoeken hoe op korte termijn een aantal handelingen strafbaar kunnen worden gesteld in verband met de handel in menselijke organen en commercie¨le transplantatiepraktijken, zoals machtsmisbruik, het misbruik maken van een kwetsbare positie, het gebruik maken van geweld en bedreigingen, het gebruik van frauduleuze middelen, het aannemen, betalen, aanbieden of beloven van een (financie¨le) tegenprestatie met het oog op de bemiddeling, het aanbieden, het verwerven, de handel, het in bezit hebben, opslaan, vervoeren, invoeren, uitvoeren of de bezitsoverdracht van menselijke organen en weefsels, alsook de medewerking door medisch of verplegend personeel, aan de transplantatie van dergelijke organen of weefsels.
Enfin, pour ce qui concerne les causes structurelles de cette problématique, une campagne a récemment été lancée en vue d’encourager l’acceptabilité auprès du public belge, du don volontaire d’organes et de tissus après le décès, et j’ai pris une nouvelle initiative, le projet GIFT, visant à augmenter la disponibilité effective et le prélèvement d’organes dans les hoˆpitaux belges, en vue d’augmenter le nombre de transplantations et de raccourcir les listes d’attente et, par ricochet, de faire baisser la mortalité des candidats receveurs.
Ten slotte, en voor wat betreft de structurele oorzaken van deze problematiek, werd recent een intensieve campagne gestart om de aanvaardbaarheid bij het algemeen publiek in Belgie¨ van het vrijwillig afstaan van organen en weefsels na het overlijden te bevorderen en heb ik een nieuw initiatief genomen, het zogenoemde GIFT-project, om de effectieve beschikbaarheid en prelevatie van organen in de Belgische ziekenhuizen te verhogen, met het oog op het verhogen van het aantal transplantaties en het verminderen van de wachtlijsten en de ermee gepaard gaande mortaliteit onder de kandidaat receptoren.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27115
DO 2005200608335
DO 2005200608335
Question no 780 de Mme Annemie Turtelboom du 20 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 780 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 juni 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hospitalisations dues aux effets secondaires de médicaments.
Ziekenhuisopnames naar aanleiding van bijwerkingen van geneesmiddelen.
Une étude récente menée aux Pays-Bas a dressé l’inventaire du nombre d’hospitalisations dues aux effets secondaires de médicaments.
Een recente studie in Nederland bracht het aantal ziekenhuisopnames naar aanleiding van bijwerkingen van geneesmiddelen in kaart.
Aux Pays-Bas, 36 000 personnes seraient hospitalisées chaque année à la suite des effets secondaires de médicaments, ce qui correspond à 230 hospitalisations par semaine. La plupart de ces hospitalisations auraient pu être évitées graˆce à un dialogue approfondi entre les médecins ou entre le médecin et le patient et par un meilleur suivi par le médecin de la consommation de médicaments du patient.
Jaarlijks zouden in Nederland 36 000 mensen als gevolg van bijwerkingen in het ziekenhuis belanden of 230 ziekenhuisopnames per week. Het gaat daarbij veelal om onnodige ziekenhuisopnames die hadden kunnen voorkomen worden door een goede dialoog tussen artsen, tussen arts en patie¨nt of door een betere opvolging door de arts van het geneesmiddelenverbruik van de patie¨nt.
Ces effets secondaires ne sont pas toujours anodins. Aux Pays-Bas, les effets secondaires évitables les plus fréquents concernent des anticoagulants entraıˆnant des hémorragies et des médicaments pour le traitement des maladies cardiovasculaires entraıˆnant une baisse du rythme cardiaque ou une hypotension.
Die bijwerkingen zijn niet altijd onschuldig. De meest voorkomende vermijdbare bijwerkingen in Nederland hebben te maken met antistollingsmiddelen die leiden tot bloedingen en medicijnen voor hart- en vaatziekten die leiden tot een te lage hartslag of te lage bloeddruk.
1. Les hospitalisations dues aux effets secondaires des médicaments font-elles l’objet d’études en Belgique ?
1. Wordt in Belgie¨ onderzoek gedaan naar het aantal ziekenhuisopnames naar aanleiding van bijwerkingen van geneesmiddelen ?
2. Dans l’affirmative, quels sont les résultats de ces études ?
2. Zo ja, wat is het resultaat van dit onderzoek ?
3. Dans la négative, ne serait-il pas opportun de dresser un inventaire de ces hospitalisations ?
3. Zo neen, is het niet wenselijk dit in kaart te brengen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 3 octobre 2006, à la question no 780 de Mme Annemie Turtelboom du 20 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 780 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Le nombre d’hospitalisations consécutives aux effets secondaires des médicaments n’a, à ce jour, fait l’objet d’aucune étude similaire à celle réalisée aux Pays-Bas.
Er werd tot op heden geen onderzoek verricht naar het aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van bijwerkingen van geneesmiddelen zoals in Nederland.
Depuis peu, l’enregistrement RCM permet de quantifier le nombre de séjours hospitaliers dûs aux « effets secondaires/intoxications médicamenteuses ». L’obligation d’enregistrer les codes E a en effet été instaurée en 2003. On pourra ainsi, à l’avenir, les quantifier. Les codes E correspondent à une cause externe (accident, prise de médicaments ou absorption de produits chimiques). Jusqu’à présent, les codes E n’ont pas été soumis à un audit ou une analyse ciblés.
De MKG-registratie laat sinds kort toe het aantal ziekenhuisverblijven voor « bijwerkingen / intoxicaties door geneesmiddelen » te kwantificeren. Sinds 2003 dient men immers de E-codes verplicht te registreren, wat in de toekomst een kwantificatie mogelijk maakt. De E-codes duiden op een externe oorzaak (zoals ongevallen, geneesmidddelengebruik of inname van chemicalie¨n). Tot op heden werden geen gerichte audits of analyses rond de E-codes uitgevoerd.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27116
` l’heure actuelle, les cabinets de médecine généA rale, maisons de repos et MRS ne sont pas encore tenus d’enregistrer les effets secondaires des médicaments. En médecine générale on pourrait envisager d’enregistrer automatiquement via l’ICPC-2, éventuellement en utilisant le dossier médical électronique. La question est de savoir comment les maisons de repos, les MRS et les établissements spécialisés (type Sp) pourraient effectuer cet enregistrement. Le Centre de Pharmacovigilance (Direction générale Médicaments) veille à la sécurité des médicaments, et est essentiellement attentif à leur toxicité. La collecte des données est effectuée par les praticiens professionnels sur la base de volontaire et par l’industrie pharmaceutique. Les effets secondaires et les hospitalisations qui y sont liées peuvent également être signalées. Ces données ne sont pas analysées dans la mesure où l’on peut présumer que les données sont insuffisamment rapportées. L’information récoltée est surtout utilisée par le Centre de Pharmacovigilance dans le cadre de l’adaptation des notices. Comme vous le savez sans doute, la sécurité des patients dans les établissements de soins est l’une de mes priorités. Le comité médico-pharmaceutique suit avec attention la sécurité en matière de médicaments dans les hoˆpitaux. Je suis conscient du fait que la sécurité des médicaments, et plus particulièrement les effets secondaires qu’ils induisent, ne sont pas suffisamment pris en compte en première ligne. Dans la mesure où les données RCM contiennent désormais obligatoirement les codes E, on pourrait envisager d’analyser les hospitalisations dues aux effets secondaires des médicaments. Une analyse fondée sur les données RCM présenterait l’avantage de l’exhaustivité et donnerait, dès lors, une image assez complète de la situation. Ces informations nous permettraient, en collaboration avec le Centre de Pharmacovigilance, les praticiens professionnels, les associations de patients et l’INAMI de définir une politique plus ciblée en matière d’effets secondaires des médicaments.
In huisartspraktijken, rusthuizen en RVT’s worden bijwerkingen van geneesmiddelen momenteel nog niet verplicht geregistreerd. Voor de huisartspraktijk bestaat de mogelijkheid om via het ICPC-2 een automatische registratie toe te laten, eventueel aan de hand van het electronisch medisch dossier. In rusthuizen, RVT’s en categorale instellingen stelt zich de vraag hoe deze registratie zou kunnen verlopen. Het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking (Directoraat-generaal Geneesmiddelen) ziet toe op de veiligheid van geneesmiddelen maar voornamelijk op de toxiciteit ervan. De gegevensverzameling gebeurt door de beroepsbeoefenaars op vrijwillige basis en door de farmaceutische industrie. Men kan eveneens bijwerkingen en hospitalisaties voor bijwerkingen aangeven. Gezien een vermoedelijke onderrapportering worden deze gegevens niet geanalyseerd. Het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking gebruikt de verzamelde informatie voornamelijk om de bijsluiter aan te passen. Zoals u wellicht weet is patie¨ntveiligheid in de zorginstellingen één van mijn prioriteiten. De veiligheid rond medicatie wordt aandachtig opgevolgd door het medisch-farmaceutisch comité in ziekenhuizen. Ik ben er mij van bewust dat in de eerste lijn er nog onvoldoende aandacht wordt besteed aan geneesmiddelenveiligheid en meer specifiek aan de bijwerkingen ervan. Wij kunnen overwegen, nu MKG-gegevens verplicht de E-codes bevatten, om hospitalisaties ten gevolge van bijwerkingen te analyseren. Het voordeel van een analyse op basis van MKG-gegevens is de exhaustiviteit, waardoor men een redelijk volledig beeld verkrijgt. Deze informatie zou ons toelaten om in samenwerking met het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking, de beroepsbeoefenaars, de patie¨ntenverenigingen en het RIZIV een meer gericht beleid rond geneesmiddelenbijwerkingen uit te stippelen.
DO 2005200608373
DO 2005200608373
Question no 782 de M. Bart Laeremans du 26 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Nombre de médecins, de médecins généralistes et de médecins spécialistes diploˆmés. Afin de mieux prévoir l’évolution des soins de santé dans les années à venir, il serait utile de connaıˆtre le
Vraag nr. 782 van de heer Bart Laeremans van 26 juni 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Aantal afgestudeerde artsen, huisartsen en artsenspecialisten. In functie van de evolutie binnen de gezondsheidsverstrekking de komende jaren is het nuttig te weten
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27117
nombre de médecins qui terminent chaque année leurs études à nos universités et de cerner, le cas échéant, les disparités qui existeraient entre les Communautés dans ce domaine.
hoeveel artsen er jaarlijks afstuderen aan onze universiteiten en of er daar verschillen bestaan tussen de gemeenschappen.
Pouvez-vous communiquer les chiffres suivants pour la Communauté flamande et la Communauté française, relatifs aux années 2002, 2003, 2004 et 2005 :
Kan u voor de Nederlandse, respectievelijk de Franse Gemeenschap de volgende cijfers geven voor de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 :
1. le nombre de médecins diploˆmés;
1. Wat is het aantal afgestudeerde artsen ?
2. le nombre de généralistes diploˆmés;
2. Wat is het aantal afgestudeerde huisartsen ?
3. le nombre de spécialistes diploˆmés ?
3. Wat is specialisten ?
het
aantal
afgestudeerde
artsen-
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 782 de M. Bart Laeremans du 26 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 782 van de heer Bart Laeremans van 26 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Comme vous le savez, il convient au sein du corps médical de faire une distinction entre d’une part le nombre réel de médecins diploˆmés de l’université, lesquels relèvent de la compétence des communautés, et d’autre part les médecins qui ont obtenu un titre professionnel particulier en vertu de l’arrêté royal no 78 relatif à l’exercice des professions des soins de santé. Ces derniers sont de la compétence du fédéral.
Zoals u weet dient men bij de artsen een onderscheid te maken tussen werkelijk afgestudeerden aan de universiteiten, wat de bevoegdheid van de gemeenschappen is, en artsen die een bijzondere beroepstitel hebben gehaald volgens het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Dat laatste is de bevoegdheid van de federale overheid.
En réponse à votre première question, vous trouverez au tableau 1 ci-dessous le nombre de diploˆmés pour les Communautés française et flamande.
Wat uw eerste vraag betreft kan ik u antwoorden dat het aantal afgestudeerden voor de Vlaamse en Franse Gemeenschap te vinden zijn in tabel 1.
Tableau 1. Le nombre de médecins diploˆmés par Communauté est donné dans le tableau suivant
Tabel 1. Volgende tabel geeft het aantal gediplomeerde artsen per gemeenschap 2002
2003
2004
2005
Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap ....................................... Communauté française. — Franse Gemeenschap ..........................................
615 482
670 531
559 321
454 312
Belgique. — Belgie¨ ........................................................................................
1097
1201
880
766
Le nombre de médecins ayant obtenu le titre professionnel particulier de médecin généraliste pour les Communautés et années concernées figure au tableau 2. Le tableau 3 porte sur le nombre de titres professionnels particuliers pour médecins spécialistes au cours des mêmes années et pour les mêmes communautés.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Het aantal artsen dat de bijzondere beroepstitel van huisarts heeft verkregen voor de betreffende Gemeenschappen en jaren wordt weergegeven in tabel 2 en dat voor de bijzondere beroepstitels van de geneesheerspecialisten in tabel 3.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27118
Tableau 2. Nombre de médecins titulaires du titre professionnel particulier de médecin généraliste, réparti par Communauté où le diploˆme de base a été obtenu et par année de specialisation
Tabel 2 Aantal artsen dat de bijzondere beroepstitel van huisarts heeft bekomen volgens gemeenschap waar het basisdiploma is gehaald en jaar van specialisatie Année de spécialisation — Jaar specialisatie 2002 n
2003 n
2004 n
2005 n
Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap ....................................... Communauté française. — Franse Gemeenschap .......................................... Autres. — Overige ........................................................................................
137 144 8
158 104 7
127 99 3
105 57 5
Total. — Totaal ............................................................................................
289
269
229
167
Tableau 3. Nombre de médecins titulaires d’un des titres professionnels particuliers de médecin spécialiste, réparti par Communauté où le diploˆme de base a été obtenu et par année de specialisation
Tabel 3 Aantal artsen dat één van de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist heeft bekomen volgens gemeenschap waar het basisdiploma is gehaald en jaar van specialisatie Année de spécialisation — Jaar specialisatie 2002 n
2003 n
2004 n
2005 n
Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap ....................................... Communauté française. — Franse Gemeenschap .......................................... Autres. — Overige ........................................................................................
351 306 33
351 278 12
341 314 33
358 329 29
Total. — Totaal ............................................................................................
690
641
688
716
Le nombre de diploˆmés et le nombre de médecins ayant obtenu un titre professionnel particulier diffèrent pour plusieurs raisons, notamment :
Tussen het aantal gediplomeerden en het aantal dat een bijzondere beroepstitel haalt is er een verschil om verschillende redenen onder meer :
— Le fait qu’un certain nombre de médecins en possession d’un diploˆme étranger ont également obtenu un titre professionnel particulier au cours de la période visée.
— Een aantal artsen met een buitenlandse diploma heeft eveneens een bijzondere beroepstitel in de betreffende periode bekomen.
— La durée du stage entre l’obtention du diploˆme et l’obtention du titre professionnel particulier.
— De duur van de stage dat ligt tussen het halen van het diploma en het behalen van de bijzondere beroepstitel.
— Tout médecin diploˆmé ne souhaite pas se spécialiser.
— Niet elke afgestudeerde wenst zich te specialiseren
Ces statistiques sont suivies de près par mes services et par la Commission de planification de l’offre médicale.
Deze statistieken worden door mijn diensten en door de planningscommissie medisch aanbod van nabij gevolgd.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27119
DO 2005200608417
DO 2005200608417
Question no 787 de M. Miguel Chevalier du 29 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 787 van de heer Miguel Chevalier van 29 juni 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Importation illégale de viande africaine.
Illegale invoer van Afrikaans vlees.
Robert Swaenepoel, une autorité sud-africaine dans le domaine des maladies du sang, met en garde contre le risque de voir apparaıˆtre en Europe, à la suite du commerce illégal de viande de gibier africain, des virus mortels tels que le virus Ebola et le virus de Marburg.
Robert Swaenepoel, een Zuid-Afrikaanse autoriteit op het gebied van bloedziektes, waarschuwt dat de illegale handel in vlees van Afrikaans wild kan leiden tot een uitbraak van de dodelijke ebola en marburgvirussen in Europa.
Selon M. Swaenepoel, l’importation de gibier africain est depuis quelques années en nette augmentation. Les seuls services de douane britanniques ont déjà intercepté à 25 000 reprises de la viande illégale importée clandestinement via les aéroports. Ce commerce se concentrerait essentiellement au sein des communautés africaines.
Volgens Swaenepoel is de import van wild uit Afrika de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zo onderschepte de Britse douane alleen al 25 000 keer illegaal vlees dat via vliegvelden werd binnengesmokkeld. Deze handel zou vooral binnen de Afrikaanse gemeenschappen plaatsvinden.
1. Reconnaissez-vous le problème de l’importation illégale de viande africaine ?
1. Erkent u de problematiek van de illegale invoer van Afrikaans vlees ?
2. Disposez-vous de chiffres relatifs aux quantités de viande africaine importée illégalement qui sont saisies chaque année en Belgique ? 3. Eˆtes-vous disposé à opérer au sein des communautés africaines dans notre pays des controˆles sévères portant sur l’origine de la viande consommée, d’une part, et à lancer une campagne d’information pour mettre la population en garde contre les dangers liés à la consommation de viande africaine contaminée, d’autre part ?
2. Beschikt u over cijfers die aantonen hoeveel illegaal Afrikaans vlees er jaarlijks in Belgie¨ onderschept wordt ?
4. Souscrivez-vous à la nécessité d’une politique européenne coordonnée pour lutter contre le commerce illégal de viande africaine ?
4. Deelt u de mening dat er een noodzaak is aan een gecoo¨rdineerd Europees beleid om de illegale handel in Afrikaans vlees aan te pakken ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 787 de M. Miguel Chevalier du 29 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 787 van de heer Miguel Chevalier van 29 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. L’épidémie de fièvre aphteuse survenue au printemps 2001 dans l’Union européenne a mis en avant la nécessité d’une plus grande vigilance et d’un renforcement des controˆles effectués sur les importations de produits d’origine animale. E´tant donné la situation épizootique précaire dans certaines parties du monde, dont les pays africains, l’importation de produits d’origine animale implique toujours un risque inacceptable, et ce, pas uniquement pour la santé animale.
1. De Mond- en Klauwzeer epidemie in de Europese Unietijdens het voorjaar 2001 heeft de noodzaak om de alertheid te vergroten en de controles op de invoer van producten van dierlijke oorsprong te verscherpen onder de aandacht gebracht. Gezien de precaire epizoo¨tische toestand in sommige delen van de wereld, waaronder ook de Afrikaanse landen, houdt het binnenbrengen van producten van dierlijke oorsprong nog steeds een onaanvaardbaar risico in en dit niet alleen voor de diergezondheid.
Les autorités européennes ont par conséquent promulgué un nouveau règlement [Règlement (CE) No
De Europese overheid heeft daarom in 2004 een nieuwe verordening [Verordering (EG) Nr. 745/2004]
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
3. Bent u bereid om binnen de Afrikaanse gemeenschappen in ons land enerzijds strenge controles uit te voeren naar de oorsprong van het verbruikte vlees en anderzijds een informatiecampagne op te starten die de gevaren van besmet Afrikaans vlees duiden ?
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27120
745/2004] qui, outre les controˆles vétérinaires réguliers déjà organisés dans les postes d’inspection frontaliers, a pour but de limiter le risque d’introduction de maladies au moyen de controˆles stricts sur l’importation dans le pays par les bagages personnels des voyageurs de la viande, du lait et de leurs produits dérivés Les mesures relatives aux bagages personnels sont appliquées rigoureusement par la douane, en collaboration avec les services de controˆle de l’AFSCA.
uitgevaardigd om naast de reguliere veterinaire controles in de grensinspectieposten, het risico van insleep van ziekten te beperken via streng toezicht op het binnenbrengen van vlees en melk alsook afgeleide producten en dit in de persoonlijke bagage van reizigers. De maatregelen betreffende persoonlijke bagage worden door de douane in samenwerking met de controlediensten van het FAVV rigoureus toegepast.
La douane controˆle également auprès de La Poste et des services » colis » les produits en provenance de pays tiers et à destination de personnes habitant la Belgique.
Ook bij De Post en de pakjesdiensten controleert de douane de pakjes die vanuit derde landen naar inwoners in Belgie¨ worden gestuurd.
2. Les controˆles sur les importations de produits d’origine animale ont été harmonisés au sein de l’Union européenne. Cela signifie que seuls les pays tiers repris dans une liste communautaire, et les entreprises situées dans ces pays, peuvent importer de tels produits dans l’Union. Ces listes précisent également les espèces animales dont la viande ou les produits dérivés peuvent être importés.
2. De controle op de invoer van producten van dierlijke oorsprong is geharmoniseerd in de Europese Unie. Dit betekent dat enkel derde landen en bedrijven uit deze landen die zich op een communautaire lijst bevinden dergelijke producten kunnen invoeren in de Unie. Deze lijsten hernemen tevens de diersoorten waarvan vlees of producten mogen binnengebracht worden.
Pour l’Afrique, seuls les pays suivants sont autorisés à exporter des produits vers la Communauté :
Enkel volgende Afrikaanse landen hebben een toelating om producten in te voeren in de Gemeenschap :
Botswana et Namibie : viande de bovins et d’ovins domestiques; viande de ruminants, lapins et lièvres d’élevage et sauvages non domestiques;
Botswana en Namibie¨ : vlees van als nutsdier gehouden runderen en schapen, vlees van gekweekte en wilde herkauwers, konijnen en hazen;
Swaziland : viande de bovins domestiques et de ruminants, lapins et lièvres d’élevage et sauvages non domestiques;
Swaziland : vlees van als nutsdier gehouden runderen en van gekweekte en wilde herkauwers, konijnen en hazen;
Maroc : viande de chevaux domestiques, de lapin et de lièvre
Marokko : vlees van gedomesticeerde paarden, konijnen en hazen;
Tunisie : viande de gibier à plumes, de lapin et de lièvre.
Tunesie¨ : vlees van vederwild, konijnen en hazen.
Le nombre total de kilogrammes de viande et de lait présents dans des bagages personnels et ayant fait l’objet d’une saisie (source : douane) est, pour l’aéroport de Zaventem, de 10 894 kg en 2004 et de 6 879 kg en 2005.
Het totaal aantal kg vlees en melk in persoonlijke bagage waarop beslaglegging (bron : douane) gebeurde bedroeg voor de luchthaven van Zaventem in 2004 voor alle landen 10 894 kg en in 2005 6 879 kg.
En 2004, environ 90 % des produits interceptés ont été trouvés dans les bagages des voyageurs en provenance du continent africain, avec une prépondérance marquée pour la République démocratique du Congo.
De cijfers van het jaar 2004 tonen aan dat ongeveer 90 % van de onderschepte producten gevonden wordt in de bagage van reizigers afkomstig van het Afrikaanse continent.
Ce chiffre n’est pas vraiment surprenant étant donné les vols réguliers entre Zaventem et Kinshasa.
Hierin heeft de Democratische Republiek Congo een groot aandeel, wat niet verwonderlijk is gezien de regelmatige vluchten tussen Zaventem en Kinshasa.
` l’aéroport de Liège, 358 kg ont été interceptés en A 2004 et 76 kg en 2005.
In de luchthaven van Luik werd in 2004 358 kg en in 2005 76 kg onderschept.
3. L’AFSCA a élaboré son programme de controˆle sur la base d’une analyse scientifique des risques. Ce programme est régulièrement adapté à la suite de modifications de la réglementation, de constats faits ` la frontière, cela se déroule ou de risques constatés. A
3. Het FAVV onderbouwt haar controleprogramma op basis van een wetenschappelijke risicoanalyse. Dit programma wordt regelmatig bijgestuurd naar aanleiding van wijzigende regelgeving, gedane vaststellingen en waargenomen risico’s. Bij grensin-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27121
en coordination avec la douane qui, en fonction des critères variables, peut intensifier ses controˆles et les diriger plus particulièrement sur certaines personnes et services. Ces controˆles sont effectués dans tous les lieux d’arrivée de voyageurs, et, comme déjà mentionné, également auprès des services » colis » où des biens en provenance de pays tiers sont expédiés vers la Belgique. La douane recourt à cet effet à l’utilisation de scanners.
specties gebeurt dit in coo¨rdinatie met de douane die al naargelang de wisselende criteria zijn controles kan opvoeren en toespitsen op bepaalde personen en diensten. Deze controles gebeuren op alle plaatsen waar reizigers toekomen en zoals reeds vermeld ook in de pakjesdiensten waar goederen uit derde landen naar Belgie¨ worden toegezonden. De douane maakt hierbij ook gebruik van scanners.
Outre les controˆles frontaliers, les commerces de détail et les restaurants sont également controˆlés par l’AFSCA. Ainsi, en 2005, une importation illégale de viande exotique, dont des carcasses de singes et de la viande d’antilope, a été découverte lors du controˆle d’un dépoˆt appartenant à un négociant en alimentation générale. Les produits en question ont bien entendu été saisis et détruits.
Naast de grenscontroles worden ook in de detailhandel en restaurants inspecties uitgevoerd door het FAVV. Zo is in 2005 een illegale invoer van exotisch vlees waaronder apenkarkassen en vlees van antilopen aangetroffen tijdens een controle van het magazijn bij een handelaar in algemene voeding. De producten zijn uiteraard in beslag genomen en vernietigd.
Les considérations suivantes sont prises en compte par les services dans la planification des controˆles :
In de planning van de controles door de diensten worden volgende overwegingen meegenomen :
1) c’est une tradition, pour les familles africaines, d’apporter de la viande lors de visites;
1) het is een traditie bij Afrikaanse families om bij bezoek vlees mee te brengen;
2) il s’agit ici également de viande d’animaux relevant de la convention CITES (entre autre primates);
2) het gaat hierbij ook om vlees van dieren die vallen onder de CITES-regeling (onder andere primaten);
3) si les controˆles sont trop rigides dans un E´tat membre, le trafic se déplace rapidement vers un autre E´tat membre; une approche communautaire est donc indispensable;
3) indien de controles te rigide zijn in de ene Lidstaat wordt de trafiek snel verlegd naar een andere Lidstaat; een communautaire aanpak is dus zondermeer noodzakelijk;
4) c’est clairement encore un commerce lucratif.
4) het is blijkbaar nog steeds een lucratieve handel.
Depuis le 1er mai 2004, les voyageurs sont informés de l’interdiction d’introduire dans le pays des produits controversés, par une vaste campagne d’affichage menée dans tous les postes frontière du territoire belge. Ces informations sont également diffusées via le site web et les bulletins d’information de l’AFSCA, et constituent une mise en œuvre du règlement précité. D’autres E´tats membres font des efforts similaires.
Sinds 1 mei 2004 worden de reizigers via een uitgebreide affichecampagne aan de verschillende grenspostenop de hoogte gebracht van het verbod op het binnenbrengen van kwestieuze producten. Deze informatie wordt ook verspreid via de website en nieuwsbrieven van het FAVV en is een toepassing van bovengenoemde verordening. Andere lidstaten doen gelijkaardige inspanningen.
4. Une politique européenne coordonnée en ce qui concerne l’importation de denrées alimentaires est indispensable. L’adaptation et la mise en œuvre du règlement (CE) 745/2004 précité signifie un pas en avant et témoigne de la volonté à l’interieur de l’UE d’aborder ce problème de manière commune.
4. Een gezamenlijk Europees beleid inzake de invoer van levensmiddelen is noodzakelijk om dit grensoverschrijdend probleem te coo¨rdineren. De goedkeuring en de toepassing van de voornoemde verordening (EG) nr. 745/2004 betekent een stap voorwaarts en getuigt van de wil binnen de EU om dit probleem gemeenschappelijk aan te pakken.
D’ailleurs, la Commission européenne se concerte régulièrement sur la problématique avec les E´tats Membres, au sein du Comité permament de la chaıˆne alimentaire et de la santé animale.
Overigens houdt de Commissie omtrent deze problematiek op zeer geregelde basis overleg met de Lidstaten in de vergaderingen van het Permanent Comité voor de Voedselketen en de Dierengezondheid.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27122
DO 2005200608428
DO 2005200608428
Question no 792 de Mme Hilde Dierickx du 30 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 792 van mevrouw Hilde Dierickx van 30 juni 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Obésité. — Remède miracle.
Obesitas. — Superpil.
L’obésité constitue un problème bien connu aujourd’hui. Malheureusement, la population la considère surtout comme un problème éthique. De nombreux remèdes prétendument « miracle » sont déjà apparus sur le « marché de l’obésité ».
De problematiek van obesitas is ondertussen bekend. Spijtig genoeg wordt obesitas door de bevolking vooral gezien als een esthetisch probleem. Vele zogezegde wondermiddeltjes kwamen reeds op de « obesitas-markt ».
Le tout dernier remède miracle lancé sur le marché européen n’aurait pas seulement un effet amaigrissant, il diminuerait aussi l’envie de fumer. Ce produit baptisé « Acomplia » a obtenu le feu vert de l’autorité européenne d’enregistrement. Il instaurerait un équilibre entre le nombre de calories absorbées et consommées.
Het nieuwste wondermiddel op de Europese markt zorgt niet enkel voor een vermagerend effect, maar zou eveneens de zin in een sigaret doen afnemen. Het middel « Acomplia » heeft de toestemming gekregen van de Europese registratieautoriteit. Het middel zou een evenwicht brengen tussen het aantal ingenomen caloriee¨n en het energieverbruik.
Ce médicament, qui est délivré uniquement sur prescription médicale, serait prescrit aux personnes dont l’indice de masse corporelle est supérieur à 27.
Het middel zal enkel op doktersvoorschrift verkrijgbaar zijn, en zou voorgeschreven worden voor mensen met een Body Mass Index van meer dan 27.
Le marché de l’obésité est régulièrement submergé de remèdes miracle mais aucun n’agit de manière vraiment efficace et sans entraıˆner d’effets secondaires négatifs. Je ne doute pas, bien suˆr, des compétences du personnel de l’autorité européenne d’enregistrement, mais je reste sceptique à l’égard de ces « super-pilules ». Nos médecins sont très compétents et peuvent juger eux-mêmes des avantages et des inconvénients de ce nouveau remède, à condition bien suˆr de disposer des informations adéquates.
De obesitasmarkt wordt regelmatig overstelpt met middeltjes, maar een echt werkend middel zonder negatieve gezondheidsgevolgen werd nog niet gevonden. Uiteraard twijfel ik niet aan de capaciteiten van de mensen van de Europese registratieautoriteit, maar toch sta ik sceptisch ten opzichte van zogenaamde superpillen. Ook onze artsen zijn zeer bekwaam en kunnen zelf oordelen over de voor- en nadelen van de nieuwe pil, maar ze moeten uiteraard wel over de juiste informatie beschikken.
1. Que pensez-vous du médicament « Acomplia » ?
1. Wat is uw mening over het middel « Acomplia » ?
2. Fera-t-il l’objet d’analyses plus poussées en Belgique ?
2. Zal het middel in Belgie¨ uitgebreider onderzocht worden ?
3. Des informations spécifiques ou un avis spécial seront-ils fournis aux médecins ?
3. Komt er specifieke informatie of een speciaal advies voor de artsen ?
4. a) Le moment n’est-il pas venu de consacrer plus d’efforts à la lutte préventive contre l’obésité ?
4. a) Is het niet tijd voor meer inspanningen voor preventieve bestrijding van obesitas ?
b) Des moyens ne peuvent-ils pas être libérés pour mener, en concertation avec les communautés, une vaste campagne sur le thème de l’obésité ?
b) Kunnen er geen middelen vrijgemaakt worden voor een grote obesitas-campagne in samenspraak met de gemeenschappen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 792 de Mme Hilde Dierickx du 30 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 792 van mevrouw Hilde Dierickx van 30 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Comme vous le savez, le Comité des médicaments à usage humain (CHMP) de l’Agence euro-
1. Zoals u weet heeft het Wetenschappelijk Comité voor geneesmiddelen voor humaan gebruik (CHMP)
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27123
péenne des médicaments (EMEA) a estimé que la balance bénéfice/risque de l’Acomplia était favorable. Cet avis repose sur un examen approfondi des données qui lui ont été soumises concernant la qualité, la sécurité et l’efficacité de ce médicament. La Commission européenne a suivi cet avis et a décidé d’accorder l’autorisation de mise sur le marché ce 19 juin 2006.
van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMEA) een gunstig advies verleend aangaande de risico/ batenbalans van Acomplia. Dit advies is gebaseerd op een grondige analyse van de ingediende gegevens betreffende de kwaliteit, veiligheid en klinische werkzaamheid van dit geneesmiddel. De Europese Commissie is dit advies gevolgd en heeft beslist een vergunning te verlenen voor het op de markt brengen op 19 juni 2006.
2. L’autorisation de mise sur le marché est liée à certaines conditions. Le détenteur de l’autorisation de mise sur le marché doit ainsi veiller à ce que le système de vigilance (pharmacovigilance) soit opérationnel préalablement à la mise sur le marché du produit. Le détenteur de l’autorisation s’engage également à mettre en ouvre le programme de recherche et les activités de pharmacovigilance additionnelles définis dans le « Plan de Pharmacovigilance ».
2. De vergunning voor het in de handel brengen wordt aan enkele voorwaarden verbonden. De houder van de vergunning voor het in de handel brengen dient ervoor te zorgen dat voordat het product op de markt komt, het vigilantiesysteem (geneesmiddelenbewakingsysteem) operationeel is. De vergunninghouder verplicht er zich toe om het onderzoekprogramma en de additionele geneesmiddelenbewakingsactiviteiten, die in het « Pharmacovigilance Plan » beschreven zijn, worden uitgevoerd.
Un plan de gestion du risque actualisé doit être fourni conformément à la directive du CMHP en matière de systèmes de gestion du risque pour produits médicaux à usage humain.
Een geactualiseerd risicomanagementplan dient afgeleverd te worden volgens de CHMP-richtlijn over de risicomanagementsystemen voor medicinale producten voor humaan gebruik.
3. L’information et la publicité auprès des médecins devront être strictement conformes aux données du résumé des caractéristiques du produit (RCP) approuvé lors de l’octroi de l’autorisation de mise sur le marché. Ces données devront aussi être conformes aux dispositions réglementaires en matière d’information et de publicité.
3. De informatie en de reclame bestemd voor de artsen dienen strikt conform te zijn aan de gegevens in de Samenvatting van de Kenmerken van het Product (SKP) zoals goedgekeurd bij de verlening van de vergunning voor het op de markt brengen. Deze gegevens dienen ook conform te zijn aan de regelgevende voorschriften inzake informatie en reclame.
Par ailleurs, le Centre Belge d’Information Pharmacothérapeutique (CBIP) a déjà diffusé auprès des médecins et des pharmaciens via les Folia Pharmacotherapeutica et via son site web www.cbip.be une information relative notamment à la place de ce nouveau médicament dans le traitement de l’obésité.
Verder heeft het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) reeds bij de artsen en de apothekers via de Folia Pharmacotherapeutica en via zijn website www.bcfi.be bijkomende informatie verspreid met aanbevelingen rond de plaats van dit nieuwe geneesmiddel in de behandeling van obesitas.
4. a) Le Plan national Nutrition et Santé pour la Belgique (PNNS-B) est une initiative que j’ai prise afin de promouvoir les bonnes habitudes alimentaires ainsi que l’activité physique au travers d’un certain nombre de mesures élaborées en concertation avec les acteurs sociaux et les représentants des communautés et des régions. Ce plan répond en outre au souhait émis par l’Organisation mondiale de la Santé à l’occasion du lancement de sa stratégie mondiale « sur l’alimentation, l’exercice physique et la santé ». L’OMS demande en effet qu’un plan national de lutte contre la mortalité et la morbidité dues à une mauvaise alimentation et à la sédentarité soit mis sur pied. Ce plan national nutrition et santé pour la Belgique vient d’être lancé le 11 avril 2006.
4. a) Het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan voor Belgie¨ (NVGP-B) is een initiatief dat ik genomen heb met de bedoeling gezonde voedingsgewoonten en meer lichaamsbeweging te promoten door het uitwerken van maatregelen in samenspraak met de maatschappelijke actoren en vertegenwoordigers van de gemeenschappen en gewesten. Het beantwoordt bovendien aan de vraag van de Wereldgezondheidsorganisatie, sinds de lancering van haar wereldstrategie inzake « voeding, fysieke activiteit en gezondheid » om een nationaal plan uit te werken die de strijd tegen mortaliteit en morbiditeit veroorzaakt door slechte voedingsgewoonten en een sedentaire levenswijze wil aanpakken. Dit nationaal voedings- en gezondheidsplan voor Belgie¨ werd recentelijk gelanceerd op 11 april 2006.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27124
Un plan opérationnel a été développé dans un esprit de collaboration et de concertation. Il comporte 60 actions concrètes qui seront entreprises au cours de la période 2006-2010.
In een geest van samenwerking en overleg werd een operationeel plan uitgewerkt met 60 concrete acties die zullen ondernomen worden in de periode 2006-2010.
La mise en œuvre des 60 actions du PNNS-B sera effectuée en concertation avec les communautés et les régions, qui seront systématiquement conviées à chaque réunion du groupe d’experts assurant la coordination du plan, et à chaque consultation organisée avec les acteurs sociaux.
De uitvoering van de 60 acties van het NVGP-B gebeuren in overleg met de gemeenschappen en gewesten, die steeds worden uitgenodigd op elke vergadering van de expertenstuurgroep die het plan coo¨rdineert en op alle consultaties met de maatschappelijke actoren.
Les activités du PNNS-B sont complémentaires à celles des communautés et des régions et visent à renforcer ces dernières au travers d’initiatives nationales de promotion de la santé publique.
De activiteiten van het NVGP-B zijn complementair aan de activiteiten van de gemeenschappen en gewesten en hebben als doel deze te versterken door nationale initiatieven in het belang van de gezondheid van de burgers.
Les actions prévues dans le PNNS-B cherchent à atteindre le plus grand nombre possible de citoyens et englobent les différents niveaux de la société, y compris les villes et communes, qui sont les plus proches de la population. Je tiens à souligner que la collaboration avec les communautés et les régions constitue un élément clé de la réussite du PNNS-B.
De acties van het NVGP-B wensen zo veel mogelijk burgers te bereiken en omvatten alle niveaus van de maatschappij met inbegrip van de steden en gemeenten die het dichtst bij de bevolking staan. Ik wens te onderstrepen dat de samenwerking met de gemeenschappen en gewesten een essentieel onderdeel is voor het welslagen van het NVGP-B.
Chaques actions pour objet d’améliorer, directement ou indirectement, les habitudes alimentaires de la population belge, certaines de ces actions sont toutefois axées spécifiquement sur la problématique de l’obésité. Il s’agit en l’occurence de :
Alle acties hebben tot doel om direct of indirect de voedingsgewoonten van de Belgen te verbeteren. Maar er zijn verschillende acties die specifiek gericht zijn op de obesitasproblematiek. Deze zijn :
L’action 14 : Mise sur pied d’un groupe de travail qui rassemblera des représentants des différentes autorités communautaires compétentes en matière d’enseignement. Il formulera des recommandations et d’encouragera des actions comme : l’intégration de notions de nutrition, en tant que discipline à part entière, dans les formations des professions axées sur la santé et des autres professions concernées par la nutrition; l’octroi de la possibilité de recyclages réguliers, étant entendu que l’accent sera mis sur une approche pluridisciplinaire de l’obésité et du surpoids et que les approches utilisées devront être adaptées à chaque phase du changement de comportement.
Actie 14 : Het oprichten van een werkgroep waarin vertegenwoordigers van de verschillende onderwijsinstanties van de Gemeenschappen worden uitgenodigd om aanbevelingen uit te werken en acties te stimuleren met betrekking tot onder andere : het aan bod doen komen van de « Voedingsleer » als volwaardige discipline binnen de opleidingen van op de gezondheid gerichte beroepen en andere beroepen die met voeding te maken hebben; het bieden van de mogelijkheid tot regelmatige bijscholingen, aandachtspunt voor multidisciplinaire aanpak van obesiteit en overgewicht en gerichtheid van acties op elke fase van gedragsverandering.
L’action 18 : Sensibilisation des professionnels et acteurs (para-)médicaux à tous les niveaux de la société (lieu de travail, milieu social, etc.). Il s’agit en l’occurrence d’encourager les acteurs de la santé, tels que médecins (généralistes), diététiciens, conseillers en prévention, médecins du travail, dentistes, pharmaciens et autres, à consacrer du temps à la prévention et à sensibiliser leurs patients à une alimentation variée et équilibrée et à la pratique d’une activité physique suffisante. Un guide sera mis au point à cet effet, en concertation avec les fédérations du secteur responsable. Ce guide s’attachera à définir la meilleure manière dont les acteurs précités pourront appliquer les principes et atteindre les objectifs du PNNS-B dans le cadre de leurs activités professionnelles.
Actie 18 : Sensibilisatie van professionele en (para-)medische actoren op alle niveaus van de samenleving (werkomgeving, kansarmen, enzovoort). Dit omvat het aansporen van gezondheidswerkers zoals (huis)artsen, die¨tisten, preventieadviseurs, arbeidsgeneesheren, tandartsen, apothekers en andere professionelen om meer tijd vrij te maken om aan preventie te doen en de bevolking te sensibiliseren voor een evenwichtige en gevarieerde voeding en voldoende beweging. Hiertoe zal een gids worden uitgewerkt in overleg met de verantwoordelijk sectorfederaties waarin wordt gestipuleerd hoe de principes en doelstellingen van het NVGP-B best aan bod kunnen komen tijdens de beroepsactiviteiten van de beschreven actoren.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27125
L’action 19 : E´valuation des possibilités de lever les obstacles aux consultations des diététiciens et l’accès aux mesures diététiques appropriées et autres interventions en faveur des personnes obèses (soutien psychologique, produits diététiques, interventions médicales, etc.) afin d’assurer une approche spécialisée et efficace. Une conférence de consensus sera organisée à cet effet.
Actie 19 : Het onderzoeken hoe, ten overstaan van obese personen, de drempel kan worden verlaagd ten aanzien van een begeleiding door die¨tist en de toegang tot specifieke dieet- en andere interventies (psychologische ondersteuning, dieetproducten, medische interventies, enzovoort) met het oog op een deskundige en efficie¨nte aanpak. Hiertoe zal een consensusconferentie worden gehouden.
La campagne 2006 s’articulait autour de 3 éléments principaux, en l’occurrence les différents guides alimentaires dans les deux langues nationales, le spot télévisé et le site web.
De campagne van 2006 bestond uit 3 grote onderdelen. Deze waren de verschillende voedingsgidsen in beide landstalen, de televisiespot en de internetsite.
Les guides alimentaires, 1 guide général (de 64 pages) et 4 guides spécifiques (de 12 pages), ont été tirés à 1 450 000 exemplaires, ventilés comme suit : le guide général : 750 000 exemplaires; guide 3-0 : 50 000 exemplaires; le guide 3-12 : 250 000 exemplaires; le guide 12-18 : 250 000 exemplaires et le guide 60+ : 150 000 exemplaires. Plus d’un million d’exemplaires des guides ont été distribués gratuitement avec le concours d’organisations externes telles que les mutualités, les pharmacies, la FEDIS, le département Enseignement de la Communauté française, etc.
De voedingsgidsen, 1 algemene (64 pagina’s) en 4 specifieke (12 pagina’s), hadden een totale oplage van 1 450 000 exemplaren. Van de algemene gids waren er 750 000 exemplaren; van de gids 0-3 : 50 000; van de gids 3-12 : 250 000; van de gids 12-18 : 250 000 exemplaren en van de gids 60+ : 150 000 exemplaren. Al meer dan 1 000 000 exemplaren van de gidsen werden gratis verspreid met de steun van externe organisaties zoals de mutualiteiten, de apothekers, FEDIS, het departement Onderwijs van de Franstalige gemeenschap, enzovoort.
Chaque jour, ce sont en moyenne 1 000 guides qui sont commandés par le biais du site web, par courrier électronique ou par téléphone.
Dagelijks worden gemiddeld 1 000 gidsen besteld via de website, email en telefoon.
Quant au spot télévisé, il a été diffusé une à deux fois par jour pendant un mois sur les différentes chaıˆnes belges. Au total, il est passé plus de 130 fois sur les différentes chaıˆnes (La Une, La Deux, RTLTVI, Club RTL, Plug TV, VTM, Canvas, één).
De televisiespot werd gedurende een maand een of tweemaal per dag uitgezonden op de verschillende televisiezenders in Belgie¨. De spot werd in totaal meer dan 130 maal uitgezonden op de verschillende zenders (VTM, Canvas, één, La Une, La Deux, RTL-TVI, Club RTL, Plug TV).
Le site web du Plan national Nutrition et Santé est l’un des piliers sur lesquels repose l’Axe Communication et Information. Le plan opérationnel précise que ce site fournira au grand public une information non seulement générale et pratique sur l’importance d’une alimentation équilibrée et d’une activité physique suffisante, mais aussi plus personnalisée. Il donnera au grand public l’occasion de collecter des informations sur son propre comportement alimentaire et servira également de cadre de référence aux messages qui respectent les grandes lignes du PNNS-B. Ceux-ci pourront ainsi être utilisés et référencés par tous les acteurs concernés par la diffusion d’informations relatives à l’alimentation et à la santé ou souhaitant entreprendre, des initiatives en ce sens.
Belangrijk binnen de Krachtlijn Communicatie en Informatie is de website van het Nationaal Voedingsen Gezondheidsplan. Het operationeel plan stelt dat op deze website het grote publiek algemene en praktische informatie terugvindt over gevarieerde voeding en fysieke activiteit, maar ook meer gepersonaliseerde boodschappen. Elke burger zal er toegang hebben tot informatie in verband met zijn persoonlijk voedingsgedrag. Bovendien zal de website fungeren als een referentiekader voor de boodschappen die in conformiteit zijn met het NVGP-B zodat deze kunnen worden gebruikt en waar naar kan verwezen worden door alle actoren die betrokken zijn bij de informatieverstrekking betreffende voeding en gezondheid of die initiatieven in deze richting wensen te ondernemen.
b) Si je n’entends pas empiéter sur les compétences réservées aux communautés, il n’en demeure pas moins qu’un plan de grande envergure doit aller de pair avec une communication et une information qui ciblent le grand public, et ce afin d’augmenter la cohérence des actions et d’en accroıˆtre la visibilité. Les budgets utilisés jusqu’à présent ont été
b) Het is niet de bedoeling dat ik me op het terrein van de gemeenschappen begeef, maar een grootschalig plan dient gepaard te gaan met een degelijke communicatie en informatie gericht op het grote publiek om de coherentie en herkenbaarheid van de acties te verhogen. De totnogtoe gebruikte budgetten behoren uitsluitend tot die van de Fede-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27126
alloués exclusivement par l’autorité fédérale. Les actions développées par les communautés jouent un roˆle complémentaire et pourront gagner en efficacité en faisant référence au Plan national.
rale Overheid. De acties van de gemeenschappen vervullen een complementaire rol en kunnen versterkt worden indien er verwezen wordt naar het Nationaal Plan.
DO 2005200608468
DO 2005200608468
Question no 796 de M. Miguel Chevalier du 7 juillet 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 796 van de heer Miguel Chevalier van 7 juli 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pharmacies. — Préparations magistrales non conformes. — Controˆles.
Apotheken. — Verkeerde bereiding van medicijnen. — Controles.
Un quart des médicaments des officines hospitalières sont mal préparés. Dans des cas exceptionnels, ces erreurs peuvent avoir des conséquences fatales pour le patient. Le controˆle des officines hospitalières relève ` l’heure de la compétence du SPF Santé publique. A actuelle, seulement deux inspecteurs sont chargés du controˆle des 115 officines hospitalières. E´tant donné les chiffres inquiétants relatifs au nombre de préparations non conformes, les inspecteurs devraient être beaucoup plus nombreux. Cette situation est relatée clairement dans une question déposée par M. Jo Vandeurzen (question no 675 du 6 février 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 125, p. 24596).
Een kwart van de medicijnen in ziekenhuisapotheken is foutief bereid. In uitzonderlijke gevallen kan dit fatale gevolgen hebben voor de patie¨nt. De FOD Volksgezondheid is verantwoordelijk voor de controle van de ziekenhuisapotheken. Voor de 115 ziekenhuisapotheken zijn er echter slechts twee inspecteurs. Gezien de verontrustende cijfers over het aantal foutieve bereidingen van geneesmiddelen, is dit aantal te weinig. Dit alles blijkt uit een vraag van de heer Jo Vandeurzen (vraag nr. 675 van 6 februari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 125, blz. 24596).
1. Envisagez-vous d’augmenter le nombre d’inspecteurs chargés du controˆle des officines hospitalières ?
1. Overweegt u om het aantal inspecteurs van ziekenhuisapotheken op te drijven ?
2. Disposez-vous de données relatives au nombre de patients dont la santé s’est détériorée à la suite d’une préparation magistrale non conforme ?
2. Beschikt u over gegevens die aantonen hoeveel patie¨nten een verslechterde gezondheid overgehouden hebben als gevolg van een verkeerde bereiding van medicijnen ?
3. Les pharmaciens indépendants préparent également divers médicaments.
3. Zelfstandige apothekers maken zelf ook verschillende medicijnen aan.
a) Ces pharmaciens sont-ils également controˆlés par les services du SPF Santé publique ?
a) Voert de FOD Volksgezondheid ook hier controles uit ?
b) Dans l’affirmative, combien de controˆleurs sont-ils chargés de ce controˆle et quels sont les résultats des controˆles ?
b) Zo ja, hoeveel controleurs zijn er die zich hiermee bezighouden en wat zijn de resultaten van de controles ?
4. Les patients se tournent non seulement vers les pharmaciens indépendants agréés, mais aussi de plus en plus vers les médecines dites alternatives qui utilisent essentiellement des mélanges d’épices.
4. Naast de erkende zelfstandige apothekers, wordt er ook meer en meer heil gezocht bij de zogenaamde alternatieve geneeswijzen die vooral gebruik maken van kruidenmengsels.
Disposez-vous de données qui indiquent combien de controˆles ont été effectués auprès de cette catégorie ? Quel est le résultat de ces controˆles ?
Beschikt u over gegevens die aantonen hoeveel controles er werden uitgevoerd bij deze categorie en wat het resultaat is van deze controles ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27127
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 796 de M. Miguel Chevalier du 7 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 796 van de heer Miguel Chevalier van 7 juli 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Le nombre d’inspecteurs en charge de l’inspection des officines hospitalières est actuellement de 1,7 ETP. Le planning théorique pour les années 2005 et 2006 prévoyait 3,9 ETP. Avec la venue de l’Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé ce planning peut être réalisé progressivement.
1. Het aantal inspecteurs voor de inspecties van de ziekenhuisofficina’s bedraagt thans 1,7 FTE. In de theoretische planning voor 2005 en 2006 werd voorzien in 3,9 FTE. Met de komst van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten kan deze planning geleidelijk gerealiseerd worden.
2. Au cours de la période visée, aucun cas ne nous a été rapporté quant au risque que représenteraient pour la santé des patients les préparations magistrales administrées en milieu hospitalier.
2. Er zijn ons in de betrokken periode geen gevallen gesignaleerd waarbij de gezondheid van de patie¨nten in gevaar werd gebracht door het toedienen van magistrale bereidingen in ziekenhuismilieu.
Comme déjà dit, les résultats de ces échantillonnages ne sont pas représentatifs, et nous ne pouvons dès lors pas en extrapoler que le quart de ces préparations en hoˆpital ne sont pas conformes. De plus, 60 % de ces cas dits non conformes portent sur une infraction à la norme de tolérance de 90-110 %. Bien que l’on doive tendre vers une conformité maximale, on peut dire que cet écart par rapport à la norme n’est pas de nature à engendrer de graves conséquences pour le patient. Il serait plus grave de constater un surdosage massif ou un changement de substance active, il s’agirait là d’un accident que l’on ne peut néanmoins jamais exclure en ce sens que l’origine dans ce cas-là est une erreur humaine.
Zoals reeds vermeld zijn de resultaten van deze bemonsteringen niet representatief en mag men hieruit niet extrapoleren dat een kwart van al de bereidingen in de ziekenhuizen niet conform zou zijn. Daarenboven betreft het in 60 % van deze niet-conformiteit een afwijking van de tolerantienorm van 90-110 %. Hoewel er moet gestreefd worden om een maximale conformiteit te bereiken, kan men stellen dat deze afwijking niet van die aard is om ernstige gevolgen voor de patie¨nt te veroorzaken. Ernstiger zou het zijn als er een massieve overdosage vastgesteld wordt of er een verwisseling van actieve grondstof werd gedetecteerd. Dit is dan accidenteel maar echter nooit uit te sluiten omdat een menselijke fout in dit geval aan de basis ligt.
3. Concernant l’inspection des 5 243 officines ouvertes au public, la DG Médicaments dispose actuellement de 6,7 ETP inspecteurs.
3. Voor de inspecties van de 5 243 voor het publiek geopende officina’s beschikt het DG Geneesmiddelen thans over 6,7 FTE inspecteurs.
Le planning théorique pour 2005 et 2006 prévoyait 13,4 ETP, mais en analogie avec celui des officines hospitalières, ce planning sera réalisé progressivement avec la venue de l’AFMPS.
In de theoretische planning voor 2005 en 2006 werd voorzien in 13,4 FTE, doch, analoog aan deze van de ziekhuisofficina’s, zal deze planning met de komst van het FAGG geleidelijk gerealiseerd worden.
Au cours de leurs controˆles de routine programmés, les inspecteurs échantillonnent les préparations magistrales (prescrites) et officinales (également appelées « spécialités maison »). Ces deux types de préparations sont réalisés par le pharmacien, dans son officine et sous sa responsabilité.
Tijdens hun geprogrammeerde routinecontroles bemonsteren de inspecteurs de aanwezige magistrale bereidingen (voorgeschreven) en officinale bereidingen (ook « loco-preparaten » of « huisspecialiteiten » genoemd). Beide bereidingen worden door de apotheker in zijn officina en onder zijn verantwoordelijkheid bereid.
Le traitement des résultats d’analyse des échantillonnages pour l’année 2005 en ce qui concerne les officines ouvertes au public n’est pas encore totalement achevé. Pour 2004, 435 échantillonnages ont été réalisés, dont 141 (32,4 %) se sont avérés non conformes. Parmi ceux-ci, 75 % s’expliquaient par une infraction à la norme de tolérance de 90-110 % et 18 % par une répartition inégale par unité. (En 2004, le nombre de
De analyseresultaten van de bemonsteringen voor het jaar 2005 zijn nog niet volledig verwerkt voor de officina’s open voor het publiek. Voor het jaar 2004 werden 435 bemonsteringen uitgevoerd, waarvan er 141 of 32,4 % niet conform bleken te zijn. Hiervan was 75 % te wijten aan een afwijking van de toleratienorm 90-110 % en 18 % aan een ongelijke verdeling per eenheid, (voor 2004 was het aantal niet conforme
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27128
préparations non conformes dans les officines hospitalières était de 31,25 %; l’année 2005 s’est caractérisée par une amélioration à ce niveau-là).
bereidingen voor de ziekenhuisofficina’s ook 31,25 %, in 2005 werd een verbetering opgetekend)
4. Les préparations de médicaments à base de plantes sont donc elles aussi considérées comme des « médicaments » et seul le pharmacien est habilité à les préparer.
4. Bereidingen van geneesmiddelen op basis van kruiden zijn derhalve ook « geneesmiddelen » en mogen slechts door een apotheker bereid worden.
Il n’existe aucune donnée spécifique concernant ce type de préparations. Comme la DG Médicaments travaille à partir d’actions thématiques, un échantillonnage ciblé de ces préparations peut être prévu au planning.
Voor dit type van bereidingen zijn er geen aparte gegevens beschikbaar. Vermits het DG Geneesmiddelen met thema-acties werkt, kan een gerichte bemonstering van deze bereidingen in de planning voorzien worden.
La préparation de ces produits (autres que les spécialités enregistrées) hors officine équivaudrait à pratiquer l’art pharmaceutique de manière illégale.
Indien dergelijke bereidingen (andere dan geregistreerde specialiteiten) buiten de officina bereid zouden worden, dan betreft het een illegale uitoefening van de artsenijbereidkunde.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 216 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 216 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.
Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février 2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande.
Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27129
Selon un article récent paru dans le « Juristenkrant », cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau. 1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre Chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ? 2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ? b) Pourquoi ont-ellesété rejetées ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 3 octobre 2006, à la question no 216 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements demandés. Au sein du SPF Personnel et Organisation, le nombre de demandes de communication sous forme de copie d’un document administratif s’élève à 226, dont 221 demandes adressées à SELOR. Le nombre de refus s’élève à 17 et les motifs de refus ont été : — le caractère par nature confidentiel des informations d’entreprise ou de fabrication communiquées à l’autorité; — l’atteinte à la vie privée; — le secret des délibérations du gouvernement fédéral; — le caractère manifestement abusif de la demande; — la rupture de l’égalité entre les candidats dans le cadre de procédures de sélection en cas de réutilisation de certains tests. Les demandes de consultation de documents administratifs ne donnent pas lieu à la tenue des statistiques.
Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest. 1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw Kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ? 2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ? b) Voor welke motieven ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 216 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid de gevraagde gegevens mee te delen. Binnen de FOD Personeel en Organisatie bedraagt het aantal vragen om mededeling in afschrift van een bestuursdocument 226, waarvan 221 gericht aan SELOR. Het aantal weigeringen bedraagt 17 en de motieven van afwijzen waren : — het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld; — de afbreuk aan de persoonlijke levenssfeer; — het geheim van de beraadslagingen van de federale regering; — het kennelijk onredelijk karakter van de vraag; — de schending van het gelijkheidsbeginsel tussen kandidaten in het kader van selectieprocedures ingeval van hergebruik van bepaalde tests. Voor de vragen om inzage van bestuursdocumenten worden geen statistieken bijgehouden.
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2004200504492
DO 2004200504492
Question no 128 de Mme Hilde Dierickx du 7 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : CPAS. — Problèmes de compétence. — E´tudiants. Les compétences sont matière à débat entre les CPAS depuis longtemps. Cette discussion trouve son
Vraag nr. 128 van mevrouw Hilde Dierickx van 7 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : OCMW’s. — Bevoegdheidsproblemen. — Studenten. Al geruime tijd bestaan er discussies tussen de OCMW’s in verband met de bevoegdheid. De oorzaak
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27130
origine dans la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale, qui prête à confusion depuis des années. Les différentes précisions apportées par le biais de circulaires n’ont remédié que partiellement au problème.
hiervan is terug te vinden bij de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Deze wet zorgt al jaren voor onduidelijkheid. De verschillende verduidelijkingen door omzendbrieven brachten hier slechts gedeeltelijk een oplossing.
L’une de ces circulaires explicatives est celle du 3 aouˆt 2004 relative à la compétence en ce qui concerne les étudiants. Dans cette circulaire, le ministre fournit des précisions concernant l’article 2, § 6 de la loi du 2 avril 1965.
Een voorbeeld van een verduidelijkende omzendbrief is deze van 3 augustus 2004 in verband met de bevoegdheid voor studenten. In deze omzendbrief verduidelijkt de minister artikel 2, § 6 van de wet van 2 april 1965.
Cette circulaire offre de nombreuses solutions, mais néglige certains problèmes de compétence. Les principales imprécisions peuvent se résumer à la question de savoir comment concilier l’article 2, § 6 de la loi du 2 avril 1965 avec les autres paragraphes de l’article 2, principalement en cas de modification de l’inscription de l’intéressé au registre de la population en sa qualité d’étudiant.
De omzendbrief biedt vele oplossingen, maar enkele bevoegdheidsproblemen werden over het hoofd gezien. De belangrijkste onduidelijkheden zijn samen te vatten in de vraag hoe artikel 2, § 6 van de wet van 2 april 1965 staat in relatie tot de andere paragrafen uit artikel 2. Dit vooral wanneer de inschrijving in het bevolkingsregister van de betrokkene tijdens zijn hoedanigheid als student gewijzigd werd.
Concrètement, ma question consiste à savoir si la règle de continuité prévue à l’article 2, § 3 s’applique aux étudiants qui, pendant leur séjour dans un établissement visé à l’article 2, § 1er, perdent leur qualité d’étudiant.
Concreet is mijn vraag of de continuı¨teitsregel uit artikel 2, § 3 toegepast moet worden op studenten, die tijdens het verblijf in een instelling zoals bepaald in artikel 2, § 1 hun hoedanigheid van student verliezen ?
Pour préciser ma question, je prendrai l’exemple suivant au cours de l’année académique, un étudiant qui bénéficie de l’assistance d’un CPAS et a depuis été inscrit dans une autre commune doit être admis dans un établissement psychiatrique visé à l’article 2, § 1er pour des problèmes psychologiques.
Om deze vraag te verduidelijken geef ik volgend voorbeeld. Een student die steun krijgt van een OCMW, en sindsdien in een andere gemeente werd ingeschreven, krijgt psychologische problemen en wordt tijdens het academiejaar opgenomen in een psychiatrische instelling, zoals bepaald in artikel 2, § 1.
Je considère que, dans la mesure ou` on ignore si les problèmes de l’étudiant sont temporaires, celui-ci est toujours considéré, sur le plan de la compétence, comme étudiant pendant la durée de son inscription. La circulaire du 3 aouˆt 2004 dispose en effet que « l’étudiant conserve sans interruption sa qualité d’étudiant jusqu’au moment ou` il termine ou interrompt les études. ... Les études en cours ne sont également pas interrompues lorsque l’étudiant ne peut temporairement pas poursuivre ses études en raison de son état de santé, à condition qu’il reste inscrit pour l’année scolaire ou universitaire en cours. »
Ik ga er van uit dat aangezien men niet weet of de problemen van de student tijdelijk zijn, dat inzake de bevoegdheid de student gedurende zijn inschrijving als student blijft aanzien worden. De omzendbrief van 3 augustus 2004 bepaalt immers : « De student behoudt ononderbroken zijn hoedanigheid van student tot hij de studie bee¨indigt of onderbreekt. ... De lopende studie wordt evenmin onderbroken wanneer de student wegens zijn gezondheidstoestand zijn studies tijdelijk niet kan voortzetten, mits hij ingeschreven blijft voor het lopende academiejaar. ».
1. Ce raisonnement est-il correct, et le CPAS qui est compétent pour l’intéressé en sa qualité d’étudiant le sera-t-il également pendant le séjour dans un établissement visé à l’article 2, § 1er de la loi précitée du 2 avril 1965 ?
1. Klopt deze redenering, en zal het OCMW dat bevoegd is voor de betrokkene als student, ook bevoegd zijn tijdens de opname in een instelling zoals bepaald in artikel 2, § 1 van de voornoemde wet van 2 april 1965 ?
2. a) Dans l’affirmative, quel CPAS serait compétent s’il apparaıˆt, au cours du séjour dans l’établissement, que l’intéressé ne poursuivra pas ses études ?
2. a) Zo ja, welk OCMW is dan bevoegd wanneer tijdens de opname in de instelling blijkt dat betrokkene niet meer zal verder studeren ?
b) La règle de la continuité prévue à l’article 2, § 3 de la loi du 2 avril 1965 s’applique-t-elle également au CPAS qui était compétent pour l’étudiant ?
b) Speelt dan de continuı¨teit uit artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1965 ook voor het OCMW dat voor de student bevoegd was ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27131
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 4 octobre 2006, à la question no 128 de Mme Hilde Dierickx du 7 juin 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre. Le remboursement sur la base du maximum à facturer doit être considéré comme un revenu de l’intéressé, qui doit être pris en considération pour le calcul du revenu d’intégration. En ce qui concerne le calcul des ressources, l’article 16 de la loi du 22 mai 2002 précise que toutes les ressources, quelle qu’en soit la nature ou l’origine, dont dispose le demandeur, sont prises en considération, y compris toutes les prestations allouées en vertu de la législation sociale belge ou étrangère.
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 4 oktober 2006, op de vraag nr. 128 van mevrouw Hilde Dierickx van 7 juni 2005 (N.) : In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
E´tant donné que les revenus sur la base du maximum à facturer ne sont pas repris explicitement dans cet article, ils doivent dès lors être pris en considération pour le calcul du revenu d’intégration. J’attire cependant l’attention de l’honorable membre sur le fait que lorsque les capitaux mobiliers n’excèdent pas 6 200 euros, on n’en tient pas compte. En effet, pour les capitaux mobiliers, il est selon l’article 27 du règlement général précité tenu compte d’une somme égale à 6 % de la tranche entre 6 200 euros et 12 500 euros et à 10 % des montants supérieurs à cette tranche
De terugbetaling op basis van de maximumfactuur moet aangezien worden als een bestaansmiddel van de betrokkene dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het leefloon. Wat de berekening van de bestaansmiddelen betreft, stelt artikel 16 van de wet van 26 mei 2002 duidelijk dat alle bestaansmiddelen van welke aard en oorsprong ook, waarover de aanvrager beschikt, in aanmerking komen met inbegrip van alle uitkeringen krachtens de Belgische of buitenlandse sociale wetgeving. Op de algemene regel dat alle bestaansmiddelen in aanmerking komen van welke aard en oorsprong ook, bestaan een aantal uitzonderingen die gegroepeerd worden in het Algemeen Reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Enkel de bestaansmiddelen die uitdrukkelijk zijn opgenomen in artikel 22, § 1, van dat algemeen reglement van 11 juli 2002, zijn vrijgesteld voor wat betreft de berekening van de bestaansmiddelen. Aangezien de inkomsten op basis van de maximumfactuur niet expliciet zijn opgenomen in dit artikel, moeten ze derhalve voor de berekening van het leefloon in aanmerking worden genomen. Ik vestig er evenwel de aandacht van het geachte lid op dat wanneer de roerende. kapitalen 6 200 euro niet overschrijden, men er geen rekening mee houdt. Overeenkomstig artikel 27 van voornoemd algemeen reglement wordt immers voor de roerende kapitalen enkel rekening gehouden met 6 % van de schijf gelegen tussen 6 200 euro en 12 500 euro en met 10 % van de boven die schijf gelegen bedragen.
Politique des grandes villes
Grootstedenbeleid
La règle générale selon laquelle toutes les ressources, quelle qu’en soit la nature ou l’origine, doivent être prises en considération connaıˆt quelques exceptions regroupées dans le Règlement général en matière de droit à l’intégration sociale. Uniquement les ressources mentionnées expressément à l’article 22, § 1er, de ce règlement général du 11 juillet 2002 sont exonérées pour le calcul des ressources.
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 63 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février
Vraag nr. 63 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27132
2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre Chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ? 2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ? b) Pourquoi ont-ellesété rejetées ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 3 octobre 2006, à la question no 63 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) : En réponse à la question de Luc Sevenhans portant le no 63, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Pour la Politique des Grandes Villes, il convient de se référer à la réponse no 220 du 23 août 2006 fournie par le ministre de l’Intégration sociale. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 137.)
17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ». Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers. Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest. 1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw Kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ? 2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ? b) Voor welke motieven ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 63 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) : In antwoord op de vraag van Luc Sevenhans met het nr. 63 heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Voor Grootstedenbeleid verwijs ik naar het antwoord met nr. 220 van 23 augustus 2006 van de minister van Maatschappelijke Integratie. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 137.)
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande. Selon un article récent paru dans le Juristenkrant, cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau.
DO 2005200608571
DO 2005200608571
Question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 19 juillet 2006 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Politique environnementale. — Taxes de trafic urbain. « Le chauffage urbain graˆce aux énergies renouvelables, des projets de logements à faible consommation
Vraag nr. 104 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Milieubeleid. — Tolheffingen op stadsverkeer. Stadsverwarming door hernieuwbare energiebronnen, plannen voor energiezuinige woningen, zonering
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27133
d’énergie, une répartition en zones des villes et l’instauration de taxes urbaines (comme à Londres et à Stockholm) ». Selon le compte rendu de la conférence co-organisée par la DG Environnement et Friends of Europe le 31 mai 2006, ce sont vos propositions pour solutionner les problèmes environnementaux constatés au niveau local.
van de steden en rekeningrijden in de steden (zoals in Londen en Stockholm) : dat zijn, volgens het verslag van de conferentie die op 31 mei 2006 door het DG Milieu en Friends of Europe georganiseerd werd, de voorstellen die u aanreikt om de lokale milieuproblemen op te lossen.
Ce sont évidemment des thématiques qui nous intéressent en tant qu’écologistes, et j’aimerais donc avoir quelques précisions quant à l’exécution au niveau belge de ces promesses.
Dit zijn natuurlijk thema’s die ons groenen ter harte gaan, en graag kreeg ik dan ook nadere toelichting over de manier waarop die beloften op Belgisch niveau waargemaakt zullen worden.
Cette conférence cadre dans une récente stratégie de la Commission à rendre les villes européennes plus écologiques en appliquant les politiques européennes existantes, plutoˆt que de présenter de nouvelles législations. La principale nouveauté de cette stratégie est le fait de permettre aux E´tats membres d’utiliser les fonds européens (fonds structurels et de cohésion) pour soutenir des investissements qui améliorent la qualité de l’environnement urbain.
Voormelde conferentie kadert in een recent door de Commissie uitgestippelde strategie om de Europese steden te ecologiseren door de bestaande Europese beleidslijnen toe te passen, veeleer dan nieuwe regels op te stellen. De belangrijkste nieuwigheid van die strategie is de mogelijkheid voor de lidstaten om gebruik te maken van de Europese fondsen (de Structuurfondsen en het Cohesiefonds) voor investeringen in een betere milieukwaliteit in de steden.
A) En ce qui concerne l’instauration de taxes urbaines :
A) Wat de tolheffing op het stadsverkeer betreft :
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises afin de développer des projets de taxation urbaine pour le trafic routier entrant dans les villes ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds getroffen met het oog op de invoering van het rekeningrijden voor voertuigen die de stad binnenrijden ?
2. Est-ce que les déclarations faites à cette conférence sont une position du gouvernement ou une proposition personnelle ?
2. Vertolkte u met uw uitspraken op die conferentie het standpunt van de regering, of gaat het om een persoonlijk voorstel ?
3. Quel type de taxation urbaine prévoyez-vous ?
3. Welk type heffing staat u voor ogen ?
4. Quand ce système de taxation urbaine devrait-il entrer en vigueur selon vous ?
4. Wanneer zou er volgens u met rekeningrijden begonnen moeten worden ?
5. a) Vous êtes-vous concertés avec les régions à ce sujet ?
5. a) Heeft u hierover overleg gepleegd met de gewesten ?
b) Quelles étaient les conclusions de cette concertation ?
b) Wat waren de conclusies van dat overleg ?
6. Quelles villes belges doivent instaurer un tel système selon vous ?
6. Welke Belgische steden zouden volgens u een dergelijke regeling moeten invoeren ?
B) En ce qui concerne le chauffage urbain et les projets de logements à faible consommation d’énergie :
B) Wat de stadsverwarming en de plannen voor energiezuinige woningen betreft :
1. a) Quelles sont les démarches ou les mesures que vous avez déjà prises afin de concrétiser des projets de chauffage urbain ?
1. a) Wat heeft u reeds ondernomen om projecten voor stadsverwarming te realiseren ?
b) Dans quelles villes belges un tel projet pourrait-il être lancé selon vous ?
b) Welke Belgische steden zouden er volgens u voor zo’n project in aanmerking komen ?
2. a) Avez-vous abordé cette question dans le cadre de la Conférence interministérielle du Logement, dont on entend quasiment plus parler depuis un an ?
2. a) Heeft u deze kwestie opgeworpen in het kader van de interministerie¨le conferentie over huisvesting, waar we al een jaar lang nagenoeg niets meer over vernomen hebben ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27134
b) Quelle pourrait être la contribution du niveau fédéral ?
b) Op welke manier zou de federale overheid daaraan kunnen bijdragen ?
3. Quand est-ce que vous estimez pouvoir lancer les premiers projets de chauffage urbain en Belgique ?
3. Wanneer denkt u met de eerste projecten voor stadsverwarming in Belgie¨ van start te kunnen gaan ?
4. a) Vous êtes-vous concertés avec les régions à ce sujet ?
4. a) Heeft u hierover overleg gepleegd met de gewesten ?
b) Quelles étaient les conclusions de cette concertation ?
b) Wat waren de conclusies van dat overleg ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 2 octobre 2006, à la question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 19 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 104 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 juli 2006 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
La conférence dont il est question était co-organisée par la DG environnement de la Commission européenne et l’organisation non-gouvernementale « Friends of Europe ». Elle s’inscrit dans la « green week » européenne qui a pour objectif de promouvoir l’environnement. Il ne s’agit pas d’une concertation officielle au niveau européen mais plutoˆt d’un colloque. Lors de cette conférence, les discussions étaient centrées sur les villes européennes et les possibilités d’améliorer leur situation environnementale.
De conferentie waarvan sprake werd georganiseerd in samenwerking tussen het DG Leefmilieu van de Europese Commissie en de niet-gouvernementele organisatie « Friends of Europe ». Zij kaderde binnen de Europese « green week » waarmee het Europees milieu wordt gepromoot. Het ging hierbij niet om een officieel overleg op Europees niveau of tussen lidstaten, meer om een colloquium. De besprekingen op deze conferentie handelden en over de Europese steden en over mogelijkheden om hun milieutoestand te verbeteren.
Des solutions telles que les péages urbains, les habitations économes ou les chauffages urbains ont été évoquées lors des débats. J’ai également soutenu l’idée que les approches intégrées pour l’environnement en milieu urbain doivent être préférées.
Oplossingen zoals stedelijke tol, zuinige woningen of stadsverwarming, kwamen in de debatten ter sprake.
Les différents instruments de politique ne peuvent en effet ni s’envisager isolément ni être considérés comme des solutions exclusives. Pour être efficaces, ils doivent être replacés dans un contexte plus global où il est nécessaire d’avoir une approche planifiée sur un long terme. Des dispositions connexes sont généralement nécessaires pour les soutenir.
Er werd ook gesteld, en door mij duidelijk ondersteund, dat een geı¨ntegreerde aanpak voor het stedelijk milieu de voorkeur verdient. De verschillende beleidsinstrumenten (wetgevend, economische instrumenten, ruimtelijke beleid, enzovoort) kunnen inderdaad niet als losstaande en exclusieve oplossingen gelden maar moeten gezien worden in een een ruimere context, waarbij er nood is aan een planmatige aanpak op lange termijn. Meestal zijn er dus verschillende elkaar ondersteunende maatregelen nodig.
Dans le cadre du transport par exemple, lorsqu’on instaure des contraintes à l’accès des villes aux véhicules pour réduire les problèmes de congestion ou de pollutions, on doit fournir une alternative qui réduit au maximum les désagréments.
In het kader van het vervoer moeten bij voorbeeld steden die het file- en het vervuilingsprobleem willen aanpakken door toegangsbeperkingen voor voertuigen in te voeren, een alternatief aanbieden zodat de negatieve gevolgen tot een minimum worden herleid.
D’autre part, les impacts au niveau social ne peuvent être oubliés. Les véhicules les moins polluants sont les véhicules les plus récents et les personnes moins aisées ont plus de difficultés à acheter de nouveaux véhicules pour suivre les progrès technologiques.
De sociale impact mag hierbij niet worden vergeten. De minst vervuilende voertuigen zijn immers tevens de meest recente en de minder bemiddelde mensen hebben het moeilijker om door middel van nieuwe aankopen de technologische vooruitgang bij te houden.
La promotion et le développement des transports publics, la création de parking de dissuasion,
Er zijn tal van factoren die moeten ontwikkeld worden indien men verkeer in steden wil weren, zoals
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27135
l’incitation au co-voiturage, les gratuités des transport en communs pour les trajets domicile-lieu de travail, sont autant de moyens que nous devons développer si on veut diminuer le trafic dans les villes.
de promotie en ontwikkeling van openbaar vervoer, het inrichten van ontradingsparkings, het aanmoedigen van carpooling, en gratis openbaar vervoer voor woon-werkverkeer.
Plusieurs de ces mesures sont déjà en cours de réalisation. Elles sont prévues notamment dans le cadre du plan ozone. Dans ce plan également, une approche intégrée a été envisagée et quelques mesures sont réalisées en collaboration avec les régions car elles reposent sur des compétences fédérales et régionales.
Vele van zulke maatregelen zijn al in uitvoering. Zij zijn onder meer gepland in het kader van het ozonplan. In dit plan werd een geı¨ntegreerde aanpak vooropgesteld en sommige maatregelen worden uitgevoerd in samenspraak met de gewesten, omdat de bevoegdheden zowel federaal als gewestelijk zijn.
Concernant les habitations à faible consommation d’énergie, une sensibilisation du public aux économies d’énergie est prévue et sera soutenue par deux sites internet. Le premier proposera un outil de calcul des retours sur investissement et des économies d’énergie de plusieurs matériaux ou équipements d’habitation. On retrouvera entre autres électroménager (fin 2006), chaudières et fenêtres (2007). Le second donnera des informations également sur des matériaux de constructions. Il s’agira entre autres des différentes primes ou déductions fiscales offertes ainsi que les labels existants.
Wat betreft de energiezuinige woningen is er een sensibilisatie van het publiek gepland, die zal worden ondersteund door twee websites. De eerste zal een tool aanbieden waarmee de bezoeker zijn opbrengsten van energiebesparende investeringen in diverse materialen of woonuitrustingen kan uitrekenen. Daarop komen onder meer huishoudtoestellen (eind 2006), verwarmingsketels en beglazing (2007) voor. De tweede website zal ook informatie bevatten over constructiematerialen, met onder andere uitleg over verschillende premies, fiscale aftrekbaarheden en bestaande labels.
Je souhaite également rappeler que nous avons déjà mis en œuvre des instruments économiques qui contribuent à une politique urbaine durable :
Ik wil er ook aan herinneren dat wij reeds economische instrumenten inzetten die bijdragen tot een meer duurzaam stedelijk beleid :
— Déductions fiscales pour le remplacement des chaudières par des chaudières à condensation, pompes à chaleurs, etc.
— Fiscale aftrek voor de vervanging van verwarmingsketels door condensatieketels, warmtepompen, enzovoort.
— Déductions fiscales pour l’achat de chauffe eau solaires, panneaux photovoltaı¨ques, pour l’isolation de la toiture, etc.
— Fiscale aftrek voor de aankoop van waterverwarmers, fotovoltaı¨sche panelen, voor dakisolatie, enzovoort.
— La création le 10 mars 2006 du fond de réduction de coût global de l’énergie. Ce fond a pour but d’octroyer des prêts bon marché pour des mesures structurelles qui permettent de réaliser des économies d’énergie.
— Oprichting, op 10 maart 2006, van het Fonds ter reductie van de globale energiekost. Dit fonds heeft tot doel om goedkope leningen toe te kennen voor structurele maatregelen die kunnen leiden tot energiebesparingen.
Pensions
Pensioenen
DO 2005200608370
DO 2005200608370
Question no 169 de M. Jean-Marc Nollet du 26 juin 2006 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 169 van de heer Jean-Marc Nollet van 26 juni 2006 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Pensions des agents des services publics.
Pensioenen van de overheidsambtenaren.
Pourriez-vous communiquer, pour l’année 2005 ou, à défaut, pour la dernière année disponible, le nombre d’agents de l’E´tat retraités qui bénéficient d’une retraite de :
Kan u voor 2005 of, zo dit niet mogelijk is, voor het laatste jaar waarvoor die gegevens beschikbaar zijn, het aantal gepensioneerde overheidsambtenaren opgeven die een pensioen :
1. moins de 10 000 euros par année;
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. lager dan 10 000 euro per jaar; 2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27136
2. entre 10 001 et 20 000 euros;
2. tussen 10 001 en 20 000 euro;
3. de 20 001 à 30 000 euros;
3. tussen 20 001 en 30 000 euro;
4. de 30 001 à 40 000 euros;
4. tussen 30 001 en 40 000 euro;
5. de 40 001 à 50 000 euros;
5. tussen 40 001 en 50 000 euro;
6. plus de 50 000 euros par année ?
6. hoger dan 50 000 euro per jaar genieten ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 3 octobre 2006, à la question no 169 de M. Jean-Marc Nollet du 26 juin 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 169 van de heer Jean-Marc Nollet van 26 juni 2006 (Fr.) :
En réponse à sa question, l’honorable membre trouvera ci-dessous les éléments demandés en ce qui concerne les pensions de retraite du secteur public qui en 2005 ont été gérées par le Service des Pensions du Secteur public (SdPSP).
In antwoord op zijn vraag, bezorg ik het geachte lid de gevraagde gegevens wat betreft de rustpensioenen in de overheidssector die in 2005 werden beheerd door de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS).
Ce tableau a été établi en multipliant par le coefficient actuel 1,3728 les taux nominaux annuels des pensions de retraite qui ont fait l’objet d’au moins un paiement au cours de l’année 2005.
Deze tabel is opgesteld op basis van de nominale jaarbedragen, omgezet aan de huidige index 1,3728 van de rustpensioenen die minstens éénmaal werden betaald in de loop van 2005.
Pensions de retraite SdPSP
Nombre
Rustpensioenen PDOS
Aantal
Entre 1 et 10 000 euros/an ............................. Entre 10 001 et 20 000 euros/an ..................... Entre 20 001 et 30 000 euros/an ..................... Entre 30 001 et 40 000 euros/an ..................... Entre 40 001 et 50 000 euros/an ..................... Plus que 50 000 euros/an ............................... Suspendu .......................................................
32 654 82 569 113 046 49 574 12 022 7 919 590
Tussen 1 en 10 000 euro/jaar ......................... Tussen 10 001 en 20 000 euro/jaar ................ Tussen 20 001 en 30 000 euro/jaar ................ Tussen 30 001 en 40 000 euro/jaar ................ Tussen 40 001 en 50 000 euro/jaar ................ Meer dan 50 000 euro/jaar ............................ Geschorst ......................................................
32 654 82 569 113 046 49 574 12 022 7 919 590
Total .............................................................
298 374
Totaal ...........................................................
298 374
DO 2005200608822
DO 2005200608822
Question no 176 de Mme Trees Pieters du 8 septembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 176 van mevrouw Trees Pieters van 8 september 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Problèmes relatifs à la mise en œuvre de la règle des 80 %. — Tentatives pour éviter des litiges, des réclamations et des procès. — Demandes d’avis d’expert.
Toepassingsproblemen bij de 80 %-regel. — Vermijden van geschillen, bezwaarschriften en rechtszaken. — Inwinnen van deskundige adviezen.
La règle fiscale des 80 % prévue notamment aux articles 59 et 195 CIR 1992 n’a été ni modifiée, ni abrogée par la loi relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (LPC). Sur le terrain, la mise en œuvre de cette règle donne cependant toujours lieu à de nombreux problèmes.
De fiscale 80 %-regel waarvan onder meer sprake in de artikelen 59 en 195 WIB 1992 werd door de Wet op aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP) noch gewijzigd, noch geschrapt. Weliswaar duiken er in de praktijk nog steeds talloze toepassingsproblemen op.
Pour éviter, dans la mesure du possible, ces interminables discussions, le Conseil des ministres du 16 janvier 2004 aurait décidé de créer un groupe de travail spécialisé, composé de membres de la Commission des
Om die oeverloze discussies grotendeels op te vangen, werd op de ministerraad van 16 januari 2004 blijkbaar beslist om een werkgroep van specialisten op te richten die samengesteld is uit leden van de door de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27137
Pensions complémentaires et du Conseil des Pensions complémentaires, instaurés tous les deux par la LPC.
WAP in het leven geroepen Commissie voor Aanvullende Pensioenen en de Raad voor Aanvullende Pensioenen.
Pour les contribuables, les questions générales pratiques suivantes se posent toujours.
Voor de belastingplichtigen rijzen in dit verband nog altijd de volgende algemene praktische vragen.
1. Lesquels des entités, personnes ou agents fiscaux suivants peuvent s’adresser directement, soit par lettre, soit par fax ou par courriel, à cette commission ou à ce groupe de travail pour solliciter un avis valable et non contraignant permettant d’éviter, dans le cadre notamment de la nouvelle culture fiscale, la persistance de litiges, réclamations ou procès.
1. Wie van de onderstaande entiteiten, personen of belastingambtenaren kunnen zich zowel per brief, per fax of via e-mail rechtstreeks richten tot die commissie of tot die werkgroep om een waardevol en vrijblijvend advies in te winnen, zodat er zich mede in het kader van de nieuwe fiscale cultuur geen blijvende geschillen, bezwaarschriften of rechtszaken meer zouden voordoen.
a) le dirigeant d’entreprise assuré;
a) de verzekerde bedrijfsleider;
b) la société ou ses administrateurs ou gérants responsables;
b) de vennootschap of haar aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders;
c) le conseil fiscal, l’expert-comptable ou le réviseur d’entreprise;
c) de fiscale raadgever, de accountant of de bedrijfsrevisor;
d) le conseil ou l’avocat;
d) de raadsman of advocaat;
e) l’agent taxateur chargé de l’instruction du dossier et/ou son chef de service;
e) de onderzoekende taxatieambtenaar en/of zijn dienstoverste;
f) le fonctionnaire du contentieux;
f) de geschillenambtenaar;
g) le directeur régional;
g) de gewestelijke directeur;
h) la société, l’agent ou le courtier d’assurances ?
h) de verzekeringsmaatschappij, -agent of -makelaar ?
2. Pourriez-vous me faire connaıˆtre toutes les coordonnées de cette commission, de ce conseil et de ce groupe de travail (adresses, numéros de téléphone et de fax directs, adresses e-mail) ?
2. Wat zijn alle coo¨rdinaten van die bewuste commissie, raad en werkgroep (adres, rechtstreeks telefoon- en faxnummer en e-mailadres) ?
3. Dans quel délai raisonnable cet avis d’expert non contraignant peut ou doit-il être fourni aux demandeurs justiciables et ensuite éventuellement aussi être publié anonymement, au profit d’autres contribuables qui pourraient se trouver dans la même situation ?
3. Binnen welke redelijke termijn kan of moet dit vrijblijvend deskundig advies aan de rechtzoekende aanvragers worden verstrekt en vervolgens eventueel ook naamloos worden gepubliceerd ten behoeve van andere belastingplichtigen die zich in identieke toestanden kunnen bevinden ?
4. Pourriez-vous exposer point par point votre conception et votre méthode générales, notamment à la lumière tant de la LPC, du Pacte de solidarité entre les générations et des avis et des recommandations de toutes les commissions et de tous les conseils de la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA), des dispositions des articles 59 et 195 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, que de tous les principes de bonne administration et surtout de la nouvelle culture fiscale ?
4. Kunt u ter zake punt per punt uw algemene praktische ziens- en handelwijze mededelen inzonderheid zowel onder meer in het licht van de WAP, het Generatiepact en de adviezen en aanbevelingen van alle commissies en raden van de Commissie voor het Bank, Financie en Assurantiewezen (CBFA), de bepalingen van artikelen 59 en 195 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als in het kader van alle beginselen van behoorlijk bestuur en vooral van de nieuwe fiscale cultuur ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 3 octobre 2006, à la question no 176 de Mme Trees Pieters du 8 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 176 van mevrouw Trees Pieters van 8 september 2006 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de signaler à l’honorable membre que sa question relève de la compétence de mon collègue, Didier Reynders, mi-
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat deze vraag onder de bevoegdheid valt van mijn collega, Didier Reynders,
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27138
nistre des Finances. (Question no 1406 du 8 septembre 2006.)
minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1406 van 8 september 2006.)
DO 2005200608823
DO 2005200608823
Question no 177 de Mme Trees Pieters du 8 septembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 177 van mevrouw Trees Pieters van 8 september 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Requalification de primes d’assurances en placements. — Contrats aléatoires. — Taxation des réserves de pension externes.
Herkwalificatie van verzekeringspremies tot beleggingen. — Kanscontracten. — Belasten van externe pensioenreserves.
Il semblerait que les agents taxateurs, s’appuyant essentiellement sur l’arrêt de la cour d’appel de Gand du 9 décembre 2003 et sur les jugements des tribunaux de première instance de Bruges, de Bruxelles et d’Anvers portant sur la taxation des primes d’assurances au profit des dirigeants d’entreprise, qui requalifiaient les produits d’assurance-vie des branches « 21 » et « 23 » en contrats de placement, requalifient aujourd’hui de nombreux autres contrats d’assurances en produits de placement purs et simples.
In hoofdzaak steunende op het arrest van het hof van beroep te Gent van 9 december 2003 en op de vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, Brussel en te Antwerpen met betrekking tot taxatie van bedrijfsleidersverzekeringspremies, waarbij de zogenaamde takken « 21 » en « 23 » van levensverzekeringen in beleggingscontracten werden geherkwalificeerd, worden door de taxatieambtenaren thans gelijklopend blijkbaar vele andere verzekeringscontracten eveneens geherkwalificeerd tot zuivere beleggingsproducten.
La motivation de la cour et des tribunaux, qui est aujourd’hui suivie par les agents taxateurs chargés de l’instruction, est essentiellement fondée sur le principe qu’un contrat d’assurance est un contrat aléatoire au sens de l’article 1964 du Code civil, comportant nécessairement des chances de gain ou de perte.
De motivering van zowel dit hof als van die van de rechtbanken, thans verder gevolgd door de onderzoekende belastingambtenaren, is voornamelijk gegrond op de vooropgezette stelling dat een verzekeringscontract een kanscontract is in de zin van artikel 1964 van het Burgerlijk Wetboek en bijgevolg steeds een kans op winst of verlies moet bevatten.
Comme la plupart des assurances-vie des types « assurance de groupe » et « assurance engagement individuel de pension » ne prévoient pas de versement d’un capital minimum en cas de décès et en l’absence d’un risque quelconque, les agents fiscaux, pour des motifs d’ordre hiérarchique, estiment qu’il ne peut être question d’un contrat aléatoire et qu’en d’autres termes, il ne s’agit pas d’un contrat d’assurance.
Om reden dat bij het merendeel van de geviseerde levensverzekeringen van het type « groepsverzekering » en van het type « pensioentoezeggingsverzekering » géén minimumkapitaal bij overlijden wordt uitgekeerd en dat elk risico ontbreekt, zijn de belastingambtenaren uit hie¨rarchische overwegingen blijvend van mening dat er geen sprake kan zijn van een kanscontract, zodat het met andere woorden niet gaat om een verzekeringscontract.
` cet égard, les questions générales pratiques A suivantes se posent dès lors.
Ter zake rijzen dan ook de volgende algemene praktische vragen.
1. Chaque assurance-vie (à ce jour relevant ou non du droit maritime) doit-elle dorénavant répondre à la définition de l’article 1964 du Code civil et cet article du droit commun a-t-il la priorité absolue sur l’article 1A de la loi coordonnée du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre, plus récente ?
1. Moet iedere levensverzekering (op heden al dan niet nog geregeld door het zeerecht) voortaan voldoen aan de definitie waarvan sprake in artikel 1964 van het Burgerlijk Wetboek en heeft dit artikel van het algemeen recht al dan niet absolute voorrang op artikel 1A van de huidige jongere en gecoo¨rdineerde Wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 ?
2. Toutes les administations belges concernées peuvent-elles se rallier à la position modifiée de la Cour de cassation française du 23 décembre 2004 (www.courdecassation.fr) , conférant une interpréta-
2. Kunnen alle betrokken Belgische administraties de herziene zienswijze van het Franse Hof van Cassatie van 23 december 2004 (www.courdecassation.fr) bijtreden met betrekking tot de ruimere interpretatie van
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27139
tion plus large à l’article du Code civil français, identique à l’article du Code civil belge ?
het artikel van het Franse Burgerlijk Wetboek dat identiek is aan het Belgisch artikel ?
3. De quelle manière, dans quelle mesure et sur la base de quelles dispositions légales et réglementaires convient-il, le cas échéant, de taxer préférentiellement « l’épargne » ou les « réserves d’épargne » brutes ou nettes dans le cadre de l’impoˆt des sociétés :
3. Op welke wijze, in welke mate en op grond van welke wettelijke en reglementaire bepalingen mogen of moeten die zogezegde brutoof netto-« spaartegoeden » of « spaarreserves » inzake vennootschapsbelasting bij voorkeur desgevallend worden belast :
a) comme un « élément de réserves externes »/sousestimation d’éléments de l’actif au sens de l’article 24, premier alinéa, 4o, CIR 1992 et/ou de l’article 361 CIR 1992;
a) als een « reservebestanddeel » onderschatting actief in de zin van artikel 24, eerste lid, 4e, WIB 1992 en/ of artikel 361 WIB 1992;
b) comme une « dépense non admise » à mentionner sous le code no 031 du cadre IV de la formule de déclaration ?
b) als een « verworpen uitgave » op te nemen onder de code nr. 031 vak IV van het aangifteformulier ?
4. Quelles instructions générales applicables au niveau national relatives à la taxation et au traitement des nombreuses réclamations ont été ou seront prochainement communiquées aux agents taxateurs et aux directeurs régionaux de l’ensemble des administrations fiscales ?
4. Welke nationaal geldende algemene instructies in verband met de benadering op het vlak van de taxatie en op het vlak van de behandeling van de talrijke bezwaarschriften werden of zullen er weldra worden uitgevaardigd aan het adres van de taxatieambtenaren en van de gewestelijk directeurs van alle belastingadministraties ?
5. L’objectif des législateurs belge et européen ainsi que du gouvernement est-il dorénavant effectivement de taxer immédiatement les primes des contrats d’assurance de ce type, qui ne prévoient aucun capital minimum en cas de décès en qui ne comportent aucun risque, ainsi que l’épargne nette ou brute afférente à ces contrats ?
5. Is het voortaan effectief de bedoeling van zowel de Belgische en de Europese wetgever als van de regering om de premies van al dergelijke verzekeringscontracten waarbij geen minimumkapitaal bedongen wordt bij overlijden en geen risico voorhanden is, de netto- of brutospaartegoeden fiscaal onmiddellijk te gaan belasten ?
6. Pourriez-vous exposer point par point votre conception et méthodes générales actuelles, notamment à la lumière tant des articles 1104 et 1964 du Code civil — issu du Code Napoléon (promulgué le 21 mars 1804 — 30 ventoˆse année XII) — de l’arrêté royal du 17 décembre 1992 relatif à l’activité d’assurance sur la vie, des directives européennes en matière d’assurances-vie, des articles 1.A, 2, 3, 48 et 97 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre, de la loi du 28 avril 2003 relative au pensions complémentaires, de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’activité d’assurance sur la vie (Moniteur belge du 15 novembre 2003 — errata du 23 juillet 2004), de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations (Moniteur belge du 30 décembre 2005, deuxième édition) et des avis de tous les commissions, conseils et groupes de travail de la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA), et dans le cadre des dispositions des articles 21, 1er alinéa, 4o; 38, § 1er, 18 et 19; 49; 52, 3o, b); 59; 171, 4o, f); 183; 185; 195, § 1er; 340 et 361 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et des articles 35 et 631 de l’AR/CIR 1992 ?
6. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziensen handelwijze meegeven, inzonderheid zowel onder meer in het licht van de artikelen 1104 en 1964 van het Burgerlijk Wetboek ontstaan uit de Code Napoléon (uitgevaardigd op 21 maart 1804 — 30 ventoˆse jaar XII), het koninklijk besluit van 17 december 1992 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, de Europese richtlijnen inzake levensverzekeringen, de artikelen 1.A, 2, 3, 48 en 97 van de Wet van 25 juni 1992 op de landsverzekeringsovereenkomst, de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen, het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit (Belgisch Staatsblad van 15 november 2003 — errata 23 juli 2004), de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005, tweede editie) en de adviezen van alle commissies, raden en werkgroepen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), als in het kader van de bepalingen van de artikelen 21, 1e lid, 4e; 38, § 1, 18 en 19; 49; 52, 3e, b); 59; 171, 4o, f); 183; 185; 195, § 1; 340 en 361 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 35 en 63-1 KB/WIB 1992 ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27140
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 3 octobre 2006, à la question no 177 de Mme Trees Pieters du 8 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 177 van mevrouw Trees Pieters van 8 september 2006 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de signaler à l’honorable membre que sa question relève de la compétence de mes collègues, Didier Reynders, ministre des Finances (question no 1407 du 8 septembre 2006) et Marc Verwilghen, ministre de l’E´conomie (question no 498 du 8 septembre 2006).
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat deze vraag onder de bevoegdheid valt van mijn collega’s Didier Reynders, minister van Financie¨n (vraag nr. 1407 van 8 september 2006), en Marc Verwilghen, minister van Economie (vraag nr. 498 van 8 september 2006).
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2005200607388
DO 2005200607388
Question no 461 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 février 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 461 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 februari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Lutte contre la fraude fiscale. — Renforcement des services d’inspection sociale. — Recrutements.
Strijd tegen de sociale fraude. — Versterking sociale inspectiediensten. — Aanwervingen.
Lors du Conseil des ministres extraordinaire des 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, la note intitulée « Respect pour la solidarité sociale » a été approuvée. Cette note contenait plusieurs mesures destinées à accélérer la lutte contre la fraude sociale.
Tijdens de bijzondere ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd de nota « Respect voor sociale solidariteit » goedgekeurd. De nota bevatte een aantal maatregelen die de strijd tegen de sociale fraude in een hogere versnelling moesten brengen.
Le gouvernement s’était ainsi fixé comme objectif d’intensifier la communication d’informations sur la réglementation existante et de renforcer les services d’inspection sociale en favorisant la collaboration entre les différents services d’inspection sociale, en mobilisant du personnel supplémentaire et en développant l’informatisation.
Zo stelde de regering zich tot doel om intensiever te communiceren over de bestaande reglementering en de sociale inspectiediensten te versterken door de bevordering van de samenwerking tussen de verschillende sociale inspectiediensten, het inzetten van extra personeel en een doorgedreven informatisering.
1. Quelles initiatives concrètes destinées à intensifier la communication d’informations sur la réglementation existante le gouvernement a-t-il déjà prises depuis les décisions de Gembloux ?
1. Welke concrete initiatieven heeft de regering sinds de beslissingen in Gembloers genomen om intensiever te communiceren over de bestaande reglementering ?
2. Pourriez-vous fournir, en ce qui concerne l’inspection de controˆle des lois sociales, le service d’étude du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, le controˆle du bien-être au travail et l’ONEM, un aperçu détaillé des engagements concrets -par roˆle linguistique — réalisés pour le renforcement des services d’inspection sociale ?
2. Met betrekking tot de inspectie van het toezicht op de sociale wetten, de studiedienst van FOD WASO, het toezicht op het welzijn op het werk en de RVA, kan u een gedetailleerd overzicht geven van de concrete aanwervingen — opgedeeld per taalrol — die werden verricht ter versterking van de sociale inspectiediensten ?
3. Combien d’emplois vacants doivent-ils encore être pourvus et ou` en est-on à cet égard ?
3. Hoeveel vacatures moeten er nog worden ingevuld en wat is de stand van zaken dienaangaande ?
4. Ou` exactement se situent les problèmes majeurs en matière d’effectifs des services d’inspection ?
4. Waar op Belgisch grondgebied doen zich de grootste problemen voor inzake bemanningsproblemen van de inspectiediensten ?
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27141
5. L’engagement d’inspecteurs supplémentaires produit-il déjà des effets au niveau des résultats des controˆles ?
5. Is de aanwerving van extra inspecteurs al merkbaar op basis van de resultaten van de controles ?
6. Quels efforts concrets ont-ils déjà été fournis auprès des différents services sur le plan de l’informatisation et quels investissements cela représente-t-il ?
6. Welke concrete inspanningen werden bij de diverse inspectiediensten verricht op het vlak van informatisering en welke budgettaire investeringskost stond daartegenover ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 2 octobre 2006, à la question no 461 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 février 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 461 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 februari 2006 (N.) :
Afin de communiquer de façon plus intense sur la réglementation existante, plusieurs brochures d’information sur différentes réglementations et obligations nouvelles et existantes ont été publiées ou adaptées. Par exemple : « La déclaration immédiate d’emploi et les documents sociaux », « travailler dans le système des titres-services », « le travail des étudiants », « la protection contre la discrimination au travail », « l’emploi de travailleurs étrangers dans la construction », « le contrat de travail », « Guide pratique pour le Comité de prévention et de protection au travail », « Guide pratique pour les membres du conseil d’entreprise », etc.
Om intensiever te communiceren over de bestaande reglementering werden tal van informatiebrochures over diverse nieuwe en bestaande reglementeringen en verplichtingen gepubliceerd of aangepast. Voorbeelden hiervan zijn : « De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling en de sociale documenten », « werken in het stelsel van de dienstencheques », « de studentenarbeid », « bescherming tegen discriminatie op het werk », « de tewerkstelling van buitenlandse werknemers in de bouw », « de arbeidsovereenkomst », « praktische handleiding voor het comité voor preventie en bescherming op het werk », « praktische gids voor de leden van de ondernemingsraad », enzovoort.
Ces brochures sont mises à disposition gratuitement sur support papier ou via le site. Sur le site web du SPF ETCS, on trouve également des explications sur toute une série de sujets.
Deze brochures worden gratis ter beschikking gesteld op papier of via de website. Ook op de website van de FOD WASO worden tal van onderwerpen uitgelegd.
En outre, au salon Batibouw, un stand présentait les services d’inspection en vue d’informer les gens sur la réglementation existante. Une des taˆches de l’Inspection Controˆle des lois sociales consiste notamment à donner des informations aux employeurs et aux travailleurs.
Tevens was er op Batibouw een stand van de inspectiediensten met het doel de mensen te informeren over de bestaande reglementering. E´én van de taken van de Inspectie Toezicht op de sociale wetten bestaat juist uit dit verschaffen van informatie aan werkgevers en werknemers.
Des efforts supplémentaires ont été fournis pour renforcer les services d’inspection sociale.
Er werden bijkomende inspanningen geleverd ter versterking van de sociale inspectiediensten.
En ce qui concerne le Controˆle des lois sociales, celui-ci a, dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale, engagé 17 experts techniques néerlandophones et 12 experts techniques francophones (ancien grade de controˆleur social). En plus, pour le renforcement des services d’inspection sociale 3 attachés néerlandophones et 3 attachés francophones (ancien grade d’inspecteur social) ont été engagés.
Wat de Inspectie Toezicht op de Sociale wetten betreft in verband met de strijd tegen de sociale fraude werden 17 Nederlandstalige en 12 Franstalige technisch deskundigen (oude graad sociaal controleur) aangeworven. Bovendien werden er ter versterking van de sociale inspectiediensten 3 Nederlandstalige en 3 Franstalige attachés (oude graad sociaal inspecteur) aangeworven.
Au sein du service d’études (ancienne dénomination), actuellement « division des études juridiques, de la documentation et du contentieux », 3 attachés néerlandophones (juristes) ont été engagés.
Voor de studiedienst (oude benaming) thans Afdeling van de juridische studie¨n, de documentatie en de geschillen genoemd, werden er 3 Nederlandstalige attachés (juristen) aangeworven.
Le service Controˆle bien-être au travail a engagé 6 attachés néerlandophones et 1 francophone (ancien grade ingénieur industriel), 2 attachés francophones (chimistes) et 2 attachés néerlandophones (psychologue-pédagogue). En plus, 1 attaché néerlandophone
Wat de Dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk aangaat werden er 6 Nederlandstalige en 1 Franstalige attaché (oude graad industrieel ingenieur), 2 Franstalige attachés (scheikundigen) en 2 Nederlandstalige attachés (psycholoog-pedagogen) aangeworven. Bo-
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27142
(ingénieur) et 1 attaché francophone (médecin) ont été engagés.
vendien werd reeds 1 Nederlandstalig attaché (ingenieur) en 1 Franstalig attaché (geneesheer) aangeworven.
Un attaché (inspecteur social) doit encore être engagé pour le Controˆle des lois sociales. Suite à sa réussite au dernier examen d’accession, il sera engagé prochainement. Il s’agit d’un lauréat néerlandophone.
Voor de Inspectie Toezicht op de Sociale Wetten dient nog 1 attaché (sociaal inspecteur) te worden aangeworven. Ingevolge zijn slagen voor het laatste overgangsexamen zal deze eerlang in dienst worden genomen. Het gaat om een Nederlandstalige laureaat.
Un attaché bilingue (ingénieur) doit encore être engagé pour le Controˆle bien-être au travail. Le service Controˆle bien-être au travail prévoit aussi 4 emplois d’attaché (médecin). La procédure est en cours mais manque de lauréats à l’examen d’accession et faute d’intérêt pour la fonction de médecin, ces emplois de médecin seraient remplacés par 3 emplois d’ingénieurs néerlandophones et 1 ingénieur bilingue.
Bij de Dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk moet nog 1 tweetalige attaché (ingenieur) worden aangeworven. Tevens voorziet de dienst Toezicht Welzijn op het Werk nog in 4 betrekkingen van attaché (geneesheer). De procedure is aan de gang doch wegens onvoldoende laureaten van het overgangsexamen en de geringe interesse voor een betrekking van geneesheer zouden deze betrekkingen van geneesheer worden omgezet in 3 Nederlandstalige en 1 tweetalige betrekking van ingenieur.
Depuis 2004, l’Office national de l’emploi n’a pas effectué de recrutement pour renforcer les services d’inspection sociale et il n’y a pas de recrutement en cours.
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening heeft sedert 2004 geen personeelsleden meer aangeworven om de diensten van de Sociale Inspectie te versterken en er is geen aanwerving aan de gang.
Le plan du personnel de l’Office national de l’emploi prévoit actuellement 282 postes d’inspecteurs sociaux dont 279 sont occupés :
Het personeelsplan van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voorziet thans in 282 betrekkingen van sociaal inspecteur waarvan 279 zijn ingenomen :
— 255 inspecteurs sont affectés à la mission Sauvegarde du régime;
— 255 inspecteurs zijn ingezet voor het Handhavingsbeleid;
— 7 inspecteurs sont intégrés à l’Inspection comptable;
— 7 inspecteurs zijn geı¨ntegreerd bij de Inspectie Boekhouding;
— 2 inspecteurs sont affectés à la cellule fédérale antifraude;
— 2 inspecteurs zijn ingezet bij de federale antifraudecel;
— 15 membres du personnel de l’ancien grade 20S (à présent CA1 depuis la réforme des carrières Copernic) sont également affectés à la mission Sauvegarde du régime.
— 15 personeelsleden met de vroegere graad 20S (thans CA1 sedert de Copernicushervorming) zijn eveneens ingezet bij het Handhavingsbeleid.
Au niveau du recrutement, aucun problème majeur ne se pose en ce qui concerne le lieu d’affectation.
Er zijn geen noemenswaardige problemen bij de werving die te wijten zijn aan de locatie.
Les résultats de ces recrutements supplémentaires sont déjà visibles et se traduiront, dans le futur, entre autres par des actions supplémentaires mises sur pied dans le cadre de la collaboration du Conseil fédéral de la lutte contre le travail illégal et la fraude sociale (ou bientoˆt le Service de Renseignements et de Recherche Social SRRS).
De resultaten van deze extra aanwervingen zijn reeds zichtbaar en zullen zich in de toekomst vertalen onder meer in de bijkomende acties die opgezet werden in het kader van de samenwerking van de Federale Raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude (of binnenkort de Sociale Inlichtingen- en opsporingsdienst SIOD).
Des multiples efforts ont également été fournis au niveau de l’informatisation afin de pouvoir travailler de manière plus efficace.
Op het vlak van de informatisering werden ook verschillende inspanningen geleverd zodat er op een efficie¨ntere wijze kan gewerkt worden.
En ce qui concerne le controˆle des Lois sociales : Tous les inspecteurs sociaux sont équipés d’un portable. Ce matériel a été remplacé il y a environ trois années. Ils disposent également d’une connexion de
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Wat de dienst Toezicht op de sociale wetten betreft : De sociaal inspecteurs zijn allen uitgerust met een draagbare pc. Dit materiaal werd ongeveer 3 jaar geleden vervangen. Zij beschikken eveneens over een inter2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27143
type ADSL au domicile, ce qui permet, à l’aide du pc portable équipé de programmes spéciaux sécurisés, de se connecter à tout moment sur les bases de données et de faire usage des applications informatiques du portail de la sécurité sociale.
netaansluiting thuis type ADSL, hetwelk toelaat met aangepaste draagbare pc met beveiligingen, om zich op elk ogenblik aan te loggen op de databanken en gebruik te maken van de informaticatoepassingen van de portaal van de sociale zekerheid.
Les inspecteurs sociaux du SPF Emploi sont actuellement équipés avec le matériel suivant :
De sociale inspecteurs van de FOD Werk beschikken momenteel over het volgende materiaal :
Toshiba TECRA S
Toshiba TECRA S
Logiciels :
Software :
Système d’exploitation Windows XP Pro
Besturingssysteem Windows XP Pro
Bureautique :
Programma’s :
Office 2000
Office 2000
Tools (développé en interne sur FileMaker Pro)
Tools (intern ontwikkeld FileMaker Pro)
Internet Explorer
Internet Explorer
Systèmes de sécurisation du PC :
Beveiligingssystemen van de PC :
Anti virus : Mc Affee
Anti-virus : Mc Affee
VPN Cisco avec pare-feu
VPN Cisco met fire wall
GSM-GPRS
GSM-GPRS
ADSL
ADSL
Imprimante laser HP
HP-laserprinter
Explications :
Toelichtingen :
Les règles édictées par la Banque-carrefour de la sécurité sociale imposent un très haut degré de sécurité pour les accès à leurs données. Ceci a nécessité l’achat de licences et l’utilisation de technologies dédiées à prix élevé.
De regels van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid leggen een zeer hoge beveiligingsgraad op inzake toegang tot de gegevens. Dat vereiste de aankoop van dure licenties en het gebruik van specifieke technologiee¨n.
Les quatre services d’inspection partagent ensemble une infrastructure et font appel à des services qui se trouvent développés au sein de la modernisation de la sécurité sociale et pour lesquels les coûts ne sont pas à charge du Controˆle des Lois sociales. Par contre, pour d’autres applications (GENESIS), les coûts de maintenance sont supportés par le SPF Sécurité sociale et par le SPF Emploi, au bénéfice des quatre services d’inspection. Au niveau du matériel, on constate une diminution des prix.
De vier inspectiediensten delen samen een infrastructuur en doen een beroep op diensten die binnen de modernisering van de sociale zekerheid werden ontwikkeld en waarvan de kosten niet ten laste vallen van de inspectie Toezicht op de Sociale Wetten. Voor andere toepassingen daarentegen (GENESIS) worden de onderhoudskosten gedragen door de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Werk, ten behoeve van de vier inspectiediensten. Op het vlak van het materiaal stellen we een vermindering van de kostprijs vast.
La négociation des contrats pour un grand nombre de personnes ainsi que la mise en concurrence des opérateurs a aussi entraıˆné une révision des coûts vers le bas (GSM-GPRS).
De onderhandeling over contracten voor een groot aantal personen en het laten spelen van de concurrentie tussen de operatoren hebben ook geleid tot een neerwaartse herziening van de kosten (GSM-GPRS).
Je pense qu’il convient de répondre avec des prix actualisés (remplacement ou coût actuel) et pas un prix au moment de l’achat du matériel.
Ik meen dat het beter is te antwoorden met geactualiseerde prijzen (vervanging of actuele kost) en niet met die bij aankoop van het materiaal.
Matériel : (remplacement d’un PC portable via les contrats FOR-CMS)
Materiaal : (vervanging van een draagbare PC via de FOR-CMS contracten)
Selon configuration : moyenne avec licence XP Pro et garantie étendue) : 1 300 euros
Volgens de configuratie : gemiddeld met licentie XP Pro en uitgebreide waarborg) : 1 300 euro
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27144
Office 2000 Licence globale pour le SPF
Office 2000 Globale licentie voor de FOD
Tools : développé en interne (le programme est peu coûteux et représente quelques euros par inspecteur)
Tools : intern ontwikkeld (het programma kost weinig en vertegenwoordigt enkele euro’s per inspecteur)
Imprimante laser avec contrat garantie 3 ans, 200 euros
Laserprinter met waarborgcontract 3 jaar, 200 euro
Antivirus : licence globale
Antivirus : globale licentie
Système de sécurisation VPN Cisco.
Beveiligingssysteem VPN Cisco.
(comprend aussi une infrastructure « server » et ligne louée sécurisée entre smals et opérateurs GPRS ainsi qu’un server dédié, fourniture du token, etc. la programmation, les services)
(omvat tevens een « server » infrastructuur en een gehuurde beveiligde lijn tussen MVM en de GPRSoperatoren alsook een dedicated server, levering van het token, enzovoort de programmering, de diensten)
Par inspecteur et par an 400 euros
Per inspecteur per jaar 400 euro
ADSL par mois 39 euros
ADSL per maand 39 euro
GSM-GPRS (usage moyen tout compris par inspecteur et par mois) 21,5 euros
GSM-GPRS (gemiddeld gebruik alles inbegrepen per inspecteur per maand) 21,5 euro
Achat de matériel (actuellement si remplacement — environ) 80 euros
Aankoop materiaal (thans indien vervanging ongeveer) 80 euro
En ce qui concerne l’utilisation des différents services :
Wat betreft het gebruik van de verschillende diensten :
Certains budgets sont pris en charge par la modernisation de la sécurité sociale, comme par exemple l’intégration de Limosa dans GENESIS.
Sommige budgetten zijn ten laste van de modernisering van de sociale zekerheid, zoals bijvoorbeeld de integratie van Limosa in GENESIS.
Actuellement, nous sommes dans une phase de maintenance de GENESIS. Cela signifie que nous continuons à développer les applications en fonction de l’évolution (intégration de GOTOT et de OASIS), amélioration et mises à jour tout en assurant le fonctionnement du programme, (par exemple : nouveau service vers la DMFA). C’est donc ce qu’il faut définir par la maintenance qui ne comprend pas seulement l’exploitation journalière et le matériel (servers spécifiques).
Momenteel bevinden we ons in een onderhoudsfase van GENESIS. Dat betekent dat we de toepassingen verder ontwikkelen in functie van de evolutie (integratie van GOTOT en OASIS), verbetering en actualisering terwijl we het programma laten werken (bijvoorbeeld : nieuwe dienst naar DMFA). Onder onderhoud verstaan we dus niet alleen de dagelijkse exploitatie en het materieel (specifieke servers). De FOD Werk en Arbeid en de FOD Sociale Zekerheid nemen het budget voor onderhoud voor hun rekening, ten belope van 250 000 euro jaarlijks op de begroting ingeschreven.
Le budget de maintenance est pris en charge par les SPF Emploi Travail et Sécurité sociale, à raison de 250 000 euros inscrits annuellement au budget. Le budget LIMOSA relève entièrement de la modernisation, tout comme une série d’applications liées au portail, que les inspections utilisent mais pour lesquelles l’usage n’est donc pas facturé à notre service. (principes du développement de l’e-government).
Het budget voor LIMOSA valt volledig onder de modernisering, alsook een reeks toepassingen van het portaal, die de inspecties gebruiken maar waarvan het gebruik niet aan onze dienst wordt gefactureerd (ontwikkelingsprincipes e-government).
II faut préciser que les services d’inspection travaillent ensemble, de façon à uniformiser au maximum les procédures, le matériel, l’exploitation et réaliser ainsi des économies d’échelle.
Er moet worden verduidelijkt dat de inspectiediensten samenwerken, teneinde de procedures, het materiaal en de exploitatie zoveel mogelijk te uniformiseren en zo schaalvoordelen te realiseren.
En ce qui concerne le matériel des inspecteurs (PC, imprimantes, etc.) les investissements pour l’année 2006 consistent uniquement à du remplacement de
Wat het materiaal van de inspecteurs (PC, printers, enzovoort) aangaat, bestaan de investeringen voor 2006 louter uit de vervanging van materiaal dat niet
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27145
matériel non couvert par la garantie et dont le coût de la réparation s’avère trop élevé par rapport à sa valeur. Cependant, un grand nombre d’interventions sont directement prises en charge par le Helpdesk (remplacement de disques, réparations mineures par changement de certaines pièces).
langer gewaarborgd is en waarvan de herstelkosten te hoog oplopen ten aanzien van de waarde. De Helpdesk neemt echter nog een groot aantal interventies rechtstreeks voor haar rekening (vervanging van schijven, kleine herstellingen via vervanging van sommige stukken).
Enfin, il faut savoir que des formations internes sont faites régulièrement, que des explications sur les développements en cours sont également remises.
Ten slotte moet men ook weten dat er regelmatig interne opleidingen gebeuren en dat er uitleg wordt gegeven over de lopende ontwikkelingen.
Le service d’inspection développe aussi des bases de données et des programmes pour les inspecteurs en interne.
De inspectiedienst ontwikkelt intern ook gegevensbestanden en programma’s voor de inspecteurs.
Dans le courant de l’année 2005, il y a eu centralisation des indicateurs d’enquêtes. Un outil disponible sur le PC de chaque inspecteur fait également l’objet de mises à jour continues, en offrant de nouvelles fonctionnalités. Ce programme permet la tenue des agendas, des dossiers d’enquêtes (différents documents d’enquêtes comme les courriers à l’entreprise, les Pro Justitia, les documents utiles pour le travail administratif).
In de loop van 2005 werden de enquête-indicatoren gecentraliseerd. Elke inspecteur beschikt op zijn PC over een programmaatje dat permanent wordt geactualiseerd en nieuwe functionaliteiten biedt. Dat programma zorgt voor het bijhouden van de agenda’s, enquêtedossiers (verschillende enquêtedocumenten zoals de bedrijfscorrespondentie, de Pro Justitia’s, de documenten voor de administratieve werkzaamheden).
Enfin, une base de données (avec système de gestion) a été développée pour le traitement des autorisations données dans le cadre du détachement (loi de 2002).
Ten slotte werd een gegevensbank ontwikkeld (met beheersysteem) voor de verwerking van de in het kader van de detachering (wet van 2002) uitgereikte vergunningen.
Les principales applications qui sont accessibles par les inspecteurs sociaux sont :
De voornaamste toepassingen die toegankelijk zijn voor de sociale inspecteurs zijn :
— Banque-carrefour des Entreprises;
— Kruispuntbank van Ondernemingen;
— Dimona;
— Dimona;
— Le registre électronique (registre des employeurs, registre électronique du personnel);
— Het elektronisch register (register van werkgevers, elektronisch personeelsregister);
— Déclaration des chantiers;
— Aangifte van de werven;
— Registre national.
— Nationaal Register.
En outre, un programme spécialement développé pour les inspections est accessible également : GENESIS.
Eveneens is een speciaal voor de inspectiediensten ontworpen programma toegankelijk : GENESIS.
Cette application comprend deux parties :
Deze toepassing bestaat uit twee delen :
Le Cadastre, qui est le relevé de toutes les enquêtes en cours ou cloˆturées sur les cinq dernières années par les inspecteurs sociaux. La mise à jour de celui-ci est effectuée journalièrement par l’importation des enquêtes créées et des résultats obtenus (enquêtes cloˆturées) des quatre inspections sociales.
Het Kadaster, hetwelk een weergave is van alle lopende opdrachten of afgesloten opdrachten van de laatste 5 jaar voor elke sociaal inspecteur. Het bijhouden van de gegevens gebeurt dagelijks door input van de geopende opdrachten en de bekomen resultaten (afgesloten opdrachten) van de vier sociale inspectiediensten.
Ce Cadastre donne également l’historique des actions en cours ou menées chez un employeur. Il est uniquement accessible aux inspecteurs sociaux.
Dit Kadaster geeft evenzeer de historiek van de nog bezig zijnde of gevoerde onderzoeken bij een werkgever. Het is enkel toegankelijk voor de sociaal inspecteurs.
L’enrichissement : il s’agit d’un outil spécialement développé pour les inspections et qui permet de
De verrijking : het betreft een speciaal ontworpen middel voor de inspectiediensten en hetwelk toelaat
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27146
regrouper un grand nombre d’informations pertinentes pour une enquête. Actuellement, cela comprend le registre du personnel, la Dimona, la DMFA, les chantiers, le registre national.
om een groot aantal pertinente gegevens voor een onderzoek te verzamelen. Momenteel omvat dit het personeelsregister, de Dimona, de DMFA, de werven en het Nationaal register.
Dans très peu de temps, la Banque-carrefour des Entreprises sera accessible par ce biais également, ainsi que GOTOT (détachement des travailleurs).
Binnenkort, zal de Kruispuntbank voor Ondernemingen toegankelijk zijn en hierdoor ook GOTOT (detachering van werknemers).
La BCE et GOTOT, via l’intégration de flux de données, feront partie de ce qui est appelle « enrichissement ».
Het KBO en GOTOT, via de integratie van de gegevensstromen, zullen deel uitmaken van de vernoemde « verrijking ».
Cette partie comprend donc des fonctions évoluées qui simplifient le travail de collecte, de tri et de traitement des informations nécessaires à un dossier. Des données en provenance d’OASIS sont actuellement intégrées dans GENESIS également, mais devront faire l’objet d’une mise à jour organisée.
Dit deel omvat dus de gee¨volueerde toepassingen voor de vereenvoudiging van het verzamelen van de gegevens, het klasseren en behandelen van de gegevens nodig voor het opmaken van een dossier. Gegevens afkomstig van OASIS worden momenteel geı¨ntegreerd in GENESIS, maar zullen het voorwerp uitmaken van een georganiseerde update.
GENESIS est un programme qui évolue. Des budgets de maintenance, comprenant aussi les développements utiles en raison de l’évolution permanente de la technique et des besoins sont inscrits annuellement au budget du SPF Emploi Travail, Concertation sociale et du SPF Sécurité sociale. Le résultat est évidemment disponible pour les quatre inspections sociales.
GENESIS is een programma dat evolueert. Onderhoudskosten, met inbegrip van noodzakelijke ontwikkelingen in functie van de permanente evolutie van de techniek en de noden van de Dienst worden jaarlijks ingeschreven in het budget van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en van de FOD Sociale Zekerheid. Het eindresultaat is uiteraard beschikbaar voor de vier inspectiediensten.
Dans le cadre de l’élargissement de l’Europe, il est apparu nécessaire de mettre en place un système d’enregistrement des travailleurs détachés, de suivi, de monitoring. Le programme GOTOT (détachement des travailleurs dans le cadre de la sécurité sociale — documents E101) sera intégré dans ce nouveau développement connu sous le nom de LIMOSA.
In het kader van de uitbreiding van de Europese Lidstaten, leek het noodzakelijk om een registreer-, beheer- en opvolgingssysteem op poten te zetten voor de gedetacheerde werknemers. Het programma GOTOT (detachering van werknemers in het kader van de sociale zekerheid — E101 formulieren) zal geı¨ntegreerd worden in deze nieuwe ontwikkeling gekend onder de naam LIMOSA.
Cette application a reçu un accueil favorable du gouvernement sur la base de la proposition faite au sein du Groupe de Modernisation de la sécurité sociale. Le développement est commencé et suit un planning très précis. Les inspections sont associées depuis le départ à cette application. Actuellement, l’analyse fonctionnelle est en cours. Il y a une réunion de travail chaque semaine. Il est prévu une intégration dans GENESIS le 15 décembre 2006 (possibilité de faire des recherches par les inspecteurs sociaux).
Deze toepassing werd goed bevonden door de regering op basis van het voorstel gedaan door de Werkgroep Modernisering van de sociale zekerheid. De ontwikkeling van het programma is opgestart en volgt een strikte agenda. De inspectiediensten worden vanaf het begin nauw betrokken. Momenteel is de functionele analyse bezig. Elke week is er een werkvergadering. Een integratie in GENESIS wordt voorzien tegen 12 december 2006 (mogelijkheid om opzoekingen te verrichten door de sociaal inspecteurs).
Le controˆle des Lois sociales participe également à OASIS. Cette application est centrée sur la détection de la fraude en sécurité sociale et en matière de choˆmage. Elle est donc utilisée principalement par l’ONEm, l’ONSS et l’Inspection sociale. Le coût applicatif est nul pour notre inspection.
De inspectiedienst Toezicht op de sociale wetten werkt tevens mee aan OASIS. Deze toepassing is vooral gestuurd door de RVA, de RSZ en de Sociale Inspectie. De kost voor onze inspectiedienst is nul.
En ce qui concerne les budgets :
Wat betreft de budgetten :
LIMOSA est pris en charge par un budget spécial « Modernisation de la sécurité sociale », qui englobe
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
LIMOSA wordt voorzien op een speciaal budget « Modernisering van de sociale zekerheid », met inbe2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27147
également les ressources utiles au fonctionnement dans GENESIS. Le budget total de Limosa est de 4 799 960 euros.
grip van de nuttige werkingsmiddelen in GENESIS. Het budget voor LIMOSA bedraagt 4 799 960 euro.
Le budget de maintenance de GENESIS, à charge de notre département est de 250 000 euros par an à partir de l’année 2006.
Het onderhoudsbudget voor GENESIS, ten laste van ons departement bedraagt 250 000 euro per jaar vanaf 2006.
DO 2005200608434
DO 2005200608434
Question no 570 de M. Dylan Casaer du 3 juillet 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 570 van de heer Dylan Casaer van 3 juli 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Emplois partagés.
Gesplitste tewerkstelling.
Tout comme l’économie, le marché de l’emploi acquiert une dimension plus globale. Outre le système connu du détachement, le besoin d’emplois partagés se fait parfois sentir, que ce soit entre plusieurs pays de l’UE ou avec des pays tiers. Pour ce qui est du détachement, la réglementation est claire, tant au niveau fiscal qu’en matière de sécurité sociale ou de droit du travail. Pour les emplois partagés, ce n’est pas toujours le cas, surtout au regard du droit du travail. De plus, la réglementation en matière de travail à temps partiel ne permet pas toujours la flexibilité requise pour les emplois partagés.
Net als de economie wordt ook de arbeidsmarkt globaler. Naast de gekende detachering, is er soms ook nood aan gesplitste tewerkstelling voor één of meerdere functies tussen verschillende EU-landen of daarbuiten. Inzake detachering is er zowel fiscaal, naar sociale zekerheid, als inzake arbeidsrecht, duidelijkheid inzake regelgeving. Voor gesplitste tewerkstelling is dit niet steeds het geval, vooral inzake arbeidsrecht. Daarenboven laat de regelgeving inzake deeltijdse arbeid niet steeds toe om in te spelen op de flexibiliteit die nodig is voor een gesplitste tewerkstelling.
1. Avez-vous une idée du nombre de travailleurs belges qui se trouvent dans une situation d’emploi partagé ?
1. Heeft u een zicht op het aantal Belgische werknemers die in een situatie van gesplitste tewerkstelling zitten ?
2. Les prestations effectuées en Belgique doiventelles être soumises à la législation belge en matière de travail à temps partiel ?
2. Dienen de prestaties die in Belgie¨ worden verricht aan de Belgische regelgeving inzake deeltijdse arbeid te worden onderworpen ?
3. Lorsque les prestations effectuées en Belgique sont limitées, il se peut qu’un travailleur n’atteigne pas les montants nécessaires à l’application de la clause de non-concurrence, des délais de préavis et de la période d’essai, conformément à la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
3. Door de beperktere prestaties in Belgie¨ is het mogelijk dat een werknemer niet de grensbedragen verdient die nodig zijn om een niet-concurrentiebeding, de vastgestelde opzeggingstermijnen en het proefbeding te kunnen invoegen overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Peut-on, pour juger de l’applicabilité de ces clauses, tenir compte de la rémunération globale, y compris les rémunérations payées par une entité étrangère ?
Kan voor de toepasselijkheid van deze clausules rekening worden gehouden met de globale bezoldiging, inclusief loon dat door een buitenlandse entiteit wordt betaald ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 2 octobre 2006, à la question no 570 de M. Dylan Casaer du 3 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 570 van de heer Dylan Casaer van 3 juli 2006 (N.) :
La question présente est en relation avec la problématique de l’occupation partagée entre différents pays et ce au plan du droit du travail.
De voorliggende vraag heeft betrekking op de problematiek van de gesplitste tewerkstelling in verschillende landen en dit in het kader van het arbeidsrecht.
Mon département ne dispose pas de chiffres pouvant donner une vision juste du nombre de travailleurs belges qui sont dans une situation d’occupation
Mijn departement beschikt niet over cijfers die een juist zicht kunnen geven op het aantal Belgische werknemers die in een situatie van gesplitste tewerkstelling
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27148
partagée, ou plus précisément sur la partie de l’occupation qui est réalisée par des travailleurs belges à l’étranger.
zitten, of meer precies op het gedeelte van de tewerkstelling dat door Belgische werknemers in het buitenland wordt verricht.
La formule de l’occupation partagée est généralement utilisée pour des raisons fiscales. Le travailleur qui preste dans plusieurs pays peut, via le fractionnement, obtenir des revenus nets plus élevés, sans que cela n’implique un coût plus élevé pour les employeurs. Des considérations en matière de coût de la sécurité sociale jouent aussi leurs roˆles dans ce processus.
Het instrument van de gesplitste tewerkstelling wordt meestal gebruikt omwille van fiscale redenen. De werknemer die in verschillende landen presteert, kan via de split een hoger netto inkomen bekomen, zonder dat hieraan een hogere kost voor de werkgevers verbonden is. Ook overwegingen omtrent de kost van de sociale zekerheid spelen hun rol in dit proces.
Néanmoins, une série de conséquences dans le domaine du droit du travail sont toutefois couplées également à cette construction.
Aan deze constructie zijn nochtans eveneens een aantal arbeidsrechtelijke gevolgen vast te koppelen.
Une occupation dans plusieurs pays pour le compte d’un seul et même employeur peut s’exécuter dans le cadre d’un contrat de travail unique.
Een tewerkstelling in meerdere landen voor rekening van een en dezelfde werkgever, kan worden uitgevoerd in het kader van één enkele arbeidsovereenkomst.
Si, par contre, les prestations sont effectuées pour le compte de plusieurs employeurs dans des pays différents, la conclusion de plusieurs contrats de travail, correspondants à chaque employeur afférent, constitue la voie la plus sûre.
Worden de prestaties evenwel uitgevoerd voor rekening van meerdere werkgevers in verschillende landen, dan vormt het opstellen van een arbeidsovereenkomst met elke werkgever afzonderlijk, juridisch gezien, de zekerste piste.
Le principe est ici que le contenu du ou des contrats concernés doit toujours correspondre à la réalité. Chaque contrat couvrira les prestations réelles effectuées pour chaque employeur dans chaque pays différent. Comment est concrètement rémunéré un travailleur (par exemple le montant de la rémunération pris en charge par chaque employeur) n’est pas ici pertinent.
Als principe hierbij geldt dat de inhoud van de betrokken overeenkomst(en) steeds moet overeenstemmen met de realiteit. Elke overeenkomst dekt dan de prestaties die effectief voor elke werkgever in elk land afzonderlijk worden uitgevoerd. Hoe een werknemer concreet wordt uitbetaald (bijvoorbeeld verschillende betalingen door verschillende werkgevers) is hierbij niet relevant.
Concernant la réglementation applicable aux prestations effectuées en Belgique, les principes suivants sont en vigueur.
Met betrekking tot de reglementering die van toepassing is op de prestaties die in Belgie¨ worden verricht, gelden volgende principes.
Dans le cadre d’une occupation internationale, l’employeur et le travailleur peuvent en principe déterminer eux-mêmes quel système juridique leur sera applicable. En application de la Convention de Rome sur la loi applicable aux obligations contractuelles (approuvée en Belgique par une loi du 14 juillet 1987), le travailleur ne peut cependant, par ce choix, perdre la protection que lui auraient assurées les dispositions impératives de la loi qui lui aurait été applicable en l’absence de recours à ce choix (article 6, § 1er, de la loi ` défaut de choix de la loi applicadu 14 juillet 1987). A ble et en supposant que cela concerne un travailleur qui exécute son travail dans un seul et même pays, le contrat de travail est gouverné par la loi de ce pays, même lorsque le travailleur est appelé ponctuellement à travailler dans un autre pays. Lorsqu’il s’agit d’un travailleur qui n’exécute pas ordinairement son travail dans un seul et même pays, c’est la loi du pays où se trouve l’établissement qui a embauché le travailleur qui s’applique. Les deux règles précédentes s’appli-
Ingeval van een internationale tewerkstelling kunnen de werkgever en de werknemer in principe zelf beslissen welk rechtssysteem van toepassing zal zijn. Ingevolge het Verdrag van Rome inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomsten (in Belgie¨ bekrachtigd door een wet van 14 juli 1987), kan de werknemer door een rechtskeuze evenwel niet de bescherming verliezen die hij zou genieten op grond van de dwingende bepalingen van het recht dat bij gebreke aan rechtskeuze op hem van toepassing zou zijn (artikel 6, § 1 van de wet van 14 juli 1987). Bij gebreke aan rechtskeuze en indien het een werknemer betreft die zijn arbeid in een zelfde land verricht, wordt de arbeidsovereenkomst beheerst door het recht van dat land, zelfs wanneer de werknemer tijdelijk in een ander land te werk is gesteld. Wanneer het gaat om een werknemer die zijn arbeid niet gewoonlijk in een zelfde land verricht, is het recht van het land waar zich de vestiging bevindt die hem in dienst heeft genomen, van toepassing. Beide voorgaande regels gelden
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27149
quent sous réserve qu’il ne résulte pas de l’ensemble des circonstances que le contrat de travail présente des liens plus étroits avec un autre pays, auquel cas la loi de cet autre pays est applicable (article 6, § 2, de la loi du 14 juillet 1987).
echter onder het voorbehoud dat de arbeidsovereenkomst, gelet op het geheel van de omstandigheden niet nauwer verbonden is met een ander land, in welk geval het recht van dat ander land van toepassing is (artikel 6, § 2 van de wet van 14 juli 1987).
Par ailleurs, en choisissant la loi applicable au contrat, les parties ne peuvent, lorsque tous les éléments de la situation sont localisés au moment de ce choix dans un seul pays, éluder l’application des dispositions impératives auxquelles la loi de ce pays ne permet pas de déroger par contrat. En d’autres termes, la loi choisie par les parties est donc applicable sous réserve des dispositions impératives de la loi du pays où tous les autres éléments de la situation sont localisés (article 3, § 3 de la loi du 14 juillet 1987).
Ook al kunnen partijen het recht kiezen dat op hun overeenkomst van toepassing is, dan nog kunnen zij, wanneer alle elementen van het geval op het tijdstip van deze keuze met een enkel land zijn verbonden, niet afwijken van de dwingende bepalingen waarbij door het toepasselijk recht van dat land niet bij overeenkomst kan worden afgeweken. Anders gezegd is de wet, gekozen door partijen van toepassing, onder voorbehoud van de dwingende bepalingen van de wet van het land waarmee alle andere elementen van het geval verbonden zijn.
Une occupation partagée via plusieurs contrats de travail avec différents employeurs donnera généralement lieu à des prestations à temps partiel. En vertu de l’article 6, § 1er, de la loi du 14 juillet 1987, les prestations à temps partiel qui sont exécutées en Belgique seront soumises aux dispositions impératives belges relatives au travail à temps partiel (article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail; les dispositions de la loi-programme du 22 décembre 1989; l’article 21 de la loi sur le travail du 16 mars 1971).
Een gesplitste tewerkstelling via meerdere arbeidsovereenkomsten met verschillende werkgevers zal meestal aanleiding geven tot deeltijdse prestaties. Ingevolge artikel 6, § 1 van de wet van 14 juli 1987 zullen de deeltijdse prestaties die in Belgie¨ worden verricht, inderdaad onderworpen zijn aan de dwingende Belgische bepalingen rond deeltijdse arbeid (artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989; artikel 21 van de arbeidswet van 16 maart 1971).
Concernant la rupture éventuelle du contrat de travail à temps partiel en Belgique, le même principe s’applique. Ici aussi, les dispositions impératives en matière de licenciement seront d’application. Pour le calcul du délai de préavis, cela signifie que, tenant compte de la jurisprudence de la Cour d’arbitrage (arrêt du 20 avril 1999), pour la fixation du délai de préavis, il faut tenir compte d’un salaire à temps plein (fictif) et non du salaire réellement payé (pour un temps partiel).
Met betrekking tot de eventuele bee¨indiging van de deeltijdse arbeidsovereenkomst in Belgie¨ geldt hetzelfde principe. Ook hier zullen de dwingende bepalingen rond ontslag van toepassing zijn. Voor de berekening van de opzeggingstermijn betekent dit dat, rekening houdend met de rechtspraak van het Arbitragehof (arrest van 20 april 1999), bij het bepalen van de opzeggingstermijn, rekening moet worden gehouden met een (fictief) voltijds loon en niet met het daadwerkelijk (deeltijdse) betaalde loon.
Le fait qu’une occupation soit partagée auprès de plusieurs employeurs signifient qu’ils seront en principe considérés comme employeurs dans les contrats de travail et que, par conséquent, on travaille avec des contrats de travail distincts, cela implique que, pour les contrats de travail à temps partiel exécutés en Belgique, pour aucune clause citée (clause de non-concurrence (article 65 de la loi du 3 juillet 1978); clause d’essai (article 67 de la loi du 3 juillet 1978), il ne sera tenu compte de l’ensemble des appointements, donc des montants des rémunérations qui sont payées par une entreprise étrangère.
Het feit dat een gesplitste tewerkstelling bij verschillende werkgevers betekent dat er, in principe, evenveel arbeidsovereenkomsten zullen zijn als werkgevers en dat er bijgevolg met aparte arbeidsovereenkomsten wordt gewerkt, impliceert dat er voor de deeltijdse arbeidsovereenkomst die in Belgie¨ wordt verricht, voor geen enkele van de aangehaalde clausules (nietconcurrentiebeding (artikel 65 van de wet van 3 juli 1978); proefbeding (artikel 67 van de wet van 3 juli 1978) rekening zal worden gehouden met de globale bezoldiging, dus met de loonbedragen die door een buitenlandse onderneming worden uitbetaald.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27150
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 71 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 71 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.
Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février 2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande.
Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers.
Selon un article récent paru dans le « Juristenkrant », cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau.
Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest.
1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre Chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ?
1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw Kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ?
2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ?
2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ?
b) Pourquoi ont-ellesété rejetées ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 2 octobre 2006, à la question no 71 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) :
b) Voor welke motieven ?
La réponse à donner à la question posée par l’honorable membre relève de renseignements statistiques qui, en vertu de l’article 122 du règlement de la Chambre, ne doivent pas être fournis.
Het te verstrekken antwoord op de vraag gesteld door het geachte lid behoort tot statistische inlichtingen, die krachtens artikel 122 van het Reglement van de Kamer, niet moeten worden verstrekt.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 2 oktober 2006, op de vraag nr. 71 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27151
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
DO 2005200608660
DO 2005200608660
Question no 58 de M. Willy Cortois du 9 août 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 58 van de heer Willy Cortois van 9 augustus 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Discrimination à l’avantage des nouveaux E´tats membres de l’UE dans le cadre des recrutements à la Commission européenne. ` la fin du mois de juillet 2006, la Commission A européenne a publié une vacance d’emploi pour la Direction Générale Relations avec les pays ACP (Afrique, Pacifique, Caraı¨bes) (COM/2006/10030 JO C168A-20 juillet 2006). Il s’agit en l’occurrence d’une fonction de directeur. Il ressort du texte de l’annonce présentant cet emploi vacant que seules les candidatures des E´tats membres E10 sont recevables, autrement dit que les candidatures de ressortissants d’E´tats membres E12 ou E15 sont irrecevables. Or, à ma connaissance, le statut des fonctionnaires européens officiels prescrit qu’aucun emploi ne peut être réservé à des citoyens d’un E´tat membre bien déterminé, ce qui signifie en clair qu’aucune discrimination entre E´tats membres n’est autorisée.
Discriminatie ten voordele van nieuwe EU-landen voor aanwervingen binnen de Europese Commissie.
1. En vertu de quoi la Commission européenne déroge-t-elle à cette règle générale ?
1. Waarop beroept de EC zich om van deze algemene regel af te wijken ?
2. a) S’agit-il en l’occurrence d’un cas isolé ?
2. a) Gaat het hier om een alleenstaand geval ?
b) Dans la négative, de quels autres cas avez-vous connaissance ?
b) Zoniet welke andere gevallen zijn u bekend ?
3. S’il s’agissait d’une procédure avantageant systématiquement les E10, comment, par qui et quand a-t-il été décidé d’instaurer cette procédure de recrutement discriminatoire ?
3. Indien het zou gaan om een systematische procedure ten voordele van de E10, hoe, door wie en wanneer werd beslist deze discriminerende aanwervingsprocedure in te voeren ?
4. Est-il opportun, à plus forte raison pour la Direction ACP, de recruter de préférence des citoyens des Etats E10 étant donné que ces pays ont traditionnellement peu de liens avec les pays ACP ?
4. Is het opportuun om precies voor het ACP directoraat een voorkeur te geven aan staatsburgers uit de nieuwe E10, waar deze landen traditioneel toch weinig banden hebben met de ACP-staten ?
5. Une telle procédure est-elle défendable et conciliable avec le principe de l’ouverture des frontières internes pour tous les travailleurs, et avec la volonté affichée de réaliser cette ouverture ?
5. Is zulke procedure verzoenbaar en verdedigbaar met het principe en streven naar het openstellen van de interne grenzen voor alle werknemers ?
6. a) Quels critères de sélection a-t-on appliqués dans le passé afin de parvenir, pour l’ensemble des fonctionnaires européens, à une répartition équitable
6. a) Welke selectiecriteria werden in het verleden gevolgd opdat in het geheel van de Europese ambtenaren, een billijke verdeling tot stand kwam
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Einde juli 2006 werd door de Europese Commissie een vacature gepubliceerd voor het Directoraat Generaal voor de betrekkingen met de ACP-landen (Afrika, Pacific en Caribbean) (COM/2006/10030 OJ C168A20 juli 2006). Het gaat hier om een functie van directeur. Uit de tekst blijkt dat alléén kandidaturen van de nieuwe lidstaten E10 ontvankelijk zijn, niet van E12 of E15 dus. Het statuut voor Europese officie¨le ambtenaren schrijft bij mijn weten nochtans voor dat geen enkele betrekking kan gereserveerd worden voor burgers van één bepaalde staat, geen discriminatie tussen lidstaten dus.
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27152
entre les candidats-ressortissants des divers E´tats membres ?
tussen de kandidaten-ingezetenen van de diverse lidstaten ?
b) Y a-t-il des fonctionnaires en service qui ne soient pas ressortissants de l’un des E´tats membres ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 3 octobre 2006, à la question no 58 de M. Willy Cortois du 9 août 2006 (N.) :
b) Zijn er ambtenaren in dienst die geen onderdaan zijn van één van de lidstaten ?
Discrimination au bénéfice des nouveaux états membres dans le recrutement à la Commission européenne.
Discriminatie ten voordele van nieuwe EU-landen voor aanwervingen binnen de Europese Commissie.
Le recrutement des fonctionnaires européens est évidemment de la responsabilité des institutions de l’Union européenne et non de celle des états membres.
De aanwerving van Europese ambtenaren is vanzelfsprekend een bevoegdheid van de instellingen van de Europese Unie en niet van de lidstaten.
L’article 27 du statut des fonctionnaires européennes prévoit que le recrutement doit viser à assurer à l’institution le concours de fonctionnaires possédant les plus hautes qualités de compétence, de rendement et d’intégrité, recrutés sur une base géographique aussi large que possible parmi les ressortissants des états membres des communautés.
Artikel 27 van het statuut van de Europese ambtenaren voorziet dat de aanwerving erop gericht dient te zijn, de instelling de medewerking te verzekeren van ambtenaren die uit een oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de lidstaten der gemeenschappen zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke aardrijkskundige spreiding.
` l’occasion de l’adhésion des 10 nouveaux états A membres, le Conseil a toutefois adopté le règlement no 401/04 qui permet de déroger à cette disposition.
Ter gelegenheid van de toetreding van 10 nieuwe lidstaten heeft de Raad evenwel verordening nr. 401/ 04 aangenomen, die toelaat af te wijken van deze bepaling.
Le but en était d’assurer l’intégration de ces nouveaux états membres dans la fonction publique européenne.
Het doel hiervan was de integratie van de nieuwe lidstaten in de Europese openbare ambten te verzekeren.
Le règlement no 401/04 prévoit ainsi que des concours peuvent à titre temporaire jusqu’au 31 décembre 2010 être réservés aux ressortissants de ces états membres.
Verordening nr. 401/04 voorziet bijgevolg dat examens tijdelijk tot 31 december 2010 voorbehouden mogen zijn aan de onderdanen van deze lidstaten
La dérogation prévue dans le règlement 401/04 a été appliquée dans d’autres cas que celui cité dans la question parlementaire. L’opportunité de faire usage de cette dérogation est appréciée par l’autorité de recrutement.
De afwijking voorzien in verordening 401/04 werd ook reeds in andere gevallen dan deze geciteerd in de parlementaire vraag ten uitvoer gebracht. De aanwervingsoverheid apprecieert de opportuniteit van deze afwijking gebruik te kunnen maken.
Les critères généraux de recrutement des fonctionnaires sont, outre l’article 27, fixés par l’article 28 du statut des fonctionnaires européens qui précise que nul ne peut être nommé fonctionnaire :
De algemene aanwervingscriteria van ambtenaren worden, naast artikel 27, bepaald door artikel 28 van het statuut van de Europese ambtenaren, dat verduidelijkt dat als ambtenaar slechts kan worden aangesteld hij :
S’il n’est ressortissant d’un des états membres des communautés, sauf dérogation accordée par l’autorité investie du pouvoir de nomination, et s’il ne jouit de ses droits civiques;
Die onderdaan is van een der lidstaten van de gemeenschappen, behoudens andersluidende beslissing van het tot aanstelling bevoegde gezag, en die zijn rechten als staatsburger bezit;
S’il ne se trouve en position régulière au regard des lois de recrutement qui lui sont applicables en matière militaire;
Die heeft voldaan aan de verplichtingen welke voor hem voortvloeien uit de wettelijke voorschriften inzake de militaire dienstplicht;
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 3 oktober 2006, op de vraag nr. 58 van de heer Willy Cortois van 9 augustus 2006 (N.) :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27153
S’il n’offre les garanties de moralité requises pour l’exercice de ses fonctions; S’il n’a satisfait à un concours;
Die in zedelijk opzicht de waarborgen biedt, welke voor de uitoefening van zijn functie vereist zijn; Die voldaan heeft aan een vergelijkend examen;
S’il ne remplit les conditions d’aptitude physique requises pour l’exercice de ses fonctions;
Die voldoet aan de voor de uitoefening van zijn functie gestelde eisen van lichamelijke geschiktheid;
S’il ne justifie posséder une connaissance approfondie d’une des langues des communautés et une connaissance satisfaisante d’une autre langue des communautés dans la mesure nécessaire aux fonctions qu’il est appelé à exercer.
Die blijk geeft van een grondige kennis van een van de talen der gemeenschappen en van een voldoende kennis van een andere taal der gemeenschappen voorzover dit voor de door hem te verrichten werkzaamheden noodzakelijk is.
L’article 28 a) du statut des fonctionnaires européens permet de déroger à l’obligation de limiter le recrutement à des ressortissants d’un des états membres. Cette dérogation n’a toutefois été utilisé que de manière très marginale.
Artikel 28 a) van het statuut van Europese ambtenaren laat toe af te wijken van de verplichting de aanwerving te beperken tot onderdanen van een van de lidstaten. Van deze afwijking werd niettemin slechts in een zeer geringe mate gebruik gemaakt.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 96 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 96 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.
Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février 2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande.
Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers.
Selon un article récent paru dans le Juristenkrant, cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau.
Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27154
1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre Chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ?
1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw Kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ?
2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ?
2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ?
b) Pourquoi ont-ellesété rejetées ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 96 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) :
b) Voor welke motieven ?
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera fournie par mon collègue, M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales à la question no 513 du 23 août 2006, ayant le même objet.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat verstrekt zal worden door mijn collega Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken op de vraag nr. 513 van 23 augustus 2006 met hetzelfde onderwerp.
DO 2005200608851
DO 2005200608851
Question no 97 de M. Koen T’Sijen du 22 septembre 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 97 van de heer Koen T’Sijen van 22 september 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Supplément de quotité du revenu exemptée d’impoˆt des personnes physiques pour personnes handicapées.
Toeslag op de belastingvrije som van de personenbelasting voor personen met een handicap.
Sous le régime fiscal actuel, le contribuable a droit à un ou à plusieurs suppléments de quotité du revenu exemptée d’impoˆt dès qu’une ou plusieurs personnes handicapées font partie de son ménage. Cette majoration de la quotité exemptée d’impoˆt n’est cependant accordée que pour les personnes dont le handicap est établi avant l’aˆge de 65 ans.
In het huidige fiscale systeem heeft de belastingplichtige, van wie het gezin één of meer personen met een handicap telt, recht op één of meerdere toeslagen op de belastingvrije som. Deze toeslag wordt enkel verleend aan personen bij wie de handicap wordt vastgesteld vo´o´r de leeftijd van 65 jaar.
1. Pour quelle raison les personnes de plus de 65 ans, handicapées pour au moins 66 %, n’auraient-elles pas droit à la majoration de la quotité exemptée d’impoˆt ?
1. Wat is de reden dat personen die ouder zijn dan 65 jaar, met een handicap van meer dan 66 %, geen recht hebben op de verhoging van de belastingvrije som ?
2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour mettre un terme à cette discrimination des personnes handicapées aˆgées ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 octobre 2006, à la question no 97 de M. Koen T’Sijen du 22 septembre 2006 (N.) :
2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om deze discriminatie van oudere gehandicapten weg te werken ?
J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que sa question relève de la compétence du ministre des Finances. (Question no 1413 du 22 septembre 2006.)
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat zijn vraag tot de bevoegdheid behoort van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1413 van 22 september 2006.)
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 96 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 oktober 2006, op de vraag nr. 97 van de heer Koen T’Sijen van 22 september 2006 (N.) :
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27155
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Ministre des Affaires étrangères Dans le cadre de l’application de la recommandation du 12 juillet 1990 relative au renforcement du controˆle parlementaire de l’intégration européenne (Doc. parl., Chambre, 20-1251/1-1989/1990), M. Bart Staes, membre du Parlement européen, a posé le 2 mai 2006 via le comité d’avis, la question suivante.
Minister van Buitenlandse Zaken In het kader van de toepassing van de aanbeveling van 12 juli 1990 betreffende de versterking van de parlementaire controle op de Europese integratie (Parl. St., Kamer, 20-1251/1-1989/1990) heeft de heer Bart Staes, lid van het Europees Parlement, volgende vraag gesteld via het adviescomité, op 2 mei 2006.
Concerne : Graves violations des droits de l’homme en Ouzbékistan.
Betreft : Ernstige schending van de mensenrechten in Oezbekistan.
Le Parlement européen se préoccupe de la violation des droits de l’homme en Ouzbékistan, comme en témoigne la résolution P6_TA(2005)0239 sur la situation en Ouzbékistan et plusieurs questions parlementaires déjà posées à ce sujet (entre autres E-1411/05 et E-0585/06). Le Conseil de l’Union européenne, Affaires générales et relations extérieurs, a lui aussi approuvé, le 3 octobre 2005, une décision imposant une série de mesures aux autorités ouzbèkes (12515/05 (Presse 242)).
Het Europees Parlement is begaan met de schending van de mensenrechten in Oezbekistan, getuite de resolutie P6_TA(2005)0239 over de Situatie in Oezbekistan, en verschillende reeds gestelde parlementaire vragen op dat gebied (onder andere E-1411/05 en E-0585/06). Ook de Raad van de Europese Unie, Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, keurde op 3 oktober 2005 een besluit goed waarin ze een reeks maatregelen oplegt aan de Oezbeekse autoriteiten (12515/05 (Presse 242)).
Il ressort de témoignages que les autorités ouzbèkes poursuivent invariablement leurs pratiques et que, dans le cadre de la répression d’actions en faveur des droits de la femme, elles font systématiquement procéder à l’internement des activistes féministes et de leur famille dans des hoˆpitaux psychiatriques. En tant qu’E´tat assumant la présidence de l’OSCE, la Belgique plaide en faveur d’une attention renouvelée pour les éléments essentiels de la dimension humaine, ce qui implique plus particulièrement la prévention de la torture et la contribution — sur la base de l’expertise propre — à l’édification d’institutions politiques, administratives et juridiques.
Uit getuigenissen blijkt dat de Oezbeekse autoriteiten hun praktijken onverminderd verderzetten en zij in het onderdrukken van acties voor vrouwenrechten systematisch de vrouwelijke activisten en hun familie verplicht laten opnemen in psychiatrische ziekenhuizen.
En sa qualité de président de l’OSCE, quelles actions ou activités le ministre fédéral des Affaires étrangères a-t-il entre-temps prévues pour protéger ces femmes, et plus généralement les défenseurs des droits de l’homme, dans leur combat pour plus de démocratie en Ouzbékistan ? Quelles mesures compte-t-il prendre pour promouvoir de nouvelles réformes politiques dans ce pays ?
Welke acties of activiteiten heeft de federale minister van Buitenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de OVSE, inmiddels gepland om deze vrouwen, en meer in het algemeen de mensenrechtenactivisten, in bescherming te nemen in hun strijd voor meer democratie in Oezbekistan ? Welke stappen onderneemt hij om verdere bestuurshervormingen in Oezbekistan aan te moedigen ?
Réponse :
Belgie¨ vraagt, als voorzitter van de OVSE, hernieuwde aandacht voor de kernelementen van de humane dimensie. Dit bevat meer bepaald het voorkomen van foltering en — vanuit de eigen expertise — het helpen vormgeven van politieke, bestuurlijke en juridische instellingen.
Antwoord :
La situation des droits de l’homme en Ouzbékistan est depuis longtemps fort préoccupante. Elle s’est encore aggravée depuis les événements du 13 mai 2005 qui ont eu lieu à Andijan.
De mensenrechtensituatie in Oezbekistan baart reeds lang zorgen. Sinds de gebeurtenissen te Andijan op 13 mei 2005 ging de situatie nog verder achteruit.
Tant à travers l’OSCE, organisation dont je suis le président en exercice cette année, qu’au travers de
Ik volg de problematiek van zeer nabij, zowel als huidig OVSE-voorzitter als via de EU (die Oezbekistan
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27156
TUE (laquelle a pris des sanctions en octobre 2005 à rencontre de l’Ouzbékistan en raison du refus de ce pays d’autoriser une enquête internationale sur les événements d’Andijan), je m’efforce de suivre attentivement la situation.
sancties oplegde in oktober 2005 omdat de autoriteiten een internationaal onderzoek over de Andijan gebeurtenissen weigeren).
Suite à ces événements, plusieurs personnes se sont réfugiées au Kirghizstan et plusieurs autres ont été arrêtées. L’OSCE, à travers son Bureau des Institutions Démocratiques et des Droits de l’Homme (BIDDH), a pu observer en partie les procès de ces personnes. Le BIDDH a publié un rapport le 24 avril 2006 assorti des commentaires ouzbeks. Les conclusions de ce rapport sont très négatives quant à la manière dont se sont déroulés ces procès. Afin de poursuivre le dialogue avec les autorités ouzbeks, j’ai demandé au directeur du BIDDH, M. Strohal de se rendre à Tachkent pour discuter de ce rapport.
Na de gebeurtenissen in Andijan zijn meerdere mensen gevlucht naar Kirgizie¨ terwijl anderen gearresteerd werden. De OVSE, met name het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR), heeft de processen van deze laatste groep deels kunnen bijwonen. ODIHR heeft op 24 april 2006 een rapport gepubliceerd over de situatie, aangevuld met commentaren van de Oezbeekse overheden. De conclusies van dit rapport zijn uitgesproken negatief over het verloop van de processen. Ik heb aan het hoofd van ODIHR, ambassadeur Christian Strohal, gevraagd om naar Tasjkent te gaan om het rapport te bespreken.
Je me suis rendu, en tant que président en exercice de l’OSCE, en Ouzbékistan le 1er avril 2006. J’y ai rencontré le ministre des Affaires étrangères Ganiev et le président de la République Karimov. J’ai fait part de ma grande inquiétude sur les événements d’Andijan et sur la situation des Droits de l’Homme (et de leurs défenseurs). Suite à ce voyage, j’ai écris, dans le courant du mois d’avril, une lettre personnelle au président Karimov dans laquelle j’ai exprimé de nouveau mon inquiétude au sujet des cas précis de défenseurs de droit de l’homme. Plus récemment, j’ai encore écris une lettre au président Karimov pour lui interroger sur des nouvelles des 11 réfugiés ouzbeks qui avaient été renvoyés par l’Ukraine dans leur pays d’origine au mois de février.
Op 1 april 2006 ben ik zelf als OVSE-voorzitter naar Oezbekistan afgereisd. Ik heb er de minister van Buitenlandse Zaken Ganiev en president Karimov ontmoet. Ik heb mijn grote bezorgdheid overgemaakt over de Andijan gebeurtenissen en het lot van de mensenrechten(activisten). Kort na mijn bezoek heb ik een persoonlijke brief gericht aan president Karimov waarin ik opnieuw mijn bekommernis heb geuit over een aantal specifieke gevallen van mensenrechtenschendingen. Onlangs heb ik nog een brief geschreven aan president Karimov om hem te ondervragen over de 11 Oezbeekse vluchtelingen die vanuit Oekraı¨ne teruggestuurd waren naar Oezbekistan.
Je tiens aussi à signaler que la Belgique a organisé au sein de l’OSCE à Vienne un séminaire sur la situation des défenseurs de droits de l’homme dans les pays de l’OSCE qui avait pour titre « Human Rights defenders and national Human Rights institutions : législative, state and non-states aspects ». Ce séminaire était destiné à souligner le roˆle important que jouent les défenseurs des Droits de l’Homme, et à leur donner un forum pour témoigner des problèmes qu’ils rencontrent sur le terrain. Des ONGs ouzbeks étaient présentes et ont eu l’occasion de faire part de leur difficile expérience.
Verder wijs ik op het seminarie dat onder impuls van het Belgisch OVSE-voorzitterschap georganiseerd werd te Wenen met als titel « Human Rights defenders and national Human Rights institutions : législative, state and non-state aspects ». Dit seminarie onderstreepte de constructieve rol van mensenrechtenactivisten in de OVSE-zone, en gaf hen de kans om te getuigen over de vele problemen die zij ondervinden op het terrein. Ook Oezbeekse NGOs namen het woord en informeerden over hun moeilijke ervaringen.
En ce qui concerne la promotion de réformes politiques en Ouzbékistan, j’appuie, en tant que président en exercice de l’OSCE, le travail effectué par le Centre OSCE à Tachkent dans les 3 dimensions de l’OSCE (Politico-militaire, humaine, économicoenvironnementale). Cependant, depuis les événements d’Andijan et la demande de la communauté internationale d’une enquête internationale, les autorités ouzbeks ont progressivement gelés beaucoup de ces activités. C’est pourquoi je pense qu’il est primordial de poursuivre le dialogue avec les autorités ouzbeks.
Wat betreft de bevordering van politieke hervormingen in Oezbekistan steun ik als OVSE-voorzitter het werk van het OVSE-centrum in Tasjkent in de drie dimensies van de OVSE (politiek-militair, humaan en economisch-ecologisch). De Oezbeekse autoriteiten hebben echter na de Andijan gebeurtenissen en de reactie van de internationale gemeenschap hierop veel van deze activiteiten opgeschort. Om deze activiteiten te laten doorgaan meen ik dat het primordiaal is om de dialoog met de overheid van Oezbekistan verder te zetten.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27157
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 1
2004200503512
1- 3-2005
549
Bert Schoofs
Police fédérale. — Radars mobiles. — Controˆles de vitesse. Federale politie. — Mobiele radartoestellen. — Snelheidscontroles.
27051
1
2004200504809 14- 7-2005
747
Walter Muls
Commissions de défense sociale. — Dossiers relatifs aux internés. Commissies voor de bescherming van de maatschappij. — Dossiers van geı¨nterneerden.
27052
1
2004200504925 28- 7-2005
762
Guido De Padt
Infractions au code de la route. — Perception immédiate des amendes. Verkeersdelicten. — Onmiddellijke inning van geldboetes.
27052
1
2005200606578 13-12-2005
871
Guido De Padt
Jeux de hasard. — Commission des jeux de hasard. — Dénonciation d’infractions au procureur du Roi. Kansspelen. — Kansspelcommissie. — Aangiften van misdrijven bij de procureur des Konings.
27053
1
2005200606769
9- 1-2006
881
Guido Tastenhoye
Aide appportée à des illégaux. Helpen verbergen en steunen van illegalen.
27058
1
2005200607494 13- 3-2006
951
Olivier Chastel
Formation à la conduite automobile. — Exercices en situation « d’intervention ». — Amendes infligées aux policiers. Rijopleiding. — Oefeningen in interventiesituaties. — Boetes opgelegd aan politieagenten.
27062
4
2005200608364 26- 6-2006
1074
Mme Marie Nagy
Directives de politique criminelle. Richtlijnen van het strafrechtelijk beleid.
27064
1
2005200607693
4- 4-2006
1089
Guido De Padt
Agents de prévention et de sécurité et gardiens de parking. — Agressions. Stads- en parkeerwachten. — Meldingen van agressie.
27065
1
2005200608555 18- 7-2006
1092
Roel Deseyn
Jeux de hasard sur internet. Internetgokspelen.
27067
1
2005200608589 20- 7-2006
1095
Mme Marie Nagy
Droit d’injonction positive. Positief injunctierecht.
27071
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27158
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 1
2004200504755
1
6- 7-2005
877
Mw. Annemie Turtelboom
Statut des artistes. — Nombre de personnes ayant déposé une déclaration d’impoˆt en tant qu’artiste. Kunstenaarsstatuut. — Aantal personen die een belastingaangifte hebben ingediend als kunstenaar.
27072
2005200607658 29- 3-2006
1209
Luk Van Biesen
Sociétés émettrices de titres-services dans le cadre de l’aide à la maternité. — Réduction d’impoˆt. Uitgiftebedrijven van dienstencheques voor moederschapshulp. — Belastingvermindering.
27073
1
2005200608008 10- 5-2006
1285
Mw. Nathalie Muylle
Utilisation du restaurant du SPF Finances. — Ville d’Ypres. — Bénévoles. Gebruik van het restaurant van Financie¨n. — Stad Ieper. — Vrijwilligers.
27074
1
2005200608032 12- 5-2006
1289
Bert Schoofs
Application de la législation relative aux bases forfaitaires de taxation fixées pour les exploitants de vergers à basses tiges. — Incohérence entre les instructions données aux fonctionnaires des contributions de Flandre et de Wallonie. Toepassing wetgeving inzake de forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de laagstamfruittelers. — Verschillende instructies voor de belastingsambtenaren in Vlaanderen en Wallonie¨.
27075
1
2005200606974 20- 1-2006
1310
Carl Devlies
Règlement relatif à la sécurité sociale des indépendants. — Présomption fiscale contre la non-opposabilité de la qualification du revenu par le fisc. Socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen. — Fiscaal vermoeden versus niet-tegenstelbaarheid van de kwalificatie van het inkomen door de fiscus.
27077
1
2005200608257 13- 6-2006
1324
Mw. Trees Pieters
27079
1
2005200608656
8- 8-2006
1384
Roel Deseyn
Sportifs belges. — Habitants du Royaume. — Impoˆt des personnes physiques. — Participation à des compétitions sportives internationales. — Indemnités forfaitaires pour des voyages de service à l’étranger. Belgische sportbeoefenaars. — Rijksinwoners. — Personenbelasting. — Deelname aan internationale sportwedstrijden. — Forfaitaire vergoedingen voor dienstreizen in het buitenland. E´valuation du plan PC privé. Evaluatie van het Pc-Privé plan.
1
2005200608743 29- 8-2006
1392
Carl Devlies
Application des impositions forfaitaires minimales (article 342, § 3 CIR 1992). Toepassing van de minimum forfaitaire belastingen (artikel 342, § 3 WIB 1992).
27082
1
2005200608746 30- 8-2006
1393
Roel Deseyn
Recyclage des ordinateurs des Finances. Recyclage van de computers van Financie¨n.
27083
1
2005200608764
1395
Hagen Goyvaerts
Déclarations TVA : fonctionnement des centres de scanning. BTW-aangiften : werking scanningscentra.
27085
4- 9-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
27080
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 CA
DO
27159
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608817
8- 9-2006
1401
Dirk Van der Maelen
Controˆles de propriétés à l’étranger. Controles op buitenlandse eigendommen.
27088
1
2005200608825 11- 9-2006
1409
Dirk Van der Maelen
Compte courant TVA. — Délai de restitution du solde créditeur. Termijn van de teruggave BTW-rekening-courant.
27090
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2005200608510 13- 7-2006
1057
Melchior Wathelet
Futur projet de loi relatif à la réforme des services d’incendie. Toekomstige wetsontwerp betreffende de hervorming van de brandweer.
27093
1
2005200608511 13- 7-2006
1058
Joseph Arens
Futur projet de loi relatif à la réforme des services d’incendie. Toekomstige wetsontwerp betreffende de hervorming van de brandweer.
27094
1
2005200608535 18- 7-2006
1063
Jef Van den Bergh
Discrimination dans le cadre de la législation électorale. Discriminatie in de kieswetgeving.
27096
1
2005200608577 20- 7-2006
1071
Guido De Padt
Communes. — Archives de l’E´tat. — Droit d’entrée. Gemeenten. — Rijksarchieven. — Toegangsgeld.
27097
1
2005200608675 16- 8-2006
1085
Mw. Hilde Dierickx
Incendie volontaire. — Services d’incendie. — Dégaˆts. Opzettelijke brandstichting. — Brandweerdiensten. — Schade.
27098
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2005200608586 20- 7-2006
411
Walter Muls
Réduction des effectifs de l’armée. — Départs naturels sans anicroche. Inkrimping leger. — Vlotte uitstroom.
27099
1
2005200608742 29- 8-2006
417
Walter Muls
Airbus de l’armée. Airbussen van het leger.
27100
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´nergie — Energie 1
2005200608599 24- 7-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
182
Mme Muriel Gerkens
2005
Premier rapport annuel du Comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion des matières fissiles irradiées. Eerste jaarverslag van het Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen.
2006
27102
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27160
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608602 25- 7-2006
183
Hagen Goyvaerts
Rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées. — Composition du comité de suivi. Jaarverslag van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. — Samenstelling van het opvolgingscomité.
27106
1
2005200608604 25- 7-2006
184
Hagen Goyvaerts
Rapport annuel du comité de suivi des mécanismes liés aux provisions pour le démantèlement et pour la gestion de matières fissiles irradiées. — Avis sur les investissements financiers. Jaarverslag van het opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. — Advies over de financie¨le investeringen.
27107
1
2005200608651
186
Melchior Wathelet
25 % de provisions nucléaires gérés par Synatom. 25 % van de door Synatom beheerde nucleaire voorzieningen.
27108
8- 8-2006
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Santé publique — Volksgezondheid 1
2004200502895 15-12-2004
362
Mw. Yolande Avontroodt
Mesures de confinement et d’isolement. — Recommandations du Commissariat aux droits de l’enfant. Maatregelen van afzondering en isolatie. — Aanbevelingen Kinderrechtencommissariaat.
27109
1
2005200606706 23-12-2005
619
Jo Vandeurzen
Déclaration à l’AFSCA. — Cas pratiques. Aangifte FAVV. — Praktische toepassingen.
27111
1
2005200607930
2- 5-2006
744
Koen Bultinck
Lucratif trafic d’organes en Chine. Winstgevende handel in organen in China.
27112
1
2005200608335 20- 6-2006
780
Mw. Annemie Turtelboom
Hospitalisations dues aux effets secondaires de médicaments. Ziekenhuisopnames naar aanleiding van bijwerkingen van geneesmiddelen.
27115
1
2005200608373 26- 6-2006
782
Bart Laeremans
Nombre de médecins, de médecins généralistes et de médecins spécialistes diploˆmés. Aantal afgestudeerde artsen, huisartsen en artsenspecialisten.
27116
1
2005200608417 29- 6-2006
787
Miguel Chevalier
Importation illégale de viande africaine. Illegale invoer van Afrikaans vlees.
27119
1
2005200608428 30- 6-2006
792
Mw. Hilde Dierickx
Obésité. — Remède miracle. Obesitas. — Superpil.
27122
1
2005200608468
796
Miguel Chevalier
Pharmacies. — Préparations magistrales non conformes. — Controˆles. Apotheken. — Verkeerde bereiding van medicijnen. — Controles.
27126
7- 7-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 CA
DO
27161
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2005200608731 23- 8-2006
216
Luc Sevenhans
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
27128
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1
2004200504492
7- 6-2005
128
Mw. Hilde Dierickx
CPAS. — Problèmes de compétence. — E´tudiants. OCMW’s. — Bevoegdheidsproblemen. — Studenten.
27129
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1
2005200608731 23- 8-2006
63
Luc Sevenhans
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
27131
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1
2005200608571 19- 7-2006
104
Mme Muriel Gerkens
Politique environnementale. — Taxes de trafic urbain. Milieubeleid. — Tolheffingen op stadsverkeer.
27132
Pensions — Pensioenen 1
2005200608370 26- 6-2006
169
Jean-Marc Nollet
Pensions des agents des services publics. Pensioenen van de overheidsambtenaren.
27135
1
2005200608822
176
Mw. Trees Pieters
Problèmes relatifs à la mise en œuvre de la règle des 80 %. — Tentatives pour éviter des litiges, des réclamations et des procès. — Demandes d’avis d’expert. Toepassingsproblemen bij de 80 %-regel. — Vermijden van geschillen, bezwaarschriften en rechtszaken. — Inwinnen van deskundige adviezen.
27136
8- 9-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006
27162
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
2005200608823
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8- 9-2006
177
Mw. Trees Pieters
Requalification de primes d’assurances en placements. — Contrats aléatoires. — Taxation des réserves de pension externes. Herkwalificatie van verzekeringspremies tot beleggingen. — Kanscontracten. — Belasten van externe pensioenreserves.
27138
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 1
2005200607388 28- 2-2006
461
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
Lutte contre la fraude fiscale. — Renforcement des services d’inspection sociale. — Recrutements. Strijd tegen de sociale fraude. — Versterking sociale inspectiediensten. — Aanwervingen.
27140
1
2005200608434
570
Dylan Casaer
Emplois partagés. Gesplitste tewerkstelling.
27147
3- 7-2006
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 1
2005200608731 23- 8-2006
71
Luc Sevenhans
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
27150
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 1
2005200608660
9- 8-2006
58
Willy Cortois
Discrimination à l’avantage des nouveaux E´tats membres de l’UE dans le cadre des recrutements à la Commission européenne. Discriminatie ten voordele van nieuwe EU-landen voor aanwervingen binnen de Europese Commissie.
27151
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1
2005200608731 23- 8-2006
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
96
Luc Sevenhans
2005
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
2006
27153
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 138 5 - 10 - 2006 CA
DO
Date Datum
27163
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
2005200608851 22- 9-2006
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 97
Koen T’Sijen
Supplément de quotité du revenu exemptée d’impoˆt des personnes physiques pour personnes handicapées. Toeslag op de belastingvrije som van de personenbelasting voor personen met een handicap.
27154
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden Question de M. Bart Staes au ministre des Affaires étrangères. Vraag van de heer Bart Staes aan de minister van Buitenlandse Zaken.
27155
Concerne : Graves violations des droits de l’homme en Ouzbékistan. Betreft : Ernstige schending van de mensenrechten in Oezbekistan.
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: IPM S.A.
2005
2006
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436