Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 071

QRVA 51 071

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

29 - 03 - 2005

1479 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2004

2005

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11702

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

CRIV :

2004

2005

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11703

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 11707 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 11717

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

11717 Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

11724 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

Vice-eerste minister 11735 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

11745 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

11749 Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

11754 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 11755 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

11760 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

—

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs 11766 Minister van Werk en Consumentenzaken Ministre de la Coopération au développement

—

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 11769 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité

11771 Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions 11772 Minister van Leefmilieu en Pensioenen ´ ´ Secrétaire d’Etat à l’Informatisation de l’Etat, Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, adjoint au ministre du Budget toegevoegd aan de minister van Begroting et des Entreprises publiques — en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances — toegevoegd aan de minister van Financie¨n ´ Secrétaire d’Etat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister ´ Secrétaire d’Etat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken ´ Secrétaire d’Etat au Développement durable Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling et à l’Ećonomie sociale, en Sociale Economie, toegevoegd aan adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques — de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique — en Volksgezondheid


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11705

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 11775

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

— Eerste minister 11775 Vice-eerste minister en minister van Justitie 11790 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister 11794 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven 11798 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 11800 Minister van Buitenlandse Zaken — Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 11815 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

11853 11878 11884 —

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 11896 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen — Minister van Mobiliteit — Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting 11908 en Overheidsbedrijven Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 11912 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

—

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2004

2005

Page/Blz. 11915


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11707

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004

22 25 66 203

9513510173-

3-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

206 229 233 260 272 283 289

915262691622-

6-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004

291 303 306 338 339 342 352 364

24- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 22-11-2004

369 378 383 398 400 416 419 435 441 444 447

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Stijn Bex Mw. Sabien LahayeBattheu Claude Marinower Bart Laeremans Alfons Borginon Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Dylan Casaer Stijn Bex Francis Van den Eynde Alfons Borginon Guido De Padt Mw. Greet Van Gool

232 233 1091 4254 4255 4878 4880 5457 5614 5969 6112 6114 6598 6599 7181 7182 7511 7685 7691 7879 8084 8085 8437 8439 8652 8654 8885 9279 9280 9281

Date Datum


23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 30-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 22-12-2004 22-10-2004 3- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005

448 450 451 452 453 455 456 457 459 460 461 462 473 477 479 480 482 484 486 488 489 490 492 496 497 498

17- 1-2005

499

1717181819191924242631-

501 503 504 505 506 507 508 512 513 514 516

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

Auteur Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Claude Marinower Guido De Padt Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Geert Lambert Mme Anne Barzin Hagen Goyvaerts Guido De Padt Gerolf Annemans Guido De Padt Dirk Van der Maelen Mw. Martine Taelman Guido De Padt Alfons Borginon Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Roel Deseyn Luk Van Biesen Mark Verhaegen Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Alexandra Colen

Page Blz. 9282 9283 9284 9284 9285 9286 9475 9476 9478 9478 9479 9480 9662 9664 9665 9666 9951 9952 9953 9955 9955 9956 10311 10549 10550 10550 10551 10552 10553 10553 10554 10555 10556 10556 10821 10822 10823 11082

* Liste cloˆturée le 25 mars 2005 * Lijst afgesloten op 25 maart 2005


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11708

Date Datum


3131137-

1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005

517 518 519 523 524

891115-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

526 528 529 531

151616212122232323-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

532 533 534 535 536 538 539 540 541

23- 2-2005

542

Auteur Mw. Maggie De Block Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Jo Vandeurzen Mme Corinne De Permentier Hagen Goyvaerts Staf Neel Luk Van Biesen Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen Claude Marinower David Geerts Filip De Man Alfons Borginon Alfons Borginon Koen T’Sijen Roel Deseyn Mme Corinne De Permentier Bart Tommelein

Page Blz.

Date Datum


11082 11083 11084 11387

22- 3-2004 22- 3-2004 20- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 16- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 30-11-2004

318 320 352 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 425 434 435 441 443 445 449 473 483 487 490 496 497 499 500 501 503 504 506 510 511 512 513 518 525 533 541 543 547

11387 11389 11390 11583 11584 11585 11717 11717 11718 11719 11720 11721 11722 11722 11723

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 8- 3-2004

45 54 66 81 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 305

Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters


689 947 1117 1694 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4281 2004

2005

Auteur Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Dylan Casaer Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet Ortwin Depoortere Alfons Borginon Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom

Page Blz. 4576 4577 5075 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6607 6753 6753 7187 7188 7188 7190 7692 7697 7879 8091 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8239 8445 8445 8446 8447 8656 8890 8896 9287 9287 9486


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 Date Datum


2-12-2004 6-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 8-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 28-12-2004 3- 1-2005 3- 1-2005 3- 1-2005 10- 1-2005 10- 1-2005 11- 1-2005 13- 1-2005 14- 1-2005 14- 1-2005 14- 1-2005 17- 1-2005

549 551 552 554 555 556 557 560 561 563 571 574 580 581 583 584 585 589 590 593 594 595 596

1717181921-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

597 598 603 607 611

25262727-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

616 622 624 625

31313111331114161617-

1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

629 631 632 633 635 636 638 641 643 644 645 646

11709

Auteur Melchior Wathelet Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Geert Lambert Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Guido De Padt Roel Deseyn Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Jan Peeters Guido De Padt Koen T’Sijen Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dirk Van der Maelen Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Roppe Gerolf Annemans Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Carl Devlies Carl Devlies Claude Marinower Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters


Page Blz. 9487 9490 9491 9492 9493 9668 9669 9670 9671 9957 10143 10147 10312 10313 10314 10440 10441 10441 10557 10559 10560 10561

Date Datum 17172122-


2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

647 648 650 653

23- 2-2005 23- 2-2005 23- 2-2005

654 655 656

23- 2-2005

657

23- 2-2005 23- 2-2005 23- 2-2005

658 659 660

Auteur David Geerts Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Ludo Van Campenhout Dirk Van der Maelen Carl Devlies Mw. Marleen Govaerts Ludo Van Campenhout Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen

Page Blz. 11727 11728 11728 11729 11730 11731 11731 11731 11733 11733 11734

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting

10562 10563 10564 10565 10567 10825 10826 10831 11086 11087 11087 11088 11089 11090 11091 11391 11391 11586 11587 11724 11725 11726 2004

17- 9-2004 15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 31- 1-2005 1- 2-2005 9- 2-2005

28 31 34 36 37 39 40 41 42 43 45 46 48

Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Staf Neel

7699 8450 8898 8898 9672 9673 9957 10832 10832 10833 11092 11093 11393

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

2415272711-

6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004

2005

231 244 247 263 269 271

Jan Mortelmans Filip De Man Roel Deseyn Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Francis Van den Eynde

6618 6624 6626 7199 7201 7202


1480

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11710

Date Datum


20- 8-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 25-11-2004 25-11-2004 1-12-2004 1-12-2004 6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 13-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 18- 1-2005

274 282 286 291 292 304 305 312 319 321 330 339 340 341 343 345 350 358 362 363 364 369 371 373 374 375 376 377 378 379 380 381 389 390 391 392 395 396 397 399 400 402 404 405 406 407

Auteur Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Olivier Chastel François Bellot Jef Van den Bergh François Bellot Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Inga Verhaert Carl Devlies Melchior Wathelet Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Guido De Padt Francis Van den Eynde Filip Anthuenis Bart Laeremans Bart Laeremans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Guido De Padt Bart Laeremans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde


Page Blz. 7203 7414 7702 7881 7881 8109 8110 8240 8451 8452 8661 8900 8901 8901 8903 8904 8908 9293 9296 9494 9495 9497 9497 9498 9499 9674 9675 9675 9677 9678 9958 9959 10150 10315 10442 10443 10568 10569 10569 10570 10570 10571 10572 10572 10573 10573 2004

Date Datum 19191920202425283131313131127778914-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

Question no Vraag nr. 408 409 410 411 412 414 416 417 418 419 420

1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

421 422 423 424 425 426 427 428 429 430

15- 2-2005 15- 2-2005 15- 2-2005

431 432 433

151616161717171717182222222222-

434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

Auteur Luk Van Biesen Jean-Marc Nollet Mme Colette Burgeon Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Willy Cortois Jean-Marc Nollet Jan Mortelmans Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Jan Mortelmans Bart Tommelein Koen T’Sijen Guido De Padt Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Staf Neel Ludo Van Campenhout Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Stijn Bex Guido De Padt Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Jan Mortelmans Jan Mortelmans Geert Versnick Mme Zoé Genot

Page Blz. 10573 10574 10575 10833 10833 10834 10835 11094 11095 11095 11096 11097 11097 11098 11098 11395 11395 11396 11396 11397 11588 11589 11590 11590 11591 11735 11736 11737 11737 11738 11739 11739 11740 11740 11741 11742 11743 11744 11745

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 12- 7-2004 2005

314

Willy Cortois

6760


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 Date Datum


27- 7-2004 11- 8-2004 12- 8-2004 12- 8-2004 18- 8-2004 20- 8-2004 25- 8-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 8-11-2004 9-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 25-11-2004 29-11-2004 1-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 20-12-2004 21-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 11- 1-2005 13- 1-2005 13- 1-2005

325 337 338 339 343 344 346 352 353 355 360 365 367 373 378 379 395 398 402 411 413 426 427 439 444 446 447 448 452 457 459 461 464 466 467 471 472 474 475 479 481

14181818-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

483 485 486 487

11711

Auteur Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Geert Lambert Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Stijn Bex Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Stijn Bex Guido De Padt Jan Mortelmans Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Filip De Man Melchior Wathelet Jean-Marc Nollet Guido De Padt Filip De Man Guido De Padt Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Willy Cortois Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Melchior Wathelet


Page Blz. 7207 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7520 7520 7522 7706 7709 7710 7884 8116 8117 8244 8247 8454 8459 8665 8912 8913 9298 9301 9501 9501 9502 9504 9679 9679 9680 9965 9966 9967 9967 10315 10444 10445 10576 10577 10578 10579 10580 10581 2004


Date Datum 192024242627113788888152121222323-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 2-2005 2-2005 2-2005

488 490 494 496 497 498 501 502 504 505 507 508 510 512 513 515 516 517 518 519 520

Auteur Guido Tastenhoye Mme Zoé Genot Bert Schoofs Guido De Padt Guido De Padt Koen Bultinck Mw. Greet Van Gool Koen T’Sijen Roel Deseyn Mw. Nancy Caslo Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Guido Tastenhoye Stijn Bex Stijn Bex Francis Van den Eynde Mme Corinne De Permentier

Page Blz. 10583 10836 10837 10839 10839 11099 11100 11100 11398 11399 11399 11400 11400 11401 11401 11591 11745 11746 11746 11747 11748

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004

51 59 61 70 71 102 104 109 115 118 119 121 123 127 128 130 131

16-11-2004

132

2005

Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Patrick Moriau Guy D’haeseleer Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Mohammed Boukourna

2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7713 7714 8248 8461 8917 8919 9115 9117 9119


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11712

Date Datum


7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 11- 1-2005 17- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005 1- 2-2005 18- 2-2005 18- 2-2005 18- 2-2005 21- 2-2005 22- 2-2005 22- 2-2005 23- 2-2005

138 139 140 141 142 143 144 145 154 160 165 166 167 170 172 174 181 182 183 185 186 188 189

Auteur Pieter De Crem Mme Zoé Genot Geert Lambert Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luc Goutry Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Koen T’Sijen Mme Colette Burgeon Hervé Hasquin Pieter De Crem Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Guido Tastenhoye Luk Van Biesen

Page Blz. 9508 9682 9683 9683 9684 9685 9969 9969 10449 10588 10840 10840 10841 11102 11103 11104 11749 11750 11751 11751 11752 11753 11754

Date Datum 31781618182222-

1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

Karel Pinxten Luc Sevenhans Eric Massin Jean-Marc Nollet Luc Sevenhans Staf Neel

24- 1-2005 24- 1-2005 8- 2-2005

29-12-2004 31- 1-2005 1- 2-2005 7- 2-2005 9- 2-2005 22- 2-2005

2091 2359 10590 10842 11754 11755

3-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 29-12-2004 1- 2-2005 9- 2-2005


Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens

10845 10847 11409

37 42 43 44 45 47

Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Dirk Van der Maelen Staf Neel Dirk Van der Maelen

10157 11108 11109 11409 11411 11760

31 32 33 41 49 51

Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Staf Neel

8926 8927 8928 10158 11111 11412

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken

Ećonomie — Economie

Roel Deseyn Gerolf Annemans

99 101 113


Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

167 197

11106 11403 11403 11755 11756 11757 11758 11759

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

3-11-2004 28-12-2004

Mw. Alexandra Colen Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Bert Schoofs Francis Van den Eynde Stijn Bex Willy Cortois Geert Versnick

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

Minister van Landsverdediging 36 45 168 170 182 183

217 224 225 231 232 234 237 238

Auteur

Page Blz.

Eńergie — Energie

Ministre de la Défense

28-11-2003 16-12-2003 17- 1-2005 20- 1-2005 16- 2-2005 16- 2-2005


8921 10155 2004

21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 2005

14 19 20 25 41

Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer

253 601 602 778 1523


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 Date Datum 33416-


3-2004 3-2004 3-2004 4-2004

83 84 87 100

24- 5-2004 11- 6-2004 15- 6-2004 3- 8-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 4-10-2004

109 122 123 141 148 151 153 159 162 167

6-10-2004

11713

170

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 3-11-2004 17-11-2004 23-11-2004 26-11-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004

173 174 175 177 178 182 193 199 201 204 206 208 210 212

9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 16-12-2004 17-12-2004 22-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 19- 1-2005 20- 1-2005 21- 1-2005 24- 1-2005

213 214 221 223 224 225 226 233 237 238 244 246 247 248

Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Hendrik Daems Hans Bonte David Geerts Benoıˆt Drèze Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Geert Lambert Jo Vandeurzen Luc Goutry Carl Devlies Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Mw. Maggie De Block Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Gerolf Annemans Guido De Padt Gerolf Annemans


Page Blz. 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 7236 7526 7529 7718 7721 7723 8135 8137 8252 8253 8253 8467 8467 8469 8931 9124 9315 9517 9519 9521 9522 9695 9696 9697 9700 9701 9702 9972 9973 9977 10160 10161 10600 10850 10850 10851 2004

Date Datum


24- 1-2005 24- 1-2005

249 250

2717716-

251 253 254 255 257

1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

Auteur Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Koen T’Sijen Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn

Page Blz. 10851 10852 11112 11113 11413 11414 11760

Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 26- 5-2004 9- 6-2004

11 12 14 44 66 141 158 179 196 223

11- 6-2004 24- 6-2004

224 234

9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 4- 8-2004 13- 8-2004 2- 9-2004 6- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004

243 246 247 260 265 269 270 277 278 279 287 295 297 298 299

20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004

310 312 314 316

26-10-2004

318

2005

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annemie Roppe

254 255 256 1123 2099 4438 5078 5626 5987 6153 6328 6652 6772 7239 7240 7249 7251 7429 7430 7435 7529 7531 7727 8140 8142 8143 8143 8478 8677 8679 8680 8681


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11714

Date Datum


27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 29-11-2004 30-11-2004 1-12-2004

321 324 326 336 338 345 348 349

7-12-2004 10-12-2004

355 361

15-12-2004

362

17-12-2004 10- 1-2005 11- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 31- 1-2005 1- 2-2005 1- 2-2005 2- 2-2005 7- 2-2005 8- 2-2005 8- 2-2005 9- 2-2005 15- 2-2005

364 372 374 376 377 381 382 385 391 392 393 394 396 397 399 400 401

15161721232323-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

402 403 405 406 407 408 409

Auteur Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Luc Goutry Koen Bultinck Mw. Marleen Govaerts Mw. Annelies Storms Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Hagen Goyvaerts Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Alfons Borginon Mw. Hilde Dierickx Luk Van Biesen Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Staf Neel Mw. Frieda Van Themsche Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Luk Van Biesen Luk Van Biesen Roel Deseyn

Page Blz. 8684 8934 8936 9316 9317 9524 9526

9704 9705 9978 10451 10453 10600 10601 10853 10853 10855 11115 11116 11116 11117 11417 11418 11420 11420 11596 11596 11761 11762 11763 11764 11764 11765


90 109 127 138 142 161

25-10-2004 30-11-2004

163 167 190

9-12-2004 15-12-2004

197 199

21-12-2004

205

131824252727281223-

215 223 228 230 231 232 233 235 237 238 239

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

8- 2-2005 15- 2-2005

242 244

22- 2-2005 23- 2-2005

245 246

Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block André Frédéric Luk Van Biesen Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annelies Storms Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer

5976 6776 7730 8149 8153 8480 8481 8687 9538 9707 9708 9984 10602 10604 10858 10859 11118 11119 11120 11121 11123 11123 11421 11423 11597 11766 11767

Protection des consommateurs — Consumentenzaken

21- 2-2005 22- 2-2005

99 100

Guido De Padt Roel Deseyn

11767 11768

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

5975

13-12-2004 17-12-2004 19- 1-2005

2004

2005

Emploi — Werk

Mw. Greet Van Gool

24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 20-10-2004

Auteur

Page Blz.

Ministre de la Coopération au développement

Minister van Werk en Consumentenzaken

89


20-10-2004 9527 9531

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs

24- 5-2004

Date Datum

47 49 57

Gerolf Annemans Gerolf Annemans Guido Tastenhoye

9712 9987 10607


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 Date Datum


1- 2-2005

62

11715

Auteur Koen T’Sijen

Page Blz.

Date Datum


11126

8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004

21 22 24

17- 9-2004 1-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 13- 1-2005 18- 1-2005 31- 1-2005 9- 2-2005

25 37 38 39 44 45 49 51

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004 23- 6-2004 3-11-2004 9-12-2004 17- 1-2005 20- 1-2005 1- 2-2005 3- 2-2005 22- 2-2005 23- 2-2005

7 37 54 69 77 85 87 95 96 98 100

Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Guy D’haeseleer Geert Lambert Patrick De Groote Mme Zoé Genot Koen T’Sijen Jean-Marc Nollet Koen T’Sijen David Geerts

621 4736 6456 8944 9716 10607 10861 11129 11426 11769 11770

3-11-2004 9-12-2004

23 27

Guy D’haeseleer Geert Lambert

2- 9-2004

143

5-11-2004 5-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 23-11-2004

168 169 172 176 178

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778

24-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 29-11-2004 13-12-2004 17-12-2004 17-12-2004 23-12-2004 23-12-2004 24-12-2004 24-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 29-12-2004

180 181 182 183 187 190 191 192 193 196 197 198 200 201 202

2004

2005

Gelijke Kansen — E´galité des chances

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20

Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde


6778 6779 7257 7736 9546 9720 9721 10608 10609 11130 11426

Minister van Mobiliteit

144 146 151 154 162 164

8947 9718

Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Mme Zoé Genot Geert Lambert Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Maggie De Block Staf Neel

Ministre de la Mobilité

10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 12-10-2004 22-10-2004 25-10-2004

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

Auteur

Page Blz.

Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Staf Neel Mw. Frieda Van Themsche Mme Zoé Genot Guido De Padt Jan Mortelmans Jean-Marc Nollet Ludo Van Campenhout Bart Tommelein Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Greet Van Gool Walter Muls Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans

7436 7534 7737 8155 8265 8690 8692 8950 8950 8952 8954 9323 9325 9547 9548 9548 9724 9990 9990 10163 10163 10164 10165 10165 10166 10166 10167


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11716

Date Datum


11- 1-2005 11- 1-2005

203 204

13131414202024252526-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 1-2005

205 206 207 208 209 210 211 212 214 215

28283111233789151621-

1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

216 217 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230

Auteur Melchior Wathelet Mme Pierrette CahayAndré Guido De Padt Roel Deseyn Jef Van den Bergh Luk Van Biesen Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Mme Jacqueline Galant Ludo Van Campenhout Guido De Padt Pieter De Crem Mw. Maggie De Block Geert Versnick Koen T’Sijen Mw. Greet Van Gool Miguel Chevalier Mw. Nathalie Muylle Staf Neel Hagen Goyvaerts Staf Neel Bert Schoofs Bert Schoofs Koen T’Sijen

Page Blz.

Date Datum


10458

21- 9-2004 26-11-2004 9-12-2004 17-12-2004 3- 1-2005 31- 1-2005 2- 2-2005 11- 2-2005 17- 2-2005 22- 2-2005

45 63 65 69 71 77 79 81 83 84

10458 10609 10610 10611 10612 10862 10862 10862 10863 10864 10865 11132 11132 11134 11135 11136 11137 11428 11428 11429 11430 11430 11599 11771 11771

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu

21- 9-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 18- 2-2005

33 39 41 42 55

Bart Laeremans Mme Zoé Genot Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens

32 36

7741 9550 9729 9992 10319 11140 11141 11600 11772 11773

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

22- 3-2004 7- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 9-12-2004 25- 1-2005 1- 2-2005

13 15 20 21 23 24 25 27 32 33

Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters Koen T’Sijen

4595 7437 8267 8493 8494 8496 8695 9732 10869 11142

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Mw. Nahima Lanjri 6126 Francis Van den Eynde 6667


Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Staf Neel David Geerts Daniel Bacquelaine

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

7740 9726 9728 9991 11772

Pensions — Pensioenen

10- 5-2004 5- 7-2004

Auteur

Page Blz.

2004

17-12-2004 2005

23

Gerolf Annemans

9992


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11717

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2004200503377

DO 2004200503377

Question no 533 de M. Claude Marinower du 16 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 533 van de heer Claude Marinower van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Amendes pour appel principal téméraire.

Geldboetes bij roekeloos hoofdberoep.

En son article 1072bis, le Code judiciaire prévoit la possibilité d’infliger une amende à la partie appelante pour appel principal téméraire ou vexatoire. Le recouvrement de l’amende est poursuivi par toutes voies de droit à la diligence de l’administration de l’Enregistrement et des Domaines.

Artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt de mogelijkheid om aan een partij die een tergend of roekeloos hoofdberoep instelt een geldboete op te leggen. Deze geldboete wordt geı¨nd door de administratie der Registratie en Domeinen.

Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 :

Kan u in uw antwoord de cijfers geven voor de periode 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?

1. Quel est, pour chaque cour d’appel, le nombre d’affaires dans lesquelles une amende pour appel principal téméraire ou vexatoire a été infligée ?

1. Wat is het aantal zaken per hof van beroep waarin dergelijke geldboetes werden opgelegd ?

2. Quel est, pour chaque cour d’appel, le montant de ces amendes ?

2. Hoeveel bedroegen deze geldboetes per hof van beroep ?

3. Combien d’amendes ont jusqu’à présent pu être perçues ?

3. Hoeveel van deze uitgesproken geldboetes konden er tot op heden worden geı¨nd ?

DO 2004200503378

DO 2004200503378

Question no 534 de M. David Geerts du 16 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 534 van de heer David Geerts van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Commission des jeux de hasard. — Fonctionnement.

Kansspelcommissie. — Werking.

Ma question concerne la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs.

Mijn vraag betreft de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.


2004

2005


1481

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11718

Les principes de fonctionnement des établissements de jeux de hasard de classe III (débits de boissons) sont définis aux articles 39, 40, 41, 42 et 43 de cette loi, tout comme les modalités d’obtention de la licence de classe C pour les propriétaires de tels établissements (tenancier). La durée de vie moyenne d’un café sous le même propriétaire est de 18 mois. Certains débits de boissons changent même deux à trois fois par an d’exploitant. La licence de classe C n’est pas transmissible et, par conséquent, une nouvelle demande doit être introduite auprès de la Commission des jeux de hasard. En cas de changement de propriétaire d’un établissement, le nouvel exploitant ne peut donc pas exploiter de jeux de hasard sans être en possession de cette licence. Le traitement de la demande par la Commission des jeux de hasard prend plusieurs mois. La perception et le remboursement de la caution de 500 euros à verser par le tenancier pose aussi un important problème (des délais de remboursement de 12 mois ne sont pas exceptionnels). Les dossiers ne sont traités que deux semaines après le versement de la caution. Or, les formulaires destinés au paiement de la caution ne sont envoyés que plusieurs semaines après la réception de la demande. La perception et le remboursement de cette caution engendrent de nombreuses formalités administratives, tant pour la Caisse des dépoˆts et consignations que pour la Commission des jeux de hasard. 1. La licence de classe C ne pourrait-elle pas être supprimée étant donné que le propriétaire et donc le placeur des appareils dans l’établissement dispose d’une licence (classe E) ? 2. Dans la négative, ne pourrait-on pas simplifier la délivrance de la licence par le biais de mesures telles que : a) l’envoi des demandes par courrier électronique plutoˆt que par lettres recommandées; b) la délivrance d’une licence provisoire pour 3 ou 6 mois (jusqu’à l’approbation du dossier si la demande a été introduite dans les règles); c) la suppression de la caution pour l’exploitant du débit de boissons ?

In de artikelen 39, 40, 41, 42 en 43 van deze wet worden de werkingsprincipes bepaald van kansspelinrichtingen klasse III (drankgelegenheden), evenals de vergunning klasse C voor de eigenaars van een dergelijk etablissement (caféhouder). De gemiddelde levensduur van een café met eenzelfde eigenaar bedraagt 18 maanden. Sommige drankgelegenheden wisselen jaarlijks soms wel twee tot drie keer van uitbater. De vergunning C is niet overdraagbaar en derhalve moet een nieuwe vergunningsaanvraag ingediend te worden bij de Kansspelcommissie. Bij verandering van eigenaar van een etablissement mag de nieuwe uitbater dus geen kansspelen uitbaten zonder in het bezit zijn van deze vergunning. Het behandelen door de Kansspelcommissie van deze aanvraag neemt meerdere maanden in beslag. Het ontvangen en het terugbetalen van de waarborgsom van 500 euro door de caféhouder is een al even grote ramp (termijnen voor terugbetaling van 12 maanden zijn geen uitzondering). Het dossier wordt slechts twee weken na de ontvangst van de waarborg behandeld. Maar de formulieren tot uitnodiging van betaling van deze waarborg worden pas weken na het ontvangen van de aanvraag verstuurd. Het ontvangen en het terugstorten van deze waarborg, zowel voor de Deposito- en Consignatiekas als voor de Kansspelcommissie, brengt een enorme administratieve rompslomp teweeg. 1. Kan u meedelen of de vergunning C niet afgeschaft kan worden, daar de eigenaar en dus de plaatser van de apparaten in het etablissement, zelf over een vergunning beschikt (klasse E) ? 2. Indien de afschaffing niet mogelijk zou blijken, kan het afleveren van de vergunning niet vereenvoudigd worden door bijvoorbeeld : a) aanvraag per mail in plaats van hopen aangetekende zendingen; b) voorlopige vergunning voor 3 of 6 maanden (tot goedkeuring dossier, indien de aanvraag volledig is gebeurd); c) afschaffing van waarborg café-uitbater ?

DO 2004200503411

DO 2004200503411

Question no 535 de M. Filip De Man du 21 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Ventes de drogues saisies. De temps à autre, des drogues saisies sont proposées à la vente.

Vraag nr. 535 van de heer Filip De Man van 21 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Verkoop van inbeslaggenomen drugs. Nu en dan worden inbeslaggenomen drugs te koop aangeboden.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11719

1. Quelles quantités d’heroı¨ne et de cocaı¨ne provenant du circuit criminel ont-elles été vendues au cours des cinq — et si possible, dix — dernières années. 2. Combien ces ventes ont-elles rapporté ?

1. Hoeveel heroı¨ne en cocaı¨ne van criminele oorsprong werd de jongste vijf jaar (indien mogelijk de jongste tien jaar) verkocht ? 2. Hoeveel bracht dit op ?

3. Pourriez-vous ventiler ces données par an et par parquet ?

3. Kunnen deze gegevens opgesplitst worden per jaar en per parket ?

4. a) Dépuis quand l’heroı¨ne/la cocaı¨ne provenant du circuit criminel est-elle vendue à l’industrie pharmaceutique à Anvers ?

4. a) Sedert wanneer wordt « criminele » heroı¨ne/ cocaı¨ne in Antwerpen verkocht aan de farmaceutische industrie ?

b) Combien de kilos ont-ils été vendus au total et combien cette vente a-t-elle raporté ?

b) Hoeveel kilo werd in totaal verkocht en hoeveel bracht dat op ?

5. Comment le prix est-il fixé ?

5. Hoe wordt de prijs bepaald ?

6. Par quelles entreprises ces drogues ont-elles été acquises au cours des cinq — et si possible, dix — dernières années et comment ces entreprises envisageaient-elles de « recycler » ces drogues ?

6. Aan welke bedrijven werd de jongste vijf jaar (indien mogelijk de jongste tien jaar) geleverd en welke « recyclage » hadden zij op het oog ?

7. a) Pourquoi ces drogues sont-elles vendues ?

7. a) Waarom worden deze drugs verkocht ?

b) Pourquoi ces ventes ont-elles lieu dans certains arrondissements et non dans d’autres ?

b) Waarom gebeurt dat alleen in bepaalde arrondissementen en niet in andere ?

8. a) Vend-on encore d’autres types de drogues saisies, comme l’XTC ou le cannabis ?

8. a) Worden ook nog andere inbeslaggenomen drugs verkocht zoals XTC, cannabis en andere ?

b) Dans l’affirmative, pourriez-vous également donner une réponse aux questions 1 à 7 en ce qui concerne ces drogues ?

b) Zo ja, graag eveneens een antwoord op de voornoemde vragen 1 tot 7 voor die drugs.

DO 2004200503412

DO 2004200503412

Question no 536 de M. Alfons Borginon du 21 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 536 van de heer Alfons Borginon van 21 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Dialogue. — Négociations avec des cultes non reconnus.

Dialoog. — Onderhandelingen met niet-erkende religies.

Le Bureau des institutions démocratiques et des droits de l’homme (BIDDH) de l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE) a organisé une conférence sur la mise en œuvre des engagements concernant la dimension humaine (« Human Dimension Implementation Meeting ») à Varsovie du 4 au 15 octobre 2004.

Het « Office for Democratic Institutions and Human Rights » van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) hield van 4 tot 15 oktober 2004 in Warschau de conferentie « Human Dimension Implementation Meeting » over mensenrechten.

Le thème de la scientologie a notamment été abordé lors de cette conférence. Or j’apprends, dans le cadre d’un droit de réponse de la délégation belge en réplique aux observations formulées par un représentant de l’E´glise de Scientologie et de l’organisation « Droits de l’Homme sans


2004

Scientology was één van de agendapunten. In het recht van antwoord van de Belgische delegatie op de observaties geformuleerd door een vertegenwoordiger van de Scientology Kerk en « Mensenrechten zonder Grenzen », las ik dat Belgie¨ in 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11720

Frontières », que la Belgique négocie en ce moment, dans un esprit de dialogue, avec des cultes non reconnus dans le but de trouver une solution ad hoc pour leurs missionnaires. 1. De quels cultes non reconnus s’agit-il en l’occurrence ?

het kader van dialoog bezig is om te onderhandelen met niet erkende religies om op die manier een ad hocoplossing te zoeken voor hun missionarissen. 1. Over welke niet erkende religies gaat het hier ?

2. a) Ce dialogue progresse-t-il ?

2. a) Vordert deze dialoog ?

` quoi pense-t-on concrètement ? b) A

b) Waaraan wordt hierbij gedacht ?

DO 2004200503424

DO 2004200503424

Question no 538 de M. Alfons Borginon du 22 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 538 van de heer Alfons Borginon van 22 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Juridictions et parquets. — Nominations. — Article 216bis du Code judiciaire.

Rechtscolleges en parketten. — Benoemingen. — Artikel 216bis van het Gerechtelijk Wetboek.

L’article 216bis du Code judiciaire a été inséré par la loi du 3 mai 2003 afin d’instaurer un minimum de stabilité dans les juridictions et les parquets. Un embargo temporel uniforme de trois ans a été introduit pour mettre fin à une pratique consistant à poser sa candidature à n’importe quel poste au sein de la magistrature, même à ceux qui n’intéressent pas le postulant, afin de pouvoir, après cette nomination, être nommé le plus rapidement possible au poste brigué en réalité. Une exception a été prévue à juste titre pour les magistrats suppléants.

Artikel 216bis van het Gerechtelijk Wetboek werd door de wet van 3 mei 2003 ingevoerd om de rechtscolleges en de parketten een minimum aan stabiliteit te bieden. Een uniform tijdsembargo van drie jaar werd ingevoerd om een halt te roepen aan de trend die bestond dat personen zich kandidaat stelden voor om het even welke plaats binnen de magistratuur, ook deze waarin zij eigenlijk niet geı¨nteresseerd zijn, om na deze benoeming zo snel mogelijk benoemd te geraken op de plaats die eigenlijk hun interesse en voorkeur wegdraagt. Terecht werd een uitzondering gemaakt voor de plaatsvervangende magistraten.

Si l’article 216bis est lu littéralement, cette disposition, qui réfère expressément à toutes les fonctions visées à l’article 58bis, 1o, du Code judiciaire, soumettrait également les nominations au sein de la même juridiction ou du même parquet à l’application de cette règle, ce qui ne peut nullement avoir été l’intention du législateur du 3 mai 2003.

Indien men artikel 216bis letterlijk zou lezen, zou deze bepaling, door de uitdrukkelijke verwijzing naar alle ambten bedoeld in artikel 58bis, 1o van het Gerechtelijk Wetboek, benoemingen binnen hetzelfde rechtscollege of parket eveneens onder het toepassingsgebied van deze regeling doen ressorteren, wat geenszins de bedoeling van de wetgever van 3 mei 2003 kon zijn.

La stabilité recherchée doit en effet être appliquée par juridiction ou par parquet, indépendamment des éventuelles nominations au sein du corps. L’objectif était en effet de n’autoriser une nomination dans une autre juridiction ou dans un autre parquet qu’après trois années d’ancienneté au sein d’un même corps, quelle que soit la fonction exercée au sein de cette juridiction ou de ce parquet.

De beoogde stabiliteit moet immers gelden per rechtscollege of parket, ongeacht mogelijke benoemingen binnen het korps. De bedoeling was immers een benoeming in een ander rechtscollege of parket pas mogelijk te maken na drie jaar ancie¨nniteit binnen eenzelfde korps, welk ambt binnen dit rechtscollege of parket ook bekleed wordt.

L’interprétation littérale susmentionnée de l’article 216bis empêcherait les nominations au sein d’un même corps avant une période de trois ans.

Voormelde letterlijke interpretatie van artikel 216bis zou verhinderen dat benoemingen binnen eenzelfde korps reeds vroeger dan drie jaar mogelijk zouden zijn.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11721

1. a) L’article 216bis du Code judiciaire doit-il être interprété littéralement et textuellement ou cette disposition doit-elle être lue d’un point de vue téléologique permettant ainsi de faire une exception pour la nomination au sein d’une même juridiction ou d’un même parquet, comme pour les magistrats suppléants ?

1. a) Dient artikel 216bis van het Gerechtelijk Wetboek letterlijk en tekstueel geı¨nterpreteerd te worden of kan de bepaling ook teleologisch gelezen worden in de betekenis dat, zoals voor de plaatsvervangende magistraten, een uitzondering gemaakt wordt voor benoemingen binnen hetzelfde rechtscollege of parket ?

b) Le cas échéant, votre position est-elle également celle de la Commission de nomination et de désignation du Conseil supérieur de la Justice lors de l’évaluation des conditions de nomination des postulants ?

b) Wordt uw visie desgevallend ook toegepast door de Benoemings- en Aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie bij de beoordeling van de benoemingsvoorwaarden van postulanten ?

2. a) Si une lecture littérale s’impose, n’estimez-vous pas qu’il serait souhaitable d’adapter d’urgence l’article 216bis du Code judiciaire ?

2. a) Indien een letterlijke lezing noodzakelijk blijkt, acht u het in dat geval niet wenselijk artikel 216bis van het Gerechtelijk Wetboek bij hoogdringendheid aan te passen ?

b) Eˆtes-vous disposé à inscrire une telle modification de la loi dans une prochaine loi-programme ?

b) Bent u bereid dergelijke wetswijziging in een volgende programmawet op te nemen ?

DO 2004200503449

DO 2004200503449

Question no 539 de M. Koen T’Sijen du 23 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 539 van de heer Koen T’Sijen van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Informations obtenues sous la torture.

« Intelligence » verkregen door foltering.

Il y a quelque temps, l’ambassadeur britannique en Ouzbékistan a révélé que les services de renseignements américains et britanniques utilisent des informations que les autorités ouzbèkes ont obtenues sous la torture. Depuis, l’ambassadeur a été mis en disponibilité, avec maintien de son traitement.

Enige tijd geleden maakte de Britse ambassadeur in Oezbekistan bekend dat de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten gebruik maken van informatie die de Oezbeekse autoriteiten verkregen door foltering. De ambassadeur is inmiddels op non-actief gezet, met behoud van salaris.

1. Quelle attitude convient-il, selon vous, d’adopter vis-à-vis de ces informations obtenues sous la torture ?

1. Hoe moet er volgens u omgegaan worden met « Intelligence » verkregen door foltering ?

2. a) Comment nos autorités vérifient-elles si les informations dont disposent des services de renseignements étrangers ont été obtenues ou non sous la torture ?

2. a) Op welke manier wordt door onze autoriteiten geverifieerd of de informatie van buitenlandse inlichtingendiensten al dan niet verkregen werd door foltering ?

b) Certains protocoles ou procédures sont-ils prévus à cette fin ?

b) Bestaan hier protocollen of procedures voor ?

3. Nos autorités mettent-elles fin de facto à leur collaboration avec des services de renseignements étrangers ou la réduisent-elles considérablement s’il s’avère qu’ils ont obtenu certaines informations sous la torture ?

3. Wordt de samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten de facto beeïndigd of sterk afgebouwd indien blijkt dat informatie verkregen werd door foltering ?

4. Les procédures à suivre quand il s’agit de nouer et d’entretenir des liens avec des services de renseigne-

4. Zijn de procedures voor het aangaan en onderhouden van relaties met buitenlandse inlichtingen- en


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11722

ments et de sécurité étrangers sont-elles précises et entourées de garanties suffisantes, surtout en ce qui concerne le respect des droits de l’homme ?

veiligheidsdiensten zorgvuldig en met voldoende waarborgen omkleed, zeker wat de mensenrechten betreft ?

DO 2004200503354

DO 2004200503354

Question no 540 de M. Roel Deseyn du 23 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Racisme sur internet. Selon une information du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, le racisme progresse sur internet. Quantité de petits mouvements trouveraient sur la Toile un lieu de diffusion pour leurs idées extrémistes. Le Centre préconise une prise de conscience à propos du racisme sur internet. 1. a) Combien de délits relatifs à des sites web racistes ont-ils été signalés au cours des trois dernières années (chiffres ventilés par année) ? b) Convient-il d’opérer à cet égard une distinction entre certaines catégories ? 2. a) Quelles actions ont-elles été entreprises dans le passé ? b) Avec quel résultat ? 3. a) Quelles actions envisage-t-on de mener ? b) Selon quel calendrier ? 4. Quels budgets ont-ils été fixés à cet effet ? 5. a) Quelles peines sont-elles prévues pour ces pratiques ? b) Des jugements ont-ils été prononcés en Belgique au cours de l’année écoulée ? c) Dans l’affirmative, lesquels (éventuellement regroupés par catégorie) ? 6. Quel type de collaboration européenne existe-t-il en la matière ?

Vraag nr. 540 van de heer Roel Deseyn van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Internetracisme. Volgens een bericht van het Centrum voor de gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding rukt het racisme op op het internet. Heel wat kleinere bewegingen zouden op het net een plek vinden om extremistische ideee¨n te verspreiden. Het Centrum pleit voor een bewustwording rond racisme op het net. 1. a) Hoeveel inbreuken aangaande racistische websites werden voor de jongste drie jaar gemeld (opgesplitst per jaar) ? b) Moet er daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen bepaalde categoriee¨n ? 2. a) Welke acties zijn in het verleden ondernomen ?

DO 2004200503452

DO 2004200503452

Question no 541 de Mme Corinne De Permentier du 23 février 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Code de la nationalité. — Discrimination au détriment d’étrangers nés en Belgique d’auteurs belges.

Vraag nr. 541 van mevrouw Corinne De Permentier van 23 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Wetboek van de nationaliteit. — Discriminatie ten nadele van in Belgie¨ geboren vreemdelingen met Belgische ouders. Artikel 12bis, § 1, van het Wetboek van de nationaliteit bepaalt : « Kunnen de Belgische nationaliteit ver-

L’article 12bis, § 1er, du Code de la nationalité dispose que « peuvent acquérir la nationalité belge en


2004

b) Met welk effect ? 3. a) Welke acties staan op stapel ? b) Met welke timing ? 4. Welke budgetten werden hiervoor bepaald ? 5. a) Welke straffen zijn verbonden aan deze praktijken ? b) Zijn er in het afgelopen jaar gerechtelijke uitspraken in Belgie¨ geweest ? c) Zo ja, welke (eventueel gebundeld per categorie) ? 6. Welke Europese samenwerking bestaat er in deze ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11723

faisant une déclaration conformément au § 2 du présent article, s’ils ont atteint l’aˆge de 18 ans :

krijgen door een verklaring af te leggen overeenkomstig van § 2 van dit artikel, indien zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt :

1o l’étranger né en Belgique et y ayant sa résidence principale depuis sa naissance;

1o de in Belgie¨ geboren vreemdeling, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft;

2o l’étranger né à l’étranger dont l’un des auteurs possède la nationalité belge au moment de la déclaration;

2o de in het buitenland geboren vreemdeling van wie een ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit;

3o (...) ».

3o (...) ».

Cet article opère une discrimination entre étrangers issus d’un auteur belge selon que la personne concernée est née à l’étranger ou en Belgique. En effet l’étranger issu d’un auteur belge et né en Belgique ne pourra pas acquérir par déclaration la nationalité belge sur pied du 2o de l’article 12bis, § 1er, du Code de la nationalité alors que ce droit bénéficiera à celui qui est né à l’étranger !

Dat artikel houdt een discriminatie in tussen vreemdelingen met een Belgische ouder naargelang de betrokkene in het buitenland dan wel in Belgie¨ is geboren. Artikel 12bis, 2o, § 1, van het Wetboek van de nationaliteit bepaalt immers dat de in Belgie¨ geboren vreemdeling met een Belgische ouder de Belgische nationaliteit niet bij verklaring kan verkrijgen, terwijl de in het buitenland geboren vreemdeling daar wel aanspraak kan op maken !

Sans doute l’étranger né en Belgique pourra-t-il se prévaloir du 1o du § 1er de l’article 12bis mais il devra alors établir qu’il a eu en Belgique sa résidence principale depuis sa naissance.

De in Belgie¨ geboren vreemdeling zal zich wellicht op artikel 12bis, § 1, 1o kunnen beroepen, maar hij zal dan moeten bewijzen dat hij er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft gehad.

1. Quelle est la « ratio legis » de cette discrimination au détriment d’étrangers nés en Belgique d’auteurs belges ?

1. Wat is de « ratio legis » van die discriminatie ten nadele van in het buitenland geboren vreemdelingen met Belgische ouders ?

2. Avez-vous connaissance de décisions rendues par nos cours et tribunaux ou par la Cour d’arbitrage appelés à se prononcer sur la légalité de cette discrimination ?

2. Heeft u kennis van uitspraken van Belgische hoven en rechtbanken of van het Arbitragehof in verband met de wettigheid van die discriminatie ?

DO 2004200503453

DO 2004200503453

Question no 542 de M. Bart Tommelein du 23 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 542 van de heer Bart Tommelein van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Saisie en matière de contrefaçon.

Beslag inzake namaak.

Il me revient qu’en cas de litiges entre des fabricants de logiciels et des utilisateurs ou revendeurs des transactions sont fréquemment conclues. Il s’agirait à chaque fois de transactions particulièrement favorables aux fabricants de logiciels.

Verschillende mensen melden mij dat er zeer regelmatig dadingen worden gesloten bij geschillen tussen softwarebedrijven en gebruikers of verkopers. Het gaat daarbij telkemale om dadingen waarvan beweerd wordt dat ze bijzonder gunstig zijn voor de softwarebedrijven.

La menace de l’application de la procédure visée aux articles 1481-1488 du Code judiciaire (« Saisie en matière de contrefaçon ») serait un facteur déterminant au moment d’accepter ces transactions. Les couˆts de cette procédure sont en effet très élevés. Si l’on constate ne fuˆt-ce qu’une infraction aux droits de propriété intellectuelle, les frais sont intégralement à charge du saisi, même si ceux-ci sont disproportionnés.

De dreiging om de procedure van de artikelen 14811488 van het Gerechtelijk Wetboek (« Beslag inzake namaak ») in te zetten zou een doorslaggevende factor zijn bij het aanvaarden van die dadingen. De kosten van deze procedure zijn immers bijzonder hoog. Indien ook maar één inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten wordt vastgesteld, vallen de kosten volledig ten laste van de beslagene, ook al zijn deze buitenproportioneel.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11724

S’il est exact que d’aucuns se servent systématiquement de la menace d’une saisie en matière de contrefaçon pour obtenir la signature de transactions qui leur sont favorables, les droits de la défense me paraissent dans ce cas menacés.

Indien het inderdaad zo is dat sommigen de dreiging van het beslag inzake namaak systematisch aanwenden om mensen een ongunstige dading te doen tekenen, meen ik dat de rechten van verdediging hier in het gedrang komen.

1. a) Combien de procédures de saisie en matière de contrefaçon ont-elles été initiées au cours des dernières années ?

1. a) Hoeveel procedures tot beslag inzake namaak werden er de afgelopen jaren ingeleid ?

b) Combien d’entre-elles ont-elles été conclues en faveur du titulaire du droit de propriété intellectuelle ?

b) Hoeveel daarvan werden afgesloten in het voordeel van de houder van het intellectueel eigendomsrecht ?

2. Estimez-vous que les droits de la défense sont suffisamment garantis dans le cadre de cette procédure ?

2. Acht u de rechten van verdediging in deze procedure voldoende gewaarborgd ?


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 2004200503377

DO 2004200503377

Question no 644 de M. Claude Marinower du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 644 van de heer Claude Marinower van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Amendes pour appel principal téméraire.

Geldboetes bij roekeloos hoofdberoep.

En son article 1072bis, le Code judiciaire prévoit la possibilité d’infliger une amende à la partie appelante pour appel principal téméraire ou vexatoire. Le recouvrement de l’amende est poursuivi par toutes voies de droit à la diligence de l’administration de l’Enregistrement et des Domaines.

Artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt de mogelijkheid om aan een partij die een tergend of roekeloos hoofdberoep instelt een geldboete op te leggen. Deze geldboete wordt geı¨nd door de administratie der Registratie en Domeinen.

Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 :

Kan u in uw antwoord de cijfers geven voor de periode 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?

1. Quel est, pour chaque cour d’appel, le nombre d’affaires dans lesquelles une amende pour appel principal téméraire ou vexatoire a été infligée ?

1. Wat is het aantal zaken per hof van beroep waarin dergelijke geldboetes werden opgelegd ?

2. Quel est, pour chaque cour d’appel, le montant de ces amendes ?

2. Hoeveel bedroegen deze geldboetes per hof van beroep ?

3. Combien d’amendes ont jusqu’à présent pu être perçues ?

3. Hoeveel van deze uitgesproken geldboetes konden er tot op heden worden geı¨nd ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11725

DO 2004200503385

DO 2004200503385

Question no 645 de Mme Trees Pieters du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 645 van mevrouw Trees Pieters van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Requalification d’intérêts en dividendes. — Comptes courants. — Prêts d’argent. — Interprétation. — Règlement des réclamations bloquées. — Actes d’investigation des fonctionnaires du contentieux. — Charge de la preuve.

Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie van interesten tot dividenden. — Rekeningen courant. — Geldleningen. — Interpretatie. — Oplossing van geblokkeerde bezwaarschriften. — Onderzoeksdaden van de geschillenambtenaren. — Bewijslast.

Par la circulaire no Ci.RH.231/543.949 (AFER 2/ 2005) du 11 janvier 2005, l’administration fiscale confirme enfin les précisions déjà annoncées depuis 1998 par votre prédécesseur par rapport à l’interprétation et l’application des dispositions de l’article 18, CIR 1992 (cf. Questions et Réponses, Sénat, 1998-1999, no 1-91, p. 4818).

Met de circulaire nr. Ci.RH.231/543.949 (AOIF 2/ 2005) van 11 januari 2005 werden door de belastingadministratie uiteindelijk de reeds sinds 1998 door uw voorganger aangekondigde toelichtingen verstrekt met betrekking tot de interpretatie en de toepassing van de bepalingen van artikel 18, WIB 1992 (cf. Vragen en Antwoorden, Senaat, 1998-1999, nr. 1-91, blz. 4818).

Mais par cette circulaire de synthèse, l’administration ne démontre pas de façon lumineuse, ni pour les contribuables, ni pour les fonctionnaires taxateurs et du contentieux, que les taxations opérées antérieurement étaient et demeurent en substance juridiquement fondées. Elle n’arrête pas non plus de lignes directrices uniformes et linéaires pour résorber rapidement l’arriéré de réclamations « bloquées ».

Die opsommende circulaire bevat noch voor de belastingplichtigen, noch voor de taxatie- en geschillenambtenaren evenwel de glasheldere conclusie of de eerder doorgevoerde taxaties in rechte in wezen verdedigbaar zijn en blijven. Evenmin werden daarin eenvormige en rechtlijnige richtsnoeren uitgevaardigd in welke zin de vele « geblokkeerde » bezwaarschriften dringend dienen te worden afgehandeld.

1. Dans quel sens les réclamations bloquées serontelles tranchées ou resteront-elles toutes purement et simplement bloquées ?

1. In welke zin moet over de geblokkeerde bezwaarschriften worden beslist of blijven alle bezwaarschriften terzake zonder meer nog steeds geblokkeerd ?

2. Durant la phase de réclamation, des fonctionnaires du contentieux peuvent-ils accomplir des premiers « devoirs d’investigation » et/ou réaliser des devoirs supplémentaires ?

2. Mogen er in fase van bezwaar door de geschillenambtenaren voor het eerst en/of nog aanvullende « onderzoeksdaden » worden ingesteld ?

3. Est-il encore possible, tant durant la phase de réclamation que durant la phase de taxation, d’examiner le compte courant en détail et poste par poste, en dehors des délais d’investigation visés à l’article 333, premier et deuxième alinéas, CIR 1992 ?

3. Mag zowel in fase van bezwaar als in fase van taxatie de oorsprong van de lopende rekening sinds haar ontstaan nog post per post volledig worden onderzocht buiten de onderzoekstermijnen waarvan sprake in artikel 333, eerste en tweede lid, WIB 1992 ?

4. Dans quels cas de telles impositions peuvent-elles faire l’objet d’une annulation éventuelle et peut-on, par la suite, appliquer par exemple les dispositions de l’article 355, CIR 1992, à défaut de motivation antérieure ?

4. In welke gevallen kunnen dergelijke aanslagen eventueel worden vernietigd en kan er naderhand bij gebrek aan een eerdere motivering bijvoorbeeld toepassing worden gemaakt van de beschikkingen van artikel 355, WIB 1992 ?

5. a) Dans l’intervalle, l’administration a-t-elle interjeté appel des deux jugements prononcés en sa défaveur par le tribunal de première instance d’Anvers le 5 avril 2004 et le 19 mai 2004 ?

5. a) Werd tegen de voor de administratie twee ongunstige vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 5 april 2004 en 19 mei 2004 inmiddels een hoger beroep ingesteld ?

b) Dans la négative, pourquoi ne pas avoir introduit de recours dans les deux cas ?

b) Zo neen, waarom telkens niet ?

6. Sur la base de quelles dispositions légales et réglementaires concrètes et/ou sources de droit formelles peut-on affirmer, avec un fondement juridique

6. Op grond van welke concrete wettelijke en reglementaire bepalingen en/of duidelijke rechtsbronnen mag er juridisch onbetwistbaar worden gesteld dat er


2004

2005


1482

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11726

incontestable, que le prix de vente est « censé » payé et qu’il y a eu « prêt d’argent tacite » (cf. no 14, deuxième alinéa de la circulaire précitée) ?

« geacht » wordt dat de verkoopprijs werd betaald en dat er sprake is van een « stilzwijgende geldlening » (cf. nr. 14, tweede lid van genoemde circulaire) ?

7. Comment conciliez-vous la notion d’« intérêts » avec la mise à disposition « gratuite » de fonds (cf. no 13 de la même circulaire) ?

7. Hoe rijmt u het begrip « interesten » met het aspect « gratis » ter beschikking stellen van gelden (cf. nr. 13 van diezelfde circulaire) ?

` la lumière de la simplification administrative 8. A voulue par le gouvernement et dans le cadre d’une administration fiscale correcte et performante, pourriez-vous me communiquer, point par point, les instructions générales, conviviales et complémentaires, que vous avez édictées en vue de cloˆturer rapidement toutes les réclamations qui sont jusqu’à présent demeurées bloquées ?

8. Kan u in het licht van de door de regering gepropageerde administratieve vereenvoudiging en in het kader van een behoorlijk en performant fiscaal bestuur punt per punt uw aanvullende gebruiksvriendelijke algemene onderrichtingen met het oog op een snelle afhandeling van alle tot dusver geblokkeerde bezwaarschriften meedelen ?

DO 2004200503388

DO 2004200503388



ASBL. — Controˆles des services des contributions directes et de la TVA.

VZW’s. — Controles vanuit de directe belastingen en BTW.

Je constate que l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus est très active en matière de controˆles des ASBL. J’ai le sentiment que les controˆles actuels ne sont plus réalisés sur une base objective. Deux cas me sont ainsi revenus récemment d’ASBL pour lesquelles l’administration a considéré que les frais de représentation ne peuvent figurer dans la comptabilité que s’il s’agit de repas avec un sponsor. Dans le cas d’un repas réunissant principalement des administrateurs de l’ASBL, les services de controˆle ont considéré qu’il s’agissait d’un « avantage pour les administrateurs individuels » et que cet « avantage » devait être imposé dans le cadre de l’impoˆt des personnes physiques.

Ik stel vast dat de administratie van de Ondernemings- en Inkomstenfiscaliteit zeer actief is wat controles betreft op de VZW’s. Ik heb de indruk dat de huidige controles zich niet meer beperken tot het objectief voeren van controles. Zo zijn mij recent twee gevallen bekend van VZW’s waarin de administratie ervan uitging dat representatiekosten die door de VZW’s worden gemaakt enkel in de boekhouding kunnen worden opgenomen indien het een etentje betreft met een sponsor. Wanneer het een etentje betreft waarin de meerderheid der deelnemers bestond uit bestuursleden dan gingen de controlediensten ervan uit dat dit een « voordeel was in hoofde van de individuele bestuurders » en dat dit « voordeel » in de personenbelasting van de bestuurder diende belast te worden.

En réalité, dans la plupart des ASBL, les membres du conseil d’administration s’investissent à longueur d’année de manière totalement bénévole pour les membres du club qui y exercent leur hobby. Par respect et pour remercier de leur dévouement les membres du conseil d’administration, un petit repas est organisé par le club; l’administration considère à présent qu’il s’agit d’un avantage personnel.

De werkelijkheid is dat in de meeste VZW’s de leden van de raad van bestuur zich een gans jaar vrijwillig en vrijblijvend inzetten ten voordele van de leden van de club die er hun hobby komen beoefenen. Uit respect en dank voor de inzet van de leden van de raad van bestuur wordt een etentje georganiseerd door de club, wat door de administratie nu beschouwd wordt als een persoonlijk voordeel.

J’estime qu’il revient à l’administration de détecter les abus et de contribuer à écarter du secteur nonmarchand les fausses ASBL. Dans le même esprit, les nombreuses personnes qui se rendent bénévolement utiles à la buvette de l’équipe de football et qui reçoi-

Ik meen dat het aan de administratie toekomt om « excessen op te sporen » en de non-profit sector te helpen zuiveren van « schijn VZW’s ». In dezelfde geest kunnen straks ook de vele onbezoldigde en vrijwillige helpers in de kantine van de voetbalploeg die per uur


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11727

vent une boisson gratuite par heure de présence pourraient dès lors également être imposées pour cette boisson gratuite à titre d’avantage en nature. 1. Quelle est votre position à cet égard ?

een gratis consumptie krijgen ook op dit gratis-drankje belast worden als een voordeel in natura. 1. Wat is uw standpunt hieromtrent ?

2. Cette manière de procéder de l’administration fiscale est-elle excessive ou justifiée à vos yeux ?

2. In welke mate vindt u dit een overdreven of een correct optreden van de fiscale administratie ?

DO 2004200503397

DO 2004200503397

Question no 647 de M. David Geerts du 17 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 647 van de heer David Geerts van 17 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Cotisation spéciale de sécurité sociale. — Discrimination par rapport à la forme de cohabitation.

Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. — Discriminatie samenlevingsvorm.

La neutralité du régime fiscal à l’égard du type de cohabitation constitue l’une des lignes de forces de la réforme fiscale en matière d’impoˆt des personnes physiques.

Eén van de krachtlijnen van de belastinghervorming in de personenbelasting betreft een belastingsysteem dat neutraal is ten aanzien van de samenlevingsvorm.

Le gouvernement a déjà pris certaines mesures dans cette optique (même montant de base de la quotité exemptée d’impoˆts pour les personnes mariées, les cohabitants et les personnes isolées; décumul de tous les revenus; extension du quotient conjugal aux cohabitants légaux).

In dit kader heeft de regering reeds een aantal maatregelen genomen (gelijk basisbedrag van de belastingvrije som voor gehuwden — samenwonenden — alleenstaanden; decumul van alle inkomsten; uitbreiding huwelijksquotie¨nt naar wettelijk samenwonenden).

Une discrimination subsiste toutefois dans le calcul de l’impoˆt (exercice d’imposition 2005 — revenus de 2004), à savoir la cotisation spéciale de sécurité sociale.

Er blijft in de belastingberekening (aanslagjaar 2005 — inkomsten 2004) nog één discriminatie over : de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid.

Les articles 106 à 112 de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales ont instauré au 1er avril 1994 une cotisation spéciale de sécurité sociale (CSSS) calculée sur la base du revenu total net imposable du ménage.

De artikelen 106 tot 112 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen voeren met ingang van 1 april 1994 een bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (BBSZ) in. Deze BBSZ wordt berekend op basis van het totale belastbare netto gezinsinkomen.

La précision selon laquelle il s’agit d’un « revenu du ménage » va à l’encontre du principe de neutralité de l’imposition par rapport à la forme de cohabitation. Une discrimination subsiste entre les époux/ cohabitants légaux et les personnes isolées, ce qui ne concorde pas avec le principe de neutralité de l’imposition poursuivi par le gouvernement.

Juist deze bepaling dat het gaat om een « gezinsinkomen » maakt dat de neutraliteit ten aanzien van de samenlevingsvorm niet gehaald wordt. Er blijft een discriminatie bestaan tussen de gehuwden/ wettelijk samenwonenden en de alleenstaanden. Dit stemt niet overeen met het neutraliteitsprincipe dat de regering nastreeft.

1. Eˆtes-vous conscient de cette injustice ?

1. Bent u zich bewust van deze ongelijkheid ?

2. Envisagez-vous une modification du mode de calcul de la CSSS ?


2004

2. Overweegt u om de berekeningswijze van de BBSZ aan te passen ? 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11728

DO 2004200503394

DO 2004200503394



Contentieux administratif.

Administratieve geschillen.

Vous avez déclaré en 2003 que l’administration veillerait à ce que les fonctionnaires de la section « Contentieux » d’un centre de controˆle qui rendent, à leurs collègues de la taxation, des avis sur la légalité d’une imposition envisagée, ne seraient pas chargés de la réclamation qui pourrait éventuellement être introduite contre cette imposition. L’examen de la réclamation serait ainsi confié à des fonctionnaires qui n’auraient pas encore pris position dans le dossier. Cette mission devait être clairement définie. Malgré cette promesse ferme, force est de constater que c’est toujours le même fonctionnaire, inspecteur principal, qui rend les avis et qui traite par la suite la réclamation et cela pour des raisons purement organisationnelles (il y a trop peu d’inspecteurs.) Dans les plus petits centres de controˆle (ils sont nombreux) sans directeur régional, un seul inspecteur « Contentieux » est compétent pour rendre des avis aux fonctionnaires de la taxation et examiner la réclamation introduite contre la taxation. Même si les fonctionnaires voulaient appliquer vos directives, ils ne le pourraient pas étant donné que dans les petits centres de controˆle, un seul inspecteur principal est chargé des réclamations.

In 2003 heeft u gezegd dat de administratie er zorg zou voor dragen dat de ambtenaren van de afdeling « geschillen » van een controlecentrum die aan hun taxatiecollega’s advies verstrekken omtrent de wettelijkheid van een voorgenomen taxatie niet zouden worden belast met het onderzoek van het bezwaarschrift dat eventueel tegen een aanslag wordt ingediend. Op die manier zou het onderzoek van een bezwaarschrift worden toevertrouwd aan ambtenaren die nog geen stelling hebben ingenomen in het dossier. Deze opdracht zou duidelijk worden omschreven. Niettegenstaande deze stellige belofte stel ik vast dat louter om organisatorische redenen (te weinig inspecteurs) het toch nog steeds dezelfde ambtenaar hoofdinspecteur is die advies verleent en die nadien het bezwaarschrift behandelt. In de kleinere controlecentra zonder gewestelijk directeur (en zo zijn er nogal wat) is er gewoonweg slechts één inspecteur « Geschillen » die bevoegd is voor het verlenen van advies aan de taxatieambtenaren en voor het onderzoek van het bezwaarschrift tegen de aanslag. Ook al wensen de ambtenaren uw richtlijnen op te volgen, toch kunnen zij dit niet gezien er zich op deze kleinere centra slechts één hoofdinspecteur voor de behandeling van de bezwaarschriften bevindt.

1. Comment garantissez-vous l’impartialité du traitement des contentieux ? En effet le fonctionnaire en question a déjà pris position par rapport à la contestation.

1. Hoe wordt er hier enige administratieve onpartijdigheid in de behandeling van een geschil gewaarborgd ? De ambtenaar in kwestie heeft immers al een standpunt ingenomen ten aanzien van de betwisting.

2. Pourquoi cette situation n’est-elle pas réglée une fois pour toutes au niveau de l’organisation, comme vous l’avez promis ?

2. Waarom wordt deze situatie niet degelijk organisatorisch geregeld, zoals u beloofd heeft ?

DO 2004200502860

DO 2004200502860

Question no 650 de M. Jo Vandeurzen du 21 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 650 van de heer Jo Vandeurzen van 21 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Secteur horeca. — Prestations « supplémentaires ». — Cotisations de sécurité sociale.

Horecasector. — « Extra » prestaties. — Sociale zekerheidsbijdragen.

Dans le secteur horeca, il existe un système suivant lequel, pour les prestations « supplémentaires » effectuées par des travailleurs employés les jours d’activité très intense, les cotisations de sécurité sociale ne sont calculées que forfaitairement.

In de horecasector is er een systeem waarbij voor zogenaamde « extra » prestaties van werknemers die ingezet worden op « piekdagen », de sociale zekerheidsbijdrage enkel op forfaitaire wijze wordt berekend.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11729

1. Ne pourrait-on envisager de faire en sorte que le paiement des impoˆts sur ces prestations s’effectue lui aussi, exclusivement, par le biais du précompte professionnel versé par l’employeur ?

1. Kan niet worden overwogen om ook de betaling van de belastingen op deze prestaties uitsluitend te laten gebeuren via de bedrijfsvoorheffing die gestort wordt door de werkgever ?

2. Un tel traitement fiscal du revenu n’existe-t-il pas déjà pour le travail saisonnier dans l’horticulture et dans le secteur du jardin ?

2. Bestaat een dergelijke fiscale behandeling van het inkomen reeds niet voor de seizoenarbeid in de tuinbouw en tuinsector ?

DO 2004200503431

DO 2004200503431

Question no 653 de M. Ludo Van Campenhout du 22 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 653 van de heer Ludo Van Campenhout van 22 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Revenu cadastral. — Montants perçus.

Kadastraal inkomen. — Geı¨nde bedragen.

Le revenu cadastral (RC) sert de base à la perception du précompte immobilier et au calcul des revenus issus de biens immobiliers. Il représente en d’autres termes le revenu net moyen normal qu’un propriétaire retire annuellement de son bien immobilier. L’administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines (ACED) détermine le revenu cadastral dans le cas des biens immobiliers.

Het kadastraal inkomen (KI) vormt de basis voor de inning van de onroerende voorheffing en het bepalen van de inkomsten uit onroerende goederen. Het KI vertegenwoordigt met andere woorden het gemiddeld normaal netto-inkomen dat het onroerend goed tijdens een jaar aan zijn eigenaar opbrengt. Voor een onroerend goed wordt het KI vastgesteld door de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen (AKRED).

Le confort du baˆtiment et sa superficie sont des facteurs qui entrent en ligne de compte pour le calcul du revenu cadastral. En effet, le propriétaire d’une habitation ou d’un baˆtiment d’entreprise confortable et spacieux sera en mesure de vendre ou de louer son bien à un prix plus élevé que celui d’un bien doté d’un simple équipement de base. Il n’est pas rare qu’un baˆtiment d’entreprise ou une habitation fassent l’objet de travaux, nécessitant ou non un permis, qui en augmentent la valeur locative. Ces travaux d’amélioration permettent de retirer des revenus plus élevés de la propriété. Logiquement, le revenu cadastral devrait lui aussi augmenter dans ce cas. Des controˆles devraient donc être menés dans ce cadre.

Het comfort dat het gebouw biedt en de oppervlakte dat het beslaat, vormen een factor in het bepalen van het KI. Immers, een comfortabele en ruime woning of bedrijfsgebouw zal men aan hogere prijzen kunnen verkopen of verhuren dan een gebouw dat louter werd voorzien van een basisuitrusting. Regelmatig worden aan een bedrijfsgebouw of een woning werken uitgevoerd, waarvoor al dan niet vergunningen dienen aangevraagd te worden, waardoor de verhuurwaarde stijgt. Deze verbetering aan het gebouw laat toe hogere inkomsten uit de eigendom te verwerven. Logischerwijs moet ook het kadastraal inkomen dan toenemen. Dit kan enkel op basis van controle.

1. Les montants perçus sur la base du revenu cadastral sont-ils disponibles par secteur (habitations privées, location d’habitations, baˆtiments utilisés à des fins professionnelles, c’est-à-dire des entreprises) ?

1. Zijn de bedragen geı¨nd op basis van het KI beschikbaar per sector (private woningen, verhuur van woningen, gebouwen voor professionele doeleinden, i.e. bedrijven) ?

2. Les montants perçus sont-ils disponibles par région (Bruxelles, Flandre, Wallonie) ?

2. Zijn de geı¨nde bedragen bekend per regio (Brussel, Vlaanderen, Wallonie¨) ?

3. Quelle est l’évolution du revenu cadastral des habitations, ventilée par région, au cours des cinq dernières années ?

3. Wat is de evolutie van het KI uit woningen per regio in de afgelopen vijf jaar ?

4. Quelle est l’évolution du revenu cadastral des locations professionnelles, ventilée par région, au cours des cinq dernières années ?

4. Wat is de evolutie van het KI uit de professionele verhuur per regio in de afgelopen vijf jaar ?

5. Quelle est l’évolution du nombre de réévaluations au cours des cinq dernières années ?

5. Wat is de evolutie in het aantal herschattingen over de jongste vijf jaar ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11730

DO 2004200503435

DO 2004200503435

Question no 654 de M. Dirk Van der Maelen du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 654 van de heer Dirk Van der Maelen van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Constructions fiscales mettant un usufruit à profit.

Fiscale vruchtgebruikconstructies.

Ces dernières années, de nombreux contribuables ont recouru à des constructions fiscales mettant à profit un usufruit. Il ressort néanmoins que ces constructions sont de plus en plus souvent sujettes à de vives critiques. Récemment, le tribunal de première instance de Bruges a encore admis que l’administration pouvait détricoter un montage fiscal mettant un usufruit à profit en invoquant la disposition anti-abus de l’article 344, CIR 1992.

De afgelopen jaren hebben heel wat belastingplichtigen hun toevlucht genomen tot fiscale vruchtgebruikconstructies. Deze constructies komen hoe langer hoe meer onder vuur te liggen. Recentelijk nog werd door de rechtbank van eerste aanleg van Brugge aanvaard dat de administratie een vruchtgebruikconstructie aan de hand van de anti-misbruikbepaling van artikel 344, WIB 1992 kon doorprikken.

Toutefois, le fisc admet, sous certaines conditions, que les contribuables puissent réaliser des optimisations fiscales en mettant un usufruit à profit. Dans la décision anticipée no 300.081 du 30 septembre 2003, l’administration a accepté une construction fiscale mettant un usufruit à profit dans laquelle le gérant d’une SPRL a acheté la nue-propriété d’un appartement et sa société l’usufruit pour une période de 15 ans.

Niettemin aanvaardt de fiscus onder bepaalde voorwaarden dat belastingplichtigen fiscaal kunnen optimaliseren door gebruik te maken van een vruchtgebruik. In de voorafgaande beslissing nr. 300.081 van 30 september 2003 aanvaardde de administratie een vruchtgebruikconstructie waarbij een zaakvoerder van een BVBA de naakte eigendom van een appartement kocht en zijn BVBA het vruchtgebruik kocht voor een periode van 15 jaar.

L’administration a par ailleurs ajouté l’observation suivante à la fin de cette décision anticipée : « L’attention est attirée sur le fait que la présente décision ne porte pas préjudice à l’imposition éventuelle, dans le chef de M. X, d’un avantage de toute nature visé à l’article 32, alinéa 2, 2o, CIR 1992, au moment ou` ce dernier acquerra, après 15 ans, 80 % de l’usufruit de l’appartement ».

In fine van deze voorafgaande beslissing stelde de administratie verder : « De aandacht wordt gevestigd op het feit dat deze beslissing geen afbreuk doet aan een eventuele belasting, in hoofde van de heer X, van een voordeel van alle aard bedoeld in artikel 32, tweede lid, 2o, WIB 1992, op het ogenblik wanneer deze laatste, na 15 jaar, 80 % van het vruchtgebruik van het appartement zal verwerven. ».

Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes à propos du dernier paragraphe de la décision anticipée 300.081 :

Kan u specifiek wat deze laatste paragraaf van de voorafgaande beslissing 300.081 betreft meedelen :

1. L’imposition, dans le chef du nu-propriétaire, d’un avantage de toute nature à la fin de l’usufruit estelle une mesure générale applicable à toute construction fiscale mettant un usufruit à profit ?

1. Of het belasten van een voordeel van alle aard bij het einde van het vruchtgebruik in hoofde van de naakte eigenaar een algemene maatregel is die steeds en bij elke vruchtgebruikconstructie zal worden toegepast ?

2. Dans l’affirmative, comment cet avantage de toute nature sera-t-il calculé ?

2. Indien het antwoord op deze vraag positief is, hoe zal dit voordeel van alle aard dan worden berekend ?

3. Dans la négative, pourquoi l’imposition d’un avantage de toute nature est-elle limitée à quelques cas et quels sont les critères prépondérants à cet égard ?

3. Indien het antwoord op deze vraag negatief is, waarom wordt het belasten van een voordeel van alle aard dan beperkt tot enkele gevallen en wat zijn hierbij de doorslaggevende criteria ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11731

DO 2004200503436

DO 2004200503436

Question no 655 de M. Carl Devlies du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 655 van de heer Carl Devlies van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Recettes provenant de la perception des amendes pénales en 2004.

Ontvangst van penale boeten voor 2004.

Quel est pour l’année 2004, par arrondissement judiciaire, le montant des recettes provenant des amendes pénales perçues par les bureaux de recettes domaniales et d’amendes pénales, pour l’ensemble des amendes infligées par le tribunal et des transactions proposées par le parquet ?

Kan uw administratie meedelen per gerechtelijk arrondissement, wat de ontvangsten zijn van de ontvangkantoren van de penale boeten voor het geheel van de door de rechtbank opgelegde geldboeten en de door het parket voorgestelde minnelijke schikkingen voor het jaar 2004 ?

DO 2004200503437

DO 2004200503437

Question no 656 de Mme Marleen Govaerts du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 656 van mevrouw Marleen Govaerts van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Déclaration libératoire unique. — Ancienne procédure de régularisation de revenus et de patrimoine non déclarés.

Eenmalige Bevrijdende Aangifte. — Vroegere regularisatieregeling voor ontdoken inkomsten en vermogen.

La déclaration libératoire unique (DLU) aura finalement rapporté plus que ce qui avait été inscrit au budget 2005, mais les recettes sont restées nettement en-deça de l’estimation initiale, au moment de l’entrée en vigueur de la loi.

De « Eenmalige Bevrijdende Aangifte » (EBA) heeft ten slotte toch meer opgebracht dan ingeschreven was in de begroting van 2005, maar heel wat minder dan oorspronkelijk verwacht bij het uitvaardigen van de wet.

Si la menace d’amendes de 100 % n’a pas laissé les contribuables indifférents, la procédure n’a pas pour autant eu les résultats escomptés.

Dreigen met boetes van 100 % heeft de belastingplichtigen wel bewogen, maar toch minder dan aanvankelijk geraamd.

1. La procédure de régularisation telle qu’elle existait auparavant ne pourrait-elle pas générer des recettes plus importantes ?

1. Kan de regularisatieprocedure zoals die vroeger bestond niet meer opbrengen ?

2. Combien l’affaire KB-Lux a-t-elle par exemple rapporté au Trésor ?

2. Hoeveel heeft de hele « KB Lux affaire » van 1999 bijvoorbeeld opgebracht aan de Schatkist ?

3. Disposez-vous de ces chiffres ?

3. Beschikt u over deze cijfers ?

DO 2004200503442

DO 2004200503442

Question no 657 de M. Ludo Van Campenhout du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 657 van de heer Ludo Van Campenhout van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Apport d’actions dans un holding propre. — Taxation des plus-values.

Inbreng van aandelen in een eigen holding. — Belasten van de meerwaarden.

En réponse à une question orale, vous estimez que « les considérations non fiscales ou les considérations d’ordre familial » ne sont, au moment de l’apport des

In antwoord op een mondelinge vraag stelt u dat « niet-fiscale overwegingen of overwegingen van familiale aard » bij de inbreng van aandelen in een eigen


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11732

actions dans un holding, pas conformes à la gestion normale d’un patrimoine privé et que, dès lors, la plusvalue éventuellement réalisée sur ces actions à la suite de cet apport (par la personne physique-contributeur) serait imposable conformément aux dispositions de l’article 90, alinéa 1er du CIR 1992 (question orale no 2424 de M. Pinxten, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances, 20 avril 2004, COM229, p. 28).

holding vreemd zijn aan het normale beheer van een privé-vermogen en dat bijgevolg de eventueel gerealiseerde meerwaarde ten gevolge van deze inbreng (in hoofde van de natuurlijke persoon-inbrenger) zou belastbaar zijn conform de bepalingen van artikel 90, 1o, WIB 1992 (mondelinge vraag nr. 2424 van de heer Pinxten, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Financie¨n, 20 april 2004, COM229, blz. 28).

Selon la réponse précitée, la présence ou l’absence de spéculation n’a aucune importance pour l’application de l’article 90, alinéa 1er du CIR 1992. Cette position me semble notamment en contradiction avec votre réponse à la question no632 du 9 mai 2000 posée par le sénateur M. Van Quickenborne indiquant qu’il est généralement admis que les plus-values réalisées en dehors de l’exercice d’une activité professionnelle par une personne physique dans le cadre de la vente de valeurs en portefeuille, résultent de la gestion normale d’un patrimoine privé, lorsque ces opérations sont réalisées sans but spéculatif et n’acquièrent pas par répétition la nature d’une activité lucrative (Questions et Réponses, Sénat, 1999-2000, no 2-20, p. 26). Il en résulte donc que le législateur n’a voulu taxer que les plus-values professionnelles ou spéculatives sur les biens immeubles et les valeurs en portefeuille.

De aan- of afwezigheid van speculatie is volgens het antwoord van geen belang voor de toepassing van artikel 90, 1o, WIB 1992. Deze stelling blijkt mijns inziens in strijd te zijn met onder meer uw antwoord op vraag nr. 632 van 9 mei 2000 van senator Van Quickenborne waarin wordt gesteld dat het in het algemeen mag worden aangenomen dat de meerwaarden die een natuurlijke persoon buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verwezenlijkt bij de verkoop van portefeuillewaarden, voortvloeien uit het normale beheer van privé-vermogen, wanneer die verrichtingen niet met speculatieve bedoeling geschieden en ze niet door herhaling de aard van een winstgevende bezigheid verkrijgen (Vragen en Antwoorden, Senaat, 19992000, nr. 2-20, blz. 26). Hieruit blijkt immers dat de wetgever enkel de beroepshalve of speculatieve meerwaarden op onroerende goederen en portefeuillewaarden wil belasten.

Votre position en ce qui concerne l’application de l’article 90, alinéa 1er, CIR 1992 aux les plus-values réalisées par l’apport d’actions dans un holding propre, et plus précisément le fait qu’il soit difficilement admissible à votre estime que « la constitution d’un holding propre soit une opération normale dans le cadre de la gestion d’un patrimoine privé », est génératrice d’insécurité juridique. En effet, des chefs d’entreprises familiales souhaitent, en vue de préparer la succession d’une telle entreprise (conformément à l’article 60bis du Code des droits de succession), apporter des actions en leur possession dans un holding propre existant ou à constituer. Ils seraient soumis à un impoˆt personnel de 33 % augmenté des additionnels communaux sur les plus-values réalisées à la suite de l’apport.

Door de stellingname wat betreft de toepassing van artikel 90, 1o, WIB 1992 ten aanzien van gerealiseerde meerwaarden bij inbreng van aandelen in een eigen holding en meer bepaald dat u stelt dat bezwaarlijk kan worden gesteld dat « de oprichting van een eigen holding een normale verrichting is in het kader van het beheer van een privé-vermogen » wordt een rechtsonzekerheid gecreeërd. Het gaat om die familiale bedrijfsleiders die met het oog op een voorbereiding van een vererving van een familiale onderneming (zoals geviseerd in artikel 60bis, Wetboek van successierechten) aandelen in hun bezit, wensen in te brengen in een bestaande of nog op te richten eigen holding. Zij zouden geconfronteerd worden met een personenbelasting van 33 % plus gemeentelijke opcentiemen op de gerealiseerde meerwaarden ten gevolge van de inbreng.

1. Pouvez-vous indiquer quel régime fiscal applicable dans la situation où le chef d’une entreprise « familiale » agissant en bon père de famille dans l’esprit d’une gestion normale de son patrimoine privé (sans intentions spéculatives), réalise, en vue de préparer la succession d’une entreprise familiale (conformément à l’article 60bis du Code des droits de succession), un apport d’actions dans son propre holding ?

1. Kan u duidelijkheid cree¨ren omtrent het belastingregime voor die situaties waarbij een « familiaal » bedrijfsleider handelend als goede huisvader in een geest van een normaal beheer van zijn privé-vermogen (zonder speculatieve bedoeling) in voorbereiding van een vererving van een familiale onderneming (artikel 60bis, Wetboek van successierechten) een inbreng van aandelen in zijn eigen holding doorvoert ?

2. Vous avez également précisé avoir demandé à l’administration d’examiner si la taxation des plusvalues lors de l’apport d’actions dans un holding propre est conforme à l’article 8.1 de la direc-

2. De minister deelde tevens mee dat hij de administratie opdracht had gegeven om te onderzoeken of het belasten van de meerwaarden bij de inbreng van aandelen in een eigen holding in overeenstemming is


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11733

tive européenne relative aux fusions. Le résultat de cet examen est-il déjà connu ?

met artikel 8.1 van de Europese Fusierichtlijn. Is het resultaat reeds bekend ?

DO 2004200503443

DO 2004200503443

Question no 658 de M. Luk Van Biesen du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 658 van de heer Luk Van Biesen van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Clubs sportifs. — Jeunes sportifs. — Boissons gratuites.

BTW. — Sportclubs. — Jeugdspelers. — Gratis drankjes.

De nombreux clubs sportifs (locaux) offrent une boisson à leurs jeunes membres à l’issue de chaque rencontre ou séance d’entraıˆnement. Dans leur déclaration à la TVA, les clubs tentent bien suˆr de récupérer la TVA payée à l’achat des boissons. Toutefois, ces boissons étant offertes à titre gratuit, ils estiment ne pas avoir à déclarer la TVA sous la rubrique de la TVA due.

Heel wat (lokale) sportclubs bieden na elke wedstrijd en/of training een gratis drankje aan hun jeugdspelers aan. Uiteraard trachten de sportclubs bij de aankoop van de dranken de BTW terug te vorderen in hun aangifte. Doch, zij beschouwen het gratis verstrekken van drankjes niet als een te betalen BTW in hun aangifte.

Un grand nombre de clubs sportifs font actuellement l’objet d’un controˆle de la TVA, et doivent de ce fait faire face à une rectification importante, justifiée par l’incrimination présumée de fraude à la TVA.

Vele sportclubs worden thans geconfronteerd met een BTW-controle en verkregen bijgevolg een zware correctie op grond van zogenaamd ontdoken BTW.

Ces clubs sportifs ont ainsi duˆ payer de lourdes amendes, alors qu’ils étaient de bonne foi, ignorant l’obligation de payer la TVA sur les boissons gratuites et simplement désireuses de récompenser des enfants après une bonne performance.

Zware boetes dienden betaald te worden door de sportclubs dit terwijl deze sportclubs niet ter kwader trouw waren, niet wisten dat BTW diende betaald te worden op gratis drankjes doch enkel kinderen wensten te belonen na een goede prestatie.

1. Quelles mesures pourrait-on envisager pour exonérer les clubs sportifs de la TVA sur les boissons qu’ils offrent gratuitement à leurs jeunes joueurs ?

1. Welke maatregelen kunnen genomen worden om sportclubs die een gratis drankje wensen aan te bieden aan hun spelertjes geen BTW te laten betalen voor deze gratis drankjes ?

2. Est-il envisageable que l’administration adresse un courrier détaillé aux clubs sportifs afin d’expliquer la procédure à suivre en matière de TVA ?

2. Is het mogelijk dat de administratie een omstandig schrijven uitzendt naar de sportclubs betreffende de te volgen procedure inzake BTW ?

3. Combien de clubs sportifs ont fait l’objet d’un controˆle de la TVA au cours des deux dernières années ?

3. Hoeveel sportclubs werden de voorbije twee jaar geconfronteerd met een BTW-controle ?

DO 2004200503444

DO 2004200503444

Question no 659 de M. Dirk Van der Maelen du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Ećhange d’informations entre la France et la Belgique. — Sociétés.


La convention tendant à éviter la double imposition entre la Belgique et la France, du 10 mars 1964, et le Règlement administratif du 10 juillet 2002 entre les

Het dubbelbelastingverdrag tussen Belgie¨ en Frankrijk van 10 maart 1964 en de « Regeling » tussen de bevoegde autoriteiten van Frankrijk en Belgie¨ inzake


2004

Informatie-uitwisseling tussen Frankrijk en Belgie¨. — Vennootschappen.

2005


1483

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11734

autorités compétentes françaises et belges en matière d’échange d’informations et de collaboration administrative dans le cadre de la lutte contre l’évasion et la fraude fiscales, permettent l’échange systématique d’informations. Le Règlement en question prévoit un échange systématique de renseignements relatifs à la constitution de sociétés ou à des augmentations de capital de sociétés d’un E´tat auxquelles participent des habitants de l’autre E´tat.

uitwisseling van inlichtingen en administratieve samenwerking ter bestrijding van het ontgaan en ontduiken van belasting van 10 juli 2002 laat een automatische uitwisseling van informatie toe. De Regeling voorziet in een automatische uitwisseling van informatie inzake inlichtingen met betrekking tot de oprichting van vennootschappen of de kapitaalsverhogingen van vennootschappen van een Staat waaraan inwoners van de andere Staat deelnemen.

1. L’administration fiscale dispose-t-elle d’informations émanant des autorités françaises concernant l’actionnariat d’habitants du Royaume dans des sociétés françaises, et en particulier dans des sociétés ayant la forme juridique d’une Société civile immobilière (SCI). Dans l’affirmative, qu’advient-il de ces informations et quels résultats sont-ils enregistrés en matière d’impoˆts à la suite de l’échange systématique d’informations avec la France ?

1. Heeft de fiscus informatie van de Franse overheid over het aandeelhouderschap van rijksinwoners in Franse vennootschappen en meer in het bijzonder in vennootschappen die de rechtsvorm hebben van een Société civile immobilière (SCI) en zo ja, wat gebeurt er met deze informatie en welke resultaten inzake belastingen zijn geboekt ten gevolge van de automatische uitwisseling met Frankrijk ?

2. Au cas ou` vous ne disposeriez pas de ces informations, envisageriez-vous de les demander ?

2. Zo u deze informatie niet bezit, overweegt u ze dan op te vragen ?

DO 2004200503445

DO 2004200503445

Question no 660 de M. Dirk Van der Maelen du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :


Obligation de déclaration de biens immobiliers à l’étranger.

Verplichte aangifte van het bezit van onroerende goederen in het buitenland.

La « Société civile immobilière » (SCI) est une forme sociétaire très répandue en France ayant pour objet l’acquisition et la détention de biens immobiliers. Cette forme de société française possède la personnalité juridique mais est considérée comme fiscalement transparente pour l’application de l’impoˆt français sur les revenus. Ceci signifie que les actionnaires sont les propriétaires directs des biens immobiliers de la SCI et que les revenus qu’ils en tirent ne peuvent être qualifiés de dividendes, mais bien de revenus immobiliers.

De « Société civile immobilière » (SCI) is een populaire vennootschapsvorm voor het verwerven en aanhouden van onroerend goed in Frankrijk. Deze Franse vennootschapsvorm heeft rechtspersoonlijkheid maar wordt voor de toepassing van de Franse inkomstenbelastingen als fiscaal transparant aangemerkt. Dit wil zeggen dat de aandeelhouders rechtstreeks eigenaar zijn van de onroerende goederen van de SCI en dat de inkomsten die zij verkrijgen uit de vennootschap niet te kwalificeren is als dividenden maar wel als onroerende inkomsten.

Par son arrêt du 2 décembre 2004, la Cour de cassation a récemment mis un terme à la jurisprudence Prince de Ligne, selon laquelle les revenus provenant d’une SCI devaient être qualifiés de dividendes pour l’application de la convention préventive de la double imposition conclue avec la France, la Belgique étant dès lors compétente pour lever l’impoˆt. La Cour de cassation suit donc la doctrine disposant que pour l’application de la convention préventive de la double imposition, le pays ou` le bien se situe est compétent pour lever l’impoˆt sur les revenus immobiliers et que la notion de « revenus immobiliers » doit être comprise en fonction de la législation de ce pays. La SCI est indubitablement une société française et ses revenus seront

Het Hof van Cassatie heeft met het arrest van 2 december 2004 onlangs een einde gemaakt aan de Prince de Ligne-rechtspraak die stelde dat inkomsten uit een SCI voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag met Frankrijk te kwalificeren zijn als dividenden, waardoor Belgie¨ bevoegd is om belastingen te heffen. Daarmee volgt het Hof van Cassatie de rechtsleer die bepaalt dat bij de toepassing van het dubbelbelastingverdrag het land van de ligging heffingsbevoegd is voor onroerende inkomsten en dat het begrip « onroerende inkomsten » moet worden uitgelegd volgens de interne wetgeving van het land van ligging. De SCI is zonder twijfel een Franse vennootschap en men zal de inkomsten kwalificeren in Frankrijk als


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11735

qualifiés en France de revenus immobiliers dans le chef des associés. La Belgique doit donc se garder de lever un impoˆt sur ces revenus, qui sont dès lors exonérés dans notre pays.

onroerende inkomsten in hoofde van de vennoten. Belgie¨ moet zich dus onthouden van belastingheffing en de inkomsten zijn in Belgie¨ vrij van belastingen.

L’arrêt mentionné ci-dessus pourrait avoir pour conséquence que des Belges placent des biens immobiliers sis en France dans une SCI, qui est considérée en France comme une entité transparente. Eˆtes-vous disposé à donner à l’administration des instructions adéquates pour que les revenus provenant de SCI soient obligatoirement mentionnés dans la déclaration fiscale (ou ses annexes) afin d’assurer l’application correcte de la convention préventive de la double imposition entre la Belgique et la France ?

Het gevolg van bovenstaand arrest zou kunnen zijn dat Belgen onroerende goederen in Frankrijk gaan onderbrengen in een SCI. Frankrijk behandelt de SCI als een transparante entiteit.


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

Bent u bereid om passende instructies te geven aan de administratie opdat in de belastingaangifte (of de bijlagen hieraan) de inkomsten uit SCI’s verplicht opgenomen zouden worden en dit om een correcte toepassing van het dubbelbelastingverdrag tussen Belgie¨ en Frankrijk te verzekeren ?

DO 2004200503379

DO 2004200503379

Question no 435 de M. Jan Mortelmans du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 435 van de heer Jan Mortelmans van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gare de Landegem. — Quais. — Avis du Comité consultatif des usagers.

NMBS. — Station van Landegem. — Perrons. — Advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

Dans son avis 05/03, le Comité consultatif des usagers de la SNCB poursuit son étude des différentes gares et des différents arrêts du réseau ferroviaire belge.

Met het advies 05/03 van het Raadgevend Comité van de gebruikers bij de NMBS zet het Comité zijn studie voort van de verschillende stations en stopplaatsen op het huidige spoorwegnet.

Aussi, le Comité fait-il quelques recommandations en ce qui concerne les quais de la gare de Landegem :

Met betrekking tot de perrons van het station van Landegem doet het Comité dan ook een aantal aanbevelingen :

1. il convient d’installer des bancs adaptés dans les abris;

1. de plaatsing van zitgelegenheid van een aangepast type in de schuilhuisjes;

2. il convient d’ajouter au moins deux panneaux avec le nom de la gare, en les disposant de manière croisée;

2. op de perrons dienen minstens twee naamborden bijgeplaatst te worden, en dit in een verschrankte opstelling;

3. il convient de compléter la signalétique, surtout pour indiquer l’arrêt de bus situé à proximité;

3. de vervollediging van de signaletica, vooral naar de bushalte in de omgeving;

4. il convient d’installer des panneaux d’information, comportant notamment :

4. informatiepanelen plaatsen met onder meer :


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11736

— un plan des environs de la gare ou de la commune;

— een plattegrond van de omgeving of van de gemeente;

— le numéro de téléphone du service de taxi le plus proche;

— het telefoonnummer van de dichtsbijzijnde taxidienst;

— des informations touristiques (par exemple, sur les itinéraires pédestres partant de la gare);

— toeristische informatie (bijvoorbeeld wandelwegen vanuit het station);

— des informations (horaires) sur les bus desservant la gare;

— informatie (dienstregelingen) over de bussen die het station bedienen;

— etc.

— enzovoort.

Quelle suite sera donnée à cet avis ?

Welk gevolg wordt aan dit advies gegeven ?

DO 2004200503380

DO 2004200503380

Question no 436 de Mme Annelies Storms du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 436 van mevrouw Annelies Storms van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gares. — Classement par points. — Gares de Gand.

NMBS. — Stations. — Puntenklassement. — Gentse stations.

Récemment ont été publiés les résultats d’une enquête menée par la SNCB dans ses propres gares. La gare de Gand-Saint-Pierre, la gare la plus importante après Bruxelles-Midi et Bruxelles-Central, n’a obtenu avec 5,9 points sur 10 qu’un résultat médiocre. Cette gare a même obtenu la cote la plus basse des dix plus grandes gares flamandes. Les autres gares de Gand reprises dans l’enquête n’ont pas davantage obtenu de bons résultats. La gare de Gand-Dampoort a obtenu 6,9 sur 10 et celle de Wondelgem, 4,8 à peine.

Onlangs verschenen de resultaten van een onderzoek dat de NMBS uitvoerde in haar eigen stations. Het station Gent-Sint-Pieters, na Brussel-Zuid en Brussel-Centraal het grootste station, scoorde met 5,9 op 10 erg zwak. Het Gentse station behaalde zelfs de laagste score van de 10 grootste Vlaamse stations. De andere Gentse stations die in het onderzoek opgenomen waren, behaalden evenmin sterke resultaten. GentDampoort scoorde 6,9 op 10 en Wondelgem amper 4,8.

1. Quels critères ont été pris en compte lors de l’enquête sur les gares ?

1. Welke criteria werden in aanmerking genomen bij het onderzoeken van de stations ?

2. L’enquête portait uniquement sur les gares et pas sur les points d’arrêt.

2. Het onderzoek betrof enkel de stations en niet de stopplaatsen.

a) Pourquoi ceux-ci n’ont ils pas été inclus dans l’enquête ?

a) Waarom werden deze ook niet aan een onderzoek onderworpen ?

b) Cela sera-t-il le cas à l’avenir ?

b) Zal dit in de toekomst wel gebeuren ?

c) Dans la négative, pour quelles raisons ?

c) Indien niet, waarom niet ?

3. a) Quels ont été les résultats des gares de Gand-SaintPierre, Gand-Dampoort et Wondelgem pour les différents critères de l’enquête ?

3. a) Welke scores kregen de stations Gent-Sint-Pieters, Gent-Dampoort en Wondelgem op alle afzonderlijke onderdelen van het onderzoek ?

b) Quels seront, à l’avenir, les principales priorités pour ces trois gares ?

b) Welke vormen de voornaamste aandachtspunten voor deze drie stations naar de toekomst toe ?

4. Cette année, la SNCB dégagera des moyens supplémentaires pour la rénovation des gares. Celles qui ont obtenu de mauvais résultats et qui accueillent de nombreux voyageurs bénéficieront d’un traitement prioritaire.

4. De NMBS zal dit jaar extra middelen uittrekken voor de renovatie van stations. De stations die slecht scoren en veel reizigers hebben, krijgen prioriteit.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11737

a) Comment ceci se traduira-t-il concrètement pour la gare de Gand-Saint-Pierre ? b) Quels moyens ont été dégagés cette année pour cette gare ? c) Quels moyens ont été dégagés pour les autres gares de Gand-Dampoort et Wondelgem ? 5. a) Une adaptation/amélioration est-elle également prévue pour le point d’arrêt de Gentbrugge ? ` combien s’élève le montant d’investissement ? b) A

a) Wat betekent dit concreet voor het station GentSint-Pieters ? b) Hoeveel middelen zijn er dit jaar uitgetrokken voor dit station ? c) Hoeveel middelen zijn er uitgetrokken voor de andere Gentse stations Dampoort en Wondelgem ? 5. a) Is er ook in een aanpassing/verbetering voorzien voor de stopplaats Gentbrugge ? b) Hoeveel bedraagt het investeringsbedrag ?

DO 2004200503386

DO 2004200503386

Question no 437 de M. Stijn Bex du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Controˆle des titres de transport. En vertu des « Conditions générales » de la SNCB, les voyageurs doivent disposer d’un titre de transport valable « avant l’embarquement ». La SNCB procède dès lors à des controˆles réguliers, parfois à l’entrée du quai ou dans les tunnels sous les voies. Ces controˆles auraient un but préventif. Pour les passagers qui complètent eux-mêmes leur titre de transport (par exemple Go Pass et Rail Pass), la définition « avant l’embarquement » n’est pas toujours claire. Qu’en estil par exemple de ceux qui vont chercher une personne sur le quai ? 1. Pouvez-vous préciser ce que la SNCB entend exactement par « avant l’embarquement » ? 2. L’entrée du quai ressortit-elle à cette définition ?

Vraag nr. 437 van de heer Stijn Bex van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Controle van vervoerbewijzen. In de « Algemene Voorwaarden » van de NMBS staat te lezen dat reizigers « voor het instappen » over een geldig vervoerbewijs moeten beschikken. De NMBS controleert dit dan ook regelmatig. Soms doet ze dit aan de ingang van een perron of in de tunnel onder de sporen. Dit zou preventief werken. Voor mensen die hun vervoerbewijs zelf invullen (bijvoorbeeld Go Pass en Rail Pass) is de definitie van « voor het instappen » niet steeds duidelijk. Zo bijvoorbeeld iemand ophalen op het perron.

3. Les tunnels sous les quais ressortissent-ils à cette définition ? 4. Pouvez-vous préciser combien de controˆles de titres de transport ont été effectués avant l’embarquement en 2002, 2003 et 2004 (en ventilant les chiffres par province) ? 5. Pouvez-vous indiquer combien d’infractions ont été constatées à cet égard (en ventilant les chiffres par province) ?

1. Kan u precies aangeven wat de NMBS bedoelt met « voor het instappen » ? 2. Valt de ingang van het perron onder deze definitie ? 3. Valt de tunnel onder een perron onder deze definitie ? 4. Kan u aangeven hoeveel controles op vervoerbewijzen voó´r het instappen er in 2002, 2003 en 2004 zijn geweest (opgesplitst per provincie) ? 5. Kan u aangeven hoeveel inbreuken hierbij zijn vastgesteld (opgesplitst naar provincie) ?

DO 2004200503389

DO 2004200503389

Question no 438 de M. Guido De Padt du 17 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 438 van de heer Guido De Padt van 17 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Onderbreking treinverkeer. — Vervangende bussen. Bij onderbreking van het treinverkeer worden treinen vervangen door bussen. De NMBS doet hiervoor een beroep op het openbaar vervoer.

SNCB. — Interruption du trafic ferroviaire. — Service de bus de remplacement. En cas d’interruption du trafic ferroviaire, il arrive qu’un service de bus de remplacement soit mis en ` cet effet, la SNCB fait appel aux transports en place. A commun.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11738

1. Quel était, en 2001, en 2002, en 2003 et en 2004, le montant de la facture que la SNCB a duˆ payer à De Lijn, aux TEC et à la MIVB/STIB pour le service de bus de remplacement ?

1. Wat heeft de NMBS in 2001, 2002, 2003 en 2004 respectievelijk aan De Lijn, TEC en MIVB/STIB moeten betalen voor de vervangende bussen ?

2. Combien de kilomètres les bus de remplacement ont-ils parcourus durant les années susmentionnées ?

2. Hoeveel kilometers legden de vervangende bussen af in de vermelde jaren ?

3. Quel est le prix au km pratiqué par les sociétés de transports en commun concernées ?

3. Hoeveel rekenen de vermelde openbare vervoersmaatschappijen per kilometer ?

4. a) La SNCB a-t-elle également recours, en cas d’urgence, à des entreprises privées de bus ?

4. a) Consulteert de NMBS in noodgevallen ook privébusbedrijven ?

b) La SNCB ne paie-t-elle pas ce service au prix fort en raison du monopole des sociétés de transports en commun ?

b) Betaalt de NMBS geen te hoge prijs door de monopoliepositie van de openbare vervoersmaatschappijen ?

c) Ce monopole n’est-il pas contraire à la législation européenne, et ne va-t-il pas en outre à l’encontre des intérêts du contribuable ?

c) Staat dit monopolie niet haaks op de Europese regelgeving en op de belangen van de belastingbetaler ?

DO 2004200503390

DO 2004200503390



SNCB. — Fermeture des guichets des gares. — Deuxième avis du Comité consultatif des usagers.

NMBS. — Sluiting van stationsloketten. — Tweede advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

Dans son deuxième avis relatif à la fermeture des guichets de gares, le Comité consultatif des usagers estime que la fermeture de guichets de gares pour des raisons comptables est un fait regrettable qui ne tient nullement compte de la spécificité de la gare, aussi bien en tant que point d’accueil pour la clientèle que sur le plan de l’image de la SNCB, et certainement pas du roˆle social que jouent les gares depuis plus d’un siècle.

Met zijn tweede advies inzake de sluiting van stationsloketten van het Raadgevend Comité van de gebruikers bij de NMBS vindt het Comité de mogelijke sluiting van stationsloketten om zuiver boekhoudkundige redenen een betreurenswaardige daad die geen rekening houdt met de specificiteit van het station, zowel als onthaalpunt van de clie¨nteel als op het vlak van het imago van de NMBS, en zeker niet met de rol van het station in de samenleving waarin het al meer dan een eeuw lang is ingepast.

1. La SNCB reste-t-elle sur ses positions en ce qui concerne la fermeture des guichets de gares ?

1. Blijft de NMBS bij haar voornemen inzake de sluiting van loketten ?

2. De quels guichets s’agit-il ?

2. Over welke loketten gaat het ?

3. En cas de fermeture des guichets, quel est l’avis de la SNCB en ce qui concerne les recommandations du Comité consultatif des usagers formulées dans son avis no 05/05 et relatives à l’amélioration de l’information, de la signalétique, de l’accès aux quais et des abris ?


2004

3. Wat is het standpunt van de NMBS inzake de aanbevelingen van het Raadgevend Comité van de gebruikers met betrekking tot de verbetering van de informatie, bewegwijzering, toegang tot de perrons, schuilhuisjes geformuleerd in haar advies nr. 05/05 wanneer effectief tot sluiting van loketten zou worden overgegaan ? 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11739

DO 2004200503391

DO 2004200503391



SNCB. — Gare de Termonde. — Brochure des horaires. — Avis du Comité consultatif des usagers.

NMBS. — Station van Dendermonde. — Brochure dienstregelingen. — Advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

Il ressort de l’avis 05/07 du Comité consultatif des usagers de la SNCB au sujet de la brochure des horaires avec départ à Termonde que les brochures comportant les heures de départ qui sont distribuées gratuitement aux guichets des gares ne fournissent pas du tout les mêmes informations que l’indicateur des chemins de fer. Ce qui, selon cet avis, fait surtout défaut, ce sont des informations sur les correspondances et les heures auxquelles il faut changer de train, et, de façon générale, des informations globales pour chaque ligne ou liaison considérée séparément. Il est par ailleurs fréquent que ne soient pas offertes aux lecteurs de ces brochures des informations sur une partie considérable de l’offre ni, a fortiori, sur une ligne ou une liaison complète. La brochure de Termonde fait exception à cette règle étant donné que, pour les quatre lignes qui partent de cette gare, l’horaire entier y est repris sous la forme d’un tableau, presque comme dans l’indicateur des chemins de fer : seules les correspondances (et les catégories de trains) et les horaires des trains touristiques d’été n’y sont pas mentionnés.

Uit het advies 05/07 van het Raadgevend Comité van de gebruikers bij de NMBS over de brochure dienstregelingen bij vertrek uit Dendermonde blijkt dat de brochures met vertrektijden die aan de loketten van de stations gratis worden uitgedeeld lang niet dezelfde informatie geven als het spoorboekje. Wat volgens het advies vooral ontbreekt, is de informatie over de aansluitingen en de overstaptijden, en doorgaans ook de totaalinformatie voor elke lijn of verbinding afzonderlijk. Vaak ontbreekt zelfs een aanzienlijk onderdeel van het aanbod, laat staan een volledige lijn of verbinding. De brochure van Dendermonde vormt hierop een uitzondering doordat voor de vier lijnen die vanuit dit station vertrekken de volledige dienstregeling in tabelvorm is weergegeven, bijna zoals in het « spoorboekje » : alleen de aansluitingen (en de treincategoriee¨n) ontbreken, alsook de toeristische zomertreinen.

Quelle suite avez-vous réservée à cet avis ?

Welk gevolg werd aan dit advies gegeven ?

DO 2004200503395

DO 2004200503395



SNCB. — Comité consultatif des usagers. — Avis.

NMBS. — Raadgevend Comité van de gebruikers. — Adviezen.

La loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques prévoit que le comité consultatif émet des avis sur toute question relative aux services fournis par l’entreprise publique.

De wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bepaalt dat het Raadgevend Comité van de gebruikers adviezen uitbrengt over de dienstverlening van de NMBS.

Le Comité consultatif des usagers de la SNCB fonde ses avis sur le point de vue et l’expérience de l’usager du rail. Il ne se contente pas de signaler les problèmes et défaillances dans le service des trains, mais cherche également à proposer des améliorations et à faire des suggestions visant à compléter l’offre ferroviaire.

Deze adviezen worden uitgebracht vanuit het standpunt en de ervaring van de gebruiker, niet alleen, om problemen en tekortkomingen in de treindienst te signaleren, maar ook om aanvullingen en verbeteringen voor te stellen.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11740

Le Comité espère ainsi contribuer de façon constructive à une amélioration du service, qui doit être attrayant et parfaitement adapté aux besoins du voyageur. Le Comité part du principe que la SNCB fera preuve d’un même sérieux et d’une même application, et que partant, elle répondra d’une manière non sélective à ces avis. Le Comité attend de la SNCB que celle-ci se livre au moins à une évaluation correcte de ses propositions en fonction de leur bien-fondé et de leur faisabilité, et qu’elle se base pour ce faire sur des faits et des données exacts et vérifiables. 1. Combien d’avis le Comité a-t-il émis en 2001, en 2002, en 2003 et en 2004 ? 2. La SNCB a-t-elle répondu à chacun de ces avis ? 3. Dans quel délai la réponse a-t-elle été transmise ? 4. Dans combien de cas la suite donnée à l’avis a-t-elle été entièrement satisfaisante, dans combien de cas l’avis n’a-t-il été suivi que partiellement, et dans combien de cas n’y a-t-il pas du tout été donné suite ?

Het Comité wil op die manier een constructieve bijdrage leveren voor betere, aantrekkelijke en klantvriendelijke spoordiensten.

DO 2004200503396

DO 2004200503396


Vraag nr. 442 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : De Post. — Postzegeldrukkerij te Mechelen. — Dienstnota’s en vergaderingen. — Taalwetgeving.

La Poste. — Imprimerie du timbre à Malines. — Notes de service et réunions. — Législation linguistique. Il me revient qu’au sein de l’Imprimerie du timbre à Malines, toutes les notes de service seraient diffusées tant en néerlandais qu’en français. Par ailleurs, au cours des réunions avec le personnel, les exposés seraient tenus partiellement en néerlandais et partiellement en français. 1. Pouvez-vous confirmer ou non cette méthode de travail ? 2. Dans l’affirmative, n’y a-t-il pas dès lors infraction à la législation linguistique en vigueur ? 3. Le cas échéant, quelles mesures avez-vous prises pour mettre un terme à ces pratiques ?

Het Comité gaat er vanuit dat de NMBS even ernstig en even zorgvuldig te werk gaat, en deze adviezen dus op een niet-selectieve manier beantwoordt. Van de NMBS verwacht het Comité op zijn minst een eerlijke evaluatie van zijn voorstellen qua pertinentie en haalbaarheid, op basis van correcte en natrekbare feiten en gegevens. 1. Hoeveel adviezen bracht het Comité in 2001, 2002, 2003 en 2004 uit ? 2. Heeft de NMBS alle adviezen beantwoord ? 3. Binnen welke termijn ? 4. Aan hoeveel adviezen werd volledig gevolg gegeven, hoeveel gedeeltelijk en hoeveel werden niet gevolgd ?

Naar verluidt zouden alle dienstnota’s in de postzegeldrukkerij te Mechelen zowel in het Nederlands als in het Frans worden gepubliceerd en tijdens vergaderingen met het personeel zouden de voordrachten deels in het Nederlands, deels in het Frans worden gehouden. 1. Kan u deze werkwijze al dan niet bevestigen ? 2. In bevestigend geval, is er hier geen sprake van een overtreding van de vigerende taalwetgeving ? 3. Welke maatregelen heeft u desgevallend getroffen om aan deze praktijken een einde te maken ?

DO 2004200503405

DO 2004200503405

Question no 443 de Mme

Vraag nr. 443 van mevrouw Hilde Vautmans van 18 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Ongevallen en zelfmoordpogingen. — Schadevergoeding. Het ongeval aan de overweg van Diepenbeek dat het leven gekost heeft aan vijf jongeren was voorpagina nieuws in alle kranten.

Hilde Vautmans du 18 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

SNCB. — Accidents et tentatives de suicide. — Dédommagement. L’accident qui s’est produit au passage à niveau à Diepenbeek et qui a couˆté la vie à cinq jeunes a fait la une de tous les journaux.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11741

Le problème des dédommagements a aussi une nouvelle fois été évoqué dans ce cadre. En effet, en cas d’accidents ou de tentatives de suicide, la SNCB peut réclamer une indemnisation à la victime ou à ses proches, en dédommagement des dégaˆts causés aux trains ou à la voie et du préjudice subi en raison des retards dans le trafic ferroviaire. Les indemnités à payer en compensation des retards notamment peuvent être très élevées.

Naar aanleiding van dit ongeval werd het probleem van de schadevergoedingen onder onze aandacht gebracht. Bij ongevallen en zelfmoordpogingen kan de NMBS een schadevergoeding vragen aan de slachtoffers of de nabestaanden, zowel voor de geleden schade aan treinen of sporen alsook voor de vertraging die de treinen hierdoor ondervonden. Omwille van de schadevergoedingen voor vertraging kan het te betalen bedrag soms hoog oplopen.

Il me revient que le directeur du district décide luimême, après avoir toutefois consulté l’administration, des demandes d’indemnisation.

Er is mij meegedeeld dat iedere districtsdirecteur zelf beslist over de schadeaanvragen mits raadpleging van het bestuur.

1. Quel est annuellement, par district, le nombre d’accidents ou de tentatives de suicide aux passages à niveau ou dans les gares ?

1. Hoeveel ongevallen of zelfmoordpogingen gebeuren er per jaar en per district op de overwegen of in de stations ?

2. Pour combien de ces tristes événements une demande d’indemnisation a-t-elle été introduite, par an et par district, et quel était pour chaque dossier le montant de l’indemnisation versée ?

2. Voor hoeveel van deze gebeurtenissen werd er een aanvraag tot schadevergoeding ingediend, per district, per jaar, en wat was telkens het bedrag van de betaalde schadevergoeding ?

3. Disposez-vous également de chiffres concernant le nombre d’agressions et le nombre de demandes de dédommagement ?

3. Heeft u ook cijfers met betrekking tot het aantal daden van agressie en het aantal aanvragen tot schadevergoeding ?

4. Ne serait-il pas logique d’affecter le montant d’un dédommagement demandé en compensation d’un retard du train à des mesures au profit de l’usager, puisque c’est bien l’usager qui subit les conséquences des retards ?

4. Is het niet logisch dat wanneer men een schadevergoeding vraagt voor de vertraging van de trein, dat dit bedrag ten goede komt aan de gebruikers, die uiteindelijk toch de vertraging hebben meegemaakt ?

DO 2004200503401

DO 2004200503401

Question no 444 de M. Guido De Padt du 22 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 444 van de heer Guido De Padt van 22 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Transport national de voyageurs. — Retards. — Remboursements.

NMBS. — Binnenlands personenvervoer. — Vertragingen. — Restituties.

Depuis la mi-février 2005, les passagers aériens européens ont droit à une indemnisation en cas de retard ou d’annulation de leur vol. La Commission européenne souhaite dans les années qui viennent introduire une réglementation analogue pour les usagers du rail victimes de retards. La réglementation ne serait cependant applicable qu’aux voyages internationaux mais cette limitation ne fait pas l’unanimité et d’aucuns proposent d’étendre le système à tous les voyageurs subissant des retards et donc également aux personnes circulant sur le réseau intérieur.

Vanaf midden februari 2005 hebben Europese luchtvaartpassagiers recht op een vergoeding bij vertraging of annulering van hun vlucht. Over enkele jaren wil de Europese Commissie een gelijkaardige regeling invoeren voor vertraagde treinreizigers. De regeling zou evenwel enkel gelden voor internationale treinreizigers, maar deze beperking wordt door sommigen gecontesteerd en er wordt gepleit voor een uitbreiding naar alle vertraagde treinreizigers, dat wil zeggen ook diegenen die een binnenlandse reis maken zouden aan bod moeten komen.

1. Quels sont le nombre et la durée des retards enregistrés pour le transport national de voyageurs au cours des années 2002, 2003 et 2004 ?

1. Hoeveel maal en voor welke duur, liep het Belgisch binnenlands personenvervoer vertraging op in 2002, 2003 en 2004 ?


2004

2005


1484

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11742

2. Dans combien de cas et pour quelle durée ces retards étaient-ils dus à des facteurs extérieurs à la SNCB (par exemple accidents aux passages à niveau, suicides, interventions tardives de la police, etc.) ?

2. Hoeveel maal en voor welke duur waren deze vertragingen te wijten aan factoren die vreemd waren aan de NMBS zelf en dus hun oorzaak vonden in externe factoren (bijvoorbeeld ongevallen op overwegen, zelfmoorden, laattijdige tussenkomsten politie, enzovoort) ?

3. Est-il possible de savoir dans quelle mesure de légers retards initiaux ont finalement conduit à de gros retards (par exemple, une correspondance ratée et donc une attente d’une heure pour le train suivant en raison d’un retard initial de 10 minutes) ?

3. Kan worden aangegeven in welke mate initie¨le kleine vertragingen aanleiding hebben gegeven tot grote vertragingen (bijvoorbeeld door een vertraging van 10 minuten een aansluitende trein missen en een uur moeten wachten op de volgende trein) ?

` quels remboursements la SNCB aurait-elle duˆ 4. A procéder si :

4. Tot welke restituties zou de NMBS verplicht geweest zijn indien ze :

a) elle avait duˆ rembourser la moitié du prix du billet pour un retard inférieur à la moitié de la durée du trajet et la totalité du billet pour un retard supérieur à la moitié de la durée du trajet;

a) de helft van de ticketprijs had moeten terugbetalen als de vertraging minder bedroeg dan de helft van de duur van de treinrit en de totaliteit van de ticketprijs wanneer de vertraging meer dan de helft bedroeg;

b) elle avait duˆ rembourser 25 % du prix du billet pour un retard se situant entre une et deux heures et 100 pour cent pour un retard d’au moins deux heures ?

b) 25 % van de ticketprijs had moeten terugbetalen als de vertraging zich situeerde tussen één en twee uur en 100 % wanneer de vertraging minstens twee uur bedroeg ?

5. Quels efforts la SNCB a-t-elle déjà consentis au cours des années précédentes pour dédommager d’une manière ou d’une autre les voyageurs victimes de retards ?

5. Welke tegemoetkomingen heeft de NMBS tijdens de voormelde jaren reeds effectief gedaan ten voordele van vertraagde treinreizigers ?

DO 2004200503425

DO 2004200503425



SNCB. — Gare centrale à Bruxelles. — Activités commerciales dans le passage souterrain.

NMBS. — Centraal Station te Brussel. — Handel in de onderaardse gang.

Les jours ouvrables, surtout l’après-midi, des activités commerciales se déroulent dans le passage souterrain de la Gare centrale à Bruxelles. Sur toute la longueur du passage, des commerçants étalent leurs marchandises des deux coˆtés du couloir. Dans l’intervalle, leurs voitures sont stationnées devant une ou plusieurs accès du passage souterrain. Certaines des marchandises vantées par les commerçants incitent de manière implicite ou explicite à la consommation de drogues douces : images de plants de cannabis ou de personnages fumant des joints, gadgets et surimpressions incitant à la consommation de drogues. Par le passé, de telles marchandises ont été saisies par les services de police d’Anvers.

Tijdens de werkdagen, vooral tijdens de namiddag, wordt in de onderaardse gang van het Centraal Station te Brussel handel gedreven. Over de hele lengte stallen enkele handelaars hun koopwaar langs beide zijden van de gang uit. Ondertussen parkeren zij de hele tijd hun wagens voor een of meerdere in- en uitgangen van de onderaardse gang. Sommige van de waren die door de handelaars worden aangeprijsd, maken — al dan niet verdoken — reclame voor het gebruik van softdrugs : afbeeldingen van cannabisplanten, afbeeldingen van jointsrokende personages, gadgets en opdrukken die aansporen tot het roken van drugs. In Antwerpen zijn in het verleden dergelijke waren door de politiediensten in beslag genomen.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11743

1. a) Ces commerçants disposent-ils d’une autorisation leur permettant d’étaler leurs marchandises dans le couloir de la gare centrale de Bruxelles ?

1. a) Hebben deze handelaars een vergunning om hun koopwaar in het Centraal Station te Brussel aan te prijzen ?

b) Des accords ont-ils été conclus entre la SNCB et les commerçants en ce qui concerne l’utilisation du passage comme zone commerciale ?

b) Zijn er afspraken gemaakt tussen de NMBS en de handelaars in verband met het gebruik van de gang als handelszone ?

c) Quelle instance détermine quels commerçants peuvent ou non y faire du commerce ?

c) Wie beslist welke handelaars daar mogen handel drijven en wie niet ?

2. Les activités commerciales dans ce passage, et surtout le blocage des accès par les voitures des commerçants, ne mettent-elles pas la sécurité en péril ?

2. Schept de handel in de onderaardse gang en dan vooral het blokkeren van de in- en uitgangen door de wagens van de handelaars geen veiligheidsrisico ?

3. Permettez-vous que des marchandises incitant à la consommation de drogues soient vendues dans le domaine de la SNCB ?

3. Laat u toe dat waren die oproepen drugs te gebruiken, worden verkocht op NMBS-domein ?

4. Envisagez-vous d’intervenir ou de demander une intervention contre des commerçants s’il est constaté qu’ils enfreignent la législation commerciale, les prescriptions de sécurité d’application dans les baˆtiments de la SNCB ou la loi sur les stupéfiants ?

4. Overweegt u op te treden of te laten optreden tegen de bewuste handelaars indien bij de handelaars in kwestie inbreuken worden vastgesteld op de handelswetgeving, op de veiligheidsvoorschriften binnen de NMBS- gebouwen en op de drugwet ?

DO 2004200503426

DO 2004200503426



SNCB. — Personnel. — Prescriptions vestimentaires.

NMBS. — Personeel. — Vestimentaire voorschriften.

Le 18 février 2005, à bord du train L TermondeBruxelles de 8 h 33, l’accompagnatrice de train arborait sur son uniforme, outre quelques insignes de la SNCB, une épinglette représentant le drapeau cubain. Lorsqu’un voyageur lui a demandé quelle était la signification de cette épinglette et si elle la portait parce qu’elle avait déjà visité Cuba, elle a répondu qu’elle la portait « pour le communisme et pour le peuple cubain ». Plusieurs voyageurs ont été témoins de la scène.

Op de stoptrein Dendermonde-Brussel van 8.33 uur van 18 februari 2005, droeg de vrouwelijke controleur naast enkele NMBS-symbolen, een pin met de vlag van Cuba op haar kostuum. Op vraag van een reiziger waar dit symbool voor stond en of ze dit droeg omdat ze reeds op reis naar Cuba was gegaan, antwoordde ze dat ze dit deed « voor het communisme en voor het Cubaanse volk ». Verschillende treinreizigers waren hiervan getuige.

1. a) Le personnel de la SNCB est-il autorisé à porter sur son uniforme et durant les heures de service des insignes étrangers à la SNCB ?

1. a) Mag NMBS-personeel tijdens de dienst NMBSvreemde symbolen dragen op de werkkledij ?

b) Le personnel de la SNCB est-il autorisé à afficher ses convictions politiques ou idéologiques face aux voyageurs pendant les heures de service ?

b) Mag NMBS-personeel aan het NMBS-klie¨nteel tijdens de diensturen duidelijk maken waar hun politieke of ideologische voorkeur ligt ?

2. Dans la négative, quelles mesures ont-elles été prises pour que le personnel de la SNCB respecte à l’avenir les prescriptions vestimentaires et ne porte pas pendant les heures de service des insignes singuliers qui peuvent donner lieu à des discussions ?

2. Indien niet, welke maatregelen werden getroffen opdat de personen zoals hiervoor vermeld zich in de toekomst houden aan de vestimentaire voorschriften en tijdens de diensturen geen opvallende symbolen dragen die aanleiding kunnen geven tot discussies ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11744

DO 2004200503432

DO 2004200503432

Question no 447 de M. Geert Versnick du 22 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 447 van de heer Geert Versnick van 22 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Fermeture des petites gares en Flandre orientale. — Nouvelles affectations.

NMBS. — Sluiting van kleine stations in OostVlaanderen. — Alternatieve bestemmingen.

La SNCB a fait part dans le courant du mois de décembre 2004 de son intention de fermer un certain nombre de petites gares. En Flandre orientale, il s’agit des gares de Melle, Munkzwalm, Zingem et GavereAsper. La fermeture définitive de ces gares est prévue pour le printemps 2005.

In de loop van december 2004 werd bekend dat de NMBS een aantal kleinere stations gaat sluiten. Het gaat in Oost-Vlaanderen om Melle, Munkzwalm, Zingem en Gavere-Asper. De definitieve sluiting zou voor de lente 2005 zijn.

Au cours du débat qui a suivi, la SNCB a proposé aux administrations communales concernées de chercher des solutions de rechange pour l’utilisation de ces gares. Elle s’est référée à ce propos à un projet mis en œuvre en Wallonie et dans le cadre duquel les autorités publiques dégagent des fonds pour donner une nouvelle affectation aux baˆtiments de gare désaffectés. Ceux-ci peuvent alors par exemple abriter un bureau de poste, un bureau de police ou un service communal.

In het debat dat nadien ontstond, werd door de Spoorwegen gesteld dat de NMBS de gemeentebesturen van die stations de kans wil geven naar alternatieven te zoeken. Daarbij wordt verwezen naar een project in Wallonie¨, waarbij de overheid geld vrijmaakt om een nieuwe bestemming te zoeken voor leegstaande stationsgebouwen. Die kunnen dan dienst doen als postkantoor, politiekantoor of gemeentelijke dienst.

Outre le fait que les prestations de service se réduisent dans les petites communes, la SNCB semble vouloir faire endosser la responsabilité de ses décisions par d’autres pouvoirs publics.

Naast het feit dat de dienstverlening in kleine gemeenten achteruitgaat, lijkt de NMBS de verantwoordelijkheid over haar beslissingen door te schuiven naar andere overheden.

1. Quelle est la date de fermeture exacte des gares de Melle, de Munkzwalm, de Zingem et de GavereAsper ?

1. Wanneer precies sluiten de stations van Melle, Munkzwalm, Zingem en Gavere-Asper de deuren ?

2. a) Existe-t-il dans les quatre communes concernées un ou plusieurs magasins de journaux ou` les clients peuvent acheter un Rail-Pass ?

2. a) Zijn er in deze vier gemeenten één of meer krantenwinkels waar klanten een Rail-Pass kunnen kopen ?

b) Pourra-t-on également y acheter des abonnements ?

b) Zullen daar ook abonnementen kunnen gekocht worden ?

3. a) Qui a financé le projet-pilote mené en Wallonie ?

3. a) Wie financierde het proefproject in Wallonie¨ ?

b) Depuis quand a-t-il été mis en œuvre, quelles gares sont concernées et quelle a finalement été l’affectation donnée aux baˆtiments de gare ?

b) Hoe lang loopt dit al, over welke stations gaat het en wat is er met de stationsgebouwen uiteindelijk gebeurd ?

c) Quel a été le couˆt du projet ?

c) Hoeveel was de kostprijs ?

4. Pourquoi la SNCB ne cherche-t-elle pas ellemême des solutions de rechange ?

4. Waarom neemt de NMBS zelf niet het initiatief om naar alternatieve bestemmingen te zoeken ?

5. a) L’objectif est-il de faire acheter les baˆtiments par les administrations communales ?

5. a) Is het de bedoeling dat gemeentebesturen de gebouwen aankopen ?

b) Le cas échéant, les baˆtiments seront-ils vendus au « prix du marché » ou le transfert pourrait-il se faire pour un prix inférieur ?

b) Wordt hiervoor de « marktwaarde » van het gebouw gevraagd of kan dit aan een lagere prijs worden overgedragen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11745

6. La SNCB paie-t-elle une taxe sur les baˆtiments inoccupés ou les taudis ? 7. Pour combien de baˆtiments une solution de rechange devrait-elle être trouvée ?

6. Betaalt de NMBS leegstandsbelasting of krotbelasting op gebouwen ? 7. Voor hoeveel gebouwen dient een alternatieve bestemming gezocht ?

DO 2004200503433

DO 2004200503433

Question no 448 de Mme Zoé Genot du 22 février 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 448 van mevrouw Zoé Genot van 22 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : De Post. — Bereikbaarheid van de brievenbussen voor gehandicapten in rolstoelen. Personen met een handicap moeten dezelfde rechten hebben als andere burgers, en daar moet dringend werk van gemaakt worden. Vele diensten zijn nog altijd moeilijk toegankelijk voor gehandicapten (rolstoelpatie¨nten, blinden of slechtzienden) : bankdiensten bijvoorbeeld, met geldautomaten of toetsenborden die te hoog staan voor rolstoelgebruikers, en die niet voorzien zijn van brailletoetsenborden voor blinden of slechtzienden. In de supermarkt heeft de rolstoelgebruiker het ook al niet onder de markt : enkel de producten op de onderste schappen liggen binnen handbereik. Brievenbussen staan vaak te hoog, waardoor rolstoelgebruikers er niet bij kunnen. 1. Hoeveel brievenbussen staan er in Belgie¨ op een voor rolstoelgebruikers toegankelijke hoogte ?

La Poste. — Accessibilité des boıˆtes aux lettres aux personnes handicapées en voiturette. Il est urgent que les personnes handicapées aient les mêmes droits que les autres citoyens. Or de nombreux services restent encore difficilement accessibles aux personnes handicapées — en voiturette, aveugles ou malvoyants — : les services bancaires par exemple, avec des distributeurs de billets ou claviers bancaires placés trop haut pour les personnes en voiturette, pas de claviers en braille pour les personnes aveugles ou malvoyantes. Même constat dans les supermarchés : seuls les rayons inférieurs sont accessibles aux personnes en voiturette. Quant aux boıˆtes postales, elles aussi sont souvent trop hautes. 1. Combien de boıˆtes aux lettres sont-elles accessibles en Belgique aux personnes handicapées en voiturette ? 2. Quelles sont les instructions données lors du placement d’une boıˆte postale en ce qui concerne sa hauteur ? 3. Quel est le plan prévu pour rendre accessible les boıˆtes postales aux personnes handicapées en voiturette, ainsi qu’aux aveugles et malvoyants ? 4. Dans quel délai ce plan, s’il existe, serait-il mis en œuvre ?

2. Welke instructies worden er gegeven in verband met de hoogte waarop een brievenbus geplaatst moet worden ? 3. Welke plannen zijn er om brievenbussen bereikbaar en bruikbaar te maken voor rolstoelgebruikers, blinden en slechtzienden ? 4. Binnen welke termijn zouden die plannen — zo er al plannen in die richting zijn — uitgevoerd worden ?


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2004200503427

DO 2004200503427

Question no 516 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Nombre de nouvelles naturalisations. — Période du 1er juillet 2004 au 31 décembre 2004. En réponse à ma question no 315 du 12 juillet 2004, vous m’aviez fourni les données relatives au nombre

Vraag nr. 516 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Aantal nieuwe naturalisaties. — Periode van 1 juli 2004 tot 31 december 2004. In antwoord op mijn vraag nr. 315 van 12 juli 2004, verstrekte u mij gegevens over het aantal naturalisaties


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11746

de naturalisations accordées entre le 1er janvier 2004 et le 30 juin 2004 (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 45, p. 6938).

voor het semester lopende van 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2004 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 45, blz. 6938).

Pourriez-vous m’indiquer, pour les différents modes d’acquisition de la nationalité prévus par la loi et en appliquant exactement la même méthode, le nombre de naturalisations accordées entre le 1er juillet 2004 et le 31 décembre 2004 ?

Kan u, volgens precies dezelfde methode, de cijfers geven van het aantal naturalisaties toegekend op de diverse wijzen in de wet bepaald, voor het semester lopende van 1 juli 2004 tot 31 december 2004 ?

DO 2004200503413

DO 2004200503413

Question no 517 de M. Stijn Bex du 21 mars 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 517 van de heer Stijn Bex van 21 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Dépositions en ligne auprès de la police.

On line-aangifte bij politie.

En réponse à ma question relative à un projet-pilote visant à instaurer un point de contact pour les dépositions en ligne via www.fedpol.be, vous aviez déclaré étudier cette possibilité (question no 124 du 15 décembre 2003, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 20, p. 2875). Un tel système contribuerait à établir les contacts nécessaires entre le citoyen et l’administration. Une accessibilité permanente et un service plus efficace constitueraient à cet égard des atouts. Aux Pays-Bas, les premiers résultats d’un projet-pilote de déposition en ligne donneraient satisfaction.

In uw antwoord op mijn vraag over een proefproject voor een on line-aangiftepunt via www.fedpol.be verklaarde u deze mogelijkheid te onderzoeken (vraag nr. 124 van 15 december 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 20, blz. 2875). On lineaangifte bij de politie zou bijdragen tot noodzakelijke contacten tussen burgers en administratie waarbij permanente bereikbaarheid en efficie¨ntere dienstverlening een pluspunt zijn. In Nederland zouden de eerste resultaten van digitale aangifte bij de politie bevredigend zijn.

1. a) Vous êtes-vous concerté avec la ministre de la Justice à ce sujet ?

1. a) Heeft u hierover overleg gepleegd met de minister van Justitie ?

b) Dans l’affirmative, qu’est-il ressorti de cette concertation ?

b) Zo ja, wat was hiervan het resultaat ?

2. Quels délits pourraient, à votre estime, faire l’objet d’une déposition en ligne ?

2. Welke delicten komen volgens u in aanmerking voor digitale aangifte ?

3. a) Avez-vous fait étudier les résultats d’expériences menées dans ce domaine dans d’autres pays ?

3. a) Heeft u ervaringen van digitale aangifte in andere landen onderzocht ?

b) Dans l’affirmative, de quels pays s’agit-il et quels sont les conclusions de cette étude ?

b) Zo ja, welke landen en wat was hiervan het resultaat ?

DO 2004200503416

DO 2004200503416

Question no 518 de M. Stijn Bex du 22 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 518 van de heer Stijn Bex van 22 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Controˆles antidrogue dans les écoles.

Drugcontroles op school.

Il a régulièrement été question ces dernières années dans des articles de presse de controˆles en matière de

In de pers wordt de jongste jaren melding gemaakt van drugcontroles in scholen. Het initiatief van deze


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11747

drogues menés dans les écoles. Ce sont les directions des écoles elles-mêmes qui prennent le plus souvent l’initiative de ces actions afin de lutter contre les problèmes de drogue au sein de la communauté éducative. Les controˆles sont réalisés par la police, le plus souvent à l’aide de chiens dressés au dépistage des drogues. La police estime que le déploiement de grands moyens joue essentiellement un roˆle de dissuasion et ajoute que les initiateurs de ces actions (la police elle-même et les directions des écoles) désirent jouer un roˆle surtout préventif.

acties komt meestal van de schooldirecties zelf teneinde de drugproblematiek binnen de schoolgemeenschap aan te pakken. Deze controles worden uitgevoerd door de politie, veelal door middel van stille drughonden. Volgens de politie heeft het inzetten van de grote middelen voornamelijk een ontradende rol. Met deze actie willen de initiatiefnemers (directie en politie) vooral preventief optreden, aldus de politie.

Ce n’est pas un fait nouveau que les services d’ordre, accompagnés de chiens dressés pour le dépistage des drogues, fassent soudainement irruption dans les écoles, en concertation avec la direction de l’établissement. Ces dernières années, ces actions-surprise sont organisées dans le cadre d’une collaboration systématique entre la police et la direction de l’école (une ou plusieurs fois par an par exemple) et elles sont par ailleurs menées à plus grande échelle et de manière plus spectaculaire. Ces actions font en d’autres termes partie intégrante de la politique anti-drogue définie par les écoles. Les interventions policières ne sont plus motivées ponctuellement par un cas précis, mais constituent plutoˆt une mesure globale de dissuasion visà-vis de l’ensemble de la communauté éducative.

Een onverwachte inval van ordediensten met drughonden, in samenspraak met de schooldirectie, is niet nieuw. De jongste jaren gebeuren deze verrassinginvallen op basis van een systematische samenwerking tussen politie en schooldirectie (bijvoorbeeld één of meerdere keren per jaar) en ook worden deze acties grootschaliger en spectaculairder. Deze tactiek wordt met andere woorden een vast element van het drugbeleid, uitgewerkt door de scholen. De politietussenkomsten worden niet meer gemotiveerd naar aanleiding van een concreet vastgesteld geval, maar eerder als een algemeen afschrikmiddel ten opzichte van de gehele schoolgemeenschap.

1. a) Combien de fois la police est-elle intervenue ces dernières années dans le cadre de controˆles antidrogue en milieu scolaire ?

1. a) Hoeveel keer werd de politie de afgelopen jaren ingeschakeld voor drugcontroles in scholen ?

b) Pouvez-vous donner une répartition (géographique) aussi détaillée que possible de ces chiffres ?

b) Kan u deze cijfers zo gedetailleerd (geografisch) mogelijk indelen ?

2. Quels sont les résultats de ces controˆles ?

2. Wat zijn de resultaten van deze controles ?

3. Qui en a pris l’initiative (la police, la direction des écoles, le parquet) ?

3. Wie waren de initiatiefnemers van deze controles (politie, schooldirectie, parket) ?

4. Des directives générales sont-elles d’application pour l’exécution de ces controˆles, et dans l’affirmative, lesquelles ?

4. Bestaan er algemene richtlijnen voor de uitvoering van deze controles en zo ja, welke ?

5. Quelle est l’attitude à adopter par la police lorsqu’elle trouve de la drogue parmi les écoliers ou lorsque les chiens dépistent une consommation de drogue ?

5. Wat zijn de richtlijnen voor de politie wanneer bij de leerlingen drugs gevonden worden of wanneer de drughonden druggebruik aangeven ?

DO 2004200503446

DO 2004200503446

Question no 519 de M. Francis Van den Eynde du 23 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 519 van de heer Francis Van den Eynde van 23 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Trains à risques. — Actions « FIPA ».

Agressiegevoelige treinen. — FIPA-acties.

La police des chemins de fer mène parfois des actions « FIPA » (Full Integrated Police Actions), en

Op de agressiegevoelige treinen voert de spoorwegpolitie af en toe zogenaamde FIPA-acties (Full Integra-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11748

collaboration avec les zones de police locales, dans des trains « à risques ».

ted Police Actions) en dit in samenwerking met de lokale politiezones.

Combien d’actions de ce type ont-elles été menées jusqu’à présent, sur quelles lignes et en collaboration avec quelles zones de police ?

Hoeveel van deze acties vonden er reeds plaats, op welke lijnen in samenwerking met welke politiezones ?

DO 2004200503454

DO 2004200503454

Question no 520 de Mme Corinne De Permentier du 23 février 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : E´trangers. — Nationalité belge. — Déclaration. — Conditions de résidence.

Vraag nr. 520 van mevrouw Corinne De Permentier van 23 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

L’article 12bis, § 1er, 2o du Code de la nationalité permet à l’étranger né à l’étranger mais dont l’un des auteurs possède la nationalité belge de l’acquérir par voie de déclaration. La nationalité belge de l’auteur peut être de naissance ou avoir été récemment acquise. Le texte de la loi n’opère curieusement aucune distinction à ce sujet.

Artikel 12bis, § 1, 2o van het Wetboek van de Belgische nationaliteit bepaalt dat de in het buitenland geboren vreemdeling van wie één ouder de Belgische nationaliteit bezit, deze zelf ook kan verkrijgen door een verklaring af te leggen. De ouder kan de Belgische nationaliteit van bij zijn geboorte of onlangs hebben verkregen. Merkwaardig genoeg maakt de tekst van de wet op dit punt geen onderscheid.

S’il n’y avait pas d’autre condition mise à l’admissibilité de cette déclaration la faculté offerte par la disposition en question serait susceptible de donner lieu à de multiples abus. En effet une personne étrangère, née à l’étranger, issue de parents étrangers, ayant toujours vécu à l’étranger et n’ayant aucune attache réelle avec notre pays pourrait, devenue majeure, revendiquer la qualité de belge dès lors qu’elle établirait qu’un de ses auteurs, à un moment quelconque de son existence, fut-ce sur le tard, aurait acquis notre nationalité.

Als dat de enige vereiste was waaraan de verklaring moet voldoen om toelaatbaar te zijn, zou de speling die de desbetreffende bepaling laat tot talrijke misbruiken kunnen leiden. Zo zou een vreemdeling die in het buitenland uit buitenlandse ouders is geboren, die altijd in het buitenland heeft vertoefd en die geen werkelijke band met ons land bezit, de hoedanigheid van Belg kunnen opeisen eens hij meerderjarig is. Hij zou zich hierbij kunnen beroepen op het feit dat één van zijn ouders op een gegeven ogenblik in diens leven, ook al was dat op latere leeftijd, de Belgische nationaliteit heeft verworven.

Le § 2 de l’article 12bis du Code de la nationalité permet toutefois d’ajouter à la condition de nationalité d’un des auteurs de la personne concernée l’exigence dans le chef de cette dernière qu’elle soit régulièrement résidente en Belgique au jour de la déclaration. Cette condition supplémentaire de résidence résulte de ce que le § 2 de l’article 12bis précise que la déclaration doit être faite devant l’officier de l’E´tat civil du lieu ou l’intéressé a sa résidence principale ce qui implique qu’elle soit située en Belgique puisqu’il n’est pas prévu qu’elle puisse être effectuée auprès d’un représentant diplomatique ou consulaire à l’étranger (voir à ce sujet : Charles Closset, Traité de la nationalité belge, no 385, p. 232 — Bruxelles-Larcier 2004).

Paragraaf 2 van artikel 12bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit biedt evenwel de mogelijkheid om, naast de nationaliteitsvereiste van één van de ouders van de betrokkene, nog een andere vereiste te stellen, met name dat de betrokkene zelf op het tijdstip van de verklaring regelmatig in Belgie¨ verblijft. Die bijkomende verblijfsvoorwaarde volgt uit de bepaling in § 2 van artikel 12bis, volgens welke de verklaring moet worden afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft. Dat houdt in dat het hoofdverblijf zich in Belgie¨ bevindt, omdat niet is bepaald dat de verklaring voó´r een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger in het buitenland kan worden afgelegd (zie : Charles Closset, Traité de la nationalité belge, nr. 385, blz. 232 — Brussel-Larcier 2004).

Il convient à mon sens de s’assurer qu’il n’y a pas de simulation dans le chef de l’étranger qui se propose

Mijns inziens moet men zich ervan vergewissen dat de vreemdeling die voornemens is de verklaring af te


2004

Vreemdelingen. — Belgische nationaliteit. — Verklaring. — Verblijfsvoorwaarden.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11749

d’effectuer la déclaration et qu’il n’a pas transporté sa résidence principale en Belgique uniquement pour le besoin de la cause et pour le seul temps de la procédure.

leggen, geen schijnhandeling stelt door zijn hoofdverblijf alleen tijdens de duur van de procedure en precies voor die doeleinden naar Belgie¨ over te brengen.

1. Existe-t-il une pratique administrative qui permette d’exiger que l’établissement de la résidence principale de l’intéressé en Belgique se soit prolongée durant un laps de temps suffisant pour s’assurer de sa sincérité avant que l’officier de l’E´tat civil soit tenu d’acter sa déclaration ?

1. Bestaat er een administratieve praktijk op grond waarvan kan worden geeïst dat het hoofdverblijf van de betrokkene lang genoeg in Belgie¨ moet zijn gevestigd, zodat de eerlijkheid van zijn bedoelingen kan worden aangetoond alvorens de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden is van zijn verklaring akte te nemen ?

2. Ne convient-il pas d’imposer que la preuve de l’existence de la résidence principale ne puisse résulter que d’une inscription régulière au registre de la population de la commune dont l’officier de l’E´tat civil est invité à recevoir la déclaration et ceci afin de pallier le risque de voir des ressortissants étrangers non titulaires d’un permis de séjour se prévaloir d’une simple résidence de fait pour revendiquer l’acquisition de la nationalité belge ?

2. Ware het niet gepast te bepalen dat het bestaan van het hoofdverblijf alleen kan worden bewezen door een regelmatige inschrijving in het bevolkingsregister van de plaats waar de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gevraagd de verklaring in ontvangst te nemen ? Op die manier zou men kunnen voorkomen dat vreemdelingen zonder verblijfsvergunning zich eenvoudigweg op een feitelijk verblijf beroepen om de Belgische nationaliteit aan te vragen.


Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2004200503398

DO 2004200503398

Question no 181 de Mme Colette Burgeon du 18 février 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 181 van mevrouw Colette Burgeon van 18 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Roms en Bosnie-Herzégovine. — Discriminations.

Roma-zigeuners in Bosnie¨-Herzegovina. — Discriminaties.

Dans son premier rapport consacré à la BosnieHerzégovine publié le 15 février 2005, la Commission européenne contre le racisme et l’intolérance (ECRI), instance du Conseil de l’Europe, a dénoncé de graves problèmes de racisme et de discrimination raciale à l’égard des Roms.

Op 15 februari 2005 heeft de Europese Commissie tegen racisme en onverdraagzaamheid (ECRI — een commissie van de Raad van Europa) haar eerste verslag over de toestand in Bosnie¨-Herzegovina gepubliceerd. Daarin stelt ze dat de Roma-zigeuners het mikpunt zijn van racisme en rassendiscriminatie.

La population rom de Bosnie-Herzégovine vit une situation de pauvreté extrême et de marginalisation qui est aggravée par les préjugés et la discrimination dont elle fait l’objet tant au niveau de la société que des autorités publiques.

De Roma-bevolking van Bosnie¨-Herzegovina leeft in extreme armoede aan de zelfkant van de maatschappij. Ze is bovendien het slachtoffer van maatschappelijke vooroordelen en wordt door de overheid gediscrimineerd.

Les Roms sont à l’évidence défavorisés dans tous les domaines de la vie : en matière d’éducation, de logement, de santé, d’emploi et d’accès aux services publics.

Of het nu gaat om onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg, werkgelegenheid of toegang tot de overheidsdiensten, de Roma worden systematisch in alle domeinen van het openbare leven achtergesteld.

Pour exercer leurs droits fondamentaux et accéder aux services de santé et aux prestations sociales, les Roms doivent disposer de documents d’identité. Les

Om hun fundamentele rechten te kunnen uitoefenen en toegang te krijgen tot de gezondheidszorg en de sociale uitkeringen dienen de Roma over identiteitspa-


2004

2005


1485

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11750

autorités locales mettent, semble-t-il, d’empressement à leur en délivrer.

peu

pieren te beschikken. De lokale overheden lijken zich echter aan het uitreiken van die documenten niet veel gelegen te laten liggen.

Il est, également, rapporté que les Roms rencontrent de sérieuses difficultés et subissent des discriminations ` l’heure dans l’exercice de leurs droits de propriété. A actuelle, entre 50 et 70 % des Roms de BosnieHerzégovine vivent dans des camps non-officiels.

In het verslag valt voorts te lezen dat de Roma ernstig tegengewerkt en gediscrimineerd worden bij de uitoefening van hun recht op eigendom. 50 tot 70 % van de Roma in Bosnie¨-Herzegovina leeft momenteel in niet-officie¨le kampen.

Des injures et des menaces de violence ont été largement rapportées et des agressions physiques ont également eu lieu. Les relations avec les représentants des forces de l’ordre seraient également problématiques pour les Roms. Les membres des communautés roms seraient victimes de controˆles d’une fréquence disproportionnée et parfois de harcèlement de la part des représentants des forces de l’ordre.

Er wordt melding gemaakt van beledigingen en bedreiging met geweld. Er werd ook al van fysiek geweld gebruik gemaakt. De relatie tussen de ordediensten en de Roma zou eveneens verstoord zijn. De leden van de Roma-gemeenschappen zouden onnodig vaak aan politiecontroles onderworpen worden en het voorwerp van pesterijen door de ordediensten zijn.

1. Quelle est la position des autorités belges face aux discriminations et aux brimades dont sont victimes les Roms dans la péninsule balkanique et plus spécifiquement dans les pays de l’ex-Yougoslavie ?

1. Welk standpunt vertolkt de Belgische regering ten aanzien van de discriminaties en pesterijen waarvan de Roma op de Balkan, en dan vooral in de landen van voormalig Joegoslavie¨, het slachtoffer zijn ?

2. La Belgique qui est très présente dans cette région du Sud-Est de l’Europe entend-elle apporter une aide plus spécifique aux minorités roms de BosnieHerzégovine et de la FYROM qui connaissent un sort semblable ?

2. Belgie¨ is prominent aanwezig in Zuid-OostEuropa. Is het van plan meer gerichte steun te bieden aan de Roma-minderheden in Bosnie¨-Herzegovina en aan de Roma in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonie¨ (FYROM) die hetzelfde lot ondergaan ?

3. La Belgique peut-elle exhorter les autorités de Bosnie-Herzégovine à tout mettre en œuvre pour lutter contre les pratiques discriminatoires menées par les autorités locales et de s’assurer que les actes de vandalisme commis contre les propriétés roms fassent l’objet d’enquête et d’en porter les auteurs devant la justice ?

3. Kan Belgie¨ er bij de overheid van Bosnie¨Herzegovina op aandringen dat ze alles in het werk stelt om de discriminatie door de lokale overheden een halt toe te roepen en zich ervan te vergewissen dat de vandalenstreken tegen Roma-eigendommen onderzocht en de daders gestraft worden ?

DO 2004200503402

DO 2004200503402

Question no 182 de M. Hervé Hasquin du 18 février 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 182 van de heer Hervé Hasquin van 18 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Corée du Nord. — Programme nucléaire.

Noord-Korea. — Nucleair programma.

Récemment, la Corée du Nord a annoncé qu’elle s’était dotée de l’arme nucléaire et qu’elle refuserait de continuer les négociations relatives à son armement nucléaire.

Onlangs heeft Noord-Korea aangekondigd dat het over atoomwapens beschikt en dat het de onderhandelingen over zijn kernwapenprogramma wil stopzetten.

1. Quelle est la position de la diplomatie belge au sein de l’Union européenne et des Nations Unies face à cette situation ?

1. Welk standpunt vertolkt de Belgische diplomatie binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties ten aanzien van deze ontwikkelingen ?

2. Quelle est la position de la Chine concernant cette position de ce petit E´tat protégé par la Chine ?

2. Hoe staat China tegenover de houding van zijn kleine vazalstaat ?

3. Quelle stratégie les Américains vont-ils adopter pour ramener la Corée du Nord devant la table des négociations ?

3. Welke strategie zullen de Verenigde Staten volgen om Noord-Korea opnieuw aan de onderhandelingstafel te krijgen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11751

DO 2004200503406

DO 2004200503406

Question no 183 de M. Pieter De Crem du 18 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 183 van de heer Pieter De Crem van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Haı¨ti. — E´tude.

Haı¨ti. — Studie.

1er

Le mars 2004, je vous ai posé une question concernant le conseil donné aux ressortissants belges de quitter Haı¨ti (question no 65 du 1er mars 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no48, ` l’epoque, le pays connaissait une situation p. 7304). A explosive après la destitution du président Aristide. Depuis lors, l’agitation n’a pas cessé en Haı¨ti. En réponse à ma question, le ministre avait déclaré qu’il examinerait en concertation avec le ministre de la Coopération au développement quels moyens pourraient être mis en œuvre pour rétablir le fonctionnement démocratique des institutions à Haı¨ti.

Op 1 maart 2004 stelde ik u een vraag met betrekking tot het advies aan Belgische onderdanen tot het verlaten van Haı¨ti (vraag nr. 65 van 1 maart 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 48, blz. 7304). Toen verkeerde het land in een explosieve situatie naar aanleiding van de afzetting van president Aristide. Sindsdien houdt de onrust op Haı¨ti aan. In antwoord op de gestelde vraag zei de minister dat hij in overleg met de minister van Ontwikkelingssamenwerking zou bestuderen welke middelen zouden worden aangewend teneinde de democratische instellingen in Haı¨ti toe te laten opnieuw te functioneren.

1. Avez-vous réellement procédé à cet examen et si oui, quels en sont les résultats ?

1. Bent u effectief overgegaan tot een dergelijke studie en zo ja, wat zijn hiervan de resultaten ?

2. Comment évaluez-vous la situation actuelle à Haı¨ti et plus spécifiquement, celle des ressortissants belges sur place ?

2. Hoe evalueert u de huidige toestand in Haı¨ti en specifiek de situatie van de Belgische onderdanen ter plaatse ?

DO 2004200503414

DO 2004200503414

Question no 185 de M. Dirk Van der Maelen du 21 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 185 van de heer Dirk Van der Maelen van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Sécurité des missions nucléaires accomplies dans le cadre de l’OTAN.

Veiligheid van de in NAVO-verband uitgevoerde nucleaire taken.

Il ressort de documents qui ont été rendus publics aux E´tats-Unis sur la base du « Freedom of Information Act » et qui sont examinés dans le cadre du rapport NRDC (Natural Resources Defense Council) concernant les armes nucléaires américaines déployées en Europe que 50 % seulement des militaires responsables de la sécurité de ces armes nucléaires satisfont à la Nuclear Surety Inspection de l’Air Force. Cela soulève des questions au sujet de la sécurité des missions nucléaires accomplies par la Belgique dans le cadre de l’OTAN.

Uit documenten vrijgegeven in de VS op basis van de « Freedom of Information Act », die besproken worden in het NRDC-rapport (Natural Resources Defense Council) over de Amerikaanse kernwapens in Europa, blijkt dat slechts 50 % van de militairen die instaan voor de veiligheid van de kernwapens, aan de Nuclear Surety Inspection van de Air Force weet te voldoen. Dit doet vragen rijzen over de veiligheid bij de door Belgie¨ in het kader van de NAVO uitgevoerde nucleaire taken.

1. a) Quels résultats a obtenu à ces tests le personnel américain du MUNSS (Munitions Support Squadron) stationné en Belgique ?

1. a) Wat zijn de resultaten van het Amerikaanse MUNSS-personeel (Munitions Support Squadron) in Belgie¨ bij deze tests ?

b) Quand ces tests ont-ils eu lieu pour la dernière fois et quand auront-ils lieu la prochaine fois ?

b) Wanneer hebben deze laatste plaatsgehad en wanneer hebben de volgende plaats ?

2. a) Quels résultats a obtenu, aux tests de sécurité effectués par l’armée américaine, le personnel belge associé à ces missions nucléaires ?

2. a) Wat zijn de resultaten van het Belgische personeel betrokken bij de nucleaire taken bij de veiligheidstests van het Amerikaanse leger ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11752

` quels tests et controˆles ce personnel est-il b) A soumis ?

b) Aan welke tests en controles is dit personeel onderhevig ?

c) Quand ces tests et controˆles ont-ils eu lieu pour la dernière fois et quand auront-ils lieu la prochaine fois ?

c) Wanneer hebben deze laatst plaatsgehad en wanneer hebben de volgende plaats ?

3. a) Quels résultats a obtenu, aux tests et lors des controˆles effectués par l’OTAN, le personnel belge associé à ces missions nucléaires ? ` quels tests et controˆles ce personnel est-il b) A soumis ?

3. a) Wat zijn de resultaten van het Belgische personeel betrokken bij de nucleaire taken bij de tests en controles gedaan door de NAVO ?

c) Quand ces tests et controˆles ont-ils eu lieu pour la dernière fois et quand auront-ils lieu la prochaine fois ?

c) Wanneer hebben deze laatst plaatgehad en wanneer hebben de volgende plaats ?

DO 2004200503417

DO 2004200503417

Question no 186 de M. Dirk Van der Maelen du 22 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 186 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Armes nucléaires américaines en Europe. — Utilisation de ces armes out-of-area (hors zone).

Amerikaanse kernwapens in Europa. — Inzet van die wapens out-of-area.

A) Selon le « New York Times » du 13 février 2005, le SACEUR (Supreme Allied Commander Europe), le général Jones, aurait déclaré « that he favors eliminating the American nuclear stockpile in Europe but has met resistance from some NATO political leaders. »

A) Volgens de « New York Times » van 13 februari 2005 stelde SACEUR (Supreme Allied Commander Europe) generaal Jones informeel « that he favors eliminating the American nuclear stockpile in Europe but has met resistance from some NATO political leaders. ».

1. La Belgique répondrait-elle ou non favorablement à une telle proposition ?

1. Zou Belgie¨ een dergelijk voorstel al dan niet positief beantwoorden ?

2. Quels pays de l’OTAN restent favorables au maintien d’armes nucléaires américaines en eurospe ?

2. Welke NAVO-landen blijven vasthouden aan Amerikaanse kernwapens in europa ?

3. Quand ont été discutées au sein de l’OTAN des propositions — et lesquelles — concernant la réduction des armes nucléaires américaines en eurospe ?

3. Wanneer zijn welke voorstellen besproken in de NAVO met betrekking tot de vermindering van de Amerikaanse kernwapens in europa ?

B) Il ressort de certains documents qui ont été rendus publics aux E´tats-Unis sur la base du « Freedom of Information Act » et qui sont examinés dans le cadre du rapport NRDC (Natural Resources Defense Council) concernant les armes nucléaires américaines en Europe que le soutien que les militaires américains stationnés en Europe et placés sous commandement EUCOM (European Command) apportent à leurs collègues stationnés au MoyenOrient placés sous commandement CENTCOM (US Central Command) peut impliquer l’utilisation d’armes nucléaires déployées en eurospe. De plus, le « NATO Nuclear Planning System » permet la définition planifiée de cibles out-of-area (hors zone).

B) Uit documenten vrijgegeven in de VS op basis van de « Freedom of Information Act », die besproken worden in het NRDC-rapport (Natural Resources Defense Council) over de Amerikaanse kernwapens in Europa, blijkt dat de ondersteuning van de Amerikaanse militairen in Europa onder EUCOM (European Command) aan hun collega’s in het MiddenOosten onder CENTCOM (US Centras Command) ook de inzet van in europa gestationeerde kernwapens kan omvatten. Ook het « NATO Nuclear Planning System » maakt planning van doelwitten out-of-area mogelijk.


2004

b) Aan welke tests en controles is dit personeel onderhevig ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11753

1. a) La doctrine politique et militaire de l’OTAN autorise-t-elle l’utilisation d’armes nucléaires out-ofarea (hors zone) ?

1. a) Maakt de NAVO politiek en militaire doctrine de inzet van kernwapens out-of-area mogelijk ?

b) Dans l’affirmative, quand ?

b) Zo ja, wanneer ?

2. Les accords bilatéraux belgo-américains concernant les missions nucléaires que notre pays a décidé d’assurer dans le cadre de l’OTAN autorisent-ils l’utilisation d’armes nucléaires out-of-area ?

2. Laten de bilaterale akkoorden met de VS betreffende de nucleaire taken die Belgie¨ in NAVO-verband heeft opgenomen, de mogelijkheid toe van inzet van kernwapens out-of-area ?

3. Est-il des circonstances dans lesquelles le gouvernement belge autorisera l’utilisation d’armes nucléaires après qu’il aura été fait usage une première fois d’armes chimiques ou biologiques contre des forces armées de l’OTAN ?

3. Zijn er omstandigheden waarin de Belgische regering het gebruik van kernwapens zal toelaten na een eerste inzet van chemische of biologische wapens tegen NAVO-strijdkrachten ?

DO 2004200503428

DO 2004200503428

Question no 188 de M. Guido Tastenhoye du 22 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 188 van de heer Guido Tastenhoye van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Beyrouth. — Ambassadeur de Belgique. — Rencontre avec un dirigeant du Hezbollah.

Beiroet. — Belgische ambassadeur. — Ontmoeting met een leider van de Hezbollah.

Nous avons appris en lisant la presse que le ministère israélien des Affaires étrangères avait récemment convoqué notre ambassadeur, M. Jean-Michel Veranneman, pour lui remettre une lettre de protestation concernant la rencontre entre son collègue en poste à Beyrouth et le dirigeant du Hezbollah, Sheikh Hassan Nasr-allah, et cela au moment ou` Israe¨l vient de demander instamment à l’UE de faire figurer le nom du Hezbollah sur la liste des organisations terroristes. Les autorités israéliennes ont expliqué à M. Veranneman que le Hezbollah avait perpétré des dizaines d’attentats et d’assassinats, et que l’année dernière, il avait fait verser neuf millions de dollars à des terroristes palestiniens qui ont pu ainsi commettre 650 attentats qui ont couˆté la vie à 24 Israéliens. Notre ambassadeur était chargé de transmettre cette protestation au ministre des Affaires étrangères.

Uit de pers vernemen we dat het Israe¨lisch ministerie van Buitenlandse Zaken onlangs de Belgische ambassadeur Jean-Michel Veranneman heeft ontboden om hem een protest te overhandigen over de ontmoeting van zijn collega in Beiroet met de Hezbollahleider Sheikh Hassan Nasr-allah, en dit op een ogenblik dat Israe¨l er bij de EU op aandrong om de Hezbollah op de lijst van terroristische organisaties te plaatsen. De Belgische diplomaat kreeg onder meer te horen dat Hezbollah tientallen aanslagen en moorden heeft gepleegd. Zo zou de Hezbollah vorig jaar negen miljoen dollar aan Palestijnse terroristen hebben overgemaakt die mede dank zij dit geld 650 aanslagen konden plegen die het leven hebben gekost aan 24 Israe¨li’s. De Belgische ambassadeur zou het protest overmaken aan de minister van Buitenlandse Zaken.

` la demande de qui et au su de qui, dans quel 1. A but et quand, notre ambassadeur à Beyrouth s’est-il entretenu avec le dirigeant du Hezbollah Sheikh Hassan ?

1. Op wiens verzoek en met wiens medeweten, en met welk doel en wanneer, heeft de Belgische ambassadeur in Beiroet een onderhoud gehad met de Hezbollahleider Sheikh Hassan ?

` quel résultat a abouti cette rencontre contro2. A versée ?

2. Wat was het resultaat van deze omstreden ontmoeting ?

3. Quels effets cet incident aura-t-il sur nos relations avec Israe¨l ?

3. Welke gevolgen heeft dit incident voor onze betrekkingen met Israe¨l ?

4. Avez-vous pris des mesures pour éviter que de tels incidents se reproduisent à l’avenir ?

4. Heeft u maatregelen genomen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11754

5. Le Hezbollah a-t-il été inscrit entre-temps sur la liste des organisations terroristes ? Dans l’affirmative, pourquoi ? Dans la négative, pourquoi ?

5. Werd de Hezbollah intussen op de lijst van terroristische organisaties geplaatst, zo ja, waarom, zo neen, waarom niet ?

DO 2004200503441

DO 2004200503441

Question no 189 de M. Luk Van Biesen du 23 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 189 van de heer Luk Van Biesen van 23 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Zimbabwe. — Verkiezingen. — Financie¨le steun van EU aan NEPAD. Op 31 maart 2005 worden er in Zimbabwe opnieuw verkiezingen georganiseerd. De Beweging voor Democratische Verandering (MDC) van Morgan Tsvangirai zou nu toch besloten hebben deel te nemen aan de verkiezingen niettegenstaande de voorwaarden daartoe verre van optimaal zijn. De mogelijkheid dat de verkiezingen andermaal het voorwerp zijn van grootschalige verkiezingfraude is reeël. De zittende machthebber Mugabe weet zich immers ondanks alles gesteund door een flink aantal Afrikaanse leiders. « The New partnership for Africa’s Development » (NEPAD) verwacht overvloedige financie¨le steun van de G7 en van de EU en heeft basisregels opgesteld die het beste zouden moeten doen verhopen voor een democratisch bestel.

Zimbabwe. — E´lections. — Soutien financier de l’UE au NEPAD. Le 31 mars 2005, des élections seront de nouveau organisées au Zimbabwe. Le Mouvement pour un Changement démocratique (MDC) de Morgan Tsvangiraı¨ se serait finalement décidé à participer au scrutin quoique les conditions soient loin d’être idéales. Le risque que ces élections donnent lieu une fois encore à des fraudes électorales de grande envergure est bien réel. Car l’actuel chef de l’E´tat, Robert Mugabe, sait qu’il peut compter malgré tout sur le soutien de bon nombre de dirigeants africains. Le « New Partnership for Africa’s Development » (NEPAD) escompte un appui financier très important du G7 et de l’UE et il a établi des règles de base qui permettent d’espérer l’avènement d’un régime démocratique. Le NEPAD compte parmi ses membres de nombreux E´tats pour lesquels les principes démocratiques n’existent manifestement que dans de beaux discours. Or le Zimbabwe (qui est membre du NEPAD) figure indiscutablement parmi ces pays puisque les droits et les libertés démocratiques y sont bafoués. 1. Comment l’Union européenne justifie-t-elle son soutien financier au NEPAD ? 2. Ne conviendrait-il pas de suspendre l’aide financière européenne tant que le NEPAD ne réussit pas à amener ses E´tats membres, dont le Zimbabwe, à respecter les droits et les libertés démocratiques ?

Bij NEPAD zijn heel wat leden-landen aangesloten voor wie democratische beginselen blijkbaar alleen maar bestaan om er lippendienst aan te bewijzen en Zimbabwe (lid van NEPAD) is onmiskenbaar zo een land, waar democratische rechten en vrijheden met voeten worden getreden. 1. Hoe ligitimeert de Europese Unie haar financie¨le steun aan NEPAD ? 2. Moet de Europese financie¨le steun niet worden opgeschort zolang NEPAD er niet in slaagt zijn ledenlanden, waaronder Zimbabwe, de democratische rechten en vrijheden te doen eerbiedigen ?

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2004200503381

DO 2004200503381

Question no 182 de M. Luc Sevenhans du 16 février 2005 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 182 van de heer Luc Sevenhans van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Werkingskosten van het militair hospitaal van Nederover-Heembeek. Het « Stuurplan van Defensie » dat de minister in december 2003 uitgaf, bepaalt onder meer : « Defensie

Frais de fonctionnement de l’hoˆpital militaire de Neder-over-Heembeek. Le « Plan directeur de la Défense », rendu public par le ministre en décembre 2003, prévoit notamment que


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11755

« la Défense se fixe pour objectif d’économiser (...) en stimulant dans l’organisation une prise de conscience des couˆts ».

neemt zich voor te besparen (...) dankzij het stimuleren van het kostenbewustzijn in de organisatie ».

Dans ce cadre, quels ont été, pour 2003 et 2004, les frais de fonctionnement de l’hoˆpital militaire de Neder-over-Heembeek dans les domaines suivants :

Wat zijn in dit kader de werkingskosten voor 2003 en 2004 van het militair hospitaal te Neder-overHeembeek in de verschillende domeinen :

1. personnel (administratif, technique, etc.);

1. personeel (administratief, technisch, enzovoort);

2. infrastructure (entretien, réparations, électricité, gaz, eau, etc.);

2. infrastructuur (onderhoud, herstellingen, elektriciteit, gas, water, enzovoort);

3. matériel (médical, non médical, etc.);

3. materieel (medisch, niet medisch, enzovoort);

4. autres postes ?

4. andere ?

DO 2004200503382

DO 2004200503382

Question no 183 de M. Staf Neel du 16 février 2005 (N.) au ministre de la Défense : E´tat-major de l’armée.

Vraag nr. 183 van de heer Staf Neel van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

no

Legertop.

Dans le prolongement de ma question écrite 143 du 12 novembre 2004 concernant les rapports au sein de l’état-major des forces armées, il m’est revenu que le comité d’avancement a procédé à un dernier remaniement après le 23 décembre 2004 (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 62, p. 10037).

Naar aanleiding van mijn schriftelijke vraag nr. 143 van 12 november 2004 betreffende de verhoudingen van de legertop, vernam ik dat er sinds 23 december 2004 een laatste aanpassing is geweest door het bevorderingscomité (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20042005, nr. 62, blz. 10037).

1. Ce remaniement a-t-il une incidence sur la liste fournie en réponse à ma question susmentionnée ?

1. Kan u meedelen of dit een invloed heeft gehad op de lijst van voorgaande vraag ?

2. Dans l’affirmative, en quel sens ?

2. Zo ja, welke ?

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2004200503373

DO 2004200503373

Question no 231 de M. Bert Schoofs du 16 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 231 van de heer Bert Schoofs van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Communication préalable des tarifs d’appel par les opérateurs de téléphonie mobile.

Voorafgaande mededeling van tarieven van gesprekskosten door GSM-operatoren.

Depuis quelque temps, les consommateurs ont la possibilité de changer d’opérateur GSM en conservant le numéro d’appel de leur GSM.

Sedert geruime tijd beschikken consumenten over de mogelijkheid om van GSM-operator te veranderen met behoud van het oproepnummer van hun GSMtoestel.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11756

Cette possibilité présente toutefois un inconvénient : l’utilisateur individuel ne peut plus identifier l’opérateur de la personne à appeler en fonction du numéro de GSM de celle-ci, et ne peut dès lors savoir quels sont les tarifs appliqués pour les appels.

Deze faciliteit heeft evenwel een keerzijde : voor de individuele gebruiker is het niet langer mogelijk om aan het GSM-nummer van de op te roepen persoon diens operator te herkennen, en zich aldus van de gebeurlijke tarieven der gesprekskosten van de oproepen te vergewissen.

Il est en effet d’usage que les appels entre abonnés d’un même opérateur soient proposés au tarif le plus avantageux, alors que les appels entre utilisateurs abonnés auprès d’opérateurs différents couˆtent généralement plus cher.

Het is immers een vast gebruik dat oproepen tussen abonnees van dezelfde operator aan de meest gunstige tarieven kunnen geschieden, terwijl doorgaans een oproep tussen gebruikers die bij verschillende operatoren zijn geabonneerd relatief duurder uitvallen.

1. Est-il possible techniquement d’exiger des opérateurs de téléphonie mobile qu’ils informent l’appelant, par le biais d’un système de messagerie vocale, au début de l’appel et avant que la communication ne prenne cours, des tarifs applicables et éventuellement de l’opérateur de la personne appelée ?

1. Bestaat de technische mogelijkheid om GSMoperatoren bij de aanvang van een oproep en alvorens de totstandkoming van het gesprek aan de oproeper via een voicemailsysteem een mededeling van de mogelijke tarieven alsook eventueel van de operator van de opgeroepene op te leggen ?

2. Dans l’affirmative, envisagez-vous d’instaurer cette mesure à terme ?

2. Zo ja, overweegt u om deze maatregel op termijn in te voeren ?

DO 2004200502653

DO 2004200502653

Question no 232 de M. Francis Van den Eynde du 18 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 232 van de heer Francis Van den Eynde van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Services d’incendie. — Informations sur les pipelines de l’OTAN.

Diensten van de brandweer. — Informatie over de NAVO-pijpleidingen.

L’explosion qui s’est produite à Ghislenghien l’été dernier a mis en évidence le problème de la localisation exacte des 6 000 km de pipelines souterrains.

Naar aanleiding van de ontploffing in Gellingen die zich deze zomer voordeed, doet zich het probleem voor van de juiste ligging van de 6 600 km ondergrondse leidingen.

En réponse à une série de questions et d’interpellations sur la catastrophe de Ghislenghien, le ministre a déclaré que les services d’incendie sont très bien informés de la présence de ces pipelines.

Naar aanleiding van een reeks vragen en interpellaties met betrekking het bovenvermelde ramp deelde de minister mede dat de diensten van de brandweer zeer goed op de hoogte zijn van de aanwezigheid van dergelijke pijpleidingen.

Reste à savoir cependant si cette connaissance concerne également les 810 km de pipelines de l’OTAN, dont la localisation relève par définition du secret militaire.

De vraag rijst echter of dit ook het geval is voor de 810 km NAVO-pijpleidingen, waarvan de ligging per definitie tot het militair geheim behoort.

De quelles informations spécifiques les services de secours disposent-ils à propos de ces conduites souterraines, et quelles mesures de prévention ont été prises à cet égard ?

Kan u meedelen wat er specifiek over deze ondergrondse leidingen bij de hulpdiensten geweten is en welke preventiemaatregelen hieromtrent getroffen werden ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11757

DO 2004200503403

DO 2004200503403

Question no 234 de M. Stijn Bex du 18 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 234 van de heer Stijn Bex van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Conseil de la concurrence. — Fonctionnement.

Raad voor de mededinging. — Werking.

Depuis sa création, le Conseil de la concurrence a toujours constitué une source de controverses. Il s’agit toutefois d’un instrument d’une extrême importance dans le cadre de la politique de concurrence économique. Les avantages d’une politique de concurrence efficace sont potentiellement très importants. Mes questions concernent le fonctionnement actuel du Conseil.

Sinds zijn oprichting is de Raad voor de Mededinging altijd een bron van controverse geweest. Nochtans is het een uitermate belangrijk instrument in het kader van het economisch mededingingsbeleid. De baten van een doeltreffend mededingingsbeleid zijn bovendien potentieel heel hoog. Mijn vragen betreffen de huidige werking van de Raad.

1. a) Combien d’affaires le Conseil et ses services ont-ils traitées ces dernières années en rapport avec la concurrence restrictive et le controˆle en matière de concentration ? Ces chiffres peuvent-ils être ventilés par année et par secteur ?

1. a) Hoeveel zaken hebben de Raad en zijn diensten de voorbije jaren behandeld in verband met de restrictieve mededinging en de concentratiecontrole ? Kunnen deze cijfers opgesplitst worden naar jaar en sector ?

b) Dans combien de ces affaires le Conseil a-t-il décidé que la plainte était prescrite et que, par conséquent, l’affaire devait être classée sans suite ?

b) In hoeveel van deze zaken besliste de Raad dat de klacht verjaard was en dat de zaak op grond daarvan geseponeerd diende te worden ?

c) Combien d’affaires sont-elles actuellement pendantes auprès des différents services concernés ?

c) Hoeveel zaken zijn er momenteel hangende bij de verschillende betrokken diensten ?

d) Quel est le délai moyen de traitement des affaires ?

d) Wat is de gemiddelde behandelingstermijn van de zaken ?

2. Dans le cadre de la recherche d’une solution aux problèmes auxquels le Conseil est confronté, les autorités de la concurrence vont être radicalement réformées. Il me revient qu’une nouvelle autorité de la concurrence indépendante devrait être mise sur pied d’ici à fin 2005, en remplacement des autorités existantes.

2. Om een antwoord te bieden aan de problemen waarmee de Raad te kampen heeft gehad, zullen de bestaande mededingingsautoriteiten ingrijpend hervormd worden. Naar verluidt zou er tegen eind 2005 een nieuwe zelfstandige mededingingsautoriteit opgericht worden ter vervanging van de bestaande autoriteiten.

a) Pouvez-vous me communiquer l’état d’avancement des préparatifs en vue de la création de cette autorité ?

a) Kun u een stand van zaken geven betreffende de voorbereidingen voor de oprichting van deze autoriteit ?

b) Quelle sera la structure de cette nouvelle autorité ?

b) Hoe zal de structuur van deze nieuwe autoriteit er uit zien ?

c) Combien de moyens supplémentaires seront-ils libérés pour renforcer l’efficacité de cette nouvelle autorité ?

c) Hoeveel extra middelen zullen er bijkomend vrijgemaakt worden om deze nieuwe autoriteit krachtdadiger te maken ?

3. Dans l’attente du démarrage de la nouvelle structure, les autorités actuelles bénéficieront d’un renfort en personnel.

3. In afwachting van de start van de nieuwe structuur zouden de bestaande mededingingsinstanties meer personeel krijgen.

a) Le Service de la concurrence et le Corps des rapporteurs ont déjà été renforcés. Envisagez-vous de procéder à d’autres recrutements à court terme ?

a) De Dienst voor mededinging en het Korps van verslaggevers werden reeds versterkt. Overweegt u hier op korte termijn nog bijkomende aanwervingen ?


2004

2005


1486

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11758

b) Il me revient que le Conseil aurait également bénéficié d’un renfort de 12 membres. Quand présentera-t-on ce plan d’extension de personnel au ministre du Budget ?

b) Ook de Raad zou naar verluidt uitgebreid worden tot 12 leden. Wanneer zal dit plan voor uitbreiding voorgelegd worden aan de minister van Begroting ?

4. Mme Ponet, ancienne présidente du Conseil, a déclaré dans une interview accordée au quotidien « De Tijd » le 10 décembre 2003 que l’on avait demandé au Bureau fédéral du Plan de mener une enquête générale à propos des secteurs contre lesquels aucune plainte n’a été déposée mais dont le Conseil souhaiterait réaliser une radioscopie.

4. mevrouw Ponet, voormalig voorzitster van de Raad vertelde in een interview in De Tijd van 10 december 2003 dat er aan het Federaal Planbureau gevraagd is een algemeen onderzoek in te stellen naar de sectoren waar geen klachten tegen zijn, maar waarvan de Raad voor de mededinging een doorlichting zou kunnen maken.

a) Cette enquête est-elle déjà cloˆturée ?

a) Is dit onderzoek reeds afgerond ?

b) Dans l’affirmative, le Conseil de la concurrence projette-t-il d’adopter, sur la base de cette enquête, une attitude proactive ?

b) Zo ja, plant de Raad voor de mededinging op basis van dit onderzoek pro-actief optreden ?

c) Dans l’affirmative, quels secteurs seront-ils concernés dans un avenir proche ?

c) Zo ja, in welke sectoren plant de Raad dit in de nabije toekomst te doen ?

d) Dans la négative, pourquoi ?

d) Zo neen, waarom niet ?

5. Quand pouvons-nous espérer la publication des rapports annuels du Conseil pour les années 2003 et 2004 ?

5. Tegen wanneer mogen we de jaarverslagen van 2003 en van 2004 van de Raad verwachten ?

DO 2004200503429

DO 2004200503429

Question no 237 de M. Willy Cortois du 22 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : E´volution du prix du pain.

Vraag nr. 237 van de heer Willy Cortois van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Le prix du pain a été libéralisé le 1er juillet 2004. Cette décision a suscité un émoi certain début juillet 2004, en raison des éventuelles conséquences de la libéralisation. Demandée par le secteur lui-même, cette libéralisation du prix du pain était cependant justifiée, la Belgique étant le seul pays européen ou` les pouvoirs publics fixaient le prix plafond du pain blanc coupé et emballé classique de 800 g.

Begin juli 2004 ontstond er nogal wat commotie omtrent de effecten van de liberalisering van de broodprijs die werd vrijgegeven op 1 juli 2004. Terechte liberalisering, door de sector gevraagd, vermits Belgie¨ het enige Europese land was waar de overheid een maximale broodprijs vaststelde voor een klassiek verpakt wit gesneden brood (800 g).

Des controˆles effectués par échantillonnage dans une centaine de points de vente (à l’initiative de votre prédécesseur, Mme Fientje Morrman) ont démontré que le prix de vente n’avait pas changé dans environ 80 % des cas, alors qu’une hausse du prix de l’ordre de 8 à 16 % avait été constatée dans environ 20 % des cas. Toujours selon cette enquête, l’augmentation moyenne du prix était de 2 % à peine. Votre prédécesseur avait annoncé de nouveaux controˆles par échantillonnage fin septembre 2004, afin de suivre l’évolution de la situation.

Uit controlesteekproeven in een honderdtal verkooppunten (op initiatief van uw voorgangster minister Fientje Moerman) bleek dat in circa 80 % van de gevallen de verkoopprijs ongewijzigd bleef en in circa 20 % steeg tussen de 8 % en de 16 %. Dit onderzoek wees ook uit dat de gemiddelde verhoging amper 2 % bedroeg. Uw voorgangster kondigde aan dat er eind september 2004 nieuwe steekproeven zouden worden verricht om na te gaan hoe de toestand evolueerde.

1. Quels sont les résultats de ces nouveaux controˆles, et ces résultats concordent-ils, le cas échéant, avec les conclusions des controˆles précédents ?

1. Kan u de resultaten van deze nieuwe controle meedelen en leidden zij naar resultaten toe tot dezelfde bevindingen ?


2004

Evolutie van de broodprijs.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11759

2. De nouveaux controˆles ont-ils encore été effectués depuis septembre 2004, et quelles en sont, le cas échéant, les conclusions ?

2. Werden na september 2004 nog nieuwe controles uitgeoefend en tot welke vaststellingen hebben zij aanleiding gegeven ?

DO 2004200503434

DO 2004200503434

Question no 238 de M. Geert Versnick du 22 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 238 van de heer Geert Versnick van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Création d’un « Fonds d’assainissement des sols pollués par des citernes à mazout ». — Concertation à propos de la fixation des prix et de l’assainissement des sols. — Responsabilité en cas d’inondations.

Oprichting van een « Mazoutfonds ». — Overleg omtrent prijsbepaling en bodemsanering. — Aansprakelijkheid bij overstromingen.

Les particuliers qui possèdent une citerne à mazout enfouie peuvent être tenus pour responsables d’une éventuelle pollution du sol.

Particuliere bezitters die een ondergrondse stookolietank bezitten zijn aanprakelijk voor eventuele bodemverontreiniging.

Le Fonds d’assainissement des sols pollués par des citernes à mazout a été créé pour venir en aide aux particuliers qui possèdent une citerne à mazout de moins de 25 ans et qui pourraient se retrouver dans une situation financière délicate, après avoir fait preuve de civisme en demandant un controˆle de leur citerne, si le bouchon de celle-ci venait à virer du vert au rouge.

Om te vermijden dat particulieren die een groene dop hebben, een keuring ondergingen en een stookolietank bezitten die nog geen 25 jaar oud is, in zware financie¨le problemen zouden komen omdat ze hun burgerplicht vervullen, ging een Mazoutfonds opgericht worden.

Ce fonds, alimenté par tous les consommateurs de mazout, devrait intervenir dans les frais d’assainissement. Mais deux ans après sa création, il n’est toujours pas opérationnel. Dans sa dernière note de politique, le ministre affirme qu’il amorcera les concertations nécessaires entre les régions afin de rendre le fonds opérationnel.

Dat fonds, gespijsd door alle mazoutgebruikers, zou tegemoetkomen om de sanering te betalen. Dit Mazoutfonds is twee jaar na oprichting nog steeds niet operationeel. De minister stelt in zijn recente beleidsnota dat het nodige overleg met de gewesten zal worden opgestart om het fonds operationeel te maken.

Du coˆté des autorités flamandes, cette concertation devait pouvoir s’achever rapidement puisque le ministre flamand de l’Environnement de l’époque avait conclu dès 2002 un accord avec le secteur du mazout. Hélas, la Wallonie est moins préoccupée par ce problème puisqu’elle ne compte que 70 000 citernes enfouies contre 450 000 pour la Flandre. Les risques sont donc plus élevés en Flandre.

Vanuit de Vlaamse overheid zou dit overleg snel afgewerkt kunnen worden, want in 2002 reeds heeft de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu een akkoord met de mazoutsector bereikt. Helaas, Wallonie¨ ligt niet wakker van dit probleem omdat er 70 000 ondergrondse reservoirs geteld zijn tegenover 450 000 in Vlaanderen. Het risico is dus groter in Vlaanderen.

Un autre problème se situe au niveau des risques en cas d’inondations et des responsabilités éventuelles. La note de politique est muette sur la question.

Een bijkomend probleem is het risico en de aansprakelijkheid bij overstromingen. Dit wordt niet uitdrukkelijk in de beleidsnota vermeld.

1. Quel est l’état d’avancement de la concertation avec la Région wallonne à propos de la fixation des prix et de l’assainissement du sol ?

1. Wat is de stand van zaken in het overleg met het Waals Gewest rond de prijsbepaling en bodemsanering ?

2. En cas d’inondations, les citernes pourraient provoquer une pollution des sols. Est-il prévu d’arrêter une réglementation pour indemniser les dommages qui pourraient en résulter ?

2. Welke regeling wordt uitgewerkt bij schade en bodemverontreiniging door tanks in geval van overstromingen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11760

Commerce extérieur

Buitenlandse Handel

DO 2004200503420

DO 2004200503420

Question no 47 de M. Dirk Van der Maelen du 22 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 47 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Exportation d’uranium appauvri vers la Belgique en provenance des E´tats-Unis.

Export vanuit de VS naar Belgie¨ van verarmd uranium.

L’uranium appauvri est normalement transporté dans des conteneurs pouvant contenir quelque 12 tonnes d’uranium appauvri. Il s’agit, en l’espèce, d’uranium appauvri du type UF6 (hexafluorure d’uranium). Les quantités exportées des E´tats-Unis vers la Belgique étant relativement limitées, pourriez-vous me préciser quelle est la forme chimique (U308, UF6 ou autre) sous laquelle l’uranium est transporté ?

Normaal wordt verarmd uranium vervoerd in containers die zo’n 12 ton verarmd uranium kunnen bevatten, in dit geval verarmd uranium in de vorm van UF6 (uranium hexafluoride).


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales

Sociale Zaken

Gezien de export naar Belgie¨ vanuit de VS relatief kleine hoeveelheden betreft, kan u ons meedelen in welke chemische vorm (U308, UF6 of andere) deze naar Belgie¨ getransporteerde hoeveelheden zich bevinden ?

DO 2004200503383

DO 2004200503383

Question no 257 de M. Roel Deseyn du 16 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 257 van de heer Roel Deseyn van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Allocations familiales pour les enfants de travailleurs frontaliers.

Kinderbijslag voor grensarbeiders.

Les travailleurs frontaliers exerçant une activité professionnelle en France et ne bénéficiant pas d’un droit de priorité en Belgique du fait de l’emploi de leur conjoint, doivent demander les allocations familiales en France (arrêt « Pinna »). Les allocations attribuées dans ce pays sont toutefois inférieures à celles allouées en Belgique, aussi l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés a-t-il décidé de suppléer lui-même la différence, mais en tenant compte des montants de novembre 1989 (règlement des droits acquis). Cette mesure est mentionnée dans le règlement de l’Union européenne 1408/71.

Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken en geen voorrangsrecht hebben in Belgie¨ uit hoofde van de tewerkstelling van hun partner, moeten kinderbijslag aanvragen in Frankrijk (arrest « Pinna »). De Franse uitkeringen zijn echter lager dan de Belgische en daarom besliste de Rijksdienst voor kinderbijslag van werknemers om het verschil zelf bij te passen. Dit werd echter beperkt tot de bedragen van in november 1989 (regeling van verworven rechten). Deze regeling werd ingeschreven in de EU-verordening 1408/71.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11761

Une catégorie bien précise de travailleurs frontaliers était même totalement exclue du système. En effet, les ménages à enfant unique ou dont les enfants ont plus de 20 ans ne bénéficient pas du tout d’allocations familiales en France. L’arrêté royal du 13 mars 2001 attribue désormais à ces ménages les allocations familiales belges complètes.

Een bepaalde categorie grensarbeiders viel zelfs volledig uit de boot. Gezinnen met slechts één kind of kinderen ouder dan 20 jaar krijgen helemaal geen kinderbijslag in Frankrijk. Door het koninklijk besluit van 13 Maart 2001 krijgen deze gezinnen nu de volledige Belgische kinderbijslag.

Cependant, l’arrêté royal du 13 mars 2001 est subordonné au règlement de l’UE. Certaines familles tombent donc toujours sous le coup de cette disposition et le plafonnement des montants à ceux de 1989 leur est toujours applicable. Un effort s’impose dès lors pour ces ménages. Il s’agirait d’un très petit groupe de personnes (une centaine de familles) et d’une dépense supplémentaire de 100 000 euros environ.

Het koninklijk besluit van 13 maart 2001 is echter ondergeschikt aan de EU-verordening. Hierdoor zijn er een aantal gezinnen die nog altijd onder de EUverordening vallen. Voor deze gezinnen geldt nog altijd de beperking van de bedragen tot het jaar 1989. Voor deze gezinnen dringt zich dan ook een inspanning op. Het zou gaan om een heel kleine groep van mensen (een honderdtal gezinnen) en een meeruitgave van ongeveer 100 000 euro.

1. Combien de familles relèvent-elles toujours du règlement de l’UE ? ` combien s’élèverait la dépense supplémentaire 2. A qu’entraıˆnerait l’octroi d’allocations familiales actualisées ? 3. Eˆtes-vous disposé à accorder à ces ménages des allocations familiales actualisées ?

1. Hoeveel gezinnen vallen nog altijd onder de EUverordening ?

Santé publique

Volksgezondheid

2. Hoe groot zal de meeruitgave zijn om hen een geactualiseerde kinderbijslag te verlenen ? 3. Bent u bereid deze gezinnen een geactualiseerde kinderbijslag te verlenen ?

DO 2004200503374

DO 2004200503374

Question no 403 de M. Guido De Padt du 16 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 403 van de heer Guido De Padt van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Controˆles de la pollution subie par les aliments pour bétail lors de leur transport.

Controles op verontreiniging van veevoeder door transport.

Aux Pays-Bas, l’organisation de transporteurs Transport en Logistiek Nederland (TLN) dénonce le transport d’aliments pour bétail dans des conteneurs et bennes souillés. D’après l’organisation, ceci implique un « risque pour la sécurité alimentaire ». Les responsables de TLN estiment que la surveillance semestrielle doit se faire à l’entrée de l’usine et non derrière un bureau, afin d’intercepter les transports d’aliments pour bétail dans des conteneurs souillés. Actuellement, il arrive encore trop fréquemment que des aliments pour bétail soient transportés dans des conteneurs ayant, par exemple, précédemment servi à transporter de l’engrais.

In Nederland klaagt de vervoersorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) het vervoer van veevoeder in vuile containers en laadbakken aan. Volgens de organisatie vormt dit verontreinigde transport een « risico voor de voedselveiligheid ». Het halfjaarlijkse toezicht moet, aldus de TLN, bij de poort van de fabriek plaatsvinden in plaats van achter het bureau teneinde het transport met vervuilde containers te onderscheppen. Veevoeder dat getransporteerd wordt in containers waarin bijvoorbeeld mest heeft gezeten, komt nog te veel voor.

1. a) Existe-t-il aussi Belgique des controˆles des transports d’aliments pour bétail dans des conteneurs et/ou bennes souillés ?

1. a) Worden er in Belgie¨ ook controles gehouden op het transport van veevoeder in vervuilde containers en/of laadbakken ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11762

b) Dans l’affirmative, combien de controˆles a-t-on effectué en 2002, 2003 et 2004 et combien d’infractions ont été constatées au cours de ces années ?

b) Zo ja, hoeveel controles werden er in 2002, 2003 en 2004 gehouden en hoeveel overtredingen werden er in die jaren vastgesteld ?

c) Dans quelles conditions précises les controˆles sontils effectués (à quel moment du transport, à quels endroits, quels documents ou certificats des transporteurs, etc.) ?

c) Hoe wordt er precies gecontroleerd (op welk moment van het vervoer, op welke plaatsen, welke documenten of certificaten van transporteurs, enzovoort) ?

d) D’après les résultats des controˆles, pensez-vous que les « risques pour la sécurité alimentaire » sont inexistants ou qu’il soit nécessaire de controˆler davantage ou différemment ?

d) Meent u, gezien de resultaten van de controles, dat het « risico voor de voedselveiligheid » onbestaand is of moet er meer en/of anders gecontroleerd worden ?

e) Dans la négative, n’est-il pas nécessaire d’effectuer de tels controˆles et n’y a-t-il pas un « risque pour la sécurité alimentaire » ?

e) Zo neen, is er dan geen noodzaak tot controles en met andere woorden geen « risico voor de voedselveiligheid » ?

2. a) La Belgique entreprend-elle actuellement d’autres actions, en dehors des controˆles éventuels tels que ceux effectués aux Pays-Bas, pour éviter que les aliments pour bétail soient souillés lors de leur transport ?

2. a) Lopen er in Belgie¨ op dit ogenblik andere acties, naast eventuele controles zoals in Nederland, tegen het verontreinigen van veevoeder door transport ?

b) Des mesures sont-elles prévues dans un avenir proche ?

b) Zijn er maatregelen gepland voor de nabije toekomst ?

DO 2004200503392

DO 2004200503392

Question no 405 de M. Guido De Padt du 17 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 405 van de heer Guido De Padt van 17 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. — Controˆleurs. — Code de conduite.

Federaal Voedselagentschap. — Controleurs. — Gedragscode.

Le ministre wallon de l’Agriculture dénonce la mentalité répressive et agressive de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. Il affirme que les agriculteurs wallons en ont assez de l’Agence fédérale et il reproche à celle-ci de ne pas diffuser d’informations suffisantes sur les normes qui doivent être respectées sur le plan de la production et de la préparation des denrées alimentaires.

De Waalse minister van Landbouw, stelt de repressieve en agressieve mentaliteit van het Federaal Voedselagentschap aan de kaak. Hij stelt dat de Waalse landbouwers het Federaal Voedselagentschap beu zijn en verwijt de organisatie dat het onvoldoende informatie geeft over de normen die moeten gerespecteerd worden bij de voedselproductie en voedselbereiding.

Entre-temps, l’Agence fédérale a adopté un code de conduite destiné à ses controˆleurs. Elle entend de cette manière répondre aux plaintes des agriculteurs et des hoˆteliers concernant le déroulement des controˆles. Ce code comporte une description détaillée de la manière dont les controˆleurs doivent se comporter sur le terrain.

Ondertussen heeft het Federaal Voedselagentschap een gedragscode aangenomen voor zijn controleurs. Op die manier wil het tegemoetkomen aan klachten van landbouwers en hoteliers tijdens controles. In de code wordt gedetailleerd beschreven hoe een controleur zich ter plaatse moet gedragen.

1. Quelles personnes concernées dans les secteurs agricole et horeca ont été entendues avant que ce code de conduite ne soit établi et adopté ?

1. Welke betrokkenen in de landbouw- en horecasector werden gehoord vooraleer deze gedragscode werd opgesteld en aangenomen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11763

` quels problèmes concrets d’importance 2. A majeure a-t-on voulu remédier et à quelles plaintes a-ton voulu répondre en instaurant ce code de conduite ?

2. Aan welke belangrijke concrete problemen en klachten wil men door de code in te voeren, tegemoetkomen ?

3. Combien de plaintes contre des controˆleurs de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (ventilées par région) a-t-on recensées en 2002, en 2003 et en 2004 ?

3. Hoeveel klachten tegen controleurs van het Federaal Voedselagentschap werden er (opgesplitst per gewest) in de jaren 2002, 2003 en 2004 geregistreerd ?

4. Eˆtes-vous d’accord avec votre collègue wallon quand il affirme que l’Agence fédérale n’aide et n’encadre absolument pas les agriculteurs, mais poursuit sa politique de controˆles et de sanctions ?

4. Bent u het eens met uw Waalse collega wanneer die stelt dat het Federaal Voedselagentschap de landbouwers helemaal niet helpt en hen niet omkadert maar wel doorgaat met controleren en sanctioneren ?

DO 2004200503151

DO 2004200503151



Risque d’irradiation duˆ aux antennes GSM et aux lignes à haute tension.

Stralingsgevaar van antennes en hoogspanningslijnen.

Des études montrent que les rayonnements émis par les antennes GSM sont généralement négligeables. Pourtant, l’Institut belge des Services postaux et des Télécommunications (IBPT) reçoit régulièrement des réclamations fondées de personnes qui pensent être exposées à trop de radiations. Il s’avère que ce ne sont pas les antennes GSM qui sont la cause de leurs problèmes mais les petites antennes qui sont par exemple fixées à la façade. Les rayonnements émis par ces antennes sont beaucoup moins puissants mais le sont à proximité des gens.

Uit studies blijkt dat de straling van GSM-antennes veelal verwaarloosbaar is. Toch krijgt het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) regelmatig enkele terechte meldingen binnen van mensen die denken dat ze bloot staan aan te veel straling. Het blijkt dat het niet de hoge antennes zijn die voor problemen zorgen, maar veelal de kleine antennes die bijvoorbeeld aan de gevel bevestigd zijn. Deze antennes zenden een veel minder krachtige straling uit, maar deze kan zich vlakbij de mensen bevinden.

1. Combien de fois l’IBPT est-elle intervenue sur place pour mesurer les rayonnements émis par une antenne et en ordonner ensuite le déplacement ou la modification ?

1. Hoeveel bedraagt het aantal keren dat het BIPT is uitgerukt om de straling van een antenne te meten, en vervolgens tot een verplaatsing of aanpassingen van een antenne heeft bevolen ?

2. Le nombre de ces interventions a-t-il eu tendance à croıˆtre ou à décroıˆtre au cours des dernières années ?

2. Is dit aantal in stijgende of in dalende lijn over de jaren ?

3. Quelles catégories de problèmes distingue-t-on ?

3. Welke categoriee¨n van problemen zijn er te onderscheiden ?

4. a) Des études ont-elles été réalisées récemment pour quantifier les effets subis par les personnes qui vivent sous une ligne à haute tension ?

4. a) Bestaan er recente studies naar het effect van wonen onder hoogspanningslijnen ?

` quels résultats ont-elles abouti ? b) A

b) Wat zijn de resultaten hiervan ?

c) Quel danger ces lignes à haute tension représentent-elles pour la santé publique ?

c) Welk gevaar bestaat er voor de volksgezondheid ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11764

DO 2004200503447

DO 2004200503447

Question no 407 de M. Luk Van Biesen du 23 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 407 van de heer Luk Van Biesen van 23 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Hoˆpitaux. — Médecins spécialistes. — Salaires moyens.

Ziekenhuizen. — Artsen-specialisten. — Gemiddelde lonen.

D’aucuns estiment que des médecins aux revenus plus que confortables devraient accepter une réduction de leur traitement et qu’il conviendrait de revaloriser certains actes intellectuels, tels que les prestations des pédiatres et des psychiatres.

Er gaan stemmen op om artsen die teveel verdienen te laten inleveren terwijl intellectuele prestaties, zoals die van de pediater en de psychiater, daarentegen dienen opgewaardeerd te worden.

Certains spécialistes gagneraient jusqu’à 750 000 euros par an, même si, selon d’autres sources, un tel niveau de revenus concernerait à peine une dizaine de personnes.

Er zouden specialisten zijn die tot 750 000 euro per jaar verdienen. Anderen beweren dat nog geen tien specialisten in de buurt van een dergelijk toploon komen.

Il ne faut toutefois pas oublier que les médecins cèdent en moyenne 40 à 50 % de leurs honoraires à l’hoˆpital qui les emploie. Ces retenues sur les honoraires servent à combler les déficits des hoˆpitaux.

Men vergeet evenwel dat artsen gemiddeld zo’n 40 tot 50 % van hun ereloon afstaan aan het ziekenhuis waar ze werken. Deze afhoudingen op het ereloon door het ziekenhuis dienen om de deficits van ziekenhuizen op te vangen.

1. Combien de médecins spécialistes dans notre pays gagnent environ 750 000 euros par an ?

1. Hoeveel artsen-specialisten verdienen in ons land zo’n 750 000 euro per jaar ?

2. Pourriez-vous fournir un aperçu du revenu moyen des médecins spécialistes, selon leur spécialité ?

2. Kan een overzicht gegeven worden van de gemiddelde lonen van artsen-specialisten, onderverdeeld naargelang hun specialisatie ?

3. Quel montant/pourcentage de leurs honoraires les médecins spécialistes doivent-ils céder aux hoˆpitaux ?

3. Welk bedrag/percentage dienen specialisten van hun ereloon af te staan aan de ziekenhuizen ?

DO 2004200503448

DO 2004200503448



Hoˆpitaux. — Fermeture.

Ziekenhuizen. — Sluiting.

La proposition visant à fermer un certain nombre d’hoˆpitaux inquiète les médecins hospitaliers et provoque leur mécontentement.

Het voorstel om een aantal ziekenhuizen te sluiten zorgt voor onrust en ongenoegen bij de ziekenhuisartsen.

La question se pose de savoir si la mise en place d’entités hospitalières de très grande taille permet réellement de réaliser des économies.

De vraag dient gesteld of het tot stand brengen van mega-ziekenhuizen besparend werkt.

1. a) Avez-vous l’intention de procéder à la fermeture d’hoˆpitaux ?

1. a) Ligt het al of niet in de bedoeling ziekenhuizen te sluiten ?

b) Dans l’affirmative, dans quel délai ?

b) Zo ja, op welke termijn eventueel ?

2. Disposez-vous de données chiffrées permettant d’établir une corrélation entre la taille des hoˆpitaux,

2. Beschikt u over enig cijfermateriaal waardoor men een relatie zou kunnen leggen tussen enerzijds de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11765

d’une part, et la consommation médicale, d’autre part ?

omvang van een ziekenhuis en anderzijds de medische consumptie ?

DO 2004200503450

DO 2004200503450



Vente de médicaments sur internet. ` la suite de l’arrêt de la Cour européenne de A Justice dans l’affaire « DocMorris » (11 décembre 2003), la vente de médicaments sur internet est autorisée, du moins pour les médicaments qui ne nécessitent pas de prescription et à condition qu’ils soient enregistrés dans le pays de celui qui en passe commande. La fourniture par le biais d’internet de médicaments faisant l’objet d’une prescription est interdite.

Verkoop van geneesmiddelen via het internet.

1. Dans quelle mesure cet arrêt est-il conciliable avec l’arrêté royal du 31 mai 1885 approuvant les nouvelles instructions pour les médecins, pour les pharmaciens et pour les droguistes qui consacre le principe suivant lequel aucun médicament ne peut être délivré en dehors des officines des pharmaciens, ce qui exclut de fait la vente à distance de médicaments, comme sur internet ?

1. In welke mate is dit arrest te rijmen met het koninklijk besluit van 31 mei 1885 houdende goedkeuring der nieuwe onderrichtingen voor de geneesheren, de apothekers en de drogisten dewelke het principe omvat dat geen enkel geneesmiddel mag afgeleverd worden buiten de officina van de apotheker, hetgeen de facto de verkoop op afstand van geneesmiddelen, zoals via het internet, uitsluit ?

2. a) Existe-t-il déjà en Belgique des entreprises qui mettent en vente sur internet ce type de médicaments ?

2. a) Bestaan er reeds bedrijven in Belgie¨ die geneesmiddelen via het internet te koop aanbieden ?

b) Dans l’affirmative, combien ?

b) Zo ja, hoeveel ?

c) Dans la négative, comment l’expliquez-vous ?

c) Zo neen, hoe verklaart u dit ?

d) Quelle évolution entrevoyez vous dans ce cadre ?

d) Hoe verwacht u dat dit zal evolueren ?

3. Depuis l’étranger, des médicaments requérant une prescription ou des médicaments qui ne sont pas enregistrés chez nous sont aussi commercialisés sur internet.

3. Vanuit het buitenland worden via het internet ook geneesmiddelen aangeboden waarvoor een voorschrift is vereist of geneesmiddelen die hier niet geregistreerd zijn.

a) Quel service controˆle cette commercialisation depuis l’étranger ?

a) Welke dienst doet de controle hierop ?

b) Quelle collaboration internationale est prévue en la matière ?

b) Welke internationale samenwerking bestaat er in deze ?

c) Combien d’infractions ont été constatées depuis le début de 2005 et comment a évolué le nombre d’infractions constatées au cours des derniers mois ?

c) Hoeveel inbreuken werden sinds begin 2005 vastgesteld en hoe verloopt de evolutie van het aantal vastgestelde inbreuken over de maanden ?

4. a) Quelles actions avez-vous entreprises pour éclairer nos concitoyens sur les risques qu’ils courent en achetant des médicaments à distance ?

4. a) Welke acties heeft u ondernomen om de burger bekend te maken met de gevaren die verbonden zijn aan het kopen van geneesmiddelen op afstand ?


2004

Ingevolge het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak « DocMorris » (11 december 2003) is de verkoop van geneesmiddelen via het internet toegestaan, althans voor geneesmiddelen die geen voorschrift van een arts vergen, en op voorwaarde dat ze geregistreerd zijn in het land van wie ze bestelt. Het leveren van voorgeschreven geneesmiddelen via het internet is verboden.

2005


1487

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11766

b) Quelles actions envisagez-vous de mener à l’avenir ?

b) Welke acties overweegt u in de toekomst ?



Emploi

Werk

DO 2004200503418

DO 2004200503418

Question no 245 de M. Guy D’haeseleer du 22 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 245 van de heer Guy D’haeseleer van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Conventions de premier emploi. — Adaptation du groupe cible.

Startbaanovereenkomsten. — Aanpassing doelgroep.

Le plan « premiers emplois jeunes », mieux connu sous le nom de « plan Rosetta« , est entré en vigueur le 1er avril 2000. Le groupe cible des conventions de premier emploi a été adapté à partir du 1er janvier 2004.

Op 1 april 2000 trad het startbanenplan, beter gekend als het « Rosettaplan », in werking. Vanaf 1 januari 2004 werd de doelgroep van de startbaanovereenkomsten aangepast.

1. Combien de conventions de premier emploi ontelles été conclues en 2004, par région, en précisant également :

1. Hoeveel startbaanovereenkomsten werden er gesloten in 2004, opgesplitst voor het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest van :

a) le nombre de conventions de premier emploi en fonction du groupe cible;

a) het aantal doelgroep;

b) le nombre de conventions de premier emploi par sexe;

b) het aantal startbaanovereenkomsten per geslacht;

c) le nombre de personnes peu qualifiées ayant signé une convention de premier emploi;

c) het aantal laaggeschoolden in de startbaanovereenkomsten;

d) le pourcentage de conventions de premier emploi consistant en un contrat de travail ordinaire;

d) het aandeel van de startbaanovereenkomsten die bestonden uit een gewone arbeidsovereenkomst;

e) le pourcentage de conventions de premier emploi consistant en un contrat de travail ordinaire, combiné avec une formation ?

e) het aandeel van de startbaanovereenkomsten die bestonden uit een gewone arbeidsovereenkomst gecombineerd met een opleiding ?

2. A-t-on pu constater, après l’adaptation du groupe cible, que les conventions de premier emploi bénéficient davantage aux personnes peu qualifiées ?

2. Is er na de aanpassing van de doelgroep van de startbaanovereenkomsten een verandering merkbaar waardoor de startbaanovereenkomsten meer ten goede komen van de laaggeschoolden ?


2004

2005

startbaanovereenkomsten

volgens


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11767

DO 2004200503438

DO 2004200503438

Question no 246 de M. Guy D’haeseleer du 23 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 246 van de heer Guy D’haeseleer van 23 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Couˆts du crédit-temps.

Kosten van het tijdskrediet.

Quelles étaient, en 2004, les charges financières supportées par le gouvernement fédéral pour les Régions flamande, wallonne et bruxelloise en ce qui concerne :

Wat waren, opgesplitst voor het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest, de financie¨le lasten gedragen door de federale Staat in 2004 voor :

1. l’interruption de carrière;

1. loopbaanonderbreking;

2. le crédit-temps;

2. tijdskrediet;

3. le congé parental;

3. ouderschapsverlof;

4. le congé pour assistance médicale;

4. verlof voor de medische bijstand;

5. le congé pour soins palliatifs ?

5. verlof voor palliatieve zorg ?

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2004200502823

DO 2004200502823

Question no 99 de M. Guido De Padt du 21 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 99 van de heer Guido De Padt van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Controˆle des normes de sécurité en matière de jouets.

Controles op de veiligheidsnormen van speelgoed.

Selon des informations récentes fournies par TestAchats, nombre de jouets peuvent être dangereux. Malgré les controˆles et les normes légales, il semblerait que de nombreux jouets ne répondent pas aux normes de sécurité. Sur les 35 produits testés, 14 n’ont pas obtenu de résultats concluants.

Volgens recente gegevens van Test-Aankoop is veel speelgoed helemaal niet veilig. Beweerd wordt dat ondanks controles en wettelijke normen veel speelgoed niet voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. Van de 35 geteste producten scoorden er 14 slecht.

Pourriez-vous préciser, pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 :

Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 mededelen :

1. Combien de controˆles ont été réalisés sur les normes de sécurité des jouets ?

1. hoeveel controles er werden uitgevoerd op de veiligheidsnormen van speelgoed;

2. Quels étaient les résultats de ces controˆles et quelle suite a été donnée aux infractions constatées ?

2. wat de resultaten van die controles waren en welk gevolg werd gegeven aan de vastgestelde inbreuken;

3. Combien d’enfants ont été victimes de jouets dangereux et quelles en ont été les conséquences pour ces enfants ?

3. hoeveel kinderen het slachtoffer werden van onveilig speelgoed en welke gevolgen dit voor de kinderen had;

4. Quelles initiatives ont été prises par les autorités fédérales en vue d’améliorer la sécurité des jouets sur notre territoire ?

4. welke initiatieven de federale overheid heeft genomen om de veiligheid van het speelgoed op ons grondgebied te verbeteren ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11768

DO 2004200503430

DO 2004200503430

Question no 100 de M. Roel Deseyn du 22 février 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 100 van de heer Roel Deseyn van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Intervention des opérateurs contre les abus en matière de lignes payantes.

Optreden van de operatoren tegen de misbruiken van betaallijnen.

Selon un article paru dans « De Tijd », Belgacom aurait instauré, le 15 janvier 2005, une procédure de plainte relative aux abus en matière de lignes payantes. Les abus commis par le biais des lignes payantes 077et 090x sont connus depuis longtemps. Depuis le milieu de l’an passé, un code de conduite contraint les exploitants à annoncer le couˆt de la communication au début de celle-ci et à demander au client s’il l’accepte. E´tant donné l’absence de sanctions notamment, le service de médiation des Télécommunications continue à enregistrer de nombreuses plaintes relatives à la manière trompeuse dont ces services payants sont proposés.

Volgens een bericht van De Tijd zou Belgacom sinds 15 januari 2005 voorzien in een klachtenprocedure aangaande misbruiken met betaallijnen. De misbruiken via 077- en 090x-betaallijnen zijn al lang gekend. Sinds midden vorig jaar bestaat er een gedragscode waardoor de uitbaters van de 077- en 090xbetaallijnen de kostprijs aan het begin van het gesprek moeten bekendmaken en de klant dienen te vragen of hij met die prijs akkoord gaat. Onder meer wegens het ontbreken van sancties, lopen er bij de Ombusdienst voor Telecommunicatie nog altijd veel klachten binnen over de misleidende manieren waarop de betaaldiensten worden aangeboden.

Les plaintes déposées auprès du service de médiation proviennent souvent d’utilisateurs qui surfent sur l’internet par le biais d’une ligne téléphonique classique et ne savent pas qu’ils activent des connexions internet onéreuses. En cliquant sur ou à coˆté d’un écran pop-up, ils installent involontairement un « dialer » sur leur ordinateur. Ce système interrompt la connexion internet en cours, efface les paramètres du modem et rétablit la connexion par le biais d’un numéro 077- ou 090x onéreux.

De klachten bij de ombudsdienst hebben vaak betrekking op mensen die via een klassieke telefoonlijn surfen en niet weten dat ze dure internetverbindingen activeren. Door een zogenaamd pop-upvenster aan of uit te klikken, installeren ze onbewust een « dialer » op hun computer. Die verbreekt de lopende internetverbinding en overschrijft de modeminstellingen, waardoor de connectie voortaan via een duur 077- of 090xnummer verloopt.

1. a) Tous les opérateurs, petits et grands, proposent-ils cette procédure de plainte ?

1. a) Bieden alle kleine en grote operatoren een dergelijke dienst aan ?

b) Dans la négative, lesquels ne la proposent pas ?

b) Zo neen, welke niet ?

c) Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour que l’ensemble des opérateurs instaurent une procédure de plainte ?

c) Welke acties overweegt u te ondernemen teneinde te maken dat ook deze operatoren voorzien in een klachtenprocedure ?

2. Combien de plaintes y a-t-il eues concernant les lignes payantes 077- et 090x, sur une base trimestrielle, depuis le 1er janvier 2004 jusqu’à aujourd’hui ?

2. Hoe verloopt het aantal klachten omtrent deze 077- en 090x-betaallijnen uitgesplitst per drie maanden vanaf 1 januari 2004 tot op de dag van vandaag ?

3. Quelles sont les différentes catégories de plaintes ?

3. Welke categoriee¨n van klachten zijn te onderscheiden in deze klachten ?

4. a) Pourquoi a-t-il fallu autant de temps avant que les principaux opérateurs prévoient des procédures de plaintes ?

4. a) Waarom heeft het zolang geduurd vooraleer de belangrijkste operatoren in klachtenprocedures voorzagen ?

b) Pourquoi n’êtes-vous pas intervenu pour accélérer l’instauration de ces procédures ?

b) Waarom heeft u niet opgetreden om dit te versnellen ?

c) En avez-vous la compétence légale ?

c) Heeft u een wettelijke bevoegdheid hiertoe ?

5. La solution définitive peut être offerte par le code d’éthique conformément à la loi du 21 mai 1991

5. Een definitieve oplossing kan de ethische code zijn zoals bepaald in de wet van 21 maart 1991 betref-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11769

portant réforme de certaines entreprises publiques économiques et la prochaine ’loi sur les télécommunications’.

fende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en de nakende « telecomwet ».

a) Partagez-vous cet avis ?

a) Deelt u deze mening ?

b) Dans l’affirmative, pouvez-vous préciser la date exacte de l’instauration de la commission d’éthique d’une part et du code d’éthique d’autre part ?

b) Zo ja, kan u de exacte datum geven tegen wanneer we respectievelijk de installatie van de ethische commissie en de etische code kunnen verwachten ?

c) Pouvez-vous également expliquer le retard dans leur mise en œuvre ?

c) Kan u ook de vertraging in haar opstelling verklaren ?

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200503421

DO 2004200503421

Question no 98 de M. Koen T’Sijen du 22 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 98 van de heer Koen T’Sijen van 22 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Aide médicale urgente pour les demandeurs d’asile.

Dringende medische hulp aan asielzoekers.

Les étrangers qui séjournent illégalement dans notre pays ont droit à une aide médicale urgente. Les CPAS et certains étrangers nous font savoir que la procédure à suivre pour l’obtention de cette aide urgente n’est pas suffisamment connue. Et les soins dispensés au sein d’un hoˆpital sont plus onéreux et d’une nature plus complexe que les soins prodigués par les généralistes. Or il se trouve que les dispensateurs de soins, en particulier les hoˆpitaux, ont la mauvaise habitude d’informer tardivement les CPAS des soins qu’ils ont donnés, ce qui met en péril le droit des CPAS de se faire rembourser les sommes qu’ils ont avancées. De plus, les dispensateurs de soins doivent être attentifs aux préoccupations des CPAS qui souhaiteraient notamment être informés à temps, voudraient qu’une enquête sociale soit menée et aimeraient que certains soins ne soient plus exclus). Une campagne d’information axée sur les dispensateurs de soins et les CPAS pourrait y remédier.

Vreemdelingen die illegaal in ons land verblijven hebben recht op dringende medische hulp. Signalen vanuit de OCMW’s en de vreemdelingen stellen dat de procedure in verband met dringende medische hulp niet voldoende gekend is. Verzorging in het ziekenhuis is duurder en omslachtiger dan verzorging door de huisarts. Zorgverleners, vooral ziekenhuizen, brengen het OCMW nogal eens laattijdig op de hoogte van de verleende zorgen waardoor het terugvorderingsrecht van het OCMW in het gedrang komt. Zorgverleners moeten ook oog hebben voor de bekommernissen van het OCMW (tijdige verwittiging, sociaal onderzoek, bepaalde zorgverlening is uitgesloten enzovoort). Een gerichte informatiecampagne naar zorgverleners en OCMW’s zou hier kunnen helpen.

Mais pour l’heure, les CPAS doivent prendre à leur charge les factures avant que l’E´tat ne les ait acquit-

De OCMW’s moeten de rekeningen ten laste nemen vooraleer de Staat hen betaald heeft. De procedure om


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11770

tées. Et les procédures que doivent observer les CPAS pour obtenir de l’E´tat remboursement de ces frais sont complexes.

de kosten van de Staat te kunnen terugvorderen zijn ingewikkeld.

Actuellement, les soins psychiatriques ne relèvent pas de ce que l’on appelle l’aide médicale urgente. Les CPAS ne peuvent donc obtenir de l’E´tat le remboursement des frais qui y sont liés. Aussi nombre de CPAS sont-ils peu enclins à accepter de payer les soins psychiatriques que requièrent des étrangers en séjour illégal. Toutefois, les tribunaux du travail condamnent les CPAS au paiement des factures dues pour ces soins qui peuvent s’élever à des montants faramineux et poser des problèmes budgétaires à de petits CPAS. Des calculs effectués par le « Medisch Steunpunt Mensen zonder Papieren » (centre d’aide médicale aux sanspapiers) font apparaıˆtre qu’il serait plus avantageux pour l’E´tat de faire ressortir les soins psychiatriques à l’aide médicale urgente.

Psychiatrische verzorging valt momenteel niet onder het begrip dringende medische hulp. De daaraan verbonden kosten kunnen niet van de Staat teruggevorderd worden. Veel OCMW’s staan dan ook huiverachtig tegenover het aanvaarden van psychiatrische verzorging voor illegaal verblijvende vreemdelingen. De arbeidsrechtbanken veroordelen de OCMW’s nochtans tot de betaling van de rekeningen. Die rekeningen kunnen hoog oplopen en kunnen bij een klein OCMW budgettaire problemen veroorzaken. Uit berekeningen van het Medisch Steunpunt Mensen zonder Papieren blijkt dat het voordeliger is voor de Staat wanneer psychiatrische verzorging wel onder dringende medische hulp zou vallen.

1. Envisagez-vous de mener une campagne d’information pour mieux informer les CPAS ainsi que les dispensateurs de soins de la réglementation relative à l’aide médicale urgente ?

1. Plant u een informatiecampagne om zowel de OCMW’s als de zorgverleners beter te informeren over de regeling met betrekking tot de dringende medische hulp ?

2. Envisagez-vous de simplifier la procédure que les CPAS doivent suivre pour obtenir de l’E´tat le remboursement des frais qu’ils ont engagés, et de modifier le délai de 45 jours ?

2. Overweegt u de procedure om de kosten van de Staat terug te vorderen te vereenvoudigen, alsook de 45-dagen termijn te wijzigen ?

3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour faire en sorte que les soins psychiatriques relèvent dorénavant de l’aide médicale urgente ?

3. Overweegt u maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat psychiatrische verzorging wel onder de directe medische hulp zal vallen ?

DO 2004200503440

DO 2004200503440

Question no 100 de M. David Geerts du 23 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 100 van de heer David Geerts van 23 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Ećoles. — Visites aux camps d’extermination.

Scholen. — Bezoeken van vernietigingskampen.

La connaissance du génocide nazi est nécessaire pour arriver à une prise de conscience et à une attitude démocratique mais elle n’est pas suffisante. Il est tout aussi important de restituer ces connaissances dans leur contexte.

Kennis over de nazi-genocide is een voorwaarde om te komen tot inzicht en tot een democratische attitude, maar is op zich niet voldoende. Het contextualiseren van die kennis is even belangrijk.

C’est dès lors à juste titre que vous traitez du sujet dans votre note de politique générale.

In uw beleidsnota besteedt u hier dan ook terecht aandacht aan.

Quelles initiatives concrètes avez-vous prises et comment comptez-vous soutenir les écoles qui organisent des visites aux camps d’extermination ?

Welke concrete initiatieven heeft u genomen en wat is uw visie om scholen te ondersteunen om vernietigingskampen te bezoeken ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11771

Ministre de la Mobilité

Minister van Mobiliteit

DO 2004200503375

DO 2004200503375

Question no 229 de M. Bert Schoofs du 16 février 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 229 van de heer Bert Schoofs van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Controˆles de véhicules aux frontières des pays limitrophes. — Taxe allemande sur les camions. — Facilités pour les chauffeurs de camions néerlandophones.

Controle van voertuigen aan de grenzen met de buurlanden. — Duitse taks op vrachtwagens. — Faciliteiten voor Nederlandstalige vrachtwagenbestuurders.

Depuis l’instauration de la taxe sur les camions en Allemagne, des facilités sont offertes en plusieurs langues aux chauffeurs sur le plan du traitement administratif et du paiement. Ceci ne serait toutefois que partiellement le cas en ce qui concerne le néerlandais, aussi la procédure est-elle nettement moins simple pour les chauffeurs néerlandophones que pour leurs collègues accomplissant ces formalités en allemand, en français ou en anglais, par exemple.

Sedert de invoering van de taks op vrachtwagens in Duitsland bestaan er in diverse talen faciliteiten voor de bestuurders op het vlak van de administratieve afhandeling en de betaling. Voor de Nederlandse taal zou zulks echter slechts gedeeltelijk het geval zijn, waardoor de Nederlandstalige chauffeurs geconfronteerd worden met een minder vlotte procedure dan chauffeurs die in bijvoorbeeld het Duits, het Frans of het Engels bediend worden.

1. Pouvez-vous fournir un aperçu des facilités proposées aux chauffeurs de camions néerlandophones qui doivent desservir l’Allemagne, par comparaison avec le service proposé dans d’autres langues utilisées dans le cadre de la perception de la taxe allemande sur les camions et du traitement des formalités relatives à celle-ci ?

1. Kan u een overzicht geven van de faciliteiten voor Nederlandstalige vrachtwagenbestuurders die Duitsland moeten aandoen, zulks in vergelijking met de bediening in andere talen die gehanteerd worden bij de inning en de afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de Duitse taks op vrachtwagens ?

2. S’il s’avérait qu’il existe une différence avec d’autres langues, seriez-vous disposé à aborder la question avec votre homologue allemand et, éventuellement, à mettre l’accent sur un possible handicap concurrentiel subi par les chauffeurs flamands et néerlandais à la suite d’une procédure plus lente ?

2. Zo er een verschil bestaat met andere talen, bent u dan bereid om de zaak aan te kaarten bij uw Duitse ambtgenoot en eventueel te wijzen op een mogelijk concurrentienadeel dat Vlaamse en Nederlandse truckers zouden kunnen lijden als gevolg van een tragere procedure ?

DO 2004200503410

DO 2004200503410

Question no 230 de M. Koen T’Sijen du 21 février 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 230 van de heer Koen T’Sijen van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Compétences des surveillants habilités. — Enfants à vélo.

Bevoegdheden van de gemachtigde opzichters. — Kinderen met fiets.

Les surveillants habilités sont très utiles aux abords des écoles ou` ils aident les enfants à traverser la chaussée en toute sécurité. Selon la circulaire de 1999, ces surveillants ne sont habilités qu’à aider les piétons alors qu’il arrive souvent que des enfants sortent de l’école à vélo et aient besoin d’aide pour traverser la route.

Gemachtigde opzichters worden met succes ingezet aan scholen om kinderen veilig te helpen oversteken. Volgens de rondzendbrief van 1999 helpen ze enkel voetgangers, terwijl aan schoolpoorten ook vaak kinderen op de fiets hulp nodig hebben bij het oversteken.

Avez-vous déjà pris des mesures pour étendre les compétences des surveillants habilités en les autorisant également à aider les enfants à vélo à traverser la route ?

Heeft u al maatregelen genomen om de bevoegdheid van de opzichters uit te breiden tot het helpen oversteken van kinderen op de fiets ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11772

Ministre de l’Environnement et des Pensions

Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2004200503195

DO 2004200503195

Question no 55 de Mme Muriel Gerkens du 18 février 2005 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 55 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Deuxième plan de développement durable. — Directive 2001/42.

Tweede plan voor duurzame ontwikkeling. — Richtlijn 2001/42.

La directive 2001/42 du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement. Les E´tats membres devaient prendre les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004.

Overeenkomstig de richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s dient dat ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling te worden onderworpen. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking treden om voó´r 21 juli 2004 aan deze richtlijn te voldoen.

Cette directive me semble être d’application sur le deuxième plan de développement durable approuvé par le gouvernement le 24 septembre 2004.

Naar mijn mening is die richtlijn van toepassing op het tweede plan voor duurzame ontwikkeling dat door de regering op 24 september 2004 werd goedgekeurd.

1. a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de l’élaboration du deuxième plan de développement durable de la directive 2001/42 ?

1. a) Op welke manier werd bij de uitwerking van het tweede plan voor duurzame ontwikkeling met de richtlijn 2001/42 rekening gehouden ?

b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ?

b) Wie heeft het verslag over de gevolgen voor het milieu opgesteld ?

c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce rapport ?

c) Op welke manier heeft u met dat verslag rekening gehouden ?

2. Ou` en êtes-vous avec la transposition de cette directive en droit belge ?

2. Hoe zit het met de omzetting van die richtlijn in Belgisch recht ?

Pensions

Pensioenen

DO 2004200503397

DO 2004200503397

Question no 83 de M. David Geerts du 17 février 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 83 van de heer David Geerts van 17 februari 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Cotisation spéciale de sécurité sociale. — Discrimination par rapport à la forme de cohabitation.

Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. — Discriminatie samenlevingsvorm. E´én van de krachtlijnen van de belastinghervorming in de personenbelasting betreft een belastingsysteem dat neutraal is ten aanzien van de samenlevingsvorm.

La neutralité du régime fiscal à l’égard du type de cohabitation constitue l’une des lignes de forces de la réforme fiscale en matière d’impoˆt des personnes physiques.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11773

Le gouvernement a déjà pris certaines mesures dans cette optique (même montant de base de la quotité exemptée d’impoˆts pour les personnes mariées, les cohabitants et les personnes isolées; décumul de tous les revenus; extension du quotient conjugal aux cohabitants légaux).

In dit kader heeft de regering reeds een aantal maatregelen genomen (gelijk basisbedrag van de belastingvrije som voor gehuwden — samenwonenden — alleenstaanden; decumul van alle inkomsten; uitbreiding huwelijksquotie¨nt naar wettelijk samenwonenden).

Une discrimination subsiste toutefois dans le calcul de l’impoˆt (exercice d’imposition 2005 — revenus de 2004), à savoir la cotisation spéciale de sécurité sociale.

Er blijft in de belastingberekening (aanslagjaar 2005 — inkomsten 2004) nog één discriminatie over, namelijk de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid.

Les articles 106 à 112 de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales ont instauré au 1er avril 1994 une cotisation spéciale de sécurité sociale (CSSS) calculée sur la base du revenu total net imposable du ménage.

De artikelen 106 tot 112 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen voeren met ingang van 1 april 1994 een bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (BBSZ) in. Deze BBSZ wordt berekend op basis van het totale belastbare netto gezinsinkomen.

La précision selon laquelle il s’agit d’un « revenu du ménage » va à l’encontre du principe de neutralité de l’imposition par rapport à la forme de cohabitation. Une discrimination subsiste entre les époux/ cohabitants légaux et les personnes isolées, ce qui ne concorde pas avec le principe de neutralité de l’imposition poursuivi par le gouvernement.

Juist deze bepaling dat het gaat om een « gezinsinkomen » maakt dat de neutraliteit ten aanzien van de samenlevingsvorm niet gehaald wordt. Er blijft een discriminatie bestaan tussen de gehuwden/ wettelijk samenwonenden en de alleenstaanden. Dit stemt niet overeen met het neutraliteitsprincipe dat de regering nastreeft.

1. Eˆtes-vous conscient de cette injustice ?

1. Bent u zich bewust van deze ongelijkheid ?

2. Envisagez-vous une modification du mode de calcul de la CSSS ?

2. Overweegt u om de berekeningswijze van de BBSZ aan te passen ?

DO 2004200503419

DO 2004200503419

Question no 84 de M. Daniel Bacquelaine du 22 février 2005 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 84 van de heer Daniel Bacquelaine van 22 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Pensions de survie. — Réévaluation des pensions.

Overlevingspensioenen. — Herziening van de pensioenen.

Le cumul de la pension de survie avec une pension de retraite du même ou d’un autre régime n’est autorisé que jusqu’à un plafond déterminé.

Een overlevingspensioen mag maar tot een bepaald plafond met een rustpensioen uit hetzelfde of een ander stelsel worden samengevoegd.

` l’occasion d’une réévaluation de pension, c’est le A même plafond qui demeure cependant d’application.

Wanneer het pensioen wordt herzien, blijft evenwel hetzelfde plafond van toepassing.

La conséquence est que dès lors certains pensionnés ne bénéficient nullement de l’augmentation susdite.

Daardoor kunnen sommige gepensioneerden geen aanspraak maken op zo’n pensioenverhoging.

On peut considérer qu’il s’agit là d’une situation inéquitable qui justifierait qu’on y apporte une solution adéquate.

Mijns inziens is dit een onrechtvaardige toestand die op een gepaste manier moet worden rechtgetrokken.

Quel est votre avis sur cette question ?


Wat is uw standpunt hierover ? 2004

2005


1488

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11775

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2003200421362

DO 2003200421362

Question no 249 de M. Alfons Borginon du 26 avril 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 249 van de heer Alfons Borginon van 26 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Formes de coopération entre le ministre fédéral de la Justice et certaines entités fédérées en matière de politique criminelle.

Samenwerkingsvormen tussen de federale minister van Justitie en sommige gedefedereerde entiteiten inzake strafrechtelijk beleid.

Conformément aux articles 143bis-143ter du Code judiciaire, la politique criminelle relève de la compétence exclusive des autorités fédérales. Elle est arrêtée par le ministre fédéral de la Justice et le Collège des procureurs généraux.

Het strafrechtelijk beleid is overeenkomstig de artikelen 143bis-143ter van het Gerechtelijk Wetboek een uitsluitend federale bevoegdheid. Het wordt door de federale minister van Justitie en het College van procureurs-generaal uitgetekend.

Or, il existe à la Communauté flamande une « Commissie Vervolgingsbeleid » (Commission de la politique des poursuites), à laquelle participent les procureurs généraux de Bruxelles, d’Anvers et de Gand. Il existe donc une concertation entre le parquet et la Communauté flamande en matière de politique criminelle.

Toch bestaat er bij de Vlaamse Gemeenschap een « Commissie Vervolgingsbeleid », waaraan de procureurs-generaal van Brussel, Antwerpen en Gent deelnemen. Er is dus een overleg tussen het parket en de Vlaamse Gemeenschap over het strafrechtelijk beleid.

1. Existe-t-il également une coopération en matière de politique criminelle entre le ministre fédéral de la Justice et les autres entités fédérées ?

1. Bestaan er ook samenwerkingsvormen tussen de federale minister van Justitie en de andere gedefedereerde entiteiten inzake strafrechtelijk beleid ?

2. Dans l’affirmative :

2. Zo ja :

a) avec quelles entités fédérées;

a) met welke gedefedereerde entiteiten;

b) des protocoles ou d’autres conventions ont-ils été conclus en la matière;

b) zijn daarover protocollen of andere overeenkomsten gesloten;

c) le cas échéant, à quelle date ?

c) van welke datum ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2005, à la question no 249 de M. Alfons Borginon du 26 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 maart 2005, op de vraag nr. 249 van de heer Alfons Borginon van 26 april 2004 (N.) :

La politique criminelle relève de la compétence fédérale; elle est définie par la ministre de la Justice et par

Het strafrechtelijk beleid is een federale bevoegdheid, die wordt uitgetekend door de minister van Justi-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11776

le Collège des procureurs généraux. Une Commission de la politique des poursuites, à laquelle participent les procureurs généraux de Bruxelles, d’Anvers et de Gand, existe toutefois à la Communauté flamande. L’existence de cette concertation est positive selon moi, étant donné que des phénomènes criminels peuvent aussi se produire dans les domaines de l’environnement et du bien-être. L’article 143ter du Code judiciaire dispose que le ministre de la Justice définit les lignes directrices de la politique criminelle, y compris en matière de recherche et de poursuites, après avoir consulté le Collège des procureurs généraux. Il n’en existe pas moins une volonté de coordination entre les autorités régionales et communautaires, comme en témoigne la note cadre relative à la sécurité intégrale des 30 et 31 mars 2004. Celle-ci met l’accent sur la collaboration entre les instances judiciaires, administratives et de police, mais aussi sur l’engagement de l’E´tat fédéral à mener une politique de sécurité cohérente par rapport à celle menée aux autres niveaux. Plusieurs commissions de concertation ont été instituées, comme le Forum national pour une politique en faveur des victimes. Une commission nationale pour les droits de l’enfant sera également mise en place. Une concertation est prévue entre le parquet général de Gand et la Communauté flamande en matière de législation routière. Les commissions se composent, selon le cas, de représentants des services de police, des administrations fédérales et régionales compétentes, des instances judiciaires et des autorités politiques. Une série d’initiatives ont été prises pour les différentes Régions. Pour la Région flamande, il y a « het vierhoeksoverleg binnen de commissie Vervolgingsbeleid van het Vlaamse Gewest » (concertation en carré à la Commission de politique de poursuite pour la Région flamande); « het horizontale overleg tussen de Vlaamse parketten-generaal » (concertation horizontale des parquets généraux flamands) « het verticaal ressortelijk overleg binnen het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel » (concertation verticale au sein du ressort de la cour d’appel de Bruxelles) et « het arrondissementeel overleg binnen het ressort » (concertation au niveau de l’arrondissement), avec des membres des parquets et des représentants des administrations concernées. Pour la Région wallonne, il y a la concertation avec la Division générale des Ressources naturelles et de l’Environnement, la concertation horizontale des parquets généraux, la concertation verticale au niveau du ressort de la Cour d’appel de Bruxelles, et la concertation au niveau de l’arrondissement.


2004

tie en door het College van procureurs-generaal. Toch bestaat er bij de Vlaamse Gemeenschap een Commissie Vervolgingsbeleid, waaraan de procureursgeneraal van Brussel, Antwerpen en Gent deelnemen. Dat zo een overleg bestaat, lijkt me een goede zaak, aangezien ook domeinen zoals leefmilieu en welzijn met strafrechtelijke aspecten te maken kunnen hebben. Artikel 143ter van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de minister van Justitie de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid vastlegt, inclusief die van het opsporings- en vervolgingsbeleid, nadat het advies van het College van procureurs-generaal werd ingewonnen. Dat niettemin de wil bestaat tot coo¨rdinatie met de gewesten gemeenschapsautoriteiten, blijkt uit de nota integrale veiligheid van 30 en 31 maart 2004. Daarin wordt de nadruk gelegd op samenwerking tussen de politionele, gerechtelijke en administratieve instanties, maar ook op de verbintenis van de federale Staat om een veiligheidsbeleid te voeren dat coherent is met dat van de andere niveaus. Er werden diverse overlegcommissies opgericht, zoals het Nationaal Forum voor slachtofferbeleid. Er komt ook een Nationale Commissie voor de rechten van het kind. Inzake verkeerswetgeving komt er overleg tussen het parket-generaal van Gent en de Vlaamse Gemeenschap. Naargelang van het geval bestaan de commissies uit vertegenwoordigers van politiediensten, bevoegde federale en gewestelijke administraties, gerechtelijke instanties en politieke overheden. Er werd een aantal initiatieven genomen voor de verschillende Gewesten. Voor het Vlaams Gewest bestaan de volgende overlegstructuren : het vierhoeksoverleg binnen de commissie Vervolgingsbeleid van het Vlaamse Gewest, het horizontale overleg tussen de Vlaamse parkettengeneraal, het verticaal ressortelijk overleg binnen het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel en het arrondissementeel overleg binnen het ressort, met leden van de parketten en vertegenwoordigers van de betrokken overheden.

Voor het Waals Gewest zijn er het overleg met de Division générale des Ressources naturelles et de l’Environnement (de Algemene Directie voor de natuurlijke rijkdommen en het milieu), het horizontaal overleg met de parketten-generaal, het verticaal overleg binnen het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel en het overleg op het niveau van het arrondissement. 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11777

Pour la Région de Bruxelles-Capitale, il y a des mécanismes spécifiques. Le parquet de Bruxelles, qui applique la législation de la Région et la législation flamande pour la partie de l’arrondissement située dans la province du Brabant flamand, connaıˆt une situation difficile.

Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaan specifieke mechanismen. Het parket van Brussel past de wetgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe en de Vlaamse wetgeving voor dat deel van het arrondissement dat in de provincie Vlaams-Brabant is gelegen, en bevindt zich in een moeilijke situatie.

Pour résoudre ces difficultés, un groupe d’action a été constitué en 2001, par des magistrats de référence. La mission de ses membres est définie par trois vocables : appui, évaluation, controˆle.

Om die moeilijkheden op te lossen, hebben referentiemagistraten in 2001 een actiegroep opgericht. De taak van de leden van die groep kan in drie woorden worden samengevat : ondersteuning, evaluatie, controle.

Dans ce cadre, le magistrat de référence pour l’environnement doit déterminer les causes des difficultés de la section ECOSOC. Il diffuse l’information, transmet les documents et renforce les contacts entre le parquet et les administrations chargées de la politique environnementale.

In dat kader moet de referentiemagistraat voor het milieu de oorzaken van de moeilijkheden bij de ECOSOC-afdeling achterhalen. Hij verspreidt de informatie, bezorgt de documenten en zorgt voor betere contacten tussen het parket en de met het milieubeleid belaste administraties.

Voilà pour les initiatives régionales, en supplément de celles du niveau fédéral.

Ziedaar wat de gewestelijke initiatieven, ter aanvulling van die op het federale niveau, betreft.

DO 2003200432135

DO 2003200432135

Question no 350 de M. Guido De Padt du 16 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 350 van de heer Guido De Padt van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Données permettant une évaluation de la nouvelle loi relative à la police de la circulation routière.

Gegevens ter evaluatie van de nieuwe verkeerswet.

La nouvelle loi relative à la police de la circulation routière, assortie de nouvelles amendes, est entrée en vigueur en mars 2004. La loi a soulevé de nombreuses discussions très vives. Pour y mettre fin, le gouvernement fédéral s’était proposé de procéder à une évaluation des nouvelles dispositions en automne 2004, afin de vérifier si la loi contribue effectivement à une amélioration de la Sécurité routière et s’il n’est pas nécessaire d’ajuster certains de ses éléments.

Sinds maart 2004 zijn de nieuwe verkeerswet en de bijhorende verkeersboetes van kracht. De wet is al vaak onderwerp geweest van verhitte discussies. Om hieraan een einde te maken, nam de federale regering zich voor de nieuwe wet in het najaar van 2004 te evalueren. Nagegaan zou worden of de wet daadwerkelijk bijdraagt tot een veiliger verkeer en of bepaalde elementen uit deze wet moeten worden bijgestuurd.

Pouvez-vous me communiquer les informations suivantes, en préparation à cette évaluation prochaine.

Ter voorbereiding van deze nakende evaluatie had ik graag volgende gegevens vernomen :

1. Combien de contrevenants se sont vu adresser par le procureur une transaction depuis l’instauration des nouvelles amendes ?

1. Hoeveel overtreders ontvingen een voorstel tot minnelijke schikking door de procureurs sinds de invoering van de nieuwe verkeersboetes ?

2. Dans combien de cas le contrevenant qui a refusé la proposition de transaction est-il déféré au tribunal de police ?

2. Hoe vaak wordt er niet ingegaan op een voorstel tot minnelijke schikking en wordt de overtreder doorverwezen naar de politierechtbank ?

3. Dans combien de cas les personnes ayant contrevenu au code de la route sont-elles directement citées à comparaıˆtre devant le juge au tribunal de police ?

3. Hoe vaak worden verkeersovertreders rechtstreeks gedagvaard voor de politierechter ?

4. Dans combien de cas le juge au tribunal de police a-t-il jusqu’à présent usé de la possibilité nouvellement créée par la loi d’infliger une amende dont le montant

4. In hoeveel gevallen maakte de politierechter reeds gebruik van de nieuwe door de wet gecreeërde mogelijkheid om een bedrag vast te stellen onder de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11778

est inférieur au minimum prévu pour l’infraction en question lorsque les moyens d’existence du contrevenant sont insuffisants ?

wettelijke minimumboete wanneer overtreders over onvoldoende middelen van bestaan beschikken ?

5. Dans combien de cas une infraction à la nouvelle loi relative à la police de la circulation routière a-t-elle donné lieu au retrait du permis ?

5. Hoeveel rijbewijzen werden op basis van de nieuwe verkeerswet reeds ingehouden ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2005, à la question no 350 de M. Guido De Padt du 16 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 maart 2005, op de vraag nr. 350 van de heer Guido De Padt van 16 september 2004 (N.) :

Dès l’entrée en vigueur de la nouvelle loi sur la sécurité routière, le gouvernement s’est engagé à évaluer celle-ci dès que des données pertinentes seraient disponibles, et après avoir rencontré les différents acteurs impliqués dans le domaine de la sécurité routière.

Sinds de vankrachtwording van de nieuwe wet op de verkeersveiligheid, heeft de regering zich ertoe gebonden deze te evalueren van zodra relevante gegevens beschikbaar waren en nadat ze de verschillende actoren die bij Verkeersveiligheid betrokken zijn had ontmoet.

Le ministre de la Mobilité a décidé de confier à la Commission fédérale pour la sécurité routière le soin d’analyser les différentes dispositions de cette loi. Les travaux de cette commission sont toujours en cours.

De minister van Mobiliteit heeft beslist om de opdracht voor de analyse van de verschillende bepalingen van die wet toe te vertrouwen aan de Federale Commissie verkeersveiligheid. De werkzaamheden van deze commissie zijn nog steeds aan de gang.

Par ailleurs, nous ne disposons pas encore de données utilisables pour une évaluation contextualisée d’autant qu’elle n’a de sens que si elle prend en compte toute la chaıˆne pénale. Ainsi la loi a opté pour des perceptions immédiates pour les infractions ordinaires et des premier et second degrés pour les conducteurs domiciliés ou résidents dans le royaume, et pour les infractions ordinaires et des trois degrés pour les nonrésidents. Cette préférence pour un traitement policier des infractions a une influence sur les statistiques des transactions.

We beschikken overigens nog niet over bruikbare gegevens voor een gecontextualiseerde evaluatie. Deze heeft trouwens enkel zin indien rekening wordt gehouden met de hele strafrechtelijke keten. Zo heeft de wet de voorkeur gegeven aan onmiddellijke inningen voor gewone overtredingen en voor overtredingen van de eerste en tweede graad voor bestuurders die een woonplaats of vaste verblijfplaats in Belgie¨ hebben, en voor de gewone overtredingen en overtredingen van de derde graad voor niet-inwoners. Deze voorkeur voor een politie¨le afhandeling van de overtredingen heeft een invloed op de statistieken van minnelijke schikkingen.

Dès lors, nous ne sommes pas encore en mesure de vous fournir les informations demandées.

We kunnen u de gevraagde inlichtingen dus nog niet verstrekken.

DO 2003200432244

DO 2003200432244

Question no 370 de M. Luk Van Biesen du 30 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 370 van de heer Luk Van Biesen van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Modification des patronymes et des prénoms. — Projet d’intégration. — Assimilation. — Critères. — Controˆle de constitutionnalité.

Wijziging familienamen en voornamen. — Integratieproject. — Assimilatie. — Criteria. — Grondwettigheidstoets.

La modification des patronymes et des prénoms est de toutes les époques et de toutes les cultures. La procédure à suivre à cet effet est assez simple et les motifs pour lesquels une personne peut demander une modification ne sont pas non plus d’une complexité excessive.

Wijziging van familienamen en voornamen is van alle tijden en van alle culturen. De procedure daartoe is namelijk eenvoudig en ook de gronden waarop men wijziging mag vragen zijn niet overdreven ingewikkeld.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11779

Selon des articles parus dans la presse, ces motifs figurent précisément à l’ordre du jour des travaux de la ministre. Mais quels critères la ministre entend-elle appliquer à cet égard ?

Blijkens persberichten is de minister voornemens nu precies aan die gronden te sleutelen. Maar welke criteria wil de minister daarbij hanteren ?

En tout état de cause, il ne saurait être question d’un quelconque agenda caché. Seuls des motifs sociaux et des motifs liés au droit de la famille peuvent être pris en compte, à l’exception de toute modification de la loi fondée sur des motifs politiques autres. Les nouveaux critères doivent directement et immédiatement se ramener aux deux motifs précités. Il convient dès lors de vérifier scrupuleusement la constitutionnalité des projets de modification, conformément aux dernières dispositions.

Er kan in geen geval worden toegestaan dat er sprake zou zijn van enige verborgen agenda. Er kunnen alleen maatschappelijke en familiaalrechtelijke motieven spelen, met uitsluiting van elke anderspolitiek geı¨nspireerde wetswijziging. De nieuwe criteria welke zouden worden opgelegd moeten rechtstreeks en onmiddellijk tot de twee aangehaalde motieven terug te brengen zijn. Er moet dan ook nauwkeurig worden afgewogen of de voorgenomen wijzigingen de grondwettigheidstoets kunnen doorstaan overeenkomstig de jongste bepalingen.

1. Quelles modifications avez-vous l’intention d’opérer ? 2. Quels nouveaux critères seront appliqués ?

1. Welke wijzigingen heeft u op het oog ? 2. Wat zijn de nieuwe criteria die zullen worden aangelegd ?

3. Est-il exact que les nouveaux critères de la ministre ont pour objet l’assimilation comme l’intégration ?

3. Is het waar dat de nieuwe criteria van de minister zowel de assimilatie als de integratie tot voorwerp zouden hebben ?

4. Pouvez-vous indiquer selon quelles modalités les nouveaux critères pourront être soumis à un controˆle de constitutionnalité, compte tenu des compétences de la Cour d’arbitrage fixées par le législateur spécial et d’application depuis avril 2003 ?

4. Kan u aangeven hoe de nieuwe criteria kunnen worden getoetst aan de Grondwet, daarbij uitgaande van de bevoegdheden van het Arbitragehof zoals zij werden uitgetekend door de bijzondere wetgever en toepasselijk zijn sedert april 2003 ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 mars 2005, à la question no 370 de M. Luk Van Biesen du 30 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 maart 2005, op de vraag nr. 370 van de heer Luk Van Biesen van 30 september 2004 (N.) :

1. J’ai fait examiner en profondeur cette matière, en tenant compte notamment des pratiques de nos pays voisins.

1. Ik laat deze materie grondig onderzoeken, onder meer rekening houdend met de praktijken die onze buurlanden erop na houden.

Sauf dans des cas sensibles et dans des cas prévus par la loi, il ne me semble pas évident d’accorder des changements de noms alors qu’une filiation avec la personne dont le nom a été reçu est et reste établie.

Het lijkt mij evenwel, behoudens in schrijnende gevallen en in de gevallen bepaald door de wet, niet vanzelfsprekend dat naamsveranderingen worden toegestaan terwijl een afstammingsband met de persoon van wie de naam is verkregen, is en blijft vastgesteld.

2. Je ne peux pas encore me prononcer à ce sujet. J’attends les résultats de l’examen.

2. Ik kan hierover nog geen uitspraak doen. Ik wacht de resultaten van het onderzoek nog af.

3. La formulation de cette question est imprécise. Je suppose néanmoins qu’elle renvoie à des cas de changement de nom pour favoriser l’intégration. Dans certains cas, mon administration admet ce critère pour un changement de nom ou de prénom. J’ai demandé une étude critique à ce sujet. Il est indigne d’un E´tat de droit et d’une démocratie de constater que certains citoyens se sentent obligés de changer leur prénom ou nom de famille pour pouvoir exercer des droits légitimes. Jamais on ne demandera à un quelconque citoyen

3. Deze vraag is onduidelijk geformuleerd. Ik vermoed evenwel dat ze verwijst naar gevallen van naamsverandering ter bevordering van de integratie. Het is een rechtsstaat en democratie onwaardig om te moeten vaststellen dat bepaalde onderdanen zich ertoe gedwongen voelen om hun voornaam of familienaam te veranderen om de legitieme rechten die ze bezitten te kunnen uitoefenen. Nooit zal aan enige burger worden gevraagd om zijn origine te verloochenen of zich volledig te assimileren. Integendeel, samenleven betekent


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11780

de renier ses origines ou de s’assimiler totalement. Au contraire, vivre ensemble signifie le respect des cultures. La loi du 25 février 2003 tendant à lutter contre les discriminations doit contribuer à atteindre cet objectif.

respectvol omgaan met culturen. De wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie moet meehelpen om deze doelstelling te verwezenlijken.

Dans ce cadre, j’ai demandé une étude critique sur les changements de nom dont l’objectif vise l’intégration. Dans l’attente des résultats et d’une révision équilibrée des critères appliqués, je continuerai à appliquer les critères actuels. Tous les critères à ce sujet ont été évidemment dictés par des motifs sociaux et liés au droit de la famille.

In dat kader wens ik naamsveranderingen met het oog op integratie aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek in uitvoering en van een evenwichtige herziening van de toegepaste criteria, blijf ik evenwel de huidige criteria toepassen. Alle criteria in dit verband zijn vanzelfsprekend ingegeven door maatschappelijke en familierechtelijke motieven.

4. Cette question sert d’exemple aux initiatives que je prendrai juste après l’étude approfondie susmentionnée.

4. Deze vraag loopt voorop op de initiatieven die ik pas na het aangekondigde grondige onderzoek zal nemen.

La réglementation actuelle laisse déjà une très large marge d’appréciation à l’instance compétente. L’article 3 de la loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms dispose que le ministre de la Justice peut autoriser le changement de prénoms lorsque les prénoms sollicités ne prêtent pas à confusion et ne peuvent nuire au requérant ou à des tiers.

De huidige regeling laat alvast een heel ruime beoordelingsmarge aan de bevoegde instantie. Artikel 3 van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen bepaalt dat de minister van Justitie de voornaamsverandering kan toestaan indien de gevraagde voornamen geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet kunnen schaden.

Le Roi peut, exceptionnellement, autoriser le changement de nom s’il estime que la demande se fonde sur des motifs sérieux et que le nom sollicité ne prête pas à confusion et ne peut nuire au requérant ou à des tiers.

De Koning kan de naamsverandering uitzonderlijk toestaan indien hij van oordeel is dat het verzoek op ernstige redenen steunt en dat de gevraagde naam geen aanleiding geeft tot verwarring en de verzoeker of derden niet kan schaden.

La décision administrative de refus d’un nom ou de prénom peut être annulée par le Conseil d’E´tat pour violation des formes soit substantielles, soit prescrites sous peine de nullité, soit pour excès ou détournement de pouvoir. Le degré de refus déterminé par la loi clarifie donc dans quelle mesure les décisions administratives individuelles peuvent être annulées par le Conseil d’E´tat.

De administratieve beslissing waarbij een voornaams- of naamsverandering wordt geweigerd kan door de Raad van State nietig verklaard worden wegens overtreding van hetzij de substantie¨le vormen, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht.

La Cour d’arbitrage peut se prononcer sur les critères de refus que la loi établit. Il va de soi que l’objectif consiste, lors de chaque changement éventuel de loi, à respecter la Constitution et le principe d’égalité.

Het Arbitragehof kan zich uitspreken over de weigeringscriteria die de wet vooropstelt. Vanzelfsprekend bestaat de doelstelling bij elke mogelijke wetswijziging erin de Grondwet en het gelijkheidsbeginsel te eerbiedigen.

DO 2004200502917

DO 2004200502917

Question no 485 de M. Alfons Borginon du 17 décembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 485 van de heer Alfons Borginon van 17 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Saisies effectuées par le juge d’instruction. — Propriétés saisies. — Fichiers d’information conservés.

Beslag door onderzoeksrechter. — Beslagen eigendommen. — Bewaarde informatiebestanden.

Les saisies effectuées par le juge d’instruction portent parfois sur des biens qui revêtent une importance fondamentale pour l’exercice d’une activité professionnelle.

In geval van beslag door de onderzoeksrechter zijn in sommige gevallen de beslagen eigendommen cruciaal voor de uitoefening van een professionele activiteit.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11781

Je prends l’exemple évident d’ordinateurs sur lesquels sont sauvegardés des fichiers d’informations indispensables à la poursuite de l’activité professionnelle. Dans certains cas, ces informations doivent impérativement être traitées avec discrétion en vertu de règles de confidentialité légales ou contractuelles, voire en vertu d’une immunité garantie par contrat.

Mij is het voor de hand liggende voorbeeld bekend van computers, waarop ook de bewaarde informatiebestanden onontbeerlijk zijn voor de verderzetting van het werk. Deze informatie kan desgevallend zelfs onderworpen zijn aan een zekere noodzaak van delicate behandeling ten gevolge van wettelijke of contractuele geheimhoudingsregels of zelfs van verdragsrechtelijke immuniteit.

Prenons l’exemple du médecin qui a besoin d’informations (confidentielles en vertu de la loi sur la protection de la vie privée) sur son patient pour poursuivre son traitement. Ou du journaliste qui utilise les documents internes d’une source officielle, ou du diplomate qui consulte les documents internes de son gouvernement à l’étranger, ou encore de l’indépendant qui a besoin de sa comptabilité pour établir sa déclaration fiscale, etc.

Bijvoorbeeld een arts die informatie (die valt onder de bescherming van het privé-leven) van een patie¨nt nodig heeft om diens behandeling voort te zetten. Of een journalist die interne documenten van een officie¨le bron gebruikt, een diplomaat die interne documenten van zijn buitenlandse overheid raadpleegt, een zelfstandige die zijn boekhouding nodig heeft voor zijn accijnsaangifte, enzovoort.

1. Existe-t-il, dans pareils cas, des directives formelles permettant au moins de débloquer les informations plus rapidement ?

1. Bestaan er formele richtlijnen om in dergelijke gevallen minstens de informatie versneld vrij te geven ?

2. Ne serait-il pas souhaitable d’au moins réaliser une copie des données ?

2. Zou het niet zinvol zijn minstens een kopie van de gegevens te laten maken ?

3. Quelle est la procédure à suivre pour obtenir en cas d’urgence la restitution des biens saisis qui bénéficient de l’immunité internationale ?

3. Welke procedure is aangewezen om bij hoogdringendheid de teruggave te bekomen van in beslag genomen goederen die onder internationale immuniteit vallen ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2005, à la question no 485 de M. Alfons Borginon du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 maart 2005, op de vraag nr. 485 van de heer Alfons Borginon van 17 december 2004 (N.) :

1. Il n’existe aucune directive formelle permettant de débloquer plus rapidement les informations nécessaires à l’exercice de la profession. Ce type d’information doit généralement être conservée aussi longtemps qu’elle est utile.

1. Er bestaan geen formele richtlijnen om informatie die beroepsmatig cruciaal is, versneld vrij te krijgen. In de regel dient dergelijke informatie bewaard te worden zo lang ze van enig nut is.

Dans la pratique, il en sera cependant tenu compte. La plupart du temps, le CCU emporte une sauvegarde de ce genre d’informations et les fichiers originaux sont laissés sur place. Si les fichiers originaux sont malgré tout emportés, on en laisse souvent une copie au saisi.

In de praktijk zal hier echter wel rekening mee worden gehouden. Meestal wordt van zulke informatie een back up genomen door de CCU, en worden de originele bestanden ter plaatse gelaten. Indien de originele bestanden toch worden meegenomen, wordt vaak een kopie achtergelaten voor de beslagene.

Si ce n’est pas le cas, le saisi peut toujours en faire la demande au juge d’instruction : pour obtenir la levée de la saisie de ses biens, il faut introduire une requête écrite de levée conformément à l’article 28sexies ou l’article 61quater du Code d’instruction criminelle. Ces articles règlent la manière d’introduire et d’apprécier cette requête, précisent les délais et prévoient la possibilité de recours.

Indien dit niet het geval is, kan dit nog steeds door de beslagene aan de onderzoeksrechter worden gevraagd : wanneer men de opheffing van het beslag op zijn goederen wenst, kan dit door het indienen van een verzoekschrift van opheffing overeenkomstig artikel 28sexies van het Wetboek van strafvordering of artikel 61quater van het Wetboek van strafvordering. Deze artikelen regelen hoe deze vraag dient te worden ingeleid en beoordeeld, preciseren de termijnen en voorziet in de mogelijkheid tot beroep.

Je tiens à signaler que les informations et objets éventuels relevant du secret professionnel ne peuvent

Wat betreft mogelijke informatie en voorwerpen die onder het beroepsgeheim vallen, wil ik vermelden dat


2004

2005


1489

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11782

en principe pas être saisis (article 458 du Code d’instruction criminelle). En effet, ces pièces sont toujours couvertes par le secret professionnel. Cette protection n’est levée qu’envers le suspect lui-même, c’est-à-dire envers les pièces qui ont un rapport avec une infraction dont celui qui invoque le secret professionnel est lui-même soupçonné.

deze in principe niet in beslag kunnen worden genomen (artikel 458 van het Wetboek van strafvordering). Deze stukken zijn immers gedekt door het beroepsgeheim. Deze bescherming wordt enkel opgeheven ten aanzien van de verdachte zelf, dat wil zeggen ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een misdrijf waarvan diegene die het beroepsgeheim inroept, zelf wordt verdacht.

2. Eu égard à la réponse à la première question, il est en effet utile de laisser une copie des données au saisi. Normalement, c’est également le cas dans la pratique. Lorsque, par exemple, des ordinateurs sont saisis, le contenu de ceux-ci sera souvent copié sur un autre support de données, un cd-rom par exemple.

2. Gelet het antwoord op de eerste vraag, is het inderdaad nuttig een kopie van de gegevens achter te laten voor de beslagene. Dit gebeurt normaal gezien ook in de praktijk. Wanneer bijvoorbeeld computers in beslag worden genomen, zal de inhoud ervan vaak gekopieerd worden op een andere gegevensdrager, bijvoorbeeld op cd-rom.

3. En règle générale, les biens sous le couvert de l’immunité internationale ne sont pas saisis puisque cela n’est pas permis. En outre, aucune perquisition ne pourra en pratique être effectuée dans des locaux jouissant d’une telle immunité et aucun bien s’y trouvant ne pourra être saisi.

3. In de regel worden geen goederen die onder internationale immuniteit vallen in beslag genomen, aangezien dit niet toegelaten is. In de praktijk zal tevens geen huiszoeking en daarbij behorend beslag uitgevoerd kunnen worden in lokalen die degelijke immuniteit genieten.

Lorsque, par mégarde, de tels biens sont quand même saisis, ils seront restitués sur simple demande dès que l’immunité a été prouvée. Ceci est prévu à l’article 61quater du Code d’instruction criminelle.

Wanneer bij vergissing toch dergelijke goederen in beslag worden genomen, zullen deze op eenvoudig verzoek na bewijs van immuniteit terug vrijgegeven worden, zoals bepaald in artikel 61quater van het Wetboek van strafvordering.

Je renvoie en outre aux traités en la matière : le Traité de Vienne du 18 avril 1961 en ce qui concerne les relations diplomatiques et le Traité de Vienne du 24 avril 1963 en ce qui concerne les relations consulaires. Pour les agents d’organisations internationales, il est renvoyé aux traités et protocoles particuliers établis par les organisations concernées.

Ik verwijs tevens naar de desbetreffende verdragen : het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 wat betreft de diplomatieke betrekkingen en het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 wat betreft de consulaire betrekkingen. Voor de ambtenaren van internationale organisaties wordt verwezen naar de speciale verdragen en protocollen, opgesteld bij de betrokken organisaties.

DO 2004200503262

DO 2004200503262

Question no 521 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 521 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Cabinets et administrations. — Voyages en avion.

Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.

1. Combien de voyages en avion ont été effectués depuis le début de la législature par vous-même, par des membres de votre cabinet et par des membres du personnel des administrations relevant de votre compétence ?

1. Hoeveel vliegtuigreizen heeft u, uw kabinet en de onder u ressorterende administraties gemaakt sinds het begin van de legislatuur ?

2. Combien de ces déplacements ont-ils été réalisés en classe d’affaires et combien en classe économique ?

2. Hoeveel van deze reizen waren in business class, hoeveel in economy class ?

3. Quelle était la destination des vols ?

3. Wat was de bestemming van de vluchten ?

4. Combien de « airmiles » ont-ils été accumulés graˆce à ces vols ?


2004

4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ? 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11783

5. Qu’advient-il des « airmiles » récoltés dans le cadre de déplacements en avion depuis le début de la législature ?

5. Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten vergaard worden sinds het begin van deze legislatuur ?

6. Sont-ils utilisés par les cabinets et les administrations ?

6. Worden die gebruikt door de kabinetten en administraties ?

7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés personnellement par des membres des cabinets et des membres du personnel des administrations à des fins privées ?

7. Worden er airmiles die verworven zijn in uitvoering van een dienstopdracht persoonlijk gebruikt door personeelsleden van kabinetten en administraties voor privé-doeleinden ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 mars 2005, à la question no 521 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 24 maart 2005, op de vraag nr. 521 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :

1. Au total 147 voyages en avion ont été effectués par les membres du SPF Justice.

1. Er werden in totaal 147 vliegtuigreizen gemaakt door de Cel Beleidsvoorbereiding en leden van de FOD Justitie.

2. 23 voyages en avion ont été effectués en classe business et 124 en classe économique.

2. Van deze vliegtuigreizen waren er 23 in business class en 124 in economy class.

3. En voici le détail :

3. Zie hieronderstaand de detaillering.

Classe business

Business class

— Thaı¨lande : Bangkok : 6;

— Thailand : Bangkok : 6;

— Australie : Sydney : 1;

— Australie¨ : Sydney : 1;

— Cuba : Santiago : 1;

— Cuba : Santiago : 1;

— Mexique : Cancun : 1;

— Mexico : Cancun : 1;

— USA :

— USA :

— New York 5;

— New York 5;

— Miami : 1;

— Miami : 1;

— Princeton : 1;

— Princeton : 1;

— Phoenix en Boston : 1;

— Phoenix en Boston : 1;

— Washington : 1;

— Washington : 1;

— Vancouver : 1;

— Vancouver : 1;

— Afrique du Sud : Cape : 1;

— Zuid-Afrika : Cape : 1;

— Canada : Montréal : 1;

— Canada : Montreal : 1;

— Chine : Pékin : 2.

— China : Peking : 2.

Classe économique

Economy class

— France :

— Frankrijk :

— Agen : 1;

— Agen : 1;

— Nantes : 2;

— Nantes : 2;

— Nice : 3;

— Nice : 3;

— Grenoble : 1;

— Grenoble : 1;

— Allemagne :

— Duitsland :

— Berlin : 4;


— Berlijn : 4; 2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11784

— Mainz : 1;

— Mainz : 1;

— Brême : 1;

— Bremen : 1;

— Weimar : 1;

— Weimar : 1;

— Norvège :

— Noorwegen :

— Oslo : 3;

— Oslo : 3;

— Kristiansand : 1;

— Kristiansand : 1;

— Tchéquie : Prague : 1;

— Tsjechie¨ : Praag : 1;

— Italie :

— Italie¨ :

— Rome : 15;

— Rome : 15;

— Milan : 1;

— Milaan : 1;

— Naples : 1;

— Napels : 1;

— Venise : 3;

— Venetie¨ : 3;

— Malte : 1;

— Malta : 1;

— Bulgarie : Sofia : 6;

— Bulgarije : Sofia : 6;

— Autriche : Vienne : 10;

— Oostenrijk : Wenen : 10;

— Pologne :

— Polen :

— Varsavoie : 5;

— Warschau : 5;

— Graz : 1;

— Graz : 1;

— Espagne :

— Spanje :

— Benidorm : 1;

— Benidorm : 1;

— Madrid : 6;

— Madrid : 6;

— Florence : 1;

— Florence : 1;

— Angleterre :

— Engeland :

— Birmingham : 2;

— Birmingham : 2;

— Manchester : 1;

— Manchester : 1;

— Londres : 3;

— London : 3;

— Hongrie : Budapest : 4;

— Hongarije : Budapest : 4;

— Irlande :

— Ierland :

— Dublin : 10;

— Dublin : 10;

— Cork : 1;

— Cork : 1;

— Suisse :

— Zwitserland :

— Fribourg : 2;

— Fribourg : 2;

— Genève : 8;

— Geneve : 8;

— Lugano : 2;

— Lugano : 2;

— Bern : 2;

— Bern : 2;

— Neuchaˆtel : 1;

— Neuchaˆtel : 1;

— Portugal : Lisbonne 8;

— Portugal : Lissabon 8;


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11785

— Russie :

— Rusland :

— Moscou : 1;

— Moskou : 1;

— Kiev : 1;

— Kiev : 1;

— Suède : Stockholm : 2; — Ećosse : Edinburg : 6.

— Zweden : Stockholm : 2;

L’utilisation de la classe business est réservée aux vols de longue durée. Depuis peu, les instructions en cette matière ont été précisées : par vols de longue durée, il faut entendre les vols de plus de 8 heures.

Het gebruik van business class is voorbehouden voor lange vluchten. Sedert kort zijn de instructies ter zake nader omschreven : vluchten van meer dan 8 uur worden als lange vluchten beschouwd.

4. Ni le SPF Justice ni le cabinet ne reçoivent d’airmiles.

4. Noch de FOD Justitie, noch de Cel Beleidsvoorbereiding ontvangen airmiles.

— Schotland : Edinburg : 6.

5. Sans objet.

5. Doen niet ter zake.

6. Sans objet.

6. Doen niet ter zake.

7. Nous n’avons pas connaissance d’une éventuelle utilisation à des fins personnelles des airmiles. Une telle utilisation n’est pas permise par les règles suivies, en particulier parce que le choix de la compagnie aérienne dépend de l’administration elle-même et non du fonctionnaire. En outre, les missions à l’étranger font l’objet, tant par le SPF Justice que par le cabinet, d’un controˆle strict, notamment du point de vue de leur justification et des contraintes budgétaires à respecter.

7. Wij zijn er niet van op de hoogte dat airmiles eventueel voor eigen gebruik zouden worden aangewend. Zulks is overigens uitgesloten op grond van de geldende regels, en wel omdat de administratie zelf en niet de ambtenaar de luchtvaartmaatschappij kiest. Bovendien worden zendingen in het buitenland, zowel die van de FOD Justitie als die van het kabinet, streng gecontroleerd, inzonderheid op het stuk van de verantwoording en de budgettaire regels die in acht moeten worden genomen.

DO 2004200503320

DO 2004200503320

Question no 525 de M. Jo Vandeurzen du 8 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 525 van de heer Jo Vandeurzen van 8 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Calcul de la pension des juges de la jeunesse et des juges d’instruction.

Berekening pensioen van jeugdrechters en onderzoeksrechters.

1. Comment la pension d’un juge de la jeunesse ou d’un juge d’instruction est-elle calculée ?

1. Hoe wordt het pensioen berekend van een jeugdrechter of een onderzoeksrechter ?

2. Pouvez-vous étayer par des arguments le mode de calcul que vous défendez ?

2. Kan u argumenteren waarom de berekening gebeurt zoals u het voorhoudt ?

3. Lors du calcul de la pension, est-il tenu compte des suppléments propres à une fonction spécifique ?

3. Wordt bij de berekening van het pensioen rekening gehouden met de toeslagen die eigen zijn aan een specifieke functie ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 mars 2005, à la question no 525 de M. Jo Vandeurzen du 8 février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 24 maart 2005, op de vraag nr. 525 van de heer Jo Vandeurzen van 8 februari 2005 (N.) :

Dans les données fournies à l’administration des Pensions pour le calcul de la pension d’un juge de la jeunesse ou d’un juge d’instruction, figurent aussi bien le traitement que les suppléments de traitement propres à ces mandats spécifiques (article 357 du Code judiciaire).

In de gegevens overgemaakt aan de administratie der Pensioenen voor het berekenen van het pensioen van een jeugd- of onderzoeksrechter worden zowel de wedde als de weddebijslag eigen aan deze bijzondere mandaten (artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek) meegedeeld.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11786

(Application de l’arrêté royal du 10 juillet 2001 relatif à la prise en considération en matière de pension des suppléments de traitement accordés aux magistrats, pris en exécution de la loi du 29 avril 1999 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne les traitements des magistrats de l’Ordre judiciaire).

(Toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2001 betreffende het in aanmerking nemen voor het pensioen van weddebijslagen toegekend aan magistraten, genomen in uitvoering van de wet van 29 april 1999 tot wijziging, wat de wedden van de magistraten van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek).

En ce qui concerne le calcul de la pension, je vous renvoie au ministre qui a les pensions dans ses attributions. (Question no 89 du 24 mars 2005.)

Wat betreft de berekening van het pensioen moet ik u verwijzen naar de minister welke de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft. (Vraag nr. 89 van 24 maart 2005.)

DO 2004200503415

DO 2004200503415

Question no 537 de M. Patrick Cocriamont du 22 février 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 537 van de heer Patrick Cocriamont van 22 februari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Mesures visant à éviter la surpopulation carcérale.

Maatregelen om de overbevolking in de gevangenissen te voorkomen.

Par votre lettre circulaire et par des déclarations à la presse, vous vous êtes exprimée récemment sur la nécessité de réduire la population carcérale. Pour ce faire, la circulaire en vigueur depuis le 1er février 2005 prévoit de ne pas appliquer les six premiers mois de la peine, ou même de réduire d’un tiers le temps d’emprisonnement lorsque celui-ci a été fixé de 1 à 3 ans. Certes, vous prévoyez des peines de substitution, des amendes et le remboursement des dégaˆts occasionnés par les délinquants. L’histoire démontre que seules des condamnations justes, lorsqu’il s’agit de « petite » délinquance comme le vol, le vandalisme ou le trafic des drogues dites « douces », permet de freiner ce fléau qui empoisonne la vie des honnêtes gens.

Onlangs sprak u zich in uw rondzendbrief en in verklaringen aan de pers uit over de noodzaak om de gevangenisbevolking in aantal te verminderen. De rondzendbrief die sinds 1 februari 2005 van kracht is, bepaalt dat de eerste zes maanden van de straf niet moeten worden uitgezeten. Indien de gevangenisstraf tussen één en drie jaar bedraagt, kan zij zelfs met één derde worden ingekort. U voorziet in alternatieve straffen, boetes en schadevergoedingen door de delinquenten. In het verleden is evenwel gebleken dat, in geval van « kleine » criminaliteit zoals diefstal, vandalisme of handel in soft drugs, alleen correcte veroordelingen deze plaag die het leven van eerlijke mensen vergalt, kunnen uitroeien.

Le problème de la surpopulation carcérale existe bel et bien. Quand on connaıˆt le grand nombre d’étrangers séjournant dans nos prisons, les propositions de votre prédécesseur, M. Verwilghen nous paraissent adaptées à la situation. En effet, celui-ci avait prévu d’intensifier les relations judiciaires avec les pays d’origine des délinquants étrangers, afin que ceux-ci puissent purger leurs peines dans leur propre pays.

De overbevolking van de gevangenissen valt niet te ontkennen. Als men het grote aantal vreemdelingen in onze gevangenissen in overweging neemt, lijkt uw voorganger, de heer Verwilghen, zijn voorstellen op de werkelijke toestand te hebben afgestemd. Hij wilde immers de gerechtelijke betrekkingen met de thuislanden van buitenlandse delinquenten uitbreiden, opdat zij hun straf in eigen land zouden kunnen uitzitten.

La « petite » délinquance est un problème réel et quotidien pour nombre de nos concitoyens. Elle crée un sentiment d’insécurité parmi toutes les strates de la population.

De « kleine » criminaliteit is een reeël probleem waarmee talrijke medeburgers dagelijks worden geconfronteerd. Het veroorzaakt een gevoel van onveiligheid in alle lagen van de bevolking.

Ma question concerne les mesures visant à éviter la surpopulation carcérale.

Mijn vraag betreft de maatregelen om de overbevolking in de gevangenissen te voorkomen.

1. Qu’en est-il aujourd’hui des propositions sensées de M. Verwilghen ?

1. Welk gevolg werd tot op vandaag aan de zinvolle voorstellen van de heer Verwilghen gegeven ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11787

2. Ne pourrait-on rapatrier les délinquants n’ayant pas la nationalité belge, dont certains sont multirécidivistes ?

2. Ware het niet aangewezen de delinquenten die de Belgische nationaliteit niet bezitten, van wie sommigen multirecidivisten zijn, naar hun vaderland terug te sturen ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2005, à la question no 537 de M. Patrick Cocriamont du 22 février 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 maart 2005, op de vraag nr. 537 van de heer Patrick Cocriamont van 22 februari 2005 (Fr.) :

1 et 2. J’ai toujours déclaré que le problème de la surpopulation carcérale devait être combattu par un ensemble de mesures qui, par leur addition, vont permettre de réduire le nombre de personnes incarcérées, notamment parce que l’on aura privilégié d’autres types de sanctions. Au titre de ces mesures, je peux citer la réforme de la détention préventive, la stimulation de la peine de travail, la stimulation de la surveillance électronique, ou encore le transfèrement des personnes de nationalité étrangère qui n’ont aucune attache avec la Belgique.

1 en 2. Ik heb steeds verklaard dat het probleem van de overbevolking in de gevangenissen moest worden bestreden door een aaneenschakeling van een geheel aan maatregelen die het aantal opgesloten personen kunnen doen afnemen. Dit is met name mogelijk door de voorrang te geven aan andere vormen van sancties. Onder die maatregelen kan ik vermelden de hervorming van de voorlopige hechtenis, het bevorderen van de werkstraf, het bevorderen van elektronisch toezicht, of nog de overbrenging van personen van vreemde nationaliteit die geen enkele band met Belgie¨ hebben.

En aucun cas, cette problématique ne peut être l’occasion d’une stigmatisation des personnes de nationalité étrangère.

In geen enkel geval kan deze problematiek een gelegenheid zijn om personen van vreemde nationaliteit te stigmatiseren.

J’ai par ailleurs à de nombreuses reprises déjà eu l’occasion de rappeler que la nouvelle circulaire relative à la libération provisoire ne contient aucune nouvelle mesure en matière de non-exécution des peines. Cette circulaire avait principalement pour objectif une clarification des règles en la matière : nous avons rassemblé en un seul texte les instructions qui figuraient jusqu’alors dans 16 circulaires différentes. Parmi ces circulaires figurait celle prise par mon prédécesseur, M. Verwilghen, le 18 avril 2003, relative à la libération provisoire des peines de moins de 6 mois.

Ik heb overigens reeds herhaaldelijk de gelegenheid gehad eraan te herinneren dat de nieuwe rondzendbrief inzake de voorlopige invrijheidstelling geen enkele nieuwe maatregel bevat om straffen niet uit te voeren. Deze rondzendbrief had hoofdzakelijk tot doel om de regels ter zake te verduidelijken : we hebben de instructies die vroeger verspreid waren over 16 verschillende rondzendbrieven, verzamelt in één tekst. Tot die reeks circulaires behoort ook die van 18 april 2003 van mijn voorganger, de heer Verwilghen, betreffende de voorlopige invrijheidstelling van straffen van minder dan 6 maanden.

S’agissant du transfèrement des personnes de nationalité étrangère, voici l’état de la réglementation en la matière.

Als het gaat om de overbrenging van personen van vreemde nationaliteit, dan is de reglementering ter zake de volgende.

La Convention sur le transfèrement des personnes condamnées (Strasbourg, Conseil de l’Europe, 21 mars 1983, approuvée par la Belgique par la loi du 19 juin 1990, Moniteur belge du 1er décembre 1990), permet de transférer un détenu étranger vers son pays d’origine pour qu’il y purge sa peine à condition qu’il demande un tel transfèrement et que son pays d’origine soit également partie à cette convention. Le détenu doit marquer son accord à un tel transfèrement.

Het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (Straatsburg, Raad van Europa, 21 maart 1983, goedgekeurd door Belgie¨ door de wet van 19 juni 1990, Belgisch Staatsblad van 1 december 1990), maakt het mogelijk om een hier gedetineerde vreemdeling over te brengen naar zijn land van oorsprong om daar zijn straf uit te zitten, op voorwaarde dat hij om een dergelijke overbrenging vraagt en dat zijn land van oorsprong eveneens partij is bij dit Verdrag. De gedetineerde moet zijn akkoord geven voor een dergelijke overbrenging.

Cette Convention a été intégrée dans l’ordre juridique belge par le biais de la loi du 23 mai 1990 sur le transfèrement inter-étatique des personnes condamnées (Moniteur belge du 20 juillet 1990).

Het Verdrag is in de Belgische rechtsorde opgenomen middels de wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen staten van de gevonniste personen (Belgisch Staatsblad van 20 juli 1990).

En outre, un protocole additionnel à cette convention a été adopté en 1997 pour transférer des étrangers

Bovendien werd in 1997 een aanvullend protocol goedgekeurd om vreemdelingen over te brengen naar


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11788

vers leur pays d’origine lorsqu’ils n’ont aucun lien d’établissement durable en Belgique, qu’ils n’ont plus aucun titre de séjour sur le territoire et qu’ils devraient de toute manière faire l’objet d’une expulsion ou d’une autre mesure d’éloignement en fin de peine. Le but poursuivi est de renforcer les chances de réinsertion et réduire les risques de récidive de ces personnes en leur faisant purger leur peine dans le pays où se trouvent notamment leurs attaches familiales et sociales.

hun land van oorsprong indien ze geen enkele duurzame vestigingsband in Belgie¨ hebben, ze geen enkele vergunning hebben om op het grondgebied te verblijven en ze in elk geval het voorwerp zouden moeten zijn van een andere verwijderingsmaatregel wanneer ze hun straf hebben uitgezeten. Het nagestreefde doel is het versterken van de kansen op reclassering en het verminderen van het risico op recidive bij deze personen, door hen hun straf te laten uitzitten in het land waar ze met name hun familiale en sociale banden hebben.

Un projet de loi d’assentiment à ce protocole et un projet de loi adaptant la loi précitée du 23 mai 1990 à ce traité sont en cours d’adoption à la Chambre.

Een wetsontwerp tot goedkeuring van dit protocol en een wetsontwerp dat de voornoemde wet van 23 mei 1990 aanpast aan dit Verdrag worden nu ter goedkeuring in de Kamer behandeld.

Il va de soi que ces mesures ne peuvent être prises que dans le respect de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales, et qu’elles ne peuvent concerner que les personnes qui n’ont pas d’attaches en Belgique et pour lesquelles il ne peut donc pas y avoir de projet de réinsertion en Belgique.

Het spreekt voor zich dat deze maatregelen alleen kunnen worden genomen met respect voor het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en dat ze slechts betrekking kunnen hebben op personen die geen banden hebben in Belgie¨ en voor wie dus geen reclasseringsproject in Belgie¨ mogelijk is.

DO 2004200503479

DO 2004200503479

Question no 544 de M. Claude Marinower du 28 février 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 544 van de heer Claude Marinower van 28 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Juges d’instruction. — Indemnités particulières. — Indexations.

Onderzoeksrechters. — Bijzondere vergoedingen. — Indexaanpassingen.

L’article 357, 5o, du Code judiciaire règle l’indemnité particulière des magistrats, dans ce cas-ci l’indemnité de cabinet des juges d’instruction.

Artikel 357, 5o, van het Gerechtelijk Wetboek regelt de bijzondere vergoeding voor magistraten, in dit geval de kabinetsvergoeding van de onderzoeksrechters.

L’article en question ne prévoit pas d’indexations ce qui a pour conséquence que cette indemnité est aujourd’hui complètement vidée de sa substance compte tenu de la dépréciation monétaire.

Dit wetsartikel voorziet in geen indexaanpassingen met als gevolg dat deze vergoeding thans door de muntontwaarding volkomen is uitgehold.

Une disparité financière considérable est même apparue entre les juges d’instruction et les substituts du procureur du Roi qui reçoivent désormais une indemnité raisonnable pour les services de nuit et de week-end.

Er is zelf een aanzienlijke financie¨le discrepantie ontstaan tussen de onderzoeksrechters en de substituten-procureur des Konings, die nu een redelijke vergoeding krijgen voor hun nacht- en weekenddiensten.

1. Quel est votre point de vue en la matière ?

1. Wat is uw standpunt in deze aangelegenheid ?

2. a) Pensez-vous qu’une adaptation sérieuse de l’article 357, 5o, du Code judiciaire est possible ?

2. a) Acht u een ernstige aanpassing van het artikel 357, 5o, van het Gerechtelijke Wetboek mogelijk ?

b) Envisagez-vous de procéder à une indexation des indemnités particulières des juges d’instruction ?

b) Overweegt u een indexaanpassing voor de bijzondere vergoedingen van de onderzoeksrechters ?

c) Si tel est le cas, dans quel délai cette opération pourrait-elle être réalisée ?

c) Zo ja, binnen welke timing kan u dit realiseren ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11789

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 mars 2005, à la question no 544 de M. Claude Marinower du 28 février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 24 maart 2005, op de vraag nr. 544 van de heer Claude Marinower van 28 februari 2005 (N.) :

Les suppléments de traitement accordés aux juges d’instruction conformément à l’article 357 du Code judiciaire sont, comme les traitements des magistrats, soumis à l’indexation en application de l’article 362 du Code judiciaire.

De weddebijslagen aan onderzoeksrechters zoals bepaald in artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek zijn, net zoals de wedden van de magistraten, met toepassing van artikel 362 van het Gerechtelijk Wetboek onderworpen aan indexaanpassingen.

DO 2004200503684

DO 2004200503684

Question no 588 de M. Dylan Casaer du 16 mars 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 588 van de heer Dylan Casaer van 16 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Conseil d’E´tat. — Procédures. — Référé.

Raad van State. — Procedures. — Kort geding.

Les procédures devant le Conseil d’E´tat s’étendent souvent sur plusieurs années, ce qui est évidemment regrettable pour les parties concernées. En effet, il s’agit souvent de litiges qui requièrent un règlement rapide, concernant des autorisations, des nominations, etc.

Procedures voor de Raad van State nemen vaak verschillende jaren in beslag. Voor de betrokken partijen is dit uiteraard betreurenswaardig, daar het vaak gaat om geschillen die een snelle afhandeling vereisen, zoals betwistingen rond vergunningen, benoemingen, enzovoort.

La possibilité d’entamer une sorte de procédure rapide en référé, lorsqu’il est question d’un possible préjudice difficilement réparable, a permis de remédier en partie à ce problème.

Deels is hieraan verholpen doordat er een mogelijkheid bestaat om een soort kort gedingprocedure te volgen indien er sprake is van een mogelijk moeilijk te herstellen nadeel.

1. Quelles mesures sont-elles prises pour faciliter et accélérer le déroulement des procédures devant le Conseil d’E´tat ?

1. Welke maatregelen worden er genomen om de afhandeling van procedures voor de Raad van State vlotter en sneller te laten verlopen ?

2. Dispose-t-on de chiffres relatifs au nombre de dossiers faisant l’objet d’une procédure en référé ?

2. Bestaan er cijfers van in hoeveel zaken er gebruik wordt gemaakt van de kort gedingprocedure ?

3. Dispose-t-on de chiffres relatifs au nombre de dossiers dans lesquels le Conseil d’E´tat donne suite à la mesure requise en référé et ou` une annulation intervient par la suite ?

3. Bestaan er cijfers van in hoeveel zaken waarin de Raad van State ingaat op de gevorderde maatregel in kort geding, er ook achteraf een annulatie volgt ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 mars 2005, à la question no 588 de M. Dylan Casaer du 16 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 24 maart 2005, op de vraag nr. 588 van de heer Dylan Casaer van 16 maart 2005 (N.) :

Cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Question no 567 du 29 mars 2005.)

Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 567 van 29 maart 2005.)


2004

2005


1490

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11790


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 2004200503206

DO 2004200503206

Question no 618 de M. Carl Devlies du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 618 van de heer Carl Devlies van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts directs. — Directions régionales. — Activités de controˆle.

Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Controlewerkzaamheden.

Le controˆle efficace des contribuables constitue incontestablement un pilier important de la politique de lutte contre la fraude fiscale. L’efficacité du controˆle est déterminée par le nombre de controˆles réalisés et par une bonne sélection préalable sur la base d’une analyse de risques.

Een performante controle van de belastingplichtigen is onmiskenbaar een belangrijke pijler van een beleid dat erop gericht is om de fiscale fraude te bestrijden. De performantie van de controles wordt beı¨nvloed door het aantal uitgevoerde controles en door een goede voorafgaandelijke selectie op basis van risicoananalyse.

Il est également important que les controˆles soient effectués de la même manière sur l’ensemble du territoire.

Daarnaast is het van belang dat de controlewerkzaamheden op een gelijke wijze worden toegepast over het hele grondgebied.

1. a) Combien de vérifications approfondies ont-elles été réalisées au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour les exercices d’imposition 2000, 2001, 2002 et 2003 ?

1. a) Hoeveel grondige verificaties werden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden en dit voor de aanslagjaren 2000, 2001, 2002 en 2003 ?

b) Quel est le rapport entre ce nombre et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?

b) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?

2. a) Combien de vérifications approfondies seront-elles réalisées au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour l’exercice d’imposition 2004 ?

2. a) Hoeveel grondige verificaties zullen worden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden voor aanslagjaar 2004 ?

b) Combien de vérifications ont déjà été réalisées dans l’intervalle ?

b) Hoeveel daarvan zijn intussen afgehandeld ?

c) Quel est le rapport entre ces nombres et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?

c) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?

3. a) Combien de controˆles de gestion ont-ils été réalisés au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, et ce pour les exercices d’imposition 2000, 2001, 2002 et 2003 ?

3. a) Hoeveel beheerscontroles werden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden en dit voor aanslagjaren 2000, 2001, 2002 en 2003 ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11791

b) Quel est le rapport entre ce nombre et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?

b) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?

4. a) Combien de controˆles de gestion seront-ils réalisés au sein des différentes directions régionales, pour les différentes catégories professionnelles d’indépendant (commerçants, professions libérales et agriculteurs), les chefs d’entreprise et les salariés, pour l’exercice d’imposition 2004 ?

4. a) Hoeveel beheerscontroles zullen worden uitgevoerd in de verschillende gewestelijke directies, uitgesplitst over de verschillende beroepscategoriee¨n van zelfstandigen (handelaars, vrije beroepen en landbouwers), de bedrijfsleiders en de loontrekkenden voor aanslagjaar 2004 ?

b) Combien de controˆles ont déjà été réalisés dans l’intervalle ?

b) Hoeveel daarvan zijn intussen afgehandeld ?

c) Quel est le rapport entre ces nombres et le nombre de déclarations à traiter par les directions régionales ?

c) Hoe verhouden deze zich tot het aantal door de gewestelijke directies te behandelen aangiftes ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2005, à la question no 618 de M. Carl Devlies du 25 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2005, op de vraag nr. 618 van de heer Carl Devlies van 25 januari 2005 (N.) :

Les données statistiques demandées par l’honorable membre ne sont pas disponibles telles quelles. La collecte de ces informations exigerait une analyse spécifique.

De statistische gegevens gevraagd door het geachte lid zijn als dusdanig niet beschikbaar. De verzameling ervan zou een bijzondere analyse vergen.

L’administration générale des Impoˆts publie chaque année un rapport dont un exemplaire est communiqué à chaque parlementaire. Ce rapport contient, entre autres, un important volet statistique du controˆle.

De algemene administratie van Belastingen publiceert wel elk jaar een verslag waarvan een exemplaar aan elk parlementslid wordt overhandigd. Dit verslag bevat onder andere een belangrijk statistisch luik van de controle van de belasting.

DO 2004200503262

DO 2004200503262

Question no 634 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 634 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :










4. Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld ?






2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11792



Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2005, à la question no 634 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2005, op de vraag nr. 634 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les informations demandées.

Het geachte lid vindt hierna de gevraagde inlichtingen.

1. Durant l’année 2003, 660 missions à l’étranger ont été effectuées dont environ 300 en avion. En 2004, 650 missions ont eu lieu : 300 ont nécessité un voyage en avion.

1. Gedurende het jaar 2003 hebben 660 buitenlandse zendingen plaatsgehad, waarvan ongeveer 300 met het vliegtuig. In 2004 waren er in totaal 650 zendingen, waarvan 300 per vliegtuig.

2. Dans la Note directive concernant les missions à l’étranger du SPF Finances, il est demandé aux agents qui sont envoyés à l’étranger d’envisager, dans la mesure du possible, la formule la plus avantageuse pour l’E´tat.

2. In de richtlijnen in verband met opdrachten naar het buitenland, wordt verzocht om in de mate van het mogelijke, gebruik te maken van de meest voordelige formule voor de Staat.

Pour les voyages en avion en Europe et dans le Bassin Méditerranéen, la « classe économique » est utilisée en général. Pour les autres trajets, le déplacement peut être effectué en « business class ».

Voor vliegtuigverplaatsingen binnen Europa en naar het Middellandse Zeegebied, wordt over het algemeen gebruik gemaakt van de « economy class ». Voor de overige trajecten kan de verplaatsing gebeuren in « business class ».

En 2003, environ 60 voyages ont été effectués en « business class ».

In 2003 gebeurden er ongeveer 60 reizen in « business class ».

En 2004, environ 50 voyages ont été effectués en « business class ».

In 2004 waren dat er ongeveer 50 reizen in « business class ».

3. Les destinations des missions sont très diverses : la plupart des capitales européennes (surtout Paris), Washington et ces dernières années les pays asiatiques.

3. De bestemmingen van de zendingen zijn zeer divers : het merendeel betreft de Europese hoofdsteden (voornamelijk Parijs), Washington en de jongste jaren de Aziatische landen.

4 et 5. Le système « frequent flyer » n’est pas utilisé par le SPF Finances pour différentes raisons :

4 en 5. Het « frequent flyer »-systeem wordt door de FOD Financie¨n niet gebruikt voor verschillende redenen :

— La commande de billets d’avion au sein du SPF Finances n’est pas centralisée : chaque administration a sa propre cellule de réservation.

— De bestelling van vliegtuigtickets is niet gecentraliseerd binnen de FOD Financie¨n : elke administratie heeft haar eigen reserveringscel.

— La priorité est plutoˆt donnée à l’obtention de tarifs avantageux pour les déplacements par avion, dans la mesure du possible, en faisant jouer la concurrence. Nous faisons donc appel à un maximum de compagnies, ce qui rend difficile toute forme de « fidélité ».

— Er wordt bovenal de voorrang gegeven aan het laten spelen van de concurrentie, om daar waar mogelijk, de meest voordelige prijs te bekomen voor een verplaatsing per vliegtuig.

— Les programmes « frequent flyer » sont ouverts aux personnes physiques et non aux groupes ou personnes morales (sauf conditions spécifiques de la compagnie aérienne).

— De « frequent flyer »-programma’s zijn enkel beschikbaar voor natuurlijke personen en niet voor groepen of rechtspersonen (behalve onder specifieke voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij).

6 et 7. Le SPF Finances ne disposant pas de cartes « frequent flyer », il est possible que des fonctionnaires

6 en 7. Aangezien de FOD Financien zelf niet over een « frequent flyer »-kaart beschikt, is het mogelijk


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11793

qui disposent de telles cartes, utilisent les airmiles récoltés à des fins privés; chaque agent est libre d’accomplir la démarche de s’inscrire à ce genre de programme.

dat ambtenaren die wel over zo’n kaart beschikken, de airmiles voor privé-doeleinden gebruiken.

DO 2004200503348

DO 2004200503348

Question no 642 de Mme Annemie Turtelboom du 14 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 642 van mevrouw Annemie Turtelboom van 14 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Personnes handicapées. — Acquisition d’un véhicule. — Exonération d’impoˆts.

Personen met een handicap. — Aankopen voertuigen. — Vrijstelling van belastingen.

Les personnes handicapées jouissent de divers avantages lors de l’acquisition d’un véhicule à usage personnel. Il s’agit notamment de l’exonération de la taxe de mise en circulation et de l’exonération de la taxe de circulation annuelle. Lorsque la voiture est utilisée à d’autres fins que le transport de la personne handicapée, celle-ci peut perdre le bénéfice de cet avantage. Dans certains cas, les montants en question sont même susceptibles d’être récupérés.

Personen met een handicap genieten een aantal voordelen met betrekking tot het voertuig dat zij voor hun persoonlijk gebruik aankopen : vrijstellingen van de belasting op de inverkeerstelling en vrijstelling van de jaarlijkse verkeersbelasting. Wanneer de wagen wordt gebruikt voor andere doelen dan het vervoer van de persoon met een handicap, kan de persoon met de handicap dit voordeel verliezen. In bepaalde gevallen kan het vrijgestelde bedrag ook worden teruggevorderd.

1. Combien de personnes handicapées ont bénéficié de chacune des trois exonérations au cours des trois dernières années ?

1. Hoeveel personen met een handicap genoten elk van de drie vrijstellingen in de afgelopen drie jaar ?

2. Quelle a été l’incidence budgétaire de chacune de ces trois exonérations au cours des trois dernières années ?

2. Wat is de omvang van de vrijstelling in termen van minderontvangsten voor elk van deze drie vrijstellingen in de afgelopen drie jaar ?

3. Combien de controˆles ont été effectués au cours des trois dernières années, pour détecter les infractions éventuelles, et ce par type d’exonération ?

3. Hoeveel controles werden verricht op mogelijke overtredingen in de afgelopen drie jaar, onderverdeeld per vrijstelling ?

4. Combien d’infractions ont été constatées au cours des trois dernières années, par type d’exonération ?

4. Hoeveel overtredingen werden vastgesteld in de afgelopen drie jaar, onderverdeeld per vrijstelling ?

5. Quel a été le montant des récupérations éventuelles au cours des trois dernières années, par type d’exonération ?

5. Wat was het bedrag van eventuele terugvorderingen in de afgelopen drie jaar, onderverdeeld per vrijstelling ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2005, à la question no 642 de Mme Annemie Turtelboom du 14 février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2005, op de vraag nr. 642 van mevrouw Annemie Turtelboom van 14 februari 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.

1 et 2. Globalement, on peut dire qu’environ 0,8 % du parc automobile imposable comprenant les voitures, voitures mixtes et minibus est exonéré de la taxe de circulation suite à l’invalidité de l’utilisateur.

1 en 2. Globaal gezien, kan men stellen dat ongeveer 0,8 % van het belastbare wagenpark inzake personenwagens, auto’s dubbel gebruik en minibussen vrijgesteld zijn van de verkeersbelasting ingevolge invaliditeit van de gebruiker.

En chiffres, cela représente en moyenne pour les trois dernières années environ 36 500 véhicules sur un total de 5 694 000 véhicules.

Dit betekent in cijfers, gemiddeld over de drie jongste jaren, ongeveer 36 500 voertuigen op een totaal van 5 694 000 voertuigen.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11794

L’honorable membre voudra bien trouver cidessous le nombre de véhicules exonérés pour invalidité ainsi que le montant total des exemptions en matière de TC, TMC et TCA pour les trois années échues.

Het geachte lid gelieve hierbij het aantal vrijgestelde voertuigen wegens invaliditeit te vinden alsook het totaalbedrag van de vrijstellingen inzake VB, BIV en ACOB voor de drie afgelopen jaren.

3 à 5. Ces questions concernent le nombre de controˆles, d’infractions et de récupérations éventuelles de l’impoˆt qui ont été effectués au cours des trois dernières années.

3 tot 5. Deze vragen peilen naar het aantal controles, overtredingen en eventuele terugvorderingen die verricht werden in de loop van de drie afgelopen jaren.

Je dois cependant informer l’honorable membre qu’il n’existe pas en la matière de statistiques spécifiques et détaillées.

Ik moet het geachte lid evenwel meedelen dat er ter zake geen specifieke en gedetailleerde statistieken voorhanden zijn.

2004 ...................... 2003 ...................... 2002 ......................

TC — VB

TCA — ACOB

TMC — BIV

Total général — Algemeen totaal

Véhicules — Voertuigen

9 515 761,04 9 526 550,35 8 840 555,32

2 804 956,50 2 849 776,74 2 242 276,89

1 395 968,25 1 557 803,40 1 614 360,05

13 716 685,79 13 934 130,49 12 697 192,26

37 563 36 862 35 310


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget

Begroting

DO 2004200503296

DO 2004200503296

Question no 47 de M. Luk Van Biesen du 7 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 47 van de heer Luk Van Biesen van 7 februari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Remboursement de médicaments. — Non-prise en considération des avis positifs de la CRM.

Terugbetaling geneesmiddelen. — Negeren van positief advies CTG.

Pour tout remboursement ou modification des modalités de remboursement, les entreprises pharmaceutiques doivent adresser une demande à la Commission de remboursement des médicaments (CRM). Cette dernière se penche sur les conditions de remboursement, la catégorie de remboursement et la base de remboursement.

Voor elke terugbetaling of wijziging van terugbetaling moeten farmabedrijven een verzoek indienen bij de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG). Die buigt zich over de vergoedingsvoorwaarden, de vergoedingscategorie en de basis voor terugbetaling.

Les membres de la CRM constatent systématiquement que leurs avis ne sont pas pris en considération. Le ministère des Affaires sociales doit soumettre

Keer op keer zien de CTG-leden dat hun adviezen worden genegeerd. Het ministerie van Sociale Zaken dient elk positief advies voor terugbetaling van de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11795

tout avis positif de remboursement de la CRM au ministère du Budget, qui dispose alors d’un délai de 30 jours pour marquer ou non son accord.

CTG voor te leggen aan het ministerie van Begroting, die dan 30 dagen de tijd heeft om al dan niet haar fiat te geven.

Si le ministère du Budget refuse le remboursement, le ministère des Affaires sociales se rallie à cette décision.

Indien het ministerie van Begroting de terugbetaling weigert dan legt ook het ministerie van Sociale Zaken zich neer bij die weigering.

Depuis que le gouvernement a décidé, en novembre 2004, de réaliser une économie de 15 millions d’euros sur les dépenses en matière de médicaments, il apparaıˆt que le ministère du Budget refuse systématiquement le remboursement de nouveaux médicaments ou la modification des modalités de remboursement en vigueur.

Sinds de regering in november 2004 besliste om 15 miljoen euro te besparen op de geneesmiddelenuitgaven, blijkt het ministerie van Begroting systematisch de terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen te weigeren of de van kracht zijnde terugbetalingmodaliteiten niet te wijzigen.

Selon un article du Journal du Médecin du 25 janvier 2005, le ministère du Budget a refusé le remboursement d’une insuline à effet prolongé, d’une thérapie combinée pour le cancer du sein et d’un médicament pour la prophylaxie de la migraine. L’assouplissement des conditions de remboursement de médicaments destinés à soigner la maladie d’Alzheimer n’a pas non plus été accepté, malgré l’avis positif de la CRM et l’incidence budgétaire négligeable.

Volgens een artikel uit de Artsenkrant van 25 januari 2005 werd door het ministerie van Begroting de terugbetaling geweigerd van een langwerkend insuline, van een combinatietherapie voor borstkanker en van een geneesmiddel voor migraineprofylax. Ook de versoepeling van de terugbetalingsvoorwaarden voor Alzheimermedicatie werd, ondanks positief advies van de CTG en de zeer beperkte budgettaire impact, niet aanvaard.

Il en résulte que la population est ainsi privée de médicaments meilleurs et plus efficaces.

Het resultaat is dat de bevolking op deze wijze verstoken blijft van betere en effectievere geneesmiddelen.

1. Ne courons-nous pas le risque de remettre en cause le modèle de concertation auquel participent des médecins, des pharmaciens, des universitaires et des mutualités ?

1. Bestaat er geen gevaar dat het overlegmodel, waaraan wordt deelgenomen door artsen, apothekers, academici en ziekenfondsen, op de helling wordt gezet ?

2. Ne courons-nous pas le risque de priver la population de médicaments meilleurs et plus efficaces ?

2. Bestaat er geen gevaar dat de bevolking betere en effectievere geneesmiddelen wordt ontzegd ?

3. Quel est le pourcentage d’avis positifs de la CRM que les ministères concernés n’ont pas suivis au cours des deux dernières années ?

3. Hoeveel positieve adviezen van het CTG werden de jongste twee jaar (procentueel) niet opgevolgd door de betrokken ministeries ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 mars 2005, à la question no 47 de M. Luk Van Biesen du 7 février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 maart 2005, op de vraag nr. 47 van de heer Luk Van Biesen van 7 februari 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Bien au contraire. En 2004, le budget des spécialités pharmaceutiques, fixé à 2 711 391 000 euros, a été dépassé de 347 896 000 euros.

1. Neen, integendeel. In 2004 werd de begroting voor farmaceutische specialiteiten vastgelegd op 2 711 391 000 euro overschreden met 347 896 000 euro.

Dans un premier temps, le Conseil des ministres du 26 novembre 2004 avait en conséquence fixé le budget 2005 à 3 071 185 000 euros. Toutefois les estimations techniques actualisées de début d’année laissèrent prévoir un nouveau dérapage de 86 021 000 euros.

In een eerste fase had de Ministerraad van 26 november 2004 de begroting voor 2005 vastgelegd op 3 071 185 000 euro. De herziene technische ramingen begin 2005 lieten een nieuwe ontsporing zien van 86 021 000 euro.

Sous peine de mettre en péril l’ensemble du système de remboursement des frais médicaux, une telle

Om het hele terugbetalingstelsel van medische kosten niet in het gedrang te brengen, was overleg


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11796

menace impliquait une concertation avec les différents intervenants afin de déterminer les mesures à prendre pour maintenir les dépenses en médicaments à un niveau soutenable.

nodig met de tussenpersonen om maatregelen vast te leggen om de uitgaven voor geneesmiddelen op een houdbaar peil te houden.

Au terme de cette concertation, le budget des remboursements de médicaments a finalement été fixé à 3 068 956 000 euros.

Ten slotte werd uit dit overleg de begroting voor terugbetalingen van geneesmiddelen uiteindelijk vastgelegd op 3 068 956 000 euro.

Au-delà de l’objectif strictement budgétaire, les participants à la concertation ont également décidé de prendre notamment les mesures d’économie suivantes :

Bovenop de begrotingsdoelstelling sensu stricto, hebben de deelnemers aan het overleg ook besloten volgende besparingsmaatregelen te nemen namelijk :

— élargissement du remboursement de référence à toutes les formes et dosages de la substance active concernée selon une grille d’équivalence préétablie,

— de verruiming van de referentieterugbetaling voor alle vormen en dosissen van de betrokken actieve substantie volgens een vooraf opgesteld equivalentenrooster;

— modification des comportements actuels des médecins prescripteurs en les incitant à prescrire à leurs patients des médicaments moins chers et avec comme sanction : la perte du bénéfice de leur accréditation s’ils ne prescrivent pas un pourcentage minimum de médicaments moins chers,

— de wijziging van het huidig voorschrijfgedrag van artsen, door hen aan te zetten tot het voorschrijven van minder dure geneesmiddelen aan hun patie¨nten en als sanctie : het verlies van het voordeel van hun accreditatie als ze niet een minimum percentage goedkope geneesmiddelen voorschrijven;

— limitation stricte de nouvelles admissions au remboursement à des molécules réellement innovantes,

— een strenge beperking van nieuwe aanvaardingen voor terugbetaling van nieuwe innoverend moleculen;

— découragement de la prescription des antibiotiques dans le secteur ambulatoire en supprimant le plafond du ticket modérateur.

— het voorschrijven van antibiotica ontmoedigen in de ambulante geneeskunde, door het plafond af te schaffen op het remgeld.

Il a également été envisagé de mettre au point, en collaboration avec la Commission de remboursement des médicaments à l’INAMI, un tableau de suivi mensuel des dossiers d’inscription au remboursement des médicaments destiné à controˆler si le montant des impacts budgétaires qui y sont repris ne dépassent pas l’objectif partiel annuel « médicaments » prévu en 2005.

Er werd overwogen om in samenwerking met de Commissie voor terugbetaling van de geneesmiddelen van het RIZIV, een maandelijkse opvolgingstabel op te stellen waarin de dossiers voor terugbetaling van geneesmiddelen zouden worden opgenomen. Bedoeling is na te gaan of het bedrag van de weerslag op de begroting de gedeeltelijke jaarlijkse doelstelling voor 2005 niet overschrijdt.

L’ensemble de ces mesures n’entraıˆne donc pas une remise en question du modèle de concertation existant. Elles contribuent au contraire, à la survie de ce modèle.

Al deze maatregelen zetten het bestaand overlegmodel geenszins op de helling. Zij dragen integendeel bij tot het voortbestaan van dit model.

2. Non, que du contraire : en acceptant le remboursement de spécialités à des prix non concurrentiels, on gaspillerait une partie de l’enveloppe « médicaments », la rendant ainsi indisponible pour d’autres spécialités, autant, sinon plus utiles.

2. Neen, integendeel. Als men de terugbetaling van specialiteiten zou aanvaarden tegen niet-concurrentie¨le prijzen zou een deel van de enveloppe « geneesmiddelen » verspild worden om zo onbeschikbaar te worden voor andere specialiteiten, die misschien nuttiger zijn.

L’expérience a montré qu’un premier refus d’inscription au remboursement pouvait amener les firmes pharmaceutiques à revoir leurs prétentions.

Uit ervaring weten we dat een eerste weigering tot inschrijving de farmaceutische bedrijven ertoe aanzet hun aanspraak bij te sturen.

Une décision trop laxiste serait particulièrement préjudiciable dans les cas où il existe déjà sur le marché une gamme très étendue de spécialités alternatives faisant partie de la même famille de médicaments.

Een te lakse beslissing zou zeer nadelig zijn als er op de markt een breed gamma aan alternatieve specialiteiten bestaat die tot dezelfde familie geneesmiddelen behoren.

Même si la décision est difficile à prendre, il appartient donc bien au ministre du Budget de refuser

Ook al is de beslissing moeilijk, het komt de minister van Begroting toe de inschrijving tot terugbetaling


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11797

l’inscription au remboursement de médicaments pour lesquels il existe déjà une alternative de remboursement meilleur marché ou de refuser l’inscription de spécialités pour lesquelles la firme pharmaceutique demande des augmentations de prix exagérées.

te weigeren van geneesmiddelen waarvoor reeds een goedkoper terugbetalingsalternatief bestaat of de inschrijving van de specialiteiten te weigeren waarvoor een farmaceutisch bedrijf overdreven prijsverhogingen vraagt.

3. Les cas dans lesquels le ministre du Budget n’a pas pu donner son accord représentent 4,4 % des propositions introduites après examen par la Commission des remboursements (soit 15 dossiers refusés sur 339 dossiers correspondant à 44 inscriptions refusées sur 757 inscriptions enregistrées pour la période du 1er janvier 2004 à février 2005).

3. De gevallen waarin de minister van Begroting geen akkoordbevinding heeft gegeven bedragen 4,4 % van de ingediende voorstellen na onderzoek door de Commissie voor terugbetalingen (hetzij 15 geweigerde dossiers op 339 overeenkomstig aan 44 geweigerde inschrijvingen op 757 geboekte inschrijvingen voor de periode van 1 januari 2004 tot februari 2005).

L’attitude négative du ministre du Budget concerne des propositions qui soit ne répondaient pas aux exigences de l’arrêté royal du 21 décembre 2001 fixant les procédures, délais et conditions concernant l’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dans le coût des spécialités pharmaceutiques ou qui entraıˆnaient un nouveau dépassement de l’enveloppe.

De negatieve respons van de minister van Begroting betreft voorstellen die ofwel niet voldeden aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vastlegging van de procedures, termijnen en voorwaarden voor tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor gezondheidszorgen en vergoedingen in de kosten van farmaceutische specialiteiten of een nieuwe overschrijding van de enveloppe met zich brachten.

Seule la stricte application de cet arrêté garantit l’uniformité de traitement de toutes les propositions introduites par les firmes pharmaceutiques.

Enkel de strikte toepassing van dit besluit waarborgt dat de ingediende voorstellen van de farmaceutische bedrijven op gelijke wijze worden behandeld.

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2003200432207

DO 2003200432207

Question no 290 de M. Carl Devlies du 21 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 290 van de heer Carl Devlies van 21 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Opérations bancaires électroniques des services publics par le biais d’un compte CCP.

Elektronisch bankieren voor openbare diensten langs PCR-rekening.

Les services publics ont été légalement contraints de convertir leurs comptes CCP-000 en comptes CCP679.

Openbare diensten dienden in uitvoering van een wet de « 000-PCR-rekening » te converteren naar een « 679-PCR-rekening ».

Il s’avère toutefois que pour effectuer des opérations financières électroniques par le biais d’un compte chèque postal, les services publics doivent s’abonner à « Isabel », le système exploité par la SA Isabel. Le couˆt de l’adhésion s’élève à environ 800 euros pour la première année, alors que d’autres systèmes, au moins équivalents, sont gratuits.

Blijkt dat de enige mogelijkheid om elektronisch financie¨le transacties met De Post te verrichten, erin bestaat een abonnement te nemen op « Isabel », uitgebaat door de NV Isabel. De kosten om aan te sluiten bedragen het eerste jaar ongeveer 800 euro, terwijl andere systemen, die minstens evenwaardig zijn, gratis worden aangeboden.

Alors que la tendance est à la suppression des monopoles d’E´tat, La Poste, en octroyant à une firme privée le monopole sur toutes les opérations électroniques par le biais de ce compte CCP-679, en crée un nouveau, d’autant plus que ce compte est utilisé par quasiment tous les services publics et écoles.

Daar waar men de staatsmonopolies wil afschaffen, creeërt De Post er eentje bij. Immers wordt een privéfirma het monopolierecht gegeven op elektronische transacties met deze 679-PCR-rekening, waar ongeveer alle overheidsdiensten en scholen gebruik van maken.


2004

2005


1491

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11798

Le système BPO-banking (ou un autre système gratuit) pourrait-il être rendu accessible aux clients du secteur public titulaires d’un compte-679 de La Poste ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 mars 2005, à la question no 290 de M. Carl Devlies du 21 août 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. L’application PC Line est un software qui a été développé par La Poste financière à la fin des années ’90, afin de permettre à ses clients de transmettre leurs ordres de paiements électroniquement via un modem. Actuellement, 71 clients titulaires d’un ou plusieurs comptes postaux (code protocole 679) ouverts dans les livres de La Poste, utilisent PC Line. L’intention de La Poste financière de supprimer à terme cette application est liée d’une part, au fait qu’elle apparaıˆt dépassée par rapport aux logiciels de PC Banking faisant appel aux technologies les plus récentes utilisées en matière de sécurité digitale et de connexion via Internet, et qu’elle occasionne d’autre part des coûts de maintenance élevés par rapport au nombre d’abonnés. Toutefois, aucune date d’arrêt de PC Line n’a encore été fixée à ce moment et celle-ci sera déterminée en fonction des efforts poursuivis par la poste financière, gestionnaire des comptes postaux, pour proposer des solutions adaptées aux besoins spécifiques en moyen de paiement exprimés par ses différents clients. L’application Isabel, plus moderne, offrant plus de fonctionnalités et plus de sécurité, est l’une de ces solutions possibles.

Kan het BPO-systeem (of een ander gratis systeem) toegankelijk worden voor klanten uit de openbare dienst met een 679-rekening bij De Post ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 maart 2005, op de vraag nr. 290 van de heer Carl Devlies van 21 augustus 2004 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Il est à noter que selon les informations tarifaires disponibles sur le site Internet de la société Isabel, la formule de base pour la création de virements domestiques et la consultation des extraits de compte revient à environ 200 euros (TVA comprise) de frais récurrents sur la base de annuelle.

De toepassing PC Line is een softwareprogramma dat werd ontwikkeld door De Financie¨le Post aan het einde van de jaren ’90 om haar klanten toe te laten hun betalingsopdrachten langs elektronische weg via een modem te verzenden. Momenteel wordt PC Line gebruikt door 71 klanten die houder zijn van een of meerdere postrekeningen (protocolcode 679) geopend in de boeken van De Post. Het voornemen van De Financie¨le Post om deze toepassing op termijn stop te zetten is enerzijds verbonden aan het feit dat ze verouderd lijkt in vergelijking met de PC Banking-programma’s die gebruik maken van de meest recente technologiee¨n inzake digitale beveiliging en internetverbinding en dat deze toepassing onderhoudskosten teweegbrengt die hoog zijn in verhouding tot het aantal abonnees. Niettemin is op dit moment nog geen datum vastgelegd voor de stopzetting van PC Line. Deze datum zal worden bepaald in functie van de inspanningen die de financie¨le post, de beheerder van de postrekeningen, verder levert om oplossingen voor te stellen die aangepast zijn aan de specifieke behoeften inzake betalingsmiddelen die haar klanten kenbaar hebben gemaakt. De modernere toepassing Isabel, die meer functionaliteit en veiligheid biedt, is een van die mogelijke oplossingen. Er dient te worden opgemerkt dat volgens de tariefinformatie beschikbaar op de website van de vennootschap Isabel, de basisformule voor het aanmaken van binnenlandse overschrijvingen en het consulteren van rekeninguittreksels neerkomt op ongeveer 200 euro (inclusief BTW) terugkerende kosten op jaarbasis.


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2004200503186

DO 2004200503186

Question no 495 de M. Koen T’Sijen du 24 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Traite des mineurs. — Loi sur la tutelle. Dans son « Rapport sur la traite des êtres humains », le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le

Vraag nr. 495 van de heer Koen T’Sijen van 24 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Handel in minderjarigen. — Voogdijwet. In het « Rapport mensenhandel » van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11799

racisme émet des considérations critiques à propos de la loi sur la tutelle : L’accueil de mineurs étrangers non accompagnés (MENAS) se fait en deux phases, une première phase d’observation et d’orientation, et une deuxième phase dans laquelle le mineur est transféré ` dans une structure adaptée à ses besoins individuels. A cet égard, il est absolument nécessaire que les victimes mineures présumées soient immédiatement orientées vers un centre adapté.

geeft het centrum kritische opmerkingen over de voogdijwet. Zo stelt het centrum : « De opvang van nietbegeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV’s) is in twee fasen gepland, namelijk eerst in een observatieen orie¨ntatiecentrum, vervolgens in een structuur die aangepast is aan de individuele behoeften van de minderjarige. In dit verband is het absoluut noodzakelijk dat de minderjarige vermoedelijke slachtoffers onmiddellijk naar een centrum worden doorverwezen dat aan hen is aangepast ».

Le centre demande également de mieux délimiter le roˆle du tuteur, pour éviter une grande disparité dans la manière dont chaque tuteur va concevoir sa mission, d’autant qu’il peut y avoir des doublons entre les missions des centres spécialisés dans l’accompagnement des victimes de la traite des êtres humains et certaines missions du tuteur.

Ook vraagt het centrum een betere omschrijving van de rol van de voogd, om te vermijden dat er verschillen ontstaan in de manier waarop ze hun opdrachten aanpakken, zeker nu er overlapping kan ontstaan tussen de opdrachten van de centra gespecialiseerd in de begeleiding van de slachtoffers van de mensenhandel en bepaalde opdrachten van de voogd.

En ce qui concerne le séjour des victimes mineures, le centre estime qu’il faudrait envisager un affinement du statut de la « traite des êtres humains », notamment en ce qui concerne le délai de réflexion. Les mineurs étrangers non accompagnés qui ne souhaitent pas faire de déclarations aux autorités judiciaires devraient bénéficier malgré tout d’une sécurité et d’une protection suffisantes, dans le cadre d’un véritable statut du mineur non accompagné.

Wat het verblijf van minderjarige slachtoffers betreft, lijkt voor het centrum een verfijning van het statuut mensenhandel noodzakelijk, onder meer inzake de bedenktijd. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen verklaringen wensen af te leggen aan de gerechtelijke autoriteiten zouden toch voldoende bescherming en veiligheid moeten worden geboden, binnen het kader van een echt statuut van niet-begeleide minderjarige.

Selon le centre, la lutte contre la traite des êtres humains et contre la traite des mineurs doit rester une priorité des autorités belges, non seulement dans le cadre de la répression des auteurs mais aussi et surtout ` ce titre, les dans l’attention portée aux victimes. A enfants constituent un groupe particulièrement vulnérable auquel il convient d’attacher l’attention et la protection nécessaires. 1. Quelles mesures avez-vous prises ou envisagezvous de prendre pour que les victimes mineures présumées soient orientées immédiatement vers un centre adapté ? 2. Envisagez-vous de mieux délimiter le roˆle du tuteur ? 3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour affiner le statut de la « traite des êtres humains » ? 4. Allez-vous prendre des mesures pour que les mineurs étrangers non accompagnés qui ne souhaitent pas faire de déclarations aux autorités judiciaires bénéficient malgré tout d’une sécurité et d’une protection suffisantes ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2005, à la question no 495 de M. Koen T’Sijen du 24 janvier 2005 (N.) :

De strijd tegen de mensenhandel, en tegen de handel in minderjarigen, moet volgens het centrum voor de Belgische overheden een prioriteit blijven, niet enkel door een bestraffing van de daders maar ook vooral door aandacht te schenken aan de slachtoffers. Kinderen vormen hier een bijzonder kwetsbare groep, ze moeten dan ook de nodige aandacht en bescherming krijgen. 1. Welke maatregelen heeft u genomen of overweegt u te nemen om ervoor te zorgen dat minderjarige vermoedelijke slachtoffers onmiddellijk naar een aan hen aangepast centrum worden doorverwezen ? 2. Overweegt u een betere omschrijving van de rol van de voogd ? 3. Overweegt u maatregelen te nemen om tot een verfijning te komen van het statuut mensenhandel ? 4. Neemt u maatregelen om ervoor te zorgen dat niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen verklaringen wensen af te leggen aan de gerechtelijke autoriteiten, toch voldoende bescherming en veiligheid wordt geboden ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2005, op de vraag nr. 495 van de heer Koen T’Sijen van 24 januari 2005 (N.) : 1 en 2. Mijn collega, de vice-eerste minister, minister van Justitie, is bevoegd voor deze vragen. (Vraag nr. 610 van 24 maart 2005.)

1 et 2. Ces questions relèvent de la compétence de ma collège, la vice-première ministre, ministre de la Justice. (Question no 610 du 24 mars 2005.)


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11800

3. Les victimes de la traite des êtres humains, bénéficient des dispositions de la circulaire du 7 juillet 1994 concernant la délivrance de titres de séjour et des autorisations d’occupation (permis de travail) à des étrangers victimes de la traite des êtres humains et des directives du 13 janvier 1997 à l’Office des étrangers, aux Parquets, aux services de police, aux services de l’inspection des lois sociales et de l’inspection sociale relative à l’assistance aux victimes de la traite des êtres humains, modifiées le 17 avril 2003. Les mêmes dispositions sont actuellement applicables aux majeurs et aux mineurs. Ces mesures poursuivent un double objectif : renforcer l’efficacité de la lutte contre la traite des êtres humains et venir en aide aux victimes qui collaborent à l’enquête judiciaire. Un avant-projet de loi relatif à la transposition de la directive 2004/81/CE du Conseil de l’Union européenne du 29 avril 2004 relative au titre de séjour délivré aux ressortissants de pays tiers qui sont victimes de la traite des êtres humains ou ont fait l’objet d’une aide à l’immigration et qui coopèrent avec les autorités compétentes est en cours d’élaboration. La transposition de cette directive permettra de renforcer les instruments de lutte contre l’immigration clandestine et la traite des êtres humains. 4. Oui. Actuellement, des dispositions spécifiques sont appliquées aux mineurs, étrangers non accompagnés victimes de la traite des êtres humains afin de tenir compte de leur aˆge, de leur maturité et de leur intérêt supérieur de l’enfant et ce, conformément à l’article 3, alinéa 1er de la Convention des Nations unies des droits de l’enfant du 20 novembre 1989 et à l’article 24 de la Charte des droits fondamentaux de l’Union européenne. Les autorités compétentes entament ainsi les démarches requises afin de rechercher sa famille, d’établir sa nationalité de déterminer son identité, ainsi que le fait qu’il n’est pas accompagné. L’avant-projet de loi susmentionné officialisera les dispositions spécifiques qui leur sont appliquées.

3. De slachtoffers van mensenhandel genieten van de bepalingen van de omzendbrief van 7 juli 1994 betreffende de afgifte van verblijfs- en arbeidsvergunningen (arbeidskaarten) aan vreemdelingen, slachtoffers van mensenhandel en de richtlijnen van 13 januari 1997 aan de Dienst Vreemdelingenzaken, parketten, politiediensten, inspectie van de sociale wetten en de sociale inspectie omtrent de bijstand aan slachtoffers van mensenhandel, gewijzigd op 17 april 2003. Momenteel worden op meerderjarigen en minderjarigen dezelfde bepalingen toegepast. Deze maatregelen hebben een dubbel doel : de efficie¨ntie van de strijd tegen de mensenhandel versterken en de slachtoffers die aan een gerechtelijk onderzoek meewerken helpen. Momenteel wordt een voorontwerp van wet uitgewerkt dat betrekking heeft op de omzetting van de richtlijn 2004/81/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie. De omzetting van deze richtlijn zal het mogelijk maken om de instrumenten voor de strijd tegen de clandestiene immigratie en de mensenhandel te versterken. 4. Ja. Momenteel worden specifieke bepalingen toegepast op de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die het slachtoffer zijn van mensenhandel zodat rekening kan worden gehouden met hun leeftijd, hun rijpheid en het hoger belang van het kind, overeenkomstig artikel 3, eerste lid van de Overeenkomst van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind van 20 november 1989 en artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De bevoegde autoriteiten ondernemen de noodzakelijke stappen om zijn familie te zoeken, zijn nationaliteit vast te stellen, zijn identiteit te bepalen en het feit dat hij niet wordt begeleid vast te stellen. Het bovenvermelde voorontwerp van wet zal de specifieke bepalingen die op hen worden toegepast officieel bekrachtigen.


Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2004200502575

DO 2004200502575

Question no 125 de M. Gerolf Annemans du 3 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 125 van de heer Gerolf Annemans van 3 november 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Mogelijke corruptie en belangenvermenging binnen de Verenigde Naties. Volgens berichten in de internationale pers is een onderzoek gaande naar mogelijke corruptie en belan-

E´ventuelles affaires de corruption et de confusion d’intérêts au sein des Nations unies. Selon différents articles parus dans la presse internationale, une enquête est en cours sur d’éventuelles


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11801

affaires de corruption et de confusion d’intérêts dans le cadre de l’ancien programme « Pétrole contre nourriture » des Nations unies. Plusieurs hauts responsables des Nations unies, parmi lesquels M. Benon Sevan, ancien chef du programme « Pétrole contre nourriture », auraient été soudoyés par l’ancien régime irakien afin d’inciter d’autres personnalités politiques à adopter une attitude plus positive à l’égard de l’Irak. En outre, M. Kojo Annan, fils de M. Kofi Annan, secrétaire général des Nations unies, aurait été généreusement rémunéré par son ancien employeur suisse qui s’est vu attribuer des missions lucratives par les Nations unies dans le cadre du programme « Pétrole contre nourriture ». Compte tenu de la personnalité des personnes citées, ces éventuelles affaires de corruption pourraient miner le prestige international des Nations unies.

genvermenging binnen het voormalige « olie-voorvoedselprogramma » van de Verenigde Naties. Verschillende VN-topmensen — onder andere Benon Sevan, voormalig hoofd van het « olie-voorvoedselprogramma » — zouden door het voormalige Irakese regime zijn omgekocht om andere politieke figuren te bewegen een positievere houding ten overstaan van Irak aan te nemen. Bovendien zou Kojo Annan, de zoon van secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan, goed betaald zijn geweest door zijn voormalige Zwitserse werkgever die van de Verenigde Naties lucratieve opdrachten heeft gekregen in het kader van het « olie-voor-voedselprogramma ». Gelet op de personen die worden genoemd, kunnen deze mogelijke omkoopschandalen een bom leggen onder het internationaal prestige van de Verenigde Naties.

1. a) Qui mène l’enquête sur ces éventuelles affaires de corruption ?

1. a) Wie voert het onderzoek naar deze mogelijke omkopingschandalen ?

b) Le gouvernement belge ou la représentation belge auprès des Nations unies y collaborent-ils ?

b) Werkt de Belgische regering of de Belgische VNvertegenwoordiging hieraan mee ?

2. a) Des fonctionnaires des Nations unies de nationalité belge ont-ils participé au programme « Pétrole contre nourriture » ? ` quel niveau ? b) A

2. a) Waren VN-ambtenaren met de Belgische nationaliteit betrokken bij het « olie-voor-voedselprogramma » ?

c) Sont-ils également cités dans l’enquête en cours ?

c) Worden ook zij genoemd in het op handen zijnde onderzoek ?

3. Avez-vous connaissance de membres du corps diplomatique belge qui auraient été contactés afin d’inciter le gouvernement belge à adopter une position plus modérée à l’égard de l’ancien gouvernement irakien ?

3. Heeft u weet van leden van het Belgisch diplomatencorps die benaderd zijn om de Belgische regering te bewegen haar houding ten opzichte van de voormalige Irakese regering te milderen ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 125 de M. Gerolf Annemans du 3 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 125 van de heer Gerolf Annemans van 3 november 2004 (N.) :

1. ` la suite de différents articles de presse, le secréa) A taire général des Nations unies, Kofi Annan, a décidé de constituer une Commission indépendante chargée d’enquêter sur les allégations d’irrégularités qui auraient entaché l’application du programme « pétrole contre nourriture ». Cette Commission a été nommée le 21 avril 2004. Elle est présidée par Paul Volcker, ancien président de la Réserve fédérale des E´tats-Unis. Elle comprend également Richard Goldstone, l’ancien Procureur sud-africain du Tribunal pénal international pour l’ex-Yougoslavie et Mark Pieth, professeur de droit pénal et de criminologie à l’Université de Baˆle et expert de la question du blanchiment d’argent.

1. a) Na de verschijning van verschillende persartikels heeft de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, besloten om een onafhankelijke Onderzoekscommissie op te richten die belast is met het onderzoek naar de beschuldigingen van onregelmatigheden in de uitvoering van het programma « Oil for Food ». Deze Commissie werd benoemd op 21 april 2004. Ze wordt voorgezeten door Paul Volcker, voormalig voorzitter van de Federal Reserve van de Verenigde Staten. Eveneens lid zijn Richard Goldstone, voormalig ZuidAfrikaanse voorzitter van het Internationaal Straftribunaal voor ex-Joegoslavie¨ en Mark Pieth, professor strafrecht en criminologie aan de Universiteit van Bazel en expert inzake witwassing.


2004

b) Op welk niveau ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11802

Selon les termes de référence qui guideront l’enquête indépendante, la commission doit déterminer : — si les procédures arrêtées par les Nations unies pour l’administration et la gestion du programme « pétrole contre nourriture » ont été enfreintes; — si des fonctionnaires, membres du personnel, agents ou contractants des Nations unies, se sont livrés à des activités illicites ou à des actes de corruption au cours de leurs fonctions dans le cadre de ce programme; — enfin si les comptes du programme étaient en règle et gérés conformément aux règles de gestion financière des Nations unies. Les membres de la commission ont la possibilité d’interroger tous les fonctionnaires et agents des Nations unies quel que soit leur rang et ont accès à tous les documents en possession des Nations unies. La Commission d’enquête indépendante peut s’adresser aux E´tats membres et à leurs autorités compétentes et leur demander de coopérer avec lui pour obtenir toutes informations utiles pour ses travaux. Le Conseil de sécurité a par ailleurs adopté à l’unanimité la résolution 1538 accueillant avec satisfaction la nomination de la commission et appelant tous les E´tats membres à coopérer pleinement à l’enquête. b) Le gouvernement belge et la Mission permanente de la Belgique aux Nations unies coopéreront pleinement à l’enquête si telle demande est faite.

Overeenkomstig de referentietermen van het onafhankelijk onderzoek moet de commissie bepalen : — of de procedures van de Verenigde Naties voor de administratie en het beheer van het programma « Oil for Food » werden overtreden; — of functionarissen, personeelsleden, agenten of contractuelen van de Verenigde Naties zich schuldig gemaakt hebben aan illegale activiteiten of aan corruptie bij de uitoefening van hun functie in het kader dit programma; — of de rekeningen van het programma in regel waren en beheerd werden overeenkomstig de regels voor financieel beheer van de Verenigde Naties. De leden van de commissie hebben de mogelijkheid om alle functionarissen en agenten van de Verenigde Naties te ondervragen wat ook hun rang is en moeten toegang verkrijgen tot alle documenten in bezit van de Verenigde Naties. De Onafhankelijke Onderzoekscommissie kan zich richten tot de lidstaten en hun competente overheden en hen vragen om samen te werken om elke nuttige informatie voor haar werkzaamheden te bekomen. De Veiligheidsraad heeft overigens unaniem resolutie 1538 aangenomen die de aanstelling van de commissie verwelkomt en die alle lidstaten oproept om samen te werken met het onderzoek.

2. a) et b) Les agents qui travaillent pour les Nations unies sont des fonctionnaires internationaux qui ne sont responsables qu’envers l’Organisation. Les personnes employées par le programme « pétrole contre nourriture » agissaient en tant que fonctionnaires internationaux et non dans leur capacité nationale. c) La commission n’a pas encore publié les résultats de son enquête qui devrait être conclue en juin 2005. 3. Non.

b) de Belgische regering en de Permanente Vertegenwoordiging van Belgie¨ bij de Verenigde Naties zullen wanneer gevraagd volledig samenwerken met het onderzoek. 2. a) en b) De mensen die werken voor de Verenigde Naties zijn internationale ambtenaren die uitsluitend aan de Organisatie verantwoording verschuldigd zijn. De personen die door het programma « Oil for Food » tewerkgesteld waren, opereerden als internationale functionarissen en niet in hun nationale capaciteit. c) De commissie heeft nog geen resultaten bekendgemaakt van haar onderzoek dat in juni 2005 zou moeten beeïndigd worden. 3. Neen.

DO 2004200502582

DO 2004200502582

Question no 126 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 126 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden. Artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van

Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. L’article 77, § 1er, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11803

organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités dispose que dès qu’un membre du personnel est agréé en qualité de délégué permanent d’une organisation syndicale, celui-ci est placé en congé syndical de plein droit. Bien qu’un délégué syndical permanent ne soit pas soumis à l’autorité hiérarchique, il est censé être en activité de service. Il conserve, entre autres, son droit au traitement et à l’avancement de traitement et de grade. Conformément à l’article 78 de l’arrêté royal précité du 28 septembre 1984, chaque organisation syndicale doit, avant la fin de chaque trimestre, rembourser à l’autorité une somme égale au montant total des payements effectués au cours du trimestre précédent au délégué permanent ou à ses ayants droit en raison de sa qualité de membre du personnel. Les remboursements ne comprennent toutefois pas, entre autres, les cotisations patronales ainsi qu’un certain nombre de primes et d’avantages octroyés (cf. article 78, § 2, de l’arrêté royal du 28 septembre 1984).

19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel bepaalt dat, van zodra een personeelslid als vaste afgevaardigde van een vakorganisatie is erkend, dit personeelslid van rechtswege met vakbondsverlof is. Hoewel een vaste vakbondsafgevaardigde niet onderworpen is aan het hie¨rarchische gezag, wordt hij geacht in actieve dienst te zijn. Het behoudt onder meer zijn recht op wedde en op bevordering tot een hogere wedde en tot een hogere graad. Artikel 78 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 september 1984 legt aan de vakorganisatie de verplichting op om voó´r het einde van ieder kwartaal aan de overheid een som terug te storten die gelijk is aan het totale bedrag van de betalingen die gedurende het vorige kwartaal werden verricht aan de vaste afgevaardigde of aan zijn rechthebbenden op grond van zijn hoedanigheid van personeelslid. In de terugbetalingen zijn echter onder meer de werkgeversbijdragen, alsook een aantal premies en toegekende voordelen niet begrepen (cf. artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september 1984).

1. Combien de délégués syndicaux permanents, au sens précité, comptent votre(vos) service(s) public(s) fédéral(aux) et les autres services fédéraux relevant de votre compétence ?

1. Kan u meedelen hoeveel vaste vakbondsafgevaardigden in hoger vermelde zin uw federale overheidsdienst(en) en in de andere overheidsdiensten die onder uw gezag ressorteren, tellen ?

` combien s’élevaient les dépenses non rembour2. A sées par les syndicats et payées en 2003 par les autorités fédérales pour ces membres du personnel (entre autres les cotisations patronales) ?

2. Hoeveel bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven die de federale overheid in 2003 deed voor deze personeelsleden (onder meer werkgeversbijdragen) ?

3. a) De quels comités, créés pour les services publics concernés relevant de votre compétence, les délégués syndicaux font-ils partie ?

3. a) Van welke comités die voor de betreffende onder uw gezag ressorterende overheidsdiensten werden opgericht, maken vakbondsafgevaardigden deel uit ?

b) Quelles indemnités ont-ils reçues à cet effet en 2003 ?

b) Welke vergoedingen ontvingen zij hiervoor in het jaar 2003 ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 126 de M. Guy D’haeseleer du 3 novembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 126 van de heer Guy D’haeseleer van 3 november 2004 (N.) :

1. Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement compte deux agents qui se trouvent en congé syndical tel que prévu par la réglementation.

1. De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking telt twee personeelsleden die van rechtswege met vakbondsverlof zijn.

2. En 2003 le montant des frais non remboursés s’élevait à 29 062,59 euros.

2. In 2003 bedroegen de niet door de vakorganisaties terugbetaalde uitgaven 29 062,59 euro.

3. a) Ces représentants syndicaux font entre autres partie du Comité de secteur VII.

3. a) Deze vakbondsafgevaardigden maken andere deel uit van Sectorcomité VII.

b) Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement ne paie pas d’indemnité complémentaire à ces personnes.

b) De FOD Buitenlande Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking betaalt geen enkele bijkomende vergoeding.


2004

2005

onder


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11804

DO 2004200502680

DO 2004200502680

Question no 134 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 134 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance.

Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.

Les « gens du voyage » seraient 400 000 chez nos voisins français. La préfecture du Nord de la France estime à 2 500 le nombre de caravanes qui circulent en permanence dans le département pour 400 emplacements disponibles.

Naar verluidt bevinden zich op het Franse grondgebied zo’n 400 000 woonwagenbewoners. De prefectuur van Noord-Frankrijk schat het aantal woonwagens dat permanent in het departement rondtoert op 2 500, terwijl er slechts 400 standplaatsen voorhanden zijn.

Une loi française du 5 juillet 2000 (« Loi Besson ») oblige les communes de plus de 5 000 habitants à installer des aires d’accueil pour les « gens du voyage ».

Volgens een Franse wet van 5 juli 2000 (de zogenaamde « Wet Besson ») zijn gemeenten met meer dan 5 000 inwoners verplicht een terrein voor woonwagens aan te leggen.

Cette loi a pour but de mettre fin aux campements sauvages en accordant aux gens du voyages des droits mais aussi des devoirs. Elle prévoit la réalisation d’au moins 30 000 places régulières de stationnement en France.

Door de woonwagenbewoners zowel rechten als plichten toe te kennen, wil men het wildkamperen een halt toeroepen. De wet voorziet in de aanleg van minstens 30 000 officie¨le standplaatsen in Frankrijk.

Le département du Nord a été tenu de se doter d’un schéma d’accueil qui désigne les communes dans lesquelles sont créées ou réhabilitées des aires.

Het departement « Nord » werd verplicht een opvangschema op te stellen waarin de gemeenten zijn aangeduid die met nieuwe terreinen worden uitgerust of waar bestaande terreinen worden heringericht.

Avant le 31 décembre 2008, les « gens du voyage » devaient disposer d’un terrain d’accueil à LeersFrance. Cet emplacement serait, selon le maire de Leers-France, « placé dans une zone peu urbanisée, dont la desserte se fait facilement par voie rapide et a une superficie de 9 505 m2 », quinze familles pourraient prendre place sur le terrain qui compterait une trentaine d’emplacements pour caravanes.

Voó´r 31 december 2008 zouden de woonwagenbewoners op een terrein in Leers-France moeten terechtkunnen. Volgens de burgemeester van Leers-France zou het terrein worden aangelegd « in een weinig verstedelijkt gebied dat vlot bereikbaar is en een oppervlakte van 9 505 m2 heeft ». Het terrein zou onderdak bieden aan vijftien gezinnen en zou een dertigtal standplaatsen voor woonwagens tellen.

Dès à présent, tant du coˆté français que du coˆté belge, des voix s’élèvent contre le choix de ce lieu d’implantation.

Zowel in Frankrijk als in Belgie¨ gaan nu reeds stemmen op tegen de gekozen vestigingsplaats.

Toutefois, à ce jour les autorités locales belges n’ont pas été averties officiellement de cette initiative des autorités françaises.

Tot op heden werd de Belgische lokale overheid echter nog niet officieel van het initiatief van de Franse overheid op de hoogte gebracht.

D’autres projets ayant une incidence sur l’environnement doivent, quant à eux, faire l’objet d’une concertation entre les administrations locales des E´tats riverains.

Over andere projecten die een weerslag op de omgeving hebben, moet eerst door de lokale besturen van de aangrenzende landen worden overlegd.

Bien entendu, sans terrains « légaux » pour le séjour ou l’habitat, les « gens du voyage » sont condamnés à vivre dans l’illégalité. Ils ne peuvent être condamnés à rouler jour et nuit sur les routes !

Indien zij niet op « wettelijke » terreinen kunnen wonen of verblijven, zijn de woonwagenbewoners veroordeeld tot een leven in de illegaliteit. Zij mogen er niet toe worden gedwongen dag en nacht onderweg te zijn !

Après la déportation, l’holocauste, l’assignation à résidence et l’internement dans une trentaine de camps

Tussen 1940 en 1946 werden de zigeuners en de woonwagenbewoners in Frankrijk het slachtoffer van


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11805

en France entre 1940 et 1946, les Tsiganes et « gens du voyage » de France méritent autre chose que l’errance sur les routes.

Néanmoins, il serait judicieux d’associer à une concertation les gestionnaires des communes frontalières concernées par cette population. Pourriez-vous communiquer les initiatives qui ont été prises par le gouvernement fédéral afin que le point de vue des autorités locales belges soit également pris en considération ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 134 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) : Selon la Préfecture du Nord, le Conseil communal de Leers a en effet décidé d’aménager un terrain d’accueil sur le territoire de sa commune en exécution des dispositions de la loi Besson. Cette décision a été prise sous l’impulsion de la Communauté urbaine de Lille (LMCU), présidée par M. Pierre Mauroy. Depuis janvier 2002, LMCU dispose, en effet, dans le cadre de ses nouvelles compétences, d’une mission « gens du voyage » ayant pour objectif de réaliser et d’aménager d’ici 2008 une quinzaine de nouveaux terrains d’accueil sur son territoire, en plus des cinq existants (Lille, Villeneuve d’Ascq, Wattrelos, Saint-André, Lomme). M. Pierre Mauroy, qui s’est personnellement impliqué dans la réalisation de ce dossier, a inauguré le 18 décembre 2004 à Pérenchies et à Wattignies, les deux premières nouvelles aires en présence du ministre du logement, M. Daubresse. Ce dernier à déclaré à cette occasion « que l’E´tat veillera à ce que la loi Besson reste incontournable pour tout le monde et combattra la tentation du mépris ». La réalisation de ces terrains d’accueil correspond donc clairement à une priorité, tant du gouvernement français que de LMCU. Les autorités locales belges n’ont à ma connaissance pas saisi le Service public fédéral Affaires étrangères de cette problématique.

de deportatie en de holocaust, kregen zij een verplichte verblijfplaats toegewezen en werden zij ten slotte in een dertigtal kampen geı¨nterneerd. Een zwerftocht langs de wegen is dan ook wel het laatste wat zij vandaag verdienen. Het ware niettemin gepast overleg te plegen met de besturen van de grensgemeenten die bij de opvang van de woonwagenbewoners betrokken zijn. Kan u meedelen welke initiatieven de federale regering heeft genomen opdat ook met het standpunt van de Belgische lokale overheid rekening zou worden gehouden ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 134 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) : Volgens de Préfecture du Nord, heeft de gemeenteraad van Leers inderdaad beslist een opvangterrein op het grondgebied van zijn gemeente in te richten in uitvoering van de wet Besson. Deze beslissing werd genomen onder impuls van de Communauté urbaine de Lille (LMCU) die wordt voorgezeten door de heer Pierre Mauroy. LMCU beschikt inderdaad sedert januari 2002, in het raam van zijn nieuwe bevoegdheden, over een missie « gens du voyage » die tot doel heeft tegen 2008 een vijftiental nieuwe opvangterreinen te verwezenlijken en uit te rusten op zijn grondgebied, bovenop de vijf reeds bestaande terreinen (Lille, Villeneuve d’Ascq, Wattrelos, Saint-André, Lomme). De heer Pierre Mauroy, die zich persoonlijk ingezet heeft voor de realisatie van dit dossier, heeft op 18 december 2004 te Pérenchies en te Wattignies de eerste twee nieuwe opvangterreinen ingehuldigd in aanwezigheid van minister voor huisvesting, de heer Daubresse. Deze laatste heeft bij deze gelegenheid verklaard dat « de Staat erover zal waken dat de wet Besson voor iedereen onontkoombaar is en de verleiding tot misprijzen zal bestrijden ». De verwezenlijking van deze opvangterreinen beantwoordt dus duidelijk aan een prioriteit, zowel van de Franse regering als van LMCU. De Belgische lokale autoriteiten hebben bij mijn weten deze aangelegenheid niet aanhangig gemaakt bij de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

DO 2004200503103

DO 2004200503103

Question no 159 de Mme Zoé Genot du 17 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 159 van mevrouw Zoé Genot van 17 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (AOHD). In het kader van de onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten

Négociations de l’Accord général sur le Commerce des Services (AGCS). ` l’heure actuelle, en liaison avec le Comité 133 et la A Commission européenne, le gouvernement belge fina-


2004

2005


1492

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11806

lise les listes de demandes d’ouverture de services, dans le cadre des négociations de l’AGCS (Accord général sur le Commerce des Services) à l’OMC (Organisation Mondiale du Commerce). Ces listes, adressées par l’Union européenne à 109 pays tiers, doivent être arrêtées et transmises à Genève, au siège de l’OMC, dans le courant de janvier 2005.

(AOHD) die binnen de Wereldhandelsorganisatie (WHO) gevoerd worden, heeft de Europese Unie haar lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten aan 109 derde landen voorgelegd. De ingevulde lijsten moeten in januari 2005 aan de WHO in Genève bezorgd worden. Momenteel legt de Belgische regering, in overleg met het Comité 133 en de Europese Commissie, de laatste hand aan haar lijsten met verzoeken.

1. a) Quelle est la position belge d’ensemble sur ces négociations AGCS ?

1. a) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van de AOHD-onderhandelingen in het algemeen ?

b) Quelle est la position belge par rapport au futur mandat du négociateur européen ?

b) Wat is het Belgische standpunt ten aanzien van het toekomstige mandaat van de Europese onderhandelaar ?

2. a) Quelle est la position du gouvernement belge par rapport aux demandes d’ouverture de services ?

2. a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten aanzien van de lijsten met verzoeken voor de liberalisering van diensten ?

b) Quels services sont concernés ? ` quelle date la position belge est-elle arrêtée ? c) A ` quelle date la position européenne sera-t-elle d) A adoptée ?

b) Over welke diensten gaat het ?

e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les mois à venir ?

e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ?

3. Quant à la liste des « offres » des services que l’Union européenne s’apprête à livrer en paˆture au commerce international, elle doit être remise au plus tard en mai 2005.

3. De lijst met het aanbod van diensten die de Europese Unie weldra voor de internationale handel zal openstellen, moet ten laatste in mei 2005 ingediend worden.

a) Quelle est la position du gouvernement belge par rapport aux offres d’ouverture de services ?

a) Wat is het standpunt van de Belgische regering ten aanzien van het aanbod van diensten die voor liberalisering in aanmerking komen ?

b) Quels services sont concernés ? ` quelle date la position belge est-elle arrêtée ? c) A ` quelle date la position européenne sera-t-elle d) A adoptée ?

b) Over welke diensten gaat het ?

e) Quelles réunions sont prévues à ce sujet dans les mois à venir ?

e) Welke vergaderingen zullen in de komende maanden aan deze problematiek gewijd worden ?

4. Lors d’une réunion du 9 décembre 2004 à Bruxelles, M. Anders Jenssen, collaborateur de Peter Mandelson, Commissaire européen au Commerce extérieur, a confirmé que ces listes ne seraient pas rendues publiques. Leur publication n’interviendra qu’après leur dépoˆt officiel à l’OMC.

4. Op de vergadering van 9 december 2004 in Brussel heeft de heer Anders Jenssen, medewerker van Peter Mandelson, Europees commissaris voor de Buitenlandse Handel, bevestigd dat deze lijsten niet openbaar zouden gemaakt worden voordat ze officieel bij de WHO zijn ingediend.

a) Quelles sont les dates et modalités de diffusion des positions belges ?

a) Wanneer en volgens welke modaliteiten zullen de Belgische standpunten bekend gemaakt worden ?

b) Quelles sont les diffusions des négociations des réunions de construction de la position européenne ?

b) Hoe zullen de resultaten van de onderhandelingen over de Europese standpuntbepaling bekend worden gemaakt ?


2004

c) Wanneer bepaalt Belgie¨ zijn standpunt ? d) Wanneer zal het Europese standpunt goedgekeurd worden ?

c) Wanneer bepaalt Belgie¨ zijn standpunt ? d) Wanneer zal het Europese standpunt worden goedgekeurd ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11807

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 159 de Mme Zoé Genot du 17 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 159 van mevrouw Zoé Genot van 17 januari 2005 (Fr.) :

La Belgique a été informée le 8 décembre 2004 par la Commission de sa proposition globale en matière de requêtes révisées adressées à certains autres pays membres de l’OMC. Il en a été donné immédiatement une diffusion aussi large que possible, tenant compte du caractère restreint du document.

Belgie¨ werd op 8 december 2004 geı¨nformeerd door de Commissie omtrent het globaal voorstel inzake de herziene vraaglijsten die gericht zijn aan een aantal andere landen, die lid zijn van de WHO. Het document werd onmiddellijk op een zo breed mogelijke basis verspreid, rekening houdend met het beperkt karakter van het document.

La préparation de la position belge au sujet de la présentation, par la Commission européenne, de sa proposition de requêtes révisées, a fait l’objet d’une coordination DGE qui a eu lieu le 20 décembre 2004. Les coordinations dites DGE (anciennement : P.11) se font avec des représentants des cabinets ministériels, dûment mandatés.

De voorbereiding van de Belgische positie inzake het voorstel van herziene vraaglijsten door de Europese Commissie, vormde het onderwerp van de DGEcoo¨rdinatievergadering die op 20 december 2004 plaatsvond. De coo¨rdinatievergaderingen, genaamd DGE (vroeger : P.11), worden met de afgevaardigde vertegenwoordigers van de ministerie¨le kabinetten gehouden.

La proposition détaillée de la Commission au sujet des requêtes révisées est un document classifié. La Belgique quant à elle respecte la nécessité pour la Commission de mener dans des conditions optimales ces négociations importantes, mais a assuré néanmoins auprès des cabinets et administrations fédérales, régionales et communautaires, une diffusion suffisamment large du document pour permettre une préparation en connaissance de cause de notre position.

Het gedetailleerde voorstel van de Commissie betreffende de herziene vraaglijst is een geclassificeerd document. Belgie¨ respecteert het feit dat de Commissie deze belangrijke onderhandelingen in optimale omstandigheden moet kunnen voeren. Tegelijkertijd hebben we het document voldoende verspreid onder de kabinetten en administraties van de federale, gewestelijke en gemeenschapsregeringen, zodat we met kennis van zaken onze positie kunnen voorbereiden.

Au moment de soumettre ses requêtes révisées à Genève, le 25 janvier 2005, la Commission européenne a toutefois publié un communiqué de presse, accompagné d’un résumé fort détaillé de 13 pages, que l’on peut consulter sur son site internet (adresse http:// europa.eu.int/comm/trade/issues/sectoral/services/ index_en.htm).

Bij het voorleggen van de herziene vraaglijsten te Genève op 25 januari 2005, heeft de Commissie dan toch een persbericht gepubliceerd met een zeer gedetailleerde samenvatting van 13 bladzijden, die men kan raadplegen op haar internetsite. (http:// europa.eu.int/comm/trade/issues/sectoral/services/ index_en.htm).

Les principales différences par rapport aux requêtes initiales introduites en 2002 sont :

In vergelijking met de eerste vraaglijst van 2002, zijn de volgende verschillen op te merken :

— l’affirmation plus nette de ce que l’UE n’a aucunement l’intention de démanteler ou miner les services publics ou de privatiser des sociétés qui sont dans les mains des autorités publiques.

— de duidelijke bevestiging van het feit dat de EU geenszins de intentie heeft om de openbare diensten te ontmantelen of uit te hollen, noch om overheidsbedrijven te privatiseren.

— Une attention plus accentuée encore pour les besoins des pays en voie de développement, et en particulier les pays les moins avancés (PMA). Les requêtes adressées à ces derniers ne concernent qu’un nombre très limité de secteurs, notamment ces secteurs susceptibles de contribuer au développement des infrastructures : télécoms, services financiers, transports, construction et services environnementaux.

— Meer aandacht voor de noden van de ontwikkelingslanden, in het bijzonder van de minst ontwikkelde landen (MOL). De vragenlijst die aan deze landen gericht werd betreft slechts een beperkt aantal sectoren, meer precies de sectoren die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de infrastructuren : telecommunicatie, financie¨le instellingen, transport en milieudiensten.

Les remarques introduites par la Belgique à la suite de la coordination du 20 décembre 2004, portaient sur le Mode 4 (déplacements de personnel hautement qualifié dans le cadre de contrats de services), services

De opmerkingen ingediend door Belgie¨ naar aanleiding van de coo¨rdinatievergadering van 20 december 2004, hadden betrekking op Modus 4 (verplaatsingen van hoog gekwalificeerd personeel in het kader van de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11808

financiers, services de construction, services récréatifs, ` noter que la Belgique avait services de télécoms. A émis une réserve au sujet des services environnementaux, et notamment au sujet du maintien de la distribution de l’eau dans les requêtes. La Commission européenne n’est pas obligée à suivre le Comité 133 services, car elle négocie au nom de tous ses E´tats membres. Vingt quatre E´tats membres sur vingt cinq ont accepté d’enlever la réserve sur l’eau. En ce qui concerne ce sujet, il n’y pas de règle d’unanimité, ceci est la méthode européenne de la majorité qualifiée.

dienstencontracten), op de financie¨le instellingen, de bouwsector, de recreatieve diensten en de telecommunicatiesector. Merk op dat Belgie¨ voorbehoud aangetekend had aangaande de milieusector, meerbepaald wat betreft het insluiten van de waterdistributie in de vraaglijst. De Europese Commissie is niet verplicht het Comité 133 te volgen, aangezien ze onderhandelt in naam van alle lidstaten. Vierentwintig van de vijfentwintig lidstaten ging ermee akkoord het voorbehoud inzake de watervoorziening te verwijderen uit de vraaglijst. Aangaande dit onderwerp geldt er geen unanimiteitsregel, dit is de Europese methode van de gekwalificeerde meerderheid.

Il n’y a pas encore de proposition de la Commission européenne au sujet de la liste révisée des offres AGCS. Ayant présenté ses requêtes révisées le 25 janvier 2005 à Genève, elle attend maintenant les requêtes des autres pays partenaires. C’est sur la base de ces requêtes, ainsi que de l’offre communautaire provisoire telle qu’introduite fin avril 2003, que la Commission soumettra aux E´tats membres une proposition d’offre définitive. Il est à noter que l’Accord-cadre de Genève prévoit que les nouvelles offres doivent être présentées au mois de mai prochain.

Er is nog geen voorstel van de Europese Commissie omtrent de herziene lijst van de GATS-offertes. Aangezien de herziene vraaglijst op 25 januari 2005 te Genève voorgelegd werd, wacht de Commissie nu op de vragen van de overige lidstaten. Het is op basis van die vragen, alsook op basis van het voorlopig gemeenschapsaanbod zoals ingediend eind april 2003, dat de Commissie aan de lidstaten een voorstel van definitief aanbod zal voorleggen. Merk op dat het kaderakkoord van Genève voorziet dat nieuw offertes volgende maand voorgesteld moeten worden.

La Belgique a tenu compte de la résolution de la Chambre du 18 décembre 2004 dans la mesure où elle a émis une réserve au sujet des requêtes (pourtant assouplies) adressés aux pays du groupe 3 (PMA et autres) pour ouvrir leurs marchés de la distribution d’eau. Cette réserve a été maintenue, même si la Belgique s’est trouvée virtuellement isolée sur ce point. Il n’en a dès lors pas été tenu compte lors de la présentation des requêtes révisées à Genève.

Belgie¨ heeft rekening gehouden met de resolutie van de Kamer van 18 december 2004 in die zin dat ze voorbehoud aangetekend heeft bij de vraaglijst (die nochtans versoepeld was) gericht aan de landen van groep 3 (MOL en andere) om hun markt te openen voor de waterdistributie. Dit voorbehoud werd behouden, ook al is Belgie¨ op dit punt virtueel geı¨soleerd. Er werd dus geen rekening mee gehouden bij de voorstelling van de herziene vraaglijst te Genève.

La Belgique n’a pas été suivie non plus par les autres pays membres de l’UE pour ce qui est de sa demande, basée sur la résolution de la Chambre, de procéder à une révision du mandat de négociation dans le domaine des services.

Belgie¨ werd ook niet door de andere EU-lidstaten gevolgd in haar verzoek — gebaseerd op de resolutie van de Kamer — om over te gaan tot de herziening van het onderhandelingsmandaat op vlak van de diensten.

Les requêtes dans le secteur de l’eau se placent dans le contexte des « services environnementaux. Les requêtes révisées présentent les changements suivants par rapport aux requêtes de 2002 :

De verzoeken in de watersector maken deel uit van de « milieudiensten ». De herziene verzoeken stellen in vergelijking met deze van 2002 de volgende veranderingen voor :

— l’accent est mis davantage sur des activités de consultation;

— het aspect consultatie zal meer aandacht krijgen;

— pour les PMA, le secteur des services environnementaux (et dès lors de l’eau) ne sera plus que l’un des cinq secteurs parmi lesquels il sera possible d’opérer un choix. De même, à l’intérieur du secteur environnemental, il sera possible de se limiter à des sous-secteurs autres que l’eau.

— voor de MOL zal de sector van de milieudiensten (en dus van het water) nog maar één van de vijf sectoren uitmaken tussen welke men zal kunnen kiezen. Binnen de sector van de milieudiensten zal het eveneens mogelijk zijn zich te beperken tot deelsectoren zoals deze van het water.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11809

DO 2004200503253

DO 2004200503253

Question no 171 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 171 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail.

FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.

Les 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, lors du Conseil des ministres spécial, il a été décidé de réserver au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Le télétravail à domicile se heurtant toujours à une série d’obstacles pratiques et juridiques, il a été décidé d’élaborer pour les personnes concernées un cadre juridique clair, adapté aux réalités du travail à domicile et assorti des garanties requises en matière de protection du travail et de la vie privée. Les principaux écueils se situent dans le domaine des accidents du travail et du Règlement général pour la protection du travail (RGPT). Le gouvernement a convenu de se pencher sur un certain nombre de ces problèmes et de lancer une série de projets de télétravail au sein de l’administration.

Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen, aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.

1. a) Des projets pilotes de télétravail ont-ils été lancés en 2004 dans le(s) SPF et éventuellement dans le(s) SPP qui relève(nt) de votre compétence ?

1. a) Werden er in de FOD(’s) en eventueel POD(’s) die onder uw bevoegdheid valt of vallen in de loop van 2004 telewerkproefprojecten opgestart ?

b) Dans l’affirmative, quelle est la durée de ces projets et combien de travailleurs sont-ils concernés ?

b) Zo ja welke, wat is hun duurtijd en hoeveel werknemers waren hierbij telkens betrokken ?

c) Ces projets ont-ils déjà fait l’objet d’une évaluation ?

c) Werden deze projecten reeds gee¨valueerd ?

d) Des enseignements peuvent-ils déjà être tirés de ces premières expériences ?

d) Kunnen er uit de eerste ervaringen al conclusies worden getrokken ?

e) Une extension des projets pilotes est-elle envisagée ?

e) Wordt een uitbreiding van de proefprojecten overwogen ?

f) Dans la négative, pourquoi a-t-on décidé de ne pas mener de projet pilote ?

f) Zo neen, waarom werd besloten geen proefproject op te zetten ?

2. a) Des projets pilotes sont-ils en préparation pour cette année ?

2. a) Staan er in de loop van dit jaar dergelijke poefprojecten op stapel ?

b) Dans l’affirmative, lesquels et combien de travailleurs seront-ils concernés ?

b) Zo ja, welke en hoeveel werknemers zullen hierbij betrokken worden ?

3. Quelles fonctions entrent-elles en ligne de compte pour ces projets pilotes ?

3. Welke functies komen voor de proefprojecten in aanmerking ?

4. Dans quelle mesure les travailleurs faisant partie du groupe cible visé sont-ils disposés à participer aux projets pilotes ?

4. Bestaat er bij de werknemers die onder de beoogde doelgroep vallen een grote bereidheid om in dergelijke proefprojecten te stappen ?

5. De quelle manière et selon quels critères les personnes participant aux projets sont-elles sélectionnées ?

5. Op welke manier en aan de hand van welke criteria worden de proefpersonen geselecteerd ?

6. Pendant combien d’heures par semaine en moyenne les télétravailleurs travaillent-ils à domicile ?

6. Hoeveel uur per week presteren de telewerkers gemiddeld thuis ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11810

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 171 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 171 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) :

J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre qu’en ce qui concerne les possibilités de télé-travail au sein du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, la direction ICT de ce SPF a récemment mis en œuvre un projet qui permettra d’examiner les possibilités techniques d’une connexion on-line sécurisée entre l’administration centrale et le travailleur à domicile. Ce projet entrera bientoˆt dans un stade expérimental. Dès que le cadre judiciaire général sera clarifié, on examinera concrètement quelles taˆches peuvent être remplies à domicile.

Ik heb de eer het geachte lid te melden dat wat betreft de mogelijkheden van tele-werk bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op dit ogenblik binnen de ICTdirectie van deze FOD een project werd opgestart waarbij de technische mogelijkheden worden onderzocht om een beveiligde on-line verbinding tot stand te kunnen brengen tussen het hoofdbestuur en de thuiswerker. Dit project treedt binnenkort in een testfase. Zodra meer duidelijkheid wordt verkregen over het algemeen juridisch kader zal verder concreet onderzocht worden welke opdrachten thuis zouden kunnen worden uitgevoerd.

DO 2004200503261

DO 2004200503261

Question no 173 de Mme Alexandra Colen du 31 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 173 van mevrouw Alexandra Colen van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Statut et fonctionnement de l’Organisation internationale de la Francophonie. Bien qu’à la suite des réformes de l’E´tat, le premier ministre soit censé être neutre en matière d’emploi des langues, tous les premiers ministres depuis plus de trente ans ont été « géographiquement » flamands. Il existe une organisation internationale de la Francophonie qui réunit toujours les premiers ministres des pays francophones, bien que certains parmi eux ne parlent même plus le français.

Statuut en werking van de internationale organisatie van de Franstalige landen « Francophonie ».

Les questions suivantes se posent en ce qui concerne l’organisation internationale des pays francophones.

In verband met de internationale organisatie van de Franstalige landen rijzen volgende vragen.

Hoewel de eerste minister volgens de staatshervormingen inzake taalgebruik neutraal wordt geacht te zijn, waren sinds ruim dertig jaar alle eerste ministers « geografische » Vlamingen. Op internationaal gebied bestaat er een organisatie van de « Francophonie » waar alle eerste ministers uit francofone landen steeds aanwezig zijn hoewel sommige van hen zelfs geen Frans meer spreken.

1. Quand a-t-elle été créée ?

1. Wanneer werd ze opgericht ?

2. Quel en est l’acte constitutif ?

2. Wat is de oprichtingsakte ?

3. Quel en est le statut juridique : s’agit-il d’une organisation de fait avec ou sans personnalité juridique et de quel droit relève-t-elle ?

3. Welk juridisch karakter heeft die : is het een feitelijke organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid en volgens welk recht ?

4. Quand la Belgique y a-t-elle adhéré et qui a pris la décision de cette adhésion ?

4. Wanneer is Belgie¨ toegetreden en wie nam die beslissing ?

5. Il semble que la Francophonie internationale possède un siège à Paris. Qui en supporte les couˆts et qui prend les décisions à ce sujet ?

5. De Internationale Francophonie heeft blijkbaar een zetel te Parijs. Wie betaalt die en wie beslist daarover ?

6. Qui arrête, approuve et controˆle les comptes annuels et le budget ?

6. Wat zijn de jaarrekeningen en de begroting en wie bepaalt ze, keurt ze goed en controleert ze ?

7. Quelle est la contribution de la Belgique ou de ses différentes entités (l’E´tat fédéral, les régions, les communautés) ?

7. Welk aandeel heeft Belgie¨ of hebben de diverse componenten (de federale Staat, gewesten, gemeenschappen) daarin ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11811

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 173 de Mme Alexandra Colen du 31 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 173 van mevrouw Alexandra Colen van 31 januari 2005 (N.) :

1. L’« Agence intergouvernementale de la Francophonie » (AIF) opérateur principal de l’« Organisation internationale de la Francophonie » (OIF) a été crée par la Convention de Niamey le 20 mars 1970 sous la dénomination « Agence de coopération culturelle et technique » (ACCT). La véritable institutionnalisation de la francophonie apparaıˆt avec la convocation en février 1986 par le président Mitterand de la première Conférence des Chefs d’E´tat et de gouvernement des pays ayant en commun l’usage du français. L’originalité de la Francophonie réside dans le fait qu’elle accueille à la fois des E´tats, mais aussi des gouvernements comme le Québec (Canada-Québec), le Nouveau-Brunswick et la Communauté française de Belgique.

1. Het « Intergouvernementeel Agentschap van de Francophonie » (AIF), voornaamste uitvoerend orgaan van de « Internationale Organisatie van de Francophonie » (OIF), is opgericht op basis van de Conventie van Niamey (20 maart 1970), onder de naam « Agentschap voor culturele en technische samenwerking » (ACCT). Het proces van institutionalisering begint pas in 1986 wanneer president Mitterand de eerste Conferentie van Staats- en regeringsleiders van de landen die het gebruik van de Franse taal gemeen hebben, bijeenroept. De unieke eigenschap van de Francophonie bestaat in het feit dat niet alleen Staten kunnen lid worden maar ook regeringen, zoals de regeringen van Quebec (Canada), van New-Brunswick (Canada) en van de Franse Gemeenschap van Belgie¨.

2. La Charte créant l’ACCT énonçait l’objectif de créer une organisation intergouvemementale autour du partage d’une langue commune, le français, afin d’intensifier la coopération culturelle et technique. Progressivement la Francophonie s’est dotée d’un roˆle politique. Lors d’une conférence ministérielle en décembre 1996 à Marrakech, le nouveau schéma institutionnel de la Francophonie (Sommet, Conférence ministérielle, Conseil Permanent de la Francophonie, secrétaire général) est définitivement adopté par l’intermédiaire d’une nouvelle « Charte de la Francophonie » décrite comme le support juridique des instances du Sommet. Cette charte n’est cependant pas une véritable convention internationale, contrairement à la Convention de Niamey du 20 mars 1970, à laquelle elle ne se substitue d’ailleurs nullement.

2. Het oprichtingshandvest van de ACCT vermeldde als doelstelling de oprichting van een intergouvernementele organisatie rond het gemeenschappelijk gebruik van de Franse taal met als doel de culturele en technische samenwerking te intensifie¨ren. Geleidelijk is de Francophonie ook een politieke rol gaan vervullen. De ministerie¨le Conferentie (december 1996) in Marrakech heeft het nieuwe institutionele schema van de Francophonie (Topbijeenkomst, ministerie¨le Conferentie, Permanente Raad, secretaris-generaal) aanvaard op basis van het « Handvest van de Francophonie », beschouwd als de juridische basis van de instanties van de Top. In tegenstelling tot de Conventie van Niamey (20 maart 1970), kan dit Handvest, die het trouwens helemaal niet vervangt, niet beschouwd worden als een echte internationale conventie.

3. C’est une organisation intergouvemementale internationale.

3. Het is een internationale intergouvernementele organisatie.

4. La Belgique faisait partie des 21 pays fondateurs de l’ACCT en 1970. Depuis que la Belgique est devenue un E´tat fédéral, les droits et obligations qui découlent de cette adhésion sont entièrement assumés par la Communauté française de Belgique, y compris en ce qui concerne les contributions statutaires.

4. Belgie¨ was één van de 21 oprichtende landen van de ACCT in 1970. Sinds Belgie¨ een federale Staat is geworden, worden de rechten en plichten, die voortkomen uit het lidmaatschap, volledig opgenomen door de Franse Gemeenschap van Belgie¨, inclusief de statutaire bijdragen.

5. Le siège de la Francophonie est à Paris. La France est le principal contributeur de la Francophonie (à concurrence de 40,22 %) et met des locaux à disposition de la Francophonie. La Communauté française de Belgique fait partie avec la France, la Suisse et le Canada des principaux bailleurs de fonds de cette organisation (à concurrence de 88,98 %).

5. De zetel van de Francophonie bevindt zich in Parijs. Frankrijk is de grootste bijdrager aan de Francophonie (40,22 % van de totale bijdragen) en stelt gebouwen ter beschikking van de Francophonie. Samen met Frankrijk, Zwitserland en Canada, behoort de Franse Gemeenschap van Belgie¨ tot de grootste geldschieters van deze organisatie (88,98 % van de totale bijdragen).

6. Les dépenses de l’AIF sont couvertes par les contributions statutaires des membres (suivant un barème préétabli, fixé par référence aux critères du PNB et du revenu par habitant) et par des contributions volontaires. Les recettes et dépenses de l’AIF sont

6. De uitgaven van de AIF worden gedekt door de statutaire bijdragen van de leden (volgens een vast barema, op basis van BNP en inkomen per inwoner) en door vrijwillige bijdragen. De opbrengsten en uitgaven worden goedgekeurd door de Beheerraad van het


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11812

approuvées par le Conseil d’administration de l’AIF et font l’objet de vérifications annuelles par le commissaire aux comptes qui fait rapport au Comité permanent de la Francophonie et à la Conférence ministérielle de la Francophonie.

AIF en worden jaarlijks gecontroleerd door de bedrijfsrevisor, die verslag uitbrengt aan het Permanent Comité van de Francophonie en aan de Ministerie¨le Conferentie van de Francophonie

7. La part de la Communauté française de Belgique en ce qui concerne les contributions statuaires est de 10,63 %, ce qui représente pour 2004 2 453 248 euros sur un total de 66 148 053,63 euros.

7. Wat de statutaire bijdragen aangaat, bedraagt het aandeel van de Franse Gemeenschap van Belgie¨ 10,63 % van het totaal (2 453 248 euro ten aanzien van een totaal van 66 148 053,63 euro).

DO 2004200503345

DO 2004200503345

Question no 179 de M. Staf Neel du 11 février 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 179 van de heer Staf Neel van 11 februari 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Séminaires à l’étranger. — Responsables politiques. — Financement. — Critères objectifs.

Seminaries in het buitenland. — Politici. — Financiering. — Objectieve criteria.

En réponse à une question que j’avais posée au ministre de la Défense et qui portait sur le fait que des collaborateurs du président du PS, M. Di Rupo, et plusieurs sénateurs PS l’avaient accompagné à bord de l’avion gouvernemental avec lequel il s’était rendu à Kinshasa pendant le week-end de la Toussaint, M. Flahaut m’avait fait savoir que ceux-ci devaient assister à un séminaire commun des fondations De Brouckère et Jean Jaurès tenu dans la capitale congolaise et que le SPF Affaires étrangères avait financé ce séminaire dans le cadre de la prévention des conflits (question no 136 du 9 novembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 58, p. 9180).

In antwoord op een vraag die ik aan de minister van Landsverdediging stelde met betrekking tot het feit dat hij in het regeringsvliegtuig waarmee hij tijdens het Allerheiligenweekend een reis naar Kinshasa ondernam, ook medewerkers van PS-voorzitter Di Rupo en een aantal PS-senatoren vervoerde, antwoordde de heer Flahaut dat zij in de Congolese hoofdstad een gezamenlijk seminarie van de stichtingen De Brouckère en Jean Jaurès gingen bijwonen en dat dit seminarie in het kader van conflictpreventie door het FOD Buitenlandse Zaken werd gefinancierd (vraag nr. 136 van 9 november 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 58, blz. 9180).

1. a) Puis-je supposer que la décision de financement avait été prise sur la base de critères objectifs ?

1. a) Mag ik ervan uitgaan dat de beslissing tot financiering op basis van objectieve criteria werd getroffen ?

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zo ja, welke ?

2. En d’autres termes, les responsables politiques n’appartenant pas aux partis de la majorité pourraient-ils également bénéficier des subsides en question pour assister dans des pays exotiques à des réunions d’associations qui sont aussi proches de leur parti que les fondations De Brouckère et Jean Jaurès du PS ?

2. Met andere woorden, zouden politici die geen deel uitmaken van de meerderheidspartijen ook op de betrokken subsidie¨ring een beroep kunnen doen om in exotische landen te vergaderen met verenigingen die even sterk bij hun politieke strekking aanleunen als de stichtingen De Brouckère en Jean Jaurès bij de PS ?

3. a) Existe-t-il un règlement sur la base duquel pourrait être évaluée l’objectivité d’une décision ministérielle ?

3. a) Bestaat er een reglement om de objectiviteit van een ministerie¨le beslissing te toetsten ?

b) Dans l’affirmative, lequel ?

b) Zo ja, hetwelke ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11813

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 22 mars 2005, à la question no 179 de M. Staf Neel du 11 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 22 maart 2005, op de vraag nr. 179 van de heer Staf Neel van 11 februari 2005 (N.) :

1. a) La sélection des demandes de contribution financière sur l’allocation de base pour les interventions et initiatives de la Belgique en matière de diplomatie préventive, d’aide aux populations victimes de conflits, de respect des droits de l’Homme et de renforcement de l’E´tat de droit, s’effectue sur la base des critères qui ont été formulé dans l’ordre de service 2002/20 et la lettre circulaire 39 du 8 novembre 2002.

1. a) De selectie van de aanvragen voor financie¨le bijdragen op de basisallocatie voor optreden en initiatieven van Belgie¨ inzake preventieve diplomatie, hulp aan bevolkingen die het slachtoffer zijn van conflicten, naleving van de rechten van de mens en versteviging van de rechtstaat, geschiedt op basis van de criteria, die werden geformuleerd in dienstorder 2002/20 en omzendbrief 39 van 8 november 2002.

Cette allocation de base peut être affectée au financement d’interventions et initiatives qui soutiennent et renforcent les actions diplomatiques de la Belgique dans les domaines prioritaires de la politique étrangère.

Deze basisallocatie kan aangewend worden ter financiering van optredens en initiatieven die een ondersteuning en versterking zijn van de diplomatieke acties van Belgie¨ in de prioritaire domeinen van het buitenlands beleid.

b) Les critères susmentionnés sont décrits comme suit :

b) Bovenvermelde criteria zijn als volgt omschreven :

— Droits de l’homme (amélioration de l’instrument législatif et de l’appareil judiciaire, soutien aux organisations des droits de l’homme, formation et éducation autour des droits de l’homme et observation des droits de l’homme et du droit humanitaire, problématique des migrations illégales, droits de la femme, droits de l’enfant);

— Mensenrechten (verbetering wetgevend instrumentarium en gerechtelijk apparaat, steun aan mensenrechtenorganisaties, vorming en opleiding rond mensenrechten en monitoren en waarnemen van mensenrechten en humanitaire rechten, problematiek illegale migratie, rechten van de vrouw, rechten van het kind);

— Démocratisation (soutien matériel aux élections et à leur préparation, mise à disposition d’experts, soutien à la presse libre et démocratique, développement d’un modèle de concertation sociale);

— Democratisering (materie¨le steun aan verkiezingen en voorbereiding ervan, ter beschikking stellen van experten, steun aan de vrije, democratische pers, uitbouw sociaal overlegmodel);

— Prévention des conflits et conciliation (promotion du dialogue et renforcement des capacités de diplomatie sur le terrain et de conciliation, séminaires sur la paix, activités de formation, renforcement des mécanismes traditionnels de conciliation);

— Conflictpreventie en -bemiddeling (bevorderen van de dialoog en versterken van capaciteit tot terreindiplomatie en conflictbemiddeling, vredesseminaries, vormingsactiviteiten, versterken van traditionele bemiddelingsmechanismen);

— Promotion de la paix et réconciliation nationale (promotion des institutions donnant forme à la réconciliation comme les commissions vérité, les tribunaux de guerre, promotion des capacités et renforcement des institutions pour la gestion des traumatismes des individus et des groupes victimes dans la société, contribution à la bonne gestion comme le soutien à la réforme de la justice ou de l’appareil militaire);

— Vredesopbouw en nationale verzoening (opbouwen van instellingen die nationale verzoening vormgeven zoals waarheidscommissies, oorlogstribunalen, opbouw van capaciteit en versterken van instellingen voor traumabehandeling van individuen en getroffen groepen in de samenleving, bijdragen tot « goed bestuur » zoals steun voor de hervorming van het justitieel of van het militair apparaat);

— Déminage et désarmement (formation et équipement de démineurs locaux, recherche et développement d’innovations technologiques, préférence pour le renforcement des capacités

— Ontmijning en ontwapening (opleiding en uitrusting van lokale ontmijners, onderzoek en ontwikkeling van technologische innovaties, voorkeur voor versterken van de plaatselijke


2004

2005


1493

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11814

locales et des institutions afin de déminer de la manière la plus pertinente et la plus efficace par rapport au coût, renforcement de la capacité régionale de controˆle de l’armement); — Démobilisation d’ex-militaires et réintégration de réfugiés.

capaciteit en van instellingen om te ontmijnen op de meest relevante en kosteffı¨cie¨nte wijze, versterken van regionale capaciteit tot wapenbeheersing); — Demobilisering van ex-militairen reı¨ntegratie van vluchtelingen.

en

2. J’attire l’attention sur le fait que les demandes de subvention sur l’allocation de base susmentionnée sont accessibles à toutes sortes d’organisations indépendamment de leur tendance. Ainsi ont été (co-)financés entre autres des projets de Médecins sans Frontières, la Croix-Rouge, Pax Christi, etc. Bien entendu, un très grand nombre des initiatives soutenues se déroulent dans des régions où la population a été touchée par un conflit.

2. Ik vestig de aandacht op het feit, dat aanvragen voor toelagen op bovenvermelde basisallocatie openstaan voor allerlei organisaties van eender welke strekking. Zo werden onder meer projecten (mede-)gefinancierd van Artsen zonder Grenzen, het Rode Kruis, Pax Christi, enzovoort. Uiteraard vinden heel wat gesteunde initiatieven plaats in regio’s waar de bevolking werd getroffen door een conflict.

3. a) Un ministre exerce ses fonctions dans le cadre des législation et réglementation existantes.

3. a) Een minister oefent zijn functie uit binnen het kader van de bestaande weten regelgeving.

b) Les législation et réglementation existantes.

b) De bestaande weten regelgeving.

DO 2004200503407

DO 2004200503407

Question no 184 de M. Patrick Cocriamont du 18 février 2005 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 184 van de heer Patrick Cocriamont van 18 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Annulation de la visite du Dalaı¨ Lama.

Afgelasting van het bezoek van de Dalaı¨ Lama.

Le gouvernement a avoué le 6 février 2005 avoir joué un roˆle dans l’annulation de la visite du Dalaı¨ Lama en Belgique. Le chef spirituel du bouddhisme tibétain devait se rendre dans notre pays en juin 2005. Or le roi Albert II doit, à la même époque, effectuer un voyage à Pékin dans le cadre d’une visite d’E´tat. Politiciens et hommes d’affaires belges ne souhaitent guère déplaire à la dictature communiste chinoise, dont les armées et l’administration occupent le Tibet depuis plus d’un demi-siècle. L’association Tibet-Info (www.tibet-info.org) constate cruˆment que « le gouvernement belge a baissé son pantalon pour des raisons bassement économiques ».

Op 6 februari 2005 gaf de regering toe dat ze de hand heeft gehad in de afgelasting van het bezoek van de Dalaı¨ Lama aan ons land. De spirituele leider van het Tibetaanse boeddhisme zou in juni 2005 naar ons land komen. Omstreeks die tijd zou Koning Albert II echter naar Peking afreizen, voor een staatsbezoek aan China. De Belgische politici en zakenmensen willen de Chinese communistische dictatuur, wier leger en administratie Tibet al meer dan vijftig jaar bezetten, niet tegen de haren instrijken. De vereniging Tibetinfo (www.tibet-info.org) stelt onomwonden dat de Belgische regering om laag-bij-de-grondse economische redenen door de kniee¨n is gegaan.

Selon la RTBF, la diplomatie belge aurait exercé des pressions afin d’obtenir l’annulation du voyage du Dalaı¨ Lama à Bruxelles. Ce voyage avait pourtant été préparé depuis cinq ans. Il a été remis sine die. Un communiqué du ministère des Affaires étrangères souligne que la Belgique est un pays qui respecte les droits de l’homme et les libertés fondamentales. Faudra-t-il préciser, à l’avenir, que les « droits » et les « libertés » s’arrêtent là ou` commencent les intérêts du grand capital ?

Volgens de RTBF zouden de Belgische diplomatieke diensten druk hebben uitgeoefend om het bezoek van de Dalaı¨ lama aan Brussel te doen afgelasten. Die reis, die nochtans al vijf jaar werd voorbereid, werd voor niet nader bepaalde tijd uitgesteld. In een mededeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt benadrukt dat Belgie¨ een land is dat de mensenrechten en de fundamentele vrijheden eerbiedigt. Moeten we die stelling niet nuanceren en eraan toevoegen dat die rechten en vrijheden eindigen waar de belangen van het grootkapitaal beginnen ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11815

1. Est-il exact que des pressions furent exercées afin d’annuler la visite du Dalaı¨ Lama en Belgique ? 2. Si oui, par qui ?

1. Klopt het dat druk werd uitgeoefend met de bedoeling het bezoek van de Dalaı¨ Lama te doen afgelasten ? 2. Zo ja, door wie ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 mars 2005, à la question no 184 de M. Patrick Cocriamont du 18 février 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2005, op de vraag nr. 184 van de heer Patrick Cocriamont van 18 februari 2005 (Fr.) :

1. Aucune pression n’a été exercée afin d’annuler la visite du Dalaı¨ Lama. Ce dernier ayant appris que sa visite privée en Belgique coı¨nciderait avec une visite d’E´tat en Chine, a décidé d’annuler sa tournée en Belgique selon sa politique constante de ne pas vouloir nuire aux relations entre la Chine et des pays tiers.

1. Er werd geen druk uitgeoefend om het bezoek van de Dalaı¨ Lama te annuleren. Toen deze vernam dat zijn privé-bezoek in Belgie¨ samen zou vallen met een staatsbezoek in China, heeft hij besloten zijn rondreis in Belgie¨ te annuleren in lijn met zijn constant beleid om de relaties tussen China en derde landen niet te willen schaden.

2. Voir point 1.

2. Zie punt 1.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2004200503337

DO 2004200503337

Question no 226 de Mme Muriel Gerkens du 8 février 2005 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 226 van mevrouw Muriel Gerkens van 8 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Directive sur la qualité des carburants. — Transposition en droit interne.

Richtlijn over de brandstofkwaliteit. — Omzetting in intern recht.

La Commission européenne aurait ouvert une procédure contre la Belgique pour n’avoir toujours pas intégré dans son droit la directive sur la qualité des carburants, laquelle prévoit notamment l’introduction progressive de carburants à faible teneur en soufre. Cette directive aurait duˆ être transposée depuis juin 2003.

De Europese Commissie zou tegen Belgie¨ een procedure hebben gestart omdat ons land de richtlijn over de brandstofkwaliteit, die onder meer de geleidelijke overschakeling op zwavelarme brandstoffen voorschrijft, nog steeds niet in intern recht zou hebben omgezet. Die richtlijn moest al sinds juni 2003 omgezet zijn.

1. Cette directive a-t-elle été transposée en droit interne ?

1. Werd die richtlijn in het interne recht omgezet ?

2. Si non, pourquoi pas ?

2. Zo neen, waarom niet ?

3. Dans quelle phase de la procédure se trouve le dossier ?


2004

3. Hoever is de procedure gevorderd ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11816

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 226 de Mme Muriel Gerkens du 8 février 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 226 van mevrouw Muriel Gerkens van 8 februari 2005 (Fr.) :

1. Deux arrêtés royaux du 22 février 2005 transposent en droit interne la directive 2003/17/CE du Parlement européen et du Conseil du 3 mars 2003 modifiant la directive 98/70/CE concernant la qualité de l’essence et des carburants diesel.

1. Twee koninklijke besluiten van 22 februari 2005 voorzien in de omzetting in Belgisch recht van richtlijn 2003/17/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 3 maart 2003 tot wijziging van richtlijn 98/ 70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselmotorbrandstoffen.

Ces arrêtés royaux, un pour chaque type de carburant, sont signés par les ministres compétents et par le Roi, leur publication au Moniteur belge est donc imminente.

Deze koninklijke besluiten, namelijk een besluit per type brandstof, zijn door de bevoegde ministers en door de Koning ondertekend en zij zullen dus weldra in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

2. La directive 2003/17/CE modifie la valeur limite de la teneur en soufre de l’essence et du diesel; en conséquence, les normes européennes existantes EN 228 (essences) et EN 590 (diesel) doivent être adaptées.

2. Richtlijn 2003/17/EG wijzigt de grenswaarde van het zwavelgehalte van benzine en van diesel. Derhalve moeten de bestaande Europese normen EN 228 (benzines) en EN 590 (diesel) worden aangepast.

Il n’y a aucune contradiction entre la directive et les normes. Ces dernières sont plus complètes, car elles fixent des valeurs pour tous les paramètres physicochimiques auxquels doivent répondre ces carburants et les méthodes d’analyse déterminant ces valeurs.

De richtlijn en de normen zijn niet tegenstrijdig. Laatstgenoemde zijn wel vollediger aangezien zij waarden bepalen voor alle fysisch-chemische parameters die gelden voor deze brandstoffen en voor de analysemethoden die deze waarden bepalen.

Seul le Comité européen de normalisation peut modifier des normes européennes afin d’y intégrer les nouvelles valeurs imposées par la directive.

Enkel het Europees Comité voor normalisatie kan de Europese normen wijzigen om er aldus de nieuwe waarden in op te nemen die door de richtlijn zijn opgelegd.

Une fois les normes européennes adaptées, la Belgique transpose la directive selon une procédure en deux étapes :

Zodra de Europese normen zijn aangepast, gaat Belgie¨ over tot omzetting van de richtlijn volgens een procedures in twee fasen :

a) la reconnaissance des normes européennes comme normes belges par l’Institut belge de normalisation;

a) de erkenning van de Europese normen als Belgische normen door het Belgisch Instituut voor normalisatie;

b) la publication d’arrêtés royaux imposant ces normes comme seules en vigueur sur le territoire national.

b) de bekendmaking van koninklijke besluiten waarbij deze normen als enig geldende op het nationaal grondgebied worden opgelegd.

La conformité des carburants belges aux standards européens garantit une libre circulation de ceux-ci dans le respect des règles du marché intérieur.

De overeenstemming van de Belgische motorbrandstoffen met de Europese standaarden garandeert een vrij verkeer ervan met naleving van de regels van de interne markt.

Pour éviter tout retard de transposition, une publication simultanée de la directive et des nouvelles normes européennes aurait été souhaitable.

Ten einde vertraging in de omzetting te voorkomen, was het wenselijk geweest dat de richtlijn en de nieuwe Europese normen gelijktijdig waren gepubliceerd.

Si la directive 2003/17/CE a bien été publiée au 22 mars 2003, les autorités belges n’ont pu commencer sa transposition qu’après la publication en janvier 2004 des normes européennes EN 228 (essences) et EN 590 (diesel).

Hoewel richtlijn 2003/17/EG reeds op 22 maart 2003 is bekendgemaakt, kon de Belgische overheid de omzetting ervan pas opstarten na de bekendmaking in januari 2004 van de Europese normen EN 228 (benzines) en EN 590 (diesel).

En effet, pour la Belgique, la directive et les normes forment un tout indissociable : la directive impose aux E´tats membres une disponibilité de carburants à

Voor Belgie¨ vormen de richtlijn en de normen immers een onlosmakelijk geheel : de richtlijn verplicht de lidstaten te beschikken over motorbrandstof-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11817

10 mg/kg de soufre à partir du 1er janvier 2005, mais seules les normes précisent les méthodes de dosage du soufre en si petites quantités et les méthodes d’arbitrage en cas de litige, donc pour respecter l’article 8 de la directive qui impose des controˆles et un rapport sur ces controˆles, la parution des normes est indispensable.

fen met 10 mg/kg zwavel vanaf 1 januari 2005 maar de methoden om de zwavel in dergelijke kleine hoeveelheden te doseren en de arbitragemethoden bij geschillen worden enkel bepaald door de normen. Om artikel 8 van de richtlijn te kunnen naleven waarin de verplichte controles en een verslag van die controles bepaald worden, moeten de normen dus eerst gepubliceerd zijn.

L’expérience a démontré que toute transposition d’une directive relative aux spécifications des carburants doit respecter une procédure lourde et complexe.

De ervaring leert dat elke omzetting van een richtlijn betreffende specificaties van motorbrandstoffen een zware en complexe procedure impliceert.

En effet, à coˆté de la démarche technique assumée par l’Institut belge de normalisation concernant l’élaboration de nouvelles normes nationales impliquant entre autre le respect de délais pour les procédures d’enquête, la base juridique de tout arrêté royal réglementant les spécifications des produits pétroliers impose la consultation de cinq conseils concernés par les questions environnementales ou commerciales. En outre, la structure fédérale de la Belgique exige l’association des régions dans le processus d’élaboration de ce type de projet d’arrêtés royaux, enfin les arrêtés sont soumis au contreseing de cinq ministres.

Naast het technisch werk van Belgisch Instituut voor normalisatie bij de uitwerking van nieuwe nationale normen waarbij ook termijnen in acht moeten worden genomen voor de enquêteprocedures, dienen voor elk koninklijk besluit betreffende specificaties van aardolieproducten vijf raden te worden geconsulteerd die betrokken zijn bij milieu- en handelskwesties. Overigens vereist de federale structuur van Belgie¨ tevens de betrokkenheid van de gewesten bij de uitwerking van dit soort koninklijke besluiten en ten slotte worden de besluiten nog eens ter medeondertekening voorgelegd aan de vijf ministers.

3. Actuellement les normes belges adaptées sont disponibles auprès de l’Institut belge de normalisation; tous les Conseils consultés ont rendu leurs avis sur les projets d’arrêtés royaux, ainsi que le Conseil d’E´tat; les ministres compétents et le Roi les ont signés; ils doivent seulement encore être publiés au Moniteur belge.

3. Momenteel zijn de Belgische aangepaste normen ter beschikking bij het Belgisch Instituut voor normalisatie. Alle raden hebben hun adviezen uitgebracht over de ontwerpen van koninklijk besluit. De bevoegde ministers en de Koning hebben de besluiten ondertekend; zij moeten enkel nog worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

DO 2004200503338

DO 2004200503338



Lutte contre le réchauffement climatique.

Strijd tegen de klimaatopwarming.

Le gouvernement a pris au « sommet de Gembloux » (janvier 2004) et au « sommet d’Ostende » (mars 2004) une série de décisions pour lutter contre le réchauffement climatique.

Tijdens de « top van Gembloux » (januari 2004) en de « top van Oostende » (maart 2004) heeft de regering een reeks beslissingen genomen om de opwarming van het klimaat tegen te gaan.

Pourriez-vous communiquer pour chaque décision qui relève de votre compétence :

Kan u de volgende gegevens meedelen over elke beslissing die betrekking heeft op uw beleidsdomein :

1. l’objectif quantifié de la mesure (en nombre de tonnes de CO2éq, la diminution envisagée à la suite de l’exécution de la mesure);

1. de becijferde doelstelling van de maatregel (de vooropgestelde vermindering van de uitstoot tengevolge van de tenuitvoerlegging van de maatregel, uitgedrukt in ton CO2eq);

2. ou` l’on en est avec l’exécution de la mesure;

2. de stand van zaken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de maatregel;


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11818

3. en nombre de tonnes de CO2éq, la diminution réelle en 2004 à la suite de l’exécution de cette mesure ?

3. de ree¨le vermindering van de uitstoot in 2004 tengevolge van de tenuitvoerlegging van de maatregel, uitgedrukt in ton CO2eq ?



En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het volgende mee te delen aan het geachte lid.

Les décisions prises aux sommets de Gembloux et d’Ostende couvrent une série de mesures dont les compétences sont pour la plupart partagées entre diverses administrations, les régions ayant aussi leur mot à dire. Les compétences de l’autorité fédérale au niveau de la lutte contre les changements climatiques sont, comme vous le savez, souvent partagées entre divers Services publics fédéraux (Eńergie, Mobilité et Transport, Environnement, Finances, etc.). Concernant les mesures décidées à Ostende et Gembloux, celles liées directement ou indirectement à l’énergie (technologies propres, économies d’énergie par système de tiers-investisseur, biocarburants, ...) relèvent pour la plupart de décisions à prendre par d’autres SPF (Finances et Environnement en particulier).

De beslissingen die zijn genomen op de topontmoetingen van Gembloux en Oostende omvatten een aantal maatregelen, waarvan de bevoegdheden voor het merendeel zijn verdeeld over verscheidene administraties, aangezien de gewesten ook recht van spreken hebben. Zoals u weet zijn de bevoegdheden van de federale overheid inzake de strijd tegen de klimaatwijzigingen vaak verdeeld over diverse Federale Overheidsdiensten (Energie, Mobiliteit en Vervoer, Leefmilieu, Financie¨n, enzovoort). Betreffende de maatregelen die werden besloten in Oostende en Gembloux, vallen de maatregelen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verbonden met energie (schone technologiee¨n, energiebesparingen met een systeem van derde investeerder, biobrandstoffen, ...) voor het merendeel onder beslissingen die moeten worden genomen door andere FOD’s (inzonderheid Financie¨n en Leefmilieu).

1. Concernant les biocarburants, deux directives visent à les promouvoir : l’une vise le SPF Environnement; l’autre dépend du SPF Finances. Il est toutefois évident aux yeux de l’administration de l’énergie qu’il ne faut pas s’attendre à une réduction réelle de tonnes de CO2éq pour l’année 2004, la mesure ne commencera à porter ses fruits qu’à partir de l’année 2005. Pour les années à venir, il est trop toˆt pour connaıˆtre le potentiel réel de production en Belgique. Les autorités régionales de l’énergie examinent actuellement le potentiel belge via une recherche en cours (en fait, une flamande et une wallonne) sur les biocarburants. Les objectifs de la directive 2003/30 du Parlement européen et du Conseil du 8 mai 2003 visant à promouvoir l’utilisation de biocarburants ou autres carburants renouvelables dans les transports ne sont qu’indicatifs. Il en résulte qu’il est difficile voire impossible d’estimer précisément un objectif quantifié en terme de réduction de CO2. Tout au plus, une fourchette large d’estimation sera possible après l’étude du potentiel de ` Gembloux il avait été production en Belgique. A décidé de confier au ministre de l’Environnement de se charger de la mise en œuvre de la directive biocarburants (partie promotion).

1. Twee richtlijnen beogen de biobrandstoffen te bevorderen : de ene beoogt de FOD Leefmilieu, de andere hangt af van de FOD Financie¨n. In de ogen van de administratie van de energie, is het echter duidelijk dat men zich niet moet verwachten aan een ree¨le vermindering van tonnen van CO2eq voor het jaar 2004, aangezien de maatregel slechts zal beginnen vruchten af te werpen vanaf het jaar 2005. Voor de komende jaren is het te vroeg om het ree¨le productiepotentieel te kennen in Belgie¨. De gewestelijke energieoverheden onderzoeken thans het Belgische potentieel met behulp van een onderzoek inzake biobrandstoffen dat bezig is (in feite een Vlaams en een Waals onderzoek). De doelstellingen van de richtlijn 2003/30 van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer, zijn enkel indicatief. Hieruit vloeit voort dat het moeilijk is, zoniet onmogelijk, om met preciesheid een gekwantificeerd objectief, in termen van vermindering van CO2 te schatten. Hooguit zal een ruime schatting mogelijk zijn, na studie van het productiepotentieel in Belgie¨. In Gembloux werd besloten om de minister van Leefmilieu te belasten met het uitwerken van de richtlijn biobrandstoffen (promotiegedeelte).


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11819

2. Concernant les technologies propres avancées dans le domaine des motorisations, des carburants et des équipements auxiliaires utilisant l’énergie de façon plus rationnelle, plusieurs décisions doivent conduire, globalement, à favoriser le développement économique des technologies propres. Mais il serait difficile et de toute façon trop toˆt pour pouvoir déterminer les bénéfices environnementaux associés. Cette mesure avait été quantifiée mais sur l’aspect « emploi » davantage que sur l’aspect « CO2 ». L’état des lieux de la mesure est le suivant :

2. Betreffende de geavanceerde schone technologiee¨n op het vlak van motorisering, brandstoffen en hulpuitrustingen, die op een rationelere manier energie gebruiken, moeten verscheidene beslissingen globaal leiden tot de economische ontwikkeling van de schone technologiee¨n. Maar het zou moeilijk zijn en alleszins voorbarig om de ermee gepaard gaande milieuvoordelen te bepalen. Deze maatregel werd gekwantificeerd, maar meer aangaande het aspect « tewerkstelling » dan dat van « CO2 ». De toestand inzake de maatregel is als volgt :

— organisation d’un séminaire, le 2 février 2004 réunissant les constructeurs, importateurs automobiles et équipements, les chercheurs, les responsables politiques, ...;

— organisatie van een seminarie op 2 februari 2004 met de autobouwers, de invoerders van auto’s en uitrustingen, de wetenschappelijke onderzoekers, de beleidsverantwoordelijkheden, ...;

— création d’une plate-forme stratégique sur les biotechnologies industrielles via trois groupes de travail actifs (bioproduits — bio-procédés, biomasse et bioénergie);

— oprichting van een strategisch beginselprogramma inzake de industrie¨le biotechnologiee¨n met behulp van drie actieve werkgroepen (bioproducten — bioprocédés, biomassa en bio-energie);

— mesures fiscales visant à encourager l’achat des véhicules à motorisation alternative ont été récemment mises en place par l’administration des Finances (à partir du 1er janvier 2005 : 15 % de réduction d’impoˆts pour les véhicules émettant moins de 105 g CO2/Km et 3 % en-dessous de 115 g assorties de plafonds);

— fiscale maatregelen die beogen de aankoop aan te moedigen van voertuigen met een alternatieve motorisering werden onlangs getroffen door de administratie van Financie¨n (vanaf 1 januari 2005 : 15 % belastingvermindering voor de voertuigen met een uitstoot lager dan 105 g CO2/Km en 3 % onder 115 g voorzien van plafonds);

— stimulation de carburants de type « low sulphur fuels ».

— stimulering van de brandstoffen van het type « low sulphur fuels ».

3. Circulaire de la fonction publique sur l’obligation pour les administrations fédérales d’acheter des véhicules peu polluants par la voie de quotas (cf. « guide méthodologique d’achat de véhicules motorisés à l’usage des administrations fédérales »). (http://www.guidedesachatsdurables.be/)

3. Circulaire van het openbaar ambt inzake de verplichting voor de federale administraties van aankoop van milieuvriendelijke voertuigen, door middel van quota’s (zie « methodologische gids voor de aankoop van gemotoriseerde voertuigen voor de federale administraties »). (http://www.guidedesachatsdurables.be/)

4. Concernant l’éolien off-shore, l’arrêté royal du 16 juillet 2002 relatif à l’établissement de mécanismes visant la promotion de l’électricité produite à partir des sources d’énergie renouvelables, le gouvernement a approuvé (21 janvier 2005) un avant-projet de loi augmentant la valeur minimale des certificats verts offshore de 90 à 107 euros/MWh, pour les « premiers 216 MW de chaque projet ». L’obligation d’achat des certificats verts par le gestionnaire de réseau de transport entre en vigueur à la mise en service de l’installation et dure 20 ans (au lieu de 10 ans dans l’arrêté royal du 16 juillet 2002).

4. Betreffende het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen inzake offshore windenergie, heeft de regering een voorontwerp van wet goedgekeurd (21 januari 2005), dat de minimumwaarde verhoogt van de groene certificaten offshore, van 90 naar 107 euro/MWh, voor de « eerste 216 MW van elk project ». De verplichting tot aankoop van groene certificaten door de transmissienetbeheerder, vangt aan bij de indienstneming van de installatie en loopt 20 jaar (in plaats van 10 jaar bij het koninklijk besluit van 16 juli 2002).

5. Concernant les économies d’énergie par système de tiers-investisseur, (cf. arrêtés royaux adoptés sous proposition du SPF Environnement), il est évidemment beaucoup trop toˆt pour estimer l’impact réel de cette mesure en matière de réduction d’émissions de CO2.

5. Betreffende de energiebesparingen door middel van het systeem van derde investeerder (zie koninklijke besluiten goedgekeurd op voorstel van de FOD Leefmilieu) is het natuurlijk veel te vroeg om de werkelijke impact in te schatten van deze maatregel inzake vermindering van CO2-uitstoten.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11820

DO 2004200503351

DO 2004200503351

Question no 229 de M. Servais Verherstraeten du 14 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 229 van de heer Servais Verherstraeten van 14 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Conseil de la concurrence. — Plaintes. — Délais de traitement.

Raad voor de mededinging. — Klachten. — Behandelingstermijn.

Le 21 avril 1998, Distri-One SA a déposé une plainte contre Coca-Cola Beverages Belgium SA (entre-temps devenue Coca-Cola Beverages Belgium SPRL) pour violations répétées de l’article 3 de la loi du 1er juillet 1999 relatif à la protection de la concurrence économique.

Op 21 april 1998 legde de NV Distri-One klacht neer tegen de NV Coca-Cola Beverages Belgium (inmiddels BVBA Coca-Cola Beverages Belgium) wegens herhaalde inbreuken op artikel 3 van de wet van 1 juli 1999 tot bescherming van de economische mededingingen.

Le 4 décembre 2001, le « Corps des rapporteurs » a présenté un rapport motivé au conseil de la concurrence concernant l’aménagement de l’article 24, § 4, de cette loi. Conformément à cette disposition, ce rapport introduit le dossier devant le Conseil qui l’examine séance tenante. Conformément à cet article, le délai dont dispose le Conseil de la concurrence pour prendre une décision est « dans tous les cas » de six mois à partir du dépoˆt du rapport motivé.

Op 4 december 2001 heeft het « Korps van verslaggevers » aan de Raad voor de mededinging een met redenen omkleed verslag voorgelegd, met toepassing van artikel 24, § 4, van deze wet. Overeenkomstig deze bepaling leidde dit verslag het dossier in bij de Raad die overeenkomstig artikel 27, § 2, van deze wet het dossier ter zitting behandelt. Ingevolge dit artikel is de termijn voor de Raad voor de mededinging om een beslissing te nemen « in elk geval » zes maanden vanaf de neerlegging van het met redenen omkleed verslag.

Ce délai confirme la volonté du législateur de voir le Conseil de la concurrence garantir une concurrence effective sur le marché, ou` les intérêts économiques privés de l’entreprise touchée par la procédure doivent être considérés comme secondaires.

Deze termijn bevestigt de wil van de wetgever dat de Raad voor de mededinging zou zorgen voor een daadwerkelijke concurrentie op de markt, waarbij de private economische belangen van de onderneming die door de procedure getroffen wordt, ondergeschikt geacht moeten worden.

Malgré deux « dispositions » datant du printemps 2003 qui définissent clairement et précisément les délais et les dates pour la prise en considération de ce dossier, la séance a été à chaque fois reportée, parfois de plusieurs mois, voire même de plusieurs trimestres. Entre-temps, aucune nouvelle disposition n’a motivé ce délai ni n’a fixé de nouvelle date.

Ondanks twee « beschikkingen » geveld tijdens het voorjaar 2003 die op duidelijke en precieze wijze de verschillende termijnen alsook een datum aangaven voor het in beraad nemen van deze zaak, werd deze zitting na zitting uitgesteld, soms met verschillende maanden, soms zelfs met verschillende trimesters. Ondertussen werd geen nieuwe beschikking geveld die dit uitstel motiveert of zelfs maar nieuwe data vaststelt.

Aujourd’hui, sept ans après que les faits ont été dénoncés, aucun jugement n’a encore été rendu malgré le rapport motivé.

Heden, zeven jaar na de aanklacht van de feiten en niettegenstaande het met redenen omkleed verslag, is er nog steeds geen uitspraak.

1. Comment expliquez-vous le retard dans cette procédure ?

1. Hoe verklaart u dat deze procedure blijft aanslepen ?

2. Quand peut-on escompter un jugement dans cette affaire ?

2. Wanneer kan er een uitspraak verwacht worden ?

3. a) N’y a-t-il pas eu de contacts (informels ou non) entre le Conseil de la concurrence et Coca-Cola sans que la partie adverse n’en ait été avertie ?

3. a) Zijn er (al dan niet informele) contacten geweest tussen de Raad voor de mededinging en Coca-Cola zonder daarvan de tegenpartij op de hoogte te brengen ?

b) Si oui, comment justifiez-vous cela ?

b) Zo ja, hoe rechtvaardigt u dit ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11821

4. a) De quelles autres plaintes sur pied de la loi précitée du 1er juillet 1999 relative à la protection de la concurrence économique, Coca-Cola a-t-elle fait ou fait-elle l’objet ?

4. a) Welke andere klachten steunende op de voornoemde wet van 1 juli 1999 tot bescherming van de economische mededinging tegen Coca-Cola zijn er nog geweest of lopende ?

b) Pouvez-vous préciser, pour chaque affaire, quelles suites le Conseil a réservées à ces plaintes ?

b) Kan u per zaak aangeven welk gevolg de Raad hieraan heeft gegeven ?

5. a) Combien de plaintes le Conseil de la concurrence a-t-il traitées depuis sa création ?

5. a) Hoeveel klachten heeft de Raad voor de mededinging behandeld sinds haar ontstaan ?

b) Combien ont été prescrites ?

b) Hoeveel daarvan vervielen door verjaring ?

(Je vous remercie de bien vouloir faire une distinction, pour les deux questions, entre les parties francophone et néerlandophone du Conseil). Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 229 de M. Servais Verherstraeten du 14 février 2005 (N.) :

(Graag onderscheid voor beide vragen tussen Franstalige en Nederlandstalige deel van de Raad).

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid hierbij volgend antwoord mee te delen.

1. Conformément à l’article 16 de la loi sur la protection de la concurrence économique, coordonnée le 1er juillet 1999 (ci-après LPCE), le Conseil de la concurrence, institué auprès du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie, est une juridiction administrative qui en toute indépendance statue sur toutes les affaires qui lui sont soumises par le Corps des rapporteurs. Par conséquent, en ma qualité de ministre de l’Ećonomie, je ne peux donner au Conseil aucune injonction. Le Conseil décide de manière autonome de l’agenda et du traitement des affaires qui lui sont soumises.

1. Overeenkomstig artikel 16 van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoo¨rdineerd op 1 juli 1999 (hierna WBEM genoemd) is de Raad voor de mededinging, ingesteld bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, een administratief rechtscollege, dat in volle onafhankelijkheid uitspraak doet over de zaken die hem door het Korps verslaggevers worden voorgelegd. In die zin kan ik als minister van Economie aan deze Raad geen enkele injunctie geven. De Raad beslist autonoom over de agenda en de behandeling van de hem voorgelegde zaken.

2. Il découle de la réponse qui précède qu’il ne m’est pas possible de préciser la date à laquelle le Conseil de la concurrence rendra sa décision dans cette affaire. Néanmoins, je peux affirmer que les organes des autorités de concurrence sont sans cesse renforcés.

2. Als gevolg van hetgeen hierboven werd geantwoord, is het mij niet mogelijk om een datum voorop te stellen waarop de Raad voor de mededinging in deze zaak een uitspraak zal doen. Wel kan ik stellen dat er ononderbroken aan de versterking van de organen van de Belgische mededingingsautoriteit gewerkt wordt.

Ainsi, l’année passée, un nouveau président et un membre permanent ont été nommés en remplacement des personnes démissionnaires, le Corps des rapporteurs a été renforcé par l’arrivé de quatre rapporteurs supplémentaires, ce qui a porté leur nombre à six; seize attachés contractuels et statutaires ont également été recrutés pour le Service de la concurrence.

Zo werden vorig jaar een nieuwe voorzitter en een permanent lid benoemd ter vervanging van diegenen die ontslag hadden genomen, werd het Korps verslaggevers versterkt met vier bijkomende verslaggevers waardoor hun aantal nu op zes komt, en werden tevens zestien bijkomende contractuele en statutaire attachés aangeworven bij de Dienst voor de mededinging.

En outre, une révision complète de la LPCE est actuellement programmée afin de rétablir notamment la cohérence du droit belge avec les nouvelles dispositions européennes.

Tevens is op dit ogenblik een volledige herziening van de WBEM geprogrammeerd, ten einde onder meer de Belgische regelgeving te stroomlijnen met de vernieuwde Europese regels.

3. En ce qui concerne le dossier Coca-Cola, selon les renseignements pris auprès du Conseil de la

3. Wat het dossier Coca-Cola betreft, zijn er volgens de informatie verkregen bij de Raad voor de


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 229 van de heer Servais Verherstraeten van 14 februari 2005 (N.) :

2005


1494

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11822

concurrence, il apparaıˆt qu’il n’y a pas eu de contacts informels entre le Conseil et la partie adverse.

mededinging geen informele contacten geweest tussen de Raad voor de mededinging en de verwerende partij.

Fin 2004, l’entreprise qui fait l’objet de l’instruction a proposé au Conseil de la concurrence de prendre un certain nombre d’engagements au cas où le Conseil serait d’avis qu’une infraction au droit de la concurrence peut lui être reprochée. Ainsi, le Conseil pourrait rendre obligatoires ces engagements dans sa décision, rétablissant de la sorte la concurrence sur le marché.

Einde 2004 heeft de onderneming die voorwerp van het onderzoek was, aan de Raad voor de mededinging voorgesteld dat zij bepaalde verbintenissen zou aangaan, in geval de Raad van oordeel zou zijn dat zij een inbreuk op het mededingingsrecht verweten kan worden. De beslissing van de Raad zou die verbintenissen dan kunnen opleggen, en op die manier zou de mededinging hersteld worden op de markt.

La partie adverse a fait cette proposition au cours d’une audience de la chambre compétente du Conseil de la concurrence lors de laquelle le plaignant n’était ni présent ni représenté. Cela est parfaitement conforme à l’article 15 de l’arrêté royal du 15 mars 1993 relatif aux procédures en matière de protection de la concurrence économique, qui prévoit la possibilité d’entendre une entreprise en absence du plaignant.

Verwerende partij heeft dat voorstel gedaan op een zitting van de kamer van de Raad voor de Mededinging, waarop de klager of zijn raadsman niet aanwezig was. Dit is geheel in overeenstemming met artikel 15 van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 betreffende de procedures inzake bescherming van de economische mededinging, dat voorziet in de mogelijkheid dat een onderneming in afwezigheid van de klagende partij gehoord wordt.

Le Conseil de la concurrence s’est limité à prendre acte de cette proposition qu’il n’accueillera ou rejettera que dans sa décision finale. L’absence de toute autre entreprise était nécessaire afin de garantir la confidentialité de l’offre d’engagements pour le cas où le Conseil la considérerait inacceptable.

De Raad heeft alleen akte genomen van het voorstel, en zal het pas in zijn eindbeslissing aanvaarden of verwerpen. De afwezigheid van enige andere onderneming ter zitting was noodzakelijk om de vertrouwelijkheid van het voorstel te waarborgen, in geval zou blijken dat de Raad het hoe dan ook onaanvaardbaar zou achten.

Le plaignant était informé du fait que la partie adverse serait entendue séparément.

De klager was op de hoogte van de omstandigheid dat verweerder afzonderlijk gehoord zou worden.

Par la suite, le plaignant a eu la possibilité de prendre connaissance des engagements de la partie adverse après que celle-ci ait renoncé à la confidentialité. La proposition est en cours d’être transmis aux autres opérateurs par le Corps des rapporteurs.

Vervolgens heeft ook de klager van het voorstel van verbintenissen van verweerder kennis kunnen nemen, nadat deze laatste de vertrouwelijkheid ervan heeft opgeheven. Het voorstel wordt momenteel door het Korps verslaggevers aan de andere marktoperatoren voorgelegd.

La réponse à la question 3.a) étant négative, la question 3.b) est sans objet.

Vraag 3.b) is dus zonder voorwerp, aangezien het antwoord op 3.a) ontkennend is.

4. Il n’y actuellement pas d’autres affaires ou plaintes pendantes à l’encontre de Coca-Cola que celle à laquelle se réfère l’honorable membre.

4. Behalve de door het geachte lid aangehaalde zaak zijn er op dit ogenblik geen andere zaken of klachten hangende lastens Coca-Cola.

5. Dans la période de 1993 à 2004, le Conseil de la concurrence a rendu en matière de plaintes en tout 49 décisions, dont 26 en langue néerlandaise et 23 en langue française; en plus, le Conseil a pris cinq décisions avant dire droit. 12 décisions en néerlandais et 14 décisions en français concernaient la prescription.

5. In de periode 1993-2004 heeft de Raad voor de mededinging in totaal 49 beslissingen genomen inzake klachten, waarvan 26 Nederlandstalige en 23 Franstalige; daarnaast werden nog vijf beslissingen genomen die geen eindbeslissing waren. 12 Nederlandstalige en 14 Franstalige beslissingen handelden over de verjaring.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11823

DO 2004200503352

DO 2004200503352

Question no 230 de M. Carl Devlies du 14 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 230 van de heer Carl Devlies van 14 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Programmes Airbus. — Répartition régionale des avances et des remboursements. L’E´tat belge a accordé des avances à des entreprises belges participant aux programmes Airbus A 310-200, A 310-300, A 320, A 330-340, A 340-500/600 pour un montant global de 185 300 742 euros.

Airbus-programma’s. — Regionale verspreiding van de voorschotten en de terugbetalingen.

Selon un rapport de la Cour des comptes, les entreprises en question auraient remboursé un montant de 96 355 939 euros, de sorte qu’au mois de juin 2004, un solde de 88 944 803 euros restait à rembourser.

Volgens een verslag van het Rekenhof werd door de betrokken ondernemingen een bedrag van 96 355 939 euro terugbetaald, zodoende dat in de maand juni 2004 een saldo van 88 944 803 euro open bleef staan.

1. Quel est, en ce qui concerne ces avances, le pourcentage accordé aux entreprises situées respectivement en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

1. Kan u de percentages meedelen van de voorschotten welke werden toegekend aan ondernemingen, op basis van hun regionale spreiding, Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel ?

2. Pouvez-vous fournir ces mêmes pourcentages en ce qui concerne les montants qui ont été remboursés à l’E´tat ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 230 de M. Carl Devlies du 14 février 2005 (N.) :

2. Kan u dezelfde percentages meedelen met betrekking tot de terugbetaling aan de Staat ?

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord te verstrekken.

1. La répartition régionale des avances octroyées (en millions euros) dans le cadre des programmes Airbus A310-200, A310-300, A320,A330-340 et A340500/600 est la suivante.

1. De regionale spreiding van de toegekende voorschotten (in miljoen euro) in het kader van de Airbus-programma’s A310-200, A310-300, A320, A330-340 en A340-500/600 is de volgende.

A310-200

Door de Belgische Staat werden in totaal 185 300 742 euro aan voorschotten toegekend aan Belgische ondernemingen in het kader van de Airbusprogramma’s A 310-200, A 310-300, A 320, A 330-340, A 340-500/600.

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 230 van de heer Carl Devlies van 14 februari 2005 (N.) :

A310-200

— Région wallonne : 29,5;

— het Waalse Gewest : 29,5;

— Région de Bruxelles-Capitale : 0,0;

— het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0,0;

— Région flamande : 0,0.

— het Vlaamse Gewest : 0,0.

A310-300

A310-300







A320

A320








2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11824

A330-340

A330-340







A340-500/600

A340-500/600







2. La répartition régionale des remboursements effectués (en millions euros) pour ces mêmes programmes est la suivante.

2. De regionale spreiding van de terugbetalingen (in miljoen euro) voor dezelfde programma’s is de volgende.

A310-200

A310-200







A310-300

A310-300







A320

A320







A330-340

A330-340







A340-500/600

A340-500/600





— Région flamande 0,0.


DO 2004200503399

DO 2004200503399

Question no 233 de M. Gerolf Annemans du 18 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Note du ministre du Budget. — Ećonomie. — Plan en douze points.

Vraag nr. 233 van de heer Gerolf Annemans van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Dans la note « Fini le vieillissement », le ministre du Budget, M. Vande Lanotte, fait une série de proposi-

In de nota « De vergrijzing voorbij » lanceert de minister van Begroting Vande Lanotte een reeks voor-


2004

Nota van de minister van Begroting. — Economie. — Twaalfpuntenplan.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11825

tions pour dynamiser notre économie fragile. M. Vande Lanotte affirme qu’au cours des dernières années, nous avons avant tout créé notre prospérité en augmentant la productivité du travail, en procédant à des rationalisations et en réalisant des économies. Le revers de la médaille fut la perte de nombreux emplois. Le ministre propose une nouvelle approche : investir dans l’innovation et les connaissances, soutenir la concurrence en lançant des produits nouveaux et de qualité et maıˆtriser en même temps les couˆts salariaux. Notre pays peut s’enorgueillir d’une excellente productivité du travail mais a de quoi rougir en ce qui concerne les nouvelles technologies.

stellen om de sputterende Belgische economie te dynamiseren. De heer Vande Lanotte stelt dat onze welvaart de voorbije jaren vooral gecreeërd werd door een hogere arbeidsproductiviteit en door rationaliseringen en besparingen. Dat kostte veel jobs. Investeren in innovatie en kennis, concurreren op basis van nieuwe en kwalitatieve producten en tegelijkertijd de loonkosten beheersen, is de boodschap. Inzake arbeidsproductiviteit staan we aan de top, inzake nieuwe technologiee¨n is dat veel minder het geval.

Le ministre du Budget formule dès lors douze propositions pour donner un coup de fouet à notre économie. Voici ce qu’il envisage concrètement :

De minister van Begroting schuift dan ook twaalf voorstellen naar voor om de economie in een hogere versnelling te duwen. Concreet betreft het :

1. Il faut améliorer l’adéquation entre l’enseignement et le marché du travail et offrir plus de possibilités aux travailleurs peu qualifiés.

1. Onderwijs en arbeidsmarkt moeten beter op elkaar aansluiten met meer kansen voor laaggeschoolden.

2. Il faut proposer aux travailleurs des formations plus nombreuses et de meilleure qualité.

2. Werknemers moeten meer en betere opleidingen krijgen.

3. Il faut investir davantage dans la recherche et le développement, à concurrence de 3 % du PIB; les entreprises et les pouvoirs publics doivent y consacrer 0,5 % de plus par an, soit 1,25 milliard d’euros.

3. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling moeten stijgen naar 3 % van het BBP; de ondernemingen en de overheid moeten elk 0,5 % of 1,25 miljard euro per jaar meer aan onderzoek uitgeven.

4. Il faut davantage de brevets issus de la recherche, en particulier dans le secteur des technologies de pointe; un centre d’expertise devrait permettre d’améliorer la situation.

4. Onderzoek wordt, vooral in de hightech sector, onvoldoende in patenten omgezet; een kenniscentrum moet dit veranderen.

5. Le manque de fonds mis à la disposition des entreprises qui débutent ou qui réalisent une première expansion demeure un déficit structurel qui requiert une intervention des pouvoirs publics.

5. Gebrek aan starterskapitaal en kapitaal voor een eerste expansie blijft een structureel tekort, dat overheidsingrijpen vereist.

6. Nous n’investissons pas assez dans les produits nouveaux, ce qui augmente la concurrence tarifaire et diminue la concurrence en ce qui concerne les produits de qualité. Il faut dès lors que les entreprises privées et publiques investissent prioritairement dans le secteur des TIC et des réseaux.

6. Onvoldoende investering in nieuwe producten; dit zorgt voor veel prijsconcurrentie¨le producten, te weinig kwaliteitsconcurrentie¨le producten. Daarom moeten privé en overheidsbedrijven vooral in de ICTen netwerk gerichte sectoren investeren.

7. Il faut supprimer notre handicap salarial par rapport aux Pays-Bas, à la France et à l’Allemagne, avant tout en diminuant les cotisations patronales (concentrées sur les bas revenus), en réduisant les charges sur les revenus du travail et en limitant fortement les augmentations de salaire, sans toucher aux indexations.

7. We moeten de loonhandicaps ten opzichte van Nederland, Frankrijk en Duitsland wegwerken. Een lagere bijdrage van de werkgevers (geconcentreerd op de lage lonen), minder lasten op inkomen uit arbeid en een sterke beperking van de loonstijging zonder aan de index te raken moeten centraal staan.

8. Il faut actualiser d’urgence la législation sur le travail et assouplir les règles en matière d’emplois intérimaires et de plan de carrière.

8. Een modernisering van de arbeidswetgeving dringt zich op : regels inzake uitzendarbeid en carrièreplanning moeten soepeler.

9. Il faut augmenter radicalement le taux d’activité.

9. De werkgelegenheidsgraad moet drastisch naar boven.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11826

10. Il faut accroıˆtre la mobilité professionnelle et rémunérer correctement les personnes désireuses de travailler plus longtemps.

10. De beroepsmobiliteit moet vergroten en mensen die langer willen werken, moeten hiervoor beloond worden.

11. Il faut continuer à développer le secteur tertiaire.

11. De Belgische diensteneconomie moet zich expansief gedragen.

12. Il faut arrêter d’urgence un plan global de mobilité de base sur l’ensemble du territoire et par tous les moyens de transport, et réaliser les investissements nécessaires.

12. Een totaalplan basismobiliteit over het gehele grondgebied en over alle vervoersmodi heen en de nodige investeringen dringen zich op.

1. Partagez-vous avec l’analyse de la note « Fini le vieillissement » ?

1. Bent u het eens met de analyse van de nota « De vergrijzing voorbij » ?

2. Adhérez-vous au plan en douze points proposé par le ministre Vande Lanotte pour donner un coup de fouet à notre économie ?

2. Bent u het eens met het zogenaamde twaalfpuntenplan van de minister Vande Lanotte om de economie in een hogere versnelling te duwen ?

3. Votre collègue du budget vous a-t-il consulté avant de rédiger son plan ?

3. Is er op voorhand overleg geweest tussen beide ministers om te komen tot de opstelling van dat puntenplan ?

4. En tant que ministre de l’Ećonomie, quelles initiatives concrètes avez-vous prises ou envisagezvous de prendre et/ou qui avez-vous consulté ou envisagez-vous de consulter pour exécuter ce plan en douze points ? Pourriez-vous fournir un aperçu point par point ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 25 mars 2005, à la question no 233 de M. Gerolf Annemans du 18 février 2005 (N.) :

4. Welke concrete initiatieven en/of overleg heeft u als minister van Economie genomen/gepleegd of overweegt u nog te nemen/plegen ter uitvoering van het voornoemde puntenplan ? Graag een overzicht per punt.

La question fait allusion à un texte de mon collègue, le ministre du Budget, concernant certains axes de réflexion visant, entre autres, à dynamiser l’économie.

De vraag verwijst naar een tekst van mijn collega, de minister van Begroting, in verband met mogelijke denkpisten om onder meer de economie te dynamiseren.

Il s’agit là tout d’abord d’une opinion personnelle d’un collègue, dont il est seul responsable. Il est évident que chaque contribution à un débat ouvert est la bienvenue mais qu’elle n’engage que son auteur.

Ten eerste is dit een persoonlijk standpunt van een collega, die hem alleen bindt. Elke bijdrage tot een open discussie wordt als dusdanig in dank aanvaard, maar engageert uiteraard slechts de steller ervan.

Un éventuel échange de vues à ce sujet que j’aurais en temps opportun avec le ministre du Budget serait de nature collégiale.

Eventuele gedachtewisselingen hierover zal ik ten gepaste tijde collegiaal met de minister van Begroting voeren.

DO 2004200503408

DO 2004200503408

Question no 235 de M. Koen T’Sijen du 18 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 235 van de heer Koen T’Sijen van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Conseil de la concurrence. — Plaintes. — Délais de traitement.

Raad voor de mededinging. — Klachten. — Behandelingstermijnen.

Il me revient que le Conseil de la concurrence aurait pris, au cours du printemps 2003, deux dispositions

Volgens onze informatie heeft de Raad voor de mededinging in het conflict tussen Distri One en Coca-


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 25 maart 2005, op de vraag nr. 233 van de heer Gerolf Annemans van 18 februari 2005 (N.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11827

fixant de façon précise les différentes échéances ainsi que la date (20-23 mai 2003) de la mise en délibéré dans le conflit opposant Distri One à Coca-Cola Enterprises Belgium. Or, malgré ces dispositions l’affaire n’a cessé d’être reportée. Aucune nouvelle disposition n’a été prise pour motiver ces reports ou pour fixer de nouvelles dates. Aucune décision n’a encore été prise dans cette affaire. 1. L’information susmentionnée est-elle exacte ?

Cola Enterprises Belgium tijdens het voorjaar 2003 twee beschikkingen geveld die op precieze wijze de verschillende termijnen alsook een datum (20-23 mei 2003) aangaven voor het in beraad nemen van deze zaak. Ondanks deze beschikkingen werd de zaak zitting na zitting uitgesteld. Er werd geen nieuwe beschikking geveld die dit uitstel motiveert of zelfs maar nieuwe data vaststelt. Vandaag is er nog steeds geen uitspraak in de zaak. 1. Is de bovenstaande informatie correct ?

2. Dans l’affirmative, pour quelles raisons cette décision est-elle reportée ?

2. Indien dit zo is, hoe komt het dan dat deze uitspraak werd uitgesteld ?

3. Quand une décision sera-t-elle effectivement prise dans l’affaire opposant Distri One à Coca-Cola Enterprises Belgium ?

3. Wanneer komt er effectief een uitspraak in de zaak tussen Distri One en Coca-Cola Enterprises Belgium ?

4. Quel est le délai moyen s’écoulant entre le dépoˆt d’une plainte et la décision du Conseil de la concurrence ?

4. Wat is de gemiddelde termijn tussen een klacht en een effectieve uitspraak bij de Raad voor de mededinging ?

5. Quel est ce délai auprès de la section néerlandophone ?

5. Wat is de gemiddelde termijn bij de Nederlandstalige afdeling ?

6. Quel est ce délai auprès de la section francophone ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 235 de M. Koen T’Sijen du 18 février 2005 (N.) :

6. Wat is de gemiddelde termijn bij de Franstalige afdeling ?

1. L’affaire a été traitée durant une quinzaine d’audiences, entre mai 2003 et décembre 2004.

1. De zaak werd behandeld tijdens een vijftiental zittingen, tussen mei 2003 en december 2004.

Le calendrier, qui avait été arrêté en 2003 pour le dépoˆt d’observations écrites, n’a pas permis de mettre l’affaire en délibéré. L’information est donc correcte.

De kalender met termijnen voor schriftelijke opmerkingen die in 2003 bepaald werd, heeft er niet toe kunnen leiden dat de zaak in beraad werd genomen. De informatie is dus correct.

2. Les délais déterminés pour le dépoˆt d’observations écrites des parties sont seulement indicatifs. Il n’est pas inhabituel que, lors du traitement de l’affaire à l’audience, apparaisse la nécessité de déposer de nouvelles observations écrites et de mettre l’affaire en continuation lors d’audiences ultérieures.

2. De termijnen die bepaald worden voor het indienen van de schriftelijke opmerkingen van partijen zijn slechts indicatief. Het is niet ongewoon dat bij de behandeling van de zaak ter zitting blijkt dat nieuwe schriftelijke opmerkingen en een voortzetting van de behandeling op latere zittingen noodzakelijk zijn.

Dans le cas d’espèce, aussi bien Distri One que Coca-Cola Enterprises Belgium ont déposé de nouvelles pièces dans le cadre de l’examen de l’affaire par le Conseil de la concurrence, de sorte que le calendrier initialement prévu pour l’examen du cas n’a pu être respecté.

Hier werden zowel door Distri One als door CocaCola Enterprises Belgium nieuwe stukken voorgebracht in de loop van de behandeling van de zaak voor de Raad voor de mededinging, zodat de aanvankelijke kalender voor de afhandeling van de zaak niet behouden kon blijven.

3. Lors de la dernière audience (21 décembre 2004), le Conseil a décidé de faire procéder à une interrogation du marché par le rapporteur. Cela signifie que le rapporteur interroge les autres acteurs du marché à propos des engagements proposés par Coca-Cola Belgium pour mettre fin à une éventuelle infraction au droit de la concurrence.

3. Op de laatste zitting (21 december 2004) heeft de Raad beslist dat de verslaggever een marktonderzoek diende te houden. Dit betekent dat de verslaggever de andere marktspelers ondervraagt over de verbintenissen die Coca-Cola Belgium heeft voorgesteld om aan een eventuele inbreuk op het mededingingsrecht een einde te stellen.


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 235 van de heer Koen T’Sijen van 18 februari 2005 (N.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11828

` l’issue de l’enquête de marché, l’affaire sera à A nouveau portée devant le Conseil qui prendra alors une décision finale. E´tant donné que l’on ne sait pas encore déterminer le moment où sera déposé, devant le Conseil, le rapport du Corps des rapporteurs relatif à l’enquête de marché, on ne peut pas davantage prévoir quand et combien d’audiences le Conseil consacrera à cette affaire, ainsi que le moment où un jugement pourra intervenir. Normalement, une décision peut être attendue dans les prochains mois.

Na afloop van het marktonderzoek wordt de zaak opnieuw voor de Raad gebracht, die dan een eindbeslissing in deze zaak zal treffen.

4. Il n’y a aucune statistique concernant le délai moyen entre l’introduction d’une plainte et le jugement du Conseil. En général, on peut observer que le délai dépend de la complexité du cas.

4. Er zijn geen statistieken voorhanden betreffende de gemiddelde termijn tussen het indienen van de klacht en de uitspraak door de Raad. In het algemeen kan worden opgemerkt dat de termijn afhankelijk is van de complexiteit van de zaak.

En l’espèce, l’affaire Distri One contre Coca-Cola Enterprises est particulièrement complexe.

De zaak van Distri One tegen Coca-Cola Enterprises is uitzonderlijk complex.

5 et 6. Il n’y a aucune raison de croire que le délai diffère considérablement selon que l’affaire soit traitée en néerlandais ou en français.

5 en 6. Er is geen reden om aan te nemen dat de termijn verschilt naargelang de zaak in het Nederlands of in het Frans behandeld wordt.

DO 2004200503409

DO 2004200503409

Question no 236 de M. Luc Goutry du 21 février 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 236 van de heer Luc Goutry van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

SPF. — Réforme Copernic. — Controˆleurs. — Passage au grade d’expert technique.

FOD. — Copernicus-hervorming. — Controleurs. — Graadverandering naar technisch deskundigen.

Dans le cadre de la réforme Copernic, une série de mesures ont été prises par le biais des arrêtés royaux des 21 et 28 septembre 2004 pour certaines carrières au SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie. Pour les anciens controˆleurs, cette réforme a entraıˆné un passage au grade d’expert technique. Des mesures transitoires ont également été prises sur le plan pécuniaire. Or, ces mesures ont eu des effets préjudiciables pour certains experts techniques. Ainsi, les anciens controˆleurs qui avaient au 1er octobre 2002 une ancienneté de grade de 12 ans, bénéficient de l’échelle de traitement BT2 ou 28H dès qu’ils ont 18 ans d’ancienneté, en fonction de la réussite du « test de compétence 2 ». Par contre, les anciens controˆleurs qui n’avaient pas cette ancienneté de 12 ans à la date indiquée, ne bénéficient pas de cette mesure transitoire. Certaines de ces personnes ont réussi l’examen de premier controˆleur mais à la suite de la réforme, ils n’ont plus accès aux grades pour lesquels ils ont pourtant réussi depuis longtemps les examens requis.

In de koninklijke besluiten van 21 en 28 september 2004 werden een aantal maatregelen getroffen in het kader van de Copernicus-hervormingen van sommige loopbanen bij de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Voor de vroegere controleurs betekende deze hervorming een graadverandering naar technisch deskundige. Er werden ook geldelijke overgangsmaatregelen getroffen, die voor sommige technisch deskundigen nadelige gevolgen hadden. Terwijl de vroegere controleurs die op 1 oktober 2002 een graadancie¨nniteit van 12 jaar hadden, de weddenschaal BT2 ofwel 28H krijgen van zodra ze 18 jaar graadancie¨nniteit hebben naargelang ze slagen in de « competentiemeting 2 », hebben de vroegere controleurs die op de vermelde datum geen 12 jaar graadancie¨nniteit hadden, geen recht op deze overgangsmaatregel. Onder hen zijn er ook personeelsleden die geslaagd zijn in het examen voor eerste controleur. Zij hebben door deze hervorming geen toegang meer tot de graden van de loopbaan waarvoor ze wel sinds lang met succes de vereiste examens hebben afgelegd.


2004

Aangezien nog niet bekend is wanneer de verslaggever van het Korps verslaggevers zijn verslag betreffende het marktonderzoek zal indienen bij de Raad, kan evenmin reeds voorzien worden wanneer de Raad nog één of meerdere zittingen aan deze zaak zal kunnen wijden, en wanneer, vervolgens, een uitspraak van de Raad te verwachten valt. Normalerwijze mag in de komende maanden een uitspraak verwacht worden.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11829

Cette situation s’est aussi présentée dans d’autres SPF pour des carrières comparables (celle de controˆleur social par exemple), mais des dispositions transitoires adéquates ont été prises dans ce cas.

In andere federale overheidsdiensten heeft deze toestand zich ook voorgedaan in vergelijkbare loopbanen (bijvoorbeeld deze van sociaal controleur), maar voor deze personeelsleden werden aangepaste overgangsmaatregelen getroffen.

1. Combien de controˆleurs du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie ayant réussi l’examen de premier controˆleur, sont-ils pénalisés de la sorte ?

1. Kan u meedelen hoeveel controleurs in de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, die geslaagd zijn in het examen voor eerste controleur, op deze wijze benadeeld werden ?

2. Avez-vous déjà abordé ce problème avec votre homologue compétent pour la Fonction publique et quelle était éventuellement sa réaction ?

2. Kan u meedelen of u deze problematiek reeds ter sprake heeft gebracht bij uw collega bevoegd voor Ambtenarenzaken en wat zijn eventuele reactie was ?

3. Avez-vous connaissance des mesures de transition particulières qui ont été prises pour les controˆleurs sociaux ? Celles-ci peuvent-elles éventuellement être appliquées au SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 236 de M. Luc Goutry du 21 février 2005 (N.) :

3. Kent u de bijzondere overgangsmaatregelen die getroffen werden voor de sociale controleurs en zijn deze mogelijk toepasbaar in de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie ?

L’honorable membre trouvera ci-après ma réponse à la question susmentionnée.

Hij deel ik het geachte lid mijn antwoord op de hogervermelde vraag mee.

1. L’article 225, § 7, de l’arrêté royal du 5 septembre 2002 portant réforme de la carrière de certains agents des administrations de l’E´tat prévoit une mesure transitoire pour les controˆleurs sociaux relevant de l’échelle barémique 26K et comptant au 1er octobre 2002 au moins douze ans d’ancienneté de grade. La carrière des controˆleurs du SPF Ećonomie étant calquée sur le modèle de la carrière des controˆleurs sociaux, l’arrêté royal du 28 septembre 2004 fixant diverses dispositions pécuniaires applicables aux grades particuliers du Service public fédéral Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie comporte la même mesure transitoire.

1. Artikel 225, § 7, van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen, voorziet in een overgangsmaatregel voor de sociaal controleurs met de weddenschaal 26K die op 1 oktober 2002 minstens twaalf jaar graadancie¨nniteit hebben. Aangezien de loopbaan van de controleurs bij de FOD Economie werd vastgesteld naar het model van de loopbaan van de sociaal controleurs, bevat het koninklijk besluit van 28 september 2004 tot vaststelling van diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie dezelfde overgangsmaatregel.

Il va de soi qu’une personne qui ne remplit pas les conditions ne peut bénéficier de cette mesure. Il ne peut être question, dans ce cas, de « préjudice ».

Het is evident dat iemand die niet aan de voorwaarden voldoet, niet van de overgangsmaatregel kan genieten : van « benadeling » is in dit geval geen sprake.

La réussite de l’examen de premier controˆleur n’est pas pertinente dans ce contexte. Elle était à l’époque toutefois prise en considération pour le passage de la carrière des controˆleurs de niveau 2 au niveau 2+ : les lauréats conservaient leur ancienneté de grade, contrairement aux autres.

Het geslaagd zijn voor het examen voor eerste controleurs speelt hier geen enkele rol, maar werd destijds wel in rekening gebracht bij de overgang van de loopbaan van controleur van niveau 2 naar niveau 2+ : degenen die geslaagd waren namen hun graadancie¨nniteit mee, de anderen niet.

2. Je n’ai pas pris contact avec le ministre de la Fonction publique.

2. Ik heb geen contact opgenomen met de minister van Ambtenarenzaken.

3. Les mesures transitoires prévues par l’arrêté royal du 5 septembre 2002 précité n’ont pas été modifiées.

3. De overgangsmaatrelen voorzien in het hogervermeld koninklijk besluit van 5 september 2002 zijn niet gewijzigd.

Je n’ai pas connaissance de propositions visant à les modifier. L’honorable membre peut s’adresser, à ce

Of er voorstellen tot wijziging bestaan is mij niet bekend. Het geachte lid kan zich hiervoor wenden tot


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 236 van de heer Luc Goutry van 21 februari 2005 (N.) :

2005


1495

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11830

propos, au ministre de la Fonction publique. (Question no 128 du 23 mars 2005.)

de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 128 van 23 maart 2005.)

Eńergie

Energie

DO 2004200503182

DO 2004200503182

Question no 98 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 98 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution de gaz.

CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Gasdistributienetbeheerders.

Certains gestionnaires de réseau de distribution de gaz se plaignent que les délais d’amortissements utilisés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) sont trop longs. Ceci entraıˆnerait une difficulté de faire les investissements nécessaires dans le réseau.

Een aantal gasdistributienetbeheerders meent dat de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) te lange afschrijvingstermijnen hanteert. De onontbeerlijke investeringen in het vervoersnet zouden daardoor in het gedrang komen.

1. Quels gestionnaires de réseau ont signalé ce problème ?

1. Welke netbeheerders hebben op dat probleem gewezen ?

2. Pourriez-vous expliquer les points de vue des gestionnaires de réseau et de la CREG dans ce dossier ?

2. Kan u de standpunten van de netbeheerders, enerzijds, en van de CREG, anderzijds, in dit dossier toelichten ?

3. Quels délais d’amortissements sont utilisés dans les pays avoisinants ?

3. Welke afschrijvingstermijnen gelden in onze buurlanden ?

4. Combien d’investissements (nombre d’investissements et montants d’investissements) ont été supprimés ou reportés en 2002 et en 2003 suite à la politique de la CREG en matière de taux d’amortissement ?

4. Hoeveel investeringen (aantal en bedrag) werden in 2002 en 2003 geschrapt of uitgesteld als gevolg van het door de CREG gevoerde beleid inzake afschrijvingspercentages ?

5. Pourriez-vous communiquer, par gestionnaire de réseau de distribution de gaz, le pourcentage des bénéfices octroyé aux actionnaires du gestionnaire de réseau ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 mars 2005, à la question no 98 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) :

5. Kan u, per gasdistributienetwerkbeheerder, het aan de aandeelhouders uitgekeerde winstpercentage meedelen ?

1. Les gestionnaires de réseau de distribution de gaz qui ont signalé le problème sont :

1. De volgende gasdistributienetbeheerders hebben gewezen op dat probleem :

— CVBA opdrachthoudende Vereniging voor Gasbedeling PLIGAS, Hasselt;

— CVBA opdrachthoudende Vereniging voor Gasbedeling PLIGAS, Hasselt;

— BVBA Intercommunale voor Energie;

— BVBA Intercommunale voor Energie;

— IVEG, Antwerpen-Hoboken;

— IVEG, Antwerpen-Hoboken;

— CV West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij WVEM, Oostende.

— CV West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij WVEM, Oostende.


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 24 maart 2005, op de vraag nr. 98 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11831

2. Les gestionnaires des réseaux soutiennent la durée d’amortissement pour les canalisations de distribution de gaz de 33 ans prévue par les régions. Un allongement de cette durée risquerait, selon eux, de compromettre leurs programmes d’investissement car une réduction du taux d’amortissement entraıˆnerait un autofinancement moindre et nécessiterait, par conséquent, un recours plus important à l’emprunt.

2. De netbeheerders steunen de afschrijvingstermijn voor gasdistributieleidingen van 33 jaar die bepaald is door de gewesten. Volgens hen zou een verlenging van die termijn hun investeringsprogramma’s in het gedrang kunnen brengen aangezien een lagere afschrijvingsvoet zou leiden tot een kleinere zelffinanciering en bijgevolg tot een hogere lening.

La CREG estime qu’une durée d’amortissement de 50 ans est raisonnable pour les canalisations de gaz naturel. En ce qui concerne les canalisations de transport, elle se base notamment sur un rapport d’évaluation et d’analyse établi par le bureau de réviseurs d’entreprises BDO. Ce délai de 50 ans constitue également une estimation prudente, selon la CREG, pour les canalisations de distribution car celles-ci sont composées de canalisations en acier dont la durée de vie est estimée à 50 ans et de canalisations en polyéthylène dont la durée de vie est estimée à 80 ans.

De CREG is van oordeel dat een afschrijvingstermijn van 50 jaar redelijk is voor aardgasleidingen. In verband met de transportleidingen baseert zij zich onder meer op een evaluatie- en analyseverslag van het bedrijfsrevisorenkantoor BDO. Die termijn van 50 jaar is volgens de CREG eveneens een voorzichtige raming voor de distributieleidingen aangezien deze bestaan uit stalen buizen waarvan de levensduur geschat is op 50 jaar en uit buizen in polyethyleen met een geschatte levensduur van 80 jaar.

Quant à l’argument de la nécessité de disposer d’un autofinancement suffisant pour assurer les investissements, il ne justifie pas, selon la CREG, une réduction des délais d’amortissement de 50 à 33 ans. D’une part, cette réduction aurait d’importantes conséquences sur les coûts à répercuter par le biais des tarifs provoquant, rien que pour l’exercice d’exploitation 2005 des augmentations des tarifs de transport et de distribution de respectivement 0,45 et 8 %. D’autre part, elle aurait pour effet d’accroıˆtre sensiblement le cash-flow disponible des gestionnaires de réseau et, par voie de conséquence, le cours de l’action de l’entreprise. En cas de modification de structure de l’actionnariat (par exemple les communes qui doivent posséder 70 % des gestionnaires de distribution en 2007), le nouveau propriétaire devrait donc payer plus pour sa part dans le capital de l’entreprise, que ce n’est le cas aujourd’hui.

Het argument dat er voldoende zelffinanciering moet zijn om de investeringen te vrijwaren, is volgens de CREG niet afdoend om de afschrijvingstermijn van 50 naar 33 jaar te verminderen. Enerzijds zou die reductie belangrijke gevolgen hebben op de kosten die worden afgewenteld op de tarieven waardoor de transport- en distributietarieven enkel al voor het exploitatiejaar 2005 met respectievelijk 0,45 % en 8 % zouden stijgen. Anderzijds zou hierdoor de beschikbare cashflow van de netbeheerders gevoelig stijgen en zodoende ook de koers van het aandeel van de onderneming. In geval van wijziging in de structuur van het aandeelhouderschap (bijvoorbeeld de gemeenten die in 2007 70 % van de distributienetbeheerders moeten bezitten) zou de nieuwe eigenaar dus meer moeten betalen voor zijn aandeel in het vennootschapskapitaal, dan vandaag het geval is.

3. Les délais d’amortissements utilisés par les régulateurs dans les pays avoisinants et autres sont les suivants :

3. De afschrijvingstermijnen die door de regulatoren in de ons omliggende en andere landen gehanteerd worden zijn de volgende :

Pays

Nombre d’années utilisées par le régulateur

Belgique .................................. Grande-Bretagne ...................... Pays-Bas .................................. France ..................................... Italie ........................................

50 45 45 à 55 45 50

4. En 2002 et en 2003 la politique de la CREG n’a pas encore pu intervenir pour les gestionnaires de réseau de gaz naturel étant donné que l’arrêté royal tarifaire n’a été publié que le 11 mars 2004. La première année tarifaire gaz pour la CREG était 2004.


2004

Land

Aantal jaren gebruikt door de regulator

Belgie¨ ...................................... Groot-Brittannie¨ ...................... Nederland ............................... Frankrijk ................................. Italie¨ ........................................

50 45 45 tot 55 45 50

4. In 2002 en 2003 heeft het beleid van de CREG nog niet kunnen optreden voor de aardgasnetbeheerders aangezien het koninklijk besluit betreffende de tarieven slechts op 11 maart 2004 werd bekendgemaakt. Het eerste gastariefjaar voor de CREG was 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11832

La question n’est donc pas d’application pour les années 2002 et 2003. La CREG a approuvé tous les investissements proposés et a répercuté tous le coûts y afférents dans les tarifs.

2004. De vraag geldt dus niet voor 2002 en 2003. De CREG heeft de voorgestelde investeringen goedgekeurd en heeft alle daarbij horende kosten verrekend in de tarieven.

5. Les pourcentages des bénéfices octroyés aux actionnaires des gestionnaires de réseau, c’est-à-dire les dividendes distribués par rapport au bénéfice de l’exercice 2003, sont les suivants :

5. De percentages van de winsten die zijn toegekend aan de aandeelhouders van de netbeheerders, dit wil zeggen de dividenden die zijn uitgekeerd in verband met de winst van het boekjaar 2003, zijn de volgende :

Nom du gestionnaire

Pay-out ratio en 2003 (en %)

Naam van de netbeheerder

Pay-out ratio in 2003 (in %)

ALG .......................................... GASELWEST ............................ IDEG ......................................... IGAO ........................................ IGH ........................................... IMEWO ..................................... INTERGEM .............................. INTERMOSANE ....................... IVEG ......................................... IVEKA ....................................... IVERLEK ................................... PLIGAS ...................................... SEDILEC ................................... SIBELGA ................................... SIBELGAS ................................. SIMOGEL ................................. WVEM ......................................

57 86 103 100 100 67 89 93 77 93 89 86 108 92 81 46 70

ALG .......................................... GASELWEST ............................ IDEG ......................................... IGAO ........................................ IGH ........................................... IMEWO ..................................... INTERGEM .............................. INTERMOSANE ....................... IVEG ......................................... IVEKA ....................................... IVERLEK ................................... PLIGAS ...................................... SEDILEC ................................... SIBELGA ................................... SIBELGAS ................................. SIMOGEL ................................. WVEM ......................................

57 86 103 100 100 67 89 93 77 93 89 86 108 92 81 46 70

Moyenne des entreprises (BEL 20) ....................................

41 (en 2002)

Gemiddelde van de ondernemingen (BEL 20) ..............................

41 (in 2002)

DO 2004200503198

DO 2004200503198



CREG. — Dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands. — Couˆts refusés.

CREG. — Uitgaven van Vlaamse distributienetbeheerders. — Geweigerde kosten.

La Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) aurait refusé d’accepter la répercussion d’une partie des dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands pour encourager les économies de l’énergie dans les tarifs de distribution.

Naar verluidt heeft de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) geweigerd een gedeelte van de kosten op zich te nemen die door Vlaamse distributienetbeheerders werden gemaakt om via de distributietarieven energiebesparingen aan te moedigen.

La CREG n’aurait accepté que les dépenses faites pour atteindre les objectifs d’un décret flamand en matière d’économie d’énergie. Cette approche fait poser des questions. Si les gestionnaires de réseau de distribution investissent dans des mesures d’économie

De CREG zou alleen die kosten hebben aanvaard die werden gemaakt om de doelstellingen van een Vlaams decreet inzake energiebesparing te bereiken. Die aanpak doet vragen rijzen. De distributienetbeheerders investeren immers niet alleen in energiebespa-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11833

d’énergie, ce n’est pas uniquement suite aux obligations de ce décret, mais aussi suite à d’autres obligations. Je pense notamment au Protocole de Kyoto que notre pays a ratifié, mais également au plan fédéral de développement durable, pour ne pas parler d’autres plans et programmes en matière d’énergie et de climat d’application en Région flamande.

rende maatregelen omdat het decreet hen ertoe verplicht, maar ook omdat ze aan andere eisen moeten voldoen. Ik denk met name aan het door ons land bekrachtigde Kyoto-Protocol, het federaal plan voor duurzame ontwikkeling en nog andere energieen klimaatplannen en -programma’s die in het Vlaams Gewest van toepassing zijn.

1. Quel est le montant des couˆts de la politique d’utilisation rationnelle de l’énergie qui a été refusé par la CREG ?

1. Voor welk bedrag weigerde de CREG kosten die voortvloeien uit het beleid inzake het rationele energieverbruik ?

2. Quelle a été l’argumentation de la CREG ?

2. Welke argumenten voerde de CREG daarvoor aan ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 mars 2005, à la question no 102 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) :


Sur la base des décisions tarifaires pour l’année d’exploitation 2005, la CREG a constaté que la plupart des gestionnaires de réseau de distribution ont réalisé, en 2003 et 2004, des économies supérieures à celles qui leur ont été imposées par l’arrêté du gouvernement flamand du 26 septembre 2003 modifiant l’arrêté du gouvernement flamand du 29 mars 2002 relatif aux obligations de service public en vue de la promotion de l’utilisation rationnelle de l’énergie. En effet, cet arrêté n’impose que des économies d’énergie primaires de 0,01 kWh par kilowattheure fourni aux ` l’article 1er, clients au cours de l’année civile 2001. A § 10, ce même arrêté prévoit formellement la possibilité d’utiliser l’excédent d’une année afin de favoriser le résultat des autres années.

In de tariefbeslissingen voor het exploitatiejaar 2005 heeft de CREG geconstateerd dat de meeste distributienetbeheerders in 2003 en 2004 veel meer hadden bespaard dan hen door het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 2003 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik, werd opgelegd. Dit besluit legt immers slechts een primaire energiebesparing van 0,01 kWh per kilowattuur die geleverd werd aan de afnemers tijdens het kalenderjaar 2001. Datzelfde besluit bepaalt in artikel 1, § 10, ook uitdrukkelijk de mogelijkheid om overschotten van het ene jaar te gebruiken om het resultaat van volgende jaren te helpen bereiken.

Il est évident que seules les obligations légalement imposées peuvent être facturées dans les tarifs de réseau. Dès lors, la CREG n’a pas rejeté des frais déjà réalisés mais les a répartis dans le temps pour leur facturation dans les tarifs de réseau, conformément à la législation régionale. Les montants qui ne seront pas facturés dans les tarifs de réseau en 2005 mais qui le seront dans les années à venir, sont les suivants :

Het is evident dat enkel de wettelijk opgelegde verplichtingen mogen worden doorgerekend in de nettarieven. De CREG heeft bijgevolg geen reeds gemaakte kosten verworpen, maar deze enkel gespreid over de tijd voor hun verrekening in de nettarieven overeenkomstig de gewestelijke wetgeving. De bedragen die aldus niet in 2005, maar wel in de volgende jaren in de nettarieven verrekend worden, zijn :

GASELWEST : 402 247,16 euros;

GASELWEST : 402 247,16 euro;

INTERELECTRA : 1 223 249,00 euros;

INTERELECTRA : 1 223 249,00 euro;

AGEM : 3 406,00 euros;

AGEM : 3 406,00 euro;

EV/GHA : 118 402,00 euros;

EV/GHA : 118 402,00 euro;

IMEA : 118 013,19 euros;

IMEA : 118 013,19 euro;

IMEWO : 544 550,04 euros;

IMEWO : 544 550,04 euro;

INTERGEM : 286 632,12 euros;

INTERGEM : 286 632,12 euro;

IVEKA : 382 708,00 euros;

IVEKA : 382 708,00 euro;

IVERLEK : 557 444,00 euros;

IVERLEK : 557 444,00 euro;

SIBELGAS NOORD : 45 471,51 euros;

SIBELGAS NOORD : 45 471,51 euro;


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11834

WVEM : 120 821,65 euros.

WVEM : 120 821,65 euro.

Les deux gestionnaires de réseau de distribution non cités (IVEG et PBE) n’avaient pas d’excédent sur les années précédentes ou en avaient déjà tenu compte lors de l’établissement du budget URE pour 2005.

De twee niet genoemde distributienetbeheerders (IVEG en PBE), hadden geen overschot op voorgaande jaren of hadden hier reeds rekening mee gehouden bij de opstelling van het REG-budget voor 2005.

DO 2004200503208

DO 2004200503208



CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution d’électricité.

CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Beheerders van het elektriciteitsdistributienet.

Certains gestionnaires de réseau de distribution d’électricité se plaignent que les délais d’amortissements utilisés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) sont trop longs. Ceci entraıˆnerait une difficulté de faire les investissements nécessaires dans le réseau.

Sommige beheerders van het elektriciteitsdistributienet klagen dat de door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) gehanteerde afschrijvingstermijnen te lang zijn. Daardoor zouden zij het moeilijk krijgen om de nodige investeringen in het netwerk te doen.

1. Quels gestionnaires de réseau ont signalé ce problème ?

1. Welke netbeheerders hebben dat probleem onder de aandacht gebracht ?

2. Pourriez-vous expliquer les points de vue des gestionnaires de réseau et de la CREG dans ce dossier ?

2. Kan u de standpunten van de CREG en de netbeheerders in dit dossier uiteenzetten ?

3. Quels délais d’amortissements sont utilisés dans les pays avoisinants ?

3. Welke afschrijvingstermijnen zijn in onze buurlanden van toepassing ?

4. Combien d’investissements (nombre d’investissements et montants d’investissements) ont été supprimés ou reportés en 2002 et en 2003 suite à la politique de la CREG en matière de taux d’amortissement ?

4. Hoeveel investeringen (aantal en bedragen) werden in 2002 en 2003 geannuleerd of uitgesteld omwille van het afschrijvingspercentage dat de CREG toepast ?

5. Pourriez-vous communiquer, par gestionnaire de réseau de distribution d’électricité, le pourcentage des bénéfices octroyé aux actionnaires du gestionnaire de réseau ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 mars 2005, à la question no 104 de Mme Muriel Gerkens du 25 janvier 2005 (Fr.) :

5. Kan u per beheerder van het elektriciteitsdistributienet meedelen welk percentage van de winst aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd ?

1. Les gestionnaires de réseau de distribution d’électricité ont signalé le problème. Ceux qui ont introduit une demande d’annulation auprès du Conseil d’E´tat contre les décisions de la CREG sont :

1. De elektriciteitsdistributienetbeheerders hebben gewezen op dat probleem. Sommigen hebben bij de Raad van State een verzoek tot vernietiging van de beslissingen van de CREG ingediend, met name :

— CVBA Provinciale Brabantse Energiemaatschappij PBE, Linden;

— CVBA Provinciale Brabantse Energiemaatschappij PBE, Linden;

— CV Vlaamse energieen teledistributiemaatschappij, VEM Antwerpen (district Hoboken);

— CV Vlaamse energieen teledistributiemaatschappij, VEM Antwerpen (district Hoboken);

— BVBA Intercommunale voor Energie IVEG, Antwerpen-Hoboken;

— BVBA Intercommunale voor Energie IVEG, Antwerpen-Hoboken;


2004


2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11835

— CV West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij WVEM, Oostende; — CVBA Provinciale Intercommunale Elektriciteitsmaatschappij van Limburg, Interelectra, Hasselt. 2. Les gestionnaires de réseau soutiennent la durée d’amortissement de 33 ans prévue pour les caˆbles et les lignes électriques par les régions. Un allongement de cette durée risquerait, selon eux, de compromettre leurs programmes d’investissement car une réduction du taux d’amortissement entraıˆnerait un autofinancement moindre et nécessiterait, par conséquent, un recours plus important à l’emprunt. Les lignes directrices de la CREG en matière d’amortissement sont basées sur les conclusions émises en décembre 2000, par trois bureaux de réviseurs, à la demande du Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie. Pour la durée de vie des caˆbles, les trois bureaux, à savoir PKF, PWC et BDO, proposent des pourcentages qui vont de 45 à 70 ans. Pour les lignes, la durée de vie proposée van de 45 à 50 ans. La CREG estime dès lors qu’un délai d’amortissement de 50 ans est raisonnable pour ces caˆbles et lignes électriques. Quant à l’argumentation de la nécessité de disposer d’un autofinancement suffisant pour assurer les investissements, il ne justifie pas, selon la CREG, une réduction des délais d’amortissement de 50 à 33 ans. D’une part, cette réduction aurait d’importantes conséquences sur les coûts à répercuter par le biais des tarifs provoquant, rien que pour l’exercice d’exploitation 2005, des augmentations des tarifs de transport et de distribution de 2 %. D’autre part, elle aurait pour effet d’accroıˆtre sensiblement le cash-flow disponible des gestionnaires de réseau et, par voie de conséquence, le cours de l’action de l’entreprise. En cas de modification de structure de l’actionnariat (par exemple les communes qui doivent posséder 70 % des gestionnaires de réseau de distribution en 2007), le nouveau propriétaire devrait donc payer plus pour sa part dans le capital de l’entreprise, que ce n’est le cas aujourd’hui. 3. Les délais d’amortissements utilisés par les régulateurs dans les pays avoisinants et autres sont les suivants :

Pays

— CV West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij WVEM, Oostende; — CVBA Provinciale Intercommunale Elektriciteitsmaatschappij van Limburg, Interelectra, Hasselt. 2. De netbeheerders steunen de afschrijvingstermijn voor de kabels en elektrische leidingen van 33 jaar die bepaald is door de gewesten. Volgens hen zou een verlenging van die termijn hun investeringsprogramma’s in het gedrang kunnen brengen aangezien een lagere afschrijvingsvoet zou leiden tot een kleinere zelffinanciering en bijgevolg tot een hogere lening. De afschrijvingsrichtlijnen van de CREG zijn gebaseerd op de besluiten die in december 2000 — op verzoek van de staatssecretaris voor Energie — door drie bedrijfsrevisorenkantoren zijn meegedeeld. Die drie kantoren, namelijk PKF, PWC en BDO, stellen in verband met de levensduur van de kabels percentages voor gaande van 45 tot 70 jaar. Voor de lijnen wordt een levensduur voorgesteld van 45 tot 50 jaar. De CREG is van oordeel dat een afschrijvingstermijn van 50 jaar redelijk is voor de kabels en elektrische leidingen. Het argument dat er voldoende zelffinanciering moet zijn om de investeringen te vrijwaren, is volgens de CREG niet afdoend om de afschrijvingstermijn van 50 naar 33 jaar te verminderen. Enerzijds zou die reductie belangrijke gevolgen hebben op de kosten die worden afgewenteld op de tarieven waardoor de transmissie- en distributietarieven enkel al voor het exploitatiejaar 2005 met 2 % zouden stijgen. Anderzijds zou hierdoor de beschikbare cashflow van de netbeheerders gevoelig stijgen en zodoende ook de koers van het aandeel van de onderneming. In geval van wijziging in de structuur van het aandeelhouderschap (bijvoorbeeld de gemeenten die in 2007 70 % van de distributienetbeheerders moeten bezitten) zou de nieuwe eigenaar dus meer moeten betalen voor zijn aandeel in het vennootschapskapitaal dan vandaag het geval is.

3. De afschrijvingstermijnen die door de regulatoren in de ons omliggende en andere landen gehanteerd worden zijn de volgende :

Nombre d’années utilisées par le régulateur

Belgique .................................. Grande-Bretagne ...................... Pays-Bas .................................. France ..................................... Italie ........................................


50 33 à 53 50 30 à 45 50

2004

Land

Aantal jaren gebruikt door de regulator

Belgie¨ ...................................... Groot-Brittannie¨ ...................... Nederland ............................... Frankrijk ................................. Italie¨ ........................................

50 33 tot 53 50 30 tot 45 50

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11836

4. En 2002, la politique de la CREG n’a pas eu beaucoup d’influence, étant donné que les tarifs régulés par la CREG n’étaient d’application qu’à partir du 1er décembre 2002. Pour 2003, la CREG n’est pas au courant d’investissements éventuels supprimés suite à sa politique en matière de taux d’amortissement. La CREG a approuvé tous les investissements proposés par les gestionnaires de réseau et a répercuté tous les coûts y afférents dans les tarifs de distribution. En outre, dans son avis du 3 février 2005, la CREG considère que l’usage du taux d’amortissement qu’elle a retenu permet aux gestionnaires de réseau de maintenir leurs investissements à un niveau normal. 5. Les pourcentages des bénéfices octroyés aux actionnaires des gestionnaires de réseau, c’est-à-dire les dividendes distribués par rapport au bénéfice de l’exercice 2003, sont les suivants : Nom du gestionnaire

Pay-out ratio en 2003 (en %)

4. In 2002 heeft het beleid van de CREG weinig invloed gehad aangezien de door de CREG geregelde tarieven pas op 1 december 2002 van toepassing werden. Voor 2003 heeft de CREG geen weet van investeringen die eventueel zouden geschrapt zijn ten gevolge van het afschrijvingsbeleid. De CREG heeft alle door de netbeheerders voorgestelde investeringen goedgekeurd en heeft alle daarbij horende kosten verrekend in de tarieven. In haar advies van 3 februari 2005 gaat de CREG ervan uit dat de afschrijvingsmethode die zij in aanmerking heeft genomen de netbeheerders in staat stelt hun investeringen op een normaal niveau te behouden. 5. De percentages van de winsten die zijn toegekend aan de aandeelhouders van de netbeheerders, dit wil zeggen de dividenden die zijn uitgekeerd in verband met de winst van boekjaar 2003, zijn de volgende : Naam van de netbeheerder

Pay-out ratio in 2003 (in %)

ALE ........................................... GASELWEST ............................ IDEG ......................................... IEH ............................................ IMEWO ..................................... INTERGEM .............................. INTERMOSANE ....................... IVEG .......................................... IVEKA ....................................... IVERLEK ................................... SEDILEC ................................... SIBELGA ................................... SIBELGAS ................................. SIMOGEL ................................. WVEM ...................................... IMEA ........................................ ETIZ ......................................... INTEREST ................................ INTERLUX ............................... INTERELECTRA ...................... PBE ............................................

99 80 84 100 79 79 106 123 82 79 105 95 74 108 71 76 100 100 106 64 67

ALE ........................................... GASELWEST ............................ IDEG ......................................... IEH ............................................ IMEWO ..................................... INTERGEM .............................. INTERMOSANE ....................... IVEG ......................................... IVEKA ....................................... IVERLEK ................................... SEDILEC ................................... SIBELGA ................................... SIBELGAS ................................. SIMOGEL ................................. WVEM ...................................... IMEA ........................................ ETIZ ......................................... INTEREST ................................ INTERLUX ............................... INTERELECTRA ...................... PBE ............................................

99 80 84 100 79 79 106 123 82 79 105 95 74 108 71 76 100 100 106 64 67

Moyenne des entreprises (BEL 20) ....................................

41 (en 2000)

Gemiddelde van de ondernemingen (BEL 20) ..............................

41 (in 2000)

DO 2004200503309

DO 2004200503309

Question no 107 de Mme Muriel Gerkens du 7 février 2005 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Gestionnaire de transport d’électricité. — Achat de produits et de services auprès d’entreprises associées.

Vraag nr. 107 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Beheerder van het transmissienet voor elektriciteit. — Aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen. 1. De Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) keurt jaarlijks de tarieven van

1. Pourriez-vous communiquer quel pourcentage des couˆts du gestionnaire de transport d’électricité


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11837

acceptés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) dans le cadre de la procédure d’approbation des tarifs 2004 et des tarifs 2005 est duˆ à l’achat de produits et de services auprès d’entreprises associées (comme définies dans la législation relative à l’organisation du marché de l’électricité ?

de beheerder van het transmissienet voor elektriciteit goed. Deze tarieven worden bepaald in functie van de kosten van de netbeheerder. Hoeveel procent van de voor 2004 en 2005 aangerekende kosten is toe te schrijven aan de aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen (zoals omschreven in de wetgeving betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt) ?

2. Quel pourcentage de ces achats auprès d’entreprises associées est réalisé après des procédures de marché public ?

2. Hoeveel procent van deze aankopen bij geassocieerde ondernemingen verloopt via de procedures van de overheidsopdrachten ?

3. a) De quelle manière ces achats sont-ils controˆlés par la CREG ?

3. a) Hoe controleert de CREG deze aankopen ?

b) Quels ont été les constats les plus importants ?

b) Wat zijn de voornaamste bevindingen van de CREG ?



1. Le montant des achats de biens et de services effectués auprès d’entreprises associées et/ou liées acceptés par la CREG représente respectivement 26,19 % et 17,79 % des coûts budgétés approuvés pour les exercices d’exploitation 2004 et 2005.

1. Het bedrag van de aankoop van goederen en diensten bij geassocieerde en/of gebonden ondernemingen die door de CREG aanvaard zijn, vertegenwoordigt respectievelijk 26,19 % en 17,79 % van de gebudgetteerde kosten die goedgekeurd zijn voor de exploitatiejaren 2004 en 2005.

2. Durant l’exercice d’exploitation 2004, environ 84 % de ces achats ont été réalisés à la suite de procédures de marchés publics. En 2005, ils ont tous été effectués de la sorte. La CREG souligne toutefois que les spécifications techniques de ces biens et services (entretenant un lien complet ou essentiel avec la réservation de capacité de production ou avec la fourniture d’énergie) sont de nature à ne pouvoir être fournies pour ainsi dire que par le biais d’unités de production situées sur le territoire belge et de préférence suffisamment étalées géographi-quement : de cette manière, seules les entreprises liées au gestionnaire du réseau entrent, de facto, en ligne de compte pour la fourniture.

2. In de loop van het exploitatiejaar 2004 hebben ongeveer 84 % van de aankopen plaatsgevonden volgens de procedures voor overheidsopdrachten. In 2005 zijn alle aankopen op die manier gerealiseerd. De CREG wijst er echter op dat de technische specificaties van die goederen en diensten (die volledig en essentieel verband houden met de reservatie van de productiecapaciteit of met de energielevering) van die aard zijn dat zij eigenlijk enkel geleverd kunnen worden via productie-eenheden die op het Belgisch grondgebied gevestigd zijn en bij voorkeur voldoende geografisch verspreid zijn : op die manier komen, de facto, enkel ondernemingen die aan een netbeheerder gebonden zijn in aanmerking voor levering.

3. a) Depuis sa création, la CREG a toujours accordé une attention particulière au principe de « management at arm’s length » devant être utilisé par le gestionnaire du réseau. Après avoir initialement accordé une attention particulière à l’évaluation du réseau de transport d’électricité, la CREG a suivi de près les coûts entretenant un lien direct ou indirect avec « unbundling » proprement dit entre les activités de production et de transport.

3. a) Sedert haar oprichting heeft de CREG steeds bijzondere aandacht geschonken aan het principe « management at arm’s length » dat door de netbeheerders moet gehanteerd worden. Nadat zij oorspronkelijk bijzonder belang had gehecht aan de evaluatie van het elektriciteitstransmissienet, heeft de CREG van nabij de kosten gevolgd die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de eigenlijke « unbundling » tussen de productieen de transmissieactiviteiten.


2004

2005


1496

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11838

En ce qui concerne les controˆles qu’elle a effectués sur les achats de biens et de services mentionnés dans la question, la CREG a toujours tenté de :

Bij het toezicht op de aankoop van goederen en diensten waarover de vraag handelt, heeft de CREG steeds gepoogd :

i) n’accepter que les coûts résultant de fournitures réelles de biens et de services;

i) enkel de kosten te aanvaarden die voortvloeien uit de werkelijke leveringen van goederen en diensten;

ii) ne pas laisser dépendre les quantités à livrer uniquement des prévisions des entreprises concernées, mais de donner au préalable ellemême, dans la mesure du possible, son accord au sujet de la quantité et de la qualité justifiées;

ii) de te leveren hoeveelheden niet alleen te laten afhangen van de vooruitzichten van de betrokken ondernemingen maar vooraf zelf, in de mate van het mogelijke, haar toestemming te verlenen in verband met de gerechtvaardigde kwantiteit en kwaliteit;

iii) de laisser le marché, lorsque c’est possible et justifié, déterminer lui-même la formation des prix;

iii) wanneer het mogelijk en gerechtvaardigd is, de markt zelf de prijsvorming te laten bepalen;

iv) si cela n’est pas possible (en l’absence, par exemple, d’un fonctionnement et d’un prix du marché suffisants), évaluer les coûts sur la base de données objectives issues d’études scientifiques nationales et internationales reconnues comme faisant autorité.

iv) indien dat niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij onvoldoende marktwerking en -prijs) de kosten te evalueren op basis van objectieve gegevens afkomstig van nationale en internationale erkende en gezagsvolle wetenschappelijke studies.

En outre, la CREG a toujours offert la possibilité à tous les acteurs du marché en général et au gestionnaire du réseau en particulier, de prendre connaissance de ses perspectives et de justifier les coûts concernés.

Bovendien heeft de CREG aan alle marktspelers in het algemeen en aan de netbeheerders in het bijzonder steeds de mogelijkheid geboden om kennis te nemen van haar vooruitzichten en om de betrokken kosten te rechtvaardigen.

b) En ce qui concerne l’objectif i), la CREG a systématiquement rejeté, pour les exercices d’exploitation 2004 et 2005, un montant de 10 000 000,00 euros en coûts d’études, facturés par une entreprise liée, en raison du fait que ceux-ci ne pouvaient pas être suffisamment justifiés, même ` la s’ils avaient été convenus contractuellement. A suite de cela, Elia a acquis elle-même, avec l’accord de la CREG, les parts du bureau d’études concerné, et les prestations sont à présent effectuées au prix de revient.

b) Wat de doelstelling i) betreft, heeft de CREG voor de exploitatiejaren 2004 en 2005 systematisch een bedrag van 10 000 000,00 euro afgewezen voor studiekosten die aangerekend werden door een gebonden onderneming aangezien die kosten niet voldoende konden worden gerechtvaardigd, ook al bestond daarover een contractuele overeenkomst. Naar aanleiding daarvan heeft Elia met toestemming van de CREG de aandelen van het betrokken bureau verworven en worden de prestaties momenteel uitgevoerd tegen kostprijs.

La CREG a examiné et évalué objectivement ellemême à l’avance les quantités proposées par le gestionnaire du réseau, principalement en vue de déterminer la quantité justifiée (objectif ii) des services dits auxiliaires).

De CREG heeft zelf op voorhand de door de netbeheerder voorgestelde hoeveelheid objectief onderzocht en gee¨valueerd, hoofdzakelijk om de gerechtvaardigde hoeveelheid te bepalen (doelstelling ii) — de zogeheten ondersteunende diensten).

Les principaux constats de la CREG se situent sur le plan des objectifs de controˆle iii) et iv) et ce en rapport à l’achat des services dits auxiliaires. En effet, il n’y a que pour un de ces services, à savoir la compensation de l’énergie issue des pertes du réseau, qu’il y a moyen de faire facilement appel à de l’énergie provenant de l’étranger. C’est pourquoi la CREG a insisté sur l’utilisation d’un mécanisme de vente aux enchères, lequel sera étendu ultérieurement à plusieurs lots. De ce fait,

De belangrijkste vaststellingen van de CREG hebben betrekking op de doelstellingen inzake controle iii) en iv) en meer bepaald in verband met de aankoop van de zogeheten ondersteunende diensten. Daarbij is er immers slechts een enkele dienst, namelijk de energiecompensatie naar aanleiding van netverliezen, waarbij gemakkelijk een beroep kan worden gedaan op energie afkomstig van het buitenland. Daarom heeft de CREG aangedrongen op het gebruik


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11839

durant l’exercice d’exploitation, la quantité totale a même été attribuée à une entreprise non liée.

van een mechanisme van verkoop per opbod dat later naar verschillende loten zal worden uitgebreid. Hierdoor werd de totale hoeveelheid tijdens het exploitatiejaar zelfs toegekend aan een niet-gebonden onderneming.

En ce qui concerne la formation de prix des autres services auxiliaires, pour lesquels il faut systématiquement faire appel, de facto, aux fournisseurs qui sont des entreprises liées au gestionnaire du réseau, la CREG :

Inzake de prijsvorming van de andere nevendiensten waarvoor de facto systematisch een beroep moet worden gedaan op leveranciers die ondernemingen zijn die aan de netbeheerder gebonden zijn :

i) a fait un usage maximal des informations historiques (notamment celle du Comité de controˆle de l’électricité et du gaz);

i) heeft de CREG maximaal gebruik gemaakt van de historische informatie (onder meer van het Controlecomité voor de elektriciteit en het gas);

ii) a bloqué la hausse non démontrable des prix unitaires au maximum au niveau des prix 2003;

ii) heeft de CREG de niet-aantoonbare stijging van de eenheidsprijzen maximaal geblokkeerd op het niveau van de prijzen 2003;

iii) a testé le caractère raisonnable des prix proposés sur la base d’un coût standardisé pour une nouvelle centrale similaire à celle à laquelle le fournisseur du gestionnaire du réseau fait appel pour la fourniture de services auxiliaires. Le « Belgian Markal Datatbase » du CES-KULeuven (« Centrum voor economische studie¨n ») et le VITO (Institution flamande de recherche scientifique) d’avril 2001 constituent une base de test valable à cet effet. Sur la base de cette étude, la CREG a démontré le caractère déraisonnable de certains coûts de réservation pour les réserves primaire, secondaire et ` ce jour, les fournisseurs des services tertiaire. A concernés ont toujours adapté leurs prix ex post au niveau imposé par la CREG.

iii) heeft de CREG de redelijkheid getest van de prijzen die zijn voorgesteld op basis van een standaardkost voor een nieuwe soortgelijke centrale als die waarop de leverancier van de netbeheerder beroep doet voor de levering van ondersteunende diensten. De « Belgian Markal Database » van CES-KULeuven (« Centrum voor economische studie¨n ») en VITO (Vlaamse Instelling voor technologisch onderzoek) van april 2001 vormen een legitieme testbasis die daarvoor kan worden aangewend. Op basis van die studie heeft de CREG de onredelijkheid aangetoond van sommige reservatiekosten voor primaire, secundaire en tertiaire reservaties. Tot op heden hebben de betrokken dienstenleveranciers hun prijzen ex post steeds aangepast aan het niveau dat door de CREG is opgelegd.

DO 2004200503310

DO 2004200503310



Accès aux réseaux de transport pour le gaz naturel. — Code de bonne conduite. Le Conseil d’E´tat a suspendu il y a plus d’un an une partie de l’arrêté royal du 4 avril 2003 relatif au code de bonne conduite en matière d’accès aux réseaux de transport pour le gaz naturel (arrêt no 126.817 du 5 janvier 2004).

Toegang tot het aardgastransmissienet. — Gedragscode.

Cet arrêté royal ne peut être modifié que sur proposition de la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG). Selon la CREG la législation européenne et belge impliquent que le code de bonne

Dat koninklijk besluit kan enkel gewijzigd worden op voorstel van de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG). Volgens de CREG impliceren de Europese en de Belgische regelgeving dat


2004

Ruim een jaar geleden werd het koninklijk besluit van 4 april 2003 betreffende de gedragscode inzake toegang tot de vervoersnetten voor aardgas gedeeltelijk geschorst door de Raad van State (arrest nr. 126.817 van 5 januari 2004).

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11840

conduite soit d’application sur le transit de gaz (étude de la CREG du 20 février 2003).

de gedragscode toepasselijk is op de doorvoer van aardgas (cf. studie van de CREG van 20 februari 2003).

1. Quelles sont les conséquences juridiques et économiques de la suspension par le Conseil d’E´tat ?

1. Welke juridische en economische consequenties heeft het arrest van de Raad van State ?

2. a) La CREG a-t-elle déjà proposé au ministre une proposition de modification de cet arrêté royal ?

2. a) Heeft de CREG de minister al een voorstel tot wijziging van voornoemd koninklijk besluit voorgelegd ?

b) Si oui, quand ?

b) Zo ja, wanneer is dat gebeurd ?

3. a) Le ministre a-t-il déjà demandé à la CREG une proposition de modification de cet arrêté royal ?

3. a) Heeft de minister de CREG al gevraagd een voorstel tot wijziging van voornoemd koninklijk besluit op te stellen ?

b) Si oui, quand ?

b) Zo ja, wanneer heeft hij dat gedaan ?

c) Si non, pourquoi pas ?

c) Zo neen, waarom niet ?

4. a) Notre législation et réglementation actuelle en matière de transit de gaz naturel est-elle conforme aux directives et règlements européens ?

4. a) Zijn onze huidige wetten en reglementen betreffende de doorvoer van aardgas in overeenstemming met de Europese richtlijnen en verordeningen ?

b) Si non, sur quel point ?

b) Zo neen, waar liggen de pijnpunten ?

c) Quelles mesures avez-vous prises pour y remédier ?

c) Welke maatregelen heeft u genomen om daar wat aan te doen ?



1. La suspension n’entraıˆne pas de conséquences au niveau économique. Au niveau juridique, on se trouve dans la situation antérieure au code, laquelle ne pose aucun problème.

1. De schorsing brengt geen gevolgen op economisch niveau met zich. Op juridisch niveau bevindt men zich in de situatie voó´r de gedragscode, die geen enkel probleem stelt.

2. La CREG n’a pas encore proposé de modification de cet arrêté royal.

2. De CREG heeft nog geen voorstel tot wijziging van dit koninklijk besluit ingediend.

3. Aucune proposition de modification de cet arrêté royal n’a encore été demandée à la CREG et ce, pour éviter un nouveau changement lors de la publication de la loi modifiant la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations qui est actuellement soumise à la Chambre. Par ailleurs, le Conseil d’E´tat doit encore se prononcer sur le recours en annulation de l’arrêté royal du 4 avril 2003 relatif au code de bonne conduite en matière d’accès aux réseaux de transport pour le gaz naturel.

3. Er werd nog geen voorstel tot wijziging van dit koninklijk besluit gevraagd aan de CREG en dit om een nieuwe wijziging te vermijden als de wet tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, wordt gepubliceerd. Deze laatste wordt momenteel voorgelegd aan de Kamer. Overigens dient de Raad van State zich nog uit te spreken over het beroep tot vernietiging van het koninklijk besluit van 4 april 2003 betreffende de gedragscode inzake toegang tot de vervoersnetten van aardgas.

4. Comme je l’ai indiqué plus haut, un projet de loi, transposant la directive 2003/55/CE du Parlement européen et du Conseil du 26 juin 2003 concernant des règles communes pour le marché intérieur du gaz naturel et abrogeant la directive 98/30/CE, et modifiant la

4. Zoals ik hierboven heb aangegeven, wordt een wetsontwerp, tot omzetting van de richtlijn 2003/55/ EG van het Europese Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11841

loi du 12 avril 1965, est actuellement soumis à la Chambre pour adapter notre législation aux directives européennes.

intrekking van richtlijn 98/30/EG, en tot wijziging van de wet van 12 april 1965, momenteel voorgelegd aan de Kamer om onze wetgeving aan te passen aan de Europese richtlijnen.

DO 2004200503311

DO 2004200503311



CREG. — Intercommunales d’électricité. — Ećonomies.

distribution

CREG. — Intercommunales voor elektriciteitsdistributie. — Bezuinigingen.

Selon un article paru dans le journal « De Standaard » du 15 janvier 2005, la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) aurait imposé à certaines intercommunales de distribution d’électricité de faire des économies supplémentaires, ceci suite aux résultats d’une évaluation des intercommunales sur base d’une série de critères.

Volgens een artikel in De Standaard van 15 januari 2005 zou de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) een aantal intercommunales voor elektriciteitsdistributie bijkomende besparingen opgelegd hebben. Deze maatregel kwam er na een doorlichting van de intercommunales op grond van een aantal criteria.

1. Pourriez-vous donner un relevé des intercommunales de distribution d’électricité avec leur score et, le cas échéant, le montant des économies à réaliser ?

1. Kan u een overzicht geven van de intercommunales voor elektriciteitsdistributie met hun score en, in voorkomend geval, hoeveel ze moeten besparen ?

2. Selon quels critères ce score a-t-il été calculé ?

2. Op grond van welke criteria werd deze score berekend ?



1. Dans le tableau ci-dessous, figurent les résultats de l’étude de la CREG mesurant l’efficacité des gestionnaires de réseau de distribution d’électricité (GRD), avec les impacts sur les propositions tarifaires pour 2005.

1. In de hierna volgende tabel staan de resultaten van de studie van de CREG waarbij de efficie¨ntie van de elektriciteitsdistributienetbeheerders (DNB) gemeten is samen met de impact ervan op de tariefvoorstellen voor 2005.

Code GRB — Code DNB

de

Score d’efficacité — proposition tarifaire adaptée — Efficie¨ntiescore — Aangepast tariefvoorstel

R .............................................. X .............................................. F ............................................... Y .............................................. E ............................................... Q .............................................. O .............................................. C .............................................. H .............................................. B ...............................................


85,22 72,67 100,00 70,22 100,00 85,75 88,96 100,00 100,00 100,00

2004

Baisse des couˆts imposée pour 2005 — Daling van de kosten opgelegd voor 2005 (kEUR) 44,93 0,00 0,00 0,00 0,00 543,02 0,00 0,00 0,00 0,00

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11842

Code GRB — Code DNB

Score d’efficacité — proposition tarifaire adaptée — Efficie¨ntiescore — Aangepast tariefvoorstel

K .............................................. P ............................................... G .............................................. D .............................................. M ............................................. T .............................................. V .............................................. L ............................................... N .............................................. W ............................................. S ............................................... J ............................................... A .............................................. U .............................................. I ................................................

100,00 87,99 100,00 100,00 92,10 78,32 75,53 95,28 91,77 73,99 82,07 100,00 100,00 77,60 100,00

Sur la base de cette étude, le nombre de GRD efficaces (100 %) s’élève à 11. L’efficacité moyenne des GRD est de 90,3 %. 2. L’évolution des indicateurs de performance, qui met les données financières en rapport avec des facteurs d’output physiques et donc mesurables, fournit à la CREG des renseignements importants au niveau des résultats de la politique menée par les GRD ` cette fin, la CREG en matière de maıˆtrise des coûts. A effectue des études de comparaison de coûts entre les GRD. Sur la base de ces études, elle peut déterminer que certains coûts sont déraisonnables et refuser pour cette raison leur répercussion sur les tarifs de distribution. Les critères pris en compte pour évaluer le caractère raisonnable des coûts sont exposés ci-après. La CREG confronte les objets de coûts invoqués par les GRD dans les propositions tarifaires 2005 aux objets de coûts réellement exposés par ceux-ci au cours de l’exercice 2003, tels qu’ils résultent des décisions relatives au bonus-malus réalisé pour l’exercice 2003. Les coûts 2005 sont déflatés sur la base de l’indice des prix à la consommation afin de les exprimer en prix constants de l’année 2003. Quant à l’efficacité des GRD, elle est mesurée à l’aide d’un modèle « Data Envelopment Analysis » (DEA) à rendement d’échelle constant, établi à partir d’une technique « top down » qui confronte un input aux outputs.


2004

Baisse des couˆts imposée pour 2005 — Daling van de kosten opgelegd voor 2005 (kEUR) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 947,45 2 963,55 0,00 0,00 0,00 133,41 0,00 0,00 589,08 0,00

Op basis van die studie bedraagt het aantal efficie¨nte DNB’s (100 %) 11. De gemiddelde efficie¨ntie van de DNB’s is 90,3 %. 2. De evolutie van de performantie-indicatoren waarbij de financie¨le gegevens in verband worden gebracht met de fysieke en dus meetbare outputfactoren levert de CREG belangrijke informatie betreffende de resultaten van het door de DNB’s gevoerd beleid op het vlak van kostenbeheersing. Hiertoe verricht de CREG kostenvergelijkende studies tussen de DNB’s. Op basis van die studies kan zij bepalen dat sommige kosten onredelijk zijn en om die reden de afwenteling ervan op de distributietarieven weigeren. De criteria die gehanteerd worden om de redelijkheid van de kosten te beoordelen worden hierna toegelicht. De CREG confronteert het voorwerp van de kosten die door de DNB’s in de tariefvoorstellen van 2005 worden aangehaald met de kosten die zij werkelijk hebben aangegaan in de loop van het boekjaar 2003, zoals die voortvloeien uit de beslissingen inzake de bonus-malus die voor boekjaar 2003 gerealiseerd is. De kosten 2005 worden opgewaardeerd op basis van de index van de verbruiksprijzen teneinde hen in constante prijs van het jaar 2003 uit te drukken. De efficie¨ntie van de DNB’s wordt gemeten aan de hand van een « Data Envelopment Analysis (DEA) »model met constant schaalrendement, bepaald via een « top down »-techniek die de input confronteert met de output. 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11843

Pour les choix de l’input, il a été décidé de baser les mesures d’efficacité sur un modèle de coût total incluant les dépenses opérationnelles controˆlables et les dépenses en capital. Les dépenses opérationnelles controˆlables correspondent aux dépenses opérationnelles totales, hors charges de pensions complémentaires non capitalisées, diminuées des éléments suivants :

Voor de keuze van de input werd beslist de efficie¨ntiemetingen te baseren op een totaal kostenmodel waarin de controleerbare operationele uitgaven en de kapitaaluitgaven vervat zijn. De controleerbare operationele uitgaven stemmen overeen met de totale operationele uitgaven, zonder bijkomende niet-gekapitaliseerde pensioenlasten verminderd met het volgende :

— redevance d’occupation du domaine public (région wallonne uniquement);

— vergoeding van bezetting van openbaar domein (enkel het Waalse Gewest);

— précompte immobilier;

— onroerende voorheffing;

— autres taxes (autres que l’impoˆt des sociétés);

— andere taksen (andere dan de vennootschapsbelastingen);

— coût du total du transport;

— totale transportkosten;

— dépenses opérationnelles transférées en dépenses en capital;

— operationele uitgaven getransfereerd in kapitaaluitgaven;

— dépenses opérationnelles associées à des obligations de service public régionales.

— operationele uitgaven die gepaard gaan met de gewestelijke openbare dienst-verplichtingen.

Le consommation annuelle en capital est égale à la somme de l’amortissement sur les immobilisations corporelles et de la rémunération sur les capitaux investis, cette dernière incluant les « embedded costs ».

Het jaarlijks verbruik in kapitaal is gelijk aan de som van de afschrijving op materie¨le vastleggingen en van de opbrengst op het geı¨nvesteerd kapitaal; in dit laatste zijn de « embedded costs » vervat.

Le modèle DEA est basé sur les huit outputs suivants :

Het DEA-model is gebaseerd op de volgende acht outputs :

— énergie transitée (totale sans pertes de réseau);

— doorgevoerde energie (totaal zonder netverliezen);

— énergie transitée (BT);

— doorgevoerde energie (LS);

— nombre de points d’accès (HT);

— aantal toegangspunten (HS);

— nombre de points d’accès (BT);

— aantal toegangspunten (LS);

— puissance maximale;

— maximaal vermogen;

— longueur de circuit (HT);

— circuitlengte (HS);

— longueur de circuit (BT);

— circuitlengte (LS);

— nombre de transformateurs.

— aantal transformatoren.

En ce qui concerne la mesure de l’efficacité, l’étude DEA a été faite en application d’une technique « top down », c’est-à-dire sur la base de données de coûts agrégées, par opposition à la technique « bottom up » qui imposerait un examen distinct de chacun des coûts rejetés. La technique « top down » permet à la CREG de comparer les coûts aux coûts correspondant d’une entreprise similaire. La CREG a opté, en outre, pour un modèle à rendements d’échelle constants car aucune analyse convaincante ne démontre l’existence de rendement d’échelle pour des GRD de la taille de ceux observés en Belgique.

Bij de meting van de efficie¨ntie heeft de DEA-studie een « top down »-techniek toegepast, dit wil zeggen op basis van samengevoegde kostengegevens, in tegenstelling tot de « bottom up »-techniek waarbij een afzonderlijk onderzoek van de afgewezen kosten nodig zou zijn. De « top down »-techniek biedt de CREG de mogelijkheid de kosten te vergelijken met de kosten van een gelijkaardige onderneming. Overigens heeft de CREG geopteerd voor een model met constante schaalrendementen aangezien geen enkele overtuigende analyse het bestaan van schaalrendement aantoont voor DNB’s met een omvang van die welke in Belgie¨ bestaan.

Le rejet de certains coûts en raison de leur caractère déraisonnable est donc fondé, d’une part, sur une comparaison de ces coûts par rapport aux coûts réelle-

De afwijzing van sommige kosten wegens hun onredelijke aard is dus gebaseerd op een vergelijking van die kosten met de werkelijk aangegane kosten in de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11844

ment exposés au cours de l’exercice 2003, et, d’autre part, sur la comparaison des coûts qui résulte de l’étude de benchmarking. Enfin, il est à noter que pour déterminer l’incidence respective de l’évolution des coûts et de l’étude DEA dans les décisions de rejet de coûts déraisonnables, la CREG a mis sur pied un algorithme de classification des cas de figure, basé sur les évolutions de coûts et sur les mesures d’efficacité réalisées à l’aide du modèle DEA.

loop van boekjaar 2003 enerzijds en op de kostenvergelijking die voortvloeit uit de benchmarkingstudie anderzijds. Ten slotte dient erop gewezen dat de CREG, met het oog op de bepaling van de respectieve impact van de kostenevolutie en van de DEA-studie op de beslissingen tot afwijzing van onredelijke kosten, voor de classificatie van figuurgevallen een algoritme heeft uitgewerkt dat gebaseerd is op de kostenevoluties en op de efficie¨ntiemetingen die gebeurd zijn aan de hand van het DEA-model.

DO 2004200503312

DO 2004200503312



Gestionnaire de réseau de distribution. — Achat de produits et de services auprès d’entreprises associées.

Distributienetbeheerder. — Aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen.

1. Pourriez-vous communiquer, par gestionnaire de réseau de distribution, quel pourcentage des couˆts acceptés par la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) dans le cadre de la procédure d’approbation des tarifs 2004 et des tarifs 2005 est duˆ à l’achat de produits et de services auprès d’entreprises associées (comme définies dans la loi relative à l’organisation du marché de l’électricité) ?

1. In het raam van de goedkeuringsprocedure van de tarieven 2004 en 2005 aanvaardde de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) een aantal kosten. Kan u, per distributienetbeheerder, meedelen welk percentage daarvan met de aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen (in de zin van de wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt) samenhangt ?

2. Quel pourcentage de ces achats auprès d’entreprises associées est réalisé après des procédures de marché public ?

2. Voor welk percentage van de aankopen bij geassocieerde ondernemingen gebeurde een openbare aanbesteding ?

3. a) De quelle manière ces achats sont-ils controˆlés par la CREG ?

3. a) Op welke manier houdt de CREG toezicht op die aankopen ?

b) Quels ont été les constats les plus importants ?

b) Wat waren de meest in het oog springende vaststellingen ?



1. La CREG ne possède pas de statistiques précises relatives aux achats des gestionnaires de réseau de distribution auprès d’entreprises associées. Pour tenter une esquisse de réponse, il faudrait distinguer les intercommunales mixtes des intercommunales pures.

1. De CREG beschikt niet over nauwkeurige statistieken over de aankoop van de distributienetbeheerders bij geassocieerde ondernemingen. Wil men hierop een schematisch antwoord geven dan dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen de gemengde intercommunales en de zuivere intercommunales.

En ce qui concerne les intercommunales mixtes, on peut estimer qu’une partie importante des coûts est liée, de près ou de loin, à l’achat de produits et de services auprès d’entreprises associées : les coûts de transport, les frais de personnel, l’énergie électrique servant à compenser les pertes de réseau sont engendrés par l’entremise d’entreprises associées.

Voor de gemengde intercommunales kan men ervan uitgaan dat een groot deel van de kosten van ver of van nabij betrekking heeft op de aankoop van producten en diensten bij geassocieerde bedrijven : de transportkosten, de personeelskosten, de elektriciteit om de netverliezen te compenseren worden veroorzaakt door de tussenkomst van geassocieerde bedrijven.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11845

En ce qui concerne les intercommunales pures, la part des coûts liés à l’achat de produits et de services auprès d’entreprises associées est moindre, quoique certaines grosses intercommunales pures peuvent acquérir des produits et des services auprès d’entreprises associées.

Bij de zuivere intercommunales is het aandeel van de kosten die betrekking hebben op de aankoop van producten en diensten bij geassocieerde bedrijven geringer hoewel sommige grote zuivere intercommunales producten en diensten kunnen aankopen bij geassocieerde bedrijven.

2. L’acquisition d’énergie électrique servant à compenser les pertes de réseau fait l’objet de procédures de marché public. Compte tenu de la réponse à la question 1, il est également impossible de fournir le pourcentage de ces achats auprès d’entreprises associées ayant fait l’objet de procédures de marché public.

2. De aankoop van elektriciteit om de netverliezen te compenseren gebeurt via aanbestedingsprocedures. Rekening houdend met het antwoord op vraag 1 is het evenmin mogelijk het percentage te verstrekken van die aankopen bij geassocieerde bedrijven waarbij een aanbesteding heeft plaatsgevonden.

3. a) Depuis sa création, la CREG a toujours accordé une attention particulière au principe de « management at arm’s length » devant être utilisé par les gestionnaires de réseau. Après avoir, initialement, examiné l’évaluation des réseaux de distribution d’électricité, la CREG a suivi de près les coûts entretenant un lien direct ou indirect avec l’« unbundling » proprement dit entre les activités de fourniture et de distribution.

3. a) Sedert haar oprichting heeft de CREG steeds bijzondere aandacht geschonken aan het principe « management at arm’s length » dat door de netbeheerders moet gehanteerd worden. Nadat zij oorspronkelijk bijzonder belang had gehecht aan de evaluatie van het elektriciteitsdistributienet, heeft de CREG van nabij de kosten gevolgd die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de eigenlijke « unbundling » tussen de productie-en de distributieactiviteiten.

En ce qui concerne ses controˆles effectués sur les achats de biens et de services auprès d’entreprises associées, la CREG a toujours tenté de :

Bij het toezicht op de aankoop van goederen en diensten bij geassocieerde bedrijven heeft de CREG steeds gepoogd :

i) n’accepter que les coûts résultant de fournitures réelles de biens et de services;

i) enkel de kosten te aanvaarden die voortvloeien uit de werkelijke leveringen van goederen en diensten;

ii) ne pas laisser dépendre les quantités à livrer uniquement des prévisions des entreprises concernées, mais de donner au préalable ellemême, dans la mesure du possible, son accord au sujet de la quantité et de la qualité justifiées;

ii) de te leveren hoeveelheden niet alleen te laten afhangen van de vooruitzichten van de betrokken ondernemingen maar vooraf zelf, in de mate van het mogelijke, haar toestemming te verlenen in verband met de gerechtvaardigde kwantiteit en kwaliteit;

iii) de laisser le marché, lorsque c’est possible et justifié, déterminer lui-même la formation des prix;

iii) wanneer het mogelijk en gerechtvaardigd is, de markt zelf de prijsvorming te laten bepalen;

iv) si cela n’est pas possible (en l’absence, par exemple, d’un fonctionnement et d’un prix du marché suffisants), évaluer les coûts sur la base de données objectives issues d’études scientifiques nationales et internationales reconnues comme faisant autorité.

iv) indien dat niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij onvoldoende marktwerking en -prijs) de kosten te evalueren op basis van objectieve gegevens afkomstig van nationale en internationale erkende en gezagsvolle wetenschappelijke studies.

b) La CREG peut, sur la base de l’article 23 de l’arrêté royal du 11 juillet 2002 relatif à la structure tarifaire générale et aux principes de base et procédure en matière de tarifs de raccordement aux réseaux de distribution et d’utilisation de ceux-ci, de services auxiliaires fournis par les gestionnaires de ces réseaux et en matière de comptabilité des gestionnaires des réseaux de distribution d’électricité, rejeter les éventuels coûts déraisonna-

b) Op basis van artikel 23 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit, kan de CREG eventuele onredelijke kosten


2004

2005


1497

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11846

bles. Jusqu’à présent, les coûts relatifs aux entreprises associées n’ont pas été rejetés.

afwijzen. Tot op heden werden de kosten betreffende geassocieerde bedrijven niet afgewezen.

DO 2004200503313

DO 2004200503313



Gestionnaires de réseaux de distribution d’électricité. — Registres.

Distributienetbeheerders voor elektriciteit. — Registers.

L’arrêté royal du 11 juillet 2002 relatif à la structure tarifaire générale et aux principes de base et procédures en matière de tarifs de raccordement aux réseaux de distribution et d’utilisation de ceux-ci, de services auxiliaires fournis par les gestionnaires de ces réseaux et en matière de comptabilité des gestionnaires des réseaux de distribution d’électricité, impose aux gestionnaires de réseaux de distribution de garder des registres contenant une série de données non monétaires (données relatives au personnel, surface desservie, etc.).

Het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit bepaalt dat de distributienetbeheerders registers met een aantal niet-monetaire gegevens (personeelsgegevens, bediende oppervlakte, enzovoort) moeten bijhouden.

1. De quelle manière la qualité des données dans ces registres est-elle controˆlée ?

1. Hoe wordt de juistheid van de in die registers opgenomen gegevens gecontroleerd ?

2. Pourriez-vous communiquer pour 2002 et 2003 par gestionnaire de réseau de distribution les données suivantes reprises dans les registres :

2. Kan u voor 2002 en 2003, per distributienetbeheerder, volgende in de registers opgenomen gegevens meedelen :

a) le nombre de clients raccordés;

a) het aantal aangesloten klanten;

b) le nombre d’interruptions dans la fourniture du service;

b) het aantal onderbrekingen in de dienstverlening;

c) le nombre de minutes d’interruption dans la fourniture du service;

c) het aantal minuten onderbreking van de dienstverlening;

d) les délais de rétablissement des interruptions dans la fourniture de service;

d) de hersteltijden van de onderbrekingen van de dienstverlening;

e) le nombre de plaintes relatives aux écarts par rapport aux niveaux de tension nominale et le pourcentage et la durée de l’écart par rapport au niveau de tension nominale;

e) het aantal klachten over afwijkingen van de nominale spanningsniveaus en het percentage en de duurtijd van de afwijking van het nominale spanningsniveau;

f) le nombre d’utilisateurs du réseau coupés pour cause de non-paiement;

f) het aantal netgebruikers dat wegens wanbetaling werd afgesloten;

g) le nombre d’installations de compteurs à prépaiement et de limiteurs de puissance ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 24 mars 2005, à la question no 111 de Mme Muriel Gerkens du 7 février 2005 (Fr.) :

g) het aantal installaties van betaalmeters en vermogenbegrenzers ?

1. Les données des propositions tarifaires 2003 ont été comparées avec celles rapportées par les gestion-

1. De gegevens van de tariefvoorstellen 2003 werden vergeleken met die welke gerapporteerd zijn


2004


2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11847

naires du réseau de distribution dans le cadre du benchmarking effectué en 2002 par la CREG. Entretemps, la CREG a également commencé le controˆle sur place des données fournies. Ce controˆle sera poursuivi en 2005.

door de distributienetbeheerders in het raam van de benchmarking die in 2002 door de CREG is uitgevoerd. Intussen is de CREG begonnen met de controle ter plekke van de verstrekte gegevens. Die controle wordt in 2005 voortgezet.

2. Il est important de mentionner ici que les données demandées ne sont disponibles en 2002 et 2003 que pour un nombre limité de gestionnaires de réseau de distribution. Pour les données 2004 et 2005, la CREG ne dispose, pour l’instant, que des données budgétées. Pour la plupart des gestionnaires, les rapports annuels introduits le 14 février 2005 relatifs à l’année 2004 ne contiennent pas encore ces données.

2. Het is van belang hier te vermelden dat de gevraagde gegevens voor 2002 en 2003 slechts voor een gering aantal distributienetbeheerders beschikbaar zijn. Voor 2004 en 2005 beschikt de CREG momenteel enkel over gebudgetteerde gegevens. Bij de meeste beheerders zijn deze gegevens nog niet opgenomen in de jaarverslagen voor 2004 die op 14 februari 2005 zijn ingediend.

Les données non monétaires disponibles sont les suivantes :

De beschikbare niet-monetaire gegevens zijn de volgende :

AIEG

WAVRE

INTER- INTER- INTEREST MOSANE LUX

IEH

IDEG

SIMOGEL SEDILEC

GASELWEST

INTERGEM

Nombre de clients raccordés ou nombre de points d’accès — Aantal aangesloten afnemers of aantal toegangspunten R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

18 032

15 850

516 531

49 717

140 728

124 942

197 280

31 629

145 553

399 577

264 486

B2004

18 892

16 056

516 531

49 717

140 728

124 942

197 280

31 629

145 553

ND/NB

ND/NB

B2005

19 108

17 503

518 255

49 877

141 168

125 749

197 978

31 701

146 598

416 259

274 953

Fréquence des interruptions moyenne tension (nbre causes accidentelles) — Frequentie onderbrekingen gemiddelde spanning (aantal accidentele oorzaken) R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

0,530

0,984

1,663

1,548

1,500

1,329

0,778

0,739

0,839

0,703

B2004 ND/NB

0,530

0,984

1,663

1,548

1,500

1,329

0,778

0,739

ND/NB

ND/NB

B2005 ND/NB

0,170

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

1,171

0,640

ND/NB

Durée de rétablissement moyenne tension (h:min:s) — Herstelduur gemiddelde spanning (h:min:s) R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

1:55:00

0:55:00

0:46:29

0:38:44

0:52:00

0:45:10

0:51:02

1:03:28

0:59:29

0:33:03

0:31:11

B2004

1:55:00

0:55:00

0:45:44

0:38:44

0:52:00

0:45:10

0:51:02

1:03:28

0:59:29

0:33:03

0:31:11

B2005

1:55:00

0:46:00

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0:35:00

0:29:00

Indisponibilité moyenne tension (h:min:s) causes accidentelles — Niet-beschikbaarheid gemiddelde spanning (h:min:s) accidentele oorzaken R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

0:35:00

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB ND/NB

B2004

0:48:00

0:08:00

0:42:10

0:58:00

0:58:00

0:58:00

0:52:05

0:39:00

1:06:03

ND/NB

ND/NB

B2005

0:30:00

0:08:00

0:48:43

1:53:10

1:25:50

1:17:41

1:27:58

0:38:33

0:56:38

0:41:00

0:19:00

Nombre plaintes relatives aux écarts par rapport aux niveaux de tension nominale — Aantal klachten met betrekking tot afwijkingen van de nominale spanning R/W2002

4

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

4

0

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

B2004

4

0

1 406

178

595

500

930

6

558

ND/NB

ND/NB

B2005

6

0

93

23

19

38

28

1

49

633

197


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11848

AIEG

WAVRE

IEH

INTER- INTER- INTEREST MOSANE LUX

IDEG

SIMOGEL SEDILEC

GASELWEST

INTERGEM

Nombre utilisateurs du réseau coupés pour cause de non-paiement — Aantal van het net afgesloten gebruikers wegens wanbetaling R/W2002

18

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

29

0

ND/NV

ND/NV

ND/NV

ND/NV

ND/NV

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

B2004

42

0

3 900

0

1 091

451

793

ND/NB

614

ND/NB

ND/NB

B2005

42

0

2 706

137

258

206

291

3

245

652

591

Nombre installations de compteur à prépaiement et limiteurs de puissance — Aantal installaties van tellers met vooruitbetaling en vermogenbegrenzers R/W2002

0

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

0

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

B2004

20

ND/NB

6 175

0

623

111

810

ND/NB

151

ND/NB

ND/NB

B2005

20

ND/NB

6 880

245

2 066

1 225

2 165

715

1 449

9 753

8 271

R = Réel B = Budget ND = Non disponible

SIBELGAS NORD

W = Werkelijk B = Budget NB = Niet beschikbaar

IMEA

IMEWO

IVEKA

IVERLEK

INTEREV/GHA ELECTRA

IVEG

AGEM

PBE

WVEM + ETIZ

Nombre de clients raccordés ou nombre de points d’accès — Aantal aangesloten afnemers of aantal toegangspunten R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

54 238

291 053

522 622

325 452

458 845

ND/NB

ND/NB

73 546

3 260

89 146

116 339

B2004 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

338 110

ND/NB

73 381

ND/NB

89 106

115 928

B2005

301 372

542 496

338 361

477 327

384 470

1 487

73 351

3 267

89 992

118 232

56 486

Fréquence des interruptions moyenne tension (nombre causes accidentelles) — Frequentie onderbrekingen gemiddelde spanning (aantal accidentele oorzaken) R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0,305

0,468

0,444

0,353

0,664

0,370

0,414

0,338

0,530

0,470

1,020

B2004 ND/NB

0,468

0,444

0,353

0,664

0,370

ND/NB

ND/NB

0,530

0,470

0,820

B2005

0,329

0,552

0,500

0,759

0,370

0,275

0,280

0,530

0,470

1,020

R/W2003

0,542

Durée de rétablissement moyenne tension (h:min:s) — Herstelduur gemiddelde spanning (h:min:s) R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003

0:57:08

0:48:13

0:53:14

0:40:39

0:41:25

0:26:00

0:49:06

0:56:00

0:58:00

0:46:52

0:34:00

B2004

0:57:08

0:48:13

0:53:14

0:40:39

0:41:25

0:26:00

ND/NB

0:56:03

0:58:00

0:46:52

0:28:00

B2005

0:43:00

0:42:00

0:47:00

0:34:00

0:42:00

0:26:00

0:56:00

1:06:00

0:58:00

0:46:52

0:34:00


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 SIBELGAS NORD

11849

IMEA

IMEWO

IVEKA

IVERLEK

INTEREV/GHA ELECTRA

IVEG

AGEM

WVEM + ETIZ

PBE

Indisponibilité moyenne tension (h:min:s) causes accidentelles — Niet-beschikbaarheid gemiddelde spanning (h:min:s) accidentele oorzaken R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

90

ND/NB

ND/NB

B2004 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0:19:00

ND/NB

0:18:09

1:48:00

ND/NB

ND/NB

0:13:00

0:25:00:

0:17:00

0:32:00

0:09:00

0:15:00

0:18:00

0:31:00

ND/NB

0:35:00

B2005

0:23:00

Nombre plaintes relatives aux écarts par rapport aux niveaux de tension nominale — Aantal klachten met betrekking tot afwijkingen van de nominale spanning R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0

ND/NB

ND/NB

B2004 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

328

ND/NB

18

3

ND/NB

17

208

513

456

352

243

ND/NB

27

0

ND/NB

87

B2005

38

Nombre utilisateurs du réseau coupés pour cause de non-paiement — Aantal van het net afgesloten gebruikers wegens wanbetaling R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0

49

ND/NB

B2004 ND/NB

171

565

66

845

648

ND/NB

276

0

49

27

1 496

1 694

462

1 432

0

3

0

1

49

21

B2005

293

Nombre installations de compteur à prépaiement et limiteurs de puissance — Aantal installaties van tellers met vooruitbetaling en vermogenbegrenzers R/W2002 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

R/W2003 ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

ND/NB

0

15

ND/NB

B2004 ND/NB

1 178

1 732

471

1 078

1 036

ND/NB

1 076

2

15

500

16 089

19 117

6 510

10 203

1 500

0

0

ND/NB

15

360

B2005

1 684

R = Réel B = Budget ND = Non disponible

W = Werkelijk B = Budget NB = Niet beschikbaar

DO 2004200503339

DO 2004200503339



Marchés pétroliers. — Effet de spéculation sur les prix pétroliers. ` la suite de la réunion des ministres des Finances A du G7 à New York du début octobre 2004 un communiqué a été publié. Les ministres des Finances estiment « important pour les consommateurs et les producteurs que les marchés pétroliers fonctionnent de manière efficace » et « encouragent l’Agence internationale de l’énergie (AIE) à améliorer son travail sur la transparence en matière de statistiques sur le pétrole ». Selon

Oliemarkten. — Invloed van speculatie op de olieprijzen.


2004

Na de bijeenkomst van de ministers van Financie¨n van de G7 in New York begin oktober 2004, werd een communiqué uitgegeven. De ministers van Financie¨n vinden het voor consument en producent belangrijk dat de oliemarkten op een efficie¨nte manier functioneren en ze vragen het Internationaal Energieagentschap (IEA) voor transparante statistieken met betrekking tot de olieproductie te zorgen. Volgens sommige experts 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11850

certains experts, l’effet de spéculation en matière de prix pétroliers aurait été, en automne 2004, de 5 à 10 dollars. 1. Quel est l’effet de spéculation sur les prix pétroliers (en pourcentage du prix du baril) ? 2. De quelle manière la Belgique a-t-elle tenu compte de l’appel du G7 de début octobre 2004 ? 3. Quelles initiatives avez-vous prises à l’Agence internationale de l’énergie ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 112 de Mme Muriel Gerkens du 8 février 2005 (Fr.) : 1. En tant que ministre de l’Eńergie, je partage le raisonnement des experts auquel se réfère l’honorable membre, à savoir que les prix élevés du baril de pétrole brut que nous connaissons ces derniers temps sont exagérés et ne reflètent pas la loi de l’offre et de la demande. Je laisse la détermination du pourcentage de l’effet spéculatif aux experts internationaux qui assurent quotidiennement le suivi et l’analyse de la formation du prix du pétrole brut sur les marchés internationaux. 2. Lorsque le G7 se prononce sur l’intérêt d’un fonctionnement efficace des marchés pétroliers, il se réfère au marché pétrolier mondial. La Belgique ne peut faire que confirmer cet intérêt pour ses consommateurs finals. Un petit pays comme la Belgique ne peut exercer pratiquement aucune influence sur les prix pétroliers internationaux. En effet, c’est la raison pour laquelle, parmi d’autres pays, la Belgique a été à la base de la constitution de l’Agence internationale de l’Eńergie après la crise pétrolière de 1973. 3. La Belgique soutient l’Agence internationale de l’Eńergie dans sa politique de collecte des données sur le marché pétrolier et de prise d’initiatives susceptibles de contribuer à une baisse du prix du pétrole brut sur les marchés internationaux. Une initiative récente de l’Agence internationale de l’énergie et, notamment d’Eurostat ainsi que de l’OPEP, est le Joint Oil Data Initiative (JODI), initiative à laquelle la Belgique participe de façon active.

zouden de olieprijzen onder de invloed van speculatie in het najaar 2004 5 à 10 dollar hoger hebben gelegen.

Politique scientifique

Wetenschapsbeleid

1. Wat is de invloed van speculatie op de olieprijzen (uitgedrukt in een percentage van de prijs per vat) ? 2. Welk gevolg gaf ons land aan de oproep van de G7 van begin oktober 2004 ? 3. Welke initiatieven nam u ten aanzien van het Internationaal Energieagentschap ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 112 van mevrouw Muriel Gerkens van 8 februari 2005 (Fr.) : 1. Als minister van Energie volg ik de redenering van de experts waarnaar het geachte lid verwijst, met name dat de hoge prijzen voor een vat ruwe olie zoals we die de laatste periode kennen overtrokken en geen loutere reflectie zijn van de wet van vraag en aanbod. Een percentage op dit speculatief effect kleven laat ik over aan de internationale experts die dagdagelijks de prijsvorming van de ruwe aardolie op de internationale markten volgen en analyseren. 2. Wanneer de G7 zich uitspreken over het belang van efficie¨nt functionerende oliemarkten dan beschouwen zij de mondiale oliemarkt. Belgie¨ kan dit belang voor zijn eindgebruikers enkel maar beamen. Als klein land kan Belgie¨ zo goed als geen invloed uitoefenen op de internationale olieprijzen. Net om die reden heeft ons land mee aan de wieg gestaan bij de oprichting van het Internationaal Energie Agentschap na de oliecrisis van 1973. 3. Belgie¨ steunt het Internationaal Energieagentschap in haar beleid om data te verzamelen over de oliemarkt en initiatieven te nemen die ertoe bijdragen dat de prijs van aardolie op de internationale markten zou dalen. Een vrij recent initiatief van het Internationaal Energie Agentschap en onder meer ook van Eurostat en van OPEC is het Joint Oil Data Initiative (JODI), waaraan Belgie¨ actief deelneemt.

DO 2004200503131

DO 2004200503131

Question no 44 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. Dans le cadre des recommandations du COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the

Vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s. In het kader van de COSO-aanbevelingen (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11851

Treadway Commission), la Cour des comptes a examiné si les objectifs des SPF étaient définis et si les risques internes et externes avaient été identifiés. La procédure a été entamée et mise en œuvre dans tous les SPF, sauf dans le voˆtre.

Commission) heeft het Rekenhof onderzocht of de doelstellingen van de FOD werden gedefinieerd en of de interne en externe risico’s werden geı¨dentificeerd. Dit is, behalve bij uw FOD, bij alle FOD’s opgestart en uitgevoerd.

Pouvez-vous préciser quand cette procédure sera mise en œuvre au sein de votre SPF ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 44 de M. Gerolf Annemans du 18 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 44 van de heer Gerolf Annemans van 18 januari 2005 (N.) :

Le plan de management de la Politique scientifique fédérale contient un plan d’actions avec des objectifs clairement formulés. Pour en assurer le suivi, un tableau de bord a été mis en place.

Het actieplan met zijn duidelijk omschreven doelstellingen maakt deel uit van het managementplan van het Federaal Wetenschapsbeleid. Om het te kunnen volgen, werd een boordtabel samengesteld.

En concertation avec la cellule Management Support du SPF Budget & Controˆle de gestion, la Politique scientifique fédérale a procédé, au sein de ses services, à un inventaire des actions menées et/ou projetées dans le but de dresser un état des lieux du niveau de développement des systèmes de controˆle interne. Afin de compléter et améliorer ces derniers, d’autres actions devront encore être entreprises avec la cellule Management précitée.

Het Federaal Wetenschapsbeleid heeft, in overleg met de cel Management Support van de FOD Budget & Controle, binnen zijn diensten een inventaris gemaakt van de verrichte en/of geplande acties om zo na te kunnen gaan hoever het staat met de ontwikkeling van de interne controlesystemen. Om deze laatste aan te vullen en beter te maken, moeten samen met voornoemde Managementcel nog andere acties worden opgezet.

Par ailleurs, la Politique scientifique fédérale a entamé une analyse des risques internes et externes pour l’ensemble de ses composantes dans le cadre de l’élaboration d’un plan d’audit.

Het Federaal Wetenschapsbeleid is overigens in het kader van de opstelling van een auditplan met een doorlichting begonnen van de interne en externe risico’s voor al zijn bestanddelen.

DO 2004200503253

DO 2004200503253

Question no 48 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 48 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail.

FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.

Les 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, lors du Conseil des ministres spécial, il a été décidé de réserver au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Le télétravail à domicile se heurtant toujours à une série d’obstacles pratiques et juridiques, il a été décidé d’élaborer pour les personnes concernées un cadre juridique clair, adapté aux réalités du travail à domicile et assorti des garanties requises en matière de protection du travail et de la vie privée. Les principaux écueils se situent dans le domaine des accidents du travail et du Règlement général pour la protection du travail (RGPT). Le gouvernement a convenu de se pencher sur un certain nombre de ces problèmes et de lancer une série de projets de télétravail au sein de l’administration.

Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen, aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.


2004

Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11852























6. Pendant combien d’heures par semaine en moyenne les télétravailleurs travaillent-ils à domicile ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2005, à la question no 48 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) :


L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.

Dès 2001, la Politique scientifique fédérale a lancé un projet pilote de télétravail. Ce projet comprend deux volets :

Reeds in 2001 heeft het Federaal Wetenschapsbeleid een proefproject teleurerk opgestart. Dit project is tweedelig :

— un volet « télétravail à domicile », formule qui consiste pour un agent à travailler de façon régulière à son domicile un jour fixe par semaine. 14 membres du personnel bénéficient de ce système.

— een deel « telethuiswerken », waarbij een personeelslid regelmatig één vaste dag in de week thuis werkt. Een 14-tal personeelsleden maakt gebruik van dit systeem.

— un volet « travail à domicile », formule qui consiste pour un agent à travailler de façon occasionnelle à son domicile. 26 membres du personnel bénéficient de ce système.

— een deel « thuiswerken », waarbij een personeelslid af en toe thuis werkt. Een 26-tal personeelsleden maakt gebruik van dit systeem.


2004

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2005, op de vraag nr. 48 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11853

En principe, tous les agents de la Politique scientifique fédérale ont accès au travail à domicile. Le télétravail à domicile n’est pas autorisé pour les chefs de service et les travailleurs à temps partiel.

In principe komen alle personeelsleden van het Federaal Wetenschapsbeleid in aanmerking voor thuiswerken. Telethuiswerken is niet toegelaten voor de diensthoofden en de deeltijdse werknemers.

Dans les mois à venir, le président du Comité de direction décidera sous quelle forme le projet-pilote sera définitivement implémenté.

In de komende maanden zal de voorzitter van het Directiecomité beslissen in welke vorm het proefproject definitief zal geı¨mplementeerd worden.


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2004200503081

DO 2004200503081

Question no 240 de M. Melchior Wathelet du 13 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 240 van de heer Melchior Wathelet van 13 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des frais de déplacement des personnes en chaise roulante.

Tegemoetkoming in de reiskosten van rolstoelgebruikers.

L’arrêté ministériel du 14 décembre 1995 ne prévoit le remboursement des frais de déplacement liés aux prestations de rééducation fonctionnelle que si les bénéficiaires se déplacent dans leur voiturette d’invalide vers et depuis un centre de rééducation fonctionnelle.

Naar luid van het ministerieel besluit van 14 december 1995 komen alleen de gehandicapten die aangewezen zijn op het gebruik van een rolstoel in aanmerking voor een tegemoetkoming in hun vervoerskosten van en naar een revalidatiecentrum.

Cette réglementation défavorise les personnes à mobilité réduite qui ne se déplacent pas en voiturette d’invalide mais qui, pourtant, doivent également recourir à des conditions de transport particulières. Ces conditions de transport particulières sont très couˆteuses et cependant non remboursées. Il n’existe pour ces personnes à mobilité réduite aucune alternative bon marché : les initiatives prises en matière de transport en commun adapté (« TEC 105 », l’ASBL « Bon pied bon œil », etc.) sont un premier pas dans la bonne direction mais restent insuffisantes (offre insuffisante pour des déplacements quotidiens, accès insuffisant en zone rurale, kilométrage subsidié insuffisant, etc.).

Deze regeling benadeelt de minder mobiele mensen die zich niet in een rolstoel maar op een andere aangepaste wijze dienen te verplaatsen. Deze aangepaste verplaatsingswijzen zijn duur en worden desondanks niet vergoed. Deze minder mobiele mensen kunnen geen gebruik maken van een goedkoper alternatief : de initiatieven op het stuk van aangepast openbaar vervoer (« TEC 105 », de VZW « Bon pied bon œil », enzovoort) zijn een eerste stap in de goede richting maar volstaan niet (te beperkt aanbod voor de dagelijkse verplaatsingen, slechte bereikbaarheid op het platteland, subsidie¨ring van te beperkt kilometeraanbod, enzovoort).

Le remboursement par l’assurance maladie des seuls frais de déplacement des personnes en chaise roulante nous semble discriminatoire à l’égard des personnes à mobilité réduite se déplaçant quotidiennement à frais élevés non remboursés mais sans chaise roulante.

Het feit dat de ziekteverzekering enkel bijdraagt in de reiskosten van rolstoelgebruikers is volgens ons een discriminatie ten aanzien van minder mobiele mensen die dagelijks hoge verplaatsingskosten hebben maar hiervoor niet worden vergoed omdat ze geen gebruik maken van een rolstoel.

Quelle solution envisagez-vous pour y remédier ?

Wat zal u tegen deze discriminatie ondernemen ?


2004

2005


1498

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11854

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 240 de M. Melchior Wathelet du 13 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 240 van de heer Melchior Wathelet van 13 januari 2005 (Fr.) :

Il est exact qu’un remboursement est uniquement possible pour les patients présentant un handicap locomoteur lourd qui ne peuvent se déplacer entre leur lieu de résidence et un établissement de rééducation qu’au moyen de leur voiturette, exigeant ainsi des véhicules adaptés à leur transport et occasionnant des frais particulièrement élevés. Il n’y a pas de remboursement prévu lorsque l’état fonctionnel du système locomoteur d’un patient n’entraıˆne pas de telles contraintes; pas plus que pour les coûts pouvant s’élever à 1,06 euro par kilomètre en zone urbaine.

Het is juist dat enkel voor patie¨nten met een zware locomotorische handicap, die zich om die reden alleen in hun rolwagen kunnen verplaatsen van hun woonplaats naar een revalidatiecentrum, wat een voor hun transport aangepast voertuig vereist en buitengewoon hoge kosten meebrengt, terugbetaling van deze kosten mogelijk is. Er is geen terugbetaling voorzien als de functionele locomotorische toestand van een patie¨nt deze verplichtingen niet meebrengt en ook geen kosten die tot 1,06 euro per kilometer kunnen oplopen in stedelijk gebied.

Dans la mesure ou cette limitation réglementaire repose sur des considérations strictement objectives, elle n’a en soi aucun caractère discriminatoire.

In de mate dat deze reglementaire beperking berust op strikt objectieve overwegingen, is zij op zich niet discriminerend van aard.

Par ailleurs, il faut remarquer que les dépenses comptabilisées liées à la rééducation fonctionnelle connaissent actuellement une augmentation de 11,8 % pour les 9 premiers mois 2004 par rapport aux 9 premiers mois 2003. Cette augmentation est très supérieure à la norme de croissance de 4,5 % fixée légalement pour les soins de santé en général et met en danger le respect de l’objectif budgétaire du secteur en 2005.

Overigens moet opgemerkt worden dat de geboekte uitgaven voor functionele revalidatie nu voor de eerste 9 maanden van 2004, een verhoging kennen met 11,8 % ten opzichte van de eerste 9 maanden van 2003. Deze toename is veel groter dan de wettelijk bepaalde groeinorm van 4,5 % voor de gezondheidszorgen in het algemeen en brengt de eerbiediging van de begrotingsdoelstelling 2005 voor de sector in gevaar.

Je dois également vous informer que le remboursement des frais de déplacement dans les conditions actuelles constitue au sein du secteur de la rééducation un des postes à taux d’augmentation le plus haut : 23,58 % pour les 9 premiers mois 2004 par rapport aux 9 premiers mois 2003.

Ik moet ook melden dat de terugbetaling van de verplaatsingskosten onder de huidige voorwaarden, binnen de sector van de revalidatie, één van de posten is met de grootste toename : voor de eerste 9 maanden van 2004, 23,58 % ten opzichte van de eerste 9 maanden van 2003.

Dans ces conditions, l’honorable membre, comprendra qu’il est impossible d’envisager pour cette année budgétaire un élargissement des conditions de remboursement.

In deze omstandigheden, begrijpt het geachte lid dat het onmogelijk is om een uitbreiding van de terugbetalingvoorwaarden te plannen voor dit begrotingsjaar.

DO 2004200503134

DO 2004200503134

Question no 243 de M. Koen Bultinck du 18 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 243 van de heer Koen Bultinck van 18 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Archivage des dossiers médicaux de généralistes et de spécialistes décédés.

Archivering van medische dossiers van overleden huisartsen en specialisten.

Un problème se pose à intervalles réguliers : celui de l’archivage des dossiers médicaux lors de la reprise d’un cabinet médical ou du décès d’un médecin.

Regelmatig duikt het probleem op van de archivering van medische dossiers bij de overname van dokterspraktijken of bij het overlijden van een arts.

1. Pourriez-vous préciser les obligations, légales ou autres, auxquelles il doit être satisfait dans ce domaine ?

1. Kan u duidelijkheid scheppen over de al dan niet wettelijke verplichtingen terzake ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11855

2. Quel roˆle jouent l’Ordre des Médecins et l’autorité publique ? 3. Eˆtes-vous convaincu ou non de la nécessité de prendre en la matière une initiative législative ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 243 de M. Koen Bultinck du 18 janvier 2005 (N.) : J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. Le devenir des dossiers médicaux à la suite du décès du médecin responsable est instruit de la façon suivante par l’article 47 du code de déontologie médicale établi par l’ordre des médecins : « Si, en cas de cessation des activités professionnelles, la pratique médicale ne fait pas l’objet d’une cession, le médecin doit veiller à ce que tous les dossiers médicaux soient transmis pour conservation à un médecin en exercice. Lorsque cela n’est pas possible dans le chef du médecin, il est indiqué que les proches parents se chargent du transfert. Si une solution n’est pas trouvée à la conservation des dossiers médicaux, tout intéressé peut en aviser le Conseil provincial du médecin ».

2. Wat is de rol hierin van de Orde der Geneesheren en van de overheid ? 3. Bent u al dan niet overtuigd van de noodzaak voor een wetgevend initiatief terzake ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 243 van de heer Koen Bultinck van 18 januari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

Notons que la loi sur les droits du patient autorise qu’en cas de changement de médecin, les patients puissent demander la transmission de leur dossier au nouveau médecin traitant. Sur la base de l’avis susmentionné, l’opportunité de l’élaboration d’un cadre légal correspondant sera étudiée.

Wat er dient te gebeuren met medische dossiers na het overlijden van de verantwoordelijke arts wordt als volgt bepaald in artikel 47 van de code van geneeskundige plichtenleer, opgesteld door de orde van geneesheren : « Indien de geneeskundige praktijk bij stopzetting van de beroepsactiviteit niet overgedragen wordt, dient de arts ervoor te zorgen dat alle medische dossiers ter bewaring worden overgemaakt aan een praktiserend arts. Wanneer dit uit hoofde van de arts niet mogelijk is, is het aangewezen dat de naaste verwanten zorgen voor de overdracht. Bij het uitblijven van een oplossing betreffende de bewaring van de medische dossiers kan elke belanghebbende de Provinciale Raad van de arts hieromtrent informeren ». Het spreekt voor zich dat de onmogelijkheid uit hoofde van de arts zowel het overlijden van de arts omvat als alle andere omstandigheden die de arts beperken in de mogelijkheid om de continuı¨teit van zijn missie te verzekeren. De praktische modaliteiten van de overdracht door de naaste aanverwanten worden niet nader toegelicht. Wij zullen dan ook het advies van de nationale raad van de order van geneesheren ter zake vragen, rekening houdend met het delicate probleem van de overdracht van de persoonlijke nota’s van de arts, de gevolgen van de informatisering van het beheer van patie¨ntendossiers en de bestemming van dossiers die niet konden overgedragen worden. Vermelden we dat de wet betreffende de rechten van de patie¨nt toelaat dat patie¨nten, bij verandering van arts, kunnen vragen hun dossier naar een nieuwe behandelende arts over te dragen. Op basis van hogervernoemd advies zal bestudeerd worden of hierover een wettelijk kader dient uitgewerkt te worden.

DO 2004200503253

DO 2004200503253

Question no 252 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail. Les 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, lors du Conseil des ministres spécial, il a été décidé de réserver

Vraag nr. 252 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten. Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om

Il va de soi que la mention d’impossibilité dans le chef du médecin couvre la notion de décès ou de toute autre circonstance limitant la capacité du médecin à assurer la continuité de sa mission. Les modalités pratiques du transfert à charge des proches parents ne sont pas explicitées. Nous veillerons donc à solliciter l’avis du conseil national de l’ordre des médecins à ce sujet, en tenant compte du délicat problème de la transmission des notes personnelles du médecin, des conséquences liées à l’informatisation de la gestion des dossiers patients et du devenir des dossiers n’ayant pas pu être transférés.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11856

au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Le télétravail à domicile se heurtant toujours à une série d’obstacles pratiques et juridiques, il a été décidé d’élaborer pour les personnes concernées un cadre juridique clair, adapté aux réalités du travail à domicile et assorti des garanties requises en matière de protection du travail et de la vie privée. Les principaux écueils se situent dans le domaine des accidents du travail et du Règlement général pour la protection du travail (RGPT). Le gouvernement a convenu de se pencher sur un certain nombre de ces problèmes et de lancer une série de projets de télétravail au sein de l’administration.

tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen, aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.























6. Pendant combien d’heures par semaine en moyenne les télétravailleurs travaillent-ils à domicile ?


Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 252 de Mme Maggie De Block du 31 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 252 van mevrouw Maggie De Block van 31 januari 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11857

Des projets de télétravail n’ont pas débuté en 2004 auprès du service public fédéral Sécurité sociale et des projets de ce type ne sont pas prévus pour 2005.

Bij de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid zijn in de loop van 2004 geen teleurerkproefprojecten opgestart en zijn er ook geen voorzien voor 2005.

DO 2004200503343

DO 2004200503343

Question no 256 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 256 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Département. — Accueil d’enfants.

Departement. — Kinderopvang.

Combiner travail et vie familiale est une responsabilité partagée des parents, des employeurs et des pouvoirs publics. Or, la « Conférence pour l’emploi » s’est avant tout focalisée sur la recherche d’emplois et a pratiquement ignoré les difficultés que peuvent éprouver les travailleurs pour combiner travail et vie de famille. L’accueil des enfants, pierre angulaire de l’équilibre entre travail et vie de famille, doit être un service de première nécessité, accessible à tout parent. Actuellement, l’offre en matière d’accueil est insuffisante. L’an passé, le gouvernement comptait beaucoup sur les efforts du secteur indépendant, qui est sous le controˆle de l’E´tat mais ne perçoit aucune subvention. Dans ce secteur, il n’est pas simple d’organiser une garantie et un controˆle de qualité. Les accueillants d’enfants travaillant par le biais d’un service disposent depuis cette année d’un statut social mais on ignore dans quelle mesure cette meilleure protection sociale aura une influence sur le nombre d’accueillants d’enfants. Les entreprises sont aussi encouragées fiscalement à prendre des initiatives, ce qui n’est pas toujours sans conséquence pour l’indépendance des travailleurs.

De combinatie van gezin en arbeid is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, werkgevers en overheid. Toch spitste de « Banenconferentie » zich eenzijdig toe op het zoeken naar jobs en ging men haast voorbij aan de vraag hoe gezinnen dat werk kunnen combineren met hun gezinsleven. Kinderopvang, een van de belangrijkste bouwstenen om gezin en arbeid te combineren, dient een basisvoorziening te zijn waar iedere ouder toegang toe heeft. Het bestaande aanbod is ontoereikend. Vorig jaar rekende de overheid sterk op de inspanningen van de zelfstandige sector die onder toezicht van de overheid staat, maar geen subsidie ontvangt. Kwaliteitsgarantie en -controle zijn hier niet vanzelfsprekend. Onthaalgezinnen die via een dienst werken, kregen dit jaar een sociaal statuut, al is het niet zeker of dit vangnet zal verhinderen dat nog meer onthaalouders afhaken dan wel zal toenemen. Ook bedrijven worden fiscaal aangemoedigd om initiatieven te nemen, wat niet altijd zonder gevolgen is voor de onafhankelijkheid van de werknemers.

1. Votre département organise-t-il une garde d’enfants ?

1. Voorziet uw departement in kinderopvang ?

2. Quelle est la capacité des centres d’accueil pour enfants ?

2. Wat is de capaciteit van de kinderopvangcentra ?

3. Jusqu’à quel aˆge les enfants sont-ils admis ?

3. Tot welke leeftijd worden de kinderen toegelaten ?

4. Des dérogations sont-elles prévues à cette règle, par exemple pendant les périodes de congé ?

4. Zijn hierop uitzonderingen gesteld tijdens bijvoorbeeld vakantieperiodes ?

5. L’accueil des enfants est-il organisé en interne ou sous-traité à une société externe (laquelle ?) ?

5. Wordt de kinderopvang uitgebaat in eigen beheer of door een externe firma (welke firma ?) ?

6. Si l’accueil est organisé en interne, les puéricultrices sont-elles liées au département par un contrat de travail ?

6. Indien de uitbating in eigen beheer van het departement zou geschieden, hebben de kinderverzorgsters dan een arbeidscontract via uw departement ?

7. Si l’accueil est sous-traité à une société externe, celle-ci se charge-t-elle également de l’organisation de l’accueil des enfants ?

7. Indien de uitbating door een externe firma wordt gedaan, staan zij dan ook in voor de inrichting van de kinderopvang ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11858

` quel groupe linguistique appartiennent les 8. A puéricultrices (en ventilant si possible par centre d’accueil) ? 9. Des examens de recrutement ont-ils été organisés pour pourvoir aux vacances ? 10. Le département a-t-il introduit une demande pour obtenir une agréation de la part de l’Office de la naissance et de l’enfance ou d’une organisation équivalente ? 11. Les membres du personnel doivent-ils payer une contribution pour l’accueil de leurs enfants ? 12. Si aucun accueil n’est prévu, envisagez-vous d’en organiser un ? 13. Si aucun accueil n’est prévu, les collaborateurs attachés à votre département peuvent-ils bénéficier d’un remboursement (partiel) extralégal des montants versés aux centres d’accueil agréés ? 14. Si aucun remboursement n’est prévu, envisagezvous d’instaurer un tel remboursement dans le futur ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 256 de M. Staf Neel du 9 février 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants. L’accueil d’enfants n’est pas organisé auprès du service public fédéral Sécurité sociale et il ne peut également pas être envisagé. Toutefois, le service social du SPF prévoit une intervention financière pour l’accueil d’enfants pendant les vacances scolaires.

8. Tot welke taalgroep behoren de kinderverzorgsters (graag opsplitsing per kinderopvang) ? 9. Werden er examens uitgeschreven om de vacatures in te vullen ? 10. Werd er een aanvraag ingediend om erkenning te verkrijgen van de kinderopvang door Kind en Gezin of een gelijkaardige organisatie ? 11. Dient het personeel een vergoeding te betalen voor de opvang van hun kinderen ? 12. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, overweegt u dit dan te doen ? 13. Indien er in geen kinderopvang is voorzien, kunnen de medewerkers verbonden aan uw departement dan extralegale (gedeeltelijke) terugbetaling genieten van gemaakte kosten bij erkende kinderopvangcentra ? 14. Indien er in geen terugbetaling is voorzien, overweegt u dit in de toekomst in te voeren ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 256 van de heer Staf Neel van 9 februari 2005 (N.) : In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

Cette intervention est octroyée pour les enfants entre 3 et 12 ans et est limitée à 20 jours maximum par an. Cet accueil d’enfants est interprété dans un sens très large : il comprend entre autres l’organisation d’activités ludiques, les camps des mouvements de jeunesse ou de la mutualité, les stages de langues ou sportifs, les gardiennes d’enfants et l’accueil organisé par les communes.

Bij de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid wordt geen kinderopvang voorzien en kan ook niet in overweging genomen worden. Wel wordt door de sociale dienst van de FOD een financie¨le tussenkomst voorzien voor de kinderopvang tijdens de schoolvakanties. Deze tegemoetkoming wordt toegekend voor kinderen tussen 3 en 12 jaar en is beperkt tot maximum 20 dagen per jaar. Deze kinderopvang wordt in een vrij ruime context geı¨nterpreteerd, het behelst namelijk onder andere speelpleinwerking, kampen met de jeugdbeweging of de mutualiteit, taal- en sportkampen, onthaalmoeders en gemeentelijke georganiseerde opvang.

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200431975

DO 2003200431975

Question no 259 de M. Guido De Padt du 4 août 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´levage. — Parasite mortel. Les bovins sont menacés par un parasite mortel qui est transmis par les tiques. Le parasite, appelé Babesia

Vraag nr. 259 van de heer Guido De Padt van 4 augustus 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Veeteelt. — Dodelijke parasiet. Een dodelijke parasiet die wordt overgedragen door teken vormt een bedreiging voor rundvee. De parasiet,


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11859

divergens, est mortel pour les bovins. L’animal infecté présente un état fébrile aigu accompagné d’une anémie et meurt peu après. Le parasite, dont la présence n’avait jusqu’à présent été constatée que rarement aux Pays-Bas, a été détecté fin juillet 2004 sur six bovins dans la commune néerlandaise de Diever.

Babesia divergens genaamd, is dodelijk voor runderen. Het vee krijgt na besmetting acuut hoge koorts en bloedarmoede en sterft niet veel later. De parasiet, die tot nu toe zelden opdook in Nederland, is eind juli 2004 bij zes koeien in het Nederlandse Diever aangetroffen.

1. a) Notre pays a-t-il déjà été confronté à ce parasite ?

1. a) Werd ons land reeds geconfronteerd met deze parasiet ?

b) Dans l’affirmative, combien de cas ont-ils été observés au cours des trois dernières années ?

b) Zo ja, hoeveel gevallen tijdens de laatste drie jaar ?

2. Un médicament contre ce parasite est-il disponible en Belgique ?

2. Is er in ons land een medicijn verkrijgbaar tegen deze parasiet ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 259 de M. Guido De Padt du 4 août 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 259 van de heer Guido De Padt van 4 augustus 2004 (N.) :

Babesia divergens est un parasite de la classe des piroplasmidés responsable de la babésiose bovine en eurospe.

Babesia divergens is een parasiet behorende tot de klasse van de piroplasmidae en is de verwekker van boviene babesiose in europa.

Ce parasite est transmis par la tique, Ixodes ricinus, au cours de son repas sanguin.

Deze parasiet wordt overgedragen door de teek Ixodes ricinus tijdens het bloed zuigen.

Chez le bovin infecté, B. divergens parasite les globules rouges et se nourrit de l’hémoglobine. Le parasite se multiplie dans les globules rouges, ce qui provoque leur lyse.

Bij het geı¨nfecteerde rund vindt invasie van de rode bloedcellen door B. divergens plaats, waar de parasiet zich voedt met hemoglobine. Vermenigvuldiging van de parasiet in de rode bloedcellen geeft aanleiding tot hemolyse.

Les symptoˆmes cliniques varient en fonction de l’aˆge de l’animal, le veau étant plus résistant vis-à-vis de l’infection.

De klinische symptomen varie¨ren in functie van de leeftijd van het dier, waarbij kalveren een hogere graad van resistentie vertonen.

On distingue une forme aigue¨ qui s’accompagne de fièvre importante, d’un abattement intense, d’ictère et d’hémo-globinurie, cette forme peut être mortelle; une forme chronique entraıˆnant anémie et amaigrissement progressifs et une forme bénigne chez les jeunes animaux qui présentent un épisode fiévreux puis guérissent.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie vormen : een acute vorm, die gepaard gaat met hoge koorts, uitgesproken uitputting, icterus en hemoglobinurie, en die dodelijk kan zijn; een chronische vorm, die een progressieve anemie en vermagering veroorzaakt; en ten slotte een goedaardige vorm die zich voordoet bij jonge dieren die koorts krijgen en dan weer genezen.

La babésiose bovine est liée à la biologie d’Ixodes ricinus. Les formes larvaire, nymphale et adulte de la tique prennent chacune un repas sanguin sur un animal différent. La tique s’infecte soit en prenant son repas sur un bovin infecté soit d’une génération à l’autre; en effet, on observe une transmission transovarienne du parasite.

Boviene babesiose is gelinkt aan de biologische levenswijze van Ixodes ricinus. De larven, nymfen en volwassen teken zuigen elk bloed bij een ander dier. Infectie van de teek vindt plaats bij het zuigen van bloed van een geı¨nfecteerd rund, of via een transovarie¨le overdracht van de infectie van de ene op de andere generatie teken.

L’infection existe en Belgique, néanmoins, il n’existe que très peu de données chiffrées sur i’épidémiologie de Babesia divergens dans notre pays. L’infection est fréquente dans certaines régions qui présentent un environnement favorable. Ixodes ricinus est très fréquente en Belgique dans les régions boisées, elle se retrouve dans les paˆtures entourées de haies et situées à proximité des bois. On observe deux périodes

Boviene babesiose komt voor in Belgie¨ maar er bestaan hierover slechts weinig epidemiologische gegevens. De aandoening komt freçuenter voor in gebieden waar de omgevingsfactoren gunstig zijn. Ixodes ricinus wordt in Belgie¨ veelvuldig aangetroffen in beboste gebieden, in weiden die omringd zijn door hagen en die gelegen zijn in de buurt van bossen. Er bestaan twee periodes waarin de teken maximaal actief zijn : in


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11860

d’activité maximales des tiques : en mai et en septembre, une température supérieure à 10o C est nécessaire mais en été l’air trop sec dessèche les tiques.

mei en september, er is een temperatuur van meer dan 10o C nodig, maar in de zomer drogen de teken uit door de te droge lucht.

Dans les régions infestées, les animaux s’infectent dès leur première sortie en paˆture, guérissent et maintiennent un certain état d’immunité entretenu par les réinfections annuelles. Les cas aigus de babésiose bovine résultent soit de l’introduction d’un bovin adulte indemne dans un troupeau infecté soit de l’introduction d’un animal infecté dans un troupeau indemne. Dans ce dernier cas une épidémie peut survenir et s’accompagner de la mort de plusieurs animaux. Les cas de mortalité sont le plus souvent observés dans les exploitations jusque là indemnes, le vétérinaire n’étant pas familier de cette infection peut mettre un certain temps avant d’établir le diagnostic adéquat. Le département des sciences cliniques des grands et petits animaux de la Faculté de Médecine vétérinaire de Liège ne reçoit que 1 ou 2 bovins présentant la phase aigue¨ de la maladie par an. Tandis que les différents laboratoires de diagnostic vétérinaire du pays reçoivent de 5 à 30 demandes de diagnostic par an. Le traitement de l’infection par Babesia divergens nécessite un traitement symptomatique consistant en une transfusion sanguine et un apport de fer. Le traitement chimiothérapeutique repose sur l’administration de tétracyclines (oxytétracycline 5-10 mg/kg) et de piroplasmicides. En Belgique aucun piroplasmicide n’est enregistré, le Carbesia (dipropionate d’imidocarbe) qui possède une autorisation de mise sur le marché en France peut toutefois être utilisé conformément à l’arrêté royal du 29 juin 1999 déterminant les conditions et modalités d’importation et de détention de certains médicaments à usage vétérinaire. Rappelons néanmoins que l’autorisation de mise sur le marché dépend d’un processus dont l’initiative doit émaner de la firme pharmaceutique.

In geı¨nfecteerde gebieden raken de dieren reeds bij de eerste weidegang besmet, waarna ze genezen en een zekere immuniteit opbouwen die in stand gehouden wordt door jaarlijkse herbesmettingen. De acute vorm van boviene babesiose doet zich voor wanneer een volwassen en nog niet eerder geı¨nfecteerd rund in een besmette kudde wordt gebracht, of wanneer een besmet dier wordt toegevoegd aan een babesiose-vrije kudde. In dit laatste geval kan een epidemie uitbreken die gepaard kan gaan met sterfte van meerdere dieren. Sterfte ten gevolge van deze aandoening wordt dan ook overwegend vastgesteld in bedrijven die voorheen vrij waren van babesiose, waardoor de dierenarts vaak niet vertrouwd is met de ziektesymptomen en niet dadelijk een juiste diagnose kan stellen. In de klinieken kleine en grote huisdieren van de Faculteit Diergeneeskunde te Luik worden jaarlijks niet meer dan één of twee gevallen van acute boviene babesiose aangeboden. De verschillende diagnostische diergeneeskundige laboratoria van het land ontvangen ieder van 5 tot 30 aanvragen tot diagnostiek, per jaar. De behandeling van een infectie met Babesia divergens is symptomatisch, en bestaat uit het geven van een bloedtransfusie en het toedienen van ijzer. Chemotherapie berust op het toedienen van tetracyclines (oxytetracycline 510 mg/kg) en piroplasmiciden. Van deze laatste is geen enkel geregistreerd in Belgie¨, maar Carbesia (dipropionat immidocarbe), dat op de markt gebracht mag worden in Frankrijk, mag gebruikt worden overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 juni 1999 dat de voorwaarden en modaliteiten van de invoer en van het in bezit hebben van bepaalde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik reglementeert. Laat ons echter niet vergeten dat de toelating voor het in handel brengen afhangt van een proces dat op initiatief van het farmaceutisch bedrijf van start moet gaan.

DO 2004200502547

DO 2004200502547

Question no 320 de Mme Jacqueline Galant du 27 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 320 van mevrouw Jacqueline Galant van 27 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Augmentation du prix des paquets de cigarettes.

Verhoging van de prijs van een pakje sigaretten.

J’ai pris connaissance dernièrement du projet de la ministre wallonne Vienne concernant l’augmentation du prix du paquet de cigarettes. Si je m’en réfère à sa logique, elle considère qu’une augmentation du paquet de l’ordre de 10 % serait la solution radicale pour enrayer le phénomène du tabagisme.

Naar verluidt wil de Waalse minister Vienne de prijs van een pakje sigaretten verhogen. Zij redeneert dat een prijsstijging met 10 % een afdoende oplossing is om het probleem van het tabaksgebruik in te dijken.

Je crois pour ma part que l’augmentation de prix n’induira pas l’arrêt brusque et définitif qu’elle préco-

Zelf meen ik dat een dergelijke prijsverhoging rokers er niet toe zal aanzetten van de ene dag op de


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11861

nise. Les fumeurs les plus accros fumeront peut-être un peu moins mais n’arrêteront pas pour autant. Je crois d’ailleurs que les hausses précédentes n’ont pas enregistré les résultats escomptés à ce niveau.

andere en voorgoed met roken te stoppen. Al zullen verstokte rokers wellicht wat minder roken, toch zullen ze er daarom niet volledig mee ophouden. Ik meen overigens te weten dat de vorige prijsstijgingen niet tot het verhoopte resultaat op dat vlak hebben geleid.

Si la ministre considère que le tabagisme est une question culturelle, ne serait-il dès lors pas plus judicieux de plancher sur une bonne campagne de prévention à l’égard des jeunes ?

Als het tabaksgebruik inderdaad een culturele aangelegenheid is, zoals de minister stelt, ware een gedegen preventiebeleid ten aanzien van jongeren dan niet meer op zijn plaats ?

1. Je ne suis pas persuadée que le tabagisme touche plus largement les couches défavorisées de la population.

1. Ik ben er niet van overtuigd dat tabaksgebruik meer voorkomt bij kansarme bevolkingsgroepen.

a) Néanmoins, avez-vous des statistiques à ce sujet pour étayer les propos de la ministre Vienne ?

a) Beschikt u niettemin over statistieken ter zake die het standpunt van minister Vienne staven ?

b) Qu’existe-t-il en termes de campagnes de prévention à l’égard du public estudiantin ?

b) Welke mogelijkheden bestaan er om promotiecampagnes ten aanzien van studenten te voeren ?

2. La ministre souhaite également interrompre la campagne patch.

2. De minister wenst tevens de campagne rond de nicotinepleisters stop te zetten.

a) Avez-vous des résultats quant à celle-ci ?

a) Zijn de resultaten van die campagne bekend ?

b) Ne serait-il pas judicieux de prévoir une campagne choc en partenariat avec le monde pharmaceutique et médical ?

b) Ware het niet opportuun een opvallende campagne te lanceren in samenwerking met de medische wereld en de farmaceutische industrie ?

c) Qu’en est-il des statistiques en terme de nombre de fumeurs depuis qu’il a été décidé de placarder des annonces de mise en garde sur les paquets ?

c) Hoe evolueerden de statistieken inzake het aantal rokers sinds werd beslist waarschuwingen op de pakjes sigaretten aan te brengen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 320 de Mme Jacqueline Galant du 27 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 320 van mevrouw Jacqueline Galant van 27 oktober 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. a) Les augmentations de prix sont, selon la Banque mondiale, le moyen le plus efficace pour obtenir un effet sur la vente (Worldbank, Tobacco at a glance, June 2003) : « Price increases are the most effective and cost-effective deterrent — especially for young people and others with low incomes, who must, of necessity, be highly price responsive. A price rise of 10 % decreases consumption by about 8 % in low- and middle-income countries. Higher taxes will generate additional govemment revenue. » Dans les pays les plus riches l’effet d’une hausse de prix de 10 % est, selon la Banque mondiale de 4 %.

1. a) Prijsverhogingen zijn volgens de wereldbank de meest doeltreffende manier om een effect te hebben op de verkoop (Worldbank, Tobacco at a glance, June 2003) : « Price increases are the most effective and cost-effective deterrent — especially for young people and others with low incomes, who must, of necessity, be highly price responsive. A price rise of 10 % decreases consumption by about 8 % in lowand middle-income countries. Higher taxes will generate additional govemment revenue. » In de rijkere landen is het effect van een prijsverhoging van 10 % volgens de Wereldbank 4 %.

L’effet des hausses de prix est décrit de façon détaillée dans la littérature et apparaıˆt également comme conséquence des récentes hausses de prix en France. Dans ce pays le prix du paquet de cigarettes qui était de 3,9 euros en janvier 2003 est passé à 4,60 euros le

Het effect van prijsverhogingen is uitvoerig in de literatuur omschreven en blijkt ook uit de gevolgen van de recente prijsverhogingen in Frankrijk. In Frankrijk werd de prijs van een pakje sigaretten verhoogd van 3,90 euro in januari 2003 tot 4,60 euro op 20 okto-


2004

2005


1499

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11862

20 octobre 2003 et à 5 euros le 1er janvier 2004. Sur le plan de la santé publique, les résultats en France ont été particulièrement positifs : chute du nombre de fumeurs de 15,3 millions en 1999 à 13,5 millions en 2003, chute de la vente des cigarettes et forte augmentation de la vente de médicaments qui favorisent la désaccouˆtumance.

ber 2003 en tot 5 euro op 1 januari 2004. Op het vlak van de volksgezondheid waren de resultaten in Frankrijk bijzonder positief : daling van het aantal rokers van 15,3 miljoen in 1999 tot 13,5 miljoen in 2003, daling van de verkoop van sigaretten en sterke stijging van de verkoop van geneesmiddelen die helpen bij de ontwenning.

b) Dans le cadre du fonds de lutte contre le tabagisme, le comité d’accompagnement m’a remis un avis favorable pour un certain nombre de projets. Cinq projets (pour 531 000 euros), qui ont été retenus, ont comme objectif principal de décourager l’usage du tabac chez les jeunes. Je vais approuver ces projets afin qu’ils puissent être mis en exécution dans les prochains mois.

b) In het kader van het fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik heeft het begeleidingscomté mij een gunstig advies verleend voor een aantal projecten. Vijf projecten (voor 531 000 euro), die weerhouden werden, hebben als voornaamste doel het gebruik van tabak bij jongeren te ontmoedigen. Ik zal deze projecten goedkeuren zodat ze de komende maanden kunnen worden uitgevoerd.

2. a) et b) Je ne dispose pas de résultats quant à la campagne patch menée en région wallonne. Ce que je peux vous dire, c’est que les experts s’accordent tous sur un point : la simple gratuité des substituts nicotiniques ne semble à priori pas LA solution en matière d’aide au sevrage. Elle ne peut en aucun cas remplacer la motivation à arrêter qui demeure le critère le plus déterminant cas de cessation tabagique.

2. a) en b) Ik beschik niet over resultaten inzake de patch campagne die in het Waalse gewest werd gevoerd. Wat ik u wel kan zeggen is dat de experts het allen eens zijn over één punt : het gratis maken van nicotine vervangers lijkt a priori niet DE oplossing om te helpen bij ontwenning. Het kan de motivatie om te stoppen niet vervangen, wat toch het belangrijkste criterium blijft bij het stoppen met roken.

Les études dont je dispose montrent que l’accessibilité à des thérapies plus globales, encadrées par des professionnels compétents augmente réellement l’efficacité du sevrage. C’est d’ailleurs dans ce sens que j’ai débloqué, lors des négociations budgétaires qui viennent de s’achever, un montant destiné à lutter contre le tabagisme chez les femmes enceintes et leurs conjoints.

De studies waarover ik beschik tonen aan dat de toegang tot meer globale therapiee¨n, die worden begeleid door deskundigen, de efficie¨ntie van de ontwenning werkelijk verhoogd. Het is daarom dat ik tijdens de begrotingsonderhandelingen die recent afliepen, een bedrag heb vrijgemaakt voor het bestrijden van tabaksgebruik bij zwangere vrouwen en hun partners.

Concrètement, et conformément aux conclusions des experts dont je viens de vous parler, la mesure que je propose repose sur la complémentarité entre les thérapies médicamenteuses et psychologiques offertes aux fumeurs.

Concreet, en in overeenstemming met de conclusies van de experts, waarover ik het zo net had, berust de maatregel die ik voorstel op de complementariteit tussen de therapiee¨n met geneesmiddelen en de psychologische die aan rokers worden aangeboden.

` l’occasion de l’introduction des « grands avertisc) A sements » sur les emballages de cigarettes, j’ai fait réaliser une enquête sur ses conséquences. Cette enquête a concerné un échantillon représentatif pour la population belge de 2 002 personnes de 15 ans et plus et ce dans la période de 16 décembre 2003 au 21 janvier 2004.

c) Naar aanleiding van de invoering van de « grote waarschuwingen » op sigarettenverpakkingen heb ik een onderzoek laten uitvoeren naar het effect ervan. Dit onderzoek werd verricht op een steekproef van 2 002 personen van 15 jaar en ouder, representatief voor de Belgische bevolking in de periode tussen 16 december 2003 en 21 januari 2004.

De cette enquête les faits suivants ont été notés : 79 % des fumeurs de cigarettes manufacturées et 66 % des fumeurs de tabac à rouler avaient remarqué les nouveaux avertissements sur les paquets de cigarettes. Les nouveaux avertissements pour le tabac à rouler étaient obligatoires depuis le 1er octobre 2003.

Uit het onderzoek bleek het volgende : 79 % van de rokers van gewone sigaretten en 66 % van rokers van roltabak hadden de nieuwe waarschuwingen op sigarettenpakjes opgemerkt. Voor roltabak werden de nieuwe waarschuwingen verplicht op 1 oktober 2003.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11863

Il ressort des réponses des fumeurs qu’on constate l’effet des avertissements surtout chez les jeunes de 15 à 24 ans et chez ceux qui voudraient arrêter de fumer d’ici un an.

Uit de antwoorden van de rokers blijkt het effect van de waarschuwingen vooral kan worden vastgesteld bij de jongeren tussen 15 en 24 jaar en bij diegenen die wensen te stoppen met roken binnen het jaar.

C’est chez les jeunes que le message passe le mieux : les jeunes de 15 à 24 ans se rappellent mieux des messages que les autres catégories d’aˆge. On peut cependant remarquer que le message « Fumer crée une forte dépendance, ne commencez pas » n’est mentionné que par 22 % des jeunes alors que 50 % mentionnent le message sur la grossesse, 44 % le message sur la mort prématurée, 38 % le message sur l’infécondité ainsi que celui sur le cancer du poumon.

Bij de jongeren slaan de boodschappen goed aan : jongeren tussen 15 en 24 jaar kunnen beter de boodschappen herinneren dan de andere leeftijdscategoriee¨n. Opmerkelijk is dat de boodschap « Roken werkt zeer verslavend : begin er niet mee » slechts door 22 % van de jongeren wordt vermeld, tegenover 50 % de boodschap over zwangerschap, 44 % de boodschap over het jonger sterven, 38 % de boodschap over de onvruchtbaarheid en eveneens 38 % de boodschap over longkanker.

Parmi toutes les personnes interrogées, 40 % sont d’avis que les nouveaux avertissements rendent les paquets moins attrayants pour les jeunes et 56 % des jeunes sont d’accord avec l’affirmation selon laquelle ils ont parlé des nouveaux avertissements avec des membres de leur famille ou des amis.

40 % van de ondervraagden is van oordeel dat de nieuwe waarschuwingen de pakjes minder aantrekkelijk voor jongeren maken en 56 % van de jongeren gaat akkoord met de stellinginname dat wel eens over de nieuwe waarschuwingen met vrienden of familie wordt gepraat.

Il est clair que le désir de cesser de fumer influe fortement sur l’attitude à l’égard des avertissements. Ceux qui voudraient arrêter de fumer d’ici un an ressentent les avertissements comme un soutien. Pour ceux qui ne souhaitent pas arrêter, les avertissements font peu de différence. Par exemple, 29 % de toutes les personnes interrogées sont d’avis que les nouveaux avertissements sont une motivation secondaire pour arrêter de fumer. On note ici une grande différence entre ceux qui voudraient arrêter de fumer d’ici un an, soit 46 % contre seulement 16 % chez ceux qui ne souhaitent pas arrêter de fumer.

Het is duidelijk dat de bereidheid om te stoppen met roken de houding tegenover de waarschuwingen sterk zal beı¨nvloeden. Bij diegenen die binnen het jaar zouden wensen te stoppen met roken, zijn de waarschuwingen een steuntje in de rug. Bij diegenen die niet wensen te stoppen met roken, maken de waarschuwingen weinig verschil. Bijvoorbeeld 29 % van alle ondervraagden is van oordeel dat de nieuwe waarschuwingen een bijkomende motivatie vormen om te stoppen met roken. Hier worden grote verschillen vastgesteld tussen diegenen die binnen het jaar zouden wensen te stoppen met roken, namelijk 46 %, tegenover slechts 16 % bij diegenen die niet wensen te stoppen met roken.

Le dernier sondage du CRIOC révèle que la proposition de fumeurs aurait sensiblement diminué en 2004, elle s’élèverait aujourd’hui à 24 % au lieu de 28 %.

De laatste peiling van OIVO toont aan dat de zin van de rokers beduidend gedaald was in 2004, het bedraagt vandaag de dag 24 % in plaats van 28 %.

DO 2004200503150

DO 2004200503150

Question no 378 de M. Jo Vandeurzen du 19 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Dossier médical général. — Un dossier par patient.

Vraag nr. 378 van de heer Jo Vandeurzen van 19 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Algemeen medisch dossier. — E´én dossier per patie¨nt.

L’organisation des soins de santé semble fondée sur le principe du dossier médical unique par patient, susceptible d’être consulté par tous les prestataires de soins.

De organisatie van de gezondheidszorg lijkt het principe voor te staan dat voor elke patie¨nt er slechts één dossier moet bestaan, dat door alle zorgverstrekkers wordt geconsulteerd.

1. Adhérez-vous à cette option ?

1. Kan u deze optie ondersteunen ?

2. Quelles initiatives sont prises actuellement pour favoriser la tenue d’un seul dossier médical (électronique) par patient ?


2004

2. Welke initiatieven worden er op dit ogenblik genomen om de organisatie van één (elektronisch) medisch dossier per patie¨nt te bevorderen ? 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11864

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 378 de M. Jo Vandeurzen du 19 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 378 van de heer Jo Vandeurzen van 19 januari 2005 (N.) :



L’optimisation de l’organisation de notre système de soins de santé passe par la promotion de la coopération entre les prestataires de soins, individuels et institutionnels, concernés par un même patient et donc de la communication et du partage de données pertinentes issues des dossiers personnels gérés par chaque acteur.

Het optimaliseren van ons gezondheidszorgsysteeem gebeurt door het bevorderen van de samenwerking tussen zorgverstrekkers, zowel individuele als institutionele, die bij een zelfde patie¨nt betrokken zijn en dus door het bevorderen van de communicatie en het delen van pertinente gegevens uit de persoonlijke dossiers die elke actor beheert.

C’est pourquoi nous soutenons le principe de mise en place, pour chaque citoyen-patient, d’un dossier santé électronique partagé accessible par les prestataires autorisés pour, par exemple, garantir la prise en charge optimale du patient dans le contexte d’une garde ou d’une urgence ou soutenir la continuité des soins avant et après une hospitalisation.

Daarom staan wij achter het principe van het instellen van een gedeeld elektronisch gezondheidsdossier voor elke burger-patie¨nt, dat toegankelijk is voor de geautoriseerde zorgverstrekkers om bijvoorbeeld een optimale opvang van een patie¨nt te garanderen in de context van een wachtdienst of een spoedgeval of de zorgcontinuı¨teit voor en na een ziekenhuisverblijf te waarborgen.

Ce projet nécessite la création d’un réseau santé télématique, outil ouvert, fédérateur et dédié de support à ce partage. Au-delà des données auxquelles il donne accès, son roˆle est fondamental comme carrefour d’authentification des utilisateurs, prestataires de soins comme patients, et de gestion des droits d’accès correspondants.

Dit project veronderstelt het oprichten van een telematica-gezondheidsnetwerk, namelijk een open, overkoepelend en ondersteunend instrument bestemd voor gedeelde informatie. Het netwerk verleent niet alleen toegang tot gegevens, het heeft ook een fundementele rol als kruispunt voor de authentificatie van de gebruikers, zowel zorgverstrekkers als patie¨nten, en het beheer van de overeenkomstige inzagerechten.

Issu de la collaboration volontaire entre tous les prestataires de soins de santé concernés par un même patient, donc y compris entre lignes de soins ou entre plusieurs sites géographiquement dispersés, le réseau santé télématique doit assurer que les données importantes pour sa prise en charge rapide et son suivi soient consultables là où le patient mobile dans le système des soins de santé se trouve et permet d’éviter la redondance de ces données ou la répétition des examens et des procédures qui les ont produites.

Gezien het gezondheidsnetwerk voortvloeit uit de vrijwillige samenwerking tussen alle zorgverstrekkers die bij een zelfde patie¨nt betrokken zijn, en dus ook tussen zorglijnen of verschillende geografisch verspreide plaatsen, garandeert dit netwerk dat de gegevens die belangrijk zijn voor een snelle opvang en follow-up van de patie¨nt kunnen worden geraadpleegd op de plaats waar de mobiele patie¨nt zich in het zorgsysteem bevindt. Het netwerk maakt het bovendien mogelijk om redundantie van die gegevens of herhaling van onderzoeken en procedures die de gegevens hebben gegenereerd, te vermijden.

Ainsi, le dossier santé électronique partagé, ouvert avec l’accord explicite du citoyen-patient, sera constitué au moins du « dossier santé résumé » (avec, entre autres, des informations critiques rapidement accessibles) et du « dossier santé historique » (liste minimum de contacts ambulatoires ou hospitaliers, des procédures réalisées avec référence des documents pertinents correspondants, comme, par exemple, les lettres de sortie).

Zo zal het gedeeld elektronisch gezondheidsdossier, dat met de uitdrukkelijke goedkeuring van de burgerpatie¨nt wordt geopend, minstens bestaan uit het « beknopt gezondheidsdossier » (met onder andere snel beschikbare kritische informatie) en het « historisch gezondheidsdossier » (minimale lijst van ambulante of ziekenhuiscontacten en van uitgevoerde procedures met de vermelding van de overeenkomstige relevante documenten, zoals bijvoorbeeld de ontslagbrieven).

Trois projets complémentaires ont pour mission de créer l’environnement permettant de garantir le développement du réseau santé télématique et du dossier santé électronique partagé. Ces trois chantiers sont

Drie complementaire projecten hebben tot doel de omgeving te scheppen die het mogelijk maakt via telematica het gezondheidsnetwerk en het gedeeld elektronisch patie¨ntendossier te ontwikkelen. Deze drie pro-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11865

documentés via le site internet de la Commission « Normes en matière de télématique au service du secteur des soins de santé », www.health.fgov.be/ telematics.

jecten worden gedocumenteerd op de website van de Commissie « Normen inzake Telematica ten behoeve van de sector van de Gezondheidszorg », www.health.fgov.be/telematics.

Premièrement, des procédures d’homologations de logiciels de gestion de dossiers patients nous permettent de promouvoir et de vérifier l’application des critères d’interopérabilité et d’échanges standardisés de données, en particulier l’exportation et l’importation de données constitutives du dossier santé résumé.

Ten eerste, zijn er de homologeringsprocedures voor softwarepakketten voor het beheer van patie¨ntendossiers die ons toelaten de toepassing van de interoperabiliteitscriteria en van gestandaardiseerde uitwisseling van gegevens te bevorderen en te verifie¨ren, en in het bijzonder de export en import van de gegevens die het beknopt gezondheidsdossier vormen.

Ensuite, le Conseil des ministres du 23 décembre 2004 a, sur notre proposition élaborée en collaboration avec le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, donné le feu vert pour la mise sur pied de « BeHealth », une plate-forme au moyen de laquelle toutes les informations et applications du secteur des soins de santé seront offertes électroniquement via un site portail. Ce dernier donnera accès tant aux prestataires de soins de santé qu’aux patients.

Vervolgens heeft de Minsterraad van 23 december 2004 op ons voorstel en uitgewerkt in samenwerking met de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, het licht op groen gezet om « BeHealth » op te richten. « BeHealth » is een platform waardoor via een portaalsite alle informatie en toepassingen van de gezondheidssector elektronisch beschikbaar zullen worden gesteld. Het portaal zal toegang verlenen aan zowel gezondheidsverstrekkers als aan patie¨nten.

Enfin, le développement d’un réseau santé télématique dédicacé à la gestion de dossiers santé électronique partagés est l’objet de projets pilotes initiés par l’administration des Soins de santé et dont les résultats prometteurs vont nous permettre de les formaliser pour généralisation par voie légale, après avis correspondant de la Commission pour la protection de la vie privée et intégration des procédures de sécurisation dans la plate-forme « BeHealth » précitée.

Tot slot, is de ontwikkeling van een telematicagezondheidsnetwerk bestemd voor het beheer van gedeelde elektronische gezondheidsdossiers één van de pilootprojecten die de administratie van Gezondheidszorg inleidde. De veelbelovende resultaten hiervan zullen ons in staat stellen deze te formaliseren teneinde ze bij wet te veralgemenen, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en te integreren in de veiligheidsprocedures van hogervermeld platform « BeHealth ».

N’ignorons pas que la réalisation de ces objectifs ambitieux doit passer par une concertation approfondie avec tous les intervenants concernés, le corollaire de la promotion du travail collaboratif sous-jacent étant la définition et le respect de règles communes, parfois au détriment d’intérêts particuliers ou avec la remise en cause de projets ou de pratiques existantes.

We mogen hierbij niet uit het oog verliezen dat om deze ambitieuze doelstellingen te realiseren grondig overleg met alle betrokken actoren vereist is. Het bevorderen van samenwerking impliceert immers dat gemeenschappelijke regels worden bepaald en nageleefd, wat soms ten koste van bepaalde belangen is of gepaard gaat met het in vraag stellen van projecten of bestaande praktijken.

DO 2004200503169

DO 2004200503169

Question no 383 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 383 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit.

FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.

L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit

Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11866

veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit. Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?

de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst. Kan u meedelen wanneer dit zal gerealiseerd zijn ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 383 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 383 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :



Je rappelle au préalable et en vue d’éclairer la réponse, les éléments suivants issus des arrêtés royaux du 2 octobre 2002 et 7 novembre 2000.

Laat mij vooraf ter verduidelijking enkele elementen aanhalen uit de koninklijke besluiten van 2 oktober 2002 en 7 november 2000.

Arrêté royal du 2 octobre 2002 :

Koninklijk besluit van 2 oktober 2002 :

Section 1. — Le service d’encadrement audit interne au sein du service public fédéral.

Afdeling 1. — De stafdienst Interne Audit binnen de federale overheidsdienst.

Art. 3. Au sein de chaque service public fédéral, un service d’encadrement Audit interne est créé.

Art. 3. Binnen elke federale overheidsdienst wordt een stafdienst Interne Audit opgericht.

Ce service est placé sous l’autorité hiérarchique du Comité d’audit du service public fédéral.

Deze dienst staat onder het hie¨rarchisch gezag van het Auditcomité van de federale overheidsdienst.

Le président du Comité de direction assure le soutien administratif et logistique de l’audit interne.

De voorzitter van het directiecomité staat in voor de administratieve en logistieke ondersteuning van de interne audit.

Art. 4. Le service d’encadrement est dirigé par le titulaire de la fonction d’encadrement de « Responsable du Service d’audit interne » visée à l’article 2, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions d’encadrement dans les services publics fédéraux, ci-après dénommé « Chef de l’Audit interne ».

Art. 4. De stafdienst wordt geleid door de houder van de staffunctie « Hoofd van de Interne Auditdienst », bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten, hierna genoemd « Hoofd Interne Audit ».

Art. 7. La description de fonction et le profil de compétences, visés à l’article 6 du même arrêté, sont déterminés par le ministre concerné sur proposition du président du Comité d’audit.

Art. 7. De functiebeschrijving en het competentieprofiel, bedoeld in artikel 6 van hetzelfde besluit, worden bepaald door de betrokken minister op voorstel van de voorzitter van het Auditcomité.

Arrêté royal du 7 novembre 2000 :

Koninklijk besluit van 7 november 2000 : no

Section 4. (inséré par arrêté royal 34 du 19 juillet 2001, article 16, 002; En vigueur : 7 août 2001) — Le Comité d’audit.

Afdeling 4. (ingevoegd door koninklijk besluit nr. 34 van 19 juli 2001, artikel 16, 002; Van kracht : 7 augustus 2001) — Het Auditcomité.

Art. 8bis. (inséré par arrêté royal no 34 du 19 juillet 2001, article 16, 002; En vigueur : 7 août 2001) — Le Comité d’audit est composé :

Art. 8bis. (ingevoegd door koninklijk besluit nr. 34 van 19 juli 2001, artikel 16, 002; Van kracht : 7 augustus 2001) — Het Auditcomité is samengesteld uit :

— d’un président, qu’il désigne en son sein;

— een voorzitter, die het in zijn schoot aanduidt;

— d’experts externes;

— externe experten;

— d’un représentant de l’Inspection des Finances.

— een vertegenwoordiger van de Inspectie van Financie¨n.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11867

Le nombre des membres du Comité d’audit ne peut être supérieur à six.

Het aantal leden van het Auditcomité mag niet meer dan zes bedragen.

Ils ne peuvent exercer aucune fonction opérationnelle dans le service public fédéral.

Ze mogen geen operationele functies in de federale overheidsdienst uitoefenen.

Le Comité d’audit invite, selon la matière à traiter, comme observateurs, les personnes qu’il estime nécessaires.

Het Auditcomité nodigt, naargelang het te behandelen domein, als waarnemers uit wie het nodig acht.

Le Comité d’audit se réunit au moins quatre fois par an.

Het Auditcomité vergadert minimum vier maal per jaar.

Les missions du Comité d’audit se situent à trois niveaux : le controˆle interne, le processus d’audit et l’information financière. Il favorise la communication entre, d’une part, les membres du Conseil stratégique et du Comité de direction et, d’autre part, les membres du Conseil stratégique et du Service d’audit interne.

De opdrachten van het Auditcomité situeren zich op drie niveaus, zijnde de interne controle, het auditproces en de financie¨le informatie. Het bevordert de communicatie tussen enerzijds de leden van de Beleidsraad en van het directiecomité en anderzijds de leden van de Beleidsraad en van de Interne Auditdienst.

Le service d’encadrement « Audit interne », qui relève administrativement du président du Comité de direction, rapporte directement au Comité d’audit.

De stafdienst « Interne Audit » die administratief onder de voorzitter van het directiecomité valt, rapporteert rechtstreeks aan het Auditcomité.

Art. 8ter. (inséré par arrêté royal no 34 du 19 juillet 2001, article 16, 002; En vigueur : 7 août 2001) — Le Comité d’audit fait directement rapport au Conseil stratégique, notamment, chaque année, sur son fonctionnement et l’exercice de ses missions.

Art. 8ter. (ingevoegd door koninklijk besluit nr. 34 van 19 juli 2001, artikel 16, 002; Van kracht : 7 augustus 2001) — Het Auditcomité brengt rechtstreeks verslag uit bij de Beleidsraad, inzonderheid, elk jaar, over zijn werking en uitoefening van zijn opdrachten. »

Il apparaıˆt de ces textes ainsi que des rapports des travaux préparatoires à la création des audits internes, que :

Uit die teksten en uit het werk ter voorbereiding van de invoering van interne audits blijkt dat :

— le Conseil stratégique doit désigner les experts constituant un Comité d’audit,

— « Beleidsraad experts moet aanwijzen om deel uit te maken van het Auditcomité,

— le ministre définit le profil de compétence du directeur de l’Audit sur proposition du Comité d’audit.

— de minister, op voorstel van het Auditcomité, het functieprofiel vaststelt van de Auditdirecteur.

Actuellement, le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement ne dispose pas d’un Conseil stratégique, et donc aucun expert n’a été désigné pour former le Comité d’audit, et par voie de conséquence aucune procédure de sélection d’un directeur de l’Audit n’a été entamée.

Momenteel beschikt de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu niet over een Beleidsraad, zodat nog geen deskundige werd aangewezen om het Auditcomité samen te stellen, waardoor er ook nog geen procedure is gestart voor het selecteren van een Auditdirecteur.

Le SPF place haut dans ses priorités stratégiques l’amélioration des processus de gestion.

Tot de belangrijkste beleidsprioriteiten van de FOD behoort het verbeteren van de managementprocessen.

Le SPF poursuit par ses forces internes la mise en œuvre d’un controˆle interne et de projets BPR, actuellement en phase de mise en œuvre mais aussi de relancement dans des activités insuffisamment couvertes.

De FOD laat niets onverlet om interne controle en BPR-projecten op te zetten, die thans in uitvoering zijn, en om zich opnieuw met activiteiten bezig te houden die nog onvoldoende aandacht hebben gekregen.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11868

DO 2004200503171

DO 2004200503171

Question no 384 de Mme Colette Burgeon du 21 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 384 van mevrouw Colette Burgeon van 21 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

AFSCA. — Rapport d’activités.

FAVV. — Activiteitenverslag.

Test Achats a estimé, fin décembre 2004, que le rapport d’activités 2003 de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) devrait donner plus de transparence quant aux activités de l’Agence et aux suites données aux infractions constatées.

Eind december 2004 formuleerde Test-Aankoop de wens dat het activiteitenverslag 2003 van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen meer klaarheid zou scheppen over de activiteiten van het Agentschap evenals over de manier waarop tegen de vastgestelde overtredingen wordt opgetreden.

Test Achats regrette, par exemple, que les décisions de fermeture d’établissement ou de retrait de certaines denrées alimentaires ne soient pas davantage clairement portées à la connaissance des consommateurs. ` l’instar de ce qui se fait dans d’autres pays, A comme les USA ou l’Irlande, rendre publiques les sanctions prises en cas d’infraction ne pourrait que renforcer la confiance du consommateur dans les institutions officielles chargées de la protéger.

Test-Aankoop betreurt bijvoorbeeld dat de consumenten onvoldoende worden ingelicht over de beslissingen om een zaak te sluiten of bepaalde voedingswaren uit de handel te nemen.

Quelles suites envisagez-vous donner à ces deux suggestions de Test Achats ?

Welk gevolg zal u aan deze twee voorstellen van Test-Aankoop geven ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 384 de Mme Colette Burgeon du 21 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 384 van mevrouw Colette Burgeon van 21 januari 2005 (Fr.) :



L’Agence alimentaire a expliqué sa stratégie de communication au Comité consultatif lors de la réunion du 29 octobre 2003. Test Achats fait partie de ce Comité en tant que représentants des organisations de consommateurs. Dans deux documents, qui figurent avec le rapport sur le site web de l’agence, il a été précisé quand et comment l’AFSCA communique et sur quels sujets.

Het Voedselagentschap heeft zijn communicatiestrategie toegelicht aan het Raadgevend Comité van 29 oktober 2003. Als één van de vertegenwoordigers van de verbruikersorganisaties maakt Test-Aankoop deel uit van dit Comité. In een tweetal documenten die samen met het verslag terug te vinden zijn op de website van het agentschap, werd duidelijk gemaakt wanneer, wat en hoe het FAVV communiceert.

Au sein de la mission de communication, l’Agence a opté pour une politique transparente. En d’autres mots, une communication ouverte avec un droit de consultation pour tous les acteurs. Il n’y a pas d’entrave à cette politique ouverte, mais il faut cependant tenir compte des règles liées au respect de la vie privée ou de l’ordre public.

Binnen de communicatieopdracht koos het agentschap voor een transparant beleid, weer bepaald een open communicatie met inzagerecht voor alle actoren. Op dit open beleid zit geen rem maar toch moet rekening gehouden worden met regels verbonden aan het respect voor de privé levenssfeer of openbare orde.

L’Agence alimentaire s’adresse directement à ses différents groupes cibles par le biais d’un certain nombre de voies, notamment des communiqués de presse, son Bulletin, des publications, la participation aux foires, son site web et le rapport d’activités.

Via diverse kanalen richt het Voedselagentschap zich rechtstreeks tot zijn verschillende doelgroepen. Deze kanalen zijn onder andere persberichten, de Nieuwsbrief, publicaties, deelname aan beurzen, een eigen website en het jaarverslag.


2004

Belgie¨ zou het voorbeeld van andere landen, zoals de Verenigde Staten en Ierland, moeten volgen. Die landen maken de maatregelen die tegen de overtredingen worden genomen openbaar. Dit werkt het vertrouwen van de consumenten in de officie¨le instellingen die over de consumentenbelangen waken alleen maar in de hand.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11869

Le champ d’activités de l’Agence alimentaire est large et génère chaque jour un tas d’informations. L’Agence alimentaire communiquera toujours et directement lorsque des incidents avec implications pour le consommateur se produisent (par exemple retraits de produits) ou lorsqu’il y a des imprécisions à propos des segments de l’industrie alimentaire concernés, par exemple suite à la fermeture d’une entreprise à Stekene en juin 2004. Les informations, nécessaires aux consommateur pour maıˆtriser sa propre sécurité alimentaire, seront toujours fournies.

Het activiteitendomein van het Voedselagentschap is ruim en genereert dagelijks een berg aan informatie. Het Voedselagentschap zal steeds en onmiddellijk communiceren wanneer er zich incidenten voordoen met implicaties voor de consument (bijvoorbeeld terugroepingen van producten) of wanneer geen duidelijkheid bestaat over welke delen van de agroalimentaire industrie betrokken, is zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van de sluiting van een bedrijf in Stekene in juni 2004. De informatie die de consument nodig heeft om de eigen voedselveiligheid te beheersen zal steeds gegeven worden.

L’Agence alimentaire ne vise pas de politique du pilori, qui révèlerait systématiquement les noms des personnes sanctionnées. Cela aboutirait à une politique très répressive. Dans le nouveau business plan, approuvé par le gouvernement, l’Agence alimentaire choisit une autre voie, notamment : l’exploitant d’un établissement, dans lequel le consommateur entre en contact direct avec des denrées alimentaires et qui est déclaré conforme lors d’une inspection, doit avoir la possibilité d’en afficher la preuve dans son magasin (smiley). Donc, cet emblème de l’AFSCA pourrait être affiché à coˆté de l’agrément ou de l’enregistrement obligatoires. De cette manière, on tiendra compte des souhaits du consommateur : celui-ci peut être sûr que l’entreprise qu’il fréquente est connue de l’AFSCA et il peut constater qu’aucune remarque négative à propos de l’exploitation n’a été émise lors du dernier controˆle.

Het Voedselagentschap streeft geen schandpaalpolitiek na waarbij de namen van gesanctioneerden systematisch worden kenbaar gemaakt worden. Dit zou leiden tot een erg repressief beleid. Het Voedselagentschap kiest in het nieuwe, door de regering goedgekeurd businessplan voor een andere weg, namelijk : een uitbater van een inrichting waar de consument rechtstreeks met voedsel in contact komt, en die bij een inspectie conform wordt bevonden, moet de vrijwillige mogelijkheid krijgen om in zijn winkelruimte het bewijs hiervan te afficheren (smiley). Dit FAVVembleem zou dan uitgehangen kunnen worden naast de verplichte erkenning of registratie. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan de wensen van de consument : hij kan er zeker van zijn dat de uitbating die hij frequenteert gekend is bij het FAVV, en hij kan vaststellen dat er bij de laatste controle geen negatieve opmerkingen over de uitbating werden gemaakt.

DO 2004200503192

DO 2004200503192

Question no 386 de M. Jo Vandeurzen du 24 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 386 van de heer Jo Vandeurzen van 24 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Note fédérale sur la drogue. — Accord de coopération.

Federale drugnota. — Samenwerkingsakkoord.

` l’occasion de la discussion portant sur la note A fédérale sur la drogue, le Parlement fédéral a adopté un accord de coopération visant à rendre possible dans notre pays la conduite d’une politique plus intégrée en matière de drogues.

Naar aanleiding van de federale drugnota werd in het Federaal Parlement een samenwerkingsakkoord goedgekeurd dat ertoe moet strekken om een meer geı¨ntegreerd drugbeleid in ons land mogelijk te maken.

1. Pourriez-vous me dire si les différents parlements que compte notre pays ont adopté cet accord de coopération ?

1. Kan u meedelen in welke mate dit samenwerkingsakkoord door de verschillende parlementen in ons land werd goedgekeurd ?

2. Pour quelle raison cet accord de coopération n’est-il pas encore entré en vigueur ?

2. Wat is de reden waarom het samenwerkingsakkoord nog niet in werking is getreden ?


2004

2005


1500

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11870

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 386 de M. Jo Vandeurzen du 24 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 386 van de heer Jo Vandeurzen van 24 januari 2005 (N.) :



Le nom complet de cet accord de coopération est « Accord de coopération entre l’E´tat, les communautés, la Commission communautaire commune, la Commission Communautaire française et les régions pour une politique de drogues globale et intégrée ». Il a été signé par toutes les parties concernées le 2 septembre 2002.

De volledige benaming van dit samenwerkingsakkoord luidt : « Samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de gewesten voor een globaal en geı¨ntegreerd drugsbeleid ». Dit akkoord werd op 2 september 2002 door alle betrokken partijen ondertekend.

L’E´tat fédéral a ratifié cet accord par une loi du 11 mai 2003. La Communauté française a signé le décret nécessaire le 17 juillet 2003 et la Communauté flamande le 19 mars 2004.

De federale overheid heeft dit akkoord via een wet van 11 mei 2003 bekrachtigd. De Franse Gemeenschap heeft het nodige decreet op 17 juli 2003 ondertekend, de Vlaamse Gemeenschap op 19 maart 2004.

Les parties qui doivent encore ratifier cet accord sont la Communauté germanophone, la Commission Communautaire commune, la Commission Communautaire française, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale.

De partijen die dit akkoord nog moeten bekrachtigen zijn de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Un courrier invitant à ratifier l’accord a été envoyé aux entités en octobre 2004.

Er is in oktober 2004 een brief verstuurd aan de overheden ter uitnodiging om het akkoord te bekrachtigen.

Mon cabinet programmera prochainement une réunion relative à l’organisation de la cellule générale. La ratification de l’accord de coopération sera mise à l’ordre du jour de la réunion.

Mijn kabinet zal weldra een vergadering inzake de organisatie van de algemene cel plannen. De bekrachtiging van samenwerkingsakkoord zal op de agenda van die vergadering geplaatst worden.

DO 2004200503199

DO 2004200503199

Question no 388 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 388 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides.

Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.

La directive 2001/42 du Parlement européen et du Conseil du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement impose une évaluation environnementale pour ce plan de développement; Les E´tats membres devaient prendre les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à cette directive avant le 21 juillet 2004. Cette directive me semble être d’application sur le programme de réduction de pesticides approuvé par le gouvernement le 11 décembre 2004.

De richtlijn 2001/42 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s bepaalt dat dit ontwikkelingsplan aan een milieubeoordeling moet worden onderworpen. De lidstaten moesten de nodige wetgevende, regelgevende en administratieve bepalingen uitvaardigen om zich voó´r 21 juli 2004 naar die richtlijn te schikken. Mijns inziens is de richtlijn van toepassing op het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen dat de regering op 11 december 2004 goedkeurde.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11871

1. a) De quelle manière a-t-il été tenu compte lors de l’élaboration du programme de réduction de pesticides de la directive 2001/42 ?

1. a) In hoeverre werd bij het opstellen van het reductieprogramma bestrijdingsmiddelen met de richtlijn 2001/42 rekening gehouden ?

b) Qui a rédigé le rapport sur les incidences environnementales ?

b) Wie stelde het verslag over de milieugevolgen op ?

c) De quelle manière avez-vous tenu compte de ce rapport ?

c) In hoeverre hebt u met dit verslag rekening gehouden ?

2. Ou` en êtes-vous avec la transposition de cette directive en droit belge ?

2. Hoever staat u met de omzetting van die richtlijn in Belgisch recht ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 388 de Mme Muriel Gerkens du 24 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 388 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 januari 2005 (Fr.) :



1. a) Il n’a pas été tenu compte de la directive 2001/42/ EC lors de l’élaboration du premier programme de réduction des pesticides à usage agricole et des biocides. Les E´tats membres devaient se conformer à la directive avant le 21 juillet 2004 (article 13, 1);

1. a) Er werd bij het opstellen van het eerste programma ter vermindering van de gewasbeschermingsmiddelen en biociden geen rekening gehouden met de richtlijn 2001/42/EG, De lidstaten moesten zich voor 21 juli 2004 (artikel 13, 1) voegen naar de richtlijn;

Toutefois, l’obligation d’une évaluation environnementale, telle que prévue à l’article 4, § 1er, de cette directive, ne s’applique pas au présent programme de réduction des pesticides à usage agricole et des biocides. En effet, suivant l’article 13, § 3, de cette directive, cette obligation ne s’applique pas aux plans et programmes adoptés avant le 21 juillet 2006. Or le programme de réduction des pesticides à usage agricole et des biocides a été adopté par le gouvernement fédéral le 10 décembre 2004.

De verplichting voor een milieubeoordeling zoals voorzien in artikel 4, § 1, van deze richtlijn, is niet toepasbaar op onderhavig programma ter vermindering van de gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Volgens artikel 13, § 3, van deze richtlijn is deze verplichting immers niet toepasbaar op plannen en programma’s die werden aangenomen voor 21 juli 2006. Het programma ter vermindering van de gewasbeschermingsmiddelen en biociden is aangenomen door de regering op 10 december 2004.

b) Le rapport sur les incidences n’a donc pas été rédigé.

b) Er is dus geen milieubeoordeling opgesteld.

c) II n’a donc pas été tenu compte d’un tel rapport

c) Er is dus geen rekening gehouden met dergelijke beoordeling.

2. La transposition de la directive 2001/42/EC est actuellement en cours.

2. De omzetting van richtlijn 2001/42/EG is op heden nog aan de gang.

DO 2004200503239

DO 2004200503239

Question no 390 de Mme Danielle Van LombeekJacobs du 28 janvier 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 390 van mevrouw Danielle Van LombeekJacobs van 28 januari 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Lisibilité des notices des médicaments.

Duidelijke bijsluiters.

Souvent, les patients ne comprennent pas la notice d’accompagnement des médicaments en raison d’une terminologie médicale complexe.

Vaak begrijpen patie¨nten de moeilijke medische terminologie in de bijsluiter van een geneesmiddel niet.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11872

Les exigences quant au fond et à la forme des notices pour le public sont décrites aux articles 2 et 3 de l’arrêté royal du 7 avril 1995 relatif à l’information et à la publicité concernant les médicaments à usage humain.

De inhoudelijke en vormelijke vereisten waaraan de bijsluiter voor het publiek moet voldoen, staan omschreven in de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting en de reclame inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

Pourtant la date de péremption est parfois indiquée de différentes matières : PER (périmé) ou EX (expire) ou VAL (valable).

De vervaldatum wordt echter met verschillende afkortingen aangegeven : Ex., Exp., Per., Valid.

1. Pourquoi n’uniformise-t-on pas ces éléments dans les notices ?

1. Waarom wordt de vervaldatum niet op een uniforme manier aangegeven ?

2. a) Procède-t-on régulièrement à une évaluation de la lisibilité des notices ?

2. a) Worden bijsluiters regelmatig getoetst op hun duidelijkheid ?

b) Si non, pourquoi ?

b) Zo neen, waarom gebeurt dat niet ?

3. Que recommande la Commission européenne en cette matière ?

3. Wat beveelt de Europese Commissie op dat gebied aan ?

4. Quelles initiatives avez-vous déjà prises pour améliorer la lisibilité des notices des médicaments ?

4. Wat heeft u al ondernomen om bijsluiters van geneesmiddelen duidelijker te maken ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 390 de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs du 28 janvier 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 390 van mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs van 28 januari 2005 (Fr.) :



1. Je préciserai d’abord que les exigences quant au fond et à la forme des notices pour le public des médicaments à usage humain sont décrites en détail à l’article 2sexies de l’arrêté royal du 3 juillet 1969 sur l’enregistrement des médicaments, tel que modifié à plusieurs reprises. Des abréviations telles que « PER », « EX » ou « VAL » sont utilisées quant à elles sur l’emballage ou l’étiquette des médicaments. L’agence européenne des médicaments recommande d’utiliser l’abréviation « EXP » aussi bien en français qu’en néerlandais et « verw.bis » en allemand. Une uniformisation devrait s’opérer progressivement. Par ailleurs, la notice doit mentionner à la rubrique « comment conserver le médicament » la recommandation suivante : « N’utilisez plus le médicament après la date de péremption figurant sur l’étiquette/l’emballage/le flacon après la mention ne pas utiliser après ou EXP ».

1. Laat mij in de eerste plaats aanstippen dat de eisen inzake vorm en inhoud van bijsluiters voor het publiek van geneesmiddelen voor menselijk gebruik gedetailleerd worden beschreven in artikel 2sexies van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen, als dusdanig herhaaldelijk gewijzigd. Afkortingen als « PER », « EX » of « VAL » worden op de verpakking of op het etiket van geneesmidelen gebruikt. Het Europees Geneesmiddelenagentschap beveelt aan zowel in het Nederlands als in het Frans de afkorting « EXP » te gebruiken, en « verw.bis » in het Duits. Standaardisering zou geleidelijk aan moeten gebeuren. Bovendien moet in de bijsluiter in de rubriek « Hoe bewaart u het geneesmiddel ? » volgende aanbeveling staan : « Gebruik het geneesmiddel niet meer na de uiterste gebruiksdatum die aangegeven wordt op het etiket/de verpakking/de flacon na de vermelding « niet te gebruiken na » of « EXP » ».

Une circulaire a été adressée en février 2003 à toutes les firmes pharmaceutiques pour leur rappeler les exigences légales et leur donner des lignes directrices en matière d’étiquetage et de rédaction des notices. Ces lignes directrices sont directement d’application pour les nouveaux médicaments et sont progressivement mises en œuvre pour les anciens médicaments. Ce processus aboutira à une uniformisation. La circulaire

In februari 2003 werd naar alle farmaceutische firma’s een omzendbrief gestuurd waarin hen aan de wettelijke eisen werd herinnerd en hen richtsnoeren werden gegeven inzake de etikettering en het opstellen van bijsluiters. Die richtsnoeren zijn onmiddellijk van toepassing op de nieuwe geneesmiddelen en worden geleidelijk toegepast op de oude geneesmiddelen. Dat zal uiteindelijk tot standaardisering leiden. De om-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11873

est accessible sur le site web de la direction générale Médicaments.

zendbrief kan worden geraadpleegd op de website van het directoraat-generaal Geneesmiddelen.

2. Deux aspects sont à considérer : la lisibilité proprement dite et le contenu du message. En Belgique, la notice doit être rédigée au moins dans les trois langues nationales. Il est vrai que cela peut être à l’origine de difficultés si un long texte doit être imprimé sur un feuillet destiné à être inséré dans une toute petite boıˆte. Les firmes doivent pourtant prendre les dispositions nécessaires pour assurer cette lisibilité. Le controˆle de la lisibilité n’est actuellement pas systématique car le modèle définitif « boıˆte » n’est pas introduit dans le dossier d’enregistrement. Mais des remarques sont régulièrement faites aux firmes suite à une prise d’échantillons ou suite à des plaintes de consommateurs.

2. Er zijn twee belangrijke aspecten : de eigenlijke leesbaarheid en de inhoud van de boodschap. Bijsluiters moeten in Belgie¨ minstens in de drie landstalen zijn opgesteld. Dit kan inderdaad problemen geven wanneer een lange tekst op een blaadje moet worden gedrukt dat in een klein doosje moet worden gestopt. Toch moeten de firma’s alles in het werk stellen om de leesbaarheid te waarborgen. Er wordt momenteel echter niet systematisch op leesbaarheid gecontroleerd omdat het model dat uiteindelijk in het doosje belandt, niet in het registratiedossier voorkomt. Er worden wel geregeld opmerkingen gemaakt aan de firma’s na een monstername of ingevolge een klacht van consumenten.

En ce qui concerne le contenu du message, la notice pour le public est un des éléments approuvés lors de l’enregistrement du médicament.

De inhoud van de boodschap van de bijsluiters voor het publiek is één van de elementen die bij de registratie van het geneesmiddel moeten worden goedgekeurd.

3. La directive européenne 2004/27/CE du 31 mars 2004 modifiant la directive 2001/83/CE instituant un code communautaire relatif aux médicaments à usage humain, apporte quelques éléments nouveaux en cette matière. En effet, il y est prévu que la notice reflète les résultats de la consultation de groupes cibles de patients, afin de garantir sa lisibilité, sa clarté et sa facilité d’utilisation. Les résultats des évaluations ainsi réalisées en coopération avec des groupes cibles de patients devront être fournis lors de la demande d’autorisation de mise sur le marché du médicament.

3. De Europese richtlijn 2004/27/EG van 31 maart 2004 tot wijziging van richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik brengt hier enkele nieuwe elementen aan. Zo wordt er gezegd dat in de bijsluiter rekening moet worden gehouden met de resultaten van het overleg met patie¨ntendoelgroepen, zodat hij leesbaar, duidelijk en gebruiksvriendelijk is. De resultaten van de aldus met de doelgroepen uitgevoerde evaluaties moeten worden voorgelegd bij de aanvraag tot het in de handel brengen van het geneesmiddel.

4. Comme mentionné au point 1, une circulaire a été adressée aux firmes en février 2003. Ses effets ont été immédiats pour les nouveaux médicaments et s’installent progressivement pour les anciens médicaments, au fur et à mesure des renouvellements quinquennaux, des demandes de variation impliquant la notice ou à la demande expresse de la direction générale Médicaments. Par ailleurs la nouvelle directive européenne évoquée au point 3 sera transposée dans le droit national pour le 1er novembre 2005.

4. Zoals in punt 1 gezegd, werd in februari 2003 een omzendbrief gestuurd naar de firma’s. Deze heeft directe gevolgen voor de nieuwe geneesmiddelen en is geleidelijk van toepassing op de oude geneesmiddelen, in functie van de vijfjaarlijkse hernieuwingen, de aanvragen tot variatie met een invoed op de bijsluiter of op uitdrukkelijk verzoek van het directoraat-generaal Geneesmiddelen. Bovendien zal de in punt 3 genoemde Europese Richtlijn tegen 1 november 2005 in het Belgisch recht zijn omgezet.

DO 2004200503317

DO 2004200503317



Rapport de l’OMS sur l’efficacité de l’homéopathie.

Rapport WGO. — Werking homeopathie.

La Commission « médicaments traditionnels » de l’Organisation mondiale de la santé (OMS) prépare sous la direction de sa coordonnatrice, le Dr. Xiaorui Zhang, à un rapport hallucinant qui soutient que l’efficacité de l’homéopathie est avérée.

De Commissie « traditionele geneeswijzen » van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) werkt onder leiding van hun coo¨rdinator, Dr. Xiaorui Zhang, aan een verbijsterend rapport dat beweert dat de werkzaamheid van homeopathie bewezen is.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11874

La Commission de l’OMS ignore ainsi les bilans critiques dressés par d’éminents auteurs et instances, dont les conclusions sont diamétralement opposées. Les références scientifiques citées par le rapport sont dépassées, leurs résultats ont été infirmés ou ne pourront jamais être confirmés par des études indépendantes.

De WGO-Commissie legt hierbij de kritische overzichten van gezaghebbende auteurs en instanties, die allen tot volledig negatieve conclusies komen, naast zich neer. De wetenschappelijke referenties die het rapport aanvoert zijn achterhaald of ingetrokken of kunnen nooit door onafhankelijk onderzoek herhaald worden.

Ainsi, le rapport reproduit textuellement — mais partiellement — les conclusions d’une étude sur l’effet placebo de l’homéopathie du scientifique allemand Klaus Linde, publiée en 1997 dans « The Lancet ». Ce dernier souligne lui-même qu’il n’a trouvé aucun indice démontrant la réelle efficacité de l’homéopathie mais le rapport de l’OMS ne mentionne pas cette dernière affirmation.

Het rapport herneemt bijvoorbeeld volledig de foutief geciteerde conclusie van een onderzoek naar homeopathische placebo-effecten van de Duitse wetenschapper Klaus Linde dat in 1997 in « The Lancet » verscheen. Laatstgenoemde stipt zelf aan dat hij geen enkel bewijs heeft gevonden dat homeopathie duidelijk werkt doch deze laatste zin wordt in het WGO-rapport niet vermeld.

La « Nederlandse Vereniging tegen de Kwakzalverij » (association néerlandaise contre le charlatanisme) a déjà adressé une lettre de protestation à M. Hoogervorst, ministre néerlandais de la Santé publique, pour l’inviter à demander instamment à l’OMS d’appliquer les critères scientifiques les plus rigoureux.

De Nederlandse « Vereniging tegen de Kwakzalverij » stuurde reeds een protestbrief naar de Nederlandse minister van Volksgezondheid Hoogervorst met de vraag om bij de WGO aan te dringen op het hanteren van de hoogste wetenschappelijke maatstaven.

Comme l’OMS prend ses décisions à la majorité des suffrages, les pays du tiers-monde — qui privilégient les traitements par les « thérapies traditionnelles » — ont une voix prépondérante. C’est ainsi que l’OMS a déjà publié un rapport unilatéral sur l’efficacité de l’acupuncture.

Gezien de WGO beslissingen neemt bij meerderheid van stemmen, hebben de derdewereldlanden — met hun voorkeursbehandeling van de « traditionele geneeswijzen » — een doorslaggevende stem in de WGO. Op deze manier werd door de WGO reeds een eenzijdig rapport uitgebracht over de werkzaamheid van acupunctuur.

1. Qui représente notre pays à l’OMS ?

1. Wie vertegenwoordigt ons land in de WGO ?

2. Envisagez-vous, comme votre collègue néerlandais, de demander à l’OMS d’appliquer les critères scientifiques les plus rigoureux ?

2. Overweegt u, zoals uw Nederlandse collega, bij de WGO aan te dringen op het hanteren van de hoogst wetenschappelijke maatstaven ?

3. Envisagez-vous de demander à l’OMS de faire revoir le rapport sur l’homéopathie par des experts indépendants de l’industrie homéopathique ?

3. Overweegt u bij de WGO aan te dringen dat het rapport betreffende homeopathie zou gereviseerd worden door experts die onafhankelijk zijn van de homeopathie-industrie ?

4. Comment peut-on empêcher l’OMS de publier des rapports unilatéraux sur les thérapies traditionnelles ?

4. Op welke wijze kan vermeden worden dat de WGO eenzijdig rapporten uitbrengt betreffende materies over traditionele geneeswijzen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 395 de M. Luk Van Biesen du 7 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 395 van de heer Luk Van Biesen van 7 februari 2005 (N.) :



Tout d’abord, l’interpellation parle d’un « rapport déconcertant » qui prétendrait que l’efficacité de l’homéopathie est prouvée.

Eerst en vooral spreekt de interpellatie over een « verbijsterend rapport » dat zou beweren dat de werkzaamheid van homeopathie bewezen is.

Mes services ont pris contact avec l’Organisation mondiale de la Santé (OMS) et plus précisément avec le Dr Xiaorui Zhang, mentionnée dans l’interpellation.

Mijn diensten hebben contact opgenomen met de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) en meer bepaald met de in de interpellatie vermelde Dr. Xiaorui Zhang.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11875

De la réponse reçue, il apparaıˆt qu’il existe en effet un « draft document » au sujet de l’homéopathie. Cependant les statuts de ce document au niveau de l’OMS est comme suit et je cite le Dr. Xiaorui Zhang :

Uit het verkregen antwoord blijkt dat er inderdaad een « draft document » over homeopathie bestaat. De status van dit document is echter op het niveau van de WGO als volgt en ik citeer Dr. Xiaorui Zhang :

« The draft document was discussed and reviewed by two WHO working group meetings and is in circulation for comments. ».

« The draft document was discussed and reviewed by two WHO working group meetings and is in circulation for comments. ».

En concordance avec les méthodes de travail habituelles de l’OMS, il est mentionné sur le « draft document » :

In overeenstemming met de gebruikelijke werkmethoden van de WGO staat op het « draft document » vermeid :

« This draft is intended for a restricted audience only, i.e. the individuals and organizations having received this draft The draft may not be reviewed, abstracted, quoted, reproduced, transmitted, distributed, translated or adapted, in part or in whole, in any form or by any means outside these individuals and organizations (including the organizations’concerned staff and member organizations) without the permission of WHO. The draft should not be displayed on any website. »

« This draft is intended for a restricted audience only, i.e. the individuals and organizations having received this draft. The draft may not be reviewed, abstracted, quoted, reproduced, transmitted, distributed, translated or adapted, in part or in whole, in any form or by any means outside these individuals and organizations (including the organizations’concerned staff and member organizations) without the permission of WHO. The draft should not be displayed on any website. »

Je n’ai donc pas l’intention de donner un commentaire sur un document de travail de l’OMS qui n’a pas de statut officiel et que je ne connais pas.

Ik ben dus niet van plan commentaar te geven op een werkdocument van de WGO dat geen officie¨le status heeft en dat ik niet ken.

J’ai la plus grande confiance en l’OMS parce que, depuis son origine en 1948, elle a toujours utilisé des critères rigoureux quand elle devait faire des recommandations aux E´tats membres dans le domaine de la ` ma connaissance, la correction politique de santé. A scientifique de l’OMS n’a jamais été remise en question.

Ik heb het grootste vertrouwen in de WGO, omdat ze sinds haar ontstaan in 1948 steeds rigoureuse criteria gebruikt heeft vooraleer aanbevelingen te doen aan de lidstaten qua gezondheidsbeleid. Bij mijn weten werd de wetenschappelijke correctheid van de WGO zelden of nooit in vraag gesteld.

Et maintenant, je réponds aux questions précises.

En nu ga ik antwoorden op de preciese vragen.

1. En ce qui concerne la représentation belge près de l’OMS, il faut bien distinguer différents niveaux.

1. Wat betreft de Belgische vertegenwoordiging bij de WGO, dient men verschillende niveaus te onderscheiden.

Les E´tats Membres ont un pouvoir de décision direct uniquement au niveau des organes directeurs (Governing bodies) de l’OMS. Il s’agit d’une part :

De lidstaten hebben enkel een directe beslissingsbevoegdheid in de beleidsorganen (Governing bodies) van de WGO. Het gaat hierbij over :

au niveau mondial :

op mondiaal niveau :

1) du Conseil exécutif, dont seulement 32 pays sont membres

1) de Uitvoerende Raad, waarvan enkel 32 landen lid zijn;

2) de l’Assemblée mondiale de la Santé (World Health Assembly), qui compte actuellement 192 E´tats Membres.

2) de algemene vergadering van de WGO (World Health Assembly), met op dit ogenblik 192 lidstaten;

et au niveau européen :

op europees niveau :

— du Comité régional de l’OMS pour l’Europe qui comprend 52 pays.

— het Europees Regionaal Comité van de WGO met 52 landen.

La Belgique a été membre du Conseil exécutif de 1999 à 2002.

Belgie¨ was lid van de Uitvoerende Raad van 1999 tot 2002.

Actuellement, la Belgique n’est plus membre du Conseil exécutif mais elle assiste régulièrement aux réunions en tant qu’observateur.

Vandaag is Belgie¨ niet langer lid van de Uitvoerende Raad, maar neemt deel aan de vergadering als waarnemer.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11876

La délégation belge à l’Assemblée mondiale de la Santé, qui se tient annuellement au mois de mai, est composée des ministres et des fonctionnaires des différents niveaux de pouvoir de notre pays (fédéral, communautés et régions) qui ont une compétence dans le domaine de la santé.

De Belgische delegatie voor de Algemene Vergadering van de WGO, jaarlijks in mei, is samengesteld uit de ministers en ambtenaren van de diverse beleidsniveau’s in ons land (federaal, gemeenschappen en gewesten) die een beveogdheid hebben op vlak van gezondheid.

La position belge est toujours le résultat d’un consensus parmi toutes ces autorités. Elle est aussi généralement en harmonie avec la position des 25 pays membres de l’Union européenne.

De Belgische positie is steeds het resultaat van een consensus tussen deze authoriteiten en in lijn met de positie van de 25 lidstaten van de Europese Unie.

Lors du Conseil exécutif et de l’Assemblée mondiale de la Santé, des réunions de coordination ont régulièrement lieu avec les pays membres de l’Union européenne qui y essaient de définir des positions communes.

Tijdens de Uitvoerende Raad en de Algemene Vergadering van de WGO, worden regelmatige coordinatievergaderingen georganiseerd met de lidstaten van de Europese Unie en dit met de bedoeling een gezamelijke positie te bepalen.

La position belge n’est donc pas définie par un seul représentant mais par un consensus national et européen.

De Belgische positie is dus niet bepaald door één enkele vertegenwoordiger, maar door een consensus op nationaal en europees niveau.

La délégation belge, qui assistait à l’Assemblée mondiale de 2003, y a en effet approuvé le 28 mai 2003, la résolution WHA56.31 « Traditional medicine ».

De Belgische delegatie die deelnam aan de algemene Vergadering in 2003, heeft daar op 28 mei 2003 onder meer de volgende resolutie goedgekeurd : WHA56.31 « Traditional medicine ».

Il s’agit d’une résolution très générale qui avait comme principal objectif la reconnaissance et la valorisation de certaines pratiques traditionnelles dans les pays en voie de développement. Le texte de cette résolution est très général et ne mentionne pas l’homéopathie. ` ma connaissance, le texte de cette résolution n’a A jamais été contesté par la communauté scientifique. ` coˆté des organes directeurs, il y a le niveau d’exéA cution de l’OMS. C’est la responsabilité du Directeur Général de l’OMS d’exécuter ce qui a été décidé par les organes directeurs.

Het gaat hier over ene zeer algemene resolutie met als voornaamste doelstelling de erkenning en valorisatie van bepaalde traditionele medische praktijken in ontwikkelingslanden. De tekst van deze resolutie is zeer algemeen en er wordt geen melding gemaakt van homeopathie.

C’est donc le directeur général de l’OMS qui convoque des groupes d’experts. ` ma connaissance, l’OMS s’est toujours basée 2. A sur des données objectives et scientifiques dans toutes les recommandations qu’elle a faites relatives à la politique de santé des pays membres.

Het is dus de Algemeen Directeur van de WGO die experten groepen samenbrengt.

Je ne possède actuellement aucune donnée objective qui démontrerait que subitement l’OMS n’utiliserait plus de critères scientifiques rigoureux.

Ik beschik op dit ogenblik over geen enkel objectief gegeven dat aantoont dat aangeeft dat de WGO geen strikte wetenschappelijke criteria gebruikt.

Cependant, j’ai l’intention d’envoyer copie de ma réponse à la présente question parlementaire au Dr Lee, Directeur Général de l’OMS, en attirant son attention sur la manifeste sensibilité du sujet de l’homéopathie.

Ik heb echter de intentie een kopie van mijn antwoord op deze parlementaire vraag door te sturen naar Dr. Lee, de Algemeen Directeur van de WGO, om zijn aandacht te trekken op de gevoeligheid van het onderwerp homeopathie.

3. Je pense que l’OMS a toujours pris ses distances vis-à-vis de l’industrie pharmaceutique.

3. Ik denk dat de WGO steeds een zekere afstand genomen heeft ten opzichte van de farmaceutische industrie.


2004

Bij mijn weten is de tekst van deze resolutie nooit in twijfel getrokken door de wetenschappelijke wereld. Er is natuurlijk ook het uitvoerend niveau binnen de WGO. Het is de verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur van de WGO om de beslissingen van de beleidsorganen uit te voeren.

2. Volgens mij heeft de WGO zich steeds gebaseerd op objectieve en wetenschappelijke gegevens bij het maken van aanbevelingen met betrekking tot het gezondheidsbeleid van zijn lidstaten.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11877

C’est au directeur général actuel, le Dr. Lee, de veiller à ce que le principe d’indépendance vis-à-vis de l’industrie soit respecté, quelque soit le domaine d’activité de cette industrie. Je n’ai aucune raison de douter de l’attitude rigoureuse du Directeur général actuel à ce sujet.

Het is aan de huidige Directeur-generaal, Dr. Lee, om er op toe te zien dat het principe van onafhankelijkheid ten opzicht van de industrie, welke dan ook, gerespecteerd wordt, ik heb geen enkele reden om de rigoureuse houding hierover van de Directeur-generaal te betwijfelen.

4. Ici aussi, je pense qu’il est de la responsabilité du Directeur général de l’OMS de veiller à ce que cela n’arrive pas.

4. Ook hier ben ik van mening dat het de verantwoordelijkheid is van de Directeur generaal erop toe te zien dat dit niet gebeurt.

La copie de la présente réponse que je lui enverrai pourra lui rappeler sa responsabilité à ce sujet.

Een kopie van dit antwoord, dat ik hem zal toesturen, kan hem herinneren aan deze verantwoordelijkheid.

DO 2004200503325

DO 2004200503325

Question no 398 de Mme Ingrid Meeus du 8 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 398 van mevrouw Ingrid Meeus van 8 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Hoˆpitaux. — Maternités.

Ziekenhuizen. — Materniteitsafdelingen.

Le ministre a récemment déclaré sa volonté d’améliorer l’organisation des maternités. Si certaines maternités manquent de moyens, d’autres n’ont pas assez de patientes. Le ministre juge impératives une meilleure coordination et une répartition plus équilibrée des ressources et des charges des maternités. La maternité de la « Sint-Jozefkliniek » à Bornem, qui avait enregistré 670 naissances l’année dernière, craint de devoir fermer ses portes faute de disposer d’un service pédiatrique.

Onlangs verkondigde de minister een betere organisatie met betrekking tot de materniteiten voorop te stellen. Immers enkele materniteiten hebben geen middelen genoeg daar waar andere materniteiten te weinig patie¨nten hebben. Volgens de minister is een betere afstemming van deze materniteitsafdelingen dringend noodzakelijk. In de materniteitsafdeling van Sint-Jozef te Bornem, een afdeling die vorig jaar 670 geboorten telde, is de vrees groot dat deze zal worden gesloten omdat dit ziekenhuis geen pediatriedienst heeft.

` quels critères les hoˆpitaux devront-ils satisfaire 1. A pour préserver leur maternité ?

1. Aan welke criteria zullen ziekenhuizen moeten voldoen om hun materniteitsafdeling te kunnen behouden ?

2. La survie de la maternité est-elle conditionnée par la présence d’un service pédiatrique ?

2. Is de aanwezigheid van een pediatriedienst noodzakelijk om een materniteitsafdeling te behouden ?

3. Combien de maternités et lesquelles seront fermées ?

3. Hoeveel en welke materniteiten zullen in de toekomst gesloten worden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 398 de Mme Ingrid Meeus du 8 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 398 van mevrouw Ingrid Meeus van 8 februari 2005 (N.) :



Actuellement, je travaille à la réorganisation des services de pédiatrie dans les hoˆpitaux. L’objectif est d’aboutir à un programme de soins pour enfants qui prête attention aux besoins spécifiques des enfants hospitalisés. Aucune modification n’est apportée à la réglementation existante relative aux maternités.

Momenteel werk ik aan de reorganisatie van de diensten voor kindergeneeskunde in ziekenhuizen. Bedoeling is te komen tot een zorgprogramma voor kinderen waarbij aandacht wordt besteed aan de specifieke noden van gehospitaliseerde kinderen. Aan de bestaande regelgeving betreffende materniteiten worden geen wijzigingen aangebracht.


2004

2005


1501

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11878

DO 2004200503384

DO 2004200503384

Question no 404 de M. Jo Vandeurzen du 16 février 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Accompagnement ambulatoire des détenus. 1. Pouvez-vous indiquer dans quelle mesure l’accompagnement ambulatoire des détenus est organisé en Belgique ? 2. Existe-t-il des accords spécifiques en la matière avec les services compétents ? 3. Combien de places sont-elles éventuellement disponibles pour cet accompagnement ambulatoire ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2005, à la question no 404 de M. Jo Vandeurzen du 16 février 2005 (N.) :

Vraag nr. 404 van de heer Jo Vandeurzen van 16 februari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Ambulante begeleiding gedetineerden. 1. Kan u meedelen in welke mate de ambulante begeleiding voor gedetineerden in Belgie¨ is uitgebouwd ? 2. Zijn er hier specifieke afspraken over met bevoegde diensten ? 3. Hoeveel plaatsen zijn er eventueel voor ambulante behandeling beschikbaar ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2005, op de vraag nr. 404 van de heer Jo Vandeurzen van 16 februari 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. J’ai l’honneur d’apporter aux questions de l’honorable membre la réponse suivante en ce qui concerne l’accompagnement ambulatoire des détenus. L’accompagnement ambulatoire des détenus ne relève pas de mes compétences, mais de celles de la ministre de la Justice. (Question no 604 du 22 mars 2005.) Par contre, le SPF Santé publique suit un projetpilote concernant le traitement intensif des internés libérés à l’essai « medium risk ». Le SPF Justice a également développé un projet-pilote pour le même groupecible. Les SPF Santé publique et Justice se réunissent pour le moment afin de parvenir à l’harmonisation de ces projets-pilotes.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden op zijn vragen betreffende de ambulante begeleiding van gedetineerden. De ambulante begeleiding van gedetineerden valt niet onder mijn bevoegdheid, maar wel onder die van de minister van Justitie. (Vraag nr. 604 van 22 maart 2005.) De FOD Volksgezondheid volgt daarentegen wel een pilootproject op betreffende de intensieve behandeling van geı¨nterneerden vrij op proef « medium risk ». De FOD Justitie heeft tevens een pilootproject ontwikkeld voor dezelfde doelgroep. De FOD’s Justitie en Volksgezondheid vergaderen momenteel teneinde te komen tot een harmonisatie van deze pilootprojecten.

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2004200503181

DO 2004200503181

Question no 65 de M. Pieter De Crem du 21 février 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Peu d’intérêt manifesté par les Belges pour l’entreprise indépendante. Les résultats de l’Eurobaromètre de la Commission européenne indiquent que la propension des Belges à

Vraag nr. 65 van de heer Pieter De Crem van 21 februari 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Lage interessegraad van Belgen in het zelfstandig ondernemerschap. Uit de resultaten van de Eurobarometer van de Europese Commissie blijkt dat de interesse van Belgen


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11879

créer leur propre entreprise se situe nettement en dessous de la moyenne européenne. En effet, seulement trois de nos compatriotes sur dix ambitionnent de mener une carrière d’indépendant. Dans ce domaine, seuls les Néerlandais et les Finlandais sont encore plus frileux que les Belges. Les perspectives à long terme ne sont pas davantage enthousiasmantes : pour les cinq prochaines années, 19 % des Belges seulement nourrissent l’ambition de lancer leur propre activité. Si les Belges sont si réticents à l’égard de l’entreprise indépendante, c’est principalement parce qu’ils ont peur d’échouer et préfèrent un salaire fixe et un emploi stable. Le régime de sécurité sociale moins avantageux des indépendants constitue à cet égard un obstacle supplémentaire, de même que, même si c’est dans une moindre mesure, le manque de connaissances requises pour lancer une activité d’indépendant et l’absence de capital de départ. Ce manque d’ambition des Belges préoccupe la Commission européenne qui incite les E´tats membres à créer un climat favorable à l’esprit d’entreprise en prenant des mesures adéquates pour que les entreprises débutantes aient plus de chances de réussir.

om een eigen zaak op te starten ver onder het Europese gemiddelde ligt. Slechts drie op tien landgenoten ambie¨ren een carrière als zelfstandige. Enkel in Nederland en Finland is de wil tot ondernemen nog beperkter. Ook de resultaten op langere termijn ogen niet rooskleurig : de komende vijf jaar toont slechts 19 % van de Belgen de ambitie een eigen bedrijf op te starten. De belangrijkste redenen waarom Belgen weigerachtig staan ten opzichte van het zelfstandig ondernemerschap betreffen de angst voor faling en de voorkeur tot het vasthouden aan een vast loon en een stabiele job. Het mindere sociale zekerheidsstelsel van de zelfstandige vormt hierbij een extra obstakel met in mindere mate ook de gebrekkige kennis om een zaak op te starten en een tekort aan startkapitaal. De Europese Commissie maakt zich terecht zorgen over die beperkte ondernemersambitie en pleit bij de lidstaten voor een ondernemersvriendelijk klimaat met maatregelen om starters meer kansen te geven.

1. Confirmez-vous les chiffres de la Commission européenne ?

1. Kan u deze cijfers van de Europese Commissie bevestigen ?

2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour encourager l’entreprise indépendante ?

2. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om het zelfstandig ondernemerschap aan te moedigen ?

3. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre pour continuer d’encourager l’entreprise indépendante ?

3. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen om het zelfstandig ondernemerschap verder aan te moedigen ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 mars 2005, à la question no 65 de M. Pieter De Crem du 21 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 maart 2005, op de vraag nr. 65 van de heer Pieter De Crem van 21 februari 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. J’ai effectivement pris connaissance du FlashEurobaromètre no 160 de juin 2004, réalisé pour la cinquième fois à la demande de la Commission européenne, qui porte notamment sur l’esprit d’entreprise. Ses résultats ne me paraissent pas si négatifs pour notre pays. La question suivante a été posée par échantillonnage à la population européenne : « Supposons que vous puissiez choisir entre divers types de métiers, que préféreriez-vous : être un employé ou être indépendant ? ». Les résultats de ce sondage sont les suivants : seuls 34 % des répondants belges choisissent le métier d’entrepreneur indépendant. Je remarque toutefois que, des années 2000 à 2004, le pourcentage moyen des citoyens européens tentés par l’entreprenariat est tombé de 51 à 45 % et que celui des citoyens préférant le salariat a augmenté de 44 à 51 %. En Belgique, l’intérêt pour l’entreprenariat est resté relativement stable, passant de 36 % en 2000 à 34 % en 2004. Chez

1. In de laatste Flash-Eurobarometer nr. 160 van juni 2004, die voor de vijfde maal is aangemaakt in opdracht van de Europese Commissie en die mij welbekend is, wordt onder meer gepeild naar de zin voor ondernemerschap. De resultaten voor ons land lijken me niet alle zo negatief. In een steekproefgewijze bevraging van de Europese bevolking met de vraag « Wanneer u zou kunnen kiezen, gaat uw voorkeur dan uit naar een job als werknemer of als zelfstandige? » komen de volgende resultaten beschikbaar : slechts 34 % van de Belgische respondenten kiest voor een baan als zelfstandig ondernemer. Ik merk in ieder geval op dat van 2000 tot 2004 de zin voor ondernemerschap van de gemiddelde Europese burger is gedaald van 51 naar 45 % en zijn zin voor een bestaan als werknemer is toegenomen van 44 % naar 51 %. De zin voor ondernemerschap bleef in Belgie¨ eerder stabiel en evolueerde sedert 2000 van 36 naar 34 % in


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11880

nos voisins néerlandais, je constate une évolution à la baisse de 41 à 33 % sur la période considérée.

2004. Bij onze noorderburen in Nederland daalde de zin voor ondernemerschap over de beschouwde periode van 41 naar 33 %.

Par ailleurs, j’estime aussi intéressant le second volet de la question. Le pourcentage moyen de citoyens européens préférant le salariat croıˆt fortement de 44 à 51 %, tandis que celui des Belges diminue de 61 à 58 %.

Het andere mogelijke antwoord op dezelfde vraag vind ik eveneens de moeite waard om te bekijken. In Europa groeit de zin voor een bestaan als werknemer van 44 naar 51 %, terwijl de zin om te werken voor een werkgever in Belgie¨ daalde van 61 naar 58 %.

Sur la période considérée, l’envie de créer son entreprise s’est plutoˆt stabilisée dans notre pays alors qu’elle a fortement diminué dans l’UE des 15. Je constate ainsi un revirement en Europe et dans les pays voisins avec un nombre croissant de citoyens préférant le salariat.

Over de beschouwde periode is de zin om te ondernemen in Belgie¨ eerder stabiel gebleven, terwijl deze in de EU 15 sterk verminderde. Daarenboven stel ik tevens in europa en in de ons omringende landen een sterke omslag vast waarbij de voorkeur voor een baan als werknemer sterk is toegenomen.

Une autre publication de la Commission européenne « Benchmarking enterprise policy » de novembre 2004 (SEC 1427) présente les chiffres réels de l’entreprenariat dans les différents E´tats membres de l’UE. Il en ressort qu’en 2003, 13 % de la population active belge travaillaient comme entrepreneurs indépendants, positionnant ainsi notre pays entre la moyenne de l’Union européenne des 15 et celle de l’Union européenne des 25. Notre pays dépasse les pays voisins tels que les Pays-Bas, le Royaume Uni, l’Irlande, la France et l’Allemagne et n’obtient donc pas d’aussi mauvais résultats en matière d’entreprenariat que ceux souvent annoncés par la presse sur la base d’autres publications.

Een andere publicatie van de Europese Commissie « Benchmarking enterprise policy » van november 2004 (SEC 1427) brengt ondermeer het ondernemerschap in de verschillende EU-lidstaten in beeld op basis van ree¨le cijfers. En daaruit blijkt dat in 2003 13 % van de Belgische actieve bevolking werkzaam is als zelfstandig ondernemer; een score waarmee ons land als enige tussen de gemiddelde EU15 en EU25-score ligt. Ons land komt daarbij uit boven ons omringende landen als Nederland, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk en Duitsland en scoort niet slecht in ondernemerschap zoals dikwijls in de pers op basis van andere publicaties wordt voorgesteld.

Enfin, je voudrais revenir un instant à l’Eurobaromètre précité. Selon les chiffres que vous en avez extraits, seuls 19 % des Belges aˆgés de 15 ans et plus auraient pour ambition, au cours des cinq prochaines années, de créer leur propre entreprise. Si je rapporte ce pourcentage à la population active — univers pourtant plus réduit que la population des 15 ans et plus — cela donnerait 176 000 nouveaux entrepreneurs par an, ce qui est un chiffre incroyable.

Ten slotte wil ik terug komen op de voornoemde Eurobarometer. Volgens de cijfers die u aanhaalt zou de komende vijf jaar slechts 19 % van de Belgen, personen van 15 jaar en ouder de ambitie hebben om een eigen bedrijf op te starten. Wanneer 19 % van de actieve bevolking wordt in rekening genomen — een universum dat kleiner is dan de bevolking van 15 jaar en ouder — dan zou dit leiden tot een jaarlijkse creatie van ongeveer 176 000 nieuwe ondernemers, wat ongeloofwaardig hoog is.

En conclusion, je pense qu’il importe, dans le cadre de données relatives à l’esprit d’entreprise, de faire une distinction entre celles basées sur des sondages et celles fondées sur des valeurs statistiques réellement comptées.

Als besluit wil ik vermelden dat het inzake statistieken over ondernemerschap belangrijk is om een onderscheid te maken tussen deze die voortkomen uit peilingen en deze die gebaseerd zijn op reeël getelde statistische waarden.

2. Promouvoir la création d’entreprises indépen` cet dantes est l’une de mes principales missions. A effet, j’ai notamment pris diverses initiatives, aussi bien sur le plan social qu’économique.

2. Het aanmoedigen van het zelfstandig ondernemerschap is een van mijn hoofdopdrachten. In het kader daarvan heb ik diverse initiatieven genomen die zich zowel op het sociale als op het economische vlak situeren.

2.1. Au cours de la présente législature, j’ai décidé plusieurs mesures pour rendre plus attractif le régime de sécurité sociale des indépendants et ainsi réduire l’écart avec celui des salariés. Ce différentiel est, en effet, une des raisons pour laquelle les jeunes optent

2.1. In deze regeerperiode heb ik maatregelen uitgewerkt die het sociale zekerheidsstelsel van de zelfstandigen meer aantrekkelijk maken en die de kloof met dat van de werknemers moeten dichten. De kloof tussen de twee stelsels is een van de redenen waarom


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11881

plutoˆt pour un emploi de salarié que pour le statut d’entrepreneur indépendant.

jonge krachten eerder kiezen voor een baan als loontrekkende dan voor een bestaan als zelfstandig ondernemer.

En septembre 2004, le seuil de la pension a été relevé, opération qui sera systématiquement répétée en 2005, 2006 et 2007.

In september van 2004 werd het minimumpensioen opgetrokken, wat stelselmatig in 2005, 2006 en 2007 zal herhaald worden.

` partir de juillet 2005, les conjoints ou partenaires A aidants seront obligatoirement repris dans les secteurs des pensions et allocations familiales afin que leurs droits y soient garantis en cas de rupture, de divorce ou de décès du conjoint ou partenaire indépendant.

Vanaf juli 2005 wordt de meewerkende echtgenoot of partner verplicht opgenomen in de sectoren pensioenen en kinderbijslag zodat het recht eruit wordt gevrijwaard in het geval van de beeïndiging van de relatie, van een echtscheiding of van het overlijden van de zelfstandige die wordt bijgestaan.

Pour ce qui est des allocations familiales ordinaires, les allocations perçues par les indépendants pour le premier enfant et le supplément d’aˆge pour enfant unique ou dernier né ont été ramenées au niveau des allocations familiales des salariés.

Inzake de gewone kinderbijslag werd voor de zelfstandigen de kinderbijslag voor het eerste kind en de leeftijdstoeslag voor een enig kind of het laatst geborene opgetrokken tot het niveau van de kinderbijslag waarvan loontrekkenden genieten.

En outre, l’assurance sociale pour les indépendants en faillite a été étendue à maximum six mois. Le failli continue également de bénéficier pendant quatre trimestres du droit aux allocations familiales et aux soins de santé.

Tevens werd de sociale verzekering ten voordele van gefailleerde zelfstandigen uitgebreid tot maximaal zes maanden. De gefailleerde blijft gedurende vier trimesters van het recht op kinderbijslag en gezondheidszorgen genieten.

2.2. Le financement de la création d’une nouvelle entreprise demeure un problème. Pour augmenter et pérenniser les moyens d’intervention du Fonds de Participation, j’ai institué un « Fonds Starters ». Un premier emprunt obligataire placé dans le public a ainsi récolté 65 millions d’euros.

2.2. De geringe beschikbaarheid van financieringsmogelijkheden kan een rem zijn voor het opstarten van een nieuw bedrijf. Daarom heb ik bij het Participatiefonds het Startersfonds opgericht teneinde de werkingsmiddelen te verruimen en veilig te stellen. Via een obligatielening bij het publiek werd daartoe 65 miljoen euro opgehaald.

Depuis le 1er septembre 2004, les produits de financement du Fonds de Participation ont été rationnalisés et élargis. Starteo est destiné aux start-ups et aux entreprises de moins de 4 ans tandis qu’Optimeo vise les entrepreneurs et les professions libérales actifs depuis plus de 4 ans qui initient des nouveaux investissements.

Sinds 1 september 2004 werden de financieringsproducten van het Participatiefonds vernieuwd en verruimd. Starteo is bestemd voor startende ondernemingen en ondernemingen jonger dan vier jaar terwijl Optimeo bestemd is voor ondernemingen en vrije beroepen die reeds langer dan 4 jaar actief zijn die nieuwe investeringsprojecten op stapel zetten.

3. Il est inhabituel d’interroger un ministre à propos de son action politique à venir par le biais d’une question parlementaire. Je mentionne néanmoins deux importants domaines dans lesquels des travaux préparatoires sont en cours.

3. Het is ongewoon om een minister via een parlementaire vraag te bevragen over zijn toekomstige beleidsacties. Desalniettemin vermeld ik twee belangrijke domeinen waarin het voorbereidende werk gaande is.

3.1. La loi d’établissement a besoin d’être modernisée aussi bien pour les connaissances de gestion que professionnelles. Le programme des connaissances de gestion de base sera remanié. L’accent sera davantage mis sur la connaissance requise pour élaborer un plan d’entreprise. Quant aux compétences professionnelles, certaines réglementations ne correspondent plus ni à la réalité économique ni à l’évolution de l’enseignement.

3.1. De vestigingswetgeving is aan modernisering toe zowel op het vlak van de basiskennis van het bedrijfsbeheer als op het vlak van de vakbekwaamheid. Het programma dat de inhoud van de beheerskennis bepaalt zal worden gemoderniseerd. De nadruk zal meer komen te liggen op die kennis die noodzakelijk is om een bedrijfsplan op te stellen. Inzake beroepsvaardigheden beantwoorden bepaalde regelgevingen niet meer aan de economische werkelijkheid en zijn ze achterhaald omdat ze niet de evolutie van het onderwijs hebben gevolgd.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11882

3.2. Le projet de loi relatif à l’information précontractuelle dans le cadre d’accords de partenariat commercial, approuvé récemment par le Conseil des ministres, devrait permettre à des Indépendants de s’engager avec plus d’assurance et de sécurité dans les différentes voies de telles coopérations commerciales.

3.2. Het wetsontwerp betreffende de precontractuele informatie bij commercie¨le samenwerkingsovereenkomsten, dat onlangs goedgekeurd werd door de Ministerraad, zal de zelfstandige ondernemer meer zekerheid en duidelijkheid brengen alvorens hij dergelijke commercie¨le overeenkomst aangaat.

Agriculture

Landbouw

DO 2004200503603

DO 2004200503603

Question no 60 de Mme Frieda Van Themsche du 8 mars 2005 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 60 van mevrouw Frieda Van Themsche van 8 maart 2005 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Exploitations agricoles.

Landbouwbedrijven.

1. a) Combien d’exploitations agricoles encore actives en Belgique ?

sont-elles

1. a) Hoeveel landbouwbedrijven zijn er nog actief in Belgie¨ ?

b) Combien d’exploitations sont actives respectivement en Wallonie, en Flandre et dans la Région de BruxellesCapitale ?

b) Hoeveel in Wallonie¨, hoeveel in Vlaanderen en hoeveel in het Brussels hoofdstedelijk Gewest ?

2. Combien d’exploitations agricoles ont-elles cessé leurs activités en 2004 dans les différentes Régions ?

2. Hoeveel landbouwbedrijven zijn in de verschillende gewesten gestopt in 2004 ?

3. Combien d’entre elles ont-elles débuté leurs activités dans les trois Régions en 2004 ?

3. Hoeveel landbouwbedrijven zijn in 2004 gestart in de drie gewesten ?

4. Combien d’entre elles ont été déclarées en faillite dans les trois Régions séparément au cours de l’année 2004 ?

4. Hoeveel landbouwbedrijven gingen failliet in de drie gewesten elk afzonderlijk in het jaar 2004 ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 mars 2005, à la question no 60 de Mme Frieda Van Themsche du 8 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 maart 2005, op de vraag nr. 60 van mevrouw Frieda Van Themsche van 8 maart 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

La ventilation des résultats issus du recensement agricole (exploitations agricoles actives, cessations d’activités, nouvelles exploitations) entre les différentes Régions se fait en fonction de la localisation du siège de l’exploitation. Le siège de l’exploitation correspond au principal baˆtiment agricole de l’exploitation.

De uitsplitsing van de resultaten van de landbouwtelling (actieve landbouwbedrijven, stopzettingen van activiteit, nieuwe bedrijven) over de gewesten gebeurt volgens de ligging van de bedrijfszetel. Als bedrijfszetel beschouwt men het voornaamste landbouwgebouw van het bedrijf.

Les résultats concernant les faillites sont ventilés entre les régions en fonction de la localisation du siège social de l’entreprise.

De resultaten over de faillissementen worden over de gewesten uitgesplitst volgens de ligging van de maatschappelijke zetel van de onderneming.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11883

1. a) et b) Exploitations agricoles actives

1. a) en b) Actieve landbouwbedrijven

Le nombre d’exploitations agricoles actives, c’està-dire d’entreprises produisant des produits agricoles en vue de les vendre, enregistrées lors du recensement agricole de mai 2004 était de 53 221 unités pour la Belgique, dont 35 486 pour la Région flamande, 17 712 pour la Région wallonne et 23 pour la Région de Bruxelles-Capitale. 2. Cessations d’activité

Het aantal actieve landbouwbedrijven, dat wil zeggen ondernemingen die landbouwproducten voortbrengen voor de verkoop, zoals vastgesteld ter gelegenheid van de landbouwtelling in mei 2004, bedroeg 53 221 eenheden voor heel Belgie¨, waarvan 35 486 in het Vlaamse Gewest, 17 712 in het Waalse Gewest en 23 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2. Stopzetting van activiteit

Selon les résultats du recensement agricole de mai 2004, le nombre d’exploitations agricoles ayant cessé leurs activités au cours des douze mois qui précèdent s’élève à :

Volgens de resultaten van de landbouwtelling van mei 2004 bedraagt het aantal landbouwbedrijven die hun activiteiten stopgezet hebben in de twaalf maanden voor de telling :

— pour la Région flamande : 1 424;

— in het Vlaamse Gewest : 1 424;

— pour la Région wallonne : 774;

— in het Waalse Gewest : 774;

— pour la Région de Bruxelles-Capitale : aucune.

— in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : geen.

3. Nouvelles exploitations

3. Nieuwe bedrijven

Selon les résultats du recensement agricole de mai 2004, le nombre d’exploitations agricoles ayant débuté leurs activités au cours des douze mois qui précèdent s’élève à :

Volgens de resultaten van de landbouwtelling van mei 2004 bedraagt het aantal landbouwbedrijven die hun activiteiten aangevangen hebben in de twaalf maanden voor de telling :

— pour la Région flamande : 312;

— in het Vlaamse Gewest : 312;



— pour la Région de Bruxelles-Capitale : aucune.

— in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : geen.

4. Faillites

4. Faillissementen

Selon la statistique des faillites, le nombre d’entreprises faillies en 2004 dont l’activité est l’agriculture, c’est-à-dire d’entreprises dont le code d’activités selon la nomenclature NACE-BEL (la version belge de la nomenclature européenne des activités NACE Revl) appartient aux groupes 01.1 (culture de céréales et horticulture), 01.2 (élevage) et 01.3 (culture et élevage associés), s’élève à :

Volgens de statistiek van de faillissementen bedraagt het aantal gefailleerde ondernemingen in 2004 met activiteit in de landbouw, dat wil zeggen ondernemingen waarvan de activiteitencode volgens de nomenclatuur NACE-BEL (de Belgische versie van de Europese activiteitennomenclatuur NACE Revl) behoort tot de groepen 01.1 (akkerbouw en tuinbouw), 01.2 (veeteelt) en 01.3 (gemengd landbouwbedrijf) :

— pour la Région flamande : 52;

— in het Vlaamse Gewest : 52;



— pour la Région de Bruxelles-Capitale : 1.

— in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11884



Emploi

Werk

DO 2004200502852

DO 2004200502852

Question no 195 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 195 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.

Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).

Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).

Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.

Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.

1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?

1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?

2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?

2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 mars 2005, à la question no 195 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 maart 2005, op de vraag nr. 195 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :

En ce qui concerne le plan de management et le plan opérationnel du président du Comité de direction, il semble clair que ceux-ci doivent s’inscrire dans le cadre du plan stratégique qui doit être établi par le ministre, en vertu de l’article 3 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des

Wat het management- en het operationeel plan van de voorzitter van het directiecomité betreft lijkt het duidelijk dat deze in de lijn moeten liggen van het strategisch plan dat opgemaakt wordt door de minister, gelet op artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstel-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11885

organes communs à chaque service public fédéral. Ce plan stratégique doit en outre être soumis pour avis au Conseil stratégique.

ling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. Dit strategisch plan moet voor advies voorgelegd worden aan de beleidsraad.

Or, au sein de mon service public fédéral, aucun plan stratégique n’a été rédigé par mes prédécesseurs et le Conseil stratégique n’a jamais été institué. Aucun cadre n’existe dès lors pour rédiger les plans opérationnels et les plans de management. Je vous signale en outre qu’une modification importante des dispositions réglementaires concernant ce sujet sera prochainement publiée.

Binnen mijn federale overheidsdienst werd er echter nooit door mijn voorgangers een strategisch plan opgesteld en de beleidsraad werd nooit opgericht. Er bestaat dus geen enkel kader om management- of operationele plannen op te stellen. Ik deel u bovendien mede dat een belangrijke wijziging van de reglementaire zaken ter zake binnenkort gepubliceerd zal worden.

En ce qui concerne l’évaluation des présidents de comité de direction, suite à des procédures introduites devant le Conseil d’E´tat, le ministre de la Fonction publique a jugé utile de proposer une modification de la réglementation introduite par l’arrêté royal du 29 septembre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux. Ce projet d’arrêté royal modificatif a été approuvé par le Conseil des ministres du 20 janvier 2005, après avis du Conseil d’E´tat. Il sera prochainement publié au Moniteur belge.

Wat de evaluatie van de voorzitters van het directiecomité betreft heeft, ingevolge procedures ingediend bij de Raad van State, de minister van Ambtenarenzaken het nodig geacht om een wijziging van de reglementering ingevoerd door het koninklijk besluit van 29 september 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties bij de federale overheid voor te stellen. Dit ontwerp van wijzigend koninklijk besluit werd goedgekeurd door de ministerraad van 20 januari 2005, na advies van de Raad van State. Het wordt eerlang in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

L’évaluation des titulaires des fonctions de management sera réalisée au sein de mon service public fédéral, conformément aux nouvelles dispositions.

De evaluatie van de titularissen van managementfuncties zal, wat het departement betreft, verwezenlijkt worden overeenkomstig de nieuwe bepalingen.

DO 2004200502910

DO 2004200502910

Question no 203 de Mme Maggie De Block du 17 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 203 van mevrouw Maggie De Block van 17 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Problèmes liés au télétravail.

Knelpunten inzake telewerk.

` une question précédente, vous aviez répondu que A les problèmes liés au télétravail se situent au niveau des accidents de travail et s’articulent autour d’un certain nombre de thèmes relatifs au droit du travail tels que le RGPT. En outre, il apparaıˆt que tant l’administration que le Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail œuvrent à l’élaboration de propositions permettant de régler ce problème (question no 125 du 17 septembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 56, p. 8787). J’avais cependant posé une question explicite concernant l’inventaire des problèmes concrets qui avait déjà été établi le 4 mai 2004, selon Kathleen Van Brempt qui était secrétaire d’E´tat à l’époque.

Op een vorige vraag antwoordde u dat de knelpunten inzake telewerk zich rond een aantal arbeidsrechtelijke thema’s zoals het ARAB en rond arbeidsongevallen situeren. Bovendien bleek dat zowel de administratie als de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk voorstellen uitwerken om de problematiek te verhelpen (vraag nr. 125 van 17 september 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 56, blz. 8787). Evenwel had ik een expliciete vraag gesteld naar de oplijsting van de concrete knelpunten die volgens toenmalig staatssecretaris Kathleen Van Brempt reeds op 4 mei 2004 was gemaakt.

1. Par conséquent, j’aurais encore souhaité obtenir une réponse à ma première question, à savoir quels sont les problèmes concrets en matière de télétravail

1. Ik had dan ook graag alsnog een antwoord gekregen op mijn eerste vraag, namelijk welke de concrete knelpunten zijn die bestaan bij tele-thuiswerk


2004

2005


1502

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11886

qui continuent de se poser selon l’inventaire effectué à la demande de la secrétaire d’E´tat de l’époque, Kathleen Van Brempt.

blijkens de oplijsting die is gebeurd op vraag van toenmalig staatssecretaris Kathleen Van Brempt.

2. a) Entre-temps, avez-vous déjà reçu de l’administration des propositions concrètes de modification du RGPT ?

2. a) Heeft u intussen al concrete voorstellen tot wijziging van het ARAB gekregen van de administratie ?

b) Dans l’affirmative, quelles propositions ont été formulées ?

b) Zo ja, welke voorstellen werden geformuleerd ?

c) Dans la négative, quand pensez-vous recevoir ces propositions ?

c) Zo neen, welke timing stelt u in het vooruitzicht ?

3. a) Dans l’intervalle, des discussions ont-elles eu lieu avec le secteur des assurances pour passer en revue les possibilités d’une meilleure protection du travail à domicile ?

3. a) Hebben er intussen nog gesprekken met de verzekeringssector plaatsgevonden om de mogelijkheden te overlopen die een betere bescherming van de thuiswerker moeten mogelijk maken ?

b) Dans l’affirmative, quand ces discussions ont-elles eu lieu et quelles ont été les conclusions de la rencontre ?

b) Zo ja, wanneer vonden die gesprekken plaats en wat waren de conclusies van de meeting ?

c) Dans la négative, quand ces discussions devraientelles avoir lieu ?

c) Zo neen, wanneer staan deze gesprekken geagendeerd ?

4. a) Le Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail a-t-il déjà formulé des propositions concernant la problématique du télétravail dans le cadre de la réglementation en matière de bien-être ?

4. a) Heeft de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk reeds voorstellen geformuleerd betreffende de problematiek van het thuiswerk in het kader van de welzijnsreglementering ?

b) Dans l’affirmative, quelles propositions ont été faites ?

b) Zo ja, welke voorstellen kwamen uit de bus ?

c) Dans la négative, quand cela devrait-il être le cas ?

c) Zo neen, welke timing stelt u in het vooruitzicht ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 mars 2005, à la question no 203 de Mme Maggie De Block du 17 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 maart 2005, op de vraag nr. 203 van mevrouw Maggie De Block van 17 december 2004 (N.) :

Je pense que le télétravail-travail à domicile doit encore être encouragé et ce pour diverses raisons. En tant que ministre de l’Emploi, compétente entre autres pour le bien-être au travail, je souhaite rester fidèle aux intentions de mon prédécesseur pour la majeure partie de ma politique en matière de télétravail-travail à domicile, dans le sens où un cadre juridique clos sera créé afin que ce groupe de travailleurs puisse bénéficier d’une protection égale à celle des travailleurs dans les lieux de travail classiques.

Ik ben van mening dat het telewerk-thuiswerk om diverse redenen verder moet bevorderd worden. Als minister van Werk, bevoegd onder meer voor het welzijn op het werk, wens ik voor mijn beleid inzake het telewerk-thuiswerk grotendeels aan te sluiten bij de intenties van mijn voorgangster, in die zin dat er een sluitend juridisch kader zal gecreeërd worden zodat deze groep van werknemers een evenwaardige bescherming kan genieten als de werknemers op de klassieke werkvloer.

Les partenaires sociaux au Conseil national du Travail s’occupent actuellement de l’implémentation de l’Accord-cadre européen en matière de télétravail dans une convention collective de travail nationale. Le Conseil national du Travail est supposé implémenter cet accord-cadre pour la mi-juin. Les résultats de cette

De sociale partners in de Nationale Arbeidsraad zijn momenteel bezig met de implementatie van het Europees Kaderakkoord rond telewerk in een nationale collectieve arbeidsovereenkomst. De Nationale Arbeidsraad wordt verondersteld half juni dit kaderakkoord te implementeren. De resultaten van deze imple-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11887

implémentation seront attendus avant que d’autres initiatives législatives soient prises en matière de télétravail.

mentatie zullen worden afgewacht vooraleer verdere wetgevende initiatieven te nemen rond het telewerk.

En attendant les résultats visés, des étapes préparatoires seront mises en place pour faire une approche de deux choses importantes. Tout d’abord, la réalité des travailleurs à domicile doit être adaptée aux problèmes d’application du RGPT. Ensuite, il convient de remédier autant que possible aux problèmes en cas d’accidents du travail.

In afwachting van bedoelde resultaten zullen er al voorbereidende stappen gezet worden om twee belangrijke zaken aan te pakken. Ten eerste moet aan de toepassingsproblemen van het ARAB de realiteit van de thuiswerkers worden aangepast. Ten tweede moeten problemen in geval van arbeidsongevallen zo veel mogelijk ondervangen worden.

En ce qui concerne les problèmes d’application du RGPT, il y a deux possibilités pour résoudre cette problématique. D’une part, on peut faire un listing, dans un arrêté royal, des dispositions du RGPT qui ne seraient pas d’application au télétravail-travail à domicile. D’autre part, on peut plutoˆt partir d’une approche positive. Cela signifie que l’on partira plutoˆt de la question des conditions de travail qui doivent être remplies pour que les travailleurs à domicile puissent bénéficier d’une protection égale à celle des travailleurs « normaux ». J’ai donné à mon administration la taˆche de se pencher sur le problème et de faire des propositions à ce sujet aux fins de pouvoir rédiger un premier avant-projet de texte.

Wat de toepassingsproblemen van het ARAB betreft, zijn er voor het oplossen van deze problematiek twee mogelijkheden. Enerzijds kan men de bepalingen van het ARAB die niet van toepassing zouden zijn op het telewerkthuiswerk, oplijsten in een koninklijk besluit. Anderzijds kan men eerder uitgaan van een positieve benadering. Dit betekent dat veeleer van de vraag wordt uitgegaan welke voorwaarden moeten vervuld worden opdat de thuiswerkers een gelijkwaardige bescherming kunnen genieten als de « gewone » werknemers. Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven zich over het probleem te buigen en ter zake voorstellen te doen teneinde een eerste voorontwerp van tekst te kunnen opstellen.

Des négociations ont débuté fin 2004 avec le secteur des assurances afin de chercher le moyen d’offrir plus de sécurité et de clarté pour le travailleur à domicile, en particulier pour l’administration de la preuve qu’un accident a eu lieu lors de l’exécution de la convention de travail.

Eind 2004 zijn er onderhandelingen gestart met de verzekeringssector om te onderzoeken hoe er meer zekerheid en duidelijkheid kan komen voor de thuiswerker, inzonderheid voor de bewijsvoering dat een ongeval is gebeurd tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.

Ces négociations se poursuivront au cours de l’année 2005. Actuellement, le secteur des assurances a déjà un certain nombre de possibilités pour assurer le travail à domicile en ce qui concerne les accidents du travail. Ces possibilités ne sont cependant pas encore diffusées de façon générale. On cherchera aussi une solution plus générale avec le secteur de l’assurance.

Deze onderhandelingen zullen in de loop van 2005 verder gezet worden. De verzekeringssector heeft op dit ogenblik reeds een aantal mogelijkheden om thuisarbeid te verzekeren wat de arbeidsongevallen betreft. Deze mogelijkheden zijn evenwel nog niet algemeen verspreid. Er zal dan ook gezocht worden naar een meer algemene oplossing samen met de verzekeringssector.

Le Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail n’a entre-temps formulé aucune proposition en matière de travail à domicile. Contrairement à la remise d’un avis sur un projet réglementaire d’arrêté, le Conseil supérieur n’est ici pas lié à un délai pour remettre des propositions en la matière.

De Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk heeft intussen geen voorstellen geformuleerd inzake de thuisarbeid. Anders dan voor het geven van een advies over een reglementair ontwerp van besluit, is de Hoge Raad in deze niet gebonden aan enige termijn voor het uitbrengen van voorstellen ter zake.

Cependant, dès qu’un projet d’arrêté réglementaire d’avis sera soumis, le Conseil supérieur devra émettre un avis dans un délai prévu légalement, dans les cas extrêmement urgents, il peut s’agir d’un délai de deux mois.

Zodra echter een ontwerp van reglementair besluit voor advies zal worden voorgelegd, zal de Hoge Raad advies moeten uitbrengen binnen de wettelijke voorziene termijn, dit kan in spoedeisende gevallen gaan om een termijn van twee maanden.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11888

DO 2004200502859

DO 2004200502859

Question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 14 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 14 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Secteur horeca. — Durée de travail minimum obligatoire.

Horecasector. — Verplichte minimumarbeidsduur.

La dérogation autorisée à la durée de travail minimum obligatoire de 10 heures par semaine est limitée à des prestations de travail de 4 heures ou à un jour fixe de la semaine. Dans le secteur horeca, ce système n’est pas très flexible.

De toegelaten afwijking van de verplichte minimumarbeidsduur van 10 uur per week is beperkt tot arbeidsprestaties van 4 uur of een vaste dag in de week. In de horecasector is dit systeem niet erg flexibel.

Un travailleur qui effectue 4 heures de prestations par semaine peut-il également se voir proposer un contrat pour, par exemple, des prestations plus importantes pendant une période de vacances ?

Kan eenzelfde arbeidskracht die vast 4 uur per week presteert ook een contract worden aangeboden voor bijvoorbeeld ruimere prestaties tijdens een vakantieperiode ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 mars 2005, à la question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 14 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 maart 2005, op de vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 14 januari 2005 (N.) :

Dans son article 11bis, la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail impose une limite hebdomadaire d’1/3 temps aux travailleurs à temps partiel. Par ailleurs, une limite minimale de 3 heures par prestation, prévue à l’article 21 de la loi du 16 mars 1971 est également applicable, aussi bien aux travailleurs à temps plein qu’aux travailleurs à temps partiel.

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten legt in zijn artikel 11bis een wekelijkse minimumgrens van 1/3 op aan de deeltijdse werknemers. Daarnaast is, ingevolge artikel 21 van de wet van 16 maart 1971, ook een minimumgrens van 3 uur per prestatie van toepassing, dit zowel voor de voltijdse als voor de deeltijdse werknemers.

La réglementation autorise que l’on déroge à la limite hebdomadaire d’1/3 temps et à la limite journalière de 3 heures par arrêté royal ou par une convention collective de travail conclue conformément à la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail. En ce qui concerne la limite hebdomadaire, la loi exige par ailleurs que cette convention collective de travail soit en outre approuvée par le ministre de l’Emploi.

De wetgeving laat toe om af te wijken van de 1/3weekgrens en van de daggrens van 3 uur, via koninklijk besluit of via een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Wat de weekgrens betreft, vereist de wet overigens dat die collectieve arbeidsovereenkomst wordt goedgekeurd door de minister van Werk.

L’arrêté royal du 21 décembre 1992 déterminant les dérogations générales à la durée hebdomadaire minimale de travail des travailleurs à temps partiel, prévoit notamment que la limite d’1/3 temps n’est pas applicable aux travailleurs engagés sous contrat conclu pour des prestations journalières d’au moins 4 heures suivant un horaire fixe. Cette dérogation s’applique quel que soit le secteur ou l’entreprise.

Het koninklijk besluit van 21 december 1992 betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers, voorziet dat de 1/3-grens niet van toepassing is op de werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst die dagprestaties van minimaal 4 uur voorziet volgens een vast uurrooster. Deze afwijking is van toepassing ongeacht de sector of de onderneming.

En outre, dans la commission paritaire no 302 de l’industrie hoˆtelière une convention collective de travail a prévu des dérogations spécifiques pour le secteur. La durée hebdomadaire minimale pour les travailleurs à temps partiel est fixée à 10 heures et la durée de chaque période de travail ne peut être inférieure à 2 heures.

Bovendien voorziet een collectieve arbeidsovereenkomst in het paritair comité nr. 302 voor het hotelbedrijf in specifieke afwijkingen voor deze sector. De minimale wekelijkse arbeidsduur voor deeltijdse werknemers is er vastgesteld op 10 uur en de duur van elke werkperiode mag niet lager zijn dan 2 uur.

D’une manière générale une entreprise peut à la fois utiliser les dérogations qui viennent de l’arrêté royal et

Als algemene regel geldt dat een onderneming tegelijk gebruik kan maken van de afwijkingen die voort-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11889

les dérogations spécifiques qui ont été obtenues par le biais d’une convention collective de travail, pour autant qu’elles soient compatibles.

vloeien uit het koninklijk besluit en de afwijkingen verkregen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover zij compatibel zijn met elkaar.

Dans la mesure où les entreprises du secteur estimeraient que les dérogations spécifiques à leur secteur n’offrent pas suffisamment de flexibilité il leur appartient de saisir leur commission paritaire afin de solliciter une éventuelle modification des dérogations.

In de mate waarin de ondernemingen uit de sector van oordeel zijn dat de specifieke sectorale afwijkingen onvoldoende flexibiliteit bieden, dienen zij hun paritair comité hierover aan te spreken met het oog op een eventuele wijziging van die afwijkingen.

Par ailleurs, un travailleur engagé sous un contrat prévoyant 4 heures de prestations par semaine peut parfaitement se voir proposer un avenant à son contrat pour effectuer des prestations plus importantes pendant certaines périodes. Dans ce cas, soit la durée minimale hebdomadaire de 10 heures prévue dans le secteur est atteinte pour l’ensemble de la prestation de travail, soit l’augmentation doit se faire dans le respect de la dérogation prévue par l’arrêté royal mentionné ci-dessus. Dans cette hypothèse le travailleur pourrait se voir proposer un contrat de travail prévoyant, par exemple, par semaine deux prestations journalières de 4 heures suivant un horaire fixe.

Overigens kan een werknemer die verbonden is door een contract dat voorziet in 4 uur prestaties per week, perfect een bijlage aan zijn contract voorstellen om gedurende bepaalde periodes meer prestaties te verrichten. In dit geval zal ofwel de minimale wekelijkse arbeidsduur van 10 uur, die in de sector is voorzien, worden bereikt, ofwel zal de verhoging moeten gebeuren met eerbiediging van de afwijking voorzien door het hiervoor vermelde koninklijk besluit. In deze hypothese kan de werknemer bijvoorbeeld een arbeidscontract afsluiten die per week in twee dagprestaties van 4 uur voorziet volgens een vast uurrooster.

DO 2004200503109

DO 2004200503109

Question no 217 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 217 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Agrément d’entreprises dans le cadre du système des titres-services.

Erkenning van ondernemingen in het kader van de dienstencheques.

Le gouvernement fédéral a renforcé, simplifié et assoupli le système des titres-services en vue de créer 25 000 nouveaux emplois d’ici à la fin 2005.

De federale regering heeft het systeem van dienstencheques versterkt, vereenvoudigd en versoepeld, met de bedoeling tegen eind 2005 25 000 extra banen te scheppen.

Pour pouvoir adhérer au système des titres-services, les entreprises doivent être agréées par le ministre, sur l’avis de la Commission « d’agréments ».

Om te kunnen instappen in het systeem van dienstencheques moeten de ondernemingen erkend worden door de minister, na advies van de Commissie « erkenningen ».

1. a) Pourriez-vous me faire savoir combien d’entreprises ont été agréées au total, par région et par secteur d’activité ?

1. a) Kan u meedelen hoeveel ondernemingen er in totaal zijn erkend, opgesplitst per gewest en per activiteit ?

b) Combien de ces entreprises ont été agréées depuis l’adaptation de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité, par secteur d’activité et par région ?

b) Hoeveel van deze ondernemingen werden erkend sinds de aanpassing van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, opgesplitst per activiteit en per gewest ?

2. Combien de ces nouveaux agréments sont des agréments temporaires accordés pour un terme de six mois parce que la demande portait sur des activités ne figurant pas expressément dans les statuts ?

2. Hoeveel van deze nieuwe erkenningen zijn tijdelijke erkenningen, toegekend voor een duur van zes maanden, omdat een erkenning werd gevraagd voor activiteiten die niet uitdrukkelijk vermeld staan in de statuten ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11890

3. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le ministre peut décider de suspendre l’agrément d’une entreprise qui ne satisfait plus aux conditions.

3. Na advies van de Commissie kan de minister overgaan tot schorsing van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden.

Combien d’entreprises ont déjà vu leur agrément suspendu, ventilées par activité et par région ?

Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan tot schorsing van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ?

4. Après avoir obtenu l’avis de la Commission, le ministre peut décider de retirer l’agrément d’une entreprise qui ne satisfait plus aux conditions.

4. Na advies van de Commissie kan de minister overgaan tot intrekking van de erkenning van een onderneming die niet langer voldoet aan de voorwaarden.

Combien d’entreprises, par secteur d’activité et par région, ont déjà vu leur agrément retiré ?

Bij hoeveel ondernemingen werd reeds overgegaan tot intrekking van de erkenning, opgesplitst per activiteit en per gewest ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 mars 2005, à la question no 217 de M. Guy D’haeseleer du 17 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 maart 2005, op de vraag nr. 217 van de heer Guy D’haeseleer van 17 januari 2005 (N.) :

1. a) Au 31 janvier 2005, il y avait 764 entreprises agréées dans le système des titres-services : 484 en Région flamande, 242 en Région wallonne et 38 en Région de Bruxelles-Capitale. Le nombre d’entreprises agréées par activité et par Région se répartit comme suit :

1. a) Op 31 januari 2005 waren er 764 ondernemingen erkend in het systeem van de dienstencheques : 484 in het Vlaams Gewest, 242 in het Waals Gewest en 38 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het aantal erkende ondernemingen per activiteit en per Gewest is als volgt :

— aide à domicile de nature ménagère au domicile de l’utilisateur : Région flamande : 121, Région wallonne : 73, Région de BruxellesCapitale : 11;

— huishoudelijke hulp ten huize van de gebruiker : Vlaams Gewest : 121, Waals Gewest : 73, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 11;

— courses ménagères : Région flamande : 2, Région Wallonne : 1, Région de BruxellesCapitale : 0;

— boodschappendienst : Vlaams Gewest : 2, Waals Gewest : 1, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0;

— repassage en dehors du domicile de l’utilisateur : Région flamande : 71, Région wallonne : 7, Région de Bruxelles-Capitale : 2;

— strijken buiten het huis van de gebruiker : Vlaams Gewest : 71, Waals Gewest : 7, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 2;

— centrale pour les personnes moins mobiles : Région flamande : 4, Région Wallonne : 5, Région de Bruxelles-Capitale : 1;

— mindermobielencentrale : Vlaams Gewest : 4, Waals Gewest : 5, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1;

— activités mixtes : Région flamande : 286; Région wallonne : 156, Région de BruxellesCapitale : 24.

— gemengde activiteiten : Vlaams Gewest : 286, Waals Gewest : 156, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 24.

b) Le nombre de décisions d’agrément (adaptations de décisions existantes, nouvelles décisions) depuis le 1er janvier 2004, par activité et par Région, se répartit comme suit :

b) Het aantal erkenningsbeslissingen (aanpassingen van bestaande beslissingen, nieuwe beslissingen) sinds 1 januari 2004, opgedeeld per activiteit en per Gewest, is als volgt :

— aide à domicile de nature ménagère au domicile de l’utilisateur : Région flamande : 77, Région wallonne : 41, Région de BruxellesCapitale : 6;

— huishoudelijke hulp ten huize van de gebruiker : Vlaams Gewest : 77, Waals Gewest : 41, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 6;

— courses ménagères : Région flamande : 9, Région wallonne : 4, Région de BruxellesCapitale : 0;

— boodschappendienst : Vlaams Gewest : 9, Waals Gewest : 4, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 0;


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11891

— repassage en dehors du domicile de l’utilisateur : Région flamande : 110, Région wallonne : 16, Région de Bruxelles-Capitale; 4;

— strijken buiten het huis van de gebruiker : Vlaams Gewest : 110, Waals Gewest : 16, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 4;

— centrale pour les personnes moins mobiles : Région flamande : 4, Région wallonne : 7, Région de Bruxelles-Capitale : 1;

— mindermobielencentrale : Vlaams Gewest : 4, Waals Gewest : 7, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1;

— activités mixtes : Région flamande : 297, Région wallonne : 177, Région de BruxellesCapitale : 30.

— gemengde activiteiten : Vlaams Gewest : 297, Waals Gewest : 177, Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 30.

Il y a donc 783 décisions d’agrément qui ont été prises depuis le 1er janvier 2004 : 497 concernant des entreprises en Région flamande, 245 concernant des entreprises en Région wallonne et 41 concernant des entreprises en Région de Bruxelles-Capitale.

Er zijn 783 erkenningsbeslissingen genomen sinds 1 januari 2004 : 497 betreffende ondernemingen in het Vlaams Gewest, 245 betreffende ondernemingen in het Waals Gewest en 41 betreffende ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

2. Actuellement, il n’y a pas de données statistiques disponibles à ce sujet.

2. Hierover zijn er momenteel geen statistische gegevens beschikbaar.

3. Aucun agrément d’entreprise n’a été suspendu.

3. Er is geen enkele erkenning van een onderneming geschorst.

4. Sept agréments d’entreprise ont été retirés : 4 en Région flamande, 2 en Région wallonne et 1 en Région de Bruxelles-Capitale. Un retrait d’agrément concerne l’aide à domicile de nature ménagère au domicile de l’utilisateur; il s’agit d’une entreprise en Région flamande. Les autres retraits d’agrément concernent des activités mixtes.

4. Er werden 7 erkenningen van ondernemingen ingetrokken : 4 in het Vlaams Gewest, 2 in het Waals Gewest en 1 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Eén intrekking van een erkenning heeft betrekking op huishoudelijke hulp ten huize van de gebruiker en betreft een onderneming in het Vlaams Gewest. De andere intrekkingen van een erkenning betreffen gemengde activiteiten.

DO 2004200503168

DO 2004200503168

Question no 225 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 225 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

SPF. — Plan stratégique.

FOD’s. — Strategisch plan.

Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.

Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.

Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?

Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 mars 2005, à la question no 225 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 maart 2005, op de vraag nr. 225 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :

Je me réfère à la réponse du premier ministre (question no 70 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 66, p. 10614) et du ministre de la Fonction publique (question no 105 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11001).

Ik verwijs naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 70 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 66, blz. 10614) en van de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 105 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11001).


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11892

DO 2004200503169

DO 2004200503169





L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.

Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.

Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?




Je me réfère à la réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005) et du ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002).

Ik verwijs naar het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van 20 januari 2005), en van de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002).

DO 2004200503175

DO 2004200503175



SPF. — Conseil stratégique.

FOD’s. — Beleidsraad.

Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.

Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.

Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?







2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11893

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2004200503168

DO 2004200503168



SPF. — Plan stratégique.

FOD’s. — Strategisch plan.

Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.

Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.

Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?






DO 2004200503169

DO 2004200503169





L’arrêté royal du 2 octobre 2002 relatif à l’audit interne au sein des services publics fédéraux (SPF) précise qu’il sera procédé à la nomination d’un chef du service d’audit interne chargé d’établir une charte d’audit, un planning des activités d’audit et un programme concernant le controˆle de qualité et le suivi des performances. En outre, un comité d’audit doit veiller à l’indépendance et à l’objectivité du service d’audit.

Het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de interne audit binnen de federale overheidsdiensten (FOD’s) bepaalt dat een hoofd van de interne auditdienst wordt benoemd die een auditcharter, een planning van de auditactiviteiten en een programma voor kwaliteitsbewaking en performantieopvolging opstelt. Bovendien moet een auditcomité waken over de onafhankelijkheid en objectiviteit van de auditdienst.

Quand toutes ces dispositions seront-elles mises à exécution ?




Je me réfère à la réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget (question no 42 du 20 janvier 2005)

Ik verwijs naar het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting (vraag nr. 42 van


2004

2005


1503

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11894

et du ministre de la Fonction publique (question no 106 du 20 janvier 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 67, p. 11002).

20 januari 2005) en van de minister van Ambtenarenzaken (vraag nr. 106 van 20 januari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 67, blz. 11002).

DO 2004200503175

DO 2004200503175



SPF. — Conseil stratégique.

FOD’s. — Beleidsraad.

Conformément à l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu de créer un conseil stratégique.

Conform het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een beleidsraad oprichten.

Quand ce conseil sera-t-il créé pour le SPF relevant de votre compétence ?






DO 2004200503387

DO 2004200503387

Question no 98 de Mme Marie Nagy du 16 février 2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 98 van mevrouw Marie Nagy van 16 februari 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Lisibilité des conditions générales dans les factures et contrats.

Leesbaarheid van de algemene voorwaarden op facturen en contracten.

On observe que, dans de nombreux cas, les conditions générales contractuelles fournies avec les factures et contrats sont difficilement lisibles, et ce plus particulièrement pour les personnes aˆgées.

De leesbaarheid van de algemene contractuele voorwaarden vermeld op facturen en contracten laat vaak te wensen over. Vooral bejaarden zijn hiervan het slachtoffer.

Prenant l’exemple des factures téléphoniques de Belgacom, les conditions générales imprimées au dos sont inscrites dans un format millimétrique, aggravé par l’usage d’une encre bleu clair.

Ter illustratie verwijs ik naar de telefoonrekeningen van Belgacom. De leesbaarheid van de algemene voorwaarden op de achterzijde van de factuur wordt ernstig bemoeilijkt door het te kleine lettertype en het gebruik van lichtblauwe inkt.

1. Quelles sont les dispositions légales et réglementaires relatives à la lisibilité de telles conditions générales contractuelles ?

1. Door welke wettelijke en reglementaire bepalingen wordt de leesbaarheid van dergelijke algemene contractuele bepalingen geregeld ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11895

2. Pourriez-vous communiquer s’il en existe de spécifiques pour les services et entreprises publics, tant du point de vue du format que des encres utilisées ?

2. Geldt er voor de lettergrootte en de inktsoorten een specifieke regeling voor de overheidsdiensten en -bedrijven ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 mars 2005, à la question no 98 de Mme Marie Nagy du 16 février 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 maart 2005, op de vraag nr. 98 van mevrouw Marie Nagy van 16 februari 2005 (Fr.) :

1. En ce qui concerne la problématique des conditions contractuelles difficilement lisibles, il y a lieu de se référer aux articles 30 et 31, § 4, de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur (ci-après la loi du 14 juillet 1991).

1. Wat de problematiek van de moeilijk leesbare contractuele voorwaarden betreft, kan gewezen worden op de artikelen 30 en 31, § 4, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (hierna de wet van 14 juli 1991).

L’article 30 (l’obligation d’information du vendeur) est une consécration légale de la jurisprudence en la matière. Considérant que le professionnel est, vis-à-vis du consommateur, en possession d’informations relatives aux conditions et à l’objet de son offre auxquelles le consommateur moyen n’a pas accès, la jurisprudence a dégagé une obligation accrue de renseignement, fondée sur le principe de bonne foi et de légitime confiance entre parties au contrat. L’article 30 dispose que « au plus tard au moment de la conclusion de la vente, le vendeur doit apporter de bonne foi au consommateur les informations correctes et utiles relatives aux caractéristiques du produit ou du service et aux conditions de vente, compte tenu du besoin d’information exprimé par le consommateur et compte tenu de l’usage déclaré par le consommateur ou raisonnablement prévisible. »

Artikel 30 (de informatieverplichting van de verkoper) is een wettelijke bekrachtiging van de rechtspraak ter zake. Aangezien de professioneel ten aanzien van de consument beschikt over informatie omtrent de voorwaarden en het voorwerp van zijn aanbod, die niet in het bereik ligt van de gemiddelde consument, heeft de rechtspraak een verhoogde informatieverplichting vooropgesteld, die gebaseerd is op het principe van de goede trouw en het gewettigd vertrouwen tussen de contractanten. Artikel 30 stelt dat « ten laatste op het ogenblik van de verkoop de verkoper te goeder trouw aan de consument de behoorlijke en nuttige voorlichting moet geven betreffende de kenmerken van het product of de dienst en betreffende de verkoopsvoorwaarden, rekening houdend met de door de consument uitgedrukte behoefte aan voorlichting en rekening houdend met het door de consument meegedeelde of redelijkerwijze voorzienbare gebruik. »

Cet article impose donc au vendeur de bien informer le consommateur sur les conditions de vente, afin de les rendre opposables au consommateur. Dans cette optique, les documents parlementaires stipulent notamment que lorsque le vendeur veut opposer au consommateur des clauses dérogatoires au droit commun, il doit les mentionner expressément et idéalement au recto du contrat, précédant la signature des parties. L’accent est également mis sur la visibilité et la lisibilité des clauses (Doc. parl., Sénat, 1990-1991, no 1200/2, p. 33). Ladite obligation d’information n’est en tout cas pas accomplie dans le cas de clauses à peine lisibles et obscures qui se trouvent au verso d’une facture.

Dit artikel legt de verkoper dus op de consument terdege te informeren over de verkoopsvoorwaarden, opdat hij deze zou kunnen inroepen tegen de consument. In de parlementaire stukken wordt in dit opzicht onder meer gesteld dat, wil de verkoper van het gemeen recht afwijkende clausules kunnen inroepen tegen de consument, hij deze uitdrukkelijk moet vermelden, idealiter op de voorzijde van het contract, voorafgaand aan de handtekening van de partijen. Er wordt ook de nadruk gelegd op de zichtbaarheid en leesbaarheid van de clausules (Parl. St., Senaat, 19901991, nr. 1200/2, blz. 33). Aan deze informatieverplichting wordt bijgevolg niet voldaan in geval van nauwelijks leesbare en onduidelijke bedingen op de achterzijde van een factuur.

L’article 31, § 4, de la loi du 14 juillet 1991 vise, par ailleurs, le contenu des clauses écrites du contrat en imposant que, dans ce cas, elles soient rédigées de manière claire et compréhensible. L’article 31, § 4, deuxième alinéa, y ajoute comme une sorte de sanction civile qu’en cas d’ambiguı¨té d’une clause, l’interprétation la plus favorable au consommateur prévaut.

Artikel 31, § 4, van de wet van 14 juli 1991 heeft eerder betrekking op de inhoud van geschreven contractuele bedingen en legt op dat deze duidelijk en begrijpelijk opgesteld dienen te zijn. Artikel 31, § 4, tweede lid, voegt daar als een soort burgerlijke sanctie aan toe dat in geval van ambiguı¨teit van een beding, de voor de consument gunstigste interpretatie geldt.

2. La loi du 14 juillet 1991, et donc les dispositions précitées, s’appliquent sans distinction aux organismes

2. De wet van 14 juli 1991, en bijgevolg ook de hoger geciteerde bepalingen, zijn zonder onderscheid


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11896

publics (voir l’article 1.6 b)) de la loi du 14 juillet 1991). Dans le cadre des secteurs libéralisés, une attention particulière est prêtée à l’information correcte des consommateurs en ce qui concerne les conditions générales et les factures. Le 1er mars 2005, un accord visant une meilleure protection des consommateurs dans le marché libéralisé de l’électricité et du gaz, est entré en vigueur. Cet accord doit permettre aux consommateurs d’avoir un accès plus facile aux conditions générales. Il améliore également le caractère équilibré des conditions. Notamment la durée du contrat et la façon dont les factures peuvent être contestées doivent ainsi être reprises sur la facture du décompte final. Le projet de loi relatif aux communications électroniques, qui est actuellement en discussion à la Chambre, contient plusieurs dispositions relatives aux conditions générales des opérateurs. Les conditions générales et les contrats-modèle seront soumis au Service de médiation et au Comité consultatif pour les Télécommunications, qui pourront se prononcer sur leur lisibilité.

van toepassing op overheidsinstellingen (zie artikel 1.6 b)) van de wet van 14 juli 1991). In het kader van de geliberaliseerde sectoren wordt bijzondere aandacht besteed aan een correcte informatie van de consument op het vlak van de algemene voorwaarden en facturen. Op 1 maart 2005 is een akkoord in werking getreden voor een betere bescherming van de consument in de vrijgemaakte elektriciteits- en gasmarkt. Dit akkoord moet de toegankelijkheid van consumenten tot de algemene voorwaarden en het evenwichtig karakter van deze voorwaarden vergroten. Zo moet onder meer de duurtijd van het contract en de wijze waarop facturen kunnen worden geprotesteerd op de eindafrekeningfactuur worden vermeld. Het wetsontwerp betreffende de elektronische communicatie, dat momenteel in de Kamer wordt besproken, bevat verschillende bepalingen inzake de algemene voorwaarden van operatoren. De algemene voorwaarden en modelcontracten gaan worden voorgelegd aan de Ombudsdienst en aan het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie. Deze kunnen zich tevens uitspreken over de leesbaarheid ervan.

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2004200503360

DO 2004200503360

Question no 116 de Mme Annelies Storms du 15 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 116 van mevrouw Annelies Storms van 15 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Emploi de non-Belges au sein des administrations fédérales.

Tewerkstelling van niet-Belgen bij de federale overheid.

Nous sommes régulièrement informés des statistiques de choˆmage des allochtones et de l’écart important qui existe à cet égard par rapport aux autochtones. Pour diverses raisons, les allochtones trouvent difficilement du travail chez nous. La Belgique enregistre d’ailleurs sur ce plan des résultats bien inférieurs à la moyenne européenne.

Op regelmatige tijdstippen bereiken ons berichten over de werkloosheid bij allochtonen en over de grote verschillen met de werkloosheid bij autochtonen. Om diverse redenen raken allochtonen bij ons moeilijk aan de slag. Belgie¨ scoort trouwens in dat opzicht merkelijk slechter dan het Europees gemiddelde.

Les autorités devraient donner le bon exemple en procédant à un recrutement objectif et en constituant ainsi un effectif du personnel reflétant fidèlement la réalité de notre société.

De overheid zou in deze het goede voorbeeld moeten geven door op een objectieve wijze aan rekrutering te doen en op die manier een personeelsbestand uit te bouwen dat een getrouwe weerspiegeling vormt van onze samenleving.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11897

1. Combien de personnes étaient-elles occupées au cours des années 2002, 2003 et 2004 au sein des administrations fédérales et des parastataux (par région et par niveau) ?

1. Hoeveel personen waren er in de jaren 2002, 2003 en 2004 tewerkgesteld bij de federale overheid en de parastatalen (graag een opdeling naar gewest en naar niveau) ?

2. a) Combien de non-Belges étaient-ils occupés au sein des administrations fédérales et des parastataux au cours des années 2002, 2003 et 2004 (par région et par niveau) ?

2. a) Hoeveel niet-Belgen waren er tewerkgesteld bij de federale overheid en parastatalen in de jaren 2002, 2003 en 2004 (graag een opdeling per gewest en naar niveau) ?

b) Combien de non-Européens dénombre-t-on parmi ces non-Belges ?

b) Hoeveel niet-Europeanen zijn er onder deze nietBelgen ?

3. Combien de personnes ont été engagées au cours des années 2002 à 2004 par les administrations fédérales et les parastataux (par région et par niveau) ?

3. Hoeveel personen werden er in de jaren 2002 tot en met 2004 door de overheid en de parastatalen aangeworven (graag een opdeling per gewest en naar niveau) ?

4. a) Combien de non-Belges ont-ils été engagés au cours de la même période par les administrations fédérales ?

4. a) Hoeveel niet-Belgen werden er door de federale overheid binnen dezelfde periode aangeworven ?

b) Combien y avait-il de non-Européens parmi ces non-Belges ?

b) Hoeveel niet-Europeanen waren hierbij ?

Pourriez-vous me fournir ces chiffres par région et par niveau ?

Graag een opdeling per gewest en naar niveau.

5. Parmi les fonctionnaires non belges employés au sein des administrations fédérales et des parastataux, combien entrent-ils en contact visuel avec le citoyen ? Qu’en est-il pour les fonctionnaires non européens ?

5. Hoeveel van de niet-Belgische ambtenaren die tewerkgesteld zijn bij de federale overheid en parastatalen komen in visueel contact met de burger ? Dezelfde vraag geldt voor de niet-Europese ambtenaren.

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 mars 2005, à la question no 116 de Mme Annelies Storms du 15 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 maart 2005, op de vraag nr. 116 van mevrouw Annelies Storms van 15 februari 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de faire connaıˆtre à l’honorable membre ce qui suit.

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen wat volgt.

1. En ce qui concerne les effectifs des services publics fédéraux, y compris les parastataux, les données n’ont pu être collectées pour 2002 en raison du passage du traitement manuel au traitement informatisé.

1. Wat betreft het personeelsbestand van de federale overheidsdiensten, met inbegrip van de parastatalen, konden de gegevens niet verzameld worden voor 2002 ingevolge de overgang van de manuele naar de geı¨nformatiseerde verwerking.

En 2003, l’effectif global s’élevait à 80 254 unités réparties comme suit : 15 137 au niveau A, 14 422 au niveau B, 20 270 au niveau C et 30 425 au niveau D.

In 2003 bedroeg het globaal personeelsbestand 80 254 eenheden opgedeeld als volgt : 15 137 in niveau A, 14 422 in niveau B, 20 270 in niveau C en 30 425 in niveau D.

En 2004, il s’élevait à 83 245 unités : 15 858 au niveau A, 14 707 au niveau B, 21 219 au niveau C et 31 461 au niveau D.

In 2004 bedroeg het 83 245 eenheden : 15 858 in niveau A, 14 707 in niveau B, 21 219 in niveau C en 31 461 in niveau D.

Il n’est pas possible de déterminer leur répartition par région du fait que l’application Pdata n’utilise pas le code INS en ce qui concerne les activités des fonctionnaires.

Het is niet mogelijk de verdeling per Gewest op te stellen vermits de toepassing Pdata de NIS-code niet gebruikt in de activiteiten van de ambtenaren.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11898

2 à 5. Le SPF Personnel et Organisation ne dispose pas des données complètes concernant le nombre d’agents non Belges et, parmi ceux-ci non Européens en service. Je vous invite à interroger à ce sujet mes différents collègues.

2 tot 5. De FOD Personeel en Organisatie beschikt niet over de volledige gegevens die betrekking hebben op het aantal niet-Belgen en, onder hen nietEuropeanen, die in dienst zijn. Ik verzoek u hieromtrent mijn collega’s te ondervragen.

En ce qui concerne mon département, il y avait 6 non Belges en service en 2002, 8 en 2003, et 9 en 2004.

Wat mijn departement betreft, waren er 6 nietBelgen in dienst in 2002, 8 in 2003 en 9 in 2004.

DO 2004200503400

DO 2004200503400

Question no 120 de M. Alfons Borginon du 18 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : E´tablissements scientifiques. — Procédure de nomination de titulaires de mandat. — Selor. — Liste de priorité des places vacantes. Le Conseil d’E´tat a contraint le SPF Personnel et Organisation à revoir la procédure de nomination de titulaires de mandat des établissements scientifiques (question no 367 du 23 septembre au ministre de la Justice, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52, p. 7914).

Vraag nr. 120 van de heer Alfons Borginon van 18 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

De Raad van State heeft de FOD Personeel en Organisatie verplicht de procedure tot benoeming van mandaathouders van wetenschappelijke instellingen te herzien (vraag nr. 367 van 23 september 2004 aan de minister van Justitie, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 52, blz. 7914).

Le Selor devait dresser à cet effet une liste de priorités, conjointement avec les diverses administrations dans lesquelles des postes vacants sont à pourvoir. Ensuite, un calendrier allait être établi pour pourvoir à ces mandats.

Selor zou daartoe een prioriteitenlijst opmaken samen met de diverse besturen waar vacante plaatsen zijn. Eenmaal dat gebeurd is, zou men dan een tijdsschema kunnen opstellen teneinde de verschillende mandaten in te vullen.

1. a) Le Selor a-t-il déjà dressé cette liste de priorités ?

1. a) Heeft Selor deze prioriteitenlijst ondertussen al opgesteld ?

b) Dans l’affirmative, connaissance ?

b) Zo ja, kan u deze meedelen ?

pouvez-vous

en

donner

Wetenschappelijke instellingen. — Procedure tot benoeming van mandaathouders. — Selor. — Prioriteitenlijst vacante plaatsen.

2. a) Le calendrier y afférent a-t-il déjà été établi ?

2. a) Is het bijhorend tijdsschema al opgesteld ?

b) Dans l’affirmative, connaissance ?

b) Zo ja, kan u dit meedelen ?

pouvez-vous

en

donner

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 22 mars 2005, à la question no 120 de M. Alfons Borginon du 18 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 22 maart 2005, op de vraag nr. 120 van de heer Alfons Borginon van 18 februari 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-dessous les renseignements demandés.

Hieronder vindt het geachte lid de gevraagde inlichtingen.

1. Sur la base des demandes qui m’ont été transmises, j’ai fixé en collaboration avec les présidents des différents acteurs (SPF, établissements scientifiques, IPSS, ...), les priorités des fonctions de management à pourvoir.

1. Op basis van de mij toegestuurde aanvragen, heb ik in samenspraak met de Voorzitters van de verschillende actoren (FOD’s, wetenschappelijke instellingen, OISZ, ...), de prioriteitenlijst van de te verlenen managementfuncties opgemaakt.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11899

Cette liste des priorités a été transmise à Selor.

Deze prioriteitenlijst werd aan Selor overgemaakt.

Groupe 1

Groep 1

— 10 directeurs généraux pour les établissements scientifiques :

— 10 directeurs-generaal voor de wetenschappelijke instellingen :

•

Archives générales du Royaume et Archives de l’E´tat dans les Provinces;

•

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de Provincies;

•

Institut d’Aéronomie spatiale de Belgique;

•

Belgisch Instituut voor Ruimte-Ae¨ronomie;

•

Bibliothèque royale de Belgique;

•

Koninklijke Bibliotheek van Belgie¨;

•

Institut royal du patrimoine artistique;

•

Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium;

•

Institut royal météorologique de Belgique;

•

Koninklijk Belgie¨;

•

Musées royaux d’art et d’histoire;

•

Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis;

•

Musée royal de l’Afrique Centrale;

•

Koninklijk Museum voor Midden-Afrika;

•

Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique;

•

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Belgie¨;

•

Observatoire royal de Belgique;

•

Koninklijke Sterrenwacht van Belgie¨;

•

Institut royal des Sciences naturelles de Belgique.

•

Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

Groupe 2

Meteorologisch

Instituut

van

Groep 2

— 11 N-2 Finances :

— 11 N-2 Financie¨n :

•

Paiements — Trésorerie;

•

Betalingen — Thesaurie;

•

Financement de l’E´tat et des Marchés financiers — Trésorerie;

•

Financiering van de Staat en Financie¨le markten — Thesaurie;

•

Questions financières Internationales et européennes — Trésorerie;

•

Internationale en eurospese Aangelegenheden — Thesaurie;

•

Dépoˆts et Consignations et Signification des oppositions — Trésorerie;

•

Deposito’s en consignaties en verzetbetekening — Thesaurie;

•

Gestion monétaire — Trésorerie;

•

Beheer van de munt — Thesaurie;

•

Douanes et accises — Impoˆts et recouvrement;

•

Douane en accijnzen — Belastingen en invorderingen;

•

Recouvrement — Impoˆts et recouvrement;

•

Invordering — Belastingen en invorderingen;

•

Lutte contre la fraude — Impoˆts et recouvrement;

•

Fraudebestrijding — Belastingen en invorderingen;

•

Services patrimoniaux — Documentation patrimoniale;

•

Patrimoniumdiensten — Patrimonium-documentatie;

•

Recettes non fiscales — Documentation patrimoniale;

•

Niet-fiscale invordering — Patrimonium-documentatie;

•

Collecte d’informations — Documentation patrimoniale.

•

Informatieverzameling — Patrimonium-documentatie.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11900

Groupe 3

Groep 3

— Institutions publiques de Sécurité sociale suivantes :

— De volgende Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid :

•

Institut national d’assurance maladie invalidité (INAMI) — Administrateur général adjoint;

•

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) — Adjunct-administrateur generaal;

•

Fonds des Maladies professionnelles (FMP) — Administrateur général;

•

Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) — Administrateur generaal;

•

Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage (CAPAC) — Administrateur général et administrateur général adjoint;

•

Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) — Administrateur generaal en adjunctadministrateur generaal;

Office National d’Allocations Familiales pour Travailleurs Salariés (ONAFTS) — Administrateur général adjoint. — SPF Ećonomie :

•

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) — Adjunct-administrateur generaal.

•

•

— FOD Economie : •

Directeur-generaal Statistiek en Economische Informatie;

•

Directeur général Statistique et Information économique; Directeur général Eńergie;

•

Directeur-generaal Energie;

•

Directeur Service d’encadrement P&O.

•

Directeur Stafdienst P&O.

— SPF Santé publique : •

— FOD Volksgezondheid :

Directeur général Protection de la Santé publique : Production végétale et animale, traitement et distribution des denrées alimentaires.

— SPF Mobilité et Transports :

•

Directeur-generaal Bescherming Volksgezondheid : Plantaardige en dierlijke productie, verwerking en distributie van levensmiddelen.

— FOD Mobiliteit en Vervoer :

•

Directeur Service d’encadrement P&O;

•

Directeur Stafdienst P&O;

•

Directeur général Transport terrestre.

•

Directeur-generaal Vervoer te land.

— SPF Intérieur : •

— FOD Binnenlandse Zaken :

Directeur Service d’encadrement P&O.

•

Groupe 4

Directeur Stafdienst P&O.

Groep 4

— 1 N-1 du SPF Chancellerie du premier ministre;

— 1 N-1 bij de FOD Kanselarij van de eerste minister;

— 2 N-1 du SPP Intégration sociale;

— 2 N-1 bij de FOD Maatschappelijke Integratie;

— 1 N-1 du SPF Sécurité sociale (D.G. Personnes avec un handicap);

— 1 N-1 bij de FOD Sociale Zekerheid (D.G. Personen met een handicap);

— 1 N-1 de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire (AFSCA);

— 1 N-1 voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV);

— 1 président du SPP Télécommunications;

— 1 voorzitter bij de POD Telecommunicatie;

— 2 N-1 du SPP Politique scientifique;

— 2 N-1 bij de POD Wetenschapsbeleid;

— 1 directeur et 1 directeur adjoint pour l’Institut pour l’E´galité des chances entre les femmes et les hommes;

— 1 directeur en 1 adjunct-directeur voor het Instituut voor de Gelijkheid van kansen tussen vrouwen en mannen;

— 1 administrateur général adjoint du Fonds des Maladies professionnelles.

— 1 adjunct-administrateur generaal bij het Fonds voor Beroepsziekten.

2. Sur la base de la liste de priorités, Selor a établi le planning suivant.

2. Op basis van de prioriteitenlijst heeft Selor volgend tijdsschema opgesteld.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11901

Groupe 1

Groep 1

De début octobre 2004 à fin janvier 2005 :

Van begin oktober 2004 tot einde januari 2005 :

— Directeurs généraux pour les établissements scientifiques.

— Directeurs-generaal voor de wetenschappelijke instellingen.

Groupe 2

Groep 2

De début décembre 2004 à fin avril 2005 :

Van begin december 2004 tot einde april 2005 :

— N-2 Finances.

— N-2 Financie¨n.

Groupe 3

Groep 3

De début février à fin mai 2005 :

Van begin februari tot einde mei 2005 :

— Institutions publiques de Sécurité sociale;

— Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid;

— SPF Ećonomie;

— FOD Economie;

— SPF Santé publique;

— FOD Volksgezondheid;

— SPF Mobilité et Transports;

— FOD Mobiliteit en Vervoer;

— SPF Intérieur.

— FOD Binnenlandse Zaken.

Pour les sélections suivantes, l’agenda n’est pas encore définitivement fixé étant donné que certains dossiers doivent encore être complétés avant de pouvoir prévoir l’organisation des sélections.

Voor de volgende selecties werd de agenda nog niet definitief vastgesteld. Sommige dossiers moeten nog worden vervolledigd alvorens te kunnen overgaan tot de organisatie van de selecties.

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200503439

DO 2004200503439

Question no 99 de M. Koen T’Sijen du 23 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :


Situation des illégaux non rapatriables.

Toestand van niet-repatrieerbare illegalen.

Nombre d’étrangers en séjour illégal ne peuvent retourner dans leur pays d’origine. Certains obtiennent des autorités belges qu’elles leur fassent bénéficier d’une clause de non-refoulement. Depuis le 1er aouˆt 2002, cette clause est liée à une prolongation de l’ordre de quitter le territoire. Ces personnes qui séjournent illégalement dans notre pays peuvent continuer à faire appel au CPAS. Les personnes qui ont obtenu le bénéfice de cette clause avant aouˆt 2002 ou qui n’obtiennent que le bénéfice d’une clause humanitaire séjournent aussi illégalement dans le pays et n’ont pas droit à l’aide du CPAS, même si les autorités belges confirment qu’elles ne peuvent retourner dans leur pays.

Heel wat illegaal verblijvende vreemdelingen kunnen niet terugkeren naar hun land van herkomst. Sommigen krijgen een niet-terugleidingsclausule. Sinds 1 augustus 2002 wordt daaraan het verlengen van het bevel om het grondgebied te verlaten gekoppeld. Deze mensen verblijven illegaal in het land en kunnen verder een beroep doen op het OCMW. Diegenen die voó´r augustus 2002 zo’n clausule kregen of die slechts een humanitaire clausule krijgen, verblijven illegaal en hebben geen recht op OCMW-steun, ook al bevestigt de Belgische overheid dat zij niet terug kunnen keren.

La Cour d’arbitrage (arrêt 80/99 du 30 juin 1999) dit que les étrangers qui ne peuvent donner suite à un ordre exécutoire de quitter le territoire pour des

Het Arbitragehof (arrest 80/99 van 30 juni 1999) zegt dat vreemdelingen die omwille van medische redenen geen gevolg kunnen geven aan het uitwijzings-


2004

2005


1504

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11902

raisons médicales ont droit à une aide. Le 18 décembre 2000, la Cour de cassation a estimé quant à elle que le fait de limiter le droit à l’aide sociale à l’aide médicale urgente ne vaut pas pour ceux qui ne peuvent retourner dans leur pays pour des raisons indépendantes de leur volonté. Cette conception est suivie dans la jurisprudence inférieure.

bevel, recht hebben op steun. Het Hof van Cassatie heeft op 18 december 2000 geoordeeld dat de beperking van het recht op maatschappelijke dienstverlening tot dringende medische hulp niet geldt voor diegenen die om redenen onafhankelijk van hun wil niet kunnen terugkeren. Deze stelling wordt in de lagere rechtspraak gevolgd.

Les pouvoirs locaux exigent que l’E´tat fédéral assume ses responsabilités et recherche une solution pour résoudre le problème des illégaux. Actuellement, les CPAS n’ont d’autre choix que de refuser les demandes d’aide émanant de ces personnes car pour qu’ils puissent obtenir de l’E´tat le remboursement de l’aide qu’ils leur ont fournie, il faut qu’il y ait eu condamnation en justice. Or, les recours que les CPAS doivent introduire leur couˆtent cher car ils doivent invariablement payer les frais de justice.

De lokale besturen eisen dat de federale overheid haar verantwoordelijkheid opneemt en een oplossing zoekt voor de illegalen. Op dit moment kunnen de OCMW’s niet anders dan de steunaanvragen van deze mensen weigeren. Een rechterlijke veroordeling is immers noodzakelijk om de verleende steun van de Staat te kunnen terugvorderen. Deze beroepen kosten geld want het OCMW betaalt steeds de gerechtskosten.

1. Quelles mesures comptez-vous prendre pour améliorer la situation des illégaux non rapatriables ?

1. Welke maatregelen neemt u om de toestand van de niet-repatrieerbare illegalen te verbeteren ?

2. Approuvez-vous l’octroi d’un droit de séjour d’une année à ceux qui ne peuvent retourner dans leur pays pour des raisons indépendantes de leur volonté, droit de séjour susceptible d’être prolongé si le cas de force majeure subsiste ?

2. Gaat u akkoord met het toekennen van een verblijfsrecht van één jaar aan hen die niet kunnen terugkeren om redenen onafhankelijk van hun wil, dat kan verlengd worden indien de toestand van overmacht blijft bestaan ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 mars 2005, à la question no 99 de M. Koen T’Sijen du 23 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 maart 2005, op de vraag nr. 99 van de heer Koen T’Sijen van 23 februari 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

1. Les étrangers qui séjournent illégalement en Belgique ont droit à une aide médicale urgente sur la base de l’article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS. Par ailleurs, une aide matérielle peut également être fournie dans un centre d’accueil fédéral, lorsqu’il s’agit d’un étranger indigent aˆgé de moins de 18 ans qui séjourne illégalement dans le Royaume avec ses parents. Par ailleurs, les frais de l’aide sociale octroyée sont remboursés à un CPAS si celui-ci a été condamné à l’octroi de cette aide par un tribunal du travail ou si l’intéressé a obtenu de l’Office des étrangers une décision de régularisation de son séjour en raison du fait qu’il ne peut donner suite pour des raisons médicales à l’ordre de quitter le territoire. Je n’ai pas l’intention d’étendre davantage le droit à l’aide sociale pour les personnes sans permis de séjour valable.

1. Vreemdelingen die illegaal in Belgie¨ verblijven hebben op basis van artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s recht op dringende medische hulp. Tevens kan ook materie¨le hulp worden verstrekt in een federaal opvangcentrum, indien het een behoeftige vreemdeling jonger dan 18 jaar betreft die met zijn ouders illegaal in het Rijk verblijft. Daarnaast worden de kosten van de toegekende maatschappelijke hulp terugbetaald aan een OCMW, indien dit centrum veroordeeld werd tot toekenning ervan door een Arbeidsrechtbank of indien de betrokkene door de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing tot regularisatie van zijn verblijf heeft bekomen op basis van het feit dat hij om medische redenen geen gevolg kan geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten. Ik heb niet de intentie om het recht op maatschappelijke dienstverlening voor personen zonder geldige verblijfsvergunning verder uit te breiden.

2. Le ministre de l’Intérieur est seul compétent pour l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloi-

2. De bevoegdheid betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijde-


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11903

gnement d’étrangers. (Question no 565 du 29 mars 2005.)

ring van vreemdelingen behoort uitsluitend toe aan de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 565 van 29 maart 2005.)

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2004200502899

DO 2004200502899

Question no 41 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 41 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard.

Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.

Au cours de la période 1997-1999, les pouvoirs publics flamands sont parvenus à réduire considérablement le montant des intérêts de retard à payer par les différents départements et services à gestion séparée. Dans cet intervalle, ces intérêts ont diminué de 4,8 à 1,4 millions d’euros, pour se stabiliser, en 2000 et 2001, aux alentours de 1,8 à 1,9 millions d’euros. En 2002, l’on a assisté à une rupture de tendance et les intérêts de retard se sont montés à 4,8 millions d’euros, essentiellement à cause d’un dossier non cloˆturé au département des Travaux publics et à la suite de l’introduction d’un nouveau système comptable. En 2003, on a pu réduire considérablement ce montant, notamment graˆce à la modification de la réglementation relative aux intérêts de retards dans le cadre des marchés publics. Cela a permis de limiter le montant des intérêts payés à 2,5 millions d’euros. En 2004, les intérêts de retard risquent de remonter d’environ 17 %. Les pouvoirs publics fédéraux devraient également faire le nécessaire pour éviter des dépenses superflues. En effet, le paiement d’intérêts de retard se fait au détriment des moyens budgétaires destinés à la poursuite des objectifs politiques.

De Vlaamse overheid slaagde er in de periode 19971999 in om een neerwaartse trend te realiseren inzake de verwijlintresten bij de verschillende departementen en diensten met afzonderlijk beheer. In die periode daalden de betaalde verwijlintresten van 4,8 miljoen euro tot 1,4 miljoen euro. In 2000 en 2001 stabiliseerden de betaalde verwijlintresten rond een bedrag van 1,8 à 1,9 miljoen euro. In 2002 was er evenwel een trendbreuk en bedroegen de betaalde verwijlintresten 4,8 miljoen euro, voornamelijk door een aanslepend dossier bij Openbare Werken en de overschakeling naar een nieuw boekhoudsysteem. In 2003 kon men het hoge niveau van 2002 fors doen dalen, mede door de gewijzigde reglementering inzake de verwijlintresten bij overheidsopdrachten, en een daling realiseren tot 2,5 miljoen euro. In 2004 dreigt evenwel opnieuw een stijging met zo’n 17 %. Ook de federale overheid dient dergelijke onnodige uitgaven te vermijden. Het betalen van verwijlintresten betekent immers dat budgettaire middelen worden afgewend van de beleidsdoelstellingen.

1. Pourriez-vous me fournir un aperçu des intérêts de retard payés par les administrations et les autres institutions sous votre tutelle en 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?

1. Kan u een overzicht geven van de verwijlintresten die in 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 werden uitbetaald door de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?

2. Qu’est-ce qui a conduit au paiement d’intérêts de retard ?

2. Wat zijn de oorzaken die hebben geleid tot het betalen van verwijlintresten ?

3. Le deuxième alinéa de la disposition légale 1-0107 du budget des dépenses 2004 stipule que les ministres ordonnateurs ou leurs délégués communiquent tous les trois mois à la Chambre des représentants et à la Cour des comptes une liste des dépenses qui, n’ayant pas été effectuées en 2003 à la suite de l’annulation des crédits y afférents, sont imputées au budget de 2004. Cette disposition légale figure également au budget général des dépenses 2005.

3. Het tweede lid van wetsbepaling 1-01-07 van de uitgavenbegroting 2004 bepaalt dat de ordonnancerende ministers of hun afgevaardigden elk trimester een lijst zouden overzenden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof van uitgaven die, aangezien ze niet betaald werden in de loop van 2003 wegens annulering van de kredieten, worden aangerekend op de begroting van 2004. Ook in 2005 is die wetsbepaling opgenomen in de algemene uitgavenbegroting.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11904

a) Les administrations ressortissant à votre département ont-elles communiqué une telle liste ?

a) Hebben de administraties die onder uw toezicht staan een dergelijke lijst overgezonden ?

b) Quel en est le contenu pour l’année budgétaire 2004 ?

b) Kan u een dergelijk overzicht verschaffen voor het begrotingsjaar 2004 ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 mars 2005, à la question no 41 de M. Carl Devlies du 15 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 maart 2005, op de vraag nr. 41 van de heer Carl Devlies van 15 december 2004 (N.) :

Centre de l’égalité des chances

Centrum voor gelijkheid van kansen

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

1. Le Centre n’a pas payé d’intérêts de retard en 2000, 2001, 2002, 2003, 2004.

1. het Centrum heeft geen verwijlintresten uitbetaald in 2000, 2001, 2002, 2003, 2004.

2. Pas d’application.

2. Niet van toepassing.

3. Pas d’application.

3. Niet van toepassing.

Institut pour l’égalité des femmes et des hommes

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

L’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes a été créé par la loi du 16 décembre 2002, publiée le 31 décembre 2002 au Moniteur belge.

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht door de wet van 16 december 2002, die op 31 december 2002 in het Belgisch Staatsblad verscheen.

Il reprend les compétences de la direction de l’égalité des chances du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. Son personnel a été transféré à l’Institut le 1er juin 2003. En janvier 2004, l’Institut a pris son autonomie en matière de gestion comptable et financière. Précédemment, il travaillait encore en étroite collaboration avec le service financier du SPF emploi, travail et Concertation sociale.

Het neemt de bevoegdheden over van de directie van de gelijke kansen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Op 1 juni 2003 werd het personeel ervan naar het Instituut overgeheveld. Op januari 2004 heeft het Instituut effectief de autonomie opgenomen van een aparte boekhouding en financieel beheer. Voordien werkte zij nog nauw samen met de financie¨le dienst van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

En réponse à vos questions concernant les périodes 2001, 2002 et 2003, je vous renvoie à la réponse de ce Service public fédéral à votre question parlementaire no 200 du 15 décembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 64, p. 10400).

In antwoord op uw gestelde vragen voor de periode 2001, 2002 en 2003, verwijs ik dan ook naar het antwoord van deze Federale overheidsdienst op uw Parlementaire vraag nr. 200 van 15 december 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 64, blz. 10400).

Il n’y a pas eu d’intérêt de retard en 2004.

Er werden geen verwijlintresten geregistreerd voor het jaar 2004.

FEDASIL

FEDASIL

Préalable

Vooraf

Sauf le cas où la législation sur les marchés publics est d’application auquel I cas le délai le paiement des fournitures ou des services est à effectuer dans un délai de 50 jours calendrier à compter de la date à laquelle les formalités de réception sont terminées par l’Agence, les délais de paiement rentrent dans le cadre de l’exécution de contrats de droit commun et sont régis par l’article 1153 du Code civil. Cette disposition implique que les conditions générales du fournisseur,


2004

De betalingstermijnen voor leveringen of diensten kaderen binnen de uitvoering van de contracten van gemeenrecht en artikel 1153 van het burgerlijk wetboek, behalve in geval de wetgeving op overheidsopdrachten van kracht is. In dat geval bedraagt de betalingstermijn 50 kalenderdagen vanaf de datum waarop het Agentschap de ontvangstformaliteiten heeft afgewerkt. Deze bepaling houdt in dat de algemene voorwaarden van de leverancier zoals aanvaard 2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11905

acceptées par Fedasil, ou, à défaut, celles de l’Agence, sont d’application.

door Fedasil, ofwel de voorwaarden van het Agentschap zelf, van toepassing zijn.

Dans la pratique, ces délais sont de l’ordre de 30 jours fin de mois et dans quelques cas 30 jours, souvent pour des fournisseurs en position de monopole. Des intérêts de retard sont donc dus par l’Agence lorsque ces délais sont dépassés.

In de praktijk bedragen deze termijnen 30 kalenderdagen of soms 30 dagen, wat vaak het geval is voor leveranciers met een monopoliepositie. Wanneer deze termijnen worden overschreden, is een nalatigheidsinterest verschuldigd door het Agentschap.

1. Intérêts de retard payés par l’Agence en 2003 et 2004.

1. Nalatigheidsinterest die het Agentschap heeft betaald in 2003 en 2004.

Durant les exercices 2003 et 2004 l’Agence a payé respectivement 1 552,92 euros et 2 579,66 euros d’intérêts de retard. Si l’on compare ces montants à ceux réglés durant les mêmes périodes aux fournisseurs, soit respectivement 173 566 608,45 euros et 139 978 643,86 euros, cela représente des pourcentages infimes, soit 0,0008 % et 0,002 % du volume des dépenses des services et biens divers.

Het Agentschap heeft tijdens de boekingjaren 2003 en 2004 respectievelijk 1 552,92 euro en 2 579,66 euro door nalatigheidsinteresten betaald. In vergelijking met de bedragen die tijdens diezelfde periode werden betaald aan de leverancier, namelijk 173 566 608,45 euro en 139 978 643,86 euro respectievelijk, gaat het om verwaarloosbare percentages, meer bepaald om 0,0008 % en 0,002 % van het geheel aan uitgaven van de verschillende diensten en goederen.

2. Caisses du paiement de ces Intérêts de retard.

2. Oorzaken van deze nalatigheidinteresten.

Le paiement de ces sommes résulte de l’application dûment justifiée des règles énoncées dans le point 1 ciavant. Il faut par ailleurs relever que durant ces années Fedasil se trouvait encore dans une phase de construction et de mise en place de procédures et que son circuit de controˆle et d’approbation des factures était et reste long (passage des documents par les centres géographiquement dispersés sur toute la Belgique). On note également sur 2004 que 29 % des cas de paiement d’intérêts de retard sont soit liés à des centres en cours de fermeture avec ce que cela implique de risques d’égarement des documents originaux, soit liés à des factures médicales directement envoyées à des demandeurs d’asile ne résidant pas dans un centre avec là encore un risque important de retard dans le paiement résultant de la transmission tardive par le demandeur d’asile des documents comptables.

Het betalen van deze bedragen is het gevolg van een correcte toepassing van de regels zoals hierboven bepaald onder punt 1. We wijzen overigens op het feit dat Fedasil zich in die periode in een opstartfase bevond, waarin procedures nog werden vastgelegd en waarin het controle- en goedkeuringsysteem van de facturen een werk van lange adem was en dit nog steeds is (verspreiden van documenten naar de centra in heel Belgie¨). Verder merken we dat de nalatigheidsinteresten in 29 % van de gevallen te wijten waren hetzij aan het sluiten van bepaalde centra, met alle gevaar van dien voor het kwijtraken van originele documenten, hetzij aan het feit dat medische facturen rechtstreeks werden gestuurd naar asielzoekers die niet meer in een centrum verbleven, met ook daar een groot risico op laattijdige betaling vermits de asielzoeker pas laat de boekhoudkundige documenten kon doorsturen.

3. Liste trimestrielle à transmettre au parlement.

3. Driemaandelijkse lijst die naar het parlement dient te worden gestuurd.

L’Agence, en tant qu’organisme d’intérêt public de type A, n’est pas soumise à l’arrêté royale du 1er juillet 1964 fixant les règles d’imputation des recettes et des dépenses budgétaires des services d’administration générale de l’E´tat. Les dispositions légales fixant les modalités d’imputation des dépenses et des recettes sont contenues dans l’arrêté royale du 7 avril 1954 portant règlement générai sur le budget et la comptabilité des organismes d’intérêt public visés par la loi du 16 mars 1954.

Het Agentschap is als instelling van openbaar nut type A niet gebonden aan het koninklijk besluit van 1 juli 1964 houdende vaststelling van de boeking van de uitgaven en inkomsten van de algemene federale administratiediensten. De wettelijke bepalingen houdende vaststelling van de modaliteiten voor de boeking van de uitgaven en inkomsten zijn vervat in het koninklijk besluit van 7 april 1954 houdende algemeen reglement op de begroting en de boekhouding van de bij de wet van 16 maart 1954 bedoelde instellingen van openbaar nut.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11906

Tableau récapitulatif des intérêts de retard pavés par Fedasil en 2003 et 2004 Date — Datum

Montant — Bedrag

Overzichtstabel van de nalatiaheidinteresten die Fedasil heeft betaald in 2003 en 2004

Nom société — Naam bedrijf

Centre — Centrum

2003 07/01/2003 .................

27,52

PIDPA CV — Provinciale en Intercommunale

Arendonk

11/03/2003 .................

189,90

Gemini Petroleum SA

Petit chaˆteau. — Klein Kasteeltje

30/05/2003 .................

68,13

Sedilec

Jodoigne. — Geldenaken

02/05/2003 .................

20,61

Electrabel

Arendonk

10/05/2003 .................

4,00

Universitair Ziekenhuis Antwerpen

Broechem

30/05/2003 .................

21,50

Electrabel

AC-Direction

30/06/2003 .................

175,21

Ryckebosch BVBA

Florennes

30/06/2003 .................

32,85

Ryckebosch BVBA

Morlanwelz

27/06/2003 .................

57,16

Electrabel Antwerpen

Arendonk

22/07/2003 .................

53,54

Ryckebosch BVBA

Florennes

18/09/2003 .................

864,21

Gemini Petroleum SA

Petit Chaˆteau. — Klein Kasteeltje

22/11/2003 .................

30,07


Arendonk

18/12/2003 .................

8,22

Vlaamse Milieumaatschappij

Arendonk

Total. — Totaal .........

1 552,92

2004 06/02/2004 .................

74,23

Gemini Petroleum SA


25/02/2004 .................

152,87

Gemini Petroleum SA


13/02/2004 .................

556,63


Bevingen

04/02/2004 .................

77,12


Bevingen

27/03/2004 .................

50,98


Wommelgem

29/03/2004 .................

9,92

PIDPA CV — Provinciale en Intercommunale

Arendonk

01/03/2004 .................

1 025,38

Verboven Petroleumproducten NV

Houthalen

12/03/2004 .................

16,80

Sibelga CIV

AC-Direction

02/03/2004 .................

47,03

Fournisseur Caisse Arendonk

Arendonk

08/06/2004 .................

25,93

Intrum Justitia

Westende

08/05/2004 .................

194,12


Broechem

15/05/2004 .................

49,07


Broechem

15/06/2004 .................

237,32

Gemini Petroleum SA


15/06/2004 .................

62,26

Gemini Petroleum SA

Woluwe-Saint-Pierre. Pieters-Woluwe

Total. — Totaal .........

2 579,66


2004

2005

—

Sint-


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11907

DO 2004200503262

DO 2004200503262

Question no 50 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :


















Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 mars 2005, à la question no 50 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 maart 2005, op de vraag nr. 50 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :

1. Jusqu’à aujourd’hui un total de 18 voyages en avion ont été réservés pour le compte de l’Institut pour égalité des femmes et des hommes depuis le début de la législature.

1. Tot op heden werden voor rekening van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sinds het begin van de legislatuur in het totaal 18 vliegtuigreizen geboekt.

2. Pour tous les voyages, il s’agit des vols en classe économique.

2. Voor al deze reizen gaat het om vluchten in economy class.

3. Ci-dessous la liste des voyages aller-retour en avion réservés et leur destination dans le cadre des activités de l’Institut :

3. Hieronder een lijst van het aantal retour vliegtuigreizen en de bestemmingen die geboekt werden in het kader van de werkzaamheden van het Instituut :

— Bruxelles — Rome (1);

— Brussel — Rome (1);

— Luxembourg — Venise (4);

— Luxemburg — Venetie¨ (4);

— Charleroi — Treviso (1);

— Charleroi — Treviso (1);

— Bruxelles — New York (6);

— Brussel — New York (6);

— Bruxelles — Dublin (1);

— Brussel — Dublin (1);

— Bruxelles — Stockholm (3);

— Brussel — Stockholm (3);


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11908

— Bruxelles — Copenhague (1);

— Brussel — Kopenhagen (1);

— Bruxelles — Genève (2).

— Brussel — Geneve (2).

4 à 7. Aucun « airmiles » n’a été obtenu. Si des airmiles devaient être obtenus à l’avenir, ceux-ci seront utilisés, dans la mesure du possible, par les membres de l’Institut pour des raisons professionnelles.

4 tot 7. Er werden geen airmiles op deze vluchten verworven. Indien er in de toekomst airmiles verworven worden, zullen deze in de mate van het mogelijke gebruikt worden door de leden van het Instituut voor professionele doeleinden.

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

DO 2003200431933

DO 2003200431933

Question no 50 de M. Willy Cortois du 8 mars 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 50 van de heer Willy Cortois van 8 maart 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Lutte contre la diffusion et l’utilisation abusive du courriel commercial.

Bestrijding van verspreiding en misbruik van de commercie¨le e-mail.

L’utilisation abusive de plus en plus fréquente du courriel pour des messages commerciaux non désirés les plus variés porte gravement atteinte à l’échange de courriers électroniques. Les « spams » diffusés par le biais de l’Internet sont un phénomène auquel on ne peut quasiment pas échapper, et ce, malgré le fait que les fournisseurs d’accès de bonne foi s’efforcent d’intercepter le flux de courriels commerciaux non désirés, dont le pourcentage est passé de 7 % en avril 2001 à 48 % cette année. Il s’ensuit que l’utilisation du courrier électronique est en baisse et qu’il y a une perte de confiance des utilisateurs.

Het toenemend misbruik van de e-mail voor de meest uiteenlopende commercie¨le en ongewenste boodschappen brengt ernstige schade teweeg bij de uitwisseling van elektronische post. De « spams » die via het Internet worden verspreid zijn een haast niet te ontsnappen verschijnsel, ondanks het feit dat de bona fide dienstverleners zich inspannen om de de stroom van ongewenste commercie¨le e-mail te onderscheppen. Het percentage is van 7 % in april 2001 gestegen tot 48 % dit jaar. Het gevolg is een daling van het gebruik van de elektronische post, en een verminderd vertrouwen vanwege de gebruikers.

Il n’est dès lors pas étonnant que l’Union européenne ait imposé aux E´tats-membres de prendre, pour le 31 octobre 2003, des mesures afin de rendre impossible l’utilisation de ce « spam ».

Geen wonder dan ook dat de EU aan de lidstaten de verplichting heeft opgelegd tegen 31 oktober 2003 maatregelen dienden te treffen om deze « spam » onmogelijk te maken.

1. a) Quelles mesures ont déjà été prises en Belgique afin de lutter contre la diffusion et l’utilisation abusive du courriel commercial ?

1. a) Welke maatregelen werden er reeds in Belgie¨ getroffen om de verspreiding en het misbruik van de commercie¨le e-mail te bestrijden ?

b) Quelles mesures spécifiques ont été recommandées par l’Union européenne ?

b) Welke specifieke maatregelen werden door de EU aanbevolen ?

2. Estime-t-on nécessaire de diffuser des informations à grande échelle afin de prévenir les utilisateurs sans que ceux-ci soient confrontés à ce « spam » ?

2. Acht men het noodzakelijk op ruime schaal informatie te verspreiden om de gebruikers te waarschuwen zonder dat zij met deze « spam » geconfronteerd worden ?


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11909

Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 24 mars 2005, à la question no 50 de M. Willy Cortois du 8 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 24 maart 2005, op de vraag nr. 50 van de heer Willy Cortois van 8 maart 2005 (N.) :

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1 et 2. Tout ce qui concerne les spams relève de la loi du 11 mars 2003 sur certains aspects juridiques des services de la société de l’information. En exécution de cette loi, a été promulgué l’arrêté royal du 7 mai 2003 fixant les modalités selon lesquelles la libre circulation d’un service de la société de l’information peut être restreinte. Cet arrêté royal permet à la Direction générale du Controˆle et de la Médiation d’agir sur le plan international et d’en informer le juge d’instruction. Ce service fait partie de l’un des services publics fédéraux et peut participer à une plate-forme relative à la sécurité de l’information. Je tiens également à remarquer que le pourcentage de circulation des spam n’est pas de 48 %, mais qu’il se situe entre 60 et 75 %.

1 en 2. Alles wat spams betreft valt onder de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij. In uitvoering van deze wet werd het koninklijk besluit van 7 mei 2003 tot vaststelling van de modaliteiten volgens welke het vrije verkeer van een dienst van de informatiemaatschappij beperkt kan worden, uitgevaardigd. Dit koninklijk besluit laat de Algemene Dienst Bemiddeling en Controle toe internationaal te opereren en de onderzoeksrechter daarvan in te lichten. Deze dienst maakt deel uit van één van de federale overheidsdiensten en kan deelnemen aan een overlegplatform inzake informatieveiligheid. Tevens wil ik u er opmerkzaam op maken dat het percentage spamtrafiek geen 48 %, maar tussen de 60 en 75 % bedraagt.

DO 2004200503353

DO 2004200503353

Question no 51 de M. Roel Deseyn du 8 mars 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 51 van de heer Roel Deseyn van 8 maart 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Risques en matière de sécurité sur internet.

Veiligheidsrisico’s op het internet.

Dans son rapport annuel « Global Business Security Report », IBM décrit les menaces pesant sur la sécurité d’internet. IBM met en garde contre les virus, les vers informatiques, les courriels indésirables et d’autres menaces pesant sur une vaste gamme d’appareils tels que les GSM, les PDA, les appareils automatisés et les véhicules automobiles. Les communications téléphoniques (CoIP) seraient également prises pour cible.

In zijn jaarrapport « Global Business Security Report » schetst IBM de bedreigingen voor de veiligheid van het internet. IBM waarschuwt voor virussen, wormen, spam en endere bedreigingen in een breed gamma aan toestellen zoals GSM’s, PDA’s, automaten en auto’s. Ook het telefoonverkeer (CoIP) zou onder vuur komen te liggen.

Les effets de ces menaces sur les appareils à usage domestique et sur les entreprises sont déjà très importants et la perte économique afférente est à l’avenant. Le rapport d’IBM, tout comme d’autres d’ailleurs, prévoit toutefois une nouvelle aggravation de la situation en 2005.

De impact op consumentenapparatuur en bedrijven van dergelijke bedreigingen is nu al zeer groot, het economisch verlies navenant. Nochtans voorspelt het rapport, net als andere rapporten overigens, dat de situatie in 2005 verder zal verslechteren.

1. Quel est le montant estimé de la perte économique subie à la fois par les consommateurs et les entreprises au cours des trois dernières années, ventilé par année ?

1. Hoeveel bedroeg het geraamde economisch verlies voor consumenten en bedrijven samen opgeslitst voor de jongste drie jaar ?

2. Quelles actions le gouvernement fédéral envisage-t-il de prendre pour lutter contrer les virus, les courriels indésirables et autres menaces ?

2. Welke acties overweegt de federale overheid te nemen om virussen, spam en andere bedreigingen terug te dringen ?


2004

2005


1505

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11910

3. a) Une concertation est-elle prévue avec les acteurs concernés ?

3. a) Is er overleg gepland met de betrokken actoren ?

b) Dans l’affirmative, quand pourra-t-on prendre connaissance des résultats de cette concertation ?

b) Zo ja, wanneer kunnen we de resultaten daarvan verwachten ?

c) Dans la négative, cette concertation sera-t-elle malgré tout organisée ?

c) Zo neen, zal dit alsnog gebeuren ?

4. a) Le danger de voir des virus affecter les ordinateurs de bord de véhicules est-il réel ?

4. a) Bestaat het gevaar dat virussen boordcomputers van auto’s zullen aantasten ?

b) Quelles actions pouvez-vous entreprendre à cet égard ?

b) Welke acties kan u daartegen ondernemen ?

5. a) Le gouvernement envisage-t-il d’imposer des obligations supplémentaires aux fournisseurs d’accès à internet (ISP) ?

5. a) Overweegt de overheid bijkomende verplichtingen aan de internet service providers (ISP’s) op te leggen ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Zo ja, welke ?

6. Quelles initiatives internationales sont ou serontelles lancées ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 24 mars 2005, à la question no 51 de M. Roel Deseyn du 8 mars 2005 (N.) :

6. Welke internationale initiatieven zijn er of zullen opgestart worden ?

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et le Service public fédéral Technologie de l’Information et de la Communication (SPF ICI), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1. Les infractions à la loi du 28 novembre 2000 relative à la criminalité informatique relèvent de la compétence de la Federal Computer Crime Unit. C’est ce service qui dispose d’un aperçu des délits commis.

1. Wat betreft de inbreuken op de wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit is de Federal Computer Crime Unit bevoegd. Het is deze dienst die een overzicht heeft omtrent de gepleegde misdrijven.

Le controˆle des spams dans le cadre de la loi du 11 mars 2003 sur certains aspects juridiques des services de la société de l’information relève de la compétence de la Direction générale du Controˆle et de la Médiation du Service public fédéral Ećonomie.

Wat betreft het toezicht op het spam-gebeuren in het kader van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij is de Algemene Dienst voor Bemiddeling en Controle van de Federale Overheidsdienst Economie bevoegd.

Je ne peux donc pas vous donner de chiffres concernant la perte économique subie par les consommateurs et les entreprises. On craint que de nombreuses infractions à la loi relative à la criminalité informatique ne soient pas déclarées. Les entreprises considèrent en effet que cela porte atteinte à leur image, ce qui peut effrayer des clients potentiels de l’e-commerce.

Ik kan u dus geen cijfers geven omtrent het mogelijke economische verlies voor consumenten en bedrijven. Er wordt gevreesd dat vele inbreuken in het kader van de wet inzake informaticacriminaliteit niet worden aangegeven. Bedrijven aanzien dit immers als imagoverlies, waardoor mogelijke klanten voor e-commerce kunnen afgeschrikt worden.

2. Le but premier est de créer une plate-forme de concertation, qui pourra se charger de répertorier les problèmes et de proposer des solutions possibles. Comme vous le savez probablement, ceci n’est pas

2. In eerste instantie is het de bedoeling een overlegplatform te cree¨ren. Dit overlegplatform kan instaan voor het in kaart brengen van de problemen en het voorstellen van mogelijke oplossingen. Zoals u


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 24 maart 2005, op de vraag nr. 51 van de heer Roel Deseyn van 8 maart 2005 (N.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11911

simple vu le caractère international des menaces que vous énumérez.

wellicht weet, is dit niet eenvoudig gezien het internationale karakter van de door u opgesomde bedreigingen.

3. a) La formalisation de la plate-forme de concertation permettra une concertation permanente entre les différents acteurs.

3. a) De formalisering van het overlegplatform zal toelaten om permanent overleg te plegen tussen de verschillende actoren.

b) Les résultats dépendront des solutions possibles. Il faut avant tout formaliser la plate-forme de concertation.

b) De resultaten zullen afhankelijk zijn van de mogelijke oplossingen. Eerst en vooral moet het overlegplatform geformaliseerd worden.

4. a) Il faut établir une distinction entre l’ordinateur de bord avec système de navigation et l’ordinateur interne qui comprend des données sur le fonctionnement de la voiture.

4. a) Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de boordcomputer met het navigatiesysteem en de interne computer die gegevens bevat omtrent het functioneren van de wagen.

En ce moment, on connaıˆt un seul cas d’intrusion d’un virus dans le système de navigation d’une voiture. Par l’utilisation d’un appareil mobile (GSM ou GPRS intégré), le virus a été transféré sur l’ordinateur de bord.

Op dit ogenblik is er één geval bekend van virusintrusie in het navigatiesysteem van een wagen. Door het gebruik van een mobile device (GSM of geı¨ntegreerde GPRS) werd het virus overgedragen aan de boordcomputer.

Actuellement, on n’a pas encore connaissance de virus dans les ordinateurs déterminant la tenue de route de la voiture. Il s’agit ici de réseaux fermés avec des protocoles propriétaires (chaque marque de voiture a son propre système). Cependant, quand, à l’avenir, il sera possible d’adapter ces systèmes automobiles à distance, il existera en effet un petit risque de virus.

Virussen in computers, die het rijgedrag van de wagen bepalen, zijn op dit ogenblik nog niet gekend. Het gaat hier om gesloten netwerken met proprietaire protocollen (ieder wagenmerk zijn eigen systeem). Wanneer echter in de toekomst de mogelijkheid zal bestaan om deze autosystemen van op afstand aan te passen is er inderdaad een kleine mogelijkheid.

b) Jusqu’à présent, aucun problème ne se pose vu que la connexion sans fil n’est pas encore entrée dans l’usage. Il existe un projet sponsorisé par l’Europe, le Global System for Telematics, qui étudie la création d’une architecture ouverte et standardisée de bout en bout pour des applications automobiles télématiques.

b) Tot op heden stelt zich geen probleem aangezien de draadloze connectie zijn intrede nog niet gedaan heeft. Er is een door Europa gesponsord project, met name het Global System for Telematics dat onderzoek verricht naar het cree¨ren van een open en gestandaardizeerd end-to-end-architectuur voor telematica autotoepassingen.

5. a) et b) Après le lancement de la plate-forme de concertation, on vérifiera quelles sont les possibilités pour enrayer les différentes menaces. Cela doit se faire en concertation avec le secteur. Actuellement, je procède déjà de la sorte pour la sécurisation des espaces de discussion.

5. a) en b) Na het opstarten van het overlegplatform zal nagegaan worden welke de mogelijkheden zijn om de verschillende bedreigingen te stuiten. Dit moet gebeuren in overleg met de sector. Op dit ogenblik doe ik dit al voor de beveiliging van de chatboxen.

6. Le 7 avril 2005 a lieu la première réunion du Safer Internet Plus Management Committee. Ce programme succède au premier programme Safer Internet qui a duré de 2000 à 2004. Le nouveau programme s’étend de 2005 à 2008 et dispose d’un budget de 45 millions d’euros. Ce programme a quatre objectifs :

6. Op 7 april 2005 heeft de eerste vergadering plaats van het Safer Internet Plus Management Committee. Dit programma is de opvolger van het eerste Safer Internet-programma dat liep van 2000 tot 2004. Het nieuwe programma loopt van 2005 tot 2008 en heeft een budget van 45 miljoen euro. Dit programma heeft vier doelstellingen, namelijk :

— lutter contre le contenu illégal;

— het optreden tegen illegale inhoud;

— éviter du contenu indésirable et préjudiciable;

— het vermijden van ongewenste en beschadigende inhoud;


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11912

— promouvoir un environnement plus sûr;

— het promoten van een veiliger omgeving;

— faire prendre conscience des aspects relatifs à la sécurité.

— bewustmaking van de veiligheidsaspecten.

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

DO 2004200503262

DO 2004200503262

Question no 29 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 29 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :















7. Des « airmiles » acquis dans le cadre de l’exécution d’une mission de service sont-ils utilisés personnellement par des membres des cabinets et des membres du personnel des administrations à des fins privées ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 23 mars 2005, à la question no 29 de M. Koen T’Sijen du 1er février 2005 (N.) :


Ci-dessous, vous trouverez un sheet Excel dans lequel est repris la liste de tous les billets que le SPF Affaires E´trangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement a réservé pour moi-même et les collaborateurs de ma cellule stratégique et ceci, depuis ma prise de fonction en tant que secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires

In het Excel-sheet hieronder vindt u een overzicht van de door de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gereserveerde biljetten voor mijzelf en de medewerkers van mijn Beleidscel sedert mijn aantreden als staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. Deze sheet geeft een over-


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 23 maart 2005, op de vraag nr. 29 van de heer Koen T’Sijen van 1 februari 2005 (N.) :

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11913

étrangères. Ceci concerne les visites de travail effectuées dans les pays suivants : Genève, Sofia, Lisbonne, Stockholm, Madrid, Nairobi, Athènes, Phuket, Tallinn, Riga, Vilnius, Prague, Budapest, Berlin, Ljubljana.

zicht van de werkbezoeken naar Geneve, Sofia, Lissabon, Stockholm, Madrid, Nairobi, Athene, Phuket, Tallinn, Riga, Vilnius, Praag, Boedapest, Berlijn, Ljubljana.

La classe dans laquelle ces voyages ont été entrepris ainsi que la destination des vols sont repris dans ce fichier.

De klasse waarin deze reizen werden ondernomen, evenals de bestemming van deze vluchten, is vervat in dit bestand.

Pour les autres points de votre question je vous renvoie vers la réponse fournie par le ministre des Affaires étrangères à votre question (no 174) du 1er février 2005. Cabinet du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes adjoint au ministre des Affaires étrangères

Voor de overige punten in uw vraag verwijs ik naar het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken op uw vraag (nr. 174) van 1 februari 2005. Kabinet van de staatssecretaris voor Europese Zaken toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Destination principale — Hoofdbestemming

Classe — Klasse

Numéro — Nummer

Genève. — Geneve ............................. Sofia ................................................... Lisbonne. — Lissabon ........................ Stockholm (ARN) .............................. Madrid ............................................... Nairobi ............................................... Athènes. — Athene ............................ Phuket ................................................ Tallinn ............................................... Riga ................................................... Vilnius ................................................ Prague. — Praag ................................ Budapest. — Boedapest ...................... Berlin. — Berlijn ................................ Varsovie. — Warschau ....................... Ljubljana ............................................

economy economy economy economy economy business economy business economy economy economy economy economy economy economy economy

2 2 2 2 4 1 1 1 3 4 3 2 2 3 1 1

DO 2004200503441

DO 2004200503441

Question no 31 de M. Luk Van Biesen du 23 février 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères : Zimbabwe. — E´lections. — Soutien financier de l’UE au NEPAD.

Vraag nr. 31 van de heer Luk Van Biesen van 23 februari 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Le 31 mars 2005, des élections seront de nouveau organisées au Zimbabwe. Le Mouvement pour un Changement démocratique (MDC) de Morgan Tsvangiraı¨ se serait finalement décidé à participer au scrutin quoique les conditions soient loin d’être idéales.

Op 31 maart 2005 worden er in Zimbabwe opnieuw verkiezingen georganiseerd. De Beweging voor Democratische Verandering (MDC) van Morgan Tsvangirai zou nu toch besloten hebben deel te nemen aan de verkiezingen niettegenstaande de voorwaarden daartoe verre van optimaal zijn.


2004

Zimbabwe. — Verkiezingen. — Financie¨le steun van EU aan NEPAD.

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11914

Le risque que ces élections donnent lieu une fois encore à des fraudes électorales de grande envergure est bien réel. Car l’actuel chef de l’E´tat, Robert Mugabe, sait qu’il peut compter malgré tout sur le soutien de bon nombre de dirigeants africains. Le « New Partnership for Africa’s Development » (NEPAD) escompte un appui financier très important du G7 et de l’UE et il a établi des règles de base qui permettent d’espérer l’avènement d’un régime démocratique.

De mogelijkheid dat de verkiezingen andermaal het voorwerp zijn van grootschalige verkiezingfraude is reeël. De zittende machthebber Mugabe weet zich immers ondanks alles gesteund door een flink aantal Afrikaanse leiders. « The New partnership for Africa’s Development » (NEPAD) verwacht overvloedige financie¨le steun van de G7 en van de EU en heeft basisregels opgesteld die het beste zouden moeten doen verhopen voor een democratisch bestel.

Le NEPAD compte parmi ses membres de nombreux E´tats pour lesquels les principes démocratiques n’existent manifestement que dans de beaux discours. Or le Zimbabwe (qui est membre du NEPAD) figure indiscutablement parmi ces pays puisque les droits et les libertés démocratiques y sont bafoués.

Bij NEPAD zijn heel wat leden-landen aangesloten voor wie democratische beginselen blijkbaar alleen maar bestaan om er lippendienst aan te bewijzen en Zimbabwe (lid van NEPAD) is onmiskenbaar zo een land, waar democratische rechten en vrijheden met voeten worden getreden.

1. Comment l’Union européenne justifie-t-elle son soutien financier au NEPAD ?

1. Hoe legitimeert de Europese Unie haar financie¨le steun aan NEPAD ?

2. Ne conviendrait-il pas de suspendre l’aide financière européenne tant que le NEPAD ne réussit pas à amener ses E´tats membres, dont le Zimbabwe, à respecter les droits et les libertés démocratiques ?

2. Moet de Europese financie¨le steun niet worden opgeschort zolang NEPAD er niet in slaagt zijn ledenlanden, waaronder Zimbabwe, de democratische rechten en vrijheden te doen eerbiedigen ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 23 mars 2005, à la question no 31 de M. Luk Van Biesen du 23 février 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 23 maart 2005, op de vraag nr. 31 van de heer Luk Van Biesen van 23 februari 2005 (N.) :

Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à sa question no 189 du 23 février 2005 communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre.

Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op zijn vraag nr. 189 van 23 februari 2005 dat door de minister van Buitenlandse Zaken meegedeeld werd aan de Kamer.


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11915

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2003200421362 26- 4-2004

249

Alfons Borginon

Formes de coopération entre le ministre fédéral de la Justice et certaines entités fédérées en matière de politique criminelle. Samenwerkingsvormen tussen de federale minister van Justitie en sommige gedefedereerde entiteiten inzake strafrechtelijk beleid.

11775

1

2003200432135 16- 9-2004

350

Guido De Padt

Données permettant une évaluation de la nouvelle loi relative à la police de la circulation routière. Gegevens ter evaluatie van de nieuwe verkeerswet.

11777

1

2003200432244 30- 9-2004

370

Luk Van Biesen

Modification des patronymes et des prénoms. — Projet d’intégration. — Assimilation. — Critères. — Controˆle de constitutionnalité. Wijziging familienamen en voornamen. — Integratieproject. — Assimilatie. — Criteria. — Grondwettigheidstoets.

11778

1

2004200502917 17-12-2004

485

Alfons Borginon

Saisies effectuées par le juge d’instruction. — Propriétés saisies. — Fichiers d’information conservés. Beslag door onderzoeksrechter. — Beslagen eigendommen. — Bewaarde informatiebestanden.

11780

1

2004200503262

1- 2-2005

521

Koen T’Sijen

Cabinets et administrations. — Voyages en avion. Kabinetten en administraties. — Vliegtuigreizen.

11782

1

2004200503320

8- 2-2005

525

Jo Vandeurzen

Calcul de la pension des juges de la jeunesse et des juges d’instruction. Berekening pensioen van jeugdrechters en onderzoeksrechters.

11785

8

2004200503377 16- 2-2005

533

Claude Marinower

* Amendes pour appel principal téméraire. Geldboetes bij roekeloos hoofdberoep.

11717

8

2004200503378 16- 2-2005

534

David Geerts

* Commission des jeux de hasard. — Fonctionnement. Kansspelcommissie. — Werking.

11717

8

2004200503411 21- 2-2005

535

Filip De Man

* Vente de drogues saisies. Verkoop van inbeslaggenomen drugs.

11718

8

2004200503412 21- 2-2005

536

Alfons Borginon

* Dialogue. — Négociations avec des cultes non reconnus. Dialoog. — Onderhandelingen met niet-erkende religies.

11719

1

2004200503415 22- 2-2005

537

Patrick Cocriamont

Mesures visant à éviter la surpopulation carcérale. Maatregelen om de overbevolking in de gevangenissen te voorkomen.

11786


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11916

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200503424 22- 2-2005

538

Alfons Borginon

* Juridictions et parquets. — Nominations. — Article 216bis du Code judiciaire. Rechtscolleges en parketten. — Benoemingen. — Artikel 216bis van het Gerechtelijk Wetboek.

11720

8

2004200503449 23- 2-2005

539

Koen T’Sijen

* Informations obtenues sous la torture. « Intelligence » verkregen door foltering.

11721

8

2004200503354 23- 2-2005

540

Roel Deseyn

* Racisme sur internet. Internetracisme.

11722

8

2004200503452 23- 2-2005

541

Mme Corinne De Permentier

* Code de la nationalité. — Discrimination au détriment d’étrangers nés en Belgique d’auteurs belges. Wetboek van de nationaliteit. — Discriminatie ten nadele van in Belgie¨ geboren vreemdelingen met Belgische ouders.

11722

8

2004200503453 23- 2-2005

542

Bart Tommelein

* Saisie en matière de contrefaçon. Beslag inzake namaak.

11723

1

2004200503479 28- 2-2005

544

Claude Marinower

Juges d’instruction. — Indemnités particulières. — Indexations. Onderzoeksrechters. — Bijzondere vergoedingen. — Indexaanpassingen.

11788

6

2004200503684 16- 3-2005

588

Dylan Casaer

Conseil d’E´tat. — Procédures. — Référé. Raad van State. — Procedures. — Kort geding.

11789

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1

2004200503206 25- 1-2005

618

Carl Devlies

Impoˆts directs. — Directions régionales. — Activités de controˆle. Directe belastingen. — Gewestelijke directies. — Controlewerkzaamheden.

11790

1

2004200503262

1- 2-2005

634

Koen T’Sijen


11791

1

2004200503348 14- 2-2005

642

Mw. Annemie Turtelboom

Personnes handicapées. — Acquisition d’un véhicule. — Exonération d’impoˆts. Personen met een handicap. — Aankopen voertuigen. — Vrijstelling van belastingen.

11793

8

2004200503377 16- 2-2005

644

Claude Marinower

* Amendes pour appel principal téméraire. Geldboetes bij roekeloos hoofdberoep.

11724

8

2004200503385 16- 2-2005

645

Mw. Trees Pieters

* Impoˆts sur les revenus. — Requalification d’intérêts en dividendes. — Comptes courants. — Prêts d’argent. — Interprétation. — Règlement des réclamations bloquées. — Actes d’investigation des fonctionnaires du contentieux. — Charge de la preuve. Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie van interesten tot dividenden. — Rekeningen courant. — Geldleningen. — Interpretatie. — Oplossing van geblokkeerde bezwaarschriften. — Onderzoeksdaden van de geschillenambtenaren. — Bewijslast.

11725


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11917

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200503388 17- 2-2005

646

Mw. Trees Pieters

* ASBL. — Controˆles des services des contributions directes et de la TVA. VZW’s. — Controles vanuit de directe belastingen en BTW.

11726

8

2004200503397 17- 2-2005

647

David Geerts

* Cotisation spéciale de sécurité sociale. — Discrimination par rapport à la forme de cohabitation. Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. — Discriminatie samenlevingsvorm.

11727

8

2004200503394 17- 2-2005

648

Mw. Trees Pieters

* Contentieux administratif. Administratieve geschillen.

11728

8

2004200502860 21- 2-2005

650

Jo Vandeurzen

* Secteur horeca. — Prestations « supplémentaires ». — Cotisations de sécurité sociale. Horecasector. — « Extra » prestaties. — Sociale zekerheidsbijdragen.

11728

8

2004200503431 22- 2-2005

653

Ludo Van Campenhout

* Revenu cadastral. — Montants perçus. Kadastraal inkomen. — Geı¨nde bedragen.

11729

8

2004200503435 23- 2-2005

654

Dirk Van der Maelen

* Constructions fiscales mettant un usufruit à profit. Fiscale vruchtgebruikconstructies.

11730

8

2004200503436 23- 2-2005

655

Carl Devlies

* Recettes provenant de la perception des amendes pénales en 2004. Ontvangst van penale boeten voor 2004.

11731

8

2004200503437 23- 2-2005

656

Mw. Marleen Govaerts

* Déclaration libératoire unique. — Ancienne procédure de régularisation de revenus et de patrimoine non déclarés. Eenmalige Bevrijdende Aangifte. — Vroegere regularisatieregeling voor ontdoken inkomsten en vermogen.

11731

8

2004200503442 23- 2-2005

657

Ludo Van Campenhout

* Apport d’actions dans un holding propre. — Taxation des plus-values. Inbreng van aandelen in een eigen holding. — Belasten van de meerwaarden.

11731

8

2004200503443 23- 2-2005

658

Luk Van Biesen

11733

8

2004200503444 23- 2-2005

659

Dirk Van der Maelen

* TVA. — Clubs sportifs. — Jeunes sportifs. — Boissons gratuites. BTW. — Sportclubs. — Jeugdspelers. — Gratis drankjes. ´ * Echange d’informations entre la France et la Belgique. — Sociétés. Informatie-uitwisseling tussen Frankrijk en Belgie¨. — Vennootschappen.

8

2004200503445 23- 2-2005

660

Dirk Van der Maelen

* Obligation de déclaration de biens immobiliers à l’étranger. Verplichte aangifte van het bezit van onroerende goederen in het buitenland.

11733

11734

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 1

2004200503296

7- 2-2005


47

Luk Van Biesen

2004

Remboursement de médicaments. — Non-prise en considération des avis positifs de la CRM. Terugbetaling geneesmiddelen. — Negeren van positief advies CTG.

2005

11794


1506

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11918

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

1

2003200432207 21- 8-2004

290

Carl Devlies

Opérations bancaires électroniques des services publics par le biais d’un compte CCP. Elektronisch bankieren voor openbare diensten langs PCR-rekening.

11797

8

2004200503379 16- 2-2005

435

Jan Mortelmans

* SNCB. — Gare de Landegem. — Quais. — Avis du Comité consultatif des usagers. NMBS. — Station van Landegem. — Perrons. — Advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

11735

8

2004200503380 16- 2-2005

436

Mw. Annelies Storms

* SNCB. — Gares. — Classement par points. — Gares de Gand. NMBS. — Stations. — Puntenklassement. — Gentse stations.

11736

8

2004200503386 16- 2-2005

437

Stijn Bex

* SNCB. — Controˆle des titres de transport. NMBS. — Controle van vervoerbewijzen.

11737

8

2004200503389 17- 2-2005

438

Guido De Padt

* SNCB. — Interruption du trafic ferroviaire. — Service de bus de remplacement. NMBS. — Onderbreking treinverkeer. — Vervangende bussen.

11737

8

2004200503390 17- 2-2005

439

Jan Mortelmans

* SNCB. — Fermeture des guichets des gares. — Deuxième avis du Comité consultatif des usagers. NMBS. — Sluiting van stationsloketten. — Tweede advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

11738

8

2004200503391 17- 2-2005

440

Jan Mortelmans

* SNCB. — Gare de Termonde. — Brochure des horaires. — Avis du Comité consultatif des usagers. NMBS. — Station van Dendermonde. — Brochure dienstregelingen. — Advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers.

11739

8

2004200503395 17- 2-2005

441

Jan Mortelmans

* SNCB. — Comité consultatif des usagers. — Avis. NMBS. — Raadgevend Comité van de gebruikers. — Adviezen.

11739

8

2004200503396 17- 2-2005

442

Jan Mortelmans

* La Poste. — Imprimerie du timbre à Malines. — Notes de service et réunions. — Législation linguistique. De Post. — Postzegeldrukkerij te Mechelen. — Dienstnota’s en vergaderingen. — Taalwetgeving.

11740

8

2004200503405 18- 2-2005

443

Mw. Hilde Vautmans

* SNCB. — Accidents et tentatives de suicide. — Dédommagement. NMBS. — Ongevallen en zelfmoordpogingen. — Schadevergoeding.

11740

8

2004200503401 22- 2-2005

444

Guido De Padt

* SNCB. — Transport national de voyageurs. — Retards. — Remboursements. NMBS. — Binnenlands personenvervoer. — Vertragingen. — Restituties.

11741


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11919


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200503425 22- 2-2005

445

Jan Mortelmans

* SNCB. — Gare centrale à Bruxelles. — Activités commerciales dans le passage souterrain. NMBS. — Centraal Station te Brussel. — Handel in de onderaardse gang.

11742

8

2004200503426 22- 2-2005

446

Jan Mortelmans

* SNCB. — Personnel. — Prescriptions vestimentaires. NMBS. — Personeel. — Vestimentaire voorschriften.

11743

8

2004200503432 22- 2-2005

447

Geert Versnick

* SNCB. — Fermeture des petites gares en Flandre orientale. — Nouvelles affectations. NMBS. — Sluiting van kleine stations in OostVlaanderen. — Alternatieve bestemmingen.

11744

8

2004200503433 22- 2-2005

448

Mme Zoé Genot

* La Poste. — Accessibilité des boıˆtes aux lettres aux personnes handicapées en voiturette. De Post. — Bereikbaarheid van de brievenbussen voor gehandicapten in rolstoelen.

11745

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2004200503186 24- 1-2005

495

Koen T’Sijen

Traite des mineurs. — Loi sur la tutelle. Handel in minderjarigen. — Voogdijwet.

11798

8

2004200503427 21- 2-2005

516

Guido Tastenhoye

* Nombre de nouvelles naturalisations. — Période du 1er juillet 2004 au 31 décembre 2004. Aantal nieuwe naturalisaties. — Periode van 1 juli 2004 tot 31 december 2004.

11745

8

2004200503413 21- 3-2005

517

Stijn Bex

* Dépositions en ligne auprès de la police. On line-aangifte bij politie.

11746

8

2004200503416 22- 2-2005

518

Stijn Bex

* Controˆles antidrogue dans les écoles. Drugcontroles op school.

11746

8

2004200503446 23- 2-2005

519

Francis Van den Eynde

* Trains à risques. — Actions « FIPA ». Agressiegevoelige treinen. — FIPA-acties.

11747

8

2004200503454 23- 2-2005

520

Mme Corinne De Permentier

* E´trangers. — Nationalité belge. — Déclaration. — Conditions de résidence. Vreemdelingen. — Belgische nationaliteit. — Verklaring. — Verblijfsvoorwaarden.

11748

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1

2004200502575

3-11-2004

125

Gerolf Annemans

E´ventuelles affaires de corruption et de confusion d’intérêts au sein des Nations unies. Mogelijke corruptie en belangenvermenging binnen de Verenigde Naties.

11800

1

2004200502582

3-11-2004

126

Guy D’haeseleer

Services publics fédéraux. — Délégués syndicaux permanents. Federale overheidsdiensten. — Vaste vakbondsafgevaardigden.

11802


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11920

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502680 18-11-2004

134

Mme Annick Saudoyer

« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance. Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.

11804

1

2004200503103 17- 1-2005

159

Mme Zoé Genot

Négociations de l’Accord général sur le Commerce des Services (AGCS). Onderhandelingen over de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (AOHD).

11805

1

2004200503253 31- 1-2005

171

Mw. Maggie De Block

SPF et SPP. — Projets pilotes de télétravail. FOD’s en POD’s. — Telewerkproefprojecten.

11809

1

2004200503261 31- 1-2005

173

Mw. Alexandra Colen

Statut et fonctionnement de l’Organisation internationale de la Francophonie. Statuut en werking van de internationale organisatie van de Franstalige landen « Francophonie ».

11810

1

2004200503345 11- 2-2005

179

Staf Neel

Séminaires à l’étranger. — Responsables politiques. — Financement. — Critères objectifs. Seminaries in het buitenland. — Politici. — Financiering. — Objectieve criteria.

11812

8

2004200503398 18- 2-2005

181

Mme Colette Burgeon

* Roms en Bosnie-Herzégovine. — Discriminations. Roma-zigeuners in Bosnie¨-Herzegovina. — Discriminaties.

11749

8

2004200503402 18- 2-2005

182

Hervé Hasquin

11750

8

2004200503406 18- 2-2005

183

Pieter De Crem

* Corée du Nord. — Programme nucléaire. Noord-Korea. — Nucleair programma. * Haı¨ti. — E´tude. Haı¨ti. — Studie.

1

2004200503407 18- 2-2005

184

Patrick Cocriamont

8

2004200503414 21- 2-2005

185

Dirk Van der Maelen

* Sécurité des missions nucléaires accomplies dans le cadre de l’OTAN. Veiligheid van de in NAVO-verband uitgevoerde nucleaire taken.

11751

8

2004200503417 22- 2-2005

186

Dirk Van der Maelen

* Armes nucléaires américaines en Europe. — Utilisation de ces armes out-of-area (hors zone). Amerikaanse kernwapens in Europa. — Inzet van die wapens out-of-area.

11752

8

2004200503428 22- 2-2005

188

Guido Tastenhoye

11753

8

2004200503441 23- 2-2005

189

Luk Van Biesen

* Beyrouth. — Ambassadeur de Belgique. — Rencontre avec un dirigeant du Hezbollah. Beiroet. — Belgische ambassadeur. — Ontmoeting met een leider van de Hezbollah. * Zimbabwe. — E´lections. — Soutien financier de l’UE au NEPAD. Zimbabwe. — Verkiezingen. — Financie¨le steun van EU aan NEPAD.

Annulation de la visite du Dalaı¨ Lama. Afgelasting van het bezoek van de Dalaı¨ Lama.

11751 11814

11754

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 8

2004200503381 16- 2-2005


182

Luc Sevenhans

2004

* Frais de fonctionnement de l’hoˆpital militaire de Neder-over-Heembeek. Werkingskosten van het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek.

2005

11754


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11921

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 8

2004200503382 16- 2-2005

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord 183

* E´tat-major de l’armée. Legertop.

Staf Neel

11755

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie — Economie 1

2004200503337

8- 2-2005

226

Mme Muriel Gerkens

Directive sur la qualité des carburants. — Transposition en droit interne. Richtlijn over de brandstofkwaliteit. — Omzetting in intern recht.

11815

1

2004200503338

8- 2-2005

227

Mme Muriel Gerkens

Lutte contre le réchauffement climatique. Strijd tegen de klimaatopwarming.

11817

1

2004200503351 14- 2-2005

229

Servais Verherstraeten

Conseil de la concurrence. — Plaintes. — Délais de traitement. Raad voor de mededinging. — Klachten. — Behandelingstermijn.

11820

1

2004200503352 14- 2-2005

230

Carl Devlies

Programmes Airbus. — Répartition régionale des avances et des remboursements. Airbus-programma’s. — Regionale verspreiding van de voorschotten en de terugbetalingen.

11823

8

2004200503373 16- 2-2005

231

Bert Schoofs

* Communication préalable des tarifs d’appel par les opérateurs de téléphonie mobile. Voorafgaande mededeling van tarieven van gesprekskosten door GSM-operatoren.

11755

8

2004200502653 18- 2-2005

232

Francis Van den Eynde

* Services d’incendie. — Informations sur les pipelines de l’OTAN. Diensten van de brandweer. — Informatie over de NAVO-pijpleidingen.

11756

1

2004200503399 18- 2-2005

233

Gerolf Annemans

Note du ministre du Budget. — Ećonomie. — Plan en douze points. Nota van de minister van Begroting. — Economie. — Twaalfpuntenplan.

11824

8

2004200503403 18- 2-2005

234

Stijn Bex

1

2004200503408 18- 2-2005

235

Koen T’Sijen

Conseil de la concurrence. — Plaintes. — Délais de traitement. Raad voor de mededinging. — Klachten. — Behandelingstermijnen.

11826

1

2004200503409 21- 2-2005

236

Luc Goutry

SPF. — Réforme Copernic. — Controˆleurs. — Passage au grade d’expert technique. FOD. — Copernicus-hervorming. — Controleurs. — Graadverandering naar technisch deskundigen.

11828

8

2004200503429 22- 2-2005

237

Willy Cortois


* Conseil de la concurrence. — Fonctionnement. Raad voor de mededinging. — Werking.

2004

* E´Volution du prix du pain. Evolutie van de broodprijs.

2005

11757

11758


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11922

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 8

2004200503434 22- 2-2005

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord 238

Geert Versnick

* Création d’un « Fonds d’assainissement des sols pollués par des citernes à mazout ». — Concertation à propos de la fixation des prix et de l’assainissement des sols. — Responsabilité en cas d’inondations. Oprichting van een « Mazoutfonds ». — Overleg omtrent prijsbepaling en bodemsanering. — Aansprakelijkheid bij overstromingen.

11759

Eńergie — Energie 1

2004200503182 24- 1-2005

98

Mme Muriel Gerkens

CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution de gaz. CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Gasdistributienetbeheerders.

11830

1

2004200503198 24- 1-2005

102

Mme Muriel Gerkens

CREG. — Dépenses faites par des gestionnaires de réseau de distribution flamands. — Couˆts refusés. CREG. — Uitgaven van Vlaamse distributienetbeheerders. — Geweigerde kosten.

11832

1

2004200503208 25- 1-2005

104

Mme Muriel Gerkens

CREG. — Délais d’amortissements. — Gestionnaires de réseau de distribution d’électricité. CREG. — Afschrijvingstermijnen. — Beheerders van het elektriciteitsdistributienet.

11834

1

2004200503309

7- 2-2005

107

Mme Muriel Gerkens

Gestionnaire de transport d’électricité. — Achat de produits et de services auprès d’entreprises associées. Beheerder van het transmissienet voor elektriciteit. — Aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen.

11836

1

2004200503310

7- 2-2005

108

Mme Muriel Gerkens

Accès aux réseaux de transport pour le gaz naturel. — Code de bonne conduite. Toegang tot het aardgastransmissienet. — Gedragscode.

11839

1

2004200503311

7- 2-2005

109

Mme Muriel Gerkens

CREG. — Intercommunales de distribution d’électricité. — Ećonomies. CREG. — Intercommunales voor elektriciteitsdistributie. — Bezuinigingen.

11841

1

2004200503312

7- 2-2005

110

Mme Muriel Gerkens

Gestionnaire de réseau de distribution. — Achat de produits et de services auprès d’entreprises associées. Distributienetbeheerder. — Aankoop van producten en diensten bij geassocieerde ondernemingen.

11844

1

2004200503313

7- 2-2005

111

Mme Muriel Gerkens

Gestionnaires de réseaux de distribution d’électricité. — Registres. Distributienetbeheerders voor elektriciteit. — Registers.

11846

1

2004200503339

8- 2-2005

112

Mme Muriel Gerkens

Marchés pétroliers. — Effet de spéculation sur les prix pétroliers. Oliemarkten. — Invloed van speculatie op de olieprijzen.

11849


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11923

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

8

2004200503420 22- 2-2005

47

Dirk Van der Maelen

* Exportation d’uranium appauvri vers la Belgique en provenance des E´tats-Unis. Export vanuit de VS naar Belgie¨ van verarmd uranium.

11760

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1

2004200503131 18- 1-2005

44

Gerolf Annemans

SPF. — Définition des objectifs. — Identification des risques internes et externes. FOD’s. — Definie¨ring doelstellingen. — Identificeren interne en externe risico’s.

11850

1

2004200503253 31- 1-2005

48

Mw. Maggie De Block


11851

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2004200503081 13- 1-2005

240

Melchior Wathelet

Remboursement des frais de déplacement des personnes en chaise roulante. Tegemoetkoming in de reiskosten van rolstoelgebruikers.

11853

1

2004200503134 18- 1-2005

243

Koen Bultinck

Archivage des dossiers médicaux de généralistes et de spécialistes décédés. Archivering van medische dossiers van overleden huisartsen en specialisten.

11854

1

2004200503253 31- 1-2005

252

Mw. Maggie De Block


11855

1

2004200503343

9- 2-2005

256

Staf Neel

Département. — Accueil d’enfants. Departement. — Kinderopvang.

11857

8

2004200503383 16- 2-2005

257

Roel Deseyn

* Allocations familiales pour les enfants de travailleurs frontaliers. Kinderbijslag voor grensarbeiders.

11760

Santé publique — Volksgezondheid 1

2003200431975

4- 8-2004

259

Guido De Padt

E´levage. — Parasite mortel. Veeteelt. — Dodelijke parasiet.

11858

1

2004200502547 27-10-2004

320

Mme Jacqueline Galant

Augmentation du prix des paquets de cigarettes. Verhoging van de prijs van een pakje sigaretten.

11860

1

2004200503150 19- 1-2005

378

Jo Vandeurzen

Dossier médical général. — Un dossier par patient. Algemeen medisch dossier. — E´én dossier per patie¨nt.

11863

1

2004200503169 20- 1-2005

383

Gerolf Annemans

SPF. — Service d’audit interne. — Comité d’audit. FOD’s. — Interne auditdienst. — Auditcomité.

11865


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11924

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200503171 21- 1-2005

384

Mme Colette Burgeon

AFSCA. — Rapport d’activités. FAVV. — Activiteitenverslag.

11868

1

2004200503192 24- 1-2005

386

Jo Vandeurzen

Note fédérale sur la drogue. — Accord de coopération. Federale drugnota. — Samenwerkingsakkoord.

11869

1

2004200503199 24- 1-2005

388

Mme Muriel Gerkens

Directive 2001/42. — Programme de réduction de pesticides. Richtlijn 2001/42. — Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen.

11870

1

2004200503239 28- 1-2005

390

Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs

Lisibilité des notices des médicaments. Duidelijke bijsluiters.

11871

1

2004200503317

7- 2-2005

395

Luk Van Biesen

Rapport de l’OMS sur l’efficacité de l’homéopathie. Rapport WGO. — Werking homeopathie.

11873

1

2004200503325

8- 2-2005

398

Mw. Ingrid Meeus

Hoˆpitaux. — Maternités. Ziekenhuizen. — Materniteitsafdelingen.

11877

8

2004200503374 16- 2-2005

403

Guido De Padt

1

2004200503384 16- 2-2005

404

Jo Vandeurzen

8

2004200503392 17- 2-2005

405

Guido De Padt

* Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. — Controˆleurs. — Code de conduite. Federaal Voedselagentschap. — Controleurs. — Gedragscode.

11762

8

2004200503151 21- 2-2005

406

Roel Deseyn

* Risque d’irradiation duˆ aux antennes GSM et aux lignes à haute tension. Stralingsgevaar van antennes en hoogspanningslijnen.

11763

8

2004200503447 23- 2-2005

407

Luk Van Biesen

* Hoˆpitaux. — Médecins spécialistes. — Salaires moyens. Ziekenhuizen. — Artsen-specialisten. — Gemiddelde lonen.

11764

8

2004200503448 23- 2-2005

408

Luk Van Biesen

* Hoˆpitaux. — Fermeture. Ziekenhuizen. — Sluiting.

11764

8

2004200503450 23- 2-2005

409

Roel Deseyn

* Vente de médicaments sur internet. Verkoop van geneesmiddelen via het internet.

11765

* Controˆles de la pollution subie par les aliments pour bétail lors de leur transport. Controles op verontreiniging van veevoeder door transport. Accompagnement ambulatoire des détenus. Ambulante begeleiding gedetineerden.

11761

11878

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes — Middenstand 1

2004200503181 21- 2-2005


65

Pieter De Crem

2004

Peu d’intérêt manifesté par les Belges pour l’entreprise indépendante. Lage interessegraad van Belgen in het zelfstandig ondernemerschap.

2005

11878


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11925

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Agriculture — Landbouw

1

2004200503603

8- 3-2005

60

Mw. Frieda Van Themsche

Exploitations agricoles. Landbouwbedrijven.

11882

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken

Emploi — Werk 1

2004200502852

9-12-2004

195

Mme Zoé Genot

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

11884

1

2004200502910 17-12-2004

203

Mw. Maggie De Block

Problèmes liés au télétravail. Knelpunten inzake telewerk.

11885

1

2004200502859 14- 1-2005

216

Jo Vandeurzen

Secteur horeca. — Durée de travail minimum obligatoire. Horecasector. — Verplichte minimumarbeidsduur.

11888

1

2004200503109 17- 1-2005

217

Guy D’haeseleer

Agrément d’entreprises dans le cadre du système des titres-services. Erkenning van ondernemingen in het kader van de dienstencheques.

11889

1

2004200503168 20- 1-2005

225

Gerolf Annemans

SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.

11891

1

2004200503169 20- 1-2005

226

Gerolf Annemans


11892

1

2004200503175 24- 1-2005

227

Gerolf Annemans

SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.

11892

8

2004200503418 22- 2-2005

245

Guy D’haeseleer

* Conventions de premier emploi. — Adaptation du groupe cible. Startbaanovereenkomsten. — Aanpassing doelgroep.

11766

8

2004200503438 23- 2-2005

246

Guy D’haeseleer

* Couˆts du crédit-temps. Kosten van het tijdskrediet.

11767

Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1

2004200503168 20- 1-2005

86

Gerolf Annemans

SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.

11893

1

2004200503169 20- 1-2005

87

Gerolf Annemans


11893

1

2004200503175 24- 1-2005

88

Gerolf Annemans

SPF. — Conseil stratégique. FOD’s. — Beleidsraad.

11894

1

2004200503387 16- 2-2005

98

Mme Marie Nagy

Lisibilité des conditions générales dans les factures et contrats. Leesbaarheid van de algemene voorwaarden op facturen en contracten.

11894


2004

2005


1507

QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11926

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502823 21- 2-2005

99

Guido De Padt

* Controˆle des normes de sécurité en matière de jouets. Controles op de veiligheidsnormen van speelgoed.

11767

8

2004200503430 22- 2-2005

100

Roel Deseyn

* Intervention des opérateurs contre les abus en matière de lignes payantes. Optreden van de operatoren tegen de misbruiken van betaallijnen.

11768

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Fonction publique — Ambtenarenzaken 1

2004200503360 15- 2-2005

116

Mw. Annelies Storms

Emploi de non-Belges au sein des administrations fédérales. Tewerkstelling van niet-Belgen bij de federale overheid.

11896

1

2004200503400 18- 2-2005

120

Alfons Borginon

E´tablissements scientifiques. — Procédure de nomination de titulaires de mandat. — Selor. — Liste de priorité des places vacantes. Wetenschappelijke instellingen. — Procedure tot benoeming van mandaathouders. — Selor. — Prioriteitenlijst vacante plaatsen.

11898

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8

2004200503421 22- 2-2005

98

Koen T’Sijen

1

2004200503439 23- 2-2005

99

Koen T’Sijen

8

2004200503440 23- 2-2005

100

David Geerts

* Aide médicale urgente pour les demandeurs d’asile. Dringende medische hulp aan asielzoekers. Situation des illégaux non rapatriables. Toestand van niet-repatrieerbare illegalen. * Ećoles. — Visites aux camps d’extermination. Scholen. — Bezoeken van vernietigingskampen.

11769 11901 11770

Gelijke Kansen — E´galité des chances 1

2004200502899 15-12-2004

41

Carl Devlies

Administrations et institutions. — Paiement d’intérêts de retard. Administraties en instellingen. — Uitbetaling verwijlintresten.

11903

1

2004200503262

50

Koen T’Sijen


11907

1- 2-2005


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005 CA

DO

11927

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 8

2004200503375 16- 2-2005

229

Bert Schoofs

* Controˆles de véhicules aux frontières des pays limitrophes. — Taxe allemande sur les camions. — Facilités pour les chauffeurs de camions néerlandophones. Controle van voertuigen aan de grenzen met de buurlanden. — Duitse taks op vrachtwagens. — Faciliteiten voor Nederlandstalige vrachtwagenbestuurders.

11771

8

2004200503410 21- 2-2005

230

Koen T’Sijen

* Compétences des surveillants habilités. — Enfants à vélo. Bevoegdheden van de gemachtigde opzichters. — Kinderen met fiets.

11771

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement — Leefmilieu 8

2004200503195 18- 2-2005

55

Mme Muriel Gerkens * Deuxième plan de développement durable. — Directive 2001/42. Tweede plan voor duurzame ontwikkeling. — Richtlijn 2001/42.

11772

Pensions — Pensioenen 8

2004200503397 17- 2-2005

83

David Geerts

* Cotisation spéciale de sécurité sociale. — Discrimination par rapport à la forme de cohabitation. Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. — Discriminatie samenlevingsvorm.

11772

8

2004200503419 22- 2-2005

84

Daniel Bacquelaine * Pensions de survie. — Réévaluation des pensions. Overlevingspensioenen. — Herziening van de pensioenen.

11773

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 1

2003200431933

8- 3-2005

50

Willy Cortois

Lutte contre la diffusion et l’utilisation abusive du courriel commercial. Bestrijding van verspreiding en misbruik van de commercie¨le e-mail.

11908

1

2004200503353

8- 3-2005

51

Roel Deseyn

Risques en matière de sécurité sur internet. Veiligheidsrisico’s op het internet.

11909


2004

2005


QRVA 51 071 29 - 03 - 2005

11928

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

1

2004200503262

1- 2-2005

29

Koen T’Sijen


11912

1

2004200503441 23- 2-2005

31

Luk Van Biesen

Zimbabwe. — E´lections. — Soutien financier de l’UE au NEPAD. Zimbabwe. — Verkiezingen. — Financie¨le steun van EU aan NEPAD.

11913


Composition — Zetwerk: TMP S.A.

2004

2005


Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents