QRVA 51 014
QRVA 51 014
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
05 - 01 - 2004
241 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1918
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BLOK VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2003
2004
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1919
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 1923 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 1929
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
1929
Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
1931
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
1932
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
1938
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Emploi et des Pensions
—
Minister van Werk en Pensioenen
Ministre de la Défense
—
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre des Finances
1941
Minister van Financie¨n
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
1955
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
1957
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
1959
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
—
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
—
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1960
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1921
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 1963
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre de l’Emploi et des Pensions Ministre de la Défense Ministre de la Coopération au développement Ministre des Finances Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
— 1963 1965
—
Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Werk en Pensioenen Minister van Landsverdediging Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Financie¨n Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
— 1966 — 1989 — 1999 2007 — 2039 2042 2049
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
2051
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
Page/Blz. 2055
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1923
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
21-10-2003 30-10-2003 10-11-2003
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 2- 9-2003 7-10-2003 7-10-2003 8-10-2003 21-10-2003 28-10-2003 13-11-2003 21-11-2003 26-11-2003 26-11-2003
22 25 30 51 52 56 66 82 92 96 97 100
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Daan Schalck Francis Van den Eynde Daan Schalck Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Gerolf Annemans Olivier Maingain Geert Bourgeois Geert Bourgeois Filip De Man
10 33 34 36 38 41
Staf Neel Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Mw. Alexandra Colen Roel Deseyn Alfons Borginon
232 233 366 762 763 766 1091 1346 1673 1929 1930 1930
233 1347 1348 1506 1674 1931
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting
21- 8-2003
1
Jan Mortelmans
Question no Vraag nr. 3 5 8
Auteur Geert Bourgeois Carl Devlies Guy D’haeseleer
Page Blz. 1096 1507 1676
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 31- 7-2003 23-10-2003 29-10-2003 4-11-2003 18-11-2003 26-11-2003
Date Datum
236
21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 24- 9-2003 2-10-2003 8-10-2003 9-10-2003 10-10-2003 10-10-2003 16-10-2003 16-10-2003 21-10-2003 23-10-2003 24-10-2003 24-10-2003 24-10-2003 30-10-2003 30-10-2003 3-11-2003 3-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 14-11-2003 14-11-2003 17-11-2003 18-11-2003 19-11-2003 21-11-2003 21-11-2003 24-11-2003
16 27 34 40 46 53 56 59 61 64 65 71 73 74 75 77 78 79 81 83 84 85 86 88 89 90 91 92 95 96 97 98 99
Jan Mortelmans Mw. Inge Vervotte André Frédéric Mme Muriel Gerkens André Frédéric Francis Van den Eynde Mw. Inge Vervotte Bart Laeremans Bart Laeremans Geert Bourgeois Geert Bourgeois Geert Bourgeois Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Yves Leterme Koen Bultinck Guido De Padt Guido De Padt Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Jacques Chabot Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Daan Schalck Geert Bourgeois Daan Schalck Geert Bourgeois Mw. Simonne Creyf Geert Bourgeois Mw. Simonne Creyf
237 582 585 588 767 770 937 938 940 1097 1097 1101 1352 1353 1354 1355 1507 1508 1509 1510 1676 1676 1677 1678 1678 1679 1679 1680 1681 1681 1932 1933 1934
* Liste cloˆturée le 3 janvier 2004 * Lijst afgesloten op 3 januari 2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1924
Date Datum
Question no Vraag nr.
24-11-2003 24-11-2003 24-11-2003 26-11-2003 26-11-2003
100 101 102 103 104
Auteur Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Pierre-Yves Jeholet Hagen Goyvaerts
Page Blz. 1935 1935 1936 1937 1937
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Pensions — Pensioenen
21-10-2003 23-10-2003
4 6
Guy D’haeseleer Jean-Jacques Viseur
1107 1360
Ministre de la Défense Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Minister van Landsverdediging
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 22- 9-2003 23- 9-2003 3-10-2003 8-10-2003 24-10-2003 29-10-2003 30-10-2003 4-11-2003 4-11-2003 6-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 24-11-2003 26-11-2003 26-11-2003
49 52 57 60 82 86 88 92 93 94 97 102 105 106 107
Mw. Els Van Weert Olivier Maingain Jos Ansoms Yves Leterme Guido De Padt Filip De Man Jos Ansoms Jan Peeters Mme Dominique Tilmans Bart Laeremans Richard Fournaux Mme Colette Burgeon Mw. Greet van Gool Geert Bourgeois Geert Bourgeois
21-10-2003 589 590 772 774 1356 1357 1511 1514
29-10-2003 10-11-2003 10-11-2003 17-11-2003 18-11-2003
32 36 38 40 41
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Minister van Ontwikkelingssamenwerking 4-11-2003 10-11-2003
6 7
Mw. Alexandra Colen 1517 Guy D’haeseleer 1693
Ministre des Finances
5 6
1358 1359 1690 1690 1691 1691
1- 9-2003 1- 9-2003 1- 9-2003 1- 9-2003 10- 9-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 24- 9-2003 30- 9-2003 30- 9-2003 1-10-2003 9-10-2003 9-10-2003 10-10-2003 21-10-2003 21-10-2003 21-10-2003 21-10-2003 22-10-2003 22-10-2003 27-10-2003 28-10-2003
15 18 20 23 30 33 36 39 44 45 50 54 55 57 60 61 62 63 66 67 69 70
2003
2004
Emploi — Werk
Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Filip Anthuenis Gérard Gobert Mw. Sabien LahayeBattheu Georges Lenssen Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Bart Tommelein
1108
Ministre de la Coopération au développement
31- 7-2003 31- 7-2003
Minister van Werk en Pensioenen
5 11 17 24 26 31
Guy D’haeseleer
Minister van Financie¨n 1515 1682 1683 1686 1938 1938 1940
Ministre de l’Emploi et des Pensions
30- 7-2003 3- 9-2003 11- 9-2003 14-10-2003 17-10-2003 27-10-2003
16
32 378 502 946 1104
Mw. Dalila Douifi Ludo Van Campenhout Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Yves Leterme Yves Leterme Geert Lambert Geert Lambert Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Gérard Gobert Jan Peeters Yves Leterme Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Dirk Van der Maelen
243 244 380 381 382 383 387 595 597 598 688 689 690 947 948 950 1112 1113 1114 1115 1117 1118 1363 1364
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
30-10-2003 3-11-2003 4-11-2003
71 73 74
4-11-2003 4-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003
76 77 79 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 94 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122
1925
Auteur Carl Devlies Yves Leterme Mw. Marleen Govaerts Mw. Trees Pieters Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Olivier Chastel Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Alfons Borginon Yves Leterme
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 1518 1518 1519 1520 1521 1693 1694 1696 1697 1699 1701 1702 1703 1705 1706 1707 1708 1708 1710 1714 1716 1717 1718 1720 1721 1722 1725 1726 1727 1729 1729 1730 1732 1732 1733 1734 1734 1735 1736 1737 1737 1738 1738 1739 1740 2003
Date Datum
Question no Vraag nr.
12-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 17-11-2003 17-11-2003 17-11-2003 17-11-2003 18-11-2003 18-11-2003 19-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 21-11-2003 21-11-2003 21-11-2003 24-11-2003 24-11-2003 24-11-2003 24-11-2003 24-11-2003 24-11-2003
123 124 125 126 127 128 129 132 134 135 136 137 138 140 142 150 151 152 153 154 155 157 158 159 160 162 165
Auteur Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Mw. Dalila Douifi Mw. Hilde Vautmans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Paul Tant Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Claude Eerdekens
Page Blz. 1740 1741 1741 1742 1742 1743 1743 1744 1744 1746 1747 1747 1748 1751 1751 1941 1942 1944 1946 1947 1949 1949 1950 1951 1951 1952 1953
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 14-10-2003 21-10-2003 24-10-2003 30-10-2003 3-11-2003 3-11-2003 2004
7 14 19 20 25 29 34 36 38 39 40
Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Mw. Els Van Weert
40 253 601 602 778 953 1122 1366 1521 1522 1522
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
242
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1926
Date Datum
Question no Vraag nr.
4-11-2003 7-11-2003 10-11-2003 18-11-2003
41 42 43 44
26-11-2003
45
Auteur Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Mme Marie-Claire Lambert Mme Corinne De Permentier
Page Blz. 1523 1752 1753
1 2 5 11 12 14 30 31 34 41 44 47 48 50 52 57 60 61 62 63 64
Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mme Colette Burgeon Pierre-Yves Jeholet Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Koen Bultinck Hagen Goyvaerts Mw. Magda De Meyer Francis Van den Eynde Koen Bultinck Mw. Maggie De Block
Question no Vraag nr.
10-11-2003 14-11-2003 14-11-2003 21-11-2003
33 34 36 37
42 42 44 254 255 256 605 606 696 954 1123 1125 1126 1369 1524 1528 1754 1755 1756 1756 1956
21-10-2003 14-11-2003 18-11-2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
14 18 20
Geert Bourgeois Mme Muriel Gerkens Mme Dominique Tilmans
1128 1759 1760
23-10-2003 3-11-2003 3-11-2003 10-11-2003 24-11-2003
6 7 8 9 10
Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer Geert Bourgeois
1370 1530 1531 1761 1958
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
9-10-2003 21-10-2003 23-10-2003 3-11-2003 10-11-2003 18-11-2003
2 4 5 6 7 8
Jean-Jacques Viseur Geert Bourgeois Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Bart Laeremans
957 1129 1372 1532 1761 1761
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Mobilité — Mobiliteit
258 956 957 1127 1529
23- 9-2003 1-10-2003 21-10-2003 4-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 24-11-2003 24-11-2003
2003
2004
E´conomie — Economie
Mw. Dalila Douifi Gérard Gobert Mme Colette Burgeon Geert Bourgeois Yves Leterme
1757 1758 1758 1957
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
3 20 21 24 28
Paul Tant Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters
E´nergie — Energie
1955
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
31- 7-2003 10-10-2003 15-10-2003 21-10-2003 3-11-2003
Auteur
Page Blz.
1753
Santé publique — Volksgezondheid
18- 7-2003 18- 7-2003 18- 7-2003 14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 24- 9-2003 24- 9-2003 30- 9-2003 14-10-2003 21-10-2003 21-10-2003 22-10-2003 29-10-2003 3-11-2003 4-11-2003 10-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 14-11-2003 24-11-2003
Date Datum
35 40 49 54 57 58 60 61
Mw. Hilde Vautmans Louis Smal Geert Bourgeois Guido De Padt Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Inge Vervotte Jan Mortelmans
617 699 1131 1532 1763 1763 1959 1959
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1927
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Date Datum
E´conomie sociale — Sociale Economie
21- 8-2003 21-10-2003 23-10-2003 3-11-2003 10-11-2003
1 3 4 5 8
Jan Mortelmans Geert Bourgeois Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer
Auteur
Page Blz.
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable
269 1132 1373 1533 1765
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling Environnement — Leefmilieu
3-11-2003 14-11-2003
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Question no Vraag nr.
8 10
Francis Van den Eynde 1537 Guido De Padt 1767
Protection de la consommation — Consumentenzaken
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
9- 9-2003 4-11-2003 17-11-2003 18-11-2003
4 13 15 16
Claude Eerdekens Yves Leterme Mme Colette Burgeon Geert Bourgeois
402 1538 1768 1769
Fonction publique — Ambtenarenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling
9-10-2003
9
Jean-Jacques Viseur
960 14-11-2003
6
Mme Muriel Gerkens
1770
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
22- 9-2003 3-11-2003 3-11-2003
7 17 18
Francis Van den Eynde 621 Francis Van den Eynde 1534 Francis Van den Eynde 1535
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
23-10-2003
5
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Jean-Jacques Viseur
Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 10-11-2003
1378
Classes moyennes — Middenstand
Richard Fournaux
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1771
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
Minister van Middenstand en Landbouw
8
Guy D’haeseleer
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
3-11-2003
6
1536
21-10-2003 10-11-2003 20-11-2003
2003
2004
3 5 6
Geert Bourgeois Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters
1143 1771 1960
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1928
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Date Datum 3-11-2003
6
Auteur
Page Blz.
Francis Van den Eynde 1540
Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
21- 8-2003
1
Jan Mortelmans
273
20-10-2003
3
Geert Bourgeois
1144
21-10-2003
5
Geert Bourgeois
1146
22-10-2003 22-10-2003 23-10-2003
2003
2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Question no Vraag nr.
9 10 11
Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer
1148 1150 1379
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1929
(N.) : Question posée en néerlandais. — (Fr.) : Question posée en français. (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. — (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200400315
DO 2003200400315
Question no 96 de M. Geert Bourgeois du 21 novembre 2003 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 96 van de heer Geert Bourgeois van 21 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Parquet de police de Vilvorde. — Politique en matière de poursuites concernant les infractions de roulage constatées par des caméras sans présence humaine.
Politieparket van Vilvoorde. — Vervolgingsbeleid betreffende verkeersovertredingen vastgesteld door onbemande camera’s.
Il me revient que les contrevenants étrangers, surpris par des caméras sans présence humaine à VilvordeMachelen, ne font pas systématiquement l’objet de poursuites par le parquet de police concerné.
Ik verneem dat buitenlandse verkeersovertreders, betrapt door onbemande camera’s in VilvoordeMachelen, door het betrokken politieparket systematisch niet vervolgd worden.
1. Pouvez-vous confirmer cette information ?
1. Kan u deze informatie bevestigen ?
2. a) Le cas échéant, quels motifs sont-ils à l’origine de cette politique ?
2. a) Welke motieven liggen desgevallend aan de grondslag van dit beleid ?
b) Le cas échéant, comment envisagez-vous d’intervenir à cet égard et quelles mesures envisagez-vous de prendre ?
b) Hoe overweegt u hier desgevallend tegen op te treden en welke maatregelen overweegt u te treffen ?
3. a) Combien d’infractions de roulage ont-elles été constatées, l’année passée, au moyen de caméras sans présence humaine dans les communes qui relèvent du territoire du parquet de police de Vilvorde ?
3. a) Hoeveel verkeersovertredingen werden het afgelopen jaar aan de hand van onbemande camera’s vastgesteld in de gemeenten die ressorteren onder het gebied van het politieparket van Vilvoorde ?
b) Combien de ces infractions concernaient-elles des étrangers ?
b) Hoeveel daarvan betroffen buitenlanders ?
c) Combien ont-elles fait l’objet de poursuites : combien sur le total des infractions et combien sur les infractions commises respectivement par des étrangers et par des Belges ?
c) Hoeveel van deze overtredingen werden er vervolgd : hoeveel in het totaal, hoeveel van de overtredingen door buitenlanders, respectievelijk door Belgen gepleegd ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1930
DO 2003200410343
DO 2003200410343
Question no 97 de M. Geert Bourgeois du 26 novembre 2003 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 97 van de heer Geert Bourgeois van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Projet « Dialogues Justice ». — Experts.
Project « Justitiedialoog ». — Deskundigen.
Dans le cadre du projet « Dialogues Justice », la ministre a fait appel à deux experts, MM. Erdman et de Leval.
Voor het project « Justitiedialoog » doet de minister een beroep op twee deskundigen, de heren Erdman en de Leval.
1. Quand avez-vous désigné ces experts ?
1. Wanneer heeft u deze deskundigen aangesteld ?
2. Quelle est la définition précise de leur mission ? 3. Quelle est la durée de cette mission ?
2. Waaruit bestaat de precieze omschrijving van hun opdracht ? 3. Hoelang loopt hun opdracht ?
4. Les résultats intérimaires et définitifs de leurs travaux seront-ils rendus publics et feront-ils l’objet d’une publication ?
4. Zullen de resultaten van hun werkzaamheden tussentijds en op het einde bekendgemaakt en gepubliceerd worden ?
5. Les résultats intérimaires et définitifs de leurs travaux feront-ils l’objet d’un débat parlementaire ?
5. Zullen de resultaten van hun werkzaamheden tussentijds en op het einde het voorwerp uitmaken van een parlementair debat ?
6. Pour quelle raison la ministre refuse-t-elle que la commission de la Justice ou le Parlement entendent ces experts ? ` combien s’élèvent les honoraires et le prix total 7. A qui ont été convenus, en ce compris les défraiements, pour cette mission ?
6. Waarom weigert de minister om deze deskundigen naar de commissie voor de Justitie/het Parlement te laten komen teneinde daar gehoord te worden ?
DO 2003200400078
DO 2003200400078
Question no 100 de M. Filip De Man du 26 novembre 2003 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 100 van de heer Filip De Man van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Fraude dans des dossiers de régularisation.
Fraude bij de regularisaties.
Le parquet anversois mène depuis un certain temps une enquête concernant des fraudes dans des dossiers de régularisation. Au début de cette année, 400 dossiers avaient déjà été saisis. Dans le cadre de cette affaire, la presse a cité les noms d’un médecin et d’un avocat, tous deux d’origine étrangère, qui ont utilisé de faux documents afin de « faire aboutir » les dossiers. Des attestations médicales auraient ainsi été fabriquées pour prouver l’existence d’une maladie grave, de même que des documents exagérant la durée du séjour des étrangers sur notre territoire.
Het Antwerpse parket voert reeds geruime tijd een onderzoek naar fraude in regularisatiedossiers. Begin dit jaar waren reeds 400 dossiers in beslag genomen. Daarbij werden in de pers de namen genoemd van een dokter en een advocaat, beide van vreemde afkomst, die valse documenten gebruikten om de dossiers tot « een goed einde te brengen ». Zo zouden doktersbriefjes gefabriceerd zijn om een ernstige ziekte te bewijzen, en papieren die een langer verblijf moesten aantonen.
1. Quel sort la commission de régularisation a-t-elle réservé à ces 400 dossiers ?
1. Welke beoordeling kregen deze 400 regularisatiedossiers bij de regularisatiecommissie ?
2. D’autres dossiers suspects se sont-ils ajoutés depuis la réponse de votre prédécesseur (voir : question no 2246 du sénateur Verreycken du 19 juillet 2002,
2. Zijn er nog verdachte dossiers bijgekomen sedert het antwoord van uw voorganger (zie vraag nr. 2246 van de senator Verreycken van 19 juli 2002, Vragen en
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
7. Hoeveel bedraagt het overeengekomen honorarium en de totaal overeengekomen prijs, met inbegrip van de kostenvergoedingen, van deze opdracht ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1931
Questions et Réponses, Sénat, 2002-2003, no 2-69, pp. 3847 et 3848) ?
Antwoorden, Senaat, 2002-2003, nr. 2-69, blz. 3847 en 3848) ?
3. Combien de personnes ont-elles déjà été inculpées ?
3. Hoeveel mensen werden reeds in verdenking gesteld ?
4. a) Certains dossiers ont-ils été soumis à la chambre du conseil ?
4. a) Werden zaken aan de raadkamer voorgelegd ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Hoeveel ?
5. a) Des dossiers ont-ils été renvoyés devant le tribunal correctionnel ?
5. a) Werden zaken naar de correctionele rechtbank verwezen ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Hoeveel ?
6. a) Le tribunal correctionnel a-t-il rendu des jugements ?
6. a) Werden uitspraken gedaan door de correctionele rechtbank ?
b) Quel en est le résultat ?
b) Met welk resultaat ?
7. a) La justice a-t-elle enquêté au sujet de l’implication d’un avocat anversois d’origine étrangère ?
7. a) Werd de betrokkenheid van een Antwerps advocaat van vreemde afkomst onderzocht ?
b) Le dossier est-il déjà cloˆturé ?
b) Werd het dossier reeds afgesloten ?
c) Quelle en fut la conclusion ?
c) Op welke wijze ?
8. a) La justice a-t-elle enquêté au sujet de l’implication d’un médecin anversois d’origine étrangère ?
8. a) Werd de betrokkenheid van een Antwerpse dokter van vreemde afkomst onderzocht ?
b) Le dossier est-il déjà cloˆturé ?
b) Werd het dossier reeds afgesloten ?
c) Quelle en fut la conclusion ?
c) Op welke wijze ?
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200410337
DO 2003200410337
Question no 41 de M. Alfons Borginon du 26 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 41 van de heer Alfons Borginon van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Ministère. — Rapport sur le cadre du personnel. — Présentation du plan du personnel à la CPCL.
Ministerie. — Verslag personeelsformatie. — Voorlegging personeelsplan aan VCT.
Tous les six mois, le ministère des Affaires étrangères établit un rapport sur son cadre du personnel, qu’il soumet à la Commission permanente de controˆle linguistique (CPCL). Cette commission prend acte du rapport et, si des problèmes se présentent, elle s’adresse au ministre des Affaires étrangères.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt elke zes maanden een verslag op over haar personeelsformatie dat zij voorlegt aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT). Deze commissie neemt akte van het verslag en indien er zich problemen voordoen, richt zij zich tot de minister van Buitenlandse Zaken.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1932
Le dernier rapport date de 2002, lorsque le personnel statutaire a été réparti en degrés linguistiques. Toutefois, le problème est qu’à l’heure actuelle — en raison de la réforme Copernic — la structure des degrés linguistiques a changé : il y a, par exemple, l’arrivée des managers. Il n’y a pas encore de nouvelle version du rapport à adresser à la Commission permanente de controˆle linguistique. Ce rapport ne sera rédigé qu’après l’approbation du plan du personnel. Le service du personnel du ministère des Affaires étrangères n’a toutefois pas encore été informé de la manière dont les choses devraient être réglées à l’avenir et de la structure qui devrait éventuellement être observée.
Het laatste verslag dateert van 2002 waarbij het statutair personeel verdeeld werd in taaltrappen. Probleem is echter dat momenteel — als gevolg van de Copernicus-hervorming — de structuur van de taaltrappen veranderd is : zo is er bijvoorbeeld de komst van de managers. Een nieuwe versie van een verslag aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht is nog niet opgesteld. Dit zal pas gebeuren na de goedkeuring van het personeelsplan. De personeelsdienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken is echter nog niet geı¨nformeerd over hoe dit in de toekomst precies in zijn werk zal gaan; en of er al dan niet een zekere structuur dient te worden nageleefd.
1. Quand pourra-t-on obtenir des précisions sur le plan du personnel au ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement ?
1. Wanneer zal er enige duidelijkheid zijn over het personeelsplan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ?
2. Quand ce plan sera-t-il soumis à la Commission permanente de controˆle linguistique ?
2. Wanneer zal dit plan voorgelegd worden aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht ?
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200400309
DO 2003200400309
Question no 97 de Mme Simonne Creyf du 21 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 97 van mevrouw Simonne Creyf van 21 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Efficacité du système de controˆle servant à déterminer les retards encourus.
De Post. — Efficie¨ntie van het controlesysteem voor het bepalen van de opgelopen vertragingen.
La Poste a élaboré un système de controˆle pour suivre les lettres graˆce au système « FRID », qui permet de détecter des puces d’identification passives dans les enveloppes lorsque ces dernières se trouvent à proximité d’antennes spéciales. Ce système traduit la volonté de La Poste de faire parvenir les envois chez des destinataires dans les délais. Mais il semble y avoir des abus, le courrier comportant des puces étant peutêtre favorisé par rapport à d’autres catégories d’envois postaux dont on sait qu’ils ne contiennent pas de puces, ce qui fausse totalement l’image que l’on a de la rapidité du trafic postal. Si cette information se vérifie,
De Post heeft een controlesysteem uitgewerkt om brieven op te volgen door middel van « FRID », of het detecteren van passieve identificatiechips in omslagen als die in de nabijheid van speciale antennes komen. Dit bewijst dat De Post de bezorgdheid toont om de zendingen tijdig bij de bestemmelingen te krijgen. Maar er zouden ook misbruiken zijn die een totaal verkeerd beeld geven van de snelheid van het postverkeer door het bewust versnellen van briefwisseling waar de chips inzitten ten nadele van andere categoriee¨n poststukken waar de chips zeker niet in voorkomen. Als dit waar is, dan krijgen zowel consument,
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1933
le consommateur comme les autorités et la direction de La Poste ont de la circulation des envois postaux une perception tout à fait erronée.
overheid, als postdirectie een totaal verkeerd beeld van de doorstroming van de postzendingen.
Je m’explique. Le courrier en provenance de l’étranger et le courrier déposé dans les boıˆtes aux lettres publiques comprennent des envois munis de telles puces. Ces envois postaux sont collectés à partir de localisations accessibles à tous et incontroˆlables. La Poste s’intéressant tout particulièrement à ces envois, elle les traite sans délai au détriment des autres envois parmi lesquels figure la correspondance commerciale des entreprises, des administrations, des grandes institutions et des PME. Il s’agit de grandes quantités d’envois délivrés dans les centres de tri qui sont transmises directement par l’expéditeur et qui entrent dans le circuit postal sans aucune autre étape intermédiaire et sans la possibilité d’y ajouter des lettres de controˆle. Le nombre des plaintes concernant le Direct Mail, la correspondance commerciale et la correspondance des services publics est à l’avenant. Le Direct Mail et la correspondance RD des services publics ne comporte pas le cachet portant la date de la poste de sorte que le consommateur ne peut pas controˆler la date d’envoi réelle. Le consommateur qui constate que son courrier arrive avec un retard considérable ne peut demander aucune réparation, faute de date d’envoi.
Ik verklaar mij nader. In de uit het buitenland afkomstige briefwisseling evenals in de briefwisseling die in de straatpostbussen terecht komen, bevinden zich zendingen met dergelijke chips. De inzameling van deze briefwisseling gebeurt vanuit voor iedereen toegankelijke en oncontroleerbare locaties. Aan die briefwisseling besteedt De Post uitzonderlijk veel belangstelling en zorgt voor directe behandeling ten nadele van andere briefwisseling. Die andere briefwisseling is de handelsbriefwisseling die uitgaat van bedrijven, administraties, grote instellingen en KMO’s. Het gaat hier over grote hoeveelheden in de sorteercentra afgeleverde briefwisseling die direct van bij de afzender in het postcircuit terecht komt zonder enig ander tussenstation en zonder de mogelijkheid er controlebrieven in te stoppen. Het aantal klachten over Direct Mail, handelsbriefwisseling en briefwisseling van overheidsdiensten is navenant. Bij Direct Mail en bij de UV-briefwisseling van overheidsdiensten komt er geen datumstempel voor en kan de consument geen enkele controle uitoefenen op de werkelijke verzendingsdatum. De consument weet wel dat die briefwisseling veel te laat aankomt, maar heeft er geen verhaal tegen door het ontbreken van de postdatum van afzending.
1. Avez-vous connaissance de telles pratiques ?
1. Bent u op de hoogte van deze praktijken ?
2. Quelles mesures envisagez-vous pour qu’au moins le courrier émanant des organismes publics soit pourvu d’une date ?
2. Wat overweegt u te ondernemen om tenminste de briefwisseling die uitgaat van de overheidsinstellingen te voorzien van een datumstempel ?
DO 2003200400311
DO 2003200400311
Question no 98 de M. Geert Bourgeois du 21 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 98 van de heer Geert Bourgeois van 21 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Séparation de l’infrastructure ferroviaire et de l’exploitation ferroviaire. La Commission européenne oblige les E´tats membres de l’UE à dissocier l’infrastructure ferroviaire et l’exploitation ferroviaire.
NMBS. — Scheiding tussen de spoorweginfrastructuur en de spoorexploitatie.
1. Ou` en est la disjonction de l’infrastructure et de l’exploitation ferroviaires en Belgique ?
1. Hoever staat Belgie¨ met de opslitsing tussen infrastructuur en exploitatie bij de spoorwegen ?
2. Qui est l’actuel propriétaire de l’infrastructure ferroviaire (voie ferrée, signalisation, etc.) ?
2. Wie is op dit moment eigenaar van de spoorweginfrastructuur (spoorlijnen, seinen, enz.) ?
3. Qui est l’actuel propriétaire du patrimoine ferroviaire (gares, immeubles, terrains, etc.) ?
3. Wie is op dit moment eigenaar van het spoorwegpatrimonium (stations, gebouwen, gronden enz.) ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
De Europese Commissie verplicht de lidstaten om de infrastructuur en de exploitatie van de spoorwegen te scheiden.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
243
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1934
4. Peut-on s’attendre, dans les années à venir, à des changements en ce qui concerne cette propriété ?
4. Zal er de komende jaren iets veranderen aan dat eigenaarschap ?
5. Qui est le gestionnaire de l’infrastructure du réseau des chemins de fer belge ?
5. Wie is de infrastructuurbeheerder van het Belgische spoorwegnet ?
6. a) Y a-t-il des changements à prévoir concernant la gestion de l’infrastructure ?
6. a) Zijn er op het vlak van het infrastructuurbeheer veranderingen te verwachten in de toekomst ?
b) Dans l’affirmative, quels sont ces changements ?
b) Zo ja, welke ?
DO 2003200400318
DO 2003200400318
Question no 99 de Mme Simonne Creyf du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 99 van mevrouw Simonne Creyf van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Envois perdus.
De Post. — Verloren gegane zendingen.
Dans le quotidien « De Morgen » du 29 aouˆt 2003 (p. 8), un article mentionne des faits plutoˆt accablants pour La Poste.
In het dagblad De Morgen van 29 augustus 2003 (blz. 8) staan in een artikel bezwarende feiten voor De Post.
Depuis le 1er septembre, il est possible de se procurer du cannabis dans les pharmacies néerlandaises. Par ailleurs, la « Stichting Patie¨ntenbelangen Medicinale Marihuana », établie aux Pays-Bas, propose également à la vente du cannabis meilleur marché. Or, il ressort de l’article en question que cette fondation a été confrontée à des expériences malheureuses en ce qui concerne l’envoi de colis en Belgique. Le responsable déclare qu’en Belgique, les colis contenant du cannabis disparaissent purement et simplement lorsqu’ils sont envoyés par la poste. Il ignore les causes de ce phénomène et ce qu’il advient des colis.
Sedert 1 september is het mogelijk om zich in de Nederlandse apotheken cannabis aan te schaffen. Maar ook de Nederlandse « Stichting Patie¨ntenbelangen Medicinale Marihuana » verstrekt goedkopere wiet en uit het artikel blijkt dat ze nare ervaringen hebben met het versturen van dergelijke pakjes naar Belgie¨. De verantwoordelijke verklaart letterlijk : « In Belgie¨ verdwijnen de pakjes met cannabis gewoon als we ze per post versturen. Waarom of waar ze naartoe gaan weten we niet. Ze verdwijnen gewoon ».
Je ne souhaite en aucun cas accuser d’une manière générale les postiers, qui pour l’immense majorité sont d’honnêtes gens et qui ne ménagent pas leur peine, mais il faut tout de même admettre qu’il y a un problème. S’il y avait encore des controˆles par les douanes, l’envoi de ces colis de cannabis pourrait être découvert. Mais il s’agit, en l’occurrence, d’envois fermés envoyés entre pays qui font partie de l’Union européenne et il convient dès lors de respecter le principe de l’inviolabilité des lettres.
Ik wil in geen geval het overgrote deel van hardwerkende en eerlijke postmensen beschuldigen, maar u moet wel toegeven dat er een probleem is. Mocht er nog een douanetussenkomst zijn, dan zou het mogelijk zijn door ambtelijke opening de aanvoer van wiet te ontdekken. Maar het gaat hier over gesloten zendingen verzonden tussen landen die deel uitmaken van de Europese Unie, dus stelt zich zonder meer de schending van het briefgeheim.
1. La Poste a-t-elle réagi à propos de cet article de presse et a-t-elle ordonné une enquête sur ces disparitions de colis et la violation du secret des lettres ?
1. Heeft De Post gereageerd op dit krantenbericht en een onderzoek ingesteld naar die verdwijningen en de schending van het briefgeheim ?
2. Est-il exact que le service Sécurité de La Poste est confronté, dans le cadre des enquêtes menées sur les disparitions de courrier, à une certaine mauvaise volonté et qu’il a l’impression que certains chefs de bureau font obstacle aux enquêtes et étouffent de telles affaires pour ainsi disculper leur bureau ?
2. Is het juist dat de dienst Security van De Post bij de gevoerde onderzoeken naar verdwijningen op onwil stuit en de indruk krijgt dat bepaalde kantoorhoofden onderzoeken tegenwerken en dergelijke zaken in de doofpot stoppen om op die wijze hun kantoor van schuld te zuiveren ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1935
3. Pensez-vous que La Poste pourrait perdre des clients parce que les gens feraient moins confiance au service colis de La Poste ?
3. Denkt u dat De Post klanten zou kunnen verliezen omdat de mensen minder vetrouwen hebben in de pakjesdienst van De Post ?
DO 2003200400327
DO 2003200400327
Question no 100 de M. Bart Laeremans du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 100 van de heer Bart Laeremans van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Belgocontrol. — Société. — Confusion d’intérêts.
Belgocontrol. — Bedrijf. — Belangenvermenging.
Du temps ou` M. Bernard Martens était président du conseil d’administration de Belgocontrol, sa société de gestion aurait conclu un contrat de consultance dans le cadre duquel l’intéressé aurait été « expert en relations internationales » pour l’administrateur délégué.
Tijdens het voorzitterschap van de heer Bernard Martens van de raad van bestuur van Belgocontrol zou er met diens managementsvennootschap een consultancyovereenkomst gesloten zijn waarbij de betrokkene fungeerde als « deskundige internationale betrekkingen » voor de gedelegeerd bestuurder.
Or, il me revient qu’il s’est agi pendant un certain temps d’une occupation pratiquement à temps plein. Au demeurant, cette société n’aurait pas eu, outre Belgocontrol, de véritable client avec un chiffre d’affaires un tant soit peu important.
Ik verneem dat het gedurende een bepaalde tijd om een quasi voltijdse bezigheid zou gegaan zijn voor betrokkene. Dit bedrijfje zou naast Belgocontrol overigens geen echte klanten met enige omzet gehad hebben.
1. Est-il exact que ce contrat de consultance ait existé ou existe toujours ?
1. Is het waar dat bovenvermelde overeenkomst heeft bestaan of nog steeds bestaat ?
2. Pendant combien de temps ce contrat a-t-il existé et quel montant a été versé à ce jour à cette petite société ?
2. Gedurende hoeveel tijd heeft deze overeenkomst bestaan en wat is het bedrag dat tot op heden aan dit bedrijfje werd uitgekeerd ?
3. Quels montants cette société a-t-elle facturés pendant la période ou` M. Martens était président de Belgocontrol ?
3. Wat werd er door dit bedrijfje gefactureerd in de periode waarin de heer Martens voorzitter was van Belgocontrol ?
4. A-t-on suivi, lors de l’attribution de ce marché, la procédure prévue dans la loi relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fourniture et de services du 24 décembre 1993 ?
4. Werd de procedure bepaald in de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten bij de toekenning van de opdracht gevolgd ?
5. Comment ce genre de confusion d’intérêts pourrait-il être évité selon vous ?
5. Op welke wijze kan dit soort belangenvermenging volgens u vermeden worden ?
DO 2003200400328
DO 2003200400328
Question no 101 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 101 van de heer Guido De Padt van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Baˆtiments de gare.
NMBS. — Stationsgebouwen.
Au cours des dernières décennies, la SNCB a vendu de nombreux immeubles appartenant à son patrimoine, dont des baˆtiments de gare. Entre-temps, des
De jongste decennia heeft de NMBS heel wat onroerend goed verkocht. Heel wat stationsgebouwen behoorden tot het verkochte patrimonium van de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1936
dizaines de ces baˆtiments ont reçu une autre affectation, privée ou non.
NMBS. Stationsgebouwen waarvan er tientallen intussen een andere, al dan niet private, bestemming hebben gekregen.
1. Combien de baˆtiments de gare appartiennent-ils encore au patrimoine de la SNCB ?
1. Hoeveel stationsgebouwen heeft de NMBS nog in eigendom ?
2. Combien de ces baˆtiments sont encore en service, ont leur propre personnel et/ou sont accessibles au public ?
2. Hoeveel daarvan zijn er nog in werking en worden bediend door personeel en/of opengesteld voor het publiek ?
3. Combien de baˆtiments de gare en propriété sont interdits au public en permanence ?
3. Hoeveel stationsgebouwen in eigendom zijn permanent gesloten voor het publiek ?
4. Quels investissements (par province) sont nécessaires et sont prévus pour la rénovation et l’aménagement des baˆtiments accessibles au public ?
4. Welke investeringen (opgesplitst per provincie) zijn er nodig en worden in het vooruitzicht gesteld, om de voor het publiek toegankelijke gebouwen te renoveren en aan te passen ?
5. a) Combien de baˆtiments de gare par province sont des monuments classés ? Lesquels d’entre eux sont encore accessibles au public ?
5. a) Hoeveel stationsgebouwen zijn er geklasseerd als monument, met een opsplitsing per provincie en welke zijn al dan niet nog opengesteld voor het publiek ?
b) Combien de ces baˆtiments classés se trouvent dans un état délabré ? Quels investissements sont nécessaires pour y effectuer les indispensables travaux de conservation et d’entretien ?
b) Hoeveel van deze geklasseerde gebouwen bevinden zich in slechte staat en welke investeringen zijn er nodig om de nodige instandhoudings- en onderhoudswerken uit te voeren ?
c) Pourriez-vous indiquer quels travaux de conservation et d’entretien des baˆtiments de gare classés sont prévus, en en mentionnant la localisation et en précisant s’ils sont désaffectés ou non ?
c) Welke instandhoudings- en onderhoudswerken aan geklasseerde stationsgebouwen zijn er geprogrammeerd, met opgave van over welke locaties het gaat en met vermelding of ze al dan niet gedesaffecteerd zijn ?
DO 2003200400330
DO 2003200400330
Question no 102 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 102 van de heer Guido De Padt van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Appel aux consultants et bureaux d’études.
De Post. — Raadpleging consultants en studiebureaus.
La Poste aurait, par le appel à des consultants et songe notamment à des d’options stratégiques, de nouvelles tournées, etc.
passé, fait régulièrement des bureaux d’études. Je consultances en matière nouveaux produits, des
De Post zou in het verleden heel wat beroep hebben gedaan op consultants en studiebureaus. Ik heb het dan over de advisering van strategische opties, nieuwe producten, de nieuwe routes, enz.
Pouvez-vous préciser, pour les années 2001, 2002 et 2003 :
Kan u voor de jaren 2001, 2002 en het lopende jaar 2003 meedelen :
1. le nombre d’études et d’enquêtes commandées par La Poste auprès d’organes externes;
1. hoeveel studies en onderzoeken De Post extern heeft besteld;
2. leur objet;
2. wat het voorwerp ervan was;
3. le montant de l’estimation, le montant de l’adjudication et le montant finalement payé;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3. wat het ramingsbedrag, het gunningsbedrag en het uiteindelijk betaald bedrag was; 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1937
4. dans quelle mesure les délais d’exécution ont-ils été respectés ?
4. in welke mate de uitvoeringstermijnen werden gerespecteerd ?
DO 2003200410339
DO 2003200410339
Question no 103 de M. Pierre-Yves Jeholet du 26 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 103 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 26 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Refonte des structures juridiques du groupe ABX Logistics SA.
NMBS. — Hervorming van de juridische structuren van de groep ABX Logistics NV.
Le CA de la SNCB a approuvé le 26 septembre 2003 une proposition de refonte des structures juridiques du groupe ABX Logistics SA.
De raad van bestuur van de NMBS heeft op 26 september 2003 een voorstel strekkende tot de hervorming van de juridische structuren van de groep ABX Logistics NV aangenomen.
La presse s’est montrée particulièrement critique quant à l’opération en mentionnant que le regroupement des pertes et dettes des filiales non rentables fera supporter leurs pertes par la SNCB sans compter les garanties de toutes natures apportées par la SNCB au groupe ABX.
In de pers kreeg deze operatie veel kritiek. Met name werd gesteld dat de NMBS, die de groep ABX allerlei waarborgen heeft verleend, door de hergroepering van de verlieslatende en met schulden belaste onrendabele dochterondernemingen hun verliezen zal moeten dragen.
1. Pourriez-vous nous informer de l’évolution de ces structures ABX ? 2. Pourriez-vous communiquer comment l’E´tat autorise l’organisation de « l’insolvabilité » de la société ABX Logistics Group NV dont la SNCB devra éponger les pertes et les dettes ?
1. Kan u uitleg verschaffen over de evolutie van deze structuren van ABX ?
DO 2003200410340
DO 2003200410340
Question no 104 de M. Hagen Goyvaerts du 26 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 104 van de heer Hagen Goyvaerts van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Emploi des langues sur les timbres-poste.
De Post. — Taalgebruik op postzegels.
Je constate que les timbres-poste portent tantoˆt la mention « Belgie¨-Belgique », tantoˆt « Belgique-Belgie¨ ».
Ik stel vast dat er op postzegels de ene keer de vermelding « Belgie¨-Belgique » staat gedrukt terwijl op andere de vermelding « Belgique-Belgie¨ » staat.
1. a) Pourriez-vous préciser en fonction de quels critères en matière de priorité linguistique la mention imprimée sur les timbres-poste est tantoˆt « Belgie¨Belgique », tantoˆt « Belgique-Belgie¨ » ?
1. a) Kan u meedelen welke de criteria met betrekking tot de taalvoorrang zijn om de ene keer postzegels te drukken met de vermelding « Belgie¨-Belgique » en de andere keer « Belgique-Belgie¨ » ?
b) Au cours des dernières années, a-t-on dérogé à la règle en matière de priorité linguistique pour certains timbres-poste, séries de timbres-poste ou timbres spéciaux ?
b) Zijn er afgelopen jaren postzegels, reeksen van postzegels of gelegenheidspostzegels geweest waarbij van deze taalvoorrang werd afgeweken ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Hoe komt het dat de overheid instemt met de opzet de vennootschap ABX Logistics Group NV « onvermogend » te laten verklaren en de NMBS met de verliezen en de schulden ervan op te zadelen ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1938
c) Dans l’affirmative, de quels timbres ou séries de timbres s’agit-il ?
c) Zo ja, over welke zegels of reeksen van zegels gaat het ?
2. Votre administration pourrait-elle communiquer pour les années 2000, 2001 et 2002 le nombre de timbres-poste imprimés avec la mention « Belgie¨Belgique », d’une part, et avec la mention « BelgiqueBelgie¨ », d’autre part ?
2. Kan uw administratie voor de jaren 2000, 2001 en 2002 de aantallen postzegels meedelen die gedrukt zijn met enerzijds de opdruk « Belgie¨-Belgique » en met anderzijds de opdruk « Belgique-Belgie¨ » ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200400329
DO 2003200400329
Question no 105 de Mme Greet van Gool du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 105 van mevrouw Greet van Gool van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Mise à contribution de handicapés visuels pour les écoutes téléphoniques.
Inzetten van personen met een visuele handicap bij het afluisteren van telefonische gesprekken.
Il semblerait que les services de police belges envisagent de faire appel à des handicapés visuels pour les écoutes téléphoniques de criminels.
De Belgische politiediensten denken er blijkbaar aan personen met een visuele handicap in te zetten bij het afluisteren van telefonische gesprekken van criminelen.
Aux Pays-Bas, ce recours aux handicapés visuels pour la mise sur écoute de gangsters est un phénomène en progression. Il est vrai que les personnes malvoyantes ou aveugles, qui ont duˆ adapter leur ouı¨e après la perte de la vue, écoutent avec une attention particulière.
In Nederland gebeurt het steeds vaker dat mensen met een visuele handicap ingeschakeld worden voor het afluisteren van gangsters. Blinden en slechtzienden luisteren immers aandachtiger, omdat ze hun gehoor hebben moeten aanpassen omdat ze hun ogen niet of niet meer konden gebruiken.
Toutefois, l’actuelle législation ne permet pas de faire appel à des aveugles et des malvoyants à cette fin, les écoutes téléphoniques relevant de la compétence exclusive des membres des services de police.
In de huidige stand van de wetgeving is het inzetten van blinden en slechtzienden evenwel niet mogelijk, vermits enkel leden van de politie mogen afluisteren.
1. Envisage-t-on réellement de faire appel à des handicapés visuels pour la mise sur écoute de criminels ?
1. Wordt inderdaad overwogen mensen met een visuele handicap in te zetten bij het afluisteren van telefoongesprekken van criminelen ?
2. La législation sera-t-elle adaptée à cet effet et, dans l’affirmative, dans quel sens ?
2. Zal de wetgeving daartoe worden aangepast, en in welke zin ?
DO 2003200410338
DO 2003200410338
Question no 106 de M. Geert Bourgeois du 26 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 106 van de heer Geert Bourgeois van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Procédure relative aux documents administratifs délivrés par la Turquie.
Procedure met betrekking tot administratieve documenten uit Turkije.
Dans la question orale no 522 que je vous ai adressée en commission le 12 novembre 2003, je vous inter-
In mijn mondelinge vraag nr. 522 van 12 november 2003 in commissie vroeg ik u naar de procedure die
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1939
rogeais sur la procédure applicable aux documents administratifs délivrés par la Turquie en vue de leur « usage en Belgique ». Vous n’avez pas pu répondre à cette question (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, 12 novembre 2003, COM54, p. 29). Les documents administratifs délivrés dans un pays étranger et destinés à « servir en Belgique » doivent être légalisés, sauf lorsque la convention de La Haye du 5 octobre 1961 (« Apostilleverdrag ») est applicable ou lorsqu’ils font l’objet d’une dispense de légalisation en vertu d’un traité bilatéral.
geldt voor administratieve documenten uit Turkije voor « gebruik in Belgie¨ ». Toen kon u op deze vraag geen antwoord geven (Integraal Verslag, Kamer, 20032004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 12 november 2003, COM54, blz. 29). Buitenlandse administratieve documenten moeten voor « gebruik in Belgie¨ » gelegaliseerd worden, behalve wanneer het zogenoemde « Apostilleverdrag » geldt. (Verdrag van Den Haag van 5 oktober 1961) of wanneer de vrijstelling van legalisatie geldt op grond van een bilateraal verdrag.
En Turquie, un acte de naissance est établi contrairement à ce qui se fait en Inde et en Grande-Bretagne, par exemple. La Turquie ne délivrerait toutefois jamais de copie littérale de ces actes.
In Turkije wordt een geboorteakte opgemaakt, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld India en GrootBrittannie¨. Wel zou Turkije nooit een letterlijk afschrift van deze aktes afleveren.
Pour la Turquie, une dispense de légalisation est accordée dans certaines circonstances lorsqu’il s’agit d’actes de l’état civil demandés par l’autorité compétente d’un pays (et donc pas par un citoyen) à des fins administratives ou en faveur d’indigents (source : site de l’autorité fédérale). Mes sources semblent se contredire en ce qui concerne les conditions auxquelles le document étranger doit satisfaire lorsqu’il est demandé par un particulier. Selon la liste des pays, une apostille est requise. Certaines communes (qui sont évidemment amenées à s’appuyer sur des actes de naissance établis en Turquie lors de mariages de personnes nées dans ce pays) exigent également une apostille. En revanche, le site de la Chambre (ou` un acte de naissance est requis dans le cadre d’une procédure de naturalisation, par exemple) stipule qu’aucune légalisation ou apostille n’est requise pour la Turquie.
Voor Turkije geldt onder bepaalde voorwaarden vrijstelling van legalisatie wanneer het gaat om akten van de burgerlijke stand die aangevraagd worden door de bevoegde overheden van het ene land (en dus niet van de burgers) om administratieve redenen of ten behoeve van onvermogenden (bron : site van de federale overheid). Over de voorwaarden waaraan het buitenlandse stuk moet voldoen wanneer het wordt aangevraagd door particulieren spreken mijn bronnen zich op het eerste gezicht tegen. Volgens de landenlijst moet er een apostille zijn. Ook in bepaalde gemeenten (waar men uiteraard met Turkse geboorteaktes werkt telkens er een huwelijk is van personen die in Turkije zijn geboren) vraagt men een apostille. Op de site van de Kamer daarentegen (waar men geboorteaktes nodig heeft bijvoorbeeld voor naturalisatie) wordt medegedeeld dat er voor Turkije geen legalisatie nodig is en ook geen apostille.
Je fais observer qu’un citoyen né en Belgique doit suivre toute une procédure s’il souhaite par exemple modifier une date. En cas de mention erronée dans un acte de l’état civil (acte de naissance, acte de déclaration de mariage, acte de mariage, acte de décès), l’adaptation des données incorrectes est soumise à une procédure spécifique, définie aux articles 1383 et suivants du Code judiciaire, qui prévoit l’introduction d’une requête auprès du tribunal de première instance, la formulation d’un avis par le ministère public et une audience avec comparution du requérant.
Ik wijs erop dat, wanneer iemand hier geboren is, er een hele procedure moet doorlopen worden wanneer men bijvoorbeeld de datum wil wijzigen. In geval van een verkeerde vermelding in een akte van de burgerlijke stand (geboorteakte, akte van aangifte van huwelijk, huwelijksakte, overlijdensakte) geldt een bijzonder procedure voor aanpassing van de verkeerde gegevens. Dit is de procedure van artikel 1383 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek : verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank van eerste aanleg, advies van het openbaar ministerie, en zitting met verschijning van de verzoeker.
Dans le cas de figure de la Turquie, cette procédure ne me paraıˆt pas d’application puisqu’il n’est aucunement question d’un acte belge qui serait « erroné ». En effet, il ne s’agit pas, en l’espèce, « d’adaptations » à ` mon sens, le roˆle apporter par les autorités belges. A de la Belgique se limite en effet à conférer une certaine authenticité aux documents étrangers. Ce roˆle est donc relativement limité pour la Turquie.
In het Turkse geval lijkt mij deze procedure niet van toepassing, omdat er geen enkele Belgische akte is die « verkeerd » is. Het gaat hier immers niet om « aanpassingen » door de Belgische overheden. De rol van Belgie¨ bestaat inderdaad mijns inziens enkel in het verlenen van een zekere waarachtigheid aan de buitenlandse documenten. Deze rol is voor Turkije dus eerder beperkt.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1940
1. Quelle est la procédure applicable en la matière : légalisation, apostille, autre ?
1. Wat is de procedure terzake : legalisatie, apostille, andere ?
2. Est-il exact que la Turquie ne délivre jamais de copie littérale de l’acte de naissance ?
2. Klopt het dat er door Turkije nooit een letterlijke afgifte van de geboorteakte afgeleverd wordt ?
3. Comment peut-on, le cas échéant, exercer un controˆle suffisant sur les documents délivrés par la Turquie, que ce soit dans le cadre d’une procédure de naturalisation ou d’un mariage, d’une demande de préretraite, etc. ?
3. Hoe kan er dan voldoende controle gebeuren op de documenten die door Turkije verstrekt worden, ongeacht of het om een naturalisatieprocedure gaat, dan wel om een huwelijk, om de aanvraag van een brugpensioen enz. ?
DO 2003200410341
DO 2003200410341
Question no 107 de M. Geert Bourgeois du 26 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 107 van de heer Geert Bourgeois van 26 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Modification des données de naissance d’habitants nés à l’étranger.
Wijzigingen van geboortedata van in het buitenland geboren inwoners.
En réponse à ma question orale no 522 du 12 novembre 2003, vous avez déclaré que les services du Registre national mèneraient une enquête approfondie visant à établir si d’éventuelles modifications frauduleuses de la date de naissance d’habitants nés en Turquie ont bien été apportées et à évaluer l’ampleur du phénomène (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, 12 novembre 2003, COM054, p. 29).
In antwoord op mijn mondelinge vraag nr. 522 van 12 november 2003 verklaarde u dat het Rijksregister een grondig onderzoek zou instellen ten einde uit te maken of er inderdaad een probleem is van eventueel frauduleuze wijzigingen van geboortedatum van inwoners in Turkije geboren en welke de omvang daarvan is (Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 12 november 2003, COM054, blz. 29).
E´tant donné qu’il s’agit par excellence de données informatisées et que vous avez à juste titre fait observer que toute modification de la date de naissance entraıˆnait l’annulation du dossier auprès des services du Registre national, l’ampleur du problème devrait pouvoir être rapidement évaluée.
Aangezien het hier bij uitstek om een geı¨nformatiseerde materie gaat en u terecht liet opmerken dat elke wijziging van de geboortedatum de annulatie van het dossier bij het Rijksregister teweegbrengt, moet het mogelijk zijn om snel zicht te krijgen op de problematiek.
1. Combien de modifications de numéros du registre national effectuées sur la base d’une modification a posteriori de la date de naissance ont-elles été constatées pour l’année 2002 et l’année 2003 (jusqu’à la date de la réponse) ?
1. Hoeveel wijzigingen van rijksregisternummer op basis van een achteraf gewijzigde geboortedatum zijn er in het rijksregister bekend wat betreft het jaar 2002 en het jaar 2003 tot op datum van het antwoord ?
2. Parmi ces modifications, combien concernentelles des habitants du Limbourg ?
2. Hoeveel daarvan hebben betrekking op inwoners uit Limburg ?
3. Combien de modifications se rapportent-elles à des habitants :
3. Hoeveel daarvan hebben betrekking op inwoners :
a) nés à l’étranger;
a) in het buitenland geboren;
b) nés en Turquie ?
b) in Turkije geboren ?
4. S’il devait apparaıˆtre qu’il s’agit d’une pratique répandue, quelle est votre position à ce sujet et quelles mesures envisagez-vous de prendre le cas échéant ?
4. Als dit een praktijk is die zich geregeld blijkt voor te doen, wat is dan uw oordeel erover en wat overweegt u desgevallend te ondernemen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1941
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 2003200400305
DO 2003200400305
Question no 150 de Mme Trees Pieters du 20 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 150 van mevrouw Trees Pieters van 20 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Assurances chef d’entreprise pour les travailleurscadres et les membres de leur famille.
Bedrijfsleidersverzekeringen voor werknemers-kaderleden en familieleden.
De nombreuses petites et moyennes entreprises familiales contractent des assurances de type « assurance chef d’entreprise » au bénéfice d’un cadre, souvent le fils, la fille, le frère ou la sœur des adminstrateurs et/ou au nom de ce que l’on appelle un « keyman », à savoir un travailleur ou une personne qui n’est pas chef d’entreprise au sens fiscal direct des articles 30, 2o, et 32 du Code des impoˆts sur les revenus 1992.
Door tal van kleine en middelgrote familiale vennootschappen worden verzekeringscontracten van het type « bedrijfsleidersverzekering » gesloten in het voordeel van de vennootschappen op het hoofd van een kaderlid, meestal zoon, dochter, broer of zuster van de bestuurders en/of op naam van een zogezegde « key-man », zijnde een werknemer die geen bedrijfsleider is in de directe fiscale betekenis van de artikelen 30, 2o, en 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Dans l’état actuel de la législation, les questions pratiques et générales suivantes se posent dès lors.
In de huidige juridische stand van zaken rijzen terzake hierbij dan ook wel de volgende algemene praktische vragen.
1. a) Dans quelle catégorie fiscale précise les revenus professionnels de ces personnes assurées doiventelles être classées ?
1. a) Onder welke precieze fiscale categorie dienen de beroepsinkomsten van al die verzekerde personen te worden gecatalogeerd ?
b) Ces assurés doivent-ils, du point de vue fiscal, être « assimilés » à des « chefs d’entreprise indépendants » ?
b) Dienen deze personen uit fiscaal oogpunt met een zelfstandige « bedrijfsleider » te worden « gelijkgesteld » ?
2. a) La règle fiscale de la limitation à 80 % est-elle toujours d’application pour de tels contrats d’assurance ?
2. a) Is de fiscale regel van de 80 %-beperking in alle gevallen steeds van toepassing op dergelijke verzekeringscontracten ?
b) Dans la négative, dans quels cas ne l’est-elle pas et pour quelles raisons légitimes ?
b) Zo neen, in welke gevallen niet en om welke wettige redenen ?
3. a) Les dispositions des articles 52, 5o, 52, 3o, a), 59, 60 et 195 du CIR 1992 et toutes les dispositions exécutoires réglementaires y afférentes sont-elles également intégralement d’application ?
3. a) Zijn dienaangaande de bepalingen van de artikelen 52, 5o, 52, 3o, a), 59, 60 en 195 WIB 1992 en alle desbetreffende reglementaire uitvoeringsbepalingen eveneens integraal van toepassing ?
b) Dans la négative, quelles sont les raisons de cette éventuelle différence de traitement fiscal ? ` quelles autres conditions fiscales ces contrats 4. A d’assurance sont-ils éventuellement aussi, totalement ou partiellement, légalement ou réglementairement, soumis ?
b) Zo neen, van waar gebeurlijk deze ongelijke of discriminerende fiscale behandeling ?
5. Pouvez-vous, point par point, me faire part de votre point de vue et méthode actuels, à la lumière de la législation sur les assurances et de toutes les disposi-
5. Kan u, punt per punt, uw huidige algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van zowel de verzekeringswetgeving als van alle fiscale
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
4. Aan welke andere fiscale voorwaarden zijn dergelijke verzekeringscontracten daarnaast eventueel wettelijk en/of reglementair ook nog geheel of gedeeltelijk onderworpen ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
244
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1942
tions fiscales, dont plus particulièrement les dispositions de la loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (voir Moniteur belge du 15 mai 2003 et erratum du 26 mai 2003) ainsi que des dispositions de l’article 195 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
bepalingen, waaronder inzonderheid de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (zie Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003 en erratum van 26 mei 2003) en de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
DO 2003200400306
DO 2003200400306
Question no 151 de Mme Trees Pieters du 20 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 151 van mevrouw Trees Pieters van 20 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Indemnités de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. ` la suite de l’arrêt du 22 juin 1992 de la Cour de A cassation (section néerlandophone, 3e chambre), les « indemnités de mobilité », visées à l’article 31, alinéa 2, de la CCT du 30 juin 1980 relative aux conditions de travail dans le secteur de la construction, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 3 avril 1981 (article 35, alinéa 2, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents de travail) sont considérées comme des « rémunérations » pour l’application de la loi sur les accidents de travail.
Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
Ces indemnités forfaitaires sont calculées en fonction de la distance, exprimée en kilomètres, qui sépare le domicile de l’ouvrier du chantier et sont allouées indépendamment des indemnités de déplacement proprement dites auxquelles les travailleurs ont également droit.
Deze vergoedingen worden forfaitair berekend in functie van de afstand in kilometers tussen de woonplaats van de werkman en de bouwplaats en worden toegekend buiten de eigenlijke verplaatsingsvergoedingen waarop de werknemers eveneens recht hebben.
Ces indemnités de mobilité doivent également être attribuées aux intéressés lorsque le transport est assuré exclusivement par et aux frais de l’entreprise employeuse.
Die mobiliteitsvergoedingen dienen trouwens ook te worden toegekend aan de belanghebbenden wanneer het vervoer uitsluitend wordt verzorgd door en op kosten van de vennootschap-werkgeefster.
On peut incontestablement déduire des dispositions précitées et de la jurisprudence que, d’une part, ces indemnités de mobilité sont toujours allouées indépendamment du fait que le travailleur a supporté personnellement les frais de déplacement et, d’autre part, que ces indemnités ne peuvent donc pas être considérées comme un remboursement des frais de déplacement que le travailleur a réellement supportés.
Uit voornoemde bepalingen en rechtspraak volgt onbetwistbaar enerzijds dat die mobiliteitsvergoedingen altijd worden toegekend ongeacht of de werknemer de kosten van de verplaatsing zelf heeft gedragen en anderzijds dat deze vergoedingen bijgevolg niet als een terugbetaling van verplaatsingskosten die de de werknemer werkelijk heeft gemaakt, kunnen worden beschouwd.
Dans la pratique, en effet, le déplacement des travailleurs vers les chantiers se fait généralement au moyens de minibus, de camionnettes ou de camions appartenant à l’entreprise employeuse.
In de praktijk gebeurt het vervoer van de werknemers naar de werven inderdaad meestal met minibussen, met bestelwagens of met vrachtwagens toebehorend aan de vennootschappen-werkgeefsters.
Il me revient cependant que, vis-à-vis de l’entreprise employeuse, l’administration fiscale soumet systémati-
Naar verluidt wordt door de belastingdiensten in hoofde van de vennootschappen-werkgeefsters echter
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ingevolge het Cassatie-arrest van 22 juni 1992 (Nederlandstalige afdeling, 3e kamer) worden voor de toepassing van de arbeidsongevallenwet als « lonen » beschouwd de « mobiliteitsvergoedingen » als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de CAO van 30 juni 1980 betreffende de arbeidsvoorwaarden in het bouwbedrijf, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 april 1981 (artikel 35, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971).
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1943
quement la part « non imposable » (50 %) de ces indemnités de mobilité à la limitation de déduction partielle prévue par l’article 66, § 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, même lorsque les déplacements ne se font pas aux propres frais du travailleur.
nu in alle gevallen het « niet-belastbaar » gedeelte (50 %) van die mobiliteitsvergoedingen steeds onderworpen aan de gedeeltelijke aftrekbeperking waarvan sprake in artikel 66, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zelfs wanneer de verplaatsingen niet op eigen kosten van de werknemers gebeuren.
En se fondant sur une accumulation de présomptions, de fictions et de comparaisons, les administrations fiscales semblent supposer qu’il s’agit toujours, dans tous les dossiers de construction, indépendamment du mode de déplacement (à pied, à vélo ou en voiture) et du fait que les travailleurs possèdent ou non une voiture, de remboursements de frais de voiture personnels afférents à l’utilisation effective des voitures, voitures à usage mixte et minibus, tels que ces véhicules sont définis dans la réglementation relative à l’immatriculation des véhicules à moteur, et appliquent dès lors l’article 66, § 1er, du CIR 1992. Ce raisonnement ne semble pas logique ni justifié, au sens des articles 1349 et 1353 du Code civil.
Door een opeenstapeling van vermoedens, ficties en gelijkstellingen veronderstellen de belastingadministraties blijkbaar dat het hier bij alle bouwdossiers, ongeacht de verplaatsingswijze (te voet, per fiets of met een wagen) en het feit of de werknemers al dan niet zelf een personenauto bezitten, steeds algemeen gaat om terugbetalingen van persoonlijke autokosten uit hoofde van het werkelijk gebruik van personenauto’s, van auto’s voor dubbel gebruik en/of van minibussen als zodanig omschreven in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen waarop vervolgens dan artikel 66, § 1, WIB 1992 wordt toegepast. Dit lijkt geen logische en verantwoorde redenering te zijn in de zin van de artikelen 1349 en 1353 van het Burgerlijk Wetboek.
Il impliquerait en effet que les frais de voiture relatifs aux déplacements vers les chantiers qui sont supportés par l’employeur et auxquels la limitation à 25 % a déjà été appliquée seraient une seconde fois soumis à la limitation à 25 % pour ce même employeur-contribuable.
Zo’n gedachtegangen of gevolgtrekkingen zouden immers impliceren dat de autokosten met betrekking tot de verplaatsingen naar de bouwwerven die worden gedragen door de werkgever en waarop de 25 %beperking reeds werd toegepast bij diezelfde belastingplichtige-werkgever een tweede maal de 25 %beperking zouden ondergaan.
Conformément aux dispositions de l’article 340 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les contributions directes doivent toutefois se fonder exclusivement sur des situations « réelles » et non sur des situations « fictives ».
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 340 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 mogen de directe belastingen nochtans maar uitsluitend worden gevestigd op grond van « werkelijke » toestanden en niet op grond van « fictieve » toestanden.
1. Eu égard aux éléments susmentionnés, il est donc pertinent de se demander à quels régime de taxation il convient désormais de soumettre, dans tous les secteurs, les « indemnités de mobilité » visées et surtout quelles limites de déduction concrètes à ces frais professionnels les employeurs doivent désormais appliquer, entièrement ou partiellement, selon que le transport est en réalité effectué à vélo ou à vélomoteur, à pied ou encore au moyen de voitures, de minibus, de camionnettes ou de camions immatriculés à la DIV au nom de l’employeur.
1. Gelet op al wat voorafgaat, rijst dan ook de algemene pertinente vraag aan welk taxatieregime de beoogde « mobiliteitsvergoedingen » in alle sectoren voortaan moeten worden aangemerkt en vooral welke concrete fiscale aftrekbeperkingen op die beroepskosten van nu af aan bij de werkgevers al dan niet geheel of gedeeltelijk van correcte toepassing zijn al naar gelang het transport in realiteit gebeurt met de fiets of brom- en snorfiets, te voet, personenauto’s, minibussen, bestelwagens of met vrachtwagens bij de DIV ingeschreven op naam van de werkgevers.
2. Pourriez-vous nous faire part de vos conceptions et méthodes actualisées, uniformes et linéaires, eu égard à la jurisprudence précitée de la Cour de cassation, à l’arrêt no 103.050 du Conseil d’E´tat du 31 janvier 2002 ainsi qu’aux principes de bonne administration, comme la non-discrimination, le principe de légalité et les principes de bon sens et d’équité ?
2. Kan u uw geactualiseerde, uniforme en rechtlijnige ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van voornoemde Cassatierechtspraak, de bepalingen van artikel 376, § 1, van meergenoemd fiscaal wetboek, het arrest nr. 103.050 van de Raad van State van 31 januari 2002 als van de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder de non-discriminatie, het legaliteitsprincipe en de beginselen van redelijkheid en billijkheid ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1944
DO 2003200400307
DO 2003200400307
Question no 152 de Mme Trees Pieters du 20 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 152 van mevrouw Trees Pieters van 20 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Sociétés unipersonnelles de professions libérales. — Pension complémentaire.
Eenmansvennootschappen van vrije beroepen. — Aanvullend pensioen.
Les sociétés de médecins et autres sociétés unipersonnelles de professions libérales et leurs dirigeants respectifs peuvent contracter des assurances dirigeant d’entreprise, des assurances groupes, des assurances libres complémentaires et d’autres polices d’assurances personnelles auprès de compagnies d’assurances agréées et/ou de fonds d’assurances sociales agréés.
Door geneesherenvennootschappen en andere eenmansvennootschappen van vrije beroepen en hun respectievelijke bedrijfsleiders kunnen blijkbaar bedrijfsverzekeringen, groepsverzekeringen, vrije aanvullende pensioenverzekeringen en andere persoonlijke verzekeringspolissen worden afgesloten bij erkende verzekeringsmaatschappijen en/of erkende sociale verzekeringsfondsen.
Les primes d’assurances et les cotisations de pension supplémentaires versées dans ce cadre peuvent très probablement être considérées comme des frais professionnels entièrement ou partiellement déductibles, au sens du CIR 1992.
De verzekeringspremies en de vrije extra sociale pensioenbijdragen kunnen daarbij allicht ook geheel of gedeeltelijk als een aftrekbare beroepskost in de zin van het WIB 1992 worden aangemerkt.
Sous l’angle juridique, les questions suivantes se posent toutefois dans la pratique en matière de fiscalité et d’assurances sociales.
Uit juridisch oogpunt rijzen in de praktijk daarbij echter wel de onderstaand algemene fiscale en sociale verzekeringsvragen.
1. a) Une « assurance groupe » peut-elle, pour cette catégorie spécifique de « dirigeants d’entreprises », les primes étant éventuellement intégralement ou partiellement à charge des sociétés unipersonnelles, être combinée ou cumulée sans aucune restriction avec une « pension libre complémentaire » ?
1. a) Kan of mag een « groepsverzekering » voor die specifieke fiscale categorie van « bedrijfsleiders », waarbij de premies al dan niet geheel of gedeeltelijk door de eenmansvennootschappen worden gedragen, onbeperkt worden gecombineerd of gecumuleerd met een « vrij aanvullend pensioen » ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons légales ?
b) Zo neen, om welke wettige redenen niet ?
2. a) Une « assurance dirigeant d’entreprise » peut-elle être combinée ou cumulée sans aucune restriction avec une «pension libre complémentaire» ?
2. a) Kan of mag een « bedrijfsleidersverzekering » onbeperkt worden gecombineerd of gecumuleerd met een « vrij aanvullend pensioen » ?
b) Dans l’affirmative, à quelles conditions précises ?
b) Zo ja, onder welke precieze voorwaarden ?
3. Les cotisations personnelles d’un « dirigeant d’entreprise », appartenant à la catégorie fiscale des contribuables au sens des articles 30, 2o, et 32 du CIR 1992, peuvent-elles être combinées ou cumulées sans aucune restriction avec un régime de pension libre complémentaire ? ` partir de quelle date et à quelles conditions 4. A légales concrètes les sociétés unipersonnelles en question peuvent-elles désormais contracter sans restriction une « assurance groupe » pour un « dirigeant d’entreprise » ? ` la lumière de la législation fiscale existante, les 5. A sociétés unipersonnelles sont-elles autorisées à verser elles-mêmes les cotisations de la « pension libre
3. Kunnen of mogen de persoonlijke bijdragen van een « bedrijfsleider », behorende tot de fiscale categorie van belastingplichtigen omschreven in de zin van de artikelen 30, 2o, en 32 van het WIB 1992, onbeperkt worden gecombineerd of gecumuleerd met een regime van het vrij aanvullend pensioen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
4. Vanaf welke datum en onder al welke concrete wettelijke voorwaarden kan door de kwestieuze eenmansvennootschappen voortaan onbeperkt een « groepsverzekering » voor één « bedrijfsleider » worden afgesloten ? 5. Is het in het licht van de bestaande fiscale wetgeving toegelaten dat de eenmansvennootschappen zelf de bijdragen inzake het « vrij aanvullend pensioen » 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1945
complémentaire » à un fonds d’assurances sociales agréé et, dans l’affirmative, à quel régime fiscal spécifique ces cotisations sont-elles soumises ?
storten aan een erkend sociaal verzekeringsfonds en in bevestigend geval welk specifiek belastingregime ondergaan dergelijke pensioenbijdragen ?
6. a) Toutes les conditions sont-elles maintenues sans restriction lors du paiement à l’aˆge de la retraite dans toutes les circonstances de fait et/ou juridiques, si la « pension libre complémentaire » se double également d’une « assurance dirigeant d’entreprise » et/ou d’une « assurance groupe » ?
6. a) Blijven in alle feitelijke en/of juridische omstandigheden alle voorwaarden bij de uitbetaling op pensioenleeftijd onbeperkt behouden wanneer men naast een « vrij aanvullend pensioen » ook nog een « bedrijfleidersverzekering » en/of een « groepsverzekering » heeft ?
b) Dans la négative, pourquoi n’est-ce plus le cas ?
b) Zo neen, waarom dan niet meer ?
7. Une « assurance groupe » et une « assurance dirigeant d’entreprise » contractées simultanément ou non par une même société unipersonnelle auprès d’une ou de plusieurs compagnies d’assurances agréées au bénéfice de son unique dirigeant d’entreprise, peuvent-elles être fiscalement combinées ou cumulées sans restriction ?
7. Kan een « groepsverzekering » en een bedrijfsleidersverzekering, al dan niet gelijktijdig afgesloten door eenzelfde eenmansvennootschap bij een of meerdere erkende verzekeringsmaatschappijen op het hoofd van haar enige bedrijfsleider, fiscaal onbeperkt worden gecombineerd of gecumuleerd ?
8. a) Du point de vue fiscal, peut-on admettre qu’un « dirigeant d’entreprise » au sens des articles 30, 2o, et 32 du CIR 1992, ne doive pas être considéré comme un « membre du personnel de la société » (cf. article 1er, 2o, de l’arrêté royal du 20 juillet 1981) ?
8. a) Kan er uit fiscaal oogpunt mee worden ingestemd dat een « bedrijfsleider » in de zin van de artikelen 30, 2o, en 32 van het WIB 1992 niet als « personeel van het bedrijf » moet worden beschouwd (cf. artikel 1, 2o, van het koninklijk besluit van 20 juli 1981) ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons fondées ?
b) Zo neen, om welke gegronde redenen niet ?
9. Dans quelle mesure précise toutes les primes d’assurances susmentionnées et/ou cotisations sociales libres complémentaires sont-elles déductibles fiscalement tant dans le chef de la société que dans celui du dirigeant d’entreprise assuré ?
9. In welke precieze mate zijn alle voornoemde beoogde verzekeringspremies en/of extra vrije sociale bijdragen fiscaal aftrekbaar zowel in hoofde van de vennootschap als in hoofde van de verzekerde bedrijfsleider ?
10. Pouvez-vous, pour chacun des points, nous communiquer votre point de vue et attitude pratiques généraux actuels, tant à la lumière des dispositions communes actualisées de l’article 1er de l’arrêté royal du 20 juillet 1981 portant exécution de l’article 52bis, § 1er, de l’arrêté royal no 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de survie et de retraite des travailleurs indépendants, et de la législation en matière d’assurances qu’à la lumière surtout des dispositions des articles 49, 52, 3o, a), 52, 7o, 52, 10o, 183 et 195 du CIR 1992 ainsi qu’à présent également de la loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (voir Moniteur belge du 15 mai 2003 et erratum du 26 mai 2003) ?
10. Kan u punt per punt uw huidige algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de geactualiseerde gezamenlijke bepalingen van artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juli 1981 houdende uitvoering van artikel 52bis, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, de verzekeringswetgeving als voornamelijk in het licht van onder meer de bepalingen van de artikelen 49, 52, 3o, a), 52, 5, 52, 7o, 52, 10o, 53, 21 o, 183 en 195 van het WIB 1992 en thans ook de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommge aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (zie Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003 en erratum van 26 mei 2003) ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1946
DO 2003200400312
DO 2003200400312
Question no 153 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 153 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Mandat ou promesse hypothécaire. — Intérêts et amortissements.
Hypothecair mandaat of belofte. — Interesten en aflossingen.
Que ce soit pour des motifs purement fiscaux ou non, les institutions financières accordent à des salariés des prêts pour la construction ou l’acquisition d’un logement privé à l’état neuf. Ces prêts sont totalement ou partiellement garantis par une procuration notariale jusqu’à l’obtention d’un mandat ou d’une promesse hypothécaire.
Al dan niet om louter fiscale redenen worden door de financie¨le instellingen leningen aan loontrekkers toegestaan voor het bouwen of voor het in nieuwe staat verwerven van een private woning. Die leningen zijn geheel of gedeeltelijk gewaarborgd door een notarie¨le volmacht tot het nemen van een hypothecair mandaat of een hypotheekbelofte.
1. a) Les « amortissements de capital » qui en découlent entrent-ils encore actuellement en ligne de compte pour une exonération d’impoˆts ?
1. a) Komen de daaruit voortvloeiende « kapitaalsaflossingen » thans nog in aanmerking voor een belastingvrijstelling ?
b) Dans la négative, pourquoi n’entrent-ils pas (plus) en ligne de compte ?
b) Zo neen, waarom niet (meer) ?
2. Les « intérêts » payés entrent-ils encore en ligne de compte pour :
2. a) Komen de betaalde « interesten » voortaan ook nog in aanmerking voor :
— la déduction ordinaire d’intérêts;
— de gewone interestaftrek;
— la déduction « complémentaire » d’intérêts ?
— de « bijkomende » interestaftrek ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons légales n’entrent-ils pas (plus) en ligne de compte ?
b) Zo neen, om welke wettige redenen telkens niet (meer) ?
3. Sous quelles rubriques codées de la formule de déclaration en matière d’impoˆt des personnes physiques pour les exercices d’imposition 2002 et suivants ces amortissements de capital et les intérêts payés doivent-ils respectivement être inscrits et/ou éventuellement spontanément ramenés, sur le plan fiscal, à l’une ou l’autre fraction ?
3. Onder al welke gecodeerde rubrieken van het aangifteformulier inzake personenbelasting over de aanslagjaren 2002 en volgende dienen dergelijke kapitaalsaflossingen en de betaalde interesten respectievelijk te worden ingevuld en/of eventueel spontaan tot een of andere breuk fiscaal te worden herleid of beperkt ?
4. A) a) Les administrations fiscales peuvent-elles attaquer au plan fiscal ou contester au plan juridique les proportions définies dans les actes notariaux ou les montants des prêts ventilés entre, d’une part, l’ouverture de crédit garantie par une inscription hypothécaire effective et, d’autre part, l’emprunt qui n’est garanti que par un mandat hypothécaire ?
4. A) a) Kunnen de belastingadministraties de in de notarie¨le akten vastgelegde verhoudingen of gesplitste leningbedragen tussen enerzijds de kredietopening die gewaarborgd is door een effectieve hypothecaire inschrijving en anderzijds de lening die slechts gewaarborgd is door een hypothecair mandaat fiscaal aanvechten of juridisch betwisten ?
b) Si oui, sur la base de quelles dispositions légales et/ ou réglementaires ?
b) Zo ja, op grond van welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen ?
c) Sur quelles modalités de modifications et moyens de droit les agents taxateurs doivent-ils toujours se fonder scrupuleusement à cet effet ?
c) Welke eventuele wijzigingsmodaliteiten en rechtsmiddelen moeten door de taxatieambtenaren hiertoe telkens zorgvuldig worden aangewend ?
B) a) Lorsqu’ils contractent un prêt hypothécaire pour
B) a) Hebben de belastingplichtigen wanneer zij een
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1947
des motifs fiscaux, les contribuables peuvent-ils toujours choisir librement la formule utilisée ou la clé de répartition (= inscription et/ou mandat) ?
hypothecaire lening aangaan uit belastingoogpunt steeds de vrije keuze in de gehanteerde formule of verdeelsleutel (= inschrijving en/of mandaat) ?
b) Le fisc peut-il, le cas échéant, procéder à cet effet à des controˆles d’opportunité ?
b) Mag de fiscus hierbij zonodig opportuniteitscontroles doorvoeren ?
5. a) Quelles combinaisons de formules hypothécaires ou ventilations (= inscriptions ou promesses) offrent-elles au contribuable, tout en étant parfaitement admises par la législation fiscale, le choix fiscal le « plus avantageux » en matière d’exonération d’impoˆt de l’amortissement de capital et/ou en matière de déductibilité des intérêts ?
5. a) Welke hypothecaire combinatieformules of splitsingen (= inschrijvingen of beloftes) vormen voor de belastingplichtigen de « voordeligste » fiscale keuze inzake belastingvrijstelling van de kapitaalsaflossing en/of inzake interestaftrek en zijn volgens de fiscale wetgeving perfect toelaatbaar ?
b) Quelles limites fiscales spécifiques sont-elles éventuellement imposées par la loi, qu’elles soient ou non entièrement ou partiellement limitées au revenu cadastral indexé du terrain à baˆtir et/ou de la nouvelle habitation privée ?
b) Welke specifieke fiscale begrenzingen al dan niet geheel of gedeeltelijk beperkt tot het geı¨ndexeerd kadastraal inkomen van de bouwgrond en/of van het nieuw privaat woonhuis worden er eventueel wettelijk allemaal ingesteld ?
c) Les contribuables — non connectés à internet — peuvent-ils toujours se rendre auprès des services de taxation, pendant les heures de bureau ou sur rendez-vous, pour faire procéder à des calculs de simulation et, dans la négative, pourquoi ?
c) Kunnen de belastingplichtigen — die niet over internet beschikken — eventueel altijd tijdens de kantooruren of op afspraak bij de taxatiedienst terecht om simulatieberekeningen te laten uitvoeren en zo neen, waarom niet ?
6. Pouvez-vous, sur le plan des principes et à la lumière des dispositions légales et réglementaires actuelles du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et d’une administration fiscale performante et respectueuse du contribuable, me faire connaıˆtre, point par point, votre position en la matière ?
6. Kan u op principieel vlak, punt per punt, uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van zowel de actuele wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als van een performant en klantvriendelijk belastingbestuur ?
DO 2003200400314
DO 2003200400314
Question no 154 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 154 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Conventions d’emphytéose, d’usufruit et de superficie dans le cadre des sociétés de médecins. ` l’heure actuelle, la grande majorité des médecins A spécialistes hospitaliers (anesthésistes, radiologues, orthopédistes, urologues, internistes et chirurgiens) et des généralistes exercent leur profession, seul ou en groupe, principalement pour des raisons fiscales et parafiscales, sous la forme de sociétés professionnelles dont ils sont les seuls garants et dont ils possèdent toutes les parts.
Erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten bij doktersvennootschappen.
Les actes constitutifs ou les statuts de ces associations de médecins stipulent en général que ces sociétés, outre l’exercice de l’activité médicale, peuvent poser tous les actes utiles, directement ou indirectement, à la réalisation de leur objet social, comme l’acquisition, la
In de oprichtingsakte of statuten van die doktersvennootschappen wordt algemeen bepaald dat die vennootschappen naast de uitoefening van de medische activiteit, tevens alle handelingen kunnen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks nuttig zijn voor de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Het overgrote deel van de ziekenhuisgeneesherenspecialisten (anesthesisten, radiologen, orthopedisten, urologen, internisten en algemene chirurgen) en van de huisdokters oefenen thans alleen of in groep, in hoofdzaak om fiscale en parafiscale redenen, hun beroep uit onder de vorm van een professionele vennootschap, waarvan zij de enige zaakvoerder(s) zijn en waarbij zij tevens eigenaar(s) zijn van alle aandelen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1948
location et la construction de baˆtiments ou des investissements immobiliers.
realisatie van het maatschappelijk doel, zoals de aankoop, de verhuring en de oprichting van gebouwen of onroerende investeringen.
Dans la pratique, on constate toutefois que la majorité de ces sociétés de médecins, par le biais de conventions complexes d’emphytéose, d’usufruit et de superficie, élaborent des mécanismes et concluent des accords leur permettant d’imputer à la personne morale, entièrement ou partiellement, les dépenses relatives à l’acquisition et à l’entretien d’habitations privées ou de villas séparées, alors que presque aucune activité médicale (clinique) n’est exercée dans ces habitations, à l’exception de quelques taˆches de nature administrative ou comptable, et que des consultations ou des soins ponctuels n’y sont plus effectués que dans des cas de force majeure très exceptionnels.
Daarnaast wordt in de praktijk echter ook algemeen vastgesteld dat het merendeel van die doktersvennootschappen via ingewikkelde erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten constructies in elkaar steken en afspraken maken die er toe leiden dat alle uitgaven en kosten met betrekking tot de verwerving en het in stand houden van afzonderlijk gelegen private woningen of villa’s geheel of gedeeltelijk ten laste van de rechtspersoon worden gelegd, terwijl er, behalve voor het vervullen van enig administratief en bureel- of boekhoudwerk door hen zelf of door hun partners in die woningen zelfs nagenoeg geen enkele medische (klinische) activiteit wordt ontplooid of dat er slechts in zeer uitzonderlijke noodgevallen raadplegingen of kortstondige verplegingen ten huize worden verricht.
Les opinions divergent fortement, d’une part, quant à savoir si la construction, la transformation et l’acquisition d’une ou de plusieurs habitations privées ou villas par le biais de tous ces mécanismes équivaut de facto à l’octroi par la société d’une libéralité ou d’un avantage de toute nature en faveur de ses gérants, qui détiennent également toutes les parts et, d’autre part, quant à savoir à quel moment précis un éventuel enrichissement de tiers doit être apprécié, chiffré et imposé.
De meningen zijn sterk verdeeld enerzijds of het bouwen, verbouwen en het kopen van één of meerdere private woningen of villa’s via al dergelijke constructies de facto neerkomt op het toekennen door de vennootschap van een liberaliteit, een vrijgevigheid of van een voordeel van alle aard ten gunste van haar zaakvoerders, die tevens alle aandelen bezitten en anderzijds over het feit op welk precies ogenblik een eventuele verrijking van derden dient te worden beoordeeld, becijferd en getaxeerd.
Dans la situation actuelle, on peut dès lors également se poser la question générale de savoir si tous les frais de financement et autres, les dépenses et les amortissements peuvent véritablement contribuer à la réalisation de l’objet social de la société, à savoir l’exercice de la médecine, et/ou si ces mécanismes et accords ne sont pas en d’autres termes démesurés par rapport à l’objectif à atteindre et s’ils se justifient sur le plan déontologique.
In de huidige stand van zaken rijst tezelfdertijd daarnaast ook de algemene vraag of alle gemaakte financierings- en andere kosten, uitgaven en afschrijvingen daadwerkelijk kunnen bijdragen tot de realisatie van het maatschappelijk doel van de vennootschap, namelijk de uitoefening van de geneeskunde en/of deze constructies en afspraken met andere woorden al niet « doeloverschrijdend » en deontologisch verantwoord zijn.
On peut en outre se poser la question générale de savoir, dans pareilles circonstances, quel doit être le traitement et/ou le calcul, sur le plan comptable, des indemnités (canons) et des éventuels avantages de toute nature dans le cadre de tels mécanismes d’emphytéose, d’usufruit ou de superficie, accords, conventions de location et autres.
Verder rijst tevens de algemene vraag hoe in al dergelijke situaties, erfpachtconstructies, vruchtgebruikconstructies, opstalovereenkomsten, afspraken, huur- en andere overeenkomsten, vergoedingen (canons) en eventuele voordelen van alle aard « boekhoudkundig » dienen te worden verwerkt en/of berekend.
Pouvez-vous, sur le plan des principes, faire part de vos conceptions générales et de vos méthodes de travail actuelles, à la lumière des prescriptions de la déontologie médicale, de la loi relative à la comptabilité et des dispositions, entre autres, des articles 30, 2o, 32, 36, alinéas 1er et 2, 49, 53, 1o, 53, 10o, 61, 183, 185 et 34 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
Kan u op principieel vlak uw huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van alle voorschriften van de medische plichtenleer, van de boekhoudwet en in het licht van onder meer de bepalingen van de artikelen 30, 2o, 32, 36, eerste en tweede lid, 49, 53, 1o, 53, 10o, 61, 183, 185 en 340 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1949
DO 2003200400313
DO 2003200400313
Question no 155 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 155 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Maisons-témoin. — Pertes de valeur. — Amortissements.
Kijkwoningen. — Waardeverminderingen. — Afschrijvingen.
Nombre d’entreprises du secteur de la construction et de promoteurs immobiliers baˆtissent des maisonstémoin et des villages-témoin à des fins publicitaires et les vendent peu de temps après en réalisant un profit. Il leur arrive même de les louer à leurs nouveaux propriétaires, toujours à des fins publicitaires.
Door veel bouwondernemingen en bouwpromotoren worden kijkwoningen en kijkdorpen gebouwd met het oog op publicitaire doeleinden en na kort verloop van tijd met winst verkocht en later soms van de nieuwe eigenaars terug ingehuurd voor verdere reclame- en verkoopsdoeleinden.
Dans la pratique toutefois, les questions d’ordre général suivantes se posent en ce qui concerne les habitations-témoin.
In de praktijk rijzen met betrekking tot « kijkwoningen » evenwel de volgende algemene pertinente vragen.
1. S’agissant des éléments patrimoniaux susvisés, en vertu de quelles dispositions légales et/ou réglementaires des amortissements ordinaires et/ou exceptionnels ou encore des pertes de valeur peuvent-ils être pris fiscalement en considération et sur la base de quel taux moyen normal ou de quel forfait peuvent-ils l’être ? ` qui incombe-t-il d’apporter la preuve de ces 2. A éventuelles pertes de valeur réelles et de ces amortissements ordinaires et/ou exceptionnels ?
1. Op grond van welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen en tegen welk normaal gemiddeld afschrijvingspercentage of vast forfaitair bedrag kunnen op bedoelde vermogensbestanddelen op fiscaal vlak gewone en/of uitzonderlijke afschrijvingen of waardeverminderingen in aanmerking worden genomen ?
3. a) Un revenu cadastral doit-il être attribué aux immeubles baˆtis susvisés ?
3. a) Dient aan beoogde gebouwde onroerende goederen een kadastraal inkomen te worden toegekend ?
b) Dans l’affirmative, en vertu de quelles dispositions légales concrètes et sur la base de quels motifs fondés et valables?
b) Zo ja, op grond van welke concrete wettelijke bepalingen en op grond van welke gegronde en behoorlijke motieven ?
4. Pourriez-vous faire part de vos conception et méthodologie d’ordre général et pratique, à la lumière notamment du prescrit légal des articles 49, 52, 6o, 61, 1er alinéa, 183, 185, 251, 477 et 478 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
4. Kan u uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van onder meer de wettelijke bepalingen van de artikelen 49, 52, 6o, 61, eerste lid, 183, 185, 251, 477 en 478 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
DO 2003200400319
DO 2003200400319
Question no 157 de M. Jean-Jacques Viseur du 24 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 157 van de heer Jean-Jacques Viseur van 24 november 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Réduction d’impoˆt pour épargne-logement et déduction complémentaire d’intérêts. — Condition relative à la « seule habitation en propriété ». — Projet de loi.
Belastingvermindering voor bouwsparen en bijkomende intrestaftrek. — Voorwaarde betreffende de « enige woning in eigendom ». — Wetsontwerp.
En réponse à ma question écrite no 844 du 14 décembre 2001 (Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 149, p. 18957) relative à la réduction d’impoˆt pour épargne-logement et la déduction
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 844 van 14 december 2001 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 149, blz. 18957) over de belastingvermindering voor bouwsparen en de bijkomende intrest-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Op wie rust de bewijslast van het bestaan van die eventuele werkelijke waardeverminderingen en gewone en/of uitzonderlijke afschrijvingen ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
245
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1950
complémentaire d’intérêts, vous m’aviez répondu que vous aviez chargé l’administration des Affaires fiscales de préparer un projet de loi visant à ce que la condition relative à la « seule habitation en propriété », prévue en matière d’octroi de la réduction majorée pour épargne-logement, soit appréciée annuellement, c’est-à-dire au 31 décembre de chaque année.
aftrek deelde u me mee dat u de administratie van Fiscale Zaken verzocht had een wetsontwerp voor te bereiden dat ertoe strekt dat de voorwaarde omtrent de « enige woning in eigendom » voor de toekenning van de verhoogde vermindering voor het bouwsparen jaarlijks wordt beoordeeld, namelijk op 31 december van elk jaar.
Pourriez-vous communiquer ou` en est l’évolution de ce projet de loi que vous aviez confié à l’administration des Affaires fiscales ?
Kan u me meedelen hoever het staat met dit wetsontwerp dat u aan de administratie van Fiscale Zaken heeft toevertrouwd ?
DO 2003200400320
DO 2003200400320
Question no 158 de Mme Trees Pieters du 24 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 158 van mevrouw Trees Pieters van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Relation entre l’impoˆt des personnes physiques et l’impoˆt des sociétés.
Onderling verband tussen de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.
En vertu de l’article 183 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, sous réserve des dérogations prévues au titre III du même code, les « revenus » soumis à l’impoˆt des sociétés ou exonérés de cet impoˆt sont, quant à leur nature, les mêmes que ceux qui sont envisagés en matière d’impoˆt des personnes physiques; leur montant est déterminé d’après les règles applicables aux bénéfices.
Krachtens artikel 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn — onder voorbehoud van wat de in titel III van hetzelfde wetboek omschreven afwijkingen zijn — wat hun aard betreft, de « inkomsten » die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of daarvan zijn vrijgesteld, dezelfde als die welke inzake personenbelasting worden beoogd; het bedrag ervan wordt vastgesteld volgens de regels die van toepassing zijn op winst.
Dans la pratique pourtant, les questions générales suivantes se posent toujours.
Terzake rijzen in de praktijk evenwel nog steeds de volgende algemene vragen.
1. S’agit-il en l’espèce de revenus bruts ou de revenus nets ?
1. Gaat het hier om bruto of om netto-inkomsten ?
2. a) Les dispositions de l’article 53, 1o, du CIR 1992 sont-elles également applicables en matière d’impoˆt des sociétés ?
2. a) Zijn de bepalingen van artikel 53, 1o, van het WIB 1992 eveneens toepasselijk inzake vennootschapsbelasting ?
b) Dans l’affirmative, sous quelle rubrique codée de la formule de déclaration no 275.1 les éventuels montants à écarter doivent-ils être inscrits ?
b) In bevestigend geval, onder welke gecodeerde rubriek van het aangifteformulier nr. 275.1 dienen de eventueel te verwerpen bedragen te worden ingevuld ?
3. a) Les dispositions de l’article 53, 10o, du CIR 1992 sont-elles également applicables en matière d’impoˆt des sociétés ?
3. a) Zijn ook de bepalingen van artikel 53, 10o, van het WIB 1992 toepasselijk inzake vennootschapsbelasting ?
b) Dans l’affirmative, sous quelle (autre) rubrique codée de la formule de déclaration no 275.1 les éventuels montants à écarter doivent-ils être inscrits ?
b) In bevestigend geval, onder welke (andere) gecodeerde rubriek van het aangifteformulier nr. 275.1 dienen de eventueel te verwerpen bedragen te worden ingevuld ?
4. Pouvez-vous, point par point, indiquer sur quels fondements juridiques et sur quelle jurisprudence constante reposent vos conceptions générales et vos méthodes de travail concrètes ?
4. Kan u, punt per punt, meedelen op welke rechtsgronden en vaststaande rechtspraak uw huidige algemene ziens- en handelwijze concreet is gesteund ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1951
DO 2003200400321
DO 2003200400321
Question no 159 de Mme Trees Pieters du 24 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 159 van mevrouw Trees Pieters van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Impoˆts sur les revenus. — Amortissements ou dépréciations. — Lien juridique entre les articles 49, 53, 10o et l’article 61 CIR 1992.
Inkomstenbelastingen. — Afschrijvingen of waardeverminderingen. — Juridisch verband tussen de artikelen 49, 53, 10o en artikel 61 WIB 1992.
En vertu de l’article 61, alinéa 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les amortissements sont considérés comme des « frais professionnels » dans la mesure ou` ils sont fondés sur la valeur d’investissement ou de revient, sont nécessaires et correspondent à une dépréciation réellement survenue pendant la période imposable.
Krachtens artikel 61, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden afschrijvingen als « beroepskosten » aangemerkt naar de mate dat ze gegrond zijn op de aanschaffings- of beleggingswaarde en voor zover ze noodzakelijk zijn en samengaan met een waardevermindering die zich in het belastbare tijdperk heeft voorgedaan.
Par ailleurs, il résulte des termes généraux de l’article 24 CIR 1992 et d’une jurisprudence constante que tout ce que recueille une société, en dehors de son capital libéré, constitue un profit de son activité professionnelle et, après déduction éventuelle des frais, un bénéfice social imposable en principe. En matière d’impoˆt des personnes physiques, mais surtout en matière d’impoˆt des sociétés, il y a toutefois dans la pratique encore largement matière à discussion quant à la question de savoir s’il y a (éventuellement) lieu de vérifier en même temps la conformité des amortissements ou des dépréciations (comptabilisés) visés à l’article 61, alinéa 1er, CIR 1992 aux articles 49 et 53, 10o, CIR 1992.
Daarnaast is blijkens de algemene bewoordingen van artikel 24 WIB 1992 en een vaste rechtspraak alles wat een vennootschap buiten haar gestorte kapitaal verkrijgt, een baat van haar beroepswerkzaamheid en, na eventuele aftrek van de kosten, een maatschappelijke winst die in beginsel belastbaar is. Zowel inzake personenbelasting maar vooral inzake vennootschapsbelasting bestaat er in de praktijk evenwel nog steeds zeer veel algemene discussie of de (geboekte) afschrijvingen of waardeverminderingen waarvan sprake in artikel 61, eerste lid, WIB 1992 tezelfdertijd toch nog aan de bepalingen van artikel 49 en artikel 53, 10o, WIB 1992 kunnen, mogen of moeten worden getoetst ?
Il ressort cependant explicitement des termes précis de l’article 61, alinéa 1er, CIR 1992 que les amortissements doivent en tout état de cause être effectivement considérés comme des « frais professionnels », de sorte que la vérification éventuelle de leur conformité à l’article 49 CIR 1992 et/ou à l’article 53, 10o, CIR 1992 constituerait un jugement d’opportunité inadmissible.
Uit de klare en duidelijke bewoordingen van artikel 61, eerste lid, WIB 1992 blijkt nochtans expliciet dat afschrijvingen inderdaad sowieso als « beroepskosten » moeten worden aangemerkt zodat een gebeurlijke toetsing aan artikel 49 WIB 1992 en/of aan artikel 53, 10o, WIB 1992 een ontoelaatbare opportuniteitsbeoordeling zou vormen.
Pourriez-vous préciser sur quels fondements juridiques et sur quelle jurisprudence constante votre opinion et votre méthode de principe reposent concrètement en matière d’impoˆt des sociétés et d’impoˆts des personnes physiques ?
Kan u meedelen op welke rechtsgronden en vaststaande rechtspraak uw principie¨le ziens- en handelwijzen thans concreet inzake vennootschapsbelasting en inzake personenbelasting algemeen gesteund zijn ?
DO 2003200400324
DO 2003200400324
Question no 160 de M. Jean-Jacques Viseur du 24 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 160 van de heer Jean-Jacques Viseur van 24 november 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Accessibilité du nouveau centre des finances à Thuin aux personnes handicapées.
Toegankelijkheid voor gehandicapten van het nieuwe financiecentrum in Thuin.
Il me revient que le nouveau centre des Finances à Thuin, situé rues du Fosteau et du Tienne Trappe,
Naar verluidt is het nieuwe Financiecentrum in Thuin (in rue du Fosteau en rue Tienne Trappe) vol-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1952
s’avère être totalement inaccessible aux personnes à mobilité réduite et particulièrement aux chaises roulantes.
strekt ontoegankelijk voor minder mobiele personen, en dus zeker voor rolstoelgebruikers.
Si on ne peut que se réjouir du regroupement de divers services anciennement disséminés, on ne peut que déplorer que ce baˆtiment de deux étages ne soit accessible que par les escaliers. Le rez-de chaussée ne possède pas, semble-t-il, de plan incliné.
Dat verscheidene diensten die vroeger her en der verspreid zaten, nu worden gegroepeerd, kunnen we alleen maar toejuichen, maar betreurenswaardig is wel dat het nieuwe Financiecentrum, een gebouw met twee verdiepingen, enkel via trappen bereikbaar is. Gelijkvloers is er naar verluidt niet eens een hellend vlak.
En outre, et si le baˆtiment comprend bien une cage d’ascenseur, il n’en reste pas moins que celle-ci est inaccessible tant à l’égard du personnel que des visiteurs en ne serait d’ailleurs toujours pas aménagée.
Er is weliswaar een liftkoker in het gebouw, maar die is niet toegankelijk voor het personeel, noch voor bezoekers, en de lift zou bovendien nog altijd niet geı¨nstalleerd zijn.
Il me revient que le plan d’aménagement prévoit des emplacements de parking pour personnes à mobilité réduite. Il semble que l’usage de cet espace fasse l’objet de marchandage entre propriétaire et locataire des lieux. Un des enjeux serait la prise en location souhaitée par le propriétaire et refusée par la Régie des Baˆtiments, d’une vaste salle de fête au rez-de-chaussée. La non-utilisation de cet espace entraıˆnant l’encombrement des rues du Fosteau et du Tienne Trappe par de nombreux véhicules du personnel (50 personnes) et des visiteurs.
Naar verluidt voorziet het plan van aanleg in parkeerplaatsen voor minder mobiele mensen. Over het gebruik van die ruimte zouden de eigenaar en de huurder nog aan het marchanderen zijn; zo zou de eigenaar willen dat een grote feestzaal op de gelijkvloerse verdieping mee gehuurd wordt, wat de Regie der Gebouwen weigert. Doordat die ruimte niet gebruikt wordt, worden de rue du Fosteau en de rue Tienne Trappe helemaal ingenomen door de geparkeerde voertuigen van het personeel (50 personen) en bezoekers.
Il me revient également qu’au niveau du secrétariat d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, il a été suggéré comme solution l’établissement d’un local accessible au rez-de-chaussée ou` un employé ferait la navette mais sans ascenseur !
Bij het kabinet van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap suggereert men om het probleem op te lossen door een toegankelijk lokaal op het gelijkvloers in te richten, van waaruit een bediende dan zou instaan voor een heen-en-weerdienst (zonder lift !).
1. Confirmez-vous cette situation ?
1. Klopt dat allemaal ?
2. Dans l’affirmative, quelles sont les mesures qui seront éventuellement prises afin de permettre l’accessibilité aux personnes à mobilité réduite et particulièrement aux chaises roulantes ?
2. Zo ja, welke maatregelen worden er gebeurlijk getroffen om de gebouwen toegankelijk te maken voor minder mobiele mensen en inzonderheid voor rolstoelgebruikers ?
3. De manière plus générale, pourriez-vous indiquer si la Régie des Baˆtiments applique des critères d’accessibilité aux personnes à mobilité réduite lors de la prise en location de baˆtiments destinés à des services ouverts au public ?
3. Kan u meer algemeen meedelen of de Regie der Gebouwen bepaalde criteria inzake de toegankelijkheid voor minder mobiele personen hanteert bij het huren van gebouwen voor diensten die openstaan voor het publiek ?
DO 2003200400326
DO 2003200400326
Question no 162 de M. Yves Leterme du 24 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 162 van de heer Yves Leterme van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Examen des réclamations. — Non-présentation du dossier. — Plaintes.
Onderzoek bezwaarschriften. — Geen voorlegging van het dossier. — Klacht.
1. Quelle attitude le contribuable doit-il adopter si le directeur des contributions ou si le fonctionnaire du contentieux délégué par celui-ci communique à
1. Welke houding moet de belastingplichtige aannemen indien de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar der geschillen de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1953
l’auteur de la réclamation (contribuable) qu’il n’a en sa possession aucune donnée chiffrée, que sa farde est complètement vide et que le contribuable peut sans aucun problème retirer sa réclamation parce que, selon lui, les pertes sont suffisantes, alors qu’il s’avère par la suite que ce directeur ou son délégué parlaient en méconnaissance du dossier ?
bezwaarindiener (belastingplichtige) meedeelt dat hij geen enkel cijfermateriaal van berekeningen in zijn bezit heeft en dat zijn farde volledig leeg is en de belastingplichtige meedeelt dat hij zijn bezwaar rustig mag intrekken omdat er volgens hem, voldoende verliezen aanwezig zijn, maar waar achteraf blijkt dat deze directeur of zijn gedelegeerde ambtenaar naast het dossier praatte ?
2. Qu’en est-il si le contribuable ne s’en aperçoit que lorsque le délai pour introduire un recours en justice est déjà expiré ?
2. Wat indien de belastingplichtige dit slechts merkt wanneer zijn termijn om naar de rechtbank te gaan reeds verstreken is ?
3. Qu’en est-il s’il porte plainte et que l’inspecteur chargé de traiter cette plainte la classe sans suite dans l’intérêt du directeur qui a contrevenu aux règles ?
3. Wat indien hij klacht indient en de inspecteur der klachten deze klacht klasseert in het belang van de overtredende directeur ?
4. Qu’en est-il si le directeur ou son fonctionnaire délégué refuse de fournir des preuves durant l’examen d’une réclamation ?
4. Wat indien de directeur of zijn gedelegeerde ambtenaar weigert bewijzen voor te leggen tijdens de behandelingen van een bezwaarschrift ?
5. Le directeur ou le fonctionnaire délégué qui examine une réclamation n’est-il pas dans l’obligation de mettre à la disposition du contribuable tous les éléments en sa possession concernant la taxation de l’auteur de la réclamation ?
5. Is het niet de plicht van de directeur of de gedelegeerde ambtenaar die een bezwaarschrift behandelt alle elementen ter beschikking te stellen aan de belastingplichtige die hij bezit over de taxatiemogelijkheid van de bezwaarindiener ?
6. Notre droit administratif et notre droit fiscal n’exigent-ils pas que tout mandat soit individuel et bien délimité ?
6. Eist ons administratief recht en ons fiscaal recht niet dat elk mandaat individueel en welomschreven dient te zijn ?
7. Les articles 10 et 11 de la Constitution et l’article 26 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques sont-ils également applicables dans les cas précités ?
7. Gelden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 26 BUPO ook in voorgaande gevallen ?
DO 2003200410334
DO 2003200410334
Question no 165 de M. Claude Eerdekens du 24 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 165 van de heer Claude Eerdekens van 24 november 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Partage de l’avoir social.
Verdeling van het maatschappelijk vermogen.
Dans la législation fiscale précédente, qui reste applicable aux sociétés dont la dissolution anticipée a été décidée avant le 1er janvier 1990, l’article 118 du Code des impoˆts sur les revenus prévoyait qu’une cotisation spéciale est établie sur l’excédent que présentent les sommes réparties sur le capital social réellement distribué restant à rembourser éventuellement réévalué.
In de vroegere fiscale wetgeving, die nog van toepassing is op de vennootschappen waarvan de vervroegde ontbinding werd beslist voor 1 januari 1990, voorzag artikel 118 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen in de vestiging van een bijzondere aanslag op het verschil in meer tussen de uitkeringen en het nog terugbetaalbare werkelijk gestorte en eventueel gerevaloriseerde maatschappelijk kapitaal.
Le no 118/4 du Commentaire du Code des impoˆts sur les revenus précisait : « Cette cotisation spéciale est censée se substituer à l’impoˆt qui, à défaut des dispositions des articles 19, 2o et 3o, et 111, 5o, CIR, aurait été duˆ par l’actionnaire ou par l’associé en raison du boni de liquidation. »
Nr. 118/4 van de Commentaar van het Wetboek van de inkomstenbelastingen verduidelijkte dat die bijzondere aanslag geacht wordt de belasting die, bij ontstentenis van de bepalingen van de artikelen 19, 2o en 3o, en 111, 5o, WIB, door de aandeelhouder of de vennoot op de liquidatieboni verschuldigd zou zijn geweest, te vervangen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1954
L’article 131 du Code des impoˆts sur les revenus prévoyait que : « Le taux de l’impoˆt est fixé à 43 % pour ce qui concerne la partie de la base imposable qui ne dépasse pas le montant des bénéfices antérieurement réservés et à 21,5 % pour ce qui concerne le surplus... »
Artikel 131 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen bepaalde het volgende : « De aanslagvoet is vastgesteld op 43 % wat het gedeelte betreft van de belastbare grondslag dat niet meer bedraagt dan het bedrag van de vroeger gereserveerde winsten en op 21,5 % wat het overige gedeelte betreft... »
Le no 208/2 du Commentaire du Code des impoˆts sur les revenus 1992 précise que : « Lorsque de telles opérations ont été réalisées avant le 1er janvier 1990, les anciennes dispositions des articles 118, 125, 131, 133 CIR, restent applicables (QP no 532 du 6.6.1990, posée par M. le Repr. Vandenbroucke, Bull. 709; QP no 677 du 17.12.1990, posée par le Repr. NelisVanliedekerke, Bull. 709; QP no 98 du 21.1.1991, posée par le Sén. Van Thillo, Bull. 709 et QP no 712 du 19.2.1991, posée par le Repr. Annemans, Bull. 709).
Nr. 208/2 van de Commentaar van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 preciseert het volgende : « Wanneer dergelijke verrichtingen daarentegen hebben plaatsgevonden vo´o´r 1 januari 1990 blijven de vroegere bepalingen van de artikelen 118, 125, 131, 133 WIB, van toepassing (PV nr. 532 van 6.6.1990, gesteld door Volksv. Vandenbroucke, Bull. 709; PV nr. 677 van 17.12.1990, gesteld door Volksv. NelisVan Liedekerke, Bull. 709; PV nr. 98 van 21.1.1991, gesteld door Sen. van Thillo, Bull. 709 en PV nr. 712 van 19.2.1991, gesteld door Volksv. Annemans, Bull. 709).
Dans un tel cas, il est dès lors renvoyé au Com.IR ancien, en ce qui concerne ces articles. »
In voorkomend geval wordt dan ook verwezen naar de vroegere Com.IB met betrekking tot deze artikels. »
La loi du 24 décembre 2002 (Moniteur belge du 31 décembre 2002, deuxième édition) modifiant le régime des sociétés en matière d’impoˆts sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale a introduit un précompte mobilier de 10 % sur les boni de liquidation en cas de rachat, par une société, de ses propres parts ou du partage total ou partiel de l’avoir social considérés comme des dividendes, par les articles 186-187 et 209 du CIR 1992.
De wet van 24 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, tweede uitgave) tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken heeft een roerende voorheffing van 10 % ingevoerd op de liquidatieboni, die worden aangemerkt als dividenden in de artikelen 186, 187 en 209 WIB 1992 in geval van verkrijging van eigen aandelen door een vennootschap of van de gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen.
Les dispositions de ces articles ne sont applicables aux sociétés dont la liquidation a été décidée avant le 1er janvier 1990.
De bepalingen van die artikelen zijn niet van toepassing op de vennootschappen waarvan de vereffening werd beslist voor 1 januari 1990.
L’exposé des motifs contenu dans le document parlementaire de la Chambre no 50 1918/001 précise en sa page 7 (alinéa 7) : « comblant une lacune de la législation actuelle... ». (voir : projet de loi, Doc. parl., Chambre, 2001-2002, no 1918/1).
De memorie van toelichting in het parlementair stuk Nr. 50 1918/001 preciseert op blz. 7 (7e alinea) :« Om een lacune op te vullen in de huidige wetgeving... » (zie wetsontwerp, Parl. St., Kamer, 2001-2002, nr. 1918/1).
Pourriez-vous dire s’il faut comprendre de ce dernier texte qui vise la législation actuelle, que le précompte mobilier ne s’applique pas sur les sommes réparties aux actionnaires au-delà du capital par les sociétés dont la mise en liquidation a été décidée avant le 1er janvier 1990 et pour lesquelles les anciennes dispositions des articles 118-125-131-133 CIR restent applicables ?
Kan u me meedelen of wij uit die laatste tekst, die op de huidige wetgeving betrekking heeft, mogen besluiten dat de roerende voorheffing niet verschuldigd is op de sommen die, naast het kapitaal, worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van de vennootschappen waarvan de vereffening werd beslist voor 1 januari 1990 en die onder toepassing vallen van de vroegere bepalingen van de artikelen 118-125-131-133 WIB ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1955
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200400007
DO 2003200400007
Question no 45 de Mme Corinne De Permentier du 26 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 45 van mevrouw Corinne De Permentier van 26 november 2003 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Agence fédérale de controˆle nucléaire. — Taxe. — Cabinets dentaires.
Federaal Agentschap voor nucleaire controle. — Heffing. — Tandartspraktijken.
La nouvelle Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) taxe, d’une redevance annuelle indexée de 160 euros, les cabinets dentaires considérant qu’il y a lieu de les assimiler à des centrales nucléaires au motif que les dentistes détiennent des appareils de radiologie.
Het nieuwe Federale Agentschap voor nucleaire controle (FANC) legt de tandartspraktijken een jaarlijkse geı¨ndexeerde heffing op van 160 euro. Hierbij gaat het er van uit dat tandartspraktijken op gelijke voet kunnen worden gesteld met kerncentrales omdat de tandartsen over radiologische apparaten beschikken.
Cette taxe nouvelle aggrave les charges des praticiens d’une manière injustifiée dès lors que ceux-ci doivent, pour pouvoir utiliser un appareil de radiologie, introduire une demande d’autorisation ponctuelle s’élevant à 265 euros, montant auquel s’ajoute le couˆt des controˆles annuels obligatoires de 110 euros.
Deze nieuwe heffing betekent een bijkomende last voor de tandartsen die bovendien weinig zin heeft vermits ze al een specifieke vergunningsaanvraag moeten indienen om een radiologisch toestel te mogen gebruiken. Deze aanvraag bedraagt 265 euro. Daarnaast moet voor het verplicht jaarlijks toezicht nog eens 110 euro worden neergeteld.
Les dentistes ne peuvent actuellement répercuter le couˆt de la taxe nouvelle sur les honoraires demandés au patient, bien qu’il soit théoriquement prévu que des mesures d’intégration des taxes dans les honoraires conventionnels soient appliquées, mais cette disposition, en ce qui concerne la redevance par l’AFCN, n’est pas respectée.
Thans kunnen de tandartsen de kosten van de nieuwe heffing niet verhalen op de honoraria voor hun patie¨nten. In theorie is het nochtans mogelijk heffingen in de conventionele honoraria op te nemen, maar in het geval van de retributie die het FANC vraagt wordt die regel niet nageleefd.
1. Pourriez-vous indiquer quelle est la « ratio legis » qui justifie l’assimilation des cabinets dentaires à des mini-centrales nucléaires alors que les dangers encourus par la population pour les radiologies dentaires sont inexistants, ce qui enlève tout fondement à la redevance exigée par l’AFCN ?
1. Welke « ratio legis » ligt aan de basis van de gelijkschakeling van tandartskabinetten met minikerncentrales als men weet dat de bevolking geen enkel gevaar loopt bij tandradiografie zodat de retributie die het FANC eist elke grondslag mist ?
2. Pour quelle raison l’intégration de cette taxe dans les honoraires conventionnés demeure-t-elle proscrite ?
2. Waarom is het nog steeds verboden deze heffing in de conventionele honoraria op te nemen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1956
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200410335
DO 2003200410335
Question no 64 de Mme Maggie De Block du 24 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 64 van mevrouw Maggie De Block van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Planification de la kinésithérapie. — Arrêté royal du 7 octobre 2003. — Publication tardive. — Inscription dans les hautes écoles et les universités.
Planning van de kinesitherapie. — Koninklijk besluit van 7 oktober 2003. — Laattijdige publicatie. — Inschrijvingen hogescholen en universiteiten.
L’arrêté royal du 7 octobre 2003 relatif à la planification de la kinésithérapie a été publié au Moniteur belge du 7 novembre 2003. Cet arrêté royal fixe le nombre de kinésithérapeutes qui peuvent accéder chaque année à la profession et ce, pour les années 2008 et 2009.
In het Belgisch Staatsblad van 7 november 2003 werd het koninklijk besluit van 7 oktober 2003 betreffende de planning van de kinesitherapie gepubliceerd. In dit koninklijk besluit wordt bepaald hoeveel kinesitherapeuten jaarlijks toegang zullen krijgen tot het beroep en dit voor de jaren 2008 en 2009.
Or, l’année académique a débuté le 22 septembre. En fait, l’arrêté royal a donc été publié tardivement et est entré en vigueur « avec effet rétroactif ». L’arrêté royal susmentionné du 7 octobre 2003 stipule pourtant expressément ce qui suit : « Vu l’urgence motivée par le fait que les étudiants doivent être avertis des mesures avant un nombre d’années égal à la durée des études... ». Je déduis de cette publication tardive que les étudiants en kinésithérapie n’ont pas été correctement informés et qu’ils ont même été trompés.
Het academiejaar echter is al begonnen op 22 september. Dus feitelijk is dit koninklijk besluit te laat gepubliceerd, waardoor het in de feiten een koninklijk besluit « met terugwerkende kracht » is geworden. In het voornoemde koninklijk besluit van 7 oktober 2003 staat er nochtans letterlijk : « Gelet op de dringendheid door het feit dat de studenten op de hoogte dienen gebracht te worden van de maatregelen voor een aantal jaren die gelijk is aan de duur van de studies... ». Ik concludeer uit deze late publicatie toch wel dat de kiné-studenten niet correct ingelicht zijn geweest en gaat het, mijns inziens, hier om misleidende informatie.
` l’heure actuelle en Flandre, les hautes écoles et les A universités peuvent collaborer dans le cadre du décret relatif à la restructuration de l’enseignement supérieur. Ce décret les autorise en effet à s’associer, spécifiquement pour la formation de « kinésithérapeute ». De telles collaborations favorisent l’uniformisation de cette formation de cinq ans.
In Vlaanderen is het momenteel zo dat in het kader van het decreet betreffende de herstructurering van het Hoger Onderwjs, hogescholen en universiteiten kunnen samenwerken. Dit decreet laat hen immers toe om een associatie op te richten specifiek voor de opleiding « Kinesitherapie ». Dergelijke samenwerkingen komen een uniforme opleiding van vijf jaar ten goede.
Par ailleurs, la partie francophone du pays est confrontée au problème du nombre important d’étudiants étrangers. En l’occurrence, je songe à des formations en kinésithérapie ou` plus de 50 % des ` terme, ce phénoétudiants sont d’origine étrangère. A mène posera certainement problème dans la mesure ou` le contingentement proposé ne tient pas compte du nombre d’étudiants étrangers.
In het Franstalige landsgedeelte wordt men bovendien geconfronteerd met een grote groep buitenlandse studenten. Concreet denk ik hier aan opleidingen waar meer dan 50 % van de kinesitherapie studenten uit het buitenland komen. Allicht zal dit op termijn tot problemen leiden omdat de voorgestelde contingering geen rekening houdt met het aantal buitenlandse studenten.
J’estime dès lors qu’il est urgent de régler un certain nombre de problèmes.
Volgens mij zijn er dan ook enkele knelpunten die dringend om een oplossing vragen.
1. Pour quelle raison les différentes hautes écoles et/ ou les universités ne sont-elles pas informées correctement avant l’ouverture des inscriptions ?
1. Waarom geen correcte inlichtingen alvorens de inschrijvingen starten aan de verschillende hogescholen en/of universiteiten ?
2. Envisagez-vous de réexaminer l’arrêté royal susmentionné du 7 octobre 2003 et d’éventuellement
2. Overweegt u de mogelijkheid te onderzoeken om het voornoemd koninklijk besluit van 7 oktober 2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1957
en reporter l’entrée en vigueur d’un an ou même de l’annuler ?
te herbekijken en de inwerkingtreding ervan eventueel met een jaar uit te stellen of zelfs af te blazen ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200400314
DO 2003200400314
Question no 37 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 37 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Conventions d’emphytéose, d’usufruit et de superficie dans le cadre des sociétés de médecins. ` l’heure actuelle, la grande majorité des médecins A spécialistes hospitaliers (anesthésistes, radiologues, orthopédistes, urologues, internistes et chirurgiens) et des généralistes exercent leur profession, seul ou en groupe, principalement pour des raisons fiscales et parafiscales, sous la forme de sociétés professionnelles dont ils sont les seuls gérants et dont ils possèdent toutes les parts.
Erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten bij doktersvennootschappen.
Les actes constitutifs ou les statuts de ces associations de médecins stipulent en général que ces sociétés, outre l’exercice de l’activité médicale, peuvent poser tous les actes utiles, directement ou indirectement, à la réalisation de leur objet social, comme l’acquisition, la location et la construction de baˆtiments ou des investissements immobiliers.
In de oprichtingsakte of statuten van die doktersvennootschappen wordt algemeen bepaald dat die vennootschappen naast de uitoefening van de medische activiteit, tevens alle handelingen kunnen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks nuttig zijn voor de realisatie van het maatschappelijk doel, zoals de aankoop, de verhuring en de oprichting van gebouwen of onroerende investeringen.
Dans la pratique, on constate toutefois que la majorité de ces sociétés de médecins, par le biais de conventions complexes d’emphytéose, d’usufruit et de superficie, élaborent des mécanismes et concluent des accords leur permettant d’imputer à la personne morale, entièrement ou partiellement, les dépenses relatives à l’acquisition et à l’entretien d’habitations privées ou de villas séparées, alors que presque aucune activité médicale (clinique) n’est exercée dans ces habitations, à l’exception de quelques taˆches de nature administrative ou comptable, et que des consultations ou des soins ponctuels n’y sont plus effectués que dans des cas de force majeure très exceptionnels.
Daarnaast wordt in de praktijk echter ook algemeen vastgesteld dat het merendeel van die doktersvennootschappen via ingewikkelde erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten constructies in elkaar steken en afspraken maken die er toe leiden dat alle uitgaven en kosten met betrekking tot de verwerving en het in stand houden van afzonderlijk gelegen private woningen of villa’s geheel of gedeeltelijk ten laste van de rechtspersoon worden gelegd, terwijl er, behalve voor het vervullen van enig administratief en bureel- of boekhoudwerk door hen zelf of door hun partners in die woningen zelfs nagenoeg geen enkele medische (klinische) activiteit wordt ontplooid of dat er slechts in zeer uitzonderlijke noodgevallen raadplegingen of kortstondige verplegingen ten huize worden verricht.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Het overgrote deel van de ziekenhuisgeneesherenspecialisten (anesthesisten, radiologen, orthopedisten, urologen, internisten en algemene chirurgen) en van de huisdokters oefenen thans alleen of in groep, in hoofdzaak om fiscale en parafiscale redenen, hun beroep uit onder de vorm van een professionele vennootschap, waarvan zij de enige zaakvoerder(s) zijn en waarbij zij tevens eigenaar(s) zijn van alle aandelen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
246
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1958
Les opinions divergent fortement, d’une part, quant à savoir si la construction, la transformation et l’acquisition d’une ou de plusieurs habitations privées ou villas par le biais de tous ces mécanismes équivaut de facto à l’octroi par la société d’une libéralité ou d’un avantage de toute nature en faveur de ses gérants, qui détiennent également toutes les parts et, d’autre part, quant à savoir à quel moment précis un éventuel enrichissement de tiers doit être apprécié, chiffré et imposé.
De meningen zijn sterk verdeeld enerzijds of het bouwen, verbouwen en het kopen van één of meerdere private woningen of villa’s via al dergelijke constructies de facto neerkomt op het toekennen door de vennootschap van een liberaliteit, een vrijgevigheid of van een voordeel van alle aard ten gunste van haar zaakvoerders, die tevens alle aandelen bezitten en anderzijds over het feit op welk precies ogenblik een eventuele verrijking van derden dient te worden beoordeeld, becijferd en getaxeerd.
Dans la situation actuelle, on peut dès lors également se poser la question générale de savoir si tous les frais de financement et autres, les dépenses et les amortissements peuvent véritablement contribuer à la réalisation de l’objet social de la société, à savoir l’exercice de la médecine, et/ou si ces mécanismes et accords ne sont pas en d’autres termes démesurés par rapport à l’objectif à atteindre et s’ils se justifient sur le plan déontologique.
In de huidige stand van zaken rijst tezelfdertijd daarnaast ook de algemene vraag of alle gemaakte financierings- en andere kosten, uitgaven en afschrijvingen daadwerkelijk kunnen bijdragen tot de realisatie van het maatschappelijk doel van de vennootschap, namelijk de uitoefening van de geneeskunde en/of deze constructies en afspraken met andere woorden al niet « doeloverschrijdend » en deontologisch verantwoord zijn.
On peut en outre se poser la question générale de savoir, dans pareilles circonstances, quel doit être le traitement et/ou le calcul, sur le plan comptable, des indemnités (canons) et des éventuels avantages de toute nature dans le cadre de tels mécanismes d’emphytéose, d’usufruit ou de superficie, accords, conventions de location et autres.
Verder rijst tevens de algemene vraag hoe in al dergelijke situaties, erfpachtconstructies, vruchtgebruikconstructies, opstalovereenkomsten, afspraken, huur- en andere overeenkomsten, vergoedingen (canons) en eventuele voordelen van alle aard « boekhoudkundig » dienen te worden verwerkt en/of berekend.
Pouvez-vous, sur le plan des principes, faire part de vos conceptions générales et de vos méthodes de travail actuelles, à la lumière des prescriptions de la déontologie médicale, de la loi relative à la comptabilité et des dispositions, entre autres, des articles 30, 2o, 32, 36, alinéas 1er et 2, 49, 53, 1o, 53, 10o, 61, 183, 185 et 340 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
Kan u op principieel vlak uw huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van alle voorschriften van de medische plichtenleer, van de boekhoudwet en in het licht van onder meer de bepalingen van de artikelen 30, 2o, 32, 36, eerste en tweede lid, 49, 53, 1o, 53, 10o, 61, 183, 185 en 340 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
DO 2003200400322
DO 2003200400322
Question no 10 de M. Geert Bourgeois du 24 novembre 2003 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 10 van de heer Geert Bourgeois van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Disparition des symboles flamands à l’étranger. — Lettonie.
Wegcijfering van Vlaanderen in het buitenland. — Letland.
Des personnes ayant participé à une réunion internationale de l’ESPO (European Seaports Organisation) à Riga (Lettonie) ont émis des observations à propos de certains manquements quant à la diffusion de l’image de la Flandre sur place.
Deelnemers aan een internationale bijeenkomst van de ESPO (European Seaports Organisation) in Riga (Letland) maakten opmerkingen over enkele storende tekortkomingen bij de Vlaamse beeldvorming ter plaatse.
Elles ont constaté par exemple qu’à l’ambassade belge seul le coq wallon était hissé à coˆté du drapeau national, le lion flamand brillant par son absence.
Zo stelden zij onder meer vast dat aan de Belgische ambassade, naast de obligate driekleur, enkel de Waalse haan hing, maar geen spoor te bekennen was van de Vlaamse leeuw.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1959
Dans la liste des ambassades reprise dans les brochures touristiques, l’ambassade belge à Riga (adresse : 12 Alberta iela) est présentée comme suit : « Belgium (Walloon, Brussels region) », comme si la Flandre n’existait pas.
In de lijst van de ambassades, opgenomen in de toeristische boekjes, wordt de Belgische ambassade (12 Alberta iela) als volgt omschreven : « Belgium (Walloon, Brussels region) », alsof Vlaanderen gewoonweg niet bestaat.
1. Comment expliquez-vous que la Flandre ne soit pas mentionnée dans les documents cités ?
1. Hoe verklaart u het gebrek aan vermelding van Vlaanderen in de genoemde documenten ?
2. Comment envisagez-vous d’y remédier et de faire en sorte que de tels faits ne se reproduisent pas à l’avenir ?
2. Hoe overweegt u een en ander te verhelpen, en ervoor te zorgen dat dergelijke feiten zich in de toekomst niet meer voordoen ?
3. Pourriez-vous veiller à tout le moins à ce qu’il soit fait aussi référence à la Flandre chaque fois qu’il est fait référence à la Wallonie ?
3. Kan u er op toezien dat minstens daar waar verwezen wordt naar Wallonie¨, ook verwezen wordt naar Vlaanderen ?
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité
Mobiliteit
DO 2003200400333
DO 2003200400333
Question no 60 de Mme Inge Vervotte du 24 novembre 2003 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 60 van mevrouw Inge Vervotte van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Navigation aérienne. — Octroi de licences.
Luchtvaart. — Toekenning van licenties.
Il me revient qu’il règnerait une certaine confusion en ce qui concerne l’octroi de licences dans le domaine de la navigation aérienne (« JAR66 »). ` quelles conditions l’octroi des licences est-il 1. A soumis ?
Naar ik heb vernomen, zijn er nogal wat onduidelijkheden omtrent de toekenning van licenties in de luchtvaart (« JAR66 »).
2. Comment la procédure de demande se déroulet-elle ? 3. Quelles dispositions sont d’application ?
1. Welke voorwaarden worden verbonden aan de toekenning van de licenties ? 2. Hoe verloopt de aanvraag-procedure ? 3. Welke bepalingen gelden er ?
DO 2003200410336
DO 2003200410336
Question no 61 de M. Jan Mortelmans du 24 novembre 2003 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 61 van de heer Jan Mortelmans van 24 november 2003 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
SNCB. — Franchissement d’un feu rouge. — Nouveau système de sécurité.
NMBS. — Rijden door een rood sein. — Nieuw veiligheidssysteem.
La SNCB installerait actuellement un nouveau système de sécurité qui empêcherait le franchissement d’un feu rouge.
De NMBS zou momenteel een veiligheidssysteem invoeren dat rijden door een rood sein onmogelijk moet maken.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1960
1. Qu’en est-il de l’installation de ce système de sécurité ?
1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de invoering van dit veiligheidssysteem ?
2. Pourriez-vous préciser, par année, combien de conducteurs de train ont franchi un feu rouge au cours de ces cinq dernières années ?
2. Hoeveel treinbestuurders per jaar zijn de voorbije vijf jaar door een rood sein gereden ?
3. Dans combien de cas, ce non-respect du signal at-il provoqué un accident avec morts et blessés ?
3. Hoeveel ongevallen hebben zich daarbij voorgedaan met doden en gewonden ?
4. Pour quelles raisons les conducteurs franchissent-ils ainsi un feu rouge ?
4. Wat zijn de oorzaken van het door een rood sein rijden ?
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
DO 2003200400306
DO 2003200400306
Question no 6 de Mme Trees Pieters du 20 novembre 2003 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 6 van mevrouw Trees Pieters van 20 november 2003 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Indemnités de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. ` la suite de l’arrêt du 22 juin 1992 de la Cour de A cassation (section néerlandophone, 3e chambre), les « indemnités de mobilité », visées à l’article 31, alinéa 2, de la CCT du 30 juin 1980 relative aux conditions de travail dans le secteur de la construction, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 3 avril 1981 (article 35, alinéa 2, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents de travail) sont considérées comme des « rémunérations » pour l’application de la loi sur les accidents de travail.
Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
Ces indemnités forfaitaires sont calculées en fonction de la distance, exprimée en kilomètres, qui sépare le domicile de l’ouvrier du chantier et sont allouées indépendamment des indemnités de déplacement proprement dites auxquelles les travailleurs ont également droit.
Deze vergoedingen worden forfaitair berekend in functie van de afstand in kilometers tussen de woonplaats van de werkman en de bouwplaats en worden toegekend buiten de eigenlijke verplaatsingsvergoedingen waarop de werknemers eveneens recht hebben.
Ces indemnités de mobilité doivent également être attribuées aux intéressés lorsque le transport est assuré exclusivement par et aux frais de l’entreprise employeuse.
Die mobiliteitsvergoedingen dienen trouwens ook te worden toegekend aan de belanghebbenden wanneer het vervoer uitsluitend wordt verzorgd door en op kosten van de vennootschap-werkgeefster.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ingevolge het Cassatie-arrest van 22 juni 1992 (Nederlandstalige afdeling, 3e kamer) worden voor de toepassing van de arbeidsongevallenwet als « lonen » beschouwd de « mobiliteitsvergoedingen » als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de CAO van 30 juni 1980 betreffende de arbeidsvoorwaarden in het bouwbedrijf, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 april 1981 (artikel 35, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971).
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1961
On peut incontestablement déduire des dispositions précitées et de la jurisprudence que, d’une part, ces indemnités de mobilité sont toujours allouées indépendamment du fait que le travailleur a supporté personnellement les frais de déplacement et, d’autre part, que ces indemnités ne peuvent donc pas être considérées comme un remboursement des frais de déplacement que le travailleur a réellement supportés.
Uit voornoemde bepalingen en rechtspraak volgt onbetwistbaar enerzijds dat die mobiliteitsvergoedingen altijd worden toegekend ongeacht of de werknemer de kosten van de verplaatsing zelf heeft gedragen en anderzijds dat deze vergoedingen bijgevolg niet als een terugbetaling van verplaatsingskosten die de de werknemer werkelijk heeft gemaakt, kunnen worden beschouwd.
Dans la pratique, en effet, le déplacement des travailleurs vers les chantiers se fait généralement au moyens de minibus, de camionnettes ou de camions appartenant à l’entreprise employeuse.
In de praktijk gebeurt het vervoer van de werknemers naar de werven inderdaad meestal met minibussen, met bestelwagens of met vrachtwagens toebehorend aan de vennootschappen-werkgeefsters.
Il me revient cependant que, vis-à-vis de l’entreprise employeuse, l’administration fiscale soumet systématiquement la part « non imposable » (50 %) de ces indemnités de mobilité à la limitation de déduction partielle prévue par l’article 66, § 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, même lorsque les déplacements ne se font pas aux propres frais du travailleur.
Naar verluidt wordt door de belastingdiensten in hoofde van de vennootschappen-werkgeefsters echter nu in alle gevallen het « niet-belastbaar » gedeelte (50 %) van die mobiliteitsvergoedingen steeds onderworpen aan de gedeeltelijke aftrekbeperking waarvan sprake in artikel 66, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zelfs wanneer de verplaatsingen niet op eigen kosten van de werknemers gebeuren.
En se fondant sur une accumulation de présomptions, de fictions et de comparaisons, les administrations fiscales semblent supposer qu’il s’agit toujours, dans tous les dossiers de construction, indépendamment du mode de déplacement (à pied, à vélo ou en voiture) et du fait que les travailleurs possèdent ou non une voiture, de remboursements de frais de voiture personnels afférents à l’utilisation effective des voitures, voitures à usage mixte et minibus, tels que ces véhicules sont définis dans la réglementation relative à l’immatriculation des véhicules à moteur, et appliquent dès lors l’article 66, § 1er, du CIR 1992. Ce raisonnement ne semble pas logique ni justifié, au sens des articles 1349 et 1353 du Code civil.
Door een opeenstapeling van vermoedens, ficties en gelijkstellingen veronderstellen de belastingadministraties blijkbaar dat het hier bij alle bouwdossiers, ongeacht de verplaatsingswijze (te voet, per fiets of met een wagen) en het feit of de werknemers al dan niet zelf een personenauto bezitten, steeds algemeen gaat om terugbetalingen van persoonlijke autokosten uit hoofde van het werkelijk gebruik van personenauto’s, van auto’s voor dubbel gebruik en/of van minibussen als zodanig omschreven in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen waarop vervolgens dan artikel 66, § 1, WIB 1992 wordt toegepast. Dit lijkt geen logische en verantwoorde redenering te zijn in de zin van de artikelen 1349 en 1353 van het Burgerlijk Wetboek.
Il impliquerait en effet que les frais de voiture relatifs aux déplacements vers les chantiers qui sont supportés par l’employeur et auxquels la limitation à 25 % a déjà été appliquée seraient une seconde fois soumis à la limitation à 25 % pour ce même employeur-contribuable.
Zo’n gedachtegangen of gevolgtrekkingen zouden immers impliceren dat de autokosten met betrekking tot de verplaatsingen naar de bouwwerven die worden gedragen door de werkgever en waarop de 25 %beperking reeds werd toegepast bij diezelfde belastingplichtige-werkgever een tweede maal de 25 %beperking zouden ondergaan.
Conformément aux dispositions de l’article 340 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les contributions directes doivent toutefois se fonder exclusivement sur des situations « réelles » et non sur des situations « fictives ».
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 340 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 mogen de directe belastingen nochtans maar uitsluitend worden gevestigd op grond van « werkelijke » toestanden en niet op grond van « fictieve » toestanden.
1. Eu égard aux éléments susmentionnés, il est donc pertinent de se demander à quels régime de taxation il convient désormais de soumettre, dans tous les secteurs, les « indemnités de mobilité » visées et surtout quelles limites de déduction concrètes à ces frais professionnels les employeurs doivent désormais appliquer, entièrement ou partiellement, selon que le
1. Gelet op al wat voorafgaat, rijst dan ook de algemene pertinente vraag aan welk taxatieregime de beoogde « mobiliteitsvergoedingen » in alle sectoren voortaan moeten worden aangemerkt en vooral welke concrete fiscale aftrekbeperkingen op die beroepskosten van nu af aan bij de werkgevers al dan niet geheel of gedeeltelijk van correcte toepassing zijn al naar
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1962
transport est en réalité effectué à vélo ou à vélomoteur, à pied ou encore au moyen de voitures, de minibus, de camionnettes ou de camions immatriculés à la DIV au nom de l’employeur.
gelang het transport in realiteit gebeurt met de fiets of brom- en snorfiets, te voet, personenauto’s, minibussen, bestelwagens of met vrachtwagens bij de DIV ingeschreven op naam van de werkgevers.
2. Pourriez-vous nous faire part de vos conceptions et méthodes actualisées, uniformes et linéaires, eu égard à la jurisprudence précitée de la Cour de cassation, à l’arrêt no 103.050 du Conseil d’E´tat du 31 janvier 2002 ainsi qu’aux principes de bonne administration, comme la non-discrimination, le principe de légalité et les principes de bon sens et d’équité ?
2. Kan u uw geactualiseerde, uniforme en rechtlijnige ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van voornoemde Cassatierechtspraak, de bepalingen van artikel 376, § 1, van meergenoemd fiscaal wetboek, het arrest nr. 103.050 van de Raad van State van 31 januari 2002 als van de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder de non-discriminatie, het legaliteitsprincipe en de beginselen van redelijkheid en billijkheid ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1963
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200400062
DO 2003200400062
Question no 69 de M. Geert Bourgeois du 21 octobre 2003 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 69 van de heer Geert Bourgeois van 21 oktober 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Initiatives politiques dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées ».
Beleidsinitiatieven in het kader van het « Europees Jaar voor personen met een handicap ».
Le 20 novembre 2002, le gouvernement fédéral a pris la décision suivante dans le cadre de la « lutte contre la discrimination des personnes handicapées » :
Op 20 november 2002 nam de federale regering volgende beslissing in « de strijd tegen de discriminatie van personen met een handicap » :
« Sur proposition de Mme Greet van Gool, commissaire du gouvernement à la Sécurité sociale, le Conseil des ministres a approuvé la proposition de déclaration de principe, dans laquelle chaque ministre déclare qu’il fera le nécessaire pour réaliser au moins un aménagement raisonnable dans le cadre de la lutte contre les discriminations envers les personnes handicapées. Cet engagement implique que, durant l’« Année européenne des personnes handicapées », chaque ministre fédéral prendra au moins une mesure, dans sa sphère de compétence, pour favoriser l’inclusion des personnes handicapées. L’inclusion repose sur l’idée qu’un handicap est davantage lié à l’entourage et à la société, qui ne sont pas adaptés aux possibilités des personnes handicapées, qu’à un problème individuel chez la personne souffrant d’un handicap. »
« Op voorstel van Greet van Gool, regeringscommissaris voor Sociale Zekerheid, keurde de Ministerraad het voorstel van principeverklaring goed, waarbij elke minister verklaart dat hij/zij de nodige inspanningen zal leveren om tegen het einde van de legislatuur tenminste één redelijke aanpassing te realiseren in de strijd tegen de discriminatie van personen met een handicap. Dit engagement houdt in dat, gedurende het « Europees Jaar voor personen met een handicap », elke federale minister minstens één maatregel zal nemen binnen zijn bevoegdheidsdomein die de inclusie van personen met een handicap bevordert. De inclusie vertrekt van het idee dat een handicap een kwestie is van een omgeving en een samenleving die niet aangepast zijn aan de mogelijkheden van personen met een handicap, en niet zozeer een individueel probleem van de persoon met een handicap zelf. »
1. a) Quelles initiatives ont-elles été prises par votre prédécesseur, en qualité de ministre ou de secrétaire d’E´tat, conformément à la décision prise par le Conseil des ministres le 20 novembre 2002 dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées » ?
1. a) Welke initiatieven heeft uw voorganger als minister of staatssecretaris genomen, zoals beslist op de Ministerraad van 20 november 2002 in het kader van het « Europees Jaar van de personen met een handicap » ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1964
b) Ces initiatives ont-elles déjà été mises en œuvre ou vont-elles l’être ? Dans l’affirmative, avec quel résultat ? Dans la négative, pourquoi n’ont-elles pas encore été mises en œuvre et quand le serontelles ?
b) Zijn deze initiatieven reeds uitgevoerd of in uitvoering ? Zo ja, wat was het resultaat ? Zo neen, waarom nog niet en wanneer wel ?
c) Quel budget est-il inscrit au budget à cet effet ?
c) Welk budget is hiervoor in de begroting opgenomen ?
2. a) Quelles initiatives avez-vous prises en tant que ministre ou secrétaire d’E´tat dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées » ?
2. a) Welke initiatieven heeft u als minister of staatssecretaris genomen, in het kader van het « Europees Jaar van de personen met een handicap » ?
b) Ces initiatives ont-elles déjà été mises en œuvre, ou vont-elles l’être ? Dans l’affirmative, avec quel résultat ? Dans la négative, pourquoi n’ont-elles pas encore été mises en œuvre et quand le serontelles ?
b) Zijn deze initiatieven reeds uitgevoerd of in uitvoering ? Zo ja, wat was het resultaat ? Zo neen, waarom nog niet en wanneer wel ?
c) Quel budget est-il inscrit au budget à cet effet ?
c) Welk budget is hiervoor in de begroting opgenomen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 29 décembre 2003, à la question no 69 de M. Geert Bourgeois du 21 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 29 december 2003, op de vraag nr. 69 van de heer Geert Bourgeois van 21 oktober 2003 (N.) :
En 2003, aucune initiative spécifique n’a été prise, ni aucun budget particulier prévu dans le cadre de « l’Année européenne des personnes handicapées ».
In 2003, werd er geen specifiek initiatief genomen, noch een apart budget voorzien in verband met het « Europees Jaar voor personen met een handicap ».
Le SPF Justice mène toutefois de manière constante une politique qui favorise l’accès des personnes moins valides à la fonction.
Wel voert de FOD Justitie op constante wijze een beleid ten aanzien van minder-validen dat de toegang tot het ambt voor hen bevordert.
Ainsi, le service de recrutement au sein du SPF Justice utilise des méthodes de sélection professionnelles et objectives. Ces dernières ont pour objectif principal d’évaluer la concordance des qualités des candidats avec les exigences (prédéterminées) de la fonction à pourvoir. Ce type de sélection n’est donc pas un obstacle pour le recrutement de personnes handicapées.
Zo past de dienst Rekrutering van de FOD Justitie professionele en objectieve selectiemethoden toe. Aan de hand van deze methoden wordt voornamelijk nagegaan in hoeverre de kwaliteiten van de kandidaten beantwoorden aan de (vooraf bepaalde) eisen van functie waarin moet worden voorzien. Dit soort selectieprocedure vormt dan ook geen obstakel voor de rekrutering van andersvaliden.
L’utilisation de ces méthodes de recrutement a déjà eu pour résultat le recrutement de personnes handicapées. Vu la nature spécifique des emplois, toutes les taˆches des services extérieurs de la direction générale Exécution des peines et des mesures ne sont pas appropriées pour les personnes handicapées, pour des raisons liées à leur propre sécurité, ainsi qu’à celle de leurs collègues.
De aanwending van dergelijke wervingsmethoden heeft trouwens reeds geleid tot de indienstneming van personen met een handicap. Alleen de taken bij de buitendiensten van het directoraat-generaal Uitvoering van straffen en maatregelen zijn, gelet op de specifieke aard van de betrekkingen, niet geschikt voor mindervaliden omwille van veiligheidsredenen voor henzelf en hun collega’s.
La direction générale Organisation judiciaire veille également à ce que les dispositions légales en matière d’accessibilité soient respectées dans les projets de nouvelles constructions ou de rénovations et aussi en matière d’équipements sanitaires pour les utilisateurs de chaises roulantes.
Bij het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie op zijn beurt wordt er over gewaakt dat in het kader va nieuwbouw- of vernieuwbouwprojecten de wettelijke bepalingen inzake toegankelijkheid van de gebouwen, alsook inzake de sanitaire voorzieningen voor rolstoelgebruikers, gerespecteerd worden.
Si le cas se présente, les travaux d’adaptation nécessaires aux Baˆtiments existants sont demandés à la
Indien het geval zich voordoet, worden de vereiste aanpassingswerken aan bestaande gebouwen gevraagd
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1965
Régie des Baˆtiments, compétente pour les baˆtiments publics, et au propriétaire de l’immeuble, s’il s’agit de baˆtiments loués.
aan de Regie der Gebouwen, bevoegd voor de staatsgebouwen, en aan de eigenaar van het pand, voor wat betreft de gehuurde gebouwen.
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200400073
DO 2003200400073
Question no 39 de M. Bart Laeremans du 18 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 39 van de heer Bart Laeremans van 18 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Régionalisation de l’agriculture. — Instituts de recherche.
Regionalisering Landbouw. — Onderzoeksinstituten.
L’accord du Lambermont prévoit la poursuite de la régionalisation de la politique agricole. Par conséquent, le Jardin botanique national de Meise et l’Institut national d’agriculture de Gembloux devraient être régionalisés.
Het Lambermont-akkoord voorziet in een verdere regionalisering van het landbouwbeleid. Dientengevolge zouden de Nationale Plantentuin te Meise en het Nationaal Landbouwinstituut te Gembloers worden geregionaliseerd.
Les francophones ont des objections à la régionalisation de l’institut de recherche de Meise mais ne disent rien quant à la régionalisation de l’institut de Gembloux. Selon la législation linguistique, les deux institutions sont cependant des services d’exécution dont le champ d’activité couvre tout le pays et il faut donc y prévoir des cadres linguistiques.
De Franstalige partijen maken bezwaar in verband met de regionalisering van het onderzoeksinstituut van Meise, maar zeggen niets in verband met de regionalisering van dat van Gembloers. Volgens de taalwetgeving zijn beide instellingen nochtans uitvoeringsdiensten, waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt en moeten er dus taalkaders zijn.
1. Ou` en est-on ?
1. Hoe staat het hiermee ?
2. Quelles clés de répartition ont été utilisées pour chacune de ces deux institutions ?
2. Welke verdeelsleutels werden er voor elk van beide gehanteerd ?
3. Quelle est la répartition effective des postes par degré linguistique ? ` combien s’élève le budget de chacune de ces 4. A institutions ?
3. Wat is de feitelijke verdeling van de betrekkingen per taaltrap ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères du 24 décembre 2003, à la question no 39 de M. Bart Laeremans du 18 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken van 24 december 2003, op de vraag nr. 39 van de heer Bart Laeremans van 18 november 2003 (N.) :
En complément de la réponse qui a été donnée par la ministre des classes moyennes et de l’Agriculture (réponse à la question no 5 du 21 octobre 2003, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 9, p. 1052), je peux vous communiquer qu’en ce qui concerne le Jardin botanique de Meise, la répartition effective des postes par groupe linguistique est de 31 francophones et de 119 néerlandophones. Le budget pour 2003 se monte à 6 926 000 euros.
Als aanvulling op het antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw (antwoord op vraag nr. 5 van 21 oktober 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 9, blz. 1052), kan ik u meedelen dat wat de Nationale Plantentuin te Meise betreft, de effectieve indeling van de posten per taalgroep 31 Franstaligen telt en 119 Nederlandstaligen. De begroting voor 2003 bedraagt 6 926 000 euro.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
4. Hoeveel beloopt het budget van elk van beide ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
247
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1966
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200400119
DO 2003200400119
Question no 85 de M. Guido De Padt du 28 octobre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 85 van de heer Guido De Padt van 28 oktober 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Communes. — Initiatives en matière de lutte contre les cambriolages et de prévention des cambriolages. Je pense qu’il conviendrait que l’E´tat fédéral encourage les administrations communales qui prennent des initiatives dans le domaine de la lutte contre les cambriolages et de la prévention des cambriolages.
Gemeenten. — Initiatieven inzake inbraakbestrijding en -preventie.
En se protégeant correctement, les citoyens pourraient contribuer à terme à faire baisser le nombre de cambriolages et, partant, à réduire le volume de travail qui en résulte pour la police et les parquets.
Het zich degelijk beveiligen kan op termijn leiden tot minder inbraakcriminaliteit en bijgevolg ook tot minder werk op dat vlak voor de politie en de parketten.
Un stimulant pourrait par exemple consister en l’octroi de primes de sécurité qui pourraient prendre la forme d’un montant (forfaitaire) attribué sur avis policier technopréventif donné dans le cadre de la procédure de subventionnement ou d’une intervention fédérale par dossier déclaré recevable.
Het uitreiken van beveiligingspremies als ondersteuning bijvoorbeeld via de toekenning van een (forfaitair) bedrag per politioneel techno-preventief advies dat in het kader van de betoelagingsprocedure wordt gegeven of via een federale tussenkomst per gegrond verklaard dossier zou een stimulans kunnen zijn.
1. Pourriez-vous me faire savoir combien de communes belges — et lesquelles — prévoient de subventionner spécifiquement les habitants qui protègent leurs habitations contre les cambriolages ? Avez-vous un aperçu de la capacité mobilisée par les services de police dans ce contexte ?
1. Kan u meedelen hoeveel en welke Belgische gemeenten een specifieke betoelaging voorzien voor inwoners die hun woningen tegen inbraken beveiligen en heeft men dienaangaande zicht op de capaciteit die in dat verband door de politiediensten wordt ingezet ?
2. Envisagez-vous de soutenir spécifiquement les communes qui fournissent des efforts financiers sur ce plan ?
2. Overweegt u een specifieke ondersteuning voor de gemeenten die op dat vlak financie¨le inspanningen leveren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 85 de M. Guido De Padt du 28 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 85 van de heer Guido De Padt van 28 oktober 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Le cambriolage est une des formes de criminalité les plus répandues en Belgique, comme les chiffres de criminalité le démontrent. C’est pour cette raison que la lutte contre le cambriolage est reprise comme une des priorités dans l’accord de gouvernement.
1. Diefstal is één van de belangrijkste criminaliteitsvormen in Belgie¨, zoals de criminaliteitscijfers aangeven. Daarom vormt de strijd tegen de vermogenscriminaliteit één van de prioriteiten binnen het regeringsakkoord.
Afin de lutter contre ce phénomène, le SPF Intérieur a lancé, dès 1995, le programme d’action fédéral contre le cambriolage.
Om de strijd tegen dit fenomeen aan te binden, lanceerde de FOD Binnenlandse Zaken reeds in 1995 het federaal actieprogramma tegen inbraak.
L’objectif du système de primes est de donner un coup de pouce financier aux particuliers afin de les inciter à sécuriser davantage leur habitation.
Het doel van het premiestelsel is precies particulieren een financieel duwtje in de rug te geven om hen zo aan te moedigen om hun woning te beveiligen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Het lijkt mij zinvol dat vanuit federaal niveau een impuls wordt gegeven aan gemeentebesturen die op het vlak van inbraakbestrijding en -preventie initiatieven nemen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1967
Jusqu’à présent, 66 communes peuvent s’inscrire dans le système des primes. En annexe, vous trouverez la liste de ces 66 communes, ainsi que la subvention qui leur est octroyée par le service public fédéral Intérieur pour l’année 2003.
Tot op heden kunnen 66 gemeenten op dit premiestelsel inschrijven. Als bijlage vindt u de lijst met de namen van deze gemeenten, evenals de toelagen die hen door de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken toegekend werden voor het jaar 2003.
Le système actuel prévoit deux conditions : d’une part, l’intervention financière de mon département doit être complétée par une intervention de la commune à concurrence d’un tiers de l’intervention totale. D’autre part, le total des interventions publiques (celle de mon département et celle de la commune) est plafonné à 25 % des montants investis par les particuliers, avec un maximum de 250 euros.
Het huidige systeem voorziet in twee voorwaarden : enerzijds de financie¨le tussenkomst van mijn departement, welke moet worden aangevuld door een tussenkomst van de gemeenten ten belope van één derde van de totale tussenkomst. Anderzijds ligt het plafond voor het totaal van de openbare tussenkomsten (deze van mijn departement en van de gemeenten) op 25 % van de bedragen geı¨nvesteerd door de particulieren, met een maximum van 250 euro.
Les dossiers sont traités par des conseillers en technoprévention. Ces conseillers en technoprévention travaillent au sein de la police locale (cadre opérationnel ou Calog) ou dans un service de prévention communal. Compte tenu que la moyenne des dossiers traités en 2000 par commune était de 39, et 53 en 2001, un conseiller en technoprévention par commune est capable d’assumer cette charge de travail.
De dossiers worden behandeld door technopreventief adviseurs. Deze technopreventief adviseurs zijn werkzaam binnen de lokale politie (operationeel kader of Calog) of bij de stedelijke of gemeentelijke preventiedienst. Rekening houdend met het feit dat in 2000 gemiddeld 39 dossiers per gemeente behandeld werden, en in 2001 53, ben ik van mening dat één technopreventief adviseur deze werklast in de gemeente kan beheren.
2. J’ai constaté que les 66 communes sélectionnées l’ont été en 1995 sur base de chiffres de criminalité concernant les cambriolages qui ont entre-temps évolué. Sur base de ces constats, j’ai chargé mes services d’élaborer les lignes de force d’une nouvelle politique de soutien financier aux communes et aux particuliers en matière de prévention du cambriolage.
2. Ik heb vastgesteld dat de 66 geselecteerde gemeenten in 1995 weerhouden werden op basis van de criminaliteitscijfers betreffende de inbraken die ondertussen gee¨volueerd zijn. Op basis van deze vaststellingen heb ik mijn diensten belast met het uitwerken van krachtlijnen voor een nieuw beleid inzake de financie¨le ondersteuning van de gemeenten en particulieren inzake preventie van inbraken.
Mon intention est de faire rentrer le nouveau système en vigeur pour l’année 2004.
Het is mijn bedoeling om het nieuwe systeem in 2004 in werking te laten treden.
Annexe
Bijlage
Répartition des moyens nationaux pour les primes de techno-prévention (2003)
Verdeling van de federale middelen voor premies voor technopreventie (2003)
Commune 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Alost .......................................... Aiseau-Presles ............................ Amay ......................................... Anderlecht ................................. Anvers ....................................... Beringen ..................................... Blankenberge ............................. Boom ......................................... Braine-l’Alleud ........................... Charleroi ................................... Chaˆtelet ..................................... Colfontaine ................................ Le Coq ......................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
E´tat EUR 2 3 2 7 18 1 2 2 2 11 3 2 3
Gemeente 535,95 502,74 649,98 451,68 153,24 824,50 902,83 508,68 404,57 507,22 239,97 830,94 495,30
2003
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
2004
Aalst .......................................... Aiseau-Presles ............................ Amay ......................................... Anderlecht ................................. Antwerpen ................................. Beringen ..................................... Blankenberge ............................. Boom ......................................... Braine-l’Alleud ........................... Charleroi ................................... Chaˆtelet ..................................... Colfontaine ................................ De Haan ....................................
Staat EUR 2 3 2 7 18 1 2 2 2 11 3 2 3
535,95 502,74 649,98 451,68 153,24 824,50 902,83 508,68 404,57 507,22 239,97 830,94 495,30
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1968
Commune 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
La Panne .................................... Termonde .................................. Diest .......................................... Ixelles ........................................ Etterbeek ................................... Fléron ........................................ Fontaine-L’E´vêque ..................... Ganshoren ................................. Geel ........................................... Genk .......................................... Gand ......................................... Hasselt ....................................... Herentals ................................... Houthalen-Helchteren ................ Huy ........................................... Ypres ......................................... Izegem ....................................... Koekelberg ................................. Coxyde ...................................... Courtrai ..................................... La Louvière ............................... Louvain ..................................... Lier ............................................ Lommel ..................................... Maaseik ..................................... Maasmechelen ........................... Malines ...................................... Menin ........................................ Mol ........................................... Mons ......................................... Mouscron .................................. Nieuport .................................... Ninove ....................................... Ostende ..................................... Oostkamp .................................. Auderghem ................................ Quaregnon ................................. Rixensart ................................... Roulers ...................................... Renaix ....................................... Schaerbeek ................................. Seraing ....................................... Berchem-Sainte-Agathe .............. Saint-Trond ............................... Tessenderlo ................................ Tienen ....................................... Turnhout ................................... Verviers ..................................... Vilvorde ..................................... Visé ........................................... Waremme ..................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
E´tat EUR 4 1 1 9 6 4 3 4 2 3 8 4 2 2 3 1 4 2 2 4 4 2 1 1 1 5 1 2 6 1 3 1 3 1 4 3 2 1 2 7 4 3 2 2 2 2 6 3 3 3
Gemeente 687,67 403,08 861,68 538,94 422,92 652,96 715,92 900,85 146,76 537,44 311,87 586,03 283,10 642,54 872,10 197,33 716,41 551,33 146,76 677,25 206,75 221,63 149,24 913,74 308,88 628,66 741,21 856,72 124,45 536,95 998,02 289,55 378,29 420,93 108,08 848,80 817,56 588,01 400,60 149,24 692,14 992,58 877,05 642,54 488,85 275,66 617,76 383,26 083,80 512,65 158,16
2003
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
2004
De Panne ................................... Dendermonde ............................ Diest .......................................... Elsene ........................................ Etterbeek ................................... Fléron ........................................ Fontaine-L’E´vêque ..................... Ganshoren ................................. Geel ........................................... Genk .......................................... Gent .......................................... Hasselt ....................................... Herentals ................................... Houthalen-Helchteren ................ Huy ........................................... Ieper .......................................... Izegem ....................................... Koekelberg ................................. Koksijde ..................................... Kortrijk ..................................... La Louvière ............................... Leuven ....................................... Lier ............................................ Lommel ..................................... Maaseik ..................................... Maasmechelen ........................... Mechelen ................................... Menen ....................................... Mol ........................................... Bergen ........................................ Moeskroen ................................. Nieuwpoort ............................... Ninove ....................................... Oostende ................................... Oostkamp .................................. Oudergem .................................. Quaregnon ................................. Rixensart ................................... Roeselare ................................... Ronse ........................................ Schaarbeek ................................. Seraing ....................................... Sint-Agatha-Berchem ................. Sint-Truiden .............................. Tessenderlo ................................ Tienen ....................................... Turnhout ................................... Verviers ..................................... Vilvoorde ................................... Visé ........................................... Waremme ..................................
Staat EUR 4 1 1 9 6 4 3 4 2 3 8 4 2 2 3 1 4 2 2 4 4 2 1 1 1 5 1 2 6 1 3 1 3 1 4 3 2 1 2 7 4 3 2 2 2 2 6 3 3 3
687,67 403,08 861,68 538,94 422,92 652,96 715,92 900,85 146,76 537,44 311,87 586,03 283,10 642,54 872,10 197,33 716,41 551,33 146,76 677,25 206,75 221,63 149,24 913,74 308,88 628,66 741,21 856,72 124,45 536,95 998,02 289,55 378,29 420,93 108,08 848,80 817,56 588,01 400,60 149,24 692,14 992,58 877,05 642,54 488,85 275,66 617,76 383,26 083,80 512,65 158,16
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
Commune 65 66
1969
E´tat EUR
Gemeente
Wommelgem .............................. Zaventem ...................................
2 756,58 3 782,86
Total .........................................
247 811,74
65 66
Staat EUR
Wommelgem .............................. Zaventem ...................................
2 756,58 3 782,86
Totaal ........................................
247 811,74
DO 2003200400127
DO 2003200400127
Question no 87 de M. Jos Ansoms du 30 octobre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 87 van de heer Jos Ansoms van 30 oktober 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Controˆles de vitesse. — Utilisation de détecteurs de radars et d’autres appareils interdits. ` mesure que le nombre de controˆles de vitesse A augmente, on peut s’attendre à ce qu’augmente également le nombre d’échecs lors de ces controˆles en raison de l’utilisation de détecteurs de radars et d’autres appareils interdits (article 62 de la loi relative à la police de la circulation routière) pour éviter les controˆles ou les perturber.
Snelheidscontroles. — Gebruik van verboden radardetectoren en andere apparaten.
1. Quel est le nombre de constatations faites par année, depuis 1999, par la police fédérale concernant l’utilisation d’appareils de ce type pour éviter les controˆles de vitesse ?
1. Kan u het aantal vaststellingen meedelen sinds 1999, jaar per jaar, gedaan door de federale politie met betrekking tot het gebruik van zulke apparaten om snelheidscontroles te ontwijken ?
2. a) Quelle est la réaction de la police vis-à-vis de l’utilisation de ce type d’appareils ?
2. a) Kan u het antwoord van de politie op het gebruik van zulke apparaten meedelen ?
b) Vérifie-t-on systématiquement si un brouillage de l’appareil Multanova ou une photo ratée résultent de l’utilisation éventuelle de détecteurs de radars et d’appareils illégaux du même type ?
b) Wordt er systematisch nagegaan of een storing van de Multanova of een mislukte foto het gevolg zijn van eventueel gebruik van radardetectoren en aanverwante illegale apparaten ?
c) Dans l’affirmative, quelle est alors la manière de procéder ?
c) Zo ja, hoe gebeurt dat dan wel ?
d) Dans la négative, pourquoi ?
d) Zo neen, waarom niet ?
3. Quel est, par année, depuis 1999, le nombre de procès-verbaux dressés, d’une part, et le nombre de photos ratées par les appareils Multanova, d’autre part ?
3. Kan u meedelen sinds 1999, jaar per jaar, het aantal pv’s enerzijds en het aantal mislukte foto’s van Multanova’s anderzijds ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 87 de M. Jos Ansoms du 30 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 87 van de heer Jos Ansoms van 30 oktober 2003 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid kan hierna de antwoorden vinden op de vraag.
1. La police fédérale ne dispose pas de chiffres concernant le nombre de constatations en relation avec
1. De federale politie beschikt niet over cijfergegevens betreffende het aantal vaststellingen met betrek-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Naarmate het aantal snelheidscontroles stijgt, mag men verwachten dat ook het aantal mislukkingen bij deze controles stijgen ten gevolge van het gebruik van verboden radardetectoren en andere apparaten (artikel 62 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer) om de controles te ontwijken of te storen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1970
l’utilisation d’appareils permettant d’éviter les controˆles de vitesse.
king tot het gebruik van apparaten om snelheidscontroles te ontwijken.
2. a) L’utilisation de tels appareils est systématiquement verbalisée et les appareils sont saisis.
2. a) Het gebruik van dergelijke apparaten wordt systematisch geverbaliseerd en de toestellen worden in beslag genomen.
b) Une telle analyse est impossible à réaliser de manière systématique. Un controˆle ponctuel est possible lors du controˆle de véhicules interceptés.
b) Een dergelijke analyse is onmogelijk op een systematische wijze. Immers kan een stelselmatige opzoeking naar zulke toestellen enkel gechieden bij de controle van onderschepte voertuigen.
c) La recherche systématique pour vérifier si une photo ratée serait due à un appareil de détection du radar prendrait énormément de temps avec certainement peu de résultat. Beaucoup de facteurs peuvent intervenir lors de la non-lisibilité d’une immatriculation.
c) Het stelselmatig checken of mislukte foto’s het gevolg zijn van radardetectie zou veel tijd in beslag nemen met slechts weinig resultaat. Verschillende elementen kunnen de onleesbaarheid van de foto’s veroorzaken.
3. Aucune statistique n’existe à la police fédérale concernant le nombre de photos ratées. Un aperçu du nombre de PV par rapport au nombre de véhicules audessus de la vitesse tolérée peut être donné.
3. Het aantal mislukte foto’s wordt door de federale politie niet bijgehouden en is niet uit de cijfersgegevens te halen. Wel kan een overzicht gegeven worden van het aantal pv ten opzichte van het aantal voertuigen boven de tolerantiesnelheid.
Année
Nombre de véhicules
1999 2000 2001 2002
339 363 431 511
842 201 822 593
Nombre de PV 272 290 345 395
Jaartal
675 253 295 253
1999 2000 2001 2002
Aantal voertuigen 339 363 431 511
842 201 822 593
Aantal PV 272 290 345 395
675 253 295 253
De ces chiffres, on ne peut déduire automatiquement que chaque photo ratée est influencée par de tels appareils. De nombreuses situations existent où, malgré le dépassement de la vitesse tolérée, un PV traditionnel n’est pas rédigé : lorsque deux usagers circulent très près l’un de l’autre et l’appareil photo ne peut les photographier séparément, les infractions commises par des étrangers qui font l’objet d’une perception immédiate, les véhicules prioritaires qui passent devant le radar ou les marques d’immatriculation souillées et dès lors illisibles, etc.
Uit de cijfers mag niet automatisch besloten worden dat het hier telkens gaat om apparaten die de foto’s storen. Tal van situaties doen zich voor waarbij een voertuig boven de tolerantiesnelheid uiteindelijk niet tot aanmaak van een traditioneel pv leidt; denk maar aan de gevallen waarbij twee overtreders zeer kort na elkaar rijden en het fototoestel hen neit afzonderlijk kan fotograferen, overtredingen begaan door vreemdelingen die beboet worden door middel van een onmiddellijke inning, of prioritaire voertuigen die de radar passeren of bevuilde en daardoor onleesbare nummerplaten enz.
DO 2003200400129
DO 2003200400129
Question no 89 de M. Jos Ansoms du 30 octobre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 89 van de heer Jos Ansoms van 30 oktober 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Affinement des données relatives aux controˆles de vitesse effectués par la police fédérale.
Verfijning van de gegevens in verband met de snelheidscontroles door de federale politie.
Votre réponse à ma question concernant les controˆles de vitesse annoncés et non annoncés effectués par la
Uw anwoord op mijn vraag in verband met aangekondigde en niet-aangekondigde snelheidscontroles
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1971
police des autoroutes soulève des questions supplémentaires (question no 8 du 24 juillet 2003, Questions et Réponses, Chambre, SE 2003, no 3, p. 294).
door de autosnelwegenpolitie doet bijkomende vragen rijzen (vraag nr. 8 van 24 juli 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, BZ 2003, nr. 3, blz. 294).
Pouvez-vous me communiquer, pour me permettre d’en estimer plus précisément l’incidence :
Kan u, om het effect daarvan beter te kunnen inschatten, meedelen :
1. le nombre total de controˆles de vitesse, exprimés en heures-hommes, effectués par la police des autoroutes dans chaque province, au cours de la première moitié de l’année 2002 et de l’année 2003;
1. het totaal aantal manuren snelheidscontrole van de autosnelwegenpolitie per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003;
2. le nombre total d’infractions constatées par province au cours de la première moitié de l’année 2002 et de l’année 2003;
2. het totaal aantal vaststellingen van overtredingen per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003;
3. le nombre total de morts et de blessés graves par province au cours de la première moitié de l’année 2002 et de l’année 2003 ?
3. het totaal aantal doden en zwaargewonden per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003 ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 89 de M. Jos Ansoms du 30 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 89 van de heer Jos Ansoms van 30 oktober 2003 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid kan hierna de antwoorden vinden op de vraag.
1. Nombre total d’hommes-heures dans le cadre des controˆles vitesse par province au premier semestre 2002 et 2003.
1. Totaal aantal manuren snelheidscontrole per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003.
Province Anvers ....................................... Brabant ...................................... Hainaut ..................................... Liège .......................................... Limbourg ................................... Luxembourg .............................. Namur ....................................... Flandre orientale ........................ Flandre occidentale ....................
2002 1 1 2 1 1 1 1
202/30 435/19 379/19 722/55 919/30 420/04 529/08 774/35 1 303/35
Total ......................................... 13 687/25
2003 1 1 2 1 2 1 1 1 1
357/31 622/00 528/31 854/03 474/00 876/00 692/33 644/03 813/48
16 862/29
2. Nombre total de constatations d’infractions de vitesse à l’aide de multanova, par province au premier semestre 2002 et 2003.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Provincie
2002
2003
Antwerpen ................................. Brabant ...................................... Henegouwen .............................. Luik ........................................... Limburg ..................................... Luxemburg ................................ Namen ....................................... Oost-Vlaanderen ........................ West-Vlaanderen ........................
1 202/30 1 435/19 2 379/19 1 722/55 1 919/30 1 420/04 1 529/08 774/35 1 303/35
1 357/31 1 622/00 2 528/31 1 854/03 2 474/00 1 876/00 1 692/33 1 644/03 1 813/48
Totaal ........................................ 13 687/25
16 862/29
2. Totaal aantal vaststellingen van snelheidsovertredingen met de multanova per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1972
Province Anvers ....................................... Brabant ...................................... Hainaut ..................................... Liège .......................................... Limbourg ................................... Luxembourg .............................. Namur ....................................... Flandre orientale ........................ Flandre occidentale .................... Total .........................................
2002
2003
36 54 46 25 48 17 29 85 50
21 36 31 32 39 15 26 74 42
260 848 496 938 963 399 237 652 460
395 253
Provincie
890 553 921 738 177 888 313 370 884
Antwerpen ................................. Brabant ...................................... Henegouwen .............................. Luik ........................................... Limburg ..................................... Luxemburg ................................ Namen ....................................... Oost-Vlaanderen ........................ West-Vlaanderen ........................
321 134
Totaal ........................................
3. Nombre total de morts et de blessés graves, par province au premier semestre 2002 et 2003, sur les autoroute.
2002
2003
36 54 46 25 48 17 29 85 50
21 36 31 32 39 15 26 74 42
260 848 496 938 963 399 237 652 460
395 253
890 553 921 738 177 888 313 370 884
321 134
3. Totaal aantal doden en zwaargewonden per provincie in de eerste jaarhelft van 2002 en 2003.
Province
2002
2003
Provincie
2002
2003
Anvers ....................................... Brabant ...................................... Hainaut ..................................... Liège .......................................... Limbourg ................................... Luxembourg .............................. Namur ....................................... Flandre orientale ........................ Flandre occidentale ....................
13 12 12 10 5 1 5 8 5
9 11 4 6 2 4 3 12 8
Antwerpen ................................. Brabant ...................................... Henegouwen .............................. Luik ........................................... Limburg ..................................... Luxemburg ................................ Namen ....................................... Oost-Vlaanderen ........................ West-Vlaanderen ........................
13 12 12 10 5 1 5 8 5
9 11 4 6 2 4 3 12 8
Total .........................................
71
59
Totaal ........................................
71
59
DO 2003200400131
DO 2003200400131
Question no 90 de M. Pierre-Yves Jeholet du 30 octobre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 90 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 30 oktober 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Accidents de roulage. — Statistiques. ` la différence de la France, la Belgique ne dispose A pas encore de statistiques présentant le lien entre les accidents de roulage et la puissance des véhicules. Les données françaises ont établi un lien significatif entre la puissance des véhicules et la gravité des dommages corporels. Il semblerait que les données transmises à l’Institut belge de la sécurité routière (IBSR) ne comportent pas d’indication de la puissance des véhicules.
Verkeersongevallen. — Statistieken.
Quelles sont les initiatives qui ont été prises en vue d’une modification du formulaire à compléter par les agents qui constatent les accidents de roulage ?
Welke initiatieven werden er genomen om het formulier dat de agenten bij het vaststellen van verkeersongevallen invullen aan te passen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In tegenstelling tot Frankrijk beschikt Belgie¨ nog niet over statistieken die de samenhang tussen verkeersongevallen en het motorvermogen aantonen. Uit de Franse gegevens blijkt een duidelijk verband tussen het motorvermogen en de ernst van de lichamelijke letsels. De gegevens die aan het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) worden doorgespeeld zouden geen melding maken van het motorvermogen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1973
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 90 de M. Pierre-Yves Jeholet du 30 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 90 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 30 oktober 2003 (Fr.) :
Il n’est actuellement pas possible d’établir un lien entre les accidents de circulation et la puissance des véhicules car cette donnée n’est pas reprise dans le « formulaire d’analyse des accidents de la circulation avec tués ou blessés » (FAC), qui sert de base aux statistiques d’accidents, élaborées par l’Institut national de statistique.
Momenteel is het niet mogelijk om een verband te leggen tussen verkeersongevallen en vermogen van voertuigen, aangezien dit gegeven niet opgenomen is in het « Analyseformulier voor verkeersongevallen met doden of gewonden » (VOF), dat als basis dient voor de ongevalstatistieken opgesteld door het Nationaal Instituut voor de statistiek.
En 2002, un projet « Agora — Exploitation de données en matière de sécurité routière », financé par le service public fédéral de programmation de Politique scientifique, a débuté. Dans ce projet, une analyse des besoins des autorités responsables (services publics fédéraux, gestionnaires de voirie, autorités locales, services de police, chercheurs et associations) a été réalisée. La variable « puissance de véhicule » n’a pas été identifiée comme besoin par ces responsables de la sécurité routière et n’a donc pas été retenue dans la liste finale des variables.
In 2002 werd gestart met het project « Agora : Exploitatie van gegevens inzake verkeersveiligheid », gefinancierd door de federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid. In dit project vond een behoefteanalyse plaats bij de verantwoordelijke overheden (federale overheidsdiensten, wegbeheerders, lokale autoriteiten, politiediensten, onderzoekers, en verenigingen). De variabele « vermogen van voertuig » werd niet geı¨dentificeerd door deze verantwoordelijken voor de verkeersveiligheid als een behoefte en werd dus dan niet opgenomen in de finale codeboeken.
Cette liste est évolutive.
Deze lijst is evolutief.
DO 2003200400207
DO 2003200400207
Question no 95 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 95 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Département. — Emploi de handicapés.
Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
Combien de handicapés votre ministère et les organismes publics qui relèvent de votre compétence emploient-ils actuellement en application de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Hoeveel gehandicapten stellen uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, momenteel te werk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van minder-validen in de rijksbesturen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 95 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 95 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
Le nombre de handicapés occupés par le SPF Intérieur est de 44.
Het aantal gehandicapten tewerkgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken bedraagt 44.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
248
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1974
DO 2003200400247
DO 2003200400247
Question no 98 de M. Guido Tastenhoye du 13 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 98 van de heer Guido Tastenhoye van 13 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nombre de nouvelles naturalisations.
Aantal nieuwe naturalisaties.
Sous la précédente législature, M. Bart Laeremans a interrogé le ministre de l’Intérieur, par la voie d’une question écrite, sur l’évolution du nombre de personnes ayant acquis la nationalité belge. (Question no 635 du 14 aouˆt 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 149, p. 18887.)
Tijdens de vorige legislatuur stelde de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken een schriftelijke vraag over de evolutie inzake de nationaliteitsverwervingen. (Vraag nr. 635 van 14 augustus 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 149, blz. 18887.)
M. Duquesne, ministre de l’Intérieur de l’époque, a fourni toutes les données correctes par semestre, pour la période du 1er janvier 1998 au 30 juin 2002.
De toenmalige minister Duquesne beantwoordde deze vraag correct van 1 januari 1998 tot en met 30 juni 2002, telkens per semester.
Pourriez-vous, pour les différents modes d’acquisition de la nationalité prévus par la loi, fournir ces mêmes données pour le semestre allant du 1er juillet 2002 au 31 décembre 2002 et du 1er janvier 2003 au 30 juin 2003, en appliquant les mêmes normes que celles utilisées à l’époque par le ministre Duquesne ?
Kan u de cijfers geven van het aantal naturalisaties op de diverse wijzen in de wet voorzien, voor het semester lopende van 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002, en van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2003, volgens dezelfde normen gehanteerd door toenmalig minister Duquesne ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 98 de M. Guido Tastenhoye du 13 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 98 van de heer Guido Tastenhoye van 13 november 2003 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver en annexe la statistique des « nouveaux Belges », par semestre, à partir du 1er juillet 2002 jusqu’au 30 juin 2003.
Het geachte lid gelieve als bijlage 1 de statistiek van de « nieuwe Belgen » te willen vinden, per semester, vanaf 1 juli 2002 tot 30 juni 2003.
La statistique donne la répartition en fonction des codes d’acquisition de la nationalité, tels qu’ils sont repris au Registre national des personnes physiques.
De statistiek geeft de opsplitsing weer per code van nationaliteitsverwerving, zoals opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
L’annexe 2 présente un aperçu des acquisitions de la nationalité, par semestre, à partir du 1er juillet 2002 jusqu’au 30 juin 2003, en faisant une distinction entre les étrangers qui sont des ressortissants des E´tats membres de l’Union européenne et les autres.
Als bijlage 2 gaat het overzicht van de nationaliteitsverwervingen, per semester vanaf 1 juli 2002 tot 30 juni 2003, verdeeld over EU-buitenlanders en anderen.
Annexe 1
Bijlage 1
Statistique des « nouveaux Belges » par semestre du 1er juillet 2002 au 30 juin 2003 Code d’acquisition de la nationalité 10 11 12 13 14 15 16
1/6/2002 — 31/12/2003
.............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. ..............................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
3 248 6 49 13 506
Statistiek van de « nieuwe Belgen » per semester van 1 juli 2002 tot 30 juni 2003
1/1/2003 — 30/6/2003
3 117 13 39 1 9 426
2003
Code van nationaliteitsverwerving 10 11 12 13 14 15 16
.............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. ..............................................
2004
1/6/2002 — 31/12/2003
3 248 6 49 13 506
1/1/2003 — 30/6/2003
3 117 13 39 1 9 426
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1975
1/6/2002 — 31/12/2003
Code d’acquisition de la nationalité 17 18 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 51 60 65 70 85 86 90 91 00
.............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. ..............................................
Total .........................................
1/1/2003 — 30/6/2003
1 114 201 138 52 67 9 17 192 28 1 2 730 911 86 884 45 386 878 122 4 1
3 137 1 462 116 35 52 12 11 164 18 2
19 691
23 593
1
1 1 3
5
4 082 2 156 51 4 916 40 432 6 184 114 1
Annexe 2 Statistique des « nouveaux Belges » par semestre du 1er juillet 2002 au 30 juin 2003 distinction entre ressortissants UE et autres
1/6/2002 — 31/12/2003
Code van nationaliteitsverwerving 17 18 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 51 60 65 70 85 86 90 91 00
.............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. ..............................................
Totaal ........................................
1 114 201 138 52 67 9 17 192 28 1 2 730 911 86 884 45 386 878 122 4 1
3 137 1 462 116 35 52 12 11 164 18 2
19 691
23 593
1
1 1 3
5
Vorige nationaliteit Total
1/7/2002 - 31/12/2002 1/1/2003 - 30/6/2003
2 182 2 654
Totaal
Autre 17 509 20 939
4 082 2 156 51 4 916 40 432 6 184 114 1
Bijlage 2 Statistiek van de « nieuwe Belgen » per semester van 1 juli 2002 tot 30 juni 2003 onderscheid tussen EU-buitenlanders en andere
Nationalité précédente UE
1/1/2003 — 30/6/2003
EU 19 691 23 593
1/7/2002 - 31/12/2002 1/1/2003 - 30/6/2003
2 182 2 654
Andere 17 509 20 939
19 691 23 593
DO 2003200400259
DO 2003200400259
Question no 99 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 99 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Recommandations du Comité scientifique et technique d’AVN. Un communiqué de presse de l’Association Vinçotte nucléaire (AVN) du 23 juin 2003 contient des recom-
Aanbevelingen van het Wetenschappelijk en Technisch Comité van AVN. Op 23 juni 2003 deed de Associatie Vinçotte nucleair (AVN) een persmededeling die onder andere
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1976
mandations du Comité scientifique et technique d’AVN, notamment ces deux-ci :
de volgende twee aanbevelingen van het Wetenschappelijk en Technisch Comité van AVN bevat :
— « Il est donc recommandé de prêter une attention particulière à l’analyse des événements en 2003 afin d’évaluer si la tendance à la hausse des problèmes liés aux facteurs humains se poursuit » (p. 4/5).
— « Het is daarom aan te bevelen om speciale aandacht te besteden aan de analyse van de gebeurtenissen in 2003 teneinde te beoordelen of de stijgende trend inzake problemen in verband met menselijke factoren zich doorzet » (blz. 4/5).
— « Encouragement de la pro-activité de l’exploitant (...). Il est toutefois recommandé qu’AVN (éventuellement via l’AFCN) fasse en sorte que l’exploitant soit l’acteur principal de ces activités. »
— « Stimulering van de proactieve ingesteldheid van de uitbater (...). Het is desondanks aan te bevelen dat AVN (eventueel via het FANC) ervoor zou zorgen dat de uitbater de voornaamste uitvoerder van deze activiteiten zou zijn. »
1. a) Pourriez-vous expliquer ce que veut dire « la hausse des problèmes liés aux facteurs humains » ?
1. a) Kan u uitleggen wat onder « de stijgende trend inzake problemen in verband met menselijke factoren » wordt verstaan ?
b) Y a-t-il un lien avec la restructuration interne en matière de personnel dans les centrales nucléaires ?
b) Bestaat er een verband met de interne herstructurering van het personeel die in de kerncentrales wordt doorgevoerd ?
c) Y a-t-il une augmentation des risques pour les travailleurs sur les sites nucléaires, la population et l’environnement ?
c) Is er een verhoogd risico voor het personeel van de kerncentrales, de bevolking en het milieu ?
2. Quelles mesures l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) a-t-elle prises suite à la lecture des recommandations du Comité scientifique et technique d’AVN ?
2. Welke maatregelen heeft het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) getroffen naar aanleiding van deze aanbevelingen van het Wetenschappelijk en Technisch Comité van AVN ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 99 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 99 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) :
1. a) Les problèmes techniques des centrales nucléaires ont tendance à diminuer car, d’une part, les problèmes liés au démarrage et au début de fonctionnement ont été résolus et, d’autre part, les incidents significatifs survenant dans les centrales nucléaires dans le monde sont analysés au niveau international et par les autorités de suˆreté belges et les enseignements de ces indicents sont tirés ainsi que les adaptations ou modifications éventuelles.
1. a) De technische problemen in kerncentrales hebben de neiging om af te nemen, vermits enerzijds de problemen verbonden aan hun ingebruikname en hun initie¨le uitbating zijn opgelost, terwijl anderzijds de significante incidenten die zich in de kerncentrales in de wereld hebben voorgedaan, werden geanalyseerd op internationaal niveau en door de Belgische veiligheidsautoriteiten. Uit deze incidenten werd inmiddels lering getrokken en nodige aanpassingen of wijzigingen werden doorgevoerd.
Dès lors, il reste les problèmes liés aux facteurs humains. Par ailleurs, il est écrit dans le même communiqué de presse que la nouvelle loi belge sur la sortie du nucléaire peut avoir des conséquences sur la motivation du personnel occupé par les centrales nucléaires. Les autorités de suˆreté sont attentives à cette nouvelle situation et ont l’intention de controˆler de plus près l’efficacité de la gestion de suˆreté et de la culture de suˆreté des exploitants.
Derhalve blijven er de problemen verbonden aan de menselijke factor. In hetzelfde persbericht wordt er trouwens op gewezen dat de wet op de kernuitstap een invloed kan hebben op de motivatie van het personeel dat in de kerncentrales wordt tewerkgesteld. De veiligheidsautoriteiten hebben aandacht voor deze nieuwe situatie en zijn van plan om de doeltreffendheid van het veiligheidsbeheer en de veiligheidscultuur van de exploitanten van meer nabij op te volgen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1977
b) Depuis la fin de la grève du début de l’année 2003, les autorités de suˆreté n’ont pas pu mettre en évidence une corrélation entre la restructuration interne en matière de personnel dans les centrales nucléaires et les problèmes de suˆreté.
b) Sinds het einde van de staking van begin 2003, hebben de veiligheidsautoriteiten geen verband kunnen aantonen tussen de interne personeelsherstructurering binnen de kerncentrales en vastgestelde veiligheidsproblemen.
c) Les restructurations dans les centrales nucléaires qui ont eu lieu jusqu’à présent avaient pour objectif d’optimiser la production et de réduire les couˆts. Ces réorganisations internes prévoyaient de maintenir ou de renforcer les domaines suivants : la suˆreté des installations nucléaires, l’intégrité physique des personnes et la préservation de l’environnement. Les autorités de suˆreté n’ont pas, à ce jour, constaté une augmentation des risques pour les travailleurs sur les sites nucléaires, la population et l’environnement.
c) De herstructureringen in de kerncentrales die tot op heden hebben plaatsgevonden, beoogden de productie te optimaliseren en de kosten te reduceren. Deze interne reorganisaties beoogden de handhaving of de intensivering van de inspanningen op de volgende gebieden : de veiligheid van de nucleaire installaties, de fysieke integriteit van personen en de bescherming van het leefmilieu. De veiligheidsautoriteiten hebben tot op heden geen toename van de risico’s voor de werkers op de nucleaire sites, noch voor de bevolking en het leefmilieu vastgesteld.
2. Des consultations régulières sont organisées entre l’Agence fédérale de controˆle nucléaire et AVN. Au cours de ces réunions, les problèmes concernant la suˆreté des controˆles nucléaires y sont discutés. Le rapport annuel 2002 d’AVN ainsi que les recommandations du Comité scientifique et technique d’AVN y ont été examinés. Les mesures adéquates sont prises par l’AFCN pour établir des directives de collaboration entre celle-ci et les organismes agréés, dans le cadre du nouveau contexte réglementaire en vigueur en Belgique depuis que l’AFCN est opérationnelle, c’est-à-dire depuis le 1er septembre 2001.
2. Er wordt geregeld overleg gepleegd tussen het Federaal Agentschap voor nucleaire controle en AVN. Tijdens deze vergaderingen worden de problemen inzake de veiligheid van de nucleaire controles besproken. Het jaarverslag 2002 van AVN evenals de aanbevelingen van het Wetenschappelijk en Technisch Comité van AVN werden er onderzocht. Op initiatief van het Agentschap werden richtlijnen uitgewerkt omtrent de samenwerking tussen het FANC en de erkende instellingen, rekening houdend met de nieuwe reglementaire context die in Belgie¨ van kracht is sinds het operationeel worden van het FANC op 1 september 2001.
DO 2003200400263
DO 2003200400263
Question no 100 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 100 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Risques de vols de matières nucléaires.
Risico van diefstal van kernmateriaal.
Un article dans le journal « De Morgen » du 13 octobre 2003 fait état d’un article dans la presse américaine sur les risques de vols de plutonium ou d’uranium enrichi par des terroristes. Notre pays dispose de plusieurs sites nucléaires, dont notamment le Centre d’étude nucléaire qui dispose d’un réacteur nucléaire qui utilise l’uranium enrichi et l’entreprise Belgonucléaire, qui produit du MOX (combustible destiné aux centrales nucléaires composé d’un mélange d’oxyde d’uranium appauvri et d’oxyde de plutonium).
Een bijdrage in de De Morgen van 13 oktober 2003 verwijst naar een artikel uit de Amerikaanse pers waarin gewaarschuwd wordt voor het gevaar van diefstal van plutonium of verrijkt uranium door terroristen. In ons land zijn er verschillende nucleaire sites, waaronder met name het Studiecentrum voor kernenergie dat in zijn kernreactor verrijkt uranium gebruikt en de onderneming Belgonucleaire die MOX produceert (een brandstof voor kerncentrales die bestaat uit een mengsel van verarmd uraniumoxide en plutoniumoxide).
Quelles mesures ont été prises dans le cadre des risques de vols de matières nucléaires pour les sites nucléaires en général et — spécifiquement — pour les sites du Centre d’étude nucléaire et de Belgonucléaire ?
Welke maatregelen werden er getroffen om het risico van diefstal van kernmateriaal uit de nucleaire sites in het algemeen en uit de sites van het Studiecentrum voor kernenergie en Belgonucleaire in het bijzonder te voorkomen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1978
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 100 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 100 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) :
Les mesures visant à prévenir les risques de vol de matières nucléaires sont désignées par le terme de « sécurité ». Ce terme concerne toutes les mesures qui garantissent la protection physique des matières nucléaires contre le vol, le sabotage ou toute forme de détournement ou de délinquance. Elles permettent de réduire le risque que la population soit exposée à des rayonnements ionisants suite à des actes de malveillance.
De maatregelen ter voorkoming van de risico’s op diefstal van kernmateriaal vinden we terug onder het begrip « beveiliging ». Hieronder verstaat men alle maatregelen die de fysieke bescherming van het kernmateriaal verzekeren tegen diefstal, sabotage en alle vormen van verduistering of misdadigheid. Hierdoor neemt de kans af dat de bevolking door daden van kwaadwillige aard blootgesteld zou worden aan straling.
Pour ce faire, des barrières de protection sont installées autour des matières nucléaires. Elles ont pour fonction de ralentir l’accès aux endroits de conservation concernés et de permettre ainsi aux autorités de suˆreté d’intervenir à temps.
Dit gebeurt door het plaatsen van afschermingsbarrières rond de kernmaterialen die de indringing tot de betrokken bewaarplaatsen zodanig moeten vertragen, dat een tijdige ingreep vanwege de veiligheidsautoriteiten wordt bewerkstelligd.
La protection physique trouve son fondement juridique dans la loi du 4 août 1955 concernant la suˆreté de l’E´tat dans le domaine de l’énergie nucléaire et dans l’arrêté royal du 14 mars 1956 portant exécution de cette loi. La réglementation en vigueur est conforme aux dispositions des conventions internationales en la matière.
De rechtsbasis voor de fysieke bescherming van kernmaterialen vinden we terug in de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie en het koninklijk besluit van 14 maart 1956 tot uitvoering van deze wet. De toepasselijke regelgeving is in overeenstemming met de bepalingen van de terzake geldende internationale overeenkomsten.
Le directeur du service de la Sécurité nucléaire a promulgué, le 15 octobre 1975, des recommandations en matière de protection physique des matières nucléaires lors de leur utilisation et de leur entreposage.
Zij heeft geleid tot de uitvaardiging op 15 oktober 1975 van aanbevelingen door de directeur van de dienst Veiligheid inzake kernenergie omtrent de fysieke bescherming van de nucleaire stoffen tijdens het gebruik en het stapelen ervan.
Le Traité en matière de sécurité externe des matières fissiles a été présenté à la signature des E´tats des Nations unies le 3 mars 1980 et la Belgique a ratifié ce traité le 27 juillet 1984. La loi du 17 avril 1986 porte exécution des articles 7 et 8 de ce Traité en matière de sécurité externe des matières fissiles. Cette loi fixe les dispositions pénales à prendre à l’encontre de ceux qui ne respectent pas les obligations qui leur sont imposées. Le directeur du service de la Sécurité nucléaire a édicté, le 20 juillet 1989, de nouvelles recommandations qui tiennent compte de la convention.
Het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal werd op 3 maart 1980 voorgelegd aan alle Staten van de Verenigde Naties voor ondertekening en Belgie¨ heeft dit verdrag geratificeerd op 27 juli 1984. De uitvoering van de artikelen 7 en 8 van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal vinden we terug in de wet van 17 april 1986. Deze bepaalt de strafbepalingen tegen hen, die de opgelegde verplichtingen niet naleven. Op 20 juli 1989 werden nieuwe aanbevelingen verstrekt door de directeur van de dienst Veiligheid inzake kernenergie, rekening houdende met de conventie.
En outre, la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fédérale de controˆle nucléaire est entrée en vigueur en vertu de l’arrêté royal du 20 juillet 2001. Il conveint de mentionner que cette loi ne prévoyait initialement aucune compétence en matière de protection physique des matières nucléaires.
Verder is er de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle. Deze wet werd van kracht met het koninklijk besluit van 20 juli 2001. Een belangrijk gegeven was dat in deze wet oorspronkelijk geen bevoegdheid werd voorzien voor de fysieke bescherming van het nucleaire materiaal.
Entre-temps, la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations de sécurité est entrée
Ondertussen werd wel de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigin-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1979
en vigueur par son arrêté royal du 24 mars 2000. Cette loi et ses arrêtés d’exécution définissent notamment la procédure de classification et les mesures de protection à respecter pour les documents sensibles et les matières nucléaires. Le Comité ministériel du renseignement et de la sécurité adoptent des directives complémentaires.
gen van kracht met zijn koninklijk besluit van 24 maart 2000. Deze wet en haar uitvoeringsbesluiten bevatten onder andere de procedure voor de classificatie van en de beschermingsmaatregelen te nemen voor gevoelige documenten en nucleaire materialen. Bijkomende richtlijnen worden gegeven door het Ministerieel Comité voor inlichtingen en veiligheid.
La loi du 2 avril 2003, qui a modifié la loi du 15 avril 1994, a transféré la compétence en matière de protection physique à l’Agence fédérale de controˆle nucléaire et a supprimé le service initial de la Suˆreté de l’E´tat dans le domaine de l’énergie nucléaire. L’AFCN travaille actuellement encore à la rédaction de divers arrêtés d’exécution de la loi du 2 avril 2003 en vue d’optimiser les procédures de suˆreté. Dans l’attente de l’entrée en vigueur de ceux-ci, les mesures déjà imposées demeurent d’application dans les diverses installations nucléaires en Belgique.
Met de wijziging van de wet van 15 april 1994, opgelegd met de wet van 2 april 2003, wordt de bevoegdheid van de fysieke bescherming van de nucleaire materialen overgedragen naar het Federaal Agentschap voor nucleaire controle en wordt de oorspronkelijke dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie opgeheven. Ter uitvoering van de wet van 2 april 2003 werkt het FANC momenteel nog aan veschillende uitvoeringsbesluiten voor het optimaliseren van de veiligheidsprocedures. In afwachting zijn de reeds opgelegde maatregelen nog steeds van kracht en worden deze consequent toegepast in de verschillende nucleaire installaties in Belgie¨
Suite aux menaces internationales actuelles, des procédures d’urgence complémentaires ont été imposées et la protection physique fait l’objet d’une évalua` cet tion permanente et d’adaptations constantes. A effet, divers accords de collaboration ont également été conclus entre les responsables des services publics et des installations nucléaires.
Ten gevolge van huidige internationale bedreigingen werden bijkomende spoedprocedures opgelegd en is er een permanente evaluatie en aanpassignen in het kader van de fysieke bescherming. Daarbij werden ook verschillende samenwerkingsakkoorden opgesteld tussen alle verantwoordelijken uit de overheidsdiensten en de nucleaire installaties.
La concrétisation, au sein des installations précitées, des mesures prises ne peut être ici abordée plus en détails pour ne pas hypothéquer l’efficacité de ces mesures. L’information concernant ces mesures revêt un caractère confidentiel.
Op de manier waarop de genomen maatregelen worden verwezenlijkt, onder meer op de geciteerde sites en installaties, kan niet verder worden ingegaan om de doeltreffendheid van deze maatregelen niet te hypothekeren. Op deze informatie berust een verplichting van vertrouwelijkheid.
DO 2003200400264
DO 2003200400264
Question no 101 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 101 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Sécurité de transports de plutonium en Belgique.
Beveiliging van plutoniumtransporten in Belgie¨.
Un article dans le journal Le Soir du 7 octobre 2003 mentionne une étude du bureau français Wise sur la sécurité des transports de plutonium. L’étude conclut que ces transports représentent une activité à « hauts risques » pour les habitants. L’Agence fédérale de controˆle nucléaire déclare dans l’article de presse « décortiquer » l’étude.
In een artikel in de krant « Le Soir » van 7 oktober 2003 wordt gewag gemaakt van een studie van het Franse adviesbureau Wise over de beveiliging van plutoniumtransporten. De auteurs van die studie komen tot de conclusie dat dergelijke transporten een hoge risicofactor vormen voor de omwonenden. In voornoemd persartikel verklaart het Federaal Agentschap voor nucleaire controle de studie « grondig te bekijken ».
1. Combien de transports de plutonium ont eu lieu en Belgique en 2001, 2002 et 2003 ?
1. Hoeveel plutoniumtransporten zijn er in Belgie¨ geweest in 2001, 2002 en 2003 ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1980
2. Combien de kg de plutonium ont été transportés en Belgique en 2001, 2002 et 2003 ? 3. Quel est votre avis sur cette étude de Wise ?
2. Hoeveel kg plutonium werd er in Belgie¨ getransporteerd in 2001, 2002 en 2003 ? 3. Wat is uw standpunt over de studie van Wise ?
4. Quelles conclusions avez-vous tirées de l’étude de Wise ? 5. Quels risques sont créés par les transports de plutonium en Belgique ? 6. Comment ces risques sont-ils gérés ?
4. Welke conclusies trekt u uit die studie ? 5. Welke risico’s houden plutoniumtransporten in Belgie¨ in ? 6. Hoe worden die risico’s gemanaged ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 101 de Mme Muriel Gerkens du 14 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 101 van mevrouw Muriel Gerkens van 14 november 2003 (Fr.) :
1 et 2. Les mesures relatives à la protection physique des matières nucléaires qui découlent du Traité en matière de sécurité externe des matières fissiles signé par notre pays ont pour conséquence que les données relatives à ces transports doivent être traitées comme des « informations confidentielles ». Par conséquent, cette réponse doit se limiter à un aperçu général du nombre de transports sans fournir les données relatives aux quantités.
1 en 2. De maatregelen betreffende fysieke bescherming van nucleaire materialen die voortvloeien uit het door ons land onderschreven Vedrag met betrekking tot de externe beveiliging van kernmateriaal, brengen met zich mee dat de gegevens die betrekking hebben op deze transporten als « vertrouwelijke inlichtingen » dienen te worden behandeld. Daarom moet dit antwoord worden beperkt tot een algemeen overzicht van de aantallen transporten zonder verdere kwantitatieve gegevens.
Le transport sur notre territoire de plutonium contenu dans du combustible uranifère classique irradié a sensiblement diminué dans notre pays depuis le moratoire, toujours en vigueur actuellement, sur le retraitement de combustible irradié. Ce combustible irradié est, depuis lors, stocké sur les sites nucléaires de Doel et de Tihange, en attendant une décision définitive sur la destination finale de celui-ci. Le transport du plutonium dans le secteur de la fabrication et de l’utilisation d’éléments de combustible MOX (Mixed Oxide — mélange d’oxydes de Pu et d’U) concerne, d’une part, le transport de PuO2 en poudre et, d’autre part, le transport de crayons ou d’éléments de combustible MOX.
Het vervoer op ons grondgebied van plutonium vervat in bestraalde klassieke uraan splijtstof is in ons land sterk afgenomen sinds de op dit ogenblik nog altijd geldende moratorium op de opwerking van bestraalde splijtstof. Deze bestraalde splijtstof wordt sindsdien op de nucleaire sites van Doel en Tihange zelf opgeslagen in afwachting van een definitieve beslissing over de bestemming ervan. Het vervoer van plutonium in de sector vervaardiging en gebruik van MOX (Mixed Oxide — mengsel van Pu — en Uoxide) splijtstofelementen betreft het vervoer van de basisgrondstof PuO2 poeders en het vervoer van MOX-brandstofstiften of elementen.
Nombre de transports
Aantal transporten
2001 Pu dans du combustible uranifère irradié (transit Borssele-La Hague) ............. Pu destiné à la production ou présent dans du combustible MOX(**) ............................
2002
2003(*)
5
6
6
88
74
59
Pu in bestraalde uraan brandstof (transit BorsseleLa Hague) .......................... Pu bestemd voor de aanmaak van of aanwezig in MOX brandstof(**) ......................
(*) Sans les données de décembre 2003. (**) Les transports locaux de crayons de MOX sur une très courte distance à Dessel ne sont pas compris.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2001
2002
2003(*)
5
6
6
88
74
59
(*) Zonder gegevens december 2003. (**) Lokalen transporten van MOX stiften in Dessel over zeer korte afstand zijn hierin niet inbegrepen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1981
3 et 4. L’Agence fédérale de controˆle nucléaire a analysé le rapport Wise ainsi que plusieurs sources qui y sont mentionnées.
3 en 4. Het Federaal Agentschap voor nucleaire controle heeft het Wise-rapport en een aantal van de erin vermelde bronnen aan een onderzoek onderworpen.
` cette occasion, l’agence est arrivée à la conclusion A selon laquelle ce rapport surestime largement les risques de voir, lors d’un accident, un colis soumis à des sollicitations mécaniques (5 %) ou thermiques (50 %) extreˆmes qui dépasseraient les sollicitations de référence des tests réglementaires. Cette surestimation est la conséquence d’une interprétation erronée de données statistiques qui ne sont pas représentatives.
Het agentschap komt daarbij enerzijds tot de conclusie dat de kans op extreme mechanische (5 %) of thermische (50 %) belastingen van een collo tijdens een ongeval die de referentiebelastingen van de reglementair opgelegde testen overschrijden, in ernstige mate overschat zijn. De reden hiervoor is de verkeerde interpretatie van statistische gegevens die niet representatief zijn.
En guise d’illustration : en ce qui concerne la sollicitation thermique, les données statistiques des paramètres, pour autant que ceux-ci existent, sont considérées séparément et ensuite combinées comme si elles n’étaient pas interdépendantes. La réglementation prescrit toutefois un ensemble de paramètres clairement définis (durée, température et dimension) pour cette sollicitation de référence. Le caractère extreˆme d’un incendie réel doit être déterminé sur une base individuelle en comparant ses paramètres à ceux de la sollicitation de référence dans leur totalité.
Ter illustratie : voor de thermische belasting zijn de statistische gegevens van de parameters, in zoverre deze bestaan, afzonderlijk beschouwd en vervolgens gecombineerd alsof ze onafhankelijk zijn van mekaar. De reglementering schrijft nochtans een duidelijk gedefinieerde combinatie van deze parameters (tijdsduur, temperatuur en omvang) voor als referentiebelasting. Het extreme karakter van een werkelijke brand moet daarom op individuele basis bepaald worden door een vergelijking van zijn parameters met deze van de referentiebelasting in hun geheel.
En outre, tous les incendies ne sont pas représentatifs. Les pompiers interviendront peut-être moins rapidement et déploieront moins de moyens dans le cas d’incendies sans risques secondaires évidents que dans le cas d’incendies à risques élevés. La prise en compte d’incendies longs mais peu dangereux engendre une augmentation artificielle de la durée des incendies à risques.
Bovendien zijn niet alle branden representatief. Branden zonder een duidelijk bijkomend risico worden door de brandweer mogelijk minder snel en uitgebreid bestreden dan erg risicovolle branden. Het in rekening brengen van langdurige maar risicoarme branden leidt tot een kunstmatige toename van de tijdsduur van risicovolle branden.
D’autre part, l’agence estime que les conséquences radiologiques d’un accident ont été amplement surestimées. Le rapport Wise se réfère à une étude américaine pour justifier quelques hypothèses cruciales relatives à l’émission de substances radiologiques hors du colis. Cette étude a toutefois été menée dans un contexte spécifique et il n’est pas opportun d’extrapoler ces résultats à d’autres situations, comme l’admet d’ailleurs le rapport Wise.
Anderzijds is het agentschap van mening dat de radiologische gevolgen van een ongeval sterk overschat zijn. In het Wise-rapport is een Amerikaanse studie als rechtvaardiging gebruikt voor enkele cruciale veronderstellingen in verband met het vrijkomen van radioactieve stoffen uit het collo. Deze studie is echter uitgevoerd in een specifieke context en het is niet opportuun om de resultaten ervan zomaar te extrapoleren naar andere situaties, zoals het Wiserapport trouwens zelf toegeeft.
Les colis présentent, dans la majorité des cas, une marge de sécurité substantielle par rapport aux sollicitations de référence réglementaires. Une sollicitation qui dépasse ces sollicitations de référence ne provoque donc pas nécessairement la défaillance du colis de par sa perte d’étanchéité, ni, a fortiori, le scénario extrême au niveau de l’impact radiologique, comme le suggère le rapport Wise.
Colli vertonen meestal nog een aanzienlijke veiligheidsmarge bij de reglementaire referentiebelastingen. Een belasting die deze referentiebelastingen overschrijdt, resulteert daarom niet noodzakelijk meteen in het falen van het collo door het verlies van de lekdichtheid, en a fortiori niet in het meest extreme scenario op het vlak van radiologische impact zoals door het Wiserapport wordt gesuggereerd.
E´tant donné l’absence d’analyse concrète sur la probabilité des scénatios d’accidents comportant les conséquences radiologiques graves prétendues, toute l’attention se porte sur ces conséquences radiologiques. Tout en suggérant que ces accidents ne sont pas
Omdat er geen concrete analyse gemaakt wordt van de waarschijnlijkheid van de ongevalscenario’s met de vermeende ernstige radiologische gevolgen, wordt de aandacht volledig toegespitst op deze radiologische gevolgen. Samen met de suggestie dat deze ongevallen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
249
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1982
si rares, il en résulte une image largement surfaite du risque réel de ces transports.
niet zo zeldzaam zijn, wordt hierdoor een zeer sterk overtrokken beeld gecree¨erd van het ree¨le risico van deze transporten.
La teneur générale du rapport Wise ne se justifie donc pas, étant donné qu’il conclut notamment que la réglementation actuelle relative au transport de matières radioactives n’offre pas une protection suffisante contre les dangers que comporte le transport de substances contenant du plutonium.
De algemene teneur van het Wise-rapport, met name dat de huidige reglementering voor het vervoer van radioactieve stoffen onvoldoende bescherming biedt tegen de gevaren verbonden aan het vervoer van plutoniumhoudende stoffen, is dan ook niet gerechtvaardigd.
` cet effet, il y a lieu de distinguer, d’une 5 et 6. A part, les risques au niveau de la suˆreté du transport relatifs à l’impact potentiel sur l’homme et l’environnement et, d’autre part, les risques relatifs au vol et à l’acquisition illicite de ces matières fissiles dans le cadre des traités sur la non-prolifération des armes nucléaires et, en général, toute forme de sabotage, de détournement ou autre acte de malveillance. Les mesures de protection contre ces derniers sont désignées par le terme « sécurité » ou « protection physique des matières nucléaires ».
5 en 6. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden naar risico’s op het vlak van veiligheid tijdens het vervoer met betrekking tot mogelijke impact op mens en leefmilieu enerzijds en anderzijds de risico’s met betrekking tot diefstal en ongeoorloofde verwerving van deze splijtstoffen in het kader van de verdragen op de niet verspreiding van kernwapens en in’t algemeen elke vorm van sabotage, verduistering of andere misdadige actie. Beschermingsmaatregelen met betrekking tot deze laatste risico’s worden samengevat onder de term « beveiliging » ook gekend als « de fysieke bescherming van kernmaterialen ».
En ce qui concerne la suˆreté du transport, la réglementation internationale sur le transport prévoit des normes uniformes auxquelles doivent satisfaire les colis dont le contenu est radioactif, en ce compris le transport de plutonium. Lorsque les quantités de matières radioactives sont de nature à pouvoir occasionner une exposition importante aux rayonnements ou lorsque des matières fissiles présentent des quantités pour lesquelles une réaction nucléaire en chaıˆne ne peut a priori pas être exclue, les colis doivent continuer à remplir leur fonction de suˆreté même en cas d’accident survenu pendant leur transport. Une série de tests sont définis pour déterminer les sollicitations mécaniques et thermiques auxquelles doit résister le modèle de colis avant de pouvoir être approuvé par les autorités compétentes. Les conditions de test sont choisies de telle sorte que les dégradations soient représentatives de celles qui peuvent être occasionnées lors d’accidents très graves. Elles ne peuvent toutefois pas être représentatives des sollicitations d’un accident extrême, mais elles peuvent couvrir celles de la grande majorité des accidents. Les accidents qui comportent un impact radiologique significatif ne peuvent donc jamais être totalement exclus, comme ce n’est d’ailleurs pas le cas pour d’autres risques liés aux activités humaines.
Wat de vervoersveiligheid betreft voorziet de internationale vervoersreglementering in uniforme normen waaraan de colli met radioactieve inhoud, dus ook deze voor het vervoer van plutonium, dienen te voldoen. Wanneer de hoeveelheden radioactieve stoffen van dien aard zijn dat ze tot ernstige blootstelling aan straling aanleiding kunnen geven of, wanneer er in het geval van splijtstoffen, hoeveelheden aanwezig zijn waarbij het ontstaan van een nucleaire kettingreactie niet a-priori uit te sluiten is, dienen de colli hun veiligheidsfuncties zelfs bij ongevallen tijdens het vervoer te blijven vervullen. Hiertoe worden een geheel van testen gedefinieerd die de mechanische en thermische belastingen bepalen waaraan het model van collo met goed gevolg dient te weerstaan vooraleer het door de bevoegde overheid kan worden goedgekeurd. De testvoorwaarden zijn dusdanig gekozen dat de beschadiging representatief is voor deze die bij zeer ernstige ongevallen kan worden veroorzaakt. Ze kunnen echter onmogelijk representatief zijn voor de belastingen van het ergst denkbare ongeval, wel omhullend voor deze van de overgrote meerderheid van de ongevallen. Ongevallen met significante radiologische impact zijn dus nooit volledig uit te sluiten, zoals dit trouwens ook niet het geval is voor andere risico’s verbonden met menselijke activiteiten.
C’est la raison pour laquelle les prescriptions réglementaires et, en particulier les normes d’emballages, doivent en permanence être évaluées et adaptées, compte tenu de l’évolution de la technologie et de l’expérience acquise. L’AFCN y collabore activement au sein de l’Agence internationale de l’énergie atomique.
Daarom ook worden de reglementaire voorschriften en in het bijzonder de verpakkingsnormen continu gee¨valueerd en bijgestuurd, rekening houdend met de evoluerende technologie en de opgedane ervaring. Het FANC werkt hier binnen de Internationale Organisatie voor atoomenergie actief aan mee.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1983
L’AFCN coordonne l’intervention en cas d’accidents de transport impliquant des matières radioactives. Si l’intervention nécessite des moyens supérieurs à ceux, limités, que l’AFCN peut directement solliciter, le plan d’urgence nucléaire et radiologique pour le territoire belge prévoit de coordonner cette intervention au sein de cette structure.
Het FANC coo¨rdineert de interventie in geval van transportongevallen waarbij radioactieve stoffen betrokken zijn. In geval de interventie een breder draagvlak vereist dan de beperkte middelen die het FANC rechtstreeks kan aanspreken, voorziet het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied in een coo¨rdinatie van de interventie binnen deze structuur.
Dans le cas spécifique de transports de plutonium, les mesures de sécurité imposées pour ces transports favorisent également la suˆreté de ces transports ainsi que l’efficacité de l’intervention en cas d’accident.
In dit specifieke geval van plutoniumtransporten zijn de opgelegde maatregelen tijdens het vervoer vanuit het oogpunt beveiliging tevens bevorderlijk voor de veiligheid van deze transporten en voor de efficie¨ntie van de interventie in geval van een ongeval.
En ce qui concerne la sécurité des transports sont prises toutes les mesures auxquelles notre pays s’est engagé en vertu des engagements et accords internationaux conclus, notamment le Traité en matière de sécurité externe des matière fissiles. Suite aux menaces internationales actuelles, ces mesures sont évaluées en permanence et elles sont adaptées si besoin en est. Ces adaptations ont toujours lieu après une coordination approfondie et spécifique de toutes les informations recueillies séparément par les divers services publics responsables. Ces mesures de sécurité relèvent également depuis peu de la compétence de l’AFCN.
Wat deze beveiliging van de transporten betreft worden alle maatregelen getroffen waartoe ons land zich verbonden heeft krachtens de aangegane internationale verbintenissen en overeenkomsten, in het bijzonder deze van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal. Ten gevolge van de huidige internationale bedreigingen is er een continue evaluatie en bijsturing van deze maatregelen daar waar nodig. Dit gebeurt steeds na een grondige en specifieke coo¨rdinatie van alle inlichtingen die door de verschillende verantwoordelijke overheidsdiensten afzonderlijk worden ingewonnen. Ook deze beveiligingsmaatregelen behoren sinds kort tot de bevoegdheid van het FANC.
La concrétisation sur le terrain de ces mesures prises ne peut être abordé plus en détails ici pour ne pas en diminuer l’efficacité. Celles-ci sont évidemment soumises aux règles en matière de confidentialité.
Op de manier waarop de genomen maatregelen concreet worden verwezenlijkt kan hier niet verder worden ingegaan om de doeltreffendheid ervan niet te verminderen en deze zijn uiteraard ook aan de regels inzake vertrouwelijkheid onderworpen.
DO 2003200400293
DO 2003200400293
Question no 103 de M. François-Xavier de Donnéa du 18 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 103 van de heer François-Xavier de Donnéa van 18 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
E´trangers. — Statistiques de regroupement familial.
Vreemdelingen. — Statistieken betreffende de gezinshereniging.
L’article 10 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, régit le regroupement familial. S’il est tout à fait normal et compréhensible qu’une personne installée dans un pays veuille y faire venir ses proches, force est de constater que les dispositions prévues par la loi dans un objectif humanitaire risquent peut-être d’avoir des conséquences à long terme qui n’ont pas toujours été bien évaluées.
De gezinshereniging wordt geregeld bij artikel 10 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Het is meer dan normaal en begrijpelijk dat iemand zijn familieleden wenst te laten overkomen naar het land waar hij zich heeft gevestigd. Toch moet worden vastgesteld dat de bepalingen van de wet, hoe menslievend ze ook zijn opgevat, op lange termijn misschien gevolgen kunnen hebben die niet altijd even correct werden ingeschat.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1984
1. Combien de personnes sont arrivées en Belgique sous le couvert du regroupement familial au cours des années 2001, 2002 et des six premiers mois de l’année 2003 ? ` quel titre ces personnes ont été admises à 2. A rejoindre le regroupant (enfant, conjoint, ascendant) ?
1. Hoeveel personen zijn er in de jaren 2001 en 2002 en tijdens de eerste zes maanden van het jaar 2003 op grond van de gezinshereniging naar Belgie¨ gekomen ?
3. Quel est leur statut (reçoivent-elles un permis de séjour à durée déterminée, à durée indéterminée, etc.) ?
3. Wat is hun statuut (ontvangen zij een verblijfsvergunning van bepaalde duur, van onbepaalde duur, enz.) ?
4. Combien de temps restent-elles en moyenne en Belgique ? 5. Quelle est leur provenance ?
2. Op welke grond kregen zij de toestemming om zich bij de gezinshereniger (kind, echtgeno(o)t(e), ouder) te voegen ?
4. Hoe lang blijven zij gemiddeld in Belgie¨ ? 5. Waar komen zij vandaan ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 103 de M. François-Xavier de Donnéa du 18 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 103 van de heer François-Xavier de Donnéa van 18 november 2003 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende informatie mee te delen.
1. Durant la période de 2001 à juin 2003 inclus, l’Office des étrangers a délivré 15 636 visas de regroupement familial, répartis par année comme suit :
1. In de periode van 2001 tot en met juni 2003 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken 15 636 visa voor gezinshereniging toegekend, als volgt onderverdeeld per jaar :
2001 : 4 500;
2001 : 4 500;
2002 : 7 466;
2002 : 7 466;
2003 jusqu’au mois de juin inclus : 3 670.
tot en met juni 2003 : 3 670.
En ce qui concerne les visas de regroupement familial délivrés d’office par les ambassades et consulats belges, les statistiques du SPF Affaires étrangères ne permettent pas de distinguer entre les visas long séjour délivrés.
Wat betreft de visa voor gezingshereniging van ambtswege afgeleverd door de Belgische ambassades en consulaten, laten de statistieken van de FOD Buitenlandse Zaken niet toe een onderscheid te maken tussen de afgeleverde visa voor lang verblijf.
2. Les chiffres disponibles ne font pas la distinction entre les conjoints, les (petits-)enfants ou les (grands-) parents.
2. Er zijn geen aparte cijfers beschikbaar om te bepalen of het gaat om echtgenoten, (klein)kinderen dan wel om (groot)ouders.
Une distinction est toutefois faite entre les trois formes suivantes de regroupement familial :
Wel wordt een onderscheid gemaakt tussen de drie volgende vormen van gezinshereniging :
— l’article 40 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers : les membres de famille de Belges ou de ressortissants des E´tats membres de l’Espace économique européen (EEE) — 7 616 visas;
— artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen : gezinsleden van Belgen of van onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) — 7 616 visa;
— l’article 10bis, § 1er, de la même loi : les membres de famille d’étudiants n’appartenant pas à l’EEE 414 visas;
— artikel 10bis, § 1, van deze wet : gezinsleden van studenten niet behorend tot de EER — 414 visa;
— l’article 10 de la même loi : les membres de famille des autres étrangers n’appartenant pas à l’EEE — 7 606 visas.
— artikel 10 van deze wet : gezinsleden van overige vreemdelingen niet behorend tot de EER — 7 606 visa.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1985
Seul le conjoint et/ou les enfants mineurs à charge peuvent faire usage des deux dernières formes de regroupement familial, les parents ne peuvent pas y avoir recours.
Enkel de echtgeno(o)t(e) en/of de minderjarige kinderen ten laste kunnen gebruik maken van deze twee laatste vormen van gezinshereniging, niet de ouders.
3. Les membres de famille reçoivent en principe un permis de séjour de la même durée que la personne sur base de laquelle le droit de regroupement familial a été invoqué.
3. De gezinsleden verkrijgen in principe een verblijfsvergunning voor dezelfde duur als de persoon op basis van wie het recht op gezinshereniging ingeroepen wordt.
En cas de regroupement familial sur base de l’article 40 de la loi précitée du 15 décembre 1980, il s’agira pratiquement toujours d’un séjour illimité. Pour les cas basés sur l’article 10bis, § 1er, par contre, on délivre toujours un permis de séjour limité à un an, qui peut éventuellement être prorogé. Pour les cas basés sur l’article 10, le séjour est en principe illimité mais, si le membre de la famille rejoint un étranger qui séjourne pour une durée limitée en Belgique, son séjour sera dans les faits limité à cette durée.
In geval van gezinshereniging op basis van artikel 40 van de voornoemde wet van 15 december 1980 zal het nagenoeg steeds gaan om onbeperkt verblijf. In geval van artikel 10bis, § 1, wordt daarentegen steeds een beperkte verblijfsvergunning van 1 jaar afgeleverd, die eventueel verlengd kan worden. In geval van artikel 10 ten slotte, is het verblijf in principe onbeperkt maar, indien het familielid zich voegt bij een vreemdeling die voor beperkte duur in Belgie¨ verblijft, wordt zijn verblijf feitelijk beperkt tot deze duur.
4. La durée moyenne de séjour ne figure pas parmi les données disponibles. Des données susmentionnées, il apparaıˆt cependant que dans la plupart des cas, c’est un permis de séjour d’une durée illimitée qui est délivré.
4. Een gemiddelde verblijfsduur kan niet afgeleid worden uit de beschikbare gegevens. Uit de bovenstaande gegevens blijkt evenwel dat in het merendeel van de gevallen een verblijfsvergunning voor onbeperkte duur wordt afgeleverd.
5. Les étrangers qui ont recours au regroupement familial sont surtout originaires du Maroc (5 763 visas durant la période concernée) et la Turquie (2 925 visas).
5. De vreemdelingen die gebruik maken van gezinshereniging zijn vooral afkomstig van Marokko (5 763 visa in de betrokken periode) en Turkije (2 925 visa).
DO 2003200400294
DO 2003200400294
Question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 18 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 104 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Centrales nucléaires. — Problème d’anomalie de conception dans les systèmes de refroidissement des réacteurs.
Kerncentrales. — Mogelijke anomalie in het ontwerp van de koelsystemen van de reactoren.
Selon des articles parus dans La Libre Belgique du 6 novembre 2003 et dans « De Morgen » du 7 novembre 2003 l’Autorité française de suˆreté nucléaire (ASN) détectait « une possible anomalie de conception dans les systèmes de refroidissement des réacteurs des centrales nucléaires, qui pourrait avoir de graves conséquences en cas d’accident ». Ce risque toucherait plus de la moitié du parc nucléaire dans le monde, dont les sept réacteurs belges.
Volgens artikelen in de kranten « La Libre Belgique » van 6 november 2003 en De Morgen van 7 november 2003 waarschuwt de Franse nucleaire waakhond ASN (Autorité de suˆreté nucléaire) voor een mogelijke anomalie in het ontwerp van de koelsystemen van de reactoren van kerncentrales, die ernstige gevolgen kan hebben bij een reactorongeval. Meer dan de helft van de kerninstallaties over de hele wereld, waaronder de zeven Belgische reactoren, zou dat gebrek vertonen.
Un responsable de l’Association Vinçotte nucléaire (AVN) reconnaissait le problème et déclarait que le problème est en cours de remédiation, mais cela prend du temps car ce sont des travaux lourds qui requièrent une continuelle réévaluation.
Een woordvoerder van de Associatie Vinçotte nucleair (AVN) heeft toegegeven dat er een probleem is, maar er wordt aan een oplossing gewerkt. Dit vergt evenwel tijd, want het gaat om ingrijpende aanpassingen die voortdurend opnieuw gee¨valueerd moeten worden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1986
1. Est-il vrai que ce problème d’anomalie de conception dans les systèmes de refroidissement des réacteurs se pose également dans nos sept centrales nucléaires ? ` quel moment ce problème a-t-il été détecté en 2. A Belgique ?
1. Komt die anomalie in het ontwerp van de koelsystemen van de reactoren ook in de zeven Belgische kerncentrales voor ?
3. Quelles mesures ont été exigées ou recommandées par l’AVN pour nos sept centrales nucléaires ?
3. Welke maatregelen eist of beveelt AVN aan voor onze zeven kerncentrales ?
4. a) Ou` en est-on dans l’exécution de ces mesures ?
4. a) Wat is de stand van zaken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van die maatregelen ?
b) Quand seront terminés ces travaux ?
b) Wanneer zullen die werkzaamheden bee¨indigd zijn ?
5. Quelles mesures ont été exigées par l’Agence fédérale de controˆle nucléaire ?
5. Welke maatregelen eist het Federaal Agentschap voor nucleaire controle ?
6. a) Ou` en est-on dans l’exécution de ces mesures ?
6. a) Hoe ver is men gevorderd met de tenuitvoerlegging van die maatregelen ?
b) Quand seront terminés ces travaux ?
b) Wanneer zullen die werkzaamheden bee¨indigd zijn ?
7. Quelle est l’année de la prochaine révision décennale pour chacune de nos sept centrales ?
7. In welk jaar vindt de eerstkomende tienjaarlijkse herziening van onze zeven kerncentrales plaats ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 18 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 104 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 november 2003 (Fr.) :
1. Le problème évoqué ne constitue pas une anomalie de conception, car le risque de colmatage des filtres des puisards a, bien entendu, été pris en compte à la conception, mais des éléments nouveaux ont récemment conduit à réanalyser ce risque. Des études menées au plan international et par l’Autorité française de suˆreté nucléaire (ASN) soulèvent des interrogations sur la possibilité de colmatage des filtres des puisards du circuit de recirculation d’eau situés au fond du baˆtiment du réacteur. Un tel colmatage pourrait compromettre le refroidissement du réacteur lors de certains accidents. Ces puisards ont pour fonction de collecter l’eau qui s’échappe en cas de fuite importante du circuit primaire au cours d’une situation accidentelle, afin notamment de la renvoyer dans le circuit d’injection d’eau de sécurité et d’assurer le refroidissement du réacteur.
1. Het aangehaalde probleem is niet te beschouwen als een anomalie in het ontwerp, want bij het ontwerp werd er wel degelijk rekening gehouden met een mogelijke verstopping van de filters van de reactorputten. Nieuwe elementen hebben er onlangs toe geleid het risico opnieuw te analyseren. Studies die op internationaal niveau en door de Franse nucleaire veiligheidsautoriteiten (ASN) werden uitgevoerd, roepen vragen op omtrent de mogelijkheid tot verstopping van de filters in de reactorputten van de recirculatiekring, onderin het reactorgebouw. Zo’n verstopping zou in bepaalde ongevalsituaties de verdere koeling van de reactor in het gedrang kunnen brengen. De reactorputten dienen voor het opvangen van het koelwater dat zou ontsnappen via een belangrijke breuk in de primaire kring, ten einde dit terug in de veiligheidsinjectiekring te pompen om de koeling van de reactor te verzekeren.
Dans l’état actuel des connaissances, le caractère avéré de ce phénomène de colmatage, susceptible de concerner l’ensemble des réacteurs à eau sous pression dans le monde, n’est pas établi. Ce risque potentiel touche en réalité plus de la moitié du parc nucléaire dans le monde, dont les sept réacteurs belges.
Volgens de huidige kennis is het niet bewezen dat dit verstoppingsverschijnsel zich ook daadwerkelijk zal voordoen. Dit mogelijke risico heeft betrekking op alle drukwaterreactoren in de wereld, die meer dan de helft uitmaken van het nucleaire park in de wereld, waaronder de zeven Belgische reactoren.
2. Il faut rappeler que ce risque est la possibilité d’un colmatage des filtres en situation accidentelle
2. Er dient aan te worden herinnerd dat dit risico van een verstopping van de filters slechts bestaat bij
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Wanneer werd het probleem in Belgie¨ ontdekt ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1987
sérieuse, à savoir une fuite importante sur le circuit primaire. Les autorités de suˆreté belges ont eu connaissance des problèmes quelques jours après l’incident survenu en Suède en juillet 1992. Des études ont été initiées au niveau international après cet incident.
zeer ernstige ongevalsituaties, namelijk een aanzienlijk lek in de primaire kring. De Belgische veiligheidsautoriteiten hebben enkele dagen na het incident in Zweden, dat zich in juli 1992 heeft voorgedaan, kennis genomen van de problemen. Na dit incident werden er op internationaal niveau studies aangevat.
3. AVN a demandé à l’exploitant des réacteurs nucléaires belges d’effectuer :
3. AVN heeft de exploitant van Belgische kernreactoren gevraagd om over te gaan tot :
— les réponses aux analyses de la taille des filtres des réacteurs et, si nécessaire, augmentation de la taille de ces filtres;
— het analyseren van de grootte van de filters van de reactoren en, zo nodig, het vergroten ervan;
— la réponse au lancement d’un projet générique sur le sujet en 1997 et suivi des résultats d’études menées au niveau international;
— het lanceren van een generiek project over het onderwerp (in 1997) en het opvolgen van de studieresultaten op internationaal niveau;
— les réponses aux demandes précises notifiées en juillet 1999 suite à la publication par le régulateur américain;
— het beantwoorden van precieze vragen (gesteld in juli 1999) naar aanleiding van de publicatie door de Amerikaanse regulator;
— les réponses aux demandes d’accorder une priorité accrue à ce sujet et d’établir un plan d’actions.
— het toekennen van een verhoogde prioriteit aan dit onderwerp en het opstellen van een actieplan.
4. a) L’établissement de documents supports spécifiques pour les opérateurs afin de leur permettre de réagir en cas de nécessité sera terminé à la fin de l’année 2003. L’évaluation des modifications réalisées par d’autres exploitants de centrales nucléaires et les propositions de solutions techniques est en cours. La mise en œuvre du guide établi par le Nuclear Energy Institute pour effectuer un inventaire complet des matériaux présents dans les baˆtiments réacteurs des centrales belges et pouvant contribuer au bouchage des puisards de recirculation est également en cours.
4. a) De redactie van specifieke documenten ter ondersteuning van de operatoren opdat zij op gepaste wijze zouden reageren wanneer dit noodzakelijk zou zijn, zal op het einde van 2003 zijn bee¨indigd. De evaluatie van de wijzigingen die door andere exploitanten van kerncentrales werden doorgevoerd en van de voorgestelde technische oplossingen, is aan de gang. De toepassing van de richtlijn opgesteld door het Nuclear Energy Institute voor het opmaken van een volledige inventaris van alle aanwezige materialen in het reactorgebouw van de Belgische centrales die een rol zouden kunnen spelen bij de verstopping van de reactorputten is eveneens aan de gang.
b) Comme indiqué au 4, a), la rédaction des documents supports sera terminée fin 2003. La synthèse des mesures prises au niveau international sera également terminée fin 2003. Les études relatives aux mesures correctives éventuelles sont en cours et le planning des réalisations n’est pas encore fixé.
b) Zoals vermeld onder 4, a), zal het opstellen van de ondersteunende documenten eind 2003 bee¨indigd zijn. De synthese van de maatregelen die op internationaal niveau werden genomen, zal eveneens eind 2003 bee¨indigd zijn. De studies met betrekking tot eventuele correctieve maatregelen zijn aan de gang maar de planning voor de uitvoering ervan werd nog niet vastgesteld.
5. Des consultations régulières sont organisées entre l’Agence fédérale de controˆle nucléaire et AVN. Au cours de ces réunions, les problèmes concernant la suˆreté des centrales nucléaires et les incidents significatifs survenus dans les centrales nucléaires d’autres pays y sont discutés et les conséquences possibles pour les centrales nucléaires belges y sont examinées. Les mesures adéquates à prendre dans le cadre du retour d’expérience sont prises en accord entre l’AFCN et AVN.
5. Er wordt geregeld overleg gepleegd tussen het Federaal Agentschap voor nucleaire controle en AVN. Tijdens deze vergaderingen worden de veiligheidsproblemen van de kerncentrales en de significante incidenten die zich in de kerncentrales in andere landen hebben voorgedaan, besproken en de mogelijke gevolgen voor de Belgische kerncentrales onderzocht. Alle maatregelen in het kader van de terugkoppeling van de ervaringsgegevens worden getroffen in samenspraak tussen het FANC en AVN.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1988
6. a) et b) Les réponses à ces deux questions sont les mêmes que celles fournies aux questions 4, a) et b).
6. a) en b) De antwoorden op deze twee vragen zijn dezelfde als deze verstrekt op de vragen 4, a) en b).
7. L’année de la prochaine révision décennale pour chacune des sept centrales belges est la suivante :
7. Het jaar van de eerstvolgende tienjaarlijkse herziening is voor elk van de zeven Belgische centrales de volgende :
— deuxième révision décennale :
— tweede tienjaarlijkse herziening :
•
2005 : Doel-4, Tihange-3
•
— troisième révision décennale :
2005 : Doel-4, Tihange-3
— derde tienjaarlijkse herziening :
•
2005 : Doel-1 et 2, Tihange-1
•
2005 : Doel-1 en 2, Tihange-1
•
2012 : Doel-3
•
2012 : Doel-3
•
2013 : Tihange-2
•
2013 : Tihange-2
DO 2003200410388
DO 2003200410388
Question no 114 de M. Filip De Man du 3 décembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 114 van de heer Filip De Man van 3 december 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Office des étrangers. — Condamnation par le tribunal de commerce.
Dienst Vreemdelingenzaken. — Veroordeling door rechtbank van koophandel.
Dans le courant du mois de mai 2003, l’Office des étrangers a été condamné par le tribunal de commerce au paiement d’une somme de 492 000 euros majorée des intérêts de retard.
In de loop van mei 2003 werd de Dienst Vreemdelingenzaken door de rechtbank van koophandel veroordeeld tot de betaling van een som van 492 000 euro plus verwijlintresten.
Pourriez-vous dire pourquoi cette somme (rondelette) doit être payée, et à qui elle doit être payée ?
Kan u meedelen waarom en aan wie dit (niet onbelangrijk) bedrag moet betaald worden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 décembre 2003, à la question no 114 de M. Filip De Man du 3 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 december 2003, op de vraag nr. 114 van de heer Filip De Man van 3 december 2003 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. En mai 2003, l’E´tat belge a été condamné par le tribunal de première instance (et non de commerce) de Bruxelles au paiement de 492 696 euros à la SA Trasys, fournisseur de programmes informatiques à l’Office des étrangers.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
Il s’agissait d’une facture couvrant la période 19992000, qui ne pouvait pas être payée, parce qu’elle avait été bloquée par la Cour des comptes suite à des prestations non conformes.
Het gaat hierbij om een factuur uit de periode 19992000, die toen niet betaald kon worden, omdat deze geblokkeerd werd door het Rekenhof wegens gebrekkige prestaties van Trasys.
Dès que ces prestations ont été livrées, la Cour des comptes a libéré cette facture. Cela s’est fait fin 2002.
Zodra deze prestaties wel geleverd werden, gaf het Rekenhof deze factuur vrij. Dit was eind 2002.
La facture ne pouvait alors toujours pas être payée, parce qu’elle n’était pas prévue dans le budget de cette année. Des crédits supplémentaires n’ont pas été obte-
De factuur kon toen echter niet betaald worden, omdat dit niet voorzien was op de begroting van dat jaar. Evenmin werden bijkredieten verkregen voor
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In mei 2003 werd de Belgische Staat door de rechtbank van eerste aanleg (niet koophandel) van Brussel veroordeeld tot de betaling van 492 696 euro aan de NV Trasys, softwareleverancier van de Dienst Vreemdelingenzaken.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1989
nus non plus pour 2003. Ceci a conduit à la condamnation de l’E´tat belge en mai 2003.
2003 om deze factuur te betalen. Dit leidde tot de veroordeling van de Belgische Staat in mei 2003.
Une partie de cette somme a entre temps été payée. Momentanément, il reste encore 417 841 euros à payer.
Een gedeelte van deze som werd inmiddels terugbetaald. Momenteel dient nog 417 841 euro betaald te worden.
Des crédits supplémentaires ont, en outre, été obtenus pour 2004, de sorte que cette facture pourra être totalement payée.
Er werden overigens wel bijkredieten vekregen voor 2004, zodat deze factuur dan volledig betaald zal kunnen worden.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2003200400070
DO 2003200400070
Question no 22 de M. Philippe Monfils du 21 octobre 2003 (Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 22 van de heer Philippe Monfils van 21 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
Statut des vétérans.
Statuut van veteraan.
Le statut des vétérans a été reconnu par le législateur et un arrêté royal d’application a été pris.
De wetgever heeft het statuut van veteraan erkend en er werd een uitvoeringsbesluit getroffen.
1. a) Pouvez-vous communiquer quelle sera la procédure à suivre pour que les intéressés puissent bénéficier de la reconnaissance du titre de vétéran ? ` combien estimez-vous le nombre de vétérans qui b) A pourraient, à l’heure actuelle, être reconnus sur base de la loi et de l’arrêté royal d’exécution ?
1. a) Kan u meedelen welke procedure de betrokkenen moeten volgen om de titel van veteraan te kunnen verkrijgen ?
2. Dans l’état actuel des choses, il ne s’agit que d’une reconnaissance morale. Cependant, je suppose qu’un titre, qui statuera sur leur demande, sera délivré aux vétérans.
2. In de huidige stand van zaken gaat het slechts om een morele erkenning. Ik veronderstel echter dat de veteranen ter bevestiging van hun aanvraag een titel zullen krijgen.
Quel est l’organisme qui se chargera du répertoire des vétérans et, éventuellement, des aides logistiques qui pourraient, en dehors des aides matérielles, leur être attribuées ?
Welk organisme zal belast worden met het bijhouden van een lijst der veteranen en, eventueel, met de logistieke steun die hen, naast de materie¨le steun, zou kunnen worden toegewezen ?
Réponse du ministre de la Défense du 24 décembre 2003, à la question no 22 de M. Philippe Monfils du 21 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 24 december 2003, op de vraag nr. 22 van de heer Philippe Monfils van 21 oktober 2003 (Fr.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vragen aan te treffen.
1. a) Les procédures à suivre doivent encore être définies en concertation avec l’Institut des vétérans — Institut national des invalides de guerre (IV-INIG).
1. a) De te volgen procedures moeten nog in samenspraak met het Instituut voor veteranen — Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden (IV-NIOI) bepaald worden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
b) Hoeveel veteranen zouden thans op grond van de wet en van het uitvoeringsbesluit erkend kunnen worden ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
250
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1990
b) Plus de 35 000 membres et anciens membres du département de la Défense répondent aux conditions pour se voir attribuer le titre de vétéran.
b) Meer dan 35 000 personeelsleden en gewezen personeelsleden van het departement van Landsverdediging voldoen aan de voorwaarden om de titel van veteraan toegekend te krijgen.
2. Sur base des données fournies par la sous-section Notariat de la Direction générale des ressources humaines (HRG-A/N) — anciennement connue sous la dénomination Office central de la matricule — l’IVINIG tiendra à jour le répertoire des vétérans. C’est aussi l’IV-INIG qui leur fournira à terme un soutien administratif, matériel, social et moral.
2. Op basis van de gegevens die door de ondersectie Notariaat van de Algemene Directie human resources (HRG-A/N) — vroeger gekend als Centrale Dienst van het stamboek — zullen geleverd worden, zal het IV-NIOI het veteranenrepertorium bijhouden. Op termijn zal het IV-NIOI ook een administratieve, materie¨le, sociale en morele steun aan de veteranen leveren.
DO 2003200400097
DO 2003200400097
Question no 24 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 24 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ».
Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ».
En vue de maıˆtriser les dépenses des divers départements et de garantir le maintien de l’équilibre budgétaire, le gouvernement précédent a adopté le principe budgétaire de l’« ancre ». Concrètement, il semble qu’il a été décidé que le taux d’utilisation cumulé des crédits d’ordonnancement lors de l’année budgétaire 2003 ne pouvait en aucun cas dépasser le taux d’utilisation cumulé de l’année précédente. En ce qui concerne le programme d’investissement des départements, la libération périodique par le Conseil des ministres pour les neuf premiers mois de 2003 ne s’élèverait qu’à 3/15. L’Inspection des Finances et les controˆleurs des engagements ayant également reçu pour mission de veiller de façon stricte au respect de cette mesure.
Om de uitgaven van de verschillende departementen te kunnen beheersen en het behoud van het begrotingsevenwicht te garanderen heeft de vorige regering het anker-begrotingsprincipe ingevoerd. Concreet gesproken zou er beslist zijn dat de gecumuleerde benuttingsgraad van de ordonnanceringskredieten tijdens het begrotingsjaar 2003 in geen geval de gecumuleerde benuttingsgraad tijdens het vorige jaar mag overschrijden. Wat het investeringsprogramma van de departementen betreft, zou de periodieke vrijgave door de Ministerraad voor de eerste negen maanden van 2003 slechts 3/15 bedragen. De Inspectie van Financie¨n en de controleurs van de vastleggingen kregen dan ook de opdracht strikt toe te zien op de naleving van die maatregel.
Il me revient qu’une série de frais, qui sont arbitrairement classés dans la colonne « non prioritaire » alors qu’ils sont indispensables au bon fonctionnement des services de votre département, auraient bel et bien été engagés sans que ceux-ci aient été payés aux fournisseurs.
Ik heb vernomen dat een aantal kosten die willekeurig in de kolom « niet prioritair » werden ondergebracht terwijl ze in feite onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de diensten van uw departement, wel degelijk zouden zijn vastgelegd zonder dat ze aan de leveranciers zouden zijn betaald.
Selon Michel Jadot, s’exprimant récemment dans la presse, il semble que cette technique de report de certains paiements aurait été érigée en mode de fonctionnement politique particulièrement préjudiciable à l’égard de la plupart des sous-traitants, des indépendants, des petits entrepreneurs du secteur non marchand, de nombreuses associations qui éprouvent des difficultés de trésorerie en n’obtenant pas le paiement de subventions ou de prestations.
Zoals de heer Jadot onlangs in de pers heeft verklaard zou deze techniek van uitstel van sommige betalingen tot een politieke werkwijze zijn verheven die bijzonder nadelig is voor de meeste onderaannemers, de zelfstandigen, de kleine ondernemers uit de non-profit sector en voor talrijke verenigingen die door het uitblijven van de betaling van subsidies of van prestaties in geldnood komen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1991
1. a) Quelles sont les conséquences de la mise en œuvre du principe de l’« ancre » sur le paiement de dépenses engagées mais non encore acquittées par le Trésor au sein de votre département ?
1. a) Welke weerslag heeft de invoering van het « ankerprincipe » voor uw departement op de betaling van uitgaven die wel vastgelegd maar nog niet vereffend werden door de Thesaurie ?
b) En d’autres termes, quel est le montant de l’encours au sein de votre département à la date du 30 septembre 2003 ?
b) Met andere woorden, wat is het uitstaande bedrag van de vastleggingen voor uw departement op 30 september 2003 ?
2. Quels sont les délais moyens de liquidation par le Trésor public d’une facture engagée par votre département ?
2. Wat zijn de gemiddelde termijnen die de Thesaurie toepast bij de afrekening van een factuur die door uw departement werd vastgelegd ?
3. Le principe de l’« ancre » permet-il à votre département de respecter l’article 4 de la loi du 2 aouˆt 2002 concernant la lutte contre le retard de paiement dans les transactions commerciales qui prévoit que tout paiement en rémunération d’une transaction commerciale doit être effectué dans un délai de 30 jours à partir du jour qui suit celui :
3. Kan uw departement door de invoering van het « ankerprincipe » de bepalingen van artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties naleven ? Dit artikel bepaalt dat elke betaling tot vergoeding van een handelstransactie dient te gebeuren binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die :
1o de la réception, par le débiteur, de la facture ou d’une demande de paiement équivalente,
1o van de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling,
ou 2o de la réception des marchandises ou de la prestation de services, si la date de réception de la facture ou de la demande de paiement équivalente est incertaine ou si le débiteur reçoit la facture ou la demande de paiement équivalente avant les marchandises ou les services,
of 2o van de ontvangst van de goederen of diensten, indien de datum van ontvangst van de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling niet vaststaat of indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling eerder ontvangt dan de goederen of diensten,
ou 3o de l’acceptation ou de la vérification permettant de certifier la conformité des marchandises ou des services avec le contrat, si la loi ou le contrat prévoit une procédure d’acceptation ou de vérification, et si le débiteur reçoit la facture ou la demande de paiement équivalente plus toˆt ou à la date de l’acceptation ou de la vérification ?
of 3o van de aanvaarding of controle ter verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten met de overeenkomst, indien de wet of de overeenkomst voorziet in een procedure van aanvaarding of controle en indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling ontvangt vo´o´r of op de datum waarop de aanvaarding of controle plaatsvindt.
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 24 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 24 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
En date du 30 septembre 2003 l’application du principe de l’ancre ne posait aucun problème en ce qui concerne les liquidations prévues pour l’année budgétaire 2003.
Op datum van 30 september 2003 stelde de toepassing van het ankerprincipe geen problemen voor de noodzakelijke vereffeningen voor het begrotingsjaar 2003.
Il convient en effet de mentionner que tous les engagements ne doivent pas être liquidés à brève échéance. Les délais de liquidation dépendent du type de dépenses; les dépenses de personnel sont liquidées à court terme, tandis que les paiements consécutifs à des contrats d’achats sont parfois effectués plusieurs années après l’engagement initial.
Men dient echter wel in overweging te nemen dat niet alle vastleggingen op een korte termijn dienen vereffend te worden. De vereffeningstermijnen zijn afhankelijk van het soort uitgaven; personeelsuitgaven worden vereffend op een korte termijn terwijl betalingen op aankoopcontracten soms jaren na de initie¨le vastlegging worden aangezuiverd.
Au 30 septembre 2003, la dette globale de mon département s’élevait à 2,306 milliards d’euros. Ce
Op 30 september 2003 bedroeg de totale schuld voor mijn departement 2,306 miljard euro. Dit is de resul-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1992
montant représente la somme de tous les engagements pris sur tous les types de crédits, déduction faite des paiements déjà réalisés. Le délai moyen de liquidation par le Trésor public d’une facture engagée par mon département a été de 46 jours pendant l’année budgétaire 2003. Les prescriptions définies dans la loi du 2 aouˆt 2002 ne sont pas d’application au sein de notre département car l’article 4 de cette loi autorise les parties à convenir d’autres délais de paiement. En ce qui concerne les délais de paiement, les cahiers spéciaux des charges rédigés par le département renvoient au Cahier général des charges contenu dans l’arrêté royal du 26 septembre 1996. Pour les livraisons et les services, le paiement doit avoir lieu dans les 50 jours calendrier (article 15, § 2). Pour les travaux ce délai est de 60 jours calendrier pour les créances intermédiaires et 90 jours calendriers pour la liquidation du solde (article 15, § 1er, 3o).
tante van de totale genomen vastleggingen voor alle krediettypen minus de reeds uitgevoerde betalingen.
DO 2003200400207
DO 2003200400207
Question no 29 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) au ministre de la Défense : Département. — Emploi de handicapés. Combien de handicapés votre ministère et les organismes publics qui relèvent de votre compétence emploient-ils actuellement en application de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ? Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 29 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. Actuellement le département de la Défense et les organismes d’intéreˆt public qui relèvent du ministre de la Défense occupent 89 personnes dans le cadre de la législation que vous citez.
Vraag nr. 29 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten. Hoeveel gehandicapten stellen uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, momenteel te werk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ? Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 29 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. Momenteel stellen het departement van Defensie en de instellingen van openbaar nut die ressorteren onder de minister van Landsverdediging 89 personen tewerk in het kader van de door u geciteerde wetgeving.
DO 2003200400270
DO 2003200400270
Question no 32 de Mme Hilde Vautmans du 14 novembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 32 van mevrouw Hilde Vautmans van 14 november 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Militaire gebouwen en domeinen. — Verkoop van het militaire vastgoed. Volgens het Strategisch Plan voor de modernisering van de Krijgsmacht (2000-2015) worden er over het
Baˆtiments et domaines militaires. — Vente du patrimoine immobilier militaire. Le Plan stratégique de modernisation de l’armée 2000-2015 prévoit, pour l’ensemble du territoire, la
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Tijdens het begrotingsjaar 2003 was de gemiddelde betalingstermijn door de Thesaurie voor een door mijn departement vereffende factuur 46 dagen. De voorschriften bepaald in de wet van 2 augustus 2002 worden niet door ons departement toegepast, gezien artikel 4 van deze wet de partijen toelaat andere betalingstermijnen overeen te komen. Inzake de betalingstermijnen verwijzen de bestekken opgesteld door het departement naar de Algemene Uitvoeringsregels opgenomen in het koninklijk besluit van 26 september 1996. Voor levering en diensten dient de betaling plaats te vinden binnen de 50 kalenderdagen (artikel 15, § 2). Voor werken bedraagt de betalingstermijn 60 kalenderdagen voor de tussentijdse schuldvorderingen en 90 kalenderdagen voor de vereffening van het saldo (artikel 15, § 1, 3o).
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1993
désaffectation d’un certain nombre de baˆtiments et de domaines militaires.
gehele grondgebied een aantal militaire gebouwen en domeinen niet meer verder door Defensie gebruikt.
1. Qu’en est-il concrètement de la vente du patrimoine immobilier militaire ?
1. Wat is de concrete stand van zaken met betrekking tot de verkoop van het militaire vastgoed ?
2. a) Combien de domaines ont-ils déjà été transférés aux comités d’acquisition d’immeubles, relevant du ministère de Finances ?
2. a) Hoeveel domeinen werden al overgedragen aan de comités tot aankoop van onroerende goederen die afhangen van het ministerie van Financie¨n ?
b) De quels domaines s’agit-il ?
b) Welke domeinen zijn dit ?
3. a) Quels domaines ont-ils été vendus au cours des dernières années ?
3. a) Welke domeinen werden de voorbije jaren verkocht ?
b) Quel a été le produit exact de ces ventes ?
b) Wat was de precieze opbrengst ?
4. Quels domaines font-ils actuellement l’objet de négociations ?
4. Over welke domeinen wordt momenteel onderhandeld ?
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 32 de Mme Hilde Vautmans du 14 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 32 van mevrouw Hilde Vautmans van 14 november 2003 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2003200410347
DO 2003200410347
Question no 33 de M. Stijn Bex du 26 novembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 33 van de heer Stijn Bex van 26 november 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Réaménagement de casernes militaires en vue de l’accueil de détenus.
Ombouw van legerkazernes voor bepaalde gedetineerden.
L’accord de gouvernement prévoit le réaménagement, à court terme, de baˆtiments militaires inoccupés en centres de détention destinés à accueillir des détenus qui représentent un risque mineur pour la société.
In het regeerakkoord staat vermeld dat er op korte termijn leegstaande militaire gebouwen omgebouwd zullen worden tot gevangenissen bestemd voor gedetineerden die voor de samenleving een lager risico vormen.
Toutefois, votre note de politique générale est muette à propos de ce principe, contrairement à celle de votre collègue de la Justice qui a indiqué que l’utilisation éventuelle d’anciennes casernes pour l’accueil de détenus sera examinée.
In uw beleidsnota staat niets vermeld over dit principe, in tegenstelling tot de beleidsnota van uw collega van Justitie. Zij meldt dat de optie om voormalige kazernes open te stellen voor gedetineerden onderzocht zal worden.
1. La ministre de la Justice vous a-t-elle déjà contacté à ce sujet ?
1. Heeft de minister van Justitie hierover reeds contact opgenomen met u ?
2. Quelles casernes pourraient selon vous accueillir à court terme certains détenus ?
2. Welke kazernes komen volgens u in aanmerking om op korte termijn te dienen voor de opvang van bepaalde gedetineerden ?
3. Dans quel délai pensez-vous pouvoir mettre ces casernes à la disposition du département de la Justice ?
3. Op welke termijn kan u deze kazernes ter beschikking stellen van Justitie ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1994
Réponse du ministre de la Défense du 29 décembre 2003, à la question no 33 de M. Stijn Bex du 26 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 29 december 2003, op de vraag nr. 33 van de heer Stijn Bex van 26 november 2003 (N.) :
Je prie l’honorable membre de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Dans le cadre du plan stratégique de modernisation de l’armée 2000-2015, certaines infrastructures militaires deviendront excédentaires.
In het kader van het strategisch plan voor de modernisering van het leger 2000-2015, zullen bepaalde militaire infrastructuren overtollig worden.
La reconversion éventuelle de ces casernes en centres semi-pénitentiaires est en cours d’examen.
De mogelijke reconversie van deze kazernes in semipenitentiaire centra is in onderzoek.
Au stade actuel, il n’est pas encore possible de donner plus de précision quant aux éventuelles possibilités retenues par le ministère de la Justice.
In het huidige stadium, is het nog niet mogelijk meer details te kunnen geven wat betreft de door het ministerie van Justitie eventuele weerhouden mogelijkheden.
DO 2003200410356
DO 2003200410356
Question no 34 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 27 novembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 34 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 27 november 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Crash d’un F-16 à Geetbets. — Dédommagement.
Crash F-16 te Geetbets. — Vergoeding schade.
Le 29 avril 1997, un F-16 du ministère de la Défense s’est écrasé à Geetbets, occasionnant notamment d’importants dommages à des plantations.
Op 29 april 1997 crashte een F-16 van het ministerie van Landsverdediging te Geetbets. Er werd daarbij onder meer heel wat schade aangericht aan plantages.
Pourriez-vous m’indiquer comment les dommages causés ont entre-temps été réparés et à quelle date ils l’ont été ?
Kan u meedelen op welke wijze en wanneer de schade die werd aangericht, ondertussen effectief vergoed werd ?
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 34 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 27 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 34 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 27 november 2003 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-dessous la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen. Manière de paiement — Wijze van vergoeding
Nature des dégaˆts en euros — Aard van de schade in euro Matériel — Materieel
Physique — Lichamelijk
Justice — Gerecht
Expertise — Expertise
Médical — Medisch
4 957,87
Commission. — Provisie Commission. — Provisie
14 873,61 21 561,26
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Transaction — Dading
Date — Datum
Judiciaire — Gerechtelijk 26/11/97 30/12/97 Somme princi- 01/12/03 pale. — Hoofdsom
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1995
Manière de paiement — Wijze van vergoeding
Nature des dégaˆts en euros — Aard van de schade in euro Matériel — Materieel
Physique — Lichamelijk
Justice — Gerecht
Expertise — Expertise
Médical — Medisch
Transaction — Dading
Date — Datum
Judiciaire — Gerechtelijk
11 506,32
Intérêts et frais, 01/12/03 exécution forcée. — Intresten en kosten, dwanguitvoering
11 644,10
10/04/98
5 537,47
Transaction. Dading
—
08/06/01
1 520,75
Intérêts. — Intresten
08/06/01
Forfaitaire. Forfaitair
—
11/01/02
835,85
Transaction. Dading
—
06/11/02
316,59
Intérêts. — Intresten
06/11/02
Transaction. Dading
—
06/11/03
Intérêts. — Intresten
06/11/03
94,57
Transaction. Dading
—
19/02/03
1 394,40
Transaction. Dading
—
08/06/01
Intérêts. — Intresten
08/06/01
173,53
1 802,55 682,75
382,95 292,54
Transaction. Dading
—
Prochainement. — Eerstdaags
264,82
Transaction. Dading
—
Prochainement. — Eerstdaags
4 553,88
Transaction. Dading
—
08/06/01
1 250,62
Intérêts. — Intresten
08/06/01
4 957,89
03/09/98 879,00
12/06/01
233,34
11/06/01
999,88
17/10/02
5 897,13
28/07/03
D’autres cas sont encore pendants.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Andere gevallen zijn nog hangende. 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1996
DO 2003200410392
DO 2003200410392
Question no 39 de M. Luc Sevenhans du 3 décembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 39 van de heer Luc Sevenhans van 3 december 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Mise en disponibilité d’officiers.
Op disponibiliteit stellen van officieren.
Il me revient que le ministre aurait l’intention de mettre un certain nombre d’officiers généraux en disponibilité.
Naar ik verneem zou de minister de intentie hebben om een aantal opperofficieren op disponibiliteit te stellen.
1. Si cette information se confirme, comment la concilier avec la décision prise l’année passée de faire coı¨ncider deux comités d’avancement afin de disposer d’un nombre suffisant d’officiers généraux pour assurer la continuité ?
1. Indien dit juist zou zijn, kan u dan meedelen hoe dit te rijmen valt met de beslissing van vorig jaar om twee bevorderingscomités samen te laten vallen om voldoende opperofficieren te hebben om de continuı¨teit te verzekeren ?
2. Si cette mesure répond à une nécessité, n’en vat-il pas de même pour les officiers supérieurs ?
2. Indien de noodzaak er zou zijn, is dezelfde noodzaak er dan niet om dit ook te overwegen voor de hogere officieren ?
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 39 de M. Luc Sevenhans du 3 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 39 van de heer Luc Sevenhans van 3 december 2003 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Le comité d’avancement pour officiers généraux 2002 s’est réuni le 6 décembre 2002 afin de recommander favorablement un nombre de candidats permettant de couvrir les besoins en personnel des années 2002 et 2003. De par ce fait, aucun comité d’avancement pour officiers généraux n’a été organisé en 2003. Les besoins en personnel datant d’après cette date et les circonstances nationales aussi bien qu’internationales modifiées n’ont donc pu être prises en compte depuis décembre 2002.
1. Het bevorderingscomité opperofficieren 2002 is op 6 december 2002 samengekomen om een aantal kandidaten gunstig aan te bevelen teneinde te voldoen aan de personeelsbehoeften voor de jaren 2002 en 2003. Daardoor werd er in 2003 geen bevorderingscomité opperofficieren georganiseerd. De personeelsbehoeften na deze datum en de gewijzigde nationale zowel als internationale omstandigheden konden dus sinds december 2002 niet meer in rekening gebracht worden.
Le Plan directeur de la Défense du 3 décembre 2003 prévoit toutefois une série de mesures visant à continuer l’exécution du plan stratégique de modernisation de la Défense adopté par le gouvernement en mai 2000.
Het Stuurplan van Defensie van 3 december 2003 voorziet evenwel in een reeks maatregelen om het strategisch moderniseringsplan van Defensie dat in mei 2000 door de regering werd aangenomen, verder uit te voeren.
Certaines mises en place d’officiers généraux au sein de la structure de la Défense en date du 1er janvier 2004 ont été récemment publiées et en sont la conséquence directe.
Bepaalde in plaatsstellingen van opperofficieren binnen de structuur van Defensie op datum van 1 januari 2004 werden recentelijk afgekondigd en zijn hiervan het rechtstreekse gevolg.
Ces mises en place des officiers généraux et l’évaluation de la situation de cette catégorie de personnel ainsi que des besoins actualisés dans un avenir proche ont mené à envisager un rajeunissement global de cette catégorie. L’intention d’entreprendre une initiative législative afin de rendre possible une disponibilité volontaire entre dans cette logique.
Deze in plaatsstellingen van opperofficieren en de evaluatie van de situatie van deze personeelscategorie evenals van de geactualiseerde behoeften naar de onmiddellijke toekomst hebben ertoe geleid een globale verjonging van deze categorie te overwegen. De intentie om een wettelijk initiatief te ondernemen teneinde een vrijwillige disponibiliteit mogelijk te maken past in deze logica.
2. Cette initiative qui s’adresse au rajeunissement du groupe des militaires les plus hauts gradés de la
2. Dit initiatief dat zich richt tot de verjonging van de groep van de hoogste militairen van Defensie kan
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1997
Défense n’est donc pas généralisable à tous les officiers supérieurs.
dus niet veralgemeend worden naar alle hoofdofficieren.
DO 2003200410405
DO 2003200410405
Question no 41 de M. Daan Schalck du 5 décembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 41 van de heer Daan Schalck van 5 december 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Utilisation de deux Falcon 20.
Gebruik van twee Falcon 20’s.
Deux Falcon 20 sont actuellement en cours de modernisation. Ma question vise à obtenir des précisions sur l’utilisation de ces appareils.
De modernisering van twee Falcon 20’s is momenteel aan de gang. Mijn vraag beoogt een beeld te krijgen van de inzetbaarheid van deze toestellen.
1. Combien d’heures de vol ont été effectuées avec ces appareils en 2001, 2002 et au cours du premier semestre de 2003 ?
1. Hoeveel vlieguren presteerden deze toestellen in 2001, 2002 en de eerste helft van 2003 ?
2. a) Pour quelles missions ces appareils ont-ils été utilisés ?
2. a) Voor welke opdrachten werden ze ingezet ?
b) Pourriez-vous me communiquer une liste détaillée des destinations en mentionnant la nature de la mission ainsi que l’identité de l’instance ou de la personne pour le compte de laquelle cette mission a été effectuée ?
b) Kan u een gedetailleerde lijst van de bestemmingen geven, met daarbij de aard van de opdracht en voor wie deze opdracht gebeurde ?
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 41 de M. Daan Schalck du 5 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 41 van de heer Daan Schalck van 5 december 2003 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Les heures de vol totalisées en DA20 sont pour : 1999 : 1 149 heures, 2000 : 1 019 heures, 2001 : 965 heures, 2002 : 562 heures, 2003 : 688 heures.
1999 : 1 149 uren, 2000 : 1 019 uren, 2001 : 965 uren, 2002 : 562 uren, 2003 : 688 uren.
2. a) Ces avions sont en premier lieu utilisés pour les besoins propres de la Défense. Sur demande adressée au ministre de la Défense, ils peuvent être mis à disposition de la Maison royale et du gouvernement fédéral. Le Parlement et les gouvernements régionaux et communautaires peuvent également introduire des demandes. En application des conventions existantes avec les forces armées des pays de l’UE, on les utilise régulièrement sur base d’échanges de prestations. Une convention existe également avec l’E´tat-major international de l’OTAN. Les demandes d’autres organisations sont traitées au cas par cas dans le cadre des prestations pour tiers.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. De totaal gevlogen uren DA20 zijn voor :
2003
2. a) De toestellen worden in eerste instantie ingezet voor de behoeften van Defensie. Zij worden op aanvraag aan de minister van Defensie ter beschikking gesteld van het Koninklijk Huis en de federale regering. Ook het Parlement en de gewest- en gemeenschapregeringen kunnen aanvragen indienen. In toepassing van bestaande conventies met de strijdkrachten van EU-landen worden ze regelmatig ingezet op basis van uitwisseling van prestaties. Met de Internationale Staf van de NAVO bestaat eveneens een conventie. Aanvragen van andere organismen worden geval per geval behandeld in het kader van de prestaties voor derden.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
251
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1998
b) En ce qui concerne les détails des vols en 2001, 2002 et 2003, je suis d’avis qu’étant donné l’ampleur des informations, il s’agit de données statistiques qui, en vertu de l’article 122, deuxième alinéa, point b), du Règlement de la Chambre, ne doivent pas être fournies.
b) Met betrekking tot de gevraagde detailgegevens van de vluchten in 2001, 2002 en 2003 ben ik van oordeel dat, mede gezien de grote omvang, het gaat om statistische gegevens, die overeenkomstig het artikel 122, tweede lid, punt b), van het Reglement van de Kamer niet moeten geleverd worden.
Si l’honorable membre reste d’avis qu’il désire obtenir ces données, elles lui seront fournies à titre personnel.
Mocht het geachte lid van oordeel zijn dat hij deze gegevens alsnog wenst te ontvangen, zullen ze hem ten persoonlijke titel overgemaakt worden.
DO 2003200410427
DO 2003200410427
Question no 43 de M. Staf Neel du 9 décembre 2003 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 43 van de heer Staf Neel van 9 december 2003 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Centres de vacances à la mer. — Fermeture pour cause de non-conformité à la destination de la zone. — Protocole de base avec la Région flamande.
Vakantiecentra aan zee. — Sluiting wegens « zonevreemdheid ». — Basisprotocol Vlaams Gewest.
En réponse à ma question écrite relative à la nonconformité à la destination de la zone des centres de vacances de Lombardsijde et de Coxyde, vous m’avez fait savoir qu’un protocole de base devait encore être conclu avec la Région flamande (question no 7 du 22 septembre 2003, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 7, p. 709).
Op mijn schriftelijke vraag inzake de zonevreemdheid van de vakantiecentra te Lombardsijde en Koksijde liet u mij weten dat er nog een basisprotocol diende gesloten te worden met het Vlaams Gewest (vraag nr. 7 van 22 september 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 7, blz. 709).
1. Pouvez-vous me fournir des précisions concernant ce protocole de base ?
1. Kan u een toelichting geven over dit basisprotocol ?
2. Le 7 octobre 2003, une réunion était organisée à votre cabinet concernant le problème particulier des centres de vacances militaires.
2. Tevens ging op uw kabinet op datum van 7 oktober 2003 een vergadering door betreffende het particulier probleem van de militaire vakantiecentra.
Pouvez-vous également fournir un commentaire à ce sujet ?
Kan u ook hier toelichting over geven ?
Réponse du ministre de la Défense du 22 décembre 2003, à la question no 43 de M. Staf Neel du 9 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 22 december 2003, op de vraag nr. 43 van de heer Staf Neel van 9 december 2003 (N.) :
Je prie l’honorable membre de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. La problématique des centres de vacances militaires à la coˆte doit être envisagée dans le cadre plus large d’un protocole d’accord entre la Défense et la Région flamande visant à régler les différentes sources de litiges potentiels en matière de réglementation environnementale et urbanistique.
1. De problematiek van de militaire vakantiecentra aan de kust moet gezien worden in het ruimere kader van een protocolakkoord tussen Landsverdediging en het Vlaamse Gewest dat een regeling wil treffen voor de verschillende potentie¨le bronnen van geschillen op het vlak van milieureglementering en stedenbouw.
Les négociations relatives à ce protocole de base devraient reprendre prochainement à l’initiative de la Région flamande.
De onderhandelingen aangaande dit basisprotocol zouden eerstdaags moeten worden hervat op initiatief van het Vlaamse Gewest.
2. La réunion du 7 octobre 2003 dont vous faites mention était une réunion de travail interne à la Défense visant à faire le point sur la problématique des centres de vacances militaires.
2. De vergadering van 7 oktober 2003 waarvan u gewag maakt, was een interne werkvergadering van Landsverdediging die tot doel had een stand van zaken op te maken van de problematiek van de militaire vakantiecentra.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
1999
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 2003200400196
DO 2003200400196
Question no 96 de Mme Trees Pieters du 10 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 96 van mevrouw Trees Pieters van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Menaces à l’encontre de fonctionnaires fédéraux chargés du controˆle et du recouvrement. — Atteinte à la dignité des fonctionnaires fédéraux. — Assistance juridique. — Copernic.
Bedreigingen tegenover federale onderzoeks- en invorderingsambtenaren. — Aantasting van de waardigheid van de federale ambtenaren. — Rechtsbijstand. — Copernicus.
Les fonctionnaires des services publics responsables du recouvrement, de la taxation et de la recherche, quel que soit leur niveau ou leur rang, et notamment des fonctionnaires liés au SPF Finances sont de plus en plus souvent l’objet, de la part de contribuables et de leurs mandataires, tant par écrit que verbalement, de calomnie, de diffamation, d’injures, d’intimidation, d’agressivité et d’autres formes de menaces, de violences, de brimades, d’outrages, d’irrespect, d’impolitesse, voire d’accusations ou de reproches infondés de concussion, à l’encontre de tous.
Ten aanzien van alle invorderings-, taxatie- en opsporingsambtenaren van de federale overheidsdiensten, ongeacht hun niveau of rang, en inzonderheid van die verbonden aan de FOD-Financie¨n worden door de belastingplichtigen en hun lasthebbers thans meer als vroeger zowel verbale als schriftelijke tekenen van laster, eerroof, smaad, intimidatie, agressie en andere vormen van bedreigingen, gewelddaden, pesterijen, beledigingen, oneerbiedigheid, onbeleefdheid of valse beschuldigingen en verwijten van knevelarij geuit.
En effet, les citoyens d’aujourd’hui sont devenus bien plus expressifs, ce qui entraıˆne souvent des discussions virulentes tant avec les agents verbalisants qu’avec les fonctionnaires sociaux et fiscaux de la taxation et du recouvrement.
De burgers van vandaag zijn immers veel mondiger geworden, wat er inderdaad vaker toe leidt dat zij in felle discussie treden met zowel de verbaliserende agenten als met de fiscale en sociale taxatie- en invorderingsambtenaren.
Tous ces receveurs, directeurs, inspecteurs, controˆleurs et enquêteurs harcelés sont chargés d’une mission publique délicate et leur honneur et leur réputation sont mis à mal. Ils peuvent assurément réagir résolument contre ces excès et bénéficient du soutien effectif et sans réserve de leurs supérieurs hiérarchiques pour déposer une plainte officielle.
Al die belaagde rekenplichtige ontvangers, directeurs, inspecteurs, controleurs en opsporingsagenten, belast met een delicate overheidsopdracht, wier goede naam en faam door het slijk wordt gehaald, beschikken allicht over de mogelijkheid om hiertegen krachtig te reageren en met daadwerkelijke hulp en volle ondersteuning van al hun hie¨rarchische meerderen officieel een klacht in te dienen.
Dès lors, on peut se poser en la matière les questions d’ordre pratique et de portée générale suivantes.
Terzake rijzen thans ook de onderstaande algemene praktische vragen.
1. a) Auprès de quelles instances judiciaires, magistrats et officiers de police, territorialement compétents (domicile, fonction et/ou endroit du délit) peuventils déposer plainte (juge d’instruction, procureur du Roi, premier substitut, parquet, police, etc.) et quelles cautions sont-elles requises, le cas échéant, en vue de garantir un traitement approfondi de la plainte ?
1. a) Bij welke precieze — voor de woonplaats, standplaats en/of plaats van het misdrijf — territoriaal bevoegde gerechtelijke instanties, justitieambtenaren en politieofficieren kan een klacht worden ingediend (onderzoeksrechter, procureur des Konings, eerste substituut, parket, politie, enz.) en welke borgsommen worden er desgevallend gee¨ist om een grondige behandeling te garanderen ?
b) Dans quels délais officiels cette plainte peut-elle être déposée ?
b) Binnen welke officie¨le termijnen kan die klacht telkens geldig worden neergelegd ?
c) Sous quelle forme une plainte doit-elle et peut-elle être formulée pour être valide (par lettre recommandée ou lettre ordinaire, par fax, par courrier électronique ou oralement) ?
c) Op welke wijze moet en kan een klacht rechtsgeldig worden geformuleerd (per aangetekende of per gewone brief, door middel van een faxbericht, via een e-mail langs het internet of mondeling) ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2000
` quels fonctionnaires supérieurs, fonctionnaires 2. A de la Justice, médiateurs et fonctionnaires d’information, fiscaux ou sociaux et possédant une formation juridique, les fonctionnaires du recouvrement, de la taxation et de la recherche victimes d’intimidations peuvent-ils s’adresser directement et préalablement en vue d’obtenir des précisions à ce sujet et d’obtenir immédiatement et gratuitement des informations pertinentes écrites, orales ou téléphoniques et une assistance juridique pratique ?
2. Tot welke fiscale of sociale juridisch geschoolde hogere ambtenaren en/of justitie¨le ambtenaren, ombudsmannen en informatieambtenaren kunnen de geı¨ntimideerde invorderings-, taxatie- en opsporingsambtenaren zich voorafgaandelijk direct wenden om hieromtrent nadere inlichtingen te bekomen en om meteen kosteloos degelijke schriftelijke, mondelinge of telefonische informatie en praktische juridische bijstand te verkrijgen ?
3. a) Toutes les plaintes sont-elles examinées conjointement par les services centraux de toutes les administrations fiscales et sociales, ainsi que par la Justice, ou sont-elles pour la plupart classées sans suite ? Combien de plaintes ont-elles été classées sans suite au cours des cinq dernières années ?
3. a) Worden alle klachten door zowel de centrale diensten van alle fiscale en sociale administraties als door Justitie grondig gezamenlijk onderzocht of worden deze daarentegen grotendeels geseponeerd ? Hoeveel klachten werden er de jongste vijf jaar telkens al geseponeerd ?
b) Existe-t-il en la matière des protocoles de collaboration entre les différentes administrations et la Justice ?
b) Bestaan hieromtrent officie¨le samenwerkingsprotocollen tussen de verschillende administraties en Justitie ?
4. a) Tous les fonctionnaires fiscaux et les inspecteurs sociaux peuvent-ils toujours se faire assister, aux frais de leur propre service public fédéral, par un avocat ou un conseiller éminent au choix et établi dans leur région et, dans la négative, pourquoi ?
4. a) Mogen alle fiscale ambtenaren en sociale inspecteurs zich op kosten van hun eigen federale overheidsdienst steeds laten bijstaan door een vooraanstaand advocaat of raadsman naar eigen keuze en gevestigd in hun eigen regio en zo neen, waarom niet ?
b) Peuvent-ils bénéficier d’exemptions de service ainsi que d’indemnités de frais de déplacements, forfaitaires ou réelles, ou utiliser billets de train prépayés par l’administration pour se rendre auprès de leur propre conseiller ? Peuvent-ils bénéficier de l’exemption de timbre administrative pour échanger une correspondance à ce sujet ?
b) Kunnen zij zowel dienstvrijstellingen als forfaitaire of werkelijke reisonkostenvergoedingen genieten of reisvorderingen gebruiken om zich naar hun eigen raadsman te begeven en tevens administratieve portvrijdom genieten om er terzake mee te corresponderen ?
c) Tous les fonctionnaires fédéraux peuvent-ils, au besoin se faire tout de même assister à leurs frais par leur avocat personnel lorsque leur service public refuse ou néglige de leur fournir en temps opportun une assistance juridique valable, aux frais de l’employeur — E´tat belge, et une protection efficace ?
c) Mogen alle federale ambtenaren zich desnoods toch volledig op hun eigen kosten door een persoonlijk advocaat laten bijstaan wanneer hun overheidsdienst weigert of nalaat hen op kosten van de Belgische Staat-werkgever afdoende juridisch en tijdig te laten assisteren en passend te beschermen ?
d) Dans quels délais raisonnables le/la ministre ou son délégué prend-il (elle) une décision motivée au sujet de l’octroi d’une autorisation permettant au fonctionnaire de désigner un avocat de son choix aux frais du département ? De quelles voies de recours successives dispose-t-il pour faire appel de cette décision ?
d) Binnen welke redelijke termijn wordt door de minister of zijn/haar gedelegeerde een gemotiveerde beslissing getroffen omtrent het al dan niet verlenen van een toelating om een eigen advocaat op kosten van het departement te mogen aanstellen en welke verhaalmogelijkheden bestaan hiertegen achtereenvolgens ?
5. a) Lorsque des menaces sont proférées à leur encontre, tous les fonctionnaires sociaux et fiscaux peuvent-ils ou doivent-ils préalablement et sans l’autorisation de leur service central respectif rappeler expressément et personnellement aux
5. a) Mogen of moeten bij het uiten van bedreigingen alle sociale en fiscale ambtenaren voorafgaandelijk en zonder toestemming van hun respectievelijke centrale diensten de belastingplichtigen en de belastingschuldigen meteen zelf mondeling, tele-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2001
contribuables et aux redevables, oralement, par téléphone et surtout directement « par écrit », les dispositions de l’article 276 du Code pénal et la loi du 10 février 1999 (Moniteur belge du 23 mars 1999) ainsi que les devoirs des citoyens tels qu’énoncés dans la Charte de l’utilisateur des services publics, adoptée par le gouvernement le 4 décembre 1992 (Moniteur belge du 22 janvier 1993, pp. 1150-1158) ?
fonisch en vooral direct « schriftelijk » uitdrukkelijk wijzen op zowel de bepalingen van artikel 276 van het Strafwetboek en de wet van 10 februari 1999 (Belgisch Staatsblad van 23 maart 1999) als op de plichten van de burgers zoals opgenomen in het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten goedgekeurd door de regering op 4 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 22 januari 1993, blz. 1150-1158) ?
b) Dans la négative, pour quelles raisons fondées ?
b) Zo neen, om welke gegronde redenen telkens niet ?
6. Pouvez-vous, point par point, exposer vos conceptions modernes et vos méthodes de travail respectueuses du personnel, à la lumière, notamment, des dispositions des articles 276 et suivants du Code pénal et à la lumière des réformes Copernic, Copersoc et Coperfin, qui attribuent au fonctionnaire un roˆle central, au même titre que le citoyen ?
6. Kan u afzonderlijk, punt per punt, uw moderne en personeelsvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen onder meer in het licht van de bepalingen van de artikelen 276 en volgende van het Strafwetboek en in het licht van de Copernicushervorming, Copersoc en Coperfin waarbij de federale ambtenaar als spilfiguur naast de burger eveneens heel centraal staat ?
Réponse du ministre des Finances du 24 décembre 2003, à la question no 96 de Mme Trees Pieters du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 24 december 2003, op de vraag nr. 96 van mevrouw Trees Pieters van 10 november 2003 (N.) :
1. a) Tout agent peut introduire une plainte de trois manières différentes :
1. a) Elke ambtenaar kan op drie verschillende manieren een klacht aanhangig maken :
Une première manière, est d’introduire personnellement une plainte auprès de la police (locale ou fédérale). Cette plainte peut être déposée à la police locale de la commune où se sont produits les faits, à la police locale du domicile ou de la résidence du plaignant ou après de chaque unité de police locale. Cette plainte est transmise au procureur du Roi.
Een eerste manier bestaat erin persoonlijk een klacht neer te leggen bij de politie (lokale of federale). Dit kan gebeuren bij de lokale politie van de gemeente waar de feiten zich hebben voorgedaan, bij de lokale politie van de woon- of standplaats van de klager of bij iedere andere eenheid van de lokale politie. De klacht wordt overgemaakt aan de procureur des Konings.
Une deuxième manière, en cas de crime ou de délit, est de porter plainte auprès du juge d’instruction établi là où les faits ont eu lieu. Il s’agit ici d’une plainte avec constitution de partie civile. Dans ce cas, le paiement d’une certaine somme est exigé.
Een tweede manier, als er sprake is van een misdaad of een wanbedrijf, bestaat erin de klacht aanhangig te maken bij de onderzoeksrechter in wiens ambtsgebied de feiten werden gepleegd. Het betreft hier een klacht met burgerlijke partijstelling. In dit geval eist men de betaling van een bepaald bedrag.
Une troisième manière consiste, dans certains cas, à assigner l’auteur des faits directement devant le tribunal correctionnel du lieu où les faits se sont déroulés afin d’obtenir réparation du dommage.
Een derde manier bestaat erin, om in sommige gevallen, de dader rechtstreeks te dagvaarden voor de correctionele rechtbank van de plaats waar de feiten zich hebben voorgedaan, om zo herstel te krijgen van de geleden schade.
b) L’action pénale ne peut se dérouler que dans un certain délai après les faits. Cette période commence le jour où les faits ont été commis. La fin de cette période dépend de la nature des infractions. La qualification des faits par le magistrat est donc déterminante.
b) De strafvordering kan slechts een zekere termijn na de feiten worden uitgeoefend. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag waarop de feiten werden gepleegd. Het einde van deze termijn is afhankelijk van de aard van het misdrijf. De kwalificatie van de feiten door de rechter is dus bepalend.
c) La plainte est déposée auprès de la police locale (ou fédérale) : un officier de police consigne la plainte dans un procès-verbal. Elle peut également être adressée par écrit au parquet du procureur du Roi.
c) De klacht wordt neergelegd bij de lokale (of federale) politie : een politieofficier neemt de klacht op in een proces-verbaal. Zij kan eveneens schriftelijk worden gericht aan het parket van de procureur des Konings.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2002
La constitution de partie civile s’effectue au moyen d’une simple déclaration devant le juge d’instruction.
De burgerlijke partijstelling geschiedt door middel van een eenvoudige verklaring voor de onderzoeksrechter.
Une plainte n’a aucune valeur légale si elle est introduite au moyen d’un simple mail, par fax, par internet.
Een klacht kan geenszins rechtsgeldig aanhangig worden gemaakt door middel van een e-mail of faxbericht, of via het internet.
2. Une circulaire du département du 12 janvier 2001 règle la procédure à suivre par l’agent qui s’estime victime d’un comportement agressif. Elle prévoit les dispositions suivantes :
2. Een omzendbrief van het departement van 12 januari 2001 regelt de procedure die de ambtenaar van de FOD Financien moet volgen als hij meent het slachtoffer te zijn van agressief gedrag. Deze « procedure Financie¨n » loopt als volgt :
2.1. Tout agent qui dans l’exercice de ses fonctions est menacé verbalement ou par gestes, intimidé ou agressé, est invité à déposer plainte entre les mains des autorités judiciaires.
2.1. Iedere ambtenaar, die in de uitoefening van zijn/ haar ambt, verbaal of met gebaren wordt bedreigd, geı¨ntimideerd of aangevallen, wordt verzocht klacht in te dienen bij de gerechtelijke overheid.
2.2. Rapport devra être fait dans chaque cas à l’autorité, à savoir l’administration centrale de la victime qui, sauf exception duˆment motivée, se constitue partie civile entre les mains du juge d’instruction.
2.2. In elk geval zal verslag moeten worden uitgebracht bij de overheid, namelijk de centrale administratie van het slachtoffer, dat, behoudens behoorlijk gemotiveerde uitzondering, zich burgerlijke partij stelt in handen van een onderzoeksrechter.
2.3. Chaque administration centrale devra suivre le développement de l’instruction, fournira à l’agent, qui en fera la demande, l’assistance d’un avocat du département et assurera le suivi du dossier jusqu’à la condamnation définitive de(s) l’auteur(s) des faits.
2.3. Iedere centrale administratie zal het verloop van het onderzoek moeten volgen, zal aan de ambtenaar, die daartoe een aanvraag indient, de bijstand verstrekken van een advocaat van het departement, en zal instaan voor de follow-up van het dossier tot aan de definitieve veroordeling van de dader(s) van de feiten.
2.4. Pour autant que la demande soit justifiée et moyennant mon approbation, l’agent peut également être assisté d’un avocat de son choix, dont les honoraires sont à charge du département. La demande motivée d’approbation doit être immédiatement transmise, par la voie hiérarchique au service des Affaires générales du service d’encadrement Personnel et Organisation.
2.4. Voor zover de aanvraag gerechtvaardigd is en mits mijn goedkeuring kan de ambtenaar eveneens worden bijgestaan door een advocaat van zijn/ haar keuze, van wie de erelonen door het departement worden ten laste genomen. De met redenen omklede aanvraag tot goedkeuring moet onmiddellijk, langs hie¨rarchische weg, worden toegezonden aan de dienst Algemene Zaken van de stafdienst Personeel en Organisatie.
3.
3.
a)
Agressions sur le lieu de travail par un contribuable .............................. Agressions sur le lieu de travail par un intrus .........................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
a) Nombre de faits (*)
Aantal feiten (*)
31/01/2003 30/11/2003
31/01/2003 30/11/2003
111
132
12
15
Geweld op de arbeidsplaats door een belastingplichtige ............................ Geweld op de arbeidsplaats door een indringer .........................................
2003
2004
111
132
12
15
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
Agressions sur le lieu de travail par un contribuable .............................. Agressions sur le lieu de travail par un intrus .........................................
Agressions sur le lieu de travail par un contribuable .............................. Agressions sur le lieu de travail par un intrus .........................................
2003
Nombre de déclarants
Aantal aangiften
31/01/2003 30/11/2003
31/01/2003 30/11/2003
119
148
55
61
Geweld op de arbeidsplaats door een belastingplichtige ............................ Geweld op de arbeidsplaats door een indringer .........................................
148
55
61
Nombre de plaintes déposées
Aantal neergelegde klachten
31/01/2003 30/11/2003
31/01/2003 30/11/2003
73
86
30
36
Geweld op de arbeidsplaats door een belastingplichtige ............................ Geweld op de arbeidsplaats door een indringer .........................................
Suivi judiciaire 30/11/2003 Agressions sur le lieu de travail par un contribuable .............................. Agressions sur le lieu de travail par un intrus .........................................
119
73
86
30
36
Gerechtelijke afhandeling 30/11/2003
7 classements sans suite 1 amende 1 condamnation en cour d’assises
Geweld op de arbeidsplaats door een belastingplichtige ............................ Geweld op de arbeidsplaats door een indringer .........................................
7 zonder gevolg geklasseerd 1 boete 1 veroordeling voor het hof van assisen
Remarques : — Le suivi judiciaire ne fait pas l’objet d’une information systématique. — Le caractère récent de la procédure Finances fait que de nombreuses affaires sont probablement encore pendantes. (*) Un même fait peut conduire au dépoˆt de plusieurs déclarations.
Opmerkingen : — Over de gerechtelijke afhandeling wordt niet systematisch informatie verstrekt. — Omdat de « procedure Financie¨n » nog vrij recent is, zijn waarschijnlijk nog veel zaken hangende. (*) E´én feit kan aanleiding geven tot meerdere aangiften.
b) La problématique étant réglée de la manière évoquée au point 2, un protocole ne s’avère pas nécessaire.
b) Vermits de problematiek werd geregeld, zoals uitgelegd in punt 2, is een protocol niet meer nodig.
4. a) Il est renvoyé aux points 2.3 et 2.4.
4. a) Er wordt verwezen naar de punten 2.3 en 2.4.
b) Il n’existe pas de directive générale en la matière. Chaque dossier fait l’objet d’un examen particulier.
b) Terzake bestaat er geen algemene richtlijn. Ieder dossier maakt het voorwerp uit van een specifiek onderzoek.
c) Compte tenu de la procédure mise en place, tout fonctionnaire victime de manifestations d’agressivité reçoit en temps opportun une assistance juridique.
c) Rekening houdend met de geı¨ntroduceerde procedure ontvangt elke ambtenaar die slachtoffer is van uitingen van geweld juridische bijstand op het moment dat dit nodig blijkt.
d) Dans l’intérêt de l’agent, tel un dossier sera traité en priorité. Aucune voie de recours n’est prévue.
d) In het belang van de ambtenaar wordt een dergelijk dossier met voorrang behandeld. Geen enkele beroepsmogelijkheid is voorzien.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2004
5. a) et b) Il n’existe aucune instruction particulière à ce sujet.
5. a) en b) Er bestaat terzake geen enkele specifieke instructie.
6. Un agent fédéral doit pouvoir compter sur la mise en œuvre des moyens susceptibles d’assurer la protection de ses intérêts et le bon accomplissement des missions qui lui sont confiées. Il est donc indispensable de poursuivre systématiquement les manifestations d’agressivité auxquelles il serait confronté et c’est dans ce cadre qu’une procédure spécifique a été mise en place au sein du SPF Finances.
6. Een federale ambtenaar moet erop kunnen vertrouwen dat alle middelen in het werk worden gesteld om zijn belangen veilig te stellen en dat de taken die hem werden toevertrouwd in de beste omstandigheden kunnen worden uitgevoerd. Het is dus noodzakelijk dat alle uitingen van geweld waarmee hij zou worden geconfronteerd systematisch worden vervolgd. Het is in dit kader dat een specifieke « procedure Financie¨n » werd geı¨ntroduceerd bij de FOD Financie¨n.
DO 2003200400303
DO 2003200400303 ERRATUM
ERRATUM
Dans le bulletin des Questions et Réponses, no 11 du 8 décembre 2003, p. 1446 à p. 1448, question no 148 du 20 novembre 2003, remplacer le texte de la question et de la réponse par ce qui suit.
In het bulletin van Vragen en Antwoorden, nr. 11 van 8 december 2003, blz. 1446 tot blz. 1448, vraag nr. 148 van 20 november 2003, de tekst van de vraag en het antwoord vervangen door wat volgt.
Question no 148 de M. Eric Massin du 20 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 148 van de heer Eric Massin van 20 november 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Déduction des libéralités en cas d’adoption.
Aftrekbaarheid van giften in het kader van adoptie.
Comme chacun le sait, l’adoption permet non seulement à un enfant de trouver un foyer, mais également à un foyer de donner son amour à un ou plusieurs enfants.
Adoptie biedt kinderen de kans een thuis te vinden en geeft gezinnen de mogelijkheid een of meer adoptiekinderen een warm nest te bieden.
L’adoption internationale, qui est la plus fréquente, représente un couˆt très élevé pour les parents adoptants, même si la nature des frais varie fortement selon le pays d’origine de l’adopté.
Het vaakst wordt gebruik gemaakt van internationale adoptie, die echter, afhankelijk van het land van herkomst van het adoptiekind, voor de adoptieouders heel wat kosten meebrengt.
Il me revient que plusieurs problèmes surviennent en ce qui concerne la déduction fiscale des libéralités en cas d’adoption.
Naar verluidt rijzen nogal wat problemen rond de fiscale aftrekbaarheid van giften in het kader van adoptie.
Certains associations agréées par votre département ont, en effet, délivré des attestations aux parents adoptants en mentionnant la totalité des paiements et dons effectués. Or, les frais d’adoption peuvent se grouper en trois parties, à savoir :
Een aantal door uw departement erkende verenigingen reikte aan de adoptieouders immers attesten uit die het totale bedrag van de uitgaven en de giften vermelden. De kosten die samenhangen met een adoptie zijn echter driee¨rlei :
A) des frais administratifs en Belgique;
A) administratieve kosten in Belgie¨;
B) des frais de procédure à l’étranger, plus parfois un soutien à l’orphelinat;
B) procedurekosten in het buitenland, soms aangevuld met financie¨le steun aan het weeshuis;
C) des frais liés au voyage, ce dernier n’étant pas toujours à considérer comme d’agrément.
C) de kosten die voortvloeien uit de verplaatsing, die niet steeds als een plezierreisje kan worden beschouwd.
Malheureusement, vos services refusent a posteriori aux parents adoptants toute déduction fiscale en argumentant que pour être déductible, un don doit avoir
Achteraf verwerpen uw diensten jammerlijk genoeg de fiscale aftrek, redenerend dat een gift enkel voor aftrek in aanmerking komt wanneer die zonder tegen-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2005
été effectué sans contrepartie, et qu’en cas d’adoption, certains frais effectués par les adoptants correspondent, en effet, à un service.
prestatie wordt verricht en dat, in het geval van adoptie, tegenover sommige kosten een bepaalde dienstverlening staat.
1. Cette position administrative n’est-elle pas excessive ?
1. Is dat administratieve standpunt niet al te verregaand ?
2. a) Dans la mesure ou` des dispositions réglementaires prévoient que le don doit être effectué sans contrepartie, quelles sont les raisons qui motivent votre département à refuser toute déduction, même si une ventilation des frais d’adoption est établie ?
2. a) De reglementaire bepalingen schrijven voor dat de gift zonder tegenprestatie moet worden verricht. Om welke reden verwerpt uw departement elke aftrek, ook wanneer de adoptiekosten worden uitgesplitst ?
b) Quelle est votre position à ce sujet ?
b) Wat is uw standpunt over deze aangelegenheid ?
3. a) Quoi qu’il en soit, est-il normal que des parents adoptants qui, en toute bonne foi, revendiquent une déduction fiscale sur base d’un reçu délivré par une association agréée par vos propres services, soient pénalisés ?
3. a) Is het, hoe dan ook, normaal dat adoptieouders die te goeder trouw een fiscale aftrek vragen op basis van een attest uitgereikt door een door uw diensten erkende organisatie, worden benadeeld ?
b) N’est-il pas regrettable en outre que ces suppléments se fassent avec effet rétroactif ?
b) Valt bovendien niet te betreuren dat achteraf en met terugwerkende kracht dient te worden bijbetaald ?
4. La position actuelle de votre administration à ce sujet n’est-elle pas en contradiction avec la « confiance légitime », ce principe de « bonne administration » édicté notamment par l’arrêt de la Cour de cassation du 27 mars 1992 ?
4. Is het standpunt dat uw administratie in dit verband inneemt niet strijdig met het vertrouwensbeginsel, een van de beginselen van behoorlijk bestuur dat wordt aangevoerd in het arrest van het Hof van Cassatie van 27 maart 1992 ?
Réponse du ministre des Finances du 2 décembre 2003, à la question no 148 de M. Eric Massin du 20 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 2 december 2003, op de vraag nr. 148 van de heer Eric Massin van 20 november 2003 (Fr.) :
Comme l’honorable membre vise manifestement des cas particuliers, je m’en tiendrai ici à une réponse sur le plan des principes. Je lui fournirai bien volontiers des éclaircissements par écrit, dans les limites permises par le secret professionnel, s’il me communique les coordonnées des associations concernées.
Daar het geachte lid duidelijk specifieke gevallen bedoeld, beperk ik mij tot het verstrekken van een antwoord met betrekking tot de principes. Indien hij mij de identiteit van de desbetreffende verenigingen meedeelt zal ik hem schriftelijk, binnen de grenzen toegestaan door het beroepsgeheim, toelichting bezorgen.
En ce qui concerne la notion de libéralité déductible, l’administration fiscale estime qu’une somme peut être considérée comme telle si elle a été transférée de manière purement gratuite, c’est-à-dire sans donner lieu à un avantage dans le chef du donateur, hormis des choses de très faible valeur comme par exemple un autocollant ou une brochure d’information sobre.
Wat betreft het begrip fiscaal aftrekbare gift, acht de fiscale administratie dat een bedrag slechts als gift mag worden beschouwd wanneer zij geheel om niet wordt overgemaakt, dit wil zeggen zonder enig voordeel te verstrekken aan de schenker, behalve zaken van zeer geringe waarde zoals bijvoorbeeld een zelfklever of een sobere informatiebrochure.
Lorsque la somme transférée compense entièrement, ou même partiellement, la livraison d’un bien ou la prestation d’un service, elle ne peut pas faire l’objet d’une attestation fiscale, ni pour la totalité, ni pour une partie.
Wanneer de overgedragen som geheel of gedeeltelijk de levering van een goed of de prestatie van een dienst vergoed mag, noch voor de totaliteit, noch voor een gedeelte van de gestorte som een attest worden uitgereikt.
Cette règle figure dans les directives permanentes de l’administration, le Commentaire du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui sont accessibles au public,
Deze regel komt voor in de permanente richtlijnen van de administratie, namelijk de Commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die toe-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
252
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2006
soit sur support papier, soit on-line, dans Fisconet, sur le site internet des administrations fiscales fédérales.
gankelijk is voor het publiek, ofwel op papier ofwel on-line, in Fisconet, op de internet site van de federale administraties.
Les principes de bonne administration s’imposent également à l’administration. Celle-ci est cependant fondée à revoir l’application par un contribuable d’une règle contraire à la loi fiscale pour tous les exercices d’imposition pour lesquels les délais d’imposition ne sont pas encore expirés, l’application d’une telle règle ne pouvant susciter d’attentes légitimes dans le chef dudit contribuable.
De regels van behoorlijk bestuur dringen zich eveneens aan de administratie op. Deze is nochtans gerechtigd, voor de aanslagtermijnen die nog niet zijn verjaard, de toepassing door een belastingplichtige van een regel die in tegenspraak is met de fiscale wetgeving, te herzien. Toepassing van dergelijke regel kan in hoofde van gezegde belastingplichtige geen gewettigde verwachtingen opwekken.
DO 2003200410432
DO 2003200410432
Question no 182 de Mme Zoé Genot du 10 décembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 182 van mevrouw Zoé Genot van 10 december 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Accessibilité de documents publics.
Toegankelijkheid van openbare documenten.
Une journaliste, qui écrit pour l’hebdomadaire « Knack » a introduit une action devant le Conseil d’E´tat contre le ministre des Finances et son administration. Elle leur reproche de ne pas avoir communiqué les échanges de lettres et les contrats avec la Fondation Rodin et l’industrie du tabac entre juin 2001 et juin 2002.
Een journaliste van het weekblad Knack heeft bij de Raad van State een aanklacht ingediend tegen de minister van Financie¨n en zijn administratie. Ze verwijt hun dat ze geen inzage hebben gegeven in de briefwisseling en de contracten met de Stichting Rodin en de tabaksindustrie tijdens de periode juni 2001-juni 2002.
1. Y a-t-il eu une demande de la part de cette journaliste d’accéder aux contrats et aux échanges de lettres susmentionnés ?
1. Heeft deze journaliste een verzoek ingediend om de vermelde contracten en briefwisseling te consulteren ?
2. Quel est le message exact qui a été communiqué à cette personne suite à sa demande ?
2. Wat was de exacte inhoud van de reactie op haar vraag ?
3. Quelle est la raison pour laquelle l’accès à ces documents lui a été refusé ?
3. Waarom werd haar de toegang tot deze documenten geweigerd ?
Réponse du ministre des Finances du 18 décembre 2003, à la question no 182 de Mme Zoé Genot du 10 décembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 18 december 2003, op de vraag nr. 182 van mevrouw Zoé Genot van 10 december 2003 (Fr.) :
Je me permets tout d’abord de rappeler à l’honorable membre que c’est lors de la journée sans tabac du 31 mai 2001 que j’ai pris, en coordination et de plein accord avec ma collègue de la Santé publique, Mme Aelvoet, des initiatives au niveau fédéral en ce qui concerne la prévention du tabagisme.
Eerst en vooral ben ik zo vrij het geachte lid er aan te herinneren dat ik, in samenspraak en met de volledige goedkeuring van mijn collega van Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet, tijdens de tabaksloze dag van 31 mei 2001, op federaal vlak initiatieven genomen heb met betrekking tot het voorkomen van tabaksmisbruik.
Pour répondre à une demande de cette collègue nous nous sommes entendus sur la création de deux fonds, l’un public, l’autre privé, qui s’occuperaient de la problématique du tabagisme.
In antwoord op een vraag van die collega zijn we overgegaan tot de oprichting van twee fondsen, een openbaar en een privaat, die zich op de problematiek van tabaksverslaving zouden toeleggen.
J’ai d’ailleurs déjà répondu à une question similaire à la voˆtre posée par Mme Michèle Gilkinet le 3 octobre 2002.
Ik heb trouwens al geantwoord op een identieke vraag, gesteld door mevrouw Michèle Gilkinet op 3 oktober 2002.
Pour rappel, la Fondation Rodin est une ASBL privée qui s’occupe de certaines études sur le taba-
Ter herinnering, het Rodinfonds is een private VZW die een aantal studies over tabaksverslaving uit-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2007
gisme et qui mène certaines actions dans ce domaine comme d’ailleurs dans le domaine de l’alcoolisme et des assuétudes aux jeux.
voert en sommige acties op dat vlak voert, net zoals overigens op het vlak van alcohol- en kansspelverslaving.
Lors de sa fondation, je n’ai rien décidé au sujet du fonds, sinon de servir d’intermédiaire entre cette association et le secteur du tabac afin que des contacts verbaux puissent être pris. Depuis lors, ces contacts verbaux ont abouti à des accords bilatéraux sur le financement et des contrats bilatéraux — Fondation Rodin, secteur du tabac — ont été signés.
Bij de oprichting heb ik over het fonds geen beslissingen genomen, tenzij dat het als tussenpersoon zou optreden met de tabakssector om mondelinge contacten te kunnen leggen. Sindsdien hebben mondelinge contacten geleid tot bilaterale akkoorden over de financiering en werden bilaterale contracten — Rodinfonds, tabakssector — ondertekend.
Le ministère des Finances n’est pas partie prenante à ces contrats et n’en possède d’ailleurs aucune copie.
Het ministerie van Financie¨n is geen actieve partij bij die contracten en heeft er dan ook geen afschrift van.
Lors de la demande de cette journaliste, il lui a été répondu dans le sens décrit ci-avant et il lui a été conseillé d’effectuer sa demande à la Fondation Rodin elle-même.
Bij de vraag van die journaliste werd haar in bovenstaande termen geantwoord en werd haar aangeraden haar vraag aan het Rodinfonds zelf te herhalen.
D’informations reçues ultérieurement de cette fondation, il appert que le refus de communiquer les contrats relevait de mentions de confidentialité contenues dans ces contrats.
Uit naderhand van dit fonds ontvangen inlichtingen blijkt dat de weigering tot openbaarmaking van die contracten steunde op vertrouwelijke informatie die in de contracten voorkwam.
Depuis lors, ces contrats auraient été modifiés de commun accord entre les parties concernées et les mentions de confidentialité auraient disparues. Ils sont donc devenus accessibles et peuvent être obtenus à la fondation sur simple demande.
Sindsdien zouden die contracten in gemeen overleg tussen de betrokken partijen aangepast zijn, en zouden de vertrouwelijke gegevens verdwenen zijn. Ze zijn dus toegankelijk geworden en kunnen op eenvoudige vraag aan het fonds verkregen worden.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 0000200360109
DO 0000200360109
Question no 12 de Mme Maggie De Block du 30 juillet 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´tudes relatives au recours aux services des urgences dans la ville de Bruxelles. — Recommandations.
Vraag nr. 12 van mevrouw Maggie De Block van 30 juli 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Il ressort de plusieurs études que, dans la ville de Bruxelles, le nombre de consultations à un service des urgences est de 10 % supérieur à la moyenne nationale. Le précédent gouvernement a tenté de mettre un frein au recours abusif au service des urgences en facturant un montant de 12,5 euros pour une consultation au service des urgences.
Uit studies is gebleken dat in de stad Brussel het aantal consulten op een spoedgevallendienst 10 % hoger ligt dan het nationale gemiddelde. De vorige regering heeft aan het oneigenlijk gebruik van de spoedgevallendienst een halt proberen toe te roepen door een bedrag van 12,5 euro aan te rekenen voor een consultatie op de spoedgevallendienst.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Studies betreffende gebruik van de spoedgevallen in de stad Brussel. — Aanbevelingen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2008
Par ailleurs, le précédent ministre des Affaires sociales a également commandé une étude portant sur le recours aux services des urgences dans la ville de Bruxelles. Cette étude avait notamment pour objectif d’examiner dans quelle mesure les médecins généralistes et les hoˆpitaux peuvent mettre efficacement à profit les soins de santé existants dans une grande ville comme Bruxelles. Ce rapport devait être finalisé pour le mois de juin 2003.
Daarnaast heeft de vorige minister van Sociale Zaken ook beslist dat er een studie dient te komen voor wat het gebruik van de spoedgevallen betreft in de stad Brussel. Bedoeling van deze studie was onder meer na te gaan hoe in een grootstad als Brussel huisartsen en ziekenhuizen op een efficie¨nte manier kunnen inspelen op de bestaande gezondheidszorgen. Dit rapport zou moeten klaar zijn tegen eind juni 2003.
Cette étude devrait se traduire par un certain nombre de recommandations concrètes devant permettre une meilleure prise en charge en première ligne des plaintes des patients et des urgences.
Deze studie zou uiteindelijk moeten resulteren in een aantal concrete aanbevelingen zodat men medische klachten en urgenties beter vanuit de eerste lijn kan opvangen.
1. Ces recommandations sont-elles déjà connues ?
1. Zijn deze aanbevelingen reeds gekend ?
2. Dans l’affirmative, quelles sont-elles ?
2. Zo ja, welke zijn de aanbevelingen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 12 de Mme Maggie De Block du 30 juillet 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 12 van mevrouw Maggie De Block van 30 juli 2003 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai le plaisir d’apporter quelques précisions sur l’étude concernant l’utilisation des services des urgences dans la Région bruxelloise.
Als antwoord op de vraag van het geachte lid heb ik het genoegen enkele verduidelijkingen aan te brengen met betrekking tot de studie over het gebruik van de spoeddiensten in het Brussels Gewest.
Tout d’abord, l’ancien ministre des Affaires sociales, M. Frank Vandenbroucke, a en effet demandé à 3 médecins (Clumeck, Vermeylen et Roex) de dresser un aperçu de l’utilisation des services de garde de médecins généralistes et des services des urgences à Bruxelles et de formuler des propositions sur l’acceuil des urgences médicales à Bruxelles. Ce rapport sera bientoˆt transmis au ministre. Par ailleurs, le réseau IRIS, « l’interhospitalière régionale des infrastructures de soins », a été chargé de réaliser une étude prospective relative à la typologie des patients ayant recours aux soins en urgence dans la Région de BruxellesCapitale, aussi bien en milieu ambulatoire (consultation et visite du médecin au domicile du patient) qu’en milieu hospitalier (recours au service des urgences d’un des deux hoˆpitaux suivants : le Centre hospitalier universitaire Saint-Pierre et l’Hoˆpital Iris Sud — site Ixelles).
Vooreerst heeft de gewezen minister van Sociale Zaken, de heer Frank Vandenbroucke, inderdaad aan 3 artsen (Clumeck, Vermeylen en Roex) gevraagd om een overzicht te maken van het gebruik van huisartsenwachtdiensten en spoedgevallendiensten in Brussel en voorstellen te formuleren over de opvang van medische urgenties in Brussel. Dit rapport wordt binnenkort aan de minister overgemaakt. Tevens werd de IRIS-structuur, « interhospitalenkoepel van de regio voor infrastructurele samenwerking », belast met een prospectieve studie betreffende de typologie van de patie¨nten die een beroep doen op de spoedverzorging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel ambulant (raadpleging en bezoek van de geneesheer bij de patie¨nt thuis) als in een ziekenhuis (beroep op de spoeddienst van één van de twee volgende ziekenhuizen : het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter en het IRIS ziekenhuis zuid — site Elsene).
Les objectifs de la recherche sont :
De doelstellingen van dat onderzoek zijn :
— une description des caractéristiques socio-médicoéconomiques de la patientèle bruxelloise concernée par la problématique des soins en urgence,
— een beschrijving van de sociaal-medischeconomische eigenschappen van het Brussels patie¨ntenbestand dat bij de problematiek van de spoedverzorging betrokken is,
— la formulation de propositions concrètes relatives à l’amélioration de l’organisation des soins en urgence et de la coordination entre le secteur hospitalier et les médecins généralistes pour la prise en charge du patient.
— het formuleren van concrete voorstellen betreffende de verbetering van de organisatie van de spoedverzorging en de coo¨rdinatie tussen de ziekenhuissector en de huisartsen voor de tenlasteneming van de patie¨nt.
Un projet de convention avec IRIS a été approuvé par le Comité de l’assurance du service des soins de
Het verzekeringscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV heeft op maandag
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2009
santé de l’INAMI le lundi 28 juillet 2003. Cette étude, qui s’échelonne sur la période du 1er aouˆt 2003 au 31 juillet 2004, doit aboutir à la rédaction d’un rapport sur la situation bruxelloise en matière de soins d’urgence et à des recommandations de politique de santé publique.
28 juli 2003 een ontwerp-overeenkomst met IRIS goedgekeurd. Deze studie die loopt over de periode van 1 augustus 2003 tot 31 juli 2004, zal resulteren in de uitwerking van een rapport over de toestand op het vlak van de spoedverzorging in Brussel en tot aanbevelingen voor het beleid inzake volksgezondheid.
En résumé : les recommandations concrètes, en matière de prise en charge du patient faisant appel aux soins en urgence qui seront mises en avant suite à l’étude IRIS ne seront connues qu’à la fin de l’étude qui se cloˆture en juillet 2004.
Samengevat : de concrete aanbevelingen die uit de IRIS-studie naar voren zullen komen in verband met de tenlasteneming van een patie¨nt die een beroep doet op de spoedverzorging, zullen slechts bekend zijn op het einde van de studie die in juli 2004 afgesloten wordt.
DO 0000200360247
DO 0000200360247
Question no 18 de M. Jo Vandeurzen du 11 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 18 van de heer Jo Vandeurzen van 11 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Conventions en matière de rééducation fonctionnelle.
Revalidatieovereenkomsten.
1. Quelle politique avez-vous l’intention de mettre en œuvre en ce qui concerne les conventions existantes en matière de rééducation fonctionnelle conclues entre l’INAMI et les établissements concernés ?
1. Kan u meedelen welke uw beleidsintenties zijn met betrekking tot de bestaande revalidatieovereenkomsten die gesloten worden tussen het RIZIV en voorzieningen ?
2. Des nouvelles conventions type seront-elles élaborées ?
2. Komen er nieuwe typeovereenkomsten ?
3. Existe-t-il dans la pratique un moratoire relatif à la conclusion de nouvelles conventions en matière de rééducation fonctionnelle ?
3. Bestaat er in de praktijk nog een moratorium wat betreft het sluiten van nieuwe revalidatieovereenkomsten ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 décembre 2003, à la question no 18 de M. Jo Vandeurzen du 11 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 december 2003, op de vraag nr. 18 van de heer Jo Vandeurzen van 11 oktober 2003 (N.) :
En réponse aux questions posées par l’honorable membre concernant mes intentions politiques avec les conventions de rééducation INAMI, je dois renvoyer à la décision prise par le gouvernement en la matière d’imposer un moratoire dans ce secteur en attendant les résultats d’un audit par la Commission de controˆle budgétaire auprès de l’INAMI.
In antwoord op de vragen van het geachte lid naar mijn beleidsintenties met betrekking tot de RIZIVrevalidatie-overeenkomsten moet ik wijzen op de door de regering terzake genomen beslissing tot een moratorium in die sector in afwachting van de resultaten van een audit door de Commissie voor begrotingscontrole bij het RIZIV.
Cet audit concerne l’impact des règles de (re)calcul des enveloppes financières des conventions de revalidation et de l’adéquation de l’offre de centres aux besoins.
Die audit moet gaan over het impact van de (her-) berekeningsregels van de financie¨le enveloppes van de revalidatie-overeenkomsten en over de adequatie van het aanbod aan de vraag.
Cet audit doit être terminé dans les six mois.
Die audit moet rond zijn in zes maanden.
De ce moratoire, qui ne concerne pas les conventions types établies en 2002 et 2003 et les conventions « Politique de drogues » et des résultats de l’audit, une économie de 8 millions d’euros est attendue en 2004.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Van dit moratorium, dat niet geldt voor de in 20022003 ontworpen type-revalidatie-overeenkomsten noch voor de overeenkomsten voorzien in de « Drugspolitiek », en van de resultaten van de audit wordt voor 2004 een besparing van 8 miljoen euro verwacht. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2010
DO 0000200370386
DO 0000200370386
Question no 26 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 26 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Assurance maladie. — Discriminations régionales.
Ziekteverzekering. — Regionale discriminaties.
Votre intention déclarée de vous attaquer aux différences non objectives en matière d’assurance maladie m’a réjoui.
Met genoegen heb ik kennis genomen van uw verklaring niet objectieve verschillen in de ziekteverzekering te willen wegwerken.
Pouvez-vous me communiquer les données suivantes relatives à ces différences ?
Graag bekwam ik gegevens omtrent deze verschillen.
` combien s’élèvent les honoraires versés par 1. A l’assurance maladie en 2002, respectivement à des médecins-spécialistes néerlandophones et à des médecins spécialistes francophones ?
1. Kan u meedelen hoeveel honoraria door de ziekteverzekering in 2002 werden uitgekeerd aan Nederlandstalige, respectievelijk Franstalige artsen-specialisten ?
2. Quels sont les montants versés aux hoˆpitaux durant cette même période, et ce dans chaque région ?
2. Kan u ook de bedragen per gewest meedelen, in hetzelfde jaar uitgekeerd aan de ziekenhuizen ?
3. Au cas ou` ces chiffres ne seraient pas proportionnels aux chiffres de la population, comment cette disproportion s’explique-t-elle ?
3. Indien deze gegevens niet overeenstemmen met de bevolkingsverhoudingen, kan u dan de redenen daarvoor meedelen ?
4. Comment l’INAMI controˆle-t-elle l’application objective des normes médicales ?
4. Welke controles oefent het RIZIV uit over de objectieve toepassing van de geneeskundige normen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 26 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 26 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2003 (N.) :
La dimension régionale relative aux dépense des soins santé peut être abordée de diverses manières. On peut d’une part se baser sur le lieu de « production » (adresse de l’hoˆpital, adresse de la maison de repos, adresse du dispensateur de soins, ...) et on peut d’autre part se baser sur le domicile du patient.
De regionale dimensie met betrekking tot de uitgaven gezondheidszorgen kan op diverse manieren benaderd worden. Enerzijds kan men uitgaan van de plaats van « productie » (adres ziekenhuis, adres rustoord, adres verzorgingsverstrekker, ...) en anderzijds kan men uitgaan van de woonplaats van de patie¨nt.
Une comparaison ayant été établie avec les rapports démographiques (dimension régionale sur la base du domicile), il me semble recommandé d’également aborder la consommation des soins de santé sur base du domicile du patient.
Vermits een vergelijking gemaakt wordt met de bevolkingsverhoudingen (regionale dimensie op basis van de woonplaats) lijkt het mij aangewezen om de consumptie aan gezondheidszorgen eveneens te benaderen op basis van de woonplaats van de patie¨nt.
Une documentation concernant les dépenses des soins de santé par région (c’est-à-dire le total des remboursements effectués par toutes les mutualités en Belgique) figure en annexe :
In bijlage wordt een documentatie meegedeeld van de uitgaven aan gezondheidszorgen (dat wil zeggen het geheel aan terugbetalingen uitgevoerd door alle ziekenfondsen in Belgie¨) per gewest :
— pour la période 1999 à 2002;
— voor de periode 1999 tot 2002;
— avec une distinction selon le type de prestation : médecins généralistes, médecins spécialistes, prix de la journée d’entretien, médicaments et ensemble des autres prestations.
— met een onderscheid naar het type verstrekking : algemeen geneeskundigen, geneesherenspecialisten, verpleegdagprijs, geneesmiddelen en het geheel van alle overige verstrekkingen.
Vous trouverez également les proportions en pourcentage communiquées par région.
Er worden eveneens procentuele verhoudingen meegedeeld per gewest.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2011
On aboutit globalement à la situation suivante : En 000 EUR — In 000 EUR
Globaal komt men tot de volgende situatie :
1999
2000
2001
2002
5 922 374 3 429 210 1 050 424
6 350 809 3 623 558 1 083 245
6 744 811 3 992 771 1 176 601
6 403 390 3 701 051 1 080 906
Total. — Totaal ......................................................................... 10 402 008
11 057 612
11 914 183
11 185 347
1 600 327
1 745 196
1 833 595
2 948 490
Total final. — Eindtotaal .......................................................... 12 002 335
12 802 808
13 747 778
14 133 837
Total dépenses. — Totaal uitgaven Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
Non réparti. — Onverdeeld .......................................................
% quote part. — % aandeel Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
56,93 32,97 10,10
57,43 32,77 9,80
56,61 33,51 9,88
57,25 33,09 9,66
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
Les mutualités ne peuvent répartir toutes les dépenses entre les régions sur la base du domicile du patient. Cela concerne principalement les dépenses des spécialités pharmaceutiques pour les patients en ambulatoire. Depuis le 1er juillet 2002, un nouveau système de financement y a été introduit pour le prix de la journée d’entretien dans les hoˆpitaux, qui fait entre autres usage des douzièmes budgétaires. Pour ces paiements, les mutualités peuvent encore moins réaliser une répartition par région sur la base du domicile du patient. D’où la forte augmentation de la rubrique « non réparti » dans l’exercice 2002. Les statistiques de l’INS relatives à la population donnent les résultats suivants : En 000 EUR — In 000 EUR
Niet alle uitgaven kunnen door de ziekenfondsen verdeeld worden tussen de gewesten op basis van de woonplaats van de patie¨nt. Het betreft voornamelijk de uitgaven van farmaceutische specialiteiten aan ambulante patie¨nten. Sinds 1 juli 2002 werd er een nieuw financieringssysteem ingevoerd voor de verpleegdagprijs in ziekenhuizen, waarbij onder andere gebruik gemaakt wordt van begrotingstwaalfden. Voor deze betalingen kunnen de ziekenfondsen evenmin een verdeling maken per gewest op basis van de woonplaats van de patie¨nt. Vandaar de sterke stijging van de rubriek « onverdeeld » in het dienstjaar 2002. De NIS-statistieken met betrekking tot de bevolking geven de volgende resultaten :
1999
2000
2001
2002
5 940 251 3 339 516 959 318
5 952 552 3 346 457 964 405
5 972 781 3 358 560 978 384
5 995 553 3 368 250 992 041
Total. — Totaal ......................................................................... 10 239 085
10 263 414
10 309 725
10 355 844
Total dépenses. — Totaal uitgaven Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
% quote part. — % aandeel Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
58,02 32,62 9,36
58,00 32,61 9,39
57,93 32,58 9,49
57,90 32,53 9,57
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2012
De manière globale, on peut constater ici que la proportion par région pour les dépenses totales des soins de santé ne s’écarte pas de manière spectaculaire des rapports démographiques. Des différences plus importantes ont bien été constatées selon que l’on compare certains sous-secteurs des soins de santé avec les rapports démographiques. On peut ainsi constater que la Flandre compte une plus grande part dans les dépenses pour les médecins généralistes (part dans les dépenses 61,32 %; part démographique 57,90 % (données 2002)) et une part moins importante dans les dépenses pour les médecins spécialistes (part dans les dépenses 54,54 %; part démographique 57,90 % (données 2002)).
Globaal gezien kan men hier vaststellen dat de verhouding per gewest voor de totale uitgaven gezondheidszorgen niet spectaculair afwijken van de bevolkingsverhoudingen. Er worden wel grotere verschillen vastgesteld naargelang men bepaalde sub-sectoren van de gezondheidszorg vergelijkt met de bevolkingsverhoudingen. Zo heeft Vlaanderen een groter aandeel in de uitgaven voor de algemeen geneeskundigen (aandeel in uitgaven 61,32 %; aandeel in bevolking 57,90 % (gegevens 2002)) en een lager aandeel in de uitgaven van geneesheren-specialisten (aandeel in uitgaven 54,54 %; aandeel in bevolking 57,90 % (gegevens 2002)).
Il existe certainement des raisons objectives pour expliquer le fait que la proportion de certaines dépenses des soins de santé ne corresponde pas aux rapports démographiques. Elles sont à mettre en rapport avec toute une série de facteurs qui peuvent offrir une explication possible : des différences dans la structure de la population (aˆge et sexe), des différences dans la morbidité et dans la mortalité, des différences dans les variables socio-économiques (revenus, logement, choˆmage, ...), des différences au niveau de l’offre en soins médicaux (offre aux hoˆpitaux, offre aux médecins spécialistes, ...), des différences dans la pratique médicale, ... Tous ces éléments peuvent fournir une explication au fait que la part d’une région dans les dépenses des soins de santé peut parfois différer en comparaison avec le rapport démographique.
Er bestaan zeker objectieve redenen waarom de verhouding van sommige uitgaven voor gezondheidszorgen niet overeenstemmen met de bevolkingsverhoudingen. Deze hebben te maken met een veelheid aan factoren die een mogelijke verklaring kunnen bieden : verschillen in de structuur van de bevolking (leeftijd en geslacht), verschillen in de morbiditeit en mortaliteit, verschillen naar sociaal-economische variabelen (inkomen, huisvesting, werkloosheid, ...), verschillen naar het aanbod aan medische verzorging (aanbod aan ziekenhuizen, aanbod aan specialistische geneeskunde, ...), verschillen in medische praktijkvoering, ... Al deze elementen kunnen een verklaring geven van het feit dat het aandeel van een gewest in de gezondheidsuitgaven soms kan verschillen in vergelijking met de bevolkingsverhouding.
En tant que ministre fédéral des Affaires sociales et de la Santé publique, il est principalement de mon devoir d’utiliser aussi efficacement que possible les moyens engagés. Pour ce faire, je peux faire référence à certaines dispositions de l’accord gouvernemental :
Als federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zie ik het vooral als mijn taak om de ingezette middelen zo efficie¨nt mogelijk aan te wenden. Op dat vlak kan ik verwijzen naar sommige bepalingen van het regeerakkoord :
« Le gouvernement entend maıˆtriser l’évolution des dépenses, en tenant compte de la croissance prévue, par :
« De regering is van plan de ontwikkeling van de uitgaven te beheersen binnen de voorziene groei. Zij zal dit doen door :
— la recherche de solutions de soins les moins couˆteuses quand ceci est socialement possible, tout en préservant la qualité pour le patient (soins de première ligne avant le spécialiste, soins à domicile avant l’hospitalisation dans une maison de repos, hospitalisation de jour avant une hospitalisation classique);
— steeds te streven naar de minst dure oplossing van zorg, wanneer dit sociaal mogelijk is, en met behoud van de kwaliteit voor de patie¨nt (eerstelijnszorg voor de specialist, thuiszorg voor opname in het rusthuis, daghospitalisatie boven klassieke opname);
— l’évaluation du comportement des prescripteurs et de leurs recours à des actes techniques, afin d’éliminer les différences injustifiées entre pratiques médicales; après évaluation de la loi par le Centre fédéral d’expertise des soins de santé en tenant compte de tous les aspects, l’application des montants de référence dans les hoˆpitaux pourrait être élargie et/ou renforcée;
— de evaluatie van het voorschrijfgedrag en van de toepassing van technische prestaties, teneinde de ongerechtvaardigde verschillen tussen medische praktijken uit te schakelen; na evaluatie van de wet door het Kenniscentrum waarbij met alle aspecten zal worden rekening gehouden kan de toepassing van de referentiebedragen in de ziekenhuizen worden verbreed en/of versterkt;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2013
— une meilleure coopération entre les institutions et les soins de première ligne, afin de freiner le « medical shopping »;
— een betere samenwerking tussen de instellingen en de eerstelijnszorgen om de « medical shopping » of te remmen;
— l’évolution d’un financement de structures vers un financement sur base des pathologies dans les hoˆpitaux et les autres institutions de soins; le financement sur base de pathologies sera étendu aux médicaments, à l’hospitalisation de jour et aux analyses techniques;
— het overschakelen in ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen van een structurele financiering naar een financiering op basis van pathologie¨en; de pathologie-financiering zal ook worden uitgebreid naar geneesmiddelen, daghospitalisatie en technische onderzoeken;
— un plus large et un meilleur controˆle sur la qualité des prescriptions et sur la qualité des données médicales enregistrées; en parallèle, un certain nombre de normes d’agrément et d’encadrement seront assouplies, tandis que la politique de programmation sera poursuivie et renforcée en matière de services hospitaliers lourds en vue d’améliorer leur qualité;
— meer en betere controle op de kwaliteit van de geleverde zorgen en op de kwaliteit van de geregistreerde medische gegevens; tegelijkertijd zullen een aantal erkennings- en omkaderingsnormen worden versoepeld, terwijl het programmatiebeleid inzake welbepaalde zware ziekenhuisdiensten vanuit het oogpunt van een verbetering van hun kwaliteit, onverminderd zal worden voortgezet en verstrengd;
— une action contre les excès de la promotion de médicaments; les couˆts de distribution des médicaments doivent être mieux controˆlés;
— de uitwassen van de geneesmiddelenpromotie zullen worden aangepakt; ook zullen de kosten in de geneesmiddelendistributie beter moeten worden beheerst;
— une maıˆtrise programmée de la consommation de médicaments; en outre, la prescription sur la base de molécules sera rendue possible et encouragée; les remboursements de référence pour médicaments seront adaptés afin d’arriver à une concurrence plus forte entre médicaments génériques, et entre ceux-ci et les médicaments originaux; une bonne information du patient sera garantie;
— een programmeerde beheersing van het verbruik van geneesmiddelen; zo zal onder meer het voorschrijven van moleculen worden mogelijk gemaakt; ook zullen de referentieterugbetalingen voor geneesmiddelen worden aangepast, teneinde tot een grotere concurrentie te komen tussen generieke geneesmiddelen onderling, en tussen de generieke en de oorspronkelijke medicamenten; daarbij zal er over gewaakt worden dat de patie¨nt op een ruime en correcte wijze over de betrokken geneesmiddelen geı¨nformeerd blijft;
— un audit externe des médicaments de formation des prix du matériel médical, des prothèses dentaires, des bandages et appareils orthopédiques; des mesures seront prises pour une plus grande transparence et une meilleure concurrence de prix;
— een externe audit van de prijsvormingmechanismen van medische materiale, tandprothesen, bandages en orthopedische toestellen; maatregelen zullen worden genomen voor meer doorzichtigheid van de prijzen en een grotere prijsconcurrentie;
— le principe d’une planification de l’offre des prestataires de soins sera maintenu; le système présent de planification de l’offre de soins de santé sera évalué sur base de critères objectifs, en vue d’arriver à une meilleure adéquation entre l’offre de soins et les besoins de la population dans chaque communauté. »
— het principe van een planning van het aanbod van zorgverstrekkers zal worden aangehouden; het huidig systeem van planning van het zorgaanbod zal gee¨valueerd worden op basis van objectieve criteria en dit om te komen tot een beter evenwicht tussen het aanbod aan zorgen en de noden van de bevolking in elke gemeenschap. »
Mon souhait le plus cher est de mettre effectivement en œuvre ces mesures de l’accord gouvernemental, de telle sorte que les moyens engagés puissent être utilisés de la manière la plus efficace possible où que ce soit en Belgique, que ce soit en Flandre, en Wallonie ou à Bruxelles. La mise en œuvre de ces mesures aura donc très certainement un effet sur la consommation des soins de santé, au niveau régional également.
Het is mijn vaste wil om deze maatregelen van het regeerakkoord daadwerkelijk uit te voeren, zodanig dat de ingezette middelen zo efficie¨nt mogelijk worden aangewend waar dan ook in Belgie¨, of het nu in Vlaanderen, Wallonie¨ of Brussel is. De uitvoering van deze maatregelen zullen dus zeker een effect hebben op de consumptie van de gezondheidszorgen, ook op regionaal niveau.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
253
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2014
Concernant la question relative aux controˆles que l’INAMI effectue sur les applications objectives des normes médicales, il en ressort que :
Met betrekking tot de vraag aangaande de controles die het RIZIV uitoefent over de objectieve toepassing van de geneeskundige normen kan het volgende gesteld worden :
Le Service d’évaluation et de controˆle médicaux exerce deux missions dans le secteur de l’assurance soins de santé.
De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle oefent twee opdrachten uit in de sector van de verzekering voor geneeskundige verzorging.
Il vérifie que les prestations de santé remboursées par les mutualités ont bien été effectuées et qu’elles ont été réalisées conformément aux règles fixées par la loi ou les textes réglementaires. Avant l’entrée en vigueur, le 15 février 2003, de la loi du 24 décembre 2002, les infractions en cette matière étaient sanctionnées par les chambres restreintes du comité du Service du controˆle médical. Ces chambres pouvaient interdire aux mutualités de rembourser, pendant une période allant de 5 jours à un an, les soins dispensés par le prestataire sanctionné.
Hij gaat na of de geneeskundige verstrekkingen die door de ziekenfondsen worden vergoed, wel degelijk zijn verricht en of ze zijn uitgevoerd overeenkomstig de regels die bij wet of in verordeningsteksten zijn vastgesteld. Vo´o´r de inwerkingtreding van de wet van 24 december 2002 op 15 februari 2003 werden de inbreuken ter zake bestraft door de beperkte kamers van het comité van de Dienst voor geneeskundige controle. Die kamers konden de ziekenfondsen het verbod opleggen om gedurende een periode van 5 dagen tot één jaar de door de gestrafte zorgverlener verleende verzorging te vergoeden.
La loi du 24 décembre 2002 remplace cette sanction par des amendes administratives selon une gradation qui tient compte de la gravité des sanctions.
De wet van 24 december 2002 vervangt die sanctie door administratieve boetes die varie¨ren naargelang van de ernst van de inbreuk.
Le service est également chargé, depuis la loi du 24 décembre 2002, d’une mission d’évaluation des prestations médicales. Il s’agit ici d’analyser les pratiques médicales afin de détecter les dispensateurs dont l’activité paraıˆt s’écarter significativement des recommandations de bonne pratique médicale définies par le Conseil national de la promotion de la qualité.
De dienst wordt sinds de wet van 24 december 2002 eveneens belast met de evaluatie van de geneeskundige verstrekkingen. Het betreft een analyse van de medische praktijken die het mogelijk maakt de zorgverleners op te sporen wier activiteit blijkbaar beduidend afwijkt van de aanbevelingen voor een goede medische praktijk die door de Nationale Raad voor kwaliteitspromotie worden geformuleerd.
Dans le même esprit, il s’agit également d’analyser les comportements en matière de prescription par rapport aux recommandations émises par la Commission de remboursement de médicaments.
In dezelfde geest wordt ook het voorschrijfgedrag bestudeerd rekening houdende met de aanbevelingen van de Commissie voor de tegemoetkoming in de geneesmiddelen.
Des indicateurs de déviation manifeste par rapport aux recommandations susvisées seront également définis et tout dispensateur dont la pratique se situe audelà de ces indicateurs sera invité à se justifier devant le comité du Service d’évaluation et de controˆle médicaux. S’il ne le peut, il sera placé sous surveillance (monitoring) pendant une période minimale de 6 mois. ` l’expiration de la période de monitoring, sa pratique A sera de nouveau analysée. Si elle s’est rapprochée de la norme, le dispensateur pourra recevoir un satisfecit. Sinon, et s’il ne peut toujours pas se justifier, ce dispensateur pourra être poursuivi devant le comité qui pourra lui infliger une amende administrative de 5 000 euros.
Er zullen eveneens indicatoren voor de manifeste afwijking van de voormelde aanbevelingen worden gedefinieerd en elke zorgverlener wiens praktijk zich boven die indicatoren situeert, zal worden verzocht zich voor het comité van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle te komen verantwoorden. Als hij zich niet kan verantwoorden, zal hij gedurende een minimumperiode van 6 maanden onder toezicht worden geplaatst (screening). Na afloop van die screeningperiode zal zijn praktijk opnieuw worden geanalyseerd. Als zijn praktijk de norm benadert, zal de zorgverlener een goedkeuring meekrijgen. Zo niet, kan die zorgverlener als hij nog steeds geen verantwoording kan afleggen, worden vervolgd door het comité dat hem een administratieve boete van 5 000 euro kan opleggen.
Une procédure assez similaire est appliquée lorsqu’il n’existe pas encore de recommandations de bonne pratique médicale et d’indicateurs de déviation manifeste. Dans ce cas, l’activité du médecin controˆlé est
Een nagenoeg gelijkaardige procedure wordt toegepast wanneer er nog geen aanbevelingen voor een goede medische praktijk en indicatoren voor een manifeste afwijking bestaan. In dat geval wordt de activiteit
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2015
analysée en utilisant le critère juridique du « bonus pater familias ». La pratique du médecin est comparée à celle de médecins réputés normalement prudents et diligents, placés dans des circonstances similaires. Ici aussi, l’abus est passible d’une amende administrative de 5 000 euros.
van de gecontroleerde geneesheer geanalyseerd volgens het juridisch criterium van « bonus pater familias ». De praktijk van de geneesheer wordt vergeleken met die van de geneesheren die bekend staan voor hun normaliter omzichtig en toegewijd gedrag in gelijkaardige omstandigheden. Ook hier wordt het misbruik bestraft met een administratieve boete van 5 000 euro.
Les controˆles décrits ci-dessus s’exercent de manière uniforme sur l’ensemble du territoire. C’est ainsi que de 1999 à 2002, sous l’empire des anciennes dispositions légales, 275 dossiers ont été traités par la chambre restreinte néerlandophone et 225 par la chambre restreinte francophone.
De hierboven beschreven controles worden eenvormig toegepast op het hele grondgebied. Van 1999 tot 2002 werden aldus onder invloed van de oude wetsbepalingen 275 dossiers door de Nederlandstalige beperkte kamer en 225 door de Franstalige beperkte kamer behandeld.
En outre, durant la même période, 364 dispensateurs néerlandophones et 553 francophones ont reçu des avertissements purs et simples tandis que 503 néerlandophones et 644 francophones faisaient l’objet d’un avertissement et d’une invitation à rembourser des prestations indues.
Tijdens diezelfde periode hebben bovendien 364 Nederlandstalige en 553 Franstalige zorgverleners een gewone waarschuwing gekregen, terwijl 503 Nederlandstaligen en 644 Franstaligen een waarschuwing kregen en een uitnodiging ontvingen om de onverschuldigde bedragen terug te betalen.
Il y a lieu de souligner que ces dossiers ont été ouverts soit spontanément par le Service d’évaluation et de controˆle médicaux soit sur base de plaintes émanant de patients ou d’informations venant des médecins-conseils des organismes assureurs. Le nombre de dossiers traités dépend donc pour partie de la collaboration des mutualités ou de l’état d’esprit plus ou moins revendicatif des patients. Il s’agit là de facteurs étrangers au service, variables dans le temps et l’espace.
Er moet worden beklemtoond dat die dossiers ofwel spontaan door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, ofwel op basis van klachten van patie¨nten of informatie van de adviserend geneesheren van de verzekeringsinstellingen zijn geopend. Het aantal behandelde dossiers hangt dus voor een deel af van de samenwerking met de ziekenfondsen of de min of meer protesterende houding van de patie¨nten. Het betreft hier aan de dienst vreemde factoren die in de tijd en de ruimte varie¨ren.
` l’avenir, le service sera plus à même de conduire A une politique de controˆle moins aléatoire et plus ciblée. De gros efforts sont entrepris en ce sens en préparant l’installation de nouvelles techniques d’évaluation, basées sur une analyse de données individualisées et rendues anonymes mises à disposition par les mutualités. Un dossier d’évaluation concernant des soins donnés dans le cadre de la prostatectomie transuréterale est en cours. Les premiers résultats seront présentés fin novembre 2003.
De dienst zal in de toekomst beter in staat zijn een minder willekeurig en meer gericht controlebeleid te voeren. Er worden in die zin grote inspanningen geleverd door de voorbereiding van de invoering van nieuwe evaluatietechnieken die gebaseerd zijn op een analyse van de geı¨ndividualiseerde en anoniem gemaakte gegevens die door de ziekenfondsen ter beschikking worden gesteld. Een evaluatiedossier betreffende de verzorging verleend in het kader van een transureterale prostatectomie wordt voorbereid. De eerste resultaten zullen eind november 2003 worden voorgelegd.
Annexe
Bijlage
En 000 EUR — In 000 EUR
1999
2000
2001
2002
médecins généralistes. — algemeen geneeskundigen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
384 111 207 512 43 431
393 407 211 155 45 166
405 256 216 634 46 852
426 259 221 386 47 513
Total. — Totaal .........................................................................
635 054
649 728
668 742
695 158
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2016
En 000 EUR — In 000 EUR
1999
2000
2001
2002
médecins spécialistes. — geneesheren specialisten Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
1 811 283 1 169 140 352 802
1 940 634 1 235 427 359 619
2 026 827 1 345 913 386 317
2 011 252 1 297 329 378 782
Total. — Totaal .........................................................................
3 333 225
3 535 680
3 759 057
3 687 363
prix journée d’entretien. — verpleegdagprijs Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
1 592 121 900 498 316 907
1 685 131 941 177 325 137
1 771 398 1 037 063 346 877
1 294 895 741 867 248 507
Total. — Totaal .........................................................................
2 809 526
2 951 445
3 155 338
2 285 269
médicaments. — geneesmiddelen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
347 249 213 040 59 668
385 499 232 623 63 610
423 055 266 312 71 095
458 617 265 439 72 515
Total. — Totaal .........................................................................
619 957
681 732
760 462
796 571
autres prestations. — andere verstrekkingen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
1 787 610 939 020 277 616
1 946 138 1 003 176 289 713
2 118 275 1 126 849 325 460
2 212 367 1 175 030 333 589
Total. — Totaal .........................................................................
3 004 246
3 239 027
3 570 584
3 720 986
Total. — Totaal Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
5 922 374 3 429 210 1 050 424
6 350 809 3 623 558 1 083 245
6 744 811 3 992 771 1 176 601
6 403 390 3 701 051 1 080 906
Total. — Totaal ......................................................................... 10 402 008
11 057 612
11 914 183
11 185 347
1 600 327
1 745 196
1 833 595
2 948 490
Total final. — Eindtotaal .......................................................... 12 002 335
12 802 808
13 747 778
14 133 837
2000
2001
2002
Non réparti. — Onverdeeld .......................................................
% quote part — % aandeel
1999
médecins généralistes. — algemeen geneeskundigen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
60,48 32,68 6,84
60,55 32,50 6,95
60,60 32,39 7,01
61,32 31,85 6,83
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2017
% quote part — % aandeel
1999
2000
2001
2002
médecins spécialistes. — geneesheren specialisten Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
54,34 35,08 10,58
54,89 34,94 10,17
53,92 35,80 10,28
54,54 35,18 10,28
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
prix journée d’entretien. — verpleegdagprijs Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
56,67 32,05 11,28
57,10 31,89 11,01
56,14 32,87 10,99
56,66 32,46 10,88
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
médicaments. — geneesmiddelen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
56,01 34,36 9,63
56,55 34,12 9,33
55,63 35,02 9,35
57,57 33,32 9,11
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
autres prestations. — andere verstrekkingen Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
59,50 31,26 9,24
60,08 30,97 8,95
59,33 31,56 9,11
59,46 31,58 8,96
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
Total. — Totaal Flandre. — Vlaanderen .............................................................. Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................... Bruxelles. — Brussel ..................................................................
56,93 32,97 10,10
57,43 32,77 9,80
56,61 33,51 9,88
57,25 33,09 9,66
Total. — Totaal .........................................................................
100
100
100
100
DO 2003200400053
DO 2003200400053
Question no 33 de M. Guy D’haeseleer du 21 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 33 van de heer Guy D’haeseleer van 21 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Composition du cabinet.
Samenstelling van het kabinet.
1. Votre cabinet est-il déjà complètement constitué ?
1. Werd het kabinet reeds volledig samengesteld ?
2. Quel est le nombre de personnes travaillant dans votre cabinet, par niveau et par fonction ?
2. Hoeveel personeelsleden werken er in totaal op uw kabinet, opgesplitst naar niveau en functie ?
3. Parmi celles-ci, combien sont détachées d’un ministère, d’une entreprise publique autonome, d’une
3. Hoeveel van hen werden gedetacheerd door een ministerie, een autonoom overheidsbedrijf, een open-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2018
institution publique de sécurité sociale ou d’un autre organisme qui ressortit à votre compétence ?
bare sociale zekerheidsinstelling of een andere instelling waarvoor u bevoegd bent ?
4. Parmi les agents détachés, combien y a-t-il d’agents statutaires et combien y a-t-il d’agents contractuels ?
4. Hoeveel van de gedetacheerde ambtenaren zijn statutaire ambtenaren en hoeveel contractuele ambtenaren ?
5. a) Avez-vous engagé des experts dans votre cabinet ?
5. a) Werden deskundigen in dienst genomen op uw kabinet ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel ?
c) Quels sont les moyens budgétaires qui vous sont ou qui vous seront octroyés à cet effet ?
c) Welke begrotingskredieten worden u toegekend of zullen u daartoe toegekend worden ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 33 de M. Guy D’haeseleer du 21 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 33 van de heer Guy D’haeseleer van 21 oktober 2003 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.
1. En date du 14 novembre 2003, l’organe stratégique est complet.
1. In datum van 14 november 2003 is het beleidsorgaan voltallig.
2. L’organe stratégique compte :
2. Het beleidsorgaan telt :
— au secrétariat :
— op het secretariaat :
3 niveaux A : directeur, secrétaire de cabinet, attaché de presse
3 niveaus persattaché
5 niveaux C : secrétaire
5 niveaus C : secretaris
4 niveaux D : téléphoniste, accueil, 2 collaborateurs administratifs
4 niveaus D : telefoniste, onthaal, 2 administratieve medewerkers
— à la cellule stratégique Sécurité sociale :
A:
directeur,
kabinetssecretaris,
— bij de strategische cel Sociale Zaken :
8 niveaux A : directeur, directeur adjoint, 2 traducteurs, attaché de presse, 2 attachés
8 niveaus A : directeur, adjunct-directeur, 2 vertalers, persattaché, 2 attachés
10 niveaux B/C : secrétaire, collaborateur administratif
10 niveaus B/C : secretaris, administratief medewerker
5 niveaux D : chauffeur
5 niveaus D : chauffeur
— à la cellule stratégique Santé publique :
— bij de strategische cel Volksgezondheid :
7 niveaux A : directeur, attaché de presse, 4 conseillers, 1 conseiller adjoint
7 niveaus A : directeur, persattaché, 4 adviseurs, 1 adjunct-adviseur
14 niveaux B/C : collaborateurs administratifs.
14 niveaus B/C : administratieve medewerkers.
3. 10 personnes sont détachées par le Service public fédéral. 1 personne par la Communauté flamande 2 personnes par la Communauté française 1 personne par la Région wallonne 6 personnes par les OIP.
3. 10 personen zijn gedetacheerd door de Federale Overheidsdienst. 1 persoon door de Vlaamse Gemeentschap 2 personen door de Franse Gemeentschap 1 persoon door het Waals Gewest 6 personen door de IOP’s.
4. L’organe stratégique comte 25 agents statutaires et 43 agents contractuels.
4. Het beleidsorgaan telt 25 statutairen en 43 contractuelen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2019
5. a) et b) 5 experts sont en fonction dans l’organe stratégique. c) E´tant donné que les experts viennent d’être désignés, les crédits budgétaires n’ont pas encore été fixés.
5. a) en b) Bij het beleidsorgaan zijn 5 deskundigen in dienst.
Santé publique
Volksgezondheid
c) Daar de deskundigen pas werden aangesteld zijn er nog geen begrotingskredieten vastgelegd.
DO 2003200400006
DO 2003200400006
Question no 42 de M. Claude Eerdekens du 14 octobre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 42 van de heer Claude Eerdekens van 14 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Piscines couvertes. — Qualité de l’air chloré.
Overdekte zwembaden. — Kwaliteit van de chloorhoudende lucht.
Test Santé (no 57 d’octobre-novembre 2003) tire la sonnette d’alarme quant à la qualité de l’air dans les piscines couvertes.
Test Gezondheid waarschuwt in zijn nummer van oktober-november 2003 (nr. 57) voor de slechte luchtkwaliteit in de overdekte zwembaden.
Le toxicologue A. Bernard de l’UCL avait déjà avancé qu’il pourrait y avoir un lien entre, d’une part, les affections pulmonaires et problèmes aux voies respiratoires chez les enfants et, d’autre part, l’air chloré des piscines. Une récente enquête lui a apporté de nouvelles preuves de cette affirmation. Le chlore, utilisé comme désinfectant, est mis en cause.
Eerder had toxicoloog A. Bernard van de UCL reeds gesteld dat er een verband zou kunnen bestaan tussen longaandoeningen en problemen van de luchtwegen bij kinderen en de gechloreerde lucht in zwembaden. Zijn stelling werd door nieuwe bewijzen uit een recent onderzoek verder onderbouwd. De oorzaak van het probleem zou liggen bij de chloor die als ontsmettingsmiddel wordt gebruikt.
Une étude américaine a d’ailleurs jeté récemment les mêmes doutes sur les comprimés « Samichlor », utilisés notamment pour la désinfection de l’eau dans les piscines privées.
Recentelijk werden in een Amerikaanse studie trouwens soortgelijke bedenkingen gemaakt over de « Samichlor »-tabletten die onder meer gebruikt worden bij het desinfecteren van het water in private zwembaden.
N’y a-t-il pas lieu de revoir les normes relatives à l’utilisation du chlore dans les piscines à la lueur des résultats de ces enquêtes ?
Moeten de normen die gelden voor het gebruik van chloor in zwembaden in het licht van deze onderzoeksresultaten niet worden herzien ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 42 de M. Claude Eerdekens du 14 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 42 van de heer Claude Eerdekens van 14 oktober 2003 (Fr.) :
J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre que je partage sa préoccupation en ce qui concerne les problèmes liés à l’atteinte des voies respiratoires chez les enfants, problèmes qui pourraient être dus à l’exposition à des composés de chlore présents dans l’air des piscines. Je demande, dès lors, au Conseil supérieur d’hygiène publique de donner un avis, en la matière, sur base des données scientifiques les plus récentes.
Ik heb de eer aan het geachte lid mee te delen dat ik zijn bezorgdheid deel omtrent de ademhalingsproblemen bij kinderen, die zouden kunnen te wijten zijn aan de blootstelling aan lucht in zwembaden waarin gechloreerde verbindingen voorkomen. Ik vraag dan ook aan de Hoge Gezondheidsraad om daarover aan de hand van de meest recente wetenschappelijke gegevens een advies te verlenen.
Les normes applicables aux piscines ouvertes au public, notamment celles relatives à l’utilisation du
De normen die gelden inzake de voor het publiek open gestelde zwembaden, inzonderheid nopens het
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2020
chlore ou d’autres désinfectants, tombent sous la compétence des régions.
gebruik van chloor of andere desinfectiemiddelen, vallen onder de bevoegdheid van de gewesten.
En ce qui concerne l’autorisation de mise sur le marché des comprimés utilisés pour la désinfection des piscines privées, cette question devrait être posée à mon collègue la ministre de l’Environnement. (Question no 12 du 30 décembre 2003.)
Wat betreft de toelating voor het op de markt brengen van tabletten die gebruikt worden voor de ontsmetting van privé zwembaden, zou de vraag dienen gesteld te worden aan mijn collega de minister van Leefmilieu. (Vraag nr. 12 van 30 december 2003.)
DO 2003200400062
DO 2003200400062
Question no 46 de M. Geert Bourgeois du 21 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 46 van de heer Geert Bourgeois van 21 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Initiatives politiques dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées ».
Beleidsinitiatieven in het kader van het « Europees Jaar voor personen met een handicap ».
Le 20 novembre 2002, le gouvernement fédéral a pris la décision suivante dans le cadre de la « lutte contre la discrimination des personnes handicapées » :
Op 20 november 2002 nam de federale regering volgende beslissing in « de strijd tegen de discriminatie van personen met een handicap » :
« Sur proposition de Mme Greet van Gool, commissaire du gouvernement à la Sécurité sociale, le Conseil des ministres a approuvé la proposition de déclaration de principe, dans laquelle chaque ministre déclare qu’il fera le nécessaire pour réaliser au moins un aménagement raisonnable dans le cadre de la lutte contre les discriminations envers les personnes handicapées. Cet engagement implique que, durant l’« Année européenne des personnes handicapées », chaque ministre fédéral prendra au moins une mesure, dans sa sphère de compétence, pour favoriser l’inclusion des personnes handicapées. L’inclusion repose sur l’idée qu’un handicap est davantage lié à l’entourage et à la société, qui ne sont pas adaptés aux possibilités des personnes handicapées, qu’à un problème individuel chez la personne souffrant d’un handicap. »
« Op voorstel van Greet van Gool, regeringscommissaris voor Sociale Zekerheid, keurde de Ministerraad het voorstel van principeverklaring goed, waarbij elke minister verklaart dat hij/zij de nodige inspanningen zal leveren om tegen het einde van de legislatuur tenminste één redelijke aanpassing te realiseren in de strijd tegen de discriminatie van personen met een handicap. Dit engagement houdt in dat, gedurende het « Europees Jaar voor personen met een handicap », elke federale minister minstens één maatregel zal nemen binnen zijn bevoegdheidsdomein die de inclusie van personen met een handicap bevordert. De inclusie vertrekt van het idee dat een handicap een kwestie is van een omgeving en een samenleving die niet aangepast zijn aan de mogelijkheden van personen met een handicap, en niet zozeer een individueel probleem van de persoon met een handicap zelf. »
1. a) Quelles initiatives ont-elles été prises par votre prédécesseur, en qualité de ministre ou de secrétaire d’E´tat, conformément à la décision prise par le Conseil des ministres le 20 novembre 2002 dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées » ?
1. a) Welke initiatieven heeft uw voorganger als minister of staatssecretaris genomen, zoals beslist op de Ministerraad van 20 november 2002 in het kader van het « Europees Jaar van de personen met een handicap » ?
b) Ces initiatives ont-elles déjà été mises en œuvre ou vont-elles l’être ? Dans l’affirmative, avec quel résultat ? Dans la négative, pourquoi n’ont-elles pas encore été mises en œuvre et quand le serontelles ?
b) Zijn deze initiatieven reeds uitgevoerd of in uitvoering ? Zo ja, wat was het resultaat ? Zo neen, waarom nog niet en wanneer wel ?
c) Quel budget est-il inscrit au budget à cet effet ?
c) Welk budget is hiervoor in de begroting opgenomen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2021
2. a) Quelles initiatives avez-vous prises en tant que ministre ou secrétaire d’E´tat dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées » ?
2. a) Welke initiatieven heeft u als minister of staatssecretaris genomen, in het kader van het « Europees Jaar van de personen met een handicap » ?
b) Ces initiatives ont-elles déjà été mises en œuvre, ou vont-elles l’être ? Dans l’affirmative, avec quel résultat ? Dans la négative, pourquoi n’ont-elles pas encore été mises en œuvre et quand le serontelles ?
b) Zijn deze initiatieven reeds uitgevoerd of in uitvoering ? Zo ja, wat was het resultaat ? Zo neen, waarom nog niet en wanneer wel ?
c) Quel budget est-il inscrit au budget à cet effet ?
c) Welk budget is hiervoor in de begroting opgenomen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 46 de M. Geert Bourgeois du 21 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 46 van de heer Geert Bourgeois van 21 oktober 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Dans la liste d’exemples d’actions visant à combattre la discrimination des personnes avec un handicap figure l’adaption de la réglementation relative à l’hygiène des denrées alimentaires. Cette adaptation viserait à éviter l’interdiction d’accès des locaux de commerce et de consommation de denrées alimentaires aux chiens d’assistance.
In de lijst met voorbeelden van acties ter bestrijding van de discriminatie van personen met een handicap bevindt zich de aanpassing van de reglementering inzake voedingsmiddelen. Deze aanpassing zou tot doel hebben het toegangsverbod voor geleidehonden in handels- en consumptielokalen van voedingsmiddelen ongedaan te maken.
Cette adaptation a été effectuée dans l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires.
Deze aanpassing werd reeds opgenomen in het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake algemene voedingsmiddelenhygie¨ne.
Dans le but de prévenir la contamination des denrées alimentaires et de protéger la santé des consommateurs, l’arrêté précité (voir annexe I, point 3.1.4) prévoit que l’accès des animaux domestiques est interdit dans les locaux où des denrées alimentaires sont fabriquées ou mises dans le commerce.
Met de bedoeling om de contaminatie van voedingsmiddelen te voorkomen en de gezondheid van de gebruikers te beschermen, bepaalt het voornoemde besluit (zie bijlage I, punt 3.1.4) dat de toegang van huisdieren tot de lokalen waar voedingsmiddelen gefabriceerd worden of in de handel worden gebracht, verboden is.
Une dérogation à cette interdiction a été prévue à l’attention des personnes avec certains handicaps. En effet, l’accès aux locaux de mise dans le commerce de denrées alimentaires est spécialement autorisé aux chiens dressés ou en cours de dressage destinés à assister les handicapés de la vue et autres handicapés moteurs dans leurs déplacements. Par locaux de mise dans le commerce, il faut entendre tous les locaux d’offre en vente, de distribution, de débit, de cession à titre onéreux ou gratuit de denrées alimentaires.
Een afwijking op dit verbod werd voorzien voor personen met bepaalde handicaps. De toegang tot lokalen waar voedingsmiddelen in de handel worden gebracht, wordt inderdaad specifiek toegelaten voor afgerichte of af te richten honden, die gezichtsgestoorden en andere motorisch gehandicapten in hun verplaatsingen begeleiden. Onder handelslokalen moet er worden verstaan alle lokalen waar voedingsmiddelen worden verkocht, aangeboden, verdeeld, gesleten of onder kosteloze of bezwarende titel afgestaan.
En ce qui concerne les emballages des médicaments, un certain nombre de firmes y apposent déjà, d’initiative, le nom du médicament en braille.
Op de verpakkingen van geneesmiddelen wordt nu reeds door sommige firma’s uit eigen beweging de naam van het geneesmiddel aangebracht in braille.
L’emballage et la notice pour le public des médicaments doivent comporter les mentions prévues aux articles 2bis et 2sexies de l’arrêté royal du 3 juillet 1969 relatif à l’enregistrement des médicaments. Ces dispo-
De verpakking en de publieksbijsluiter van geneesmiddelen moeten de gegevens bevatten bepaald in artikel 2bis en artikel 2sexies van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van genees-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
254
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2022
sitions sont la transposition dans le droit belge de la directive européenne concernant l’étiquetage et la notice des médicaments à usage humain. Il y est prévu que les mentions doivent être facilement lisibles mais les inscriptions en braille n’y sont pas exigées. Néanmoins des lignes directrices émises par la Commission européenne concernant la lisibilité des mentions figurant sur l’emballage et la notice des médicaments encouragent l’utilisation du braille.
middelen. Deze bepalingen zijn de omzetting in het Belgisch recht van de Europese richtlijn betreffende de etikettering en de bijsluiter voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Hierin wordt bepaald dat de gegevens duidelijk leesbaar moeten zijn, maar opschriften in braille behoren niet tot de verplichte vermeldingen. Niettemin wordt het gebruik van braille aanbevolen in de richtsnoeren, die zijn opgesteld door de Europese Commissie, betreffende de leesbaarheid van de gegevens op de verpakking en in de bijsluiter voor geneesmiddelen.
En février 2003, notre direction générale médicaments a envoyé une circulaire relative à l’étiquetage des médicaments à toutes les firmes pharmaceutiques. L’utilisation du braille y est également fortement encouragée. Cette circulaire rappelle aussi que la législation belge prévoit l’apposition d’un signe en relief de mise en garde identifiable au toucher sur l’emballage extérieur et, selon les possibilités techniques, sur l’emballage primaire des médicaments destinés à l’usage externe.
In februari 2003 heeft ons directoraat-generaal geneesmiddelen een omzendbrief betreffende de etikettering van geneesmiddelen verstuurd naar alle farmaceutische firma’s. Ook hierin wordt het gebruik van braille sterk aanbevolen. Deze omzendbrief brengt eveneens in herinnering dat de Belgische wetgeving bepaalt dat er op de buitenverpakking en afhankelijk van de technische mogelijkheden ook op de primaire verpakking van geneesmiddelen voor uitwendig gebruik, een waarschuwingsteken moet aangebracht worden in relie¨f dat herkenbaar is bij het aanvoelen.
Il a été convenu que ce signe est constitué d’un triangle équilatéral dont les spécifications ont été décrites dans la circulaire. Les firmes ont été invitées à apposer ce signe. Dans le cas contraire, il revient au pharmacien qui délivre le médicament de le faire.
Er werd overeengekomen dat dit merkteken de vorm moet hebben van een gelijkzijdige driehoek waaromtrent meer details beschreven zijn in de omzendbrief. De firma’s worden verzocht dit merkteken aan te brengen. Indien dit niet het geval is, moet de apotheker die het geneesmiddel aflevert, dit aanbrengen.
Vu les règles relatives à la libre circulation, des mentions en braille sur les emballages ne pourraient être imposées aux firmes que dans le cadre d’exigences européennes.
Rekening houdend met de reglementering inzake de vrije circulatie, zouden vermeldingen op de verpakkingen in braille enkel kunnen opgelegd worden aan de firma’s in het kader van Europese verplichtingen.
DO 2003200400097
DO 2003200400097
Question no 49 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 49 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ».
Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ».
En vue de maıˆtriser les dépenses des divers départements et de garantir le maintien de l’équilibre budgétaire, le gouvernement précédent a adopté le principe budgétaire de l’« ancre ». Concrètement, il semble qu’il a été décidé que le taux d’utilisation cumulé des crédits d’ordonnancement lors de l’année budgétaire 2003 ne pouvait en aucun cas dépasser le taux d’utilisation cumulé de l’année précédente. En ce qui concerne le programme d’investissement des départements, la libération périodique par le Conseil des ministres pour les neuf premiers mois de 2003 ne s’élèverait qu’à 3/15. L’Inspection des Finances et les controˆleurs des enga-
Om de uitgaven van de verschillende departementen te kunnen beheersen en het behoud van het begrotingsevenwicht te garanderen heeft de vorige regering het anker-begrotingsprincipe ingevoerd. Concreet gesproken zou er beslist zijn dat de gecumuleerde benuttingsgraad van de ordonnanceringskredieten tijdens het begrotingsjaar 2003 in geen geval de gecumuleerde benuttingsgraad tijdens het vorige jaar mag overschrijden. Wat het investeringsprogramma van de departementen betreft, zou de periodieke vrijgave door de Ministerraad voor de eerste negen maanden van 2003 slechts 3/15 bedragen. De Inspectie van Financie¨n en
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2023
gements ayant également reçu pour mission de veiller de façon stricte au respect de cette mesure.
de controleurs van de vastleggingen kregen dan ook de opdracht strikt toe te zien op de naleving van die maatregel.
Il me revient qu’une série de frais, qui sont arbitrairement classés dans la colonne « non prioritaire » alors qu’ils sont indispensables au bon fonctionnement des services de votre département, auraient bel et bien été engagés sans que ceux-ci aient été payés aux fournisseurs.
Ik heb vernomen dat een aantal kosten die willekeurig in de kolom « niet prioritair » werden ondergebracht terwijl ze in feite onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de diensten van uw departement, wel degelijk zouden zijn vastgelegd zonder dat ze aan de leveranciers zouden zijn betaald.
Selon Michel Jadot, s’exprimant récemment dans la presse, il semble que cette technique de report de certains paiements aurait été érigée en mode de fonctionnement politique particulièrement préjudiciable à l’égard de la plupart des sous-traitants, des indépendants, des petits entrepreneurs du secteur non marchand, de nombreuses associations qui éprouvent des difficultés de trésorerie en n’obtenant pas le paiement de subventions ou de prestations.
Zoals de heer Jadot onlangs in de pers heeft verklaard zou deze techniek van uitstel van sommige betalingen tot een politieke werkwijze zijn verheven die bijzonder nadelig is voor de meeste onderaannemers, de zelfstandigen, de kleine ondernemers uit de non-profit sector en voor talrijke verenigingen die door het uitblijven van de betaling van subsidies of van prestaties in geldnood komen.
1. a) Quelles sont les conséquences de la mise en œuvre du principe de l’« ancre » sur le paiement de dépenses engagées mais non encore acquittées par le Trésor au sein de votre département ?
1. a) Welke weerslag heeft de invoering van het « ankerprincipe » voor uw departement op de betaling van uitgaven die wel vastgelegd maar nog niet vereffend werden door de Thesaurie ?
b) En d’autres termes, quel est le montant de l’encours au sein de votre département à la date du 30 septembre 2003 ?
b) Met andere woorden, wat is het uitstaande bedrag van de vastleggingen voor uw departement op 30 september 2003 ?
2. Quels sont les délais moyens de liquidation par le Trésor public d’une facture engagée par votre département ?
2. Wat zijn de gemiddelde termijnen die de Thesaurie toepast bij de afrekening van een factuur die door uw departement werd vastgelegd ?
3. Le principe de l’« ancre » permet-il à votre département de respecter l’article 4 de la loi du 2 aouˆt 2002 concernant la lutte contre le retard de paiement dans les transactions commerciales qui prévoit que tout paiement en rémunération d’une transaction commerciale doit être effectué dans un délai de 30 jours à partir du jour qui suit celui :
3. Kan uw departement door de invoering van het « ankerprincipe » de bepalingen van artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties naleven ? Dit artikel bepaalt dat elke betaling tot vergoeding van een handelstransactie dient te gebeuren binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die :
1o de la réception, par le débiteur, de la facture ou d’une demande de paiement équivalente,
1o van de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling,
ou 2o de la réception des marchandises ou de la prestation de services, si la date de réception de la facture ou de la demande de paiement équivalente est incertaine ou si le débiteur reçoit la facture ou la demande de paiement équivalente avant les marchandises ou les services,
of 2o van de ontvangst van de goederen of diensten, indien de datum van ontvangst van de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling niet vaststaat of indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling eerder ontvangt dan de goederen of diensten,
ou 3o de l’acceptation ou de la vérification permettant de certifier la conformité des marchandises ou des services avec le contrat, si la loi ou le contrat prévoit une procédure d’acceptation ou de vérification, et si le débiteur reçoit la facture ou la demande de paiement équivalente plus toˆt ou à la date de l’acceptation ou de la vérification ?
of 3o van de aanvaarding of controle ter verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten met de overeenkomst, indien de wet of de overeenkomst voorziet in een procedure van aanvaarding of controle en indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling ontvangt vo´o´r of op de datum waarop de aanvaarding of controle plaatsvindt.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2024
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 49 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 49 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les données suivantes.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid de hiernavolgende gegevens mee te delen.
1. a) La mise en œuvre du principe de l’ancre a créé un retard dans le traitement des dossiers d’engagement. En ce qui concerne les ordonnancements les délais normaux ont été respectés.
1. a) De invoering van het ankerprincipe heeft geleid tot een vertraging in de verwerking van de vastleggingsdossiers. Wat de ordonnanceringen betreft werden de normale uitvoeringstermijnen gerespecteerd.
b) L’encours à la date du 30 septembre 2003 était d’un montant de 441 741 560 euros.
b) Het encours op 30 september 2003 bedroeg 441 741 560 euro.
2. Pour le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement, le délai moyen d’exécution à partir de l’engagement jusqu’au paiement de la facture compte trois semaines.
2. Wat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu betreft, is de gemiddelde uitvoeringstermijn vanaf de vastlegging tot de betaling van de factuur drie weken.
3. Malgré le principe de l’ancre mes services appliquent consciencieusement la loi et les arrêtés sur les marchés publics. Sur base de l’article 15 de l’arrêté royal du 26 septembre 1996 (Cahier général des charges des marchés publics) le délai de paiement pour les travaux est de 60 jours et de 50 jours pour les livraisons en services.
3. Ondanks het ankerprincipe passen mijn diensten nauwgezet de wet en de besluiten op de overheidsopdrachten toe. Op grond van artikel 15 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 (Algemene Aannemingsvoorwaarden voor overheidsopdrachten) is de betalingstermijn voor werken 60 dagen en voor leveringen en diensten 50 dagen.
De plus l’article 8 de la loi du 24 décembre 1993 sur les marchés publics stipule que seuls les paiements pour des services rendus et acceptés seront effectués.
Voorts bepaalt artikel 8 van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten dat betalingen alleen mogen gedaan worden na verstrekte en aanvaarde diensten.
DO 2003200400133
DO 2003200400133
Question no 51 de M. Jo Vandeurzen du 30 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 51 van de heer Jo Vandeurzen van 30 oktober 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hoˆpitaux et autres établissements de soins. — Coresponsabilité.
Ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen. — Medeaansprakelijkheid.
1. Pouvez-vous me faire savoir dans quelle mesure les hoˆpitaux sont actuellement coresponsables des dommages occasionnés par des actes médicaux au cours desquels le médecin n’aurait pas respecté la loi sur les droits du patient ?
1. Kan u meedelen in hoeverre ziekenhuizen op dit ogenblik medeaansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door medische handelingen waarbij de arts de patie¨ntenrechtenwet niet zou gerespecteerd hebben ?
2. Ces règles en matière de coresponsabilité s’appliquent-elles dans la même mesure dans le cas d’une maison de repos ou d’un autre établissement de soins ?
2. Gelden die regels inzake medeaansprakelijkheid in dezelfde mate wanneer het gaat over een rustoord of een andere verzorgingsinstelling ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2025
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 51 de M. Jo Vandeurzen du 30 octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 51 van de heer Jo Vandeurzen van 30 oktober 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
1. En vertu de l’article 17novies, alinéa 4, de la loi sur les hoˆpitaux, coordonnée le 17 aouˆt 1987, l’hoˆpital est responsable des manquements commis par les praticiens professionnels qui y travaillent en ce qui concerne le respect des droits du patient. Cette disposition a pour conséquence que, dans un contexte hospitalier, la responsabilité de l’hoˆpital en matière de dommages consécutifs à des actes médicaux accomplis par un médecin et dans le cadre desquels les droits du patient ne sont pas respectés est très fortement engagée. Le patient dispose d’un point de contact central, à savoir l’hoˆpital, auquel il peut s’adresser pour l’indemnisation totale des dommages subis. Il incombe à l’hoˆpital d’exercer, sur la base de la situation spécifique (notamment, le statut du médecin), un recours à l’égard du médecin concerné.
1. In gevolge artikel 17novies, vierde lid, van de wet op de ziekenhuizen, gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987, is het ziekenhuis aansprakelijk voor de tekortkomingen, begaan door de er werkzame beroepsbeoefenaars, in verband met de eerbiediging van de patie¨ntenrechten. Deze bepaling brengt met zich mee dat in ziekenhuisverband de aansprakelijkheid van het ziekenhuis voor schade veroorzaakt door medische handelingen van de arts waarbij de patie¨ntenrechten niet worden gerespecteerd, zeer ver gaat. De patie¨nt heeft een centraal aanspreekpunt met name het ziekenhuis dat hij voor de totale vergoeding van de schade kan aanspreken. Het komt aan het ziekenhuis toe om op basis van de specifieke situatie (onder andere statuut van de arts) regres uit te oefenen ten aanzien van de betreffende arts.
` ce jour, les règles en question ne sont reprises 2. A que dans la loi sur les hoˆpitaux, coordonnée le 7 aouˆt 1987. Par conséquent, elles ne sont d’application que pour les hoˆpitaux tels que définis dans ladite loi.
2. Deze regels zijn op heden enkel in de wet op de ziekenhuizen, gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987 opgenomen. Ze zijn momenteel dan ook enkel van toepassing op de ziekenhuizen zoals gedefinieerd in deze wet.
DO 2003200400150
DO 2003200400150
Question no 53 de M. Koen Bultinck du 4 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 53 van de heer Koen Bultinck van 4 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Augmentation du nombre de cas de salmonellose.
Stijging aantal salmonellabesmettingen.
Selon certaines informations, le nombre de cas de salmonellose aurait augmenté sensiblement en Belgique au cours des neuf premiers mois de l’année 2003.
Luidens een aantal berichten is het aantal salmonellabesmettingen in Belgie¨ gedurende de eerste negen maanden van 2003 sterk gestegen.
1. Disposez-vous d’informations plus détaillées confirmant cet état de choses ?
1. Kan u bovenstaande gegevens bevestigen met meer gedetailleerde gegevens ?
2. S’agit-il principalement d’infections survenues au cours de l’été très chaud de 2003 ?
2. Gaat het hier vooral om besmettingen tijdens de warme zomer van 2003 ?
3. Une enquête plus poussée a-t-elle déjà été menée par l’Institut scientifique de santé publique ou par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) ?
3. Is er door het Wetenschappelijk Instituut voor de volksgezondheid of door het Federaal Agentschap voor de voedselketen reeds diepgaander onderzoek gebeurd (FAVV) ?
4. Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour optimiser la prévention de la salmonellose ?
4. Welke maatregelen werden reeds genomen om zoveel als mogelijk salmonellabesmettingen tegen te gaan ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2026
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 53 de M. Koen Bultinck du 4 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 53 van de heer Koen Bultinck van 4 november 2003 (N.) :
1. En 2003, une augmentation du nombre de cas de salmonelloses humaines confirmées par le Centre national de référence a été détectée à partir du mois d’avril. Cet accroissement est essentiellement dû à l’augmentation du sérotype principal, en l’occurrence Enteritidis. Sur les 9 premiers mois de l’année, le sérotype Enteritidis a augmenté de 49 % par rapport à l’année 2002 et le nombre de salmonelles humaines totales de 32 %. La représentativité du sérotype Enteritidis a aussi dépassé pour la première fois les 70 % (72 %). Les chiffres détaillés sont donnés en annexe (tableaux 1 et 2, figure 1).
1. In 2003 werd er een stijging waargenomen in het aantal, door het Nationaal Referentie Centrum bevestigde, gevallen van humane salmonellose vanaf de maand april. Deze stijging was voornamelijk te wijten aan een stijging van het frequente serotype namelijk Enteritidis. Over de 9 eerste maanden van het jaar werd een stijging van het aantal salmonella Enteritidis met 49 % vastgesteld ten opzichte van dezelfde periode in 2002 en een stijging van het aantal humane salmonellosen met 32 %. Voor het eerst overschreed het aandeel van het sterotype Entiritidis de 70 % (72 %). De gedetailleerde cijfers worden weergegeven in bijlage (tabellen 1 en 2, figuur 1).
Les infections dues à ce sérotype résultent principalement de la consommation de plats à base d’œufs crus ou insuffisamment cuits (mayonnaise et certains desserts) ou de viande de poule insuffisamment cuite.
Infecties met dit serotype zijn meestal te wijten aan de consumptie van rauwe of onvoldoende verhitte eieren (in bijvoorbeeld mayonnaise, en bepaalde desserten) of onvoldoende verhit vlees van leghennen (soepkippen).
Sur la période du 14 juin au 15 novembre 2003 le nombre de toxi-infections alimentaires rapportées à l’AFSCA étaient au nombre de 33. Le nombre d’intoxications dues à Salmonella était de 19. Dans 8 de ces cas, Salmonella a été mise en évidence dans les restes des aliments et un lien a pu être établi avec les œufs utilisés pour la préparation de ces aliments. Dans les 11 autres cas les coprocultures des malades étaient positives pour Salmonella mais les analyses sur les aliments ont donné des résultats négatifs. D’une manière générale les Salmonelles sont à l’origine d’un pourcentage important des foyers de toxi-infection où l’agent a été identifié.
In de periode van 14 juni tot 15 november 2003 werden 33 voedsel toxi-infecties gerapporteerd aan het FAVV. Daarvan waren er 19 te wijten aan Salmonella. In 8 van deze gevallen kon Salmonella worden aangetoond in de resten van de eetwaren en kon er een verband gelegd worden met de eieren die werden gebruikt bij de bereiding van deze eetwaren. In de 11 overige gevallen waren de stoelgangonderzoeken van de zieken positief voor Salmonella maar gaven de analyses op de eetwaren een negatief resultaat. Over het algemeen is Salmonella verantwoordelijk voor een belangrijk percentage van de uitbraken van toxiinfecties waar het oorzakelijk agens kon geı¨dentificeerd worden.
2. L’augmentation des Salmonella Enteritidis humaines a été observée à partir du mois d’avril avec un doublement du nombre de cas en mai 2003 par rapport à mai 2002 (figure 1). Parallèlement, l’augmentation saisonnière pendant les mois les plus chauds a aussi été notée. Les écarts à la normale pour les températures moyennes de différentes stations du pays variaient seulement de + 0,8˚C à + 2˚C pour les mois d’avril et de mai 2003 (données de l’IRM). Un ou plusieurs autres facteurs, autres que la température, ont certainement joué un roˆle dans cette augmentation de cas de salmonelloses humaines (avec un système de collecte des échantillons semblable d’une année à l’autre).
2. De stijging van de humane Salmonella Enteritidis werd waargenomen vanaf de maand april 2003 met een verdubbeling van het aantal gevallen in mei 2003 ten opzichte van mei 2002 (figuur 1). In parallel werd de seizoensgebonden stijging tijdens de warmste maanden ook nagegaan. De afwijkingen van de normale waarden voor de gemiddelde temperaturen van verschillende meetpunten van het land bedroegen + 0,8˚C tot + 2˚C ten opzichte van de normale waarden voor april en mei 2003 (gegevens KMI). Andere factoren dan de temperatuur hebben zeker een rol gespeeld in de stijging van het aantal humane salmonellosen. De wijze van verzamelen van de stalen was in beide jaren vergelijkbaar.
Dans le cadre du plan de monitoring de l’AFSCA pour la viande de volaille, aucune augmentation significative d’échantillons positifs n’a été constatée en 2003 (21,7 %) par rapport à 2002 (20,3 %) chez les poules. Le sérotype était à 100 % (2003) respective-
In het kader van het monitoringplan van het FAVV op gevogeltevlees werd bij soepkippen geen significante stijging van het aantal Salmonella positieve monsters waargenomen in 2003 (21,7 %) ten opzichte van 2002 (20,3 %). De aangetroffen serotypes waren
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2027
ment 92 % (2002) Salmonella Enteritidis. Les lysotypes 8 et 14b qui ont fortement augmenté chez les salmonelles humaines en 2003 n’ont pas été constatés durant ce monitoring.
voor 100 % (2003) respectievelijk 92 % (2002) Salmonella Enteritidis. De faagtypes 8 en 14b die in 2003 sterk toenamen bij de mens werden niet aangetroffen tijdens deze monitoring.
Le Centre d’étude et de recherches vétérinaires et agrochimiques qui sérotype les souches de salmonelles d’origine animale a également observé une augmentation du nombre de Salmonella Enteritidis chez les poules pondeuses à partir de juin 2003. Cette augmentation ne permet cependant pas d’expliciter l’augmentation des salmonelles humaines observée dès avril 2003.
In het Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie dat de dierlijke stammen serotypeert werd ook een stijging waargenomen in het aantal Salmonella Enteritidis bij leghennen maar slechts vanaf juli 2003 waardoor dit geen verklaring kan zijn voor de stijging van de humane salmonellosen in april 2003.
Un nombre plus élevé de foyers est toujours mis en évidence par l’AFSCA pendant la période estivale, même les années où ces mois n’ont pas été très chauds. Cette augmentation reflète le changement dans les habitudes alimentaires des consommateurs durant les mois d’été (barbecues, pique-nique, ...) a fortiori quand les températures sont très élevées dès le début de la saison. Cette année au mois de mai par exemple le nombre de cas a pratiquement doublé par rapport aux deux années précédentes. Cependant le pic obtenu en août 2003 est identique au pic obtenu en août 2000 et les valeurs les plus élevées ont été observées en juin et juillet 2000.
Gedurende de zomerperiode worden er door het FAVV altijd meer uitbraken geregistreerd, zelfs in de jaren met eerder koele zomermaanden. Deze stijging heeft te maken met een verandering in de gewoonten van de verbruikers gedurende deze maanden (barbecues, picnic, ...) zeker bij zeer warm weer vanaf het begin van het seizoen. Dit jaar in mei bijvoorbeeld is het aantal bijna verdubbeld ten opzichte van de voorgaande jaren. Nochtans is de piek die werd bereikt in augustus 2003 identiek aan de piek bereik in augustus 2000 en werden de hoogste waarden geobserveerd in juni en juli.
3. Parallèlement à cette augmentation, l’Institut scientifique de santé publique a relevé une variation des lysotypes (phages lytiques — marqueur épidémiologique) de Salmonella Enteritidis : diminution du lysotype 4, stabilisation du lysotype 21, augmentation du lysotype 6a, et augmentation marquée des lysotypes 8 et 14b (figure 2).
3. Parallel aan de stijging heeft het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid een variatie in de faagtypes (epidemiologische merker) van Salmonella Enteritidis aangetoond : een daling van faagtype 4, evenveel faagtype 21, een stijging van faagtype 6a, en een opvallende stijging van de faagtypes 8 en 14b (figuur 2).
Le Centre national de référence a également signalé au SPF et à l’AFSCA une augmentation du sérotype Enteritidis aux Pays-Bas en 2003 graˆce aux informations fournies par le réseau Enter-Net (réseau européen des infections entériques). Par contre, l’Allemagne rapportait une faible diminution du nombre de cas de salmonellose humaine.
Het Nationaal Referentiecentrum heeft de FOD en het FAVV ook op de hoogte gebracht van een stijging van het serotype Enteritidis in Nederland. Deze informatie werd verkregen via het Enter-Net netwerk (Europees netwerk voor enterische infecties). Duitsland daarentegen rapporteerde een lichte daling van het aantal humane salmonellosen.
4. La problématique des toxi-infections alimentaires dues à Salmonella est débattue par des groupes de travail au sein de l’AFSCA (groupe de travail Salmonelles et la Cellule hygiène lors de sa réunion du 5 novembre 2003) afin de dégager des pistes possibles visant à réduire ces contaminations pour anticiper la mise en application de la directive « zoonoses » prévue pour 2008.
4. De problematiek van de voedseltoxi-infecties te wijten aan Salmonella werd besproken in werkgroepen van het FAVV (Werkgroep Salmonella en de Hygie¨necel op zijn vergadering van 5 november 2003) om mogelijke strategiee¨n te ontwikkelen om deze contaminaties te doen dalen en zo te anticiperen op de invoegetreding van de zoo¨nose richtlijn voorzien voor 2008.
Les principes suivants sont déjà d’application.
De volgende maatregelen zijn reeds van toepassing.
Afin d’améliorer la situation, l’abattage logistique des volailles a été instauré depuis 2000, c’est-à-dire qu’au début de la journée, sont abattus en premier les animaux arrivant à l’abattoir accompagnés d’un certificat Salmonella négatif afin d’éviter la contamination croisée. Depuis 1998, un controˆle renforcé des entre-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Om tot een verbetering van de toestand te komen werd sinds 2000 de logistieke slachting ingevoerd, dit wil zeggen dat bij het begin van de dag eerst de dieren met een certificaat van afwezigheid van Salmonella worden geslacht om kruisbesmetting te voorkomen. Sinds 1998 wordt een versterkte controle uitgevoerd in 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2028
prises du secteur viande est effectué. Les résultats de ces controˆles ont permis d’établir des normes microbiologiques d’hygiène au niveau des abattoirs. En ce qui concerne la viande, la décision 2001/471/ CE dans son article 1er oblige à partir du 8 juin 2002 l’exploitant d’un établissement de viande de procéder à un controˆle régulier de l’hygiène générale en ce qui concerne les conditions de production dans son établissement en mettant en place et en appliquant une procédure permanente élaborée conformément aux principes du système HACCP. En effet, il a été constaté que le taux de Salmonella est lié à l’hygiène après abattage notamment dans la filière porc. Plus loin dans la chaıˆne alimentaire et notamment en ce qui concerne le secteur horeca et le secteur de la boulangerie-paˆtisserie, des règles minimales d’hygiène sont publiées sur le site de l’agence incluant des précautions à prendre lors de l’utilisation des œufs crus. L’Association des restaurateurs de collectivités belge dans son guide pour les bonnes pratiques d’hygiène dans la préparation des repas pour les collectivités et les maisons de soins signale à ses membres que les œufs crus ne peuvent être utilisés que dans les préparations qui sont chauffées suffisamment longtemps. Pour les préparations peu ou pas chauffées, les œufs crus ne seront pas employés mais plutoˆt des produits pasteurisés. Jusqu’à présent une grande partie des efforts de l’AFSCA a été consacrée à la recherche des contaminants chimiques (cf. par exemple Consum) mais à l’avenir une meilleure répartition entre recherche de contaminants chimiques et microbiologiques va s’opérer, ce qui permettra à l’agence de renforcer et mieux cibler ses efforts au niveau du controˆle de l’hygiène et de diminuer l’exposition de consommateur aux risques microbiologiques. Il est néanmoins important que le consommateur réalise qu’il est, lui aussi, responsable de la qualité du produit à partir du moment de son achat jusqu’à sa consommation à savoir respecter la chaıˆne du froid, les dates limites de consommation et respecter les consignes d’utilisation et les règles les plus élémentaires d’hygiène, à savoir notamment comment éviter la contamination croisée. ` ce sujet, des conseils en hygiène pour les consomA mateurs sont publiés sur le site web de l’AFSCA afin d’éviter les dangers microbiologiques et minimiser les risques d’intoxication alimentaire. Des articles paraissent régulièrement dans le bulletin de l’AFSCA, notamment au moment des fêtes et en période estivale.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
de bedrijven van de vleessector. De resultaten van deze controles hebben geleid tot het opstellen van microbiologische hygie¨nenormen op het niveau van de slachthuizen. Wat het vlees betreft, verplicht de beschikking 2001/ 471/EG (artikel 1) de uitbater van een vleesinrichting, vanaf 8 juni 2002, een regelmatige controle uit te voeren van de algemene hygie¨ne van de productieomstandigheden in zijn instelling, door de invoering en toepassing van een uitgewerkte procedure conform aan de HACCP principes. Er werd immers vastgesteld dat het niveau van Salmonellabesmetting samenhangt met de hygie¨ne na het slachten, voornamelijk in de varkenssector. Verder in de voedselketen, en in het bijzonder wat betreft de horeca en de bakkerij-banketbakkerij sector, werden de minimale hygie¨neregels gepubliceerd op de internetsite van het agentschap samen met de te nemen voorzorgen bij het gebruik van rauwe eieren. De Belgische Vereniging van grootkeukens maant zijn leden aan, bij de bereiding van maaltijden voor gemeenschappen en verzorgingstehuizen, rauwe eieren alleen te gebruiken in bereidingen die voldoende lang verwarmd worden. Voor weinig of niet-verwarmde bereidingen mogen geen rauwe eieren gebruikt worden maar veeleer gepasteuriseerde producten.
Tot op heden werd een groot deel van de inspanningen van het FAVV gewijd aan het opsporen van chemische contaminanten (cf. bijvoorbeeld Consum) maar in de toekomst zal er een beter evenwicht komen tussen het opsporen van chemische en microbiologische contaminanten. Dit zal het FAVV toelaten zijn inspanningen op het gebied van controle te versterken en meer gericht te werken naar de hygie¨necontrole toe en de blootstelling van de consumenten te verminderen. Het is nochtans belangrijk dat de consument er zich van bewust is dat hijzelf verantwoordelijk wordt voor de kwaliteit van het product van het ogenblik van aankoop tot aan de consumptie ervan. Dit wil zeggen : de koudeketen, de uiterste houdbaarheidsdatum, de gebruiksaanwijzing en de elementaire hygie¨neregels respecteren, en voornamelijk kruisbesmetting vermijden. Op de website van het FAVV werden hygie¨neraadgevingen voor verbruikers gepubliceerd zodat zij microbiologische gevaren kunnen vermijden en het risico op voedseltoxi-infectie zo veel mogelijk kunnen beperken. Regelmatig verschijnen ook artikels in de nieuwsbrief van het FAVV, in het bijzonder rond het moment van de feesten en in de zomerperiode. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2029
Tableau 1 Nombre de cas de Salmonelles totales et Salmonella Enteritidis enregistrés sur les 9 premiers mois des années 2000 à 2003 chez les humains 2000
Janvier. — Januari ......... Février. — Februari ........ Mars. — Maart .............. Avril. — April ................ Mai. — Mei ................... Juin. — Juni ................... Juillet. — Juli ................. Août. — Augustus .......... Septembre. — September Total. — Totaal ..............
Tabel 1 Totaal aantal gevallen van Salmonella en van Salmonella Enteritidis gedurende de eerste 9 maanden van de jaren 2000 tot 2003 bij de mens 2001
2002
2003
Total — Totaal
Enteritidis
Total — Totaal
Enteritidis
Total — Totaal
640 600 625 612 098 510 709 835 129
366 308 307 304 655 090 280 333 650
601 527 529 496 705 886 1 138 1 600 1 650
334 214 242 257 411 575 739 1 125 1 207
462 499 544 567 692 890 1 177 1 307 1 239
286 295 319 282 388 577 851 952 774
7 293
8 132
5 104
7 377
- 23 %
- 37 %
-9%
1 1 1 1 2
10 758
1 1 1 1
E´volution par rapport à l’année précédente. — Evolutie ten opzichte van vorig jaar .........................
Tableau 2 Représentativité des principaux sérotypes de Salmonella humaines entre 1998 et 2003
Total — Totaal
Enteritidis
619 475 542 701 066 254 537 769 765
384 264 339 450 791 970 1 172 1 315 1 337
4 724
9 728
7 022
-7%
+ 32 %
+ 49 %
Enteritidis
1 1 1 1 1
Tabel 2 Verhouding van de voornaamste humane Salmonella serotypes van 1998 tot 2003
1998
1999
2000
2001
2002
2003(*)
Salmonella Enteritidis ............................................ Salmonella Typhimurium ....................................... Autres. — Andere ..................................................
62 % 22,2 % 15,8 %
66,5 % 21,2 % 12,3 %
67,8 % 20,0 % 12,2 %
64,3 % 21,4 % 14,3 %
63,5 % 24,2 % 12,3 %
72,1 % 18,6 % 9,3 %
Total. — Totaal......................................................
14 514
15 774
14 088
11 065
10 075
9 728
(*) Nombre de cas sur la période janvier-septembre.
(*) Aantal gevallen voor de periode januari-september.
DO 2003200400152
DO 2003200400152
Question no 54 de M. Koen Bultinck du 4 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´tude française sur le nombre de décès dus au cancer.
Vraag nr. 54 van de heer Koen Bultinck van 4 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Il ressort d’une étude réalisée par l’« Institut de veille sanitaire » français qu’au sein de l’Union européenne, la Belgique arrive en deuxième position en ce qui concerne la mortalité liée au cancer.
Blijkens een studie van het Franse « Institut de veille sanitaire » heeft Belgie¨ de op één na hoogste sterfte ten gevolge van kanker in de Europese Unie.
1. Avez-vous connaissance de cette étude ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Franse studie over aantal kankerdoden.
1. Bent u op de hoogte van deze studie ? 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
255
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2030
2. En Belgique, le Registre national du cancer n’enregistre que le nombre de décès dus au cancer.
2. Bij het Belgisch Nationaal Kankerregister gebeurt enkel de registratie van het aantal kankerdoden.
a) Une étude est-elle menée, par exemple par l’Institut scientifique de la santé publique, afin de déterminer les causes du nombre important de décès dus au cancer, en comparaison avec les autres pays de l’UE ?
a) Is er bijvoorbeeld in het kader van het Wetenschappelijk Instituut voor de volksgezondheid een onderzoek lopend naar de oorzaken van dit hoge aantal kankerdoden in vergelijking met de rest van de EU ?
b) Dans l’affirmative, quelles conclusions peut-on d’ores et déjà tirer de cette étude ?
b) Zo ja, wat zijn de bevindingen ?
c) Existe-t-il à ce sujet une concertation structurée avec les communautés, dans le cadre de leurs compétences en matière de prévention et des études relatives au cancer qui y sont éventuellement menées ?
c) Is er dienaangaande een gestructureerd overleg met de gemeenschappen in het kader van hun preventiebevoegdheden en hun eventuele lopende onderzoeken met betrekking tot kanker ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 54 de M. Koen Bultinck du 4 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 54 van de heer Koen Bultinck van 4 november 2003 (N.) :
E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2003200400156
DO 2003200400156
Question no 55 de Mme Annelies Storms du 4 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 55 van mevrouw Annelies Storms van 4 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Loi relative aux droits du patient. — Publication destinée à la population.
Wet betreffende de rechten van de patie¨nt. — Bekendmaking ervan naar de bevolking toe.
L’article 12 de la loi relative aux droits du patient du 22 aouˆt 2002 prévoit la possibilité pour un mineur d’exercer ses droits. L’article 12, § 2, dispose que le patient mineur est associé à l’exercice de ses droits suivant son aˆge et sa maturité.
Artikel 12 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt voorziet in de mogelijkheid dat een minderjarige zijn of haar rechten kan uitoefenen. Artikel 12, § 2, bepaalt dat de minderjarige patie¨nt betrokken wordt bij de uitoefening van zijn rechten, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit.
1. Qui détermine si le patient mineur est suffisamment aˆgé et muˆr pour être associé à l’exercice de ses droits ?
1. Wie beoordeelt of de minderjarige patie¨nt oud en matuur genoeg is om betrokken te worden bij de uitoefening van zijn rechten ?
2. L’article 12 de la loi relative aux droits du patient du 22 aouˆt 2002 ne prévoit aucune disposition en cas de conflit entre le mineur et ses parents ou son tuteur. En revanche, l’article 14 prévoit des dispositions au cas ou` un patient majeur est partie à un conflit.
2. Artikel 12 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt voorziet niet in een regeling in geval van conflict tussen de minderjarige en zijn ouders of voogd. Artikel 14 voorziet daarentegen wel in een regeling bij meerderjarige patie¨nten in geval van conflict.
Pourriez-vous fournir quelques éclaircissements concernant l’attitude que doit adopter le praticien
Kan u duidelijkheid verschaffen over welke houding de betrokken beroepsbeoefenaar moet aannemen in
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2031
professionnel en cas de conflit entre le mineur et ses parents ou son tuteur ?
geval van conflict tussen de minderjarige en zijn ouders of voogd ?
3. La loi relative aux droits du patient est très importante. Elle octroie au patient le droit à des services de qualité, au libre choix de son praticien professionnel, à des informations intelligibles, le droit de consulter son dossier, etc. Il est évidemment très important que nos concitoyens soient informés des droits qu’ils peuvent faire valoir en tant que patients.
3. De patie¨ntenrechtenwet is een erg belangrijke wet. Ze kent de patie¨nt het recht toe op een kwaliteitsvolle dienstverlening, op een vrije keuze van beroepsbeoefenaar, op duidelijke informatie, op inzage in het persoonlijk dossier, enz. Het spreekt voor zich dat het van groot belang is dat de bevolking op de hoogte is van de rechten die ze kan laten gelden als patie¨nt.
Quelles initiatives avez-vous déjà prises pour faire connaıˆtre l’existence de cette loi ainsi que les droits qui en découlent pour le patient auprès des patients euxmêmes, auprès des praticiens professionnels (en formation ou non) et auprès des jeunes?
Welke initiateven heeft u reeds ondernomen om het bestaan van deze wet en de rechten die daaruit voortvloeien voor de patie¨nt bekend te maken bij patie¨nten, bij beroepsbeoefenaars (al dan niet in opleiding) en bij jongeren ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 55 de Mme Annelies Storms du 4 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 55 van mevrouw Annelies Storms van 4 november 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Aujourd’hui, le souci d’accorder plus d’autonomie aux mineurs d’aˆge quant à la gestion de leur propre santé est consacré à l’article 12, § 2, de la loi du 22 aouˆt 2002 relative aux droits du patient.
De zorg om minderjarigen meer autonomie te verlenen wat het beheer van hun eigen gezondheid betreft heeft zijn beslag gekregen in artikel 12, § 2, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt.
Cet article précise non seulement que le mineur peut être associé à l’exercice de ses droits suivant son aˆge et sa maturité mais aussi que les droits énumérés par la loi « droits du patient » peuvent être exercés de manière autonome par le patient mineur si celui-ci peut être estimé apte à apprécier raisonnablement ses intérêts.
Dat artikel bepaalt niet alleen dat de minderjarige op basis van zijn leeftijd en maturiteit kan worden betrokken bij de uitoefening van zijn rechten, maar ook dat de in de patie¨ntenrechtenwet opgesomde rechten door de minderjarige patie¨nt zelfstandig kunnen worden uitgevoerd, mits deze tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat kan worden geacht.
1. Tant l’appréciation de la manière dont le mineur peut être « associé » à l’exercice de ses droits en fonction de son aˆge et de sa maturité que l’appréciation de la capacité du mineur à exercer « seul » ses droits relève du praticien professionnel (cf. notamment Doc. parl., Chambre, no 1642/012, 2001-2002, p. 95 : « Il appartient au praticien lui-même de juger de la maturité de l’enfant »). En l’état actuel, le praticien est donc responsable de l’appréciation de la maturité du mineur et de l’éventuelle capacité de celui-ci à agir seul dans le cadre des soins qui lui sont prodigués.
1. Zowel de beoordeling van hoe de minderjarige naargelang van zijn leeftijd en maturiteit bij de uitoefening van zijn rechten kan worden « betrokken », als de beoordeling van diens capaciteit om zijn rechten « zelfstandig » uit te oefenen, behoort tot de bevoegdheid van de beroepsbeoefenaar (cf. met name, Parl. St., Kamer, nr. 1642/012, 2001-2002, blz. 95 : « De beroepsbeoefenaar zal moeten oordelen over de graad van ontwikkeling van zijn jonge patie¨nt »). In de huidige situatie is dus de beroepsbeoefenaar verantwoordelijk voor het beoordelen van de maturiteit van de minderjarige en van diens eventuele capaciteit om zelfstandig op te treden wat de hem toegediende zorg betreft.
Il s’agira pour ledit praticien d’affiner autant que possible cette appréciation, eu égard à la mise en cause ` cet égard, il ne des règles liées à l’autorité parentale. A serait sans doute pas inutile que le praticien décrive dans son dossier les éléments sur lesquels il se fonde pour en inférer l’éventuelle capacité du mineur à agir de manière autonome.
Het zal er voor de betrokken beroepsbeoefenaar op aankomen die beooordeling zoveel mogelijk te verfijnen, aangezien de regels met betrekking tot het ouderlijk gezag in het gedrang zijn. In dat verband is het wellicht niet overbodig dat de beroepsbeoefenaar in zijn dossier de elementen uiteenzet waarop hij zich baseert om te besluiten dat de minderjarige in staat is zelfstandig op te treden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2032
2. A) Si l’écoute du patient mineur et son « association » à l’exercice de ses droits se feront probablement sans difficulté dans le cadre des « contours » de la décision médicale (notamment dans le cadre de l’octroi de l’information au patient), la situation pourrait toutefois être plus délicate lorsqu’il s’agira de prendre la décision médicale même, alors que les parents et le mineur d’aˆge restent en désaccord quant à celle-ci.
2. A) Het horen van de minderjarige en het feit van hem te betrekken bij de uitoefening van zijn rechten zullen wellicht probleemloos verlopen in de context van de medische beslissing (met name in het kader van de voorlichting van de patie¨nt). De situatie dreigt echter delicater te worden wanneer de medische beslissing zelf zal moeten worden genomen, terwijl de ouders en de minderjarige het terzake oneens blijven.
Selon les termes de la loi, tant que le mineur n’est pas estimé « apte à apprécier raisonnablement ses intérêts », le praticien devra, après une démarche consensuelle, suivre l’avis des parents ou du tuteur (sauf si cet avis constitue une menace pour la vie du mineur ou une atteinte grave à la santé de celuici, conformément à l’article 15, § 2, de la loi du 22 aouˆt 2002 relative aux droits du patient) ou n’intervenir que lorsque ceux-ci auront consenti à la demande formulée par le jeune mineur.
Volgens de wet zal, zolang de minderjarige niet tot een « redelijke beoordeling van zijn belangen » in staat wordt geacht, de beroepsbeoefenaar, na het zoeken van een consensus, het advies van de ouders of van de voogd moeten volgen (tenzij wanneer dat advies een bedreiging voor het leven van de minderjarige of een ernstige aantasting van diens gezondheid vormt, overeenkomstig artikel 15, § 2, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt) of pas tussenbeide komen wanneer voornoemde personen hebben ingestemd met het verzoek van de minderjarige.
B) En situation d’éventuel désaccord persistant entre le praticien et les parents (ou le tuteur) sur la question de savoir si le mineur dispose de la maturité requise pour agir « seul » (et donc même contrairement à l’avis de ses représentants), ledit praticien pourrait inciter lesdits représentants et le mineur à faire appel au service de médiation tel que prévu dans la loi relative aux droits du patient (voir en ce sens, Doc. parl., Sénat, no 1250/003, 2001-2002, p. 74).
B) Indien de beroepsbeoefenaar en de ouders (of de voogd) het blijvend oneens zijn over de vraag of de minderjarige de nodige maturiteit heeft om « zelfstandig » (en dus tegen het advies van zijn vertegenwoordigers in) te handelen, kan de beroepsbeoefenaar voornoemde vertegenwoordigers en de minderjarige ertoe aanzetten een beroep te doen op de ombudsdienst zoals bepaald in de wet betreffende de rechten van de patie¨nt (zie in die zin : Parl. St., Senaat, nr. 1250/003, 2001-2002, blz. 74).
La pratique révèlera s’il s’agira d’affiner la loi relative aux droits du patient sur ce point et d’envisager un éventuel recours particulier du praticien auprès du tribunal de la jeunesse en la matière.
Uit de praktijk zal blijken of de wet betreffende de rechten van de patie¨nt op dat punt moet worden verfijnd en of voor de beroepsbeoefenaar de mogelijkheid moet worden overwogen om terzake de jeugdrechtbank in te schakelen.
3. Il est essentiel que la loi relative aux droits du ` cet égard, une patient soit connue de la population. A première campagne de sensibilisation a été menée en fin de législature précédente. Cette campagne a notamment été menée au travers de brochures éditées par le SPF Santé publique et distribuées principalement à des praticiens et institutions de soins.
3. Het is van essentieel belang dat de wet betreffende de rechten van de patie¨nt door de bevolking gekend is. In dat verband werd op het einde van de vorige regeerperiode een eerste sensibiliseringscampagne opgezet. Deze campagne werd in het bijzonder gevoerd via brochures die hoofdzakelijk door de FOD Volksgezondheid werden uitgegeven en verdeeld aan beroepsbeoefenaars en zorgvoorzieningen.
Pour le futur, il reviendra particulièrement à la Commission fédérale « Droits du patient » de déterminer la manière dont le budget « Droits du patient » sera affecté pour l’année 2004.
Voor de toekomst komt het vooral aan de federale Commissie « Patie¨ntenrechten » toe, uit te maken hoe het budget « Patie¨ntenrechten » in 2004 wordt aangewend.
Il m’est revenu, à ce sujet, que la commission entend procéder à une seconde campagne publicitaire de sensibilisation, tant en ce qui concerne les droits du patient qu’en ce qui concerne l’existence des services de médiation.
Ik heb in dat verband vernomen dat de commissie van plan is een tweede sensibiliseringscampagne op te zetten, zowel wat de patie¨ntenrechten als het bestaan van de ombudsdiensten betreft.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2033
Elle entend commencer par insérer des informations sur le site internet SPF en la matière.
Ze wil daarbij beginnen met het plaatsen van informatie op de website van de FOD.
Par ailleurs, la commission déterminera encore la manière dont les quelques milliers de brochures restantes et mentionnées ci-dessus seront distribuées.
Voorts zal de commissie bepalen hoe de enkele duizenden overblijvende brochures van de vorige campagne zullen worden verdeeld.
Je resterai particulièrement attentif aux propositions et initiatives de la commission en la matière.
Ik zal de voorstellen en initiatieven van de desbetreffende commissie heel aandachtig blijven volgen.
DO 2003200400161
DO 2003200400161
Question no 56 de M. Yves Leterme du 4 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 56 van de heer Yves Leterme van 4 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Normes applicables à l’affectation de personnel infirmier dans les hoˆpitaux.
Normen van toepassing op de inzet van verpleegkundigen in een ziekenhuis.
En vertu de l’arrêté royal du 23 octobre 1964 et de plusieurs autres arrêtés royaux complémentaires, certaines normes architectoniques, fonctionnelles et d’organisation sont applicables aux diverses fonctions hospitalières.
Op de diverse ziekenhuisfuncties zijn krachtens het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 en krachtens diverse andere aanvullende koninklijke besluiten bepaalde architectonische, functionele en organisatorische normen van toepassing.
Abstraction faite de certaines normes spécifiques, des normes minimales sont généralement prévues en ce qui concerne la présence du personnel infirmier, proportionnellement au nombre de malades par service. La loi stipule également que chaque service doit disposer d’un infirmier en chef.
Onafgezien van bepaalde specifieke normen zijn er in het algemeen minimumnormen voorzien wat de aanwezigheid van het verplegend personeel betreft en dit in verhouding tot het aantal zieken per dienst. Tevens is bepaald dat elke dienst een hoofdverpleegkundige moet hebben.
Par ailleurs, une équipe mobile est également prévue, composée d’au moins 70 % d’infirmiers. Cette équipe n’est pas attachée à une unité architectonique, fonctionnelle ou structurelle et elle ne peut en outre être prise en compte pour satisfaire aux normes minimales.
Daarnaast is er ook een mobiele equipe voorzien, minstens bestaande uit 70 % verpleegkundigen. Die equipe is niet gebonden aan een architectonische, functionele of structurele eenheid en bovendien mag deze equipe niet aangewend worden om aan de minimumnormen te voldoen.
1. Un infirmier, affecté à un service particulier, peut-il également être appelé à effectuer une autre taˆche au sein de l’hoˆpital, étant entendu que les normes minimales sont de toute manière atteintes dans son service ?
1. Mag een verpleegkundige, verbonden aan een bepaalde dienst, ook ingezet worden voor een andere taak in het ziekenhuis in de veronderstelling dat hoe dan ook op die dienst aan de minimumnormen wordt voldaan ?
2. Un infirmier a-t-il le droit d’effectuer deux taˆches au sein d’un seul et même hoˆpital ?
2. Is het toegelaten dat een verpleegkundige binnen één en hetzelfde ziekenhuis twee taken uitoefent ?
3. Ou alors cette possibilité n’existe-t-elle que pour un membre du personnel de l’équipe mobile ?
3. Of kan dit enkel door een personeelslid van de mobiele equipe ?
4. Un hoˆpital peut-il, dans le cadre de l’aide médicale urgente, conclure un accord de coopération avec une instance locale compétente, prévoyant d’affecter des membres du personnel hospitalier au service d’aide médicale urgente ?
4. Mag een ziekenhuis in het kader van de dringende medische hulpverlening een samenwerkingsovereenkomst sluiten met een bevoegde lokale overheid, waarbij personeelsleden van het ziekenhuis worden toegewezen aan de Dienst « dringende medische hulpverlening » ?
5. Ces membres du personnel peuvent-ils, entre leurs interventions dans le cadre de l’aide médicale
5. Mogen die personeelsleden tussen de taken van dringende medische hulpverlening door andere op-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2034
urgente, effectuer d’autres missions dans les services ou doivent-ils impérativement exercer une seule taˆche ?
drachten op diensten uitvoeren of moeten zij uitsluitend één taak uitoefenen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 56 de M. Yves Leterme du 4 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 56 van de heer Yves Leterme van 4 november 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
1. Un infirmier attaché à temps partiel à un service déterminé peut également travailler ailleurs dans l’hoˆpital.
1. Een verpleegkundige die deeltijds aan een bepaalde dienst is verbonden kan ook elders in het ziekenhuis worden ingezet.
2. Il est possible qu’un infirmier exerce deux taˆches à temps partiel dans un même hoˆpital. La législation ne prévoit pas qu’un infirmier doit être attaché exclusivement à un service déterminé dans un hoˆpital.
2. Het is mogelijk dat een verpleegkundige in eenzelfde ziekenhuis deeltijds twee taken uitoefent. Er is in de wetgeving niet bepaald dat een verpleegkundige in een ziekenhuis exclusief aan een bepaalde dienst moet zijn verbonden.
3. Non.
3. Neen.
4. Dans le cadre de l’aide médicale urgente, ce sont les intercommunales et les communes qui désignent des membres du personnel pour les centres du système ` cet égard, l’hoˆpital n’est nullement d’appel unifié. A appelé à faire office d’agence d’intérim. Toutefois, une personne travaillant dans un hoˆpital peut prendre contact à titre personnel avec l’autorité locale pour demander à travailler dans le service d’aide médicale urgente.
4. In het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening zijn het intercommunales en de gemeenten die personeelsleden aanwijzen voor de centra voor het eenvorming oproepstelsel. Hierbij is voor het ziekenhuis geen taak weggelegd als soort « uitzendbureau ». Een in het ziekenhuis werkzaam personeelslid kan wel persoonlijk contact opnemen met de lokale overheid teneinde in de dienst « dringende medische hulpverlening » te worden tewerkgesteld.
5. La loi ne s’oppose pas à ce que ces membres du personnel exercent différentes taˆches.
5. De wet verzet zich er niet tegen dat deze personeelsleden verschillende taken vervullen.
DO 2003200400171
DO 2003200400171
Question no 58 de M. Jo Vandeurzen du 6 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 58 van de heer Jo Vandeurzen van 6 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hoˆpitaux. — « Risk management ».
Ziekenhuizen. — « Risk-management ».
Les hoˆpitaux recourent de plus en plus au risk management.
Er is in de ziekenhuizen steeds meer en meer sprake van risk-management.
1. Dans quelle mesure les hoˆpitaux sont-ils tenus de recourir aux analyses de risques ?
1. In welke mate zijn ziekenhuizen verplicht om gebruik te maken van risico-analyses ?
2. Ces analyses se rapportent-elles aux processus médicaux et/ou à d’autres activités hospitalières ?
2. Heeft dit dan betrekking op medische processen en/of andere activiteiten in het ziekenhuis ?
3. Quels membres du personnel hospitalier en sont responsables et quelle en est la base légale ?
3. Wie is in het ziekenhuis daarvoor verantwoordelijk en op basis van welke wettelijke grondslag ?
4. L’absence de risk management adéquat peut-il induire une responsabilité pour le gestionnaire de l’hoˆpital ?
4. Kan het gebrek aan behoorlijk risk-management aanleiding geven tot een aansprakelijkheid in hoofde van de ziekenhuisbeheerder ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2035
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 58 de M. Jo Vandeurzen du 6 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 58 van de heer Jo Vandeurzen van 6 november 2003 (N.) :
Je remercie M. Vandeurzen pour l’intérêt qu’il porte au risk management et pour les questions qu’il a posées en la matière.
Ik dank de heer Vandeurzen voor zijn interesse in risk management in ziekenhuizen en voor de vragen die hij stelt in dit verband.
Depuis un certain temps déjà, les soins de santé s’intéressent au risk management. C’est pourquoi, en collaboration avec mes services, une étude a été menée en matière de risk management dans les hoˆpitaux, au cours de laquelle on a réalisé une comparaison internationale, dans une première phase, et envoyé un questionnaire aux hoˆpitaux en ce qui concerne les aspects de gestion et d’organisation du risk management, dans une deuxième phase. Les résultats de ces deux premières phases de l’étude seront prochainement disponibles sur le site web. Actuellement, on prévoit une troisième phase au cours de laquelle on travaillera spécifiquement à l’élaboration pratique des aspects du clinical risk management, en collaboration avec une série d’hoˆpitaux pilotes.
Risk management is reeds enige tijd een interessepunt in de gezondheidszorg. In samenwerking met mijn diensten is dan ook reeds een studie uitgevoerd rond risk management in ziekenhuizen waarin in een eerste fase een internationale vergelijking werd uitgevoerd en in een tweede fase een bevraging werd gedaan van de ziekenhuizen naar beleidsmatige en organisationele aspecten van risk management. De resultaten van deze twee eerste fasen van onderzoek zullen eerstdaag op de website beschikbaar gesteld worden. Momenteel wordt een derde fase gepland waarin specifiek zal gewerkt worden aan de praktische uitwerking van aspecten van clinical risk management in samenwerking met een aantal pilootziekenhuizen.
En réponse à la première question de l’honorable membre, je souhaite signaler qu’à ce jour, il n’y a pas de cadre légal spécifique concernant le risk management dans les hoˆpitaux. Toutefois, il peut être considéré comme faisant intégralement partie de la politique de la qualité. Dans ce cadre, des thèmes afférents au risk management ont déjà été abordés de façon ponctuelle dans la législation fédérale. Il s’agit plus précisément de l’enregistrement des infections nosocomiales, des chutes et des activités réalisées dans le cadre du comité médico-pharmaceutique et du comité de transfusion sainguine etc. Pour autant que ces enregistrements soient imposés comme condition d’agrément, ils peuvent être considérés comme obligatoires pour les hoˆpitaux agréés. Actuellement, il n’existe pas d’obligation légale spécifique ni globale relative au risk management.
Als antwoord op de eerste vraag van het geachte lid wens ik te verduidelijken dat tot op heden geen specifiek wettelijk kader is uitgewerkt in verband met risk management in ziekenhuizen. Wel kan risk management beschouwd worden als een integraal onderdeel van het kwaliteitsbeleid. In dit kader worden wel reeds punctuele themata die verband houden met risk management aangeraakt in de federale wetgeving. Meer precies betreft het de registratie van nosocomiale infecties, valincidenten en werkzaamheden in het kader van het medico-farmaceutisch comité en de bloedtransfusiecomité’s enz. Voor zover dat deze registraties als een erkenningsvoorwaarde gelden, kunnen zij dus als een verplichting aanzien worden voor de erkende ziekenhuizen. Een specifieke en globale wettelijke verplichting om aan risico-management te doen bestaat momenteel niet.
Pour ce qui est de la deuxième question, je peux répondre que le risk management a de nombreuses facettes. D’une part, on peut parler de risk management dans le chef de l’entreprise et des collaborateurs, conformément aux concepts plus traditionnels du risk management issus des entreprises. D’autre part, on parle de clinical risk management, comme étant un élément indispensable du risk management à l’hoˆpital, ce qui correspond à la spécificité du produit hospitalier et à la prévention de résultats non souhaités ou négatifs pour le patient. Par conséquent, le clincial risk management renvoie à un ensemble de concepts, méthodes et techniques qui ont pour objectif de réduire au maximum le risque de résultats non souhaités et évitables, ce qui concerne donc effectivement, entre autres, les processus médicaux à l’hoˆpital.
Op de tweede vraag kan ik antwoorden dat risk management vele facetten heeft. Enerzijds kan men spreken over risk management in hoofde van het bedrijf zelf en van de medewerkers dit in overeenstemming met de meer traditionele concepten van risk management uit het bedrijfsleven. Anderzijds en als onmisbaar onderdeel van risk management in ziekenhuizen spreekt men van clinical risk management wat samenhangt met de eigenheid van het ziekenhuisproduct en het voorkomen van ongewenste of negatieve resultaten bij de patie¨nt. Clinical risk management verwijst dus naar een geheel van concepten, methoden en technieken die als doel hebben de kans op vermijdbare ongewenste resultaten van zorg maximaal te reduceren en heeft dus effectief ook betrekking op onder andere de medische processen in het ziekenhuis.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2036
En ce qui concerne la troisième question, je souhaite préciser que le législateur n’a désigné aucun responsable spécifiquement chargé du risk management. La responsabilité en matière de risk management doit, comme pour la politique en matière de qualité, être assumée par chacun au niveau qui lui est propre et s’inscrire, d’une part, dans la politique générale de l’établissement et, d’autre part, dans la pratique quotidienne. Une enquête réalisée en 2002, à laquelle la moitié des hoˆpitaux ont participé sur une base volontaire, a montré que les missions relatives au risk management sont le plus souvent confiées aux fonctions hospitalières classiques telles que les fonctions de direction et les fonctions relatives à la qualité et à la prévention. Actuellement, il y a peu de fonctions spécifiquement chargées du risk management dans les hoˆpitaux. Toutefois, le risk management figure comme point à l’ordre du jour de différents organes de gestion de l’hoˆpital. Pour 84 % des répondants, il a figuré à l’ordre du jour du conseil de direction l’an passé. En outre, on remarque un assez faible pourcentage d’hoˆpitaux où des aspects de risk management sont abordés au conseil de gestion (30 %), au conseil médical (32 %) et dans le cadre de la concertation infirmière (32 %).
Op de derde vraag wens ik duidelijk te stellen dat de wetgever geen specifieke verantwoordelijke heeft aangeduid voor risk management. De verantwoordelijkheid voor risk management moet zoals voor kwaliteitsbeleid door elkeen op zijn niveau gedragen worden en ingebed zijn enerzijds in het algemeen beleid van de instelling en anderzijds in de dagelijkse praktijkvoering. Uit een enquete die gevoerd werd in 2002 en waarop op vrijwillige basis de helft van de ziekenhuizen geantwoord hebben, blijkt dat de taken met betrekking tot risk management veelal toegekend worden aan de klassieke ziekenhuisfuncties zoals directiefuncties en functies met betrekking tot kwaliteit en preventie. Er bestaan nog weinig specifieke functies voor risk management in de ziekenhuizen. Wel blijkt risk management als punt op de agenda te staan van verschillende beleidsorganen in het ziekenhuis. In 84% van de respondenten blijkt risk management in het afgelopen jaar op de agenda te hebben gestaan van de directieraad. Verder valt een vrij laag percentage op van ziekenhuizen waar risk management aspecten besproken worden op de raad van beheer (30 %), medische raad (32 %) en het verpleegkundig overleg (32 %).
Quant à la quatrième question, je souhaite préciser qu’il ne peut être exclu que des situations spécifiques déterminées puissent donner lieu à une responsabilité civile dans le chef du gestionnaire hospitalier.
Op de vierde vraag wens ik te preciseren dat het niet kan uitgesloten worden dat bepaalde specifieke situaties aanleiding kunnen geven tot aansprakelijkheid in hoofde van de ziekenhuisbeheerder.
DO 2003200400207
DO 2003200400207
Question no 59 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Département. — Emploi de handicapés.
Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
Combien de handicapés votre ministère et les organismes publics qui relèvent de votre compétence emploient-ils actuellement en application de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Hoeveel gehandicapten stellen uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, momenteel te werk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 59 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement emploie 19 agents en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et
Ik heb de eer het geachte lid ter kennis te brengen dat bij de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu 19 personeelsleden tewerkgesteld zijn in uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2037
de l’arrêté royal du 11 août 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat.
van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van tewerkstelling van mindervaliden in de Rijksbesturen.
DO 2003200410351
DO 2003200410351
Question no 65 de M. Guido De Padt du 27 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 65 van de heer Guido De Padt van 27 november 2003 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Cheval de trait belge. — Caudotomie.
Belgisch trekpaard. — Blokstaarten.
Le cheval de trait belge s’est baˆti une très solide réputation à l’échelle nationale et internationale. Une des caractéristiques principales de ce cheval de trait est qu’il a la queue coupée. Cette amputation de l’appendice caudal est une question très sensible dans les milieux de l’agriculture et de l’élevage, ou` l’on estime que la caudotomie des chevaux de trait (réalisée par un vétérinaire et sous la surveillance médicale des pouvoirs publics, même moyennant un suivi de l’évolution de l’amputation par un vétérinaire) devrait être autorisée par la loi. L’interdiction de cette pratique constituerait une menace pour la pérennité même du cheval de trait belge.
Het Belgisch trekpaard heeft in binnen- en buitenland een zeer grote faam opgebouwd. E´én van de voornaamste kenmerken van dit trekpaard is de blokstaart. Deze amputatie van de staart (caudotomie) ligt erg gevoelig in landbouw- en fokkersmiddens, die van oordeel zijn dat het blokstaarten van trekpaarden (door een dierenarts en onder medisch toezicht van de overheid, zelfs met een opvolging van de evolutie van de amputatie door een dierenarts) wettelijk moet kunnen. Zoniet dreigt het Belgisch trekpaard in zijn voortbestaan te worden bedreigd.
Votre prédécesseur était radicalement opposée à la caudotomie et ne souhaitait en aucun cas ajouter la caudotomie à la liste des actes autorisés.
Uw voorganger was radicaal tegen de caudotomie en wenste onder geen beding het blokstaarten toe te voegen aan de lijst van toegelaten ingrepen.
Il ressort des débats en commission de la Santé publique de la Chambre que la ministre et les interpellateurs se sont livrés à un dialogue de sourds (interpellations de MM. A. Van Aperen et B. Laeremans du 12 juillet 2000, commission de la Santé publique, Annales 50, 1999-2000, COM 268, p. 5 et questions orales de Mme Trees Pieters et M. A. Van Aperen du 24 octobre 2000, commission de la Santé publique, CRIV 50, 2000-2001, COM 278, p. 17).
Uit de verslagen van de debatten in de Kamercommissie voor de Volksgezondheid leid ik af dat het een dovemansgesprek was tussen de minister en de interpellanten (interpellaties van de heren A. Van Aperen en B. Laeremans van 12 juli 2000, commissie voor de Volksgezondheid, Handelingen 50, 1999-2000, COM 268, blz. 5 en mondelinge vragen van mevrouw T. Pieters en de heer A. Van Aperen van 24 oktober 2000, commissie voor de Volksgezondheid, CRIV 50, 2000-2001, COM 278, blz. 17).
Il avait été suggéré à l’époque d’organiser une audition en vue de pouvoir aborder cette problématique en ` ma connaissance, meilleure connaissance de cause. A une telle audition n’a jamais eu lieu.
Toen werd gesuggereerd om een hoorzitting te houden zodat de problematiek met meer kennis van zaken verder zou kunnen behandeld worden. Bij mijn weten heeft deze hoorzitting nooit plaatsgehad.
1. Envisagez-vous d’ajouter la caudotomie (sous des conditions strictes et même contraignantes au point de vue médical) à la liste des actes autorisés (arrêté royal du 17 mai 2002) ?
1. Overweegt u om het blokstaarten (onder strikte en zelfs stringente medische voorwaarden) toe te voegen aan de lijst van toegelaten ingrepen (koninklijk besluit van 17 mei 2002) ?
2. Eˆtes-vous d’accord avec le fait que lorsque l’amputation de la queue a été effectuée légalement à l’étranger, l’intervention ne peut être considérée comme interdite en Belgique et que les chevaux en question peuvent être introduits dans le circuit commercial et participer à des concours en Belgique ?
2. Bent u het ermee eens dat wanneer de amputatie van de staart op wettelijke basis in het buitenland gebeurde, de ingreep in Belgie¨ niet als verboden kan worden bestempeld en deze paarden op Belgisch grondgebied mogen verhandeld worden en kunnen deelnemen aan prijskampen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
256
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2038
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 65 de M. Guido De Padt du 27 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 65 van de heer Guido De Padt van 27 november 2003 (N.) :
1. En effet, le cheval de trait belge a acquis une grande renommée aussi bien à l’intérieur de notre pays qu’à l’extérieur. Néanmoins, la contribution de la queue coupée à cette réputation semble être marginale en comparaison avec les caractéristiques de prestation et de caractère de cette race. Je ne suis donc pas convaincu que l’interdiction sur l’amputation de la queue constitue un danger pour la survie du cheval de trait belge.
1. Het Belgisch trekpaard heeft inderdaad een grote faam verworven in binnen- en buitenland. De bijdrage van de blokstaart aan deze goede reputatie lijkt in verhouding tot de alom gewaardeerde prestatie- en karakterkenmerken van dit ras echter slechts marginaal. Ik ben er dan ook niet van overtuigd dat het verbod op het amputeren van de staart een bedreiging vormt voor het voortbestaan van het Belgisch trekpaard.
L’argument mentionné à chaque reprise en faveur d’une abrogation de l’interdiction de la caudectomie est une augmentation de la sécurité quand on guide un cheval. On ne peut pourtant pas nier que, depuis quelques dizaines d’années, les chevaux de trait ne sont presque plus utilisés comme cheval de travail. La caudectomie est alors devenue une intervention purement esthétique. En plus, par exemple, les chevaux qui sont aussi dans notre pays utilisés dans les forêts prouvent que, pour guider un cheval, une queue longue n’engendre pas de problèmes additionnels quelqu’ils soient.
Het argument dat telkens opnieuw wordt aangehaald om het verbod op de caudotomie op te heffen, is het verhogen van de veiligheid bij het mennen. Men kan echter niet ontkennen dat trekpaarden sedert enkele tientallen jaren vrijwel niet meer gebruikt worden als werkpaard, waardoor het blokstaarten is verworden tot een louter esthetische ingreep. Bovendien bewijzen bijvoorbeeld de paarden die ook in ons land in de bosbouw worden ingezet dat bij het mennen van een paard een lange staart geen bijkomende problemen van welke aard dan ook met zich meebrengt.
Toutefois, le thème principal de cette discussion est le bien-être de l’animal. Pour le cheval, la coupe de la queue comporte incontestablement de gros désagréments. Non seulement l’amputation de la queue est douloureuse pour l’animal mais en plus, le cheval est ainsi privé de sa défense la plus importante contre les insectes.
Het centrale thema in deze discussie is echter het welzijn van het dier. Voor het paard brengt het blokstaarten ontegenzeglijk grote ongemakken met zich mee. Niet alleen is het amputeren van de staart pijnlijk voor het dier, maar bovendien wordt het paard hierdoor beroofd van zijn belangrijkste wapen tegen insecten.
Finalement, à ma connaissance, il n’y a pas de nouvelles données scientifiques objectives qui ont été publiées depuis l’entrée en vigueur de l’interdiction et qui justifieraient l’abrogation de l’interdiction de la caudectomie. Dès lors, en ce moment, je n’ai pas l’intention d’ajouter l’amputation de la queue chez les chevaux à la liste des interventions autorisées.
Ten slotte zijn er bij mijn weten sinds het in werking treden van het verbod geen nieuwe objectieve wetenschappelijke gegevens gepubliceerd die het opheffen van het verbod op het blokstaarten zouden rechtvaardigen. Ik heb momenteel dan ook niet de intentie om de staartamputatie bij paarden toe te voegen aan de lijst van toegelaten ingrepen.
2. L’article 19 de la loi du 14 aouˆt 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux s’applique à tous les animaux qui se trouvent sur le territoire belge. La seule dérogation que prévoit cet article s’applique aux animaux dont la queue a été amputée avant l’entrée en vigueur de l’interdiction.
2. Artikel 19 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren geldt voor alle dieren die zich op Belgisch grondgebied bevinden. De enige uitzondering die in dit artikel is voorzien, geldt voor dieren die werden geblokstaart voor het verbod van kracht werd.
Ceci signifie donc qu’en Belgique, les chevaux qui ont subi la caudectomie après le 30 septembre 2001 ne peuvent pas participer à des expositions, des concours ou des expertises et ne peuvent pas être commercialisés, même si l’intervention a été pratiquée dans un pays où elle est autorisée. Cette position a entre-temps été confirmée par un jugement du juge de première instance à Bruxelles.
Dit betekent dan ook dat paarden die werden geblokstaart na 30 september 2001 in Belgie¨ niet mogen deelnemen aan keuringen, tentoonstellingen of wedstrijden en niet verhandeld mogen worden, zelfs indien de ingreep werd uitgevoerd in een land waar dit toegelaten is. Deze stelling werd intussen ook bevestigd door een uitspraak van de rechter in kort geding te Brussel.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2039
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité
Mobiliteit
DO 2003200400234
DO 2003200400234
Question no 56 de M. Daan Schalck du 13 novembre 2003 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 56 van de heer Daan Schalck van 13 november 2003 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Casque de protection obligatoire pour les conducteurs et les passagers de tous les cyclomoteurs.
Verplichte valhelm voor bestuurders en passagiers van alle bromfietsen.
Depuis le 1er janvier 2003, le port du casque de protection est obligatoire pour les conducteurs et les passagers de tous les cyclomoteurs (y compris donc les cyclomoteurs de classe A). Cette obligation résulte de la surreprésentation des cyclomotoristes de classe A dans les statistiques sur les accidents de la route, avec en outre un taux disproportionné de morts et de blessés graves. Le port d’un casque de protection réduit de moitié le nombre de lésions fatales à la tête.
Vanaf 1 januari 2003 geldt voor de bestuurders en passagiers van alle bromfietsen (dus ook klasse A) de verplichting om een valhelm te dragen. Deze verplichting kwam omdat klasse-A-bromfietsers oververtegenwoordigd zijn in de ongevallenstatistieken, met bovendien oneveredig veel doden en ernstig gewonden. Het dragen van een valhelm vermindert het aantal fatale hoofdletsels met 50 %.
1. a) L’Institut belge pour la sécurité routière a-t-il mené des actions spécifiques pour informer les cyclomotoristes, pour la plupart de jeunes gens, de cette mesure ?
1. a) Werden er door het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) bijzondere acties gevoerd om de meestal jonge bromfietsers, van deze maatregel op de hoogte te brengen ?
b) Le cas échéant, lesquelles ?
b) Zo ja, welke ?
2. a) Cette mesure étant en vigueur depuis maintenant près d’un an, les services de police ont-ils accordé une attention particulière à l’obligation du port du casque ?
2. a) Nu deze maatregel bijna één jaar van kracht is, is er vanwege de politiediensten speciale aandacht geweest voor de helmplicht ?
b) L’ont-ils fait de manière systématique ou l’initiative a-t-elle été laissée aux corps de police locale ? Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 29 décembre 2003, à la question no 56 de M. Daan Schalck du 13 novembre 2003 (N.) :
b) Gebeurde dit systematisch of werd het overgelaten aan het initiatief van de lokale politiekorpsen ?
1. L’IBSR a en effet mené des actions dirigées en ce qui concerne le port obligatoire du casque.
1. Het BIVV heeft inderdaad gerichte acties gevoerd met betrekking tot de draagplicht van de valhelm.
J’en donne ici un bref aperçu :
Ik geef hierbij een kort overzicht :
— Une brochure intitulée « Tous en selle » a été réali` sée pour le groupe cible (+ de 16 ans) fin 2002. A coˆté de toutes sortes d’informations utiles liées entre autres à la conduite défensive, elle contient aussi une référence explicite à l’obligation du port du casque pour les cyclomotoristes.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 29 december 2003, op de vraag nr. 56 van de heer Daan Schalck van 13 november 2003 (N.) :
2003
— In het najaar 2002 is voor de doelgroep (+ 16 jarigen) een brochure gemaakt met de titel : « Alles wat je moet weten om te brommen zonder brokken ». Naast allerlei nuttige informatie, onder meer in verband met defensief rijden, bevat ze ook een nadrukkelijke verwijzing naar de verplichting tot het dragen van de valhelm door snorfietsers. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2040
— Un publipostage a été fait à l’attention des écoles secondaires pour faire connaıˆtre la brochure ainsi qu’une petite affiche comportant le message suivant : « Port du casque obligatoire pour tous les cyclomoteurs à partir du 1er janvier 2003. » Quelque 75 000 exemplaires de cette brochure ont été diffusés.
— Er is een mailing gedaan naar secundaire scholen om de brochure bekend te maken, samen met een kleinere affiche die de boodschap droeg : « Helm verplicht voor alle bromfietsers vanaf 1 januari 2003. » Er zijn zo’n 75 000 exemplaren van de brochure verspreid.
— En outre, pour l’enseignement secondaire, l’attention a été attirée sur le port obligatoire du casque dans les sets didactiques.
— Voor het secundair onderwijs is er voorts aandacht aan de helmplicht geschonken in de zogenaamde vormingspaketten.
— Enfin, le sujet a été répercuté par les médias.
— Ten slotte is het onderwerp aan bod gekomen in de media.
` ma connaissance, il n’y a pas eu de controˆles 2. A généraux systématiques. Dans le cadre des plans zonaux de sécurité, certaines zones de police ont effectué des controˆles de cyclomoteurs. Dans le prolongement de ces controˆles axés principalement sur la recherche des cyclomoteurs trafiqués, une attention particulière a, sans aucun doute, été consacrée au port obligatoire du casque.
2. Er hebben bij mijn weten geen algemene systematische controles plaatsgehad. In het kader van zonale veiligheidsplannen worden door sommige politiezones bromfietscontroles uitgevoerd. Aansluitend bij die controles die in hoofdzaak betrekking hebben op het opsporen van opgefokte bromfietsen, is ongetwijfeld aandacht geschonken aan de helmplicht.
DO 2003200400295
DO 2003200400295
Question no 59 de M. Geert Bourgeois du 19 novembre 2003 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale : Contrats de gestion conclus entre l’E´tat et la SNCB.
Vraag nr. 59 van de heer Geert Bourgeois van 19 november 2003 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Le deuxième contrat de gestion conclu entre l’E´tat et la SNCB courait en principe jusqu’au 31 décembre 2001. La ministre Isabelle Durant a omis d’en finaliser un troisième. Pourtant, elle avait fait appel à un bureau de consultants aux fins de sa préparation.
Het tweede beheerscontract tussen de Staat en de NMBS liep in principe tot 31 december 2001. Minister Durant heeft nagelaten een derde beheerscontract af te werken tussen de Staat en de NMBS. Nochtans had zij een consultantbureau onder de arm genomen om dat contract voor te bereiden.
1. Pourriez-vous communiquer, s’agissant contrat passé avec ce bureau de consultants :
1. Kan u aangaande het contract met de consultant meedelen :
du
Beheerscontracten tussen de Staat en de NMBS.
a) les coordonnées de ce bureau;
a) coo¨rdinaten van het bureau;
b) la description de la mission qui lui a été confiée;
b) omschrijving van de opdracht;
c) le prix convenu;
c) de overeengekomen prijs;
d) la durée convenue ? Quand cette mission devaitelle être terminée ?
d) de overeengekomen duur ? Wanneer moest deze opdracht uitgevoerd zijn ?
e) Combien a déjà couˆté au Trésor public la préparation du troisième contrat de gestion avorté ?
e) Hoeveel heeft de voorbereiding van het nietafgewerkte derde beheerscontract al aan de Schatkist gekost tot op heden ?
2. Quand un nouveau contrat de gestion sera-t-il conclu entre l’E´tat et la SNCB ?
2. Wanneer wordt er een nieuw beheerscontract tussen de Staat en de NMBS gesloten ?
3. a) Quel est le statut actuel du deuxième contrat de gestion ?
3. a) Wat is het huidige statuut van het tweede beheerscontract ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2041
b) Lie-t-il encore la SNCB ?
b) Is de NMBS daardoor nog gebonden ?
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 29 décembre 2003, à la question no 59 de M. Geert Bourgeois du 19 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 29 december 2003, op de vraag nr. 59 van de heer Geert Bourgeois van 19 november 2003 (N.) :
1. a) Coordonnées du bureau: SA OGM avenue d’Auderghem 92 1040 Bruxelles
1. a) Coo¨rdinaten van het bureau: NV OGM Oudergemlaan 92 1040 Brussel
b) Définition de la mission : Mission d’assistance dans la préparation du 3e contrat de gestion entre l’E´tat belge et la SNCB :
b) Omschrijving van de opdracht : Begeleiding te bieden bij de voorbereiding van het 3e beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS :
— dans une première phase, identifier les relations contractuelles existant en Belgique et dans les pays limitrophes pour les différents modes de transport en commun;
— in een eerste fase, de in Belgie¨ en in de aangrenzende landen bestaande beheerscontracten te identificeren aangaande de verschillende openbare vervoerswijzen;
— dans une seconde phase, organiser des concertations avec un certain nombre d’acteurs pertinents concernés par le transport par chemin de fer en Belgique;
— in een tweede fase, overleg te organiseren met een zeker aantal pertinente hoofdspelers betrokken bij het spoorwegvervoer in Belgie¨;
— dans une troisième phase, proposer un certain nombre d’indicateurs quantitatifs et qualitatifs qui permettent de mesurer la quantité et la qualité du service offert par la SNCB;
— in een derde fase, een zeker aantal kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren voor te stellen die moeten toelaten de kwantiteit en de kwaliteit van de dienst te meten zoals door de NMBS aangeboden;
— dans une dernière phase, rédiger un projet de contrat de gestion entre l’E´tat belge et la SNCB et offrir un support en marge de la négociation.
— in een laatste fase, het opstellen van een ontwerp van beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS en een steun te verlenen in de marge van de onderhandelingen.
c) Prix :
c) Prijs :
— exécution des phases 1, 2 et 3 pour un prix global et forfaitaire de 9 843 350 francs (TVAC) (244 010,27 euros);
— uitvoering van de fasen 1, 2 en 3 voor een globale en forfaitaire prijs van 9 843 350 frank (met BTW) (244 010,27 euro);
— exécution de la phase 4 en 27 jours de prestations (35 000 francs/jour), soit un total de 945 000 francs (TVAC) (23 425,94 euros).
— uitvoering van de vierde fase in 27 dagen van prestaties (35 000 frank/dag), dus een totaal van 945 000 frank (met BTW) (23 425,94 euro).
d) Durée :
d) Duurtijd :
Les phases 1, 2 et 3 ont débuté le 14 mai 2001 et se sont achevées le 30 novembre 2001 par le dépoˆt d’un rapport final. Une prolongation d’un mois a été accordée en raison de l’élargissement des contacts et des réunions de travail.
Met de fasen 1, 2 en 3 werd begonnen op 14 mei 2001 en zij werden bee¨indigd op 30 november 2001 met het overmaken van een eindrapport. Een verlenging met een maand werd toegestaan wegens de uitbreiding van de contacten en het aantal werkvergaderingen.
La phase 4 a débuté le 1er décembre 2001 et s’est terminée le 8 mars 2002, à raison de 27 jours de prestations (sur 30 commandés).
De fase 4 werd aangevat op 1 december 2001 en bee¨indigd op 8 maart 2002 en hield 27 dagprestaties in (op een bestelling van 30).
e) Voir point c).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
e) Zie punt c). 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2042
2. Un nouveau contrat de gestion ne pourra être conclu qu’après accord sur le plan d’entreprise et sur les nouvelles structures de la SNCB.
2. Een nieuw beheerscontract kan slechts gesloten worden nadat een akkoord is bereikt aangaande het ondernemingsplan en met betrekking tot de nieuwe structuur van de NMBS.
3. a) En vertu des dispositions contenues à l’article 5, § 3, 2e alinéa de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques et sur avis de la ministre de la Mobilité et des Transports de l’époque, paru dans le Moniteur belge du 29 décembre 2001, ledit contrat est prorogé de plein droit jusqu’à l’entrée en vigueur d’un nouveau contrat de gestion.
3. a) Op basis van de bepalingen van het artikel 5, § 3, tweede lid, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, en op advies van de toenmalige minister van Mobiliteit en Vervoer, in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2001 verschenen, wordt het contract van rechtswege verlengd tot op het ogenblik dat een nieuw beheerscontract in werking is getreden.
b) La SNCB est toujours totalement liée à ce contrat, tout comme l’E´tat.
b) De NMBS is nog steeds volledig gebonden door dit contract, zoals de Staat.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 0000200370430
DO 0000200370430
Question no 17 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 17 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Délégation de signature de l’administrateur délégué du Selor en cas d’absence de ce dernier.
Delegatie van handtekening van de gedelegeerd bestuurder van Selor bij diens afwezigheid.
En cas d’absence de l’administrateur délégué, il me revient que tous les documents du Selor sont signés par un conseiller adjoint stagiaire selon la formule « pour l’administrateur délégué ».
Bij afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder van Selor worden alle Selor-documenten naar verluidt door een stagerende adjunct-adviseur ondertekend met de formule « voor de gedelegeerd bestuurder ».
1. Cette délégation de signature à un agent non encore assermenté et donc non-fonctionnaire est-elle réellement prévue ?
1. Is een delegatie van handtekening aan een nog niet bee¨digd medewerker, die dus nog geen ambtenaar is, daadwerkelijk conform de voorschriften ?
2. Sur quelles bases légales l’administrateur délégué du Selor peut-il déléguer sa signature à un conseiller adjoint stagiaire ?
2. Op grond van welke wetsbepalingen kan de gedelegeerd bestuurder van Selor een stage lopende adjunct-adviseur ondertekeningsvolmacht verlenen ?
3. Ces courriers sont-ils légalement valables en cas de recours ?
3. Zijn brieven met die handtekening rechtsgeldig ingeval bezwaar aangetekend wordt ?
4. N’y a-t-il pas un risque de voir annuler tous les courriers adressés durant l’absence de l’administrateur délégué depuis février 2002 ?
4. Bestaat het risico niet dat alle brieven die sinds februari 2002 in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder verstuurd werden, nietig verklaard worden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2043
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 décembre 2003, à la question no 17 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 december 2003, op de vraag nr. 17 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) :
Je puis communiquer à l’honorable membre que l’administrateur délégué du Selor a le plus grand souci de respecter les règles statutaires en ce qui concerne les modalité de délégation de signature.
Ik kan het geachte lid meedelen dat de afgevaardigd bestuurder van Selor de grootste bekommernis heeft om de statutaire regels in verband met de modaliteiten van handtekening-overdracht te eerbiedigen.
Par un ordre de service interne, il confie, pour les périodes où il est absent ou empêché, la signature des pièces qui lui sont normalement soumises à un titulaire d’une fonction de management N-2.
Via een interne dienstnota vertrouwt hij voor de perioden tijdens dewelke hij afwezig of verhinderd is, de ondertekening der stukken die hem normaal worden voorgelegd aan de houder van een managementfunctie N-2 toe.
Dans le même ordre de service, il délègue la signature de certaines pièces ou correspondances à des fonctionnaires de son service explicitement désignés.
In dezelfde dienstnota draagt hij de ondertekening van bepaalde stukken of briefwisseling over aan ambtenaren van zijn dienst die hiertoe uitdrukkelijk zijn aangewezen.
De plus, lors de chaque période d’absence de l’administrateur délégué, le personnel est informé par écrit de la formule à utiliser (« Pour l’administrateur délégué, absent, ... ») pour la signature des documents.
Bovendien wordt tijdens elke periode van afwezigheid van de afgevaardigd bestuurder het personeel schriftelijk in kennis gesteld van de te gebruiken formule (« Voor de afgevaardigd bestuurder, afwezig, ... ») voor de ondertekening van de documenten.
Les dispositions de l’article 42 du statut des agents de l’E´tat sont de la sorte strictement appliquées.
De bepalingen van artikel 42 van het statuut van het Rijkspersoneel worden zodoende strikt toegepast.
DO 2003200400250
DO 2003200400250
Question no 26 de M. Servais Verherstraeten du 13 novembre 2003 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 26 van de heer Servais Verherstraeten van 13 november 2003 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Statut des présidents d’un service public fédéral (SPF).
Statuut van de voorzitters van een federale overheidsdienst (FOD).
1. a) Pouvez-vous indiquer quelle réglementation en matière de cumul s’applique aux présidents des SPF ?
1. a) Kan u meedelen welke cumulreglementering van toepassing is op de voorzitters van de FOD’s ?
b) S’agit-il du régime de cumul habituel des fonctionnaires ou existe-t-il des règles dérogatoires ?
b) Is dit de gewone cumulregeling van de ambtenaren of zijn er afwijkende regels ?
2. Le régime en matière de congé politique s’applique-t-il aux présidents de SPF ?
2. Is de regeling inzake politiek verlof van toepassing op voorzitters van een FOD ?
3. Considérez-vous que les présidents de SPF, étant donné leur traitement, peuvent encore être autorisés à développer des activités de cumul ?
3. Vindt u dat, gelet op hun wedde, voorzitters van een FOD nog toelating kunnen krijgen om cumulactiviteiten te ontwikkelen ?
4. Des présidents de SPF ou de SPP (service public de programmation) ont-ils été autorisés à développer des activités de cumul ?
4. Zijn er voorzitters van een FOD of een POD (programmatorische overheidsdienst) die toelating hebben gekregen om cumulactiviteiten te ontwikkelen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2044
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 décembre 2003, à la question no 26 de M. Servais Verherstraeten du 13 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 december 2003, op de vraag nr. 26 van de heer Servais Verherstraeten van 13 november 2003 (N.) :
1. a) et b) Les présidents des services publics fédéraux sont soumis, comme tous les autres fonctionnaires, aux dispositions de l’arrêté royal no 46 du 10 juin 1982 relatif aux cumuls d’activités professionnelles dans certains services publics.
1. a) en b) De voorzitters van de federale overheidsdiensten zijn, zoals de overige ambtenaren, onderworpen aan de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 46 van 10 juni 1982 betreffende de cumulaties van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten.
Aux termes de cet arrêté, « le ministre ou l’organe de gestion peut, sur demande écrite et préalable du membre du personnel et après avis motivé du conseil de direction ou de l’organe qui en tient lieu, autoriser le cumul, en dehors des heures de service, d’activités professionnelles compatibles avec la qualité du membre du personnel et qui peuvent être exercées sans inconvénient pour le service ou pour le public ».
Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, « kan de minister of het beheersorgaan, op voorafgaandelijke en schriftelijke vraag van het personeelslid, en na gemotiveerd advies van de directieraad of het orgaan dat in de plaats treedt, de cumulactiviteiten toestaan, buiten de diensturen, voor zover deze beroepsactiviteiten verenigbaar zijn met de kwaliteiten van het personeelslid en zonder inconvenie¨ntie voor de dienst of het publiek ».
2. Oui. En ce qui concerne le congé politique, les dispositions de la loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du personnel des services publics sont d’application.
2. Ja. Wat betreft het politiek verlof zijn de bepalingen van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten van toepassing.
3. La loi-programme du 24 décembre 2002 a créé la possibilité de revoir par arrêté royal les règles relatives ` cette occasion, il conviendra d’apprécier au cumul. A dans quelle mesure les titulaires des fonctions de management pourront ou non exercer d’autres fonctions.
3. De programmawet van 24 december 2002 heeft de mogelijkheid ingesteld om de regels die betrekking hebben op de cumulatie van beroepsactiviteiten te herzien. Dan pas zal moeten worden nagegaan in welke mate de titularissen van managementfuncties al dan niet andere functies zullen kunnen uitoefenen.
4. L’autorisation de cumul relève de chaque ministre et n’est pas soumise au controˆle de la fonction publique. Je ne dispose de ce fait d’aucune information sur les décisions qui auraient éventuellement été prises par mes collègues. Pour le SPF P&O, aucune demande de cumul n’a été introduite par un titulaire d’une fonction de management.
4. De toelating tot cumulatie van beroepsactiviteiten ressorteert onder de bevoegdheid van elke minister en is niet onderworpen aan de controle van ambtenarenzaken. Ik beschik aldus over geen informatie omtrent de beslissingen die eventueel door mijn collega’s zouden zijn genomen. Voor de FOD P&O werd er geen aanvraag tot cumulatie van beroepsactiviteiten door een titularis van een managementfunctie ingediend.
DO 2003200410383
DO 2003200410383
Question no 30 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 30 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations.
Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « Sekten ». — Aanbevelingen.
La Commission d’enquête parlementaire visant à élaborer une politique en vue de lutter contre les prati-
De parlementaire onderzoekscommissie belast met de beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2045
ques illégales des sectes et les dangers qu’elles représentent pour la société et pour les personnes, particulièrement les mineurs d’aˆge, a rendu son rapport le 28 avril 1997.
praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor de minderjarigen, diende op 28 april 1997 haar verslag in.
Dans ses recommandations (Doc. parl., Chambre, 1995-1996, no 313/8, p. 220 et suivantes), la commission insiste, d’une part, pour que les autorités fédérales prennent en compte de façon effective et coordonnée le phénomène sectaire et, d’autre part, sur la nécessité d’une adaptation de la législation aux dangers que représentent les organisations sectaires nuisibles.
In haar aanbevelingen (Parl. St., 1995-1996, nr. 313/ 8, blz. 220 en volgende) dringt de commissie erop aan dat de federale overheid het verschijnsel van de sekten daadwerkelijk en op een gecoo¨rdineerde manier aanpakt, en dat de wetgeving wordt aangepast om rekening te houden met het gevaar dat uitgaat van schadelijke sektarische organisaties.
1. Pour votre département, quelles recommandations précitées ont été suivies concrètement d’effets (éventuellement en coordination avec d’autres départements) ?
1. Aan welke van de voormelde aanbevelingen heeft uw departement inmiddels concreet gevolg gegeven (eventueel in samenspraak met andere departementen) ?
2. Quelles sont celles qui n’ont pu être réalisées et pourquoi ?
3. Welke aanbevelingen konden nog niet ten uitvoer gebracht worden, en waarom niet ?
3. Quelles sont celles qui éventuellement seraient encore en voie de concrétisation ?
3. Van welke aanbevelingen zou er eventueel binnenkort nog werk gemaakt worden ?
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 décembre 2003, à la question no 30 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 december 2003, op de vraag nr. 30 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) :
Je puis communiquer à l’honorable membre que la réponse à sa question peut lui être fournie par la ministre de la Justice, qui a cette matière dans ses attributions. (Question no 105 du 3 décembre 2003.)
Ik deel het geachte lid mee dat het antwoord op zijn vraag hem kan verstrekt worden door de minister van Justitie, die deze aangelegenheid onder zijn bevoegdheid heeft. (Vraag nr. 105 van 3 december 2003.)
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2003200400207
DO 2003200400207
Question no 19 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 19 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Département. — Emploi de handicapés.
Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
Combien de handicapés votre ministère et les organismes publics qui relèvent de votre compétence emploient-ils actuellement en application de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Hoeveel gehandicapten stellen uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, momenteel te werk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
257
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2046
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 décembre 2003, à la question no 19 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 december 2003, op de vraag nr. 19 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments suivants.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
Au sein de mon administration et des organismes publics placés sous ma tutelle, il y a deux personnes handicapées mises au travail en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 pour la promotion de l’emploi des handicapés dans les administrations de l’E´tat.
Binnen mijn administratie en de openbare organen die onder mijn voogdij staan, zijn er twee gehandicapten tewerkgesteld, ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van minder-validen en het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van minder-validen in de rijksbesturen.
Depuis mon entrée en fonction au sein de ce département, je me suis préoccupée de cette situation.
Sinds mijn aantreden in dit departement, heb ik me bekommerd om deze situatie.
Il me paraıˆt essentiel de favoriser par des mesures positives l’accueil des personnes handicapées mais aussi des autres groupes cibles (femmes, jeunes et personnes d’origine étrangère) au sein du SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale.
Het lijkt me belangrijk de opvang van gehandicapten, maar ook van andere doelgroepen (vrouwen, jongeren en personen van vreemde oorsprong) binnen de POD Maatschappelijke Integratie, Strijd tegen de armoede en Sociale Economie te steunen aan de hand van positieve maatregelen.
J’ai notamment insisté pour que le plan de management du SPP intègre ce concept de diversité dans la gestion des ressources humaines à l’avenir.
Ik heb er meer bepaald op aangedrongen dat het managementplan van de POD dit concept van verscheidenheid in de toekomst zou opnemen in het personeelsbeleid.
Dès l’année prochaine, tous les chefs de service du SPP suivront une formation pour les sensibiliser à l’accueil des personnes handicapées et autres groupes cibles dans leurs services.
Vanaf volgend jaar zullen alle diensthoofden van de POD een opleiding volgen die hen zal sensibiliseren inzake de opvang van gehandicapten en andere doelgroepen in hun diensten.
De manière plus générale, mes compétences croisées en matière d’égalité des chances et de fonction publique m’ont amenée à proposer un plan d’action orienté vers les administrations fédérales.
Meer algemeen hebben mijn bevoegdheden inzake gelijke kansen en ambtenarenzaken me ertoe aangezet om een actieplan voor te stellen dat gericht is op de federale administraties.
Un appel d’offres vient d’être lancé pour mener à bien un projet centré sur trois niveaux d’action :
Er werd net een offerte-aanvraag gelanceerd om een project tot een goed einde te brengen dat is toegespitst op drie actieniveaus :
— l’étude sur l’emploi des groupes cibles (y compris les personnes handicapées) dans la fonction publique et les propositions d’adaptation nécessaires pour l’intégration de ces groupes dans les politiques de gestion du personnel;
— de studie over de werkgelegenheid van de doelgroepen (met inbegrip van de gehandicapten) in het openbaar ambt en de voorstellen van noodzakelijke aanpassingen voor de integratie van deze groepen in het personeelsbeleid;
— l’accompagnement des services de l’administration publique fédérale dans la mise en œuvre d’une politique de diversité;
— de begeleiding van de diensten van de federale overheidsadministratie bij de uitvoering van een diversiteitbeleid;
— la formation des responsables des administrations fédérales à la non-discrimination et à la politique de gestion de la diversité dans la politique de gestion des ressources humaines.
— de opleiding van de verantwoordelijken van de federale administraties inzake non-discriminatie en het beheer van de diversiteit in het personeelsbeleid.
Dès que le gestionnaire du projet sera sélectionné, ce projet sera lancé en partenariat avec l’administration publique fédérale.
Van zodra de projectbeheerder zal worden goedgekeurd, zal het project gelanceerd worden in samenwerking met de federale overheidsadministratie.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2047
Il me paraıˆt en effet essentiel de pouvoir sensibiliser les gestionnaires des ressources humaines dans les différentes administrations fédérales au respect des dispositions légales existantes mais aussi à la construction d’une politique de gestion des ressources humaines centrée sur la diversité.
Het lijkt me immers belangrijk de beheerders van het personeelsbeleid in de verschillende federale administraties te kunnen sensibiliseren over de naleving van de bestaande wettelijke bepalingen, maar ook inzake de vorming van een personeelsbeleid dat is toegespitst op de verscheidenheid.
DO 2003200410383
DO 2003200410383
Question no 21 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 21 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations.
Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « Sekten ». — Aanbevelingen.
La Commission d’enquête parlementaire visant à élaborer une politique en vue de lutter contre les pratiques illégales des sectes et les dangers qu’elles représentent pour la société et pour les personnes, particulièrement les mineurs d’aˆge, a rendu son rapport le 28 avril 1997.
De parlementaire onderzoekscommissie belast met de beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor de minderjarigen, diende op 28 april 1997 haar verslag in.
Dans ses recommandations (Doc. parl., Chambre, 1995-1996, no 313/8, p. 220 et suivantes), la commission insiste, d’une part, pour que les autorités fédérales prennent en compte de façon effective et coordonnée le phénomène sectaire et, d’autre part, sur la nécessité d’une adaptation de la législation aux dangers que représentent les organisations sectaires nuisibles.
In haar aanbevelingen (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 313/8, blz. 220 en volgende) dringt de commissie erop aan dat de federale overheid het verschijnsel van de sekten daadwerkelijk en op een gecoo¨rdineerde manier aanpakt, en dat de wetgeving wordt aangepast om rekening te houden met het gevaar dat uitgaat van schadelijke sektarische organisaties.
1. Pour votre département, quelles recommandations précitées ont été suivies concrètement d’effets (éventuellement en coordination avec d’autres départements) ?
1. Aan welke van de voormelde aanbevelingen heeft uw departement inmiddels concreet gevolg gegeven (eventueel in samenspraak met andere departementen) ?
2. Quelles sont celles qui n’ont pu être réalisées et pourquoi ?
3. Welke aanbevelingen konden nog niet ten uitvoer gebracht worden, en waarom niet ?
3. Quelles sont celles qui éventuellement seraient encore en voie de concrétisation ?
3. Van welke aanbevelingen zou er eventueel binnenkort nog werk gemaakt worden ?
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 décembre 2003, à la question no 21 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 december 2003, op de vraag nr. 21 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la réponse à sa question ne relève pas de ma compétence, mais bien de celle de la ministre de la Justice, à laquelle la même question a été posée sous le no 105 du 3 décembre 2003.
Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat het antwoord op zijn vraag niet tot mijn bevoegdheid behoort, maar wel tot deze van de minister van Justitie, aan wie dezelfde vraag eveneens werd gesteld onder volgnummer 105 van 3 december 2003.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2048
Politique des grandes villes
Grootstedenbeleid
DO 2003200400207
DO 2003200400207
Question no 7 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 7 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Département. — Emploi de handicapés.
Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
Combien de handicapés votre ministère et les organismes publics qui relèvent de votre compétence emploient-ils actuellement en application de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Hoeveel gehandicapten stellen uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, momenteel te werk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van minder-validen in de rijksbesturen ?
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 décembre 2003, à la question no 7 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 december 2003, op de vraag nr. 7 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2003 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments suivants.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
Au sein de mon administration et des organismes publics placés sous ma tutelle, il y a deux personnes handicapées mises au travail en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 pour la promotion de l’emploi des handicapés dans les administrations de l’E´tat.
Binnen mijn administratie en de openbare organen die onder mijn voogdij staan, zijn er twee gehandicapten tewerkgesteld, ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van minder-validen en het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van minder-validen in de rijksbesturen.
Depuis mon entrée en fonction au sein de ce département, je me suis préoccupée de cette situation.
Sinds mijn aantreden in dit departement, heb ik me bekommerd om deze situatie.
Il me paraıˆt essentiel de favoriser par des mesures positives l’accueil des personnes handicapées mais aussi des autres groupes cibles (femmes, jeunes et personnes d’origine étrangère) au sein du SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale.
Het lijkt me belangrijk de opvang van gehandicapten, maar ook van andere doelgroepen (vrouwen, jongeren en personen van vreemde oorsprong) binnen de POD Maatschappelijke Integratie, Strijd tegen de armoede en Sociale Economie te steunen aan de hand van positieve maatregelen.
J’ai notamment insisté pour que le plan de management du SPP intègre ce concept de diversité dans la gestion des ressources humaines à l’avenir.
Ik heb er meer bepaald op aangedrongen dat het managementplan van de POD dit concept van verscheidenheid in de toekomst zou opnemen in het personeelsbeleid.
Dès l’année prochaine, tous les chefs de service du SPP suivront une formation pour les sensibiliser à l’accueil des personnes handicapées et autres groupes cibles dans leurs services.
Vanaf volgend jaar zullen alle diensthoofden van de POD een opleiding volgen die hen zal sensibiliseren inzake de opvang van gehandicapten en andere doelgroepen in hun diensten.
De manière plus générale, mes compétences croisées en matière d’égalité des chances et de fonction publique m’ont amenée à proposer un plan d’action orienté vers les administrations fédérales.
Meer algemeen hebben mijn bevoegdheden inzake gelijke kansen en ambtenarenzaken me ertoe aangezet om een actieplan voor te stellen dat gericht is op de federale administraties.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2049
Un appel d’offres vient d’être lancé pour mener à bien un projet centré sur trois niveaux d’action :
Er werd net een offerte-aanvraag gelanceerd om een project tot een goed einde te brengen dat is toegespitst op drie actieniveaus :
— l’étude sur l’emploi des groupes cibles (y compris les personnes handicapées) dans la fonction publique et les propositions d’adaptation nécessaires pour l’intégration de ces groupes dans les politiques de gestion du personnel;
— de studie over de werkgelegenheid van de doelgroepen (met inbegrip van de gehandicapten) in het openbaar ambt en de voorstellen van noodzakelijke aanpassingen voor de integratie van deze groepen in het personeelsbeleid;
— l’accompagnement des services de l’administration publique fédérale dans la mise en œuvre d’une politique de diversité;
— de begeleiding van de diensten van de federale overheidsadministratie bij de uitvoering van een diversiteitbeleid;
— la formation des responsables des administrations fédérales à la non-discrimination et à la politique de gestion de la diversité dans la politique de gestion des ressources humaines.
— de opleiding van de verantwoordelijken van de federale administraties inzake non-discriminatie en het beheer van de diversiteit in het personeelsbeleid.
Dès que le gestionnaire du projet sera sélectionné, ce projet sera lancé en partenariat avec l’administration publique fédérale.
Van zodra de projectbeheerder zal worden goedgekeurd, zal het project gelanceerd worden in samenwerking met de federale overheidsadministratie.
Il me paraıˆt en effet essentiel de pouvoir sensibiliser les gestionnaires des ressources humaines dans les différentes administrations fédérales au respect des dispositions légales existantes mais aussi à la construction d’une politique de gestion des ressources humaines centrée sur la diversité.
Het lijkt me immers belangrijk de beheerders van het personeelsbeleid in de verschillende federale administraties te kunnen sensibiliseren over de naleving van de bestaande wettelijke bepalingen, maar ook inzake de vorming van een personeelsbeleid dat is toegespitst op de verscheidenheid.
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2003200410382
DO 2003200410382
Question no 10 de Mme Greet van Gool du 2 décembre 2003 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 10 van mevrouw Greet van Gool van 2 december 2003 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Cumul d’une pension d’indépendant et d’une allocation d’incapacité de travail néerlandaise.
Cumulatie van een pensioen als zelfstandige met een Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Une pension de survie d’indépendant ne peut être octroyée qu’à la condition que l’intéressé n’exerce pas d’activité professionnelle (à moins qu’il ne s’agisse d’une « activité autorisée ») ni ne bénéficie d’une allocation pour cause de maladie, d’invalidité, de choˆmage, etc.
Een overlevingspensioen als zelfstandige is slechts betaalbaar indien de betrokkene geen beroepsbezigheid uitoefent (tenzij het gaat om zogenaamde « toegelaten activiteit »), noch een uitkering geniet wegens ziekte, invaliditeit, werkloosheid, enz.
Par ailleurs, des règles de cumul doivent être appliquées lorsque l’intéressé bénéficie d’une ou de plusieurs allocations d’une autre nature (comme une pension de retraite).
Daarnaast moeten cumulatieregels toegepast worden wanneer de betrokkene één of meerdere uitkeringen van andere aard geniet (zoals een rustpensioen).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2050
La question se pose de savoir s’il faut considérer une allocation d’incapacité de travail néerlandaise (« l’allocation WAO ») comme une pension ou comme un revenu de remplacement.
De vraag rijst of een Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering (de zogenaamde « WAOuitkering ») als een pensioen dan wel als een vervangingsinkomen beschouwd moet worden.
Dans le cadre du régime des travailleurs salariés, l’allocation WAO serait considérée comme une pension de retraite, de sorte que les règles de cumul s’appliquent effectivement mais que rien n’empêche le paiement de la pension de retraite en tant que travailleur salarié.
In de regeling voor werknemers zou de WAOuitkering beschouwd worden als een rustpensioen, zodat wel de cumulatieregels van toepassing zijn maar er geen beletsel bestaat voor de uitbetaling van het overlevingspensioen als werknemer.
Par contre, dans le cadre du régime des indépendants, l’allocation WAO serait considérée comme un revenu de remplacement, de sorte qu’il existe bel et bien un obstacle au paiement de la pension de retraite en tant qu’indépendant.
In de regeling voor zelfstandigen daarentegen zou de WAO-uitkering beschouwd worden als een vervangingsinkomen, zodat er wel een beletsel bestaat voor de uitbetaling van het overlevingspensioen als zelfstandige.
1. L’allocation WAO néerlandaise est-elle en effet considérée différemment dans le cadre des régimes des indépendants, d’une part, et des travailleurs salariés, d’autre part ?
1. Wordt de Nederlandse WAO-uitkering inderdaad anders beoordeeld in de regeling voor zelfstandigen dan in de regeling voor werknemers ?
2. a) Dans l’affirmative, envisagez-vous de gommer cette différence de traitement ?
2. a) Zo ja, overweegt u om dit verschil in behandeling weg te werken ?
b) Quelle sera, dans ce cas, la réglementation et quelle en sera l’incidence budgétaire ?
b) Hoe zal de regeling er dan uitzien en wat is de budgettaire weerslag ervan ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 22 décembre 2003, à la question no 10 de Mme Greet van Gool du 2 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 22 december 2003, op de vraag nr. 10 van mevrouw Greet van Gool van 2 december 2003 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que la réglementation actuelle en matière de pension dans le régime des travailleurs indépendants ne permet pas de considérer une allocation octroyée dans le cadre de la loi néerlandaise sur l’assurance incapacité de travail comme une pension de retraite.
In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat de huidige pensioenwetgeving in de regeling voor zelfstandigen niet toelaat een uitkering die toegekend werd in het kader van de Nederlandse Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering te beschouwen als een rustpensioen.
Le bénéfice d’une allocation néerlandaise WAO constitue dès lors également un obstacle à la mise en paiement d’une pension de survie dans le régime des travailleurs indépendants.
Het genot van een Nederlandse WAO-uitkering vormt dan ook een beletsel om een overlevingspensioen in de regeling voor zelfstandigen betaalbaar te stellen.
E´tant donné que la problématique posée est connue, des démarches ont déjà été entreprises, par souci d’harmonisation, afin d’insérer dans la réglementation en matière de pension des travailleurs indépendants une disposition similaire à celle en vigueur dans le régime des travailleurs salariés, à savoir l’article 64ter de l’arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés.
Aangezien de gestelde problematiek reeds gekend is, werden er om reden van harmonisering, reeds stappen ondernomen om in de pensioenwetgeving voor zelfstandigen een gelijkaardige bepaling in te voegen als deze in de regeling voor werknemers, zijnde artikel 64ter van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2051
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 0000200360170
DO 0000200360170
Question no 2 de M. Yves Leterme du 3 septembre 2003 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 2 van de heer Yves Leterme van 3 september 2003 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Carte de parking pour handicapés.
Parkeerkaart voor gehandicapten.
Au recto de l’« ancienne » version de la carte spéciale de parking pour handicapés figure l’adresse de la personne à qui la carte a été délivrée.
De « oude » versie van de speciale parkeerkaart voor gehandicapten vermeldt op de voorzijde het adres van de persoon aan wie de kaart werd uitgereikt.
Il y a quelque temps, cette mention a encore fait l’objet de critiques, notamment dans une émission de télévision, en raison du risque de violation de la vie privée des personnes concernées et d’abus éventuels ainsi rendus possibles. Voilà sans doute pourquoi l’adresse ne figure plus au recto des nouvelles cartes spéciales de parking. L’adresse pourrait être controˆlée par les services compétents graˆce à un numéro spécial qui figure sur la carte.
Een tijdje geleden werd dit onder meer in een uitzending op televisie nog bekritiseerd omwille van de mogelijke schending van de privacy van de betrokkenen en eventuele misbruiken die hierdoor mogelijk zijn. Vandaar wellicht dat de nieuwe speciale parkeerkaarten geen adres meer vermelden op de voorzijde. Het adres zou door de bevoegde diensten gecontroleerd kunnen worden via een speciaal nummer dat vermeld staat op de kaart.
Toutefois, d’anciennes cartes de parking sont toujours en circulation.
Evenwel zijn er nog altijd oude parkeerkaarten in omloop.
1. Eˆtes-vous au fait du problème décrit ci-dessus ?
1. Is de hierboven geschetste problematiek u bekend ?
2. a) Les détenteurs d’une carte spéciale de parking peuvent-ils dès lors encore être verbalisés si l’adresse sur leur carte de parking n’est pas aisément lisible (parce qu’elle est recouverte ou que le document est conservé dans une pochette), à présent que l’adresse ne figure plus sur les nouvelles cartes ou ne doit plus y figurer?
2. a) Kunnen de houders van een speciale parkeerkaart aldus nog bekeurd worden indien het adres op hun parkeerkaart niet goed zichtbaar is (door het te bedekken of in een mapje te steken), nu het adres op de nieuwe kaarten niet meer vermeld wordt of moet worden ?
b) E´ventuellement, le nouveau système n’est-il pas encore complètement en vigueur et existe-t-il une réglementation de transition ?
b) Of is het nieuwe systeem nog niet volledig in voege en bestaat er misschien een overgangsregeling ?
3. Pouvez-vous évaluer le nombre d’« anciennes » cartes spéciales de parking encore en circulation?
3. Heeft u een idee hoeveel « oude » speciale parkeerkaarten er nog in omloop zijn ?
4. Est-il possible de remédier au problème concernant la vie privée des détenteurs d’une « ancienne » carte spéciale de parking ?
4. Kan er iets gedaan worden aan het probleem inzake privacy van de houders van een « oude » speciale parkeerkaart ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2052
Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 2 de M. Yves Leterme du 3 septembre 2003 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 2 van de heer Yves Leterme van 3 september 2003 (N.) :
1. J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la problématique relative au fait que l’adresse du titulaire d’une carte de stationnement figure sur cette carte, ainsi que les conséquences éventuelles que cela peut avoir dans le cadre de la protection de la vie privée, sont connues depuis longtemps.
1. Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat de problematiek met betrekking tot de vermelding van het adres op de parkeerkaart en de gevolgen die dit kan hebben in het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, reeds lang gekend is.
2. Les personnes qui sont encore en possession d’une ancienne carte de stationnement — c’est-à-dire une carte qui comporte encore la mention de l’adresse — peuvent utiliser, lorsqu’elles en font usage, le coˆté où l’adresse ne figure pas comme coˆté visible de la carte.
2. De personen die nog in het bezit zijn van een oude parkeerkaart — waarmee ik hier een kaart bedoel die wel nog een adresvermelding draagt — kunnen, bij het gebruik ervan, de kaartzijde zichtbaar laten waarop het adres niet is vermeld.
L’infraction consiste en l’utilisation de la carte de stationnement par une personne qui n’en a pas le droit et non en déposant la carte à l’envers. La validité d’utilisation de la carte de stationnement ne peut être controˆlée qu’au moment où le détenteur éventuel de la carte rejoint le véhicule. (Le propriétaire de la voiture et la personne au nom de laquelle la carte de stationnement est délivrée ne doivent pas être la même personne.)
De inbreuk bestaat immers in het gebruik van een parkeerkaart door een persoon die er geen recht op heeft en niet in het omgekeerd leggen van de kaart. Het rechtsgeldig gebruik van de parkeerkaart kan ook slechts gecontroleerd kan worden op het ogenblik dat de eventuele kaarthouder zich aanmeldt bij het voertuig. (De eigenaar van de wagen en de persoon op wiens naam de parkeerkaart is uitgereikt moeten immers niet dezelfde zijn.)
3. Il n’existe pas de chiffres concernant le nombre d’anciennes cartes de stationnement qui sont encore en circulation. En effet, l’administration ne tient pas de statistiques sur les détenteurs d’une carte « ancien modèle » qui ont demandé le remplacement de la carte depuis l’introduction du « nouveau modèle ».
3. Er bestaan geen cijfergegevens met betrekking tot het aantal nog in omloop zijnde oude parkeerkaarten. Inderdaad wordt niet bijgehouden hoeveel houders van een parkeerkaart « oud model » sinds de invoering van het « nieuw model » een vervanging van hun kaart hebben aangevraagd.
4. Le problème se résout par le remplacement continu d’anciennes cartes par le nouveau modèle. En effet, la durée de validité des cartes étant limitée, les cartes doivent être remplacées après 10 ans.
4. Dit probleem lost zichzelf op door de voortschrijdende vervanging van « oude » kaarten door « nieuwe ». Immers is de geldigheidsduur van de kaart beperkt en moeten de kaarten na 10 jaar vervangen worden.
DO 2003200400316
DO 2003200400316
Question no 8 de Mme Greet van Gool du 21 novembre 2003 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 8 van mevrouw Greet van Gool van 21 november 2003 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Octroi de cartes de stationnement pour les moyens de transport spéciaux des personnes handicapées.
Toekenning van parkeerkaarten aan de bijzondere vervoermiddelen voor personen met een handicap.
Certains services de transport agréés, appelés « centrales pour les personnes moins mobiles », proposent un transport adapté aux personnes handicapées. Avec des véhicules adaptés, souvent des minibus aménagés pour le transport des fauteuils roulants, ils
In het kader van het aangepast vervoer voor personen met een handicap zijn er erkende vervoerdiensten, de zogenaamde « mindermobielencentrales », actief. Deze vervoerdiensten zorgen met aangepaste voertuigen, dikwijls busjes die geschikt zijn voor het vervoer
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2053
assurent le transport de porte à porte. Les établissements résidentiels et les centres d’accueil de jour disposent également de véhicules adaptés au transport de leurs pensionnaires, par exemple pour les excursions ou les déplacements vers un service extérieur au centre.
van rolstoelgebruikers, voor het vervoer van deur tot deur. Ook de residentie¨le voorzieningen en dagopvangcentra beschikken over aangepaste voertuigen voor het transport van hun gasten, bijvoorbeeld voor een uitstap of verplaatsing naar een dienst buiten de campus.
Actuellement, ces moyens de transport spéciaux ne peuvent bénéficier des avantages du stationnement au moyen d’une carte de stationnement pour personne handicapée que si les passagers eux-mêmes, ou au moins l’un d’entre eux, mettent une carte de stationnement à la disposition du véhicule. Cette façon de faire pose systématiquement des problèmes, étant donné qu’en général, ce sont les parents ou la famille qui conservent chez eux la carte de stationnement des passagers. Les familles utilisent elles-mêmes la carte de stationnement lorsque la personne handicapée les accompagne. Les membres de la famille partent du principe, et on peut les comprendre, que les établissements et les centrales de transport disposent de leurs propres facilités pour utiliser les places de stationnement réservées, etc. En outre, toutes les personnes handicapées ne sont pas en mesure de porter cette carte sur eux : le risque de perte ou de détérioration serait trop grand.
Momenteel is het zo dat deze bijzondere vervoermiddelen uitsluitend de voorrechten van het parkeren met een parkeerkaart voor personen met een handicap kunnen genieten als de passagiers zelf of minstens één van hen een parkeerkaart ter beschikking stellen. Deze werkwijze schept telkens weer problemen omdat de parkeerkaart van de passagiers meestal bij de ouders of de familie thuis bewaard wordt. De familie gebruikt zelf de parkeerkaart als de persoon met een handicap bij haar is. En ze gaat er, niet onlogisch, vanuit dat de voorzieningen en vervoercentrales eigen faciliteiten hebben om gebruik te maken van de voorbehouden parkeerplaatsen enz. Bovendien zijn niet alle personen met een handicap in staat om zelfstandig deze kaart bij zich te houden. Het risico van verlies of beschadiging zou te groot zijn.
Néanmoins, pour le bon déroulement du transport, il est souvent important que les chauffeurs de ces véhicules adaptés puissent avoir recours aux facilités de la carte de stationnement, par exemple pour se garer juste à coˆté de l’endroit de destination. Ce type de transport peut lui aussi prétendre aux avantages de la carte de stationnement. Il paraıˆt donc indiqué d’octroyer une carte de stationnement réservée au véhicule spécial proprement dit.
Toch is het, voor het goed verloop van het transport, meestal belangrijk dat de chauffeurs van deze aangepaste voertuigen gebruik kunnen maken van de faciliteiten van de parkeerkaart, bijvoorbeeld om vlakbij de plaats van bestemming te parkeren. Ook heeft dit vervoer recht op de parkeerkaartvoordelen. Daarom lijkt het aangewezen aan het bijzondere vervoermiddel zelf een parkeerkaart toe te kennen.
1. Pourrait-on envisager d’octroyer aux services de transport agréés pour les personnes handicapées, aux établissements résidentiels agréés et aux centres de jour disposant de leurs propres moyens de transport une carte de stationnement spécifique par véhicule, à condition que ces véhicules transportent des personnes pouvant bénéficier de la carte de stationnement ?
1. Kan de mogelijkheid gecree¨erd worden voor erkende vervoersdiensten voor personen met een handicap en voor de erkende residentie¨le voorzieningen en dagopvangcentra met eigen vervoermiddelen om per voertuig over een specifieke parkeerkaart te beschikken, op voorwaarde dat er gerechtigden op de parkeerkaart mee vervoerd worden ?
2. D’autres mesures sont-elles envisageables pour remédier au problème du stationnement des moyens de transport adaptés ?
2. Kunnen er andere beleidsmaatregelen genomen worden om het parkeerprobleem van het aangepaste vervoer aan te pakken ?
3. Dans quel délai estimez-vous pouvoir résoudre ce problème ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 décembre 2003, à la question no 8 de Mme Greet van Gool du 21 novembre 2003 (N.) :
3. Op welke termijn denkt u dit probleem te kunnen oplossen ?
La réglementation qui désigne les personnes handicapées qui peuvent prétendre à une carte de stationnement (arrêté ministériel du 7 mai 1999 relatif à la carte
De reglementering waarbij de personen aangeduid worden die de parkeerkaart voor personen met een handicap kunnen krijgen (ministerieel besluit van
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 december 2003, op de vraag nr. 8 van mevrouw Greet van Gool van 21 november 2003 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
258
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2054
de stationnement pour les personnes handicapées) prévoit uniquement une délivrance aux personnes physiques et à titre individuel qui satisfont à un certain nombre de conditions médicales.
7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap) voorziet enkel in een toekenning aan individuele, fysieke personen die beantwoorden aan een aantal medische voorwaarden.
C’est pourquoi cette carte ne peut être délivrée au nom d’une institution ni être attachée à un véhicule en particulier, même si ce dernier est la propriété d’une société de transport spécialisée ou d’une organisation de personnes handicapées.
Deze kaart kan derhalve niet worden uitgereikt op naam van een instelling en ook niet aan een bepaald voertuig, ook al is dit voertuig eigendom van een gespecialiseerde vervoersdienst of van een organisatie van personen met een handicap.
Le caractère personnel de la carte de stationnement découle d’une directive européenne.
Het persoonlijk karakter van de parkeerkaart vloeit voort uit een Europese richtlijn.
Néanmoins, un véhicule semblable peut stationner sur un emplacement réservé aux personnes handicapées si une personne titulaire d’une carte de stationnement est transportée avec ce véhicule.
Niettemin mag zo een voertuig parkeren op een voorbehouden plaats, indien een persoon die titularis is van een parkeerkaart met dat voertuig vervoerd wordt.
Il n’y a pas de problème non plus lorsque les personnes montent ou descendent du véhicule sans une telle carte. Il n’y a que le stationnement qui soit interdit.
Bovendien is het zo dat er evenmin een probleem is om ook zonder een dergelijke kaart, personen in en uit te laten stappen. Enkel het parkeren zelf is immers verboden.
J’ai cependant l’impression que dans certaines situations, il pourrait être utile que les véhicules mêmes puissent disposer d’une carte de stationnement. J’ai donc chargé mon administration d’examiner la possibilité de créer une base réglementaire à cet effet. Cela doit évidemment pouvoir entrer dans le cadre européen en la matière. Je devrais avoir une réponse de mon administration dans le courant du mois de février.
Niettemin heb ik indruk dat er een aantal situaties zijn waarin het inderdaad nuttig zou kunnen zijn dat de voertuigen zelf over een parkeerkaart kunnen beschikken. Ik heb dan ook aan mijn administratie de opdracht gegeven te onderzoeken of er hiervoor een reglementaire basis kan gecree¨erd worden. Natuurlijk moet dit kunnen passen binnen het Europees kader terzake. Ik verwacht een antwoord van mijn administratie in de loop van februari.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2055
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2003200400062 21-10-2003
69
Geert Bourgeois
Initiatives politiques dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées ». Beleidsinitiatieven in het kader van het « Europees Jaar voor personen met een handicap ».
1963
8
2003200400315 21-11-2003
96
Geert Bourgeois
* Parquet de police de Vilvorde. — Politique en matière de poursuites concernant les infractions de roulage constatées par des caméras sans présence humaine. Politieparket van Vilvoorde. — Vervolgingsbeleid betreffende verkeersovertredingen vastgesteld door onbemande camera’s.
1929
8
2003200410343 26-11-2003
97
Geert Bourgeois
* Projet « Dialogues Justice ». — Experts. Project « Justitiedialoog ». — Deskundigen.
1930
8
2003200400078 26-11-2003
100
Filip De Man
* Fraude dans des dossiers de régularisation. Fraude bij de regularisaties.
1930
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 1
2003200400073 18-11-2003
39
Bart Laeremans
8
2003200410337 26-11-2003
41
Alfons Borginon
Régionalisation de l’agriculture. — Instituts de recherche. Regionalisering Landbouw. — Onderzoeksinstituten.
1965
* Ministère. — Rapport sur le cadre du personnel. — Présentation du plan du personnel à la CPCL. Ministerie. — Verslag personeelsformatie. — Voorlegging personeelsplan aan VCT.
1931
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 8
2003200400309 21-11-2003
97
Mw. Simonne Creyf * La Poste. — Efficacité du système de controˆle servant à déterminer les retards encourus. De Post. — Efficie¨ntie van het controlesysteem voor het bepalen van de opgelopen vertragingen.
1932
8
2003200400311 21-11-2003
98
Geert Bourgeois
1933
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
* SNCB. — Séparation de l’infrastructure ferroviaire et de l’exploitation ferroviaire. NMBS. — Scheiding tussen de spoorweginfrastructuur en de spoorexploitatie.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2056
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200400318 24-11-2003
99
Mw. Simonne Creyf * La Poste. — Envois perdus. De Post. — Verloren gegane zendingen.
1934
8
2003200400327 24-11-2003
100
Bart Laeremans
* Belgocontrol. — Société. — Confusion d’intérêts. Belgocontrol. — Bedrijf. — Belangenvermenging.
1935
8
2003200400328 24-11-2003
101
Guido De Padt
* SNCB. — Baˆtiments de gare. NMBS. — Stationsgebouwen.
1935
8
2003200400330 24-11-2003
102
Guido De Padt
* La Poste. — Appel aux consultants et bureaux d’études. De Post. — Raadpleging consultants en studiebureaus.
1936
8
2003200410339 26-11-2003
103
Pierre-Yves Jeholet
* SNCB. — Refonte des structures juridiques du groupe ABX Logistics SA. NMBS. — Hervorming van de juridische structuren van de groep ABX Logistics NV.
1937
8
2003200410340 26-11-2003
104
Hagen Goyvaerts
* La Poste. — Emploi des langues sur les timbresposte. De Post. — Taalgebruik op postzegels.
1937
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2003200400119 28-10-2003
85
Guido De Padt
Communes. — Initiatives en matière de lutte contre les cambriolages et de prévention des cambriolages. Gemeenten. — Initiatieven inzake inbraakbestrijding en -preventie.
1966
1
2003200400127 30-10-2003
87
Jos Ansoms
Controˆles de vitesse. — Utilisation de détecteurs de radars et d’autres appareils interdits. Snelheidscontroles. — Gebruik van verboden radardetectoren en andere apparaten.
1969
1
2003200400129 30-10-2003
89
Jos Ansoms
Affinement des données relatives aux controˆles de vitesse effectués par la police fédérale. Verfijning van de gegevens in verband met de snelheidscontroles door de federale politie.
1970
1
2003200400131 30-10-2003
90
Pierre-Yves Jeholet
Accidents de roulage. — Statistiques. Verkeersongevallen. — Statistieken.
1972
1
2003200400207 10-11-2003
95
Guy D’haeseleer
Département. — Emploi de handicapés. Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
1973
1
2003200400247 13-11-2003
98
Guido Tastenhoye
Nombre de nouvelles naturalisations. Aantal nieuwe naturalisaties.
1974
1
2003200400259 14-11-2003
99
Mme Muriel Gerkens
Recommandations du Comité scientifique et technique d’AVN. Aanbevelingen van het Wetenschappelijk en Technisch Comité van AVN.
1975
1
2003200400263 14-11-2003
100
Mme Muriel Gerkens
Risques de vols de matières nucléaires. Risico van diefstal van kernmateriaal.
1977
1
2003200400264 14-11-2003
101
Mme Muriel Gerkens
Sécurité de transports de plutonium en Belgique. Beveiliging van plutoniumtransporten in Belgie¨.
1979
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004 CA
DO
2057
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200400293 18-11-2003
103
François-Xavier de Donnéa
étrangers. — Statistiques de regroupement familial. Vreemdelingen. — Statistieken betreffende de gezinshereniging.
1983
1
2003200400294 18-11-2003
104
Mme Muriel Gerkens
Centrales nucléaires. — Problème d’anomalie de conception dans les systèmes de refroidissement des réacteurs. Kerncentrales. — Mogelijke anomalie in het ontwerp van de koelsystemen van de reactoren.
1985
8
2003200400329 24-11-2003
105
Mw. Greet van Gool * Mise à contribution de handicapés visuels pour les écoutes téléphoniques. Inzetten van personen met een visuele handicap bij het afluisteren van telefonische gesprekken.
1938
8
2003200410338 26-11-2003
106
Geert Bourgeois
* Procédure relative aux documents administratifs délivrés par la Turquie. Procedure met betrekking tot administratieve documenten uit Turkije.
1938
8
2003200410341 26-11-2003
107
Geert Bourgeois
* Modification des données de naissance d’habitants nés à l’étranger. Wijzigingen van geboortedata van in het buitenland geboren inwoners.
1940
1
2003200410388
114
Filip De Man
Office des étrangers. — Condamnation par le tribunal de commerce. Dienst Vreemdelingenzaken. — Veroordeling door rechtbank van koophandel.
1988
3-12-2003
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2003200400070 21-10-2003
22
Philippe Monfils
Statut des vétérans. Statuut van veteraan.
1989
1
2003200400097 23-10-2003
24
Jean-Jacques Viseur
Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ». Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ».
1990
1
2003200400207 10-11-2003
29
Guy D’haeseleer
Département. — Emploi de handicapés. Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
1992
4
2003200400270 14-11-2003
32
Mw. Hilde Vautmans
Baˆtiments et domaines militaires. — Vente du patrimoine immobilier militaire. Militaire gebouwen en domeinen. — Verkoop van het militaire vastgoed.
1992
1
2003200410347 26-11-2003
33
Stijn Bex
Réaménagement de casernes militaires en vue de l’accueil de détenus. Ombouw van legerkazernes voor bepaalde gedetineerden.
1993
1
2003200410356 27-11-2003
34
Mw. Liesbeth Van der Auwera
Crash d’un F-16 à Geetbets. — Dédommagement. Crash F-16 te Geetbets. — Vergoeding schade.
1994
1
2003200410392
3-12-2003
39
Luc Sevenhans
Mise en disponibilité d’officiers. Op disponibiliteit stellen van officieren.
1996
1
2003200410405
5-12-2003
41
Daan Schalck
Utilisation de deux Falcon 20. Gebruik van twee Falcon 20’s.
1997
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2058
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
2003200410427
9-12-2003
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 43
Staf Neel
Centres de vacances à la mer. — Fermeture pour cause de non-conformité à la destination de la zone. — Protocole de base avec la Région flamande. Vakantiecentra aan zee. — Sluiting wegens « zonevreemdheid ». — Basisprotocol Vlaams Gewest.
1998
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 1
2003200400196 10-11-2003
96
Mw. Trees Pieters
Menaces à l’encontre de fonctionnaires fédéraux chargés du controˆle et du recouvrement. — Atteinte à la dignité des fonctionnaires fédéraux. — Assistance juridique. — Copernic. Bedreigingen tegenover federale onderzoeks- en invorderingsambtenaren. — Aantasting van de waardigheid van de federale ambtenaren. — Rechtsbijstand. — Copernicus.
1999
7
2003200400303 20-11-2003
148
Eric Massin
Déduction des libéralités en cas d’adoption. (ERRATUM) Aftrekbaarheid van giften in het kader van adoptie. (ERRATUM)
2004
8
2003200400305 20-11-2003
150
Mw. Trees Pieters
* Assurances chef d’entreprise pour les travailleurscadres et les membres de leur famille. Bedrijfsleidersverzekeringen voor werknemerskaderleden en familieleden.
1941
8
2003200400306 20-11-2003
151
Mw. Trees Pieters
* Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
1942
8
2003200400307 20-11-2003
152
Mw. Trees Pieters
* Sociétés unipersonnelles de professions libérales. — Pension complémentaire. Eenmansvennootschappen van vrije beroepen. — Aanvullend pensioen.
1944
8
2003200400312 21-11-2003
153
Mw. Trees Pieters
* Mandat ou promesse hypothécaire. — Intérêts et amortissements. Hypothecair mandaat of belofte. — Interesten en aflossingen.
1946
8
2003200400314 21-11-2003
154
Mw. Trees Pieters
* Conventions d’emphytéose, d’usufruit et de superficie dans le cadre des sociétés de médecins. Erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten bij doktersvennootschappen.
1947
8
2003200400313 21-11-2003
155
Mw. Trees Pieters
* Maisons-témoin. — Pertes de valeur. — Amortissements. Kijkwoningen. — Waardeverminderingen. — Afschrijvingen.
1949
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004 CA
DO
2059
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200400319 24-11-2003
157
Jean-Jacques Viseur * Réduction d’impoˆt pour épargne-logement et déduction complémentaire d’intérêts. — Condition relative à la « seule habitation en propriété ». — Projet de loi. Belastingvermindering voor bouwsparen en bijkomende intrestaftrek. — Voorwaarde betreffende de « enige woning in eigendom ». — Wetsontwerp.
1949
8
2003200400320 24-11-2003
158
Mw. Trees Pieters
* Relation entre l’impoˆt des personnes physiques et l’impoˆt des sociétés. Onderling verband tussen de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.
1950
8
2003200400321 24-11-2003
159
Mw. Trees Pieters
* Impoˆts sur les revenus. — Amortissements ou dépréciations. — Lien juridique entre les articles 49, 53, 10o et l’article 61 CIR 1992. Inkomstenbelastingen. — Afschrijvingen of waardeverminderingen. — Juridisch verband tussen de artikelen 49, 53, 10o en artikel 61 WIB 1992.
1951
8
2003200400324 24-11-2003
160
Jean-Jacques Viseur * Accessibilité du nouveau centre des finances à Thuin aux personnes handicapées. Toegankelijkheid voor gehandicapten van het nieuwe financiecentrum in Thuin.
1951
8
2003200400326 24-11-2003
162
Yves Leterme
* Examen des réclamations. — Non-présentation du dossier. — Plaintes. Onderzoek bezwaarschriften. — Geen voorlegging van het dossier. — Klacht.
1952
8
2003200410334 24-11-2003
165
Claude Eerdekens
* Partage de l’avoir social. Verdeling van het maatschappelijk vermogen.
1953
1
2003200410432 10-12-2003
182
Mme Zoé Genot
Accessibilité de documents publics. Toegankelijkheid van openbare documenten.
2006
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 2
0000200360109 30- 7-2003
12
Mw. Maggie De Block
E´tudes relatives au recours aux services des urgences dans la ville de Bruxelles. — Recommandations. Studies betreffende gebruik van de spoedgevallen in de stad Brussel. — Aanbevelingen.
2007
1
0000200360247 11-10-2003
18
Jo Vandeurzen
Conventions en matière de rééducation fonctionnelle. Revalidatieovereenkomsten.
2009
1
0000200370386
7-10-2003
26
Bart Laeremans
Assurance maladie. — Discriminations régionales. Ziekteverzekering. — Regionale discriminaties.
2010
1
2003200400053 21-10-2003
33
Guy D’haeseleer
Composition du cabinet. Samenstelling van het kabinet.
2017
8
2003200400007 26-11-2003
45
Mme Corinne De Permentier
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
* Agence fédérale de controˆle nucléaire. — Taxe. — Cabinets dentaires. Federaal Agentschap voor nucleaire controle. — Heffing. — Tandartspraktijken.
2004
1955
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2060
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Santé publique — Volksgezondheid
1
2003200400006 14-10-2003
42
Claude Eerdekens
Piscines couvertes. — Qualité de l’air chloré. Overdekte zwembaden. — Kwaliteit van de chloorhoudende lucht.
2019
1
2003200400062 21-10-2003
46
Geert Bourgeois
Initiatives politiques dans le cadre de l’« Année européenne des personnes handicapées ». Beleidsinitiatieven in het kader van het « Europees Jaar voor personen met een handicap ».
2020
1
2003200400097 23-10-2003
49
Jean-Jacques Viseur
Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ». Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ».
2022
1
2003200400133 30-10-2003
51
Jo Vandeurzen
Hoˆpitaux et autres établissements de soins. — Coresponsabilité. Ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen. — Medeaansprakelijkheid.
2024
1
2003200400150
4-11-2003
53
Koen Bultinck
2025
1
2003200400152
4-11-2003
54
Koen Bultinck
Augmentation du nombre de cas de salmonellose. Stijging aantal salmonellabesmettingen. E´tude française sur le nombre de décès dus au cancer. Franse studie over aantal kankerdoden.
1
2003200400156
4-11-2003
55
Mw. Annelies Storms
Loi relative aux droits du patient. — Publication destinée à la population. Wet betreffende de rechten van de patie¨nt. — Bekendmaking ervan naar de bevolking toe.
2030
1
2003200400161
4-11-2003
56
Yves Leterme
Normes applicables à l’affectation de personnel infirmier dans les hoˆpitaux. Normen van toepassing op de inzet van verpleegkundigen in een ziekenhuis.
2033
1
2003200400171
6-11-2003
58
Jo Vandeurzen
Hoˆpitaux. — « Risk management ». Ziekenhuizen. — « Risk-management ».
2034
1
2003200400207 10-11-2003
59
Guy D’haeseleer
Département. — Emploi de handicapés. Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
2036
8
2003200410335 24-11-2003
64
Mw. Maggie De Block
* Planification de la kinésithérapie. — Arrêté royal du 7 octobre 2003. — Publication tardive. — Inscription dans les hautes écoles et les universités. Planning van de kinesitherapie. — Koninklijk besluit van 7 oktober 2003. — Laattijdige publicatie. — Inschrijvingen hogescholen en universiteiten.
1956
1
2003200410351 27-11-2003
65
Guido De Padt
Cheval de trait belge. — Caudotomie. Belgisch trekpaard. — Blokstaarten.
2029
2037
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 8
2003200400314 21-11-2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
37
Mw. Trees Pieters
2003
* Conventions d’emphytéose, d’usufruit et de superficie dans le cadre des sociétés de médecins. Erfpacht-, vruchtgebruik- en opstalovereenkomsten bij doktersvennootschappen.
2004
1957
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004 CA
DO
2061
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
8
2003200400322 24-11-2003
10
Geert Bourgeois
* Disparition des symboles flamands à l’étranger. — Lettonie. Wegcijfering van Vlaanderen in het buitenland. — Letland.
1958
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité — Mobiliteit 1
2003200400234 13-11-2003
56
Daan Schalck
Casque de protection obligatoire pour les conducteurs et les passagers de tous les cyclomoteurs. Verplichte valhelm voor bestuurders en passagiers van alle bromfietsen.
2039
1
2003200400295 19-11-2003
59
Geert Bourgeois
Contrats de gestion conclus entre l’E´tat et la SNCB. Beheerscontracten tussen de Staat en de NMBS.
2040
8
2003200400333 24-11-2003
60
Mw. Inge Vervotte
* Navigation aérienne. — Octroi de licences. Luchtvaart. — Toekenning van licenties.
1959
8
2003200410336 24-11-2003
61
Jan Mortelmans
* SNCB. — Franchissement d’un feu rouge. — Nouveau système de sécurité. NMBS. — Rijden door een rood sein. — Nieuw veiligheidssysteem.
1960
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
0000200370430
9-10-2003
17
Jean-Jacques Viseur
Délégation de signature de l’administrateur délégué du Selor en cas d’absence de ce dernier. Delegatie van handtekening van de gedelegeerd bestuurder van Selor bij diens afwezigheid.
2042
1
2003200400250 13-11-2003
26
Servais Verherstraeten
Statut des présidents d’un service public fédéral (SPF). Statuut van de voorzitters van een federale overheidsdienst (FOD).
2043
1
2003200410383
30
André Frédéric
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations. Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « Sekten ». — Aanbevelingen.
2044
3-12-2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
259
QRVA 51 014 05 - 01 - 2004
2062
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
1
2003200400207 10-11-2003
19
Guy D’haeseleer
Département. — Emploi de handicapés. Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
2045
1
2003200410383
21
André Frédéric
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations. Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « Sekten ». — Aanbevelingen.
2047
3-12-2003
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1
2003200400207 10-11-2003
7
Guy D’haeseleer
Département. — Emploi de handicapés. Departement. — Tewerkstelling van gehandicapten.
2048
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1
2003200410382
2-12-2003
10
Mw. Greet van Gool
Cumul d’une pension d’indépendant et d’une allocation d’incapacité de travail néerlandaise. Cumulatie van een pensioen als zelfstandige met een Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2049
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 8
2003200400306 20-11-2003
6
Mw. Trees Pieters
* Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
1960
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1
0000200360170
3- 9-2003
2
Yves Leterme
Carte de parking pour handicapés. Parkeerkaart voor gehandicapten.
2051
1
2003200400316 21-11-2003
8
Mw. Greet van Gool
Octroi de cartes de stationnement pour les moyens de transport spéciaux des personnes handicapées. Toekenning van parkeerkaarten aan de bijzondere vervoermiddelen voor personen met een handicap.
2052
2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
S.A. IMPRIMERIE
2004
E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
2356