Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

QRVA 50 075

QRVA 50 075

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

————

————

Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites

14 - 05 - 2001

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE

1078

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8376

AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID

: : : : : : : : : :

Anders gaan leven / Ećologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)

Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering

Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8377

INHOUD

SOMMAIRE

II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. Blz./Page 8381 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).

Blz./Page 8389

Blz. Pages Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

—

Premier ministre

8389

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

—

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

—

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

8389

Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

8392

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Minister van Binnenlandse Zaken

8394

Ministre de l’Intérieur

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen

8397

Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

—

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration

Minister van Landsverdediging

—

Ministre de la Défense

Minister van Landbouw en Middenstand

8400

Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

Minister van Justitie

8402

Ministre de la Justice

Minister van Financie¨n

8403

Ministre des Finances

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

8408

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

8410

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

—

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

—

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8379

III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Blz./Page 8413

Blz. Pages Eerste minister

8413

Premier ministre

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

8414


Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

8423


Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

—


8432



8433



8436



8449



8455



8457




—


8458



8464




—


8472


Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

8478

Secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères


8479



8480


Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

—

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.


2000

2001

Blz./Page 8485


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8381

I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date

Vraag nr. Question no

Auteur

Blz. Page

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 4301924131429-

4-2000 5-2000 1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 3-2001

86 106 168 171 177 178 191

Francis Van den Eynde Yves Leterme Mme Muriel Gerkens Filip Anthuenis Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Gerolf Annemans

3467 4359 7219 7220 7533 7533 8389

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 25- 9-2000 25- 9-2000 16-10-2000 23-10-2000 7-11-2000 24-11-2000 24-11-2000 15-12-2000 22-12-2000 10- 1-2001 18- 1-2001 26- 1-2001 26- 1-2001 29- 1-2001 29- 1-2001 29- 1-2001

286 287 296 298 306 316 318 338 341 346 349 351 352 354 356 357

Bart Laeremans Bart Laeremans André Frédéric Vincent Decroly Jef Valkeniers Bart Somers Francis Van den Eynde Hugo Philtjens Bart Somers Olivier Chastel Olivier Chastel Olivier Chastel Mw. Els Van Weert Guy Larcier Lode Vanoost Lode Vanoost

5866 5866 6101 6183 6278 6540 6542 6807 6924 7124 7223 7373 7374 7375 7376 7377

Datum Date 292577141620261791212152626303030-


1-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001

358 360 363 366 368 371 375 377 380 381 383 384 385 386 387 389 390 392 393 394

30- 3-2001

395

Auteur Bart Somers Martial Lahaye Olivier Maingain Francis Van den Eynde Bart Laeremans Yves Leterme Jan Mortelmans Yves Leterme Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Bart Laeremans Jos Ansoms Martial Lahaye Guy Larcier François Bellot Lode Vanoost Jef Valkeniers André Schellens Lode Vanoost Mme Géraldine PelzerSalandra Lode Vanoost

Blz. Page 7378 7450 7451 7453 7453 7535 7701 7702 7857 7965 7966 7967 7968 7968 8201 8308 8308 8389 8390 8390 8391

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation

29- 3-2001

87

Gerolf Annemans

8392

Volksgezondheid — Santé publique

12- 3-2001

265

Jo Vandeurzen

7971

* Lijst afgesloten op 11 mei 2001 * Liste cloˆturée le 11 mai 2001


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8382

Datum Date


29- 3-2001

271

Auteur Gerolf Annemans

Blz. Page 8393

Leefmilieu — Environnement

29- 3-2001

29

Gerolf Annemans

8393

Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 22- 2-2000 2- 5-2000 16- 6-2000 20- 7-2000 18-10-2000 9-11-2000 23-11-2000 7-12-2000 18-12-2000 19-12-2000 20-12-2000 9- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 18- 1-2001 23- 1-2001 30- 1-2001 7- 2-2001 7- 2-2001 12- 2-2001 14- 2-2001 16- 2-2001 16- 2-2001 16- 2-2001 20- 2-2001 20- 2-2001 27- 2-2001 28- 2-2001 5- 3-2001

131 172 201 231 252 257 260 265 266 267 271 276 277 278 279 280 283 286 289 292 293 296 301 302 303 304 306 307 310 311 312

Guido Tastenhoye Yves Leterme Peter Vanvelthoven Bart Laeremans Mw. Annemie Van de Casteele Peter Vanvelthoven Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Yves Leterme Francis Van den Eynde Fred Erdman Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Mw. Alexandra Colen Georges Clerfayt Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Bart Laeremans Olivier Maingain Jo Vandeurzen Guy Larcier Guy Larcier Yves Leterme Thierry Giet Danie¨l Vanpoucke Fred Erdman Martial Lahaye Jan Peeters


2649 3880 4745 5355 6105 6367 6551 6735 6809 6810 6811 7028 7126 7127 7129 7129 7225 7227 7380 7455 7456 7538 7540 7703 7704 7706 7707 7708 7859 7860 7972 2000

Datum Date 667919192023262930224-

3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 4-2001 4-2001 4-2001

Vraag nr. Question no 313 314 316 319 321 323 324 326 327 330 332 333 334 335

Auteur

Gerolf Annemans Jan Peeters Jozef Van Eetvelt Hugo Philtjens Olivier Maingain Luc Goutry Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Lode Vanoost Daan Schalck Olivier Maingain Jo Vandeurzen

Blz. Page 7973 7973 7975 7977 8202 8203 8204 8309 8309 8394 8394 8395 8396 8397

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales

3012182117235145-

5-2000 7-2000 7-2000 8-2000 1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 3-2001

143 170 176 186 234 237 242 248 254

71627282930-

3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001

256 258 261 262 263 264

30- 3-2001

266

4- 4-2001

2001

267

Yves Leterme Geert Bourgeois Koen Bultinck Servais Verherstraeten Mme Muriel Gerkens Mme Colette Burgeon Martial Lahaye Jan Mortelmans Mw. Annemie Van de Casteele Stef Goris Jef Valkeniers Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Gerolf Annemans Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Jo Vandeurzen

4375 4976 5358 5361 7133 7228 7459 7542 7980 7981 8206 8311 8312 8397 8398 8398 8399


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001 Datum Date

8383


Auteur

Blz. Page

Pensioenen — Pensions

30- 5-2000 29- 3-2001

25 62

Yves Leterme Gerolf Annemans

4376 8400

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration Ambtenarenzaken — Fonction publique

16- 2-2001

75

Mw. Simonne Creyf

7709

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 23- 1-2001 13- 2-2001 21- 2-2001

102 110 117

Stefaan De Clerck Guido Tastenhoye André Schellens

7231 7543 7711

Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture

131426262930-

2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001

73 74 80 81 83 84

Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Martial Lahaye Martial Lahaye Gerolf Annemans Martial Lahaye

7544 7544 8313 8314 8400 8401

Middenstand — Classes moyennes

13- 2-2001 29- 3-2001

45 56

Guido Tastenhoye Gerolf Annemans

7545 8401

Minister van Justitie Ministre de la Justice 10- 8-1999

9

Yves Leterme


34

2000

Datum Date


8- 9-1999 16- 9-1999 29- 9-1999 1-10-1999 15-10-1999 25-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 9- 2-2000 11- 2-2000 21- 2-2000 21- 3-2000 28- 3-2000 3- 5-2000 7- 8-2000 10- 8-2000

31 39 56 61 72 91 106 108 111 158 160 164 183 188 208 244 246

5- 9-2000 15- 9-2000 11-10-2000 16-10-2000 8-11-2000 27-11-2000 1-12-2000 5-12-2000 19-12-2000 16- 1-2001 22- 1-2001 12- 2-2001 13- 2-2001 20- 2-2001 28- 2-2001 1- 3-2001 668192027-

3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001

2001

253 261 268 269 277 288 290 293 299 307 312 316 319 325 330 331 332 333 334 336 337 340

Auteur

Geert Bourgeois Yves Leterme Geert Bourgeois Geert Bourgeois Jo Vandeurzen Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Geert Bourgeois Fred Erdman Gerolf Annemans Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Pieter De Crem Fred Erdman Maurice Dehu Vincent Decroly Karel Van Hoorebeke Bert Schoofs Gerolf Annemans Gerolf Annemans Ferdy Willems Mw. Alexandra Colen Fred Erdman Gerolf Annemans Mw. Els Van Weert Geert Bourgeois Martial Lahaye Mme Marie-Thérèse Coenen Martial Lahaye Fred Erdman Martial Lahaye Richard Fournaux Claude Eerdekens Robert Denis

Blz. Page 216 305 422 424 737 863 1160 1162 1165 2432 2504 2658 3111 3366 3883 5372 5373 5377 5750 6028 6108 6288 6559 6611 6613 6815 7136 7232 7546 7546 7712 7860 7987 7987 7988 7989 8208 8208 8314


1079

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8384

Datum Date


27- 3-2001 28- 3-2001 4- 4-2001

341 342 345

Auteur

Blz. Page

Francis Van den Eynde 8315 Martial Lahaye 8315 Geert Bourgeois 8402

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8- 9-1999 8- 9-1999 9- 9-1999 9- 9-1999 10- 9-1999 15- 9-1999 16- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 27-10-1999 3-11-1999 16-11-1999 16-11-1999 17-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 6-12-1999 7-12-1999 17-12-1999

22 24 25 26 31 50 52 76 77 83 93 97 104 108 115 116 118 124 131 132 136 142 143 146 154 164

17-12-1999

165

20-12-1999 21-12-1999 23-12-1999 10- 1-2000

167 171 176 184

Marcel Hendrickx Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Jan Eeman Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Yves Leterme


130 222 223 225 228 245 311 647 648 743 865 867 871 996 1082 1082 1084 1173 1182 1186 1340 1456 1456 1459 1465

Datum Date 1113192425391010181818282817813142023714282-

1-2000 1-2000 1-2000 1-2000 1-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 4-2000 4-2000 4-2000 5-2000

1722 1725 1924

410121618232630303188162727-

2000

2001

1717 1717 1718

5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 6-2000 6-2000 6-2000 6-2000 6-2000

Vraag nr. Question no 186 190 198 208 210 216 221 223 224 231 232 233 241 243 246 258 259 265 267 278 284 306 307 315 318 321 329 332 335 342 359 365 375 376 381 390 391 398 408 410

Auteur

Geert Bourgeois Mw. Simonne Creyf Mw. Trees Pieters Georges Lenssen Claude Eerdekens Mw. Joke Schauvliege Olivier Maingain Yves Leterme Yves Leterme Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jacques Lefevre Luc Goutry Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme André Frédéric Hubert Brouns Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Robert Denis Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Hugo Coveliers Alfons Borginon Jan Peeters Jef Valkeniers Yves Leterme Jean-Pol Poncelet Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Claude Eerdekens Aimé Desimpel

Blz. Page 1925 2050 2056 2205 2206 2435 2441 2507 2508 2660 2661 2661 2804 2805 2810 2938 2938 3115 3116 3124 3367 3589 3706 3884 3888 4016 4020 4110 4112 4213 4222 4385 4390 4390 4393 4552 4553 4750 4879 4880


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001 Datum Date 10111212171931-

8385


7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000

422 424 427 428 432 435 436

3- 8-2000 31- 8-2000 5- 9-2000 11- 9-2000 11- 9-2000 15- 9-2000 18- 9-2000 26- 9-2000 29- 9-2000 6-10-2000 10-10-2000 10-10-2000 10-10-2000 13-10-2000 16-10-2000 16-10-2000 24-10-2000 24-10-2000 30-10-2000 6-11-2000 7-11-2000 7-11-2000 7-11-2000 13-11-2000 16-11-2000 17-11-2000 21-11-2000 21-11-2000 29-11-2000 5-12-2000 7-12-2000 12-12-2000 15-12-2000

438 442 447 448 449 453 454 461 465 473 474 475 476 478 479 482 488 489 490 493 494 495 496 505 506 509 511 512 524 528 529 537 538

Auteur

Jo Vandeurzen Jozef Van Eetvelt Aimé Desimpel Aimé Desimpel Luc Goutry Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Olivier Maingain Olivier Maingain Jo Vandeurzen Jan Eeman Hubert Brouns Yves Leterme Servais Verherstraeten Mw. Simonne Creyf Yves Leterme Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Fred Erdman Stefaan De Clerck Karel Pinxten Yves Leterme Georges Lenssen Georges Lenssen Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Lode Vanoost Mme Claudine Drion Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Eric van Weddingen Filip Anthuenis Fred Erdman Claude Eerdekens Yves Leterme Jean-Pierre Grafé


Blz. Page 4987 4988 4989 4990 5378 5380

Datum Date


15-12-2000 15-12-2000 19-12-2000 20-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 27-12-2000

539 540 544 545 546 548 549 550

5382 5385 5388 5391 5514 5515 5752 5753 5872 5931 6032 6033 6035 6036 6110 6110 6113 6199 6201 6202 6289 6290 6292 6292 6377 6451 6453 6454 6455 6566 6615 6739 6740 6815

16- 2-2001

2000

2001

5101111111212151515171719222223262629292925999121313-

1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001

552 554 555 556 557 559 562 563 564 565 567 568 570 572 574 575 576 577 578 579 580 583 584 586 587 588 590 591 592 596

Auteur

Alfons Borginon Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Josée Lejeune Jef Valkeniers Mw. Maggie De Block Bruno Van Grootenbrulle Yves Leterme Yves Leterme Claude Eerdekens Claude Eerdekens Pierre Lano Claude Eerdekens Pierre Lano Pierre Lano Dirk Pieters André Frédéric Servais Verherstraeten Dirk Pieters Eric van Weddingen Eric van Weddingen Hubert Brouns Jean-Jacques Viseur Aimé Desimpel Jef Valkeniers Jef Tavernier Luc Sevenhans Patrick Moriau Lode Vanoost Hubert Brouns Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Yves Leterme

Blz. Page 6816 6816 6819 6819 6933 6935 6935 6937 7030 7139 7140 7141 7142 7143 7145 7146 7147 7147 7149 7150 7233 7235 7236 7237 7384 7385 7386 7387 7387 7467 7467 7547 7548 7548 7549 7550 7550 7713


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8386

Datum Date


16- 2-2001

597

202023232323262628155566778141414161619191920212123232627272930304-

2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 4-2001

599 600 603 604 605 606 607 608 610 611 612 613 614 615 617 618 619 620 623 624 625 626 627 628 629 630 631 632 633 635 636 637 638 639 640 641 642 643

Auteur

Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Arnold Van Aperen Claude Eerdekens Philippe Collard Claude Eerdekens Claude Eerdekens Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Mw. Frieda Brepoels Patrick Lansens Yves Leterme Bart Laeremans Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Georges Clerfayt Martial Lahaye Yves Leterme Dirk Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Eric van Weddingen Geert Bourgeois José Canon Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hugo Philtjens Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Martial Lahaye Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Eric van Weddingen


Blz. Page 7715 7716 7717 7861 7861 7863 7863 7864 7864 7865 7990 7990 7991 7992 7992 7993 7994 7994 7996 7998 8000 8001 8209 8210 8212 8212 8214 8214 8215 8216 8317 8318 8319 8320 8321 8403 8403 8405 8406 2000

Datum Date


4- 4-2001

644

Auteur

Blz. Page

Martial Lahaye

8407

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie — Télécommunications

13- 2-2001 16- 3-2001 16- 3-2001

156 163 164

2027272729-

165 166 167 168 169

3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 3-2001

Guido Tastenhoye Philippe Seghin Mw. Yolande Avontroodt Daan Schalck André Schellens François Bellot François Bellot Gerolf Annemans

7553 8218 8218 8219 8322 8323 8323 8408

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques

13- 2-2001 20- 3-2001 23- 3-2001 29- 3-2001 30- 3-2001

55 65 66 67 68

Guido Tastenhoye Mme Pierrette CahayAndré Martial Lahaye Gerolf Annemans Mw. Frieda Brepoels

7555 8220 8323 8408 8409

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — Ećonomie

24-10-2000 12- 1-2001 20- 2-2001 22- 3-2001 22- 3-2001

2001

102 116 135 141 142

Francis Van den Eynde Mme Claudine Drion Geert Bourgeois Servais Verherstraeten Mme Josée Lejeune

6207 7155 7720 8324 8324


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8387

Datum Date


29- 3-2001

145

Auteur Geert Bourgeois

Blz. Page 8410

Datum Date


14- 2-2001

80

Mw. Alexandra Colen 7559

30- 3-2001

82

Olivier Maingain

8411

4- 4-2001

83

Georges Clerfayt

8411

Auteur

Blz. Page

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

25-10-1999

9

Alfons Borginon

873

25-11-1999

26

Jean-Pol Poncelet

1349

13- 1-2000

35

Filip Anthuenis

2066

27- 6-2000

45

Mw. Kristien Grauwels

4884

Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes

16- 6-2000

3

Geert Bourgeois

4754

27- 6-2000

4

Mw. Kristien Grauwels

4885

17- 7-2000

49

Mw. Simonne Creyf

5401

18-10-2000

53

Yves Leterme

6117

17-11-2000

64

Mw. Els Van Weert

6467

22-11-2000

69

Mw. Frieda Brepoels

6471

1-12-2000

70

Jan Eeman

6618

26- 1-2001

76

Mw. Annemie Van de Casteele

7391

13- 2-2001

2000

2001


Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères

23

Guido Tastenhoye

7560


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8389

(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).



DO 2000200110889

DO 2000200110889

Vraag nr. 191 van de heer Gerolf Annemans van 29 maart 2001 (N.) : Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten.

Question no 191 de M. Gerolf Annemans du 29 mars 2001 (N.) : Département. — Cabinet. — Contrats.

1. Kan de minister meedelen of hij op welke wijze dan ook, contractueel, bij onderhandse overeenkomst, bij aanbesteding of welk ander middel ook, gebruik heeft gemaakt, gebruik maakt of in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij de minister toekomt onderhandelde overeenkomst nog zal gebruik maken van diensten van welke aard ook van de heer Noe¨l Slangen, de ondernemingen Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife of enige andere vennootschap waarachter de heer Slangen schuilgaat of waarin hij als tussenpersoon of anderszins is opgetreden of zal optreden ?

1. Le ministre peut-il faire savoir si, de quelque manière que ce soit, par contrat ou par acte sous seing privé, par adjudication ou par quelque autre voie que ce soit, il a fait appel, fait appel ou fera encore appel, dans le cadre d’un accord négocié au moment de la réception de la présente question, aux services, de quelque nature qu’ils soient, fournis par M. Noe¨l Slangen, les sociétés Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife ou toute autre société derrière laquelle se cacherait M. Slangen ou au nom de laquelle il est intervenu ou interviendra en tant qu’intermédiaire ou d’une autre manière ?

2. Voor welk brutobedrag werden deze diensten in welke begrotingspost ingeschreven ?

2. Sous quel poste budgétaire et pour quels montants bruts ces services ont-ils été comptabilisés ?



DO 2000200110894

DO 2000200110894

Vraag nr. 392 van de heer André Schellens van 30 maart 2001 (N.) : Restauratie van de koninklijke kerk van Laken.

Question no 392 de M. André Schellens du 30 mars 2001 (N.) : Restauration de l’église royale de Laeken.

De geplande restauratiewerken aan de koninklijke kerk van Laken zijn nog steeds niet begonnen.

Les travaux de restauration prévus à l’église royale de Laeken n’ont toujours pas débuté.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8390

De stellingen rond de kerktorens staan er ondertussen al drie jaar.

Cela fait trois ans à présent que les clochers de l’église sont entourés d’échafaudages.

Een gerechtelijke procedureverslag weerhoudt de nog in de running zijnde architectenbureaus.

Les cabinets d’architectes encore concernés par ce projet ne peuvent rien faire tant que des procédures judiciaires sont en cours.

Wanneer volgt een uitspraak in dit dossier en wie zal de restauratie uitvoeren ?

Quand peut-on espérer une décision dans ce dossier, et qui sera finalement chargé de la restauration ?

DO 2000200110903

DO 2000200110903

Vraag nr. 393 van de heer Lode Vanoost van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 393 de M. Lode Vanoost du 30 mars 2001 (N.) :

Technische controle van wagens met trekhaak.

Controˆle technique des voitures équipées d’un attelage pour remorque.

De trekhaak voor gewone auto’s behoort niet tot de standaarduitrusting. Zij worden door gespecialiseerde bedrijven vervaardigd volgens het type van de wagen. De installatie moet om evidente veiligheidsredenen op een deskundige wijze gebeuren.

L’attelage pour remorque équipant les voitures particulières ne fait pas partie de l’équipement de base. Ces équipements sont fabriqués par des entreprises spécialisées en fonction du type de véhicule. Pour des raisons évidentes de sécurité, l’installation doit être réalisée de manière professionnelle.

Een nieuw voertuig dient zich voor het eerst bij de technische controle aan te bieden na vier jaar. Wanneer de eigenaar echter een trekhaak installeert dient hij dit onmiddellijk en vanaf dan jaarlijks te doen, ook als het voertuig nog geen vier jaar oud is.

Une voiture neuve doit être soumise à un premier controˆle technique après quatre ans. Si le propriétaire a toutefois équipé la voiture d’un attelage, il doit la soumettre immédiatement, et ensuite chaque année, au controˆle technique, même si la voiture a moins de quatre ans.

Om de reeds eerder vermelde veiligheidsredenen lijkt een technische controle van de installatie van de trekhaak aangewezen. De diensten van de technische controle gaan echter over tot een volledige controle van het voertuig en rekenen dit ook zo aan.

Pour les raisons de sécurité évoquées ci-dessus, il semble indiqué de soumettre l’installation de l’attelage a un controˆle technique. Les services de controˆle technique procèdent à un controˆle complet qui est facturé comme tel.

1. Wat zijn de redenen waarom de technische controle nu op deze wijze gebeurt ?

1. Pourquoi le controˆle technique s’effectue-t-il actuellement de cette manière ?

2. Zou het niet beter zijn indien voertuigen, minder dan vier jaar oud, zich slechts eenmaal moeten aanbieden bij de installatie van de trekhaak, enkel op de kwaliteit van deze installatie worden gecontroleerd en ook enkel deze beperkte controle dienen te betalen ?

2. Ne faudrait-il pas limiter le controˆle des véhicules de moins de quatre ans à un seul, effectué lors de l’installation de l’attelage et ne concernant que la qualité de l’installation, et de facturer uniquement ce controˆle restreint ?

DO 2000200110904

DO 2000200110904

Vraag nr. 394 van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra van 30 maart 2001 (Fr.) : Mensen met een beperkte mobiliteit. — Toegankelijkheid van de openbaarvervoerinfrastructuur.

Question no 394 de Mme Géraldine Pelzer-Salandra du 30 mars 2001 (Fr.) : Personnes à mobilité réduite. — Accès aux infrastructures des transports en commun.

Een vereniging voor gehandicaptenzorg heeft zich tot mij gewend met een aantal grieven over de vele

Je suis interpellée par une association s’occupant de personnes handicapées ayant rencontré de nombreux


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8391

moeilijkheden die gehandicapten bij treinreizen ondervinden tengevolge van de voor hen dikwijls moeilijk toegankelijke NMBS-infrastructuur.

problèmes pour accéder aux infrastructures de la SNCB lors de divers voyages en train.

Zo werd mij onder meer gemeld dat er op de perrons van het station van Pepinster geen hellend vlak is om gehandicapten op de trein te helpen, terwijl de perrons daar ook niet berekend zijn op rolstoelgebruikers.

La situation décrite pose le problème de l’absence de plan incliné pour l’accès au train sur les quais de la gare de Pepinster, alors que les quais ne sont pas prévus pour l’embarquement de personnes en fauteuil roulant.

Elders gewaagde men van de onmogelijkheid om in Brussel-Centraal uit te stappen, want Brussel-Centraal is een ondergronds treinstation en niet toegerust om rolstoelgebruikers « naar boven » te brengen. De gehandicapten wier lotgevallen beschreven werden, werden dus doorgestuurd naar Brussel-Zuid, waar er wél de nodige voorzieningen zijn opdat rolstoelgebruikers gemakkelijk overal naartoe zouden kunnen ... behalve dan de metro in, want die is alleen toegankelijk via een roltrap.

Une autre description parle de l’impossibilité de descendre du train à Bruxelles-Central, car la gare est souterraine et elle n’est pas équipée pour « remonter » des personnes en chaise roulante. Les personnes ont dès lors été aiguillées vers Bruxelles-Midi, qui est équipée pour permettre aux personnes en fauteuil roulant d’accéder aisément à toutes les installations ... sauf en ce qui concerne l’accès au métro, pour lequel il faut passer par des escaliers roulants.

Dergelijke situaties zijn symptomatisch voor het gebrek aan investeringen in voorzieningen om de infrastructuur van de openbaarvervoermaatschappijen gemakkelijk toegankelijk te maken voor mensen met een beperkte mobiliteit.

Ces situations, citées à titre exemplatif, sont symptomatiques de l’insuffisance des investissements qui ont été réalisés par le passé pour permettre aux personnes à mobilité réduite d’accéder aisément aux installations des compagnies de transports en commun.

Welke maatregelen treft u om de infrastructuur beter toegankelijk te maken voor minder mobiele medemensen ?

Quelles mesures prenez-vous afin d’améliorer l’accessibilité aux personnes à mobilité réduite dans le futur ?

DO 2000200110906

DO 2000200110906



NMBS. — stroom ».

« Groene

SNCB. — Consommation d’électricité. — « E´lectricité verte ».

Sinds 1 januari 2000 zijn de Nederlandse Spoorwegen (NS) de grootste afnemer van groene stroom in Nederland met een verbruik van 75 miljoen kilowattuur (kWh), ongeveer 5 % van het totale NS-verbruik van 1 500 miljoen kWh. Groene stroom wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen zoals water, wind, zon, afval en biomassa. Het geeft bovendien een extra groene dimensie aan het gebruik van de trein in Nederland. Door deze afname stimuleert de NS daarnaast ook de rentabiliteit van deze stroomproductie. Groene stroom kan zo goedkoper worden en interessanter voor andere gebruikers.

Depuis le 1er janvier 2000, les chemins de fer néerlandais (NS) sont devenus les plus gros consommateurs d’électricité verte aux Pays-Bas, avec une consommation de 75 millions de kilowattheure (kWh), soit environ 5 % de la consommation totale des NS qui s’élève à 1 500 millions de kWh. L’électricité verte est produite au départ de sources d’énergie durables telles que l’eau, le vent, le soleil, les déchets et la biomasse. En outre, les transports ferroviaires acquièrent de la sorte une dimension « verte » supplémentaire. En consommant cette électricité verte, les NS améliorent en outre la rentabilité de ce type de production d’électricité. L’électricité verte devient ainsi moins couˆteuse et plus intéressante pour d’autres consommateurs.

Elektriciteitsverbruik.


—

2000

2001


1080

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8392

De NMBS heeft een jaarlijks stroomverbruik van 1 250 miljoen kWh, iets minder dan de NS, nog altijd goed voor de jaarproductie van een kleine kerncentrale of een grote klassieke centrale. Om de omvang van dit verbruik te schatten, een klassieke gloeilamp (geen spaarlamp) die een jaar lang permanent brandt verbruikt 525 kWh.

La SNCB consomme annuellement environ 1 250 millions de kWh, soit un peu moins que les NS, mais cela représente néanmoins la production annuelle d’une petite centrale nucléaire ou d’une grande centrale classique. Pour se donner une idée de l’ampleur de cette consommation, sachons qu’une ampoule classique (non économique) qui est allumée en permanence durant une année consomme environ 525 kWh.

Als grote elektriciteitsafnemer is de NMBS goed geplaatst om met de elektriciteitsproducenten bepaalde afspraken te maken, de klant is immers koning. De NMBS kan er bovendien mee uitpakken om het ecologisch voordeel van de trein extra in de verf te zetten.

En tant que grande consommatrice d’électricité, la SNCB est bien placée pour négocier certains contrats avec les producteurs d’électricité puisque le client est roi. En outre, la SNCB pourra en outre se prévaloir de cette situation pour mettre en exergue les avantages écologiques du transport ferroviaire.

1. Kan de NMBS er niet toe aangezet worden om, naar analogie met de NS, een gelijkaardig percentage van zijn energieverbruik uit groene stroom te halen ?

1. Par analogie avec les NS, ne pourrait-on inciter la SNCB à consommer un pourcentage équivalent d’électricité verte ?

2. Kan dit als doelstelling in het beheerscontract opgenomen worden ?

2. Cet objectif pourrait-il être repris dans le contrat de gestion ?

3. Wat is uw mening hieromtrent ?

3. Quelle est votre opinion à ce sujet ?



Consumentenzaken

Protection de la consommation

DO 2000200110889

DO 2000200110889

Vraag nr. 87 van de heer Gerolf Annemans van 29 maart 2001 (N.) :

Question no 87 de M. Gerolf Annemans du 29 mars 2001 (N.) :

Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten.

Département. — Cabinet. — Contrats.




2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8393



Volksgezondheid

Santé publique

DO 2000200110889

DO 2000200110889









Leefmilieu

Environnement

DO 2000200110889

DO 2000200110889










2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8394



DO 2000200110889

DO 2000200110889









DO 2000200110907

DO 2000200110907



Civiele Bescherming van Liedekerke. — Milieuwetgeving.

Protection civile de Liedekerke. — Législation environnementale.

De Civiele Bescherming is een belangrijke instelling die onder meer wordt ingezet bij milieurampen. Op 8 oktober 1998 werd door de afdeling Milieu-inspectie buitendienst Vlaams-Brabant een inspectie uitgevoerd bij de Eerste Permanente Eenheid van de Civiele Bescherming te Liedekerke. Proces-verbaal van een aantal vastgestelde inbreuken werd opgesteld. Aan de Civiele Bescherming werd gevraagd de nodige vergunningen aan te vragen voor de uitbating van de installatie conform de VLAREM II-wetgeving.

La Protection civile est un organisme important auquel il est notamment fait appel en cas de catastrophes écologiques. Le 8 octobre 1998, la section Inspection de l’environnement (service extérieur du Brabant flamand) a procédé à une inspection de la Première Unité permanente de la Protection civile à Liedekerke. ` cette occasion, un procès-verbal a été dressé pour A plusieurs infractions. La Protection civile a été invitée à demander les autorisations nécessaires pour l’exploitation d’une installation conformément aux prescriptions du règlement VLAREM II.

1. a) Heeft de Civiele Bescherming te Liedekerke de nodige vergunningen aangevraagd en bekomen ?

1. a) La Protection civile à Liedekerke a-t-elle demandé et obtenu les autorisations requises ?

b) Wordt de milieuwetgeving er nu gerespecteerd ?

b) La législation environnementale y est-elle à présent respectée ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8395

2. a) Werden in de voorbije drie jaar op nog andere posten van de Civiele Bescherming overtredingen van de milieuwetgeving vastgesteld ?

2. a) Des infractions à la législation environnementale ont-elles été constatées également au niveau d’autres postes de la Protection civile au cours des trois dernières années ?

b) Zo ja, dewelke ?

b) Dans l’affirmative, de quels postes s’agit-il ?

3. a) Hebben alle andere posten van de Civiele Bescherming op dit ogenblik de nodige vergunningen voor hun installaties ?

3. a) Tous les autres postes de la Protection civile disposent-ils actuellement des autorisations nécessaires pour leurs installations ?

b) Welke zijn nog niet in orde ?

b) Dans la négative, lesquels ne sont pas encore en règle ?

DO 2000200110909

DO 2000200110909

Vraag nr. 333 van de heer Daan Schalck van 2 april 2001 (N.) :

Question no 333 de M. Daan Schalck du 2 avril 2001 (N.) :

Toegang van LPG-voertuigen tot overdekte parkings.

Accès aux parkings couverts des véhicules équipés d’une installation LPG.

Momenteel stelt het Vlaams Reglement op de milieuvergunning (VLAREM) een verbod in voor de toegang van LPG-voertuigen, andere dan gewone personenwagens, tot overdekte parkings. In de praktijk worden, op basis van brandweeradviezen, alle auto’s uitgerust met LPG geweerd uit overdekte parkings.

Actuellement, le Règlement flamand en matière d’environnement (VLAREM) interdit l’accès des parkings couverts aux véhicules équipés pour fonctionner au LPG, autres que les voitures particulières. Dans la pratique, toutes les voitures ainsi équipées sont excluses sur la base d’avis des services d’incendie.

Gezien de nieuwe, strengere regelingen inzake LPGinstallaties met het oog op de verbetering van de veiligheid van LPG-voertuigen is de Belgische reglementering eigenlijk achterhaald op het technische vlak. In Frankrijk, bijvoorbeeld, is het parkeerverbod voor LPG-voertuigen in overdekte parkings reeds opgeheven sinds 1987. Ook in Vlaanderen zijn er uitzonderingen, onder meer de ondergrondse parking op de Vrijdagmarkt te Gent laat LPG-voertuigen toe en voor zover mij bekend zijn daar nooit rampen gebeurd ingevolge en lek in een LPG-reservoir.

En ce qui concerne les installations LPG, de nouvelles réglementations plus sévères visant à renforcer la sécurité des voitures ont rendu techniquement désuète la réglementation belge sur le plan technique. Ainsi, la France a supprimé depuis 1987 l’interdiction d’accès aux parkings souterrains pour voitures roulant au LPG. Des exceptions existent également en Flandre. Ainsi, le parking souterrain du Vrijdagmarkt, à Gand, est accessible aux voitures roulant au LPG et n’a, que je sache, jamais été le théaˆtre d’un accident duˆ à une fuite dans un réservoir LPG.

Overweegt u maatregelen die de parkeermogelijkheden van LPG-voertuigen in overdekte parkings uitbreiden, op basis van de nieuwe regelingen die de verbetering van de veiligheid van LPG-installaties in voertuigen beogen ?

Envisagez-vous, axées sur la base des nouvelles réglementations axées sur une meilleure sécurité des installations LPG équipant les véhicules, de prendre ses mesures pour élargir les possibilités de parking pour les voitures roulant au LPG ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8396

DO 2000200110910

DO 2000200110910

Vraag nr. 334 van de heer Olivier Maingain van 2 april 2001 (Fr.) :

Question no 334 de M. Olivier Maingain du 2 avril 2001 (Fr.) :

Vernietigingstoezicht op beslissingen van de gemeenten Komen-Waasten en Voeren. — Eensluidend advies van het college van gouverneurs.

Tutelle d’annulation des décisions des communes de Comines-Warneton et Fourons. — Avis conforme du collège des gouverneurs.

Artikel 265, § 3, van de nieuwe gemeentewet bepaalt : « Met uitzondering van de vernietigingsbesluiten genomen uitsluitend wegens schending van de taalwetgeving, worden de vernietigingsbesluiten van een beslissing van een gemeenteoverheid van KomenWaasten of Voeren genomen door de gouverneur op een eensluidend advies van het in artikel 131bis van de provinciewet bedoelde college van provinciegouverneurs.

L’article 265, § 3, de la nouvelle loi communale dispose que les arrêtés d’annulation d’une décision d’une autorité communale de Comines-Warneton ou de Fourons sont pris par le gouverneur de l’avis conforme du collège des gouverneurs prévu à l’article 131bis de la loi provinciale, à l’exception d’arrêtés d’annulation pris uniquement en vertu d’une violation de la législation linguistique.

Wat dat laatste punt betreft, heeft de minister van Institutionele Hervormingen tijdens de voorbereidende werkzaamheden van de zogenaamde « communautaire pacificatiewet » van 9 augustus 1988 volgende toelichtingen verstrekt met betrekking tot de termen « genomen uitsluitend wegens schending van de taalwetgeving » : als er verscheidene motieven zijn voor het vernietigen van een beslissing, dient de kwestie aan het college van provinciegouverneurs te worden voorgelegd, maar als een van die redenen een schending van de taalwetgeving betreft, geldt die procedure niet, antwoordde de minister. Hij voegde daar aan toe dat de gouverneur zich kan beperken tot de taalmotivering, als grondslag voor zijn vernietigingsbesluit en zodoende het bindende advies van het college kan vermijden.

En ce qui concerne ce dernier point, le ministre des Réformes institutionnelles, lors des travaux préparatoires de la loi du 9 aouˆt 1988 dite de « pacification communautaire », avait donné les éclaircissements suivants concernant la signification des termes « uniquement en vertu d’une violation de la législation linguistique » : ainsi, s’il existe plusieurs motifs d’annulation, la procédure passe par le collège des gouverneurs mais s’il y a parmi ces motifs un motif linguistique qui suffit en soi à justifier un arrêté d’annulation, cette procédure ne s’applique pas, avaitil répondu. Il en résulte, signalait-il enfin, que le gouverneur peut se limiter à invoquer des motifs linguistiques comme fondement de sa décision d’annulation et éviter ainsi l’avis obligatoire du collège.

Kan u meedelen :

Pouvez-vous communiquer :

1. hoeveel vernietigingsbesluiten de gouverneur voor elk van beide gemeenten op grond van het eensluidend advies van het college van gouverneurs heeft genomen sinds de inwerkingtreding van voornoemde wetsbepaling;

1. depuis l’entrée en vigueur de la disposition légale précitée, le nombre d’arrêtés d’annulation pris par le gouverneur pour chacune des ces deux communes, sur base de l’avis conforme du collège des gouverneurs;

2. hoeveel vernietigingsbesluiten de gouverneur voor elk van beide gemeenten uitsluitend wegens een schending van de taalwetgeving heeft genomen sinds de inwerkingtreding van voornoemde wetsbepaling;

2. depuis l’entrée en vigueur de la disposition légale précitée, le nombre d’arrêtés d’annulation pris par le gouverneur uniquement en vertu d’une violation de la législation linguistique, et ce pour chacune des ces deux communes;

3. hoeveel vergaderingen van het college van gouverneurs sinds de inwerkingtreding van voornoemde wetsbepaling hebben plaatsgevonden, college van gouverneurs waarvan de nadere regels voor de werking werden vastgesteld bij koninklijk besluit van

3. depuis l’entrée en vigueur de la disposition légale précitée, le nombre de réunions du collège des gouverneurs, dont les modalités de fonctionnement ont été fixées par l’arrêté royal du 6 septembre 1988, vu que l’article 6 de cet arrêté prévoit que le collège se réunit


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8397

6 september 1988, waarvan artikel 6 bepaalt dat het college om de drie maanden door de voorzitter in vergadering wordt bijeengeroepen, behoudens de buitengewone vergaderingen die indien nodig worden belegd ?

tous les trois mois sur convocation de son président, outre les réunions extraordinaires en cas de nécessité ?

DO 2000200110913

DO 2000200110913

Vraag nr. 335 van de heer Jo Vandeurzen van 4 april 2001 (N.) :

Question no 335 de M. Jo Vandeurzen du 4 avril 2001 (N.) : Nationalité belge. — E´trangers. — Séjour à durée illimitée dans le Royaume ou autorisation d’établissement.

Belgische nationaliteit. — Vreemdelingen. — Verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toelating tot vestiging. Artikel 12bis, § 1, 3o, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit bepaalt dat een vreemdeling die sedert ten minste zeven jaar zijn hoofdverblijf in Belgie¨ heeft gevestigd en die, op het tijdstip van de verklaring gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd om er zich te vestigen, recht heeft op de Belgische nationaliteit.

L’article12bis, § 1er, 3o, du Code de la nationalité belge dispose qu’un étranger qui a fixé, depuis au moins sept ans, sa résidence principale en Belgique et qui, au moment de la déclaration, a été admis ou autorisé à séjourner pour une durée illimitée dans le Royaume ou a été autorisé à s’y établir, a droit à la nationalité belge.

1. Kan u meedelen wanneer iemand gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd om er zich te vestigen ?

1. Pouvez-vous préciser quand une personne a été admise ou autorisée à séjourner pour une durée illimitée dans le Royaume ou a été autorisée à s’y établir ?

2. Welke feitelijke situaties kunnen aanleiding geven tot een dergelijk recht op verblijf van onbeperkte duur of een toelating om zich te vestigen ?

2. Quelles situations de fait peuvent donner lieu à un tel droit de séjour à durée illimitée ou à une autorisation à s’établir ?

3. Zijn er situaties waarbij iemand beschikt over een tijdelijke verblijfsvergunning maar toch in aanmerking komt omdat het een verblijfsvergunning betreft die stelselmatig kan worden verlengd ?

3. Existe-t-il des situations dans lesquelles une personne disposant d’une autorisation de séjour temporaire entre néanmoins en considération parce que l’autorisation de séjour peut systématiquement être renouvelée ?



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 2000200110889

DO 2000200110889

Vraag nr. 263 van de heer Gerolf Annemans van 29 maart 2001 (N.) : Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten.

Question no 263 de M. Gerolf Annemans du 29 mars 2001 (N.) : Département. — Cabinet. — Contrats.

1. Kan de minister meedelen of hij op welke wijze dan ook, contractueel, bij onderhandse overeenkomst,

1. Le ministre peut-il faire savoir si, de quelque manière que ce soit, par contrat ou par acte sous seing


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8398

bij aanbesteding of welk ander middel ook, gebruik heeft gemaakt, gebruik maakt of in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij de minister toekomt onderhandelde overeenkomst nog zal gebruik maken van diensten van welke aard ook van de heer Noe¨l Slangen, de ondernemingen Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife of enige andere vennootschap waarachter de heer Slangen schuilgaat of waarin hij als tussenpersoon of anderszins is opgetreden of zal optreden ?

privé, par adjudication ou par quelque autre voie que ce soit, il a fait appel, fait appel ou fera encore appel, dans le cadre d’un accord négocié au moment de la réception de la présente question, aux services, de quelque nature qu’ils soient, fournis par M. Noe¨l Slangen, les sociétés Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife ou toute autre société derrière laquelle se cacherait M. Slangen ou au nom de laquelle il est intervenu ou interviendra en tant qu’intermédiaire ou d’une autre manière ?



DO 2000200110898

DO 2000200110898

Vraag nr. 264 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 264 de Mme Annemie Van de Casteele du 30 mars 2001 (N.) :

Klinische biologie.

Biologie clinique.

Kan uw administratie een overzicht geven van de evolutie van het aantal erkende klinische labo’s tegenover de evolutie van de uitgaven voor verstrekkingen klinische analyse en het aantal prestaties door het RIZIV terugbetaald tussen 1990 en 2000, uitgesplitst naar intramurale en extramurale labo’s ?

Votre administration pourrait-elle effectuer une comparaison entre l’évolution du nombre de laboratoires de biologie clinique agréés et celle des dépenses pour les prestations de biologie clinique et du nombre de prestations remboursées par l’INAMI entre 1990 et 2000, en ventilant ces données par type de laboratoire (intra-muros et extra-muros) ?

DO 2000200110905

DO 2000200110905

Vraag nr. 266 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 266 de Mme Annemie Van de Casteele du 30 mars 2001 (N.) :

Meningokokkenvaccin. — Terugbetaling door RIZIV.

Vaccin antiméningococcique. — Remboursement par l’INAMI.

Het geconjugeerd meningokokkenvaccin, een doeltreffend vaccin met een hoge tolerantie is sedert begin dit jaar in ons land beschikbaar. Het is het eerste vaccin tegen de meningokok C dat kinderen jonger dan één jaar voldoende kan beschermen.

Le vaccin antiméningococcique groupe C conjugué, un vaccin efficace qui est bien toléré, est disponible dans notre pays depuis le début de l’année. Il s’agit du premier vaccin antiméningococcique du groupe C qui puisse offrir une protection adéquate aux enfants de moins d’un an.

Zuigelingen kunnen vanaf de tweede maand gevaccineerd worden. Zij hebben drie vaccindoses nodig, met een minimum interval van een maand. Voor kinderen ouder dan één jaar, adolescenten en volwassenen volstaat één enkele dosis.

Les nourrissons peuvent être vaccinés dès l’aˆge de deux mois. Pour être protégés efficacement, ils ont besoin de trois doses de vaccin, administrées avec un intervalle d’un mois au moins. Une dose suffit pour les enfants de plus d’un an, les adolescents et les adultes.

Gezien ook in ons land de incidentie van de meningokokkeninfecties stijgt is preventie wenselijk.

Compte tenu de l’augmentation des infections méningococciques dans notre pays, une action prophylactique est à conseiller.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8399

In een recent advies beveelt de Hoge Gezondheidsraad (HGR) deze vaccinatie aan voor alle zuigelingen en in het bijzonder voor kinderen ouder dan één jaar en adolescenten tot 19 jaar, bij wie één vaccindosis volstaat.

Dans un avis récent, le Conseil supérieur de l’hygiène (CSH) recommande cette vaccination pour tous les nourrissons, et surtout pour les enfants de plus d’un an et les adolescents jusqu’à l’aˆge de 19 ans, qui sont protégés après administration d’une seule dose vaccinale.

Tot op vandaag wordt het vaccin niet terugbetaald door het RIZIV.

Le vaccin n’est jusqu’à ce jour pas remboursé par l’INAMI.

1. Overweegt u hierin verandering te brengen ?

1. Envisagez-vous de changer cette situation ?

2. Wat zou het budgettair impact zijn in geval van veralgemeende terugbetaling en in geval van terugbetaling voor bepaalde doelgroepen ?

2. Quel serait l’impact budgétaire respectivement d’un remboursement généralisé et d’un remboursement limité à certains groupes cible ?

DO 2000200110915

DO 2000200110915


Question no 267 de M. Jo Vandeurzen du 4 avril 2001 (N.) : Comité de l’assurance soins de santé. — E´tablissements de rééducation fonctionnelle et de réadaptation professionnelle. — Conclusions de conventions.

Verzekeringscomité. — Revalidatie- en herscholingsinrichtingen. — Sluiten van overeenkomsten. Artikel 22, 6o, van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen laat het Verzekeringscomité toe om met revalidatie- en herscholingsinrichtingen overeenkomsten te sluiten.

En son article 22, 6o, la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 permet au Comité de l’assurance de conclure des conventions avec les établissements de rééducation fonctionnelle et de réadaptation professionnelle.

1. a) Aan welke criteria moet een inrichting voldoen om als revalidatie- of herscholingsinrichting te worden aanzien ?

1. ` quels critères un établissement doit-il satisfaire a) A pour être considéré comme établissement de rééducation fonctionnelle ou de réadaptation professionnelle ?

b) Wanneer is er sprake van een revalidatie ?

` quel moment peut-on parler de rééducation b) A fonctionnelle ?

c) Welk type behandeling valt onder dit begrip ?

c) Quel type de thérapeutique correspond à cette définition ?

d) Hoe motiveert u uw standpunt ?

d) Par quels arguments motivez-vous votre point de vue ?

2. a) Bestaan er procedureregels die moeten gerespecteerd worden bij de keuze van de initiatiefnemer, wanneer een overeenkomst wordt gesloten ?

2. a) Y a-t-il des règles procédurales à respecter en ce qui concerne le choix de l’initiateur lors de la conclusion d’une convention ?

b) Moet het Verzekeringscomité beschouwd worden als een openbaar bestuur ?

b) Le Comité de l’assurance est-il à considérer comme une administration publique ?


2000

2001


1081

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8400

c) Moet de beslissing met betrekking tot de keuze van de contractant gemotiveerd worden ?

c) La décision relative au choix du contractant doitelle être motivée ?

d) Wordt er een publieke oproep gedaan wanneer deze overeenkomsten worden gesloten ?

d) Un appel public est-il lancé pour la conclusion de pareilles conventions ?

3. Moeten deze potentie¨le contractanten eerst erkend zijn door de minister bevoegd voor de Volksgezondheid ?

3. Les contractants potentiels doivent-ils être agréés par le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions ?

Pensioenen

Pensions

DO 2000200110889

DO 2000200110889











Landbouw

Agriculture

DO 2000200110889

DO 2000200110889








2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8401





DO 2000200110899

DO 2000200110899

Vraag nr. 84 van de heer Martial Lahaye van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 84 de M. Martial Lahaye du 30 mars 2001 (N.) :

Mond- en klauwzeer. — Dierentuinen. — Vaccinatie.

Fièvre aphteuse. — Jardins zoologiques. — Vaccination.

In het kader van het voorkomen van een mogelijke besmetting met mond- en klauwzeer en met het oog op het behoud van uiterst zeldzame diersoorten, eigenlijk ter bescherming van een stukje van het wereldpatrimonium, vragen dierentuinen dringend en uitzonderlijk de toelating om hun dieren te mogen vaccineren.

En vue de prévenir toute contamination par le virus de la fièvre aphteuse et afin de préserver des espèces animales extrêmement rares, donc en fait pour protéger une partie du patrimoine mondial, les jardins zoologiques demandent avec insistance l’autorisation exceptionnelle de vacciner leurs animaux contre la fièvre aphteuse.

1. Moet Belgie¨ hiervoor wachten op groen licht vanwege het Permanent Europees Veterinair Comité of kan u als minister hiertoe zelf de beslissing nemen ?

1. La Belgique doit-elle attendre que le Comité vétérinaire permanent européen donne son feu vert pour procéder à la vaccination, ou pouvez-vous, en tant que ministre, prendre vous-même cette décision ?

2. Indien dit laatste het geval is, zou u die maatregel in overweging kunnen nemen omdat bij een mogelijke besmetting de daaropvolgende stap, namelijk het afslachten van die heel zeldzame dieren, een echte ramp zou zijn ?

2. Dans ce dernier cas, ne pourriez-vous pas envisager de prendre cette mesure, eu égard aux conséquences catastrophiques qu’aurait une éventuelle contamination, à savoir l’abattage pur et simple de tous ces animaux très rares ?

Middenstand

Classes moyennes

DO 2000200110889

DO 2000200110889








2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8402







DO 2000200110917

DO 2000200110917

Vraag nr. 345 van de heer Geert Bourgeois van 4 april 2001 (N.) :

Question no 345 de M. Geert Bourgeois du 4 avril 2001 (N.) :

Verbod in huurovereenkomsten of reglementen van mede-eigendom om politieke publiciteit op te hangen aan voor het publiek zichtbare plaatsen.

Interdiction dans les contrats de bail ou règlements de copropriété d’afficher de la publicité politique à des endroits visibles du public.

In bepaalde huurcontracten en reglementen van mede-eigendom staat een verbodsclausule om eender welke affiches op te hangen aan voor het publiek zichtbare plaatsen zoals bijvoorbeeld aan vensters. Het komt meer voor dat dergelijke verbodsbepalingen uitsluitend betrekking hebben op politieke publiciteit.

Certains contrats de bail et règlements de copropriété comportent une clause interdisant d’apposer quelque affiche que ce soit à des endroits visibles du public comme les fenêtres par exemple. Il arrive plus souvent que ces dispositions d’interdiction visent exclusivement la publicité politique.

Artikel 19 van de Grondwet waarborgt de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruik maken van die vrijheden worden gepleegd.

L’article 19 de la Constitution garantit la liberté de manifester ses opinions en toute matière, sauf la répression des délits commis à l’occasion de l’usage de ces libertés.

Het recht op vrije meningsuiting kan worden omschreven als « het recht om aan zijn filosofische, godsdienstige, politieke, persoonlijke of ideologische overtuiging uiting te geven in woorden, geschriften of gedragingen ».

Le droit à la liberté d’expression peut être défini comme le droit d’exprimer ses convictions philosophiques, religieuses, politiques, personnelles ou idéologiques par des paroles, des écrits ou des comportements.

De meningsuiting kan op verschillende wijze gebeuren, zowel door het woord als door het geschrift als door handelingen. Zodoende wordt niet alleen elke vrije uitoefening van de cultus, maar verder elke manifestatie op politiek, literair, artistiek, filosofisch en wetenschappelijk vlak beschermd (Vande Lanotte, J., Overzicht van het publiek recht, Brugge, Die Keure, 1997, blz. 339-340).

Une opinion peut s’exprimer de diverses manières, par la parole, les écrits ou les actes. Ce faisant, on ne protège pas seulement la liberté de culte mais toute manifestation politique, littéraire, artistique, philosophique et scientifique. ( Vande Lanotte, J., « Overzicht van het publiek recht », Brugge, Die Keure, 1997, p. 339-340).


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8403

De vrijheid van gedachte en de vrijheid van mening wordt ook gewaarborgd door de artikelen 9, § 1, en 10, § 1, EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden) en de artikelen 18, § 1, en 19, 6 BUPO (internationale verdragen inzake burgerrechten en politieke rechten).

La liberté de pensée et la liberté d’opinion sont aussi garanties par les articles 9, § 1er, et 10, § 1er, de la CEDH (Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales) et les articles 18, § 1er, et 19, 6 DCP (conventions internationales relatives aux droits civils et politiques).

1. Bent u van mening dat het hierboven vermelde verbod strijdig is met het recht op vrije meningsuiting ?

1. Pensez-vous que l’interdiction évoquée ci-dessus est contraire au droit à la liberté d’expression ?

2. Zo ja, moeten dergelijke bepalingen naar uw mening voor niet-geschreven worden gehouden ?

2. Dans l’affirmative, pensez-vous que de telles dispositions doivent être considérées comme nulles et non avenues ?



DO 2000200110889

DO 2000200110889









DO 2000200110897

DO 2000200110897

Vraag nr. 641 van mevrouw Trees Pieters van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 641 de Mme Trees Pieters du 30 mars 2001 (N.) :

Polyvalente controlecentra. — Vrije beroepen en andere niet-BTW-belastingplichtigen. — Juridische bevoegdheid van de AOIF.

Centres de controˆle polyvalents. — Professions libérales et autres contribuables non assujettis à la TVA. — Compétence juridique de l’AFER.

Artikel 19, 1o, van het koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende hervorming van de admi-

L’article 19, 1o, de l’arrêté royal du 18 décembre 1998 portant réforme de l’administration de la Fisca-


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8404

nistratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (AOIF) bepaalt op een ontegensprekelijke wijze het precieze kader van de grondige verificaties die door de 48 « polyvalente » controlecentra, opgericht in de schoot van diezelfde administratie, wettelijk kunnen worden uitgeoefend.

lité des entreprises et des revenus (l’AFER) décrit sans la moindre ambiguı¨té le cadre précis des vérifications approfondies auxquelles peuvent procéder les 48 centres de controˆle « polyvalents », créés au sein de cette même administration.

Ingevolge deze wettelijke en reglementaire controlebevoegdheden kan de AOIF enkel en alleen de fiscale toestand van de ondernemingen (natuurlijke personen en rechtspersonen) controleren, die « gelijktijdig » belastingplichtige zijn voor zowel de inkomstenbelastingen als voor de BTW.

En application de ces compétences de controˆle légales et réglementaires, l’AFER est uniquement autorisée à controˆler la situation fiscale des entreprises (personnes physiques et morales) qui sont assujetties tant à l’impoˆt sur les revenus qu’à la TVA.

Bijgevolg worden uit fiscaalrechtelijk oogpunt patrimonium- en doktersvennootschappen en natuurlijke personen die een vrij beroep uitoefenen in de vorm van een ambt of in opdracht en in die hoedanigheden ook geen BTW-plichtigen zijn, in principe totaal uitgesloten van de wettelijke werkingssfeer van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit.

Par conséquent, du point de vue du droit fiscal, les sociétés patrimoniales et associations de médecins, ainsi que les personnes physiques exerçant une profession libérale sous la forme d’une fonction ou d’un mandat et qui, en cette qualité, ne sont pas assujetties à la TVA, sont en principe totalement exclues de la sphère de travail légale de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus.

Het grondig onderzoek van de belastingdossiers van die natuurlijke personen en van bedoelde dokters- en patrimoniumvennootschappen ressorteert derhalve uitsluitend onder de juridsiche en territoriale bevoegdheid van de klassieke taxatiediensten van de administratie der Directe Belastingen (cf. tevens het opgeheven artikel 297, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992).

L’examen approfondi des dossiers fiscaux de ces personnes physiques, des sociétés patrimoniales et des associations de médecins précitées ressortit donc exclusivement à la compétence juridique et territoriale des services de taxation classiques de l’administration des Contributions directes (cf. également l’article 297, alinéa 1er, abrogé du Code des impoˆts sur les revenus 1992).

Het grondig onderzoek van de belastingdossiers van onder andere de notarissen, de huisdokters, de ziekenhuisgeneesheren en de tandartsen gebeurt thans nagenoeg alleen nog door de AOIF. Daarenboven werkt binnen alle Vlaamse controlecentra het merendeel van de AOIF-geschillen-ambtenaren (sector belastingen) eveneens mee aan die « eenzijdige » controlewerkzaamheden inzake directe belastingen, zelfs wetende dat er nu nog altijd bijna 80 000 bezwaarschriften op een spoedige en bekwame afhandeling wachten.

Actuellement, l’examen approfondi des dossiers fiscaux notamment des notaires, des généralistes, des médecins hospitaliers et des dentistes est quasi exclusivement effectué par l’AFER. Par ailleurs, au sein de tous les centres de controˆle flamands, la majorité des fonctionnaires de l’AFER compétents en matière de litiges (secteur impoˆts) collaborent également à ces controˆles (unilatéraux) relatifs aux contributions directes, alors que près de 80 000 réclamations attendent un examen rapide et adéquat.

1. De pertinente algemene vraag rijst derhalve om welke precieze « administratieve » redenen voornoemde fiscale bepalingen van artikel 19, 1o, van het voornoemde koninklijk besluit van 18 december 1998, die onbetwistbaar van openbare orde zin, thans blijkbaar niet meer door de AOIF-administratie worden nageleefd, terwijl die in de beginfase wel nauwgezet werden gerespecteerd ?

1. D’une manière générale, se pose dès lors la question pertinente de savoir pour quelles raisons « administratives » précises les dispositions fiscales énoncées à l’article 19, 1o, de l’arrêté royal précité du 18 décembre 1998, qui sont incontestablement d’ordre public, ne sont apparemment plus appliquées par l’administration de l’AFER, alors qu’elles l’étaient scrupuleusement au début ?

2. Welke dringende maatregelen zullen er weldra worden getroffen om die wettelijke en welomschreven controlebevoegheden opnieuw in vlotte en correcte banen te leiden en om de kolossale voorraad bezwaarschriften (waarbij wel reeds een gunstige evolutie te merken valt) nog verder serieus te laten slinken ?

2. Quelles mesures urgentes seront prises prochainement pour que ces dispositions légales décrites précisément soient à nouveau appliquées correctement et pour résorber sérieusement l’arriéré colossal de réclamations (une évolution positive étant toutefois déjà observable) ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8405

3. Op grond van welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen beschouwt de AOIF alle ingestelde « onderzoeksdaden » inzake directe belastingen bij die « niet-BTW-plichtigen » wel als volledig rechtsgeldig, dit zowel voor als na de datum van 6 april 1999 (cf. datum inwerkingtreding van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen) ?

3. Sur la base de quelles dispositions légales et/ou réglementaires l’AFER considère-t-elle l’ensemble des « vérifications » relatives aux contributions directes auprès des « non-assujettis à la TVA » comme pleinement valables en droit, et ce, tant avant qu’après la date du 6 avril 1999 (cf. la date d’entrée en vigueur de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale) ?

4. Moeten de gevestigde aanslagen inzake directe belastingen niet veeleer onmiddellijk nietig worden verklaard wanneer naar genoegen van recht zou blijken dat de procedurele voorschriften met betrekking tot de uitgevoerde onderzoeksdaden met schending van artikel 19, 1o, van voornoemd koninklijk besluit van 18 december 1998 werden verricht ?

4. L’impoˆt établi en matière de contributions directes ne devrait-il pas plutoˆt être immédiatement annulé s’il apparaıˆt, d’une manière suffisamment fondée sur le plan juridique, que les prescriptions de procédure relatives aux vérifications ont été appliquées en violation de l’article 19, 1o, de l’arrêté royal précité du 18 décembre 1998 ?

5. Kadert deze niet-polyvalente AOIF-onderzoekspolitiek wel degelijk integraal in de rol en in het globaal actieplan van de regeringscommissaris belast met de vereenvoudiging van de fiscale procedures en met de strijd tegen de « grote » fiscale fraude ?

5. La politique de vérification non polyvalente de l’AFER s’inscrit-elle bien intégralement dans le roˆle et dans le plan d’action global du commissaire du gouvernement chargé de la simplification des procédures fiscales et de la lutte contre la grande fraude fiscale ?

6. Kan u punt per punt uw wettelijke zienswijze weergeven in het licht van de dwingende bepalingen van zowel de artikelen 13, 159, 170, eerste lid, en 172 van de Grondwet, de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als van alle beginselen van een behoorlijk en klantvriendelijk openbaar bestuur ?

6. Pouvez-vous, élément par élément, faire part de votre point de vue en droit, à la lueur des dispositions contraignantes tant des articles 13, 159, 170, alinéa 1er, et 172 de la Constitution que des dispositions légales et réglementaires du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ainsi que de l’ensemble des principes de bonne administration et de convivialité ?

DO 2000200110902

DO 2000200110902

Vraag nr. 642 van de heer Marcel Hendrickx van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 642 de M. Marcel Hendrickx du 30 mars 2001 (N.) :

Registratierechten. — Wetboek. — Artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Droits d’enregistrement. — Code. — Articles 10 et 11 de la Constitution.

Herhaaldelijk wordt mijn aandacht gevestigd op het feit dat antwoorden op onze vragen zeer onduidelijk en juridisch dubbelzinnig of zelfs opportunistisch worden opgesteld.

Il arrive régulièrement que mon attention soit attirée sur la formulation très imprécise et juridiquement équivoque voire opportuniste des réponses à nos questions.

De artikelen 10 en 11 van onze Grondwet doorkruisen het Wetboek van registratierechten.

Le Code des droits d’enregistrement est en contradiction avec les articles 10 et 11 de la Constitution.

1. Bent u de mening toegedaan dat het Wetboek van registratierechten onderworpen is aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

1. Estimez-vous que les articles 10 et 11 de la Constitution s’appliquent au Code des droits d’enregistrement ?

2. Welke artikelen van het Wetboek van registratierechten moeten gewijzigd worden om in overeenstemming te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

2. Quels articles du Code des droits d’enregistrement faut-il modifier pour qu’il soit conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8406

3. Waarom werden tot heden deze artikelen van het Wetboek van registratierechten niet aangepast aan deze vereisten van de Grondwet ?

3. Pour quelle raison ces articles du Code des droits d’enregistrement n’ont-ils jusqu’à présent pas été mis en conformité avec les dispositions de la Constitution ?

4. Is het juist te stellen dat uit de Grondwet volgt dat iedere ingezetene de wetten moet kennen en strikt naleven ?

4. Peut-on affirmer qu’il ressort de la Constitution que nul n’est censé ignorer les lois et que chacun est tenu de les respecter scrupuleusement ?

5. Geldt deze vereiste ook voor de leden van uw administratie bij de behandeling van de toepassing van de wetgeving vervat in het Wetboek van registratierechten ?

5. Les membres de votre administration sont-ils également censés se tenir à ces principes pour l’application des dispositions du Code des droits d’enregistrement ?

6. Is het de taak van de belastingplichtige om de ambtenaren van registratie erop te wijzen dat zij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet toepassen ?

6. Appartient-il au contribuable de faire remarquer aux fonctionnaires de l’enregistrement qu’ils ne respectent pas les articles 10 et 11 de la Constitution ?

7. Zijn er sancties voorzien voor de ambtenaren die deze vereisten van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet toepassen ?

7. Des sanctions sont-elles prévues à l’encontre des fonctionnaires qui ne respectent pas les dispositions des articles 10 et 11 de la Constitution ?

8. Welk schadevergoedingsrecht heeft de belastingplichtige indien blijkt dat de leden van uw corps, werkende bij de afdeling Registratie, deze verplichting (toepassing van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet), niet toegepast hebben bij de behandeling van een dossier ?

` quelle réparation le contribuable peut-il 8. A prétendre s’il est démontré que les membres de votre administration, employés à l’enregistrement, ne se sont pas tenus à cette obligation (application des articles 10 et 11 de la Constitution) lors du traitement d’un dossier ?

DO 2000200110916

DO 2000200110916

Vraag nr. 643 van de heer Eric van Weddingen van 4 april 2001 (Fr.) :

Question no 643 de M. Eric van Weddingen du 4 avril 2001 (Fr.) :

Belastingadministratie. — Bescherming van de persoonlijke levenssfeer. — Klachten van belastingplichtigen.

Administration fiscale. — Protection de la vie privée. — Plaintes de contribuables.

Uit het jaarverslag 1999 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer blijkt dat dit orgaan te maken kreeg met klachten van belastingplichtigen over vragen om inlichtingen die de belastingadministratie richt aan firma’s die klantenkaarten uitgeven, meer bepaald supermarktketens.

Le rapport annuel 1999 de la Commission de protection de la vie privée révèle que cet organisme a eu à connaıˆtre de plaintes de contribuables concernant des demandes de renseignements adressées par l’administration fiscale à des organismes émetteurs de cartes de fidélité, notamment des chaıˆnes de grands magasins.

De vragen betroffen ofwel het geheel van de aankopen van een bepaalde belastingplichtige over een bepaalde periode, ofwel lijsten van belastingplichtigen die gedurende een bepaalde periode meer dan een welbepaald bedrag hadden uitgegeven.

Les demandes portaient, soit sur le total des achats effectués pendant une période déterminée par un contribuable identifié, soit sur des listes de contribuables ayant dépensé plus d’une certaine somme pendant une période donnée.

Zoals de commissie uw voorganger ook heeft laten weten, lijken dergelijke vragen om inlichtingen strijdig met het respect voor de privacy, en inzonderheid met article 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijhe-

De telles demandes paraissent inconciliables avec le respect de la vie privée, ainsi que la commission l’a fait savoir à votre prédécesseur. En particulier, elles paraissent incompatibles avec l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme, et notamment


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8407

den : met name het principe van de evenredigheid van de inbreuk op de privacy tot de hoegrootheid van de aanslagen in de belasting die dankzij de verkregen informatie konden worden gevestigd, wordt met voeten getreden.

le principe de proportionnalité entre l’intrusion commise dans la vie privée et l’importance des impositions qu’elles permettraient d’établir.

1. a) Bevestigt de minister dat zijn voorganger hieromtrent door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geı¨nterpelleerd werd ?

1. a) Le ministre peut-il confirmer que son prédécesseur a été interpellé à ce sujet par la Commission de protection de la vie privée ?

b) Welk antwoord kreeg de commissie gebeurlijk te horen ?

b) Le cas échéant, quelle réponse y a été apportée ?

2. Krijgen de taxatiediensten richtlijnen om dergelijke naspeuringen te doen of net niet te doen ?

2. Des directives ont-elles été données aux services de taxation, soit pour procéder à des investigations de ce type, soit pour les interdire ?

3. Denkt u maatregelen te treffen om de ambtenaren van de belastingadministratie een betere opleiding te geven inzake bescherming van de mensenrechten ?

3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour assurer aux fonctionnaires de l’administration fiscale une meilleure formation en matière de protection des droits de l’homme ?

DO 2000200110918

DO 2000200110918

Vraag nr. 644 van de heer Martial Lahaye van 4 april 2001 (N.) :

Question no 644 de M. Martial Lahaye du 4 avril 2001 (N.) :

Fiscus. — Opvraging gegevens bij grootwarenhuizen betreffende aankopen met klantenkaart.

Fisc. — Demandes d’informations aux grandes surfaces relatives aux achats enregistrés sur les cartes de fidélité.

Via de pers kwam het bericht dat de fiscus systematisch gegevens zou opvragen bij grootwarenhuizen met betrekking tot aankopen met een klantenkaart. De gegevens zouden gebruikt worden voor het in kaart brengen van de zwarthandel of om het bewijs te leveren dat bepaalde belastingplichtigen een uitgavenpatroon hebben dat niet strookt met hun officie¨le inkomsten.

J’ai appris par la presse que le fisc demanderait systématiquement des renseignements aux grandes surfaces relatifs à des achats effectués par des titulaires d’une carte de fidélité. Ces informations seraient utilisées pour établir une cartographie du commerce interlope ou pour fournir la preuve que certains contribuables font des dépenses qui ne correspondent pas aux revenus qu’ils déclarent.

1. Overtreedt de fiscus door het toepassen van voormelde praktijk de wetgeving met betrekking tot bescherming van eenieders privacy ?

1. Le fisc enfreint-il, par de telles pratiques, la législation relative à la protection de la vie privée ?

2. Welke maatregelen stelt u in het vooruitzicht om hieraan eventueel een einde te maken ?

2. Quelles mesures proposez-vous de prendre afin de mettre fin, le cas échéant, à ces procédés ?


2000

2001


1082

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8408



Telecommunicatie

Télécommunications

DO 2000200110889

DO 2000200110889









Overheidsbedrijven en Participaties

Entreprises et Participations publiques

DO 2000200110889

DO 2000200110889





1. Kan de minister meedelen of hij op welke wijze dan ook, contractueel, bij onderhandse overeenkomst, bij aanbesteding of welk ander middel ook, gebruik heeft gemaakt, gebruik maakt of in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij de minister toekomt onderhandelde overeenkomst nog zal gebruik maken van diensten van welke aard ook van de heer Noe¨l Slangen, de ondernemingen Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife of enige andere vennootschap waarachter de heer Slangen schuilgaat

1. Le ministre peut-il faire savoir si, de quelque manière que ce soit, par contrat ou par acte sous seing privé, par adjudication ou par quelque autre voie que ce soit, il a fait appel, fait appel ou fera encore appel, dans le cadre d’un accord négocié au moment de la réception de la présente question, aux services, de quelque nature qu’ils soient, fournis par M. Noe¨l Slangen, les sociétés Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife ou toute autre société derrière laquelle se cacherait M. Slangen ou au nom de


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8409

of waarin hij als tussenpersoon of anderszins is opgetreden of zal optreden ?

laquelle il est intervenu ou interviendra en tant qu’intermédiaire ou d’une autre manière ?



DO 2000200110175

DO 2000200110175

Vraag nr. 68 van mevrouw Frieda Brepoels van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 68 de Mme Frieda Brepoels du 30 mars 2001 (N.) :

Achterstelling van de Rijksarchieven in de provincies.

Discrimination des Archives de l’E´tat dans les provinces.

In verband met de achterstelling van de Rijksarchieven in de provincies ten opzichte van de andere wetenschappelijke instellingen zou ik uw aandacht willen vestigen op het feit dat het niet de bevoegdheid is van de Algemene Rijksarchivaris om ter uitvoering van het koninklijk besluit van 28 november 1963 overeenkomsten met de gemeenten te sluiten voor de oprichting van arrondissementele Rijksarchieven. Zover ik hierover kan oordelen is dit de exclusieve bevoegdheid van de minister zelf. De ervaring leert dat voor minstens twee van de vijf bestaande overeenkomsten de steden niet gezorgd hebben voor geschikte gebouwen. Daar de minister de overeenkomsten getekend heeft ga ik ervan uit dat het ook uw taak is om deze twee steden (Hoei en Doornik) te wijzen op hun verplichtingen.

En ce qui concerne la discrimination des Archives de l’E´tat dans les provinces par rapport aux autres institutions scientifiques, je voudrais attirer votre attention sur le fait qu’il n’appartient pas à l’Archiviste général du Royaume de conclure, en exécution de l’arrêté royal du 28 novembre 1963, des conventions avec les communes en vue de la création d’Archives de l’E´tat par arrondissement. Pour autant que je puisse en juger, le ministre a en la matière une compétence exclusive. Nous savons par expérience que dans le cadre d’au moins deux des cinq conventions existantes, les villes n’ont pas veillé à mettre des baˆtiments adéquats à la disposition des Archives. Le ministre ayant signé les conventions concernées, je pense qu’il vous appartient de rappeler leurs obligations à ces deux villes (Huy et Tournai).

1. Heeft u dit uitgevoerd ?

1. Avez-vous rappelé leurs obligations aux villes de Huy et Tournai ?

2. Zo ja, wat was hun antwoord ?

2. Dans l’affirmative, comment ont-elles réagi ?

3. Vanuit het oogpunt van een goede publieke dienstverlening is het verdedigbaar dat in elk gerechtelijk arrondissement een Rijksarchief zou worden opgericht. Maar dit kan mijns inziens enkel als er hiervoor door de Belgische Staat gebouwen ter beschikking worden gesteld met andere woorden als de steden hiervoor niet moeten opdraaien.

3. Du point de vue de l’importance d’assurer des services publics de qualité, l’idée de créer des Archives de l’E´tat dans chaque arrondissement judiciaire est défendable. Mais à mon sens, cela ne pourrait se faire que si l’E´tat belge mettait les baˆtiments requis à la disposition des Archives, en d’autres termes si les villes ne devaient pas en supporter le couˆt.

a) Hoe staat u tegenover beide voorstellen ?

a) Quelle position adoptez-vous à l’égard de ces deux propositions ?

b) Wat heeft u geantwoord op het verzoek van de stad Eupen om het gebouw dat deze stad ter beschikking stelt, te doen aankopen door de Regie der Gebouwen ?

b) Qu’avez-vous répondu à la demande de la ville d’Eupen visant à faire acheter par la Régie des Baˆtiments l’immeuble que cette ville met à la disposition des Archives ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8410



Economie

Ećonomie

DO 2000200110892

DO 2000200110892

Vraag nr. 145 van de heer Geert Bourgeois van 29 maart 2001 (N.) :

Question no 145 de M. Geert Bourgeois du 29 mars 2001 (N.) :

Vertaling en toepasbaarheid van de internationale boekhoudnormen.

Traduction et application des normes comptables internationales.

De Europese Unie legt vanaf 2005 het gebruik van de zogenaamde « International Accounting Standards » (IAS) op. Deze invoering van de internationale boekhoudnormen geldt voor beursgenoteerde bedrijven. De lidstaten zullen de mogelijkheid krijgen om het gebruik van de IAS ook op te leggen aan nietbeursgenoteerde ondernemingen en voor individuele jaarrekeningen.

` partir de 2005, l’Union européenne imposera A l’utilisation des « International Accounting Standards » (IAS). L’introduction de ces normes comptables internationales s’appliquera aux entreprises cotées en bourse. Les E´tats membres auront aussi la possibilité d’imposer l’utilisation des IAS aux entreprises non cotées en bourse et pour les comptes annuels individuels.

Deskundigen zijn het er over eens dat er inderdaad dringend maatregelen nodig zijn om de vergelijkbaarheid en een grotere transparantie van de jaarrekeningen in de EU te realiseren. Zij zijn het er echter ook over eens dat deze omvorming een ware cultuurschok zal betekenen.

Les experts sont effectivement d’accord pour dire que des mesures s’imposent d’urgence pour permettre une comparaison des comptes annuels au sein de l’UE et pour assurer une plus grande transparence. Ils estiment toutefois également que cette modification entraıˆnera un réel choc culturel.

Uit een recente enquête van het VBO blijkt dat het twee tot drie jaar duurt vooraleer de hele boekhouden rapporteringscultuur in een bedrijf is veranderd.

Une enquête récente de le FEB révèle qu’il faut deux à trois ans pour changer totalement les habitudes comptables au sein d’une entreprise.

Als de IAS-normen ook zouden verplicht worden voor alle niet-beursgenoteerde geconsolideerde bedrijven, zou de problematiek nog veel groter worden. Niet enkel de bedrijven moeten zich dan aanpassen maar ook de externe accountants, de zelfstandige boekhouders en de bedrijfsrevisoren.

Si les normes IAS devaient être imposées à toutes les entreprises consolidées non cotées en bourse, le problème deviendrait d’autant plus important. Les entreprises ne sont pas les seules à devoir s’adapter, car il ira de même pour les experts-comptables externes, les comptables indépendants et les réviseurs d’entreprise.

De cursus boekhoudrecht, consolidatie en financie¨le rapportering aan de universiteiten vergen een dringende herwerking.

Dans les universités, les cours relatifs au droit comptable, aux consolidations et aux rapports financiers devront être revus d’urgence.

Het probleem daarbij is dat de nieuwe normen niet in het Nederlands voorhanden zijn. Een Franse vertaling is wel reeds voorhanden.

Un problème se pose également parce que les nouvelles normes ne sont pas disponibles en néerlandais. Une traduction française existe par contre déjà.

1. Overweegt u om de normen ook op te leggen aan niet-beursgenoteerde ondernemingen ?

1. Envisagez-vous d’imposer également les nouvelles normes aux entreprises non cotées en bourse ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8411

2. Gaat u er voor zorgen dat de normen tijdig, en op kosten van de overheid, in het Nederlands vertaald worden ?

2. Veillerez-vous à ce que les normes puissent être traduites en néerlandais en temps utile et aux frais des pouvoirs publics ?

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 2000200110896

DO 2000200110896

Vraag nr. 82 van de heer Olivier Maingain van 30 maart 2001 (Fr.) :

Question no 82 de M. Olivier Maingain du 30 mars 2001 (Fr.) :

Paleis voor Schone Kunsten. — Taalgebruik.

Palais des Beaux-Arts. — Emploi des langues.

Naar verluidt staan er regelmatig uitsluitend in het Nederlands gestelde advertenties in het maandblad van het Paleis voor Schone Kunsten, meer bepaald voor de Filharmonische Vereniging.

Il me revient que des publicités exclusivement établies en néerlandais figurent périodiquement dans le mensuel du Palais des Beaux-Arts, notamment celles relatives à la Société philharmonique.

Die eentalige reclameteksten stroken niet met het evenwichtig beeld dat een federale culturele instelling hoort uit te dragen, en al evenmin met de taalwetgeving.

Ces communications unilingues ne correspondent pas à l’image équilibrée que doit donner une institution culturelle fédérale, pas davantage qu’au prescrit des lois linguistiques.

Het Paleis voor Schone Kunsten is immers een uitvoeringsdienst waarvan de zetel in Brussel-Hoofdstad gevestigd is en waarvan de werkkring het gehele land bestrijkt, zoals omschreven in artikel 44 van de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1996 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

En effet, le Palais des Beaux-Arts constitue un service d’exécution dont le siège est établi dans Bruxelles-Capitale et dont l’activité s’étend à tout le pays, au sens de l’article 44 des lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

Conform die bepaling, die verwijst naar artikel 40, tweede lid, van voormelde gecoo¨rdineerde wetten, dienen de berichten en mededelingen die rechtstreeks aan het publiek worden gericht in het Nederlands en in het Frans gesteld te worden.

Conformément à cette dernière disposition, laquelle renvoie à l’article 40, alinéa 2, des lois coordonnées précitées du 18 juillet 1966, les avis et communications adressés directement au public doivent être rédigés en français et en néerlandais.

Welke maatregelen denkt u te nemen om het Paleis voor Schone Kunsten op dit punt de taalwetten te doen naleven ?

Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour faire respecter la législation linguistique au Palais des Beaux-Arts dans ce domaine précis ?

DO 2000200110912

DO 2000200110912

Vraag nr. 83 van de heer Georges Clerfayt van 4 april 2001 (Fr.) :

Question no 83 de M. Georges Clerfayt du 4 avril 2001 (Fr.) :

Subsidies voor het Koninklijk Filmarchief van Belgie¨.

Subventions à la Cinémathèque royale de Belgique.

Door de overhandiging van een eerste cheque aan de verantwoordelijken van het Koninklijk Filmarchief van Belgie¨ kon de dreigende beeïndiging van de betalingen waarvan de pers gewag had gemaakt, worden afgewend.

Par remise d’un premier chèque aux responsables de la Cinémathèque royale de Belgique, la menace de cessation de paiement évoquée récemment dans la presse, a été écartée.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8412

1. Heeft de regering nu beslist de financiering van het Filmarchief over te hevelen naar de begroting voor het Wetenschappelijk Beleid ?

1. Le gouvernement a-t-il décidé maintenant de rapatrier le financement de la cinémathèque vers le budget de la Politique scientifique ?

2. Is, na die eerste cheque, de tijdige betaling van de volgende schijven gewaarborgd ?

2. Après, ce premier chèque, le versement en temps utile, des tranches ultérieures est-il assuré ?

3. Is de sinds de herfst bestaande onduidelijkheid omtrent de aanwijzing van de voor deze instelling bevoegde toeziende minister opgeheven ?

3. Le flou subsistant depuis l’automne dernier quant à la désignation du ministre de tutelle responsable de cette institution a-t-il été levé ?

4. Worden eindelijk de ree¨le uitgaven gedekt die het Filmarchief heeft en die aanzienlijk hoger liggen dan haar officie¨le dotatie (bijvoorbeeld : onderbetaald en onvoldoende personeel, beheer van de collecties, in het kader van het nieuwe beheer toe te passen technologiee¨n, beschadigde films, te digitaliseren persknipsels, herinrichting van de opslagruimte in de Visvijverstraat, aanwezigheid op een website, enz.) ?

4. Pourriez-vous communiquer si le financement des dépenses réelles que la cinémathèque doit rencontrer bien au delà du montant de sa dotation officielle (par exemple : personnel sous payé et en nombre trop réduit, gestion des collections, nouvelles technologies à appliquer à cette nouvelle gestion, pellicules en décomposition, coupures de presse à digitaliser, réaménagement de dépoˆt rue du Vivier, présence sur un site Internet, etc.) soit enfin rencontré ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8413

III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Eerste minister

Premier ministre

DO 2000200110889

DO 2000200110889









Antwoord : Zoals bekend is de heer Slangen als expert met mijn kabinet verbonden.

Réponse : Comme l’on sait, M. Slangen est attaché à mon cabinet en tant qu’expert.

Er bestaat geen andere onderhandelde overeenkomst, noch bestaat het voornemen om volgens de onderhandelingsprocedure een overeenkomst te sluiten met genoemde persoon of firma’s.

Il n’existe aucun autre contrat négocié, et il n’entre pas dans les intentions de conclure un contrat selon la procédure négociée avec la personne ou les firmes en question.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8414



DO 2000200110890

DO 2000200110890

Vraag nr. 192 van de heer Tony Smets van 29 maart 2001 (N.) :

Question no 192 de M. Tony Smets du 29 mars 2001 (N.) :

Langdurig werklozen. — Mobiliteitstoeslagen. — Kinderopvangtoeslagen.

Choˆmeurs de longue durée. — Complément de mobilité. — Complément de garde d’enfants.

Sedert 1 juli 2000 kan een langdurig werkloze die recht heeft op een banenkaart en die een betrekking van onbepaalde duur aanvat met minstens een halftijdse regeling, eenmalig een mobiliteitstoeslag en een kinderopvangtoeslag ontvangen van elk 30 000 frank.

Depuis le 1er juillet 2000, un choˆmeur de longue durée qui a droit à une carte d’embauche et qui reprend le travail à durée indéterminée à mi-temps au moins peut prétendre à un complément de mobilité et à un complément de garde d’enfants uniques de 30 000 francs chacun.

1. Kan u meedelen, telkens opgesplitst per gewest en naar geslacht :

1. Pourriez-vous me préciser en ventilant ces données par région et par sexe :

a) Hoeveel langdurig werklozen ontvingen sedert de invoering van de maatregel reeds een mobiliteitstoeslag ?

a) Combien de choˆmeurs de longue durée ont déjà reçu un complément de mobilité depuis l’entrée en vigueur de cette mesure ?

b) Hoeveel langdurig werklozen ontvingen een kinderopvangtoeslag ?

b) Combien de choˆmeurs de longue durée ont déjà reçu un complément de garde d’enfants ?

2. a) Hoe evalueert u de maatregel ?

2. a) Quelle est votre évaluation de cette mesure ?

b) Worden er eventuele bijsturingen in het vooruitzicht gesteld ?

b) Prévoyez-vous d’éventuelles modifications à cette mesure ?

Antwoord : Wat het eerste deel van uw vraag betreft, gelieve hierna volgende cijfergegevens te willen vinden.

Réponse : En ce qui concerne la première partie de votre question, veuillez trouver ci-après les données suivantes.

Wat het tweede deel van uw vraag betreft lijkt het mij momenteel nog te vroeg om er nu al conclusies uit te trekken.

En ce qui concerne la deuxième partie de votre question, il me semble pour le moment prématuré d’en tirer des conclusions.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8415

Aantal werklozen die enkel de toeslag voor mobiliteit genoten

Nombre de choˆmeurs ayant bénéficié uniquement du complément de mobilité

Verdeling volgens geslacht en gewest

Répartition par sexe et par région Mannen — Hommes

Maand — Mois

Vlaams Gewest — Région flamande

Waals Gewest — Région wallonne

Brusselse Hoofdstedelijke Gewest — Région de BruxellesCapitale

Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0

September. — Septembre 2000 .....................

0

1

0

1

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0

November. — Novembre 2000 .....................

0

7

0

7

December. — Décembre 2000 ......................

0

6

0

6

Januari. — Janvier 2001 ..............................

1

5

0

6

Februari. — Février 2001 .............................

1

0

0

1

Totaal. — Total ..........................................

2

19

0

21

Vrouwen — Femmes Maand — Mois




Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0


2

3

1

6


1

0

0

1

Januari. — Janvier 2001 ..............................

0

2

0

2


0

3

0

3

Totaal. — Total ..........................................

3

8

1

12


2000

2001


1083

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8416

Totaal — Total Maand — Mois




Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0


0

1

0

1

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0


2

10

1

13


1

6

0

7

Januari. — Janvier 2001 ..............................

1

7

0

8


1

3

0

4

Totaal. — Total ..........................................

5

27

1

33

Aantal werklozen die enkel de toeslag voor kinderopvang genoten

Nombre de choˆmeurs ayant bénéficié uniquement d’un complément de garde d’enfants



Maand — Mois




Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0


0

1

0

1


0

0

0

0

Januari. — Janvier 2001 ..............................

0

0

0

0


1

0

0

1

Totaal. — Total ..........................................

1

1

0

2


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8417





Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

1

0

1


1

0

1

2

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

4

5

1

10


5

6

2

13


6

1

1

8

Januari. — Janvier 2001 ..............................

1

4

2

7


5

4

1

10

Totaal. — Total ..........................................

22

21

8

51





Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

1

0

1


1

0

1

2

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

4

5

1

10


5

7

2

14


6

1

1

8

Januari. — Janvier 2001 ..............................

1

4

2

7


6

4

1

11

Totaal. — Total ..........................................

23

22

8

53


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8418

Aantal werklozen die zowel de toeslag voor mobiliteit als voor kinderopvang genoten

Nombre de choˆmeurs ayant bénéficié tant d’un complément de mobilité que d’un complément de garde d’enfants



Maand — Mois




Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0


0

0

0

0


0

0

0

0

Januari. — Janvier 2001 ..............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Totaal. — Total ..........................................

0

0

0

0





Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ......................................

0

0

0

0

Augustus. — Août 2000 ...............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Oktober. — Octobre 2000 ...........................

0

0

0

0


0

3

0

3


0

1

0

1

Januari. — Janvier 2001 ..............................

0

0

0

0


0

0

0

0

Totaal. — Total ..........................................

0

4

0

4


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8419





Land — Pays

Juli. — Juillet 2000 ...................................... Augustus. — Août 2000 ............................... September. — Septembre 2000 ..................... Oktober. — Octobre 2000 ........................... November. — Novembre 2000 ..................... December. — Décembre 2000 ...................... Januari. — Janvier 2001 .............................. Februari. — Février 2001 .............................

0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 3 1 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 3 1 0 0

Totaal. — Total ..........................................

0

4

0

4

DO 2000200110914

DO 2000200110914


Question no 195 de M. Jo Vandeurzen du 4 avril 2001 (N.) :

OCMW. — Terbeschikkingstelling personeelsleden van derden.

contractuele

CPAS. — Mise à disposition de tiers de membres du personnel contractuels.

Ingevolge artikel 121 van de wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen werd in artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn een bepaling toegevoegd die het OCMW toelaat contractuele personeelsleden ter beschikking te stellen van derden, wanneer het past in een samenwerkingsovereenkomst die het OCMW met die derde heeft gesloten. De federale wetgever heeft hiermee uitdrukkelijk een afwijking georganiseerd op datgene wat in artikel 31 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers is bepaald.

En vertu de l’article 121 de la loi du 24 décembre 1999 portant des dispositions sociales et diverses, une disposition permettant au CPAS de mettre à la disposition de tiers des membres du personnel contractuels dans le cadre d’une convention conclue entre le CPAS et ce tiers, a été insérée dans l’article 61 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’aide sociale. Le législateur fédéral a ainsi organisé expressément une dérogation aux dispositions de l’article 31 de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et à la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs.

Door de Vlaamse Gemeenschap werd bij decreet van 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1999) een artikel 135duodecies in de organieke wet gevoegd. Op basis van dit artikel (meer bepaald § 1) is het mogelijk dat een OCMW personeel ter beschikking stelt van een VZW waarvan het OCMW lid geworden is als deelgenoot. Dit is een afwijking op het principieel ver-

La Communauté flamande a inséré, par décret du 18 mai 1999 (Moniteur belge du 30 juin 1999), un article 135duodecies dans la loi organique. Cet article (en particulier le § 1er) permet à un CPAS de mettre du personnel à la disposition d’une ASBL à laquelle le CPAS s’est affilié. Il s’agit là d’une dérogation à l’interdiction de principe de détachement, régie par


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8420

bod op detachering zoals geregeld in artikel 31 van de voornoemde wet van 24 juli 1987. Deze afwijking wordt echter in tegenstelling tot de wijziging van artikel 61 van de organieke wet, geregeld op basis van een decretale bepaling en niet op basis van een federale wet.

l’article 31 de la loi du 24 juillet 1987 précitée. Contrairement à la modification de l’article 61 de la loi organique, cette dérogation est toutefois fondée sur une disposition décrétale et non sur une loi fédérale.

1. Beschikken de gemeenschappen en de gewesten inderdaad over de bevoegdheid om afwijkingen te bepalen op artikel 31 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers ?

1. Les communautés et régions sont-elles effectivement habilitées à définir des dérogations à l’article 31 de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et à la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs ?

2. a) Zo ja, wat is de omvang van deze bevoegdheid ?

2. a) Dans l’affirmative, quelle est l’étendue de cette compétence ?

b) Op basis van wat kan deze worden verantwoord ?

b) Sur quelle base peut-elle se justifier ?

3. Zo neen, welke houding neemt de minister dan aan ten opzichte van het desbetreffende decreet van de Vlaamse Gemeenschap ?

3. Dans la négative, quelle attitude le ministre adopte-t-il à l’égard dudit décret de la Communauté flamande ?

Antwoord : Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vraag te vinden.

Réponse : Vous trouverez ci-dessous la réponse à la question posée.

De terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers wordt geregeld door de artikelen 31 en 32 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

La mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs est réglée par les articles 31 et 32 de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs.

Deze aangelegenheid vormt, op basis van artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, naar luid waarvan alleen de federale overheid bevoegd is voor het arbeidsrecht, een exclusieve bevoegdheid in hoofde van de federale overheid.

Cette question constitue, sur la base de l’article 6, § 1er, VI, 5e alinéa, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles aux termes duquel seule l’autorité fédérale est compétente pour le droit du travail, une compétence exclusive dans le chef de l’autorité fédérale.

Alleen de federale overheid beschikt in deze materie bijgevolg over de bevoegdheid om het wetgevend kader vast te stellen, te wijzigen en in eventuele afwijkingen te voorzien.

Par conséquent, seule l’autorité fédérale dispose en cette matière de la compétence de fixer un cadre législatif, de modifier et de prévoir d’éventuelles dérogations.

Bij wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen heeft de federale wetgever in artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dergelijke afwijking vastgesteld, met name voor de contractuele personeelsleden tewerkgesteld bij een OCMW. Op basis van deze bepaling kunnen contractuele personeelsleden, in afwijking van artikel 31 van de wet van 24 juli 1987, ter beschikking worden gesteld van derden wanneer dit past in een samenwerkingsovereenkomst die het OCMW met die derde heeft gesloten.

Le législateur fédéral a fixé par la loi du 24 décembre 1999 portant des dispositions sociales et diverses dans l’article 61 de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d’aide sociale une telle dérogation, concernant les travailleurs engagés dans les liens d’un contrat de travail par un centre public d’aide sociale. Sur la base de cette disposition, les membres du personnel contractuels peuvent, par dérogation à l’article 31 de la loi du 24 juillet 1987, être mis à la disposition de tiers lorsque celle-ci intervient dans le cadre d’une convention que le centre public d’aide sociale a conclue avec ce tiers.

Anderzijds zijn de gemeenschappen, op basis van artikel 5, § 1, II, 2o, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bevoegd voor bepaalde aspecten van

D’autre part, les communautés, sur la base de l’article 5, § 1er, II, 2o, de la loi spéciale du 8 août 1980, sont compétentes pour les divers aspects de la politique


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8421

het beleid inzake maatschappelijk welzijn, met inbegrip van de desbetreffende organieke regels betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals vastgesteld door de organieke wet van 8 juli 1976.

d’aide sociale, en ce compris les règles organiques relatives aux centres publics d’aide sociale tels que réglés par la loi organique du 8 juillet 1976.

Als de Vlaamse Gemeenschap de organieke wet van 8 juli 1976 wijzigt, kan dit evenwel alleen in het kader van haar eigen bevoegdheid.

Lorsque la Communauté flamande modifie la loi organique du 8 juillet 1976, elle peut cependant uniquement le faire dans le cadre de sa compétence propre.

In het kader van deze gemeenschapsbevoegdheid is het dan ook niet mogelijk om af te wijken van de federale wetgeving, in het bijzonder van de door de federale wet van 24 juli 1987 vastgestelde regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers.

Dans le cadre de cette compétence communautaire, il n’est pas non plus possible de déroger à la législation fédérale, en particulier à la loi fédérale du 24 juillet 1987 fixant les règles relatives à la mise à disposition des travailleurs.

Bij het decreet van 18 mei 1999 heeft de Vlaamse decreetgever in de organieke wet van 8 juli 1976 een hoofdstuk XIIter ingevoegd op basis waarvan het de OCMW’s is toegestaan verenigingen of vennootschappen van privaat recht op te richten met het oog op het vervullen van sociale doeleinden.

Par le décret du 18 mai 1999, le législateur flamand a inséré un chapitre XIIter dans la loi organique du 8 juillet 1976 sur la base duquel le CPAS est autorisé à fonder des associations ou des sociétés de droit privé en vue de remplir des objectifs sociaux.

In artikel 135duodecies van dit hoofdstuk wordt bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn de eventuele overname of terbeschikkingstelling van het personeel regelt.

Dans l’article 135duodecies de ce chapitre, il est disposé que le conseil de l’aide sociale règle l’éventuelle reprise ou la mise à disposition du personnel.

Bij dergelijke overname of terbeschikkingstelling dient de federale wetgeving terzake, zoals onder meer de wet van 24 juli 1987, in acht te worden genomen.

Dans pareille reprise ou mise à disposition du personnel la réglementation fédérale doit être prise en considération, notamment la loi du 24 juillet 1987.

Uit de verantwoording bij het artikel 135duodecies van de organieke wet van 8 juli 1976, blijkt dat de bedoeling van deze bepaling erin bestaat de raad voor maatschappelijk welzijn toe te laten zich uit te spreken over de overdracht of de terbeschikkingstelling van het personeel dat deze dienst verzekert (voorstel van decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Parl. St., Vlaamse Gemeenschap, 19981999, 1335, nr. 2) en dat de decreetgever hiermee geen afwijking op de door de wet van 24 juli 1987 vastgestelde regels inzake terbeschikkingstelling heeft willen vaststellen.

De la justification de l’article 135duodecies de la loi organique de 8 juillet 1976, il apparaıˆt que le but de cette disposition était que le conseil de l’aide sociale puisse s’exprimer sur la reprise ou la mise à disposition du personnel que ce service assure (proposition de décret visant à la modification de la loi organique du 8 juillet 1976 concernant les centres publics d’aide sociale, doc. parl., Communauté flamande, 1998-1999, 1335, no 2) et que le législateur décrétal par cela n’entendait pas déroger aux règles fixées par la loi du 24 juillet 1987 concernant la mise à disposition de travailleurs.

DO 2000200110942

DO 2000200110942


Question no 196 de M. Jo Vandeurzen du 12 avril 2001 (N.) :

Lokale besturen. — Terbeschikkingstelling contractuele personeelsleden van derden.

Administrations locales. — Personnel contractuel mis à la disposition de tiers.

Er zijn al heel wat situaties waarin lokale besturen contractuele personeelsleden ter beschikking stellen van VZW’s. De organisatie van de samenlevings- en veiligheidscontracten hebben de terbeschikkingstellingen ongetwijfeld aangemoedigd. Er zijn ook gemeente-

Il existe de nombreux cas ou` des administrations locales mettent une partie de leur personnel contractuel à la disposition d’ASBL. L’organisation des contrats de société et de sécurité a indubitablement favorisé cette formule. Certaines administrations


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8422

besturen die contractueel aangestelde personeelsleden detacheren naar VZW’s die een gemeentelijk sportcentrum of cultureel centrum exploiteren en dergelijke.

communales détachent du personnel contractuel dans des ASBL qui exploitent un centre culturel ou sportif communal etc.

Er wordt beweerd dat een en ander wel in strijd zou kunnen zijn met de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. In diezelfde wet wordt door artikel 48 aan de Koning de bevoegdheid gegeven om voor openbare diensten die niet onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités andere procedures vast te leggen.

On affirme que cette pratique serait contraire à la loi du 24 juillet 1987 relative au travail à temps partiel, au travail intérimaire et à la mise à disposition de travailleurs au profit des utilisateurs. L’article 48 de cette même loi autorise le Roi à fixer d’autres procédures pour les services publics qui ne tombent pas sous l’application de la loi du 5 décembre 1968 relative aux conventions collectives de travail et aux comités paritaires.

Overweegt u niet om het mogelijk te maken dat het lokale bestuur in een beperkt aantal situaties contractuele personeelsleden ter beschikking kan stellen van derden ?

N’envisagez-vous pas d’autoriser les administrations locales à mettre du personnel contractuel à la disposition de tiers dans un nombre limité de situations ?

Antwoord : Gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te vinden.

Réponse : Vous trouverez ci-dessous la réponse à la question posée.

Behoudens een eventuele andersluidende bepaling in een wettekst die niet onder mijn bevoegdheid ressorteert, kan ik grotendeels verwijzen naar het antwoord dat u reeds werd gegeven op uw vraag nr. 25 van 14 september 1995 (cf. Vragen en Antwoorden, Kamer, 1995-1996, nr. 7, blz. 588), evenals op uw vraag nr. 100 van 16 februari 1996 (cf. Vragen en Antwoorden, Kamer, 1995-1996, nr. 27, blz. 3242).

Sous réserve d’une éventuelle autre disposition intervenue dans un texte de loi qui ne ressortirait pas de ma compétence, je peux en grande partie vous renvoyer à la réponse qui avait été précédemment apportée à votre question no 25 du 14 septembre 1995 (cf. Questions et Réponses, Chambre, 1995-1996, no 7, p. 588), de même qu’à votre question no 100 du 16 février 1996 (cf. Questions et Réponses, Chambre, 1995-1996, no 27, p. 3242).

Wel kan ik er aan toevoegen dat de artikelen 31 en 32 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers aangepast werden door de wet van 13 februari 1998 (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998) en door de wet van 12 augustus 2000 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2000).

Je peux bien y ajouter que les articles 31 et 32 de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs a été adaptée par la loi du 13 février 1998 (Moniteur belge du 19 février 1998) et par la loi du 12 août 2000 (Moniteur belge du 20 août 2000).

Het algemeen verbod om werknemers ter beschikking te stellen van derden, die deze werknemers dan gebruiken en over hen enig gedeelte van gezag uitoefenen dat normaal aan de werkgever toekomt, blijft bestaan, maar het begrip « gezag » werd verduidelijkt.

L’interdiction générale de mettre des travailleurs à la disposition de tiers, qui utilisent alors ces travailleurs et exercent sur ceux-ci une part quelconque de l’autorité appartenant normalement à l’employeur, est maintenue, mais la notion « d’autorité » est précisée.

Artikel 31, § 1, werd aangevuld met een tweede lid en stelt het volgende : « Geldt evenwel niet als de uitoefening van een gezag in de zin van dit artikel, het naleven door de derde van de verplichtingen die op hem rusten inzake het welzijn op het werk, alsook de instructies die door de derde worden gegeven in de uitvoering van de overeenkomst die hem met de werkgever verbindt, zowel inzake arbeids- en rusttijden als inzake de uitvoering van het overeengekomen werk. »

L’article 31, § 1er, est complété par un deuxième alinéa rédigé en ces termes : « Ne constitue toutefois pas l’exercice d’une autorité au sens du présent article, le respect par le tiers des obligations qui lui reviennent en matière de bien-être au travail ainsi que des instructions données par le tiers, en vertu du contrat qui le lie à l’employeur, quant aux temps de travail et aux temps de repos et quant à l’exécution du travail convenu. »

Artikel 48 van de wet van 24 juli 1987 geeft inderdaad de Koning de mogelijkheid om, voor de openbare diensten die niet onder het toepassingsgebied

L’article 48 de la loi du 24 juillet 1987 donne en effet au Roi la possibilité, pour les services publics qui ne relèvent pas du champ d’application de la loi du


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8423

vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, andere procedures, voorwaarden en regels vast te leggen dan deze bedoeld bij de artikelen 1 en 32 van deze wet. Deze openbare diensten kennen hun eigen overlegprocedure. Het opstellen van een koninklijk besluit betekent dan ook dat de minister van Openbaar Ambt het dossier vooraf voorlegt aan het betrokken onderhandelingscomité.

5 décembre 1968 sur les conventions collectives et les commissions paritaires, de fixer d’autres procédures, conditions et modalités que celles prévues aux articles 1er et 32 de cette loi. Ces services publics connaissent leur propre procédure de concertation. L’élaboration d’un arrêté royal implique donc aussi que le ministre de la Fonction publique soumette le dossier au préalable au comité de négociation compétent.

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken


DO 2000200110795

DO 2000200110795

Vraag nr. 124 van mevrouw Claudine Drion van 9 maart 2001 (Fr.) :

Question no 124 de Mme Claudine Drion du 9 mars 2001 (Fr.) :

Voor « preventieve diplomatie » uitgetrokken begrotingskrediet.

Ligne budgétaire « diplomatie préventive ».

In de loop Buitenlandse in het kader uitgetrokken

Durant l’année 2000, diverses initiatives ont été soutenues par le département des Affaires étrangères dans le cadre de la ligne budgétaire « diplomatie préventive ».

van het jaar 2000 heeft het departement Zaken diverse initiatieven ondersteund van het voor « preventieve diplomatie » begrotingskrediet.

1. Hoeveel werd in 2000 in totaal in dat kader uitgegeven ? 2. Welke initiatieven werden ondersteund ?

1. Quel est le montant global dépensé en 2000 ? 2. Quelles sont les initiatives soutenues ?

3. Aan de hand van welke criteria werd die selectie toegepast ?

3. Quels sont les critères qui ont présidé à cette sélection ?

4. a) Zullen die criteria in 2001 worden herzien ?

4. a) Ces critères seront-ils revus pour l’année 2001 ?

b) Zo ja, met welke doelstellingen ?

b) Si oui, avec quels objectifs ?

Antwoord :

Réponse :

1. Voor het begrotingsjaar 2000, heeft de Ministerraad uitgaven goedgekeurd ten belope van 126 485 000 frank (op een totaalbedrag van 140 000 000 frank dat beschikbaar was) verdeeld over vier basisallocaties : preventieve diplomatie (59 665 000 frank), mensenrechten (15 000 000 frank), hulp aan bevolkingen die het slachtoffer zijn van ernstige conflictsituaties (39 820 000 frank) en steun aan gemeenschappelijke acties van de Europese Unie in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) (12 000 000 frank).

1. Pour l’année budgétaire 2000, le Conseil des ministres a autorisé l’engagement d’un montant total de 126 485 000 francs (sur les 140 000 000 de francs disponibles) réparti sur quatre lignes budgétaires : diplomatie préventive (59 665 000 francs), droits de l’homme (15 000 000 de francs), assistance aux populations victimes de conflits graves (39 820 000 francs) et soutien aux actions communes de l’Union européenne dans le cadre de la politique extérieure et de sécurité commune (PESC) (12 000 000 de francs).

2. De goedgekeurde initiatieven werden telkens toegelicht in een persmededeling van de Ministerraad. Een samenvatting van de beslissingen van de Minister-

2. Les initiatives soutenues ont fait l’objet de communiqués de presse émanant du Conseil des ministres. Un résumé des décisions du Conseil des mi-


2000

2001


1084

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8424

raad werd als afzonderlijke bijlage aan het geachte lid overhandigd. 3. Vanaf het begrotingsjaar 2001 kan mijn departement beschikken over een ruimer budget (325 000 000 frank), gegroepeerd in twee basisallocaties : 300 000 000 frank voor initiatieven en optreden van Belgie¨ inzake preventieve diplomatie, hulp aan bevolkingen die het slachtoffer zijn van conflicten, naleving van de rechten van de mens en versteviging en herstel van de rechtstaat en 25 000 000 frank voor ondersteuning van gemeenschappelijke acties van de Europese Unie in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB).

nistres a été remis à l’honorable membre sous pli séparé. ` partir de l’exercice budgétaire 2001, mon 3. A département dispose d’un budget plus large (325 000 000 de francs), regroupé sous deux allocations de base : 300 000 000 de francs destinés à être affectés aux interventions et initiatives de la Belgique en matière de diplomatie préventive, d’aide aux populations victimes de conflits, de respect des droits de l’homme et de renforcement/restauration de l’E´tat de droit et 25 000 000 de francs pour soutenir certaines actions communes de l’Union européenne dans le cadre de la politique étrangère et de sécurité commune (PESC).

4. Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de initiatieven en optredens in de eerste plaats een ondersteuning en valorisering betekenen van de diplomatieke acties van ons land in de prioritaire domeinen van het buitenlands domein. Bovendien moeten deze initiatieven duidelijk kaderen in het werkingsgebied van de basisallocaties, namelijk betrekking hebben op preventieve diplomatie, naleving van de rechten van de mens, versteviging en herstel van de rechtstaat of een ondersteuning zijn van gemeenschappelijke acties van de Europese Unie. Naast de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van de projecten, wordt bij de selectie van de projecten uiteraard ook rekening gehouden met de kwaliteit en betrouwbaarheid van de uitvoerder.

4. Les initiatives et les interventions qui peuvent bénéficier de ce financement, sont celles qui, tout d’abord, apportent un soutien et une valorisation aux actions diplomatiques de notre pays dans les domaines prioritaires de la politique étrangère. Il faut par ailleurs que lesdites initiatives s’inscrivent manifestement dans le domaine des objectifs visés par l’allocation de base, notamment la diplomatie préventive, le respect des droits de l’homme, le renforcement ou la restauration de l’E´tat de droit ou encore qu’elles apportent un soutien à certaines actions communes de l’Union européenne. Les critères régissant la sélection des projets portent sur la qualité et la faisabilité de ceux-ci, mais évidemment aussi sur la qualité et la fiabilité de l’instance qui en assure l’exécution.

DO 2000200110796

DO 2000200110796

Vraag nr. 125 van mevrouw Claudine Drion van 9 maart 2001 (Fr.) :

Question no 125 de Mme Claudine Drion du 9 mars 2001 (Fr.) :

Rechten van de Koerden in het partnerschap met het oog op de toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

Droit des Kurdes dans le partenariat d’adhésion de la Turquie à l’Union européenne.

In het document over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie dat de Europese Commissie voor ondertekening aan de Ministerraad van 4 december 2000 heeft voorgelegd, « voorstel van beslissing van de Raad over de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden die zijn vervat in het partnerschap met het oog op de toetreding van Turkije », worden de door de Europese Unie opgelegde politieke en economische voorwaarden opgesomd.

Le document proposé par la Commission européenne à la signature du Conseil des ministres du 4 décembre 2000 concernant le processus d’adhésion de la Turquie à l’Union européenne, « proposition de décision du Conseil sur les principes, priorités, objectifs intermédiaires et conditions contenus dans le partenariat d’adhésion de la Turquie », fait état des différentes conditions politiques et économiques exigées par l’Union européenne.

Van de rechten van de Koerden wordt echter geen melding gemaakt. Toch hebben zowel het Europese Parlement als het Belgische Parlement een reeks resoluties aangenomen waarin de regeringen van de Unie wordt gevraagd bij Turkije op een politieke oplossing voor het Koerdisch probleem aan te dringen.

Il n’y est pas fait mention du droit des Kurdes. Pourtant nombreuses sont les résolutions du Parlement européen et du Parlement belge qui demandent aux gouvernements de l’Union de demander à la Turquie de trouver une solution politique à la question kurde.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8425

1. Wat denkt u van die tegenstrijdigheid ?

1. Comment appréciez-vous cette contradiction ?

2. Welke concrete signalen zal de Unie terzake aan Turkije geven ? Antwoord :

2. Quels sont les signaux concrets que l’Union entend donner à la Turquie dans ce domaine ? Réponse :

1. Er bestaat geen tegenspraak tussen het document van de Commissie en de resoluties goedgekeurd door het Europees Parlement en het Belgisch Parlement in de mate dat het document voor het Partenariaat voor de toetreding dat op 8 maart 2001 aanvaard werd, aan Turkije een algemene verbetering van de rechten van de mens oplegt. Langs deze weg zou de situatie van de Koerden zich reeds aanzienlijk dienen te verbeteren.

1. Il n’y a pas de contradiction entre le document présenté par la Commission et les résolutions approuvées par le Parlement européen et par le Parlement belge, dans la mesure où le document pour le Partenariat d’adhésion adopté le 8 mars 2001 impose à la Turquie une amélioration de la situation des droits de l’homme en général. Par ce biais, la situation des Kurdes devrait déjà nettement s’améliorer.

2. In de bilaterale contacten van de Europese Unie en van Belgie¨ in het bijzonder wordt met Turkije regelmatig de kwestie van de rechten van de mens opgenomen en wordt de noodzaak benadrukt dat Turkije — om aan de politieke criteria van Kopenhagen te voldoen — deze individuele rechten en meer bepaald het recht van vrije meningsuiting voor de Koerden dient te eerbiedigen. Het Partenariaat voor de toetreding vermeldt concreet de eerbied voor het gebruik van de talen.

2. Dans les contacts bilatéraux que l’Union européenne et la Belgique en particulier, ont avec la Turquie, la question des droits de l’homme est régulièrement abordée, de même qu’est soulignée la nécessité que la Turquie — pour satisfaire aux critères politiques de Copenhague — respecte les droits individuels et plus particulièrement le droit de liberté d’expression pour les Kurdes. Le Partenariat d’adhésion mentionne concrètement le respect de l’emploi des langues.

DO 2000200110864

DO 2000200110864

Vraag nr. 130 van de heer Francis Van den Eynde van 26 maart 2001 (N.) :

Question no 130 de M. Francis Van den Eynde du 26 mars 2001 (N.) :

Turkije. — Proces tegen een mensenrechtenactivist.

Turquie. — Procès intenté contre un militant des droits de l’homme.

In Ankara ging onlangs een proces van start tegen een mensenrechtenactivist. Hij zou tijdens een forumdiscussie die in Duitsland plaatsvond, verklaard hebben dat Turkije zich moest verontschuldigen voor de genocide op de Armenie¨rs die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog plaatsgreep.

Un procès vient de débuter à Ankara à l’encontre d’un militant des droits de l’homme. Au cours d’un débat organisé en Allemagne, celui-ci aurait déclaré que la Turquie devait s’excuser pour le génocide des Arméniens pendant et après la Première Guerre mondiale.

Volgens het Turkse openbaar ministerie heeft de betrokkene daarmee het « Turk-zijn » beledigd.

Le ministère public turc estime que l’intéressé aurait ainsi insulté la « nation turque ».

Indien hij schuldig zou worden bevonden, kan hij zes jaar celstraf krijgen.

S’il est déclaré coupable, il risque six ans d’emprisonnement. 1. Eˆtes-vous au courant de cette affaire ?

1. Bent u van deze zaak op de hoogte ? 2. Bent u van mening dat een en ander in overeenstemming is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) ?

2. Estimez-vous que de tels agissements sont compatibles avec la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales (CEDH) ?

3. Kan, volgens de regering, een land dat op deze wijze de oppositie behandelt, deel uitmaken van de Europese Unie of als kandidaat terzake worden erkend ?

3. Le gouvernement estime-t-il qu’un pays qui traite son opposition de la sorte peut faire partie de l’Union européenne ou être reconnu comme candidat à l’adhésion ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8426

Antwoord :

Réponse :

1. U bedoelt vermoedelijk het proces dat tegen de heer Akin Birdal, voormalige voorzitter van de Vereniging voor de rechten van de mens, werd ingespannen in hoofde van artikel 159/1 van het Turkse Strafwetboek wegens « smaad aan de Turkse natie », na berichtgevingen in twee Turkse dagbladen van verklaringen over de Armeense genocide die hij in oktober 2000 in Duitsland zou hebben afgelegd.

1. Vous évoquez sans doute le procès mené contre l’ancien président de l’Association des droits de l’homme, M. Akin Birdal, poursuivi en vertu de l’article 159/1 du Code pénal turc pour « insulte à la nation turque » en raison d’articles parus dans deux journaux turcs sur de prétendues allégations de sa part en octobre 2000 en Allemagne relatives au génocide arménien.

De tweede zitting in dit proces heeft op 19 april 2001 plaatsgevonden voor de tweede strafrechtbank van Ankara. De zitting was kortstondig en werd tot 31 mei 2001 verdaagd. Indien de heer Birdal schuldig wordt bevonden zou hem 6 jaar celstraf kunnen worden opgelegd.

La seconde audience a eu lieu le 19 avril 2001 devant la deuxième cour criminelle d’Ankara. L’audience fut courte et a été reportée au 31 mai 2001. M. Birdal encourt une peine pouvant aller jusqu’à 6 ans d’emprisonnement, s’il est jugé coupable.

De heer Akin Birdal onderhoudt regelmatige contacten met de ambassades van de landen van de Europese Unie, waaronder onze ambassade. Ik ben dus perfect op de hoogte van deze aangelegenheid.

M. Akin Birdal entretient des contacts réguliers avec les ambassades des pays de l’Union européenne, dont la noˆtre; je suis donc parfaitement informé de son cas.

De ambassades van de Europese Unie verzekeren een aanwezigheid op deze processen en ook Belgie¨ neemt deel aan de beurtrol die hiertoe werd ingesteld. Het kwam onze ambassade toe de aanwezigheid op de zitting van 19 april 2001 te verzekeren.

En outre les ambassades des pays de l’Union européenne assurent à tour de roˆle une présence à ce procès et la Belgique y contribue. L’ambassade était ainsi présente à l’audience du 19 avril 2001.

2. Hoewel de situatie inzake rechten van de mens in Turkije zorgwekkend blijft, spant de huidige regering zich in om verbeteringen op dit vlak te bewerkstelligen. Zo werden een reeks wetten goedgekeurd waarbij het in de toekomst moeilijker wordt om sluitingen van politieke partijen door te voeren, waarbij zwaardere straffen worden opgelegd aan degenen die martelingen doorvoeren en waarbij militanten van de PKK onder bepaalde omstandigheden amnestie kan verleend worden.

2. Bien que la situation en matière des droits de l’homme reste préoccupante en Turquie, l’actuel gouvernement fait un effort en vue d’apporter des améliorations sur ce plan. Ceci a eu lieu par l’approbation d’une série des lois qui, entre autres, rendent à l’avenir plus difficile la fermeture de partis politiques, fixent de lourdes peines pour les coupables de torture et permettent sous certaines conditions à des militants du PKK de bénéficier d’une amnistie.

3. De Belgische regering is van oordeel dat de status van kandidaat tot de Europese Unie een hefboom is die het toelaat om op Turkije druk uit te oefenen met het oog op het inrichten van een normering ter eerbiediging van de rechten van de mens zoals deze in andere landen van de Europese Unie in voege is. Zo heeft Turkije op 19 maart 2001, met het oog op de invoering van het « acquis », een nationaal programma bekend gemaakt met een bepaling van de wijze waarop het partenariaat ter toetreding tot de Europese Unie zal worden uitgevoerd. Dit partenariaat dat is goedgekeurd door de ministers van Buitenlandse Zaken op 8 maart 2001 bevat namelijk tal van democratische hervormingen die onmisbaar geacht worden.

3. Le gouvernement belge est d’avis que le statut de candidat de l’Union européenne procure à celle-ci un levier lui permettant d’exercer une pression sur la Turquie, visant la mise en place et le respect des normes en matière de droits de l’homme, comme c’est le cas dans les pays membres de l’Union européenne. C’est ainsi que la Turquie a fait connaıˆtre le 19 mars 2001 son plan national pour l’adoption de l’acquis (NPAA) dans lequel elle indique la manière avec laquelle elle compte mettre en œuvre le partenariat pour l’adhésion à l’Union européenne approuvé par les ministres des Affaires étrangères le 8 mars 2001 et qui contient notamment une série de réformes démocratiques jugées indispensables.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8427

DO 2000200110835

DO 2000200110835

Vraag nr. 132 van de heer Francis Van den Eynde van 3 april 2001 (N.) :

Question no 132 de M. Francis Van den Eynde du 3 avril 2001 (N.) :

Carrousel in de diplomatie.

Carrousel des nominations diplomatiques.

Volgens de media zou de eerste minister helemaal niet op de hoogte geweest zijn van een carrousel van diplomatieke benoemingen die door de minister van Buitenlandse Zaken op het getouw zou zijn gezet.

Selon les médias, le premier ministre n’aurait pas été au courant d’un carrousel de nominations diplomatiques mis en chantier par le ministre des Affaires étrangères.

In tegenstelling met wat de « directieraad » voorgesteld heeft, zou de getipte kandidaat voor de plaatsvervanging van de kabinetschef van de Koning omwille van het feit dat hij een CVP-stempel zou hebben, niet op het Paleis terechtkomen. De uiteindelijke bedoeling zou zijn dat de functie door een zogenaamde vrijdenker zou worden waargenomen.

Contrairement à la proposition du « conseil de direction », le candidat favori pour le remplacement du chef de cabinet du Roi ne se verra pas affecté au Palais en raison de ses attaches avec le CVP. Il s’agirait en fin de compte d’attribuer cette fonction à un « libre penseur ».

Verder zou er een hele stoelendans in onze diplomatie plaatsvinden en dit allemaal met het oog op zogenaamde politieke evenwichten.

Par ailleurs, il semblerait que la diplomatie connaisse actuellement un jeu de chaises musicales dans le but de respecter les « équilibres politiques ».

1. a) Werd u ondertussen omtrent één en ander geconsulteerd ?

1. a) Avez-vous été consulté à ce sujet ?

b) Bent u terzake zelf bij uw minister van Buitenlandse Zaken tussenbeide gekomen ?

b) Eˆtes-vous intervenu personnellement auprès du ministre des Affaires étrangères ?

2. Welke beslissingen werden uiteindelijk getroffen ?

2. Quelles décisions ont finalement été prises ?

Antwoord : De door het geachte lid gestelde vraag over de « carrousel in de diplomatie » gericht aan de eerste minister, valt onder mijn bevoegdheid en werd mij dus doorgestuurd.

Réponse : La question sur le « carrousel diplomatique » posée par l’honorable membre au premier ministre m’a été transmise car elle rentre dans mes attributions.

Het komt inderdaad toe aan de minister van Buitenlandse Zaken de diplomatieke beweging voor te bereiden; de « beweging posthoofden » wordt nadien ter goedkeuring aan de Koning overgelegd.

En effet, il revient au ministre des Affaires étrangères de préparer le mouvement diplomatique qui est ensuite présenté à l’approbation du Roi pour ce qui concerne les chefs de poste.

De jaarlijkse diplomatieke beweging treft ongeveer een kwart van het effectief van de diplomaten, kanseliers en attachés voor de internationale samenwerking, want hun ambtstermijn op post duurt ongeveer vier jaar.

Le mouvement diplomatique qui s’organise chaque année porte environ sur un quart des effectifs des diplomates, chanceliers et attachés de la coopération internationale, puisque la période de séjour en poste est généralement de quatre ans.

De diplomatieke beweging van 2001 was van buitengewone omvang. Te wijten aan het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie werden de meeste overplaatsingen voorzien voor 2001 tot 2002 uitgesteld, en dit om de ervaring en kennis van de agenten ten dienste van het voorzitterschap te kunnen stellen.

Le mouvement diplomatique de 2001 est d’une ampleur beaucoup plus importante. En effet, la plupart des mutations prévues pour 2001 ont été reportées à 2002 en raison de la présidence belge de l’Union européenne; ceci afin de pouvoir mettre l’expérience des agents au service de la présidence belge.

De directieraad bereidt de diplomatieke beweging voor en doet mij terzake een voorstel. Voor de aanwijzingen, zowel op post als op het hoofdbestuur, wordt rekening gehouden met verschillende elementen : de taalverdeling tussen de posten, de verblijfsduur hetzij op post of op het hoofdbestuur, de desiderata van de

Le mouvement diplomatique est préparé par conseil de direction avant de m’être proposé. Pour les affectations, tant dans les postes qu’à l’administration centrale, il est tenu compte de différents éléments : l’équilibre linguistique entre les postes, les désiderata des agents, leurs qualités spécifiques, expérience,


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8428

agenten, hun specifieke bekwaamheden, ervaring, taalkennis, rangschikking in de carrière en in de mate van het mogelijke, de taalverdeling in de posten zelf.

connaissance des langues, état d’avancement dans la carrière; dans toute la mesure du possible, l’on s’efforce également d’assurer un certain équilibre linguistique au sein même des postes.

Zodra het agrement toegekend is door het gastland, maakt de aanstelling van de nieuwe posthoofden het voorwerp uit van een koninklijk besluit; de andere aanstellingen worden gedaan bij ministerieel besluit.

Les désignations des nouveaux ambassadeurs font l’objet d’un arrêté royal dès que l’agrément des pays hoˆtes a été obtenu; les autres affectations font l’objet d’un arrêté ministériel.

De eerste minister werd natuurlijk op de hoogte gebracht van de voornaamste beslissingen betreffende de diplomatieke beweging.

Le premier ministre a, bien évidemment, été informé des décisions principales de ce mouvement diplomatique.

Tenslotte wil ik het geachte lid er op wijzen, wat de eventuele vervanging van de kabinetschef van de Koning betreft, dat dit buiten de bevoegdheid van mijn departement valt.

Enfin, je signale à l’honorable membre qu’en ce qui concerne la question du remplacement éventuel du chef de cabinet du Roi, mon département n’est pas compétent.

DO 2000200110911

DO 2000200110911

Vraag nr. 133 van de heer Jef Valkeniers van 4 april 2001 (N.) :

Question no 133 de M. Jef Valkeniers du 4 avril 2001 (N.) :

Iran. — Schending mensenrechten.

Iran. — Violation des droits de l’homme.

De Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties publiceert in haar rapport van 12 maart 2001 dat de onderdrukking van de pers die zich uitspreekt voor hervorming, de gevangenzetting van journalisten en de gewelddadige botsingen met studenten gevolgd door gevangenneming en mishandeling, schering en inslag blijven in Iran en aantonen dat de president zijn strijd om wettelijk een meer tolerante maatschappij tot stand te brengen, verloren heeft. Sinds januari 2001 werden ook reeds 64 executies uitgevoerd en zijn er talrijke gevallen van geweld en foltering van politieke tegenstrevers. Ook blijkt dat 92,5 % van de intellectuele elite het land verlaten heeft. Zo zouden er reeds 105 000 Iraanse afgestudeerden een onderkomen hebben gevonden, in de VS. Volgens de Verenigde Naties zou deze brain-drain Iran reeds 38 miljard dollar hebben gekost.

La Commission des droits de l’homme des Nations Unies indique dans son rapport du 12 mars 2001 que la répression de la presse qui s’exprime en faveur d’une réforme, l’emprisonnement de journalistes et les heurts violents avec les étudiants suivis d’emprisonnements et de mauvais traitements restent monnaie courante en Iran et montrent que le président a perdu son combat visant à instaurer par la voie légale une société plus tolérante. Depuis janvier 2001, 64 exécutions ont déjà eu lieu et il y a eu de nombreux cas de violence et de torture à l’égard des opposants politiques. Il apparaıˆt également que 92,5 % de l’élite intellectuelle a quitté le pays. Ainsi, 105 000 diploˆmés iraniens auraient déjà trouvé refuge aux E´tats-Unis. Selon les Nations unies, cette fuite des cerveaux aurait déjà couˆté 38 milliards de dollars à l’Iran.

Is het niet hoog tijd dat Europa protest aantekent tegen deze niet langer duldbare situatie ?

N’est-il pas grand temps que l’Europe proteste contre cette situation devenue intolérable ?

Antwoord : In antwoord op uw vraag kan ik u verzekeren dat Belgie¨ en de Europese Unie met bijzondere aandacht de ontwikkelingen in Iran op het vlak van de mensenrechten volgen. Zoals u terecht beklemtoont, is deze situatie er in het jaar 2000 niet op verbeterd. De acties tegen de pers, de arrestaties van verschillende journalisten en hervormingsgezinden, de veroordeling van Iraanse joden en van de deelnemers aan de Conferentie van Berlijn (waaraan hervormers hadden deelgenomen) springen hierbij het meest in het oog.

Réponse : En réponse à votre question, je puis vous assurer que la Belgique et l’Union européenne suivent les développements en Iran sur le plan des droits de l’homme avec une attention toute particulière. Comme souligné par vous-même, la situation en matière de droits de l’homme ne s’est pas améliorée au cours de l’année 2000 : les actions contre la presse, les arrestations de plusieurs journalistes et réformateurs, les condamnations des juifs iraniens et des participants à la Conférence de Berlin (à laquelle des réformateurs avaient participé) en sont les signes les plus évidents.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8429

De Europese Unie heeft in 2000 consistent demarches uitgevoerd bij de Iraanse autoriteiten om haar bezorgheid te uiten over deze ontwikkelingen. Belgie¨ laat overigens ook niet na om dit thema aan te snijden tijdens de bilaterale contacten met Iran. Deze demarches worden discreet uitgevoerd omdat publieke druk in het geval van Iran alleen maar contraproductief zou zijn. In Iran woedt een intense machtsstrijd tussen hervormingsgezinden en conservatieven, en een te openlijke druk zou ongetwijfeld in de kaart spelen van de conservatieven.

L’Union européenne a effectué au cours de l’année 2000 plusieurs démarches auprès des autorités iraniennes pour exprimer sa préoccupation devant de tels développements. La Belgique aborde également ces thèmes pendant les contacts bilatéraux avec l’Iran. Ces démarches sont pour la plupart effectuées discrètement parce qu’une pression publique sur l’Iran serait contreproductive. Il règne en effet en Iran une lutte impitoyable pour le pouvoir entre réformateurs et conservateurs et une pression publique étrangère jouerait en faveur des conservateurs.

Zoals elk jaar heeft de Europese Unie ook in 2001 een resolutie over Iran gesponsord in de Mensenrechtencommissie in Genève. Deze resolutie veroordeelt de mistoestanden die u aanhaalt in uw vraag (in het bijzonder wat betreft de toepassing van de doodstraf en de gevallen van foltering en willekeurige arrestaties) en roept Iran op om de internationaal aanvaarde normen te hanteren die voor een rechtsstaat gebruikelijk zijn. Deze resolutie werd op 20 april 2001 door de Mensenrechtencommissie goedgekeurd. Deze goedkeuring verzekert de verlenging van het mandaat van de speciale rapporteur mensenrechten voor Iran, zodat een blijvende grondige opvolging van de mensenrechtensituatie in Iran verzekerd is.

Comme chaque année, l’Union européenne a introduit aussi en 2001 une résolution sur l’Iran dans le cadre de la Commission des droits de l’homme à Genève. Cette résolution condamne les situations intolérables que vous mentionnez dans votre question (tout spécialement en ce qui concerne la peine de mort, la torture et les arrestations arbitraires) et invite l’Iran à respecter les normes internationales d’usage dans les E´tats de droit. Cette résolution a été approuvée par la Commission des droits de l’homme le 20 avril 2001. L’approbation de cette résolution assure la prolongation du mandat du rapporteur spécial pour les droits de l’homme en Iran, de manière que le mécanisme de suivi sur la situation des droits de l’homme en Iran reste garanti.

DO 2000200110941

DO 2000200110941

Vraag nr. 135 van de heer Francis Van den Eynde van 11 april 2001 (N.) :

Question no 135 de M. Francis Van den Eynde du 11 avril 2001 (N.) :

Wet om het beleid van ontwikkelingssamenwerking te toetsen aan de eerbied van de rechten van de mens. — Uitvoeringsbesluiten.

Loi pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. — Arrêtés d’exécution.

Op 7 februari 1994 werd een wet goedgekeurd met het oog op het toetsen van het beleid van ontwikkelingssamenwerking aan de eerbied voor de rechten van de mens. Ze werd gepubliceerd op 13 september 1994 en de inwerkingtreding werd voor 23 september 1994 voorzien.

Le 7 février 1994, une loi a été adoptée pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. Elle a été publiée le 13 septembre 1994 et son entrée en vigueur était prévue pour le 23 septembre 1994.

Op 17 september 2000 kwam er een wijziging en deze werd gepubliceerd op 16 december 2000.

Le 17 septembre 2000, la loi a été modifiée et cette modification a été publiée le 16 décembre 2000.

Er kwamen nog steeds geen uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de betrokken wet.

Il n’y a pas encore eu d’arrêtés d’exécution portant sur cette loi.

1. Is de regering zich hiervan bewust ?

1. Le gouvernement est-il conscient de cette situation ?

2. Welke maatregelen werden er getroffen om zo spoedig mogelijk het nodige te doen ?

2. Quelles mesures ont été prises pour que le nécessaire soit fait le plus rapidement possible ?

3. Vreest de regering dat de Belgische ontwikkelingshulp drastisch zou moeten herbekeken worden nadat hij de toets van deze wet ondergaan heeft ?

3. Le gouvernement craint-il que l’aide au développement accordée par la Belgique ne doive être revue de manière drastique lorsqu’elle aura été soumise à l’évaluation prévue par cette loi ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8430

Antwoord :

Réponse :

1. De wet van 7 februari 1994 (inzake het toetsen van de ontwikkelingssamenwerking aan de eerbied van de rechten van de mens) wil bijdragen tot het verbeteren van de naleving van de mensenrechten in de landen waarmee Belgie¨ een samenwerkingsovereenkomst heeft. Uit de jaarlijkse verslagen over de naleving van de mensenrechten in deze landen dienen trends te worden afgeleid die basismateriaal zijn voor de orie¨ntatie van het te voeren ontwikkelingsbeleid.

1. L’objectif de la loi du 7 février 1994 (sur le controˆle de la coopération à la lumière du respect des droits de l’homme) est d’améliorer le respect des droits de l’homme dans les pays avec lesquels la Belgique a ` partir des rapports signé un accord de coopération. A annuels relatifs au respect des droits de l’homme dans ces pays, il faut définir des tendances qui permettent d’orienter notre politique de coopération.

2. De wet van 7 februari 1994 vraagt in dat verband enkel dat de regering drie maanden na afkondiging van deze wet een beleidsnota neerlegt in de Kamer en Senaat. Dat is ook gebeurd in het voorjaar 1995. Verder vraagt de wet van 7 februari 1994 een jaarlijks verslag met « specifieke beleidsconclusies » dat voor 31 maart 2001 dient voorgelegd te worden aan Kamer en Senaat.

2. Dans ce cadre, la loi du 7 février 1994 se limite à stipuler que le gouvernement doit présenter à la Chambre et au Sénat une note de politique trois mois après sa promulgation, ce qui a été fait au printemps 1995. En outre, la loi du 7 février 1994 demande de rédiger un rapport annuel contenant des « conclusions politiques spécifiques ». Ce rapport doit être présenté à la Chambre et au Sénat avant le 31 mars 2001.

3. In het verleden werkten het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en het ABOS samen bij het opstellen van deze jaarlijkse verslagen. Deze werden in het verleden onregelmatig ingediend. Deze regering heeft in december 2000 aan Kamer en Senaat het « Mensenrechtenverslag 1999 » overgemaakt.

3. Dans le passé, le ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement rédigeait les rapports annuels en collaboration avec l’AGCD. Ces derniers étaient introduits de façon irrégulière. Le gouvernement actuel a présenté à la Chambre et au Sénat le « Rapport des droits de l’homme 1999 » au mois de décembre 2000.

4. De problematiek van de kinderrechten — zoals deze in de wetswijziging van 17 september 2000 werd vastgelegd — vormt een onderdeel van de mensenrechtenverslagen.

4. La problématique des droits de l’enfant — telle que définie par la loi révisée du 17 septembre 2000 — constitue un chapitre des rapports sur les droits de l’homme.

5. Algemener gesteld dient een ontwikkelingsbeleid dat mensenrechten centraal stelt aandacht te hebben voor drie niveaus waarop ze kan inspelen, namelijk het nationale, het internationale en het plaatselijke niveau. Op al deze niveaus is de Belgische hulp reeds actief : of het nu gaat om steun aan het internationale normatieve kader en monitoring, aan de nationale programma’s voor het verbeteren van het recht op ontwikkeling, of de steun aan niet-gouvernementele organisaties om de rechten en vrijheden af te dwingen.

5. De façon générale, une politique de coopération qui met l’accent sur les droits de l’homme, doit prendre en compte les trois niveaux d’action qui sont à sa disposition, à savoir les niveaux national, international et local. L’aide belge est active à tous ces niveaux qu’il s’agisse de l’aide au cadre normatif international et du monitoring, de programmes nationaux visant à renforcer le droit au développement ou de l’aide aux organisations non-gouvernementales en vue de forcer le respect des droits et des libertés.

6. Meer specifiek in de partnerlanden van de Belgische samenwerking — waarvan de criteria voor de keuze ervan bij wet zijn vastgelegd en waarvan de keuze bij koninklijk besluit op 25 juni 2000 werd bepaald — worden zowel bij de keuze van partners als bij de keuze van ontwikkelingsinstrumenten (projecthulp, sectorbrede programma’s, budgetsteun, technische assistentie, uitwisseling en dergelijke) rekening gehouden met een aan de actualiteit aangepaste mensenrechtenbenadering van de Belgische hulp.

6. Plus précisément, en ce qui concerne les pays partenaires de la coopération belge (les critères relatifs à leur sélection sont stipulés par la loi et la liste de ces pays a été identifiée par l’arrêté royal du 25 juin 2000) il faut adopter aussi bien pour le choix des pays partenaires que pour celui des instruments de développement (aide aux projets, programmes par secteurs, aides budgétaires, assistance technique, échanges, etc.), une approche des droits de l’homme adaptée aux réalités.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8431

DO 2000200110952

DO 2000200110952

Vraag nr. 136 van de heer Jan Eeman van 12 april 2001 (N.) :

Question no 136 de M. Jan Eeman du 12 avril 2001 (N.) :

Omzetting Europese richtlijnen.

Transposition des directives européennes.

Door de regering werd beslist een actieplan uit te werken om de vertragingen bij de omzetting en de toepassing van de Europese richtlijnen te reduceren en om structurele maatregelen te ontwikkelen teneinde dergelijke vertragingen in de toekomst te vermijden.

Le gouvernement a décidé d’arrêter un plan d’action pour réduire les retards pris dans la transposition et l’application des directives européennes et mettre en œuvre des mesures structurelles pour éviter de tels retards à l’avenir.

In een antwoord op een eerder gestelde vraag lees ik dat op 31 december 1999, 1 428 van de 1 505 Europese richtlijnen in Belgisch recht werden omgezet.

Dans une réponse à une question posée précédemment, je lis qu’au 31 décembre 1999, 1 428 des 1 505 directives européennes avaient été transposées en droit belge.

De achterstand bedraagt dus 77 richtlijnen (vraag nr. 93 van 27 november 2000 van de heer Goutry, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 57, blz. 6478).

Le retard concerne donc 77 directives (question no 93 du 27 novembre 2000 de M. Goutry, Questions et réponses, Chambre, 2000-2001, no 57, p. 6478).

Hoe denkt u het actieplan uit te voeren met de verwachting dat op korte tijd het aantal nog om te zetten richtlijnen drastisch vermindert ?

Comment comptez-vous appliquer ce plan d’action pour faire en sorte de réduire, en peu de temps, le nombre de directives qui restent à transposer ?

Antwoord : Het actieplan van oud regeringscommissaris Willockx wordt uiteraard verder uitgevoerd. De structuur die werd opgezet, namelijk die van Europese coo¨rdinatoren per departement (en ook per gewest en gemeenschap) en van trajectbeheerders per richtlijn, blijft behouden. Het ritme van de driemaandelijkse rapporten aan de Ministerraad met de actuele stand van zaken blijft eveneens van kracht, met dien verstande dat er dit trimester zelfs twee rapporten zullen zijn : midden mei en einde juni 2001.

Réponse : Le plan d’action de l’ancien commissaire au gouvernement M. Willockx est encore d’application. La structure établie dans ce plan, c’est-à-dire le réseau de coordonnateurs européens par département (et par région et communauté) et de gestionnaires de parcours par directive, est maintenue. Le rythme des rapports trimestriels adressés au Conseil des ministres, reprenant l’état de la situation, reste aussi de rigueur. Ce trimestre-ci, il y en aura même deux : un à la mimai et un fin juin 2001.

In de uitvoering van dit actieplan is de regering uiteraard zeer bekommerd om het aantal vertragingen terug te dringen. Ten andere, bij het aantal betwiste dossiers zien we nu in het meest recente rapport aan de Ministerraad van 16 maart 2001 dat het aantal vertragingen bij het omzetten van de richtlijnen lager ligt (64) dan het aantal foutieve toepassingen en inbreuken (73). Uiteraard moeten de inspanningen zich op de beide terreinen blijven concentreren, met als doel het aantal openstaande dossiers in het algemeen krachtig naar beneden te drukken.

Dans le cadre de ce plan d’action, le gouvernement est évidemment soucieux de réduire le nombre des retards de transposition. Lorsque l’on examine le nombre de dossiers litigieux dans le rapport le plus récent, adressé au Conseil des ministres du 16 mars 2001, on s’aperçoit que le nombre des retards de transposition de directives (64) est en fait inférieur au nombre des infractions et des mises en œuvre erronées (73). Il va de soi, cependant, que les efforts doivent être ciblés dans les deux domaines, le but étant de réduire considérablement le nombre des dossiers encore en suspens. Lors du dernier sommet des chefs d’E´tat et de gouvernement de l’Union européenne à Go¨teborg, au mois de mars 2001, l’on s’est mis d’accord sur le seuil de 1,5 % de retards dans la transposition des directives. La Belgique se trouve encore au-dessus de cette norme avec 64 retards sur un peu plus de 1 600 directives applicables, mais nos efforts se poursuivent inlassablement. ` cet égard, il faut remarquer que les rapports relaA tifs aux retards dans la transposition des directives et

Tijdens de laatste top van de Europese Unie van regerings- en staatshoofden in Go¨teborg in maart 2001 werd een norm aangenomen van 1,5 % vertragingen. Belgie¨ zit hier inderdaad nog boven met zijn 64 vertragingen op de nu iets meer dan 1 600 richtlijnen, maar de inspanningen gaan onverdroten voort.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat het rapporteren over de vertragingen in omzetting van richtlijnen


2000

2001


1085

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8432

en over de inbreuken op de toepassing van het Europees recht in het algemeen zo nauwkeurig mogelijk dient te gebeuren. Hier werd in het laatste rapport aan de Ministerraad bijzondere aandacht aan besteed. Op voorstel van de staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, heeft de regering tijdens de Ministerraad van 16 maart 2001 een princiepsbeslissing genomen om een grote inlichtingenfiche betreffende de toepassing van het Europees recht op databank uit te werken. De planning is dat deze databank tegen de lente van 2002 operationeel zou moeten zijn. De regering neemt hierdoor dus definitief afscheid van een « ad hoc » aanpak op korte termijn (het louter verminderen van dossiers), en geeft hier blijk van een globale visie op lange termijn (communautaire « good governance »). Deze databank zal een stevige ruggensteun worden voor het huidig netwerk van Europese coo¨rdinatoren en van trajectbeheerders. Naast de mogelijkheid om de omzetting van een richtlijn beter te volgen, zullen nu reeds in de opstartingsfase van een richtlijn horizontale « impactanalyses » plaatsvinden, zowel technischjuridisch als socio-economisch en budgettair. Deze analyses zijn dus al gepland in een stadium vooraleer de tekst wordt goedgekeurd en zullen hun verlengde vinden nadat een richtlijn werd aangenomen. Ze streven derhalve een dubbel doel na : enerzijds, de Europese regelgeving te ontvetten en te stroomlijnen, minder of minder indirecte regelgeving en zeker betere normen. Anderzijds, wil men de nationale overheden de mogelijkheid geven om sneller, dichter en beter op de bal te spelen, dus alle richtlijnen tijdig en correct om te zetten. Uiteindelijk zal hierdoor het aantal vertragingen drastisch verminderen en het aantal inbreuken eveneens sterk afnemen.

des infractions à l’application du droit communautaire, doivent être rédigés de façon aussi précise que possible. Ainsi dans le dernier rapport au Conseil des ministres un effort spécial y fut consacré. Sur proposition de la secrétaire d’E´tat, adjointe au ministre des Affaires étrangères, le gouvernement a pris, le 16 mars 2001, la décision de principe d’élaborer une grande fiche de renseignements concernant l’application du droit communautaire sous forme d’une base de données. Selon le planning, cette base de données devrait être opérationnelle au printemps 2002. En prenant cette décision, le gouvernement fait définitivement ses adieux à une méthode « ad hoc » de type court terme (la simple réduction des dossiers) et fait preuve d’une vision globale à long terme (bonne gouvernance communautaire). Cette base de données constituera en premier lieu un soutien important pour le réseau existant de coordon` nateurs européens et de gestionnaires de parcours. A coˆté de cette possibilité de suivre de plus près la transposition d’une directive, des analyses « d’incidences » horizontales — tant de nature technico-juridique, que socio-économique et budgétaire — seront réalisées dès la phase initiale. Ces analyses, planifiées à un stade antérieur à l’adoption des textes, seront poursuivies après l’adoption d’une directive. Ces analyses auront par conséquent une double finalité : d’une part, dégraisser et affiner la réglementation européenne, ceci ayant pour effet de réduire le volume de la réglementation ou d’améliorer la qualité; d’autre part, permettre aux autorités nationales d’agir plus rapidement et plus efficacement, donc de transposer à temps et correctement. Le nombre total des retards sera par conséquent fortement réduit, ainsi que le nombre des infractions.



DO 2000200110065

DO 2000200110065

Vraag nr. 302 van mevrouw Frieda Brepoels van 24 oktober 2000 (N.) : NMBS. — Reactivering van spoorlijn 20 tussen Lanaken en Maastricht. Op 14 juni 2000 werd de zogenaamde « Intentieverklaring spoorlijn Lanaken-Maastricht » ondertekend. Met deze intentieverklaring willen de twaalf ondertekenaars-partners het 6 km lange gedeelte van spoorlijn 20 tussen Lanaken en Maastricht reactiveren. Van Belgische zijde behoorden de provincie Limburg, de gemeente Lanaken, de Gewestelijke Ontwikkelings-

Question no 302 de Mme Frieda Brepoels du 24 octobre 2000 (N.) : SNCB. — Remise en service de la ligne 20 entre Lanaken et Maastricht. La « Déclaration d’intention relative à la ligne Lanaken-Maastricht » a été signée le 14 juin 2000. Les douze partenaires qui ont apposé leur signature au bas de ce document entendaient exprimer leur volonté de remettre en service le tronçon de la ligne 20 reliant Lanaken à Maastricht, long de 6 kilomètres. Figuraient au nombre des signataires du coˆté belge, la


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8433

maatschappij van Limburg, het Vlaams Gewest, de Vlaamse minister van Economie en de Vlaamse minister van Mobiliteit tot de ondertekenaars. In de intentieverklaring vraagt men onder andere de medewerking van de NMBS voor het gebruik van het Belgisch gedeelte van lijn 20 en uw medewerking aan het project. 1. Bent u bereid mee te werken aan de reactivering van spoorlijn 20 tussen Lanaken en Maastricht ? 2. Is de NMBS bereid het gebruik van het Belgische gedeelte van lijn 20 tussen Lanaken en de BelgischNederlandse grens, dat op dit ogenblik fysiek van het Belgisch spoorwegnet afgekoppeld is, aan andere operatoren toe te staan ? 3. Binnen welke termijn acht u de reactivering van spoorlijn 20 haalbaar ? 4. Welk standpunt neemt u in ten opzichte van een reactivering op middellange termijn van de volledige lijn 20 tussen Beverst en Maastricht, zowel voor goederen- als voor reizigersvervoer ? Antwoord : De NMBS staat niet wat haar betreft gunstig tegenover de reactivering van lijn 20 tussen Lanaken en Maastricht. In de context van de huidige projecten zou het hier gaan om enkel een goederenvervoer te ondersteunen zonder voldoende financie¨le garantie. Zij deelt me gelijktijdig mee dat interne en externe studies in het verleden hebben aangetoond dat het verwachte potentieel te zwak was om de exploitatie te rechtvaardigen van een reizigersspoor tussen Hasselt en Maastricht. Bijgevolg heeft zij niet in de heropening voorzien in het kader van haar ontwerp van investeringsplan. Het investeringsplan moet in elk geval nog voor overleg worden overgelegd aan de gewestelijke autoriteiten; het zou dus vroegtijdig zijn om over dit spoor in het bijzonder te antwoorden.

province du Limbourg, la commune de Lanaken, la Société régionale d’investissement du Limbourg, la Région flamande, le ministre flamand de l’Ećonomie et le ministre flamand de la Mobilité. En ce qui concerne l’utilisation du tronçon belge de la ligne 20, la déclaration d’intention demande notamment votre coopération, ainsi que celle de la SNCB. 1. Eˆtes-vous disposée à apporter votre coopération à la remise en service de la ligne 20 entre Lanaken et Maastricht ? 2. La SNCB est-elle disposée à autoriser d’autres opérateurs à utiliser la partie belge de la ligne 20 entre Lanaken et la frontière belgo-néerlandaise, qui est actuellement physiquement coupée du réseau ferroviaire belge ? ` votre estime, dans quel délai la remise en 3. A service de la ligne 20 pourrait-elle être envisagée ? 4. Quel est votre point de vue à propos de la remise en service, à moyen terme, de l’intégralité de la ligne 20 entre Beverst et Maastricht, pour le transport tant de marchandises que de voyageurs ? Réponse : La SNCB n’est pas, pour son compte, favorable à la réactivation de la ligne 20 entre Lanaken et Maastricht. Dans le contexte des projets actuels, il s’agirait de supporter uniquement un trafic marchandises sans garanties financières suffisantes. Elle me communique également que des études internes et externes ont montré dans le passé que le potentiel escompté était trop faible pour justifier l’exploitation d’une ligne voyageurs entre Hasselt et Maastricht. Par conséquent, elle n’a pas prévu de réouverture dans le cadre de son projet de plan d’investissements. Ce plan doit toutefois être soumis à une concertation avec les autorités régionales; il serait donc prématuré de répondre pour cette ligne en particulier.



Volksgezondheid

Santé publique

DO 2000200110984

DO 2000200110984

Vraag nr. 278 van de heer Olivier Chastel van 18 april 2001 (Fr.) : Paramedisch statuut van de podologen. Ik heb vernomen dat onlangs een koninklijk besluit tot regeling van het paramedisch statuut van de podo-

Question no 278 de M. Olivier Chastel du 18 avril 2001 (Fr.) : Statut paramédical des podologues. Il me revient qu’un arrêté royal vient d’être élaboré pour déterminer le statut paramédical des podologues.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8434

logen werd uitgewerkt. Dat is goed nieuws voor de podologen, die al lang naar de uitwerking van een statuut uitkeken. Daardoor zullen zij eindelijk uit de schemerzone geraken waarin de al te vage en niet meer aan deze tijd aangepaste wetgeving hen heeft doen belanden.

Il faut se réjouir de l’élaboration d’un tel statut attendu de longue date par les podologues. Ils peuvent être satisfaits de sortir enfin de cette zone d’ombre d’une législation nébuleuse et d’un autre aˆge.

Hun beroepstitel zal bijgevolg worden beschermd en degenen die niet aan de in het koninklijk besluit opgelegde voorwaarden voldoen zullen die titel niet meer kunnen dragen. Een in voornoemd koninklijk besluit aantal vastgestelde paramedische handelingen zullen uitsluitend door podologen mogen worden verricht.

Leur titre professionnel sera de ce fait protégé et ceux et celles qui ne satisfont pas aux conditions de l’arrêté royal ne pourront plus porter ce titre. Un certain nombre d’actes paramédicaux, déterminés par ce même arrêté royal, seront confiés aux seuls podologues.

1. Wordt voorzien in een overgangsperiode voor degenen die al jarenlang met succes podologische handelingen uitvoeren, handelingen die voortaan exclusief voor podologen zullen worden voorbehouden ?

1. Y aura-t-il des mesures transitoires pour ceux et celles qui effectuent des actes podologiques depuis de nombreuses années et avec succès et qui seront désormais réservés aux podologues ?

2. Zullen er voldoende podologen zijn om de fakkel over te nemen en de patie¨nten te verzorgen ?

2. Y aura-t-il assez de podologues pour prendre la relève et assurer les soins ?

3. a) Zal voor curatieve voetverzorging een specifiek statuut worden uitgewerkt ?

3. a) Au niveau de la pédicurie curative, un statut spécifique sera-t-il élaboré ?

b) Welke oplossing kan dienaangaande worden overwogen ?

b) Quelle solution pourra être envisagée ?

4. Werd het desbetreffende koninklijk besluit al aan de Raad van State voor advies overgelegd en wanneer zal het in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd ?

4. Pour terminer, l’arrêté royal en question a-t-il déjà été soumis au Conseil d’Etat pour avis et quand pourra-t-on espérer voir publier l’arrêté royal au Moniteur belge ?

Antwoord : In antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen in verband met het paramedisch statuut van de podologen, kan ik het geachte lid de volgende verduidelijkingen meedelen.

Réponse : En réponse aux questions posées par l’honorable membre concernant le statut paramédical des podologues, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

De Technische Commissie voor de paramedische beroepen heeft op 7 december 2000 een advies uitgebracht over de minimum kwalificatievereisten en over de lijst van handelingen van het beroep van podoloog. Zoals artikel 46bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies bepaalt worden de koninklijke besluiten die genomen worden met toepassing van het betreffende artikel, genomen op eensluidend advies.

La Commission technique des professions paramédicales a émis en date du 7 décembre 2000 un avis sur les conditions de qualification minimales et sur la liste des actes de la profession de podologue. Conformément à l’article 46bis, § 2, de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice de l’art de guérir, de l’art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales, les arrêtés royaux pris en exécution de cet article, le sont sur avis conforme.

Op basis van dit advies werd door de bevoegde administratie een ontwerp van koninklijk besluit uitgewerkt dat ik op 15 februari 2001 voor advies naar de Raad van State heb verzonden.

Sur la base de l’avis précité, l’administration compétente a élaboré un projet d’arrêté royal que j’ai envoyé le 15 février 2001 au Conseil d’E´tat pour avis.

De overgangsmaatregelen voor de paramedische beroepen worden geregeld in artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967.

Les dispositions transitoires applicables aux professions paramédicales sont régies à l’article 54ter de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8435

Wat de podologie betreft geldt de volgende bepaling :

Concernant la podologie, il est stipulé ce qui suit :

« In afwijking van artikel 24, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid, gestelde bekwaamheidseisen maar die, wanneer de lijst van de prestaties of de lijst van de handelingen voor hun beroep gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar deze prestaties of handelingen hebben uitgevoerd, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties of handelingen uitvoeren. »

« Par dérogation à l’article 24, § 1er, les personnes qui ne satisfont pas aux conditions de qualification prévues à l’article 24, § 2, alinéa 2, mais qui, au moment de la publication de la liste des prestations ou la liste des actes de la profession paramédicale dont elles relèvent, ont exécuté ces prestations ou ces actes pendant au moins trois ans, peuvent continuer les mêmes activités dans les mêmes conditions que les praticiens des professions paramédicales effectuant ces prestations ou ces actes. »

Op straffe van verlies van het voordeel verleend bij de bepaling van deze paragraaf, moeten zij zich bij de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, bekend maken volgens een door de Koning vastgestelde procedure. De door de Koning bepaalde procedure zal onder meer de wijze vaststellen waarop het bewijs van de uitvoering van de prestaties of handelingen moet worden geleverd.

Sous peine de perdre le bénéfice de la disposition de ce paragraphe, ces personnes sont tenues de se faire connaıˆtre au ministre qui a la Santé publique dans ses attributions, au terme d’une procédure fixée par le Roi. La procédure fixée par le Roi déterminera notamment la manière dont la preuve de l’exécution des prestations ou des actes, sera rapportée.

Dit koninklijk besluit werd nog niet genomen. Het zal precies een van de eerste taken zijn voor de vernieuwde Nationale Raad voor de paramedische beroepen (voorzien voor het najaar 2001) om advies uit te brengen over zowel de procedure voor de erkenning van hen die aan de voorwaarden voldoen als de procedure voor het verkrijgen van het voordeel van de verworven rechten.

L’arrêté royal dont il est quesiton ici n’a pas encore été pris. Une des premières taˆches auxquelles devra s’atteler le Conseil national des professions paramédicales (dont le renouvellement est prévu pour l’automne 2001), sera précisément de rendre un avis sur la procédure d’agrément des personnes répondant aux conditions requises, ainsi que sur la procédure d’obtention des droits acquis.

Daar podologie door het betreffende koninklijk besluit als paramedisch beroep wordt beschouwd is artikel 22 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 van toepassing. Dit artikel bepaalt wat onder een paramedisch beroep moet worden verstaan, namelijk het verrichten van technische hulpprestaties die verband houden met het stellen van de diagnose of het uitvoeren van de behandeling en/of het uitvoeren van toevertrouwde handelingen.

E´tant donné que la podologie est considérée par l’arrêté royal en question comme une profession paramédicale, l’article 22 de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 est d’application. Cet article fixe ce qu’il faut entendre par profession paramédicale, à savoir l’accomplissement de prestations techniques auxiliaires liées à l’établissement du diagnostic ou à l’exécution du traitement et/ou à la réalisation d’actes confiés.

Het koninklijk besluit betreffende de podologie voorziet dat deze technische prestaties enkel op voorschrift van een arts kunnen worden verricht (sommige enkel op voorschrift van de opgesomde geneesherenspecialisten). Toevertrouwde handelingen kunnen volgens artikel 5, § 1, eerste en derde lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, enkel worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid en toezicht van de toevertrouwende arts.

L’arrêté royal relatif à la podologie prévoit que ces prestations techniques ne peuvent être effectuées que sur prescription médicale (certaines uniquement sur prescription rédigée par un des médecins spécialistes énumérés). En vertu de l’article 5, § 1er, alinéas 1er et 3, de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967, les actes confiés ne peuvent être exécutés que sous la responsabilité et le controˆle du médecin qui en a confié la taˆche.

Prestaties of handelingen die niet door het koninklijk besluit betreffende de podologie worden geviseerd behoren dan ook niet tot de podologie en kunnen door andere beroepen — zoals de pedicurie — worden uitgevoerd. Zij vallen dan ook niet onder de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 en kunnen door de daarvoor geeïgende instanties

Les prestations ou actes qui ne sont pas visés par l’arrêté royal sur la podologie n’appartiennent donc pas à la podologie et peuvent être réalisés dans le cadre d’autres professions (par exemple, en pédicurie). Ils ne relèvent dès lors pas des dispositions de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 et peuvent faire l’objet de réglementations de la part des instances compétentes,


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8436

worden gereglementeerd zonder daarbij aan de bepalingen van het koninklijk besluit betreffende de podologie te raken.

sans préjudice des dispositions de l’arrêté royal relatif à la podologie.

Rekening houdend met de beperkende bepalingen van wat onder podologie moet worden verstaan en rekening houdend met de personen die van de overgangsmaatregelen zouden kunnen genieten, kan op dit ogenblik geen uitspraak worden gedaan over een eventueel tekort aan podologen.

Compte tenu des dispositions restrictives définissant la podologie, et compte tenu des personnes susceptibles de bénéficier des mesures transitoires, nous ne pouvons pour l’heure nous prononcer quant à une éventuelle pénurie de podologues.



DO 2000200110589

DO 2000200110589

Vraag nr. 294 van de heer Bart Laeremans van 8 februari 2001 (N.) :

Question no 294 de M. Bart Laeremans du 8 février 2001 (N.) :

Brusselse gemeenten. — Telefoononthaal lokale politie. — Eentalig Franstalig personeel.

Communes bruxelloises. — Accueil téléphonique de la police locale. — Personnel unilingue francophone.

Ik verneem uit diverse hoeken dat in diverse Brusselse gemeenten eentalig Franstalig personeel wordt ingeschakeld bij het telefoononthaal van de lokale politie. Het ergst is de situatie in Elsene en Ukkel waar het vaak voorvalt dat ook na enig aandringen niemand kan gevonden worden die Nederlands spreekt.

Il m’est revenu de différentes sources que plusieurs communes bruxelloises font appel à du personnel unilingue francophone pour assurer l’accueil téléphonique de la police locale. Ixelles et Uccle sont les communes ou` la situation est la plus grave. En effet, même en insistant, il arrive fréquemment que l’on ne trouve pas d’interlocuteur parlant le néerlandais.

1. Gaat het hier om een permanent probleem dan wel om een tijdelijk euvel ?

1. S’agit-il d’un problème permanent ou d’une pénurie temporaire ?

2. Waar ligt de oorzaak van dit Nederlandsonkundig onthaal ?

2. Pourquoi l’accueil téléphonique ne se fait-il pas en néerlandais ?

3. Wordt er soms burgerpersoneel ingeschakeld dat geen tweetaligheidsproef heeft afgelegd ?

3. Des membres du personnel de l’administration communale sont-ils parfois engagés sans avoir présenté d’examen de bilinguisme ?

4. Wat heeft u reeds ondernomen om de situatie te verhelpen ?

4. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour remédier à cette situation ?

Antwoord :

Réponse :

1. Het door het geachte lid aangehaalde onderwerp moet in zijn juiste verhoudingen worden gezien. Alle personeelsleden van de Brusselse politiekorpsen die met het publiek in contact komen hebben, overeenkomstig de wet, een kennis van de tweede taal, maar dan wel overeenkomstig hun statutair niveau. Er kan dus uitzonderlijk een probleem zijn, zeker in een continudienst, als een personeelslid van de ene taalrol te maken krijgt met een complex probleem. In de gevallen waarin, uitzonderlijk, de oproeper onvoldoende kan te woord gestaan worden in de door hem gebruikte taal, doet het onthaalpersoneel, zo nodig,


2000

1. L’objet abordé par l’honorable membre dans sa question doit être envisagé dans ses exactes dimensions. Tous les membres des corps bruxellois de police qui sont au contact du public, conformément à la loi, doivent avoir la connaissance de la seconde langue définie par leur niveau statutaire. Un problème peut donc exceptionnellement survenir, certainement dans un service organisé en continu, lorsqu’un membre du personnel d’un roˆle linguistique déterminé est confronté à un problème complexe. Dans les cas où exceptionnellement l’appelant ne peut que de manière insuffisante être compris dans la langue qu’il utilise, le

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8437

beroep op een collega van de andere taalrol of op een tweetalige collega. Niets laat mij toe te veronderstellen dat het door het geachte lid aangehaalde probleem van permanente aard zou zijn.

personnel d’accueil fait appel, si nécessaire, à un collègue de l’autre régime linguistique ou à un collègue bilingue. Rien ne me permet par ailleurs de présumer que le problème évoqué par l’honorable membre pourrait présenter un caractère récurrent.

2. Het blijkt moeilijk te zijn om in de uitvoerende niveaus voldoende personeel te vinden dat een zeer goede kennis van de andere taal heeft en dat permanent beschikbaar is.

2. Il semble difficile de trouver, à un niveau d’exécution, un personnel suffisant qui dispose d’une très bonne connaissance de l’autre langue et qui soit disponible de manière permanente.

3. Er wordt voor het onthaal gebruik gemaakt, zowel van leden van het operationeel personeel, van administratieve medewerkers als van medewerkers aangeworven in het kader van een veiligheidscontract. In de regel beantwoorden die aan de taalkennis die vereist is voor hun aanwervingsniveau.

3. Il est fait appel pour l’accueil tant aux membres du personnel opérationnel, aux collaborateurs administratifs qu’aux collaborateurs recrutés dans le cadre d’un contrat de sécurité. En général, ils satisfont à la connaissance linguistique qui est requise par le niveau auquel ils ont été recrutés.

4. Het recent gepubliceerde rechtspositiebesluit (koninklijk besluit van 30 maart 2001) voor het personeel der politiediensten voorziet in financie¨le stimuli om de personeelsleden aan te moedigen hun kennis der talen op peil te houden en voortdurend te verbeteren. Het is mijn wens dat bij de vorming van het politiepersoneel zeer veel aandacht zou worden besteed aan het taalonderricht. Tevens zal de herstructurering van de politiediensten organisatorische voorwaarden scheppen die zullen toelaten om het kwaliteitsniveau van het onthaal te verbeteren.

4. L’arrêt réglant la position juridique du personnel des services de police (arrêté royal du 30 mars 2001) récemment publié prévoit un stimulant financier pour inciter les membres du personnel à entretenir leur connaissance des langues et à continuellement l’améliorer. Mon souhait est que lors de la formation du personnel policier, une attention toute particulière soit accordée à l’apprentissage des langues. De la même façon, la restructuration des services de police va créer des conditions d’organisation qui autoriseront une amélioration qualitative de l’accueil.

DO 2000200110611

DO 2000200110611

Vraag nr. 298 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :

Question no 298 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :

Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.

Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.

1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?

1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?

2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?

2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?

3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?

3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat de eerste minister verstrekt heeft (vraag nr. 59 van 13 februari 2001, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 71, blz. 8007).

Réponse : L’honorable membre voudra bien se référer à la réponse donnée à cette question par le premier ministre (question no 59 du 13 février 2001, Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 71, p. 8007).


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8438

DO 2000200110633

DO 2000200110633

Vraag nr. 300 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :

Question no 300 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :

Kabinetten. — Wagenpark.

Cabinets. — Parc automobile.

Met mijn vraag nr. 84 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 14, blz. 1490).

Par ma question no 84 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de votre cabinet (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 14, p. 1490).

1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?

1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?

2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?

2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?

3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?

3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?

Antwoord :

Réponse :

1. Ja.

1. Oui.

2. Het geachte lid zal hier in bijlage de tabel met de verschillende wagens die door mijn kabinet worden gebruikt vinden.

2. L’honorable membre voudra bien trouver en annexe le tableau reprenant les différents véhicules utilisés au sein de mon cabinet.

Ik gebruik beroepshalve een Mercedes S 320 L.

3. J’utilise à des fins professionnelles une Mercedes S 320 L.

Situatie op 9 april 2001

Situation au 9 avril 2001

Merk — Marque

Type — Type

Jaar van construcCilindertie inhoud — — Année Cylindrée de construction

Mercedes ......

S 320L

3 199 cc

2000

80 000

Peugeot ........

607

2 200 cc

2000

50 000

Peugeot ........

607

2 200 cc

2000

50 000

Peugeot ........

306 XR Break

1 600 cc

1998

40 000

Peugeot ........

306 KFX Break

1 360 cc

1999

20 000

Peugeot ........

306 5D

1 868 cc

1999

35 000


Km per jaar — Km par an

Brandstof — Carburant

Nummer- Geregistreerd plaat (niet de op naam van «A») — — EnregisNo plaque tré (pas la au nom «A») du

Eurosuper RWG 214 Kabinet/ Cabinet Diesel DXY 827 Kabinet/ Cabinet Diesel DXY 837 Kabinet/ Cabinet Eurosuper RJU 100 Kabinet/ Cabinet Eurosuper SHR 117 Kabinet/ Cabinet Diesel SHR 196 Kabinet/ Cabinet

2000

2001

Titularis — Qualité du titulaire

Minister/ Ministre Kabinetschef/ Chef de cabinet Dienstwagen/ Voiture de service Dienstwagen/ Voiture de service Dienstwagen/ Voiture de service Dienstwagen/ Voiture de service

Verhuur BTWI/ maand — Location TVAC/ mois

Datum begin huurcontract — Date début contrat location

Datum einde huurcontract — Date fin contrat location

81 668

20.03.2000 19.03.2002

29 232

26.10.2000 25.10.2002

28 068

26.10.2000 25.10.2002

11 039

13.01.1999 12.01.2002

7 713

22.11.1999 21.11.2003

8 656

22.11.1999 21.11.2003


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8439

DO 2000200110734

DO 2000200110734

Vraag nr. 309 van de heer Yves Leterme van 17 februari 2001 (N.) :

Question no 309 de M. Yves Leterme du 17 février 2001 (N.) :

Interpretatie en toepassing van artikel 23 van de wet van 7 december 1998 in verhouding tot de artikelen 4 en 14 van de nieuwe gemeentewet.

Interprétation et application de l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 en relation avec les articles 4 et 14 de la nouvelle loi communale.

Artikel 23 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, bepaalt dat het politiecollege samengesteld is uit de burgemeesters van de gemeenten die de meergemeentenzone vormen. Hun mandaat van lid van het politiecollege vangt aan vanaf hun eedaflegging. Hetzelfde artikel bepaalt dat in geval van verhindering van de titularis artikel 14 van de nieuwe gemeentewet toepassing moet vinden. In die zin kan de burgemeester, die als verhinderd wordt beschouwd, ofwel de eerste schepen afvaardigen ofwel een bijzondere delegatie verlenen aan een ander lid van het college van burgemeester en schepenen.

L’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, dispose que le collège de police est constitué des bourgmestres des différentes communes constituant une zone pluricommunale. Le mandat de membre du collège de police prend cours au moment de la prestation de serment. Le même article dispose qu’en cas d’empêchement du titulaire, l’article 14 de la nouvelle loi communale doit s’appliquer. En ce sens, le bourgmestre qui est considéré comme empêché peut ou bien déléguer le premier échevin, ou bien accorder une délégation particulière à un autre membre du collège des bourgmestre et échevins.

Het blijkt dat er zich met betrekking tot de toepassing van deze artikelen interpretatieproblemen kunnen voordoen. In het bijzonder lijkt de verhouding tussen artikel 23 van de wet van 7 december 1998 en artikel 4 van de nieuwe gemeentewet problematisch.

Il s’avère que l’application de ces articles pose des problèmes d’interprétation. C’est particulièrement visé en ce qui concerne le lien entre l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 et l’article 4 de la nouvelle loi communale.

1. a) Indien de voorgedragen kandidaat voor het ambt van burgemeester nog niet werd benoemd en bee¨digd, dient artikel 23 van de wet van 7 december 1998 dan in die zin begrepen te worden dat de zetelende burgemeester op grond van artikel 4 van de nieuwe gemeentewet het mandaat van lid van het politiecollege dient op te nemen als zijnde bee¨digd tot zolang de nieuw voorgedragen burgemeester nog niet bee¨digd werd ?

1. a) Si le candidat présenté au poste de bourgmestre n’a pas encore été nommé et n’a pas encore prêté serment, l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 doit-il être interprété en ce sens que le bourgmestre en fonction doit, en vertu de l’article 4 de la nouvelle loi communale, exercer le mandat de membre du collège de police comme s’il avait prêté serment jusqu’à ce que le nouveau bourgmestre dont la candidature a été présentée ait lui-même prêté serment ?

b) Met andere woorden gaat de algemene nieuwe gemeentewet in deze voor op de speciale wet van 7 december 1998 (a contrario van het adagium « lex specialis generalibus derogat ») ?

b) Autrement dit, la nouvelle loi communale générale prime-t-elle en l’espèce la loi spéciale du 7 décembre 1998 (à l’encontre de l’adage « lex specialis generalibus derogat ») ?

2. Zo niet, ontstaat er dan geen vacuu¨m inzake de vertegenwoordiging van de betreffende gemeente en kan artikel 14 van de nieuwe gemeentewet dan niet toegepast worden ?

2. Dans la négative, n’est-on pas confronté à un vide en ce qui concerne la représentation de la commune concernée et l’article 14 de la nouvelle loi communale ne peut-il être appliqué ?

3. Artikel 23 van de wet van 7 december 1998 bepaalt dat de verhinderde burgemeester zich kan laten vervangen door de eerste schepen of een gedelegeerde schepen.

3. L’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 dispose que le bourgmestre empêché peut se faire remplacer par le premier échevin ou un échevin délégué.

Geldt deze regeling ook in geval de zetelende burgemeester krachtens artikel 4 van de nieuwe gemeentewet deel uitmaakt van het politiecollege ?

Cette règle s’applique-t-elle également lorsque le bourgmestre en fonction siège au collège de police conformément à l’article 4 de la nouvelle loi communale ?


2000

2001


1086

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8440

4. Bestaan er andere mogelijke wettelijke bezwaren tegen de vervanging van een verhinderde burgemeester door een gedelegeerde schepen ?

4. Le remplacement d’un bourgemestre empêché par un échevin délégué se heurte-t-il à d’autres objections légales éventuelles ?

5. a) Hoe dient het begrip « verhinderd » in artikel 23 van de wet van 7 december 1998 en artikel 14 van de nieuwe gemeentewet begrepen te worden ?

5. a) Comment la notion d’« empêché » visée à l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 et à l’article 14 de la nouvelle loi communale doit-elle être interprétée ?

b) Hoe dient het begrip « afwezig » begrepen te worden ?

b) Comment interpréter la notion d’« absent » ?

Antwoord : In antwoord op zijn vragen kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Réponse : En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit.

Uit de samenlezing van de artikelen 4 en 14 van de nieuwe gemeentewet en artikel 23 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, kan het volgende afgeleid worden :

On peut déduire ce qui suit de la lecture groupée des articles 4 et 14 de la nouvelle loi communale et de l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux :

1. Indien de burgemeester nog niet benoemd werd na de verkiezingen van 8 oktober 2000, is de uittredende burgemeester verplicht het ambt van burgemeester verder uit te oefenen, op voorwaarde dat hij herverkozen is als gemeenteraadslid (artikel 4 van de nieuwe gemeentewet); indien hij niet herverkozen is als raadslid, wordt hij vervangen door de nieuwe eerste schepen, voor zover de schepenverkiezingen reeds hebben plaatsgehad; bedoelde uittredende burgemeester, of diegene die hem vervangt, zetelt in het politiecollege bedoeld bij artikel 23 van de wet van 7 december 1998, tot aan de eedaflegging van zijn opvolger; de uittredende burgemeester moet immers alle bevoegdheden van de burgemeester uitoefenen, inbegrepen het lidmaatschap van het politiecollege. Het is duidelijk dat de wetgever heeft gewild dat er op geen enkel ogenblik een gezagsvacuu¨m zou ontstaan (artikel 14 van de nieuwe gemeentewet).

1. Dans le cas où un bourgmestre n’a pas encore été nommé après les élections communales du 8 octobre 2000, le bourgmestre sortant est obligé de continuer à exercer la fonction de bourgmestre à condition qu’il soit réélu comme membre du conseil communal (article 4 de la nouvelle loi communale); si le bourgmestre sortant n’est pas réélu comme conseiller communal, il est remplacé par le nouveau premier échevin pour autant que les élections échevinales ont déjà eu lieu; cela signifie que le bourgmestre sortant ou la personne qui le remplace siège dans le collège de police visé à l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998, jusqu’à la désignation de son successeur; le bourgmestre sortant doit, en effet, exercer toutes les compétences du bourgmestre y compris la qualité de membre du collège de police. Il est clair que le législateur a voulu éviter, à quelque moment que ce soit, un vide dans la fonction (article 14 de la nouvelle loi communale).

Bovendien bepaalt artikel 14, tweede lid, van de nieuwe gemeentewet dat « wanneer, in de randgemeenten bedoeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoo¨rdineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, bij de installatie van de gemeenteraad na een algehele vernieuwing geen burgemeester is benoemd, de gemeenteraad een schepen of een gemeenteraadslid aanwijst om, in afwachting van die benoeming, het ambt van burgemeester waar te nemen ». Overeenkomstig dit artikel heeft de waarnemend burgemeester, die door de gemeenteraad werd aangeduid, dezelfde bevoegdheid als een uittredende burgemeester zoals bedoeld in artikel 4 van de nieuwe gemeentewet en kan hij bijgevolg het mandaat van lid van het politiecollege vervullen in afwachting van de definitieve benoeming van een burgemeester.

Par ailleurs, l’article 14, alinéa 2, de la nouvelle loi communale prévoit qu’« au cas où, dans les communes périphériques visées à l’article 7 des lois sur l’emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, et dans les communes de CominesWarneton et de Fourons, lors de l’installation du conseil communal après son renouvellement complet, le bourgmestre n’est pas encore nommé, le conseil communal désigne un échevin ou un conseiller communal qui assumera la fonction de bourgmestre en attendant cette nomination ». Conformément à cet article, le bourgmestre faisant fonction désigné par le conseil communal a les mêmes pouvoirs qu’un bourgmestre sortant visé à l’article 4 de la nouvelle loi communale et peut donc exercer le mandat de membre du collège de police en attendant la nomination définitive d’un bourgmestre.

Tenslotte dient er geen onderscheid te worden gemaakt tussen de begrippen « algemene wet » en

Enfin, la distinction faite entre les notions « loi générale » et « loi spéciale » ne trouve pas à s’appliquer. La


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8441

« bijzondere wet ». De wet van 7 december 1998 is een gewone wet, net zoals de nieuwe gemeentewet. 2. Zonder voorwerp, gelet op 1.

loi du 7 décembre 1998 est une loi ordinaire tout comme la nouvelle loi communale. 2. Sans objet, vu le point 1.

3. Bij verhindering of afwezigheid van de burgemeester zijn de algemene regelen voor de vervanging (artikel 14 van de nieuwe gemeentewet) van toepassing : dit betekent dat, indien de uittredende burgemeester verhinderd of afwezig is, hij van rechtswege vervangen wordt door de eerste schepen, tenzij hij een andere schepen schriftelijk aanduidt; deze vervanging geldt ook voor het zetelen in het politiecollege, vermits de vervanger alle bevoegdheden en prerogatieven van de burgemeester uitoefent. 4. Neen.

3. En cas d’absence ou d’empêchement du bourgmestre, ce sont les règles générales sur le remplacement (article 14 de la nouvelle loi communale) qui sont d’application : cela signifie que lorsque le bourgmestre sortant est absent ou empêché, il est remplacé par le premier échevin ou par un autre échevin nommément désigné; ce remplacement s’applique également au bourgmestre sortant qui siège au collège de police, vu qu’il exerce toutes les compétences et prérogatives d’un bourgmestre. 4. Non.

5. Het onderscheid tussen verhindering en afwezigheid is vanuit juridisch oogpunt van geen belang.

5. La distinction entre empêchement et absence n’a, d’un point de vue juridique, aucune importance.

DO 2000200110781

DO 2000200110781

Vraag nr. 317 van de heer Patrick Moriau van 7 maart 2001 (Fr.) :

Question no 317 de M. Patrick Moriau du 7 mars 2001 (Fr.) :

Rechtspositie van het personeel van de politiediensten. — Wet. — Verschil tussen de Franse en de Nederlandse tekst.

Position juridique du personnel des services de police. — Loi. — Différence entre le texte français et néerlandais.

De wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten is in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 2001 verschenen.

La loi du 27 décembre 2000 portant diverses dispositions relatives à la position juridique du personnel des services de police est parue au Moniteur belge le 6 janvier 2001.

De Nederlandse en de Franse versie van artikel 43 van die wet zijn niet gelijkluidend. In de Franse versie van artikel 43 wordt « de Staat » niet vermeld en is de zin in de lijdende vorm gesteld, terwijl de rol van de Staat in de Nederlandse versie duidelijk wordt vermeld en de zin dus in de bedrijvende vorm is geformuleerd.

Son article 43 laisse apparaıˆtre une différence entre le texte traduit en français et celui en néerlandais. L’article 43 version française ne fait pas apparaıˆtre « l’E´tat » et est donc formulé à la voix passive; alors que la version néerlandaise stipule clairement le roˆle de l’E´tat et est donc formulée à la voix active.

1. Hoe verklaart u dat verschil ?

1. Pourriez-vous expliquer les raisons de cette différence ?

2. Betreft het enkel een onnauwkeurige vertaling ?

2. S’agit-il simplement d’une imprécision de la traduction ?

3. Overweegt u een van beide versies te laten aanpassen en zo ja, welke ?

3. Envisagez-vous de procéder à la correction d’une des deux traductions, si oui laquelle ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Réponse : En réponse à la question de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit.

Artikel 43 van de Nederlandse versie van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepaalt dat de Staat een wachtgeld toekent aan het personeelslid dat vrijwillig verlof voorafgaand aan de pensionering heeft genomen.

L’article 43 de la loi du 27 décembre 2000 portant diverses dispositions relatives à la position juridique du personnel des services de police stipule, dans sa version néerlandaise, que l’E´tat prendra en charge le traitement d’attente alloué au membre du personnel en congé volontaire préalable à la mise à la retraite.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8442

Het gaat hier om een vertaalfout aangezien het de politiezone en niet de federale Staat is die haar personeel zal betalen, alsook het personeel waaraan dit wachtgeld wordt toegekend.

Il s’agit là d’une erreur de traduction puisque c’est la zone de police et non l’E´tat fédéral qui rémunérera son personnel, y compris celui bénéficiant de ce traitement d’attente.

Een erratum werd opgesteld teneinde de Nederlandse tekst aan de Franse versie aan te passen (publicatie in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2001). De eerste zin van het eerste lid van artikel 43 werd in de Nederlandse tekst vervangen door de volgende tekst : « Aan het personeelslid dat vrijwillig verlof voorafgaand aan de pensionering heeft genomen, wordt een wachtgeld toegekend dat gelijk is aan 80 % van de laatste activiteitswedde. »

Un erratum a été rédigé en vue d’adapter le texte néerlandais à la version française (publication au Moniteur belge du 6 avril 2001). La première phrase du premier alinéa de l’article 43 du texte néerlandais a été remplacée par le texte suivant : « Aan het personeelslid dat vrijwillig verlof voorafgaand aan de pensionering heeft genomen, wordt een wachtgeld toegekend dat gelijk is aan 80 % van de laatste activiteitswedde. »

Hierdoor komt de Nederlandse tekst overeen met de Franse tekst.

De ce fait le texte néerlandais correspond au texte français.

DO 2000200110830

DO 2000200110830

Vraag nr. 322 van de heer Hagen Goyvaerts van 19 maart 2001 (N.) :

Question no 322 de M. Hagen Goyvaerts du 19 mars 2001 (N.) :

Uitwijzingen uitgeprocedeerde asielzoekers. Tienen. — Slovaakse zigeuners.

—

Expulsion de demandeurs d’asile en fin de procédure. — Tirlemont. — Tziganes slovaques.

In de periode van 5 oktober 1999 werden vanuit Gent een 50-tal Slovaakse zigeuners, uitgeprocedeerde asielzoekers, overgebracht naar het gesloten asielcentrum 127bis te Steenokkerzeel om vervolgens met een Slovaaks chartervliegtuig terug naar Slovakije gezonden te worden. Deze hele operatie was gebaseerd op een samenwerking tussen het Gentse stadsbestuur, de Gentse politie en de betrokken diensten van Binnenlandse Zaken (onder andere de Dienst Vreemdelingenzaken).

Aux environs du 5 octobre 1999, une cinquantaine de tziganes slovaques, demandeurs d’asile arrivés en fin de procédure ont été transférés de Gand au centre fermé 127bis à Steenokkerzeel. Ils ont ensuite été renvoyés en Slovaquie par avion charter slovaque. Cette opération reposait sur une coopération entre l’administration de la ville de Gand, la police gantoise et les services concernés de l’Intérieur (entre autres l’Office des étrangers).

Ook de stad Tienen werd geconfronteerd met een aanzienlijk aantal uitgeprocedeerde asielzoekers, voornamelijk Slovaakse zigeuners. In de nasleep van de uitwijzingen van de in Gent verblijvende Slovaken moet het ongetwijfeld de bedoeling zijn geweest om vanuit het departement Binnenlandse Zaken en in samenspraak met het stadsbestuur en politiediensten van Tienen over te gaan tot een gelijkaardige uitwijzing.

La ville de Tirlemont a également duˆ faire face au problème suscité par la présence d’un nombre considérable de demandeurs d’asile, essentiellement des tziga` l’instar nes slovaques, arrivés en fin de procédure. A des expulsions des Slovaques séjournant à Gand, le département de l’Intérieur a vraisemblablement eu l’intention de procéder à une expulsion analogue réalisée en coopération avec l’administration communale et les services de police de Tirlemont.

1. Is er, in het kader van een begeleide terugkeer van uitgeprocedeerde Slovaakse asielzoekers, een overleg geweest tussen de diensten van Binnenlandse Zaken, het toenmalige stadsbestuur van Tienen en de politie van Tienen ?

1. Dans le cadre de l’expulsion des demandeurs d’asile slovaques arrivés en fin de procédure, une concertation a-t-elle été organisée entre les services de l’Intérieur, l’administration communale et la police de Tirlemont ?

2. a) Wat was het resultaat van dit overleg ?

2. a) Quel était le résultat de cette concertation ?

b) Wat was de houding van het stadsbestuur van Tienen, respectievelijk van de politiediensten van Tienen omtrent deze operatie ?

b) Quelle attitude l’administration communale de Tirlemont et les services de police de cette ville ont-ils adopté à propos de cette opération ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8443

c) Werd er een uitgewerkte planning opgesteld voor de repatrie¨ring vanuit Tienen ?

c) A-t-on prévu un planning détaillé pour le rapatriement des Slovaques en question ?

d) Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers waren hierbij betrokken ?

d) De combien de demandeurs d’asile s’agissait-il ?

e) Wat was het toenmalige tijdskader om de begeleide terugkeer vanuit Tienen naar Slovakije te organiseren ?

e) Qu’en était-il du calendrier pour l’organisation du retour vers la Slovaquie au départ de Tirlemont ?

3. Wat zijn de redenen (technisch-organisatorische redenen; administratieve redenen of andere) waarom de uitwijzingen vanuit Tienen niet zijn doorgegaan ?

3. Pour quelles raisons techniques, organisationnelles, administratives ou autres, les expulsions n’ontelles pas eu lieu au départ de Tirlemont ?

Antwoord :

Réponse :

1. Inderdaad is er destijds een overleg geweest tussen de diensten van Binnenlandse Zaken en het toemalig stadsbestuur én de politie van Tienen. 2. Het hierna volgend scenario werd uitgetekend:

1. Il y a bien eu concertation entre les services de l’Intérieur, l’administration communale et la police de Tirlemont. 2. Le scénario suivant a été établi :

— de Dienst Vreemdelingenzaken bezorgt aan het Tiense stadsbestuur een lijst van Slovaakse uitgeprocedeerden;

— L’Office des étrangers transmet à l’administration communale de Tirlemont une liste de Slovaques déboutés;

— Slovaken die een regularisatieaanvraag hebben ingediend worden niet bezocht of verwijderd;

— les Slovaques qui ont introduit une demande de régularisation ne sont ni visités ni éloignés.;

— de stad controleert zo snel mogelijk, en binnen een korte tijdsspanne, of betrokkene zich daadwerkelijk nog bevindt op het opgegeven adres;

— la ville controˆle rapidement, et dans un bref délai, si l’intéressé réside toujours à l’adresse indiquée;

— tijdens deze controle zal ter plaatse met betrokkene een gesprek gevoerd worden waarbij hem duidelijk wordt gemaakt dat hij nog tien kalenderdagen de tijd heeft om vrijwillig te vertrekken. Het bestaan van het programma REAB van de Internationale Organisatie voor migratie (IOM) zal meegedeeld worden. Men zal pogen betrokkene te overtuigen vrijwillig te vertrekken;

— pendant ce controˆle, un entretien a lieu sur place avec l’intéressé pour lui expliquer clairement qu’il a encore dix jours calendrier pour quitter volontairement le pays. L’existence du programme REAB de l’Organisation internationale de migration (OIM) lui est communiqué. Tout est mis en œuvre pour persuader l’intéressé(e) de partir volontairement;

— bij afwezigheid van betrokkene zal een brief met uitleg in zijn brievenbus gestopt worden waarbij hij/zij uitgenodigd wordt zich aan te bieden bij de gemeentepolitie voor een gesprek over zijn vertrek of zijn verwijdering. Tijdens dit gesprek kan betrokkene niet aangehouden worden met het oog op zijn verwijdering;

— en l’absence de l’intéressé(e), une lettre explicative est glissée dans sa boıˆte aux lettres par laquelle il/ elle sera invité(e) à se présenter à la police communale en vue de s’entretenir sur son départ ou son éloignement. Durant cette conversation, l’intéressé(e) ne peut pas être arrêté(e) en vue de son éloignement;

— de stad zendt aan de Dienst Vreemdelingenzaken het resultaat van deze controles;

— la ville transmet le résultat de ses controˆles à l’Office des étrangers;

— na verloop van een periode van tien dagen zal de stad opnieuw nagaan of betrokkene zich nog bevindt op haar grondgebied. In voorkomend geval zal de politie betrokkene vatten en hem bestuurlijk aanhouden, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen ter zake;

— après un délai de dix jours, la ville vérifie si l’intéressé(e) se trouve toujours sur son territoire. Dans l’affirmative, la police appréhende celui-ci/ celle-ci et l’arrêtera administrativement, conformément aux dispositions légales en la matière;

— de betrokkenen worden gevat in de vroege namiddag voorafgaand aan de dag van de vlucht en worden overgebracht (bij voorkeur via burgerbussen) naar het INAD-centrum van de nationale luchthaven, waar zij de nacht doorbrengen;

— les intéressés sont appréhendés au début de l’aprèsmidi de la veille du vol et sont amenés (de préférence en bus ordinaire) au centre INAD de l’aéroport national où ils passent la nuit;


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8444

— gezinsscheidingen dienen vermeden te worden en bij elk optreden dient aandacht besteed te worden aan de menselijke waardigheid. Dwang kan gebruikt worden overeenkomstig de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en dient steeds gradueel aangewend te worden;

— les séparations de famille doivent être évitées et, lors de chaque intervention, on veillera à la dignité humaine. On peut faire appel à la contrainte, conformément à la loi du 5 aouˆt 1992 sur la fonction de police, mais elle doit toujours être utilisée de façon graduelle;

— het stadsbestuur kan steeds de Dienst Vreemdelingenzaken of de Task Force immigratie bereiken om desgevallend de modaliteiten van dit scenario te bespreken en/of aan te passen.

— l’administration municipale a toujours la possibilité de joindre l’Office des étrangers ou la Task force immigration, pour éventuellement discuter des modalités de ce scénario et/ou les adapter.

3. Uiteindelijk hebben er geen gedwongen repatrie¨ringen plaatsgehad, zulks om volgende redenen :

3. Finalement, aucun rapatriement forcé n’a eu lieu, pour les raisons suivantes :

— 6 gezinnen hebben hun vertrek geregeld met IOM;

— 6 familles ont réglé leur départ avec l’OIM;

— 15 gezinnen hadden een regularisatieaanvraag ingediend;

— 15 familles avaient introduit une demande de régularisation;

— 5 gezinnen legden een medisch attest voor waaruit bleek dat zij niet konden gerepatrieerd worden.

— 5 familles ont présenté un certificat médical qui atteste qu’elles ne pouvaient pas être rapatriées.

De 3 gezinnen die wel voor repatrie¨ring in aanmerking kwamen, werden niet gevonden op hun adres.

Les 3 familles qui étaient concernées par le rapatriement, n’ont pas été trouvées à leur adresse.

DO 2000200110845

DO 2000200110845

Vraag nr. 325 van de heer Jo Vandeurzen van 21 maart 2001 (N.) :

Question no 325 de M. Jo Vandeurzen du 21 mars 2001 (N.) :

Leden van de politieraad. — Onverenigbaarheden.

Membres du conseil de police. — Incompatibilités.

Onverenigbaarheden beperken het recht tot uitoefenen van een openbaar mandaat en dienen om deze reden in strikte zin geı¨nterpreteerd te worden. Zij kunnen evenmin bij analogie worden uitgebreid.

Les incompatibilités limitent le droit d’exercer un mandat public et doivent, pour cette raison être interprétées strictement. Elles peuvent toutefois être étendues par analogie.

Wat de gemeenteraadsleden betreft, voorziet de nieuwe gemeentewet in duidelijke en logische onverenigbaarheden met bepaalde ambten en onverenigbaarheden op grond van bloed- en aanverwantschap.

En ce qui concerne les conseillers communaux, la nouvelle loi communale prévoit des incompatibilités précises et logiques avec certaines fonctions ainsi que des incompatibilités pour cause de liens de parenté.

In de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, zijn in artikel 15 de onverenigbaarheden op grond van bloed- en aanverwantschap zonder meer overgenomen en van toepassing gemaakt op de leden van de politieraad, zonder dat hiervoor een motivering of ernstige reden werd aangegeven.

L’article 15 de la loi du 7 décembre 1998 organisant les services de police intégrée à deux niveaux reprend purement et simplement les incompatibilités pour cause de liens de parenté pour les appliquer aux membres du conseil de police, sans indiquer de motivation ni raison sérieuse.

Een en ander houdt in dat politieraadsleden, die elk een andere gemeente van de meergemeentezone vertegenwoordigen, in de uitoefening van hun mandaat zouden kunnen verhinderd worden ingevolge een bloed- of aanverwantschap tot in de derde graad.

Cet article implique que les membres du conseil de police, qui représentent chacun une commune différente de zones comprenant plusieurs communes, se verraient interdire l’exercice de leur mandat en raison d’un lien de parenté jusqu’au troisième degré.

1. Wat is de motivering van de wetgever geweest om dezelfde stringente onverenigbaarheden toe te passen op de effectieve leden van de politieraad ?

1. Qu’est-ce qui a motivé le législateur à appliquer les mêmes incompatibilités contraignantes aux membres effectifs du conseil de police ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8445

2. De burgemeesters van de meergemeentezones zijn volgens artikel 12, vijfde lid, van de voornoemde wet van 7 december 1998 van rechtswege (effectief) lid van de politieraad.

2. Les bourgmestres des zones comprenant plusieurs communes sont, aux termes de l’article 12, alinéa 5, de la loi du 7 décembre 1998 précitée, membres (effectifs) d’office du conseil de police.

a) Gelden de onverenigbaarheden in gelijke mate tussen een burgemeester (van ambtswege lid van de politieraad) en een ander verkozen politieraadslid ?

a) Les incompatibilités s’appliquent-elles dans une égale mesure aux bourgmestres (membres d’office du conseil de police) et aux autres membres élus du conseil de police ?

b) In bevestigend geval, wat zijn de achterliggende motieven van de wetgever om dergelijke stringente onverenigbaarheden toe te passen zo de burgemeester (van ambtswege lid van de politieraad) en het verkozen politieraadslid elk een andere gemeente, mogelijk een andere partij vertegenwoordigen ?

b) Dans l’affirmative, quelles sont les raisons sousjacentes qui ont amené le législateur à imposer des incompatibilités aussi contraignantes si le bourgmestre (membre d’office du conseil de police) et le membre élu du conseil de police représentent chacun une commune différente, voire un parti différent ?

3. Wie moet bij een onverenigbaarheid weerhouden worden als politieraadslid ?

3. En cas d’incompatibilité, qui faut-il retenir comme membre du conseil de police ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Réponse : En réponse à la question de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit.

1. De opmaak van artikel 15 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, is inderdaad gebaseerd op de regelgeving van de nieuwe gemeentewet en de OCMW-wetgeving hieromtrent. De filosofie van de oorspronkelijke verbodsbepaling was dat de wetgever bepaalde baroniee¨n wou voorkomen. Het is deze zelfde filosofie die aan de basis ligt van het instellen van deze onverenigbaarheid voor de leden van de politieraad. Anderzijds is het inderdaad zo dat de maatschappij ondertussen grondig gewijzigd is. Daarom drong zich ook een wijziging op om het verbod om gemeenteraads- of OCMW-lid te worden, te beperken tot bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad en echtgenoten of wettelijk samenwonenden. Om te voorkomen dat de politiek, vooral in kleinere gemeenten, een familieaangelegenheid wordt, bleef het nochtans toch nog aangewezen een zekere beperking te behouden. Beide wetten werden recentelijk dan ook op dit vlak gewijzigd. Het ligt dan ook in mijn bedoeling om te gelegener tijd een wetsontwerp in te dienen om het bewuste artikel van de wet van 7 december 1998 in dezelfde zin aan te passen.

1. En ce qui concerne le sujet en question, le libellé de l’article 15 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, se base en effet sur la réglementation de la nouvelle loi communale et sur la législation relative aux CPAS. La philosophie de l’interdiction de départ était que le législateur voulait éviter certaines baronnies. C’est cette même philosophie qui est à la base de l’instauration de cette incompatibilité pour les membres du conseil de police. D’autre part, il est un fait que la société a entre-temps subi des changements profonds. C’est pourquoi une modification s’imposait également pour limiter l’interdiction de devenir conseiller communal ou membre du CPAS aux parents ou alliés jusqu’au deuxième degré, et aux époux ou cohabitants légaux. Afin d’éviter que la politique, surtout dans les communes plus petites, ne devienne une affaire de famille, il demeurait cependant indiqué de maintenir une certaine limitation. C’est pourquoi les deux lois ont récemment été modifiées en ce domaine. Il entre donc dans mes intentions de déposer en temps utile un projet de loi visant à adapter dans le même sens l’article en question de la loi du 7 décembre 1998.

2. a) Het bedoelde artikel 15 stelt duidelijk dat de onverenigbaarheid waarvan sprake van toepassing is op de effectieve leden van de politieraad.

2. a) L’article 15 visé précise clairement que l’incompatibilité dont question s’applique aux membres effectifs du conseil de police.

Punt 2 van de omzendbrief PLP 2 van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de politieraad in meergemeentezones verduidelijkt dat de politieraad twee soorten leden kent : enerzijds, leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen en, anderzijds, de burgemeesters van die gemeenten. De eerstgenoemde leden van de politieraad worden

Le point 2 de la circulaire PLP 2 du 21 décembre 2000 relative à l’élection des membres du conseil de police dans une zone pluricommunale précise que le conseil de police connaıˆt deux sortes de membres : d’une part, les membres des conseils communaux des différentes communes qui composent ensemble la zone pluricommunale et, d’autre part, les bourgmestres de ces communes. Les


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8446

verkozen. De burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de meergemeentezone, zijn van rechtswege lid van de politieraad (artikel 12, laatste lid, van de wet van 7 december 1998). In punt 2.4 van de bovenvermelde omzendbrief wordt benadrukt dat de onverenigbaarheid (slechts) bestaat tussen de effectieve leden van de politieraad. Aangezien de burgemeesters ook effectieve leden zijn gelden de onverenigbaarheden in gelijke mate tussen hen en de andere leden van de politieraad.

membres du conseil de police cités en premier lieu, sont élus. Les bourgmestres des communes faisant partie de la zone pluricommunale, sont membres de plein droit du conseil de police (article 12, dernier alinéa, de la loi du 7 décembre 1998). Au point 2.4 de la circulaire précitée, il est souligné que l’incompatibilité (n’)existe (qu’)entre les membres effectifs du conseil de police. E´tant donné que les bourgmestres sont également des membres effectifs, les incompatibilités sont d’application au même degré entre eux et les autres membres du conseil de police.

b) Ook hier is de in punt 1 vermelde filosofie van toepassing en ik herhaal dat ik voor het bewuste artikel te gelegener tijd een wetsontwerp zal indienen.

b) Ici aussi, la philosophie mentionnée au point 1 s’applique et je rappelle que, pour l’article en question, je compte déposer un projet de loi en temps utile.

3. Deze aangelegenheid wordt geregeld door het derde lid van het bedoelde artikel 15. Tussen de als effectief lid verkozen personen wordt de orde van voorrang geregeld overeenkomstig de in artikel 17 van dezelfde wet bepaalde orde. Het effectief lid geniet voorrang op degene die door opvolging lid van de raad wordt. Tussen personen die gelijktijdig door opvolging lid van de raad worden, wordt de voorrang geregeld overeenkomstig de in voornoemd artikel bepaalde orde.

3. Cette question est réglée par l’alinéa 3 de l’article 15 visé. L’ordre de préférence entre les personnes élues comme membres effectifs est réglé conformément à l’ordre déterminé à l’article 17 de la même loi. Le membre effectif a la préférence sur celui qui devient membre du conseil par suppléance. Entre les personnes qui deviennent simultanément membres du conseil par suppléance, l’ordre de préférence est réglé conformément à l’ordre déterminé à l’article précité.

Tot zolang de opvolger, die bloed- of aanverwant in de verboden graad is van een effectief lid, zelf niet geroepen is om effectief lid te worden, is de verbodsbepaling niet van toepassing. Bovendien stelt aanverwantschap die na de verkiezing tot stand komt onder de leden van de politieraad geen einde aan hun mandaat (artikel 15, tweede lid, van de wet van 7 december 1998).

Tant que le successeur, qui est parent ou allié d’un membre effectif au degré interdit, n’est pas appelé luimême à devenir membre effectif, l’interdiction ne s’applique pas. Et, qui plus est, l’alliance entre les membres du conseil de police survenue postérieurement à l’élection ne met pas fin à leur mandat (article 15, alinéa 2, de la loi du 7 décember 1998).

Indien het om een onverenigbaarheid gaat tussen een burgemeester en een effectief verkozen lid, wordt uiteraard de burgemeester weerhouden, vermits hij van rechtswege lid is van de politieraad.

S’il s’agit d’une incompatibilité entre un bourgmestre et un membre effectivement élu, le bourgmestre sera bien évidemment retenu, puisqu’il est membre de plein droit du conseil de police.

DO 2000200110863

DO 2000200110863

Vraag nr. 328 van de heer Francis Van den Eynde van 26 maart 2001 (N.) :

Question no 328 de M. Francis Van den Eynde du 26 mars 2001 (N.) :

Federale politie. — Faxformulieren. — Taalwetgeving.

Police fédérale. — Formulaires de fax. — Législation linguistique.

Ik vernam dat het gebeurt dat de federale politie — Interpol — Europol — Schengen — Sirene — L O Office uit de Quatre Brasstraat te Brussel ééntalig Franse faxformulieren stuurt naar de stadspolitie van Gent.

Il me revient que la police fédérale — Interpol — Europol — Schengen — Sirene — L O Office de la rue des Quatre Bras à Bruxelles envoie parfois à la police de la ville de Gand des fax dont les formulaires sont exclusivement rédigés en français.

Dit is een kennelijke overtreding van de taalwetten.

Il s’agit-là d’une infraction manifeste aux lois linguistiques.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8447

1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?

1. Bent u van een en ander op de hoogte ? 2. Zo ja, heeft u maatregelen getroffen opdat dit in de toekomst niet meer zou gebeuren ?

2. Dans l’affirmative, avez-vous pris des mesures pour éviter de telles pratiques à l’avenir ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.

Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après les réponses aux questions posées.

Gezien de elementen vervat in de vraag, is het voor ons onmogelijk om exact de formulieren af te bakenen die zouden opgesteld geweest zijn in het Frans en bezorgd aan de gemeentepolitie van Gent. De directie van de operationele politiesamenwerking meldt dat ze tot op heden geen enkele officie¨le klacht heeft ontvangen omtrent dat type van eventuele disfunctie.

Eu égard aux éléments fournis par la question, il nous est impossible de pouvoir cerner avec précision les formulaires qui auraient été rédigés en français et qui auraient été transmis vers la police communale de ` ce jour, la direction de la coopération poliGand. A cière opérationnelle signale n’avoir reçu aucune plainte officielle concernant ce type de dysfonctionnement éventuel.

In de praktijk worden documenten uitgaande van buitenlandse politiediensten rechtstreeks bezorgd aan de politiediensten waarvoor het verzoek van belang is, wat hier het geval zou kunnen zijn.

La pratique veut que des documents émanant de services de police étrangers soient transmis directement aux services de police concernés par les requêtes, ce qui pourrait être le cas présent.

Belast met de grensoverschrijdende uitwisseling van politionele informatie via de kanalen Interpol — Europol — Schengen — Sirene, werkt de directie van de operationele politiesamenwerking echter overeenkomstig de geldende wetgeving terzake en conform de interne reglementering van de directie, waarbij wordt gesteld dat :

Toutefois, chargé de l’échange transfrontalier d’informations policières via les canaux Interpol — Europol — Schengen — Sirene, la direction de la collaboration policière travaille conformément à la législation en vigueur en la matière et conformément aux réglementations internes de la direction stipulant que :

— de dringendheid steeds primeert,

— l’urgence prime toujours,

— bij de buitenlandse berichten, eventueel zonder vertaling, steeds een formulier moet worden gevoegd dat is opgesteld conform de wetgeving betreffende het gebruik der talen.

— les messages étrangers éventuellement non traduits sont toujours accompagnés d’un formulaire rédigé conformément à la législation sur l’emploi des langues.

Het personeel werd herinnerd aan de richtlijnen betreffende het gebruik der talen.

Les directives en matière d’emploi des langues ont été rappelées au personnel.

DO 2000200110901

DO 2000200110901

Vraag nr. 331 van de heer Bert Schoofs van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 331 de M. Bert Schoofs du 30 mars 2001 (N.) :

Vervanging provinciegouverneur in geval van verhindering of afwezigheid.

Remplacement du gouverneur de province en cas d’empêchement ou d’absence.

De provinciegouverneur is de commissaris van de regering in de provincie. Hij wordt benoemd en afgezet door de Koning (provinciewet, artikel 4, eerste en tweede lid). Hij is een rijksambtenaar.

Le gouverneur de province est le commissaire du gouvernement dans la province. Les gouverneurs sont nommés et révoqués par le Roi (loi provinciale, article 4, premier et deuxième alinéas). Le gouverneur a le statut d’agent de l’E´tat.

De provinciegriffier wordt benoemd, geschorst en afgezet door de provincieraad (provinciewet, artikel 4, vierde lid). Hij is een provincieambtenaar.

Les greffiers provinciaux sont nommés, suspendus et révoqués par le conseil provincial (loi provinciale, article 4, quatrième alinéa). Le greffier a le statut d’agent de la province.

1. Kan bij verhindering of afwezigheid van de provinciegouverneur deze worden vervangen door de

1. Le gouverneur de province peut-il, en cas d’empêchement ou d’absence, être remplacé par le greffier


2000

2001


1087

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8448

provinciegriffier, in acht genomen het verschil in statuut van deze ambtenaren ?

provincial, compte tenu de la différence de statut de ces deux fonctionnaires ?

2. Gaat u akkoord met de stelling dat de vervanging enkel kan geschieden door een rijksambtenaar, bijvoorbeeld een arrondissementscommissaris, in plaats van door een provincieambtenaar ?

2. Soutenez-vous la thèse comme quoi seul un agent de l’E´tat, par exemple un commissaire d’arrondissement, peut remplacer le gouverneur de province et qu’un agent de la province ne peut pas assumer ce roˆle ?

3. Bent u op de hoogte van vervangingen van de provinciegouverneur door de provinciegriffier, en zo ja, op welke wijze heeft u hierop gereageerd ?

3. Avez-vous connaissance de cas ou` le gouverneur de province a été remplacé par le greffier provincial, et dans l’affirmative, comment avez-vous réagi ?

Antwoord : Met toepassing van artikel 4, eerste lid, van de provinciewet, vervangen bij de wet van 25 juni 1997, is de gouverneur de commissaris van de regering in de provincie.

Réponse : En application de l’article 4, alinéa 1er, de la loi provinciale, remplacé par la loi du 25 juin 1997, le gouverneur est le commissaire du gouvernement dans la province. ` ce titre, il est le représentant du pouvoir central A dans la province. Il n’a toutefois pas la qualité d’agent de l’E´tat au sens de l’article 1er de l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’E´tat, modifié en dernier lieu par l’arrêté royal du 22 décembre 2000, étant donné que le statut n’est pas applicable aux gouverneurs de province (article 2).

In die hoedanigheid is hij de vertegenwoordiger van het centraal gezag in de provincie. Hij is echter geen rijksambtenaar in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2000, gezien het statuut niet op de provinciegouverneurs van toepassing is (artikel 2). De vervanging van de provinciegouverneur wordt geregeld bij artikel 104, eerste lid, van de provinciewet, laatst vervangen bij de wet van 25 juni 1997, en door de omzendbrieven van 28 oktober 1998 betreffende de wet van 25 juni 1997 tot wijziging van de provinciewet, de wet van 1 juli 1860 tot wijziging van de provinciewet en de gemeentewet wat betreft de eedaflegging en de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen (punt 7 van de omzendbrief) en van 9 juli 1999 betreffende de vervanging van de gouverneur, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad respectievelijk van 4 november 1998 en 16 september 1999.

Le remplacement du gouverneur de province est régi par l’article 104, alinéa 1er, de la loi provinciale, remplacé en dernier lieu par la loi du 25 juin 1997, et par les circulaires du 28 octobre 1998 relatives à la loi du 25 juin 1997 modifiant la loi provinciale, la loi du 1er juillet 1860 apportant des modifications à la loi provinciale et à la loi communale en ce qui concerne le serment et la loi du 19 octobre 1921 organique des élections provinciales (point 7 de la circulaire) et du 9 juillet 1999 relative au remplacement du gouverneur, publiées au Moniteur belge respectivement du 4 novembre 1998 et 16 septembre 1999.

Samengevat kan worden gesteld dat : — wanneer de gouverneur met verlof is, wijst de bestendige deputatie één van haar leden aan om hem te vervangen als voorzitter van de bestendige deputatie (artikel 104, eerste lid, van de provinciewet); — in zijn andere bevoegdheden duidt de gouverneur zelf zijn vervanger aan en informeert het ministerie van Binnenlandse Zaken onmiddellijk daaromtrent, ook als de afwezigheid, ziekte of de verhindering minder dan vijftien dagen duurt. Rekening houdende met het voorafgaande, vindt het geachte lid hierna een antwoord op de gestelde vragen. 1. Het antwoord op de vraag luidt ontkennend wat de vervanging van de gouverneur als voorzitter van de bestendige deputatie betreft. Het antwoord luidt bevestigend wat de vervanging van de gouverneur in zijn andere bevoegdheden

En résumé, on peut affirmer que : — lorsque le gouverneur est en congé, la députation permanente désigne un de ses membres pour le remplacer en tant que président de la députation permanente (article 104, alinéa 1er, de la loi provinciale); — dans l’exercice de ses autres attributions, le gouverneur désigne lui-même son remplaçant et en informe immédiatement le ministère de l’Intérieur, même si la durée de l’absence, de la maladie ou de l’empêchement n’excède pas quinze jours. Compte tenu de ce qui précède, l’honorable membre trouvera ci-après une réponse aux questions posées. 1. La réponse à la question est négative pour ce qui concerne le remplacement du gouverneur en tant que président de la députation permanente. La réponse est affirmative en ce qui concerne le remplacement du gouverneur dans l’exercice de ses


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8449

betreft, gezien het de gouverneur toekomt te beslissen wie hij als waarnemend gouverneur zal aanduiden om hem te vervangen, op voorwaarde dat hij het ministerie van Binnenlandse Zaken hiervan informeert.

autres attributions étant donné qu’il revient au gouverneur de décider qui il désignera comme gouverneur faisant fonction pour le remplacer, à condition d’en informer le ministère de l’Intérieur.

2. Gezien mijn antwoord op punt 1, dient deze vraag ontkennend te worden beantwoord.

2. Compte tenu de ma réponse au point 1, cette question appelle une réponse négative.

3. Het antwoord luidt bevestigend wat het eerste deel van de vraag betreft. Wanneer door de provinciegouverneur voor zijn andere bevoegdheden dan die van voorzitter van de bestendige deputatie de provinciegriffier als vervanger werd aangewezen, werd die als waarnemend gouverneur aangesteld, gezien de gouverneur hiertoe bevoegd is (punt 1, tweede lid).

3. La réponse est affirmative en ce qui concerne le premier point de la question. Lorsque le gouverneur de province a désigné pour l’exercice de ses attributions autres que celles du président de la députation permanente le greffier provincial comme remplaçant, celui-ci est désigné comme gouverneur faisant fonction, étant donné que le gouverneur est compétent pour ce faire (point 1, alinéa 2).



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 2000200110410

DO 2000200110410

Vraag nr. 259 van mevrouw Josée Lejeune van 22 maart 2001 (Fr.) :

Question no 259 de Mme Josée Lejeune du 22 mars 2001 (Fr.) :

Artsen. — Mogelijkheid om het vrij aanvullend zelfstandigenpensioen met een groepsverzekering te cumuleren.

Médecins. — Possibilité de cumul de la pension libre complémentaire des indépendants avec une assurance de groupe.

Mijn vraag handelt over de mogelijkheid om het vrij aanvullend zelfstandigenpensioen met een groepsverzekering te cumuleren. Ter herinnering : de groepsverzekering wordt afgesloten door de werkgever die op die manier een bovenwettelijk pensioen waarborgt aan zijn personeelsleden, ongeacht of deze in loonverband of als zelfstandigen zijn tewerkgesteld.

Ma question porte sur la possibilité de cumuler la pension libre complémentaire des indépendants (PLCI) avec une assurance groupe. Pour rappel, cette dernière est souscrite par un employeur pour garantir une pension extra-légale à son personnel qu’il soit indépendant ou salarié.

Iedereen is het erover eens dat de regel van 80 % die voor alle bovenwettelijke pensioenen geldt, moet worden gerespecteerd. Voorts moet ook rekening worden gehouden met punt 4 van artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juli 1981 dat bepaalt dat wanneer de persoonlijke bijdragen al als beroepskosten zijn afgetrokken, de groepsverzekering en het vrij aanvullend zelfstandigenpensioen niet mogen worden gecumuleerd.

Le point qui fait l’unanimité est le respect de la règle des 80 % qui s’applique à toutes les pensions extralégales. Il est également vrai que le point 4 de l’article 1er de l’arrêté royal du 20 juillet 1981 mentionne que lorsque les cotisations personnelles sont déjà déduites comme frais professionnels, le cumul de l’assurance groupe avec la pension libre complémentaire des indépendants est interdit.

Wat de cumulatie van de aan de Voorzorgskas der geneesheren gestorte bijdragen met een groepsverzekering betreft, heerst de grootste onduidelijkheid. Niets sluit blijkbaar die combinatie uit.

Cependant le flou est de mise lorsque l’on parle de cumuler les cotisations versées à la Caisse de prévoyance des médecins (CPM) et une assurance groupe. Rien apparemment ne permet d’exclure cette combinaison.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8450

Bovendien is de Beroepsvereniging der verzekeringsondernemingen van oordeel dat de cumulatie van een groepsverzekering, die « enkel » voorziet in patronale bijdragen die uitsluitend zelfstandigen ten goede komen, met een vrij aanvullend pensioen perfect mogelijk is.

En outre, l’Union professionnelle des entreprises en assurances estime qu’une assurance groupe prévoyant « uniquement » des contributions patronales au profit exclusivement de personnes indépendantes est parfaitement cumulable avec une pension libre complémentaire.

1. Kan het systeem van de Voorzorgskas der geneesheren worden gelijkgesteld met een vrij aanvullend zelfstandigenpensioen ?

1. Peut-on assimiler le système de la Caisse de prévoyance des médecins à une pension libre complémentaire des indépendants ?

2. Kan een aansluiting bij de Voorzorgskas der geneesheren met een groepsverzekering worden gecumuleerd ?

2. Que conclure au niveau du cumul de la Caisse de prévoyance des médecins avec une assurance groupe ?

3. Deelt de belastingsadministratie terzake het standpunt van de Beroepsvereniging der verzekeringsondernemingen ?

3. L’administration fiscale a-t-elle le même point de vue que l’Union professionnelle des entreprises en assurances ?

4. In de verzekeringssector zijn velen van mening dat de desbetreffende wetgeving achterhaald is.

4. De nombreux professionnels travaillant dans le secteur de l’assurance trouvent que la législation en la matière est désuète.

Wat is uw mening terzake ?

Que pensez-vous de cette affirmation ?

Antwoord : In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen wat de vragen betreft die tot mijn bevoegdheid behoren.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit en ce qui concerne les questions relevant de ma compétence.

1. Het stelsel van de aanvullende voordelen van de Voorzorgskas voor geneesheren, tandartsen en apothekers (VKG) kan niet volledig worden gelijkgesteld met het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAP). Het VAP is uitsluitend gericht naar de zelfstandigen en helpers, terwijl de VKG toegankelijk is voor alle geneesheren, tandartsen en apothekers, ongeacht hun statuut. VKG richt zich dus zowel tot zelfstandigen, werknemers als tot ambtenaren.

1. Le système des avantages complémentaires de la Caisse de prévoyance des médecins, dentistes et pharmaciens (CPM) ne peut pas être assimilé complètement à la pension libre complémentaire des indépendants (PLC). La PLC est destinée uniquement aux indépendants et aidants, alors que la CPM est ouverte à tous les médecins, dentistes et pharmaciens, peu importe leur statut. La CPM est donc destinée aussi bien aux indépendants et aux employés qu’aux agents publics.

Wel is het zo dat de voordelen van VKG en van VAP nagenoeg dezelfde fiscale en parafiscale behandeling genieten, wat moge blijken uit de onderstaande tabel.

Par contre, les avantages de la CPM et de la PLC font l’objet d’un traitement fiscal et parafiscal quasiment identique comme le montre le tableau ci-dessous.

Met het zegel gelijkgestelde taksen. — Taxes assimilées au timbre : — 4,40 % op de premies. — 4,40 % sur les primes ................... — 9,25 % op de winstdeelnames. — 9,25 % sur les répartitions bénéficiaires .........................................................................

VKG — CPM

VAP — PLC

Neen — Non

Neen — Non

Ja — Oui

Ja — Oui

Inkomstenbelastingen. — Impoˆts sur les revenus : — aftrekbaarheid van de premies (plafond) — déductibilité des primes (plafond) ................................................................... Ja — Oui 115 % van het VAP-plafond — 115 % du plafond PLC — belasting op het langetermijnsparen — impoˆt sur l’épargne à Zoals bij VAP — long terme ............................................................................ Comme pour la PLC

Ja — Oui 89 431 frank/francs (1)

Socialezekerheidsbijdragen. — Cotisations sécurité sociale :


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8451

— 8,86 % op de premies (voor het globaal beheer). — 8,86 % sur les primes (pour la gestion globale) ...................................... — 3,55 % op de prestaties (voor RIZIV, geneeskundige verzorging). — 3,55 % sur les prestations (pour l’INAMI, soins de santé) ................................................................................... — Solidariteitsbijdrage van 0 tot 2 % op de prestaties (voor de RVP). — Cotisation de solidarité de 0 à 2 % sur les prestations (pour l’ONP) ........................................................................

VKG — CPM

VAP — PLC

Neen — Non

Neen — Non

Ja — Oui

Ja — Oui

Ja — Oui

Neen — Non

(1) Het gewaarborgde kapitaal wordt omgezet in een fictieve rente gelijk aan 5 %, welke gedurende 10 jaar bij de aan te geven inkomsten bevoegd wordt en aan de marginale aanslagvoet belast wordt. Indien de gerechtigde nog geen 65 jaar is bij de betaling van het kapitaal ligt de fictieve rente tussen 3,5 % en 5 %, afhankelijk van de leeftijd. In dat geval dient de rente gedurende 13 jaar te worden aangegeven.

(1) Le capital garanti est converti en une rente fictive égale à 5 % qui est ajoutée pendant 10 ans aux revenus à déclarer et taxée au taux d’imposition marginal. Si le bénéficiaire n’a pas encore atteint l’aˆge de 65 ans lors du paiement du capital, la rente fictive est de 3,5 % à 5 %, en fonction de l’aˆge. Dans ce cas, la rente doit être déclarée pendant 13 ans.

Het verschil wat de aftrekbaarheid van de premies betreft vloeit voort uit het feit dat het koninklijk besluit van 10 november 1996 de VKG een verplichte bijdrage voor de solidariteitsprestaties oplegt die gelijk is aan ten minste 10 % van de premies.

La différence en ce qui concerne la déductibilité des primes résulte du fait que l’arrêté royal du 10 novembre 1996 impose à la CPM une cotisation obligatoire pour les prestations de solidarité égale à 10 % au moins des primes.

2. In de huidige stand van de wetgeving is er geen belemmering die de cumulatie van een aansluiting bij de VKG met het verzekerd worden via een groepsverzekering in de weg staat.

2. Dans l’état actuel de la législation, il n’y a aucun obstacle au cumul d’une affiliation à la CPM avec le fait d’être assuré au moyen d’une assurance-groupe.

3. Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Financie¨n (cf. het antwoord verstrekt op uw parlementaire vraag nr. 553 van 10 januari 2001, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 69, blz. 7795).

3. Cette question relève de la compétence de mon collègue des Finances (cf. la réponse fournie à votre question parlementaire no 553 du 10 janvier 2001, Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 69, p. 7795).

4. De werkgroep Cantillon is belast met het onderzoek van de verschillen die er bestaan tussen het werknemersstelsel en het zelfstandigenstelsel. Dit onderzoek is voor het deel pensioenen niet beperkt tot de wettelijke pensioenen, maar strekt zich ook uit tot de aanvullende pensioenen van de tweede pijler. Het resultaat van dit onderzoek zou ertoe kunnen leiden dat de door het geachte lid bedoelde wetgeving zal geactualiseerd worden.

4. Le groupe de travail Cantillon est chargé d’examiner les différences qui existent entre le régime des employés et le régime des indépendants. Cet examen, en ce qui concerne la partie « pensions », ne se limite pas aux pensions légales, mais s’applique également aux pensions complémentaires du second pilier. Le résultat de cet examen pourrait avoir pour conséquence l’actualisation de la législation visée par l’honorable membre.

DO 2000200110900

DO 2000200110900

Vraag nr. 265 van de heer Jef Valkeniers van 30 maart 2001 (N.) :

Question no 265 de M. Jef Valkeniers du 30 mars 2001 (N.) :

Ziekte van Wegener.

Maladie de Wegener.

De « ziekte van Wegener » is in 1939 voor het eerst beschreven door de patholoog-anatoom Friedrich Wegener en wordt gekenmerkt door ontstekingen van bloedvaatjes, die zich in meerdere organen kunnen

La « maladie de Wegener », décrite pour la première fois en 1939 par le pathologiste-anatomiste Friedrich Wegener, se caractérise par une inflammation des vaisseaux sanguins pouvant se manifester dans plusieurs


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8452

manifesteren. Deze ontstekingen leiden tot versterf (necrose) van weefsels in organen. Tevens treden vrij karakteristieke ophopingen van ontstekingscellen (granulomen) op, met name in de neus en de longen. Maar ook de nieren worden vaak aangetast, evenals de huid, ogen, gewrichten, centraal en perifeer zenuwstelsel en maag- en darmkanaal. De ziekte kan in elk van de genoemde organen beginnen, zonder dat andere organen meedoen. Daardoor wordt de ziekte vooral in het begin niet herkend. De ziekte van Wegener wordt gerekend tot de zogenaamde auto-immuunziekten. Dit betekent dat het afweersysteem van het lichaam ten onrechte lichaamseigen structuren aanvalt. Wanneer de diagnose « Wegener » tijdig wordt gesteld zijn de kansen voor een Wegener-patie¨nt goed. De ziekte kan niet worden genezen, maar is vaak wel te onderdrukken. Een veel voorkomende klacht bij Wegener-patie¨nten is de blijvende vermoeidheid. In de regel kan een Wegener-patie¨nt, al dan niet met beperkingen, een normaal leven leiden. Naar verluidt is deze ziekte weinig bekend bij patie¨nten en artsen. Een efficie¨nte verzorging van de ziekte blijft uit omdat de symptomen niet of te laat worden herkend.

Met subsidies van onder andere de Europese Gemeenschap wordt onderzoek gedaan naar de oorzaak, de behandeling en het voorkomen van een opvlamming van de ziekte van Wegener. Momenteel wordt in Europees verband onderzoek gedaan naar goed werkende medicijnen die voor de patie¨nt minder bijwerkingen hebben. Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaak van de ziekte van Wegener. Centraal bij dit onderzoek staan de autoantistoffen (ANCA) en bij de ziekte van Wegener vaak gevonden bacterie « Stafylococcus Aureus ».

1. Beschikt uw administratie over cijfergegevens met betrekking tot het aantal patie¨nten die lijden aan de ziekte van Wegener ? 2. Overweegt u maatregelen te nemen om de bekendheid van de ziekte van Wegener te vergroten bij de patie¨nten en artsen zodat de patie¨nten sneller efficie¨nt kunnen worden behandeld ? 3. Overweegt u hiertoe de ministers van Onderwijs van de respectievelijke gemeenschappen te vragen maatregelen te nemen om in de medische en de paramedische opleiding de nodige aandacht te besteden aan het herkennen van deze ziekte ? 4. Worden vanuit de federale overheid subsidies verleend aan onderzoeken in het kader van de ziekte van Wegener ?


2000

organes. Ces inflammations provoquent une nécrose des tissus organiques. Dans le même temps, apparaissent des amas de cellules infectieuses (les granulomes), en particulier dans le nez et les poumons. Les reins sont également touchés, ainsi que la peau, les yeux, les articulations, le système nerveux central et périphérique ainsi que les canaux gastrique et intestinal. La maladie peut se déclarer dans l’un de ces organes, sans qu’elle n’affecte les autres. C’est la raison pour laquelle la maladie n’est souvent pas correctement diagnostiquée au début. La maladie de Wegener appartient à la catégorie des maladies dites « autoimmunes ». En d’autres termes, le système de défense du malade s’attaque à tort aux structures de son propre corps. Si le diagnostic de la maladie de Wegener est établi à temps, le patient bénéficie de réelles chances de voir son état s’améliorer. S’il s’agit d’une maladie incurable, elle peut toutefois, dans de nombreux cas, être contenue. Les patients souffrant de la maladie de Wegener se plaignent souvent d’une fatigue persistante. En règle générale, un patient souffrant de la maladie de Wegener peut, éventuellement au prix de quelques restrictions, mener une vie normale. Il s’agit d’une maladie relativement pas connue, tant des patients que des médecins. L’absence d’identification ou l’identification tardive des symptoˆmes empêche la mise en place d’un traitement efficace. Graˆce, notamment, à des subsides de la Communauté européenne, des recherches sont actuellement menées à propos de la cause, du traitement et de la prévention d’une résurgence de la maladie de Wegener. Des recherches sont actuellement menées dans un cadre européen à propos de médicaments efficaces n’entraıˆnant pas d’effets secondaires chez le patient. Des recherches sont toujours menées en vue d’identifier la cause possible de la maladie. Ces recherches se concentrent particulièrement sur les anti-corps (ANCA) et la bactérie « Staphylococcus aureus », souvent présente chez les patients souffrant de la maladie de Wegener. 1. Votre administration dispose-t-elle de chiffres relatifs au nombre de patients souffrant de la maladie de Wegener ? 2. Envisagez-vous de prendre des mesures en vue de renforcer la notoriété de la maladie de Wegener chez les patients et les médecins pour que les patients puissent être traités plus rapidement et plus efficacement ? 3. Envisagez-vous de demander aux ministres communautaires de l’Enseignement de prendre des mesures pour que l’enseignement dispensé dans le cadre des formations médicales et paramédicales s’intéresse davantage à la reconnaissance de cette maladie ? 4. Les autorités fédérales octroient-elles des subsides à la recherche relative à la maladie de Wegener ?

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8453

5. Zo ja, welke onderzoeken betreft het en hoeveel financie¨le middelen worden ter beschikking gesteld van deze onderzoeksprojecten ?

5. Dans l’affirmative, de quelles recherches s’agitil ? Quels moyens financiers ont été mis à la disposition de ces projets de recherche ?

Antwoord : 1. De ziekte van Wegener of granulomatose van Wegener is een weinig voorkomende ziekte.

Réponse : 1. La maladie de Wegener ou granulomatose de Wegener est une maladie peu fréquente.

Het aantal patie¨nten die in Belgie¨ aan de ziekte lijden is ons niet bekend, maar wel het aantal ziekenhuisopnames voor deze ziekte gedurende een bepaald jaar. Aan de hand van deze gegevens kan men zich in elk geval geen duidelijk beeld vormen van de prevalentie (aantal bekende gevallen) noch van de incidentie (aantal nieuwe gevallen per jaar) en kan men evenmin vergelijkingen maken met gegevens van andere landen of de evolutie over verschillende jaren nagaan.

Nous ne connaissons pas le nombre de patients porteurs de la maladie en Belgique, mais seulement le nombre d’admissions à l’hoˆpital au cours d’une année donnée pour cette maladie. Ces données ne permettent en tout cas pas de se faire une idée précise de la prévalence (nombre de cas connus) ni de l’incidence (nombre de nouveaux cas par année) ni de faire des comparaisons avec des données d’autres pays ou de tracer l’évolution sur plusieurs années.

Het is wetenschappelijk bovendien niet uitgemaakt of incidentie en prevalentie van regio tot regio verschillen of toenemen zoals sommige studies suggereren. Zulke verschillen dienen immers voorzichtig geı¨nterpreteerd te worden vermits ze te wijten kunnen zijn aan het gebruik van verschillende onderzoeksmethoden en -strategiee¨n (bijvoorbeeld histologische versus klinische criteria, het gebruik van verschillende classificatiessystemen voor nieraantasting ingevolge de ziekte van Wegener, prospectieve versus retrospectieve studies, nieuwe diagnostische methoden, enz.).

In Norwich (Oost-Engeland) en Lugo (NoordwestSpanje) werd tussen 1 januari 1988 en 31 december 1998 de incidentie van Wegener’s granulomatosis respectievelijk geschat op 10.6 en 4.9 per miljoen inwoners. Men stelde geen significante toename in de tijd vast noch enig bewijs voor het bestaan van cyclische schommelingen in de beide voornoemde gebieden wat betreft de incidentie.

Il n’est en outre pas établi sur le plan scientifique si l’incidence ou la prévalence diffèrent ou augmentent selon les régions, comme le suggèrent certaines études. En effet, il convient d’être fort circonspect dans l’interprétation de telles différences, celles-ci pouvant être dues à l’utilisation de méthodes et stratégies de recherche différentes (par exemple, critères histologiques versus critères cliniques, différences au niveau des systèmes de classification de l’insuffisance rénale résultant de la maladie de Wegener, études prospectives versus études rétrospectives, nouvelles méthodes diagnostiques, etc.). ` cela s’ajoute que l’amélioration des méthodes A thérapeutiques entraıˆne une augmentation des chiffres de prévalence en raison de l’allongement de la durée de vie. ` Norwich (dans l’Est de l’Angleterre) et à Lugo A (dans le Nord-Ouest de l’Espagne), entre le 1er janvier 1988 et le 31 décembre 1998, l’incidence de la granulomatose de Wegener a été estimée à respectivement 10.6 et 4.9 par million d’habitants. On n’a pas constaté d’augmentation significative au fil des ans, ni trouvé de preuves de l’existence de fluctuations cycliques de l’incidence dans les deux régions précitées.

Tijdens de periode 1984-1998 nam de jaarlijkse incidentie per miljoen inwoners in Noord-Noorwegen toe van 5.2 voor de jaren 1984-1988 tot 12.0 voor de jaren 1994-1998. De prevalentie nam toe van 30.4 tot 95.1 per miljoen inwoners. De auteurs schreven deze toename gedeeltelijk doch niet volledig toe aan een meer efficie¨nte behandeling.

Dans le Nord de la Norvège, au cours de la période 1984-1988, l’incidence annuelle par million d’habitants est passée de 5.2 pour les années 1984-1988 à 12.0 pour les années 1994-1998. La prévalence est passée de 30.4 à 95.1 par million d’habitants. Selon les auteurs, cette augmentation peut en partie s’expliquer par l’amélioration du traitement.

Tijdens de periode 1975-1995 bedroeg in het district Orebro (Zweden) de gemiddelde jaarlijkse incidentie van nieraantasting ingevolge de ziekte van Wegener 16 per 1 miljoen volwassenen. Hier stelde men wel een cyclische schommeling vast per periode van 3 tot 4 jaar.

Dans le district d’Orebro (Suède), au cours de la période 1975-1995, l’incidence annuelle moyenne de l’insuffisance rénale résultant de la maladie de Wegener était de 16 par million d’adultes. En l’occurrence, une fluctuation cyclique par période de 3 à 4 ans a bel et bien été constatée. Dans l’E´tat de New York, au cours de la période 1979-1988, la prévalence a été estimée à 30 par million

We mogen bij dit alles ook niet uit het oog verliezen dat verbeterde behandelingsmethoden leiden tot hogere prevalentiecijfers wegens verlenging van de levensduur.

In de Staat New York werd de prevalentie in de periode 1979-1988 op 30 per miljoen inwoners geschat


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8454

aan de hand van hospitalisatiestatistieken en overlijdensattesten.

d’habitants, et ce sur la base des statistiques hospitalières et des certificats de décès.

2. Zoals de voormelde studie inzake Noorwegen aantoont, telt men op dit moment 12 nieuwe gevallen per jaar en per miljoen inwoners. Als we dit doortrekken naar Belgie¨, betekent dit 120 nieuwe gevallen per jaar en dus ongeveer minder dan één nieuw geval per ziekenhuis per jaar. Ons ziekenhuisnetwerk is niet zodanig gestructureerd dat ziekenhuizen zich kunnen specialiseren in de behandeling van zeldzame ziektes. De verbetering van de diagnostiek van een zeldzame aandoening hangt nauw samen met de ervaring van de centra en de geneesheren-specialisten. Hoe meer de weinige patie¨nten verdeeld zijn over de vele ziekenhuizen, hoe beperkter de ervaring van elk centrum is.

2. Comme le montre l’étude en Norvège, on recense actuellement 12 nouveaux cas par an et par million d’habitants. Extrapolé à la Belgique, cela signifie 120 nouveaux cas par année et donc approximativement moins d’un cas nouveau par hoˆpital et par an. Notre réseau hospitalier n’est pas structuré de telle manière que des hoˆpitaux puissent se spécialiser dans la prise en charge de maladies rares. L’amélioration du diagnostic d’une affectation rare est corrélée à l’expérience des centres et des médecins spécialistes. Plus le petit nombre de patients porteurs de cette affectation est dispersé sur un grand nombre d’hoˆpitaux, moins grande est l’expérience de chaque centre.

De ziekte van Wegener is bovendien moeilijk te diagnosticeren omdat er, behalve in de actieve fase, geen specifieke biologische aanwijzing is die opgespoord kan worden aan de hand van een bloedafname. Het radiologische onderzoek van de longen of de sinussen kan soms bijdragen tot het stellen van de diagnose, maar zekerheid kan men enkel bekomen via een biopsie die de ontsteking van de vaten en de granulomatose bevestigt.

C’est une maladie rare dont le diagnostic est difficile parce que, sauf en phase active, il n’y a pas de témoin biologique spécifique qui puisse être identifié par les résultats d’une prise de sang. L’examen radiologique des poumons ou des sinus peut parfois contribuer au diagnostic, mais le diagnostic de certitude ne peut être établi que par une biopsie qui confirme l’inflammation des vaisseaux et la granulomatose.

Nochtans vormen een vroegtijdige diagnose en behandeling inderdaad essentie¨le factoren voor een gunstige evolutie.

Le diagnostic et un traitement précoces sont pourtant des éléments clés d’une évolution favorable.

Uit wat voorafgaat blijkt echter duidelijk dat — rekening houdende met de specifieke toestand van de gezondheidszorg in ons land — er geen pasklare oplossing bestaat om de bekendheid van de ziekte van Wegener te vergroten bij patie¨nten en artsen zodat de patie¨nten sneller efficie¨nt kunnen behandeld worden.

Toutefois, il ressort clairement de ce qui précède que, compte tenu de la situation spécifique des soins de santé dans notre pays, il n’existe pas de solution toute faite pour mieux faire connaıˆtre la maladie de Wegnener auprès des patients et des médecins, de manière à ce que les victimes de cette maladie puissent bénéficier plus rapidement d’un traitement efficace.

3. Ik heb de gemeenschappen gevraagd om mij in te lichten nopen de kwestie die u aanhaalt.

3. J’ai demandé aux communautés de m’informer sur la question que vous évoquez.

Wat betreft de Vlaamse Gemeenschap kan ik u het volgende antwoorden :

En ce qui concerne la Communauté flamande, je puis vous répondre ce qui suit :

De decreten van 12 juni 1991 (universiteiten) en 13 juli 1994 (hogescholen) geven aan de instellingen voor hoger onderwijs de bevoegdheid om het opleidingsprogramma vast te stellen van elke opleiding die zij organiseren. De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs komt daarin niet tussenbeide. Het is dus niet mogelijk een onmiddellijk antwoord op de gestelde vraag te leveren zonder een aparte bevraging te organiseren van de medische faculteiten en van de departementen van de hogescholen die instaan voor het studiegebied gezondheidszorg. Uiteraard gaat de Vlaamse overheid ervan uit dat de opleiders de actualiteit van hun wetenschapsgebied op de voet volgen en dat zij binnen de grenzen van het haalbare nieuwe ontwikkelingen ook snel in de opleiding verwerken. Vermits de kwaliteitszorg een fundamentele opdracht is

Les décrets des 12 juin 1991 (universités) et 13 juillet 1994 (écoles supérieures) confèrent aux établissements d’enseignement supérieur la compétence pour établir le programme de chaque formation qu’ils organisent. Le ministre flamand de l’Enseignement n’intervient pas dans cette question. Il n’est donc pas possible de fournir une réponse immédiate à la question posée sans procéder à une enquête spécifique auprès des facultés de médecine et des départements des écoles supérieures qui organisent les études en matière de soins de santé. L’autorité flamande part évidemment de l’idée que les formateurs suivent de très près les nouveaux développements dans leur domaine scientifique et que, dans les limites de ce qui est faisable, ils les intègrent rapidement dans la formation offerte. E´tant donné que la qualité des soins constitue une des


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8455

voor deze instellingen en de overheid ook toeziet op de resultaten van de externe visitaties, is er wel voorzien in een periodieke toetsing van de geleverde kwaliteit.

missions essentielles de ces établissements et que les pouvoirs publics controˆlent également les résultats des visites externes, une évaluation périodique de la qualité fournie est bel et bien prévue.

Wat betreft de Franse Gemeenschap heb ik nog geen atnwoord ontvangen.

En ce qui concerne la Communauté française, aucune réponse ne m’est parvenue à ce jour.

De Duitstalige Gemeenschap beschikt over één paramedische onderwijsinstelling. Uit contacten met de voornoemde instelling blijkt dat er vooral een methodologie zou moeten uitgewerkt worden die de studenten leert hoe zij zich in het beroepsleven moeten gedragen tegenover zeldzame ziekten.

La Communauté germanophone dispose d’un établissement d’enseignement paramédical. Il ressort de contacts avec celui-ci qu’il conviendrait surtout d’élaborer une méthodologie permettant aux étudiants d’apprendre comment se comporter dans la vie professionnelle face aux maladies rares.

4. Het Fonds voor wetenschappelijk onderzoek financiert actueel geen onderzoek ter zake en heeft sinds 1996 evenmin subsidies in dit verband uitgekeerd.

4. Le Fonds de recherche scientifique ne finance actuellement aucune recherche en la matière et n’a, depuis 1996, pas davantage accordé de subsides dans ce cadre. ` ce jour, le service des Affaires culturelles, techniA ques et scientifiques n’a lui non plus financé aucune recherche en ce qui concerne la maladie de Wegener.

De dienst voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden heeft evenmin tot op heden onderzoek naar de ziekte van Wegener gefinancierd. Zelf beschik ik niet over voldoende middelen om substantie¨le financie¨le steun te verlenen aan organisaties die zich in dienst stellen van zieken. Ik kan enkel garanderen dat mijn administratie bereid is om teksten op haar website te zetten met de beschrijving van deze ziekte en verwijzingen naar organisaties en contactpersonen.

Je ne dispose pas de budgets suffisants pour procurer une aide financière substantielle à des organisations qui se dévouent au service de malades; je ne peux que garantir que mon administration est preˆte à installer sur le serveur dont elle dispose des pages web relatives à la description de cette maladie et à la communication des références d’organisations et de personnes de contacts.

5. Deze vraag is gezien wat voorafgaat, niet relevant.

5. Compte tenu de ce qui précède, cette question est devenue sans objet.



Ambtenarenzaken

Fonction publique

DO 2000200110889

DO 2000200110889





1. Kan de minister meedelen of hij op welke wijze dan ook, contractueel, bij onderhandse overeenkomst, bij aanbesteding of welk ander middel ook, gebruik heeft gemaakt, gebruik maakt of in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij de minister toekomt

1. Le ministre peut-il faire savoir si, de quelque manière que ce soit, par contrat ou par acte sous seing privé, par adjudication ou par quelque autre voie que ce soit, il a fait appel, fait appel ou fera encore appel, dans le cadre d’un accord négocié au moment de la


2000

2001


1088

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8456

onderhandelde overeenkomst nog zal gebruik maken van diensten van welke aard ook van de heer Noe¨l Slangen, de ondernemingen Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife of enige andere vennootschap waarachter de heer Slangen schuilgaat of waarin hij als tussenpersoon of anderszins is opgetreden of zal optreden ?

réception de la présente question, aux services, de quelque nature qu’ils soient, fournis par M. Noe¨l Slangen, les sociétés Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife ou toute autre société derrière laquelle se cacherait M. Slangen ou au nom de laquelle il est intervenu ou interviendra en tant qu’intermédiaire ou d’une autre manière ?



Antwoord :

Réponse :

1. Geen enkele van mijn diensten heeft gebruik gemaakt, maakt op heden gebruik noch zal in de toekomst in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij mij is toegekomen onderhandelde overeenkomst gebruik maken van diensten van de heer Noe¨l Slangen noch van een van de firma’s opgesomd in de vraag. 2. Zonder voorwerp.

1. Aucun de mes services n’a fait, ne fait, ni ne fera appel dans le cadre d’un contrat déjà négocié au moment où cette question m’est parvenue, aux services de M. Noe¨l Slangen, ni à aucune des firmes énumérées dans la question.

2. Sans objet.

Modernisering van de openbare besturen

Modernisation de l’administration

DO 2000200110889

DO 2000200110889









Antwoord :

Réponse :

1. Geen enkele van mijn diensten heeft gebruik gemaakt, maakt op heden gebruik noch zal in de toekomst in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij mij is toegekomen onderhandelde overeenkomst gebruik maken van diensten van de heer Noe¨l Slangen noch van een van de firma’s opgesomd in de vraag. 2. Zonder voorwerp.


1. Aucun de mes services n’a fait, ne fait, ni ne fera appel dans le cadre d’un contrat déjà négocié au moment où cette question m’est parvenue, aux services de M. Noe¨l Slangen, ni à aucune des firmes énumérées dans la question.

2. Sans objet.

2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8457



DO 2000200110749

DO 2000200110749

Vraag nr. 120 van de heer Francis Van den Eynde van 2 maart 2001 (N.) : Jongeren door jeugdrechter in heropvoedingsinstellingen geplaatst. — Deelname aan werkzaamheden door het leger in Benin. Sinds kort nemen jongeren die voor uiteenlopende redenen door de jeugdrechter in heropvoedingsinstellingen werden geplaatst, deel aan werkzaamheden die door het leger in Benin worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het bouwen van een dispensarium). Het heet dat het harde werk in moeilijke omstandigheden en de discipline een gunstige invloed op hen zal hebben. Het zou nochtans ook zo zijn dat het de bedoeling is ze op een positieve wijze met het leger in contact te brengen om ze later te rekruteren. 1. Kan u dit bevestigen ? 2. Zo ja, heeft dit te maken met het feit dat het leger het op dit ogenblik niet gemakkelijk heeft om mensen die beroepssoldaat willen worden, te vinden ? Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. Deze actie kadert in de verbetering van het imago van de Krijgsmacht en heeft onder meer als doel het bevorderen van de werving. Deze jongeren zullen zich kandidaat mogen stellen indien ze aan de door de wet vastgestelde voorwaarden beantwoorden.

Question no 120 de M. Francis Van den Eynde du 2 mars 2001 (N.) : Jeunes placés dans des établissements de rééducation par le juge de la jeunesse. — Participation à des travaux de l’armée au Bénin. Les jeunes qui pour des raisons diverses ont été placés par le juge de la jeunesse dans des établissements de rééducation, participent depuis peu à des travaux menés par l’armée au Bénin (par exemple la construction d’un dispensaire). Il semblerait qu’un travail dur effectué dans des conditions difficiles et la discipline aient un effet bénéfique sur ces jeunes. Mais l’objectif serait également de mettre les jeunes en question en contact avec l’armée dans un contexte positif, en vue d’un recrutement ultérieur. 1. Pouvez-vous confirmer cet objectif ? 2. Dans l’affirmative, cette initiative est-elle liée au fait que l’armée éprouve actuellement des difficultés à recruter des soldats professionnels ? Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

2. De statistieken van de voorbije jaren hebben aangetoond dat de wervingsobjectieven in het algemeen bereikt werden. In 2000 waren er gemiddeld vier kandidaten per opengestelde functie. Deze cijfers varie¨ren naargelang het taalstelsel en de vacante functie. Uw stelling betreffende het werven van beroepsvrijwilligers is dus niet gegrond. Het statuut korte termijn kende inderdaad minder belangstelling.

1. Cette action cadre dans la politique développée afin d’améliorer l’image des Forces armées menée entre autres dans le but d’influencer favorablement le recrutement. Ces jeunes pourront introduire leur candidature s’ils répondent aux conditions imposées par le législateur. 2. Les statistiques des dernières années démontrent que les objectifs en matière de recrutement ont toujours été globalement atteints. Il y a eu en 2000 en moyenne quatre candidats pour chaque emploi ouvert. Ces chiffres varient selon le régime linguistique et le genre de place vacante. Votre assertion concernant le recrutement de volontaires de carrière n’est donc pas fondée. Le statut court terme connaıˆt en effet un moindre succès.

DO 2000200110874

DO 2000200110874

Vraag nr. 127 van mevrouw Michèle Gilkinet van 27 maart 2001 (Fr.) : Opvangcentrum van Stockoy (Geldenaken). De regering heeft beslist binnenkort een opvangcentrum voor kandidaat-vluchtelingen op de site van Stoc-

Question no 127 de Mme Michèle Gilkinet du 27 mars 2001 (Fr.) : Centre d’accueil du Stockoy (Jodoigne). Le gouvernement a décidé d’édifier prochainement un centre d’accueil pour candidats réfugiés sur le site


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8458

koy in Geldenaken te bouwen. De site is een voormalige opslagplaats van het leger. Alle gebouwen worden met de grond gelijkgemaakt, behalve de betonnen ondergrond waarop het prefabcentrum zal worden gebouwd.

du Stockoy à Jodoigne. Ce site est un ancien entrepoˆt de l’armée. Tous les baˆtiments vont être rasés à l’exception des dalles de béton sur lesquelles il est prévu de construire le centre en préfabriqué.

1. a) Kunt u een beschrijving geven van het materiaal en de producten die op de site waren opgeslagen ?

1. a) Pourriez-vous donner la description du matériel et des produits qui étaient stockés au Stockoy ?

b) Is nagegaan welke vervuiling en besmettingsrisico’s deze producten met zich brengen ?

b) Une évaluation de la pollution et des risques de contamination engendrées par ces produits a-t-elle été réalisée ?

c) Zo ja, wat bleek uit die evaluatie ?

c) Si oui, quelle est cette évaluation ?

2. Ik vernam dat in de ontsmetting van de site is voorzien.

2. Selon mes informations une décontamination est prévue.

a) Waarin bestaat die ontsmetting precies ?

a) En quoi consiste exactement cette décontamination ?

b) Wanneer wordt ze uitgevoerd ?

b) Quand sera-t-elle réalisée ?

c) Welke techniek zal hiervoor worden gebruikt ?

c) Avec quelle technique ?

d) Welke administratie draagt de verantwoordelijkheid voor die operatie ?

d) Quelle administration est responsable de cette opération ?

e) Zijn alle voorzorgen genomen om elk risico voor de oorspronkelijke burgerbevolking en voor de vluchtelingen te voorkomen ?

e) Toutes les précautions ont-elles été prévues pour éviter tout risque envers la population civile native ou réfugiée ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vraag.

Réponse : Je prie l’honorable membre de trouver ciaprès la réponse à sa question.

De site waarvan sprake is geen eigendom meer van Landsverdediging, bijgevolg valt de gestelde vraag niet onder de bevoegdheid van mijn departement.

Le site dont il est fait état n’étant plus une propriété de la Défense, il appert que cette question ne concerne pas mon département.



DO 2000200110807

DO 2000200110807

Vraag nr. 335 van de heer Bart Laeremans van 13 maart 2001 (N.) :

Question no 335 de M. Bart Laeremans du 13 mars 2001 (N.) :

Onderzoeksrechter. — Verhoor en vroege vrijlating van een persoon.

Juge d’instruction. — Interrogatoire et libération prématurée d’une personne.

Uit het dagblad De Nieuwe Gazet van 7 maart 2001 blijkt dat tijdens de dagen voordien een 31-jarige Albanese pooier werd aangehouden door het POSA-team van de federale politie. Volgens het krantenbericht richtte de Albanees zijn revolver op de binnenstormende agenten. Dit weerhield de onderzoeksrechter

On a appris à la lecture du quotidien « De Nieuwe Gazet » du 7 mars 2001 qu’au cours des jours précédents, un proxénète albanais de 31 ans avait été arrêté par l’équipe POSA de la police fédérale. Selon l’article paru dans ce quotidien, l’Albanais a pointé son revolver dans la direction des agents qui avaient fait


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8459

niet om de betrokkene daags nadien te verhoren en vrij te laten.

irruption. Cela n’a pas empêché le juge d’instruction d’interroger puis de relaxer l’intéressé dès le lendemain.

1. Kan u verklaren waarom iemand die agenten met de revolver bedreigt reeds de dag na de feiten wordt vrijgelaten ?

1. Comment se fait-il que l’individu ayant menacé ces agents avec un revolver ait été libéré dès le lendemain de son méfait ?

2. Ging het om een persoon die wettig in ons land verbleef ?

2. Cet individu séjournait-il légalement dans notre pays ?

Antwoord : De gerechtelijke overheden laten mij weten dat het beginsel van het geheim van het onderzoek hun niet toelaat een antwoord te verstrekken op deze parlementaire vraag.

Réponse : Les autorités judiciaires m’informent que le principe du secret de l’instruction les empêche de fournir une réponse à cette question parlementaire.

DO 2000200110869

DO 2000200110869



Betaling van verkeersboetes door buitenlandse overtreders.

Paiement par les contrevenants étrangers d’amendes pour infraction au code de la route.

Ik verneem dat de verkeerspolitie bij directe inning van verkeersboetes een extra bedrag aanrekent bij buitenlandse overtreders zonder woonplaats in Belgie¨. Men zou dit rechtvaardigen door de bijkomende administratieve kosten die een dergelijke inning met zich mee zou brengen. Vermits het om directe inningen gaat is dit een eigenaardige redenering.

Il me revient que la police de la circulation porte en compte un montant supplémentaire lors de la perception immédiate d’amendes pour infraction au code de la route pour les contrevenants étrangers n’étant pas domiciliés en Belgique. Cette majoration se justifierait par les couˆts administratifs supplémentaires engendrés par ce type de perception. Voilà un étrange raisonnement puisqu’il s’agit de perceptions immédiates.

1. Klopt dit bericht met de realiteit ?

1. Ces informations sont-elles exactes ?

2. Hoe verrechtvaardigt u deze manier van werken ?

2. Comment justifiez-vous cette manière d’agir ?

3. Strookt dit wel met het beginsel van gelijkberechtiging ?

3. Est-elle conforme au principe d’égalité ?

Antwoord : Op grond van de inlichtingen die de gerechtelijke overheden mij hebben bezorgd, kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Réponse : Sur la base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.

Het probleem dat het geachte lid aanhaalt, doet zich eigenlijk alleen voor in het uitzonderlijke geval waarin een overtreder die in Belgie¨ noch zijn woonplaats noch zijn verblijfplaats heeft en aan wie een onmiddellijke inning wordt voorgesteld, niet met een eurocheque kan betalen en ook niet over het juiste bedrag in contant geld beschikt.

En réalité, le problème soulevé par l’honorable membre résulte de la constatation, qui reste cependant exceptionnelle, que le contrevenant qui n’a ni domicile ni résidence en Belgique, à qui est proposée une perception immédiate et qui ne peut payer au moyen d’un eurochèque, ne dispose pas de la somme exacte en espèces.

In dat geval kan de verbalisant die het ten opzichte van de verschuldigde boete te veel betaalde bedrag niet kan teruggeven :

En ce cas, il pourrait être envisagé que le verbalisateur n’ayant pas le moyen de rendre le montant excédentaire par rapport au montant dû :

— een gewoon proces-verbaal opstellen en de procedure inzake onmiddellijke inning niet toepassen;

— soit, rédige un procès-verbal ordinaire sans appliquer la procédure de perception immédiate;

— de consignatie eisen van de geldsom waarvan het bedrag is vastgesteld bij koninklijk besluit van 10 juni 1985 en op grond waarvan het voertuig

— soit, exige que soit consignée la somme dont le montant est fixé par l’arrêté royal du 10 juin 1985, ce qui implique la rétention du véhicule jusqu’à la


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8460

wordt ingehouden tot wanneer die som is betaald (artikel 65, § 3, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer);

remise de la somme (article 65, § 3, de la loi relative à la police de la circulation routière);

— het bedrag innen dat de overtreder hem betaalt en hem uitdrukkelijk vragen af te zien van het te veel betaalde bedrag, dat slechts in geringe mate van het verschuldigde mag verschillen, teneinde hem de ongemakken van een consignatie te besparen.

— soit, perçoive le montant versé par le contrevenant en lui faisant expressément renoncer à la somme qui ne peut être que légèrement excédentaire aux fins de lui éviter notamment les inconvénients du recours à la consignation.

In de verschillende gerechtelijke arrondissementen wordt thans een van die mogelijkheden toegepast.

L’une ou l’autre de ces pratiques est aujourd’hui appliquée, selon les arrondissements judiciaires.

Teneinde het optreden terzake te uniformeren is deze problematiek thans ter advies voorgelegd aan het College van procureurs-generaal.

C’est dès lors en vue de tendre à une pratique uniforme que cette problématique est actuellement soumise à l’avis du Collège des procureurs généraux.

Het probleem kan in grote mate worden opgelost wanneer de minister van Financie¨n de betalingswijzen met kredietkaarten zal hebben geregeld (artikel 9, nieuw tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 juni 1985).

Le problème pourra être aussi grandement marginalisé lorsque le ministre des Finances aura réglé les modalités de paiement au moyen de cartes de crédit (article 9, alinéa 2 nouveau, de l’arrêté royal du 10 juin 1985).

DO 2000200110887

DO 2000200110887

Vraag nr. 343 van de heer Yves Leterme van 28 maart 2001 (N.) :

Question no 343 de M. Yves Leterme du 28 mars 2001 (N.) :

Ministerie van Justitie. — Commissies. — Zitpenning van magistraten.

Ministère de la Justice. — Commissions. — Jetons de présence de magistrats.

Het ministerie van Justitie staat in voor de werking en organisatie van enkele commissies, die naargelang de doelstellingen en opdrachten vaak belast zijn met rechtskundige taken. De « probatiecommissie » is één van die commissies, belast met de uitvoering en opvolging van de veroordeelden die onder probatie werden gesteld door de rechtbank.

Le ministère de la Justice est responsable du fonctionnement et de l’organisation de plusieurs commissions généralement chargées, selon les objectifs et missions qui leur ont été assignées, de missions à caractère juridique. Ainsi, la « commission de probation » constitue l’une de ces commissions, chargée de l’application du régime de probation et du suivi des condamnés à l’égard desquels le tribunal a pris une telle décision.

De leden van de probatiecommissie — vaak meerdere magistraten — dienen niet alleen aanwezig te zijn op de zittingen van de commissie om er te beraadslagen, maar moeten ook de dossiers vooraf eens doornemen en bestuderen, hetgeen aldus een uitgebreide taak is. Vaak duren de vergaderingen van de commissie ook meerdere uren.

Les membres de la commission de probation — qui est généralement constituée de plusieurs magistrats — doivent être présents non seulement aux séances de la commission pour participer aux délibérations mais doivent également au préalable prendre connaissance des dossiers et les étudier attentivement, ce qui constitue donc une taˆche d’envergure. Souvent, les réunions de la commission durent plusieurs heures.

In ruil voor hun prestaties ontvangen de leden van de probatiecommissie een zitpenning. Dit zal ook het geval zijn voor nog andere commissies. Wat de probatiecommissie betreft, bedraagt deze zitpenning 500 frank. Na aftrek van de bedrijfsvoorheffing ontvangen de leden netto ongeveer 380 frank.

En échange de leurs prestations, les membres de la commission de probation reçoivent un jeton de présence. Je suppose que les membres d’autres commissions ressortissent à un régime analogue. En ce qui concerne la commission de probation, ce jeton de présence s’élève à 500 francs, soit à quelque 380 francs après déduction du précompte professionnel.

1. Staat een zitpenning van 500 frank voor de leden van de probatiecommissie, aan de hedendaagse

1. Conformément aux normes actuelles, le jeton de présence de 500 francs octroyé aux membres de la


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8461

normen, nog in verhouding tot de prestaties die hiervoor geleverd moeten worden ?

commission de probation est-il encore en rapport avec les prestations accomplies en vue de son obtention ?

2. Welke gelijkaardige commissies bestaan er binnen het ministerie van Justitie nog en wat is het bedrag van de zitpenning die de leden ontvangen ?

2. Quelles sont, au sein du département de la Justice, les commissions analogues à la commission précitée et quel jeton de présence leurs membres perçoivent-ils ?

3. Zijn er hierin wijzigingen voorzien ?

3. Envisagez-vous d’apporter des modifications à ce système ?

Antwoord : 1 en 3. Op dit ogenblik hebben de leden van de probatiecommissies per zitting van meer dan twee uur, recht op de volgende zitpenningen :

Réponse : ` l’heure actuelle, les membres des commis1 et 3. A sions de probation ont droit, par séance d’une durée supérieure à deux heures, aux jetons de présence suivants :

— voorzitter : 500 frank;

— président : 500 francs;

— andere leden : 400 frank.

— autres membres : 400 francs.

Het spreekt voor zich dat deze bedragen, vastgesteld door een koninklijk besluit van 17 februari 1976 (Belgisch Staatsblad van 17 maart 1976), moeten worden aangepast.

Il est évident que ces montants, fixés par un arrêté royal du 17 février 1976 (Moniteur belge du 17 mars 1976), doivent être adaptés.

Een ontwerp van koninklijk besluit werd hiertoe voorbereid. Dit bepaalt dat de leden van de probatiecommissies een zitpenning zullen ontvangen voor een zelfde bedrag als hetgeen door het ministerieel besluit van 23 april 1999 (Belgisch Staatsblad van 8 juli 1999) wordt toegekend aan de leden van de commissies tot bescherming van de maatschappij, en dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2000.

Un projet d’arrêté royal a été préparé à cet effet. Il prévoit que les membres des commissions de probation recevront un jeton de présence d’un montant identique à celui alloué aux membres des commissions de défense sociale par l’arrêté ministériel du 23 avril 1999 (Moniteur belge du 8 juillet 1999), et ce avec effet rétroactif à partir du 1er janvier 2000.

Na gunstig advies van de inspecteur van financie¨n (31 juli 2000), werd het dossier voorgelegd aan de minister van Begroting en aan de minister van Ambtenarenzaken.

Après avis favorable de l’inspecteur des finances (31 juillet 2000), le dossier a été soumis au ministre du Budget et au ministre de la Fonction publique.

2. Onder de leden van de andere commissies bestaande binnen het ministerie van Justitie, hebben enkel de volgende recht op zitpenningen :

2. Parmi les membres des autres commissions existant au sein du ministère de la Justice, seuls les suivants ont droit à des jetons de présence :

Commissies en hoge commissie tot bescherming van de maatschappij :

Commissions de défense sociale et Commission supérieure de défense sociale :

leden : 400 frank per gepresteerd half uur (spilindex 138.01).

membres : 400 francs par demi-heure prestée (indicepivot 138.01).

Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levensfeer :

Commission de la protection de la vie privée :

De voorzitter heeft recht op een vergoeding gelijk aan de weddebijslag toegekend aan een onderzoeksrechter met negen jaar ambtsuitoefening in een rechtbank waarvan het rechtsgebied ten minste 500 000 inwoners telt.

Le président a droit à une indemnité égale au supplément de traitement qui est alloué à un juge d’instruction comptant neuf ans de fonction dans un tribunal dont le ressort compte une population de 500 000 habitants au moins.

De plaatsvervangende voorzitter en de vaste of plaatsvervangende leden hebben recht op presentiegelden gelijk aan een dertigste van de vergoeding toegekend aan de voorzitter.

Le président suppléant et les membres effectifs ou suppléants ont droit à des jetons de présence égaux à un trentième de l’indemnité du président.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8462

Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden :

Commission pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence :

a) rechtszitting van minstens 2 uren :

a) audience d’une durée minimale de 2 heures :

voorzitter : 2 000 frank;

président : 2 000 francs;

ondervoorzitters : 1 800 frank;

vice-présidents : 1 800 francs;

leden : 1 650 frank.

membres : 1 650 francs.

b) rechtszitting van minder dan 2 uren : de helft van de bovenvermelde bedragen. Kansspelcommissie :

b) audience de moins de 2 heures : la moitié des montants susmentionnés. Commission des jeux de hasard :

per vergadering van een halve dag : leden en plaatsvervangers : 2 500 frank. Commissie voor de gerechtskosten in strafzaken : voor elke vergadering van meer dan 2 uren :

par demi-journée de réunion : membres et suppléants : 2 500 francs. Commission des frais de justice répressive : pour chaque séance d’une durée supérieure à 2 heures :

voorzitter : 500 frank;

président : 500 francs;

leden : 400 frank.

membres : 400 francs.

Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten :

Commission chargée de l’élaboration du texte néerlandais de la Constitution, des codes et des lois et arrêtés principaux :

a) zitting van 2 tot 3 uren :

a) séance de 2 à 3 heures :



secretarissen : 300 frank;

secrétaires : 300 francs;

leden : 150 frank.


b) zitting van meer dan 3 uren :

b) séance de plus de 3 heures :



secretarissen : 600 frank;

secrétaires : 600 francs;

leden : 300 frank.


Raadgevend Comité voor bio-ethiek :

Comité consultatif de bioéthique :



leden : 750 frank;

membres : 750 francs;

deskundigen : 750 frank.

experts : 750 francs.

Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties :

Centre d’information et d’avis sur les organisations sectaires nuisibles :

leden (en hun plaatsvervangers) : 5 000 frank per zitting.

membres (et leurs suppléants) : 5 000 francs par session.

De voorzitter en zijn plaatsvervanger hebben recht op een jaarlijkse vergoeding van 300 000 frank.

Le président et son suppléant ont droit à une indemnité annuelle de 300 000 francs.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8463

DO 2000200110809

DO 2000200110809

Vraag nr. 352 van mevrouw Frieda Brepoels van 12 april 2001 (N.) :

Question no 352 de Mme Frieda Brepoels du 12 avril 2001 (N.) :

Omvorming van de door de overheid opgelegde boetes naar de nieuwe munteenheid euro vanaf 2002.

Conversion en euros, à partir de 2002, des amendes appliquées par les pouvoirs publics.

De introductie van de nieuwe munteenheid euro vanaf 2002 vergt een aanzienlijk aantal aanpassingen op onvermoede terreinen. Onwillekeurig denkt men hierbij aan de talrijke prijsaanpassingen waarmee de consument in de kleinhandelszaak zal geconfronteerd worden.

L’introduction de l’euro à partir de l’année 2002 demandera énormément d’adaptations dans des domaines qu’on ne soupçonne pas. Ce qui vient d’abord à l’esprit, ce sont les nombreuses adaptations de prix auxquelles les consommateurs seront confrontés chez les commerçants.

Echter, ook de overheid zal weldra de euro-taal spreken in haar communicatie met de burgers.

Mais, bientoˆt, les pouvoirs publics aussi s’exprimeront en euros quand ils communiqueront avec les citoyens.

De vrees leeft dat deze omschakeling naar een andere munteenheid aanleiding zal geven tot een plotse prijsstijging door een afronding naar boven. Deze overgang zal daarom in het oog moeten worden gehouden.

Or, les gens craignent que cette conversion monétaire ne donne lieu à une augmentation soudaine des prix due au fait qu’on arrondira ceux-ci à l’euro supérieur. Il faudra donc tenir cette conversion à l’œil.

Het spreekt echter vanzelf dat de overheid niet met twee maten en gewichten kan meten. Indien — terecht — niet wordt toegestaan dat het bedrijfsleven van de overgang naar de euro gebruik maakt om een algemene prijsverhoging door te voeren, kan het natuurlijk ook niet dat de overheid dezelfde gelegenheid te baat zou nemen om de boetes die zij aan de burgers oplegt plots te verhogen. De overheid moet immers het goede voorbeeld geven.

Toutefois, il va sans dire que les pouvoirs publics ne peuvent pratiquer une politique des deux poids deux mesures. Si on interdisait à juste titre aux industries de profiter du passage à l’euro pour instaurer une hausse générale des prix, il serait évidemment tout aussi inadmissible que les pouvoirs publics saisissent eux aussi cette occasion pour augmenter subitement les amendes qu’ils appliquent aux citoyens. Ils doivent en effet donner le bon exemple.

1. Op welke wijze zullen de door de overheid opgelegde boetes worden omgezet in euro ?

1. Selon quelles modalités les amendes appliquées par les pouvoirs publics seront-elles converties en euros ?

2. Welke omrekeningsregel wordt hierbij gehanteerd en waarom ?

2. Quelle règle de conversion appliquera-t-on et pourquoi ?

3. a) Wordt één omrekeningsregel toegepast voor alle soorten boetes ?

3. a) Une seule règle de conversion sera-t-elle appliquée à tous les types d’amendes ?

b) Zo neen, welke verschillende omrekeningsregels worden gehanteerd en waarom ?

b) Dans la négative, quelles seront les différentes règles de conversion qui seront appliquées, et pourquoi ?

Antwoord : De omzetting van alle vormen van geldboetes naar de euro is reeds geregeld door de artikelen 2 tot 4 van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Réponse : La conversion en euros de toutes les formes d’amendes est déjà réglée par les articles 2 à 4 de la loi du 26 juin 2000 relative à l’introduction de l’euro dans la législation concernant les matières visées à l’article 78 de la Constitution.

Voor de strafrechtelijke geldboetes en de andere sommen waarop de opdeciemes van toepassing zijn, geldt dat alle bestaande bedragen worden behouden en vanaf 1 januari 2002 moeten worden gelezen als bedragen in euro. De aanpassing gebeurt hier immers via de

En ce qui concerne les amendes pénales et les autres sommes auxquelles sont appliqués les décimes additionnels, tous les montants existants sont maintenus et doivent être lus à partir du 1er janvier 2002 comme des montants en euros. En effet, dans ce cas-ci l’adaptation


2000

2001


1089

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8464

opdeciemes. In de praktijk moet een boete van 100 frank nu worden vermenigvuldigd met 200, in de toekomst wordt dit een boete van 100 euro te vermenigvuldigen met 5. Uiteraard geldt dit slechts voor boetes uitgesproken voor feiten gepleegd vanaf 2002; voor oudere feiten zal de rechter het principe van de niet-retroactiviteit van de strengere straf toepassen en het basisbedrag in frank met de toen geldende opdeciemes verhogen en delen door de officie¨le wisselkoers.

De boetes waarop geen opdeciemes van toepassing zijn, zoals de administratieve geldboetes, moeten vanaf 2002 eveneens gelezen worden als boetes in euro, na deling door 40 (wat nauwelijks een probleem oplevert voor deze traditioneel hoge, ronde bedragen).

Dit resulteert in een marginale verhoging van de bedragen met minder dan 1 %, wat in niets is te vergelijken met eerder doorgevoerde verhogingen van de opdeciemes. De voordelen van dit systeem zijn duidelijk : de huidige transparante bedragen, die in het strafrecht van structureel belang zijn en ook een pedagogische functie hebben, worden volledig behouden, de omrekening blijft eenvoudig en er is geen aanpassing van elke afzonderlijke strafbepaling noodzakelijk. Aangezien boetes altijd een vorm van sanctie uitmaken, is het evident dat de noodzakelijke afronding niet in het voordeel van de burger is gebeurd, maar in het voordeel van het strafrecht zelf. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de belastingschalen die wel in het voordeel van de burger zijn afgerond. Men mag ook niet vergeten dat de werkelijke boetes niet noodzakelijk hoger zullen zijn dan nu het geval is, want de in de wet aangegeven bedragen zijn bijna steeds alleen minimum- en maximumgrenzen waarbinnen de rechter of de administratie een boete oplegt.

est réalisée par le biais des décimes additionnels. Dans la pratique, une amende de 100 francs doit actuellement être multipliée par 200. Dans l’avenir, l’amende sera de 100 euros à multiplier par 5. Cette règle ne vaut évidemment que pour les amendes prononcées pour des faits commis à compter de l’an 2002. En ce qui concerne les faits antérieurs, le juge appliquera le principe de non-rétroactivité de la peine plus sévère. Il majorera des décimes additionnels en vigueur à l’époque le montant de base en francs et le divisera par le cours du change officiel. Les montants des amendes auxquelles ne sont pas appliqués les décimes additionnels, tels que ceux des amendes administratives, devront également être lus à partir de 2002 comme des montants en euros, après leur division par 40 (ce qui ne pose pratiquement pas de problème pour ces montants traditionnellement élevés et arrondis). Il en résulte une augmentation marginale des montants inférieure à 1 %, donc en rien comparable aux augmentations des décimes additionnels appliquées antérieurement. Les avantages de ce système sont clairs : les montants transparents actuels, auxquels on attribue dans le droit pénal une importance structurelle et une fonction pédagogique, sont intégralement maintenus, la conversion reste simple et il n’est pas nécessaire d’adapter chaque disposition pénale séparément. E´tant donné que les amendes constituent toujours une forme de sanction, il est évident que l’arrondissement nécessaire ne favorise pas le citoyen mais le droit pénal. Il n’en est pas de même, par exemple, pour les barèmes fiscaux qui, eux, sont arrondis à l’avantage du citoyen. Il ne faut pas non plus oublier que les amendes effectives ne seront pas nécessairement plus élevées qu’actuellement vu que les montants indiqués par la loi représentent presque toujours des limites minimum et maximum dans lesquelles le juge ou l’administration impose une amende.



DO 2000200110266

DO 2000200110266

Vraag nr. 525 van de heer Aimé Desimpel van 29 november 2000 (N.) : BTW. — Kosten gemaakt voor verwerven van participatie in ondernemingen. 1. Is de BTW met betrekking tot kosten die gemaakt worden voor het verwerven van een partici-

Question no 525 de M. Aimé Desimpel du 29 novembre 2000 (N.) : TVA. — Frais d’acquisition de participations dans le capital de sociétés. 1. La TVA afférente aux frais d’acquisition d’une participation dans le capital d’une société est-elle


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8465

patie in een onderneming aftrekbaar, en dit ongeacht de activiteit van de onderneming die de participatie verwerft en ongeacht het gebruik dat van de participatie wordt gemaakt ?

déductible, quelle que soit la nature de l’activité de la société qui acquiert la participation, et quel que soit l’usage fait de cette participation ?

Meer bepaald wordt gedacht aan de honoraria van buitenlandse advocaten, kosten voor controle, kosten met betrekking tot externe audits en dergelijke meer.

Je pense plus particulièrement aux frais d’honoraires d’avocats étrangers, de controˆles, d’audits externes, etc.

2. Kan uw administratie tevens meedelen of de BTW aftrekbaar is voor de verkrijger indien het nemen van de participatie niet gericht is op het verkrijgen van de dividenden, maar wel op het cree¨ren van een zeer nauwe industrie¨le samenwerking ?

2. Votre administration peut-elle également préciser si la TVA est déductible dans le chef de l’acquéreur si la prise de participation ne vise pas l’obtention de dividendes mais la création d’une coopération industrielle des plus étroites ?

Antwoord : Op de belasting die hij verschuldigd is, mag een belastingplichtige in aftrek brengen de belasting geheven van de aan hem geleverde goederen en verleende diensten, van de door hem ingevoerde goederen en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, in de mate dat hij die goederen en diensten gebruikt voor het verrichten van handelingen beoogd in artikel 45, § 1, van het BTWWetboek.

Réponse : Un assujetti peut déduire de la taxe dont il est redevable, les taxes ayant grevé les biens et les services qui lui ont été fournis, les biens qu’il a importés et les acquisitions intracommunautaires de biens qu’il a effectuées, dans la mesure où il les utilise pour effectuer des opérations visées par l’article 45, § 1er, du Code de la TVA.

Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 6 april 1995, in de zaak C-4/94, BLP Group plc tegen Commissioners of Customs and Excise, dient te worden afgeleid dat de woorden « voor het verrichten van », die voorkomen in voormeld artikel 45, § 1, dat de omzetting is in Belgisch recht van artikel 17, paragraaf 2, van de zesde richtlijn van 17 mei 1977 (77/388/EEG), aangeven dat om het recht op aftrek mogelijk te maken, er een rechtstreeks en onmiddellijk verband moet bestaan tussen de inkomende handelingen waarop een voorbelasting drukt en een welbepaalde uitgaande handeling die onderworpen is aan de belasting, ongeacht het uiteindelijke doel dat in dat verband door de belastingplichtige wordt beoogd.

De l’arrêt rendu le 6 avril 1995 par la Cour de Justice des Communautés européennes dans l’affaire C-4/94, BLP Group plc contre Commissioners of Customs and Excise, il ressort que les termes « pour effectuer » figurant dans l’article 45, § 1er, précité, qui constitue la transposition en droit belge de l’article 17, paragraphe 2, de la sixième directive du 17 mai 1977 (77/388/CEE), indiquent que, pour ouvrir droit à déduction, les biens et les services acquis en amont doivent présenter un lien direct et immédiat avec une opération déterminée, qui est passible de la taxe en aval, le but ultime poursuivi par l’assujetti étant à cet égard sans incidence.

Rekening houdend met het feit dat de inning van dividenden en de wederverkoop van deelnemingen handelingen zijn, respectievelijk, buiten de werkingssfeer van de BTW en vrijgesteld van de belasting krachtens artikel 44, § 3, 10o, van het BTW-Wetboek, is de belasting geheven van de kosten die verband houden met de verwerving van deelnemingen dientengevolge in de regel niet aftrekbaar.

Dès lors, compte tenu que la perception de dividendes et la revente de participations constituent, l’une une opération hors du champ d’application de la taxe et l’autre une opération exonérée de celle-ci en vertu de l’article 44, § 3, 10o, du Code de la TVA, les taxes ayant grevé les frais relatifs à l’acquisition de participations ne sont en règle pas déductibles.

DO 2000200110374

DO 2000200110374

Vraag nr. 547 van de heer Herman Van Rompuy van 22 december 2000 (N.) :

Question no 547 de M. Herman Van Rompuy du 22 décembre 2000 (N.) :

BTW-tarief toepasbaar op de activiteiten van beschutte werkplaatsen.

Taux de TVA applicable aux activités des ateliers protégés.

Het koninklijk besluit van 20 september 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli

L’arrêté royal du 20 septembre 2000 modifiant l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970, fixant les taux


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8466

1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven en tot opheffing van het ministerieel besluit nr. 21 van 5 mei 1999 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van de rubrieken XXIIIbis en XXXV van tabel A van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, alsmede het ministerieel besluit van 25 augustus 1995, tot wijziging van het ministerieel besluit nr. 21 van 5 mei 1999 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van de rubrieken XXIIbis en XXXV van tabel A van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 bepalen de instellingen met sociaal oogmerk, waarop het verlaagd BTW-tarief van 6 % wordt toegepast.

de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux, et abrogeant l’arrêté ministériel no 21, du 5 mai 1999, réglant les modalités d’application des rubriques XXIIIbis et XXXV du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 précité, ainsi que l’arrêté ministériel du 25 aouˆt 1995 modifiant l’arrêté ministériel no 21 du 5 mai 1999 réglant les modalités d’application des rubriques XXIIIbis et XXXV du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 déterminent à quels organismes ayant un caractère social le taux réduit de TVA de 6 % s’applique.

Voor de Vlaamse instellingen zou dit koninklijk besluit betekenen dat er een onderscheid wordt ingevoerd tussen beschutte en sociale werkplaatsen. Beschutte werkplaatsen zouden niet voldoen aan de criteria van de instellingen met sociaal oogmerk, sociale werkplaatsen wel.

Au niveau des organismes flamands, cet arrêté royal introduirait une distinction entre les ateliers protégés ` l’opposé des ateliers sociaux, et les ateliers sociaux. A les ateliers protégés ne satisferaient pas aux critères définissant les organismes ayant un caractère social.

Anders gezegd, een activiteit zoals groenzorg kan door een sociale werkplaats verricht worden aan het tarief van 6 %, terwijl dezelfde activiteit door een beschutte werkplaats aan 21 % moet verricht worden. Aangezien beide categoriee¨n van werkplaatsen (met een uitgesproken sociaal karakter !) dezelfde doelgroep tewerkstellen voor hetzelfde werk, lijkt ons een gelijke BTW-behandeling billijk. De zesde Europese richtlijn die elke vorm van concurrentievervalsing wil uitsluiten, lijkt hier duidelijk met de voeten getreden.

Un atelier social bénéficie d’un taux de TVA de 6 % pour une activité telle que l’entretien des espaces verts, alors que l’atelier protégé est soumis à un taux de TVA de 21 % pour cette même activité. Les deux types d’ateliers (à caractère clairement social) employant pour un même travail le même groupe cible, il serait logique qu’ils bénéficient du même traitement en matière de TVA. Il y a manifestement infraction à la sixième directive européenne qui vise à interdire toute concurrence déloyale.

De beschutte werkplaatsen voelen zich — mijns inziens — terecht verongelijkt, temeer omdat ze de formele belofte zouden hebben gehad dat de sector ook onder de toepassing van dit koninklijk besluit viel.

Les ateliers protégés se sentent à juste titre floués, d’autant plus qu’ils auraient reçu la promesse formelle que l’arrêté royal s’appliquerait également à leur secteur.

1. Kunnen de beschutte werkplaatsen erkend worden als instellingen met sociaal oogmerk, zoals bedoeld in bovengenoemd koninklijk besluit ?

1. Les ateliers protégés peuvent-ils être reconnus commes des organismes ayant un caractère social, comme visés à l’arrêté royal susmentionné ?

2. Zo niet, overweegt u een aanpassing van bovengenoemd koninklijk besluit om de beschutte werkplaatsen alsnog te laten erkennen als instellingen met sociaal oogmerk ?

2. Dans la négative, envisagez-vous d’adapter l’arrêté royal susmentionné en vue de permettre la reconnaissance des ateliers protégés comme des organismes à caractère social ?

3. Hoe verdedigt u de verschillende fiscale behandeling tussen beschutte en sociale werkplaatsen ?

3. Comment défendez-vous le traitement fiscal différent auquel sont soumis les ateliers protégés et les ateliers sociaux ?

Antwoord : Volgens het geachte lid zou het type van instelling dat hij bedoelt geen instelling zijn als bedoeld in rubriek XXIIIbis, § 2, en rubriek XXXV, § 2, van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 inzake BTW-tarieven.

Réponse : Aux dires de l’honorable membre, le type d’organisme qu’il évoque ne serait pas un organisme visé à la rubrique XXIIIbis, § 2, et à la rubrique XXXV, § 2, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 relatif aux taux de TVA.

De leveringen en diensten verricht door die categorie belastingplichtigen zouden dus niet in aanmerking komen voor de toepassing van het verlaagd

Les livraisons et services effectués par cette catégorie d’assujettis ne seraient donc pas pris en considération pour l’application du taux réduit de TVA de 6 %


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8467

BTW-tarief van 6 % op grond van de op 1 oktober 2000 in werking getreden rubrieken XXIIIbis en XXXV van tabel A van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970. Terzake dien ik er eerst en vooral op te wijzen dat de erkenning van bedoelde instellingen, vereist voor de toepassing van voornoemde bepaling, niet tot mijn bevoegdheid behoort.

prévu par les rubriques XXIIIbis et XXXV du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970, précité, entrées en vigueur le 1er octobre 2000. ` cet égard, je me dois d’abord de souligner que A l’agrément des organismes en question, exigé pour l’application de la disposition précitée, ne relève pas de mes compétences.

Anderzijds wil ik de aandacht van het geachte lid vestigen op het feit dat het voordeel van het verlaagd tarief slechts van toepassing is op de levering van goederen als de beoogde goederen ten kosteloze titel werden verkregen wat per definitie alle leveringen van goederen uitsluit die het gevolg zijn van de verrichte arbeid, bijvoorbeeld door een beschutte werkplaats, zelfs als de organisatie een erkend sociaal oogmerk heeft.

L’attention de l’honorable membre est par ailleurs attirée sur le fait que le bénéfice du taux réduit ne trouve à appliquer en ce qui concerne les livraisons de biens, que lorsque les biens dont il s’agit ont été recueillis à titre gratuit, ce qui exclut par définition toutes livraisons de biens qui seraient le produit du travail effectué, par exemple, par un atelier protégé, fût-il un organisme à caractère social reconnu.

Er wordt eveneens opgemerkt dat wanneer zou blijken dat de uitoefening van de werkzaamheid van erkende sociale instellingen leidt tot concurrentieverstoring ten nadele van andere belastingplichtige ondernemingen, met inbegrip van de beschutte werkplaatsen, de erkende sociale instelling onmiddellijk het voordeel van de bepalingen ingevoerd door het koninklijk besluit van 20 september 2000 verliest.

Il convient également de souligner que s’il s’avère que l’exercice de l’activité de l’organisme social reconnu provoque des distorsions de concurrence au détriment d’autres entreprises assujetties, en ce compris un atelier protégé, l’organisme social reconnu perd aussitoˆt le bénéfice des dispositions instaurées par l’arrêté royal du 20 septembre 2000.

DO 2000200110550

DO 2000200110550

Vraag nr. 582 van de heer Filip Anthuenis van 2 februari 2001 (N.) :

Question no 582 de M. Filip Anthuenis du 2 février 2001 (N.) :

BTW. — Vennootschap. — Verhuur van gebouwen aan privé-personen.

TVA. — Société. — Location de baˆtiments à des personnes privées.

Een vennootschap, belastingplichtige met volledig recht op aftrek, richt een nieuw gebouw op met de bedoeling dit gebouw te verhuren aan privé-personen. De BTW geheven voor de oprichtingswerken van dit gebouw wordt via de regeling bepaald in het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, artikel 20 (BTW te voldoen door de medecontractant), opgenomen als verschuldigde BTW in de periodieke BTWaangifte van de vennootschap. Deze BTW wordt niet gerecupereerd gezien de onroerende verhuur een vrijgestelde handeling is ingevolge artikel 44, § 3, 2o, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Une société assujettie bénéficiant de la déductibilité totale, construit un nouveau baˆtiment dans l’intention de le louer à des personnes privées. La TVA perçue sur les travaux d’érection de ce baˆtiment est, conformément à l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992, article 20 (TVA à acquitter par le cocontractant), reprise en tant que TVA due dans la déclaration périodique à la TVA de la société. Cette TVA n’est pas récupérée étant donné que la location immobilière bénéficie d’une exonération en vertu de l’article 44, § 3, 2o, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée.

Na twee jaar verkoopt de vennootschap dit gebouw aan de huurder en opteert voor deze verkoop voor de toepassing van de BTW als toevallige oprichter. De verkoop vindt plaats binnen de termijn waarbinnen dit gebouw als « nieuw » wordt aangemerkt, zijnde uiterlijk 31 december van het jaar dat volgt op dat waarin het voor het eerst is opgenomen in het kohier van de

Au bout de deux ans, la société vend ce baˆtiment au locataire et opte en l’occurrence pour l’application de la TVA en tant qu’édificateur fortuit. La vente a lieu dans le délai permettant de considérer l’immeuble comme « neuf », à savoir au plus tard le 31 décembre de l’année qui suit celle au cours de laquelle a lieu le premier enroˆlement au précompte immobilier. La


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8468

onroerende voorheffing. Vermits deze verkoop gebeurt met toepassing van de BTW bekomt de vennootschap een recht op aftrek. De aftrekbare BTW heeft betrekking op de BTW geheven van de handelingen die strekken of bijdragen tot de oprichting van het gebouw dat wordt vervreemd (koninklijk besluit nr. 14 van 3 juni 1970, artikel 4). Aldus kan de initieel niet in aftrek gebrachte BTW gerecupereerd worden.

société a le droit de déduire la TVA étant donné qu’elle s’applique à cette vente. La TVA déductible se rapporte à la TVA perçue sur les opérations tendant ou concourant à l’érection du baˆtiment qui est cédé (arrêté royal no 14 du 3 juin 1970, article 4). Ainsi, la TVA non déduite initialement peut être récupérée.

1. Is deze BTW volledig aftrekbaar of dient deze te worden beperkt ?

1. Cette TVA est-elle totalement ou seulement partiellement déductible ?

2. a) Wat indien de vennootschap in kwestie het statuut bezit van een beroepsmatige aannemer (beroepsoprichter) ?

2. a) Qu’en est-il si la société en question possède le statut d’entrepreneur professionnel (édificateur professionnel) ?

b) Wat indien de verkoper van het gebouw een particulier is ?

b) Qu’en est-il si le vendeur du baˆtiment est un particulier ?

3. Indien voor deze drie gevallen de al dan niet aftrekbaarheid dezelfde is wordt het neutraliteitsprincipe, tevens het basisprincipe van de BTW, dan niet geschonden ?

3. Si la déductibilité ou la non-déductibilité est identique dans ces trois cas, ne porte-t-on pas atteinte au principe de neutralité, qui est aussi le principe de base de la TVA ?

Antwoord : De persoon die toevallig, anders dan in de uitoefening van een economische activiteit die bestaat in de geregelde verkoop van gebouwen met voldoening van de BTW, een gebouw vervreemdt, verkrijgt de hoedanigheid van belastingplichtige slechts op voorwaarde dat hij voorafgaandelijk, onder de daartoe gestelde voorwaarden en formaliteiten, opteert om de levering van een nieuw gebouw met heffing van de BTW te laten plaatsvinden. De hoedanigheid van belastingplichtige wordt verkregen op het tijdstip waarop hij genoemde handeling met betrekking tot een gebouw stelt en alleen ten aanzien van het betreffend gebouw.

Réponse : La personne qui, autrement que dans l’exercice d’une activité économique habituelle consistant en la cession de baˆtiments avec application de la taxe, vend occasionellement un baˆtiment, n’a la qualité d’assujetti à la TVA que pour autant qu’elle opte préalablement, dans les conditions et selon les formalités prévues en la matière, pour que la livraison du baˆtiment neuf ait lieu avec application de la TVA. Elle acquiert la qualité d’assujetti au moment où elle effectue l’opération précitée relative au baˆtiment et seulement à l’égard de ce baˆtiment.

In het hiervoor bedoelde geval is het recht op aftrek beperkt tot de BTW geheven van de handelingen die strekken of bijdragen tot de oprichting van het gebouw en van de handelingen die in direct verband staan met de vervreemding van het gebouw.

Dans le cas visé ci-avant, le droit à déduction est limité à la TVA ayant grevé les opérations tendant ou concourant à l’érection du baˆtiment et les opérations en rapport direct avec la cession dudit baˆtiment.

De aftrek zal volledig zijn wanneer het gebouw in zijn geheel in volle eigendom wordt vervreemd of overgedragen met toepassing van de BTW.

La déduction est totale lorsque le baˆtiment est cédé dans son entièreté, en pleine propriété, avec application de la TVA. ` cet égard, l’attention est attirée sur le fait que A l’assujetti qui, dans le cadre de son activité économique qui ne consiste pas dans la cession habituelle de baˆtiments avec application de la TVA, vend occasionnellement un baˆtiment neuf avec application de cette taxe, a déjà pu éventuellement bénéficier en fonction de l’utilisation de ce baˆtiment et de sa qualité d’assujetti avec droit à déduction total ou partiel, de ce droit lors de l’érection ou de l’acquisition dudit baˆtiment. Il va de soi que la TVA ou la quotité de TVA qui n’a pas pu être déduite initialement devient déductible au moment de la vente.

In dit verband wordt erop gewezen dat de belastingplichtige die in het kader van zijn economische activiteit die niet bestaat uit de geregelde verkoop van gebouwen met voldoening van de BTW, toevallig een nieuw gebouw met toepassing van die BTW vervreemd, al naar gelang van het gebruik van dat gebouw en zijn hoedanigheid van belastingplichtige met geheel of gedeeltelijk recht op aftrek, reeds desgevallend dit recht heeft genoten bij de oprichting of de verkrijging van het betreffende gebouw. Het spreekt voor zich dat de BTW of het gedeelte van de BTW die oorspronkelijk niet in aftrek kon gebracht worden, aftrekbaar wordt op het tijdstip van de vervreemding.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8469

De situatie is enigszins verschillend ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 12, § 2, van het BTWWetboek, ook « beroepsoprichters » genoemd, wiens geregelde economische activiteit erin bestaat de gebouwen die zij hebben opgericht of laten oprichten of met voldoening van de BTW hebben verkregen, uiterlijk op 31 december van het jaar na dat waarin ze voor het eerst zijn opgenomen in het kohier van de onroerende voorheffing, onder bezwarende titel te vervreemden. Deze « beroepsoprichters » hebben immers van rechtswege de hoedanigheid van belastingplichtige, in de zin van artikel 4 van het BTW-Wetboek, ten aanzien van de geregelde verkoop van gebouwen met toepassing van de BTW.

La situation est quelque peu différente à l’égard des personnes visées à l’article 12, § 2, du Code de la TVA, également appelées « promoteurs immobiliers », dont l’activité économique habituelle consiste à céder à titre onéreux, au plus tard le 31 décembre de l’année qui suit celle au cours de laquelle a lieu leur premier enroˆlement au précompte immobilier, les baˆtiments qu’elles ont construits, fait construire ou acquis avec application de la taxe. Ces « promoteurs immobiliers » ont en effet de plein droit la qualité d’assujetti, au sens de l’article 4 du Code de la TVA, à l’égard de la cession habituelle de baˆtiments avec application de la TVA.

Bij de verhuur van oorspronkelijk voor de verkoop bestemde gebouwen dient de « beroepsoprichter » de onttrekking bedoeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 3o, van het BTW-Wetboek toe te passen op het tijdstip van effectieve aanvang van de huur. Naar aanleiding van de verkoop van dit gebouw binnen de in artikel 12, § 2, van het BTW-Wetboek gestelde termijn is de BTW die verschuldigd was bij de onttrekking opnieuw aftrekbaar. Bij de verkoop van een oorspronkelijk voor de verhuur bestemd gebouw binnen de termijn gesteld in artikel 12, § 2, van voormeld wetboek, is de BTW, geheven van de oprichting of in voorkomend geval van de verkrijging van het gebouw volledig aftrekbaar, in de mate dat deze nog niet in aftrek werd gebracht.

En cas de location d’un baˆtiment initialement destiné à la vente, le « promoteur immobilier » est tenu d’opérer le prélèvement visé à l’article 12, § 1er, alinéa 1er, 3o, du Code de la TVA, au moment du début effectif de la location. Lors de la cession de ce baˆtiment dans le délai visé à l’article 12, § 2, du Code de la TVA, la taxe qui était due lors du prélèvement devient de nouveau déductible. En cas de vente dans le délai visé à l’article 12, § 2, du code précité, d’un baˆtiment initialement destiné à la location, la TVA ayant grevé l’érection ou le cas échéant l’acquisition du baˆtiment est entièrement déductible, dans la mesure où celle-ci n’a pas encore été portée en déduction.

Er dient te worden opgemerkt dat de levering van gronden, overeenkomstig artikel 44, § 3, 1o, a), van het BTW-Wetboek in elk geval is vrijgesteld van de BTW. In voorkomend geval dient de enige verkoopprijs te worden opgesplitst.

Il y a lieu de remarquer que la livraison de terrains est toujours exemptée de la taxe conformément à l’article 44, § 3, 1o, a), du Code de la TVA. Le cas échéant, le prix de vente unique doit être ventilé.

Tot slot wens ik het geachte lid erop te wijzen dat een « beroepsoprichter » in de zin van artikel 12, § 2, van het BTW-Wetboek, niet gelijkgesteld wordt met een beroepsmatige aannemer, wiens economische activiteit bestaat uit het bouwen of verbouwen van onroerende goederen ter uitvoering van een aannemingscontract.

Enfin, je souhaite signaler à l’honorable membre que la notion de « promoteur immobilier » au sens de l’article 12, § 2, du Code de la TVA, n’est pas comparable à celle d’entrepreneur professionnel, dont l’activité économique consiste à construire ou rénover des biens immeubles en exécution de contrats d’entreprise.

Het « neutraliteitsbeginsel » houdt in dat in een economische kringloop waarvan alle schakels belast zijn, de BTW, dank zij het aftrekmechanisme, de finale prijs van een goed of van een dienst steeds met dezelfde druk treft, ongeacht het aantal handelingen die de levering aan de eindverbruiker zijn voorafgegaan.

Le « principe de neutralité » consiste en ce que, dans un circuit économique dont tous les stades sont taxés, la TVA frappe toujours, graˆce au mécanisme de la déduction, le prix final d’un bien ou d’un service d’une charge égale, quel que soit le nombre des opérations qui ont précédé la livraison au consommateur final.

Dit beginsel wordt in de door het geachte lid beoogde gevallen niet geschonden.

Ce principe n’est pas violé dans les cas visés par l’honorable membre.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8470

DO 2000200110647

DO 2000200110647

Vraag nr. 595 van de heer Philippe Seghin van 14 februari 2001 (Fr.) :

Question no 595 de M. Philippe Seghin du 14 février 2001 (Fr.) :

Europese Unie. — Vrije dienstverlening inzake hypothecaire leningen.

Union européenne. — Libre prestation de service en matière de prêt hypothécaire.

Onlangs werden in een televisieprogramma van France 2, « Argent public/Argent privé » (5 februari 2001), de risico’s van de vrije dienstverlening inzake financie¨le diensten benadrukt.

Une récente émission « Argent public/Argent privé », (France 2, 5 février 2001) a souligné les risques que peut présenter la libre prestation de service en matière de services financiers.

Het voorbeeld werd aangehaald van een Fransman die een hypothecaire lening is aangegaan bij een Duitse bank met een terugbetalingssysteem in fine. De betrokken akten werden in Duitsland verleden en de hypotheek werd in Frankrijk aangegaan. De lokale notaris kreeg slechts a posteriori kennis van de leningsakte en kon dus bijgevolg de leners niet van de specifieke clausules van een dergelijk contract op de hoogte brengen.

En l’occurrence, le cas d’un Français ayant souscrit un emprunt hypothécaire auprès d’une banque allemande avec système de remboursement in fine a été présenté. Les actes en cause ont été passés en Allemagne et les hypothèques prises en France. Le notaire local n’a eu à connaıˆtre de l’acte de prêt qu’a posteriori et n’aurait donc pu informer les emprunteurs des clauses particulières de ce type de contrat ...

In geval van voortijdige terugbetaling of afbetalingsmoeilijkheden zijn de leners, en dit tot op het einde van het contract, het volledig geleende bedrag verschuldigd, wat tot de financie¨le ondergang van heel wat gezinnen heeft geleid.

En cas de remboursement anticipé ou de difficultés de paiement, les emprunteurs doivent, jusqu’au terme du contrat, la totalité de la somme empruntée ce qui a conduit un certain nombre de ménages à la ruine.

Dit systeem van terugbetaling in fine is best denkbaar voor professionele leners maar is minder geschikt voor particulieren. Bovendien is gebleken, aan de hand van de getoonde voorbeelden, dat de in Frankrijk voor de consument bestaande beschermingsmechanismen niet van toepassing waren (bedenktijd, duidelijkheid omtrent de rentevoeten en de werkelijke kost van de lening, gebruikte taal, enz.).

Ce système de remboursement in fine peut se concevoir pour des emprunteurs professionnels mais plus difficilement pour des particuliers. En outre, il est apparu des exemples cités que les garde-fous mis en place en France pour protéger les consommateurs n’étaient pas d’application (délai de réflexion, précisions quant au taux et au couˆt réel du prêt, langue utilisée, etc.).

1. Werden gelijksoortige problemen ter kennis gebracht van uw diensten (EAI) of van de Dienst voor controle van de verzekeringen ?

1. Des problèmes semblables ont-ils été portés à la connaissance de vos services (IGE) ou de l’Office de controˆle des assurances ?

2. Welk recht ter bescherming van de consumenten of de leners is terzake van toepassing ?

2. Quel est le droit de protection des consommateurs ou des emprunteurs applicable en cette matière ?

3. De harmonisering van de reglementering op dit vlak is in de Europese Unie blijkbaar niet ver gevorderd.

3. Par ailleurs, l’harmonisation de la réglementation au sein de l’Union européenne n’est manifestement guère avancée en ce domaine.

Zou het niet efficie¨nter zijn om het principe van de vrije dienstverlening te bevestigen en de wetgeving van het land van herkomst van de consument/lener toe te passen ? Dit zou de mogelijkheid geven aan landen (zoals Frankrijk en Belgie¨) met een wetgeving die de consumenten beter beschermt, hun tradities in ere te houden en tegelijk de vrije dienstverlening niet te belemmeren.

Ne serait-il pas plus efficace de réaffirmer la libre prestation de service tout en imposant l’application de la loi du pays du consommateur/emprunteur ? Cela permettrait aux pays (comme la France et la Belgique) à législation plus protectrice de ne pas abandonner leurs traditions, tout en ne contrevenant pas à la libre prestation de service.

Antwoord : Aangezien de materie van de hypotheekkredieten onder de bevoegdheid van de minister voor Economische Zaken ressorteert, zal ik hem de vraag van het geachte lid voorleggen. (Vraag nr. 154 van 10 mei 2001.)

Réponse : E´tant donné que la matière des prêts hypothécaires ressort des compétences du ministre des Affaires économiques, je transmets la question de l’honorable membre à ce dernier. (Question no 154 du 10 mei 2001.)


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8471

DO 2000200110849

DO 2000200110849

Vraag nr. 634 van mevrouw Els Van Weert van 23 maart 2001 (N.) :

Question no 634 de Mme Els Van Weert du 23 mars 2001 (N.) :

Openingstaks voor jeugdhuizen.

Taxe d’ouverture des maisons de jeunes.

De gecoo¨rdineerde wetsbepalingen van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken leggen, naast cafés, tavernes, brasseries, restaurants enz., ook de jeugdhuizen een openingsbelasting op. Jeugdhuizen hebben echter niet tot doel winst te maken, maar er wordt wel graag een pintje gedronken.

Les dispositions de loi coordonnées du 3 avril 1953 en matière de débits de boissons fermentées imposent une taxe d’ouverture non seulement aux cafés, tavernes, brasseries, restaurants etc., mais aussi aux maisons de jeunes. Celles-ci n’ont pourtant pas pour objectif de faire du bénéfice, même, si on y boit volontiers de la bière.

Jeugdhuizen kunnen evenwel genieten van een uitzondering op deze belastingaanslag indien ze gedetailleerde ledenlijsten aanleggen en zich als privé-club profileren. Dit betekent dat ze alle jongeren die aan hun activiteiten willen participeren of die iets willen gebruiken in het jeugdhuis, een lidmaatschapsverplichting moeten opleggen. Het resultaat van deze verplichting is een bureaucratische rompslomp en een verhoogde drempel, wat geenszins het verwezenlijken van de doelstellingen van een jeugdhuis bevordert.

Les maisons de jeunes peuvent toutefois bénéficier d’une exonération de taxe si elles élaborent la liste détaillée de leurs membres et se présentent comme des clubs privés. Cela signifie qu’elles doivent imposer l’affiliation à tous les jeunes qui veulent participer à leurs activités ou utiliser leurs équipements. Cette obligation entraıˆne des tracasseries administratives et limite l’accès aux maisons de jeunes, ce qui ne favorise pas la réalisation de leurs objectifs.

Vrijstellingen, wijzigingen of afwijkingen met betrekking tot deze wetgeving worden op gewestelijk niveau beslist. De eventuele afschaffing van de openingstaks dient evenwel op federaal niveau beslist te worden.

Ce sont les régions qui décident d’exonérations, de modifications ou d’exceptions concernant cette législation. La suppression de cette taxe d’ouverture est toutefois du ressort de l’E´tat fédéral.

1. a) Is het correct dat u overweegt om de openingstaks af te schaffen ?

1. a) Est-il exact que vous envisagiez de supprimer la taxe d’ouverture ?

b) Is deze afschaffing enkel van toepassing op de jeugdhuizen of geldt deze voor alle slijterijen van gegiste dranken ?

b) Cette suppression concerne-t-elle uniquement les maisons de jeunes ou tous les débits de boissons fermentées ?

c) Wanneer treedt dit in voege ?

c) Quand cette mesure entrera-t-elle en vigueur ?

2. Indien dit niet zo is, bent u dan alsnog bereid om de afschaffing van de openingstaks in overweging te nemen ?

2. Si ce n’est pas le cas, pourriez-vous envisager la suppression de cette taxe ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hierna de gevraagde inlichtingen.

Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après les renseignements demandés.

1. Overeenkomstig artikel 3 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten is de openingsbelasting een gewestelijke belasting geworden. Dit betekent dat de gewesten bevoegd zijn om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van deze belasting te wijzigen.

1. Conformément à l’article 3 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, la taxe d’ouverture est devenue un impoˆt régional. Ceci signifie que les régions sont compétentes pour modifier le taux d’imposition, la base d’imposition et les exonérations de cet impoˆt.

De taak van de administratie der Douane en Accijnzen beperkt zich tot de inning van en de controle op de openingsbelasting.

La mission de l’administration des Douanes et Accises se limite à la perception et au controˆle de la taxe d’ouverture.

2. Elk initiatief tot gedeeltelijke of volledige wijziging van de aanslagvoet, de heffingsgrondslag of de

2. Toute initiative en vue de modifier partiellement ou totalement le taux d’imposition, la base d’impo-


2000

2001


1090

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8472

vrijstellingen dient op gewestelijk niveau te worden genomen.

sition ou les exonérations doit être prise au niveau régional.



Economie

Ećonomie

DO 2000200110597

DO 2000200110597

Vraag nr. 129 van de heer Fred Erdman van 9 februari 2001 (N.) :

Question no 129 de M. Fred Erdman du 9 février 2001 (N.) :

Brandverzekering. — Verhaal van de verzekerde op zijn verzekeraar.

Assurance incendie. — Recours de l’assuré contre son assureur.

In een arrest van het Hof van Cassatie van 25 februari 2000 heeft het Hof beslist dat de verzekerde die zich ten aanzien van zijn verzekeraar beroept op een betaling, niet alleen het bewijs moet leveren van de schade en de gebeurtenis die aan de basis ervan lag, maar ook moet bewijzen dat het ingetreden risico in het contract was overeengekomen en daarin niet uitgesloten was.

Dans un arrêt du 25 février 2000, la Cour de cassation a estimé que l’assuré qui réclame un paiement à son assureur doit non seulement apporter la preuve du dommage et de l’événement qui a été à l’origine de celui-ci mais doit également prouver que le risque qui est survenu était prévu dans le contrat et n’en était pas exclu.

In het bedoelde geval had de verzekeraar geweigerd de litigieuze schade te dekken en aangevoerd dat de dekking uitgesloten was ingeval de verzekerde opzettelijk de brand heeft aangestoken. In het licht van het bedoelde arrest zou dus de verzekerde het bewijs moeten leveren dat hij de kwestieuze brand niet heeft aangestoken, of in ieder geval niet opzettelijk heeft aangestoken. Dit komt neer op het leveren van een negatief bewijs, dat de gehele structuur en economie van een brandverzekering mogelijk op de helling stelt (destijds werden reeds clausules van « mysterious loss » geweerd uit polissen van verlies van goederen omdat deze de verzekerde verplichtten tot een negatieve bewijsvoering !).

En l’occurrence, l’assureur avait refusé de couvrir le dommage litigieux, considérant que la couverture était ` exclue si l’assuré mettait le feu intentionnellement. A la lumière de cet arrêt, il appartiendrait donc à l’assuré d’apporter la preuve qu’il n’a pas provoqué l’incendie ou, en tout cas, qu’il ne l’a pas fait intentionnellement. Ceci revient à imposer la charge d’une preuve négative, ce qui risque de remettre en question toute la structure et l’économie de l’assurance « incendie » (jadis, des clauses dites de « mysterious loss » ont déjà été retirées des polices relatives à la perte de biens parce qu’elles obligeaient l’assuré à apporter une preuve négative !).

1. Zijn er ingevolge dit arrest tussen u en de verzekeraars onderhandelingen gevoerd over een mogelijke aanpassing van de modelpolis brand ?

1. Avez-vous, à la suite de cet arrêt, négocié avec les assureurs à une adaptation éventuelle de la police type en matière d’incendie ?

2. a) Meent u niet dat door dit arrest de wederzijdse verhoudingen van partijen in het kader van een brandverzekering fundamenteel gewijzigd worden, hetgeen dus meebrengt dat een antwoord moet geboden worden op de impliciete verplichting (door dit arrest) op de verzekerde van een negatief bewijs te leveren ?

2. a) N’estimez-vous pas que cet arrêt modifie fondamentalement les rapports entre les parties dans le cadre d’une assurance « incendie », ce qui signifie qu’il conviendrait de répondre à l’obligation implicite (découlant de cet arrêt) pour l’assuré d’apporter une preuve négative ?


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8473

b) Moet dit eventueel niet opgevangen worden in een aanpassing van de basispremies ?

b) Ce problème ne devrait-il pas être réglé par le biais d’une adaptation de la prime de base ?

3. Meent u desbetreffende maatregelen te moeten treffen, daar waar in vele omstandigheden de kleine niet-kapitaalkrachtige verzekerde niet bij machte zal zijn het negatieve bewijs uit te bouwen, daar waar dit mogelijk gepaard zal gaan met bijkomende expertiseverrichtingen of uitvoerige juridische betwistingen ?

3. Estimez-vous devoir prendre des mesures en la matière, dès lors que, dans de nombreuses circonstances, le petit assuré peu fortuné ne sera pas en mesure d’apporter la preuve négative si cette charge exige des expertises supplémentaires ou est de nature à générer des contestations juridiques importantes ?

Antwoord : Alvorens te antwoorden op de vragen van het geachte lid, past het te verduidelijken wat volgt.

Réponse : Avant de répondre aux questions de l’honorable membre, il convient de préciser ce qui suit.

Het Hof van Cassatie stelde in verschillende arresten (19 februari 1965, 20 april 1978, 5 januari 1995 en 25 februari 2000) het principe dat de verzekerde die zich ten aanzien van zijn verzekeraar beroept op een betaling, niet alleen het bewijs moet leveren van de schade en de gebeurtenis die aan de basis ervan lag, maar ook moet bewijzen dat het ingetreden risico in het contract was overgenomen.

La Cour de cassation a, dans plusieurs arrêts (19 février 1965, 20 avril 1978, 5 janvier 1995 et 25 février 2000), posé le principe que l’assuré qui fait valoir à l’égard de son assureur le droit à un paiement doit non seulement apporter la preuve du dommage et de l’événement qui y a donné lieu mais aussi établir que le risque réalisé était celui prévu au contrat.

Dit principe stemt overeen met wat in artikel 1315, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald.

Ce principe correspond au prescrit des articles 1315, alinéa 1er, du Code civil et 870 du Code judiciaire.

In een groot aantal gevallen stelt de toepassing van dit principe geen probleem. Aldus zal het in het geval van een brandverzekering meestal volstaan te bewijzen dat de gebeurtenis zich werkelijk heeft voorgedaan en het bedrag van de geleden schade.

Dans un grand nombre de cas, l’application de ce principe ne pose pas de problème. Ainsi, dans une assurance incendie, il suffira le plus souvent de prouver la réalité de l’événement et le montant des dommages subis.

De verzekeringsovereenkomsten hebben weliswaar een beperkte reikwijdte en onderwerp. De beperkingen van de dekking kunnen heel dikwijls ofwel op positieve wijze (bijvoorbeeld « de overeenkomst dekt de schade tot een bedrag van 1 000 000 frank ») ofwel op negatieve wijze (bijvoorbeeld « de overeenkomst dekt geen schade die de 1 000 000 overstijgt ») worden uitgedrukt.

Les contrats d’assurance ont toutefois un objet et une portée limitée. Les limites de la couverture peuvent, très souvent, être exprimées de façon soit positive (par exemple « le contrat couvre les dommages jusqu’à un montant de 1 000 000 de francs »), soit négative (par exemple « le contrat ne couvre pas les dommages excédant 1 000 000 de francs »).

In het eerste geval beschrijft de clausule eenvoudigweg de dekking. In het tweede geval zal men het over een uitsluitingclausule hebben.

Dans le premier cas, la clause décrit simplement la couverture. Dans le second, on parlera de clause d’exclusion.

Men mag de bewijslast niet volledig op de verzekeraar leggen. Het zou inderdaad volstaan dat de verzekerde de verzekeringspolis inroept opdat hem, bij gebrek aan bewijs van het tegendeel door de verzekeraar, in om het even welke omstandigheden een vergoeding zou verschuldigd zijn.

On ne peut faire reposer la charge de la preuve entièrement sur l’assureur. Il suffirait en effet que l’assuré produise la police pour que l’indemnité lui soit due pour n’importe quelle circonstance à défaut de preuve contraire par l’assureur.

Men kan evenmin bepalen dat het bewijs van uitsluiting bij de verzekeraar berust. De hoger aangehaalde voorbeelden tonen inderdaad aan dat het zou volstaan om de bepalingen van de overeenkomst in positieve zin te veranderen om deze last opnieuw op de verzekerde te leggen.

On ne peut davantage prévoir que la preuve d’une exclusion repose sur l’assureur. Les exemples cités cidessus montrent en effet qu’il suffirait de tourner de manière positive les stipulations du contrat pour faire à nouveau reposer cette charge sur l’assuré.

Sommige rechtsopvattingen in het buitenland (onder meer in Frankrijk en Zwitserland) hebben er

Certaines jurisprudences étrangères (notamment française et suisse) s’y sont essayées. L’étude de ces


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8474

zich aan gewaagd. De studie van deze rechtspraken toont aan dat de gekozen oplossingen, die het onderscheid maken tussen clausules van rechtstreekse en onrechtstreekse uitsluiting, verre van de wenselijke volledige duidelijkheid en rechtszekerheid scheppen.

jurisprudences montre que les solutions retenues, qui ont une distinction entre clauses d’exclusion directes et indirectes, sont loin d’apporter toute la clarté et toute la sécurité juridique souhaitables.

Wat meer in het bijzonder het opzettelijk schadegeval betreft, is er alle reden om enkele aanvullende preciseringen aan te brengen.

En ce qui concerne plus particulièrement le cas du sinistre volontaire, il y a lieu d’apporter quelques précisions complémentaires.

Het arrest van 25 februari 2000 baseert zich op de schending van artikel 1315 van het Burgerlijk Wetboek en van artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek en niet op de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. De feiten gaan immers terug tot een periode waarin deze wet nog niet van kracht was.

L’arrêt du 25 février 2000 se base sur la violation des articles 1315 du Code civil et 870 du Code judiciaire et non sur la base de la loi du 25 juin 1992 relative au contrat d’assurance terrestre. Les faits remontent en effet à une période où cette loi n’était pas encore en vigueur.

Sindsdien verbeterde artikel 8, eerste lid, van deze wet de situatie van de consumenten. Deze tekst bepaalt inderdaad dat « Niettegenstaande enig andersluidend beding, kan de verzekeraar niet verplicht worden dekking te geven aan hem die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt ». Er is dus enkel uitsluiting indien de verzekeringsnemer zelf de schade heeft veroorzaakt. Voordien was het gangbaar dat de verzekeringsovereenkomsten iedere schade uitsloten, door wie dan ook opzettelijk veroorzaakt.

Depuis lors, l’article 8, alinéa 1er, de cette loi a amélioré la situation des consommateurs. Ce texte dispose en effet que « Nonobstant toute convention contraire, l’assureur ne peut être tenu de fournir sa garantie à l’égard de quiconque a causé intentionnellement le sinistre ». Il n’y a donc d’exclusion que si le bénéficiaire de l’assurance lui-même a provoqué le sinistre. Auparavant, il était courant que les contrats d’assurance excluent tout sinistre provoqué intentionnellement par quiconque.

De wijziging die door de wet van 25 juni 1992 werd geı¨ntroduceerd, herleidt het aantal uitsluitingsgevallen en vergemakkelijkt de bewijslast voor de verzekerde. Men aanvaardt immers dat deze laatste vermoedens kan doen gelden, die zijn eis geloofwaardigheid geven, en dat de verzekeraar die vermoedens dan maar moet weerleggen.

La modification introduite par la loi du 25 juin 1992 réduit le nombre de cas d’exclusion et facilite la charge de la preuve pour l’assuré. On admet en effet que celuici puisse faire valoir des présomptions rendant vraisemblablement sa demande à charge pour l’assureur de renverser ces présomptions.

En tenslotte moet een onderscheid worden gemaakt tussen het stelsel van de uitsluitingsclausule en dat van de grove schuld (artikel 8, tweede alinea, van de hoger genoemde wet van 25 juni 1992) en het verval van het recht op uitkering (artikel 11 van dezelfde wet).

Enfin, le régime de clause d’exclusion doit être distingué de celui des fautes lourdes (article 8, alinéa 2, de la loi du 25 juin 1992 précitée) et des déchéances (article 11 de la même loi).

Zowel in het ene als in het andere geval is de vergoeding in principe door de verzekeraar verschuldigd, maar deze kan zich aan zijn verplichting onttrekken, ofwel omdat de verzekerde grove schuld treft, zoals in de overeenkomst vermeld (artikel 8, tweede lid), ofwel omdat hij aan een door de overeenkomst opgelegde verplichting in verband met de schade (artikel 11) niet voldeed. In het ene en in het andere geval, vinden zowel de rechtsleer als de rechtspraak dat de verzekeraar de bewijslast moet leveren. Dit principe is te vergelijken met de bepaling van artikel 1315, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Dans l’un et l’autre cas, l’indemnité est en principe due par l’assureur, mais celui-ci peut s’exonérer de son obligation parce que soit l’assuré a commis une faute lourde énoncée au contrat (article 8, alinéa 2), soit a manqué à une obligation déterminée imposée par le contrat et en relation avec le sinistre (article 11). Dans l’un et l’autre cas, la doctrine et la jurisprudence estiment que la charge de la preuve incombe à l’assureur. Ce principe est à rapprocher du prescrit de l’article 1315, alinéa 2, du Code civil.

Op de vragen die door het geachte lid worden gesteld, kan ik antwoorden wat volgt.

En ce qui concerne les questions posées par l’honorable membre, je puis répondre ce qui suit.

1. Op gebied van brandverzekering bestaat er geen typecontract. Het koninklijk besluit van 24 december

1. Il n’existe pas de contrat-type en matière d’assurance incendie. L’arrêté royal du 24 décembre 1992


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8475

1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s betreft, legt het minimumniveau van dekking vast dat de brandverzekeringsovereenkomsten moeten inhouden. Via een wijziging van dit besluit kan men geen omkering van de bewijslast invoeren wat de uitsluitingen betreft. Deze wijziging kan slechts bij wet worden ingevoerd.

réglementant l’assurance contre l’incendie et d’autres périls, en ce qui concerne les risques simples, établit le niveau de couverture minimal que doivent comporter les contrats d’assurance incendie. Il n’est pas possible, par une modification de cet arrêté, d’introduire un renversement de la charge de la preuve en ce qui concerne les exclusions. Cette modification ne peut être introduite que par une loi.

2. a) Van al wat voorafgaat, lijkt mij dat de regels die door de wet van 25 juni 1992 worden ingevoerd, de verzekerde op het gebied van uitsluiting, grove schuld en verval doeltreffend beschermen. Het gebeurt slechts uitzonderlijk dat de verzekerde een « negatief » bewijs zal moeten leveren. Men kan ook veronderstellen dat de verzekerde in de meeste gevallen beter geplaatst is dan de verzekeraar om de bewijselementen of de vermoedens aan te brengen op grond waarvan de rechter kan aantonen dat de schade wel degelijk tot het toepassingsveld van de verzekeringsovereenkomst behoort.

2. a) De ce qui précède, il me paraıˆt que les règles introduites par la loi du 25 juin 1992 protègent efficacement l’assuré en matière d’exclusion, de faute lourde et de déchéance. Ce n’est qu’exceptionnellement que l’assuré devra apporter une preuve « négative ». On peut aussi penser que l’assuré est, dans la plupart des cas, mieux placé que l’assureur pour apporter les éléments de preuve ou les présomptions permettant au juge d’établir que le sinistre entre bien dans le champ du contrat d’assurance.

b) Met het oog op de bepalingen van het Europees recht, prevaleert de volledige tariefvrijheid op het gebied van het vaststellen van de brandverzekeringspremies. Het staat vast dat deze premies door de verzekeringsmaatschappijen naar gelang van al de omstandigheden worden vastgesteld, en meer bepaald in functie van het aantal klachten die niet tot een vergoeding leiden.

b) En raison des dispositions du droit européen, c’est la liberté tarifaire complète qui prévaut en matière de fixation des primes des assurances contre l’incendie. Il est certain que celles-ci sont fixées par les entreprises d’assurances en fonction de toutes les circonstances et notamment en fonction du nombre de réclamations n’aboutissant pas à une indemnisation.

Een wijziging van de bewijslast die tot gevolg zou hebben dat meer betwistbare gevallen moeten vergoed worden, zou heel waarschijnlijk een verhoging van de premies tot gevolg hebben.

Une modification de la charge de la preuve qui aurait pour conséquence de rendre plus fréquente l’indemnisation de cas litigieux entraıˆnerait très probablement une hausse des primes.

3. Vermits de opzettelijke schadegevallen dikwijls handelsrisico’s en industrie¨le risico’s betreffen, mag men vrezen dat een wijziging, zoals hoger aangehaald, een overdracht van de particuliere risicopremies naar de industrie¨le risico’s of handelsrisico’s met zich zou meebrengen, waar de concurrentie en de druk op de premies nog harder is.

3. Comme les sinistres volontaires concernent plus souvent les risques commerciaux et industriels, on peut craindre qu’une modification telle que citée cidessus n’entraıˆne un transfert des primes des risques des particuliers vers ces risques commerciaux ou industriels pour lesquels la concurrence et la pression sur les primes sont plus fortes.

DO 2000200110878

DO 2000200110878

Vraag nr. 143 van de heer Martial Lahaye van 27 maart 2001 (N.) :

Question no 143 de M. Martial Lahaye du 27 mars 2001 (N.) :

Kleine autodealers. — Concessie.

Petits concessionaires automobiles. — Concession.

De federatie van Belgische garagisten Fegarbel trekt aan de alarmbel. In 2000 moesten vele kleinere autodealers hun concessie afgeven. Er zou aan die beweging op de markt nog geen eind komen. Autoconstructeurs willen namelijk grotere concessies.

Fegarbel, la fédération des garagistes belges, tire la sonnette d’alarme. En 2000, de nombreux petits concessionnaires ont duˆ remettre leur concession. Cette évolution du marché devrait se poursuivre car les constructeurs automobiles souhaitent de plus grosses concessions.


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8476

Omdat ons land een niet-onbelangrijke KMOtraditie heeft en met het behoud van de vrije mededinging op het vlak van de autoverkoop voor ogen, vernam ik graag of u overwoog om hierin regulerend op te treden.

Notre pays comptant traditionnellement de nombreuses PME et compte tenu de la nécessité de garantir la libre concurrence dans le domaine de la vente automobile, pourriez-vous me préciser si vous avez l’intention de prendre certaines mesures dans ce cadre ?

Antwoord : Ik heb inderdaad, zoals het geachte lid stelt, vernomen dat er een beweging is in de automobielmarkt waarbij vele kleine autodealers hun concessie moeten afgeven en dat autoconstructeurs grotere concessies betrachten.

Réponse : Comme l’affirme l’honorable membre, j’ai en effet appris que le marché de l’automobile est en plein bouleversement dans le sens où bon nombre de petits distributeurs de voitures se voient obligés de céder leur concession et où les constructeurs d’automobiles préconisent des concessions plus grandes.

Ik had het geachte lid graag op het regulerend kader en de evolutie ervan gewezen.

Je souhaiterais dresser pour l’honorable membre le cadre régulateur et l’évolution en la matière.

De Europese Commissie heeft in 1995 een verordening vastgesteld voor distributie- en serviceovereenkomsten voor motorvoertuigen. Deze verordening vervalt op 30 september 2001.

En 1995, la Commission européenne a fixé un règlement relatif aux accords de distribution et de service de vente pour les véhicules. Ce règlement vient à échéance le 30 septembre 2001.

De Europese Commissie heeft een evaluatieverslag opgesteld met betrekking tot de toepassing van deze verordening en heeft een publieke hoorzitting georganiseerd, waar verschillende belangengroepen uit de sector de mogelijkheid kregen hun opmerkingen te geven.

La Commission européenne a rédigé un rapport d’évaluation relatif à ce règlement et a organisé une audience publique au cours de laquelle les divers groupes d’intérêts du secteur ont eu la possibilité de faire connaıˆtre leurs remarques.

De Europese Commissie werkt momenteel aan een beleidsvoorstel met betrekking tot het toekomstig systeem voor de distributie van motorvoertuigen, rekening houdend met het evaluatieverslag en met de opmerkingen van de sector hierop.

La Commission européenne se penche actuellement sur un projet de politique destiné à instaurer un système pour la distribution des véhicules à moteur qui tient compte du rapport d’évaluation et des remarques du secteur en la matière.

Op het moment dat de Europese Commissie het nieuwe mededingingsbeleid met betrekking tot de distributie van motorvoertuigen voorstelt, zal de afdeling Prijzen en Mededinging van mijn departement een formele consultatie verrichten in Belgie¨ zodat alle belangengroepen uit de sector hun standpunt omtrent het toekomstige beleid kunnen weergeven.

Lorsque la Commission européenne aura présenté la nouvelle politique concurrentielle en matière de distribution des véhicules à moteur, la division Prix et Concurrence de mon département procédera, en Belgique, à une consultation formelle de sorte que tous les groupes d’intérêts du secteur puissent émettre leur point de vue quant à la politique à mener à l’avenir.

Bij het opstellen van een Belgisch standpunt ten aanzien van het toekomstig mededingingsbeleid van de Europese Unie met betrekking tot de autodistributie zal eveneens rekening gehouden worden met de belangen van de kleine en middelgrote ondernemingen.

Le point de vue qui sera émis par la Belgique quant à la politique future de l’Union européenne en matière de concurrence dans le secteur de la distribution automobile tiendra ainsi compte des intérêts des petites et moyennes entreprises.

DO 2000200110889

DO 2000200110889





1. Kan de minister meedelen of hij op welke wijze dan ook, contractueel, bij onderhandse overeenkomst, bij aanbesteding of welk ander middel ook, gebruik heeft gemaakt, gebruik maakt of in het kader van een op het ogenblik dat deze vraag bij de minister toekomt

1. Le ministre peut-il faire savoir si, de quelque manière que ce soit, par contrat ou par acte sous seing privé, par adjudication ou par quelque autre voie que ce soit, il a fait appel, fait appel ou fera encore appel, dans le cadre d’un accord négocié au moment de la


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8477

onderhandelde overeenkomst nog zal gebruik maken van diensten van welke aard ook van de heer Noe¨l Slangen, de ondernemingen Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife of enige andere vennootschap waarachter de heer Slangen schuilgaat of waarin hij als tussenpersoon of anderszins is opgetreden of zal optreden ?

réception de la présente question, aux services, de quelque nature qu’ils soient, fournis par M. Noe¨l Slangen, les sociétés Slangen & Partners, Focus & Slangen, SLIM Jobvertising, Netlife ou toute autre société derrière laquelle se cacherait M. Slangen ou au nom de laquelle il est intervenu ou interviendra en tant qu’intermédiaire ou d’une autre manière ?



Antwoord : In antwoord op de gestelde vraag kan ik het volgende laten weten.

Réponse : En réponse à la question posée, je puis faire savoir ce qui suit.

1. Mijn departement heeft geen enkele overeenkomst met de vermelde vennootschappen gesloten.

1. Mon département n’a passé aucun contrat avec les sociétés citées.

2. Zonder voorwerp.

2. Sans objet.

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 2000200110889

DO 2000200110889











1. Mijn departement heeft geen enkele overeenkomst met de vermelde vennootschappen gesloten.

1. Mon département n’a passé aucun contrat avec les sociétés citées.

2. Zonder voorwerp.


2. Sans objet.

2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8478

Grootstedenbeleid

Politique des grandes villes

DO 2000200110889

DO 2000200110889











1. Ik heb geen enkele overeenkomst met de vermelde vennootschappen gesloten.

1. Je n’ai passé aucun contrat avec les sociétés citées.

2. Zonder voorwerp.

2. Sans objet.

Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken DO 2000200110889

DO 2000200110889








2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8479

2. Voor welk brutobedrag werden deze diensten in welke begrotingspost ingeschreven ? Antwoord : Het kabinet van de staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken heeft geen gebruik gemaakt van de diensten van de heer Noe¨l Slangen of van de aan hem verbonden ondernemingen.

2. Sous quel poste budgétaire et pour quels montants bruts ces services ont-ils été comptabilisés ? Réponse : Le cabinet du secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères n’a pas fait usage des services de M. Noe¨l Slangen ou de l’une de ses firmes.



DO 2000200110941

DO 2000200110941

Vraag nr. 46 van de heer Francis Van den Eynde van 11 april 2001 (N.) : Wet om het beleid van ontwikkelingssamenwerking te toetsen aan de eerbied van de rechten van de mens. — Uitvoeringsbesluiten. Op 7 februari 1994 werd een wet goedgekeurd met het oog op het toetsen van het beleid van ontwikkelingssamenwerking aan de eerbied voor de rechten van de mens. Ze werd gepubliceerd op 13 september 1994 en de inwerkingtreding werd voor 23 september 1994 voorzien. Op 17 september 2000 kwam er een wijziging en deze werd gepubliceerd op 16 december 2000. Er kwamen nog steeds geen uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de betrokken wet. 1. Is de regering zich hiervan bewust ?

Question no 46 de M. Francis Van den Eynde du 11 avril 2001 (N.) : Loi pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. — Arrêtés d’exécution. Le 7 février 1994, une loi a été adoptée pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. Elle a été publiée le 13 septembre 1994 et son entrée en vigueur était prévue pour le 23 septembre 1994.

2. Welke maatregelen werden er getroffen om zo spoedig mogelijk het nodige te doen ? 3. Vreest de regering dat de Belgische ontwikkelingshulp drastisch zou moeten herbekeken worden nadat hij de toets van deze wet ondergaan heeft ? Antwoord : Het geachte lid gelieve hieronder de antwoorden te vinden. 1. De wet van 7 februari 1994 (inzake het toetsen van de ontwikkelingssamenwerking aan de eerbied van de rechten van de mens) wil bijdragen tot het verbeteren van de naleving van de mensenrechten in de landen waarmee Belgie¨ een samenwerkingsovereenkomst heeft. Uit de jaarlijkse verslagen over de naleving van de mensenrechten in deze landen dienen trends te worden afgeleid die basismateriaal zijn voor de orie¨ntatie van het te voeren ontwikkelingsbeleid. 2. De wet van 7 februari 1994 vraagt in dat verband enkel dat de regering drie maanden na afkondiging


2000

Le 17 septembre 2000, la loi a été modifiée et cette modification a été publiée le 16 décembre 2000. Il n’y a pas encore eu d’arrêtés d’exécution portant sur cette loi. 1. Le gouvernement est-il conscient de cette situation ? 2. Quelles mesures ont été prises pour que le nécessaire soit fait le plus rapidement possible ? 3. Le gouvernement craint-il que l’aide au développement accordée par la Belgique ne doive être revue de manière drastique lorsqu’elle aura été soumise à l’évaluation prévue par cette loi ? Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses. 1. L’objectif de la loi du 7 février 1994 (sur le controˆle de la coopération à la lumière du respect des droits de l’homme) était d’améliorer le respect des droits de l’homme dans les pays avec lesquels la Belgi` partir des que a signé un accord de coopération. A rapports annuels sur le respect des droits de l’homme dans ces pays, il faut définir des tendances qui pourraient orienter notre politique de coopération. 2. Dans ce cadre, la loi du 7 février 1994 se limite à stipuler que le gouvernement doit présenter à la Cham-

2001


1091

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8480

van deze wet een beleidsnota neerlegt in de Kamer en Senaat. Dat is ook gebeurd in het voorjaar 1995. Verder vraagt de wet van 7 februari 1994 een jaarlijks verslag met « specifieke beleidsconclusies » dat voor 31 maart dient overgelegd te worden aan Kamer en Senaat. 3. In het verleden werkten het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en het algemeen bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking samen bij het opstellen van deze jaarlijkse verslagen. Deze werden in het verleden onregelmatig ingediend. Deze regering heeft in december 2000 aan Kamer en Senaat het « Mensenrechtenverslag 1999 » overgemaakt. 4. De problematiek van de kinderrechten — zoals deze in de wetswijziging van 17 september 2000 werd vastgelegd — vormt een onderdeel van de mensenrechtenverslagen. 5. Algemener gesteld dient een ontwikkelingsbeleid dat mensenrechten centraal stelt aandacht te hebben voor drie niveaus waarop ze kan inspelen, namelijk het nationale, het internationale en het plaatselijke niveau. Op al deze niveaus is de Belgische hulp reeds actief : of het nu gaat om steun aan het internationale normatieve kader en monitoring, aan de nationale programma’s voor het verbeteren van het recht op ontwikkeling, of de steun aan niet-gouvernementele organisaties om de rechten en vrijheden af te dwingen. 6. Meer specifiek in de partnerlanden van de Belgische samenwerking — waarvan de criteria voor de keuze ervan bij wet zijn vastgelegd en waarvan de keuze bij koninklijk besluit op 25 juni 2000 werd bepaald — worden zowel bij de keuze van partners als bij de keuze van ontwikkelingsinstrumenten (projecthulp, sectorbrede programma’s, budgetsteun, technische assistentie, uitwisseling en dergelijke) rekening gehouden met een aan de actualiteit aangepaste mensenrechtenbenadering van de Belgische hulp.

bre et au Sénat une note de politique trois mois après sa promulgation, ce qui a été fait au printemps 1995. En outre, la loi du 7 février 1994 demande de rédiger un rapport annuel contenant des « conclusions politiques spécifiques ». Ce rapport doit être présenté à la Chambre et au Sénat avant le 31 mars. 3. Dans le passé, les ministères des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement rédigeaint les rapports annuels en collaboration avec la direction générale de la Coopération au développement. Ces derniers étaient introduits de façon irrégulière. Le gouvernement actuel a présenté à la Chambre et au Sénat le « Rapport des droits de l’homme 1999 » au mois de décembre 2000. 4. La problématique des droits de l’enfant — telle que définie par la loi révisée du 17 septembre 2000 — est un chapitre des rapports sur les droits de l’homme.



Energie

Eńergie

5. De façon générale, une politique de coopération qui met l’accent sur les droits de l’homme, doit s’attacher à trois niveaux d’action, notamment aux niveaux international, national et local. L’aide belge est active à tous ces niveaux qu’il s’agisse de l’aide au cadre normatif international et du monitoring, de programmes nationaux visant à renforcer le droit au développement ou de l’aide aux organisations nongouvernementales en vue de forcer le respect des droits et des libertés. 6. Plus précisément, en ce qui concerne les pays partenaires de la coopération belge (les critères de sélection sont stipulés par la loi et la liste a été identifiée par l’arrêté royal du 25 juin 2000) il faut adopter, aussi bien pour le choix des pays partenaires que pour celui des instruments de développement (aide aux projets, programmes par secteurs, aides budgétaires, assistance technique, échanges, etc.), une approche des droits de l’homme adaptée aux réalités.

DO 2000200110908

DO 2000200110908

Vraag nr. 31 van de heer Lode Vanoost van 30 maart 2001 (N.) : NMBS. — Elektriciteitsverbruik. — Groene elektriciteitsproductie. Sinds 1 januari 2000 zijn de Nederlandse Spoorwegen (NS) de grootste afnemer van groene stroom in

Question no 31 de M. Lode Vanoost du 30 mars 2001 (N.) : SNCB. — Consommation d’électricité. — Production d’electricité verte. Depuis le 1er janvier 2000, les chemins de fer néerlandais (NS) sont devenus les plus gros consom-


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8481

Nederland met een verbruik van 75 miljoen kilowattuur (kWh), ongeveer 5 % van het totale NS-verbruik van 1 500 miljoen kWh. Groene stroom wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen zoals water, wind, zon, afval en biomassa. Het geeft bovendien een extra groene dimensie aan het gebruik van de trein in Nederland. Door deze afname stimuleert de NS daarnaast ook de rentabiliteit van deze stroomproductie. Groene stroom kan zo goedkoper worden en interessanter voor andere gebruikers.

mateurs d’électricité verte aux Pays-Bas, avec une consommation de 75 millions de kilowattheures (kWh), soit environ 5 % de la consommation totale des NS qui s’élève à 1 500 millions de kWh. L’électricité verte est produite au départ de sources d’énergie durables telles que l’eau, le vent, le soleil, les déchets et la biomasse. En outre, les transports ferroviaires acquièrent de la sorte une dimension « verte » supplémentaire. En consommant cette électricité verte, les NS améliorent en outre la rentabilité de ce type de production d’électricité. L’électricité verte devient ainsi moins couˆteuse et plus intéressante pour d’autres consommateurs.

De NMBS heeft een jaarlijks stroomverbruik van 1 250 miljoen kWh, iets minder dan de NS, nog altijd goed voor de jaarproductie van een kleine kerncentrale of een grote klassieke centrale. Om de omvang van dit verbruik te schatten, een klassieke gloeilamp (geen spaarlamp) die een jaar lang permanent brandt verbruikt 525 kWh.

La SNCB consomme annuellement environ 1 250 millions de kWh, soit un peu moins que les NS, mais cela représente néanmoins la production annuelle d’une petite centrale nucléaire ou d’une grande centrale classique. Pour se donner une idée de l’ampleur de cette consommation, sachons qu’une ampoule classique (non économique) qui est allumée en permanence durant une année consomme environ 525 kWh.

Als grote elektriciteitsafnemer is de NMBS goed geplaatst om met de elektriciteitsproducenten bepaalde afspraken te maken, de klant is immers koning. De NMBS kan er bovendien mee uitpakken om het ecologisch voordeel van de trein extra in de verf te zetten.

En tant que grande consommatrice d’électricité, la SNCB est bien placée pour négocier certains contrats avec les producteurs d’électricité puisque le client est roi. En outre, la SNCB pourra en outre se prévaloir de cette situation pour mettre en exergue les avantages écologiques du transport ferroviaire.

1. Kan het overheidsbedrijf NMBS niet gestimuleerd worden om een deel van zijn elektriciteitsverbruik uit groene stroom te betrekken, bijvoorbeeld door het toestaan van gunsttarieven ?

1. Ne pourrait-on inciter l’entreprise publique SNCB à utiliser de l’électricité verte pour une partie de sa consommation électrique, par exemple en lui accordant un tarif préférentiel ?

2. a) Hoe groot is de groene elektriciteitsproductie in Belgie¨ op dit ogenblik ?

2. a) Que représente à l’heure actuelle la production d’électricité verte en Belgique ?

b) Zou een groot afnemer als de NMBS op dit ogenblik een stimulerende invloed kunnen uitoefenen op de productie van groene stroom ?

b) Un gros consommateur comme la SNCB pourraitil exercer une influence pour stimuler la production d’électricité verte ?

Antwoord : Als antwoord op de vraag van het geachte lid, bevestig ik hierbij mijn belangstelling voor de maatregelen die genomen zijn door de Nederlandse Spoorwegen (NS) ten gunste van het gebruik van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen (groene stroom). Hierbij verzoek ik hem het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Réponse : Comme suite à la question de l’honorable membre, je tiens à confirmer mon intérêt pour les mesures telles que celles prises par les chemins de fer néerlandais (NS) en faveur de l’électricité produite à partir de sources d’énergie renouvelable (« électricité verte »). De manière plus particulière, je le prie de trouver ci-après la réponse aux différents points soulevés.

1. De federale en de gewestelijke overheden hebben samen beslist de productie van groene stroom te ondersteunen in het kader van de gewestelijke bevoegdheden, of de federale bevoegdheid voor de productie op zee, via de toekenning van groenestroomcertificaten.

1. Il a été décidé entre les autorités fédérale et régionales que la production d’électricité verte sera soutenue dans le cadre des compétences régionales, ou fédérale pour la production en mer, par l’attribution de certificats verts.

Momenteel is aldus opgewekte elektriciteit een stuk duurder en wil men deze energievorm competitief

Actuellement le couˆt de l’électricité produite de cette manière est plus élevé et afin de la rendre compétitive,


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8482

maken, dan is het nodig daarvoor subsidies toe te kennen. De benadering in Belgie¨ bestaat erin de elektriciteitsleveranciers de verplichting op te leggen een bepaald percentage groene stroom aan te kopen, zo niet worden zij daarvoor beboet.

des subsides sont nécessaires. L’approche adoptée en Belgique consiste à imposer aux fournisseurs d’électricité un pourcentage minimal d’electricité verte sous peine de pénalités.

Op het vlak van energieverbruik bestaan er echter geen dergelijke maatregelen. De verplichting voor een bepaalde verbruiker om een minimum aan groene stroom te verbruiken omvat immers verschillende aspecten. Enerzijds zou de meerkost voor deze verbruiker moeten gecompenseerd worden door subsidies, hetgeen in het Europese kader moeilijk aanvaardbaar zou zijn. Anderzijds dient rekening te worden gehouden met de beschikbare productiecapaciteit. Daarom kan men het gebruik van groene stroom beter beschouwen als een gemeenschappelijke inspanning om de belasting van het milieu te verminderen.

Au niveau de la consommation d’énergie, il n’y a par contre pas de mesures envisagées. L’obligation pour un consommateur précis de consommer un minimum d’électricité verte doit être considérée sous plusieurs aspects. D’une part, la surcharge pécuniaire pour ce consommateur devrait être compensée par des subsides, ce qui est difficilement acceptable dans le cadre européen. D’autre part, il est nécessaire de tenir compte des capacités de production disponibles. Il est donc plus intéressant de considérer l’utilisation d’électricité verte comme un effort commun en vue de réduire l’atteinte à l’environnement.

2. a) Om een exact cijfer te kunnen geven betreffende de groenestroomproductie in Belgie¨ dienen tal van individuele gegevens te worden samengebracht en moet iedereen tevens dezelfde definitie hanteren, hetgeen nog steeds niet altijd het geval is.

2. a) Afin de connaıˆtre le chiffre exact de la production d’électricité verte en Belgique, de nombreuses données individuelles doivent être rassemblées et une définition semblable doit être adoptée par tous, ce qui n’est pas encore toujours le cas.

Als voorbeeld kan men aanhalen dat nog steeds besprekingen worden gevoerd tussen de gewesten teneinde te bepalen hoeveel van de stroomproductie, opgewekt uit afval, als hernieuwbaar kan worden beschouwd.

Ainsi par exemple, des discussions sont encore en cours au niveau des régions en vue de déterminer la part de l’électricité produite à partir de déchets qui peut être considérée comme renouvelable.

Naargelang men al dan niet rekening houdt met afvalverbranding, kan de groene stroomproductie geraamd worden tussen 800 GWh en 350 GWh voor 1999.

En fonction de la prise en compte ou non de la combustion des déchets, la production d’électricité verte peut être estimée entre 800 GWh et 350 GWh pour 1999.

Energie uit het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen kan alvast niet genieten van de betoelagingsmechanismen van hernieuwbare energiee¨n. Verscheidene projecten die momenteel lopen op federaal en gewestelijk vlak zullen bijdragen tot een aanzienlijke toename van deze productie.

L’énergie produite par l’incinération des déchets ménagers ne peut pas bénéficier des mécanismes de soutien aux énergies renouvelables. Les divers projets en cours au niveau fédéral et des régions vont permettre d’augmenter considérablement cette production.

Op het einde van het jaar 2000 werd er op mijn initiatief een besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ten behoeve van de installatie van windmolenparken in zee waarbij rekening werd gehouden met andere wettelijke belangen en met milieuaspecten.

Fin de l’année 2000, un arrêté a été publié au Moniteur belge à mon initiative, permettant la mise en place de parcs d’éoliennes en mer dans le respect des autres intérêts légitimes et préoccupations environnementales.

Een windmolenpark in de Noordzee met een vermogen van 100 MW zou bijvoorbeeld moeten leiden tot een jaarlijkse toename van de groene stroomproductie met 300 GWh. Er zijn twee aanvragen ingediend met het oog op dergelijke installaties en de eerste analyses ter zake zijn reeds begonnen.

Un parc d’éoliennes en mer du Nord d’une puissance de 100 MW devrait par exemple permettre d’augmenter la production annuelle d’électricité verte de près de 300 GWh. Deux demandes pour de telles installations ont été introduites et font l’objet des premières analyses.

b) Op dit ogenblik kan een groot verbruiker als de NMBS een belangrijke rol spelen bij het gebruik van groene stroom indien in haar contracten voor

b) Actuellement un consommateur de la taille de la SNCB peut jouer un roˆle important dans l’utilisation d’électricité verte par la mention dans ses


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8483

levering van elektriciteit vermeld wordt dat een deel ervan moet opgewekt zijn uit hernieuwbare energiebronnen. Dit kan echter enkel op vrijwillige basis gebeuren want er bestaat geen enkel wettelijk kader waarin dergelijke verplichting is voorzien.


2000

contrats de fourniture d’électricité de l’obligation qu’une part de celle-ci soit générée à partir de sources d’énergie renouvelable. Ceci ne peut cependant qu’être volontaire, aucun cadre légal n’existant dans ce domaine.

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8485

IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse

Eerste minister Premier ministre 1

2000200110889 29- 3-2001

62

Gerolf Annemans

Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten. Département. — Cabinet. — Contrats.

8413

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 8

2000200110889 29- 3-2001

191

Gerolf Annemans

* Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten. Département. — Cabinet. — Contrats.

8389

1

2000200110890 29- 3-2001

192

Tony Smets

Langdurig werklozen. — Mobiliteitstoeslagen. — Kinderopvangtoeslagen. Choˆmeurs de longue durée. — Complément de mobilité. — Complément de garde d’enfants.

8414

1

2000200110914

4- 4-2001

195

Jo Vandeurzen

OCMW. — Terbeschikkingstelling contractuele personeelsleden van derden. CPAS. — Mise à disposition de tiers de membres du personnel contractuels.

8419

1

2000200110942 12- 4-2001

196

Jo Vandeurzen

Lokale besturen. — Terbeschikkingstelling contractuele personeelsleden van derden. Administrations locales. — Personnel contractuel mis à la disposition de tiers.

8421

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 1

2000200110795

9- 3-2001

124

Mme Claudine Drion

Voor « preventieve diplomatie » uitgetrokken begrotingskrediet. Ligne budgétaire « diplomatie préventive ».

8423

1

2000200110796

9- 3-2001

125

Mme Claudine Drion

Rechten van de Koerden in het partnerschap met het oog op de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Droit des Kurdes dans le partenariat d’adhésion de la Turquie à l’Union européenne.

8424

1

2000200110864 26- 3-2001

130

Francis Van den Eynde

Turkije. — Proces tegen een mensenrechtenactivist. Turquie. — Procès intenté contre un militant des droits de l’homme.

8425

1

2000200110835

3- 4-2001

132


Carrousel in de diplomatie. Carrousel des nominations diplomatiques.

8427

1

2000200110911

4- 4-2001

133

Jef Valkeniers

Iran. — Schending mensenrechten. Iran. — Violation des droits de l’homme.

8428


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8486

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

2000200110941 11- 4-2001

135


Wet om het beleid van ontwikkelingssamenwerking te toetsen aan de eerbied van de rechten van de mens. — Uitvoeringsbesluiten. Loi pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. — Arrêtés d’exécution.

8429

1

2000200110952 12- 4-2001

136

Jan Eeman

Omzetting Europese richtlijnen. Transposition des directives européennes.

8431

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1

2000200110065 24-10-2000

302

Mw. Frieda Brepoels

NMBS. — Reactivering van spoorlijn 20 tussen Lanaken en Maastricht. SNCB. — Remise en service de la ligne 20 entre Lanaken et Maastricht.

8432

8

2000200110894 30- 3-2001

392

André Schellens

* Restauratie van de koninklijke kerk van Laken. Restauration de l’église royale de Laeken.

8389

8

2000200110903 30- 3-2001

393

Lode Vanoost

* Technische controle van wagens met trekhaak. Controˆle technique des voitures équipées d’un attelage pour remorque.

8390

8

2000200110904 30- 3-2001

394

Mme Géraldine Pelzer-Salandra

* Mensen met een beperkte mobiliteit. — Toegankelijkheid van de openbaarvervoerinfrastructuur. Personnes à mobilité réduite. — Accès aux infrastructures des transports en commun.

8390

8

2000200110906 30- 3-2001

395

Lode Vanoost

* NMBS. — Elektriciteitsverbruik. — « Groene stroom ». SNCB. — Consommation d’électricité. — « E´lectricité verte ».

8391

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Consumentenzaken — Protection de la consommation 8

2000200110889 29- 3-2001

87

Gerolf Annemans


8392

Volksgezondheid — Santé publique 8

2000200110889 29- 3-2001

271

Gerolf Annemans

1

2000200110984 18- 4-2001

278

Olivier Chastel

* Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten. Département. — Cabinet. — Contrats. Paramedisch statuut van de podologen. Statut paramédical des podologues.

8393 8433

Leefmilieu — Environnement 8

2000200110889 29- 3-2001

29


Gerolf Annemans

2000


2001

8393


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

CA

DO

8487

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 1

2000200110589

8- 2-2001

294

Bart Laeremans

Brusselse gemeenten. — Telefoononthaal lokale politie. — Eentalig Franstalig personeel. Communes bruxelloises. — Accueil téléphonique de la police locale. — Personnel unilingue francophone.

8436

1

2000200110611 13- 2-2001

298

Guido Tastenhoye

Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.

8437

1

2000200110633 14- 2-2001

300

Jan Mortelmans

Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.

8438

1

2000200110734 17- 2-2001

309

Yves Leterme

Interpretatie en toepassing van artikel 23 van de wet van 7 december 1998 in verhouding tot de artikelen 4 en 14 van de nieuwe gemeentewet. Interprétation et application de l’article 23 de la loi du 7 décembre 1998 en relation avec les articles 4 et 14 de la nouvelle loi communale.

8439

1

2000200110781

7- 3-2001

317

Patrick Moriau

Rechtspositie van het personeel van de politiediensten. — Wet. — Verschil tussen de Franse en de Nederlandse tekst. Position juridique du personnel des services de police. — Loi. — Différence entre le texte français et néerlandais.

8441

1

2000200110830 19- 3-2001

322

Hagen Goyvaerts

Uitwijzingen uitgeprocedeerde asielzoekers. — Tienen. — Slovaakse zigeuners. Expulsion de demandeurs d’asile en fin de procédure. — Tirlemont. — Tziganes slovaques.

8442

1

2000200110845 21- 3-2001

325

Jo Vandeurzen

Leden van de politieraad. — Onverenigbaarheden. Membres du conseil de police. — Incompatibilités.

8444

1

2000200110863 26- 3-2001

328


Federale politie. — Faxformulieren. — Taalwetgeving. Police fédérale. — Formulaires de fax. — Législation linguistique.

8446

8

2000200110889 29- 3-2001

330

Gerolf Annemans

1

2000200110901 30- 3-2001

331

Bert Schoofs

8

2000200110907 30- 3-2001

332

8

2000200110909

333

2- 4-2001



8394

Vervanging provinciegouverneur in geval van verhindering of afwezigheid. Remplacement du gouverneur de province en cas d’empêchement ou d’absence.

8447

Lode Vanoost

* Civiele Bescherming van Liedekerke. — Milieuwetgeving. Protection civile de Liedekerke. — Législation environnementale.

8394

Daan Schalck

* Toegang van LPG-voertuigen tot overdekte parkings. Accès aux parkings couverts des véhicules équipés d’une installation LPG.

8395

2000

2001


1092

QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8488

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


8

2000200110910

2- 4-2001

334

Olivier Maingain

* Vernietigingstoezicht op beslissingen van de gemeenten Komen-Waasten en Voeren. — Eensluidend advies van het college van gouverneurs. Tutelle d’annulation des décisions des communes de Comines-Warneton et Fourons. — Avis conforme du collège des gouverneurs.

8396

8

2000200110913

4- 4-2001

335

Jo Vandeurzen

* Belgische nationaliteit. — Vreemdelingen. — Verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toelating tot vestiging. Nationalité belge. — E´trangers. — Séjour à durée illimitée dans le Royaume ou autorisation d’établissement.

8397

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Sociale Zaken — Affaires sociales 1

2000200110410 22- 3-2001

259

Mme Josée Lejeune

8

2000200110889 29- 3-2001

263

Gerolf Annemans

8

2000200110898 30- 3-2001

264

Mw. Annemie Van * Klinische biologie. de Casteele Biologie clinique.

8398

1

2000200110900 30- 3-2001

265

Jef Valkeniers

8451

8

2000200110905 30- 3-2001

266

Mw. Annemie Van * Meningokokkenvaccin. — Terugbetaling door de Casteele RIZIV. Vaccin antiméningococcique. — Remboursement par l’INAMI.

8398

8

2000200110915

267

Jo Vandeurzen

8399

4- 4-2001

Artsen. — Mogelijkheid om het vrij aanvullend zelfstandigenpensioen met een groepsverzekering te cumuleren. Médecins. — Possibilité de cumul de la pension libre complémentaire des indépendants avec une assurance de groupe. * Departement. — Kabinet. — Overeenkomsten. Département. — Cabinet. — Contrats.

Ziekte van Wegener. Maladie de Wegener.

* Verzekeringscomité. — Revalidatie- en herscholingsinrichtingen. — Sluiten van overeenkomsten. Comité de l’assurance soins de santé. — E´tablissements de rééducation fonctionnelle et de réadaptation professionnelle. — Conclusions de conventions.

8449

8397

Pensioenen — Pensions 8

2000200110889 29- 3-2001

62


Gerolf Annemans

2000


2001

8400


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

CA

8489

Datum Date

DO


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration Ambtenarenzaken — Fonction publique 1

2000200110889 29- 3-2001

82

Gerolf Annemans


8455

Modernisering van de openbare besturen — Modernisation de l’administration 1

2000200110889 29- 3-2001

20

Gerolf Annemans


8456

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1

2000200110749

2- 3-2001

120


Jongeren door jeugdrechter in heropvoedingsinstellingen geplaatst. — Deelname aan werkzaamheden door het leger in Benin. Jeunes placés dans des établissements de rééducation par le juge de la jeunesse. — Participation à des travaux de l’armée au Bénin.

8457

1

2000200110874 27- 3-2001

127

Mme Michèle Gilkinet

Opvangcentrum van Stockoy (Geldenaken). Centre d’accueil du Stockoy (Jodoigne).

8457

Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture 8

2000200110889 29- 3-2001

83

Gerolf Annemans


8400

8

2000200110899 30- 3-2001

84

Martial Lahaye

* Mond- en klauwzeer. — Dierentuinen. — Vaccinatie. Fièvre aphteuse. — Jardins zoologiques. — Vaccination.

8401

Middenstand — Classes moyennes 8

2000200110889 29- 3-2001

56

Gerolf Annemans


8401

Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1

2000200110807 13- 3-2001

335


Bart Laeremans

2000

Onderzoeksrechter. — Verhoor en vroege vrijlating van een persoon. Juge d’instruction. — Interrogatoire et libération prématurée d’une personne.

2001

8458


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8490

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

2000200110869 26- 3-2001

339

Lode Vanoost

Betaling van verkeersboetes door buitenlandse overtreders. Paiement par les contrevenants étrangers d’amendes pour infraction au code de la route.

8459

1

2000200110887 28- 3-2001

343

Yves Leterme

Ministerie van Justitie. — Commissies. — Zitpenning van magistraten. Ministère de la Justice. — Commissions. — Jetons de présence de magistrats.

8460

8

2000200110917

4- 4-2001

345

Geert Bourgeois

* Verbod in huurovereenkomsten of reglementen van mede-eigendom om politieke publiciteit op te hangen aan voor het publiek zichtbare plaatsen. Interdiction dans les contrats de bail ou règlements de copropriété d’afficher de la publicité politique à des endroits visibles du public.

8402

1

2000200110809 12- 4-2001

352

Mw. Frieda Brepoels

Omvorming van de door de overheid opgelegde boetes naar de nieuwe munteenheid euro vanaf 2002. Conversion en euros, à partir de 2002, des amendes appliquées par les pouvoirs publics.

8463

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1

2000200110266 29-11-2000

525

Aimé Desimpel

BTW. — Kosten gemaakt voor verwerven van participatie in ondernemingen. TVA. — Frais d’acquisition de participations dans le capital de sociétés.

8464

1

2000200110374 22-12-2000

547

Herman Van Rompuy

BTW-tarief toepasbaar op de activiteiten van beschutte werkplaatsen. Taux de TVA applicable aux activités des ateliers protégés.

8465

1

2000200110550

2- 2-2001

582

Filip Anthuenis

BTW. — Vennootschap. — Verhuur van gebouwen aan privé-personen. TVA. — Société. — Location de baˆtiments à des personnes privées.

8467

6

2000200110647 14- 2-2001

595

Philippe Seghin

Europese Unie. — Vrije dienstverlening inzake hypothecaire leningen. Union européenne. — Libre prestation de service en matière de prêt hypothécaire.

8470

1

2000200110849 23- 3-2001

634

Mw. Els Van Weert

Openingstaks voor jeugdhuizen. Taxe d’ouverture des maisons de jeunes.

8471

8

2000200110889 29- 3-2001

640

Gerolf Annemans


8403

8

2000200110897 30- 3-2001

641

Mw. Trees Pieters

* Polyvalente controlecentra. — Vrije beroepen en andere niet-BTW-belastingplichtigen. — Juridische bevoegdheid van de AOIF. Centres de controˆle polyvalents. — Professions libérales et autres contribuables non assujettis à la TVA. — Compétence juridique de l’AFER.

8403


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

CA

8491

Datum Date

DO


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


8

2000200110902 30- 3-2001

642

Marcel Hendrickx

* Registratierechten. — Wetboek. — Artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Droits d’enregistrement. — Code. — Articles 10 et 11 de la Constitution.

8405

8

2000200110916

4- 4-2001

643

Eric van Weddingen * Belastingadministratie. — Bescherming van de persoonlijke levenssfeer. — Klachten van belastingplichtigen. Administration fiscale. — Protection de la vie privée. — Plaintes de contribuables.

8406

8

2000200110918

4- 4-2001

644

Martial Lahaye

8407

* Fiscus. — Opvraging gegevens bij grootwarenhuizen betreffende aankopen met klantenkaart. Fisc. — Demandes d’informations aux grandes surfaces relatives aux achats enregistrés sur les cartes de fidélité.

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie — Télécommunications 8

2000200110889 29- 3-2001

169

Gerolf Annemans


8408

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 8

2000200110889 29- 3-2001

67

Gerolf Annemans


8

2000200110175 30- 3-2001

68

Mw. Frieda Brepoels * Achterstelling van de Rijksarchieven in de provincies. Discrimination des Archives de l’E´tat dans les provinces.

8408 8409

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — Ećonomie 1

2000200110597

9- 2-2001

129

Fred Erdman

Brandverzekering. — Verhaal van de verzekerde op zijn verzekeraar. Assurance incendie. — Recours de l’assuré contre son assureur.

8472

1

2000200110878 27- 3-2001

143

Martial Lahaye

Kleine autodealers. — Concessie. Petits concessionaires automobiles. — Concession.

8475

1

2000200110889 29- 3-2001

144

Gerolf Annemans


8476


2000

2001


QRVA 50 075 14 - 05 - 2001

8492

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 8

Blz. Page


2000200110892 29- 3-2001

145

Geert Bourgeois

* Vertaling en toepasbaarheid van de internationale boekhoudnormen. Traduction et application des normes comptables internationales.

8410

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique 1

2000200110889 29- 3-2001

81

Gerolf Annemans

8

2000200110896 30- 3-2001

82

Olivier Maingain

* Paleis voor Schone Kunsten. — Taalgebruik. Palais des Beaux-Arts. — Emploi des langues.

8411

8

2000200110912

83

Georges Clerfayt

* Subsidies voor het Koninklijk Filmarchief van Belgie¨. Subventions à la Cinémathèque royale de Belgique.

8411

4- 4-2001


8477

Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes 1

2000200110889 29- 3-2001

9

Gerolf Annemans


8478

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères 1

2000200110889 29- 3-2001

25

Gerolf Annemans


8478

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement 1

2000200110941 11- 4-2001

46


Wet om het beleid van ontwikkelingssamenwerking te toetsen aan de eerbied van de rechten van de mens. — Uitvoeringsbesluiten. Loi pour évaluer la politique de coopération au développement en fonction du respect des droits de l’homme. — Arrêtés d’exécution.

8479

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable Energie — Eńergie 1

2000200110908 30- 3-2001

31


Lode Vanoost

2000

NMBS. — Elektriciteitsverbruik. — Groene elektriciteitsproductie. SNCB. — Consommation d’électricité. — Production d’electricité verte.

2001

8480


Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Recommend Documents