QRVA 50 068
QRVA 50 068
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
————
————
Schriftelijke vragen en antwoorden
Questions et réponses écrites
19 - 03 - 2001
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
967
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7518
AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID
: : : : : : : : : :
Anders gaan leven / E´cologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering
Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7519
INHOUD
SOMMAIRE
II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. Blz./Page 7523 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Blz./Page 7531
Blz. Pages Eerste minister
7531
Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
7531
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
—
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
—
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
7534
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
7536
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Minister van Binnenlandse Zaken
7537
Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
7541
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
—
Minister van Landsverdediging
7543
Ministre de la Défense
Minister van Landbouw en Middenstand
7544
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Minister van Justitie
7545
Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
7547
Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties
7553
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
7555
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
7560
Secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
—
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
7561
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7521
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Blz./Page 7563
Blz. Pages Eerste minister
—
Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
7563
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
7571
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
7578
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
7581
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
7600
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Minister van Binnenlandse Zaken
—
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre de l’Intérieur
7615
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
—
Minister van Landsverdediging
7622
Ministre de la Défense
Minister van Landbouw en Middenstand
7623
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Minister van Justitie
7630
Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
7644
Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties
—
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
—
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
7667
Secrétaire d’E´tat adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
7668
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
7670
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
—
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
Blz./Page 7671
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7523
I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Eerste minister Premier ministre 13- 2-2001
59
Guido Tastenhoye
7531
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 4- 4-2000 30- 5-2000 27-12-2000
86 106 165
1719248121314-
166 168 171 174 176 177 178
1-2001 1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001
Francis Van den Eynde Yves Leterme Mw. Annemie Van de Casteele Filip Anthuenis Mme Muriel Gerkens Filip Anthuenis Mw. Els Van Weert Filip Anthuenis Guido Tastenhoye Jan Mortelmans
3467 4359 6923 7121 7219 7220 7531 7532 7533 7533
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
24-11-2000 24-11-2000 24-11-2000 29-11-2000 15-12-2000 22-12-2000 27-12-2000 10- 1-2001 11- 1-2001 18- 1-2001 26- 1-2001 26- 1-2001 29- 1-2001 29- 1-2001 29- 1-2001 29- 1-2001 2- 2-2001 5- 2-2001 5- 2-2001 6- 2-2001 7- 2-2001 7- 2-2001 13- 2-2001 14- 2-2001
316 317 318 329 338 341 342 346 347 349 351 352 354 356 357 358 360 362 363 364 366 368 370 371
Bart Somers Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Koen Bultinck Hugo Philtjens Bart Somers Koen Bultinck Olivier Chastel Bart Laeremans Olivier Chastel Olivier Chastel Mw. Els Van Weert Guy Larcier Lode Vanoost Lode Vanoost Bart Somers Martial Lahaye André Schellens Olivier Maingain Jan Peeters Francis Van den Eynde Bart Laeremans Martial Lahaye Yves Leterme
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 24- 5-2000 25- 9-2000 25- 9-2000 16-10-2000 23-10-2000 24-10-2000 7-11-2000
203 286 287 296 298 302 306
Olivier Maingain Bart Laeremans Bart Laeremans André Frédéric Vincent Decroly Mw. Frieda Brepoels Jef Valkeniers
Blz. Page 6540 6541 6542 6549 6807 6924 6925 7124 7125 7223 7373 7374 7375 7376 7377 7378 7450 7450 7451 7451 7453 7453 7534 7535
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu 4202 5866 5866 6101 6183 6187 6278
12- 2-2001 13- 2-2001
2000
2001
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation
79 81
Mme Colette Burgeon Guido Tastenhoye
7536 7536
* Lijst afgesloten op 16 maart 2001 * Liste cloˆturée le 16 mars 2001
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7524
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Volksgezondheid — Santé publique
22-12-2000
223
Jef Valkeniers
6926
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 23-11-1999 22- 2-2000 2- 5-2000 16- 6-2000 16- 6-2000 20- 7-2000 10-10-2000 18-10-2000 6-11-2000 9-11-2000 23-11-2000 7-12-2000 18-12-2000 19-12-2000 19-12-2000 20-12-2000 20-12-2000 20-12-2000 20-12-2000 20-12-2000 22-12-2000 9- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 18- 1-2001 19- 1-2001 23- 1-2001 23- 1-2001 29- 1-2001
77 131 172 201 202 231 248 252 256 257 260 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287
Luc Goutry Guido Tastenhoye Yves Leterme Peter Vanvelthoven Peter Vanvelthoven Bart Laeremans Olivier Maingain Mw. Annemie Van de Casteele Tony Van Parys Peter Vanvelthoven Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Yves Leterme Jan Eeman Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde André Frédéric Marc Van Peel André Frédéric Fred Erdman Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Fred Erdman Mw. Alexandra Colen Mme Muriel Gerkens Jozef Van Eetvelt Georges Clerfayt Jo Vandeurzen
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1151 2649 3880 4745 4746 5355 6025
Datum Date 2930227789121213131414-
1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001
6105 6279 6367 6551 6735 6809 6810 6810 6811 6811 6811 6812 6812 6926 7028 7126 7127 7129 7129 7130 7132 7225 7226 7226 7227 7379
16-10-2000 20-11-2000 17- 1-2001 23- 1-2001 1- 2-2001 5- 2-2001 5- 2-2001 5- 2-2001 7- 2-2001 7- 2-2001 13- 2-2001 14- 2-2001 14- 2-2001
2000
2001
Vraag nr. Question no
Auteur
288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301
Yves Leterme Geert Bourgeois Willy Cortois Martial Lahaye Francis Van den Eynde Bart Laeremans Bart Laeremans Tony Smets Olivier Maingain Mw. Alexandra Colen Guido Tastenhoye Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Jo Vandeurzen
Blz. Page 7380 7380 7454 7455 7455 7456 7537 7537 7538 7538 7539 7539 7540 7540
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales
301218218-
5-2000 7-2000 7-2000 8-2000 9-2000
143 170 176 186 192 207 220 234 237 239 241 242 243 244 245 246 247 248
Yves Leterme Geert Bourgeois Koen Bultinck Servais Verherstraeten Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Danie¨l Vanpoucke Mme Muriel Gerkens Mme Colette Burgeon Jef Valkeniers Martial Lahaye Martial Lahaye Danny Pieters Francis Van den Eynde Jozef Van Eetvelt Guido Tastenhoye Claude Eerdekens Jan Mortelmans
4375 4976 5358 5361 5747 6107 6445 7133 7228 7457 7458 7459 7460 7460 7461 7541 7541 7542
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001 Datum Date
Vraag nr. Question no
7525
Auteur
Blz. Page
Pensioenen — Pensions
30- 5-2000 19- 1-2001 13- 2-2001
25 50 56
Yves Leterme Mme Muriel Gerkens Guido Tastenhoye
4376 7229 7542
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 235661313-
1-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001 2-2001
102 105 107 108 110 112
Stefaan De Clerck Martial Lahaye Jean-Jacques Viseur Jean-Pol Poncelet Guido Tastenhoye Yves Leterme
7231 7462 7463 7464 7543 7543
Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture
19- 1-2001 13- 2-2001 14- 2-2001
68 73 74
Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Jan Mortelmans
7231 7544 7544
Middenstand — Classes moyennes
13- 2-2001
45
Guido Tastenhoye
7545
Minister van Justitie Ministre de la Justice 9- 8-1999 10- 8-1999 8- 9-1999 16- 9-1999 29- 9-1999 1-10-1999 15-10-1999
6 9 31 39 56 61 72
Yves Leterme Yves Leterme Geert Bourgeois Yves Leterme Geert Bourgeois Geert Bourgeois Jo Vandeurzen
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
32 34 216 305 422 424 737
2000
Datum Date
Vraag nr. Question no
25-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 9- 2-2000 11- 2-2000 21- 2-2000 21- 3-2000 28- 3-2000 3- 5-2000 23- 6-2000 7- 8-2000 10- 8-2000
91 106 108 111 158 160 164 183 188 208 232 244 246
5- 9-2000 15- 9-2000 11-10-2000 16-10-2000 16-10-2000 8-11-2000 27-11-2000 1-12-2000 5-12-2000 8-12-2000 19-12-2000 16- 1-2001 16- 1-2001 22- 1-2001 6- 2-2001 9- 2-2001 12- 2-2001 12- 2-2001 13- 2-2001
253 261 268 269 270 277 288 290 293 297 299 307 308 312 314 315 316 317 319
Auteur
Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Geert Bourgeois Fred Erdman Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Pieter De Crem Fred Erdman Maurice Dehu Vincent Decroly Martial Lahaye Karel Van Hoorebeke Bert Schoofs Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Ferdy Willems Mw. Alexandra Colen Geert Bourgeois Fred Erdman Olivier Chastel Peter Vanvelthoven Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Els Van Weert
Blz. Page 863 1160 1162 1165 2432 2504 2658 3111 3366 3883 4875 5372 5373 5377 5750 6028 6108 6109 6288 6559 6611 6613 0000 6815 7136 7137 7232 7464 7545 7546 7546 7546
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8- 9-1999 8- 9-1999 8- 9-1999
2001
22 23 24
Marcel Hendrickx Jos Ansoms Jo Vandeurzen
130 221 222
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
968
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7526
Datum Date
Vraag nr. Question no
9- 9-1999 9- 9-1999 10- 9-1999 15- 9-1999 16- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999 19-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 27-10-1999 3-11-1999 16-11-1999 16-11-1999 17-11-1999 22-11-1999 23-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 6-12-1999 7-12-1999 17-12-1999
25 26 31 50 52 76 77 83 86 93 97 104 108 115 116 118 124 126 131 132 136 142 143 146 154 164
17-12-1999
165
20-12-1999 21-12-1999
167 171
23-12-1999 28-12-1999 10- 1-2000 11- 1-2000 13- 1-2000 19- 1-2000 24- 1-2000 25- 1-2000 3- 2-2000
176 180 184 186 190 198 208 210 216
Auteur
Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Jan Eeman Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Eric van Weddingen Yves Leterme Geert Bourgeois Mw. Simonne Creyf Mw. Trees Pieters Georges Lenssen Claude Eerdekens Mw. Joke Schauvliege
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 223 225 228 245 311 647 648 743 744 865 867 871 996 1082 1082 1084 1173 1175 1182 1186 1340 1456 1456 1459 1465
Datum Date 91010181818282817813142023714282-
2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 4-2000 4-2000 4-2000 5-2000
1722 1725 1810 1924 1925 2050 2056 2205 2206 2435
49101215161819232629303031313131881619-
2000
2001
1717 1717 1718
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 6-2000 6-2000 6-2000 6-2000
Vraag nr. Question no 221 223 224 231 232 233 241 243 246 258 259 265 267 278 284 306 307 315 318 321 327 329 332 334 335 342 345 359 365 369 375 376 377 379 380 381 390 391 398 400
Auteur
Olivier Maingain Yves Leterme Yves Leterme Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jacques Lefevre Luc Goutry Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme André Frédéric Hubert Brouns Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Jean-Pol Henry Robert Denis Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Geert Bourgeois Hugo Coveliers Dirk Pieters Alfons Borginon Jan Peeters Jef Valkeniers Jef Valkeniers Yves Leterme Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jean-Pol Poncelet Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Claude Eerdekens
Blz. Page 2441 2507 2508 2660 2661 2661 2804 2805 2810 2938 2938 3115 3116 3124 3367 3589 3706 3884 3888 4016 4019 4020 4110 4111 4112 4213 4215 4222 4385 4386 4390 4390 4391 4392 4392 4393 4552 4553 4750 4751
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001 Datum Date 272710111212171931-
6-2000 6-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000
7527
Vraag nr. Question no 408 410 422 424 427 428 432 435 436
3- 8-2000 10- 8-2000
438 439
17- 8-2000 31- 8-2000 5- 9-2000 5- 9-2000 11- 9-2000 11- 9-2000 15- 9-2000 15- 9-2000 18- 9-2000 18- 9-2000 21- 9-2000 26- 9-2000 29- 9-2000 6-10-2000 10-10-2000 10-10-2000 10-10-2000 13-10-2000 16-10-2000 16-10-2000 18-10-2000 24-10-2000 24-10-2000 30-10-2000 6-11-2000 7-11-2000 7-11-2000 7-11-2000
440 442 446 447 448 449 452 453 454 456 460 461 465 473 474 475 476 478 479 482 484 488 489 490 493 494 495 496
Auteur
Claude Eerdekens Aimé Desimpel Jo Vandeurzen Jozef Van Eetvelt Aimé Desimpel Aimé Desimpel Luc Goutry Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Olivier Maingain Mw. Kristien Grauwels Jo Vandeurzen Olivier Maingain Alfons Borginon Jo Vandeurzen Jan Eeman Hubert Brouns Daan Schalck Yves Leterme Servais Verherstraeten Yves Leterme Claude Eerdekens Mw. Simonne Creyf Yves Leterme Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Fred Erdman Stefaan De Clerck Karel Pinxten Claude Eerdekens Yves Leterme Georges Lenssen Georges Lenssen Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 4879 4880 4987 4988 4989 4990 5378 5380 5382 5385 5386 5387 5388 5391 5391 5514 5515 5752 5752 5753 5754 5871 5872 5931 6032 6033 6035 6036 6110 6110 6113 6114 6199 6201 6202 6289 6290 6292 6292 2000
Datum Date
Vraag nr. Question no
7-11-2000 7-11-2000 8-11-2000 9-11-2000 13-11-2000 13-11-2000 13-11-2000 16-11-2000 16-11-2000
497 498 499 500 503 504 505 506 507
17-11-2000 21-11-2000 21-11-2000 24-11-2000 27-11-2000 27-11-2000 28-11-2000 28-11-2000 29-11-2000 29-11-2000 5-12-2000 5-12-2000 7-12-2000 11-12-2000 12-12-2000 15-12-2000 15-12-2000 15-12-2000 15-12-2000 19-12-2000 20-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 27-12-2000 5101011-
1-2001 1-2001 1-2001 1-2001
2001
509 511 512 517 518 519 521 522 524 525 527 528 529 536 537 538 539 540 541 544 545 546 547 548 549 550 552 553 554 555
Auteur
Claude Eerdekens Yves Leterme Yves Leterme Claude Eerdekens Yves Leterme Mw. Trees Pieters Lode Vanoost Mme Claudine Drion Mw. Yolande Avontroodt Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Eric van Weddingen Claude Eerdekens Claude Eerdekens Mme Claudine Drion Mw. Joke Schauvliege Mw. Frieda Brepoels Filip Anthuenis Aimé Desimpel Karel Pinxten Fred Erdman Claude Eerdekens Tony Van Parys Yves Leterme Jean-Pierre Grafé Alfons Borginon Alfons Borginon Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Josée Lejeune Herman Van Rompuy Jef Valkeniers Mw. Maggie De Block Bruno Van Grootenbrulle Yves Leterme Mme Josée Lejeune Yves Leterme Claude Eerdekens
Blz. Page 6293 6294 6295 6372 6375 6375 6377 6451 6451 6453 6454 6455 6561 6562 6562 6563 6564 6566 6567 6614 6615 6739 6740 6740 6815 6816 6816 6817 6819 6819 6933 6934 6935 6935 6937 7030 7138 7139 7140
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7528
Datum Date
Vraag nr. Question no
11- 1-2001
556
Claude Eerdekens
7141
11- 1-2001
557
Pierre Lano
7142
12- 1-2001
559
Claude Eerdekens
7143
12- 1-2001
562
Pierre Lano
7145
15- 1-2001
563
Pierre Lano
7146
15- 1-2001
564
Dirk Pieters
7147
15- 1-2001
565
André Frédéric
7147
16- 1-2001
566
Daan Schalck
7148
17- 1-2001
567
Servais Verherstraeten
7149
17- 1-2001
568
Dirk Pieters
7150
17- 1-2001
569
Servais Verherstraeten
7150
19- 1-2001
570
Eric van Weddingen
7233
19- 1-2001
571
Mme Muriel Gerkens
7234
22- 1-2001
572
Eric van Weddingen
7235
22- 1-2001
573
Jan Eeman
7236
22- 1-2001
574
Hubert Brouns
7236
23- 1-2001
575
Jean-Jacques Viseur
7237
26- 1-2001
576
Aimé Desimpel
7384
26- 1-2001
577
Jef Valkeniers
7385
29- 1-2001
578
Jef Tavernier
7386
29- 1-2001
579
Luc Sevenhans
7387
29- 1-2001
580
Patrick Moriau
7387
30- 1-2001
581
Yves Leterme
7388
2- 2-2001
582
Filip Anthuenis
7466
2- 2-2001
583
Lode Vanoost
7467
5- 2-2001
584
Hubert Brouns
7467
7- 2-2001
585
Jozef Van Eetvelt
7468
9- 2-2001
586
Claude Eerdekens
7547
9- 2-2001
587
Claude Eerdekens
7548
9- 2-2001
588
Claude Eerdekens
7548
12- 2-2001
589
Martial Lahaye
7549
12- 2-2001
590
Mw. Maggie De Block 7549
13- 2-2001
591
Guido Tastenhoye
7550
13- 2-2001
592
Mw. Yolande Avontroodt
7550
Auteur
Blz. Page
14- 2-2001
593
Jan Mortelmans
7551
14- 2-2001
594
Geert Bourgeois
7551
14- 2-2001
595
Philippe Seghin
7552
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie — Télécommunications
9131314-
2-2001 2-2001 2-2001 2-2001
155 156 157 158
Olivier Chastel Guido Tastenhoye Olivier Chastel Jan Mortelmans
7553 7553 7554 7554
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques
13- 2-2001
55
Guido Tastenhoye
7555
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — E´conomie
24-10-2000 12- 1-2001 29- 1-2001 9- 2-2001 13- 2-2001 13- 2-2001 14- 2-2001 14- 2-2001 14- 2-2001
102 116 126 129 130 131 132 133 134
Francis Van den Eynde Mme Claudine Drion Claude Eerdekens Fred Erdman Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Claude Eerdekens Jan Mortelmans Claude Eerdekens
6207 7155 7389 7555 7556 7557 7558 7558 7558
Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique
25-10-1999 25-11-1999 13- 1-2000 27- 6-2000
2001
9 26 35 45
Alfons Borginon Jean-Pol Poncelet Filip Anthuenis Mw. Kristien Grauwels
873 1349 2066 4884
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7529
Datum Date
Vraag nr. Question no
17- 7-2000
49
Mw. Simonne Creyf
5401
18-10-2000
53
Yves Leterme
6117
16-11-2000
59
Mw. Frieda Brepoels
6463
16-11-2000
60
Mw. Frieda Brepoels
6464
17-11-2000
64
Mw. Els Van Weert
6467
21-11-2000
67
Mw. Simonne Creyf
6469
22-11-2000
69
Mw. Frieda Brepoels
6471
1-12-2000
70
Jan Eeman
6618
12- 1-2001
71
Mw. Simonne Creyf
7158
17- 1-2001
73
Mw. Simonne Creyf
7160
19- 1-2001
74
Mme Muriel Gerkens
7239
25- 1-2001
75
Olivier Chastel
7390
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
26- 1-2001
76
Mw. Annemie Van de Casteele
7391
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Auteur
Blz. Page
29- 1-2001
77
Jan Eeman
7392
29- 1-2001
78
Jan Eeman
7393
13- 2-2001
79
Guido Tastenhoye
7559
14- 2-2001
80
Mw. Alexandra Colen 7559
Datum Date
Vraag nr. Question no
27- 6-2000 13- 2-2001
16- 6-2000
3
Geert Bourgeois
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
8
Blz. Page
Mw. Kristien Grauwels
4885
Guido Tastenhoye
7560
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères 13- 2-2001
23
Guido Tastenhoye
7560
Energie — E´nergie
13- 2-2001 Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes
4
Auteur
24
Guido Tastenhoye
7561
Duurzame Ontwikkeling — Développement durable
4754
13- 2-2001
2000
2001
16
Guido Tastenhoye
7561
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7531
(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Eerste minister
Premier ministre
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 59 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 59 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 2000200110588
DO 2000200110588
Vraag nr. 174 van mevrouw Els Van Weert van 8 februari 2001 (N.) :
Question no 174 de Mme Els Van Weert du 8 février 2001 (N.) :
Statuut voor onthaalmoeders.
Statut des gardiennes à domicile.
In antwoord op een vraag van mevrouw Coenen betreffende onthaalmoeders en hun rechten op werk-
Vous avez indiqué, en réponse à une question de Mme Coenen concernant les gardiennes à domicile et
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7532
loosheid, deelde u mee dat u, in samenwerking met de minister van Sociale Zaken bezig was aan de uitwerking van een statuut voor onthaalmoeders (mondelinge vraag nr. 2308 van 7 november 2000, Integraal Verslag, Kamer, 2000-2001, commissie voor de Sociale Zaken, 7 november 2000, C 287, blz. 1).
leurs droits aux allocations de choˆmage, que vous préparez actuellement, en concertation avec le ministre des Affaires sociales, un statut pour les gardiennes à domicile (question orale no 2308 du 7 novembre 2000, Compte rendu intégral, Chambre, 2000-2001, commission des Affaires sociales, 7 novembre 2000, C 287, p. 1).
Daarnaast heeft de regering, bij monde van de minister van Sociale Zaken, rond Pasen 1999 geopperd om terzake een regeling uit te werken.
Par ailleurs, aux alentours de Paˆques 1999, le gouvernement a fait savoir, par la voix du ministre des Affaires sociales, qu’il comptait élaborer une réglementation à ce sujet.
1. Hoever staat het met de uitwerking van een statuut voor onthaalmoeders ?
1. Ou` en est l’élaboration d’un statut pour les gardiennes à domicile ?
2. Zijn er reeds concrete beslissingen genomen in dit dossier en zo ja, dewelke ?
2. Des décisions concrètes ont-elles déjà été prises dans ce dossier et dans l’affirmative, lesquelles ?
DO 2000200110603
DO 2000200110603
Vraag nr. 176 van de heer Filip Anthuenis van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 176 de M. Filip Anthuenis du 12 février 2001 (N.) :
Vrijstelling van de verblijfsverplichting voor oudere werklozen en bruggepensioneerden. — Ontwerp van koninklijk besluit.
Dispense de l’obligation de résidence pour les choˆmeurs aˆgés et les prépensionnés. — Projet d’arrêté royal. ` la demande du ministre, le comité de gestion de A l’ONEM a rendu, au début de février 2001, un avis sur un projet d’arrêté royal relatif à la dispense de l’obligation de résidence pour les choˆmeurs aˆgés et les prépensionnés. Cet arrêté royal vise à dispenser les choˆmeurs aˆgés et les prépensionnés de l’obligation de résider en Belgique. Vous entendez par là mettre un terme à la discrimination entre, d’une part, les pensionnés et, d’autre part, les choˆmeurs aˆgés et les prépensionnés de plus de 60 ans. Ces derniers pourront à l’avenir résider à l’étranger sans demande préalable, étant entendu que leur domicile principal reste en Belgique.
Begin februari 2001 bracht het beheerscomité van de RVA op vraag van de minister een advies uit over een ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot een vrijstelling van de verblijfsverplichting voor oudere werklozen en bruggepensioneerden. Met het koninklijk besluit beoogt u een vrijstelling van oudere werklozen en bruggepensioneerden van de verplichting om in Belgie¨ te verblijven. U wil hiermee een eind maken aan de discriminatie tussen gepensioneerden enerzijds, en oudere werklozen en bruggepensioneerden ouder dan 60 jaar, anderzijds. Deze laatste groep kan in de toekomst zonder voorafgaande aanvraag in het buitenland verblijven met dien verstande dat hun hoofdverblijfplaats in Belgie¨ blijft. Het beheerscomité van de RVA bracht een verdeeld advies uit : de werknemersorganisaties spraken zich uit vo´o´r het ontwerp, de werkgeversorganisaties waren tegen.
L’avis rendu par le comité de gestion de l’ONEM est partagé : les organisations des travailleurs se sont prononcées en faveur du projet, les organisations patronales s’y sont opposées.
Hoewel de regeling bedoeld is om een discriminatie op te heffen, zal zij ook een nieuwe discriminatie binnen de groep van bruggepensioneerden en oudere werklozen cree¨ren. Bruggepensioneerden en oudere werklozen die in het buitenland verblijven voor een bepaalde periode zullen in de feiten niet gecontroleerd worden op inactiviteit. Dat betekent dat zij hun vervangingsinkomen kunnen cumuleren met een inkomen uit (zwarte) arbeid, terwijl de bruggepensioneerden en oudere werklozen die in Belgie¨ blijven zich wél strikt moeten houden aan de naleving van de werkloosheidsreglementering terzake.
Bien que cette réglementation vise à mettre fin à une discrimination, elle créera une nouvelle au sein même du groupe des prépensionnés et des choˆmeurs aˆgés. Les prépensionnés et choˆmeurs aˆgés qui résident à l’étranger pendant un certain temps ne seront plus soumis, dans la pratique, au controˆle de leur (in)activité, ce qui signifie qu’ils pourront cumuler leurs allocations avec le revenu résultant d’un travail (au noir). En revanche, les prépensionnés et choˆmeurs aˆgés qui restent en Belgique seront tenus au strict respect de la réglementation en la matière.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7533
1. Om welke precieze reden acht u de opheffing van een voorafgaande aanvraag van oudere werklozen en bruggepensioneerden die zich naar het buitenland begeven noodzakelijk ? 2. Bent u zich bewust van de nieuwe discriminatie die dit koninklijk besluit met zich zal brengen, met name binnen de groep van oudere werklozen en bruggepensioneerden ?
1. Quelles raisons précises pouvez-vous invoquer à l’appui de la nécessité de supprimer la demande préalable des prépensionnés et choˆmeurs aˆgés désireux de se rendre à l’étranger ? 2. Eˆtes-vous conscient de la nouvelle discrimination qui résultera de cet arrêté royal au sein même du groupe des prépensionnés et choˆmeurs aˆgés ?
3. Hoe rijmt u deze maatregel met uw beleidsobjectief om de strijd tegen zwartwerk te intensiveren ?
3. Comment cette mesure peut-elle être conciliée avec votre objectif politique de renforcer la lutte contre le travail au noir ?
4. Welk gevolg geef u aan het verdeelde advies van het beheerscomité van de RVA ?
4. Quelles suites comptez-vous réserver à l’avis partagé du comité de gestion de l’ONEM ?
5. Op welke manier zal u verzekeren dat de controle op inactiviteit voor alle oudere werklozen en bruggepensioneerden op dezelfde manier zal gebeuren ?
5. Comment pourrez-vous garantir que le controˆle de l’(in)activité sera identique pour tous les choˆmeurs aˆgés et prépensionnés ?
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 177 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 177 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110628
DO 2000200110628
Vraag nr. 178 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 178 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 34 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet Werkgelegenheid en dat van de vice-eerste minister (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 26, blz. 2952).
Par ma question no 34 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets de ministre de l’Emploi et de vice-premier ministre (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 26, p. 2952).
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
969
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7534
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 2000200110612
DO 2000200110612
Vraag nr. 370 van de heer Martial Lahaye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 370 de M. Martial Lahaye du 13 février 2001 (N.) :
Transportsector van gevaarlijke stoffen.
Secteur spécialisé dans le transport de substances dangereuses.
Uit cijfers van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur blijkt dat vorig jaar 1 326 voertuigen met gevaarlijke stoffen gecontroleerd werden en dat slechts 43 % van de truckers in orde waren met de ADRwetgeving terzake. Dat duidt op een serieus tekort aan kennis van de vigerende wetgeving terzake en een goede informatiecampagne lijkt mij hier dan ook aangewezen.
Les chiffres du ministère des Communications et de l’Infrastructure indiquent que, l’an dernier, 1 326 véhicules transportant des substances dangereuses ont été controˆlés et que 43 % seulement des conducteurs étaient en règle avec la législation ADR. Cette situation trahit une ignorance flagrante de la législation en vigueur, de sorte qu’une bonne campagne d’information me paraıˆt indiquée.
1. Welke initiatieven neemt u om de transportsector van gevaarlijke stoffen geregeld te informeren ?
1. Quelles initiatives comptez-vous prendre pour informer régulièrement le secteur spécialisé dans le transport de substances dangereuses ?
2. Tevens verneem ik dat slechts twee mensen zich met controle van dergelijke transporten bezighouden.
2. J’apprends également que deux personnes seulement sont chargées du controˆle de ces transports.
a) Is dit inderdaad zo en is het correct dat deze mensen niet kunnen beschikken over een aangepast voertuig, uitgerust voor het uitvoeren van die controles ?
a) Est-ce effectivement le cas et est-il exact que ces personnes ne disposent pas d’une voiture duˆment équipée pour leur permettre d’effectuer les controˆles en question ?
b) Zo ja, zijn er vooruitzichten om de dienst ADR uit te breiden ?
b) Dans l’affirmative, est-il prévu d’étoffer le service ADR ?
c) Kunnen er middelen worden vrijgemaakt om de dienst van het nodige efficie¨nte controlematerieel te voorzien ?
c) Est-il possible de dégager des moyens pour que ce service puisse être équipé du matériel de controˆle nécessaire ?
3. Uit sommige overtredingen (onder meer transport van gevaarlijke stoffen met afgekeurde voertuigen) blijkt dat de overtreders spotten met de wet en dat de sancties niet in verhouding tot de zwaarte van de overtredingen staan. Kan de aanpak verstrengd worden ?
3. Certaines infractions (notamment le transport de substances dangereuses à bord de véhicules déclarés impropres à la circulation) montrent que les auteurs des infractions ne se soucient pas de la loi et que les sanctions ne sont pas en rapport avec la gravité des infractions. Pourrait-on faire preuve, en cette matière d’une plus grande sévérité ?
4. Uw collega van de Vlaamse regering, bevoegd voor mobiliteit, wil werk maken van een strengere aanpak.
4. Votre collègue du gouvernement flamand, à qui ressortit la compétence en matière de mobilité, souhaite appliquer une approche plus sévère.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7535
Zou dit beter niet op het federale niveau behandeld worden, zodat wij in heel Belgie¨ met identieke maatregelen werken ?
Cette question ne devrait-elle pas plutoˆt être examinée au niveau fédéral de telle sorte que des mesures identiques soient appliquées à l’ensemble de la Belgique ?
DO 2000200110623
DO 2000200110623
Vraag nr. 371 van de heer Yves Leterme van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 371 de M. Yves Leterme du 14 février 2001 (N.) :
Luchthaven van Oostende. — Luchtvaardigheid van binnenkomende vliegtuigen.
Aéroport d’Ostende. — Navigabilité des avions qui y atterrissent.
1. Wie precies doet de controle op de luchtvaardigheid van vliegtuigen die binnenkomen in de luchthaven van Oostende ?
1. Qui controˆle la navigabilité des avions qui atterrissent à l’aéroport d’Ostende ?
2. Hoeveel vliegtuigen in de luchthaven van Oostende werden er in het afgelopen jaar 2000 gecontroleerd op hun luchtvaardigheid ?
2. Combien d’avions ont-ils fait l’objet d’un controˆle de navigabilité au cours de l’année 2000 à l’aéroport d’Ostende ?
3. Moeten er bij oefenvluchten in de luchthaven van Oostende bepaalde luchtcircuits worden gevolgd, en, zo ja, wat zijn dan de vaste circuits boven de Oostendse luchthaven ?
3. Les vols d’essai effectués à l’aéroport d’Ostende doivent-ils être effectués dans des couloirs aériens déterminés et, si oui, quels sont les couloirs permanents au-dessus de l’aéroport d’Ostende ?
4. Wie staat er in voor het controleren van de oefenvluchten en de controle op de luchtcircuits ?
4. Qui controˆle les vols d’essai et les couloirs aériens ?
5. Op 21 december 2000 landde in de luchthaven van Oostende een Boeing 707 met vluchtnummer MSR522A toebehorend aan Egypt Air. Deze boeing is in dienst gesteld op 16 januari 1970, dus ouder dan 28 jaar. Dit vliegtuig is niet opgenomen in de lijst van HK2 vliegtuigen, ouder dan 28 jaar, die in aanmerking komen voor een vrijstelling op aanvliegverbod overeenkomstig artikel 3. Op 22 december 2000 is dit vliegtuig opnieuw in Oostende geland vanuit Cairo met vluchtnummer MSR520 en terug opgestegen bestemming Cairo met vluchtnummer MSR521.
5. Le 21 décembre 2000, un Boeing 707 de la compagnie Egypt Air, affrété pour le vol MSR522A, a atterri à l’aéroport d’Ostende. Mis en service le 16 janvier 1970, il a aujourd’hui plus de 28 ans. Cet avion ne figure pas sur la liste des avions HK2, vieux de plus de 28 ans, susceptibles de bénéficier d’une dérogation à l’interdiction d’approche, conformément à l’article 3. Le 22 décembre 2000, cet avion a à nouveau atterri à Ostende. Il venait du Caire et portait le numéro de vol MSR520. Il a redécollé vers le Caire avec le numéro de vol MSR521.
a) Waarom werd hier niet opgetreden ?
a) Comment expliquer qu’il n’y ait pas eu d’intervention en l’espèce ?
b) Wat is de procedure wanneer een vliegtuig, dat niet beantwoordt aan de Europese regelgeving, ons luchtruim binnenkomt ?
b) Quelle procédure est suivie lorsqu’un avion non conforme à la réglementation européenne, pénètre dans notre espace aérien ?
c) Wie moet er optreden en welke sancties zijn hier voorzien ?
c) Qui doit intervenir et quelles sanctions sont prévues dans ce cas ?
d) Kan u een lijst meedelen van de HK2-vliegtuigen ouder dan 28 jaar die in aanmerking komen voor een vrijstelling op aanvliegverbod overeenkomstig artikel 3 ?
d) Pourriez-vous fournir une liste des avions HK2 de plus de 28 ans susceptibles de bénéficier d’une dérogation à l’interdiction d’approche, conformément à l’article 3 ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7536
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Consumentenzaken
Protection de la consommation
DO 1999200011086
DO 1999200011086
Vraag nr. 79 van mevrouw Colette Burgeon van 12 februari 2001 (Fr.) :
Question no 79 de Mme Colette Burgeon du 12 février 2001 (Fr.) :
Producten. — Methoden om de voedingswaarde vast te stellen. — Verpakking.
Produits. — Méthodes pour établir la valeur nutritive. — Emballage.
Volgens Test Gezondheid (nr. 36 van april-mei 2000) kunnen de fabrikanten kiezen tussen twee methoden om de voedingswaarde van hun producten vast te stellen. Ofwel voeren zij zelf een chemische analyse van hun voedingsmiddelen uit en vermelden zij de aldus verkregen waarden, ofwel baseren zij zich op tabellen met de samenstelling, namelijk op gemiddelde waarden die vooraf voor elk ingredie¨nt werden berekend. Bij die laatste methode zijn vergissingen of onnauwkeurigheden echter niet uit te sluiten. De verpakking vermeldt jammer genoeg nergens welke methode de fabrikant heeft gebruikt (vaak is dat de tweede methode).
Selon Test Santé (no 36 d’avril-mai 2000), les fabricants ont le choix entre deux méthodes pour établir la valeur nutritive de leurs produits. Soit, ils réalisent eux-mêmes une analyse chimique de leurs denrées et mentionnent les valeurs ainsi obtenues; soit ils se basent sur des tables de composition, c’est-à-dire des valeurs moyennes préalablement calculées pour chaque ingrédient. Cette dernière méthode de calcul autoriserait des marges d’erreur ou d’imprécision. L’emballage n’indique malheureusement nulle part la méthode suivie par le fabricant (souvent la deuxième méthode).
1. Waarom is de fabrikant niet verplicht te vermelden welke methode hij heeft gebruikt om de voedingswaarde van zijn product vast te stellen ?
1. Pourquoi le fabricant n’est-il pas tenu d’indiquer la méthode employée pour établir la valeur nutritive de son produit ?
2. Welke maatregelen heeft u getroffen om ervoor te zorgen dat de voedingswaarde van een product nauwkeurig op de verpakking wordt vermeld ?
2. Quelles dispositions avez-vous déjà prises pour que la valeur nutritive d’un produit soit mentionnée de façon précise sur l’emballage ?
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 81 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 81 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7537
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
DO 2000200110589
DO 2000200110589
Vraag nr. 294 van de heer Bart Laeremans van 8 februari 2001 (N.) :
Question no 294 de M. Bart Laeremans du 8 février 2001 (N.) :
Brusselse gemeenten. — Telefoononthaal lokale politie. — Eentalig Franstalig personeel.
Communes bruxelloises. — Accueil téléphonique de la police locale. — Personnel unilingue francophone.
Ik verneem uit diverse hoeken dat in diverse Brusselse gemeenten eentalig Franstalig personeel wordt ingeschakeld bij het telefoononthaal van de lokale politie. Het ergst is de situatie in Elsene en Ukkel waar het vaak voorvalt dat ook na enig aandringen niemand kan gevonden worden die Nederlands spreekt.
Il m’est revenu de différentes sources que plusieurs communes bruxelloises font appel à du personnel unilingue francophone pour assurer l’accueil téléphonique de la police locale. Ixelles et Uccle sont les communes ou` la situation est la plus grave. En effet, même en insistant, il arrive fréquemment que l’on ne trouve pas d’interlocuteur parlant le néerlandais.
1. Gaat het hier om een permanent probleem dan wel om een tijdelijk euvel ?
1. S’agit-il d’un problème permanent ou d’une pénurie temporaire ?
2. Waar ligt de oorzaak van dit Nederlandsonkundig onthaal ?
2. Pourquoi l’accueil téléphonique ne se fait-il pas en néerlandais ?
3. Wordt er soms burgerpersoneel ingeschakeld dat geen tweetaligheidsproef heeft afgelegd ?
3. Des membres du personnel de l’administration communale sont-ils parfois engagés sans avoir présenté d’examen de bilinguisme ?
4. Wat heeft u reeds ondernomen om de situatie te verhelpen ?
4. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour remédier à cette situation ?
DO 2000200110591
DO 2000200110591
Vraag nr. 295 van de heer Tony Smets van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 295 de M. Tony Smets du 9 février 2001 (N.) :
Gemeenten. — Openbaarheid agenda vergaderingen van gemeenteraad.
Communes. — Publicité des ordres du jour des séances du conseil communal.
Mijn vraag betreft de problemen die zich voordoen in de gemeente Glabbeek over de openbaarheid van de agenda van de gemeenteraadsvergaderingen.
Ma question concerne les problèmes que rencontre la commune de Glabbeek en matière de publicité de l’ordre du jour des séances du conseil communal.
1. Wat zijn de gevolgen en eventuele sancties indien een burgemeester en het schepencollege de volledige agenda en bijkomende punten van een gemeenteraad niet aan het publiek ter kennis brengt zoals bepaald in artikel 87bis van de nieuwe gemeentewet ?
1. Quelles sont les conséquences et sanctions éventuelles de la non-publication, par le bourgmestre et le collège échevinal, de l’ordre du jour complet et des points additionnels d’une séance du conseil communal, en violation de l’article 87bis de la nouvelle loi communale ?
2. Wanneer gaat men over tot aanstelling van een regeringscommissaris die erop toeziet dat een gemeenteraad strikt, volgens de bepalingen vervat in de nieuwe gemeentewet, verloopt ?
` quel moment procède-t-on à la désignation 2. A d’un commissaire de gouvernement chargé de veiller à ce qu’une séance du conseil communal se déroule conformément aux dispositions de la nouvelle loi communale ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7538
DO 2000200110606
DO 2000200110606
Vraag nr. 296 van de heer Olivier Maingain van 12 februari 2001 (Fr.) :
Question no 296 de M. Olivier Maingain du 12 février 2001 (Fr.) :
Euro 2000. — Finaal kostenplaatje van de organisatie en de veiligheidsmaatregelen.
Euro 2000. — Couˆts finaux affectés à l’organisation et à la sécurité.
In antwoord op de vraag nr. 192 van 7 juni 2000 van de heer Paque, deelde u de bedragen mee van de begrotingen die door uw departement rechtstreeks of onrechtstreeks voor de organisatie van het Europees voetbalkampioenschap waren uitgetrokken (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 40, blz. 4689).
En réponse à la question no 192 du 7 juin 2000 de M. Paque, vous aviez communiqué les montants des budgets affectés directement ou indirectement à l’organisation du championnat d’Europe du football au sein de votre département (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 40, p. 4689).
Voor de algemene rijkspolitie was een totaal bedrag van 141 900 000 frank uitgetrokken, voor het Vast Secretariaat voor het preventiebeleid 53 353 628 frank en voor de rijkswacht 198 500 000 frank.
Ainsi, il était prévu pour la police générale du Royaume un budget total de l’ordre de 141 900 000 francs, pour le Secrétariat permanent à la politique de prévention, un budget de 53 353 628 francs, et pour la gendarmerie un budget de 198 500 000 francs.
Wat is het finaal kostenplaatje van de organisatie van en de veiligheidsmaatregelen voor Euro 2000 in de vier organiserende steden in ons land, namelijk Brugge, Brussel, Charleroi en Luik ? Graag een uitsplitsing van die bedragen per stad en volgens de aard van de uitgaven.
Pourriez-vous communiquer les couˆts financiers finaux affectés à l’organisation et à la sécurité de l’Euro 2000 dans les quatre villes organisatrices de l’événement en Belgique à savoir Bruges, Bruxelles, Charleroi et Liège, en précisant ces montants ville par ville et selon la nature des dépenses ?
DO 2000200110451
DO 2000200110451
Vraag nr. 297 van mevrouw Alexandra Colen van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 297 de Mme Alexandra Colen du 12 février 2001 (N.) :
Verkoop van visa in Oost-Europese landen.
Vente de visas dans des pays d’Europe de l’Est.
Het is algemeen geweten dat in vele Oost-Europese landen een Belgisch « tijdelijk » visum te koop is voor circa 500 USD (Amerikaanse dollar).
Il est de notoriété publique que dans de nombreux d’Europe de l’Est il est possible d’acheter un visa belge « temporaire » pour un prix avoisinant les 500 USD (dollars américains).
Sommige « reisagentschappen » bieden zelfs in krantenartikels of advertenties een « pakket » aan van een vliegtuigticket, een visum en hulp ter plaatse van een raadsman om « asiel » te vragen.
Certaines « agences de voyage » proposent même par le biais d’articles de journaux ou d’annonces des formules « globales » comprenant le billet d’avion, un visa et l’aide d’un conseiller sur place pour l’introduction d’une demande d’asile.
Belgie¨ staat bovenaan de lijst van « gewenste » bestemmingen. Het hoeft geen betoog dat een dergelijke handel in visa het imago van Belgie¨ geen goed doet.
La Belgique figure en tête de liste des destinations « souhaitées ». Il va sans dire que ce trafic de visas nuit à l’image de la Belgique.
Wat heeft u ondernomen, of overweegt u nog te ondernemen, om hieraan een einde te maken ?
Quelles initiatives avez-vous prises ou envisagezvous de prendre afin de remédier à cette situation ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7539
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 298 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 298 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110613
DO 2000200110613
Vraag nr. 299 van de heer Jo Vandeurzen van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 299 de M. Jo Vandeurzen du 13 février 2001 (N.) :
Personeelsleden gemeentepolitie. — Koninklijk en ministerieel besluit. — Vlaamse omzendbrief.
Membres du personnel de la police communale. — Arrêtés royal et ministériel. — Circulaire flamande.
In het Belgisch Staatsblad van 12 juli 1994 verscheen het koninklijk besluit van 20 juni 1994 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de toekenning van een diplomatoelage aan sommige personeelsleden van de openbare brandweerdiensten en van de gemeentepolitie.
L’arrêté royal du 20 juin 1994 fixant les dispositions générales relatives à l’octroi d’une allocation pour diploˆme à certains agents des services publics d’incendie et de la police communale a été publié le 12 juillet 1994 au Moniteur belge.
In Vlaanderen ontving het college van burgemeester en schepenen later een omzendbrief van 13 juli 1994 betreffende het sectoraal akkoord van 12 juni 1994. In deze omzendbrief schrijft de bevoegde minister dat het koninklijk besluit van 20 juni 1994 op de diplomatoeslag in Vlaanderen zonder uitwerking is omdat deze vergoeding in de nieuwe weddeschalen werd verrekend.
En Flandre, le collège des bourgmestre et échevins a reçu ultérieurement une circulaire datée du 13 juillet 1994 relative à l’accord sectoriel du 12 juin 1994. Le ministre compétent y indique que l’arrêté royal du 13 juin 1994 relatif à l’allocation pour diploˆme n’a aucune incidence en Flandre étant donné que cette allocation avait déjà été comptabilisée dans les nouveaux barêmes.
Op 24 maart 1995 verscheen in het Belgisch Staatsblad het ministerieel besluit van 3 maart 1995 tot vaststelling van de diploma’s, brevetten en getuigschriften die in aanmerking komen voor het toekennen van de diplomatoelage aan sommige personeelsleden van de gemeentepolitie.
Le 24 mars 1995, le Moniteur belge a publié l’arrêté ministériel du 3 mars 1995 fixant les diploˆmes, brevets et certificats donnant lieu à l’octroi d’une allocation pour diploˆme à certains membres de la police communale.
Kan u de juridische grondslag aangeven op basis waarvan de Vlaamse ministerie¨le omzendbrief van 1994 primeert op de bepaling van het koninklijk besluit van 20 juni 1994 en het ministerieel besluit van 24 maart 1995 ?
Pourriez-vous m’indiquer le fondement juridique de la primante de la circulaire ministérielle flamande de 1994 sur la disposition de l’arrêté royal du 20 juin 1994 et sur l’arrêté ministériel du 24 mars 1995 ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7540
DO 2000200110633
DO 2000200110633
Vraag nr. 300 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 300 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 84 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 14, blz. 1490).
Par ma question no 84 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de votre cabinet (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 14, p. 1490).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
DO 2000200110645
DO 2000200110645
Vraag nr. 301 van de heer Jo Vandeurzen van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 301 de M. Jo Vandeurzen du 14 février 2001 (N.) :
Lokale besturen. — Motivatie bestuurshandelingen. — Gemeentebestuur. — Geheime stemming.
Administrations locales. — Motivation des actes administratifs. — Administration communale. — Scrutin secret.
De lokale besturen zijn verplicht al hun bestuurshandelingen te motiveren.
Les administrations locales sont tenues de motiver l’ensemble de leurs actes administratifs.
1. Op welke wijze moet deze motivatie praktisch worden georganiseerd wanneer het gemeentebestuur in geheime stemming beslist over een benoeming ?
1. Comment cette motivation doit-elle être organisée dans la pratique lorsqu’une administration procède à une nomination par scrutin secret ?
2. Wie is bevoegd voor de concrete formulering van de overwegingen en argumenten die de gemeenteraad bij het nemen van zijn beslissing hebben geı¨nspireerd ?
2. Qui est compétent en ce qui concerne la formulation concrète des considérations et des arguments inspirant la décision du conseil communal ?
3. Moet de redactie van de motivatie een weerslag zijn van de besprekingen die in de geheime zitting hebben plaatsgevonden ?
3. La rédaction de la motivation doit-elle être la reproduction des discussions menées en séance secrète ?
4. Kan in het motiverend gedeelte van de beschikking melding gemaakt worden van besprekingen die achter gesloten deuren hebben plaatsgevonden ?
4. La motivation de la décision peut-elle faire état de discussions qui se sont déroulées à huis clos ?
5. Wat moet er gebeuren indien de besprekingen in geheime zitting geen rechtstreekse aanduiding bevatten of zelfs in strijd zijn met het uiteindelijke resultaat van de geheime stemming ?
5. Qu’adviendra-t-il si les discussions à huis clos ne comportent aucune indication directe, voire sont en contradiction avec le résultat final du scrutin secret ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7541
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 246 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 246 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110625
DO 2000200110625
Vraag nr. 247 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 247 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Commercialisering en terugbetaling van geneesmiddelen.
Commercialisation et remboursement des médicaments.
Test Gezondheid (nr. 41 van februari-maart 2001) plaatst vraagtekens bij de etappes die de commercialisering en de terugbetaling van geneesmiddelen nodeloos vertragen.
Test Santé (no 41 de février-mars 2001) s’est interrogé sur les étapes qui ralentissent inutilement la commercialisation et le remboursement des médicaments.
Inzake de terugbetalingsprocedure, pleit Test Gezondheid voor een meer algemene toepassing van de registratie op Europees niveau. Momenteel zijn sommige geneesmiddelen niet beschikbaar in Belgie¨ omdat de Belgische markt te klein wordt bevonden om een marketingcampagne voor op te zetten.
En ce qui concerne la procédure d’enregistrement, il plaide pour un usage plus étendu de l’enregistrement ` l’heure actuelle, certains médiau niveau européen. A caments sont, en effet, inaccessibles en Belgique parce que le marché belge est estimé trop petit pour qu’un effort de marketing soit payant.
Een uniformering van de benaming van de geneesmiddelen lijkt eveneens onontbeerlijk. De patie¨nten kennen immers vaak enkel de commercie¨le benaming van hun geneesmiddelen.
Une uniformisation des noms de médicaments semble également indispensable car les patients ne connaissent, le plus souvent, que le nom commercial de leurs médicaments.
Ook de procedures van prijszetting en terugbetaling slepen veel te lang aan.
Les procédures de fixation du prix et de remboursement sont également épinglées car elles sont souvent beaucoup trop longues.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
970
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7542
Ter wille van een grotere doorzichtigheid zou iedereen kennis moeten kunnen nemen van de redenen waarom een geneesmiddel al dan niet wordt terugbetaald.
Enfin, pour une plus grande transparence, les raisons pour lesquelles un médicament est ou non remboursé devraient être accessibles à tout un chacun.
Werden al initiatieven genomen om aan de opmerkingen van Test Gezondheid tegemoet te komen, nu een voorstel wordt onderzocht dat ertoe strekt de Doorzichtigheidscommissie en de Technische Raad voor farmaceutische specialiteiten te fuseren ?
Des initiatives ont-elles déjà été prises, à l’heure ou` est étudié un projet de fusion de la Commission de transparence et du Conseil technique des spécialités pharmaceutiques, pour rencontrer les remarques de Test Santé ?
DO 2000200110634
DO 2000200110634
Vraag nr. 248 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 248 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 54 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 14, blz. 1506).
Par ma question no 54 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 14, p. 1506).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Pensioenen
Pensions
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 56 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 56 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7543
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 110 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 110 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110620
DO 2000200110620
Vraag nr. 112 van de heer Yves Leterme van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 112 de M. Yves Leterme du 13 février 2001 (N.) :
Luchtmacht. — Oefenvluchten boven de Oostendse luchthaven.
Force aérienne. — Vols d’essai au-dessus de l’aéroport d’Ostende.
Regelmatig worden er boven de Oostendse luchthaven door de Luchtmacht met C130-vliegtuigen oefenvluchten gehouden. Ook het Nederlandse leger en soms ook de Engelse luchtmacht houden oefenvluchten boven de luchthaven van Oostende.
La Force aérienne organise régulièrement des vols d’entraıˆnement d’avions C-130 au-dessus de l’aéroport d’Ostende. L’armée néerlandaise ainsi que, parfois, l’armée de l’air du Royaume-Uni effectuent également des vols d’entraıˆnement au-dessus de cet aéroport.
De luchthaven van Oostende heeft al een overbelastend luchtverkeer en bijkomende oefenvluchten vanwege de Luchtmacht hinderen niet alleen de omwonenden, maar zijn ook storend in de toeristische kustregio.
Le trafic aérien autour de l’aéroport d’Ostende est déjà très dense et les vols d’entraıˆnement supplémentaires constituent non seulement une nuisance pour les riverains mais affectent également le tourisme dans la région coˆtière.
1. Kan u desgevallend bij benadering meedelen hoeveel oefenvluchten van C130-vliegtuigen er in het jaar 2000 boven Ostend Airport hebben plaatsgevonden ?
1. Pourriez-vous communiquer le nombre approximatif de vols d’essai effectués en 2000 par des C-130 au-dessus de Ostend Airport ?
2. Wat was hierbij bij benadering het aandeel vluchten op initiatief van het buitenlandse leger ?
2. Quelle était la part approximative de vols effectués à l’initiative d’une armée étrangère ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7544
Minister van Landbouw en Middenstand
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Landbouw
Agriculture
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 73 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 73 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110637
DO 2000200110637
Vraag nr. 74 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 74 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 15 en nr. 7 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 19, blz. 2121 en blz. 2126).
Par mes questions no 15 et no 7 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 19, pp. 2121 et 2126).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7545
Middenstand
Classes moyennes
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 45 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 45 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 2000200110601
DO 2000200110601
Vraag nr. 315 van de heer Peter Vanvelthoven van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 315 de M. Peter Vanvelthoven du 9 février 2001 (N.) :
Limburgse politierechtbanken.
Tribunaux de police du Limbourg.
Mijn vraag betreft een overzicht van het aantal zaken dat werd behandeld door de verschillende politierechtbanken van Limburg.
Ma question concerne le nombre d’affaires traitées par les différents tribunaux de police du Limbourg.
1. Hoeveel zaken werden behandeld door elke politierechtbank en dit telkens voor de jaren 1995-19961997-1998-1999 (-2000, indien reeds beschikbaar) en opgesplitst in burgerlijke zaken en strafzaken ?
1. Combien d’affaires, respectivement civiles et pénales, ont été traitées par chaque tribunal de police au cours des années 1995-1996-1997-1998-1999 (-2000, si les données sont déjà disponibles) ?
2. Hoeveel inwoners bestrijkt het rechtsgebied van elk van deze politierechtbanken ?
2. Quelle est la population du ressort de ces tribunaux de police ?
3. Wat is de oppervlakte van het rechtsgebied van elk van deze politierechtbanken ?
3. Quelle est la superficie du ressort de ces tribunaux de police ?
4. Over hoeveel politierechters, griffiers en griffiepersoneel kan elk van deze politierechtbanken beschikken ?
4. De combien de juges de police, de greffiers et de membres du personnel du greffe chacun de ces tribunaux de police peut-il disposer ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7546
DO 2000200110604
DO 2000200110604
Vraag nr. 316 van de heer Gerolf Annemans van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 316 de M. Gerolf Annemans du 12 février 2001 (N.) :
Rechtbanken van eerste aanleg. — Collectieve schuldbemiddeling.
Tribunaux de première instance. — Médiation collective en matière de dettes.
1. Bent u op de hoogte van het feit dat bij bepaalde rechtbanken van eerste aanleg de regeling van collectieve schuldbemiddeling tot paradoxale toestanden leidt ?
1. Savez-vous que, dans certains tribunaux de première instance, la réglementation relative à la médiation collective en matière de dettes conduit à des situations paradoxales ?
Zo zou de beslagrechter in Antwerpen nagenoeg driemaal zoveel gerechtsbrieven versturen als de rechtbank van koophandel en de rechtbank van eerste aanleg samen.
Ainsi, à Anvers, le juge des saisies enverrait trois fois plus de plis judiciaires que le tribunal de commerce et le tribunal de première instance réunis.
2. De gerechtskosten in verband met de collectieve schuldbemiddeling zijn veel excessiever dan aanvankelijk gedacht.
2. Les frais judiciaires liés à la médiation collective des dettes dépasseraient largement les estimations initiales.
Kan u dit in cijfers uitdrukken voor de rechtbanken in Antwerpen en Brussel ?
Pouvez-vous nous communiquer des chiffres à ce sujet pour les tribunaux d’Anvers et de Bruxelles ?
DO 2000200110605
DO 2000200110605
Vraag nr. 317 van de heer Gerolf Annemans van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 317 de M. Gerolf Annemans du 12 février 2001 (N.) :
Gevangenispopulatie. — Samenstelling per nationaliteit.
Population carcérale. — Composition par nationalité.
Uw antwoord op mijn vraag nr. 289 van 28 november 2000 in verband met de samenstelling per nationaliteit van de gevangenispopulatie doet bijkomen vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20002001, nr. 59, blz. 6707).
Votre réponse à ma question no 289 du 28 novembre 2000 relative à la composition par nationalité de la population carcérale soulève des questions supplémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 59, p. 6707).
1. Wat betreft de gevangenispopulatie met Belgische nationaliteit : kan u meedelen voor elk jaar het aantal Belgen dat op één of andere wijze de Belgische nationaliteit verwierf ?
1. En ce qui concerne la population carcérale de nationalité belge, pourriez-vous par année indiquer le nombre de personnes ayant d’une manière ou d’une autre acquis la nationalité belge ?
2. Wat betreft de gevangenispopulatie met diverse nationaliteiten : kan u meedelen voor elk jaar het aantal personen met Oost-Europese nationaliteit ?
2. En ce qui concerne la population carcérale de nationalité diverse, pourriez-vous par année indiquer le nombre de personnes ayant la nationalité d’un pays de l’Europe de l’Est ?
DO 2000200110621
DO 2000200110621
Vraag nr. 319 van mevrouw Els Van Weert van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 319 de Mme Els Van Weert du 13 février 2001 (N.) :
Hoger onderwijs. — Stages bij rechtbanken en politie.
Enseignement supérieur. — Stages auprès des tribunaux et de la police. ` propos de la possibilité, pour les étudiants en A psychologie, en criminologie et les futurs assistants
Omdat vroeger studenten in de psychologie, de criminologie of het maatschappelijk werk als stagiair
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7547
werden toegelaten bij onderzoek van parket en politie, oordeelde het College van procureurs-generaal in december 1998 dat deze praktijken mogelijk deontologische problemen en eventuele inbreuken op de privacywet zouden kunnen opleveren. Deze bekommernis is terecht.
sociaux de suivre, en qualité de stagiaire, les enquêtes du parquet et de la police, le Collège des procureurs généraux a estimé, en décembre 1998, que ces pratiques pourraient constituer un problème déontologique et une infraction à la loi sur la vie privée. Cette préoccupation est justifiée.
Op 30 december 1998 werd aan de VLIR en de Conseil interuniversitaire medegedeeld dat aan de minister van Justitie zou worden gevraagd wetgevende initiatieven te nemen om de stagemogelijkheden juridisch te omkaderen.
Le 30 décembre 1998, le VLIR et le Conseil interuniversitaire ont été informés du fait que le ministre de la Justice serait invité à prendre une initiative à propos de la création, pour ces stages, d’un cadre juridique approprié.
In afwachting hiervan hanteren de parketten een zeer strikte beperking van deze stagemogelijkheden.
Dans l’attente de ce cadre juridique, les parquets limitent fortement les possibilités de stage.
Zowel sommige politiekorpsen als parketten en rechtbanken, maar ook de betrokken onderwijsinstellingen klagen nu dat er nog nauwelijks stages worden aangevraagd of toegestaan bij sociale diensten, jeugdbrigades, diensten voor slachtofferhulp, enz.
Tant certains corps de police, parquets et tribunaux que les établissements d’enseignement concernés se plaignent de la rareté des demandes et des autorisations de stages auprès des services sociaux, des brigades de la jeunesse, des services d’aide aux victimes, etc.
1. Welke maatregelen heeft u al genomen om de nood aan stageplaatsen in overeenstemming te brengen met de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek ?
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises afin d’assurer la conformité entre le nombre de places de stage et les lois du 5 aouˆt 1992 sur la fonction de police, du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel et du 12 mars 1998 relative à l’amélioration de la procédure pénale au stade de l’information et de l’instruction ?
2. Is er daarover overleg met de gemeenschapsministers van Onderwijs ?
2. Une concertation à ce propos a-t-elle été organisée avec les ministres communautaires de l’Enseignement ?
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 2000200110595
DO 2000200110595
Vraag nr. 586 van de heer Claude Eerdekens van 9 februari 2001 (Fr.) :
Question no 586 de M. Claude Eerdekens du 9 février 2001 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Gratis overdracht van een onderneming.
Impoˆts sur les revenus. — Cession à titre gratuit d’une exploitation.
1. Geldt wanneer een vader zijn exploitatie kosteloos overdraagt aan zijn zoon het voortzettingsstelsel uit artikel 46, § 1, lid 1, 1o, dat onder hoofdstuk II, afdeling IV, onderafdeling II, c), van het WIB 1992 valt en dat alleen de meerwaarden behandelt ?
1. Lorsqu’un père cède son exploitation à titre gratuit à son fils, le régime de la continuation prévu à l’article 46, § 1er, alinéa 1er, 1o, qui figure au chapitre II, section IV, sous-section II, c), du CIR 1992 qui traite uniquement des plus-values s’applique-t-il ?
2. Zo ja, welk belastingstelsel geldt voor de minderwaarde als de vader die zijn exploitatie kosteloos heeft overgedragen, niet afzag van het voortzettingsstelsel ?
2. Dans l’affirmative, si le père n’a pas renoncé au régime de la continuation, quel sera le régime fiscal de la moins-value qui va résulter de la cession à titre gratuit de son exploitation ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7548
3. Als de vader afzag van het voortzettingsstelsel waarin artikel 46, § 1, lid 1, 1o, van het WIB 1992 voorziet, kan de zoon dan op grond van de commentaar bij het WIB 1992 nr. 67/71 het goed dat hij kosteloos heeft verworven, afschrijven op grond van de ree¨le waarde die het goed op het ogenblik van zijn bestemming voor professionele doeleinden heeft ?
3. Si le père a renoncé au régime de la continuation prévu à l’article 46, § 1er, alinéa 1er, 1o, du CIR 1992 le fils pourra-t-il en vertu du commentaire des impoˆts sur les revenus CIR 1992 no 61/71 amortir le bien qu’il a acquis à titre gratuit sur la base de la valeur réelle que ce bien a au moment de son affectation à des fins professionnelles ?
DO 2000200110599
DO 2000200110599
Vraag nr. 587 van de heer Claude Eerdekens van 9 februari 2001 (Fr.) :
Question no 587 de M. Claude Eerdekens du 9 février 2001 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Stopzettingsmeerwaarden.
Impoˆts sur les revenus. — Plus-values de cessation.
Artikel 46, § 1, eerste lid, 2o, van het WIB 1992 bepaalt dat de stopzettingsmeerwaarden als omschreven in artikel 28, eerste lid, 1o, volledig worden vrijgesteld wanneer zij zijn verkregen of vastgesteld, ter gelegenheid van de inbreng van één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van de algemeenheid van goederen in een vennootschap, tegen verkrijging van aandelen die het maatschappelijk kapitaal van die vennootschap vertegenwoordigen.
L’article 46, § 1er, alinéa 1er, 2o, du CIR 1992 mentionne que les plus-values de cessation définies à l’article 28, alinéa 1er, 1o, sont entièrement exonérées lorsqu’elles sont obtenues ou constatées à l’occasion de l’apport d’une ou de plusieurs branches d’activité ou d’une universalité de biens à une société moyennant la remise d’actions ou parts représentatives du capital social de cette société.
Is de meerwaarde die voortvloeit uit de vervreemding van de in ruil voor de inbreng verkregen aandelen belastbaar als de belastingplichtige die de inbreng doet voornoemde aandelen niet voor de uitoefening van een beroepswerkzaamheid heeft aangewend ?
La plus-value qui résulterait de l’aliénation des actions ou parts reçues en échange de l’apport serat-elle imposable si le contribuable qui effectue l’apport n’a pas affecté lesdites actions ou parts à l’exercice d’une activité professionnelle ?
DO 2000200110602
DO 2000200110602
Vraag nr. 588 van de heer Claude Eerdekens van 9 februari 2001 (Fr.) :
Question no 588 de M. Claude Eerdekens du 9 février 2001 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Ondernemingen. — Volledige en definitieve stopzetting van de activiteiten. — Abnormale of goedgunstige voordelen.
Impoˆts sur les revenus. — Entreprises. — Cessation complète et définitive de ses activités. — Avantages anormaux ou bénévoles.
Mag men uit de gezamenlijke analyse van de artikelen 23, 26 en 28 van het WIB 1992 afleiden dat wanneer een in Belgie¨ gevestigde (aan de inkomstenbelastingen onderworpen) onderneming abnormale of goedgunstige voordelen toekent wegens of ter gelegenheid van de volledige of definitieve stopzetting van haar activiteit, die niet bij haar eigen winst zullen worden gevoegd, ook al komen voornoemde voordelen niet in aanmerking voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de verkrijgers ?
Peut-on conclure de l’analyse conjointe des articles 23, 26 et 28 du CIR 1992 que lorsqu’une entreprise (assujettie à l’impoˆt des personnes physiques) établie en Belgique accorde des avantages anormaux ou bénévoles en raison ou à l’occasion de la cessation complète et définitive de son activité, ceux-ci ne seront pas ajoutés à ses bénéfices propres même si lesdits avantages n’interviennent pas pour déterminer les revenus imposables des bénéficiaires ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7549
DO 2000200110608
DO 2000200110608
Vraag nr. 589 van de heer Martial Lahaye van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 589 de M. Martial Lahaye du 12 février 2001 (N.) :
Voorbereiding invoering van de euro-muntstukken en euro-biljetten.
Préparation à la mise en circulation de pièces et de billets en euros.
De invoering van de euro nadert met rasse schreden. In het giraal geldverkeer stijgt het gebruik ervan, de invoering van de euro-muntstukken en -biljetten wordt de grootste uitdaging voor volgend jaar.
L’entrée en vigueur de l’euro approche à grands pas. Si les virements se font de plus en plus souvent en euros, la mise en circulation des pièces et des billets en euros constituera le défi majeur pour l’année prochaine.
1. Hoever staat het met de voorbereiding van de invoering van de euro-muntstukken en -biljetten ?
1. Qu’en est-il de la préparation de la mise en circulation des pièces et de billets en euros ?
2. Welke informatiecampagnes worden hiervoor opgezet en hoe zal de ruiloperatie heel concreet georganiseerd worden ?
2. Quelles campagnes d’information ont été mises sur pied à ce sujet et comment, très concrètement, l’opération d’échange sera-t-elle organisée ?
3. Aan een ruiloperatie van dergelijke omvang hangt een prijskaartje.
3. Une opération d’échange d’une telle envergure se révélera sans aucune doute couˆteuse.
Over welke bedragen gaat het en wie financiert de ruiloperatie ?
Quels sont les montants en jeu et par qui l’opération d’échange sera-t-elle financée ? 4. Chaque E´tat membre prend-il lui-même en charge le couˆt de l’opération d’échange ou une part de ce couˆt sera-t-elle prise en charge par les instances européennes ?
4. Draagt iedere lidstaat zelf de kosten van de omruiloperatie of kan een deel van de kostprijs afgewenteld worden naar het Europese niveau ? 5. Worden er speciale informatiecampagnes opgezet voor de zwakkere groepen in onze samenleving en zo ja, voor wie en hoe zullen die campagnes er uitzien ?
5. Des campagnes d’information spéciales serontelles mises sur pied à l’intention des catégories les plus vulnérables de la population et, dans l’affirmative, quels seront les groupes-cibles et quelle forme prendront ces campagnes ?
DO 2000200110610
DO 2000200110610
Vraag nr. 590 van mevrouw Maggie De Block van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 590 de Mme Maggie De Block du 12 février 2001 (N.) :
Kostenforfait. — Zelfstandige onthaalouders.
Frais forfaitaires. — Familles d’accueil indépendantes.
Het kostenforfait dat onthaalgezinnen vandaag in kunnen brengen is vastgelegd op 450 frank.
Actuellement, les familles d’accueil sont autorisées à porter en compte à titre de frais forfaitaires une somme de 450 francs par mois.
In de Vlaamse Gemeenschap engageerde de minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, mevrouw Vogels, zich om met de federale overheid te onderhandelen om dit forfait op te trekken tot 545 frank. Daarmee beoogt zij een gelijkschakeling met de regeling die Kind en Gezin voorziet voor opvanggezinnen aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen en hoopt zij de particuliere opvanggezinnen een nieuw elan te kunnen geven. Tijdens de vorige legislatuur stelde de minister van Financie¨n dat hij niet afkerig was tegen
En Communauté flamande, Mme Vogels, ministre du Bien-être, de la Santé et de l’E´galité des chances, s’est engagée à négocier avec les autorités fédérales pour que ce forfait soit porté à 545 francs. Par cette augmentation, elle entend aligner la réglementation applicable aux familles d’accueil sur celle prévue par La Ligue des Familles pour les familles d’accueil affiliées à un service d’encadrement et espère donner un nouvel élan à la formule des familles d’accueil privées. Sous la précédente législature, le ministre des Finances
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
971
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7550
een verhoging van het kostenforfait indien de sector een gefundeerd dossier zou kunnen voorleggen.
avait dit qu’il n’était pas opposé à une augmentation des frais forfaitaires si le secteur était en mesure de présenter un dossier duˆment motivé.
1. Werd u reeds gecontacteerd door de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen ?
1. Avez-vous déjà été contacté par la ministre flamande du Bien-être, de la Santé et de l’E´galité des chances ?
2. Beaamt u het standpunt van uw voorganger dat er kan gekomen worden tot een hoger kostenforfait indien een gefundeerd dossier wordt voorgelegd ?
2. Faites-vous voˆtre le point de vue de votre prédécesseur qui envisageait une augmentation des frais forfaitaires à condition qu’on lui soumette un dossier duˆment motivé ?
3. a) Worden in dit dossier concrete stappen gezet ?
3. a) Des initiatives concrètes ont-elles déjà été prises dans ce dossier ?
b) Zo ja, wat is de stand van zaken ?
b) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement de ce dernier ?
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 591 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 591 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110618
DO 2000200110618
Vraag nr. 592 van mevrouw Yolande Avontroodt van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 592 de Mme Yolande Avontroodt du 13 février 2001 (N.) :
Fiscaal statuut van de bijdragen en uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering.
Statut fiscal des cotisations et des allocations versées dans le cadre de l’assurance-dépendance instaurée en Flandre.
Op 1 juli 2001 start de Vlaamse Gemeenschap in principe met de zorgverzekering. Vanaf die datum zal zij voor het eerst overgaan tot het innen van bijdragen en uitkeringen. De bijdragen zullen in de aanvangsfase 30 frank per maand bedragen of 360 frank per jaar.
En principe, l’assurance-dépendance entrera en ` vigueur en Communauté flamande le 1er juillet 2001. A partir de cette date, cette dernière procédera pour la première fois à la perception de cotisations et au versement d’allocations. Dans un premier temps, les cotisations s’élèveront à 30 francs par mois, soit à 360 francs par an.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7551
De uitkeringen zullen in het eerste jaar 3 000 frank per maand bedragen voor wie beroep doet op mantelzorg en 3 500 frank voor wie beroep doet op georganiseerde thuiszorg. Vanaf 1 juli 2002 zal aan wie in een rust- of verzorgingstehuis verblijft en aan bepaalde voorwaarden voldoet maandelijks 6 500 frank worden uitgekeerd. Op jaarbasis varie¨ren de uitkeringen dus tussen respectievelijk 36 000, 42 000 en 78 000 frank.
Het fiscaal statuut van zowel de bijdragen als de uitkeringen is dus niet onbelangrijk. 1. Werd door de Vlaamse regering reeds contact opgenomen omtrent het fiscaal statuut van zowel de bijdragen als de uitkeringen ? 2. a) Welke fiscale behandeling overweegt de minister te geven aan de uitkeringen die zorgbehoevende Vlamingen ten laste van de Vlaamse zorgverzekering ontvangen ? b) Worden deze inkomsten beschouwd als belastbaar ? 3. Overweegt u wettelijke initiatieven te nemen om het fiscaal statuut van bijdragen en uitkeringen uit te klaren ?
Au cours de la première année, les allocations s’élèveront à 3 000 francs par mois pour les personnes bénéficiant de soins de proximité et à 3 500 francs pour celles qui font appel à l’aide à domicile organisée. ` partir du 1er juillet 2002, les personnes séjournant en A maison de soins et de repos et satisfaisant à des conditions déterminées recevront 6 500 francs par mois. Sur une base annuelle, les allocations s’élèveront donc respectivement à 36 000 francs, à 42 000 francs et à 78 000 francs. Le statut social tant des cotisations que des allocations n’est pas dénué d’importance. 1. Le gouvernement flamand a-t-il déjà pris contact avec les instances fédérales à propos du statut fiscal tant des cotisations que des allocations ? 2. a) Quel traitement fiscal le ministre envisage-t-il de réserver aux allocations perçues par les Flamands nécessitant des soins à charge de l’assurancedépendance flamande ? b) Ces revenus sont-ils considérés comme imposables ? 3. Envisagez-vous de prendre des initiatives législatives pour préciser le statut fiscal des cotisations et des allocations précitées ?
DO 2000200110639
DO 2000200110639
Vraag nr. 593 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) : Kabinetten. — Wagenpark. Met mijn vraag nr. 147 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 15, blz. 1669). 1. Zijn er ondertussen wijzigingen ? 2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ? 3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
Question no 593 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) : Cabinets. — Parc automobile. Par ma question no 147 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de votre cabinet (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 15, p. 1669). 1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ? 2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ? 3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
DO 2000200110646
DO 2000200110646
Vraag nr. 594 van de heer Geert Bourgeois van 14 februari 2001 (N.) : Regionale opsplitsing van de vennootschapsbelasting. Kan uw administratie voor het aanslagjaar 1999 volgende gegevens verstrekken : 1. de totale ontvangsten in de vennootschapsbelasting, uitgesplitst per ontvangkantoor en geconsoli-
Question no 594 de M. Geert Bourgeois du 14 février 2001 (N.) : Ventilation régionale de l’impoˆt des sociétés. Votre administration peut-elle communiquer, pour l’année fiscale 1999, les données suivantes : 1. les recettes totales perçues dans le cadre de l’impoˆt des sociétés, ventilées par bureau de recettes et
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7552
deerd op het niveau van de gewesten (Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel);
consolidées au niveau des régions (la Flandre, la Wallonie et Bruxelles);
2. het aantal vennootschappen eveneens per ontvangkantoor en per gewest;
2. le nombre de sociétés, et ce également par bureau de recettes et par région;
3. de gemiddelde belastbare winst van de vennootschappen voor elk ontvangkantoor en voor elk gewest ?
3. le bénéfice imposable moyen par société correspondant à chaque bureau de recettes et région ?
DO 2000200110647
DO 2000200110647
Vraag nr. 595 van de heer Philippe Seghin van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 595 de M. Philippe Seghin du 14 février 2001 (Fr.) :
Europese Unie. — Vrije dienstverlening inzake hypothecaire leningen.
Union européenne. — Libre prestation de service en matière de prêt hypothécaire.
Onlangs werden in een televisieprogramma van France 2, « Argent public/Argent privé » (5 februari 2001), de risico’s van de vrije dienstverlening inzake financie¨le diensten benadrukt.
Une récente émission « Argent public/Argent privé », (France 2, 5 février 2001) a souligné les risques que peuvent présenter la libre prestation de service en matière de services financiers.
Het voorbeeld werd aangehaald van een Fransman die een hypothecaire lening is aangegaan bij een Duitse bank met een terugbetalingssysteem « in fine ». De betrokken akten werden in Duitsland verleden en de hypotheek werd in Frankrijk aangegaan. De lokale notaris kreeg slechts a posteriori kennis van de leningsakte en kon dus bijgevolg de leners niet van de specifieke clausules van een dergelijk contract op de hoogte brengen.
En l’occurrence, le cas de Français ayant souscrit un emprunt hypothécaire auprès d’une banque allemande avec système de remboursement « in fine » a été présenté. Les actes en cause ont été passés en Allemagne et les hypothèques prises en France. Le notaire local n’a eu à connaıˆtre de l’acte de prêt qu’a posteriori et n’aurait donc pu informer les emprunteurs des clauses particulières de ce type de contrat ...
In geval van voortijdige terugbetaling of afbetalingsmoeilijkheden zijn de leners, en dit tot op het einde van het contract, het volledig geleende bedrag verschuldigd, wat tot de financie¨le ondergang van heel wat gezinnen heeft geleid.
En cas de remboursement anticipé ou de difficultés de paiement, les emprunteurs doivent, jusqu’au terme du contrat, la totalité de la somme empruntée ce qui a conduit un certain nombre de ménages à la ruine.
Dit systeem van terugbetaling « in fine » is best denkbaar voor professionele leners maar is minder geschikt voor particulieren. Bovendien is gebleken, aan de hand van de getoonde voorbeelden, dat de in Frankrijk voor de consument bestaande beschermingsmechanismen niet van toepassing waren (bedenktijd, duidelijkheid omtrent de rentevoeten en de werkelijke kost van de lening, gebruikte taal, enz.).
Ce système de remboursement « in fine » peut se concevoir pour des emprunteurs professionnels mais plus difficilement pour des particuliers. En outre, il est apparu des exemples cités que les gardes-fou mis en place en France pour protéger les consommateurs n’étaient pas d’application (délai de réflexion, précisions quant au taux et au couˆt réel du prêt, langue utilisée, etc.).
1. Werden gelijksoortige problemen ter kennis gebracht van uw diensten (EAI) of van de Dienst voor controle van de verzekeringen ?
1. Des problèmes semblables ont-ils été portés à la connaissance de ses services (IGE) ou de l’Office de controˆle des assurances ?
2. Welk recht ter bescherming van de consumenten of de leners is terzake van toepassing ?
2. Quel est le droit de protection des consommateurs ou des emprunteurs applicable en cette matière ?
3. De harmonisering van de reglementering op dit vlak is in de Europese Unie blijkbaar niet ver gevorderd.
3. Par ailleurs, l’harmonisation de la réglementation au sein de l’Union européenne n’est manifestement guère avancée en ce domaine.
Zou het niet efficie¨nter zijn om het principe van de vrije dienstverlening te bevestigen en de wetgeving van
Ne serait-il pas plus efficace de réaffirmer la libre prestation de service tout en imposant l’application de
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7553
het land van herkomst van de consument/lener toe te passen ? Dit zou de mogelijkheid geven aan landen (zoals Frankrijk en Belgie¨) met een wetgeving die de consumenten beter beschermt, hun tradities in ere te houden en tegelijk de vrije dienstverlening niet te belemmeren.
la loi du pays du consommateur/emprunteur ? Cela permettrait aux pays (comme la France et la Belgique) à législation plus protectrice de ne pas abandonner leurs traditions, tout en ne contrevenant pas à la libre prestation de service.
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 2000200110590
DO 2000200110590
Vraag nr. 155 van de heer Olivier Chastel van 9 februari 2001 (Fr.) :
Question no 155 de M. Olivier Chastel du 9 février 2001 (Fr.) :
De Post. — Situatie van het postkantoor van Mellet (Les Bons Villers).
La Poste. — Situation du bureau de poste de Mellet (Les Bons Villers).
1. Is het postkantoor van Mellet (Les Bons Villers) met sluiting bedreigd ?
1. Le bureau de poste de Mellet (Les Bons Villers) est-il menacé de fermeture ?
2. Volgens hardnekkige geruchten zou die sluiting gepland zijn. Die eventuele sluiting wekt heel wat beroering.
2. Une rumeur persistante indique que cette fermeture est programmée. De nombreuses réactions me parviennent contre cette éventuelle fermeture.
Hoe zit het daarmee nu precies en wat zijn uw plannen in verband met dat kantoor ?
Pourriez-vous indiquer ce qu’il en est réellement et quels sont vos projets pour ce bureau ?
3. Een dergelijke beslissing zou zeer nadelige gevolgen hebben voor de inwoners van die gemeente, die meer dan vijf kilometer zouden moeten afleggen om zich naar het dichtstbijzijnde postkantoor te begeven.
3. En tout état de cause, une telle décision entraıˆnerait de graves préjudices pour les habitants de cette commune qui devraient se déplacer à plus de 5 kilomètres pour bénéficier des services de La Poste.
Als het een veiligheidsprobleem betreft, kunnen dan geen maatregelen worden overwogen die het behoud van een postkantoor in de nabijheid van het huidige kantoor mogelijk maken ?
S’il s’agit d’un problème de sécurité, n’est-il pas possible d’envisager des mesures qui permettent le maintien d’un bureau de poste à proximité de l’actuel ?
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 156 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 156 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7554
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ? 3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ? 3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110622
DO 2000200110622
Vraag nr. 157 van de heer Olivier Chastel van 13 februari 2001 (Fr.) : De Post. — Beslissing tot sluiting van het postkantoor Couillet 3 (Charleroi) op 1 maart 2001. Is, na de beslissing om het postkantoor Charleroi 5 — rue Pige au Croly — te sluiten (lokalen die als onaangepast worden bestempeld en aflopende huurovereenkomst), nu ook het postkantoor Couillet 3 (eveneens in Charleroi) met sluiting bedreigd ? Het zou dus de tweede geplande sluiting op het grondgebied van de stad Charleroi betreffen.
Question no 157 de M. Olivier Chastel du 13 février 2001 (Fr.) : La Poste. — Décision de fermeture du bureau de poste de Couillet 3 (Charleroi) au 1er mars 2001. Après la décision de fermer le bureau de poste de Charleroi 5 — rue Pige au Croly — (locaux jugés mal adaptés et bail arrivant à échéance), le bureau de poste de Couillet 3 (Charleroi toujours) est-il lui aussi menacé de fermeture ? Il s’agirait donc là d’une deuxième fermeture programmée sur le seul territoire de la ville de Charleroi. Une rumeur persistante semble donc indiquer que cette fermeture est bel et bien programmée pour ce 1er mars 2001. Ce bureau figurerait en effet sur la « liste noire » de La Poste (comme plusieurs dizaines d’autres ...). En tout état de cause, une telle décision entraıˆnerait de graves préjudices pour des habitants des quartiers concernés. Le bureau de Couillet 3 (rue de la Coˆte) est situé dans un immeuble qui serait vétuste et dont la configuration serait propice aux agressions. 1. S’il s’agit d’un problème de sécurité, n’est-il pas possible d’envisager des mesures qui permettent le maintien d’un bureau de poste à proximité de l’actuel, d’autant que le bureau de Couillet 3 semble être bien « coˆté » en matière de « fréquentation » et donc de « rentabilité » ? 2. De nombreuses réactions me parviennent contre cette fermeture. Pourriez-vous indiquer ce qu’il en est réellement et quels projets envisagez-vous pour ce bureau ?
Volgens hardnekkige geruchten zou die sluiting wel degelijk op 1 maart 2001 gepland zijn. Dat kantoor zou immers op de « zwarte lijst » van De Post voorkomen (zoals tientallen andere ...). Een dergelijke beslissing zou hoe dan ook heel nadelig zijn voor de bewoners van de betrokken wijken. Het kantoor Couillet 3 (rue de la Coˆte) is gevestigd in een gebouw dat bouwvallig zou zijn en waarvan de inrichting overvallen in de hand zou werken. 1. Als het een veiligheidsprobleem betreft, kunnen dan geen maatregelen worden overwogen die het behoud van een postkantoor in de nabijheid van het huidige kantoor mogelijk maken, temeer daar het kantoor Couillet 3 goed lijkt te « scoren » inzake « aantal clie¨nten » en dus qua « rentabiliteit » ? 2. Ik heb tal van reacties op die sluiting ontvangen. Hoe zit het daarmee nu precies en wat zijn uw plannen in verband met dat kantoor ?
DO 2000200110640
DO 2000200110640
Vraag nr. 158 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) : Kabinetten. — Wagenpark. Met mijn vraag nr. 33 en nr. 7 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten
Question no 158 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) : Cabinets. — Parc automobile. Par mes questions no 33 et no 7 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7555
(Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 13, blz. 1418 en 1419). 1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
cabinets (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 13, pp. 1418 et 1419). 1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Overheidsbedrijven en Participaties
Entreprises et Participations publiques
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 55 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 55 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie
E´conomie
DO 2000200110597
DO 2000200110597
Vraag nr. 129 van de heer Fred Erdman van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 129 de M. Fred Erdman du 9 février 2001 (N.) :
Brandverzekering. — Verhaal van de verzekerde op zijn verzekeraar.
Assurance incendie. — Recours de l’assuré contre son assureur.
In een arrest van het Hof van Cassatie van 25 februari 2000 heeft het Hof beslist dat de verzekerde
Dans un arrêt du 25 février 2000, la Cour de cassation a estimé que l’assuré qui réclame un paiement à
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7556
die zich ten aanzien van zijn verzekeraar beroept op een betaling, niet alleen het bewijs moet leveren van de schade en de gebeurtenis die aan de basis ervan lag, maar ook moet bewijzen dat het ingetreden risico in het contract was overeengekomen en daarin niet uitgesloten was.
son assureur doit non seulement apporter la preuve du dommage et de l’événement qui a été à l’origine de celui-ci mais doit également prouver que le risque qui est survenu était prévu dans le contrat et n’en était pas exclu.
In het bedoelde geval had de verzekeraar geweigerd de litigieuze schade te dekken en aangevoerd dat de dekking uitgesloten was ingeval de verzekerde opzettelijk de brand heeft aangestoken. In het licht van het bedoelde arrest zou dus de verzekerde het bewijs moeten leveren dat hij de kwestieuze brand niet heeft aangestoken, of in ieder geval niet opzettelijk heeft aangestoken. Dit komt neer op het leveren van een negatief bewijs, dat de gehele structuur en economie van een brandverzekering mogelijk op de helling stelt (destijds werden reeds clausules van « mysterious loss » geweerd uit polissen van verlies van goederen omdat deze de verzekerde verplichtten tot een negatieve bewijsvoering !).
En l’occurrence, l’assureur avait refusé de couvrir le dommage litigieux, considérant que la couverture était ` exclue si l’assuré mettait le feu intentionnellement. A la lumière de cet arrêt, il appartiendrait donc à l’assuré d’apporter la preuve qu’il n’a pas provoqué l’incendie ou, en tout cas, qu’il ne l’a pas fait intentionnellement. Ceci revient à imposer la charge d’une preuve négative, ce qui risque de remettre en question toute la structure et l’économie de l’assurance « incendie » (jadis, des clauses dites de « mysterious loss » ont déjà été retirées des polices relatives à la perte de biens parce qu’elles obligeaient l’assuré à apporter une preuve négative !).
1. Zijn er ingevolge dit arrest tussen u en de verzekeraars onderhandelingen gevoerd over een mogelijke aanpassing van de modelpolis brand ?
1. Avez-vous, à la suite de cet arrêt, négocié avec les assureurs à une adaptation éventuelle de la police type en matière d’incendie ?
2. a) Meent u niet dat door dit arrest de wederzijdse verhoudingen van partijen in het kader van een brandverzekering fundamenteel gewijzigd worden, hetgeen dus meebrengt dat een antwoord moet geboden worden op de impliciete verplichting (door dit arrest) op de verzekerde van een negatief bewijs te leveren ?
2. a) N’estimez-vous pas que cet arrêt modifie fondamentalement les rapports entre les parties dans le cadre d’une assurance « incendie », ce qui signifie qu’il conviendrait de répondre à l’obligation implicite (découlant de cet arrêt) pour l’assuré d’apporter une preuve négative ?
b) Moet dit eventueel niet opgevangen worden in een aanpassing van de basispremies ?
b) Ce problème ne devrait-il pas être réglé par le biais d’une adaptation de la prime de base ?
3. Meent u desbetreffende maatregelen te moeten treffen, daar waar in vele omstandigheden de kleine niet-kapitaalkrachtige verzekerde niet bij machte zal zijn het negatieve bewijs uit te bouwen, daar waar dit mogelijk gepaard zal gaan met bijkomende expertiseverrichtingen of uitvoerige juridische betwistingen ?
3. Estimez-vous devoir prendre des mesures en la matière, dès lors que, dans de nombreuses circonstances, le petit assuré peu fortuné ne sera pas en mesure d’apporter la preuve négative si cette charge exige des expertises supplémentaires ou est de nature à générer des contestations juridiques importantes ?
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 130 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 130 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsme-
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7557
dewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110619
DO 2000200110619
Vraag nr. 131 van mevrouw Yolande Avontroodt van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 131 de Mme Yolande Avontroodt du 13 février 2001 (N.) :
Invloed van de uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering op de dagprijs in rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen.
Influence des allocations versées dans le cadre de l’assurance-dépendance flamande sur le prix de la journée dans les maison de repos et maisons de soins et de repos.
Op 1 juli 2001 start de Vlaamse Gemeenschap in principe met de zorgverzekering. Vanaf die datum zal zij voor het eerst overgaan tot het innen van bijdragen en uitkeringen. De bijdragen zullen in de aanvangsfase 30 frank per maand bedragen of 360 frank per jaar. De uitkeringen zullen in het eerste jaar 3 000 frank per maand bedragen voor wie beroep doet op mantelzorg en 3 500 frank voor wie beroep doet op georganiseerde thuiszorg. Vanaf 1 juli 2002 zal aan wie in een rust- of verzorgingstehuis verblijft en aan bepaalde voorwaarden voldoet maandelijks 6 500 frank worden uitgekeerd. Op jaarbasis varie¨ren de uitkeringen dus tussen respectievelijk 36 000, 42 000 en 78 000 frank.
En principe, l’assurance-dépendance entrera en ` vigueur en Communauté flamande le 1er juillet 2001. A partir de cette date, cette dernière procédera pour la première fois à la perception de cotisations et au versement d’allocations. Dans un premier temps, les cotisations s’élèveront à 30 francs par mois, soit à 360 francs par an. Au cours de la première année, les allocations s’élèveront à 3 000 francs par mois pour les personnes bénéficiant de soins de proximité et à 3 500 francs pour celles qui font appel à l’aide à domicile organisée. ` partir du 1er juillet 2002, les personnes séjournant en A maison de soins et de repos et satisfaisant à des conditions déterminées recevront 6 500 francs par mois. Sur une base annuelle, les allocations s’élèveront donc respectivement à 36 000 francs, à 42 000 francs et à 78 000 francs.
Heel wat mensen vrezen dat vanaf 1 juli 2002 de rustoorden en de rust- en verzorgingstehuizen de uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering aan patie¨nten in rust- en verzorgingstehuizen zullen aanwenden om hun dagprijs op te trekken.
Nombreux sont ceux qui craignent qu’à partir du 1er juillet 2002, les maisons de repos et maisons de soins et de repos ne saisissent l’occasion de l’octroi par les autorités flamandes aux patients séjournant dans ces établissements d’une nouvelle allocation dans le cadre de l’assurance-dépendance pour augmenter le prix de la journée.
1. Zal u de verhoging van de dagprijs op grond van de ruimere financie¨le middelen van de bejaarden naar aanleiding van de uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering toelaten ?
1. Autoriserez-vous l’augmentation du prix de la journée sur la base d’une augmentation des moyens financiers des personnes aˆgées à l’occasion de l’octroi, à ces dernières, d’une allocation dans le cadre de l’assurance-dépendance flamande ?
2. a) Heeft de Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen over deze problematiek overleg gepleegd met de minister ?
2. a) La ministre flamande compétente en matière de Bien-être, de Santé et d’E´galité des chances a-t-elle organisé une concertation à ce propos avec le ministre ?
b) Zo ja, is men terzake tot concrete afspraken gekomen ?
b) Dans l’affirmative, des accords concrets ont-ils été conclus à ce propos ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
972
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7558
DO 2000200110626
DO 2000200110626
Vraag nr. 132 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 132 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Bewaring van eieren in de handel. — Legdatum of verpakkingsdatum.
Conservation des œufs dans les magasins. — Date de ponte ou d’emballage.
Volgens het tijdschrift Test Gezondheid (nr. 41 van februari-maart 2001) bestaat er geen enkele regeling betreffende de bewaring van eieren in de handel.
Selon Test Santé (no 41 de février-mars 2001) aucune réglementation n’existe en matière de conservation des œufs dans les magasins.
De enige datum die uitdrukkelijk vermeld moet zijn op de verpakking is de vervaldatum.
La seule date qui doit obligatoirement figurer sur l’emballage est celle concernant la date limite de conservation.
Het zou ideaal zijn als de legdatum of de verpakkingsdatum op de verpakking vermeld zou zijn. De producenten zijn echter niet verplicht deze gegevens te vermelden.
L’idéal serait de voir figurer sur la boıˆte le jour de ponte ou la date d’emballage, mais les fabricants ne sont pas tenus de mentionner l’une ou l’autre de ces données.
1. Wat belet de vermelding van leg- of verpakkingsdatum op de eierdozen ?
1. Qu’est-ce qui empêche que la date de ponte ou la date d’emballage figurent sur les boıˆtes d’œufs ?
2. Werden er reeds stappen in die zin genomen ?
2. Des initiatives ont-elles déjà été prises en ce sens ?
DO 2000200110641
DO 2000200110641
Vraag nr. 133 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 133 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 24 van 6 december 1999 informeerde ik bij uw voorganger naar het wagenpark van uw kabinet (Vragen en Antwoorden, Kamer, 19992000, nr. 34, blz. 3975).
Par ma question no 24 du 6 décembre 1999, j’avais interrogé votre prédécesseur sur le parc automobile de son cabinet (Questions et Réponses, Chambre, 19992000, no 34, p. 3975).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
DO 2000200110649
DO 2000200110649
Vraag nr. 134 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 134 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Supermarkten. — Voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten. — Invriezen.
Supermarchés. — Haché et saucisses préemballés. — Congélation.
Test Gezondheid wijst er in zijn nr. 41 van februarimaart 2001 op dat voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten die in supermarkten worden verkocht, niet geschikt zijn om te worden ingevroren. De consument tast immers in het duister met betrekking tot de
Test Santé fait remarquer dans son no 41 de févriermars 2001 que le haché et les saucisses préemballés que l’on trouve dans les supermarchés ne conviennent pas pour la congélation. En effet, il est impossible de savoir avec précision la date à laquelle ils ont été
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7559
datum waarop die producten werden bereid. In het beste geval wordt immers enkel de verpakkingsdatum vermeld.
préparés. Dans le meilleur des cas, seule la date d’emballage est mentionnée.
1. a) Zou men de vermelding van de bereidingsdatum van gehakt op het etiket niet verplicht moeten stellen ?
1. a) Ne conviendrait-il pas de rendre obligatoire un étiquetage qui mentionnerait la date de préparation de la viande hachée ?
b) Welke hinderpalen staan een dergelijke maatregel in de weg ?
b) Quels sont les obstacles éventuels à ce genre de mesure ?
2. Zou men tevens de uiterste gebruiksdata van voorverpakt gehakt niet beter moeten controleren, aangezien uit verscheidene studies al is gebleken dat supermarkten de houdbaarheidsdata schromelijk overschatten ?
2. Ne faudrait-il pas également mieux controˆler les dates limites d’utilisation des viandes hachées préemballées car plusieurs études ont déjà démontré que les supermarchés les surestimaient largement ?
Wetenschappelijk Onderzoek
Recherche scientifique
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 79 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 79 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
DO 2000200110450
DO 2000200110450
Vraag nr. 80 van mevrouw Alexandra Colen van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 80 de Mme Alexandra Colen du 14 février 2001 (N.) :
Algemene VN-vergadering te New York. — Bijdrage aan de aids-studie.
Assemblée générale des Nations unies à New York. — Contribution financière à une étude sur le sida.
Tijdens de algemene VN-vergadering te New York in september 2000 beloofde de eerste minister een bijdrage van 400 miljoen frank voor aids-onderzoek.
Au cours de l’assemblée générale des Nations unies qui s’est déroulée le 2 septembre 2000 à New York, le premier ministre a promis d’apporter une contribution financière de 400 millions de francs à une étude sur le sida.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7560
1. Welk onderzoek werd hierbij precies bedoeld ?
1. De quelle étude s’agit-il précisément ?
2. Wie voerde het uit en waar gebeurde dat ?
2. Qui mène cette étude et ou` est-elle menée ?
3. Is het bedrag effectief betaald en aan wie ?
3. Cette contribution a-t-elle effectivement été versée et à qui ?
4. Wat was het aandeel in procenten van Belgie¨ ten aanzien van andere donateurs ?
4. Quel est le pourcentage de la participation belge par rapport à celui des autres donateurs ?
Grootstedenbeleid
Politique des grandes villes
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 8 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 8 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 23 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 23 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsme-
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7561
dewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Energie
E´nergie
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 24 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 24 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Duurzame Ontwikkeling
Développement durable
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 16 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 16 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7562
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7563
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 2000200110651
DO 2000200110651
Vraag nr. 179 van de heer Jef Valkeniers van 15 februari 2001 (N.) :
Question no 179 de M. Jef Valkeniers du 15 février 2001 (N.) :
Intrekking Rosetta-steun voor aanwerving van hogergeschoolde jongeren.
Suppression de l’aide Rosetta à l’embauche de jeunes diploˆmés de l’enseignement supérieur.
De oorspronkelijke « Rosetta-wetgeving » voorzag in een vermindering van de patronale bijdragen, afkomstig uit het voordeelbanenplan, voor bedrijven die jongeren na hun stagetijd wilden aanwerven. Omdat het voordeelbanenplan enkel lastenverlagingen toekent bij de aanwerving van werklozen, voorzag Rosetta in een gelijkstelling van de stagetijd met een periode van werkloosheid. Eind vorig jaar werd een einde gemaakt aan deze lastenverlagingen voor bedrijven die hogergeschoolde jongeren na hun stage aanwerven. Met deze maatregel keert de minister blijkbaar een stap terug naar het oorspronkelijk opzet van het Rosetta-plan, dat voorzag in een startbaan voor lagergeschoolde werkzoekenden van minder dan 25 jaar. Opdat Vlaamse bedrijven beter tegemoet zouden kunnen komen aan de verplichting om jonge werkzoekenden a rato van 3 % van hun personeelsbestand een startbaanovereenkomst aan te bieden, werd de oorspronkelijke doelgroep verbreed tot hoog- en laaggeschoolde werkzoekenden tot 30 jaar.
La « loi Rosetta » prévoyait initialement une diminution des charges patronales provenant du plan avantage à l’embauche pour les entreprises désireuses d’engager des jeunes après leur stage. E´tant donné que le plan avantage à l’embauche n’accorde une réduction de charges qu’à l’embauche de choˆmeurs, le plan Rosetta prévoyait d’assimiler le stage à une période de ` la fin de l’année dernière, il a été mis fin à choˆmage. A ces réductions de charges pour les entreprises embauchant après leur stage des jeunes diploˆmés de l’enseignement supérieur. Avec cette mesure, la ministre se rapproche de l’objectif initial du plan Rosetta, qui permettait d’offrir un premier emploi aux choˆmeurs faiblement scolarisés de moins de 25 ans. Or, pour que les entreprises flamandes puissent respecter plus facilement l’obligation d’offrir une convention de premier emploi à de jeunes demandeurs d’emploi à raison de 3 % de leur personnel, le groupe-cible initial avait été élargi aux demandeurs d’emploi de moins de trente ans, y compris les diploˆmés de l’enseignement supérieur.
Het hoeft dus niet te verwonderen dat de kritiek op de beslissing om de aanwerving van hogergeschoolden uit te sluiten van bijdrageverminderingen het luidst klinkt in de Vlaamse bedrijfswereld.
Il ne faut donc pas s’étonner que ce soient les entreprises flamandes qui critiquent le plus vivement la décision de ne plus tenir compte de l’embauche des diploˆmés de l’enseignement supérieur pour la réduction de charges. ` la mi-janvier 2001, 55 % des conventions de A premier emploi concernaient des diploˆmés de l’enseignement supérieur. En outre, 66 % des conventions avaient été signées en Flandre.
Half januari 2001 was 55 % van de startbaanovereenkomsten gesloten met hogergeschoolden. Bovendien werd 66 % van de overeenkomsten in Vlaanderen gesloten.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7564
1. Wat is de numerieke en budgettaire impact van de voorgestelde intrekking van de Rosetta-steun voor de aanwerving van hogergeschoolde jongeren in het Vlaamse Gewest, respectievelijk Waalse Gewest en Brusselse Gewest ?
1. Quel est l’impact numérique et budgétaire de la suppression de l’aide Rosetta sur l’embauche de jeunes diploˆmés de l’enseignement supérieur dans les Régions flamande, wallonne et bruxelloise ?
2. Waarom heeft u geopteerd voor een maatregel met terugwerkende kracht ?
2. Pourquoi avez-vous opté pour une mesure à effet rétroactif ?
3. Zal deze maatregel een negatief effect ressorteren op de aanwerving van jongeren in het kader van Rosetta ?
3. Cette mesure aura-t-elle une incidence négative sur le recrutement des jeunes dans le cadre du plan Rosetta ?
4. a) Hoe evalueert u de kritiek van het (Vlaamse) bedrijfsleven die stelt dat de bedrijven de rekening moeten betalen voor de bijsturing van het Rosettaplan en de maatregel beschouwen als contractbreuk ?
4. a) Que pensez-vous de la critique des entreprises (flamandes) qui affirment qu’elles doivent payer pour la modification du plan Rosetta et considèrent cette mesure comme une rupture de contrat ?
b) Overweegt u een bijsturing zodat minstens de bedrijven die reeds hogergeschoolden hebben aangeworven in het kader van Rosetta alsnog een beroep zouden kunnen doen op de lastenverlagingen ?
b) Envisagez-vous de modifier le plan de manière à ce que les entreprises qui ont déjà engagé des diploˆmés de l’enseignement supérieur dans le cadre du plan Rosetta puissent continuer à bénéficier de la réduction de charges ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het volgende ter kennis te brengen van het geachte lid.
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de porter ce qui suit à la connaissance de l’honorable membre.
1. Het is mij niet mogelijk het aantal geschoolde jongeren te schatten die na afloop van een startbaanovereenkomst door een werkgever zullen aangeworven worden, die van een tewerkstellingssteun zou hebben kunnen genieten dankzij de gelijkstelling van hun periode van tewerkstelling in de startbaanovereenkomst.
1. Il ne m’est pas possible d’estimer le nombre de jeunes qualifiés qui, à l’issue d’une convention de premier emploi, seront engagés par un employeur qui aurait pu bénéficier d’une aide à l’emploi graˆce à l’assimilation de leur période d’occupation dans la convention de premier emploi.
Het is mij ook niet mogelijk het budgettaire gevolg betreffende deze gelijkstelling te schatten.
Il ne m’est pas possible non plus d’estimer l’impact budgétaire relatif à cette assimilation.
Daarentegen kan ik u het aantal geschoolde jongeren, gehuisvest in elk van de drie gewesten, meedelen die een startbaanovereenkomst gesloten hebben op 1 maart 2001 :
En revanche, je suis en mesure de vous renseigner le nombre de jeunes qualifiés qui ont conclu une convention de premier emploi, au 1er mars 2001, domiciliés dans chacune des trois régions :
— Vlaanderen : 18 733;
— Flandre : 18 733;
— Wallonie¨ : 6 947;
— Wallonnie : 6 947;
— Brussel : 1 933.
— Bruxelles : 1 933.
2. De reden van de afschaffing van de gelijkstelling voor de geschoolde jongeren in een startbaanovereenkomst met een periode van werkloosheid of van inschrijving als werkzoekende voor de toepassing van de werkgelegenheidsmaatregelen die een bepaalde duur van werkloosheid of van inschrijving als werkzoekende vereisen wordt in de toelichting van de programmawet van 2 januari 2001 aangegeven : het bleek ongeschikt deze gelijkstelling toe te laten wat de geschoolde jongeren betreft, terwijl de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid
2. La raison de la suppression pour les jeunes qualifiés de l’assimilation de l’occupation dans une convention de premier emploi à une période de choˆmage ou d’inscription comme demandeur d’emploi pour l’application des mesures en faveur de l’emploi est indiquée dans le commentaire de la loi-programme du 2 janvier 2001 : il a paru inopportun de permettre cette assimilation en ce qui concerne les jeunes qualifiés alors que la réduction des cotisations patronales de sécurité sociale n’est accordée, dans le cadre de la convention de premier emploi, qu’en cas d’occupation
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7565
slechts toegekend wordt, in het kader van de startbaanovereenkomst, in geval van de aanwerving van laaggeschoolde jongeren.
de jeunes peu qualifiés.
De terugwerkende kracht wordt gerechtvaardigd door het feit dat, bij de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van deze wijziging — op 3 januari 2001 — de startbaanovereenkomsten de minimale vereiste tewerkstellingsperiode van één jaar nog niet bereikt hadden. Derhalve konden de jongeren niet aangeworven zijn na afloop van hun startbaanovereenkomst, uitgezonderd in het geval van vervroegd einde van arbeidsovereenkomst of afloop van overeenkomsten voor bepaalde duur niet gevolgd door een andere overeenkomst om tot één jaar te komen.
La rétroactivité est justifiée par le fait que lors de la publication au Moniteur belge de cette modification — le 3 janvier 2001 — les conventions de premier emploi n’avaient pas encore atteint la période d’occupation minimale requise d’un an. Par conséquent, sauf cas de fin de contrat de travail anticipé ou d’échéance de contrats à durée déterminée non suivis d’un autre contrat de manière à atteindre un an, les jeunes ne pouvaient avoir été engagés à l’issue de leur convention de premier emploi.
3. Ik zie niet in waarom de wijziging een negatief gevolg op de aanwerving van jongeren zou hebben. De verplichting om deze jongeren aan te werven blijft inderdaad bestaan.
3. Je ne vois pas pourquoi la modification intervenue aurait un effet négatif sur l’engagement de jeunes. En effet, l’obligation d’engager ces jeunes subsiste.
Deze maatregel zou daarentegen de werkgevers kunnen aanzetten tot meer laaggeschoolde jongeren tewerk te stellen met het oog op hun latere aanwerving in het kader van maatregelen die hen een voordeel zullen bieden. Gezien het feit dat het de jongeren zijn die geen diploma van het hoger secundair onderwijs hebben, die het moeilijker hebben om werk te vinden, zou dit gevolg voordelig zijn.
En revanche, cette mesure pourrait inciter les employeurs à occuper plus de jeunes peu qualifiés dans l’optique de leur engagement ultérieur dans le cadre de mesures qui leur fourniront un avantage. E´tant donné que ce sont les jeunes qui n’ont pas de diploˆme de l’enseignement secondaire supérieur qui éprouvent le plus de difficultés à trouver un emploi, cette conséquence serait profitable.
4. Zelfs indien de door de programmawet van 2 januari 2001 ingevoerde wijziging mij gerechtvaardigd lijkt, zoals ik het hoger gesteld heb, moet men opmerken dat de memorie van toelichting van hoofdstuk V van deze wet bepaalt dat er over gewaakt zal worden dat deze wijziging geen afbreuk doet aan de werkgevers die, vo´o´r de bekendmakingsdatum van de programmawet in het Belgisch Staatsblad, reeds geschoolde jongeren, die niet meer onder een startbaanovereenkomst verbonden zouden zijn, aangeworven zouden hebben in het kader van een andere werkgelegenheidsmaatregel die een periode van werkloosheid of van inschrijving als werkzoekende vereist.
4. Meˆme si la modification introduite par la loiprogramme du 2 janvier 2001 me semble justifiée comme je l’ai indiqué précédemment, il faut noter que l’exposé des motifs du chapitre V de cette loi précise qu’il sera veillé à ce que cette modification ne porte pas préjudice aux employeurs qui, avant la date de publication de la loi-programme au Moniteur belge, auraient déjà engagé, dans une autre mesure en faveur de l’emploi qui exige une période de choˆmage ou d’inscription comme demandeur d’emploi, des jeunes qualifiés qui auraient cessé d’eˆtre occupés dans les liens d’une convention de premier emploi.
Deze verduidelijking, waarop de aandacht van de Rijksdienst voor sociale zekerheid gevestigd werd, betreft de enige gevallen van aanwerving na de startbaanovereenkomst, vo´o´r zijn normale einde.
Cette précision, sur laquelle l’attention de l’Office national de sécurité sociale a été attirée, concerne les quelques cas d’engagements postérieurs à la convention de premier emploi, avant son terme normal.
DO 2000200110663
DO 2000200110663
Vraag nr. 180 van de heer Filip Anthuenis van 16 februari 2001 (N.) :
Question no 180 de M. Filip Anthuenis du 16 février 2001 (N.) :
Dienstenbanen. — Aantal aanvragen per gewest.
Emplois de service. — Nombre de demandes par région.
Kan uw administratie met betrekking tot de dienstenbanen of Smetbanen de volgende gegevens voor
Votre administration pourrait-elle communiquer, pour l’année 2000 et pour chaque région séparément,
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
973
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7566
het jaar 2000, telkens opgedeeld voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest mededelen :
les données suivantes relatives aux emplois de service, également connus sous le nom d’emplois Smet :
1. Hoeveel aanvragen voor dienstenbanen werden ingediend ?
1. Combien de demandes pour des emplois de service ont été introduites ?
2. Hoeveel van deze aanvragen werden goedgekeurd ?
2. Combien de demandes ont été approuvées ?
3. Hoeveel van de goedgekeurde aanvragen werden effectief ingevuld ?
3. Combien de demandes approuvées ont donné lieu à un emploi effectif ?
4. a) Werden er ook aanvragen voor dienstenbanen ingediend door de werknemersorganisaties en de mutualiteiten ?
4. a) Les organisations de travailleurs et les mutualités ont-elles introduit des demandes pour des emplois de service ?
b) Zo ja, hoeveel aanvragen werden er ingediend per organisatie ?
b) Dans l’affirmative, combien de demandes ont été introduites par chaque organisation ?
c) Hoeveel van deze aanvragen werden telkens geheel, respectievelijk gedeeltelijk goedgekeurd ?
c) Combien de ces demandes ont été approuvées totalement ou partiellement ?
5. a) Heeft u vanuit de gewesten, die bevoegd zijn voor de opvulling van de vacatures, reeds signalen gekregen dat zij problemen zouden hebben met het vinden van kandidaten ?
5. a) Les régions, qui sont compétentes en matière d’attribution des emplois, ont-elles déjà signalé des problèmes de recrutement ?
b) Zo ja, zal de doelgroep van de maatregel worden aangepast ?
b) Dans l’affirmative, le groupe ciblé par les mesures sera-t-il adapté ?
Antwoord :
Réponse :
1. In het jaar 2000 werden er 4 521 projecten ingediend. Het gaat om 2 336 ingediende projecten in het Vlaams Gewest, 1 636 ingediende projecten in het Waals Gewest, 542 ingediende projecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; tevens werden er 7 interregionale projecten ingediend (interregionale projecten betreffen activiteiten die zullen worden uitgeoefend in een territoriaal ambtsgebied van meer dan twee werkloosheidsbureaus).
1. 4 521 projets ont été introduits au cours de l’année 2000. Il s’agit de 2 336 projets introduits en Région flamande, 1 636 projets en Région wallonne, 542 projets en Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que 7 projets interrégionaux (les projets interrégionaux concernent des activités qui seront effectuées dans le ressort territorial de plus de deux bureaux de choˆmage).
2. Van de 4 521 projecten werden er 3 953 goedgekeurd, hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk (4 745 goedgekeurde arbeidsposten). Het gaat om 2 057 goedgekeurde projecten (2 426 goedgekeurde arbeidsposten) in het Vlaams Gewest, 1 405 goedgekeurde projecten (1 734 goedgekeurde arbeidsposten) in het Waals Gewest, 484 goedgekeurde projecten (554 goedgekeurde arbeidsposten) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 7 goedgekeurde interregionale projecten (31 goedgekeurde arbeidsposten).
2. Sur les 4 521 projets, 3 953 ont été reconnus, soit totalement, soit partiellement (4 745 postes de travail reconnus). Il s’agit de 2 057 projets reconnus (2 426 postes de travail reconnus) en Région flamande, 1 405 projets reconnus (1 734 postes de travail reconnus) en Région wallonne, 484 projets reconnus (554 postes de travail reconnus) en Région de Bruxelles-Capitale et 7 projets interrégionaux reconnus (31 postes de travail reconnus).
3. Van de 3 953 goedgekeurde projecten werden er 2 155 projecten effectief ingevuld (2 734 ingevulde arbeidsposten) : 1 036 projecten (1 262 ingevulde arbeidsposten) voor het Vlaams Gewest, 883 projecten (1 174 ingevulde arbeidsposten) voor het Waals Gewest, 230 projecten (275 ingevulde arbeidsposten)
3. Sur les 3 953 projets reconnus, 2 155 projets ont été rendus opérationnels (2 734 postes de travail occupés) : 1 036 projets (1 262 postes de travail occupés) pour la Région flamande, 883 projets (1 174 postes de travail occupés) pour la Région wallonne, 230 projets (275 postes de travail occupés) pour la Région de
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7567
voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de interregionale projecten werden er 6 projecten ingevuld (23 ingevulde arbeidsposten).
Bruxelles-Capitale, ainsi que 6 projets interrégionaux (23 postes de travail occupés).
4. a) De werknemersorganisaties hebben geen aanvraag ingediend.
4. a) Les organisations représentant les travailleurs n’ont pas introduit de demande.
De mutualiteiten hebben 10 projecten ingediend, waarvan 5 projecten gesitueerd zijn in het Vlaams Gewest, 4 projecten in het Waals Gewest en 1 project interregionaal is.
Les mutualités ont introduit 10 projets, dont 5 se situent en Région flamande, 4 en Région wallonne et 1 projet est interrégional.
b) en c) Indeling van de projecten volgens mutualiteit en volgens de genomen beslissing :
b) et c) Répartition des projets par mutualité et par décision prise :
— 3 projecten van de christelijke mutualiteiten die alle 3 het voorwerp waren van een positieve beslissing;
— 3 projets des mutualités chrétiennes qui ont fait l’objet d’une décision positive;
— 3 projecten van de onafhankelijke mutualiteiten, waarvan 1 project het voorwerp was van een positieve beslissing en 2 projecten het voorwerp waren van een gedeeltelijk positieve beslissing;
— 3 projets des mutualités indépendantes, dont 1 projet a fait l’objet d’une décision positive et 2 projets ont fait l’objet d’une décision partiellement positive;
— 2 projecten van de socialistische mutualiteiten die beide het voorwerp waren van een positieve beslissing;
— 2 projets des mutualités socialistes qui ont fait l’objet d’une décision positive;
— 1 project van de liberale mutualiteit dat het voorwerp was van een positieve beslissing;
— 1 projet de la mutualité libérale qui a fait l’objet d’une décision positive;
— 1 project van de neutrale mutualiteiten dat het voorwerp was van een gedeeltelijk positieve beslissing.
— 1 projet des mutualités neutres qui a fait l’objet d’une décision partiellement positive.
5. Het antwoord op deze vraag valt onder de bevoegdheid van de gewesten.
5. La réponse à cette question relève de la compétences des régions.
DO 2000200110666
DO 2000200110666
Vraag nr. 181 van de heer Tony Smets van 16 februari 2001 (N.) :
Question no 181 de M. Tony Smets du 16 février 2001 (N.) :
Jobadvertenties. — Verbod maximumleeftijdsgrenzen. — Traditionele pers en andere kanalen.
Offres d’emploi. — Interdiction de fixer une limite d’aˆge maximale. — Presse traditionnelle et autres canaux.
De wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling verbiedt het stellen van maximumleeftijdsgrenzen in jobadvertenties. Via steekproeven worden de jobadvertenties in de kranten, de regionale dagbladen en advertentiebladen gecontroleerd. Blijkens het antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Anthuenis zullen advertenties die niet via de traditionele pers verschijnen, bijvoorbeeld op het internet en via teletekst, niet worden gecontroleerd (vraag nr. 158 van 8 december 2000,
La loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l’emploi interdit de fixer une limite d’aˆge maximale dans les offres d’emploi. Un controˆle par sondage des offres d’emploi dans les journaux, les quotidiens régionaux et les toutes boıˆtes est régulièrement organisé. Il ressort d’une réponse à la question écrite de M. Anthuenis que les annonces qui ne sont pas publiées dans la presse traditionnelle, mais par exemple par le biais d’internet ou du télétexte, ne font l’objet d’aucun controˆle (question no 158 du 8 décem-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7568
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 61, blz. 6825-6826).
bre 2000, Questions et Réponses, Chambre, 20002001, no 61, pp. 6825-6826).
1. a) Hoeveel advertenties werden vorig jaar gecontroleerd ?
1. a) Combien d’annonces ont été controˆlées l’an passé ?
b) Hoeveel overtredingen werden vastgesteld ?
b) Combien d’infractions ont été constatées ?
c) Hoeveel strafsancties of administratieve geldboeten werden opgelegd ?
c) Combien de sanctions pénales ou d’amendes administratives ont été imposées ?
2. a) Zal het feit dat de controles zich beperken tot de traditionele pers geen aanleiding geven tot een feitelijk gedoogbeleid van advertenties waarin het verbod om maximumleeftijdsgrenzen aan te geven wordt omzeild door te kiezen voor het bekend maken van vacatures via andere mediakanalen, zoals het internet ?
2. a) La limitation des controˆles à la presse traditionnelle ne conduira-t-elle pas dans les faits à une politique de tolérance par laquelle l’interdiction de fixer une limite d’aˆge maximale sera contournée en optant pour des canaux comme internet ?
b) Ontving de Inspectie van de sociale wetten reeds klachten van overtredingen van jobadvertenties die verschenen via andere kanalen dan de traditionele pers ?
b) L’Inspection des lois sociales a-t-elle déjà reçu des plaintes concernant des infractions pour des annonces publiées par d’autres canaux que celui de la presse traditionnelle ?
3. Welke maatregelen neemt u om het mogelijk omzeilen van de voornoemde wet van 13 februari 1998 te voorkomen ?
3. Quelles mesures avez-vous l’intention de prendre pour éviter que la loi du 13 février 1998 ne soit contournée ?
Antwoord : Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te vinden.
Réponse : Veuillez trouver, ci-dessous, la réponse aux questions demandées.
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag nr. 134 van 16 oktober 2000 gesteld door volksvertegenwoordiger Filip Anthuenis waarin ik reeds meedeelde dat de Inspectie van de sociale wetten deze advertenties steekproefsgewijs controleert (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 53, blz. 6119). De controle gebeurde vorig jaar op dezelfde wijze, doch deze dienst heeft hiervan geen cijfergegevens bijgehouden. De eventuele overtreders worden automatisch door de Inspectie van de sociale wetten herinnerd aan de wettelijke bepalingen terzake.
Je vous renvoie à ma réponse à la question no 134 du 16 octobre 2000 posée par le député Filip Anthuenis dans laquelle je signalais que l’Inspection des lois sociales controˆle ces annonces par coups de sonde (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 53, p. 6119). Le controˆle s’est effectué de la même façon l’année dernière. Toutefois, ce service n’a pas établi de chiffres à ce sujet. Les contrevenants éventuels sont automatiquement avisés des dispositions légales en la matière.
Tot hiertoe werden er geen strafsancties of administratieve geldboeten uitgesproken.
Jusqu’à présent aucune sanction pénale ou amende administrative n’a été prononcée.
De Inspectie van de sociale wetten heeft nog geen klachten ontvangen inzake de publicatie van onregelmatige werkaanbiedingen via andere kanalen dan de traditionele pers.
L’Inspection des lois sociales n’a pas encore reçu de plainte concernant la publication d’offres d’emploi irrégulières via d’autres voies que celle de la presse traditionnelle.
De uitbreiding naar controlemethodes via andere media zoals internet, behoort niet tot de huidige prioriteiten van de dienst. Ik ben ook van mening dat de taak van de Inspectie van de sociale wetten met betrekking tot deze materie hoofdzakelijk bestaat uit informeren en preventief optreden.
L’extension de ce type de controˆle vers d’autres médias, comme internet, ne correspond pas aux priorités actuelle de ce service. En cette matière, j’estime que le roˆle de ce service doit être essentiellement un roˆle d’information et de prévention.
Vermits de controles zich beperken tot de traditionele pers is het mogelijk dat de wet zou kunnen omzeild worden via andere kanalen.
Comme les controˆles se limitent à la presse traditionnelle, il se peut que la loi puisse être contournée via d’autres voies.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7569
De betrokken dienst is op dit ogenblik niet bij machte om hier nog meer iets aan te doen, daar dit een buitengewone energie vergt in verhouding tot de vooropgestelde doelstellingen. Daarenboven is elk sociaal controleur van de Inspectie van de sociale wetten niet aangesloten op internet.
Le service concerné ne peut à l’heure actuelle faire davantage pour lutter contre ce problème étant donné que cela exigerait de consacrer une énergie excessive par rapport à l’objectif poursuivi. De plus, chaque controˆleur social de l’Inspection des lois sociales n’a pas accès à internet.
Sinds januari 2001 worden er opnieuw statistische gegevens bijgehouden. De eerste cijfers zullen tegen eind juli 2001 bekend zijn.
Les données statistiques sont à nouveau tenues à partir de janvier 2001. Les premiers chiffres seront connus vers fin juillet 2001.
DO 2000200110671
DO 2000200110671
Vraag nr. 183 van de heer Tony Smets van 19 februari 2001 (N.) :
Question no 183 de M. Tony Smets du 19 février 2001 (N.) :
Uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen. — Vergoeding voor administratiekosten.
E´tablissements de paiement des allocations de choˆmage. — Indemnisation des frais administratifs.
De vergoedingen voor administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen worden vastgesteld in het koninklijk besluit van 16 september 1991, dat reeds herhaaldelijk werd gewijzigd.
L’arrêté royal du 16 septembre 1991, déjà modifié à plusieurs reprises, fixe les indemnités octroyées aux établissements de paiement des allocations de choˆmage pour leurs frais administratifs.
Kan uw administratie een overzicht geven van de vergoedingen die in de periode 1997-2000 jaarlijks werden toegekend aan de uitbetalingsinstellingen van het ABVV-FGTB, het ACV-CSC, de ACLVB-CGSLB en de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (waar mogelijk kreeg ik graag de cijfers van de definitieve afrekeningen) ?
Votre administration pourrait-elle me fournir un aperçu des indemnités qui ont été allouées sur une base annuelle entre 1997 et 2000 aux établissements de paiement de l’ABVV-FGTB, de l’ACV-CSC, de l’ACLVBCGSLB et de la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage ? Dans la mesure du possible, pourriez-vous me communiquer les chiffres relatifs au décompte final ?
Antwoord : Met betrekking tot de tussenkomst van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in de administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen, werden hen voor 1997 tot 2000 volgende vergoedingen, zoals hernomen in de bijgevoegde tabel, toegekend met toepassing van het koninklijk besluit van 16 september 1991 tot vaststelling van de vergoedingen voor administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen belast met de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen.
Réponse : Concernant l’intervention de l’Office national de l’emploi dans les frais d’administration des organismes de paiement pour les années 1997 jusqu’à 2000, les indemnités suivantes, reprises dans le tableau en annexe, leur ont été octroyées en application de l’arrêté royal du 16 septembre 1991 portant fixation des indemnités pour les frais d’administration des organismes de paiement des allocations de choˆmage.
De gegevens voor 1998 tot 2000 betreffen voorschotten. De definitieve afrekening kan slechts uitgevoerd worden wanneer alle parameters van de berekeningsformule als definietieve waarde bekend zijn.
Les données 1998 jusqu’à 2000 concernent des avances. Le décompte final ne peut être effectué que lorsque tous les paramètres de la formule de calcul sont définitivement connus.
De informatie betreffende de aan de uitbetalingsinstellingen verleende voorschotten kan eveneens in het jaarverslag van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, rubriek « Financieel beheer » geconsulteerd worden.
Les renseignements relatifs aux frais d’administration octroyés aux organismes de paiement peuvent également être consultés dans le rapport annuel de l’Office national de l’emploi à la rubrique « Gestion financière ».
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7570
Voorschotten (in frank) — Avances (en francs) 1998
1999
ABVV. — FGTB .................................................... ACV. — CSC ........................................................ ACLVB. — CGSLB ................................................ HVW. — CAPAC ..................................................
1 869 600 2 252 600 397 700 799 513
000 000 000 000
Totaal. — Total ....................................................
5 319 413 000
1 899 500 2 280 300 404 400 795 735
2000 000 000 000 000
5 379 935 000
Definitieve afrekening 1997 (in frank)
1 914 900 2 307 400 407 200 798 300
000 000 000 000
5 427 800 000
Décompte final 1997 (en francs)
ABVV ................................... ACV ..................................... ACLVB ................................. HVW ....................................
1 840 727 2 221 911 392 856 877 204
221 791 047 000
FGTB .................................... CSC ...................................... CGSLB .................................. CAPAC .................................
1 840 727 2 221 911 392 856 877 204
221 791 047 000
Totaal ....................................
5 332 699 059
Total .....................................
5 332 699 059
DO 2000200110675
DO 2000200110675
Vraag nr. 184 van de heer Tony Smets van 19 februari 2001 (N.) :
Question no 184 de M. Tony Smets du 19 février 2001 (N.) :
Erkenning van ondernemingen in moeilijkheden en herstructurering. — Vakorganisaties.
Reconnaissance d’entreprises en difficulté ou en restructuration. — Organisations syndicales.
Met betrekking tot de erkenning van ondernemingen in moeilijkheden en herstructurering rijzen de volgende vragen.
La reconnaissance des entreprises en difficulté ou en restructuration soulève certaines questions.
1. Hoeveel ondernemingen werden in 1999, respectievelijk in 2000, erkend als zijnde :
1. Respectivement pour les années 1999 et 2000, combien d’entreprises ont été reconnues comme étant :
a) in herstructurering;
a) en restructuration;
b) in moeilijkheden ?
b) en difficulté ?
2. Hoeveel aanvragen werden geweigerd in 1999, respectievelijk in 2000 ?
2. Combien de demandes ont été refusées en 1999 et en 2000 ?
3. a) Werden er in 1999, respectievelijk in 2000, ook vakorganisaties erkend als ondernemingen in herstructurering of moeilijkheden en zo ja, welke ?
3. a) Des organisations syndicales ont-elles également été reconnues comme entreprises en restructuration ou en difficulté en 1999 et en 2000 ? Dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Hoeveel brugpensioneringen vloeiden er uit elke vakorganisatie die werd erkend als onderneming in herstructurering of moeilijkheden voort ?
b) Combien de personnes ont été admises à la prépension dans chacune des organisations syndicales reconnues comme entreprise en difficulté ou en restructuration ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7571
c) Werden er in 1999, respectievelijk in 2000, ook aanvragen van vakorganisaties geweigerd en zo ja, welke en waarom ?
c) Des demandes émanant d’organisations syndicales ont-elles été réfusées en 1999 et en 2000 ? Dans l’affirmative, lesquelles et pourquoi ?
Antwoord : Gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te vinden.
Réponse : Veuillez trouvez ci-après les renseignements demandés.
1. In 1999 :
1. En 1999 :
a) ondernemingen in herstructurering : 209;
a) entreprises en restructuration : 209;
b) ondernemingen in moeilijkheden : 89.
b) entreprises en difficulté : 89.
In 2000 :
En 2000 :
a) ondernemingen in herstructurering : 131;
a) entreprises en restructuration : 131;
b) ondernemingen in moeilijkheden : 64.
b) entreprises en difficulté : 64.
2. In 1999 werden 2 aanvragen geweigerd; 1 in 2000.
2. 2 demandes ont été refusées en 1999; 1 en 2000.
3. a) In 1999 werden 3 vakorganisaties erkend als zijnde een onderneming in moeilijkheden; geen in 2000.
3. a) En 1999, 3 organisations syndicales ont été reconnues comme entreprises en difficulté; aucune en 2000.
In 1999 :
En 1999 :
— Centrale générale FGTB de Verviers — 4800 Verviers;
— Centrale générale FGTC de Verviers — 4800 Verviers;
— FGTB Wallonne — 1000 Brussel;
— FGTB Wallonne — 1000 Bruxelles;
— La régionale FGTB de Mouscron-Comines — 7700 Moeskroen.
— La régionale FGTB de Mouscron-Comines — 7700 Mouscron.
b) Wij bezitten geen exacte cijfers over het aantal brugpensioenen die hieruit zijn voortgevloeid.
b) Nous ne disposons pas de chiffres exacts sur le nombre de prépensions qui en résulte.
c) Het antwoord op deze vraag is negatief.
c) La réponse à cette question est négative.
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
DO 2000200110596
DO 2000200110596
Vraag nr. 112 van de heer Francis Van den Eynde van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 112 de M. Francis Van den Eynde du 9 février 2001 (N.) :
Europese Unie. — Tijdschrift « Inforegio ». — Nederlandstalige uitgave.
Union européenne. — Revue « Inforegio ». — Edition en néerlandais. ` ma question no 99 du 19 décembre 2000 demanA dant au ministre s’il était intervenu auprès de l’Union européenne pour que le journal « Inforegio », dont elle assure la publication, soit également publié en néerlandais, il m’a répondu que ce journal était disponible dans les 11 langues de l’UE, dont le néerlandais,
Op mijn vraag nr. 99 van 19 december 2000 waarin ik aan de minister vraag of hij bij de Europese Unie aangedrongen heeft opdat het blad Inforegio dat door haar uitgegeven wordt ook in het Nederlands te verkrijgen zou zijn, werd geantwoord dat dit blad beschikbaar is in de 11 talen van de EU, dus ook in het
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7572
Nederlands, op de website van de Europese Unie waarvan de coo¨rdinaten zijn : « www.europa.eu.int » en dat om de pagina van Inforegio rechtstreeks te bereiken : « www.europa.eu.int/comm/regional-policy/index-nl.htm. » moest gebruikt worden (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 60, blz. 6746).
sur le site Internet de l’UE, à l’adresse « www.europa.eu.int » et que pour obtenir directement la page « Inforegio », il fallait taper : www.europa.eu.int/ comm/regional-policy/index-nl.htm. (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 60, p. 6746).
Ik wil er de aandacht van de minister op vestigen dat deze e-postadressen niet kloppen en verzoek hem dan ook mij de juiste gegevens te bezorgen.
Je tiens à souligner à l’attention du ministre que ces adresses électroniques ne sont pas correctes et le prie dès lors de me fournir les informations exactes.
Maar ik kom op deze zaak voornamelijk terug omdat ik meen dat, vermits het Nederlands een officie¨le taal in Europa is, door de Europese Unie uitgegeven tijdschriften ook in het Nederlands moeten verschijnen. Dit geldt ook voor Inforegio.
Toutefois, si je reviens sur cette question, c’est surtout parce que j’estime que le néerlandais étant une des langues officielles de l’UE, les revues dont cette dernière assure la publication doivent être disponibles dans cette langue. Cela vaut également pour « Inforegio ».
1. Deelt u al dan niet deze mening ?
1. Souscrivez-vous à mon point de vue ?
2. Zo ja, welke stappen werden ondernomen om een en ander recht te zetten ?
2. Dans l’affirmative, quelles démarches avez-vous effectuées pour remédier au problème ?
Antwoord : Het internetadres waarop u het blad Inforegio in het Nederlands kan bekijken is het volgende : http://www.inforegio.cec.eu.int/wbdoc/docgener/ panorama/panora_nl.htm
Réponse : L’adresse du site informatique sur lequel vous pouvez vous procurer la revue Inforegio en néerlandais est la suivante : http://www.inforegio.cec.eu.int/wbdoc/docgener/panorama/panora_nl.htm
Hierbij bevestig ik u toch dat de Belgische regering in het algemeen en dit zonder terughoudendheid de plaats van het Nederlands als een officie¨le taal in de Europese instellingen blijft verdedigen.
Je peux également vous confirmer que d’une façon générale le gouvernement belge défend sans réserve la place du néerlandais comme langue officielle dans les institutions européennes.
DO 2000200110598
DO 2000200110598
Vraag nr. 113 van de heer Francis Van den Eynde van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 113 de M. Francis Van den Eynde du 9 février 2001 (N.) :
Regime Denktash. — Ontvoering en onwettige gevangenhouding van een Grieks-Cypriotisch burger.
Régime de Denktash. — Enlèvement et emprisonnement illégal d’un citoyen cypriote-grec.
De Grieks-Cypriotische burger, Panikos Tziakourmas, gehuwd en vader van drie kinderen, werd op 13 december 2000 binnen de zone van de Britse legerbasis op Cyprus ontvoerd door « onbekenden », waarschijnlijk Turkse soldaten in burger.
Le 13 décembre 2000, M. Panikos Tziakourmas, citoyen chypriote-grec, marié et père de trois enfants, a été enlevé à Chypre dans la zone de la base militaire britannique par des « inconnus », probablement des soldats turcs habillés en civil.
Hij werd met geweld meegevoerd naar het bezette deel van het eiland waar hij achtergelaten werd met een zak die anderhalve kilo cannabis bevatte. Enkele seconden later werd hij als bij toeval door de politie van het regime Denktash op beschuldiging van drugsbezit aangehouden.
Il a été emmené avec force vers la partie occupée de l’ıˆle ou` il a été abandonné avec un sac contenant un kilo et demi de cannabis. Comme par hasard, il a été arrêté quelques instants après par la police du régime de Denktash qui l’accuse de détention de drogue.
De ontvoering en de onwettige gevangenhouding van Panikos Tziakourmas dienen niet alleen als een daad van terrorisme beschouwd te worden. De verzamelde getuigenissen, ook van Britten, bevestigen bovendien dat deze ontvoering doorgestoken kaart was.
L’enlèvement et l’emprisonnement illégal de Panikos Tziakourmas ne doivent pas uniquement être considérés comme un acte de terrorisme. Les témoignages récoltés, dont ceux de Britanniques, confirment que cet enlèvement était un coup monté. On suppose
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7573
Er wordt verondersteld dat het regime Denktash gans de zaak op touw gezet heeft om later met chantage de vrijlating af te dwingen van een Turks-Cyprioot die in het Grieks gedeelte van het eiland aangehouden is wegens zijn betrokkenheid bij drugshandel.
que le régime de Denktash a monté toute l’opération afin de pouvoir ensuite exercer un chantage visant à libérer un chypriote-turc qui est détenu dans la partie grecque de l’ıˆle et qui est impliqué dans un trafic de drogues.
Er worden tengevolge van de onwettige aanhouding van Tziakourmas ernstige gevolgen voor zijn gezondheid gevreesd en dit omdat hij aan diabetes lijdt.
L’emprisonnement illégal de M. Tziakourmas fait craindre le pire pour sa santé étant donné qu’il souffre de diabète.
Ongetwijfeld weet de regering dat uit het arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens (vonnis van 18 december 1996) in de zaak-« Loizidou » tegen Turkije, Turkije de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de daden van het regime van Denktash en dit omdat volgens het Hof dit regime beschouwd dient te worden als « ondergeschikte lokale administratie » van Turkije.
Le gouvernement n’ignore certainement pas l’arrêt prononcé par la Cour européenne des droits de l’homme (jugement du 18 décembre 1996) dans l’affaire « Loizidou » contre la Turquie et qui stipule que ce pays assume l’entière responsabilité des actes du régime de Denktash. En effet, la Cour a estimé que ce régime devait être considéré comme « une administration locale subordonnée » de la Turquie.
1. Heeft de regering die ongetwijfeld van de feiten op de hoogte is, reeds bij dit land stappen ondernomen om de onmiddellijke vrijlating van de betrokkene, die zoals reeds gezegd wederrechterlijk werd aangehouden en gedeporteerd, te bekomen ?
1. Le gouvernement, qui est sans nul doute au courant de ces événements, a-t-il déjà entrepris des démarches auprès de ce pays afin d’obtenir la libération immédiate de l’intéressé qui, comme mentionné ci-dessus, a été arrêté et déporté illégalement ?
2. Werd er bij de Britse regering op tussenkomst aangedrongen ?
2. A-t-on insisté auprès du gouvernement britannique pour qu’il intervienne ?
Tenslotte werd de man ontvoerd van op een Britse militaire basis die door het Verenigd Koninkrijk beschouwd wordt als eigen grondgebied en dus volgens de Britse regering onder de Britse soevereiniteit valt.
En fin de compte, cet homme a été enlevé sur une base militaire appartenant au Royaume-Uni qui considère cette zone comme faisant partie intégrante de son territoire, le gouvernement britannique estimant dès lors que cette zone ressortit à la souveraineté britannique.
Antwoord : Het is mij bekend dat de Grieks-Cypriotische burger Panikos Tsiakourmas op 13 december 2000 op de soevereine basis werd aangehouden en naar Noord-Cyprus werd overgebracht. In de bilaterale contacten met zowel de Turkse autoriteiten als met autoriteiten op Noord-Cyprus werd onze bezorgdheid om zijn welzijn uitgedrukt.
Réponse : Je n’ignore pas en effet que le ressortissant chypriote grec Panikos Tsiakourmas a été arreˆté le 13 décembre 2000 sur une base sous souveraineté britannique et déporté en Chypre du Nord. Nous avons exprimé notre préoccupation pour sa santé dans des contacts bilatéraux aussi bien avec les autorités turques qu’avec celles du Chypre du Nord.
De Britse regering heeft reeds menige stappen ondernomen rechtstreeks bij de president van de Turkse gemeenschap op Noord-Cyprus, de heer Denktash en bij de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, de heer Cem om de vrijlating van Panikos Tsiakourmas te bekomen.
Le gouvernement britannique a déjà entrepris maintes démarches afin d’obtenir la libération de M. Panikos Tsiakourmas, directement auprès du président de la communauté turque de Chypre du Nord, M. Denktash ainsi qu’auprès du ministre turc des Affaires étrangères, M. Cem.
DO 2000200110600
DO 2000200110600
Vraag nr. 114 van de heer Francis Van den Eynde van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 114 de M. Francis Van den Eynde du 9 février 2001 (N.) :
Yemen. — Antichristelijk geı¨nspireerde campagne.
Yémen. — Campagne antichrétienne.
Op 1 januari 2001 werd de Christuskerk in Aden (Yemen) door islamieten opgeblazen.
Le 1er janvier 2001, des musulmans ont fait exploser une église du Christ à Aden (Yémen).
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
974
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7574
Deze aanslag zou deel uitmaken van een antichristelijk geı¨nspireerde campagne die in Aden reeds een tijd woedt en die erop neerkomt dat de vrijheid van godsdienst er zeer sterk beknot wordt.
Cet attentat s’inscrirait dans le cadre d’une campagne antichrétienne menée dans la ville d’Aden depuis quelque temps déjà. Cette campagne remet en cause la liberté de culte.
1. Is de regering van een en ander op de hoogte ?
1. Le gouvernement est-il au courant de cette situation ?
2. Welke maatregelen heeft ze in dit verband getroffen ?
2. Quelles mesures a-t-il prises dans ce cadre ?
Antwoord : Ik kan u bevestigen dat zich op 1 januari 2001 een misdadige ontploffing voordeed in een gebouw van de Angelic Christchurch in Aden. Er was belangrijke materie¨le schade maar er vielen geen slachtoffers. Omtrent de daders en hun bedoeling blijft er veel onduidelijkheid.
Réponse : Je peux vous confirmer que le 1er janvier 2001, une explosion criminelle a eu lieu dans un baˆtiment de l’Angelic Christchurch à Aden. Il y a eu des dégaˆts matériels importants, mais pas de victimes. Il reste encore beaucoup d’inconnues en ce qui concerne les auteurs et leur motivation.
Sinds voornoemde datum zijn er geen gelijkaardige daden op christelijk geı¨nspireerde gebouwen meer geweest, zodat het voorbarig is om over een « antichristelijk geı¨nspireerde campagne » te spreken.
Depuis lors, il n’y a plus eu de faits semblables sur des édifices à caractère religieux, de telle sorte qu’il est prématuré de parler d’une « campagne antichrétienne ».
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 115 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 115 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik verwijs het lid door naar het antwoord dat de eerste minister zal geven op dezelfde vraag. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : Je vous renvoie à la réponse qui sera donnée par le premier ministre à la même question. (Question no 59 du 13 février 2001.)
DO 2000200110629
DO 2000200110629
Vraag nr. 116 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 116 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 20 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten
Par ma question no 20 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7575
(Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 11, blz. 1093). 1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
(Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 11, p. 1093). 1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) De volgende auto’s zijn in gebruik op het kabinet van de minister van Buitenlandse Zaken :
1. a) Les voitures suivantes sont en service au cabinet du ministre des Affaires étrangères :
— BMW 320 D, cilinderinhoud : 1 951 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 320 D, cylindrée : 1 951 cc, année : 2000
— BMW 320 D, cilinderinhoud : 1 951 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 320 D, cylindrée : 1 951 cc, année : 2000
— BMW 525 D, cilinderinhoud : 2 498 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 525 D, cylindrée : 2 498 cc, année : 2000
— BMW 525 D, cilinderinhoud : 2 498 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 525 D, cylindrée : 2 498 cc, année : 2000
— BMW 318 I Touring, cilinderinhoud : 1 895 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 318 I Touring, cylindrée : 1 895 cc, année : 2000
— VW Passat Variant, cilinderinhoud : 1 896 cc, bouwjaar : 2000
— VW Passat Variant, cylindrée : 1 896 cc, année : 2000
— Mercedes S 430 L, cilinderinhoud : 4 266 cc, bouwjaar : 1999
— Mercedes S 430 L, cylindrée : 4 266 cc, année : 1999
b) De volgende auto’s zijn in dienst van het kabinet van de vice-premier :
b) Les voitures suivantes sont en service au cabinet du vice-premier :
— BMW 525 TD, cilinderinhoud : 2 498 cc, bouwjaar : 1999
— BMW 525 TD, cylindrée : 2 498 cc, année : 1999
— BMW 525 TD, cilinderinhoud : 2 498 cc, bouwjaar : 1999
— BMW 525 TD, cylindrée : 2 498 cc, année : 1999
— BMW 525 TD, cilinderinhoud : 2 498 cc, bouwjaar : 1999
— BMW 525 TD, cylindrée : 2 498 cc, année : 1999
— BMW 525 D, cilinderinhoud : 2 497 cc, bouwjaar : 2000
— BMW 525 D, cylindrée : 2 497 cc, année : 2000
2. Geen enkel voertuig werd aangekocht. Het gebruik van deze voertuigen gebeurt via leasingcontracten.
2. Aucune des voitures n’a été achetée. L’utilisation de ces voitures se fait par des contrats de leasing.
3. De Mercedes S 430 L wordt voor mijn eigen vervoer gebruikt.
3. La Mercedes S 430 L est mon véhicule de fonction.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7576
DO 2000200110650
DO 2000200110650
Vraag nr. 117 van de heer Ferdy Willems van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 117 de M. Ferdy Willems du 14 février 2001 (N.) :
Wapenleveringen aan Marokko.
Livraisons d’armes au Maroc.
Volgens het verslag « Wapenuitvoer 1998 en 1999 » voerde Belgie¨ respectievelijk voor 41 miljoen en 153 miljoen frank wapens uit naar Marokko. Ook Engeland levert wapens aan Marokko. Op 31 januari 2001 kon men vaststellen dat Robin Cook, de Britse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, wapenleveringen goedkeurde voor 3,5 miljoen Britse pond aan wisselstukken voor de kanonnen op de defensiemuur. Groot-Brittannie¨ had deze levering oorspronkelijk geweigerd omwille van het conflict van de Westelijke Sahara.
Selon le rapport relatif aux exportations d’armes en 1998 et 1999, la Belgique aurait exporté des armes vers le Maroc pour 41 millions de francs en 1998 et 153 millions de francs en 1999. L’Angleterre livre également des armes au Maroc. Le 31 janvier 2001, on a pu constater que Robin Cook, secrétaire d’E´tat britannique aux Affaires étrangères, a approuvé des exportations d’armes pour un montant de 3,5 millions de livres. Il s’agissait de pièces de rechange destinées aux canons de la ligne de défense. La Grande-Bretagne avait initialement refusé cette livraison en raison du conflit du Sahara occidental. E´tant donné que le ministre a déjà lui-même indiqué le 22 février 2000 en réponse à ma question orale (question no 1092, Annales, Chambre, 1999-2000, 22 février 2000, C 130, p. 28) qu’on ne pouvait exclure en cas d’impasse prolongée que le front Polisario ne reprenne les armes, on peut se demander si les responsables belges ne devraient pas, en matière d’exportations d’armes, invoquer l’article 4 de la loi du 5 aouˆt 1991, plus précisément sa disposition prévoyant que la demande est rejetée quand le pays de destination doit faire face à des tensions internes qui sont de nature à conduire à un conflit armé.
Aangezien de minister zelf reeds op 22 februari 2000 op mijn mondelinge vraag (vraag nr. 1092, Handelingen, Kamer, 1999-2000, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, 22 februari 2000, C 130, blz. 28) aangaf dat de mogelijkheid bestond dat in geval van een langere impasse men niet kan uitsluiten dat het Polisariofront weer naar de wapens zal grijpen, rijst de vraag of voor de Belgische verantwoordelijken voor de wapenuitvoer het artikel 4 van de wet van 5 augustus 1991 moet worden ingeroepen, meer bepaald op basis van de voorwaarde : « [de] aanvraag wordt eveneens verworpen wanneer het land van bestemming het hoofd moet bieden aan zware interne spanningen die van aard zijn om te leiden tot een gewapend conflict ». Daarnaast gebruikt Marokko antipersoonsmijnen om de beide partijen te scheiden, namelijk langs de 2 500 kilometer lange zandmuur.
Par ailleurs, le Maroc utilise des mines antipersonnelles pour séparer les belligérants, et ce le long d’un mur de sable qui s’étend sur de 2 500 kilomètres.
Tot slot hebben reeds 75 landen de Arabische Democratische Republiek van de Sahrawi’s erkend. Op de vraag van Leen Laenens en mijzelf in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 6 februari 2001 of de minister bereid is zich daarbij aan te sluiten, antwoordde hij dat de erkenning van de Westelijke Sahara op dit ogenblik niet aan de orde is omdat het gebied op dit ogenblik niet voldoet aan de volkenrechtencriteria die Belgie¨ in acht neemt voor de erkenning van Staten.
Enfin, 75 pays ont déjà reconnu la République arabe démocratique sahraouie. Lors de la réunion de la commission des Affaires étrangères du 6 février 2001, lorsque Leen Laenens et moi-même avons demandé au ministre s’il était prêt à leur emboıˆter le pas, il a répondu que la reconnaissance du Sahara occidental n’était pas à l’ordre du jour actuellement parce que la région ne répond pas aux critères relatifs au droit international que la Belgique prend en considération pour la reconnaissance des E´tats. ` quels montants s’élèvent les exportations 1. A d’armes pour les différentes catégories (E´tat/privé, légères/semi-légères/lourdes) ?
1. Over welke bedragen gaan de wapenleveringen voor de verschillende categoriee¨n (staat/privé; lichte/ halflichte/zware) ? 2. Wie zijn de eindgebruikers ?
2. Qui sont les utilisateurs finals ?
3. Welke waarborgen krijgt de Belgische Staat dat deze wapens niet zullen gebruikt worden tegen het Sahrawi’s ?
3. Quelles garanties la Belgique a-t-elle que ces armes ne seront pas utilisées contre le peuple sahraoui ?
4. Wil u voorwaarden koppelen aan het leveren van uitvoerlicenties voor wapens aan Marokko die de
4. Envisagez-vous de lier l’octroi des licences d’exportations d’armes au Maroc à la reconnaissance,
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7577
erkenning, de naleving en de strikte toepassing van alle VN-resoluties betreffende het referendum in de Westelijke Sahara, het VN-vredesplan en de akkoorden van Houston inhouden door de Marokkaanse Staat ?
au respect et à l’application stricte par le Maroc de toutes les résolutions des Nations unies relatives au referendum au Sahara occidental, du plan de paix des Nations unies et des accords de Houston ?
5. Zal de minister van Buitenlandse Zaken met zijn Europese collega overleggen om geen wapens aan Marokko te leveren indien er geen uitdrukkelijke garanties bestaan dat deze in de toekomst kunnen gebruikt worden tegen de Sahrawi’s ?
5. Le ministre des Affaires étrangères va-t-il se concerter avec son collègue européen afin de ne pas livrer d’armes au Maroc sans garanties explicites qu’à l’avenir elles ne pourront être utilisées contre le peuple sahraoui ?
6. a) Op welke manier zal Belgie¨ de Marokkaanse regering er toe aan zetten om geen antipersoonsmijnen te gebruiken ?
6. a) Comment la Belgique va-t-elle inciter le gouvernement marocain à bannir l’utilisation de mines antipersonnelles ?
b) Welke initiatieven zal Belgie¨ ten aanzien van Marokko ondernemen tijdens het seminarie van 15 en 16 februari 2001 over de universalisering van het Ottowa-Verdrag die op het Afrikaanse contingent zal gehouden worden ?
b) Quelles initiatives la Belgique prendra-t-elle à l’égard du Maroc lors du séminaire des 15 et 16 février 2001 sur l’universalisation du Traité d’Ottawa qui se tiendra sur le continent africain ?
7. Aan welke concrete volkenrechtencriteria moet de Westelijke Sahara (nog) voldoen om door Belgie¨ erkend te worden als een autonome Staat ?
` quels critères du droit international le Sahara 7. A occidental doit-il encore se conformer pour être reconnu comme E´tat autonome par la Belgique ?
Antwoord : Voor de vragen 1 en 2 verwijs ik het geachte lid naar de informatie in het « Verslag van de regering aan het Parlement over de toepassing van de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie ». Er dient opgemerkt te worden dat de wet op de statistiek niet toelaat statistische gegevens publiek te maken wanneer, ingevolge het beperkt aantal aangevers, de onthulling van individuele toestanden mogelijk is. Om het statistisch geheim te vrijwaren, werd daarom overgegaan tot een hergroepering van de statistische gegevens op basis van landen- en goederencodes.
Réponse : Pour les questions 1 et 2, je renvoie l’honorable membre à l’information contenue dans le « Rapport du gouvernement au Parlement sur l’application de la loi du 5 août 1991 relative à l’importation, l’exportation et au transit d’armes, de munitions et de matériel devant servir spécialement à un usage militaire ». Il convient de souligner que la loi sur les statistiques ne permet pas de publier des données statistiques lorsque, étant donné le nombre limité de déclarants, il est possible de révéler des situations individuelles. Dès lors, afin de garantir le secret des statistiques, on a alors procédé à un regroupement des données statistiques sur la base de codes pays et marchandises.
Iedere aanvraag voor de uitvoer van militair materieel wordt getoetst aan de criteria opgenomen in artikel 4 van de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van militair materieel en deze van de Europese Gedragscode wapenuitvoer. Deze gedragscode laat de bevoegdheid om militair materieel al dan niet over te dragen bij de lidstaten. De gedragscode voorziet echter dat lidstaten elkaar informeren over geweigerde vergunningen en elkaar consulteren vooraleer een vergunning goed te keuren voor een transactie die in wezen gelijkwaardig is met deze waarvoor een lidstaat een vergunning geweigerd heeft.
Chaque demande d’exportation de matériel militaire est évaluée selon le critère repris à l’article 4 de la loi du 5 août 1991 relative à l’importation, l’exportation et le transit de matériel militaire et selon le Code de conduite européen pour l’exportation d’armes. Ce code de conduite laisse la compétence aux E´tats membres de transporter ou non du matériel militaire. Le code prévoit cependant que les E´tats membres s’informent mutuellement sur les licences refusées et qu’ils se consultent avant d’accorder une licence pour une transaction qui est de même nature qu’une autre pour laquelle un E´tat membre aurait refusé une licence.
De promotie en universalisering van het verdrag inzake het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan, behoren tot de prioriteiten van onze actie tegen antipersoonsmijnen, zoals het ook moge blijken uit de nationale nota van het buitenlands beleid van
La promotion et l’universalisation du traité sur l’entreposage, la production, le transport et la destruction de mines antipersonnelles fait partie des priorités de notre action contre les mines antipersonnelles, comme précisé dans la note nationale de politique étrangère de décembre 1999. La Belgique est d’ailleurs
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7578
december 1999. Belgie¨ is overigens lid van een internationaal verband, waarbij gewerkt wordt aan de globale universalisering van het verdrag zoals moge blijken uit het actieprogramma van de voorzitter van de tweede verdragspartijenconferentie op het verbod van antipersoonsmijnen van september 2000.
membre d’un engagement international œuvrant pour l’universalisation du traité, comme on peut le lire dans le programme d’action du président de la deuxième conférence des parties au traité sur l’interdiction des mines antipersonnelles de septembre 2000.
Marokko trad nog niet toe tot het verdrag en onderwerpt zijn toetreding aan de voorafgaandelijke regeling van de kwestie van de Westelijke Sahara. Positieve elementen zijn de aanwezigheid van vertegenwoordigers van Marokko op de internationale bijeenkomsten inzake het verbod van antipersoonsmijnen, zoals op de tweede verdragspartijenconferentie op het verbod van antipesoonsmijnen, de intersessionele bijeenkomsten in Genève tussen twee verdragspartijenconferenties en het seminarie in Bamako (Mali) op 15 en 16 februari 2001.
Le Maroc n’a pas encore adhéré au traité et conditionne son adhésion au règlement préalable de la question du Sahara occidental. Comme point positif, on peut souligner la présence de représentants marocains aux rencontres internationales en matière d’interdiction des mines antipersonnelles, telles que la deuxième conférence des parties au traité sur l’interdiction des mines antipersonnelles, la rencontre intersessions entre les deux conférences des parties au traité qui s’est tenue à Genève et le séminaire à Bamako (Mali) des 15 et 16 février 2001.
De kwestie rond de erkenning van de Westelijke Sahara staat voor Belgie¨ en de EU niet op het agenda, omdat zij deel uitmaakt van een politieke regeling onder leiding van de Verenigde Naties via een referendum over zelfbeschikking.
La question de la reconnaissance du Sahara occidental n’est pas à l’ordre du jour pour la Belgique et l’UE parce qu’elle fait l’objet d’un processus de règlement politique sous l’égide des Nations unies par le biais d’un référendum d’autodétermination.
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Begroting
Budget
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 28 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 28 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7579
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat mijn collega, de eerste minister zal geven. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par mon collègue, le premier ministre. (Question no 59 du 13 février 2001.)
Maatschappelijke Integratie
Intégration sociale
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 62 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 62 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat mijn collega, de eerste minister zal geven. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par mon collègue, le premier ministre. (Question no 59 du 13 février 2001.)
DO 2000200110617
DO 2000200110617
Vraag nr. 63 van mevrouw Yolande Avontroodt van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 63 de Mme Yolande Avontroodt du 13 février 2001 (N.) :
Statuut van de uitkeringen van de Vlaamse zorgverzekering in een aantal bijstandsregelingen.
Statut des allocations octroyées par la Région flamande dans le cadre de l’assurance-dépendance sur un certain nombre de régimes d’aide.
Op 1 juli 2001 start de Vlaamse Gemeenschap in principe met de zorgverzekering. Vanaf die datum zal zij voor het eerst overgaan tot het innen van bijdragen en uitkeringen. De bijdragen zullen in de aanvangsfase 30 frank per maand bedragen of 360 frank per jaar. De uitkeringen zullen in het eerste jaar 3 000 frank per maand bedragen voor wie een beroep doet op mantelzorg en 3 500 frank voor wie een beroep doet op georganiseerde thuiszorg. Vanaf 1 juli 2002 zal aan wie in een rust- of verzorgingstehuis verblijft en aan bepaalde voorwaarden voldoet maandelijks 6 500 frank worden
En principe, l’assurance-dépendance entrera en ` vigueur en Communauté flamande le 1er juillet 2001. A partir de cette date, cette dernière procédera pour la première fois à la perception de cotisations et au versement d’allocations. Dans un premier temps, les cotisations s’élèveront à 30 francs par mois, soit à 360 francs par an. Au cours de la première année, les allocations s’élèveront à 3 000 francs par mois pour les personnes bénéficiant de soins de proximité et à 3 500 francs pour celles qui font appel à l’aide à domicile organisée. ` partir du 1er juillet 2002, les personnes séjournant en A
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7580
uitgekeerd. Op jaarbasis varie¨ren de uitkeringen dus tussen respectievelijk 36 000, 42 000 en 78 000 frank.
In de bestaande bijstandsregelingen zoals hulp aan derden, de inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming voor bejaarden wordt er een onderzoek naar de bestaansmiddelen gedaan. 1. Nam de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen reeds met u contact op met betrekking tot het statuut van de uitkeringen van de Vlaamse zorgverzekering in de drie bovengenoemde bijstandsregelingen ? 2. Beschouwt u de uitkeringen die de Vlaamse zorgverzekering zal doen als inkomen bij de toepassing van de huidige wetgeving inzake het stelsel hulp aan derden, de inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming voor bejaarden ? 3. Overweegt u betreffende deze drie stelsels wettelijke initiatieven te nemen teneinde de uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering bij de inkomenstoets niet als inkomen in aanmerking te nemen ? Antwoord : In antwoord op haar vraag deel ik het geachte lid mee dat er bij de berekening van de inkomensvervangende tegemoetkoming (toepassing van artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten) evenals bij de berekening van de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (toepassing van de artikelen 7 en 13 van de bovenvermelde wet van 27 februari 1987) geen rekening zal gehouden worden met de voordelen die de persoon met een handicap ontvangt in uitvoering van de Vlaamse zorgverzekering. Dit gebeurde bij beslissing van 23 april 1999 van de voormalige staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, de heer J. Peeters.
maison de soins et de repos et satisfaisant à des conditions déterminées recevront 6 500 francs par mois. Sur une base annuelle, les allocations s’élèveront donc respectivement à 36 000 francs, à 42 000 francs et à 78 000 francs. Dans le cadre des régimes d’aide existants, tels que l’assistance à des tiers, l’allocation en remplacement de revenus ou l’allocation d’intégration des personnes aˆgées, il est procédé à une enquête relative aux moyens d’existence. 1. La ministre flamande du Bien-être, de la Santé et de l’E´galité des chances a-t-elle déjà pris contact avec vous à propos du statut des allocations versées dans le cadre de l’assurance-dépendance flamande dans les trois régimes précités ? 2. Considérez-vous les allocations qui seront octroyées dans le cadre de l’assurance-dépendance flamande comme des revenus au sens de la législation actuelle relative aux régimes de l’assistance à des tiers, l’allocation en replacement de revenus et l’allocation d’intégration aux personnes aˆgées ? 3. Envisagez-vous de prendre des initiatives à propos de ces trois régimes légaux pour faire en sorte que les allocations versées dans le cadre de l’assurancedépendance flamande ne soient pas considérées comme un revenu ? Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que les avantages liés à l’assurance-dépendance flamande ne seront pas pris en considération pour fixer le droit à l’allocation de remplacement de revenus (article 7 de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés) et à l’allocation d’intégration ou à l’allocation pour l’aide aux personnes aˆgées (articles 7 et 13 de la loi précitée du 27 février 1987).
Cela s’ensuit d’une décision du 23 avril 1999 de l’ancien secrétaire d’E´tat à l’Intégration sociale, M. J. Peeters. E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 18 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) : Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. 1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
Question no 18 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) : Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000. 1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7581
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat mijn collega, de eerste minister zal geven. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par mon collègue, le premier ministre. (Question no 59 du 13 février 2001.)
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 1999200011194
DO 1999200011194
Vraag nr. 198 van de heer Francis Van den Eynde van 8 mei 2000 (N.) :
Question no 198 de M. Francis Van den Eynde du 8 mai 2000 (N.) :
Luchthaven van Zaventem. — Chartermaatschappijen. — Toenemend aantal nachtvluchten.
Aéroport de Zaventem. — Compagnies charters. — Augmentation du nombre de vols de nuit.
Naar verluidt zouden de vliegtuigen van chartermaatschappijen steeds meer ’s nachts vliegen en dat omdat dan heel vaak de landingsrechten goedkoper uitvallen en ook omdat de vliegtuigen dan preciezer op tijd landen of vertrekken.
Il me revient que de plus en plus d’appareils appartenant à des compagnies charters volent la nuit. En effet, le montant des droits d’atterrissage est alors souvent moins élevé et les avions peuvent atterrir et décoller sans encourir de retards.
Tijdens de dag zijn er immers steeds meer lijnvluchten en die hebben voorrang op de charters.
Pendant la journée, la priorité est accordée aux vols de ligne dont le nombre est en constante augmentation.
Wat er ook van zij, dit alles brengt met zich mee dat nachtvluchten of laatavondvluchten hierdoor in aantal groeien.
Quoi qu’il en soit, cette situation provoque un accroissement du nombre des vols la nuit ou tard dans la soirée. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?
1. Bent u van deze situatie op de hoogte ? 2. Werd er iets ondernomen om dat te verhelpen ?
2. Des mesures ont-elles été prises pour y remédier ?
3. Kan u meedelen hoeveel charterlandingen of vertrekken per jaar op de luchthaven van Zaventem plaatsvinden (graag een verdeling per seizoen) ?
3. Pourriez-vous me faire savoir combien d’atterrissages et de décollages de vols charters sont enregistrés chaque année à l’aéroport de Zaventem (avec une ventilation par saison si possible) ?
Antwoord : Dankzij het recente akkoord met BIAC en Belgocontrol over de invoering van een nieuwe formule voor de berekening van de opstijgings- en landingstaksen vanaf 1 april 2001, ben ik eindelijk in staat het geachte lid een antwoord te geven dat niet alleen rekening houdt met het huidige systeem maar ook met het nieuwe systeem dat gaat in voege treden.
Réponse : Graˆce à la conclusion récente d’un accord avec BIAC et Belgocontrol sur l’introduction, à partir du 1er avril 2001, d’une nouvelle formule pour le calcul des redevances d’atterrissage et de décollage, je suis enfin en mesure de fournir à l’honorable membre une réponse qui tienne compte, non seulement du système actuel mais aussi du nouveau système sur le point
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
975
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7582
Dit toont aan hoe het verschil tussen de kostprijs voor de nachtvluchten en die voor de dagvluchten binnenkort aanzienlijk vergroot zal worden.
d’entrer en vigueur, et qui montre comment l’écart entre le coût des vols de nuit et le coût des vols de jour sera bientoˆt significativement amplifié.
Vooraleer de twee systemen voor te stellen, moet evenwel worden gezegd dat, in tegenstelling tot wat het geachte lid schijnt te denken, het gebruik van nachtsegmenten door de chartermaatschappijen vooral bedoeld is om het gebruik van hun toestellen te verhogen en zo de kosten per vervoerseenheid te drukken. Met andere woorden, het is onjuist dat de maatschappijen hun toestellen eerder ’s nachts dan overdag laten vliegen. In werkelijkheid komen de nachtvluchten bovenop de dagvluchten.
Avant de présenter les deux systèmes, il convient cependant de signaler que, contrairement à ce que semble penser l’honorable membre, l’utilisation de créneaux nocturnes par les compagnies charters répond surtout à un souci d’augmenter le taux d’utilisation de leurs appareils et par là-même de comprimer leurs coûts par unité de trafic. En d’autres termes, il n’est pas exact que ces compagnies font voler leurs appareils plutoˆt la nuit que le jour. En réalité, elles les font voler la nuit en plus du jour.
1. In het systeem dat thans nog van kracht is, hangt de modulatie van de landings- en opstijgingstaksen op basis van het uur waarop de luchthaven wordt gebruikt af van twee afzonderlijke variabele factoren :
1. Dans le système encore en vigueur actuellement, la modulation des redevances d’atterrissage et de décollage en fonction de l’heure d’utilisation de l’aéroport dépend de deux variables distinctes :
— een modulatiecoe¨fficie¨nt die niet enkel afhankelijk is van het moment waarop de opstijging of landing plaatsvindt, maar ook van de geluidscategorie van het toestel;
— un coefficient de modulation qui dépend, non seulement du moment où a lieu le décollage ou l’atterrissage, mais aussi de la catégorie acoustique de l’appareil;
— een spitscoe¨fficie¨nt die de opstijgingen en landingen tussen 8 en 11 uur, 17 en 20 uur en tussen 1 en 5 uur ’s morgens een boete van 50 % oplegt.
— un coefficient de pointe qui pénalise à hauteur de 50 % les décollages et les atterrissages opérés entre 8 et 11 heures, 17 et 20 heures, et 1 et 5 heures du matin.
Aangezien de eerste modulatiecoe¨fficie¨nt de heffingen op vluchten tussen 23 uur en 6 uur ’s morgens slechts verhoogt met ongeveer 20 à 40 %, komt men in feite tot een toestand waarin het gebruik van de luchthaven minder — en zelfs veel minder — duur is tussen 20 uur en 1 uur en tussen 5 en 8 uur, dan tussen 8 en 11 uur en tussen 17 en 20 uur.
Comme le premier coefficient de modulation n’augmente les redevances perçues sur les vols effectués entre 23 heures et 6 heures que d’environ 20 à 40 %, on en arrive effectivement à une situation dans laquelle l’utilisation de l’aéroport est moins chère, voire sensiblement moins chère, entre 20 heures et 1 heure et entre 5 heures et 8 heures, qu’entre 8 et 11 heures et entre 17 et 20 heures.
2. Zelfs als men de huidige heffingen voor de nacht vergelijkt met die voor de dag buiten de spitsuren stelt men vast dat de nachtvluchten thans niet zoveel duurder zijn dan de dagvluchten. Zoals ik al zegde, is er maar een verschil van 20 à 40 %, behalve tussen 1 en 5 uur ’s morgens.
2. Même si on compare les redevances de nuit actuelles avec les redevances perçues pendant la journée en dehors des heures de pointe, on constate donc que les vols de nuit ne coûtent actuellement pas tellement plus cher que les vols de jour. Comme je l’ai déjà signalé, la différence n’est que de 20 à 40 %, sauf entre 1 et 5 heures du matin.
Om die reden heeft de regering zich in het akkoord van 11 februari 2001 over de luchthaven van BrusselNationaal ertoe verbonden om de opstijgings- en landingstaksen te herzien, met name door een verhoging van het tariefverschil tussen de nachtvluchten en de dagvluchten.
C’est la raison pour laquelle le gouvernement s’est engagé lors de l’accord du 11 février 2001 sur l’aéroport de Bruxelles-National, à revoir les redevances d’atterrissage et de décollage, en augmentant notamment la différence de tarif entre les vols de nuit et les vols de jour.
Zo werd in het nieuwe mechanisme voor de berekening van de landings- en opstijgingstaksen dat zopas werd overeengekomen met de operatoren de spitscoe¨fficie¨nt afgeschaft, terwijl de modulatiecoe¨fficie¨nt werd gewijzigd zodat iedere opstijging of landing tussen 23 en 5.59 uur systematisch tweemaal duurder wordt dan dezelfde vliegbeweging tijdens de dag. Het verschil
C’est ainsi que, dans le nouveau mécanisme de calcul des redevances d’atterrissage et de décollage qui vient d’être convenu avec les opérateurs, le coefficient de pointe a été supprimé, tandis que le coefficient de modulation a été modifié de telle sorte que tout atterrissage ou décollage effectué entre 23 heures et 5 h 59 coûte systématiquement deux fois plus cher que le
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7583
tussen de kostprijs van de nachtvluchten en de kostprijs van de dagvluchten wordt dus gevoelig groter. Vanaf 1 april 2001 zal het in ieder geval 100 % bedragen.
même mouvement opéré pendant la journée. L’écart entre le coût des vols de nuit et le coût des vols de jour ` partir du s’est donc considérablement creusé. A er 1 avril 2001, il sera en effet de 100 % dans tous les cas de figure.
Bovenop dit verschil van 100 % tussen de nacht en de dag voor de opstijgings- en landingsheffingen, heeft de regering zopas het principe van een lawaaitaks van 25 frank tijdens de dag en van 30 frank tijdens de nacht per passagier en per 100 kg vracht goedgekeurd. Deze taks zal gaan naar het Fonds voor de beperking van de milieuoverlast in de omgeving van de luchthaven van Brussel-Nationaal (FBMOL) en dienen voor de aankoop van de huizen die het meest blootstaan aan het geluid, enerzijds, en voor de toekenning van isolatiepremies, anderzijds.
En plus de cette différence de 100 % entre la nuit et le jour au niveau des redevances d’atterrissage et de décollage, le principe d’une taxe sur le bruit de 25 francs le jour et de 30 francs la nuit, par passager et par 100 kg de cargo au décollage, vient d’être approuvé par le gouvernement. Cette taxe alimentera le Fonds pour l’atténuation des nuissances au voisinage de l’aéroport (FANVA) et servira, d’une part, au rachat des maisons les plus exposées au bruit, et, d’autre part, à l’octroi de primes à l’isolation.
Tot slot, wat het probleem van de nachtvluchten en de nachtelijke hinder in het algemeen betreft, wil ik het geachte lid eraan herinneren dat het ministerieel besluit ter bepaling van de maximum hoeveelheid geluid die toegelaten is tijdens de nacht op BrusselNationaal in het Belgisch Staatsblad van 17 november 2000 werd bekendgemaakt. Krachtens dit besluit zal het nachtelijk verkeer slechts kunnen toenemen op voorwaarde dat het gebruik van modernere toestellen toch een globale geluidsvermindering van 30 % mogelijk maakt tegen het jaar 2003.
Enfin, en ce qui concerne le problème des vols et des nuisances nocturnes en général, je rappelle à l’honorable membre que l’arrêté ministériel déterminant la quantité maximale de bruit autorisée la nuit à Bruxelles-National, a été publié au Moniteur belge du 17 novembre 2000. En vertu de cet arrêté, le trafic de nuit ne pourra plus augmenter qu’à condition que l’utilisation d’appareils plus modernes permette néanmoins d’atteindre d’ici 2003, une réduction du bruit global émis de 30 %.
3. In de laatste jaren is het aantal chartervluchten als volgt gee¨volueerd :
3. L’évolution du nombre de vols charters a été la suivante au cours des dernières années :
1995 :
1995 :
Winter : 3 970
Hiver : 3 970 E´té : 10 590
Zomer : 10 590 1996 :
1996 :
Winter : 4 420
Hiver : 4 420 E´té : 12 706
Zomer : 12 706 1997 :
1997 :
Winter : 4 758
Hiver : 4 758 E´té : 13 810
Zomer : 13 810 1998 :
1998 :
Winter : 5 747
Hiver : 5 747 E´té : 17 755
Zomer : 17 755 1999 :
1999 :
Winter : 5 229
Hiver : 5 229 E´té : 16 930
Zomer : 16 930 2000 (volgens de ingevoerde programma’s) :
2000 (selon les programmes introduits) :
Winter : 7 389
Hiver : 7 389 E´té : 19 411
Zomer : 19 411
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7584
DO 2000200110228
DO 2000200110228
Vraag nr. 322 van de heer Jan Mortelmans van 24 november 2000 (N.) :
Question no 322 de M. Jan Mortelmans du 24 novembre 2000 (N.) :
NMBS. — Werknemers. — Vergiftigingen.
SNCB. — Travailleurs. — Intoxications.
Op 25 augustus 1999 stelde ik u een vraag omtrent een ongeval waarbij NMBS-werknemers — die het slachtoffer werden van een vergiftiging — betrokken waren (vraag nr. 11, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 2, blz. 133).
Le 25 aouˆt 1999, je vous ai posé une question relative à un accident survenu à des travailleurs de la SNCB — qui ont été victimes d’une intoxication — (question no 11, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 2, p. 133).
U stelde toen dat — vermits het onderzoek nog niet volledig was afgerond — er nog geen definitieve conclusies getrokken konden worden.
Vous avez à l’époque déclaré que — l’enquête n’étant pas encore complètement terminée — aucune conclusion définitive ne pouvait encore être tirée.
1. Is het onderzoek ondertussen afgerond ?
1. L’enquête a-t-elle entre-temps abouti ?
2. Zo ja, wat zijn de bevindingen van dit onderzoek ? 3. Waar moeten de verantwoordelijken voor het incident gezocht worden ? 4. Is er een verband vastgesteld tussen de klachten van vier arbeiders die gelijkaardige symptomen vertonen als de vijf arbeiders die ziek werden ten gevolge van het incident ? 5. Zijn er (gerechtelijke) procedures lopende ?
2. Si oui, quelles sont les conclusions de cette enquête ? 3. Qu’en est-il des responsabilités ? 4. Un lien a-t-il été établi avec les plaintes formulées par quatre ouvriers présentant des symptoˆmes similaires à ceux des cinq ouvriers devenus malades à la suite de l’incident ? 5. Des procédures (judiciaires) sont-elles en cours ?
6. Worden alle betrokkenen vergoed ?
6. Tous les travailleurs concernés ont-ils été indemnisés ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het technisch onderzoek naar dit arbeidsongeval is afgerond.
1. L’enquête technique sur cet accident du travail est terminée.
2. De speciale daartoe opgerichte werkgroep, samengesteld uit specialisten in de toxicologie en fytofarmacie verbonden aan de universitaire diensten van de Katholieke Universiteit Leuven en de Rijksuniversiteit Gent in samenwerking met de technische en medische preventiediensten en het scheikundig labo van de NMBS, kwam tot het besluit dat de oorzaak van dit arbeidsongeval niet met zekerheid kan achterhaald worden.
2. Le groupe de travail spécialement mis en place à cette fin, composé de spécialistes en toxicologie et phytopharmacie attachés aux services universitaires de la « Katholieke Universiteit Leuven » et de la « Rijksuniversiteit Gent », en collaboration avec les services de prévention techniques et médicaux et avec le laboratoire chimique de la SNCB, est arrivé à la conclusion que la cause de cet accident du travail ne peut être déterminée avec certitude.
3. De erkenning van een ongeval als arbeidsongeval houdt op zich geen enkele erkenning van verantwoordelijkheid in. Het onderzoek heeft niet toegelaten enige verantwoordelijkheid vast te stellen (zie punt 2).
3. La reconnaissance d’un accident comme accident du travail n’implique pas en soi une quelconque reconnaissance de responsabilité. L’enquête n’a pas permis d’établir une quelconque responsabilité (voir point 2).
4. De klachten van een aantal arbeiders van de centrale werkplaats Gentbrugge die beweerden gelijkaardige symptomen te vertonen als de vijf arbeiders die ziek werden ten gevolge van de intoxicatie, werden niet beschouwd als gevolg van een arbeidsongeval aangezien er onvoldoende bewijselementen daartoe waren.
4. Les plaintes d’un certain nombre de travailleurs de l’atelier central de Gentbrugge — lesquels prétendaient présenter les mêmes symptoˆmes que les cinq ouvriers qui ont été malades à la suite de l’intoxication — n’ont pas été considérées comme étant liées à un accident du travail, vu qu’il n’existe pas suffisamment d’éléments de preuve dans ce sens.
5. Voor het ogenblik heeft geen enkele bediende hetzij voor de arbeidsrechtbank, hetzij voor de burger-
5. Pour l’instant, aucun agent n’a intenté une procédure à l’encontre de la SNCB, ni devant le tribunal du
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7585
lijke rechtbank een procedure jegens de NMBS ingeleid. Wel is er nog een strafrechterlijk onderzoek aan de gang.
travail, ni devant le tribunal civil. Une enquête pénale est toutefois encore en cours.
6. De NMBS vergoedt alle gekwetste en zieke bedienden als werkgever en sociale verzekeraar op grond van een eigen stelsel van sociale zekerheid. Voor alle bedienden die als slachtoffer van een arbeidsongeval worden erkend, streeft de NMBS naar een minnelijke overeenkomst indien voor haar vaststaat dat er van een blijvende werkonbekwaamheid sprake kan zijn. Voor de vijf gekwetste bedienden te Gentbrugge wordt het onderzoek naar een blijvende werkonbekwaamheid binnenkort afgerond. Voor het overige ontvangen zij alle bestaande vergoedingen op het vlak van tijdelijke werkonbekwaamheid en geneeskundige verzorging.
6. La SNCB indemnise tous les agents blessés et malades en tant qu’employeur et assureur social sur base d’un système propre de sécurité sociale. Pour tous les agents qui sont reconnus victimes d’un accident du travail, la SNCB s’efforce de trouverun arrangement à l’amiable si pour elle il est établi qu’il peut être question d’une incapacité de travail permanente. Pour les cinq agents blessés à Gentbrugge, l’enquête sur une incapacité de travail permanente sera bientoˆt terminée. Pour le reste, ils bénéficient de toutes les indemnités existantes sur le plan de l’incapacité de travail temporaire et des soins de santé.
DO 2000200110243
DO 2000200110243
Vraag nr. 324 van de heer Jan Mortelmans van 27 november 2000 (N.) :
Question no 324 de M. Jan Mortelmans du 27 novembre 2000 (N.) :
NMBS. — Antwerpen. — Logistiek centrum.
SNCB. — Anvers. — Centre logistique.
De NMBS heeft plannen om het bestaande onderhoudscentrum gelegen tussen het station AntwerpenOost en de spoorwegbrug over de Draakplaats te Antwerpen te renoveren en uit te breiden.
La SNCB envisage de rénover et d’agrandir le centre d’entretien existant, situé entre la gare d’Anvers-Est et le pont ferroviaire enjambant la « Draakplaats » à Anvers.
Het zou de bedoeling zijn de huidige werkplaats af te breken en te vervangen door een nieuw gebouw met kantoren en werkplaatsen.
L’objectif serait de démolir l’atelier actuel et de le remplacer par un nouveau baˆtiment comprenant des bureaux et des ateliers.
De plannen voor de inplanting van dit logistiek centrum stuiten op heel wat verzet bij de buurtbewoners. De bezwaren van de buurtbewoners handelen over milieuhinder, verkeersoverlast, inbreuken op de privacy, enz. De leefbaarheid van de buurt Zurenborg zou door de plannen van de NMBS ernstig in gevaar komen.
Les projets d’implantation de ce centre logistique se heurtent à une vive opposition de la part des riverains. Les objections formulées par ceux-ci portent sur des nuisances pour l’environnement, un trafic excessif, une violation de la vie privée, etc. Les projets de la SNCB risqueraient fort de rendre le quartier de « Zurenborg » invivable.
1. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot dit dossier ?
1. Quel est l’état d’avancement actuel de ce dossier ?
2. De bouwaanvraag van dit logistiek centrum gebeurt blijkbaar in verschillende fasen. Vindt u dit een normale werkwijze ?
2. La demande de permis de baˆtir de ce centre logistique porte manifestement sur différentes phases. Considérez-vous cette procédure comme normale ? 3. Eˆtes-vous informé des objections formulées par les riverains et estimez-vous justifié d’implanter de telles activités logistiques dans une zone d’habitat ?
3. Bent u op de hoogte van de bezwaren van de buurtbewoners en vindt u het verantwoord dat zulke logistieke activiteiten worden ingeplant in een woonwijk ? 4. Bestaan er geen alternatieve terreinen (onder meer in de haven) voor een dergelijke realisatie ? Antwoord :
Réponse :
1. Huidige stand van zaken met betrekking tot het logistiek centrum te Antwerpen-Oost.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
4. Une telle infrastructure ne pourrait-elle pas être implantée sur d’autres terrains (par exemple, dans la zone portuaire) ?
2000
1. Situation actuelle relative au centre logistique d’Anvers-Est.
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7586
1.1. Hoofdgebouw (kantoor, werkplaats, technische lokalen, enz.)
1.1. Baˆtiment principal (bureau, atelier, locaux techniques, etc.)
De plannen werden voltooid in augustus 1999. De bouwvergunning werd aangevraagd op 6 september 1999. Deze bouwvergunning werd op 31 januari 2000 aan de NMBS verleend door de dienst ruimtelijke ordening van de Vlaamse Gemeenschap. Bij arrest van 10 oktober 2000 van de Raad van State is de bouwvergunning geschorst op grond van procedurefouten bij de dienst ruimtelijke ordening van het Vlaamse Gewest.
Les plans sont terminés depuis aouˆt 1999. Le permis de baˆtir a été demandé le 6 septembre 1999. Il a été délivré à la SNCB le 31 janvier 2000 par le service de l’aménagement du territoire de la Communauté flamande. Par arrêt du Conseil d’E´tat du 10 octobre 2000, le permis de baˆtir a été suspendu sur base d’erreurs de procédure du service de l’aménagement du territoire de la Région flamande.
De NMBS onderneemt de nodige stappen om een geldige bouwvergunning te bekomen.
La SNCB entreprend les démarches nécessaires pour obtenir un permis de baˆtir valable.
1.2. Magazijn
1.2. Magasin
De plannen werden voltooid in oktober 1999. De bouwvergunning werd aangevraagd op 28 oktober 1999.
Les plans sont terminés depuis octobre 1999. Le permis de baˆtir a été demandé le 28 octobre 1999.
De NMBS wacht nu op de bouwvergunning.
La SNCB attend actuellement la délivrance du permis de baˆtir.
1.3. Resterend gedeelte (brosselloods, reorganisatie van de sporen, en buiteninrichting). Gezien de inplanting van het overige gedeelte van de buiteninrichting te zeer afhangt van de inplanting van het hoofdgebouw en gezien de lopende procedure bij de Raad van State, wordt voor verdere detaillering van de buiteninrichting de uitspraak van de Raad van State afgewacht.
1.3. Partie restante (hangar Brossel, réorganisation des voies et aménagement extérieur). E´tant donné que l’implantation de la partie restante de l’aménagement extérieur est beaucoup trop tributaire de l’implantation du baˆtiment principal et compte tenu de la procédure en cours au Conseil d’E´tat, la SNCB attend l’arrêt que celui-ci rendra avant de poursuivre plus en détail la conception de l’aménagement extérieur.
2. Het logistiek centrum bestaat uit verschillende delen. Het is dus niet abnormaal dat het ontwerp en de uitvoering in verschillende fasen verlopen. In het concrete geval van het logistiek centrum te AntwerpenOost is een gefaseerde uitvoering zelfs noodzakelijk om mogelijk te maken dat de NMBS-activiteiten die momenteel reeds op de site plaatsvinden, uitgeoefend kunnen blijven tijdens de werkzaamheden. Deze activiteiten zijn voor de NMBS onmisbaar voor de instandhouding van de spoorweginfrastructuur en kunnen dus niet gedurende enkele maanden of jaren stilgelegd worden.
2. Le centre logistique se compose de différentes parties. Il n’est donc pas anormal que le projet et l’exécution se déroulent en plusieurs phases. Dans le cas concret du centre logistique d’Anvers-Est, une exécution par phases est même indispensable afin de permettre à la SNCB de poursuivre pendant les travaux des activités qui se déroulent d’ores et déjà sur le site. Ces activités sont indispensables pour la SNCB en vue de la maintenance de l’infrastructure ferroviaire et ne peuvent dès lors pas être interrompues pendant quelques mois, voire des années.
3. De NMBS heeft met de buurtbewoners vergaderd op 8 maart, op 2 mei en op 26 mei 2000. Ingevolge dit overleg zal de NMBS :
3. La SNCB et les riverains se sont réunis les ` la suite de cette 8 mars, 2 mai et 26 mai 2000. A concertation, la SNCB :
— een mobiliteitsplan opstellen;
— élaborera un plan de mobilité;
— maatregelen nemen om de privacy te waarborgen;
— prendra des dispositions pour garantir la vie privée;
— de sporen zo ver mogelijk van de bebouwing aanleggen;
— disposera les voies le plus loin possible des habitations;
— een groen- en/of geluidsscherm oprichten.
— installera un écran de verdure et/ou un écran antibruit.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7587
De site is op het gewestplan ingekleurd als zone voor openbaar nut. Op de site is er altijd spoorwegactiviteit geweest. Momenteel zijn er reeds een magazijn, een goederenkoer, een brosselloods, technische lokalen en een onderhoudscentrum voor de bovenleiding (met twee werkplaatsen) gelegen.
Le site est représenté sur le plan de secteur comme une zone d’utilité publique. Il y a toujours eu des activités ferroviaires sur le site. Actuellement, le site comporte déjà un magasin, une cour à marchandises, un hangar Brossel, des locaux techniques et un centre d’entretien pour les caténaires (avec deux ateliers).
De huidige installaties zijn echter verouderd en een grondige vernieuwing en modernisering is noodzakelijk. De ontwikkelde logistieke activiteiten zijn allemaal « spoorweggebonden » en absoluut noodzakelijk voor de instandbouding van de spoorweginfrastructuur.
Les installations actuels sont cependant vétustes et un renouvellement et une modernisation en profondeur se révèlent indispensables. Les activités logistiques déployées sont toutes « liées au chemin de fer » et absolument indispensables pour la maintenance de l’infrastructure ferroviaire.
4. Het zwaartepunt van de onderhoudstaken die vanuit deze site dienen uitgevoerd te worden, ligt tussen Antwerpen-Centraal en Antwerpen-Berchem. Een inplanting in de haven zou voor de ploegen van Antwerpen-Oost een logistieke achteruitgang zijn omwille van de te grote afstand tot het werkterrein.
4. Le centre de gravité des taˆches d’entretien qui doivent être exécutées à partir de ce site se situe entre Anvers-Central et Anvers-Berchem. Une implantation dans le port représenterait pour les équipes d’AnversEst une régression logistique en raison de la distance beaucoup trop grande à parcourir jusqu’au lieu de travail.
DO 2000200110252
DO 2000200110252
Vraag nr. 326 van de heer Daan Schalck van 28 november 2000 (N.) :
Question no 326 de M. Daan Schalck du 28 novembre 2000 (N.) :
Eventuele keuring van kampeeraanhangwagens.
Controˆle technique éventuel des camping-cars.
Een inwoner van Zottegem bezit een kampeerwagen met maximaal toegelaten gewicht (MTM) 740 kg, ingeschreven bij de Directie voor de inschrijving van voertuigen (DIV) met een eigen nummerplaat.
Un habitant de Zottegem, propriétaire d’un camping-car d’une masse maximale autorisée (MMA) de 740 kg, a inscrit celui-ci auprès de la Direction pour l’immatriculation des véhicules (DIV) et possède donc sa propre plaque d’immatriculation. L’intéressé ayant été invité à présenter le campingcar au controˆle technique, il se rendit au centre de controˆle de Brakel ou` on l’informa que le controˆle technique n’était plus nécessaire et qu’il pouvait renvoyer la plaque de son camping-car à la DIV. Lorsqu’il se présenta au bureau de la DIV de GandZwijnaarde, il s’entendit préciser que, contrairement aux informations qui lui avaient été communiquées précédemment, les camping-cars doivent être immatriculés séparément. L’intéressé se retrouve donc en possession d’un camping-car immatriculé séparément mais qui ne doit plus être présenté au controˆle technique. 1. Un camping-car d’une MMA de 740 kg doit-il être immatriculé séparément auprès de la DIV ? 2. Pouvez-vous donner les directives nécessaires pour que des malentendus de ce type puissent être évités ? Réponse : 1. Toute remorque dont la MMA n’excède pas 750 kg est exempte de tout controˆle technique.
Betrokkene ontving een uitnodiging van de autokeuring. In het keuringsstation te Brakel werd hem meegedeeld dat geen keuring meer hoefde en de plaat van de kampeerwagen terug naar de DIV kon worden teruggestuurd. Wanneer betrokkene zich aanbiedt bij de DIV te Gent-Zwijnaarde wordt gesteld dat hij toch in een aparte inschrijving voor de kampeerwagen moet voorzien. Betrokkene heeft dus een kampeerwagen met aparte nummerplaat die echter niet meer is gekeurd.
1. Moet een kampeerwagen MTM 740 kg apart worden ingeschreven bij de DIV ? 2. Kan u hierover de nodige richtlijnen verstrekken om dergelijke misverstanden te voorkomen ? Antwoord : 1. Alle aanhangwagens waarvan de MTM niet meer dan 750 kg bedraagt zijn vrijgesteld van alle keuringen.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7588
2. Alle aanhangwagens met een MTM gelijk aan of groter dan 500 kg moeten ingeschreven worden bij de DIV en moeten gedekt zijn door een goedkeuring (PVG).
2. Toute remorque possédant une MMA supérieure à 500 kg doit eˆtre immatriculée par la DIV et avoir un procès-verbal d’agrément (PVA).
Samenvattend kunnen we dus zeggen dat aanhangwagens met een MTM groter dan 500 kg en kleiner dan 750 kg niet in het bezit moeten zijn van een keuringsbewijs maar wel van een gelijkvormigheidsattest (PVG) en een inschrijvingsbewijs uitgereikt door de DIV.
Par consquent, tout véhicule remorqué, dont la MMA est supérieur à 500 kg et jusqu’à 750 kg, ne doit pas eˆtre en possession d’un certificat de visite délivré par l’inspection automobile, mais bien d’un certificat de conformité (PVA) et d’un certificat d’immatriculation établi par la DIV.
In samenwerking met de Groepering van erkende instellingen voor autokeuring (GOCA) informeert de directie Voertuigen de keuringsstations regelmatig over de reglementering waarop de controle wordt uitgeoefend.
En collaboration avec le Groupement des organismes agréés de controˆle automobile, la direction Véhicules informe régulièrement les stations d’inspection automobile de la réglementation sur la base de laquelle le controˆle est exercé.
DO 2000200110346
DO 2000200110346
Vraag nr. 339 van de heer Yves Leterme van 18 december 2000 (N.) :
Question no 339 de M. Yves Leterme du 18 décembre 2000 (N.) :
Parkeerkaarten voor gehandicapten. — Misbruiken.
Cartes de stationnement pour handicapés. — Abus.
De problematiek van de parkeerkaarten voor gehandicapten heeft al eens uitvoerig mijn aandacht genoten. Thans bereiken mij opnieuw vragen over deze problematiek.
Je me suis déjà inquiété par le passé de la question des cartes de stationnement pour handicapés. Des problèmes semblent encore se poser à ce niveau.
Er bestaat klaarblijkelijk wat bezorgdheid bij enkele betrokkenen, die menen dat er misbruiken gebeuren. Zo zou het gebeuren dat de parkeerkaart van personen die overlijden door een andere persoon gewoon verder wordt gebruikt of dat rechthebbenden hun kaart uitlenen. Anderen zijn de mening toegedaan dat de selectie onvoldoende streng gebeurt.
Des personnes concernées sont apparemment préoccupées par ce qu’elles considèrent comme étant des abus. En cas de décès, la carte de stationnement de la personne décédée continuerait à être utilisée par quelqu’un d’autre et il arriverait également que des titulaires prêtent leur carte à des tiers.
1. a) Heeft u weet van het feit dat de parkeerkaart van overleden personen niet ingediend wordt ?
1. a) Eˆtes-vous au courant de cas ou` la carte de stationnement de personnes décédées n’est pas restituée ?
b) Zijn er al dergelijke overtredingen vastgesteld ?
b) De telles infractions ont-elles déjà été constatées ?
2. Heeft u weet van het feit dat rechthebbenden hun kaart uitlenen aan derden ?
2. Eˆtes-vous au courant du fait que certains titulaires prêtent leur carte à des tiers ?
3. Zijn er al tellingen gebeurd hoeveel parkeerkaarten voor gehandicapten er uitgereikt werden ?
3. Combien de cartes de stationnement ont été délivrées à des personnes handicapées ?
4. a) Op basis van welke criteria gebeurt de selectie ?
4. a) Sur la base de quels critères s’effectue la délivrance des cartes ?
b) Zijn die voldoende streng ?
b) Ces critères sont-ils suffisamment sévères ?
5. Kunnen de misbruiken vermeld onder de punten 1 en 2 niet vermeden worden door het aanbrengen van een foto op de kaarten ?
5. Les abus mentionnés aux points 1 et 2 ne pourraient-ils pas être évités en faisant apposer une photo sur la carte en question ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7589
Antwoord :
Réponse :
1 tot 3. De parkeerkaart voor mensen met een handicap wordt, uitgezonderd wat de oorlogsinvaliden betreft, afgegeven door het bestuur van de Maatschappelijk Integratie bij het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.
1 à 3. La carte de stationnement pour personnes handicapées est délivrée, excepté en ce qui concerne les invalides de guerre, par l’administration de l’Intégration sociale du ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement.
In het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, is in ieder geval uitdrukkelijk bepaald dat indien het motief dat het gebruik van de kaart rechtvaardigt wegvalt, de parkeerkaart door de titularis of zijn rechthebbende aan dit bestuur moet worden teruggezonden, met vermelding van de reden van terugzending.
Dans l’arrêté ministériel du 7 mai 1999 relatif à la carte de stationnement pour personnes handicapées, il est de toute façon formellement précisé que, en cas de disparition du motif justifiant son utilisation, la carte de stationnement doit toujours être retournée par le titulaire ou ses ayants droit, à cette administration avec indication du motif de renvoi.
De kaart is daarenboven strikt persoonlijk en ze mag alleen worden gebruikt wanneer de titularis vervoerd wordt in het voertuig dat geparkeerd wordt of wanneer hij zelf dit voertuig bestuurt.
En outre, la carte est strictement personnelle et ne peut être utilisée que lorsque le titulaire est transporté dans le véhicule qui est mis en stationnement ou lorsqu’il conduit lui-même le véhicule.
In geval van misbruik kan de kaart door een bevoegde agent worden ingehouden die ze terugstuurt naar het bestuur van de Maatschappelijke Integratie.
En cas d’usage abusif, la carte peut être retirée par un agent qualifié qui la renvoie à l’administration de l’Intégration sociale.
Dit bestuur kan dan beslissen om geen nieuwe kaart af te geven aan de belanghebbende tijdens de 6 maanden die volgen op de datum waarop de kaart is ingetrokken.
Cette administration peut alors décider de ne pas délivrer de nouvelle carte à l’intéressé dans les 6 mois qui suivent la date à laquelle la carte a été retirée.
Voor zijn concrete vragen in samenhang met het voorafgaande, verwijs ik het geachte lid naar de minister van Maatschappelijke Integratie.
En ce qui concerne les questions concrètes relatives à ce qui précède, je renvoie l’honorable membre au ministre de l’Intégration sociale.
4. De parkeerkaart kan worden afgegeven aan :
4. La carte de stationnement peut être délivrée :
a) de personen die door een blijvende invaliditeit van ten minste 80 % getroffen zijn;
a) aux personnes atteintes d’une invalidité permanente de 80 % au moins;
b) de personen wier gezondheidstoestand tot een blijvende vermindering van de graad van zelfredzaamheid met ten minste 12 punten leidt, bepaald overeenkomstig de handleiding en de schaal die van toepassing zijn in het kader van de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
b) aux personnes dont l’état de santé provoque une réduction permanente du degré d’autonomie d’au moins 12 points mesurés conformément au guide et à l’échelle applicables dans le cadre de la législation relative aux allocations des handicapés;
c) de personen die getroffen zijn door een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50 % bedraagt;
c) aux personnes atteintes d’une invalidité permanente découlant directement des membres inférieurs et occasionnant un taux d’invalidité de 50 % au moins;
d) de personen die volledig verlamd zijn aan de bovenste ledematen of bij wie deze geamputeerd zijn;
d) aux personnes atteintes de paralysie entière des membres supérieurs ou ayant subi l’amputation de ces membres;
e) de burgerlijke en militaire oorlogsinvaliden met minstens 50 % oorlogsinvaliditeit.
e) aux invalides civils et militaires de guerre, ayant au moins 50 % d’invalidité de guerre.
De aanvraag moet in principe vergezeld gaan van een attest uitgaande van een gerechtelijke of administratieve overheid, of van een medisch certificaat, naar gelang van het geval.
La demande doit en principe être accompagnée d’une attestation émanant d’une autorité judiciaire ou administrative ou d’un certificat médical en fonction du cas.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
976
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7590
De criteria tot verkrijging van de parkeerkaart blijken dus voldoende streng te zijn.
Les critères pour l’obtention de la carte de stationnement semblent donc être suffisamment sévères.
5. De nieuwe Belgische parkeerkaart die sinds 1 januari 2000 in gebruik is, is van uniform communautair model en beantwoordt aldus aan de aanbevelingen van de Europese Unie van 4 juni 1998.
5. La nouvelle carte belge de stationnement à l’usage depuis le 1er janvier 2000 est conforme au modèle communautaire uniforme et répond donc aux recommandations ordonnées par l’Union européenne en date du 4 juin 1998.
Overigens moet op de keerzijde een foto van de titularis aangebracht zijn.
Du reste, une photo du titulaire doit être apposée au verso de la carte.
Controle op het gebruik van de kaart en op het wederrechtelijk gebruik ervan gebeurt door de politie.
Le controˆle quant à l’usage de la carte et son usage illégal, est effectué par la police.
DO 2000200110471
DO 2000200110471
Vraag nr. 350 van de heer Olivier Chastel van 18 januari 2001 (Fr.) :
Question no 350 de M. Olivier Chastel du 18 janvier 2001 (Fr.) :
NMBS. — Werkzaamheden op lijn 50A.
SNCB. — Travaux sur la ligne 50A.
Sinds 1 oktober 2000 worden er belangrijke werkzaamheden uitgevoerd op spoorlijn 50A tussen Brussel-Klein Eiland en Sint-Katherina-Lombeek. Tijdens het weekend wordt er op dat baanvak niet gereden. De werkzaamheden zouden begin juni 2001 bee¨indigd moeten zijn.
Depuis le 1er octobre 2000 d’importants travaux sont effectués sur la ligne SNCB 50A entre Bruxelles Petite Ιˆle et Sint-Katherina-Lombeek de sorte que toute circulation est impossible sur ce tronçon le weekend. La fin du chantier est prévue pour début juin 2001.
De IC-trein L (Sint-Niklaas-Poperinge) en de IRtrein i (Schaarbeek-De Panne) worden omgeleid via de lijnen 50 en 28; de rijtijd wordt daarbij met 7 minuten verlengd, maar deze treinen blijven wel door de Noord-Zuidverbinding rijden.
Les trains IC L (Sint-Niklaas-Poperinge) et les IR i (Schaerbeek-De Panne) sont détournés par les lignes 50 et 28; ils continuent à desservir la jonction Nord-Midi au prix d’un allongement de la durée du trajet de 7 minutes.
De IC-trein A (Oostende-Keulen/Eupen) en de ICtrein E (Knokke/Blankenberge-Genk/Luik) daarentegen worden omgeleid via lijn 50 en rijden rechtstreeks van Jette naar Schaarbeek (en omgekeerd). Zij komen niet meer in de Noord-Zuidverbinding. De uren van vertrek en aankomst van deze treinen blijven onveranderd.
Par contre les trains IC A (Oostende-Ko¨ln/Eupen) et les IC E (Knokke/Blankenberge-Genk/Liège) détournés par la ligne 50 rejoignent directement Schaerbeek depuis Jette (et inversement) et ne passent plus par la jonction Nord-Midi. Leur horaire n’est pas modifié.
Om niet aan de dienstregeling te hoeven raken heeft de NMBS dus beslist dat de reizigers vanuit de stations Brussel-Zuid, Brussel-Centraal en Brussel-Noord het maar acht maanden lang gedurende het weekend zonder rechtstreekse verbinding met Brugge, Oostende, Knokke, Blankenberge, Luik (behalve met de Thalys), Hasselt en Genk moeten stellen. De reizigers worden verzocht over te stappen in Jette, Schaarbeek of Denderleeuw. Daarvoor moeten ze nu een kwartiertje vroeger dan het normale vertrekuur van de IC A of E in een van de Brusselse stations zijn om eerst een andere trein te nemen tot aan het overstapstation. De extra reistijd die deze mensen moeten incalculeren is uiteindelijk dubbel zo lang als de rijtijdverlenging die een omleiding van de IC A en de IC E, naar het voorbeeld van de IC L en de IR i, zou hebben meegebracht.
Pour préserver sa grille horaire la SNCB prive donc pendant huit mois Bruxelles Midi, Central et Nord de relation directe le week-end avec Brugge, Oostende, Knokke, Blankenberge, Liège (sauf Thalys), Hasselt et Genk. Les candidats voyageurs sont invités à changer de train à Jette, Schaerbeek ou Denderleeuw suivant le cas et pour ce faire ils doivent se présenter dans la gare bruxelloise de départ une quinzaine de minutes plus toˆt que l’heure de passage normale des trains IC A et E afin d’emprunter d’autres trains jusqu’à la gare de correspondance. L’allongement de la durée de parcours est donc doublé du retard qu’ils auraient subi si la SNCB avait détourné les IC A et E comme les IC L et les IR i, avec en plus l’inconvénient d’une correspondance dans des gares non équipées d’escalator pour passer d’un quai à l’autre, ni de système de signalisa-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7591
Bovendien moeten ze overstappen in stations zonder aangepast reizigersinformatiesysteem, en zonder roltrappen om van het ene naar het andere perron te gaan. Het ongemak is nog groter voor reizigers uit de provincie die het gewend zijn om in de NoordZuidverbinding over te stappen : niet alleen kunnen ze niet meer overstappen in Brussel-Noord, -Centraal of -Zuid, bovendien moeten ze eerst nog naar Jette, Schaarbeek of Denderleeuw om daar opnieuw over te stappen.
tion adapté. Le désagrément subi par les voyageurs en provenance de province et habitués à un changement dans la jonction est encore plus important puisque non seulement la correspondance dans la jonction n’est plus assurée, mais un deuxième changement est imposé à Jette, Schaerbeek ou Denderleeuw.
1. Hoe wil de NMBS in die omstandigheden de traditionele pieken in het treinverkeer tijdens bepaalde weekends in de lente (Pasen, Hemelvaart, Pinksteren) het hoofd bieden, wanneer gezinnen met jonge kinderen, jeugdverenigingen, minder mobiele reizigers, ... massaal de trein nemen naar de kust en Bokrijk ?
1. Comment, dans ces conditions, la SNCB envisage-t-elle de faire face aux pointes traditionnelles de trafic (familles avec jeunes enfants, organisation de jeunesse, personnes à mobilité réduite ...) notamment vers la coˆte et Bokrijk pendant les week-end du printemps (Paˆques, Ascension, Pentecoˆte) ?
2. Zijn de door de NMBS getroffen maatregelen niet in strijd met artikel 16 van het beheerscontract, dat bepaalt dat het vervoersplan in een aantrekkelijk treinaanbod moet voorzien om het massaal vervoer van reizigers naar de toeristische gebieden van ons land te kunnen organiseren ?
2. Les mesures prises par la SNCB sont-elles compatibles avec l’article 16 de son contrat de gestion qui prévoit notamment que « le plan de transport doit veiller à développer une offre attractive pour organiser (...) les déplacements de masse à destination des régions touristiques du pays » ?
Antwoord : Tijdens de werken tussen Brussel Klein Eiland en de vertakking Sint-Katherina-Lombeek heeft de NMBS ervoor gekozen om de dienstregeling van de 2 grote asverbindingen, IC A (Oostende-Keulen/ Eupen) en IC E (Knokke/Blankenberge-Genk/Luik) die via de lijn 50 A rijden te behouden over een zo groot mogelijk gedeelte van de reisweg, dit met de bedoeling een sneeuwbaleffect van aanpassingen op die aslijnen en aansluitende lijnen te vermijden met betrekking tot :
Réponse : Pendant les travaux entre Bruxelles-PetiteˆIle et la bifurcation Sint-Katherina-Lombeek, la SNCB a choisi de maintenir l’horaire — sur la plus grande partie possible de l’itinéraire — des 2 relations axiales importantes (IC A Ostende-Cologne/Eupen et IC E Knokke/Blankenberghe-Genk/Liège) qui circulent via la ligne 50 A. Cette option a été prise afin d’éviter un effet boule de neige au niveau des adaptations sur ces lignes axiales et sur les lignes en correspondance, et ce en rapport avec :
— de opvolging van de treinen;
— la succession des trains;
— de aansluitingen in de knoopstations;
— les correspondances dans les gares nodales;
— de dienstregelingen op aansluitende lijnen en verder uitdeinende gevolgsaanpassingen;
— les horaires sur les lignes en correspondance et les adaptations qui s’ensuivent;
— de ingrijpende gevolgen voor materieels- en personeelsherbenuttiging.
— les conséquences importantes sur la réutilisation du personnel et du matériel.
Om deze reden rijden de IC A (Oostende-Keulen/ Eupen) en de IC E (Knokke/Blankenberge-Genk/ Luik), sedert de maand oktober 2000, tijdens de weekends niet via de Brusselse Noordzuidverbinding. Hierdoor blijft hun dienstregeling ongewijzigd tussen de Kust en Gent (Denderleeuw) en tussen Schaarbeek en Genk/Luik. Ook in de andere richting blijven deze dientregelingen ongewijzigd. De duur van het traject voor een reis vanuit bijvoorbeeld Hasselt, Leuven of Luik naar de kust blijft dus ongewijzigd.
Pour ces raisons, depuis octobre 2000, l’IC A (Ostende-Cologne/Eupen) et l’IC E (Knokke/Blankenberge-Genk/Liège) n’empruntent plus la jonction Nord-Midi de Bruxelles le week-end. C’est ainsi que leurs horaires restent inchangés entre la coˆte et Gand (Denderleuw) et entre Schaerbeek et Genk/ Liège. Ces horaires restent également inchangés dans le sens contraire. La durée du trajet pour un voyage au départ par exemple de Hasselt, Louvain ou Liège vers la coˆte ne subit dès lors aucun changement.
Voor de reizigers naar en van de Noordzuidverbinding werden er optimale overstapverbindingen uitgewerkt in Denderleeuw, Jette en Schaarbeek.
Pour les voyageurs en provenance ou à destination de la jonction Nord-Midi, la SNCB a élaboré des correspondances optimales à Denderleeuw, Jette et Schaerbeek.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7592
In Denderleeuw en Jette kan men overstappen zonder van perron te veranderen.
` Denderleuw et à Jette, le changement de train a A lieu sur le même quai.
De NMBS heeft dus voor een oplossing gekozen die de reisweg van zo weinig mogelijk reizigers beı¨nvloedt en voldoet zodoende aan artikel 16 van het beheercontract.
La SNCB a donc choisi la solution qui affecte le moins possible les voyageurs, agissant ainsi en conformité avec les dispositions de l’article 16 du contrat de gestion.
Het geheel van maatregelen werd en wordt nog steeds begeleid door een uitgebreide infocampagne. Tot nu toe heeft NMBS dan ook bijna geen klachten ontvangen betreffende deze aanpassingen.
L’ensemble des mesures a été et est toujours accompagné d’une large campagne d’information. Jusqu’à présent, la SNCB n’a reçu pour ainsi dire aucune plainte concernant ces adaptations.
Tijdens de drukke weekends zal de NMBS opnieuw meer personeel (zoals tijdens de eerste weekends) inzetten in de stations voor bijkomende reizigersopvang. Verder zullen de treinen tussen de Brusselse stations en de overstapstations met een maximale samenstelling rijden.
Lors des week-ends d’affluence, la SNCB prévoira davantage de personnel dans les gares (comme pendant les premiers week-ends) en vue d’un accompagnement renforcé des voyageurs. En outre, les trains entre les gares bruxelloises et les gares de correspondance circuleront avec une composition maximale.
Het einde van de werken is gepland voor 10 juni 2001, zodat de vroegere dienstregelingen opnieuw van toepassing zijn bij het begin van het toeristische seizoen.
La fin des travaux est prévue pour le 10 juin 2001, de sorte que les horaires antérieurs puissent être rétablis lors de la prochaine saison touristique.
De hierboven overgeleverde besluiten werden genomen door de NMBS, in het kader van de autonomie die haar is voorbehouden door de wet van 21 maart 1991 over de overheidsbedrijven.
Les décisions, exposées ci-dessus, sont prises par la SNCB, agissant dans le cadre de l’autonomie qui lui est dévolue par la loi du 21 mars 1991 sur les entreprises publiques.
DO 2000200110537
DO 2000200110537
Vraag nr. 355 van de heer Patrick Moriau van 29 januari 2001 (Fr.) :
Question no 355 de M. Patrick Moriau du 29 janvier 2001 (Fr.) :
Verbod op de uitoefening van handelsactiviteiten op de Samber en de Eau d’Heure.
Commerce. — Interdiction sur la Sambre et l’Eau d’Heure. ` ce jour, tout commerce est interdit sur la Sambre A et l’Eau d’Heure par le règlement de la police de navigation intérieure qui dans ses dispositions particulières pour la Sambre et l’Eau d’Heure prévoit à l’article 13 : « L’exercice de tout commerce à bord des bateaux, logement ou de bateaux navigants est interdit de façon absolue. »
Krachtens artikel 13 van de voor de Samber en de Eau d’Heure geldende bijzondere bepalingen van het reglement van de binnenvaartpolitie is iedere handelsactiviteit op de Samber en de Eau d’Heure strikt verboden.
Dat uit het reglement voortvloeiend verbod belemmert in aanzienlijke mate de toeristische ontwikkeling van dat gebied en houdt een discriminatie in, aangezien het niet geldt voor andere rivieren en stromen in ons land. Naar aanleiding van het advies van de Waalse minister José Daras en van de Conseil d’orientation de l’Office de promotion des voies navigables, zou er eensgezindheid zijn om het van 1935 daterend reglement te herzien.
L’application de cette interdiction émanant du règlement de la police de navigation est donc un frein important au développement touristique de cette zone fluviale, apparaissant comme discriminatoire puisqu’elle n’est pas d’application sur d’autres fleuves et rivières du pays. ` la suite de l’avis du ministre wallon José Daras et A du Conseil d’orientation de l’Office de promotion des voies navigables, il semblerait qu’une unanimité se dégage pour dire que ce réglement datant de 1935 doit être revu.
1. Vindt u een herziening van dat reglement noodzakelijk ?
1. Quel est votre avis sur la nécessité de modifier la réglementation en question ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7593
2. Hoe zit het met het overleg tussen de federale overheid en de gewestelijke overheden dienaangaande ?
2. Quel est l’état d’avancement de la concertation entre fédéral et régional en la matière ?
3. Welke mogelijke alternatieve oplossingen zijn er om dat specifiek probleem met betrekking tot de Samber en de Eau d’Heure snel op te lossen mocht het overleg aanslepen en een wijziging van de regelgeving uitblijven ?
3. Au cas ou` la procédure de concertation et de modification de la réglementation risquerait de s’éterniser, quelles sont les alternatives possibles afin de résoudre rapidement ce problème particulier à la Sambre et à l’Eau d’Heure ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de door hem gestelde vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse aux questions qu’il a posées.
1. Het Algemeen Reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk van 15 oktober 1935 is inderdaad een verouderd reglement waarvoor een grondige aanpassing zich opdringt. Na een aantal vruchteloze pogingen in het verleden om een nieuw reglement op te stellen is sinds maart 2000 op initiatief van mijn diensten een werkgroep belast met de herziening van dit reglement teneinde het in overeenstemming te brengen met de noden van vandaag.
1. Le Règlement générale des voies navigables du Royaume du 15 octobre 1935 est effectivement dépassé et doit eˆtre fondamentalement revu. Quelques tentatives antérieures visant à établir un nouveau règlement s’étant révélées infructueuses, mes services ont pris l’initiative de charger depuis mars 2000 un groupe de travail de la révision de ce règlement en vue d’aligner sur les besoins actuels.
Het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 vond zijn wettelijke grondslag in de algemene verordenende bevoegdheid van de Koning krachtens het (oude) artikel 67 van de Grondwet. In de huidige zienswijze vereist een koninklijk besluit een meer specifieke wet dan de loutere verwijzing naar het geciteerde artikel van de Grondwet. Daarom wordt tegelijk met de herziening van het reglement in een wettelijke basis voorzien en wel door uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet op de veiligheid der schepen (bedoeld zijn zeeschepen) naar de binnenschepen en de binnenvaart.
La base légale de l’arreˆté royal du 15 octobre 1935 était le pouvoir réglementaire général accordé au Roi par l’(ancien) article 67 de la Constitution. Dans l’optique actuelle, la base légale d’un arreˆté royal doit porter sur une loi plus spécifique que la simple référence au susdit article de la Constitution. C’est pourquoi la révision du règlement sera assortie d’une nouvelle base légale reposant sur l’extension du champ d’application de la loi sur la sécurité des navires (qui ne visait que les baˆtiments de mer) aux bateaux fluviaux et à la navigation intérieure.
2. Eind februari 2001 zullen de ontwerpen zowel voor het nieuwe scheepvaartreglement als voor de aanpassing van de vermelde wet volledig besproken zijn in een werkgroep met de gewesten. Na raadpleging van de sectoren (beroepsvaart, pleziervaart) zullen de ontwerpteksten formeel doorgestuurd worden naar de gewesten in het kader van de wettelijk voorziene betrokkenheid en volgt de behandeling door de Raad van State. Tenslotte is er de parlementaire procedure voor de wetswijziging, waarna de wet en het koninklijk uitvoeringsbesluit ter ondertekening naar het Staatshoofd zullen worden gezonden.
2. Fin février 2001, les projets concernant aussi bien le nouveau règlement de navigation que l’adaptation de la loi susvisée auront été examinés au sein d’un groupe de travail avec les régions. Après consultation des secteurs intéressés (navigation professionnelle et navigation de plaisance), ces projets seront formellement envoyés aux régions dans le cadre de leur association légale aux projets, puis soumis à l’avis du Conseil d’E´tat. Ensuite sera entamée la procédure parlementaire pour modifier la loi, après quoi la loi et l’arreˆté royal d’exécution seront soumis à la signature du chef de l’E´tat.
3. Uit de huidige samenwerking binnen de werkgroepen met de gewesten blijkt de wens van alle betrokkenen om zo spoedig mogelijk tot een bruikbaar reglement te komen. Evenwel, indien het betrokken gewest dringend ene wijziging aan het bedoelde Bijzonder reglement van Samber en Eau d’Heure wenst, dan kan de normale procedure voor wijziging van het reglement worden opgestart.
3. Il ressort de la collaboration actuelle au sein des groupes de travail avec les régions que tous les intéressés veulent aboutir au plus vite à un règlement utilisable. Si, toutefois, la région concernée veut apporter d’urgence une modification au règlement particulier pour la Sambre et l’Eau d’Heure, il est possible d’entamer la procédure normale pour modifier le règlement.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7594
DO 2000200110555
DO 2000200110555
Vraag nr. 359 van de heer John Spinnewyn van 2 februari 2001 (N.) :
Question no 359 de M. John Spinnewyn du 2 février 2001 (N.) :
NMBS. — Nederlandsonkundige treinwachters.
SNCB. — Accompagnateurs de train ne connaissant pas le néerlandais.
Regelmatig worden op de IR-trein TurnhoutBrussel-Manage op het traject gelegen in het Nederlandse taalgebied, Nederlandsonkundige treinwachters ingezet. Dit is een overtreding van de taalwetgeving !
Régulièrement, des accompagnateurs de train sans aucune connaissance du néerlandais assurent le service dans le train IR Turnhout-Bruxelles-Manage sur le trajet se situant en région de langue néerlandaise. Ceci constitue une infraction à la législation linguistique.
Indien het zou gaan om Franstalige treinwachters die hun taalbrevet Nederlands hebben behaald, lijkt een onderzoek naar de ernst van dit examen dringend nodig. 1. Bent u in dat geval bereid om een ernstig taalexamen in te richten ?
S’il devait s’agir d’accompagnateurs de train francophones ayant obtenu leur brevet de connaissance de la langue néerlandaise, il serait utile de mener d’urgence une enquête sur le sérieux de l’examen en question. 1. Eˆtes-vous disposée, le cas échéant, à organiser un examen linguistique sérieux ?
2. Waarom worden trouwens op het traject in het Nederlandse taalgebied geen Vlaamse wachters ingezet ?
2. Pourquoi ne fait-on d’ailleurs pas appel à des accompagnateurs de train néerlandophones pour le trajet se situant en région de langue néerlandaises ?
3. Door Nederlandsonkundigen in te zetten, laadt de NMBS trouwens ingeval van ongeval een zware verantwoordelijkheid op zich.
3. En ayant recours à du personnel ne connaissant pas le néerlandais, la SNCB prend d’ailleurs une lourde responsabilité en cas d’accident.
Wie is voor deze wantoestanden verantwoordelijk ?
Qui est responsable de ces situations intolérables ?
4. Welke maatregelen neemt u om dat te verhelpen ?
4. Quelles mesures avez-vous l’intention de prendre afin d’y remédier ?
Antwoord :
Réponse :
1, 3 en 4. Treinbegeleiders worden door de NMBS uitgenodigd voor het volgen van taalcursussen als voorbereiding op het taalexamen SELOR. De organisatie van de taalcursussen is recentelijk aangepast teneinde de kwaliteit te verbeteren.
1, 3 et 4. Les accompagnateurs de train sont invités par la SNCB à suivre des cours de langues en guise de réparation à l’examen linguistique du SELOR. L’organisation des cours de langues a récemment été adaptée afin d’améliorer la qualité.
2. De treinen worden uit economische overwegingen zoveel mogelijk van oorsprong tot bestemming door hetzelfde personeelslid begeleid. Treinen die gedeeltelijk in Vlaanderen en gedeeltelijk in Wallonie¨ rijden, lopen bijna allemaal over Brussel, een tweetalig gewest.
2. Pour des considérations d’ordre économique, les trains sont dans la mesure du possible accompagnés par le meˆme agent de l’origine à la destination. Les trains qui circulent partiellement en Flandre et partiellement en Wallonie passent presque tous par Bruxelles qui est une région bilingue.
DO 2000200110576
DO 2000200110576
Vraag nr. 365 van de heer Francis Van den Eynde van 6 februari 2001 (N.) :
Question no 365 de M. Francis Van den Eynde du 6 février 2001 (N.) :
Piraterij op zee. — Internationaal probleem. — Departement. — Initiatieven.
Piraterie en mer. — Problème international. — Département. — Roˆle.
In februari 2000 stelde ik aan de minister van Buitenlandse Zaken een vraag in verband met het pro-
En février 2000, j’avais posé une question concernant la forte augmentation du nombre de cas de pirate-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7595
bleem van de forse stijging van het aantal gevallen van piraterij op zee (vraag nr. 31 van 2 februari 2000, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 20, blz. 2215).
rie en mer (question no 31 du 2 février 2000, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 20, p. 2215).
Bij wijze van antwoord werd ik toen naar het departement dat u nu beheert, verwezen.
En guise de réponse, j’avais été renvoyé au département dont vous assurez actuellement la direction.
Ondertussen vernam ik dat in het voorbije jaar het aantal gevallen van piraterij met 57 % ten overstaan van 1999 gestegen is.
Entre-temps, j’ai appris que le nombre de cas de piraterie a connu l’année dernière une augmentation de 57 % en comparaison avec l’année 1999.
Volgens het Internationaal Maritiem Bureau zijn vorig jaar immers 469 schepen het slachtoffer hiervan geworden. Dat zijn er 169 meer dan in 1999. Bovendien neemt ook het geweld tegen de bemanningen toe. Vorig jaar werden 72 bemanningsleden gedood en 99 gewond. In 1999 vielen er 3 doden en 24 gewonden. Er werden 307 schepen gepraaid en 8 door bandieten meegenomen.
Selon le Bureau maritime international, le nombre de navires victimes de piraterie a été de 469 l’année dernière, soit 169 de plus qu’en 1999. En outre, les actes de violence à l’égard des membres de l’équipage se multiplient également. L’année dernière, on a dénombré 3 morts et 24 blessés. 307 navires ont été arraisonnés et 8 ont été détournés par des pirates.
Uit een en ander blijkt dat piraterij stilaan een internationaal probleem van formaat wordt en dat terzake veel efficie¨nte afspraken moeten gemaakt worden.
Divers éléments confirment que la piraterie tend à devenir un problème international de taille et qu’il conviendrait de conclure en la matière des accords nombreux autant qu’efficaces.
Alhoewel naar mijn mening het departement Buitenlandse Zaken vanaf dat ogenblik een belangrijke rol speelt, blijft uw departement terzake uiteraard ook bevoegd.
Si le département des Affaires étrangères me semble dès lors appelé à jouer à cet égard un roˆle important, votre département reste bien évidemment également compétent.
1. Werden er hieromtrent reeds initiatieven genomen ?
1. Des initiatives ont-elles déjà été prises en la matière ?
2. Zo ja, welke ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles ?
Antwoord : Als antwoord op de door hem gestelde vragen kan ik de geachte volksvertegenwoordiger het volgende meedelen.
Réponse : En réponse à ses questions, je peux communiquer à l’honorable représentant ce qui suit.
Door de blijvende toename van piraterij en gewapende overval aan boord van zeeschepen worden, sinds MSC 72 (Maritime Safety Committee — IMO), maandelijks rapporten en circulaires aangaande piraterij uitgegeven.
La constante recrudescence de la piraterie et des attaques à main armée à bord de navires a, depuis le CSM 72 (comité de la sécurité maritime — OMI), donné lieu à la publication mensuelle de rapports et de circulaires sur la piraterie.
Volgens MSC 73 werden in de eerste tien maanden van 2000 314 voorvallen gesignaleerd of een stijging met 27 % ten aanzien van de eerste tien maanden in 1999.
D’après le CSM 73, 314 cas ont été signalés au cours des dix premiers mois de 2000, soit une augmentation de 27 % par rapport aux dix premiers mois de 1999.
De voorvallen hadden plaats in West- en OostAfrika, Zuid-Amerika en de Caraı¨ben maar vooral in Zuid-China, de Indische Oceaan en de straat van Malakka. De meeste overvallen hadden plaats in de territoriale wateren, wanneer de schepen ten anker of tegen de kaai lagen gemeerd.
Ces faits sont survenus en Afrique occidentale et orientale, en Amérique du Sud et dans les Caraı¨bes, mais surtout dans la Chine méridionale, l’océan Indien et le détroit de Malacca. La plupart d’entre eux se sont produits dans les eaux territoriales, lorsque les navires étaient ancrés ou amarrés à quai.
Door de IMO werd aan de betrokken landen India, Hong-Kong en China verzocht actie te voeren tegen deze overvallen in hun territoriale wateren en daarvan rapport uit te brengen.
L’OMI a invité les pays concernés, à savoir l’Inde, Hong-Kong et la Chine, à lutter contre ces attaques dans leurs eaux territoriales et à rendre compte des résultats de leurs actions.
Verschillende procedures werden uitgewerkt om piraterij en gewapende overvallen tegen schepen te
Plusieurs procédures ont été élaborées pour prévenir et contenir la piraterie et les attaques à main armée
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7596
voorkomen en te onderdrukken. Procedures op basis van aanbevelingen werden uitgewerkt in verschillende seminaries gehouden in gebieden waar de overvallen vooral voorkomen.
contre les navires. Des procédures basées sur des recommandations ont été développées au cours de plusieurs séminaires qui se sont tenus dans les régions les plus exposées à ces attaques.
Aan de verschillende lidstaten van de IMO, waaronder Belgie¨ werd gevraagd om precieze gegevens betreffende de overvallen uit te wisselen en er vooral voor te zorgen de communicatie schip-wal te verbeteren zodat omliggende schepen onmiddellijk van de overvallen kunnen worden verwittigd. Tevens dienen de landen de door de IMO uitgegeven procedures inzake piraterij aan de nationale agentschappen, rederijen, kapiteins en bemanningen mee te delen.
Les pays membres de l’OMI, dont la Belgique, ont été conviés à échanger des informations précises relatives aux attaques et surtout à améliorer la communication entre les navires dans le voisinage puissent être immédiatement avertis des attaques. En outre, les pays sont tenus de communiquer les procédures de l’OMI relatives à la piraterie aux agences nationales, aux armateurs, aux capitaines et aux équipages.
Voor Belgie¨ zorgt het ministerie van Verkeer en Infrastructuur, bestuur van Maritieme Zaken en Scheepvaart hiervoor.
Pour la Belgique, c’est l’administration des Affaires maritimes et de la Navigation relevant du ministère des Communications et de l’Infrastructure qui s’en charge.
Aldus wordt aan de Belgische Redersvereniging de verschillende IMO-procedures toegestuurd voor verdere verspreiding onder de scheepseigenaars en scheepsbemanningen.
Ainsi, les différentes procédures de l’OMI sont transmises à l’Association belge des armateurs qui les diffuse chez les propriétaires et équipages de navires.
De Belgische vertegenwoordigers in de MSC volgen dit onderwerp op de voet zodat alle wijzigingen nauwkeurig opgevolgd en aan de betrokken instanties of instellingen voor verder gevolg kunnen worden toegestuurd.
Les représentants belges du CSM suivent cette problématique de très près pour communiquer toutes les modifications aux instances et organismes concernés et faire en sorte qu’elles soient rigoureusement appliquées.
Aan alle Staten werd eveneens gevraagd om de registratie van schepen onder hun vlag beter te controleren om te voorkomen dat ontvreemde schepen verkregen door « hijackings » in een ander land, onder een andere naam kunnen worden geregistreerd.
Tous les E´tats ont également été invités à mieux controˆler l’enregistrement des navires battant leur pavillon pour éviter que des navires illicitement détournés puissent être enregistrés dans un autre pays sous un autre nom.
Aan de kuststaten gelegen nabij de gevaarlijke zones werd eveneens gevraagd al de nodige maatregelen te nemen om piraterij en gewapende overvallen op zee te voorkomen.
Les E´tats coˆtiers situés près des zones dangereuses ont été appelés à prendre les mesures nécessaires pour prévenir la piraterie et les attaques à main armée en mer.
De nog onder Belgische vlag varende schepen (5) varen niet in deze gevaarlijke regionen. Wel worden de Belgische onderdanen varende onder Luxemburgse of vreemde vlag via deze vlagstaten van de te volgen procedures, in geval van piraterij of gewapende overval, op de hoogte gebracht.
Les navires battant encore pavillon belge (5) ne traversent pas ces régions dangereuses. Toutefois, les ressortissants belges naviguant sous pavillon luxembourgeois ou étranger sont informés via ces E´tats de pavillon des procédures à suivre en cas d’acte de piraterie ou d’attaque à main armée.
Ten slotte is niet alleen de IMO bezorgd om het stijgend aantal overvallen op volle zee, binnen de NAVO wenst ook de NCS (Naval Control of Shipping) mee te werken aan de veiligheid op zee.
Enfin, l’OMI n’est pas la seule instance à se préoccuper du nombre croissant d’attaques en haute mer. Au sein de l’OTAN, le NCS (Naval Control Shipping) désire aussi participer à la sécurité en mer.
Daarom wil de NAVO nauwer samenwerken met de commercie¨le scheepvaart van de verschillende lidstaten inzake bestrijding van piraterij, wapensmokkel enz. Dit zou gebeuren via een « web »-systeem en satellietcommunicatie om alzo de scheepvaart zelfs over de geringste incidenten in te lichten.
L’OTAN aimerait dès lors collaborer plus étroitement avec la navigation commerciale des E´tats membres au niveau de la lutte contre la piraterie, le trafic d’armes, etc. Cette coopération se concrétiserait sous la forme d’un système « web » et d’un satellite de communication destinés à informer les navires même des moindres incidents.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7597
DO 2000200110583
DO 2000200110583
Vraag nr. 367 van de heer Jan Mortelmans van 7 februari 2001 (N.) :
Question no 367 de M. Jan Mortelmans du 7 février 2001 (N.) :
NMBS. — Folder. — Nederlandstalige uitgave.
SNCB. — Dépliant. — Version en langue néerlandaise.
De folder uitgegeven door de NMBS met het plan van Brussel-Zuid en nuttige informatie is quasi nooit in het Nederlands te verkrijgen.
Le dépliant contenant le plan de Bruxelles-Midi ainsi que d’autres informations utiles, édité par la SNCB, n’est quasiment jamais disponible en langue néerlandaise.
Hoe komt dit en hoe heeft u hieraan een oplossing gegeven ?
Quelle en est la raison et de quelle manière comptezvous remédier à cette situation ?
Antwoord : De nieuwe folder van het station Brussel-Zuid werd uitgegeven in 4 talen (Nederlands, Frans, Engels en Duits) en is beschikbaar sinds december 2000.
Réponse : Le nouveau dépliant de la gare de Bruxelles-Midi a été édité en 4 langues (néerlandais, français, anglais et allemand) et est disponible depuis décembre 2000.
De standaards in het station Brussel-Zuid worden dagelijks aangevuld met deze folders, elk in de verschillende talen.
Les présentoires de la gare de Bruxelles-Midi sont réalimentés quotidiennement dans chacune des différentes langues de ce dépliant.
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 369 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 369 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat de eerste minister op diezelfde vraag zal geven. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par le premier ministre à la même question. (Question no 59 du 13 février 2001.)
DO 2000200110631
DO 2000200110631
Vraag nr. 372 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 372 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 67 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten
Par ma question no 67 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
977
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7598
(Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 14, blz. 1481). 1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
(Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 14, p. 1481). 1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord : Het kabinet van vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer, Isabelle Durant, beschikte op 1 maart 2001 over de volgende wagens.
Réponse : Le cabinet de la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports, Isabelle Durant, disposait des véhicules suivants au 1er mars 2001.
Renault Espace
Renault Espace
Cilinderinhoud : 2 946 cc
Cylindrée : 2 946 cc
Bouwjaar : 1999
Année de construction : 1999
Type : monovolume
Type : monovolume
Brandstof : LPG/benzine
Carburant : LPG/essence
Aankoopprijs : 1 070 044 frank
Prix d’achat : 1 070 044 francs
Maandelijks leasingsbedrag : 42 333 frank.
Coût mensuel leasing : 42 333 francs.
Renault Scenic
Renault Scenic
Cilinderinhoud : 1 598 cc
Cylindrée : 1 598 cc
Bouwjaar : 1999
Année de construction : 1999
Type : monovolume
Type : monovolume
Brandstof : LPG/benzine
Carburant : LPG/essence
Aankoopprijs : 607 399 frank
Prix d’achat : 607 399 francs
Maandelijks leasingsbedrag : 23 399 frank.
Coût mensuel leasing : 23 399 francs.
Citroe¨n XM
Citroe¨n XM
Cilinderinhoud : 2 100 cc
Cylindrée : 2 100 cc
Bouwjaar : 1999
Année de construction : 1999
Type : berline
Type : berline
Brandstof : diesel
Carburant : Diesel
Voertuig ter beschikking gesteld door NMBS
Véhicule mis à disposition par la SNCB
Ford Fiesta
Ford Fiesta
Cilinderinhoud : 1 299 cc
Cylindrée : 1 299 cc
Bouwjaar : 1995
Année de construction : 1995
Type : berline
Type : berline
Brandstof : benzine
Carburant : essence
Voertuig ter beschikking gesteld door de administratie
Véhicule mis à disposition par l’administration
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7599
Nissan Primera
Nissan Primera
Cilinderinhoud : 1 974 cc
Cylindrée : 1 974 cc
Bouwjaar : 1999
Année de construction : 1999
Type : berline
Type : berline
Brandstof : diesel
Carburant : diesel
Voertuig ter beschikking gesteld door de administratie
Véhicule mis à disposition par l’administration
Ford Scorpio
Ford Scorpio
Cilinderinhoud : 2 299 cc
Cylindrée : 2 299 cc
Bouwjaar : 1997
Année de construction : 1997
Type : berline
Type : berline
Brandstof : benzine
Carburant : essence
Voertuig ter beschikking gesteld door de administratie
Véhicule mis à disposition par l’administration
De Renault Espace dient meestal voor de verplaatsingen van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer.
La Renault Espace est la voiture habituellement utilisée pour les déplacements de la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports.
DO 2000200110648
DO 2000200110648
Vraag nr. 373 van de heer Francis Van den Eynde van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 373 de M. Francis Van den Eynde du 14 février 2001 (N.) :
Administratie van de Luchtvaart. — Valsheid in geschrifte.
Administration de l’Aviation. — Faux en écriture.
In mei 2000 stelde ik een vraag met betrekking tot een persartikel waarin te lezen stond dat een groot gedeelte van de hoogste top van de administratie van de Luchtvaart voor onder meer valsheid in geschrifte veroordeeld werd tot hoge boetes en gevangenisstraffen met uitstel (vraag nr. 205 van 25 mei 2000, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 53, blz. 6132).
En mai 2000, j’ai posé une question au sujet d’un article de presse selon lequel une grande majorité des membres de la haute direction de l’administration de l’Aviation auraient été condamnés à de lourdes amendes et à des peines d’emprisonnement avec sursis pour faux en écriture (question no 205 du 25 mai 2000, Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 53, p. 6132).
De betrokkenen zouden onder meer geknoeid hebben met de vluchtdocumenten van een chartermaatschappij om de dure verplichte onderhoudsbeurten te laten uitstellen en dit ten koste van de veiligheid van de passagiers. Ze zouden ook aan bepaalde piloten valse vlieglicenties toegekend hebben en dit op basis van twijfelachtige buitenlandse vlieglicenties.
Les intéressés auraient notamment trafiqué les documents de vol d’une compagnie charter afin de reporter les couˆteuses opérations d’entretien obligatoires, au détriment de la sécurité des passagers. Ils auraient également accordé de fausses licences de vol à certains pilotes sur la base de licences étrangères douteuses.
In uw antwoord liet u mij weten dat aangezien er beroep aangetekend werd, de lopende juridische acties nog niet afgesloten zijn en dat u bijgevolg geen standpunt omtrent de aanklachten kan innemen.
Dans votre réponse, vous précisez qu’un recours ayant été introduit, les actions judiciaires en cours ne sont pas encore cloˆturées et que vous ne pouvez donc pas prendre position sur le bien fondé des accusations.
1. Is er ondertussen een definitieve uitspraak ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1. Un jugement définitif est-il intervenu entretemps ?
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7600
2. Zo ja, welke en met welke gevolgen voor de administratie van de Luchtvaart ?
2. Si oui, quelle en est la teneur et quelles en seront les conséquences pour l’administration de l’Aviation ?
Antwoord : Er is ondertussen geen definitieve uitspraak.
Réponse : Il n’y a pas eu entre-temps de prononcé de décision définitive.
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Consumentenzaken
Protection de la consommation
DO 2000200110609
DO 2000200110609
Vraag nr. 80 van de heer Martial Lahaye van 12 februari 2001 (N.) :
Question no 80 de M. Martial Lahaye du 12 février 2001 (N.) :
Postorderbedrijven. — Proefaanbiedingen.
Entreprises de vente par correspondance. — Offres à l’essai.
Ondanks het feit dat de wet de consument een heel degelijke bescherming biedt, zondigen nog heel wat postorderbedrijven tegen de wetgeving op de handelspraktijken. Door handig gebruik te maken van de onwetendheid van de consument slagen veel van die bedrijven erin consumenten op te zadelen met zaken die zij zich eigenlijk niet wensten aan te schaffen.
En dépit de la bonne protection que la loi offre au consommateur, de nombreuses entreprises de vente par correspondance enfreignent encore la législation sur les pratiques du commerce. En exploitant habilement l’ignorance des consommateurs, de nombreuses entreprises parviennent à leur vendre ces produits qu’ils ne désiraient pas acquérir.
Het gaat hierbij in veel gevallen om proefaanbiedingen, die een vervolg kennen, tenzij de consument uitdrukkelijk meedeelt aan de onderneming dat hij verder niets meer wenst te ontvangen. Als de klant dit laatste schriftelijk bevestigt, blijkt dat de maatschappij nogal vaak deze bevestiging niet ontvangt.
Dans de nombreux cas, il s’agit d’offres à l’essai qui ne prennent fin que si le consommateur indique expressément qu’il ne désire plus recevoir les produits concernés. Il s’avère que lorsque le client confirme sa décision par écrit, l’entreprise affirme fréquemment ne pas avoir reçu ce courrier.
1. Omdat ik mij moeilijk kan voorstellen dat bij De Post precies die zaken altijd verloren gaan, wens ik u te vragen of de wetgeving op dit vlak niet dient te worden aangepast ?
1. Ayant mal à croire que La Poste égare systématiquement précisément ce type de courrier, je me permets de vous demander si la législation ne devrait pas être adaptée ?
2. Of : moet de consument nog duidelijker ingelicht worden over zijn rechten terzake ?
2. Le consommateur devrait-il être averti davantage encore de ses droits en la matière ?
3. Of : dient de techniek van het proefaanbod met latere zendingen, tenzij een andersluidend tegenbericht van de consument, verboden te worden ?
3. Sauf avis contraire du consommateur, la technique de l’offre à l’essai impliquant des envois ultérieurs ne devrait-elle pas être interdite ?
4. Bovendien wordt voor het innen van al dan niet onterechte schuldvorderingen vaak gebruik gemaakt van de diensten van incassobureaus of advocatenbureaus die zonder zich eigenlijk te vergewissen van de aard van de vordering, zich op de betrokken, weerloze klant storten om zogenaamde schulden te recupereren. Terzake hebben die bureaus uiteraard ook hun verantwoordelijkheid en zouden zij moeten nagaan of die
4. De surcroıˆt, les entreprises concernées font fréquemment appel pour la perception, justifiée ou non, des créances à des bureaux de recouvrement ou à des bureaux d’avocats. Sans guère se soucier de l’origine précise des sommes réclamées, ces bureaux assaillent les clients impuissants pour récupérer les créances. Ces bureaux assument bien évidemment une responsabilité en cette matière et devraient vérifier si la
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7601
vordering wel een effectieve schuld is. Uit de praktijk leren wij echter dat dit niet gebeurt. Op onnauwkeurigheid van die bureaus staan geen sancties.
somme réclamée constitue effectivement une dette. Nous apprenons toutefois que ce n’est pas le cas dans la pratique. L’indélicatesse de ces bureaux n’est pas sanctionnée.
Kunnen hiervoor terzake passende maatregelen uitgewerkt worden ?
Des mesures adéquates ont-elles été instaurées à cet égard ?
Antwoord : In antwoord op zijn vragen, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Wat de vragen 1, 2 en 3 betreft, welke als een geheel kunnen beschouwd worden, wens ik het geachte lid mee te delen dat de postorderbedrijven vallen onder de bepalingen van de afdeling « overeenkomsten op afstand » van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999 (verder genoemd : WHPC).
En ce qui concerne les questions 1, 2 et 3, qui peuvent être considérées comme un ensemble, je souhaite communiquer à l’honorable membre que les entreprises de vente par correspondance tombent sous l’application de la section « des contrats à distance » de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques de commerce et sur l’information et la protection du consommateur, modifiée par la loi du 25 mai 1999 (ci-après : LPCC).
Volgens de WHPC dient de consument op het ogenblik van de tekoopaanbieding ondubbelzinnig, op heldere en begrijpelijke wijze ingelicht te worden over een aantal essentie¨le gegevens over de verkoper en het product of de dienst : zo moet hij onder meer over het al dan niet bestaan van het verzakingsrecht en de wijze van terugneming en teruggave van het product, met inbegrip van de eventueel daaraan verbonden kosten geı¨nformeerd worden.
Selon la LPCC, le consommateur doit, lors de l’offre en vente à distance, être informé, sans équivoque, de manière claire et compréhensible, d’une série d’éléments essentiels relatifs au vendeur et au produit ou service : il doit ainsi notamment être informé de l’existence ou non du droit de renonciation et des modalités de reprise ou de restitution du produit, y compris des frais éventuels y afférents.
Tevens komt de bewijslast van een voorafgaande informatie, van een schriftelijke of op een duurzame drager neergelegde bevestiging, van de eerbiediging van de termijnen en van de instemming van de consument, aan de verkoper toe.
En outre, le vendeur a la charge de la preuve de l’existence de l’information préalable, de la confirmation écrite ou sur support durable, du respect des délais et du consentement du consommateur.
Indien bijgevolg de consument wenst af te zien van de verlenging van het proefaanbod, en dit doet volgens de door de verkoper vereiste voorwaarden, is het aan de verkoper om te bewijzen dat de consument niet heeft voldaan aan deze voorwaarden of dat de fout bij derden lag. In ieder geval kan de consument dan niet aansprakelijk worden gesteld.
Si, par conséquent, le consommateur veut renoncer à la prolongation de l’offre d’essai, et le fait selon les conditions exigées par le vendeur, il appartient au vendeur de prouver que le consommateur n’a pas satisfait à ces conditions ou que la faute a été commise par des tiers. En tout cas, le consommateur ne peut en être rendu responsable.
Indien proefaanbiedingen een vervolg kennen zonder toestemming van de consument, en zonder dat hij hierom verzocht heeft, kan dit beschouwd worden als zogenaamde afgedwongen aankopen, welke door de WHPC worden verboden (artikel 76).
Les cas où les offres à l’essai reçoivent une suite sans l’accord du consommateur, et sans qu’il l’ait demandé, peuvent être considérés comme des achats forcés, qui sont interdits par la LPCC (article 76).
In geen geval is de consument dan gehouden om de verleende dienst of het toegezonden product te betalen noch het product terug te zenden, zelfs niet indien een vermoeden werd geopperd dat men de dienst of de aankoop van het product stilzwijgend had aanvaard.
En aucun cas le consommateur n’est tenu, dans cette hypothèse, soit de payer le service presté ou le produit livré soit de restituer le produit, même dans le cas où il y aurait une présomption d’acceptation tacite du service ou d’achat du produit.
De huidige WHPC lijkt mij dus voldoende streng en biedt de consument een degelijke bescherming terzake.
La LPCC actuelle me paraıˆt donc suffisamment sévère et offre au consommateur une protection solide en la matière.
Wat de vierde vraag betreft, kan ik het geachte lid antwoorden dat ik mij ten volle bewust ben van, ener-
En ce qui concerne la quatrième question, je peux répondre à l’honorable membre que je suis pleinement
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7602
zijds, het bestaan van een aantal wanpraktijken die de schuldenaar ertoe dwingen een schuld af te lossen die in voorkomend geval ongegrond en onverantwoord is en, anderzijds, de praktijk van het ten laste van de schuldenaar leggen van overdreven en onverantwoorde kosten.
consciente, d’une part, de l’existence d’un certain nombre de pratiques abusives qui contraignent le débiteur à payer une dette, le cas échéant non fondée et non justifiée, et, d’autre part, de la pratique de la mise à charge du débiteur de frais excessifs et injustifiés.
In dit verband wil ik het geachte likd wijzen op een wetsvoorstel betreffende de invordering van schulden door professionelen en schuldinvorderaars (Parl. St., Kamer, 1999-2000, nr. 50 0223/002) dat de activiteit van minnelijke invordering probeert te regelen, en dat momenteel wordt besproken in de Kamercommissie voor het Bedrijfsleven. Dit wetsvoorstel beoogt in essentie het verbieden van een aantal wanpraktijken die een inbreuk maken op het privé-leven van de schuldenaar of die strijdig zijn met de menselijke waardigheid, en onderwerpt ieder die een activiteit van minnelijke invordering van schulden onderneemt aan een voorafgaande erkenning of inschrijving.
` ce sujet, je souhaite attirer l’attention de l’honoraA ble membre sur une proposition de loi relative au recouvrement de créances par des professionnels et des encaisseurs (Doc. parl., Chambre, 1999-2000, no 50 0223/002), dont l’objet est de réglementer l’activité de recouvrement de créances à l’amiable, et qui fait actuellement l’objet de discussions à la commission de l’E´conomie de la Chambre. Cette proposition vise essentiellement l’interdiction d’une série de pratiques abusives qui portent atteinte à la vie privée du débiteur ou qui sont contraires à la dignité humaine, et soumet chaque personne qui entreprend une activité de recouvrement de créances à l’amiable à un agrément ou à une inscription préalables.
DO 2000200110626
DO 2000200110626
Vraag nr. 82 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 82 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Bewaring van eieren in de handel. — Legdatum of verpakkingsdatum.
Conservation des œufs dans les magasins. — Date de ponte ou d’emballage.
Volgens het tijdschrift Test Gezondheid (nr. 41 van februari-maart 2001) bestaat er geen enkele regeling betreffende de bewaring van eieren in de handel.
Selon Test Santé (no 41 de février-mars 2001) aucune réglementation n’existe en matière de conservation des œufs dans les magasins.
De enige datum die uitdrukkelijk vermeld moet zijn op de verpakking is de vervaldatum.
La seule date qui doit obligatoirement figurer sur l’emballage est celle concernant la date limite de conservation.
Het zou ideaal zijn als de legdatum of de verpakkingsdatum op de verpakking vermeld zou zijn. De producenten zijn echter niet verplicht deze gegevens te vermelden.
L’idéal serait de voir figurer sur la boıˆte le jour de ponte ou la date d’emballage, mais les fabricants ne sont pas tenus de mentionner l’une ou l’autre de ces données.
1. Wat belet de vermelding van leg- of verpakkingsdatum op de eierdozen ?
1. Qu’est-ce qui empêche que la date de ponte ou la date d’emballage figurent sur les boıˆtes d’œufs ?
2. Werden er reeds stappen in die zin genomen ?
2. Des initiatives ont-elles déjà été prises en ce sens ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. De eieren die in de winkels te koop worden aangeboden, moeten voldoen aan de bepalingen van verordening nr. 1907/90 van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren alsook aan de communautaire bepalingen tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van deze verordening. Krachtens die verordeningen moet op het gebied van data enkel de minimale houdbaarheidsdatum op de verpakking voorkomen (artikel 10 van EEG-Verorde-
1. Les œufs commercialisés dans les magasins doivent satisfaire aux dispositions du règlement CEE no 1907/90 du Conseil du 26 juin 1990 concernant certaines normes de commercialisation applicables aux œufs, et aux dispositions communautaires fixant les modalités d’application de ce règlement. Selon ces règlements, en matière de date, seule la date de durabilité minimale doit obligatoirement figurer sur l’emballage (article 10 du règlement CEE no 1907/90).
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7603
ning 1907/90). Volgens dit artikel 10, § 2, mogen een of meer andere data ter nadere informatie van de consument op de verpakking van eieren voorkomen. Het kan gaan om :
Selon cet article 10, § 2, une ou plusieurs autres dates visant à fournir au consommateur des informations supplémentaires peuvent être apposées sur les emballages des œufs. Il peut s’agir :
— de verpakkingsdatum (verordening nr. 1274/91, artikel 15);
— de la date d’emballage (règlement no 1274/91, article 15);
— de uiterste verkoopdatum (verordening nr. 274/91, artikel 16);
— de la date de vente recommandée (règlement no 1274/91, article 16);
— de legdatum (verordening nr. 1274/91, artikel 16).
— de la date de ponte (règlement no 1274/91, article 16).
Deze bijkomende vermeldingen zijn evenwel geenszins verplicht.
L’indication de ces mentions supplémentaires n’a cependant aucun caractère obligatoire.
Deze bijkomende vermeldingen verplichten de verpakkers tot investeringen in het nodige materieel, vooral voor het aangeven van de legdatum die op elk ei dient te komen. Deze vermeldingen verzwaren het bestek van de verpakkingscentra die aan extra voorwaarden moeten voldoen.
Ces indications additionnelles obligent les emballeurs à investir pour acquérir le matériel nécessaire, surtout pour l’indication de la date de ponte qui doit figurer sur chaque œuf. Ces inscriptions alourdissent le cahier des charges des centres d’emballages qui doivent satisfaire à des conditions supplémentaires.
2. Sommige verpakkers geven vrijwillig een of meer van die data op. Dit geldt met name voor verse eieren van scharrelkippen die onder meer onder de merknaam van warenhuisketens kunnen worden aangeboden.
2. Certains emballeurs indiquent volontairement une ou plusieurs de ces dates. C’est le cas notamment pour les œufs frais de poules élevées au sol que l’on peut trouver entre autres sous la marque de chaıˆnes de grands magasins.
Zoals in punt 1 reeds is gezegd, hangt deze regelgeving van de Europese Gemeenschap af en kan Belgie¨ niet eenzijdig wetgevende initiatieven nemen.
Comme indiqué sous 1, cette réglementation dépend de la Communauté européenne et la Belgique ne peut unilatéralement prendre des initiatives réglementaires.
DO 2000200110632
DO 2000200110632
Vraag nr. 83 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 83 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 24 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet en de verschillende departementen ervan (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 17, blz. 1827).
Par ma question no 24 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de votre cabinet et de ses différents départements (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 17, p. 1827).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7604
U vindt de gegevens betreffende vraag 1 en 2 hieronder. Bouwjaar — Année de fabrication
Vous trouverez les données concernant les questions 1 et 2 ci-dessous.
Merk/ Type — Marque/ Type
Cilinderinhoud — Cylindrée
Prijs zonder BTW — Prix sans TVA
1) 1999
Audi A4 Berline 1.9 TDI
1 896 cc
2) 2000
VW Polo 1.4 L 75 PK TDI
1 422 cc
3) 2000
VW Passat Berline 1.9 L TDI 100 CV
1 896 cc
4) 2000
VW Sharan Base 1.9 L 90 CV TDI
1 896 cc
5) 2000
VW Lupo 1.2 L TDI
1 191 cc
871 874 BEF leasing 512 764 BEF leasing 20 017 EUR leasing 950 109 BEF leasing 487 875 BEF leasing
De wagen Audi A4 Berline wordt gebruikt voor mijn vervoer.
La voiture Audi A4 Berline est utilisée pour mes déplacements.
DO 2000200110649
DO 2000200110649
Vraag nr. 84 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 84 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Supermarkten. — Voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten. — Invriezen.
Supermarchés. — Haché et saucisses préemballés. — Congélation.
Test Gezondheid wijst er in zijn nr. 41 van februarimaart 2001 op dat voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten die in supermarkten worden verkocht, niet geschikt zijn om te worden ingevroren. De consument tast immers in het duister met betrekking tot de datum waarop die producten werden bereid. In het beste geval wordt immers enkel de verpakkingsdatum vermeld.
Test Santé fait remarquer dans son no 41 de févriermars 2001 que le haché et les saucisses préemballés que l’on trouve dans les supermarchés ne conviennent pas pour la congélation. En effet, il est impossible de savoir avec précision la date à laquelle ils ont été préparés. Dans le meilleur des cas, seule la date d’emballage est mentionnée.
1. a) Zou men de vermelding van de bereidingsdatum van gehakt op het etiket niet verplicht moeten stellen ?
1. a) Ne conviendrait-il pas de rendre obligatoire un étiquetage qui mentionnerait la date de préparation de la viande hachée ?
b) Welke hinderpalen staan een dergelijke maatregel in de weg ?
b) Quels sont les obstacles éventuels à ce genre de mesure ?
2. Zou men tevens de uiterste gebruiksdata van voorverpakt gehakt niet beter moeten controleren, aangezien uit verscheidene studies al is gebleken dat supermarkten de houdbaarheidsdata schromelijk overschatten ?
2. Ne faudrait-il pas également mieux controˆler les dates limites d’utilisation des viandes hachées préemballées car plusieurs études ont déjà démontré que les supermarchés les surestimaient largement ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7605
1. a) Het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen legt de verplichting op om bepaalde vermeldingen op het etiket van voorverpakte producten aan te brengen. Wat de bewaarduur betreft, zijn enkel de datum van minimale houdbaarheid (DMH), of voor zeer bederfbare microbiologische levensmiddelen, die hierdoor op korte termijn gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid, de uiterste consumptiedatum (UCD) verplicht. Gehakt en worsten die in voorverpakte vorm in warenhuizen worden verkocht, behoren ongetwijfeld tot de zeer bederfbare waren. Het vaststellen van de bewaarduur behoort tot de verantwoordelijkheid van de winkels, die de consument moeten voorzien van producten die geen gevaar inhouden voor zijn gezondheid. Zulke vleesproducten moeten door de verbruiker ingevroren kunnen worden zolang de uiterste consumptiedatum niet is overschreden.
1. a) L’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées rend obligatoire l’indication de certaines informations sur l’étiquette des produits préemballés. En matière de délai de conservation, seule la date de durabilité minimale (DDM), ou dans le cas de denrées microbiologiquement très périssables et qui, de ce fait, sont susceptibles après une courte période, de présenter un danger pour la santé publique, la date limite de consommation (DLC) ont un caractère obligatoire. La viande hachée et les saucisses vendues préemballées dans les grandes surfaces sont sans aucun doute des denrées très périssables. L’établissement des délai de conservation est sous la responsabilité des grands magasins, qui doivent garantir aux consommateurs des produits ne présentant pas de risque pour leur santé. Ces produits de viande doivent pouvoir être congelés par les consommateurs tant que la date limite de consommation n’est pas dépassée.
Nu de goede hygie¨nepraktijken in de warenhuizen steeds meer ingang vinden, werd op grond van hun veiligheidsprocedures voor gehakt een korte bewaarduur vastgesteld, doorgaans van ten hoogste twee dagen.
L’application des bonnes pratiques d’hygiène a tendance à se généraliser dans les grandes surfaces ce qui se traduit, dans le cas de la viande hachée, selon leurs procédures de sécurité, par l’établissement d’un délai de conservation de courte durée, ne dépassant généralement pas deux jours.
b) De regelgeving op het gebied van etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen is een Europese; Belgie¨ kan dan ook eenzijdig geen wettelijke initiatieven nemen.
b) La réglementation relative à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées dépend de la Communauté européenne et la Belgique ne peut unilatéralement prendre des initiatives réglementaires.
2. De buitendiensten van de Algemene Eetwareninspectie voeren nu reeds binnen de HACCP-audits en het routinetoezicht geregeld controles uit in warenhuizen, onder meer naar de UCD’s van producten van vers vlees.
2. Dans le cadre des audits HACCP et des controˆles de routine, les services extérieurs de l’Inspection générale des denrées alimentaires procèdent déjà à des controˆles réguliers dans les grands magasins, notamment en ce qui concerne les DLC des produits frais de viande.
DO 2000200110791
DO 2000200110791
Vraag nr. 85 van de heer Martial Lahaye van 9 maart 2001 (N.) :
Question no 85 de M. Martial Lahaye du 9 mars 2001 (N.) :
Voorwaarden van hypotheekleningen. — Europese gedragscode.
Conditions des prêts hypothécaires. — Code de conduite européen.
Recentelijk ondertekenden vertegenwoordigers van consumentenorganisaties en van de kredietsector een vrijwillige Europese gedragscode die de vergelijking van de voorwaarden van hypotheekleningen gemakkelijker zou moeten maken.
Les représentants d’organisations de défense des consommateurs et du secteur du crédit ont signé récemment sur une base volontaire un code de conduite européen qui devrait faciliter la comparaison des conditions des prêts hypothécaires.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
978
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7606
Gezien de Europese gedragscode minder ver strekt dan wat thans voorzien is in de Belgische wetgeving, hoopt de Belgische kredietsector op een versoepeling.
Compte tenu du fait que le code de conduite européen est moins contraignant que la législation belge actuelle, le secteur belge du crédit espère qu’il y aura un assouplissement de la législation.
Acht u het opportuun om in het kader van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie voorstellen te doen om op dit vlak naar een strengere Europese aanpak te tenderen met de Belgische wetgeving terzake als model ?
Estimez-vous qu’il serait opportun, dans le cadre de la présidence belge de l’Union européenne, de formuler des propositions tendant à renforcer les dispositions européennes, en prenant la législation belge comme modèle ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de heer Picqué, minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek. (Vraag nr. 139 van 14 maart 2001.)
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que la question relève de la compétence de mon collègue, M. Picqué, ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique. (Question no 139 du 14 mars 2001.)
Volksgezondheid
Santé publique
DO 2000200110510
DO 2000200110510
Vraag nr. 244 van mevrouw Colette Burgeon van 25 januari 2001 (Fr.) :
Question no 244 de Mme Colette Burgeon du 25 janvier 2001 (Fr.) :
Voorschrijven door een arts van verdovende middelen voor eigen gebruik.
Prescription de stupéfiants par un médecin pour luimême.
Er bestaat geen regelgeving inzake het voorschrijven door een arts van verdovende middelen voor eigen gebruik. De Nationale Raad van de Orde der geneesheren raadt artsen aan zich verdovende middelen of aanverwante producten voor eigen gebruik door een collega te laten voorschrijven.
Il n’existe pas de réglementation en matière de prescription de stupéfiants par un médecin pour lui-même. Cependant, pour les médicaments stupéfiants et assimilés, le Conseil national de l’Ordre des médecins conseille aux médecins de se faire prescrire ces produits par un confrère lorsque ces produits leur sont destinés.
1. a) Wordt die door de Orde gegeven raad opgevolgd ?
1. a) Ce conseil de l’Ordre est-il respecté ?
b) Zo neen, welke sancties kunnen daarvoor worden opgelegd ?
b) Si non, quelles sont les sanctions encourues ?
2. a) Moet die regel, die uiteindelijk maar één van de vele deontologische adviezen is, niet worden herzien ?
2. a) N’y a-t-il pas lieu de revoir cette règle qui n’est finalement qu’un conseil déontologique parmi d’autres ?
b) Waarom ?
b) Pourquoi ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. a) De doeltreffendheid van het advies van de Orde der geneesheren kan niet gee¨valueerd worden zonder de vertrouwelijkheidsregels betreffende medische voorschriften te schenden.
1. a) L’efficacité du conseil donné par l’Ordre des médecins ne peut eˆtre évaluée sans enfreindre les règles de confidentialité liées aux ordonnances médicales.
b) Niet het gebruik op zich is verboden, maar wel het misbruik of het gebruik op een manier die de principes van de deontologie niet respecteert. De afge-
b) Ce n’est pas l’usage en soi qui est interdit mais l’abus ou la consommation dans le non respect des principes de déontologie. L’abus de prescriptions
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7607
vaardigde geneesheer van de provinciale commissie van de Orde der geneesheren, samen met de inspecteur van de Farmaceutische inspectie evalueren het misbruik van voorschriften. Voor het gebruik dat ingaat tegen de principes van de deontologie (respect, eer, ...) is de Orde der geneesheren bevoegd.
est évalué par le médecin délégué de la Commission provinciale de l’Ordre des médecins et l’inspecteur de l’Inspection de la pharmacie. La consommation qui va à l’encontre des principes de déontologie (respect, honneur, ...) relève de l’Ordre des médecins.
2. De Orde der geneesheren is momenteel bezig met een herziening van haar activiteiten. In het Parlement zal eveneens een debat over de Orde gepland worden, in het kader waarvan u al uw bedenkingen kan naar voor brengen. In het kader van beide pistes verdient uw vraag onze aandacht. Ze zal dan ook geı¨ntegreerd worden in de hoofdstukken die worden herbekeken.
2. L’Ordre des médecins révise en ce moment ses activités. De meˆme, un débat sur l’Ordre sera également programmé au Parlement où vous pourrez faire part de l’ensemble de vos préoccupations. Dans les deux cas, votre question mérite notre attention et elle sera intégrée dans les chapitres soumis à révision.
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 251 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 251 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik heb de eer u volgende inlichtingen mee te delen als antwoord op de vraag van het geachte lid.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer ci-dessous les renseignements demandés par l’honorable membre.
1. Aantal zendingen : 30.
1. Nombre de missions : 30.
Bestemmingen en doel van de zendingen : zie tabel hieronder.
Destinations et but des voyages : voir tableau cidessous.
2. Zendingen van de minister : 6.
2. Missions de la ministre : 6.
Zendingen van de medewerkers : 24.
Missions des collaborateurs : 24.
Voor de details : zie tabel hieronder.
Pour les détails : voir tableau ci-dessous.
3. Geen enkel parlementslid heeft geparticipeerd aan deze zendingen.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
3. Aucun parlementaire n’a participé à ces missions.
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7608
Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000 van de minister van Volksgezondheid en haar medewerkers Naam — Nom
Bestemming — Destination
Missions à l’étranger en 2000 du ministre de la Santé publique et de ses collaborateurs
Uitgaven — Dépenses
Aelvoet
Genève
29 344
Aelvoet
Genève
32 382
Aelvoet
Mu¨nchen/Munich
12 049
Aelvoet Aelvoet
Genève Kopenhagen/Copenhague
31 842 15 681
Aelvoet
Lissabon/Lisbonne
33 641
Klee
Ispra
25 713
Klee
Parijs/Paris
13 290
Klee
Parijs/Paris
17 820
Haenen Haenen Haenen De Jonghe
Parijs/Paris Parijs/Paris Arnhem Feira
15 1 1 5
De Jonghe
Biarritz
De Jonghe Dewel Dewel
Nice Sevilla/Seville Mu¨nchen/Munich
41 797 46 464 35 714
Keirse Keirse Seaux Seaux Rosseel
Jeruzalem/Jérusalem Utrecht Stockholm Arnhem Mu¨nchen/Munich
65 3 51 7 56
Rosseel Deltour
Dublin Genève
28 923 53 226
Deltour
Luxemburg/Luxembourg
10 150
Snacken
Genève
42 112
Ruysschaert
Amsterdam
4 720
Van Loon
Parijs/Paris
8 586
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
180 500 500 907
7 146
2000
284 661 111 140 125
2001
Doel — But WGO — Uitvoerende Raad. — Conseil exécutif de l’OMS Algemene vergadering van de WGO. — Assemblée générale de l’OMS WGO — Ministerie¨le conferentie verpleegkundige zorg. — OMS — Conférence ministérielle soins infirmiers VN — Speciale zitting. — ONU — Session spéciale WGO — Régionaal comité. — Comité régional de l’OMS Raad van Europa — Groep Pompidou (geneesmiddelen). — Conseil de l’Europe — Groupe Pompidou (médicaments) EC — European Food Safety Network. — CE — European Food Safety Network Congres Newropeans 2000. — Congrès Newropeans 2000 Ontmoeting met de Franse autoriteiten. — Rencontre avec les autorités françaises Beheer van crisis. — Gestion des crises sanitaires Euro 2000 Euro 2000 EC — Portugese voorzitterschap. — CE — Présidence portugaise EC — Franse voorzitterschap. — CE — Présidence française Informele Europese Raad. — Conseil européen informel Convention on Biological Diversity Conferentie over Volksgezondheid. — Conférence sur la Santé publique Conference on Grief and Bereavement Artsencongres. — Congrès des médecins Project Focus on Health Care Data Euro 2000 WGO — Ministerie¨le conferentie verpleegkundige zorg. — OMS — Conférence ministérielle soins infirmiers EC — Verpleegkundige zorg. — CE — Soins infirmiers WGO — Antitabakcampagne. — OMS — Lutte antitabac WGO — Antitabakcampagne. — OMS — Lutte antitabac WGO — Uitvoerende Raad. — OMS — Conseil exécutif de l’OMS Colloquium « EU Law and National Health Policies ». — Colloque « EU Law and National Health Policies » ANAES
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7609
Naam — Nom Cools Lemmens
Bestemming — Destination Vlissingen Lissabon/Lisbonne
Uitgaven — Dépenses 3 700 44 791
Doel — But GGZ Psychiatrie 2000 Raad van Europa — Groep Pompidou (geneesmiddelen). — Conseil de l’Europe — Groupe Pompidou (médicaments)
746 499
DO 2000200110614
DO 2000200110614
Vraag nr. 252 van de heer Jef Valkeniers van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 252 de M. Jef Valkeniers du 13 février 2001 (N.) :
Ziekenhuizen. — Bee¨indiging rechtsverhouding tussen ziekenhuisbeheerders en ziekenhuisartsen. — Advies Medische Raad.
Hoˆpitaux. — Cessation des rapports juridiques entre les gestionnaires d’hoˆpitaux et les médecins hospitaliers. — Avis du Conseil médical.
1. Is het niet nodig om artikel 125, 7o, van de ziekenhuiswet dermate te wijzigen dat voor elke vorm van bee¨indiging van de rechtsverhouding tussen de ziekenhuisbeheerder en de ziekenhuisarts, met uitzondering van de bee¨indiging van rechtswege en de bee¨indiging in onderling akkoord, het verstrekt advies van de Medische Raad zou gelden ?
1. Ne convient-il pas d’adapter l’article 125, 7o, de la loi sur les hoˆpitaux afin d’imposer l’avis du Conseil médical pour toute forme de cessation des rapports juridiques entre le gestionnaire d’hoˆpital et le médecin hospitalier, à l’exception de la cessation de plein droit et de la cessation par accord mutuel ?
2. Het kan toch onmogelijk de bedoeling van de wetgever geweest zijn om discriminerend op te treden en het verstrekt advies alleen voor te behouden voor de (zeldzame) ziekenhuisartsen die statutair werden benoemd ?
2. Le législateur n’a certainement pas eu l’intention d’instaurer une discrimination et de réserver l’avis aux (rares) médecins hospitaliers nommés comme statutaires ?
3. Wat denkt u hieraan te doen ?
3. Comment comptez-vous remédier à cette situation ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Vooreerst wens ik er de aandacht op te vestigen dat bij de bee¨indiging van de rechtsverhouding met de ziekenhuisgeneesheer en de daarbij na te leven voorwaarden, meer in het bijzonder het inwinnen van het advies van de Medische Raad, geen onderscheid wordt gemaakt tussen ziekenhuisartsen die wel of niet statutair zijn benoemd.
Je voudrais tout d’abord souligner qu’il n’est pas fait de distinction entre les médecins hospitaliers statutaires et non statutaires pour ce qui est de la cessation du rapport juridique avec le médecin hospitalier et des conditions que celle-ci doit respecter, plus particulièrement l’obtention de l’avis du Conseil médical.
Het is daarentegen in de praktijk niet steeds duidelijk wat onder het begrip « afzetting » zoals opgenomen in artikel 125, 7o, van de wet op de ziekenhuizen, wordt verstaan. Met andere woorden wordt de vraag gesteld van welke aard de bee¨indiging van de rechtsverhouding met de ziekenhuisgeneesheer, al dan niet een statutair ziekenhuisgeneesheer, dient te zijn om te leiden tot een verplicht verzwaard advies van de Medische Raad.
Dans la pratique, la notion de révocation, telle qu’elle figure à l’article 125, 7o, de la loi sur les hoˆpitaux n’est pas toujours très claire. En d’autres termes, la question se pose de savoir de quelle nature doit être la cessation du rapport juridique avec le médecin hospitalier, qu’il soit statutaire ou non, pour qu’elle requière obligatoirement un avis renforcé de la part du Conseil médical.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7610
Recentelijk werden een aantal rechterlijke uitspraken gedaan omtrent de problematiek van het vereiste advies van de Medische Raad bij de afzetting van de ziekenhuisgeneesheer. Er is echter geen sprake van een eensluidende jurisprudentie. Soms wordt elke volledige bee¨indiging door de beheerder van de samenwerking met de ziekenhuisgeneesheer als een afzetting beschouwd. In andere gevallen is het nodig dat er bij de bee¨indiging van de rechtsverhouding sprake is van een verwijtbaar gedrag, van een sanctie vooraleer besloten wordt dat er sprake is van een afzetting. In dergelijk geval wordt er een onderscheid gemaakt tussen afzetting en opzegging. De opzegging vloeit, in tegenstelling tot de afzetting, voort uit de normale uitoefening van het recht op bee¨indiging van de overeenkomst en vereist geen procedure of verantwoording; de contractuele vastgelegde bee¨indigingsvoorwaarden van de algemene en individuele overeenkomst moeten wel worden nageleefd.
Récemment, la justice s’est prononcée à plusieurs reprises sur la question de l’avis du Conseil médical qui est exigé pour la révocation d’un médecin hospitalier. La jurisprudence varie cependant sur ce point. Dans certains cas, toute cessation complète de la collaboration avec le médecin hospitalier par le gestionnaire est considérée comme une révocation. Dans d’autres cas, la cessation du rapport juridique doit être justifiée par un comportement répréhensible, ou encore par une sanction, pour qu’il soit question d’une révocation. On distingue alors entre la révocation et la démission. Contrairement à la révocation, la démission découle de l’exercice normal du droit à la cessation de la convention et ne nécessite ni procédure, ni justification; il convient toutefois de respecter les conditions fixées contractuellement pour la cessation de la convention générale et individuelle.
De paritaire commissie geneesheren-ziekenhuizen, een orgaan dat tot mijn bevoegdheid hoort, nam kennis van voormelde jurisprudentie.
La commission paritaire médecins-hoˆpitaux, organe qui relève de ma compétence, a pris connaissance de la jurisprudence susmentionnée.
Tijdens de besprekingen werd vastgesteld dat de bank van de geneesheren, in tegenstelling tot de bank van de beheerders, de mening is toegedaan dat elke bee¨indiging van de rechtsverhouding van de ziekenhuisgeneesheer op initiatief van de beheerder dient beschouwd te worden als een afzetting in de zin van artikel 125, 7o.
Au cours des discussions, il a été constaté que le banc des médecins, contrairement à celui des gestionnaires, estime que toute cessation du rapport juridique avec le médecin hospitalier à l’initiative du gestionnaire doit être considérée comme une révocation, telle que visée à l’article 125, 7o.
Echter gelet op de van elkaar afwijkende jurisprudentie werd geen gekwalificeerde meerderheid bekomen om een nieuw standpunt in te nemen met betrekking tot de problematiek van de afzetting van de ziekenhuisgeneesheer. Het is daarom ook dat ik de tijd niet rijp acht om op dit vlak een wetswijziging door te voeren.
Cependant, en raison du manque d’uniformité de la jurisprudence, aucune majorité qualifiée n’a pu être obtenue en faveur d’une nouvelle position sur la question de la révocation du médecin hospitalier. Il me semble dès lors que le moment n’est pas encore venu de modifier la loi sur ce point.
DO 2000200110624
DO 2000200110624
Vraag nr. 253 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 253 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Grootwarenhuizen. — Bewaringstermijn van levensmiddelen.
Supermarchés. — Délais de conservation des denrées alimentaires.
Test Gezondheid (nr. 41 van februari-maart 2001) brengt aan het licht dat in bepaalde warenhuizen de termijn voor de bewaring van kiemen en scheuten van groenten soms tien dagen of meer bedraagt, wat abnormaal lang is.
Test Santé (no 41 de février-mars 2001) révèle que, dans certains supermarchés, le délai de conservation des germes ou pousses de légumes atteint parfois dix jours ou plus, ce qui est anormalement long.
1. Wie beslist over de termijnen voor het bewaren van de levensmiddelen in de warenhuizen ?
1. Qui décide des délais de conservation des denrées alimentaires dans les supermarchés ?
2. Wie oefent effectief toezicht uit op het naleven van die termijnen ?
2. Qui controˆle effectivement si ces délais sont respectés ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7611
3. Hebben uw diensten reeds maatregelen genomen om de informatie van de consument terzake te verbeteren ?
3. Vos services ont-ils déjà pris des mesures pour améliorer l’information du consommateur en cette matière ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. Het bepalen van de houdbaarheid van levensmiddelen gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf dat ze fabriceert of verpakt. Voorverpakte voedingsmiddelen moeten ofwel een datum van minimale houdbaarheid (DMH) vermelden, wat de algemene regel is, ofwel een uiterste consumptiedatum (UCD) voor microbiologisch zeer bederfelijke waren die al na korte tijd een direct gevaar kunnen betekenen voor de volksgezondheid (verse vleesproducten, vis, schaaldieren, roomgebakjes, gepasteuriseerde melk, enz.). De begrippen UCD en DMH worden omschreven in het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen. Zowel in het geval van DMH als van UCD worden deze data berekend op basis van de behandelingstechnieken, de eventuele hulpstoffen (met name bewaarmiddelen) en de microbiologische en organoleptische kwaliteit van het product. De agrovoedingsindustrie voert zelf verouderingstests uit om de microbiologische en sensorische eigenschappen met korte of lange tussenpozen, naargelang het gaat om gevoelige producten of niet, na te gaan.
1. La détermination des durées de conservation des denrées alimentaires est sous la responsabilité des entreprises qui les fabriquent ou des sociétés d’emballage. Les denrées alimentaires préemballées doivent porter soit une date de durabilité minimale (DDM) qui constitue la règle générale, soit une date limite de consommation (DLC) pour les produits microbiologiquement très périssables et qui de ce fait sont susceptibles, après une courte période, de présenter un danger immédiat pour la santé publique (produits frais de viande, poissons, crustacés, paˆtisseries à la crème, lait pasteurisé, etc.). Les notions de DLC et de DDM sont définies dans l’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées. Qu’il s’agisse d’une DDM ou d’une DLC, ces dates sont calculées en fonction des traitements subis, des additifs (conservateurs notamment) éventuels utilisés et de la qualité microbiologique et organoleptique du produit. Des tests de vieillissement sont réalisés dans les entreprises agroalimentaires afin de vérifier les caractéristiques microbiologiques et sensorielles à intervalle proche ou long selon qu’on a affaire à des produits sensibles ou non.
2. Het toezicht op de naleving van de geldigheidsduur van levensmiddelen in warenhuizen gebeurt door de buitendiensten van de Algemene Eetwareninspectie (AEWI). Het behoort tot de taak van de inspecteurs en controleurs van de AEWI om, onder meer, na te gaan :
2. Le controˆle du respect des durées de validité des denrées alimentaires dans les grands magasins est réalisé par les services extérieurs de l’Inspection générale des denrées alimentaires (IGDA). Ainsi, les inspecteurs et controˆleurs de l’IGDA sont chargé de vérifier :
— of er in de rekken geen producten meer staan waarvan de bewaartijd is overschreden. Er zij op gewezen dat overschrijding van de DMH wettelijk niet automatisch terugtrekking uit de handel betekent. Dit geldt wel voor de UCD;
— s’il ne subsiste pas dans les rayons de produits dont les durées de validité sont dépassées. Il faut noter qu’un dépassement de la DDM n’entraıˆne pas légalement obligatoirement le retrait du commerce. Ce qui est le cas pour la DLC;
— of de begrippen DMH en UCD correct werden toegepast afhankelijk van de microbiologische gevoeligheid van het product.
— si les notions de DDM ou de DLC sont correctement appliquées en fonction du degré de fragilité microbiologique du produit.
Het gaat hier uiteraard om tijd- en plaatsgebonden controles; het is immers uitgesloten dagelijks alle levensmiddelen in alle warenhuizen te controleren. Controles kunnen ook worden uitgevoerd op klacht van de consument.
Il s’agit bien évidemment de controˆles ponctuels, car il est impossible de controˆler quotidiennement l’ensemble de toutes les denrées alimentaires vendues dans tous les grands magasins. Ces controˆles peuvent également être réalisés suite à des plaintes de consommateurs.
Wanneer inbreuken worden vastgesteld op de bewaartermijnen (uiterste consumptiedatum overschreden, bijvoorbeeld), worden de betrokken levensmiddelen schadelijk verklaard overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 januari 1975, dat bepaalt dat het verboden is schadelijk verklaarde producten te ver-
Dans le cas ou des infractions sont constatées en ce qui concerne les délais de conservation (par exemple, une date limite de consommation dépassée), les denrées alimentaires sont considérées comme déclarées nuisibles en vertu de l’arrêté royal du 3 janvier 1975 qui dispose qu’il est interdit de vendre, d’exposer pour
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7612
kopen, te koop te stellen, voor verkoop of de levering in te voeren, te bereiden, voorhanden te houden of te vervoeren alsmede onder al dan niet bezwarende titel over te dragen.
la vente, d’importer, de préparer, de détenir ou de transporter pour la vente ou la livraison ainsi que de céder à titre onéreux ou gratuit, les denrées alimentaires considérées comme déclarées nuisibles.
3. De Algemene Eetwareninspectie heeft meegewerkt aan een aantal consumentenbrochures waarin onder meer de houdbaarheidsdata aan de orde komen :
3. L’Inspection générale des denrées alimentaires a participé à l’élaboration de brochures d’informations destinées aux consommateurs et traitant entre autres des dates de durabilité des denrées alimentaires :
— « Veilig voedsel : hoe houden we het bij », in 1998 door het OIVO uitgegeven en herdrukt in 2000.
— « La sécurité dans mon assiette c’est aussi une histoire de date », éditée par le CRIOC en 1998 et réimprimée en 2000.
— « Het etiket : geen geheimtaal », in 1999 uitgegeven door het OIVO.
— « Une étiquette facile à décoder », éditée par le CRIOC en 1999.
De AEWI beantwoordt graag alle vragen van consumenten over de veiligheid van voedingsmiddelen.
L’IGDA se tient à la disposition des consommateurs pour toutes les questions relatives à la sécurité des denrées alimentaires.
DO 2000200110625
DO 2000200110625
Vraag nr. 254 van de heer Claude Eerdekens van 14 februari 2001 (Fr.) :
Question no 254 de M. Claude Eerdekens du 14 février 2001 (Fr.) :
Commercialisering en terugbetaling van geneesmiddelen.
Commercialisation et remboursement des médicaments.
Test Gezondheid (nr. 41 van februari-maart 2001) plaatst vraagtekens bij de etappes die de commercialisering en de terugbetaling van geneesmiddelen nodeloos vertragen.
Test Santé (no 41 de février-mars 2001) s’est interrogé sur les étapes qui ralentissent inutilement la commercialisation et le remboursement des médicaments.
Inzake de terugbetalingsprocedure, pleit Test Gezondheid voor een meer algemene toepassing van de registratie op Europees niveau. Momenteel zijn sommige geneesmiddelen niet beschikbaar in Belgie¨ omdat de Belgische markt te klein wordt bevonden om een marketingcampagne voor op te zetten.
En ce qui concerne la procédure d’enregistrement, il plaide pour un usage plus étendu de l’enregistrement ` l’heure actuelle, certains médiau niveau européen. A caments sont, en effet, inaccessibles en Belgique parce que le marché belge est estimé trop petit pour qu’un effort de marketing soit payant.
Een uniformering van de benaming van de geneesmiddelen lijkt eveneens onontbeerlijk. De patie¨nten kennen immers vaak enkel de commercie¨le benaming van hun geneesmiddelen.
Une uniformisation des noms de médicaments semble également indispensable car les patients ne connaissent, le plus souvent, que le nom commercial de leurs médicaments.
Ook de procedures van prijszetting en terugbetaling slepen veel te lang aan.
Les procédures de fixation du prix et de remboursement sont également épinglées car elles sont souvent beaucoup trop longues.
Ter wille van een grotere doorzichtigheid zou iedereen kennis moeten kunnen nemen van de redenen waarom een geneesmiddel al dan niet wordt terugbetaald.
Enfin, pour une plus grande transparence, les raisons pour lesquelles un médicament est ou non remboursé devraient être accessibles à tout un chacun.
Werden al initiatieven genomen om aan de opmerkingen van Test Gezondheid tegemoet te komen, nu een voorstel wordt onderzocht dat ertoe strekt de Doorzichtigheidscommissie en de Technische Raad voor farmaceutische specialiteiten te fuseren ?
Des initiatives ont-elles déjà été prises, à l’heure ou` est étudié un projet de fusion de la Commission de transparence et du Conseil technique des spécialités pharmaceutiques, pour rencontrer les remarques de Test Santé ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7613
Antwoord : Ik heb de eer aan het geachte lid mede te delen dat de Europese reglementering vandaag de toepassing van een centrale registratieprocedure voorziet voor de innoverende geneesmiddelen en voor geneesmiddelen die met behulp van biotechnologie tot stand gebracht zijn.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre qu’à ce jour, la réglementation européenne prévoit l’application d’une procédure centralisée d’enregistrement pour les médicaments innovateurs et ceux issus de la biotechnologie.
De aanvragen tot registratie van geneesmiddelen die niet aan deze criteria beantwoorden worden onderzocht volgens de procedure van wederzijdse erkenning of volgens de strict nationale procedure. In dit geval zijn de farmaceutische bereidingen daarom niet bestemd om op de markt gebracht te worden in alle landen van de Europese Unie.
Les demandes d’autorisation de mise sur le marché relatives à des médicaments qui ne répondent pas à ces critères sont évaluées selon la procédure de reconnaissance mutuelle ou la procédure strictement nationale. Dans ce cas, les préparations pharmaceutiques ne sont pas d’emblée destinées à être commercialisées dans tous les E´tats de l’Union européenne.
Het hangt van de farmaceutische industrie af om te beslissen of een geneesmiddel op de markt gebracht wordt in één of meerdere lidstaten en de meest adekwate procedure te kiezen in functie van de van kracht zijnde wettelijke teksten.
Il est du ressort de l’industrie pharmaceutique de décider si un médicament doit être commercialisé dans un ou plusieurs E´tats et, en fonction des textes réglementaires actuellement en vigueur, de choisir la procédure adéquate.
Het zou wenselijk zijn in het belang van de patie¨nten dat alle landen van de Europese Unie kunnen beschikken over een equivalent therapeutisch arsenaal en het ware dus nuttig dat de farmaceutische industrie de communautaire weg zou inslaan.
Il serait souhaitable, dans l’intérêt des patients, que tous les pays de l’Union européenne puissent disposer d’un arsenal thérapeutique équivalent et donc utile que l’industrie pharmaceutique s’engage dans la voie communautaire.
In dezelfde gedachtengang zou het opportuun zijn dat de farmaceutische industrie erover nadenkt om de benamingen van de geneesmiddelen uniform te maken. Er dient nochtans rekening gehouden te worden met het feit dat de lidstaten ertoe gehouden zijn dat er geen risico tot verwarring kan optreden bij de aflevering van een reeds gecommercialiseerd geneesmiddel. Sommige benamingen kunnen bijgevolg het voorwerp uitmaken van een weigering op nationaal niveau.
Dans le même esprit, il serait également opportun que l’industrie pharmaceutique réfléchisse à l’opportunité d’uniformiser les appellations des médicaments. Cependant, il y a lieu de tenir compte du fait que les E´tats sont tenus de s’assurer qu’il n’y a pas de risque de confusion lors de la délivrance avec un médicament déjà commercialisé. Certaines dénominations peuvent dès lors faire l’objet d’un refus au niveau national.
De prijs en terugbetaling behoren tot de bevoegdheid, enerzijds, van mijn collega van Economische Zaken en, anderzijds, van mijn collega van Sociale Zaken.
En ce qui concerne le prix et le remboursement, ces matières relèvent de la compétence, d’une part, de mon collègue des Affaires économiques et, d’autre part, de mon collègue des Affaires sociales.
Leefmilieu
Environnement
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 28 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 28 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsme-
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
979
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7614
dewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : Ik heb de eer u volgende inlichtingen mede te delen als antwoord op de vraag van het geachte lid.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer ci-dessous les renseignements demandés par l’honorable membre.
1. Aantal zendingen : 13.
1. Nombre de missions : 13.
Bestemmingen en doel van de zendingen : zie tabel in bijlage.
Destinations et but des voyages : voir tableau en annexe.
2. Zendingen van de minister : 4.
2. Missions de la ministre : 4.
Zendingen van de medewerkers : 9.
Missions des collaborateurs : 9.
Voor de details : zie tabel in bijlage.
Pour les détails : voir tableau en annexe.
3. Geen enkel parlementslid heeft geparticipeerd aan deze zendingen.
3. Aucun parlementaire n’a participé à ces missions.
Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000 van de minister van Leefmilieu en haar medewerkers
Missions à l’étranger en 2000 du ministre de l’Environnement et de ses collaborateurs
Naam — Nom
Bestemming — Destination
Uitgaven — Dépenses
Aelvoet
Montreal/Montréal
52 069
Aelvoet
Porto
19 478
Aelvoet
Parijs/Paris
4 778
Aelvoet
Den Haag
18 018
Verleye
Montreal/Montréal
75 535
Verleye Verleye
Riga Nairobi
54 859 100 358
Verleye
Malmo
61 884
Verleye Verleye
Nairobi Parijs/Paris
76 367 5 790
Verleye Verleye
Lyon Parijs/Paris
30 640 6 660
Verleye
Den Haag
43 598
Doel — But VN — Cop Klimaatbeheersing. — ONU — Gestion du climat Informele Raad van ministers van Leefmilieu. — Réunion informelle des ministres de l’Environnement Informele Raad Leefmilieu. — Conseil informel de la CE (Environnement) Wereldklimaatconferentie. — Conférence mondiale sur le climat VN — Cop Klimaatbeheersing. — ONU — Gestion du climat Biodiversiteit in Europa. — Biodiversité en Europe VN — Cop 11 Cites verdrag. — ONU — Cop 11 Convention cités UNEP — Environment Forum. — UNEP — Forum de l’Environnement Klimaatsverdrag. — Convention sur le climat Informele Raad Leefmilieu. — Conseil informel de la CE (Environnement) Klimaatsverdrag. — Convention sur le climat EC — Domein van Leefmilieu. — CE — Domaine de l’Environnement VN — Klimaatverandering. — ONU — Changement du climat
550 034
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7615
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 2000200110405
DO 2000200110405
Vraag nr. 232 van de heer Jozef Van Eetvelt van 10 januari 2001 (N.) :
Question no 232 de M. Jozef Van Eetvelt du 10 janvier 2001 (N.) :
Kankerpatie¨nten. — Onbetaalbare facturen.
Patients cancéreux. — Factures inabordables.
Veel kankerpatie¨nten kunnen de kosten die hun ziekte meebrengt niet meer betalen. Dat is de conclusie van een VUB-studie, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK).
Il ressort d’une étude de la VUB commandée par la « Vlaamse Liga tegen Kanker » (VLK) que de nombreux patients cancéreux ne sont plus en mesure de payer les couˆts occasionnés par la maladie.
Uit de resultaten blijkt dat de kankerpatie¨nten jaarlijks gemiddeld 85 000 frank aan ziektekosten betalen. Dat geld gaat naar ziekenhuisfacturen en geneesmiddelen, maar ook naar gezins- en bejaardenhulp.
Il ressort de cette étude que les frais liés à la maladie s’élèvent en moyenne à 85 000 francs par an. Ce montant concerne non seulement les factures d’hoˆpital et les médicaments, mais également l’aide familiale ou l’aide aux personnes aˆgées.
Een deel van die kosten wordt wel terugbetaald, zij het bijzonder laat. Zo moeten zieken gemiddeld twee jaar wachten op de uitbetaling van de fiscale franchise.
Si le remboursement d’une partie de ces frais est prévu, celui-ci n’intervient que très tardivement. Ainsi, les malades doivent en moyenne patienter deux ans pour obtenir le paiement de la franchise fiscale.
De kosten van de behandeling staan in schril contrast met het gemiddelde inkomen van de onderzochte gezinnen. Dat ligt rond de 30 000 frank per maand voor alleenstaanden en 40 000 frank voor families. Resultaat van dit onevenwicht is dat veel kankerpatie¨nten onder de armoedegrens leven en als gevolg daarvan de behandeling of medicatie stopzetten.
Le contraste entre les couˆts de traitement et les revenus moyens des familles étudiées est frappant. Ces revenus se situent aux alentours de 30 000 francs par mois pour les personnes isolées et de 40 000 francs pour les familles. Compte tenu de ce déséquilibre, de nombreux patients cancéreux vivent en dessous du seuil de pauvreté et arrêtent dès lors le traitement ou la médication.
1. Kunnen de conclusies van dit onderzoek worden bevestigd ?
1. Pouvez-vous confirmer les conclusions de cette étude ?
2. Worden beleidsmaatregelen overwogen om aan de klachten van kankerpatie¨nten tegemoet te komen en, in bevestigend geval, welke ?
2. Des mesures politiques permettant de répondre aux plaintes des patients cancéreux sont-elles envisagées ? Dans l’affirmative, lesquelles ?
Antwoord : Op de vragen door het geachte lid kan ik het volgende antwoorden.
Réponse : Je peux répondre ce qui suit aux questions de l’honorable membre.
1. Ik heb kennis genomen van het onderzoek waarnaar u verwijst. Of de conclusies van dit onderzoek kunnen bevestigd worden kan enkel maar beantwoord worden door verder onderzoek. Zeker is dat de populatie van deze studie zich beperkte tot personen en gezinnen die in aanmerking komen voor ondersteuning door de Vlaamse Kanker Liga. In de praktijk zijn dit vooral personen en gezinnen met een laag inkomen. Enige voorzichtigheid over het representatief karakter van deze populatie voor de totaliteit van de kankerpatie¨nten is wel geboden. Hoe dan ook is deze studie wel interessant en belangwekkend.
1. J’ai pris connaissance de l’étude à laquelle vous vous référez. Seul un examen approfondi permettrait de confirmer les conclusions de cette étude. Il est certain que la population examinée se limitait aux personnes et aux ménages bénéficiant de l’aide de la Vlaamse Kanker Liga. Dans la pratique, il s’agit surtout de personnes et de ménages ayant de faibles revenus. La prudence s’impose quant à la représentativité de cette population sur l’ensemble des patients atteints d’un cancer. Quoi qu’il en soit; cette étude est d’un intérêt indéniable.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7616
2. Dit jaar zullen een reeks van beleidsmaatregelen worden opgestart en verder voorbereid, om de kosten voor medische zorgen substantieel te beperken. Zoals ondertussen bekend, wil ik dit realiseren via de stapsgewijze invoering van de « Maximale Gezondheidsfactuur ». Met de « Maximale Gezondheidsfactuur » wil ik bereiken dat de medische kosten van iedereen jaarlijks worden beperkt tot een nog nader te bepalen « maximum ». De hoogte van dit « maximum » wil ik, zoals nu het geval is bij de « fiscale franchise », koppelen aan het inkomensniveau.
2. Cette année, une série de mesures politiques seront préparées et finalisées afin de réduire de manière substantielle le couˆt des soins médicaux. Comme vous l’aurez appris entre-temps, je souhaite réaliser cet objectif en instaurant progressivement la « Facture santé maximale ». Par cette « Facture santé maximale », je veux réduire annuellement les frais médicaux de chacun à un « maximum » qui reste à définir. Comme c’est le cas aujourd’hui avec la « franchise fiscale », je souhaite lier le niveau de ce « maximum » au revenu.
Voor dit jaar voorzie ik een betere terugbetaling van de kosten voor bepaalde terugbetaalbare geneesmiddelen. Dit wil ik realiseren door de kosten van deze medicamenten te laten meetellen bij de berekening van de huidige sociale en fiscale franchise. De medische kosten die in aanmerking komen voor de berekening van het maximum bedrag dat per jaar moet worden betaald in verhouding tot het inkomen, wil ik in de loop van de volgende jaren verder uitbreiden met bepaalde ziekenhuiskosten en supplementen voor onder meer bepaalde medische materialen en hulpmiddelen. Samen met de uitbreiding van deze medische kosten, wil ik bovendien, en zeker voor de laagste inkomensgroepen, er voor zorgen dat de wachtttijd die eigen is aan de fiscale franchise verdwijnt en vervangen wordt door een zo snel mogelijke correctie zoals die nu reeds bestaat in de sociale franchise.
Pour cette année, je prévois un meilleur remboursement des frais pour certains médicaments remboursables. Mon intention est de réaliser cette amélioration en intégrant le couˆt de ces médicaments au calcul des franchises sociale et fiscale actuelles. Dans le courant des prochaines années, je veux continuer d’étendre les frais médicaux pris en compte pour le calcul du montant maximum à payer par an par rapport au revenu à certains frais hospitaliers et suppléments, entre autres pour certains matériels et dispositifs médicaux. Outre l’extension de ces frais médicaux, je veux, et ce surtout pour les groupes de revenus les plus faibles, faire en sorte que le délai spécifique à la franchise sociale soit supprimé et remplacé par une correction, à effectuer le plus rapidement possible, comme celle qui existe d’ores et déjà pour la franchise sociale.
Met betrekking tot de kosten voor gezins- en bejaardenhulp, moet ik meedelen dat deze diensten en persoonlijke bijdragen die er voor moeten betaald worden, niet tot mijn bevoegdheid behoren.
En ce qui concerne le couˆt de l’aide aux familles et aux personnes aˆgées, je dois signaler que ces services et les interventions personnelles à payer pour ceux-ci ne relèvent pas de ma compétence.
DO 2000200110516
DO 2000200110516
Vraag nr. 238 van de heer Hubert Brouns van 26 januari 2001 (N.) :
Question no 238 de M. Hubert Brouns du 26 janvier 2001 (N.) :
Kinderbijslag voor +18-jarige kinderen van grensarbeiders. — Koninklijke besluiten.
Allocations familiales pour les enfants de travailleurs frontaliers aˆgés de plus de 18 ans. — Arrêtés royaux.
In maart 2000 stelde u, in verband met de stand van zaken betreffende de koninklijke besluiten over de kinderbijslag voor +18-jarige kinderen van grensarbeiders, dat alles in orde was en dat u hoopte op een snelle publicatie van de besluiten in het Belgisch Staatsblad.
En mars 2000, vous avez déclaré que les arrêtés royaux relatifs aux allocations familiales pour les enfants de travailleurs frontaliers aˆgés de plus de 18 ans étaient prêts et que vous espériez qu’ils seraient prochainement publiés au Moniteur belge.
In oktober 2000 ontving volksvertegenwoordiger Yves Leterme een brief van de minister waarin hij stelde dat de ontwerpen « nu het « finale stadium » van de formele procedures bereikt » hebben, namelijk de aanvraag voor advies bij de Raad van State.
En octobre 2000, le député Yves Leterme a reçu du ministre une lettre indiquant que les projets avaient maintenant atteint « le stade final des procédures formelles », à savoir la demande d’avis auprès du Conseil d’E´tat.
1. Hoever zijn de besluiten nu werkelijk gevorderd ?
1. Quel est réellement l’état d’avancement des arrêtés ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7617
2. Liggen zij nog voor advies bij de Raad van State ?
2. Le Conseil d’E´tat doit-il encore rendre son avis ?
3. Zo ja, op welke termijn verwacht u dit advies ?
3. Dans l’affirmative, dans quel délai attendez-vous cet avis ?
4. Wanneer kunnen de gedupeerde grensarbeiders eindelijk een aanvraag indienen voor de verloren kinderbijslag ?
4. Quand les travailleurs frontaliers dupés pourront-ils enfin introduire une demande pour récupérer les allocations familiales non-perçues ?
5. a) Zal de regeling met terugwerkende kracht werken ?
5. a) Le nouveau régime sera-t-il appliqué avec effet rétroactif ?
b) Zo ja, tot welke datum ?
b) Dans l’affirmative, jusqu’à quand ?
Antwoord : Ik kan het geachte lid over de stand van zaken aangaande de gezinsbijslag voor grensarbeiders het volgende meedelen.
Réponse : Je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit à propos de l’état d’avancement de la situation en matière d’allocations familiales des travailleurs frontaliers.
De adviesaanvraag betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 102, § 1, eerste lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en het ontwerp van ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden waaronder gezinsbijslag wordt toegekend uit hoofde van de grensarbeiders werd reeds op 4 oktober 2000 ingediend bij de Raad van State, zodat de inschrijving in de rol van de afdeling Wetgeving plaatsvond op 5 oktober 2000. De beide ontwerpen werden behandeld op de zitting van 16 november 2000. Het advies werd me recentelijk toegezonden.
La demande d’avis concernant le projet d’arrêté royal portant exécution de l’article 102, § 1er, alinéa 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés et le projet d’arrêté ministériel déterminant les conditions suivant lesquelles les prestations familiales sont octroyées du chef des travailleurs frontaliers avait été transmise au Conseil d’E´tat dès le 4 octobre 2000, de sorte qu’elle a été inscrite au roˆle de la section de Législation le 5 octobre 2000. Les deux projets ont été examinés à l’audience du 16 novembre 2000. L’avis m’a été communiqué récemment.
Het beheercomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, de Inspectie van financie¨n en de minister van Begroting hebben voordien reeds gunstige adviezen verstrekt.
Le comité de gestion de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés, l’Inspection des finances et le ministre du Budget avaient auparavant remis des avis favorables. ` l’heure actuelle, le projet d’arrêté royal est soumis A au Roi pour signature.
Op dit ogenblik is het ontwerp van koninklijk besluit aan de Koning ter ondertekening toegezonden. Na de ondertekening zal onverwijld worden overgegaan tot de publicatie in het Belgisch Staatsblad, zodat snel zal kunnen worden overgegaan worden tot de uitbetaling van de bedoelde gezinsbijslag voor grensarbeiders.
Après la signature, il sera aussitoˆt envoyé pour publication au Moniteur belge, de manière à pouvoir rapidement payer les allocations familiales prévues pour les travailleurs frontaliers.
Vele grensarbeiders hebben reeds een aanvraag ingediend.
De nombreux travailleurs frontaliers ont déjà introduit une demande.
Zij die het nog niet hebben gedaan kunnen dat nu reeds doen.
Ceux qui ne l’ont pas encore fait peuvent dès à présent le faire.
Al deze aanvragen worden bij de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers gerepertorieerd.
Toutes ces demandes sont répertoriées auprès de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés.
Bij het in werking treden van de vermelde ontwerpen van besluit zal onmiddellijk contact worden opgenomen met de betrokkenen en overgegaan worden tot de afhandeling van de dossiers.
Dès l’entrée en vigueur des projets d’arrêté prérappelés, contact sera pris immédiatement avec les intéressés et il sera procédé au règlement des dossiers.
Er werden terzake reeds administratieve instructies opgesteld.
Des instructions administratives ont déjà été prises en la matière.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7618
De groep grensarbeiders die het geachte lid in zijn vraag beoogt (kinderbijslag voor + 18-jarige kinderen) zijn de grensarbeiders in Nederland.
Le groupe des travailleurs frontaliers dont l’honorable membre se préoccupe dans sa question (allocations familiales pour les enfants de plus de 18 ans) concerne les travailleurs frontaliers aux Pays-Bas.
Ten aanzien van deze grensarbeiders zijn er bij de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, 230 dossiers bekend die daarenboven reeds administratief werden onderzocht overeenkomstig de inhoud van de ontwerpen van besluit die aan het advies van de Raad van State werden voorgelegd. Na de inwerkingtreding zal er ten aanzien van deze dossiers dan ook onmiddellijk tot de uitbetaling kunnen worden overgegaan.
230 dossiers concernant ces travailleurs frontaliers sont connus auprès de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés qui, entre-temps, a déjà procédé à un examen administratif conformément au contenu des projets d’arrêté qui ont été soumis à l’avis du Conseil d’E´tat. Dès l’entrée en vigueur, l’on pourra immédiatement procéder au paiement de ces dossiers.
In de ontwerpen van besluit wordt in een terugwerkende kracht voorzien tot 1 juli 1999, omdat de betrokken ontwerpen van besluit in de plaats treden van de wijziging van artikel 102, § 1, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, doorgevoerd bij de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen welke bekendgemaakt werd in het Belgisch Staatsblad op 4 juni 1999. Op deze wijze wordt de wil van de wetgever gerespecteerd.
Dans les projets d’arrêté, il a été prévu un effet rétroactif au 1er juillet 1999, parce que les projets d’arrêté concernés remplacent une modification de l’article 102, § 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, par la loi du 4 mai 1999 contenant des dispositions fiscales et autres, laquelle a été publiée au Moniteur belge du 4 juin 1999. De cette manière, la volonté du législateur est respectée.
DO 2000200110554
DO 2000200110554
Vraag nr. 240 van de heer Filip Anthuenis van 2 februari 2001 (N.) :
Question no 240 de M. Filip Anthuenis du 2 février 2001 (N.) :
Informatie op de website van de RSZ. — Bedrijven. — « Zwarte lijst ».
Informations sur le site internet de l’ONSS. — Sociétés. — « Liste noire ».
Via de website van de RSZ kan men natrekken of de bedrijven waarop men voor werken een beroep wil doen in orde zijn met hun socialezekerheidsverplichtingen. Bedrijven die hun socialezekerheidsbijdragen niet betalen komen terecht op een zwarte lijst.
Le site internet de l’ONSS permet de vérifier si les sociétés auxquelles on voudrait confier la réalisation de travaux sont en règle en matière de sécurité sociale. Les sociétés qui n’acquittent pas leurs cotisations de sécurité sociale se retrouvent sur une liste noire.
Evenwel blijkt dat bedrijven die wel hun bijdragen storten, maar waarbij het registratienummer niet in overeenstemming is met de gestorte RSZ-bijdragen, zonder enige voorafgaande verwittiging op de zwarte lijst worden ingeschreven. Uiteraard kan het feit dat een bedrijf ten onrechte op de zwarte lijst staat, belangrijke schade berokkenen aan de goede naam van het bedrijf en het vertrouwen dat dit bedrijf geniet bij de klant of bij andere bedrijven.
Or, il semblerait que certaines sociétés qui ont payé les cotisations mais dont le numéro d’identification ne correspond pas aux versements des cotisations, sont inscrites sur la liste noire sans avertissement aucun. Il est clair que le fait de figurer, même à tort, sur la liste noire peut facilement nuire à la bonne réputation d’une société et ébranler la confiance du client ou d’autres sociétés.
1. Heeft u weet van nog meer dergelijke gevallen ?
1. Eˆtes-vous au courant d’autres situations du même type ?
2. Is het niet aangewezen dat de RSZ vooraleer zij een bedrijf op de zwarte lijst zet, dat zij het bedrijf daarvan verwittigt ? Dit zou toelaten dat eventuele vergissingen door het bedrijf kunnen worden rechtgezet.
2. Ne serait-il pas préférable que l’ONSS avertisse la société qu’elle a l’intention d’inscrire sur la liste noire, afin de lui permettre de rectifier d’éventuelles erreurs ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7619
De gegevensbank die op de website van de Rijksdienst voor sociale zekerheid kan worden geraadpleegd heeft tot doel te bepalen, naar gelang van haar optreden (als opdrachtgever, als aannemer of als onderaannemer), of een onderneming al dan niet inhoudingen moet verrichten voor de facturen die zij voorlegt.
La base de données consultable sur le site web de l’Office national de sécurité sociale a pour but d’établir, en fonction de la qualité de son intervention (commettant, entrepreneur ou sous-traitant) si une entreprise est soumise ou non à l’obligation de retenues sur les facteurs qu’elle présente.
De afgebeelde beslissingen hebben niet enkel betrekking op de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
Les décisions affichées ne concernent pas que l’Office national de sécurité sociale.
De afgebeelde beslissingen zijn het resultaat van het onderzoek van drie criteria :
Les décisions affichées résultent de l’examen de trois critères :
— de situatie van de onderneming inzake registratie;
— la situation de l’entreprise à l’égard de l’enregistrement;
— de situatie van de onderneming ten opzichte van de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
— la situation de l’entreprise à l’égard de l’Office national de sécurité sociale;
— de situatie van de onderneming ten opzichte van het Fonds voor bestaanszekerheid voor zover de onderneming ressorteert onder het paritair comité 124.
— la situation de l’entreprise à l’égard du Fonds de sécurité d’existence pour autant que l’entreprise ressortisse à la commission paritaire 124.
Het eerste criterium is bepalend voor de inhouding die de opdrachtgever moet verrichten, terwijl elk van de drie criteria een invloed heeft op de beslissing over de inhouding die de aannemer in de relatie aannemer/ onderaannemer moet verrichten.
Le premier critère détermine l’obligation de retenue à effectuer par le commettant; tandis que chacun des trois critères influence la décision à l’égard de la retenue à effectuer par l’entrepreneur dans la relation entrepreneur/sous-traitant.
Aan te stippen valt dat enkel de registratie op zichzelf in aanmerking wordt genomen en niet de soort registratie ten opzichte van de uitgeoefende activiteit.
Il faut préciser que seul l’enregistrement en tant que tel est pris en considération et non le type d’enregistrement par rapport à l’activité exercée.
Op te merken valt dat niet als schuldenaar ten opzichte van de Rijksdienst voor sociale zekerheid wordt beschouwd, de werkgever die :
Il est à noter qu’est considéré comme n’étant pas débiteur à l’Office national de sécurité sociale, l’employeur qui :
— de Rijksdienst voor sociale zekerheid alle vereiste aangiften heeft bezorgd, tot en met de aangiften betreffende het voorlaatste afgelopen kwartaal;
— a transmis à l’Office national de sécurité sociale toutes les déclarations requises jusques et y compris celles relatives à l’avant-dernier trimestre écoulé;
— niet meer dan 100 000 frank verschuldigd is aan bijdragen, bijdrageopslagen, nalatigheidinteresten of gerechtskosten.
— n’est pas redevable de plus de 100 000 francs en cotisations, majorations, intérêts de retard ou frais de justice.
De diensten van de Rijksdienst voor sociale zekerheid zijn zeer bezorgd voor de betrouwbaarheid van de informatie die zij in het kader van sommige wetgevingen betreffende de werkgevers moeten verspreiden. De beslissingen die op de internetsite van de Rijksdienst zijn afgebeeld worden onder andere om deze reden maandelijks bijgewerkt (de laatste vrijdag van elke maand). Wanneer geen inhoudingen op de facturen moeten worden verricht, is deze beslissing dan ook geldig tot de volgende bijwerking : zij mag immers niet gewijzigd worden. Omgekeerd, om de betrokken ondernemingen de mogelijkheid te geven tussen te komen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, de Patronale Dienst voor organisatie en controle van de bestaanszekerheidsstelsels of de registratiecommissies, heeft een
L’une des principales préoccupations des services de l’Office national de sécurité sociale est la fiabilité des informations qu’ils sont amenés à diffuser dans le cadre de certaines législations à propos des employeurs. C’est une des raisons pour lesquelles les décisions affichées sur le site internet de l’office font l’objet d’une mise à jour mensuelle (tous les derniers vendredis du mois). Lorsqu’il n’y a pas obligation de retenues sur factures, cette décision est effectivement valable jusqu’à la mise à jour suivante : elle ne peut en effet ` l’inverse, et dans le souci de permettre être modifiée. A aux entreprises concernées d’intervenir auprès de l’Office national de sécurité sociale, de l’Office patronal d’organisation et de controˆle des régimes de sécurité d’existence ou des commissions d’enregistrement,
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7620
bevestigende beslissing wat betreft de inhoudingsplicht slechts een beperkte waarde aangezien zij op elk moment kan gewijzigd worden in de zin van een vrijstelling van inhouding.
une décision affirmative quant à l’obligation de retenue n’a qu’une valeur limitée puisqu’elle est susceptible, à tout moment, de modification dans le sens d’une dispense de retenue.
Deze wijzigingen gebeuren op verzoek van de werkgevers die zich in orde stellen en nadat de diensten de juistheid van de medegedeelde informatie hebben nagegaan. Er kan thans nog niet worden overwogen de betrokken werkgevers op voorhand in te lichten over ongunstige beslissingen die ter gelegenheid van de maandelijkse bijwerking zullen worden afgebeeld.
Ces modifications sont faites à la demande des employeurs qui se mettent en règle et après vérification par les services de la pertinence des informations fournies. Il n’est pas possible pour l’instant d’envisager une communication préalable aux employeurs concernés des décisions défavorables qui seront affichées lors de la mise à jour mensuelle.
Wij hebben alvast de nodige maatregelen genomen om op de internetsite nog te preciseren in welk beperkt verband rekening moet worden gehouden met de afgebeelde beslissingen en om de controles op te voeren die moeten plaatshebben vo´o´r elke bijwerking van de gegevens, inzonderheid voor ondernemingen die een aanpassing van gegevens tussen twee bijwerkingen hebben gevraagd.
Nous avons d’ores et déjà pris des mesures nécessaires pour préciser encore sur le site internet le cadre restreint dans lequel les décisions affichées doivent être prises en compte et pour accentuer les controˆles à effectuer avant chaque mise à jour des données, plus spécialement pour les entreprises qui ont sollicité une adaptation des données entre deux mises à jour.
Pensioenen
Pensions
DO 2000200110593
DO 2000200110593
Vraag nr. 55 van mevrouw Magda De Meyer van 9 februari 2001 (N.) :
Question no 55 de Mme Magda De Meyer du 9 février 2001 (N.) :
Regularisatie gepresteerde jaren in systeem van « tewerkgestelde werkloze » bij de berekening van pensioen in de openbare sector.
Régularisation des années de prestations dans le système des « choˆmeurs mis au travail » pour le calcul de la pension dans le secteur public.
Diensten die gepresteerd worden als tewerkgestelde werkloze in de openbare sector, zijn niet aanneembaar voor het pensioen in de openbare sector. Deze diensten beantwoorden immers niet aan de in artikel 6 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen gestelde voorwaarden inzake benoeming en bezoldiging. Personen die diensten verrichten in deze hoedanigheid, blijven ingeschreven als werkzoekende en genieten een door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening toegekende werkloosheidsvergoeding. Er is wel een positieve weerslag bij de vaststelling van de weddeancie¨nniteit — belangrijk voor het bekijken van de gemiddelde wedde der laatste vijf jaren —, maar echt meetellen als gepresteerde jaren in de openbare sector doen die gewerkte jaren als « tewerkgestelde werkloze » niet.
Les services effectués en qualité de choˆmeur mis au travail dans le secteur public n’entrent pas en ligne de compte pour le calcul de la pension du secteur public. Ces services ne répondent en effet pas aux conditions en matière de nomination et de rémunération, énoncées à l’article 6 de la loi générale du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et ecclésiastiques. Les personnes qui effectuent des services en cette qualité restent inscrites comme demandeurs d’emploi et bénéficient d’une allocation de choˆmage octroyée par l’Office national de l’emploi. Ce système a certes une incidence positive pour la détermination de l’ancienneté pécuniaire — ce qui est important pour la fixation du salaire moyen des cinq dernières années — mais ces années de travail en qualité de « choˆmeur mis au travail » ne comptent pas comme années de prestations dans le secteur public.
Dit is zeer moeilijk te begrijpen, laat staan te verteren, voor de mensen die jaren meedraaien als tewerkgestelde werkloze. Mij is een geval bekend van een mevrouw die tien jaar werkte als gezins- en sanitair helpster in een OCMW-rustoord.
Cette situation est très difficile à comprendre et à accepter pour des personnes qui ont été actives, durant des années, en qualité de choˆmeur mis au travail. Je connais le cas d’une dame qui a travaillé durant dix ans comme aide familiale et aide sanitaire dans un home d’un CPAS.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7621
Kan u een regularisatie van de gewerkte jaren als « tewerkgestelde werkloze » overwegen, gezien deze situatie door betrokkenen terecht als onbillijk wordt aanzien en het hier waarschijnlijk gaat om een beperkt aantal mensen ?
Pouvez-vous envisager une régularisation des années de travail en qualité de « choˆmeur mis au travail », dès lors que la situation ci-dessus est considérée à juste titre comme inéquitable et ne concerne vraisemblablement qu’un nombre restreint de personnes ?
Antwoord : In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid te bevestigen dat diensten verstrekt in de hoedanigheid van tewerkgestelde werkloze, om de door haar aangehaalde reden, niet aanneembaar zijn voor het pensioen van de openbare sector. Een regularisatie van deze diensten kan evenwel niet overwogen worden. Het betreft diensten verstrekt door werklozen wier recht op werkloosheidsuitkering op een bepaald ogenblik afhankelijk werd gesteld van een tewerkstelling bij een rijks-, provincie-, of gemeentebestuur, bij een openbare instelling, bij een door de Staat ingerichte, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling, bij een instelling van openbaar nut die een sociaal, humanitair of cultureel doel nastreeft, of bij een plaatselijke maatschappij voor sociale woningen. Deze personen behielden tijdens die tewerkstelling hun hoedanigheid van werkloze. Zij werden niet aangeworven krachtens een arbeidsovereenkomst en zij bleven ingeschreven als werkzoekende. Zij ontvingen geen loon of wedde, doch wel een — verhoogde — werkloosheidsuitkering die, net zoals de gewone werkloosheidsuitkering, niet onderworpen was aan enige inhouding inzake sociale zekerheid.
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de confirmer à l’honorable membre que, pour les raisons qu’il précise, les services rendus en qualité de choˆmeur mis au travail ne sont pas admissibles pour la pension du secteur public. Une régularisation de ces services ne peut toutefois pas eˆtre envisagée. En effet, il s’agit de services rendus par des choˆmeurs pour lesquels le bénéfice, à un moment donné, des allocations de choˆmage résulte d’une occupation auprès d’une administration de l’E´tat, d’une province, d’une commune, d’un établissement public, d’un établissement d’enseignement organisé, reconnu ou subventionné par l’E´tat, d’un établissement d’utilité publique qui poursuit un but social, humanitaire ou culturel, ou d’une société locale de logements sociaux. Pendant cette occupation, ces personnes ont conservé leur qualité de choˆmeur. Elles n’étaient pas engagées dans les liens d’un contrat de travail et restaient inscrites sur la liste des demandeurs d’emploi. Elles ne recevaient donc ni une rémunération ni un traitement, mais bien une allocation de choˆmage — majorée — qui tout comme l’allocation de choˆmage ordinaire, n’était pas soumise à la perception d’une quelconque retenue en matière de sécurité sociale.
Aan het statuut van werkloze kan in principe slechts één enkele pensioenregeling verbonden worden, ongeacht of de werkloze voor een tewerkstelling werd aangewezen of niet. Voor alle perioden van werkloosheid wordt thans een pensioen in de sociale sector gewaarborgd dat rechtstreeks in verhouding staat tot de pensioentoestand die de betrokkenen hebben verworven vo´o´r de aanvang van hun werkloosheid. Hetzelfde geldt voor de perioden van werkloosheid tijdens welke diensten als tewerkgestelde werkloze werden verstrekt.
En principe, un seul et unique régime de pension peut eˆtre lié au statut de choˆmeur, peu importe que le choˆmeur ait été ou non désigné pour une occupation. Pour toutes les périodes de choˆmage, une pension dans le secteur de la sécurité sociale, qui est en rapport direct avec la situation acquise par les intéressés en matière de pension avant le début de leur choˆmage, est actuellement garantie. Il en est de meˆme pour les périodes de choˆmage durant lesquelles des services ont été rendus en qualité de choˆmeur mis au travail.
Indien op het voorstel van het geachte lid zou ingegaan worden zou een discriminatie ontstaan binnen de groep van de werklozen, in die zin dat de tewerkgestelde werklozen onder hen eventueel een gunstiger pensioenregeling zouden kunnen genieten. Verder kennen niet alle voornoemde besturen, instellingen en maatschappijen een pensioenregeling van de openbare sector. Het voorstel van het geachte lid zou derhalve ook ongelijkheden cree¨ren binnen de categorie van de tewerkgestelde werklozen, ten voordele van degenen die aangewezen werden voor een tewerkstelling in één van de organismen die hun personeel een pensioen van de openbare sector moeten verzekeren.
Si la proposition de l’honorable membre devait eˆtre retenue, une discrimination serait créée au sein du groupe de choˆmeurs, en ce sens que, parmi ces derniers, les choˆmeurs mis au travail pourraient le cas échéant bénéficier d’un régime de pension plus favorable. Par ailleurs, les administrations, établissements et institutions cités ci-dessus ne connaissent pas tous un régime de pension du secteur public. En conséquence la proposition de l’honorable membre créerait également des inégalités au sein de la catégorie des choˆmeurs mis au travail, au profit de ceux qui ont été désignés pour une occupation auprès d’un organisme qui doit assurer à son personnel une pension du secteur public.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
980
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7622
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2000200110567
DO 2000200110567
Vraag nr. 106 van de heer Olivier Maingain van 5 februari 2001 (Fr.) :
Question no 106 de M. Olivier Maingain du 5 février 2001 (Fr.) :
Belgisch leger. — Opsplitsing naar taalrol. — Bijzondere situatie van de Zeemacht.
Forces armées belges. — Répartition linguistique. — Situation particulière de la Marine.
Uw antwoord op mijn vraag nr. 92 van 18 september 2000 over de uitsplitsing naar taalrol en naar graad bij het Belgische leger roept nieuwe vragen op (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 51, blz. 5977).
Votre réponse à ma question no 92 du 18 septembre 2000 relative à la répartition linguistique par grade au sein des Forces armées belges appelle des questions complémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 51, p. 5977).
Uit een analyse van de verstrekte informatie blijkt immers dat er meer bepaald bij de Zeemacht in alle categoriee¨n van het militaire personeel een aperte wanverhouding is tussen de taalrollen, ten nadele van de Franstaligen.
En effet, après analyse, il appert qu’un déséquilibre important existe au détriment des francophones au sein de la Force navale en ce qui concerne les différentes catégories de personnel militaire.
Zowel bij de officieren (212 N-96 F = 68,83 % N31,16 % F) als bij de onderofficieren (950 N-359 F = 70,48 % N-29,51 % F) van de Zeemacht is er een blatante wanverhouding tussen N en F.
De fait, l’on peut constater un déséquilibre important F-N au sein de la Marine tant en ce qui concerne les officiers (212 N-96 F : 68,83 % N-31,16 % F) que les sous-officiers (950 N-359 F : 70,48 % N-29,51 % F).
Een globale uitsplitsing naar taalrol levert volgende resultaten op : 1955 N-787 F = 71,29 % N-28,71 % F. Dat bevestigt alleen maar de bijzonder ongunstige situatie voor het Franstalige personeel van dit krijgsmachtonderdeel.
De surcroıˆt, la répartition globale donne le pourcentage suivant (1955 N-787 F : 71,29 % N-28,71 % F), lequel confirme la situation particulièrement défavorable du personnel francophone au sein de cette force.
In tegenstelling tot de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken voorziet de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger niet in op grond van het volume van de behandelde zaken vastgestelde taalkaders bij de strijdkrachten.
La loi du 30 juillet 1938 concernant l’usage des langues à l’armée ne prévoit pas, contrairement aux lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, l’établissement de cadres linguistiques pour les Forces armées, déterminé en fonction du critère du volume des affaires traitées.
1. Met welke wetsbepalingen valt die taalverdeling te verantwoorden ?
1. Quelles dispositions légales justifient cette répartition ?
2. Welke maatregelen denkt u zonder verwijl te nemen om die wanverhouding op te heffen ?
2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre rapidement pour remédier à ce déséquilibre ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
1. De gewenste taalverhouding in de schoot van de Marine is, net zoals in de gehele Krijgsmacht, 60 % Nederlandstaligen en 40 % Franstaligen. De rekruteringspolitiek bij de Marine is dan ook gericht op het bereiken van dit objectief.
1. Le rapport entre régimes linguistiques souhaité au sein de la Marine, comme au sein des Forces armées, est de 40 % de francophones et de 60 % de néerlandophones. La politique de recrutement de la Marine a pour but d’atteindre cet objectif.
Deze verhouding is nergens wettelijk bepaald, maar de Krijgsmacht streeft naar een taalverhouding die deze van de Belgische bevolking weerspiegelt.
Cette répartition ne repose sur aucune base légale, mais les Forces armées s’efforcent d’appliquer un rapport linguistique qui reflète la situation de la population belge.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7623
2. Het succes van de wervingen is afhankelijk van socio-economische factoren, waarbij de geografische ligging van de aangeboden ambten één der meest belangrijke is. De infrastructuren van de Marine liggen quasi uitsluitend in het Vlaamse Gewest. Niettegenstaande belangrijke inspanningen op het vlak van de publieke relaties, zoals bijvoorbeeld het organiseren van de « Dagen van de Marine » of van tentoonstellingen in het hele land, waardoor geprobeerd wordt deze structurele werkelijkheid tegen te gaan, trekt de Marine evenwel nog een meerderheid van Nederlandstaligen aan.
2. Le succès du recrutement dépend de facteurs socio-économiques, dont l’un des plus importants est celui de la situation géographique de l’emploi offert. Les infrastructures de la Marine sont quasi exclusivement situées dans la région flamande du pays. Bien que des efforts importants en matière de relations publiques, tels que l’organisation des « Journées de la Marine » ou des expositions dans l’ensemble du territoire, soient réalisés afin d’essayer de pallier à cet état des choses structurel, la Marine attire néanmoins une majorité de néerlandophones.
Minister van Landbouw en Middenstand
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Landbouw
Agriculture
DO 2000200110499
DO 2000200110499
Vraag nr. 70 van mevrouw Colette Burgeon van 23 januari 2001 (Fr.) :
Question no 70 de Mme Colette Burgeon du 23 janvier 2001 (Fr.) :
BSE. — Hypothesen met betrekking tot de oorsprong van de ziekte.
ESB. — Hypothèses sur l’origine de la maladie.
Op 6 december 2000 verklaarden twee Britse academici, professor Chandra Wickramasinghe van de Universiteit van Wales in Cardiff, en professor Fred Hoyle van de Universiteit van Cambridge, dat de dollekoeienepidemie veroorzaakt zou kunnen zijn door met bacterie¨n besmet stof van kometen.
Le 6 décembre 2000, deux universitaires britanniques, les professeurs Chandra Wickramasinghe, de l’Université du Pays de Galles à Cardiff et le professeur Fred Hoyle qui enseigne à l’Université de Cambridge, ont affirmé que des poussières de comètes chargées de bactéries pourraient être responsables de l’épidémie de la vache folle.
Beide professoren geloven dat deeltjes van kometen die langs de aarde scheren, in de dampkring kunnen binnendringen; die deeltjes zouden beladen zijn met microbacterie¨n. Die theorie zou ook het plotse opduiken van pandemiee¨n in de voorbije eeuwen verklaren.
Tous deux supposent que des particules provenant de comètes qui froˆlent la terre peuvent entrer dans son atmosphère, porteuses de micro-bactéries. Cette théorie expliquerait notamment la soudaine apparition d’épidémies de masse au cours des siècles derniers.
1. Wat vindt u van die nogal gekke hypothese, die toch door twee Britse academici naar voren gebracht wordt ?
1. Que pensez-vous de cette hypothèse, quelque peu farfelue, émanant de surcroıˆt de deux universitaires britanniques ?
2. Zou men er niet beter aan doen de waarheid niet langer te verhullen en de echte oorzaken van BSE te openbaren ?
2. N’y aurait-il pas lieu de rétablir la vérité et de révéler publiquement les véritables causes de l’ESB ?
3. Welke andere hypothesen circuleren er met betrekking tot de oorsprong van BSE ?
3. Quelles sont les autres hypothèses sur l’origine de l’ESB ?
Antwoord :
Réponse :
1. Deze recente hypothese werd als één van de zovele aan de TSE/BSE ad hoc-groep van de Weten-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
1. Cette hypothèse récente, comme de nombreuses autres, a été soumise au groupe ad hoc EST/ESB du
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7624
schappelijke Stuurgroep voorgelegd maar niet voor verdere evaluatie weerhouden daar één van de voorwaarden hiervoor ontbrak, met name één of meerdere artikels in gerenommeerde « peer reviewed » wetenschappelijke tijdschriften die de hypothese ondersteunen. De auteurs van deze hypothese gaven bovendien tot nu toe geen enkele verdere onderbouwing betreffende de epidemiologie, met name waarom de epidemie in de jaren 70 en 80 in het Verenigd Koninkrijk (VK) ontstond en niet in andere landen met een gelijkaardig risico, alsook betreffende de aard van het oorzakelijk agens. Er is immers een algemene wetenschappelijk onderbouwde consensus dat het prioneiwit minstens een deel van het oorzakelijk agens uitmaakt en er geen erfelijk materiaal zoals RNA of DNA bij is betrokken, wat wel het geval zou zijn indien de ziekte door een bacterie zou zijn veroorzaakt.
Groupe d’experts scientifiques. Elle n’a cependant pas été retenue pour évaluation ultérieure étant donné qu’un des critères de base, à savoir que toute hypothèse doit être soutenue par un ou plusieurs articles dans des magazines scientifiques « peer reviewed » renommés, n’a pas été respecté. De plus, les auteurs de cette hypothèse n’ont développé jusqu’à présent aucun autre fondement de l’épidémiologie, qui expliquerait la naissance de l’épidémie au Royaume-Uni (RU) dans les années 70 et 80 sans qu’elle ne se soit manifestée dans d’autres pays qui présentent pourtant les mêmes risques, ou qui projeterait quelque clarté quant à la nature même de l’agent causal. En effet, il n’existe pas de consensus scientifiquement fondé admettant que la protéine prion constituerait ne fût-ce qu’une partie de l’agent causal, et qu’aucun matériel héréditaire tel que l’ARN ou l’ADN ne serait impliqué, ce qui serait le cas si la maladie avait été provoquée par une bactérie.
2. De echte oorzaak van BSE is nog niet onomstotelijk bewezen. In het begin van de BSE-epidemie in het VK werd de infectie van runderen toegeschreven aan voeder dat met scrapie gecontamineerd was. Toch kan de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat een endemische, subklinische infectie bij runderen aanwezig was en aan de basis van deze massale uitbraak ligt. Dit laatste zou betekenen dat een gelijkaardig fenomeen zich ook in andere landen kan voordoen.
2. La véritable cause de l’ESB n’a pas encore été prouvée de manière irréfutable. Au début de l’épidémie d’ESB au RU, l’infection des bovins a été attribuée à des aliments qui auraient été contaminés par la tremblante. Cependant, on ne peut exclure la possibilité qu’une infection subclinique ait été présentée à l’état endémique chez les bovins et se trouve à la base de cette épidémie massive. Cette dernière hypothèse signifierait qu’un phénomène semblable peut également se manifester dans d’autres pays.
Voor een « scrapie »-oorsprong pleiten de massale uitbraak in het VK alsook de afwezigheid van gelijkaardige massale uitbraken in andere EU-landen omwille van de noodzakelijke combinatie van de volgende 2 factoren :
Les éléments plaidant en faveur de l’hypothèse de l’orgine tremblante sont l’épidémie massive au RU ainsi que l’absence d’épidémies massives similaires dans les autres pays de l’UE, en raison de la combinaison nécessaire des 2 facteurs suivants :
a) veranderingen in het destructieproces in de jaren 80 waarbij minder efficie¨nt geı¨nactiveerd werd;
a) les changements dans le processus de destruction dans les années 80, impliquant une moindre efficacité de l’inactivation;
b) toename van de schapenpopulatie tijdens dezelfde periode met een drastische stijging van het aantal scrapie-gevallen.
a) une augmentation de la population ovine pendant la même période, accompagnée d’un relèvement drastique du nombre de cas de tremblante.
De « runderoorsprong »-hypothese twee voorwaarden :
veronderstelt
L’hypothèse de l’origine bovine suppose deux conditions :
a) deze epidemische vorm moet geografisch sterk verspreid zijn, onderhouden worden op een natuurlijke wijze of op een andere manier dan via voeder, met een zeer lage incidentie van klinische verschijnselen;
a) cette forme épidémique doit avoir eu une forte propagation géographique, être entretenue d’une manière naturelle ou d’une manière autre que via les aliments, avec une très faible incidence de symptoˆmes cliniques;
b) uit deze « avirulente » vorm zou dan via voederrecyclage een meer virulente vorm zijn geselecteerd.
b) à partir de cette forme avirulente, une forme plus virulente aurait alors été sélectionnée par le biais du recyclage des aliments.
De twee hypothesen moeten nog bevestigd worden, maar het blijkt dat runderen experimenteel besmet met scrapie geen BSE vertoonden maar wel scrapie. Een recente hypothese van professor Prusiner die de
Les deux hypothèses doivent encore être confirmées, mais il s’avère que des bovins expérimentalement contaminés par la tremblante ne présentaient pas d’ESB mais bien la tremblante. Une hypothèse récente
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7625
Nobelprijs kreeg voor zijn priononderzoek, zou erop wijzen dat een schaap met verschillende prionenstammen (scrapie en BSE) tegelijkertijd kan zijn besmet, en wegens de grotere hittegevoeligheid van deze scrapiestammen bij het productieproces van diermeel van besmette schapen, deze BSE-stam zou zijn uitgezuiverd en aldus gemakkelijker op runderen kon worden overgebracht. Hoe dan ook, de uitbreiding van de epidemie in het VK en andere EU-lidstaten is erg versterkt door het recycleren van rund tot rund of herkauwer tot herkauwer via het voeder.
du professeur Prusiner, qui a reçu le prix Nobel pour ses recherches sur le prion, tendrait à démontrer qu’un mouton peut avoir été contaminé par plusieurs souches de prions simultanément (scrapie et ESB), et qu’en raison de la plus grande sensibilité à la chaleur de ces souches de scrapie lors du processus de production des farines animales faites à partir de moutons contaminés, la souche d’ESB aurait été épurée et aurait ainsi pu être plus facilement transmise aux bovins. Quoi qu’il en soit, l’extension de l’épidémie au RU et dans d’autres E´tats membres de l’UE a été très renforcée par le recyclage de bovin à bovin ou de ruminant à ruminant via les aliments.
Andere transmissiewegen zijn niet volledig uit te sluiten (maternaal, via de grond, nematoden of hooimijten) maar zouden nooit volstaan om mits gepaste maatregelen een epidemie in stand te houden.
D’autres voies de transmission ne peuvent être totalement exclues (voie maternelle, par le sol, les nématodes ou les acariens du foin), mais ne suffiraient jamais à entretenir une épidémie si des mesures appropriées sont prises.
3. Tot nu toe werden 19 hypothesen door de TSE/ BSE ad hoc-groep onderzocht :
3. Jusqu’à présent, 19 hypothèses ont été étudiées par le groupe ad hoc EST/ESB :
a)
BSE is afkomstig van scrapie.
a)
L’ESB provient de la tremblante.
b)
BSE is een zeldzame sporadische ziekte bij runderen.
b)
L’ESB est une maladie sporadique rare chez les bovins.
c)
BSE komt van Creutzfeldt-Jakob-ziekte.
c)
L’ESB vient de la maladie de Creutzfeldt-Jakob.
d)
Organofosfaten zijn betrokken bij het ontstaan.
d)
Les organophosphates sont impliqués dans l’apparition de la maladie.
e)
Beendermeel afkomstig van vilbeluiken is betrokken bij de transmissie.
e)
Les farines d’os en provenance des entreprises de destruction sont impliquées dans sa transmission.
f)
Bacterie¨le toxicose veroorzaakt BSE.
f)
La toxicose bactérienne provoque l’ESB.
g)
BSE is een lysosomale stapelziekte.
g)
L’ESB est une maladie lysosomiale du bétail.
h)
Horizontale transmissie van BSE door het oog.
h)
Transmission horizontale de l’ESB par l’œil.
i)
Een reeks voedingswijzigingen zijn oorzaak.
i)
Une série de modifications alimentaires sont la cause de la maladie.
j)
BSE is een auto-immune ziekte.
j)
L’ESB est une maladie auto-immune.
k)
BSE-overdracht gebeurt terachtige organismen.
campylobac-
k)
La transmission de l’ESB se fait via des organismes du type campylobacter.
l)
Alkaloı¨dale glycosidase-inhibitoren veroorzaken PrPc-structuurwijzigingen.
l)
Les inhibiteurs de la glycosidase alcaloı¨dale provoquent des modifications de la structure PrPc.
m)
Bedorven overschotten veroorzaken toxische inductie voor een eerste uitbraak.
m)
Des déchets en décomposition provoquent une induction toxique pour une première épidémie.
n)
Thiodisulfide-uitwisselingchemie PrP-configurale veranderingen.
veroorzaakt
n)
La chimie d’échanges de thiodisulfide provoque des modifications de configuration PrP.
o)
Bovien pituı¨tair hormoon veroorzaakte eerste verspreiding van BSE.
o)
L’hormone pituitaire bovine a provoqué la première propagation de l’ESB.
p)
Oligonucleotiden komen tussen bij de overdracht van het agens.
p)
Les oligonucléotides interviennent dans la transmission de l’agent.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
via
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7626
q)
BSE-gevallen die opgemerkt worden, werden verticaal overgebracht, maar er is een veel groter deel asymptomatische gevallen in elk bedrijf.
q)
Les cas d’ESB qui sont détectés ont été transmis verticalement, mais il y a une bien plus grande part de cas asymptoˆmatiques dans chaque exploitation.
r)
Een reeks sporen-metalen kunnen betrokken zijn bij BSE-symptomen en -pathologie.
r)
Une série d’oligo-éléments peuvent être impliqués dans les symptoˆmes et la pathologie de l’ESB.
s)
BSE veroorzaakt door micro-bacterie¨n in de aardse atmosfeer gebracht via kometen.
s)
L’ESB est provoquée par des micro-bactéries amenées dans l’atmosphère terrestre par le biais des comètes.
Alleen elementen uit hypothesen a), b) en e) konden tot nu toe op basis van wetenschappelijke argumentatie een, weliswaar slechts gedeeltelijke, verklaring geven voor het ontstaan van BSE in het VK en de verspreiding ervan in het VK, de EU en wellicht wereldwijd.
Seuls des éléments tirés des hypothèses a), b) et e) ont pu jusqu’à présent, sur base d’une argumentation scientifique, donner une explication, certes seulement partielle, à l’apparition de l’ESB au RU et à sa propagation au RU, dans l’UE et peut-être dans le monde entier.
DO 2000200110543
DO 2000200110543
Vraag nr. 72 van de heer Luc Goutry van 30 januari 2001 (N.) :
Question no 72 de M. Luc Goutry du 30 janvier 2001 (N.) :
Aquacultuurprojecten.
Projets d’aquaculture.
Ons land blijft ver ten achter tegenover buurlanden wanneer het mosselen-, oester- of andere aquacultuurprojecten betreft.
Par rapport à certains pays voisins, notre pays est à la traıˆne en ce qui concerne les projets d’aquaculture (moules, huıˆtres ou autres).
De Zeebrugse voorhaven, die toegankelijk is voor het publiek, zou naar verluidt een vruchtbare bodem zijn voor mosselen, oesters en zelfs kreeften.
Il me revient que l’avant-port de Zeebrugge, qui est accessible au public, constituerait un terrain fertile pour les moules, les huıˆtres et même pour les homards.
1. a) Is er reeds onderzoek gebeurd in dit verband ?
1. a) Des travaux de recherche ont-ils déjà été menés dans ce cadre ?
b) Zo neen, vindt u het aangewezen om het departement Visserij opdracht te geven om een dergelijk onderzoek uit te voeren ?
b) Dans la négative, n’estimez-vous pas opportun de charger le département de la Pêche d’une étude à ce propos ?
2. Wat kunt u ondernemen om de achterstand in verband met aquacultuurprojecten tegenover de buurlanden weg te werken, nu er steeds meer gesproken wordt van overbevissing, verminderde quota’s, enz. ?
2. Quelles initiatives pouvez-vous prendre en vue de rattraper le retard accusé en matière d’aquaculture par notre pays par rapport aux pays voisins, à un moment ou` il est beaucoup question de surpêche intensive, de réduction des quotas, etc. ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te melden dat binnen het pakket van structuurmaatregelen, de aquacultuur is opgenomen voor structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de visserijsector in Belgie¨ (regio’s buiten doelstelling 1).
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que dans l’ensemble des mesures structurelles, l’aquaculture est reprise dans les aides structurelles de la Communauté européenne dans le secteur de la pêche en Belgique (régions en dehors de l’objectif 1).
Ingevolge een overeenkomst met betrekking tot bevoegdheidsregeling tussen de federale overheid en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aangaande de structuurmaatregelen valt de aquacultuur onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw.
En vertu de l’article 6, § 1er, III, 7o de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 aouˆt 1980, modifiée par la loi du 8 aouˆt 1988, la pisciculture relève de la compétence des régions.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7627
1. a) Neen.
1. a) Non.
b) De haven van Zeebrugge werd in een studie verricht door het departement Zeevisserij-CLO in 1993 (gefinancieerd door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Belgische Beroepsvereniging der visgroothandelaars, het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij en Pieters Visbedrijf) onderzocht als potentie¨le inplantingszone om aan maricultuur te doen en werd opgesplitst in de voor- en de achterhaven. Kritische waterparameters op beide plaatsen, zoals zuurstof-, ammonium-, nitraat-, silicaat- en fosfaatconcentraties voldoen perfect aan de eisen om aan visteelt te doen. De mogelijke inplanting van een elektriciteitscentrale in de achterhaven geeft echter een meerwaarde aan deze plaats. Gezien de grote schommelingen in bacterie¨le contaminanten en chemische verontreinigingen langsheen de Belgische kust, is het noodzakelijk een frequente monitoring te doen op de specifieke plaats, wat kan gebeuren door het departement Zeevisserij-CLO.
b) Dans une étude effectuée par le département de la Pêche maritime du CLO en 1993 (et financée par le « ministerie van de Vlaamse Gemeenschap », l’Association professionnelle des grossistes en poisson de Belgique que le « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij » et le « Pieters Visbedrijf »), le port de Zeebrugge a été étudié en tant que zone d’implantation potentielle pour la pratique de la mariculture, et a été scindé en avant-port et arrièreport. Les paramètres aquatiques critiques mesurés dans les deux zones, tels que les concentrations en oxygène, en ammonium, en nitrate, en silicate et en phosphate, satisfont parfaitement aux exigences fixées pour pratiquer la mariculture. L’implantation éventuelle d’une centrale électrique dans l’arrière-port confère toutefois un plus à cette zone. E´tant donné les importantes fluctuations des contaminants bactériens et des pollutions chimiques le long de la coˆte belge, il est nécessaire de pratiquer un monitoring fréquent sur le site d’implantation spécifique, monitoring qui peut être réalisé par le département de la Pêche maritime du CLO.
2. Het is inderdaad zo dat ons land een zekere achterstand heeft bereikt wat betreft aquacultuur ten opzichte van onze buurlanden. Dit is nog meer uitgesproken wanneer men enkel en alleen de maricultuur in betrekking neemt, namelijk nihil. Commercie¨le kweek van zoetwatersoorten in ons land richt zich voornamelijk tot forel (65 forelkwekerijen voornamelijk in Wallonie¨), snoek, snoekbaars, karper, enz. voor de sportvisserij en paling (3 palingkwekerijen, twee in Vlaanderen en één in Wallonie¨). Daarnaast kweekt men in Piscimeuse (Tihange) in het koelwater van de kerncentrale warmwatersoorten (tilapia, meerval en een grote varie¨teit aan aquariumvissen).
2. Il s’avère, en effet, qu’en matière d’aquaculture, notre pays présente un certain retard par rapport aux pays voisins. Ceci est encore plus marqué si l’on considère la seule mariculture, qui est, en l’occurrence, totalement inexistante. L’élevage commercial d’espèces d’eau douce dans notre pays concerne esssentiellement la truite (65 élevages de truites, principalement situés en Wallonie), le brochet, le sandre, la carpte, etc. pour la pêche sportive, et l’anguille (3 élevages d’anguilles, dont deux situés en Flandre et un en Wallonie). En outre, à Piscimeuse (Tihange), on élève dans les eaux de refroidissement de la centrale nucléaire des espèces d’eau chaude (tilapia, silure et une grande variété de poissons d’aquarium).
De conclusies van deze haalbaarheidstudie naar de mogelijkheid om aan maricultuur te doen vermeld onder 1.b) kunnen als volgt geformuleerd worden :
Les conclusions de cette étude de faisabilité mentionnée au point 1.b) quant aux possibilités de la mariculture peuvent être formulées comme suit :
— De klimatologische condities in Belgie¨ zorgen er voor dat een aquacultuurinstallatie het best gevestigd wordt in de directe omgeving van een installatie dat warmte als afvalproduct produceert (bijvoorbeeld energiecentrales, verbrandingsovens, enz.) voor het aanhouden van optimale kweektemperaturen.
— Les conditions climatologiques de la Belgique sont telles qu’une installation d’aquaculture est idéalement implantée dans l’environnement direct d’une installation qui produit de la chaleur comme « sous-produit » (par exemple centrales énergétiques, incinérateurs, etc.), ceci en vue du maintien de températures optimales pour l’élevage.
— De beschikbaarheid aan zeewater van goede kwaliteit in voldoende kwantiteit is een probleem, daar de kuststrook primair dient voor het toerisme en een klein deel voor natuurbehoud, zodat een inplanting van een aquacultuurinstallatie moeilijk
— La disponibilité d’eau de mer de bonne qualité en quantité suffisante est un problème, car la bande coˆtière sert prioritairement à des fins touristiques et, pour une petite partie, à des fins de conservation de la nature, de sorte que l’implantation d’une
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7628
kan gebeuren in de directe nabijheid van de kust, tenzij in of rond de havens.
installation d’aquaculture peut difficilement se faire à proximité immédiate de la coˆte, si ce n’est dans ou autour des ports.
— Bij inplanting verder van de kust kunnen enkel soorten met een wijde tolerantie voor schommelingen in zoutgehalte gekweekt worden. Daarnaast zijn er nog beperkingen vanwege milieureglementering inzake het lozen van zoutwater.
— En cas d’implantation plus loin de la coˆte, peuvent seules être élevées les espèces présentant une large tolérance à l’égard des fluctuations de la salinité. En outre, il y a encore des restrictions liées à la réglementation environnementale en matière de déversement d’eau salée.
— Wat betreft de afzet van gekweekte mariene vissoorten onder studie, was de tarbot de meest belovende soort.
— En ce qui concerne la commercialisation des espèces marines élevées à l’étude, c’est le turbot qui était l’espèce la plus prometteuse.
Deze conclusies moeten natuurlijk gezien worden in de tijdsgeest van toen. Tegenwoordig zijn recirculatietechnieken sterk verbeterd, zodat de kweek en vetmesterij van zeevissen wel mogelijk is aan land. Dergelijke recirculatiesystemen vragen echter een zware investering boven op de basisinvestering van een dergelijke kwekerij. Daarnaast werd deze studie gedaan op mariene soorten, waarvan de kweekcondities toen reeds goed gekend waren. Vandaag is het aantal commercie¨le soorten uitgebreid, waarvan bepaalde met betrekking tot de klimatologische omstandigheden in Belgie¨ misschien betere kandidaten vormen.
Ces conclusions doivent évidemment être considérées dans l’esprit de l’époque. Actuellement, les techniques de circuit fermé piscicole se sont fortement améliorées, de sorte que l’élevage et l’engraissement de poissons de mer est possible à terre. De tels systèmes de remise en circulation demandent toutefois de lourds investissements en plus de l’investissement de base d’un tel élevage. En outre, cette étude a été réalisée sur des espèces marines, dont les conditions d’élevage étaient alors déjà bien connues. Aujourd’hui, le nombre d’espèces commerciales s’est étendu, dont certaines constituent peut-être de meilleures candidates au vu des conditions climatiques de la Belgique.
Het departement Zeevisserij-CLO is evenwel de mening toegedaan dat Belgie¨, vanwege zijn knowhow, een uitstekende basis is om pootvis te kweken van mariene soorten. Deze pootvis kan dan dienen om vetmesterijen in het buitenland te voorzien, die voor hun productie volledig afhankelijk zijn van andere kwekerijen. Daarnaast kan pootvis ook gebruikt worden om bepaalde visbestanden terug aan te vullen via restocking. Het departement Zeevisserij-CLO heeft hieromtrent verschillende projecten lopen. Verder verricht het departement Zeevisserij-CLO onderzoek naar aquacultuurmogelijkheden van schelpdieren voor de Belgische kust, onder andere met het project over hangmosselcultuur in volle zee.
Le département de la Pêche maritime du CLO estime cependant que la Belgique, graˆce à son savoirfaire, constitue une excellente base pour la production d’alevins d’espèces marines. Ces alevins peuvent alors servir à approvisionner les élevages (d’engraissement) de l’étranger qui, pour leur production, sont totalement dépendants d’autres élevages. En outre, les alevins peuvent aussi être utilisés pour renflouer certaines ressources de pêche par « remise à niveau des stocks » (restocking). Le département de la Pêche maritime du CLO a plusieurs projets en cours à ce sujet. Il effectue en outre des recherches sur les possibilités d’aquaculture de coquillages pour la coˆte belge, notamment le projet de mytiliculture suspendue en pleine mer.
Middenstand
Classes moyennes
DO 2000200110537
DO 2000200110537
Vraag nr. 44 van de heer Patrick Moriau van 29 januari 2001 (Fr.) :
Question no 44 de M. Patrick Moriau du 29 janvier 2001 (Fr.) :
Verbod op de uitoefening van handelsactiviteiten op de Samber en de Eau d’Heure.
Commerce. — Interdiction sur la Sambre et l’Eau d’Heure. ` ce jour, tout commerce est interdit sur la Sambre A et l’Eau d’Heure par le règlement de la police de navigation intérieure qui dans ses dispositions particulières
Krachtens artikel 13 van de voor de Samber en de Eau d’Heure geldende bijzondere bepalingen van het reglement van de binnenvaartpolitie is iedere handels-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7629
activiteit op de Samber en de Eau d’Heure strikt verboden.
pour la Sambre et l’Eau d’Heure prévoit à l’article 13 : « L’exercice de tout commerce à bord des bateaux, logement ou de bateaux navigants est interdit de façon absolue. »
Dat uit het reglement voortvloeiend verbod belemmert in aanzienlijke mate de toeristische ontwikkeling van dat gebied en houdt een discriminatie in, aangezien het niet geldt voor andere rivieren en stromen in ons land. Naar aanleiding van het advies van de Waalse minister José Daras en van de Conseil d’orientation de l’Office de promotion des voies navigables, zou er eensgezindheid zijn om het van 1935 daterend reglement te herzien.
L’application de cette interdiction émanant du règlement de la police de navigation est donc un frein important au développement touristique de cette zone fluviale, apparaissant comme discriminatoire puisqu’elle n’est pas d’application sur d’autres fleuves et rivières du pays. ` la suite de l’avis du ministre wallon José Daras et A du Conseil d’orientation de l’Office de promotion des voies navigables, il semblerait qu’une unanimité se dégage pour dire que ce réglement datant de 1935 doit être revu.
1. Vindt u een herziening van dat reglement noodzakelijk ?
1. Quel est votre avis sur la nécessité de modifier la réglementation en question ?
2. Hoe zit het met het overleg tussen de federale overheid en de gewestelijke overheden dienaangaande ?
2. Quel est l’état d’avancement de la concertation entre fédéral et régional en la matière ?
3. Welke mogelijke alternatieve oplossingen zijn er om dat specifiek probleem met betrekking tot de Samber en de Eau d’Heure snel op te lossen mocht het overleg aanslepen en een wijziging van de regelgeving uitblijven ?
3. Au cas ou` la procédure de concertation et de modification de la réglementation risquerait de s’éterniser, quelles sont les alternatives possibles afin de résoudre rapidement ce problème particulier à la Sambre et à l’Eau d’Heure ?
Antwoord : De vraag van het geachte lid heb ik met aandacht gelezen.
Réponse : La question de l’honorable membre retient toute mon attention.
De problematiek van de uitoefening van commercie¨le activiteiten op de bevaarbare waterwegen moet, wat mijn departement betreft, onderzocht worden in functie van de wet van 25 juni 1993 betreffende de ambulante activiteiten.
La problématique de l’exercice d’activités commerciales sur les voies navigables doit, en ce qui concerne mon département, s’examiner sous l’angle de la loi du 25 juin 1993 sur les activités ambulantes.
Op dit vlak dienen zich twee mogelijkheden aan afhankelijk of de verkoop betrekking heeft op diensten aan de consument, zoals bijvoorbeeld restauratie, of op producten.
` ce niveau, deux éventualités se présentent selon A que la vente, au consommateur, porte sur des services, tels que la restauration par exemple, ou concerne des produits.
In de eerste veronderstelling is er geen enkele specifieke machtiging, buiten deze eigen aan elke commercie¨le activiteit, vereist; de wet sluit immers de diensten van haar toepassingsgebied uit.
Dans la première hypothèse, aucune autorisation spécifique, autre que celle propre à toute activité commerciale, n’est requise; en effet, la loi exclut les services de son champ d’application.
In de tweede veronderstelling daarentegen is de wetgeving wel degelijk van toepassing.
Dans la seconde hypothèse, par contre, la législation est bien d’application.
De activiteit in kwestie valt onder een verbod, in die zin dat de ambulante handel in het algemeen, enkel op de openbare weg en ook op gelijkgestelde plaatsen toegelaten is waarbij de bevaarbare waterlopen niet voorkomen.
L’activité en question tombe toutefois sous le coup d’une interdiction dans la mesure où le commerce ambulant n’est autorisé, de manière générale, que sur la voie publique ainsi qu’en d’autres lieux assimilés à celle-ci, parmi lesquels ne figurent pas les voies navigables.
Ik meen echter, in eerste instantie, dat niets nog het behoud van een dergelijk verbod rechtvaardigt. In het kader van de huidige hervorming van de wet betref-
J’estime toutefois, de prime abord, que rien ne justifie le maintien d’une telle interdiction. Aussi, ai-je chargé mon administration, dans le cadre de la
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
981
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7630
fende ambulante activiteiten, heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om de mogelijkheid deze vorm van ambulante handel toe te laten, te onderzoeken.
réforme en cours de la loi sur les activités ambulantes, d’examiner la possibilité d’autoriser cette forme de commerce ambulant.
Het betreft hier evenwel een principieel standpunt die geen invloed mag hebben op de aangehaalde specifieke problematiek welke mij onderworpen lijkt aan de bevoegdheid van de Waalse minister van Transport, Mobiliteit en Energie.
Il s’agit là cependant d’une position de principe qui ne peut interférer avec la problématique particulière évoquée qui m’apparaıˆt du seul ressort du ministre wallon chargé des Transports, de la Mobilité et de l’E´nergie.
DO 2000200110654
DO 2000200110654
Vraag nr. 47 van de heer Jef Valkeniers van 15 februari 2001 (N.) :
Question no 47 de M. Jef Valkeniers du 15 février 2001 (N.) :
Zelfstandigen. — Pensioenen. — Nieuwe berekeningsbasis.
Indépendants. — Pensions. — Nouvelle base de calcul.
Men zou overwegen om de pensioenen van de zelfstandigen in de toekomst te berekenen op basis van de inkomsten van de laatste jaren die men gewerkt heeft voor zijn oppensioenstelling. Hieraan zijn volgens mij echter ook nadelen verbonden. Inderdaad heel wat zelfstandigen bouwen stilaan af voor ze met pensioen gaan ofwel verplicht ofwel vrijwillig.
Il semblerait que l’on envisage de calculer les pensions des indépendants sur la base des revenus perçus au cours des dernières années d’activité professionnelle précédant la pension. Selon moi, ce système ne présenterait pas que des avantages. En effet, nombreux sont les indépendants qui, à l’approche de la pension, mettent progressivement un terme à leur activité professionnelle, par choix ou par obligation.
Anderen breiden hun zaken uit in het licht van een overname, wat maakt dat ze minder inkomsten hebben door de gedane investeringen.
D’autres cherchent plutoˆt à développer leur affaire en vue d’une reprise et consentent des investissements qui ont pour effet de réduire leurs revenus.
Meent u niet dat ook met deze argumenten rekening moet worden gehouden ?
Ne pensez-vous pas qu’il faille tenir compte également de ces arguments ?
Antwoord : Ik heb de eer aan het geachte lid mee te delen dat er geenszins wordt overwegen om de berekeningsbasis voor de pensioenen van de zelfstandigen te wijzigen, in de geest zoals bedoeld in zijn vraag.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre qu’il n’est nullement envisagé de modifier la base de calcul des pensions des travailleurs indépendants, dans le sens visé par sa question.
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 1999200011706
DO 1999200011706
Vraag nr. 249 van de heer Jo Vandeurzen van 18 augustus 2000 (N.) :
Question no 249 de M. Jo Vandeurzen du 18 août 2000 (N.) :
Voornaamswijzigingen en naamswijzigingen. Behandelingstijden van de dossiers.
—
Changements du prénom et du nom de famille. — Durée de traitement des dossiers.
Er bereiken mij klachten in verband met de behandelingstijden van de dossiers « voornaamswijzigingen en naamswijzigingen ».
J’ai reçu des plaintes relatives à la durée du traitement des dossiers concernant les changements du nom de famille et du prénom.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7631
1. Hoeveel aanvragen tot wijziging van een voornaam en tot wijziging van een naam werden ingediend in de jaren 1997, 1998 en 1999 ?
1. Combien de demandes concernant des changements du prénom et du nom de famille ont été introduites au cours de 1997, 1998 et 1999 ?
2. Hoeveel tijd is er tussen het bekomen van het verzoekschrift en de beslissing van de minister ?
2. Quel est le délai entre l’introduction de la demande et la décision du ministre ?
3. Hoelang bedraagt de gemiddelde behandelingstermijn voor een vraag tot voornaamswijziging en een vraag tot naamswijziging ?
3. Quels sont les délais de traitement moyens pour les demandes de changement du prénom ainsi que pour les demandes de changement du nom de famille ?
4. Hoeveel aanvragen uit 1997, 1998 en 1999 zijn nog niet behandeld ?
4. Combien de demandes faites en 1997, 1998 et 1999 n’ont pas encore été traitées ?
5. Overweegt u maatregelen te nemen om aan de burger, die voor deze dienst een retributie betaalt, een betere dienstverlening aan te bieden ?
5. Envisagez-vous de prendre des mesures pour garantir aux citoyens une amélioration de ce service, pour lequel ils paient une rétribution ?
6. Ik heb begrepen dat, nadat de naamswijziging is toegestaan, er nog een hele lijdensweg volgt van betaling van het recht aan het departement Financie¨n om uiteindelijk tot een overschrijving in het bevolkingsregister te komen.
6. J’ai cru comprendre que, lorsque le changement est accepté, il s’ensuit un véritable chemin de croix qui comprend le paiement du droit au département Finances et se cloˆture par l’inscription au registre national.
a) Is deze procedure niet al te omslachtig ?
a) Cette procédure n’est-elle pas trop complexe ?
b) Kunnen er geen maatregelen genomen worden om deze administratieve rompslomp te vereenvoudigen in het kader van de regering om prioriteit te geven aan het behoorlijk bestuur ?
b) Ne pourrait-on prendre des mesures pour remédier aux lourdeurs administratives dans le cadre de la bonne gestion, dont le gouvernement a fait une priorité ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het geachte lid gelieve hierna de cijfers te willen vinden betreffende het aantal aanvragen.
Jaar — Année
1997 1998 1999
Totaal aantal verzoeken — Nombre total des requeˆtes
1. L’honorable membre voudra bien trouver cidessous les chiffres relatifs au nombre de requeˆtes.
Verzoeken tot wijziging Verzoeken tot wijziging Verzoeken tot wijziging van naam van naam en voornaam van voornaam — — — Requeˆtes en changement Requeˆtes en changement Requeˆtes en changement de nom de nom et prénom de prénom
865 1 137 1 341
438 486 552
67 61 89
360 590 700
2 en 3. De behandelingstermijn voor een verzoek tot voornaamsverandering bedraagt ongeveer 1,5 jaar en voor een verzoek tot naamsverandering 1,5 tot 2 jaar.
2 et 3. Le délai de traitement pour une requeˆte en changement de prénom est d’environ 1,5 an et pour une requeˆte en changement de nom de 1,5 à 2 ans.
4. Van de in 1997 ingediende verzoeken zijn er 69 nog niet afgehandeld (28 naams-, 8 naams- en voornaams- en 33 voornaamswijzigingen), van de in 1998 ingediende verzoeken zijn er 145 nog niet afgehandeld (67 naams-, 15 naams- en voornaams- en 63 voornaamswijzigingen) en van de in 1999 ingediende verzoeken zijn er 710 nog niet afgehandeld (279 naams-, 56 naams- en voornaams- en 375 voornaamswijzigingen).
4. Des requeˆtes introduites en 1997, 69 ne sont pas encore terminées (28 changements de noms, 8 changements de noms et prénoms et 33 changements de prénoms), des requeˆtes introduites en 1998, 145 n’ont pas encore été cloˆturées (67 changements de noms, 15 changements de noms et prénoms et 63 changements de prénoms) et en ce qui concerne les requeˆtes introduites en 1999, 710 n’ont pas encore été cloˆturées (279 changements de noms, 56 changements de noms et prénoms et 375 changements de prénoms).
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7632
5. Zoals ik reeds heb meegedeeld in het antwoord op de mondelinge vraag nr. 2277 van mevrouw Brepoels (Beknopt Verslag, Kamer, 1999-2000, commissie Justitie, 12 juli 2000, C 264, blz. 7) is het aantal ingediende vragen tot naams- of voornaamsverandering op korte termijn praktisch verdubbeld. Om aan die stijging tegemoet te komen werd bijkomend personeel aangeworven.
5. Comme je l’ai déjà signalé dans la réponse à la question orale no 2277 de Mme Brepoels (Compte rendu, Chambre, 1999-2000, commission de la Justice, 12 juillet 2000, C 264, p. 7) le nombre des requeˆtes en changement de noms ou de prénoms a pratiquement doublé sur une courte période. Pour pallier à cette augmentation, du personnel supplémentaire a été engagé.
6. Krachtens artikel 249 en volgende van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten is voor de vergunning om van naam of voornaam te veranderen een registratierecht verschuldigd. Teneinde de inning van de registratierechten mogelijk te maken worden de afschriften van de bedoelde besluiten overgemaakt aan het ministerie van Financie¨n, dat de besluiten doorstuurt naar het bevoegde registratiekantoor alwaar de begunstigde tegen betaling van de verschuldigde rechten een afschrift van het besluit ontvangt.
6. En vertu des articles 249 et suivants du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe, un droit d’enregistrement est duˆ en cas d’autorisation de changer de nom ou de prénom. Afin de permettre la perception des droits d’enregistrement, des expéditions des arreˆtés concernés sont transmises au ministère des Finances, qui les envoie au bureau d’enregistrement compétent chargé de remettre l’expédition à l’intéressé contre paiement des droits d’enregistrement.
Overeenkomstig artikel 7 van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen dient het afschrift van het besluit dat de verandering van naam of voornamen toestaat binnen de 60 dagen na de registratie door de begunstigde aan de ambtenaar van de burgerlijke stand toegezonden of ter hand gesteld worden. Overeenkomstig artikel 8 van dezelfde wet schrijft de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de 15 dagen na de ontvangst ervan het beschikkend gedeelte van het besluit over in zijn registers.
Conformément à l’article 7 de la loi du 15 mai 1987 relative aux noms et aux prénoms, l’expédition de l’arreˆté qui autorise le changement de nom ou de prénom doit eˆtre envoyée ou remise dans les 60 jours de son enregistrement à l’officier de l’état civil. L’article 8 de la meˆme loi prévoit que l’officier de l’état civil, dans les 15 jours de l’envoi ou de la remise de l’arreˆté, en transcrit le dispositif dans ses registres.
DO 2000200110211
DO 2000200110211
Vraag nr. 286 van de heer Jozef Van Eetvelt van 22 november 2000 (N.) :
Question no 286 de M. Jozef Van Eetvelt du 22 novembre 2000 (N.) :
Lidmaatschap kerkbesturen.
Appartenance au conseil d’administration des fabriques d’église.
Het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken bepaalt in artikel 3 de voorwaarden voor verkiesbaarheid als lid van de kerkraad van de rooms-katholieke eredienst. Eén van de voorwaarden is dat men katholiek dient te zijn. Het decreet geeft terzake geen definitie. Algemeen zou aangenomen worden dat de personen die deze godsdienst erkennen, eerbiedigen en beoefenen als dusdanig beschouwd kunnen worden. Het zou de kerkelijke overheid toekomen om te oordelen wie al dan niet katholiek is.
L’article 3 du décret impérial du 30 décembre 1809 relatif aux fabriques d’église fixe les conditions concernant l’éligibilité d’une personne au titre de membre du conseil de fabrique d’église du culte catholique. Une des conditions requises est de pratiquer la religion catholique mais le décret ne définit pas cette notion. On considérerait en règle générale que sont catholiques les personnes qui reconnaissent, respectent et pratiquent cette religion. Il incomberait aux autorités ecclésiastiques de déterminer qui est catholique.
Welke procedure dient er te worden gevolgd om een lid van de kerkraad uit zijn functie te ontheffen, wanneer hij niet langer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet wat betreft :
Quelle procédure doit-on suivre afin de démettre de ses fonctions un membre du conseil de fabrique d’église lorsque cette personne ne satisfait plus au critères d’éligibilité suivants :
a) katholiek zijn;
a) être catholique;
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7633
b) wonen in de parochie, of er volwaardig deelnemen aan het kerkelijk leven ?
b) être domicilié dans la paroisse ou` participer activement aux activités religieuses de cette paroisse ?
Antwoord : Ik heb de eer aan het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre la réponse suivante.
Overeenkomstig artikel 7 van het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken, wordt de kerkraad bij gedeelten vernieuwd om de drie jaar. Na de eerste twee vernieuwingen, moeten in het vervolg steeds de oudst in dienst zijnde leden uittreden.
En application de l’article 7 du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques des églises, le conseil de fabrique se renouvelle partiellement tous les trois ans. Après les deux premiers renouvellements, ce sont toujours, par la suite, les membres les plus anciens en exercice qui doivent sortir.
Artikel 8 van het voornoemd keizerlijk decreet bevat nog enkele regels aangaande deze periodieke vernieuwingen :
L’article 8 du décret impérial précité contient également quelques règles relatives aux renouvellements périodiques :
— De raadsleden, die de uittredende leden moeten vervangen, worden door de overige leden verkozen.
— Les conseillers qui doivent remplacer les membres sortants sont élus par les membres restants.
— Wanneer de vervanging niet op het gestelde ogenblik gebeurd is, beveelt de bisschop er binnen een maand toe over te gaan; eens die tijd voorbij is, voorziet hij zelf in de vervanging.
— Lorsque le remplacement n’est pas effectué à l’époque fixée, l’évêque ordonne qu’il y soit procédé dans le délai d’un mois; une fois que ce délai est dépassé, il pourvoit lui-même au remplacement.
Wanneer er, buiten dit gestelde tijdstip, dient overgegaan te worden tot een vervanging van een raadslid dat door overlijden, ontslag of woonstverandering of andere reden ophoudt deel uit te maken van het bestuur, dan dienen de bepalingen toegepast te worden van het koninklijk besluit van 2 augustus 1819 betreffende de wijze waarop de leden van de kerkfabriekraden worden verkozen, buiten de gevallen voorzien door het decreet van 30 december 1809 (Journal officiel nr. XLI), en van het koninklijk besluit van 12 maart 1849 betreffende de gedeeltelijke vernieuwing der kerkfabrieken (Belgisch Staatsblad van 14 maart 1849).
Lorsque, en dehors de la période fixée, un conseiller doit être remplacé suite à un décés ou une démission ou un changement de domicile ou toute autre cause, il convient de s’en référer aux dispositions prévues dans l’arrêté royal du 2 aouˆt 1819 relatif au mode d’élection des membres des conseils de fabrique, hors les cas prévus par le décret du 30 décembre 1809 (Journal officiel no XLI) et à l’arrêté royal du 12 mars 1849 qui fixe le mode de renouvellement partiel des fabriques des églises (Moniteur belge du 14 mars 1849).
De verkiezing van de vervanger moet volgens deze bepalingen gebeuren door de kerkraad tijdens de eerste zitting ervan na het openstaan van het ambt. De reeds geciteerde bepalingen van artikel 8 van het keizerlijk decreet zijn hierop ook van toepassing.
En vertu de ces dispositions, l’élection du remplaçant doit avoir lieu lors de la première séance du conseil qui suit la vacance. Les dispositions précitées de l’article 8 du décret impérial sont églement applicables ici.
De kerkraad moet dus steeds, hetzij naar aanleiding van een periodieke vernieuwing hetzij na het vaststellen van de noodzaak tot vervanging van een lid, een beraadslaging nemen betreffende deze vervanging.
Le conseil de fabrique doit donc toujours, soit à l’occasion d’un renouvellement périodique soit après la constatation de la nécessité de remplacer un membre, prendre une délibération à propos de ce remplacement.
Deze beraadslaging is onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 15bis en 15ter die ingevoegd werden in de wet van 4 maart 1870 op de temporalie¨n van de erediensten bij artikel 4 van de wet van 10 maart 1999 tot wijziging van de wet van 5 april 1962 houdende erkenning van de wijzigingen aan het aartsbisdom Mechelen en van de oprichting van het
Cette délibération est soumise aux dispositions des articles 15bis et 15ter insérés dans la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes par l’article 4 de la loi du 10 mars 1999 modifiant la loi du 5 avril 1962 reconnaissant les modifications de l’archevêché de Malines et la création de l’évêché d’Anvers, la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes et le décret impérial du
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7634
bisdom Antwerpen, de wet van 4 maart 1870 op de temporalie¨n van de erediensten en het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken (Belgisch Staatsblad van 23 april 1999).
30 décembre 1809 concernant les fabriques des églises (Moniteur belge du 23 avril 1999).
Met toepassing van artikel 15bis kan de provinciegouverneur de uitvoering schorsen van de handeling waarbij een kerkfabriek haar bevoegdheid te buiten gaat, de wet schendt of het algemeen belang schaadt. Overeenkomstig artikel 15ter kan de provinciegouverneur de handeling vernietigen waarbij een kerkfabriek de wet schendt of het algemeen belang schaadt.
En application de l’article 15bis, le gouverneur de la province peut suspendre l’acte par lequel une fabrique d’église sort de ses attributions, viole la loi ou blesse l’intérêt général. Suivant l’article 15ter, le gouverneur de province peut annuler l’acte par lequel une fabrique d’église viole la loi ou blesse l’intérêt général.
Aangaande de vaststelling of iemand katholiek is, is de bisschoppelijke overheid exclusief bevoegd, zodat zijn advies steeds vereist is. De gouverneur kan verder steeds alle inlichtingen inwinnen die hij nodig acht.
En ce qui concerne le fait de savoir si quelqu’un est catholique ou ne l’est pas, l’autorité diocésaine est seule compétente. C’est pourquoi, son avis est toujours requis. Le gouverneur peut par la suite toujours demander les renseignements dont il a besoin.
DO 2000200110301
DO 2000200110301
Vraag nr. 295 van de heer Jean-Jacques Viseur van 8 december 2000 (Fr.) :
Question no 295 de M. Jean-Jacques Viseur du 8 décembre 2000 (Fr.) : E´tablissements pénitentiaires.
Strafinrichtingen. Teneinde een beter inzicht te krijgen op de capaciteit van onze strafinrichtingen, de kwestie van de overbevolking in die inrichtingen en de financie¨le weerslag voor de gemeenschap, kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen.
Afin de mieux cerner la capacité de nos établissements pénitentiaires, la question de la surpopulation en son sein et l’impact financier qui incombe à la collectivité, je voudrais poser les questions suivantes.
1. a) Hoeveel gevangenissen zijn momenteel in bedrijf in Belgie¨ ?
1. a) Combien y a-t-il de prisons en activité en Belgique ?
b) Zijn er gevangenissen die momenteel niet in bedrijf zijn en, zo ja, om welke gevangenissen gaat het en wanneer zullen zij effectief operationeel zijn ?
b) Y a-t-il des prisons hors activité et, dans l’affirmative, quelles sont-elles et quand serontelles effectives ?
2. Wat is de capaciteit van elk van die gevangenissen ?
2. Combien de détenus chacune d’entre elles a la capacité d’accueillir ?
3. Hoeveel gedetineerden verblijven momenteel in die gevangenissen ?
3. Combien de détenus sont-ils effectivement accueillis ?
4. Wordt de maximumcapaciteit van de cellen gerespecteerd ?
4. Est-ce que la capacité maximale des cellules est respectée ?
5. Graag de verhouding gedetineerden van buitenlandse origine-gedetineerden van Belgische origine ?
5. Quelle est la proportion de détenus d’origine étrangère par rapport aux nationaux belges ?
6. Graag een opsplitsing van de gedetineerden volgens de aard van de straf ?
6. Quelle est la ventilation de la population carcérale selon la nature de la peine ?
7. Wat is het aantal recidivisten en personen in voorlopige hechtenis in die instellingen ?
7. Quel est le pourcentage de condamnés récidivistes et de personnes en détention préventive dans ces établissements ?
8. Wat is de gemiddelde kost voor de samenleving van een detentiedag ?
8. Quel est le couˆt moyen d’une journée de détention incombant à la collectivité ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7635
Antwoord :
Réponse :
1. a) Er zijn 31 gevangenissen en 1 inrichting tot bescherming van de maatschappij die ressorteren onder het ministerie van Justitie.
1. a) Il existe 31 prisons et 1 établissement de défense sociale qui relèvent du ministère de la Justice.
b) De opening van een nieuwe gevangenis in opbouw te Ittre-Tubize is gepland voor 2001. De bouw van een nieuwe gevangenis te Hasselt is gepland voor 2002.
b) L’ouverture d’une nouvelle prison en construction à Ittre-Tubize est prévue en 2001. La construction d’une nouvelle prison à Hasselt est programmée pour 2002.
De capaciteit van de inrichtingen is momenteel beperkt wegens renovatiewerken zowel in Vlaanderen, Wallonie¨ als in Brussel.
La capacité des établissements est actuellement réduite pour travaux de rénovation tant en Flandre, en Wallonie qu’à Bruxelles.
2 en 3. De plaatsen die momenteel beschikbaar zijn en de gedetineerdenpopulatie zijn als volgt in te delen :
2 et 3. Les places disponibles actuellement et la population détenue se répartissent comme suit :
Andenne ............................... Antwerpen ............................ Aarlen ................................... Brugge .................................. Dendermonde ....................... Dinant .................................. Vorst ..................................... Gent ...................................... Hasselt .................................. Hoogstraten .......................... Hoei ...................................... Ieper ..................................... Jamioulx ............................... Lantin ................................... Leuven-Centraal .................... Leuven-Hulp ......................... Marneffe ............................... Mechelen .............................. Merksplas ............................. Bergen ................................... Namen .................................. Nijvel .................................... Oudenaarde .......................... Paifve .................................... Ruiselede .............................. Sint-Gillis .............................. Sint-Hubert ........................... Tongeren .............................. Doornik ................................ Turnhout .............................. Verviers ................................ Wortel ..................................
Capaciteit
Bevolking
384 366 111 655 159 32 405 283 59 155 64 67 269 729 263 149 131 72 694 265 140 192 132 126 48 528 238 47 139 131 194 145
379 513 104 751 167 50 666 379 92 145 75 98 398 891 273 120 113 78 666 301 195 210 128 114 45 717 204 77 150 130 258 137
Andenne ............................... Anvers .................................. Arlon .................................... Bruges ................................... Termonde ............................. Dinant .................................. Forest .................................... Gand ..................................... Hasselt .................................. Hoogstraten .......................... Huy ...................................... Ypres .................................... Jamioulx ............................... Lantin ................................... Louvain centrale ................... Louvain Hulp ....................... Marneffe ............................... Malines ................................. Merksplas ............................. Mons .................................... Namur .................................. Nivelles ................................. Audenarde ............................ Paifve .................................... Ruiselede .............................. Saint-Gilles ........................... Saint-Hubert ......................... Tongres ................................ Tournai ................................ Turnhout .............................. Verviers ................................ Wortel ..................................
4. Er zijn op dit ogenblik 8 624 gedetineerden voor een capaciteit van 7 372 beschikbare plaatsen. 5. 40 %.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Capacité
Population
384 366 111 655 159 32 405 283 59 155 64 67 269 729 263 149 131 72 694 265 140 192 132 126 48 528 238 47 139 131 194 145
379 513 104 751 167 50 666 379 92 145 75 98 398 891 273 120 113 78 666 301 195 210 128 114 45 717 204 77 150 130 258 137
4. 8 624 détenus se partagent 7 372 places disponibles actuellement. 5. 40 %.
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7636
6 en 7. Deze statistische gegevens werden niet bijgehouden.
6 et 7. Ces données statistiques ne sont pas tenues.
8. De gemiddelde kostprijs van één dag detentie bedraagt 3 067 frank.
8. Le couˆt moyen de la journée de détention s’élève à 3 067 francs.
DO 2000200110376
DO 2000200110376
Vraag nr. 302 van mevrouw Trees Pieters van 22 december 2000 (N.) :
Question no 302 de Mme Trees Pieters du 22 décembre 2000 (N.) :
Processen-verbaal in het kader van de dioxinecrisis.
Procès-verbaux dans le cadre de la crise de la dioxine.
In het kader van de uitbetaling van de schade ten gevolge van de dioxinecrisis werd als één van de motieven om al dan niet over te gaan tot de betaling van (een voorschot op) die geleden schade nagegaan of tegen de betrokken firma al dan niet een procesverbaal was opgesteld. De firma’s werden en worden als potentie¨le fraudeurs aanzien tot op het moment dat het onderzoek naar deze processen-verbaal volledig is afgerond.
Dans le cadre du paiement d’indemnités à la suite de la crise de la dioxine, une des raisons invoquées pour ne pas procéder au paiement de l’indemnisation des dommages (ou d’une avance de celle-ci) concernait la vérification de l’établissement ou non d’un procèsverbal à l’encontre des entreprises concernées. Jusqu’au moment de la cloˆture complète de l’enquête par un procès-verbal, celles-ci étaient — et sont toujours — considérées comme des fraudeurs potentiels.
In het kader van de afhandeling zou het in eerste instantie de bedoeling geweest zijn om deze processenverbaal in Dendermonde af te handelen maar omwille van het grote aantal dossiers zouden ze over de verschillende parketten verdeeld geworden zijn.
Dans le cadre du traitement de ces dossiers, les autorités judiciaires auraient, dans un premier temps, eu l’intention de cloˆturer ces procès-verbaux à Termonde mais, en raison du nombre important de dossiers, ceux-ci auraient été répartis entre plusieurs parquets.
Ten einde een volledig zicht te krijgen op de stand van zaken in verband met de afhandeling van de dioxinedossiers rijzen de volgende vragen :
Afin d’obtenir un aperçu complet de l’état d’avancement des dossiers relatifs à la crise de la dioxine, je souhaiterais adresser les questions suivantes au ministre :
1. Hoeveel dossiers zijn gevat door een dergelijk proces-verbaal ?
1. Dans combien de dossiers un procès-verbal, tel que décrit ci-dessus, doit-il être établi ?
2. Hoeveel van deze dossiers zijn reeds volledig afgewerkt ?
2. Pour combien de ces dossiers l’examen est-il complètement cloˆturé ?
3. Hoeveel van deze dossiers werden doorgestuurd naar de andere parketten ?
3. Combien de ces dossiers ont été transmis à d’autres parquets ?
4. Hoeveel van deze dossiers werden zonder gevolg geklasseerd ?
4. Combien de ces dossiers ont été classés sans suite ?
5. Waarom werden deze dossiers zonder gevolg geklasseerd ?
5. Pourquoi ces dossiers ont-ils été classés sans suite ?
6. a) Werden er reeds frauduleuze dossiers ontdekt ?
6. a) Des dossiers frauduleux ont-ils déjà été découverts ?
b) Zo ja, hoeveel ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de gerechtelijke overheden zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee.
Réponse : Sur base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7637
Aantal dossiers Afgewerkt — — Nombre Cloˆturé de dossiers
Doorgestuurd — Transmis
Zonder gevolg — Sans suite
Reden sepot — Motif du classement sans suite
Gent. — Gand ..........................
3
2
—
2
Dendermonde. — Termonde ....
15
13
—
11
Oudenaarde. — Audenarde ......
9
7
1
6
Brugge. — Bruges .....................
5
4
—
4
Kortrijk. — Courtrai ................
3
0
—
—
geen bezwaren/ éléments insuffisants geen bezwaren/ éléments insuffisants : (9) geen misdrijf/ pas d’infraction : (2) geen bezwaren/ éléments insuffisants geen bezwaren/ éléments insuffisants —
Ieper. — Ypres ......................... Veurne. — Furnes ....................
0 0
— —
— —
— —
— —
Fraude
0 0
0 0 1 valse etikettering/ 1 faux étiquettage — —
DO 2000200110378
DO 2000200110378
Vraag nr. 303 van mevrouw Colette Burgeon van 22 december 2000 (Fr.) :
Question no 303 de Mme Colette Burgeon du 22 décembre 2000 (Fr.) :
Veemarkten van Anderlecht en Ciney. — Dierenmishandeling.
Marchés aux bestiaux d’Anderlecht et de Ciney. — Maltraitance animale.
De afschuwelijke beelden die door de dierenrechtenverenigingen « Gaia » en « Dieren in gevaar » op de veemarkten van Anderlecht en Ciney werden gedraaid, liggen nog vers in het geheugen.
Les images terrifiantes tournées par les associations de protection animale « Gaia » et « Animaux en péril » sur les marchés aux bestiaux d’Anderlecht et de Ciney sont encore dans toutes les mémoires.
Welke specifieke maatregelen heeft uw departement sinds de verspreiding van de door Gaia gedraaide beelden in dat dossier van dierenmishandeling getroffen ?
Quelles mesures spécifiques sur ce dossier de maltraitance animale ont été prises par votre département depuis la diffusion des images transmises par Gaia ?
Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de gerechtelijke autoriteiten zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee.
Réponse : Sur base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autroités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.
1) Het parket van de procureur des Konings te Brussel heeft een dossier aangelegd teneinde de dader van de feiten die zich te Anderlecht hebben voorgedaan te identificeren en te straffen.
1) Un dossier a été ouvert au parquet du procureur du Roi de Bruxelles tendant à faire identifier et à poursuivre les auteurs des faits incriminés à Anderlecht.
2) In een brief aan de procureurs des Konings is beklemtoond dat de parketten krachtdadig moeten optreden als dieren op beestenmarkten ernstig worden mishandeld en gesteld dat zij in geval van kennelijke hardhandigheid daadwerkelijk vervolging moeten instellen op grond van 35, 1o, van de
2) Une lettre a été adressée aux procureurs du Roi leur signalant qu’il appartiendra aux parquets d’agir énergiquement en cas de sévices graves envers les animaux aux marchés au bétail, de poursuivre effectivement les cas de brutalité manifeste sur pied de l’article 35, 1o, de la loi du 14 août
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
982
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7638
wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, alsmede de mogelijkheden geboden in de artikelen 37 en 40 van dezelfde wet niet uit het oog mogen verliezen.
1986 relative à la protection et au bien-être des animaux et de ne pas perdre de vue les possibilités offertes par les articles 37 et 40 de la même loi.
DO 2000200110454
DO 2000200110454
Vraag nr. 309 van mevrouw Alexandra Colen van 16 januari 2001 (N.) :
Question no 309 de Mme Alexandra Colen du 16 janvier 2001 (N.) :
Drugs. — Goedgekeurde internationale verdragen.
Drogue. — Traités internationaux ratifiés.
1. Welke internationale verdragen heeft Belgie¨ goedgekeurd in verband met het gebruik, bezit, verhandelen en/of aanmaken van drugs ?
1. Quels traités internationaux la Belgique a-t-elle ratifiés dans le domaine de la consommation, de la détention, du commerce et/ou de la fabrication de drogues ?
2. Over welke specifieke drugs handelen deze verdragen ?
2. Sur quelles drogues spécifiques ces traités portent-ils ?
Antwoord :
Réponse :
1. Belgie¨ heeft alle verdragen van de Verenigde Naties in verband met verdovende middelen bekrachtigd, te weten :
1. La Belgique a ratifié toutes les conventions des Nations unies en matière de drogue, à savoir :
— het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, en Bijlagen, opgemaakt te New York op 30 maart 1961 (Belgisch Staatsblad van 27 november 1969);
— Convention unique sur les stupéfiants, et Annexes, faite à New York le 30 mars 1961 (Moniteur belge du 27 novembre 1969);
— het Protocol, opgemaakt te Genève op 25 maart 1972, houdende wijziging van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen van 30 maart 1961 (Belgisch Staatsblad van 14 september 1984);
— Protocole, fait à Genève le 25 mars 1972, portant amendement à la Convention unique sur les stupéfiants du 30 mars 1961 (Moniteur belge du 14 septembre 1984);
— het Verdrag inzake psychotrope stoffen, opgemaakt te Wenen op 21 februari 1971 (Belgisch Staatsblad van 21 maart 1996);
— Convention sur les substances psychotropes, faite à Vienne le 21 février 1971 (Moniteur belge du 21 mars 1996);
— het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, opgemaakt te Wenen op 20 december 1988 (Belgisch Staatsblad van 21 maart 1996).
— Convention des Nations unies contre le trafic illicite de stupéfiants et de substances psychotropes, faite à Vienne le 20 décembre 1988 (Moniteur belge du 21 mars 1996).
Bovendien heeft ons land de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990 bekrachtigd. Hoofdstuk 6 ervan bevat bepalingen in verband met verdovende middelen (Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1993).
La Belgique a, en outre, ratifié la Convention d’application de l’Accord de Schengen du 19 juin 1990 qui en son chapitre 6 comprend des dispositions relatives aux stupéfiants (Moniteur belge du 15 octobre 1993).
2. Voornoemde verdragen van de Verenigde Naties hebben betrekking op de volgende stoffen :
2. Les conventions des Nations unies précitées visent les substances suivantes :
Het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen van 1961 voorziet in toezicht op het verbruik en de vervaardiging van en de illegale handel in verdovende middelen. Het heeft betrekking op bolkaf, de cacaoplant en cannabis.
La Convention unique sur les stupéfiants de 1961 instaure des mesures de controˆle relatifs à l’usage, la fabrication et le trafic illicite de stupéfiants. Elle vise la paille de pavot, le cocaı¨er et le cannabis.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7639
Het Verdrag inzake psychotrope stoffen van 1971 strekt ertoe te voorzien in toezicht op de stoffen die niet zijn bedoeld in het Enkelvoudig Verdrag van 1961. Het gaat om stoffen die het gedrag of de gemoedstoestand kunnen wijzigen en waarvan het gebruik leidt tot last (of tot schade) voor het individu en voor de maatschappij : het gaat om amfetamines (stimulerende middelen), sedatieve en hypnotische middelen (barbituraten) en hallucinogene middelen (LSD en mescaline).
La Convention sur les substances psychotropes de 1971 a été établie pour instaurer des mesures de controˆle sur des substances non visées par la Convention unique de 1961. Il s’agit de substances capables de modifier le comportement et l’humeur et dont l’usage occasionne des désagréments (ou des dommages) à l’individu et à la société : des drogues du type amphétamines (stimulants), des agents sédatifs et hypnotiques (barbituriques) et des hallucinogènes (LSD et mescaline).
De stoffen bedoeld in de verdragen van 1961 en 1971 zijn op advies van de Wereldgezondheidsorganisatie opgenomen in vier « lijsten » waarop, naar gelang van het gevaar en het therapeutisch nut ervan, diverse en onderscheiden stringente vormen van toezicht van toepassing zijn. De diensten van de Verenigde Naties die toezicht uitoefenen op de toepassing van die verdragen zijn het Internationale Comité van toezicht op verdovende middelen en de Commissie voor verdovende middelen.
Les substances visées par les conventions de 1961 et 1971 ont été clasifiées, après avis de l’Organisation mondiale de la santé, dans quatre « tableaux » et pour lesquelles sont prévus des régimes de controˆle différents et diversement rigoureux, selon leurs dangers et leur utilité thérapeutique. Les services des Nations unies qui veillent à l’application de ces conventions sont l’Organe international de controˆle des stupéfiants (OICS) et la Commission des stupéfiants (CND).
De lijst van de stoffen die Belgie¨ op bedoelde vier lijsten laat opnemen is beschikbaar bij :
La liste des substances qui ont été reprises par la Belgique dans ces quatre tableaux est disponible auprès du :
Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Dienst verdovende middelen, Algemene Farmaceutische Inspectie, Vesaliusgebouw, 1010 Brussel
Ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement, Service des stupéfiants, Inspection générale de la pharmacie, Quartier Vésale, 1010 Bruxelles
Het verdrag van 1988 heeft betrekking op de sluikhandel in verdovende middelen en in psychotrope stoffen, daaronder begrepen de zogenaamde precursoren (scheikundige producten aangewend voor de aanmaak van verdovende middelen).
La convention de 1988 vise le trafic illicite de stupéfiants et de substances psychotropes, y compris les « précurseurs » (produits chimiques servant à fabriquer des stupéfiants).
DO 2000200110530
DO 2000200110530
Vraag nr. 313 van de heer Guy Larcier van 29 januari 2001 (Fr.) :
Question no 313 de M. Guy Larcier du 29 janvier 2001 (Fr.) :
Ministerie¨le commissie. — Wijzigingen met betrekking tot de internering van psychiatrische patie¨nten.
Commission ministérielle. — Modifications se rapportant à l’internement de patients relevant de la psychiatrie.
1. Wat is de samenstelling van de in de vorige regeerperiode opgerichte commissie belast met het evalueren en het voorstellen van de wijzigingen betreffende de internering van psychiatrische patie¨nten ?
1. Quelle est la composition de la commission mise en place sous l’ancienne législature et chargée d’évaluer et de proposer des modifications concernant l’internement de patients relevant de la psychiatrie ?
2. a) Welk gevolg werd gegeven aan de werkzaamheden van die commissie in 1998, waarvan de resultaten in wetgevende teksten hadden moeten worden gegoten ?
2. a) Pouvez-vous nous informer de la suite donnée aux travaux de cette commission de 1998, dont les résultats devaient être mis en pratique sur le plan législatif ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7640
b) Hoe zit het met dat dossier ? Klaarblijkelijk werd dienaangaande nog geen enkele concrete maatregel genomen.
b) Ou` ce dossier en est-il ? Visiblement, il appert qu’aucune mesure concrète n’a encore été prise.
Antwoord : Het bestaan van de commissie Internering werd bij koninklijk besluit bevestigd en de samenstelling ervan bij ministerieel besluit vastgelegd, de dato 22 januari 1998 (Belgisch Staatsblad van 30 januari en 2 juli 1998).
Réponse : L’existence de la commission relative à l’internement a été consacrée par arreˆté royal et sa composition fixée par arreˆté ministériel, en date du 22 janvier 1998 (Moniteur belge du 30 janvier et 2 juillet 1998).
Deze multidisciplinaire commissie was samengesteld uit een dertigtal leden, afkomstig uit de academische, gerechtelijke, administratieve en medische overheden.
Cette commission pluridisciplinaire était composée d’une trentaine de membres émanant des autorités académiques, judiciaires, administratives et médicales.
Overeenkomstig de aanbevelingen van de commissie, zal in de loop van 2001 een eerste voorstel tot wijziging van de wet op de bescherming van de maatschappij worden gefinaliseerd, en dit na afloop van de onderhandelingen met mijn collega’s van Volksgezondheid en Sociale Zaken.
Conformément aux recommandations de la commission, un premier projet de modification de la loi de défense sociale sera finalisé dans le courant de l’année 2001, à l’issue des négociations avec mes collègues de la Santé publique et des Affaires sociales.
Overeenkomsten zouden moeten worden gesloten met de psychiatrische sector in verband met de opvang van de minst gevaarlijke gedetineerden; enkel diegenen die sterk risicogedrag vertonen, zouden moeten worden openomen in de gespecialiseerde secties van de strafinrichtingen.
Des accords devraient eˆtre conclus avec le secteur psychiatrique quant à l’accueil des détenus les moins dangereux; seuls ceux présentant un risque important devraient séjourner dans des sections spécialisées des établissements pénitentiaires.
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 318 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 318 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door de eerste minister zal worden verstrekt. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de référer l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par le premier ministre. (Question no 59 du 13 février 2001.)
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7641
DO 2000200110674
DO 2000200110674
Vraag nr. 321 van de heer Tony Smets van 19 februari 2001 (N.) :
Question no 321 de M. Tony Smets du 19 février 2001 (N.) :
Wetten en koninklijke besluiten. — Door de Koning ondertekende originele teksten.
Lois et arrêtés royaux. — Textes originaux signés par le Roi.
Wetten en koninklijke besluiten worden door de Koning ondertekend en vervolgens in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. In beginsel is de tekst die in het Belgisch Staatsblad verschijnt volledig gelijk aan de tekst die door de Koning is ondertekend.
Avant leur publication au Moniteur belge, les lois et arrêtés royaux sont signés par le Roi. En principe, le texte publié au Moniteur belge est une transcription exacte du texte en bas duquel le Roi a apposé sa signature.
Het recht op rechtszekerheid brengt mee dat elke burger, die van een belang doet blijken, de originele tekst moet kunnen inzien of laten controleren.
Le droit à la sécurité juridique implique que tout citoyen en mesure de prouver un intérêt, doit pouvoir consulter le texte original ou le faire controˆler.
Waar en hoelang worden de door de Koning ondertekende originele teksten bewaard en onder welke voorwaarden kunnen deze originele teksten worden geraadpleegd ?
Ou` et pendant combien de temps les textes originaux signés par le Roi sont-ils conservés et sous quelles conditions peuvent-ils être consultés ?
Antwoord : Aangezien de minister van Justitie belast is met de bewaring van ’s Lands zegel, die op elke wet dient aangebracht te worden, maken de door de Koning ondertekende originele teksten van wetten deel uit van het archief van het ministerie van Justitie.
Réponse : E´tant donné que la garde du sceau de ´ l’Etat, qui doit être apposé sur chaque loi, est confiée au ministre de la Justice, les originaux des textes de loi signés par le Roi font partie des archives du ministère de la Justice.
Sedert de oprichting van de Belgische Staat in 1830 wordt deze volledig ingebonden verzameling van wetten zorgvuldig bewaard.
Cette collection de lois, entièrement reliée, est précieusement conservée depuis la constitution de l’E´tat belge en 1830.
De koninklijke besluiten die opgesteld worden binnen het ministerie van Justitie, worden op dezelfde wijze en door dezelfde dienst van het directoraatgeneraal Algemene Diensten, in bewaring genomen.
Les arrêtés royaux rédigés au ministère de la Justice sont conservés de la même manière et par le même service de la direction générale des Services généraux.
Dit archief is principieel niet toegankelijk voor het publiek en een boekdeel kan slechts in uitzonderlijke gevallen en mits bijzondere toelating geraadpleegd worden.
En principe, ces archives ne sont pas accessibles au public et il n’est possible d’en consulter un volume qu’à titre exceptionnel et moyennant une autorisation spéciale.
Ik kan het geachte lid niettemin verzekeren dat de diensten van het Belgisch Staatsblad met de meeste nauwgezetheid toezien op de conformiteit van de gepubliceerde teksten met de originele documenten.
Je peux néanmoins assurer à l’honorable membre que les services du Moniteur belge veillent avec la plus grande rigueur à la conformité des textes publiés avec les documents originaux.
DO 2000200110679
DO 2000200110679
Vraag nr. 322 van de heer Servais Verherstraeten van 19 februari 2001 (N.) :
Question no 322 de M. Servais Verherstraeten du 19 février 2001 (N.) :
Hoge Raad voor de Justitie. — Samenstelling. — Arbitragehof. — Aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek.
Conseil supérieur de la justice. — Composition. — Cour d’arbitrage. — Modification du Code judiciaire.
Krachtens artikel 259bis-2, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek moeten de magistraten die in de Hoge Raad zitting hebben beroepsmagistraten zijn.
Aux termes de l’article 259bis-2, § 1er, premier alinéa, du Code judiciaire, les magistrats siégeant au Conseil supérieur sont des magistrats professionnels.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7642
Plaatsvervangende rechters worden dan ook volledig uitgesloten van elke deelname aan de Hoge Raad voor de Justitie, als kiezers en als leden, zowel voor het quotum van de magistraten als voor dat van de nietmagistraten (artikel 259bis-3, § 2, 1o, van het Gerechtelijk Wetboek).
Les juges suppléants sont dès lors exclus de toute participation au Conseil supérieur de la justice à titre d’électeur ou de membre, qu’il s’agisse du quotum des magistrats ou de celui des non-magistrats (article 259bis-3, § 2, 1o, du Code judiciaire).
Het Arbitragehof dat, op het verzoek van enkele plaatsvervangende rechters die het met de uitsluiting van deelname aan de Hoge Raad niet eens waren, op 25 januari 2001 in deze zaak uitspraak deed was van mening dat de Hoge Raad voor de Justitie ongrondwettelijk samengesteld is. Volgens het Arbitragehof is de onverenigbaarheid van het ambt van plaatsvervangend rechter met een functie in de Hoge Raad voor de Justitie niet redelijk verantwoord. Het Hof vernietigde dan ook de betwiste bepalingen en besliste dat de vernietiging enkel uitwerking zou krijgen voor de toekomst.
` la demande de plusieurs juges suppléants qui A contestaient leur exclusion de toute participation au Conseil supérieur, la Cour d’arbitrage a statué sur ` ses yeux, la compocette question le 25 janvier 2001. A sition du Conseil supérieur de la justice est inconstitutionnelle et l’actuelle incompatibilité d’une fonction de juge suppléant avec un siège au sein du Conseil supérieur de la justice ne se justifie pas. Elle a dès lors annulé les dispositions contestées tout en décidant que l’annulation n’aurait pas d’effet rétroactif.
1. Overweegt u een wetgevend initiatief te nemen om aan deze gerechtelijke uitspraak daadwerkelijk gevolg te geven en de desbetreffende artikelen uit het Gerechtelijk Wetboek te laten verwijderen of aan te passen ?
1. Envisagez-vous une initiative législative pour réserver concrètement une suite à cette décision judiciaire et obtenir la suppression ou la modification des articles concernés du Code judiciaire ?
2. Welke timing stelt u in het vooruitzicht ?
2. Quel calendrier proposez-vous ?
Antwoord : Het arrest van 25 januari 2001 van het Arbitragehof vernietigt artikel 259bis-3, § 2, 1o, van het Gerechtelijk Wetboek dat zegt dat het lidmaatschap van de Hoge Raad voor de Justitie tijdens de duur van het mandaat onverenigbaar is met de uitoefening van het ambt van plaatsvervangend magistraat.
Réponse : L’arrêt de la Cour d’arbitrage du 25 janvier 2001 annule l’article 259bis-3, § 2, 1o, du Code judiciaire qui dit que la qualité de membre du Conseil supérieur de la justice est, pendant la durée du mandat, incompatible avec l’exercice de la fonction de magistrat suppléant.
Ingevolge de vernietiging van voormeld artikel bestaat er niet langer een onverenigbaarheid tussen het lidmaatschap van de Hoge Raad en de uitoefening van het ambt van plaatsvervangend magistraat. Concreet betekent dit dat een persoon die de hoedanigheid van plaatsvervangend magistraat heeft en die in de categorie van niet-magistraten wordt benoemd tot lid van de Hoge Raad, niet langer verplicht is ontslag te geven als plaatsvervangend magistraat indien hij het mandaat in de Hoge Raad wenst op te nemen.
Suite à l’annulation de l’article précité, il n’y a désormais plus d’incompatibilité entre la qualité de membre du Conseil supérieur et l’exercice de la fonction de magistrat suppléant. Cela signifie concrètement que la personne qui a la qualité de magistrat suppléant, et qui a été nommé comme membre du Conseil supérieur sous la catégorie des non-magistrats, n’est plus obligée de démissionner de sa fonction de juge suppléant au sein du Conseil supérieur.
Het arrest bepaalt uitdrukkelijk dat de gevolgen van de vernietigde bepaling gehandhaafd worden tot aan de volgende benoemingen die zullen gedaan worden door de Senaat.
L’arrêt détermine explicitement que les conséquences de la disposition annulée sont maintenues jusqu’aux prochaines nominations qui seront faites par le Sénat.
In het licht hiervan is het niet nodig wetgevend in te grijpen ten einde aan deze uitspraak daadwerkelijk gevolg te geven. Wanneer de Senaat tot de volgende benoemingen overgaat, zal van personen die de hoedanigheid hebben van plaatsvervangend magistraat niet langer worden gee¨ist dat zij ontslag geven als plaatsvervangend magistraat.
` la lumière de ce qui précède, il n’est pas nécessaire A de modifier la loi pour donner effectivement suite à cet arrêt. Au moment où le Sénat procédera aux prochaines nominations, il ne sera plus exigé des personnes qui ont la qualité de magistrat suppléant qu’elles renoncent à cette fonction.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7643
DO 2000200110680
DO 2000200110680
Vraag nr. 323 van de heer Geert Bourgeois van 19 februari 2001 (N.) : Strafrechtelijke immuniteit van publiekrechtelijke rechtspersonen. De wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen sluit de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van publieke rechtspersonen uit. In de rechtsleer zijn hiertegen eminente stemmen opgegaan. In Nederland is de Tweede Kamer thans van oordeel dat de Staat in voorkomende gevallen strafrechtelijk moet kunnen vervolgd worden. 1. Bent u van oordeel dat de wetgeving op dit punt dient aangepast te worden ? 2. Bent u van oordeel dat hier het gelijkheidsbeginsel zou kunnen geschonden worden, door in alle omstandigheden de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van publiekrechtelijke rechtspersonen uit te sluiten ? Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat door diverse actoren van justitie een aantal problemen werden gesignaleerd bij de toepassing van de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen. Deze probleemstellingen, waaronder ook deze die door u naar voren worden gebracht, worden onderzocht in het kader van een evaluatie van de wet, uitgevoerd door de Dienst voor het strafrechtelijk beleid van het ministerie van Justitie, en dit met het oog op een eventuele wetswijziging. Ik hou eraan niettemin aan te duiden dat publiekrechtelijke rechtspersonen in beginsel ook strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. De meeste openbare instellingen vallen in beginsel onder de wet. Een aantal publiekrechtelijke rechtspersonen worden evenwel uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet. Het betreft vooral de politieke rechtspersonen en de OCMW’s. Uit de voorbereidende werkzaamheden blijkt dat de wetgever niet wou dat de wet zou worden toegepast op publiekrechtelijke rechtspersonen die een rechtstreeks, democratisch verkozen orgaan hebben.
Question no 323 de M. Geert Bourgeois du 19 février 2001 (N.) : Immunité pénale des personnes morales de droit public. La loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales exclut celle des personnes morales publiques.
DO 2000200110693
DO 2000200110693
Vraag nr. 326 van de heer Guy D’haeseleer van 20 februari 2001 (N.) : Invoering van een opsporingsprogramma op de openbare omroep VRT. Wij vernemen via de pers dat de onderhandelingen tussen het ministerie van Justitie en de VRT over de
Question no 326 de M. Guy D’haeseleer du 20 février 2001 (N.) : Diffusion d’une émission d’appel à témoins à la chaıˆne publique de télévision VRT. Nous apprenons par la presse que les négociations menées par le ministère de la Justice et la VRT concer-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
D’éminents juristes se sont prononcés contre ce principe. Aux Pays-Bas, la Deuxième Chambre estime aujourd’hui que, le cas échéant, l’E´tat doit pouvoir faire l’objet de poursuites pénales. 1. Estimez-vous qu’il faille adapter de la législation sur ce point ? 2. En l’occurrence, ne pensez-vous pas que l’exclusion systématique de toute responsabilité des personnes morales de droit public risque porter attention au principe d’égalité ? Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que divers acteurs de la justice ont signalé quelques problèmes concernant l’application de la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales. Ces problèmes, entre autres ceux invoqués par vous, sont examinés dans le cadre d’une évaluation de la loi, exécutée par le Service de politique criminelle du ministère de la Justice, et ceci en vue d’une modification éventuelle de la loi.
Néanmoins, je tiens à vous signaler que les personnes morales de droit public peuvent en principe être tenues pénalement responsables. La plupart des institutions publiques tombent en effet sous l’application de la loi. Quelques personnes morales de droit publique sont cependant exclues du champ d’application de la loi. Il s’agit surtout des collectivités politiques et des CPAS. Suivant les travaux préparatoires, le législateur ne voulait pas que la loi soit applicable à des personnes morales de droit public qui disposent d’un organe directement élu selon des règles démocratiques.
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7644
uitzending van een opsporingsprogramma zijn afgerond.
nant la diffusion d’une émission d’appel à témoins sont terminées.
Kan u meer details verschaffen over de duur en inhoud van de overeenkomst ?
Pourriez-vous nous fournir des informations plus détaillées concernant la durée et le contenu de cet accord ?
Antwoord : Er werd een overeenkomst bereikt tussen het kabinet van Justitie en de openbare omroep VRT over de voortzetting van een opsporingsprogramma op TV, voorheen « Oproep 2020 ».
Réponse : Un accord a été conclu entre le cabinet de la Justice et la chaıˆne de télévision publique flamande VRT sur la poursuite d’un programme de recherche. L’ancien programme de recherche, « Oproep 2020 », était diffusé sur la chaıˆne commerciale VTM.
Vanaf september 2001 brengt TV1 een wekelijks « geı¨ntegreerd veiligheidsmagazine », waarin een opsporingsrubriek verwerkt zal zijn.
Dès le mois de septembre 2001, TV1 diffusera chaque semaine un « magazine de sécurité intégrée » dans lequel figurera une rubrique de recherche.
TV1 zal volledig instaan voor de productie van het nieuwe veiligheidsmagazine en de kosten daarvan helemaal voor zich nemen.
TV1 produira entièrement le nouveau magazine de recherche et prendra en charge tous les frais qui y sont liés.
Justitie, meer bepaald de cel TV van de federale politie zal zoals voorheen verantwoordelijk zijn voor de redactie en selectie van de zaken die in de rubriek « Opsporing » van het veiligheidsmagazine aan bod komen, en voor de realisatie en begeleiding van de reconstructies.
La Justice, et plus particulièrement la cellule télévision de la police fédérale sera, comme auparavant, responsable de la rédaction et la sélection des affaires diffusées dans la rubrique « Recherches » du magazine de sécurité. Elle se chargera aussi de la réalisation et la coordination des reconstructions.
Om de continuı¨teit van de opsporingsprogramma’s te verzekeren, die ook langs Franstalige kant intussen verder blijven lopen, wordt door Justitie en de verantwoordelijken van de openbare omroep de mogelijkheid onderzocht om een drietal « overbruggingsuitzendingen » te realiseren.
Afin de garantir la continuité des programmes de recherche, qui se poursuivent également du coˆté francophone, le cabinet de la Justice et les responsables de la chaıˆne publique ont étudié la possibilité de réaliser trois émissions « passerelles ».
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 1999200000440
DO 1999200000440
Vraag nr. 174 van de heer Jan Eeman van 21 december 1999 (N.) :
Question no 174 de M. Jan Eeman du 21 décembre 1999 (N.) :
Aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen.
Formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles.
Op aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen wordt als uiterste datum voor betaling vermeld « Onmiddellijk ».
Les formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles mentionnent le terme « Immédiatement » comme date ultime de paiement.
1. Sedert wanneer is dit systeem in voege ?
1. Depuis quand ce système est-il en vigueur ?
2. Waarom wordt deze term gebruikt in plaats van de normaal geldende periode van betaling van twee maanden ?
2. Pourquoi utilise-t-on ce terme et n’indique-t-on plus la période normale de deux mois ?
3. a) Wat dient te worden verstaan onder het begrip « Onmiddellijk » ?
3. a) Que doit-on entendre exactement par le terme « Immédiatement » ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7645
b) Is dit bijvoorbeeld de week volgend op de ontvangst van het aanslagbiljet ?
b) S’agit-il, par exemple, de la semaine qui suit la réception du formulaire ?
4. Hoe kunnen belastingplichtigen die op het ogenblik van de verzending met verlof of vakantie zijn aan deze verplichting voldoen ?
4. Comment les contribuables en congé ou en vacances au moment de l’envoi de ce formulaire peuvent-ils satisfaire à cette obligation ?
5. Is het niet zinvoller een vermelding aan te brengen zoals « Te betalen vo´o´r ... » teneinde de rechtszekerheid te bevorderen ?
5. Ne serait-il pas plus indiqué de faire figurer la mention « à payer avant le ... », ce qui augmenterait la sécurité juridique ?
6. Kan u voor 1999 een overzicht geven van de betalingen die gebeurden meer dan twee maanden na de toezending met vermelding van het totaal verschuldigd bedrag ?
6. Pourriez-vous donner un aperçu des paiements effectués en 1999 plus de deux mois après l’envoi et préciser sur quel montant global ils portent ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
1, 2 en 3. De betalingstermijnen inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen worden geregeld bij de artikelen 29 en 36ter, § 2, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WGB), zoals gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999 (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1999).
1, 2 et 3. Le délai de paiement en matière de taxe de circulation sur les véhicules automobiles est régi par les articles 29 et 36ter, § 2, du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus (CTA), tel que modifié par la loi du 25 janvier 1999 (Moniteur belge du 19 février 1999).
Het is slechts bij gebrek aan betaling van de verkeersbelasting binnen de door de wet gestelde termijnen dat, om over een uitvoerbare titel te beschikken, tot de inkohiering wordt overgegaan. Deze procedure is een toepassing van artikel 413 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) die mogelijk wordt gemaakt door artikel 2 WGB en waarbij de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (waaronder de verkeersbelasting op de autovoertuigen) die ten kohiere werden gebracht wegens nietbetaling binnen de terzake vastgestelde termijnen, naar analogie met de inkohiering van verschuldigde bronbelastingen, over hun geheel onmiddellijk eisbaar zijn.
Ce n’est qu’en cas de défaut de paiement de la taxe de circulation dans les délais légaux qu’il est procédé à un enroˆlement afin de disposer d’un titre de recouvrement. Cette procédure est une mise en œuvre de l’article 413 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 92) rendus applicable par l’article 2 CTA de sorte que les taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus (parmi lesquelles figure la taxe de circulation sur les véhicules automobiles) qui sont enroˆlées en raison du nonpaiement dans les délais fixés en la matière, sont immédiatement exigibles pour leur totalité, par analogie avec l’enroˆlement d’impoˆts dus à la source.
Daar de inkohiering van de verkeersbelasting wegens ontstentenis van betaling binnen de gestelde termijnen, geen afbreuk doet aan de regelen welke die belasting beheersen (en dus ook niet aan de specifieke wettelijke betalingstermijnen), kan er geen sprake van zijn die belasting betaalbaar te stellen binnen de in artikel 413, eerste lid, WIB 92 bedoelde termijn van twee maanden die voorzien is voor niet aan de bron verschuldigde directe belastingen. Dit zou trouwens betekenen dat aan de belastingplichtigen die niet binnen de gestelde termijn de verkeersbelasting betalen, een bijkomende betalingstermijn wordt verleend.
E´tant entendu que l’enroˆlement de la taxe de circulation, en raison de l’absence de paiement dans les délais prescrits, ne porte pas atteinte aux règles qui régissent cette taxe (et donc non plus aux délais de paiement légaux spécifiques), il ne peut pas être question de la rendre payable dans les deux mois visés à l’article 413, 1er alinéa, CIR 92, prévus pour les impoˆts directs qui ne sont pas dus à la source. Cela reviendrait d’ailleurs à dire que les contribuables qui n’auraient pas payé leur taxe de circulation dans le délai prescrit bénéficieraient d’un délai de paiement supplémentaire.
Wettelijk gezien mogen de vervolgingen met het oog op de invordering van de verkeersbelasting worden ingespannen van zodra het betreffend kohier uitvoerbaar is verklaard, met dien verstande dat aan de belastingplichtige eerst een aanslagbiljet moet worden toegezonden (niet te verwarren dus met de eerder toegezonden uitnodiging tot betaling van de verkeersbelasting). Op dit aanslagbiljet mag geen melding worden
Légalement, les poursuites en vue du recouvrement de la taxe de circulation peuvent être entamées dès que le roˆle en question est rendu exécutoire et qu’un avertissement-extrait de roˆle (à ne pas confondre avec l’avis de paiement envoyé préalablement) a été envoyé au contribuable. Cet avertissement-extrait de roˆle ne mentionne aucun délai de paiement puisque la date d’échéance de cette taxe de circulation est déjà dépas-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
983
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7646
gemaakt van enige betalingstermijn, daar de vervaldag voor de betaling van de betreffende verkeersbelasting reeds is verstreken. Het begrip « onmiddellijk » dat als uiterste datum voor betaling op het aanslagbiljet inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen staat vermeld betekent dat de betreffende belasting onmiddellijk vatbaar is voor gedwongen tenuitvoerlegging. In de praktijk en door de omstandigheden wordt er nog een redelijke betalingstermijn verleend hoe kort hij ook moge zijn.
sée. Le terme « immédiatement » mentionné sur l’avertissement-extrait de roˆle en matière de taxe de circulation sur les véhicules automobiles en guise de date limite de paiement signifie que la taxe concernée est exigible immédiatement en vue de son exécution forcée. En pratique et par la force des choses, un délai de paiement raisonnable — aussi court soit-il — est donc encore octroyé.
4. Voor het antwoord op deze vraag wordt het geachte lid verwezen naar het antwoord van mijn voorganger op de parlementaire vraag nr. 561 van 10 mei 1993 van de heer Perdieu (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1992-1993, nr. 66, blz. 6127).
4. Pour la réponse à cette question, j’invite l’honorable membre à se référer à la réponse de mon prédécesseur à la question parlementaire no 561 du 10 mai 1993 de M. Perdieu (Questions et Réponses, Chambre, 1992-1993, no 66, p. 6127).
5. Gelet op wat onder de punten 1, 2 en 3 werd geantwoord is deze vraag zonder voorwerp geworden.
5. Compte tenu de ce qui a été répondu aux points 1, 2 et 3, cette question est devenue sans objet.
6. Het antwoord op deze vraag luidt ontkennend.
6. La réponse à cette question est négative.
DO 1999200000499
DO 1999200000499
Vraag nr. 187 van de heer Hubert Brouns van 11 januari 2000 (N.) :
Question no 187 de M. Hubert Brouns du 11 janvier 2000 (N.) :
Fiscaliteit van Belgische grensarbeiders in Duitsland die gebruik willen maken van de wettelijke regeling bij « Altersteilzeitarbeit ».
Fiscalité applicable aux travailleurs frontaliers belges employés en Allemagne qui souhaitent faire usage du règlement légal « Altersteilzeitarbeit ».
Sinds kort is in Duitsland een regeling ingevoerd die vergelijkbaar is met het deeltijds brugpensioen in Belgie¨, namelijk de regeling « Altersteilzeitarbeit ». In toepassing van deze regeling kunnen werknemers gedurende maximaal vijf jaar in dit systeem stappen. Zij werken dan bijvoorbeeld de eerste helft van deze vijf jaar deeltijds en zijn de tweede periode vrijgesteld van arbeidsprestaties. Werknemers van ten minste 55 jaar kunnen van deze regeling gebruik maken.
Depuis peu a été instaurée en Allemagne une réglementation comparable à celle de la prépension à temps partiel en vigueur en Belgique, à savoir le « Altersteilzeitarbeit ». En application de cette réglementation, les travailleurs peuvent entrer dans ce système pendant cinq ans au maximum. Ils travaillent par exemple à temps partiel pendant la première moitié de ces cinq ans et sont dispensés de prestations pendant la deuxième période. Les travailleurs aˆgés de 55 ans au moins peuvent bénéficier de cette mesure.
Men garandeert de werknemer 70 tot 85 % van het nettoloon bij voltijdse tewerkstelling. Bij de berekening van dit nettoloon gaat men ervan uit dat de betrokken werknemer belastingplichtig zou zijn in Duitsland. Bij de vaststelling van het nettoloon worden zowel de bijdragen voor sociale zekerheid alsook de in Duitsland verschuldigde belastingen op het brutoloon bij voltijdse tewerkstelling in mindering gebracht en 70 tot 85 % van dit inkomen wordt netto als loon in de « Altersteilzeitregelung » gegarandeerd.
Ce système garantit au travailleur occupé à plein temps 70 à 85 % de son salaire net. Lors du calcul de celui-ci, le travailleur est présumé être contribuable en Allemagne, et les cotisations de sécurité sociale aussi bien que les impoˆts dus en Allemagne sur son salaire brut en cas d’emploi à temps plein sont déduits, 70 à 85 % de son revenu lui étant garantis, dans le cadre de l’« Altersteilzeitregelung », comme revenu net.
Tussen Belgie¨ en Duitsland bestaat er echter een dubbelbelastingverdrag waarin bepaald wordt dat de grensarbeider zijn belasting in het woonland moet betalen.
Toutefois, la Belgique et l’Allemagne ont conclu une convention préventive de la double imposition prévoyant que les travailleurs frontaliers sont tenus de payer leurs impoˆts dans le pays ou` ils habitent.
De vraag is nu hoe het inkomen van de grensarbeider (belastingplichtig in Belgie¨) die gebruik wil maken
La question qui se pose est comment le revenu du travailleur frontalier (contribuable en Belgique) qui
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7647
van deze « Altersteilzeitregelung » door de Belgische fiscus wordt beschouwd : A) als een inkomen belast in Duitsland (en dus vrijgesteld van belastingen in Belgie¨); B) of als inkomen belastbaar in Belgie¨ (volgens het dubbelbelastingverdrag) ? Indien men voor B kiest wordt hetzelfde inkomen dubbel belast, namelijk een eerste maal door Duitsland bij de vaststelling van het gegarandeerd nettoinkomen en een tweede maal in Belgie¨. Dit kan dus niet. Kan u hierover klaarheid geven ? Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid vooreerst mee te delen dat het mij niet toekomt om mij uit te spreken over de in een ander land, in casu Duitsland, van toepassing zijnde wetgeving, en meer in het bijzonder de Duitse wetgeving met betrekking tot de arbeidstijdverdeling en het vervroegd bee¨indigen van de beroepsloopbaan. De Duitse wettelijke bepalingen met betrekking tot de « Altersteilzeitarbeit » zijn mij trouwens niet bekend. Het is mij dan ook niet mogelijk om, bij gebrek aan voldoende gegevens, de aard van dit inkomen en het er op van toepassing zijnde belastingstelsel te bepalen. Hiervoor zijn onder andere volgende gegevens noodzakelijk : de nationaliteit van de genieter van het inkomen, de schuldenaar(s) van het Duitse inkomen en de aanduiding of er al of niet nog effectief prestaties worden verricht. Het is uiteraard zo dat het Verdrag tussen het Koninkrijk Belgie¨ en de Bondsrepubliek Duitsland tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen van inkomen en van vermogen van 11 april 1967 (wet van 9 juli 1969 — Belgisch Staatsblad van 30 juli 1969) niet toelaat dat het inkomen dat wordt verkregen door een werknemer die gebruik maakt van de wetgeving « Altersteilzeitarbeit » zowel in Duitsland als in Belgie¨ wordt belast. Dit inkomen zal — eventueel opgesplitst — ofwel in Belgie¨ ofwel in Duitsland worden belast naargelang de erop van toepassing zijnde verdragsbepaling(en).
souhaite faire usage de cette « Altersteilzeitregelung » est considéré par le fisc belge : A) comme un revenu imposé en Allemagne (et donc exonéré d’impoˆts en Belgique); B) ou comme un revenu imposable en Belgique (conformément à la convention préventive de la double imposition) ? Si on opte pour la solution B, le même revenu est imposé doublement, à savoir une première fois en Allemagne lors de l’établissement du revenu net garanti de l’intéressé, et une seconde fois en Belgique. J’estime que c’est inacceptable. Pourriez-vous nous fournir des éclaircissements à ce sujet ? Réponse : Dans un premier temps, j’ai l’honneur de faire part à l’honorable membre qu’il ne m’appartient pas de me prononcer sur la législation applicable dans un autre E´tat, en l’occurrence l’Allemagne, et en particulier sur la législation allemande relative au partage du temps de travail et à la cessation anticipée de la carrière professionnelle. Les dispositions de la législation allemande relatives au « Altersteilzeitarbeit » ne me sont du reste pas connues. Il ne m’est également pas possible de déterminer, par manque d’informations complètes, la nature de ce ` cette revenu et le régime fiscal qui lui est applicable. A fin, les données suivantes s’avéreraient entre autres nécessaires : la nationalité du bénéficiaire du revenu, le ou les débiteur(s) des revenus de source allemande et que soit précisé si des prestations réelles sont ou non encore effectuées. Il va de soi que la Convention entre le Royaume de Belgique et la République fédérale d’Allemagne en vue d’éviter les doubles impositions et de régler certaines autres questions en matière d’impoˆts sur le revenu et sur la fortune du 11 avril 1967 (loi du 9 juillet 1969 — Moniteur belge du 30 juillet 1969) ne permet pas que le revenu qui a été perçu par un employé qui fait usage de la législation « Altersteilzeitarbeit » soit imposé à la fois en Belgique et en Allemagne. Ce revenu, éventuellement scindé, sera imposé ou bien en Belgique ou bien en Allemagne conformément aux dispositions conventionnelles qui lui sont applicables.
DO 1999200011372
DO 1999200011372
Vraag nr. 383 van de heer Filip Anthuenis van 2 juni 2000 (N.) : BTW. — Oprichting van een VZW door een gemeentelijk OCMW. Door een gemeentelijk OCMW wordt een VZW opgericht, die onder meer de zorg voor het milieu tot
Question no 383 de M. Filip Anthuenis du 2 juin 2000 (N.) : TVA. — Création d’une ASBL par un CPAS communal. Un CPAS crée une ASBL qui a pour but de promouvoir l’environnement en assurant le réemploi de biens
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7648
doel heeft, door het gebruik na te streven van ingezamelde goederen. Om haar taak te volbrengen is zij overgegaan tot de oprichting van een kringloopcentrum overeenkomstig de regelgeving van de Vlaamse regering. Het doel van de VZW bestaat er met andere woorden in gratis ingezamelde goederen te herstellen en verder te verkopen aan kansarmen.
collectés. Pour remplir sa mission, l’ASBL a créé un centre de recyclage, conformément à la réglementation du gouvernement flamand. Le but que se fixe l’ASBL consiste en d’autres termes à remettre en état des biens collectés qui sont ensuite revendus à des personnes défavorisées.
Om haar doel te verwezenlijken mag de vereniging alle legale middelen en technieken aanwenden die hiertoe rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen. In het kader van het realiseren van het maatschappelijk doel kan de vereniging daden van koophandel stellen. De vereniging kent geen vermogensvoordeel toe aan de vennoten of leden.
Pour réaliser son objectif, l’association peut recourir à tous les moyens et techniques légaux de nature à y contribuer directement ou indirectement. Dans le cadre de son objectif social, l’association peut effectuer des opérations commerciales. L’association n’accorde pas d’avantage patrimonial à ses associés ou à ses membres.
1. Heeft deze VZW voor haar activiteiten het statuut van BTW-belastingplichtige ?
1. Pour la réalisation de ses activités, cette ASBL a-t-elle le statut d’assujetti à la TVA ?
2. Zo ja, welk BTW-tarief dient zij terzake aan te rekenen ?
2. Dans l’affirmative, quel taux de TVA doit-elle appliquer ?
Antwoord : Een kringloopcentrum dat wordt opgericht onder de vorm van een VZW door een OCMW, is onderworpen aan de gewone BTW-regeling : de geregelde verkoop van ingezamelde tweedehandse goederen door die VZW is belastbaar.
Réponse : Un centre de récupération et de recyclage constitué, sous la forme d’une ASBL, par un CPAS et soumis au régime normal de la TVA : la vente de manière habituelle par cette ASBL des biens d’occasion qu’elle a récoltés est taxable.
Terzake is in principe het normale BTW-tarief 21 % van toepassing. In de mate dat de leveringen door het kringloopcentrum bedoeld zijn in één van de rubrieken van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, is evenwel het verlaagd BTW-tarief van 6 % van toepassing.
Le taux normal de TVA de 21 % est, à cet égard, en principe applicable. Toutefois, dans la mesure où les biens livrés par le centre de récupération et de recyclage sont visés par l’une des rubriques du tableau A de l’annexe à l’arreˆté royal no 20, relatif aux taux de TVA, le taux réduit de TVA de 6 % est applicable.
DO 1999200011297
DO 1999200011297
Vraag nr. 388 van de heer Richard Fournaux van 8 juni 2000 (Fr.) :
Question no 388 de M. Richard Fournaux du 8 juin 2000 (Fr.) :
Registratie als aannemer. — Bevoegde provinciale commissie.
Enregistrement comme entrepreneur. — Commission provinciale compétente.
Bij welke provinciale commissie moet een buitenlandse aannemer die in Belgie¨ iemand heeft aangeduid die hem inzake BTW vertegenwoordigt, zich laten registreren voor de toepassing van het koninklijk besluit van 26 december 1998 houdende uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het WIB 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ?
Auprès de quelle commission provinciale l’entrepreneur étranger ayant désigné un représentant responsable TVA doit-il demander son enregistrement pour l’application de l’arrêté royal du 26 décembre 1998 portant exécution des articles 400, 401, 403, 404 et 406 du CIR 1992 et de l’article 30bis de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs ?
Antwoord : Overeenkomstig artikel 4, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 december 1998 waarnaar het geachte lid in zijn vraag verwijst, moet de aanvraag tot registratie van de aannemer die zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel, zijn voor-
Réponse : Conformément à l’article 4, § 2, alinéa 2, de l’arreˆté royal du 26 décembre 1998 auquel l’honorable membre se réfère dans sa question, la demande d’enregistrement de l’entrepreneur qui n’a pas en Belgique son domicile, son siège social, son
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7649
naamste inrichting of zijn zetel van bestuur of beheer niet in Belgie¨ heeft, worden ingediend :
principal établissement ou son siège de direction ou d’administration doit eˆtre introduite :
— hetzij bij de commissie van het gebied waar zijn voornaamste Belgische inrichting is gelegen in de zin van de leden 3 tot 5 van vermelde paragraaf;
— soit auprès de la commission d’enregistrement dans le ressort de laquelle celui-ci a son principal établissement belge au sens des alinéas 3 à 5 dudit paragraphe;
— hetzij, bij gebrek aan Belgische inrichting, bij de commissie van het gebied waar hij overeenkomstig artikel 2, § 4, van dit koninklijk besluit woonplaats heeft gekozen.
— soit, à défaut d’établissement belge, auprès de la commission d’enregistrement dans le ressort de laquelle il a élu domicile conformément à l’article 2, § 4, dudit arreˆté royal.
Het is in functie van deze criteria en dus, in voorkomend geval, onafhankelijk van het adres van de aansprakelijk vertegenwoordiger inzake BTW van de aannemer, dat de registratiecommissie moet worden bepaald bij dewelke de aanvraag tot registratie moet worden ingediend.
C’est en fonction de ces critères et donc, le cas échéant, indépendamment de l’adresse du représentant responsable en matière de TVA de l’entrepreneur, que doit eˆtre déterminée la commission d’enregistrement comme entrepreneur auprès de laquelle la demande d’enregistrement doit eˆtre introduite.
Ik grijp de gelegenheid aan om erop te wijzen dat, enerzijds de reglementering op het gebied van de registratie als aannemer behoort tot de bevoegdheid van de departementen van Financie¨n, Tewerkstelling en Arbeid en Sociale Zaken, en dat, anderzijds de registratie als aannemer uitsluitend onder de bevoegdheid valt van de provinciale registratiecommissies ingevoerd bij voormeld koninklijk besluit, die hun beslissingen in volstrekte onafhankelijkheid treffen.
Je saisis l’occasion pour signaler, d’une part, que la réglementation en matière d’enregistrement comme entrepreneur relève de la compétence conjointe des départements des Finances, de l’Emploi et du Travail et des Affaires sociales, et, d’autre part, que l’enregistrement comme entrepreneur est de la compétence exclusive des commissions provinciales d’enregistrement instituées par l’arreˆté royal susvisé, lesquelles prennent leurs décisions en toute autonomie.
DO 1999200011474
DO 1999200011474
Vraag nr. 404 van de heer Yves Leterme van 22 juni 2000 (N.) :
Question no 404 de M. Yves Leterme du 22 juin 2000 (N.) :
Voorlopig bewind over een geesteszieke. — Aangifte in de inkomstenbelastingen.
Administration provisoire des biens appartenant à un malade mental. — Déclaration à l’impoˆt sur les revenus.
Artikel 488bis, a), van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een meerderjarige, die door zijn gezondheidstoestand niet in staat is om zijn goederen te beheren, onder voorlopig bewind geplaatst kan worden. In principe wordt de beschikking van de vrederechter tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt (artikel 488bis, e), van het Burgerlijk Wetboek).
L’article 488bis, a), du Code civil dispose qu’un majeur qui, en raison de son état de santé, est totalement ou partiellement hors d’état de gérer ses biens, peut être pourvu d’un administrateur provisoire. En principe, l’ordonnance du juge de paix portant désignation d’un administrateur provisoire est publiée au Moniteur belge (article 488bis, e), du Code civil).
De voorlopig bewindvoerder heeft tot taak de goederen van de beschermde persoon te beheren overeenkomstig artikel 488bis, f), van het Burgerlijk Wetboek. Handelingen door de beschermde persoon zelf gesteld zijn nietig !
L’article 488bis, f), du Code civil stipule que l’administrateur provisoire a pour mission de gérer, en bon père de famille, les biens de la personne protégée. Les actes posés par la personne protégée elle-même sont frappés de nullité.
Het WIB 1992 bepaalt in artikel 305, tweede lid, dat de wettelijke vertegenwoordiger namens de wettelijk onbekwame de aangifteplicht op zich dient te nemen. Artikel 302 van het WIB 1992 bepaalt daarentegen dat alle mededelingen betreffende de aangifte en de con-
L’article 305, deuxième alinéa, du CIR 1992 dispose que si le contribuable est en état d’incapacité légale, l’obligation de déclarer incombe au représentant légal. L’article 302 du CIR 1992 précise par contre que toutes communications concernant la déclaration et le
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7650
trole, alsmede de aanslagbiljetten aan de belastingschuldige zelf worden gezonden.
controˆle, ainsi que les extraits de roˆle, sont transmis au contribuable lui-même.
1. Welke regeling is er van toepassing op de onder voorlopig bewind gestelde en de voorlopig bewindvoerder nu de beschermde persoon sensu stricto geen « onbekwame » is doch enkel onder een voorlopig beschermingsstatuut is geplaatst ?
1. Quelles dispositions sont applicables à la personne protégée et à l’administrateur provisoire si la personne protégée n’est pas en incapacité légale au sens strict mais est simplement placée sous un statut de protection provisoire ? ` qui faut-il dans ce cas envoyer le formulaire de 2. A déclaration ?
2. Aan wie van beiden dient het aangifteformulier opgestuurd te worden ? 3. Ingeval dit aan de onder voorlopig bewind gestelde persoon is, is dit dan voldoende sluitend, nu hij niet zomaar onder voorlopig bewind gesteld wordt ?
3. S’il doit être envoyé à la personne protégée, cette procédure offre-t-elle des garanties suffisantes ?
Antwoord : De wetgever heeft, voor de toepassing van artikel 305, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met wettelijk onbekwaam persoon de onbekwaamverklaarde en de niet-ontvoogde minderjarige bedoeld (Parl. St., Kamer, 19751976, nr. 879-1, blz. 19).
Réponse : Pour l’application de l’article 305, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, le législateur a entendu viser, par personne en état d’incapacité légale les interdits et les mineurs nonémancipés (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, no 879-1, p. 19).
Aangezien de persoon waaraan krachtens artikel 488bis, a), van het Burgerlijk Wetboek een voorlopig bewindvoerder is toegevoegd hier niet wordt beoogd, rust de verplichting tot het indienen van de aangifte op hem.
La personne pourvue d’un administrateur provisoire en vertu de l’article 488bis, a), du Code civil, n’étant pas visée en l’occurrence, c’est sur elle que repose l’obligation de déclaration à l’impoˆt.
Uiteraard is de tussenkomst van een behoorlijk gemandateerde derde — in dit geval bijvoorbeeld de voorlopig bewindvoerder — steeds toegelaten.
Il va de soi que l’intervention d’un tiers — en l’espèce, l’administrateur provisoire par exemple — duˆment mandaté est toujours permise.
DO 1999200011521
DO 1999200011521
Vraag nr. 413 van de heer Yves Leterme van 3 juli 2000 (N.) :
Question no 413 de M. Yves Leterme du 3 juillet 2000 (N.) :
Kabinetspersoneel tewerkgesteld bij ministers thuis.
Personnel des cabinets employé au domicile du ministre.
De omzendbrief van eerste minister Verhofstadt van 1 oktober 1999 voorziet in de mogelijkheid in hoofde van de regeringsleden om een lid van het uitvoerend kabinetspersoneel van niveau 4 in hun privé-woning tewerk te stellen.
La circulaire de M. Verhofstadt du 1er octobre 1999 prévoit la possibilité pour les membres du gouvernement d’employer un membre du personnel exécutant de niveau 4 de leur cabinet à leur domicile privé.
U heeft me medegedeeld dat de kosteloze terbeschikkingstelling van één lid van het uitvoerend kabinetspersoneel van niveau 4 per regeringslid geen belastbaar voordeel van alle aard vormt, wanneer dat personeelslid gebruikt wordt voor de beroepsdoeleinden, vermeld in de circulaire. Er is wel sprake van een belastbaar voordeel van alle aard, in « de mate » dat het personeelslid zou gebruikt worden voor privédoeleinden. Het voordeel wordt geraamd op 240 000 frank voor een voltijds tewerkgestelde.
Vous m’avez indiqué que la mise à disposition à titre gracieux de chaque membre du gouvernement d’un seul membre du personnel exécutant de niveau 4 du cabinet ne constitue pas un avantage de toute nature imposable, pour autant que cette personne soit affectée aux fins professionnelles mentionnées dans la circulaire. En revanche, il est bien question d’un avantage de toute nature imposable, « dans la mesure ou` » le membre du personnel du cabinet serait affecté à des taˆches dans la sphère privée. L’avantage est chiffré à 240 000 francs pour un emploi à temps plein.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7651
1. Waar worden in de omzendbrief van 1 oktober 1999 deze beroepsdoeleinden vermeld ?
1. Ou` dans la circulaire du 1er octobre 1999 ces fins professionnelles sont-elles énumérées ?
2. Hoe wordt « de mate » van gebruik voor privédoeleinden door uw diensten vastgesteld ?
2. Comment vos services font-ils pour vérifier dans quelle « mesure » le membre du personnel du cabinet est affecté à des occupations à caractère privé ?
Antwoord :
Réponse :
1. Deze beroepsdoeleinden worden vermeld in de 4e paragraaf van punt A.2 in de omzendbrief van 1 oktober 1999.
1. Ces fins professionnelles sont mentionnées au 4e paragraphe du point A.2 de la circulaire du 1er octobre 1999.
2. Op grond van juridische en feitelijke elementen die eigen zijn aan elk bijzonder geval.
2. Sur la base des éléments de droit et de fait propres à chaque cas d’espèce.
DO 1999200011542
DO 1999200011542
Vraag nr. 419 van de heer Jean-Jacques Viseur van 5 juli 2000 (Fr.) :
Question no 419 de M. Jean-Jacques Viseur du 5 juillet 2000 (Fr.) :
Handelsactiviteit. — Bank. — Lening. — Persoonlijke spaarrekening. — Interest. — Belastingen.
Activité commerciale. — Banque. — Emprunt. — Compte épargne personnel. — Intérêts. — Impoˆts.
Naar verluidt interpreteren de controleurs onderstaande situatie op een merkwaardige manier.
Il me revient que, dans la situation ci-dessous, l’interprétation des controˆleurs est étonnante.
Iemand die in zijn hoedanigheid van natuurlijke persoon een handelsactiviteit uitoefent, gaat daartoe een lening aan bij een bank. Tot waarborg dient een persoonlijke spaarrekening die enkel bestemd is om de lening te garanderen. Ook de persoonlijke goederen van de betrokkene worden ten waarborg gesteld bij de bank. De administratie beschouwt de interest op de spaarrekening als beroepsinkomsten, waarop eerder belasting dan de liberatoire voorheffing is verschuldigd.
Une personne exerçant comme personne physique une activité de type commercial emprunte pour cette activité auprès d’une banque. Elle donne en gage à cette banque un compte épargne personnel dont le seul roˆle est de garantir l’emprunt au même titre d’ailleurs que la mise en gage du bien personnel de l’intéressé. L’administration considère que les intérêts produits par le compte sont professionnels et donc soumis à l’impoˆt plutoˆt qu’au précompte libératoire.
1. Is die interpretatie conform de ratio legis ?
1. Cette interprétation est-elle conforme à la ratio legis ?
2. Op welke tekst stoelt die interpretatie ?
2. Sur quel texte se base-t-elle ?
Antwoord : Krachtens artikel 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden de inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen als beroepsinkomsten aangemerkt wanneer die goederen en kapitalen voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten worden gebruikt.
Réponse : Conformément à l’article 37 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les revenus des biens immobiliers et des capitaux et biens mobiliers, sont considérés comme des revenus professionnels lorsque ces avoirs sont affectés à l’exercice de l’activité professionnelle du bénéficiaire desdits revenus.
Het is slechts aan de hand van de feitelijke en juridische elementen eigen aan het beoogde geval dat kan worden vastgesteld of de rekening al dan niet voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt.
Ce n’est qu’à la lumière des éléments de fait et de droit propres au cas évoqué qu’il peut être établi si le compte est ou n’est pas affecté à des fins professionnelles.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7652
DO 1999200011847
DO 1999200011847
Vraag nr. 469 van de heer Claude Eerdekens van 5 oktober 2000 (Fr.) :
Question no 469 de M. Claude Eerdekens du 5 octobre 2000 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Belastingplichtige. — Voorzieningen.
Impoˆt sur les revenus. — Contribuable. — Provisions.
Artikel 46, § 2, tweede lid, van het WIB 1992 zegt dat de bepalingen van artikel 48 van het WIB 1992 van toepassing blijven op de bij de vroegere belastingplichtige bestaande voorzieningen in zover die bestanddelen worden teruggevonden bij de nieuwe belastingplichtige.
L’article 46, § 2, alinéa 2, du CIR 1992 mentionne que les dispositions de l’article 48 du CIR 1992 restent applicables aux provisions existantes chez l’ancien contribuable dans la mesure ou` ces éléments se retrouvent chez le nouveau contribuable.
Op grond van dat artikel blijven voorzieningen die reeds bij de vroegere belastingplichtige bestonden en die van eigenaar veranderen ten gevolge van, bijvoorbeeld, de inbreng van een bedrijfsafdeling of tak van werkzaamheid, vrijgesteld van belasting indien :
Sur base de cet article, il en résulte que les provisions qui existaient chez l’ancien contribuable et qui ont été apportées au nouveau contribuable à l’occasion, par exemple, d’un apport d’une branche d’activité restent exonérées dans la mesure ou` :
— de voorzieningen ten name van de vroegere belastingplichtige voldeden aan de vrijstellingsvoorwaarden zoals bepaald in artikel 48 van het WIB 1992; en
— les provisions respectaient dans le chef de l’ancien contribuable les conditions d’exonération prévues à l’article 48 du CIR 1992;
— de ingebrachte voorzieningen nog verantwoord zijn ten name van de nieuwe belastingplichtige.
— les provisions apportées sont toujours justifiées dans le chef du nouveau contribuable.
Kan uit artikel 46, § 2, tweede lid, van het WIB 1992 worden afgeleid dat indien de inbreng van een bedrijfsafdeling of tak van werkzaamheid niet vrijgesteld zou zijn van belasting, de bij een vroegere belastingplichtige bestaande voorzieningen die mee van eigenaar veranderen automatisch bij de belastbare winst van de verkrijger van de inbreng worden gevoegd overeenkomstig artikel 25, 5o, van het WIB 1992, ook al voldoen de ingebrachte voorzieningen wel nog steeds aan de voorwaarden voor vrijstelling van belasting zoals bepaald in artikel 48 van het WIB 1992 ?
De la lecture de l’article 46, § 2, alinéa 2, du CIR 1992, peut-on en conclure que dans l’hypothèse ou`, par exemple, l’apport d’une branche d’activité ne s’effectuerait pas en exonération d’impoˆt, les provisions qui existaient chez l’ancien contribuable et qui ont été apportées au nouveau contribuable seraient automatiquement ajoutées aux bénéfices imposables du bénéficiaire de l’apport en vertu de l’article 25, 5o, du CIR 1992 même si les provisions ainsi apportées continuent à respecter les conditions d’exonération prévues à l’article 48 du CIR 1992 ?
Antwoord : Ik kan het geachte lid meedelen dat uit artikel 46 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) geen enkele conclusie kan worden getrokken om de fiscale behandeling te regelen van de voorzieningen voor risico’s en kosten die worden ingebracht naar aanleiding van een belaste inbreng van een bedrijfsafdeling of een tak van werkzaamheid.
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre, qu’aucun enseignement ne peut être tiré de l’article 46 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) afin de régler le sort fiscal des provisions pour risques et charges apportées à l’occasion d’un apport taxé d’une branche d’activité.
De toepassing van de bepalingen van artikel 48 van het WIB 1992 zijn afhankelijk van de feitelijke elementen eigen aan elke voorziening en elke belastingplichtige. Het is mij bijgevolg niet mogelijk hem een omstandig antwoord te verstrekken.
L’application des dispositions de l’article 48 du CIR 1992, dépend des éléments de fait propres à chaque provision et à chaque contribuable. Il ne m’est pas possible de lui fournir une réponse circonstanciée.
Indien het geachte lid een concreet geval beoogt, ben ik bereid dit te laten onderzoeken wanneer mij de benaming en het adres van de betrokken vennootschappen worden meegedeeld.
Si l’honorable membre vise un cas particulier, je suis disposé à faire examiner celui-ci si la dénomination et l’adresse des sociétés intéressées me sont communiquées.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7653
DO 2000200110153
DO 2000200110153
Vraag nr. 502 van de heer Yves Leterme van 13 november 2000 (N.) :
Question no 502 de M. Yves Leterme du 13 novembre 2000 (N.) :
Ambtenaren van het ministerie van Financie¨n. — Gebruik van de term « toevallige ».
Fonctionnaires du ministère des Finances. — Utilisation du terme « occasionnel ».
Blijkbaar gebruiken heel wat ambtenaren van Financie¨n eigenaardige benamingen zoals toevallige ambtenaar, toevallige correspondent, toevallige behandelende ambtenaar, enz. De term « toevallig » wordt wellicht toegevoegd om hun verantwoordelijkheid te beperken. In elk geval maakt de term de belastingplichtigen heel onzeker.
Il me revient que de nombreux fonctionnaires du ministère des Finances ont recours à des titres étranges comme fonctionnaire occasionnel, correspondant occasionnel, fonctionnaire traitant occasionnel, etc. Le terme « occasionnel » est probablement ajouté au titre de la fonction pour en réduire les responsabilités. En tout cas, le terme est source de confusion pour les contribuables.
1. Wat is de betekenis van de term « toevallig » in toevallige ambtenaar, toevallige correspondent, toevallige behandelende ambtenaar en toevallige verificateur ?
1. Quelle est la signification du terme « occasionnel » dans les expressions suivantes : fonctionnaire occasionnel, correspondant occasionnel, fonctionnaire traitant occasionnel et vérificateur occasionnel ?
2. a) Welke gevolgen vloeien er voort uit de latere ontkenning van de verantwoordelijkheid door een « toevallige » ambtenaar ?
2. a) Lorsqu’un fonctionnaire « occasionnel » rejette ultérieurement toute responsabilité, quelles conséquences cela peut-il avoir ?
b) Heeft de ambtenaar het beroepsgeheim geschonden ?
b) Le fonctionnaire a-t-il violé le secret professionnel ?
c) Heeft de ambtenaar het opgewekt vertrouwen in de belastingdiensten geschonden ?
c) Le fonctionnaire a-t-il porté atteinte à la confiance placée dans les services des contributions ?
d) Heeft de ambtenaar zich schuldig gemaakt aan machtsschending en machtsoverschrijding ?
d) Le fonctionnaire s’est-il rendu coupable d’abus et d’excès de pouvoirs ?
Antwoord : De administratie van de Ondernemingsen Inkomensfiscaliteit heeft geen weet van het feit dat haar ambtenaren de door het geachte lid opgeworpen term zouden gebruiken in de context van zijn vraag. Deze term wordt ook in geen enkele administratieve richtlijn voorzien.
Réponse : L’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus n’a pas connaissance du fait que ses fonctionnaires feraient usage du terme évoqué par l’honorable membre dans le contexte de sa question. Ce terme n’est du reste prévu dans aucune directive administrative.
Indien het geachte lid echter een concreet geval beoogt, ben ik bereid een onderzoek te doen instellen indien mij de nodige gegevens worden medegedeeld.
Si l’honorable membre vise un cas concret, je suis disposé à faire procéder à une enqueˆte si les données d’identification nécessaires me sont communiquées.
DO 2000200110179
DO 2000200110179
Vraag nr. 508 van de heer Bart Laeremans van 17 november 2000 (N.) :
Question no 508 de M. Bart Laeremans du 17 novembre 2000 (N.) :
Verdeling dotatie onderwijs.
Répartition de la dotation pour l’enseignement.
De federale dotatie aan de gemeenschappen voor het onderwijs moet nu gebeuren op grond van het aantal leerlingen in het Franstalig, respectievelijk in het Nederlandstalig onderwijs.
La dotation fédérale pour l’enseignement octroyée aux communautés doit à présent être calculée sur la base du nombre d’élèves dans l’enseignement francophone, d’une part, et dans l’enseignement néerlandophone, d’autre part.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
984
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7654
1. Welk percentage en welk bedrag werd voor het voorafgaande schooljaar aan elk van beide gemeenschappen toegekend ?
1. Quel pourcentage et quel montant a été octroyé pour l’année scolaire précédente à chacune des deux communautés ?
2. Op basis van welk criterium gebeurde deze toekenning ?
2. Sur la base de quel critère ce montant a-t-il été octroyé ?
3. De Franse Gemeenschap zou reeds vier verschillende diskettes hebben overgemaakt aan het Rekenhof, dat de juistheid van de medegedeelde cijfers moet controleren.
3. La Communauté française aurait déjà transmis quatre disquettes différentes à la Cour des comptes, qui est chargée de vérifier l’exactitude des données communiquées.
a) Op welke gronden werd elk van de drie eerste diskettes afgewezen of zelfs verbeterd door de Franse Gemeenschap ?
a) Pour quels motifs les trois premières disquettes ont-elles été refusées, ou même corrigées par la Communauté française ?
b) Is de vierde juist bevonden ?
b) Les données de la quatrième disquette étaient-elles exactes ?
c) Wanneer is deze laatste controle gebeurd en wanneer werd de dotatie verdeeld ?
c) Quand ce dernier controˆle a-t-il été opéré et quand la dotation a-t-elle été répartie ?
Antwoord :
Réponse :
1. Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat voor het begrotingsjaar 2000 het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde (BTW) aan de gemeenschappen (exclusief de afrekeningsaldi van het voorgaande begrotingsjaar) 369 576,9 miljoen frank bedraagt, hetzij :
1. J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que la partie du produit de la taxe sur la valeur ajoutée (TVA) qui est attribuée aux communautés (hors soldes de décompte de l’année antérieure) s’élève à 369 576,9 millions de francs pour l’année budgétaire 2000, soit :
— voor de Vlaamse Gemeenschap : 210 958,2 miljoen frank, hetzij 57,0810 %;
— pour la Communauté flamande : millions de francs, soit 57,0810 %;
— voor de Franse Gemeenschap : 158 618,7 miljoen frank, hetzij 42,9190 %,
— pour la Communauté française : 158 618,7 millions de francs, soit 42,9190 %,
zijnde de definitieve verdeling voor het begrotingsjaar 2000, vastgesteld overeenkomstig artikel 5, § 2, van de wet van 23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (Belgisch Staatsblad van 30 mei 2000).
soit la répartition définitive pour l’année budgétaire 2000 qui a été fixée en vertu de l’article 5, § 2, de la loi du 23 mai 2000 fixant les critères visés à l’article 39, § 2, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions (Moniteur belge du 30 mai 2000).
Deze toegewezen bedragen werden opgenomen in het wetsontwerp houdende de tweede aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2000 (Parl. St., Kamer, 2000-2001, nr. 958/1) dat in de commissie Financie¨n en Begroting op 28 november 2000 werd goedgekeurd. In de wet van 10 juli 2000 houdende (de eerste) aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting werd, in afwachting van de definitieve verdeelsleutel voor het jaar 2000, ten voorlopige titel de voor het begrotingsjaar 1998 bepaalde verdeelsleutel nog toegepast, te weten : 57,55 % voor de Vlaamse Gemeenschap en 42,45 % voor de Franse Gemeenschap.
Ces montants attribués ont été repris dans le projet de loi portant le deuxième ajustement du budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2000 (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, no 958/1) qui a été approuvé en commission des Finances et du Budget le 28 novembre 2000. La clé de répartition qui avait été retenue à titre provisoire dans la loi du 10 juillet 2000 ajustant (une première fois) le budget des Voies et Moyens pour l’année 2000, en attendant la clé définitive pour l’année 2000, correspondait à la clé de répartition afférente à l’année budgétaire 1998, à savoir : 57,55 % pour la Communauté flamande et 42,45 % pour la Communauté française.
2. Voormeld wetsontwerp regelt de aanpassing van de toegewezen belastingopbrengsten voor het begrotingsjaar 2000 op basis van de definitief voor dat jaar vastgestelde verdeelsleutel die uitgaat van het aantal
2. Ledit projet de loi règle l’ajustement des parties d’impoˆts attribuées pour l’année budgétaire 2000 sur la base de la clé de répartition définitive fondée sur le nombre d’élèves qui a été fixé par la Cour des comp-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
210 958,2
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7655
leerlingen dat door het Rekenhof werd vastgesteld. Het Rekenhof werd krachtens voormelde wet van 23 mei 2000 belast met de controle van de door de gemeenschappen overgemaakte gegevensbestanden die voortvloeien uit de telling van het aantal leerlingen. 3. Het verslag aangaande het resultaat van het onderzoek van de gegevens opgenomen in de bestanden overgemaakt door de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap werd door de algemene vergadering van het Rekenhof vastgesteld in haar zitting van 4 oktober 2000. Dit verslag werd aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat en aan de eerste minister overgemaakt op 5 oktober 2000. Volgens dit verslag heeft het Rekenhof met toepassing van artikel 3, § 2, 1o, van dezelfde wet van 23 mei 2000 vastgesteld dat de door de gemeenschappen overgemaakte bestanden (één cd-rom overgemaakt door de Vlaamse Gemeenschap en drie cd-rom’s bezorgd door de Franse Gemeenschap) geschikt waren voor het nazicht en in overeenstemming waren met de door het Rekenhof op 13 januari 2000 aan de gemeenschappen meegedeelde richtlijnen. Vervolgens heeft het Rekenhof nagegaan of de in de bestanden opgenomen gegevens correct waren en in overeenstemming waren met de in artikel 2 van diezelfde wet bepaalde criteria. Met toepassing van artikel 5, § 2, van diezelfde wet heeft het Rekenhof de vastgestelde vergissingen rechtgezet en het aantal leerlingen vastgesteld op : — voor de Vlaamse Gemeenschap : 820 637 hetzij 57,0810 %; — voor de Franse Gemeenschap : 617 034 hetzij 42,9190 %. Zoals vermeld in punt 1 van het antwoord houdt de doorstorting van de toegewezen gedeelten van de BTW voor het begrotingsjaar 2000 rekening met deze definitieve verdeelsleutel. De doorstortingen voor de maand december 2000 werden in die zin aangepast. Deze aanpassing impliceerde, in vergelijking met de eerste aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting 2000, een verschuiving van de toegewezen middelen tussen de twee gemeenschappen ten belope van 1 733,3 miljoen frank (− voor de Vlaamse Gemeenschap, + voor de Franse Gemeenschap).
tes. En vertu de ladite loi du 23 mai 2000, la Cour des comptes a été chargée du controˆle des fichiers de données transmis par les communautés résultant du comptage du nombre d’élèves. 3. Le rapport relatif au résultat de l’examen des données reprises dans les fichiers transmis par la Communauté flamande et par la Communauté française a été arrêté par l’assemblée générale de la Cour des comptes en sa séance du 4 octobre 2000. Ce rapport a été envoyé aux présidents de la Chambre des représentants et du Sénat et au premier ministre le 5 octobre 2000. Ce rapport fait état du fait que, par l’application de l’article 3, § 2, 1o, de la loi du 23 mai 2000, la Cour des comptes a constaté que les fichiers transmis par les communautés (un cd-rom transmis par la Communauté flamande et trois cd-rom remis par la Communauté française) étaient adéquats pour le controˆle et conformes aux instructions que la Cour des comptes avait communiquées aux communautés en date du 13 janvier 2000. Ensuite, la Cour des comptes a vérifié si les données reprises dans les fichiers étaient exactes et respectaient les critères énumérés à l’article 2 de cette même loi. En application de l’article 5, § 2, de cette même loi, la Cour des comptes a rectifié les erreurs et a fixé le nombre d’élèves à : — pour la Communauté flamande : 820 637 soit 57,0810 %; — pour la Communauté française : 617 034 soit 42,9190 %. Comme indiqué au point 1 de la présente réponse, les versements de parties attribuées de la TVA pour l’année budgétaire 2000 tiennent compte de la clé de répartition définitive. Les versements du mois de décembre ont été ajustés dans ce sens. En comparaison avec le premier ajustement du budget des Voies et Moyens 2000, cette modification implique un glissement des moyens attribués entre la Communauté flamande et la Communauté française se chiffrant à 1 733,3 millions de francs (− pour la Communauté flamande, + pour la Communauté française).
DO 2000200110181
DO 2000200110181
Vraag nr. 510 van de heer Philippe Seghin van 17 november 2000 (Fr.) : BTW-tarieven in het kader van het vellen en kweken van bomen. Kan uw bestuur meedelen welke BTW-tarieven van toepassing zijn op volgende activiteiten :
Question no 510 de M. Philippe Seghin du 17 novembre 2000 (Fr.) : TVA. — Taux applicables dans les cadres d’abattage et d’élevage d’arbres. Votre administration peut-elle communiquer les taux de TVA applicables dans les cas suivants :
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7656
1. het vellen en afvoeren van bomen, gelijkgesteld met landbouwarbeid;
1. abattage et débardage, assimilés à des travaux agricoles;
2. het vellen van bomen op stam in een tuin of een park, teneinde tot volgende afgewerkte producten te komen : onbewerkt hout, brandhout, houtafval;
2. abattage d’arbres sur pied dans un jardin ou un parc, en vue d’arriver aux produits finis suivants : bois brut, bois de chauffage, déchets de bois;
3. het vellen gevolgd door het vierkanten en het zagen (afgewerkt product = planken);
3. abattage suivi d’équarrissage et de sciage (produits finis = planches);
4. het snoeien en onderhouden van bomen (geen afgewerkte producten);
4. élagage et entretien d’arbres (pas de produits finis);
5. de verkoop van bomen op stam, onbewerkt hout, brandhout en houtafval;
5. vente de bois sur pied, de bois brut, de bois de chauffage, de déchets de bois;
6. de verkoop van gevierkant en gezaagd hout ?
6. vente de bois équarri et scié ?
7. als het vellen een bijkomstige activiteit is in het kader van een tuinonderhoud, geldt dan het BTWtarief van 21 % of kan een en ander worden opgesplitst met toepassing van twee verschillende BTWtarieven ?
7. si l’activité d’abattage est une opération accessoire d’une opération de jardinage, le taux serait de 21 % ou est-il possible de scinder l’activité selon deux taux ?
Antwoord : De verkoop van hout op stam, onbewerkt hout, brandhout en houtafval is onderworpen aan het BTW-tarief van 6 % overeenkomstig rubriek VII, cijfer 12, van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.
Réponse : La vente de bois sur pied, de bois bruts, de bois de chauffage et de déchets de bois est passible du taux de TVA de 6 % en vertu de la rubrique VII, chiffre 12, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux.
Anderzijds zijn vierkant behakt hout en gezaagd hout onderworpen aan het normale BTW-tarief, dat thans 21 % bedraagt.
Quant aux bois équarris et sciés, ils sont soumis au taux normal de la TVA, qui s’élève actuellement à 21 %.
Voor de regeling inzake BTW-tarieven die van toepassing is ten aanzien van de verschillende handelingen die worden beoogd in de vraag van het geachte lid, moet vooreerst een onderscheid worden gemaakt naargelang die prestaties al dan niet in het kader van een landbouwdienst worden verricht.
En ce qui concerne le régime applicable, en matière de taux de TVA, aux différentes prestations envisagées dans la question de l’honorable membre, il convient au préalable de distinguer selon que ces opérations sont effectuées dans le cadre d’un service agricole ou non.
1. Handelingen verricht in het kader van een landbouwdienst
1. Prestations effectuées dans le cadre d’un service agricole
Diensten, andere dan tuinwerkzaamheden, die bijdragen tot de voortbrengst van landbouw- of bosbouwproducten, zijn als landbouwdiensten onderworpen aan het BTW-tarief van 6 % overeenkomstig rubriek XXIV van tabel A van de bijlage bij het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970.
Les services, autres que les entreprises de jardin, qui concourent à la production de produits agricoles ou forestiers sont, en tant que services agricoles, soumis au taux de TVA de 6 % en vertu de la rubrique XXIV du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970, susvisé.
Om te kunnen worden aangemerkt als landbouwdiensten die onderworpen zijn aan het BTW-tarief van 6 %, moeten de verstrekte handelingen volgens hun aard behoren tot de normale bedrijvigheid van land- of bosbouwers en moeten ze daarenboven bijdragen tot de voortbrengst van landbouwproducten.
Pour être considérées comme services agricoles passibles du taux de TVA de 6 %, les prestations fournies doivent relever, en raison de leur nature même, de l’activité normale des exploitants agricoles ou forestiers et doivent en outre concourir à la production de produits agricoles. ` cet égard, il peut être considéré que toutes les A plantations qui font partie d’un verger ou d’un bois
In dat verband mag er worden van uitgegaan dat alle aanplant van een boomgaard of van een bos in de
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7657
eigenlijke betekenis van het woord (het mag dus niet gaan om een tuin of park) deel uitmaken van een landbouw- of bosbouwonderneming, zelfs wanneer die toebehoort aan een particulier.
proprement dit (il ne peut donc s’agir d’un jardin ou d’un parc) sont constitutives d’une exploitation agricole ou forestière, même si elles appartiennent en fait à un particulier.
Onder voormelde voorwaarden worden inzonderheid aangemerkt als landbouwdiensten :
Lorsque les conditions précitées sont remplies, constituent des services agricoles notamment :
— het snoeien van bomen, struiken en planten;
— la taille des arbres, arbustes et plants;
— het vellen van bomen; het rooien van stronken;
— l’abattage des arbres; l’essouchement;
— het houtafval afkomstig van het vellen, ter plaatse op het bosbouwbedrijf verbranden, verkleinen en hakselen;
— le bruˆlage, le déchiquetage et le broyage, sur le site même de l’exploitation forestière, des déchets de bois résultant de l’abattage;
— het verzagen van stammen tot brandhout (het verzagen tot planken, latten, kepers, piketten, palen, enz., is daarentegen onderworpen aan het normale BTW-tarief aangezien de verkregen goederen geen landbouwproducten meer zijn);
— la découpe du tronc en bois de chauffage (en revanche, le sciage et le tronçonnage en planches, lattes, chevrons, piquets, pieux, etc. sont passibles du taux normal, les biens obtenus n’étant pas des produits agricoles);
— het wegslepen van de gevelde bomen, dat wil zeggen het wegvoeren van de bomen van de plaats waar ze werden geveld tot aan de rand van de weg. Tot al wat kan dienen wordt eraan herinnerd dat de goederen die ter gelegenheid van landbouwdiensten worden geleverd, worden belast tegen het tarief dat erop van toepassing zou geweest zijn waren ze afzonderlijk geleverd. 2. Handelingen andere dan landbouwdiensten
— le débardage, c’est-à-dire le transport des arbres abattus, du lieu de l’abattage jusqu’à la route.
Het vellen van bomen is een werk in onroerende staat in de zin van artikel 19, § 2, van het BTWWetboek. Die handeling is in de regel onderworpen aan het normale BTW-tarief, dat thans 21 % bedraagt. De administratie heeft echter inzake de BTWtarieven ten aanzien van het vellen van bomen steeds de toepassing aanvaard van artikel 38, § 4, van het BTW-Wetboek, dat bepaalt dat iedere handeling die bijdraagt tot het vervaardigen, het bouwen, het monteren of het omvormen van een ander goed dan een uit zijn aard onroerend goed, aan de belasting is onderworpen naar het tarief dat geldt voor het goed beschouwd in de staat waarin het verkeert na de uitvoering van de handeling. Bijgevolg is het vellen van bomen, voor zover die bomen niet ter plaatse worden vernietigd (door verbranden, hakselen, enz.) onderworpen aan het BTWtarief van 6 % aangezien onbewerkt hout onderworpen is aan dat tarief. In dezelfde gedachtengang is het verlaagd tarief van toepassing ten aanzien van de handeling bestaande in het vellen en brandhout maken van bomen, aangezien brandhout eveneens onderworpen is aan het verlaagd BTW-tarief van 6 % op grond van rubriek VII, cijfer 12, van tabel A van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
` toutes fins utiles, il est rappelé que les biens utiliA sés à l’occasion des services agricoles sont imposés au taux qui leur aurait été applicable s’ils avaient été fournis séparément. 2. Prestations effectuées en dehors d’un service agricole L’opération ayant pour objet l’abattage d’un arbre est un travail immobilier au sens de l’article 19, § 2, du Code de la TVA. Une telle opération est en règle passible du taux normal de la taxe, qui s’élève actuellement à 21 %. L’administration a toutefois toujours admis, pour l’application des taux de TVA, qu’étaient applicables à l’abattage d’arbres, les dispositions inscrites à l’article 38, § 4, du Code de la TVA, qui prévoient que toute opération qui concourt à la construction, à la fabrication, au montage ou à la transformation d’un bien autre qu’un bien immeuble par nature, est soumise au taux applicable au bien considéré dans son état après exécution de l’opération. Par conséquent, pour autant que l’arbre abattu ne soit pas détruit sur place (par bruˆlage, broyage, etc.), l’abattage d’arbres est soumis au taux de TVA de 6 % puisque le bois brut est passible de ce taux. Dans le même ordre d’idée, le taux réduit s’applique à l’opération ayant pour objet l’abattage d’un arbre et son débitage en bois de chauffage, au motif qu’une disposition du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 susvisé, à savoir la rubrique VII, chiffre 12, soumet également au taux de 6 % le bois de chauffage.
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7658
Wanneer daarentegen de gevelde boom ter plaatse wordt vernietigd of wanneer het contract zowel het vellen als vierkant behakken of verzagen tot planken, latten, kepers of piketten, tot voorwerp heeft, is het geheel van die handelingen onderworpen aan het normale BTW-tarief van 21 % aangezien de goederen die tot stand zijn gekomen door die handelingen, ook onderworpen zijn aan dat tarief. Wanneer overigens in uitvoering van één contract, de handelingen als bedoeld in de vorige twee paragrafen gepaard gaan met snoeien, rooien van de stronken en wegslepen van het hout, wordt het BTW-tarief dat van toepassing is ten aanzien van het gedeelte van de prijs dat betrekking heeft op laatstgenoemde handelingen, bepaald overeenkomstig het hiervoor gemaakte onderscheid. In elke veronderstelling moeten het snoeien, rooien van de stronken en wegslepen van het hout belast worden tegen hun eigen BTW-tarief, zijnde 21 %, wanneer ze verricht worden los van het contract betreffende het vellen of wanneer ze worden aangerekend door een andere persoon dan degene die de boom heeft geveld. Dit tarief van 21 % is ook van toepassing ten aanzien van het onderhoud van bomen en tuinen. Wanneer in uitvoering van een globaal contract dat het geregeld onderhoud van een tuin tot voorwerp heeft, de dienstverrichter bij gelegenheid en zonder prijssupplement een boom velt (gevallen of beschadigd ingevolge stormweer bijvoorbeeld) moet het tarief van 21 % eenvormig worden toegepast ten aanzien van de globale gevraagde prijs. Wanneer een prijssupplement wordt aangerekend voor het vellen van de boom, moet het toepasselijke BTW-tarief worden bepaald overeenkomstig het onderscheid gegeven in het derde en vierde lid van onderhavig punt 2. In de veronderstelling dat handelingen die aan verschillende tarieven zijn onderworpen, in rekening worden gebracht op hetzelfde document, is de dienstverrichter gehouden de factuur te splitsen voor de heffing van de belasting. Indien die splitsing niet gebeurt, is de heffing slechts regelmatig indien de enige prijs wordt belast tegen het tarief dat van toepassing is ten aanzien van de dienst die onderworpen is aan het hoogste tarief (in casu 21 %).
En revanche, lorsque l’arbre abattu est détruit sur place ou lorsque le contrat a pour objet à la fois l’abattage d’un arbre et son équarrissage ou son sciage en planches, lattes, chevrons ou piquets, l’ensemble des prestations précitées est passible du taux normal de la taxe de 21 %, les biens obtenus à l’issue des opérations ici visées étant soumis à ce taux. Par ailleurs, lorsqu’en exécution d’un contrat unique, les opérations visées aux deux alinéas précédents s’accompagnent de prestations d’ébranchage, d’essouchement et de débardage, le taux applicable à la partie du prix qui se rapporte à ces dernières prestations est celui qui s’applique selon les distinctions opérées ci-avant. En toute hypothèse, lorsqu’elles sont effectuées en dehors d’un contrat unique d’abattage d’arbres ou lorsqu’elles sont portées en compte par une personne autre que celles qui a abattu l’arbre, les prestations d’ébranchage, d’essouchement et de débardage sont soumises au taux qui leur est propre, à savoir 21 %. Ce taux de 21 % est également applicable aux travaux d’entretien d’arbres et d’entretien de jardins. ` cet égard, si, dans le cadre d’un contrat global ayant A pour objet l’entretien régulier d’un jardin, le prestataire est amené à procéder incidemment et sans supplément de prix à l’abattage d’un arbre (tombé ou abıˆmé à la suite d’une tempête, par exemple), le taux de 21 % doit être appliqué uniformément au prix global réclamé. Si un supplément de prix est réclamé pour cet abattage d’arbre, le taux applicable doit être déterminé en fonction des distinctions opérées sous le 3e et 4e alinéas du présent point 2. Dans l’hypothèse où des opérations passibles de taux de TVA différents sont portées en compte sur le même document, le prestataire est tenu de ventiler sa ` défaut de facture pour la perception de la taxe. A ventilation, la situation ne pourrait être considérée comme régulière que si le prix unique était soumis au taux applicable au service soumis au taux le plus élevé (en l’espèce 21 %).
DO 2000200110229
DO 2000200110229
Vraag nr. 515 van de heer Claude Eerdekens van 24 november 2000 (Fr.) : Inkomstenbelastingen. — Minderwaarden op aandelen en deelbewijzen. Overeenkomstig artikel 198, eerste lid, 7o, van het WIB 1992 worden waardeverminderingen en minder-
Question no 515 de M. Claude Eerdekens du 24 novembre 2000 (Fr.) : Impoˆts sur les revenus. — Moins-values sur les actions et parts. L’article 198, alinéa 1er, 7o, du CIR 1992 mentionne que ne sont pas considérés comme des frais profession-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7659
waarden op aandelen, behoudens minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap tot ten hoogste het gestorte kapitaal dat door die aandelen wordt vertegenwoordigd, niet aangemerkt als beroepskosten.
nels les moins-values sur les actions et parts à l’exception des moins-values actées à l’occasion du partage total de l’avoir social d’une société jusqu’à concurrence de la perte du capital libéré représenté par ces actions ou parts.
Naar analogie van de berekeningswijze voor de fiscale meerwaarde is de fiscale minderwaarde gelijk aan het negatieve verschil tussen enerzijds de ontvangen vergoeding of de verkoopwaarde bij de vervreemding van het goed, en anderzijds de aanschaffings- of beleggingswaarde ervan verminderd met de voorheen aangenomen waardeverminderingen en afschrijvingen. Dit wil zeggen dat voor een aandeel met een aanschaffingswaarde van 6 000 frank dat tegen 5 000 frank verkocht wordt :
Par identité de motifs au calcul de la plus-value fiscale, la moins-value fiscale est égale à la différence négative entre, d’une part, l’indemnité perçue ou la valeur de réalisation du bien et, d’autre part, sa valeur d’acquisition ou d’investissement diminuée des réductions de valeur et amortissements admis antérieurement. Cela signifie que si la valeur d’acquisition d’une action est de 6 000 francs et que celle-ci est vendue 5 000 francs :
1. als er voordien geen waardevermindering werd geleden, de niet als beroepskosten aangemerkte fiscale minderwaarde 1 000 frank bedraagt, namelijk het verschil tussen de netto fiscale waarde (6 000 frank) en de verkoopwaarde (5 000 frank) van het aandeel;
1. si aucune réduction de valeur n’a été actée antérieurement, la moins-value fiscale à reprendre au titre de dépense non admise sera de 1 000 francs à savoir la différence entre la valeur fiscale nette (6 000 francs) et le prix de réalisation (5 000 francs) des actions et parts;
2. als er een verantwoorde waardevermindering geleden werd vanaf 24 juli 1991 ten belope van 500 frank die niet werd overgenomen, de als verworpen uitgave aangemerkte fiscale minderwaarde 500 frank bedraagt, namelijk het verschil tussen de netto fiscale waarde (5 500 frank) en de verkoopwaarde (5 000 frank) van het aandeel;
2. si une réduction de valeur justifiée a été actée à partir du 24 juillet 1991 à concurrence de 500 francs n’a pas fait l’objet d’une reprise, la moins-value fiscale à reprendre au titre de dépense non admise sera de 500 francs, à savoir la différence entre la valeur fiscale nette (5 500 francs) et le prix de réalisation (5 000 francs) des actions et parts;
3. als er een niet-verantwoorde waardevermindering werd geleden vanaf 24 juli 1991 ten belope van 500 frank die niet werd overgenomen, de als verworpen uitgave aangemerkte fiscale minderwaarde 1 000 frank bedraagt, namelijk het verschil tussen de netto fiscale waarde (6 000 frank) en de verkoopwaarde (5 000 frank) van het aandeel;
3. si une réduction de valeur non justifiée a été actée à partir du 24 juillet 1991 à concurrence de 500 francs et n’a pas fait l’objet d’une reprise, la moins-value fiscale à reprendre au titre de dépense non admise sera de 1 000 francs à savoir la différence entre la valeur fiscale nette (6 000 francs) et le prix de réalisation (5 000 francs) des actions et parts;
4. als er een verantwoorde waardevermindering geleden werd vo´o´r 24 juli 1991 ten belope van 500 frank die niet werd overgenomen (en de waardevermindering nog steeds verantwoord was op het moment van de vervreemding van het aandeel), de als verworpen uitgave aangemerkte fiscale minderwaarde 500 frank bedraagt, namelijk het verschil tussen de netto fiscale waarde (5 500 frank) en de verkoopwaarde (5 000 frank) van het aandeel;
4. si une réduction de valeur justifiée a été actée avant le 24 juillet 1991 à concurrence de 500 francs et n’a pas fait l’objet d’une reprise (cette réduction de valeur était toujours justifiée au moment de l’aliénation des actions ou parts), la moins-value fiscale à reprendre au titre de dépense non admise sera de 500 francs à savoir la différence entre la valeur fiscale nette (5 500 francs) et le prix de réalisation (5 000 francs) des actions et parts;
5. als een niet-verantwoorde waardevermindering geleden werd vo´o´r 24 juli 1991 ten belope van 500 frank, de als verworpen uitgave aangemerkte fiscale minderwaarde 1 000 frank bedraagt, namelijk het verschil tussen de netto fiscale waarde (6 000 frank) en de verkoopprijs (5 000 frank) van het aandeel.
5. si une réduction de valeur non justifiée a été actée avant le 24 juillet 1991 à concurrence de 500 francs, la moins value fiscale à reprendre au titre de dépense non admise sera de 1 000 francs à savoir la différence entre la valeur fiscale nette (6 000 francs) et le prix de réalisation (5 000 francs) des actions et parts.
Wat is het standpunt van uw administratie hieromtrent ?
Quel est le point de vue de votre administration à ce sujet ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7660
Antwoord : Door rekening te houden met de fiscale waarde van de vervreemde aandelen interpreteert het geachte lid op een juiste wijze de in artikel 198, eerste lid, 7o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde bepalingen.
Réponse : En tenant compte de la valeur fiscale des actions cédées, l’honorable membre interprète correctement les dispositions visées à l’article 198, alinéa premier, 7o du Code des impoˆts sur les revenus 1992.
Het spreekt vanzelf dat in de hypotheses 3 en 5 de onzichtbare reserve van « 500 » zal moeten gedetaxeerd worden.
Il va de soi que dans les hypothèses 3 et 5 la réserve occulte de « 500 » sera détaxée.
DO 2000200110232
DO 2000200110232
Vraag nr. 516 van de heer Philippe Seghin van 24 november 2000 (Fr.) :
Question no 516 de M. Philippe Seghin du 24 novembre 2000 (Fr.) :
Vellen en snoeien van bomen. — BTW-tarief.
Abattage et élagage d’arbres. — Taux de TVA.
1. Welk BTW-tarief is van toepassing op het hakselen van takken na het vellen of snoeien van bomen ?
1. Quel est le taux de TVA applicable dans le cas du broyage de branches effectué suite à un abattage ou un élagage ?
2. Artikel 38, § 4, van het BTW-Wetboek bepaalt : « Iedere handeling die bijdraagt tot het vervaardigen, het bouwen, het monteren of het omvormen van een ander goed dan een uit zijn aard onroerend goed, is aan de belasting onderworpen naar het tarief dat geldt voor het goed beschouwd in de staat waarin het verkeert na de uitvoering van de handeling. » Het vellen van bomen in een tuin, langsheen een weg of in een park gebeurt echter nooit met het oog op het verkrijgen van een « afgewerkt product » maar wel om een probleem op te lossen en « draagt » maar op geheel bijkomstige wijze bij tot het verkrijgen van een bruikbaar afgewerkt product.
2. L’article 38, § 4, du Code de la TVA dispose que toute opération qui concourt à la construction, à la fabrication, au montage ou à la transformation d’un bien autre qu’un bien immeuble par nature est soumise au taux applicable au bien considéré dans son état après l’exécution de l’opération. Or, les abattages d’arbres effectués dans un jardin, le long d’un bord de route ou dans un parc ne se font jamais en vue d’obtenir un « produit fini » mais bien en vue de résoudre un problème et « concourent » de manière tout à fait secondaire à avoir un produit fini utilisable.
Welk tarief is in dat geval van toepassing ?
Quel taux doit être appliqué dans ce cas ?
Antwoord :
Réponse :
1. Wanneer takken worden gehakseld in het kader van de uitvoering van een contract dat het snoeien of vellen van een boom tot voorwerp heeft, moet het hakselen beschouwd worden als bijkomstig ten opzichte van de hoofdhandeling inzake het snoeien of vellen. Het hakselen van de takken is hier bijgevolg onderworpen aan het BTW-tarief dat van toepassing is op de hoofdhandeling.
1. Lorsque, dans le cadre de l’exécution d’un contrat portant sur l’élagage ou l’abattage d’un arbre, intervient une opération de broyage des branches, ladite opération doit eˆtre regardée comme accessoire à l’opération principale d’abattage ou d’élagage. Le broyage des branches est dès lors possible en l’espèce du taux de TVA applicable à l’opération principale.
In dit verband kan ik slechts verwijzen naar het antwoord verstrekt op de vraag nr. 510 van het geachte lid van 17 november 2000. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 68, blz. 7655.)
` cet égard, je ne peux mieux faire que me référer à A la réponse apportée à la question no 510 de l’honorable membre, du 17 novembre 2000. (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 68, p. 7655.)
2. Ook hier verwijs ik het geachte lid naar het antwoord gegeven op zijn vraag nr. 510 van 17 november 2000.
2. Ici également, je renvoie l’honorable membre à la réponse apportée à sa question no 510 du 17 novembre 2000.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7661
DO 2000200110246
DO 2000200110246
Vraag nr. 520 van de heer Claude Eerdekens van 27 november 2000 (Fr.) :
Question no 520 de M. Claude Eerdekens du 27 novembre 2000 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Beroepskosten. — Vakantiegeld.
Impoˆts sur les revenus. — Sociétés. — Frais professionnels. — Pécule de vacances.
De commentaar bij de inkomstenbelastingen zegt, onder nr. 57/18, dat het tijdens een boekjaar geboekt, nog te betalen vakantiegeld slechts onder de beroepskosten mag worden gerangschikt voor zover het overeenstemt met het minimumbedrag van het vakantiegeld dat later door de onderneming zal moeten worden gedragen uit hoofde van de tijdens dat boekjaar betaalde bezoldigingen. In die mate kan er sprake zijn van een zekere en vaststaande schuld op de afsluitingsdatum van het boekjaar.
Le commentaire des impoˆts sur les revenus mentionne au no 57/18 que les sommes comptabilisées au cours d’un exercice comptable en vue du paiement du pécule de vacances ne peuvent être rangées parmi les frais professionnels que dans la mesure ou` elles correspondent au montant minimum des pécules de vacances que l’entreprise devra supporter ultérieurement en raison des rémunérations payées pendant cet exercice comptable. Il s’agit dans ce cas de frais qui, à la cloˆture de l’exercice comptable, ont acquis le caractère de dettes certaines et liquides.
Gegeven : een vennootschap die haar boekjaar afsluit op 31/12/N en
Dans l’hypothèse ou` une société qui cloˆture son exercice comptable le 31/12/N :
A) ofwel het vakantiegeld dat ze rechtstreeks aan haar bedienden zal moeten betalen tijdens het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de rechtgevende arbeid verricht werd, ofwel de jaarlijkse bijdrage die ze vo´o´r 30 april van het volgende jaar aan de RSZ zal moeten betalen op grond van de lonen die de arbeiders gedurende het kalenderjaar ontvangen hebben, niet geboekt heeft;
A) n’a pas comptabilisé le pécule de vacances qu’il devra payer soit directement à ses employés au cours de l’année civile qui suit celle pendant laquelle les prestations donnent droit à ce pécule soit à l’ONSS avant le 30 avril de l’année suivante sur base des salaires dont les ouvriers ont bénéficié pendant l’année civile;
B) of een bedrag geboekt heeft dat lager is dan het (door de administratie) bepaalde percentage van de tijdens het boekjaar aan het personeel toegekende vaste en veranderlijke bezoldigingen.
B) ou a comptabilisé un montant inférieur au pourcentage déterminé (par l’administration) des rémunérations fixes et variables allouées au personnel au cours de l’exercice.
Houdt de toepassing van artikel 49 van het WIB 1992 dan niet in dat het vakantiegeld of het gedeelte van het vakantiegeld dat op 31/12/N niet geboekt was op het ogenblik dat het een zekere en vaststaande schuld betrof maar pas geboekt zou worden bij de betaling tijdens het volgende boekjaar, niet aangemerkt kan worden als beroepskosten voor het boekjaar N+1 ?
L’application de l’article 49 du CIR 1992 n’implique-t-il pas que le pécule de vacances ou la partie du pécule de vacances qui n’aurait pas été enregistré le 31/ 12/N dans la comptabilité au moment ou` il avait acquis le caractère de dette certaine et liquide mais serait enregistré au moment de son paiement qui a lieu au cours de l’exercice suivant ne pourrait pas être admis au titre de frais professionnels de l’exercice comptable N+1 ?
Antwoord : De bedragen die geboekt zijn met het oog op de uitbetaling van het vakantiegeld aan de personeelsleden in de loop van het daaropvolgende boekjaar (N+1), mogen als beroepskosten van het betrokken boekjaar (N) worden beschouwd in de mate dat zij bepaalde percentages, die jaarlijks in overleg met het VBO worden vastgesteld, niet overschrijden.
Réponse : Les sommes comptabilisées en vue du paiement, au cours de l’exercice comptable suivant (N+1), du pécule de vacances des membres du personnel peuvent eˆtre considérées comme des frais professionnels de l’exercice comptable considéré (N), dans la mesure où elles n’excèdent pas certains pourcentages déterminés annuellement en concertation avec la FEB.
Het gedeelte dat niet geboekt geweest is bij de afsluiting van het boekjaar N mag als een beroepskost worden aangemerkt van het boekjaar waarin de uitbetaling heeft plaatsgehad (N+1).
Il est également admis que la quotité qui n’a pas été comptabilisée à la cloˆture de l’exercice N constitue des frais professionnels de l’exercice comptable au cours duquel le paiement a eu lieu (N+1).
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
985
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7662
DO 2000200110261
DO 2000200110261
Vraag nr. 523 van de heer Hubert Brouns van 28 november 2000 (N.) :
Question no 523 de M. Hubert Brouns du 28 novembre 2000 (N.) :
Fiscale compensatie grensarbeiders voor behandelingskosten banken.
Compensation fiscale pour frais de traitement bancaire au profit des travailleurs frontaliers.
Grensarbeiders die tewerkgesteld zijn in Nederland of er hun uitkering krijgen, ontvangen hun loon of uitkering in guldens. Vo´o´r de invoering van de euro hadden de schommelingen van de wisselkoersen gevolgen voor de omwisseling naar Belgische franken. Om deze schommelingen te compenseren kregen grensarbeiders voor hun belastingaangifte een gunstigere koers, met name 99 % van de gemiddelde koers.
Les travailleurs frontaliers, qui sont employés aux Pays-Bas ou qui y bénéficient d’une allocation, perçoivent leur salaire ou allocation en florins. Avant l’introduction de l’euro, les fluctuations des cours de change se répercutaient sur la conversion en francs belges. En compensation de ces fluctuations, les travailleurs frontaliers bénéficiaient d’un cours de change plus favorable, à savoir 99 % du cours moyen, pour leur déclaration fiscale.
Sinds de invoering van de euro hebben we echter te maken met een vaste koers voor de gulden (18,305 frank), maar in de plaats van de vroegere wisselkoerskosten rekenen de banken nu behandelingskosten aan, namelijk een vast bedrag plus een bepaald percentage van het loon (maximum 4 %). Deze extra kosten zijn niet fiscaal aftrekbaar. Hierdoor verliest de grensarbeider een deel van zijn koopkracht.
Depuis l’introduction de l’euro, le cours du florin est fixe (18,305 francs) mais les banques facturent, au lieu des anciens frais de change, des frais de traitement, c’est-à-dire un montant fixe augmenté d’un certain pourcentage du salaire (maximum 4 %). Ces frais supplémentaires ne sont pas déductibles fiscalement. Le travailleur frontalier perd ainsi une partie de son pouvoir d’achat.
Vorig jaar hebben we dit probleem al voorgelegd aan de minister van Financie¨n. De minister verklaarde zich toen akkoord met het toepassen van een omzettingskoers die gelijk is aan de vaste wisselkoers minus 1 %, zijnde 18,3054 x 99 % = 18,12 frank voor één gulden. In uw antwoord gaf u aan dat dit van toepassing was voor het inkomen 1999, aanslagjaar 2000.
Nous avons déjà exposé ce problème au ministre des ` l’époque, le ministre s’est Finances l’année dernière. A dit favorable à l’application d’un cours de conversion égal au cours de change fixe moins 1 %, à savoir 18,3054 x 99 % = 18,12 francs pour un florin. Le ministre indiquait dans sa réponse que cette procédure serait d’application pour les revenus 1999, exercice d’imposition 2000.
Blijft hetzelfde principe gehandhaafd voor het jaar 2000 ?
Le même principe est-il maintenu pour l’année 2000 ?
Antwoord : Het antwoord luidt bevestigend.
Réponse : La réponse est affirmative.
DO 2000200110270
DO 2000200110270
Vraag nr. 526 van de heer Claude Eerdekens van 29 november 2000 (Fr.) :
Question no 526 de M. Claude Eerdekens du 29 novembre 2000 (Fr.) :
Integratie van de Nationale Opsporingsdienst van de douane in de nationale directie opsporingen.
Intégration du Service national de recherches des douanes dans la direction nationale des recherches.
Voor de integratie van de Nationale Opsporingsdienst van de douane in de nieuwe nationale directie opsporingen, kunnen talrijke argumenten worden aangevoerd.
De nombreux arguments plaident en faveur de l’intégration du Service national de recherches des douanes dans la nouvelle direction nationale des recherches :
A) De voornaamste opdracht van de douane is de controle van de goederen voor de inning van invoerrechten en BTW.
A) En premier lieu, du fait que la principale mission douanière est le controˆle de marchandises pour la perception des droits d’entrée et de la TVA.
B) Inzake internationale betrekkingen beschikken de Opsporingsdiensten van de douane over een grote
B) D’autre part, les Services de recherches des douanes ont également une grande aptitude et une expé-
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7663
bekwaamheid en een aanzienlijke ervaring, die onmisbaar zijn voor de diensten van de nationale en internationale afdeling.
rience importante en matière de relations internationales, indispensables aux services de la division nationale et internationale.
C) De algemene wet op de douanediensten verleent de douaniers bepaalde bevoegdheden en de bijstand van agenten in uniform, die gemachtigd zijn een wapen te dragen, is bij bepaalde delicate opdrachten vaak onmisbaar.
C) Les douaniers ont des pouvoirs conférés par la loi générale sur les douanes et il est très souvent indispensable dans certaines missions délicates de pouvoir être assisté d’agents en uniforme, habilités à porter des armes.
D) De douanediensten beschikken over aanzienlijke logistieke middelen (wagens, GSM, draagbare computers) waar de andere opsporingsdiensten ook nuttig gebruik van zouden kunnen maken.
D) Ces services ont des moyens logistiques importants (voitures, GSM, portables) qui pourraient utilement être utilisés par les autres services de recherche.
E) De integratie zou ook een betere communicatie tussen de verscheidene diensten belast met het onderzoek naar fiscale overtredingen mogelijk maken.
E) L’intégration permettrait aussi une meilleure communication entre les différents services chargés de la recherche des infractions fiscales.
1. Is de integratie van de Nationale Opsporingsdienst van de douane in de nationale directie opsporingen gepland ?
1. L’intégration du Service national de recherches des douanes dans la direction nationale des recherches est-elle prévue ?
2. Zo ja, wanneer ?
2. Si oui, dans quel délai ?
3. Zo neen, waarom niet ?
3. Dans la négative, pouvez-vous donner les raisons ?
Antwoord :
Réponse :
1. Ook al werd in het verleden het samenbrengen van het geheel van de opsporingsdiensten van het departement Financie¨n reeds ter sprake gebracht, toch is de opneming van de opsporingsdiensten van de administratie der Douanen en Accijnzen in een nationale structuur die ook de andere diensten van het departement die de fraude bestrijden (administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit — AOIF — en de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie — BBI) opneemt, momenteel niet voorzien.
1. S’il est vrai que, dans le passé, un rapprochement entre l’ensemble des services de recherches du département des Finances a déjà été évoqué, l’intégration des services de recherches de l’administration des Douanes et Accises au sein d’une structure nationale regroupant les autres services de lutte contre la fraude du département (administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus — AFER — et administration de l’Inspection spéciale des impoˆts — ISI) n’est pas prévue actuellement.
Er moet trouwens opgemerkt worden dat, in het kader van het « Copernicusplan » van de regering, de scheiding tussen de opsporingsdiensten van de administratie der Douane en Accijnzen en de rest van de pijler « Strijd tegen de fraude » behouden blijft.
Il convient d’ailleurs de noter que, dans le cadre du projet « Copernic » du gouvernement, la séparation entre les services de recherche de l’administration des Douanes et Accises et le reste du pillier « Lutte antifraude » est maintenue.
2. Zonder voorwerp.
2. Sans objet.
3. Het specifiek karakter van de opsporingsdiensten van de administratie der Douane en Accijnzen is altijd erkend geweest binnen het departement Financie¨n.
3. La spécificité des services de recherches de l’administration des Douanes et Accises a toujours été reconnue au sein du département des Finances.
Deze diensten beschikken immers over een brede waaier van wettelijke bevoegdheden die hen eigen zijn en die hen toelaten overtredingen, zowel van fiscale aard (inzake douane, accijnzen, BTW, ...) als van nietfiscale aard (inzake illegale handel in verdovende middelen, in namaakgoederen, in CITES goederen, in radioactieve goederen, enz.) op te sporen en vast te stellen.
En effet, ces services disposent d’un très large éventail de compétences légales qui leur sont propres et qui leur permettent de rechercher et de constater des infractions non seulement dans le domaine fiscal (en matière de douane, d’accises, de TVA, ...) mais également dans le domaine non fiscal (en matière de trafic illicite de stupéfiants, de contrefaçons, de marchandises CITES, de produits radioactifs, etc.).
Om al deze taken naar behoren ten beste te kunnen uitvoeren, staan een aantal communautaire en Euro-
Afin de remplir au mieux toutes ces taˆches, l’administration des Douanes et Accises s’appuie
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7664
pese instrumenten inzake wederzijdse bijstand ter beschikking van de administratie der Douane en Accijnzen. De meest gebruikte zijn :
notamment sur des dispositions communautaires et européennes d’assistance mutuelle telles que, pour ne citer que celles les plus fréquemment utilisées :
— de Overeenkomst van Napels van 7 september 1967 inzake wederzijdse bijstand tussen de onderscheiden douaneadministraties (NB : de zogenaamde Overeenkomst van Napels II, ondertekend te Brussel op 18 december 1997, zal vorige overeenkomst vervangen en uitbreiden van zodra de ratificatieprocedure zal bee¨indigd zijn);
— la Convention de Naples du 7 septembre 1967 pour l’assistance mutuelle entre les administrations douanières respectives (NB : la Convention dite de Naples II, signée à Bruxelles le 18 décembre 1997, remplacera et renforcera ce dispositif dès que la procédure de ratification sera terminée);
— de verordening (EG) 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften;
— le règlement (CE) 515/97 du 13 mars 1997 relatif à l’assistance mutuelle entre les autorités administratives des E´tats membres et à la collaboration entre celles-ci et la Commission en vue d’assurer la bonne application des réglementations douanière et agricole;
— de richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en indirecte belastingen (BTW en accijnzen), aangevuld door de richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daavan en de controles daarop.
— la directive 77/799/CEE du Conseil du 19 décembre 1977 concernant l’assistance mutuelle des autorités compétentes des E´tats membres dans le domaine des impoˆts directs et indirects (TVA et accises), complétée par la directive 92/12/CEE du Conseil du 25 février 1992 relative au régime général, à la détention, à la circulation et aux controˆles des produits soumis à accises.
Tenslotte moet worden gemeld dat het charter van de belastingplichtige geen betrekking heeft op de administratie der Douane en Accijnzen (wet van 4 augustus 1986 houdende fiscale bepalingen — Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1986).
Enfin, l’administration des Douanes et Accises n’est pas visée par la charte du contribuable (loi du 4 aouˆt 1986 portant des dispositions fiscales — Moniteur belge du 20 aouˆt 1986).
Ten aanzien van al deze elementen zou een fusie van de opsporingsdiensten der douane en accijnzen met de andere opsporingsdiensten van het departement ertoe kunnen leiden dat een aantal van deze specifieke kenmerken teloorgaan.
Au vu de tous ces éléments, une fusion des recherches des douanes et accises avec les autres services de recherche du département risquerait d’annihiler certaines de ces spécificités.
DO 2000200110395
DO 2000200110395
Vraag nr. 551 van de heer Yves Leterme van 5 januari 2001 (N.) :
Question no 551 de M. Yves Leterme du 5 janvier 2001 (N.) :
Beveiliging douanedepot Slijkensesteenweg 3 te Oostende.
Sécurité du dépoˆt des douanes de la Slijkensesteenweg 3 à Ostende.
Tijdens het kerstweekend 2000 werd ingebroken in het douanedepot aan de Slijkensesteenweg 3 te Oostende. Over de gebrekkige beveiliging van het oude pand werden reeds herhaalde malen aan uw adres en aan uw diensten terechte klachten geuit.
Le dépoˆt des douanes situé à la Slijkensesteenweg 3 à Ostende a été cambriolé au cours du week-end de Noe¨l de 2000. ` plusieurs reprises déjà vous-même et vos services A avez été saisis de plaintes à propos des problèmes de sécurité qui se posent dans ce vieil immeuble.
1. Welke maatregelen nam u of overweegt u te nemen om het bewuste douanedepot beter te beveiligen ?
1. Quelles mesures avez-vous prises ou envisagezvous de prendre pour améliorer la sécurité de ce dépoˆt des douanes ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7665
2. Wanneer mag de realisatie van een veilige goederenopslag verwacht worden ?
2. Quand les biens entreposés bénéficieront-ils d’une protection efficace ?
Antwoord : Door de douanediensten ter plaatse werd vastgesteld op 26 december 2000 dat een inbraak werd gepleegd in het publiek douane-entrepot van het type F, gelegen aan de Slijkensesteenweg 3 te Oostende. Grotendeels werden door de douane in beslag genomen goederen ontvreemd. Het betrof een eerste inbraak in het betrokken douane-entrepot. De ligging van het douane-entrepot houdt geen verhoogd risico in voor diefstal. De douane heeft betreffende de beveiliging van het entrepot geen schriftelijke klachten ontvangen.
Réponse : Les services douaniers locaux ont constaté le 26 décembre 2000 qu’un vol avait été commis dans l’entrepoˆt douanier public de type F situé Slijkensesteenweg 3 à Ostende. Le vol portait essentiellement sur des marchandises saisies par la douane. Il s’agissait de la première effraction dans l’entrepoˆt douanier concerné. La situation de l’entrepoˆt n’entraıˆne pas d’augmentation du risque de vol. La douane n’a reçu aucune plainte écrite concernant la sécurité de l’entrepoˆt.
In het algemeen worden bij de oprichting van een publiek douane-entrepot van het type F onder meer volgende voorschriften inzake beveiliging in acht genomen :
Les prescriptions suivantes en matière de sécurité sont, entre autres, généralement prises en considération lors de la création d’un entrepoˆt douanier public de type F :
— het entrepot moet worden afgesloten met stevige, niet doorzichtige wanden (muren, tralies, enz.);
— l’entrepoˆt doit être cloˆturé par des parois solides et opaques (murs, grilles, etc.);
— eventuele ramen en koepels dienen te worden voorzien van traliewerk;
— les fenêtres et coupoles éventuelles doivent être munies d’un grillage;
— de toegang tot de afgesloten ruimte moet worden verzekerd door een stevige deur, die wordt gesloten met een hangslot;
— l’accès à l’espace cloˆturé doit être fermé à l’aide d’une porte solide qui peut être verrouillée avec un cadenas;
— vanuit het toezichtslokaal moet de toegang tot de opslagruimte kunnen worden bewaakt.
— le local de surveillance doit permettre de controˆler l’accès au lieu de stockage.
Aangezien het merendeel van bedoelde entrepots slechts sporadisch wordt gebruikt voor opslag van goederen door de handel en de administratie, wordt het veelal door de inrichter van het entrepot (gemeente, ander publiekrechtelijke rechtspersoon of instelling van openbaar nut) niet opportuun geacht om over te gaan tot het investeren in verregaande beveiliging van de publieke entrepots van het type F.
Dans la mesure où la plupart des entrepoˆts visés sont seulement utilisés sporadiquement pour l’entreposage par les entreprises et l’administration, le plus souvent l’entreposeur à la demande duquel l’entrepoˆt a été créé (commune, autre personne morale de droit public ou institution d’utilité publique) estime qu’il n’est pas opportun de procéder à des investissements en vue d’une sécurisation poussée des entrepoˆts publics de type F.
Buiten de openingsuren van dit publiek entrepot is de douane voor de bewaking van de goederen feitelijk aangewezen op de beveiligingsmaatregelen die door de inrichter van het entrepot werden genomen. De administratie kan wel de opslag van bepaalde goederen (tijdelijk) verbieden indien de noodzakelijke beveiligingsmaatregelen niet in acht worden genomen. Het bijzonder reglement van het entrepot, opgesteld door de bestuurscommissie, kan in die zin worden gewijzigd dat bepaalde goederen worden uitgesloten van opslag in het entrepot.
En dehors des heures d’ouverture de cet entrepoˆt public, la douane dépend de facto des mesures de sécurité prises par l’entreposeur à la demande duquel l’entrepoˆt a été créé. L’administration peut cependant interdire (temporairement) l’entreposage de certaines marchandises lorsque les mesures de sécurité nécessaires ne sont pas prises en considération. Le règlement spécial de l’entrepoˆt, rédigé par la commission administrative, peut être modifié de manière à ce que certaines marchandises soient exclues du stockage dans l’entrepoˆt.
De administratie bestudeert momenteel mogelijkheden om de door haar diensten in beslag genomen goederen in door de administratie beveiligde opslagplaatsen onder te brengen die geen deel uitmaken van een publiek douane-entrepot type F. Bovendien zullen de diensten van deze publieke douane-entrepots worden
L’administration examine actuellement la possibilité de transférer les marchandises saisies par ses services dans des lieux de stockage sécurisés par elle et qui ne font pas partie d’un entrepoˆt douanier public de type F. De plus, les services de ces entrepoˆts douaniers publics seront incités à prendre eux-mêmes les mesures
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7666
aangespoord zoveel mogelijk zelf de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen teneinde inbraak zo goed als mogelijk te voorkomen.
de sécurité nécessaires visant à empêcher autant que possible les effractions.
DO 2000200110419
DO 2000200110419
Vraag nr. 558 van de heer Claude Eerdekens van 12 januari 2001 (Fr.) :
Question no 558 de M. Claude Eerdekens du 12 janvier 2001 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Grieven. — Ambtenaar belast met de behandeling van het bezwaarschrift.
Impoˆts sur les revenus. — Griefs. — Fonctionnaire chargé de l’instruction de la réclamation.
Artikel 375, § 1, van het WIB 1992 vermeldt dat de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, als administratieve overheid, uitspraak doet bij met redenen omklede beslissing nopens de bezwaren aangevoerd door de belastingschuldige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd.
L’article 375, § 1er, du CIR 1992 mentionne que le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui, statue, en tant qu’autorité administrative, par décision motivée sur les griefs formulés par le redevable ou par son conjoint sur les biens duquel l’imposition est mise en recouvrement.
Kan uit de lezing van artikel 375, § 1, van het WIB 1992 worden afgeleid dat de ambtenaar die met de behandeling van het bezwaarschrift is belast geen door de belastingschuldige niet-aangevoerde bezwaren (bijvoorbeeld dat de rectificatie van de aangifte niet bij ter post aangetekende brief is betekend, ...) die de betwiste aanslag doen vervallen, mag vermelden ?
De la lecture de l’article 375, § 1er, du CIR 1992, peut-on déduire que le fonctionnaire chargé de l’instruction de la réclamation ne pourrait pas soulever des griefs non évoqués par le redevable (par exemple la rectification de la déclaration n’a pas été notifiée par lettre recommandée à la poste, ...) qui rendent l’imposition contestée caduque ?
Antwoord : Het antwoord is bevestigend.
Réponse : La réponse est affirmative.
DO 2000200110424
DO 2000200110424
Vraag nr. 560 van de heer Claude Eerdekens van 12 januari 2001 (Fr.) :
Question no 560 de M. Claude Eerdekens du 12 janvier 2001 (Fr.) :
Inkomstenbelastingen. — Niet-gehuwde ouders.
Impoˆts sur les revenus. — Parents non mariés.
1. Is artikel 132bis van het WIB 1992 van toepassing op niet-gehuwde ouders die :
1. L’article 132bis du CIR 1992 s’applique-t-il aux parents non mariés qui :
a) geen deel uitmaken van hetzelfde gezin;
a) ne font pas partie du même ménage;
b) het ouderlijk gezag over hun gemeenschappelijke kinderen gezamenlijk uitoefenen;
b) exercent conjointement leur autorité parentale sur leurs enfants communs;
c) het gezamenlijk hoederecht over hun gemeenschappelijke kinderen hebben ?
c) en ont la garde conjointe ?
2. Wanneer zij daartoe samen een schriftelijke aanvraag indienen ?
2. Lorsque ceux-ci en font conjointement la demande écrite ?
Antwoord : Wanneer de vader en de moeder van een of meer kinderen ten laste, recht gevende op de toeslagen vermeld in artikel 132, eerste lid, 1o tot 5o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, maar gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen over hun gemeenschappelijk kinderen en er het gezamenlijk hoederecht over
Réponse : Conformément à l’article 132bis, alinéa 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, lorsque les père et mère de l’enfant ou des enfants à charge donnant droit aux suppléments visés à l’article 132, alinéa 1er, 1o à 5o, du même code, ne font pas partie du même ménage mais qu’ils exercent conjointement leur autorité parentale sur leurs enfants
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7667
hebben, worden de in het voormelde artikel bedoelde toeslagen waarop die kinderen recht geven, overeenkomstig artikel 132bis, eerste lid, van hetzelfde wetboek, verdeeld over de beide ouders, op voorwaarde dat zij daartoe gezamenlijk een schriftelijke aanvraag indienen die bij hun aangifte van de inkomstenbelastingen dient te worden gevoegd. Voor de toepassing van die bepaling is het zonder belang dat de bedoelde ouders al of niet gehuwd zijn.
communs et en ont la garde conjointe, les suppléments visés audit article, auxquels ces enfants donnent droit, sont répartis entre les parents à condition que ceux-ci en fassent conjointement la demande écrite qui doit être jointe à leur déclaration aux impoˆts sur les revenus.
DO 2000200110425
DO 2000200110425
Vraag nr. 561 van de heer Yves Leterme van 12 januari 2001 (N.) : Teruggaaf van betaalde bedragen na rechtszaak.
Question no 561 de M. Yves Leterme du 12 janvier 2001 (N.) : Remboursement des montants payés après un passage en justice. Ma question concerne la situation suivante. Un certain nombre d’héritiers saisissent le tribunal parce que le percepteur d’un bureau d’enregistrement a surévalué un bien immobilier. Le jugement annule l’évaluation, ce qui est favorable à ces héritiers.
Mijn vraag betreft de volgende situatie. Een aantal erfgenamen stapt naar de rechtbank wegens een overdreven controleschatting van een onroerend goed door de ontvanger van een registratiekantoor. Het vonnis verklaart de controleschatting nietig, hetgeen gunstig is voor deze erfgenamen. De legatarissen, die deze procedure niet ondernomen hebben en ook niet vrijwillig tussenkwamen, pogen op basis van het vonnis evenzeer de teruggaaf van de te veel betaalde bedragen te krijgen. Mag de administratie te allen tijde tot een teruggaaf aan « alle » legatarissen beslissen ? Antwoord : Het geachte lid beoogt duidelijk een concrete situatie. De door hem verstrekte gegevens volstaan niet om een duidelijk antwoord te verstrekken. Gelet op het feit dat een algemene beantwoording van de vraag nog vele onduidelijkheden zou laten bestaan en misverstanden zou kunnen scheppen, raad ik het geachte lid aan de vraag met alle nodige concrete gegevens voor te leggen aan het hoofdbestuur van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, dienst I, directie I/3/A, Kruidtuinlaan 50, bus 58, te 1010 Brussel.
Pour l’application de cette disposition, peu importe que les parents en cause soient mariés ou non.
Les légataires qui n’ont pas entrepris cette procédure et ne sont pas intervenus de leur plein gré, tentent également d’obtenir, sur la base du jugement, le remboursement des montants induˆment payés. L’administration peut-elle décider à n’importe quel moment du remboursement de «tous» les légataires ? Réponse : L’honorable membre vise manifestement une situation concrète. Les renseignements qu’il a fournis sont cependant insuffisants pour permettre d’apporter une réponse précise. Vu le fait que répondre à la question en termes généraux créerait encore plus d’imprécisions et pourrait preˆter à équivoque, il est conseillé à l’honorable membre de présenter cette question avec tous les éléments concrets et utiles à l’administration centrale du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines, service I, direction I/3/A, boulevard du Jardin botanique 50, boıˆte 58, à 1010 Bruxelles.
Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken DO 2000200110642
DO 2000200110642
Vraag nr. 24 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) : Kabinet. — Wagenpark. 1. Welke personenwagens zijn er in dienst van uw kabinet ?
Question no 24 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) : Cabinet. — Parc automobile. 1. Quelles voitures de tourisme circulent pour le compte de votre cabinet ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7668
2. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhoud en de aanschafprijs ?
2. Pourriez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule, l’année de construction, le type, la cylindrée et le prix d’acquisition ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord :
Réponse :
1. Wagens behorend tot het kabinet :
1. Voitures appartenant au cabinet :
BMW 530 D — bouwjaar 1999 — 2 926 cc
BMW 530 D — année de construction 1999 — 2 926 cc
BMW 525 tds — bouwjaar 1999 — 2 498 cc
BMW 525 tds — année de construction 1999 — 2 498 cc
BMW 320 D — bouwjaar 1999 — 1 951 cc
BMW 320 D — année de construction 1999 — 1 951 cc
Renault Laguna — bouwjaar 2000 — 1 951 cc.
Renault Laguna — année de construction 2000 — 1 951 cc.
2. Voor alle wagens werd tijdens het boekjaar 1999 een leasingcontract gesloten, er is dus geen aanschafprijs.
2. Pour chacune de ces voitures un contrat leasing a été conclu; il n’y a donc pas de prix d’acquisition.
Type en cilinderinhoud vallen steeds binnen de normen opgelegd door het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende de samenstelling en werking van de ministerie¨le kabinetten.
Type et cylindrée tombent toujours dans les normes imposées par l’arrêté royal du 4 mai 1999 concernant la composition et le fonctionnement des cabinets ministériels.
3. BMW 530 D wordt gebruikt voor mijn persoonlijk vervoer.
3. Pour mes déplacements la BMW 530 D est utilisée.
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
DO 2000200110611
DO 2000200110611
Vraag nr. 37 van de heer Guido Tastenhoye van 13 februari 2001 (N.) :
Question no 37 de M. Guido Tastenhoye du 13 février 2001 (N.) :
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000.
Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
1. Hoeveel dienstreizen naar het buitenland organiseerde uw kabinet in het jaar 2000, naar welke bestemmingen en wat was telkens het doel van de reis ?
1. Combien de missions à l’étranger ont été organisées par votre cabinet au cours de l’année 2000 ? Quels étaient la destination et l’objectif de chaque mission ?
2. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : was u zelf aanwezig en hoeveel van uw kabinetsmedewerkers of andere medewerkers vergezelden u en wat was de totale kostprijs van de reis ?
2. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, préciser si vous y avez personnellement participé, combien de collaborateurs de cabinet ou autres vous ont accompagné et quel était le couˆt total de la mission ?
3. Voor elke dienstreis naar het buitenland in 2000 : hoeveel parlementsleden maakten de reis mee en wie betaalde de reiskosten voor de parlementsleden ?
3. Pourriez-vous, pour chacune des missions à l’étranger effectuées au cours de l’année 2000, indiquer le nombre de parlementaires qui y ont participé ? Qui a payé leurs frais de voyage ?
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7669
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierbij de antwoorden gegeven door het kabinet van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking te vinden.
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver, ci-après, les réponses données par le cabinet du secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement.
Ik verwijs naar het antwoord dat zal worden verstrekt door de eerste minister. (Vraag nr. 59 van 13 februari 2001.)
Je me réfère à la réponse qui sera donnée par le premier ministre. (Question no 59 du 13 février 2001.)
DO 2000200110643
DO 2000200110643
Vraag nr. 38 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 38 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 13 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinet (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 13, blz. 1424).
Par ma question no 13 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de votre cabinet (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 13, p. 1424).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierbij de antwoorden gegeven door het kabinet van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking te vinden.
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver, ci-après, les réponses données par le cabinet du secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement.
1. Ja.
1. Oui.
2. De wagen Renault Safrane 2,2D 1998 is op het einde van het contract vervangen door een Mercedes E270 CDI, die wij voor een periode van twee jaar leasen. De prijs is 7,7 frank/km, inclusief BTW. Dit is een prijs alle periodieke onderhoudsbeurten inbegrepen.
2. Effectivement, la voiture Renault Safrane 2,2D 1998 a été changée à la fin du contrat par une Mercedes E270 CDI, que nous louons en leasing pour une période de deux ans. Le prix coûtant est de 7,7 francs/ km, TVA incluse, par kilomètre parcouru. Ceci est un prix inclusif tous les services de maintenances périodiques.
3. De wagens worden nog steeds volgens hetzelfde principe gebruikt als beantwoord in uw vraag van 6 december 1999, dit wil zeggen worden om beurten gebruikt door mijn kabinetschef en mijzelf. Zij staan ook ter beschikking van andere kabinetsleden en eveneens voor alle soorten boodschappen en missies. Overigens beschikken wij nog over vier fietsen voor de verplaatsingen binnen de stad.
3. Les voitures sont utilisées toujours selon le même principe que ce lui que nous vous avons déjà communiqué dans notre réponse à votre question du 6 décembre 1999, en l’occurrence elles sont utilisées à tour de roˆle par moi-même et mon chef de cabinet. Elles sont également mises à la disposition des autres membres de mon cabinet ainsi que pour toutes sortes de courses et de missions. Par ailleurs, nous disposons et employons également toujours les quatre vélos pour les déplacements en ville.
Midden 2001 zal de andere Renault Safrane 2,2D 1999 vervangen worden, waarschijnlijk door eenzelfde tweede Mercedes en volgens dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven.
Vers la moitié de l’année 2001, l’autre voiture Renault Safrane 2,2D 1999 sera changée probablement par une deuxième Mercedes, identique à celle dont question ci-dessus, et aux mêmes conditions.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
986
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7670
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Energie
E´nergie
DO 2000200110644
DO 2000200110644
Vraag nr. 25 van de heer Jan Mortelmans van 14 februari 2001 (N.) :
Question no 25 de M. Jan Mortelmans du 14 février 2001 (N.) :
Kabinetten. — Wagenpark.
Cabinets. — Parc automobile.
Met mijn vraag nr. 6 van 6 december 1999 informeerde ik naar het wagenpark van uw kabinetten (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 19, blz. 2154 en zie ook nr. 12, blz. 1275).
Par ma question no 6 du 6 décembre 1999, je vous avais interrogé sur le parc automobile de vos cabinets (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 19, p. 2154 et no 12, p. 1275).
1. Zijn er ondertussen wijzigingen ?
1. Des modifications sont-elles intervenues depuis ?
2. Zo ja, dewelke (bouwjaar, type, cilinderinhoud en aanschafprijs) ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles (année de construction, type, cylindrée, prix d’acquisition) ?
3. Welke wagen wordt er voor uw vervoer gewoonlijk gebruikt ?
3. Quelle voiture utilisez-vous ordinairement pour vos déplacements ?
Antwoord : Er zijn geen wijzigingen.
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Réponse : Il n’y a pas de changement.
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7671
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Eerste minister Premier ministre 8
2000200110611 13- 2-2001
59
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7531
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 8
2000200110588
8- 2-2001
174
Mw. Els Van Weert * Statuut voor onthaalmoeders. Statut des gardiennes à domicile.
7531
8
2000200110603 12- 2-2001
176
Filip Anthuenis
* Vrijstelling van de verblijfsverplichting voor oudere werklozen en bruggepensioneerden. — Ontwerp van koninklijk besluit. Dispense de l’obligation de résidence pour les choˆmeurs aˆgés et les prépensionnés. — Projet d’arrêté royal.
7532
8
2000200110611 13- 2-2001
177
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7533
8
2000200110628 14- 2-2001
178
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7533
1
2000200110651 15- 2-2001
179
Jef Valkeniers
Intrekking Rosetta-steun voor aanwerving van hogergeschoolde jongeren. Suppression de l’aide Rosetta à l’embauche de jeunes diploˆmés de l’enseignement supérieur.
7563
1
2000200110663 16- 2-2001
180
Filip Anthuenis
Dienstenbanen. — Aantal aanvragen per gewest. Emplois de service. — Nombre de demandes par région.
7565
1
2000200110666 16- 2-2001
181
Tony Smets
Jobadvertenties. — Verbod maximumleeftijdsgrenzen. — Traditionele pers en andere kanalen. Offres d’emploi. — Interdiction de fixer une limite d’aˆge maximale. — Presse traditionnelle et autres canaux.
7567
1
2000200110671 19- 2-2001
183
Tony Smets
Uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen. — Vergoeding voor administratiekosten. E´tablissements de paiement des allocations de choˆmage. — Indemnisation des frais administratifs.
7569
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7672
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord 1
Blz. Page
* Question sans réponse
2000200110675 19- 2-2001
184
Tony Smets
Erkenning van ondernemingen in moeilijkheden en herstructurering. — Vakorganisaties. Reconnaissance d’entreprises en difficulté ou en restructuration. — Organisations syndicales.
7570
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 1
2000200110596
9- 2-2001
112
Francis Van den Eynde
Europese Unie. — Tijdschrift « Inforegio ». — Nederlandstalige uitgave. Union européenne. — Revue « Inforegio ». — Edition en néerlandais.
7571
1
2000200110598
9- 2-2001
113
Francis Van den Eynde
Regime Denktash. — Ontvoering en onwettige gevangenhouding van een Grieks-Cypriotisch burger. Régime de Denktash. — Enlèvement et emprisonnement illégal d’un citoyen cypriote-grec.
7572
1
2000200110600
9- 2-2001
114
Francis Van den Eynde
Yemen. — Antichristelijk geı¨nspireerde campagne. Yémen. — Campagne antichrétienne.
7573
1
2000200110611 13- 2-2001
115
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7574
1
2000200110629 14- 2-2001
116
Jan Mortelmans
Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7574
1
2000200110650 14- 2-2001
117
Ferdy Willems
Wapenleveringen aan Marokko. Livraisons d’armes au Maroc.
7576
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Begroting — Budget 1
2000200110611 13- 2-2001
28
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7578
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1
2000200110611 13- 2-2001
62
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7579
1
2000200110617 13- 2-2001
63
Mw. Yolande Avontroodt
Statuut van de uitkeringen van de Vlaamse zorgverzekering in een aantal bijstandsregelingen. Statut des allocations octroyées par la Région flamande dans le cadre de l’assurance-dépendance sur un certain nombre de régimes d’aide.
7579
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
DO
7673
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Sociale Economie — E´conomie sociale
1
2000200110611 13- 2-2001
18
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7580
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1
1999200011194
8- 5-2000
198
Francis Van den Eynde
Luchthaven van Zaventem. — Chartermaatschappijen. — Toenemend aantal nachtvluchten. Aéroport de Zaventem. — Compagnies charters. — Augmentation du nombre de vols de nuit.
7581
1
2000200110228 24-11-2000
322
Jan Mortelmans
NMBS. — Werknemers. — Vergiftigingen. SNCB. — Travailleurs. — Intoxications.
7584
1
2000200110243 27-11-2000
324
Jan Mortelmans
NMBS. — Antwerpen. — Logistiek centrum. SNCB. — Anvers. — Centre logistique.
7585
1
2000200110252 28-11-2000
326
Daan Schalck
Eventuele keuring van kampeeraanhangwagens. Controˆle technique éventuel des camping-cars.
7587
1
2000200110346 18-12-2000
339
Yves Leterme
Parkeerkaarten voor gehandicapten. — Misbruiken. Cartes de stationnement pour handicapés. — Abus.
7588
1
2000200110471 18- 1-2001
350
Olivier Chastel
NMBS. — Werkzaamheden op lijn 50A. SNCB. — Travaux sur la ligne 50A.
7590
1
2000200110537 29- 1-2001
355
Patrick Moriau
Verbod op de uitoefening van handelsactiviteiten op de Samber en de Eau d’Heure. Commerce. — Interdiction sur la Sambre et l’Eau d’Heure.
7592
1
2000200110555
2- 2-2001
359
John Spinnewyn
NMBS. — Nederlandsonkundige treinwachters. SNCB. — Accompagnateurs de train ne connaissant pas le néerlandais.
7594
1
2000200110576
6- 2-2001
365
Francis Van den Eynde
Piraterij op zee. — Internationaal probleem. — Departement. — Initiatieven. Piraterie en mer. — Problème international. — Département. — Roˆle.
7594
1
2000200110583
7- 2-2001
367
Jan Mortelmans
NMBS. — Folder. — Nederlandstalige uitgave. SNCB. — Dépliant. — Version en langue néerlandaise.
7597
1
2000200110611 13- 2-2001
369
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7597
8
2000200110612 13- 2-2001
370
Martial Lahaye
* Transportsector van gevaarlijke stoffen. Secteur spécialisé dans le transport de substances dangereuses.
7534
8
2000200110623 14- 2-2001
371
Yves Leterme
* Luchthaven van Oostende. — Luchtvaardigheid van binnenkomende vliegtuigen. Aéroport d’Ostende. — Navigabilité des avions qui y atterrissent.
7535
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7674
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2000200110631 14- 2-2001
372
Jan Mortelmans
Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7597
1
2000200110648 14- 2-2001
373
Francis Van den Eynde
Administratie van de Luchtvaart. — Valsheid in geschrifte. Administration de l’Aviation. — Faux en écriture.
7599
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Consumentenzaken — Protection de la consommation 8
1999200011086 12- 2-2001
79
Mme Colette Burgeon
1
2000200110609 12- 2-2001
80
Martial Lahaye
8
2000200110611 13- 2-2001
81
1
2000200110626 14- 2-2001
1
* Producten. — Methoden om de voedingswaarde vast te stellen. — Verpakking. Produits. — Méthodes pour établir la valeur nutritive. — Emballage.
7536
Postorderbedrijven. — Proefaanbiedingen. Entreprises de vente par correspondance. — Offres à l’essai.
7600
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7536
82
Claude Eerdekens
Bewaring van eieren in de handel. — Legdatum of verpakkingsdatum. Conservation des œufs dans les magasins. — Date de ponte ou d’emballage.
7602
2000200110632 14- 2-2001
83
Jan Mortelmans
Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7603
1
2000200110649 14- 2-2001
84
Claude Eerdekens
Supermarkten. — Voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten. — Invriezen. Supermarchés. — Haché et saucisses préemballés. — Congélation.
7604
6
2000200110791
85
Martial Lahaye
Voorwaarden van hypotheekleningen. — Europese gedragscode. Conditions des prêts hypothécaires. — Code de conduite européen.
7605
9- 3-2001
Volksgezondheid — Santé publique 1
2000200110510 25- 1-2001
244
Mme Colette Burgeon
Voorschrijven door een arts van verdovende middelen voor eigen gebruik. Prescription de stupéfiants par un médecin pour luimême.
7606
1
2000200110611 13- 2-2001
251
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7607
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
DO
7675
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2000200110614 13- 2-2001
252
Jef Valkeniers
Ziekenhuizen. — Bee¨indiging rechtsverhouding tussen ziekenhuisbeheerders en ziekenhuisartsen. — Advies Medische Raad. Hoˆpitaux. — Cessation des rapports juridiques entre les gestionnaires d’hoˆpitaux et les médecins hospitaliers. — Avis du Conseil médical.
7609
1
2000200110624 14- 2-2001
253
Claude Eerdekens
Grootwarenhuizen. — Bewaringstermijn van levensmiddelen. Supermarchés. — Délais de conservation des denrées alimentaires.
7610
1
2000200110625 14- 2-2001
254
Claude Eerdekens
Commercialisering en terugbetaling van geneesmiddelen. Commercialisation et remboursement des médicaments.
7612
Leefmilieu — Environnement 1
2000200110611 13- 2-2001
28
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7613
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 8
2000200110589
8- 2-2001
294
Bart Laeremans
* Brusselse gemeenten. — Telefoononthaal lokale politie. — Eentalig Franstalig personeel. Communes bruxelloises. — Accueil téléphonique de la police locale. — Personnel unilingue francophone.
7537
8
2000200110591
9- 2-2001
295
Tony Smets
* Gemeenten. — Openbaarheid agenda vergaderingen van gemeenteraad. Communes. — Publicité des ordres du jour des séances du conseil communal.
7537
8
2000200110606 12- 2-2001
296
Olivier Maingain
* Euro 2000. — Finaal kostenplaatje van de organisatie en de veiligheidsmaatregelen. Euro 2000. — Couˆts finaux affectés à l’organisation et à la sécurité.
7538
8
2000200110451 12- 2-2001
297
Mw. Alexandra Colen
* Verkoop van visa in Oost-Europese landen. Vente de visas dans des pays d’Europe de l’Est.
7538
8
2000200110611 13- 2-2001
298
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7539
8
2000200110613 13- 2-2001
299
Jo Vandeurzen
* Personeelsleden gemeentepolitie. — Koninklijk en ministerieel besluit. — Vlaamse omzendbrief. Membres du personnel de la police communale. — Arrêtés royal et ministériel. — Circulaire flamande.
7539
8
2000200110633 14- 2-2001
300
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7540
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7676
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord 8
2000200110645 14- 2-2001
Blz. Page
* Question sans réponse 301
Jo Vandeurzen
* Lokale besturen. — Motivatie bestuurshandelingen. — Gemeentebestuur. — Geheime stemming. Administrations locales. — Motivation des actes administratifs. — Administration communale. — Scrutin secret.
7540
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken — Affaires sociales 1
2000200110405 10- 1-2001
232
Jozef Van Eetvelt
Kankerpatie¨nten. — Onbetaalbare facturen. Patients cancéreux. — Factures inabordables.
7615
1
2000200110516 26- 1-2001
238
Hubert Brouns
Kinderbijslag voor +18-jarige kinderen van grensarbeiders. — Koninklijke besluiten. Allocations familiales pour les enfants de travailleurs frontaliers aˆgés de plus de 18 ans. — Arrêtés royaux.
7616
1
2000200110554
2- 2-2001
240
Filip Anthuenis
Informatie op de website van de RSZ. — Bedrijven. — « Zwarte lijst ». Informations sur le site internet de l’ONSS. — Sociétés. — « Liste noire ».
7618
8
2000200110611 13- 2-2001
246
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7541
8
2000200110625 14- 2-2001
247
Claude Eerdekens
* Commercialisering en terugbetaling van geneesmiddelen. Commercialisation et remboursement des médicaments.
7541
8
2000200110634 14- 2-2001
248
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7542
Pensioenen — Pensions 1
2000200110593
9- 2-2001
55
Mw. Magda De Meyer
8
2000200110611 13- 2-2001
56
Guido Tastenhoye
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
Regularisatie gepresteerde jaren in systeem van « tewerkgestelde werkloze » bij de berekening van pensioen in de openbare sector. Régularisation des années de prestations dans le système des « choˆmeurs mis au travail » pour le calcul de la pension dans le secteur public.
7620
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7542
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
DO
7677
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1
2000200110567
5- 2-2001
106
Olivier Maingain
Belgisch leger. — Opsplitsing naar taalrol. — Bijzondere situatie van de Zeemacht. Forces armées belges. — Répartition linguistique. — Situation particulière de la Marine.
7622
8
2000200110611 13- 2-2001
110
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7543
8
2000200110620 13- 2-2001
112
Yves Leterme
* Luchtmacht. — Oefenvluchten boven de Oostendse luchthaven. Force aérienne. — Vols d’essai au-dessus de l’aéroport d’Ostende.
7543
Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Landbouw — Agriculture 1
2000200110499 23- 1-2001
70
Mme Colette Burgeon
BSE. — Hypothesen met betrekking tot de oorsprong van de ziekte. ESB. — Hypothèses sur l’origine de la maladie.
7623
1
2000200110543 30- 1-2001
72
Luc Goutry
Aquacultuurprojecten. Projets d’aquaculture.
7626
8
2000200110611 13- 2-2001
73
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7544
8
2000200110637 14- 2-2001
74
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7544
Middenstand — Classes moyennes 1
2000200110537 29- 1-2001
44
Patrick Moriau
8
2000200110611 13- 2-2001
45
Guido Tastenhoye
1
2000200110654 15- 2-2001
47
Jef Valkeniers
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
Verbod op de uitoefening van handelsactiviteiten op de Samber en de Eau d’Heure. Commerce. — Interdiction sur la Sambre et l’Eau d’Heure.
7628
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7545
Zelfstandigen. — Pensioenen. — Nieuwe berekeningsbasis. Indépendants. — Pensions. — Nouvelle base de calcul.
7630
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
987
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7678
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1
1999200011706 18- 8-2000
249
Jo Vandeurzen
Voornaamswijzigingen en naamswijzigingen. — Behandelingstijden van de dossiers. Changements du prénom et du nom de famille. — Durée de traitement des dossiers.
7630
1
2000200110211 22-11-2000
286
Jozef Van Eetvelt
Lidmaatschap kerkbesturen. Appartenance au conseil d’administration des fabriques d’église.
7632
1
2000200110301
8-12-2000
295
Jean-Jacques Viseur
Strafinrichtingen. E´tablissements pénitentiaires.
7634
1
2000200110376 22-12-2000
302
Mw. Trees Pieters
Processen-verbaal in het kader van de dioxinecrisis. Procès-verbaux dans le cadre de la crise de la dioxine.
7636
1
2000200110378 22-12-2000
303
Mme Colette Burgeon
Veemarkten van Anderlecht en Ciney. — Dierenmishandeling. Marchés aux bestiaux d’Anderlecht et de Ciney. — Maltraitance animale.
7637
1
2000200110454 16- 1-2001
309
Mw. Alexandra Colen
Drugs. — Goedgekeurde internationale verdragen. Drogue. — Traités internationaux ratifiés.
7638
1
2000200110530 29- 1-2001
313
Guy Larcier
Ministerie¨le commissie. — Wijzigingen met betrekking tot de internering van psychiatrische patie¨nten. Commission ministérielle. — Modifications se rapportant à l’internement de patients relevant de la psychiatrie.
7639
8
2000200110601
9- 2-2001
315
Peter Vanvelthoven * Limburgse politierechtbanken. Tribunaux de police du Limbourg.
7545
8
2000200110604 12- 2-2001
316
Gerolf Annemans
* Rechtbanken van eerste aanleg. — Collectieve schuldbemiddeling. Tribunaux de première instance. — Médiation collective en matière de dettes.
7546
8
2000200110605 12- 2-2001
317
Gerolf Annemans
* Gevangenispopulatie. — Samenstelling per nationaliteit. Population carcérale. — Composition par nationalité.
7546
1
2000200110611 13- 2-2001
318
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7640
8
2000200110621 13- 2-2001
319
Mw. Els Van Weert * Hoger onderwijs. — Stages bij rechtbanken en politie. Enseignement supérieur. — Stages auprès des tribunaux et de la police.
7546
1
2000200110674 19- 2-2001
321
Tony Smets
7641
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Wetten en koninklijke besluiten. — Door de Koning ondertekende originele teksten. Lois et arrêtés royaux. — Textes originaux signés par le Roi.
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
DO
7679
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2000200110679 19- 2-2001
322
Servais Verherstraeten
Hoge Raad voor de Justitie. — Samenstelling. — Arbitragehof. — Aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek. Conseil supérieur de la justice. — Composition. — Cour d’arbitrage. — Modification du Code judiciaire.
7641
1
2000200110680 19- 2-2001
323
Geert Bourgeois
Strafrechtelijke immuniteit van publiekrechtelijke rechtspersonen. Immunité pénale des personnes morales de droit public.
7643
1
2000200110693 20- 2-2001
326
Guy D’haeseleer
Invoering van een opsporingsprogramma op de openbare omroep VRT. Diffusion d’une émission d’appel à témoins à la chaıˆne publique de télévision VRT.
7643
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1
1999200000440 21-12-1999
174
Jan Eeman
Aanslagbiljetten inzake de verkeersbelasting op de autovoertuigen. Formulaires pour la taxe de circulation des véhicules automobiles.
7644
1
1999200000499 11- 1-2000
187
Hubert Brouns
Fiscaliteit van Belgische grensarbeiders in Duitsland die gebruik willen maken van de wettelijke regeling bij « Altersteilzeitarbeit ». Fiscalité applicable aux travailleurs frontaliers belges employés en Allemagne qui souhaitent faire usage du règlement légal « Altersteilzeitarbeit ».
7646
1
1999200011372
2- 6-2000
383
Filip Anthuenis
BTW. — Oprichting van een VZW door een gemeentelijk OCMW. TVA. — Création d’une ASBL par un CPAS communal.
7647
1
1999200011297
8- 6-2000
388
Richard Fournaux
Registratie als aannemer. — Bevoegde provinciale commissie. Enregistrement comme entrepreneur. — Commission provinciale compétente.
7648
1
1999200011474 22- 6-2000
404
Yves Leterme
Voorlopig bewind over een geesteszieke. — Aangifte in de inkomstenbelastingen. Administration provisoire des biens appartenant à un malade mental. — Déclaration à l’impoˆt sur les revenus.
7649
1
1999200011521
3- 7-2000
413
Yves Leterme
Kabinetspersoneel tewerkgesteld bij ministers thuis. Personnel des cabinets employé au domicile du ministre.
7650
1
1999200011542
5- 7-2000
419
Jean-Jacques Viseur
Handelsactiviteit. — Bank. — Lening. — Persoonlijke spaarrekening. — Interest. — Belastingen. Activité commerciale. — Banque. — Emprunt. — Compte épargne personnel. — Intérêts. — Impoˆts.
7651
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7680
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
1999200011847
5-10-2000
469
Claude Eerdekens
Inkomstenbelastingen. — Belastingplichtige. — Voorzieningen. Impoˆt sur les revenus. — Contribuable. — Provisions.
7652
1
2000200110153 13-11-2000
502
Yves Leterme
Ambtenaren van het ministerie van Financie¨n. — Gebruik van de term « toevallige ». Fonctionnaires du ministère des Finances. — Utilisation du terme « occasionnel ».
7652
1
2000200110179 17-11-2000
508
Bart Laeremans
Verdeling dotatie onderwijs. Répartition de la dotation pour l’enseignement.
7653
1
2000200110181 17-11-2000
510
Philippe Seghin
BTW-tarieven in het kader van het vellen en kweken van bomen. TVA. — Taux applicables dans les cadres d’abattage et d’élevage d’arbres.
7655
1
2000200110229 24-11-2000
515
Claude Eerdekens
Inkomstenbelastingen. — Minderwaarden op aandelen en deelbewijzen. Impoˆts sur les revenus. — Moins-values sur les actions et parts.
7658
1
2000200110232 24-11-2000
516
Philippe Seghin
Vellen en snoeien van bomen. — BTW-tarief. Abattage et élagage d’arbres. — Taux de TVA.
7660
1
2000200110246 27-11-2000
520
Claude Eerdekens
Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Beroepskosten. — Vakantiegeld. Impoˆts sur les revenus. — Sociétés. — Frais professionnels. — Pécule de vacances.
7661
1
2000200110261 28-11-2000
523
Hubert Brouns
Fiscale compensatie grensarbeiders voor behandelingskosten banken. Compensation fiscale pour frais de traitement bancaire au profit des travailleurs frontaliers.
7662
1
2000200110270 29-11-2000
526
Claude Eerdekens
Integratie van de Nationale Opsporingsdienst van de douane in de nationale directie opsporingen. Intégration du Service national de recherches des douanes dans la direction nationale des recherches.
7662
1
2000200110395
5- 1-2001
551
Yves Leterme
Beveiliging douanedepot Slijkensesteenweg 3 te Oostende. Sécurité du dépoˆt des douanes de la Slijkensesteenweg 3 à Ostende.
7664
1
2000200110419 12- 1-2001
558
Claude Eerdekens
Inkomstenbelastingen. — Grieven. — Ambtenaar belast met de behandeling van het bezwaarschrift. Impoˆts sur les revenus. — Griefs. — Fonctionnaire chargé de l’instruction de la réclamation.
7666
1
2000200110424 12- 1-2001
560
Claude Eerdekens
Inkomstenbelastingen. — Niet-gehuwde ouders. Impoˆts sur les revenus. — Parents non mariés.
7666
1
2000200110425 12- 1-2001
561
Yves Leterme
Teruggaaf van betaalde bedragen na rechtszaak. Remboursement des montants payés après un passage en justice.
7667
8
2000200110595
586
Claude Eerdekens
* Inkomstenbelastingen. — Gratis overdracht van een onderneming. Impoˆts sur les revenus. — Cession à titre gratuit d’une exploitation.
7547
9- 2-2001
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
7681
Datum Date
DO
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2000200110599
9- 2-2001
587
Claude Eerdekens
* Inkomstenbelastingen. — Stopzettingsmeerwaarden. Impoˆts sur les revenus. — Plus-values de cessation.
7548
8
2000200110602
9- 2-2001
588
Claude Eerdekens
* Inkomstenbelastingen. — Ondernemingen. — Volledige en definitieve stopzetting van de activiteiten. — Abnormale of goedgunstige voordelen. Impoˆts sur les revenus. — Entreprises. — Cessation complète et définitive de ses activités. — Avantages anormaux ou bénévoles.
7548
8
2000200110608 12- 2-2001
589
Martial Lahaye
* Voorbereiding invoering van de euro-muntstukken en euro-biljetten. Préparation à la mise en circulation de pièces et de billets en euros.
7549
8
2000200110610 12- 2-2001
590
Mw. Maggie De Block
* Kostenforfait. — Zelfstandige onthaalouders. Frais forfaitaires. — Familles d’accueil indépendantes.
7549
8
2000200110611 13- 2-2001
591
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7550
8
2000200110618 13- 2-2001
592
Mw. Yolande Avontroodt
* Fiscaal statuut van de bijdragen en uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering. Statut fiscal des cotisations et des allocations versées dans le cadre de l’assurance-dépendance instaurée en Flandre.
7550
8
2000200110639 14- 2-2001
593
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7551
8
2000200110646 14- 2-2001
594
Geert Bourgeois
* Regionale opsplitsing van de vennootschapsbelasting. Ventilation régionale de l’impoˆt des sociétés.
7551
8
2000200110647 14- 2-2001
595
Philippe Seghin
* Europese Unie. — Vrije dienstverlening inzake hypothecaire leningen. Union européenne. — Libre prestation de service en matière de prêt hypothécaire.
7552
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Telecommunicatie — Télécommunications 8
2000200110590
9- 2-2001
155
Olivier Chastel
* De Post. — Situatie van het postkantoor van Mellet (Les Bons Villers). La Poste. — Situation du bureau de poste de Mellet (Les Bons Villers).
7553
8
2000200110611 13- 2-2001
156
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7553
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7682
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2000200110622 13- 2-2001
157
Olivier Chastel
* De Post. — Beslissing tot sluiting van het postkantoor Couillet 3 (Charleroi) op 1 maart 2001. La Poste. — Décision de fermeture du bureau de poste de Couillet 3 (Charleroi) au 1er mars 2001.
7554
8
2000200110640 14- 2-2001
158
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7554
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 8
2000200110611 13- 2-2001
55
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7555
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie — E´conomie 8
2000200110597
9- 2-2001
129
Fred Erdman
* Brandverzekering. — Verhaal van de verzekerde op zijn verzekeraar. Assurance incendie. — Recours de l’assuré contre son assureur.
7555
8
2000200110611 13- 2-2001
130
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7556
8
2000200110619 13- 2-2001
131
Mw. Yolande Avontroodt
* Invloed van de uitkeringen door de Vlaamse zorgverzekering op de dagprijs in rustoorden en rusten verzorgingstehuizen. Influence des allocations versées dans le cadre de l’assurance-dépendance flamande sur le prix de la journée dans les maison de repos et maisons de soins et de repos.
7557
8
2000200110626 14- 2-2001
132
Claude Eerdekens
* Bewaring van eieren in de handel. — Legdatum of verpakkingsdatum. Conservation des œufs dans les magasins. — Date de ponte ou d’emballage.
7558
8
2000200110641 14- 2-2001
133
Jan Mortelmans
* Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7558
8
2000200110649 14- 2-2001
134
Claude Eerdekens
* Supermarkten. — Voorverpakt gehakt en voorverpakte worsten. — Invriezen. Supermarchés. — Haché et saucisses préemballés. — Congélation.
7558
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
CA
DO
7683
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique
8
2000200110611 13- 2-2001
79
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7559
8
2000200110450 14- 2-2001
80
Mw. Alexandra Colen
* Algemene VN-vergadering te New York. — Bijdrage aan de aids-studie. Assemblée générale des Nations unies à New York. — Contribution financière à une étude sur le sida.
7559
Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes 8
2000200110611 13- 2-2001
8
Guido Tastenhoye
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7560
Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères 8
2000200110611 13- 2-2001
23
Guido Tastenhoye
1
2000200110642 14- 2-2001
24
Jan Mortelmans
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000. Kabinet. — Wagenpark. Cabinet. — Parc automobile.
7560
7667
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement 1
2000200110611 13- 2-2001
37
Guido Tastenhoye
Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
7668
1
2000200110643 14- 2-2001
38
Jan Mortelmans
Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7669
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable Energie — E´nergie 8
2000200110611 13- 2-2001
24
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guido Tastenhoye
2000
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
2001
7561
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 068 19 - 03 - 2001
7684
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord 1
2000200110644 14- 2-2001
Blz. Page
* Question sans réponse 25
Jan Mortelmans
Kabinetten. — Wagenpark. Cabinets. — Parc automobile.
7670
Duurzame Ontwikkeling — Développement durable
8
2000200110611 13- 2-2001
16
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guido Tastenhoye
2000
* Kabinet. — Dienstreizen naar het buitenland in het jaar 2000. Cabinet. — Missions à l’étranger au cours de l’année 2000.
2001
7561
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE