Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 062

QRVA 51 062

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

24 - 01 - 2005

1256 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2004

2005

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9936

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

CRIV :

2004

2005

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9937

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 9941 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 9951

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

9951

Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

9957

Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

9957

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

9964

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

9969

Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

— 9970

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

9972

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Landsverdediging

—

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs

9983

Minister van Werk en Consumentenzaken

Ministre de la Coopération au développement

9987

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

9988

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Ministre de la Mobilité

9990

Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

9991

Minister van Leefmilieu en Pensioenen


—

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

—

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

9992

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

9992

2004

Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9939

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 9995

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

9995 Eerste minister 9995 Vice-eerste minister en minister van Justitie 10000 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister 10008 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven 10031 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 10037 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 10047 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

10064 10074 10076 —

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité 10108 voor Europese aangelegenheden

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 10094 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen — Minister van Mobiliteit 10099 Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven — Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, 10104 toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 10106 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—


Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2004

2005

Page/Blz. 10111


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9941

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004 95132026510173-

3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

22 25 66 203 206 229 233 238 249 260 272 283 289

91115642626913161622-

6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004

291 293 303 306 309 327 338 339 342 345 350 352 364

23243030-

9-2004 9-2004 9-2004 9-2004

366 369 370 377

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Alfons Borginon Bart Laeremans Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Mw. Sabien LahayeBattheu Geert Lambert Claude Marinower Luk Van Biesen Guido De Padt

232 233 1091 4254 4255 4878 4880 5039 5312 5457 5614 5969 6112 6114 6312 6598 6599 6601 7179 7181 7182 7511 7512 7685 7685 7691 7877 7879 8081 8083

Date Datum


1-10-2004 1-10-2004 6-10-2004

378 383 390

15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 22-10-2004 26-10-2004 26-10-2004

398 400 408 412 416 418

27-10-2004 27-10-2004 3-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 30-11-2004 1-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004

419 420 422 433 435 436 437 441 444 447 448 450 451 452 453 455 456 457 458 459 460 461 462 463

6-12-2004 7-12-2004

464 466

7-12-2004

467

Auteur Bart Laeremans Alfons Borginon Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Stijn Bex Alfons Borginon Dylan Casaer Mw. Sabien LahayeBattheu Stijn Bex Walter Muls Guy D’haeseleer Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Ingrid Meeus Alfons Borginon Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Claude Marinower Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Alain Courtois Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen

Page Blz. 8084 8085 8089 8437 8439 8442 8649 8652 8653 8654 8655 8882 8884 8885 8885 9105 9279 9280 9281 9282 9283 9284 9284 9285 9286 9475 9476 9477 9478 9478 9479 9480 9481 9481 9482 9483

* Liste cloˆturée le 21 janvier 2005 * Lijst afgesloten op 21 januari 2005


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9942

Date Datum


7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004

469 470 471 473 475

10-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 22-12-2004 22-10-2004

476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490

Auteur Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Mme Anne Barzin Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Guido De Padt Carl Devlies Gerolf Annemans Geert Lambert Guido De Padt Alfons Borginon Dirk Van der Maelen Bart Laeremans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Alfons Borginon

Date Datum


689 947 1117 1694 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4281 4576

22- 3-2004 20- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 24- 6-2004 28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 15- 9-2004 16- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 3-11-2004

320 352 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 423 425 434 435 441 442 443 445 449 472 473 483 487 490 496 497 499 500 501 503 504 506 509 510 511 512 513 518 519 523

2004

2005

Page Blz. 9484 9484 9661 9662 9662 9663 9664 9665 9665 9666 9667 9951 9951 9952 9952 9953 9954 9955 9955 9956

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 8- 3-2004 22- 3-2004

45 54 66 81 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 305 318

Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Willy Cortois


Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Pieter De Crem Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Dylan Casaer Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur

Page Blz. 4577 5075 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6605 6607 6753 6753 7187 7187 7188 7188 7190 7517 7692 7697 7879 8091 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8239 8444 8445 8445 8446 8447 8656 8658 8888


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Date Datum


3-11-2004 3-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 12-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 26-11-2004 30-11-2004

524 525 527 528 529 531 532 533 535 538 541 543 545 547

2-12-2004 6-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004

549 551 552 553 554 555 556 557 558 560 561 563

9943

Auteur Carl Devlies Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Richard Fournaux Patrick De Groote Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Ortwin Depoortere Mw. Dalila Douifi Alfons Borginon Alfons Borginon Luk Van Biesen Mme Muriel Gerkens Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Geert Lambert Dirk Van der Maelen Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans

Page Blz. 8889 8890 8891 8892 8893 8894 8895 8896 9107 9286 9287 9287 9485

6616 7699 7700 8450 8898 8898 9672 9673 9957 2004

2005

9486 9487 9490 9491 9491 9492 9493 9668 9669 9669 9670 9671 9957

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting

27 28 29 31 34 36 37 39 40

Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans



Auteur

Page Blz.

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

24- 2-2004 25- 5-2004 3- 6-2004 11- 6-2004 11- 6-2004 24- 6-2004 25- 6-2004 28- 6-2004 1- 7-2004 2- 7-2004 5- 7-2004 6- 7-2004 9- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 30- 9-2004 11- 8-2004 20- 8-2004 6- 9-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004


28- 6-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004

Date Datum

170 214 218 222 224 231 239 240 244 245 247 249 250 253 255 257 259 263 269 270 271 274 282 284 286 288 289 290 291 292 296 304 305 310 312 314 319 321 328 330 339 340 341 343

Geert Lambert Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Filip De Man Pieter De Crem Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Tommelein Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Bart Laeremans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Jan Mortelmans Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Roel Deseyn Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote

4097 5973 6118 6315 6316 6618 6621 6622 6624 6624 6626 6627 6755 6758 7195 7196 7198 7199 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7702 7704 7704 7705 7881 7881 8104 8109 8110 8113 8240 8240 8451 8452 8660 8661 8900 8901 8901 8903


1257

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9944

Date Datum


9-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 1-12-2004 1-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 21-12-2004 21-12-2004 22-12-2004

344 345 346 350 354 358 359 361 362 363 364 367 368 369 371 373 374 375 376 377 378 379 380 381 382 383 385 386 387

22-12-2004

388

Auteur Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Luk Van Biesen Olivier Chastel Dirk Claes Mme Muriel Gerkens François Bellot Jef Van den Bergh François Bellot François Bellot François Bellot Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Inga Verhaert Carl Devlies Melchior Wathelet Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Annelies Storms Servais Verherstraeten Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt

Page Blz. 8904 8904 8906 8908 9290 9293 9294 9295 9296 9494 9495 9496 9496 9497 9497 9498 9499 9674 9675 9675 9677 9678 9958 9959 9959 9960 9960 9962 9963 9964

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 171227111212182025-

5-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004

281 314 325 337 338 339 343 344 346

Dirk Claes Willy Cortois Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts


5833 6760 7207 7216 7216 7217 7220 7220 7222 2004

Date Datum


13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 4-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 22-10-2004 8-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 16-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 25-11-2004 29-11-2004 1-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004

352 353 355 358 360 364 365 367 373 378 379 388 395 398 402 411 413 414 425 426 427 431 439 440 441 444 446 447 448 449 452 456 457 459 461 462 463 464 466 467 471

Auteur Guido De Padt Guido De Padt Filip Anthuenis Geert Lambert Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Geert Lambert Guido De Padt Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Stijn Bex Koen T’Sijen Mw. Hilde Vautmans Jan Mortelmans Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Stijn Bex Guido De Padt Jan Mortelmans Hagen Goyvaerts Koen T’Sijen Mw. Annelies Storms Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Filip De Man Carl Devlies Melchior Wathelet Melchior Wathelet Jean-Marc Nollet Guido De Padt Filip De Man

Page Blz. 7520 7520 7522 7705 7706 7708 7709 7710 7884 8116 8117 8122 8244 8247 8454 8459 8665 8666 8912 8912 8913 9113 9298 9299 9300 9301 9501 9501 9502 9503 9504 9506 9679 9679 9680 9681 9964 9965 9966 9967 9967

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 18-11-2003 2005

38

Roel Deseyn

1674


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Date Datum


7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004

51 59 61 70 71 102 104 109 115 118 119 121 123 125 126 127 128 129 130 131

16-11-2004

132

18-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 22-12-2004

134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146

9945

Auteur Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Patrick Moriau Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Mohammed Boukourna Mme Annick Saudoyer Hervé Hasquin Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Pieter De Crem Mme Zoé Genot Geert Lambert Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot

Page Blz. 2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7713 7714 8248 8461 8915 8916 8917 8919 8919 9115 9117 9119 9302 9303 9507 9507 9508 9682 9683 9683 9684 9685 9969 9969 9970

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie

5-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 14-12-2004 14-12-2004 22-12-2004

156 160 167 188 189 195

Dirk Van der Maelen Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mme Zoé Genot

8131 8463 8921 9687 9687 9970

Eńergie — Energie

18-10-2004 22-12-2004 22-12-2004

69 87 88

Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Mme Zoé Genot

8464 9971 9971

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

17- 9-2004 12-10-2004 3-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004

24 27 31 32 33 34 36 37 38

Mme Marie Nagy Patrick De Groote Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies

7717 8251 8926 8927 8928 8928 9692 9693 9693

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre de la Défense Affaires sociales — Sociale Zaken

Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 18-10-2004 8-12-2004

36 45 127 154

Karel Pinxten Luc Sevenhans Mw. Greet Van Gool Mme Jacqueline Galant


2091 2359 8463 9510

21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003

2004

2005

14 19 20 25 41

Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer

253 601 602 778 1523


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9946

Date Datum 33416-


3-2004 3-2004 3-2004 4-2004

83 84 87 100

24- 5-2004 11- 6-2004 15- 6-2004 3- 8-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 4-10-2004

109 122 123 141 148 151 153 159 162 165 167

6-10-2004

170

7-10-2004

172

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 28-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 3-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 17-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 26-11-2004 29-11-2004

173 174 175 177 178 181 182 183 184 186 187 190 191 192 193 194 196 197 199 200 201 202 203 204 205

Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Philippe De Coene Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Guido De Padt Hendrik Daems Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Daniel Bacquelaine Luk Van Biesen Mw. Maggie De Block Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Hans Bonte Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde David Geerts Mw. Greet Van Gool Benoıˆt Drèze Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Greet Van Gool Staf Neel


Page Blz. 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 7236 7526 7529 7718 7721 7723 8134 8135 8137 8252 8252 8253 8253 8467 8467 8468 8469 8470 8471 8672 8673 8676 8929

Date Datum


30-11-2004 6-12-2004

206 207

7-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004

208 209 210 211 212

9-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 10-12-2004

213 214 215 217 218

10-12-2004 10-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004 21-12-2004

219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229

21-12-2004

230

22-12-2004

231

22-12-2004 22-12-2004

232 233

Auteur Patrick De Groote Bruno Van Grootenbrulle Mw. Hilde Vautmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Geert Lambert Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Bruno Van Grootenbrulle Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Greet Van Gool Luc Goutry Carl Devlies Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Bruno Van Grootenbrulle Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block

Page Blz. 9519 9520 9521 9522 9522 9694 9695 9696 9697 9697 9698 9698 9699 9699 9700 9700 9701 9702 9972 9973 9974 9974 9975 9976 9976 9976 9977

Santé publique — Volksgezondheid

8930 8931 8932 8933 8933 9124 9313 9315 9315 9316 9517 9519

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 29- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 10- 5-2004

2004

2005

11 12 14 44 47 66 141 152 158 179 181

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt

254 255 256 1123 1125 2099 4438 4731 5078 5626 5627


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Date Datum


10- 5-2004

182

26- 5-2004 9- 6-2004 9- 6-2004

196 206 217

9- 6-2004

223

11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004

224 231 234

6- 7-2004 9- 7-2004 12- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 4- 8-2004 4- 8-2004 13- 8-2004 2- 9-2004 6- 9-2004 6- 9-2004 6- 9-2004 7- 9-2004 7- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004

239 243 244 246 247 259 260 265 269 270 271 272 274 275 277 278 279 287 290 295 297 298 299

13-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 27-10-2004

300 301 304 310 312 314 316 317 318 319

9947

Auteur Mw. Yolande Avontroodt Pierre Lano Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Willy Cortois Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen Bultinck Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant


Page Blz. 5628 5987 6149 6151 6153 6328 6453 6652 6655 6772 6773 7239 7240 7249 7249 7251 7429 7430 7430 7431 7433 7433 7435 7529 7531 7727 8138 8140 8142 8143 8143 8254 8472 8474 8478 8677 8679

Date Datum


27-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 29-10-2004 10-11-2004

320 321 324 325 326 331

23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 24-11-2004 24-11-2004 24-11-2004

336 337 338 339 340 341 342

25-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 30-11-2004 1-12-2004

343 344 345 346 347 348 349

3-12-2004 3-12-2004 6-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004

350 351 352 354 355 356 357 358 359 360 361

15-12-2004

362

15-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 20-12-2004

363 364 365 366 367

20-12-2004 21-12-2004

368 369

8680 8681 8681 8683

21-12-2004

2004

2005

370

Auteur Mme Jacqueline Galant Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Jo Vandeurzen Mme Annick Saudoyer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Annick Saudoyer Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Ingrid Meeus Luc Goutry Jo Vandeurzen Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Willy Cortois Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jean-Marc Nollet Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Carl Devlies Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Mme Jacqueline Galant

Page Blz. 8684 8684 8934 8935 8936 8939 9316 9317 9317 9318 9318 9319 9320 9523 9523 9524 9525 9526 9526 9527 9527 9528 9529 9530 9531 9532 9534 9535 9703 9704 9704 9705 9705 9978 9978 9979 9979 9980 9981 9982


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9948

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken

Date Datum


22-12-2004

207

Auteur

Page Blz.

Mw. Maggie De Block 9986

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Emploi — Werk

14-10-2003 19- 1-2004 7- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 3- 6-2004 28- 6-2004

24 55 87 89 90 97 102

12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 20-10-2004

107 109 112 118 127 134 137 138 142 161

20-10-2004

163

25-10-2004

167

9-11-2004 18-11-2004 26-11-2004 30-11-2004

173 179 185 190

6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004

193 194 195 197 198 199

15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004

200 203 205

22-12-2004

206

Filip Anthuenis Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Roel Deseyn Luc Sevenhans Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Mw. Hilde Vautmans Mme Zoé Genot Mw. Greet Van Gool Guido Tastenhoye Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom


946 3028 5621 5975 5976 6124

8- 3-2004 10-11-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 22-12-2004 22-12-2004

6659 6775 6776 7254 7532 7730 8147 8148 8149 8153

8687 8941 9321 9535 9538 9541 9541 9706 9707 9708 9708 9709 9983

4270 8944 9711 9712 9714 9987 9987 9988

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004 4- 6-2004 15- 6-2004 18- 6-2004 23- 6-2004 15-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 29-11-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 16-12-2004

7 37 49 51 52 54 65 69 72 74 76 77 78 79

Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Geert Lambert Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Bart Laeremans

621 4736 6160 6330 6454 6456 8485 8944 8946 9544 9715 9716 9716 9988

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

9985

3-11-2004 9-12-2004 15-12-2004

2004

2005

9984

Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Nathalie Muylle Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot


8480 8481

19 43 46 47 48 49 50 51

23 27 29

Guy D’haeseleer Geert Lambert Carl Devlies

8947 9718 9719


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9949


Date Datum

Auteur

Page Blz.

Gelijke Kansen — E´galité des chances

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24

17- 9-2004 26-11-2004 1-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004

25 36 37 38 39 40

15-12-2004 22-12-2004

41 43

Mme

Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens Mme Annick Saudoyer Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Maggie De Block

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 9545 9546 9720 9721

Date Datum


25-10-2004

164

3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 23-11-2004

167 168 169 170 171 172 174 175 176 178

24-11-2004 24-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 30-11-2004 9-12-2004 9-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 17-12-2004

179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191

9721 9722 9989

Auteur Mw. Frieda Van Themsche Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Guido De Padt Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Willy Cortois Jean-Marc Nollet Ludo Van Campenhout François Bellot Bart Tommelein Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Greet Van Gool Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Walter Muls Mme Marie Nagy Carl Devlies Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool

Page Blz. 8692 8949 8950 8950 8951 8951 8952 8952 8953 8954 9323 9324 9325 9547 9548 9548 9549 9723 9724 9724 9725 9725 9990 9990

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit

Environnement — Leefmilieu

2- 9-2004

143

10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 22-10-2004

144 146 151 152 153 154 157 160 161 162 163

Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mw. Simonne Creyf Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Jan Mortelmans Mw. Greet Van Gool Mme Sophie Pécriaux Staf Neel Olivier Maingain


7436 7534 7737 8155 8264 8265 8265 8488 8489 8690 8690 8691

21- 9-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004

2004

2005

33 39 41 42

Bart Laeremans Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans

7740 9726 9728 9991

Pensions — Pensioenen

10- 5-2004 5- 7-2004 21- 9-2004 25-10-2004

32 36 45 54

Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom

6126 6667 7741 8693


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9950

Date Datum


3-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004

56 61 62 63 64 65 66 67 68 69

Auteur Guy D’haeseleer Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Greet Van Gool Carl Devlies Gerolf Annemans

Page Blz. 8955 9326 9327 9550 9551 9729 9729 9730 9731 9992

Date Datum


19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 9-12-2004

23 24 25 27


23

Gerolf Annemans

9992

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

8494 8496 8695 9732

Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 17-12-2004

13 15 18 20 21 22

Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

22- 3-2004 7- 9-2004 21- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 18-10-2004

Auteur

Page Blz.


4595 7437 7743 8267 8493 8494

21- 9-2004 24- 9-2004 29-10-2004 17-12-2004

2004

2005

25 26 31 38

Bart Laeremans Mme Zoé Genot Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans

7747 7889 8959 9992


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9951

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).



DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 482 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 482 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement.

Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.

Pouvez-vous me communiquer le couˆt exact des travaux de transformation, de rénovation, d’embellissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ?

Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ?

DO 2004200502912

DO 2004200502912

Question no 483 de M. Geert Lambert du 17 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : E´tablissements pénitentiaires. — Détenus. — Produits proposés à l’achat.

Vraag nr. 483 van de heer Geert Lambert van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Dans les établissements pénitentiaires, les détenus peuvent se procurer divers produits. Ils peuvent par exemple acheter des friandises ou des cigarettes, ou encore acquérir des articles de toilette supplémentaires.

In de gevangenisinstellingen bestaat de mogelijkheid voor de gedetineerden om zich diverse producten aan te schaffen. Zo is het hen mogelijk om wat snoepgoed of sigaretten te kopen of kunnen ze zorgen dat ze over extra toiletartikelen kunnen beschikken.

1. Pourriez-vous communiquer la liste de tous les produits que les détenus peuvent se procurer, ainsi que le prix demandé pour chaque produit ?

1. Kan u de lijst meedelen van alle goederen die in de gevangenis aangeboden worden vergezeld van de prijs welke per product voor deze goederen wordt aangerekend ?


2004

Gevangenisinstellingen. — Gedetineerden. — Aankoop van aangeboden producten.

2005


1258

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9952

2. Si la gamme des produits proposés et/ou leur prix varie d’un établissement à l’autre, pourriez-vous en fournir une liste détaillée pour chaque établissement pénitentiaire séparément ?

2. Kan u, zo het aanbod van deze producten en/of de prijs ervan per instelling verschilt, een gedetailleerde lijst meedelen voor elke penitentiaire instelling afzonderlijk ?

3. Pourriez-vous indiquer pour les différents produits quelles ont été les quantités vendues, et ce par établissement pénitentiaire ?

3. Kan u meedelen welke hoeveelheden van de diverse producten werden verkocht en dit per gevangenis afzonderlijk gespecificeerd ?

4. Pour les cinq produits les plus demandés, pourriez-vous préciser les prix pratiqués en 1980, 1985, 1990, 1995 et 2000 ?

4. Kan u voor de vijf meest gevraagde producten een prijsoverzicht geven van wat dit product kostte in het 1980, 1985, 1990, 1995 en in het jaar 2000 ?

DO 2004200502913

DO 2004200502913

Question no 484 de M. Guido De Padt du 17 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 484 van de heer Guido De Padt van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Aéroport de Zaventem. — Vols dans les bagages.

Luchthaven van Zaventem. — Diefstallen uit de bagages.

Le vol suscite en divers lieux une grande irritation, mêlée de frustration et d’impuissance. Il en va ainsi dans l’enceinte de l’aéroport. Pour de nombreux voyageurs, les voyages en avion suscitent un stress accru. Lorsqu’ils constatent en outre, au moment de leur départ ou de leur arrivée, qu’un vol a été commis dans leurs bagages, le problème leur paraıˆt insurmontable.

Diefstallen geven op diverse plaatsen aanleiding tot ergernis, frustratie en machteloosheid. In een luchthavengebouw is dat niet anders. Reizen met het vliegtuig zorgt voor heel wat personen voor extra stress. Wanneer deze reizigers dan bij vertrek of aankomst nog eens diefstal uit hun bagage vaststellen, wordt dit door hen vaak als een onoverkomelijk probleem beschouwd.

1. Combien de bagages ont-ils été l’objet de vols à l’aéroport de Zaventem en 2001, 2002, 2003 et au cours de la première partie de 2004 ?

1. Hoeveel diefstallen uit de bagage werden er in de jaren 2001, 2002, 2003 en in het eerste deel van 2004 op de luchthaven van Zaventem aangegeven ?

2. a) Des chiffres permettent-ils d’établir si ces vols ont été commis au départ ou à l’arrivée ?

2. a) Worden er cijfers bijgehouden of die diefstallen bij vertrek of na aankomst op de luchthaven worden gerapporteerd ?

b) Dans l’affirmative, quand ont lieu la plupart des vols ?

b) Zo ja, op welk van die ogenblikken gebeuren de meeste diefstallen ?

c) Dans la négative, ne serait-il pas utile de collecter de telles informations, afin de définir précisément le problème et de lutter efficacement contre ces vols ?

c) Zo neen, acht u het niet nuttig om dergelijke cijfers te laten verzamelen, teneinde het probleem duidelijk in kaart te brengen en het efficie¨nt te bestrijden ?

DO 2004200502917

DO 2004200502917

Question no 485 de M. Alfons Borginon du 17 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 485 van de heer Alfons Borginon van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Saisies effectuées par le juge d’instruction. — Propriétés saisies. — Fichiers d’information conservés.

Beslag door onderzoeksrechter. — Beslagen eigendommen. — Bewaarde informatiebestanden.

Les saisies effectuées par le juge d’instruction portent parfois sur des biens qui revêtent une impor-

In geval van beslag door de onderzoeksrechter zijn in sommige gevallen de beslagen eigendommen cru-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9953

tance fondamentale pour l’exercice d’une activité professionnelle.

ciaal voor de uitoefening van een professionele activiteit.

Je prends l’exemple évident d’ordinateurs sur lesquels sont sauvegardés des fichiers d’informations indispensables à la poursuite de l’activité professionnelle. Dans certains cas, ces informations doivent impérativement être traitées avec discrétion en vertu de règles de confidentialité légales ou contractuelles, voire en vertu d’une immunité garantie par contrat.

Mij is het voor de hand liggende voorbeeld bekend van computers, waarop ook de bewaarde informatiebestanden onontbeerlijk zijn voor de verderzetting van het werk. Deze informatie kan desgevallend zelfs onderworpen zijn aan een zekere noodzaak van delicate behandeling ten gevolge van wettelijke of contractuele geheimhoudingsregels of zelfs van verdragsrechtelijke immuniteit.

Prenons l’exemple du médecin qui a besoin d’informations (confidentielles en vertu de la loi sur la protection de la vie privée) sur son patient pour poursuivre son traitement. Ou du journaliste qui utilise les documents internes d’une source officielle, ou du diplomate qui consulte les documents internes de son gouvernement à l’étranger, ou encore de l’indépendant qui a besoin de sa comptabilité pour établir sa déclaration fiscale, etc.

Bijvoorbeeld een arts die informatie (die valt onder de bescherming van het privé-leven) van een patie¨nt nodig heeft om diens behandeling voort te zetten. Of een journalist die interne documenten van een officie¨le bron gebruikt, een diplomaat die interne documenten van zijn buitenlandse overheid raadpleegt, een zelfstandige die zijn boekhouding nodig heeft voor zijn accijnsaangifte, enzovoort.

1. Existe-t-il, dans pareils cas, des directives formelles permettant au moins de débloquer les informations plus rapidement ?

1. Bestaan er formele richtlijnen om in dergelijke gevallen minstens de informatie versneld vrij te geven ?

2. Ne serait-il pas souhaitable d’au moins réaliser une copie des données ?

2. Zou het niet zinvol zijn minstens een kopie van de gegevens te laten maken ?

3. Quelle est la procédure à suivre pour obtenir en cas d’urgence la restitution des biens saisis qui bénéficient de l’immunité internationale ?

3. Welke procedure is aangewezen om bij hoogdringendheid de teruggave te bekomen van in beslag genomen goederen die onder internationale immuniteit vallen ?

DO 2004200502920

DO 2004200502920

Question no 486 de M. Dirk Van der Maelen du 20 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 486 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Lutte contre la fraude fiscale. — Cadre du personnel des substituts fiscaux.

Fiscale fraudebestrijding. — Personeelsformatie fiscale substituten.

La loi du 4 aouˆt 1986 prévoyait la création de la fonction de substitut du procureur du Roi spécialisé en matière fiscale. Plus tard, la loi du 28 décembre 1992 portant des dispositions fiscales, financières et diverses, prévoyait la possibilité de détacher des fonctionnaires de l’administration fiscale en tant qu’experts techniques auprès des parquets et de l’Office central chargé de la lutte contre la délinquance économique et financière organisée (OCDEFO). La loi du 30 mars 1994 portant exécution du plan global en matière de fiscalité et la loi du 10 juin 1997 octroyant la qualité d’officier de police judiciaire aux fonctionnaires des administrations fiscales mis à disposition du procureur du Roi et de l’auditeur du travail, conférèrent la qualité d’officier de police judiciaire à ces fonctionnaires détachés.

Door de wet van 4 augustus 1986 werd het ambt van substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden ingesteld. Later werd met de wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financie¨le en diverse bepalingen in de mogelijkheid voorzien fiscale ambtenaren als technische deskundigen bij de parketten en de Centrale Dienst voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financie¨le delinquentie (CDGEFID) te detacheren. Bij wet van 30 maart 1994 tot uitvoering van het globaal plan op het stuk van de fiscaliteit en bij wet van 10 juni 1997 houdende toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan de ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking gesteld van de procureur des Konings en van de arbeidsauditeur werd aan deze gedetacheerde ambtenaren de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9954

Force est toutefois de constater qu’en dépit de ces mesures législatives, l’on ne peut qualifier la lutte contre la fraude fiscale « d’optimale » dans le cadre législatif actuel.

Spijts de wetgevende initiatieven moet evenwel worden vastgesteld dat van een optimale fiscale fraudebestrijding binnen het huidige wetgevende kader geen sprake kan zijn.

Dans le périodique Actualités fiscales Lettre d’information hebdomadaire, no 2004/36, M. Francis Desterbeck, avocat général près la cour d’appel de Gand, s’interroge sur l’existence d’une politique de répression pénale de la fraude fiscale. M. Desterbeck constate notamment, dans son article, que le cadre des 16 substituts fiscaux n’est pas complet à l’heure actuelle. Il précise aussi que le cadre de 16 fonctionnaires détachés, qui avait été créé pour aider les substituts fiscaux, n’est même pas du tout complété.

In de Nieuwsbrief AFT Fiscale Actualiteit nr. 2004/ 36 verscheen een artikel aan de hand van de heer Francis Desterbeck, advocaat-generaal bij het hof van beroep van Gent, met als titel : « De strafrechtelijke beteugeling van fiscale fraude. Is er een beleid ? Zo ja, welk ? Zo nee, waarom niet ? ». In dit artikel stelt Desterbeck onder meer dat het kader van 16 fiscale substituten op heden niet volledig is ingevuld. Tevens stelt Desterbeck dat het kader van de 16 gedetacheerde ambtenaren dat werd gecreeërd om de fiscale substituten bij te staan zelfs helemaal niet is ingevuld.

1. a) Est-il exact que le cadre des substituts fiscaux n’est pas entièrement complété ?

1. a) Klopt het inderdaad dat het kader van de fiscale substituten niet volledig is ingevuld ?

b) Dans l’affirmative, pour quelle raison ? Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour remédier à cette situation ?

b) Zo ja, wat is de reden daarvan en welke maatregelen overweegt u te nemen om dat te verhelpen ?

2. Peut-on réellement parler d’une politique de répression de la fraude fiscale et quels en sont les paramètres ?

2. Is er effectief sprake van een beleid ter beteugeling van de fiscale fraude en wat zijn hiervan de parameters ?

DO 2004200502928

DO 2004200502928

Question no 487 de M. Bart Laeremans du 20 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 487 van de heer Bart Laeremans van 20 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

E´tablissements pénitentiaires. — Situation dans les cuisines.

Penitentiaire instellingen. — Toestand keukens.

Il me revient que la cuisine de la prison de LouvainCentral avait déjà été déclarée insalubre il y a sept ans par l’inspection de la Santé publique. Les ustensiles de cuisine et autres appareils utilisés sont totalement obsolètes, et j’ai cru pouvoir comprendre que la cuisine ne dispose pas d’un cuisinier diploˆmé.

Ik heb vernomen dat de keuken in de gevangenis van Leuven-Centraal reeds zeven jaar geleden werd afgekeurd door de inspectie van Volksgezondheid. Men werkt er met volkomen verouderd materiaal. Ook heb ik begrepen dat de keuken niet beschikt over een gediplomeerde kok.

1. Ces informations sont-elles exactes, et quels efforts avez-vous déjà faits pour remédier à cette situation ?

1. Klopt deze informatie en welke inspanningen heeft u reeds gedaan om in deze situatie verbetering te brengen ?

2. Pouvez-vous indiquer, pour chacun des établissements pénitentiaires, si la cuisine est conforme aux normes édictées par le département de la Santé publique et si elle dispose ou non de cuisiniers diploˆmés ?

2. Kan u voor elk van de penitentiaire instellingen weergeven of de keukens voldoen aan de normen van Volksgezondheid en of zij al dan niet beschikken over gediplomeerde koks ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9955

DO 2004200502931

DO 2004200502931

Question no 488 de Mme Martine Taelman du 21 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 488 van mevrouw Martine Taelman van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Dépoˆts clandestins d’immondices. — Procès-verbaux.

Sluikstorten. — Processen-verbaal.

Les dépoˆts clandestins d’immondices constituent un phénomène social qui est source de nuisances. Il suffit de circuler sur nos routes et nos autoroutes pour constater que de grandes quantités de détritus y jonchent le sol. De même, des déchets domestiques sont souvent abandonnés sur les aires de stationnement, dont les poubelles débordent.

Sluikstorten is een maatschappelijk fenomeen dat de nodige overlast veroorzaakt. Wie langs wegen en autosnelwegen rijdt ziet grote hoeveelheden zwerfvuil naast de weg. Ook parkings worden veel gebruikt om het huisvuil kwijt te raken : vuilbakken op die parkings puilen dikwijls uit, en veel vuil wordt er dan maar naast gedropt.

Il y a peu, le parquet de Gand a engagé des poursuites contre les auteurs de tels faits. Selon les médias, le problème se poserait également de manière aigue¨ dans la province d’Anvers, par exemple. Il semble toutefois que plus aucun procès-verbal n’ait été dressé par les gardes voyers assermentés depuis 2001, au motif que les parquets n’ont jamais poursuivi.

Het Gentse parket vervolgde recentelijk een aantal van die sluikstorters. Uit mediaberichten blijkt dat bijvoorbeeld ook de provincie Antwerpen sterk te kampen heeft met dit probleem. Blijkbaar is het echter van 2001 geleden dat door bee¨digde wegenwachters nog processen-verbaal werden opgesteld. Reden zou zijn dat er nooit werd vervolgd door de parketten.

1. a) Disposez-vous de chiffres relatifs au nombre de procès-verbaux dressés pour dépoˆts clandestins d’immondices sur l’ensemble du territoire belge ?

1. a) Beschikt u over cijfers in verband met het aantal opgestelde processen-verbaal voor sluikstorten over heel Blegie¨ ?

b) Sur ce total, quel pourcentage a-t-il été classé sans suite, combien de poursuites ont-elles été engagées ou combien de transactions ont-elles été proposées ?

b) Hoeveel percent werd daarvan geseponeerd, en hoeveel vervolgingen werden ingesteld of minnelijke schikkingen opgestuurd ?

2. Ces dernières années, observe-t-on une diminution du nombre de procès-verbaux dressés ?

2. Is er de jongste jaren een daling waar te nemen in het aantal opgestelde processen-verbaal ?

3. Avez-vous une idée de la répartition du problème par provinces ou autrement dit : le problème se pose-til partout avec la même acuité ?

3. Heeft u een zicht op het probleem verdeeld over de diverse provincies, met andere woorden doet het probleem zich overal in dezelfde mate voor ?

4. a) Est-il exact que les dépoˆts clandestins d’immondices ne constituent pas une priorité pour les parquets et quelle est votre position à ce sujet ?

4. a) Klopt het dat sluikstorten voor de parketten geen prioriteit is, en wat is uw standpunt hierover ?

b) Existe-t-il à cet égard des directives du Collège des procureurs généraux ?

b) Zijn er richtlijnen van het College van procureursgeneraal ?

DO 2004200502959

DO 2004200502959

Question no 489 de M. Guido De Padt du 22 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 489 van de heer Guido De Padt van 22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Comportements agressifs dans les hoˆpitaux.

Agressie in ziekenhuizen.

Les services d’urgence dans les hoˆpitaux sont régulièrement confrontés à des formes de comportement agressif de la part de patients ou de personnes qui les accompagnent.

Spoeddiensten van ziekenhuizen worden regelmatig geconfronteerd met vormen van agressief gedrag van de patie¨nten of hun begeleiders.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9956

1. Combien d’actes d’agression (ventilés selon qu’il s’agit d’agression verbale et/ou physique) a-t-on dénombrés dans les hoˆpitaux en 2000, 2001, 2002 et 2003 (par région) ?

1. Hoeveel gevallen van agressie (opgesplitst naargelang het om verbale en/of fysieke agressie ging) werden er in de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 (opgesplitst per gewest) in ziekenhuizen vastgesteld ?

2. Quelles suites les parquets ont-ils réservées à ces faits ?

2. Welk gevolg hebben de parketten aan deze feiten gegeven ?

3. Est-il légalement possible d’interdire aux personnes qui se sont déjà livrées à une agression dans un hoˆpital l’accès à un service d’urgence ?

3. Is het wettelijk mogelijk om aan personen die zich reeds schuldig hebben gemaakt aan agressie in een ziekenhuis, het recht op toegang tot een spoeddienst te ontzeggen ?

4. N’estimez-vous pas qu’il s’indique de légiférer afin de réprimer plus spécifiquement les comportements agressifs dans les hoˆpitaux ?

4. Acht u het niet aangewezen een wetgevend initiatief te nemen om agressie in ziekenhuizen specifiek te beteugelen ?

DO 2004200502962

DO 2004200502962

Question no 490 de M. Alfons Borginon du 22 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 490 van de heer Alfons Borginon van 22 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Conseil de la Justice et des Affaires intérieures à Luxembourg. — Proposition de décision-cadre visant à renforcer le cadre pénal pour la lutte contre la pollution à partir de navires.

Raad Justitie en Binnenlandse Zaken te Luxemburg. — Voorstel kaderbesluit tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen.

Une proposition de décision-cadre du Conseil visant à renforcer le cadre pénal pour la lutte contre la pollution à partir de navires figurait à l’ordre du jour du Conseil Justice et Affaires intérieures des 25 et 26 octobre 2004 à Luxembourg.

Op de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 25 en 26 oktober 2004 te Luxemburg stond het voorstel van een kaderbesluit van de Raad tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen op de agenda.

Le Conseil a surtout discuté du lien entre la décision-cadre, MARPOL (Convention internationale pour la prévention de la pollution par les navires) et UNCLOS (convention des Nations Unies sur le droit de la mer) ainsi que de la possibilité d’introduire un plafond pour les amendes maximales qui peuvent être infligées à des personnes morales.

De Raad heeft vooral gedebatteerd over het verband tussen het kaderbesluit, MARPOL (Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen) en UNCLOS (Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee) en over de mogelijkheid een plafond in te voeren voor de maximumboetes die aan rechtspersonen kunnen worden opgelegd.

Le Conseil a à cet effet adopté une position commune concernant le projet de directive en matière de pollution à partir de navires et l’introduction de sanctions en cas d’infraction. Le principe de base est que chaque déversement de polluants est considérée comme une infraction à partir du moment ou` il est effectué volontairement, par imprudence ou par négligence grave. Le projet de directive permet aux E´tats membres de prendre les mesures nécessaires pour assurer que les infractions fassent l’objet de sanctions effectives, proportionnées et dissuasives, ces sanctions pouvant être de nature pénale ou administrative.

De Raad heeft daartoe een gemeenschappelijk standpunt ingenomen met betrekking tot een ontwerprichtlijn inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken. Het hoofdprincipe is dat iedere lozing van verontreinigende stoffen als inbreuk wordt beschouwd wanneer ze met opzet, door roekeloosheid of door ernstige nalatigheid plaatsvindt. De ontwerp-richtlijn stelt de lidstaten in staat de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat op deze overtredingen doeltreffende evenredige en afschrikkende sancties staan, die van strafrechtelijke of administratieve aard kunnen zijn.

1. Les régions, compétentes pour les ports, ont-elles été suffisamment consultées à ce sujet ?

1. Is er over deze materie voldoende overleg geweest met de gewesten die voor de havens bevoegd zijn ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9957

2. Comment cette concertation s’est-elle déroulée dans la pratique ?

2. Hoe is dit praktisch verlopen ?



DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 563 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 563 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :







Budget

Begroting

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 40 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 40 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :






2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9958

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2004200502903

DO 2004200502903

Question no 380 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 380 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Fermeture des guichets de la gare d’Auvelais.

NMBS. — Sluiting van de loketten van het station van Auvelais.

La gare d’Auvelais serait l’une des gares dont la SNCB envisage la fermeture des guichets.

Het station van Auvelais zou op de lijst van stations staan waarvan de NMBS de loketten wil sluiten.

Cette mesure est à tout le moins surprenante eu égard au fait que le baˆtiment de la gare a récemment fait l’objet d’importantes rénovations !

Dat bericht is hoogst bevreemdend : het stationsgebouw werd immers onlangs nog grondig gerenoveerd !

De plus, le « Plan Communal de Mobilité », auquel la SNCB est partie prenante, insiste sur le développement de modes de déplacement alternatif à la voiture. Ce qui vise bien évidemment l’offre de transport public en ce compris l’offre ferroviaire.

Bovendien wordt in het « gemeentelijk mobiliteitsplan », waaraan ook de NMBS deelneemt, aangedrongen op de ontwikkeling van andere vervoersmodi als alternatief voor de auto, waarmee uiteraard gedoeld wordt op het openbaar vervoer, met inbegrip van de trein.

La fermeture des guichets de cette gare entraıˆnerait une détérioration importante du service aux voyageurs embarquant en gare d’Auvelais. Il y a fort à craindre que la fermeture des guichets s’accompagne de la fermeture du baˆtiment en l’absence de surveillance adéquate de celui-ci et donc à une détérioration de l’environnement. Ceci pourrait à terme amener la désaffection progressive des voyageurs qui servira de prétexte à une diminution de l’offre de transport.

De service voor de reizigers die in Auvelais opstappen zou er als gevolg van een sluiting van de loketten aanzienlijk op achteruitgaan. Te vrezen valt bovendien dat een sluiting van de loketten slechts een voorbode is van de sluiting van het station zelf, omdat het gebouw dan niet meer degelijk bewaakt zou worden, met alle gevolgen van dien voor de omgeving. Uiteindelijk zouden de reizigers zelf mogelijk kunnen wegblijven, wat dan weer aangegrepen kan worden als excuus om het treinaanbod te beperken.

1. Pourriez-vous préciser les intentions de la SNCB quant au maintien des guichets de la gare d’Auvelais ?

1. Wat zijn de plannen van de NMBS met betrekking tot het behoud van de loketten in het station van Auvelais ?

2. a) Est-ce qu’une concertation avec les autorités locales a été organisée ?

2. a) Werd er overleg gepleegd met de lokale overheden ?

b) Si oui, est-ce qu’une solution a pu être trouvée ?

b) Zo ja, werd er een oplossing gevonden ?

3. a) Dans le cas d’une fermeture des guichets, est-ce qu’une présence sera encore assurée dans la gare ?

3. a) Zal er, als de loketten effectief dichtgaan, nog NMBS-personeel in het station aanwezig zijn ?

b) Si tel est le cas, pourriez-vous préciser à quelle entité juridique sera rattaché ce membre de personnel (Infrabel, SNCB Holding, SNCB Exploitation) ?

b) Zo ja, tot welke juridische entiteit zal dat personeelslid behoren (Infrabel, NMBS-Holding, de exploitatiemaatschappij NMBS) ?

4. Est-ce que ce membre de personnel sera disponible pour informer les voyageurs et pour aider les personnes à mobilité réduite à embarquer ?

4. Zal dat personeel als aanspreekpunt kunnen fungeren voor de reizigers, inlichtingen kunnen verstrekken en minder mobiele mensen de trein in helpen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9959

5. Est-ce que le baˆtiment de la gare restera accessible aux voyageurs ?

5. Blijft het stationsgebouw toegankelijk voor de reizigers ?

6. Pourriez-vous nous éclairer sur la manière dont la SNCB entend organiser la vente des titres de transport à Auvelais ?

6. Hoe wil de NMBS de verkoop van vervoersbewijzen in Auvelais organiseren ?

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 381 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 381 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :





DO 2004200502918

DO 2004200502918

Question no 382 de M. Guido De Padt du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 382 van de heer Guido De Padt van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Retards.

NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer.

Tout usager du rail peut constater que les retards des trains sont un sujet de mécontentement pour les voyageurs, tout en générant parfois de vrais problèmes (correspondances manquées, arrivées tardives au travail ou à un rendez-vous, etc.).

Wie al eens de trein neemt, komt al snel tot de conclusie dat vertragingen in het spoorvervoer bij de reizigers voor ergernis en soms ook problemen (te laat op het werk of een afspraak, missen van aansluitingen, enzovoort) zorgt.

1. Des indications ou des chiffres (concernant les années 2001, 2002, 2003 et le premier semestre de 2004) attestent-ils que la ponctualité des trains s’est améliorée ?

1. Zijn er aanwijzingen of cijfers (van 2001, 2002, 2003 en eerste helft van 2004) beschikbaar die aantonen dat de treinen stipter rijden dan vroeger ?

2. Quelles sont les principales causes de retards dans le trafic ferroviaire ?

2. Wat zijn de grootste oorzaken die voor vertragingen in het spoorwegvervoer zorgen ?

3. a) Les retards sont-ils systématiquement fréquents certains jours de la semaine ?

3. a) Worden er op regelmatige basis op bepaalde dagen van de week meer vertragingen vastgesteld dan op andere ?

plus

b) Dans l’affirmative, quels jours sont à considérer davantage comme « jours à risque » ?

b) Zo ja, op welke dagen ?

4. a) La ponctualité laisse-t-elle systématiquement à désirer certains jours de l’année ?

4. a) Zijn er specifieke dagen bekend waarop elk jaar opnieuw problemen met de stiptheid zijn ?


2004

2005


1259

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9960

b) Dans l’affirmative, quels sont ces jours ? 5. Quel est le moment de la journée qui semble le plus propice aux retards ?

b) Zo ja, welke ? 5. Op welk moment van de dag doen de meeste vertragingen zich voor ?

DO 2004200502936

DO 2004200502936


Selon cet avis, le baˆtiment de la gare se trouve dans un état pitoyable. Par ailleurs, les gravillons qui jonchent le quai situé à une faible hauteur représentent un sérieux danger pour tous les voyageurs. Le comité propose en outre une série d’améliorations et d’aménagements dans et autour de la gare. Cet avis s’adresse aussi de toute évidence aux ministres compétents. 1. a) Avez-vous déjà pris connaissance de l’avis no 04-37 du comité consultatif des usagers ? b) Si oui, êtes-vous d’accord avec cette analyse de la situation à la gare de Zandbergen ? c) Si non, allez-vous demander une évaluation de la situation dans cette gare ? 2. a) A-t-on déjà prévu à l’heure actuelle certains aménagements qui pourraient être réalisés dans un avenir proche ? b) Si oui, lesquelles et quand prévoit-on leur réalisation ? c) Si non, la SNCB a-t-elle estimé qu’il n’était pas nécessaire d’y procéder ?

Vraag nr. 383 van de heer Guido De Padt van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Station van Zandbergen. — Advies Raadgevend Comité van de Gebruikers. In een advies (nr. 04-37, goedgekeurd in de plenaire vergadering op 7 december 2004) van het Raadgevend Comité van de Gebruikers over de dienstverlening van de NMBS, werd het hele onthaal in het station van Zandbergen, deelgemeente van Geraardsbergen, onderzocht. Volgens dit advies bevindt het stationsgebouw zich in erbarmelijke toestand. Losliggend grind op het perron, dat zich op geringe hoogte bevindt, vormt een serieus gevaar voor elke reiziger. Daarnaast worden nog een reeks verbeteringen en mogelijke aanpassingen op en rond het station voorgesteld. Het advies heeft als bestemmeling ook de bevoegde ministers, zo blijkt uit het advies zelf. 1. a) Heeft u reeds kennis genomen van advies nr. 04-37 van het Raadgevend Comité van de Gebruikers ? b) Zo ja, onderschrijft u de problemen die zich in het station van Zandbergen voordoen ? c) Zo neen, overweegt u om de toestand in het betreffende station te laten evalueren ? 2. a) Zijn er reeds aanpassingen, die in de nabije toekomst zullen worden uitgevoerd, aan het station op dit ogenblik gepland ? b) Zo ja, welke en voor wanneer is de uitvoering in het vooruitzicht gesteld ? c) Zo neen, is daar dan volgens de eigen evaluatie van de NMBS geen noodzaak toe ?

DO 2004200502938

DO 2004200502938

Question no 385 de Mme Annelies Storms du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Dépoˆts de vélos gardés dans les gares. En mai 2004, le concessionnaire chargé des dépoˆts de vélos sous surveillance électronique existant dans

Vraag nr. 385 van mevrouw Annelies Storms van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de stations. In mei 2004 ging de concessiehouder failliet die instond voor de elektronisch beveiligde fietsenstallingen

SNCB. — Gare de Zandbergen. — Avis du comité consultatif des usagers. Dans son avis no 04-37 sur le service de la SNCB, adopté en séance plénière le 7 décembre 2004, le comité consultatif des usagers s’est notamment penché sur l’accueil des voyageurs à la gare de Zandbergen, une commune fusionnée de Grammont.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9961

sept grandes gares de Flandre a été déclaré en faillite et 1 900 emplacements pour vélos sont dès lors devenus ` Gand, le parking pour bicyclettes, indisponibles. A comptant 600 emplacements, était toujours complet et faisait même l’objet d’une liste d’attente. Il me revient qu’un nouveau concessionnaire aurait été désigné entre-temps.

bij zeven grote stations in Vlaanderen, 1 900 fietsenstelplaatsen gingen hierdoor verloren. De Gentse fietsenstalling telde ongeveer 600 plaatsen, steeds volzet, er was zelfs een wachtlijst. Ik vernam dat er intussen een nieuwe concessionaris aangesteld werd.

Toutefois, la réouverture du dépoˆt gardé de vélos reste incertaine et des dates différentes sont avancées à chaque fois. L’association de cyclistes Gentse Fietsersbond a mené récemment à la gare de Gand SaintPierre une action pour manifester son mécontentement.

Onlangs voerde de Gentse Fietsersbond actie aan het Gentse Sint-Pietersstation omdat er nog steeds geen duidelijkheid is over de heropening van de bewaakte fietsenstalling. Er worden steeds andere data voor de heropening naar voren geschoven.

1. a) Quand le contrat du nouveau concessionnaire prendra-t-il cours ?

1. a) Vanaf wanneer gaat het contract met deze nieuwe concessionaris in ?

b) Quand le dépoˆt de vélos gardé de la gare de Gand Saint-Pierre pourra-t-il être réutilisé ?

b) Wanneer zal de bewaakte stalling aan het SintPietersstation opnieuw gebruikt kunnen worden ?

c) Pour quelle raison la réouverture de ce dépoˆt estelle sans cesse postposée ?

c) Wat is de reden voor de steeds uitgestelde heropening van de fietsenstalling ?

2. a) Le nouveau concessionnaire ouvrira-t-il les parkings gardés pour bicyclettes qui existent déjà dans les sept grandes gares de la SNCB ?

2. a) Zal de nieuwe concessiehouder de bestaande bewaakte fietsenparkings aan de zeven grote NMBS-stations openen ?

b) Quelle sera la capacité de ces dépoˆts et quel sera en particulier le nombre de places disponibles à la gare de Gand St-Pierre ?

b) Welke capaciteit zullen deze stallingen hebben en meer specifiek hoeveel fietsparkeerplaatsen zullen er in de bewaakte stalling van Gent Sint-Pieters ter beschikking komen ?

c) L’ouverture de dépoˆts gardés pour vélos est-elle prévue dans d’autres gares ?

c) Zijn er nog plannen om aan andere stations bewaakte fietsenstallingen te openen ?

d) Pourquoi (pas) ?

d) Waarom (niet) ?

3. Quel sera le prix de l’abonnement pour l’utilisation des dépoˆts gardés ?

3. Hoeveel zal de abonnementsprijs bedragen om een fiets in dergelijke bewaakte stalling achter te laten ?

4. Une expérience-pilote a récemment démarré dans cinq gares. Il s’agit de la location, par le biais d’une carte d’abonnement, de véritables consignes pour vélos.

4. Onlangs startte aan vijf stations een proefproject met fietsenkluizen. Via een abonnementskaart kan je dergelijke kluis huren.

a) Envisagez-vous d’étendre cette l’évaluation du projet est positive ?

a) Overweegt u deze vorm van bewaakte fietsenstalling uit te breiden indien dit project positief gee¨valueerd wordt ?

formule

si

b) Pourquoi (pas) ?

b) Waarom (niet) ?

5. Il y a peu, vous avez déclaré dans une interview qu’il fallait multiplier les parkings près des gares pour inciter les automobilistes à prendre le train. Pour ce faire, le ministre devrait dégager un budget de 100 millions d’euros au cours des 4 à 5 années à venir.

5. In een interview verklaarde u onlangs dat er meer parkeerterreinen rond stations moeten komen om zo automobilisten naar de trein te lokken. Daarvoor zou de minister 100 miljoen euro uittrekken de komende 4 à 5 jaar.

Envisagez-vous aussi, par analogie, d’augmenter les moyens consacrés aux emplacements pour vélos dans les gares ?

Voorziet u naar analogie met de middelen voor meer parkeerplaatsen aan de stations ook in meer middelen voor fietsenstelplaatsen aan stations ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9962

DO 2004200502939

DO 2004200502939

Question no 386 de M. Servais Verherstraeten du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 386 van de heer Servais Verherstraeten van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol.

NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol.

Les baˆtiments d’une nouvelle gare à Mol sont étanches au vent et aux intempéries depuis longtemps déjà.

Reeds geruime tijd staat in Mol een nieuw stationsgebouw water- en winddicht.

Un tunnel doit toutefois encore être construit. L’adjudication pour l’aménagement de ce tunnel avait été annoncée pour le printemps 2004 et le commencement des travaux pour le début du mois de juin 2004.

Er dient echter ook nog een tunnel gebouwd te worden. De aanbesteding voor de ondertunneling zou plaatsvinden in het voorjaar 2004 en de aanvang begin juni 2004.

1. a) Quel est l’état d’avancement du dossier ?

1. a) Wat is de huidige stand van zaken ?

b) Quelle est l’origine du nouveau retard ?

b) Wat is de oorzaak van bijkomende vertraging ?

c) Quand la finition des travaux est-elle prévue ?

c) Wanneer is de afwerking van deze werken gepland ?

2. La finition intérieure de la gare n’a pas été entamée après l’achèvement du gros-œuvre, comme initialement prévu.

2. Ook de binnenafwerking van het station gebeurde niet in opvolging van de afwerking van de ruwbouw, hoewel dit aanvankelijk gepland was.

Vous aviez annoncé que ces travaux de finition avaient été prévus pour fin 2004 et que le baˆtiment serait progressivement mis en service à partir de l’automne 2005.

U heeft gesteld dat de afwerking hiervan gepland was einde 2004 en het gebouw zou stapsgewijze in gebruik genomen worden vanaf het najaar 2005.

La fin de l’année 2004 approche et les travaux de finition n’ont pas encore débuté.

Eind 2004 is in zicht en de afwerking heeft helemaal niet plaatsgevonden.

a) Quelle est la raison de ce retard ?

a) Wat is de reden van de vertraging ?

b) Quels travaux doivent encore être réalisés ?

b) Wat dient nog te gebeuren ?

c) Quel est le couˆt de ces travaux ?

c) Wat is de kostprijs hiervan ?

d) L’adjudication a-t-elle déjà eu lieu ?

d) Werd het dossier reeds aanbesteed ?

e) Dans l’affirmative, quand ?

e) Zo ja, wanneer ?

f) Quels en sont les résultats ?

f) Wat zijn de resultaten hiervan ?

g) Quand les travaux de finition intérieure débuteront-ils et quel est le calendrier prévu ?

g) Wanneer wordt de binnenafwerking in het vooruitzicht gesteld en wat is de timing ?

3. Qu’adviendra-t-il du baˆtiment de l’ancienne gare ? Sa démolition était prévue mais le délai fixé dans le permis de démolition serait dépassé.

3. Wat gebeurt er met het oude stationsgebouw ? De afbraak was gepland, maar de sloopvergunning zou zijn vervallen.

4. a) Comment expliquez-vous que les mesures nécessaires n’aient pas été prises dans les délais ?

4. a) Wat is de reden dat de nodige acties niet tijdig werden voorzien ?

b) Quelle destination la SNCB compte-t-elle à présent donner au baˆtiment ?

b) Wat zijn de plannen van de NMBS nu met het gebouw ?

c) Sera-t-il encore démoli ?

c) Wordt het nog afgebroken ?

d) Dans l’affirmative, quel est le calendrier prévu ?

d) Zo ja, wat is de timing ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9963

5. Les quais ne sont actuellement pas dotés d’abris contre les intempéries. Quelles mesures temporaires envisagez-vous ?

5. Op dit ogenblik zijn op de perrons geen schuilvoorzieningen aanwezig. Wat kan hier ondertussen aan gebeuren ?

6. Les emplacements pour bicyclettes posent également problème. L’administration communale a sacrifié quelques places de stationnement pour voitures et a livré des barrières nadar. La SNCB devait fournir des raˆteliers à vélos mais cela ne semble pas avoir été le cas.

6. Ook de fietsstalling levert een probleem op. Het gemeentebestuur offerde enkele parkeerplaatsen op en leverde nadars. De NMBS zou fietsrekken bezorgen maar dit blijkt evenmin het geval.

Qu’en est-il de ces raˆteliers ?

Waar blijven de fietsrekken ?

DO 2004200502960

DO 2004200502960

Question no 387 de Mme Marleen Govaerts du 22 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 387 van mevrouw Marleen Govaerts van 22 decem ber 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

La Poste. — Distribution du courrier.

De Post. — Bedeling.

La Poste assure la distribution de certains imprimés « en toutes boıˆtes », à condition bien suˆr que le client qui en demande la distribution acquitte la somme due au bureau de dépoˆt. Le tarif de ce service varie en fonction du nombre d’habitants de la zone couverte par le bureau de poste en question. Pourtant, il arrive régulièrement que des imprimés ne soient pas déposés dans toutes les boıˆtes aux lettres. Ainsi, la présence d’un autocollant portant une mention du type « pas de publicités svp » peut être une des raisons pour lesquelles un imprimé ne sera pas distribué.

De Post voorziet in de mogelijkheid bepaalde drukwerken van huis tot huis te bedelen, als natuurlijk de opdrachtgever voldoende betaalt op het afgiftekantoor. Het tarief van deze dienstverlening varieert naar gelang het aantal inwoners van het gebied waar het postkantoor gelegen is. Toch gebeurt het regelmatig dat bepaalde blaadjes niet overal worden gepost. Eén reden voor het niet bedelen is de sticker « geen reclamedrukwerk en/of periodieken ».

1. Comment la distribution est-elle organisée dans les immeubles à appartements ?

1. Hoe gebeurt de verdeling in appartementsgebouwen ?

2. Comment la distribution est-elle organisée dans les maisons de retraite ?

2. Hoe gebeurt de verdeling in bejaardentehuizen ?

3. a) Que deviennent les imprimés non-distribués ?

3. a) Wat gebeurt er met de niet bedeelde blaadjes ?

b) Quel est le volume d’imprimés non-distribués par an et par province ?

b) Hoeveel zijn er dat per jaar, per provincie ?

4. a) Quelles instructions concrètes les facteurs reçoivent-ils en ce qui concerne la distribution d’envois « en toutes boıˆtes » ?

4. a) Welke opdracht krijgen de postbodes concreet voor het « van huis tot huis » bedelen van poststukken ?

b) Sont-ils obligés de déposer l’envoi dans toutes les boıˆtes sans exception, ou peuvent-ils d’abord demander l’autorisation du destinataire ?

b) Zijn zij verplicht elke brievenbus te voorzien of mogen zij eerst de bestemmeling om zijn toelating vragen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9964

DO 2004200502961

DO 2004200502961

no

Question 388 de M. Guido De Padt du 22 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. — Détermination de l’affectation des bénéfices. Selon des communiqués de presse récents, la Loterie Nationale va répartir différemment ses subsides et les initiatives sociales vont recevoir plus d’argent, au détriment du sport et de la culture. Il n’y a rien de particulier à redire, si ce n’est que ceux qui amènent les fonds n’ont pas voix au chapitre. Pour chaque montant de 2,5 euros investi par un joueur de loto, 1,17 euro est notamment versé dans le pot commun d’environ 210 millions consacré annuellement à de « bonnes causes ». Il me semble indiqué d’associer davantage les joueurs à la politique de subsides et de renforcer l’assise de celle-ci. De nombreux joueurs ne réalisent en effet pas toujours qu’ils apportent une contribution substantielle au mécénat très méritoire de la Loterie Nationale. Je pense qu’il est possible de remédier à cette situation et de démocratiser d’une certaine manière le mode d’affectation (dans les domaines social, culturel, sportif, scientifique, etc.) de ces montants. C’est possible à mon estime en permettant d’indiquer par une croix sur les billets qui doivent être enregistrés (et je songe en premier lieu aux billets de loto) le secteur auquel seraient destinées les recettes. Seriez-vous disposé à imposer, par un contrat de gestion entre la Loterie Nationale et le gouvernement fédéral (et après la réalisation d’une étude de faisabilité) cette obligation à la Loterie afin de permettre aux joueurs de préciser sur le formulaire qu’ils doivent faire enregistrer l’affectation qu’ils souhaitent pour les montants en jeu.

Vraag nr. 388 van de heer Guido De Padt van 22 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. — Aanduiding doelen winst. Volgens recente persberichten gaat de Nationale Loterij haar subsidies anders verdelen en zullen sociale initiatieven meer geld krijgen, dit ten koste van sport en cultuur. Op zichzelf is daar niets op aan te merken, behalve dat diegene die voor de fondsen zorgt, daar geen inspraak in heeft. Van elke 2,5 euro die een loterijspeler inzet, gaat 1,17 euro onder meer naar de pot van ongeveer 210 miljoen euro die jaarlijks aan het goede doel wordt besteed. Het lijkt mij aangewezen om de spelers nauwer te betrekken bij het subsidiebeleid en ook het draagvlak daarvoor aan te zwengelen. Vele spelers zijn zich immers niet echt bewust van het feit dat zij een belangrijke bijdrage leveren tot het zeer verdienstelijk mecenaat van de Nationale Loterij. Ik meen dat aan deze situatie en aan een zekere democratisering van de bestemming (sociaal, cultureel, sportief, wetenschappelijk, enzovoort) van de ingezette bedragen kan verholpen worden. Dit kan mijns inziens gebeuren door op de biljetten die moeten worden geregistreerd (en ik denk daarbij in de eerste plaats aan Lotto) in de mogelijkheid te voorzien aan te kruisen naar welk(e) doel(en) men graag zou zien dat de ingezette sommen gaan. Bent u bereid om in het beheercontract tussen de Nationale Loterij en de federale overheid, aan de eerstgenoemde de verplichting op te leggen (minstens de haalbaarheid ervan te onderzoeken) om aan de spelers de mogelijkheid te geven om op de formulieren, waarvan zij de registratie moeten doen, aan te duiden voor welk(e) doel(en) men de daarvoor beschikbare winst wil bestemmen ?



DO 2004200502900

DO 2004200502900

no

Question 463 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Brigades canines des zones de police locales. — Recours au Service vétérinaire de la police fédérale. — Protocole. Il existe un protocole qui permet aux brigades canines des zones de police locales du Royaume d’avoir


2004

Vraag nr. 463 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Hondenbrigades van de lokale politiezones. — Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de federale politie. — Protocol. Voor de verzorging en de begeleiding van hun honden kunnen de hondenbrigades van de lokale poli2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9965

recours, pour les soins et le suivi de leurs chiens, au Service vétérinaire de la police fédérale.

tiezones van het Koninkrijk een beroep doen op de Veterinaire Dienst van de federale politie. Die samenwerking is vastgelegd in een protocol.

L’intérêt pour les brigades canines des zones de police locales est évident : pouvoir bénéficier de tarifs pour le suivi et les soins nettement inférieurs à ceux pratiqués par les vétérinaires civils, pour un service équivalent.

Het voordeel voor de hondenbrigades van de lokale politiezones is overduidelijk : de kwaliteit van de dienstverlening is gelijkaardig en de tarieven liggen een stuk lager dan bij een gewone dierenarts.

Selon mes informations, peu de brigades canines de nos zones de police locales ont signé ce protocole, et la plupart d’entre elles continuent à avoir recours à des vétérinaires civils.

Volgens de gegevens waarover ik beschik, hebben weinig lokale politiezones het protocol ondertekend en doet het merendeel nog steeds een beroep op gewone dierenartsen.

1. Combien de zones de police locales du Royaume ont, à l’heure actuelle, signé le protocole en question et combien y ont eu pratiquement recours en 2004 ?

1. Hoeveel lokale politiezones van het Koninkrijk hebben op dit ogenblik het protocol ondertekend en hoeveel hebben er in 2004 ook echt een beroep op gedaan ?

2. Pourriez-vous communiquer si les zones de police locales qui ont signé le protocole ont imposé au personnel des brigades canines, depuis sa signature, d’avoir exclusivement recours au Service vétérinaire de la police fédérale pour les soins et le suivi de leurs chiens ou leur permettent également de solliciter des vétérinaires civils, et pourquoi ?

2. Kan u meedelen of de lokale politiezones, sinds zij het protocol hebben ondertekend, het personeel van de hondenbrigades hebben verplicht voor de verzorging en de begeleiding van hun honden uitsluitend op de Veterinaire Dienst van de federale politie een beroep te doen, dan wel of zij hen toelaten ook gewone dierenartsen te raadplegen ? Welke zijn de beweegredenen hiervoor ?

DO 2004200502901

DO 2004200502901

Question no 464 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 464 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Utilisation du système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles. — Controˆle des fiches des membres du personnel.

Gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel. — Controle van de fiches van de personeelsleden.

La Commission de la protection de la vie privée a récemment été interpellée au sujet de l’utilisation du système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles en vue du controˆle des fiches des membres du personnel.

De commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer werd onlangs aangesproken over het gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel met de bedoeling de fiches van de personeelsleden te controleren.

La collecte d’informations telles que les heures de présence pour chaque employé sur le lieu de travail constitue un traitement de données à caractère personnel qui tombe sous le champ d’application de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel.

Het inwinnen van informatie, zoals het bijhouden van de uren waarop elke werknemer op het werk aanwezig is, is een vorm van verwerking van persoonsgegevens die valt onder het toepassingsbereik van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Si rien ne s’oppose à la collecte de pareilles informations, la collecte en elle-même et le traitement des informations rassemblées doivent cependant respecter certaines prescriptions. Les données récoltées doivent ainsi être traitées pour des finalités déterminées, expli-

Hoewel niets het verzamelen van dergelijke informatie in de weg staat, moet het verzamelen ervan op zich en het verwerken van de verzamelde gegevens toch gebeuren volgens bepaalde voorschriften. De verwerking van de verzamelde gegevens moet aan welbe-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9966

cites et légitimes. De même toute politique de controˆle adoptée par l’employeur devra nécessairement être portée à la connaissance des employés préalablement à sa mise en œuvre lors d’un comité de concertation de base.

paalde, uitdrukkelijk vermelde en wettelijk beschreven doeleinden beantwoorden. Tevens moeten de werknemers tijdens een basisoverlegcomité vooraf op de hoogte worden gebracht wanneer de werkgever een controlebeleid wil invoeren.

Pourriez-vous communiquer si ces prescriptions ont été respectées dans le cas présent ?

Kunt u ons meedelen of de voorschriften in dit geval werden nageleefd ?

DO 2004200502907

DO 2004200502907

Question no 466 de M. Jean-Marc Nollet du 17 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Arrêté royal du 26 avril 2004. — Ećoles. — Zones 30.

Vraag nr. 466 van de heer Jean-Marc Nollet van 17 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

L’arrêté royal du 26 avril 2004 modifiant (...) l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique, impose la délimitation et la mise en œuvre de zones 30 aux abords de toutes les écoles pour le 1er septembre 2005.

Het koninklijk besluit van 26 april 2004 tot wijziging van het (...) koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg maakt het afbakenen van schoolomgevingen en het bijhorend invoeren van de zone 30 voor alle schoolomgevingen verplicht vanaf 1 september 2005.

L’Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) s’était vivement opposée, avant l’approbation de cet arrêté royal au Conseil des ministres des 20 et 21 mars 2004, aux conditions dans lesquelles cette nouvelle disposition, bien nécessaire dans l’objectif de réduction du nombre d’accidents sur la route et autour de l’école, était imposée aux communes (absence de financement fédéral, délai court, exceptions nécessaires, etc.).

Nog voor dit koninklijk besluit op de Ministerraad van 20 en 21 maart 2004 werd goedgekeurd, heeft de « Union des Villes et Communes de Wallonie » (UVCW — Waalse Unie van Steden en Gemeenten) zich fel verzet tegen de omstandigheden waarin de gemeenten deze nieuwe regeling — die nodig is om het aantal ongevallen op de weg en in de schoolomgeving te doen dalen — moeten uitvoeren (geen financiering door de federale overheid, te korte uitvoeringstermijn, noodzaak om uitzonderingen vast te leggen, enz.).

Il s’agit à présent, malgré cette inquiétude exprimée par l’UVCW, de faire en sorte que cette mesure porte ses effets concrets sur le terrain, et ce, dans le dialogue et la collaboration avec ceux qui sont chargés de la mettre en œuvre.

Ondanks de bezwaren van de UVCW komt het er thans op aan deze maatregel in de praktijk om te zetten. Dit kan alleen in overleg en samenwerking met de instanties die belast zijn met de uitvoering ervan.

1. Pourriez-vous communiquer ce que vous avez entrepris pour que cette mesure soit appliquée au mieux dans les communes, notamment via une concertation avec celles-ci ou avec leurs organes représentatifs ?

1. Welke schikkingen heeft u getroffen opdat deze maatregel optimaal in de gemeenten kan worden toegepast ? Heeft u daartoe met de gemeenten of met hun representatieve organen overleg gepleegd ?

2. Pourriez-vous communiquer si les aménagements et modifications nécessaires autour de chaque école pour cette mesure complémentaire à la politique de Sécurité routière sont effectivement appliqués et, le cas échéant, les statistiques dont vous disposez en la matière ?

2. Worden de schoolomgevingen daadwerkelijk heringericht in uitvoering van deze maatregel die de verkeersveiligheid ten goede komt ? Beschikt u terzake over cijfergegevens en zo ja, kan u ze ons bezorgen ?

3. En cas d’accident aux abords d’une école après le 1er septembre 2005, dans une zone non 30, la responsabilité du gestionnaire pourrait-elle être engagée ?

3. Kan de wegbeheerder aansprakelijk gesteld worden indien er zich na 1 september 2005 een ongeval zou voordoen in een schoolomgeving die nog niet tot een zone 30 is omgevormd ?


2004

Koninklijk besluit van 26 april 2004. — Scholen. — Zone 30.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9967

DO 2004200502921

DO 2004200502921

Question no 467 de M. Guido De Padt du 20 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 467 van de heer Guido De Padt van 20 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Agents auxiliaires de police. — Modification du nom. — Revalorisation de la fonction.

Hulpagenten. — Wijziging benaming. — Revalorisatie van de functie.

Ces dernières années, les missions dévolues aux agents auxiliaires de police ont évolué. Alors que leur mission initiale consistait à controˆler le respect du règlement en matière de stationnement, ils sont à présent de plus en plus souvent affectés à des missions relatives à la police de la circulation.

Het takenpakket van de hulpagent is de jongste jaren gewijzigd. In eerste instantie werden de hulpagenten ingeschakeld voor het toezien op het parkeerreglement. De hulpagenten worden echter steeds vaker ingeschakeld voor een aantal bevoegdheden inzake verkeerspolitie.

L’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police a instauré les grades d’inspecteur, d’inspecteur principal et de commissaire de police. L’ancien grade d’agent de police a été supprimé et remplacé par celui d’inspecteur de police. E´tant donné que, d’une part, les missions dévolues aux agents auxiliaires de police ont évolué ces dernières années si bien qu’ils sont susceptibles d’être affectés, par exemple, à des controˆles routiers et que, d’autre part, le terme d’agent auxiliaire paraıˆt désuet (voire dénigrant aux yeux de certains), les questions suivantes se posent.

Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten voorziet drie nieuwe graden zijnde inspecteur, hoofdinspecteur en commissaris. De vroegere benaming agent is verdwenen en werd vervangen door de benaming inspecteur.

1. Y a-t-il des objections à ce que le nom d’agent auxiliaire soit remplacé par celui d’inspecteur adjoint ?

1. Zijn er bezwaren om de naam van hulpagent te veranderen in de naam « adjunct-inspecteur » ?

2. Par quels autres moyens la fonction d’agent auxiliaire pourrait-elle encore être revalorisée ?

2. Zijn er nog andere mogelijkheden om de inhoud van de job van hulpagent te revaloriseren ?

3. Si la fonction d’agent auxiliaire devait être revalorisée, une formation supplémentaire vous semblet-elle nécessaire ?

3. Indien de functie van hulpagent wordt gerevaloriseerd, acht u dan bijkomende opleiding noodzakelijk ?

DO 2004200502940

DO 2004200502940

Question no 471 de M. Filip De Man du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Ećole provinciale du feu de Flandre orientale.

Vraag nr. 471 van de heer Filip De Man van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

L’école provinciale du feu de Flandre orientale (PBO, Provinciale Brandweerschool Oost-Vlaanderen) connaıˆt semble-t-il une situation délicate parce que l’E´tat fédéral ne remplirait pas ses obligations financières. Le montant en souffrance s’élèverait déjà à 600 000 euros pour 2004, auxquels il faudrait encore ajouter 1,1 million d’euros. Le fonctionnement de l’institution et son plan stratégique d’investissements s’en trouvent menacés. La PBO est une asbl regroupant tous les corps de pompiers locaux. Elle a pour objectif

De Oost-Vlaamse brandweerschool zit naar verluidt in slechte papieren omdat de federale overheid haar financie¨le verplichtingen niet zou nakomen. Dit jaar zou het tekort reeds opgelopen zijn tot 600 000 euro en moet men wachten op nog eens bijkomend 1,1 miljoen euro. Hierdoor komt de werking en het masterplan met de broodnodige investeringen in het gedrang. De Provinciale Brandweerschool Oost-Vlaanderen (PBO) is een vzw waarvan alle gemeentelijke brandweerkorpsen deel uitmaken en heeft tot doel onder-


2004

Vermits, enerzijds, de taken van de hulpagent de jongste jaren aan het wijzigen zijn en de hulpagenten zeker ook naar de toekomst toe zouden kunnen worden ingeschakeld voor bijvoorbeeld verkeerscontroles, en, anderzijds, de term hulpagent verouderd is (voor sommigen klinkt deze zelfs wat denigrerend), rijzen volgende vragen.

Provinciale brandweerschool van Oost-Vlaanderen.

2005


1260

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9968

d’enseigner la prévention de et la lutte contre le feu, ainsi que tout ce qui a trait aux missions des services d’incendie communaux. Ses formations s’adressent tant au personnel des services d’incendie communaux qu’aux travailleurs chargés de la prévention des incendies et des premiers secours dans les entreprises privées et les institutions publiques. En 2003, l’administration provinciale a contribué aux frais de fonctionnement de la PBO par le biais d’une subvention de 40 000 euros.

richt te verstrekken over het voorkomen en bestrijden van brand en in het algemeen over alles wat tot de opdrachten behoort van de gemeentelijke brandweerdiensten. De school richt zich via opleidingen zowel tot het personeel van de gemeentelijke brandweerdiensten als tot werknemers uit private ondernemingen en publieke instellingen, belast met de brandpreventie en eerste interventie in geval van brand. Het provinciebestuur droeg in 2003 bij in de werkingskosten van de PBO met een subsidie van 40 000 euro.

Il a été décidé en 2003 de procéder par le biais d’un plan stratégique à la rénovation et à l’extension du terrain d’entraıˆnement situé à Rodenhuyse. Après quinze ans d’utilisation intensive, le « hall incendie » et le terrain qui l’entoure ont en effet besoin d’être rénovés en profondeur. Plus de six mille membres des services d’incendie communaux et seize mille membres du personnel d’institutions et d’entreprises publiques et privées y ont suivi une formation pratique. Le but final est de réaliser un véritable site d’entraıˆnement ouvert aux services d’incendie tant publics que privés. Le conseil d’administration de la PBO a approuvé ce plan stratégique pour la réalisation duquel 3,3 millions d’euros ont été prévus.

In 2003 wordt de beslissing genomen om via een masterplan over te gaan tot de renovatie en uitbreiding van de oefensite te Rodenhuyse. De vuurhal, maar ook het oefenterrein er rond, zijn na vijftien jaar intensief gebruik aan grondige renovatie toe. Ruim zesduizend leden van gemeentelijke brandweerdiensten en zestienduizend personeelsleden van openbare en private instellingen en bedrijven volgden er één of andere vorm van praktijkopleiding. Einddoel is de realisatie van een volwaardig trainingspark voor brandweerdiensten, zowel openbare als private. De raad van beheer van de PBO keurde dit masterplan goed, waarbij voor de realisatie 3,3 miljoen euro wordt voorzien.

Le financement du plan et le fonctionnement de l’école posent toutefois d’importants problèmes, dont la cause réside dans l’actuelle politique de subventions du département de l’Intérieur. Ainsi, plus de 450 000 euros étaient dus à l’ASBL en 2003 et ce montant était déjà passé à 600 000 euros en 2004. Entre-temps, l’approbation du plan stratégique et le financement supplémentaire afférent de 1,1 million d’euros par le ministre se font attendre.

De financiering van dit plan en de werking van de provinciale brandweerschool kent evenwel ernstige problemen. De oorzaak daarvan ligt bij de huidige subsidie¨ringspolitiek van Binnenlandse Zaken. Zo had de vzw in 2003 meer dan 450 000 euro te goed, in 2004 is dit bedrag al opgelopen tot 600 000 euro. Intussen laat de goedkeuring van dit masterplan en de daaraan gekoppelde bijkomende financiering van 1,1 miljoen euro door de minister op zich wachten.

Lors de sa séance du mercredi 15 décembre 2004, la province de Flandre orientale a dès lors proposé au conseil provincial d’intervenir par le biais d’un crédit de soudure de 3,3 millions d’euros au maximum, qui sera sans doute converti en un emprunt à long terme après l’intervention longuement attendue du département de l’Intérieur. L’ensemble du conseil provincial s’est rallié à cette décision.

De provincie Oost-Vlaanderen heeft dan maar tijdens de zitting van woensdag 15 december 2004 aan de provincieraad voorgesteld om tegemoet te komen met een overbruggingskrediet van maximaal 3,3 miljoen euro, die, na de lang verhoopte tussenkomst van Binnenlandse Zaken, wellicht zal omgezet worden in een langlopende lening. Een beslissing waarin de voltallige provincieraad zich kon terugvinden.

1. Le ministre a-t-il connaissance de ce dossier ?

1. Is deze problematiek de minister bekend ?

2. Quelle est la cause du retard ?

2. Wat is de oorzaak van de vertraging ?

3. Comment le département de l’Intérieur va-t-il remédier au problème et dans quel délai ?


2004

3. Op welke wijze zal Binnenlandse Zaken tegemoet komen aan deze problematiek en binnen welke termijn ? 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9969

Ministre des Affaires étrangères

Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 144 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 144 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :





DO 2004200502941

DO 2004200502941

Question no 145 de M. Francis Van den Eynde du 21 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 145 van de heer Francis Van den Eynde van 21 december 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Absence manifeste de gouvernement démocratique au Népal.

Manifest gebrek aan democratisch leiderschap in Nepal.

Un article récemment publié dans le journal britannique en vue « The Economist » (« A failing state », 4 décembre 2004) nous révèle la faˆcheuse situation du Népal.

Een recent artikel uit de toonaangevende Britse krant « The Economist », (« A failing state », 4 december 2004), leert ons dat het niet goed gaat met Nepal.

D’une part, l’armée gouvernementale du Népal y mène une violente lutte contre les rebelles maoı¨stes qui ont trouvé des compagnons d’armes par-delà la frontière avec l’Inde, ou` des maoı¨stes menacent tant l’Inde que le Bangladesh. D’autre part, et surtout, le gouvernement du Népal est loin d’être irréprochable. ` l’époque des livraisons d’armes controversées par A la FN (en 2002), la coalition arc-en-ciel propageait du Népal l’image d’une « démocratie en devenir » qu’il fallait absolument soutenir contre des rebelles communistes décidés à l’anéantir.

Niet alleen wordt er door het Nepalese regeringsleger hevig strijd gevoerd tegen de maoı¨stische rebellen die inmiddels wapenbroeders hebben gevonden over de grens met India, waar maoı¨sten zowel India als Bangladesh bedreigen. Vooral aan Nepalese regeringszijde schort er een en ander.

L’image proposée par le gouvernement belge d’un gouvernement du Népal « un et indivisible », ne correspond malheureusement pas à la réalité. Le Népal se trouve en fait sous la coupe d’un monarque autoritaire aux allures de dictateur, n’ayant pas une once de respect pour les partis politiques existants et ne tolérant pas la démocratie mais qui a malgré tout réussi à convaincre un gouvernement se targuant dans sa politique tant intérieure qu’extérieure d’être un ardent défenseur des droits de l’homme, de lui livrer des armes.

Het beeld van de één en onverdeelde Nepalese regering dat door de Belgische regering werd opgehangen klopt jammer genoeg niet. Nepal staat in de praktijk onder het bewind van een autoritair-dictatoriale monarch die niet het minste respect heeft voor de bestaande politieke partijen, die geen democratie duldt, maar die er wel is in geslaagd om een regering, die zich zowel in haar interne als externe politiek opwerpt als de vooraanstaande verdediger van de mensenrechten, tot wapenlevering te overhalen.


2004

In het beeld van dat land dat de paars-groene regering, ten tijde (in 2002) van de omstreden wapenleveringen door FN verspreidde, was Nepal een « democratie in wording » en moest het noodzakelijk militair worden ondersteund tegen communistische rebellen die haar willen onderuit halen.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9970

1. Des armes de la FN sont-elles toujours livrées au Népal à l’heure actuelle, que ce soit ou non en exécution de la fameuse commande controversée ? 2. Le gouvernement est-il toujours convaincu que le Népal est « une démocratie en devenir » et existe-t-il des preuves concluantes en la matière, à présent que des experts ont manifestement une autre opinion sur le sujet ? 3. Le gouvernement envisage-t-il d’intervenir sur la scène internationale, auprès des Nations unies, pour que des mesures soient prises pour éviter que des provinces indiennes et le Bangladesh soient déstabilisés par des rebelles maoı¨stes ?

1. Worden er op dit ogenblik nog FN-wapens geleverd aan Nepal al dan niet in uitvoering van het grote order dat zoveel ophef veroorzaakte ? 2. Is de regering er nog steeds van overtuigd dat Nepal een « democratie in wording » is en zijn daarvoor afdoende bewijzen, nu deskundigen daarover duidelijk een andere mening hebben ?

DO 2004200502954

DO 2004200502954

Question no 146 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 146 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Ma question concerne le dossier du soutien financier pour la construction d’un hall de transit pour des autobus à Kingstown (Jamaı¨que). Il s’agirait d’un projet très luxueux qui couˆterait 49 millions d’euros et dont l’intérêt pour le pays ne serait pas du tout évident. Une aide dans le cadre du Finexpo aurait été demandée. 1. Qui a introduit ce dossier ? 2. Quel en est le couˆt ? 3. Quelle a été l’attitude du représentant du ministre au Finexpo ? 4. Quelle a été la décision de Finexpo ? 5. Quelle a été la décision du gouvernement ?

3. Overweegt de regering op het internationale forum, de VN, aan te dringen op maatregelen om te verhinderen dat Indiase provincies en Bangladesh door maoı¨stische rebellen worden gedestabiliseerd ?

Mijn vraag betreft het dossier van de financie¨le steun voor de bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. Het zou om een zeer luxueus bouwproject gaan, met een kostenplaatje van 49 miljoen euro. Het nut ervan voor het land zou niet meteen duidelijk zijn. Er zou steun aangevraagd zijn via Finexpo. 1. Wie heeft dit dossier ingediend ? 2. Wat is het exacte kostenplaatje ? 3. Wat was het standpunt van de vertegenwoordiger van de minister bij Finexpo ? 4. Wat heeft Finexpo in deze beslist ? 5. Wat heeft de regering in deze beslist ?

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2004200502954

DO 2004200502954

Question no 195 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Ma question concerne le dossier du soutien financier pour la construction d’un hall de transit pour des

Vraag nr. 195 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.


2004

Mijn vraag betreft het dossier van de financie¨le steun voor de bouw van een transithall voor bussen in 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9971

autobus à Kingstown (Jamaı¨que). Il s’agirait d’un projet très luxueux qui couˆterait 49 millions d’euros et dont l’intérêt pour le pays ne serait pas du tout évident. Une aide dans le cadre du Finexpo aurait été demandée.

Kingston, Jamaica. Het zou om een zeer luxueus bouwproject gaan, met een kostenplaatje van 49 miljoen euro. Het nut ervan voor het land zou niet meteen duidelijk zijn. Er zou steun aangevraagd zijn via Finexpo.

1. Qui a introduit ce dossier ?

1. Wie heeft dit dossier ingediend ?

2. Quel en est le couˆt ?

2. Wat is het exacte kostenplaatje ?

3. Quelle a été l’attitude du représentant du ministre au Finexpo ?

3. Wat was het standpunt van de vertegenwoordiger van de minister bij Finexpo ?

4. Quelle a été la décision de Finexpo ?

4. Wat heeft Finexpo in deze beslist ?

5. Quelle a été la décision du gouvernement ?

5. Wat heeft de regering in deze beslist ?

Eńergie

Energie

DO 2004200502945

DO 2004200502945

Question no 87 de M. Patrick De Groote du 22 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 87 van de heer Patrick De Groote van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Accords environnementaux régionaux. — Exonération d’impoˆt sur certains produits énergétiques.

Gewestelijke milieuconvenanten. — Vrijstellingen van belastingen op sommige energieproducten.

Complémentairement à ma question orale no 4692 relative aux efforts des autorités fédérales dans le cadre du protocole de Kyoto, posée le 21 décembre 2004 en commission de l’Ećonomie, se pose la question suivante relative à la réduction de moitié des exonérations d’impoˆt (correspondant à une économie d’environ 8 millions d’euros). (Question no 4692, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Ećonomie, 21 décembre 2004, COM 444, p. 5).

Naar aanleiding van mijn mondelinge vraag nr. 4692 van 21 december 2004 in de commissie voor het Bedrijfsleven over de Kyoto-inspanningen van de federale overheid rijst de volgende vraag in verband met de aangekondigde halvering van de vrijstellingen van belastingen (voor een besparing circa 8 miljoen). (Vraag nr. 4692, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie Bedrijfsleven, 21 december 2004, COM 444, blz. 5).

Combien d’accords environnementaux régionaux relatifs à des exonérations d’impoˆt sur certains produits énergétiques ont été conclus par Région ou à quel montant les exonérations d’impoˆt s’élèvent-elles par région ?

Hoeveel gewestelijke milieuconvenanten betreffende vrijstellingen van belastingen op sommige energieproducten zijn er per gewest of om welke bedragen van vrijstelling van belastingen gaat het per gewest ?

DO 2004200502955

DO 2004200502955

Question no 88 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 88 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Projet de directive « Bolkestein ». — Règlement général sur les installations électriques.

Ontwerprichtlijn-Bolkestein. — Algemeen Reglement op de elektrische installaties.

Le Règlement général sur les installations électriques (RGIE) a été déclaré contraignant par deux arrêtés royaux :

Het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI) werd bindend verklaard bij twee koninklijke besluiten :


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9972

A) L’arrêté royal du 10 mars 1981 par lequel le RGIE est déclaré contraignant pour les installations domestiques et certaines lignes de transport et de distribution d’énergie électrique.

A) het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard; en

B) L’arrêté royal du 2 septembre 1981 par lequel le RGIE est déclaré contraignant pour les installations électriques dans les établissements classés comme dangereux, insalubres ou incommodes ainsi que celles visées à l’article 28 du RGPT.

B) het koninklijk besluit van 2 september 1981 houdende wijziging van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB).

Les « organismes agréés » jouent un roˆle clé dans le controˆle des dispositions du RGIE.

De zogenaamde « erkende organismen » spelen een sleutelrol bij de controle op de naleving van de bepalingen van het AREI.

1. Ces organismes agréés sont-ils des services tombant sous la proposition de directive 2004/1 (« directive Bolkestein ») ?

1. Zijn die zogenaamde « erkende organismen » diensten waarop het voorstel voor een richtlijn 2004/1 (de richtlijn-Bolkestein) toepasselijk is ?

2. a) Si oui, quelle serait la conséquence de l’adoption de la directive pour le RGIE et le controˆle du RGIE ? b) Des organismes agréés par d’autres E´tats-membres pourraient-ils par exemple controˆler des installations électriques en Belgique ?

2. a) Zo ja, welke gevolgen zou de goedkeuring van die richtlijn hebben voor het AREI en de controle op de naleving van het AREI ?

c) Si non, pourquoi ?

c) Zo neen, waarom niet ?

3. La Belgique a-t-elle demandé l’exclusion de ces services de la directive ?

3. Heeft Belgie¨ gevraagd om die diensten uit het toepassingsgebied van de richtlijn te houden ?



Affaires sociales

Sociale Zaken

b) Zouden door andere lidstaten erkende organen bijvoorbeeld elektrische installaties in Belgie¨ mogen controleren ?

DO 2004200502904

DO 2004200502904

Question no 225 de Mme Greet Van Gool du 16 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 225 van mevrouw Greet Van Gool van 16 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Saisie sur salaire. — Plafond mensuel. — Notion d’enfant à charge.

Loonbeslag. — Maandelijkse grensbedragen. — Begrip « kind ten laste ».

Dans certaines conditions et selon des règles fixées par la loi, une partie du salaire peut être rendue cessible ou saisissable. Toutefois, la saisie sur salaire est toujours limitée à certains plafonds. La saisie intégrale n’est applicable qu’aux débiteurs d’aliments.

In bepaalde omstandigheden en volgens wettelijk vastgelegde regels kan een gedeelte van het loon vatbaar worden gemaakt voor overdracht of beslag. Het loonbeslag gebeurt echter steeds binnen bepaalde grenzen. Alleen bij onderhoudsverplichtingen kan het loon volledig ingehouden worden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9973

En 2000, la loi prévoyait déjà la possibilité de relever les plafonds mensuels par enfant à charge. Le montant de l’augmentation a été fixé à 53 euros par enfant mais une difficulté est apparue parce qu’un arrêté royal devait définir la notion d’enfant à charge.

Reeds in 2000 voorzag de wet erin dat de maandelijkse grensbedragen van maximale inhouding verhoogd konden worden per kind ten laste. Het bedrag van de verhoging werd vastgelegd op 53 euro per kind. Maar er deed zich een probleem voor, omdat het begrip « kind ten laste » via een koninklijk besluit moest worden bepaald.

Or, cet arrêté royal se fait attendre. Initialement en effet, un arrêté royal du 8 avril 2003 devait entrer en vigueur le 1er juillet 2003 mais il a d’abord reporté au 1er janvier 2004 par un arrêté royal du 23 juin 2003, puis abrogé par un arrêté royal du 18 décembre 2003.

Dat koninklijk besluit blijft evenwel achterwege. Oorspronkelijk was er immers een besluit, van 8 april 2003, dat in werking zou treden op 1 juli 2003. De regeling werd evenwel, bij koninklijk besluit van 23 juni 2003, uitgesteld tot 1 januari 2004, om uiteindelijk, bij koninklijk besluit van 18 december 2003, helemaal opgeheven te worden.

Bien que le caractère urgent de la question soit mentionné dans le premier arrêté royal du 8 avril 2003, il semble donc que le dossier soit renvoyé aux calendes grecques.

Ondanks het feit dat in het oorspronkelijke koninklijk besluit van 8 april 2003 vermeld werd dat het hier een dringende zaak betrof, lijkt dus van uitstel afstel te komen.

L’arrêté royal du 18 décembre 2003 fournit l’explication suivante : après un long travail d’étude et la délibération nécessaire, on est arrivé à la constatation que les compétences attribuées au Roi n’étaient pas suffisantes pour garantir une bonne définition. Le mandat du Roi a dès lors été étendu et promesse a été faite que, par ce biais, un arrêté royal garantissant une définition utilisable de la notion d’enfant à charge serait pris le plus rapidement possible.

Het koninklijk besluit van 18 december 2003 gaf als verklaring dat « na lang studiewerk en de nodige beraadslaging » men vastgesteld had dat de Koning over onvoldoende bevoegdheden beschikte om een goed werkende definitie te garanderen. Het mandaat van de Koning werd dan ook uitgebreid en de belofte werd gedaan dat de Koning aan de hand van dit uitgebreid mandaat zo snel mogelijk een koninklijk besluit zou uitvaardigen dat een dergelijke hanteerbare definitie van het kind ten laste garandeert.

Vous avez déclaré le 17 mars 2004 que les résultats du groupe de travail chargé de se pencher sur la problématique des enfants à charge n’allaient pas aussi loin que vous l’auriez voulu, à savoir protéger autant que possible un maximum d’enfants. C’est pourquoi vous avez chargé le Collège des Institutions publiques de Sécurité sociale d’approfondir son analyse dans les meilleurs délais en tenant compte de cette volonté.

Op 17 maart 2004 heeft u gezegd dat de werkzaamheden van de werkgroep belast met het onderzoek naar de problematiek van de kinderen ten laste niet zover gingen als u gewild had, namelijk zoveel mogelijk kinderen zo goed mogelijk beschermen. Daarom had u het college van de openbare instellingen van de Sociale Zekerheid gevraagd om zo snel mogelijk de analyse verder uit te diepen, rekeninghoudend met de wil om zo veel mogelijk kinderen te beschermen.

Pouvez-vous indiquer quel est l’état d’avancement de ce dossier ?

Kan u meedelen wat de stand van zaken van dit dossier is ?

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 226 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 226 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :






2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9974

DO 2004200502926

DO 2004200502926

Question no 227 de Mme Nathalie Muylle du 20 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Remboursement du médicament « Botox ». J’ai pu lire dans un communiqué de presse diffusé en octobre 2002 par votre prédécesseur, M. Frank Vandenbroucke, que « les enfants souffrant de spasticité » (maladie qui se caractérise par des accès d’hyperventilation et des spasmes musculaires douloureux) à la suite d’une paralysie cérébrale « auront droit dès début 2003 à un remboursement expérimental du Botox et du Dysport », nom des spécialités contenant la molécule botuline toxinum, à condition toutefois qu’ils soient aˆgés de 2 à 8 ans et qu’ils soient traités dans des centres spécialisés. Le communiqué de presse précisait encore que « le ministre Vandenbroucke dégagera 372 000 euros par an pour le remboursement de ces médicaments » et que « 995 euros par patient et par an » seront versés pour le traitement. D’après les informations que j’ai obtenues jusqu’ici auprès des mutualités, l’INAMI ne peut toujours pas accorder d’intervention pour les factures relatives au Botox. Un Fonds spécial de solidarité permettrait toutefois de bénéficier d’une intervention pour les traitements médicaux couˆteux revêtant une importance vitale. Par contre, un remboursement est prévu lorsque l’on opte pour la solution des nombreuses et couˆteuses opérations chirurgicales qui peuvent remplacer le traitement par administration du Botox mais qui ne garantissent pas le même taux de réussite. Le remboursement de ces nombreuses opérations est pourtant nettement plus couˆteux que ne le serait le remboursement du Botox. 1. a) Quelles règles régissent actuellement le remboursement du Botox ? b) La promesse faite en 2003 par le ministre Vandenbroucke a-t-elle jamais été réalisée ? 2. Envisagez-vous de revoir encore la réglementation de sorte que les personnes ayant un enfant atteint de spasticité puissent obtenir un remboursement ?

Vraag nr. 227 van mevrouw Nathalie Muylle van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Terugbetaling van het geneesmiddel Botox. In een persmededeling van uw voorganger Frank Vandenbroucke van oktober 2002 kon ik het volgende lezen : « Kinderen met spasmofilie (ziekte die wordt gekenmerkt door aanvallen van hyperventilatie met pijnlijke spiercontracturen) ten gevolge van hersenverlamming zullen vanaf begin 2003 recht hebben op een experimentele terugbetaling van Botox en Dysport, de naam van de specialiteiten die het botulinustoxine bevatten. De kinderen moeten 2 tot 8 jaar oud zijn en moeten in gespecialiseerde centra worden behandeld ... Minister Vandenbroucke zal 372 000 euro per jaar vrijmaken voor de terugbetaling van die geneesmiddelen. De patie¨nten zullen voor de behandelingen 995 euro per patie¨nt per jaar krijgen ».

DO 2004200502929

DO 2004200502929

Question no 228 de M. Koen Bultinck du 20 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Remboursement du vaccin contre les pneumocoques.

Vraag nr. 228 van de heer Koen Bultinck van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Terugbetaling van vaccin tegen pneumokokkeninfectie. De Hoge Gezondheidsraad en de Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde stellen zeer duidelijk dat

Selon le Conseil supérieur d’hygiène et la Société belge de pédiatrie, il est conseillé de vacciner tous les


2004

Wanneer ik op heden informeer bij het ziekenfonds meldt men mij dat het RIZIV nog steeds geen tegemoetkoming mag verlenen in de facturen van Botoxbehandeling. Via een Bijzonder Solidariteitsfonds zou men echter wel een tegemoetkoming kunnen krijgen voor levensnoodzakelijke, dure, medische behandelingen. Wanneer men echter het pad van de vele en dure operaties kiest, die een Botox-behandeling kunnen vervangen maar niet dezelfde graad van slagen garanderen, dan is er wel een terugbetaling. Het terugbetalen van de vele operaties is nochtans veel duurder dan dat het terugbetalen van een Botox-behandeling zou zijn.

1. a) Hoe is de terugbetaling van Botox momenteel geregeld ? b) Is de belofte van minister Vandenbroucke van 2003 ooit uitgevoerd ? 2. Overweegt u de regeling nog te herzien zodat er een terugbetaling kan komen voor de mensen die een kind hebben dat leidt aan spasmofilie ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9975

enfants de moins de deux ans contre une dangereuse infection par des pneumocoques. ` l’heure actuelle, ce vaccin n’est pas remboursé par A l’assurance maladie. Selon les informations fournies par Kind en Gezin, le vaccin doit être administré en quatre doses, au prix d’environ 68 euros la dose.

alle kinderen onder de twee jaar best ingee¨nt worden tegen een gevaarlijke pneumokokkeninfectie.

1. Un dossier de remboursement a-t-il été introduit pour ce vaccin ? 2. Eˆtes-vous prêt à faire examiner le remboursement éventuel de ce vaccin ?

1. Kan u al dan niet bevestigen of er reeds een terugbetalingsdossier dienaangaande lopende is ?

3. Disposez-vous déjà de données chiffrées relatives à un remboursement éventuel ?

3. Beschikt u reeds over cijfermatige gegevens met betrekking tot een eventuele terugbetaling ?

4. Une concertation avec les Communautés dans le cadre de leur compétence en matière de prévention a-telle déjà eu lieu ?

4. Is er reeds overleg met de gemeenschappen geweest in het kader van hun preventiebevoegdheid ?

DO 2004200502933

DO 2004200502933

Question no 229 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 21 décembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 229 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 21 december 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Médicament « Neurontin ». — Remboursement.

Geneesmiddel « Neurontin ». — Terugbetaling.

La Gabapentine (le Neurontin) est indiquée dans le traitement des épilepsies et des douleurs neuropathiques diabétiques ou post-herpétiques.

Gabapentine (Neurontin) is een geneesmiddel ter behandeling van epilepsie en van diabetische en postherpetische neuropathie.

Le remboursement de ce médicament n’est envisagé que pour le traitement des cas d’épilepsie et le traitement symptomatique des douleurs neuropathiques chez des patients atteints d’une polynévrite diabétique ou de névralgies post-herpétiques ou` une thérapie antalgique préalable par amitriptyline s’est montrée insuffisamment efficace, ou n’a pas été tolérée, ou est médicalement contre-indiquée.

Het geneesmiddel wordt enkel terugbetaald voor de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie en voor de symptomatische behandeling van neuropathische pijnen bij patie¨nten die lijden aan diabetische polyneuropathie en postherpetische neuralgie, wanneer een eerdere antalgische behandeling met amitriptyline onvoldoende doeltreffend bleek of niet verdragen werd of wanneer het gebruik van amitriptyline om medische redenen niet is aangewezen.

Le Neurontin est également efficace dans le traitement des douleurs d’autres origines comme par exemple la névralgie du trijumeau découlant du traitement d’un méningiome situé sur ce nerf. Il n’est cependant pas admis au remboursement. Pourtant, la posologie en est sensiblement la même et à raison de plus de 100 euros par mois et par boıˆte, ce traitement est particulièrement lourd à supporter financièrement.

Neurontin is ook doeltreffend voor de behandeling van pijn met een andere oorzaak, bijvoorbeeld trigeminusneuralgie die voortvloeit uit de behandeling van een meningeoom op die zenuw. In dat geval wordt het geneesmiddel echter niet terugbetaald, hoewel het in nagenoeg dezelfde hoeveelheden moet worden genomen als ter behandeling van de hoger beschreven aandoeningen. Een verpakking, goed voor een behandeling gedurende één maand, kost meer dan 100 euro. De kosten van een behandeling met Neurontin lopen dus hoog op.

Pourriez-vous proposer l’élargissement du remboursement du Neurontin pour d’autres types de pathologies ou` il est utilisé en traitement de fond, notamment pour le traitement des douleurs neuropathiques d’origine autre que de polynévrite ou de névralgies post-herpétiques ?

Kan u voorstellen Neurontin ook terug te betalen wanneer het geneesmiddel als onderhoudstherapie wordt gebruikt, meer bepaald ter behandeling van neuropathische pijnen met een andere oorzaak dan polyneuropathie of postherpetische neuralgie ?


2004

Het vaccin wordt op dit ogenblik niet terugbetaald door de ziekteverzekering. Volgens Kind en Gezin kost één spuitje ongeveer 68 euro en heeft een kind er vier nodig.

2. Bent u bereid een eventuele terugbetaling van een dergelijk vaccin te laten onderzoeken ?

2005


1261

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9976

DO 2004200502934

DO 2004200502934

Question no 230 de Mme Yolande Avontroodt du 21 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 230 van mevrouw Yolande Avontroodt van 21 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Mesures de transition relatives à l’agrément des dentistes spécialistes en orthodontie.

Overgangsmaatregelen inzake de erkenning van de orthodontie.

L’arrêté ministériel du 28 mai 2001 instaure le titre professionnel particulier de dentiste, spécialiste en orthodontie. Des mesures de transition sont également prévues. L’arrêté prévoit notamment que les dentistes qui pratiquent exclusivement la spécialité depuis moins de 6 ans doivent apporter la preuve que leur pratique est devenue exclusive avant la fin de la période transitoire (c’est à dire avant le 1er juin 2005) et doivent avoir acquis, selon la Commission d’agrément, une compétence pouvant être assimilée aux critères de formation nécessaires pour l’obtention du titre professionnel particulier.

Het ministerieel besluit van 28 mei 2001 voert de bijzondere beroepstitel van tandartsspecialist in de orthodentie in. De regeling voorziet tevens in overgangsmaatregelen. Zo wordt onder meer bepaald dat tandheelkundigen die het specialisme minder dan zes jaar exclusief uitoefenen het bewijs moeten leveren dat de uitoefening exclusief is geworden voor het einde van de overgangsperiode (dit is voor 1 juni 2005) en volgens de Erkenningscommissie een bekwaamheid verworven hebben die gelijkgesteld mag worden met de opleidingscriteria voor het behalen van de titel.

1. Quelle procédure la Commission d’agrément suit-elle en la matière ?

1. Welke procedure wordt door de Erkenningscommissie terzake gehanteerd ?

2. Combien de personnes ont adressé à ce jour une demande d’agrément à la Commission compétente et combien de personnes ont obtenu l’agrément ?

2. Hoeveel personen hebben tot nu toe een vraag om erkenning gericht tot de Erkenningscommissie en hoeveel personen werden erkend ?

DO 2004200502948

DO 2004200502948

Question no 231 de Mme Yolande Avontroodt du 22 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 231 van mevrouw Yolande Avontroodt van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement de l’Hydrocortisone. En ce qui concerne la reconnaissance des maladies chroniques, vous avez indiqué qu’il pourrait être envisagé d’augmenter le montant du remboursement de l’Hydrocortisone pour les patients atteints de la maladie d’Addison en leur remboursant ce médicament en catégorie Af. Le ministre devait soumettre cette question à la Commission de remboursement des médicaments (CRM).

Terugbetaling van Hydrocortisone. Wat de erkenning van chronische ziekten betreft heeft u gesteld dat er een mogelijkheid is om de terugbetaling van Hydrocortisone voor Addison-patie¨nten te verhogen door dit geneesmiddel voor deze patie¨nten in categorie Af te vergoeden. De minister zou deze vraag voorleggen aan de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG).

Une décision a-t-elle déjà été prise dans ce dossier ?

Werd in dit dossier reeds een beslissing genomen ?

DO 2004200502950

DO 2004200502950

Question no 232 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Reprise partielle de l’activité indépendante par des travailleurs indépendants déclarés en incapacité de travail. — Groupe de travail. Le Comité de gestion de l’assurance indemnités des travailleurs indépendants du Service des indemnités de

Vraag nr. 232 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Deeltijdse hervatting van de zelfstandige activiteit door arbeidsongeschikt verklaarde zelfstandigen. — Werkgroep. Het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9977

l’INAMI a créé un groupe de travail qui a, entre autres, examiné le problème des travailleurs indépendants reconnus en incapacité de travail, mais qui souhaiteraient reprendre à temps partiel leur ancienne activité indépendante. Ce groupe de travail devait communiquer ses constatations au ministre pour fin 2004 afin que celui-ci puisse déterminer les mesures appropriées destinées à élargir les possibilités de la reprise à temps partiel d’une activité indépendante.

het RIZIV heeft een werkgroep samengesteld, die zich onder meer heeft gebogen over het probleem van zelfstandigen die werden erkend als zijnde arbeidsongeschikt, maar die hun vroegere zelfstandige activiteit graag deeltijds zouden hervatten. Deze werkgroep zou tegen eind van 2004 haar bevindingen aan de minister meedelen opdat die zou kunnen bepalen welke maatregelen aangewezen kunnen zijn om de mogelijkheden voor deeltijdse hervatting van de zelfstandige activiteit uit te breiden.

1. Avez-vous déjà été informé des propositions du groupe de travail en matière de reprise à temps partiel d’une activité indépendante par des travailleurs indépendants déclarés en incapacité de travail ?

1. Werd u al in kennis gesteld van de voorstellen van de werkgroep omtrent deeltijdse hervatting van de zelfstandige activiteit door arbeidsongeschikt verklaarde zelfstandigen ?

2. Quelles mesures concrètes ont été proposées ?

2. Welke concrete maatregelen werden voorgesteld ?

3. Quelles mesures comptez-vous prendre ?

3. Welke maatregelen overweegt u te nemen ?

4. Quelle sera leur incidence budgétaire ?

4. Hoeveel bedraagt hun budgettaire impact ?

5. Quel calendrier envisagez-vous ?

5. Welke timing stelt u voorop ?

DO 2004200502956

DO 2004200502956

Question no 233 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 233 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Faux indépendants. — Faux travailleurs salariés.

Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers.

Au sein du gouvernement, les ministres des Classes moyennes et de l’Agriculture, de l’Emploi et de la Protection de la consommation, des Affaires sociales et des Pensions élaborent actuellement un projet de loi visant à lutter contre le phénomène des faux indépendants. L’accord de gouvernement prévoit un certain nombre de mesures législatives : définition de critères précis dans le but de combattre ce phénomène et création d’une commission de ruling qui mènera une action préventive mais agira aussi sur le plan normatif. Toutefois, il n’y a pas que des faux indépendants; il y a aussi des faux travailleurs salariés.

Binnen de regering werken de ministers van Middenstand en Landbouw, Werk en Consumentenzaken en Sociale Zaken en Pensioenen aan een wetsontwerp dat het fenomeen van de schijnzelfstandigen moet aanpakken. Volgens het regeerakkoord zal de regering wetgevende maatregelen nemen waaronder het vastleggen van welomschreven criteria om het fenomeen van de schijnzelfstandigen tegen te gaan. Onder meer zal een rulingcommissie worden opgericht die niet alleen preventief maar ook normerend zal werken. Evenwel, naast het fenomeen van de schijnzelfstandigen, bestaat ook het fenomeen van de schijnwerknemers.

La lutte contre le phénomène de ces faux travailleurs salariés est de la compétence, par exemple, de l’inspection sociale du SPF Sécurité sociale, du service d’inspection de l’ONSS, du service d’inspection de l’ONASTI et des administrations compétentes de l’ONSS et de l’ONSSAPL.

De bestrijding van schijnwerknemers behoort tot de bevoegdheid van bijvoorbeeld de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de RSZ-inspectiedienst, de inspectiedient van de RSVZ en de bevoegde administraties van de RSZ en RSZPPO.

1. La lutte contre les faux salariés revêt-elle à vos yeux autant d’importance que la lutte contre les faux indépendants ?

1. Hecht u een even groot belang aan het tegengaan van schijnwerknemers als aan het tegengaan van schijnzelfstandigen ?

2. Avez-vous déjà pris des initiatives pour faire étudier le phénomène des faux salariés ou — dans la négative — envisagez-vous d’en prendre ?

2. Nam u reeds initiatieven om het fenomeen van schijnwerknemers te laten bestuderen of — indien niet — overweegt u alsnog een initiatief te nemen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9978

3. a) Les inspections compétentes qui relèvent de votre département traquent-elles les faux salariés ?

3. a) Wordt er door de bevoegde inspecties die onder uw departementen vallen gezocht naar schijnwerknemers ?

b) Dans l’affirmative, combien de ces faux salariés ont été verbalisés, au cours de ces deux dernières années, en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

b) Zo ja, hoeveel van dergelijke werknemers werden in Vlaanderen, respectievelijk Wallonie¨ en Brussel door de inspecties geverbaliseerd de afgelopen twee jaar ?

c) Combien d’entre eux ont été réellement sanctionnés ?

c) Hoeveel onder hen kregen effectief een sanctie ?

4. Dans quels secteurs ce phénomène se manifeste-til le plus ? ` combien sont évaluées les pertes de recettes 5. A pour l’Office national de sécurité sociale et pour l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL) ?

4. In welke sectoren doet het fenomeen zich het meest voor ?

Santé publique

Volksgezondheid

5. Hoeveel zijn de geschatte minderinkomsten voor de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO) ?

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 364 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 364 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :





DO 2004200502909

DO 2004200502909

Question no 365 de M. Guido De Padt du 17 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 365 van de heer Guido De Padt van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Piscines couvertes. — Produits. — Dommages pour la santé.

Overdekte zwembaden. — Producten. — Gezondheidsschade.

Une étude suédoise récente a démontré qu’il existait un lien entre la fréquentation régulière des piscines couvertes et l’augmentation des problèmes respiratoires chez les enfants. L’étude examinait comment l’ozone peut perturber le fonctionnement des poumons chez les enfants.

Een recent uitgevoerde Zweedse studie toont aan dat er een verband is tussen het regelmatig bezoeken van overdekte zwembaden en toenemende ademhalingsproblemen bij kinderen. In de studie werd onderzocht hoe ozon de longwerking van kinderen kan verstoren.

En Belgique, il y a quelques années, le professeur Alfred Bernard avait déjà plaidé pour une interdiction

In Belgie¨ werd enkele jaren geleden al door professor Alfred Bernard gepleit voor het niet toelaten van


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9979

d’accès des jeunes enfants aux piscines chlorées, le chlore pouvant mener à une dégradation de la couche protectrice des poumons et à une augmentation de la sensibilité aux allergies, à l’asthme et aux cancers.

kleine kinderen in zwembaden met chloor omdat dit zou leiden tot de afbraak van de beschermende laag van de longen en de gevoeligheid verhoogt voor allergiee¨n, astma en kankers.

1. a) Des études ont-elles déjà été réalisées en Belgique concernant les dommages possibles que certains produits utilisés dans ou autour des piscines couvertes peuvent occasionner à la santé de ceux qui les fréquentent ?

1. a) Zijn er in Belgie¨ reeds studies verricht naar de mogelijke schade die bepaalde producten, gebruikt in of rond overdekte zwembaden, toebrengen aan de gezondheid van de bezoekers ?

b) Dans l’affirmative, de quelles études s’agit-il et quelles en étaient les conclusions ?

b) Zo ja, welke studies en wat waren de resultaten ?

2. Envisagez-vous pour l’heure d’interdire aux jeunes enfants l’accès aux piscines couvertes ?

2. Denkt u er op dit ogenblik aan om een toegangsverbod voor kleine kinderen in te voeren tot de overdekte zwembaden ?

3. Avez-vous connaissance de produits alternatifs, moins agressifs que ceux qui sont actuellement utilisés, pour purifier et stériliser les piscines ?

3. Heeft u weet van alternatieve producten, die minder schadelijk zijn, om zwembaden rein en bacterievrij te houden dan deze die momenteel gebruikt worden ?

DO 2004200502922

DO 2004200502922

Question no 366 de Mme Hilde Dierickx du 20 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 366 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Sous-traitance d’études sur le tabagisme.

Uitbestede studies inzake tabaksgebruik.

Nous apprenons par la presse que le ministre a commandé trois études visant à examiner les effets d’augmentations de prix sur le tabagisme. Selon les résultats de l’une de ces études, une augmentation de prix de l’ordre de 10 % se traduirait par une baisse de 3 % des ventes de tabac.

Uit recente persberichten vernemen we dat de minister drie studies beval over de invloed van prijsstijgingen op het tabaksgebruik. Een van die studies toonde naar verluidt aan dat een prijsstijging van 10 % de tabaksverkoop doet dalen met 3 %.

1. Quel est le contenu exact de ces trois études ?

1. Waarover gaan precies deze drie studies ?

2. a) Les résultats de ces études pourraient-ils être mis à la disposition des parlementaires ?

2. a) Kunnen deze studies ter beschikking worden gesteld van de parlementsleden ?

b) Dans l’affirmative, dans quel délai ?

b) Zo ja, binnen welke termijn ?

DO 2004200502923

DO 2004200502923

Question no 367 de Mme Annemie Turtelboom du 20 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 367 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Détermination de la date limite de conservation des produits alimentaires.

Vaststelling van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

Aux Pays-Bas, on a constaté que la durée limite de conservation pour le jus d’orange est de 9 semaines, et

In Nederland werd vastgesteld dat de houdbaarheidsdatum van sinaasappelsap 9 weken bedraagt. Dit


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9980

la DLC pour le jus de tomate de la même marque, commercialisé dans un conditionnement identique, de 31 semaines.

van tomatensap van hetzelfde merk en verpakking 31 weken.

Cet exemple amène les spécialistes de la protection du consommateur à s’interroger sur l’application du principe de la date limite de conservation des produits alimentaires.

Consumentenspecialisten stellen zich met dit voorbeeld voor ogen vragen over de toepassing van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

La législation néerlandaise n’impose à l’industrie alimentaire que la seule mention de la date de durabilité minimale, c’est-à-dire la date jusqu’à laquelle le fabricant du produit alimentaire garantit la qualité du produit.

In de wetgeving bij onze Noorderburen worden de levensmiddelenbedrijven alleen verplicht de datum van minimale houdbaarheid te vermelden. Dat is de datum waarop de producent van het levensmiddel de degelijkheid van het product garandeert.

La détermination de la durée limite de conservation relève entièrement du producteur ou de l’importateur.

Het vaststellen van de termijn van de houdbaarheid wordt geheel aan de producent of importeur overgelaten.

1. a) La détermination de la durée limite de conservation est-elle régie par une loi dans notre pays ?

1. a) Bestaat in ons land een wettelijke regeling betreffende het vaststellen van de termijn van houdbaarheid ?

b) Est-il, au contraire, loisible aux producteurs de déterminer eux-mêmes la date limite de conservation, comme c’est le cas aux Pays-Bas ?

b) Of zijn de producenten zoals in Nederland, vrij zelf de houdbaarheidsdatum te bepalen ?

2. a) Y a-t-il des critères à respecter pour chaque produit ?

2. a) Gelden er per product criteria ?

b) Dans l’affirmative, par qui ces critères sont-ils imposés ?

b) Zo ja, door wie worden die opgelegd ?

3. L’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire controˆle-t-elle les procédures appliquées par les producteurs pour déterminer la date limite de conservation ?

3. Wordt door het Federaal Voedselagentschap bij de producenten controle uitgeoefend op het bepalen van de houdbaarheidsdatum ?

DO 2004200502930

DO 2004200502930

Question no 368 de M. Koen Bultinck du 20 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 368 van de heer Koen Bultinck van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Lien entre la fréquentation régulière de piscines et des difficultés respiratoires. — E´tude suédoise.

Verband tussen regelmatig zwembadbezoek en ademhalingsproblemen. — Zweedse studie.

Une étude suédoise confirme qu’il existe un lien entre la fréquentation régulière de piscines et les difficultés respiratoires dont souffrent un nombre croissant d’enfants. Le professeur belge Alfred Bernard avait déjà prouvé ce lien mais ses études ont été critiquées et dévalorisées en Belgique. ` l’étranger, toutefois, les travaux du Pr Bernard A (UCL) ont été salués. Le professeur Bernard indique qu’en étudiant les troubles que l’ozone peut occasionner sur le fonctionnement des poumons des enfants, les

Een Zweedse studie bevestigt dat er een verband bestaat tussen regelmatig bezoek aan zwembaden en toenemende ademhalingsproblemen bij kinderen. Eerder had de Belgische professor Alfred Bernard dat al aangetoond, maar zijn studies werden in Belgie¨ bekritiseerd en laag ingeschat.


2004

In het buitenland werden de studies van professor Bernard (UCL) echter gewaardeerd. Professor Bernard stelt dat de Zweedse wetenschappers van de Universiteit van Umea onderzochten hoe ozon de longwerking 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9981

scientifiques suédois de l’Université d’Umea se sont intéressés aux effets secondaires potentiels, pour les enfants, de la fréquentation de piscines.

bij kinderen kan verstoren. In hun onderzoek zijn ze verder gegaan en zijn dan de mogelijke nevenwerkingen van zwembadbezoek op kinderen nagegaan.

Les chercheurs suédois ont abouti aux mêmes conclusions que le professeur belge, à savoir que le chlore constitue le gaz oxydant le plus concentré auquel un enfant puisse être exposé.

Hierbij kwamen de Zweedse onderzoekers tot dezelfde conclusies als de Belgische professor die stelt dat chloor het meest geconcentreerde oxiderende gas is waaraan we een kind kunnen blootstellen.

1. Avez-vous connaissance de cette étude suédoise ? Votre administration ou le Centre d’expertise en sontils informés ?

1. Bent u, uw administratie of het Kenniscentrum op de hoogte van deze Zweedse studie ?

2. Cette étude vous inspire-t-elle éventuellement des conclusions sur le plan de votre politique ?

2. Trekt u eventueel conclusies voor uw beleid uit deze studie ?

3. Une concertation a-t-elle éventuellement été organisée avec les Communautés — compétentes en matière de prévention — dans le cadre de la politique de santé ?

3. Is er eventueel overleg geweest met de gemeenschappen — bevoegd voor preventie — in het kader van het gezondheidsbeleid ?

DO 2004200502942

DO 2004200502942

Question no 369 de Mme Annemie Turtelboom du 21 décembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 369 van mevrouw Annemie Turtelboom van 21 december 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Hoˆpitaux. — Mesures relatives à la pédiatrie.

Ziekenhuizen. — Maatregelen inzake pediatrie.

Vous avez annoncé une rationalisation du nombre de départements de pédiatrie. La nouvelle n’a guère suscité de résistances au départ mais l’opposition grandit à juste titre en Flandre à présent que ces mesures se profilent de manière plus précise.

U heeft een rationalisering aangekondigd van het aantal afdelingen pediatrie. Dit stuitte aanvankelijk op weinig weerstand. Nu de contouren van de maatregelen duidelijker worden, neemt het verzet in Vlaanderen terecht toe.

Il ressort d’informations émanant de votre cabinet que les départements de pédiatrie ne sont pas les seuls visés, les départements de maternité et de pédiatrie étant en fait considérés comme une seule unité. L’hoˆpital qui perdra son département de pédiatrie, perdra donc également sa maternité. Cette mesure est encore aggravée par l’application de la norme des 150 lits par hoˆpital alors que la maternité et la pédiatrie ne seront plus mentionnées à l’article 2, § 1, 2o, b) de l’arrêté royal du 30 janvier 1989. Ceci signifie que 8 à 10 hoˆpitaux devront fermer leurs portes ou fusionner en Flandre. Concernant ce dernier point, l’on constate en Flandre que le Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden ne prévoit pas de moyens suffisants pour l’aménagement de nouveaux grands campus.

Uit toelichtingen vanwege uw kabinet blijkt dat niet alleen de afdeling pediatrie wordt geviseerd, maar dat de kraamafdeling en de pediatrie-afdeling worden gezien als één eenheid. Dat betekent dat een ziekenhuis dat zijn pediatrie-afdeling verliest, ook zijn kraamafdeling verliest. De maatregel wordt nog verzwaard doordat de norm van 150 bedden voor een ziekenhuis wordt gehandhaafd, maar dat de kraaminrichting en de pediatrie niet langer zullen voorkomen in artikel 2, § 1, 2o, b) van het koninklijk besluit van 30 januari 1989. Dat betekent dat in Vlaanderen 8 tot 10 ziekenhuizen hun deuren zullen moeten sluiten of fusioneren. Wat betreft dat laatste stellen we in Vlaanderen vast dat er onvoldoende middelen zijn in het Vlaams infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aangelegenheden om nieuwe grote campussen aan te leggen.

Enfin, une dérogation géographique sera prévue : il n’y aura pas de fermeture si aucune maternité et pédiatrie ne sont situées dans un rayon de 20 à 25 km, ce qui est au détriment de la Flandre puisque sa superficie est moindre que celle de la Wallonie.

Tenslotte zal voorzien worden in een geografische uitzondering, wat betekent dat er geen sluiting zal zijn indien er geen kraamafdeling en pediatrie aanwezig is in een straal van 20 of 25 km. Dat laatste speelt eveneens in het nadeel van Vlaanderen dat qua oppervlakte kleiner is dan Wallonie¨.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9982

1. Pourquoi estimez-vous qu’un hoˆpital n’ayant pas de département de pédiatrie, ne peut plus avoir de maternité ?

1. Waarom acht u het nodig dat een ziekenhuis dat geen afdeling pediatrie heeft, niet langer een materniteit kan hebben ?

2. Avez-vous calculé le nombre d’hoˆpitaux qui fermeront leurs portes à la suite de cette mesure, d’une part en Flandre et d’autre part en Wallonie ?

2. Heeft u onderzocht hoeveel ziekenhuizen er zullen sluiten als gevolg van deze maatregel enerzijds in Vlaanderen en anderzijds in Wallonie¨ ?

3. a) Est-il logique selon vous qu’un hoˆpital régional n’ait pas de maternité ?

3. a) Vindt u het normaal dat een regionaal ziekenhuis geen materniteit heeft ?

b) Si l’intervention la moins médicalisée qui soit pratiquée dans un hoˆpital, ne peut plus avoir lieu dans un hoˆpital régional, celui-ci a-t-il encore une raison d’être ?

b) Indien de minst-medische ingreep in een ziekenhuis niet meer in een regionaal ziekehuis kan, heeft een regionaal ziekehuis dan nog wel zin ?

4. a) Eˆtes-vous conscient du fait que cette mesure donnera sans doute lieu à des surcouˆts ? En effet, les frais de séjour dans le département de pédiatrie d’un hoˆpital régional sont nettement inférieurs à ceux facturés dans un hoˆpital universitaire.

4. a) Beseft u dat de maatregel mogelijk aanleiding zal geven tot meerkosten ? Het verblijf in een afdeling pediatrie in een regionaal ziekenhuis kost aanzienlijk minder dan in een universitair ziekenhuis.

b) Avez-vous calculé les surcouˆts qu’entraıˆnera cette mesure ?

b) Heeft u nagegaan wat de meerkosten van deze maatregel zullen zijn ?

5. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre d’hoˆpitaux fermés en Flandre et en Wallonie en faisant une distinction en fonction de la dérogation qui serait appliquée (hoˆpitaux distants de 15 km, 20 km, 25 km et 30 km) ?

5. Kan u een overzicht geven van het aantal gesloten ziekenhuizen in Vlaanderen en Wallonie¨ en een onderscheid maken of de uitzondering betrekking heeft op een afstand tussen ziekenhuizen van 15 km, 20 km, 25 km en 30 km ?

DO 2004200502943

DO 2004200502943

Question no 370 de Mme Jacqueline Galant du 21 décembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 370 van mevrouw Jacqueline Galant van 21 december 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Couˆt des pilules contraceptives.

Prijs van de anticonceptiepil.

L’annonce du projet des firmes pharmaceutiques d’augmenter le prix des pilules contraceptives a fait grand bruit voici quelques semaines. Il apparaıˆt en effet que ce produit n’est pas à proprement parler un médicament, mais apparaıˆt pour de nombreux Belges comme un produit de première nécessité.

Het nieuws dat de farmaceutische bedrijven van plan zouden zijn de anticonceptiepil duurder te maken, deed enkele weken geleden heel wat stof opwaaien. Hoewel het niet om een echt geneesmiddel gaat, blijkt de pil voor heel wat Belgen onmisbaar.

En augmentant le prix de ce moyen de contraception, il est évident que les firmes pharmaceutiques ouvrent la brèche et invitent les moins nantis et les jeunes à se passer de ce produit, risquant par la même occasion d’augmenter le nombre d’IVG, déjà au nombre de 15 000 par an.

Met die prijsverhoging is het hek van de dam en ontmoedigen de farmaceutische bedrijven de minder gegoeden en de jongeren om de pil te nemen. Het aantal abortussen, nu al 15 000 per jaar, dreigt daardoor de hoogte in te gaan.

Vous avez répliqué à cette idée par l’introduction d’un appel d’offre aux firmes pharmaceutiques afin qu’elles remettent leur meilleur prix pour les comprimés diffusés en Belgique.

Als reactie op de aangekondigde prijsstijging schreef u een offerteaanvraag uit, waarin de farmaceutische bedrijven wordt gevraagd mee te delen tegen welke prijs ze hun product in Belgie¨ kunnen aanbieden.

1. Concrètement, qu’en est-il ?


1. Wat is de stand van zaken ? 2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9983

2. Ne pensez-vous pas que ce système risque d’engendrer pas mal de dérives du coˆté des firmes pharmaceutiques ?

2. Vreest u niet dat die werkwijze bij de farmaceutische bedrijven tot tal van uitwassen zal leiden ?

3. En outre, le citoyen ne risque-t-il pas d’exiger que ce système soit d’application sur l’ensemble des médicaments ?

3. Bestaat bovendien niet het gevaar dat de burger eist dat die procedure voor alle geneesmiddelen wordt gevolgd ?

4. En outre, je crois que les jeunes s’interrogent également sur les messages fort différents qu’ils reçoivent ces derniers temps sur l’accessibilité à la pilule. Une fois, on leur propose la gratuité de cette pilule plus que nécessaire; une autre, on leur annonce l’augmentation des tarifs. N’est-il pas urgent de mettre fin à ce genre d’ambiguı¨té ?

4. Wat de toegang tot de pil betreft, krijgen jongeren op zijn minst een onduidelijke boodschap. De ene keer luidt het dat de absoluut noodzakelijke pil gratis wordt, dan weer wordt een prijsverhoging in het vooruitzicht gesteld. Wordt het niet hoog tijd om voor meer duidelijkheid te zorgen ?



Emploi

Werk

DO 2004200502910

DO 2004200502910

Question no 203 de Mme Maggie De Block du 17 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 203 van mevrouw Maggie De Block van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Problèmes liés au télétravail. ` une question précédente, vous aviez répondu que A les problèmes liés au télétravail se situent au niveau des accidents de travail et s’articulent autour d’un certain nombre de thèmes relatifs au droit du travail tels que le RGPT. En outre, il apparaıˆt que tant l’administration que le Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail œuvrent à l’élaboration de propositions permettant de régler ce problème (question no 125 du 17 septembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 56, p. 8787). J’avais cependant posé une question explicite concernant l’inventaire des problèmes concrets qui avait déjà été établi le 4 mai 2004, selon Kathleen Van Brempt qui était secrétaire d’E´tat à l’époque.

Knelpunten inzake telewerk.

1. Par conséquent, j’aurais encore souhaité obtenir une réponse à ma première question, à savoir quels sont les problèmes concrets en matière de télétravail qui continuent de se poser selon l’inventaire effectué à la demande de la secrétaire d’E´tat de l’époque, Kathleen Van Brempt.

1. Ik had dan ook graag alsnog een antwoord gekregen op mijn eerste vraag, namelijk welke de concrete knelpunten zijn die bestaan stellen bij telethuiswerk blijkens de oplijsting die is gebeurd op vraag van toenmalig staatssecretaris Kathleen Van Brempt.

2. a) Entre-temps, avez-vous déjà reçu de l’administration des propositions concrètes de modification du RGPT ?

2. a) Heeft u intussen al concrete voorstellen tot wijziging van het ARAB gekregen van de administratie ?


2004

Op een vorige vraag antwoordde u dat de knelpunten inzake telewerk zich rond een aantal arbeidsrechtelijke thema’s zoals het ARAB en rond arbeidsongevallen situeren. Bovendien bleek dat zowel de administratie als de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk voorstellen uitwerken om de problematiek te verhelpen (vraag nr. 125 van 17 september 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 56, blz. 8787). Evenwel had ik een expliciete vraag gesteld naar de oplijsting van de concrete knelpunten die volgens toenmalig staatssecretaris Kathleen Van Brempt reeds op 4 mei 2004 was gemaakt.

2005


1262

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9984

b) Dans l’affirmative, quelles propositions ont été formulées ?

b) Zo ja, welke voorstellen werden geformuleerd ?

c) Dans la négative, quand pensez-vous recevoir ces propositions ?

c) Zo neen, welke timing stelt u in het vooruitzicht ?

3. a) Dans l’intervalle, des discussions ont-elles eu lieu avec le secteur des assurances pour passer en revue les possibilités d’une meilleure protection du travail à domicile ?

3. a) Hebben er intussen nog gesprekken met de verzekeringssector plaatsgevonden om de mogelijkheden te overlopen die een betere bescherming van de thuiswerker moeten mogelijk maken ?

b) Dans l’affirmative, quand ces discussions ont-elles eu lieu et quelles ont été les conclusions de la rencontre ?

b) Zo ja, wanneer vonden die gesprekken plaats en wat waren de conclusies van de meeting ?

c) Dans la négative, quand ces discussions devraientelles avoir lieu ?

c) Zo neen, wanneer staan deze gesprekken geagendeerd ?

4. a) Le Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail a-t-il déjà formulé des propositions concernant la problématique du télétravail dans le cadre de la réglementation en matière de bien-être ?

4. a) Heeft de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk reeds voorstellen geformuleerd betreffende de problematiek van het thuiswerk in het kader van de welzijnsreglementering ?

b) Dans l’affirmative, quelles propositions ont été faites ?

b) Zo ja, welke voorstellen kwamen uit de bus ?

c) Dans la négative, quand cela devrait-il être le cas ?

c) Zo neen, welke timing stelt u in het vooruitzicht ?

DO 2004200502935

DO 2004200502935

Question no 205 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 21 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 205 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 21 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Actualisation de la législation sur le travail intérimaire.

Actualisering wetgeving op uitzendarbeid.

L’intention d’actualiser la législation existante sur le travail intérimaire a été inscrite dans la dernière déclaration de politique générale du gouvernement. Le travail intérimaire se présente en effet de plus en plus comme une voie d’accès importante au marché du travail, et ce plus particulièrement pour les groupes à risque. Le ministre flamand du Travail a récemment plaidé en faveur du paiement d’allocations de choˆmage par l’ONEM aux prestataires occasionnels de travail intérimaire. Actuellement, cette possibilité n’existe qu’après trois mois de travail et cette période est souvent trop longue vu la durée restreinte de nombreuses missions d’intérim.

In de jongste beleidsverklaring van de regering werd het voornemen opgenomen om de bestaande wetgeving op uitzendarbeid te actualiseren. Uitzendarbeid is immers meer en meer aan het uitgroeien tot een belangrijk instroomkanaal op de arbeidsmarkt, inzonderheid voor risicogroepen. De Vlaamse minister van Werk heeft onlangs gepleit dat de RVA werkloosheidsuitkeringen zou moeten uitbetalen aan wie een tijdje interimwerk heeft gedaan. Nu kan dat pas na drie maanden en die periode is vaak te lang gezien de korte duur van heel wat uitzendopdrachten.

1. Les partenaires sociaux ont-ils déjà été officiellement invités à se pencher sur la question de l’actualisation de la législation sur le travail intérimaire ?

1. Werd aan de sociale partners de vraag al officieel gesteld om de wetgeving op uitzendarbeid te actualiseren ?

2. Dans la négative, quand cela sera-t-il le cas ?


2004

2. Zo neen, wanneer zal dit gebeuren ? 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9985

3. Quel calendrier prévoyez-vous pour permettre aux partenaires sociaux de conclure un accord ?

3. Welke timing stelt u in het vooruitzicht opdat de sociale partners een akkoord zouden kunnen bereiken ?

4. Envisagez-vous de réagir à la proposition de votre collègue flamand compétent en matière de Travail visant à verser des allocations de choˆmage aux travailleurs ayant effectué temporairement un travail intérimaire ?

4. Overweegt u op het pleidooi van uw Vlaamse collega van Werk in te spelen om werkloosheidsuitkeringen te laten uitbetalen aan wie een tijdje interimwerk heeft gedaan ?

5. Selon vous, quelle période de travail intérimaire l’intéressé devrait-il avoir accompli ?

5. Welke concrete periode dat de betrokkene uitzendarbeid moet hebben verricht, heeft u in gedachten ?

6. Dans quel délai pensez-vous pouvoir procéder à une adaptation de la réglementation ?

6. Op welke termijn plant u een aanpassing van de regelgeving ?

DO 2004200502949

DO 2004200502949

Question no 206 de Mme Annemie Turtelboom du 22 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 206 van mevrouw Annemie Turtelboom van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Emploi des plus de 50 ans. — Roˆle des commissions paritaires. — Données.

Tewerkstelling van 50-plussers. — Rol paritaire comités. — Gegevens.

En réponse à ma question sur le roˆle des commissions paritaires dans l’emploi des plus de 50 ans, vous mettiez l’accent sur le fait que les statistiques de l’ONSS disponibles actuellement ne vous permettaient pas de formuler une réponse claire à mes deux premières questions (question no 140 du 5 octobre 2004, Questions et réponses, Chambre, 2004-2005, no 53, p. 8150). Vous précisiez par ailleurs que le Datawarehouse de la Banque-carrefour de la sécurité sociale constituait une meilleure alternative pour formuler une réponse cohérente à ces questions et vous espériez que le Datawarehouse pourrait encore publier cette année les statistiques pour 2001.

In antwoord op mijn vraag over de rol voor de paritaire comités bij de tewerkstelling van 50-plussers wees u op het feit dat de statistieken bij de RSZ die op dat ogenblik beschikbaar waren niet eenduidig waren. Bijgevolg kon u geen eenduidig antwoord formuleren op mijn eerste twee vragen (vraag nr. 140 van 5 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 53, blz. 8150). U duidde daarop het Datawarehouse van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan als een beter alternatief om een zinnig antwoord te formuleren en verwachtte dat het Datawarehouse nog dit jaar de statistieken voor 2001 zou publiceren.

Dans cette même question, je vous interrogeais également sur le roˆle des commissions paritaires dans l’emploi des travailleurs aˆgés. Compte tenu de leurs réserves financières, elles pourraient fournir un effort supplémentaire pour accroıˆtre le taux d’activité des plus de 50 ans.

In diezelfde vraag peilde ik naar de rol van de paritaire comités voor de tewerkstelling van ouderen. Gezien hun financie¨le reserves zouden zij een tandje kunnen bijsteken in de verhoging van de activiteitsgraad van 50-plussers.

1. Le Datawarehouse a-t-il publié à temps les statistiques pour l’année 2001 ?

1. Heeft het Datawarehouse de statistieken voor 2001 tijdig gepubliceerd ?

2. Si non, pour quand sont-elles attendues et quelles sont les raisons de ce retard ?

2. Zo neen, wanneer worden die wel verwacht en wat is de reden van de vertraging ?

3. Au total, combien de personnes de plus de 50 ans ont-elles été embauchées en 2001, selon les données du Datawarehouse ?

3. Hoeveel 50-plussers werden tijdens het jaar 2001 in totaal aangeworven op basis van de gegevens van het Datawarehouse ?

4. Au cours de cette même période, combien de personnes de plus de 50 ans ont-elles perdu leur emploi, sont-elles décédées ou ont-elles opté pour un régime de départ anticipé ?

4. Hoeveel 50-plussers verloren in die periode hun job, overleden of stapten in een vervroegde uittredingsregeling ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9986

5. Estimez-vous que les commissions paritaires qui disposent de réserves financières suffisantes doivent fournir un effort particulier pour aider les personnes plus aˆgées ou autres catégories à risque à trouver du travail ?

5. Bent u van oordeel dat paritaire comités die over voldoende financie¨le reserves beschikken een extra inspanning moeten doen om ouderen of andere kansengroepen meer kansen op een job te bezorgen ?

DO 2004200502958

DO 2004200502958

Question no 207 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 207 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

ONEM. — Demandeurs d’emploi. — Début d’une activité d’indépendant. — Cessation. — Assurancechoˆmage.

RVA. — Werkzoekenden. — Opstarten zelfstandige activiteit. — Stopzetting. — Werkloosheidsverzekering.

Les demandeurs d’emploi qui commencent à exercer une activité d’indépendant ont le droit d’être admis de nouveau dans le système de l’assurance-choˆmage s’ils cessent leur activité dans un délai de neuf ans. Pour celles et ceux qui sont prêts à assumer les risques inhérents à la vie d’entrepreneur, c’est rassurant ! Mais les intéressés ne savent pas à quoi s’en tenir quant à la question de savoir si leurs années d’indépendant peuvent être prises en compte au moment ou` ils cherchent à rentrer dans le système de l’assurancechoˆmage.

Werkzoekenden die een zelfstandige activiteit opstarten, krijgen het recht opnieuw toegelaten te worden tot het stelsel van de werkloosheidsverzekering indien hij of zij de activiteit binnen een termijn van negen jaar stopzetten. Een geruststellende gedachte voor wie bereid is een ondernemersrisico te dragen. Toch schijnt er onduidelijkheid te bestaan over het in rekening kunnen brengen van de gepresteerde jaren als zelfstandige op het ogenblik dat de betrokkenen opnieuw aansluiting zoeken bij de werkloosheidsverzekering.

1. L’ONEM prend-elle en compte, pour l’application de l’article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du choˆmage, les années durant lesquelles un choˆmeur ou une choˆmeuse a travaillé comme indépendant(e) ?

1. Worden de jaren die een werkloze die een zelfstandige activiteit heeft opgestart en in die hoedanigheid actief is geweest, door de RVA mee in rekening genomen voor de toepassing van artikel 80 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering ?

2. Dans la négative, pour quel motif sous-jacent ?

2. Zo neen, wat is hiervan de achterliggende ratio ?

3. Les choˆmeurs ayant cessé leur activité d’indépendant ne courent-ils pas le risque d’être exclus rapidement en raison d’un « choˆmage d’une durée anormalement longue » ?

3. Lopen werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet niet het risico om snel te worden uitgesloten wegens « abnormaal langdurige werkloosheid » ?

4. Combien de choˆmeurs ayant cessé leur activité ont été suspendus annuellement, au cours de la période 2000-2004, en raison d’un choˆmage de longue durée en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

4. Hoeveel werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet werden in de periode 2000-2004 jaarlijks geschorst omwille van langdurige werkloosheid in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel ?

5. Quelle influence le nouveau système d’activation des demandeurs d’emploi a-t-il sur la situation des choˆmeurs ou des choˆmeuses qui ont cessé leur activité indépendante ?

5. Hoeveel invloed heeft het nieuwe activeringssysteem van werkzoekenden op de situatie van werklozen die hun zelfstandige activiteit hebben stopgezet ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9987

Ministre de la Coopération au développement

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 49 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 49 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :





DO 2004200502953

DO 2004200502953

Question no 50 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement : E´ligibilité de certaines dépenses militaires et de sécurité.

Vraag nr. 50 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Le débat relatif à l’éligibilité de certaines dépenses militaires et dépenses relatives au secteur de la sécurité est depuis un certain temps en cours au sein de l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE).

Binnen de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) wordt sinds enige tijd een debat gevoerd over de mogelijkheid militaire uitgaven en financie¨le steun aan de veiligheidssector als ontwikkelingsuitgaven aan te merken.

Le ministre a déclaré le 9 décembre 2004 en séance plénière du Sénat qu’il est un partisan prudent de l’éligibilité limitée de certaines dépenses, sur la base de critères objectifs définis par la communauté internationale, si celles-ci entrent dans le cadre d’activités définies et autorisées par les Nations unies.

Tijdens de plenaire vergadering van de Senaat op 9 december 2004 toonde de minister zich een voorzichtig voorstander van een beperkte ontvankelijkheid van bepaalde uitgaven, op grond van door de internationale gemeenschap vastgestelde objectieve criteria en voor zover die uitgaven strekken tot de financiering van door de Verenigde Naties omschreven en toegelaten activiteiten.

1. Quelles propositions concrètes en matière d’éligibilité de dépenses militaires et dépenses relatives au secteur de la sécurité sont actuellement en discussion au sein de l’OCDE ?

1. Welke concrete voorstellen met betrekking tot de ontvankelijkheid van militaire en veiligheidsuitgaven worden momenteel binnen de OESO besproken ?

2. Quelle est la position belge vis-à-vis de ces propositions ?

Ontvankelijkheid van sommige militaire en veiligheidsuitgaven.

2. Hoe staat Belgie¨ tegenover die voorstellen ?

3. Quand un accord sur cette matière est-il prévu ?

3. Wanneer wordt daarover een akkoord verwacht ?

4. a) Avez-vous demandé l’avis du Conseil fédéral de développement durable sur ce dossier ?

4. a) Vroeg u het advies van de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling in dit dossier ?

b) Si oui, quand ?

b) Zo ja, wanneer ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9988

c) Si non, pour quelle raison ?

c) Zo neen, waarom niet ?

DO 2004200502954

DO 2004200502954

Question no 51 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 51 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique.

Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

Ma question concerne le dossier du soutien financier pour la construction d’un hall de transit pour des autobus à Kingstown (Jamaı¨que). Il s’agirait d’un projet très luxueux qui couˆterait 49 millions d’euros et dont l’intérêt pour le pays ne serait pas du tout évident. Une aide dans le cadre du Finexpo aurait été demandée.

Mijn vraag betreft het dossier van de financie¨le steun voor de bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. Het zou om een zeer luxueus bouwproject gaan, met een kostenplaatje van 49 miljoen euro. Het nut ervan voor het land zou niet meteen duidelijk zijn. Er zou steun aangevraagd zijn via Finexpo.













Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200502608

DO 2004200502608

Question no 79 de M. Bart Laeremans du 16 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 79 van de heer Bart Laeremans van 16 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Fonds mazout. — CPAS.

Stookoliefonds. — OCMW’s.

Le gouvernement fédéral a décidé d’allouer une indemnité aux familles aux revenus limités qui se chauffent au mazout, afin de compenser quelque peu la hausse du prix de ce combustible. La procédure

De federale regering besliste tot het uitkeren van een vergoeding aan de gezinnen met een beperkt inkomen die verwarmen met stookolie teneinde de meerkost van deze brandstof enigszins te compenseren. De weer-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9989

retenue est complexe dans la mesure ou` elle dépend de divers facteurs.

houden procedure is omslachtig, daar ze van diverse factoren afhangt.

Les indemnités seront allouées par les CPAS, ce qui entraıˆnera pour ceux-ci un surcroıˆt de travail.

De vergoedingen zullen worden uitgekeerd door de OCMW’s, die daardoor heel wat meer werk te verrichten zullen hebben.

Les CPAS seront-ils indemnisés ou assistés pour ce travail supplémentaire ou le gouvernement leur impose-t-il, ainsi dès lors qu’aux communes, une nouvelle charge ?

Zullen de OCMW’s voor dit extra werk worden vergoed of bijgestaan of schuift de regering weer een nieuwe last af op de schouders van de OCMW’s en dus van de gemeenten ?

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2004200502952

DO 2004200502952

Question no 43 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 43 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Promotion de l’entreprise indépendante auprès des femmes.

Promoten van zelfstandig ondernemerschap bij vrouwen.

Il ressort de chiffres diffusés par le « Steunpunt werkgelegenheid » (point d’appui « emploi ») que la Région flamande compte 351 000 entrepreneurs, ce qui correspond à 8,9 % de la population en aˆge de travailler. La moyenne européenne est de 9,4 %. En Flandre, pas plus de 30 % des entrepreneurs sont des femmes, alors que celles-ci représentent 43 % de la population active. Il appert que les femmes font encore souvent preuve d’une certaine frilosité quand il s’agit de s’installer comme indépendantes.

Uit cijfers van het Steunpunt werkgelegenheid blijkt dat het Vlaams Gewest 351 000 ondernemers telt. Dat betekent dat 8,9 % van de bevolking op arbeidsleeftijd actief is als ondernemer. Het Europese gemiddelde bedraagt 9,4 %. In Vlaanderen is slechts 30 % van de ondernemers een vrouw, terwijl vrouwen wel een aandeel van 43 % van de totale groep werkenden vertegenwoordigen. Blijkt dat er bij dames nog vaak enige drempelvrees bestaat om zich te vestigen als zelfstandige.

1. Reconnaissez-vous la nécessité d’encourager les femmes à opter pour une activité indépendante ?

1. Erkent u de noodzaak om ondernemerschap bij vrouwen te promoten ?

2. Envisagez-vous d’entamer une concertation sur ce sujet dans le cadre de la politique d’égalité des chances ou des contacts ont-ils déjà eu lieu ?

2. Overweegt u om in het kader van het gelijke kansenbeleid een overleg op te starten over deze problematiek of vonden hieromtrent al contacten plaats ?

3. Envisagez-vous de prendre une initiative pour promouvoir l’entreprise indépendante auprès des femmes, en concertation avec vos collègues des Classes moyennes et de l’Emploi ?

3. Overweegt u om in overleg met uw collega’s van Middenstand en Werk een initiatief te nemen om het zelfstandig ondernemerschap bij vrouwen te promoten ?

4. Quelles autres mesures concrètes envisagez-vous pour promouvoir l’esprit d’entreprise auprès des femmes ?

4. Welke andere concrete maatregelen overweegt u ter bevordering van het ondernemerschap bij vrouwen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9990

Ministre de la Mobilité

Minister van Mobiliteit

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 190 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 190 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :





DO 2004200502911

DO 2004200502911

Question no 191 de Mme Greet Van Gool du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 191 van mevrouw Greet Van Gool van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Octroi de cartes de stationnement pour les moyens de transport spécifiques pour personnes handicapées.

Toekenning van parkeerkaarten aan de bijzondere vervoermiddelen voor personen met een handicap.

Les personnes handicapées ou à mobilité réduite peuvent obtenir une carte de stationnement spéciale leur permettant de stationner sur des emplacements réservés. Cette carte est délivrée par le SPF Sécurité sociale, après examen médical et pour autant que certaines conditions soient respectées. Le modèle de la carte a été établi conformément à la réglementation européenne afférente.

Personen met een handicap of met beperkte mobiliteit kunnen een speciale parkeerkaart krijgen waarmee zij op voorbehouden plaatsen kunnen parkeren. Die kaart wordt uitgereikt door de FOD Sociale Zekerheid, na medisch onderzoek en mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is. Het model van de kaart werd opgesteld in overeenstemming met de Europese regelgeving terzake.

La carte est strictement personnelle. La question se pose de savoir s’il n’est pas possible de la délivrer à des institutions ou des services chargés du transport spécial de personnes handicapées. Il peut alors s’agir de centrales pour personnes à mobilité réduite, mais également de centres de jour, d’établissements résidentiels pour personnes handicapées, etc. Un certain nombre d’arguments plaident en faveur de cette mesure. C’est ainsi que la carte de stationnement des passagers est généralement conservée au domicile des parents ou de la famille. En outre, toutes les personnes handicapées ne sont pas à même de conserver ellesmêmes cette carte sur elles, le risque de la perdre ou de la détériorer étant trop important.

De kaart is strikt persoonlijk. De vraag rijst of het niet mogelijk is de kaart af te leveren aan instellingen of diensten die voor specifiek vervoer van personen met een handicap instaan. Het kan dan gaan om mindermobielencentrales, maar ook dagcentra, residentie¨le voorzieningen voor personen met een handicap, enzovoort. Daar zijn een aantal argumenten voor. Zo wordt de parkeerkaart van de passagiers meestal bij de ouders of de familie thuis bewaard. Bovendien zijn niet alle personen met een handicap in staat om zelfstandig deze kaart bij zich te houden. Het risico van verlies of beschadiging is daarvoor te groot.

J’ai déjà maintes fois interrogé à ce sujet la secrétaire d’E´tat chargée de la politique des personnes handicapées. La précédente secrétaire d’E´tat avait demandé l’avis de son administration et du Conseil supérieur national des handicapés, qui s’étaient tous deux prononcés de manière plutoˆt négative par

Ik heb de staatssecretaris bevoegd voor het beleid voor personen met een handicap hierover reeds meermaals ondervraagd. De vorige staatssecretaris had hiervoor het advies ingewonnen van haar administratie en van de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap. Beide stonden eerder negatief tegenover


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9991

rapport à cette innovation. Les arguments avancés portaient sur la nécessité de modifier le Code de la route, d’introduire un nouveau type de carte de stationnement et la crainte des abus.

deze vernieuwing. Argumenten waren de noodzaak het verkeersreglement te wijzigen, de invoering van een nieuw type parkeerkaart en de vrees voor misbruiken.

Il apparaıˆt que l’actuelle secrétaire d’E´tat est également favorable à l’idée de délivrer des cartes de stationnement à des institutions. Elle a déjà été contactée à cet effet par le Vlaams Welzijnsverbond, qui avait également formulé des remarques relatives au format de la carte de stationnement.

De huidige staatssecretaris blijkt het idee om parkeerkaarten uit te reiken aan instellingen eveneens genegen te zijn. Zij was hiervoor reeds gecontacteerd door het Vlaams Welzijnsverbond, dat ook opmerkingen gemaakt had in verband met het formaat van de parkeerkaart.

En réponse à ma question no 4418 posée en commission des Affaires sociales du 14 décembre 2004, la secrétaire d’E´tat affirmait avoir demandé par lettre au ministre de la Mobilité de déposer une proposition auprès du Conseil des ministres afin de réduire le format de la carte de stationnement et d’étudier les conditions de délivrance d’une carte spécifique aux institutions chargées du transport collectif de personnes présentant d’importants problèmes de mobilité (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission des Affaires sociales, 14 décembre 2004, COM437, p. 11).

In haar antwoord op mijn vraag nr. 4418 in de commissie voor de Sociale Zaken van 14 december 2004 stelde de staatssecretaris dat zij de minister van Mobiliteit per brief gevraagd had om een voorstel in te dienen bij de Ministerraad om het formaat van de parkeerkaart te verkleinen en om de voorwaarden te bestuderen voor de uitreiking van een specifieke kaart voor instellingen die instaan voor het collectieve vervoer van personen met ernstige mobiliteitsproblemen (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie Sociale Zaken, 14 december 2004, COM437, blz. 11).

1. Quelle est votre position par rapport à ces questions ?

1. Wat is uw standpunt met betrekking tot deze vragen ?

2. Envisagez-vous de délivrer des cartes de stationnement à des institutions ?

2. Overweegt u de toekenning van parkeerkaarten aan instellingen ?

Ministre de l’Environnement et des Pensions

Minister van Leefmilieu en van Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 42 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :






2004

2005


1263

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9992

Pensions

Pensioenen

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 69 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Pouvez-vous me communiquer le couˆt exact des travaux de transformation, de rénovation, d’embellissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ?

Vraag nr. 69 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken. Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ?



DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 23 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères : Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Pouvez-vous me communiquer le couˆt exact des travaux de transformation, de rénovation, d’embellissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ?

Vraag nr. 23 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken : Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken. Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ?

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique


DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 38 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Pouvez-vous me communiquer le couˆt exact des travaux de transformation, de rénovation, d’embel-

Vraag nr. 38 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken. Kan u de exacte kostprijs meedelen van de uitvoering van de verbouwings-, renovatie-, verfraaiings- en


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9993

lissement et d’aménagement qui ont été réalisés à votre cabinet depuis votre entrée en fonction au gouvernement fédéral Verhofstadt II (18 mai 2003) ?


2004

inrichtingswerken van uw kabinet sinds uw aantreden in de federale regering Verhofstadt II (18 mei 2003) ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9995

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Premier ministre

Eerste minister

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 66 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 66 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de eerste minister :





Réponse du premier ministre du 21 janvier 2005, à la question no 66 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 21 januari 2005, op de vraag nr. 66 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) :

Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le vicepremier ministre et ministre des Finances à qui la question a également été posée. (Question no 563 du 17 décembre 2004.)

Ik verwijs naar het antwoord dat zal worden gegeven door de vice-eerste minister en minister van Financie¨n aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 563 van 17 december 2004.)



DO 2003200432320

DO 2003200432320

Question no 385 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 5 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 385 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Loi sur les ASBL. — Article 17. — Notion de « recettes ».

VZW-wet. — Artikel 17. — Begrip « ontvangsten ».

L’article 17, § 3, de la loi sur les ASBL (du 27 juin 1921) dispose qu’une ASBL tient sa comptabilité et

Overeenkomstig artikel 17, § 3, van de VZW-wet (van 27 juni 1921) houdt een VZW haar boekhouding


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9996

établit ses comptes annuels conformément à la loi comptable du 17 juillet 1975 lorsqu’elle atteint à la date de cloˆture de l’exercice, les chiffres ci-dessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants : 1o 5 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps-plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux; o 2 250 000 euros pour le total des recettes, autres qu’exceptionnelles, hors taxe sur la valeur ajoutée; 3o 1 000 000 euros pour le total du bilan. Lors d’un séminaire organisé en février 2004, M. Jan Verhoeye, membre de la Commission des normes comptables, a déclaré très formellement que la notion de « recettes » figurant à l’article 17 de la loi sur les ASBL porte sur les comptes 70 à 75 inclus. En d’autres termes, les produits financiers doivent également être considérés comme des recettes. Ceci paraıˆt logique dès lors qu’il peut être inféré de l’article 17, § 3, de la loi sur les ASBL que toutes les recettes « non exceptionnelles » doivent également être prises en considération et qu’il est question dans cet article de recettes et non du chiffre d’affaires (cf. article 15 du Code des sociétés). Une publication des pouvoirs publics (« Le nouveau régime comptable des grandes et des très grandes associations ») dispose toutefois que : « Le terme « recettes » fait référence aux activités habituelles de l’association durant une année d’activité. Pour les petites associations, il s’agit du total des recettes, tel que repris dans le schéma minimum normalisé de l’état des recettes et dépenses d’une « petite » association, déduction faite des recettes exceptionnelles. Il s’agit donc de toutes les recettes qui découlent de l’activité opérationnelle normale de l’association. Pour les grandes et très grandes associations, c’est la somme des produits repris aux comptes 70 à 74 du plan comptable. ». 1. Les comptes 75 (produits financiers) font-ils partie ou non des recettes au sens de l’article 17 de la loi sur les ASBL ? 2. Dans la négative, pourquoi les « cotisations », « dons, legs et subsides » (compte 73) et les autres « produits d’exploitation » (compte 74) feraient-ils partie des recettes, alors que les produits financiers ont un caractère plus récurrent ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 janvier 2005, à la question no 385 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 5 octobre 2004 (N.) : Ainsi que l’honorable membre le relève dans sa question, l’article 17, § 3 de la loi du 27 juin 1921 sur


2004

en maakt zij haar jaarrekening op overeenkomstig de Boekhoudwet van 17 juli 1975 wanneer bij de afsluiting van het boekjaar, met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria, de onderstaande cijfers op haar van toepassing zijn : 1o het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten; o 2 in totaal 250 000 euro aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde; o 3 een balanstotaal van 1 000 000 euro. Op een seminarie in februari 2004 stelde de heer Jan Verhoeye, lid van de Commissie voor Boekhoudkundige normen, zeer formeel dat het begrip « ontvangsten » in artikel 17 van de VZW-wet op de 70 tot en met 75 rekeningen slaat. Met andere woorden de financie¨le opbrengsten dienen ook bij de ontvangsten begrepen te worden. Dit lijkt logisch gezien uit artikel 17, § 3 van de VZW-wet kan worden afgeleid dat alle « niet uitzonderlijke » ontvangsten mee in rekening moeten worden gebracht en gezien het artikel spreekt van ontvangsten en niet van omzet (cf. artikel 15 van het Vennootschapswetboek). Een publicatie van de overheid (« Het nieuw boekhoudkundig stelsel van de grote en zeer grote verenigingen ») bepaalt evenwel het volgende : « Via de term ontvangsten beoogt men de gewone activiteiten van de vereniging gedurende één werkingsjaar vast te leggen. Voor de kleine vereniging is dit het totaal van de ontvangsten opgenomen in de staat van de ontvangsten en uitgaven van het minimaal schema voor de « kleine » vereniging verminderd met de uitzonderlijke ontvangst. Het betreft dus alle ontvangsten voortvloeiende uit de normale werkingsactiviteiten van de vereniging. Voor de grote en zeer grote verenigingen is dit de som van de opbrengsten genoteerd onder rekeningen 70 tot en met 74 van het rekeningenstelsel. ». 1. Behoren de 75-rekeningen (financie¨le opbrengsten) al dan niet tot de ontvangsten in de zin van artikel 17 van de VZW-wet ? 2. Zo neen, waarom zouden het « lidgeld », « schenkingen, legaten en subsidies » (73-rekening) en de « overige bedrijfsopbrengsten » (74-rekening) wel tot de ontvangsten behoren, terwijl de financie¨le opbrengsten regelmatiger voorkomen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 januari 2005, op de vraag nr. 385 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 5 oktober 2004 (N.) : Zoals het geachte lid opmerkt in haar vraag, voorziet artikel 17, § 3, van de wet van 27 juni 1921 betref2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9997

les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations prévoit que les associations sans but lucratif tiennent leur comptabilité et établissent leurs comptes annuels conformément aux dispositions de la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité des entreprises, lorsqu’elles atteignent à la date de cloˆture de l’exercice social, les chiffres ci-dessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants :

fende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen erin dat verenigingen zonder winstoogmerk hun boekhouding houden en hun jaarrekeningen opmaken overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen wanneer bij de afsluiting van het boekjaar, met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers op hen van toepassing zijn :

1o 5 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux;

1o een jaargemiddelde van vijf werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten;

2o 250 000 euros pour le total des recettes, autres qu’exceptionnelles, hors taxe sur la valeur ajoutée;

2o een totaal aan ontvangsten, aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, van 250 000 euro exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;

3o 1 000 000 d’euros pour le total du bilan.

3o een balanstotaal van 1 000 000 euro.

Des critères absolument identiques se retrouvent aussi aux articles 37, § 3 (pour les fondations) et 53, § 3 (pour les associations internationales sans but lucratif) de la loi. Ce sont en outre les mêmes critères mais assortis de montants plus élevés qui permettent de distinguer les grandes associations et fondations des très grandes associations et fondations tenues de soumettre le controˆle de leurs comptes à un commissaire nommé parmi les membres de l’Institut des réviseurs d’entreprises.

Volstrekt identieke criteria komen tevens voor in de artikelen 37, § 3 (voor de stichtingen) en 53, § 3 (voor de internationale verenigingen zonder winstoogmerk) van de wet. Het zijn bovendien dezelfde criteria, zij het met hogere bedragen, op grond waarvan een onderscheid kan worden gemaakt tussen grote verenigingen en stichtingen en zeer grote verenigingen en stichtingen en stichtingen die verplicht zijn de controle van hun rekeningen voor te leggen aan een commissaris die uit de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren benoemd is.

Le calcul du total des recettes autres qu’exceptionnelles par une grande ou très grande association doit, ainsi que le rapport au Roi précédant l’arrêté royal du 19 décembre 2003 relatif aux obligations comptables et à la publicité des comptes annuels de certaines associations sans but lucratif, associations internationales sans but lucratif et fondations et les brochures disponibles notamment sur le site internet du SPF Justice le mentionnent, être effectué en additionnant les montants portés aux comptes 70 à 74 du plan comptable minimum normalisé spécifique à ces associations, à l’exclusion donc du compte 75 produits financiers et du compte 76 produits exceptionnels.

Zoals vermeld in het verslag aan de Koning dat voorafgaat aan het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, evenals in de brochures die inzonderheid beschikbaar zijn op de website van de FOD Justitie moet het totaal aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten door een grote of door een zeer grote vereniging worden berekend door optelling van de bedragen van de rekeningen 70 tot 74 van de minimumindeling van het specifiek voor deze verenigingen genormaliseerd rekeningenstelsel, dus met uitsluiting van rekening 75 financie¨le opbrengsten en rekening 76 uitzonderlijke opbrengsten.

Sur la base des travaux préparatoires de la loi ASBL, il apparaıˆt que l’objectif poursuivi par le calcul de ce critère est en effet de déterminer la taille de l’association au travers des recettes provenant de son activité habituelle — l’équivalent de la notion comptable (quelque peu élaguée) de chiffre d’affaires qui est applicable aux sociétés. On peut raisonnablement présumer que, d’une manière générale, les recettes

Uit de voorbereidende werkzaamheden inzake de VZW-wet blijkt dat het doel van de berekening van dit criterium immers bestaat in de bepaling van de grootte van de vereniging via de ontvangsten uit de gewone activiteiten van die vereniging — het equivalent van het boekhoudkundig begrip (enigszins beperkt) omzet, dat van toepassing is op de vennootschappen. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de financie¨le ont-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9998

financières ne constituent pas des recettes liées et représentatives de l’activité habituelle d’une association sans but lucratif.

vangsten in het algemeen geen ontvangsten zijn die verband houden met en representatief zijn voor de gewone activiteiten van een vzw.

Cette présomption explique que, s’agissant des petites associations qui ne sont pas soumises au respect du plan comptable minimum normalisé, les brochures disponibles sur le site du SPF Justice mentionnent qu’il s’agit du total des recettes tel que repris dans le schéma minimum normalisé de l’état des recettes et dépenses d’une petite association, déduction faite des recettes exceptionnelles et ajoute qu’il s’agit là de toutes les recettes qui découlent de l’activité opérationnelle normale de l’association, ce qui implique donc de procéder aussi à la déduction des recettes financières.

Dit vermoeden verklaart waarom de brochures op de website van de FOD Justitie, in geval van kleine verenigingen die niet onderworpen zijn aan de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel, vermelden dat het gaat om het totaal van de ontvangsten opgenomen in de staat van ontvangsten en uitgaven van het minimaal schema voor een « kleine » vereniging, verminderd met de uitzonderlijke ontvangsten. Daaraan is toegevoegd dat het alle ontvangsten betreft volgend uit de normale werkingsactiviteiten van de vereniging, hetgeen dus inhoudt dat ook de financie¨le ontvangsten moeten worden afgetrokken.

Si par contre, il devait apparaıˆtre dans le cas particulier — hautement improbable semble-t-il — de l’une ou l’autre association que la présomption précitée est renversée au motif que les recettes financières représentent l’essentiel (plus de la moitié) des recettes perçues par l’association à l’exception des recettes exceptionnelles, il y aurait lieu, pour la détermination de ce critère, d’entendre par total des recettes, le total des recettes à l’exclusion uniquement des recettes exceptionnelles. Cette approche s’inscrit dans ce que prévoit l’article 15, § 4, alinéa 3 du Code des sociétés pour le calcul des dimensions des sociétés.

Indien daarentegen in het — blijkbaar hoogst onwaarschijnlijke — bijzondere geval van een of andere vereniging zou blijken dat het voornoemde vermoeden zou worden omgekeerd omdat de financie¨le ontvangsten het grootste deel (meer dan de helft) vormen van de ontvangsten van de vereniging, met uitzondering van de uitzonderlijke ontvangsten, zou voor de bepaling van dit criterium de mogelijkheid bestaan onder het totaal van ontvangsten, het totaal van ontvangsten met uitzondering van de uitzonderlijke ontvangsten te verstaan. Deze benadering stemt overeen met het bepaalde in artikel 15, § 4, derde lid, van het Wetboek van vennootschappen inzake de berekening van de omvang van vennootschappen.

DO 2003200431962

DO 2003200431962

Question no 396 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 8 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 396 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Obligation de vote. — Citoyens résidant à l’étranger. — Justification.

Stemplicht. — Burgers die in het buitenland verblijven. — Verschoning.

L’article 207 du Code électoral dispose que « les électeurs qui se trouvent dans l’impossibilité de prendre part au scrutin peuvent faire connaıˆtre leurs motifs d’abstention au juge de paix, avec les justifications nécessaires ». Le juge de paix décide, en accord avec le procureur du Roi, si les raisons de l’absence (« excuse ») sont fondées ou non.

Artikel 207 van het Kieswetboek bepaalt dat « kiezers die onmogelijk aan de stemming kunnen deelnemen de redenen van hun onthouding met de nodige verantwoording, aan de vrederechter mogen doen kennen ». Het is de vrederechter, in overeenstemming met de procureur des Konings, die al dan niet de redenen van afwezigheid (« verschoning ») gegrond acht.

La loi électorale n’énumère pas de motifs devant être acceptés comme « excuse » ni ne comporte de directives à observer pour juger des motifs invoqués. Le juge de paix est dès lors souverain dans son jugement.

De kieswet geeft geen redenen op, welke als verschoning moeten aanvaard worden, zij geeft evenmin enige directieven welke bij het beoordelen van de opgegeven redenen moeten gevolgd worden. De vrederechter is dus volledig vrij in zijn beoordeling.

La majorité des citoyens qui résident à l’étranger le jour du scrutin (et qui n’ont pas donné procuration) s’adressent aux autorités locales (la police) pour se

De meeste kiezers die in het buitenland verblijven op de dag van de kiesverrichtingen (en geen volmacht hebben verleend) gaan naar de plaatselijke overheid


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

9999

procurer un certificat attestant de leur présence. Un tel document officiel constitue en effet la meilleure des preuves. Toutefois, il est parfois malaisé d’obtenir ce certificat dans les petites localités des pays voisins ou` n’existe pas l’obligation de vote.

(politie) om een « bewijs van aanwezigheid » te verkrijgen. Een dergelijk officieel document is immers het meest sluitende bewijs. In kleinere lokaliteiten in de ons omringende landen loopt het bekomen van dit bewijs niet van een leien dakje omdat men niet vertrouwd is met de stemplicht.

Pour éluder les difficultés liées à l’obtention de cette déclaration, de nombreux électeurs optent pour une solution « créative » et produisant par exemple une facture de restaurant ou un ticket de distributeur automatique d’argent. Le juge de paix n’accepte pas toujours ces justificatifs qui ne constituent pas une preuve « personnelle ».

Om de moeilijkheden die de aanvraag van dergelijke verklaring met zich brengt, te ontlopen zoeken vele kiezers een « creatieve oplossing » door onder meer een restaurantticket, bankautomaatbewijs als bewijs voor te leggen. Dit wordt echter niet altijd door de vrederechter aanvaard omdat dit geen « persoonlijk » bewijs is.

Je souhaiterais obtenir les renseignements suivants à propos des électeurs qui résidaient temporairement à l’étranger lors des élections fédérales de 2003.

Met betrekking tot deze afwezige kiezers welke tijdelijk in het buitenland verblijven, vernam ik graag voor de federale verkiezingen van 2003.

1. Combien d’électeurs (en pour cent) n’ont pas été en mesure de produire une preuve de leur séjour à l’étranger le jour du scrutin ?

1. Hoeveel (in procenten) van deze kiezers geen bewijs van een buitenlands verblijf op de dag van de stemming konden voorleggen ?

2. Combien ont produit une preuve considérée non fondée par le juge de paix ?

2. Hoeveel van hen legden een bewijs voor dat door de vrederechter als ongegrond werd beschouwd ?

3. a) Bien que le juge de paix soit totalement libre de sa décision concernant les motifs d’absence invoqués, vos services formulent-ils des suggestions informelles sur la validité des documents probants produits ?

3. a) Alhoewel de vrederechter volledig vrij is in zijn beoordeling over de opgegeven redenen van afwezigheid, worden vanuit uw diensten vrijblijvende suggesties gemaakt welke bewijsvoering als geldig kan en mag beschouwd worden ?

b) Existe-t-il parmi les juges de paix un consensus tendant à également accepter des preuves non officielles (dont appert toutefois clairement la présence de l’électeur à l’étranger) ?

b) Bestaat er bij de vrederechters een consensus om ook niet-officie¨le bewijsvoering (die weliswaar duidelijk het verblijf van de kiezer in het buitenland aantoont) te aanvaarden ?

c) Ne conviendrait-il pas d’arrêter des directives à observer pour juger des motifs invoqués ?

c) Is het niet opportuun om directieven uit te werken, welke bij het beoordelen van de opgegeven redenen moeten gevolgd worden ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 janvier 2005, à la question no 396 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 8 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 januari 2005, op de vraag nr. 396 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 8 oktober 2004 (N.) :

1. Pour la réponse à la première question, je me réfère à la réponse fournie antérieurement par mon collègue, le ministre de l’Intérieure. (Question no 329 du 29 juillet 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 49, p. 7461.)

1. Voor het antwoord op de eerste vraag verwijs ik naar het antwoord dat u eerder werd verstrekt door mijn collega, de minister van Binnenlandse zaken. (Vraag nr. 329 van 29 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer 2003-2004, nr. 49, blz. 7462.)

2. Il n’y a pas de données précises disponibles. Les juges de paix acceptent la plupart des preuves apportées.

2. Hier zijn geen precieze gegevens over beschikbaar. De vrederechters aanvaarden het overgrote deel van de voorgelegde bewijzen.


2004

2005


1264

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10000

3. a) En vertu de l’article 208 du Code électoral, il n’y a pas lieu à poursuite si le juge de paix admet le fondement des excuses, en accord avec le procureur du Roi. Il résulte de ces dispositions légales que le juge de paix, en accord avec le procureur, est entièrement libre dans son appréciation des motifs d’absence invoqués. Mes services n’ont pas élaboré de directive à ce propos.

3. a) Overeenkomstig artikel 208 van het Kieswetboek wordt er geen vervolging tegen de kiezer ingesteld wanneer de verschoning gegrond wordt geacht door de vrederechter, in overeenstemming met de procureur des Konings. Uit deze wetsbepaling volgt dat de vrederechter, is samenspraak met de procureur volledig vrij is in zijn beoordeling over de opgegeven redenen van afwezigheid. Er zijn door mijn diensten hieromtrent geen directieven uitgevaardigd.

b) De manière générale, des preuves résultant de documents qui ne sont pas officiels sont aussi acceptées.

b) In het algemeen worden ook bewijzen afkomstig van niet officie¨le documenten aanvaard.

c) Renseignement pris auprès du Collège des procureurs généraux, la jurisprudence des juges de paix se caractérise par une réelle homogénéité. Il ne me paraıˆt dès lors pas nécessaire d’élaborer une directive à l’attention des parquets.

c) De inlichtingen die ik ingewonnen heb bij het College van procureurs-generaal wijzen op een rechtspraak van de vrederechters die gekenmerkt wordt door een ree¨le homogeniteit Het lijkt me bijgevolg niet opportuun om een richtlijn voor de parketten uit te werken.



DO 2004200502914

DO 2004200502914

Question no 564 de M. Georges Lenssen du 17 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 564 van de heer Georges Lenssen van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Recouvrement de dettes fiscales auprès de personnes aˆgées insolvables vivant en maison de repos ou en maison de repos et de soins. — Publication d’un arrêté royal.

Problematiek van de invordering van openstaande belastingschulden bij onvermogende bejaarden die verblijven in een rusthuis of een rusten verzorgingstehuis. — Publicatie koninklijk besluit.

Il arrive que les résidents de maisons de repos aient des dettes fiscales impayées. Dans ce cas, le receveur responsable fait saisir la partie saisissable de la pension. Il en résulte que la contribution du CPAS dans les frais de séjour et d’entretien de la personne aˆgée augmente. On en arrive ainsi à une situation aberrante ou` le département des Finances oblige indirectement une autre administration, à savoir le CPAS, à payer la dette fiscale d’un contribuable insolvable. En réponse à une question précédemment posée, le ministre a reconnu le problème et a estimé que, dans un proche avenir, les receveurs devraient pouvoir aborder autrement leur mission, en tenant compte des problèmes sociaux et financiers du contribuable. Il a préconisé une modification des dispositions légales réglant la responsabilité personnelle et pécuniaire des receveurs (question no 1009 du 22 mai 2002 de

Het gebeurt dat residenten in een rusthuis nog openstaande belastingschulden hebben. De verantwoordelijke ontvanger laat dan beslag leggen op het voor beslag vatbare gedeelte van het pensioen. Dit leidt ertoe dat de bijdrage van het OCMW in de verblijf- en verzorgingskosten van de bejaarde wordt opgevorderd en dus tot de aberratie dat Financie¨n indirect een ander openbaar bestuur, met name het OCMW, dwingt tot het betalen van de belastingschuld van een insolvabele belastingplichtige. In een eerder gestelde vraag erkende de minister het probleem en stelde dat de ontvangers hun invorderingstaak in de nabije toekomst op een andere wijze moeten kunnen benaderen en dat ze hierbij rekening zouden houden met de sociale en financie¨le problemen van de belastingplichtige. Hij stelde daartoe een wijziging voorop van de wettelijke bepalingen die de persoonlijke en


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10001

M. S. Verherstraeten, Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 122, p. 15355).

geldelijke aansprakelijkheid van de ontvangers regelt (vraag nr. 1009 van 22 mei 2002 van de heer S. Verherstraeten, Vragen en Antwoorden, Kamer, 20012002, nr. 122, blz. 15355).

Le projet d’arrêté royal réglant le statut des comptables justiciables de la Cour des comptes pourrait apporter une solution. En effet, ce projet prévoit la suspension de l’ordre de recouvrement par le ministre des Finances ou son délégué lorsque le comptable constate qu’une créance est irrécouvrable. S’il apparaıˆt, avant la survenance de la prescription d’une telle créance, qu’elle doit être tenue pour définitivement irrécouvrable, le comptable peut être déchargé par le ministre des Finances ou son délégué de l’obligation de recouvrement des droits concernés.

Het ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van het statuut van de aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtigen zou hieraan een oplossing kunnen geven. Het ontwerp voorziet immers in een opschorting van de invorderingsopdracht door de minister van Financie¨n of zijn gemachtigde ingeval de rekenplichtige een niet invorderbare schuldvordering vaststelt. Indien, voó´r het intreden van de verjaring van dergelijke schuldvordering blijkt dat deze definitief als niet invorderbaar moet worden beschouwd, kan de rekenplichtige door de minister van Financie¨n of zijn gemachtigde van de verplichting tot invordering van dergelijke rechten worden ontslagen.

Quand cet arrêté royal sera-t-il publié ?

Wanneer wordt dit koninklijk besluit gepubliceerd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 19 janvier 2005, à la question no 564 de M. Georges Lenssen du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 19 januari 2005, op de vraag nr. 564 van de heer Georges Lenssen van 17 december 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa demande.

Het geachte lid zal hierna het antwoord vinden op zijn vraag.

Conformément aux articles 498 et 499 de la loiprogramme du 27 décembre 2004 (Moniteur belge du 31 décembre 2004), l’entrée en vigueur de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’E´tat fédéral, et de la loi du 22 mai 2003 modifiant la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes, sera reportée au 1er janvier 2006. Les mêmes articles stipulent que, sur proposition conjointe du ministre des Finances et du ministre du Budget, le Roi peut encore reporter cette entrée en vigueur au plus tard au 1er janvier 2007.

Overeenkomstig de artikelen 498 en 499 van de programmawet van 27 december 2004 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2004) wordt de inwerkingtreding van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, en van de wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, uitgesteld tot 1 januari 2006. Dezelfde artikelen bepalen dat de Koning de inwerkingtreding, op gezamenlijk voorstel van de minister van Financie¨n en de minister van Begroting, nog kan uitstellen ten laatste tot 1 januari 2007.

Faute d’entrée en vigueur de la loi précitée du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’E´tat fédéral, l’arrêté royal en question qui sera pris en exécution de cette loi, ne sera donc pas publié avant les dates précitées.

Bij gebreke aan de inwerkingtreding van de voormelde wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat zal het bedoelde koninklijk besluit dat ter uitvoering van deze wet zal worden genomen dan ook niet voó´r de voormelde data worden gepubliceerd.

L’attention de l’honorable membre est également attirée sur l’article 332 de la même loi-programme selon lequel une nouvelle « Section IVbis. — Sur séance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs » est insérée au Titre VII, Chapitre VIII, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, et par lequel l’administration est autorisée à rendre une décision de surséance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs lorsque le redevable, qui n’a pas manifestement organisé son insolvabilité, se trouve dans une situation dans laquelle il n’est pas en état, de manière durable, de

De aandacht van het geachte lid wordt evenwel gevestigd op artikel 332 van dezelfde programmawet volgens hetwelk een nieuwe « Afdeling IVbis. — Onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen » in Titel VII, Hoofdstuk VIII, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wordt ingevoegd en waarbij de administratie wordt gemachtigd te beslissen over een onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen wanneer de belastingschuldige, die niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd, zich in een toestand bevindt waarin hij niet in staat is


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10002

payer ses dettes exigibles ou encore à échoir. Cette disposition est entrée en vigueur au 1er janvier 2005.

om, op duurzame wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen. Deze bepaling is op 1 januari 2005 in werking getreden.

En ce qui concerne le recouvrement de créances fiscales à charge des personnes aˆgées résidant dans une maison de repos ou dans une maison de repos et de soins, la mesure de faveur précitée peut déjà apporter une solution aux problèmes rencontrès en la matière.

Wat bijgevolg de invordering van belastingschulden bij onvermogende bejaarden die in een rusthuis of een rusten verzorgingstehuis verblijven betreft, kan de bovenvermelde gunstmaatregel nu reeds een oplossing bieden voor problemen die zich dienaangaande stellen.

DO 2004200502916

DO 2004200502916

Question no 565 de Mme Zoé Genot du 10 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 565 van mevrouw Zoé Genot van 10 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Respect des règles de commerce établies par la CITES.

Naleving van de door CITES opgestelde handelsregels.

Les 166 pays Parties à la Convention sur le commerce international des espèces de faune et de flore sauvages menacées d’extinction (CITES) se sont réunis à Bangkok du 2 au 14 octobre 2004 pour actualiser les règles du commerce applicables à des espèces parmi les plus emblématiques, qui ont une grande valeur économique et sont exploitées.

Op de 13e Conferentie over de internationale handel in bedreigde in het wild levende dieren plantensoorten (CITES) die van 2 tot 14 oktober 2004 in Bangkok plaats vond, hebben de 166 deelnemende landen de regels inzake de handel in de meest prestigieuze, economisch waardevolle en met overexploitatie bedreigde soorten geactualiseerd.

Les espèces sont classées en trois catégories (les annexes) en fonction du degré de danger que ferait peser sur elles le commerce : espèces menacées d’extinction et en principe totalement interdites au commerce, inscrites dans l’annexe I, espèces commercialisables dans la limite de quotas (annexe II), espèces soumises à des réglementations nationales et nécessitant un controˆle international (annexe III).

Men onderscheidt drie categoriee¨n van soorten (de zogenaamde bijlagen) naargelang ze meer of minder door de handel bedreigd worden. Bijlage I omvat de met uitsterven bedreigde soorten : handel in deze soorten is in beginsel volledig verboden. Bijlage II omvat de soorten waarin binnen de grenzen van bepaalde quota handel gedreven mag worden. In bijlage III staan de soorten die onderworpen zijn aan de nationale wetgevingen én aan internationaal toezicht.

` l’occasion de la 13ième Conférence des Parties à A la CITES à Bangkok, une cinquantaine de propositions d’amendements aux annexes ont été présentées et la Belgique a soutenu plusieurs inscriptions d’espèces de faune et de flore dans les annexes, mais s’est opposée aussi à des propositions de déclassement de certaines espèces de l’annexe I à l’annexe II.

Tijdens deze Conferentie stelden de Partijen van CITES een vijftigtal wijzigingen aan de bijlagen voor. Belgie¨ verleende zijn steun aan de voorstellen om een aantal nieuwe planten- en diersoorten in de bijlagen op te nemen. Voorts verzette het zich tegen de voorstellen om bepaalde soorten van bijlage I naar bijlage II te degraderen.

1. a) Combien de personnes travaillent sur le dossier de CITES en Belgique ?

1. a) Hoeveel personen houden zich in Belgie¨ beroepshalve met de CITES-problematiek bezig ?

b) Parmi ces personnes, combien sont affectées aux taˆches scientifiques ?

b) Hoeveel van hen doen aan wetenschappelijk onderzoek ?

c) Combien s’occupent du controˆle du respect des règles de commerce établies par la CITES ?

c) Hoeveel van hen zien toe op de naleving van de door CITES opgestelde handelsregels ?

2. ` combien de controˆles a-t-on procédé en 2003 ? a) A

2. a) Hoeveel controles werden in 2003 uitgevoerd ?

b) Combien de controˆles dans d’animaux ou de plantes ?

b) Hoeveel controles vonden plaats in dieren- of plantenzaken ?


les

magasins

2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10003

c) Combien de controˆles aux douanes ?

c) Hoeveel controles werden er door de douane uitgevoerd ?

3. a) Combien de procès-verbaux ont-ils été dressés suite à ces controˆles ?

3. a) Hoeveel processen-verbaal werden er naar aanleiding van deze controles opgesteld ?

` combien se sont montées les amendes ? b) A

b) Hoeveel bedroegen de boetes ?

4. Qu’advient-il des animaux ou végétaux pris lors de ces controˆles ?

4. Wat gebeurt er met de dieren of planten die tijdens deze controles in beslag worden genomen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 19 janvier 2005, à la question no 565 de Mme Zoé Genot du 10 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 19 januari 2005, op de vraag nr. 565 van mevrouw Zoé Genot van 10 januari 2005 (Fr.) :

1. a) et b) Ces questions ne relèvent pas de la compétence de mon département mais de la compétence du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement (Service CITES) à qui la question a également été transmise.

1. a) en b) Deze vragen ressorteren niet onder de bevoegdheid van mijn departement maar onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Dienst CITES) waaraan de vraag eveneens werd overgemaakt.

c) L’article 7 de la loi du 28 juillet 1981 (Moniteur belge du 30 décembre 1983) portant approbation de la Convention sur le commerce international des espèces de faune et flore sauvages menacées d’extinction faite à Washington le 3 mars 1973 énumère les personnes habilitées à rechercher et constater les infractions à ladite loi, parmi lesquelles les agents de la douane. Ces derniers, actuellement au nombre d’environ 4 000 pour les services extérieurs, sont, en principe, tous compétents pour s’occuper du controˆle du respect des règles de commerce établies par la CITES. Aucun d’entre eux cependant ne s’occupe exclusivement de cette matière.

c) Artikel 7 van de wet van 28 juli 1981 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1983) houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dieren plantesoorten, en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973 somt de personen op die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van inbreuken op voornoemde wet, waaronder de beambten van de douane. Deze laatsten, momenteel ongeveer 4000 personen voor wat betreft de buitendiensten, zijn principieel allen bevoegd om de naleving van de handelsregels vastgesteld door CITES te controleren. Geen van hen houdt zich momenteel echter exclusief bezig met deze materie.

2. a) et b) Considérées globalement, ces questions relèvent de la compétence du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement (Service CITES).

2. a) en b) Globaal beschouwd behoren deze vragen tot de bevoegdheid van Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Dienst CITES).

c) Les controˆles de l’Administration des douanes et accises sont, en même temps, relatifs aux aspects fiscaux et économiques ainsi qu’aux mesures de protection de la société et de l’environnement. Pour cette raison, il n’est pas possible d’estimer à combien de controˆles physiques en matière de CITES il a été procédé en 2003.

c) De controles van de administratie der douane en accijnzen hebben tegelijkertijd betrekking op de fiscale aspecten, de economische aspecten en de maatregelen te bescherming van de samenleving en het milieu. Omwille van deze reden is het niet mogelijk te schatten tot hoeveel fysieke controles op gebied van CITES werd overgegaan in 2003.

En ce qui concerne le controˆle des documents, le nombre de permis, certificats et notifications CITES, controˆlés et/ou apurés par la douane et renvoyés à

Betreffende de controle op de documenten : het aantal vergunningen, certificaten en kennisgevingen van invoer inzake CITES welke werden gecontroleerd en/


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10004

l’Organe de gestion belge visé sous la réponse à la question 1.a) s’élève à 2 191 documents.

of aangezuiverd door de douane en doorgezonden naar het belgische Beheersorgaan bedoeld onder het antwoord op vraag 1.a) bedraagt 2 191 documenten.

3. a) En matière de CITES, la douane belge a dressé 56 procès-verbaux en 2003.

3. a) Inzake CITES werden door de belgische douane 56 processen-verbaal opgesteld in 2003.

b) Lors de l’importation, de l’exportation ou du transit frauduleux de spécimens CITES visés par la loi du 28 juillet 1981 mieux citée sous 1.c), il y a concours de deux infractions : une infraction à la législation douanière pour laquelle l’Administration des douanes et accises est compétente et un délit de droit commun dont les poursuites incombent au procureur du Roi.

b) Bij de frauduleuze invoer, uitvoer of doorvoer van CITES-specimens geviseerd door de wet van 28 juli 1981 aangehaald onder punt 1.c) bestaat er een samenloop van twee inbreuken : een inbreuk op de douanewetgeving waarvoor de administratie der douane en accijnzen bevoegd is en een misdrijf van gemeen recht waarvoor de vervolging toekomt aan de procureur des Konings.

En matière de législation douanière, la loi générale sur les douanes et accises du 18 juillet 1977 (Moniteur belge du 21 septembre 1977) octroie aux agents de l’Administration des douanes et accises une compétence générale de recherche et de poursuite des infractions fiscales ou relatives au trafic de marchandises prohibées ou réglementées légalement, à l’importation, à l’exportation, et au transit, ainsi que dans le régime des accises. En l’occurrence, il convient de se référer aux dispositions relatives aux marchandises soumises à des mesures de prohibition, de restriction ou de controˆle, plus précisément aux articles 221 et 231 de ladite loi. Sur pied de ces dispositions légales, les marchandises sont saisies et confisquées, les contrevenants encourrant une amende égale, selon le cas, au décuple des droits fraudés ou à deux fois la valeur des marchandises prohibées (amende doublée en cas de récidive).

Wat de douanewetgeving betreft kent de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 (Belgisch Staatsblad van 21 september 1977) aan de beambten van de administratie een algemene œ bevoegdheid toe inzake opsporing en vervolging van fiscale inbreuken of inbreuken met betrekking tot de trafiek van verboden of wettelijk gereglementeerde goederen bij de invoer, de uitvoer, de doorvoer evenals in het accijnsstelsel. Desgevallend betaamt het te verwijzen naar de bepalingen betreffende goederen die onderworpen zijn aan verbods-, beperkings- of controlemaatregelen, meer bepaald de artikelen 221 en 231 van deze wet. Op grond van deze wettelijke bepalingen worden de goederen aangehaald en in beslag genomen, de plegers van de inbreuk lopen een boete op gelijk aan, volgens het geval, het tienvoud van de ontdoken rechten of het dubbel van de waarde van de verboden goederen (boete verdubbelt ingeval van recidive).

En matière de délit de droit commun (CITES), les agents des douanes et accises rédigent un procès-verbal qui est transmis au procureur du Roi, lequel est également informé de la suite réservée à l’infraction à la législation douanière. Depuis le 31 décembre 2004, l’article 5 de la loi du 28 juillet 1981 précitée punit d’un emprisonnement de six mois à cinq ans et d’une amende de 1 000 à 50 000 euros, ou de l’une de ces peines seulement, celui qui importe, exporte, réexporte ou introduit en provenance de la mer en infraction à la Convention ou aux dispositions prises pour son exécution, des spécimens figurant aux annexes I, II, III de ladite Convention.

Inzake het misrijf van gemeen recht (CITES) stellen de beambten van de administratie der douane en accijnzen een proces-verbaal op dat wordt overgemaakt aan de procureur des Konings, die eveneens op de hoogte wordt gehouden van het aan de inbreuk op de douanewetgeving gegeven gevolg. Sinds 31 december 2004 bepaalt het artikel 5 van de wet van 28 juli 1981 welke reeds werd aangehaald een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een boete van 1 000 tot 50 000 euro, of één van deze straffen voor degene die, in overtreding van de Overeenkomst of van de ter uitvoering hiervan genomen maatregelen specimens invoert, uitvoert, wederuitvoert of vanaf de zee inbrengt die voorkomen op de bijlagen I, II, II van genoemde Overeenkomst.

Lorsque l’infraction à la législation douanière et le délit de droit commun sont poursuivis en justice, des mesures sont prises pour que les deux préventions soient soumises en même temps au même tribunal. L’article 65 du Code pénal prévoit que lorsqu’un même fait constitue plusieurs infractions, la peine la plus forte sera seule prononcée. Il appartient donc au juge d’apprécier.

Indien de inbreuk op de douanewetgeving en het misdrijf van gemeen recht gerechtelijk vervolgd wordt, worden maatregelen genomen opdat beide beschuldigingen op hetzelfde ogenblik voor dezelfe rechtbank gebracht worden. Artikel 65 van het Strafwetboek voorziet dat indien eenzelfde feit meerdere inbreuken uitmaakt, enkel de zwaarste straf wordt uitgesproken. Het komt aan de rechter toe dit in te schatten.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10005

L’administration des Douanes et Accises ne peut, par suite, déterminer le montant des amendes en jeu, dans la mesure où la fixation de la peine ne lui incombe pas.

De administratie der Douane en Accijnzen kan bijgevolg niet het bedrag der in het spel zijnde boetes bepalen, in de mate dat het bepalen van de strafmaat haar niet toekomt.

4. L’article 6, paragraphes 1 à 3, de la loi susvisée prescrit ce qui suit.

4. Artikel 6, paragrafen 1 tot 3 van voornoemde wet voorziet hetgeen volgt.

« § 1er. En cas d’infraction prévue à l’article 5, les spécimens sont soit renvoyés à l’E´tat d’exportation par les agents de l’autorité cités à l’article 7, soit saisis par eux et, en cas de nécessité, abattus ou détruits.

« § 1. In geval van de door artikel 5 voorziene overtredingen worden de specimens, ofwel teruggezonden naar de Staat van uitvoer door de overheidsagenten vermeld in artikel 7, ofwel door hen in beslag genomen en, desnoods, geslacht of vernietigd.

§ 2. En cas de saisie de spécimens vivants sans abattage, ni destruction, les spécimens sont confiés à l’Organe de gestion. Cet organe après avoir consulté l’E´tat d’exportation et éventuellement une autorité scientifique ou le Secrétariat de la Convention renvoie les spécimens à l’E´tat d’exportation aux frais de celuici ou les envoie à un centre de sauvegarde ou à tout autre endroit approprié et compatible avec les objectifs de la Convention. Il peut aussi faire procéder à leur abattage ou à leur destruction.

§ 2. In geval er specimens in beslag genomen worden die niet worden geslacht of vernietigd, worden zij toevertrouwd aan het Beheersorgaan. Na de Staat van uitvoer en eventueel een wetenschappelijke autoriteit of het Secretariaat van de Overeenkomst te hebben geraadpleegd, zendt dit orgaan de specimens terug naar de Staat van uitvoer op de kosten van deze laatste ofwel zendt dit orgaan ze naar een centrum van bewaring of naar elke andere plaats die geschikt is en verenigbaar met de doelstellingen van de Overeenkomst. Dit orgaan kan ze ook doen slachten of vernietigen.

§ 3. En cas de saisie de spécimens non vivants, l’Organe de gestion en assure la conservation et, en cas de nécessité, fait procéder à leur destruction. »

§ 3. In geval niet-levende specimens in beslag genomen worden, zorgt het Beheersorgaan voor de bewaring ervan en, desnoods, doet dit orgaan overgaan tot de vernietiging ervan. »

Concrètement, lors de toutes situations litigieuses, et dans tous les cas où des spécimens sont soit abandonnés soit saisis, l’organe de gestion est appelé à intervenir et à délivrer l’attestation prévoyant la destination à donner à ces spécimens : admission des spécimens à l’importation, à l’exportation ou au transit, maintien sous controˆle douanier, refoulement, saisie, abattage, destruction, enlèvement par un tiers, autorisation de vente par la douane. Si les spécimens, autres que des animaux vivants ou des marchandises périssables, sont saisis, l’attestation est jointe en copie au procès-verbal qui est transmis au procureur du Roi, auquel il appartient de déterminer la destination définitive à donner aux spécimens.

Concreet wordt bij elk geschil en in alle gevallen waarbij afstand wordt gedaan van specimens ofwel specimens worden aangehaald het beheersorgaan opgeroepen om tussen te komen en een verklaring af te leveren waarin wordt voorzien welke bestemming men aan deze specimens dient te geven : toelating tot invoer, uitvoer of doorvoer, bewaring onder douanetoezicht, terugzending, aanhaling, slachting, vernietiging, ophaling door een derde, toelating tot verkoop door de douane. Indien specimens, anders dan levende dieren of bederfbare goederen worden aangehaald, wordt een kopie van deze verklaring gevoegd bij het proces-verbaal dat aan de procureur des Konings wordt overgemaakt. Het komt aan deze laatste toe om te oordelen over de aan de specimens te geven bestemming.

Lorsque la vente par la douane est autorisée, les spécimens sont dirigés vers la salle de vente de l’entrepoˆt public de Bruxelles ou d’Anvers pour y être vendus publiquement. Pour la vente, les lots de ces marchandises sont regroupés. Avant de procéder à la mise à prix, les acquéreurs sont informés que l’enlèvement ne peut avoir lieu qu’après présentation du document, permis ou certificat requis à demander à l’organe de gestion.

Indien verkoop door de douane wordt toegestaan worden de specimens overgebracht naar de verkoopzaal van het publiek entrepot te Brussel of Antwerpen teneinde er openbaar te worden verkocht. Voó´r de verkoop worden de loten van deze goederen gehergroepeerd. Vooraleer tot prijszetting wordt overgegaan worden de kopers ervan ingelicht dat de afhaling slechts kan gebeuren nadat het vereiste document, vergunning of certificaat dat aan het beheersorgaan dient te worden gevraagd, werd voorgelegd.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10006

Il doit être précisé que cet organe a déjà examiné le ou les lots et qu’un document sera délivré.

Hierbij dient te worden gepreciseerd dat het beheersorgaan het lot of de loten reeds heeft onderzocht en dat een document zal worden afgeleverd.

S’il est décidé de procéder à l’abattage ou à la destruction de spécimens, ces opérations sont à effectuer à la seule initiative de l’organe de gestion.

Indien wordt beslist over te gaan tot slachting of vernietiging van de specimens zijn deze handelingen uitsluitend op initiatief van het beheersorgaan uit te voeren.

DO 2004200502944

DO 2004200502944

Question no 566 de M. Jean-Marc Nollet du 22 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 566 van de heer Jean-Marc Nollet van 22 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Banque nationale de Belgique. — Activités. — Soustraitance.

Nationale Bank van Belgie¨ (NBB). — Activiteiten. — Onderaanneming.

1. Quels critères sont utilisés par la Banque nationale de Belgique (BNB) pour décider de sous-traiter certaines activités ?

1. Op grond van welke criteria beslist de Nationale Bank van Belgie¨ om bepaalde activiteiten uit te besteden ?

2. Pourriez-vous communiquer pour les cinq dernières années quelle partie est réalisée par la Banque même et quelle partie par des tiers après soustraitance pour l’entretien, l’informatique, les études et les traductions ?

2. Wat heeft de Bank de afgelopen vijf jaar zelf gedaan en welk gedeelte van het werk werd aan een onderaannemer gegund op het stuk van onderhoud, IT, studiewerk en vertaalwerk ?

3. Quelle est l’évolution des dépenses de la Banque les cinq dernières années pour l’entretien, l’informatique, les études et les traductions, avec d’une part les dépenses réalisées par la Banque même et d’autre part par des tiers ?

3. Hoe zijn de uitgaven van de Bank voor onderhoud, IT, studies en vertaalwerk de afgelopen vijf jaar gee¨volueerd, met aan de ene kant de uitgaven die de Bank zelf gedaan heeft, en aan de andere kant de uitgaven door derden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 19 janvier 2005, à la question no 566 de M. Jean-Marc Nollet du 22 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 19 januari 2005, op de vraag nr. 566 van de heer Jean-Marc Nollet van 22 december 2004 (Fr.) :

Le recours à la sous-traitance pour certaines activités exercées par la Banque nationale résulte de circonstances historiques ainsi que de sa volonté d’assurer de la manière la plus efficace ses missions d’intérêt général dans le cadre de ses responsabilités vis-à-vis de la société belge et de sa participation au système européen de banques centrales.

Voor de onderaanneming van bepaalde activiteiten van de Nationale Bank dient men terug te denken aan bepaalde historische gebeurtenissen alsmede aan de wil van de instelling om zo efficie¨nt mogelijk haar opdracht van algemeen nut te vervullen zowel in het kader van haar verantwoordelijkheid tegenover de Belgische maatschappij als in haar participatie aan het Europees systeem van centraal bankwezen.

La préparation du passage à l’euro, en particulier l’introduction des pièces et des billets en euros, a amené la Banque nationale à mobiliser des ressources internes importantes pour ce projet. Cet effort l’a conduite à recourir à de la sous-traitance pour assurer la continuité d’autres taˆches comme l’entretien d’une partie de ses locaux. Par ailleurs, certains projets spécifiques demandent des compétences particulières qui ne sont pas toujours disponibles à la Banque nationale. Ainsi les travaux informatiques confiés à l’extérieur comprennent aussi le recours à des consultants pour la

De voorbereiding van de overgang tot de euro en in het bijzonder het op de markt brengen van stukken en briefjes in euro heeft de Nationale Bank ertoe aangezet belangrijke interne middelen voor dit project te mobiliseren. Deze inspanning heeft ertoe geleid dat ze beroep moest doen op de onderaanneming voor het voortzetten van andere taken zoals het onderhoud van haar lokalen. Daarenboven waren voor bepaalde specifieke ontwerpen tevens bijzondere bevoegdheden nodig die niet altijd beschikbaar waren in de instelling zelf. Het is dan zo dat voor informatica werkzaamhe-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10007

réalisation de projets spécifiques pour lesquels la Banque nationale ne dispose pas du know-how nécessaire; une telle collaboration avec des firmes extérieures permet également à la Banque d’acquérir des connaissances techniques qu’elle n’a pas. Enfin, le souci de fournir à l’ensemble de la collectivité des services au meilleur coût amène l’institution à recourir à des services extérieurs pour compléter les ressources disponibles en interne, en particulier pour l’exécution de travaux ponctuels.

den diende beroep gedaan op externe consultanten voor het verwezenlijken van specifieke projecten waarvoor de Nationale Bank niet over de nodige « knowhow » beschikte; dergelijke medewerking met externe firma’s laat tevens de Nationale Bank toe technische vaardigheden op te doen waarover ze niet beschikt. Daarbij komt de aanhoudende bezorgdheid om de collectiviteit diensten te bieden tegen de beste prijs die de instelling genoodzaakt haar beschikbare interne diensten aan te vullen met externe diensten, in het bijzonder voor het uitvoeren van punctuele werkzaamheden.

Au total, l’ampleur du recours à la sous-traitance par la Banque est demeuré limité. En volume, les travaux d’entretien outsourcés — qui sont repris avec ceux du catering — représentaient en 2003, 19 % du total dans ce secteur; ce pourcentage s’élevait à 39 % pour les travaux de traduction et — assez variable d’une année à l’autre — pouvait être estimé à environ 17 % pour l’informatique. Les études de la Banque sont entièrement réalisées en interne.

Globaal bekeken bleef het beroep op onderaanneming vrij beperkt bij de Bank. De « outsourced » onderhoudswerken — samen met de catering — liepen in 2003 op tot een globaal 19 % in deze sector; vertaalwerk vertegenwoordigt zowat 39 % en — nogal wisselvallig van het ene jaar in het andere — zowat naar schatting 17 % voor informatica. De studies van de Bank gebeuren volledig intern.

Enfin, il est important de souligner que le recours à la sous-traitance s’est toujours fait sans remettre en question le statut du personnel de la Banque nationale ni sa sécurité d’emploi.

Er dient nog de nadruk op gelegd dat het beroep op onderaanneming steeds gebeurde zonder het statuut van het personeel van de Nationale Bank in vraag te stellen en zonder te roeren aan de veiligheid inzake tewerkstelling.

DO 2004200502954

DO 2004200502954

Question no 567 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 567 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique.

Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

Ma question concerne le dossier du soutien financier pour la construction d’un hall de transit pour des autobus à Kingstown (Jamaı¨que). Il s’agirait d’un projet très luxueux qui couˆterait 49 millions d’euros et dont l’intérêt pour le pays ne serait pas du tout évident. Une aide dans le cadre du Finexpo aurait été demandée.

Mijn vraag betreft het dossier van de financie¨le steun voor de bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. Het zou om een zeer luxueus bouwproject gaan, met een kostenplaatje van 49 miljoen euro. Het nut ervan voor het land zou niet meteen duidelijk zijn. Er zou steun aangevraagd zijn via Finexpo.












2004

2005


1265

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10008

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 19 janvier 2005, à la question no 567 de Mme Zoé Genot du 22 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 19 januari 2005, op de vraag nr. 567 van mevrouw Zoé Genot van 22 december 2004 (Fr.) :

L’honorable membre voudra bien trouver, ci-après, les réponses aux questions qu’elle a posées.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Le dossier a été introduit par un consortium d’entreprises belges actives dans le domaine de la recherche et au niveau de la réalisation de projets dans le génie civil et par une banque.

1. Het dossier werd ingediend door een consortium van Belgische bedrijven actief in het onderzoeksdomein en de realisatie van projecten in de bouwkunde en door een bank.

2. Le coût total du projet est de 43 500 000 euros.

2. De totale kost voor het project bedraagt 43 500 000 euro.

3. Les avis de chacun des membres restent confidentiels.

3. De adviezen van elk van de leden blijven vertrouwelijk.

4. Le Comité Finexpo ne prend pas de décision mais donne un avis. Dans ce cas précis, l’avis était positif.

4. Het Comité Finexpo neemt geen beslissing maar geeft een advies. In dit geval was het advies positief.

5. Le Conseil des ministres a pris une décision positive en vue de soutenir le financement du projet.

5. De Ministerraad heeft een positieve beslissing genomen teneinde de financiering van dit project te steunen.



Budget

Begroting

DO 2003200421571

DO 2003200421571

Question no 22 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 22 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Producteurs de lin. — Dommages occasionnés aux cultures de lin. — Projet d’arrêté royal.

Vlasbedrijven. — Schade aan de vlasoogst. — Ontwerp van koninklijk besluit.

En 2001, les dommages occasionnés aux cultures de lin ont été si importants qu’ils ont été reconnus comme calamité agricole. Les producteurs de lin pourront ainsi récupérer une partie des pertes encourues et tenter d’assurer la pérennité de leur entreprise. Certains paramètres pris en considération pour déterminer le montant des indemnisations ne tenant pas suffisamment compte de la spécificité de la culture du lin, le montant de l’indemnisation est relativement faible. Ainsi, des entreprises productrices de lin disposant d’une superficie cultivable de plus de 300 ha ne peuvent par exemple prétendre à une intervention supérieure à 62 400 euros.

In 2001 werd dermate veel schade aan de vlasoogst aangericht dat deze tegenslag als een landbouwramp werd erkend. Op die manier kunnen de vlasboeren toch een deel van de aangerichte schade recupereren en de voortzetting van hun bedrijven proberen te verzekeren. Bij de berekening van de schadevergoeding werden enkele parameters ingevoerd die onvoldoende rekening blijken te houden met de specificiteit van de vlasbedrijven en bijgevolg leiden tot een relatief lage vergoeding. Een aantal van de getroffen vlasbedrijven met een areaal van meer dan 300 ha kunnen bijvoorbeeld op niet meer dan 62 400 euro een beroep doen.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10009

La ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture a tenu compte des objections du secteur du lin. Elle a rédigé un projet d’arrêté royal qui adapte l’arrêté royal du 7 avril 1978 fixant les taux variables par tranche du montant total net des dommages subis, de même que le montant de la franchise et de l’abattement pour le calcul de l’indemnité de réparation de certains dommages causés à des biens privés par des calamités agricoles. Les tranches dégressives appliquées pour le calcul de l’indemnité de réparation sont alignées sur celles qui sont utilisées pour une calamité publique. Cela signifie que l’indemnité maximale par dossier pourrait atteindre 114 900 euros au lieu des 62 400 euros actuels.

De minister van Middenstand en Landbouw heeft oor gehad naar de bezwaren van de vlassector. Ze heeft daartoe een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld dat het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen, aanpast. De degressieve schijven, die gebruikt worden voor de berekening van de herstelvergoeding worden op dezelfde lijn geplaatst met de schijven die gebruikt worden voor een algemene ramp. Dit betekent dat de maximale vergoeding per dossier tot 114 900 euro zou stijgen in plaats van 62 400 euro zoals nu het geval is.

Le projet d’arrêté royal n’a pas été publié jusqu’à présent au Moniteur belge car il semblerait qu’on attende encore l’approbation du ministre du Budget.

Het ontwerp van koninklijk besluit werd tot op heden niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad omdat er naar verluidt nog wordt gewacht op de goedkeuring van de minister van Begroting.

1. Pourquoi l’approbation par le Budget tarde-t-elle autant ?

1. Waarom heeft de goedkeuring door Begroting tot nu toe zolang op zich laten wachten ?

2. Marquerez-vous votre accord sur le projet d’arrêté royal ou des objections vous en empêchentelles ?

2. Zal u uw akkoord geven aan het ontwerp van koninklijk besluit of ziet u bezwaren om uw goedkeuring niet te geven ?

3. Dans quel délai marquerez-vous votre accord sur le projet d’arrêté royal ?

3. Op welke termijn zal u uw akkoord geven aan het ontwerp van koninklijk besluit ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 22 de Mme Sabien LahayeBattheu du 28 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 22 van mevrouw Sabien LahayeBattheu van 28 mei 2004 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Je n’ai octroyé aucun accord budgétaire parce qu’il s’agissait d’une adaptation de la réglementation qui ne bénéficiait qu’à un seul secteur, ce qui est contraire au principe d’égalité constitutionnel.

Ik heb geen begrotingsakkoord verleend omdat het hier ging om een aanpassing van de reglementering die slechts één sector ten goede kwam, wat strijdig is met het grondwettelijk gelijkheidbeginsel.

DO 2004200502853

DO 2004200502853

Question no 38 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 38 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation.

Ministerie¨le diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating.

1. Les fonctionnaires attachés à vos services ministériels et qui souhaitent exercent une activité accessoire, doivent-ils en demander l’autorisation ?

1. Dienen ambtenaren bij uw ministerie¨le diensten de toelating te vragen wanneer zij een bijberoep willen uitvoeren ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10010

2. Pouvez-vous indiquer, le cas échéant, combien de demandes vous ont déjà été adressées au cours des deux dernières années ?

2. Kan u in voorkomend geval meedelen hoeveel aanvragen u reeds kreeg gedurende de jongste twee jaar ?

3. Pouvez-vous dire combien d’agents de vos services ministériels exercent une activité accessoire ?

3. Kan u precies meedelen hoeveel ambtenaren van uw ministerie¨le diensten een bijberoep uitoefenen ?

4. Au cas ou` des demandes auraient déjà été refusées, de combien de cas s’agit-il et quelles étaient les raisons motivant ces réponses négatives ?

4. Indien reeds aanvragen werden geweigerd, kan u meedelen hoeveel en wat de redenen zijn van de negatieve antwoorden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 38 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 38 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :



1. Oui.

1. Ja.

2. Il y a deux nouvelles demandes qui ont été introduites au cours des deux dernières années. 3. Quatre.

2. Er werden twee nieuwe aanvragen ingediend in de loop van de jongste twee jaar. 3. Vier.

4. Une autorisation a été refusée sur la base du fait que la personne qui avait introduite sa demande d’autorisation pour exercer un travail complémentaire a été absente durant une période assez longue.

4. Er werd een aanvraag geweigerd wegens het langdurig afwezig zijn van de persoon die het bijberoep wou uitvoeren.

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2003200432101

DO 2003200432101

Question no 283 de M. Jan Mortelmans du 10 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 283 van de heer Jan Mortelmans van 10 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Sécurité dans les gares.

NMBS. — Veiligheid in de stations.

Selon l’administration communale de Bornem, les escaliers de la gare sont extrêmement glissants par temps humide, ce qui constitue un réel danger. La SNCB estime pour sa part que les dalles lisses ne posent aucun problème de sécurité et refuse de supporter des couˆts supplémentaires pour rendre ces dalles plus rugueuses. L’administration communale prendrait à présent elle-même en charge les frais en question.

Volgens het gemeentebestuur van Bornem zijn de trapkokers van het station bij nat weer gevaarlijk glad. De NMBS vindt de gladde tegels wél veilig genoeg en weigert om bijkomende kosten te maken voor het ruwer maken van de tegels. Het gemeentebestuur zou nu zelf voor de kosten instaan.

1. Ces informations sont-elles exactes ?

1. Kan u meedelen of dit klopt ?

2. Des accidents ont-ils déjà été signalés ?

2. Zijn er al meldingen van ongevallen geweest ?

3. La SNCB est-elle toujours d’avis que les escaliers ne présentent aucun risque sur le plan de la sécurité ?


2004

3. Is de NMBS nog steeds van mening dat de trapkokers geen veiligheidsrisico inhouden ? 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10011

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 283 de M. Jan Mortelmans du 10 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 283 van de heer Jan Mortelmans van 10 september 2004 (N.) :



1. Le couloir sous voies a été aménagé dans le cadre du projet « Réaménagement des abords de la gare de Bornem ». Outre la SNCB, De Lijn et la commune de Bornem étaient parties prenantes dans ce projet. ` l’issue des travaux, le couloir sous voies a A d’ailleurs été incorporé à la petite voirie, ce qui implique la responsabilité de la commune pour le petit entretien, la propreté, la surveillance policière et les travaux d’entretien ainsi que le renouvellement de son équipement. Une convention définissant la répartition des taˆches a été conclue entre la SNCB, la commune de Bornem et De Lijn.

1. De onderdoorgang werd aangelegd in het kader van het project « Heraanleg van de stationsomgeving van Bornem ». Naast de NMBS waren De Lijn en de gemeente Bornem betrokken partners in dit project.

Les marches des cages d’escalier sont revêtues de dalles présentant une surface granuleuse. Début octobre 2004, le carrelage du tunnel propement dit a été traité par les services de la commune de Bornem avec un produit qui le rend moins glissant par temps humide.

De trappen van de trapkokers zijn bekleed met tegels met een korrelig oppervlak. Begin oktober 2004 werden de vloertegels in de tunnel zelf door de diensten van de gemeente Bornem behandeld met een product dat ze bij vochtig weer minder glad maakt.

2. La SNCB n’a pas connaissance d’éventuels accidents survenus depuis le 9 mai 2003, date d’ouverture du nouveau couloir sous voies à Bornem.

2. De NMBS heeft geen kennis van eventuele ongevallen sinds de opening van de nieuwe onderdoorgang te Bornem op 9 mei 2003.

3. La SNCB fait observer que si le couloir sous voies devait, à certains moments, présenter des risques pour la sécurité, il est toujours possible de traverser les voies via le passage à niveau le plus proche qui se trouve à quelque 80 mètres du couloir sous voies.

3. De NMBS merkt op dat indien de onderdoorgang op bepaalde momenten veiligheidsrisico’s zou inhouden, het steeds mogelijk is het spoor te dwarsen via de naastliggende overweg die op circa 80 meter van de onderdoorgang ligt.

DO 2003200432376

DO 2003200432376

Question no 315 de Mme Nathalie Muylle du 8 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 315 van mevrouw Nathalie Muylle van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers.

NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.

Le voyageur qui souhaite monter dans le train en gare de Roulers doit enjamber un espace de 30 cm au moins entre le bord du quai et la première marche du train. Dans d’autres gares par contre, le quai arrive en général au niveau de la première marche du train. Il s’agit là d’un grave problème non seulement pour les personnes à mobilité réduite, mais également pour les personnes aˆgées et les enfants, qu’il faut souvent litté-

Bij het opstappen van de treinen op het perron in het station Roeselare is de afstand tussen het perron en de eerste trede van de trein minstens 30 cm, terwijl in andere stations het perron vaak op gelijke hoogte komt met de eerste trede van de trein. Dit betekent niet alleen een groot probleem voor mensen met een beperkte mobiliteit, maar ook voor ouderen en kinderen die vaak de trein opgetrokken moeten worden. Het


2004

De onderdoorgang werd na uitvoering van de werken trouwens ingelijfd in de kleine wegenis, hetgeen inhoudt dat de gemeente instaat voor het klein onderhoud, het rein houden, het politietoezicht en de onderhouds- en vernieuwingswerken van zijn uitrusting en zijn afwerking. Er is een overeenkomst gesloten tussen de NMBS, de gemeente Bornem en De Lijn waar de taakverdeling wordt gedefinieerd.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10012

ralement hisser à bord du train. Le problème n’est pas lié à un type de train en particulier; il se pose en effet pour tous les types de trains. 1. La SNCB est-elle au courant du problème ?

is duidelijk dat het niet ligt aan een bepaald type trein want het probleem doet zich voor bij alle treinen. 1. Is dit probleem gekend bij de NMBS ?

2. a) La SNCB a-t-elle l’intention de remédier à cette situation à court terme, dans le cadre de son programme visant à améliorer l’accessibilité des gares ?

2. a) Heeft de NMBS op korte termijn plannen om dit euvel op te lossen in het kader van haar programma met betrekking tot een betere toegankelijkheid van haar stations ?

b) Dans l’affirmative, quelles mesures la SNCB envisage-t-elle de prendre à cet effet ?

b) Zo ja, welke maatregelen stelt de NMBS hiervoor in het vooruitzicht ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 315 de Mme Nathalie Muylle du 8 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 315 van mevrouw Nathalie Muylle van 8 oktober 2004 (N.) :



La gare de Roeselare fait partie des 93 gares que le SNCB projette d’équiper selon le concept d’accessibilité totale aux personnes à mobilité réduite : accessibilité du baˆtiment de la gare et des quais et rampe d’accès mobile pour monter à bord des trains.

Het station van Roeselare maakt deel uit van de 93 stations die de NMBS beoogt uit te rusten volgens het concept van volledige toegankelijkheid voor mindervaliden : toegankelijkheid stationsgebouw, bereikbare perrons, mobiele oprijhelling om in de trein te geraken.

Toutefois, la gare de Roeselare est déjà équipée partiellement d’ascenseurs et d’escaliers roulants et dispose d’une rampe d’accès mobile. Il est prévu, à terme en fonction des moyens financiers, de compléter cet équipement et de rehausser les quais.

Het station van Roeselare is echter reeds gedeeltelijk uitgerust met liften en roltrappen en beschikt over een mobiele helling. Het is voorzien, op termijn in functie van de budgettaire mogelijkheden, om deze uitrusting te vervolledigen en de perrons te verhogen.

DO 2004200502409

DO 2004200502409

Question no 318 de M. Guido De Padt du 13 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 318 van de heer Guido De Padt van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Activités effectuées par du personnel extérieur à la société.

NMBS. — Activiteiten uitgevoerd door externen.

Dans l’hebdomadaire « Trends » du 7 octobre 2004, Honoré Paelinck, ancien administrateur délégué de la SNCB, a déclaré que la SNCB pouvait être gérée efficacement avec 28 000 personnes, soit 12 000 de moins qu’actuellement, et cela sans licenciements secs, à condition que certaines activités (installations de signalisation, remplacement de voies, démolition de lignes de chemin de fer, ...) puissent de nouveau être exercées en interne. Dans ce cas, il faudrait toutefois que les syndicats acceptent que le personnel soit reconverti et ne s’accroche pas fanatiquement au cadre organique.

In het weekblad « Trends » van 7 oktober 2004 staat volgende verklaring afgedrukt uit de mond van Honoré Paelinck, gewezen gedelegeerd bestuurder van de NMBS : « De NMBS kan efficie¨nt worden gerund met 28 000 mensen, 12 000 minder dan nu. Dat kan zonder naakte ontslagen, als je een aantal zaken weer in eigen huis gaat doen : seininstallaties, sporen vervangen, spoorlijnen afbreken (...). Maar dan moeten de bonden ermee instemmen dat mensen worden omgeschoold en niet fanatiek vasthouden aan hun organieke kader. ».

1. Combien d’activités et lesquelles la SNCB confiet-elle actuellement à du personnel extérieur, c’est-à-

1. Hoeveel en welke activiteiten laat de NMBS thans uitvoeren door externen, dit wil zeggen door


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10013

dire des personnes et des sociétés qui ne sont pas reprises dans le cadre organique, et pourraient en principe également être effectuées par du personnel propre (éventuellement reconverti) ?

personen en firma’s die niet opgenomen zijn in het organieke kader, en die in principe ook door eigen (eventueel omgeschoold) personeel zouden kunnen worden uitgevoerd ?

2. Quelles dépenses et quels effectifs externes la sous-traitance de ces activités implique-t-elle ?

2. Welke uitgaven gaan er met deze uitbestede activiteiten en welke externe tewerkstelling gepaard ?

3. Quels programmes de reconversion sont-ils éventuellement prévus ?

3. Welke omscholingsprogramma’s worden eventueel voorzien ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 318 de M. Guido De Padt du 13 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 318 van de heer Guido De Padt van 13 oktober 2004 (N.) :



1 et 2. Les travaux qui sont exécutés par des sociétés extérieures, comprennent :

1 en 2. De werken die worden uitgevoerd door externen zijn :

— L’entretien d’équipements d’atelier de la direction Matériel (ponts roulants, élévateurs à fourches, ...). Pour les 17 ateliers réunis, la dépense relative à ces contrats d’entretien (matières incluses) s’élève à moins de 2 millions d’euros.

— Het onderhoud van werkplaatsuitrustingen van de directie Materieel (rolbruggen, vorkheftrucks, ...). Voor de 17 werkplaatsen samen bedraagt de uitgave voor deze onderhoudscontracten (stoffen inbegrepen ) minder dan 2 miljoen euro.

— Le nettoyage de vitrages situés en hauteur. La dépense annuelle y afférente est de l’ordre de 500 000 euros.

— De reiniging van hoog gelegen beglazing. De jaarlijkse uitgave die hiermee gepaard gaat, bedraagt ongeveer 500 000 euro.

— Le nettoyage des baˆtiments de la direction est adjugé pour un montant de 1 250 000 euros.

— De schoonmaak van de directie-gebouwen wordt uitbesteed voor een bedrag van 1 250 000 euro.

— L’accueil et la surveillance des baˆtiments de la direction représentent une dépense de 1 800 000 euros.

— De ontvangst en de bewaking van de directiegebouwen voor een bedrag van 1 800 000 euro.

— Des taˆches spécifiques à l’entretien de l’infrastructure qui ne relèvent pas de spécialités ferroviaires. Il s’agit par exemple de travaux d’entretien à des ponts, de désherbage, d’abattage d’arbres et de buissons, de location de grues, d’entretien d’ascenseurs et d’escaliers roulants, etc. En 2003, ces taˆches ont été adjugées pour un montant total de 29 millions d’euros.

— Specifieke taken voor het onderhoud van de infrastructuur die buiten de spoorwegspecialiteiten vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om onderhoudswerken aan bruggen, onkruidverdelging, kappen van bomen en struikgewas, huren van kranen, onderhoud liften en roltrappen, enz. In 2003 werden deze taken uitbesteed voor een totaal bedrag van 29 miljoen euro.

— Les travaux d’investissement de l’infrastructure sont essentiellement exécutés par des entrepreneurs externes, bien qu’une partie considérable s’effectue également en régie. En 2003, des travaux d’investissement ont été adjugés pour un montant de 101 millions d’euros et ce sur une dépense globale pour investissements de 262 millions d’euros.

— De investeringswerken van de infrastructuur worden in grote mate uitgevoerd door externe aannemers, alhoewel er ook een aanzienlijk gedeelte in eigen beheer gebeurt. In 2003 werden investeringswerken uitbesteed voor een bedrag van 101 miljoen euro en dit op een totaaluitgave voor investeringen van 262 miljoen euro.

Le personnel affecté à ces diverses taˆches peut être estimé à plus ou moins 1 700 hommes/année.

Het geaffecteerd personeel voor deze verschillende taken kan geschat worden op ongeveer 1 700 man/ jaar.

3. Le protocole d’accord social conclu entre les organisations syndicales reconnues et la SNCB en vue

3. Het protocol van het sociaal akkoord afgesloten tussen de Erkende Syndicale Organisaties en de NMBS


2004

2005

er


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10014

de l’implémentation du plan HR au sein du plan d’entreprise MOVE, offre la garantie de 38 000 postes de cadre à la SNCB fin 2005.

met het oog op de uitwerking van het HR-plan binnen het ondernemingsplan MOVE, garandeert 38 000 kaderposten bij de NMBS eind 2005.

Les besoins relatifs à des catégories de personnel données et à certaines régions seront comblés au maximum par des candidats internes.

De behoeften in bepaalde personeelscategoriee¨n en regio’s zullen maximaal ingevuld worden met interne kandidaten.

Pour ce faire, la Société, en plus des dispositions déjà prises en matière de mobilité et de formation, organisera des formations professionnelles spécifiques.

Daartoe zal de Maatschappij, naast de reeds bestaande voorzieningen inzake mobiliteit en opleiding, specifieke beroepsopleidingen organiseren.

DO 2004200502502

DO 2004200502502

Question no 326 de Mme Annemie Turtelboom du 25 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 326 van mevrouw Annemie Turtelboom van 25 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

BIAC. — Création de nouveaux emplois à l’aéroport et à proximité de celui-ci. ` la suite des problèmes rencontrés dans le cadre du A dossier DHL, le ministre-président flamand a annoncé la création de 1 400 nouveaux emplois à Zaventem et dans ses environs pour 2008 afin de compenser la perte d’emplois qu’entraıˆnerait la décision de DHL de ne pas étendre ses activités. Il estime que la Flandre dispose de leviers suffisants à cet effet. Sur le plan financier, la Flandre disposerait encore d’une enveloppe pour des investissements gérée par la Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) qui ne peut investir l’argent que dans des activités aéroportuaires. La société d’exploitation de l’aéroport BIAC aura probablement aussi un roˆle à jouer à cet égard, mais elle relève de la compétence du ministre fédéral du Budget et des Entreprises publiques. 1. Eˆtes-vous disposé à permettre à la BIAC de collaborer de manière constructive avec la PMV dans le cadre de la création de nouveaux emplois à l’aéroport et à proximité de celui-ci ?

BIAC. — Creatie van nieuwe jobs in en rond de luchthaven.

2. Quels critères allez-vous fixer afin de permettre à la PMV de développer de nouvelles activités à l’aéroport et à proximité de celui-ci ?

2. Welke criteria zal u vooropstellen opdat de PMV nieuwe activiteiten kan ontwikkelen in en rond de luchthaven ?

3. La BIAC sera-t-elle chargée de chercher activement de nouveaux investisseurs potentiels à Zaventem ?

3. Zal BIAC de opdracht krijgen om actief te zoeken naar nieuwe mogelijke investeerders op Zaventem ?

4. Selon vous, à quel type d’investisseurs devraiton, de préférence, s’adresser ?

4. Welk soort investeerders moeten volgens u bij voorkeur worden aangezocht ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 326 de Mme Annemie Turtelboom du 25 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 326 van mevrouw Annemie Turtelboom van 25 oktober 2004 (N.) :




2004

Naar aanleiding van de problemen bij DHL stelde de Vlaamse minister-president de creatie van 1 400 nieuwe jobs in en rond Zaventem tegen 2008 in het vooruitzicht ter compensatie van de jobs die verloren gaan als DHL beslist om niet uit te breiden. Volgens hem beschikt Vlaanderen daarvoor over voldoende hefbomen. Financieel zou Vlaanderen nog over een enveloppe voor investeringen beschikken. Die wordt beheerd door de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) die het geld alleen mag investeren in luchthavengebonden activiteiten. Luchthavenuitbater BIAC zal hierbij allicht ook een rol te spelen hebben, maar die valt onder de bevoegdheid van de federale minister van Overheidsbedrijven. 1. Bent u bereid om BIAC constructief te laten samenwerken met de PMV voor de creatie van nieuwe jobs in en rond de luchthaven ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10015

1. L’aéroport de Zaventem est un moteur important pour l’économie belge et pour le développement des activités économiques dans la région. BIAC, en tant qu’exploitant, joue un roˆle important dans ce processus, comme entre autres planifier l’évolution future et attirer/faciliter/stimuler de nouvelles activités à l’aéroport. Le regroupement de connaissance par une collaboration avec BIAC sera aussi bien pour le développement sur et autour de l’aéroport et livrer une valeur ajoutée.

1. De luchthaven van Zaventem is een belangrijke motor voor de Belgische economie en voor de ontwikkeling van economische activiteiten in de regio. BIAC, als uitbater van de luchthaven, speelt in dit proces een belangrijke rol, door onder anderen het plannen van de toekomstige ontwikkelingen en het aantrekken/ faciliteren/stimuleren van nieuwe bedrijvigheden op de luchthaven. Het bundelen van de kennis door middel van een samenwerking met BIAC zal zowel voor de ontwikkeling op en rond de luchthaven een toegevoegde waarde leveren.

2. La PMV tombe sous la responsabilité du gouvernement flamand. BIAC est activement disposé à collaborer, pour autant que le gouvernement flamand fait appel à eux, pour une mise au point des critères.

2. De PMV valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse regering. BIAC is bereid actief mee te werken, voorzover ze gevraagd wordt door de Vlaamse regering, aan het tot stand brengen van de criteria.

3. BIAC aspire à une amélioration et un renforcement continu de la position concurrentiel de l’aéroport de Bruxelles National. Dans cette mission on est continuellement à la recherche de partis qui sont prêts à développer de nouvelles activités et de nouveaux investisseurs qui apportent une influence positive sur l’aéroport et son environnement.

3. BIAC streeft een continue verbetering en versteviging van de concurrentiele positie van de luchthaven Brussel Nationaal na. In deze missie wordt er steeds gezocht naar partijen die bereid zijn nieuwe bedrijvigheid te ontwikkelen en die door middel van nieuwe investeringen een positieve invloed hebben op de luchthaven en zijn omgeving.

4. L’important c’est que ses investisseurs se chargent aussi bien pour les nouveaux emplois ainsi qu’à livrer la valeur ajoutée.

4. Belangrijk is dat deze investeerders zowel zorgen voor nieuwe tewerkstelling alsook een toegevoegde waarde leveren.

DO 2004200502525

DO 2004200502525

Question no 329 de M. Patrick De Groote du 26 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 329 van de heer Patrick De Groote van 26 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Investissements dans les lignes à grande vitesse.

NMBS. — Investeringen in hogesnelheidslijnen.

1. ` combien s’élève le budget total prévu par la a) A SNCB pour l’aménagement progressif de l’ensemble des lignes à grande vitesse ? ` quelles sources de financement a-t-on recours à b) A cet effet ?

1. a) Hoeveel bedraagt het totaalbudget dat de NMBS voorziet voor de geleidelijke uitbouw van het totaal aan hogesnelheidslijnen ?

2. Quel est le couˆt des travaux déjà réalisés ?

b) Welke financieringsbronnen spreekt men hiervoor aan ? 2. Wat hebben de reeds gerealiseerde werken tot nu toe gekost ?

3. Pourriez vous donner un aperçu ventilé par année, à partir de 2000, des estimations initiales des investissements pour les trains à grande vitesse ainsi qu’un aperçu des dépenses réelles ?

3. Graag een overzicht van de oorspronkelijke ramingen aan investeringen in hogesnelheidstreinen per jaar, vanaf 2000, en een overzicht van de uiteindelijke uitgaven.

4. a) Quels montants spécifiques ont-ils été prévus pour l’aménagement des lignes à grande vitesse en 2002 et en 2003 ?

4. a) Welke bedragen werden specifiek voorzien voor deze uitbouw in 2002 en 2003 ?


2004

2005


1266

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10016

b) Quel montant a-t-il été inscrit au budget à cet effet pour 2004 ?

b) Hoe groot is het bedrag dat hiervoor begroot werd voor 2004 ?

5. a) Quels investissements sont-ils encore prévus pour la ligne à grande vitesse vers les Pays-Bas ?

5. a) Welke investeringen voorziet men nog voor de verbinding via hogesnelheidstrein met Nederland ?

b) Quel est le montant total des investissements pour cette ligne ?

b) Voor welk totaalbedrag ?

6. Quel sera le couˆt total de l’aménagement de la ligne « Liège-Aix-la-Chapelle » ?

6. Hoeveel zal de totaalkost voor de uitbouw van de lijn « Luik-Aken » bedragen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 329 de M. Patrick De Groote du 26 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 329 van de heer Patrick De Groote van 26 oktober 2004 (N.) :



1. Le budget TGV s’élève au total à 5,147 milliards d’euros (hors frais), à savoir :

1. Het totaal budget HST bedraagt 5,147 miljard euro (exclusief onkosten), dat wil zeggen :

— pour Fin-TGV (infrastructure 3,806 milliards d’euros;

pure) :

— op HST-Fin (infrastructuur 3,806 miljard euro;

zuiver

mixte) :

— met FOD-geld (gemengde 1,341 miljard euro.

infrastructuur) :

TGV

— avec fonds SPF (infrastructure 1,341 milliard d’euros.

2. Les travaux réalisés au 1er janvier s’élevaient au total à 3,828 milliards d’euros :

2004

HST) :

2. De gerealiseerde werken op 1 januari 2004 bedroegen in zijn totaliteit 3,828 miljard euro :

— pour Fin-TGV : 2,783 milliards d’euros;

— op HST-Fin : 2,783 miljard euro;

— avec fonds SPF : 1,045 milliard d’euros.

— met FOD-geld : 1,045 miljard euro.

3. Aperçu des dépenses par année pour le projet TGV (Fin-TGV, crédit SPF, frais généraux inclus) :

3. Overzicht uitgaven per jaar voor het HSTproject (HST-Fin, FOD krediet, algemene onkosten inbegrepen) :

Million d’euros courant — Miljoen euro courant

Plan d’investissement 1996-2005 — Investeringsplan 1996-2005

Exécution — Uitvoering

2000 .............................................................

476

346

Million d’euros courant — Miljoen euro courant


Exécution — Uitvoering

2001 ............................................................. 2002 ............................................................. 2003 .............................................................

388 505 662

367 467 471


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10017

Million d’euros courant — Miljoen euro courant 2004 2005 2006 2007


............................................................. ............................................................. ............................................................. .............................................................

557 447 256 64

4. Budget amendé en millions d’euros courants : 2002 : 411 2003 : 435 2004 : 553

Exécution — Uitvoering Niet Niet Niet Niet

beschikbaar/Non beschikbaar/Non beschikbaar/Non beschikbaar/Non

disponible disponible disponible disponible

4. Geamendeerd budget in miljoen euro courant : 2002 : 411 2003 : 435 2004 : 553

5. Voici les dépenses pour la L4 (LGV Anversfrontière néerlandaise) :

5. Hierbij de uitgaven voor L4 (HSL AntwerpenNederlandse grens) :

Concerne des dépenses inscrites au plan pluriannuel d’investissement 2004-2007

Betreft uitgaven voorzien in het meerjaarlijkse investeringsplan 2004-2007

(Fin-TGV et fonds SPF, frais généraux inclus).

(HST-Fin en FOD-geld algemene onkosten inbegrepen).

2004 2005 2006 2007

........................................... ........................................... ........................................... ...........................................

Total .........................................

204 91 45 10

2004 2005 2006 2007

350 millions d’euros

........................................... ........................................... ........................................... ...........................................

Totaal ........................................

204 91 45 10 350 miljoen euro

Le couˆt total pour l’aménagement de la LGV Anvers-frontière néerlandaise s’élèvera à 736 millions d’euros.

De totale kost voor de uitbouw van de HSL Antwerpen-Nederlandse grens zal 736 miljoen euro bedragen.

6. Le coût total pour l’aménagement de la LGV Liège-frontière allemande s’élèvera à 801 millions d’euros.

6. De totale kost voor de uitbouw van de HSL Luik-Duitse grens zal 801 miljoen euro bedragen.

DO 2004200502541

DO 2004200502541

Question no 333 de M. Jan Mortelmans du 27 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 333 van de heer Jan Mortelmans van 27 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Train de Bruxelles-Central vers AnversCentral-Essen. — Retards.

NMBS. — Trein van Brussel Centraal naar Antwerpen-Centraal-Essen. — Vertragingen.

Le train de 17 h 25 pour Anvers-Central-Essen au départ de Bruxelles-Central accuse depuis trois semaines des retards considérables. Il a même été supprimé à plusieurs reprises.

De trein naar Antwerpen-Centraal-Essen die in Brussel Centraal om 17.25 uur vertrekt, heeft de jongste drie weken sterke vertragingen. Deze trein werd zelfs al meerdere malen afgeschaft.

1. Quelle est l’origine de ces retards structurels ?

1. Wat is de reden van deze structurele vertragingen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10018

2. Quelles initiatives avez-vous prises pour y remédier ?

2. Welke maatregelen heeft u genomen om dit probleem op te lossen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 333 de M. Jan Mortelmans du 27 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 333 van de heer Jan Mortelmans van 27 oktober 2004 (N.) :



1. Les retards subis par le train 3315 (Namur Bruxelles-Central de 17 h 25 à destination d’AnversCentral - Essen) sont dus à diverses causes. D’une analyse du parcours de ce train, effectuée entre le 1er octobre et le 14 novembre 2004, il ressort que :

1. De vertragingen van trein 3315 (Namen - BrusselCentraal van 17.25 uur naar Antwerpen-Centraal Essen) hebben diverse oorzaken. Uit een analyse van de rit van deze trein, gehouden tussen 1 oktober en 12 november 2004, blijkt dat :

— pour le trajet Namur — Jemeppe :

— voor het traject Namen — Jemeppe :

Le train 3315 est parti en retard de Namur les 5, 7, 8, 11, 14 en 29 octobre 2004 en raison des travaux programmés pour le passage à la gestion électronique du trafic à la cabine de signalisation, durant la période du 1er septembre au 8 novembre 2004.

Op 5, 7, 8, 11, 14 en 29 oktober 2004 vertrok trein 3315 te laat in Namen omwille van de geplande werken voor de overgang naar elektronisch beheer van het treinverkeer op het seinhuis gedurende de periode van 1 september tot 8 november 2004.

Les 4 et 21 octobre 2004, les retards étaient imputables à des dérangements de signalisation et les 13 et 20 octobre 2004, à des défectuosités du matériel.

Op 4 en 21 oktober 2004, lagen seinstoringen aan de basis en op 13 en 20 oktober 2004 waren materieeldefecten verantwoordelijk.

— pour le trajet Jemeppe — Bruxelles-Midi :

— voor het traject Jemeppe — Brussel-Zuid :

Le 5 octobre 2004, des difficultés se sont présentés lors de l’accouplement d’une automotrice à Charleroi.

Op 5 oktober 2004 waren er problemen bij het aankoppelen van een motorstel in Charleroi.

Un dérangement de signal à l’entrée de Bruxelles-Midi le 15 octobre 2004 a occasionneé des problèmes. Une sortie tardive du matériel de l’atelier de Charleroi a entraıˆné des perturbations le 19 octobre 2004.

Een seinstoring aan de inrit van Brussel-Zuid zorgde op 15 oktober 2004 voor de nodige problemen. Een laattijdige uitrit van het materieel uit de werkplaats van Charleroi veroorzaakte hinder op 19 oktober 2004.

Le 22 octobre 2004, le matériel était défectueux.

Er waren materieeldefecten op 22 oktober 2004.

— pour le trajet Bruxelles-Midi — Anvers-Central :

— voor het traject Brussel-Zuid — AntwerpenCentraal :

Sur cette partie du trajet, le train 3315 ne subit pas la plupart du temps que peu de retard additionnel. Lorsque ce train perd son sillon, il doit être inséré dans le trafic très dense, ce qui occasionne des retards minimes.

Op dit gedeelte van het traject loopt trein 3315 meestal weinig bijkomende vertraging op. Wanneer deze trein zijn voorzien rijpad kwijt is, moet hij tussen het overige zeer drukke treinverkeer worden ingepast wat minieme vertragingen veroorzaakt.

Le 18 octobre 2004, des problèmes de traction ont été constatés sur 2 automotrices de ce train à Bruxelles-Midi. Le 4 novembre 2004, à la suite d’un vol, il y a eu une intervention de la police fédérale à Bruxelles-Nord.

Op 18 oktober 2004 werden er tractieproblemen vastgesteld aan 2 motorstellen van deze trein in Brussel-Zuid. Wegens diefstal vond een tussenkomst van de federale politie plaats in Brussel-Noord op 4 november 2004.

2. Pour assurer un départ plus ponctuel de Namur, le train 3315 est actuellement suivi de près par la

2. Om een stipter vertrek in Namen te verzekeren, wordt trein 3315 momenteel nauwkeurig opgevolgd


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10019

gestion du trafic à Namur, tout en tenant compte des conséquences des travaux en cours sur la ligne 154 (Namur - Dinant).

door de verkeersleiding van Namen. Hierbij wordt rekening gehouden met de gevolgen van de werken op lijn 154 (Namen - Dinant).

DO 2004200502628

DO 2004200502628

Question no 349 de M. Dylan Casaer du 10 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 349 van de heer Dylan Casaer van 10 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gares. — Location de vélos.

NMBS. — Stations. — Fietsenverhuur.

La politique menée par le ministre vise manifestement à encourager l’utilisation des transports en commun. Les déplacements complémentaires en amont et en aval constituent l’un des facteurs du succès ` cet égard, la location de des transports en commun. A vélos dans les gares est un des incitants possibles. Dès lors qu’il n’est ni bon marché ni toujours très pratique de transporter son propre vélo en train, le vélo de location constitue une alternative à part entière. Le nombre de voyageurs étant en augmentation ces dernières années, la location de vélos pourrait également connaıˆtre un succès croissant.

Uw beleid is er duidelijk op gericht om het openbaar vervoer te stimuleren. Belangrijk voor het succes van het openbaar vervoer is voor- en natransport. In dit opzicht is het verhuren van fietsen in stations één van de mogelijke stimulansen. We weten dat het niet goedkoop en niet altijd even gemakkelijk is om je eigen fiets mee te nemen op de trein. Daarom kan een huurfiets een volwaardig alternatief zijn. De jongste jaren heeft de NMBS meer en meer reizigers, bijgevolg groeit het potentieel dat gebruik kan en wil maken van huurfietsen.

1. Qu’en est-il de l’offre de vélos dans les différentes gares et quelle a été l’évolution au cours de ces dernières années ?

1. Wat is de stand van zaken inzake fietsaanbod in de verschillende stations en wat is de evolutie gedurende de jongste jaren ?

2. Combien de vélos sont loués par jour, par mois ou par année ?

2. Kan u meedelen hoeveel fietsen er verhuurd worden op dag-, maand- of jaarbasis ?

3. Combien de personnes emportent leur propre vélo à bord du train par jour, par mois ou par année (les vélos pliants, dont le transport est gratuit, non compris) ?

3. Kan u meedelen hoeveel eigen fietsen er meegenomen worden op dag-, maand- of jaarbasis (afgezien van de opplooibare waarvoor geen bijdrage betaald hoeft te worden) ?

4. Quelles actions concrètes envisagez-vous pour encourager les voyageurs à louer un vélo ou à emporter leur propre vélo à bord du train ?

4. Welke concrete acties overweegt u te ondernemen om fietsverhuur of het meenemen van de eigen fiets te stimuleren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 349 de M. Dylan Casaer du 10 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 349 van de heer Dylan Casaer van 10 november 2004 (N.) :


In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geacht lid het volgende mee te delen.

1. Dans le cadre des B-Excursions, la SNCB gère la formule « train + location vélo ». Il s’agit d’une formule tout compris, c’est-à-dire un voyage aller et retour en 2e classe et la location d’un vélo pour une journée entière. La SNCB offre, en outre, comme service supplémentaire, la possibilité de louer un vélo pour une journée entière ou une demi-journée sans obligation de voyager en train.

1. De NMBS beheert in het kader van de B-Dagtrip de formule « trein + huurfiets ». Het betreft een allinformule, dit is een heen-en terugreis in 2e klas en de huur van een fiets voor een volledige dag. Daarnaast biedt de NMBS, als bijkomende dienst, de mogelijkheid om een fiets te huren voor een volledige of een halve dag aan personen die niet met de trein wensen te reizen.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10020

Ces dernières années, la SNCB a rationalisé l’activité « location de vélos ». Celle-ci a été supprimée dans les gares où le potentiel était très faible et l’offre a été étendue là où il était plus important.

De jongste jaren heeft de NMBS het verhuren van fietsen gerationaliseerd. In de stations met zeer beperkte verhuur werd deze activiteit stopgezet en werd het aanbod vergroot in locaties waar er meer potentieel is.

Cette opération n’a pas eu d’influence sur les résultats globaux de vente.

Dit heeft geen invloed gehad op de globale verkoopsresultaten.

En 2004, la SNCB a réparti entre 18 gares un contingent d’environ 500 vélos destinés à ses clients. La liste des gares de location ainsi que la répartition respective des vélos se présentent comme suit :

In 2004 verdeelde de NMBS vanuit 18 stations reeds een contingent van ongeveer 500 fietsen aan haar klanten. De lijst van de verhuurstations met de respectieve verdeling van de fietsen is als volgt :

Location vélos — Saison 2004-2005

Huurfietsen — Seizoen 2004-2005 Hommes — Heren

Total — Totaal

Dames

Blankenberge .......................................................... Bruges. — Brugge .................................................. Termonde. — Dendermonde .................................. Dinant .................................................................... Essen ...................................................................... Gand-St-Pierre. — Gent-St-Pieters .......................... Herentals ............................................................... Ypres. — Ieper ....................................................... Knokke .................................................................. Lierre. — Lier ........................................................ Lobbes ................................................................... Ostende. — Oostende ............................................ Audenarde. — Oudenaarde .................................... Puurs ...................................................................... Spa ......................................................................... Turnhout ............................................................... Furnes. — Veurne .................................................. Vielsalm .................................................................

13 29 3 3 7 14 3 8 19 15 3 15 5 3

27 61 7 7 11 36 7 12 36 25 7 35 10 7

3 5

7 10

Total. — Totaal......................................................

148

305

40 90 10 10 18 50 10 20 55 40 10 50 15 10 20 (*) 10 15 20 (*) 493

(*) 20 VTT sont mis en location dans chacune des gares de Spa et de Vielsalm.

(*) In de stations van Spa en Vielsalm worden telkens 20 mountainbikes ter verhuring aangeboden.

Les vélos peuvent être loués tous les jours durant la période du 1er avril au 30 septembre.

De fietsen kunnen dagelijks gehuurd worden voor de periode van 1 april tot en met 30 september.

Dans les gares de Bruges, Gand-Saint-Pierre, Knokke, Ostende, Blankenberge, Lierre, Spa et Vielsalm, ils peuvent toutefois être loués durant toute l’année.

In de stations van Brugge, Gent-Sint-Pieters, Knokke, Oostende, Blankenberge, Lier, Spa en Vielsalm kunnen deze echter gans het jaar gehuurd worden.

2. Les résultats de vente sont stables. La moyenne varie entre 17 000 et 18 000 locations par an.

2. De verkoopresultaten zijn stabiel. Het gemiddelde schommelt tussen 17 000 en 18 000 verhuringen per jaar.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Saison 2000 2001 2002 2003 2004 (*)

....................................... ....................................... ....................................... ....................................... ......................................

10021

Location

Seizoen

17 251 15 633 17 744 17 594 13 050 (*)

2000 2001 2002 2003 2004 (*)

(*) chiffres provisoires, saison jusqu’au 25 mars 20053.

Verhuring

....................................... ....................................... ....................................... ....................................... ......................................

17 251 15 633 17 744 17 594 13 050 (*)

(*) tijdelijke cijfers, seizoen tot 25 maart 2005.

3. En 2004 (période de janvier à novembre), 147 560 billets au total ont été vendus pour emporter son propre vélo dans le train.

3. In 2004 (periode van januari tot november) werd in totaal 147 560 biljetten verkocht voor het meenemen van eigen fietsen op de trein.

4. Pour promouvoir la qualité du produit, la SNCB a introduit en 2001 une formule de leasing. Ces deux dernières saisons, le leasing a été généralisé. C’est ainsi que les vélos sont entretenus toutes les deux semaines par des professionnels.

4. Om de kwaliteit van het product te bevorderen heeft de NMBS sinds 2001 een leasingformule ingevoerd. De twee laatste seizoenen werd de leasing veralgemeend. Daardoor worden de fietsen om de twee weken onderhouden door vakmensen.

La SNCB collabore avec la province du Limbourg. La SNCB vend une B-Excursion « train + location vélo » ayant pour destinations Hasselt, Tongres, Bilzen, St-Trond et Genk. Les vélos (une vingtaine par gare) sont mis à disposition dans les gares. Ils sont la propriété de la province qui en assure l’entretien.

De NMBS werkt samen met de provincie Limburg. De NMBS verkoopt een B-Dagtrip « trein + huurfiets » met bestemmingen Hasselt, Tongeren, Bilzen, StTruiden en Genk. De fietsen (een twintigtal per station) zijn ter beschikking in de stations. Ze zijn eigendom van en worden onderhouden door de provincie.

Dans le cadre de la Semaine de la mobilité, la SNCB organise une action de promotion pour la formule « train + location vélo ». Une ristourne de 50 % est accordée sur le prix d’un vélo de location à l’achat d’une B-Excursion « train + location vélo ». Cette action a été menée cette année du 16 au 22 septembre 2004.

In het kader van de jaarlijkse Week van de Vervoering plant de NMBS een promotionele actie voor de formule « trein + huurfiets ». Een korting van 50 % wordt verleend op de prijs van de huurfiets bij aankoop van een B-Dagtrip « trein + huurfiets ». Deze actie ging dit jaar door van 16 tot 22 september 2004.

Une formule « groupe » a été introduite à partir de la saison 2003. Dans les gares comptant un nombre suffisant de vélos (Blankenberge, Bruges, Knokke, Ostende, Gand-St-Pierre, Lierre, Vielsalm et Spa), une réduction de prix est accordée pour des groupes de minimum 15 personnes : la 16e personne bénéficie gratuitement de la formule tout compris. Les prix des groupes sont appliqués dans la formule « train + location vélo », mais pas en cas de location de vélo sans trajet en train.

Vanaf het seizoen 2003 werden groepsprijzen ingevoerd. In de stations waar voldoende fietsen aanwezig zijn (Blankenberge, Brugge, Knokke, Oostende, GentSt-Pieters, Lier, Vielsalm en Spa) worden prijzen aangeboden voor groepen van minimum 15 personen. De 16e persoon geniet gratis van de all-informule. De groepsprijzen zijn toegepast in de formule « trein + huurfiets », niet bij enkel het huren van de fiets zonder treinvervoer.

En 2005, des initiatives seront prises tant sur le plan commercial qu’au niveau de la communication afin de promouvoir davantage la formule « train + location vélo ».

Zowel op commercieël als op vlak van communicatie zullen in 2005 initiatieven genomen worden om de formule « trein + huurfiets » beter te promoten.

Dans les nouvelles voitures M6 à deux niveaux, un espace multifonctionnel adapté pour transporter des vélos a été prévu.

In de nieuwste dubbeldekrijtuigen M6 is een multifunctionele ruimte voorzien waar makkelijk fietsen kunnen worden geplaatst.

La réglementation relative au transport de vélos pliables sera également assouplie.

Tevens zal de reglementering betreffende het meenemen van plooifietsen versoepeld worden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10022

DO 2004200502652

DO 2004200502652

Question no 351 de M. Francis Van den Eynde du 16 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 351 van de heer Francis Van den Eynde van 16 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Membres du personnel. — Agression. — Anticiper les situations difficiles.

NMBS. — Personeelsleden. — Agressie. — Anticiperen op moeilijke situaties. E´én van de officie¨le methodes die door de NMBS toegepast wordt om agressie ten opzichte van haar personeelsleden aan te pakken bestaat uit het anticiperen op moeilijke situaties.

L’une des méthodes officielles appliquées par la SNCB afin de lutter contre les agressions des membres de son personnel consiste à anticiper les situations difficiles. ` cet effet, il convient, entre autres, de mieux adapA ter le nombre de voitures au nombre de voyageurs.

Hieronder wordt onder meer begrepen dat de lengte van de treinen beter op de bezetting ervan moeten afgestemd worden.

1. Quelles mesures concrètes ont-elles été prises à cet égard et dans combien de cas ont-elles été appliquées ?

1. Welke concrete maatregelen werden in dit verband getroffen en in hoeveel gevallen werd dit toegepast ?

2. Pourriez-vous également communiquer quelles autres mesures sont appliquées afin d’anticiper les situations difficiles et dans quelle mesure elles ont été appliquées ?

2. Is het ook mogelijk mede te delen welke andere maatregelen er gebruikt worden om op moeilijke situaties te anticiperen en in welke mate dit gebeurd is ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 351 de M. Francis Van den Eynde du 16 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 351 van de heer Francis Van den Eynde van 16 november 2004 (N.) :



1. Concrètement, l’utilisation d’un autre matériel a permis de réduire la longueur des trains sur les relations et lignes suivantes :

1. Concreet werd de lengte van de treinen verminderd door het inzetten van ander materieel voor bepaalde treinen op volgende relaties en lijnen :

— IC F : Quévy-Mons-Bruxelles-Liège;

— IC F : Quevy-Bergen-Brussel-Luik;

— Ligne 154 : Namur-Dinant;

— Lijn 154 : Namen-Dinant;

— IC A : Eupen-Liège-Bruxelles.

— IC A : Eupen-Luik-Brussel.

Des solutions sont recherchées pour d’autres rela` cet égard, il convient évidemment de tenir tions. A compte des besoins en matériel pour le train d’équilibre (le train qui est desservi par le même matériel au retour), ainsi que du planning d’entretien nécessaire.

Voor andere relaties wordt er verder gezocht naar oplossingen. Hierbij moet er uiteraard rekening gehouden worden met de nood aan materieel voor de evenwichtstrein (trein die voor de terugrit met hetzelfde materieel wordt bediend) alsook met de planning van het nodige onderhoud.

2. B-Security, le service interne de gardiennage de la SNCB, dispose d’une brigade de train qui est composée d’agents de sécurité spécialement sélectionnés à cette fin. Cette équipe reçoit chaque jour une fiche de travail, dans le but d’anticiper les situations problématiques signalées par le personnel d’accompagnement des trains. Le rayon d’action de cette brigade est en principe l’ensemble du réseau de la SNCB et peut être adapté en temps réel.

2. B-Security, de interne bewakingsdienst van de NMBS, beschikt over een treinbrigade, die werd samengesteld uit speciaal daarvoor geselecteerde gespecialiseerde veiligheidsbedienden. deze ploeg ontvangt dagelijks een werkfiche, waarbij geanticipeerd wordt op de probleemsituaties, die door het treinbegeliedingspersoneel worden gemeld. Het actieterrein van deze brigade is in principe het ganse NMBS-net en kan in real-time worden aangepast.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10023

Autres mesures pour anticiper des situations difficiles :

Andere maatregelen om moeilijke situaties te anticiperen :

— simplification de tarifs, principalement la suppression de la limitation d’utilisation avant 9 heures pour des produits comme le « Go Pass » et le « Rail Pass » (depuis le 1er octobre 2004);

— vereenvoudigen van tarieven vooral het afschaffen van de beperking van gebruik voor 9 uur voor producten als « Go Pass » en « Rail Pass » (sinds 1 oktober 2004);

— réorganisation de la formation « gestion des comportements agressifs ». Depuis le 1er octobre 2004, cette formation est dispensée suivant un nouveau concept;

— bijsturing opleiding « Omgaan met Agressie ». Sinds 1 okotber 2004 wordt deze opleiding verstrekt volgens een nieuw concept;

— organisation de controˆles d’accès réguliers. Chaque Cellule de personnel d’accompagnement prévoit deux controˆles d’accès par mois.

— organisatie van regelmatige ingangscontroles. Elke Cel treinbegeleiding voorziet maandelijks twee ingangscontroles.

DO 2004200502660

DO 2004200502660

Question no 352 de M. Francis Van den Eynde du 17 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 352 van de heer Francis Van den Eynde van 17 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Personnel de train. — Agressions. — Appel aux responsables politiques.

NMBS. — Treinpersoneel. — Agressie. — Oproep beleidsverantwoordelijken.

La SNCB a déclaré dans le courant de cette année vouloir lancer un appel aux responsables politiques pour l’aider à lutter contre les agressions à l’encontre du personnel de train. Elle souhaitait notamment sensibiliser les bourgmestres et les polices locales au problème afin que priorité soit accordée à cette question.

Om de agressie ten opzichte van haar treinpersoneel tegen te gaan deelde de NMBS in de loop van dit jaar mede dat zij een oproep zou doen aan de beleidsverantwoordelijken en hiervoor onder meer de burgemeesters en de lokale politie-eenheden wou sensibiliseren om aan haar oproepen prioriteit te geven.

Dans quelle mesure cet objectif a-t-il été réalisé ? Dans combien de cas la réponse était-elle positive et s’est-elle accompagnée de résultats concrets ?

In welke mate is dit inmiddels gebeurd en in hoeveel gevallen was het antwoord positief met effectieve gevolgen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 352 de M. Francis Van den Eynde du 17 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 352 van de heer Francis Van den Eynde van 17 november 2004 (N.) :



Les initiatives ci-après ont été prises, en collaboration avec les autorités locales, en vue de lutter contre les agressions envers le personnel des trains :

In samenwerking met de lokale overheden werden volgende initiatieven genomen in de strijd tegen agressie tegenover het treinpersoneel :

— Des concertations sont menées à intervalles réguliers par le responsable local de B-Security avec la police locale dans les sièges de travail de B-Security où la police des chemins de fer n’est pas présente.

— In de werkzetels B-Security waar geen Spoorwegpolitie aanwezig is, wordt er door de lokale verantwoordelijke B-Security op regelmatige basis overlegd met de lokale politie.

— Un certain nombre d’actions FIPA (Full Integrated Police Actions) ont déjà été entreprises sur les lignes sensibles. Les zones de police locales sont également impliquées dans de telles actions.

— Op de agressiegevoelige lijnen werden reeds een aantal FIPA-acties (Full Integrated Police Actions) gevoerd. Bij dergelijke acties worden ook de lokale politiezones betrokken.


2004

2005


1267

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10024

— La section police des chemins de fer de la police fédérale a signé un protocole d’accord avec les zones de police locales suivantes :

— Door de Federale Politie Sectie Spoorwegpolitie werd er een protocolakkoord ondertekend met de hiernavolgende lokale politiezones :

zone 5341 (Anderlecht/Saint-Gilles/Forest), zone 5344 (Evere/Schaerbeek/Saint-Josse-ten-Noode), zone Anvers, zone Louvain, zone Bruges, zone Gand, zone Mons, zone Namur, toutes les zones de police de l’arrondissement de Tournai.

zone 5341 (Anderlecht/Sint-Gilles/Vorst), zone 5344 (Evere/Schaarbeek/Sint-Joost-ten-Node), zone Antwerpen, zone Leuven, zone Brugge, zone Gent, zone Bergen, zone Namen, alle politiezones van het arrondissement Doornik.

Le protocole d’accord avec la zone de police Hazodi (Hasselt) sera signé dans le courant de l’année 2005.

Het protocolakkoord met de politiezone Hazodi (Hasselt) zal worden ondertekend in de loop van het jaar 2005.

DO 2004200502730

DO 2004200502730

Question no 360 de M. Servais Verherstraeten du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 360 van de heer Servais Verherstraeten van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gare de Tielen. — Investissements.

NMBS. — Station Tielen. — Investeringen.

Environ 400 voyageurs de la région de Turnhout et Herentals prennent quotidiennement le train en gare de Tielen, halte entre Turnhout et Herentals pour les liaisons ferroviaires Turnhout-Anvers et TurnhoutBruxelles et, en été, pour la liaison touristique vers Blankenberge. Le programme d’investissement de la SNCB prévoit que la gare sera aménagée pour permettre le croisement des trains circulant entre Herentals et Turnhout. On peut dès lors affirmer que la gare a encore un avenir pour les voyageurs en provenance de cette commune et des communes environnantes.

Het station Tielen, stopplaats tussen Turnhout en Herentals voor de treinverbindingen TurnhoutAntwerpen en Turnhout-Brussel, en in de zomer ook voor een toeristische trein naar Blankenberge, heeft gemiddeld per dag zo’n 400 opstappende reizigers van de regio tussen Turnhout en Herentals. Het investeringsprogramma van de NMBS voorziet dat het station een station wordt waar de treinen tussen Herentals en Turnhout elkaar zullen kunnen kruisen. In die zin kan er toch wel gesteld worden dat het station een toekomst heeft voor de treingebruikers uit deze gemeente en omliggende gemeenten.

Cette petite gare pourrait en outre être rafraıˆchie à peu de frais. Ainsi, le Comité consultatif des usagers a dans un récent avis fait quelques propositions à ce sujet qui ont certainement été communiquées à la SNCB, comme par exemple un asphaltage du quai et du parking, une amélioration des emplacements pour vélos, l’installation d’une horloge sur le quai, la mise en place d’une solide cloˆture entre le quai et le parking, des abris supplémentaires, etc. Des riverains se plaignent par ailleurs des nombreuses personnes qui se soulagent la vessie un peu partout dans les environs de la gare en raison de l’absence de toilettes dans le baˆtiment de la gare.

Dit kleine station kan bovendien, zonder al te hoge kosten, een opwaardering krijgen. Zo doet het recente advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers in dit verband enkele voorstellen, die de NMBS ongetwijfeld bekend zijn, zoals een degelijke verharding van het perron en van de parking, verbetering van de fietsstallingen, het plaatsen van een uurwerk op het perron, een goede afsluiting tussen het perron en de parking, bijkomende schuilhuisjes, enzovoort. Van omwonenden in de stationsomgeving vernemen wij klachten over wildplassen omwille van het ontbreken van een toilet in het stationsgebouwtje.

1. Pour quand sont prévus dans le programme d’investissement dégraissé de la SNCB les investissements en gare de Tielen qui doivent permettre le croisement des trains entre Turnhout et Herentals ?

1. Voor wanneer is de investering ter hoogte van Tielen, die het kruisen van de treinen tussen Turnhout en Herentals moet mogelijk maken, voorzien in het afgeslankte NMBS-investeringsprogramma ?

2. a) Veillera-t-on dans le même temps à rafraıˆchir la gare de Tielen ?

2. a) Zal terzelfder tijd ook het station van Tielen worden aangepakt ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10025

b) Si oui, quels investissements sont prévus dans ce cadre ?

b) Zo ja, wat is er dan voorzien aan investeringen ?

3. La SNCB ne devrait-elle pas s’occuper en même temps de la gare et de ses environs, dans le cadre d’un projet intégré ?

3. Verdient het geen aanbeveling dat de NMBS het geheel van het station en de omgeving ervan samen bekijken om er een geı¨ntegreerd project van te maken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 janvier 2005, à la question no 360 de M. Servais Verherstraeten du 23 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 januari 2005, op de vraag nr. 360 van de heer Servais Verherstraeten van 23 november 2004 (N.) :



1. Les budgets nécessaires pour la réalisation de la gare de croisement de Tielen ont été prévus en 2006 dans le plan d’investissement actuel.

1. De nodige budgetten voor de realisatie van het kruisingsstation te Tielen werden in het huidige investeringsplan voor 2006 gepland.

2 et 3. La SNCB est bien au courant de l’état général de la gare de Tielen et envisage un réaménagement des abords de la gare. Un certain nombre de décisions doivent encore eˆtre prises en concertation avec l’administration communale de Kasterlee. L’une de ces adaptations concerne la suppression ou non de l’un des deux passages à niveau situés au bout du quai, afin de pouvoir allonger suffisamment un quai ou les deux. En tout cas, le plan des abords de la gare sera conçu en fonction des décision prises et la SNCB pourra alors procéder au réaménagement de ces abords.

2 en 3. De NMBS is goed op de hoogte van de algemene staat van het station Tielen en voorziet in een heraanleg van de stationsomgeving. Een aantal beslissingen in overleg met het gemeentebestuur van Kasterlee moeten nog genomen worden. E´én van deze aanpassingen is het al dan niet afschaffen van één van de twee overwegen gelegen op het einde van het perron, met de bedoeling één of zelfs twee perrons met voldoende lengte te kunnen inrichten. In ieder geval zal de lay-out van de omgeving uitgetekend woden in functie van de genomen beslissingen en zal de NMBS kunnen overgaan tot de heraanleg van de stationsomgeving.

Par ailleurs, il est envisagé, pour le garage de vélos et le parking de voitures à Tielen :

Wat betreft de fietsen- en autoparkings te Tielen wordt er voorzien :

— d’ajouter 56 béquilles au dépoˆt pour vélos existant;

— bestaande fietsenparking uitbreiden met 56 fietsenstandaards;

— d’aménager un dépoˆt supplémentaire pour vélos (60 pièces) près de l’entrée via le passage à niveau;

— bijkomende fietsenstalling 60 stuks nabij toegang via overweg;

— de réaménager le parking voitures avec une capacité de 46 emplacements.

— heraanleg autoparking 46 plaatsen.

DO 2004200502754

DO 2004200502754

Question no 366 de M. François Bellot du 25 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 366 van de heer François Bellot van 25 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

La Poste. — Incidence de l’accroissement de l’énergie fossile sur les budgets et les comptes.

De Post. — Gevolgen van de stijging van de prijzen voor fossiele brandstoffen voor de begrotingen en de rekeningen.

Pourriez-vous préciser quel supplément de charges est prévu pour La Poste tant pour l’exercice 2004 que pour l’exercice 2005, lié à l’évolution et à l’accroissement du cours du pétrole ?

Welke bijkomende uitgaven werden er bij De Post ingecalculeerd, zowel voor 2004 als 2005, ter ondervanging van de evolutie en de stijging van de olieprijzen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10026

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 366 de M. François Bellot du 25 novembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 366 van de heer François Bellot van 25 november 2004 (Fr.) :



Les charges d’énergie pour les années 2003, 2004 et 2005, sont présentées dans le tableau ci-dessous.

De kosten voor energie voor de jaren 2003. 2004 en 2005 bedragen :

12 mois 2003

Est 2004

Budget 2005

Uitgaven 2003

Schatting 2004

Budget 2005

24 378 510 euros

27 902 203 euros

29 683 001 euros

24 378 510 euro

27 902 203 euro

29 683 001 euro

Les montants repris contiennent la consommation énergétique liée au patrimoine immobilier (bureaux de poste, centres de tri, etc.) et à la flotte de véhicules.

Deze bedragen bevatten de uitgaven voor verwarming van het immobilie¨n patrimonium (postkantoren en sorteercentra) en voor verbruik van de voertuigen.

L’évolution de 2003 à 2004 (+ 14,5 %) est entièrement à considérer comme effet prix, il n’y a pas d’impact volume considérable.

De stijging van 2003 naar 2004 (+ 14,5 %) is volledig te wijten aan prijsstijgingen. Er is geen noemenswaardige toename in hoeveelheid.

L’évolution de 2004 à 2005 (+ 6,4 %) s’explique par les deux éléments suivants :

De evolutie van 2004 naar 2005 (+ 6,4 %) is als volgt verklaarbaar :

— − 362 729 euros lié à un effet volume (− 1,3 %), principalement imputable à la diminution des surfaces occupées;

— een vermindering van 362 729 euro (− 1,3 %) in hoeveelheid te danken aan vermindering van bezette oppervlakten;

— + 2 143 527 euros d’effet prix (+ 7,7 %).

— een stijging van 2 143 527 euro wegens prijsstijgingen (+ 7,7 %).

DO 2004200502791

DO 2004200502791

Question no 370 de M. Francis Van den Eynde du 1er décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 370 van de heer Francis Van den Eynde van 1 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gares de Bruxelles-Midi, d’Anvers-Central et de Gand-Saint-Pierre. — Criminalité.

NMBS. — Stations Brussel-Zuid, Antwerpen-Centraal en Gent-Sint-Pieters. — Criminaliteitscijfers.

Selon les dernières données qui ont été rendues publiques concernant le nombre d’agressions et de délits commis dans les gares de chemin de fer, Bruxelles-Midi figure toujours en tête de la liste des gares qualifiées de dangereuses.

Volgens de jongste gegevens die vrijgegeven werden met betrekking tot het aantal gevallen van misdaad en agressie in de spoorwegstations staat Brussel-Zuid nog altijd op kop van de lijst van gevaarlijke stations.

Anvers-Central et Gand-Saint-Pierre figurent également parmi les cinq gares les plus dangereuses.

Antwerpen-Centraal en Gent-Sint-Pieters staan echter ook in de top vijf.

Est-il possible d’obtenir les statistiques détaillées concernant la criminalité dans les trois gares citées ?

Is het mogelijk de gedetailleerde cijfers met betrekking tot de criminaliteit in deze drie stations te bekomen ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10027

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 370 de M. Francis Van den Eynde du 1er décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 370 van de heer Francis Van den Eynde van 1 december 2004 (N.) :



1. Les éléments de réponse en ce qui concerne les données détaillées en rapport avec la criminalité sont à communiquer par la section Police ferroviaire de la Police Fédérale.

1. De antwoordelementen betreffende de gedetailleerde criminaliteitscijfers dienen te worden geleverd door de Federale Politie -Sectie Spoorwegpolitie.

2. Le nombre d’agressions à l’encontre du personnel SNCB des gares désignées ci-après s’élève à :

2. Het aantal agressiegevallen ten opzichte van het NMBS-personeel in de hiernavermelde stations bedraagt :

Gare — Station

2002

2003

2004 (y compris septembre) — (tot en met september)

Bruxelles-Midi/Brussel-Zuid ................................... Anvers-Central/Antwerpen-Centraal ...................... Anvers-Berchem/Antwerpen-Berchem ..................... Gand-Saint-Pierre/Gent-Sint-Pieters ........................

12 3 4 4

16 0 1 3

1 0 0 0

DO 2004200502807

DO 2004200502807


Vraag nr. 372 van de heer Guido De Padt van 3 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Vol de matériel ferroviaire.

NMBS. — Diefstal van spoorwegmateriaal.

Aux Philippines, un train est tombé récemment au fond d’un ravin. Après cette catastrophe ferroviaire qui s’est soldée par un bilan très lourd, on s’est rendu compte qu’une des causes était le vol de certains composants des rails en vue de leur revente, ce qui a eu pour effet de déforcer la sécurité du trafic ferroviaire.

Op de Filippijnen is onlangs een trein in een ravijn gestort met een behoorlijk aantal doden en gewonden tot gevolg. Achteraf is gebleken dat één van de oorzaken van die ramp het stelen van bepaalde onderdelen van de rails met het oog op verdere verkoop was, waardoor het treinverkeer onveilig was geworden.

En Belgique, la police ferroviaire est confrontée aussi au vol de cuivre et d’autres métaux dans les trains et alentour.

Ook in Belgie¨ krijgt de Spoorwegpolitie af en toe te maken met diefstal van koper en andere metalen op en rond de treinen.

1. Combien de vols de matériel ferroviaire ont été recensés en 2002 et 2003 ?

1. Hoeveel diefstallen van spoorwegmateriaal werden er in 2002 en 2003 gerapporteerd ?

2. Combien a-t-il fallu débourser pour effectuer des travaux de réparation à la suite de tels vols en 2002 et 2003 ?

2. Hoeveel kosten aan herstellingswerken waren er in 2002 en 2003 nodig ten gevolge van dergelijke diefstallen ?

3. Ou` (dépoˆt, le long des voies, dans les gares, etc.) et lesquels parmi les cinq composants de l’infrastructure ferroviaire a-t-on le plus volé au cours des quatre dernières années ?

3. Waar (depot, langs de sporen, in stations, enzovoort) en welke vijf soorten onderdelen werden er het meest gestolen de voorbije vier jaar ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10028

4. a) Ce phénomène a-t-il déjà, par le passé, posé des problème du point de vue du trafic ferroviaire ?

4. a) Heeft dit fenomeen in het verleden al voor problemen gezorgd voor het treinverkeer ?

b) Dans l’affirmative, a-t-on connaissance de cas ou` la sécurité des passagers, des membres du personnel de la SNCB ou d’autres usagers de la route a été mise en péril ?

b) Zo ja, zijn er gevallen bekend waarin de veiligheid van de passagiers, personeelsleden van de NMBS of andere weggebruikers in het gevaar zijn gekomen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 372 de M. Guido De Padt du 3 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 372 van de heer Guido De Padt van 3 december 2004 (N.) :



1. à 3. Le tableau ci-dessous donne un aperçu des statistiques relatives aux vols de cuivre et autres métaux en 2002 et 2003.

1. tot 3. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cijfers van de diefstallen van koper en andere metalen in 2002 en 2003.

Date — Datum

Lieu — Plaats

2002 2002 2002

Angleur Beveren Kallo Bruges. — Brugge

2002

Bruxelles TT. — Brussel TT Charleroi Esnaux Hasselt Kinkempois Labuisière Montigny-le-Tilleul Mons. — Bergen Pepinster Ronet Schaerbeek. — Schaarbeek St-Ghislain St-Ghislain St-Ghislain Tournai. — Doornik Verviers-Est Virton Zwijndrecht

2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002 2002

Description du vol — Omschrijving van de diefstal

Valeurs — Waarden

selles de voie/onderlegplaten van het spoor 1 000 m caˆble/1 000 m kabel 12 500 kg fil de contact de 1 000 NM2/12 500 kg rijdraad van 1 000 NM2 caˆbles et armoires de signalisation — cuivre/kabels en seinkast — koper

5 526,58 1 899,00 2 366,00 2 417,00 7 397,00 7 000,00 250,00 2 273,45

caˆble/kabel caˆble/kabel caˆble/kabel caˆble/kabel caˆble électrique/elektrische kabel caˆble/kabel caˆble électrique/stroomkabel

2004

2005

37 500,00 2 586,91 3 011,00 1 013,00 15 726,60 3 198,00 566,00 928,00 13 644,00 223,00 106 000,00

caˆble/kabel panneau de signalisation/signalisatiebord caˆble service caténaire/kabel dienst bovenleiding dans le poste de traction/in de tractiepost caˆble/kabel blocs de frein/remblokken tapis de caˆble/mat wissel caˆble/kabel matériel service infra/materieel dienst infra caˆbles — cuivre/kabels — koper

Total/Totaal


1 469,00 4 875,12

219 869,66


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Date — Datum 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003 2003

10029

Lieu — Plaats Bressoux Bruges. — Brugge Charleroi Charleroi Chaˆtelet Erpe-Mere Etterbeek Etterbeek Etterbeek Gand. — Genk Gent-Dampoort Gand-Saint-Pierre. — Gent-St-Pieters Gand-Saint-Pierre. — Gent-St-Pieters Genval Ham Hasselt Heist-op-den-berg Jemelle Kinkempois Kinkempois Kinkempois La Louvière La Louvière Liers/Herstal Liège. — Luik G Manage Marchienne-au-Pont Marchienne-au-Pont Marchienne-au-Pont Milmort Mons. — Bergen Mons. — Bergen Pepinster Piéton Schaerbeek. — Schaarbeek Schaerbeek. — Schaarbeek St-Ghislain St-Ghislain St-Ghislain St-Ghislain Visé Visé/Maastricht Vivegnies Zwijndrecht Zwijndrecht

Description du vol — Omschrijving van de diefstal

Valeurs — Waarden

25 paires d’éclisses/25 paar lasplaten bobine de cuivre/bobijn met koper caˆble/kabel mitraille/schroot pied alum. + balises/voet alum. + bakens barrière/slagboom 14 caˆbles (cuivre)/14 kabels (koper) cuivre/koper en atelier/in atelier caˆble à Gand/kabel te Genk feu clignotant rouge et ailes en croix/rood knipperlicht en kruisvleugel bobines fils de contact/haspels rijdraad

25 000,00 5 dévidoirs fils de contact et cadenas/5 haspels rijdraad en slot écilsses/lasplaten caˆble/kabel caˆble service caténaire/kabel dienst bovenleiding caˆble d’alimentation chauffage d’aiguillage/voedingskabel van wisselverwarming selles d’appui et éclisses/onderlegplaten en lasplaten caˆble électrique/elektriciteitskabel divers tampons/verschillende buffers 18 tampons/18 buffers matériel infrastructure/materiaal infrastructuur matériel infrastructure/materiaal infrastructuur 150 m caˆble/150 m kabel bobine de cuivre/bobijn koper caˆble/kabel mitraille/schroot matériel infrastructure/materiaal infrastructuur matériel infrastructure/materiaal infrastructuur caˆbles de signalisation/signalisatiekabels caˆble/kabel caˆble/kabel 8 rails/8 rails caˆble/kabel caˆbles — cuivre/kabels — koper

20 869,00 2 904,00 5 438,00 7 057,70 1 223,32 700,00 35,00 821,00 3 371,00 15 057,00 5 307,00 363,00 375,00 650,00 1 421,00 8 035,00 8 035,00 156,00 17 388,00 11 612,00 561,00 1 177,00 5 605,68

caˆbles — cuivre/kabels — koper caˆble/kabel caˆble/kabel caˆble/kabel caˆble/kabel résidus de cuivre/koperafval appareil de voie (crocodile)/spoortoestel (krokodil) env. 100 m caˆbles en cuivre 95 mm2/ong. 100 m koperkabel 95 mm2 caˆble 90 mm/kabel 90 mm caˆble électrique/stroomkabel Total/Totaal


400,00 250,73 106,00 96,00 2437,00 184,37 131,60 6270,38 5 500,00 356,17 544,24

2004

2005

6 186,68 812,00 231,00 353,00 436,00 694,00 1 795,00 2 345,00 1 088,56 472,81 173 852,24


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10030

4. Ces vols n’ont pas eu d’incidence sur la circulation des trains. Le système de sécurité de la SNCB est conçu de telle sorte qu’au moindre dérangement, les signaux se mettent en position de sûreté et que le trafic ferroviaire concerné s’immobilise.

4. Deze diefstallen hebben geen weerslag gehad op het treinverkeer. Het veiligheidssysteem van de NMBS is zo opgevat dat bij de minste storing de seinen in een veilige stand komen en het betrokken treinverkeer tot stilstand komt.

DO 2004200502937

DO 2004200502937

Question no 384 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 21 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 384 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 21 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Maintien de la fonction de guichet à la gare d’Anzegem.

NMBS. — Behoud van de loketfunctie in het spoorwegstation te Anzegem.

Le démantèlement du service dans les gares de la SNCB est engagé depuis plusieurs années. Vous avez déjà été submergé de questions concernant le plan de fermeture des guichets dans 46 gares en raison d’un manque de rentabilité.

Het afbouwen van de dienstverlening in de stations van de NMBS is al jaren geleden op gang gekomen. U werd eerder al bekogeld met vragen rond het plan van de NMBS om in 46 stations de loketten te sluiten omdat ze te weinig inkomsten opleveren.

Alors qu’initialement seuls les points d’arrêt moins fréquentés devaient faire l’objet de cette réorganisation, il s’avère également à présent que des gares plus importantes seraient virtuellement fermées. Il me revient d’un collègue du parlement flamand que l’administration communale d’Anzegem, parmi d’autres, se fait beaucoup de soucis à propos du maintien ou de la suppression de la fonction de guichet de la gare.

Waar het aanvankelijk erop leek dat enkel de minder drukke stopplaatsen het voorwerp zouden uitmaken van deze reorganisatie, blijkt nu ook dat belangrijkere spoorwegstations virtueel gesloten zouden worden. Via een collega van het Vlaams Parlement kreeg ik te horen dat onder andere het gemeentebestuur van Anzegem zich grote zorgen maakt over het al dan niet behoud van de loketfunctie in het spoorwegstation.

Selon certaines rumeurs, la fonction de guichet serait supprimée le 1er décembre 2004. L’administration communale n’a toutefois pas encore reçu de courrier de la SNCB confirmant cette rumeur.

Het gerucht werd er verspreid dat de loketfunctie er op datum van 1 december 2004 zou verdwijnen. Het gemeentebestuur heeft echter nog geen schrijven ontvangen van de NMBS dat dit gerucht bevestigd.

1. La gare d’Anzegem fait-elle partie des 46 gares ou` la fonction de guichet sera supprimée ?

1. Is het station van Anzegem één van de 46 stations waar de loketfunctie zal verdwijnen ?

2. Dans l’affirmative, est-il exact que la fermeture sera effective le 1er décembre 2004 ?

2. Zo ja, klopt het dat dit op datum van 1 december 2004 gebeurt ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 janvier 2005, à la question no 384 de Mme Sabien LahayeBattheu du 21 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 januari 2005, op de vraag nr. 384 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 21 december 2004 (N.) :



1. La gare d’Anzegem figure en effet sur la liste des gares où la fermeture du guichet est envisagée.

1. Het station Anzegem staat inderdaad op de lijst van de stations waarvan mogelijk de loketfunctie zal verdwijnen.

2. Avant de prendre une décision en la matière, un examen a lieu, au cas par cas, concernant toutes les conséquences et aspects qui en découlent. Cette phase

2. Vooraf aan de beslissing tot loketsluiting gebeurt, geval per geval, een onderzoek naar alle gevolgen en aspecten ervan. Deze fase is momenteel


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10031

n’est pas encore actuellement terminée. Une décision sera dès lors prise ultérieurement.

nog niet beeïndigd. Een beslissing zal dus pas op een latere datum genomen worden.



DO 2003200432287

DO 2003200432287

Question no 385 de Mme Annick Saudoyer du 1er octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 385 van mevrouw Annick Saudoyer van 1 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Entreprises publiques. — Agents. — Détachements. — Sélection. — administrations communales. — Carte d’identité électronique.

Overheidsbedrijven. — Ambtenaren. — Detacheringen. — Selectie. — Gemeentebesturen. — Elektronische identiteitskaart.

Les agents de différentes entreprises publiques entre autres La Poste, Belgacom, Biac, la SNCB ont été invités à présenter leur candidature pour être détachés au sein des administrations communales afin de délivrer les nouvelles cartes d’identité électroniques.

De ambtenaren van diverse overheidsbedrijven, waaronder De Post, Belgacom, Biac en de NMBS, werden verzocht zich kandidaat te stellen voor een detachering bij de gemeentebesturen waar zij voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten zullen instaan.

Or, il me revient que des listes de lauréats ont été communiquées aux administrations locales alors que toutes les épreuves de sélection n’étaient pas terminées ...

Naar verluidt zou men de lijst van de geslaagde kandidaten aan de plaatselijke besturen hebben meegedeeld, terwijl nog niet alle selectieproeven achter de rug waren ...

On peut s’étonner de ce manque de rigueur !

Deze slordige werkwijze mag verbazing wekken !

Il semblerait que les agents de la SNCB aient été particulièrement pénalisés lors du processus de sélection.

De NMBS-ambtenaren zouden tijdens de selectieprocedure ernstig zijn benadeeld.

Pourriez-vous communiquer la ou les initiatives qui ont été prises afin de corriger les préjudices subis ?

Welke initiatieven werden genomen om een en ander recht te zetten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 18 janvier 2005, à la question no 385 de Mme Annick Saudoyer du 1er octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 18 januari 2005, op de vraag nr. 385 van mevrouw Annick Saudoyer van 1 oktober 2004 (Fr.) :

J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que les entreprises publiques concernées par le projet « Carte d’identité électronique » pouvaient déterminer de manière autonome quels candidats seraient mis à la disposition du projet « Carte d’identité électronique » et à quel moment.

Ik vestig de aandacht van het geachte lid er op dat de overheidsbedrijven die betrokken zijn bij het project elektronische identiteitskaart autonoom konden bepalen welke kandidaten er ter beschikking gesteld zouden worden van het project elektronische identiteitskaart en op welk tijdstip.

Pour de plus amples renseignements, j’invite l’honorable membre à s’adresser à mon collègue, le ministre des Entreprises publiques. Je peux néanmoins certifier qu’entre temps une épreuve de sélection a eu lieu, épreuve à laquelle les membres du personnel de la SNCB pouvaient également participer.

Voor nadere inlichtingen verzoek ik het geachte lid zich te wenden tot mijn collega, de minister van Overheidsbedrijven. Ik kan echter verzekeren dat er ondertussen een selectieproef heeft plaatsgehad, waaraan de personeelsleden van de NMBS eveneens konden deelnemen.


2004

2005


1268

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10032

DO 2003200432300

DO 2003200432300

Question no 387 de M. Francis Van den Eynde du 4 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 387 van de heer Francis Van den Eynde van 4 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Personnes décédées. — Inscription sur les listes des électeurs.

Gestorven personen. — Inschrijving kiezerslijsten.

La presse a relaté que la doyenne d’aˆge de Belgique a disparu sans laisser de traces.

Ik verneem uit de pers dat de oudste ingezetene van Belgie¨ spoorloos is.

Depuis le récent décès d’une personne de 109 ans, de Virton, une dame née quelques mois plus tard, Mme Angèle van Meerbeeck, de Charleroi, était officiellement la doyenne d’aˆge du pays. Or cette personne a disparu sans laisser de traces.

Na het recente overlijden van een 109-jarige uit Virton stond een dame uit Charleroi die enkele maanden jonger is, mevrouw Angèle van Meerbeeck, genoteerd als de oudste van het land. Ze is echter spoorloos.

J’ai lu dans les journaux qu’elle est sans doute décédée mais que son décès n’a jamais été déclaré, ce qui expliquerait pourquoi son courrier parvient toujours à sa dernière adresse connue, un taudis inoccupé à Charleroi. C’est là également que l’Office des pensions lui adresse officiellement un chèque mensuel, qu’une personne encaisse d’ailleurs chaque mois.

Uit de kranten verneem ik dat ze waarschijnlijk overleden is, maar dat haar dood nooit aangegeven werd. Anders kan immers niet verklaard worden waarom haar post nog steeds toekomt op haar laatste bekende adres, een krot in Charleroi waar niemand nog woont. Ook ontvangt ze daar officieel maandelijks een cheque van de Dienst der pensioenen, die dan elke maand ook door iemand geı¨nd wordt.

De même, le nom de cette personne figure toujours sur les listes des électeurs.

De betrokkene staat ook nog steeds op de kiezerslijsten ingeschreven.

1. Comment peut-on expliquer que l’Office des pensions ni le service chargé du suivi des élections, n’aient jamais constaté la disparition de cette personne et pris les mesures appropriées ?

1. Hoe is het te verklaren dat de Dienst der pensioenen noch de dienst die de verkiezingen opvolgt nooit de verdwijning hebben vastgesteld en nooit maatregelen terzake hebben getroffen ?

2. Se pourrait-il qu’il existe d’autres cas du même genre ?

2. Is het mogelijk dat er nog gevallen van deze aard bestaan ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 18 janvier 2005, à la question no 387 de M. Francis Van den Eynde du 4 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 18 januari 2005, op de vraag nr. 387 van de heer Francis Van den Eynde van 4 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. Je souhaite avant tout attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que la tenue à jour des registres de la population relève de la responsabilité des communes. C’est pourquoi suite à sa question, j’ai fait ouvrir une enquête auprès de la ville de Charleroi.

1. Ik wil er vooreerst de aandacht van het geachte lid op vestigen dat het correct bijhouden van de bevolkingsregisters behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarom heb ik naar aanleiding van zijn vraag een onderzoek laten instellen bij de stad Charleroi.

Voici ce qui est ressorti de cette enquête.

Hieruit bleek het volgende.

En ce qui concerne Mme Angèle Van Meerbeeck une procédure de radiation d’office était déjà en cours au moment où cette affaire est parue dans les médias à la suite du décès de la précédente doyenne de Belgique.

Met betrekking tot mevrouw Angèle Van Meerbeeck was er reeds een procedure tot ambtshalve afvoering aan de gang op het ogenblik dat deze zaak in de media is verschenen naar aanleiding van het overlijden van de vorige oudste Belg.

La radiation d’office est finalement intervenue le 31 août 2004.

De ambtshalve afvoering is uiteindelijk gebeurd op 31 augustus 2004.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10033

Cependant, il s’agit ici d’un cas particulier étant donné que depuis 1948, Mme Van Meerbeeck était inscrite comme « batelière » à son adresse de Charleroi.

Het betreft hier evenwel een speciaal geval, aangezien mevrouw Van Meerbeeck sedert 1948 op haar adres te Charleroi was ingeschreven als « schippersvrouw ».

En raison de cette profession, elle était en effet régulièrement « temporairement absente » de son domicile.

Gezien dit beroep was zij uiteraard regelmatig tijdelijk afwezig op haar woonplaats.

Contrairement à ce qui a été déclaré dans la presse, Mme Van Meerbeeck ne recevait aucune correspondance à cette adresse. Selon les renseignements pris auprès de l’Office des pensions, aucune pension ne lui était payée.

In tegenstelling tot wat in de pers werd verklaard ontving mevrouw Van Meerbeeck geen briefwisseling op dit adres. Volgens inlichtingen ingewonnen bij de Dienst der pensioenen kreeg zij geen pensioen uitbetaald.

En ce qui concerne les élections, la procédure est telle que les convocations qui n’ont pas pu être remises à l’électeur sont transmises au bureau de vote et si elles n’y sont pas utilisées, elles sont envoyées au juge de paix. Elles ne retournent donc pas à la commune.

Wat betreft de verkiezingen is het zo dat de oproepingsbrieven die niet aan de kiezer bezorgd kunnen worden naar het stembureau gaan, en vervolgens, indien ze daar ongebruikt blijven, aan het vredegerecht worden overgezonden. Ze keren dus niet terug naar de gemeente.

2. De manière plus générale, je souhaite attirer l’attention sur le fait que les communes ne peuvent pas inscrire le décès d’une personne comme tel dans les registres de la population si un acte de décès n’est pas présenté. La seule solution, si la personne ne réside plus à l’adresse donnée, est donc de procéder à la radiation d’office.

2. Meer in het algemeen wil ik er de aandacht op vestigen dat de gemeenten, indien er geen akte van overlijden wordt voorgelegd, het overlijden van een persoon niet als dusdanig kunnen noteren in het bevolkingsregister. De enige oplossing is dan, als de persoon niet meer op het aangegeven adres verblijft, de ambtshalve afschrijving.

DO 2004200502529

DO 2004200502529

Question no 416 de Mme Nancy Caslo du 26 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 416 van mevrouw Nancy Caslo van 26 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Lecteurs de cartes pour la police locale.

Kaartlezers voor de lokale politie.

Une estimation correcte du nombre de lecteurs de cartes nécessaires était indispensable pour organiser l’équipement de la police locale. La Commission permanente de la police locale vous a récemment communiqué ces données. En réponse à ma question orale du 29 septembre 2004, vous avez précisé que l’on étudiait la manière de financer l’achat de ce matériel et qu’une solution allait rapidement être trouvée afin de mettre cet équipement à la disposition de la police locale dans les meilleurs délais. Vous alliez même présenter une proposition concrète le 12 octobre 2004 (Question no 3789, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, 29 septembre 2004, COM 349, p. 9).

Wat betreft de wijze waarop de lokale politie zal worden uitgerust met kaartlezers was een correcte raming nodig over het aantal noodzakelijke kaartlezers. Deze gegevens werden u kortelings ter beschikking gesteld door de Vaste Commissie van de Lokale Politie. Als antwoord op mijn mondelinge vraag van 29 september 2004 hieromtrent zei u dat werd onderzocht hoe de aankoop zal kunnen worden gefinancierd en dat er snel een oplossing gevonden zou worden om deze kaartlezers snel ter beschikking te stellen van de lokale politie. Meer nog, op 12 oktober 2004 zou u een concreet voorstel op tafel leggen (Vraag nr. 3789, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 29 september 2004, COM 349, blz. 9).

1. De combien de lecteurs de cartes la police locale a-t-elle besoin ?

1. Hoeveel kaartlezers zijn noodzakelijk voor de lokale politie ?

2. a) De quelle manière va-t-on financer cet achat ?

2. a) Hoe zal deze aankoop gefinancierd worden ?

b) Quelle est votre proposition concrète ?

b) Wat is uw concreet voorstel ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10034

3. Quand la police locale pourra-t-elle disposer de ce matériel indispensable ?

3. Wanneer zal de lokale politie over deze noodzakelijke apparatuur beschikken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 janvier 2005, à la question no 416 de Mme Nancy Caslo du 26 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 416 van mevrouw Nancy Caslo van 26 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Le nombre définitif dépendra partiellement des paramètres qui seront pris en compte par les zones lors de la détermination de leur besoin. La Commission permanente de la police locale estime le besoin à 1 250 lecteurs de cartes du type guichet, 5 925 lecteurs de cartes pour les véhicules et 29 100 lecteurs de cartes du type porte-clef.

1. Het uiteindelijke aantal zal gedeeltelijk afhangen van de parameters die in de zones zullen gehanteerd worden bij het bepalen van hun behoefte. De Vaste Commissie van de Lokale Politie schat de behoefte op 1 250 kaartlezers van het type loket, 5 925 kaartlezers voor in de voertuigen en 29 100 kaartlezers van het type sleutelhanger.

2. a) L’introduction de la nouvelle carte d’identité électronique ne pouvant engendrer de surcoût à charge des communes, j’estime que cet achat ne peut pas être imputé sur le budget de la police locale. Prendre cet achat intégralement à charge du budget fédéral n’est budgétairement pas neutre et aurait, vu les nombres à commander, comme conséquence qu’un marché européen doive être publié ce qui prolongerait inévitablement le délai de réalisation.

2. a) Aangezien de invoering van de nieuwe elektronische identiteitskaart geen bijkomende kost ten laste van de gemeenten mag veroorzaken meen ik dat die aankoop niet ten laste mag vallen van de lokale politiebegroting. De aankoop volledig ten laste nemen op de federale begroting is budgettair niet neutraal en zou gelet op de te bestellen hoeveelheden voor gevolg hebben dat een Europese aanbesteding dient uitgeschreven te worden wat onvermijdelijk de realisatietermijn zal verlengen.

b) J’ai proposé à mon collègue de Mobilité de financer l’achat de lecteurs de cartes pour la carte d’identité électronique en utilisant les moyens mis à disposition des zones de police par le biais du fonds des amendes de circulation.

b) Ik heb aan mijn collega van Mobiliteit voorgesteld om de aankoop van kaartlezers voor de elektronische identiteitskaarten te financieren door aanwending van de middelen die aan de politiezones worden ter beschikking gesteld via het verkeersboetefonds.

3. La police locale doit se charger elle-même de l’achat des lecteurs de cartes. En permettant à la police locale de financer cette dépense par le biais de sommes en provenance du fonds des amendes de circulation, l’achat pourra être réalisé à très brève échéance.

3. De lokale politie zal zelf moeten instaan voor de aankoop van de kaartlezers. Door de lokale politie toe te laten deze uitgave te financieren door middel van gelden uit het verkeersboetefonds zullen ze die aankoop op zeer korte termijn kunnen realiseren.

DO 2004200502680

DO 2004200502680

Question no 435 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 435 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance.

Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.

Les « gens du voyage » seraient 400 000 chez nos voisins français. La préfecture du Nord de la France estime à 2 500 le nombre de caravanes qui circulent en permanence dans le département pour 400 emplacements disponibles.

Naar verluidt bevinden zich op het Franse grondgebied zo’n 400 000 woonwagenbewoners. De prefectuur van Noord-Frankrijk schat het aantal woonwagens dat permanent in het departement rondtoert op 2 500, terwijl er slechts 400 standplaatsen voorhanden zijn.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10035

Une loi française du 5 juillet 2000 (« Loi Besson ») oblige les communes de plus de 5 000 habitants à installer des aires d’accueil pour les « gens du voyage ».

Volgens een Franse wet van 5 juli 2000 (de zogenaamde « Wet Besson ») zijn gemeenten met meer dan 5 000 inwoners verplicht een terrein voor woonwagens aan te leggen.

Cette loi a pour but de mettre fin aux campements sauvages en accordant aux gens du voyages des droits mais aussi des devoirs. Elle prévoit la réalisation d’au moins 30 000 places régulières de stationnement en France.

Door de woonwagenbewoners zowel rechten als plichten toe te kennen, wil men het wildkamperen een halt toeroepen. De wet voorziet in de aanleg van minstens 30 000 officie¨le standplaatsen in Frankrijk.

Le département du Nord a été tenu de se doter d’un schéma d’accueil qui désigne les communes dans lesquelles sont créées ou réhabilitées des aires.

Het departement « Nord » werd verplicht een opvangschema op te stellen waarin de gemeenten zijn aangeduid die met nieuwe terreinen worden uitgerust of waar bestaande terreinen worden heringericht.

Avant le 31 décembre 2008, les « gens du voyage » devaient disposer d’un terrain d’accueil à LeersFrance. Cet emplacement serait, selon le maire de Leers-France, « placé dans une zone peu urbanisée, dont la desserte se fait facilement par voie rapide et a une superficie de 9 505 m2 », quinze familles pourraient prendre place sur le terrain qui compterait une trentaine d’emplacements pour caravanes.

Voó´r 31 december 2008 zouden de woonwagenbewoners op een terrein in Leers-France moeten terechtkunnen. Volgens de burgemeester van Leers-France zou het terrein worden aangelegd « in een weinig verstedelijkt gebied dat vlot bereikbaar is en een oppervlakte van 9 505 m2 heeft ». Het terrein zou onderdak bieden aan vijftien gezinnen en zou een dertigtal standplaatsen voor woonwagens tellen.

Dès à présent, tant du coˆté français que du coˆté belge, des voix s’élèvent contre le choix de ce lieu d’implantation.

Zowel in Frankrijk als in Belgie¨ gaan nu reeds stemmen op tegen de gekozen vestigingsplaats.

Toutefois, à ce jour les autorités locales belges n’ont pas été averties officiellement de cette initiative des autorités françaises.

Tot op heden werd de Belgische lokale overheid echter nog niet officieel van het initiatief van de Franse overheid op de hoogte gebracht.

D’autres projets ayant une incidence sur l’environnement doivent, quant à eux, faire l’objet d’une concertation entre les administrations locales des E´tats riverains.

Over andere projecten die een weerslag op de omgeving hebben, moet eerst door de lokale besturen van de aangrenzende landen worden overlegd.

Bien entendu, sans terrains « légaux » pour le séjour ou l’habitat, les « gens du voyage » sont condamnés à vivre dans l’illégalité. Ils ne peuvent être condamnés à rouler jour et nuit sur les routes !

Indien zij niet op « wettelijke » terreinen kunnen wonen of verblijven, zijn de woonwagenbewoners veroordeeld tot een leven in de illegaliteit. Zij mogen er niet toe worden gedwongen dag en nacht onderweg te zijn !

Après la déportation, l’holocauste, l’assignation à résidence et l’internement dans une trentaine de camps en France entre 1940 et 1946, les Tsiganes et « gens du voyage » de France méritent autre chose que l’errance sur les routes.

Tussen 1940 en 1946 werden de zigeuners en de woonwagenbewoners in Frankrijk het slachtoffer van de deportatie en de holocaust, kregen zij een verplichte verblijfplaats toegewezen en werden zij ten slotte in een dertigtal kampen geı¨nterneerd. Een zwerftocht langs de wegen is dan ook wel het laatste wat zij vandaag verdienen.

Néanmoins, il serait judicieux d’associer à une concertation les gestionnaires des communes frontalières concernées par cette population.

Het ware niettemin gepast overleg te plegen met de besturen van de grensgemeenten die bij de opvang van de woonwagenbewoners betrokken zijn.

Pourriez-vous communiquer les initiatives qui ont été prises par le gouvernement fédéral afin que le point de vue des autorités locales belges soit également pris en considération ?

Kan u meedelen welke initiatieven de federale regering heeft genomen opdat ook met het standpunt van de Belgische lokale overheid rekening zou worden gehouden ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10036

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 18 janvier 2005, à la question no 435 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 18 januari 2005, op de vraag nr. 435 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

` la suite de la question posée par l’honorable A membre, mon administration a pris contact avec le bourgmestre de la commune d’Estaimpuis, qui est une commune voisine de la commune française de Leers.

Naar aanleiding van de vraag van het geachte lid heeft mijn administratie contact opgenomen met de burgemeester van de gemeente Estaimpuis, een buurgemeente van de Franse gemeente Leers.

Le bourgmestre avait eu connaissance du projet par des contacts avec les habitants d’Estaimpuis et par l’intermédiaire de la presse française. Il a ensuite pris contact avec son homologue français. Ce dernier a confirmé les projets et a attiré l’attention sur l’obligation légale, qui comme le fait pertinemment remarquer l’honorable membre, tend à trouver une solution humaine pour les « gens du voyage ».

De burgemeester had vanuit de Franse pers en door contacten met de inwoners van Estaimpuis kennis gekregen van het project. Hij heeft vervolgens contact opgenomen met zijn Franse collega. Deze heeft de plannen bevestigd, en gewezen op de wettelijke verplichting, die er zoals het geachte lid terecht opmerkt naar streeft en menselijk oplossing te vinden voor de « gens du voyage ».

En ce qui concerne une concertation structurée entre les autorités belges et françaises, je souhaite attirer votre attention sur le fait que la compétence relative aux terrains destinés aux gens du voyage relève des régions respectives.

Wat betreft een gestructureerd overleg tussen de Belgische en de Franse autoriteiten wijs ik er op dat de bevoegdheid over de terreinen voor woonwagenbewoners toebehoort aan de respectieve gewesten.

DO 2004200502820

DO 2004200502820

Question no 450 de M. Guido De Padt du 6 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 450 van de heer Guido De Padt van 6 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Collisions avec du gibier. — Actions policières contre le braconnage.

Ongevallen met overstekend wild. — Politieacties tegen stroperij.

L’hiver, le braconnage du gibier est chose courante. Selon certaines sources, les braconniers tueraient plus de gibier que les chasseurs, alors que le braconnage peut également entraıˆner une augmentation de l’insécurité routière lorsque le gibier traverse les routes.

Tijdens de wintermaanden wordt regelmatig wild gestroopt. Volgens sommige bronnen zouden stropers meer wild doden dan jagers, terwijl het stropen ook aanleiding zou kunnen geven tot een verhoogde verkeersonveiligheid van overstekend wild.

1. Pouvez-vous nous communiquer pour les années 2001, 2002 et 2003 :

1. Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen :

a) le nombre de collisions avec du gibier;

a) hoeveel ongevallen er gebeurden met overstekend wild;

b) parmi ceux-ci, le nombre d’accidents qui ont occasionné des blessures, en les répartissant comme suit : morts, blessés graves, blessés légers ?

b) hoeveel er daarvan letselongevallen waren, met een opsplitsing als volgt : doden-zwaargewondenlichtgewonden ?

2. Pouvez-vous également nous dire si la police entreprend des actions spéciales pour lutter contre le braconnage, et si oui, lesquelles ?

2. Kan u tevens meedelen of er door de politie speciale acties worden ondernomen tegen stroperij, en zo ja welke ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10037

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 18 janvier 2005, à la question no 450 de M. Guido De Padt du 6 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 18 januari 2005, op de vraag nr. 450 van de heer Guido De Padt van 6 december 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.

1. D’après les renseignements recueillis auprès de l’Institut belge pour la sécurité routière il appert que les documents qui sont complétés par les services de police lors d’accidents de la circulation et destinés à l’Institut national des statistiques, ne font aucune distinction entre le gibier traversant et d’autres ` cet égard, les documents statistiques animaux. A mentionnent uniquement « animaux errants ». Il est dès lors impossible de fournir des chiffres précis concernant les accidents de roulage, impliquant ou causés par du gibier traversant.

1. Volgens inlichtingen ingewonnen bij het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid is gebleken dat de documenten die worden ingevuld door de optredende politiediensten bij verkeersongevallen, met het oog op het verzamelen van statistische gegevens ter overmaking aan het Nationaal Instituut voor statistieken, geen onderscheid maken tussen overstekend wild of andere dieren. Het statistiekendocument voorziet met betrekking hiertoe enkel in een rubriek « rondlopende dieren ». Het is dus onmogelijk juiste cijfers te verschaffen betreffende verkeersongevallen die zijn veroorzaakt door overstekend wild.

2. Le phénomène du « braconnage » n’est pas repris en tant que tel comme priorité dans le plan national de sécurité et il n’existe dès lors aucune banque de données centrale et nationale à cet égard.

2. Het fenomeen « stroperij » is als dusdanig niet opgenomen als een prioriteit in het nationaal veiligheidsplan en er bestaat bijgevolg geen gecentraliseerde gegevensbank hieromtrent op nationaal vlak.

Les zones de police locale peuvent cependant inscrire la répression de ce phénomène dans des plans d’actions locales ou le plan zonal de sécurité, pour autant qu’il s’agisse d’une priorité locale.

Het is echter wel zo dat de politiezones de bestrijding van dit fenomeen kunnen inschrijven in lokale actieplannen, voorzover het plaatselijk kan beschouwd worden als een prioriteit.

L’on peut également noter qu’à l’initiative du gouvernement wallon, une unité spéciale a été constituée pour la répression du braconnage dans la Région wallonne, où le phénomène du braconnage est plus récurrent.

Overigens kan eveneens worden aangehaald dat op initiatief van de Waalse regering een speciale eenheid werd opgericht ter bestrijding van de « stroperij » in het Waalse Gewest, waar dit fenomeen recurrenter blijkt te zijn.

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2004200502645

DO 2004200502645

Question no 143 de M. Staf Neel du 12 novembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 143 van de heer Staf Neel van 12 november 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Direction de l’armée.

Legerleiding.

Selon August Van Daele, la direction de l’armée se situe à trois niveaux :

De legerleiding situeert zich, volgens August Van Daele, op drie niveaus :

A) le niveau bilatéral partagé entre le chef de la Défense et le ministre;

A) het bilaterale niveau tussen de chef Defensie en de minister;

B) le Conseil supérieur de la Défense, qui définit la politique à suivre;

B) de Hoge Raad van Defensie, die het beleid stuurt;

C) le niveau opérationnel des composantes.


C) het operationeel niveau van de componenten. 2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10038

Or, la direction de l’armée se compose de 37 généraux dont 26 francophones et 11 néerlandophones.

Uw legertop bestaat uit 37 generaals; hiervan zouden er 26 Franstalig en 11 Nederlandstalig zijn.

Pourriez-vous fournir une vue d’ensemble de la direction actuelle de l’armée belge en mentionnant :

Kan u een overzicht geven van de huidige legerleiding met vermelding van :

1. le nom;

1. naam;

2. l’aˆge;

2. leeftijd;

3. la fonction actuelle;

3. huidige functie;

4. le groupe linguistique;

4. taalgroep;

5. l’ancienneté;

5. ancie¨nniteit;

6. la carrière militaire;

6. militaire loopbaan;

7. les missions à l’étranger;

7. buitenlandse missies;

8. le niveau (bilatéral, conseil supérieur, niveau opérationnel) ?

8. welk niveau (bilateraal, hoge raad, operationeel) ?

Réponse du ministre de la Défense du 20 janvier 2005, à la question no 143 de M. Staf Neel du 12 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 20 januari 2005, op de vraag nr. 143 van de heer Staf Neel van 12 november 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

L’organisation du département de la Défense est déterminée, pour ce qui concerne la direction, dans l’arrêté royal du 21 décembre 2001 déterminant la structure générale du ministère de la Défense et fixant les attributions de certaines autorités. Dans ce document sont reprises entre autres les attributions du chef de la Défense, du Conseil supérieur de la Défense, du comité de direction et du Commandement général.

De organisatie van het departement van Defensie wordt, wat de leiding betreft, bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten. In dat document worden onder meer de bevoegdheden van de Chef Defensie, de Hoge Raad voor Defensie, het directiecomité en het Algemeen Commando hernomen.

` la date du 1er décembre 2004 il y avait 34 officiers A généraux au sein des structures du département de la Défense. 19 d’entre eux étaient du régime linguistique néerlandais et 15 du régime linguistique français.

Op datum van 1 december 2004 waren er 34 opperofficieren binnen de structuren van het departement van Defensie. 19 van hen waren van het Nederlandse en 15 van het Franse taalstelsel.

En annexe vous trouverez une liste nominative de ces officiers généraux reprenant leur grade, aˆge, fonction actuelle, régime linguistique et date de leur dernière nomination. Etant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (services des Questions parlementaires).

In bijlage vindt u een nominatieve lijst van deze opperofficieren met hun graad, leeftijd, huidige functie, taalstelsel en datum van hun laatste benoeming. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire vragen).

Vu l’ampleur et les détails de l’information demandée par les questions 6, 7 et 8, la réponse à ces questions vous sera envoyée par courrier séparé.

Gezien de grote hoeveelheid aan informatie en de details ervan die gevraagd worden met de vragen 6, 7 en 8, zal het antwoord op deze vragen u per afzonderlijk schrijven overgemaakt worden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10039

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 159 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 159 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :





Réponse du ministre de la Défense du 21 janvier 2005, à la question no 159 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 21 januari 2005, op de vraag nr. 159 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.

1. Le cabinet du ministère de la Défense est installé rue Lambermont 6-8 à Bruxelles. Ces immeubles ont fait l’objet d’un transfert administratif de la Régie des baˆtiments au ministère de la Défense le 26 juin 2003.

1. Het kabinet van het ministerie van Landsverdediging is gevestigd in de Lambermontstraat 6-8 te Brussel. Deze gebouwen werden op datum van 26 juni 2003 administratief overgedragen van de Regie der Gebouwen aan het ministerie van Defensie.

2. Depuis cette date, 137 904,12 euros, à charge du budget de la Défense, ont été dépensés pour l’exécution de travaux d’entretien, de sécurité et de protection du travail. On n’a pas exécuté de travaux de transformation, de rénovation ou d’aménagement au cabinet.

2. Sinds die datum werd 137 904,12 euro ten laste van de begroting van Landsverdediging uitgegeven voor de uitvoering van werken voor onderhoud, arbeidsbescherming en veiligheid. Er werden geen verbouwings-, renovatie- of inrichtingswerken uitgevoerd aan het kabinet.

DO 2004200502908

DO 2004200502908

Question no 160 de M. Dirk Claes du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 160 van de heer Dirk Claes van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Ouverture d’infrastructures sportives militaires aux civils.

Openstelling van militaire sportinfrastructuur.

Il y a quatre ans, en janvier 2001, le ministre annonçait une nouvelle initiative, à savoir l’ouverture des infrastructures sportives militaires au monde sportif civil. Depuis cette annonce, les infrastructures en question étaient donc officiellement accessibles aux écoles et aux clubs sportifs qui le souhaitaient. Le ministre avait aussi annoncé dans ce cadre la création de deux commissions (une néerlandophone et une francophone) chargées d’élaborer les règles pratiques pour ces nouvelles formes de collaboration.

Vier jaar geleden, in januari 2001, kondigde de minister een nieuw initiatief aan, namelijk de openstelling van de militaire sportinfrastructuur voor de burgersportwereld. Vanaf dat ogenblik zouden deze infrastructuren officieel toegankelijk zijn voor de scholen en sportclubs die dat wensen. De minister kondigde toen tevens aan dat twee commissies (een Nederlandstalige en een Franstalige) zouden opgericht worden. Zij gingen de praktische regels voor deze nieuwe samenwerkingsvorm uitwerken.

1. De quelles infrastructures sportives l’armée belge dispose-t-elle (répartition par Région) ?

1. Over welke sportinfrastructuur beschikt ons Belgisch Leger (opgesplitst per landsdeel) ?

2. a) Certaines infrastructures n’ont-elles pas été mises à la disposition des civiles ?

2. a) Is er bepaalde infrastructuur die om enige reden niet beschikbaar wordt gesteld ?


2004

2005


1269

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10040

b) Dans l’affirmative, lesquelles et pour quelles raisons ?

b) Zo ja, welke en om welke reden ?

3. a) Des règles pratiques ont-elles déjà été convenues concernant une possible collaboration entre l’armée et les clubs sportifs ou les écoles ?

3. a) Zijn er reeds praktische regels afgesproken omtrent de mogelijke samenwerking tussen leger en de sportclubs of scholen ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Zo ja, welke ?

4. a) Des écoles et/ou des clubs sportifs utilisent-ils déjà à l’heure actuelle les infrastructures sportives militaires ?

4. a) Maken er nu reeds scholen en/of sportclubs gebruik van de militaire sportinfrastuctuur ?

b) Dans l’affirmative, quel est leur nombre (de préférence ventilé par Région), de quelles écoles et/ou clubs sportifs s’agit-il et quelles sont les conditions financières et autres (location, garantie, indemnités, chauffage, etc.) ?

b) Zo ja, in welke aantallen (graag opgesplitst per landsdeel), welke scholen en/of sportclubs en tegen welke financie¨le en andere voorwaarden (onder andere huur, waarborg, onkostenvergoeding, verwarming, enzovoort) ?

5. a) Chaque école et/ou club sportif peut-il introduire une demande en vue de l’utilisation de ces infrastructures ?

5. a) Kan elke school en/of sportclub een aanvraag doen om gebruik te maken van de infrastructuur ?

b) Certaines conditions doivent-elles être remplies (reconnaissance par l’E´tat, membre d’une fédération nationale, etc.) ?

b) Worden zij aan enige voorwaarden (naar erkenning van overheidswege, lidmaatschap van een nationale federatie, enzovoort) onderworpen ?

Réponse du ministre de la Défense du 20 janvier 2005, à la question no 160 de M. Dirk Claes du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 20 januari 2005, op de vraag nr. 160 van de heer Dirk Claes van 17 december 2004 (N.) :

1. La liste des infrastructures militaires sportives est publiée sur le site www.mil.be (rubrique Infrasport).

1. De lijst van de militaire sportinfrastructuur is gepubliceerd op de website www.mil.be (rubriek Sportinfra).

2. L’ensemble de l’infrastructure sportive peut être mise à disposition d’écoles ou clubs sportifs.

2. Het geheel van de sportinfrastructuur kan ter beschikking worden gesteld van scholen en sportclubs.

3. a) Une collaboration existe avec les communes où l’infrastructure militaire sportive est ouverte au profit de clubs sportifs et d’écoles.

3. a) Er is een samenwerking met de gemeenten waar militaire sportinfrastructuur open gesteld wordt voor sportclubs of scholen.

b) Cette collaboration prend la forme d’une convention passée entre la Défense et l’administration communale, dans laquelle sont fixées les conditions d’utilisation de l’infrastructure militaire par les clubs et les écoles, après délivrance d’une concession domaniale par mon département.

b) Deze samenwerking gebeurt onder de vorm van een conventie tussen Defensie en het gemeentebestuur waarin de voorwaarden vastgelegd worden waaronder de clubs en de scholen, na aflevering van een domeinconcessie door mijn departement, de militaire infrastructuur kunnen gebruiken.

4. a) Il y a déjà des écoles et des clubs sportifs qui utilisent l’infrastructure militaire sportive.

4. a) Er maken reeds scholen en sportclubs gebruik van de militaire sportinfrastructuur.

b) Il s’agit de 34 concessions en Flandre, 30 en Wallonie et 6 à Bruxelles, accordées aux concessionnaires suivants :

b) Het gaat om 34 concessies in Vlaanderen, 30 in Wallonie¨ en 6 te Brussel, aan de volgende concessionarissen :

— en Flandre : •

— in Vlaanderen :

à Tielen : KAV-Tielen, VOBAKO, Gezinsbond;


2004

•

2005

te Tielen : KAV-Tielen, VOBAKO, Gezinsbond;


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10041

•

à Saint-Trond : VV Brustem, VV Gelmen;

•

te Sint-Truiden : VV Brustem, VV Gelmen;

•

à Kleine-Brogel : SV Breugel, Basketclub 1300;

•

te Kleine-Brogel : SV Breugel, Basketclub 1300;

•

à Bruges : VV Jong Male, St-Andreaslyceum;

•

te Brugge : VV Jong Male, St-Andreaslyceum;

•

à Damme : Badminton Damme, VZW De Berkjes;

•

te Damme : Badminton Damme, VZW De Berkjes;

•

à Zwijndrecht : FC SOCIO;

•

te Zwijndrecht : FC SOCIO;

•

à Gand : BBC Gentson, Arteveldehogeschool, KAAG Atletiek, VC Kuros Zulte, Korfbalclub Floriant, De Pluimplukkers, Middenschool 2, Provinciale Badmintonraad, VDK Gent Dames;

•

te Gent : BBC Gentson, Arteveldehogeschool, KAAG Atletiek, VC Kuros Zulte, Korfbalclub Floriant, De Pluimplukkers, Middenschool 2, Provinciale Badmintonraad, VDK Gent Dames;

•

à Zedelgem : BVLO Sportiek, Tennisclub Zedelgem;

•

te Zedelgem : BVLO Sportiek, Tennisclub Zedelgem;

•

à Ostende : Hermes Heren Volley, Hermes Atletiekclub, Koninklijke Roei- en Nautische Sport, Hoger Op, Ostend Trampolining Team, ROSC, Onze-Lieve-Vrouw College;

•

te Oostende : Hermes Heren Volley, Hermes Atletiekclub, Koninklijke Roei- en Nautische Sport, Hoger Op, Ostend Trampolining Team, ROSC, Onze-Lieve-Vrouw College;

•

à Sint-Niklaas : KTA-Zwijndrecht, FC Red Star Haasdonk;

•

te Sint-Niklaas : KTA-Zwijndrecht, FC Red Star Haasdonk;

•

à Diest : Real De Modern;

•

te Diest : Real De Modern;

•

à Duisburg : Heilig Hartcollege Tervuren;

•

te Duisburg : Heilig Hartcollege Tervuren;

— en Wallonie :

— in Wallonie¨ :

•

à Beauvechain : Tae Kwon Do Wolf;

•

te Bevekom : Tae Kwon Do Wolf;

•

à Marche-Les-Dames : Royal Hockey Club;

•

te Marche-Les-Dames : Royal Hockey Club;

•

à Marche-en-Famenne : IMADS, Ligue Francophone Belge de Badminton, Volley Club Marche;

•

te Marche-en-Famenne : IMADS, Ligue Francophone Belge de Badminton, Volley Club Marche;

•

à Tournai : Karate Club, Tournai Phoenix, OSMOSE, Ecole Communale Primaire Mixte de Dinant-Anseremme, Bushido;

•

te Doornik : Karate Club, Tournai Phoenix, OSMOSE, Ecole Communale Primaire Mixte de Dinant-Anseremme, Bushido;

•

à Florennes : Le Volant Bergeot;

•

te Florennes : Le Volant Bergeot;

•

à Jambes : Les Marsouins, Dexia Namur, Cercle d’Escrime de Namur, FC Naninne, BC Loyers, Angels;

•

te Jambes : Les Marsouins, Dexia Namur, Cercle d’Escrime de Namur, FC Naninne, BC Loyers, Angels;

•

à Flawinne : BC Belgrade;

•

te Flawinne : BC Belgrade;

•

à Amay : Femin’ama volley Club Amay, US Ampsinoise, Centre Penitentiaire Ecole Marneffe;

•

te Amay : Femin’ama volley Club Amay, US Ampsinoise, Centre Penitentiaire Ecole Marneffe;

•

à Ans : JS Molise Liège, Royal Ans Basket Club;

•

te Ans : JS Molise Liège, Royal Ans Basket Club;

•

à Bastogne : Inds’e Volley Club Bastogne;

•

te Bastenaken : Bastogne;


2004

2005

Inds’e

Volley

Club


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10042

•

à Elsenborn : RFC Turkania;

•

te Elsenborn : RFC Turkania;

•

à Stockem : Club Subokan Arlon, Club de Football Jeunesse Autelbas, Tennis Club de Walzing;

•

te Stockem : Club Subokan Arlon, Club de Football Jeunesse Autelbas, Tennis Club de Walzing;

•

à Bierset : FC Pansy, FC Loncin;

•

te Bierset : FC Pansy, FC Loncin;

— à Bruxelles :

— in Brussel :

•

à Evere : FC La Lorraine, FC New Red, VK Chicago Nekkerspoel, AS Etoile de Bruxelles-Capitale, ASBL Evolution Tennis;

•

te Evere : FC La Lorraine, FC New Red, VK Chicago Nekkerspoel, AS Etoile de Bruxelles-Capitale, ASBL Evolution Tennis;

•

à Laeken : IND Cosmos Laeken.

•

te Laken : IND Cosmos Laken.

Les conditions principales de l’autorisation sont :

De bijzonderste voorwaarden van de toelating zijn :

— l’utilisation ne peut se faire que dans le cadre de cours et d’entraıˆnements; les compétitions et les championnats ne sont pas autorisés;

— het gebruik kan enkel in het kader van lessen en trainingen; competities en kampioenschappen zijn niet toegelaten;

— aucune redevance en faveur du Trésor n’est réclamée;

— er wordt geen cijns ten bate van de Schatkist aangerekend;

— les tarifs pour les frais de consommations sont les suivants : pour une salle sans chauffage 0,60 euro par heure et avec chauffage 1,80 euro par heure, pour un terrain sans éclairage 0,60 euro par heure et avec éclairage 1,20 euro par heure, chaque fois à augmenter de 0,25 euro par participant pour l’utilisation des douches; l’administration communale peut supporter ces frais à la place du club ou de l’école;

— de tarieven voor de verbruikskosten zijn de volgende : voor een sportzaal zonder verwarming 0,60 euro per uur en met verwarming 1,80 euro per uur, voor een terrein zonder verlichting 0,60 euro per uur en met verlichting 1,20 euro per uur, telkens te vermeerderen met 0,25 euro per deelnemer voor het gebruik van de stortbaden; het gemeentebestuur kan deze kosten dragen in plaats van de club of school;

— une assurance incendie et dégaˆts des eaux et une assurance responsabilité civile et accidents doivent être contractées.

— er moet een verzekering brand en waterschade en een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en ongevallen worden afgesloten.

5. a) Chaque école ou club sportif peut faire une demande.

5. a) Elke school en sportclub kan een aanvraag doen.

b) Les clubs sportifs doivent être reconnus par leurs fédérations.

b) De sportclubs moeten erkend zijn door hun federatie.

DO 2004200502919

DO 2004200502919

Question no 161 de Mme Ingrid Meeus du 17 décembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 161 van mevrouw Ingrid Meeus van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Pelouses d’honneur militaires. — administrations communales. — Indemnités d’entretien.

Militaire ereperken. — Gemeentebesturen. — Onderhoudsvergoedingen.

Le service des Sépultures militaires de votre département verse une indemnité d’entretien des pelouses d’honneur militaires aux administrations communales ayant un cimetière avec une pelouse d’honneur sur leur territoire.

Voor het onderhoud van militaire ereperken ontvangen de gemeentebesturen op wiens grondgebied zich een begraafplaats met een dergelijk ereperk bevindt een onderhoudsvergoeding van de Dienst oorlogsgraven van uw departement.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10043

1. a) En fonction de quels critères l’entretien d’une pelouse d’honneur militaire peut-il donner lieu à l’octroi d’une indemnité ?

1. a) Welke criteria gelden er opdat een militair ereperk voor een onderhoudsvergoeding in aanmerking komt ?

b) S’agit-il en l’occurrence de pelouses d’honneur ou` reposent exclusivement des militaires tombés au champ d’honneur, ou les pelouses d’honneur ou` sont enterrés des anciens combattants, des résistants et des prisonniers de guerre entrent-elles également en ligne de compte ?

b) Gaat het hier om ereperken waar uitsluitend gesneuvelde militairen begraven liggen of komen de ereperken waar oud-strijders, weerstanders en krijgsgevangenen rusten eveneens in aanmerking ?

c) Quelles sont les communes qui bénéficient d’une indemnité d’entretien pour les pelouses d’honneur militaires ?

c) Aan welke gemeentebesturen wordt een vergoeding voor onderhoud van militaire ereperken uitgekeerd ?

d) Quel est le montant de l’indemnité versée à chacune de ces communes en 2003 et en 2004 ?

d) Welke vergoeding ontving respectievelijk elke gemeente in 2003 en 2004 ?

2. Quel montant votre département prévoit-il annuellement au budget pour le paiement de ces indemnités d’entretien ?

2. Hoeveel voorziet uw departement jaarlijks in de begroting om deze onderhoudsvergoedingen uit te keren ?

Réponse du ministre de la Défense du 21 janvier 2005, à la question no 161 de Mme Ingrid Meeus du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 21 januari 2005, op de vraag nr. 161 van mevrouw Ingrid Meeus van 17 december 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de trouver ci-après réponse à ses questions.

Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. a) et b) Le champ d’honneur doit recenst des militaires tombés au champ d’honneu des résistants ou des prisonniers de guen pour lesquels le transfert des corps vei des lieux de sépultures spéciaux (militaire) n’a pas été jugé opportun et pour lesque les corps n’ont pas été remis à la famille.

1. a) en b) Het ereperk moet bestaan uit gesneuvelde militairen, weerstanders of krijgsgevangenen waarvan de overbrenging naar speciale (militaire) begraafplaatsen niet noodzakelijk werd geacht en die niet werden overgedragen aan de familie.

c) et d) La liste des communes et montant des indemnités versées en 20C est reprise en annexe. Les indemnités poi 2003 ont été allouées par le S.P.F. Intériei auprès duquel vous pouvez obtenir les renseignements nécessaires.

c) en d) De lijst van de gemeenten en de ontvangen vergoeding voor 2004 vindt u in bijlage. De vergoedingen voor 2003 werden uitgekeerd door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken alwaar u de nodige gegevens kan opvragen.

2. Mon département prévoit annuellement un budget de 620 000 euros. Ce montant est employé pour faire l’entretien des sépultures militaires, les champs d’honneur, les tombes Commonwealth War Graves Commission situées dans les cimetières communaux et les tombes des militaires belges en France. Le restant du montant est utilisé pour des travaux de restauration.

2. Mijn departement voorziet jaarlijks een budget van 620 000 euro. Dit bedrag wordt besteed aan het onderhoud van de militaire begraafplaatsen, de militaire ereperken, de Commonwealth War Graves Commission-graven gelegen op gemeentelijke begraafplaatsen en de graven van gesneuvelde Belgische militairen in Frankrijk. De rest van het bedrag wordt besteed aan herstellingswerken.

Vergoedingen voor onderhoud militaire ereperken

Vergoedingen voor onderhoud militaire ereperken

Série — Reeks 1 2

Commune — Gemeente

Nombre de sépultures — Aantal graven

Indemnité annuelle (en euros) — Jaarlijkse vergoeding (in euro)

309 538

3 766,71 6 558,22

Mechelen Antwerpen


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10044

Série — Reeks 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53




4 73 4 4 53 257 14 19 2 1 67 2 147 94 17 4 1 1 1 1 28 329 1 28 1 1 24 3 1 13 5 7 17 2 17 1 5 30 11 31 92 90 22 39 5 17 144 18 10 1 34

48,76 889,87 48,76 48,76 646,07 3 132,83 170,66 231,61 24,38 12,19 816,73 24,38 1 791,93 1 145,86 207,23 48,76 12,19 12,19 12,19 12,19 341,32 4 010,51 12,19 341,32 12,19 12,19 292,56 36,57 12,19 158,47 60,95 85,33 207,23 24,38 207,23 12,19 60,95 365,70 134,09 377,89 1 121,48 1 097,10 268,18 475,41 60,95 207,23 1 755,36 219,42 121,90 12,19 414,46

Bilzen Genk Heusden-Zolder Houthalen-Helchteren Lanaken Lommel Arlon Aubange Bouillon Anhée Namur Rochefort Ixelles Brussel Woluwe St Pierre Nivelles Rebecq Tubize Waterloo Ans Butgenbach Liège Boussu Charleroi Estinnes Hensies Jurbise Morlanwelz Lessines Harelbeke Izegem Koksijde Kortrijk Menen Meulebeke Nieuwpoort Roeselare Tielt Torhout Wingene Aarschot Boortmeerbeek Grimbergen Halle Holsbeek Landen Leuven Linter Meise Merchtem Tienen


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 Série — Reeks 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67

10045




Aalter Deinze Dendermonde Evergem Gent Knesselare Maldegem Nevele Oudenaarde Ronse St-Lievens-Houtem St-Niklaas Zelzate Zomergem

70 24 136 13 160 5 102 24 5 4 1 4 6 142

853,30 292,56 1 657,84 158,47 1 950,40 60,95 1 243,38 292,56 60,95 48,76 12,19 48,76 73,14 1 730,98

Total. — Totaal............................

142

1 730,98

DO 2004200502963

DO 2004200502963

Question no 162 de Mme Ingrid Meeus du 22 décembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 162 van mevrouw Ingrid Meeus van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications.

Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.

Le système de publication et de diffusion des marchés publics JEPP (Joint Electronic Public Procurement) est une procédure électronique ayant pour objet la communication électronique des annonces d’adjudications publiques aux organismes de publication officiels (Journal officiel des Communautés européennes et Bulletin des Adjudications). Ces annonces, ainsi que les cahiers des charges, sont disponibles sur internet. Les entreprises peuvent s’inscrire à ce service de telle sorte que le système JEPP leur transmette automatiquement, par courriel, les nouvelles offres publiées qui correspondent aux critères qu’elles ont sélectionnés.

JEPP (Joint Electronic Public Procurement) is een elektronische procedure voor overheidsopdrachten die tot doel heeft de aankondigingsberichten van openbare aanbestedingen elektronisch mee te delen aan de officie¨le publicatieorganismen (het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en het Belgisch Bulletin der Aanbestedingen). Deze wordt, evenals de bestekken, ter beschikking gesteld op het web. De ondernemingen kunnen zich op dit systeem registreren zodanig dat het systeem JEPP hen automatisch via e-mail op de hoogte brengt van de nieuwe opportuniteiten die gepubliceerd worden en die overeenkomen met de criteria die door hen gekozen worden.

Ce système présente l’avantage supplémentaire, pour les entreprises, d’être informées des nouvelles opportunités une semaine plus toˆt en général que par le biais des canaux officiels.

Een extra voordeel voor de ondernemingen is dat zij via de online aankondigingsberichten doorgaans één week sneller op de hoogte zijn van de nieuwe opportuniteiten dan via de officie¨le kanalen.

Seule la première phase du système JEPP, à savoir les annonces officielles d’adjudications publiques (JEPP I), est opérationnelle pour l’instant. Les entreprises transmettent leur profil et sont automatiquement averties lorsqu’un appel d’offres est publié dans leur branche. Le système JEPP I fonctionne actuellement en tant que projet-pilote aux départements de la Défense et des Finances.

Op dit ogenblik is enkel de eerste fase van JEPP operationeel : de officie¨le aankondigingen van overheidsopdrachten (JEPP I). Ondernemingen laten hun profiel achter en worden automatisch verwittigd bij publicatie van een offerte aanvraag uit hun domein. JEPP I loopt momenteel als pilootproject bij de departementen van Defensie en Financie¨n.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10046

L’objectif était de promouvoir JEPP I auprès de tous les départements d’ici à la fin de 2004. La phase II du système JEPP, à savoir la possibilité de compléter les offres de manière électronique, devait également être lancée fin 2004.

De bedoeling was om tegen eind 2004 JEPP I bij alle departementen te promoten. Tevens zou tegen eind 2004 van start gegaan worden met JEPP fase II, namelijk het elektronisch invullen van de offertes.

1. a) Comment le projet-pilote JEPP I se déroule-t-il ?

1. a) Hoe verloopt het piloot-project JEPP I ?

b) Combien d’entreprises se sont-elles inscrites à ce jour ?

b) Hoeveel ondernemingen hebben zich in dit systeem tot op heden geregistreerd ?

c) Combien d’offres publiques ont-elles été annoncées par le biais de ce système en 2004 ?

c) Hoeveel aanbestedingen werden er in 2004 via dit systeem aangekondigd ?

2. La suite de JEPP I sera-t-elle également mise en œuvre en tant que projet-pilote par la Défense et quand le sera-t-elle ?

2. Wordt het vervolg van JEPP I eveneens als piloot-project door Defensie uitgevoerd en wanneer ?

3. Une évaluation du système JEPP I a-t-elle déjà été menée et quelles en sont les conclusions ?

3. Gebeurde er reeds een evaluatie van het systeem JEPP I en wat zijn de besluiten terzake ?

4. Quand ce système sera-t-il mis en œuvre dans les autres départements ?

4. Wanneer wordt dit systeem bij de andere departementen geı¨mplementeerd ?

Réponse du ministre de la Défense du 20 janvier 2005, à la question no 162 de Mme Ingrid Meeus du 22 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 20 januari 2005, op de vraag nr. 162 van mevrouw Ingrid Meeus van 22 december 2004 (N.) :

1. a) La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique.

1. a) Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken.

b) Fin 2004, 1 200 personnes et/ou firmes, organismes de 29 pays différents sont inscrites. La distinction entre firmes sont inscrites. La distinction entre firmes et individus n’est pas relevante car, dans certains cas, pour des raisons d’anonymat liées à la concurrence, certaines firmes s’enregistrent avec un nom de personne privée.

b) Eind 2004, waren 1 200 personen en/of ondernemingen, instellingen ingeschreven van 29 verschillende landen. Het onderscheid tussen personen en ondernemingen is niet relevant. Inderdaad, de voorkeur van sommigen is, voor concurrentiele redenen, naamloos te blijven en dus zijn sommige ondernemingen ingeschreven via een privépersoon.

c) Pour l’année, 2004, 734 marchés ont été publiés (avis de publication et mise à disposition du cahier spécial des charges) pour la Défense et 86 pour d’autres départements (FEDICT, Régie des Baˆtiments, SPF P&O, SPF Finances, SPF Ećonomie) soit un total de 820 marchés.

c) In 2004, werden 820 opdrachten aangekondigd op JEPPI (aankondiging en ter beschikking stellen van het bestek) waarvan 734 voor Defensie en 86 voor andere departementen (FEDICT, Regie der gebouwen, FOD P&O, FOD Financie¨n, FOD Economie).

2. La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique. (Question no 107 du 21 janvieri 2005.)

2. Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 107 van 21 januari 2005.)

3. La réponse sera fournie par le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat. (Question no 46 du 21 janvier 2005.)

3. Het antwoord zal verschaft worden door de Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat. (Vraag nr. 46 van 21 januari 2005.)

4. La réponse sera fournie par le ministre de la Fonction publique.

4. Het antwoord zal verschaft worden door de minister van Ambtenarenzaken.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10047



Ećonomie

Economie

DO 2004200502848

DO 2004200502848

Question no 185 de M. Koen T’Sijen du 8 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 185 van de heer Koen T’Sijen van 8 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Secteur de la construction. — Entreprises d’Europe centrale et orientale.

Bouwsector. — Centraal- en Oost-Europese bedrijven.

Il ressort d’un sondage réalisé par la confédération flamande de la construction auprès des entreprises de ce secteur que plus de 10 % des entreprises interrogées ont moins de travail à la suite de l’élargissement de l’Union européenne. En effet, 30 % des entreprises ont duˆ baisser leurs prix de sorte que leurs marges bénéficiaires sont encore plus basses qu’auparavant. Dans 3 % des cas, la concurrence d’Europe centrale a déjà contraint ces entreprises à licencier du personnel.

Uit een enquête van de Vlaamse Confederatie Bouw bij bedrijven uit de bouwsector blijkt dat meer dan 10 % van de bevraagde bedrijven ten gevolge van de uitbreiding van de Europese Unie minder werk heeft. 30 % van de bedrijven heeft hierdoor de prijzen moeten verlagen en werkt tegen nog lagere marges dan voorheen. In 3 % van de gevallen heeft de concurrentie vanuit Centraal-Europa reeds geleid tot ontslagen.

1. Combien d’entreprises d’Europe centrale et orientale sont déjà actives actuellement dans le secteur flamand de la construction ?

1. Hoeveel Centraal- en Oost-Europese bedrijven zijn er momenteel in de Vlaamse bouwsector reeds actief ?

2. A-t-on déjà réalisé des projections des effets que la directive Bolkestein pourrait avoir sur le secteur de la construction ?

2. Zijn er projecties gemaakt van de effecten die de Bolkestein-richtlijn zou kunnen hebben op de bouwsector ?

3. Envisagez-vous de prendre des mesures afin de faire en sorte qu’il n’y ait pas de dumping social dans le secteur de la construction ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 185 de M. Koen T’Sijen du 8 décembre 2004 (N.) :

3. Overweegt u maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat er geen sociale dumping ontstaat in de bouwsector ?

En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.

In antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag, zou ik hem het volgende willen meedelen.

1. En octobre 2004, la Confédération flamande de la Construction (VCB) a procédé à l’analyse de la concurrence exercée par les travailleurs, indépendants et entreprises de construction venant d’Europe centrale et orientale sur le marché flamand de la construction. Vous connaissez les résultats de cette enquête. Il est difficile de déterminer le nombre précis de ces entreprises qui sont actuellement actives dans le secteur flamand de la construction, étant donné que l’enregis-

1. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) heeft inderdaad in oktober 2004 een onderzoek gevoerd naar de concurrentie door Centraal- en Oost-Europese arbeiders, zelfstandigen en bouwbedrijven op de Vlaamse bouwmarkt. De resultaten van deze enquête zijn u bekend. Hoeveel van deze bedrijven er momenteel precies in de Vlaamse bouwsector reeds actief zijn, is, gezien er geen registratie verplicht is, moeilijk te achterhalen. Er bestaan immers geen directe statistie-


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 185 van de heer Koen T’Sijen van 8 december 2004 (N.) :

2005


1270

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10048

trement de ces entreprises n’est pas obligatoire. Dès lors, aucune statistique directe n’existe pour estimer l’activité des firmes étrangères en Belgique.

ken die de activiteit van niet-Belgische ondernemingen in Belgie¨ meten.

L’hypothèse selon laquelle l’ouverture du marché (depuis mai 2004) aux entreprises des nouveaux E´tats membres de l’Union européenne aura un effet tangible sur le secteur de la construction peut être déduite d’une comparaison entre les commandes nouvelles dans l’industrie et la construction. Depuis le début de 2000, les deux valeurs connaissent une évolution plus ou moins parallèle et suivent la tendance conjoncturelle générale, à savoir que l’industrie réagit un peu plus vite à un climat conjoncturel changeant. Depuis le printemps 2004, l’évolution est clairement divergente : le volume des commandes augmente dans l’industrie et ` diminue de façon significative dans la construction. A l’heure actuelle, l’écart entre ces deux tendances se chiffre à plus de 10 %.

De hypothese dat de openstelling van de markt (sinds mei 2004) voor bedrijven uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie een merkbaar effect heeft op de activiteit in de bouwsector wordt getoetst aan een vergelijking tussen de bestellingen (nieuwe orders) in de industrie en de bouwnijverheid. Sinds begin 2000 volgen beide een min of meer synchroon verloop, zij volgen de algemene conjuncturele trend waarbij de industrie iets sneller reageert op een veranderend conjunctureel klimaat. Sinds het voorjaar van 2004 is het verloop duidelijk divergent : het volume aan bestellingen kent een groei in de industrie en een merkbare afname in de bouwsector. De kloof tussen beide trendlijnen bedraagt momenteel meer dan 10 %.

La moyenne à long terme des séries chronologiques (janvier 2000 — avril 2004) pour l’industrie et la construction est quasiment identique :

Het lange-termijngemiddelde van de tijdreeksen (januari 2000 — april 2004) voor industrie en bouw is nagenoeg gelijk :

— Industrie : 91,3 (2000=100, chiffres corrigés des variations saisonnières);

— Industrie : 91,3 (2000 = 100, seizoengezuiverde cijfers);

— Construction : 92,3 (2000=100, chiffres corrigés des variations saisonnières).

— Bouw : 92,3 (2000=100, seizoengezuiverde cijfers).

La moyenne des 6 derniers mois diffère de manière considérable :

Het gemiddelde voor de voorbije 6 maanden is aanzienlijk verschillend :

— Industrie : 96,6 (2000=100, chiffres corrigés des variations saisonnières);

— Industrie : cijfers);

— Construction : 85,7 (2000 = 100, chiffres corrigés des variations saisonnières).

— Bouw : 85,7 (2000=100, seizoengezuiverde cijfers).

La différence de niveau entre les deux est de 11,3 %.

96,6

(2000=100,

seizoengezuiverde

Het niveauverschil tussen beide bedraagt 11,3 %.

Le secteur belge de la construction ne suit donc plus la tendance conjoncturelle et les firmes étrangères ont accru leur part de marché.

Dit is een indicatie dat de Belgische bouwsector niet langer de conjuncturele trend volgt en buitenlandse bedrijven een groter marktaandeel hebben ingenomen.

On estime que les entreprises belges ont perdu environ 10 à 12 % de leur part de marché.

Het verlies aan marktaandeel van Belgische ondernemingen wordt geschat in de grootteorde van 10 à 12 %.

Cette explication n’est évidemment qu’une des explications possibles et doit être examinée plus avant.

Uiteraard is dit slechts een mogelijke verklaring die verder onderzocht dient te worden.

2. Comme la proposition de directive sur les services dans le marché intérieur est de portée horizontale, en dehors de l’enquête VCB d’octobre, il n’y a aucune étude menée à ma connaissance, sur l’impact sur le secteur de la construction.

2. Aangezien het voorstel tot richtlijn over de diensten in de interne markt een horizontale draagwijdte heeft, is er, voor zover ik weet, enkel de enquête van de VCB van oktober over de impact ervan op het bijzondere gebied van de bouw.

Partant de la complexité des effets potentiels tant positifs que négatifs de cette libéralisation, une étude générale vient d’être lancée aux fins d’évaluation de la proposition de directive sous l’angle du droit économique, de son impact socio-économique et de ses effets sociaux.

Uitgaande van het ingewikkeld karakter van de potentie¨le effecten, zowel in positieve als in negatieve zin, van deze liberalisering, werd zopas een algemene studie op touw gezet om het voorstel van richtlijn te evalueren uit het oogpunt van het economisch recht, haar sociaal-economische impact en haar sociale effecten.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10049

3. La Directive Bolkestein ne change rien au principe selon lequel une entreprise envoyant des travailleurs dans un autre E´tat membre doit aussi respecter la législation sociale de ce pays, y compris les salaires minimaux.

3. De Bolkestein-richtlijn verandert niets aan de regel dat een bedrijf dat werknemers naar een andere lidstaat stuurt ook de sociale wetgeving van dat land — met inbegrip van minimumlonen — moet naleven.

L’article 14, § 1er, de la proposition stipule expressément que l’E´tat membre dans lequel sont envoyés temporairement des travailleurs reste compétent pour vérifier, par des inspections et des enquêtes, si sa propre législation est bien respectée. En outre, il est expressément mentionné que cet E´tat membre peut prendre des mesures à l’encontre d’employeurs contrevenant à cette législation. L’article 24, § 2, prévoit que les E´tats membres doivent coopérer, notamment par l’échange d’informations. Cette méthode semble la plus efficace pour lutter contre les pratiques de dumping social. Par cette obligation de coopération consignée dans la directive, les pays peuvent ainsi se rappeler mutuellement leurs obligations en la matière ou la Commission européenne peut mettre en demeure un E´tat membre.

Artikel 14, § 1, van het voorstel stelt uitdrukkelijk dat de lidstaat waarnaar werknemers tijdelijk worden uitgestuurd bevoegd blijft om door verificaties, inspecties en onderzoeken na te gaan of de eigen wetgeving wel wordt nageleefd. Bovendien wordt eveneens uitdrukkelijk vernield dat deze lidstaat maatregelen mag nemen tegen werkgevers die zich hier niet aan houden.

DO 2004200502853

DO 2004200502853

Question no 187 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 187 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :









4. Au cas ou` des demandes auraient déjà été refusées, de combien de cas s’agit-il et quelles étaient les raisons motivant ces réponses négatives ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 janvier 2005, à la question no 187 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :


En réponse aux questions mentionnées sous rubrique, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

Ik heb de eer het geachte lid op zijn bovengenoemde vragen het volgende mee te delen.

1. Oui.


Artikel 24, § 2, schrijft voor dat de lidstaten moeten samenwerken, onder meer door informatie uit te wisselen. Deze methode lijkt de enige efficie¨nte methode te zijn om praktijken van sociale dumping tegen te gaan. Juist door een verplichting tot samenwerking in de richtlijn in te schrijven kunnen landen elkaar hierop aanspreken of kan de Europese Commissie een lidstaat hiervoor in gebreke stellen.

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 januari 2005, op de vraag nr. 187 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :

1. Ja. 2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10050

2. Au cours des deux dernières années, nous avons reçu 26 demandes émanant du personnel du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie. 3. Nombre d’agents du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie exerçant une seconde profession : 66.

2. De jongste twee jaar hebben wij 26 aanvragen gekregen van de personeelsleden van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.

4. L’ancien ministère des Affaires économiques disposait d’un règlement interne qui avait été approuvé par le ministre des Affaires économiques de l’époque, M. Willy Claes. Sur la base de ce réglement, 4 demandes ont été refusées. Ce document fait actuellement l’objet d’une révision.

4. Bij het vroegere ministerie van Economische Zaken bestond een intern reglement goedgekeurd door de toenmalige minister van Economische Zaken Willy Claes. Op basis van dit reglement werden 4 aanvragen geweigerd. Momenteel wordt dit reglement herzien.

DO 2004200502899

DO 2004200502899

Question no 191 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 191 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard.

Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.

Au cours de la période 1997-1999, les pouvoirs publics flamands sont parvenus à réduire considérablement le montant des intérêts de retard à payer par les différents départements et services à gestion séparée. Dans cet intervalle, ces intérêts ont diminué de 4,8 à 1,4 millions d’euros, pour se stabiliser, en 2000 et 2001, aux alentours de 1,8 à 1,9 millions d’euros. En 2002, l’on a assisté à une rupture de tendance et les intérêts de retard se sont montés à 4,8 millions d’euros, essentiellement à cause d’un dossier non cloˆturé au département des Travaux publics et à la suite de l’introduction d’un nouveau système comptable. En 2003, on a pu réduire considérablement ce montant, notamment graˆce à la modification de la réglementation relative aux intérêts de retards dans le cadre des marchés publics. Cela a permis de limiter le montant des intérêts payés à 2,5 millions d’euros. En 2004, les intérêts de retard risquent de remonter d’environ 17 %. Les pouvoirs publics fédéraux devraient également faire le nécessaire pour éviter des dépenses superflues. En effet, le paiement d’intérêts de retard se fait au détriment des moyens budgétaires destinés à la poursuite des objectifs politiques.

De Vlaamse overheid slaagde er in de periode 19971999 in om een neerwaartse trend te realiseren inzake de verwijlintresten bij de verschillende departementen en diensten met afzonderlijk beheer. In die periode daalden de betaalde verwijlintresten van 4,8 miljoen euro tot 1,4 miljoen euro. In 2000 en 2001 stabiliseerden de betaalde verwijlintresten rond een bedrag van 1,8 à 1,9 miljoen euro. In 2002 was er evenwel een trendbreuk en bedroegen de betaalde verwijlintresten 4,8 miljoen euro, voornamelijk door een aanslepend dossier bij Openbare Werken en de overschakeling naar een nieuw boekhoudsysteem. In 2003 kon men het hoge niveau van 2002 fors doen dalen, mede door de gewijzigde reglementering inzake de verwijlintresten bij overheidsopdrachten, en een daling realiseren tot 2,5 miljoen euro. In 2004 dreigt evenwel opnieuw een stijging met zo’n 17 %. Ook de federale overheid dient dergelijke onnodige uitgaven te vermijden. Het betalen van verwijlintresten betekent immers dat budgettaire middelen worden afgewend van de beleidsdoelstellingen.

1. Pourriez-vous me fournir un aperçu des intérêts de retard payés par les administrations et les autres institutions sous votre tutelle en 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?

1. Kan u een overzicht geven van de verwijlintresten die in 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 werden uitbetaald bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?

2. Qu’est-ce qui a conduit au paiement d’intérêts de retard ?

2. Wat zijn de oorzaken die hebben geleid tot het betalen van verwijlintresten ?

3. Le deuxième alinéa de la disposition légale 1-0107 du budget des dépenses 2004 stipule que les minis-

3. Het tweede lid van wetsbepaling 1-01-07 van de uitgavenbegroting 2004 bepaalt dat de ordonnance-


2004

3. Aantal personeelsleden van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie die een bijberoep uitoefenen : 66.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10051

tres ordonnateurs ou leurs délégués communiquent tous les trois mois à la Chambre des représentants et à la Cour des comptes une liste des dépenses qui, n’ayant pas été effectuées en 2003 à la suite de l’annulation des crédits y afférents, sont imputées au budget de 2004. Cette disposition légale figure également au budget général des dépenses 2005.

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 191 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) : 1. Les montants suivants ont été liquidés au titre de paiement d’intérêts de retard à charge du budget 32 (Ećonomie) : 2000 : 1 171,50 euros; 2001 : 2 222,35 euros; 2002 : 7 628,66 euros; 2003 : 30 145,52 euros; 2004 : 30 082,16 euros. 2. Parmi les causes qui ont conduit au paiement d’intérêts de retard, nous pouvons distinguer trois éléments principaux : — divers petits retards dans la circulation des documents de paiement entre les différentes administrations de notre SPF; — le paiement hors délais de factures de montants très élevés dans le cadre de la période de démarrage difficile de la Banque Carrefour des Entreprises; — l’indisponibilité en temps utile des crédits budgétaires. 3. La liste des créances relatives aux années antérieures imputées sur les crédits 2004 sera prochainement envoyée à la Chambre des représentants et à la Cour des Comptes, au terme de la cloˆture de l’exercice.

rende ministers of hun afgevaardigden elk trimester een lijst zouden overzenden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof van uitgaven die, aangezien ze niet betaald werden in de loop van 2003 wegens annulering van de kredieten, worden aangerekend op de begroting van 2004. Ook in 2005 is die wetsbepaling opgenomen in de algemene uitgavenbegroting. a) Hebben de administraties die onder uw toezicht staan een dergelijke lijst overgezonden ? b) Kan u een dergelijk overzicht verschaffen voor het begrotingsjaar 2004 ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 191 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) : 1. Op de begroting 32 (Economie) werden de volgende bedragen aan verwijlintresten in uitbetaling gesteld : 2000 : 1 171,50 euro; 2001 : 2 222,35 euro; 2002 : 7 628,66 euro; 2003 : 30 145,52 euro; 2004 : 30 082,16 euro. 2. Binnen de oorzaken die geleid hebben tot de betaling van verwijlintresten onderscheiden we globaal drie elementen : — kleine diverse vertragingen in de omloop van de betalingsdocumenten tussen de diverse besturen van onze FOD; — de moeilijke opstartperiode van de Kruispuntbank Ondernemingen met als gevolg het niet tijdig betalen van vrij hoge facturen; — het niet tijdig beschikbaar zijn van de begrotingskredieten. 3. De lijst van de schuldvorderingen van vorige jaren aangerekend op de kredieten 2004 zal eerstdaags, bij het einde van het boekjaar, verzonden worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof.

DO 2004200502946

DO 2004200502946

Question no 193 de M. Hagen Goyvaerts du 22 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Attribution d’un numéro d’entreprise aux régies communales autonomes. En vertu de la loi du 28 mars 1995 modifiant le titre VI, chapitre V, de la nouvelle loi communale, des

Vraag nr. 193 van de heer Hagen Goyvaerts van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Ondernemingsnummer voor autonome gemeentebedrijven. In het kader van de wet van 28 maart 1995 tot wijziging van titel VI, hoofstuk V, van de nieuwe gemeente-

a) Les administrations ressortissant à votre département ont-elles communiqué une telle liste ? b) Quel en le contenu pour l’année budgétaire 2004 ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10052

établissements et services communaux à caractère industriel ou commercial peuvent s’organiser sous la forme d’une régie communale autonome dotée de la personnalité juridique. Les régies portuaires (d’Anvers, de Gand et d’Ostende) étaient ainsi les premières régies communales autonomes créées en Flandre.

wet kunnen gemeentelijke inrichtingen en diensten van commercie¨le of industrie¨le aard voortaan worden georganiseerd als autonome gemeentebedrijven met rechtspersoonlijkheid. De havenbedrijven (in Antwerpen, Gent en Oostende) waren de eerste autonome gemeentebedrijven in Vlaanderen. Momenteel zijn vele gemeentebesturen bezig met het oprichten van een autonoom gemeentebedrijf.

` l’heure qu’il est, de nombreuses administrations A communales s’attellent à la mise en place d’une régie communale autonome. Les régies communales autonomes fonctionnent en toute indépendance, tiennent leur propre comptabilité, et sont assujetties à l’impoˆt des sociétés et à la législation en matière de TVA. Elles doivent fonctionner selon les principes industriels et économiques.

Autonome gemeentebedrijven kunnen zelfstandig werken, voeren een eigen boekhouding, zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting en aan de BTW-wetgeving. Zij dienen te werken volgens industrieel-economische principes.

Or, qu’en est-il de l’obligation, pour les régies communales autonomes, de disposer, outre d’un numéro d’identification à la TVA, d’un numéro d’entreprise ?

Er bestaat echter onduidelijkheid of autonome gemeentebedrijven naast een BTW nummer ook over een ondernemingsnummer dienen te beschikken.

Pouvez-vous nous renseigner à ce sujet ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 193 de M. Hagen Goyvaerts du 22 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 193 van de heer Hagen Goyvaerts van 22 december 2004 (N.) :

En vertu de l’article 263bis de la nouvelle loi communale, des régies communales autonomes dotées de la personnalité juridique peuvent être créées par les conseils communaux pour l’exercice d’activités industrielles ou commerciales déterminées.

Krachtens artikel 263bis van de nieuwe gemeentewet kunnen de gemeenteraden autonome gemeentebedrijven met rechtspersoonlijkheid oprichten om bepaalde activiteiten van commercie¨le of industrie¨le aard uit te oefenen.

Il s’agit donc de personnes morales de droit belge qui, en cette qualité, sont enregistrées dans la BanqueCarrefour des entreprises (BCE). L’introduction des données qui leur sont relatives a lieu à l’initiative de l’Office national de Sécurité sociale pour les administrations provinciales et locales (ONSSAPL).

Het gaat dus om rechtspersonen naar Belgisch recht, die als dusdanig ingeschreven worden in de Kruispuntbank van ondernemingen (KBO). Het invoeren van de gegevens die op deze bedrijven betrekking hebben, gebeurt op initiatief van de Rijksdienst van de Sociale Zekerheid voor de plaatselijke en provinciale overheden (RSZPPO).

Toute entreprise enregistrée dans la BCE (en ce compris donc les régies communales autonomes) se voit attribuer un numéro d’entreprise qui constitue une clé unique d’identification et ce, en vertu de l’article 5 de la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une Banque-Carrefour des entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichetsentreprises agréés et portant diverses dispositions. Ce numéro d’entreprise remplace entre autres le numéro d’assujettissement à la TVA.

Aan elke in de KBO ingeschreven onderneming, met inbegrip van de autonome gemeentebedrijven, wordt een ondernemingsnummer toegekend, dat een unieke identificatiesleutel vormt. Dat gebeurt krachtens artikel 5 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Dat ondernemingsnummer vervangt onder meer het inschrijvingsnummer bij de BTW.

Le numéro d’entreprise des régies communales autonomes existant avant le 1er juillet 2003 — date de mise en fonctionnement de la Banque-Carrefour des entreprises — est constitué de leur numéro de TVA précédé d’un 0.

Het ondernemingsnummer van de autonome gemeentebedrijven die al voó´r 1 juli 2003 bestonden (de datum waarop de Kruispuntbank van ondernemingen in werking trad) bestaat uit hun BTW-nummer, voorafgegaan door een 0.


2004

Kunt u daarover uitsluitsel geven ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10053

Les régies communales autonomes créées postérieurement au 1er juillet 2003 se voient attribuer un nouveau numéro au moment de leur enregistrement dans la banque.

De autonome gemeentebedrijven die na 1 juli 2003 zijn opgericht, krijgen een nieuw nummer op het ogenblik dat ze in de kruispuntbank worden ingeschreven.

DO 2004200502947

DO 2004200502947

Question no 194 de M. Roel Deseyn du 22 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 194 van de heer Roel Deseyn van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Brevetage de logiciels. — Coreper.

Softwarepatenten. — Coreper.

Le 7 décembre 2004, vous avez répondu à une question de Mme Genot relative aux brevetage de logiciels : « La proposition de directive n’est pas mise à l’agenda du Coreper du mercredi 8 décembre 2004, au motif que la majorité qualifiée n’existerait plus. Un vote au sein du Conseil « Compétitivité » n’aura lieu qu’en 2005 au plus toˆt » (Question no 4671, Compte rendu Intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Economie, 7 décembre 2004, COM 424, p. 14). Entre-temps, le point figurait officiellement à l’ordre du jour du Coreper (le comité préparatif des représentants permanents des Etats membres) des 13 et 15 décembre 2004, ce qui semble indiquer qu’on voudrait l’approuver le plus rapidement possible. Selon quatre sources indépendantes, cette approbation interviendrait cette année encore.

Op 7 december 2004 antwoordde u op een vraag van mevrouw Genot, omtrent de discussie in verband met softwarepatenten : « La proposition de directive n’est pas mise à l’agenda du Coreper du mercredi 8 décembre 2004, au motif que la majorité qualifiée n’existerait plus. Un vote au sein du Conseil « Compétitivité » n’aura lieu qu’en 2005 au plus toˆt (Vraag nr. 4671, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie Bedrijfsleven, 7 december 2004, COM 424, blz. 14). Ondertussen stond het punt nu officieel op de agenda van de Coreper (het voorbereidende comité van permanente vertegenwoordigers van de lidstaten) van 13 en 15 december 2004, wat erop zou wijzen dat men het zo snel mogelijk wil goedkeuren. Volgens vier onafhankelijke bronnen zou dit nog gebeuren dit jaar.

1. Quel point de vue le représentant belge a-t-il adopté au Coreper ?

1. Welk standpunt heeft de Belgische vertegenwoordiger ingenomen op Coreper ?

2. a) Quels travaux reste-t-il encore à effectuer en la matière ?

2. a) Welke verdere werkzaamheden moeten nog ondernomen worden ?

b) Selon quel calendrier ?

b) Met welke timing ?

3. a) Quel point de vue sera/a été adopté au sein du conseil ?

3. a) Welke standpunt zal/werd ingenomen worden op de raad ?

b) Quand cela se fera-t-il ?

b) Wanneer zal dit gebeuren ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 194 de M. Roel Deseyn du 22 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 194 van de heer Roel Deseyn van 22 december 2004 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions. ` l’instar des autres E´tats membres — exception 1. A faite de la Pologne, le représentant belge n’est pas intervenu lors de la discussion sur ce dossier au Coreper I le 15 décembre 2004. Il en est allé de même lors du retrait du point A au Conseil (AGRI/pêche) du 21 décembre 2004.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te vinden.


2004

1. Net als de andere lidstaten — met uitzondering van Polen — is de Belgische vertegenwoordiger niet tussengekomen tijdens de discussie van dit dossier op het Coreper I van 15 december 2004. Hetzelfde is geschied bij de intrekking van het A-punt op de Raad (landbouw en visserij) van 21 december 2004. 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10054

2. ` partir du moment où la position commune a) et b) A serait adoptée par le Conseil (il n’y a aucun délai fixé dans le traité pour l’adoption d’une telle position commune), le Parlement européen dispose d’après le traité d’un délai de trois mois prorogeable d’un mois à partir du lendemain de la réception pour s’exprimer sur la base de la position commune du Conseil.

2. a) en b) Vanaf het ogenblik dat het gemeenschappelijk standpunt zou aangenomen zijn door de Raad (in het Verdrag is geen enkele termijn vastgelegd voor het aannemen van dergelijk gemeenschappelijk standpunt), beschikt het Europees Parlement overeenkomstig het Verdrag over een termijn van drie maanden, verlengbaar met één maand vanaf de dag na ontvangst, om zich uit te spreken over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.

Si le Parlement européen ne se prononce pas ou accepte la position commune telle quelle, l’acte est réputé adopté. En l’espèce, ce scénario est très peu plausible.

Indien het Europees Parlement zich niet heeft uitgesproken of het gemeenschappelijk standpunt goedkeurt, stelt de Raad het desbetreffende besluit definitief vast. Dit scenario is evenwel weinig waarschijnlijk.

Si le Parlement rejette la position commune, l’acte est considéré comme non adopté. Ce scénario est aussi peu envisageable.

Indien het Parlement het gemeenschappelijk standpunt verwerpt, is het besluit niet aangenomen. Dit scenario is eveneens weinig waarschijnlijk.

Une autre possibilité est qu’au terme de la deuxième lecture, le Parlement se prononce à la majorité absolue sur la base des amendements adoptés par la commission parlementaire concernée ainsi que des amendements éventuels déposés en plénière par les groupes politiques ou par un minimum de 37 membres.

Een andere mogelijkheid is dat het Parlement zich aan het eind van de tweede lezing uitspreekt bij volstrekte meerderheid aan de hand van amendementen aangenomen door de betrokken parlementaire commissie en eventueel door amendementen neergelegd in plenaire vergadering door de politieke fracties of door minimum 37 leden.

Le texte ainsi amendé est transmis à la Commission et au Conseil. Ce dernier dispose d’un délai de trois mois, prorogeable d’un mois après réception des amendements du Parlement européen, pour l’approuver à la majorité qualifiée ou à l’unanimité si la Commission a émis un avis négatif.

De aldus geamendeerde tekst wordt toegezonden aan de Raad en aan de Commissie. De Raad beschikt over een termijn van drie maanden, verlengbaar met een maand, na ontvangst van de amendementen van het Europees Parlement om dit goed te keuren met gekwalificeerde meerderheid van stemmen of met eenparigheid indien de Commissie een negatief advies heeft uitgebracht.

Si le Conseil ne l’approuve pas, le comité de conciliation est convoqué dans un délai de maximum huit semaines (six semaines, prorogeables de deux semaines) et dispose d’un maximum de huit semaines (idem) pour parvenir à un accord sur un projet commun.

Indien de Raad het betrokken besluit niet vaststelt, wordt het bemiddelingscomité bijeengeroepen binnen een termijn van maximum acht weken (zes weken, verlengbaar met twee weken) dat beschikt over een termijn van acht weken (idem) om overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijke ontwerp-tekst.

Bref, si la position commune pour adoption de la proposition de directive sur la brevetabilité des inventions mises en œuvre par ordinateur devait déboucher in fine sur une conciliation — ce qui est loin d’être improbable au regard de la nature particulièrement complexe du dossier — la durée des travaux pourrait encore s’étendre sur plus d’une année.

Anders gesteld, indien het gemeenschappelijk standpunt voor de goedkeuring van het voorstel van richtlijn betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geı¨mplementeerde uitvindingen uiteindelijk zou uitmonden in een bemiddelingsprocedure — hetgeen niet geheel onwaarschijnlijk is gelet op de bijzonder complexe aard van het dossier — zouden de werkzaamheden nog meer dan een jaar kunnen duren.

Incidemment, si le comité de conciliation n’aboutit pas à un projet commun ou si le Parlement et le Conseil n’approuvent pas le projet commun, l’acte est réputé non adopté et la procédure est close. Les cas de non-adoption sont exceptionnels mais pas inexistants.

Tevens kan opgemerkt worden dat indien de bemiddelingsprocedure niet uitmondt in een gemeenschappelijke ontwerp-tekst of indien het Parlement en de Raad de gemeenschappelijke ontwerp-tekst niet goedkeuren, het besluit geacht wordt niet te zijn aangenomen, en de procedure afgesloten is. De gevallen van nietgoedkeuring zijn uitzonderlijk maar niet onbestaande.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10055

3. a) Si la proposition actuellement en discussion n’est pas substantiellement modifiée, il n’y a pas de raison de changer la position belge qui consiste en une abstention.

3. a) Indien het voorstel dat momenteel ter tafel ligt niet substantieel gewijzigd wordt, is er geen reden om het Belgische standpunt, dat bestaat in een onthouding, te wijzigen.

b) La date précise à laquelle la proposition de directive relative à la brevetabilité des inventions mises en œuvre par ordinateur sera mise au vote au sein du Conseil des ministres de l’Union européenne n’a pas encore été fixée.

b) Een concrete datum waarop over het voorstel van richtlijn in verband met in computers geı¨mplementeerde uitvindingen zal gestemd worden binnen de Europese Ministerraad, werd op dit ogenblik nog niet vastgelegd.

DO 2004200503006

DO 2004200503006

Question no 200 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 200 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

CFDD. — Avis. — Financement des assureurs crédit.

FRDO. — Advies. — Financiering van de kredietverzekeraars.

Le Conseil fédéral de développement durable (CFDD) a donné le 26 novembre 2004 un avis sur « une stratégie de prévention des changements climatiques au-delà de 2012 ». Dans le paragraphe 61 de l’avis, le CFDD dit : « Il convient aussi d’orienter dans un sens plus compatible avec le développement durable les financements des assureurs crédit (par exemple le Ducroire en Belgique)... ». 1. Eˆtes-vous d’accord avec cet avis ?

De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) heeft op 26 november 2004 een advies verstrekt « inzake een strategie ter voorkoming van klimaatveranderingen na 2012 ». In paragraaf 61 van het advies stelt de FRDO dat « het ook nodig is de financieringen van de kredietverzekeraars (bijvoorbeeld Delcredere in Belgie¨) [...] beter te doen overeenstemmen met een duurzame ontwikkeling ».

2. Si oui, quelles initiatives avez-vous prises en réponse à cet avis ?

2. Zo ja, welke initiatieven heeft u genomen om aan dit advies uitvoering te geven ?

3. Si non, pourquoi ?

1. Kan u dit advies onderschrijven ?

3. Zo nee, waarom niet ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 200 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 200 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) :

1. Une meilleure concordance des financements des assureurs crédit et des banques d’investissement avec le développement durable me semble certainement utile et nécessaire. Cependant, cela doit être considéré dans un contexte plus large, notamment dans un contexte international. Une position isolée de la Belgique n’est pas souhaitable dans ce cas. Des discussions ont été lancées lors de forums internationaux comme l’Union européenne et l’OCDE.

1. Een betere overeenstemming van de financieringen van de kredietverzekeraars en van de investeringsbanken met de duurzame ontwikkeling lijkt me zeker nuttig en nodig. Dit alles dient evenwel in een groter verband gezien te worden, meer bepaald op internationaal niveau. Een geı¨soleerde positie van Belgie¨ in dit geval is niet wenselijk. Gesprekken in dit kader komen op gang in internationale fora zoals de Europese Unie en de OESO.

2. La Belgique n’a pas encore pris d’initiatives concrètes dans ce cadre; des discussions sont en cours avec d’autres pays afin de connaıˆtre leur position en la matière.

2. Belgie¨ heeft in dit kader nog geen concrete initiatieven genomen, wel worden gesprekken gevoerd met andere landen teneinde hun houding in deze materie te kennen.

3. De telles affaires prennent du temps et l’avis date de fin novembre 2004.

3. Dergelijke zaken nemen tijd in beslag en het advies dateert van eind november 2004.


2004

2005


1271

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10056

DO 2004200503007

DO 2004200503007



Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs.

Adviezen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.

L’article 11, § 6, de la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de développement durable, impose au gouvernement d’indiquer les motifs pour lesquels il est éventuellement dérogé à l’avis du Conseil fédéral de développement durable (CFDD).

Krachtens artikel 11, § 6, van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coo¨rdinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, moet de regering de motieven aangeven voor het eventueel afwijken van het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.

1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?

1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?

2. Quand ?

2. Zo ja, wanneer was dat ?

3. Quels étaient ces motifs ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 201 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :


1. En ce qui concerne ma responsbilité comme minsitre de l’Ećonomie, et pour autant que j’ai pu le vérifier, je n’ai négligé aucun avis du Conseil fédéral pour le développement durable.

1. Wat mijn verantwoordelijkheid als minister van Economie aangaat heb ik, voor zover ik dit kon nagaan, nog geen advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling in de wind geslagen.

Dès lors, les points 2 et 3 ne sont pas d’application.

3. Wat waren die motieven ?

Vragen 2 en 3 zijn dus niet van toepassing.

Eńergie

Energie

DO 2004200502766

DO 2004200502766

Question no 80 de M. Willy Cortois du 26 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 80 van de heer Willy Cortois van 26 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Implantation d’un parc à éoliennes.

Inplanting van een windmolenpark.

On fonde beaucoup d’espoir sur les nouvelles sources d’énergie qui, avec le temps, devraient pouvoir remplacer les hydrocarbures encore présents dans la nature mais en quantités de plus en plus limitées. Certains pays attendent beaucoup de l’énergie produite par les éoliennes.

Veel hoop is gesteld op enkele nieuwe energiebronnen, die mettertijd zouden moeten kunnen instaan voor de vervanging van de schaarser wordende koolwaterstoffen die nog in de natuur aanwezig zijn. Sommige landen verwachten veel van windenergie opgewekt door windmolens.

L’un des précurseurs en la matière est le Danemark. Quelque quatre-vingts éoliennes y ont été installées au large des coˆtes afin de produire de « l’énergie verte ».

Een van de voorlopers in deze zaak is Denemarken. Zij hebben in zee, voor de kust, een tachtigtal windmolens gemonteerd om « groene stroom » te produce-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10057

Un certain nombre de défauts ont toutefois été constatés dans la pratique. Ainsi, les éoliennes sont beaucoup moins fiables que prévu à l’origine. L’instabilité du vent semble également causer certains problèmes. Il semblerait finalement que seules cinq des quatre-vingts éoliennes installées au large des coˆtes danoises fonctionnent encore.

ren. In de praktijk zijn een aantal tekortkomingen aan het licht gekomen. Zo zijn windmolens veel minder bedrijfszeker gebleken dan in eerste instantie werd aangenomen. Een en ander probleem bleek er te zijn door de wispelturige wind. Uiteindelijk is recentelijk gebleken dat slechts vijf van de 80 windmolens aan de kust voor Denemarken nog functioneren.

Plus près de chez nous, nous avons pu constater que sur les trois éoliennes installées à proximité du canal maritime de Bruxelles, en direction du Rupel, l’une est déjà hors service depuis plusieurs mois.

Dichter bij ons kunnen we vaststellen dat van de drie windmolens naast het Zeekanaal van Brussel naar de Rupel er sedert een aantal maanden reeds één is uitgevallen.

Entre-temps, un consortium a entamé une étude détaillée sur l’éventuelle implantation d’un parc à éoliennes au large de la coˆte belge.

Intussen heeft een consortium een diepgaande studie opgestart over de eventuele inplanting voor de Belgische kust van een windmolenpark.

Un certain nombre de quotidiens ont par ailleurs annoncé le 17 novembre 2004 que Elia, le gestionnaire du réseau à haute tension belge, émettait des doutes quant à la faisabilité d’un parc à éoliennes géant en mer. Le gestionnaire s’inquiète surtout du transport de cette énergie vers l’intérieur du pays. Il estime qu’un tout nouveau réseau à haute tension devra être construit, étant donné que le réseau actuel a été conçu pour le transport d’énergie vers la coˆte. Si c’est le cas, je suppose qu’il faudra non seulement faire face aux réticences de la population mais aussi prendre duˆment en compte le couˆt de la construction d’un nouveau réseau à haute tension.

Bovendien meldden op 17 november 2004 enkele kranten dat Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, twijfels heeft over de haalbaarheid van een megawindturbinepark op zee. In het bijzonder maken zij zich zorgen over het transport van deze energie naar het binnenland. Zij stellen dat er een volledig nieuw hoogspanningsnet uitgebouwd zal moeten worden, aangezien het huidige voor transport naar de kust toe werd uitgebouwd. Indien dit zo zal zijn, dan veronderstel ik dat er niet enkel weerstand bij de bevolking kan zijn bij het inplanten van dit nieuwe hoogspanningsnetwerk, maar dat hieraan ook een degelijk kostenplaatje werd verbonden.

1. Quel est l’état d’avancement de l’étude précitée sur la faisabilité d’un tel parc ?

1. Hoever staat ondertussen bovenvermelde studie over de haalbaarheid van dit park ?

2. Quel a été l’élément décisif dans la décision du gouvernement de supprimer la livraison gratuite « d’énergie verte » ?

2. Wat heeft de doorslag gegeven bij de beslissing van de regering om de gratis levering van « groene stroom » te schrappen ?

3. S’est-on déjà informé auprès des pays qui ont acquis une certaine expérience dans le domaine des éoliennes à propos de leur efficacité, leur entretien et leur fonctionnement ?

3. Werd er reeds in landen waar windmolens reeds langer in gebruik zijn, geı¨nformeerd naar de doeltreffendheid, hun onderhoud en hun werking ?

4. Avez-vous tenu compte de l’éventuelle nécessité d’étendre le réseau à haute tension et des couˆts supplémentaires qu’engendrait une telle extension ?

4. Heeft u rekening gehouden met de mogelijkheid dat het hoogspanningsnetwerk uitgebreid zal moeten worden en wat zullen dan de eventuele meerkosten zijn ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 janvier 2005, à la question no 80 de M. Willy Cortois du 26 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 januari 2005, op de vraag nr. 80 van de heer Willy Cortois van 26 november 2004 (N.) :

1. La décision de construire un parc d’éoliennes en mer appartient en fait à la société qui en fait la demande. Le roˆle des autorités publiques est d’octroyer les permis nécessaires en vertu des diverses dispositions législatives et réglementaires en vigueur (concession domaniale, permis d’environnement, permis de pose de caˆble) et de mettre en place un cadre de soutien économique destiné à compenser la différence de coût entre la production d’électricité verte et

1. De beslissing om een windmolenpark in zee te bouwen ligt in feite bij de firma die daartoe een aanvraag indient. De rol van de overheid bestaat erin de vergunningen af te leveren die nodig zijn krachtens de diverse wetgevende en reglementaire bepalingen (domeinconcessie, milieuvergunning, vergunning voor aanleg van kabels) en een economisch ondersteuningskader uit te bouwen waardoor het verschil tussen de kostprijs van de groene en de traditionele stroom kan


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10058

la production traditionnelle. Il est cependant clair que l’étude de rentabilité et de faisabilité d’un tel parc doit être effectuée par la société dont l’objectif est la construction d’un tel parc car c’est elle qui en assume les risques, que ce soit au niveau technique ou économique. L’on peut supposer qu’une société privée ne démarre la réalisation d’un tel projet que si les résultats de l’étude sont de nature à démontrer la rentabilité des investissements qui doivent être effectués. Il apparaıˆt cependant concrètement à l’heure actuelle que la société de qui a obtenu une concession en mer demande des compléments de subsides qui pourrait remettre en cause le projet.

gecompenseerd worden. Het is echter duidelijk dat de studie inzake de rendabiliteit en de haalbaarheid van dergelijk park moet verricht worden door de firma wiens bedoeling het is dergelijk park op te richten aangezien zijzelf de risico’s op zich neemt, zowel op technisch als op economisch vlak. Men kan ervan uitgaan dat een privé-firma de werken voor dergelijk project enkel zal opstarten indien de studieresultaten aantonen dat de daarvoor nodige investeringen rendabel zijn.

2. La décision de gratuité de livraison de « l’énergie verte » a été promulguée par la Région flamande dans la limite de ses compétences, c’est à dire comme obligation de service public imposée au gestionnaire du réseau de distribution. L’autorité fédérale n’a jamais pris une mesure semblable en ce qui concerne le gestionnaire du réseau de transport. Cette question relève donc des compétences de la Région flamande.

2. De beslissing om gratis « groene stroom » te leveren is door het Vlaams Gewest afgekondigd binnen de beperking van zijn bevoegdheden, dit wil zeggen als openbare dienstverplichting die is opgelegd aan de distributienetbeheerder. De federale overheid heeft nooit een dergelijke maatregel genomen met betrekking tot de transmissienetbeheerder. Deze vraag valt dus onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest.

3. Selon mes informations, il est exact que le premier grand parc d’éoliennes construit en mer, 80 éoliennes implantées au large des coˆtes danoises à « Horns rev », a connu certains problèmes techniques liés aux conditions très dures de fonctionnement en milieu marin. Il faut cependant souligner qu’il s’agit d’un projet-pilote et que le degré de maturité de la technologie des turbines offshore n’est pas encore au même niveau que celui des turbines onshore. Actuellement, après résolution des problèmes techniques, l’ensemble du parc est de nouveau opérationnel. Il est cependant évident que la fiabilité de pareilles installations n’est pas encore prouvée.

3. Volgens de informatie waarover ik beschik, klopt het dat het eerste groot windmolenpark in zee met 80 windmolens langsheen de Deense kusten te « Horns rev » het hoofd heeft moeten bieden aan technische problemen die te maken hadden met de moeilijke werkomstandigheden op zee. Het weze echter opgemerkt dat het hier gaat over een pilootproject en dat de maturiteitsgraad van de technologie inzake turbines offshore nog niet hetzelfde niveau heeft bereikt als die van de turbines onshore. Nu de technische problemen opgelost zijn, is het park opnieuw operationeel. Dankzij de via die pilootprojecten verworven ervaring kunnen dergelijke technische moeilijkheden bij toekomstige projecten vermeden worden.

4. Le plan de développement 2003-2010 du réseau de transport approuvé en juillet 2004 contient diverses variantes d’adaptation du réseau 150 kV permettant à un horizon non précisé de procéder au raccordement de parcs éoliens en mer d’une puissance d’environ 600 MW. Si la puissance totale maximale de ces parcs venait à dépasser cette limite (puissance maximale installable dans la zone réservée de la mer du Nord pour les parcs éoliens : environ 2000 MW), des aménagements plus conséquents seraient nécessaires comme l’extension du réseau 380 kV voire des solutions moins habituelles faisant appel à l’électronique de puissance. C’est ainsi que dans la lettre d’approbation précitée, il a été demandé au gestionnaire de réseau de transport Elia d’intégrer dans son prochain plan à déposer en 2005 une analyse approfondie visant à accroıˆtre substantiellement les capacités disponibles. Il est évident qu’une concertation de l’ensemble des parties concernées devra définir les hypothèses concrètes de planning des installations et extensions desdits parcs. Dans de telles circonstances, il s’avère actuellement impossible

4. Het ontwikkelingsplan van het transmissienet 2003-2010 dat in juli 2004 is goedgekeurd, bevat talrijke varianten voor de aanpassing van het 150 kVnet om binnen een niet bepaalde termijn te kunnen voorzien in de aansluiting van de windmolenparken op zee met een vermogen van ongeveer 600 MW. Indien het totaal maximaal vermogen van die parken deze grens zou overschrijden (maximaal installeerbaar vermogen in de zone die in de Noordzee voorbehouden is voor windmolenparken : ongeveer 2000 MW), zullen veel omvangrijkere aanpassingen nodig zijn zoals de uitbreiding van het 380 kV-net of zelfs minder courante oplossingen waarbij een beroep wordt gedaan op de vermogenselektronica. Zo werd in hoger genoemde goedkeuringsbrief aan de transmissienetbeheerder Elia gevraagd in zijn volgend plan dat moet neergelegd worden in 2005, een diepgaande analyse te integreren ten einde de beschikbare capaciteit aanzienlijk te vergroten. Het spreekt vanzelf dat de concrete hypothesen inzake planning van de installaties en uitbreiding van genoemde parken moet gebeuren in


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10059

de quantifier les coûts qu’entraıˆneraient les développements du réseau.

gemeenschappelijk overleg met de betrokken partijen. Daarom is het momenteel onmogelijk een raming te geven van de kosten die voor de verdere uitbouw van het net nodig zouden zijn.

DO 2004200502853

DO 2004200502853

Question no 84 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 84 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :











Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 janvier 2005, à la question no 84 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 januari 2005, op de vraag nr. 84 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :

En réponse aux questions mentionnées sous rubrique, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

Ik heb de eer het geachte lid op zijn bovengenoemde vragen het volgende mee te delen.

1. Oui.

1. Ja.

2. Au cours des deux dernières années, nous avons reçu 26 demandes émanant du personnel du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie.

2. De jongste twee jaar hebben wij 26 aanvragen gekregen van de personeelsleden van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.

3. Nombre d’agents du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie exerçant une seconde profession : 66.

3. Aantal personeelsleden van de FOD Economie, Middenstand en Energie die een bijberoep uitoefenen : 66.

4. L’ancien ministère des Affaires économiques disposait d’un règlement interne qui avait été approuvé par le ministre des Affaires économiques de l’époque, M. Willy Claes. Sur la base de ce règlement, quatre demandes ont été refusées. Ce document fait actuellement l’objet d’une révision.

4. Bij het vroegere ministerie van Economische Zaken bestond een intern reglement goedgekeurd door de toenmalige minister van Economische Zaken Willy Claes. Op basis van dit reglement werden vier aanvragen geweigerd. Momenteel wordt dit reglement herzien.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10060

DO 2004200502899

DO 2004200502899











3. Le deuxième alinéa de la disposition légale 1-0107 du budget des dépenses 2004 stipule que les ministres ordonnateurs ou leurs délégués communiquent tous les trois mois à la Chambre des représentants et à la Cour des comptes une liste des dépenses qui, n’ayant pas été effectuées en 2003 à la suite de l’annulation des crédits y afférents, sont imputées au budget de 2004. Cette disposition légale figure également au budget général des dépenses 2005.

3. Het tweede lid van wetsbepaling 1-01-07 van de uitgavenbegroting 2004 bepaalt dat de ordonnancerende ministers of hun afgevaardigden elk trimester een lijst zouden overzenden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof van uitgaven die, aangezien ze niet betaald werden in de loop van 2003 wegens annulering van de kredieten, worden aangerekend op de begroting van 2004. Ook in 2005 is die wetsbepaling opgenomen in de algemene uitgavenbegroting.

a) Les administrations ressortissant à votre département ont-elles communiqué une telle liste ?

a) Hebben de administraties die onder uw toezicht staan een dergelijke lijst overgezonden ?

b) Quel en le contenu pour l’année budgétaire 2004 ?

b) Kan u een dergelijk overzicht verschaffen voor het begrotingsjaar 2004 ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10061

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 20 janvier 2005, à la question no 85 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 85 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) :

Je renvoie l’honorable membre à ma réponse donnée à la question no 191 posée par M. Carl Devlies (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 62, p. 10050).

Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord gegeven op vraag nr. 191 van 15 december 2004 van de heer Carl Devlies (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 62, blz. 10050).

DO 2004200503007

DO 2004200503007







1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?

1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?

2. Quand ?


3. Quels étaient ces motifs ?


Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 janvier 2005, à la question no 91 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :


La question de l’honorable membre a retenu toute mon attention.

De vraag van het geachte lid heeft mijn volle aandacht genoten.

En ce qui concerne l’énergie, chaque fois que le Conseil fédéral de Développement durable (CFDD) a été consulté, il a été tenu compte, autant que faire se peut, de son avis, tant lors de l’élaboration de textes légaux que lors de l’établissement de la position belge dans les négociations préalables à l’établissement de nouvelles directives européennes.

Telkens de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (ICDD) inzake energie werd geraadpleegd, werd er zoveel mogelijk met zijn advies rekening gehouden, zowel bij de opmaak van wettelijke teksten, als bij de bepaling van het Belgische standpunt bij de onderhandelingen voorafgaand aan de opstelling van nieuwe Europese richtlijnen.

Il n’y a donc jamais eu d’indication de motifs spécifiques expliquant une non-prise en compte de cet avis.

Er was dus nooit een aanwijzing van specifieke motieven die het niet in aanmerking nemen van dit advies verklaren.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10062

Commerce extérieur

Buitenlandse Handel

DO 2004200502899

DO 2004200502899
















2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10063



Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 janvier 2005, à la question no 35 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 januari 2005, op de vraag nr. 35 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) :

S’agissant des services relevant de ma compétences en matière de Commerce extérieur, je souhaite renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par le ministre des Affaires étrangères à sa question no 143 du 15 décembre 2004.

Wat betreft de diensten die ressorteren onder mijn bevoegdheid Buitenlandse Handel, wens ik het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat de minister van Buitenlandse Zaken op zijn vraag nr. 143 van 15 december 2004 zal geven.

Politique scientifique

Wetenschapsbeleid

DO 2003200432344

DO 2003200432344

Question no 35 de M. Bart Laeremans du 22 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 35 van de heer Bart Laeremans van 22 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes.

Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.

L’IRM est un établissement scientifique fédéral et doit dès lors offrir un service bilingue, etc. L’institut dispose toutefois également d’une station de mesure à Dourbes, en Wallonie. Celle-ci fournit des prestations pour l’ensemble du pays et doit donc également être bilingue. Il ne s’agit donc pas d’une section régionale d’un service fédéral (ou d’un « service extérieur »). Si ce centre dispose d’un site Internet entièrement bilingue, il n’utilise toutefois que la dénomination ou l’abréviation francophone, comme en témoigne son site Internet : http ://meteo.be/CPG/. On peut par exemple y lire ce qui suit : Welkom op de website van het « Centre de Physique du Globe ». L’on peut procéder au même constat dans l’article « Happy birthday, centre de physique du globe » paru dans le no 38 du magazine « De Regie » (journal du personnel de la Régie des Baˆtiments) de juillet 2004, p. 3-5.

Het KMI is een federale wetenschappelijke instelling en moet dus tweetalig zijn in haar dienstverlening enzovoort. Het KMI beschikt echter ook over een meetafdeling te Dourbes in Wallonie¨. Deze afdeling werkt voor het gehele land en moet dus ook tweetalig zijn. Het gaat dus niet om een regionale afdeling van een federale dienst (of zogenaamde buitendienst). Ik merk op dat dit centrum een perfect tweetalige webstek heeft. Maar het centrum gebruikt enkel en alleen de Franse benaming of afkorting van die Franse benaming. Het volstaat om volgende webstek te bezoeken : http ://www.meteo.be/CPG/. Men spreekt dus bijvoorbeeld van : Welkom op de webstek van het « Centre de Physique du Globe ». U kunt dit ook controleren in het tijdschrift De Regie (personeelsblad van de Regie der Gebouwen), juli 2004, nr. 38, blz. 3-5 in het artikel « Happy birthday, centre de physique du globe ».

D’autres établissements scientifiques fédéraux utilisent bien une dénomination et une abréviation bilingues. Je songe au Centre d’étude de l’énergie nucléaire de Mol, situé en Flandre, dont l’adresse Internet (http ://www.sclcen.be/) comporte déjà l’abréviation dans les deux langues (FR-NL), contrairement au site de la station de Dourbes. Dans les offres d’emploi également (même exclusivement rédigées en néerlandais), le CEN utilise toujours la dénomination bilingue. ` votre estime, serait-il opportun que la station 1. A de Dourbes utilise également une dénomination (ou

Andere federale wetenschappelijke instellingen werken wel met een tweetalige benaming en afkorting. Zo verwijs ik naar het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol, gelegen in Vlaanderen, via de webstek http ://www.sckcen.be/. Hier wordt dus zelfs al in het internetadres gebruik gemaakt van de twee afkortingen (NL-FR) terwijl dat bij Dourbes niet het geval is. Ook in vacatures (zelfs puur eentalig Nederlandstalige) gebruikt het SCK altijd de tweetalige benaming.


2004

1. Is het volgens u wenselijk dat ook in Dourbes in de Nederlandstalige publicaties, webstek enzovoort 2005


1272

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10064

abréviation) en néerlandais dans les publications en néerlandais, sur le site Internet, etc. afin d’établir ainsi clairement son bilinguisme ? 2. Pourriez-vous indiquer comment sont répartis les emplois (F/N) dans le centre précité et quels critères sont retenus à cet effet ? 3. Combien de néerlandophones et combien de francophones ont-ils fourni la preuve de leur connaissance de l’autre langue ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 janvier 2005, à la question no 35 de M. Bart Laeremans du 22 novembre 2004 (N.) : 1. Le Centre de Physique du Globe de Dourbes (CPG) ne figure pas nommément dans l’arrêté royal du 22 septembre 1995 fixant les cadres linguistiques des établissements scientifiques fédéraux. Il s’agit d’un centre de recherche fondamentale et appliquée dépendant de l’Institut royal météorologique de Belgique.

Il s’avère que le CPG est dirigé par un néerlandophone. Quant aux deux chefs de section, ils relèvent d’un groupe linguistique différent. 3. Personne au CPG ne possède le brevet officiel de bilinguisme.

een Nederlandstalige naam (of afkorting) gebruikt kan worden om op die wijze ook de tweetaligheid van de dienst duidelijk te maken ? 2. Kan u meedelen hoe de verdeling van de betrekkingen (N/F) in het genoemd centrum gebeurt en welke criteria hiervoor aan de dag gelegd worden ? 3. Hoeveel Nederlandstaligen en hoeveel Franstaligen hebben het bewijs geleverd van de kennis van de andere taal ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 januari 2005, op de vraag nr. 35 van de heer Bart Laeremans van 22 november 2004 (N.) : 1. Het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes (CPG) komt niet als dusdanig voor in het koninklijk besluit van 22 september 1995 tot vaststelling van de taalkaders van de federale wetenschappelijke instellingen. Het gaat om een centrum voor fundamenteel en toegepast onderzoek dat afhangt van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van Belgie¨. Het zou opportuun zijn mocht het CPG ook over een benaming en een afkorting in het Nederlands beschikken. De website ervan zal binnenkort in die zin worden aangepast. 2. De betrekkingen worden toegekend op grond van een profielbeschrijving van de technische en wetenschappelijke bekwaamheden die zijn vereist om de opdrachten van het CPG uit te voeren. Enkel die gegadigden worden aangenomen die het best aan het profiel beantwoorden. Het blijkt dat het CPG wordt geleid door een Nederlandstalige. De twee afdelingshoofden behoren tot een andere taalgroep. 3. Niemand in het CPG beschikt over het officieel tweetaligheidsbrevet.



Santé publique

Volksgezondheid

Il serait opportun que le CPG possède également une dénomination et une abréviation en néerlandais. Son site web sera adapté prochainement dans ce sens. 2. Les emplois sont conférés sur la base d’une description de profil portant sur les compétences techniques et scientifiques exigées pour mener à bien les missions du CPG. Les candidats retenus sont ceux qui répondent le mieux au profil.

DO 2003200432177

DO 2003200432177

Question no 284 de Mme Yolande Avontroodt du 17 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Relations entre le médecin et l’hoˆpital. L’accord de gouvernement prévoit « la clarification des relations juridiques entre médecins et gestionnaires

Vraag nr. 284 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Relatie tussen arts en ziekenhuis. Het regeerakkoord wil de uitklaring van « de juridische verhoudingen tussen de artsen en de ziekenhuis-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10065

hospitaliers, par des accords nouveaux sur le financement des activités des hoˆpitaux, les rétrocessions des honoraires, la sécurité et la transparence des tarifs pour les patients, ainsi que l’assouplissement des normes d’agrément et d’encadrement de ce secteur ».

beheerders door het afsluiten van nieuwe akkoorden inzake de financiering van de activiteiten van de ziekenhuizen, het afstaan van erelonen, de zekerheid en transparantie van de tarieven voor de patie¨nten en de versoepeling van de erkennings- en omkaderingsnormen in de ziekenhuissector ».

1. Avez-vous entrepris des démarches pour clarifier les relations entre les médecins et les gestionnaires des hoˆpitaux ?

1. Heeft u reeds stappen gezet in uitklaring van de relatie van de arts en de ziekenhuisbeheerders ?

2. Dans l’affirmative, quand peut-on s’attendre à des résultats à cet égard ?

2. Zo ja, wanneer kan het eindresultaat verwacht worden ?

3. Dans la négative, pourquoi n’a-t-on pas réalisé de progrès dans ce dossier ?

3. Zoniet, waarom werd in dit dossier geen vooruitgang geboekt ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 20 janvier 2005, à la question no 284 de Mme Yolande Avontroodt du 17 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 284 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 september 2004 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

Les relations entre médecins et gestionnaires dans les hoˆpitaux constituent un problème délicat qu’il convient de traiter avec toute la circonspection requise. En effet, ces relations peuvent être déterminantes pour la qualité des soins dispensés aux patients.

De relatie tussen artsen en beheerders in ziekenhuizen is een delicaat dossier dat met de nodige omzichtigheid dient behandeld te worden gezien de relatie tussen artsen en beheerders mede bepalend kan zijn voor de kwaliteit van de zorgen aangeboden aan de bevolking.

L’accord de gouvernement précise, à juste titre, que toute l’attention nécessaire sera consacrée à la clarification des rapports juridiques entre les médecins et les gestionnaires hospitaliers et ce, par le biais de la conclusion de nouveaux accords concernant le financement des activités des hoˆpitaux, la cession d’honoraires, la sécurité et la transparence des tarifs pour les patients ainsi que l’assouplissement des normes d’agrément et d’encadrement dans le secteur hospitalier.

Het regeerakkoord vermeldt terecht dat de nodige aandacht zal besteed worden aan de uitklaring van de juridische verhoudingen tussen artsen en ziekenhuisbeheerders door het afsluiten van nieuwe akkoorden inzake financiering van de activiteiten van de ziekenhuizen, het afstaan van erelonen, de zekerheid en transparantie van de tarieven voor de patie¨nten en de versoepeling van de erkennings- en omkaderingsnormen in de ziekenhuissector.

J’ai le plaisir de vous informer que, le 6 octobre 2003, j’ai adressé une demande d’avis à la Présidente de la section programmation et agrément du Conseil national des établissements hospitaliers (CNEH) afin de m’enquérir de l’opportunité d’un assouplissement des normes. Le CNEH vient juste d’achever ses travaux et m’a transmis son avis en date du 21 septembre 2004. Il va de soi que mes services se pencheront sur la teneur de cet avis.

Het verheugt mij u te kunnen melden dat ik reeds op 6 oktober 2003 een vraag voor advies richtte aan de Voorzitster van de afdeling programmatie en erkenning van de nationale raad voor ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) waarin gepeild werd naar een mogelijke versoepeling van de normen. De NRZV beeindigde de werkzaamheden rond dit advies slechts recentelijk en het advies werd mij overgemaakt gedateerd op 21 september 2004. Het is vanzelfsprekend dat mijn diensten zich zullen buigen over de aangehaalde elementen in dit advies.

La sécurité et la transparence des tarifs pour les patients ont toujours été des priorités pour mes services. En témoigne, entre autres, l’arrêté royal concernant la déclaration d’admission à l’hoˆpital, publié au Moniteur belge du 14 juillet 2004.

De zekerheid en transparantie van de tarieven voor de patie¨nten zijn steeds prioritair geweest voor mijn diensten wat zich onder meer vertaald heeft in het koninklijk besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 juli 2004 betreffende de verklaring bij opname in een ziekenhuis.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10066

En ce qui concerne la clarification des rapports juridiques entre médecins et gestionnaires hospitaliers par le biais de la conclusion de nouveaux accords en matière de financement des activités des hoˆpitaux et de cession d’honoraires, je vous renvoie aux activités de la commission paritaire nationale médecins — hoˆpi` ce jour, le groupe de travail ad hoc a déjà taux. A examiné les réglementations afférentes aux suppléments introduites dans le cadre de l’article 138 de la loi sur les hoˆpitaux. Un bilan des archives de la commission paritaire a également été dressé. En principe, ces archives doivent comprendre, pour chaque hoˆpital, tous les documents réglant les rapports juridiques entre les médecins et les gestionnaires, à savoir la réglementation générale, les accords individuels, le règlement médical et le règlement de perception. Cet aperçu a été soumis, en même temps qu’une proposition d’actualisation, au groupe de travail ad hoc qui s’est réuni le 12 octobre 2004. J’espère que ces discussions déboucheront sur des initiatives qui contribueront à clarifier les rapports juridiques entre les deux parties. Lors de ma conférence de presse du 24 septembre 2004, j’ai présenté ma politique ainsi que le budget de l’assurance maladie 2005 : une politique en cohérence ` cet égard, j’ai mis l’accent avec la santé publique. A tout particulièrement sur l’approche structurelle du sous-financement des hoˆpitaux et les mesures complémentaires visant à améliorer les rapports financiers entre les gestionnaires et les médecins hospitaliers et protéger les patients contre les suppléments pour moyens de secours médicaux. Le refinancement du budget des moyens financiers doit permettre de réduire la pression sur les honoraires des médecins par le biais de l’article 140 de la loi sur les hoˆpitaux. Il est dès lors proposé de soumettre l’injection dans le budget de moyens financiers à l’instauration d’un moratoire sur les retenues actuelles. Le budget des moyens financiers des hoˆpitaux interviendra également dans les frais de l’assurance responsabilité civile des médecins hospitaliers et ce, dans l’attente d’une solution appropriée pour l’élaboration d’une assurance « no-fault ».

In verband met de uitklaring van de juridische verhoudingen tussen artsen en ziekenhuisbeheerders door het sluiten van nieuwe akkoorden inzake financiering van de activiteiten van de ziekenhuizen en het afstaan van erelonen verwijs ik u tevens naar de activiteiten van de nationale paritaire commissie geneesherenziekenhuizen. Momenteel heeft de werkgroep ad hoc al de supplementenregelingen doorgenomen die ingediend zijn in het kader van artikel 138 van de wet op de ziekenhuizen. Tevens is een stand van zaken opgemaakt van de archieven van de paritaire commissie die normaal gezien alle documenten dienen te bevatten per ziekenhuis waarin de rechtsverhoudingen tussen artsen en beheerders geregeld worden namelijk de algemene regeling, de individuele overeenkomsten, het medisch reglement en het inningsreglement. Dit overzicht werd samen met een voorstel tot actualisatie voorgelegd aan de werkgroep ad hoc die vergaderde op 12 oktober 2004. Ik hoop dat deze besprekingen zullen uitmonden in initiatieven die zullen bijdragen tot een verheldering van rechtsverhoudingen tussen beide partijen. In mijn persconferentie van 24 september 2004 heb ik mijn beleid en de begroting van de ziekteverzekering 2005 voorgesteld : een beleid in samenhang met de volksgezondheid. Hierin heb ik een belangrijk accent gelegd op de structurele benadering van de onderfinanciering van de ziekenhuizen en bijkomende maatregelen om de financie¨le relatie tussen de beheerders en de ziekenhuisgeneesheren te verbeteren en om de patie¨nten tegen supplementen voor medische hulpmiddelen te beschermen. De herfinanciering van het budget van de financie¨le middelen moet erin resulteren dat de druk op honoraria van de geneesheren via artikel 140 van de ziekenhuiswet afneemt. Er wordt dan ook voorgesteld om de injectie in het budget van de financie¨le middelen, onderhevig te maken aan het invoeren van een moratorium op de huidige afhoudingen. Het budget van de financie¨le middelen van de ziekenhuizen zal tevens tegemoetkomen in de kosten van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van de ziekenhuisgeneesheren en dit in afwachting van een passende oplossing voor het uitwerken van een « nofault » verzekering.

DO 2004200502471

DO 2004200502471

Question no 309 de M. Guy D’haeseleer du 20 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Exploitation de manèges. — Renforcement de la réglementation. ` l’occasion d’un grave cas de négligence dont ont A été victimes des chevaux de manège à Nederhasselt,

Vraag nr. 309 van de heer Guy D’haeseleer van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Uitbaten van maneges. — Striktere reglementering.


2004

Naar aanleiding van het ernstig geval van verwaarlozing van manegepaarden in Nederhasselt heeft de 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10067

l’organisation de défense des animaux BLID a plaidé en faveur d’un renforcement des règles relatives à l’exploitation des manèges.

dierenrechtenorganisatie BLID een pleidooi gehouden om strengere regels uit te vaardigen voor het uitbaten van maneges.

L’organisation BLID pense qu’un grand nombre de manèges n’étant plus rentables, les animaux paˆtissent de cette situation. Elle préconise que les exploitants soient mieux formés en matière de gestion d’entreprise et suggère également un controˆle semestriel obligatoire ainsi que le dépoˆt annuel d’un calendrier des activités, etc. Elle demande par ailleurs que la Division du bienêtre animal du SPF Santé publique effectue un plus grand nombre de controˆles inopinés.

BLID vermoedt dat veel maneges niet meer rendabel zijn en dat zou ten koste gaan van de dieren. Deze organisatie pleit ervoor dat de uitbaters beter zouden gevormd worden op het vlak van bedrijfsbeheer. Ook een verplichte zesmaandelijkse controle, door een dierenarts, het jaarlijks indienen van een activiteitenkalender, enzovoort worden gesuggereerd. Er worden ook meer onaangekondigde controles gevraagd door de FOD Dierenwelzijn.

1. Combien de manèges, par région, sont à l’heure actuelle en activité ?

1. Kan u meedelen hoeveel maneges er momenteel bestaan, opgesplitst per gewest ?

2. Combien de controˆles ont-ils été effectués en 2001, 2002 et 2003 dans les manèges, par Région ?

2. Hoeveel controles werden er in de jaren 2001, 2003 en 2003 uitgevoerd in de maneges, opgesplitst per gewest ?

3. Combien d’infractions à la réglementation relative au bien-être animal ont-elles été constatées ?

3. Hoeveel inbreuken op de reglementering inzake dierenwelzijn werden er vastgesteld ?

4. a) Estimez-vous nécessaire de renforcer la réglementation relative à l’exploitation des manèges ?

4. a) Acht u het nodig dat er een striktere wetgeving komt voor het uitbaten van maneges ?

b) Que pensez-vous des propositions de l’organisation de défense des animaux BLID visant à améliorer le fonctionnement des manèges ?

b) Kan u zich dienaangaande vinden in de voorstellen van de dierenrechtenorganisatie BLID om tot een betere werking van de maneges te komen ?

c) Des mesures spécifiques sont-elles envisagées ?

c) Worden er bepaalde maatregelen in het vooruitzicht gesteld ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 20 janvier 2005, à la question no 309 de M. Guy D’haeseleer du 20 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 309 van de heer Guy D’haeseleer van 20 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.


1, 2 et 3. Il n’existe aucune législation de bien-être animal spécifique aux manèges. Il n’existe pas non plus de système d’agrément pour de tels établissements. Pour ces raisons, mes services ne disposent d’aucune donnée relative au nombre de manèges et n’ont pas effectué de controˆles spécifiques et réguliers.

1, 2 en 3. Er bestaat geen specifieke dierenwelzijnswetgeving voor maneges. Er is evenmin een erkenningssysteem voor dergelijke inrichtingen. Om die reden hebben mijn diensten dan ook geen cijfers van het aantal maneges en werden er evenmin specifieke en regelmatige controles verricht.

4. Vu le nombre restreint de plaintes relatives à des infractions en matière de bien-être des animaux, la mise en œuvre d’une réglementation spécifique ne fait pas partie des priorités immédiates du service bien-être des animaux.

4. Gelet op het zeldzame aantal klachten aangaande inbreuken op het dierenwelzijn in maneges, behoort het opstellen van een specifieke regelgeving hiervoor niet tot de onmiddellijke prioriteiten van de dienst dierenwelzijn.

Ceci n’empêche pas que chaque plainte relative au bien-être animal, également dans les manèges doit être examinée. La compétence de mes inspecteurs, qui sont tous vétérinaires, offre la garantie que les plaintes fondées peuvent être gérées et solutionnées également en l’absence de règles juridiques spécifiques.

Dit neemt niet weg dat elke klacht inzake dierenwelzijn, ook in maneges, onderzocht moet worden. De deskundigheid van mijn inspecteurs, die allen dierenarts zijn, staat er borg voor dat gegronde klachten ook zonder specifieke rechtsregels aangepakt en verholpen kunnen worden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10068

DO 2004200502582

DO 2004200502582

Question no 328 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 328 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents.

Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.

L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé en qualité de délégué permanent d’une organisation syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en activité de service. Il conserve, entre autres, son droit au traitement et à l’avancement de traitement et de grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal précité du 28 septembre 1984, chaque organisation syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre, rembourser à l’autorité une somme égale au montant total des payements effectués au cours du trimestre précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit en raison de sa qualité de membre du personnel. Les remboursements ne comprennent toutefois pas, entre autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984).

Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is. Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hie¨rarchische gezag, wordt hij geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om voó´r het einde van ieder kwartaal aan de overheid een som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september 1984).

1. Combien de délégués syndicaux permanents, au sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s) fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de votre compétence ?

1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die onder uw gezag ressorteren, tellen ?

` combien s’élevaient les dépenses non rembour2. A sées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre autres les cotisations patronales) ?

2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in 2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer werkgeversbijdragen) ?

3. a) De quels comités, créés pour les services publics concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ?

3. a) Van welke comités die voor de betreffende onder uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel uit ?

b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en 2003 ?

b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 20 janvier 2005, à la question no 328 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 januari 2005, op de vraag nr. 328 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) :




2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10069

Seuls deux agents de mon département sont agrées et mis en congé pour exercer la fonction de délégué permanent auprès de leur organisation syndicale.

In mijn departement genieten slechts twee vertegenwoordigers vakbondsverlof om de functie van vast afgevaardigde bij hun vakorganisatie te kunnen uitoefenen.

Lorsqu’un seul agent est mis en congé en tant que délégué permanent auprès d’une organisation syndicale, le SPF ne requiert pas le remboursement des rémunérations. Mon département ne procède donc pas à la récupération des sommes versées puisque les deux agents agrées sont bien désignés auprès d’organisations syndicales distinctes.

Wanneer één beambte verlof heeft als vast vertegenwoordiger van een vakbond, eist de FOD geen terugbetaling van de wedden. Mijn departement vraagt de gestorte sommen dan ook niet terug aangezien de beide erkende beambten twee verschillende vakorganisaties vertegenwoordigen.

Un des deux délégués permanents siège auprès du comité de concertation de base du SPF ainsi qu’auprès des comités des secteurs I et XII. L’autre délégué est détachée depuis 1988 et nous ne disposons pas d’information concernant les comités dans lesquelles la personne siège. En tout cas elles ne reçoivent pas une indemnité supplémentaire.

Een van de twee vaste afgevaardigden heeft zitting in het Basisoverlegcomité van de FOD en in Sectorcomités I en XII. De andere is sinds 1988 gedetacheerd en we hebben geen informatie over de comités waarin deze persoon zetelt. Ze ontvangen alleszins geen bijkomende vergoedingen.

DO 2004200502624

DO 2004200502624

Question no 329 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 329 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Simplification administrative.

Administratieve vereenvoudiging.

L’accord de gouvernement prévoit notamment une importante simplification administrative.

Het regeerakkoord streeft een belangwekkende administratieve vereenvoudiging na.

1. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière de simplification administrative ?

1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen op het vlak van administratieve vereenvoudiging ?

2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre ou préparez-vous actuellement en matière de simplification administrative ?

2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen op het vlak van de administratieve vereenvoudiging of zijn in voorbereiding ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 janvier 2005, à la question no 329 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 januari 2005, op de vraag nr. 329 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) :



Service d’encadrement personnel et organisation Un groupe de travail vient d’être constitué pour analyser la multitude de formulaires utilisés dans les matières et dans l’administration du personnel. Le but poursuivi est de limiter le nombre de formulaires et d’augmenter l’efficacité de l’organisation des processus de travail. Cela se traduira par un effet de simplification visible pour nos propres agents. Le projet sera achevé d’ici avril 2005.


2004

Stafdienst personeel en organisatie Momenteel is er een werkgroep opgericht die de veelheid aan formulieren, die gebruikt worden in het kader van personeelsaangelegenheden en personeelsadministratie analyseert. Bedoeling is om te komen tot een beperking van het aantal formulieren en een efficie¨ntere organisatie van de werkprocessen. Dit zal resulteren in een duidelijk effect van vereenvoudiging voor de eigen personeelsleden. Het project wordt afgewerkt tegen april 2005. 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10070

Service d’encadrement budget et controˆle de gestion — Logistique

Stafdienst budget en beheerscontrole — Logistiek

Le service d’encadrement B&Bc supporte les administrations et les services du SPF au niveau financier, comptable et budgétaire.

De stafdienst B&Bc ondersteunt de besturen en diensten van de FOD op financieel, boekhoudkundig en budgettair vlak.

Dans l’éxecution de cette mission le service d’encadrement tient compte avec la transparance et d’accessibilité des informations, par le biais d’un système comptable informatisé. Cet instrument est utilisé également pour informer les clients externes.

Bij de uitvoering van deze opdracht houdt de stafdienst rekening met het principe van de transparantie en de toegankelijkheid van de informatie door middel van een geı¨nformatiseerd boekhoudsysteem. Dit instrument wordt eveneens gebruikt om informatie te verstrekken naar externe clie¨nten.

Direction générale organisation des établissements de soins

Directoraat-generaal organisatie van de gezondheidszorgvoorzieningen

En vue d’alléger les charges administratives des établissements de soins liées à la transmission des informations statistiques à, respectivement, l’autorité fédérale, les communautés et les régions, un protocole d’accord a été conclu entre les autorités précitées, visant à ne demander qu’une seule fois aux établissements les informations statistiques visées.

Om voor de verzorgingsinstellingen de administratieve lasten verbonden aan het overmaken van statistische informatie aan respectievelijk de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten, te verlichten, werd tussen de vermelde overheden een protocolakkoord gesloten om bedoelde statistische informatie slechts één maal bij de instellingen op te vragen.

Le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement est chargé de réaliser cette enquête et il transmet les résultats aux autres autorités.

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu staat in voor deze bevraging en maakt de resultaten over aan de andere overheden.

Les autorités se concertent au préalable sur les items qui figureront dans le questionnaire.

De overheden overleggen vooraf de te bevragen items.

Le SPF Santé publique réalise actuellement un projet pilote permettant à 20 hoˆpitaux d’envoyer par le biais du Web les données à transmettre périodiquement dans le cadre de l’enquête relative au Résumé Clinique Minimum.

De FOD Volksgezondheid voert momenteel een pilootproject uit om 20 ziekenhuizen toe te laten de in het kader van de gegevensbevraging Minimale Klinische Gegevens periodiek over te maken data, via het web toe te zenden.

L’objectif est de généraliser cette méthode à l’ensemble des hoˆpitaux en 2005. ` partir de 2006, on étendra cette méthode à A d’autres enquêtes portant sur des données minimales.

Men wenst dat in 2005 te veralgemenen tot alle ziekenhuizen.

Un projet est actuellement en cours au sein du SPF Santé publique, dont l’objectif est de permettre à des externes, à partir de la mi-2005, de consulter les données du fichier hospitalier central, par le biais de la technologie du Web.

Bij de FOD Volksgezondheid loopt een project om de data in het centraal ziekenhuisbestand vanaf medio 2005 via webtechnologie door externen te laten raadplegen.

Certaines données ne pourront être consultées que par les établissements concernés, mais d’autres données seront accessibles au public.

Bepaalde gegevens zullen enkel raadpleegbaar zijn door de betrokken instellingen, andere zullen beschikbaar zijn voor het publiek.

Direction générale soins de santé primaires

Directoraat-generaal basisgezondheidszorg

La loi portant des mesures en matière de soins de santé votée récemment et qui sera très prochainement publiée au Moniteur belge permettra à l’administration centrale d’octroyer les visas aux professionnels des soins de santé. Actuellement, ces visas sont octro-


Vanaf 2006 zal men dit ook uitbreiden tot andere bevragingen van minimale gegevens.

2004

De wet houdende maatregelen op het gebied van de gezondheidszorg, die onlangs werd goedgekeurd en binnenkort in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt, zal het hoofdbestuur in staat stellen aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg visa 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10071

yés par les Commissions médicales provinciales. Tout nouveau diploˆmé qui souhaite exercer sa profession en Belgique doit introduire personnellement sa demande de visa auprès de la Commission médicale provinciale compétente en raison du lieu où il compte exercer. Lorsqu’il change de province, il doit réintroduire une nouvelle demande de visa auprès de la nouvelle commission médicale provinciale compétente. Graˆce au nouveau système mis en place, des accords seront conclus entre la direction générale des Soins de santé primaires et les Universités et Hautes Ecoles de manière à ce que le visa soit octroyé automatiquement en même temps que le diploˆme. Ce visa sera valable sur tout le territoire belge. Graˆce à la banque de données fédérale des professionnels des soins de santé (créée par la loi du 29 janvier 2003), il sera effectivement possible de connaıˆtre le lieu d’exercice d’un praticien sans qu’il ait à faire une quelconque démarche supplémentaire.

toe te kennen. Momenteel worden die visa uitgereikt door de Provinciale Geneeskundige Commissies. Pas gediplomeerden die hun beroep in Belgie¨ willen uitoefenen, moeten hun aanvraag persoonlijk indienen bij de bevoegde Provinciale Geneeskundige Commissie van de plaats waar zij zich willen vestigen. Wanneer ze van provincie veranderen, moeten zij bij de nieuwe Provinciale Geneeskundige Commissie een nieuwe aanvraag doen. Het nieuwe systeem maakt het mogelijk akkoorden af te sluiten tussen het Directoraatgeneraal Basisgezondheidszorg en de universiteiten en hogescholen om het visum samen met het diploma automatisch uit te reiken. Dit visum is dan over het gehele grondgebied geldig. Dank zij de federale gegevensbank van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (opgericht door de wet van 29 januari 2003) zal het effectief mogelijk worden de plaats van uitoefening van een beoefenaar zonder enige verdere moeite te kennen.

Un projet, appelé « be-health » est actuellement en cours visant à créer un réseau d’échange et de services pour tous les professionnels de santé et les organismes qui gravitent autour de la santé (Institut national d’assurance maladie invalidité, mutuelles, SPF Santé publique ...).

Er loopt momenteel een project, « be-health » geheten, om een uitwisselings- en dienstennetwerk voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en voor alle instellingen die met gezondheid te maken hebben (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, ziekenfondsen, FOD Volksgezondheid, ...) uit te bouwen.

Un autre projet est actuellement en cours au sein de la Direction générale des Soins de santé primaires visant à uniformiser les procédures d’agrément des professionnels des soins de santé et ce, de manière à clarifier la procédure tant pour les nouveaux candidats que pour les commissions chargées d’examiner les demandes et les fonctionnaires chargés de les assister.

In het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg loopt nog een ander project dat ertoe strekt de erkenningsprocedures voor beroepsbeoefenaars op dezelfde leest te schoeien teneinde de procedure te verhelderen, zowel voor de nieuwe kandidaten en de commissies belast met het onderzoek van de aanvragen als voor de ambtenaren die deze moeten bijstaan.

Direction générale Médicaments

Directoraat-generaal Geneesmiddelen

En ce qui concerne les taˆches de la direction Générale Médicaments les simplifications administratives suivantes ont déjà été réalisées :

Wat betreft de taken van het directoraat-generaal Geneesmiddelen werden reeds de volgende administratieve vereenvoudigingen doorgevoerd :

— Suppression de la Commission d’appel des avis de la Commission d’implantation sur les demandes d’ouverture, de transfert ou de fusion d’officines pharmaceutiques ouvertes au public (articles 10 et 11 de la loi du 9 juillet 2004 portant des dispositions diverses).

— Afschaffing van de Commissie van Beroep tegen de adviezen van de Vestigingscommissie voor wat betreft de aanvragen tot vestiging, overbrenging of fusie van voor het publiek opengestelde apotheken (artikelen 10 en 11 van de wet van 9 juli 2004 houdende diverse bepalingen).

— La possibilité d’utiliser la prescription électronique garantissant l’identité du prescripteur, est prévue, et en plus nous avons prévu qu’un système plus simple peut suffire dans le milieu hospitalier (article 176 de la loi-programme du 22 décembre 2003 et article 194 de la loi-programme du 9 juillet 2004). Les mesures d’exécution nécessaires doivent toutefois encore être fixées.

— De mogelijkheid tot gebruik van het elektronisch voorschrift dat de identiteit van de voorschrijver garandeert, werd voorzien, en daarnaast werd voorzien dat binnen het ziekenhuismilieu een eenvoudiger systeem kan volstaan (artikel 176 programmawet van 22 december 2003 en artikel 194 van programmawet 9 juli 2004). De nodige uitvoeringsmaatregelen hiertoe dienen evenwel nog vastgelegd te worden.

— L’introduction de demandes d’autorisation de mise

— De indiening van aanvragen tot vergunning voor


2004

2005


1273

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10072

sur le marché de médicaments de manière électronique a été réglée, (arrêté royal du 4 mars 2004).

het in de handel brengen van geneesmiddelen op elektronische wijze werd geregeld, (koninklijk besluit van 4 maart 2004).

En ce qui concerne les taˆches de la direction Générale Médicaments les mesures suivantes sont en préparation en vue de la simplification administrative :

Wat betreft de taken van het Directoraat-generaal Geneesmiddelen zijn volgende maatregelen tot administratieve vereenvoudiging in voorbereiding :

— La transposition de 2 directives révisant la législation pharmaceutique (Dir. 2004/27/CE et Dir. 2004/28/CE du 31 mars 2004 concernant respectivement les médicaments à usage humain et les médicaments à usage vétérinaire) apporteront pas mal de simplifications administratives en matière d’évaluation des demandes d’autorisation de mise sur le marché de médicaments. Ainsi le renouvellement quinquennal de l’autorisation est limité à un renouvellement, il est prévu une procédure plus rapide de reconnaissance de l’autorisation dans plusieurs E´tats Membres et les dispositions concernant la possibilité d’introduction de demandes simplifiées d’autorisations sont précisées (génériques, dossiers bibliographiques) de sorte que la validation de ces demandes doit se dérouler plus rapidement.

— De omzetting van 2 richtlijnen tot herziening van de Europese farmaceutische wetgeving (RL 2004/ 27/EG en RL 2004/28/EG van 31 maart 2004 betreffende respectievelijk geneesmiddelen voor menselijk en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik) zullen heel wat administratieve vereenvoudigingen met zich meebrengen inzake het evalueren van aanvragen tot vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen. Zo wordt de vijfjaarlijkse hernieuwing van de vergunning beperkt tot één hernieuwing, er wordt een vlottere procedure voorzien tot erkenning van de vergunning in meerdere Europese Lidstaten en worden de bepalingen inzake de mogelijkheid tot indiening van verkorte aanvragen (generieken, bibliografische dossiers) verduidelijkt zodanig dat de validatie van deze aanvragen vlotter zou moeten verlopen.

— Les dispositions concernant les demandes de modification d’une autorisation de mise sur le marché de médicaments sont sérieusement simplifiées, dans certains cas ceci sera limité à une simple mention.

— De bepalingen inzake de aanvragen tot wijziging van een vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen worden sterk vereenvoudigd, in sommige gevallen zal dit zich beperken tot een eenvoudige melding.

— Les dispositions concernant l’implantation des officines ouvertes au public sont en train d’être revues. Le but de tout ceci est d’atteindre une simplification administrative importante.

— De bepalingen inzake de vestiging van voor het publiek opengestelde apotheken worden herzien. Hierbij is het de bedoeling dat naar een belangrijke administratieve vereenvoudiging gestreefd wordt.

Direction générale animaux, végétaux et alimentation

Directoraat-generaal dier, plant en voeding

Département santé animale et produits animaux

Afdeling dierengezondheid en dierlijke producten

Les mesures déjà prises par le service politique sanitaire animaux et végétaux concernent la mise en circulation depuis le 1er octobre 2004, de passeports européens harmonisés pour les mouvements non commerciaux des animaux de compagnie. Ce passeport est obligatoire pour quitter le pays avec un animal de compagnie (chat-chien-furet) et va progressivement être rendu obligatoire pour tous les chiens séjournant sur le territoire belge. L’avantage est que ce document unique est reconnu par tous les E´tats membres et est donc suffisant pour voyager dans la Communauté

De maatregelen die reeds genomen zijn door de dienst sanitair beleid dieren en planten, zijn de invoering sinds 1 oktober 2004 van het geharmoniseerde Europese paspoort voor gezelschapsdieren voor verplaatsingen van niet-commercie¨le aard. Dit paspoort is verplicht om het land te verlaten in het bijzijn van een gezelschapsdier (kat-hond-fret) en het zal progressief verplicht gesteld worden voor alle honden die op het Belgisch grondgebied verblijven. Het voordeel van dit uniek document bestaat erin dat het door alle lidstaten wordt erkend zodat dit volstaat om in de gehele Gemeenschap te reizen.

Un projet d’arrêté royal concernant l’identification des chevaux est actuellement en préparation. De la même manière que pour les animaux de compagnie, un document d’identification unique sera attribué à

Een ontwerp van koninklijk besluit voor de identificatie van paarden is momenteel in voorbereiding. Zoals bij de gezelschapsdieren zal een uniek document toegekend worden aan elk paardachtig dier dat zich op


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10073

chaque équidé situé sur le territoire belge. Il s’agit d’un passeport dont le contenu est harmonisé au niveau européen et qui permettra donc d’éviter un surplus de documents administratifs lors de déplacements des équidés à l’extérieur du territoire belge. Département bien-être animal et CITES

het Belgisch grondgebied bevindt. De inhoud van het paspoort is op het Europese niveau geharmoniseerd wat toelaat bijkomende administratieve documenten te vermijden bij verplaatsingen van paardachtigen buiten het Belgisch grondgebied. Afdeling dierenwelzijn en CITES

L’introduction du passeport européen pour les animaux de compagnie dans l’Union européenne a été l’occasion d’y intégrer le document d’identification obligatoire et le document d’enregistrement pour les chiens. Cela a été réalisé via l’arrêté royal du 28 mai 2004 relatif à l’identification et l’enregistrement des chiens.

De invoering in de Europese Unie van het Europees paspoort voor gezelschapsdieren is aangegrepen om het verplichte identificatie- en registratiedocument voor honden daarin te integreren. Dat gebeurde door het koninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden.

J’envisage la suppression de l’obligation d’apposer des timbres fiscaux sur les demandes d’agrément des parcs zoologiques, des élevages de chiens et de chats, des refuges pour animaux, pensions pour animaux et des établissements commerciaux pour animaux ainsi que sur les demandes de documents CITES. Les rémunérations sus-citées pourront être recouvertes d’une autre manière. De plus j’examine la possibilité de supprimer l’agrément obligatoire des élevages de chats prévu dans la législation relative au bien-être animal

Ik overweeg de afschaffing van de vereiste om fiscale zegels aan te brengen op aanvragen voor erkenning van dierentuinen, honden- en kattenfokkerijen, dierenpensions, dierenasielen, dierenpensions en dierenhandelszaken alsmede bij aanvragen voor CITESdocumenten. De inning van de hiervoor bedoelde vergoedingen zal op een andere wijze dienen te gebeuren. Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheid om de verplichte erkenning van kattenkwekerijen voorzien in de dierenwelzijnswetgeving te schrappen.

Centre d’étude et de recherches vétérinaires et agrochimiques (CERVA)

Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie (CODA)

Dans le contexte des services proposés en matière de diagnostics des maladies transmissibles chez les animaux réalisés en laboratoire, un système informatisé intégré de gestion de laboratoires (LIMS) a été développé et installé il y a 6 à 7 ans; ce système relie les laboratoires à un dispatching central. Ce dispatching centralise l’enregistrement de toutes les demandes d’analyses et répartit les documents et les échantillons entre les laboratoires. Ces derniers transmettent leurs résultats, via le réseau informatique, au dispatching qui envoie l’ensemble des résultats au demandeur. Le dispatching fait aussi office de guichet unique qui centralise toutes les demandes d’information concernant les résultats des analyses. Toutes les données relatives aux demandes, validations et résultats sont conservées dans une base de données centrale et peuvent donc être facilement consultées par la suite. Ce système permet une traçabilité et une consultation parfaites de tous les résultats des analyses effectuées ces dernières années par le CERVA et a sa place dans le système de qualité pour lequel le CERVA est accrédité par Beltest selon la norme ISO.

In het kader van de dienstverlening inzake laboratoriumdiagnostiek van besmettelijke ziekten bij dieren, werd 6-7 jaar geleden een geı¨nformatiseerd laboratoriuminformatiesysteem (LIMS) gecreeërd en geı¨nstalleerd waarbij de laboratoria verbonden zijn met een centrale dispatching. De dispatching centraliseert de registratie van alle analyseaanvragen en verdeelt documenten en monsters naar de laboratoria. Deze zenden via het informaticanetwerk hun resultaten door naar de dispatching die de globale resultaten overmaakt aan de aanvrager. De dispatching functioneert ook als uniek loket, waar alle vragen naar informatie over de analyseresultaten worden gebundeld. Alle gegevens inzake aanvragen, validaties en resultaten worden bewaard in een centrale databank en kunnen nadien gemakkelijk terug opgeroepen worden. Dit systeem laat een perfecte traceerbaarheid en consultatie toe van alle analyseresultaten die de jongste jaren in het CODA werden uitgevoerd en past in het kwaliteitssysteem waarvoor het CODA werd geaccrediteerd door Beltest volgens de ISO-norm.

Le CERVA tient une comptabilité analytique dans laquelle chaque centre de frais dispose d’un budget propre. Toutes les commandes et factures circulent via le réseau informatique. On utilise à cet effet un logiciel comptable commercial (AXI-Finance) qui a été adapté en perspective d’une comptabilité mixte publique

Het CODA voert een analytische boekhouding, waarbij elke kostenplaats over een eigen budget beschikt. Alle bestellingen en facturen verlopen via het informaticanetwerk. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een commercieel boekhoudpakket (AXI-Finance) dat werd aangepast voor het voeren van een gecombi-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10074

(partie E´tat) et privée (partie personnalité juridique). Le magasin a été informatisé. Les factures et commandes sont globalisées une fois par semaine par client.

neerde overheids- (deel staat) en privéboekhouding (deel rechtspersoonlijkheid). Het magazijn werd geı¨nformatiseerd. Facturen en bestellingen worden wekelijks geglobaliseerd per klant.

Mesures pour l’avenir : développement de l’intranet

Toekomstige maatregelen : uitbouw van het intranet

Le système de qualité et les performances techniques du CERVA sont accréditées par Beltest selon la norme européenne ISO 17025. Dans ce contexte, toutes les activités doivent être formalisées par le biais de procédures écrites traçables. L’une des actions consiste à simplifier le système de qualité et à limiter progressivement le flux de documents papier en installant sur Intranet un maximum de procédures et de fiches de travail.

Het kwaliteitssysteem en de technische prestaties van het CODA zijn geaccrediteerd door Beltest volgens de Europese norm ISO 17025. Hierbij moeten alle activiteiten worden geformaliseerd via geschreven traceerbare procedures. Eén van de acties bestaat uit het vereenvoudigen van het kwaliteitssysteem en het progressief beperken van de papierstroom door zoveel mogelijk procedures en werkfiches op het intranet te plaatsen

L’Institut scientificique de santé publique

Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid

L’Institut scientifique de santé publique (ISP) ne peut lui-même faire grand-chose pour la simplification administrative étant donné qu’il dépend d’une part, de l’administration du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement et d’autre part, du statut des Etablissements scientifiques de l’E´tat. Le statut de ceux-ci est géré par les Services de Programmation de la Politique scientifique

Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) kan zelf weinig doen voor de administratieve vereenvoudiging, gezien het enerzijds afhangt van de administratie van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en anderzijds,van het statuut van de Wetenschappelijke Instellingen van de Staat. Dit laatste wordt beheerd door de Federale Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid.

Au niveau interne, l’Institut a déjà procédé aux simplifications administratives suivantes :

Intern heeft het Instituut reeds volgende administratieve vereenvoudigingen doorgevoerd

— Les rapports du Conseil de direction ne sont plus systématiquement rédigés en néerlandais et en français mais alternativement en néerlandais ou en français.

— De verslagen van de directieraad worden niet meer systematisch in het Nederlands en in het Frans opgesteld, maar afwisselend in het Nederlands of in het Frans.

— Toutes les procédures du système qualité ne sont plus diffusées sur support papier mais sont placées directement sur l’intranet de l’Institut.

— Alle procedures van het kwaliteitssysteem worden niet meer als papieren documenten verspreid maar uitsluitend op het interne Intranet van het Instituut geplaatst.

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2004200502951

DO 2004200502951

Question no 46 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 46 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Faux indépendants. — Faux travailleurs salariés. Au sein du gouvernement, les ministres des Classes moyennes et de l’Agriculture, de l’Emploi et de la

Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers. Binnen de regering werken de ministers van Middenstand en Landbouw, Werk en Consumenten-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10075

Protection de la consommation, des Affaires sociales et des Pensions élaborent actuellement un projet de loi visant à lutter contre le phénomène des faux indépendants. L’accord de gouvernement prévoit un certain nombre de mesures législatives : définition de critères précis dans le but de combattre ce phénomène et création d’une commission de ruling qui mènera une action préventive mais agira aussi sur le plan normatif. Toutefois, il n’y a pas que des faux indépendants; il y a aussi des faux travailleurs salariés.

zaken en Sociale Zaken en Pensioenen aan een wetsontwerp dat het fenomeen van de schijnzelfstandigen moet aanpakken. Volgens het regeerakkoord zal de regering wetgevende maatregelen nemen waaronder het vastleggen van welomschreven criteria om het fenomeen van de schijnzelfstandigen tegen te gaan. Onder meer zal een rulingcommissie worden opgericht die niet alleen preventief maar ook normerend zal werken. Evenwel, naast het fenomeen van de schijnzelfstandigen, bestaat ook het fenomeen van de schijnwerknemers.

La lutte contre le phénomène de ces faux travailleurs salariés est de la compétence, par exemple, de l’inspection sociale du SPF Sécurité sociale, du service d’inspection de l’ONSS, du service d’inspection de l’INASTI et des administrations compétentes de l’ONSS et de l’ONSSAPL.

De bestrijding van schijnwerknemers behoort tot de bevoegdheid van bijvoorbeeld de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de RSZ-inspectiedienst, de inspectiedient van de RSVZ en de bevoegde administraties van de RSZ en RSZPPO.

1. La lutte contre les faux salariés revêt-elle à vos yeux autant d’importance que la lutte contre les faux indépendants ?

1. Hecht u een even groot belang aan het tegengaan van schijnwerknemers als aan het tegengaan van schijnzelfstandigen ?

2. Avez-vous déjà pris des initiatives pour faire étudier le phénomène des faux salariés ou — dans la négative — envisagez-vous d’en prendre ?

2. Nam u reeds initiatieven om het fenomeen van schijnwerknemers te laten bestuderen of — indien niet — overweegt u alsnog een initiatief te nemen ?

3. a) Les inspections compétentes qui relèvent de votre département traquent-elles les faux salariés ?

3. a) Wordt er door de bevoegde inspecties die onder uw departement vallen gezocht naar schijnwerknemers ?

b) Dans l’affirmative, combien de ces faux salariés ont été verbalisés, au cours de ces deux dernières années, en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

b) Zo ja, hoeveel van dergelijke werknemers werden in Vlaanderen, respectievelijk Wallonie¨ en Brussel door de inspecties geverbaliseerd de afgelopen twee jaar ?

c) Combien d’entre eux ont été réellement sanctionnés ?

c) Hoeveel onder hen kregen effectief een sanctie ?

4. Dans quels secteurs ce phénomène se manifestet-il le plus ? ` combien sont évaluées les pertes de recettes 5. A pour l’Institut national d’assurances sociales des travailleurs indépendants (INASTI) ?

4. In welke sectoren doet het fenomeen zich het meest voor ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 21 janvier 2005, à la question no 46 de Mme Maggie De Block du 22 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 21 januari 2005, op de vraag nr. 46 van mevrouw Maggie De Block van 22 december 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.

1. Le principe d’égalité requiert que les faux employés soient traités de la même manière que les faux indépendants.

1. Het gelijkheidsbeginsel vereist dat schijnwerknemers op eenzelfde manier worden behandeld als schijnzelfstandigen.

2. Le rapport de la Cour des Comptes en matière de « Prévention et lutte en matière de fausse indépendance » déplore que « ... des chiffres bien fondés

2. Het verslag van het rekenhof inzake « Voorkoming en bestrijding van schijnzelfstandigheid » betreurt dat « ... goed onderbouwde cijfers over


2004

5. Hoeveel zijn de geschatte minderinkomsten voor het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen (RSVZ) ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10076

concernant la dimension, l’étendue et l’évolution du phénomène fassent défaut. Il n’existe que de vagues indications ». Il est donc primordial d’objectiver le problème des faux salariés, comme celui des faux indépendants, avant de prendre des initiatives réglementaires dans un sens ou dans un autre.

de omvang, de spreiding en de evolutie van het fenomeen ontbreken. Er bestaan slechts vage indicaties. ». Het is dus van het grootste belang het probleem van de schijnwerknemers zoals dat van de schijnzelfstandigen objectief te kunnen vatten vooraleer regelgevende initiatieven in de ene of de andere zin te nemen.

3. Il n’appartient pas à l’inspection de l’INASTI, qui relève de ma compétence, de procéder à de telles recherches. Je vous renvoie aux ministres compétents pour les autres services d’inspection.

3. Het behoort de inspectie van de RSVZ, die onder mijn bevoegdheid valt, niet toe over te gaan tot dergelijke opsporingen. Voor de andere inspectiediensten verwijs ik u naar de bevoegde ministers.

4. Comme indiqué au point 2, nous ne disposons d’aucune donnée à ce sujet.

4. Zoals in punt 2 wordt aangegeven, beschikken wij over geen enkele gegeven omtrent dit onderwerp

5. En l’absence de données, il m’est impossible de faire procéder à des calculs en la matière.

5. Bij afwezigheid van gegevens, is het mij onmogelijk berekeningen dienaangaande te laten uitvoeren.



Emploi

Werk

DO 2003200410848

DO 2003200410848

Question no 88 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 14 mai 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 88 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 14 mei 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Intérim d’insertion. — Agences intérimaires agréées. — Contrats de travail à durée indéterminée.

Invoeginterim. — Erkende uitzendkantoren. — Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.

La loi du 12 aouˆt 2000 portant des dispositions sociales, budgétaires et diverses a introduit le régime de l’intérim d’insertion. Cette mesure vise notamment les demandeurs d’emploi de longue durée, les bénéficiaires du minimum de moyens d’existence et les bénéficiaires de l’aide sociale financière, et permet aux agences de travail intérimaire agréées de conclure un contrat de travail à durée indéterminée avec une personne appartenant à l’une de ces catégories de demandeurs d’emploi. Toutefois, pour pouvoir recourir à l’intérim d’insertion, les agences devaient conclure préalablement un accord avec le ministre de l’Intégration sociale.

De wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen stelde de mogelijkheid van invoeginterim in. Het doelpubliek van deze maatregel zijn langdurig werklozen, bestaansminimumtrekkers en sociale uitkeringstrekkers. Erkende uitzendkantoren krijgen de mogelijkheid om aan deze categoriee¨n van werkzoekenden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur aan te bieden. Vooraleer uitzendkantoren invoeginterim kunnen operationaliseren moesten ze een overeenkomst met de minister van Maatschappelijke Integratie sluiten.

1. a) Avec quelles agences des accords ont-ils été conclus depuis l’entrée en vigueur de la mesure ?

1. a) Met welke uitzendkantoren werden sinds de inwerkingtreding van de maatrgel overeenkomsten gesloten ?

b) Combien de travailleurs intérimaires étaient concernés dans chaque cas ?

b) Over hoeveel invoeguitzendkrachten ging het telkens ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10077

2. Pourriez-vous me communiquer les informations suivantes, ventilées entre la Région flamande, la Région wallonne et la Région bruxelloise :

2) Kan u, opgedeeld volgens het Vlaamse Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Gewest een overzicht van de volgende gegevens geven :

a) Combien d’emplois prévus ont effectivement été occupés graˆce à cette mesure ?

a) Hoeveel van de vooropgestelde arbeidsplaatsen zijn effectief ingevuld ?

b) Combien de ces intérimaires d’insertion étaient :

b) Hoeveel van deze invoeguitzendkrachten waren :

— choˆmeurs complets indemnisés de moins de 45 ans;

— uitkeringsgerechtigd volledig werkloos, jonger dan 45 jaar;

— choˆmeurs complets indemnisés de plus de 45 ans;

— uitkeringsgerechtigd volledig werkloos, ouder dan 45 jaar;

— demandeurs d’emploi inoccupés de longue durée mais sans être choˆmeurs complets indemnisés;

— langdurig niet-werkend werkzoekend, anders dan uitkeringsgerechtigd volledig werkloos;

— bénéficiaires d’existence;

— bestaansminimumtrekkers;

du

minimum

de

moyens

— bénéficiaires de l’aide sociale ?

— gerechtigd op sociale bijstand ?

3. Ce régime d’intérim d’insertion a-t-il déjà fait ses preuves en ce qui concerne les possibilités ultérieures de trouver un emploi ?

3. Is uit de toepassing van de maatregel reeds gebleken dat invoeginterims goede doorstromingskansen hebben ?

4. a) La mesure a-t-elle déjà été évaluée ?

4. a) Werd er reeds een evaluatie van de maatregel gemaakt ?

b) Quels aménagements s’imposent-ils le cas échéant ?

b) Welke bijsturingen dringen zich op ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 88 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 14 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 88 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 14 mei 2004 (N.) :

Il n’est pas possible de vous procurer des données sur le nombre des choˆmeurs engagés dans le cadre de l’intérim d’insertion, ni à quelle catégorie de choˆmeurs de longue durée ils appartiennent, vu que l’arrêté royal du 25 septembre 2000 pris en exécution des articles 188, alinéa 2 et 194, § 1er, alinéa 2, de la loi du 12 août 2000 portant des dispositions sociales budgétaires et autres et de l’article 7, § 1er, alinéa 3, m), de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944, a été abrogé à partir du 1er janvier 2002.

Het is niet mogelijk is om u cijfers te bezorgen over het aantal werklozen aangenomen in het kader van de invoeg-interim, noch tot welke categorie van langdurig werklozen zij behoren, vermits het koninklijk besluit van 25 september 2000 tot uitvoering van de artikelen 188, tweede lid en 194, § 1, tweede lid van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale budgettaire en andere bepalingen en van artikel 7, § 1, derde lid, m), van de besluitwet van 28 december 1944, werd opgeheven vanaf 1 januari 2002.

L’arrêté royal susmentionné du 25 septembre 2000 prévoyait une réduction des cotisations sociales patronales et une activation des allocations de choˆmage spécifique, ce qui permettait aux services de l’Office national de l’Emploi de repérer les personnes engagées dans ce cadre.

Het voormeld koninklijk besluit van 25 september 2000 voorzag in een specifieke vermindering van de patronale sociale zekerheidsbijdragen en activering van de werkloosheidsuitkeringen, wat de diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening toeliet de personen aangeworven binnen dit kader terug te vinden.

L’arrêté royal précité a bien été remplacé par l’arrêté royal du 15 juillet 2002 mais qui se limite à une simple énumération des catégories de demandeurs d’emploi qui peuvent être engagés dans ce cadre, sans qu’existe encore un système de réduction des cotisations de sécurité sociale ou une activation des allocations spécifique.

Dit koninklijk besluit werd wel vervangen door een koninklijk besluit van 15 juli 2002, maar dat beperkt zich tot een opsomming zonder meer van de categoriee¨n van werkzoekenden die in dit kader kunnen aangeworven worden zonder dat er nog een specifiek stelsel van verminderde sociale werkgeversbijdragen of van activering bestaat.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10078

On peut présumer que les employeurs de ce secteur font maintenant appel au système général ACTIVA, mais, dans ce cadre, les services de l’ONEM ne disposent pas des chiffres selon le secteur d’occupation.

Men kan veronderstellen dat de werkgevers voor deze sector zouden beroep doen op het algemeen ACTIVA-stelsel maar binnen dit kader beschikken de diensten van de RVA niet over cijfers volgens de sector van tewerkstelling.

DO 2004200502402

DO 2004200502402

Question no 155 de Mme Maggie De Block du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 155 van mevrouw Maggie De Block van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Jeunes postulants. — Employeurs. — Réponses ou feed back imparfaits.

Jonge sollicitanten. — Werkgevers. — Gebrekkige respons of feed back.

Une jeune femme limbourgeoise a lancé une action ludique sous le slogan « Emportez une orange avec vous lors de vos entretiens d’embauche ». Elle en a assez de se laisser embobiner lorsqu’elle postule un emploi et elle appelle les jeunes candidats à se rendre aux entretiens d’embauche avec une orange en poche. Lorsque la postulante se rend compte qu’elle n’est pas prise au sérieux par l’employeur, au terme de l’entretien, elle peut laisser tomber en se disant : « je ne me laisse pas presser comme une orange ».

Een Limburgse jongedame heeft een ludieke actie op stapel gezet onder het motto « Neem een sinaasappel mee naar je sollicitatiegesprek ». Ze is het beu om bij het solliciteren met een kluitje in het riet te worden gestuurd en roept jonge sollicitanten op om met een sinaasappel op zak te gaan solliciteren. Wanneer de sollicitant merkt niet au sérieux genomen te worden door de werkgever kan ze die na afloop overhandigen met als achterliggende gedachte « Ik laat me niet uitpersen ».

Cette action ne se veut pas blessante, mais elle montre au grand jour un problème plus profond auquel sont confrontés les jeunes postulants. Il est un fait que de très nombreux jeunes sont découragés après avoir passé un certain temps à postuler pour des emplois exigeant beaucoup, surtout sur le plan de l’expérience, ou encore parce que les employeurs ne réagissent pas ou plus à leurs candidatures. De plus, chercher un emploi s’avère couˆteux pour les jeunes qui n’ont pas encore de revenus et doivent se contenter d’allocations d’attente. Ce n’est donc pas illogique qu’ils s’attendent à une réponse correcte en échange de la démonstration de leur volonté de travailler. Cette initiative ludique est peut-être une bonne occasion de sensibiliser largement à cette problématique les employeurs qui ne sont peut-être pas conscients de l’impact négatif sur la confiance en soi du postulant.

De actie is niet kwetsend bedoeld, maar legt wel een dieper liggend probleem bij jonge sollicitanten bloot. Het is een feit dat heel wat jongeren na verloop van tijd bij het solliciteren omwille van hoge eisen, vooral dan op het vlak van ervaring, en het niet of niet meer reageren van werkgevers op hun sollicitaties. Solliciteren is bovendien niet goedkoop voor jongeren die nog geen inkomen hebben of het moeten stellen met een wachtuitkering. Het is dan ook niet onlogisch dat zij in ruil voor het tonen van hun arbeidsbereidheid een correcte respons verwachten. Misschien vormt dit ludieke initiatief een goede aanleiding om werkgevers, die zich mogelijk niet bewust zijn van de negatieve impact op het zelfvertrouwen van de sollicitanten, op een bredere basis te sensibiliseren voor deze problematiek.

1. Avez-vous conscience du fait que de très nombreux jeunes postulants, après avoir cherché vainement un emploi pendant quelques temps, sont découragés par le manque de réaction ou de feed back de la part des employeurs, l’absence de réponse des employeurs aux lettres de candidatures ou l’exigence de niveaux élevés d’expérience, ce dont les jeunes diploˆmés ne disposent évidemment pas ?

1. Bent u zich bewust van het feit dat heel wat jonge sollicitanten na een tijdje vruchteloos een job te zoeken ontmoedigd geraken door het uitblijven van reacties van of feed back door werkgevers, het niet reageren van werkgevers op sollicitatiebrieven of het stellen van hoge ervaringseisen die pas afgestudeerden vanzelfsprekend niet kunnen voorleggen ?

2. Envisagez-vous d’aborder ce thème lors des discussions avec les organisations patronales ?

2. Overweegt u dit thema aan te kaarten tijdens de gesprekken met werkgeversorganisaties ?

3. Envisagez-vous, éventuellement en collaboration avec les organisations patronales, de prendre une

3. Overweegt u, eventueel in samenwerking met de werkgeversorganisaties, een initiatief te nemen om


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10079

initiative pour sensibiliser les employeurs à faire en sorte de ne pas décourager les jeunes postulants dans leur recherche d’emploi par des réponses ou feed back imparfaits ?

werkgevers te sensibiliseren om jonge sollicitanten niet te ontmoedigen in hun zoektocht naar een baan door een gebrekkige respons of feed back ?

4. Comment comptez-vous vous y prendre pour essayer de sensibiliser les employeurs à ce problème ?

4. Op welke manier zal u de werkgevers proberen bewust te maken van dit probleem ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 155 de Mme Maggie De Block du 12 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 155 van mevrouw Maggie De Block van 12 oktober 2004 (N.) :

1. Je me rends bien compte que postuler peut être ` force de recevoir des réponses très décourageant. A négatives, on aura de plus en plus de mal à continuer à envoyer des lettres ou à se présenter à un nouvel entretien. En l’absence fréquente de réponse, il faut déjà être particulièrement fort pour ne pas se décourager. Cela arrive pourtant de plus en plus fréquemment. Plus les emplois se font rares, plus les candidats sont nombreux. Certaines entreprises peuvent alors recevoir un nombre considérable de lettres de candidatures. Dans ce contexte, on peut comprendre qu’un employeur arrête de répondre. Il doit cependant bien se rendre compte que cela a un effet négatif sur l’auteur de la lettre. Il devrait se sentir moralement obligé de faire parvenir une réponse motivée à chaque lettre. Si le problème se pose pour les postulants en général, il se pose encore davantage pour les jeunes. Ceux-ci viennent d’obtenir leur diploˆme et se présentent sur le marché du travail avec beaucoup d’enthousiasme. Ils se voient confrontés en permanence à des employeurs qui leur demandent non seulement énormément de qualifications mais aussi de l’expérience. C’est une mission impossible, en effet. Les employeurs devraient modérer leurs exigences, d’autant plus qu’on constate que de nombreuses personnes engagées sont surqualifiées pour le travail qu’elles effectuent.

1. Ik ben mij er zeer goed van bewust dat solliciteren zeer ontmoedigend kan zijn. Iemand die telkens opnieuw een negatief antwoord krijgt, zal het op de duur steeds moeilijker krijgen om nog een brief te versturen of zich ergens aan te melden. Wanneer er al te dikwijls helemaal geen antwoord komt, moet men al een heel sterk karakter hebben om niet gedemotiveerd te worden. En het gebeurt inderdaad vaker en vaker. Hoe schaarser de arbeidsplaatsen, hoe meer sollicitanten natuurlijk. En dat kan voor bepaalde bedrijven aanleiding zijn tot een grote stroom van sollicitatiebrieven. Het is in die context niet helemaal onbegrijpelijk dat een werkgever stopt met antwoorden. Hij moet echter begrijpen dat dit op de briefschrijver heel negatief werkt. Hij zou het als zijn morele plicht moeten zien om iedere brief een gemotiveerd antwoord te bezorgen. Het probleem stelt zich voor sollicitanten in het algemeen, maar het speelt inderdaad nog meer bij jongeren. Zij hebben dan hun diploma op zak en bieden zich enthousiast aan op de arbeidsmarkt. Zij worden steevast geconfronteerd met werkgevers die niet alleen heel veel kwalificaties eisen, maar ook nog eens ervaring. Dat is onbegonnen werk, inderdaad. Werkgevers zouden zich moeten beperken in hun eisen, te meer daar blijkt dat heel veel mensen aangeworven worden die voor het werk dat ze te doen krijgen overgekwalificeerd zijn.

2. Je veux de toutes façons aborder ce thème à l’occasion de l’évaluation de la nouvelle procédure d’accompagnement des choˆmeurs. En effet, le problème ne se pose pas uniquement sur le plan moral ou émotionnel. Il est difficile pour les choˆmeurs qui postulent de prouver leur volonté à chercher du travail si leurs lettres restent sans réponse ou s’ils ne reçoivent aucun document lors de leur visite à une entreprise. Il s’avère d’ailleurs que certains bureaux d’intérim refusent d’inscrire certains choˆmeurs.

2. Ik wil dit thema zeker aankaarten naar aanleiding van de evaluatie van de nieuwe procedure voor de begeleiding van werklozen. Het probleem doet zich namelijk niet alleen voor op moreel of emotioneel vlak. Het is voor werklozen die solliciteren moeilijk om hun bereidheid tot het zoeken van werk te bewijzen als ze geen antwoorden op hun brieven krijgen of bij een bezoek aan een bedrijf geen bewijs krijgen. Het blijkt ten andere dat sommige interimkantoren weigeren sommige werklozen nog in te schrijven.

3. Les organisations des employeurs peuvent difficilement être contraintes à envoyer des réponses à des lettres. La CCT 38 du 6 décembre 1983 a trait au recrutement et à la sélection des travailleurs. La CCT n’a pas été rendue obligatoire dans son entièreté. Ce sont précisément les passages qui pourraient être d’application en matière d’exigences démesurées qui n’ont pas été rendues obligatoires. Il s’agit donc de recom-

3. Werkgeversorganisaties kunnen moeilijk gedwongen worden om antwoorden op brieven te versturen. CAO 38 van 6 december 1983 gaat over de werving en selectie van werknemers. De CAO is niet in zijn geheel algemeen bindend verklaard. De passages die van toepassing zouden kunnen zijn inzake overdreven eisen ten aanzien van sollicitanten zijn juist niet algemeen bindend verklaard. Het zijn dus aanbevelin-


2004

2005


1274

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10080

mandations. La CCT contient également un passage affirmant qu’il est souhaitable de communiquer la décision par écrit aux candidats qui ne sont pas retenus mais qui remplissent les conditions. Ce passage ne se trouve cependant pas dans la partie rendue obligatoire. Il ne contient absolument rien à propos des candidats qui ne remplissent pas les conditions.

gen. Er staat ook een passage in over de wenselijkheid om niet weerhouden kandidaten, die wel aan de voorwaarden beantwoorden, schriftelijk op de hoogte te brengen van de beslissing. Ze staat echter niet in het algemeen bindend verklaard gedeelte. Over kandidaten die niet aan de voorwaarden beantwoorden staat er zelfs helemaal niets in.

4. Nonobstant ce qui précède, il faut rappeler aux employeurs leurs obligations morales. J’ai déjà parlé à Federgon, la fédération du secteur intérimaire, à ce sujet. La fédération s’est engagée à délivrer une attestation aux travailleurs qui ne peuvent être inscrits pour l’une ou l’autre raison. Dans le passé, la FEB elle aussi a promis d’inciter au maximum ses membres à donner des réponses et des preuves de candidature aux postulants. Je ne manquerai pas de rappeler ce qui a été convenu.

4. Een en ander mag niet beletten de werkgevers op hun morele verplichtingen te wijzen. Ik heb daarover reeds met Federgon, de federatie van de interimsector, gesproken. De federatie heeft zich ertoe verbonden werknemers die om een of andere reden niet ingeschreven kunnen worden toch een attest te bezorgen. In het verleden heeft ook het VBO toegezegd om zijn leden zoveel mogelijk aan te sporen antwoorden en bewijzen op sollicitaties te geven. Ik zal niet nalaten aan die afspraken te herinneren.

DO 2004200502785

DO 2004200502785

Question no 188 de Mme Maggie De Block du 30 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 188 van mevrouw Maggie De Block van 30 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Congé de maternité. — Prise en compte du premier jour de congé. — Avis du Conseil de l’égalité des chances.

Bevallingsverlof. — Aanrekening van eerste verlofdag. — Advies van de Raad van Gelijke Kansen.

Dans son avis no 84 relatif aux congés visant à permettre de concilier plus harmonieusement vie familiale et vie professionnelle, le Conseil de l’égalité des chances a attiré l’attention, en ce qui concerne la protection de la maternité et le congé de maternité, sur le fait que lorsqu’une femme a travaillé ou est restée disponible sur le marché du travail le jour de l’accouchement, celui-ci est pris en compte comme le premier jour de son congé de maternité. La loi prévoit en effet que le jour de l’accouchement doit être considéré comme le premier jour de la période de repos postnatal obligatoire. La situation semble toutefois différente lorsqu’une femme accouche prématurément, plus exactement sept jours avant la date présumée de l’accouchement et a fortiori lorsque la travailleuse a encore effectivement travaillé le jour de l’accouchement.

Op het vlak van moederschapsbescherming en bevallingsverlof wijst de Raad van Gelijke Kansen in zijn advies nr. 84 betreffende de verloven ter bevordering van de combinatie van gezins- en beroepsleven op het feit dat een vrouw die gewerkt heeft of voor de arbeidsmarkt beschikbaar bleef op de dag van haar bevalling, die dag als eerste verlofdag van haar bevallingsverlof wordt aangerekend. Nu is het wettelijk inderdaad voorzien dat de dag van de bevalling als de eerste dag van de periode van verplichte nabevallingsrust moet worden beschouwd. Evenwel lijken de kaarten toch anders te liggen wanneer iemand vroegtijdig bevalt, meer bepaald zeven dagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum en zeker dan in het geval wanneer de werkneemster nog effectief gewerkt heeft de dag van de bevalling.

Dans une réponse à une question analogue, le ministre des Affaires sociales se dit prêt à faire examiner la question. S’il était décidé d’adapter l’article 39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail conformément à l’avis du Conseil de l’égalité des chances, le ministre précise que l’article 114, alinéa 2, de la loi coordonnée le 14 juillet 1994 relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, devrait être adapté simultanément, pour permettre à la mutualité de payer à la travailleuse l’indemnité correspondant à

In antwoord op een anologe vraag toont de minister van Sociale Zaken zich bereid de kwestie te laten onderzoeken. Indien besloten zou worden tot een aanpassing van artikel 39, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 aan de vraag van de Raad van Gelijke Kansen, stelt de minister dat ook artikel 114, tweede lid, van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gelijktijdig zou moeten worden aangepast, teneinde het ziekenfonds toe te


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10081

ce jour de repos supplémentaire (question no 169 du 5 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 54, p. 8379).

laten aan de werkneemster een uitkering uit te betalen voor deze bijkomende dag van rust (vraag nr. 169 van 5 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 20042005, nr. 54, blz. 8379).

1. Eˆtes-vous prêt à prendre en compte l’observation du Conseil de l’égalité des chances et à adapter l’article 39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, de sorte que la période de repos postnatal débute un jour plus tard en cas d’accouchement prématuré (c’està-dire avant le septième jour précédant la date présumée de l’accouchement) et lorsque la travailleuse a encore effectivement travaillé le jour de l’accouchement ?

1. Bent u bereid om tegemoet te komen aan de opmerking van de Raad van Gelijke Kansen en artikel 39, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 dusdanig aan te passen dat de nabevallingsrust met één dag wordt uitgesteld in geval van vroegtijdige geboorte (zijnde voó´r de zevende dag voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum) en wanneer de werkneemster nog effectief gewerkt heeft de dag van de bevalling ?

2. Allez-vous organiser une concertation avec votre collègue des Affaires sociales pour adapter simultanément la loi susvisée du 14 juillet 1994 ?

2. Zal u overleg plegen met uw collega van Sociale Zaken om ook de voornoemde wet van 14 juli 1994 gelijktijdig te laten aanpassen ?

3. Quand la législation devrait-elle être adaptée ?

3. Tegen wanneer plant u een aanpassing van de wetgeving ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 188 de Mme Maggie De Block du 30 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 188 van mevrouw Maggie De Block van 30 november 2004 (N.) :

L’article 39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail dispose en effet que la période de congé postnatal obligatoire prend cours le jour de l’accouchement.

Artikel 39, tweede lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt inderdaad dat de periode van verplichte nabevallingsrust begint te lopen op de dag van de bevalling.

L’article 114, alinéa 2, de la loi coordonnée du 14 juillet 1994 relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités prend un même point de départ.

Artikel 114, tweede lid, van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gaat uit van hetzelfde vertrekpunt.

Sur la base de ces dispositions, une travailleuse, qui n’a pas encore pris de congé prénatal et accouche le soir après ses prestations de travail, va perdre un jour de congé de maternité. ` l’exemple de la réponse de mon collègue, le miA nistre des Affaires sociales, je suis disposée à étudier cette situation et, en accord avec lui, examiner les retombées d’une éventuelle modification de la législation en la matière.

Op grond van beide bepalingen zal een werkneemster, die nog geen prenataal verlof heeft opgenomen en ’s avonds bevalt na haar arbeidsprestaties, één dag moederschapsverlof verliezen.

DO 2004200502786

DO 2004200502786

Question no 189 de Mme Annemie Turtelboom du 30 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 189 van mevrouw Annemie Turtelboom van 30 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Stimuli pour les agences d’intérim qui collaborent à la réinsertion des travailleurs aˆgés.

Stimuli voor uitzendkantoren die oudere arbeidskrachten aan werk helpen.

Dans votre réponse à ma question, vous vous opposez à l’octroi de stimuli aux agences d’intérim pour l’aide aux travailleurs aˆgés à la recherche d’un emploi

In uw antwoord op mijn vraag toont u zich tegenstander van het toekennen van stimuli aan uitzendkantoren om oudere werknemers aan de slag te helpen


2004

In navolging van het antwoord van mijn collega, de minister van Sociale Zaken, ben ik bereid om deze situatie te onderzoeken en, in overleg met hem, na te gaan welke de weerslag zou zijn van een eventuele wetswijziging in dit verband.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10082

(question no 135 du 4 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52 du 8 novembre 2004, pp. 8020-8021). J’avais posé cette question à l’occasion d’une proposition concrète de Federgon, après qu’il était ressorti d’une étude que les travailleurs aˆgés de plus de 45 ans, soit 24 734 personnes, représentaient 7,8 % de la population intérimaire pour l’année 2003 et que leur nombre n’avait cessé d’augmenter au cours de ces dix dernières années.

(vraag nr. 135 van 4 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 52 van 8 november 2004, blz. 8020-8021). De vraag kwam er naar aanleiding van een concreet voorstel van Federgon, nadat uit een studie was gebleken dat de 45-plussers met 24 734 personen in 2003 een aandeel van 7,8 % in de uitzendkrachtenpopulatie vertegenwoordigden en hun aantal de afgelopen tien jaar onophoudelijk is gestegen.

Je n’ai pas reçu de réponse claire à ma dernière question.

Op mijn laatste vraag kreeg ik evenwel geen duidelijk antwoord.

1. Envisagez-vous ou non d’organiser une concertation avec Federgon en vue de mettre au point des mesures favorisant l’insertion des travailleurs aˆgés par le biais de l’intérim et leur transition vers un emploi fixe ?

1. Overweegt u al dan niet overleg te plegen met Federgon met het oog op het nemen van maatregelen die de inschakeling van oudere werknemers via uitzendarbeid en hun doorstroming naar vast werk kunnen bevorderen ?

2. Avez-vous personnellement pris une initiative et quel calendrier envisagez-vous ?

2. Neemt u hiertoe zelf een initiatief en welke timing stelt u hierbij voorop ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 189 de Mme Annemie Turtelboom du 30 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 189 van mevrouw Annemie Turtelboom van 30 november 2004 (N.) :

En raison du timing de la conférence sur la fin de carrière, il ne me semble pas opportun maintenant d’avancer des propositions concrètes à ce sujet. Le gouvernement a en effet approuvé le timing suivant pour ce qui concerne la fin de carrière.

Gezien de timing van de eindeloopbaanconferentie, lijkt het me nu niet opportuun om concrete voorstellen hierover te lanceren. De regering heeft immers de volgende timing rond eindeloopbaan goedgekeurd.

Au printemps de 2004, il a été demandé au Conseil supérieur de l’Emploi et au Conseil supérieur des Finances d’examiner la situation du marché du travail pour les travailleurs aˆgés. Cette demande a donné lieu à une analyse approfondie. En automne de 2004, un groupe de travail technique composé de représentants des partenaires sociaux et des ministres concernés a rassemblé les lignes de force dans ces rapports.

In het voorjaar van 2004 werd aan de Hoge Raad voor Werkgelegenheid en de Hoge Raad voor Financie¨n gevraagd om de arbeidsmarktsituatie van ouderen te onderzoeken. Dit heeft geresulteerd in een grondige analyse. In het najaar van 2004 heeft een technische werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de sociale partners en de betrokken ministers de krachtlijnen in deze rapporten gebundeld.

Au cours des semaines à venir — en raison de la concertation interprofessionnelle, le groupe de travail a été suspendu pendant quelques semaines — la liste des propositions reprises dans la déclaration gouvernementale sera commentée et examinée de façon approfondie par le groupe de travail technique.

In de komende weken — omwille van het interprofessioneel overleg werd de werkgroep enkele weken geschorst — zal in de technische werkgroep de lijst van voorstellen die in de beleidsverklaring werden opgenomen worden toegelicht en kritisch onderzocht.

Ces lignes de force et ce commentaire critique doivent permettre de lancer des négociations dans la période fin février — mars. Le but est en effet de formuler des propositions définitives vers Paˆques qui peuvent alors être transposées en lois pour l’été.

Tezamen met de krachtlijnen moet deze kritische bespreking toelaten dat onderhandelingen worden opgestart in de periode einde februari — maart. Het is immers de bedoeling om rond de paasvakantie tot definitieve voorstellen te komen die tegen deze zomer in wetten kunnen worden omgezet.

Le gouvernement entier a ainsi indiqué très clairement qu’il veut réformer le marché du travail, conjointement avec les partenaires sociaux, de façon à ce que les travailleurs aˆgés bénéficient de davantage d’opportunités pour continuer à travailler et pour retrouver un emploi.

De gehele regering heeft daarmee dus duidelijk aangegeven dat ze samen met de sociale partners de arbeidsmarkt zo wil hervormen dat ouderen meer kansen krijgen om aan het werk te blijven en opnieuw werk te vinden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10083

En raison du timing et de la procédure qui sont prévus, il ne me semble donc pas opportun de lancer, en concertation avec Federgon, une mesure relative au travail intérimaire et aux travailleurs aˆgés. Si toutefois les partenaires sociaux ont des propositions concrètes à ce sujet, celles-ci pourront toujours être examinées au sein des groupes de travail.

Gezien de afgesproken timing en werkwijze lijkt het me bijgevolg nu niet opportuun om in overleg met Federgon een maatregel rond uitzendarbeid en oudere werknemers te lanceren. Indien de sociale partners hierover echter concrete voorstellen hebben dan kunnen die altijd in de werkgroepen onderzocht worden.

DO 2004200502796

DO 2004200502796

Question no 191 de M. Hagen Goyvaerts du 1er décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 191 van de heer Hagen Goyvaerts van 1 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Problématique des illégaux en tant qu’associés.

Problematiek van illegalen als medevennoot.

La détection du travail au noir, dans le secteur de la construction notamment, révèle souvent la présence de personnes en séjour illégal en Belgique.

Bij het opsporen van zwartwerk in onder andere de bouwsector worden regelmatig personen aangetroffen die illegaal in het land verblijven.

Ces derniers temps, des personnes en situation illégale (qui ne possèdent donc pas de permis de séjour valable) invoquent de plus en plus souvent leur statut d’associé ou d’actionnaire de la société pour laquelle elles travaillent. 1. Eˆtes-vous informé de telles pratiques ?

De jongste tijd komt het steeds meer voor dat illegale personen (die dus niet in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning) zich beroepen op het feit dat zij medevennoot of mede-aandeelhouder zijn van de firma waarvoor ze de werkzaamheden uitvoeren.

2. Quels sont les moyens dont disposent vos services pour lutter contre ce problème spécifique dans le cadre du circuit du travail au noir ?

2. Over welke middelen beschikken uw diensten om dit specifieke probleem binnen het circuit van zwartwerk aan te pakken ?

3. En matière de droit du travail, quelle est la procédure appliquée lorsque les illégaux en appellent à leur statut d’associé dans le cadre de leur travail (au noir) ?

3. Welke procedure wordt er op vlak van de arbeidswetgeving gevolgd wanneer illegalen zich beroepen op hun medevennootschap bij het uitvoeren van (zwart)werk ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 191 de M. Hagen Goyvaerts du 1er décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 191 van de heer Hagen Goyvaerts van 1 december 2004 (N.) :

Les services d’inspection, dont le Controˆle des lois sociales, sont parfois confrontés lors de leurs controˆles communs au phénomène des illégaux qui se manifestent comme co-associé ou co-actionnaire d’une entreprise pour laquelle ils effectuent des travaux.

De inspectiediensten, waaronder de Inspectie van het Toezicht op de sociale wetten, worden nu en dan bij hun gezamenlijke controles geconfronteerd met het fenomeen van de illegalen die zich kenbaar maken als medevennoot of als mede-aandeelhouder van een firma waarvoor ze werken uitvoeren.

En dehors de la problématique connue des faux indépendants, l’inspection peut se baser sur plusieurs lois pour lutter contre ce phénomène.

Los van de gekende problematiek van de schijnzelfstandigen, zijn er verscheidene wetten waarop de inspectie zich kan beroepen om dit fenomeen te bestrijden.

1. L’article 7, 8o et l’article 7, avant-dernier et dernier alinéa de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers prévoient qu’un « étranger qui exerce une activité professionnelle indépendante ou en subordination sans être en possession de l’autorisation requise à

1. Artikel 7, 8o en artikel 7, voorlaatste en laatste lid van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepalen dat « een vreemdeling die een beroepsbedrijvigheid als zelfstandige of in ondergeschikt verband uitoefent zon-


2004

1. Bent u op de hoogte van dergelijke praktijken ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10084

cet effet, peut recevoir un ordre de quitter le territoire avant une date déterminée, qu’il peut être ramené sans délai à la frontière ou qu’il peut être détenu à cette fin pendant le temps strictement nécessaire à l’exécution d’une de ces mesures (max. 2 mois) ».

der in het bezit te zijn van de daartoe vereiste machtiging een bevel kan krijgen om het grondgebied te verlaten voó´r een bepaalde datum, zonder verwijl naar de grens kan worden teruggeleid of kan worden opgesloten voor de tijd die strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van één van deze maatregelen (max. 2 maanden). »

Il n’est donc pas interdit d’accepter un étranger comme associé d’une société mais cet associé étranger doit donc disposer d’un permis de séjour de plus de trois mois afin de pouvoir exercer une activité professionnelle dans le Royaume. Lorsque l’inspection tombe sur des illégaux qui exercent une activité en tant qu’associé indépendant, elle prévient toujours l’Office des étrangers. Dans la plupart des cas, il est alors fait appel à la police.

Het is dus niet verboden een buitenlander als vennoot in een vennootschap op te nemen, maar deze buitenlandse vennoot moet wel over een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden beschikken om enige beroepsactiviteit in het Rijk uit te voeren. Indien de inspectie illegalen als zelfstandige vennoot aan het werk aantreffen, wordt steeds de Dienst Vreemdelingenzaken ingelicht. Meestal wordt hiervoor een beroep gedaan op de bijstand van de politie.

2. En vertu de la loi du 19 février 1965 relative à l’exercice, par les étrangers, des activités professionnelles indépendantes, « tout étranger qui exerce ou souhaite exercer, sur le territoire du Royaume, une activité professionnelle indépendante, contre rémunération ou non, soit en tant que personne physique soit au sein d’une association ou d’une société de droit ou de fait, doit être titulaire d’une carte professionnelle. » Outre les services d’inspection du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie et le SPF Finances, il y a également la direction générale Controˆle des lois sociales du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, l’Inspection sociale du SPF Sécurité sociale et l’inspection de l’ONSS qui ont été habilitées à effectuer des controˆles en la matière à partir du 30 décembre 2002.

2. Krachtens de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten is « de beroepskaart verplicht voor elke vreemdeling die een zelfstandige beroepsactiviteit wenst uit te oefenen of reeds uitoefent op het Belgisch grondgebied hetzij als fysiek persoon, hetzij binnen een vennootschap (naar rechte of in feite), al dan niet bezoldigd. »

3. L’enregistrement comme entrepreneur

3. De registratie als aannemer

Lorsque les services d’inspection constatent que des entreprises de construction font appel à des associés illégaux pour effectuer des travaux, « ils en font état à la commission d’enregistrement et ils lui demandent de radier le numéro d’enregistrement comme entrepreneur. » Cela a de lourdes conséquences pour la société. Les maıˆtres de l’ouvrage (les maıˆtres de l’ouvrage et les entrepreneurs principaux) sont tenus de retenir une partie sur la facture des entrepreneurs non enregistrès au profit de l’ONSS et de la TVA; en outre, ils sont rendus solidairement responsables du paiement des dettes dues à ces institutions jusqu’à 80 % du montant de la facture. 4. Exploitation

Indien de inspectiediensten vaststellen dat bouwondernemingen zich schuldig maken aan het laten uitvoeren van activiteiten door illegale vennoten, dan « melden zij dit aan de registratiecommissie en verzoeken het registratienummer als aannemer te schrappen. » Dit heeft voor de vennootschap verregaande gevolgen. Opdrachtgevers (bouwheren en hoofdaannemers) zijn gehouden een deel in te houden op de factuur van niet geregistreerde aannemers ten voordele van RSZ en BTW en zijn bovendien hoofdelijk aansprakelijk voor hun schulden tegenover deze instellingen tot 80 % van het factuurbedrag. 4. Uitbuiting

L’inspection constate souvent que ces associés sont en fait utilisés comme de la main d’œuvre sous-payée et dépourvue de protection sociale. Les inspecteurs prêtent donc beaucoup d’attention aux conditions de travail des étrangers et ils les interrogent, dans la plupart des cas à l’aide d’un interprète juré, sur la façon dont ils ont intégré la société, qui leur a fourni


Naast de inspectiediensten van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en de FOD Financie¨n, zijn ook de Algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, en de RSZ-inspectie sedert 30 december 2002 bevoegd geworden om hierop controle uit te oefenen.

2004

De inspectie stelt herhaaldelijk vast dat deze vennoten eigenlijk gebruikt worden als onderbetaalde en sociaal onbeschermde werkkrachten. Zij schenken dan ook veel aandacht aan de werkomstandigheden van de buitenlanders en ondervragen hen, meestal bijgestaan door een bee¨digd tolk, over de wijze waarop zij in de vennootschap terechtgekomen zijn, wie hen hierbij 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10085

l’assistance « administrative », comment ils sont payés, etc.

« administratief » heeft bijgestaan, hoe zij betaald worden, enzovoort.

Ces examens approfondis font souvent partie d’un dossier relatif à la traite des êtres humains.

Deze grondige onderzoeken maken dikwijls deel uit van een onderzoek naar mensenhandel.

S’il y a suffisamment d’indications pour conclure que les étrangers travaillent en fait dans un lien de subordination, les inspecteurs des services d’inspection divers imposent, chacun dans son domaine, les régularisations nécessaires relatives au paiement des salaires minimaux légaux, au sursalaire pour les heures supplémentaires, aux cotisations ONSS, etc. ou ils dressent un procès-verbal qui relève les infractions constatées.

Indien er voldoende aanwijzingen zijn dat de vreemdelingen in feite onder gezag worden tewerkgesteld, leggen de inspecteurs van de diverse inspectiediensten elk op hun domein de nodige regularisaties op inzake betaling van de wettelijke minimumlonen, de toeslag voor overuren, de RSZ-bijdragen, enzovoort of stellen zij proces verbaal op betreffende de vastgestelde inbreuken.

DO 2004200502905

DO 2004200502905

Question no 201 de Mme Nathalie Muylle du 16 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 201 van mevrouw Nathalie Muylle van 16 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Nombre de jours de travail saisonnier par travailleur.

Aantal dagen seizoenarbeid per arbeider.

Les fruiticulteurs redoutent toujours la fin de la saison; ils craignent que la dernière récolte ne puisse être finalisée. Les cueilleurs les plus motivés ont alors en effet généralement atteint le nombre maximal de jours de travail autorisés. Dans le cadre de la réforme du régime applicable au travail saisonnier, vous n’avez pas répondu positivement, malgré l’avis favorable du Conseil National du Travail, à la demande d’augmentation du nombre maximal de journées de travail par travailleur saisonnier.

Voor de fruittelers is het einde van het seizoen steeds bang afwachten. Men zit steeds met de vrees of de laatste oogst zal kunnen binnengehaald worden. De gemotiveerde plukkers hebben dan immers meestal de grens van het maximum aantal dagen bereikt. In de hervorming van de regeling van de seizoenarbeid bent u, ondanks het positief advies van de Nationale Arbeidsraad, niet ingegaan op het verzoek om het maximum aantal dagen per seizoenarbeider uit te breiden.

Est-il possible de revoir ce régime ?

Bestaat er een mogelijkheid deze regeling te herzien ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 201 de Mme Nathalie Muylle du 16 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 201 van mevrouw Nathalie Muylle van 16 december 2004 (N.) :

L’arrêté royal publié le 31 décembre 2004 relatif à l’agriculture et à l’horticulture, a assoupli notamment les restrictions imposées au travail occasionnel dans l’agriculture et l’horticulture. Jusqu’alors, une restriction double était d’application. Dans l’horticulture, le travailleur ne pouvait excéder les 65 jours de travail par an et l’employeur pouvait faire appel à des travailleurs occasionnels pendant 95 jours de pointe au maximum. Dans l’agriculture, ces limites s’élèvent à 30 et 45 jours respectivement. Conjointement avec mon collègue R. Demotte, j’ai proposé de supprimer le plafond pour les employeurs. De cette façon, l’agriculteur et l’horticulteur pourront mieux réagir face aux conditions climatiques et aux exigences propres à la récolte.

In het koninklijk besluit dat op 31 december 2004 werd gepubliceerd aangaande de landen tuinbouw werd onder meer de begrenzing van de gelegenheidsarbeid in de landen tuinbouw versoepeld. Tot dan toe bestond er een dubbele grens. In de tuinbouw mocht de werknemer niet meer dan 65 dagen per jaar werken en de werkgever kon slechts gedurende maximaal 95 piekdagen gelegenheidsarbeiders tewerk stellen. In de landbouw bedragen deze grenzen respectievelijk 30 en 45 dagen. Samen met mijn collega R. Demotte hebben we voorgesteld om de bovengrens voor de werkgevers te schrappen. Op die manier kan de landen tuinbouwer soepeler inspelen op de weersomstandigheden en de eisen eigen aan de oogst.

Dans l’avis des partenaires sociaux relatif à cette proposition, il a été demandé d’une part d’examiner

In het advies van de sociale partners over dit voorstel werd enerzijds gevraagd om grondig te onderzoe-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10086

dans quelle mesure cette proposition contribue à régulariser le travail au noir et il a surtout été demandé à ce que cette proposition ne puisse pas avoir comme conséquence le remplacement des travailleurs réguliers par des travailleurs occasionnels.

ken in welke mate dit voorstel ertoe bijdraagt dat zwart werk wit wordt en vooral dat dit voorstel niet als gevolg kan hebben dat reguliere werknemers zouden worden vervangen door gelegenheidsarbeiders.

En même temps, ils ont demandé pour les deux sous-secteurs une dérogation quant au nombre de jours de travail prévus pour les travailleurs occasionnels. D’une part une période plus longue pour le secteur des chicons et d’autre part une période plus courte pour le secteur des champignons — un secteur qui, graˆce à cette proposition, peut désormais également faire appel au travail occasionnel.

Tegelijkertijd vroegen ze voor twee subsectoren een afwijkende regeling inzake de dagen dat gelegenheidsarbeiders zouden kunnen werken. Enerzijds een langere periode voor de witloofsector en anderzijds een kortere periode voor de champignonsector — een sector die met dit voorstel ook een beroep kan doen op gelegenheidsarbeid.

En vue de la simplification administrative pour l’employeur et d’un controˆle efficace, le gouvernement a estimé que des règles fort différenciées par soussecteur ne sont pas réalistes. Les partenaires sociaux n’ont cependant pas demandé un relèvement général du plafond par travailleur dans le Conseil national du travail (CNT). Au contraire, ils ont demandé explicitement un moment d’évaluation afin de pouvoir vérifier si des emplois réguliers n’ont pas été convertis en travail occasionnel. Le gouvernement a donné une suite positive à cette demande et a limité dans le temps la durée de l’arrêté.

Omwille van de administratieve vereenvoudiging voor de werkgever en ook een efficie¨nte controle heeft de regering geoordeeld dat sterk gedifferentieerde regels per subsector niet haalbaar zijn. Een algemene verhoging van de grens per werknemer werd echter niet gevraagd door de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad (NAR). Integendeel zelfs, zij hebben expliciet een evaluatiemoment gevraagd zodat kan onderzocht worden dat reguliere werkgelegenheid niet werd omgezet in gelegenheidswerk. De regering is op dit punt ingegaan en heeft de looptijd van het besluit in de tijd beperkt.

S’il ressort de cette évaluation que la mesure n’a aucun effet ou même un effet positif sur le secteur et sur l’emploi régulier en particulier, il ne me semble pas exclu qu’on examinera à ce moment-là, en concertation avec le secteur, l’opportunité d’élargir le nombre de jours de travail par travailleur occasionnel.

Indien uit deze evaluatie zou blijken dat deze maatregel geen of zelfs een positief effect heeft op de sector en op de reguliere werkgelegenheid in het bijzonder, dan lijkt het me niet uitgesloten om op dat ogenblik in overleg met de sector na te gaan of een uitbreiding van de dagen per gelegenheidsarbeider wenselijk is.

DO 2004200502927

DO 2004200502927

Question no 204 de Mme Greet Van Gool du 20 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 204 van mevrouw Greet Van Gool van 20 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Droit au « petit choˆmage » et à l’interruption de carrière pour les parents nourriciers. — Assistance médicale aux enfants placés ou aux personnes placées vivant sous le même toit.

Rechten van pleegouders op het klein verlet en loopbaanonderbreking. — Medische bijstand aan pleegkinderen of inwonende pleeggasten.

Le « petit choˆmage » est le droit, pour le travailleur, de s’absenter de son travail à l’occasion de certains événements (mariage, décès, communion, etc.) avec maintien de sa rémunération normale. Le nombre de jours accordés est fixé par une CCT ou par un accord individuel. Dans le cas contraire, l’arrêté royal du 28 aouˆt 1963 détermine des minima en la matière.

Het klein verlet (of kort verzuim) betreft het recht om afwezig te zijn met behoud van normaal loon bij bepaalde gelegenheden (huwelijk, overlijden, communie, en dergelijke). De duur is bepaald bij CAO of individuele overeenkomst. Is dat niet het geval, dan zijn er minima vastgelegd in het koninklijk besluit van 28 augustus 1963.

Le travailleur a ainsi le droit de s’absenter lors de certains événements familiaux concernant son ou ses enfants, comme le mariage, l’ordination, le décès ou la communion solennelle. Ce droit n’existe pas, toute-

Zo bestaat er recht op verlof voor een werknemer wanneer zijn of haar kinderen onderwerp zijn van welbepaalde familiale gebeurtenissen zoals een huwelijk, een priesterwijding, een overlijden of een plechtige


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10087

fois, lorsque ces événements familiaux concernent un enfant placé ou une personne placée vivant sous le même toit. Dans ce cas, le travailleur ne peut donc pas s’absenter dans le cadre du petit choˆmage. Certaines entreprises ou certains secteurs ont sans doute pris des dispositions particulières, mais il n’existe pas de minimum fixé par la loi.

communie. Dat recht op verlof bestaat evenwel niet wanneer in het gezin een pleegkind of inwonende pleeggast verblijft en zich dergelijke gebeurtenissen voordoen. Dan kan de werknemer dus geen beroep doen op verlofdagen in het kader van het klein verlet. Mogelijk zijn er bedrijven of sectoren waar wel specifieke regelingen getroffen zijn. Een wettelijk vastgelegde minimumregeling is echter onbestaande.

L’interruption de carrière pour assistance médicale pose un problème analogue. Tout travailleur pouvant présenter un certificat délivré par un médecin traitant, duquel il ressort qu’un membre de son ménage ou de sa famille jusqu’au deuxième degré est gravement malade et nécessite des soins, a droit à une interruption de carrière de 12 mois au maximum à temps plein ou de 24 mois maximum à mi-temps ou 1/5e temps. L’arrêté royal du 10 aouˆt 1998 instaurant un droit d’interruption de carrière pour l’assistance ou l’octroi de soins à un membre du ménage ou de la famille gravement malade définit le « membre du ménage » comme « toute personne qui cohabite avec le travailleur » (article 4). Les parents d’accueil devraient donc aussi bénéficier de ce droit lorsqu’un enfant placé est malade. Cependant, les travailleurs ne peuvent selon toute évidence recourir à cette disposition que si l’enfant ou la personne placés sont domiciliés à la même adresse qu’eux. Or, il est fréquent que l’enfant ou la personne placés restent inscrits à l’adresse de leurs parents naturels.

Een gelijkaardig probleem doet zich voor bij de loopbaanonderbreking voor medische bijstand. Dit is een recht voor elke werknemer die een attest van de behandelende geneesheer kan voorleggen waaruit blijkt dat een gezinslid of familielid tot in de tweede graad zwaar ziek is en zorg behoeft. Het gaat om een voltijdse onderbreking gedurende maximum 12 maanden. Een halftijdse of 1/5de onderbreking kan opgenomen worden gedurende maximum 24 maanden. Een « gezinslid » wordt in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid omschreven als « elke persoon die samenwoont met de werknemer » (artikel 4). In principe zouden dus ook pleegouders hierop recht moeten hebben wanneer het pleegkind ziek is, maar blijkbaar kan de werknemer enkel op deze bepaling beroep doen als het pleegkind of de pleeggast ook officieel inwoont op het adres van de pleegouders. Vaak gebeurt het evenwel dat het pleegkind of de inwonende pleeggast nog steeds ingeschreven staat bij de officie¨le ouders.

1. a) Estimez-vous que les parents d’accueil doivent aussi pouvoir bénéficier du « petit choˆmage » ?

1. a) Vindt u dat ook pleegouders recht moeten krijgen op verlof in het kader van klein verlet wanneer hun pleegkinderen of gasten onderwerp zijn van bepaalde familiale gebeurtenissen ?

b) Envisagez-vous de prendre une initiative dans ce sens ?

b) Overweegt u daartoe een initiatief te nemen ?

2. a) Les travailleurs accueillant chez eux des enfants ou des personnes placés mais qui sont officiellement domiciliés chez leurs parents naturels, peuvent-ils prétendre à l’interruption de carrière pour assistance médicale ?

2. a) Kunnen werknemers wiens pleegkinderen of pleeggasten nog officieel wonen bij de natuurlijke ouders, loopbaanonderbreking voor medische bijstand krijgen ?

b) Dans la négative, jugez-vous souhaitable de modifier la législation ?

b) Zo niet, acht u het aangewezen de regelgeving aan te passen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 21 janvier 2005, à la question no 204 de Mme Greet Van Gool du 20 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 21 januari 2005, op de vraag nr. 204 van mevrouw Greet Van Gool van 20 december 2004 (N.) :

Dans la question, il est fait référence aux termes « enfants placés » et « parents d’accueil ». Il n’est pourtant pas très clair à quelle situation juridique on se réfère ainsi.

In de vraag wordt verwezen naar de termen « pleegkinderen » en « pleegouders ». Het is evenwel niet geheel duidelijk welke juridische situaties hiermee zoal worden bedoeld.


2004

2005


1275

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10088

En se détachant de la réalité juridique à laquelle ces notions renvoient, il me semble qu’il vaut mieux que les régimes des petits choˆmages et congés de circonstances soient réservés aux personnes qui ensemble avec le travailleur forment une famille.

Los van de juridische realiteit waarnaar deze begrippen verwijzen, komt het mij voor dat de regeling van het klein verlet en het bijstandsverlof het best zou voorbehouden blijven voor de personen die samen met de werknemer een gezin vormen.

En ce qui concerne le congé pour soins, il faut tenir compte du fait que le placement familial a un caractère temporaire prononcé. Lors du placement familial de longue durée, l’enfant sera probablement inscrit chez les parents d’accueil et le problème évoqué ne se posera pas.

Wat betreft het zorgverlof, moeten we er rekening mee houden dat pleegopvang een uitgesproken tijdelijk karakter heeft. Bij langdurige pleegopvang zal het kind wellicht ingeschreven worden bij de pleegouders en zal het geschetste probleem zich niet voordoen.

Dans certaines situations il n’est question que d’accueil de personnes, qui par conséquent ne font pas partie de la famille du travailleur. Cela ne signifie pas que pour des besoins ponctuels de ces familles d’accueil aucune solution ne peut être trouvée. Dans ce cadre on peut penser par exemple à une solution comparable au congé pour motifs impérieux.

In bepaalde situaties zal er enkel sprake zijn van opvang van personen, die derhalve geen deel zullen uitmaken van het gezin van de werknemer. Dit hoeft evenwel niet te betekenen dat voor de punctuele noden van dergelijke opvanggezinnen geen oplossing kan worden gevonden. In dit verband zou bijvoorbeeld kunnen worden gedacht aan een oplossing die vergelijkbaar is met het verlof om dwingende redenen.

` l’occasion de la proposition de loi relative au A congé d’accueil, nous avons convenu d’examiner ensemble la possibilité de congé d’accueil des points de vue juridique et budgétaire.

Naar aanleiding van het wetsvoorstel rond pleegverlof, hebben we de afspraak gemaakt om de mogelijkheid tot pleegverlof, juridisch en budgettair, samen verder te onderzoeken.

DO 2004200502975

DO 2004200502975



Chèques-services. — Pénurie de personnel.

Dienstencheques. — Personeelstekort.

Le système des chèques-services connaıˆt un tel succès qu’il ne semble plus possible de répondre à toutes les demandes. Il nous revient de différentes sources qu’il devient difficile de trouver du personnel en suffisance pour travailler dans le cadre du système des chèques-services. Il en résulte de très longs délais d’attente pour les utilisateurs, qui perdent patience et ne comprennent pas la nature du problème. En outre, il ressort de certains témoignages que les utilisateurs sont obligés d’acheter les chèques-services à l’avance, même si personne n’est disponible pour faire le travail. Les utilisateurs doivent alors faire un choix lorsqu’il apparaıˆt que personne n’est disponible : soit ils renvoient les chèques-services avant la fin de l’année en enregistrant une perte de 0,25 euro par chèque, soit ils conservent les chèques en courant le risque que personne ne soit encore disponible avant fin avril 2005.

Het systeem van dienstencheques is dermate een succes dat het niet tegemoet lijkt te kunnen komen aan de algehele vraag van de gebruikers. Uit diverse bronnen vernamen we problemen om voldoende personeel te vinden dat in het kader van dienstencheques kan worden tewerkgesteld. Dat leidt tot immens lange wachttijden voor particuliere gebruikers, alsook tot ongeduld en zelfs onbegrip bij de betrokkenen. Bovendien blijkt uit getuigenissen dat men verplicht wordt de dienstencheques op voorhand aan te kopen en zelfs op een ogenblik dat er nog geen personeelslid voorhanden is. Bijgevolg worden « gebruikers » voor de keuze gesteld wanneer blijkt dat er geen personeel voorhanden is : ofwel de dienstencheques voor het eind van het jaar opnieuw binnen sturen maar dan wel met een verlies van 0,25 euro, ofwel de cheques aanhouden en het risico lopen dat er voor eind april 2005 alsnog geen personeelslid wordt gevonden.

1. Qu’en est-il de la pénurie de personnel au niveau du système des chèques-services en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

1. Hoe acuut is het personeelstekort in het systeem van dienstencheques en Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10089

2. Quel est le temps d’attente pour les utilisateurs dans les trois entités fédérées avant qu’une personne ne soit trouvée pour effectuer le travail ?

2. Hoeveel bedraagt de gemiddelde wachttijd van gebruikers in de drie deelgebieden vooraleer voor hen een personeelslid wordt gevonden dat bij hen kan komen werken ?

3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour résoudre ce problème de pénurie de personnel ?

3. Welke maatregelen neemt u om dit personeelstekort te verhelpen ?

4. Pourquoi les particuliers doivent-ils acheter les chèques-services avant qu’un travailleur ne leur ait été attribué ?

4. Waarom moeten particulieren de dienstencheques aankopen vooraleer hen een personeelslid wordt toegekend ?

5. Pourquoi les particuliers qui renvoient leurs chèques-services parce que personne n’a été trouvé pour effectuer le travail perdent-ils 0,25 euro par chèque ?

5. Waarom moeten particulieren die hun dienstencheques terugsturen omdat er geen personeelslid werd gevonden een kwarteuro per stuk laten vallen ?

6. Envisagez-vous de supprimer cette mesure injuste ?

6. Overweegt u deze oneerlijke maatregel recht te zetten ?

7. Combien de chèques-services ont-ils respectivement été émis, échangés et renvoyés en 2004, en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

7. Hoeveel dienstencheques werden in het jaar 2004 uitgegeven, respectievelijk ingewisseld en teruggestuurd in Vlaanderen, respectievelijk Wallonie¨ en Brussel ?

8. Combien d’emplois ont été créés dans ce cadre dans les trois Régions ?

8. Hoeveel jobs heeft dit in de drie deelgebieden opgeleverd ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 janvier 2005, à la question no 208 de Mme Annemie Turtelboom du 24 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 januari 2005, op de vraag nr. 208 van mevrouw Annemie Turtelboom van 24 december 2004 (N.) :

1 et 2. Actuellement, il n’y a pas de données disponibles concernant un manque éventuel de personnel et le délai d’attente moyen des utilisateurs dans le système des titres-services. L’évaluation de ce système qui est prévue par l’article 10 de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité permettra d’avoir une meilleure connaissance de ces problèmes.

1 en 2. Op dit ogenblik zijn er geen gegevens beschikbaar betreffende een eventueel personeelstekort en de gemiddelde wachttijd van de gebruikers in het systeem van de dienstencheques. De evaluatie van dit systeem die voorzien is in artikel 10 van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen zal het mogelijk maken om een beter zicht te krijgen op deze problemen.

3. Afin de remédier au manque éventuel de personnel, un effort supplémentaire sera fait dans un proche avenir : un dépliant expliquant le système des titresservices d’une façon concise et claire sera mis à la disposition des candidats travailleurs.

3. Om een eventueel personeelstekort te verhelpen zal er binnenkort een bijkomende inspanning geleverd worden : er zal een flyer beschikbaar zijn voor de kandidaatwerknemers waarin het systeem van de dienstencheques op een korte en bevattelijke wijze wordt voorgesteld.

4. L’utilisateur doit remettre un titre-service, daté et signé par lui, au travailleur par heure prestée. Il ne doit donc disposer de titres-services qu’au moment où le travailleur vient travailler chez lui.

4. De gebruiker moet aan de werknemer, per gepresteerd uur, een door hem gedateerde en ondertekende dienstencheque overhandigen. Hij moet dus pas over dienstencheques beschikken op het ogenblik dat een werknemer bij hem komt werken.

5. En effet, si un utilisateur renvoie un titre-service non utilisé pour remboursement à la société émettrice (Accor), le montant du prix d’achat du titre-service est remboursé moyennant une retenue de 0,25 euro par titre-service. Cette retenue sert à couvrir les frais de la société émettrice afférents à ce remboursement. Si l’utilisateur souhaite échanger ses titres-services non

5. Indien een gebruiker een niet-gebruikte dienstencheque voor terugbetaling terugstuurt aan de uitgiftemaatschappij van de dienstencheques (Accor), dan wordt het bedrag van de aanschafprijs van de dienstencheque inderdaad terugbetaald mits een inhouding van 0,25 euro per dienstencheque. Dit ingehouden bedrag dient om de kosten te dekken van de uitgifte-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10090

utilisés pour de nouveaux titres-services, aucune retenue ne sera appliquée.

maatschappij die met deze terugbetaling gepaard gaan. In geval de gebruiker zijn niet-gebruikte dienstencheques wil omruilen voor nieuwe dienstencheques, worden er evenwel geen kosten aangerekend.

6. Je ne vois pas de raison de changer le système visé sous le point 5.

6. Ik zie geen reden om de regeling voorzien onder punt 5 te wijzigen.

7. En 2004, 8 111 261 titres-services ont été achetés. Sur base du domicile des utilisateurs, la répartition est la suivante : 6 094 769 en Région flamande, 1 821 172 en Région wallonne et 195 320 en Région de BruxellesCapitale. E´galement en 2004, 5 619 745 titres-services ont été introduits par des entreprises agréées auprès de la société émettrice. La répartition sur base du siège social des entreprises agréées est la suivante : Région flamande : 3 525 144, Région wallonne : 977 654, Région de Bruxelles-Capitale : 1 116 947. Il faut donc tenir compte du fait que les titres-services introduits par certaines entreprises agréées qui ont leur siège social à Bruxelles ne concernent pas seulement des prestations en Région de Bruxelles-Capitale, mais également celles effectuées dans les autres Régions.

7. In 2004 werden er 8 111 261 dienstencheques aangekocht. Op basis van het domicilie van de gebruikers is de opdeling als volgt : 6 094 769 in het Vlaams Gewest, 1 821 172 in het Waals Gewest en 195 320 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Toujours en 2004, 90 231 titres-services non utilisés ont été remboursés aux utilisateurs. La répartition sur base du domicile des utilisateurs est la suivante : 70 667 en Région flamande, 16 775 en Région wallonne et 2 789 en Région de Bruxelles-Capitale.

Steeds in 2004 werden er 90 231 niet-gebruikte dienstencheques terugbetaald aan de gebruikers. De opdeling op basis van het domicilie van de gebruikers is als volgt : 70 667 in het Vlaams Gewest, 16 775 in het Waals Gewest en 2 789 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

8. Fin 2004, il y avait 10 886 travailleurs engagés. Sur la base du siège social des entreprises agréées, la répartition est la suivante : 4 911 en Région flamande, 1 273 en Région wallonne et 4 702 en Région de Bruxelles-Capitale.

8. Eind 2004 waren 10 886 werknemers aangeworven. Op basis van de maatschappelijke zetel van de erkende ondernemingen is de opdeling als volgt : 4 911 in het Vlaams Gewest, 1 273 in het Waals Gewest en 4 702 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

DO 2004200503007

DO 2004200503007

Question no 209 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 209 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :





1. Pouvez-vous communiquer pour les avis du CFDD qui concernent une de vos compétences, si vous

1. Heeft u de motieven aangegeven waarvoor u gebeurlijk afgeweken bent van een advies van de Fede-


2004

Eveneens in 2004 werden er 5 619 745 dienstencheques door erkende ondernemingen ingediend bij de uitgiftemaatschappij. De opdeling op basis van de maatschappelijke zetel van de erkende ondernemingen is als volgt : Vlaams Gewest : 3 525 144, Waals Gewest : 977 654, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1 116 947. Er moet dus rekening gehouden worden met het feit dat de ingediende dienstencheques van sommige erkende ondernemingen die hun maatschappelijke zetel in Brussel hebben niet alleen betrekking hebben op prestaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar ook op prestaties in de andere Gewesten.

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10091

avez indiqué les motifs pour lesquels vous n’avez pas, le cas échéant, suivi l’avis du CFDD ?

rale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met betrekking tot een van uw bevoegdheden ?

2. Quand ?


3. Quels étaient ces motifs ?


Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 21 janvier 2005, à la question no 209 de Mme Muriel Gerkens du 29 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 21 januari 2005, op de vraag nr. 209 van mevrouw Muriel Gerkens van 29 december 2004 (Fr.) :

Le Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale n’a pas, à ce jour, reçu d’avis du Conseil fédéral de développement durable concernant une de ses compétences.

De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft momenteel nog geen advies ontvangen vanwege de Federale Raad voor duurzame ontwikkeling aangaande één van haar bevoegdheden.

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2004200502899

DO 2004200502899

Question no 81 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 81 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :








2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10092









Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 19 janvier 2005, à la question no 81 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 19 januari 2005, op de vraag nr. 81 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) :

Je renvoie à la réponse donné par M. le ministre Marc Verwilghen à la question no 191 du 15 décembre 2004 posée par M. le député Carl Devlies (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 62, p. 10050).

Ik verwijs naar het antwoord gegeven door de heer minister Marc Verwilghen op vraag nr. 191 van 15 december 2004 van de heer volksvertegenwoordiger Carl Devlies (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20042005, nr. 62, blz. 10050).

DO 2004200502923

DO 2004200502923



Détermination de la date limite de conservation des produits alimentaires.

Vaststelling van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

Aux Pays-Bas, on a constaté que la durée limite de conservation pour le jus d’orange est de 9 semaines, et la DLC pour le jus de tomate de la même marque, commercialisé dans un conditionnement identique, de 31 semaines.

In Nederland werd vastgesteld dat de houdbaarheidsdatum van sinaasappelsap 9 weken bedraagt. Dit van tomatensap van hetzelfde merk en verpakking 31 weken.

Cet exemple amène les spécialistes de la protection du consommateur à s’interroger sur l’application du principe de la date limite de conservation des produits alimentaires.

Consumentenspecialisten stellen zich met dit voorbeeld voor ogen vragen over de toepassing van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

La législation néerlandaise n’impose à l’industrie alimentaire que la seule mention de la date de durabilité minimale, c’est-à-dire la date jusqu’à laquelle le fabricant du produit alimentaire garantit la qualité du produit.

In de wetgeving bij onze Noorderburen worden de levensmiddelenbedrijven alleen verplicht de datum van minimale houdbaarheid te vermelden. Dat is de datum waarop de producent van het levensmiddel de degelijkheid van het product garandeert.

La détermination de la durée limite de conservation relève entièrement du producteur ou de l’importateur.

Het vaststellen van de termijn van de houdbaarheid wordt geheel aan de producent of importeur overgelaten.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10093

1. a) La détermination de la durée limite de conservation est-elle régie par une loi dans notre pays ?

1. a) Bestaat in ons land een wettelijke regeling betreffende het vaststellen van de termijn van houdbaarheid ?

b) Est-il, au contraire, loisible aux producteurs de déterminer eux-mêmes la date limite de conservation, comme c’est le cas aux Pays-Bas ?

b) Of zijn de producenten zoals in Nederland, vrij zelf de houdbaarheidsdatum te bepalen ?

2. a) Y a-t-il des critères à respecter pour chaque produit ?

2. a) Gelden er per product criteria ?

b) Dans l’affirmative, par qui ces critères sont-ils imposés ?

b) Zo ja, door wie worden die opgelegd ?

3. L’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire controˆle-t-elle les procédures appliquées par les producteurs pour déterminer la date limite de conservation ?

3. Wordt door het Federaal Voedselagentschap bij de producenten controle uitgeoefend op het bepalen van de houdbaarheidsdatum ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 21 janvier 2005, à la question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 20 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 21 januari 2005, op de vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 december 2004 (N.) :

1. a) et b) L’indication de la date de durabilité minimale des denrées alimentaires sur l’étiquetage est déterminée au niveau de l’Union européenne dans la directive 2000/13 du Parlement Européen et du Conseil du 20 mars 2000 relative au rapprochement des législations des E´tats membres concernant l’étiquetage et la présentation des denrées alimentaires ainsi que la publicité faite à leur égard. Les dispositions à ce sujet sont reprises dans l’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’ étiquetage des denrées alimentaires préemballées. Les opérateurs économiques sont obligés d’indiquer une date de durabilité minimale, mais restent libres de déterminer eux-mêmes la durabilité de leurs produits, tenant compte des procédés de fabrication et des conditions de conservation indiqués dans l’ étiquetage. Compte tenu de l’ origine européenne de la réglementation, il est clair que les mêmes dispositions sont d’application en Belgique et aux Pays-Bas.

1. a) en b) De aanduiding van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen op het etiket is op het niveau van de Europese Unie vastgelegd in richtlijn 2000/13 van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede de daarvoor gemaakte reclame. De bepalingen hieromtrent zijn overgenomen in het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen. De economische operatoren worden hierbij verplicht om een minimale houdbaarheidsdatum aan te duiden, maar laat hen de vrijheid om de minimale houdbaarheid van hun producten zelf te bepalen, rekening houdend met fabricageprocessen en bewaringsvoorwaarden die ook op het etiket zijn aangeduid. Gezien de Europese origine van de reglementering is het duidelijk dat dezelfde bepalingen van toepassing zijn in Belgie¨ als in Nederland.

2. a) et b) Il n’existe pas de critères établis par produit. La date de durabilité dépend principalement des procédés de fabrication (entre autres stérilisation, pasteurisation, ...) et des conditions de conservation et notamment de la chaıˆne du froid (entre autres « à conserver au frigo », « à conserver à -18o », « à conserver au sec », ...).

2. a) en b) Er bestaan geen criteria die per product zijn uitgewerkt. De minimale houdbaarheidsdatum hangt af in hoofdzaak van fabricageprocessen (onder andere sterilisatie, pasteurisatie, ...) en van de bewaarvoorschriften en met name de koudeketen (zoals « te bewaren in frigo », « te bewaren -18o », « droog bewaren », ...).

3. Pour la réponse à la question concernant l’Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne

3. Voor het antwoord op de vraag inzake het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselke-


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10094

Alimentaire, je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera apportée à sa question par mon collègue, le ministre de la Santé publique, auquel la présente question a également été posée. (Question no 367 du 20 décembre 2004).

ten, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat zal verstrekt worden door mijn collega, de minister van Volksgezondheid, aan wie deze vraag eveneens gesteld werd. (Vraag nr. 367 van 20 december 2004).



Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2004200502853

DO 2004200502853

Question no 99 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 99 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :











Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 19 janvier 2005, à la question no 99 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 99 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :

En réponse à sa question, je puis communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op zijn vraag, kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

1. Les agents du SPF Personnel et Organisation, comme d’ailleurs ceux des autres services publics fédéraux, sont soumis aux dispositions de l’arrêté royal no 46 du 10 juin 1982 relatif aux cumuls d’activités professionnelles dans certains services publics. Aux termes de cet arrêté, « le ministre ou — dans le cas des parastataux et autres organismes d’intérêt public —

1. De ambtenaren van de FOD personeel en organisatie, zoals trouwens deze van de andere federale overheidsdiensten, zijn onderworpen aan de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 46 van 10 juni 1982 betreffende de cumulaties van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten. Krachtens de bepalingen van dat besluit, kan « de minister of — in het geval van


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10095

l’organe de gestion peut, sur demande écrite et préalable du membre du personnel et après avis motivé du conseil de direction ou de l’organe qui en tient lieu, autoriser le cumul, en dehors des heures de service, d’activités professionnelles qui sont compatibles avec la qualité de membre du personnel et qui peuvent être exercées sans inconvénient pour le service ou pour le public. » La loi-programme du 24 décembre 2002 a créé la possibilité de revoir par arrêté royal les règles relatives au cumul.

de parastatalen of andere organismen van openbaar nut — het beheersorgaan, op geschreven en voorafgaande aanvraag van het personeelslid en na gemotiveerd advies van de directieraad of van het orgaan dat er de rol van inneemt, machtiging verlenen tot cumulatie buiten de diensturen van beroepsactiviteiten die verenigbaar zijn met de hoedanigheid van personeelslid en die zonder nadeel voor de dienst of voor het publiek uitgeoefend kunnen worden. » De programmawet van 24 december 2002 biedt de mogelijkheid om de regelen betreffende de cumul bij koninklijk besluit te herzien.

2, 3 et 4. Depuis la création du SPF Personnel et Organisation il n’y a eu qu’une seule autorisation de cumul octroyée au cours des années 2003 et 2004.

2, 3 en 4. Sinds de oprichting van de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie, werd één machtiging tot cumulatie verleend tijdens de jaren 2003 en 2004.

Politique des grandes villes

Grootstedenbeleid

DO 2004200502852

DO 2004200502852

Question no 26 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 26 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.

Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).

Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).

Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.

Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.

1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?

1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?

2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits

2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren


2004

2005


1276

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10096

plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?

van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 janvier 2005, à la question no 26 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 januari 2005, op de vraag nr. 26 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :


In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

1. Le président du service public fédéral de programmation Intégration sociale a présenté le plan de management comprenant les objectifs stratégiques et opérationnels au ministre ainsi qu’à mon prédécesseur dans le délai fixé, à savoir le 30 juin 2003.

1. De voorzitter van de programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie heeft het managementplan met strategische en operationele doelstellingen voorgelegd aan de minister alsook aan mijn voorganger binnen de termijn namelijk op 30 juni 2003.

2. Ce plan a été approuvé à la suite de quelques adaptations et placé sur l’intranet du SPP IS pour consultation par les membres du personnel.

2. Dit plan is na enkele aanpassingen goedgekeurd en op het intranet van de POD MI geplaatst ter consultatie van de personeelsleden.

DO 2004200502897

DO 2004200502897

Question no 28 de M. Jo Vandeurzen du 15 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 28 van de heer Jo Vandeurzen van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Critères pour l’octroi de moyens supplémentaires destinés au logement urbain.

Criteria bijkomende middelen huisvesting voor steden.

Votre prédécesseur, Mme Arena, avait annoncé, dans un communiqué de presse du 25 juillet 2004, l’approbation par le Conseil des ministres d’un projet d’arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 12 aouˆt 2000 fixant les modalités d’application de la loi du 17 juillet 2000 déterminant les conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d’une aide financière de l’E´tat dans le cadre de la politique urbaine.

Uw voorganger, mevrouw Arena, heeft op 25 juli 2004 in een persbericht de goedkeuring door de Ministerraad aangekondigd van een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet van 17 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financie¨le bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid.

Le projet établit la liste des villes qui recevront des moyens supplémentaires destinés au logement dans le cadre de la Politique des grandes villes. Cette mesure a été décidée lors du Conseil des ministres de Gembloux des 16 et 17 janvier 2004. Pour la Flandre, il s’agit d’Anvers, de Malines, de Saint-Nicolas, de Gand et d’Ostende.

Het ontwerp bepaalt de steden die de bijkomende middelen zullen ontvangen ten gunste van de huisvesting in het kader van het Grootstedenbeleid, beslist tijdens de Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004. Voor Vlaanderen gaat het om Antwerpen, Mechelen, Sint-Niklaas, Gent en Oostende.

1. Sur la base de quels critères précis ces villes ontelles été retenues, à l’inverse de Louvain, de Genk ou de Bruges ?

1. Wat zijn de precieze criteria op basis waarvan deze steden zijn geselecteerd en de andere steden zoals Leuven, Genk of Brugge niet ?

2. Pourquoi a-t-on opté pour ces critères plutoˆt que pour d’autres ?

2. Waarom werden deze criteria gebruikt en geen andere ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10097

3. Quels montants les villes sélectionnées recevrontelles ?

3. Welke bedragen zullen de geselecteerde steden ontvangen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 19 janvier 2005, à la question no 28 de M. Jo Vandeurzen du 15 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 28 van de heer Jo Vandeurzen van 15 december 2004 (N.) :


In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. La sélection s’est faite en deux phases.

1. De selectie is gebeurd in twee stappen.

D’abord, on a élaboré une liste sur la base de 3 critères :

Eerst werd een lijst opgesteld op basis van 3 criteria :

— Villes et communes avec plus de 60 000 habitants,

— Steden en gemeenten met meer dan 60 000 inwoners,

— dont le revenu par habitant est inférieur à la moyenne nationale

— waar het inkomen per inwoner onder het nationaal gemiddelde ligt

— et dont la densité de population est supérieure à 600 habitants/km2.

— en de bevolkingsdichtheid meer dan 600 inwoners/ km2 bedraagt.

Dans une deuxième phase, on a calculé pour chacune des villes et communes sélectionnées le score pour les 5 critères relatifs au logement :

In een tweede stap werd voor elk van de geselecteerde steden en gemeenten de score op 5 criteria die allen met huisvesting te maken hebben, berekend :

— Le degré de confort du logement :

— Het comfort van de woning :

L’indicateur correspond au pourcentage de logements, dont le confort améliorable est plus élevé que la moyenne nationale. Ce taux de confort correspond à une situation où le logement dispose au moins du petit confort (sans confort ou petit confort). — L’aˆge du baˆti :

— De leeftijd van het gebouw :

L’indicateur correspond au pourcentage de logements, construits avant 1945 et sans petit confort plus élevé que la moyenne nationale. L’aˆge du baˆti est un indicateur de vétusté, dans la mesure où il est combiné avec le manque de confort du logement. — L’état global du logement :

Deze indicator is een weergave van het percentage, hoger dan het nationaal gemiddelde, van woningen dat gebouwd is voó´r 1945 en zonder klein comfort. De leeftijd van het gebouw is een indicator van bouwvalligheid, naargelang deze beschouwd wordt samen met het gebrek aan comfort in de woning. — De algemene staat van de woning :

L’indicateur prend en compte le pourcentage de logements dont l’état global jugé en mauvais état par son occupant est supérieur à la moyenne régionale. — La superficie des logements :

Deze indicator houdt rekening met het percentage, hoger dan het gewestelijk gemiddelde, van woningen waarvan de bewoner de algemene staat als slecht inschat. — De oppervlakte van de woningen :

Cet indicateur correspond au pourcentage de logements de petite taille (< 35 m2) plus élevé que la moyenne régionale. Il existe en effet une corrélation entre la taille du logement et son confort. Plus le logement est petit, plus il est inconfortable.


Deze indicator is een weergave van het percentage, hoger dan het nationaal gemiddelde, van woningen met een verbeterbaar comfort. Deze graad van comfort houdt in dat de woning ten minste voorzien is van klein comfort (zonder comfort of klein comfort).

2004

Deze indicator is een weergave van het percentage, hoger dan het gewestelijk gemiddelde, van woningen van kleine grootte (< 35 m2). Er bestaat immers een verband tussen de grootte van de woning en het comfort. Hoe kleiner de woning, hoe minder comfortabel. 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10098

— Le statut d’occupation du logement :

— De bewoningstitel van de woning :

L’indicateur prend en compte le pourcentage de logements occupés par des locataires plus élevé que la moyenne régionale. Le parc locatif est reconnu comme moins confortable que l’acquisitif.

Deze indicator houdt rekening met het percentage, hoger dan het gewestelijk gemiddelde, van woningen die bewoond worden door huurders. De huurwoningenmarkt is immers minder comfortabel dan de koopwoningenmarkt.

Les données de base pour ce calcul proviennent de l’enquête socio-économique 2001 de l’Institut national de statistique.

De basisgegevens voor de berekening komen uit de sociaal-economische enquête van 2001 van het Nationaal Instituut voor de statistiek.

Les villes et les communes qui combinent de manière défavorable par rapport à la moyenne nationale ou régionale selon le cas, trois sur cinq de ces paramètres, ont été sélectionnées.

Steden en gemeenten die minstens voor drie op de vijf parameters slechter scoren dan het nationaal of gewestelijk gemiddelde, al naargelang het geval, werden geselecteerd.

2. Dans l’arrêté royal du 12 août 2000, il est en effet précisé que les programmes d’intervention en vue de revitaliser les zones urbaines précarisées nécessitent, pour garantir leur visibilité et leur efficacité, qu’une masse budgétaire critique soit garantie. Il faut donc éviter une trop grande dispersion.

2. In het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 is bepaald dat de interventieprogramma’s gericht op de herwaardering van de achtergestelde stadsgebieden vereisen dat een minimale investeringsdrempel in aanmerking wordt genomen om de zichtbaarheid en efficie¨ntie ervan te kunnen waarboren. Een te grote versnippering moet dus voorkomen worden.

Pour éviter cette dispersion, il convient donc de diriger les moyens vers les villes et communes présentant une forte concentration de l’habitat et qui, compte tenu du revenu de leur population, manquent de moyens propres susceptibles de leur permettre de mettre en œuvre une politique intégrée en matière de revitalisation urbaine.

Om dergelijke versnippering te voorkomen, zijn de middelen geconcentreerd op de dichtbebouwde steden en gemeenten die, rekening houdende met het inkomensniveau van hun inwoners, eigen middelen ontberen om een geı¨ntegreerd beleid van stadsherwaardering te voeren.

En recourant à des indicateurs spécifiques en matière de logement, on a essayé de diriger les moyens vers ces villes et communes où la situation du logement est la plus précaire.

Door het werken met specifieke indicatoren op het vlak van huisvesting, werd geprobeerd de middelen te concentreren in die steden en gemeenten waar de huisvestingsproblematiek zich het scherpst stelt.

Les deux premiers indicateurs [degré de confort et aˆge du baˆti] ont fait l’objet de comparaison par rapport à la moyenne nationale. En effet, dans le cadre du logement, il s’agit de droits fondamentaux de chacun, peu importe où on habite. Les trois autres critères [état global du logement, superficie et statut d’occupation] ont été appréhendés par rapport aux moyennes régionales. De cette façon, on peut mieux tenir compte de certaines spécificités liées à l’habitat qui diffèrent sur le plan régional.

Voor de eerste twee indicatoren [comfort en leeftijd van de woning] werd vergeleken met het nationaal gemiddelde. Het gaat bij huisvesting immers om een basisrecht voor iedereen, om het even waar hij of zij woont. Bij de drie andere indicatoren [algemene staat van de woning, oppervlakte en bewoningstitel] werd vergeleken met het gewestelijk gemiddelde. Op die manier kan beter rekening gehouden worden met bepaalde woonaspecten die regionaal verschillen.

3. Dans la répartition des moyens, on a à nouveau tenu compte des spécificités locales.

3. Bij de verdeling van de middelen werd nogmaals rekening gehouden met de plaatselijke situatie.

Pour calculer les montants, le nombre d’habitants par ville a été pondéré, en tenant compte de deux éléments :

Voor het berekenen van de bedragen werd het aantal inwoners per stad gewogen, rekening houdend met twee elementen :

— la tension du marché locatif au niveau local en calculant le nombre de locataires par rapport au nombre d’habitants (comparaison à la région);

— de spanning op de lokale huurmarkt door het aantal huurders te berekenen ten opzichte van het aantal inwoners (vergelijking met gewest);

— l’évolution de l’indice de prix du marché immobilier depuis 10 ans (comparaison à la région).

— de evolutie van de prijsindex van de onroerendgoedmarkt sinds 10 jaar (vergelijking met gewest).


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10099

Le calcul des montants qui seront octroyés aux villes sélectionnées lors de la période 2005-2008, a été approuvé par le Conseil des ministres du 25 juin 2004. Voici un tableau de synthèse.

De berekening van de bedragen die de geselecteerde steden zullen ontvangen voor de jaren 2005 tot en met 2008 zijn door de Ministerraad van 25 juni 2004 goedgekeurd. Hieronder de tabel met het overzicht.

[Programme Politique des grandes villes — volet Logement — Répartition du budget]

[Programma Grootstedenbeleid — luik Huisvesting — Verdeling van het budget]

Total

Totaal

Région de Bruxelles-Capitale ...................... Anderlecht .................................................. Bruxelles ..................................................... Forest .......................................................... Molenbeek-Saint-Jean ................................. Saint-Gilles .................................................. Saint-Josse-ten-Noode ................................. Schaerbeek ..................................................

18 747 128 2 287 150 4 293 092 524 920 4 555 552 1 930 954 1 705 989 3 449 471

Brussels Hoofdstedelijk Gewest ................... Anderlecht .................................................. Brussel ........................................................ Vorst ........................................................... Sint-Jans-Molenbeek ................................... Sint-Gillis .................................................... Sint-Joost-ten-Noode .................................. Schaarbeek ..................................................

18 747 128 2 287 150 4 293 092 524 920 4 555 552 1 930 954 1 705 989 3 449 471

Région flamande ......................................... Anvers ......................................................... Malines ....................................................... Gand ........................................................... Saint-Nicolas ............................................... Ostende .......................................................

48 876 420 25 795 822 2 971 988 12 636 599 3 189 893 4 282 118

Vlaams Gewest ........................................... Antwerpen .................................................. Mechelen .................................................... Gent ............................................................ Sint-Niklaas ................................................ Oostende .....................................................

48 876 420 25 795 822 2 971 988 12 636 599 3 189 893 4 282 118

Région wallonne ......................................... Charleroi ..................................................... Mons .......................................................... La Louvière ................................................. Liège ........................................................... Seraing ........................................................

28 041 452 8 882 838 3 533 733 2 555 989 11 123 877 1 945 015

Waals Gewest ............................................. Charleroi ..................................................... Bergen ......................................................... La Louvière ................................................. Luik ............................................................ Seraing ........................................................

28 041 452 8 882 838 3 533 733 2 555 989 11 123 877 1 945 015

Total ...........................................................

95 665 000

Totaal .........................................................

95 665 000

Ministre de l’Environnement et des Pensions

Minister van Leefmilieu en van Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2004200502644

DO 2004200502644

Question no 38 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 38 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes.

Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organismen.

1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, para-

1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10100

stataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?

overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?

2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?

2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 19 janvier 2005, à la question no 38 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 38 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) :



Il n’a pas été désigné des réviseurs pour le département Environnement pour l’année 2003.

Er werden geen revisoren voor het departement Leefmilieu in 2003 aangesteld.

DO 2004200502853

DO 2004200502853

Question no 40 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 40 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :











Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 19 janvier 2005, à la question no 40 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 40 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :



1. Oui.

1. Ja.

2. Pour le SPF : cinq; pour l’ISP : trois; pour le CERVA : aucune.

2. Voor de FOD : vijf; voor het WIV : drie; voor het CODA : geen.

3. Non, il n’y a que les autorisations qui sont enregistrées par le service d’encadrement P&O du SPF. Les fonctionnaires qui arrêtent leur profession annexe ne communiquent ce fait souvent pas. Une vue actuelle des personnes qui exercent effectivement une profession annexe, ne peut donc pas être donnée.

3. Neen, enkel de toelatingen worden geregistreerd op de stafdienst P&O van de FOD. Wanneer ambtenaren hun bijberoep stopzetten laten ze dit meestal niet weten. Een actueel beeld van de personen die een bijberoep effectief uitoefenen kan dus niet gegeven worden.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10101

4. Une demande a été réfusée ces deux dernières années. Aussi dans le passé, c’est arrivé de temps en temps. Le Conseil de direction estime alors qu’il y a une incompatibilité déontologique avec la fonction exercée par l’intéressé dans le service public.

4. De jongste twee jaar werd slechts één aanvraag geweigerd. Ook voordien gebeurde dit af en toe. De directieraad is dan van oordeel dat er een deontologische onverenigbaarheid is met de functie die de betrokkene in overheidsdienst uitoefende.

Pensions

Pensioenen

DO 2003200432214

DO 2003200432214

Question no 46 de M. Ortwin Depoortere du 22 septembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 46 van de heer Ortwin Depoortere van 22 september 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Cotisation de solidarité sur les pensions.

Solidariteitsbijdrage op de pensioenen.

La loi du 30 mars 1994 a instauré une cotisation de solidarité à charge de certaines catégories de retraités. Le projet d’accord gouvernemental prévoyait la suppression de cette cotisation de solidarité sur une période de quatre ans. Cette promesse est restée lettre morte.

Bij wet van 30 maart 1994 werd voor een aantal categoriee¨n van gepensioneerden een solidariteitsbijdrage opgelegd. In het ontwerp van regeerakkoord werd vooropgesteld dat de solidariteitsbijdrage van gepensioneerden over een periode van vier jaar zou worden afgeschaft. Van deze belofte kwam niets in huis.

Qui plus est, votre prédécesseur, le ministre Vandenbroucke, a clairement précisé en réponse à une question posée par M. Bultinck que, pour sa part, la cotisation de solidarité devait être maintenue (question no 2174, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 24 mars 2004, COM209, p. 1). Les chiffres indiqueraient également que le couˆt de l’augmentation des pensions minimums est supérieur aux recettes générées par la cotisation de solidarité.

Meer nog, uw voorganger, minister Vandenbroucke, maakte in een antwoord op een vraag van de heer Bultinck duidelijk dat, wat hem betreft, de solidariteitsbijdrage moet behouden blijven (vraag nr. 2174, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 24 maart 2004, COM209, blz. 1). Uit de cijfers zou ook blijken dat aan de verhoging van de minimumpensioenen intussen meer uitgegeven is dan de inkomsten van de solidariteitsbijdrage.

1. Subsiste-t-il une quelconque marge de manœuvre en vue de la suppression progressive de la cotisation de solidarité ?

1. Is er nog enige ruimte om geleidelijk tot afschaffing van de solidariteitsbijdrage over te gaan ?

2. Des différences régionales sont-elles perceptibles en ce qui concerne les recettes générées par la cotisation de solidarité et le couˆt de l’augmentation des pensions minimums ?

2. Zijn er regionale verschillen merkbaar wat de inkomsten van de solidariteitsbijdrage en wat de uitgaven tot verhoging van de minimumpensioenen betreft ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 19 janvier 2005, à la question no 46 de M. Ortwin Depoortere du 22 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 46 van de heer Ortwin Depoortere van 22 september 2004 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Administration des pensions

Administratie der pensioenen

Le fonds pour l’équilibre des régimes de pension perçoit le produit des retenues de solidarité prélevées sur toutes les pensions légales, à l’exception des pensions des travailleurs salariés et des indépendants.


2004

Het fonds voor het evenwicht van de pensioenstelsels ontvangt de opbrengst van de solidariteitsbijdragen die afgehouden worden op alle wettelijke pensioenen, met uitzondering van de pensioenen van de werknemers en deze van de zelfstandigen. 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10102

Les recettes enregistrées dans ce fonds sont intégralement destinées au financement des pensions dont la charge est supportée par le budget fédéral des pensions.

De bij dit fonds geregistreerde ontvangsten worden integraal bestemd voor de financiering van de pensioenen waarvan de last gedragen wordt door de federale begroting van pensioenen.

La suppression de cette retenue de solidarité impliquerait donc que les crédits ordinaires du seul budget fédéral des pensions à charge du Trésor public devraient être augmentés de plus de 100 millions d’euros.

Het afschaffen van deze solidariteitsbijdrage zou dus betekenen dat de gewone kredieten enkel al van de federale begroting van pensioenen ten laste van de Staatskas met enkele 100 miljoenen euro zouden moeten worden verhoogd.

Office national des pensions

Rijksdienst voor pensioenen

Compte tenu de la situation budgétaire actuelle et des augmentations qui par ailleurs sont dans ce secteur déjà programmées jusqu’en 2007 (liaison au bien-être, pensions minima des travailleurs indépendants et garantie de revenus aux personnes aˆgées), il paraıˆt bien que dans un avenir proche, la suppression de la cotisation de solidarité ne soit guère envisageable.

Rekening houdend met de huidige budgettaire situatie en met de verhogingen die in deze sector reeds vastliggen tot 2007 (koppeling aan de welvaart, minimumpensioenen van de zelfstandigen en inkomensgarantie voor ouderen), is het duidelijk dat de afschaffing van de solidariteitsbijdrage in de nabije toekomst waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn.

Environ 28 % des pensionnés de chaque région paient une cotisation de solidarité d’un montant moyen de 12,82 euros.

Ongeveer 28 % van de gepensioneerden in ieder gewest betalen een solidariteitsbijdrage die gemiddeld 12,82 euro bedraagt.

Les différences interrégionales des montants moyens de cotisations de solidarité et pourcentages de pensionnés payant une cotisation de solidarité sont négligeables.

De verschillen tussen de gewesten zijn te verwaarlozen wat betreft de gemiddelde bedragen van de solidariteitsbijdragen en het procentueel aandeel van gepensioneerden die een solidariteitsbijdrage betalen.

Dans les différentes régions, les dépenses en matière de pensions minimum fluctuent autour de 20 % des dépenses totales en matière de pensions. La prestation minimum moyenne octroyée en fonction de la durée de carrière, atteint le même niveau dans chaque région et la charge financière d’un relèvement des minima représente par conséquent le même pourcentage par région.

Binnen de verschillende gewesten schommelen de uitgaven inzake minimumpensioenen rond de 20 % van de totale pensioenuitgaven. De gemiddelde minimumuitkering, toegekend in functie van de loopbaanduur, bereikt hetzelfde niveau in ieder gewest en de financie¨le last van een verhoging van de minima vertegenwoordigt bijgevolg per gewest hetzelfde procentueel aandeel.

DO 2004200502612

DO 2004200502612

Question no 58 de M. Bert Schoofs du 9 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 58 van de heer Bert Schoofs van 9 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Retenue opérée sur le traitement des fonctionnaires pour le financement du fonds des indemnités pour frais funéraires.

Inhouding van de wedde van ambtenaren ter financiering van het Fonds van de begrafenisvergoedingen.

Il me revient qu’une retenue de 0,5 % par an est opérée sur les pensions de tous les fonctionnaires retraités. Ce prélèvement sert à financer un fonds pour les indemnités de funérailles versées lors du décès du fonctionnaire.

Naar verluidt wordt er bij alle gepensioneerde ambtenaren jaarlijks een fractie van 0,5 % ingehouden op het pensioenbedrag ter spijzing van een fonds dat instaat voor de toekenning van begrafenisvergoedingen in het geval van overlijden van de ambtenaar.

1. Qui assure la gestion de ce fonds ?

1. Door wie wordt het fonds beheerd ?

2. Quel est le solde de la réserve constituée ?


2. Hoe groot is het saldo van de opgebouwde reserve ? 2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10103

3. Le solde du compte du fonds est-il créditeur, l’augmentation de l’espérance de vie faisant que les retenues se font sur un nombre plus élevé d’années de vie par fonctionnaire ? 4. Est-il exact que l’indemnité maximale versée en cas de décès d’un fonctionnaire est de 1 650 euros ? 5. Cette indemnité est-elle, le cas échéant, fonction du montant du traitement et/ou de la pension que perçoit le fonctionnaire de son vivant ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 19 janvier 2005, à la question no 58 de M. Bert Schoofs du 9 novembre 2004 (N.) : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit. En vertu de l’article 7 de la loi du 30 avril 1958, une retenue de 0,5 % est opérée sur le montant mensuel brut des pensions de retraite à charge du Trésor public. Conformément à l’article 8 de cette loi, le produit de cette retenue est affecté tant au financement de l’indemnité de funérailles accordée à la suite du décès d’un bénéficiaire d’une pension de retraite à charge du Trésor public, qu’au financement des pensions de survie à charge du Trésor public. Le produit de cette retenue est versé au Fonds des pensions de survie qui supporte la charge tant des indemnités de funérailles que des pensions de survie définies ci-avant. Ce fonds est un fonds organique au sens de la loi organique du 27 décembre 1990, géré par l’administration des Pensions. Les recettes et les dépenses de ce fonds sont reprises dans le budget fédéral des pensions. le tableau ci-dessous reprend, pour ces dernières années, d’une part, les recettes pour ce qui concerne le produit de la retenue de 0,5 % et, d’autre part, les dépenses en matière d’indemnité de funérailles (à l’exclusion des dépenses en matière de pensions de retraite et de survie). Montants en euro — Bedragen in euro 2004 (*) ..................................... 2003 .......................................... 2002 .......................................... 2001 .......................................... 2000 ..........................................

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 19 januari 2005, op de vraag nr. 58 van de heer Bert Schoofs van 9 november 2004 (N.) : In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Krachtens artikel 7 van de wet van 30 april 1958 wordt een afhouding van 0,5 % verricht op het bruto maandbedrag van de rustpensioenen ten laste van de Staatskas. Overeenkomstig artikel 8 van dezelfde wet is de opbrengst van deze afhouding zowel bestemd voor de financiering van de begrafenisvergoeding die wordt uitgekeerd wegens het overlijden van een rechthebbende op een rustpensioen ten laste van de Staatskas, als voor de financiering van de overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas. De opbrengst van deze afhouding wordt gestort in het Fonds voor overlevingspensioenen, dat de last draagt van voormelde begrafenisvergoedingen en overlevingspensioenen. Dit fonds is een organiek fonds in de zin van de organieke wet van 27 december 1990, dat beheerd wordt door de administratie der Pensioenen. De ontvangsten en uitgaven van dit Fonds zijn opgenomen in de federale begroting van de Pensioenen. De volgende tabel toont voor de afgelopen jaren enerzijds de ontvangsten inzake de 0,5 %-inhouding en anderzijds de uitgaven inzake begrafenisvergoeding (met uitsluiting van de uitgaven inzake rusten overlevingspensioenen).

Recettes — Ontvangsten 28 25 24 24 23

361 660 191 398 337

Dépenses — Uitgaven

000,00 450,83 483,85 300,39 406,44

8 7 8 6 7

(*) Estimation sur la base des réalisations des 10 premiers mois.


3. Zijn er gezien de stijgende levensverwachting, overschotten op de rekening van het fonds, aangezien er over een groter aantal levensjaren per ambtenaar inhoudingen verricht worden ? 4. Klopt het dat de maximumvergoeding bij het overlijden van een ambtenaar 1 650 euro bedraagt ? 5. Is deze vergoeding eventueel afhankelijk van de wedde en/of het pensioen van de ambtenaar bij leven ?

2004

000 671 452 748 538

000,00 (*) 541,43 (*) 344,21 (*) 387,82 (*) 757,86 (*)

Solde — Saldo 20 17 15 17 15

361 988 739 649 798

000,00 909,40 139,64 912,57 648,58

(*) Raming op basis van de realisaties van de eerste 10 maanden.

2005


1277

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10104

Ces dernières années, le Fonds des pensions de survie présente toujours un solde positif. Il n’est toutefois pas questions d’une réserve constituée puisque l’excédent engrangé est affecté au financement des pensions de retraite à charge du Trésor public. L’excédent enregistré dans ce fonds à la fin de chaque année est marginal et résulte des légers écarts qui se produisent inévitablement, au niveau des recettes et des dépenses, entre les estimations et les réalisations.

Het Fonds voor overlevingspensioenen vertoont de laatste jaren steeds een positief saldo. Er is echter geen sprake van de opbouw van een reserve, aangezien het overschot aangewend wordt om de rustpensioenen ten laste van de Staatskas te financieren. Het overschot bij dit fonds dat zich op het einde van elk jaar voordoet, is marginaal en is een gevolg van de kleine afwijkingen die, inzake inkomsten en uitgaven, noodzakelijkerwijze optreden tussen de ramingen en de realisaties.

L’indemnité de funérailles est égale au montant brut de la dernière mensualité de pension de retraite si le bénéficiaire de cette indemnité est le conjoint non divorcé ni séparé de corps et de biens ou un héritier en ligne directe.

De begrafenisvergoeding is gelijk aan het laatste bruto maandbedrag van het rustpensioen, indien de rechthebbende op deze vergoeding de niet uit de echt gescheiden noch van tafel en bed gescheiden echtgenoot of een erfgenaam in rechte lijn is.

En l’absence de telles personnes, l’indemnité de funérailles est payée à toute personne physique qui apporte la preuve qu’elle a supporté les frais de funérailles. Dans ce cas, l’indemnité est limitées au montant des frais réellement exposés, limité à la dernière mensualité brute de pension.

Bij ontstentenis van dergelijke personen wordt de begrafenisvergoeding betaald aan elke natuurlijke persoon die bewijst dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen. In dat geval is de vergoeding gelijk aan de werkelijk gedane kosten, beperkt tot het laatste bruto maandbedrag van het rustpensioen.

Dans tous les cas, le montant de l’indemnité de funérailles est depuis le 1er septembre 2004 limité à 1 973,63 euros.

In elk geval wordt het bedrag van de begrafenisvergoeding hoe dan ook vanaf 1 september 2004 beperkt tot 1 973,63 euro.

Pour l’années 2005, cette limite sera de 2 006,63 euros, ce qui correspond à 75 % du montant maximum de l’indemnité de funérailles octroyée en cas de décès d’un membre du personnel du secteur public en activité.

Voor het jaar 2005 zal deze grens 2 006,63 euro bedragen, wat overeenstemt met 75% van het maximumbedrag van de begrafenisvergoeding die verleend wordt bij het overlijden van een personeelslid van de openbare sector in actieve dienst.

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

DO 2004200502906

DO 2004200502906

Question no 32 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 32 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :






2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10105

Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 20 janvier 2005, à la question no 32 de M. Gerolf Annemans du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 20 januari 2005, op de vraag nr. 32 van de heer Gerolf Annemans van 17 december 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner au membre estimé la réponse suivante .

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden .

En concertation avec les autres membre du Gouvernement, je renvoie à la réponse du ministre des Finances à votre question.(Question no 563 du 17 décembre 2004.)

In samenspraak met de andere regeringsleden verwijs ik naar het antwoord van de minister van Financie¨n op uw vaaag. (Vraag nr. 563 van 17 december 2004.)

DO 2004200502963

DO 2004200502963

Question no 33 de Mme Ingrid Meeus du 22 décembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 33 van mevrouw Ingrid Meeus van 22 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :

Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications.

Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.

Le système de publication et de diffusion des marchés publics JEPP (Joint Electronic Public Procurement) est une procédure électronique ayant pour objet la communication électronique des annonces d’adjudications publiques aux organismes de publication officiels (Journal officiel des Communautés européennes et Bulletin des Adjudications). Ces annonces, ainsi que les cahiers des charges, sont disponibles sur internet. Les entreprises peuvent s’inscrire à ce service de telle sorte que le système JEPP leur transmette automatiquement, par courriel, les nouvelles offres publiées qui correspondent aux critères qu’elles ont sélectionnés.

JEPP (Joint Electronic Public Procurement) is een elektronische procedure voor overheidsopdrachten die tot doel heeft de aankondigingsberichten van openbare aanbestedingen elektronisch mee te delen aan de officie¨le publicatieorganismen (het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en het Belgisch Bulletin der Aanbestedingen). Deze wordt, evenals de bestekken, ter beschikking gesteld op het web. De ondernemingen kunnen zich op dit systeem registreren zodanig dat het systeem JEPP hen automatisch via e-mail op de hoogte brengt van de nieuwe opportuniteiten die gepubliceerd worden en die overeenkomen met de criteria die door hen gekozen worden.

Ce système présente l’avantage supplémentaire, pour les entreprises, d’être informées des nouvelles opportunités une semaine plus toˆt en général que par le biais des canaux officiels.

Een extra voordeel voor de ondernemingen is dat zij via de online aankondigingsberichten doorgaans één week sneller op de hoogte zijn van de nieuwe opportuniteiten dan via de officie¨le kanalen.

Seule la première phase du système JEPP, à savoir les annonces officielles d’adjudications publiques (JEPP I), est opérationnelle pour l’instant. Les entreprises transmettent leur profil et sont automatiquement averties lorsqu’un appel d’offres est publié dans leur branche. Le système JEPP I fonctionne actuellement en tant que projet-pilote aux départements de la Défense et des Finances.

Op dit ogenblik is enkel de eerste fase van JEPP operationeel : de officie¨le aankondigingen van overheidsopdrachten (JEPP I). Ondernemingen laten hun profiel achter en worden automatisch verwittigd bij publicatie van een offerte aanvraag uit hun domein. JEPP I loopt momenteel als pilootproject bij de departementen van Defensie en Financie¨n.

L’objectif était de promouvoir JEPP I auprès de tous les départements d’ici à la fin de 2004. La phase II du système JEPP, à savoir la possibilité de compléter les offres de manière électronique, devait également être lancée fin 2004.

De bedoeling was om tegen eind 2004 JEPP I bij alle departementen te promoten. Tevens zou tegen eind 2004 van start gegaan worden met JEPP fase II, namelijk het elektronisch invullen van de offertes.

1. a) Comment le projet-pilote JEPP I se déroule-t-il ?

1. a) Hoe verloopt het piloot-project JEPP I ?


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10106

b) Combien d’entreprises se sont-elles inscrites à ce jour ? c) Combien d’offres publiques ont-elles été annoncées par le biais de ce système en 2004 ? 2. La suite de JEPP I sera-t-elle également mise en œuvre en tant que projet-pilote par la Défense et quand le sera-t-elle ? 3. Une évaluation du système JEPP I a-t-elle déjà été menée et quelles en sont les conclusions ? 4. Quand ce système sera-t-il mis en œuvre dans les autres départements ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 20 janvier 2005, à la question no 33 de Mme Ingrid Meeus du 21 janvier 2005 (N.) : J’ai l’honneur de donner au membre estimé la réponse suivante. 1. En concertation avec le ministre de la Défense, je renvoie à la réponse du ministre de la Défense à votre question. 2 et 4. En dialogue avec le ministre de la Fonction publique, j’ai l’honneur de répondre au membre estimé que ces données ressortent de la compétence du ministre de la Fonction publique. Par conséquent, il répondra à vos questions. (Question no 107 du 21 janvier 2005.) 3. En dialogue avec le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre au membre estimé que ces données ressortent de la compétence du le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat. Par conséquent, il répondra à votre question. (Question no 107 du 21 janvier 2005.)

b) Hoeveel ondernemingen hebben zich in dit systeem tot op heden geregistreerd ? c) Hoeveel aanbestedingen werden er in 2004 via dit systeem aangekondigd ? 2. Wordt het vervolg van JEPP I eveneens als piloot-project door Defensie uitgevoerd en wanneer ? 3. Gebeurde er reeds een evaluatie van het systeem JEPP I en wat zijn de besluiten terzake ? 4. Wanneer wordt dit systeem bij de andere departementen geı¨mplementeerd ? Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 20 januari 2005, op de vraag nr. 33 van mevrouw Ingrid Meeus van 21 januari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. 1. In samenspraak met de minister van Defensie verwijs ik naar het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken op uw vraag. 2 en 4. In samenspraak met de minister van Ambtenarenzaken heb ik de eer het geachte lid in antwoord op haar vragen mee te delen dat deze gegevens onder de bevoegdheid van de minister van Ambtenarenzaken vallen. De minister van Ambtenarenzaken zal dan ook uw vragen beantwoorden. (Vraag nr. 107 van 21 januari 2005.) 3. In samenspraak met de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat heb ik de eer het geachte lid in antwoord op haar vragen mee te delen dat deze gegevens onder de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat vallen. De staatssecretaris voor Informatisering van de Staat zal dan ook uw vragen beantwoorden. (Vraag nr. 107 van 21 januari 2005.)



DO 2003200432205

DO 2003200432205

Question no 18 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères : Mandats d’administrateur des membres du gouvernement. 1. Pouvez-vous donner un aperçu de toutes les entreprises et ASBL au sein desquelles vous exercez un mandat d’administrateur ?

Vraag nr. 18 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken : Bestuursmandaten van regeringsleden.


2004

1. Kan u een overzicht geven van alle bedrijven en VZW’s waar u een bestuursmandaat uitoefent ?

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10107

2. Pouvez-vous indiquer, pour chaque mandat, depuis quand vous exercez ce mandat ?

2. Kan bij elk mandaat worden aangegeven sinds wanneer het werd bekomen ?

3. Pouvez-vous préciser, pour chaque mandat, s’il est rémunéré ou non ?

3. Kan bij elk mandaat worden aangeduid of het bezoldigd is of niet ?

4. Des changements se sont-ils produits dans l’exercice de certains mandats depuis votre prestation de serment ?

4. Waren er wijzigingen in de uitoefening van bepaalde mandaten sinds uw eedaflegging ?

5. a) Le premier ministre a-t-il donné son autorisation pour la poursuite de l’exercice de certains mandats ?

5. a) Werd er voor de eventuele voortzetting van bepaalde mandaten toestemming verleend door de eerste minister ?

b) Dans l’affirmative, pour quels mandats ?

b) Zo ja, voor welke ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 19 janvier 2005, à la question no 18 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 19 januari 2005, op de vraag nr. 18 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) :

Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 54 du 21 septembre 2004 communiquée par le premier ministre à la Chambre. (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 51, p. 7752.)

Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 54 van 21 september 2004 dat door de eerste minister deegedeeld werd aan de Kamer. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 51, blz. 7752.)


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10108

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden



Dans le cadre de l’application de la recommandation du 12 juillet 1990 relative au renforcement du controˆle parlementaire de l’intégration européenne (Doc. parl., Chambre, 20-1251/1-1989/1990), M. Bart Staes, membre du Parlement européen, a posé le 29 novembre 2004 via le comité d’avis, la question suivante.

In het kader van de toepassing van de aanbeveling van 12 juli 1990 betreffende de versterking van de parlementaire controle op de Europese integratie (Parl. St., Kamer, 20-1251/1-1989/1990) heeft de heer Bart Staes, lid van het Europees Parlement, volgende vraag gesteld via het adviescomité, op 29 november 2004.

Concerne : Suppression du service belge de médiation de l’électricité et du gaz — Violation de la directive 2003/54/CE.

Betreft : Afschaffing Belgische ombudsdienst elektriciteit en gas — Schending richtlijn 2003/54/EG.

La Directive 2003/54/CE du Parlement européen et du Conseil du 26 juin 2003 concernant les règles communes pour le marché intérieur de l’électricité prévoit en son annexe A, point f), que le consommateur doit bénéficier, pour le traitement des plaintes, de procédures simples et peu onéreuses [...] respectant autant que possible les principes énoncés dans la Recommandation 98/257/CE de la Commission.

Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit stelt in Bijlage A, punt f), dat de consument, eenvoudige en goedkope procedures ter beschikking moet krijgen voor het afhandelen van klachten, [...] zoveel mogelijk gebaseerd op de beginselen van Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie.

La Belgique a supprimé le 1er juillet 2004 le comité de controˆle de l’électricité et du gaz qui faisait en partie office de médiateurs. Depuis, le consommateur ne dispose plus d’aucune instance pour déposer une plainte ou poser une question. La Directive 2003/54/ CE prévoit pourtant qu’un tel service doit être mis à la disposition du citoyen au plus tard pour le 1er juillet 2004, la date limite pour la transposition de la Directive.

Belgie¨ heeft het vroegere controlecomité elektriciteit en gas dat gedeeltelijk als ombudsdienst werkte, op 1 juli 2003 afgeschaft. Sindsdien kan de consument nergens meer terecht met zijn klachten of vragen. Nochtans vereist Richtlijn 2003/54/EG dat tegen 1 juli 2004 — de datum van de uiterlijke omzetting van de richtlijn — zo’n dienstverlening ter beschikking van de burger moest zijn.

Le ministre estime-t-il également que la suppression du comité de controˆle de l’électricité et du gaz et son non-remplacement lèsent le citoyen ?

Deelt de minister mijn mening dat met de afschaffing van het controlecomité elektriciteit en gas en het niet voorzien van een vervanging van dit orgaan de Belgische consument tekort wordt gedaan ?

Dans l’affirmative, le ministre peut-il me faire part de ses projets concernant la création d’un tel service de médiation et préciser la date de cette création ?

Zo ja, kan de minister mij meedelen welke plannen hij heeft om deze ombudsdienst op te richten en tegen welke datum dat zou gebeuren ?

Réponse :

Antwoord :

1. La suppression du Comité de controˆle de l’électricité et du gaz, intervenue le 1er juillet 2003, résultait de la nécessité de simplifier sur le plan organisationnel, au niveau fédéral, la régulation des marchés de l’électricité et du gaz naturel, en ne laissant subsister qu’un seul organe de régulation, la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG). Consécutivement à l’ouverture croissante des marchés de l’électricité et du gaz naturel, il était apparu, en effet,


2004

1. De afschaffing van het Controlecomité voor de elektriciteit en het gas op 1 juli 2003 was nodig om op federaal niveau de regulering van de markten voor gas en elektriciteit op organisatorisch vlak te vereenvoudigen door slechts een enkel regelorgaan te laten bestaan, met name de Commissie voor de regulering van elektriciteit en gas (CREG). Naar aanleiding van de steeds verdere openstelling van de markten voor elektriciteit en aardgas is het immers noodzakelijk 2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10109

indispensable que les compétences du Comité de controˆle soient transférées à la CREG, seul organe chargé dorénavant de la surveillance de l’ensemble des marchés du gaz et de l’électricité, qu’ils soient libéralisés ou non.

gebleken de bevoegdheden van het controlecomité over te dragen aan de CREG. Deze Commissie is het enig orgaan dat voortaan belast is met het toezicht op het geheel van de markten van gas en elektriciteit, of die nu vrijgemaakt zijn of niet.

Parmi les compétences du Comité de controˆle transférées à partir du 1er juillet 2003, figuraient notamment celles ayant trait au traitement des différends susceptibles de survenir entre les clients finals et les opérateurs des secteurs concernés lors de la fourniture d’électricité ` cette fin, fut créé, par la loi du ou du gaz naturel. A 20 mars 2003, au sein de la CREG, un service de médiation chargé d’examiner toute plainte d’un client final à l’égard des producteurs, fournisseurs, distributeurs ou intermédiaires. En raison de motifs liés notamment au partage des compétences entre l’autorité fédérale et les régions en matière de protection des consommateurs et de distribution de l’énergie, les modalités de mise en œuvre du service de médiation n’ont pu être finalisées jusqu’à présent.

Een aantal bevoegdheden van het Controlecomité die sedert 1 juli 2003 zijn overgedragen, hebben betrekking op de regeling van geschillen die zich bij de levering van aardgas of elektriciteit kunnen voordoen tussen de eindafnemers en de operatoren van de betrokken sectoren. Daartoe heeft de wet van 20 maart 2003, in de schoot van de CREG, een ombudsdienst opgericht die belast werd met de behandeling van alle klachten van eindafnemers ten aanzien van producenten, leveranciers, distributeurs en tussenpersonen. Om redenen die met name gepaard gaan met de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gewesten op het vlak van consumentenbescherming en energiediestributie, was het tot op heden niet mogelijk de nadere regels voor de concrete uitbouw van de ombudsdienst tot voltooiing te brengen.

2. Comme je l’ai souligné dans ma note de politique générale, présentée le 26 octobre 2004 à la Chambre des représentants, un service de médiation et d’information devra être créé en 2005. Ce service sera doté d’une structure indépendante duale. Il comprendra un collège de deux médiateurs nommés par le Roi pour une période de cinq ans et une cellule d’information des consommateurs, composée de quatre collaborateurs détachés des régulateurs énergétiques fédéral et régionaux et d’un cinquième collaborateur émanant des services du ministre chargé de la protection de la consommation.

2. Zoals beklemtoond in mijn algemene beleidsnota die ik op 26 oktober 2004 aan de Kamer van volksvertegenwoordigers heb voorgesteld, moet in 2005 een bemiddelings- en informatiedienst worden opgericht. Die dienst zal een tweeledige onafhankelijke structuur hebben. Hij zal bestaan uit een college van twee ombudsmannen die door de Koning voor een periode van vijf jaar benoemd worden en uit een informatiecel voor de consumenten bestaande uit vier medewerkers die gedetacheerd zijn van de federale en gewestelijke energieregulatoren en uit een vijfde medewerker afkomstig van de diensten van de minister belast met consumtenbescherming.

Les médiateurs seront responsables du fonctionnement opérationnel du service de médiation et d’information. Ils élaboreront, en concertation avec les collaborateurs de la cellule d’information des consommateurs, un scénario sur le traitement des questions et des plaintes, garantissant un haut niveau de qualité, un traitement fluide des plaintes et des réponses précises aux questions des clients finals.

De ombudsmannen zijn verantwoordelijk voor de operationele werking van de bemiddelings- en informatiedienst. In samenwerking met de medewerkers van de informatiecel voor consumenten werken zij een scenario uit voor de behandeling van vragen en klachten. Zij zorgen voor een kwaliteitsvolle dienstverlening waarbij de klachten snel en efficie¨nt behandeld worden en de vragen van de eindafnemers nauwekeurig beantwoord worden.

L’objectif visé en créant ce service de médiation et d’information est donc d’organiser un point de contact clair et aisément accessible à tous les clients finals ayant des plaintes ou des questions relatives à tous les aspects liés à la libéralisation des marchés du gaz et de l’électricité.

Met de oprichting van deze bemiddelings- en informatiedienst wil men dus een duidelijk aanspreekpunt organiseren dat gemakkelijk toegankelijk is voor alle eindafnemers die klachten of vragen hebben in verband met alle aspecten van de liberalisering van de markten voor gas en elektriciteit.


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10111

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Premier ministre Eerste minister 1

2004200502906 17-12-2004

66

Gerolf Annemans

Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.

9995

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2003200432320

5-10-2004

385

Mw. Liesbeth Van der Auwera

Loi sur les ASBL. — Article 17. — Notion de « recettes ». VZW-wet. — Artikel 17. — Begrip « ontvangsten ».

9995

1

2003200431962

8-10-2004

396

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

Obligation de vote. — Citoyens résidant à l’étranger. — Justification. Stemplicht. — Burgers die in het buitenland verblijven. — Verschoning.

9998

8

2004200502906 17-12-2004

482

Gerolf Annemans

* Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.

9951

8

2004200502912 17-12-2004

483

Geert Lambert

* E´tablissements pénitentiaires. — Détenus. — Produits proposés à l’achat. Gevangenisinstellingen. — Gedetineerden. — Aankoop van aangeboden producten.

9951

8

2004200502913 17-12-2004

484

Guido De Padt

* Aéroport de Zaventem. — Vols dans les bagages. Luchthaven van Zaventem. — Diefstallen uit de bagages.

9952

8

2004200502917 17-12-2004

485

Alfons Borginon

* Saisies effectuées par le juge d’instruction. — Propriétés saisies. — Fichiers d’information conservés. Beslag door onderzoeksrechter. — Beslagen eigendommen. — Bewaarde informatiebestanden.

9952

8

2004200502920 20-12-2004

486

Dirk Van der Maelen

* Lutte contre la fraude fiscale. — Cadre du personnel des substituts fiscaux. Fiscale fraudebestrijding. — Personeelsformatie fiscale substituten.

9953

8

2004200502928 20-12-2004

487

Bart Laeremans

* E´tablissements pénitentiaires. — Situation dans les cuisines. Penitentiaire instellingen. — Toestand keukens.

9954

8

2004200502931 21-12-2004

488

Mw. Martine Taelman

* Dépoˆts clandestins d’immondices. — Procèsverbaux. Sluikstorten. — Processen-verbaal.

9955


2004

2005


1278

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10112

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502959 22-12-2004

489

Guido De Padt

* Comportements agressifs dans les hoˆpitaux. Agressie in ziekenhuizen.

9955

8

2004200502962 22-10-2004

490

Alfons Borginon

* Conseil de la Justice et des Affaires intérieures à Luxembourg. — Proposition de décision-cadre visant à renforcer le cadre pénal pour la lutte contre la pollution à partir de navires. Raad Justitie en Binnenlandse Zaken te Luxemburg. — Voorstel kaderbesluit tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen.

9956

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 8

2004200502906 17-12-2004

563

Gerolf Annemans


9957

1

2004200502914 17-12-2004

564

Georges Lenssen

Recouvrement de dettes fiscales auprès de personnes aˆgées insolvables vivant en maison de repos ou en maison de repos et de soins. — Publication d’un arrêté royal. Problematiek van de invordering van openstaande belastingschulden bij onvermogende bejaarden die verblijven in een rusthuis of een rusten verzorgingstehuis. — Publicatie koninklijk besluit.

10000

1

2004200502916 10- 1-2005

565

Mme Zoé Genot

Respect des règles de commerce établies par la CITES. Naleving van de door CITES opgestelde handelsregels.

10002

1

2004200502944 22-12-2004

566

Jean-Marc Nollet

Banque nationale de Belgique. — Activités. — Soustraitance. Nationale Bank van Belgie¨ (NBB). — Activiteiten. — Onderaanneming.

10006

1

2004200502954 22-12-2004

567

Mme Zoé Genot

Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

10007

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget — Begroting 1

2003200421571 28- 5-2004


22


2004

Producteurs de lin. — Dommages occasionnés aux cultures de lin. — Projet d’arrêté royal. Vlasbedrijven. — Schade aan de vlasoogst. — Ontwerp van koninklijk besluit.

2005

10008


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10113

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502853

9-12-2004

38

Geert Lambert

8

2004200502906 17-12-2004

40

Gerolf Annemans

Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation. Ministerie¨le diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating. * Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.

10009

9957

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1

2003200432101 10- 9-2004

283

Jan Mortelmans

SNCB. — Sécurité dans les gares. NMBS. — Veiligheid in de stations.

10010

1

2003200432376

8-10-2004

315

Mw. Nathalie Muylle

SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers. NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.

10011

1

2004200502409 13-10-2004

318

Guido De Padt

SNCB. — Activités effectuées par du personnel extérieur à la société. NMBS. — Activiteiten uitgevoerd door externen.

10012

1

2004200502502 25-10-2004

326

Mw. Annemie Turtelboom

BIAC. — Création de nouveaux emplois à l’aéroport et à proximité de celui-ci. BIAC. — Creatie van nieuwe jobs in en rond de luchthaven.

10014

1

2004200502525 26-10-2004

329

Patrick De Groote

SNCB. — Investissements dans les lignes à grande vitesse. NMBS. — Investeringen in hogesnelheidslijnen.

10015

1

2004200502541 27-10-2004

333

Jan Mortelmans

SNCB. — Train de Bruxelles-Central vers AnversCentral-Essen. — Retards. NMBS. — Trein van Brussel Centraal naar Antwerpen-Centraal-Essen. — Vertragingen.

10017

1

2004200502628 10-11-2004

349

Dylan Casaer

SNCB. — Gares. — Location de vélos. NMBS. — Stations. — Fietsenverhuur.

10019

1

2004200502652 16-11-2004

351

Francis Van den Eynde

SNCB. — Membres du personnel. — Agression. — Anticiper les situations difficiles. NMBS. — Personeelsleden. — Agressie. — Anticiperen op moeilijke situaties.

10022

1

2004200502660 17-11-2004

352


SNCB. — Personnel de train. — Agressions. — Appel aux responsables politiques. NMBS. — Treinpersoneel. — Agressie. — Oproep beleidsverantwoordelijken.

10023

1

2004200502730 23-11-2004

360

Servais Verherstraeten

SNCB. — Gare de Tielen. — Investissements. NMBS. — Station Tielen. — Investeringen.

10024

1

2004200502754 25-11-2004

366

François Bellot

La Poste. — Incidence de l’accroissement de l’énergie fossile sur les budgets et les comptes. De Post. — Gevolgen van de stijging van de prijzen voor fossiele brandstoffen voor de begrotingen en de rekeningen.

10025

1

2004200502791

370


SNCB. — Gares de Bruxelles-Midi, d’AnversCentral et de Gand-Saint-Pierre. — Criminalité. NMBS. — Stations Brussel-Zuid, AntwerpenCentraal en Gent-Sint-Pieters. — Criminaliteitscijfers.

10026

1-12-2004


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10114

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502807

3-12-2004

372

Guido De Padt

SNCB. — Vol de matériel ferroviaire. NMBS. — Diefstal van spoorwegmateriaal.

8

2004200502903 16-12-2004

380

Melchior Wathelet

* SNCB. — Fermeture des guichets de la gare d’Auvelais. NMBS. — Sluiting van de loketten van het station van Auvelais.

9958

8

2004200502906 17-12-2004

381

Gerolf Annemans


9959

8

2004200502918 17-12-2004

382

Guido De Padt

* SNCB. — Retards. NMBS. — Vertragingen in het spoorwegvervoer.

9959

8

2004200502936 21-12-2004

383

Guido De Padt

* SNCB. — Gare de Zandbergen. — Avis du comité consultatif des usagers. NMBS. — Station van Zandbergen. — Advies Raadgevend Comité van de Gebruikers.

9960

1

2004200502937 21-12-2004

384


8

2004200502938 21-12-2004

385

Mw. Annelies Storms

* SNCB. — Dépoˆts de vélos gardés dans les gares. NMBS. — Bewaakte fietsenstallingen aan de stations.

9960

8

2004200502939 21-12-2004

386

Servais Verherstraeten

* SNCB. — Finition d’une nouvelle gare à Mol. NMBS. — Afwerking van een nieuw station te Mol.

9962

8

2004200502960 22-12-2004

387

Mw. Marleen Govaerts

* La Poste. — Distribution du courrier. De Post. — Bedeling.

9963

8

2004200502961 22-12-2004

388

Guido De Padt

* Loterie nationale. — Joueurs. — Formulaires. — Détermination de l’affectation des bénéfices. Nationale Loterij. — Spelers. — Formulieren. — Aanduiding doelen winst.

9964

SNCB. — Maintien de la fonction de guichet à la gare d’Anzegem. NMBS. — Behoud van de loketfunctie in het spoorwegstation te Anzegem.

10027

10030

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2003200432287

1-10-2004

385

Mme Annick Saudoyer

Entreprises publiques. — Agents. — Détachements. — Sélection. — administrations communales. — Carte d’identité électronique. Overheidsbedrijven. — Ambtenaren. — Detacheringen. — Selectie. — Gemeentebesturen. — Elektronische identiteitskaart.

10031

1

2003200432300

4-10-2004

387


Personnes décédées. — Inscription sur les listes des électeurs. Gestorven personen. — Inschrijving kiezerslijsten.

10032

1

2004200502529 26-10-2004

416

Mw. Nancy Caslo

Lecteurs de cartes pour la police locale. Kaartlezers voor de lokale politie.

10033

1

2004200502680 18-11-2004

435

Mme Annick Saudoyer

« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance. Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.

10034


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10115

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502820

6-12-2004

450

Guido De Padt

Collisions avec du gibier. — Actions policières contre le braconnage. Ongevallen met overstekend wild. — Politieacties tegen stroperij.

10036

8

2004200502900 16-12-2004

463

Melchior Wathelet

* Brigades canines des zones de police locales. — Recours au Service vétérinaire de la police fédérale. — Protocole. Hondenbrigades van de lokale politiezones. — Samenwerking met de Veterinaire Dienst van de federale politie. — Protocol.

9964

8

2004200502901 16-12-2004

464

Melchior Wathelet

* Utilisation du système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles. — Controˆle des fiches des membres du personnel. Gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel. — Controle van de fiches van de personeelsleden.

9965

8

2004200502907 17-12-2004

466

Jean-Marc Nollet

* Arrêté royal du 26 avril 2004. — Ećoles. — Zones 30. Koninklijk besluit van 26 april 2004. — Scholen. — Zone 30.

9966

8

2004200502921 20-12-2004

467

Guido De Padt

* Agents auxiliaires de police. — Modification du nom. — Revalorisation de la fonction. Hulpagenten. — Wijziging benaming. — Revalorisatie van de functie.

9967

8

2004200502940 21-12-2004

471

Filip De Man

* Ećole provinciale du feu de Flandre orientale. Provinciale brandweerschool van Oost-Vlaanderen.

9967

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8

2004200502906 17-12-2004

144

Gerolf Annemans


9969

8

2004200502941 21-12-2004

145


* Absence manifeste de gouvernement démocratique au Népal. Manifest gebrek aan democratisch leiderschap in Nepal.

9969

8

2004200502954 22-12-2004

146

Mme Zoé Genot

* Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

9970

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2004200502645 12-11-2004


143

Staf Neel

Direction de l’armée. Legerleiding.

2004

2005

10037


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10116

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502906 17-12-2004

159

Gerolf Annemans


10039

1

2004200502908 17-12-2004

160

Dirk Claes

Ouverture d’infrastructures sportives militaires aux civils. Openstelling van militaire sportinfrastructuur.

10039

1

2004200502919 17-12-2004

161

Mw. Ingrid Meeus

Pelouses d’honneur militaires. — administrations communales. — Indemnités d’entretien. Militaire ereperken. — Gemeentebesturen. — Onderhoudsvergoedingen.

10042

1

2004200502963 22-12-2004

162

Mw. Ingrid Meeus

Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications. Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.

10045

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie — Economie 1

2004200502848

8-12-2004

185

Koen T’Sijen

Secteur de la construction. — Entreprises d’Europe centrale et orientale. Bouwsector. — Centraal- en Oost-Europese bedrijven.

10047

1

2004200502853

9-12-2004

187

Geert Lambert

Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation. Ministerie¨le diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating.

10049

1

2004200502899 15-12-2004

191

Carl Devlies

Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard. Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.

10050

1

2004200502946 22-12-2004

193

Hagen Goyvaerts

Attribution d’un numéro d’entreprise aux régies communales autonomes. Ondernemingsnummer voor autonome gemeentebedrijven.

10051

1

2004200502947 22-12-2004

194

Roel Deseyn

Brevetage de logiciels. — Coreper. Softwarepatenten. — Coreper.

10053

8

2004200502954 22-12-2004

195

Mme Zoé Genot

1

2004200503006 29-12-2004

200

Mme Muriel Gerkens


2004

* Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun. CFDD. — Avis. — Financement des assureurs crédit. FRDO. — Advies. — Financiering van de kredietverzekeraars.

2005

9970

10055


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10117

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 1

Page Blz.


2004200503007 29-12-2004

201

Mme Muriel Gerkens

Avis du Conseil fédéral de développement durable. — Dérogations. — Motifs. Adviezen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. — Afwijkingen. — Redenen.

10056

Eńergie — Energie 1

2004200502766 26-11-2004

80

Willy Cortois

Implantation d’un parc à éoliennes. Inplanting van een windmolenpark.

10056

1

2004200502853

9-12-2004

84

Geert Lambert


10059

1

2004200502899 15-12-2004

85

Carl Devlies


10060

8

2004200502945 22-12-2004

87

Patrick De Groote

* Accords environnementaux régionaux. — Exonération d’impoˆt sur certains produits énergétiques. Gewestelijke milieuconvenanten. — Vrijstellingen van belastingen op sommige energieproducten.

9971

8

2004200502955 22-12-2004

88

Mme Zoé Genot

* Projet de directive « Bolkestein ». — Règlement général sur les installations électriques. Ontwerprichtlijn-Bolkestein. — Algemeen Reglement op de elektrische installaties.

9971

1

2004200503007 29-12-2004

91

Mme Muriel Gerkens


10061

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 1

2004200502899 15-12-2004

35

Carl Devlies


10062

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1

2003200432344 22-11-2004

35

Bart Laeremans

Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes. Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.

10063

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 8

2004200502904 16-12-2004


225

Mw. Greet Van Gool

2004

* Saisie sur salaire. — Plafond mensuel. — Notion d’enfant à charge. Loonbeslag. — Maandelijkse grensbedragen. — Begrip « kind ten laste ».

2005

9972


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10118

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502906 17-12-2004

226

Gerolf Annemans


9973

8

2004200502926 20-12-2004

227

Mw. Nathalie Muylle

* Remboursement du médicament « Botox ». Terugbetaling van het geneesmiddel Botox.

9974

8

2004200502929 20-12-2004

228

Koen Bultinck

* Remboursement du vaccin contre les pneumocoques. Terugbetaling van vaccin tegen pneumokokkeninfectie.

9974

8

2004200502933 21-12-2004

229

Bruno Van Grootenbrulle

* Médicament « Neurontin ». — Remboursement. Geneesmiddel « Neurontin ». — Terugbetaling.

9975

8

2004200502934 21-12-2004

230

Mw. Yolande Avontroodt

* Mesures de transition relatives à l’agrément des dentistes spécialistes en orthodontie. Overgangsmaatregelen inzake de erkenning van de orthodontie.

9976

8

2004200502948 22-12-2004

231


* Remboursement de l’Hydrocortisone. Terugbetaling van Hydrocortisone.

9976

8

2004200502950 22-12-2004

232

Mw. Maggie De Block

* Reprise partielle de l’activité indépendante par des travailleurs indépendants déclarés en incapacité de travail. — Groupe de travail. Deeltijdse hervatting van de zelfstandige activiteit door arbeidsongeschikt verklaarde zelfstandigen. — Werkgroep.

9976

8

2004200502956 22-12-2004

233

Mw. Maggie De Block

* Faux indépendants. — Faux travailleurs salariés. Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers.

9977

Santé publique — Volksgezondheid 1

2003200432177 17- 9-2004

284


Relations entre le médecin et l’hoˆpital. Relatie tussen arts en ziekenhuis.

10064

1

2004200502471 20-10-2004

309

Guy D’haeseleer

Exploitation de manèges. — Renforcement de la réglementation. Uitbaten van maneges. — Striktere reglementering.

10066

1

2004200502582

3-11-2004

328

Guy D’haeseleer

Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.

10068

1

2004200502624 10-11-2004

329

Guy D’haeseleer

Simplification administrative. Administratieve vereenvoudiging.

10069

8

2004200502906 17-12-2004

364

Gerolf Annemans


9978

8

2004200502909 17-12-2004

365

Guido De Padt

* Piscines couvertes. — Produits. — Dommages pour la santé. Overdekte zwembaden. — Producten. — Gezondheidsschade.

9978

8

2004200502922 20-12-2004

366

Mw. Hilde Dierickx * Sous-traitance d’études sur le tabagisme. Uitbestede studies inzake tabaksgebruik.


2004

2005

9979


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10119

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502923 20-12-2004

367


* Détermination de la date limite de conservation des produits alimentaires. Vaststelling van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

9979

8

2004200502930 20-12-2004

368

Koen Bultinck

* Lien entre la fréquentation régulière de piscines et des difficultés respiratoires. — E´tude suédoise. Verband tussen regelmatig zwembadbezoek en ademhalingsproblemen. — Zweedse studie.

9980

8

2004200502942 21-12-2004

369


* Hoˆpitaux. — Mesures relatives à la pédiatrie. Ziekenhuizen. — Maatregelen inzake pediatrie.

9981

8

2004200502943 21-12-2004

370

Mme Jacqueline Galant

* Couˆt des pilules contraceptives. Prijs van de anticonceptiepil.

9982

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1

2004200502951 22-12-2004

46

Mw. Maggie De Block

Faux indépendants. — Faux travailleurs salariés. Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers.

10074

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk 1

2003200410848 14- 5-2004

88


Intérim d’insertion. — Agences intérimaires agréées. — Contrats de travail à durée indéterminée. Invoeginterim. — Erkende uitzendkantoren. — Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.

10076

1

2004200502402 12-10-2004

155

Mw. Maggie De Block

Jeunes postulants. — Employeurs. — Réponses ou feed back imparfaits. Jonge sollicitanten. — Werkgevers. — Gebrekkige respons of feed back.

10078

1

2004200502785 30-11-2004

188

Mw. Maggie De Block

Congé de maternité. — Prise en compte du premier jour de congé. — Avis du Conseil de l’égalité des chances. Bevallingsverlof. — Aanrekening van eerste verlofdag. — Advies van de Raad van Gelijke Kansen.

10080

1

2004200502786 30-11-2004

189


Stimuli pour les agences d’intérim qui collaborent à la réinsertion des travailleurs aˆgés. Stimuli voor uitzendkantoren die oudere arbeidskrachten aan werk helpen.

10081

1

2004200502796

1-12-2004

191

Hagen Goyvaerts

Problématique des illégaux en tant qu’associés. Problematiek van illegalen als medevennoot.

10083

1

2004200502905 16-12-2004

201

Mw. Nathalie Muylle

Nombre de jours de travail saisonnier par travailleur. Aantal dagen seizoenarbeid per arbeider.

10085


2004

2005


1279

QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10120

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502910 17-12-2004

203

Mw. Maggie De Block

* Problèmes liés au télétravail. Knelpunten inzake telewerk.

1

2004200502927 20-12-2004

204

Mw. Greet Van Gool

8

2004200502935 21-12-2004

205


* Actualisation de la législation sur le travail intérimaire. Actualisering wetgeving op uitzendarbeid.

9984

8

2004200502949 22-12-2004

206


* Emploi des plus de 50 ans. — Roˆle des commissions paritaires. — Données. Tewerkstelling van 50-plussers. — Rol paritaire comités. — Gegevens.

9985

8

2004200502958 22-12-2004

207

Mw. Maggie De Block

* ONEM. — Demandeurs d’emploi. — Début d’une activité d’indépendant. — Cessation. — Assurance-choˆmage. RVA. — Werkzoekenden. — Opstarten zelfstandige activiteit. — Stopzetting. — Werkloosheidsverzekering.

9986

1

2004200502975 24-12-2004

208


Chèques-services. — Pénurie de personnel. Dienstencheques. — Personeelstekort.

10088

1

2004200503007 29-12-2004

209

Mme Muriel Gerkens


10090

Droit au « petit choˆmage » et à l’interruption de carrière pour les parents nourriciers. — Assistance médicale aux enfants placés ou aux personnes placées vivant sous le même toit. Rechten van pleegouders op het klein verlet en loopbaanonderbreking. — Medische bijstand aan pleegkinderen of inwonende pleeggasten.

9983 10086

Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1

2004200502899 15-12-2004

81

Carl Devlies


10091

1

2004200502923 20-12-2004

83


Détermination de la date limite de conservation des produits alimentaires. Vaststelling van de houdbaarheidsdatum voor levensmiddelen.

10092

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8

2004200502906 17-12-2004

49

Gerolf Annemans


9987

8

2004200502953 22-12-2004

50

Mme Zoé Genot

* E´ligibilité de certaines dépenses militaires et de sécurité. Ontvankelijkheid van sommige militaire en veiligheidsuitgaven.

9987


2004

2005


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10121


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


2004200502954 22-12-2004

51

Mme Zoé Genot

* Construction d’un hall de transit pour autobus à Kingstown en Jamaı¨que. — Soutien financier de la Belgique. Bouw van een transithall voor bussen in Kingston, Jamaica. — Belgische financie¨le steun.

9988

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1

2004200502853

9-12-2004

99

Geert Lambert


10094

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8

2004200502608 16-12-2004

79

Bart Laeremans

* Fonds mazout. — CPAS. Stookoliefonds. — OCMW’s.

9988

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1

2004200502852

9-12-2004

26

Mme Zoé Genot

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

10095

1

2004200502897 15-12-2004

28

Jo Vandeurzen

Critères pour l’octroi de moyens supplémentaires destinés au logement urbain. Criteria bijkomende middelen huisvesting voor steden.

10096

Gelijke Kansen — E´galité des chances 8

2004200502952 22-12-2004

43

Mw. Maggie De Block

* Promotion de l’entreprise indépendante auprès des femmes. Promoten van zelfstandig ondernemerschap bij vrouwen.

9989

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 8

2004200502906 17-12-2004


190

Gerolf Annemans

2004


2005

9990


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005

10122

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


2004200502911 17-12-2004

191

Mw. Greet Van Gool

* Octroi de cartes de stationnement pour les moyens de transport spécifiques pour personnes handicapées. Toekenning van parkeerkaarten aan de bijzondere vervoermiddelen voor personen met een handicap.

9990

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1

2004200502644 10-11-2004

38

Jean-Marc Nollet

Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organismen.

10099

1

2004200502853

9-12-2004

40

Geert Lambert


10100

8

2004200502906 17-12-2004

42

Gerolf Annemans


9991

Pensions — Pensioenen 1

2003200432214 22- 9-2004

46

Ortwin Depoortere

Cotisation de solidarité sur les pensions. Solidariteitsbijdrage op de pensioenen.

10101

1

2004200502612

9-11-2004

58

Bert Schoofs

Retenue opérée sur le traitement des fonctionnaires pour le financement du fonds des indemnités pour frais funéraires. Inhouding van de wedde van ambtenaren ter financiering van het Fonds van de begrafenisvergoedingen.

10102

8

2004200502906 17-12-2004

69

Gerolf Annemans


9992

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2004200502906 17-12-2004


32

Gerolf Annemans

2004


2005

10104


QRVA 51 062 24 - 01 - 2005 CA

DO

10123

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


2004200502963 22-12-2004

33

Mw. Ingrid Meeus

Projet-pilote JEPP I. — Entreprises. — Adjudications. Piloot-project JEPP I. — Ondernemingen. — Aanbestedingen.

10105

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

1

2003200432205 21- 9-2004

18

Bart Laeremans

8

2004200502906 17-12-2004

23

Gerolf Annemans

Mandats d’administrateur des membres du gouvernement. Bestuursmandaten van regeringsleden. * Cabinets. — Couˆts de travaux de transformation et d’aménagement. Kabinetten. — Kostprijs verbouwings- en inrichtingswerken.

10106

9992

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

8

2004200502906 17-12-2004

38

Gerolf Annemans


9992

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden Question de M. Bart Staes au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. Vraag van de heer Bart Staes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid.

10108

Concerne : Suppression du service belge de médiation de l’électricité et du gaz — Violation de la directive 2003/54/CE. Betreft : Afschaffing Belgische ombudsdienst elektriciteit en gas — Schending richtlijn 2003/54/EG.


Composition — Zetwerk: TMP S.A.

2004

2005


Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1255

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents