QRVA 50 037
QRVA 50 037
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
————
————
Schriftelijke vragen en antwoorden
Questions et réponses écrites
03 - 07 - 2000
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
539
QRVA 50 037
4192 03 - 07 - 2000
AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID
: : : : : : : : : :
Anders gaan leven / E´cologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering
Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4193
Blz. Pages
INHOUD
SOMMAIRE
Eerste minister
4227
Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
4229
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
4232
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
4236
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
4245
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
4255
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Minister van Binnenlandse Zaken
4272
Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
4275
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
4300
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Minister van Landsverdediging
4308
Ministre de la Défense
Minister van Landbouw en Middenstand
4309
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Minister van Justitie
4312
Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
4316
Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties
4321
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
—
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel
—
Secrétaire d’E´tat au Commerce extérieur
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
4332
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
4334
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
—
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4194
Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 4- 4-2000 10- 5-2000
86 98
Francis Van den Eynde 3467 Mw. Frieda Brepoels 3996
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale Begroting — Budget
11- 1-2000
10
Yves Leterme
1904
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale
11- 1-2000
11
Yves Leterme
1905
Sociale Economie — E´conomie sociale
11- 1-2000
6
Yves Leterme
101 137 148 149 152
Yves Leterme Jan Mortelmans Peter Vanvelthoven Mw. Joke Schauvliege Jan Mortelmans
16- 3-2000 20- 3-2000 21- 3-2000
159 164 165
22221414141717252525252525262727-
3-2000 3-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000
167 168 173 174 175 178 179 180 181 182 183 184 185 186 188 189
27- 4-2000
190
2032 2792 2925 2925 3070
1999
2000
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1-2000 2-2000 3-2000 3-2000 3-2000
Vraag nr. Question no
23558881023232424-
1905
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
19287713-
Datum Date
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000
192 193 194 195 196 197 198 199 201 202 203 204
Auteur Francis Van den Eynde Mw. Joke Schauvliege Ludo Van Campenhout Jan Mortelmans Mw. Frieda Brepoels Luc Paque Koen Bultinck Francis Van den Eynde Koen Bultinck Koen Bultinck Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Geert Bourgeois Mw. Kathleen van der Hooft Mw. Annemie Van de Casteele Arnold Van Aperen Geert Bourgeois Olivier Chastel Bart Laeremans Tony Smets Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Koen Bultinck Bart Laeremans Richard Fournaux Olivier Maingain Claude Eerdekens
Blz. Page 3072 3075 3075 3076 3077 3693 3694 3695 3696 3697 3799 3799 3800 3800 3801 3802 3802 3874 3875 3875 3877 3878 3997 3998 3998 3999 3999 4000 4201 4201 4202 4202
* Lijst afgesloten op 30 juni 2000 * Liste cloˆturée le 30 juin 2000
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000 Datum Date
4195
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Volksgezondheid — Santé publique
10-12-1999 9- 5-2000
36 122
Jean-Pierre Viseur Jo Vandeurzen
1560 4000
Datum Date 588171919192224-
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000
Vraag nr. Question no 173 174 175 177 178 179 180 181 182
Auteur
Jo Vandeurzen Bart Laeremans Bart Laeremans Mme Jacqueline Herzet Danie¨l Vanpoucke Luc Sevenhans Jo Vandeurzen Olivier Chastel Danie¨l Vanpoucke
Blz. Page 4002 4003 4003 4104 4203 4204 4204 4205 4205
Leefmilieu — Environnement
27- 3-2000 14- 4-2000
17 18
Yves Leterme Yves Leterme
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
3360 3699
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Minister van Binnenlandse Zaken
Sociale Zaken — Affaires sociales
Ministre de l’Intérieur 17- 9-1999 19-10-1999 20-10-1999 20-10-1999 23-11-1999 7-12-1999 10-12-1999 15- 2-2000 22- 2-2000 24- 2-2000 28- 2-2000 3- 3-2000 8- 3-2000 13- 3-2000 16- 3-2000 28- 3-2000 31- 3-2000 3- 4-2000 1717262-
4-2000 4-2000 4-2000 5-2000
28 42 47 51 77 85 91 129 131 138 139 144 147 149 156 162 164 165 168 169 171 172
Jan Eeman Yves Leterme Bart Laeremans Bart Laeremans Luc Goutry Jozef Van Eetvelt Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Guido Tastenhoye Peter Vanvelthoven Jan Peeters Mw. Magda De Meyer Yves Leterme Francis Van den Eynde Mme Josée Lejeune Geert Bourgeois Vincent Decroly Mw. Kathleen van der Hooft Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Bart Laeremans Yves Leterme
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
300 727 728 731 1151 1447 1564 2499 2649 2653 2798 2929 3086 3088 3093 3361 3470 3471 3701 3702 3806 3880
1999
12-10-1999 23-11-1999 24-12-1999 11- 1-2000 18- 1-2000 14- 3-2000 5- 5-2000 5- 5-2000
27 41 61 62 65 96 118 119
5- 5-2000
120
5- 5-2000
121
5- 5-2000
122
8- 5-2000
123
8- 5-2000 8- 5-2000 8- 5-2000 15- 5-2000
2000
124 126 127 133
Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Alexandra Colen Peter Vanvelthoven Yves Leterme Yves Leterme Francis Van den Eynde Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Jef Valkeniers Mw. Kathleen van der Hooft
640 1154 1710 1914 2041 3097 4006 4006 4007 4008 4008 4008 4009 4010 4010 4105
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4196
Datum Date
Vraag nr. Question no
17- 5-2000 22- 5-2000
135 136
Auteur Mme Colette Burgeon Philippe Seghin
Blz. Page 4106 4206
Pensioenen — Pensions
11- 1-2000 18- 1-2000 17- 3-2000
10 13 18
Yves Leterme Yves Leterme Jan Mortelmans
1915 2043 3102
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 9- 5-2000 9- 5-2000 15- 5-2000
67 68 70
22- 5-2000
72
24- 5-2000
73
Guy Hove Jan Peeters Mw. Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen Mw. Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen Francis Van den Eynde
4014 4014 4107 4207 4208
Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes Landbouw — Agriculture
17- 4-2000
32
Olivier Maingain
Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Jan Mortelmans Geert Bourgeois Yves Leterme Jean-Pierre Viseur Geert Bourgeois Geert Bourgeois
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1-10-1999 4-10-1999 15-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 30-11-1999 7-12-1999 24-12-1999 19- 1-2000 8- 2-2000 9- 2-2000 9- 2-2000 9- 2-2000 11- 2-2000 21- 2-2000 23- 2-2000
62 63 72 87 91 106 108 111 117 122 132 141 155 156 157 158 160 164 167
313202121-
171 176 181 183 184
31 32 34 37 216 305 310 422 424
1999
2000
Ministre de la Justice 5 6 9 14 31 39 49 56 61
Vraag nr. Question no
28283455142523910161819-
3703
Minister van Justitie
9- 8-1999 9- 8-1999 10- 8-1999 24- 8-1999 8- 9-1999 16- 9-1999 22- 9-1999 29- 9-1999 1-10-1999
Datum Date
3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000
187 188 191 194 196 197 202 204 207 208 209 210 212 213 214
Auteur
Karel Van Hoorebeke Martial Lahaye Jo Vandeurzen Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Luc Goutry Mw. Frieda Brepoels Jan Peeters Yves Leterme Jan Eeman Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Mw. Annemie Van de Casteele Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Tony Smets Geert Bourgeois Mw. Annemie Van de Casteele Jean-Jacques Viseur Fred Erdman Stefaan De Clerck Geert Bourgeois Geert Bourgeois Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Gerolf Annemans Fred Erdman Jan Eeman Geert Bourgeois Mme Zoé Genot André Frédéric
Blz. Page 425 426 737 861 863 1160 1162 1165 1335 1453 1716 2050 2431 2431 2432 2432 2504 2658 2659 2931 3106 3109 3111 3112 3365 3366 3476 3478 3480 3480 3705 3807 3883 3883 4015 4016 4108 4209 4209
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000 Datum Date 22232424-
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000
4197
Vraag nr. Question no 216 219 220 221
Auteur André Frédéric Charles Michel Fred Erdman Mw. Els Van Weert
Blz. Page 4210 4211 4212 4213
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 9- 8-1999 8- 9-1999 8- 9-1999 8- 9-1999 9- 9-1999 9- 9-1999 10- 9-1999 15- 9-1999 15- 9-1999 16- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999 19-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 25-10-1999 27-10-1999 3-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 4-11-1999 16-11-1999 16-11-1999 17-11-1999 22-11-1999 23-11-1999 24-11-1999
9 22 23 24 25 26 31 50 51 52 76 77 83 86 93 94 95 96 97 100 104 108 109 110 111 112 115 116 118 124 126 131
Peter Vanvelthoven Marcel Hendrickx Jos Ansoms Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Jean-Pierre Viseur Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Jan Eeman Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
43 130 221 222 223 225 228 245 246 311 647 648 743 744 865 865 866 866 867 869 871 996 997 998 999 999 1082 1082 1084 1173 1175 1182
1999
Datum Date
Vraag nr. Question no
24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 6-12-1999 6-12-1999 7-12-1999 17-12-1999
132 136 142 143 145 146 154 164
17-12-1999
165
20-12-1999 21-12-1999
167 171
21-12-1999 23-12-1999 28-12-1999 5- 1-2000 10- 1-2000 11- 1-2000 11- 1-2000 13- 1-2000 19- 1-2000 19- 1-2000 19- 1-2000 19- 1-2000 21- 1-2000 21- 1-2000 24- 1-2000 25- 1-2000 25- 1-2000 28- 1-2000 28- 1-2000
174 176 180 181 184 186 187 190 194 198 200 201 204 205 208 209 210 211 212
391010181818-
2000
2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 2-2000
216 221 223 224 231 232 233
Auteur
Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Yves Leterme Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Jan Eeman Claude Eerdekens Eric van Weddingen Francis Van den Eynde Yves Leterme Geert Bourgeois Hubert Brouns Mw. Simonne Creyf Yves Leterme Mw. Trees Pieters Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Jean-Pierre Viseur Georges Lenssen Peter Vanvelthoven Claude Eerdekens Georges Lenssen Mme Marie-Thérèse Coenen Mw. Joke Schauvliege Olivier Maingain Yves Leterme Yves Leterme Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jacques Lefevre
Blz. Page 1186 1340 1456 1456 1458 1459 1465 1717 1717 1718 1722 1724 1725 1810 1812 1924 1925 1927 2050 2053 2056 2059 2060 2200 2201 2205 2206 2206 2307 2307 2435 2441 2507 2508 2660 2661 2661
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4198
Datum Date 212828281788131416202223272729-
2-2000 2-2000 2-2000 2-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000 3-2000
29- 3-2000 4556771414142628222234599-
4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 4-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000
Vraag nr. Question no 234 241 242 243 246 258 259 263 265 267 272 278 282 284 285 286 296 297 299 301 302 303 305 306 307 308 309 313 315 316 317 318 319 320 321 323 324 326
Auteur
Alfons Borginon Luc Goutry Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Goutry Yves Leterme Dirk Pieters Yves Leterme André Frédéric Yvon Harmegnies Hubert Brouns Claude Eerdekens Yves Leterme Luc Sevenhans Mme Josée Lejeune Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Hagen Goyvaerts Jean-Pierre Viseur Jozef Van Eetvelt Dirk Pieters Mw. Trees Pieters Dirk Pieters Koen Bultinck Peter Vanvelthoven Peter Vanvelthoven Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Jean-Marc Delizée Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Mme Muriel Gerkens Yves Leterme Danny Pieters Tony Van Parys Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
9- 5-2000
327
Jean-Pol Henry
4019
10- 5-2000
328
Robert Denis
4020
10- 5-2000
329
Robert Denis
4020
10- 5-2000
330
Bert Schoofs
4022
10- 5-2000
331
Bert Schoofs
4022
12- 5-2000
332
Francis Van den Eynde 4110
15- 5-2000
333
Mme Josée Lejeune
4111
15- 5-2000
334
Geert Bourgeois
4111
16- 5-2000
335
Geert Bourgeois
4112
16- 5-2000
336
Claude Eerdekens
4113
16- 5-2000
337
Claude Eerdekens
4113
16- 5-2000
338
Claude Eerdekens
4114
17- 5-2000
339
Claude Eerdekens
4115
17- 5-2000
340
Yves Leterme
4116
17- 5-2000
341
Mme
18- 5-2000
342
Hugo Coveliers
4213
19- 5-2000
343
Claude Eerdekens
4214
3378 3484 3487 3490 3588 3588 3589 3706 3707 3708 3809 3884 3886 3886
19- 5-2000
344
Jean-Jacques Viseur
4215
19- 5-2000
345
Dirk Pieters
4215
19- 5-2000
346
Claude Eerdekens
4216
22- 5-2000
347
Jan Eeman
4217
23- 5-2000
348
Richard Fournaux
4217
23- 5-2000
349
Richard Fournaux
4218
23- 5-2000
350
Richard Fournaux
4218
23- 5-2000
351
Richard Fournaux
4219
23- 5-2000
352
Jean-Jacques Viseur
4219
23- 5-2000
353
Richard Fournaux
4220
23- 5-2000
354
Richard Fournaux
4220
23- 5-2000
355
Richard Fournaux
4220
23- 5-2000
356
Richard Fournaux
4221
3888 3888 3889 4016 4017 4018 4019
23- 5-2000
357
Richard Fournaux
4221
23- 5-2000
358
Richard Fournaux
4221
23- 5-2000
359
Alfons Borginon
4222
24- 5-2000
360
Fred Erdman
4222
24- 5-2000
361
Mw. Annemie Van de Casteele
4223
24- 5-2000
Claude Eerdekens
4224
1999
2000
2662 2804 2805 2805 2810 2938 2938 2940 3115 3116 3120 3124 3126 3367 3368 3368 3377
362
Auteur
Blz. Page
Jacqueline Herzet 4117
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000 Datum Date
Vraag nr. Question no
4199
Datum Date
Vraag nr. Question no
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
5- 5-2000
67
Bart Laeremans
4025
9- 5-2000
68
Alfons Borginon
4025
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
11- 5-2000
69
Georges Lenssen
4026
12- 5-2000
70
Claude Eerdekens
4117
24- 5-2000
71
Claude Eerdekens
4224
Auteur
Blz. Page
Auteur
Blz. Page
Economie — E´conomie Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique
5-10-1999
13
Mw. Frieda Brepoels
19- 1-2000
42
Mw. Trees Pieters
2064
25-10-1999
9
28- 1-2000
46
Jan Peeters
2309
22-11-1999
14
Lode Vanoost
1188
1- 2-2000
47
Geert Bourgeois
2309
22-11-1999
18
Lode Vanoost
1191
27- 3-2000
57
Richard Fournaux
3378
22-11-1999
21
Lode Vanoost
1192
14- 4-2000
61
Mme Colette Burgeon
3709
25-11-1999
26
Jean-Pol Poncelet
1349
4- 5-2000
65
Mw. Trees Pieters
4023
10- 1-2000
32
Jan Eeman
1929
5- 5-2000
66
Claude Eerdekens
4024
13- 1-2000
35
Filip Anthuenis
2066
1999
2000
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
441 Alfons Borginon
873
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
540
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4201
(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 1999200011295
DO 1999200011295
Vraag nr. 201 van de heer Bart Laeremans van 23 mei 2000 (N.) :
Question no 201 de M. Bart Laeremans du 23 mai 2000 (N.) :
Aanvragen internationaal rijbewijs. — Documenten. — Taalgebruik.
Demandes de permis de conduire internationaux. — Documents. — Emploi des langues.
Mensen die een internationaal rijbewijs aanvragen worden anno 2000 nog altijd geconfronteerd met een document dat duidelijk de voorrang verleent aan het Frans ten opzichte van het Nederlands. De bladzijde waar de aanvrager zelf tekent en waarop eventueel verval van sturen wordt aangeduid, is zelfs eentalig Frans.
Les personnes ayant introduit une demande d’obtention d’un permis de conduire international reçoivent un document qui, en l’an 2000, privilégie l’emploi du français par rapport au néerlandais. La page où le demandeur appose sa signature et sur laquelle figure une éventuelle déchéance du droit de conduire est même exclusivement rédigée en français.
1. Kan u meedelen waarop deze opvallende voorrang voor het Frans gebaseerd is ?
1. Pourriez-vous me faire connaıˆtre les motifs sur lesquels se fonde la priorité manifeste accordée au français ?
2. a) Kan u inspanningen doen om een eentalig Franstalige bladzijde nummer 12 te laten omzetten in een tweetalige ?
2. a) Pourriez-vous faire en sorte que la page 12, rédigée uniquement en français, devienne bilingue ?
b) Zo neen, waarom is dat niet mogelijk ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
DO 1999200011299
DO 1999200011299
Vraag nr. 202 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 202 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
Auto’s die zonder geldige nummerplaat rijden. — Sancties.
Véhicules automobiles circulant sans immatriculation valable. — Sanctions.
1. Zijn Belgische onderdanen die geen enkele beroepsactiviteit in het buitenland uitoefenen en geruime
1. Lorsque des résidents belges, n’exerçant aucune activité professionnelle à l’étranger, circulent pendant
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4202
tijd in Belgı¨e rijden met een voertuig dat geldig in het buitenland werd ingeschreven, strafbaar ? 2. Zo ja, tot welke straffen kunnen zij worden veroordeeld ?
une longue période en Belgique avec des véhicules valablement immatriculés à l’étranger, sont-ils passibles d’une sanction ? 2. Si oui, laquelle ?
DO 1999200011313
DO 1999200011313
Vraag nr. 203 van de heer Olivier Maingain van 24 mei 2000 (Fr.) : Sabena. — Veiligheidsinstructies. — Taalgebruik.
Question no 203 de M. Olivier Maingain du 24 mai 2000 (Fr.) : Sabena. — Consignes de sécurité. — Emploi des langues. Il appert que sur les lignes de la Sabena, les consignes de sécurité sont diffusées uniquement en langue anglaise. Ainsi le film expliquant aux voyageurs diverses consignes relatives à l’utilisation de la ceinture, du masque à oxygène, de la veste de sauvetage ainsi que l’abandon de l’appareil en cas d’urgence n’est diffusé qu’en anglais. Après cette diffusion, un message est adressé aux voyageurs en français, en néerlandais, et en allemand leur signifiant de faire part au personnel de bord de leurs différentes questions sur le sujet.
Op de Sabenavluchten blijken de veiligheidsinstructies enkel in het Engels te worden meegedeeld. Zo wordt de film waarin de reizigers diverse instructies in verband met het gebruik van de veiligheidsgordel, het zuurstofmasker, de reddingsvest en het verlaten van het vliegtuig in geval van nood wordt meegedeeld, enkel in de Engelse versie getoond. Na het tonen van die film wordt de reizigers in het Frans, het Nederlands en het Duits meegedeeld dat zij zich met eventuele vragen terzake tot het boordpersoneel kunnen wenden. Het meedelen van de veiligheidsinstructies is van groot belang. Het feit dat die enkel in het Engels worden meegedeeld getuigt van een gebrek aan respect van dat aan de taalwetgeving onderworpen bedrijf voor zijn Belgische clie¨nten die een van de drie landstalen spreken. In dat verband bepaalt artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1978 tot vaststelling van de bijzondere maatregelen om de toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken bij Sabena te regelen : « (...) Wanneer het gaat om reclame, om eisen inzake veiligheid van het luchtverkeer, alsmede in uitzonderlijke gevallen, kan de minister echter de vennootschap op voorstel van haar raad van beheer ontslaan van de verplichting de landstalen voorrang te verlenen, of van de verplichting ze te gebruiken. » Welke maatregelen zal u treffen om ervoor te zorgen dat de door de clie¨nteel gebezigde talen worden gebruikt ?
La diffusion de ces consignes de sécurité revêt une importance considérable. Aussi, cette pratique linguistique constitue un manque de respect de la société soumise à la législation linguistique, à l’égard de sa clientèle belge, utilisant une des trois langues nationales. ` cet égard, l’article 8, § 1er, de l’arrêté royal du A 10 octobre 1978 fixant les mesures particulières en vue de régler l’application des lois sur l’emploi des langues en matière administrative à la Sabena dispose que : « (...) toutefois, lorsqu’il s’agit de publicité, des exigences de sécurité du transport aérien, ou encore dans des cas exceptionnels, le ministre, sur proposition du conseil d’administration de la société, dispenser celleci, soit de donner priorité aux langues nationales, soit d’utiliser celles-ci. » Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour faire respecter l’usage des langues usitées par la clientèle ?
DO 1999200011321
DO 1999200011321
Vraag nr. 204 van de heer Claude Eerdekens van 24 mei 2000 (Fr.) : NMBS. — Clie¨nten. — Informatie over de prijzen van de treinreizen. De NMBS zou in sommige gevallen niet in staat zijn de clie¨nten over de prijzen van de treinreizen in te lichten.
Question no 204 de M. Claude Eerdekens du 24 mai 2000 (Fr.) : SNCB. — Clients. — Information sur le prix du voyage à effectuer. Il me revient que, dans certaines situations, la SNCB n’est pas à même d’informer le client sur le prix du voyage à effectuer.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4203
Wanneer de clie¨nten twee of verscheidene op elkaar aansluitende « Thalys-treinen » (Brussel-Lausanne bijvoorbeeld) moeten nemen, zouden zij pas op het ogenblik waarop het treinkaartje wordt afgedrukt weten hoeveel zij precies moeten betalen.
Ainsi, lorsqu’il y a correspondance entre deux ou plusieurs « Thalys » (par exemple Bruxelles-Lausanne), le client ne connaıˆt le prix exact qu’au moment ou` le billet est confectionné.
1. Klopt dat ?
1. Cette situation est-elle exacte ?
2. Is dat wettelijk ?
2. Est-elle légale ?
3. Welke maatregelen worden getroffen :
3. Quelles mesures seront-elles prises :
a) enerzijds, om de consument beter te beschermen;
a) d’une part, pour mieux protéger le consommateur;
b) anderzijds, om het werk van het NMBS-personeel, dat momenteel geen andere mogelijkheid heeft dan het treinkaartje te annuleren als de clie¨nt de prijs van de treinreis te hoog vindt, te vergemakkelijken ?
b) et, d’autre part, pour faciliter le travail des agents de la SNCB qui jusqu’à présent ont comme seule possibilité d’annuler le billet si le client estime que le prix du voyage est trop élevé ?
4. Wanneer zullen clie¨nten de prijzen van alle treinreizen vooraf kennen ?
4. Dans quel délai, le client pourra-t-il connaıˆtre au préalable le prix de n’importe quel trajet en train ?
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
DO 1999200011268
DO 1999200011268
Vraag nr. 178 van de heer Danie¨l Vanpoucke van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 178 de M. Danie¨l Vanpoucke du 19 mai 2000 (N.) :
Wettelijke samenwoning. — Aantal verklaringen in het bevolkingsregister.
Cohabitation légale. — Nombre de déclarations dans les registres de la population.
Sinds 1 januari 2000 is de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning in werking getreden.
La loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabitation légale est entrée en vigueur le 1er janvier 2000.
1. Hoeveel verklaringen van wettelijke samenwoning werden reeds vermeld in het bevolkingsregister ?
1. Combien de déclarations de cohabitation légale ont déjà été inscrites dans les registres de la population ?
2. Hoeveel van deze verklaringen werden in een Vlaamse gemeente afgelegd en hoeveel in Wallonie¨ en Brussel ?
2. Combien de ces déclarations ont été faites dans une commune flamande et combien en Wallonie et à Bruxelles ?
3. Hoeveel verklaringen van wettelijke samenwoning werden afgelegd tussen familieleden, tussen mensen van hetzelfde geslacht en tussen mensen van verschillend geslacht ?
3. Combien de déclarations de cohabitation légale ont été faites entre membres d’une même famille, entre personnes du même sexe et entre personnes de sexe différent ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4204
DO 1999200011272
DO 1999200011272
Vraag nr. 179 van de heer Luc Sevenhans van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 179 de M. Luc Sevenhans du 19 mai 2000 (N.) :
Kalmthout. — Verbod tot samen patrouilleren van politie en rijkswacht van de IPZ-grens.
Kalmthout. — Interdiction de patrouilles conjointes de la police et de la gendarmerie dans une ZIP.
In het regionale weekblad De Nieuwe Week (Huisaan-huiskrant voor Kalmthout en Essen) van 11 mei 2000 verscheen er een interview met de Kalmthoutse politiecommissaris Rudy Verbeeck. In dit interview verklaart de politiecommissaris dat vanuit de IPZgrens de vraag kwam of politie en rijkswacht samen in een combi mochten patrouilleren. Dit voornemen werd spijtig genoeg gedwarsboomd volgens de heer Verbeeck.
L’hebdomadaire régional « De Nieuwe Week » (un toutes-boıˆtes distribué à Kalmthout et à Essen) du 11 mai 2000 a publié une interview du commissaire de police de Kalmthout, M. Rudy Verbeeck. Selon le commissaire de police, on s’interroge au sein de la ZIP sur la possibilité pour la police et la gendarmerie de patrouiller ensemble dans une même camionnette. Selon M. Verbeeck, il y aurait malheureusement été fait obstacle.
1. Welke instantie verbood de politie en rijkswacht van de IPZ-grens samen te patrouilleren ?
1. Quelle instance a interdit à la police et à la gendarmerie de la ZIP de patrouiller ensemble ?
2. Zou dit samen patrouilleren geen ideale voorbereiding zijn geweest op de toekomstige eenheidspolitie ?
2. Ces patrouilles conjointes ne constitueraient-elles pas une préparation idéale à la future police unique ?
3. Overweegt u de politiediensten van de IPZ-grens alsnog toestemming te geven om samen te patrouilleren ?
3. Envisagez-vous d’autoriser les services de police des ZIP à patrouiller ensemble ?
DO 1999200011276
DO 1999200011276
Vraag nr. 180 van de heer Jo Vandeurzen van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 180 de M. Jo Vandeurzen du 19 mai 2000 (N.) :
Begraafplaatsen. — Lijkbezorging. — Kisting. — Termijnen.
Sépultures. — Funérailles. — Mise en bière. — Délais.
De wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bevat een aantal onduidelijkheden over de nadere regelen van de lijkbezorging.
La loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures comporte une série d’imprécisions en ce qui concerne les modalités des funérailles.
Artikel 12 van de bovengenoemde wet van 20 juli 1971 bepaalt dat de stoffelijke overschotten in een doodskist dienen geplaatst te worden. Verder wordt een verbod ingesteld van het gebruik van producten en procédés die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten.
L’article 12 de la loi susmentionnée du 20 juillet 1971 prévoit que les dépouilles mortelles doivent être mises en bière. En outre, cette loi a instauré une interdiction d’employer des produits et des procédés empêchant la décomposition naturelle et normale des corps ou leur crémation.
In artikel 15bis van deze wet wordt gesteld dat er twee vormen van lijkbezorging zijn : begraven en verstrooien of bewaren van de as na crematie.
L’article 15bis de cette loi prévoit deux modes de funérailles : l’inhumation et la dispersion ou la conservation des cendres après la crémation.
De kisting is dus een verplichting.
La mise en bière est donc une obligation.
Door het feit dat slechts twee vormen van lijkbezorging worden omschreven, lijken andere vormen uitgesloten.
Dès lors que deux formes de funérailles seulement sont définies, d’autres formes semblent exclues.
Deze wet van 20 juli 1971 heeft echter in geen termijnen voorzien waarbinnen de kisting en de lijkbezorging dienen plaats te hebben.
Toutefois, cette loi du 20 juillet 1971 n’a pas prévu de délais pour la mise en bière et les funérailles.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4205
1. Hoe lang mag een lijk onder koeling bewaard worden ?
1. Combien de temps une dépouille mortelle peutelle être conservée par réfrigération ?
2. a) Moet er een bepaalde termijn gerespecteerd worden waarbinnen een overledene gekist en begraven of gecremeerd moet worden ?
2. a) Faut-il respecter un délai pour la mise en bière, l’inhumation ou l’incinération ?
b) Mogen de gemeenten bij ontstentenis van een wettelijk bepaalde termijn zelf een termijn opleggen ?
b) Les communes peuvent-elles, à défaut de délai légal imposer elles-mêmes un délai ?
3. a) Wie is juridisch verantwoordelijk voor het feit dat overledenen behoorlijk begraven worden ?
3. a) Qui est juridiquement responsable de l’inhumation des défunts dans des conditions convenables ?
b) Welke verantwoordelijkheid wordt er precies gedragen door de begrafenisondernemer en welke door de gemeente ?
b) Quelles responsabilités exactes portent respectivement l’entrepreneur des pompes funèbres et la commune ?
DO 1999200011079
DO 1999200011079
Vraag nr. 181 van de heer Olivier Chastel van 22 mei 2000 (Fr.) :
Question no 181 de M. Olivier Chastel du 22 mai 2000 (Fr.) :
Polyester doodkisten. — Verbod.
Utilisation de cercueils en polyester. — Interdiction.
Naar verluidt wordt een wetsontwerp voorbereid dat ertoe strekt het gebruik van polyester doodkisten te verbieden. De nieuwe wetgeving zou voortvloeien uit Europese richtlijnen.
Selon des informations, un projet de loi visant à interdire la mise en terre de cercueils en polyester serait en préparation. Cette législation nouvelle découlerait de directives européennes.
Klopt die informatie en zo ja, welke termijnen en toepassingsvoorwaarden gelden voor die eventuele wet ?
Pourriez-vous confirmer ces informations et préciser quels seraient les délais et les modalités d’application de cette eventuelle loi ?
DO 1999200011317
DO 1999200011317
Vraag nr. 182 van de heer Danie¨l Vanpoucke van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 182 de M. Danie¨l Vanpoucke du 24 mai 2000 (N.) :
Provinciekieswet. — Onverenigbaarheden.
Loi organique des élections provinciales. — Incompatibilités.
De wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen bepaalt in artikel 25, 6o, dat de ambtenaren en beambten van de gemeentebesturen geen deel kunnen uitmaken van een provincieraad.
L’article 25, 6o, de la loi organique des élections provinciales du 19 octobre 1921 dispose que « les fonctionnaires et employés des (...) administrations communales ne peuvent être membres du conseil provincial ».
1. a) Wat dient verstaan onder « ambtenaren » en onder « beambten » van de gemeentebesturen ?
1. a) Que faut-il entendre par « fonctionnaires » et « employés » des administrations communales ?
b) Is dat alle gemeentepersoneel in de meest ruime betekenis van het woord ?
b) Est-ce l’ensemble du personnel communal, dans l’acception la plus large de ces termes, qui est visé en l’occurrence ?
c) Of zijn er uitzonderingen ?
c) Des exceptions sont-elles prévues ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4206
2. Geldt deze onverenigbaarheid eveneens voor :
2. Cette incompatibilité s’étend-elle :
a) het onderwijzend personeel van een gemeentelijke onderwijsinstelling ?
a) au personnel enseignant des établissements d’enseignement communal ?
Wordt desgevallend onderscheid gemaakt tussen « definitief benoemd » en « tijdelijk nog niet definitief benoemd » personeel ?
Le cas échéant, une distinction est-elle établie entre les membres du personnel « nommés à titre définitif » et les membres du personnel « temporaires, non encore nommés à titre définitif » ?
b) leden van het vrijwillig brandweerkorps ?
b) aux membres du corps des pompiers volontaires ?
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 1999200011287
DO 1999200011287
Vraag nr. 136 van de heer Philippe Seghin van 22 mei 2000 (Fr.) :
Question no 136 de M. Philippe Seghin du 22 mai 2000 (Fr.) :
Taken van de ziekenfondsen.
Différentes missions des mutualités.
Overeenkomstig de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen (artikelen 2 en 3) mogen de ziekenfondsen alleen activiteiten uitoefenen die verband houden met gezondheid en moeten zij daarbij in een geest van voorzorg, onderlinge hulp en solidariteit werken.
En fonction de la loi du 6 aouˆt 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités (articles 2 et 3), les mutualités ne peuvent exercer que des activités ayant un lien avec la santé, dans un esprit de prévoyance, d’assistance mutuelle et de solidarité et cela sans but lucratif.
Bepaalde ziekenfondsen kennen via de bijkomende verzekering echter voordelen toe die geenszins verband houden met de gezondheid, zoals een geboorte-, verlovings,- of huwelijkspremie of een overlijdensvergoeding, enz.
Or, on constate que par le biais de l’assurance complémentaire, des mutualités couvrent des avantages n’ayant aucun rapport avec la santé, à savoir, prime de mariage, prime de naissance, indemnité de décès, prime de noce, etc.
Sommige ziekenfondsen kennen daarnaast nog andere voordelen toe zoals een premie wanneer de kinderen naar de lagere school overgaan, sinterklaascadeaus, een tegemoetkoming in de kosten van de rijopleiding, compact disks, babyspeelgoed, verjaardagsgeschenken, een postpak met daarin een babyuitzet, stripalbums, enz.
En outre, certaines mutualités accordent divers avantages comme l’intervention lors de l’entrée en école primaire, des cadeaux pour la Saint Nicolas, des interventions financières dans le cadre de l’apprentissage de la conduite, des compacts discs, des jouets pour bébé, des cadeaux anniversaires, des colis layettes, des bandes dessinées, etc.
De Raad van State bevestigde in zijn arrest van 17 september 1999 (nr. 82.291 A 83.614/VI-15.042) de interpretatie van de artikelen 2 en 3 van de voormelde wet van 6 augustus 1990 en stelde dat de « welzijnspremies » en de « premie voor de eerste dag op de lagere school » strijdig zijn met de artikelen 2 en 3 van de wet van 6 augustus 1990, die bepalen dat de ziekenfondsen zich tot gezondheidsdoelstellingen moeten beperken.
Dans son arrêt du 17 septembre 1999 (no82.291 A 83.614/VI-15.042), le Conseil d’E´tat confirme l’interprétation des articles 2 et 3 de la loi précitée du 6 aouˆt 1990, en l’occurrence la contradiction entre des interventions « primes de bien-être » et « prime pour 1er jour à l’école primaire » avec les dispositions des articles 2 et 3 de la loi du 6 aouˆt 1990 selon lesquels les buts d’une mutualité doivent se situer dans le cadre et les limites de la santé.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4207
Bovendien stipuleert de Raad van State in een arrest van 17 september 1999 het volgende : « Overwegende dat de tegenpartij (Controledienst voor de ziekenfondsen) antwoordt dat zij een onderscheid maakt tussen premies en geschenken die vo´o´r of na 1 januari 1991, de datum waarop de wet van 6 augustus 1990 in werking trad, werden toegekend en dat zij verklaart dat de premies die op die datum bestonden alleen nog tijdelijk en onder voorbehoud van een nieuwe evaluatie worden goedgekeurd.
De plus, il est stipulé dans l’arrêt du Conseil d’E´tat du 17 septembre 1999 : « Considérant que la partie adverse (l’Office de controˆle des mutualités) répond qu’elle pratique une distinction en matière de primes et de cadeaux selon qu’elles sont accordées avant ou après le 1er janvier 1991, date d’entrée en vigueur de la loi du 6 aouˆt 1990, précitée, et affirme que les primes d’un type existant à cette date ne sont plus approuvées que provisoirement et sous réserve d’un réexamen ultérieur.
Overwegende dat de tegenpartij weliswaar toegeeft premies of voordelen te hebben toegekend waarvan de wettelijkheid bedenkelijk is omdat ze geen verband houden met de gezondheid, maar dat de eisende partij geen reden heeft om zich te beklagen over het feit dat ze niet eenzelfde laksheid genoot ... ».
Considérant que s’il est vrai que la partie adverse reconnaıˆt avoir approuvé l’octroi par des mutualités de primes ou avantages d’une légalité contestable parce qu’étrangers au domaine de la santé, la requérante n’est pas fondée à se plaindre de n’avoir pas bénéficié du même laxisme, ... ».
1. Hoe komt het dat die bepalingen niet voor alle ziekenhuizen op een uniforme en strikte manier worden toegepast ?
1. Comment se fait-il que ces dispositions ne soient pas appliquées de manière stricte et uniforme à toutes les mutualités ?
2. Aan de hand van welke maatregelen zal u een einde maken aan de onwettige en onbillijke situatie ?
2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour mettre fin à cette situation illégale et injuste ?
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 1999200011283
DO 1999200011283
Vraag nr. 72 van mevrouw Marilou Vanden PoelWelkenhuysen van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 72 de Mme Marilou Vanden PoelWelkenhuysen du 22 mai 2000 (N.) :
Departement. — Openbaarheid van bestuur. — Bestuursdocumenten. — Aanvragen.
Département. — Publicité de l’administration. — Documents administratifs. — Demandes.
De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur verschaft de bestuurden (individuen en/of rechtspersonen) het recht om in bezit gesteld te worden van een aantal bestuursdocumenten.
La loi du 11 avril 1994 concernant la publicité de l’administration confère aux administrés (individus et/ ou personnes morales) le droit d’entrer en possession d’un certain nombre de documents administratifs.
1. Hoeveel aanvragen, individuele en/of vanwege rechtspersonen, werden er per jaar sinds de invoering van voormelde wet van 11 april 1994 ontvangen door het departement van Landsverdediging ? 2. Aan hoeveel van de voormelde aanvragen werd een gunstig gevolg gegeven en hoeveel werden geweigerd op basis van artikel 6 van de bovengenoemde wet van 11 april 1994 ?
1. Combien de demandes, individuelles et/ou émanant de personnes morales, le département de la Défense nationale a-t-il reçues annuellement depuis l’entrée en vigueur de la loi précitée du 11 avril 1994 ? ` combien de ces demandes une suite favorable 2. A a-t-elle été réservée et combien d’entre elles ont-elles été rejetées sur la base de l’article 6 de la loi susmentionnée du 11 avril 1994 ?
3. Welke tijdsperiode verliep er gemiddeld tussen het ontvangen van de aanvraag en de verzending naar de betrokkene ?
3. Quel laps de temps s’est écoulé en moyenne entre la réception de la demande et l’envoi du document demandé à la personne concernée ?
4. Hoeveel keer werd de toepassing en de procedure via de Commissie voor de toegang tot de bestuursdo-
4. Combien de fois l’application de la procédure devant la Commission pour l’accès aux documents
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
541
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4208
cumenten ingeroepen om in het bezit gesteld te worden van bestuursdocumenten ?
administratifs a-t-elle été demandée pour entrer en possession de documents administratifs ?
5. Werden er inmiddels interne instructies binnen het departement verspreid, om het personeel meer inzicht te verschaffen met betrekking tot hun rechten en plichten in deze materie ?
5. Des instructions internes ont-elles été entretemps diffusées au sein du département pour mieux informer le personnel de ses droits et obligations dans cette matière ?
DO 1999200011324
DO 1999200011324
Vraag nr. 73 van de heer Francis Van den Eynde van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 73 de M. Francis Van den Eynde du 24 mai 2000 (N.) :
Oorlogsmunitie op het provinciaal domein « Het Leen » in Eeklo.
Présence de munitions de guerre dans le domaine provincial « Het Leen » à Eeklo.
Tijdens het vragenuurtje van 11 mei 2000 deelde u mee dat de munitie die nog in grote mate te vinden is in sommige vijvers van het provinciaal domein « Het Leen » in Eeklo, uit de Tweede Wereldoorlog dateert en oorspronkelijk van de Duitse bezetter van toen afkomstig is (Beknopt Verslag, Kamer, 1999-2000, Plenaire Vergadering, 11 mei 2000, PLEN 056, blz. 9 en 10).
Au cours de l’heure des questions du 11 mai 2000, vous avez indiqué que d’importantes quantités de munitions, datant de la Seconde Guerre mondiale et abandonnées par l’occupant allemand, subsistent dans certains étangs du domaine provincial « Het Leen », à Eeklo (Compte rendu analytique, Chambre, 19992000, Séance plénière, 11 mai 2000, PLEN 056, p. 9 et 10).
U wist tevens te vertellen dat na de Tweede Wereldoorlog het huidig provinciaal domein lang in het bezit geweest is van het Belgisch leger, dat er onder meer tot 1968 een munitiedepot op nahield.
Vous avez également précisé qu’après la Seconde Guerre mondiale, l’actuel domaine provincial fut longtemps la propriété de l’armée belge, qui l’utilisa comme dépoˆt de munitions jusqu’en 1968.
1. Vindt u het niet vreemd dat de Belgische legeroverheid in de onmiddellijke omgeving van haar munitiedepot Duitse munitie en springtuigen uit de Tweede Wereldoorlog liet rondslingeren ?
1. N’est-il pas étrange, à vos yeux, que les autorités militaires belges aient laissé à l’abandon, à proximité immédiate d’un dépoˆt de l’armée, des munitions et des explosifs allemands datant de la Seconde Guerre mondiale ?
2. Vindt u het verantwoord dat, toen in 1973 het betrokken terrein aan de provincie Oost-Vlaanderen verkocht werd, het leger de bovenvermelde Duitse munities doodgewoon liet liggen en er zelfs niet aan dacht de koper van de situatie op de hoogte te brengen ?
2. Trouvez-vous normal qu’au moment de la vente du terrain à la province de Flandre orientale, l’armée ait abandonné les munitions allemandes précitées et n’ait même pas jugé utile d’informer l’acheteur de la situation ?
3. Wat vindt u van het feit dat de Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen (DOVO) dat later wel op de hoogte gebracht werd, voor zover ik weet, wel ter plaatse kwam en misschien wel een klein gedeelte van de munitie verwijderde maar daarna de boel liet zijn en met het provinciebestuur van OostVlaanderen over de prijs van het weghalen ervan ging discussie¨ren in plaats van onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen ?
3. Comment jugez-vous le fait que le Service d’enlèvement et de destruction des engins explosifs (le SEDEE) se soit rendu sur place — si je suis bien informé, à un moment ultérieur, il est vrai — procédant sans doute à l’évacuation d’une petite partie des munitions, mais abandonnant le surplus et préférant négocier le prix de l’évacuation avec l’administration de la province de Flandre orientale plutoˆt que de prendre sans attendre les mesures nécessaires ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4209
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 1999200011266
DO 1999200011266
Vraag nr. 213 van mevrouw Zoé Genot van 18 mei 2000 (Fr.) :
Question no 213 de Mme Zoé Genot du 18 mai 2000 (Fr.) :
Werking van het signalementblad.
Fonctionnement du bulletin de signalement.
Het Vast Comité van toezicht op de politiediensten stelt, zeker in één geval en misschien in meer gevallen, disfuncties vast in de procedure van invoering, wijziging of verwijdering van gegevens in het centraal signalementblad. Het comité beveelt een grotere nauwkeurigheid aan om te voorkomen dat personen die niets met de behandelde dossiers te maken hebben worden benadeeld.
Le Comité permanent de controˆle des services de police reconnaıˆt des problèmes de dysfonctionnement dans la procédure d’insertion, de modification et de suppression de données au bulletin central de signalement dans un cas certainement et peut-être dans d’autres. Il recommande qu’une plus grande rigueur soit apportée dans ces procédures afin de ne pas léser des personnes étrangères aux dossiers traités.
Die disfuncties hebben namelijk geleid tot administratieve problemen waardoor de elementaire rechten van de betrokken personen in het gedrang komen.
En effet, ces dysfonctionnements ont provoqué des problèmes administratifs dommageables portant atteinte aux droits élémentaires des personnes concernées.
1. Hoe is het principe van het signalementblad tot stand gekomen, hoe werkt het en op welke wijze denkt u een einde te maken aan bedoelde disfuncties ?
1. Pourriez-vous nous informer sur la manière dont a été établi le principe du bulletin de signalement, comment il est organisé et qu’envisagez-vous faire pour que cessent ces dysfonctionnements ?
2. Kan u ons tevens inlichten over de mogelijkheden van controle van het signalementblad die volgens het Europol-Verdrag zijn toegestaan en over de wijze waarop de betrokken Belgische overheden op die controle reageren ?
2. Pourriez-vous nous renseigner également sur les possibilités de controˆle du bulletin de signalement permises par le Traité Europol et sur la manière dont ce controˆle est accueilli par les autorités belges concernées ?
DO 1999200011269
DO 1999200011269
Vraag nr. 214 van de heer André Frédéric van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 214 de M. André Frédéric du 19 mai 2000 (Fr.) :
Rijkswacht. — Lijst. — Krantenartikel.
Gendarmerie. — Liste. — Article de journal.
In « Le Soir Illustré » (nr. 3538 van 12 april 2000, blz. 41 en 42) is een artikel onder de titel « Les guignols de l’enquête » verschenen.
Le Soir Illustré (no 3538 du 12 avril 2000, p. 41 et 42) a publié un article intitulé « Les guignols de l’enquête ».
De journalist van « Le Soir Illustré », de heer Philippe Brewaeys, verklaart in het artikel dat hij de hand kon leggen op de lijst van de foto’s van een album dat werd samengesteld door een ploeg van de BOB die, naast anderen, met onderzoeksopdrachten in het kader van de ontvoerings- en verdwijningszaken van kinderen was belast.
Le journaliste du Soir Illustré, M. Philippe Brewaeys exprime avoir mis la main sur la liste des photos d’un album préparé par une équipe de la BSR chargée, aux coˆtés d’autres, de missions d’enquêtes dans le cadre des affaires d’enlèvements et de disparitions d’enfants.
1. Heeft de in het artikel bedoelde lijst inderdaad bestaan ?
1. La liste mentionnée dans cet article a-t-elle bien existé ?
2. Is de lijst ter sprake gekomen op het College van procureurs-generaal ?
2. Cette liste a-t-elle fait l’objet d’une discussion au sein du Collège des procureurs généraux ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4210
3. Stonden op die lijst, zo hij al heeft bestaan, de namen van bekende Belgische en zelfs buitenlandse prominenten waaronder rijkswachtgeneraals en commissarissen van de gerechtelijke politie ?
3. Est-il exact que dans cette liste, si elle est bien réelle, figuraient les noms de personnalités connues belges et même étrangères en ce compris les généraux de gendarmerie et les commissaires de la police judiciaire ?
4. Werd die lijst inderdaad door rijkswachters opgesteld en zo ja, hoe konden de hie¨rarchie of de gerechtelijke overheden toestaan dat dergelijke onzin werd verspreid ?
4. Cette liste a-t-elle été effectivement établie par des gendarmes et si c’est bien le cas, comment la hiérarchie ou les autorités judiciaires ont-elles pu laisser se propager de telles fadaises ?
DO 1999200011284
DO 1999200011284
Vraag nr. 216 van de heer André Frédéric van 22 mei 2000 (Fr.) :
Question no 216 de M. André Frédéric du 22 mai 2000 (Fr.) :
Piercings en tatoeages.
Piercings et tatouages.
Het aanbrengen van piercings en tatoeages is niet bij wet geregeld. Aangezien bij het doorboren van de huid, met de bedoeling er een gekleurd pigment of een vreemd lichaam in aan te brengen, een infectie kan worden overgedragen (aids, hepatitis, allergiee¨n, enz.), zou men mogen aannemen dat zodanige voorzorgsmaatregelen vereist zijn dat enkel daartoe bevoegde personen piercings en tatoeages mogen aanbrengen. Tatoeages kunnen bovendien enkel met behulp van chirurgische technieken worden verwijderd. Een dergelijke verwijdering zou dan ook een medische verrichting zijn.
Il existe un flou législatif en matière de piercing et de tatouage. Dans la mesure ou` le percement de la peau, afin d’y déposer un pigment coloré ou d’y inclure un corps étranger fait courir un risque de transmission d’infection (sida, hépatite, allergies, etc.), on pourrait considérer qu’il réclame des précautions telles qu’il ne pourrait être réalisé que par une personne duˆment habilitée. De plus, l’enlèvement du tatouage ne peut être effectué qu’à l’aide de techniques chirurgicales et constituerait ainsi un acte médical.
1. a) Moeten minderjarige kinderen de toestemming van hun ouders hebben om een piercing of tatoeage te laten aanbrengen ?
1. a) Les enfants mineurs doivent-ils avoir une autorisation parentale en matière de piercing ou de tatouage ?
b) Aan welke regels dient die toestemming te beantwoorden ?
b) Selon quelles modalités ?
2. Wat kunnen getatoee¨erde of gepiercete personen ondernemen wanneer zij een infectie hebben of met een ander ernstig probleem worden geconfronteerd ?
2. Si un tatoué ou un « piercé » se plaignait d’une infection ou autre problème grave, de quels moyens d’action disposerait-il ?
3. Wordt de verwijdering van een tatoeage als een medische verrichting beschouwd ?
3. L’enlèvement d’un tatouage est-il considéré comme un acte médical ?
4. a) Hoeveel probleemgevallen werden tot nu opgetekend ?
4. a) Combien de cas problématiques ont été recensés à ce jour ?
b) Met welke eventuele gevolgen ?
b) Avec quelles suites éventuelles ?
5. Kan een piercing, in de strikte zin van de wet, met een vorm van vrijwillige slagen en verwondingen worden gelijkgesteld ?
5. Le piercing, au sens strict de la loi, peut-il être assimilé à une forme de coups et blessures volontaires ?
6. a) Welke garanties op het stuk van de gezondheid moeten in het kader van die praktijken in acht worden genomen ?
6. a) Quelles garanties sanitaires doivent être respectées dans ces pratiques ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4211
b) Op grond van welke wettelijke grondslag ?
b) Selon quelle base légale ?
7. a) Moeten de personen die piercings en tatoeages aanbrengen een bijzondere opleiding hebben genoten ?
7. a) Le personnel concerné par ces pratiques doit-il faire l’objet d’une qualification particulière ?
b) Welke ?
b) Laquelle ?
DO 1999200011296
DO 1999200011296
Vraag nr. 219 van de heer Charles Michel van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 219 de M. Charles Michel du 23 mai 2000 (Fr.) :
Onpartijdigheid van artsen-gerechtsdeskundigen.
Impartialité des médecins experts judiciaires.
Een paar weken geleden wijdde de televisieuitzending « Au nom de la loi » een reportage aan de invloed van « Dolantine Spezial » op de geestestoestand van pasgeboren kinderen. In de uitzending werden vragen gesteld over de onpartijdigheid van de arts die als deskundige werd aangewezen door de rechtbank die zich moet uitspreken over de vraag tot schadevergoeding ingediend door de ouders van een kind dat het slachtoffer werd van de schadelijke gevolgen van « Dolantine Spezial ». Die deskundige werkte ten tijde van de feiten al in dezelfde instelling als de betrokken gynecoloog. Het is dan ook de vraag hoe de rechtbank kan steunen op een verslag van deskundigen waaronder een gynaecoloog die in dezelfde instelling als de betwiste gynaecoloog werkt. Had men de betrokkene vanuit deontologisch standpunt niet onbevoegd moeten verklaren gelet op het feit dat de medische expertise betrekking had op een confrater die samen met hem in dezelfde instelling werkt ?
Il y a plusieurs semaines, la presse télévisuelle (« Au nom de la loi ») consacrait un reportage aux effets de la « Dolantine Spezial » sur l’état mental du nouveau né et s’était interrogée sur l’impartialité du médecin expert désigné par le tribunal chargé de se prononcer sur la demande en réparation introduite par les parents d’un enfant victime de la « Dolantine Spezial ». En effet, il s’est avéré que cet expert travaillait déjà à l’époque des faits dans la même institution que le gynécologue mis en cause. Se pose alors la question : comment le tribunal peut-il s’appuyer sur un rapport d’experts, surtout si l’un d’eux est lui-même un gynécologue exerçant son art dans la même institution que le gynécologue mis en cause ? Dans la mesure ou` l’expertise médicale concernant un confrère travaillant en même temps que lui dans une même institution, la déontologie n’exigeait-elle pas qu’il se récuse lors du choix du tribunal ?
Een vergelijkbare situatie kan zich voordoen wanneer de arts-gerechtsdeskundige gelijktijdig de functie van adviserend geneesheer van een verzekeringsmaatschappij uitoefent die betrokken is bij het geschil in verband waarmee een expertise wordt bevolen (of wanneer het gaat om artsen-deskundigen die verbonden zijn aan een medische expertisekabinet waarvan een medewerker tevens als adviserend geneesheer optreedt).
Une situation similaire peut se présenter lorsque le médecin expert judiciaire exerce parallèlement une fonction de médecin-conseil d’une compagnie d’assurances partie au litige pour lequel une expertise a été ordonnée (voire de médecins experts qui collaborent simplement à un cabinet d’expertise médicale dont un des collaborateurs exerce une fonction de médecin conseil).
Wraking van dergelijke deskundigen is niet altijd mogelijk en bovendien staan de partijen (verzekeringsmaatschappij/gewonde, slachtoffer) niet op voet van gelijkheid wat de kennis van het bestaan van die bevoorrechte banden tussen de arts-deskundige en de verzekeringsmaatschappij betreft : de verzekeringsmaatschappijen en hun artsen-deskundigen zijn vanzelfsprekend op de hoogte van de bijzondere banden van de artsen-deskundigen met een bepaalde verzekeraar daar het expertise« wereldje » een gesloten milieu is waar iedereen iedereen kent. De gewonde die
La récusation de tels experts n’est pas toujours possible et, en outre, les parties (la compagnie d’assurances/blessé victime) ne serait pas à égalité quant à la connaissance qu’elles peuvent avoir de l’existence de ces liens privilégiés entre médecin expert et compagnie d’assurances : les compagnies d’assurances et leurs médecins-conseils ont une connaissance évidente des liens particuliers des médecins experts avec tel ou tel assureur car le « monde » de l’expertise est un milieu fermé ou` quasiment tout le monde se connaıˆt; inversement le blessé en conflit avec la
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4212
een geschil heeft met de maatschappij die hem moet vergoeden staat daarentegen alleen en heeft geen weet van die bevoorrechte banden.
compagnie qui devrait l’indemniser, est isolé et ignore l’existence de ces liens privilégiés.
1. Is de regelgeving met betrekking tot het wraken van artsen-deskundigen niet vatbaar voor verbetering ? Artikel 991 van het Gerechtelijk Wetboek staat de hoven en rechtbanken toe lijsten van deskundigen op te maken « overeenkomstig de regels die de Koning bepaalt ». Voor zover ons bekend maakte de Koning tot hiertoe geen gebruik van die regelgevende bevoegdheid.
1. Ne devrait-on pas envisager une meilleure réglementation en matière de récusation des experts médecins ? L’article 991 du Code judiciaire autorise les cours et tribunaux à établir des listes d’experts « selon ` notre connaissance, le les règles fixées par le Roi ». A Roi n’a, à ce jour, pas fait usage de ce pouvoir réglementaire.
2. Zou de Koning de artsen die vragen op die lijsten te worden geplaatst bijvoorbeeld niet kunnen verplichten op hun eer melding te maken van de functies die ze in een bepaalde instelling, kabinet of verzekeringsmaatschappij uitoefenen met de verplichting elke wijziging op dat vlak zo vlug mogelijk mee te delen ?
2. Le Roi, ne pourrait-il pas par exemple imposer aux médecins qui demanderaient à être inscrits sur ces listes de déclarer sur l’honneur les fonctions qu’ils exercent dans telle institution, tel cabinet ou dans telle compagnie d’assurances avec obligation de déclarer à bref délai toute modification intervenue sur ce point ?
3. In de strafrechtprocedure bestaat geen specifieke regelgeving met betrekking tot de voorwaarden van wraking inzake expertise. Strafrechtspecialisten zijn van mening dat een regelgeving voor de expertise in strafzaken noodzakelijk is. Wat is uw mening terzake ?
3. Dans le domaine de la procédure pénale, aucune réglementation spécifique relative aux conditions de révocation n’existe en matière d’expertise. Or, les juristes pénalistes estiment que l’expertise en procédure pénale mériterait d’être réglementée. Quel est votre point de vue à ce sujet ?
DO 1999200011315
DO 1999200011315
Vraag nr. 220 van de heer Fred Erdman van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 220 de M. Fred Erdman du 24 mai 2000 (N.) :
Geldboeten wegens tergend of roekeloos hoofdberoep.
Amendes pour appel principal téméraire ou vexatoire.
Bij artikel 52 van de wet van 3 augustus 1992 werd artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd.
L’article 52 de la loi du 3 aouˆt 1992 a inséré dans le Code judiciaire un article 1072bis.
Los van de regeling, met betrekking tot de schadevergoeding wegens tergend of roekeloos hoofdberoep gevorderd door een partij, wordt ook in de mogelijkheid voorzien voor de rechter in hoger beroep om een geldboete uit te spreken wegens tergend of roekeloos hoofdberoep.
Outre la disposition relative aux dommages-intérêts éventuellement réclamés par une partie, cet article prévoit également la possibilité pour le juge d’appel d’imposer une amende pour cause d’appel téméraire ou vexatoire.
De tekst van de wet bepaalde de grens van de geldboete op minimum 5 000 frank en maximum 100 000 frank, met de mogelijkheid voor de Koning om het minimum en maximum bedrag om de vijf jaar aan te passen.
La loi fixe l’amende à 5 000 francs minimum et 100 000 francs maximum et prévoit que le Roi peut adapter les sommes minimales et maximales au couˆt de la vie tous les cinq ans.
Deze tekst is op 1 januari 1993 in werking getreden.
Les dispositions en question sont entrées en vigueur au 1er janvier 1993.
1. Kan u meedelen, op basis van de gegevens verstrekt door de hoven van beroep en de rechtbanken van eerste aanleg zetelend in beroep, hoeveel vonnissen en/of arresten in hoger beroep werden gewezen, die een geldboete wegens tergend of roekeloos hoofdberoep hebben opgelegd ?
1. Pourriez-vous me préciser, sur la base des données fournies par les cours d’appel et les tribunaux de première instance siégeant en appel, combien de jugements et/ou arrêts rendus en appel ont imposé une amende pour cause d’appel téméraire ou vexatoire ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4213
2. Daar dit middel werd ingevoegd om onverantwoord hoofdberoep tegen te gaan, is nu, op basis van de praktijk voor de minister uitgewezen of de doelstellingen van de wetgever hier werden bereikt ?
2. La disposition concernée étant destinée à éviter les appels infondés, êtes-vous déjà en mesure d’affirmer que l’objectif du législateur a été atteint ?
3. Vermits een aanpassing van de bedoelde geldboete om de vijf jaar wettelijk bepaald is, overweegt u initiatieven te nemen, onverminderd de zeer lichte stijging van de kosten van levensonderhoud ?
3. La loi ayant prévu la possibilité d’adapter l’amende tous les cinq ans, envisagez-vous de prendre une initiative sur ce plan, sans préjudice de la très légère augmentation du couˆt de la vie ?
DO 1999200011319
DO 1999200011319
Vraag nr. 221 van mevrouw Els Van Weert van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 221 de Mme Els Van Weert du 24 mai 2000 (N.) :
Reclame per fax over toestellen die radarsignalen opsporen.
Publicité par fax pour des appareils permettant de repérer les signaux radar.
Vorige week ontving ik via de fax een boodschap waarin reclame werd gemaakt voor een toestel dat radarsignalen zou opvangen waardoor men als automobilist gewaarschuwd wordt en aldus de dans kan ontlopen door maatregelen te treffen.
La semaine dernière, j’ai reçu par fax une publicité pour un appareil permettant de repérer des signaux radar. Cet appareil avertirait les automobilistes de la présence d’un radar et leur permettrait d’échapper aux sanctions.
Het toestel wordt eveneens aangeprezen als een testtoestel voor hyperfrequenties en alarmcontroletoestel.
L’appareil en question permettrait aussi de tester les hyperfréquences et de controˆler les dispositifs d’alarme.
Het toestel kan, volgens de reclameboodschap, afgesteld worden op de frequenties die gangbaar zijn in ons land.
Le message publicitaire indique que l’appareil peut être syntonisé sur les fréquences habituelles dans notre pays. 1. Eˆtes-vous au courant de l’existence de tels appareils ?
1. Heeft u weet van het bestaan van dergelijke toestellen ? 2. Zijn deze toestellen legaal ?
2. Ces appareils sont-ils légaux ?
3. Zo niet, wat overweegt u te doen aan de verkoop van betreffende toestellen ?
3. Dans la négative, quelles mesures comptez-vous prendre concernant leur vente ?
4. Is het verspreiden van dergelijke reclameboodschappen legaal ?
4. La diffusion des messages publicitaires de ce type est-elle légale ?
5. Zo niet, welke maatregelen overweegt u om dat te verhelpen ?
5. Dans la négative, quelles mesures comptez-vous prendre pour remédier à la situation ?
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 1999200011267
DO 1999200011267
Vraag nr. 342 van de heer Hugo Coveliers van 18 mei 2000 (N.) :
Question no 342 de M. Hugo Coveliers du 18 mai 2000 (N.) :
Verzoekschriften tot sommendelegatie. — Rolrecht.
Requêtes en délégation de sommes. — Droit de roˆle.
Wanneer een verzoekschrift strekkende tot het bekomen van een sommendelegatie wordt ingediend
Lorsqu’une requête visant à obtenir une délégation de sommes est introduite conformément à l’arti-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4214
overeenkomstig artikel 203ter van het Burgerlijk Wetboek betreft dit een « procedure inzake uitkering tot onderhoud ». Dit artikel is immers opgenomen in het Burgerlijk Wetboek onder het hoofdstuk V : « Verplichtingen die uit het huwelijk of de afstamming ontstaan ».
cle 203ter du Code civil, il s’agit d’une « procédure en matière de pension alimentaire ». En effet, cette disposition a été incluse dans le Code civil, au chapitre V : « Des obligations qui naissent du mariage (ou de la filiation). »
Bijgevolg zou deze procedure vallen onder de toepassing van artikel 162, 13o, van het Wetboek van registratierechten dat bepaalt dat er voor « ... een procedure inzake uitkering tot onderhoud of ingesteld overeenkomstig artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek... » verminderd rolrecht verschuldigd is (thans 1 000 frank in plaats van 1 400 frank).
Par conséquent, cette procédure tombe normalement sous l’application de l’article 162, 13o, du Code des droits d’enregistrement qui prévoit que lorsqu’il s’agit « d’une procédure en matière de pension alimentaire ou formée conformément à l’article 221 du Code civil... », un droit de roˆle réduit est duˆ (qui est actuellement de 1 000 francs au lieu de 1 400 francs).
Uw diensten zijn echter zeer formeel en zeggen dat het verzoekschrift tot sommendelegatie, neergelegd op grond van artikel 203ter van het Burgerlijk Wetboek moet ingeschreven worden op de algemene rol en niet geniet van het verminderd rolrecht. De directeur van de Directie belast met het toezicht op en de organisatie van de griffies verantwoordt deze beslissing door te stellen dat de ontvangstmachtiging, bedoeld in artikel 203ter van het Burgerlijk Wetboek geen onderhoudsuitkeringsprocedure strictu sensu is, maar een vereenvoudigde uitvoeringsmaatregel van de onderhoudsverplichting en bijgevolg niet onder die vrijstellingsbepaling valt.
Toutefois, vos services sont tout à fait catégoriques et affirment que la requête en délégation de sommes, déposée sur pied de l’article 203ter du Code civil, doit être inscrite au roˆle général et ne bénéficie pas du droit de roˆle réduit. Le directeur de la Direction chargée du controˆle et de l’organisation des greffes justifie cette décision en disant que l’autorisation de perception visée à l’article 203ter du Code civil n’est pas une procédure en matière de pension alimentaire stricto sensu, mais une mesure d’exécution simplifiée d’obligation alimentaire et ne tombe donc pas sous l’application de cette disposition d’exonération.
In antwoord op een vraag heeft de toenmalige minister van Financie¨n het rolrecht als verminderd beschouwd indien het om een procedure voor het bekomen van een onderhoudsgeld of inzake beslag op loon, gaat (vraag nr. 1 van 9 december 1985 van de heer Bataille, Vragen en Antwoorden, Senaat, 19851986, nr. 2 van 14 januari 1986, blz. 53).
En réponse à une question, l’ancien ministre des Finances avait considéré que le droit de roˆle est réduit quand il s’agit d’une procédure en vue de l’obtention d’aliments ou en matière de saisie sur salaire (question no 1 du 9 décembre 1985 de M. Bataille, Questions et Réponses, Sénat, 1985-1986, no 2 du 14 janvier 1986, p. 53).
Is er voor een verzoekschrift overeenkomstig artikel 203ter van het Burgerlijk Wetboek al dan niet een verminderd rolrecht verschuldigd ?
Un droit de roˆle réduit est-il oui ou non duˆ pour une requête conforme à l’article 203ter du Code civil ?
DO 1999200011277
DO 1999200011277
Vraag nr. 343 van de heer Claude Eerdekens van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 343 de M. Claude Eerdekens du 19 mai 2000 (Fr.) :
Fiscale achterstand.
Arriéré fiscal.
In de diverse jaarverslagen van de administrateurgeneraal van de belastingen wordt de evolutie van de fiscale achterstand gegeven.
Les divers rapports annuels de l’administrateur général des impoˆts montrent l’évolution de l’arriéré fiscal.
Het verslag van 1998 bevat de volgende cijfers (in frank) :
Ainsi, le rapport 1998 mentionne les chiffres suivants (en francs) :
— onmiddellijk invorderbaar : 20,1682 miljard;
— immédiatement exigible : 20,1682 milliards;
— geschillen : 203,1253 miljard;
— contentieux : 203,1253 milliards;,
— faillissementen, vereffeningen : 67,2057 miljard;
— faillites, liquidations : 67,2057 milliards;
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4215
— erfenissen : 1,169 miljard;
— successions : 1,169 milliards;
— insolvabiliteit : 20,9895 miljard.
— insolvabilité : 20,9895 milliards.
Tezelfdertijd klagen de bestuurlijke overheid en de nationale vereniging van ontvangers de structurele tekortkomingen in de sector « invordering » aan.
Dans le même temps, l’autorité administrative ainsi que l’association nationale des receveurs dénoncent les carences structurelles du secteur « recouvrement ».
1. Welke maatregelen worden genomen om de achterstand in te halen en binnen welke termijn ?
1. Quelles sont les mesures prises pour résorber cet arriéré, et dans quel délai ?
2. Zal een instructie in een vereenvoudigde procedure van toelating tot decharge voorzien, zoals bij de overstap naar de automatisering het geval was ?
2. Comme cela s’est fait lors du passage à l’automatisation, une instruction va-t-elle prévoir une procédure simplifiée d’admission en décharge ?
3. a) Is, gelet op de hoge bedragen van de posten « geschillen », « faillissementen, liquidaties » en « erfenissen », een dringende reactie op de afbouw van de juridische cellen niet aangewezen, aangezien ze onder meer tot taak hebben de ontvangers juridische bijstand te verlenen ?
3. a) E´tant donné les montants importants des postes « contentieux », « faillites, liquidations » et « successions », n’est-il pas urgent de réagir au démantèlement des cellules juridiques, celles-ci ayant notamment pour mission de fournir une assistance juridique aux receveurs ?
b) Is de formatie niet aan uitbreiding toe ?
b) Ne faut-il pas élargir le cadre ?
4. Welke maatregelen zijn genomen om de « onmiddellijk invorderbare » bedragen te innen ?
4. Quelles sont les mesures prises pour récupérer l’« immédiatement exigible » ?
5. a) Welke maatregelen zijn genomen om de achterstand te beperken ?
5. a) Quelles sont les mesures prises pour réduire l’arriéré ?
b) Kan de regeling van de « grondige controles » niet worden herzien aangezien de voortgang bij de invordering ontoereikend is ?
b) Ne faut-il pas revoir le système des « controˆles approfondis » dans la mesure ou` le suivi n’est pas suffisant au niveau du recouvrement ?
DO 1999200011278
DO 1999200011278
Vraag nr. 344 van de heer Jean-Jacques Viseur van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 344 de M. Jean-Jacques Viseur du 19 mai 2000 (Fr.) :
Onroerend goed. — Openbare verkoop. — Administratie van de Registratie. — Verhoging.
Bien immobilier. — Vente publique. — Administration de l’Enregistrement. — Majoration.
1. Kan de administratie van de Registratie in geval van openbare verkoop een verhoging wegens te lage schatting toepassen ?
1. Lorsqu’un bien immobilier fait l’objet d’une vente publique, l’administration de l’Enregistrement peut-elle appliquer une majoration pour insuffisance d’estimation ?
2. Zo ja, hoe wordt dat verantwoord aangezien de openbare verkoop per definitie de exacte verkoopwaarde van het goed bepaalt ?
2. Si c’est le cas, quelle en est la justification puisque, par définition, la vente publique fixe la valeur vénale exacte du bien ?
DO 1999200011280
DO 1999200011280
Vraag nr. 345 van de heer Dirk Pieters van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 345 de M. Dirk Pieters du 19 mai 2000 (N.) :
Polyvalente controles. — Duurtijd.
Controˆles polyvalents. — Durée.
Uit de cijfers van het jaarverslag van het ministerie van Financie¨n van 1998 leren we dat een gemiddelde
Selon les chiffres du rapport annuel du ministère des Finances de 1998, une vérification polyvalente dure
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
542
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4216
polyvalente verificatie 15 dagen duurt. Er werden immers 246 577 dagen besteed aan de polyvalente controle van 16 512 dossiers. De dossiers kunnen zich over verschillende aanslag- of kalenderjaren uitstrekken. In het jaarverslag worden de dossiers inkomstenbelastingen en BTW louter gesommeerd, hetgeen zeker geen onderschatting vormt van het aantal controledagen per onderneming. Daarenboven zijn er twee of meerdere ambtenaren bij deze controles betrokken.
15 jours en moyenne. En effet, 246 577 jours ont été consacrés au controˆle polyvalent de 16 512 dossiers. Ces dossiers peuvent s’étendre sur plusieurs années fiscales ou civiles. Dans ce rapport annuel, les dossiers relatifs aux impoˆts sur les revenus et à la TVA sont simplement additionnés, de sorte qu’on peut difficilement prétendre que le nombre de journées de controˆle par entreprise y est sous-évalué. En outre, deux fonctionnaires au moins participent à ces controˆles.
In 1997 werd reeds naar de mogelijke duurtijd van een grondige verificatie, een beheerscontrole en een in ordestelling gepolst. De toenmalige minister antwoordde hierop dat de administratie als doelstelling heeft de kwaliteit van de verificaties te verhogen. Het zou hierbij volkomen onrealistisch zijn voor ieder dossier een tijdslimiet op te leggen. Met andere woorden de controle ter plaatse wordt niet in de tijd beperkt.
En 1997, on avait déjà tenté d’évaluer la durée possible d’une vérification approfondie, d’un controˆle de gestion et d’une régularisation. Le ministre en fonction à l’époque avait répondu que l’objectif de l’administration était d’accroıˆtre la qualité des vérifications. Il serait totalement irréaliste d’imposer une date limite pour chaque dossier. En d’autres termes, les controˆles effectués sur place ne sont pas limités dans le temps.
De lange en quasi onbegrensde tijdsduur van de controle vormt een ware beproeving voor de gecontroleerde zelfstandigen en ondernemingen. Niet zelden wordt door de gecontroleerde onderneming gesteld dat ze maar voor akkoord getekend heeft, onder druk van de aanslepende verificatie. Haar kost voor de begeleiding van deze grondige controle, inclusief de erelonen van de raadgever(s), wordt immers tegenover de belastingverhoging afgewogen. Daarenboven ervaren de ondernemingen de langdurige aanwezigheid van controleurs als negatieve publiciteit. De vraag naar de gegrondheid van de vestiging van deze belastingen wordt voor de onderneming aldus van secundaire orde.
Or, la durée longue et quasi-illimitée des controˆles constitue une réelle épreuve pour les indépendants et les entreprises controˆlées. Il n’est pas rare qu’une entreprise controˆlée déclare avoir signé pour accord, exaspérée par une vérification interminable. En effet, toute entreprise fait la part des choses entre les couˆts qu’elle doit consentir pour accompagner ce controˆle approfondi, qui comprennent les honoraires de son (ses) conseiller(s), et l’accroissement d’impoˆt qu’elle encourt. De surcroıˆt, les entreprises ressentent la présence persistante de controˆleurs comme une publicité négative. Par conséquent, elles considèrent que la question du bien-fondé de la taxation est secondaire.
1. Wordt de duur van een grondige verificatie gekoppeld aan bepaalde criteria, zoals de grootte van de onderneming, de ondernemingsstructuur of het internationale karakter van de onderneming ?
1. La durée d’une vérification approfondie est-elle liée à certains critères tels que la taille de l’entreprise, sa structure ou son caractère international ?
2. Overweegt u de klacht vanuit de bedrijfswereld tegemoet te komen om de duur van de controles ter plaatse te beperken, behalve bijvoorbeeld in uitzonderlijke gevallen ?
2. Envisagez-vous de tenir compte de la plainte émanant des milieux industriels visant à limiter la durée des controˆles sur place, hormis dans les cas exceptionnels ?
3. Vindt u het criterium van de gegrondheid van de belasting niet belangrijker dan het resultaat, dat bij de grondige verificaties wordt gerealiseerd ?
3. Ne trouvez-vous pas que le critère du bien-fondé de la taxation est plus important que le résultat obtenu graˆce à ces vérifications approfondies ?
DO 1999200011281
DO 1999200011281
Vraag nr. 346 van de heer Claude Eerdekens van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 346 de M. Claude Eerdekens du 19 mai 2000 (Fr.) :
Achterstand bij de invordering.
Arriéré au niveau de recouvrement.
Uit de rapporten van uw departement en van de vakbondsorganisaties blijkt dat nog meer dan 500 miljard achterstal moet worden ingevorderd.
Si l’on se réfère aux rapports de votre département qu’à ceux des organisations syndicales, l’on constate que l’arriéré au niveau de recouvrement dépasse les 500 milliards.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4217
1. Tegen wanneer zal die achterstand worden weggewerkt ?
1. Dans quel délai sera résorbé cet arriéré ?
2. Welke maatregelen inzake bestuur en werving zal u daartoe treffen ?
2. Quelles mesures administratives et de recrutement seront-elles prises à cet effet ?
3. a) Op welk percentage worden de niet-invorderbare bedragen geschat ?
3. a) Quel est le pourcentage estimé des montants irrécouvrables ?
b) Waarom zijn die bedragen niet-invorderbaar ?
b) Pour quelles raisons ?
4. Worden voor de andere bedragen specifieke maatregelen overwogen ?
4. Pour les autres cotisations, des mesures spécifiques sont-elles envisagées ?
5. a) Blijft de invordering van de belastingen voor uw departement een prioriteit ?
5. a) Le recouvrement de l’impoˆt reste-t-il une priorité de votre département ?
b) Wat is hiervan de budgettaire weerslag en wanneer zal die merkbaar zijn ?
b) Quel en est l’impact budgétaire, et dans quel délai ?
DO 1999200011290
DO 1999200011290
Vraag nr. 347 van de heer Jan Eeman van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 347 de M. Jan Eeman du 22 mai 2000 (N.) :
Niet-invordering van penale boeten.
Non-perception d’amendes pénales.
De administratie van de Domeinen is onder meer belast met de inning van de penale boeten ten bate van de federale overheid.
L’administration des Domaines est notamment chargée de la perception des amendes pénales pour le compte des pouvoirs publics fédéraux.
1. Wat zijn de bedragen van niet-geı¨nde penale boeten, respectievelijk voor de jaren 1994, 1995, 1996, 1997, 1998 en 1999 ?
1. Quel est le montant des amendes pénales non perçues respectivement pour les années 1994, 1995, 1996, 1997, 1998 et 1999 ?
2. Kan u eventueel meedelen :
2. Pouvez-vous communiquer éventuellement :
a) wat de redenen zijn voor de niet-invordering van sommige boeten; b) welke diensten verantwoordelijk zijn voor de gebrekkige of niet-invordering;
a) Pourquoi certaines amendes n’ont-elles pas été perçues ? ` quels services la responsabilité de la mauvaise b) A perception ou de la non-perception incombe-t-elle ?
c) welke maatregelen getroffen worden om de invorderingswijze te verbeteren ?
c) Quelles mesures avez-vous prises pour améliorer le mode de perception ?
DO 1999200011300
DO 1999200011300
Vraag nr. 348 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 348 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
Aangifte van leveringen van goederen onder een douaneregeling inzake entrepot.
Déclaration de livraisons en entrepoˆts douaniers.
1. Moet een buitenlandse BTW-plichtige, die in Belgie¨ een aansprakelijke vertegenwoordiger voor de BTW heeft aangewezen, en die in Belgie¨ goederen koopt en wederverkoopt in een douane-entrepot, die
1. Lorsqu’un assujetti étranger, qui a désigné un représentant responsable TVA, achète et revend en Belgique des marchandises dans un entrepoˆt douanier, doit-il mentionner ces opérations dans la déclaration
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4218
handelingen vermelden in de door zijn aansprakelijke vertegenwoordiger in te dienen periodieke aangifte ? 2. a) Moet voor leveringen van goederen onder een douaneregeling inzake entrepot een factuur worden opgemaakt ? b) Op grond van welke stukken kan de buitenlandse BTW-plichtige de vrijstelling van BTW verantwoorden wanneer de goederen door een volgende koper uit het entrepot worden gehaald ?
périodique qui doit être déposée par son représentant responsable ? 2. a) Les livraisons qui portent sur des biens couverts par le régime d’entrepoˆt douanier doivent-elles donner lieu à l’émission d’une facture ? b) Sur la base de quels documents l’assujetti étranger peut-il justifier l’exemption lorsque c’est un acheteur subséquent qui sort les marchandises de l’entrepoˆt ?
DO 1999200011301
DO 1999200011301
Vraag nr. 349 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) : BTW. — Onroerende leasing. Vele contracten voor onroerende leasing werden afgesloten toen de rentevoet nog veel hoger lag.
Question no 349 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) : TVA. — Leasing immobilier. Beaucoup de contrats de leasing immobilier ont été conclus à une époque ou` le loyer de l’argent était nettement plus élevé qu’aujourd’hui. 1. Lorsque, conformément à une pratique générale en matière de contrats à long terme, le donneur en leasing immobilier et le preneur se mettent d’accord pour réduire le montant du loyer tout en permettant que le prix total des sommes à payer par le preneur pendant la durée du contrat et lors de la levée éventuelle de l’option reconstituent intégralement le capital investi, majoré des intérêts et des charges de l’opération, cette modification du contrat a-t-elle pour conséquence que l’opération ne respecterait plus les conditions prévues par l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 fixant le taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux ?
1. Wanneer zoals gebruikelijk is voor langetermijncontracten, de leasinggever en de leasingnemer het eens worden om de rentevoet te verlagen en ervoor zorgen dat het totale bedrag van de sommen die door de leasingnemer moeten worden betaald tijdens de duur van het contract en ingevolge de eventuele lichting van de optie, het de leasinggever mogelijk maken het geı¨nvesteerde kapitaal, verhoogd met de interesten en de financie¨le lasten van de verrichting, integraal weder samen te stellen, heeft die wijziging van het contract dan tot gevolg dat de verrichting niet meer conform is met het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven ? 2. Wanneer de partijen het eens worden om de rentevoet te verlagen en de prijs van de eventuele optie te verhogen, heeft die wijziging dan tot gevolg dat de overeenkomst conform blijft met het koninklijk besluit nr. 30 van 29 december 1992 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur, in die zin dat het totale bedrag van de sommen die door de leasingnemer moeten worden betaald tijdens de duur van het contract en ingevolge de eventuele lichting van de optie, het door de leasinggever geı¨nvesteerde kapitaal integraal weder samenstellen ?
2. Lorsque les parties se mettent d’accord pour réduire le montant du loyer et d’augmenter le prix de l’éventuelle option, cette modification a-t-elle pour conséquence que la convention respecte encore les conditions prévues par l’arrêté royal no 30 du 29 décembre 1992 relatif à l’application de la taxe sur la valeur ajoutée à la location-financement d’immeubles dans la mesure ou` le total des sommes à payer par le preneur pendant la durée du contrat et lors de la levée éventuelle de l’option reconstituent intégralement le capital investi par le donneur en leasing ?
DO 1999200011302
DO 1999200011302
Vraag nr. 350 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) : BTW-tarief op glas-in-loodramen. 1. Zijn glas-in-loodramen bestemd voor kerken kunstwerken in de zin van de bijlage Tabel A XXI van
Question no 350 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) : Taux de TVA sur les vitraux. 1. Les vitraux destinés à être placés dans des églises sont-ils des œuvres d’art au sens de l’annexe Tableau
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4219
het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven ?
A XXI de l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 fixant le taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux ?
2. a) Aan welk BTW-tarief is de levering van glas-inloodramen onderworpen ? b) Aan welk BTW-tarief is de levering en plaatsing van glas-in-loodramen onderworpen ?
2. ` quel taux de TVA est soumise la livraison de a) A vitraux ? ` quel taux de TVA est soumise la livraison et le b) A placement de vitraux ?
c) Onder welke voorwaarden kan de plaatsing van glas-in-loodramen als een nevenactiviteit van de levering van die ramen worden beschouwd ?
c) Sous quelles conditions le placement de vitraux peut-il être considéré comme accessoire à la livraison de ces vitraux ?
DO 1999200011304
DO 1999200011304
Vraag nr. 351 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 351 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
Oprichting van BTW-groepen.
Création de groupes TVA.
Artikel 4 van het BTW-Wetboek bepaalt dat de Koning de toestemming kan verlenen om in Belgie¨ BTW-groepen op te richten.
L’article 4 du Code de la TVA prévoit que le Roi peut autoriser la création de groupes TVA en Belgique.
1. Wat zijn de voordelen van een dergelijke regeling voor de ondernemingen ?
1. Quels sont les avantages d’une telle solution pour les entreprises ?
2. Heeft de Koning de oprichting van dergelijke groepen bij bijzondere en individuele beslissing toegestaan ?
2. Le Roi a-t-il autorisé la constitution de tels groupes par décision particulière et individuelle ?
3. Waarom werd die maatregel nooit ten uitvoer gelegd ?
3. Pourquoi cette mesure n’a-t-elle jamais été mise en œuvre ?
DO 1999200011305
DO 1999200011305
Vraag nr. 352 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 352 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Verlaagd tarief. — Verspreiding van verkiezingsboodschappen via Internet.
TVA. — Réduction. — Communications électorales via Internet.
Voor verkiezingsblaadjes geldt een verlaagd BTWtarief van 6 %.
La TVA portant sur les tracts et les documents électoraux est réduite à 6 %.
Door de evolutie van de maatschappij en de ontwikkeling van nieuwe technologiee¨n zijn nieuwe communicatiekanalen ontstaan.
L’évolution de la société et des technologies nouvelles amènent à utiliser comme mode de contact des moyens nouveaux.
Het gebruik van Internet neemt alsmaar toe.
Le recours à Internet est de plus en plus fréquent.
Kan het verlaagd BTW-tarief van 6 % tot alle via Internet verspreide verkiezingsboodschappen worden uitgebreid (het cree¨ren van sites, bijvoorbeeld) ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
La réduction à 6 % de la TVA peut-elle donc s’étendre à toutes les communications électorales via Internet (création de site par exemple) ?
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4220
DO 1999200011306
DO 1999200011306
Vraag nr. 353 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 353 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW en verlies van schuldvorderingen.
TVA et pertes de créances.
1. a) Wanneer schuldvorderingen op een gefailleerde onderneming definitief verloren zijn, kan de houder dan de BTW op zijn schuldvorderingen van de administratie terugvorderen ?
1. a) Le titulaire d’une créance sur entreprise faillie peut-il obtenir auprès de l’administration le remboursement de la TVA sur ses créances dans la mesure ou` elles sont perdues ?
b) Welke procedure moet de gefailleerde schuldenaar volgen ?
b) Quelles sont les formalités à accomplir par le débiteur failli ?
2. a) Wanneer een gefailleerde onderneming een gerechtelijk akkoord verkreeg, kan de houder terugbetaling van de BTW door de administratie verkrijgen ?
2. a) Le titulaire d’une créance sur une entreprise ayant obtenu un concordat judiciaire peut-il obtenir le remboursement de la TVA par l’administration ?
b) Leidt dat tot bijzondere verplichtingen voor de onderneming die het gerechtelijk akkoord verkreeg ?
b) Ceci entraıˆne-t-il des obligations particulières pour l’entreprise ayant obtenu le concordat ?
DO 1999200011307
DO 1999200011307
Vraag nr. 354 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 354 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Overbrengen of aankopen van een wagen vanuit een andere lidstaat.
TVA. — Transfert ou acquisition d’une voiture depuis un autre E´tat membre.
1. Moet een Belgische belastingplichtige die een volledig recht op aftrek geniet en die in een EU-lidstaat waar de BTW op de voertuigen niet aftrekbaar is (bijvoorbeeld Frankrijk) een auto koopt of van daar een auto laat overbrengen, in Belgie¨ een tweede maal BTW op het voertuig betalen ?
1. Dans quelle mesure l’assujetti belge ayant un droit entier à déduction qui transfère ou acquiert une voiture automobile depuis un E´tat ou` la TVA sur les voitures n’est pas déductible (par exemple : la France) doit-il acquitter à nouveau la TVA en Belgique ?
2. Gelden voor een particulier of voor een belastingplichtige die slechts een gedeeltelijk recht op aftrek geniet dezelfde regels ?
2. La procédure est-elle identique si la voiture est achetée par un particulier ou un assujetti n’ayant qu’un droit partiel à déduction ?
DO 1999200011309
DO 1999200011309
Vraag nr. 355 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 355 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Aangifte van vrijgestelde handelingen.
TVA. — Déclaration des opérations exemptées.
1. Moet de belastingplichtige die zowel belaste handelingen verricht als handelingen die krachtens artikel 44 van het BTW-Wetboek zijn vrijgesteld een factuur opmaken telkens hij aan een belastingplichtige of een rechtspersoon goederen of diensten levert ?
1. L’assujetti qui effectue à la fois des opérations taxées et d’autres opérations exemptées en application de l’article 44 du Code de la TVA doit-il émettre des factures pour toutes les livraisons de biens ou prestations de services qu’il fournit à des autres assujettis ou personnes morales ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4221
2. Zo neen, aan welke criteria moet de betrokken belastingplichtige voldoen om van een administratieve inschikkelijkheid te kunnen genieten ?
2. Si non, quels sont les critères pour pouvoir bénéficier d’une tolérance administrative ?
3. In welke rubriek van de periodieke BTWaangifte moet hij de handelingen vermelden die krachtens artikel 44 van het BTW-Wetboek zijn vrijgesteld ?
` quelle grille de la déclaration périodique à la 3. A TVA cet assujetti doit-il mentionner les opérations exemptées sur la base de l’article 44 du Code de la TVA ?
DO 1999200011310
DO 1999200011310
Vraag nr. 356 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 356 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Creditnota’s.
TVA. — Notes de crédit.
1. Is een BTW-plichtige die een creditnota uitschrijft ter attentie van een andere BTW-plichtige altijd verplicht op die nota de BTW te vermelden ?
1. Un assujetti à la TVA qui émet une note de crédit à l’attention d’un autre assujetti doit-il toujours mentionner la TVA sur cette note ?
2. Zijn er gevallen waarin de BTW verplicht op een creditnota dient te worden vermeld ?
2. Existe-t-il des cas ou` il est obligé de mentionner la TVA sur une note de crédit ?
DO 1999200011311
DO 1999200011311
Vraag nr. 357 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 357 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Aftrek. — Computers. — Spelletjes.
TVA. — Déduction. — Ordinateurs. — Jeux.
De prijs van de meeste computers omvat een vergoeding voor een Windows-besturingssysteem, ongeacht of het systeem al dan niet wordt geı¨nstalleerd of gebruikt. Dat systeem zou echter ook spelletjes zoals flippers e.a. bevatten.
Le prix de la plupart des ordinateurs comprend une redevance pour un système d’exploitation Windows, peu importe que ce système soit ou non installé ou utilisé. Or, il me revient que ce système comprend des jeux tels que des flippers et autres.
Mag de onderneming die computers aankoopt voor haar belaste activiteiten, maar die haar werknemers niet kan beletten van die spelletjes gebruik te maken, in die omstandigheden de BTW op de aankoop van die computers integraal aftrekken ?
Dans de telles circonstances, l’entreprise qui acquiert des ordinateurs pour son activité taxée, mais qui ne peut empêcher ses employés d’utiliser les jeux, peut-elle déduire la totalité de la TVA grevant l’acquisition des ordinateurs ?
DO 1999200011312
DO 1999200011312
Vraag nr. 358 van de heer Richard Fournaux van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 358 de M. Richard Fournaux du 23 mai 2000 (Fr.) :
BTW. — Verkoop van vuilniszakken.
TVA. — Revente des sacs poubelles.
1. Wanneer een gemeente vuilniszakken verkoopt waarop de naam van de gemeente is afgedrukt, is op die levering BTW verschuldigd ?
1. Lorsqu’une commune vend des sacs poubelles mentionnant son nom, la TVA est-elle due sur cette livraison ?
2. Wanneer een detailhandelaar diezelfde gemeentelijke vuilniszakken verkoopt waarop de naam van de
2. Lorsqu’un détaillant vend ces mêmes sacs poubelles communaux mentionnant le nom de la
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4222
gemeente is afgedrukt, is op de verkoop van die vuilniszakken door winkels of schoonmaakbedrijven BTW verschuldigd ? Zo ja, op welke grondslag berust die heffing en welk BTW-tarief is dan van toepassing ?
commune, la TVA est-elle due sur la vente de ces sacs poubelles par des magasins ou entreprises de nettoyage et si oui, sur quelle base et à quel taux ?
DO 1999200001054
DO 1999200001054
Vraag nr. 359 van de heer Alfons Borginon van 23 mei 2000 (N.) :
Question no 359 de M. Alfons Borginon du 23 mai 2000 (N.) :
Beleggingsfondsen. — Aankoopbeleid en verkoopbeleid. — Kostenniveau.
Fonds d’investissement. — Politique d’achat et de vente. — Niveau des couˆts.
Met de komst van beleggingsfondsen kan bijna iedereen profiteren van de mogelijkheden die beleggen biedt. Een particulier moet wel de afweging tussen mogelijk rendement (de verdeling van het te beleggen geld over aandelen, obligaties, liquide middelen, enz.) en aanvaardbaar risico (de keuze van een aandelen- of obligatiefonds) zelf maken.
Avec l’apparition des fonds d’investissement quasiment tout un chacun peut bénéficier des possibilités offertes par les investissements. Néanmoins, le particulier doit évaluer lui-même le rendement éventuel (la répartition de l’argent à investir entre les actions, les obligations, les actifs liquides, etc.) et le risque acceptable (le choix entre un fond d’actions ou obligataire).
Bij gelijksoortige fondsen is er een duidelijk verband tussen de lage kosten en (gemiddeld) een beter beleggingsresultaat. De particuliere belegger verhoogt de kans op een boven gemiddeld beleggingsresultaat aanzienlijk door niet alleen te kiezen voor fondsen passend bij het eigen risicoprofiel, maar ook voor fondsen met lage kosten. Als beleggingsfondsen verplicht worden de relevante kosten-informatie te verschaffen, kan die keuze beter gemaakt worden.
Des fonds équivalents révèlent un lien évident entre des couˆts faibles et (en moyenne) un meilleur rendement sur investissement. L’investisseur particulier augmente fortement ses chances d’obtenir (en moyenne) un meilleur rendement sur investissement, en choisissant non seulement un fond correspondant à son profil de risque mais aussi en optant pour un fond à couˆts faibles. Une obligation pour les fonds d’investissement de fournir les informations utiles sur les couˆts, permettrait aux particuliers d’effectuer un choix en meilleure connaissance de cause.
1. Bent u het met mij eens dat de reden voor het dikwijls hoge kostenniveau van beleggingsfondsen wel eens gelegen zou kunnen zijn in een excessief aan- en verkoopbeleid ?
1. Partagez-vous mon avis selon lequel le niveau des couˆts des fonds d’investissement pourrait bien résulter d’une politique excessive d’achat et de vente ?
2. Zou het niet nuttig zijn om beleggingsfondsen te verplichten in het jaarverslag de kosten verbonden aan hun aan- en verkoopbeleid te vermelden ?
2. Ne serait-il pas opportun d’obliger les fonds d’investissement à publier, dans leur rapport annuel, les couˆts liés à leur politique d’achat et de vente ?
3. Overweegt u niet om in het marketing- en informatiemateriaal van de beleggingsfondsen de jaarlijkse kosten als percentage van de waarde van de participaties te laten vermelden en het effect van de jaarlijkse kosten op de beleggingsopbrengst weer te geven ?
3. N’envisagez-vous pas de faire publier les couˆts annuels dans les éléments de marketing et d’information des fonds d’investissement exprimés en pourcentage de la valeur des participations et de faire indiquer l’effet des couˆts annuels sur le rendement des investissements ?
DO 1999200011316
DO 1999200011316
Vraag nr. 360 van de heer Fred Erdman van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 360 de M. Fred Erdman du 24 mai 2000 (N.) :
Geldboeten wegens tergend of roekeloos hoofdberoep.
Amendes pour appel principal téméraire ou vexatoire.
Bij artikel 52 van de wet van 3 augustus 1992 werd artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd.
L’article 52 de la loi du 3 aouˆt 1992 a inséré dans le Code judiciaire un article 1072bis.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4223
Los van de regeling, met betrekking tot de schadevergoeding wegens tergend of roekeloos hoofdberoep die wordt gevorderd door een partij, wordt ook in de mogelijkheid voorzien voor de rechter in hoger beroep om een geldboete uit te spreken wegens tergend of roekeloos hoofdberoep.
Outre la disposition relative aux dommages-intérêts éventuellement réclamés par une partie, cet article prévoit également la possibilité pour le juge d’appel d’imposer une amende pour cause d’appel téméraire ou vexatoire.
De tekst van de wet bepaalde de grens van de geldboete op minimum 5 000 frank en maximum 100 000 frank, met de mogelijkheid voor de Koning om het minimum en maximum bedrag om de vijf jaar aan te passen.
La loi fixe l’amende à 5 000 francs minimum et 100 000 francs maximum et prévoit que le Roi peut adapter les sommes minimales et maximales au couˆt de la vie tous les cinq ans.
Deze tekst is op 1 januari 1993 in werking getreden.
Les dispositions en question sont entrées en vigueur au 1er janvier 1993.
De tekst bepaalt dat de geldboete wordt geı¨nd door de administratie der Registratie en Domeinen.
La loi prévoit encore que l’amende est perçue par l’administration de l’Enregistrement et des Domaines.
Kan u navraag doen of deze administratie effectief en concreet gelast is geworden om in uitvoering van vonnissen en arresten gewezen in hoger beroep, de bedoelde geldboeten te innen en welke bedragen onder die hoofding werden geboekt in de jaren 1993 tot 1999 ?
Cette administration a-t-elle effectivement été chargée de la perception, en exécution des jugements et arrêts rendus en appel, des amendes en question ? Quel est le montant des amendes perçues de ce chef au cours des années 1993 à 1999 ?
DO 1999200011318
DO 1999200011318
Vraag nr. 361 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 361 de Mme Annemie Van de Casteele du 24 mai 2000 (N.) :
Bedrieglijke praktijken bij invoer in de EU.
Pratiques abusives à l’importation au sein de l’UE.
Uit het beleidsplan van Douane en Accijnzen blijkt dat de administratie geen duidelijk beeld zou hebben van de fraude en misdaad op haar bevoegdheidsgebied. Op die manier wordt gerichte controle bemoeilijkt. Bovendien zou er een grote achterstand zijn op het vlak van de invordering van ontdoken heffingen en accijnzen, en dit tot vo´o´r 1997.
Il ressort du plan de gestion des Douanes et Accises que l’administration n’aurait pas une idée précise de l’ampleur de la fraude et de la criminalité dans le domaine de ses compétences. Cette situation entrave tout controˆle spécifique. En outre, le recouvrement des accises et prélèvements éludés accuserait un arriéré important. Cet arriéré remonterait à une période antérieure à 1997.
De Europese Commissie scheldt uitstaande schulden enkel kwijt als de administratie kan aantonen dat ze al het mogelijke heeft gedaan om de schuld te innen.
La Commission européenne ne donne quittance des dettes que lorsque l’administration est en mesure de prouver qu’elle a tout mis en œuvre pour les récupérer.
De dienst Geschillen van de Douane stelde vast dat er voor het jaar 1998 aan accijnzen nog een schuld openstaat van 6,7 miljard frank. Voor 1997 is dat 5 miljard frank. Over de jaren voordien zouden geen cijfers bekend zijn. Volgens de dienst zou niemand zicht hebben op die schuld waardoor ze ook niet geı¨nd zou worden.
Le service des litiges de la Douane a constaté que, pour l’année 1998, une dette de 6,7 milliards de francs était due en matière d’accises. Ce chiffre se monte à 5 milliards de francs pour l’année 1997. Les chiffres relatifs aux années précédentes ne seraient pas connus. Selon le service, nul ne connaıˆtrait précisément la nature de ces dettes, lesquelles ne peuvent par conséquent être perçues.
1. Welk is de uitstaande schuld inzake douane en accijnzen ?
1. Quel est le montant des dettes dues en matière de douanes et accises ?
2. Welke inspanningen werden gedaan om de invordering te verbeteren ?
2. Quelles mesures ont été prises pour améliorer le recouvrement ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
543
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4224
DO 1999200011322
DO 1999200011322
Vraag nr. 362 van de heer Claude Eerdekens van 24 mei 2000 (Fr.) :
Question no 362 de M. Claude Eerdekens du 24 mai 2000 (Fr.) :
Ontvangkantoren. — Benoeming van titularissen. — Aansprakelijkheid van de ontvangers.
Bureaux de recettes. — Nomination des titulaires. — Responsabilité des receveurs.
Krachtens de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof is de ontvanger aansprakelijk, ook in geval van nalatigheid.
Actuellement, en vertu de la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes, le receveur est responsable même dans le cas d’une simple négligence.
Naar ik verneem vindt uw departement moeilijk titularissen voor de ontvangkantoren.
Il me revient que votre département a des difficultés pour nommer des titulaires dans les bureau de recettes.
1. Klopt dat ?
1. Cette situation est-elle exacte ?
2. Hoeveel ontvangkantoren worden beheerd door « interimarissen », ambtenaren die niet de vereiste graad hebben om de functie te bekleden, en hoe is de situatie in Antwerpen en Brussel ?
2. Quel est le nombre de bureaux de recettes qui sont gérés par des « intérimaires », c’est-à-dire par des agents qui n’ont pas le grade requis pour occuper la fonction et quelle est la situation à Anvers et à Bruxelles ?
3. Moet de aansprakelijkheid van de ontvangers niet worden beperkt en gelijkgesteld met wat gangbaar is in de particuliere sector, waar de werknemer slechts aansprakelijk is in geval van bedrog of zware tekortkoming ?
3. Ne faut-il pas limiter la responsabilité des receveurs et l’aligner sur celle du secteur privé qui prévoit que le travailleur n’est responsable que de son dol et de faute lourde ?
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie
E´conomie
DO 1999200011321
DO 1999200011321
Vraag nr. 71 van de heer Claude Eerdekens van 24 mei 2000 (Fr.) :
Question no 71 de M. Claude Eerdekens du 24 mai 2000 (Fr.) :
NMBS. — Clie¨nten. — Informatie over de prijzen van de treinreizen.
SNCB. — Clients. — Information sur le prix du voyage à effectuer.
De NMBS zou in sommige gevallen niet in staat zijn de clie¨nten over de prijzen van de treinreizen in te lichten.
Il me revient que, dans certaines situations, la SNCB n’est pas à même d’informer le client sur le prix du voyage à effectuer.
Wanneer de clie¨nten twee of verscheidene op elkaar aansluitende « Thalys-treinen » (Brussel-Lausanne bijvoorbeeld) moeten nemen, zouden zij pas op het ogenblik waarop het treinkaartje wordt afgedrukt weten hoeveel zij precies moeten betalen.
Ainsi, lorsqu’il y a correspondance entre deux ou plusieurs « Thalys » (par exemple Bruxelles-Lausanne), le client ne connaıˆt le prix exact qu’au moment ou` le billet est confectionné.
1. Klopt dat ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1. Cette situation est-elle exacte ?
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4225
2. Is dat wettelijk ?
2. Est-elle légale ?
3. Welke maatregelen worden getroffen :
3. Quelles mesures seront-elles prises :
a) enerzijds, om de consument beter te beschermen;
a) d’une part, pour mieux protéger le consommateur;
b) anderzijds, om het werk van het NMBS-personeel, dat momenteel geen andere mogelijkheid heeft dan het treinkaartje te annuleren als de clie¨nt de prijs van de treinreis te hoog vindt, te vergemakkelijken ?
b) et, d’autre part, pour faciliter le travail des agents de la SNCB qui jusqu’à présent ont comme seule possibilité d’annuler le billet si le client estime que le prix du voyage est trop élevé ?
4. Wanneer zullen clie¨nten de prijzen van alle treinreizen vooraf kennen ?
4. Dans quel délai, le client pourra-t-il connaıˆtre au préalable le prix de n’importe quel trajet en train ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4227
Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Eerste minister
Premier ministre
DO 1999200011314
DO 1999200011314
Vraag nr. 42 van de heer Gerolf Annemans van 24 mei 2000 (N.) :
Question no 42 de M. Gerolf Annemans du 24 mai 2000 (N.) :
Mogelijke politieke rol van het Hof bij de overnamestrijd rond de Generale Bank in 1997-1998.
Roˆle politique qu’a pu jouer le Palais dans la lutte pour la reprise de la Générale de Banque en 19971998.
In het boek Zes huwelijken en een begrafenis van Stefaan Michielsen en Béatrice Delvaux wordt gesuggereerd dat het Hof in 1997-1998 een actieve politieke rol heeft gespeeld bij de overnamestrijd rond de Generale Bank.
Selon les auteurs du livre Le bal des empires, les dessous du capitalisme belge, Stefaan Michielsen et Béatrice Delvaux, le Palais aurait joué un roˆle politique actif dans la lutte pour la reprise de la Générale de Banque.
Zo wordt Maurice Lippens, voorzitter van Fortis AG, op 12 december 1997 op het Paleis ontvangen, omdat het Hof meende dat het nuttig was dat de Fortis-voorzitter zijn fusieplan tussen de Generale Bank en Fortis kwam toelichten. Over deze audie¨ntie schrijven Stefaan Michielsen en Béatrice Delvaux op bladzijde 155 van voornoemd boek : « Op 12 december ontvangt de koning Maurice Lippens in audie¨ntie op het Paleis. Zijn kabinetschef, Jacques van Ypersele de Strihou, dacht dat het nuttig was dat de voorzitter van Fortis persoonlijk zijn project aan het Staatshoofd zou komen uitleggen. Bij die gelegenheid zou de vorst Lippens kunnen meedelen dat hij het erg zou waarderen als de fusie van de ASLK met de Generale Bank onder de vleugels van Fortis zou lukken, gezien het belang van de operatie voor het land. Het Hof heeft het nog altijd moeilijk om te aanvaarden dat de Nederlandse vlag wappert op het gebouw van de BBL in de Marnixlaan. Het onderhoud van Lippens met de koning Albert II duurt meer dan twee uur. »
C’est dans ce cadre que le président de Fortis AG, Maurice Lippens, a été reçu en audience le 12 décembre 1997 puisque le Palais souhaitait qu’il expose son projet de fusion entre la Générale de Banque et Fortis. ` la page 151 de l’ouvrage susmentionné, Stefaan A Michielsen et Béatrice Delvaux décrivent cette audience : « Le 12 décembre, Maurice Lippens est reçu en audience au Palais royal. Le chef de cabinet du Roi, Jacques van Ypersele de Strihou, a jugé utile que le président de Fortis AG explique personnellement son ` cette occasion, le Roi répète à projet au Souverain. A Maurice Lippens qu’il serait très satisfait d’un succès de la fusion entre la Générale de Banque et la CGER, sous les ailes de Fortis, vu l’importance de l’opération pour le pays. Le Souverain accepte mal que le drapeau néerlandais flotte sur le baˆtiment de la Banque Bruxelles Lambert, avenue Marnix. L’entretien de Maurice Lippens avec le roi Albert II dure plus de deux heures. »
Over de « wijze raad » van koning Albert II aan de heer Janssen, voorzitter van de raad van bestuur van de toenmalige Generale Bank, met het oog op een fusie tussen de Generale Bank en Fortis kunnen we lezen op blz. 169 : « Iedereen rond de tafel kan meeluisteren hoe koning Albert II de voorzitter van de raad van bestuur van de bank aanmaant om tot een vergelijk te komen met Fortis. Paul-Emmanuel Janssen is een beetje uit
En ce qui concerne le « conseil judicieux » que le Roi aurait donné à M. Janssen, à l’époque président du conseil d’administration de la Générale de Banque, au sujet de la fusion entre la Générale de Banque et Fortis, on peut lire à la page 173 : « Chacun autour de la table peut constater combien Albert II exhorte le président du conseil à trouver un arrangement avec Fortis. Dans l’intérêt du pays. Paul-Emmanuel Janssen est un peu
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4228
het lood geslagen door die koninklijke demarche, maar hij kan toch een repliek formuleren : « Majesteit, het is allemaal niet zo eenvoudig. Wij hebben niets tegen Fortis. Maar wij zijn van oordeel dat hun voorstel niet goed is voor de bank, omdat ... » De Koning laat hem niet uitspreken : « Excuseer me, maar ik heb niet veel tijd. Ik bel met mijn GSM vanuit mijn vakantieoord. Als ik terug in Brussel ben, moeten wij die zaak eens uitgebreider bespreken. » En de verbinding wordt verbroken.
désarçonné par la démarche royale mais il peut malgré tout répondre : « Majesté, ce n’est pas si simple. Nous n’avons rien contre Fortis. Mais nous sommes d’avis que cette proposition n’est pas bonne pour la banque ... » Le Roi ne le laisse pas poursuivre : « Excusez-moi, mais je n’ai pas beaucoup de temps. Je téléphone sur mon GSM de mon lieu de vacances. Dès mon retour à Bruxelles, nous aurons une conversation plus approfondie. » La communication s’achève.
Het gesprek dat de Koning had beloofd zal nooit plaatsvinden, ook al vragen Paul-Emmanuel Janssen en Fred Chaffart herhaaldelijk aan Jacques van Ypersele de Strihou om door het staatshoofd ontvangen te mogen worden. »
La conversation promise n’aura jamais lieu, malgré les demandes répétées de Paul-Emmanuel Janssen et Fred Chaffart auprès de Jacques van Ypersele de Strihou, le chef de cabinet du Roi. »
Over het ontbieden van Fons Verplaetse, Jean-Luc Dehaene en Philippe Maystadt bij de koning om reden dat Albert II meende dat het bod van ABN Amro op de Generale Bank diende gepareerd te worden en over het weigeren van de koning om de voorzitter van de ABN Amro-bank, de heer Jan Kalff, een onderhoud toe te staan, schrijven de twee auteurs op bladzijde 185 : « Dinsdag al ontvangt de Koning Fons Verplaetse in audie¨ntie, om hem zijn bezorgdheid over te maken over het initiatief van ABN Amro. Verplaetse verzekert de Vorst dat hij alles zal doen wat in zijn mogelijkheden ligt om de aanval van ABN Amro af te slaan. » En verder op dezelfde bladzijde : « Jacques van Ypersele weigert Jan Kalff te zien. De Koning ontbiedt dezelfde dag Jean-Luc Dehaene en Philippe Maystadt naar het paleis. »
` la page 188, les auteurs évoquent la convocation A de Fons Verplaetse, de Jean-Luc Dehaene et de Philippe Maystadt que le Roi souhaite rencontrer afin de contrer l’offre d’ABN Amro sur la Générale de Banque et ils décrivent également le refus du Roi de recevoir en audience M. Jan Kalff, président de la banque ABN Amro : « Le mardi même, Verplaetse est reçu en audience en extrême urgence au Palais. Le Roi lui exprime son inquiétude face à l’initiative d’ABN Amro. Verplaetse assure au Souverain qu’il fera tout ce qui est en son pouvoir pour repousser l’offensive d’ABN Amro. » Sur la même page les auteurs poursuivent : « Jacques van Ypersele refuse de rencontrer Jan Kalff. Le Roi reçoit le même jour en audience au Palais Jean-Luc Dehaene et Philippe Maystadt. »
Werden de demarches van de koning, zo onder meer :
Les démarches du Roi, dont :
— de audie¨ntie op 12 december 1997 van de heer Maurice Lippens;
— l’audience du 12 décembre 1997 de M. Maurice Lippens;
— het telefoongesprek met de voormalige voorzitter van de raad van bestuur van de Generale Bank, de heer Janssen, over de bewerkstelling van een fusie tussen de Generale Bank en Fortis;
— l’entretien téléphonique avec l’ancien président du conseil d’administration de la Générale de Banque, M. Janssen, concernant la réalisation de la fusion entre la Générale de Banque et Fortis;
— de gesprekken met toenmalig gouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse op 26 mei 1998 en met de heren Dehaene en Maystadt op 27 mei 1998;
— la conversation avec l’ancien gouverneur de la Banque nationale, M. Fons Verplaetse, le 26 mai 1998 et avec MM. Dehaene et Maystadt le 27 mai 1998;
en waarvan sommigen ongetwijfeld onmiskenbaar een politieke draagwijdte hadden, gedekt door de ministerie¨le verantwoordelijkheid ?
et dont certaines revêtent une portée politique incontestable, sont-elles couvertes par la responsabilité ministérielle ?
Antwoord : Krachtens artikel 88 van de Grondwet, is de persoon van de Koning onschendbaar; zijn ministers zijn verantwoordelijk. Uit die bepaling vloeit voort dat elke handeling van de Koning, die een rechtstreekse of onrechtstreekse politieke weerslag kan hebben, door een minister moet gedekt zijn. Dit beginsel is in artikel 106 van de Grondwet ingeschreven.
Réponse : En vertu de l’article 88 de la Constitution, la personne du Roi est inviolable; ses ministres sont responsables. Il en découle que tout acte du Roi susceptible d’avoir une incidence politique directe ou indirecte, doit être couvert par un ministre. Ce principe est inscrit à l’article 106 de la Constitution.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4229
De bedoelde handelingen vallen echter onder de politieke verantwoordelijkheid van de vorige regering. De verantwoordelijkheid van de huidige regering kan dus niet in het geding worden gesteld.
Toutefois, les actes visés relèvent de la responsabilité politique du gouvernement précédent. La responsabilité du gouvernement actuel n’est donc pas engagée.
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 1999200011175
DO 1999200011175
Vraag nr. 96 van mevrouw Kathleen van der Hooft van 4 mei 2000 (N.) :
Question no 96 de Mme Kathleen van der Hooft du 4 mai 2000 (N.) :
Huisbedienden. — Lastenverlaging.
Travailleurs domestiques. — Réduction de charges.
Het koninklijk besluit nr. 483 van 22 december 1986 tot vermindering van de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers bij de indienstneming van dienstboden, gewijzigd bij de wetten van 7 november 1987 en 13 februari 1998, voorziet in een vrijstelling van RSZbijdragen met uitzondering van de bijdragen voor het jaarlijks vakantiegeld en het betaald educatief verlof voor de indienstneming van één huisbediende per natuurlijke persoon.
L’arrêté royal no 483 du 22 décembre 1986 portant réduction des cotisations patronales de sécurité sociale pour l’engagement de travailleurs domestiques, modifié par les lois des 7 novembre 1987 et 13 février 1998, prévoit une dispense de cotisations ONSS, à l’exception des cotisations afférentes au pécule de vacances annuel et au congé éducatif payé, pour l’engagement d’un travailleur domestique par personne physique.
De impact van deze nochtans aantrekkelijke maatregel is steeds beperkt gebleven, niet alleen omwille van de directe concurrentie met de maatregel voor de occasionele arbeid en het zwarte circuit, maar ook omwille van een « toeleidingsprobleem ». Het is immers niet altijd even gemakkelijk om personen te vinden die in dienst willen treden in het systeem van huisbedienden. Bovendien is de doelgroep beperkt tot personen die ten minste zes maanden uitkeringsgerechtigd volledig werkloos (UVW) zijn ofwel het bestaansminimum genieten of recht hebben op sociale bijstand. Indien de personen niet aan deze vereisten voldoen, zou de werkgever die iemand engageert die buiten de doelgroep valt, naar verluidt niet kunnen genieten van de forfaitaire patronale lastenverlaging die is ingegaan op 1 april 2000.
L’incidence de cette mesure pourtant, au demeurant, attrayante est toujours restée limitée, non seulement parce qu’elle est directement concurrencée par la mesure relative au travail occasionnel et au circuit du travail au noir, mais également en raison d’un « problème d’orientation ». En effet, il n’est pas toujours facile de trouver des personnes désireuses d’entrer dans le système des travailleurs à domicile. En outre, le groupe cible se limite aux choˆmeurs complets indemnisés depuis au moins six mois, aux minimexés ou encore aux bénéficiaires de l’aide sociale. Il me revient que si les personnes ne remplissent pas ces conditions, l’employeur qui recrute une personne ne faisant pas partie du groupe cible ne peut pas bénéficier de la réduction forfaitaire de charges patronales, entrée en vigueur le 1er avril 2000.
1. Klopt het inderdaad dat de lastenverlaging niet van toepassing is op de indienstneming van huisbedienden, die niet voldoen aan de vereiste van zes maanden UVW, bestaansminimum of sociale bijstand ?
1. Est-il exact que la diminution de charges ne s’applique pas à l’engagement de travailleurs domestiques qui ne remplissent pas la condition relative aux six mois minimums en tant que choˆmeur complet indemnisé, au minimex ou à l’aide sociale ?
2. Zo ja, wat is hiervan de reden ?
2. Dans l’affirmative, quelle en est la raison ?
3. Zal de lastenverlaging alsnog van toepassing worden ?
3. La réduction de charges sera-t-elle malgré tout d’application ?
4. Zal de vereiste van zes maanden werkloosheid in de toekomst komen te vervallen met het oog op een
4. La condition liée aux six mois de choˆmage serat-elle abandonnée à l’avenir, afin de mieux orienter les
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4230
betere toeleiding van werkzoekenden naar het systeem van huisbedienden ?
demandeurs d’emploi vers le système des travailleurs domestiques ?
Antwoord : Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Sociale Zaken. (Vraag nr. 164 van 28 juni 2000.)
Réponse : La question relève de la compétence de mon collègue le ministre des Affaires sociales. (Question no 164 du 28 juin 2000.)
DO 1999200011355
DO 1999200011355
Vraag nr. 104 van de heer Jef Valkeniers van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 104 de M. Jef Valkeniers du 30 mai 2000 (N.) :
Hoog aantal openstaande betrekkingen bij firma’s. — Rondetafelconferentie. — Aanpassingen onderwijs.
Nombre élevé d’emplois vacants dans les entreprises. — « Table ronde ». — Adaptation de l’enseignement. ` l’heure actuelle, nous constatons que des milliers A d’emplois restent vacants dans les entreprises alors qu’il y a des centaines de milliers de choˆmeurs.
We stellen vast dat op dit ogenblik duizenden betrekkingen openstaan bij firma’s die niet kunnen worden ingevuld ondanks het feit dat er nog honderdduizenden werklozen zijn. Is het geen hoog tijd voor een Rondetafelconferentie waaraan wordt deelgenomen door de werkgevers- en werknemersorganisaties, de middenstandorganisaties en gans de onderwijssector om na te gaan welke aanpassingen er moeten plaatsgrijpen in ons onderwijs om het beter aan te passen aan de huidige en toekomstige noden van de arbeidsmarkt ?
N’est-il pas urgent d’organiser une « table ronde » à laquelle participeraient les organisations syndicales, patronales et des classes moyennes ainsi que l’ensemble du secteur de l’enseignement afin de définir les adaptations qui s’imposent pour que l’enseignement réponde mieux aux besoins actuels et futurs du marché du travail ?
Antwoord : De problematiek van de niet ingevulde betrekkingen verdient de nodige aandacht en het onderwijs speelt in dit verband zeker een belangrijke rol. Ik dien er evenwel aan te herinneren dat het onderwijs en de arbeidsbemiddeling tot de bevoegdheid van respectievelijk de gemeenschappen en de gewesten behoren en het derhalve op deze beleidsniveaus is dat initiatieven moeten genomen worden met het oog op het beter aanpassen van het onderwijs aan de huidige en de toekomstige noden van de arbeidsmarkt.
Réponse : La problématique des offres d’emplois non satisfaites mérite toute l’attention nécessaire et l’enseignement joue certainement un roˆle important en la matière. Je dois toutefois rappeler que l’enseignement et le placement relèvent de la compétence respective des communautés et des régions et qu’il leur appartient dès lors de prendre des initiatives permettant de mieux adapter l’enseignement aux besoins actuels et futurs du marché de l’emploi.
DO 1999200011356
DO 1999200011356
Vraag nr. 105 van de heer Jef Valkeniers van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 105 de M. Jef Valkeniers du 30 mai 2000 (N.) :
Firma’s. — Moeilijkheden bij vervanging van loopbaanonderbrekers door uitkeringsgerechtigde werklozen.
Entreprises. — Difficultés pour remplacer des personnes en interruption de carrière par des choˆmeurs indemnisés.
Het wordt voor vele firma’s een hele krachttoer om loopbaanonderbrekers te vervangen door uitkeringsgerechtigde werklozen.
Le remplacement de personnes en interruption de carrière par des choˆmeurs indemnisés représente pour de nombreuses entreprises un véritable tour de force.
Moet dit systeem niet worden aangepast ?
Ne conviendrait-il pas d’adapter ce système ?
Antwoord : Het momenteel geldende principe is dat de werknemer die in loopbaanonderbreking gaat,
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
Réponse : Selon le principe actuellement en vigueur, le travailleur prenant une interruption de carrière doit
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4231
dient vervangen te worden. Toch wil ik opmerken dat er op dit principe reeds een aantal afwijkingen bestaan : zo heeft de werkgever geen vervangingsplicht indien het gaat om een loopbaanonderbreking wegens palliatieve zorgen. Bovendien zijn de kleinere ondernemingen, namelijk deze met minder dan 10 werknemers, vrijgesteld van de vervangingsverplichting.
être remplacé. Je tiens cependant à faire remarquer qu’il existe un certain nombre de dérogations à ce principe : ainsi, l’employeur n’a pas d’obligation de remplacement s’il s’agit d’une interruption de carrière en raison de soins palliatifs. En outre, les petites entreprises, notamment de moins de 10 travailleurs, sont exemptées de l’obligation de remplacement.
Waar wel een vervangingsverplichting geldt, dient opgemerkt dat er reeds sedert geruime tijd niet meer wordt vereist dat de vervanger een vergoede werkloze is. Tal van categoriee¨n, die geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen, komen immers ook in aanmerking als vervanger. Om maar enkele voorbeelden te citeren :
En cas d’obligation de remplacement, il n’est plus requis depuis déjà un certain laps de temps que le remplaçant soit un choˆmeur indemnisé. Une série de demandeurs d’emploi, qui ne bénéficient pas d’allocations de choˆmage, entrent, en effet, en ligne de compte en tant que remlaçant. Pour ne citer que quelques exemples :
— de deeltijdse werknemers in de onderneming;
— les travailleurs à temps partiel dans l’entreprise;
— de schoolverlaters tijdens hun periode van wachttijd;
— les personnes ayant quitté l’école pendant leur période d’attente;
— de herintreders en herintreedsters, zijnde de personen die vroeger gewerkt hebben als loontrekkende, die zich een tijd terugtrokken uit de arbeid, bijvoorbeeld voor de opvoeding van de kinderen, en die zich nadien terug inschrijven als werkzoekende;
— les personnes reprenant le travail après s’être retirées du marché du travail pendant un certain temps, par exemple pour l’éducation des enfants, et qui ensuite se réinscrivent en tant que demandeurs d’emploi;
— de bestaansminimumgerechtigden en de personen van vreemde nationaliteit die recht hebben op sociale bijstand en ingeschreven zijn in het bevolkingsregister;
— les minimexés et les personnes de nationalité étrangère ayant droit à l’aide sociale inscrits au registre de la population;
— de geschorsten wegens artikel 80 van de werkloosheidsreglementering;
— les personnes suspendues en raison de l’article 80 de la réglementation de choˆmage, à savoir le choˆmage de longue durée;
— de werknemers die in de maand voor hun aanwerving bij de werkgever werkten als uitzendkracht.
— les travailleurs qui, pendant le mois précédant leur engagement, travaillaient pour l’employeur en tant qu’intérimaires.
Het gaat dus om een zeer omvangrijke groep die in aanmerking komt als geldige vervanger : vooreerst de ongeveer 360 000 uitkeringsgerechtigde werklozen, daarnaast de ongeveer 80 000 gerechtigden op het bestaansminimum alsook een onbekend aantal herintreders, geschorsten, ex-uitzendkrachten. In totaal gaat het dus zeker over meer dan 500 000 geldige vervangers.
Il s’agit donc d’un groupe très étendu qui entre en ligne de compte en tant que remplaçant valable : les environ 360 000 choˆmeurs indemnisés, plus les environ 80 000 ayants droit au minimex ainsi qu’un nombre inconnu de personnes reprenant le travail, suspendues, ex-intérimaires. Au total, cela concerne certainement plus de 500 000 remplaçants potentiels.
Bovendien is het zo dat de werkgever de vervanger van de loopbaanonderbreking niet noodzakelijk hetzelfde werk moet laten uitvoeren. Via een interne reorganisatie kan hij de vrijgekomen functie van de loopbaanonderbreker invullen via een reeds in dienst zijnde werknemer, en de werknemer die hij verplicht is aan te werven inzetten voor een andere job.
En outre, l’employeur ne doit pas nécessairement faire exécuter le même travail au remplaçant d’interruption de carrière. Par le biais d’une réorganisation interne, il peut remplir la fonction vacante de la personne ayant pris une interruption de carrière par un travailleur déjà en service, et d’occuper le travailleur remplaçant dans une autre fonction.
Dat werkgevers moeilijkheden ondervinden om voor sommige loopbaanonderbrekers een geldige vervanger te vinden zal dus wel voorkomen, doch zou eerder de uitzondering moeten zijn dan de regel.
Certes des employeurs éprouveront des difficultés à trouver un remplaçant valable pour certaines personnes en interruption de carrière, mais cela devrait être relativement exceptionnel.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
544
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4232
Bovendien heeft het ministerieel besluit van 6 mei 1999 de procedure bepaald die de werkgever dient te volgen om vrijgesteld te worden van de vervangingsplicht, indien hij op een objectieve wijze kan bewijzen dat hij onder de categoriee¨n van geldige vervangers geen geschikte vervanger vindt voor de gevraagde functie. Deze bepaling maakt het mogelijk, juist voor deze specifieke functies waarvoor er een gebrek is aan arbeidskrachten, vrijgesteld te worden van de vervangingsplicht.
En outre, un arrêté ministériel du 6 mai 1999 a fixé la procédure par laquelle l’employeur peut être dispensé de l’obligation de remplacement, s’il peut prouver de manière objective qu’il ne trouve pas de remplaçant adéquat parmi les catégories de remplaçants valables pour la fonction demandée. Cette disposition permet, justement pour ces fonctions spécifiques pour lesquelles il y a pénurie de main-d’œuvre, d’être exempté de l’obligation de remplacement.
Dit alles wil echter niet zeggen dat ik ongevoelig zou zijn voor de problemen die de werkgevers ondervinden bij het invullen van deze vervangingsplicht. Ik meen dat het aangewezen zou zijn om in overleg met de sociale gesprekspartners de volledige problematiek van de arbeidsduurvermindering en de arbeidsherverdeling verder te onderzoeken, waarbij bijvoorbeeld een verruiming van het recht op loopbaanonderbreking zou kunnen gekoppeld worden aan een verdere versoepeling van de vervangingsplicht.
Cela dit, je reste sensible aux problèmes que les employeurs rencontrent pour satisfaire à cette obligation de remplacement. Je pense qu’il serait indiqué d’examiner de manière plus approfondie toute la problématique de la réduction du travail avec les interlocuteurs sociaux, où l’on pourrait par exemple combiner une extension du droit à l’interruption de carrière à un nouvel assouplissement de l’obligation de remplacement.
DO 1999200011390
DO 1999200011390
Vraag nr. 108 van de heer Luc Paque van 7 juni 2000 (Fr.) :
Question no 108 de M. Luc Paque du 7 juin 2000 (Fr.) :
Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000.
Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000.
Kunt u mij voor de onderscheiden departementen die onder uw bevoegdheid ressorteren, aangeven welke bedragen rechtstreeks of onrechtstreeks naar het Europees voetbalkampioenschap (Euro 2000) gaan en onder welke begrotingsartikelen zij worden uitgetrokken ?
Pourriez-vous communiquer les montants des budgets affectés directement ou indirectement à l’organisation du Championnat d’Europe de football (Euro 2000), ainsi que les articles budgétaires concernés dans les différents départements relevant de vos compétences ?
Antwoord : In het departement ressorterend onder mijn bevoegdheid, werd geen enkel budget toegewezen aan de organisatie van het Europees voetbalkampioenschap (Euro 2000).
Réponse : Dans le département relevant de ma compétence, aucun budget n’a été affecté à l’organisation du Championnat d’Europe de football (Euro 2000).
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
DO 1999200011286
DO 1999200011286
Vraag nr. 58 van de heer Filip Anthuenis van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 58 de M. Filip Anthuenis du 22 mai 2000 (N.) :
Internationale Arbeidsorganisatie. — Conventie nr. 181. — Ratificatie.
Organisation internationale du travail. — Convention no 181. — Ratification.
In juni 1997 keurde de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) Conventie nr. 181 goed. Deze conventie
L’Organisation internationale du travail (OIT) a adopté en juin 1997 la Convention no 181 qui remplace
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4233
verving Conventie nr. 96 die dateerde uit 1948 en de overheid een monopolie toekende inzake arbeidsbemiddeling. De nieuwe conventie gaat uit van het tegenovergestelde principe en kent een belangrijke rol toe aan de private intermediairen. Voortaan wordt uitgegaan van een complementariteit van en samenwerking tussen publieke en private actoren inzake arbeidsbemiddeling. Het Vlaamse Gewest keurde op 31 maart 1999 het decreet over de private arbeidsbemiddeling goed en speelde daardoor in op de nieuwe internationale conventie.
la Convention no 96 de 1948 attribuant aux pouvoirs publics un monopole en matière de promotion de l’emploi. La nouvelle convention adopte le principe inverse et réserve un roˆle important aux intermédiaires privés. Dorénavant, on table sur la complémentarité des responsables publics et privés en matière de promotion de l’emploi ainsi que sur leur coopération. Le 31 mars 1999, la Région flamande a adopté le décret relatif à la promotion de l’emploi par le secteur privé et s’est ainsi conformée à la nouvelle convention internationale.
Ofschoon de bepalingen in de nieuwe conventie stilaan effectief worden toegepast, werd deze conventie nog niet geratificeerd.
La nouvelle convention n’a pas encore été ratifiée bien que ses dispositions soient progressivement appliquées dans la pratique.
1. Overweegt u een initiatief te nemen teneinde te komen tot een snelle ratificatie van IAO-conventie nr. 181 ?
1. Envisagez-vous de prendre une initiative pour que la convention no 181 de l’OIT soit rapidement ratifiée ?
2. Op welke termijn mag de ratificatie van IAOconventie nr. 181 op het federale niveau worden verwacht ?
2. Dans quels délais la convention no 181 de l’OIT pourrait-elle être ratifiée par le niveau fédéral ?
Antwoord : De noodzakelijke elementen en documenten voor de goedkeuringsprocedure van deze conventie nr. 181 door het Parlement worden op federaal niveau door het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling voorbereid.
Réponse : Les éléments et documents nécessaires pour la procédure d’approbation par le Parlement de cette convention no 181 sont préparés au niveau fédéral par le ministère du Travail et de l’Emploi.
De tekst van deze conventie omvat ook materies die behoren tot de bevoegdheden van de gewesten en de gemeenschappen. Vertegenwoordigers van deze gewesten en gemeenschappen hebben trouwens deelgenomen aan de werkzaamheden van de Internationale Conferentie over werk, die geleid heeft tot deze conventie in juni 1997.
Le texte de cette convention comprend également des matières qui entrent dans les compétences des régions et des communautés. Des représentants de ces régions et communautés ont par ailleurs participé aux travaux de la Conférence internationale du travail, qui a conduit à cette convention en juin 1997.
Op dit ogenblik vervolledigt het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling, samen met deze gewesten en gemeenschappen, de elementen ter voorbereiding van het dossier, dat ter goedkeuring aan het Parlement voorgelegd kan worden.
En ce moment, le ministère du Travail et de l’Emploi complète, ensemble avec ces régions et communautés, les éléments préparatoires du dossier qui pourra être soumis à l’approbation du Parlement.
Het spreekt vanzelf dat mijn diensten, van zodra zij in het bezit zijn van deze stukken de nodige maatregelen zullen treffen opdat deze tekst zonder verwijl aan het Parlement wordt voorgelegd.
Il va de soi que mes services prendront les mesures nécessaires dès qu’ils seront en possession de ces éléments de sorte à ce que ce texte soit présenté au Parlement au plus vite.
DO 1999200011351
DO 1999200011351
Vraag nr. 60 van de heer Jacques Lefevre van 29 mei 2000 (Fr.) :
Question no 60 de M. Jacques Lefevre du 29 mai 2000 (Fr.) :
Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van internationale adoptie. — Ratificatie.
Convention de La Haye du 29 mai 1993 sur la protection des enfants et la coopération en matière d’adoption internationale. — Ratification.
Op 27 januari 1999 ondertekende Belgie¨ het Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de
Le 27 janvier 1999, la Belgique signait la Convention de La Haye du 29 mai 1993 sur la protection des
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4234
bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van internationale adoptie.
enfants et la coopération en matière d’adoption internationale.
Het verdrag strekt ertoe waarborgen in te stellen zodat bij internationale adopties het belang van het kind primeert en de grondrechten worden nageleefd die het kind krachtens het internationaal recht geniet. Voorts voorziet het verdrag in een systeem van samenwerking tussen de verdragsluitende Staten, dat ervoor zorgt dat zij voormelde garanties naleven en aldus kidnapping, verkoop of handel in kinderen worden voorkomen.
Cette convention vise notamment à établir des garanties pour que les adoptions internationales aient lieu dans l’intérêt supérieur de l’enfant et dans le respect des droits fondamentaux qui lui sont reconnus en droit international et d’instaurer un système de coopération entre les E´tats contractants pour assurer le respect de ces garanties et prévenir ainsi l’enlèvement, la vente ou la traite des enfants.
Het verdrag werd op 1 mei 1995 van kracht en werd op 15 februari 2000 door 29 landen geratificeerd.
Cette convention est entrée en vigueur le 1er mai 1995 et au 15 février 2000, 29 pays l’avaient ratifiée.
Belgie¨ ondertekende het verdrag samen met 10 andere landen, maar heeft het nog niet geratificeerd.
La Belgique, avec 10 autres pays, a signé cette convention, mais ne l’a pas encore ratifiée.
Is de regering van plan het verdrag zo snel mogelijk te laten ratificeren ?
Pourriez-vous communiquer s’il entre dans les intentions du gouvernement de faire ratifier cette convention le plus rapidement possible ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de internationale samenwerking op het vlak van de interlandelijke adoptie, gedaan te Den Haag op 29 mei 1993, werd door Belgie¨ op 27 januari 1999 ondertekend. De ondertekening vond plaats na een voorafgaandelijk onderzoek inzake de hervorming van de Belgische adoptiewetgeving.
1. La Convention sur la protection des enfants et la coopération en matière d’adoption internationale, faite à La Haye le 29 mai 1993, a été signée par la Belgique le 27 janvier 1999. Cette signature n’a pu intervenir qu’après un examen préalable relatif à la réforme de la législation belge en matière d’adoption.
2. Meteen na ontvangst van het officieel afschrift van het verdrag, op 17 december 1999, werd de instemmingsprocedure ingezet. Het (voor)wetsontwerp houdende instemming met het verdrag ligt momenteel voor advies bij de Raad van State. Parallel met de instemming met het verdrag loopt nog steeds de parlementaire procedure met bovengenoemde hervorming van de adoptiewetgeving.
2. Dès la réception de la copie certifiée conforme de la convention, le 17 décembre 1999, la procédure d’assentiment parlementaire a été entamée. L’(avant-) projet de loi portant assentiment est actuellement soumis pour avis au Conseil d’E´tat. Parallèlement audit assentiment, la procédure parlementaire relative à la réforme de la législation belge en matière d’adoption se poursuit.
DO 1999200011354
DO 1999200011354
Vraag nr. 61 van mevrouw Joke Schauvliege van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 61 de Mme Joke Schauvliege du 30 mai 2000 (N.) :
Belgisch lidmaatschap van het « International Institute for Democracy and Electoral Assistance ».
Belgique, membre de l’« International Institute for Democracy and Electoral Assistance ».
De mondiale groei van de democratie is ongetwijfeld één van de meest opmerkelijke verwezenlijkingen van de 20e eeuw. In 1995 werd een internationale organisatie opgericht, het International Institute for Democracy and Electoral Assistance, die gevestigd is te Stockholm. Zowel lidstaten als intergouvernementele organisaties kunnen lid worden. Belgie¨ is als lid toegetreden tot deze organisatie die op wereldvlak de democratie « promoot ».
L’avancée de la démocratie dans le monde constitue indéniablement une des réalisations les plus remarquables du 20e siècle. L’International Institute for Democracy and Electoral Assistance, dont le siège se situe à Stockholm, a été créé en 1995. Les E´tats, tout comme les organisations non gouvernementales, peuvent en devenir membres. L’objectif de cette organisation à laquelle la Belgique adhère déjà, est de « promouvoir » la démocratie dans le monde.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4235
Deze organisatie verricht waardevol werk op het vlak van verkiezingen, politieke participatie, conflictmanagement en de ontwikkeling van democratische attitudes.
Cette organisation fournit un travail précieux dans des domaines tels que les élections, la participation politique, la gestion des conflits et le développement d’attitudes démocratiques.
1. Op grond van welke reglementaire beschikking is ons land toegetreden tot deze organisatie ?
1. Sur quelle disposition réglementaire se fonde l’adhésion de notre pays à cette organisation ?
2. Op welke manier is ons land binnen deze organisatie vertegenwoordigd ?
2. Comment notre pays est-il représenté au sein de cette organisation ?
3. In welke mate staat ons land financieel in voor de werking van deze organisatie ?
3. Dans quelle mesure notre pays intervient-il financièrement dans cette organisation ?
4. Op welke concrete manier heeft ons land reeds bijgedragen tot de realisatie van de doelstellingen van deze organisatie ?
4. Quelle contribution concrète notre pays a-t-il déjà apportée dans la réalisation des objectifs que cette organisation s’est fixés ? ` court terme, quelle sera la contribution de 5. A notre pays ?
5. Hoe ziet de inhoudelijke bijdrage van ons land op korte termijn eruit ? Antwoord :
Réponse :
1. Belgie¨ is één van de oprichters van het « International Institute for Democracy and Electoral Assistance », in het Engels afgekort tot IDEA. Het oprichtingsakkoord werd op 27 februari 1995 ondertekend door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking.
1. La Belgique est un des membres fondateurs de l’Institut international pour la démocratie et l’assistance électorale (IDEA en anglais). L’accord a été signé le 27 fevrier 1995 par le secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement.
2. Onze aanwezigheid op de bijeenkomsten van IDEA wordt verzekerd door de Directie Generaal voor internationale samenwerking (DGIS), hierin bijgestaan door onze ambassade te Stockholm.
2. La Direction générale pour la coopération internationale assure la présence de notre pays aux réunions de l’institut, assistée dans cette taˆche par notre ambassade à Stockholm.
3. De financie¨le bijdragen aan het instituut vallen ten laste van de begroting van DGIS.
3. Les dépenses afférentes à la participation de la Belgique à l’institut sont à charge du budget de la Direction générale pour la coopération internationale.
4. Meer informatie over de activiteiten van IDEA en over de Belgische inbreng kunnen worden gevraagd aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking.
4. De plus amples informations sur les activités de l’institut et la participation belge, peuvent être demandées au secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement.
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 62 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 62 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers.
De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressen-
Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4236
bestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »). 1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ? b) Indien niet, waarom niet ? 2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ? 3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ? 4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ? 5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ? 6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ? b) Zo ja, welke ? Antwoord : Er worden op mijn kabinetten momenteel geen bestanden gebruikt die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien dit wel het geval is, zal ik niet nalaten het nodige te doen om de verplichtingen die voortvloeien uit de privacywet na te komen.
l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »). 1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ? b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ? 2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ? 3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ? 4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ? 5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ? 6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ? b) Dans l’affirmative, lesquels ? Réponse : Actuellement, mes cabinets n’emploient pas de fichiers qui ont fait l’objet d’une déclaration auprès de la Commission de la protection de la vie privée. Si c’était le cas, je ferai le nécessaire pour observer les obligations, inhérentes à la loi sur la vie privée.
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Maatschappelijke Integratie
Intégration sociale
DO 1999200000914
DO 1999200000914
Vraag nr. 28 van de heer Gerolf Annemans van 11 mei 2000 (N.) : Asielcentra in Belgie¨. Onlangs werd in Ekeren een nieuw asielcentrum geopend. Men overweegt om nieuwe centra te openen in Wommelgem, Wingene en Jodoigne.
Question no 28 de M. Gerolf Annemans du 11 mai 2000 (N.) : Centres pour demandeurs d’asile en Belgique. Un nouveau centre pour demandeurs d’asile a récemment ouvert ses portes à Ekeren. L’ouverture de nouveaux centres est également envisagée à Wommelgem, Wingene et Jodoigne.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4237
1. a) Hoeveel asielcentra zijn er op dit ogenblik in ons land en waar bevinden ze zich ?
1. ` l’heure actuelle, combien existe-t-il de centres a) A pour demandeurs d’asile en Belgique et ou` sont-ils localisés ?
b) Hoeveel centra zijn er nog gepland en waar zullen ze worden ingeplant ?
b) Combien d’autres centres sont prévus et ou` serontils localisés ?
2. Onder wiens bevoegdheid (de federale overheid of het Rode Kruis) vallen de respectievelijke centra ?
` quelle compétence ressortissent respectivement 2. A ces centres (de l’autorité fédérale ou de la Croix Rouge) ?
3. a) Hoeveel bedden telt elk bestaand centrum ?
3. a) Combien de lits compte chacun de ces centres ?
b) Wat zal de capaciteit van de toekomstige centra zijn ?
b) Quelle sera la capacité d’accueil des futurs centres ?
4. a) Hoeveel bedroeg de kostprijs in 1999 voor elk van de in 1999 functionerende asielcentra ?
4. a) Quel a été le couˆt du fonctionnement de chaque centre pour demandeurs d’asile actif en 1999 ?
b) Wat was de kostprijs in 1997 en 1998 voor de toen functionerende centra ?
b) Quel a été le couˆt du fonctionnement des centres actifs en 1997 et 1998 ?
5. Hoeveel financie¨le hulp verkregen de nietgouvernementele organisaties in 1997, 1998 en 1999 voor maatschappelijke bijstand aan asielzoekers ?
5. Quel est le volume de l’aide financière qui a été accordée aux organisations non gouvernementales dans le cadre de leur mission d’assistance auprès des demandeurs d’asile ?
6. Hoeveel financie¨le hulp kreeg de Internationale Organisatie voor migratie in 1997, 1998 en 1999 voor maatschappelijke bijstand aan asielzoekers ?
6. Quel est le volume de l’aide financière qui a été accordée à l’Organisation internationale pour les migrations en 1997, 1998 et 1999 dans le cadre de sa mission d’assistance auprès des demandeurs d’asile ?
7. Hoeveel bedroeg de financie¨le steun van de federale overheid in 1997, 1998 en 1999 aan alle Belgische gemeentebesturen en OCMW’s voor de opvang van en hulp aan asielzoekers ? Graag een opsplitsing per gemeente/OCMW.
7. Quel est le volume de l’aide financière qui a a été accordée par les autorités fédérales à l’ensemble des communes et des CPAS pour l’accueil et l’aide fournis aux demandeurs d’asile en 1997, 1998 et 1999 ? Pouvez-vous me fournir une ventilation par commune/ CPAS ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve het antwoord te vinden op de gestelde vraag.
Réponse : Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à sa question.
Open opvangcentra voor vluchtelingen in Belgie¨
Centres ouverts d’accueil pour réfugiés en Belgique
1, 2 en 3. Er zijn in Belgie¨ 27 open opvangcentra die door de volgende autoriteiten worden beheerd :
1, 2 et 3. Il y a en Belgique 27 centres d’accueil ouverts qui sont gérés par les autorités suivantes :
— Federale overheid :
10
— Autorité fédérale :
10
— Rode Kruis (Vlaams) :
11
— Croix-Rouge (flamande) :
11
— Rode Kruis (Waals) :
5
— Croix-Rouge (wallonne) :
5
— Socialistische Ziekenfondsen :
1
— Mutualités socialistes :
1
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4238
Centrum — Centre
Gemeente — Commune
Aarlen. — Arlon ............................... Bevingen ............................................ Charleroi ........................................... Ekeren ............................................... Florennes ........................................... Kapellen ............................................ Klein-Kasteeltje. — Petit-Chaˆteau ..... Rixensart ........................................... Sugny ................................................ Virton ............................................... Alsemberg ......................................... Antwerpen LO. — Anvers LO .......... Brugge. — Bruges ............................. De Foyer ........................................... Deinze ............................................... Foyer Selah ....................................... Lanaken ............................................ Lint ................................................... Menen. — Menin .............................. Overpelt ............................................ Steenokkerzeel ................................... Fraipont ............................................ Hastière ............................................ Nonceveux ........................................ Rendeux ............................................ Yvoir ................................................. Erezée ...............................................
Aarlen/Arlon Sint-Truiden/Saint-Trond Charleroi Ekeren Florennes Kapellen Brussel/Bruxelles Rixensart Vresse-sur-Semois Virton Beersel Antwerpen/Anvers Brugge/Bruges Brussel/Bruxelles Deinze Brussel/Bruxelles Lanaken Lint Menen/Menin Overpelt Steenokkerzeel Trooz Hastière par delà Aywaille Rendeux Yvoir Erezée
Totaal. — Total ...............................
Belgie¨/Belgique
Volledigheidshalve dient vermeld te worden dat er in Sint-Pieters-Woluwe een noodopvang-centrum is met een capaciteit van 115 opvangplaatsen op 1 januari 2000 alsmede in Neder-over-Heembeek waar de capaciteit 70 opvangplaatsen bedraagt op 1 januari 2000. Bovendien bestaat er een overeenkomst met de NGO’s, OCIV (Overlegcentrum voor de integratie van vluchtelingen) en CIRE´ (Coordination et initiatives pour refugiés et étrangers) om de opvang te verzekeren van respectievelijk 500 en 300 asielzoekers. Deze zijn verspreid over meerdere opvangtehuizen. Toekomstige centra en uitbreiding van de actuele centra
Capaciteit — Capacité 75 350 180 100 350 450 500 160 50 75 150 185 50 24 55 86 180 115 70 102 40 280 74 243 150 315 48
Bevoegdheid — Autorité FED FED FED FED FED FED FED FED FED FED RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) RK/CR (Vl./Fl.) Rode Kruis/Croix-Rouge (W.) Rode Kruis/Croix-Rouge (W.) Rode Kruis/Croix-Rouge (W.) Rode Kruis/Croix-Rouge (W.) Rode Kruis/Croix-Rouge (W.) Socialistische Ziekenfondsen/ Mutualités socialistes
4 477
Pour être complet, il faut mentionner qu’il existe à Woluwe-Saint-Pierre un centre d’accueil d’urgence d’une capacité de 115 places d’accueil au 1er janvier 2000 ainsi qu’à Neder-over-Heembeek où la capacité est de 70 places d’accueil au 1er janvier 2000. En outre, il existe une convention avec les ONG’s OCIV (Overlegcentrum voor de integratie van vluchtelingen) et CIRE´ (Coordination et initiatives pour refugiés et étrangers) pour assurer l’accueil de respectivement 500 et 300 demandeurs d’asile. Ces places d’accueil sont situées dans plusieurs maisons d’accueil. Futurs centres et extensions futures des centres actuels
Centrum — Centre
Gemeente — Commune
Capaciteit — Capacité
Bevoegdheid — Autorité
Klein-Kasteeltje. — Petit-Chaˆteau ..... Sugny ................................................ Morlanwelz .......................................
Brussel/Bruxelles Vresse-sur-Semois Morlanwelz
Uitbreiding/Extension 300 Uitbreiding/Extension 25 180
FED FED FED
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4239
Centrum — Centre
Gemeente — Commune
Capaciteit — Capacité
Bevoegdheid — Autorité
Wommelgem ..................................... Jodoigne ............................................ Wingene ............................................
Wommelgem Jodoigne Wingene
200 200 100
FED FED RK/CR (Vl./Fl.)
Vanaf juli 2000 zal het Klein-Kasteeltje 40 supplementaire opvangplaatsen organiseren voor nietbegeleide minderjarigen in « Het Achterhuis ».
` partir de juillet 2000 le Petit-Chaˆteau organisera A 40 places d’accueil supplémentaires pour des demandeurs d’asile mineurs non accompagnés dans « Het Achterhuis ».
4. a) Kostprijs per centrum in 1999 :
4. a) Coûts par centre en 1999 :
Aarlen — Arlon
Virton
Florennes
Klein-Kasteeltje — Petit-Chaˆteau
Rixensart
Kapellen
Morlanwelz — Charleroi
Bevingen
WSP/SPW
4 482 589
14 846 143
63 186 763
94 780 242
25 603 886
91 240 092
18 039 442
44 086 378
9 199 916
b) Kostprijs per centrum in 1998 :
b) Coûts par centre en 1998 :
Rixensart
Klein-Kasteeltje — Petit-Chaˆteau
Kapellen
Florennes
WSP/SPW
41 534 456
100 937 337
72 899 976
49 524 516
835 264
c) Kostprijs per centrum in 1997 :
c) Coûts par centre en 1997 :
Klein-Kasteeltje — Petit-Chaˆteau
Florennes
Rixensart
Kapellen
82 121 231
37 468 793
28 088 057
34 081 926
5. Toelagen aan niet-gouvernementele organisaties voor de opvang van asielzoekers :
5. Subsides aux organisations non-gouvernementales pour l’accueil de demandeurs d’asile :
— in 1997 : Rode Kruis :
475 000 000 frank
— en 1997 : Croix-Rouge :
475 000 000 de francs
— in 1998 : Rode Kruis :
607 000 000 frank
— en 1998 : Croix-Rouge :
607 000 000 de francs
— in 1999 : Rode Kruis :
925 000 000 frank
— en 1999 : Croix-Rouge :
925 000 000 de francs
— OCIV : — CIRE´ :
60 000 000 frank
60 000 000 de francs
7 000 000 frank
— OCIV : — CIRE´ :
— Erezée :
21 000 000 frank
— Erezée :
21 000 000 de francs
6. Toelagen aan de Internationale Organisatie voor migratie voor de uitvoering van het vrijwillige terugkeerprogramma voor behoeftige vreemdelingen die
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
7 000 000 de francs
6. Subsides à l’Organisation internationale de la migration, accordés pour l’exécution du programme de retour volontaire pour étrangers indigents qui
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
545
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4240
vrijwillig wensen te vertrekken, waaronder asielzoekers (het REAB-programma), voor Bosnische ontheemden (het RBB-programma) en voor Kosovaarse ontheemden (het RKB-programma) :
souhaitent partir volontairement, dont certains demandeurs d’asile (le programme REAB), ainsi que pour expatriés bosniaques (le programme RBB) et pour expatriés kosovars (le programme RKB) :
— in 1997 :
— en 1997 :
— REAB :
54 000 000 frank
— REAB :
54 000 000 de francs
— RBB :
20 000 000 frank
— RBB :
20 000 000 de francs
— in 1998 :
— en 1998 :
— REAB :
42 000 000 frank
— REAB :
42 000 000 de francs
— RBB :
35 000 000 frank
— RBB :
35 000 000 de francs
— in 1999 :
— en 1999 :
— REAB :
50 000 000 frank
— REAB :
50 000 000 de francs
— RBB :
40 000 000 frank
— RBB :
40 000 000 de francs
7. Toelagen van de federale overheid aan de OCMW’s in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s. Met toepassing van deze wet komt de federale overheid tussen in de steun die OCMW’s verlenen aan personen zonder onderstandsdomicile of aan personen die omwille van hun nationaliteit geen recht hebben op een bestaansminimum, zoals onder meer asielzoekers. Deze toelage wordt niet afzonderlijk toegekend voor asielzoekers of voor andere begunstigden. Er zijn dan ook slechts globale bedragen betreffende de toelage voorhanden. Gemiddeld houdt ongeveer 85 % van deze globale toelage verband met asielzoekers. Deze toelage bedroeg :
7. Subsides de l’autorité fédérale aux CPAS dans le cadre de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge de l’aide octroyée par les CPAS. En application de cette loi, l’autorité fédérale intervient dans l’aide que les CPAS octroient aux personnes sans domicile d’assistance ou aux personnes qui du fait de leur nationalité n’ont pas droit au minimum de moyens d’existence, telles que, entre autres, les demandeurs d’asile. Ce subside n’est pas accordé séparément pour les demandeurs d’asile ou pour d’autres bénéficiaires. Les données chiffrées dont nous disposons ne sont donc que des montants globaux se rapportant au subside. En moyenne environ 85 % de ce subside global se rapportent à des demandeurs d’asile. Ce subside s’est élevé :
— in 1997 : 5 081 000 000 frank
— en 1997 : à 5 081 000 000 de francs
— in 1998 : 4 835 000 000 frank
— en 1998 : à 4 835 000 000 de francs
— in 1999 : 7 231 000 000 frank
— en 1999 : à 7 231 000 000 de francs
De verdeling per OCMW wordt op aparte lijsten aan het lid bezorgd.
La répartition par CPAS sera communiquée au membre au moyen de listes séparées.
DO 1999200011264
DO 1999200011264
Vraag nr. 29 van de heer Geert Versnick van 18 mei 2000 (N.) :
Question no 29 de M. Geert Versnick du 18 mai 2000 (N.) :
Nationale pas voor gehandicapten.
Attestation nationale pour les handicapés.
Gehandicapten in ons land hebben geen officie¨le pas die hun handicap bewijst. Een dergelijke pas zou nochtans handig kunnen zijn, vooral in het buitenland waar verminderde toegangsprijzen gelden voor personen met een handicap. De bestaande officie¨le documenten tonen enkel partie¨le handicaps aan, bijvoorbeeld de parkeerkaart.
Dans notre pays, les handicapés ne disposent pas d’une attestation officielle faisant état de leur handicap. Un tel document pourrait pourtant être utile, notamment à l’étranger ou` les personnes handicapées bénéficient de réductions sur le prix des entrées. Les documents officiels existants, notamment la carte de stationnement, n’indiquent que l’existence d’un handicap partiel.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4241
1. Acht u het wenselijk om aan gehandicapten een pas te geven die hen identificeert als gehandicapte ?
1. Estimez-vous qu’il soit souhaitable de délivrer aux handicapés une attestation identifiant leur état ?
2. Acht u het mogelijk om één van de bestaande kaarten te gebruiken om als pas te dienen ?
2. Pensez-vous qu’il serait possible d’utiliser à cet effet une des cartes existantes ?
Antwoord : Ik zou het geachte lid eerst en vooral willen eraan herinneren dat er geen eenvoudige definitie van een persoon met een handicap bestaat.
Réponse : Je tiens tout d’abord à rappeler à l’honorable membre qu’il n’existe pas de définition unique de la notion de personne handicapée.
De wetgever heeft immers willen voorzien in de verschillende behoeften van personen met een handicap door middel van specifieke maatregelen toegespitst op een of meer bijzondere aspecten ter zake. Wegens deze benadering gelden voor de « handicap » veelvuldige begrippen.
En effet, lorsque le législateur a souhaité rencontrer les différents besoins des personnes handicapées, il l’a fait au travers de mesures spécifiques visant un ou des aspects bien particuliers dans le domaine. Cette approche a entraıˆné autant de notions du « handicap ».
Elke instelling — ongeacht zij overigens een private of een openbare instelling is — bepaalt haar criteria in functie van de doelstellingen die zij nastreeft, waarbij de toegang tot de betrokken voordelen de concrete vorm aanneemt van attesten, kaarten, lidkaarten van verenigingen, ...
Ainsi, chaque institution — qu’elle soit privée ou publique d’ailleurs — fixe ses critères en fonction des objectifs qu’elle poursuit, l’accès aux avantages concernés se concrétisant sous forme d’attestation, de cartes, cartes de membres d’associations ...
De invoering van een « nationale gehandicaptenkaart » zou naar mijn mening maar weinig toegevoegde waarde hebben ten opzichte van wat reeds bestaat, ofwel omdat rekening moet worden gehouden met alle aparte gevallen en deze kaart daardoor de ruime criteria zou hebben, wat de realiteit niet goed weergeeft, ofwel omdat zij wel bepaalde criteria zou hebben, waardoor sommige categoriee¨n van personen zouden kunnen worden uitgesloten.
Dès lors, instaurer une « carte nationale de handicapé » n’aurait à mon sens que peu de valeur ajoutée par rapport à ce qui existe actuellement, soit parce que, devant rencontrer tous les cas d’espèces, elle aurait des critères trop larges, reflétant mal la réalité, soit elle aurait des critères bien précis qui pourraient exclure certaines catégories de personnes.
Tenslotte kan ik eraan toevoegen dat de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten het ook niet wenselijk achtte om een eenvormige pas in te voeren omdat een dergelijk document discriminaties in de hand kan werken.
Finalement, je peux ajouter que le Conseil supérieur national des handicapés estime qu’il n’est pas souhaitable d’instaurer un passeport uniforme parce qu’un tel document pourrait engendrer des discriminations.
DO 1999200011291
DO 1999200011291
Vraag nr. 30 van de heer Koen Bultinck van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 30 de M. Koen Bultinck du 22 mai 2000 (N.) :
« Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen » VZW.
ASBL « Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen ».
In het Belgisch Staatsblad van 21 april 2000 verscheen het koninklijk besluit van 17 maart 2000 houdende de toekenning van een financie¨le tegemoetkoming aan het Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen VZW voor de opvang van kandidaatvluchtelingen in 2000.
Le Moniteur belge du 21 avril 2000 a publié l’arrêté royal du 17 mars 2000 accordant une intervention financière à l’ASBL « Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen » pour l’accueil de candidats réfugiés en 2000.
1. a) Wat is het juiste doel van voornoemde VZW ?
1. a) Quel est l’objet précis de cette ASBL ?
b) Wie zijn de bestuurders van die VZW ?
b) Qui en sont les administrateurs ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4242
2. Hoeveel bedraagt het voorschot waarvan sprake is in artikel 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 2000 ?
` combien s’élève l’avance visée à l’article 3 de 2. A cet arrêté royal du 17 mars 2000 ?
3. a) Wat is de juiste inhoud van het in artikel 4 van dit koninklijk besluit bedoelde akkoord ?
3. a) Quelle est la teneur exacte de la convention visée à l’article 4 de cet arrêté royal ?
b) Kan u eveneens een afschrift bezorgen van de in de considerans van het bovengenoemde koninklijk besluit van 17 maart 2000 vernoemde overeenkomst tussen de Staat en voornoemde VZW ?
b) Pourriez-vous fournir une copie de la convention conclue entre l’E´tat belge et l’ASBL, visée dans le considérant de l’arrêté royal précité du 17 mars 2000 ?
Antwoord : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het volgende mee te delen.
Réponse : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit.
1. De doelstellingen van het Overlegcentrum voor de integratie van vluchtelingen VZW (OCIV) zijn terug te vinden in de statuten. Deze statuten verschenen in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 31 december 1987 en aangebrachte wijzigingen kunnen teruggevonden worden op publicatiedatum van 22 juli 1993.
1. Les objectif de l’ASBL « Overlegcentrum voor de integratie van vluchtelingen » (OCIV) sont inscrits dans les statuts. Ces statuts ont été publiés aux annexes du Moniteur belge du 31 décembre 1987 et des modifications ont été enregistrées à la date de publication du 22 juillet 1993.
De namen van de bestuurders van de VZW OCIV werden het laatst gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 juli 1998.
Les noms des administrateurs de l’ASBL OCIV ont été publiés pour la dernière fois au Moniteur belge du 9 juillet 1998.
2. Volgens artikel 57ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen verenigingen zoals de VZW OCIV, op kosten van de Staat, ermee worden belast maatschappelijke dienstverlening te verstrekken aan asielzoekers. Dit gebeurt op basis van bij overeenkomst vastgelegde regels. Deze verenigingen hebben bij het begin van elk kalenderjaar, zolang de overeenkomst loopt, recht op de betaling van een voorschot. Dit voorschot is gelijk aan ten minste één vierde van het bedrag waarop zij het voorgaande jaar recht hadden.
2. Conformément à l’article 57ter de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d’aide sociale, des associations telles que l’ASBL OCIV, peuvent être chargées aux frais de l’E´tat, d’assurer l’aide sociale aux demandeurs d’asile. Cette aide est octroyée sur la base de régles fixées par convention. Ces associations ont droit au début de chaque année calendrier et pour la durée de la convention, au paiement d’une avance. Cette avance est égale à au moins un quart du montant auquel les associations avaient droit l’année précédente.
Voor 1999 keerde de Staat in het totaal 57 miljoen uit aan de VZW OCIV voor de opvang van kandidaatvluchtelingen. Voor 2000 werd er een voorschot uitgekeerd ten bedrage van 15 miljoen frank.
Pour l’année 1999 l’E´tat a versé au total 57 millions à l’ASBL OCIV en vue de l’accueil des candidats réfugiés. Un montant de 15 millions de francs a été versé à titre d’avance pour l’année 2000.
3. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 maart 2000 betreft de overeenkomst gesloten tussen de Belgische Staat en de VZW OCIV. Met ingang van 1 januari 2000 sloten de Belgische Staat en de VZW OCIV een overeenkomst houdende de opvang van 500 kandidaat-vluchtelingen. Een kopie van deze overeenkomst zal het geachte lid bezorgd worden.
3. L’article 4 de l’arrêté royal du 17 mars 2000 porte sur la convention conclue entre l’E´tat belge et l’ASBL OCIV. L’E´tat belge et l’ASBL OCIV ont conclu une convention qui entre en vigueur le 1er janvier 2000 et porte sur l’accueil de 500 candidats réfugiés. Une copie de cette convention vous sera transmise.
De VZW OCIV rapporteert maandelijks met betrekking tot de populatie van de opgevangen asielzoekers.
L’ASBL OCIV transmet mensuellement un rapport sur la population des demandeurs d’asile accueillis.
Als tegenprestatie krijgt de VZW OCIV de kosten van opvang, tegen overlegging én goedkeuring van voor echt en waarachtig verklaarde kostenstaten, terugbetaald tegen maximaal 969 frank per dag per
En contrepartie, l’ASBL OCIV perçoit le remboursement des frais de l’accueil, contre présentation et approbation des états de frais déclarés sincères et véritables, à concurrence de 969 francs par jour et par
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4243
opgevangen asielzoeker. Dit bedrag fungeert als tussenkomst in de vaste uitgaven en de variabele kosten bestemd voor het dekken van de levensbehoeften van de opgevangen personen. Hierbij wordt rekening gehouden met :
demandeur d’asile accueilli. Ce montant fait office d’intervention dans les frais fixes et variables destinés à couvrir les besoins de première nécessité des personnes accueillies. Il est tenu compte à cet effet :
— de grenzen vermeld in het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven, wat de rechtstreekse steun aan de opgevangen personen betreft;
— des limites mentionnées dans l’arrêté ministériel du 30 janvier 1995 réglant le remboursement par l’E´tat des frais de l’aide accordée par les centres publics d’aide sociale à un indigent qui ne possède pas la nationalité belge et qui n’est pas inscrit dans le registre de la population, en ce qui concerne l’aide directe aux personnes accueillies;
— de personeels- en werkingskosten die nodig zijn om de begeleiding van de opgevangen personen te verzekeren.
— des frais de personnel et de fonctionnement nécessaire en vue d’assurer l’accompagnement des personnes accueillies.
De kosten die gemaakt worden voor de medische zorgen vallen buiten het maximumbedrag van 969 frank en worden apart vergoed.
Les frais exposés pour les soins médicaux n’entrent pas dans le montant maximum de 969 francs et sont remboursés séparément.
DO 1999200011294
DO 1999200011294
Vraag nr. 31 van mevrouw Yolande Avontroodt van 23 mei 2000 (N.) :
Question no 31 de Mme Yolande Avontroodt du 23 mai 2000 (N.) :
Berekening van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden.
Calcul des allocations pour personnes aˆgées.
Bij de toekenning van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB) wordt rekening gehouden met de inkomsten van de aanvrager. Een belangrijk criterium hierbij zijn inkomsten uit pensioen die voor 90 % worden aangerekend. Een specifiek probleem doet zich voor bij gepensioneerde ambtenaren die uit de echt gescheiden zijn. In tegenstelling tot de pensioenregeling voor werknemers en zelfstandigen wordt niet een deel van het pensioen afgesplitst naar de exechtgenoot, maar worden overeenkomstig de uitgesproken vonnissen onderhoudsgelden betaald. Blijkbaar wordt bij de vaststelling van de inkomsten in het kader van de behandeling van een vraag geen rekening gehouden met de vermindering als gevolg van betaalde onderhoudsgelden.
Dans le cadre de l’octroi des allocations pour personnes aˆgées (APA), il est tenu compte des revenus ` cet égard, les revenus provenant de du demandeur. A pensions sont pris en compte à concurrence de 90 %. Un problème spécifique se pose en ce qui concerne les fonctionnaires à la retraite divorcés. Alors que, dans le cadre des régimes de pension des travailleurs salariés et des indépendants, une partie de la pension est versée à l’ex-conjoint, dans le cadre du régime des fonctionnaires, des pensions alimentaires sont payées en exécution des jugements en divorce. Il semble qu’il ne soit pas tenu compte pour fixer les revenus lors de l’examen d’une demande, de la réduction des revenus consécutive au versement de pensions alimentaires.
1. Wordt bij de inaanmerkingneming van de bestaansmiddelen voor de berekening van het bedrag hulp aan bejaarden rekening gehouden met de eventuele onderhoudsgelden die gepensioneerde ambtenaren moeten betalen aan hun ex-echtgenoot ?
1. L’évaluation des moyens d’existence dans le cadre du calcul des allocations pour personnes aˆgées tient-elle compte des pensions alimentaires que les fonctionnaires à la retraite versent éventuellement à leur ex-conjoint ?
2. Zo neen, wat is daarvan de ratio legis ?
2. Dans la négative, pourquoi ?
Antwoord : Vooreerst wil ik het geachte lid de geldende bepalingen wat betreft de aanrekening van de inkomsten voor de THAB verklaren.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
Réponse : Tout d’abord je veux expliquer à l’honorable membre les normes en vigueur relatives au calcul des revenus pour l’APA.
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4244
Het bedrag van de tegemoetkomingen wordt verminderd met het inkomen van de gehandicapte, van zijn echtgenoot of van de persoon met wie hij een huishouden vormt, dat de door de Koning bepaalde grenzen overschrijdt (artikel 7 van de wet van 27 februari 1987).
Le montant des allocations est diminué du montant du revenu du handicapé, de son conjoint ou de la personne avec laquelle il forme un ménage qui dépasse les plafonds fixés par le Roi (article 7 de la loi du 27 février 1987).
De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt toegekend in functie van het resultaat van een onderzoek naar het inkomen.
L’allocation pour l’aide aux personnes aˆgées est octroyée en fonction du résultat d’une enquête sur les revenus.
Alle inkomsten, ongeacht hun aard of oorsprong, waarover de gehandicapte of zijn echtgenoot of de persoon met wie hij een huishouden vormt beschikken, worden in aanmerking genomen (artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 5 maart 1990).
Tous les revenus, qu’elle qu’en soit la nature ou l’origine, dont disposent le handicapé ou son conjoint ou la personne avec laquelle il est établi en ménage sont pris en considération (article 6, § 1er, de l’arrêté royal du 5 mars 1990).
Een bedrag gelijk aan 90 % van de pensioenen toegekend aan de gehandicapte, aan zijn echtgenoot of aan de persoon met wie hij een huishouden vormt wordt in aanmerking genomen. Het betreft hier het werkelijk uitgekeerd bedrag.
Un montant égal à 90 % des pensions accordées au handicapé, à son conjoint ou à la personne avec laquelle il est établi en ménage, est pris en considération. Il s’agit du montant réellement perçu.
Zoals het geachte lid terecht opmerkt, vloeit het probleem voort uit het feit dat, in tegenstelling met de pensioenregeling voor werknemers of zelfstandigen, de rustpensioenregeling voor ambtenaren geen specifieke bepalingen bevat in geval van feitelijke scheiding of wettelijke echtscheiding.
Le problème, comme le souligne bien l’honorable membre, trouve sa source dans le fait que, contrairement au régime des pensions des travailleurs salariés ou indépendants, le régime des retraites des fonctionnaires ne contient aucune disposition spécifique en cas de séparation de fait ou de séparation légale.
In geval van feitelijke of wettelijke scheiding heeft de voormalige echtgenoot van de ambtenaar bijgevolg geen automatisch recht op de helft van de rustuitkering en blijft het rijkspersoneelslid zijn volledig pensioen verder genieten.
Dès lors, en cas de séparation légale ou de fait, l’exconjoint ou le conjoint séparé de fait du fonctionnaire n’a aucun droit automatique à la moitié des prestations de retraite, l’agent de l’E´tat continuant à percevoir l’intégralité de sa pension.
Op basis van de bepalingen van de wet van 27 februari 1987 en van haar koninklijk uitvoeringsbesluit nemen mijn diensten dan ook het werkelijk uitgekeerd bedrag in aanmerking, om het recht op de tegemoetkoming te bepalen van de op rust gestelde ambtenaar die een aanvraag om een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden zou ingediend hebben.
C’est pourquoi sur base des dispositions de la loi du 27 février 1987 et de son arrêté royal d’exécution, mes services prennent en considération, pour déterminer le droit à l’allocation du fonctionnaire retraité qui aurait introduit une demande d’allocation pour l’aide aux personnes aˆgées, le montant réellement perçu de la pension.
Deze maatregel blijft logisch zolang de ambtenaar geen alimentatiegeld betaalt aan zijn voormalige echtgenote en hij daadwerkelijk het integraal bedrag van zijn pensioen ontvangt.
Cette mesure reste logique tant que le fonctionnaire ne verse aucune rente alimentaire à son ex-conjoint et perçoit effectivement l’intégralité de sa pension.
Maar wanneer alimentatiegeld wordt betaald, wordt de rechthebbende op een tegemoetkoming inderdaad benadeeld, aangezien er een bedrag waarvan hij niet geniet, wordt afgetrokken van het basisbedrag van de tegemoetkoming waarop hij aanspraak zou kunnen maken.
Mais lorsqu’une telle rente est versée, le demandeur d’allocations est effectivement pénalisé puisqu’une somme dont il ne bénéficie pas est déduite du montant de base de l’allocation à laquelle il pourrait prétendre.
Derhalve zal ik dus snel met mijn administratie overleggen opdat deze onrechtvaardige situatie opgelost wordt.
J’entamerai donc rapidement avec mon administration le réflexion qui permettrait de remédier à cette iniquité.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4245
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 1999200000782
DO 1999200000782
Vraag nr. 134 van de heer Tony Smets van 24 februari 2000 (N.) :
Question no 134 de M. Tony Smets du 24 février 2000 (N.) :
Autonummerplaten. — Diefstal. — Schrapping uit het centraal voertuigregister.
Plaques minéralogiques. — Vol. — Radiation du registre central des véhicules.
Bij diefstal van een autonummerplaat is het van belang voor het slachtoffer dat hij de kwijtgespeelde nummerplaat laat schrappen bij het ministerie van Verkeer en Infrastructuur. Rijkswacht en politie weten dan dat bij het opmerken van een gestolen nummer, het door criminele handeling werd bekomen, en dat het voor intenties met kwaad opzet zal worden gebruikt. De officie¨le bezitter van het kenteken gaat dan ook vrijuit.
Les personnes victimes d’un vol de plaque minéralogique ont intérêt à faire radier cette plaque minéralogique au ministère des Communications et de l’Infrastructure. Cette démarche présente l’avantage que la gendarmerie et la police savent alors que si elles relèvent le numéro d’une plaque volée, ce numéro a été obtenu de manière illicite et sera utilisé à des fins criminelles. Il en résulte aussi que le propriétaire officiel de la plaque minéralogique concernée n’est pas inquiété par les autorités judiciaires.
Ik stel vast dat de mededeling van schrapping uit het centraal voertuigregister van een gestolen nummerplaat soms jarenlang op zich laat wachten. Zelf ken ik een dossier waarbij de schrapping slechts vijf jaar na de melding van diefstal werd bevestigd.
Je constate qu’il faut parfois attendre plusieurs années la communication de la radiation du registre central des véhicules d’une plaque minéralogique volée. J’ai personnellement connaissance d’un dossier où la radiation n’a été confirmée que cinq ans après le signalement du vol.
1. Wat is de reden waarom een indiener van een gestolen nummerplaat slechts jaren later de officie¨le bevestiging krijgt van schrapping van deze nummerplaat ?
1. Pour quelle raison une personne ayant signalé le vol de sa plaque minéralogique doit-elle attendre plusieurs années avant de recevoir la confirmation officielle de la radiation de sa plaque du registre central des véhicules ?
2. Wat is de gemiddelde afhandelingstermijn van een dergelijk dossier ?
2. Quel est le délai de traitement moyen d’un tel dossier ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord op zijn vraag te vinden.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse à sa question.
Overeenkomstig de bepaling van artikel 16 van het koninklijk besluit van 31 december 1953 houdende reglementering van de inschrijving van de motorvoertuigen en de aanhangwagens, moet de houder van een nummerplaat onmiddellijk bij de dichtstbijzijnde politie- of rijkswachtdienst aangifte doen van elk feit ten gevolge waarvan hij onvrijwillig niet meer in het bezit is van zijn nummerplaat, zoals diefstal van de nummerplaat alleen of diefstal van het voertuig met de nummerplaat erop.
Conformément à la disposition de l’article 16 de l’arrêté royal du 31 décembre 1953 portant réglementation sur l’immatriculation des véhicules à moteur et des remorques, le titulaire d’une plaque d’immatriculation doit immédiatement déposer une plainte auprès du service de police ou de gendarmerie le plus proche lorsque involontairement il n’est plus en possession de sa plaque d’immatriculation, comme le vol uniquement de sa plaque d’immatriculationn ou le vol du véhicule avec la plaque d’immatriculation.
Een attest van die aangifte wordt hem uitgereikt door voornoemde politiediensten.
Les services de police précités délivrent une attestation constatant cette déclaration.
De houder van de nummerplaat dient in elk geval binnen vijftien dagen na het niet meer bezitten van de nummerplaat, voornoemd attest te versturen naar de Dienst inschrijving voertuigen (DIV). Hierop schrapt
En tout cas, le titulaire de la plaque d’immatriculation doit envoyer l’attestation dans un délai de quinze jours après la perte de sa plaque à la Direction de l’immatriculation des véhicules (DIV). Ensuite la
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4246
de DIV de nummerplaat op de dag zelf dat het attest van diefstal of verlies, opgemaakt door de rijkswacht of de politie, binnenkomt.
DIV radie la plaque d’immatriculation le jour même où l’attestation de vol ou de perte, établie par la gendarmerie ou la police, lui parvient.
Daarnaast kan de schrapping van de nummerplaat door de DIV ook gebeuren op basis van de seining door de politiediensten van de diefstal of het verlies van de nummerplaat via het geı¨nformatiseerd politioneel seiningssysteem.
La radiation de la plaque d’immatriculation par la DIV peut également se faire sur la base du signalement du vol ou de la perte de la plaque d’immatriculation par les services de police au moyen du système informatisé de signalement policier.
DO 1999200000812
DO 1999200000812
Vraag nr. 141 van de heer Bart Laeremans van 29 februari 2000 (N.) :
Question no 141 de M. Bart Laeremans du 29 février 2000 (N.) :
NMBS. — Kostprijs woon-werkverkeer.
SNCB. — Couˆt des déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
De kostprijs van het woon-werkverkeer tijdens de spitsuren is allicht financieel de grootste verliespost voor de NMBS, omdat voor dit vervoer bijkomend personeel en rollend materieel moet worden ingezet, dat gedurende de rest van de tijd geen gebruik heeft.
Le couˆt des déplacements entre le domicile et le lieu de travail aux heures de pointe est sans nul doute le poste budgétaire le plus déficitaire de la SNCB parce que ces déplacements requièrent du personnel et du matériel roulant supplémentaires qui ne sont pas utilisés le reste du temps.
1. a) Kan u het bedrag van het verlies van dit verkeer voor de NMBS meedelen ?
1. a) Pourriez-vous communiquer le montant du déficit qu’entraıˆnent ces déplacements pour la SNCB ?
b) Werden hieromtrent ooit ramingen gemaakt ?
b) A-t-il jamais été procédé à des estimations visant à en déterminer la hauteur ?
2. Is het juist dat u het woon-werkverkeer voor de ambtenaren gratis wil maken ?
2. Est-il exact que vous voudriez que les fonctionnaires puissent se déplacer gratuitement entre leur domicile et leur lieu de travail ?
3. a) Waarom dan alleen voor de ambtenaren ?
3. a) Pourquoi envisagez-vous d’offrir cette gratuité uniquement aux fonctionnaires ?
b) De ambtenaren van welke overheden ?
b) Des fonctionnaires de quel niveau de pouvoir s’agit-il ?
4. a) Welk niveau en welk departement zal de kostprijs hiervoor op zich nemen ?
4. a) Quel niveau de pouvoir et quel département en supporteront le couˆt ?
b) Werden er terzake al akkoorden gesloten ?
b) Des accords ont-ils déjà été conclus en la matière ?
Antwoord :
Réponse :
1. In het kader van haar 2e opdracht van openbare dienstverlening met betrekking tot het reizigersvervoer in binnenverkeer met treinen volgens de gewone dienstregeling, produceert de NMBS elke werkdag ongeveer 26 000 treinkilometer met piekuur- en extratreinen.
1. Chaque jour ouvrable, la SNCB produit, dans le cadre de la 2e mission de service public relative au transport intérieur de voyageurs par les trains du service ordinaire, environ 26 000 trains-km relatifs à des relations de pointe et de renfort.
Die 26 000 treinkilometer vertegenwoordigen 12 % van het totaal dat op de werkdagen geproduceerd wordt, terwijl de rest bestaat uit intercity- en lokale trajecten.
Ces 26 000 trains-km représentent 12 % du total produit les jours ouvrables, le solde étant constitué des relations intervilles et locales.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4247
Het is inderdaad zo dat er door het inleggen van piekuurtreinen meer materieel en personeel nodig is. Maar de treindienst is over het algemeen georganiseerd volgens een beurtregelingssysteem van materieel en bestuurders, waardoor de verschillende middelen die op een volledige dag voor het treinverkeer worden ingezet, optimaal worden aangewend.
Il est exact de dire que la mise en œuvre des trains de pointe requiert un surplus de matériel et de personnel. Néanmoins, le service de trains est organisé de manière globale par l’intermédiaire de roulements de matériel et de conducteurs, lesquels sont conçus de façon à optimaliser, sur l’ensemble d’une journée, les divers moyens affectés à la circulation des trains.
Men kan moeilijk stellen dat er louter voor de piekuurtreinen specifieke middelen, in de strikte betekenis, worden aangewend. Enerzijds leiden ze tot een verhoging van de nodige middelen, maar anderzijds mag ook eens gezegd worden dat hun bezettingsgraad hoger is. Het opstellen van een net zo specifieke financie¨le balans dienaangande is dus niet relevant.
Il est donc difficile de parler d’une affectation de moyens spécifiques, au sens strict, aux seuls trains de pointe. Par ailleurs, si les trains de pointe influencent à la hausse les moyens nécessaires, il y a également lieu de reconnaıˆtre que leur taux d’occupation est supérieur. L’établissement d’un bilan financier les concernant de manière tout aussi spécifique n’est par conséquent pas relevant.
2, 3 en 4. Het bijvoegsel bij het beheerscontract 1997-2001 bepaalt onder meer het volgende : « De NMBS sluit met elk van de federale departementen of instellingen een overeenkomst volgens dewelke het aandeel in de prijs van de trajecttreinkaart dat ten laste van de federale ambtenaren blijft, lager zal zijn dan hetgeen ze nu ten laste nemen, terwijl het saldo ten laste genomen wordt door elk van de betrokken departementen of instellingen. Deze maatregel zal van toepassing worden vanaf 1 juli 2000. »
2, 3 et 4. L’avenant au contrat de gestion 1997-2001 précise notamment que « la SNCB conclut un contrat avec chaque département ou organisme fédéral au terme duquel la part du prix de la carte train restant à charge des fonctionnaires fédéraux sera inférieure à celle qu’ils supportent actuellement, le solde étant pris en charge par chaque département ou organisme concerné. Cette mesure sera mise en application le 1er juillet 2000 ».
Behalve de ambtenaren heeft het tweede bijvoegsel van het tweede beheerscontract betrekking op 3 categoriee¨n van reizigers :
Outre les fonctionnaires, le deuxième avenant au deuxième contrat de gestion vise 3 catégories de voyageurs :
— vanaf 1 juli 2000 zullen kinderen van 6 tot minder 12 jaar gratis in tweede klasse kunnen reizen. Van maandag tot vrijdag wordt dit gratis vervoer slechts toegekend vanaf 9 uur;
— à partir du 1er juillet 2000, les enfants de 6 à moins de 12 ans pourront voyager gratuitement en deuxième classe. Du lundi au vendredi, la gratuité n’est accordée qu’à partir de 9 heures;
— vanaf 1 juli 2000 zullen de seniors van 65 jaar en meer een retourbiljet kunnen aankopen voor de forfaitaire prijs van 50 frank per enkele rit in tweede klasse. Van maandag tot vrijdag wordt dit gratis vervoer slechts toegekend vanaf 9 uur;
— à partir du 1er juillet 2000, les seniors de 65 ans et plus pourront acquérir un billet aller-retour au tarif forfaitaire de 50 francs par trajet simple effectué en deuxième classe. Du lundi au vendredi, la gratuité n’est accordée qu’à partir de 9 heures;
— om de overbezetting van de treinen te voorkomen, zal dit forfaitair tarief gedurende bepaalde piekperiodes niet van toepassing zijn;
— pour éviter des suroccupations des trains, ce tarif forfaitaire ne sera pas d’application durant certaines périodes de pointe;
— vanaf 1 september 2000 zal de prijs van de schoolabonnementen voor de minder dan 18-jarigen teruggebracht worden van 75 % tot 45 % van de prijs van de treinkaart.
— à partir du 1er septembre 2000, le prix des cartes trains scolaires pour les moins de 18 ans est ramené de 75 % à 45 % du prix de la carte train.
Voor de niet-federale ambtenaren moeten de gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten zich tot de NMBS wenden om een groter aandeel (boven de verplichte werkgeversbijdrage) van de treinkaart voor hun rekening te nemen en om met haar overeenkomsten dienaangaande te sluiten. Dat geldt ook voor al de andere werkgevers.
En ce qui concerne les fonctionnaires non fédéraux, il appartien aux régions, communautés, provinces et communes de s’adresser à la SNCB en vue de prendre à leur charge une partie plus importante (au-delà de la part patronale obligatoire) du prix des cartes trains et de conclure avec elle des conventions dans ce sens. Il en va de même pour tous les autres employeurs.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
546
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4248
DO 1999200001043
DO 1999200001043
Vraag nr. 169 van de heer Yves Leterme van 5 april 2000 (N.) :
Question no 169 de M. Yves Leterme du 5 avril 2000 (N.) :
NMBS. — Station Kortrijk. — Ontoereikend aantal parkeervoorzieningen.
SNCB. — Gare de Courtrai. — Nombre insuffisant d’emplacements de parking.
Het station van Kortrijk is in het West-Vlaams spoornet een belangrijk knooppunt. Heel wat pendelaars uit de regio Zuid-West-Vlaanderen begeven zich naar dit station om van daar uit te sporen naar bijvoorbeeld Gent, Antwerpen en Brussel.
La gare de Courtrai est située à un carrefour du réseau ferroviaire de Flandre occidentale. De nombreux navetteurs originaires du sud de la province rejoignent cette gare pour se rendre par exemple à Gand, Anvers et Bruxelles.
Onder meer omdat het dichtslibben van de wegen zich de jongste tijd ook in de Kortrijkse regio frekwenter voordoet, stijgt de aantrekkingskracht van het spoor als comfortabel alternatief.
Depuis un certain temps, le trafic sur les routes de la région est souvent très dense, ce qui renforce l’attrait des navetteurs pour une solution de rechange confortable : le train.
Jammer genoeg blijft het NMBS-station van Kortrijk kampen met het probleem van de volstrekt ontoereikende parkeervoorzieningen.
Malheureusement, la gare SNCB de Courtrai ne dispose pas d’un nombre d’emplacements de parking suffisants.
Dit dossier is reeds herhaalde malen aan de orde geweest maar blijkbaar slaagt men er niet in om tot oplossingen en realisaties te komen.
Bien que le dossier ait été abordé à maintes reprises, il semble qu’aucune solution n’ait pu être concrétisée.
1. Wordt er momenteel door de NMBS en of andere instanties gewerkt aan een mogelijke uitbreiding van de parkeervoorzieningen in de onmiddellijke nabijheid van het NMBS-station te Kortrijk ?
` l’heure actuelle, la SNCB ou d’autres instances 1. A élaborent-elles une éventuelle augmentation de la capacité d’accueil du parking dans un périmètre proche de la gare SNCB de Courtrai ?
2. a) Zo ja, welke zijn de partners uit de openbare sector en eventueel private sector waarmee overlegd wordt ?
2. a) Dans l’affirmative, quels partenaires publics ou éventuellement privés sont concertés ?
b) Binnen welke termijn kan in een uitbreiding van de parkeervoorzieningen nabij het NMBS-station van Kortrijk voorzien worden ?
b) Quels sont les délais prévus pour augmenter la capacité d’accueil du parking de la gare SNCB de Courtrai ?
3. Zo neen, wat zijn de problemen en moeilijkheden die momenteel de uitbreiding van de parkeervoorzieningen in de nabijheid van het NMBS-station van Kortrijk belemmeren ?
3. Dans la négative, quels problèmes et quelles difficultés font obstacle à l’augmentation de la capacité d’accueil du parking de la gare de Courtrai ?
Antwoord : De parkeercapaciteit aan het station in Kortrijk is inderdaad ontoereikend. De NMBS bestudeert dan ook diverse oplossingen.
Réponse : La capacité du parking de la gare de Courtrai se révèle en effet insuffisante. La SNCB a dès lors mis diverses solutions à l’étude.
Eén van de oplossingen is de bouw van een parkeergarage langs de M. Pieter Tacklaan. Om echter tot een economisch verantwoorde realisatie te komen moet er rekening gehouden worden met de bouw van meer dan enkel een parkeergarage.
L’une des solutions consisterait à construire un immeuble de parking le long de l’avenue M. Pieter Tack. Toutefois, pour que cette réalisation soit économiquement défendable, il convient de voir plus grand que la construction d’un simple immeuble de parking.
Het door de NMBS vooropgesteld programma behelst een eerder multifunctioneel architecturaal geı¨ntegreerd complex, wat mits een aangepast stedebouwkundige invulling de haalbaarheid van het project bevordert.
Le programme retenu par la SNCB va plutoˆt dans le sens d’un complexe immobilier multifonctionnel, intégré sur le plan architectural, de manière à favoriser la faisabilité du projet en lui conférant un roˆle urbanistique adapté.
De NMBS overweegt samen met de stad Kortrijk een masterplan voor de ganse site van het station in
La SNCB envisage d’élaborer en collaboration avec la ville de Courtrai un masterplan pour l’ensemble du
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4249
Kortrijk te laten uitwerken, rekening houdend met de reeds gedane studies door de Koning Boudewijn Stichting « De weg naar het station ».
site, eu égard aux études déjà réalisées par la Fondation Roi Baudouin « Le chemin de la gare ».
Verder moet de problematiek in een breder kader geplaatst worden. Om te vermijden dat middelgrote steden zoals Kortrijk gaan dichtslibben in de plaats van de grote agglomeraties, zou, eerder dan een te grote parkeercapaciteit in de stad, de voorkeur moeten gegeven worden aan parkeermogelijkheden in de stations van de randgemeenten dichter bij de woonplaats van de pendelaars, samen met een goede treinbediening, vooral op de piekuren.
Ceci dit, il y a lieu de replacer la problématique dans un cadre plus large. Pour éviter de remplacer l’engorgement des grandes agglomérations par celui de villes moyennes comme Courtrai, il y a lieu de préférer à une capacité de parking trop grande en ville des possibilités de stationnement dans des gares périphériques plus proches du domicile des navetteurs, assorties d’une bonne desserte ferroviaire, spécialement aux heures de pointe.
DO 1999200011075
DO 1999200011075
Vraag nr. 172 van de heer Gerolf Annemans van 14 april 2000 (N.) :
Question no 172 de M. Gerolf Annemans du 14 avril 2000 (N.) :
Mogelijke aanleg van een Gewestelijk Expressnet rond Antwerpen.
Aménagement éventuel d’un réseau express régional autour d’Anvers.
De huidige regering trekt gedurende vijf jaar zo’n 40 miljard frank uit voor de aanleg van een Brussels gewestelijk expressnet. De combinatie van dit wegennet met frequente stoptreinen wil de pendelaar ertoe aanzetten over te stappen op de trein en zijn auto buiten de stad Brussel te houden.
Le gouvernement actuel va consacrer pendant une période de cinq ans quelque 40 milliards de francs à l’aménagement d’un réseau express régional autour de Bruxelles. En combinant ce réseau routier avec des trains à arrêts fréquents, on cherche à inciter le navetteur à laisser sa voiture en dehors de Bruxelles pour prendre le train.
Bestaan er ook plannen om rond Antwerpen — waar de mobiliteitsproblemen niet minder groot zijn dan rond Brussel — een soort van gewestelijk expressnet uit te bouwen of mag Brussel alleen van een verbetering van het treinaanbod genieten ?
Existe-t-il également des projets d’aménagement d’un réseau express régional autour d’Anvers — ou` le problème de mobilité n’est pas moins important qu’à Bruxelles — ou Bruxelles est-elle la seule à pouvoir bénéficier d’une amélioration de l’offre ferroviaire ?
Antwoord : Het toekomstige tienjareninvesteringsplan 2001-2010 wordt momenteel uitgewerkt door de bevoegde diensten van de NMBS. Het moet echter nog besproken worden door de beheersorganen van de maatschappij alvorens het aan de regering kan worden voorgelegd.
Réponse : Le futur plan décennal d’investissements 2001-2010 est actuellement en cours d’élaboration au sein des services concernés de la SNCB. Il devra encore être débattu au sein des organes de gestion de la société avant d’être transmis au gouvernement.
In zijn huidige vorm bevat het inderdaad een aantal voorstellen voor infrastructuurinvesteringen met het oog op de oprichting van een GEN-dienst voor de bediening van Brussel.
Dans son épure actuelle, il contient effectivement un certain nombre de propositions d’investissements d’infrastructure en rapport avec l’établissement d’un service de type RER pour la desserte de Bruxelles.
Daarnaast worden er ook belangrijke investeringsvoorstellen gedaan voor de zone Antwerpen.
En outre, des investissements importants sont également proposés dans la zone d’Anvers.
Door middel van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract van de NMBS vraag ik aan deze maatschappij om in overleg met mijn departement en het raadgevend comité van gebruikers fundamentele aanpassingen te onderzoeken van de dienst op de stads- en voorstadslijnen, niet alleen voor Brussel maar ook voor al de stadzones van het land.
Par le biais du second avenant au contrat de gestion de la SNCB, je lui demande de mettre à l’étude en concertation avec mon département et le comité consultatif des usagers des adaptations fondamentales du service sur les lignes urbaines et suburbaines, non seulement à Bruxelles mais également dans toutes les zones urbanisées du pays.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4250
Deze aanpassingen zouden vanaf 2000 geleidelijk moeten kunnen worden ten uitvoer gelegd.
Ces adaptations doivent être susceptibles d’être mises en œuvre progressivement à partir de 2000.
Meer in het bijzonder voor Antwerpen is iedereen zich ten volle bewust van de mobiliteitsproblemen rond deze stad en de rol die de spoorwegen moeten vervullen om deze mobiliteitsproblemen te helpen oplossen. De NMBS neemt niet alleen actief deel aan het multimodaal regionaal overleg hieromtrent, maar heeft reeds concrete projecten in uitvoering en zal ook in het komende tienjarenplan belangrijke investeringen voorstellen om deze en andere projecten verder te zetten.
En ce qui concerne Anvers, en particulier, tout le monde est pleinement conscient des problèmes de mobilité qui s’y posent et du roˆle que doit remplir les chemins de fer en vue de résoudre ces problèmes de mobilité. La SNCB participe à une concertation régionale multimodale concernée; en outre elle a déjà des projets concrets en cours et elle proposera, dans le cadre du prochain plan décennal, des investissements importants en vue de développer ces projets et d’autres encore.
De noord-zuidverbinding vormt de ruggengraat van een toekomstig netwerk van verbindingen rond Antwerpen waarop vanaf 2005 een uitgebreider treinaanbod mogelijk is. Een frequentieverdubbeling voor de stoptreinen en het inleggen van een aantal bijkomende IC/IR-verbindingen wordt momenteel bestudeerd.
La jonction nord-sud constitue l’épine dorsale d’un futur réseau de relations autour d’Anvers sur lequel pourra se greffer à partir de 2005 une offre de trains plus étendue. Un doublement de la fréquence des trains omnibus et la mise en service d’un certain nombre de relations IC/IR supplémentaires est actuellement à l’étude.
Twee belangrijke nieuwe stations, zijnde Antwerpen-Groenendaallaan en de stopplaats Noorderkempen op de hogesnelheidslijn te Brecht, moeten de aantrekking van de trein in de regio fundamenteel versterken.
Deux nouvelles gares importantes, à savoir AnversGroenendaallaan et le point d’arrêt Noorderkempen sur la ligne à grande vitesse à Brecht, doivent renforcer fondamentalement l’attrait du chemin de fer dans la région.
Andere aanpassingen aan het aanbod zoals bij voorbeeld een rechstreekse verbinding AntwerpenTurnhout en de verbetering van de bediening van lijn 52 richting Boom/Puurs met de opening van enkele nieuwe stopplaatsen, moeten nog door de bevoegde diensten van de NMBS bestudeerd worden. Er kan dus geen enkele twijfel over bestaan dat ook voor Antwerpen ernstige inspanningen worden gedaan om het aanbod en de aantrekkelijkheid van de trein aanzienlijk te verhogen.
D’autres adaptations à apporter à l’offre comme par exemple une relation directe Anvers-Turnhout et l’amélioration de la desserte de la ligne 52 direction Boom/Puurs ainsi que l’ouverture de quelques nouveaux points d’arrêt doivent encore être étudiées par les services concernés de la SNCB. Il ne peut dès lors y avoir aucun doute sur le fait que de sérieux efforts sont également consentis pour Anvers afin d’accroıˆtre de manière significative l’offre et l’attrait du train.
DO 1999200011101
DO 1999200011101
Vraag nr. 176 van de heer Francis Van den Eynde van 17 april 2000 (N.) :
Question no 176 de M. Francis Van den Eynde du 17 avril 2000 (N.) :
NMBS. — Treinverbinding Kortrijk-Rijsel.
SNCB. — Liaison ferroviaire Courtrai-Lille.
Alhoewel Rijsel de hoofdstad van Frans-Vlaanderen en bovendien één van de belangrijkste steden van Frankrijk is, laat de treinverbinding tussen Kortrijk en deze metropool nogal wat te wensen over.
Alors que Lille est la capitale de la Flandre française et l’une des plus grandes villes de France, la liaison ferroviaire entre Courtrai et cette métropole laisse à désirer.
Het is vooral de zwakke frequentie die hier voor problemen zorgt.
Pour l’essentiel, c’est la faible fréquence du nombre de trains qui constitue un problème.
Zou het niet mogelijk zijn de trein OostendeKortrijk tot in Rijsel te laten rijden zoals het trouwens destijds gepland geweest was ?
Ne serait-il pas possible de prolonger le tracé emprunté par le train Ostende-Courtrai jusqu’à Lille, comme envisagé par le passé ?
Indien dit gebeurde, zou er om het half uur een trein tussen Kortrijk en Rijsel rijden en dit zou zeker geen overbodige luxe zijn.
Si ce projet devait se concrétiser, un train relierait Courtrai à Lille toutes les demi-heures, ce qui ne serait pas un luxe.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4251
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op de vraag nr. 26 van 27 september 1999 van de heer Bourgeois. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 5, blz. 479.)
Réponse : Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse donnée à la question parlementaire no 26 du 27 septembre 1999 de M. Bourgeois. (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 5, p. 479.)
DO 1999200011102
DO 1999200011102
Vraag nr. 177 van de heer Francis Van den Eynde van 17 april 2000 (N.) :
Question no 177 de M. Francis Van den Eynde du 17 avril 2000 (N.) :
NMBS. — Spoorlijn 50A Brussel-Vlaamse kust.
SNCB. — Ligne 50A Bruxelles-coˆte flamande.
De spoorlijn 50A Brussel-Vlaamse kust wordt zeer druk gebruikt. Bovendien is de autosnelweg BrusselVlaamse kust aan verzadiging toe.
Le trafic ferroviaire sur la ligne 50A Bruxelles-coˆte flamande est très important. L’autoroute reliant Bruxelles à la coˆte flamande est quant à elle quasi saturée.
Een uitbreiding van de treinverbinding tussen de hoofdstad en de Vlaamse kust dringt zich dus op.
Il conviendrait par conséquent d’améliorer la liaison ferroviaire entre la capitale et la coˆte flamande.
Bent u niet van mening dat het nodig is op het vak Brussel-Brugge een 15 minuten sneltreindienst te laten functioneren ?
N’estimez-vous pas qu’il serait utile d’organiser dans ce cadre un service de trains rapides avec quatre trains par heure sur le tronçon Bruxelles-Bruges ?
Antwoord : Het baanvak Brugge-Gent-Sint-Pieters wordt momenteel optimaal benuttigd door 3 ICtreinen en 1 L-trein per uur, aangevuld met P-treinen tijdens de piekuren, T-treinen tijdens het toeristisch seizoen en talrijke goederentreinen tijdens de daluren.
Réponse : Le tronçon Bruges-Gand-Saint-Pierre est actuellement desservi de façon optimale par 3 trains IC et 1 train L par heure. S’y ajoutent des trains P aux heures de pointe, des trains T en saison touristique et de nombreux trains de marchandises aux heures creuses.
Deze dienst is één van de beste van het land, en hoewel de verkeerspieken op zonnige weekends midden in de zomer uiteraard enkele problemen veroorzaken, blijven die nog veel minder erg dan op de parallelle autoweg. In de toekomst — ten vroegste in 2007 — zullen er 4 sporen komen tussen Brugge en Gent. Op dat moment kan gedacht worden aan een bijkomende verbetering van het treinbedieningsschema.
Ce service est un des meilleurs du pays, même si les pointes de trafic le weekend en plein été par beau temps posent forcément quelques problèmes, au demeurant bien moindres que sur l’autoroute parallèle. ` l’avenir et au plus toˆt en 2007, il y aura 4 voies A ` ce moment-là, une amélioraentre Bruges et Gand. A tion supplémentaire du schéma de desserte des trains pourra être envisagée.
DO 1999200011154
DO 1999200011154
Vraag nr. 191 van de heer Hugo Philtjens van 2 mei 2000 (N.) :
Question no 191 de M. Hugo Philtjens du 2 mai 2000 (N.) :
Rijexamen. — Examencentra. — Slaagpercentage van de kandidaten voor het theoretisch en praktisch examen.
Examen de conduite. — Centres d’examen. — Pourcentage de réussite des candidats aux examens théorique et pratique.
In uw antwoord op mijn vraag nr. 110 van 28 januari 2000 lees ik dat het slaagpercentage voor het praktijkexamen op tien jaar tijd redelijk stabiel is gebleven. Het nationaal gemiddelde was in 1999
En réponse à ma question no 110 du 28 janvier 2000, vous déclarez que le pourcentage de réussite à l’examen pratique est resté relativement stable au cours des dix dernières années. En 1999, le pourcen-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4252
65,5 % en voor de provincie Limburg 64 % (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 20, blz. 2229).
tage moyen national de réussite des examens était de 65,5 % et de 64 % dans la province de Limbourg (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 20, p. 2229).
1. Wat is het slaagpercentage van de kandidaten voor het theoretisch examen in respectievelijk eerste, tweede, derde en vierde zit :
1. Quel est le pourcentage de réussite des candidats à l’examen théorique respectivement en première, deuxième, troisième et quatrième session :
a) in gans het land;
a) dans l’ensemble du pays;
b) in de provincie Limburg ?
b) dans la province de Limbourg ?
2. Wat is het slaagpercentage van de kandidaten voor het praktisch examen in respectievelijk eerste, tweede, derde en vierde zit :
2. Quel est le pourcentage de réussite des candidats à l’examen pratique respectivement en première, deuxième, troisième et quatrième session :
a) in gans het land;
a) dans l’ensemble du pays;
b) in de provincie Limburg ?
b) dans la province de Limbourg ?
3. Het behalen van een rijbewijs is geen goedkope aangelegenheid. Wat is de bijdrage van de overheid in het behalen van een rijbewijs ?
3. Obtenir son permis de conduire couˆte cher. Quelle part de ce couˆt l’E´tat prend-il en charge ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid hierna de gevraagde toelichting te verstrekken.
Réponse : J’ai l’honneur de fournir ci-après les informations demandées par l’honorable membre.
1. De slaagpercentages voor 1999 voor het theoretische examen zijn :
1. Les taux de réussite en 1999 pour l’examen théorique sont les suivants :
Nationaal 1e 2e 3e 4e
poging poging poging poging
.................... .................... .................... ....................
75 90 96 98
% % % %
Limburg 65 83 92 95
National 1er essai ....................... 2e essai ........................ 3e essai ........................ 4e essai ........................
% % % %
2. De slaagpercentages voor 1999 voor het praktische examen zijn : Nationaal 1e 2e 3e 4e
poging poging poging poging
.................... .................... .................... ....................
50 80 92 97
% % % %
National 1er essai ....................... 2e essai ........................ 3e essai ........................ 4e essai ........................
% % % %
3. Er kan worden gesteld dat het behalen van een rijbewijs op zich inderdaad geen echt goedkope aangelegenheid is, indien men de kosten voor de opleiding, voor de examens en voor de aanmaak van het document zelf samentelt. Hierbij moet toch ook nog de beschouwing aan toegevoegd worden dat de kandidaat voor het rijbewijs de keuze heeft uit verschillende mogelijke scholingen, hetzij de vrije rijopleiding, hetzij door het praktisch onderricht in een rijschool te volgen, waarvan de kosten ook sterk kunnen verschillen. In verhouding tot de kosten voor het daadwerkelijke gebruik van het rijbewijs, namelijk de aankoop
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
% % % %
1999
65 83 92 95
% % % %
2. Les taux de réussite en 1999 pour l’examen pratique sont les suivants :
Limburg 49 77 91 96
75 90 96 98
Limbourg
50 80 92 97
% % % %
Limbourg 49 77 91 96
% % % %
3. Il faut bien admettre que l’obtention d’un permis de conduire n’est pas en soi une petite dépense, si l’on additionne les coûts de la formation, des examens et de ` cela, il faut la confection du document lui-même. A également encore ajouter le fait que le candidat au permis de conduire a le choix entre des apprentissages différents, soit la filière libre, soit en suivant l’enseignement dans une école de conduite, dont les coûts peuvent aussi varier considérablement. Par comparaison avec les frais qu’entraıˆne l’utilisation effective du permis de conduire, à savoir l’achat d’un véhicule, les taxes et les assurances, le carburant et l’entretien,
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4253
van een voertuig, de belastingen en verzekeringen, het brandstofverbruik en het onderhoud, is het behalen van een rijbewijs echter slechts een relatief kleine investering.
l’obtention d’un permis de conduire ne représente qu’un investissement relativement réduit.
De overheid levert, zoals het geachte lid wellicht weet, geen rechtstreekse bijdrage in het behalen van een rijbewijs, indien daarmee een financie¨le tussenkomst bedoeld wordt. Integendeel, de overheid vraagt bij de afgifte van een rijbewijs een retributie om de administratieve kosten hiervan gedeeltelijk te kunnen dekken.
Comme l’honorable membre le sait peut-être, les pouvoirs publics n’apportent aucune contribution directe pour l’obtention d’un permis de conduire, pour autant qu’on entende par-là une intervention financière. Au contraire, l’administration demande, lors de la délivrance du permis de conduire, une rétribution destinée à couvrir partiellement les frais administratifs.
De overheid levert daarentegen wel een grote bijdrage door de reglementering op het rijbewijs te blijven ontwikkelen en aanpassen, tegenwoordig voornamelijk in het kader van de harmonisering van de voorschriften binnen de Europese Unie, en toe te zien op de toepassing ervan. Verder verstrekt de administratie regelmatig voorlichting en informatie aan de bestuurders, kandidaat-bestuurders en de betrokken examencentra, gemeenten en rijscholen en pleegt zij regelmatig overleg met de representatieve belangengroepen en instellingen over deze materie.
En contrepartie, les pouvoirs publics consacrent des efforts importants pour développer, adapter et assurer le suivi de la réglementation relative au permis de conduire, actuellement principalement dans le cadre de l’harmonisation des normes au sein de l’Union européenne. En outre, l’administration veille de manière régulière à informer et à renseigner efficacement les conducteurs, les candidats-conducteurs, les centres d’examen concernés, les communes et les écoles de conduite; elle se concerte également régulièrement sur le sujet avec les groupes d’intérêt représentatifs et avec les institutions.
DO 1999200011260
DO 1999200011260
Vraag nr. 200 van de heer Georges Lenssen van 17 mei 2000 (N.) :
Question no 200 de M. Georges Lenssen du 17 mai 2000 (N.) :
Erkenning van de commissionair-expediteur en scheepsagent als tussenpersoon in het goederenvervoer. — Getuigschrift van vakbekwaamheid.
Reconnaissance de la fonction de commissionnaireexpéditeur et d’agent maritime comme intermédiaire dans le transport de marchandises. — Certificat d’aptitude professionnelle.
Momenteel zijn er vier categoriee¨n van tussenpersoon in het goederenvervoer, namelijk vervoersmakelaar, vervoerscommissionair, commissionair-expediteur en scheepsagent. Slechts de eerste twee zijn bij koninklijk besluit wettelijk gereglementeerd.
On distingue actuellement quatre types d’intermédiaires dans le secteur du transport de marchandises, à savoir : le courtier, le commissionnaire, le commissionnaire-expéditeur et l’agent maritime. Seules les deux premières catégories sont réglementées par un arrêté royal.
Eén van de voorwaarden om toegang tot het beroep te verkrijgen voor de eerste twee categoriee¨n, is het bezit van een getuigschrift van vakbekwaamheid. Deze kan momenteel vrij makkelijk bekomen worden vanuit de ervaring of via het afleggen van een examen voor het BITO (Belgisch Instituut der transportorganisatoren), na het succesvol afronden van een driejarige opleiding. Helaas zijn de onderwijsinstellingen nog niet erkend en is er dus ook geen organisatie van examens vanwege het BITO.
L’une des conditions requises pour accéder aux fonctions liées aux deux premières catégories est la possession d’un certificat d’aptitude professionnelle qui s’obtient actuellement assez facilement sur la base de l’expérience professionnelle ou par la réussite d’un examen devant l’IBOT (Institut belge des organisateurs de transport) à l’issue de trois années de formation. Malheureusement, les établissements d’enseignement ne sont pas encore reconnus et l’IBOT n’organise donc encore aucun examen.
Indien we de vergelijking verder maken met de vervoerders, stellen we vast dat het slagen voor het examen van het IWT (Instituut voor het wegtransport) zonder meer de afgifte van de vakbekwaamheid
La comparaison de cette situation avec celle des transporteurs amène à constater que la réussite de l’examen présenté devant l’ITR (Institut du transport routier) implique la délivrance d’un certificat d’apti-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4254
inhoudt, waardoor men zich de toegang tot het beroep verzekerd weet.
tude professionnelle qui garantit l’accès à la profession.
1.Wanneer zal de erkenning van de commissionairexpediteur en scheepsagent als tussenpersoon in het goederenvervoer wettelijk geregeld worden ?
1. Quand la reconnaissance des fonctions de commissionnaire-expéditeur et d’agent maritime dans le secteur du transport de marchandises sera-t-elle légalement réglementée ?
2. Het BITO is onder andere belast met het organiseren van examens voor afgestudeerden « transportorganisatoren » om het getuigschrift van vakbekwaamheid te behalen, doch het wettelijk kader voor dergelijke examens ontbreekt.
2. Alors que l’IBOT est notamment chargé d’organiser les examens pour les diploˆmés en « organisation du transport », afin qu’ils puissent obtenir le certificat d’aptitude professionnelle, il n’existe pas de cadre légal pour ces examens.
a) Wanneer zal dit wettelijk geregeld zijn ?
a) Quand ces examens seront-ils réglementés par la loi ?
b) Wanneer zullen de eerste examens plaatsvinden ?
b) Quand les premiers examens seront-ils organisés ?
3. Zal de discriminatie, in het behalen van het getuigschrift van vakbekwaamheid, in de toekomst verdwijnen tussen de vervoerders en de tussenpersonen in het goederenvervoer ?
3. Lors de l’obtention du certificat d’aptitude professionnelle, il existe une discrimination entre les transporteurs et les intermédiaires dans le secteur du transport de marchandises. Cette discrimination disparaıˆtra-t-elle dans l’avenir ?
Antwoord :
Réponse :
1. De voorbereiding van de teksten van de ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot de scheepsagenten en de commissionair-expediteurs bevindt zich in de eindfase. Na de zomer is er over deze materie een nieuw overleg gepland met de gewestregeringen.
1. Les textes des projets d’arrêtés royaux relatifs aux agents maritimes et aux commissionnairesexpéditeurs sont en phase finale de préparation. Après l’été, une nouvelle concertation sur cette matière est prévue avec les gouvernements régionaux.
Vervolgens zullen de ontwerpen van koninklijk besluit aan de Ministerraad worden voorgelegd. Tenslotte zal het advies van de Raad van State worden gevraagd alvorens ze ter bekrachtiging voor te leggen aan de Koning.
Ensuite, les projets d’arrêtés royaux seront soumis au Conseil des ministres. Enfin, l’avis du Conseil d’E´tat sera sollicité avant la présentation à la sanction royale.
2. De ontwerpen van koninklijk besluit vertrouwen de organisatie en de praktische modaliteiten van de examens alsmede de erkenning van instituten toe aan de minister. De ministerie¨le uitvoeringsbesluiten, die eveneens in voorbereiding zijn, zullen op hetzelfde ogenblik in werking treden als de nieuwe reglementering.
2. Les projets d’arrêtés royaux confient au ministre l’organisation et les modalités pratiques des examens ainsi que la reconnaissance d’instituts. Les arrêtés ministériels d’exécution, qui sont également en préparation, entreront en vigueur en même temps que la nouvelle réglementation.
3. Er dient geen vergelijking te worden gemaakt tussen de verkrijging van de beroepsbekwaamheid van tussenpersoon in het vervoer en die van ondernemer van vervoer van goederen over de weg, die het resultaat is van de omzetting van een Europese richtlijn.
3. Il n’y a pas lieu de comparer l’acquisition de la compétence professionnelle d’auxiliaire de transport avec celle d’entrepreneur pour le transport routier de marchandises qui résulte de la transposition d’une directive européenne.
De toegang tot het beroep van tussenpersoon in het vervoer is niet gereglementeerd in de ganse Europese Unie.
L’accès à la profession d’auxiliaire de transport n’est pas réglementé dans l’ensemble de l’Union européenne.
Ten andere is de toegang tot deze beroepen onderworpen aan andere voorwaarden die verschillend kunnen zijn, zoals de eerbaarheid en de financie¨le draagkracht.
Par ailleurs, l’accès à ces professions est aussi subordonné à d’autres conditions, telles que l’honorabilité et la capacité financière, qui sont également différentes.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4255
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Consumentenzaken
Protection de la consommation
DO 1999200011390
DO 1999200011390
Vraag nr. 50 van de heer Luc Paque van 7 juni 2000 (Fr.) :
Question no 50 de M. Luc Paque du 7 juin 2000 (Fr.) :
Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000.
Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000.
Kunt u mij voor de onderscheiden departementen die onder uw bevoegdheid ressorteren, aangeven welke bedragen rechtstreeks of onrechtstreeks naar het Europees voetbalkampioenschap (Euro 2000) gaan en onder welke begrotingsartikelen zij worden uitgetrokken ?
Pourriez-vous communiquer les montants des budgets affectés directement ou indirectement à l’organisation du Championnat d’Europe de football (Euro 2000), ainsi que les articles budgétaires concernés dans les différents départements relevant de vos compétences ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.
Wat betreft de diensten van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu die onder mijn bevoegdheid ressorteren, kan ik u het volgende meedelen.
En ce qui concerne les services du ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement qui ressortent de ma compétence, j’ai l’honneur de vous communiquer les informations suivantes.
Er is geen enkel budget voorzien voor de dienst van de Algemene Eetwareninspectie in het kader van het Europees voetbalkampioenschap.
Aucun budget n’a été prévu pour le service de l’Inspection générale des denrées alimentaires dans le cadre du Championnat d’Europe de football.
Wat betreft de diensten van het ministerie van Economische Zaken die onder mijn bevoegheid ressorteren, verwijs ik u naar het antwoord van mijn collega van Economie. (Vraag nr. 79 van 7 juni 2000.)
En ce qui concerne les services du ministère des Affaires économiques qui ressortent de ma compétence, je vous renvoie à la réponse de mon collègue de l’E´conomie. (Question no 79 du 7 juin 2000.)
Volksgezondheid
Santé publique
DO 1999200011170
DO 1999200011170
Vraag nr. 120 van mevrouw Annemie Van De Casteele van 3 mei 2000 (N.) :
Question no 120 de Mme Annemie Van De Casteele du 3 mai 2000 (N.) :
Financiering van het Instituut voor veterinaire keuring (IVK).
Financement de l’Institut d’expertise vétérinaire (IEV).
Herhaaldelijk werd u ondervraagd over de financiering van het Instituut voor veterinaire keuring (IVK). Daarbij kondigde u aan dat u in overleg met de sector werkte aan een nieuw koninklijk besluit houdende een definitieve regeling die een betere spreiding zou geven van de keuringsrechten over de sectoren en die de wensen van de kleine slachthuizen zou overstijgen.
Vous avez été interrogé à plusieurs reprises sur le financement de l’Institut d’expertise vétérinaire (IEV). Vous avez indiqué que vous préparez, en collaboration avec le secteur, un nouvel arrêté royal qui portera un règlement définitif, assurera une meilleure répartition des droits d’expertise entre les secteurs et ira même audelà des revendications des petits abattoirs.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
547
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4256
1. Is het nieuwe koninklijk besluit ondertussen klaar ? 2. Met welke organisaties of vertegenwoordigers van de sector heeft u daarover overleg gepleegd ?
1. Ce nouvel arrêté royal est-il prêt ? 2. Avec quelles organisations ou quels représentants du secteur vous êtes-vous concerté à ce sujet ?
3. Welke overgangsmaatregelen worden er genomen ?
3. Quelles mesures transitoires sont prévues ?
4. a) Welke bedragen heeft het IVK gefactureerd in 1999 ?
4. a) Quels montants l’IEV a-t-il facturés en 1999 ?
b) Welke bedragen waren dat in de voorgaande jaren ?
b) Quels montants ont été facturés les années précédentes ?
5. Hoeveel van het totaal aantal facturen werd geı¨nd en voor welk bedrag ?
5. Combien de factures ont été perçues et quel montant représentent-elles ?
6. Zullen worden ?
ingevorderd
6. Les montants des factures non payées seront-ils récupérés ?
7. De minister zou onderzoeken in hoeverre voor kleine slachthuizen andere regelingen mogelijk en/of noodzakelijk waren. Wat is de stand van zaken ?
7. Vous avez déclaré que vous examineriez l’opportunité de prendre d’autres règlements pour les petits abattoirs. Qu’en est-il ?
niet-betaalde
facturen
Antwoord :
Réponse :
1. Vo´o´r de oprichting van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen zal geen nieuw financieringssysteem worden uitgevaardigd bij koninklijk besluit.
1. Avant la création de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire, aucun nouveau système de financement ne sera mis en place par arrêté royal.
2 en 3. Bijgevolg werd daaromtrent geen overleg gepleegd met de sectoren en werden geen overgangsmaatregelen genomen.
2 et 3. Par conséquent, il n’y a aucune concertation avec les secteurs, ni mesures transitoires.
4. De aan het Instituut verschuldigde bedragen (in Belgische frank) door de slachthuizen grootvee en pluimvee per jaartal zijn respectievelijk :
4. Les montants (en francs belges) dus à l’Institut par les abattoirs gros bétail et volailles sont établis par années :
Jaartal
Grootvee
Pluimvee
Année
Gros bétail
Volailles
1999 1998 1997 1996 1995 1994
750 066 305 1 859 462 122 1 620 619 039 1 791 958 013 1 571 617 221 1 582 504 718
212 523 956 501 355 538 412 361 133 377 349 523 304 246 231 324 303 045
1999 1998 1997 1996 1995 1994
750 066 305 1 859 462 122 1 620 619 039 1 791 958 013 1 571 617 221 1 582 504 718
212 523 956 501 355 538 412 361 133 377 349 523 304 246 231 324 303 045
5. In 1999 werden door de slachthuizen grootvee 1 052 facturen betaald voor een bedrag van 587 229 378 frank op een totaal van 1 256 facturen voor een bedrag van 750 066 305 frank.
5. En 1999, les abattoirs gros bétail ont payé 1 052 factures pour un montant total de 587 229 378 francs sur un total de 1 256 factures pour un montant de 750 066 305 francs.
In 1999 werden door de pluimveeslachthuizen 1 047 facturen betaald voor een bedrag van 168 693 455 frank op een totaal van 1 136 facturen voor een bedrag van 212 523 956 frank.
En 1999, les abattoirs de volailles ont payé 1 047 factures pour un montant total de 168 693 455 francs sur un total de 1 136 factures pour un montant de 212 523 956 francs.
Evenwel loopt de betalingstermijn van de facturen van december 1999 tot eind januari 2000.
Les factures de décembre 1999 viennent à échéance le 31 janvier 2000.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4257
In de voorgaande jaren werd het systeem van de facturatie niet toegepast. 6. De niet betaalde bedragen zullen worden ingevorderd.
Les années précédentes, le système de facturation n’était pas d’application. 6. Les montants non payés seront perçus.
7. Op dit ogenblik is een ontwerp van wet uitgewerkt strekkende tot wijziging en bekrachtiging van het koninklijk besluit van 28 september 1999 betreffende de financiering van het Instituut voor veterinaire keuring. Na goedkeuring door de Ministerraad zal dit ontwerp in een programmawet worden opgenomen.
` l’heure actuelle, une proposition de loi est 7. A élaborée visant à modifier et à confirmer l’arrêté royal du 28 septembre 1999 relatif au financement de l’Institut d’expertise vétérinaire. Ce projet sera intégré dans une loi programme après approbation du Conseil des ministres.
De wijzigingen aan het huidige financieringssysteem die in dit wetsontwerp zijn vervat hebben tot doel het systeem aan te passen waar dit nodig is gebleken.
Les modifications au système actuel de financement reprises dans cette proposition de loi ont pour but d’adapter le système de financement existant dans la mesure où cela est apparu nécessaire.
Meer in het bijzonder wordt voorzien in een aangepast tarief voor de EG-erkende slachthuizen voor gevogelte met een laag slachtritme en in een wijziging van het bedrag van de rechten bestemd om de algemene kosten te dekken, zodat dan iedere inrichting op een uniforme wijze bijdraagt à rato van 0,10 frank per kilo.
En particulier, cela consiste en un tarif approprié pour les abattoirs de volailles agréés pour la CE avec un rythme d’abattage peu élevé et en une modification du montant des droits destinés à couvrir les frais administratifs de façon à uniformiser la participation de chaque établissement à raison de 0,10 francs par kilo.
DO 1999200011240
DO 1999200011240
Vraag nr. 128 van de heer Claude Eerdekens van 15 mei 2000 (Fr.) : Tuinschermen. — Aanwezigheid van arseen.
Question no 128 de M. Claude Eerdekens du 15 mai 2000 (Fr.) : E´crans de jardin. — Présence d’arsenic.
Volgens Test Aankoop (nr. 432 van mei 2000) laten de kwaliteit en meer nog, de aard van de impregnatie van tuinschermen te wensen over.
Selon Test Achats (no 432 de mai 2000) la qualité et, plus encore, la nature de l’imprégnation des écrans de jardin laissent à désirer.
De aanwezigheid van het uiterst giftige arseen is onaanvaardbaar. De aard van de gebruikte producten heeft uiteraard een belangrijk effect op ons milieu. De meeste van die producten bevatten zouten van zware metalen (koper, chroom, arseen, enz.) die in de bodem kunnen dringen.
La présence d’arsenic, particulièrement toxique, est inadmissible. Il est évident que la nature des produits utilisés joue un roˆle considérable sur notre environnement. La plupart sont à base d’un mélange de sels de métaux lourds (cuivre, chrome, arsenic, etc.) qui peut s’infiltrer dans le sol.
1. a) Hoe is zoiets mogelijk ?
1. a) Comment une telle situation est-elle possible ?
b) Welke controles worden uitgevoerd ?
b) Quels sont les controˆles effectués ?
2. Zou men het gebruik van arseen in tuinschermen niet moeten verbieden ?
2. L’arsenic ne devrait-il pas être banni des écrans de jardin ?
3. Welke maatregelen heeft u dienaangaande al getroffen om de gezondheid van de consumenten te beschermen ?
3. Quelles dispositions avez-vous déjà prises en cette matière pour préserver la santé des consommateurs ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.
1. a) In dit verband wil ik opmerken dat alvorens een
1. ` ce sujet, je tiens à faire remarquer qu’un agent de a) A
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4258
houtverduurzamingsmiddel op de markt mag worden gebracht er een toelating moet worden afgeleverd door het ministerie van Volksgezondheid. Deze toelating wordt gegeven op eensluidend advies van de Hoge Gezondheidsraad. De Hoge Gezondheidsraad bepaalt tevens de gebruiksvoorwaarden, de gebruiksbeperkingen en veiligheidsmaatregelen. Volgens richtlijn 76/769/EEG mogen houtverduurzamingsmiddelen op basis van arseenverbindingen nog toegelaten worden als het gaat om oplossingen van anorganische zouten die koper, chroom en arseen bevatten en die worden gebruikt in industrie¨le installaties voor het impregneren van hout onder vacuu¨m of druk. De thans op de Belgische markt zijnde houtverduurzamingsmiddelen op basis van arseen zijn de CCA-producten van het type C die gekenmerkt worden door een laag arseengehalte en een minimale componentenuitloging. Bij de evaluatie van de dossiers wordt steeds gestreefd naar een zo laag mogelijke toepassingsdosis zonder hierbij de efficie¨ntie voor de beoogde toepassingen in het gedrang te brengen. In de bestaande toelatingsaktes is opgelegd dat de producten uitsluitend mogen gebruikt worden in industrie¨le installaties voor het impregneren van hout onder vacuu¨m of onder druk, door industrie¨le drenkingsstations, die een vergunning tot aanwenden hebben bij het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Het standpunt dat de Hoge Gezondheidsraad op dit moment heeft ingenomen aangaande dit type houtverduurzamingsmiddelen is het volgende : Aangezien de CCA-problematiek op Europees vlak besproken wordt, en bij gebrek aan concrete richtlijnen op Europees niveau voor het beperken van dergelijke middelen, wenst de Hoge Gezondheidsraad, hoewel de discussie over een beperking tot de risicoklassen 3 tot en met 5 reeds wordt gevoerd, nog geen specifieke gebruiksbeperkingen op te leggen voor deze houtverduurzamingsmiddelen. Het spreekt vanzelf dat de Raad alle alternatieve preparaten aanmoedigt, voornamelijk wat de risicoklassen 1 en 2 betreft. De toelatingstermijn voor alle houtverduurzamingsmiddelen op basis van CCA-metaalzouten werd beperkt. Alle bestaande toelatingen zijn nog geldig tot 31 december 2001. Intussentijd zal de Hoge Gezondheidsraad de ecotoxicologische dossiers ten gronde evalueren. b) Er dient te worden vermeld dat de structuur van de houtbescherming in Belgie¨ berust op drie schakels. Vooreerst moet elk houtverduurzamingsmiddel
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
protection du bois ne peut être mis sur le marché que s’il a fait l’objet d’une autorisation du ministère de la Santé publique. Ladite autorisation est accordée sur avis conforme du Conseil supérieur d’hygiène. Le Conseil supérieur d’hygiène détermine, en outre, les conditions d’utilisation, les limites dont est assortie l’utilisation et les mesures de sécurité. Aux termes de la directive 76/769/CEE les agents de protection du bois à base de composés d’arsenic peuvent encore être autorisés s’il s’agit de solutions de sels anorganiques contenant du cuivre, du chrome et de l’arsenic et qui sont utilisés dans les installations industrielles pour l’imprégnation du bois sous vide ou sous pression. Les agents de protection du bois à la base d’arsenic actuellement sur le marché sont les produits CCA du type C caractérisés par une faible teneur en arsenic et une lixiviation minimale des composants. Lors de l’évaluation des dossiers, l’on tente toujours d’arriver à une dose aussi réduite que possible sans toutefois compromettre l’efficacité pour les applications visées. Les actes d’autorisation existants stipulent que les produits ne peuvent être utilisés que dans des installations industrielles pour l’imprégnation du bois sous vide ou sous pression qui disposent d’une autorisation à cet effet délivrée par le ministère de l’Emploi et du Travail. Le point de vue adopté actuellement par le Conseil supérieur d’hygiène au sujet de cet agent de protection du bois se présente comme suit : E´tant donné que la problématique CCA est discutée sur le plan européen et en l’absence de directives européennes concrètes visant la limitation de l’utilisation de tels produits, le Conseil supérieur d’hygiène ne tient pas encore à imposer de réductions spécifiques de l’utilisation de ces agents de protection du bois, même si la discussion sur une limitation aux catégories de risques 3 à 5 compris est déjà en cours. Il va de soi que le Conseil encourage toutes les préparations alternatives, surtout en ce qui concerne les catégories de risques 1 et 2. Le délai de validité des autorisations pour tous les agents de protection du bois à base des sels métalliques CCA a été limité. Toutes les autorisations existantes sont encore valables jusqu’au 31 décembre 2001. Entre-temps, le Conseil supérieur d’hygiène procédera à une évaluation approfondie des dossiers écotoxicologiques. b) Signalons que la structure de la protection du bois en Belgique repose sur trois éléments. Tout d’abord, tout agent de protection du bois doit faire
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4259
een toelating bekomen van het ministerie van Volksgezondheid, afgeleverd na wetenschappelijke evaluatie (toxiciteit, ecotoxiteit, efficaciteit) van het aanvraagdossier door de Hoge Gezondheidsraad, en waarbij, indien noodzakelijk, toelatingsbeperkingen worden opgelegd. De inspecteurs van de dienst risicobeheersing van het ministerie van Volksgezondheid zijn bevoegd voor controle en toezicht van de op de markt zijnde producten. De volgende twee stappen, hoewel niet verplicht, zijn het doorlopen van een homologatieprocedure en de technische goedkeuring (ATG). Op te merken valt dat de houtverduurzamingsmiddelen op basis van metaalzouten bijna uitsluitend onder de door de Belgische Vereniging voor de houtbescherming (BVBH) gehomologeerde producten met ATG-certificaat worden aangetroffen. De homologatie van dergelijk type producten die bestemd zijn voor de professioneelindustrie¨le sector wordt gegeven door een expertencollege van de Belgische Vereniging voor de houtbescherming en heeft betrekking op de biologische werkzaamheid van de producten, welke dient te steunen op de vigerende Europese normvoorschriften voor de beproeving van de effectiviteit van de producten tegenover de diverse biologische aantastingsorganismen. De verschillende homologaties worden toegekend op basis van het vereiste beschermingsniveau in de verschillende risicoklassen. Voor elk product wordt de kritische waarde, dit wil zeggen de minimale dosis nodig om de vereiste weerstand tegen aantasting in de betreffende risicoklasse te verzekeren, vastgelegd. Houtverduurzamingsmiddelen met BVBHhomologatie worden op regelmatige tijdstippen gecontroleerd en hergee¨valueerd. De derde schakel zorgt voor de waarborg dat de producten op een juiste wijze in de praktijk worden aangewend. Dit is vervat in de technische goedkeuring (ATG) die verleend wordt door de dienst kwaliteit — directie goedkeuringen en voorschriften van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur. Elk goedgekeurd houtverduurzamingsmiddel krijgt het ATG-certificaat waarin een beschrijving wordt gegeven van de voorgeschreven beschermingsmethoden voor het betreffende product. Het feit dat dergelijke producten uitsluitend mogen worden gebruikt door industrie¨le drenkingsstations die een erkenning hebben bij het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid maakt de cirkel rond. Bij dit alles zijn ook de gebruikers betrokken via de inspraak en controle van verschillende representatieve organisaties als het Technisch Centrum voor
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
l’objet d’une autorisation délivrée par le ministère de la Santé publique après évaluation scientifique (toxicité, écotoxicité, efficacité) du dossier de demande par le Conseil supérieur d’hygiène et imposition, le cas échéant, de limites à l’utilisation. Les inspecteurs du service maıˆtrise des risques du ministère de la Santé publique sont compétents pour le controˆle et la surveillance des produits présents sur le marché. Les deux étapes suivantes, bien que non obligatoires, concernent la procédure d’homologation et l’agrément technique (ATG). Il faut remarquer que les agents de protection du bois à base de sels métalliques regroupent pour ainsi dire exclusivement des produits homologués par l’Association belge de protection du bois (ABPB) dotés d’un certificat ATG. L’homologation de ce type de produits destinés au secteur professionnel et industriel est confiée à un collège d’experts de l’Association belge de protection du bois et porte sur l’activité biologique des produits qui doit être déterminée, sur base des normes européennes en vigueur, par la mise à l’essai de l’efficacité des produits à l’égard des différents organismes d’infestation biologique. Les homologations sont accordées sur la base du niveau de protection imposé dans les différentes catégories de risques. La valeur critique (la dose minimale requise pour assurer la résistance recherchée contre l’infestation dans les différentes catégories de risques) est déterminée. Les agents de protection du bois avec homologation ABPB sont controˆlés et réévalués régulièrement.
Le troisième élément garantit que les produits sont utilisés correctement. Cette garantie est reprise dans l’agrément technique (ATG) délivré par le service qualité — direction agrément et spécifications du ministère des Communications et de l’Infrastructure. Tout agent de protection du bois agréé reçoit un certificat qui donne une description des méthodes de protection recommandées pour le produit visé.
Le fait que ces produits ne puissent être utilisés que dans des stations d’imprégnation industrielles agréées par le ministère de l’Emploi et du Travail ferme la boucle. Les utilisateurs sont également impliqués, par le biais de la participation et du controˆle de différentes organisations représentatives telles le Centre
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4260
de houtnijverheid, het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het bouwbedrijf en het controlebureau SECO.
technique de l’industrie du bois, le Centre scientifique et technique de la construction et le bureau de controˆle SECO.
2. Strikt genomen kunnen voor de behandeling van de bovengrondse delen van het tuinhout alternatieve producten worden gebruikt die geen metaalzouten bevatten. Wat betreft de behandeling van de ondergrondse delen zijn producten op basis van arseen te vermijden. Het gebruik van producten op basis van koper en/of chroomzouten zijn op dit ogenblik niet uit te sluiten.
2. Stricto sensu, le traitement des parties de surface du bois de jardin pourrait être réalisé au moyen de produits de remplacement, ne contenant pas de sels métalliques. Pour ce qui est de la protection des parties souterraines, l’utilisation de produits à base d’arsenic doit être évitée. Le recours aux produits à base de sels de cuivre et/ou de chrome est invévitable à l’heure actuelle.
In dit verband dient nog wel opgemerkt te worden dat eens op advies van de Hoge Gezondheidsraad zou moeten overgegaan worden tot beperkende maatregelen, het van belang is dat deze maatregelen voldoende gemotiveerd zijn opdat ze de toetsing op internationaal en Europees vlak kunnen doorstaan, zodat we niet het risico lopen dat de getroffen maatregelen door de andere Europese landen worden genegeerd. Ontwerpen van technische voorschriften die strekken tot beperking van de verhandeling of het gebruik van een stof moeten immers in het raam van richtlijn 98/34/EG aan de Europese Unie genotificeerd worden.
Précisons à cet égard que des mesures limitatives devraient être prises sur avis du Conseil supérieur d’hygiène; l’important est cependant que ces mesures soient suffisamment motivées pour pouvoir faire face à l’évaluation internationale et européenne et d’éviter ainsi que ces mesures ne soient ignorées par les autres pays européens. Les projets de normes techniques visant à limiter le commerce ou l’utilisation d’une substance doivent effectivement être notifiés à l’Union européenne dans le cadre de la directive 98/34/CE.
3. Hiervoor verwijs ik naar de onder rubriek 1 aangehaalde rol van de Hoge Gezondheidsraad in het verlenen van toelatingen voor biociden. De Hoge Gezondheidsraad legt de etikettering en de gebruiksvoorwaarden op zodanig dat normaal gebruik van de producten geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van mens, dier en milieu.
3. Je renvoie à cet égard au roˆle du Conseil supérieur d’hygiène dans l’octroi des autorisations pour les biocides visé à la rubrique 1. Le Conseil supérieur d’hygiène impose les normes en matière d’étiquetage de même que les conditions d’utilisation de telle manière que l’usage normal de ces produits ne génère pas de risques inacceptables pour l’homme, l’animal et l’environnement.
De producten zijn voorbehouden voor industrieel gebruik en enkel toe te passen door industrie¨le drenkingsstations die een erkenning bezitten van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. De geldigheidsduur van de toelating werd beperkt tot 31 december 2001 in afwachting van de resultaten van de bespreking van de CCA-dossiers op Europees niveau, waarna eventueel bijkomende maatregelen kunnen genomen worden.
Les produits visés sont réservés à l’usage industriel et ne peuvent être utilisés que par les stations d’imprégnation industrielles détenant une autorisation délivrée par le ministère de l’Emploi et du Travail. La durée de validité de l’autorisation est limitée au 31 décembre 2001 en attendant les résultats des discussions des dossiers CCA au niveau européen, après quoi des mesures complémentaires pourront éventuellement être prises.
Tot slot wil ik nog opmerken dat uitloging naar bodem en grondwater slechts één milieuimpact is die wordt veroorzaakt door het gebruik van dergelijke producten, waarbij deskundigen er van uitgaan dat indien de verduurzaming en het daarop volgende fixatieproces goed zijn uitgevoerd er slechts geringe hoeveelheden metaalzouten uitlogen naar bodem en grondwater. Belangrijker zijn de stadia waarop behandeld hout in de afvalcyclus (storten, verbranden) terechtkomt. Op dat moment kan er van uitgegaan worden dat vrijwel alle verduurzamende componenten die in het hout zaten, in het milieu terecht komen. In een recente studie « CCA-hout duurzaam verwijderd » uitgevoerd door TAUW BV in opdracht van het
Je voudrais enfin préciser que l’écoulement dans le sol et les eaux souterraines n’est que l’un des effets environnementaux de l’utilisation de tels produits; les experts estiment toutefois que si le traitement et le processus fixation sont bien effectués, seules des quantités limitées de sels métalliques pollueront le sol et les eaux souterraines. Plus importants sont les stades dans lesquels le bois traité atteint le cycle des déchets (mise ` ce moment, l’on peut en décharge, incinération). A admettre que toutes les composantes traitées du bois vont intégrer l’environnement. Une étude récente « CCA-hout duurzaam verwijderd » réalisée par TAUW BV à la demande du ministère néerlandais VROM, direction déchets (1999) a examiné si
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4261
Nederlandse ministerie VROM, directie afvalstoffen (1999) heeft men nagegaan of er gezondheidsrisico’s voor de mens bestaan na blootstelling aan koper, chroom of arseen. Verschillende blootstellingsscenario’s werden bekeken, waarbij steeds werd uitgegaan van een worst-case scenario. Er werden geen ontoelaatbare gezondheids-risico’s weergevonden.
l’exposition au cuivre, au chrome ou à l’arsenic engendrait des risques sanitaires pour l’homme. Plusieurs scénarios d’exposition ont été examinés en partant chaque fois du scénario le plus défavorable. Aucun risque intolérable pour la santé n’a été découvert.
Naast de afvalproblematiek rond verduurzamingsmiddelen, die niet enkel opgelost kan worden door een verbod op de producten zelf, bestaat er ook nog de problematiek rond de import van verduurzaamd hout afkomstig uit andere landen.
Outre la problématique des déchets des produits de protection du bois, qui ne peut être résolue uniquement par l’interdiction des produits eux-mêmes, il faut tenir compte aussi de l’importation de bois traité en provenance d’autres pays.
De CCA-problematiek is dus niet enkel een Belgische probleem maar moet in een breder kader bekeken worden. Maatregelen moeten dan ook in een internationale context genomen worden.
La problématique CCA ne se pose donc pas uniquement en Belgique mais doit être examinée dans un cadre plus large et les mesures doivent être prises dans un contexte international.
DO 1999200011284
DO 1999200011284
Vraag nr. 132 van de heer André Frédéric van 22 mei 2000 (Fr.) :
Question no 132 de M. André Frédéric du 22 mai 2000 (Fr.) :
Piercings en tatoeages.
Piercings et tatouages.
Het aanbrengen van piercings en tatoeages is niet bij wet geregeld. Aangezien bij het doorboren van de huid, met de bedoeling er een gekleurd pigment of een vreemd lichaam in aan te brengen, een infectie kan worden overgedragen (aids, hepatitis, allergiee¨n, enz.), zou men mogen aannemen dat zodanige voorzorgsmaatregelen vereist zijn dat enkel daartoe bevoegde personen piercings en tatoeages mogen aanbrengen. Tatoeages kunnen bovendien enkel met behulp van chirurgische technieken worden verwijderd. Een dergelijke verwijdering zou dan ook een medische verrichting zijn.
Il existe un flou législatif en matière de piercing et de tatouage. Dans la mesure ou` le percement de la peau, afin d’y déposer un pigment coloré ou d’y inclure un corps étranger, fait courir un risque de transmission d’infection (sida, hépatite, allergies, etc.), on pourrait considérer qu’il réclame des précautions telles qu’il ne pourrait être réalisé que par une personne duˆment habilitée. De plus, l’enlèvement du tatouage ne peut être effectué qu’à l’aide de techniques chirurgicales et constituerait ainsi un acte médical.
1. a) Moeten minderjarige kinderen de toestemming van hun ouders hebben om een piercing of tatoeage te laten aanbrengen ?
1. a) Les enfants mineurs doivent-ils avoir une autorisation parentale en matière de piercing ou de tatouage ?
b) Aan welke regels dient die toestemming te beantwoorden ?
b) Selon quelles modalités ?
2. Wat kunnen getatoee¨erde of gepiercete personen ondernemen wanneer zij een infectie hebben of met een ander ernstig probleem worden geconfronteerd ?
2. Si un tatoué ou un « piercé » se plaignait d’une infection ou d’un autre problème grave, de quels moyens d’action disposerait-il ?
3. Wordt de verwijdering van een tatoeage als een medische verrichting beschouwd ?
3. L’enlèvement d’un tatouage est-il considéré comme un acte médical ?
4. a) Hoeveel probleemgevallen werden tot nu opgetekend ?
4. a) Combien de cas problématiques ont été recensés à ce jour ?
b) Met welke eventuele gevolgen ?
b) Avec quelles suites éventuelles ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4262
5. Kan een piercing, in de strikte zin van de wet, met een vorm van vrijwillige slagen en verwondingen worden gelijkgesteld ?
5. Le piercing, au sens strict de la loi, peut-il être assimilé à une forme de coups et blessures volontaires ?
6. a) Welke garanties op het stuk van de gezondheid moeten in het kader van die praktijken in acht worden genomen ?
6. a) Quelles garanties sanitaires doivent être respectées dans ces pratiques ?
b) Op grond van welke wettelijke grondslag ?
b) Selon quelle base légale ?
7. a) Moeten de personen die piercings en tatoeages aanbrengen een bijzondere opleiding hebben genoten ?
7. a) Le personnel concerné par ces pratiques doit-il faire l’objet d’une qualification particulière ?
b) Welke ?
b) Laquelle ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Het lijkt mij nuttig dat mijn collega, de minister van Justitie eveneens over deze problematiek wordt ondervraagd. Uit de rechtspraak blijkt dat : « sinds de wet van 13 april 1995 het begrip « bestuur over de persoon en over de goederen » van gezamenlijke kinderen vervangen is door dat van ouderlijk gezag.
1. a) Il me semble que mon collègue le ministre de la Justice pourrait utilement être conjointement interrogé sur cette problématique. Il ressort de la jurisprudence que « depuis la loi du 13 avril 1995, le concept « administration de la personne et des biens » des enfants communs a été remplacé par celui d’autorité parentale.
Dat ouderlijk gezag houdt tegelijkertijd het recht in om het kind te huisvesten en het recht om ervoor te zorgen. De huisvesting omvat het recht om het kind voortdurend bij zich te hebben en het recht om ervoor te zorgen omvat het recht om alle beslissingen te nemen in verband met de opvoeding van het kind. Het is niet omdat een kind een tijd bij de ouder verblijft die het ouderlijk gezag niet uitoefent op hem dat het hoederecht overgedragen wordt, als het ouderlijk gezag exclusief aan de andere ouder is toegekend » (hof van beroep van Brussel, burgerlijke kamers, 8e kamer, 12 mei 1998).
Cette autorité parentale comporte à la fois le droit d’héberger l’enfant et le droit d’en prendre soin. L’hébergement implique le droit de conserver continuellement l’enfant chez soi et les soins le droit de prendre toutes les décisions qui doivent assurer l’éducation de l’enfant. Le seul fait qu’un enfant loge durant un temps chez celui de ses parents qui n’exerce pas sur lui l’autorité parentale n’implique pas transfert de sa garde, si l’autorité parentale a été confiée exclusivement à l’autre » (cour d’appel de Bruxelles, chambres civiles, 8e chambre, 12 mai 1998).
Dus, als men van mening is dat het al dan niet toelaten van een piercing of een tatoeage een beslissing vormt die in de lijn ligt van de opvoeding van het kind, dan valt dit inderdaad onder het ouderlijk gezag. De manier waarop het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend is natuurlijk afhankelijk van de cultuur waartoe de betrokkenen behoren (bijvoorbeeld een tijdelijk modeverschijnsel of een echte daad van tribale of etnische identificatie).
Dès lors, si l’on considère que le piercing ou le tatouage dans son autorisation ou son refus, constitue une prise de décision s’inscrivant dans le cadre de l’éducation de l’enfant, celle-ci relève alors effectivement de l’autorité parentale. Le mode d’exercice de l’autorité parentale est bien entendu à nuancer suivant la culture à laquelle appartiennent les intéressés (phénomène de mode temporaire ou véritable acte d’identification tribal ou ethnique par exemple).
b) Elke ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft het recht om eender welke beslissing te nemen in het kader van de opvoeding van het kind.
b) Tout parent qui exerce l’autorité parentale a le droit de prendre toute décision dans le cadre de l’éducation de l’enfant.
2. In voorkomend geval kan de persoon die een tatoeage of een piercing heeft ondergaan, zich wenden tot de gezondheidsinspecteur van de betrokken Provinciale Geneeskundige Commissie. Met het oog op een
2. En cas de survenance d’un tel problème, le tatoué ou le « piercé » peut le signaler à l’inspecteur d’hygiène de la Commission médicale provinciale concernée. En vue d’une demande de dédommagement, le plaignant
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4263
schaderegeling kan de klager zich burgerlijke partij stellen tegen de persoon die de tatoeage of piercing heeft uitgevoerd.
peut entamer une procédure en responsabilité civile contre le tatoueur ou le « pierceur ».
3. De wegname van een tatoeage wordt niet beschouwd als een medische handeling gezien de voormelde handeling niet beantwoordt aan de definitie die in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 is opgenomen. De voormelde handeling wordt inderdaad niet gewoonlijk verricht. Bovendien heeft de voormelde handeling niet tot doel om de gezondheidstoestand te onderzoeken, noch om ziekten en gebrekkigheden op te sporen, noch om een diagnose te stellen, noch om een fysieke of psychische, werkelijke of vermeende pathologische toestand te behandelen, noch om een inenting uit te voeren.
3. L’enlèvement d’un tatouage n’est pas considéré comme un acte médical étant donné que cet acte ne répond pas à la définition de l’exercice illégal de l’art médical telle que reprise dans l’article 2 de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967. En effet, cet acte n’est pas accompli de manière habituelle. De plus, il ne s’agit ni d’un examen de l’état de santé ni du dépistage de maladies et déficiences ni de l’établissement d’un diagnostic ni de l’instauration ou de l’exécution du traitement d’un état pathologique, physique ou psychique, réel ou supposé ni d’une vaccination.
4. Op het ogenblik zijn er geen cijfers beschikbaar inzake problematische gevallen van tatoeage en piercing. De eventuele gevallen van infectie en de andere problemen die verband houden met tatoeage en piercing maken het voorwerp uit van een raadpleging bij de huisarts of bij de specialist, doch de voormelde gevallen worden niet becijferd.
` l’heure actuelle, il n’existe pas de recensement 4. A des cas problématiques de tatouage ou de « piercing ». Les cas d’infection éventuels et les autres problèmes engendrés par ces techniques font l’objet de consultations chez un médecin généraliste ou un spécialiste mais ces cas ne sont pas recensés.
5. Een arrest van het Hof van Cassatie (Nederlandse afdeling, tweede kamer, 6 januari 1998) bepaalt het volgende : « [terwijl] de wettelijke begrippen « slagen » en « verwondingen » evolutief moeten worden geı¨nterpreteerd, rekening houdend met de veranderende maatschappelijke en culturele opvattingen; aldus bepaalde aantastingen van andermans lichamelijke integriteit, zoals tatoeage, piercing, esthetische chirurgie, sterilisatie of besnijdenis, buiten de toepassing van de strafwet vallen, wanneer zij geschieden met toestemming van de persoon op wie zij worden verricht [...] ».
5. « Les notions légales de « coups » et « blessures » doivent être interprétées de manière évolutive, compte tenu de l’évolution des opinions sociales et culturelles; qu’ainsi, des atteintes déterminées à l’intégrité corporelle d’autrui, telle que le tatouage, le piercing, la chirurgie esthétique, la stérilisation ou la circoncision ne sont pas soumises à l’application de la loi pénale lorsqu’elles ont lieu avec le consentement de la personne qui les subit; » tel que cela ressort d’un arrêt de la Cour de cassation, section néerlandaise, deuxième chambre, 6 janvier 1998.
Uit hetzelfde arrest blijkt aldus dat het niet uitgesloten is dat een gedraging, ook al levert zij al de constitutieve bestanddelen van artikel 398 van het Strafwetboek en volgende op, toch niet strafwaardig is als de interne wet deze gedraging impliciet toelaat, hetgeen het geval is onder meer voor chirurgische ingrepen, bepaalde sportactiviteiten, het tuchtigingsrecht van ouders, tatoeage, piercing (L. Dupont en R. Verstraeten, Handboek Belgisch Strafrecht, nr. 393).
Qu’ainsi sur base du même arrêt, il n’est pas exclu que, tout en comportant les éléments constitutifs prévus par les articles 398 et suivants du Code pénal, un comportement ne donne pas lieu à une peine si la loi interne autorise ce comportement de manière implicite, ce qui est le cas, notamment, pour des opérations chirurgicales, certaines activités sportives, le droit des parents de chaˆtier, le tatouage et le piercing (L. Dupont et R. Verstraeten, « Handboek Belgisch Strafrecht », no 393).
Luidens de artikelen 392 en 398 van het Strafwetboek moeten als opzettelijke slagen en verwondingen in de zin van de strafwet worden verstaan, de slagen of verwondingen welke werden toegebracht met het oogmerk om een persoon aan te randen; dit oogmerk van aanranding veronderstelt dat de dader heeft gehandeld met een kwaadwillige ingesteldheid; aldus vallen bepaalde aantastingen van andermans lichamelijke integriteit, zoals tatoeage, piercing of besnijdenis, buiten de toepassing van de strafwet, wanneer zij geschieden met toestemming van de persoon op wie zij
Qu’aux termes des articles 392 et 398 du Code pénal, il y a lieu d’entendre par coups et blessures volontaires au sens de la loi pénale, les coups ou blessures causés avec le dessein d’attenter à une personne; que ce dessein d’attenter requiert que l’auteur ait agi dans une intention malveillante; qu’ainsi, certaines atteintes à l’intégrité corporelle d’autrui, telles que le tatouage, le piercing ou la circoncision ne sont pas soumis à l’application de la loi pénale, lorsqu’ils ont lieu avec le consentement de la personne qui les subit; que, dès lors, il doit être tenu compte, lors de
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
548
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4264
worden verricht; bij de beoordeling van de opzetvereiste is derhalve rekening te houden met de ingesteldheid van de betrokken personen.
l’appréciation de la condition relative à l’intention, de l’attitude adoptée par les personnes concernées.
6. a) De volgende hygie¨nische maatregelen moeten gewaarborgd zijn :
6. a) Les garanties sanitaires à respecter sont les suivantes :
— de naalden mogen slechts éénmaal gebruikt worden;
— les aiguilles doivent être à usage unique;
— de naald- en kleurpijpen, de piercingtangen en pincetten worden voor ieder gebruik door middel van een ultrasoonbestraling gereinigd en gesteriliseerd met behulp van één van de middelen met EG-toelating (sterilisator met warmtebeweging, oven met warmtebeweging, oven met droge warmte en kogelsterilisator);
— les tiges-aiguilles, buses-couleurs, les tenailles de piercing et les pincettes sont nettoyées par ultrasons avant chaque nouvel usage et stérilisées à l’aide d’un des moyens agréés CE (stérilisateurs thermiques, autoclaves à chaleur sèche et stérilisateur à billes);
— handschoenen, verfbekers en scheermesjes zijn wegwerpbaar en zijn voor éénmalig gebruik;
— les gants, godets à couleur et rasoirs sont jetables et à usage unique;
— elk bevuild instrument, fles of werkvlak zal ontsmet worden;
— stérilisation de tout instrument, flacon ou meuble ayant subi un contact souillant;
— de inkt die wordt gebruikt bij tatoeage mag normaliter geen allergie veroorzaken;
— garantie d’hypoallergénicité de pigments utilisés en tatouages;
— de gebruikte lokalen voor de praktijk zullen regelmatig ontsmet en volgens klinische normen gereinigd worden door de tatoee¨erders en de piercers;
— aseptisation régulière et nettoyage suivant les mesures d’hygiène classiques des locaux utilisés dans la pratique par les tatoueurs et les pierceurs;
— het operatieveld wordt geschoren indien nodig en ontsmet volgens klinische normen voor, tijdens en na de operatie;
— le champ opératoire (surface tatouée) est toujours rasé, aseptisé selon les normes cliniques avant, pendant et après l’opération;
— vaccinatie van de tatoee¨erders tegen hepatitis B;
— vaccination des tatoueurs contre l’hépatite B;
— verbod om onderhuidse anesthesie toe te passen;
— proscription des anesthésies sous-cutanées;
— voorlichting van de klanten door de tatoee¨erders en de piercers met betrekking tot het onderhoud en de genezing van de tatoeage, respectievelijk de piercing.
— information de la clientèle par les tatoueurs et les pierceurs des conseils d’entretien et de cicatrisation du tatouage.
b) De naleving van de voormelde waarborgen op het domein van de tatoeage en de piercing berust op dit ogenblik op geen enkele wettelijke basis, doch heeft het voorwerp uitgemaakt van besprekingen die door een werkgroep zijn gevoerd tijdens de vorige legislatuur. De voormelde werkgroep was samengesteld uit de vertegenwoordigers van de verenigingen voor tatoeage en piercing en uit leden van het kabinet van de minister van Volksgezondheid. De besluiten van de voormelde werkgroep moeten nog afgerond worden.
b) Le respect de ces garanties sanitaires dans le domaine du tatouage et du « piercing » ne repose à l’heure actuelle sur aucune base légale mais avait fait l’objet de discussions au sein d’un groupe de travail lors de la législature précédente. Ce groupe de travail réunit les représentants des associations de tatoueurs et des « pierceurs » et les membres du cabinet du ministre la Santé publique. Les conclusions de ce groupe de travail doivent encore être finalisées.
7. Op dit ogenblik is de sector van de tatoee¨erders en de piercers niet gereglementeerd, doch deze problematiek zal eveneens deel uitmaken van de besprekingen die binnen de voormelde werkgroep zullen plaatshebben.
7. Pour l’instant, le secteur des tatoueurs et des « pierceurs » n’est pas réglementé mais ceci doit également faire l’object des discussions au sein du groupe de travail précité.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
tous
les
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4265
DO 1999200011289
DO 1999200011289
Vraag nr. 133 van de heer Jo Vandeurzen van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 133 de M. Jo Vandeurzen du 22 mai 2000 (N.) :
Patie¨nten die langdurig in comateuze toestand verkeren.
Patients en coma prolongé.
1. Welk gee¨igend zorgaanbod bestaat er om patie¨nten die langdurig in comateuze toestand verkeren, te verzorgen ?
1. Quels soins spécifiques sont prévus pour les patients qui se trouvent en coma prolongé ?
2. Is er geen nood aan specifieke opvang voor deze patie¨nten ?
2. Ces patients ne devraient-ils pas faire l’objet de mesures particulières ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
1. Indien een patie¨nt in coma in het ziekenhuis aankomt, wordt hij overgebracht naar de dienst intensieve zorg waar men zijn vitale functies in stand houdt via gee¨igende medische apparatuur. Hoelang de patie¨nt op intensieve zorg blijft hangt af van de evolutie van zijn gezondheidstoestand en wordt geval per geval beoordeeld. Uitzonderlijk kan het hier om verschillende maanden gaan.
1. Quand un patient arrive à l’hoˆpital dans le coma, il est transféré aux soins intensifs où le maintien de ses fonctions vitales est réalisé à l’aide de l’appareillage médical approprié. La durée de séjour du patient en soins intensifs est déterminée en fonction de l’évolution de son état de santé et jugée au cas par cas. Cette durée peut exceptionnellement atteindre plusieurs mois.
Wanneer de medische apparatuur afgekoppeld wordt, wordt de zieke overgebracht naar een verpleegeenheid van het ziekenhuis. Als de patie¨nt « langdurig in comateuze toestand verkeert » (gewoonlijk 3 of 4 maanden), kan hij worden overgebracht naar een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (Sp chronisch).
Lorsque le malade est débranché de l’appareillage médical, il est transféré dans une unité de soins de l’hoˆpital. Lorsque le patient se trouve « longtemps dans un état comateux » (c’est-à-dire généralement 3 ou 4 mois), il peut être transféré dans un service spécialisé pour le traitement et la réadaptation « Sp chronique ».
2. Die Sp-diensten (chronisch) werden onder meer opgericht ter vervanging van de V-diensten, diensten voor de behandeling van zieken met langdurige aandoeningen, en ze zijn in staat om dergelijke patie¨nten op te vangen.
2. Ces services Sp ont notamment été créés en remplacement des services « V », services pour le traitement des malades atteints d’affections de longue durée et sont aptes à prendre en charge de tels patients.
Tot slot bestaat uiteraard de mogelijkheid om de patie¨nt op te nemen op een dienst Sp-palliatief.
Pour conclure, il existe naturellement la possibilité de faire hospitaliser un patient dans un service Sp palliatif.
Het is dus niet nodig voor die patie¨nten een nieuwe beddenkenletter in te voeren.
Il n’y a donc pas de nécessité de créer un nouvel index de lit pour ces patients.
DO 1999200011345
DO 1999200011345
Vraag nr. 134 van de heer Claude Eerdekens van 29 mei 2000 (Fr.) :
Question no 134 de M. Claude Eerdekens du 29 mai 2000 (Fr.) :
Mogelijke toename van het aantal gevallen van schildklierkanker sinds Tsjernobyl.
Augmentation ou non du nombre de cancers de la thyroı¨de depuis Tchernobyl.
1. Is het juist dat in Belgie¨ sinds het nucleair ongeval in Tsjernobyl een toename van het aantal gevallen van schildklierkanker werd vastgesteld ?
1. Serait-il exact qu’il a été constaté sur le territoire belge, une augmentation des cancers de la thyroı¨de depuis l’accident nucléaire de Tchernobyl ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4266
2. Als dat klopt, werd een studie terzake verricht en zo ja, kan men ons de resultaten ervan meedelen ?
2. Si cette information est bien exacte, une étude a-t-elle été réalisée à ce sujet et peut-on, dans l’affirmative, en connaıˆtre les résultats ?
3. Zo neen, waarom heeft men geen gezondheidsstudie verricht bij de bevolking naar het aantal gevallen van schildklierkanker van 1945 tot op de datum van het nucleair ongeval in Tsjernobyl en van de datum van dat ongeval tot nu ?
3. Dans la négative, pour quelle raison n’a-t-on pu réaliser une étude de santé publique portant sur le nombre de cancers de la thyroı¨de de 1945 jusqu’à l’accident de Tchernobyl et depuis la date de cet accident jusqu’à ce jour ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid van het volgende antwoord in kennis te stellen.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre la réponse suivante.
1. Uit de cijfers van het Nationaal Kankerregister blijkt dat de incidentie van schildklierkankergevallen bij vrouwen, uitgedrukt in absolute cijfers, tussen 1985 en 1995 stabiel is gebleven. Hetzelfde geldt voor de (op basis van de wereldbevolking) gestandaardiseerde cijfers per 100 000 inwoners. Bij de mannen daarentegen heeft men een gevoelige verhoging vastgesteld van het aantal schildklierkankergevallen voornamelijk voor de jaren 1993, 1994 en 1995, zowel in absolute als in gestandaardiseerde cijfers per 100 000 inwoners. Een onmiddellijke verklaring voor het verschil in incidentie tussen beide sexen is er niet, maar aangezien de blootstelling aan straling ten gevolge van Tchernobyl identiek was voor beide sexen, is het onwaarschijnlijk dat dit de oorzaak is van de toename van het aantal gevallen bij mannen.
1. Selon les chiffres provenant du Registre national du cancer, l’incidence des cas de cancer de la thyroı¨de chez les femmes, exprimée en nombre absolu, est restée inchangée entre 1985 et 1995. Il en va de même pour les taux standardisés (en fonction de la population mondiale) pour 100 000 habitants. Pour les hommes, par contre, concernant l’incidence des cas de ce cancer, une augmentation sensible a été observée principalement pour les années 1993, 1994 et 1995 tant en termes de nombres absolus que de taux standardisés pour 100 000. Cette différence d’incidence entre les deux sexes n’a pas d’explication immédiate, mais l’exposition aux radiations de Tchernobyl ayant été identique pour les deux sexes, il est improbable qu’elle soit la cause d’une augmentation de l’incidence chez l’homme.
2. In ons land is er nog geen studie uitgevoerd inzake het voorkomen van schildklierkanker, noch in de periode vo´o´r de Tsjernobyl-ramp, noch in de periode erna.
2. Il n’y a pas encore eu d’étude relative à l’apparition des cancers de la thyroı¨de dans notre pays, ni pendant la période antérieure à l’accident de Tchernobyl ni durant la période postérieure à cet incident.
3. De redenen daarvoor zijn de volgende :
3. Les raisons pour lesquelles une telle étude n’a pas été effectuée sont les suivantes :
1o De blootstelling van de Belgische bevolking aan radioactieve straling als gevolg van de ramp van Tsjernobyl was verwaarloosbaar klein.
1o L’exposition de la population belge à la radioactivité consécutive à l’accident de Tchernobyl, était négligeable.
2o De informatie waarover we beschikken volstaat niet om rekening te houden met alle risicofactoren bij het opzetten van een studie in ons land.
2o L’information à notre disposition ne suffit pas à tenir compte de tous les facteurs de risque pour entreprendre une étude dans notre pays.
3o Gezien er in ons land slechts een minieme blootstelling was aan radioactieve straling als gevolg van de ramp van Tsjernobyl, zou een eventuele studie zeer grondig moeten uitgewerkt worden teneinde bias te vermijden. Dit betekent dat actief zou moeten worden gezocht naar nog niet eerder gemelde gevallen van schildklierkanker. Vermits schildklierkanker in ons land ondergediagnosticeerd wordt, zou dit met zich meebrengen dat het aantal gevallen van schildklierkanker fors zou stijgen. Wegens de voormelde redenen zou het hierbij dan ook onmogelijk zijn een onderscheid te maken tussen de aan radioactieve straling blootgestelde groep en de niet aan radioactieve straling
3o Vu qu’il n’y avait dans notre pays qu’une exposition minime à cette radioactivité consécutive à l’accident de Tchernobyl, une étude approfondie devrait éventuellement être réalisée afin d’éviter des biais. Ceci signifie que l’on devrait rechercher activement des cas de cancer de thyroı¨de qui n’ont pas encore été enregistrés. E´tant donné que le cancer de la thyroı¨de est sous-diagnostiqué dans notre pays, ceci impliquerait que le nombre de cas de cancer de la thyroı¨de augmenterait fortement. En raison des facteurs précités, il serait dès lors impossible de faire une distinction entre le groupe exposé à la radioactivité et celui qui ne l’a pas été. De ce fait, il est d’un point de vue scientifique
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4267
blootgestelde groep. Vandaar dat het wetenschappelijk gezien zo goed als onmogelijk is om de studie in kwestie tot een goed einde te brengen.
quasi impossible de mener à bien l’étude en question.
DO 1999200011373
DO 1999200011373
Vraag nr. 136 van mevrouw Frieda Brepoels van 5 juni 2000 (N.) :
Question no 136 de Mme Frieda Brepoels du 5 juin 2000 (N.) :
Beperkingen van het gebruik van PCB’s. — Opvolging van Europese richtlijn van 1 oktober 1985.
Limitation de l’emploi de PCB. — Respect de la directive européenne du 1er octobre 1985.
Reeds 25 jaar tracht men vanuit Europa beperkingen op te leggen van het gebruik van PCB’s omdat ze grote gevaren voor de gezondheid en het milieu kunnen opleveren. Op 1 oktober 1985 werd door de Raad een richtlijn uitgevaardigd (die vorige richtlijnen wijzigt) inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten onder andere van PCB’s.
L’Europe s’efforce depuis 25 ans d’imposer des limitations à l’emploi de PCB parce qu’ils peuvent présenter d’importants dangers pour la santé et l’environnement. Le 1er octobre 1985, le Conseil a pris une directive (modifiant des directives précédentes) relative à la limitation de la mise sur le marché et de l’utilisation de certaines substances et préparations dangereuses, notamment les PCB.
Deze richtlijn verbiedt PCB’s in nieuwe transformatoren en condensators maar geeft aan de lidstaten de mogelijkheid om het gebruik van PCB’s in thans in bedrijf zijnde installaties en apparaten te verbieden voor het einde van de levensduur van die installaties en apparaten.
La directive interdit l’utilisation de PCB dans les nouveaux transformateurs et condensateurs et elle autorise également les E´tats membres à interdire l’utilisation de PCB dans des installations et des appareils actuellement utilisés avant la fin de la durée d’utilisation normale de ces installations et appareils. Les E´tats membres peuvent en outre faire apposer sur les appareils et les installations contenant des PCB des indications concernant l’élimination de ces PCB et concernant l’entretien et l’utilisation de ces appareils et installations.
Daarnaast mogen de lidstaten op de PCB’s bevattende apparaten en installaties aanwijzingen laten aanbrengen voor de verwijdering van PCB’s en voor het onderhoud en het gebruik van de apparaten en installaties die deze stoffen bevatten. 1. Heeft Belgie¨ deze richtlijn omgezet in wetgeving wat het verbod van PCB’s betreft in nieuwe transformatoren en condensators ?
1. La Belgique a-t-elle transposé cette directive dans sa législation en ce qui concerne l’interdiction de l’utilisation de PCB dans les nouveaux transformateurs et condensateurs ?
2. a) Heeft Belgie¨ gebruik gemaakt van de mogelijkheid om PCB’s te verbieden vanaf een bepaalde datum in installaties en apparaten die op dat ogenblik (1 oktober 1985) in bedrijf waren ?
2. a) La Belgique a-t-elle fait usage de la possibilité d’interdire les PCB à partir d’une date donnée dans les installations et les appareils en usage à ce moment (1er octobre 1985) ?
b) Zo neen, op welke wijze worden de installaties en apparaten met PCB’s die vo´o´r 1 oktober 1985 reeds in bedrijf waren, opgevolgd wat betreft de vaststelling van het moment van afdanking, het einde van de levensduur en de uiteindelijke verwijdering en vernietiging ?
b) En ce qui concerne les installations et appareils contenant des PCB en usage avant le 1er octobre 1985, comment controˆle-t-on la fin de leur durée de vie et leur élimination et destruction définitives ?
c) Werd er een inventaris opgemaakt van hoger genoemde installaties en apparaten ?
c) Existe-t-il un inventaire des installations et appareils précités ?
3. a) Heeft Belgie¨ een overeenkomst gesloten met de gewesten wat de inzameling en vernietiging van de olie en van de oude transformatoren betreft ?
3. a) La Belgique a-t-elle conclu une convention avec les régions en ce qui concerne la collecte et la destruction de l’huile contenue dans les anciens transformateurs ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4268
b) Zo neen, hoe denkt men nu nog een sluitend systeem van controle hierop tot stand te kunnen brengen ? Antwoord :
b) Dans la négative, comment envisage-t-on de mettre au point un système cohérent de controˆle en la matière ? Réponse :
1. Belgie¨ heeft de richtlijn 85/467/EEG (houdende zesde wijziging van de richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten) omgezet via het koninklijk besluit van 9 juli 1986 tot reglementering van de stoffen en preparaten die PCB’s en PCT’s bevatten, dat is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 juli 1986.
1. La Belgique a transposé la directive 85/467/CEE (portant sixième modification de la directive 76/769/ CEE concernant le rapprochement des dispositions législatives, réglementaires et administratives des E´tats membres relatives à la limitation de la mise sur le marché et de l’emploi de certaines substances et préparations dangereuses) par l’arrêté royal du 9 juillet 1986 réglementant les substances et préparations contenant des PCB et des PCT, publié au Moniteur belge du 31 juillet 1986.
2. a) Vanaf het inwerking treden van genoemd koninklijk besluit op 31 juli 1986, verbood Belgie¨ het gebruik van bestaande toestellen die PCB’s bevatten in installaties die zijn bestemd voor menselijke of dierlijke voedingsmiddelen of voor de bereiding van farmaceutische of diergeneeskundige producten.
2. a) Dès l’entrée en vigueur de l’arrêté royal susmentionné, le 31 juillet 1986, la Belgique interdit l’utilisation d’appareils existants contenant des PCB dans les installations destinées aux denrées pour l’alimentation humaine ou animale ou à la préparation de produits pharmaceutiques ou vétérinaires.
b) en c) Het koninklijk besluit van 9 juli 1986 en meer bepaald artikel 4 bepaalt dat een inventaris moet worden opgemaakt van alle producten, toestellen, installaties en opslag van PCB’s of PCT’s of van vloeistoffen die ze bevatten. Bovendien is vastgesteld dat buitengebruikstellingen en vernietigingen ter kennis moeten worden gebracht met het oog op het bijwerken van de inventaris.
b) et c) L’arrêté royal du 9 juillet 1986 et principalement son article 4 prévoit l’établissement d’un inventaire de tous les produits, appareils, installations et stockage de PCB ou de PCT ou de fluides qui en contiennent. De plus, il est prévu que les opérations de mise hors service et destruction soient notifiées en vue d’actualiser l’inventaire.
3. Overwegende dat de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de veilige verwijdering van de PCB’s noodzakelijk is om het onbeheerd achterlaten, het lozen of ongecontroleerd verwijderen van afvalstoffen, alsmede het gebruik van procédés of methoden die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu te voorkomen, heeft de richtlijn 96/59/EG (betreffende de verwijdering van PCB’s en PCT’s) het kader geschapen van de verplichtingen, regels en criteria die moeten worden gehanteerd voor de verwijdering en vernietiging van de PCB’s.
3. Considérant que le rapprochement des dispositions législatives et réglementaires des E´tats membres en matière d’élimination sûre des PCB est nécessaire pour éviter l’abandon, le rejet, l’élimination incontroˆlée de déchets et l’utilisation de méthodes inappropriées susceptibles de porter préjudice à l’environnement, la directive 96/59/CE (concernant l’élimination des PCB et des PCT) a donné le cadre des obligations générales, règles et critères à utiliser pour éliminer et détruire les PCB.
Belgie¨ heeft, via de Interministerie¨le Conferentie voor het leefmilieu, in 1996 beslist de interregionale werkgroep PCB te belasten met het uitwerken van een geharmoniseerd plan voor de geplande verwijdering van de uitrustingen die PCB’s bevatten en dit ten laatste tegen 2010. Intussen hebben de gewestregeringen de richtlijn 96/59/EG in hun recht omgezet en in september 1999 aan de Commissie hun verwijderingsplannen overgemaakt, overeenkomstig artikel 11 van deze richtlijn. Tegelijkertijd heeft elk gewestelijk bestuur dat belast is met het afvalstoffenbeheer een inventaris opgesteld van de uitrustingen die PCB’s
La Belgique, par voie de la Conférence interministérielle de l’environnement, a décidé en 1996 de confier au groupe de travail interrégional PCB l’élaboration d’un plan harmonisé visant l’élimination planifiée des équipements contenant des PCB et ce au plus tard pour 2010. Entre-temps, les gouvernement régionaux transposaient la directive 96/59/CE en droit régional et communiquaient en septembre 1999 à la Commission les plans d’élimination tel que prévu à l’article 11 de la directive précitée. Dans le même temps, chaque administration régional en charge de la gestion des déchets établissait un inventaire des équipements contenant
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4269
bevatten, met vermelding van de naam van de eigenaar alsook van de plaats waar het toestel in gebruik is. Op dit moment zijn de inventarissen afgesloten behalve voor het Waalse Gewest waarvoor de laatste gegevens worden verwacht tegen november 2000. Verdere inlichtingen betreffende die aspecten kunnen worden bekomen bij de gewestelijke ministers voor Leefmilieu.
des PCB en précisant par ailleurs le nom du propriétaire ainsi que le lieu où l’appareil est en exploitation. ` l’heure d’aujourd’hui, les inventaires sont clos sauf A pour la Région wallonne où les dernières données sont attendues pour novembre 2000. De plus amples renseignements concernant ces aspects peuvent être obtenus auprès des ministres régionaux en charge de l’Environnement.
De verplichtingen betreffende de inzameling van oude transformatoren om te worden ontsmet en verwijderd, zijn gebaseerd op de bepalingen van de richtlijn 96/59/EG die in het recht van de gewesten zijn omgezet.
Les obligations concernant la collecte des vieux transformateurs à des fins de décontamination et d’élimination sont couvertes par les dispositions de la directive 96/59/CE traduite en droit régional.
De inzameling en verwijdering van afgewerkte olie volgt eveneens uit andere Europese communautaire verplichtingen (richtlijn 75/439/EEG van 16 juni 1975 — PB L 194 van 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie) waarvoor er gewestelijke bepalingen bestaan die bij de voormelde gewestelijke ministers kunnen worden opgevraagd.
La collecte et l’élimination de l’huile usagée répondent aussi à d’autres obligations communautaires européennes (directive 75/439/CEE du 16 juin 1975 — JO L 194 de 1975 concernant l’élimination des huiles usagées) pour lesquelles des dispositions régionales existent et peuvent aussi être obtenues auprès des ministres régionaux cités plus haut.
Leefmilieu
Environnement
DO 1999200011222
DO 1999200011222
Vraag nr. 19 van de heer Claude Desmedt van 10 mei 2000 (Fr.) :
Question no 19 de M. Claude Desmedt du 10 mai 2000 (Fr.) :
Raad van Europa. — Verdrag van Lugano betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid bij schade ten gevolge van activiteiten die een gevaar inhouden voor het milieu. — Niet-ratificatie door Belgie¨.
Conseil de l’Europe. — Convention de Lugano sur la responsabilité civile des dommages résultant d’activités dangereuses pour l’environnement. — Non-ratification par la Belgique.
Voorbeelden van recente ecologische catastrofes zijn die van december 1999 en van januari 2000. De eerste werd veroorzaakt door de schipbreuk van de Erika, de tweede doordat giftige stoffen in de Donau terechtkwamen.
Le naufrage de l’Erika en décembre 1999, la pollution du Danube en janvier 2000 sont des exemples récents de catastrophes écologiques.
Bij dergelijke rampen rijst de vraag of het schoonmaken van de vervuilde sites en het herstellen van de milieuschade door de vervuiler of door de gemeenschap moet worden gefinancierd.
Face à pareils événements, la question se pose de savoir à qui il appartient d’assurer les couˆts du nettoyage des sites pollués et de la réparation des dommages : le pollueur ou la collectivité.
In het witboek inzake milieuverantwoordelijkheid dat de Europese Commissie op 9 februari 2000 goedkeurde worden verscheidene pistes onderzocht voor de ontwikkeling van een systeem inzake milieuaansprakelijkheid. Het systeem, dat voor alle lidstaten zou gelden, moet het mogelijk maken het milieu op een adequate wijze te herstellen.
Le livre blanc sur la responsabilité environnementale adopté par la Commission européenne le 9 février 2000 examine différentes solutions en vue de mettre en place un système de responsabilité environnementale à l’échelon communautaire afin d’assurer une restauration appropriée de l’environnement.
Er bestaat terzake evenwel al een internationaal middel, namelijk het verdrag dat de Raad van Europa
Il existe cependant déjà un instrument international : la Convention de 1993 du Conseil de l’Europe sur
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4270
in 1993 ondertekende en dat handelt over de burgerlijke aansprakelijkheid bij schade ten gevolge van activiteiten die een gevaar voor het milieu inhouden.
la responsabilité civile des dommages résultant d’activités dangereuses pour l’environnement.
Het verdrag voorziet in een systeem inzake milieuaansprakelijkheid dat voor alle schade geldt, voor zover ze werd veroorzaakt door een gevaarlijke activiteit. Belgie¨ heeft het verdrag echter nog niet geratificeerd.
La convention qui comprend un système de responsabilité environnementale couvrant tous les types de dommages occasionnés par une activité dangereuse n’a pas encore été ratifiée par la Belgique.
1. Waarom heeft Belgie¨ het verdrag van de Raad van Europa dat in 1993 te Lugano werd ondertekend, nog niet bekrachtigd ?
1. Pour quelles raisons la Belgique n’a-t-elle pas encore ratifié la Convention du Conseil de l’Europe signée à Lugano en 1993 ?
2. Wat is het standpunt van de regering over het witboek van de Europese Commissie ?
2. Quelle est la position du gouvernement à l’égard du livre blanc de la Commission européenne ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid hierna antwoord te verstrekken op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.
1. Het Verdrag inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van milieugevaarlijke activiteiten, dat in Lugano is aanvaard, is sinds 21 juni 1993 voor ondertekening open. Hierbij zijn betrokken : de lidstaten van de Raad van Europa, de niet-lidstaten die hebben meegewerkt aan de opstelling ervan alsook de Europese Gemeenschappen.
1. La Convention sur la responsabilité civile des dommages résultant d’activités dangereuses pour l’environnement, adoptée à Lugano, est ouverte à la signature depuis le 21 juin 1993. Sont ainsi concernés : les E´tats membres du Conseil de l’Europe, les E´tats non-membres qui ont participé à son élaboration ainsi que les Communautés européennes. ` la date du 28 mars 2000, seuls neuf pays sur A quarante-trois avaient procédé à la signature. En ce qui concerne les E´tats membres de l’Union européenne, il s’agit de la Finlande, la Grèce, l’Italie, le Luxembourg, les Pays-Bas et le Portugal.
Op 28 maart 2000 hebben slechts negen van de driee¨nveertig landen het verdrag ondertekend. Voor de lidstaten van de Europese Unie zijn dat Finland, Griekenland, Italie¨, Luxemburg, Nederland en Portugal. De inwerkingtreding van dit verdrag hangt af van het bestaan van drie bekrachtigingen. Tot op heden heeft geen enkel land deze tweede stap gezet.
L’entrée en vigueur de cette convention est condi` ce jour, tionnée par l’existence de trois ratifications. A aucun pays n’a procédé à cette deuxième étape.
Belgie¨ besliste in 1998 dat het zich niet door het verdrag kan laten binden. Deze beleidskeuze werd op gecoo¨rdineerde manier tussen de Belgische federale en regionale overheid duidelijk geformuleerd. De reden hiervoor is dat het door dit verdrag ingevoerd systeem van aansprakelijkheid te weinig juridische zekerheid terzake biedt. Het toepassingsgebied van dit verdrag wordt veel te ruim geacht. Bovendien leidt de afwezigheid van duidelijke en afgebakende definities tot juridische « vaagheid » wat de te overwegen milieuschade betreft. De huidige regering treedt deze beslissing bij in de zin dat het Verdrag van Lugano, zelfs bij bekrachtiging door Belgie¨, dode letter zou blijven gezien geen enkel land het verdrag bekrachtigd heeft en het dus niet in werking kan treden.
En 1998, la Belgique a décidé qu’elle ne pouvait pas eˆtre liée par la présente convention. Ce choix politique a clairement été défini de manière coordonnée, entre les autorités fédérale et régionales belges. La raison en est que le système de responsabilité, mis en place par la convention, offre trop peu de sécurité juridique en cette matière. En effet, le champ d’application couvert par cette dernière est jugé beaucoup trop large. De plus, l’absence de définitions claires et précises a pour conséquence d’instituer un « flou » juridique quant aux dommages environnementaux à prendre en considération. Le gouvernement actuel approuve la décision, dans le sens où la Convention de Lugano, meˆme ratifiée par la Belgique, resterait lettre morte étant donné qu’aucun pays n’a ratifié la convention et qu’elle ne peut donc pas entrer en vigueur.
2. Belgie¨ is voor een harmonisatie op Europees vlak. De instelling van een aansprakelijkheidsregeling voor milieuschade helpt immers de sleutelbegrippen van het milieubeleid te verwezenlijken. Buiten een sterke preventieve werking, zorgt dergelijke regeling voor de concretisering van het voorzorgsprincipe en het principe « de vervuiler betaalt ». Bovendien zorgt
2. La Belgique est favorable à une harmonisation au niveau européen. L’instauration d’une réglementation en matière de responsabilité pour les dommages environnementaux aide en effet à réaliser les concepts clés d’une politique environnementale. En dehors d’un travail de prévention poussé, un tel règlement prend en compte la concrétisation du principe de précaution et
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4271
de regeling ervoor dat de lidstaten de communautaire wetgeving beter kunnen implementeren en worden hiermee de milieubekommernissen beter geı¨ntegreerd in de andere beleidsdomeinen. De nood aan een harmonisatie bestaat : recente gebeurtenissen zoals de ramp met de Erika en de vervuiling van het Donaubekken hebben dit nog maar eens duidelijk gemaakt. De verschillen inzake aansprakelijkheid voor milieuschade tussen de verschillende lidstaten zijn op dit moment erg groot, wat verstorend werkt, ook voor de interne markt. Ook het Europees Parlement heeft, in deze problematiek, voor de eerste keer gebruik gemaakt van zijn recht uitdrukkelijk om een wetgevend initiatief te vragen. En ook de lidstaten hebben tijdens verschillende verklaringen in juni 1999 naar aanleiding van het op de markt brengen van genetisch gemanipuleerde organismen hierop aangedrongen. Als deze materie geharmoniseerd wordt, kan de Europese Unie binnen de internationale fora met één stem spreken, wat ook daar onze positie versterkt. Door het instellen van een algemene regeling voor aansprakelijkheid voor milieuschade wordt gekozen voor een horizontale aanpak in plaats van een sectorie¨le. Dit vermijdt een verschillende benadering al naar gelang het dossier en verhoogt de transparantie en eenduidigheid. Belgie¨ is dus in principe voorstander van een communautaire regeling inzake milieuschade voor aansprakelijkheid. Of Belgie¨ het uiteindelijke voorstel terzake van de EU zal steunen hangt af de invulling van deze aansprakelijkheidsregeling. Vooral het toepassingsgebied van de bedoelde richtlijn is hierbij van belang. Hier zal gezocht dienen te worden naar een goede balans tussen de verschillende doelstellingen. Het progressief uitbouwen van een aansprakelijkheidssysteem lijkt Belgie¨ voor alle lidstaten aanvaardbaar. Dit wordt ook door de Commissie voorgesteld in haar witboek, waar dan vertrokken kan worden van een beperkte toepassing in overeenstemming met de vigerende communautaire wetgeving. De Commissie stelt voor de gevaarlijke activiteiten te onderscheiden van de niet-gevaarlijke activiteiten. Belgie¨ kan zich hierbij aansluiten in de zin dat, in een eerste stap van een progressieve invoering van een aansprakelijkheidsregeling voor milieuschade, eerst de gevaarlijke activiteiten, geregeld door communautaire regelgeving onder het toepassingsgebied zouden vallen. De regeling mag echter niet beperkt worden tot grensoverschrijdende activiteiten, maar moet ook van toepassing zijn op de activiteiten binnen de grenzen van de lidstaten zelf.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
du principe du « pollueur-payeur ». En outre, cette réglementation vise à ce que les E´tats membres puissent mieux mettre en œuvre la législation communautaire et, dès lors, intégrer davantage les préoccupations environnementales dans les autres politiques. La nécessité d’une harmonisation existe bel et bien : les récents événements comme le naufrage de l’Erika et la pollution sur les rives du Danube l’ont encore démontré. Les différences en matière de responsabilité pour les dommages environnementaux sont à l’heure actuelle très grandes entre les E´tats membres, ce qui perturbe le travail, y compris pour le marché interne. Dans cette problématique, le Parlement européen a, pour la première fois, fait usage de son droit de demander formellement une initiative législative. Et lors de plusieurs réunions en juin 1999, à l’occasion de la mise sur le marché d’organismes génétiquement modifiés, les E´tats membres ont également insisté sur cet aspect des choses. Si cette matière était harmonisée, l’Union européenne pourrait parler d’une seule voix dans les forums internationaux, ce qui renforce encore notre position. En instaurant une réglementation générale concernant la responsabilité pour des dommages environnementaux, on opte pour une perspective horizontale plutoˆt que sectorielle. Ceci évite une approche différente tout au long du dossier et augmente la transparence et le caractère univoque. La Belgique est donc en principe partisane d’une réglementation communautaire concernant la responsabilité en matière de dommages environnementaux. Quant à savoir si la Belgique soutiendra le projet final proposé par l’UE en la matière, cela dépend du contenu de cette réglementation. C’est surtout le champ d’application de la directive visée qui est ici important. Il faut veiller à un bon équilibre entre les différents objectifs. La Belgique estime que la mise en place progressive d’un système de responsabilité est acceptable pour tous les E´tats membres. Cela est également proposé par la Commission dans son livre blanc, ce qui peut constituer le point de départ d’une application limitée, et ce conformément au droit communautaire en vigueur. La Commission propose de faire la distinction entre activités dangereuses et activités non dangereuses. La Belgique peut s’aligner sur cette proposition dans la mesure où, dans un premier temps, la mise en place progressive d’une réglementation en matière de responsabilité pour les dommages environnementaux, s’attachera d’abord aux activités dangereuses, régies par la réglementation communautaire, qui tomberaient sous le champ d’application. La réglementation ne peut toutefois pas se limiter aux activités transfrontières, mais doit aussi s’appliquer aux activités à l’intérieur meˆme des E´tats membres.
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
549
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4272
De aansprakelijkheidsregeling zou zowel « traditionele » schade (aan gezondheid en eigendom), als schade aan het milieu moeten omvatten. Wel moet de nodige aandacht gaan naar de invulling van het begrip biodiversiteit, zodat dit voldoende ruim gedefinieerd wordt. Belgie¨ is de mening toegedaan dat, gelet op de noodzaak aan transparantie en eenvormigheid en het progressief karakter van deze aansprakelijkheidsregeling, het aangewezen is zich te beperken tot een regime van objectieve aansprakelijkheid en niet deels te werken met een foutaansprakelijkheid. Belgie¨ heeft er wel op gewezen dat het geen zin heeft de discussie met betrekking tot een communautaire harmonisatie tot in het oneindige voort te zetten. Als blijkt dat er geen gemeenschappelijk standpunt mogelijk is, kan de ondertekening van het Verdrag van Lugano terug een optie worden. Het instellen van een gemeenschappelijk regime aangaande aansprakelijkheid voor milieuschade is immers een te belangrijk onderwerp om nog jaren te laten aanslepen.
Cette réglementation « responsabilité » devrait par ailleurs couvrir tant les dommages « traditionnels » (sur la santé et la propriété) que les dommages environnementaux. Il faut veiller à respecter le concept de biodiversité en le définissant d’une manière suffisamment large. La Belgique pense en outre que, vu la nécessité de transparence et d’uniformité ainsi que le caractère progressif de cette réglementation relative à la responsabilité, il est tout à fait indiqué de se limiter à un régime de responsabilité objective et non de faire intervenir en partie une responsabilité basée sur une faute. La Belgique a fait remarquer que cela n’avait aucun sens de poursuivre à l’infini cette discussion sur une harmonisation communautaire. S’il s’avère qu’il ne peut y avoir aucune position commune, la signature de la Convention de Lugano peut redevenir possible. L’instauration d’un régime communautaire concernant la responsabilité pour les dommages environnementaux est en effet un sujet trop important pour le laisser encore traıˆner des années.
DO 1999200011390
DO 1999200011390
Vraag nr. 22 van de heer Luc Paque van 7 juni 2000 (Fr.) : Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000. Kunt u mij voor de onderscheiden departementen die onder uw bevoegdheid ressorteren, aangeven welke bedragen rechtstreeks of onrechtstreeks naar het Europees voetbalkampioenschap (Euro 2000) gaan en onder welke begrotingsartikelen zij worden uitgetrokken ? Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. De federale diensten voor het Leefmilieu zijn niet betrokken bij deze materie.
Question no 22 de M. Luc Paque du 7 juin 2000 (Fr.) :
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000. Pourriez-vous communiquer les montants des budgets affectés directement ou indirectement à l’organisation du Championnat d’Europe de football (Euro 2000), ainsi que les articles budgétaires concernés dans les différents départements relevant de vos compétences ? Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit. Les services fédéraux de l’Environnement ne sont pas concernés par cette matière.
DO 1999200000783
DO 1999200000783
Vraag nr. 137 van de heer Jef Valkeniers van 24 februari 2000 (N.) : Taal waarin de identiteitskaart is opgesteld. — Taalcode in het Rijksregister. In 1999 vernam ik het verhaal van een dame woonachtig in Brussel die ondanks het bezit van een Neder-
Question no 137 de M. Jef Valkeniers du 24 février 2000 (N.) : Langue dans laquelle a été établie la carte d’identité. — Code linguistique du Registre national. En 1999, j’ai eu connaissance du cas d’une dame domiciliée à Bruxelles qui reçoit des documents établis
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4273
landstalige identiteitskaart in het Frans opgestelde aanslagbiljetten ontvangt, met het oog op de inning van de regionale taks van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De minister van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bevoegd voor Financie¨n antwoordde dat het niet uitzonderlijk is dat de taal van de identiteitskaart niet overeenstemt met de taalcode opgenomen in het Rijksregister. Het is evenwel op de taalcode dat men zich beroept om de keuze te maken van de taal waarin men het desbetreffend aanslagbiljet ontvangt. 1. Hoe komt het dat de taalcode in het Rijksregister niet systematisch overeenstemt met de taal waarin de identiteitskaart is opgesteld ? 2. Welke maatregelen overweegt u om te voorkomen dat een situatie zoals aangehaald zich in de toekomst zou herhalen ? Antwoord : 1. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen, enerzijds, het centraal bestand van de identiteitskaarten en, anderzijds, het Rijksregister van de natuurlijke personen. Deze bestanden worden onafhankelijk van elkaar beheerd, en zij moeten afzonderlijk bijgewerkt worden. De taal waarin de identiteitskaart wordt opgemaakt, wordt bijgevolg bepaald door de taalcode die verplicht moet worden ingevoerd bij het aanvragen van een nieuwe kaart. Marginale divergenties kunnen ontstaan tussen het centraal identiteitskaartenbestand en het Rijksregister van de natuurlijke personen indien sommige gemeentebesturen geen systematische bijwerking van het Rijksregister van de natuurlijke personen uitvoeren.
en français en vue de la perception de la taxe régionale de la Région de Bruxelles-Capitale alors qu’elle possède une carte d’identité en néerlandais. Le ministre des Finances de la Région de BruxellesCapitale a répondu qu’il n’était pas exceptionnel que la langue de la carte d’identité ne coı¨ncide pas avec le code linguistique du Registre national. Or, c’est sur la base de ce code linguistique que s’effectue le choix de la langue dans laquelle les contribuables reçoivent le document en question. 1. Comment se fait-il que le code linguistique du Registre national ne coı¨ncide pas systématiquement avec la langue dans laquelle a été établie la carte d’identité ? 2. Quelles mesures envisagez-vous pour éviter que ce genre de situation ne se reproduise à l’avenir ? Réponse : 1. Il convient de faire une distinction entre, d’une part, le fichier central des cartes d’identité et, d’autre part, le Registre national des personnes physiques. Ces fichiers sont gérés indépendamment l’un de l’autre, et ils doivent donc être mis à jour séparément.
2. Het lijkt mij niet opportuun om maatregelen te overwegen aangezien het tot de algemene principes van een behoorlijk bestuur behoort dat iedere openbare dienst zich ertoe dient in te spannen om de taalaanhorigheid van de inwoners te kennen, en ze dienovereenkomstig aan te schrijven.
La langue dans laquelle la carte d’identité est rédigée, est dès lors déterminée par le code langue qui doit obligatoirement être introduit lors de la demande d’une nouvelle carte. Des divergences marginales peuvent apparaıˆtre entre le fichier central des cartes d’identité et le Registre national des personnes physiques si certaines administrations communales ne mettent pas systématiquement à jour le Registre national des personnes physiques. 2. Il ne me paraıˆt pas opportun d’envisager des mesures, puisqu’il ressort des principes généraux d’une bonne gestion, que chaque service public doit s’efforcer de connaıˆtre l’appartenance linguistique des habitants et de s’adresser à eux conformément à celleci.
DO 1999200011128
DO 1999200011128
Vraag nr. 170 van de heer Arnold Van Aperen van 26 april 2000 (N.) : Rijkswacht. — Vervanging van een deel van het wagenpark. — Procedure. Op geregelde tijdstippen wordt een deel van het wagenpark van de rijkswacht in groten getale vervangen.
Question no 170 de M. Arnold Van Aperen du 26 avril 2000 (N.) : Gendarmerie. — Remplacement d’une partie du parc automobile. — Procédure. ` intervalles réguliers, une grande partie du parc A automobile de la gendarmerie est remplacée.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4274
Bij de verkoop van de te vervangen wagens worden de voertuigen van eenzelfde categorie in één pakket verkocht. Zo stelde ik enige tijd geleden vast dat de rijkswacht een achttal goed uitgeruste ziekenwagens met een beperkt aantal kilometers op de kilometerstand in « blok » te koop aanbood. Het zijn voertuigen die onder meer door een gemeentebestuur en/of andere gemeentelijke diensten nuttig zouden kunnen gebruikt worden, bijvoorbeeld voor niet-dringend ziekenvervoer.
Lors d’un tel remplacement, les véhicules appartenant à une même catégorie sont vendus en lot unique. C’est ainsi que j’ai pu constater il y a quelque temps que la gendarmerie avait vendu « en bloc » huit ambulances duˆment équipées, dont le compteur affichait de surcroıˆt un kilométrage réduit. Il s’agissait de véhicules qui pouvaient encore être utiles, notamment à une administration communale et/ou à d’autres services communaux, par exemple pour le transport non urgent de patients.
Door het te koop aanbieden van het ganse lot, krijgt een ondergeschikt bestuur geen kans om een nog bruikbaar tweedehandsvoertuig aan te schaffen.
Or, du fait que ces véhicules sont vendus en un lot unique, un pouvoir subordonné n’a aucune chance d’acquérir un véhicule d’occasion pouvant encore servir.
1. Waarom worden bij vervanging van een deel van het wagenpark de oude voertuigen van eenzelfde categorie in blok te koop aangeboden ?
1. Pourquoi, lors du remplacement d’une partie du parc automobile de la gendarmerie, les anciens véhicules appartenant à une même catégorie sont-ils vendus en bloc ?
2. a) Krijgen de ondergeschikte besturen de mogelijkheid om één of meerdere van de tweedehandsvoertuigen aan te schaffen ?
2. a) Les pouvoirs subordonnés auront-ils la possibilité à l’avenir d’acquérir un ou plusieurs de ces véhicules d’occasion ?
b) Zo ja, welke procedure dient te worden gevolgd ?
b) Dans l’affirmative, quelle procédure devront-ils suivre ?
Antwoord :
Réponse :
1. Wanneer het een voertuig betreft, gebeurt de afkeuring van dit materieel door een buitendienststelling die het gevolg is van een onmogelijke of oneconomische herstelling of nog, door buitenomloopstelling.
1. Lorsqu’il s’agit d’un véhicule, la réforme de ce type de matériel fait suite à une mise hors service pour réparation impossible ou antiéconomique ou encore par retrait d’emploi.
De afkeuringsprocedure is de beslissing dit materieel te verwijderen uit het rijkswachtpatrimonium.
La procédure de réforme est la décision de retrancher un matériel du patrimoine de la gendarmerie.
De afkeuring wordt uitgesproken door een autoriteit bepaald in functie van de eenheidsaankoopwaarde en de globale waarde van het materieel voorgesteld op het ogenblik der afkeuring.
La réforme est prononcée par une autorité déterminée en fonction de la valeur d’acquisition unitaire et la valeur globale du matériel proposé à la réforme.
Wanneer de afkeuring van een voertuig wordt uitgesproken, wordt deze beslissing overgemaakt aan de administratie van de BTW, van Registratie en Domeinen van het ministerie van Financie¨n.
Lorsque la réforme d’un véhicule est prononcée, celui-ci est remis à l’administration de la TVA, de l’Enregistrement et des Domaines du ministère des Finances.
De organisatie van een eventuele verkoop behoort integraal tot de bevoegdheid van de administratie van de BTW, van Registratie en Domeinen van het ministerie van Financie¨n.
L’organisation de la vente éventuelle fait partie de la responsabilité de l’administration de la TVA, de l’Enregistrement et des Domaines du ministère des Finances.
Met betrekking tot de acht voertuigen moet benadrukt worden dat slechts vier voertuigen op park gesteld zijn sinds twee jaar. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een ruilovereenkomst. Er moet gesteld worden dat de rijkswacht deze niet te koop heeft aangeboden en dus evenmin heeft overgedragen aan de administratie van de BTW, van Registratie en Domeinen van het ministerie van Financie¨n.
En ce qui concerne les huit véhicules, il faut préciser que seuls quatre véhicules sont sur parc depuis deux ans. Ils feront l’objet d’un futur marché d’échange. On peut affirmer que la gendarmerie ne les a pas non plus remis à l’administration de la TVA, de l’Enregistrement et des Domaines du ministère des Finances.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4275
2. De rijkswacht verkoopt geen enkel materieel die haar heeft toebehoord. De verkoop van het afgekeurd materieel gebeurt via de administratie van de BTW, van Registratie en Domeinen van het ministerie van Financie¨n.
2. La gendarmerie ne vend aucun matériel lui ayant appartenu. La vente des matériels réformés s’effectue par l’administration de la TVA, de l’Enregistrement et des Domaines du ministère des Finances.
Ten andere voorziet het algemeen budget der Uitgaven voor het jaar 2000, artikel 2.17.11, in een aantal afwijkingen aan het principe dat overtollig materieel en/of goederen dienen verkocht te worden door tussenkomst van de administratie van de BTW, van Registratie en Domeinen van het ministerie van Financie¨n.
Par ailleurs, le budget général des Dépenses pour l’année budgétaire 2000, article 2.17.11, prévoit des dérogations au principe selon lequel tous les matériels et/ou biens excédentaires doivent être vendus à l’intervention de l’administration de la TVA, de l’Enregistrement et Domaines du ministère des Finances.
Het artikel 2.17.11, § 1, b), herneemt de bepaling waarbij nog bruikbare goederen die niet meer nuttig kunnen worden aangewend mogen worden omgeruild tegen soortgelijke goederen die nodig zijn voor de opdrachten van de rijkswacht.
L’article 2.17.11, § 1, b), mentionne la disposition selon laquelle des biens, encore utilisables mais qui ne peuvent plus être mis en œuvre utilement, peuvent être échangés contre des biens similaires qui sont nécessaires à l’accomplissement des missions de la gendarmerie.
Tenslotte bepaalt de machtiging onder § 2, b), dat de minister de toelating biedt overtollig maar nog bruikbaar materieel en goederen van de rijkswacht over te dragen aan andere diensten van het departement die eveneens onder zijn gezag staan, maar die onder een andere sectie van de Algemene Uitgavenbegroting vallen.
Enfin au sens du § 2, b), une autorisation offre au ministre de l’Intérieur, la possibilité de transférer du matériel excédentaire et des biens de la gendarmerie toujours utilisables vers d’autres services du département qui se trouvent également sous son autorité mais qui apparaissent sous une autre section du budget général des Dépenses.
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 1999200000941
DO 1999200000941
Vraag nr. 101 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 maart 2000 (N.) :
Question no 101 de Mme Yolande Avontroodt du 17 mars 2000 (N.) :
Ziekenhuisapotheken. — Opleiding. — Personeel. — Statuut.
Officines hospitalières. — Formation. — Personnel. — Statut.
Het koninklijk besluit van 4 maart 1991 regelt de vaststelling van de normen waaraan een ziekenhuisapotheek moet voldoen om te worden erkend. Artikel 18 van het koninklijk besluit bepaalt dat de ziekenhuisapotheker-titularis, alsmede alle apothekers verbonden aan de ziekenhuisapotheek, een ervaring moeten hebben opgedaan als ziekenhuisapotheker van minstens 500 uren gedurende een periode van maximum 12 maanden.
L’arrêté royal du 4 mars 1991 fixe les normes auxquelles une officine hospitalière doit satisfaire pour être agréée. L’article 18 de cet arrêté royal dispose que le pharmacien hospitalier-titulaire ainsi que tous les pharmaciens liés à l’officine hospitalière doivent posséder une expérience en tant que pharmacien hospitalier d’au moins 500 heures acquise au cours d’une période de 12 mois maximum.
Het bewijs van bedoelde ervaring wordt geleverd door een attest geleverd door de titularis(sen) van een
La preuve de cette expérience doit être fournie au moyen d’une attestation délivrée par le titulaire d’une
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4276
(of meerdere) ziekenhuisapotheek(theken). Vele ziekenhuisapothekers ervaren deze opleiding als te minimaal en te theoretisch en zijn vragende partij voor een aanzienlijke uitbreiding van de opleiding tot drie jaar.
officine hospitalière. De nombreux pharmaciens hospitaliers estiment que cette formation n’est pas suffisante et qu’elle est trop théorique. Ils souhaitent que cette formation soit étendue à trois ans.
Daarnaast bepaalt het bovengenoemde koninklijk besluit van 4 maart 1991 de algemene, specifieke en administratieve taken van de ziekenhuisapotheker. Om het geheel van deze taken op een adequate wijze te kunnen vervullen, worden echter te weinig financie¨le middelen voorzien. Bovendien zou de huidige personeelsomkadering niet voldoen om een efficie¨nte werking te waarborgen. Daarnaast worden in geen waarborgen voorzien inzake de onafhankelijkheid van de ziekenhuisapotheker. Aangezien de vrijheid van keuze in de beoefening van de specifieke artsenijbereidkunde en de toepassing van de wetten en reglementen aangaande het verstrekken van geneesmiddelen niet is voorzien, leidt dit in bepaalde gevallen tot aanzienlijke problemen.
L’arrêté royal du 4 mars 1991 définit également les taˆches générales, spécifiques et administratives du pharmacien hospitalier. Or, les moyens financiers prévus sont insuffisants pour pouvoir mener à bien toutes ces taˆches. L’actuel cadre du personnel ne permettrait par ailleurs pas de garantir un fonctionnement efficace. Aucune garantie n’est par ailleurs prévue en matière d’indépendance du pharmacien hospitalier. L’absence de dispositions en matière de liberté de choix dans l’exercice de la pharmacie et d’application des lois et règlements concernant la délivrance de médicaments peut parfois poser des problèmes considérables.
Tenslotte rijzen ook problemen bij een fusie tussen ziekenhuizen; een centrale apotheek biedt immers geen oplossing voor de verschillende campussen wanneer die zich op verschillende kilometers van elkaar bevinden.
Un certain nombre de problèmes se posent également en cas de fusion d’hoˆpitaux. Une pharmacie centrale ne constitue en effet pas une bonne solution si les lieux d’implantation sont situés à plusieurs kilomètres de distance.
1. Welke initiatieven overweegt u te nemen om tegemoet te komen aan de gestelde problemen ?
1. Quelles initiatives avez-vous l’intention de prendre pour régler les problèmes évoqués ?
2. Overweegt u in overleg met de respectievelijke ministers van Onderwijs een initiatief te nemen om de opleiding van de ziekenhuisapothekers te herzien, uit te breiden en meer praktijkgericht te maken ?
2. Envisagez-vous, en concertation avec les ministres de l’Enseignement, de revoir la formation des pharmaciens hospitaliers de manière à la rendre plus complète et à l’axer davantage sur la pratique ?
3. a) Overweegt u in meer financie¨le middelen en een betere personeelsomkadering te voorzien voor een efficie¨ntere werking van de ziekenhuisapotheken ?
3. a) Envisagez-vous d’augmenter les moyens financiers et d’étoffer l’effectif du personnel de manière à permettre un fonctionnement plus efficace des officines hospitalières ?
b) Over hoeveel bijkomende middelen zal het gaan ?
b) Quels moyens supplémentaires pourraient ainsi être prévus ?
c) Welke normen zullen worden uitgewerkt om in een betere personeelsomkadering te voorzien ?
c) Quelles normes pourraient être définies en matière d’effectif du personnel ?
4. a) Meent u dat het opportuun is in een statuut te voorzien voor de ziekenhuisapotheker ?
4. a) Estimez-vous qu’il serait opportun d’élaborer un statut pour le pharmacien hospitalier ?
b) Overweegt u het nemen van een initiatief om een statuut te concipie¨ren ?
b) Allez-vous prendre une initiative en ce sens ?
5. a) Kan een satellietapotheek een oplossing betekenen voor het probleem dat rijst inzake de werking van de ziekenhuisapotheek bij de fusie van ziekenhuizen ?
5. a) La mise en place d’une pharmacie satellite pourrait-elle résoudre les problèmes de fonctionnement des officines hospitalières en cas de fusion d’hoˆpitaux ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4277
b) Voorziet u in andere oplossingen om tegemoet te komen aan dit probleem ?
b) Quelles autres solutions envisagez-vous le cas échéant dans ce cadre ?
Antwoord : Hiermee heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.
1. Er bestaan reeds een aantal initiatieven die proberen tegemoet te komen aan de door u gestelde problemen, dit zal u duidelijk worden door mijn antwoord op uw volgende vragen.
1. Plusieurs initiatives ont déjà été prises afin de remédier aux problèmes que vous évoquez. Mes réponses aux questions qui suivent le démontreront clairement.
2. De opleiding van ziekenhuisapothekers wordt verzorgd door de universiteiten.
2. La formation des pharmaciens hospitaliers est assurée par les universités.
Deze opleiding kan samengevat worden in vijf modules, namelijk organisatie en ziekenhuisbeleid, ziekenhuishygiène en technologie en radiofarmaceutica. Deze modules zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Europese Unie.
Elle se compose de cinq modules : l’organisation et la gestion hospitalières, l’hygiène hospitalière et la lutte contre les infections nosocomiales, la pathologie et la pharmacothérapie, la technologie et les radiopharmaceutiques. Ces modules sont fondés sur les recommandations de l’Union européenne.
In het koninklijk besluit van 4 maart 1991 werd gesteld dat het specialisatiediploma van ziekenhuisapotheker verplicht was.
L’arrêté royal du 4 mars 1991 disposait que le diploˆme de spécialisation de pharmacien hospitalier était obligatoire.
Hierdoor werd de uitoefening van het ambt van ziekenhuisapotheker te beperkend opgesteld, wat indruist tegen de Europese regelgeving. Deze regelgeving vereist enkel een bijkomende praktijkervaring, gelijk aan deze gangbaar in de lidstaten. Deze werd bijgevolg gelijkgesteld aan 500 uren, wat neerkomt op 3 maanden stage zoals door de universiteiten vereist.
Cela a eu pour effet de limiter de manière excessive l’exercice de la fonction de pharmacien hospitalier, ce qui est contraire à la réglementation européenne, laquelle exige simplement une expérience pratique complémentaire, analogue à celle généralement exigée dans les E´tats membres. Celle-ci a donc été fixée à 500 heures, ce qui équivaut à 3 mois de stage, comme l’exigent les universités.
Er werd tegen dit besluit een verzoek tot vernietiging bij de Raad van State ingediend omdat in deze 500 uren geen theoretische opleiding vervat zit.
Cet arrêté a fait l’objet d’une requête en annulation auprès du Conseil d’E´tat au motif que les 500 heures précitées ne comportent aucune formation théorique.
De financiering van de ziekenhuisapotheek (onderdeel B5 van de verpleegdagprijs) werd aangepast om voldoende garantie in te bouwen dat een ziekenhuis, met het oog op het garanderen van de kwaliteit, gespecialiseerde ziekenhuisapothekers zou aantrekken. De financiering zal niet worden verminderd als de apotheker ingeschreven is op een lijst van erkende ziekenhuisapothekers.
Le financement de l’officine hospitalière (sous-partie B5 du prix de journée) a été adapté afin de fournir suffisamment de garanties qu’un hoˆpital peut recruter des pharmaciens hospitaliers spécialisés afin d’assurer la qualité des prestations. Le financement ne sera pas réduit si le pharmacien est inscrit sur une liste de pharmaciens hospitaliers agréés.
De voorwaarden voor inschrijving zijn reeds in de vorm van een advies door de hiertoe opgerichte erkenningscommissie uitgebracht en zullen na mijn akkoord als ministerie¨le besluiten voor publicatie worden voorgelegd.
Les conditions d’inscription ont déjà fait l’objet d’un avis de la commission d’agrément créée à cet effet et seront publiées, moyennant mon accord, sous forme d’arrêtés ministériels.
Door deze inschrijving wordt bijgevolg artikel 18 van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 overbodig en zou het bij de publicatie van de erkenningsvoorwaarden kunnen opgeheven worden.
Cette inscription a pour effet de rendre l’article 18 de l’arrêté royal du 4 mars 1991 superflu. Celui-ci pourrait être abrogé à la suite de la publication des conditions d’agrément.
De erkenningscommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen van ziekenhuisa-
La commission d’agrément se compose de représentants des associations professionnelles de pharmaciens
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4278
pothekers en de universiteiten. Het is evident dat de invulling van de vereiste kennis door deze commissie wordt opgevolgd en aangevuld volgens de huidige vereisten tot uitoefening van het ambt van ziekenhuisapotheker.
hospitaliers ainsi que des universités. Il est évident que cette commission détermine le contenu des connaissances requises et les complète en fonction de l’évolution des exigences relatives à l’exercice de la fonction de pharmacien hospitalier.
3. a), b) en c)
3. a), b) et c)
Het aanwenden van financie¨le middelen, zoals onderdeel B5 van de verpleegdagprijs, om in een betere personeelsomkadering te voorzien voor een efficie¨ntere werking van de ziekenhuisapotheken, is mogelijk en is reeds het voorwerp van een studie.
L’utilisation des moyens financiers tels que visés à la sous-partie B5 du prix de journée, aux fins de prévoir des effectifs de personnel mieux adaptés à un fonctionnement plus efficace des officines hospitalières, est possible et fait déjà l’objet d’une étude.
Wel kan ik het geachte lid meedelen dat er bij de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, afdeling financiering, reeds gezocht wordt naar meer objectieve criteria om de financiering en werking van de ziekenhuisapotheken te verbeteren.
Toutefois, je puis communiquer à l’honorable membre qu’au Conseil national des établissements hospitaliers, section financement, on recherche d’ores et déjà des critères plus objectifs afin d’améliorer le financement et le fonctionnement des officines hospitalières.
4. a) en b) Er kan voorzien worden in een statuut van de ziekenhuisapotheker; de beroepsverenigingen van de ziekenhuisapothekers kunnen hierbij een rol spelen door het uitwerken van een voorstel van statuut. Dit voorstel van statuut kan dan onderzocht worden.
4. a) et b) Il est possible de prévoir un statut pour le pharmacien hospitalier; à cet égard, les associations professionnelles de pharmaciens hospitaliers peuvent jouer un roˆle en élaborant une proposition de statut, laquelle pourra être soumise à discussion.
Dit voorstel moet duidelijk de noodzaak van een statuut voor de ziekenhuisapothekers aantonen en duidelijk stellen op welke wijze het statuut van de ziekenhuisapotheker een garantie biedt voor een betere uitoefening van de artsenijbereidkunde in de ziekenhuizen.
Cette proposition doit démontrer clairement l’utilité d’un statut pour les pharmaciens hospitaliers et préciser de quelle manière celui-ci est susceptible d’améliorer l’exercice de l’art pharmaceutique dans les hoˆpitaux.
5. a) en b) Het koninklijk besluit van 19 oktober 1978 houdende regelen betreffende de officina’s en de geneesmiddelendepots in de verzorgingsinrichtingen vermeldt de termen ziekenhuisofficina, geneesmiddelendepot en kasten met geneesmiddelen, opgesteld voor spoedgevallen.
5. a) et b) L’arrêté royal du 19 octobre 1978 réglementant les officines et les dépoˆts de médicaments dans les établissements de soins mentionne les concepts d’officine hospitalière, de dépoˆt de médicaments et d’armoires à médicaments, constituées pour les cas d’urgence.
De regelgeving betreffende deze kasten staat beschreven in artikel 5 van dit besluit. De farmaceutische wetgeving kent echter de benaming « satellietapotheek » niet.
La réglementation relative à ces armoires figure à l’article 5 de l’arrêté précité. Toutefois, le concept d’officine satellite ne figure pas dans la législation pharmaceutique.
Gelet op artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies zijn alleen de officina-apotheker en de personen, onder de
En vertu de l’article 4, § 1er, de l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice de l’art de guérir, de l’art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales, seuls le pharmacien d’officine et les personnes répondant aux conditions visées au
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4279
vermelde voorwaarden, genoemd in § 2, van dat artikel, gemachtigd geneesmiddelen te bereiden en af te leveren.
§ 2 de cet article, sont autorisés à préparer et délivrer des médicaments.
Indien een « satellietapotheek » zou worden gedefinieerd als zijnde een of meerdere lokalen op een campus van een fusieziekenhuis die een extensie van de ziekenhuisofficina vormen, zou die bij fusie een oplossing kunnen bieden, op voorwaarde dat, wanneer in die lokalen een farmaceutische handeling wordt verricht (bereiden en/of afleveren van geneesmiddelen) die wordt afgeleverd door een apotheker zelf of onder rechtstreeks en werkelijk toezicht van een apotheker of ziekenhuisapotheker.
Si l’officine satellite était définie comme étant constituée d’un ou de plusieurs locaux sur le site d’un hoˆpital fusionné formant une extension de l’officine hospitalière, elle pourrait offrir une solution en cas de fusion à condition que, lorsqu’un acte pharmaceutique est posé dans ces locaux (préparation et/ou délivrance de médicaments), il le soit exclusivement par le pharmacien lui-même ou sous la surveillance directe et effective d’un pharmacien ou d’un pharmacien hospitalier.
DO 1999200001069
DO 1999200001069
Vraag nr. 110 van de heer Koen Bultinck van 7 april 2000 (N.) :
Question no 110 de M. Koen Bultinck du 7 avril 2000 (N.) :
Mogelijke recuperatie van RSZ-bijdragen van zwartwerkende geregulariseerde illegalen en hun werkgevers.
Possibilité de récupération des cotisations ONSS auprès des étrangers ayant travaillé au noir alors qu’ils étaient en séjour illégal et dont la situation a été régulariséee, et auprès de leurs employeurs.
De regularisatieperiode voor illegalen is reeds twee maanden achter de rug en binnenkort zal de Commissie voor de regularisatie starten met de beoordeling van de door illegalen ingediende dossiers.
La période au cours de laquelle les étrangers en séjour illégal dans notre pays pouvaient introduire une demande de régularisation est cloˆturée depuis deux mois et la Commission des régularisations entamera prochainement l’examen des dossiers introduits par les intéressés.
Om het door de wet vereiste verblijf te kunnen staven, kunnen illegalen allerlei bewijsmiddelen binnenleveren die hun verblijf in dit land moeten bewijzen. Een mogelijk bewijsmiddel zou een attest van tewerkstelling in Belgie¨, uitgereikt door een werkgever, kunnen zijn. Zo’n attest zou dan echter ook onmiddellijk bewijzen dat de illegale werknemer en de werkgever zich bezondigd hebben aan zwartwerk en dus aan ontduiking van belastingen en RSZ-bijdragen.
Pour apporter, conformément à la loi, la preuve de la durée de leur séjour en Belgique, les étrangers en séjour illégal peuvent produire des documents divers et notamment une attestation d’emploi en Belgique, délivrée par un employeur. Une telle attestation constituerait également la preuve que l’employeur et le travailleur ont agi dans l’illégalité en acceptant le travail au noir et ont, par conséquent, éludé frauduleusement l’impoˆt et les cotisations ONSS.
1. Zal de Commissie voor de regularisatie de RSZdiensten automatisch op de hoogte brengen van voornoemde attesten van tewerkstelling van illegalen ?
1. La Commission des régularisations transmettrat-elle automatiquement aux services de l’ONSS les attestations d’emploi d’étrangers en séjour illégal, visées ci-dessus ?
2. a) Zo neen, zal u dan zelf of uw RSZ-diensten een initiatief nemen om aan die attesten te geraken ?
2. a) Dans la négative, prendrez-vous — ou les services de l’ONSS prendront-ils — une initiative pour obtenir la communication de ces attestations ?
b) Indien u dit om een of andere reden niet kan, vindt u het niet billijk in de mogelijkheid gesteld te worden die attesten te kunnen bemachtigen ?
b) Si, pour une raison quelconque, une telle initiative se révélait impossible, n’estimez-vous pas qu’il conviendrait, au nom de l’équité, d’organiser la possibilité que vous entriez en possession de ces attestations ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
550
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4280
3. Eens in het bezit van die attesten, overweegt u de RSZ-diensten opdracht te geven om terugbetaling te eisen van de ontdoken RSZ-bijdragen door de illegale werknemers en de werkgevers ?
3. Une fois en possession de ces attestations, envisagez-vous — ou les services de l’ONSS envisagent-ils — d’ordonner que l’on réclame le remboursement des cotisations non payées par les travailleurs et les employeurs au noir ?
4. a) Indien u dit niet doet of niet kan, meent u dan niet dat hierdoor de gelijkheid wordt geschonden ?
4. a) Dans la négative (qu’il s’agisse d’un choix de votre part ou d’une impossibilité matérielle), n’estimezvous pas que le principe d’égalité est violé ?
b) Een zwartwerkende Vlaming of Waal wordt wel vervolgd, terwijl een zwartwerkende illegaal de dans ontspringt. Zou dit geen verkeerd signaal naar de burger toe zijn ?
b) Un Flamand ou un Wallon qui travaille au noir est effectivement poursuivi, alors qu’un étranger en séjour illégal échappe aux poursuites. Une telle situation ne constitue-t-elle pas un signal erroné à l’adresse des citoyens ?
Antwoord : Alvorens op de gestelde vragen een antwoord te formuleren, wens ik het geachte lid te wijzen op het feit dat fraude allerminst een eenduidig begrip is.
Réponse : Avant de répondre aux questions, je voudrais attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que la fraude n’est pas une notion univoque.
Vooreerst is een opdeling in bijdragefraude en prestatiefraude wenselijk. Bijdragefraude bestaat in het ontduiken van de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen, bijvoorbeeld door middel van niet-aangifte van tewerkstelling, koppelbazerij, illegale tewerkstelling, ... Prestatiefraude bestaat uit het onverschuldigd genieten van socialezekerheidsuitkeringen. Ook hier bestaan allerlei verschijningsvormen : het overtreden van arbeidsverboden of arbeidsbeperkende maatregelen tijdens het genot van uitkeringen, onvolledige of verkeerde aangifte van de gezinstoestand, het niet afleggen van de verplichte verklaringen of het afleggen van valse verklaringen, het beroep doen op socialezekerheidsprestaties terwijl men niet aan de wettelijke voorwaarden beantwoordt.
Il faut d’abord distinguer la fraude en matière de cotisations et la fraude en matière de prestations. La fraude en matière de cotisations consiste à se soustraire au paiement des cotisations sociales dues, par exemple par la non-déclaration d’une occupation, en faisant appel à des pourvoyeurs de main-d’œuvre, par une occupation illégale, ... La fraude en matière de prestations vise à bénéficier induˆment de prestations de sécurité sociale. Plusieurs possibilités existent aussi dans ce domaine : le non-respect de mesures interdisant ou limitant le travail pendant le bénéfice de prestations, la déclaration incomplète ou incorrecte de la situation familiale, le non-respect de l’obligation de déclaration ou le fait de faire des fausses déclarations, le recours aux prestations de sécurité sociale alors que les conditions légales ne sont pas remplies.
Daarnaast kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen oneigenlijk gebruik, misbruik en fraude. Oneigenlijk gebruik is het handelen of nalaten dat niet verenigbaar is met de woorden van de wet, maar wel met haar doel of strekking, al dan niet met als oogmerk of gevolg : het ontstaan of vergroten van een prestatieaanspraak. Fraude is het bewust handelen of nalaten in strijd met de woorden van de wet, met als oogmerk of mogelijk gevolg : het ontstaan of vergroten van een prestatieaanspraak. Fraude is dus eigenlijk een verzwaarde vorm van misbruik, namelijk met aanwezigheid van wat genoemd wordt een bijzonder moreel element (bewustzijn en oogmerk).
Par ailleurs, une distinction peut encore être faite entre le bénéfice impropre, l’abus et la fraude. Le bénéfice impropre consiste à agir ou à s’abstenir en contradiction avec les termes de la loi, mais conformément à son objectif ou à son esprit, ayant ou non comme but ou comme conséquence l’ouverture ou l’extension d’une prétention à une prestation. La fraude consiste à agir ou à s’abstenir sciemment en contradiction avec les termes de la loi, avec comme but ou comme conséquence possible l’ouverture ou l’extension d’une prétention à une prestation. La fraude est donc en fait une forme aggravante d’abus, à savoir la présence supplémentaire de ce qui est appelé un élément moral particulier (conscience et intention).
Sociale en fiscale fraude kan zich grosso modo voordoen op de volgende terreinen :
La fraude sociale et fiscale peut donc, grosso modo, se manifester dans les domaines suivants :
— fraude bij de fiscale aangiften en belastingontduiking;
— fraude dans le cadre des déclarations fiscales et la fraude fiscale;
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4281
— zwartwerk, hetgeen soms gecombineerd wordt met uitkeringsfraude, maar voornamelijk neerkomt op het ontwijken van sociale en fiscale bijdragen;
— travail au noir, parfois en combinaison avec la fraude en matière de prestations, mais qui consiste principalement à se soustraire au paiement de cotisations sociales et fiscales;
— uitkeringsfraude.
— fraude en matière de prestations.
Zwartwerk impliceert het verrichten van prestaties onder het gezag van een werkgever waarvoor de wettelijke en sociale en fiscale bijdragen niet of niet volledig worden betaald. Ook hier zijn bepaalde gradaties mogelijk. De zuivere vorm van zwartwerk vereist drie bestanddelen :
Le travail au noir implique l’accomplissement de prestations sous l’autorité d’un employeur, pour lesquelles les cotisations sociales et fiscales n’ont pas été payées ou ne l’ont pas été totalement. Plusieurs gradations sont également possibles dans ce domaine. Trois composantes sont nécessaires pour avoir la forme pure de travail au noir :
— werknemers die prestaties verrichten onder het gezag van een werkgever worden niet ingeschreven in de sociale documenten;
— les travailleurs qui fournissent des prestations sous l’autorité d’un employeur ne sont pas inscrits dans les documents sociaux;
— de prestaties en het loon worden niet aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
— les prestations et la rémunération ne sont pas déclarées à l’Office national de sécurité sociale;
— op dit loon wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden en doorbetaald aan de fiscus.
— un précompte professionnel n’est pas retenu de cette rémunération et n’est pas versé au fisc.
Deze vorm beperkt zich tot een aantal categoriee¨n van werknemers :
Cette forme se limite à certaines catégories de travailleurs :
— illegale vreemdelingen;
— les étrangers illégaux;
— diegenen die een reden hebben om te verbergen dat ze een officieel inkomen uit arbeid hebben, bijvoorbeeld bij loonbeslag uit hoofde van een alimentatieverplichting;
— ceux qui veulent dissimuler un revenu de travail officiel, par exemple en cas de saisie sur salaire en raison d’une obligation alimentaire;
— diegenen die een vervangingsinkomen genieten waarmee hun inkomsten uit officie¨le arbeid niet, of slechts gedeeldelijk, of slechts onder bepaalde voorwaarden verenigbaar zijn (gepensioneerden, werklozen, steuntrekkers van de ziekte- en invaliditeitsuitkering en bestaansminimumtrekkers);
— ceux qui bénéficient d’un revenu de remplacement avec lequel leurs revenus produits par une activité officielle ne sont pas compatibles, ou seulement partiellement ou seulement sous certaines conditions (pensionnés, choˆmeurs, bénéficiaires d’une indemnité de maladie et d’invalidité et bénéficiaires du minimum de moyens d’existence);
— diegenen die langs een andere weg sociaal verzekerd zijn (huisvrouwen, werknemers die reeds verzekerd zijn in hoofde van een andere tewerkstelling bij een andere werkgever);
— les personnes déjà autrement assurées d’un point de vue social (femmes au foyer, travailleurs déjà assurés en raison d’une autre occupation auprès d’un autre employeur);
— studenten zonder studentenovereenkomst.
— les étudiants sans contrat de travail d’étudiant.
Naast deze « zuivere » vorm bestaat de mogelijkheid om reguliere werknemers die officieel ingeschreven zijn en die een loon ontvangen waarop de verschuldigde sociale en fiscale bijdragen worden betaald, in het zwart tewerk te stellen door het niet-aangeven van méér-prestaties. Een andere mogelijkheid is het camoufleren van het werkelijke statuut van de tewerkstelling, de prestaties of het loon. Hier treffen we de schijnzelfstandigen aan, maar ontmoeten we ook sociale spitstechnologie. Koppelbaaspraktijken en
Outre cette forme « pure », il existe la possibilité d’occuper au noir des travailleurs réguliers, inscrits officiellement et qui perçoivent une rémunération pour laquelle des cotisations sociales et fiscales sont payées, en ne déclarant pas les prestations supplémentaires. Une autre possibilité consiste à camoufler le statut réel de l’occupation, les prestations et la rémunération. Nous sommes confrontés ici aux faux indépendants mais aussi à l’ingénierie sociale. Les pratiques des pourvoyeurs de main-d’œuvre et le fait de fournir illé-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4282
wederrechtelijke uitlening van personeel is zwartwerk waarbij alles draait rond de driehoek « uitlener — werkkracht — gebruiker » en rond de overdracht van een gedeelte van het gezag dat normaal aan de werkgever-aanwerver toebehoort.
galement du personnel sont du travail au noir, dont le triangle « fournisseur — travailleur — utilisateur » constitue le centre du problème ainsi que le transfert d’une part de l’autorité qui revient normalement à l’employeur qui engage le travailleur.
In de voorbije decennia hebben diverse regeringen gepoogd om, in de sectoren waar het zwartwerk welig tierde, het zwartwerk te bemoeilijken door het opleggen van diverse bijkomende administratieve formaliteiten die een controle mogelijk maakten, zoals bijvoorbeeld de dagelijkse werflijst in de bouwsector. Deze maatregelen dienden, door de pakkans voor zwartwerk te vergroten, een ontradend effect te hebben. In elk geval betekenden zij een grote stap voorwaarts om zwartwerk tegen te gaan.
Au cours des dernières décennies, divers gouvernements ont tenté de contrecarrer le travail au noir dans les secteurs où il était fortement ancré, en imposant diverses formalités administratives supplémentaires en vue de permettre un controˆle, par exemple la liste de chantier journalière dans le secteur de la construction. En augmentant les possibilités de déceler le travail au noir, ces mesures devaient avoir un effet dissuasif. En tout cas, elles ont été une étape importante dans la lutte contre le travail au noir.
1. Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden dat het uitwisselen van (persoons)gegevens in Belgie¨ aan welbepaalde regels onderworpen is. Zo legt de vigerende wetgeving in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verwerken van persoonsgegevens bepaalde maatregelen op aan instellingen, administraties en andere gemachtigde organen die moeten instaan voor het inzamelen, het verwerken en het uitwisselen van dergelijke gegevens.
1. J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que l’échange de données (personnelles) est soumis en Belgique à certaines règles. Ainsi, la législation en vigueur en matière de protection de la vie privée impose, lors du traitement de données personnelles, certaines mesures aux institutions, administrations et autres organes habilités, qui sont chargés de la collecte, du traitement et de l’échange de pareilles données.
Het hoofdkenmerk van deze wetgeving is de bescherming van alle onderdanen tegen de mogelijke misbruiken die het verwerken van hun (persoons)gegevens binnen de hedendaagse informatiemaatschappij met zich meebrengt. Immers, rekening houdend met alle ontwikkelingen van de laatste jaren op het gebied van rationele gegevensverwerking (rationalisering van de gezondheidszorg, introductie van de SIS-kaart, enz.), is informatie over de persoonlijke levenssfeer — nog veel meer dan ooit tevoren — zeer toegankelijk geworden. Het gevaar voor misbruiken is dan ook niet denkbeeldig. De wetgever heeft dan ook in het begin van de jaren negentig twee wetten uitgevaardigd met betrekking tot de gegevensuitwisseling : enerzijds is er de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, en anderzijds is er de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
La caractéristique principale de cette législation est la protection de tous les ressortissants contre les abus éventuels qu’entraıˆne le traitement de leurs données (personnelles) dans l’actuelle société d’information. En effet, compte tenu de tous les développements de ces dernières années dans le domaine du traitement rationnel des données (rationalisation des soins de santé, instauration de la carte SIS, etc.), l’information au sujet de la vie privée est devenue très accessible, bien plus que par le passé. Le risque d’abus est donc réel. Dès lors, le législateur a promulgué deux lois au début des années nonante au sujet de l’échange de données : d’une part, la loi du 15 janvier 1990 relative à l’institution et à l’organisation d’une Banque-carrefour de la sécurité sociale et, d’autre part, la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel.
De Commissie voor regularisatie waarvan u spreekt, werd in het leven geroepen door artikel 3 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk. Krachtens het koninklijk besluit van 17 januari 2000 houdende de machtiging tot toegang van de Dienst Vreemdelingenzaken tot de persoonlijke gegevens, beheerd door de Commissie voor regularisatie, is
La Commission de régularisation à laquelle vous faites allusion a été créée par l’article 3 de la loi du 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certaines catégories d’étrangers séjournant sur le territoire du Royaume. En vertu de l’arrêté royal du 17 janvier 2000 autorisant l’accès de l’Office des étrangers au traitement de données à caractère personnel géré par la Commission de régularisation, seul l’Office des étrangers du ministère des Affaires étrangères a
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4283
enkel de Dienst Vreemdelingenzaken van het ministerie van Binnenlandse Zaken gemachtigd toegang te hebben tot de persoonlijke gegevens verkregen in toepassing van deze wetgeving.
accès aux données personnelles obtenues en application de cette législation.
Bijgevolg zijn noch mijn administratie, noch de RSZ gemachtigd om toegang te hebben tot de persoonlijke gegevens verkregen met toepassing van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk. Voorlopig kan er dus onmogelijk sprake zijn van een automatische uitwisseling van gegevens tussen de genoemde commissie en mijn administratie en/of de Rijksdienst voor sociale zekerheid. Indien er overgegaan zou worden tot het mogelijk maken van uitwisseling van dergelijke gegevens, zal men in elk geval rekening houden met de principes van de twee basiswetten.
Dès lors, ni mon administration, ni l’ONSS n’ont accès aux données personnelles obtenues en application de la loi du 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certaines catégories d’étrangers séjournant sur le territoire du Royaume. Il ne peut donc être question pour l’instant d’un échange automatique de données entre la commission précitée et mon administration et/ou l’Office national de sécurité sociale. Si l’échange de pareilles données devenait possible, il faudra en tout cas tenir compte des principes des deux lois fondamentales.
2. Gelet op hetgeen werd uiteengezet onder punt 1, is het niet mogelijk een initiatief te ondernemen teneinde toegang te verkrijgen tot de ingezamelde gegevens.
2. Compte tenu des considérations exposées au point 1, il n’est pas possible d’entreprendre une initiative en vue d’avoir accès aux données recueillies.
Bovendien ben ik de mening toegedaan dat wie een andere persoon tewerk stelt met de bedoeling alle mogelijke belastingen en sociale bijdragen te ontduiken (in casu zwartwerk), bezwaarlijk een attest ter hand zal stellen waarin deze ontduiking geattesteerd wordt. De situatie waarin de vrager van dergelijk attest zich bevindt zal vermoedelijk weinig of niets terzake doen. U stelt zelf dat dergelijk attest een bewijs zou kunnen leveren van zwartwerk. Het valt dan ook te verwachten dat de betrokken werkgevers dergelijke attesten niet zo gemakkelijk zullen opstellen.
En outre, j’estime qu’une personne qui occupe une autre personne dans le but de se soustraire au paiement de toutes sortes d’impoˆts et de cotisations sociales (ce qui correspond au travail au noir) ne remettra certainement pas une attestation prouvant cette fraude. La situation dans laquelle se trouve le demandeur de l’attestation importe probablement peu ou pas du tout. Vous affirmez vous-même que pareille attestation pourrait être une preuve de travail au noir. On peut donc s’attendre à ce que les employeurs concernés ne seront pas facilement enclins à établir ces attestations.
3. De Rijksdienst voor sociale zekerheid is belast met de inning en het beheer van de socialezekerheidsbijdragen in het socialezekerheidsstelsel voor loontrekkenden. De wettelijke bepalingen die de inning van deze bijdragen regelen, zijn van toepassing zowel op de private als op de openbare sector, met uitzondering van :
3. L’Office national de sécurité sociale est chargé de la perception et de la gestion des cotisations de sécurité sociale dans le régime de sécurité sociale des travailleurs salariés. Les dispositions légales qui régissent la perception de ces cotisations sont applicables aussi bien au secteur privé qu’au secteur public, à l’exception :
— de openbare instellingen die vallen onder de bevoegdheid van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
— des institutions publiques qui relèvent de la compétence de l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales;
— de werkgevers die vallen onder de bijzondere regeling beheerd door de Hulp- en Voorzorgkas voor zeevarenden onder Belgische vlag.
— des employeurs qui relèvent du régime spécial géré par la Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins naviguant sous pavillon belge.
Het stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers is krachtens artikel 1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbei-
En vertu de l’article 1er de la loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs salariés, le régime de sécurité sociale des travailleurs salariés est applicable
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4284
ders van toepassing op de werknemers die door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met hun werkgever.
aux travailleurs et aux employeurs liés par un contrat de louage de travail.
De wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders is van openbare orde en heeft bijgevolg voorrang op de wil van de partijen. Telkens uit de feitelijke toestand blijkt dat tegen een loon prestaties geleverd worden in een band van ondergeschiktheid, dan moeten deze personen onderworpen worden aan de sociale zekerheid voor werknemers.
La loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs salariés est d’ordre public et l’emporte donc sur la volonté des parties. Chaque fois que la situation de fait révèle que des prestations sont fournies contre une rémunération dans un lien de subordination, ces personnes doivent être assujetties à la sécurité sociale des travailleurs salariés.
Ik ben van mening dat, in het hypothetische geval van een toegang tot de gegevens ingezameld in het kader van de regularisatie van het verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, ik de RSZ geen bijkomende opdracht tot het invorderen van de verschuldigde toepasselijke socialezekerheidsbijdragen zal moeten geven. De RSZ heeft steeds alle werknemers onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, met inbegrip van het innen en invorderen van de hiervoor verschuldigde toepasselijke socialezekerheidsbijdragen.
J’estime que, dans le cas hypothétique d’accès aux données recueillies dans le cadre de la régularisation du séjour de certaines catégories d’étrangers séjournant sur le territoire du Royaume, je ne devrai pas charger l’ONSS d’une mission supplémentaire de recouvrement des cotisations de sécurité sociale applicables dues. L’ONSS a toujours assujetti tous les travailleurs salariés à la loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs salariés, y compris la perception et le recouvrement des cotisations de sécurité sociale applicables et dues à cet effet.
De werkgevers die sociaal verzekeringsplichtig personeel tewerkstellen of hebben tewerkgesteld dienen een aantal verplichtingen tegenover de Rijksdienst voor sociale zekerheid te voldoen, waaronder een aansluiting bij de RSZ, de verplichting tot het indienen van een kwartaalaangifte, de verplichting tot het betalen van bijdragen, enz. Het niet of niet tijdig naleven van deze verplichtingen geeft aanleiding tot een aantal specifieke sancties.
Les employeurs qui occupent ou ont occupé du personnel devant être assujetti d’un point de vue social doivent remplir une série d’obligations à l’égard de l’Office national de sécurité sociale, dont une affiliation à l’ONSS, l’obligation de faire une déclaration trimestrielle, l’obligation de paiement des cotisations, etc. Le non-respect de ces obligations ou le fait de ne pas les respecter dans les délais prévus entraıˆne une série de sanctions spécifiques.
Zo kan de RSZ ambtshalve de ontbrekende aangifte opstellen of de onvolledige of onjuiste aangifte verbeteren volgens de wettelijke voorschriften. Op het niettijdig indienen van deze aangiften staan geldelijke en strafsancties (gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en/of een geldboete van 26 tot 500 frank).
Ainsi, l’ONSS peut établir la déclaration manquante ou corriger la déclaration incomplète ou incorrecte selon les prescriptions légales. Le fait de ne pas introduire ces attestations à temps donne lieu à des sanctions financières et pénales (une peine d’emprisonnement de huit jours à trois mois et/ou une amende de 26 à 500 francs).
Met betrekking tot de verplichting tot betaling van de bijdragen, voorziet de wet dat de werkgevers de verschuldigde bijdragen binnen de wettelijke vastgestelde termijnen aan de RSZ moeten betalen. Het niet naleven van deze termijnen geeft in beginsel aanleiding tot de toepassing van de volgende geldelijke sancties :
En ce qui concerne l’obligation de paiement des cotisations, la loi prévoit que les employeurs doivent payer les cotisations dues à l’ONSS dans les délais fixés par la loi. Le non-respect de ces délais entraıˆne en principe l’application des sanctions financières suivantes :
— een bijdrageopslag gelijk aan 10 % van het bedrag dat niet binnen de wettelijke termijn is betaald;
— une majoration de cotisations de 10 % du montant qui n’a pas été payé dans les délais légaux;
— een verwijlintrest van 7 % per jaar (8 % tot
— un intérêt de retard de 7 % par an (8 % jusqu’au
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4285
31 augustus 1996), die loopt vanaf het verstrijken van de wettelijke termijn en verschuldigd is tot op de dag van de betaling.
31 aouˆt 1996) qui commence à courir à partir de l’échéance du délai légal et duˆ jusqu’à la date de paiement.
4. Krachtens artikel 1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tenzij een internationaal verdrag of een bilaterale overeenkomst anders bepaalt, is het Belgische socialezekerheidsstelsel van toepassing op iedere werknemer die op Belgisch grondgebied werkt in uitvoering van een arbeidsovereenkomst en wiens werkgever in Belgie¨ is gevestigd. De betrokken wetgeving maakt geen onderscheid naargelang de nationaliteit van de betrokken werknemers. Er kan dus geen schending optreden van het gelijkheidsbeginsel en er kan bezwaarlijk sprake zijn van een verkeerd signaal naar de burger toe.
4. En vertu de l’article 1er de la loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs salariés et sauf disposition contraire dans un traité international ou une convention bilatérale, le régime de sécurité sociale belge est applicable à tout travailleur qui travaille sur le territoire belge en exécution d’un contrat de travail et dont l’employeur est établi en Belgique. La législation concernée ne fait pas de distinction en fonction de la nationalité des travailleurs visés. Il n’y a donc aucune violation du principe d’égalité et il pourrait difficilement être question d’un signal inapproprié donné à la population.
DO 1999200011192
DO 1999200011192
Vraag nr. 125 van de heer Filip Anthuenis van 8 mei 2000 (N.) :
Question no 125 de M. Filip Anthuenis du 8 mai 2000 (N.) :
Financiering van de rusthuizen.
Financement des maisons de repos.
Wil een rusthuis kunnen genieten van de financie¨le tussenkomst van het RIZIV in de opvangkosten voor zorgafhankelijke bejaarden, dan moet het krachtens het koninklijk besluit van 19 mei 1992 minimaal een aantal personeelsleden in dienst hebben. Is dit niet het geval, dan wordt de tegemoetkoming van het rusthuis verminderd.
L’arrêté royal du 19 mai 1992 prévoit qu’une maison de repos doit occuper un effectif minimum pour bénéficier de l’intervention financière de l’INAMI dans les frais d’entretien des personnes aˆgées nécessitant des soins. S’il n’est pas satisfait à ce critère, la subvention accordée à la maison de repos est réduite.
Artikel 2, § 3, van het bovengenoemde koninklijk besluit van 19 mei 1992 voorziet in de mogelijkheid dat rusthuizen die niet in de mogelijkheid zijn om loontrekkend of statutair personeel in dienst te nemen, een beroep kunnen doen op de diensten van een door de bevoegde overheid erkende interim-onderneming. Gelet op het schrijnend tekort aan verpleegkundig personeel op de arbeidsmarkt bevinden heel wat rustoorden die perfect bereid zijn te voldoen aan de door de RIZIV gestelde personeelsnormen zich in de situatie dat zij geen verpleegkundig personeel vinden.
Aux termes de l’article 2, § 3, de l’arrêté royal précité du 19 mai 1992, les maisons de repos qui ne sont pas en mesure de recruter du personnel salarié ou statutaire peuvent recourir aux services d’une entreprise de travail intérimaire reconnue par les autorités compétentes. Compte tenu de la pénurie de personnel infirmier sur le marché du travail, de nombreuses maisons de repos qui seraient prêtes à se conformer aux normes de personnel prévues par l’INAMI, ne trouvent pas de personnel adéquat.
1. Hoeveel interim-ondernemingen werden door de dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV erkend op grond van artikel 2, § 3, van het bovengenoemde koninklijk besluit van 19 mei 1992 ?
1. Combien d’entreprises de travail intérimaire ont été reconnues par le service des Soins de santé de l’INAMI sur la base de l’article 2, § 3, de l’arrêté royal précité du 19 mai 1992 ?
2. a) Hoeveel aanvragen ontvingen zij van rustoorden die wegens tekorten op de arbeidsmarkt geen verpleegkundigen vinden ?
2. a) Combien de demandes ces entreprises ont-elles reçues de maisons de repos qui ne trouvent pas de personnel infirmier en raison de la pénurie qui règne sur le marché du travail ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4286
b) Kunnen deze interim-ondernemingen voldoen aan de vraag van de rustoorden ?
b) Ces entreprises de travail intérimaire peuvent-elles répondre à la demande des maisons de repos ?
3. Hoeveel rustoorden voldoen niet aan de personeelsnormen opgelegd door bovengenoemd koninklijk besluit wegens de krapte op de arbeidsmarkt ?
3. Combien de maisons de repos ne satisfont pas aux normes de personnel imposées par l’arrêté royal précité en raison de la pénurie qui règne sur le marché du travail ?
4. De sanctie wegens te weinig personeel is nogal zwaar, zeker indien rustoorden bereid zijn om personeel aan te werven, maar geen gekwalificeerd personeel vinden op de arbeidsmarkt.
4. La sanction prévue en cas de personnel insuffisant est relativement grave, particulièrement si les maisons de repos sont disposées à engager du personnel qualifié mais n’en trouvent pas sur le marché du travail.
Is het niet aangewezen de sanctie in dit geval ofwel af te schaffen ofwel drastisch te verminderen ?
Ne s’indiquerait-il dès lors pas de supprimer la sanction ou du moins d’en réduire considérablement l’incidence ?
Antwoord : In de eerste plaats wil ik ten behoeve van het geachte lid verduidelijken dat de voorwaarden die moeten worden vervuld voor het verkrijgen van de forfaitaire tegemoetkomingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, zijn vastgesteld wat de rust- en verzorgingstehuizen betreft, bij het ministerieel besluit van 19 mei 1992 tot vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen, en wat de rustoorden voor bejaarden betreft bij het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, voor de in artikel 34, 12o, van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen.
Réponse : Je préciserai tout d’abord, à l’intention de l’honorable membre, que les conditions qui doivent être remplies pour obtenir les interventions forfaitaires de l’assurance soins de santé obligatoire sont définies, en ce qui concerne les maisons de repos et de soins, par l’arrêté ministériel du 19 mai 1992 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, dans les maisons de repos et de soins, et, en ce qui concerne les maisons de repos pour personnes aˆgées, par l’arrêté ministériel du 5 avril 1995 fixant l’intervention visée à l’article 37, § 12, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, pour les prestations visées à l’article 34, 12o, de la même loi.
Vervolgens kan ik op de vragen van het geachte lid het volgende antwoorden.
Cela étant, je puis répondre ce qui suit aux questions proposées par l’honorable membre.
1. Het komt de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV niet toe interimondernemingen te erkennen. Een dergelijke erkenning behoort veeleer tot de bevoegdheid van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. (Vraag nr. 118 van 27 juni 2000.)
1. Il ne revient pas au Service des soins de santé de l’INAMI d’agréer des sociétés de travail intérimaire. Un tel agrément relève plutoˆt de la compétence du ministère de l’Emploi et du Travail. (Question no 118 du 27 juin 2000.)
2. Ik kan onmogelijk weten hoeveel aanvragen die interim-ondernemingen van de rusthuizen hebben ontvangen en evenmin in welke mate ze die hebben kunnen inwilligen. Voorts houdt de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV tot nu toe geen bijzondere boekhouding bij van alle instellingen die op enig ogenblik een beroep hebben gedaan op de diensten van een interim-onderneming.
2. Il m’est impossible de savoir combien de demandes ces sociétés de travail intérimaire ont reçues de la part de maisons de repos, ni dans quelle mesure elles ont pu les satisfaire. Par ailleurs, le Service des soins de santé de l’INAMI ne tient pas, jusqu’à présent, une comptabilité particulière de toutes les institutions qui, à un moment ou à un autre, ont pu avoir recours aux services d’une société de travail intérimaire.
3. De Overeenkomstencommissie rustoordenverzekeringsinstellingen en het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV hebben het probleem van het tekort aan geschoold ver-
3. La Commission de conventions entre les maisons de repos et les organismes assureurs, ainsi que le Comité de l’assurance soins de santé de l’INAMI, ont examiné la problématique de la pénurie de personnel
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4287
pleegkundig personeel tijdens het tweede semester van 1999 onderzocht. Op basis van de gegevens uit de halfjaarlijkse vragenlijst die in april 1999 naar de instellingen is gestuurd, is echter vastgesteld dat die problematiek slechts een zeer klein aantal instellingen treft en thans dus niet de invoering van algemene of buitengewone maatregelen rechtvaardigt. Mocht die toestand aanhouden of verergeren, zal de voornoemde overeenkomstencommissie dit jaar maatregelen voorstellen die een oplossing kunnen brengen voor het probleem zonder daarom de kwaliteit van de verzorging te verminderen, zoals trouwens is bepaald in de inleidingen bij de overeenkomsten tussen de rustoorden en de verzekeringsinstellingen die op 7 december 1999 zijn gesloten.
infirmier qualifié au cours du second semestre de l’année 1999. Sur base des données contenues dans le questionnaire semestriel envoyé aux institutions en avril 1999, il a cependant été constaté que cette problématique n’affectait sérieusement qu’un nombre minime d’établissements et ne justifiait donc pas, à l’heure actuelle, la mise en place de mesures générales ou extraordinaires. Si la situation devait perdurer ou s’aggraver, la commission de conventions précitée proposera cette année des mesures susceptibles de répondre au problème sans pour autant diminuer la qualité des soins, comme le prévoient d’ailleurs les préambules aux conventions entre les maisons de repos et les organismes assureurs conclues le 7 décembre 1999.
4. Maatregelen met het oog op een betere progressiviteit van de sancties indien de personeelsnormen gedeeltelijk niet worden nageleefd, zijn in het begin van dit jaar genomen (ministerieel besluit van 25 februari 2000 tot wijziging van voornoemd ministerieel besluit van 5 april 1995) en zijn van toepassing sinds 1 januari 2000. Het lijkt echter niet opportuun die sancties eenvoudig op te heffen : eensdeels zou men het risico lopen dat de beheerders van de rustoorden ertoe worden aangespoord niet meer actief op zoek te gaan naar het nodige personeel en anderdeels maar vooral mogen forfaitaire tegemoetkomingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging alleen maar worden toegekend als er daadwerkelijk verzorging is verleend.
4. Des mesures tendant à une meilleure progressivité des sanctions en cas de non-respect partiel des normes de personnel ont été prises au début de cette année (arrêté ministériel du 25 février 2000, modifiant l’arrêté ministériel du 5 avril 1995) et sont d’application depuis le 1er janvier 2000. Il ne parait cependant pas opportun de lever purement et simplement ces sanctions : d’une part, cela risquerait d’inciter les gestionnaires des maisons de repos à ne plus rechercher activement le personnel nécessaire; d’autre part, et surtout, des interventions forfaitaires de l’assurance soins de santé ne peuvent être octroyées que si des soins ont effectivement été dispensés.
DO 1999200001041
DO 1999200001041
Vraag nr. 129 van de heer Alfons Borginon van 9 mei 2000 (N.) :
Question no 129 de M. Alfons Borginon du 9 mai 2000 (N.) :
Zwangerschappen door middel van in-vitrofertilisatie. — Medicamenten « Puregon » en « Humegon ».
Grossesses par fertilisation in vitro. — Médicaments « Puregon » et « Humegon ».
Vorige legislatuur werden herhaaldelijk vragen gesteld over de terugbetaling van het medicijn Puregon (lees ook Gonal-F) dat gebruikt kan worden voor een zwangerschap door middel van in-vitrofertilisatie (IVF). Puregon wordt gefabriceerd door het bedrijf Organon en Humegon door Serono maar de twee medicijnen hebben dezelfde werking.
Sous la législature précédente, de nombreuses questions ont été posées à propos du remboursement du médicament Puregon (ou Gonal-F) qui peut être utilisé dans le cadre d’une grossesse par fertilisation in vitro. Le Puregon est fabriqué par l’entreprise Organon, l’Humegon par Serono, mais les deux médicaments produisent le même effet.
In bepaalde gevallen (de behandeling moet uitgevoerd worden in een erkend centrum, de betrokken behandeling moet worden voorafgaan door ten minste twee cycli van IVF die aanleiding hebben gegeven tot afnamen van ovocyten maar niet tot een bevalling hebben geleid, twee bloeddoseringen die respectievelijk tijdens de folliculaire fase van twee menstruele cycli in de loop van de drie maanden voor de betrok-
Dans certains cas (le traitement doit être effectué dans un centre agréé; il doit être précédé de deux cycles au moins de FIV qui ont donné lieu à la sécrétion d’ovocytes sans toutefois aboutir à un accouchement et de deux dosages sanguins ayant été effectués respectivement au cours de la phase folliculaire de deux cycles menstruels au cours des trois mois avant le traitement concerné et présentant une valeur FSH de
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
551
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4288
ken behandelingen worden uitgevoerd, moeten een FSH-waarde van minder dan 15 IE/I opleveren) wordt het medicijn nu terugbetaald door het RIZIV.
moins de 15 IE/I), le médicament est remboursé par l’INAMI.
Voor de twee eerste cycli maakt de patie¨nt meestal gebruik van het niet zo zuivere, doch wel terugbetaalde medicament Humegon. Dit medicament wordt vervaardigd uit urine van gemenopauzeerde vrouwen en blijkt voor 99 % zuiver te zijn. Het medicament Puregon wordt geproduceerd door de genetisch (DNA) veranderde ovariumcellen van de Chinese hamster. Puregon zou zuiverder zijn dan Humegon. Dit zou een eventuele allergische reactie bij de patie¨nt verminderen.
Pour les deux premiers cycles, le patient a souvent recours au médicament Humegon qui, quoique d’une pureté relative, est remboursé. L’Humegon est produit à partir d’urine de femmes ménopausées et semble présenter une pureté de 99 %. Quant au Puregon, il est produit par modification génétique (DNA) des cellules ovariennes du hamster chinois. Le Puregon serait plus pur que l’Humegon, ce qui réduirait les éventuelles réactions allergiques chez le patient.
Toen de farmaceutische bedrijven met Puregon op de markt kwamen werd Humegon tijdelijk zelfs van de markt gehaald, zogezegd omdat er complicaties zouden zijn voor de gezondheid maar vooral omwille van fabricatieproblemen, namelijk het selecteren van urine en de hoge kosten om deze urine zuiver te krijgen.
Au moment de la commercialisation du Puregon par les entreprises pharmaceutiques, l’Humegon a même été retiré temporairement du marché, prétendument parce qu’il présenterait un risque de complications pour la santé mais surtout en raison de problèmes de fabrication liés à la difficulté de sélectionner l’urine et au couˆt élevé de l’épuration de cette urine.
De kans op een zwangerschap met beide medicamenten is evenwaardig, hoewel de farmaceutische bedrijven stellen dat de kwaliteit van de embryo’s met Puregon beter zou zijn, wat neerkomt op meer bruikbare embryo’s per behandeling.
Les deux médicaments offrent les mêmes chances de grossesse, bien que les entreprises pharmaceutiques font valoir que la qualité des embryons — c’est-à-dire le nombre d’embryons utilisables par traitement — serait meilleure avec le Puregon.
1. Aangezien Puregon pas vanaf de derde cyclus wordt terugbetaald, wil dit dan zeggen dat Humegon geen bedreiging vormt voor de volksgezondheid (zoals eerder gesteld door de farmaceutische bedrijven) ?
1. Le remboursement du Puregon à partir du troisième cycle signifie-t-il que l’Humegon ne constitue pas un risque pour la santé publique (comme les entreprises pharmaceutiques l’ont prétendu par le passé) ?
2. a) Bent u op de hoogte van de woekerprijzen (1 200 frank per ampul) van de farmaceutische bedrijven voor het medicament Puregon ?
2. a) Eˆtes-vous au courant des prix usuraires (1 200 francs par ampoule) réclamés par les entreprises pharmaceutiques pour le médicament Puregon ?
b) Zou het niet kunnen dat de farmaceutische bedrijven in een minimum van tijd op kap van de patie¨nt hun hoge ontwikkelingskosten voor dit medicament willen terugwinnen om zo in korte tijd de investering rendabel te maken ?
b) N’assistons-nous pas ici à une tentative des entreprises pharmaceutiques de récupérer, en un temps minimum et à charge du patient, les frais de développement très élevés représentés par ce médicament, dans le but de rentabiliser leurs investissements dans les meilleurs délais ?
Antwoord : Voor het gedeelte van zijn vraag dat onder mijn bevoegdheid valt, deel ik het geachte lid mee dat de vergoedingsbasis van Puregon 1 350 frank bedraagt voor 1 ampul aan 50 IE, 3 085 frank voor 3 ampullen aan 50 IE en 4 634 frank voor 5 ampullen aan 50 IE. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende bedraagt 202 of 337 frank voor 1 ampul en 250 of 375 frank voor 3 en 5 ampullen. Meestal is het zo dat bij follikelstimulatie 3 tot 5 ampullen gebruikt worden, zodat de verpakking van 1 ampul als aanvulling gebruikt wordt. Deze prijzen zijn vastgesteld door de minister van Economie, die hiervoor eerst het ad-
Réponse : En ce qui concerne la partie de sa question qui relève de mes compétences, je communique à l’honorable membre que la base de remboursement de Puregon s’élève à 1 350 francs pour une ampoule à 50 IE, 3 085 francs pour 3 ampoules à 50 IE et 4 634 francs pour 5 ampoules à 50 IE. L’intervention personnelle du bénéficiaire s’élève à 202 ou 337 francs pour 1 ampoule et 250 ou 375 francs pour 3 et 5 ampoules. On utilise le plus souvent 3 ou 5 ampoules pour une stimulation folliculaire, de telle sorte que le conditionnement d’1 ampoule est utilisée comme complément de traitement. Ces prix sont fixés par le
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4289
vies gevraagd heeft van de Prijzencommissie voor de farmaceutische specialiteiten.
ministre de l’E´conomie, qui demande d’abord l’avis de la Commission des prix pour les spécialités pharmaceutiques.
Voor het overige gedeelte van de vraag wil ik het geachte lid verwijzen naar de minister van Volksgezondheid (vraag nr. 99 van 5 april 2000, Vragen en Antwoorden, 1999-2000, nr. 30, blz. 3504) en de minister van Economie aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 68 van 9 mei 2000.)
Pour l’autre partie de la question je peux renvoyer l’honorable membre au ministre de la Santé publique (question no 99 du 5 avril 2000, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 30, p. 3504) et au ministre de l’E´conomie, auquel la question a également été posée. (Question no 68 du 9 mai 2000.)
DO 1999200011215
DO 1999200011215
Vraag nr. 130 van mevrouw Frieda Brepoels van 10 mei 2000 (N.) :
Question no 130 de Mme Frieda Brepoels du 10 mai 2000 (N.) :
Sociale Inspectie. — Vervolgingsbeleid.
Inspection sociale. — Politique de poursuites.
Kan u voor de Sociale Inspectie voor de jaren 1997, 1998, 1999 en indien mogelijk 2000 volgende gegevens meedelen :
Pourriez-vous me communiquer, pour les années 1997, 1998, 1999 et si possible pour l’an 2000, les données suivantes concernant l’Inspection sociale, en ventilant les chiffres par région et par service extérieur :
1. aantal uitgevoerde inspectieopdrachten, per gewest en per buitendienst;
1. nombre de missions d’inspection effectuées;
2. aantal vastgestelde inbreuken, per gewest en per buitendienst;
2. nombre d’infractions constatées;
3. aantal opgemaakte processen-verbaal, per gewest en per buitendienst;
3. nombre de procès-verbaux dressés;
4. aantal gevallen waarbij overgegaan wordt tot strafvervolging, per gewest en per buitendienst;
4. nombre de cas ou` des poursuites pénales ont été engagées;
5. aantal geldboetes opgelegd door het ministerie indien er geen strafvervolging volgde, per gewest en per buitendienst;
5. nombre d’amendes infligées par le ministère en cas de non-poursuite pénale;
6. aantal tewerkgestelde inspecteurs, per gewest en per buitendienst ? Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de gevraagde inlichtingen mee te delen : de inlichtingen worden verstrekt conform de structuur van de Sociale Inspectie. 1. Aantal opdrachten Gewest — Région
6. nombre d’inspecteurs employés ? Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements demandés. Les renseignements sont conformes à la structure de l’Inspection sociale. 1. Nombre de missions
1997
1998
1999
2000
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ...............
1 892
1 653
891
390
Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale ...................
1 611
1 609
1 185
500
Antwerpen. — Anvers ...........................................
3 136
2 651
2 857
904
Limburg. — Limbourg ...........................................
664
696
493
312
Henegouwen. — Hainaut ......................................
1 847
1 803
1 274
534
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4290
Gewest — Région
1997
1998
1999
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur Luxembourg - Brabant wallon ...............................
1 873
2 048
1 568
621
Luik. — Liège ........................................................
2 048
1 733
2 090
950
Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — BruxellesCapitale et Brabant flamand ..................................
1 847
1 911
1 024
406
Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale ...............
2 344
2 202
1 913
790
Logistieke steun. — Soutien logistique ...................
66
102
124
157
Totaal. — Total ....................................................
17 328
16 408
13 419
5 564 (1)
(1) Toestand op 31 mei 2000.
(1) Situation au 31 mai 2000.
2. Aantal processen-verbaal
2. Nombre de pro-justitia
Gewest — Région
1997
1998
1999
2000
2000
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ...............
175
134
111
20
Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale ...................
131
109
110
46
Antwerpen. — Anvers ...........................................
469
425
235
73
Limburg. — Limbourg ...........................................
109
135
91
19
Henegouwen. — Hainaut ......................................
50
78
147
39
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur Luxembourg - Brabant wallon ...............................
229
248
226
104
Luik. — Liège ........................................................
93
70
66
27
Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — BruxellesCapitale et Brabant flamand ..................................
90
105
59
9
Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale ...............
303
344
356
193
Totaal. — Total ....................................................
1 649
1 648
1 401
530 (1)
(1) Toestand op 31 mei 2000.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
(1) Situation au 31 mai 2000.
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4291
3. Aantal inbreuken en het verleende gevolg (jaar 1997)
Gewest — Région
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ..................................................... Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale Antwerpen. — Anvers ........................ Limburg. — Limbourg ....................... Henegouwen. — Hainaut ................... Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur - Luxembourg - Brabant wallon ...................................................... Luik. — Liège .................................... Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — Bruxelles-Capitale et Brabant flamand .................................................. Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale ..................................................... Totaal. — Total .................................
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale .....................................................
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
d’infractions
et
suites
données
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
38 3 31 52 3
10 1 1 — —
22 34 141 9 6
1 — 2 — 1
44 54 142 19 6
— 27 80 12 5
148 57 320 66 33
263 176 717 158 54
11 1
6 8
77 13
4 1
24 4
48 11
226 82
396 120
9
—
11
—
6
2
78
106
7
—
94
—
3
43
225
372
155
26
407
9
302
228
1 235
2 362
4. Aantal inbreuken en het verleende gevolg (jaar 1998)
Gewest — Région
3. Nombre (année 1997)
4. Nombre (année 1998)
d’infractions
et
suites
données
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
10
1
7
1999
2000
—
6
1
149
174
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4292
Gewest — Région
Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale Antwerpen. — Anvers ........................ Limburg. — Limbourg ....................... Henegouwen. — Hainaut ................... Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur - Luxembourg - Brabant wallon ...................................................... Luik. — Liège .................................... Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — Bruxelles-Capitale et Brabant flamand .................................................. Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale ..................................................... Totaal. — Total .................................
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues 1 14 27 5
— — 2 1
13 137 12 8
— — 3 —
11 35 4 —
51 126 42 14
76 335 101 60
152 647 191 88
4 —
— —
27 8
— —
2 1
32 7
272 71
337 87
1
—
32
—
—
5
94
132
—
—
70
—
1
48
306
425
62
4
314
3
60
326
1 464
2 233
5. Aantal inbreuken en het verleende gevolg (jaar 1999)
Gewest — Région
5. Nombre (année 1999)
d’infractions
et
suites
données
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ..................................................... Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale Antwerpen. — Anvers ........................ Limburg. — Limbourg .......................
— — — —
— — — —
— 10 — —
— — — —
— — — 2
— 69 — —
162 110 331 142
162 189 331 144
Henegouwen. — Hainaut ...................
—
5
6
—
1
2
248
262
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
Gewest — Région
4293
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur - Luxembourg - Brabant wallon ......................................................
—
10
13
—
1
6
373
403
Luik. — Liège ....................................
1
1
2
—
—
10
88
102
Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — Bruxelles-Capitale et Brabant flamand ..................................................
—
—
—
—
—
—
83
83
Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale .....................................................
—
1
130
—
8
20
313
472
Totaal. — Total .................................
1
17
161
—
12
107
1 850
2 148
6. Aantal inbreuken en het verleende gevolg (jaar 2000)
Gewest — Région
6. Nombre (année 2000)
d’infractions
et
suites
données
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale .....................................................
—
—
—
—
—
Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale
—
—
—
—
—
13
72
85
Antwerpen. — Anvers ........................
—
—
—
—
—
—
116
116
Limburg. — Limbourg .......................
—
—
—
—
1
—
29
30
Henegouwen. — Hainaut ...................
—
5
1
—
—
2
47
55
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur - Luxembourg - Brabant wallon ......................................................
—
—
2
—
—
2
146
150
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
—
28
28
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4294
Gewest — Région
Doorzending voor administratieve geldboeten Zonder Adminizonder Gevolg Veroor- Minnelijke gevolg Vrijstratieve gekend niet Totaal deling schikking geklasseerd spraak geldboeten gevolg gekend inbreuken — — — — — — — — Condam- Transac- ClasseAcquit- Amendes Transfert Suite Total nation tions ment tement adminisaux non infractions sans suite tratives amendes connue administratives sans suites connues
Luik. — Liège ....................................
—
—
—
—
—
—
47
47
Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — Bruxelles-Capitale et Brabant flamand ..................................................
—
—
—
—
—
—
12
12
Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale .....................................................
—
—
21
—
—
—
220
241
Totaal. — Total .................................
—
5
24
—
1
17
717
764
7. Aantal tewerkgestelde sociaal inspecteurs en sociaal controleurs Gewest — Région
7. Nombre d’inspecteurs et de controˆleurs sociaux occupés
31 december 1997 31 december 1998 31 december 1999 — — — 31 décembre 1997 31 décembre 1998 31 décembre 1999
30 april 2000 — 30 avril 2000
West-Vlaanderen. — Flandre occidentale ...............
19
22
19
20
Oost-Vlaanderen. — Flandre orientale ...................
23
20
20
22
Antwerpen. — Anvers ...........................................
29
26
28
27
Limburg. — Limbourg ...........................................
10
10
10
11
Henegouwen. — Hainaut ......................................
19
21
21
20
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant. — Namur Luxembourg - Brabant wallon ...............................
19
18
19
19
Luik. — Liège ........................................................
22
20
20
20
Brussel-Hoofdstad en Vlaams-Brabant. — BruxellesCapitale et Brabant flamand ..................................
20
17
17
17
Brussel-Hoofdstad. — Bruxelles-Capitale ...............
23
23
21
18
Logistieke steun. — Soutien logistique ...................
12
11
9
8
Totaal. — Total ....................................................
196
188
184
182
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4295
DO 1999200011242
DO 1999200011242
Vraag nr. 132 van de heer Paul Tant van 15 mei 2000 (N.) :
Question no 132 de M. Paul Tant du 15 mai 2000 (N.) :
Ziekenhuizen. — Vergoedingen die berekend worden op het aantal bedden.
Hoˆpitaux. — Indemnités calculées en fonction du nombre de lits.
A) De vergoeding voor artsen die verplicht permanent aanwezig zijn in het ziekenhuis, is problematisch. De vergoeding gebeurt op basis van het aantal ziekenhuisopnames. Daardoor beschikt een kleiner ziekenhuis dat minder opnames telt dan een groot (universitair) ziekenhuis, over een kleiner budget, terwijl in een kleiner ziekenhuis de permanenties gebeuren door erkende specialisten. In grotere (universitaire) ziekenhuizen zijn het vaak geneesheer-specialisten in opleiding (GSO’s) die deze permanentie verzekeren. De grotere ziekenhuizen kunnen dus mankracht en budget putten uit een groter aantal minder gekwalificeerde artsen.
A) L’indemnisation des médecins qui doivent assurer une permanence à l’hoˆpital pose un certain nombre de problèmes. Cette indemnisation dépend du nombre d’admissions. Un hoˆpital de petite taille qui comptabilise moins d’admissions qu’un grand hoˆpital (universitaire) ne dispose dès lors que d’un budget réduit, alors que les permanences y sont assurées par des spécialistes reconnus. Dans les grands hoˆpitaux universitaires, ces permanences sont souvent assurées par des médecins spécialistes en formation. Les grands hoˆpitaux peuvent donc puiser dans un important réservoir de médecins moins qualifiés.
Hoe staat u tegenover de denkpiste om voor elke arts in hetzelfde bedrag te voorzien op grond van de fysieke aanwezigheid en dit aan te vullen met een vergoeding voor ree¨el gepresteerde medische handelingen ?
Que pensez-vous de la solution qui consisterait à prévoir un montant identique pour chaque médecin en fonction de sa présence physique et de compléter ce montant par une indemnité calculée sur la base des actes médicaux réellement posés ?
B) Een ander probleem dat ik zou willen aankaarten, houdt eveneens verband met het beddenaantal van het ziekenhuis. Een hoofdgeneesheer wordt vergoed op basis van het aantal bedden waarover het ziekenhuis beschikt. Opnieuw ligt de vergoeding in grote ziekenhuizen aanzienlijk hoger dan in kleine ziekenhuizen. De wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden zijn nochtans dezelfde en nemen zelfs voortdurend toe.
B) Un autre problème se pose encore en ce qui concerne les indemnités versées en fonction du nombre de lits. Le médecin chef est ainsi rémunéré sur la base du nombre de lits dont dispose un hoˆpital. L’indemnité est nettement plus importante dans les grands hoˆpitaux que dans les petits. Or, les obligations légales et les responsabilités sont identiques et ne cessent d’ailleurs de prendre de l’ampleur.
Hoe ziet u hieraan tegemoet te komen in het kader van de uitwerking van het nieuwe ziekenhuisconcept ?
Comment pensez-vous résoudre ces problèmes dans le cadre de la mise en œuvre du nouveau concept hospitalier ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het probleem van de vergoeding van de hoofdgeneesheer het onderwerp uitmaakte van een advies van de afdeling financiering van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen. Dit advies beveelt de verhoging van de huidige vergoeding per bed aan (door ze te verdubbelen), gezien de van langs om ruimere wettelijke en reglementaire verplichtingen, opgelegd aan deze functie. Ik kan mij bij dit standpunt aansluiten, waarvoor echter bijkomende budgettaire middelen nodig zijn. Dit zou eventueel de kans zijn om te onderzoeken of van de verwijzing naar het aantal bedden gedeeltelijk of geheel moet worden afgestapt, wetende dat het vereiste arbeidsvolume van een hoofdgeneesheer in een groot ziekenhuis belangrijker is dan in een klein ziekenhuis.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre que le problème de l’indemnisation du médecin-chef a fait l’objet d’un avis de la section financement du Conseil national des établissements hospitaliers. Cet avis recommande d’augmenter l’actuelle indemnité par lit (en la doublant), vu les obligations légales et réglementaires de plus en plus étendues, imposées à cette fonction. Je puis partager ce point de vue qui nécessite cependant des moyens budgétaires supplémentaires. Cela devrait être aussi l’occasion d’examiner si la référence au nombre de lits peut être partiellement ou totalement abandonnée, sachant que le volume de travail requis d’un médecin-chef d’un grand hoˆpital est par la force des choses plus important que dans un petit hoˆpital.
Wat betreft het punt A van de vraag, deel ik het geachte lid mee dat dit deel overgemaakt werd aan het
En ce qui concerne le point A de la question, je signale à l’honorable membre que ce volet a été trans-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
552
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4296
RIZIV, dat bevoegd is in deze materie. Ik zal u het antwoord meedelen vanaf het ogenblik dat ik het ontvangen heb.
mis à l’INAMI, compétent en la matière. Je ferai part de la réponse dès qu’elle me sera parvenue.
DO 1999200011297
DO 1999200011297
Vraag nr. 146 van de heer Richard Fournaux van 8 juni 2000 (Fr.) :
Question no 146 de M. Richard Fournaux du 8 juin 2000 (Fr.) :
Registratie als aannemer. — Bevoegde provinciale commissie.
Enregistrement comme entrepreneur. — Commission provinciale compétente.
Bij welke provinciale commissie moet een buitenlandse aannemer die in Belgie¨ iemand heeft aangeduid die hem inzake BTW vertegenwoordigt, zich laten registreren voor de toepassing van het koninklijk besluit van 26 december 1998 houdende uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het WIB 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ?
Auprès de quelle commission provinciale l’entrepreneur étranger ayant désigné un représentant responsable TVA doit-il demander son enregistrement pour l’application de l’arrêté royal du 26 décembre 1998 portant exécution des articles 400, 401, 403, 404 et 406 du CIR 1992 et de l’article 30bis de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
Artikel 4, § 2, tweede tot vijfde lid, van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bepaalt :
L’article 4, § 2, alinéas 2 à 5, de l’arrêté royal du 26 décembre 1998 portant exécution des articles 400, 401, 403, 404 et 406 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de l’article 30bis de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs dispose :
« Als de aanvrager zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel, zijn voornaamste inrichting of zijn zetel van bestuur of beheer niet in Belgie¨ heeft, dan dient zijn aanvraag, bij een ter post aangetekend schrijven, te worden ingediend :
« Si le demandeur n’a pas en Belgique son siège social, son principal établissement ou son siège de direction ou d’administration, sa demande d’enregistrement doit être introduite, par lettre recommandée à la poste :
— hetzij bij de commissie van het gebied waar zijn voornaamste Belgische inrichting gelegen is;
— soit auprès de la commission dans le ressort de laquelle il a son principal établissement belge;
— hetzij, bij gebrek aan Belgische inrichting, bij de commissie van het gebied waar hij overeenkomstig artikel 2, § 4, woonplaats heeft gekozen.
— soit, à défaut d’établissement belge, auprès de la commission dans le ressort de laquelle il a élu domicile conformément à l’article 2, § 4.
Als Belgische inrichting wordt beschouwd elke vaste inrichting met behulp waarvan de beroepswerkzaamheden van een buitenlandse onderneming geheel of gedeeltelijk in Belgie¨ worden uitgeoefend.
Par établissement belge, il convient d’entendre toute installation fixe par l’intermédiaire de laquelle une entreprise étrangère exerce tout ou partie de son activité professionnelle en Belgique.
Een vaste inrichting vormt in het bijzonder : 1o 2o
Constituent notamment une installation fixe :
een plaats waar leiding wordt gegeven;
1o
un siège de direction;
een filiaal;
2o
une succursale;
3o een kantoor;
3o un bureau;
4o een fabriek;
4o une usine;
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4297
5o een werkplaats;
5o un atelier;
6o een agentuur;
6o une agence;
7o een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;
7o une mine, une carrière ou tout autre lieu d’extraction de ressources naturelles;
8o een bouw- of constructiewerk waarvan de duur een ononderbroken periode van 30 dagen overschrijdt;
8o un chantier de construction ou de montage dont la durée dépasse une période non interrompue de 30 jours;
9o een opslagplaats;
9o un entrepoˆt;
10o een goederenvoorraad.
10o un stock de marchandises.
Een Belgische inrichting is eveneens de vertegenwoordiger, niet zijnde een onafhankelijke tussenhandelaar optredend in het normale kader van zijn activiteit, die in Belgie¨ werkzaam is voor een niet-inwoner zelfs wanneer de vertegenwoordiger geen machtiging bezit om namens die niet-inwoner overeenkomsten te sluiten. »
Constitue également un établissement belge, le représentant, autre qu’un intermédiaire de commerce autonome agissant dans le cadre normal de son activité, qui exerce en Belgique pour le compte d’un nonrésident, même si le représentant ne dispose pas de pouvoirs lui permettant de conclure au nom de ce nonrésident. »
Artikel 2, § 4, preciseert het volgende : « De in artikel 4, § 2, tweede lid, vermelde aanvrager die over geen Belgische inrichting in de zin van de leden 3 tot 5 van dezelfde paragraaf beschikt, moet in Belgie¨ woonplaats kiezen. »
L’article 2, § 4, précise que : « Le demandeur visé à l’article 4, § 2, alinéa 2, qui ne dispose pas d’un établissement belge au sens des alinéas 3 à 5 du même paragraphe doit élire domicile en Belgique. »
In het geval waarnaar het geachte lid verwijst, moet de buitenlandse vennootschap, aangezien haar enige band met Belgie¨ haar vertegenwoordiger als BTWverantwoordelijke is, haar registratieaanvraag indienen bij de commissie van het gebied waar laatstgenoemde zijn woonplaats heeft.
Dans le cas envisagé par l’honorable membre, dès lors que la société étrangère a pour seul lien avec la Belgique son représentant responsable TVA, elle introduira sa demande d’enregistrement auprès de la commission dans le ressort de laquelle ce dernier a son domicile.
DO 1999200011298
DO 1999200011298
Vraag nr. 147 van de heer Richard Fournaux van 8 juni 2000 (Fr.) :
Question no 147 de M. Richard Fournaux du 8 juin 2000 (Fr.) :
Registratie als aannemer.
Enregistrement comme entrepreneur.
Kan een in de Europese Economische Gemeenschap of in de Europese Economische Ruimte gevestigde buitenlandse onderneming die in Belgie¨ als tussenpersoon in eigen naam en in opdracht op het gebied van metselwerk opereert, worden geregistreerd als aannemer in de zin van de artikelen 400 tot en met 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ?
La société étrangère établie dans la Communauté économique européenne ou l’Espace économique européen et qui s’entremet comme intermédiaire en son propre nom et pour le compte dans des travaux de maçonnerie en Belgique, peut-elle être enregistrée comme entrepreneur au sens des articles 400 à 408 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et 30bis de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden dat niets belet dat een buitenlandse onderneming gevestigd in de Europese Economische Gemeenschap of in de Europese Economische Ruimte haar registratie in de zin van het koninklijk besluit van 26 december
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que rien n’empêche une société étrangère établie dans la Communauté économique européenne ou l’Espace économique européen de solliciter son enregistrement au sens de l’arrêté royal du
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4298
1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders zou aanvragen bij een provinciale registratiecommissie aangezien zij het voornemen heeft in Belgie¨ te opereren als tussenpersoon in eigen naam of in opdracht op het gebied van metselwerk. Ik zou het geachte lid evenwel eraan willen herinneren dat de wetgeving uitzendarbeid en de terbeschikkingstelling van personeel in deze sector verbiedt.
26 décembre 1998 portant exécution des articles 400, 401, 403, 404 et 406 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de l’article 30bis de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, auprès d’une commission provinciale d’enregistrement dès lors qu’elle a l’intention de s’entremettre comme intermédiaire en son propre nom et ou pour le compte dans des travaux de maçonnerie en Belgique. Je rappelle cependant à l’honorable membre que l’intérim et la mise à disposition de personnel sont interdits dans ledit secteur par la législation.
Pensioenen
Pensions
DO 1999200011230
DO 1999200011230
Vraag nr. 23 van de heer Jean-Jacques Viseur van 11 mei 2000 (Fr.) :
Question no 23 de M. Jean-Jacques Viseur du 11 mai 2000 (Fr.) :
Situatie van professoren die aan een Belgische universiteit werkzaam waren nadat zij aan de Universiteit Lovanium hadden gedoceerd. — Berekening van hun pensioen.
Situation des professeurs qui ont été en fonction dans une université belge après avoir été enseignant à l’Université Lovanium. — Calcul de leur pension.
Men heeft mijn aandacht gevestigd op de situatie van verscheidene professoren die aan een Belgische universiteit werkzaam waren nadat zij aan de Universiteit Lovanium hadden gedoceerd.
Mon attention est attirée sur la situation de plusieurs professeurs qui ont été en fonction dans une université belge après avoir été enseignant à l’Université Lovanium. Au moment de leur admission à l’éméritat, l’E´tat tient compte lors du calcul de leur pension du montant de la pension qu’ils touchent éventuellement de l’Office de la sécurité sociale d’outre-mer (OSSOM).
Op het ogenblik dat zij tot het emeritaat worden toegelaten, houdt de Staat bij de berekening van hun pensioen rekening met het pensioenbedrag dat zij eventueel van de Dienst voor overzeese sociale zekerheid (DOSZ) ontvangen. Dat veroorzaakt echter een discriminatie onder de gerechtigden van een rijkspensioen. De Universiteit Lovanium had immers bij de verzekeringsmaatschappij Assubel ten gunste van een deel van die professoren een groepsverzekering gesloten. Op een gegeven ogenblik heeft die verzekeringsmaatschappij de naar Belgie¨ teruggekeerde betrokkenen laten weten dat zij de keuze hadden tussen :
Or ceci crée une discrimination parmi les bénéficiaires de la pension E´tat dont voici les causes. Il convient de rappeler en effet que l’Université Lovanium avait souscrit au profit d’une partie de ces professeurs une assurance de groupe auprès de la compagnie Assubel. ` un moment donné, cette compagnie d’assurance a A fait savoir aux intéressés rentrés en Belgique qu’ils avaient le choix entre :
— ofwel het geldende verzekeringscontract handhaven en zelf de resterende premies betalen;
— soit maintenir le contrat d’assurance en vigueur en poursuivant à titre personnel le paiement des primes;
— ofwel de betaling van de premies stopzetten en bij het bereiken van de pensioenleeftijd een kapitaal of een rente ontvangen;
— soit cesser de payer les primes et obtenir à l’aˆge de la pension un capital ou une rente;
— ofwel de afkoopwaarde van het contract vragen.
— soit demander la valeur de rachat du contrat.
Sommigen hebben voor die laatste formule gekozen en hebben de afkoopwaarde aan de DOSZ laten stor-
D’aucuns ont opté pour cette dernière formule et ont fait verser à l’OSSOM la valeur de rachat. Il s’agit
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4299
ten. Het betreft dus een « persoonlijke » en vrijwillige storting.
donc d’un versement « personnel » accompli volontairement.
Als zij dat hadden gewild, hadden zij dat bedrag kunnen toevertrouwen aan een verzekeringsmaatschappij en haar kunnen vragen hen op 65-jarige leeftijd een rente te betalen of hadden zij onmiddellijk de afkoopwaarde kunnen innen.
Ils auraient pu s’ils avaient voulu, affecter ce montant au profit d’une compagnie d’assurance en lui demandant de leur verser une rente à 65 ans ou prélever d’emblée la valeur de rachat.
Aangezien de Staat rekening houdt met het door de DOSZ uitbetaald pensioen, dat gedeeltelijk uit vrijwillige stortingen is samengesteld, wordt de gerechtigde van dat pensioen benadeeld ten opzichte van degenen die niet voor vrijwillige storting hebben gekozen.
Par conséquence, étant donné que l’E´tat tient compte de la pension versée par l’OSSOM constituée en partie par des versements volontaires, le bénéficiaire de cette pension est lésé par rapport à ceux qui n’ont pas opté pour la formule de versement volontaire.
Vindt u niet dat het in die omstandigheden billijk zou zijn om geen rekening te houden met het gedeelte van het DOSZ-pensioen dat door vrijwillige stortingen van de betrokkenen is gevormd ?
Dans ces conditions, n’estimez-vous pas qu’il serait équitable de ne pas tenir compte de la quotité de pension OSSOM constituée par des versements volontaires effectués par les intéressés ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir ce qui suit à l’honorable membre.
De in de vraag bedoelde gewezen leerkrachten van de Universiteit Lovanium, die gevraagd hebben om de waarde van de afkoopsom van hun verzekeringscontract over te maken aan de DOSZ, hebben vrijwillig gekozen om een vrije storting van regularisatiebijdragen uit te voeren in het stelsel van de Overzeese sociale zekerheid voor de periodes die ze volbracht hebben bij de Universiteit Lovanium. Deze storting geeft aanleiding tot de toekenning van een pensioen van de DOSZ, net zoals de andere stortingen van bijdragen die gedaan worden in het stelsel van de DOSZ. De juridische aard van een pensioen van de DOSZ verschilt niet naargelang de stortingen voortvloeien uit de bestemming van de groepsverzekering Lovanium of uit de betaling van bijdragen die de belanghebbende met eigen gelden heeft bekostigd.
Les anciens enseignants de l’Université de Lovanium évoqués dans la question qui ont demandé à ce que la valeur de rachat de leur contrat d’assurance soit versée à l’OSSOM, ont volontairement choisi d’opérer un versement libre de cotisations de régularisation dans le régime de la sécurité sociale d’Outre-mer pour les périodes qu’ils avaient accomplies à l’Université de Lovanium. Ce versement donne lieu à l’octroi d’une pension OSSOM tout comme les autres versements de cotisations effectués dans le régime OSSOM. La nature juridique de la pension OSSOM n’est en rien différente selon que les versements résultent de l’affectation de l’assurance de groupe Lovanium ou du paiement de cotisations financées par des fonds propres de l’intéressé.
Deze universiteitsprofessoren kunnen aanspraak maken op een Belgisch wettelijk pensioen van het stelsel van de DOSZ. Overeenkomstig de dwingende wettelijke bepalingen dient dat pensioen in aanmerking genomen te worden bij de toepassing van de cumulatieregels tussen dit pensioen en het pensioen ten laste van de Belgische Schatkist dat hen is toegekend in hoofde van hun activiteiten in het Belgisch universitair onderwijs. Deze bepalingen zijn onder andere terug te vinden in artikel 40 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen die de cumulatie van dergelijke pensioenen beperkt tot 1 891 245 frank per jaar aan de spilindex 138,01.
Ces professeurs d’université bénéficient d’une pension légale belge du régime OSSOM qui doit, selon les dispositions impératives de la loi, être prise en compte pour l’application des règles de cumul entre cette pension et la pension à charge du Trésor public belge qui leur est allouée du chef de leur activité dans l’enseignement universitaire belge. Ces dispositions sont entre autres l’article 40 de la loi du 5 aouˆt 1978 de réformes économiques et budgétaires qui limite le cumul de telles pensions à 1 891 245 francs par an à l’indice-pivot 138,01.
Deze personen bevinden zich juridisch gezien in een situatie die objectief verschilt van de situatie van professoren van een Belgische universiteit die niet gekozen hebben voor een vrijwillige storting aan de DOSZ en die, naast hun pensioen ten laste van de Schatkist in hoofde van hun onderwijsactiviteit in Belgie¨, geen aan-
Ces personnes se trouvent juridiquement dans une situation objectivement différente de celle des professeurs d’université belge qui n’ont pas opté pour le versement volontaire à l’OSSOM et bénéficient, à coˆté de leur pension à charge du Trésor public du chef de leur enseignement en Belgique, non pas d’une autre
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4300
spraak maken op een ander wettelijk pensioen, maar op een extra-legaal pensioenvoordeel dat toegekend werd naar aanleiding van hun vroegere activiteiten in een private instelling. Aangezien de Universiteit van Lovanium niet werd opgericht door de Belgische Staat, worden de als pensioen geldende voordelen die toegekend worden door deze instelling niet beoogd in artikel 38 van voornoemde wet van 5 augustus 1978 en moeten deze bijgevolg niet in aanmerking genomen worden voor de toepassing van de in deze wet bedoelde cumulatieregels.
pension légale mais d’un avantage extra-légal en matière de pension accordée en raison de leurs activités antérieures dans un organisme privé. L’université de Lovanium n’étant pas un organisme créé par l’E´tat belge, les avantages tenant lieu de pensions accordés par cet organisme ne sont pas visés à l’article 38 de la loi du 5 aouˆt 1978 précitée et ne doivent par conséquent pas être pris en compte pour l’application des règles de cumul prévues par cette loi.
Rekening houdend met het objectieve verschil dat bestaat tussen de twee categoriee¨n van personen, is hier geen sprake van een ongerechtvaardigde discriminatie in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Compte tenu de la différence objective qui existe entre les deux catégories de personnes, il n’existe pas de discrimination injustifiée au sens des articles 10 et 11 de la Constitution.
Tot slot moet er opgemerkt worden dat betrokkene, door te kiezen om vrijwillig bij te dragen in het stelsel van de DOSZ, een keuze gemaakt heeft die zowel voordelen als nadelen inhoudt. Voor een zelfde bedrag aan bijdragen bijvoorbeeld, zijn de pensioenrechten die opgebouwd zijn bij de DOSZ niet noodzakelijk dezelfde als deze die opgebouwd zijn bij een verzekeringsmaatschappij. Zo wordt het pensioen dat toegekend wordt door de DOSZ geı¨ndexeerd.
Enfin, il y a lieu de préciser qu’en choisissant de cotiser volontairement dans un régime légal OSSOM l’intéressé a effectué un choix qui comporte tant des inconvénients que des avantages. Ainsi, par exemple, pour un même montant de cotisations, les droits en matière de pension qui sont constitués auprès de l’OSSOM ne sont pas nécessairement les mêmes que ceux constitués auprès d’une compagnie d’assurance, c’est ainsi que la pension servie par l’OSSOM bénéficie de l’indexation.
Bovendien kan in dit laatste stelsel het recht op een overlevingspensioen aan een eventuele rechthebbende geopend worden, hetgeen niet noodzakelijk het geval zou geweest zijn indien hij gekozen had om een verzekeringscontract te behouden.
Par ailleurs, dans ce dernier régime, un droit à une pension de survie à un éventuel ayant droit peut s’ouvrir, ce qui n’aurait pas nécessairement été le cas s’il avait choisi de conserver une formule d’assurance.
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Ambtenarenzaken
Fonction publique
DO 1999200011279
DO 1999200011279
Vraag nr. 44 van de heer Claude Eerdekens van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 44 de M. Claude Eerdekens du 19 mai 2000 (Fr.) :
Ambtenaren. — Werken met beeldschermen. — Verplichte geneeskundige onderzoeken.
Fonctionnaires. — Travail sur écran. — Examens médicaux obligatoires.
Tal van ambtenaren zouden naar verluidt wensen dat maatregelen met betrekking tot het werken met beeldschermen worden getroffen.
Il me revient que de nombreux fonctionnaires souhaitent que des mesures soient prises en ce qui concerne le travail sur écran.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4301
1. a) Worden maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat alle ambtenaren die met een beeldscherm werken een verplicht geneeskundig onderzoek (koninklijk besluit van 27 augustus 1993) ondergaan ?
1. a) Des mesures sont-elles prises pour que des examens médicaux obligatoires (arrêté royal du 27 aouˆt 1993) soient effectués pour tous les agents qui travaillent sur écran ?
b) Zo neen, waarom niet ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
2. a) Zijn in uw departement kwaliteitsvolle beeldschermen — die groot genoeg zijn om alle gegevens die de ambtenaren nodig hebben weer te geven (minimum scherm 17) — beschikbaar ?
2. a) Des écrans de qualité — assez larges pour afficher toutes les données dont les agents ont besoin — (écran 17 minimum) sont-ils disponibles dans votre département ?
b) In welke mate ?
b) Dans quelle proportion ?
3. a) Werd in het aanbrengen van optische beschermingsfilters voorzien ?
3. a) Est-il prévu que des écrans de protection soient ajoutés ?
b) Of zullen overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 individuele beschermingsmiddelen (op kosten van de werkgever aangekochte speciale brillen) ter beschikking van het personeel worden gesteld ?
b) Ou conformément à l’arrêté royal du 27 aouˆt 1993, des dispositifs de protection individuelle (lunettes spéciales aux frais de l’employeur) seront-ils mis à la disposition du personnel ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Op het niveau van het federaal openbaar ambt in zijn geheel ben ik nog niet in staat om u een globaal antwoord te geven gezien het huidige gebrek aan een horizontale structuur. Elk departement moet dus de nuttige schikkingen nemen om zich aan de reglementering terzake te conformeren.
1. a) Au niveau de la fonction publique fédérale en son entier, je ne suis pas encore à même de vous donner une réponse globale vu l’absence actuelle d’une structure horizontale. Chaque département doit donc prendre les dispositions utiles afin de se conformer à la réglementation qui gouverne la matière.
Wat mijn departement betreft, hebben wij een systematisch proces aangevat voor het onderzoek van de ogen en van het gezichtsvermogen van de ambtenaren die gewoonlijk en gedurende een aanzienlijk deel van hun normale werktijd gebruik maken van beeldschermapparatuur.
Pour mon département nous avons entamé un processus d’examen systématique des yeux et de la vue des agents qui utilisent de façon habituelle et pendant une partie non négligeable de leur temps de travail normal un équipement à écran de visualisation.
Een prioriteitsorde werd bepaald rekening houdend onder andere met de opslorpingsmogelijkheden van de arbeidsgeneeskundige dienst van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.
Un ordre de priorité a été établi tenant compte notamment des possibilités d’absorption du service de la médecine du travail du ministère fédéral des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement.
Eerst hebben wij naar deze dienst de door de problematiek meest betrokken personen gestuurd.
Nous avons dirigé dans un premier temps vers ce service les personnes les plus concernées par cette problématique.
b) ...
b) ...
2. a) De reglementering terzake (koninklijk besluit van 27 augustus 1993) legt beeldschermen op waarvan « de tekens op het beeldscherm moeten voldoende scherp, duidelijk van vorm en voldoende groot zijn, met voldoende afstand tussen de tekens en de regels ».
2. a) La réglementation en la matière (arrêté royal du 27 aouˆt 1993) impose des écrans dont « les caractères doivent être d’une bonne définition et formés d’une manière claire, d’une dimension suffisante et avec un espace adéquat entre les caractères et les lignes ».
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4302
b) 52,6 % van de beeldschermen van de PC’s van het ministerie [behalve kabinetten, met inbegrip van de schermen voor examens (Selor) en voor opleidingen (OFO)] zijn 17’’-schermen. De volgende aankopen zullen altijd 17’’-schermen zijn voor de mensen die intensief op PC werken. 15’’-schermen zullen nog worden aangekocht voor de mensen die slechts een occasioneel gebruik van hun PC maken. 19’’-schermen en meer worden voor specifieke toepassingen voorzien.
b) 52,6 % des moniteurs du PC du ministère (cabinets non-compris, écrans d’examen — Selor — et de formation — IFA — inclus) sont des 17’’. Les prochains achats seront toujours des 17’’ pour les personnes qui travaillent intensivement sur PC. Des 15’’ seront encore achetés pour ceux qui ne font que des consultations occasionnelles. Des 19’’ et au-dessus sont prévus pour des applications spécifiques.
3. a) Sinds enkele jaren werden de beeldschermen van de meest gebruikte PC’s van een bescherming voorzien.
3. a) Depuis plusieurs années les écrans des ordinateurs les plus intensivement utilisés ont été équipés d’écrans de protection.
De moderne beeldschermen bevatten antireflectiefilms en een beschermingsdispositief. De aankoop van beschermingsmaterieel is dus onnodig en zelfs contra-productief geworden want het vermindert de leesbaarheid van het scherm. Zij doen de vermoeidheid van de gebruiker toenemen.
Les moniteurs de PC modernes incluent des films anti-reflets et des dispositifs de protection. L’achat d’écrans de protection est donc devenu nonnécessaire et même souvent contre-productif car ils diminuent la lisibilité du moniteur. Ils augmentent donc la fatigue de l’utilisateur.
b) Bovendien, indien de voornoemde individuele geneeskundige onderzoeken het vereisen, zullen ten laste van het departement speciale correctiemiddelen ter beschikking van de betrokken ambtenaren worden gesteld.
b) Par ailleurs, si les examens médicaux individuels susmentionnés en font apparaıˆtre la nécessité, des dispositifs de correction spéciaux seront mis à disposition des agents concernés à charge du département.
Onze preventiedienst heeft ook in een aangepaste informatie voor het personeel met betrekking tot het gebruik van beeldschermen voorzien.
Notre service de prévention a également prévu une information adaptée du personnel à l’utilisation des écrans d’ordinateur.
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 47 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 47 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers.
De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressenbestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »).
Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »).
1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ?
1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4303
b) Indien niet, waarom niet ?
b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ?
2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ?
2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ?
3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ?
3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ?
4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ?
4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ?
5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ?
5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ?
6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ?
6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Geen aangifte is gedaan.
1. a) Aucune déclaration n’est faite.
b) Ik beschik over een bestand — dat is een geheel van gegevens. Dit bestand wordt progressief samengesteld vanuit de identiteit van de personen die met mij communiceren. Het bestand bevat volgende gegevens : naam, voornaam, privé-adres en/of beroepsadres, telefoon- en faxnummer, e-mail-adres. Het wordt enkel voor individuele en gerichte mededelingen gebruikt.
b) Je dispose d’un fichier — c’est-à-dire d’un ensemble de données. Celui-ci est progressivement constitué à partir de l’identité des personnes ayant des échanges avec moi. Ce fichier reprend les données suivantes : noms, prénoms, adresses privées et/ou professionnelles, numéros de téléphone et de fax, adresse e-mail. Il n’est utilisé qu’à des fins de communications ponctuelles et individuelles.
Artikel 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorziet in de aangifteplicht in het kader van de geautomatiseerde verwerking van de gegevens. Een dergelijke verwerking veronderstelt de samenvoeging van drie voorwaarden : bewerkingen (zoals het vastleggen, het bewaren, het wijzigen, het uitwissen, het raadplegen en het verspreiden) moeten op de gegevens worden verricht; het geheel van deze bewerkingen moet met geautomatiseerde processen zoals met name de informatica gebeuren; en het geheel van deze bewerkingen moet met het oog op een bepaalde doelstelling worden verricht (M.-H. Boulanger, C. de Terwangne et Th. Leonard, « La protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. La loi du 8 décembre 1992 », JT, 1993, blz. 372).
L’article 17 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée prévoit l’obligation de déclaration dans le cadre de traitement automatisé des données. Un tel traitement suppose la réunion de trois conditions : des opérations (telles que l’enregistrement, la conservation, la modification, l’effacement, la consultation et la diffusion) doivent être effectuées sur les données; l’ensemble de ces opérations doit être effectué à partir de procédés automatisés tels que notamment l’informatique; et l’ensemble de ces opérations doit être effectué dans une certaine finalité (M.-H. Boulanger, C. de Terwangne et Th. Leonard, « La protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. La loi du 8 décembre 1992 », JT, 1993, p. 372).
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
553
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4304
In casu worden de gegevens van het bestand niet voor een bepaalde doelstelling in hun geheel gebruikt. Ze moeten niet als behorend tot een bewerking van gegevens worden beschouwd. Bijgevolg wordt beschouwd dat het houden van mijn bestand niet in het toepassingsgebied van artikel 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer past, dat in een aangifteplicht bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vo´o´r elke verwerking van gegevens voorziet. Bovendien, in het geval waar een dergelijk bestand als behorend tot de verwerking van gegevens zou worden beschouwd, voorziet het koninklijk besluit nr. 13 van 12 maart 1996 tot voorwaardelijke vrijstelling van de aangifteplicht voor soorten van geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die kennelijk geen gevaar inhouden op het gebied van de schending van de persoonlijke levenssfeer, in zijn artikel 8 in de vrijstelling van de aangifteplicht voor de verwerking van voor communicatie noodzakelijke identificatiegegevens die enkel worden verricht met de bedoeling met de betrokkene in contact te treden en voorzover die gegevens niet aan derden worden meegedeeld. 2. De mensen die in het bestand voorkomen hebben geen enkel identificatienummer. 3. Het bestand wordt enkel met dezelfde bedoeling als een adressenbestand gebruikt. Daarmee is het mogelijk over de gegevens te beschikken van de mensen die mij wensen te contacteren. 4. Artikel 9 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorziet dat de mensen waarvan de persoonlijke gegevens worden verwerkt hierover geı¨nformeerd moeten worden, alsook over de doelstelling van deze verwerking. Zoals reeds gezegd, wordt in het kader van het kabinet geen enkele verwerking van gegevens verricht of gebruikt. Hieraan kan toegevoegd worden dat, in het geval waar het houden van het bestand als het voorwerp uitmakend van een verwerking van gegevens zou worden beschouwd, het koninklijk besluit nr. 15 van 12 maart 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 9 van 7 februari 1995 betreffende het verlenen van vrijstellingen van de toepassing van artikel 9 van de wet van 8 december 1992, in artikel 2, b), de vrijstelling voorziet om de betrokken personen te informeren wanneer de verwerking uitsluitend de identificatie van de mensen betreft waarbij de houder van het bestand operaties van public relations wenst te verrichten of waarmee hij sociale of professionele betrekkingen wenst te onderhouden maar op voorwaarde dat de gegevens hem direct door de betrokken persoon worden gegeven.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
En l’espèce, les données retenues dans le fichier ne sont pas utilisées dans leur ensemble à une finalité. Elles ne doivent pas être considérées comme s’inscrivant dans un traitement de données. Par conséquent, l’on considère que la tenue de mon fichier ne rentre pas dans le champ d’application de l’article 17 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée lequel impose la déclaration préalable à tout traitement de données auprès de la Commission de protection de la vie privée. Par ailleurs, dans l’hypothèse où un tel fichier serait considéré comme relevant du traitement de données, l’arrêté royal no 13 du 12 mars 1996 portant exemption conditionnelle de l’obligation de déclaration pour certaines catégories de traitements automatisés de données à caractère personnel qui ne présentent manifestement pas de risque d’atteinte à la vie privée établit en son article 8 l’exemption de l’obligation de déclaration pour le traitement de données d’identification indispensables à la communication effectuées dans un seul but d’entrer en contact avec l’intéressé, pour autant que ces données ne soient pas communiquées à des tiers. 2. Les personnes inscrites dans le fichier ne font l’objet d’aucun numéro d’identification. 3. Le fichier est uniquement utilisé dans la même finalité qu’un carnet d’adresses. Il permet de disposer des coordonnées des personnes que je souhaite contacter. 4. L’article 9 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection dela vie privée prévoit que les personnes dont les données personnelles font l’objet d’un traitement doivent en être informées ainsi que de la finalité de ce traitement. Comme cela a déjà été précisé, aucun traitement de données n’est réalisé ni utilisé dans le cadre du cabinet. Il peut encore être ajouté que dans l’hypothèse où la tenue du fichier serait considérée comme faisant l’objet d’un traitement automatisé, l’arrêté royal no 15 du 12 mars 1996, modifiant l’arrêté royal no 9 du 7 février 1995 accordant des dispenses de l’application de l’article 9 de la loi du 8 décembre 1992 prévoit à l’article 2, b), la dispense d’informer les personnes concernées lorsque le traitement porte exclusivement sur l’identification des personnes auprès desquelles le maıˆtre du fichier souhaite mener des opérations de relations publiques ou avec lesquelles il souhaite entretenir des relations sociales ou professionnelles mais à condition que les données lui soient communiquées directement par la personne concernée.
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4305
In casu is het voornoemd bestand uitsluitend uit de gegevens samengesteld die mij door mijn correspondenten worden doorgegeven.
En l’espèce, mon fichier est uniquement constitué à partir des données qui me sont transmises par mes correspondants.
5. Deze vraag eist geen nieuwe antwoordelementen tegenover vorige vraag.
5. Cette question n’appelle pas de nouveaux éléments de réponse par rapport à la question précédente.
6. a) Neen.
6. a) Non.
Modernisering van de openbare besturen
Modernisation de l’administration
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 11 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 11 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers.
De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressenbestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »).
Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »).
1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ?
1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ?
b) Indien niet, waarom niet ?
b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ?
2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ?
2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ?
3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ?
3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ?
4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ?
4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ?
5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ?
5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4306
6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ?
6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Geen aangifte is gedaan.
1. a) Aucune déclaration n’est faite.
b) Ik beschik over een bestand — dat is een geheel van gegevens. Dit bestand wordt progressief samengesteld vanuit de identiteit van de personen die met mij communiceren. Het bestand bevat volgende gegevens : naam, voornaam, privé-adres en/of beroepsadres, telefoon- en faxnummer, e-mail-adres. Het wordt enkel voor individuele en gerichte mededelingen gebruikt.
b) Je dispose d’un fichier — c’est-à-dire d’un ensemble de données. Celui-ci est progressivement constitué à partir de l’identité des personnes ayant des échanges avec moi. Ce fichier reprend les données suivantes : noms, prénoms, adresses privées et/ou professionnelles, numéros de téléphone et de fax, adresse e-mail. Il n’est utilisé qu’à des fins de communications ponctuelles et individuelles.
Artikel 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorziet in de aangifteplicht in het kader van de geautomatiseerde verwerking van de gegevens. Een dergelijke verwerking veronderstelt de samenvoeging van drie voorwaarden : bewerkingen (zoals het vastleggen, het bewaren, het wijzigen, het uitwissen, het raadplegen en het verspreiden) moeten op de gegevens worden verricht; het geheel van deze bewerkingen moet met geautomatiseerde processen zoals met name de informatica gebeuren; en het geheel van deze bewerkingen moet met het oog op een bepaalde doelstelling worden verricht (M.-H. Boulanger, C. de Terwangne et Th. Leonard, « La protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. La loi du 8 décembre 1992 », JT, 1993, blz. 372).
L’article 17 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée prévoit l’obligation de déclaration dans le cadre de traitement automatisé des données. Un tel traitement suppose la réunion de trois conditions : des opérations (telles que l’enregistrement, la conservation, la modification, l’effacement, la consultation et la diffusion) doivent être effectuées sur les données; l’ensemble de ces opérations doit être effectué à partir de procédés automatisés tels que notamment l’informatique; et l’ensemble de ces opérations doit être effectué dans une certaine finalité (M.-H. Boulanger, C. de Terwangne et Th. Leonard, « La protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. La loi du 8 décembre 1992 », JT, 1993, p. 372).
In casu worden de gegevens van het bestand niet voor een bepaalde doelstelling in hun geheel gebruikt. Ze moeten niet als behorend tot een bewerking van gegevens worden beschouwd. Bijgevolg wordt beschouwd dat het houden van mijn bestand niet in het toepassingsgebied van artikel 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer past, dat in een aangifteplicht bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vo´o´r elke verwerking van gegevens voorziet.
En l’espèce, les données retenues dans le fichier ne sont pas utilisées dans leur ensemble à une finalité. Elles ne doivent pas être considérées comme s’inscrivant dans un traitement de données. Par conséquent, l’on considère que la tenue de mon fichier ne rentre pas dans le champ d’application de l’article 17 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée lequel impose la déclaration préalable à tout traitement de données auprès de la Commission de protection de la vie privée.
Bovendien, in het geval waar een dergelijk bestand als behorend tot de verwerking van gegevens zou worden beschouwd, voorziet het koninklijk besluit nr. 13 van 12 maart 1996 tot voorwaardelijke vrijstelling van de aangifteplicht voor soorten van geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens die kennelijk geen gevaar inhouden op het gebied van de schending van de persoonlijke levenssfeer, in zijn arti-
Par ailleurs, dans l’hypothèse où un tel fichier serait considéré comme relevant du traitement de données, l’arrêté royal no 13 du 12 mars 1996 portant exemption conditionnelle de l’obligation de déclaration pour certaines catégories de traitements automatisés de données à caractère personnel qui ne présentent manifestement pas de risque d’atteinte à la vie privée établit en son article 8 l’exemption de l’obligation de déclara-
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4307
kel 8 in de vrijstelling van de aangifteplicht voor de verwerking van voor communicatie noodzakelijke identificatiegegevens die enkel worden verricht met de bedoeling met de betrokkene in contact te treden en voorzover die gegevens niet aan derden worden meegedeeld.
tion pour le traitement de données d’identification indispensables à la communication effectuées dans un seul but d’entrer en contact avec l’intéressé, pour autant que ces données ne soient pas communiquées à des tiers.
2. De mensen die in het bestand voorkomen hebben geen enkel identificatienummer.
2. Les personnes inscrites dans le fichier ne font l’objet d’aucun numéro d’identification.
3. Het bestand wordt enkel met dezelfde bedoeling als een adressenbestand gebruikt. Daarmee is het mogelijk over de gegevens te beschikken van de mensen die mij wensen te contacteren.
3. Le fichier est uniquement utilisé dans la même finalité qu’un carnet d’adresses. Il permet de disposer des coordonnées des personnes que je souhaite contacter.
4. Artikel 9 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorziet dat de mensen waarvan de persoonlijke gegevens worden verwerkt hierover geı¨nformeerd moeten worden, alsook over de doelstelling van deze verwerking.
4. L’article 9 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection dela vie privée prévoit que les personnes dont les données personnelles font l’objet d’un traitement doivent en être informées ainsi que de la finalité de ce traitement.
Zoals reeds gezegd, wordt in het kader van het kabinet geen enkele verwerking van gegevens verricht of gebruikt.
Comme cela a déjà été précisé, aucun traitement de données n’est réalisé ni utilisé dans le cadre du cabinet.
Hieraan kan toegevoegd worden dat, in het geval waar het houden van het bestand als het voorwerp uitmakend van een verwerking van gegevens zou worden beschouwd, het koninklijk besluit nr. 15 van 12 maart 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 9 van 7 februari 1995 betreffende het verlenen van vrijstellingen van de toepassing van artikel 9 van de wet van 8 december 1992, in artikel 2, b), de vrijstelling voorziet om de betrokken personen te informeren wanneer de verwerking uitsluitend de identificatie van de mensen betreft waarbij de houder van het bestand operaties van public relations wenst te verrichten of waarmee hij sociale of professionele betrekkingen wenst te onderhouden maar op voorwaarde dat de gegevens hem direct door de betrokken persoon worden gegeven.
Il peut encore être ajouté que dans l’hypothèse où la tenue du fichier serait considérée comme faisant l’objet d’un traitement automatisé, l’arrêté royal no 15 du 12 mars 1996, modifiant l’arrêté royal no 9 du 7 février 1995 accordant des dispenses de l’application de l’article 9 de la loi du 8 décembre 1992 prévoit à l’article 2, b), la dispense d’informer les personnes concernées lorsque le traitement porte exclusivement sur l’identification des personnes auprès desquelles le maıˆtre du fichier souhaite mener des opérations de relations publiques ou avec lesquelles il souhaite entretenir des relations sociales ou professionnelles mais à condition que les données lui soient communiquées directement par la personne concernée.
In casu is het voornoemd bestand uitsluitend uit de gegevens samengesteld die mij door mijn correspondenten worden doorgegeven.
En l’espèce, mon fichier est uniquement constitué à partir des données qui me sont transmises par mes correspondants.
5. Deze vraag eist geen nieuwe antwoordelementen tegenover vorige vraag.
5. Cette question n’appelle pas de nouveaux éléments de réponse par rapport à la question précédente.
6. a) Neen.
6. a) Non.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4308
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 1999200011273
DO 1999200011273
Vraag nr. 71 van de heer Francis Van den Eynde van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 71 de M. Francis Van den Eynde du 19 mai 2000 (N.) :
Militaire politie. — Gebruik van nieuwe en/of geheime wapens en technieken.
Police militaire. — Utilisation d’armes et de techniques nouvelles et/ou secrètes.
Het zou zo zijn dat in de komende maanden Britse en Amerikaanse legereenheden samen een reeks oefeningen zullen houden met het oog op de bestrijding van stadsguerrilla. Er zouden dan voor het eerst ook nieuwe wapens getest worden die moeten dienen om betogers op afstand te houden of te neutraliseren. Dit zou alles te maken hebben met de steeds talrijker wordende zogenaamde humanitaire acties waarvoor de legers van de NAVO in de Balkan, Afrika of elders worden ingezet en dit meestal om daar op het terrein als politieman op te treden en de orde te handhaven, zoals dat heet.
Des unités de l’armée britannique et américaine s’apprêteraient à effectuer dans les prochains mois des exercices pour se familiariser avec la guérilla urbaine. Des armes nouvelles destinées à maintenir les manifestants à distance ou à les neutraliser feraient à cette occasion l’objet d’un premier test. Cette initiative serait à mettre en corrélation avec les missions dites « humanitaires » toujours plus nombreuses dont les armées de l’OTAN sont chargées dans les Balkans, en Afrique ou ailleurs, ou` elles interviennent généralement dans le cadre de missions de police et de maintien de l’ordre.
Met andere woorden, het Pentagon beweegt zich steeds duidelijker op het terrein van de binnenlandse ordehandhaving dat traditioneel dat van de politiediensten is. In datzelfde Pentagon spreekt men dan van « andere situaties dan oorlog ».
En d’autres termes, le Pentagone évolue de plus en plus manifestement sur le terrain du maintien de l’ordre intérieur traditionnellement réservé aux services de police. Le Pentagone évoque à cet égard des « situations autres que des situations de guerre ».
Er werden met dit doel een hele reeks nieuwe « niet dodende wapens » ontworpen. Een groot deel daarvan valt voorlopig nog onder militair geheim.
Toute une série « d’armes non létales » sont mises au point dans ce but. Une grande partie d’entre elles est encore classée secret militaire.
Er zijn bijvoorbeeld wapens die het zenuwstelsel raken, andere bevatten elektromagnetische stimuli. De meeste onder hen hebben tot doel in grootsteden grote massa’s onder controle te krijgen.
Certaines armes affecteraient le système nerveux, d’autres auraient des effets électromagnétiques. La plupart sont destinées à controˆler des masses importantes de population dans les grandes villes.
Ook het Belgische leger zou volop bezig zijn om bijvoorbeeld de militaire politie te laten oefenen in « civiele » politietaken. Tussen 21 en 25 februari 2000 zou de « 6e Compagnie militaire politie » in Zutendaal een uitgebreide oefening gehouden hebben.
L’armée belge aussi se préparerait activement à des missions de police « civile », qui seraient par exemple confiées à la police militaire. Du 21 au 25 février 2000, la « 6e Compagnie de police militaire » se serait livrée à un exercice à grande échelle à Zutendaal. ` cette occasion, a-t-il été fait usage d’armes et 1. A de techniques nouvelles et/ou secrètes ?
1. Werden ook daar nieuwe en/of geheime wapens en technieken gebruikt ? 2. Kan u tevens meedelen of taken van deze aard voortaan de voornaamste opdracht van de militaire politie zullen vormen ?
2. Ces missions constitueront-elles dorénavant la mission principale de la police militaire ?
3. Is het de bedoeling de militaire politie ook in het binnenland in te zetten ?
3. Est-il également prévu de faire appel à la police militaire à l’intérieur du pays ?
4. Worden er nog andere eenheden dan de militaire politie voor een en ander voorbereid ?
4. D’autres unités que la police militaire sont-elles aussi préparées à cette fin ?
Antwoord : Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Réponse : Je prie l’honorable membre de trouver ciaprès la réponse à ses questions.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4309
1. De militaire politie heeft geen enkele juridische noch administratieve politionele bevoegdheid zoals bepaald in de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. De huidige opdrachten van de militaire politie zijn bepaald in het reglement IF 185. De oefening van de 6e Compagnie militaire politie te Zutendaal (21 tot 25 februari 2000) was gebaseerd op de training van al het personeel voor de klassieke opdrachten van de militaire politie.
1. La police militaire n’a aucune compétence de police judiciaire ou administrative comme prévue par la loi du 5 aouˆt 1992 sur la fonction de police. Les missions actuelles de la police militaire sont définies dans le règlement IF 185. L’exercice de la 6e Compagnie de police militaire à Zutendaal (21-25 février 2000) était basé sur l’entraıˆnement de tout le personnel à des missions classiques de la police militaire.
2. Civiele politietaken vormen noch nu noch in de toekomst de voornaamste opdracht van de militaire politie.
2. Les taˆches de police civile ne forment ni maintenant ni dans le futur la mission principale de la police militaire.
3. Krachtens de Belgische wetgeving vervullen de Strijdkrachten (dus ook de militaire politie) een beperkte, niet-autonome rol in het kader van de handhaving van de openbare orde, inzonderheid wat de openbare rust betreft. Die rol vervullen zij op en na vordering alsmede onder de verantwoordelijkheid van de bevoegd verklaarde administratieve overheden.
3. En vertu de la législation belge, les Forces armées (dont la police militaire) jouent un roˆle limité, non autonome dans le cadre du maintien de l’ordre public, en particulier en ce qui concerne la tranquillité publique. Elles exercent ce roˆle sur et après réquisition, ainsi que sous la responsabilité des autorités administratives reconnues compétentes.
Daarenboven hebben Belgische militairen naar Belgisch recht, geen bevoegdheid om strikte politietaken (fouillering, doorzoeken van gebouwen en voertuigen, inbeslagneming, identiteitscontrole ...) uit te oefenen op het nationaal grondgebied.
En outre, selon le droit belge, les militaires belges n’ont aucune compétence sur le territoire national pour exécuter des taˆches strictement de police (fouille, fouille de baˆtiments et de véhicules, saisie, controˆle d’identité ...).
4. Er worden geen andere eenheden voorbereid dienaangaande. De Belgische contingenten kunnen in een vredesondersteunende operatie in principe geen opdrachten van ordehandhaving uitvoeren. Ze moeten echter in sommige situaties en onder welbepaalde omstandigheden, technieken kunnen aanwenden die aan de beheersing van menigtes en rellen (in het Engels = Crowd and Riot Control — CRS) zijn aangepast in het kader van hun gemandateerde militaire opdrachten.
4. Il n’y a pas d’autres unités préparées à cet effet. Les contingents belges en opération PSO ne peuvent en principe pas effectuer de missions de maintien de l’ordre. Ils doivent cependant dans certaines situations et dans des conditions précises, pouvoir utiliser des techniques adaptées à la gestion des foules et des émeutes (en anglais = Crowd and Riot Control — CRC) dans le cadre de leurs missions militaires mandatées.
Minister van Landbouw en Middenstand
Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Landbouw
Agriculture
DO 1999200001025
DO 1999200001025
Vraag nr. 31 van de heer Lode Vanoost van 3 april 2000 (N.) :
Question no 31 de M. Lode Vanoost du 3 avril 2000 (N.) :
Mogelijke overdracht van de Nationale Plantentuin aan het Vlaamse Gewest.
Transfert éventuel du Jardin botanique national à la Région flamande.
Naar verluidt zouden er plannen bestaan tot overdracht van de Nationale Plantentuin naar het Vlaamse
J’ai eu vent de projets de transfert du Jardin botanique national à la Région flamande. Ce transfert
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4310
Gewest. Dergelijke overdracht zou mogelijk kaderen in het « Breughelproject », door de Vlaamse regering in de Vlaamse rand rond Brussel gelanceerd.
s’inscrirait dans le cadre du « Projet Breughel », lancé par le gouvernement flamand dans la périphérie flamande de Bruxelles.
1. a) Bent u op de hoogte van de plannen ?
1. a) Eˆtes-vous au courant de ce projet ?
b) Werden er reeds concrete afspraken hierrond gemaakt ?
b) Des accords concrets ont-ils déjà été conclus à ce propos ?
2. Welke visie heeft u op de eventuele overdracht en welke gevolgen zou de mogelijke overdracht teweegbrengen voor het personeel, tewerkgesteld in de Nationale Plantentuin ?
2. Que pensez-vous de cet éventuel transfert et quelles en seraient les conséquences possibles pour le personnel du Jardin botanique national ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het regeringsakkoord van 5 april 2000 voorziet in de opheffing van artikel 1, 3o, d), van het koninklijk besluit van 30 oktober 1996 tot aanwijzing van de federale wetenschappelijke en culturele instellingen, dit wil zeggen in het onderhavige geval de Nationale Plantentuin van Belgie¨.
1. L’accord du gouvernement du 5 avril 2000 prévoit d’abroger l’article 1er, 3o, d), de l’arrêté royal du 30 octobre 1996 désignant les établissements scientifiques et culturels fédéraux, c’est-à-dire en l’occurrence le Jardin botanique national de Belgique.
Dit akkoord stelt niettemin nadrukkelijk dat de effectieve overdracht van de Nationale Plantentuin van Belgie¨ slechts zal uitgevoerd worden na het tot stand komen van een samenwerkingsakkoord tussen de gemeenschappen.
Cet accord stipule néanmoins que le transfert effectif du Jardin botanique national de Belgique ne se fera qu’après la conclusion d’un accord de coopération entre les communautés.
Anderzijds heb ik geen kennis van een plan tot overdracht van de Nationale Plantentuin van Belgie¨ naar het Vlaamse Gewest noch van concrete discussies hieromtrent in het kader van een « Breughelproject ». Het zou aangewezen zijn de vraag te stellen aan de Vlaamse regering die de auteur schijnt te zijn van dit project.
Par contre je n’ai pas connaissance d’un plan de transfert du Jardin botanique national à la Région flamande ni de discussions concrètes à ce sujet dans le cadre d’un « Breughelproject ». Il y aurait lieu de poser la question au gouvernement flamand qui semble être l’auteur de ce projet.
2. Het is mij niet mogelijk op deze vraag te antwoorden zonder de bijzonderheden en de uitvoeringsmodaliteiten van de beslissing van 5 april 2000 van de regering die door de Costa moeten verschaft worden.
2. Il ne m’est pas possible de répondre à cette question en l’absence des précisions et des modalités d’exécution de la décision du 5 avril 2000 du gouvernement qui doivent être apportées par le Corée.
Middenstand
Classes moyennes
DO 1999200011265
DO 1999200011265
Vraag nr. 24 van de heer Daan Schalck van 18 mei 2000 (N.) :
Question no 24 de M. Daan Schalck du 18 mai 2000 (N.) :
Verkoop van tweedehandswagens op de automarkt te Gent. — Automarkten. — Federatie.
Vente de voitures d’occasion au marché automobile de Gand. — Marché automobile. — Fédération.
Tijdens één van de vergaderingen van de commissie voor het Bedrijfsleven, was het voor mij reeds mogelijk uw aandacht te vestigen op de problematiek van de automarkten in Belgie¨. Ik denk meer bepaald aan de verkoop van tweedehandswagens op de automarkt te Gent.
Lors d’une réunion de la commission de l’E´conomie, j’ai attiré votre attention sur le problème des marchés automobiles en Belgique. Je songe notamment au problème de la vente de véhicules d’occasion au marché automobile de Gand.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4311
Inmiddels hebben de organisatoren van de verschillende automarkten zich verenigd in de « Belgische Federatie der automarkten VZW ». 1. Is de voornoemde federatie u bekend ?
Des organisateurs de marchés automobiles se sont entre-temps réunis au sein de la Fédération belge des marchés automobiles. 1. Connaissez-vous la fédération précitée ?
2. Overweegt u een aparte regeling voor de automarkten uit te werken ?
2. Envisagez-vous de mettre au point un règlement particulier pour les marchés automobiles ?
Antwoord : De problematiek van de automarkten van tweedehandswagens krijgt mijn volledige aandacht. Ze is momenteel binnen mijn kabinet het onderwerp van een grondig onderzoek. Met de verschillende partners die bij dit dossier betrokken zijn, waaronder uiteraard de Belgische Federatie der automarkten, werden uitgebreide contacten genomen.
Réponse : La problématique des marchés de véhicules d’occasion retient toute mon attention. Elle fait actuellement l’objet d’un examen approfondi au sein de mon cabinet. De larges contacts sont pris avec les différents partenaires impliqués dans ce dossier dont, bien entendu, la Fédération belge des marchés automobiles.
Als gevolg van deze contacten zal ik niet nalaten de opties die zich opdringen te nemen.
` l’issue de ces contacts, je ne manquerai pas de A prendre les options qui s’imposent.
DO 1999200011303
DO 1999200011303
Vraag nr. 25 van de heer Luc Paque van 23 mei 2000 (Fr.) :
Question no 25 de M. Luc Paque du 23 mai 2000 (Fr.) :
Ambulante verkoop van vers en gebakken gevogelte. — Dioxinecrisis. — Steunmaatregelen ten gunste van de detailhandelaars.
Commerce ambulant en volaille fraıˆche et roˆtie. — Crise de la dioxine. — Aide aux commerçants de détail.
De sector van de ambulante verkoop van vers en gebakken gevogelte heeft sterk onder de dioxinecrisis te lijden gehad.
Le commerce ambulant en volaille fraıˆche et roˆtie a durement été touché par la crise de la dioxine.
In juni 1999 hebben de betrokken handelaars hun activiteit ten gevolge van een ministerieel besluit dat ertoe strekte het gevogelte die maand uit de handel te halen, moeten staken.
Lors du mois de juin 1999 ils n’ont pu travailler et ce, suite à un arrêté ministériel exigeant le retrait des volailles du commerce durant ce mois.
Er zouden geen steunmaatregelen ten voordele van de detailhandelaars zijn genomen.
Il semblerait qu’aucune aide ne soit prévue pour les commerçants de détail.
1. a) Kan u het bestaan van steunmaatregelen ten voordele van die sector bevestigen of ontkennen ?
1. a) Pouvez-vous confirmer ou infirmer l’absence d’aide pour ce secteur ?
b) Mochten dergelijke steunmaatregelen wel zijn uitgevaardigd, kan u mij die dan meedelen ?
b) Dans le cas ou` certaines aides existeraient, pourriez-vous m’en faire part ?
2. Hoe moeten de betrokkenen tewerkgaan om tenminste een terugbetaling van hun algemene kosten te verkrijgen ?
2. Pourriez-vous communiquer la procédure à laquelle ils doivent se soumettre afin de pouvoir être remboursés au minimum de leurs frais généraux ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te laten weten dat bij het federale departement van Middenstand en Landbouw geen bijzondere maatregelen werden getroffen ten aanzien van de ambulante handel in vers en gebraden gevogelte.
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre qu’au niveau du département fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture, il n’y a pas eu de mesure spécifique qui ait été prise concernant le secteur du commerce ambulant en volaille fraıˆche et roˆtie.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
554
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4312
DO 1999200011355
DO 1999200011355
Vraag nr. 26 van de heer Jef Valkeniers van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 26 de M. Jef Valkeniers du 30 mai 2000 (N.) :
Hoog aantal openstaande betrekkingen bij firma’s. — Rondetafelconferentie. — Aanpassingen onderwijs.
Nombre élevé d’emplois vacants dans les entreprises. — « Table ronde ». — Adaptation de l’enseignement. ` l’heure actuelle, nous constatons que des milliers A d’emplois restent vacants dans les entreprises alors qu’il y a des centaines de milliers de choˆmeurs.
We stellen vast dat op dit ogenblik duizenden betrekkingen openstaan bij firma’s die niet kunnen worden ingevuld ondanks het feit dat er nog honderdduizenden werklozen zijn. Is het geen hoog tijd voor een Rondetafelconferentie waaraan wordt deelgenomen door de werkgevers- en werknemersorganisaties, de middenstandorganisaties en gans de onderwijssector om na te gaan welke aanpassingen er moeten plaatsgrijpen in ons onderwijs om het beter aan te passen aan de huidige en toekomstige noden van de arbeidsmarkt ?
N’est-il pas urgent d’organiser une « table ronde » à laquelle participeraient les organisations syndicales, patronales et des classes moyennes ainsi que l’ensemble du secteur de l’enseignement afin de définir les adaptations qui s’imposent pour que l’enseignement réponde mieux aux besoins actuels et futurs du marché du travail ?
Antwoord : Het lijkt me een interessant principe om de sociale gesprekspartners en de verantwoordelijken van het onderwijs samen te brengen om de beste wisselwerking te zoeken tussen opleiding en werkgelegenheid.
Réponse : Le principe de réunir les interlocuteurs sociaux et les responsables de l’enseignement autour de la relation optimale à rechercher entre la formation et l’emploi, me semble intéressant.
Het geachte lid kent echter de organisatie van onze federale Staat. Daarom vraag ik me af of zijn suggestie niet in eerste instantie de gemeenschappen en gewesten aanbelangt.
Toutefois, l’honorable membre connaissant parfaitement l’organisation de notre E´tat fédéral, je me demande si sa suggestion ne concerne pas, dans un premier temps, les communautés et les régions.
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 1999200000123
DO 1999200000123
Vraag nr. 90 van de heer Peter Vanvelthoven van 25 oktober 1999 (N.) :
Question no 90 de M. Peter Vanvelthoven du 25 octobre 1999 (N.) :
Aanwezigheid van beveiligingscamera’s op straat.
Présence de caméras de surveillance dans les rues.
De aanwezigheid van beveiligingscamera’s in het straatbeeld maakt steeds meer opgang. In GrootBrittannie¨ bijvoorbeeld ontsnapt nagenoeg niets meer aan het alziende oog van de camera. De gemiddelde Brit zou zo’n vijfhonderd keer per week gefilmd worden.
La présence de caméras de surveillance dans les rues est un phénomène qui prend de l’ampleur. En GrandeBretagne, par exemple, plus rien n’échappe à l’œil omniprésent de la caméra. Le Britannique moyen serait filmé environ 500 fois par semaine.
In ons land zou dit cijfer niet veel lager liggen ! Aangezien er nog geen wetgeving bestaat betreffende de beveiligingscamera’s die door de politiediensten geı¨nstalleerd worden en er dus geen verplichting tot aangifte van de plaatsing is, is het moeilijk om een beeld te krijgen van het aantal geplaatste camera’s in ons land.
Dans notre pays, ce chiffre ne serait pas beaucoup moins élevé ! En l’absence d’une législation relative aux caméras de surveillance installées par les services de police, il n’existe pas d’obligation de déclarer cette installation. Aussi est-il difficile de se faire une idée du nombre de caméras installées dans notre pays.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4313
Wanneer er wordt overgegaan tot registratie van de beelden, wordt er wel aangifte gedaan bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, waarvoor u bevoegd bent.
Toutefois, lorsque des images sont enregistrées, une déclaration est faite auprès de la Commission pour la protection de la vie privée, qui ressortit à votre compétence.
1. Wanneer zal het installeren van beveiligingscamera’s door de politiediensten bij wet geregeld zijn ?
1. Quand l’installation de caméras de surveillance par les services de police fera-t-elle l’objet d’une loi ?
2. Hoe dikwijls werd er tot op heden aangifte gedaan van de registratie van beelden door beveiligingscamera’s en wat gebeurt er verder met de geregistreerde beelden ?
` combien de reprises l’enregistrement d’images 2. A par des caméras de surveillance a-t-il déjà été déclaré et qu’advient-il de ces images enregistrées ?
Antwoord : Hierbij deel ik het geachte lid het volgende mee.
Réponse : Je prie l’honorable membre de prendre connaissance des éléments d’information suivants.
1. Tot dusver is mijn departement niet voornemens een ontwerp van wet uit te werken dat enkel betrekking heeft op de installatie en op het gebruik van beveiligingscamera’s door de politiediensten.
` ce jour, aucun projet de loi exclusivement 1. A consacré à l’installation et à l’utilisation de caméras de surveillance par les services de police n’est envisagé au sein de mon département.
Een dergelijk ontwerp moet trouwens worden voorbereid in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken.
D’ailleurs, un tel projet devrait être préparé en concertation avec le ministre de l’Intérieur.
Het is het geachte lid echter wellicht niet ontgaan dat diverse passages in het federaal veiligheids- en detentieplan van 10 januari 2000 uitdrukkelijk refereren aan het gebruik van beveiligingscamera’s.
Toutefois, l’honorable membre aura sans doute remarqué que le plan fédéral de sécurité et de politique pénitentiaire du 10 janvier 2000 fait explicitement référence, dans plusieurs passages, à l’utilisation de caméras de surveillance.
Ik ben van oordeel dat de installatie van beveiligingscamera’s moet worden aangemoedigd ter bestrijding van geweld in het openbaar vervoer, van hooliganisme en eventueel van met voetbal gerelateerde misdrijven.
D’un coˆté, l’installation de caméras de surveillance me semble devoir être encouragée pour lutter contre la violence dans les transports en commun ou contre le hooliganisme et les délits éventuellement liés au football.
Aan de andere kant mogen de beperkingen van camerabewaking evenwel niet het uit oog worden verloren. Het is een illusie te denken dat camera’s politieagenten kunnen vervangen ook al bieden zij de mogelijkheid om minder agenten op straat in te zetten. Dergelijke beperkingen zijn bijgevolg bepalend voor de invoering van deze apparatuur.
D’un autre coˆté, il convient toutefois d’être conscient des limites des caméras de surveillance. Ainsi, croire que celles-ci pourront suppléer les agents des services de police n’est qu’illusion, même s’il est possible de réduire, par ce biais, la présence des agents en rue. De telles limites doivent donc conditionner la mise en service de ces systèmes.
Het geachte lid kan hieruit dus afleiden dat een debat over de invoering van camerabewakingssystemen zal plaatsvinden na de uitwerking van de projecten bedoeld in voornoemd veiligheidsplan.
L’honorable membre peut donc déduire que des discussions sur l’implantation de systèmes de vidéosurveillance découleront de la mise sur pied des projets échafaudés dans le plan de sécurité mentionné cidessus.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4314
2. De cijfers, per jaar et per taalrol verdeeld, over het aantal verwerkingen van camerabewaking waarvan aangifte is gedaan bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zijn de volgende : Jaren 1995 1996 1997 1998 1999 2000
............................ ............................ ............................ ............................ ............................ ............................
Aangiften in het Frans
Aangiften in het Nederlands
— 9 41 — — 5
1 30 101 3 4 1
2. Les chiffres sur le nombre de traitements de vidéosurveillance déclarés auprès de la Commission de la protection de la vie privée, répartis par année et par roˆle linguistique, sont les suivants :
Années 1995 1996 1997 1998 1999 2000
............................ ............................ ............................ ............................ ............................ ............................
Déclarations en français
Déclarations en néerlandais
— 9 41 — — 5
1 30 101 3 4 1
Het is daarentegen onmogelijk te omschrijven wat met de opgeslagen beelden gebeurt als dergelijke systemen worden aangewend. Het gebruik ervan blijft in ieder geval onderworpen aan het toezicht van het Vast Comité voor toezicht op de politiediensten en van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Il est, par contre, impossible de décrire ce qu’il advient des images enregistrées dans tous les cas d’utilisation de tels systèmes. Cette utilisation reste, en toutes hypothèses, soumise au controˆle du Comité permanent de controˆle des services de police et de la Commission de la protection de la vie privée.
In haar recente rechtspraak herinnert de commissie (advies nr. 34/1999 van 13 september 1999, punt V) eraan « dat indien de beelden helemaal niet worden bewaard, hoewel er in de zin van de wet desondanks toch sprake is van een verwerking, het risico van schending van de persoonlijke levenssfeer geringer is ». De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer « doet in dit opzicht de aanbeveling om het videotoezicht zoveel mogelijk te beperken tot het opnemen van de beelden zonder deze te bewaren ».
La jurisprudence récente de celle-ci (avis no 34/1999 du 13 septembre 1999, point V) rappelle « que si les images ne sont pas du tout conservées, bien qu’il y ait malgré tout un traitement au sens de la loi, le risque d’atteinte à la vie privée est moindre ». La Commission de la protection de la vie privée « préconise de ce fait de limiter autant que possible la vidéosurveillance à une captation d’images sans conservation ».
Terzake van de apparatuur opgesteld door de ordediensten teneinde over onderzoekselementen te beschikken in geval van de visuele vaststelling van de aanranding van personen of de schending van goederen, is de commissie bovendien van oordeel dat « indien geen enkel misdrijf wordt vastgesteld, de beelden niet langer dan een halve of volledige dag mogen worden bewaard alvorens te worden uitgewist (bijvoorbeeld door andere beelden erover op te nemen) ».
En outre, pour les systèmes mis en place par les forces de l’ordre en vue de disposer d’éléments d’investigation en cas de constat visuel d’atteinte aux personnes et aux biens, la commission estime que « si aucune infraction n’est constatée, les images ne devraient pas être conservées plus d’une demi-journée ou une journée avant d’être effacées (par exemple par surcharge) ».
DO 1999200011288
DO 1999200011288
Vraag nr. 217 van de heer Danny Pieters van 22 mei 2000 (N.) :
Question no 217 de M. Danny Pieters du 22 mai 2000 (N.) :
Fondsen voor bestaanszekerheid. — Rechtsvorm.
Fonds de sécurité d’existence. — Forme juridique.
Enige tijd geleden verschenen in de pers artikelen die rapporteerden over zware financie¨le malversaties door de Fondsen voor bestaanszekerheid.
Voici quelque temps, un série d’articles publiés dans la presse faisaient état de graves malversations financières commises par les Fonds de sécurité d’existence.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4315
Het is uiteraard niet mijn bedoeling om informatie op te vragen over lopende gerechtelijke onderzoeken. Wel lijkt het me raadzaam om de werking van de Fondsen voor bestaanszekerheid eens tegen het licht te houden om indien nodig te kunnen bijsturen. Daarvoor is het noodzakelijk dat het Parlement over alle relevante informatie kan beschikken. Reeds eerder heb ik via verschillende interpellaties geprobeerd deze informatie te verzamelen, maar tot op heden verkreeg ik slechts een zeer beperkt antwoord op mijn vragen.
Il n’entre bien évidemment pas dans mes intentions de demander des précisions sur des enquêtes judiciaires en cours. Il serait toutefois utile de soumettre le fonctionnement des Fonds de sécurité d’existence à un examen attentif, afin de pouvoir éventuellement y apporter des corrections. Il importe que le Parlement puisse disposer à cet effet de toutes les informations utiles. Par le passé, je me suis déjà efforcé d’obtenir ces informations par le biais de différentes interpellations mais, jusqu’à présent, je n’ai jamais reçu de réponses satisfaisantes.
Van de minister van Financie¨n verkreeg ik reeds tot tweemaal toe de bevestiging dat de Fondsen voor bestaanszekerheid wel degelijk over een rechtspersoonlijkheid beschikken en dus belastingplichtig zijn. De minister van Financie¨n kon mij evenwel niet meedelen welke rechtsvorm de Fondsen voor bestaanszekerheid hebben aangenomen.
Le ministre des Finances m’a confirmé à deux reprises que les Fonds de sécurité d’existence possèdent bien la personnalité juridique et qu’ils sont par conséquent soumis à l’impoˆt. Il n’a cependant pas été en mesure de me préciser la forme juridique exacte des Fonds de sécurité d’existence.
Omdat de gekozen rechtsvorm uiteraard rechtstreeks verband houdt met de verschuldigde belastingen rijzen de volgende vragen.
La forme juridique choisie ayant un rapport direct avec la nature de l’impoˆt duˆ, on peut dès lors se poser les questions suivantes :
1. Welke rechtsvorm hebben de thans bestaande Fondsen voor bestaanszekerheid ?
1. Quelle est la forme juridique des actuels Fonds de sécurité d’existence ?
2. Indien het deze van een vereniging zonder winstoogmerk is, voldoen de fondsen dan aan alle krachtens de VZW-wet gestelde voorwaarden en voldoen ze zo onder meer aan de rechtspersonenbelasting opgelegd aan de VZW’s ?
2. S’il s’agit d’associations sans but lucratif, les fonds remplissent-ils toutes les conditions prévues à la loi sur les ASBL, notamment en ce qui concerne l’impoˆt des personnes juridiques auquel les ASBL sont soumises ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
Réponse : En réponse à sa question, je puis porter à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.
1. De Fondsen voor bestaanszekerheid worden geregeld door de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid.
1. Les Fonds de sécurité d’existence sont régis par la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence.
Luidens artikel 2 van deze wet genieten deze fondsen rechtspersoonlijkheid. Gelet op het feit dat deze wet de fondsen niet oplegt zich in een of andere vorm van bestaande gereglementeerde rechtspersonen (vennootschap, VZW of stichting) op te richten blijkt dat deze fondsen hetzij sui generis rechtspersonen zijn die beheerst worden door de bepalingen van voormelde wet, hetzij soms in de vorm van een VZW worden opgericht (zie D. De Winter, in Arbeidsrecht, VIII, afdeling III, 17, Die Keure, Brugge, blz. 20).
Selon l’article 2 de la loi précitée, ces fonds jouissent de la personnalité juridique. E´tant donné que cette loi n’impose pas aux fonds de se constituer sous l’une ou l’autre forme existante de personne morale (société, ASBL ou fondation), il semble que lesdits fonds sont, soit des personnes morales sui generis qui sont régies par les dispositions de la loi précitée, soit parfois constituées sous la forme d’une ASBL (cf. D. De Winter, in « Arbeidsrecht », VIII, section III, 17, Die Keure, Bruges, p. 20).
De materie van de Fondsen voor bestaanszekerheid valt onder de bevoegdheid van de minister van Werkgelegenheid.
La matière des Fonds de sécurité d’existence entre dans les attributions du ministre de l’Emploi.
2. Wat betreft de controle op VZW’s kan ik verwijzen naar het antwoord dat ik heb gegeven op vraag nr. 143 van 21 januari 2000 van mevrouw Colen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 23, blz. 2585 tot 2588).
2. S’agissant du controˆle sur les ASBL, je puis vous renvoyer à la réponse que j’ai donnée à la question no 143 du 21 février 2000 de Mme Colen (Questions et Réponses, Chambre, no 23, 1999-2000, pp. 2585 à 2588).
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4316
De boekhouding en de jaarrekeningen van de Fondsen voor bestaanszekerheid wordt geregeld door een koninklijk besluit van 15 januari 1999.
La comptabilité et les comptes annuels des Fonds de sécurité d’existence sont réglés par un arrêté royal du 15 janvier 1999.
Het gedeelte van de vraag welk soort belasting op deze fondsen van toepassing is valt onder de bevoegdheid van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 411 van 28 juni 2000.)
La partie de la question relative au mode d’imposition de ces fonds relève de la compétence du ministre des Finances. (Question no 411 du 28 juin 2000.)
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 1999200000478
DO 1999200000478
Vraag nr. 183 van de heer Yves Leterme van 10 januari 2000 (N.) :
Question no 183 de M. Yves Leterme du 10 janvier 2000 (N.) :
Kabinetten. — Voordelen in natura.
Cabinets. — Avantages en nature.
De omzendbrief « samenstelling, werking en huisvesting van de kabinetten van de ministers en van de staatssecretarissen » van eerste minister Verhofstadt van 1 oktober 1999 voorziet in punt A.2 in fine in de mogelijkheid in hoofde van de regeringsleden om een lid van het uitvoerend kabinetspersoneel van niveau 4 in hun privé-woning tewerk te stellen.
La circulaire du premier ministre Verhofstadt relative « à la composition, au fonctionnement et au logement des cabinets des ministres et des secrétaires d’E´tat » du 1er octobre 1999, prévoit, in fine, au point A.2, la possibilité, pour les membres du gouvernement, d’employer à leur domicile privé un membre du personnel d’exécution du cabinet de niveau 4.
1. Kan u instemmen met de vaststelling dat de terbeschikkingstelling ten behoeve van de regeringsleden van huispersoneel een voordeel in natura betreft dat als dusdanig belast moet worden ?
1. Pouvez-vous confirmer que le fait de mettre des domestiques à la disposition des membres du gouvernement constitue un avantage en nature et doit être imposé en tant que tel ?
2. Zo neen, wat zijn uw argumenten om de terbeschikkingstelling aan de regeringsleden van een uitvoerend personeelslid voor tewerkstelling in hun privéwoning niet als een belastbaar voordeel in natura te beschouwen ?
2. Dans la négative, quels sont vos arguments pour ne pas considérer comme un avantage en nature imposable la mise à la disposition d’un membre du personnel d’exécution qui effectue des prestations au domicile des membres du gouvernement ?
Antwoord : De kosteloze terbeschikkingstelling van een lid van het uitvoerend kabinetspersoneel van niveau 4 in de privé-woning van een regeringslid vormt voor deze laatste uiteraard geen belastbaar voordeel van alle aard wanneer dat personeelslid gebruikt wordt voor de beroepsdoeleinden, vermeld in de circulaire.
Réponse : La mise à disposition gratuite d’un membre du personnel d’exécution de niveau 4 d’un cabinet, au domicile privé d’un membre du gouvernement, ne constitue évidemment pas un avantage de toute nature imposable, lorsque ce membre du personnel est utilisé aux fins professionnelles prévues par la circulaire.
Die terbeschikkingstelling is daarentegen wel een belastbaar voordeel van alle aard in de zin van artikel 31, tweede lid, 2o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 in de mate dat het personeelslid zou gebruikt worden tot privé-doeleinden. Overeenkomstig artikel 18, § 3, punt 5, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het voormelde wetboek wordt het jaarlijks voordeel geraamd op 240 000 frank wanneer het betrokken kabinetslid voltijds tewerkgesteld is.
Cette mise à disposition constitue par contre un avantage de toute nature imposable au sens de l’article 31, alinéa 2, 2o, du Code des impoˆts sur les revenus, dans la mesure où le membre du personnel serait utilisé à des fins privées. Conformément à l’article 18, § 3, point 5, de l’arrêté royal d’exécution du Code précité, l’avantage annuel est évalué à 240 000 francs, lorsque le membre du cabinet en question est employé à temps plein.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4317
Aan de administratie werd gevraagd om te zorgen voor de goede toepassing van die regels.
L’administration a été invitée à veiller à la bonne application de ces règles.
Zoals ik veronderstel dat het geachte lid het wenst, zal de administratie ervoor zorgen dat die regels eveneens worden toegepast voor de vorige aanslagjaren.
Comme je présume que l’honorable membre le souhaite, l’administration assurera également du respect de ces règles pour les services écoulés.
Tenslotte weze nog aangestipt dat diezelfde regels moeten worden toegepast voor de personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld van oud-parlementsvoorzitters en oud-ministers.
Notons enfin que les mêmes principes trouvent à s’appliquer, en ce qui concerne les membres de personnel mis à la disposition des anciens présidents d’assemblée et anciens ministres.
DO 1999200001003
DO 1999200001003
Vraag nr. 291 van de heer Martial Lahaye van 28 maart 2000 (N.) :
Question no 291 de M. Martial Lahaye du 28 mars 2000 (N.) :
Permanente verhoging van de BTW voor de bouwsector.
Augmentation permanente du taux de TVA dans le secteur de la construction.
Reeds enige tijd is er sprake van een permanente verlaging van de BTW voor de bouwsector. Men heeft het dan vaak over BTW-verlaging voor particuliere sociale woningbouw of voor nieuwbouw van woningen met een beperkte oppervlakte.
Il est question depuis quelques temps d’un abaissement permanent du taux de TVA dans le secteur de la ` ce propos, on évoque fréquemment construction. A une baisse du taux de TVA pour la construction d’habitations sociales privées ou de nouvelles habitations à superficie limitée.
Ervan uitgaande dat de bouwsector een arbeidsintensieve sector is pleit ik er echter voor om de verlaging van de BTW te veralgemenen, en dus niet enkel voor nieuwbouw maar ook voor verbouwingswerken en renovatie van jongere woningen na te gaan of een BTW-verlaging een positieve weerslag kan hebben. Wil men de nadruk gaan leggen op het arbeidsintensieve en de tewerkstelling in de bouwsector beschermen, dan moet men niet het BTW-percentage op bouwmaterialen naar beneden halen maar wel de BTW aangerekend op de arbeidsuren. Tenslotte wegen die laatste kosten het zwaarst door en vertegenwoordigen de bouwmaterialen slechts een heel klein deel van het budget dat wordt besteed tijdens de bouw of verbouwing van een woning.
Le secteur de la construction étant un secteur à haute intensité de main d’œuvre, je suis partisan d’une généralisation de la réduction du taux de TVA non seulement pour les nouvelles constructions mais aussi pour les travaux de transformation et de rénovation d’habitations récentes. J’estime par ailleurs qu’il conviendrait de déterminer si cette réduction pourrait avoir des répercussions positives. Si l’on envisage de mettre l’accent sur la haute intensité de main d’œuvre du secteur et si l’on veut promouvoir l’emploi, il convient de réduire le taux de TVA non pas sur les matériaux de construction mais sur les heures de travail. Ce sont en définitive ces derniers frais qui sont les plus importants et les matériaux de construction ne représentent qu’une faible partie du budget consacré à la construction ou à la rénovation d’une habitation.
1. Hoever staat u met dit dossier ?
1. Ou` en est ce dossier ?
2. Overweegt u om spoedig werk te maken van de in de media reeds lang aangekondigde BTWverlaging ?
2. Envisagez-vous de réaliser rapidement le projet d’abaissement du taux de TVA annoncé depuis longtemps par les médias ?
3. Mocht u echter nog tijd nodig hebben voor een definitieve uitwerking, kan een dergelijke maatregel dan eventueel retroactief worden ingesteld ? Naar ik verneem is het momenteel heel kalm in de bouw omdat de mensen wachten op een BTW-verlaging. Uiteraard is dit nadelig voor de bouwsector zelf en zal men als de maatregel effectief genomen wordt, worden overstelpt met werk. Dat is op zich dan niet zo gunstig voor de mensen die willen bouwen, als de wet van
3. Au cas ou` il vous faudrait encore du temps pour opérer définitivement cette réduction du taux de TVA, une mesure de ce type pourrait-elle être instaurée rétroactivement ? J’apprends que le secteur de la construction est actuellement très peu sollicité parce que les gens attendent un abaissement du taux de TVA. Cette situation est préjudiciable au secteur de la construction qui, une fois la mesure prise, sera submergé de travail. Une telle situation ne bénéficiera pas aux candidats à
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4318
vraag en aanbod speelt en de vraag op een bepaald moment het aanbod overtreft en dan zal dit ongetwijfeld een weerslag hebben op de prijzen wat zeker niet de bedoeling kan zijn. Antwoord : In tegenstelling met hetgeen het geachte lid suggereert, bevindt de bouwsector zich thans niet ontdaan van de toepassing van een verlaagd BTWtarief voor de in die sector verrichte handelingen. Daarentegen geniet die sector sedert 1 januari 2000 van bepalingen die het voorwerp uitmaken :
la construction car, conformément à la loi de l’offre et de la demande, lorsque la demande dépassera l’offre, les prix s’en ressentiront, ce qui ne peut certainement pas être le but poursuivi. ` l’inverse de ce que suggère l’honorable Réponse : A membre, le secteur de la construction ne se trouve pas démuni, à ce jour, en matière d’application d’un taux réduit de la TVA aux opérations qu’il effectue. Situation arrêtée au 1er janvier 2000, ce secteur bénéficie, au contraire, des dispositions qui font l’objet :
— van artikel 1bis, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven;
— de l’article 1erbis, nouveau, de l’arrêté royal no 20, du 20 juillet 1970, fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux;
— van de rubrieken XXXI, XXXII en XXXIII van tabel A van de bijlage bij dit koninklijk besluit nr. 20;
— des rubriques XXXI, XXXII et XXXIII du tableau A de l’annexe à cet arrêté royal no 20;
— van rubriek X van tabel B van dezelfde bijlage.
— de la rubrique X du tableau B de cette même annexe.
Ongetwijfeld hebben dit artikel en deze rubrieken nagenoeg de mogelijkheden uitgeput die terzake door de bijlagen H en K van de (zesde) (BTW) richtlijn nr. 77/388/EEG worden geboden. Niettemin hebben het Federaal Planbureau en de Hoge Raad voor financie¨n op mijn uitdrukkelijke vraag elk een verslag opgemaakt met de mogelijke gevolgen van een eventuele tariefverlaging als geschetst door het geachte lid.
Sans doute, cet article et ces rubriques ont-ils pratiquement épuisé les possibilités qu’offrent, en la matière, les annexes H et K de la (sixième) directive (TVA) no 77/388/CEE. ` ma demande expresse, le Bureau fédéral du Plan A et le Conseil supérieur des finances ont toutefois établi, chacun, un rapport évoquant les conséquences possibles de la diminution éventuelle de taux que l’honorable membre évoque.
Beide studies hebben het voorwerp uitgemaakt van tegensprekelijke parlementaire debatten waaraan niet alleen de auteurs maar ook de vertegenwoordigers van de bouwsector hebben deelgenomen.
Les deux études ont fait l’objet de débats parlementaires contradictoires auxquels ont participé non seulement les auteurs mais aussi les représentants du secteur de la construction.
Gunstige gevolgtrekkingen aangaande de door het geachte lid verdedigde stelling, zouden tenminste noodzaken dat de Europese Commissie aan het Koninkrijk Belgie¨ een afwijking toestaat die haar machtigt om de constitutieve beperkingen van de vermelde bijlage H en K te kunnen overstijgen.
Des conclusions favorables à la thèse défendue par l’honorable membre nécessiteraient, à tout le moins, que la Commission européenne accorde au Royaume de Belgique une dérogation l’autorisant à disposer audelà des limites constitutives des annexes H et K, précitées.
DO 1999200000569
DO 1999200000569
Vraag nr. 312 van de heer Bert Schoofs van 26 april 2000 (N.) :
Question no 312 de M. Bert Schoofs du 26 avril 2000 (N.) :
Politierechtbanken en correctionele rechtbanken. — Arrondissementen. — Hoogte van de opgelegde geldboeten en de innings- en invorderingsgraad.
Tribunaux de police et correctionnels. — Arrondissements. — Importance du montant des amendes infligées et taux de perception et de recouvrement.
In het kader van de straftoemeting met betrekking tot de geldboeten door de respectievelijke politierechtbanken en correctionele rechtbanken per arrondisse-
Dans le cadre de la fixation du taux des peines relatives aux amendes infligées par les tribunaux de police et correctionnels respectifs par arrondissement, de
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4319
ment, alsook in de strafuitvoering met betrekking tot deze geldboeten, zouden er significante verschillen bestaan tussen de verschillende arrondissementen, namelijk enerzijds betreffende de hoogte van de opgelegde geldboeten, en anderzijds betreffende de inningsen invorderingsgraad ervan.
même qu’au niveau de l’exécution des peines pour ce qui est de ces amendes, il existerait, entre les différents arrondissements, des différences significatives en ce qui concerne l’importance du montant des amendes infligées, d’une part, et en matière de taux de perception et de recouvrement, d’autre part.
1. Beschikt uw administratie over gedetailleerde gegevens met betrekking tot de opgelegde geldboeten per gerechtelijk arrondissement, zowel betreffende de boeten van de politierechtbank als deze van de correctionele rechtbank, en dit ongeacht de materie waarin de strafrechtelijke geldboeten worden uitgesproken (sociaal strafrecht, strafrecht in handelszaken, verkeersovertredingen, ...) ?
1. Votre administration dispose t-elle de données détaillées relatives aux amendes infligées dans chaque arrondissement judiciaire, par le tribunal de police comme par le tribunal correctionnel, et ce indépendemment des matières dans lesquelles elles sont prononcées (droit pénal social, droit pénal en matière commerciale, infractions au code de la route, ...) ?
2. Wordt in elk arrondissement stelselmatig tot inning en zo nodig tot gedwongen invordering overgegaan wanneer de vonnissen c.q. arresten in kracht van gewijzde zijn getreden, en blijkt zulks uit de statistieken ?
2. Procède-t-on systématiquement, dans chaque arrondissement, à la perception et, si nécessaire, au recouvrement forcé lorsque les jugements et, le cas échéant, les arrêts ont acquis force de chose jugée ? Cela ressort-il des statistiques ?
3. a) Zijn er verschillen in het optreden van de diverse gerechtelijke diensten per arrondissement met betrekking tot de invordering ?
3. a) Les divers services judiciaires procèdent-ils différemment les uns des autres, selon les arrondissements, en matière de recouvrement ?
b) Zo ja, hoe is dit te verklaren ?
b) Dans l’affirmative, comment cette situation s’explique-t-elle ?
Antwoord :
Réponse :
1. Binnen de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen is de invordering van de strafrechtelijke geldboeten toevertrouwd aan de ontvangkantoren der penale boeten. De enige statistische gegevens waarover de administratie terzake beschikt zijn de per gewestelijke directie geı¨nde geldboeten van veroordeling en de geı¨nde transactionele stortingen. Die gegevens zijn evenwel niet voorhanden per gerechtelijk arrondissement en zijn evenmin in categoriee¨n van hoogte van opgelegde geldboeten opgedeeld.
` l’administration du Cadastre, de l’Enregistre1. A ment et des Domaines le recouvrement des amendes pénales est confié aux bureaux de recettes des amendes pénales. Les seules données statistiques dont dispose l’administration à ce sujet sont celles des amendes pour condamnation et celles des paiements transactionnels perçus par direction régionale. Ces données ne sont cependant pas disponibles par arrondissement judiciaire et ne sont pas davantage classées par catégories selon l’importance des amendes infligées.
2. De richtlijnen wat de invordering zelf betreft, zijn eenvormig voor gans het land. Een onderscheid dient te worden gemaakt naargelang de aard van de in te vorderen boete :
2. Les directives concernant le recouvrement en tant que tel sont uniformes pour tout le pays. Une distinction doit être faite selon la nautre de l’amende à recouvrer :
1) De geautomatiseerde transacties : een eerste, en eventueel een tweede betalingsbericht wordt door de parketten zelf verzonden aan de overtreders. De enige rol van de kantoren der penale boeten bestaat erin de geldboeten te innen, de betalingen aan te rekenen op de Rijksmiddelenbegroting en de parketten op de hoogte te brengen van die betalingen.
1) Les transactions automatisées : un premier, et éventuellement un second avis de paiement est adressé par les parquets aux contrevenants. Le seul roˆle des bureaux des amendes pénales consiste à percevoir les amendes, à imputer les paiements au budget des Voies et Moyens et à informer les parquets de ces paiements.
2) De niet-geautomatiseerde transacties : idem, met dit verschil dat de betalingen worden aangeduid op lijsten komende van de parketten.
2) Les transactions non automatisées : idem avec cette différence que les paiements sont indiqués sur des listes provenant des parquets.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
555
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4320
3) De overige geldboeten van veroordeling : op basis van de uittreksels van de in kracht van gewijsde getreden vonnissen en arresten zendt het kantoor der penale boeten een eerste, en eventueel een tweede betalingsbericht. Indien niet wordt betaald doet het kantoor een solvabiliteitsonderzoek. Is de betrokkene solvabel, dan wordt de invordering langs burgerlijke weg betracht. Zo de veroordeelde niet solvabel is, wordt de vervangende gevangenisstraf voorgesteld.
3) Les autres amendes de condamnation : sur la base des extraits des jugements et arrêts coulés en force de chose jugée, le bureau des amendes pénales envoie un premier, et éventuellement un second avis de paiement. En cas de non-paiement, le bureau ouvre une enquête de solvabilité. Si l’intéressé est solvable, le recouvrement est pratiqué par la voie civile. Si le condamné n’est pas solvable, une peine de prison est proposée.
3. Voor het verdere verloop van niet-betaalde boeten is de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen niet bevoegd en beschikt zij hieromtrent dan ook niet over gegevens.
3. Quant à l’évolution ultérieure des amendes impayées, l’administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines n’est pas compétente et ne possède aucune donnée à ce sujet.
DO 1999200011205
DO 1999200011205
Vraag nr. 325 van de heer Jan Peeters van 9 mei 2000 (N.) :
Question no 325 de M. Jan Peeters du 9 mai 2000 (N.) :
Verkoop van militair domein « Kamp A » te OlenHerentals-Westerlo.
Vente du domaine militaire « Kamp A » à OlenHerentals-Westerlo.
Het zogenaamde « Kamp A », gelegen op de grondgebieden van Olen, Noorderwijk (Herentals) en Oosterwijk (Westerlo), wordt te koop aangeboden op de markt.
Le domaine « Kamp A », situé sur le territoire d’Olen, de Noorderwijk (Herentals) et d’Oosterwijk (Westerlo), est actuellement mis en vente sur le marché.
Via de gemeenschapsraad van Noorderwijk betoont de gemeente Herentals interesse om een beperkt deel van dit domein te verwerven, met name de loodsen en de omliggende gronden, grenzend aan de wijk Zandkapelweg te Noorderwijk.
La commune d’Herentals (Noorderwijk) s’est portée acquéreur d’une partie limitée de ce domaine, à savoir les hangars et terrains avoisinants, jouxtant le quartier Zandkapelweg à Noorderwijk.
1. Wordt dit domein te koop aangeboden in een ondeelbaar geheel, of bestaat ook de mogelijkheid om een deel van het domein, met name deze loodsen en omliggende, apart te verwerven ?
1. Ce domaine est-il mis en vente comme un ensemble indivisible ou est-il également possible d’acquérir séparément une partie du domaine, à savoir les hangars et terrains avoisinants ?
2. Is het domein reeds officieel te koop aangeboden op de markt, sinds wanneer en hoe lang loopt deze periode nog ?
2. Le domaine a-t-il déjà été mis en vente officiellement, depuis quand et jusqu’à quand ?
3. a) Zijn er reeds gegadigden bekend ?
3. a) Des amateurs se sont-ils déjà manifestés ?
b) Zo ja, hoeveel ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
c) Voor de totaliteit van het domein of ook voor bepaalde delen ervan ?
c) Se sont-ils manifestés pour la totalité du domaine ou pour certaines parties seulement ?
4. a) Is er reeds een contact geweest met de gemeente Herentals voor de verwerving van (een deel van) dit domein, of over de ruimtelijke bestemming van de gronden op het gewestplan ?
4. a) Un contact a-t-il déjà été établi avec la commune d’Herentals pour l’acquisition de ce domaine ou d’une partie de celui-ci, ou encore à propos de l’affectation des terrains au plan de secteur ?
b) Wat was de aard en de uitkomst van deze contacten ?
b) Quelles ont été la nature et l’issue de ces contacts ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4321
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te vinden.
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver, ci-après, une réponse à ses questions.
1. Of het domein in zijn geheel dan wel in loten zal worden verkocht, zal onder andere afhangen van de stedenbouwkundige bestemming van het goed, welke momenteel nog niet gekend is, en van de vraag van de kandidaat-kopers op het ogenblik dat het goed effectief te koop zal worden gesteld. De mogelijkheid tot verkoop in loten is dus niet a priori uitgesloten, op voorwaarde dat het ganse kamp A zal kunnen worden verkocht.
1. Que le domaine soit vendu dans son ensemble ou par lots dépendra, entre autres, de la prescription urbanistique du bien, qui n’est momentanément pas encore connue, et de la demande de candidats acquéreurs au moment où le bien sera effectivement mis en vente. La possibilité de vendre par lots n’est donc, a priori, pas exclue à condition que la totalité du camp A soit vendue.
2. Het militair domein wordt nog niet officieel te koop aangeboden, vermits er nog geen definitieve stedenbouwkundige bestemming is.
2. Le domaine militaire n’a pas encore été officiellement mis en vente puisqu’il n’y a encore aucune affectation urbanistique définitive.
3. a) Reeds een aantal personen of instanties hebben interesse laten blijken.
3. a) Quelques personnes ou instances ont déjà montré leur intérêt.
b) en c) In de huidige stand van het dossier is het nog te vroeg om hierop te antwoorden.
b) et c) Dans l’état actuel du dossier, il est encore trop toˆt pour répondre.
4. Aangezien het domein op dit ogenblik nog niet te koop is, zijn er nog geen contacten met de stad Herentals geweest.
4. Compte tenu du fait que, pour l’instant, le domaine n’est pas à vendre, il n’y a encore eu aucun contact avec la ville de Herentals.
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 1999200011282
DO 1999200011282
Vraag nr. 98 van de heer Francis Van den Eynde van 19 mei 2000 (N.) :
Question no 98 de M. Francis Van den Eynde du 19 mai 2000 (N.) :
De Post. — Verhuizing van het postsorteercentrum te Gent X aan het Sint-Pietersstation.
La Poste. — Déménagement du centre de tri postal Gand X de la « Sint-Pietersstation ».
Het postsorteercentrum te Gent X aan het SintPietersstation verhuist, naar verluidt, hoogstwaarschijnlijk naar de Proeftuinstraat in Gent. Het stadsbestuur gaat principieel akkoord met de nieuwe locatie en ook de universiteit zou bereid zijn een gedeelte van het terrein aan De Post te verkopen. Alleen deze laatste zou nog een beslissing moeten nemen.
J’ai entendu dire que le centre de tri postal Gand X de la « Sint-Pietersstation » serait très probablement transféré dans un immeuble situé dans la « Proeftuinstraat » à Gand. L’administration communale approuverait en principe ce déménagement et l’université serait également disposée à vendre une partie du terrain à La Poste. Seule celle-ci n’aurait pas encore pris de décision.
1. Is het ondertussen zover ?
1. La Poste a-t-elle pris une décision à ce jour ?
2. Of om welke redenen wordt er op dat vlak geaarzeld ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2. Dans la négative, pourquoi hésite-t-elle à en prendre une ?
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4322
Antwoord : De Post deelt me mee dat het huidige sorteercentrum Gent X niet meer voldoet aan de eisen van het postale netwerk, dit zowel wat betreft uitrusting als omvang.
Réponse : La Poste me communique que l’actuel centre de tri de Gand X ne satisfait plus aux exigences du réseau postal, et cela, tant en ce qui concerne l’équipement que l’espace.
Het terrein aan de Proeftuinstraat is een mogelijke optie voor de lokalisatie van een nieuw sorteercentrum. De onderhandelingen zijn gaande.
Le terrain de la « Proeftuinstraat » est une option possible pour la localisation d’un nouveau centre de tri. Les négociations sont toujours en cours.
Een definitieve beslissing zal genomen worden in de tweede helft van 2000.
Une décision définitive sera prise dans la seconde moitié de 2000.
DO 1999200011308
DO 1999200011308
Vraag nr. 99 van de heer Yves Leterme van 23 mei 2000 (N.) :
Question no 99 de M. Yves Leterme du 23 mai 2000 (N.) :
CB-gebruikers. — Uitbreiding van het aantal kanalen.
Utilisateurs de CB. — Extension du nombre des canaux.
In 1999 ondervroeg ik de vorige minister bevoegd voor telecommunicatie over het verzoek van de CBgebruikers om een uitbreiding van het aantal kanalen te verkrijgen. Er werd toen geantwoord dat dit vanuit Europees perspectief niet haalbaar was, hoewel Belgie¨ om een uitbreiding had gevraagd. De toenmalige minister kondigde toen ook een evaluatiecampagne aan door de diensten van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT).
En 1999, en réponse à une question formulée par les utilisateurs de CB à propos de la demande d’extension du nombre des canaux, que je lui avais adressée, le ministre qui avait à l’époque les télécommunications dans ses attributions avait répondu que, dans une perspective européenne, il ne pouvait être satisfait à cette demande, malgré la proposition formulée en ce sens par la Belgique. Le ministre annonçait également l’organisation d’une campagne d’évaluation par les services compétents de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT).
De resultaten van dat onderzoek zouden ondertussen gekend zijn. Uit het onderzoek zou blijken dat er geen nood bestaat aan een uitbreiding van het aantal kanalen, omdat er nog kanalen ongebruikt zouden zijn. De gebruikers zijn het met die conclusies niet eens, omdat het onderzoek volgens hen te fragmentair werd uitgevoerd, namelijk vanuit maar één locatie en dan nog niet eens centraal in het land. Het onderzoek is in die zin niet representatief. Het werd bovendien op een slecht tijdstip uitgevoerd.
Dans l’intervalle, les résultats de cette évaluation seraient connus. Il ressortirait de l’étude que l’extension des canaux ne serait pas nécessaire, de nombreux canaux étant encore inutilisés. Les utilisateurs de CB s’inscrivent cependant en faux contre ces conclusions, dans la mesure ou`, à leur estime, l’étude aurait été réalisée d’une manière trop fragmentaire (au départ d’un seul endroit qui ne serait même pas situé au centre du pays) — de surcroıˆt à un moment mal choisi — et ne serait donc pas représentative.
Daarenboven stellen de CB-gebruikers dat de ongebruikte kanalen ongebruikt zijn, omdat ze onderhevig zijn aan doorslagmodulatie of omdat het om « familiekanalen » (kanalen exclusief gebruikt door bepaalde groepen) gaat. Volgens hen is er nog altijd nood aan een uitbreiding voor het overgrote deel van de CB-gebruikers, teneinde het gebruikscomfort te verhogen.
Les utilisateurs de CB font par ailleurs valoir que certains canaux ne sont pas utilisés parce qu’ils sont soumis à une modulation disruptive ou qu’ils constituent des « canaux de famille » (canaux utilisés exclusivement par certains groupes). Ils estiment que l’extension des canaux correspond toujours à une nécessité pour la plupart d’entre eux, en vue d’améliorer la convivialité du système.
1. Als Belgie¨ voorstander is van een uitbreiding doch dit binnen Europese context niet haalbaar is, hoe moet dan het standpunt van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk begrepen worden ? Volgens de federatie van CB-gebruikers hebben die landen wel een uitbreiding doorgevoerd.
1. Si l’extension des canaux, à laquelle la Belgique est favorable, ne semble pouvoir être obtenue dans le contexte européen, comment convient-il d’interpréter le point de vue de l’Allemagne et de la GrandeBretagne ? Selon la fédération des utilisateurs de CB, ces pays ont bel et bien procédé à une extension des canaux disponibles.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4323
2. Is de Europese norm tot frequentieharmonisatie vanuit technisch oogpunt haalbaar, gezien de vele onderlinge verschillen ?
2. La norme européenne relative à l’harmonisation des fréquences est-elle réaliste d’un point de vue technique, compte tenu des nombreuses différences opposant les E´tats membres ?
3. Is het niet wenselijk dat er een nieuw en uitgebreider onderzoek uitgevoerd wordt naar het gebruik van CB-kanalen ?
3. Une nouvelle étude, plus approfondie, relative à l’utilisation des canaux CB ne s’indiquerait-elle pas ?
4. Bestaan er schattingen van het aantal illegale CBgebruikers ?
4. Dispose-t-on d’une évaluation du nombre des utilisateurs illégaux de CB ?
5. Als er kanalen ongebruikt zouden zijn, kan hieraan iets gedaan worden ?
5. Envisagez-vous de prendre une initiative, s’il apparaıˆt que certains canaux ne sont pas utilisés ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het standpunt van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk
1. Le point de vue de l’Allemagne et du RoyaumeUni
Zowel Duitsland als het Verenigd Koninkrijk hebben inderdaad elk 2 (verschillende) banden aangeduid als uitbreidingsband voor de CB. Binnen de CEPT (Europese Conferentie van administraties der posterijen en telecommunicatie) kon echter geen overeenstemming bereikt worden om de band op Europees niveau op een geharmoniseerde wijze uit te breiden.
En effet, tant l’Allemagne que le Royaume-Uni, ont indiqué chacun 2 bandes (différentes) comme bandes d’extension pour le CB. Toutefois, au sein de la CEPT (Conférence européenne des administrations des postes et des télécommunications), on ne s’est pas mis d’accord pour étendre la bande de façon harmonisée au niveau européen.
2. De Europese norm (waarschijnlijk bedoelt u hier de ETS 300 135, namelijk de PR 27 toestellen met hoekmodulatie) is algemeen aanvaard in Europa en wordt toegepast in praktisch alle landen van Europa. De 40 frequenties die in deze norm vermeld worden zijn reeds geharmoniseerd op Europees niveau. Bovendien werd binnen de CEPT beslist om geen bijkomende kanalen te harmoniseren op Europees niveau gezien de vele bestaande gebruikers. Men zou dus kunnen stellen dat technische problemen verhinderen dat de CB-frequenties uitgebreid worden.
2. La norme européenne (vous pensez sans doute à ETS 300 135, à savoir les appareils PR 27 à modulation angulaire) est généralement acceptée en Europe et est appliquée dans presque tous les pays de l’Europe. Les 40 fréquences mentionnées dans cette norme ont déjà été harmonisées au niveau européen. Par ailleurs, au sein de la CEPT, il a été décidé, vu le grand nombre d’utilisateurs existants, de ne pas harmoniser de canaux additionnels au niveau européen. On pourrait donc dire que l’extension des fréquences CB est empêchée par des difficultés techniques.
3. Het BIPT heeft beslist om zich aan te sluiten bij de Europese consensus. Bovendien is het BIPT van mening dat de uitgevoerde metingen wel degelijk representatief zijn.
3. L’IBPT a décidé d’adhérer au consensus européen. En outre, l’IBPT est d’avis que les mesures effectuées sont bien représentatives.
4. Neen.
4. Non.
5. Het is aan de CB-gemeenschap om zich te organiseren en om ongebruikte kanalen te gebruiken.
5. Il revient à la communauté CB de s’organiser et d’utiliser des canaux non utilisés.
DO 1999200011320
DO 1999200011320
Vraag nr. 100 van de heer Claude Eerdekens van 24 mei 2000 (Fr.) :
Question no 100 de M. Claude Eerdekens du 24 mai 2000 (Fr.) :
De Post. — Dienst « ombudsman ». — Klachten. — Richten van een advies aan een overheidsbedrijf.
La Poste. — Service de médiation. — Plaintes. — Adresse d’un avis à l’entreprise publique.
Wanneer de dienst « ombudsman » van De Post een klacht krijgt, zijn er drie mogelijkheden :
Au terme de l’enregistrement d’une plainte par le Service de médiation de La Poste, trois issues sont envisageables :
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4324
— de klacht wordt in het voordeel van de clie¨nt afgesloten;
— la cloˆture de plainte favorable au client;
— de klacht wordt in het nadeel van de clie¨nt afgesloten;
— la cloˆture de plainte non favorable au client;
— er wordt een advies aan het overheidsbedrijf gericht.
— l’adresse d’un avis à l’entreprise publique.
De derde mogelijkheid wordt vermeld in artikel 43 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Als geen minnelijke schikking kan worden bereikt, wordt het advies aan het overheidsbedrijf overgezonden en krijgt de klager er een kopie van.
Cette troisième éventualité figure en effet à l’article 43 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques. Cet avis est transmis à l’entreprise publique au cas ou` un compromis à l’amiable ne peut être trouvé, et le plaignant en reçoit une copie.
Wanneer het overheidsbedrijf afwijkt van het advies van de dienst « ombudsman », moet zij overeenkomstig voormeld artikel in een antwoord haar beslissing motiveren. Volgens de dienst « ombudsman » wacht De Post vaak lang alvorens op dergelijke adviezen te reageren. Nochtans is dit het laatste middel waarover de dienst « ombudsman » beschikt en brengt het advies geen nieuwe elementen aan.
Toujours en vertu de l’article 43 précité, l’entreprise est tenue de répondre et de justifier sa réponse dans l’hypothèse ou` elle ne tient pas compte de l’avis du Service de médiation. Le Service de médiation fait état de ce que La Poste tarde souvent à répondre aux avis de ce type, alors qu’il s’agit là de la dernière démarche possible de ce service et que celle-ci ne comporte plus l’apport d’éléments neufs.
Zou het bijgevolg niet nuttig zijn in te gaan op de aanbeveling van de dienst « ombudsman » en in de wet een uiterste termijn vast te stellen waarna de onderneming die geen omstandig antwoord overzond, het advies van de « ombudsman » dienst zou moeten volgen ?
Dès lors, ne serait-il pas opportun de suivre la recommandation du Service de médiation en insérant dans la loi un délai de rigueur au-delà duquel l’entreprise serait tenue de suivre l’avis émis par ledit service, à défaut d’avoir fourni une réponse circonstanciée ?
Antwoord : In antwoord op de gestelde vraag heb ik de eer aan het geachte lid de volgende inlichtingen mee te delen.
Réponse : En réponse à la question posée, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Na onderzoek van hetgeen in andere instanties van toepassing is, zou kunnen worden overwogen om een verplichte termijn vast te stellen waarin de betreffende onderneming haar weigering moet motiveren om het advies te volgen dat de ombudsdienst heeft verstrekt.
Après analyse de ce qui est d’application dans d’autres instances, il pourrait être envisagé de fixer un délai de rigueur endéans lequel l’entreprise concernée doit motiver son refus de suivre l’avis émis par le service de médiation.
De problematiek zal dan ook worden opgenomen in de globale regeling die voor de federale sectorie¨le ombudsmannen wordt uitgewerkt.
La problématique sera examinée dans les dispositions globales qui seront élaborées pour les médiateurs fédéraux sectoriels.
DO 1999200011323
DO 1999200011323
Vraag nr. 101 van de heer Claude Eerdekens van 24 mei 2000 (Fr.) :
Question no 101 de M. Claude Eerdekens du 24 mai 2000 (Fr.) :
De Post. — Afzonderlijke departementen. — Communicatiebeleid.
La Poste. — Départements distincts. — Politique de communication.
De Post werd opgedeeld in verscheidene « Business Units » die elk voor een basisactiviteit van de onderneming instaan (expres-koerierdienst, bank, enz.).
La Poste a été divisée en « Business Units », chacune d’elles étant chargée d’assurer un métier spécifique de l’entreprise (courrier express, banque, etc.).
Al die departementen voeren momenteel een eigen communicatiebeleid.
Dans l’état actuel des choses, ces départements distincts mènent chacun leur propre politique de communication.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4325
Dit communicatiebeleid is incoherent aangezien het beeld van de onderneming verschilt naargelang de boodschapper.
Selon l’émetteur du message, l’image de l’entreprise peut différer, c’est-à-dire que la communication apparaıˆt comme incohérente.
Het is echter belangrijk dat de clie¨nt zich een duidelijk beeld van De Post als onderneming kan vormen en dat hij de basisidee van de verschillende activiteiten kent. Zo zal hij de werking en dus ook de algemene bedrijfsfilosofie beter vatten.
Or, il importe que le client identifie clairement l’entreprise « La Poste » et qu’il connaisse les règles de base qui régissent ses différentes activités. Ainsi, il en appréhendera plus aisément le fonctionnement et, partant, la philosophie globale de l’entreprise.
1. Moet men De Post niet verzoeken zich bij al haar communicatiecampagnes aan een bepaald stramien te houden, zodat de clie¨nt een duidelijker beeld van De Post krijgt ?
1. Dès lors, afin que la perception qu’en a la clientèle soit affinée, n’y aurait-il pas lieu d’inviter La Poste à respecter un schéma directeur dans l’élaboration de l’ensemble de ses campagnes de communication ?
2. Is dit geen absolute voorwaarde wil De Post zich nu, bij de liberalisering van de sector, efficie¨nt en strategisch positioneren ?
2. N’est-ce pas là une condition sine qua non d’un positionnement stratégique efficient, à l’heure de la libéralisation des services postaux ?
Antwoord : De naamloze vennootschap van publiek recht De Post deelt me mee dat de informatie van de klanten één van haar prioriteiten is.
Réponse : La société anonyme de droit public La Poste me communique que l’information des clients est une de ses priorités.
Aldus centraliseert, in de nieuw opgerichte organisatie, één verantwoordelijke het imagobeleid, de publiciteit, de externe betrekkingen en ook de relaties met de pers.
Ainsi, dans la nouvelle organisation mise en place, un seul responsable centralise la gestion de l’image de l’entreprise, la publicité, les relations publiques et également les relations avec la presse.
Het doel van De Post is voortaan een gecoo¨rdineerd merkenbeleid te voeren voor de communicatiecampagnes betreffende de verschillende diensten die De Post aan haar klanten aanbiedt.
L’objectif de La Poste est de mener à l’avenir une politique de marque coordonnée lors des campagnes de communication relatives aux différents services qu’elle propose à ses clients.
DO 1999200011327
DO 1999200011327
Vraag nr. 102 van de heer Claude Eerdekens van 25 mei 2000 (Fr.) :
Question no 102 de M. Claude Eerdekens du 25 mai 2000 (Fr.) :
De Post. — Pakjes en colli. — Klachten.
La Poste. — Paquets et colis. — Plaintes.
Uit het jaarverslag van de Ombudsdienst van De Post blijkt dat een groot deel van de klachten van de clie¨nteel betrekking heeft op beschadiging van pakjes en colli.
Il ressort du rapport annuel du service de médiation de La Poste que les détériorations occasionnées aux paquets et colis interviennent pour un part significative dans les plaintes formulées par la clientèle.
Het publiek is zich echter niet altijd bewust van de manier waarop de poststukken worden verwerkt. De mechanisering van de afhandeling van de colli maakt het bovendien onmogelijk slecht verpakte stukken eruit te pikken en dienovereenkomstig te behandelen.
Cela s’explique notamment par le fait que le public n’est pas toujours conscient des manipulations que ses envois subissent. Par ailleurs, la mécanisation du traitement des colis ne permet pas d’identifier les envois mal conditionnés et de les traiter en conséquence.
Om dat soort schade te helpen voorkomen zou het nuttig kunnen zijn een aantal tips met betrekking tot de verpakking van colli in de tariefbrochure van De Post op te nemen.
Afin de contribuer à limiter des dégradations de cette nature, il pourrait être utile de faire figurer quelques conseils relatifs au conditionnement des colis dans la brochure tarifaire publiée par La Poste.
Zou het voorts niet opportuun zijn het gebruik van pakjes van het type « Postpac » te veralgemenen ? Deze verpakkingen worden nu al op grote schaal gebruikt en zijn speciaal ontworpen om de postafhandeling schok- en scheurvrij te doorstaan.
En outre, ne serait-il pas opportun de veiller à généraliser l’emploi de paquets de type « Postpac » déjà largement utilisés et conçus pour résister aux nombreuses manipulations ?
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4326
Antwoord : De naamloze vennootschap van publiek recht De Post deelt me mede dat ze, bewust van het feit dat de verpakking van de postzendingen niet altijd optimaal is, de jongste jaren haar inspanningen om de afzenders voor dit probleem te sensibiliseren, vermenigvuldigd heeft.
Réponse : La société anonyme de droit public La Poste me communique que, consciente du fait que le conditionnement des envois postaux n’est pas toujours optimal, elle a multiplié ces dernières années les démarches visant à sensibiliser les expéditeurs à ce problème.
Wat bijvoorbeeld de snelpost, de pakketten en colli’s betreft, geven de verschillende brochures stelselmatig tips inzake verpakking.
Par exemple, en ce qui concerne le courrier accéléré, les paquets et les colis, les diverses brochures dispensent systématiquement des conseils en matière d’emballage.
Dergelijke aanbevelingen zullen eveneens opgenomen worden in een volgende uitgave van de brochure Tarieven van de brievenpost.
De telles recommandations seront également formulées dans une prochaine édition de la brochure Tarifs de la poste aux lettres.
De boodschap werd door de firma’s die professionele verpakkingen gebruiken perfect begrepen. Het tegendeel is echter waar bij sommige particulieren, die zich niet altijd bewust zijn van de talrijke manipulaties ondergaan door de zendingen, onder andere het vervoer in gesloten zakken, waarbij de noties van « boven, onder, breekbaar, enz. » geen zin meer hebben.
Si le message a été parfaitement compris par les firmes qui utilisent des couverts professionnels, il est vrai que certains particuliers ne sont pas toujours conscients des nombreuses manipulations subies par les envois, notamment le transport dans des sacs fermés, qui annihilent toute notion de « haut, bas, fragile, etc. ».
Om deze toestand te verbeteren, werkt De Post tegenwoordig aan een brochure die voor het publiek bestemd is. De bedoeling is de aandacht van de klanten te vestigen op de noodzaak om stevige materialen te gebruiken, die tegen de manipulaties inherent aan het vervoer, het sorteren en de bedeling van de zendingen bestand zijn.
Afin de remédier à cette situation, La Poste élabore actuellement une brochure destinée au public. Elle a pour but d’attirer l’attention des clients sur la nécessité d’utiliser des matériaux solides, résistant aux manipulations inhérentes au transport, au tri et à la distribution des envois.
De Post heeft bovendien een intern communicatiedossier opgesteld dat streeft naar het sensibiliseren van het personeel in de sorteercentra. Het postpersoneel wordt aldus verzocht het maximum aan voorzorgsmaatregelen te nemen bij de behandeling van postzendingen en ongepaste manipulaties te vermijden. De Post wenst ook het loketpersoneel te sensibiliseren, zodat dit personeel eventueel de klanten kan verzoeken hun verpakking te wijzigen als deze onaangepast is.
De plus, La Poste a élaboré un dossier de communication interne visant à sensibiliser son personnel dans les centres de tri. Le personnel postal est ainsi invité à prendre un maximum de précautions dans le traitement des envois et à éviter les manipulations intempestives. La Poste souhaite également sensibiliser le personnel des guichets afin qu’il invite éventuellement les clients à réviser leur emballage lorsque celui-ci est inadéquat.
Wat tenslotte het Postpac betreft, legt De Post stelselmatig de nadruk op de kwaliteit van deze verpakking tijdens de promotiecampagnes. Zich baserend op de fysieke (stevigheid en weerstand) en ecologische (herbruikbaarheid) kenmerken van dit product, die een maximum bescherming van de zending waarborgen, zet De Post haar klanten aan tot een regelmatig gebruik.
Enfin, en ce qui concerne le Postpac, La Poste, lors des campagnes de promotion, met systématiquement l’accent sur la qualité de cet emballage. S’appuyant sur les caractéristiques physiques (solidité et résistance) et écologiques (élément recyclable) de ce produit qui garantissent une protection maximale de l’envoi, La Poste incite ses clients à en faire un usage régulier.
Ze heeft bovendien eveneens specifieke omslagen gecree¨erd voor documenten (Express Mail) en kleine breekbare voorwerpen (Express Mail protection).
En outre, elle a également créé des enveloppes spécifiques à l’insertion de documents (Express Mail) et de petits objets légèrement fragiles (Express Mail protection).
De Post kan het stelselmatig gebruik van Postpac echter niet aan haar klanten opleggen. Deze verplichting zou kunnen slecht onthaald worden door het
Toutefois, La Poste ne peut imposer à ses clients le recours systématique au Postpac. En effet, cette obligation pourrait être mal ressentie par la clientèle et il est
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4327
clie¨nteel en het is bovendien moeilijk modellen te bedenken die voor elke mogelijke vorm, maat en volume van pakjes geschikt zijn.
en outre difficile de prévoir des modèles convenant à toutes les formes, tailles et volumes de colis possibles.
DO 1999200011328
DO 1999200011328
Vraag nr. 103 van de heer Claude Eerdekens van 25 mei 2000 (Fr.) :
Question no 103 de M. Claude Eerdekens du 25 mai 2000 (Fr.) :
De Post. — Bank van De Post en Postcheque. — Ondermaatse dienstverlening.
La Poste. — Banque de La Poste et Postchèque. — Mauvaise qualité des services.
In het jaarverslag van de Ombudsdienst van De Post wordt de vinger gelegd op de ondermaatse dienstverlening van de Bank van De Post en de Financie¨le Post (Postcheque).
Le rapport annuel du Service de médiation de La Poste met tout particulièrement en exergue la mauvaise qualité des services fournis par la Banque de La Poste et La Poste financière (Postchèque).
Volgens het verslag zijn de genoegzaam bekende disfuncties van begin 1999 zich nog een hele tijd blijven voordoen.
Le début de l’année 1999 fut marqué par des dysfonctionnements notoires mais il ressort dudit rapport que ceux-ci se sont poursuivis bien au-delà de cette période.
Onder meer volgende problemen deden zich voor :
Parmi les problèmes évoqués, on peut noter :
— twee keer uitgevoerde overschrijvingen;
— la double exécution de virements;
— niet-uitgevoerde doorlopende opdrachten;
— la non-exécution d’ordres permanents;
— vertragingen bij het op de rekening storten van betalingen en pensioenen.
— les retards dans la mise en compte des paiements et des pensions.
Voeg daarbij een hoogst aleatoir communicatiebeleid, en men begrijpt alras de wrevel van een deel van de clie¨nteel die De Post als financie¨le instelling koos.
Si l’on conjugue cela à une politique de communication très aléatoire, on peut imaginer le ressentiment d’une part de la clientèle qui a choisi La Poste comme institution financière.
Zou het dan ook niet opportuun zijn de Financie¨le Post en de Bank van De Post te vragen hun communicatiebeleid en hun geschillenregelingsprocedure grondig te herzien ? De bancaire diensten van De Post zullen de vergelijking met die van de andere financie¨le instellingen immers pas kunnen doorstaan, als die voorwaarden vervuld zijn.
Dès lors, ne serait-il pas opportun d’inviter La Poste financière et la Banque de La Poste à repenser fondamentalement leur politique de communication et leur procédure de traitement des litiges ? C’est seulement moyennant ces conditions que les services bancaires de La Poste seront en mesure de soutenir la comparaison avec d’autres institutions financières.
Antwoord : De naamloze vennootschap van publiek recht De Post deelt me mede dat, in 1998, de zichtrekeningen die toebehoorden aan de particulieren en de bedrijven met protocolnummer « 000 » de benaming « Postchequerekeningen » hebben gekregen en aan de Bank van De Post NV werden overgedragen.
Réponse : La société anonyme de droit public La Poste me communique que, en 1998, les comptes de particuliers et des sociétés avec code protocole « 000 » ont été dénommés comptes Postchèque et transférés à la Banque de La Poste SA.
Niettemin werd via een overeenkomst, die gesloten werd tussen de Bank van De Post NV en De Post dat de Postchequerekeningen verder door de BU Financie¨le Post zullen beheerd worden in de hoedanigheid van Service Provider van de Bank van De Post NV.
Toutefois, par contrat de service conclu entre la Banque de La Poste SA et La Poste, les comptes Postchèque sont toujours gérés par la BU Poste financière en sa qualité de Service Provider de la Banque de La Poste SA. Les comptes d’E´tat, dont le code protocole a été modifié en « 679 », ont par contre conservé la dénomination de compte postal et sont toujours gérés par la BU Poste financière.
De Staatsrekeningen waarvan het protocolnummer in « 679 » werd veranderd, hebben daarentegen de benaming van postrekening bewaard en worden ook verder beheerd door de BU Financie¨le Post.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
556
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4328
Ter gelegenheid van deze splitsing werden alle rekeninghouders hiervan op de hoogte gebracht, per individuele brief, en krijgen ze bovendien de mogelijkheid om een postrekening te behouden (679).
` l’occasion de cette scission, tous les clients titulaiA res d’un compte ont été informés par lettre individuelle, en leur offrant en outre la possibilité de conserver un compte postal (679).
Om zulke veranderingen door te voeren was een overgangsperiode van april tot december 1998 nodig. De eigenlijke splitsing werd pas op 1 januari 1999 ingevoerd, samen met de introductie van de euro.
Pour réaliser de tels changements, une période de transition, d’avril à décembre 1998, fut nécessaire. La conversion effective eut lieu en janvier 1999, parallèlement à l’introduction de l’euro.
Jammer genoeg heeft zich, op hetzelfde moment, een ernstige panne in het IT-centrum voorgedaan. De omvang van deze moeilijkheden heeft natuurlijk een opstopping veroorzaakt in de klachtendienst. Thans zijn alle ingediende klachten behandeld. Alle nodige rechtzettingen werden uitgevoerd met uitwerking op de valutadatum van de initie¨le operatie. Alle rekeninghouders die enig financieel verlies geleden hadden werden hiervoor vergoed.
Malheureusement, au même moment, un important dysfonctionnement s’est produit au niveau du centre d’exploitation. L’ampleur des anomalies rencontrées a naturellement provoqué en réaction un engorgement dans le service de traitement des plaintes des clients. ` ce jour, toutes les plaintes déposées ont été résoA lues. Toutes les rectifications nécessaires ont été opérées avec effet à la date de valeur de l’opération initiale. En outre, tous les clients lésés financièrement ont été indemnisés.
Tenslotte is het zo dat De Post thans een nieuw communicatiebeleid op punt stelt ten opzichte van haar klanten. Zij wenst snelle en nauwkeurige informatie mee te delen die aan de vragen van de klanten tegemoet komt.
Enfin, La Poste met actuellement en place une nouvelle politique de communication à l’égard de sa clientèle. Elle vise à communiquer plus rapidement une information plus précise et répondant aux interrogations des clients.
DO 1999200011331
DO 1999200011331
Vraag nr. 104 van de heer Claude Eerdekens van 25 mei 2000 (Fr.) :
Question no 104 de M. Claude Eerdekens du 25 mai 2000 (Fr.) :
De Post. — Ombudsdienst. — Herdefinie¨ring van de actieradius en de interventiemogelijkheden.
La Poste. — Service de médiation. — Redéfinition de la sphère et du pouvoir d’intervention.
De Ombudsdienst van De Post ontvangt onder meer klachten die betrekking hebben op de dienstverlening van andere postbedrijven die ook colli op het Belgische grondgebied bezorgen. De ombudsdienst kan evenwel geen enkele invloed uitoefenen op die andere operatoren. De openstelling van de markt zal spoedig een veelheid van distributiewijzen doen ontstaan en meer complexe situaties in de hand werken, aangezien andere diensten dan De Post verantwoordelijk zullen worden gesteld.
Parmi les plaintes enregistrées par le Service de médiation de La Poste, certaines ont trait à d’autres opérateurs postaux qui délivrent également des colis sur le territoire belge. En l’E´tat, le Service de médiation ne dispose d’aucun pouvoir d’intervention auprès de ces opérateurs. Or, l’ouverture du marché conduira rapidement à une multiplication des modes de distribution et générera davantage de situations complexes, dès lors que des services autres que La Poste seront mis en cause.
Zou het derhalve niet opportuun zijn zich te beraden over een herziening van de actieradius en de interventiemogelijkheden van de huidige Ombudsdienst ? Dat is immers de enige manier om alle gebruikers dezelfde rechten en verhaalmogelijkheden te bieden.
Par conséquent, ne serait-il pas opportun de réfléchir à une redéfinition de la sphère et du pouvoir d’intervention de l’actuel Service de médiation ? Ce serait en effet là l’unique façon de garantir à l’ensemble des utilisateurs les mêmes droits et les mêmes possibilités de recours.
Antwoord : In antwoord op de gestelde vraag heb ik de eer aan het geachte lid de volgende inlichtingen mee te delen.
Réponse : En réponse à la question posée, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
In de huidige staat van de wetgeving zullen de postoperatoren buiten De Post heel binnenkort verplicht
En l’état actuel de la législation, les opérateurs postaux autres que La Poste seront dans un tout
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4329
worden om een systeem op te zetten voor de behandeling van klachten voor de activiteiten die enkel onder de universele dienst vallen.
proche avenir tenus de mettre sur pied un système de traitement des plaintes pour les activités relevant uniquement du service universel.
Het ontwerp van amendement op richtlijn 97/67/ EG van 15 december 1997 betreffende de postsector, dat bij de Commissie is ingediend, voorziet in de uitbreiding van die verplichting tot de activiteiten die niet onder de universele dienst vallen.
Le projet d’amendement à la directive 97/67/CE du 15 décembre 1997 concernant le secteur postal, déposé par la Commission, prévoit d’élargir cette obligation aux activités qui ne relèvent pas du service universel.
In alle gevallen moet de beroepssector waartoe die ondernemingen behoren geen ombudsdienst oprichten die naast de behandeling van klachten een compromisoplossing probeert te vinden.
Dans tous ces cas, le secteur professionnel dont relèvent ces entreprises ne doit pas mettre sur pied un service de médiation qui, outre le traitement des plaintes, cherche à trouver une solution de compromis.
Op grond van het voorgaande zou kunnen worden overwogen om het bevoegdheidsgebied van de Ombudsdienst bij De Post uit te breiden tot alle klachten met betrekking tot de verrichtingen van de postoperatoren buiten De Post.
Sur base de ce qui précède, on pourrait envisager d’élargir le champ des compétences du Service médiation auprès de La Poste à toutes les plaintes relatives aux prestations des opérateurs postaux autres que La Poste.
De problematiek zal dan ook worden opgenomen in de globale regeling die voor de federale sectorie¨le ombudsmannen wordt uitgewerkt.
La problématique sera examinée dans les dispositions globales qui seront élaborées pour les médiateurs fédéraux sectoriels.
Overheidsbedrijven en Participaties
Entreprises et Participations publiques
DO 1999200011270
DO 1999200011270
Vraag nr. 31 van de heer Olivier Chastel van 19 mei 2000 (Fr.) :
Question no 31 de M. Olivier Chastel du 19 mai 2000 (Fr.) :
Nationale Loterij. — Sponsorbeleid. — Verdeelsleutel.
Loterie nationale. — Politique de parrainage. — Critères de répartition.
In Belgie¨ is de sponsoring van verenigingen en/of culturele, sportieve of maatschappelijke evenementen sinds een vijftiental jaar uitgegroeid tot een volwaardig onderdeel van het communicatiebeleid van de ondernemingen. Het verzamelbegrip « sponsoring » dekt heel diverse praktijken zoals financie¨le ondersteuning, mecenaat, korting toegestaan op reclametarieven of het op zich nemen van drukkosten zonder dat daar een financie¨le tegemoetkoming of een vermelding van de sponsor tegenover staat. Aangezien de overheid ondanks haar inspanningen, niet kan tegemoet komen aan de stijgende vraag en al de interessante aanbiedingen inzake sponsoring, is het een goede zaak dat ook particuliere bedrijven steeds vaker als sponsor optreden.
Dans notre pays et depuis une quinzaine d’années, la « sponsorisation » d’associations et/ou d’événements culturels, sportifs et sociaux est devenu un instrument à part entière de la politique de communication des entreprises. Le terme générique de « sponsorisation » recouvre des pratiques diverses tels que le parrainage, le mécénat, la réduction sur les tarifs publicitaires ou la prise en charge de couˆts tels que des couˆts d’impression sans forme de retour commercial ou de retour d’image pour l’entreprise. D’un point de vue global, on peut se réjouir d’une tendance qui est venue accompagner l’effort des pouvoirs publics en ces matières car ces dernières s’essoufflaient devant les demandes croissantes et souvent de qualité.
De Nationale Loterij ontsnapt niet aan het fenomeen. Dat is positief aangezien haar optreden als sponsor het imago van deze federale instelling gunstig beı¨nvloed.
La Loterie nationale n’échappe pas à ce phénomène. C’est heureux dans la mesure où il s’agit d’une structure fédérale et que les parrainages accordés favorisent l’image positive de l’institution.
Het verheugt mij dat de Nationale Loterij regelmatig als sponsor van clubs, verenigingen of manifestaties
Toutefois, si on voit régulièrement et avec plaisir l’image de la Loterie nationale parrainant des clubs,
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4330
wordt vermeld. Het is echter onmogelijk op grond daarvan een coherent en algemeen beeld van haar sponsorbeleid te krijgen. Kan u mij een antwoord geven op volgende vragen :
des associations ou des événements, il est impossible de se faire une image cohérente et globale de la politique de « sponsorisation » menée par les autorités compétentes. Pourriez-vous préciser :
1. Op grond van welke krachtlijnen bepaalt de Nationale Loterij haar « sponsorbeleid » — in de ruime zin van het woord — ten aanzien van externe organisaties en evenementen ? Hanteert zij daarbij een gewestelijke verdeelsleutel ? Zo ja, welke ?
1. les lignes de politique générale de la Loterie nationale en matière de « sponsorisation » d’organismes extérieurs et d’événements, sponsorisation étant pris dans sa définition large, ainsi que l’éventuelle clé de répartition régionale de ces parrainages;
2. Kunt u mij de namen bezorgen van de verenigingen, clubs, organisaties en uiteenlopende evenementen, die in 1999 door de Nationale Loterij werden gesponsord en voor elk van hen de handelsnaam, de naam of het acroniem, het adres van de maatschappelijke zetel, en de bedragen die op de begroting van 1999 werden ontvangen of beloofd, vermelden ?
2. les noms des associations, clubs, organismes et événements de toute nature, qui ont été parrainés par la Loterie nationale en 1999, en détaillant chaque bénéficiaire par sa raison sociale, son nom ou son acronyme, l’adresse de son siège social, ainsi que les montants reçus ou promis sur le budget de 1999;
3. Hoe ziet de situatie eruit voor 2000 ?
3. l’état de la situation connue pour l’année 2000 ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hierna een antwoord op de drie luiken van zijn vraag.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après une réponse aux trois volets de sa question.
1. Overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij organiseert deze openbare instelling openbare loterijen volgens handelsmethodes. Het beschermheerschap van verschillende sportieve en culturele activiteiten maakt één van de door de Nationale Loterij aangewende publicitaire methodes uit om de loterijvormen die zij organiseert, te promoveren.
1. Conformément à l’article 2, alinéa 1er, de la loi du 22 juillet 1991 relative à la Loterie nationale, cet établissement public organise les loteries publiques selon des méthodes commerciales. Le parrainage de diverses activités sportives et culturelles constitue une des facettes publicitaires exploitées par la Loterie nationale pour promouvoir les formes de loteries qu’elle organise.
Zoals het geachte lid terecht benadrukt, draagt deze publicitaire methode ontegensprekelijk bij tot het positieve imago van de Nationale Loterij. Ik zou daar zelfs aan durven toevoegen dat, zonder deze door de Nationale Loterij gegeven steun, er vele culturele en sportieve activiteiten zouden zijn die — niettegenstaande hun intrinsieke waarde — ofwel geen noemenswaardige weerklank zouden hebben, ofwel zelfs nooit het daglicht zouden zien.
Comme le souligne à juste titre l’honorable membre, cette facette publicitaire favorise indéniablement l’image positive de la Loterie nationale. J’ajouterai même que, sans ce soutien apporté par la Loterie nationale, nombreuses seraient les initiatives culturelles et sportives qui soit ne bénéficieraient d’aucun retentissement significatif, soit ne verraient même jamais le jour nonobstant leur valeur intrinsèque.
Op het administratieve vlak maakt het budget voor het beschermheerschap natuurlijk deel uit van de jaarbegroting van de openbare instelling. Deze jaarlijkse begroting wordt op voorstel van het directiecomité vastgesteld door de raad van bestuur van de Nationale Loterij, en wordt goedgekeurd door de voogdijminister en door de minister van Begroting (cf. artikel 8, § 1, 3o, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij en artikel 3, § 2, eerste lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut). We dienen ook te onthouden dat, overeenkomstig artikel 8, § 1, 6o, van de voormelde wet van 22 juli 1991, het de raad van bestuur is die het programma voor het beschermheerschap vaststelt.
Sur le plan administratif, le budget parrainage fait évidemment partie du budget annuel de cet établissement public. Ce budget annuel est établi par le conseil d’administration de la Loterie nationale, sur proposition de son comité de direction, et est approuvé par le ministre de tutelle et par le ministre du Budget (cf. article 8, § 1er, 3o, de la loi du 22 juillet 1991 relative à la Loterie nationale et article 3, § 2, alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public). Relevons aussi que, conformément à l’article 8, § 1er, 6o, de la loi du 22 juillet 1991 précitée, c’est le conseil d’administration qui établit le programme de parrainage.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4331
Op het budgettair plan is er jaarlijks een enveloppe voorzien voor het beschermheerschap. Deze wordt verdeeld volgens een verdelingssleutel die voortvloeit uit de financieringsmethodes van de gemeenschappen en de gewesten. In concreto is deze verdelingssleutel voor het jaar 2000 vastgesteld op 59,135 % voor de in de Nederlandstalige Gemeenschap gevoerde activiteiten en op 40,865 % voor die in de Franse en Duitstalige Gemeenschap.
Sur le plan budgétaire, une enveloppe est annuellement prévue pour le parrainage. Celle-ci est ventilée selon une clé de répartition qui découle des mécanismes de financement des communautés et des régions. Concrètement, pour l’année 2000 cette clé de répartition a été fixée à 59,135 % pour les activités menées en Communauté flamande et à 40,865 % pour celles menées en Communautés française et germanophone.
Dat gezegd zijnde, zal het geachte lid niet verwonderd zijn te vernemen dat de vragen tot beschermheerschap die elk jaar worden gesteld bij de Nationale Loterij, talrijk zijn en betrekking hebben op zéér uiteenlopende sportieve of culturele sectoren. Deze verscheidenheid kan gemakkelijk worden verklaard door het grote publiek dat deelneemt aan of in aanmerking komt voor deelname aan de georganiseerde loterijvormen (Lotto/Joker, Keno, Lucky Bingo, Presto, Subito, Bingo Express, 21, Win for Life, Astro, de Europese Loterij). De keuze door de Nationale Loterij van de activiteiten die beschermheerschap zullen genieten is afhankelijk van een louter commercie¨le afweging verbonden met de bekendheid en de populariteit evenals met de waarde van de publicitaire tegenprestaties die door de organisatoren worden geboden.
Cela étant dit, l’honorable membre ne sera certainement pas étonné d’apprendre que les demandes de parrainage introduites chaque année auprès de la Loterie nationale sont nombreuses et touchent à des disciplines sportives ou à des secteurs culturels très variés. Cette diversité se comprend aisément au vu du large public qui participe ou qui est susceptible de participer aux formes de loteries qui sont organisées (Lotto/ Joker, Kéno, Lucky Bingo, Presto, Subito, Bingo Express, 21, Win for Life, Astro, Loterie européenne). Le choix par la Loterie nationale des activités bénéficiaires d’un parrainage relève d’une pure opportunité commerciale et repose en pratique sur des considérations liées à la notoriété et à la popularité de ces activités ainsi qu’à la valeur des contreparties publicitaires offertes par les organisateurs.
2. De in de punten 2 en 3 van de vraag van het geachte lid gesolliciteerde gegevens zullen hem rechtstreeks worden overgemaakt.
2. Quant aux données demandées par l’honorable membre aux points 2 et 3 de sa question, elles lui seront transmises directement.
DO 1999200011313
DO 1999200011313
Vraag nr. 32 van de heer Olivier Maingain van 24 mei 2000 (Fr.) :
Question no 32 de M. Olivier Maingain du 24 mai 2000 (Fr.) :
Sabena. — Veiligheidsinstructies. — Taalgebruik.
Sabena. — Consignes de sécurité. — Emploi des langues.
Op de Sabenavluchten blijken de veiligheidsinstructies enkel in het Engels te worden meegedeeld.
Il appert que sur les lignes de la Sabena, les consignes de sécurité sont diffusées uniquement en langue anglaise.
Zo wordt de film waarin de reizigers diverse instructies in verband met het gebruik van de veiligheidsgordel, het zuurstofmasker, de reddingsvest en het verlaten van het vliegtuig in geval van nood wordt meegedeeld, enkel in de Engelse versie getoond. Na het tonen van die film wordt de reizigers in het Frans, het Nederlands en het Duits meegedeeld dat zij zich met eventuele vragen terzake tot het boordpersoneel kunnen wenden.
Ainsi le film expliquant aux voyageurs diverses consignes relatives à l’utilisation de la ceinture, du masque à oxygène, de la veste de sauvetage ainsi que l’abandon de l’appareil en cas d’urgence n’est diffusé qu’en anglais. Après cette diffusion, un message est adressé aux voyageurs en français, en néerlandais, et en allemand leur signifiant de faire part au personnel de bord de leurs différentes questions sur le sujet.
Het meedelen van de veiligheidsinstructies is van groot belang. Het feit dat die enkel in het Engels worden meegedeeld getuigt van een gebrek aan respect van dat aan de taalwetgeving onderworpen bedrijf voor zijn Belgische clie¨nten die een van de drie landstalen spreken.
La diffusion de ces consignes de sécurité revêt une importance considérable. Aussi, cette pratique linguistique constitue un manque de respect de la société soumise à la législation linguistique, à l’égard de sa clientèle belge, utilisant une des trois langues nationales.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4332
In dat verband bepaalt artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1978 tot vaststelling van de bijzondere maatregelen om de toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken bij Sabena te regelen : « (...) Wanneer het gaat om reclame, om eisen inzake veiligheid van het luchtverkeer, alsmede in uitzonderlijke gevallen, kan de minister echter de vennootschap op voorstel van haar raad van beheer ontslaan van de verplichting de landstalen voorrang te verlenen, of van de verplichting ze te gebruiken ».
` cet égard, l’article 8, § 1er, de l’arrêté royal du 10 A octobre 1978 fixant les mesures particulières en vue de régler l’application des lois sur l’emploi des langues en matière administrative à la Sabena dispose que : « (...) toutefois, lorsqu’il s’agit de publicité, des exigences de sécurité du transport aérien, ou encore dans des cas exceptionnels, le ministre peut, sur proposition du conseil d’administration de la société, dispenser celleci, soit de donner priorité aux langues nationales, soit d’utiliser celles-ci ».
Welke maatregelen zal u treffen om ervoor te zorgen dat de door de clie¨nteel gebezigde talen worden gebruikt ?
Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour faire respecter l’usage des langues usitées par la clientèle ?
Antwoord : In antwoord op het door het geachte lid gestelde vraag, kan ik het volgende meedelen :
Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, je peux communiquer ce qui suit.
De boodschap preciseert dat het cabinepersoneel beschikbaar is om alle eventuele vragen van passagiers over de veiligheidsvoorschriften te beantwoorden. De uitleg kan dus op dat moment in het Nederlands of het Frans gebeuren.
Le message précise que le personnel de cabine se tient à la disposition des passagers pour répondre à leurs éventuelles questions à ce sujet. Des explications peuvent donc être données en français ou en néerlandais à ce moment.
Andere algemene veiligheidsvoorschriften worden in het Frans, het Nederlands en het Engels verspreid. Het betreft onder andere de voorschriften over het rookverbod, het gebruik van elektronische apparaten en het opbergen van de handbagage, alsook de voorschriften die stipt gegeven worden tijdens de vlucht teneinde het goede verloop van de vlucht in alle veiligheid te verzekeren.
D’autres consignes de sécurité d’ordre général sont diffusées en français, néerlandais et anglais. Il s’agit notamment des consignes relatives à l’interdiction de fumer, à l’utilisation des appareils électroniques ou au rangement des bagages à main, de même que les consignes ponctuelles données en cours de vol pour assurer son bon cours en toute sécurité.
Sabena spant zich in om de geest van de taalwetgeving die op haar van toepassing is, na te leven door de veiligheid van haar vluchten zowel als de tevredenheid van haar passagiers te verzekeren.
Sabena s’efforce de se conformer à l’esprit de la législation linguistique qui lui est applicable, tout en assurant au mieux la sécurité de ses vols et la satisfaction de sa clientèle.
De visuele ondersteuning door een lid van het cabinepersoneel wordt nog gebruikt op sommige vliegtuigtypes.
Le support visuel par démonstration par un membre du personnel de cabine existe encore dans certains types d’appareils.
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 27 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 27 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwer-
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4333
king van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressenbestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »). 1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ? b) Indien niet, waarom niet ? 2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ? 3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ? 4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ? 5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ? 6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ? b) Zo ja, welke ? Antwoord : 1. a) Het kabinet van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling heeft geen aangifte van adressenbestanden gedaan bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. b) Voor de adressenbestanden die in gebruik zijn door het kabinet is in vrijstelling van aangifte voorzien : — Adressen van organisaties waarmee het kabinet een werkrelatie heeft met vermelding van contactpersonen. Vrijstelling op basis van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers. Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »). 1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ? b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ? 2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ? 3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ? 4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ? 5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ? 6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ? b) Dans l’affirmative, lesquels ? Réponse : 1. a) Le cabinet du secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et à la Coopération au développement n’a pas déclaré de fichiers d’adresses à la Commission pour la protection de la vie privée. b) Les fichiers d’adresses utilisés par le cabinet sont exempts de déclaration : — Les adresses des organisations travaillant avec le cabinet avec mention de personnes à contacter. Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1966, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4334
— Adressen van personen die het kabinet contacteren met vragen om algemene informatie.
— Les adresses des personnes contactant le cabinet pour des renseignements d’ordre général.
Vrijstelling op basis van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personen die solliciteren voor een betrekking.
— Les adresses de personnes sollicitant un emploi.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personeelsleden van het kabinet.
— Les adresses de membres du personnel du cabinet.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
2. Niet van toepassing.
2. N’est pas d’application.
3. Niet van toepassing.
3. N’est pas d’application.
4. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
4. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
5. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
5. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
6. a) Ja, er zijn andere bestanden die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
6. a) Oui, il y a d’autres fichiers qui ont fait l’objet de déclaration auprès de la Commission pour la protection de la vie privée.
b) Voor deze bestanden zie de opsomming onder vraag 1, b).
b) Pour ces fichiers, voir le relevé sous la question 1, b).
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
Energie
E´nergie
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 13 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 13 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwer-
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4335
king van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers.
De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressenbestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »).
Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »).
1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ?
1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ?
b) Indien niet, waarom niet ?
b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ?
2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ?
2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ?
3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ?
3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ?
4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ?
4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ?
5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ?
5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ?
6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ?
6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Het kabinet van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling heeft geen aangifte van adressenbestanden gedaan bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
1. a) Le cabinet du secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable n’a pas déclaré de fichiers d’adresses à la Commission pour la protection de la vie privée.
b) Voor de adresbestanden die in gebruik zijn door het kabinet is in vrijstelling van aangifte voorzien :
b) Les fichiers d’adresses utilisés par le cabinet sont exempts de déclaration :
— Adressen van organisaties waarmee het kabinet een werkrelatie heeft met vermelding van contactpersonen.
— Les adresses des organisations travaillant avec le cabinet avec mention de personnes à contacter.
Vrijstelling op basis van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
557
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4336
— Adressen van personen die het kabinet contacteren met vragen om algemene informatie.
— Les adresses des personnes contactant le cabinet pour des renseignements d’ordre général.
Vrijstelling op basis van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personen die solliciteren voor een betrekking.
— Les adresses de personnes sollicitant un emploi.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personeelsleden van het kabinet.
— Les adresses de membres du personnel du cabinet.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
2. Niet van toepassing.
2. N’est pas d’application.
3. Niet van toepassing.
3. N’est pas d’application.
4. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
4. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
5. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
5. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
6. a) Ja, er zijn andere bestanden die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
6. a) Oui, il y a d’autres fichiers qui ont fait l’objet de déclaration auprès de la Commission pour la protection de la vie privée.
b) Voor deze bestanden zie de opsomming onder vraag 1, b).
b) Pour ces fichiers, voir le relevé sous la question 1, b).
Duurzame Ontwikkeling
Développement durable
DO 1999200011360
DO 1999200011360
Vraag nr. 12 van de heer Yves Leterme van 30 mei 2000 (N.) :
Question no 12 de M. Yves Leterme du 30 mai 2000 (N.) :
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992.
Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of de zogenaamde « privacy-wet » voorziet in de aangifteplicht van de geautomatiseerde opslag en verwerking van persoonsgegevens in bestanden bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard du traitement de données à caractère personnel, également appelée « loi sur la vie privée », prévoit l’obligation de déclarer à la Commission pour la protection de la vie privée tout stockage automatisé et tout traitement de données à caractère personnel dans des fichiers.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4337
De werking van uw kabinet(ten) geeft (geven) ongetwijfeld aanleiding tot opslag en gebruik van adressenbestanden (eventueel ook het kabinet van « vice-eerste minister »).
Le fonctionnement de votre cabinet (de vos cabinets) donne indubitablement lieu au stockage et à l’utilisation de fichiers d’adresses (c’est éventuellement le cas également du cabinet du « vice-premier ministre »).
1. a) Wanneer en door wie is aangifte gedaan van de adressenbestanden die op uw kabinet(ten) worden gebruikt ?
1. a) Quand et par qui ont été déclarés les fichiers d’adresses qui sont utilisés dans votre cabinet (vos cabinets) ?
b) Indien niet, waarom niet ?
b) Le cas échéant, pourquoi ces fichiers n’ont-ils pas été déclarés ?
2. Welk is het identificatienummer van het (de) desbetreffende bestand(en) ?
2. Quel est le numéro d’identification du (des) fichier(s) concerné(s) ?
3. Wat is voor het (de) aangegeven bestand(en) de doelstelling die werd opgegeven ?
3. Quelle était la finalité avouée du (des) fichier(s) déclarés ?
4. Op welke wijze werden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd of gebruikt aangifteplichtig bestand op de hoogte gebracht van de opname ?
4. Dans quelle mesure les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué ou utilisé par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein et devant être déclaré, ont-elles été informées du stockage ?
5. Op welke wijze worden de personen wier gegevens opgeslagen zijn in een door of op uw kabinet(ten) aangelegd bestand verwittigd van de plaats waar zij de met betrekking tot hun persoon opgeslagen gegevens kunnen consulteren, laten wijzigen en/of schrappen ?
5. Comment les personnes dont les données ont été stockées dans un fichier constitué par votre (vos) cabinet(s) ou en son (leur) sein ont-elles été averties du lieu ou` elles peuvent consulter les données stockées les concernant, ou encore les faire modifier et/ou rayer ?
6. a) Worden door uw kabinet(ten) andere bestanden gebruikt dan diegene die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ?
6. a) Votre (vos) cabinet(s) utilise-t-il (utilisent-ils) d’autres fichiers que ceux qui ont été déclarés à la Commission de la protection de la vie privée ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Het kabinet van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling heeft geen aangifte van adressenbestanden gedaan bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
1. a) Le cabinet du secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable n’a pas déclaré de fichiers d’adresses à la Commission pour la protection de la vie privée.
b) Voor de adressenbestanden die in gebruik zijn door het kabinet is in vrijstelling van aangifte voorzien :
b) Les fichiers d’adresses utilisés par le cabinet sont exempts de déclaration :
— Adressen van organisaties waarmee het kabinet een werkrelatie heeft met vermelding van contactpersonen.
— Les adresses des organisations travaillant avec le cabinet avec mention de personnes à contacter.
Vrijstelling op basis van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personen die het kabinet contacteren met vragen om algemene informatie.
— Les adresses des personnes contactant le cabinet pour des renseignements d’ordre général.
Vrijstelling op basis van artikel 8 van het
Exemption basée sur l’article 8 de l’arrêté royal
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4338
koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personen die solliciteren voor een betrekking.
— Les adresses de personnes sollicitant un emploi.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
— Adressen van personeelsleden van het kabinet.
— Les adresses de membres du personnel du cabinet.
Vrijstelling op basis van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 13 van 13 maart 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 1996.
Exemption basée sur l’article 3 de l’arrêté royal no 13 du 13 mars 1996, publié au Moniteur belge en date du 15 mars 1996.
2. Niet van toepassing.
2. N’est pas d’application.
3. Niet van toepassing.
3. N’est pas d’application.
4. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
4. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
5. Niet van toepassing, aangezien er geen aangifteplichtige bestanden zijn.
5. N’est pas d’application étant donné que les fichiers ne doivent pas être déclarés.
6. a) Ja, er zijn andere bestanden die het voorwerp hebben uitgemaakt van aangifte bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
6. a) Oui, il y a d’autres fichiers qui ont fait l’objet de déclaration auprès de la Commission pour la protection de la vie privée.
b) Voor deze bestanden zie de opsomming onder vraag 1, b).
b) Pour ces fichiers, voir le relevé sous la question 1, b).
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4339
INHOUDSOPGAVE — SOMMAIRE PAR OBJET CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Eerste minister Premier ministre 1
1999200011314 24- 5-2000
42
Gerolf Annemans
Mogelijke politieke rol van het Hof bij de overnamestrijd rond de Generale Bank in 1997-1998. Roˆle politique qu’a pu jouer le Palais dans la lutte pour la reprise de la Générale de Banque en 1997-1998.
4227
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 6
1999200011175
1
4- 5-2000
96
Mw. Kathleen van der Hooft
Huisbedienden. — Lastenverlaging. Travailleurs domestiques. — Réduction de charges.
4229
1999200011355 30- 5-2000
104
Jef Valkeniers
Hoog aantal openstaande betrekkingen bij firma’s. — Rondetafelconferentie. — Aanpassingen onderwijs. Nombre élevé d’emplois vacants dans les entreprises. — « Table ronde ». — Adaptation de l’enseignement.
4230
1
1999200011356 30- 5-2000
105
Jef Valkeniers
Firma’s. — Moeilijkheden bij vervanging van loopbaanonderbrekers door uitkeringsgerechtigde werklozen. Entreprises. — Difficultés pour remplacer des personnes en interruption de carrière par des choˆmeurs indemnisés.
4230
1
1999200011390
108
Luc Paque
Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000. Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000.
4232
7- 6-2000
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 1
1999200011286 22- 5-2000
58
Filip Anthuenis
Internationale Arbeidsorganisatie. — Conventie nr. 181. — Ratificatie. Organisation internationale du travail. — Convention no 181. — Ratification.
4232
1
1999200011351 29- 5-2000
60
Jacques Lefevre
Verdrag van Den Haag van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van internationale adoptie. — Ratificatie. Convention de La Haye du 29 mai 1993 sur la protection des enfants et la coopération en matière d’adoption internationale. — Ratification.
4233
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4340
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
1999200011354 30- 5-2000
61
Mw. Joke Schauvliege
Belgisch lidmaatschap van het « International Institute for Democracy and Electoral Assistance« . Belgique, membre de l’« International Institute for Democracy and Electoral Assistance ».
4234
1
1999200011360 30- 5-2000
62
Yves Leterme
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
4235
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1
1999200000914 11- 5-2000
28
Gerolf Annemans
Asielcentra in Belgie¨. Centres pour demandeurs d’asile en Belgique.
4236
1
1999200011264 18- 5-2000
29
Geert Versnick
Nationale pas voor gehandicapten. Attestation nationale pour les handicapés.
4240
1
1999200011291 22- 5-2000
30
Koen Bultinck
« Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen » VZW. ASBL « Overlegcentrum voor integratie van vluchtelingen ».
4241
1
1999200011294 23- 5-2000
31
Mw. Yolande Avontroodt
Berekening van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden. Calcul des allocations pour personnes aˆgées.
4243
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1
1999200000782 24- 2-2000
134
Tony Smets
Autonummerplaten. — Diefstal. — Schrapping uit het centraal voertuigregister. Plaques minéralogiques. — Vol. — Radiation du registre central des véhicules.
4245
1
1999200000812 29- 2-2000
141
Bart Laeremans
NMBS. — Kostprijs woon-werkverkeer. SNCB. — Couˆt des déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
4246
1
1999200001043
5- 4-2000
169
Yves Leterme
NMBS. — Station Kortrijk. — Ontoereikend aantal parkeervoorzieningen. SNCB. — Gare de Courtrai. — Nombre insuffisant d’emplacements de parking.
4248
1
1999200011075 14- 4-2000
172
Gerolf Annemans
Mogelijke aanleg van een Gewestelijk Expressnet rond Antwerpen. Aménagement éventuel d’un réseau express régional autour d’Anvers.
4249
1
1999200011101 17- 4-2000
176
Francis Van den Eynde
NMBS. — Treinverbinding Kortrijk-Rijsel. SNCB. — Liaison ferroviaire Courtrai-Lille.
4250
1
1999200011102 17- 4-2000
177
Francis Van den Eynde
NMBS. — Spoorlijn 50A Brussel-Vlaamse kust. SNCB. — Ligne 50A Bruxelles-coˆte flamande.
4251
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
CA
DO
4341
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
1999200011154
2- 5-2000
191
Hugo Philtjens
Rijexamen. — Examencentra. — Slaagpercentage van de kandidaten voor het theoretisch en praktisch examen. Examen de conduite. — Centres d’examen. — Pourcentage de réussite des candidats aux examens théorique et pratique.
4251
1
1999200011260 17- 5-2000
200
Georges Lenssen
Erkenning van de commissionair-expediteur en scheepsagent als tussenpersoon in het goederenvervoer. — Getuigschrift van vakbekwaamheid. Reconnaissance de la fonction de commissionnaireexpéditeur et d’agent maritime comme intermédiaire dans le transport de marchandises. — Certificat d’aptitude professionnelle.
4253
8
1999200011295 23- 5-2000
201
Bart Laeremans
* Aanvragen internationaal rijbewijs. — Documenten. — Taalgebruik. Demandes de permis de conduire internationaux. — Documents. — Emploi des langues.
4201
8
1999200011299 23- 5-2000
202
Richard Fournaux
* Auto’s die zonder geldige nummerplaat rijden. — Sancties. Véhicules automobiles circulant sans immatriculation valable. — Sanctions.
4201
8
1999200011313 24- 5-2000
203
Olivier Maingain
* Sabena. — Veiligheidsinstructies. — Taalgebruik. Sabena. — Consignes de sécurité. — Emploi des langues.
4202
8
1999200011321 24- 5-2000
204
Claude Eerdekens
* NMBS. — Clie¨nten. — Informatie over de prijzen van de treinreizen. SNCB. — Clients. — Information sur le prix du voyage à effectuer.
4202
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation 1
1999200011390
7- 6-2000
50
Luc Paque
Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000. Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000.
4255
1
1999200011170
3- 5-2000
120
Mw. Annemie Van de Casteele
Financiering van het Instituut voor veterinaire keuring (IVK). Financement de l’Institut d’expertise vétérinaire (IEV).
4255
1
1999200011240 15- 5-2000
128
Claude Eerdekens
Tuinschermen. — Aanwezigheid van arseen. E´crans de jardin. — Présence d’arsenic.
4257
1
1999200011284 22- 5-2000
132
André Frédéric
Piercings en tatoeages. Piercings et tatouages.
4261
1
1999200011289 22- 5-2000
133
Jo Vandeurzen
Patie¨nten die langdurig in comateuze toestand verkeren. Patients en coma prolongé.
4265
Volksgezondheid — Santé publique
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4342
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
1999200011345 29- 5-2000
134
Claude Eerdekens
Mogelijke toename van het aantal gevallen van schildklierkanker sinds Tsjernobyl. Augmentation ou non du nombre de cancers de la thyroı¨de depuis Tchernobyl.
4265
1
1999200011373
136
Mw. Frieda Brepoels
Beperkingen van het gebruik van PCB’s. — Opvolging van Europese richtlijn van 1 oktober 1985. Limitation de l’emploi de PCB. — Respect de la directive européenne du 1er octobre 1985.
4267
5- 6-2000
Leefmilieu — Environnement 1
1999200011222 10- 5-2000
19
Claude Desmedt
Raad van Europa. — Verdrag van Lugano betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid bij schade ten gevolge van activiteiten die een gevaar inhouden voor het milieu. — Niet-ratificatie door Belgie¨. Conseil de l’Europe. — Convention de Lugano sur la responsabilité civile des dommages résultant d’activités dangereuses pour l’environnement. — Non-ratification par la Belgique.
4269
1
1999200011390
22
Luc Paque
Begroting uitgetrokken voor de organisatie van Euro 2000. Budgets affectés à l’organisation de l’Euro 2000.
4272
7- 6-2000
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 1
1999200000783 24- 2-2000
137
Jef Valkeniers
Taal waarin de identiteitskaart is opgesteld. — Taalcode in het Rijksregister. Langue dans laquelle a été établie la carte d’identité. — Code linguistique du Registre national.
4272
1
1999200011128 26- 4-2000
170
Arnold Van Aperen
Rijkswacht. — Vervanging van een deel van het wagenpark. — Procedure. Gendarmerie. — Remplacement d’une partie du parc automobile. — Procédure.
4273
8
1999200011268 19- 5-2000
178
Danie¨l Vanpoucke
* Wettelijke samenwoning. — Aantal verklaringen in het bevolkingsregister. Cohabitation légale. — Nombre de déclarations dans les registres de la population.
4203
8
1999200011272 19- 5-2000
179
Luc Sevenhans
* Kalmthout. — Verbod tot samen patrouilleren van politie en rijkswacht van de IPZ-grens. Kalmthout. — Interdiction de patrouilles conjointes de la police et de la gendarmerie dans une ZIP.
4204
8
1999200011276 19- 5-2000
180
Jo Vandeurzen
* Begraafplaatsen. — Lijkbezorging. — Kisting. — Termijnen. Sépultures. — Funérailles. — Mise en bière. — Délais.
4204
8
1999200011079 22- 5-2000
181
Olivier Chastel
* Polyester doodkisten. — Verbod. Utilisation de cercueils en polyester. — Interdiction.
4205
8
1999200011317 24- 5-2000
182
Danie¨l Vanpoucke
* Provinciekieswet. — Onverenigbaarheden. Loi organique des élections provinciales. — Incompatibilités.
4205
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
CA
DO
4343
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken — Affaires sociales 1
1999200000941 17- 3-2000
101
Mw. Yolande Avontroodt
Ziekenhuisapotheken. — Opleiding. — Personeel. — Statuut. Officines hospitalières. — Formation. — Personnel. — Statut.
4275
1
1999200001069
7- 4-2000
110
Koen Bultinck
Mogelijke recuperatie van RSZ-bijdragen van zwartwerkende geregulariseerde illegalen en hun werkgevers. Possibilité de récupération des cotisations ONSS auprès des étrangers ayant travaillé au noir alors qu’ils étaient en séjour illégal et dont la situation a été régulariséee, et auprès de leurs employeurs.
4279
1
1999200011192
8- 5-2000
125
Filip Anthuenis
Financiering van de rusthuizen. Financement des maisons de repos.
4285
1
1999200001041
9- 5-2000
129
Alfons Borginon
Zwangerschappen door middel van in-vitrofertilisatie. — Medicamenten « Puregon » en « Humegon ». Grossesses par fertilisation in vitro. — Médicaments « Puregon » et « Humegon ».
4287
1
1999200011215 10- 5-2000
130
Mw. Frieda Brepoels
Sociale Inspectie. — Vervolgingsbeleid. Inspection sociale. — Politique de poursuites.
4289
1
1999200011242 15- 5-2000
132
Paul Tant
Ziekenhuizen. — Vergoedingen die berekend worden op het aantal bedden. Hoˆpitaux. — Indemnités calculées en fonction du nombre de lits.
4295
8
1999200011287 22- 5-2000
136
Philippe Seghin
1
1999200011297
8- 6-2000
146
Richard Fournaux
Registratie als aannemer. — Bevoegde provinciale commissie. Enregistrement comme entrepreneur. — Commission provinciale compétente.
4296
1
1999200011298
8- 6-2000
147
Richard Fournaux
Registratie als aannemer. Enregistrement comme entrepreneur.
4297
* Taken van de ziekenfondsen. Différentes missions des mutualités.
4206
Pensioenen — Pensions 1
1999200011230 11- 5-2000
23
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Jean-Jacques Viseur
1999
Situatie van professoren die aan een Belgische universiteit werkzaam waren nadat zij aan de Universiteit Lovanium hadden gedoceerd. — Berekening van hun pensioen. Situation des professeurs qui ont été en fonction dans une université belge après avoir été enseignant à l’Université Lovanium. — Calcul de leur pension.
2000
4298
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
558
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4344
CA
Datum Date
DO
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Ambtenarenzaken — Fonction publique 1
1999200011279 19- 5-2000
44
Claude Eerdekens
Ambtenaren. — Werken met beeldschermen. — Verplichte geneeskundige onderzoeken. Fonctionnaires. — Travail sur écran. — Examens médicaux obligatoires.
4300
1
1999200011360 30- 5-2000
47
Yves Leterme
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
4302
Modernisering van de openbare besturen — Modernisation de l’administration 1
1999200011360 30- 5-2000
11
Yves Leterme
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
4305
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1
1999200011273 19- 5-2000
71
Francis Van den Eynde
Militaire politie. — Gebruik van nieuwe en/of geheime wapens en technieken. Police militaire. — Utilisation d’armes et de techniques nouvelles et/ou secrètes.
4308
8
1999200011283 22- 5-2000
72
Mw. Marilou Vanden PoelWelkenhuysen
* Departement. — Openbaarheid van bestuur. — Bestuursdocumenten. — Aanvragen. Département. — Publicité de l’administration. — Documents administratifs. — Demandes.
4207
8
1999200011324 24- 5-2000
73
Francis Van den Eynde
* Oorlogsmunitie op het provinciaal domein « Het Leen » in Eeklo. Présence de munitions de guerre dans le domaine provincial « Het Leen » à Eeklo.
4208
Minister van Landbouw en Middenstand Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes
Landbouw — Agriculture 1
1999200001025
3- 4-2000
31
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Lode Vanoost
1999
Mogelijke overdracht van de Nationale Plantentuin aan het Vlaamse Gewest. Transfert éventuel du Jardin botanique national à la Région flamande.
2000
4309
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
CA
DO
4345
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Middenstand — Classes moyennes
1
1999200011265 18- 5-2000
24
Daan Schalck
Verkoop van tweedehandswagens op de automarkt te Gent. — Automarkten. — Federatie. Vente de voitures d’occasion au marché automobile de Gand. — Marché automobile. — Fédération.
4310
1
1999200011303 23- 5-2000
25
Luc Paque
Ambulante verkoop van vers en gebakken gevogelte. — Dioxinecrisis. — Steunmaatregelen ten gunste van de detailhandelaars. Commerce ambulant en volaille fraıˆche et roˆtie. — Crise de la dioxine. — Aide aux commerçants de détail.
4311
1
1999200011355 30- 5-2000
26
Jef Valkeniers
Hoog aantal openstaande betrekkingen bij firma’s. — Rondetafelconferentie. — Aanpassingen onderwijs. Nombre élevé d’emplois vacants dans les entreprises. — « Table ronde ». — Adaptation de l’enseignement.
4312
Minister van Justitie — Ministre de la Justice 2
1999200000123 25-10-1999
90
Peter Vanvelthoven
Aanwezigheid van beveiligingscamera’s op straat. Présence de caméras de surveillance dans les rues.
8
1999200011266 18- 5-2000
213
Mme Zoé Genot
* Werking van het signalementblad. Fonctionnement du bulletin de signalement.
4209
8
1999200011269 19- 5-2000
214
André Frédéric
* Rijkswacht. — Lijst. — Krantenartikel. Gendarmerie. — Liste. — Article de journal.
4209
8
1999200011284 22- 5-2000
216
André Frédéric
* Piercings en tatoeages. Piercings et tatouages.
4210
1
1999200011288 22- 5-2000
217
Danny Pieters
8
1999200011296 23- 5-2000
219
Charles Michel
* Onpartijdigheid van artsen-gerechtsdeskundigen. Impartialité des médecins experts judiciaires.
4211
8
1999200011315 24- 5-2000
220
Fred Erdman
* Geldboeten wegens tergend of roekeloos hoofdberoep. Amendes pour appel principal téméraire ou vexatoire.
4212
8
1999200011319 24- 5-2000
221
Mw. Els Van Weert * Reclame per fax over toestellen die radarsignalen opsporen. Publicité par fax pour des appareils permettant de repérer les signaux radar.
4213
Fondsen voor bestaanszekerheid. — Rechtsvorm. Fonds de sécurité d’existence. — Forme juridique.
4312
4314
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1
1999200000478 10- 1-2000
183
Yves Leterme
Kabinetten. — Voordelen in natura. Cabinets. — Avantages en nature.
4316
1
1999200001003 28- 3-2000
291
Martial Lahaye
Permanente verhoging van de BTW voor de bouwsector. Augmentation permanente du taux de TVA dans le secteur de la construction.
4317
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4346
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
1999200000569 26- 4-2000
312
Bert Schoofs
Politierechtbanken en correctionele rechtbanken. — Arrondissementen. — Hoogte van de opgelegde geldboeten en de innings- en invorderingsgraad. Tribunaux de police et correctionnels. — Arrondissements. — Importance du montant des amendes infligées et taux de perception et de recouvrement.
4318
1
1999200011205
9- 5-2000
325
Jan Peeters
Verkoop van militair domein « Kamp A » te OlenHerentals-Westerlo. Vente du domaine militaire « Kamp A » à OlenHerentals-Westerlo.
4320
8
1999200011267 18- 5-2000
342
Hugo Coveliers
* Verzoekschriften tot sommendelegatie. — Rolrecht. Requêtes en délégation de sommes. — Droit de roˆle.
4213
8
1999200011277 19- 5-2000
343
Claude Eerdekens
* Fiscale achterstand. Arriéré fiscal.
4214
8
1999200011278 19- 5-2000
344
Jean-Jacques Viseur * Onroerend goed. — Openbare verkoop. — Administratie van de Registratie. — Verhoging. Bien immobilier. — Vente publique. — Administration de l’Enregistrement. — Majoration.
4215
8
1999200011280 19- 5-2000
345
Dirk Pieters
* Polyvalente controles. — Duurtijd. Controˆles polyvalents. — Durée.
4215
8
1999200011281 19- 5-2000
346
Claude Eerdekens
* Achterstand bij de invordering. Arriéré au niveau de recouvrement.
4216
8
1999200011290 22- 5-2000
347
Jan Eeman
* Niet-invordering van penale boeten. Non-perception d’amendes pénales.
4217
8
1999200011300 23- 5-2000
348
Richard Fournaux
* Aangifte van leveringen van goederen onder een douaneregeling inzake entrepot. Déclaration de livraisons en entrepoˆts douaniers.
4217
8
1999200011301 23- 5-2000
349
Richard Fournaux
* BTW. — Onroerende leasing. TVA. — Leasing immobilier.
4218
8
1999200011302 23- 5-2000
350
Richard Fournaux
* BTW-tarief op glas-in-loodramen. Taux de TVA sur les vitraux.
4218
8
1999200011304 23- 5-2000
351
Richard Fournaux
* Oprichting van BTW-groepen. Création de groupes TVA.
4219
8
1999200011305 23- 5-2000
352
Jean-Jacques Viseur * BTW. — Verlaagd tarief. — Verspreiding van verkiezingsboodschappen via Internet. TVA. — Réduction. — Communications électorales via Internet.
4219
8
1999200011306 23- 5-2000
353
Richard Fournaux
* BTW en verlies van schuldvorderingen. TVA et pertes de créances.
4220
8
1999200011307 23- 5-2000
354
Richard Fournaux
* BTW. — Overbrengen of aankopen van een wagen vanuit een andere lidstaat. TVA. — Transfert ou acquisition d’une voiture depuis un autre E´tat membre.
4220
8
1999200011309 23- 5-2000
355
Richard Fournaux
* BTW. — Aangifte van vrijgestelde handelingen. TVA. — Déclaration des opérations exemptées.
4220
8
1999200011310 23- 5-2000
356
Richard Fournaux
* BTW. — Creditnota’s. TVA. — Notes de crédit.
4221
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
CA
DO
4347
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
1999200011311 23- 5-2000
357
Richard Fournaux
* BTW. — Aftrek. — Computers. — Spelletjes. TVA. — Déduction. — Ordinateurs. — Jeux.
4221
8
1999200011312 23- 5-2000
358
Richard Fournaux
* BTW. — Verkoop van vuilniszakken. TVA. — Revente des sacs poubelles.
4221
8
1999200001054 23- 5-2000
359
Alfons Borginon
* Beleggingsfondsen. — Aankoopbeleid en verkoopbeleid. — Kostenniveau. Fonds d’investissement. — Politique d’achat et de vente. — Niveau des couˆts.
4222
8
1999200011316 24- 5-2000
360
Fred Erdman
* Geldboeten wegens tergend of roekeloos hoofdberoep. Amendes pour appel principal téméraire ou vexatoire.
4222
8
1999200011318 24- 5-2000
361
Mw. Annemie Van * Bedrieglijke praktijken bij invoer in de EU. de Casteele Pratiques abusives à l’importation au sein de l’UE.
4223
8
1999200011322 24- 5-2000
362
Claude Eerdekens
4224
* Ontvangkantoren. — Benoeming van titularissen. — Aansprakelijkheid van de ontvangers. Bureaux de recettes. — Nomination des titulaires. — Responsabilité des receveurs.
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques Telecommunicatie — Télécommunications 1
1999200011282 19- 5-2000
98
Francis Van den Eynde
De Post. — Verhuizing van het postsorteercentrum te Gent X aan het Sint-Pietersstation. La Poste. — Déménagement du centre de tri postal Gand X de la « Sint-Pietersstation ».
4321
1
1999200011308 23- 5-2000
99
Yves Leterme
CB-gebruikers. — Uitbreiding van het aantal kanalen. Utilisateurs de CB. — Extension du nombre des canaux.
4322
1
1999200011320 24- 5-2000
100
Claude Eerdekens
De Post. — Dienst « ombudsman ». — Klachten. — Richten van een advies aan een overheidsbedrijf. La Poste. — Service de médiation. — Plaintes. — Adresse d’un avis à l’entreprise publique.
4323
1
1999200011323 24- 5-2000
101
Claude Eerdekens
De Post. — Afzonderlijke departementen. — Communicatiebeleid. La Poste. — Départements distincts. — Politique de communication.
4324
1
1999200011327 25- 5-2000
102
Claude Eerdekens
De Post. — Pakjes en colli. — Klachten. La Poste. — Paquets et colis. — Plaintes.
4325
1
1999200011328 25- 5-2000
103
Claude Eerdekens
De Post. — Bank van De Post en Postcheque. — Ondermaatse dienstverlening. La Poste. — Banque de La Poste et Postchèque. — Mauvaise qualité des services.
4327
1
1999200011331 25- 5-2000
104
Claude Eerdekens
De Post. — Ombudsdienst. — Herdefinie¨ring van de actieradius en de interventiemogelijkheden. La Poste. — Service de médiation. — Redéfinition de la sphère et du pouvoir d’intervention.
4328
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
1999
2000
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 037 03 - 07 - 2000
4348
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 1
1999200011270 19- 5-2000
31
Olivier Chastel
Nationale Loterij. — Sponsorbeleid. — Verdeelsleutel. Loterie nationale. — Politique de parrainage. — Critères de répartition.
4329
1
1999200011313 24- 5-2000
32
Olivier Maingain
Sabena. — Veiligheidsinstructies. — Taalgebruik. Sabena. — Consignes de sécurité. — Emploi des langues.
4331
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — E´conomie 8
1999200011321 24- 5-2000
71
Claude Eerdekens
* NMBS. — Clie¨nten. — Informatie over de prijzen van de treinreizen. SNCB. — Clients. — Information sur le prix du voyage à effectuer.
4224
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement 1
1999200011360 30- 5-2000
27
Yves Leterme
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
4332
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable Energie — E´nergie 1
1999200011360 30- 5-2000
13
Yves Leterme
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
4334
Duurzame Ontwikkeling — Développement durable 1
1999200011360 30- 5-2000
12
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Yves Leterme
1999
Kabinet(ten). — Naleving van de « privacy-wet » van 8 december 1992. Cabinet(s). — Respect de la « loi relative à la protection de la vie privée » du 8 décembre 1992.
2000
4336
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE