Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 164

QRVA 51 164

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

30 - 4 - 2007

CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2006

2007

KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32060

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]


CRIV :

2006

2007

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32061

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 32065 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 32079

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

32079 Vice-eersteminister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

32080 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken

—

32081 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

—

Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

32082 Minister van Landsverdediging

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

32083 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

32085 Minister van Middenstand en Landbouw

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

—

Ministre de la Coopération au développement

—

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

—

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions

32086 Minister van Mobiliteit —

Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Ministre de l’Emploi — ´ Secrétaire d’Etat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances — Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre — Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères — Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation — Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique — Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation 32091


2006

Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32063

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 32093

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

— Eerste minister 32093 Vice-eersteminister en minister van Justitie 32113 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n Vice-eersteminister — en minister van Begroting en Consumentenzaken 32181 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 32247 Minister van Buitenlandse Zaken 32268 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 32275 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

32282 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 32398 Minister van Middenstand en Landbouw — Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 32402 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 32431 Minister van Mobiliteit 32445 Minister van Leefmilieu en Pensioenen — Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, 32454 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, 32455 toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 32458 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumenten32459 zaken

—

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2006

2007

Page/Blz. 32515


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32065

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Premier ministre Eerste minister 19- 3-2007

150

Guido De Padt

31704

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 5- 4-2004 17- 5-2004 3- 6-2004 9- 6-2004 5- 7-2004 9- 9-2004 26-10-2004 10-11-2004 23-11-2004 3-12-2004 22-12-2004 23- 2-2005 24- 2-2005 28- 2-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 29- 3-2005 7- 4-2005

229 283 289 291 306 342 416 435 448 462 489 540 543 545 587 589 590 612 617

21- 4-2005

638

10101023-

674 676 678 687

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005

Filip De Man Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Roel Deseyn Dylan Casaer Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annelies Storms Dylan Casaer Jo Vandeurzen Guido De Padt

4878 5969

Date Datum 2627414282816222228-


5-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005

693 729 738 746 761 763 782 790 794 802

25-10-2005 10-11-2005 25-11-2005 1-12-2005

823 830 848 860

6112 6114 6599 7511 8652 8885 9282 9480 9955 11722 12035 12035 12412 12412 12413 12871

7-12-2005 8- 9-2005 12- 1-2006 12- 1-2006 19- 1-2006 19- 1-2006 25- 1-2006 27- 1-2006 1- 2-2006 1- 2-2006 6- 2-2006

863 870 891 895 905 906 910 913 917 918 921

9212313-

2-2006 2-2006 2-2006 3-2006

926 939 940 950

13157

1313131423-

3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 1-2006

953 954 955 957 960

25- 1-2006

961

13605 14133 14135 14136 14409

Auteur Stijn Bex Geert Lambert Dylan Casaer Walter Muls Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Mw. Marleen Govaerts Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Eric Libert Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Mw. Magda De Meyer Hendrik Bogaert Mw. Martine Taelman Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Filip De Man Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Dylan Casaer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx

Page Blz. 14641 15630 15636 15873 16965 16966 17311 17657 17659 17662 18146 18591 19031 19035 19038 19041 20306 20310 20481 20482 20484 20823 20825 20826 21028 21483 21810 22133 22585 22588 22588 22589 22590 22592 22593

* Liste cloˆturée le 27 avril 2007 * Lijst afgesloten op 27 april 2007


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32066

Date Datum


17- 3-2006

967

21- 3-2006 22- 3-2006 27- 3-2006 7- 4-2006 14-11-2005 20- 2-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 15-12-2005 25- 4-2006 28- 4-2006 3- 5-2006 4- 5-2006 15243012121215161616191841320202416442627-

5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 1-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006

971 972 978 989 992 993 996 999 1003 1005 1010 1016 1019 1028 1040 1043 1054 1057 1059 1062 1064 1065 1066 1071 1076 1080 1087 1093 1094 1096 1105 1108 1109 1118 1119

3-10-2006 19-10-2006

1121 1125

25-10-2006 3-11-2006 3-11-2006 6-11-2006

1128 1135 1136 1138

Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Ortwin Depoortere Filip De Man Alfons Borginon Olivier Maingain Guido De Padt Guido De Padt Mme Marie Nagy Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Alfons Borginon Jef Van den Bergh Mw. Sabien LahayeBattheu Claude Marinower Mw. Martine Taelman Guido De Padt Bart Laeremans Stijn Bex Bart Laeremans Guido De Padt Filip De Man Gerolf Annemans Geert Lambert Walter Muls Gerolf Annemans Mw. Annemie Turtelboom Dylan Casaer Roel Deseyn Guido De Padt Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Roel Deseyn Roel Deseyn Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Staf Neel Filip De Man Dylan Casaer Hagen Goyvaerts


Page Blz. 22833 22834 22835 23026 23687 23690 23690 23693 24030 24033 24034 24349 24353 24497 24710 24861 25103 25334 25336 25338 25624 25625 25626 25627 25630 25849 26046 26743 26746 26747 26748 26753 27185 27186 27542 27544 27709 28047 28050 28319 28320 28322 2006

Date Datum


7-11-2006 8-11-2006 10-11-2006 13-11-2006 13-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 21-11-2006

1139 1143 1144 1145 1146 1153 1154 1157

21-11-2006 28-11-2006 28-11-2006 5-12-2006 6-12-2006 8-12-2006 11-12-2006 12-12-2006 13-12-2006 14-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 18-12-2006 20-12-2006 20-12-2006

1158 1165 1166 1175 1176 1179 1182 1185 1188 1190 1191 1192 1196 1198 1199

21-12-2006 28-12-2006 4- 1-2007 8- 1-2007 10- 1-2007 10- 1-2007 11- 1-2007 11- 1-2007 11- 1-2007 11- 1-2007 12- 1-2007 22- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007 25- 1-2007 25- 1-2007 7- 2-2007 9- 2-2007 12- 2-2007 12- 2-2007 13- 2-2007 16- 2-2007

1200 1204 1205 1208 1211 1212 1213 1214 1215 1216 1217 1220 1223 1225 1226 1227 1234 1236 1238 1239 1240 1243

2007

Auteur Bert Schoofs Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Staf Neel Stijn Bex Guido De Padt Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Colette Burgeon Dylan Casaer Dylan Casaer Dylan Casaer Mw. Hilde Vautmans Pieter De Crem Staf Neel Mw. Ingrid Meeus Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Vautmans Guy D’haeseleer Mme Brigitte Wiaux Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Staf Neel Bart Laeremans Guy D’haeseleer Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Olivier Maingain Eric Libert Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Hilde Dierickx Francis Van den Eynde Pieter De Crem Pieter De Crem Charles Michel Mw. Martine Taelman Guido De Padt Filip De Man Guy Hove Guy D’haeseleer Bart Laeremans

Page Blz. 28322 28325 28449 28449 28450 28617 28618 28619 28620 28797 28798 28804 28804 29043 29045 29047 29049 29242 29242 29243 29245 29246 29247 29409 29538 29538 29540 29541 29542 29721 29722 29723 29723 29724 29911 29913 29915 30159 30160 30360 30597 30598 30599 30600 30785


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum


19222626-

2-2007 2-2007 2-2007 2-2007

1244 1246 1250 1252

271256-

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

1254 1257 1259 1261 1263

6- 3-2007

1264

1315161919192026-

3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

32067

1270 1271 1272 1273 1274 1275 1276 1277

Auteur Staf Neel Bart Tommelein Bert Schoofs Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Trees Pieters Stijn Bex Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Charles Michel Mme Marie Nagy Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Jo Vandeurzen Mw. Hilde Dierickx

Page Blz.

Date Datum


30786 31010 31011

5- 9-2005 4-10-2005

910 944

6-10-2005

949

17-11-2005 9-12-2005 12-12-2005 11- 1-2006 10- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 14- 3-2006 31- 3-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 9- 5-2006 22- 5-2006 4- 5-2006 12- 6-2006 31- 3-2006 12-12-2005

980 1031 1033 1065 1138 1161 1162 1184 1211 1226 1235 1282 1300 1315 1319 1322 1327

1326261925710-

6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 6-2006 8-2006

1329 1341 1343 1375 1379 1380 1385

16- 8-2006 12- 7-2006 7- 9-2006 28- 9-2006 25-10-2006 7-11-2006 8-11-2006 8-11-2006 20-11-2006 23-11-2006 5-12-2006 6-12-2006 13-12-2006 18-12-2006 27-12-2006 28-12-2006

1388 1394 1396 1420 1438 1449 1453 1454 1475 1482 1490 1492 1506 1509 1517 1519

31012 31013 31301 31302 31303 31303 31305 31307 31705 31706 31706 31707 31708 31709 32079

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 6-11-2003 10-11-2003 20-11-2003 26- 1-2004 2- 6-2004 2-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 27- 1-2005

45 81 97 152 236 407 549 560 563 589 625

31329102711416-

629 636 711 788 805 814 838 903

1-2005 2-2005 3-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 8-2005

Geert Lambert Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Guido De Padt Melchior Wathelet Geert Lambert Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Jean-Marc Nollet Carl Devlies Mme Zoé Genot David Geerts


689 1694 1714 1944 3225 6134 9487 9670 9957 10441 11087 11087 11391 12876 14155 14651 14660 15163 16990 2006

2007

Auteur Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Marleen Govaerts Carl Devlies Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Luk Van Biesen Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Carl Devlies Jean-Marc Nollet Melchior Wathelet Bart Laeremans Bart Tommelein Bart Tommelein Mw. Maggie De Block Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Hilde Vautmans Willy Cortois Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Patrick De Groote Gerolf Annemans Bart Laeremans Bart Laeremans Dirk Van der Maelen Walter Muls Bart Tommelein Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus

Page Blz. 16995 17680 17895 18788 19062 19064 20121 21490 21816 21817 22597 23390 23697 24036 24503 24864 25341 25344 25345 25347 25348 25852 25854 26758 26760 26761 26763 26765 27193 27193 27711 28054 28327 28328 28329 28624 28806 28812 28812 29054 29248 29414 29542


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32068

Date Datum 10232629141523272728281414191921212226-

1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

Question no Vraag nr. 1526 1540 1552 1556 1576 1580 1587 1591 1592 1593 1596 1612 1613 1616 1617 1621 1624 1625 1629

Auteur Mw. Trees Pieters Carl Devlies Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Carl Devlies Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Bart Tommelein Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Luk Van Biesen Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Melchior Wathelet Melchior Wathelet

Page Blz.

Date Datum


29545 29919 30163 30166 30604 30787 31014 31018 31018 31019 31020 31529 31530 31710 31712 31713 31714 32080 32080

7- 3-2007 19- 3-2007

108 110

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation

18-12-2006 19- 2-2007

102 105

Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Geert Lambert Olivier Maingain Guy D’haeseleer Bart Laeremans Mw. Marleen Govaerts Alfons Borginon Staf Neel


31311 31715

24- 1-2006 26- 1-2006 27- 2-2006 31- 3-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 15- 6-2006 24-10-2005 10-10-2006 10-11-2006

173 175 185 198 203 204 211 215 223 228

16-11-2006 6-12-2006 19- 2-2007 12- 3-2007 12- 3-2007 13- 3-2007

229 232 240 244 246 248

Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Bart Tommelein Mw. Greet Van Gool Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Yvan Mayeur Servais Verherstraeten Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Staf Neel Mme Zoé Genot Guido De Padt Roel Deseyn

20492 20840 22136 23037 24867 24868 25637 26771 27717 28466 28627 28813 30793 31531 31532 31315

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Budget — Begroting

31 34 36 42 46 54 60 61 62 68 71 74 91 93

Guido De Padt Hagen Goyvaerts

Protection de la consommation — Consumentenzaken

Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken

15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 20-10-2005 18- 4-2006 24- 5-2006

Auteur

Page Blz.

8450 8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 15882 16999 18160 24358 24866 29251 30792 2006

10- 3-2005 16- 3-2005 7- 4-2005

545 552 573

21- 4-2005 13- 6-2005 4- 7-2005

595 649 677

9- 8-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 16- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 29- 6-2005 17-11-2005

713 723 725 726 729 737 739 751 757 776

2007

Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Bert Schoofs Mw. Marleen Govaerts

12459 12462 13176 13628 15179 15679 17013 17327 17328 17329 17333 17337 17691 18164 18386 18810


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum


17-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 9-12-2005 19-12-2005 11- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 25- 1-2006 31- 1-2006 8- 2-2006 27- 2-2006 28- 2-2006 28- 2-2006 10- 3-2006 14- 3-2006 20- 3-2006 22- 3-2006 22- 3-2006 28- 3-2006 31- 3-2006 3- 4-2006 5- 4-2006 18- 4-2006 21- 4-2006 2- 5-2006 5- 5-2006 5- 5-2006 10- 5-2006 18- 5-2006 29- 5-2006 12- 6-2006 12- 6-2006 16- 6-2006 22- 6-2006 14- 7-2006 25- 7-2006 2- 8-2006 7- 8-2006 18- 8-2006 4- 9-2006 4- 9-2006 13- 9-2006 9- 6-2006 2-10-2006

779 796 806 820 827 855 860 861 864 883 888 891 915 916 917 925 927 934 940 941 953 956 958 960 971 980 999 1004 1005 1007 1012 1023 1029 1030 1037 1039 1059 1073 1076 1079 1089 1095 1096 1100 1101 1106

32069

Auteur Guido De Padt Guido De Padt Patrick Moriau Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Mw. Ingrid Meeus Dylan Casaer Patrick Cocriamont Dirk Van der Maelen Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dirk Claes Guido De Padt Melchior Wathelet Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Simonne Creyf Guido De Padt Bart Laeremans Gerolf Annemans Melchior Wathelet Jacques Germeaux Filip De Man Guido De Padt Bert Schoofs Dirk Claes Olivier Maingain Bart Laeremans Mw. Ingrid Meeus Paul Tant Mme Marie Nagy Guido De Padt Filip De Man Carl Devlies Stijn Bex Roel Deseyn André Frédéric Guido De Padt Ortwin Depoortere Miguel Chevalier


Page Blz.

Date Datum


18810 19070 19077 19085 19567 20130 20336 20337 20339 20500 20846 21037 22142 22143 22144 22602 22603 22840 22844 22845 23045 23395 23395 23397 23703 24043 24360 24509 24510 24511 24869 25105 25354 25354 25642 25856 26774 26782 26784 26785 26791 27208 27209 27212 27413 27718

11-10-2006 18-10-2006 7-11-2006 22-11-2006 27-11-2006 4-12-2006 6-12-2006 13-12-2006 13-12-2006 18-12-2006 8- 1-2007 8- 1-2007 10- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007 26- 1-2007 26- 1-2007 29- 1-2007 9- 2-2007 9- 2-2007 19- 2-2007 19- 2-2007 22- 2-2007 23- 2-2007

1111 1114 1129 1142 1146 1150 1157 1168 1169 1174 1181 1182 1184 1195 1198 1204 1205 1206 1212 1213 1217 1219 1220 1224

26- 2-2007

1227

2712161919202326-

1229 1235 1237 1242 1244 1249 1251 1252

2006

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

Auteur Mme Jacqueline Galant Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Mw. Martine Taelman Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Bart Laeremans Guy D’haeseleer Guido De Padt Carl Devlies Charles Michel Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Staf Neel Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Francis Van den Eynde Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx

Page Blz. 27720 27904 28333 28632 28815 28817 28820 29059 29059 29254 29551 29552 29553 29927 29929 30170 30170 30171 30606 30606 30793 30794 31022 31023 31025 31027 31534 31716 31719 31719 31722 32081 32082

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 19- 3-2007

458

Guido De Padt

31724

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 16-12-2003 2007

45

Luc Sevenhans

2359


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32070

Date Datum


8- 6-2005 28- 2-2006 9- 3-2006 9- 3-2006 7- 4-2006 11- 9-2006 19-10-2006 15- 1-2007 19- 3-2007 28- 3-2007

238 352 359 360 379 419 425 454 476 481

Auteur Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Koen T’Sijen Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Luc Sevenhans Guido De Padt Bart Laeremans

Page Blz. 14921 22147 22604 22605 23709 27214 28059 29733 31726 32082

Date Datum

232419771919-

1-2007 1-2007 2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

815161920-

3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

564 566 567 568 570

Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Roel Deseyn Mw. Marleen Govaerts Koen T’Sijen Mw. Hilde Dierickx Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

203 205 208 209

Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens

11403 14432 24719 30611 31537 31726 31727 31728 31729

31729 31731 31732 31732

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

15771919-

6-2005 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

58 81 82 83 84

Mw. Greta D’hondt Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens


29934 29935 30798 31324 31324 31735 31736

Affaires sociales — Sociale Zaken

Eńergie — Energie

16191919-

Carl Devlies Guido De Padt Staf Neel Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ećonomie — Economie

224 288 459 554

128 129 130 133 134 135 136



2-2005 5-2005 4-2006 2-2007

Auteur

Page Blz.

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

7251814-


25703 31322 31322 31733 31734 2006

21- 8-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 11- 6-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 4-10-2004

14 25 41 83 84 87 122 153 159 167

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 9-12-2004

173 174 175 182 206 212

22- 3-2005 21- 4-2005 13- 5-2005

275 299 316

20- 6-2005 29- 6-2005 27- 7-2005 29- 8-2005 31- 8-2005 23- 9-2005 24-10-2005

328 334 344 349 350 357 363

2007

Jan Mortelmans Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Willy Cortois Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mme Marie Nagy Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen

253 778 1523 4111 4114 4282 6324 7718 7721 8135 8252 8253 8253 8469 9519 9695 17977 13647 14198 15428 15696 17038 17042 17043 17700 18194


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum


25-10-2005 14-11-2005

365 373

14-11-2005 29-12-2005 18- 1-2006 6910141724-

375 405 407

3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006

440 441 444 448 451 454

8- 3-2006 22- 5-2006 7- 4-2006

460 480 489

3- 5-2006 13- 6-2006

490 493

27- 6-2006 18- 7-2006 19- 7-2006 10- 8-2006 24-10-2006 25-10-2006 13-11-2006 20-11-2006 21-11-2006 18-12-2006 9- 1-2007 24- 1-2007 29- 1-2007 15- 2-2007 16- 2-2007 19- 2-2007 22- 2-2007 28- 2-2007 7- 3-2007 8- 3-2007 12- 3-2007 19- 3-2007

496 509 510 512 527 529 542 548 550 557 563 571 574 582 583 584 585 589 593 595 597 598

32071

Auteur Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Francis Van den Eynde Mw. Maggie De Block Luc Goutry Koen Bultinck Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Mw. Sabien LahayeBattheu Luk Van Biesen Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Luk Van Biesen Guy D’haeseleer Koen Bultinck Guido De Padt Jo Vandeurzen Charles Michel Dirk Claes Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Staf Neel Georges Lenssen David Geerts Mw. Greta D’hondt Luc Goutry Mw. Maggie De Block Guido De Padt


Page Blz.

Date Datum


18196

22- 3-2007

603

18616

22- 3-2007 27- 3-2007

604 606

Auteur

Page Blz.

Mw. Sabien LahayeBattheu 32083 Mw. Maggie De Block 32084 Francis Van den Eynde 32085

18618 Santé publique — Volksgezondheid

19601 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 9- 6-2004

44 66 141 223

24- 6-2004

234

25861 26827 26828

9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 13- 8-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 10- 1-2005 24- 1-2005 14- 4-2005

243 246 247 265 277 278 295 318 321 372 385 445

26829 28063

2- 5-2005 9- 5-2005

462 467

28066 29175 28635 28636 29262 29557 29938 30176 30799 30800 30801 31030 31032 31327 31541 31543 31737

31- 5-2005

479

6- 6-2005 4- 7-2005 5- 7-2005 5- 9-2005 13- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 10-11-2005 25-11-2005 30-11-2005 5-12-2005

483 504 506 541 546 561 563 564 578 587 602 605

14-12-2005 20-12-2005

610 612

20353 22455 22611 22613 22616 22852 23054 23409 24885 25360 25361 25364

2006

2007

Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mme Dominique Tilmans Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Mw. Hilde Dierickx Mw. Nancy Caslo Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens

1123 2099 4438 6153 6652 6772 7239 7240 7251 7435 7529 8140 8681 8684 10451 10855 13366 13943 14201 14703 14935 15703 15705 17056 17352 17903 18197 18197 18624 19125 19135 19137 19139 19601


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32072

Date Datum


28-12-2005

621

5- 1-2006 11- 1-2006

624 628

1313182426302-

635 636 644 652 658 661 667

10141414202491721272127281518182361213152214184-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 9-2006

679 680 681 682 685 697 708 718 719 723 735 738 741 749 754 757 763 772 774 775 776 781 799 801 821

5- 9-2006 6- 9-2006 6- 9-2006

825 828 829

13-10-2006 24-10-2006

843 846

Auteur Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Mw. Nathalie Muylle Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Alfons Borginon Guido De Padt Ortwin Depoortere Ortwin Depoortere Mw. Marleen Govaerts Joseph Arens Jo Vandeurzen Koen Bultinck Ortwin Depoortere Jo Vandeurzen Jacques Germeaux Mw. Nathalie Muylle Paul Tant Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Koen Bultinck Miguel Chevalier Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Miguel Chevalier Koen Bultinck


Date Datum


25-10-2006

854

3-11-2006 13-11-2006 28-11-2006 8-12-2006 8-12-2006 11-12-2006

861 867 877 880 881 883

14-12-2006 15-12-2006

888 894

21048 21510 21511 21512 21513

15-12-2006 15-12-2006 15-12-2006

898 899 900

21-12-2006 28-12-2006

904 905

21841 22154 22618 22853 22854 23058 24064 24369 24370 24722 24888 24889 24892 25370

24- 1-2007 1- 2-2007 15- 2-2007

913 918 925

1961314-

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007

927 937 944 945

14- 3-2007

946

15- 3-2007 16- 3-2007 19- 3-2007

948 949 951

Page Blz. 19607 20143 20144 20357 20357 20364 20513 20868 20870

27228 27915 28068 2006

Mw. Yolande Avontroodt Mw. Hilde Dierickx Staf Neel Koen T’Sijen Pieter De Crem Patrick Cocriamont Mw. Yolande Avontroodt Mw. Hilde Dierickx Mw. Yolande Avontroodt Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Paul Tant Mw. Yolande Avontroodt Luc Goutry Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Charles Michel Charles Michel Mw. Hilde Vautmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Miguel Chevalier Pieter De Crem Mme Muriel Gerkens

28073 28336 28486 28838 29067 29068 29069 29266 29271 29273 29273 29274 29425 29558 29942 30369 30803 30804 31330 31546 31546 31547 31742 31743 31744


25371 25372 25651 25863 26831 26832 27223 27225 27227

Auteur

Page Blz.

Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand

19- 3-2007 19- 3-2007 28- 3-2007

160 161 162

Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt

31746 31747 32085

Agriculture — Landbouw

19- 3-2007 2007

107

Guido De Padt

31748


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum


19- 3-2007

108

32073

Auteur Mme Muriel Gerkens

Page Blz. 31749

Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005 21- 3-2006 22- 1-2007 26- 1-2007 14- 2-2007 27- 2-2007 7- 3-2007 7- 3-2007 19- 3-2007 19- 3-2007 19- 3-2007 19- 3-2007

49 62 91 115 136 138 139 141 142 143 144 145 146 147

Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man Ortwin Depoortere Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mw. Hilde Vautmans Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens

9987 11126 15712 22856 29945 30178 30615 31037 31332 31333 31750 31751 31752 31753

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

102

7- 6-2006

213

22-12-2006 23- 1-2007 27- 2-2007 6- 3-2007 7- 3-2007 7- 3-2007 19- 3-2007 19- 3-2007

234 237 245 247 248 249 251 252

Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Koen T’Sijen Carl Devlies Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

12264 25372 29428 29948 31038 31335 31336 31337 31754 31755

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

23- 1-2007

67

Carl Devlies


27771919-

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

29949 2006

69 70 71 72 73

Auteur Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

Page Blz. 31039 31338 31339 31756 31757

Gelijke Kansen — E´galité des chances

277719-

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007

135 136 137 139

Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Mme Muriel Gerkens

31039 31340 31340 31759

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 29-11-2004 28-12-2004 11- 4-2005 12- 4-2005

182 198 242 246

8- 6-2005 10- 6-2005 13- 6-2005

296 303 305

29- 7-2005

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

8- 3-2005


Date Datum

339

7-10-2005 20-10-2005

373 382

20- 1-2006 23- 1-2006 8- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 9- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 16- 6-2006 28- 7-2006 23- 8-2006 7- 9-2006 21- 9-2006 25-10-2006 21-11-2006

424 426 468 474 476 486 489 490 491 492 507 512 513 515 520 528

2007

Roel Deseyn Jan Mortelmans Guido De Padt Ludo Van Campenhout Stijn Bex Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Mme Véronique Ghenne Guido De Padt Willy Cortois Dylan Casaer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Charles Michel Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Guido De Padt Luc Sevenhans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Jef Van den Bergh Guido De Padt

9548 10165 13194 13198 14956 15195 15198 17083 17907 18218 20521 20522 24527 24901 24902 25377 25657 25658 25659 25659 26863 26867 27229 27554 28074 28641


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32074

Date Datum


27-11-2006 18-12-2006 27-12-2006 12- 1-2007 24- 1-2007 8- 2-2007 9- 2-2007 14- 2-2007 19- 2-2007 26- 2-2007

534 546 549 551 557 563 564 565 567 568

2727131919212226262727-

571 572 578 580 581 582 583 584 586 588 589

2-2007 2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

Auteur Jef Van den Bergh Guido De Padt Bart Laeremans Jan Peeters Bart Laeremans Mme Talbia Belhouari Stijn Bex Hans Bonte Georges Lenssen Mw. Yolande Avontroodt Mme Valérie Déom Francis Van den Eynde Philippe Collard Mme Muriel Gerkens Geert Lambert Geert Lambert Jan Mortelmans Mme Valérie De Bue Guido De Padt Benoıˆt Drèze Jef Van den Bergh

Page Blz.

Date Datum


28848 29278 29431 29740 29952 30617 30618 30619 30809

20-11-2006 15- 2-2007 28- 2-2007

189 198 202

287713191921-

203 205 206 207 208 209 210

31040 31041 31042 31550 31760 31762 31762 32086 32087 32088 32089 32090

1-2007 3-2007 3-2007 3-2007

Ministre de l’Environnement et des Pensions

15-12-2004

199


13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005

215 237 253

161622313127323626-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005

257 258 266 272 274 306 311 322 331 338

5- 9-2005

341

15- 9-2005 27- 9-2005

344 348

28- 9-2005

351

Carl Devlies Mw. Nathalie Muylle Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

29954 31550 31763 31764

Pensions — Pensioenen

9-12-2004 14-12-2005 3- 2-2006

65 140 147

12- 6-2006 16- 6-2006 6-10-2006 9-11-2006 20-11-2006

167 168 180 184 188

Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer


9729 19171 21057 25382 25660 27738 28493 28643 2006

28644 30811 31042 31043 31346 31347 31551 31766 31766 31768

Minister van Werk 89 90 109 127 138 142 167

115 121 122 123

Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters François-Xavier de Donnea David Geerts Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Jan Mortelmans Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Greta D’hondt

Ministre de l’Emploi

24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004

Environnement — Leefmilieu

23121919-

2-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

Auteur

Page Blz.

2007

Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mme Muriel Gerkens Mme Yolande Avondroodt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom

5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687 9708 10602 11123 12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706 15710 17058 17061 17370 17715 17717


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum


20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 18-11-2005 22-11-2005

357 364 369 370 378 384 388

5-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 29-12-2005 926131528-

1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006

403 407 411 413 416 430 442 453 454 463

2- 3-2006

468

7- 3-2006

470

7- 3-2006

471

13- 3-2006 13- 3-2006 23- 1-2006

476 477 479

22- 3-2006

484

4- 5-2006 15- 5-2006 24- 5-2006

519 531 539

2- 6-2006 21- 6-2006

544 563

21- 6-2006 20- 7-2006 20- 7-2006 9-11-2006 7-12-2006 12-12-2006 28-12-2006

565 582 583 625 640 642 649

5- 1-2007

652

32075

Auteur Guy D’haeseleer Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Luc Goutry Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Marleen Govaerts Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Charles Michel Roel Deseyn Roel Deseyn Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Mw. Ingrid Meeus Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greta D’hondt


Page Blz.

Date Datum


18226 18230 18418 18418 18638 18847

9- 1-2007 30- 1-2007

654 663

30- 1-2007

664

5- 2-2007 22- 2-2007

669 678

18849 19177 19180 20255 19619

23- 2-2007 26- 2-2007 2- 3-2007

680 683 687

6- 3-2007

693

19621 20152 20892 21518 21519

771920-

22165 22461 22462 22462 22627 22628

3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

697 699 701 703

Auteur Alfons Borginon Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Charles Michel Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Philippe Collard Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block

Page Blz. 29563 30184 30185 30377 31044 31044 31045 31348 31354 31357 31358 31768 31770

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling

22865 22868 24528 24729 24911 25383 25669 25670 26873 26874 28497 29087 29090 29560 29562 2006

7- 3-2007 19- 3-2007

68 69

Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

31360 31775

Ećonomie sociale — Sociale Economie

7- 3-2007 19- 3-2007

93 94

Guido De Padt Mme Muriel Gerkens

31361 31776

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 12- 4-2005 2007

49

Mme Zoé Genot

13199


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32076

Date Datum


30- 1-2006 21- 3-2006 31- 3-2006 24-10-2006 20-11-2006 20-11-2006 19- 2-2007 19- 3-2007

80 85 88 98 100 101 106 108

Auteur Jean-Marc Nollet Ortwin Depoortere Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Staf Neel Mme Muriel Gerkens

Page Blz. 20903 22869 23433 28080 28648 28648 30817 31778

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1- 7-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005

244 282 286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417 419 420

191822-

423 429 443 444

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

Filip De Man Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt


6624 7414 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 11095 11096 11098 11397 11740 11741 2006

Date Datum 2225289910142124141818212226101010112627814232945-


2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005

448 450 451 462 466 467 472 483 487 499 507 509 515 516 519 528 529 530 541 555 556 595 606 608 615 618 621

6- 7-2005 26- 7-2005

623 641

26- 7-2005

642

26- 7-2005

643

27- 7-2005 28- 7-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 4-11-2005 2-12-2005 29- 7-2005 22-12-2005

647 650 658 661 671 672 694 712 723 768 775 789

2007

Auteur Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Roel Deseyn Stijn Bex Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain Olivier Maingain Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Bart Laeremans Bart Laeremans Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot

Page Blz. 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12453 12879 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173 14664 14664 14910 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17003 17004 17004 17006 17007 17009 17373 17380 17380 17909 18240 18422 19199 19203 19636


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Date Datum 101923252630131410212429315102323101922262627272728181920282-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006

23- 8-2006 26- 9-2006 3-10-2006 23-10-2006 6-11-2006 8-11-2006 13-11-2006

32077

Question no Vraag nr. 813 829 835 839 841 844 862 866 901 920 924 931 938 940 966 976 978 988 1007 1015 1017 1018 1019 1020 1025 1027 1043 1045 1046 1053 1054 1070 1085 1089 1095 1104 1108 1111

Auteur Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Dierickx Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Bart Laeremans Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Mw. Martine Taelman Jean-Claude Maene Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Bert Schoofs Jan Mortelmans Guido De Padt Roel Deseyn Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Ludo Van Campenhout Luc Sevenhans Jan Mortelmans Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Philippe De Coene Mw. Hilde Dierickx


Page Blz.

Date Datum


20159 20530 20534 20537 20904 20907 21521 21525 22631 22875 23067 23072 23436 23437 24531 24916 24918 25115 25676 25876 25877 25878 25878 25879 25881 25883 26887 26887 26888 26893

14-11-2006 16-11-2006 16-11-2006 17-11-2006 20-11-2006 21-11-2006 27-11-2006 27-11-2006 12-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 19-12-2006 4- 1-2007 8- 1-2007 19- 1-2007 22- 1-2007 24- 1-2007 24- 1-2007 25- 1-2007

1113 1115 1116 1121 1124 1126 1133 1134 1142 1150 1152 1153 1158 1163 1173 1174 1177 1179 1181

2651522272-

1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 3-2007

1184 1191 1206 1210 1219 1223

5712121212121219202727-

3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007 3-2007

1226 1228 1229 1231 1232 1233 1234 1235 1245 1248 1252 1253

26894 26904 27556 27744 28081 28344 28348 28504

2006

2007

Auteur Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Patrick De Groote Roel Deseyn Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Jef Van den Bergh Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Francis Van den Eynde Bart Laeremans Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Pieter De Crem Jean-Marc Nollet Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Guido De Padt Hagen Goyvaerts Jan Mortelmans Guido De Padt Guido De Padt Joseph Arens Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Jef Van den Bergh Luk Van Biesen Jef Van den Bergh

Page Blz. 28506 28649 28650 28655 28657 28657 28858 28859 29097 29285 29286 29286 29564 29567 29958 29958 29961 29962 30187 30189 30381 30817 31047 31048 31362 31363 31365 31552 31553 31554 31554 31555 31555 31780 31783 32091 32091


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32079

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eersteminister en minister van Justitie

DO 2006200710042

DO 2006200710042

Question no 1277 de Mme Hilde Dierickx du 26 mars 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1277 van mevrouw Hilde Dierickx van 26 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Délits politiques. — Délits de presse. — Plaintes.

Politieke misdrijven. — Drukpersmisdrijven. — Klachten.

L’article 150 de la Constitution belge prévoit que le jury est établi en toutes matières criminelles et pour les délits politiques et de presse, à l’exception des délits de presse inspirés par le racisme ou la xénophobie.

Artikel 150 van de Grondwet bepaalt dat een jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie zijn ingegeven.

1. Combien de plaintes ont été déposées en justice par an au cours des cinq dernières années pour :

1. Hoeveel klachten worden jaarlijks, de jongste vijf jaar, bij het gerecht ingediend voor :

a) délits politiques;

a) politieke misdrijven;

b) délits de presse;

b) drukpersmisdrijven;

c) délits de presse inspirés par le racisme ou la xénophobie ?

c) drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn ?

2. Combien de ces plaintes ont effectivement donné lieu à des poursuites ?

2. Hoeveel van de klachten resulteerden in een effectieve vervolging ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32080


Vice-eersteminister en minister van Financie¨n

DO 2006200709860

DO 2006200709860

Question no 1625 de M. Melchior Wathelet du 22 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1625 van de heer Melchior Wathelet van 22 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Arrêt du 5 octobre 2006 de la CJCE. — Omission et enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR.

Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 5 oktober 2006. — Verzuim van aangifte en laatttijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR.

Par arrêt du 5 octobre 2006, la Belgique a été condamnée en manquement par la Cour de Justice des Communautés européennes (CJCE) pour omission ou enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR.

In zijn arrest van 5 oktober 2006 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Belgie¨ veroordeeld wegens verzuim van aangifte en laattijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR.

En l’absence de demande chiffrée, le montant des intérêts de retard qui sont dus n’a pas été chiffré par la Cour dans son arrêt. ` combien s’élève le montant en principal et inté1. A rêts dont la Belgique est redevable suite à cette condamnation ?

Omdat er niet uitdrukkelijk naar cijfers werd gevraagd, heeft het Hof het bedrag van de verschuldigde verwijlinteresten niet in zijn arrest vermeld.

2. a) Selon quel échéancier cette dette sera-t-elle apurée par l’E´tat belge ?

2. a) Binnen welke termijn zal de Belgische Staat die schuld vereffenen ?

b) Ce montant figure-t-il au budget voté en décembre 2006 pour l’année en cours ?

b) Zijn die bedragen vermeld in de begroting die in december 2006 voor het lopende jaar werd goedgekeurd ?

DO 2006200710041

DO 2006200710041

Question no 1629 de M. Melchior Wathelet du 26 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Vente d’un terrain à Haren. — Engagements de l’E´tat belge vis-à-vis de l’OACI.

Vraag nr. 1629 van de heer Melchior Wathelet van 26 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Lors du Conseil des ministres du 28 avril 2006, une liste de 80 baˆtiments de l’E´tat dont le gouvernement souhaiterait la mise en vente aurait été dressée.

Tijdens de ministerraad van 28 april 2006 zou een lijst zijn opgesteld van 80 gebouwen die aan de Staat toebehoren en die de regering wenst te verkopen.

Il semblerait que figure sur cette liste le baˆtiment sis rue de la Fusée 90 à 1130 Haren, actuellement occupé par la direction générale du Transport aérien du service public fédéral de la Mobilité et des Transports.

Blijkbaar bevat die lijst ook het gebouw gelegen in de Raketstraat nr. 90 te 1130 Haren, waar thans het Directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer gevestigd is.

Or, la vente de ce baˆtiment serait contraire aux engagements pris par l’E´tat belge à l’égard de l’Organisation de l’aviation civile internationale

De verkoop van dat gebouw zou echter indruisen tegen de verbintenissen die de Belgische Staat ten aanzien van de ICAO (International Civil Aviation Orga-


2006

1. Hoeveel bedragen de hoofdsom en de interesten die Belgie¨ ingevolge die veroordeling verschuldigd is ?

Verkoop van een terrein te Haren. — Verbintenissen van de Belgische Staat ten aanzien van de ICAO.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32081

(OACI) qui envisage d’y établir l’Institut régional européen pour la formation en matière de suˆreté aérienne « EASTI ». Le choix de la Belgique pour cette implantation, en concurrence avec l’Allemagne et la France, aurait précisément été déterminé par la disponibilité de cette implantation entre le futur siège de l’OTAN et l’actuel d’Eurocontrol.

nization) is aangegaan. Die laatste wil er immers het EASTI (European Aviation Security Training Institute) in onderbrengen. De keuze voor Belgie¨ als vestigingsplaats in plaats van Duitsland of Frankrijk zou precies zijn ingegeven door de beschikbaarheid van die locatie, tussen de toekomstige zetel van de NAVO en de huidige zetel van Eurocontrol.

1. Pourriez-vous confirmer que la Belgique s’est engagée vis-à-vis de l’OACI de permettre l’implantation de l’institut régional européen pour la formation en matière de suˆreté aérienne « EASTI » sur le terrain sis rue de la Fusée 90 à 1130 Haren ?

1. Kan u bevestigen dat Belgie¨ zich ten aanzien van de ICAO akkoord heeft verklaard met de vestiging van het EASTI op het terrein in de Raketstraat nr. 90 te 1130 Haren ?

2. Pourriez-vous confirmer que ce terrain figure sur la liste des baˆtiments de l’E´tat dont le gouvernement envisage la réalisation (soit celle entérinée au Conseil des ministres du 28 avril 2006, soit une liste ultérieure) ?

2. Kan u bevestigen dat dat terrein op de lijst van overheidsgebouwen staat die de regering wenst te verkopen (hetzij de lijst die tijdens de ministerraad van 28 april 2006 werd goedgekeurd, hetzij een latere lijst) ?

3. Pourriez-vous nous expliquer la solution que vous avez dégagée pour l’implantation projetée par l’OACI à cet endroit ?

3. Kan u ons uitleggen welke oplossing u hebt uitgewerkt inzake de geplande vestiging van de ICAO op die locatie ?

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2006200710038

DO 2006200710038

Question no 1251 de Mme Hilde Dierickx du 23 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1251 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services d’incendie. — Tempête violente de janvier 2007.

Brandweer. — Zware storm van januari 2007.

En janvier 2007, une tempête violente a frappé la Belgique et les pays voisins et a nécessité l’intervention massive des services d’incendie. Les pompiers — pour la plupart des volontaires — ont consenti des efforts considérables pour sécuriser à nouveau le cadre de vie de la population. Presque tous les citoyens ont manifesté leur entière satisfaction à l’égard des services d’incendie.

In januari 2007 woedde over Belgie¨ en enkele buurlanden een zware storm waarbij de brandweer massaal opgeroepen werd. Deze in hoofdzaak vrijwillige brandweermensen hebben zware inspanningen gedaan om de leefomgeving van de bevolking weer veilig te maken. Bijna iedereen was zeer tevreden over de brandweerdiensten.

1. Combien d’appels les services d’incendie ont-ils reçus par province à la suite de la tempête violente de janvier 2007 ?

1. Hoeveel oproepen kregen de brandweerdiensten per provincie voor de grote storm van januari 2007 ?

2. Combien d’interventions ont été réalisées par province durant et après la tempête pour :

2. Hoeveel interventies werden tijdens en na de storm per provincie gedaan voor :

a) l’abattage ou l’enlèvement d’arbres;

a) vellen of weghalen van bomen;

b) des travaux de toiture;

b) dakwerken;

c) d’autres interventions à la suite de la tempête ?

c) andere ingrepen ten gevolge van de storm ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32082

3. Combien d’heures de travail (y compris celles des volontaires) les services d’incendie ont-ils consacrées à des taˆches consécutives à la tempête de janvier 2007 ?

3. Hoeveel werkuren (ook uren werk van vrijwilligers) hebben de brandweerdiensten besteed aan taken ten gevolge van de januaristorm van 2007 ?

DO 2006200710040

DO 2006200710040

Question no 1252 de Mme Hilde Dierickx du 26 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1252 van mevrouw Hilde Dierickx van 26 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Vélomoteurs. — Port obligatoire d’un casque. — Procès-verbaux.

Bromfietsen. — Verplichting dragen van een valhelm. — Processen-verbaal.

Depuis le 1er janvier 2003, les conducteurs de vélomoteurs et leurs passagers sont tenus de porter un casque. On en croise pourtant régulièrement qui ne respectent pas cette obligation.

Vanaf 1 januari 2003 geldt voor de bestuurders en passagiers van alle bromfietsen de verplichting om een valhelm te dragen. Regelmatig zie je bromfietsers en passagiers zonder helm.

1. Combien de procès-verbaux ont été dressés annuellement, depuis 2003, pour non-respect de l’obligation de porter un casque pour :

1. Hoeveel processen-verbaal werden sinds 2003 jaarlijks opgesteld voor het niet dragen van de valhelm voor :

a) des conducteurs d’un vélomoteur de classe A;

a) bestuurders van een bromfiets klasse A;

b) des conducteurs d’un vélomoteur de classe B;

b) bestuurders van een bromfiets klasse B;

c) des conducteurs d’une motocyclette;

c) bestuurders van een motorfiets;

d) des passagers d’un vélomoteur de classe A;

d) passagiers van een bromfiets klasse A;

e) des passagers d’un vélomoteur de classe B;

e) passagiers van een bromfiets klasse B;

f) des passagers d’une motocyclette ?

f) passagiers van een motorfiets ?

2. Combien de ces procès-verbaux ont été dressés pour des citoyens non belges ?

2. Hoeveel van deze processen-verbaal werden opgesteld voor niet-Belgen ?

3. Combien de contrevenants ont fait l’objet de plus d’un procès-verbal au cours de cette période ?

3. Tegen hoeveel overtreders werd tijdens deze periode meer dan één proces-verbaal opgemaakt ?

4. Combien de procès-verbaux ont été dressés pour cause de port de casques respectivement non réglementaires et endommagés ?

4. Hoeveel processen-verbaal werden er opgesteld voor respectievelijk het dragen van niet-reglementaire en beschadigde valhelmen ?

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2006200710057

DO 2006200710057

Question no 481 de M. Bart Laeremans du 28 mars 2007 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 481 van de heer Bart Laeremans van 28 maart 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Hoˆpital militaire de Neder-Over-Heembeek. — Répartition linguistique des fonctions.

Militair Hospitaal van Neder-Over-Heembeek. — Taalkundige bezetting van de betrekkingen.

L’Hoˆpital militaire de Neder-Over-Heembeek est, tout comme le SMUR (service mobile d’urgence) et les

Het Militair Hospitaal van Neder-Over-Heembeek, MUG (mobiele urgentiegroep) en spoeddiensten, zijn


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32083

services des urgences, soumis aux dispositions des lois sur l’emploi des langues en matière administrative, et notamment aux règles imposées aux services communaux de la région linguistique bilingue de BruxellesCapitale. Par conséquent, tout membre du personnel de ces services doit être bilingue.

onderworpen aan de bepalingen van de wetgeving op het gebruik der talen in bestuurszaken, meer bepaald aan de regeling opgelegd aan de gemeentelijke diensten van het tweetalig taalgebied Brussel-Hoofdstad. Dientengevolge moeten alle personeelsleden van deze diensten tweetalig zijn.

Quelle est la répartition linguistique des fonctions, par groupe et par roˆle linguistiques, et combien de ces membres du personnel sont légalement bilingues ?

Wat is de taalkundige bezetting van de betrekkingen, per taalgroep en per graad, en hoeveel van deze personeelsleden zijn wettelijk tweetalig ?



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2006200710032

DO 2006200710032

Question no 603 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 22 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 603 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Pacte de solidarité entre les générations. — Entrée en vigueur de la mesure visant à employer des jeunes dans le secteur non marchand.

Generatiepact. — Inwerkingtreding maatregel voor tewerkstelling van jongeren in de social profitsector.

La loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations prévoit, dans son Titre V, chapitre III, des mesures en faveur de l’emploi des jeunes dans le secteur non marchand. Le montant de l’enveloppe globale que le Roi fixe chaque année doit être réservé à l’embauche de jeunes peu qualifiés. Le Roi est en outre habilité à prévoir qu’il convient d’organiser un volet formation en faveur des jeunes peu qualifiés qui seront embauchés dans ce cadre. Le Roi détermine aussi par arrêté royal le montant maximum de l’intervention octroyée à l’employeur.

Titel V, hoofdstuk III van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact bepaalt maatregelen voor de tewerkstelling van jongeren in de social profitsector. Het bedrag dat de Koning elk jaar in een globale enveloppe moet vastleggen, moet worden voorbehouden voor de aanwerving van laaggeschoolde jongeren. Tevens kan de Koning bepalen dat er moet worden voorzien in een vormingsluik ten gunste van laaggeschoolde jongeren aangeworven in dit kader. Van de Koning wordt tevens verwacht dat hij via koninklijk besluit het maximumbedrag van tegemoetkoming aan de werkgever vastlegt.

Du secteur non marchand nous parviennent cependant des plaintes concernant le fait que cette mesure ne serait toujours pas entrée en vigueur. Il en résulte que certaines institutions de ce secteur éprouvent des difficultés à établir leur planning.

Via de social profitsector bereiken ons klachten dat de maatregel nog steeds niet van kracht zou zijn. Het maakt dat een aantal instellingen in de problemen komt bij de opmaak van de planning.

1. Pourquoi les arrêtés d’exécution des dispositions du Titre V, chapitre III de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations n’ont-ils pas encore été promulgués ?

1. Waarom werden de nodige uitvoeringsbesluiten door titel V, hoofdstuk III van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact nog niet uitgevaardigd ?

2. Dans quel délai envisagez-vous de publier les arrêtés royaux requis ?

2. Tegen wanneer overweegt u de publicatie van de vereiste koninklijke besluiten ?

3. Quelles dispositions concrètes contiendront-ils pour ce qui regarde :

3. Welke concrete bepalingen zullen de besluiten bevatten met betrekking tot :


ces

arrêtés

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32084

a) le montant de l’enveloppe globale pour 2007;

a) het bedrag van de globale enveloppe voor 2007;

b) la définition de la notion de « jeunes peu qualifiés »;

b) de afbakening van het begrip « laaggeschoolde jongere »;

c) le volet formation en faveur des jeunes peu qualifiés qui seront embauchés dans ce cadre;

c) een vormingsluik ten gunste van laaggeschoolde jongeren aangeworven in dit kader;

d) le montant maximum de l’intervention octroyée à l’employeur;

d) het maximumbedrag van de tussenkomst toegekend aan de werkgever;

e) la modulation ou la non-modulation du montant de l’intervention en fonction de la classification de fonctions applicable dans le secteur dont fait partie l’employeur ou de la taille de l’institution ?

e) het al dan niet moduleren van het bedrag van de tussenkomst in functie van de classificatie van functies toepasselijk in de sector waartoe de werkgever behoort of van de grootte van de instelling ?

DO 2006200709551

DO 2006200709551

Question no 604 de Mme Maggie De Block du 22 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 604 van mevrouw Maggie De Block van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier.

Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.

Après s’être concerté avec le secteur agricole en ce qui concerne la culture du chicon et des champignons, le gouvernement se serait déclaré prêt à examiner la possibilité d’une exonération de versement du précompte professionnel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum. En ce qui concerne la culture du chicon, le secteur demande de porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130.

Na overleg met de landbouwsector over de witloofen champignonteelt, zou de regering zich bereid hebben getoond om te onderzoeken of in de champignonteelt een vrijstelling van doorstorting van 40 % bedrijfsvoorheffing kan worden toegekend voor werknemers met een dagloon tot 80 euro. Voor de witloofteelt is de sector vragende partij voor een uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid tot 130.

1. L’examen relatif à la mise en œuvre éventuelle de l’exonération de versement du précompte professionnel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum dans le secteur de la culture des champignons est-il déjà terminé ?

1. Heeft u intussen uw onderzoek afgerond naar de mogelijke implementatie van de doorstorting van 40 % bedrijfsvoorheffing voor werknemers met een dagloon tot 80 euro in de champignonsector ?

2. Dans l’affirmative, quelles ont été vos constatations ?

2. Zo ja, wat waren uw bevindingen ?

3. La mesure sera-t-elle appliquée et, dans l’affirmative, quand ?

3. Zal de maatregel worden doorgevoerd en zo ja, wanneer ?

4. Dans la négative, d’ici à quand peut-on escompter davantage de clarté dans ce dossier ?

4. Zo neen, tegen wanneer wordt meer duidelijkheid over het dossier verwacht ?

5. Examinez-vous aussi la demande visant à porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130 dans le secteur de la culture du chicon ?

5. Onderzoekt u ook de vraag voor de uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid in de witloofsector tot 130 ?

6. Cette mesure sera-t-elle appliquée ?

6. Zal deze maatregel worden doorgevoerd ?

7. Dans l’affirmative, quel calendrier avez-vous fixé ?


2006

7. Zo ja, welke timing wenst u aan te houden ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32085

8. Dans la négative, quels problèmes empêchent la mise en œuvre de cette mesure ?

8. Zo neen, welke problemen staan deze maatregel in de weg ?

DO 2006200710055

DO 2006200710055

Question no 606 de M. Francis Van den Eynde du 27 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 606 van de heer Francis Van den Eynde van 27 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

INAMI. — Attestations de soins.

RIZIV. — Doktersgetuigschriften voor verstrekte hulp.

Depuis juin 2006, l’INAMI approvisionne les médecins en attestations de soins que le patient doit transmettre à la mutualité en vue d’obtenir le remboursement d’une partie des honoraires qu’il a payés.

Sinds juni 2006 worden de artsen door het RIZIV bevoorraad in doktersgetuigschriften voor verstrekte hulp, die door de patie¨nt aan het ziekenfonds moeten worden bezorgd om een deel van het betaalde ereloon terug te krijgen.

Récemment, il est arrivé à plusieurs reprises que des médecins flamands reçoivent des attestations de soins destinées à leurs collègues francophones.

Het gebeurde de jongste tijd meermaals dat Vlaamse dokters Franstalige getuigschriften ontvingen.

1. Comment expliquez-vous cette situation ?

1. Hoe is dit te verklaren ?

2. Quelles mesures ont été prises pour éviter qu’elle se reproduise à l’avenir ?

2. Welke maatregelen werden er genomen om zoiets in de toekomst te vermijden ?


Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2006200709878

DO 2006200709878

Question no 162 de Mme Yolande Avontroodt du 28 mars 2007 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 162 van mevrouw Yolande Avontroodt van 28 maart 2007 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Statut social des indépendants. — Réglementation de l’assurance maladie. — Anomalie.

Sociaal statuut der zelfstandigen. — Reglementering ziektekostenverzekering. — Anomalie.

En raison d’une anomalie entre le statut social des indépendants et la réglementation relative à l’assurance maladie, certaines personnes assujetties au statut social des indépendants sont abandonnées à leur sort lorsqu’elles se retrouvent en incapacité de travail.

Ingevolge een anomalie tussen het sociaal statuut der zelfstandigen en de reglementering inzake de ziektekostenverzekering, kunnen bepaalde personen die onderworpen zijn aan het sociaal statuut der zelfstandigen in de kou komen te staan wanneer zij arbeidsongeschikt worden.

Un exemple permettra de mieux illustrer ce problème. Une personne est assujettie au statut social des indépendants (article 7bis, § 2, de l’arrêté royal no 38 du


2006

Een voorbeeld kan dit beter illustreren. Een persoon is onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen (artikel 7bis, § 2, van het koninklijk 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32086

27 juillet 1967). Il s’agit d’une épouse aidante pour laquelle l’assujettissement se limite au secteur des allocations en cas de maladie. Pour les soins médicaux, l’intéressée est assurée en qualité de conjoint à charge. Elle tombe malade et a donc droit à une allocation. En vertu des dispositions de l’article 124, § 1er, 1o, de l’arrêté royal du 3 juillet 1996, elle ne peut toutefois plus être considérée comme personne à charge pour l’octroi du droit de remboursement des soins médicaux car ses revenus (une allocation d’invalidité de 32,62 euros par jour indemnisable) dépassent les limites autorisées. La mutualité ne peut pas inscrire l’intéressée en qualité de titulaire-ayant droit car elle ne verse pas de cotisations pour l’assurance maladie. En principe, un travailleur indépendant en incapacité de travail qui a arrêté ses activités introduit une demande d’assimilation pour cause de maladie. Dans le cas de l’intéressée, cette possibilité est exclue car elle n’a jamais versée de cotisations dans le cadre de l’exercice d’une profession à titre principal, ni du maxi-statut.

besluit nr. 38 van 27 juli 1967). Het betreft een echtgenote helpster voor wie de onderwerping beperkt is tot de sector uitkeringen in geval van ziekte. Voor de medische zorgen is betrokkene verzekerd als echtgenote ten laste. Deze persoon wordt ziek en uitkeringsgerechtigd. Volgens de bepalingen van artikel 124, § 1, 1o van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 kan betrokkene niet meer beschouwd worden als persoon ten laste voor de toekenning van het recht op terugbetaling van medische zorgen omdat haar inkomsten (32,62 euro invaliditeitsvergoeding per vergoedbare dag) de toegelaten grenzen overschrijden. Het ziekenfonds kan betrokkene niet inschrijven als titularisgerechtigde omdat zij geen bijdragen betaalt voor de ziektekostenverzekering. In principe doet de arbeidsongeschikte zelfstandige die zijn activiteiten heeft stopgezet een aanvraag om gelijkstelling wegens ziekte. In dat geval kan dit niet omdat er nooit bijdragen in hoofdberoep, noch bijdragen voor het maxistatuut zijn betaald.

En raison des diverses législations, certaines personnes risquent de perdre leur droit au remboursement des soins médicaux. 1. Eˆtes-vous au courant de cette anomalie qui risque d’entraıˆner l’exclusion au droit de remboursement des soins médicaux ?

Ingevolge de diverse wetgevingen dreigen bepaalde personen dus hun recht op terugbetaling van medische zorgen te verliezen.

2. Envisagez-vous de vous concerter à cet égard avec votre collègue compétente pour les Classes moyennes en vue de la suppression de cette anomalie ?

2. Overweegt u ter zake overleg te plegen met uw collega die bevoegd is voor Middenstand met het oog op het wegwerken van deze anomalie ?

Ministre de la Mobilité

Minister van Mobiliteit

1. Bent u op de hoogte van deze anomalie waardoor uitsluiting van het recht op terugbetaling van medische zorgen dreigt ?

DO 2006200710035

DO 2006200710035

Question no 583 de M. Jan Mortelmans du 22 mars 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 583 van de heer Jan Mortelmans van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Sécurité des pneus à profil bas.

Veiligheid van laagprofielbanden.

Il nous revient que certains automobilistes et experts en matière de sécurité formulent des réserves à propos de la sécurité des pneus à profil bas, qui sont surtout appréciés des jeunes conducteurs. Ces pneus, qui sont généralement aussi plus larges que les pneus ordinaires utilisés en hiver ou en été, présenteraient une moins bonne adhérence lorsque les chaussées sont humides et glissantes. Leur minceur et leur dureté aurait pour conséquence que la moindre irrégularité, comme un rainurage, un rehaussement ou un raccord dans le

Naar verluidt is er bij sommige autobestuurders en veiligheidsexperts twijfel over de veiligheid van laagprofielbanden, die vooral bij jeugdige wagenbezitters in trek zijn. Laagprofielbanden, die meestal ook breder zijn dan de normale winter- en zomerbanden, zouden minder grip hebben op het wegdek bij nat en glad wegdek. Wegens hun dunheid en hardheid zou het minste profiel in de weg, zoals spoorvorming of een verhoging/overgang in het wegdek, invloed hebben op de stabiliteit van de wagen, vooral in boch-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32087

revêtement, influencerait la stabilité du véhicule, surtout dans les virages ou lors de brusques manœuvres de freinage. Le conducteur perdrait la sensibilité par rapport aux forces qui s’exercent et, par conséquent, ne réagirait pas, ou trop tard. Des problèmes se poseraient également en ce qui concerne la pose de chaıˆnes antidérapage, ainsi que le fonctionnement de l’ABS et d’autres systèmes de freinage.

ten of bij bruuske remmanoeuvres, terwijl de bestuurder geen voeling zou hebben met de krachten die spelen en bijgevolg niet of te laat reageert. Er zouden problemen zijn met het plaatsen van sneeuwkettingen en met de werking van ABS (Anti Blokkeer Systeem) en andere remsystemen.

1. Pouvez-vous indiquer le pourcentage de voitures de tourisme accidentées pendant un week-end l’an dernier qui étaient équipées de pneus à profil bas ?

1. Kan u meedelen hoeveel percentage van de personenwagens die vorig jaar betrokken waren bij een weekendongeval, uitgerust waren met laagprofielbanden ?

2. Quelle était, pour la même période et sur l’ensemble du parc automobile, la part des véhicules équipés de pneus à profil bas ?

2. Hoeveel percentage van het wagenpark was in dezelfde periode uitgerust met laagprofielbanden ?

3. a) Eˆtes-vous informé de problèmes de sécurité inhérents aux caractéristiques des pneus à profil bas ?

3. a) Heeft u weet van veiligheidsproblemen die inherent zijn aan de eigenschappen van laagprofielbanden ?

b) Existe-t-il des études et des résultats de recherches sur le sujet ?

b) Bestaan er hierover studies en onderzoeksgegevens ?

c) Dans la mesure ou` ces problèmes sont identifiés, en quoi consistent-ils ?

c) Indien ze worden onderkend, wat zijn dan deze problemen ?

d) Sont-ils de nature à justifier une interdiction des pneus à profil bas ?

d) Rechtvaardigen zij een verbod op laagprofielbanden ?

DO 2006200710045

DO 2006200710045

Question no 584 de Mme Valérie De Bue du 26 mars 2007 (Fr.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 584 van mevrouw Valérie De Bue van 26 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :

Projet de simplification du Code de la route. — Ligue des familles.

Ontwerp van vereenvoudiging van het verkeersreglement. — « Ligue des familles ».

Ma question concerne l’interprétation de la Ligue des familles sur le projet de simplification de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique.

Mijn vraag handelt over de interpretatie die de « Ligue des familles » geeft aan het ontwerp ter vereenvoudiging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

La Ligue des familles vous a adressé, le 11 janvier 2007, un courrier détaillé pour attirer votre attention sur différents aspects du projet de simplification du code de la route qui lui tiennent à cœur, à savoir : la sécurité, la convivialité et le partage de l’espace.

Op 11 januari 2007 heeft de « Ligue des familles » in een omstandig schrijven uw aandacht gevestigd op een reeks aspecten van het ontwerp van vereenvoudiging van het verkeersreglement waar ze veel belang aan hecht : de veiligheid, de verkeersleefbaarheid en het gedeelde gebruik van de openbare ruimte door de verschillende weggebruikers.

La ligue éprouve de vives inquiétudes face aux changements à venir et est soucieuse du maintien des avancées réalisées ces dernières années en faveur des usagers dits faibles.

De « Ligue » maakt zich zorgen over de geplande wijzigingen en streeft ernaar om de recente verwezenlijkingen ten behoeve van de zwakke weggebruikers te bestendigen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32088

Elle a formulé une série de remarques au sein de la Commission fédérale de Sécurité routière qui portent sur :

In de federale commissie voor de Verkeersveiligheid heeft ze een aantal opmerkingen geformuleerd over :

— l’intitulé « code de la rue »;

— de benaming « straatcode »;

— la clarté du texte;

— de helderheid van de tekst;

— les règles de comportement des usagers;

— de gedragsregels voor de weggebruikers;

— les zones de vitesse;

— de snelheidszones;

— les 70 km/h en agglomération;

— de snelheidsbeperking tot 70 km/u in de bebouwde kom;

— les chemins réservés;

— de voorbehouden wegen;

— les signaleurs;

— de signaalgevers;

— les voies cyclables;

— de fietsstroken;

— le stationnement des motocyclettes.

— de parkeermogelijkheden voor motoren.

Comment envisagez-vous répondre aux inquiétudes de la Ligue des familles ?

Hoe zal u tegemoet komen aan de bekommernissen van de « Ligue des familles » ?

DO 2006200710047

DO 2006200710047

Question no 586 de M. Guido De Padt du 26 mars 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 586 van de heer Guido De Padt van 26 maart 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Limitation de vitesse à 90 km/h en raison du smog.

Maximumsnelheid van 90 km per uur ten gevolge van de smog.

Dans la semaine du 12 mars 2007, la circulation automobile a été soumise, pour la première fois depuis le début de l’année, à une limitation de vitesse à 90 km/h. Malgré l’omniprésence de panneaux et l’annonce des limitations de vitesse dans la presse, il semblerait que de nombreux conducteurs n’aient pas respecté la vitesse maximale autorisée le jour de l’entrée en vigueur de cette mesure. Des controˆles et des informations supplémentaires ont permis de faire respecter les limitations de vitesse au cours des deux journées suivantes.

In de week van 12 maart 2007 moest het autoverkeer voor de eerste maal dit jaar gedurende drie dagen zijn maximumsnelheid beperken tot 90 km per uur. Hoewel overal borden aanwezig waren en het via de pers aangekondigd was, bleken de eerste dag heel wat chauffeurs zich niet aan deze limiet te houden. Dankzij controle en extra informatie kon men er toch voor zorgen dat de twee volgende dagen de snelheidsbeperkingen nageleefd werden.

Le 18 mars 2007, M. Mark Keppens, docteur en sciences de la circulation, a estimé dans le journal « Het Nieuwsblad » que la limitation de vitesse dans le cadre du smog pourrait avoir une incidence sur le problème de congestion routière. Il a comparé à cet égard les réductions de la vitesse en raison du smog avec la circulation en blocs pendant les mois d’été. La circulation en blocs aurait, selon lui, permis de constater que la circulation à une même vitesse limitée permet d’accroıˆtre considérablement la capacité des autoroutes. Sans disposer de chiffres à l’appui de sa thèse, cet expert en matière de circulation routière est convaincu que la réduction de la vitesse en raison du smog a entraıˆné une diminution des embouteillages.

Op 18 maart 2007 liet doctor in de Verkeerskunde Mark Keppens in Het Nieuwsblad weten dat volgens hem het smogrijden een invloed zou kunnen hebben op het fileprobleem. Hij vergeleek hierbij het trager rijden wegens smog met het blokrijden tijdens de zomermaanden. Het blokrijden heeft volgens hem al aangetoond dat door het rijden aan dezelfde, beperkte snelheid, men de capaciteiten van de autosnelwegen aanzienlijk kan doen stijgen. Hoewel hij niet over de nodige cijfers beschikt, is deze verkeersdeskundige ervan overtuigd dat het trager rijden ten gevolge van de smog verantwoordelijk was voor een daling van de files.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32089

1. Pouvez-vous confirmer que l’instauration de l’alerte au smog pendant trois jours a permis de réduire les embarras de circulation sur les autoroutes en Flandre ? 2. Dans l’affirmative, disposez-vous de chiffres appuyant cette thèse ?

1. Kan u bevestigen dat de invoering van het « smog alarm » gedurende drie dagen een positieve invloed gehad heeft op het fileleed op de autosnelwegen in Vlaanderen ? 2. Zo ja, kan u dit met cijfers aantonen ?

3. La Belgique a-t-elle consacré une étude à la limitation de vitesse optimale pendant et en dehors des heures de pointe, en fonction de la capacité des autoroutes dans notre pays ? 4. Eˆtes-vous favorable à une extension au reste de l’année de la circulation en blocs sur les autoroutes pendant les heures de pointe du matin et du soir ?

3. Is er in Belgie¨ reeds onderzoek gebeurd naar de optimale snelheidslimiet binnen en buiten de spitsuren in functie van de snelwegcapaciteit in ons land ?

DO 2006200710052

DO 2006200710052

Question no 588 de M. Benoıˆt Drèze du 27 mars 2007 (Fr.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 588 van de heer Benoıˆt Drèze van 27 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :

Bandes de bus accessibles aux cyclistes. — Motards.

Busstroken toegankelijk voor fietsers. — Motorrijders.

` l’initiative du ministre bruxellois de la Mobilité, A Pascal Smet, les bandes de bus du centre-ville bruxellois sont officiellement accessibles aux cyclistes. Si cette situation constitue une avancée significative pour les utilisateurs du vélo, elle est néanmoins discriminatoire pour les motards qui ne peuvent bénéficier de cette mesure.

Dankzij het initiatief van de Brusselse minister voor Mobiliteit, Pascal Smet, zijn de busstroken in het centrum van Brussel officieel toegankelijk voor fietsers. Dit mag dan wel een opmerkelijke vooruitgang zijn voor de fietsgebruikers, toch is het een discriminerende maatregel ten opzichte van de motorrijders op wie die maatregel niet van toepassing is.

Récemment interpellé sur ce sujet, vous avez répondu que l’usage de ces bandes de bus était spécialement conçu afin que les transports en commun se déroulent de manière plus aisée. Selon vous, élargir cet usage à d’autres utilisateurs réduirait à néant les investissements réalisés en ce sens. De plus, vous avez souligné qu’une règle générale vous semblerait, à certains endroits, extrêmement dangereuse pour les motards.

Toen u hieromtrent onlangs werd ondervraagd, antwoordde u dat het gebruik van die busstroken speciaal werd bedacht om het openbaar vervoer vlotter te doen verlopen. Volgens u zou een uitbreiding van dat gebruik tot andere weggebruikers de daartoe verwezenlijkte investeringen teniet doen. U hebt er overigens op gewezen dat een algemene regel naar uw mening op sommige plaatsen uiterst gevaarlijk zou kunnen zijn voor de motorrijders.

1. a) Est-ce bien sensé de suggérer que les bus sortent de leur ˆılot pour contourner les vélos ?

1. a) Is het wel zinvol te suggereren dat de bussen hun strook dienen te verlaten om de fietsers voorbij te steken ?

b) Dans pareil cas de figure, l’objectif de faciliter la circulation des bus est-il toujours rencontré ?

b) Wordt in dat geval het doel om het busverkeer vlotter te doen verlopen nog steeds bereikt ?

2. Pouvez-vous préciser en quoi les motos pourraient « envahir » les couloirs de bus et pas les vélos ?

2. Kan u nader toelichten waarom motorfietsen de busstroken zouden belemmeren en fietsen niet ?

3. Les remontées de files par une moto seraient plus sécurisantes que le passage d’une moto dans un couloir de bus pour la plupart du temps vide.

3. Een motorfiets die tussen de files rijdt zou veiliger zijn dan een motorfiets die op een meestal lege busstrook rijdt.

Cela est-il exact ?


4. Bent u ervoor gewonnen om het « blokrijden » op de autosnelwegen meer toe te passen tijdens de ochtend- en avondspits doorheen het ganse jaar, naar analogie met het blokrijden tijdens de zomer ?

Klopt dat ? 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32090

4. Si vous ne prévoyez pas l’usage des bandes de bus aux motards, ce choix est-il fait pour toutes les catégories de motos ou les véhicules plus lents (scooters, mobylettes, etc.) pourraient-ils être autorisés à emprunter ces voies protégées ?

4. Indien u niet van plan bent om motorrijders gebruik te laten maken van de busstroken, geldt die keuze dan voor alle categoriee¨n van motorfietsen of zouden tragere voertuigen (scooters, bromfietsen, enzovoort) toegelaten worden op die beveiligde stroken ?

5. a) Si ces bandes de bus constituent effectivement un moyen efficace non seulement de fluidifier la circulation des bus mais aussi d’accroıˆtre la sécurité des cyclistes, qu’en est-il de la sécurité de l’ensemble des utilisateurs des deux roues motorisées ?

5. a) Indien die busstroken werkelijk een doeltreffend middel zijn niet alleen om het busverkeer vlotter te laten verlopen maar ook om de veiligheid van de fietsers te verhogen, hoe zit het dan met de veiligheid van alle gebruikers van gemotoriseerde tweewielers ?

b) S’ils ne peuvent utiliser ces bandes de bus : que pouvez-vous prévoir pour rencontrer autrement ce même objectif de sécurité ?

b) Als ze geen gebruik mogen maken van die busstroken, waarin kan u voorzien om datzelfde veiligheidsdoel op een andere manier te bereiken ?

DO 2006200710056

DO 2006200710056

Question no 589 de M. Jef Van den Bergh du 27 mars 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 589 van de heer Jef Van den Bergh van 27 maart 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Examens pour le permis de conduire G.

Examens voor het rijbewijs G.

Le permis G est entré en vigueur et les examens sont à présent organisés.

Sinds de inwerkingtreding van het rijbewijs G, zijn de examens nu volop bezig.

1. Pouvez-vous m’indiquer, si possible par région :

1. Kan u, zo mogelijk per Gewest, meedelen :

a) le nombre de participants ayant réussi l’épreuve de stationnement et de marche arrière;

a) hoeveel deelnemers er slagen in de parkeer- en achteruitrijproef;

b) le nombre de participants ayant réussi l’épreuve de conduite du véhicule sur la route;

b) hoeveel deelnemers er slagen in het traject op de weg;

c) les principales causes d’échec ?

c) wat de voornaamste redenen zijn van de mislukkingen ?

2. La liste de critères sur lesquels se fonde l’examinateur pour rédiger son rapport d’évaluation objectif est-elle mise à la disposition du public ? Cet aspect revêt une importance particulière étant donné qu’on constate que même de bons conducteurs ne réussissent pas les épreuves. De nombreuses personnes ont l’impression que l’évaluation est assez subjective.

2. Is de lijst met criteria, waarop de examinator zich baseert voor zijn objectief beoordelingsrapport, toegankelijk voor het publiek ? Dit laatste is wel zeer belangrijk, omdat wordt vastgesteld dat ook goede bestuurders niet slagen. De indruk bestaat bij velen dat de beoordeling nogal subjectief is.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32091

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

DO 2006200710049

DO 2006200710049

Question no 1252 de M. Luk Van Biesen du 27 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1252 van de heer Luk Van Biesen van 27 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Réaménagement de la ligne DenderleeuwBruxelles.

NMBS. — Heraanleg spoorlijn Denderleeuw-Brussel.

Il me revient que la ligne ferroviaire reliant Denderleeuw à Bruxelles serait réaménagée. Cette ligne traverse des terrains ayant des affectations diverses, notamment des réserves naturelles et des terres agricoles.

Naar verluidt zou de spoorlijn die Denderleeuw met Brussel verbindt worden heraangelegd. Terreinen met verschillende bestemmingen worden daarbij aangedaan, zo ook hier en daar natuurgebied en ook landbouwgrond.

Des terres agricoles seraient utilisées temporairement pour l’infrastructure ferroviaire.

Er zouden landbouwgronden tijdelijk gebruikt worden voor spoorweginfrastructuur.

Il est évident qu’il faudra procéder à un examen au cas par cas et rechercher nécessairement un équilibre entre réserve naturelle et zone agricole et entre dérèglement écologique et dérèglement économique, et qu’il s’imposera de définir un concept macro-économique et macro-écologique global.

Uiteraard zal men geval per geval moeten nagaan en telkens de oefening maken van het noodzakelijke evenwicht natuurgebied/landbouwgebied, ecologische verstoring/economische verstoring en zal een macroecologische en macro-economische globale visie zich opdringen.

1. Quelle superficie de réserves naturelles et/ou de terres agricoles sera affectée à l’exécution des travaux d’infrastructure à la ligne ferroviaire DenderleeuwBruxelles ?

1. Hoeveel (in oppervlakte) gronden natuurgebied en/of landbouwgebied zullen worden aangewend voor de uitvoering van de infrastructuurwerken aan de spoorlijn Denderleeuw-Brussel ?

2. Combien de terrains seront expropriés et combien seront utilisés temporairement ?

2. Hoeveel gronden zullen onteigend worden, hoeveel in tijdelijk gebruik ?

3. Quels accords Infrabel conclut-elle avec la « Agentschap Natuur en Bos » qui gère plusieurs terrains jouxtant la ligne ferroviaire ?

3. Welke afspraken worden door Infrabel gemaakt met het Agentschap Natuur en Bos, dat een aantal terreinen langsheen de spoorlijn in beheer heeft ?

DO 2006200710053

DO 2006200710053

Question no 1253 de M. Jef Van den Bergh du 27 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1253 van de heer Jef Van den Bergh van 27 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Escaliers roulants dans les gares.

NMBS. — Roltrappen in de stations.

S’il est vrai que toutes les gares ne sont pas équipées d’escaliers roulants, les personnes à mobilité réduite s’attendent à ce qu’ils fonctionnent là ou` ils sont présents. Or, ces personnes sont fréquemment confrontées à des escaliers roulants en panne.

Niet elk station is uitgerust met een roltrap, maar daar waar zij wel aanwezig zijn, rekenen mindermobielen op hun goede werking. Deze personen worden echter vaak geconfronteerd met een roltrap die het niet doet.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32092

1. Combien de gares sont équipées d’escaliers roulants ?

1. Hoeveel stations zijn met roltrappen uitgerust ?

2. Combien d’escaliers roulants sont tombés en panne dans les gares au cours de 2006 ?

2. Hoeveel roltrappen zijn er in 2006 in de stations in panne gevallen ?

3. Pendant combien de jours ces escaliers ont-ils été hors d’usage ?

3. Hoeveel dagen waren deze roltrappen buiten werking ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32093

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.


Vice-eersteminister en minister van Justitie

DO 2004200504229

DO 2004200504229

Question no 675 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 675 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement. ` la suite de la réforme Copernic, la Régie des BaˆtiA ments a étudié la possibilité de procéder au regroupement des services publics logés dans différents immeubles.

Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting.

Au cours des trois dernières années, un programme de relogement a été parachevé à Bruxelles et, d’après la note de politique générale du vice-premier ministre et ministre des Finances, M. Reynders, pareilles opérations de regroupement des services fédéraux seront aussi menées dans d’autres villes.

In de afgelopen drie jaar werd in Brussel een herhuisvestingsprogramma afgewerkt en volgens de beleidsnota van vice-eersteminister en minister van Financie¨n Reynders zullen dergelijke operaties van hergroepering van federale diensten ook in andere steden worden verdergezet.

Les questions suivantes se posent lorsqu’on cherche à avoir une vision de l’hébergement actuel des services de l’autorité fédérale en Flandre orientale en général et à Gand en particulier.

Om zicht te krijgen op de huidige huisvesting van de diensten van de federale overheid in Oost-Vlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder rijzen volgende vragen.

1. a) De quels baˆtiments les services publics ressortissant à votre compétence disposent-ils au 1er mai 2005 en Flandre orientale en général et plus spécifiquement à Gand ?

1. a) Over welke gebouwen beschikken de overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen in OostVlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder op datum van 1 mei 2005 ?

b) Quelle est leur superficie utile ?

b) Wat is hun nuttige oppervlakte ?

2. a) Lesquels de ces immeubles appartiennent-ils en propre aux services publics en question ?

2. a) Welke gebouwen zijn eigendom van deze overheidsdiensten ?

b) Lesquels ces services publics ont-ils en location ?

b) Welke gebouwen worden gehuurd door deze overheidsdiensten ?

c) Quand ces contrats de location peuvent-ils être résiliés ?

c) Wanneer kunnen deze huurcontracten worden opgezegd ?


2006

Ten gevolge van de Copernicus-hervorming werd er door de Regie der Gebouwen onderzocht of het mogelijk was om over te gaan tot een hergroepering van de over verschillende gebouwen verspreide overheidsdiensten.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32094

d) Lesquels de ces immeubles sont-ils l’objet d’un contrat de leasing ? ` combien s’élève la somme déboursée par ces 3. A services publics pour les édifices dont ils ne sont pas les propriétaires ?

d) Welke gebouwen worden geleasd ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 avril 2007, à la question no 675 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 24 april 2007, op de vraag nr. 675 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) :

1. a) Je vous prie de trouver ci-dessous le tableau reprenant les baˆtiments qui relèvent de ma compétence en Flandre orientale et plus particulièrement à Gand à la date actuelle.

1. a) In de bijgevoegde tabel zijn de gebouwen in OostVlaanderen, meer bepaald te Gent, vermeld die thans onder mijn bevoegdheid vallen.

Province : Flandre Orientale

3. Hoeveel betalen deze overheidsdiensten voor de gebouwen die niet in eigendom zijn ?

Provincie : Oost-Vlaanderen

Baˆtiments judiciaires

Commune — Gemeente

Gerechtelijke Gebouwen

Adresse — Adres

Service justice — dienst Justitie

Alost. — Aalst Graanmarkt 1 Bevere (Audenarde. — Oudenaarde)Industriepark De Bruwaen 35 Beveren Gravendreef 3 Braine. — Brakel Kasteelstraat 58 Deinze Brielstraat 25 Termonde. — Dendermonde Zwarte Zustersstraat 10 Termonde. — Dendermonde Zwarte Zustersstraat 8 Termonde. — Dendermonde Justitieplein 1 Termonde. — Dendermonde Noordlaan 31 Termonde. — Dendermonde Kazernestraat 15 Termonde. — Dendermonde Termonde. — Dendermonde Gand. — Gent Gand. — Gent Gand. Gand. Gand. Gand.

— — — —

Gent Gent Gent Gent

Gand. — Gent Gand. — Gent Gand. — Gent Gand. — Gent Gand. — Gent Geraardsbergen Hamme Herzele Kruishoutem

Hoogveld 5 Zwarte Zustersstraat 2 Henegouwenstraat 95 Oude Schaapmarkt 22 Koophandelsplein 23 Kalandeberg 2 Koophandelsplein 21 Nieuwe Vaart 118 Jubileumlaan 21 Brabantdam 33 Martelaarslaan 17 Catalonie¨straat 6 Opgeeïstenlaan Stationsplein 17 Meulenbroekstraat 20 Stationsstraat 6 Nieuw Plein 5


Justitie (AC) 5 opslagruimte aangeslagen goederen Vredegerecht Vredegerecht Vredegerecht (AC) Jeugdrechtbank Justitiehuis gerechtshof uitbreiding Justitie loodsen aangeslagen goederen archiefloodsen uitbreiding Justitie Jeugdrechtbank Rechtbank Koophandel Groot gerechtshof Arbeidsrechtbank Gerechtshof-bijgebouw loods aangeslagen voertuigen Veiligheid van de Staat Arbeidshof diverse gerechtelijke diensten Justitiehuis nieuw gerechtsgebouw Vredegerecht Vredegerecht (AC) Vredegerecht (AC) Vredegerecht (AC)

2006

2007

m2 brut — bruto m2 Propriété féd. — Fed. eigendom

Louer — Gehuurd

5 859

R 1 080

438 434 570 1 192 269 8 547 1 953

L R R R R R R R

601 2 850 875 1 964

L L L R R

2 839 13 404 4 228 3 541

R R R 2 395 306 3 633 13 959 1 725 52 514

721 586 893 333

Code Gestion — Beheercode

L L L L L L R R R R


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32095


Ninove Audenarde. — Oudenaarde Audenarde. — Oudenaarde Audenarde. — Oudenaarde Audenarde. — Oudenaarde Audenarde. — Oudenaarde Renaix. — Ronse Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas Wetteren Zele Zelzate

Adresse — Adres

Bevrijdingslaan 7 Marlboroughlaan 4 Bourgondie¨straat 5 Kasteelstraat 18 Beverestraat 7 B Lappersfort 1 Grote Markt 20 Kazernestraat 10 Gentsesteenweg 90 Rinkhout Suikerkaai 10


Vredegerecht (AC) Justitie (AC) gerechtshof Politierechtbank Vredegerecht Justitiehuis Vredegerecht (AC) Justitie Vredegerecht (AC) loods aangeslagen goederen Vredegerecht (AC)

Total baˆtiments judiciaires. — totaal gerechtelijke gebouwen :


Louer — Gehuurd

947 1 506 7 222


Termonde. — Dendermonde Gand. — Gent Audenarde. — Oudenaarde

697 4 991 589

L

3 600 922

R 85 782 m2

64 645

150 427 m2

Strafinrichtingen

Adresse — Adres


Sint-Jacobsstraat 26 prison. — gevangenis Nieuwe Wandeling 89 prison. — gevangenis Bourgondie¨straat 6 prison. — gevangenis Total Baˆtiments pénals. — totaal strafinrichtingen :


Total baˆtiments judiciaires Flandre orientale. — Totaal gebouwen Justitie OostVlaanderen :

43 573

b) Ce tableau vous donne déjà les surfaces au sol brutes. En ce qui concerne la surface utile, la question doit être posée à la Régie des Baˆtiments qui dispose de plans détaillés des baˆtiments respectifs.

2006

Louer — Gehuurd

R R R — m2 43 573 m2

108 218 Propriété féd. — Fed. eigendom

Propriété fédérale + baˆtiments louer. — Federaal eigendom + huurgebouwen :


8 140 22 442 12 991

Propriété fédérale + baˆtiments louer. — Federaal eigendom + huurgebouwen :


R R R L L L R R R

1 088 299 857

Propriété fédérale + baˆtiments louer. — federaal eigendom + huurgebouwen :

Baˆtiments pénals


85 782

m2

Louer — Gehuurd 194 000 m2

b) Deze tabel vermeldt reeds de brutovloeroppervlakten. De vraag over de nuttige oppervlakte moet worden gesteld aan de Regie der Gebouwen, die over detailplannen van de respectieve gebouwen beschikt. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32096

2. a) et b) Dans la colonne « code de gestion », le code R représente une propriété fédérale, gérée par la Régie des baˆtiments. Le code L sont les baˆtiments loués par la Régie des baˆtiments.

2. a) en b) In de kolom « beheercode » staat de code R voor een federale eigendom, beheerd door de Regie der Gebouwen. Code L staat voor de gebouwen die de Regie der Gebouwen huurt.

c) La question sur les contrats de location doit être posée à mon collègue Didier Reynders, vice-premier ministre et ministre des Finances (question no 788 du 10 mai 2005), et aussi ministre de tutelle de la Régie des Baˆtiments, qui gère tous les contrats de location des baˆtiments fédéraux.

c) De vraag over de huurovereenkomsten moet worden gesteld aan mijn collega Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Financie¨n (vraag nr. 788 van 10 mei 2005) alsmede aan de voogdijminister van de Regie der Gebouwen, die alle huurovereenkomsten voor de federale gebouwen beheert.

d) D’après mes informations, aucun des baˆtiments mentionnés n’est sous leasing.

d) Volgens de informatie waarover ik beschik, wordt geen van de vermelde gebouwen geleased.

3. La question du paiement des baˆtiments qui ne sont pas propriétés de l’E´tat, doit aussi être posée au ministre de tutelle de la Régie qui gère tous les contrats de locations des baˆtiments fédéraux.

3. De vraag over de betaling van de gebouwen die geen eigendom van de Staat zijn, moet eveneens gesteld worden aan de voogdijminister van de Regie der Gebouwen, die alle huurovereenkomsten voor de federale gebouwen beheert.

DO 2006200709202

DO 2006200709202

Question no 1160 de M. Stijn Bex du 22 novembre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1160 van de heer Stijn Bex van 22 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Couˆt annuel des cultes et le nombre de ministres par culte.

Jaarlijkse kostprijs en het aantal bedienaren per eredienst.

En vertu de l’article 181 de la Constitution, les traitements et pensions des ministres des cultes et des délégués des organisations reconnues qui offrent une assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle sont à la charge de l’E´tat.

Krachtens artikel 181 van de Grondwet komen de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erediensten en van de erkende niet-confessionele organisaties ten laste van de Staat.

1. Combien de ministres étaient prévus par culte reconnu en 2005 ? Pourriez-vous ventiler ces chiffres par fonction (par exemple, prêtre, évêque, etc. pour le culte catholique romain) ?

1. Hoeveel bedienaars per erkende eredienst zijn er anno 2005 vastgesteld per functie (bijvoorbeeld : pastoor, bisschop, en dergelijke voor de roomskatholieke eredienst) ?

2. Combien de ces fonctions sont réellement occupées et sont donc à charge du budget de l’E´tat ?

2. Hoeveel van die functies worden daadwerkelijk ingevuld en zijn dus ten laste van de begroting ?

3. Pouvez-vous fournir les derniers chiffres disponibles relatifs au couˆt total et aux dépenses ventilées par culte, en ce qui concerne les ministres des différents cultes ?

3. Wat is de totale kostprijs en de kostprijs per eredienst voor de uitgavepost bedienaars van de erediensten voor de meest recente periode ?

4. De quelles autres allocations chaque culte bénéficie-t-il ?

4. Welke bedragen worden daarnaast nog aan elke eredienst uitbetaald ?

Cette question ne concerne donc pas les montants inscrits au budget mais les chiffres les plus récents du compte.

Het betreft dus niet de bedragen van de begroting maar wel de meest recente cijfers van de rekening.

5. Pouvez-vous fournir un tableau traduisant l’évolution, au cours des deux dernières années, du couˆt total, d’une part, et des dépenses afférentes à chaque culte individuel, de l’autre ?

5. Kan u mij ook een tabel bezorgen met de evolutie van de totale kostprijs en de evolutie van de kostprijs apart per eredienst tijdens de voorbije twee jaar ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32097

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 avril 2007, à la question no 1160 de M. Stijn Bex du 22 novembre 2006 (N.) : Voici les éléments de réponses demandés :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 24 april 2007, op de vraag nr. 1160 van de heer Stijn Bex van 22 november 2006 (N.) : Hier volgen de gegevens als basis voor de verzochte antwoorden :

1. Le 1 janvier 2006 le cadre des ministres des cultes était composé, suite au divers arrêtés royaux par lesquels un traitement de ministre du culte avait été pris en charge par le Trésor, comme le tableau qui suit. Culte catholique

1. Op 1 januari 2006 vormde de hiernavolgende tabel het kader van de bedienaren van de erediensten. Dit kader vloeit voort uit de verschillende koninklijke besluiten waarbij een wedde van een bedienaar van een erkende eredienst ten laste van de Schatkist werd genomen. Katholieke eredienst

Archevêque .................................................... E´vêque ........................................................... Vicaire général d’Archevêché ......................... Vicaire général d’E´vêché ................................ Chanoine d’Archevêché ................................. Chanoine d’E´vêché ........................................ Secrétaire d’Archevêché ................................. Secrétaire d’E´vêché ........................................ Curé .............................................................. Desservant ..................................................... Vicaire ........................................................... Chapelain ......................................................

1 7 5 21 12 56 11 43 264 3 635 2 650 224

Aartsbisschop ................................................ Bisschop ........................................................ Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom ........... Vicaris-Generaal van het Bisdom ................... Kanunnik van het Aartsbisdom ..................... Kanunnik van het Bisdom ............................. Secretaris van het Aartsbisdom ...................... Secretaris van het Bisdom .............................. Pastoor .......................................................... Kerkbedienaar ............................................... Onderpastoor ................................................ Kapelaan .......................................................

1 7 5 21 12 56 11 43 264 3 635 2 650 224

Total .............................................................

6 929

Total .............................................................

6 929

Culte protestant — évangélique

Protestants — Evangelische eredienst

Pasteur-président du Synode .......................... Secrétaire ....................................................... Premier pasteur ............................................. Pasteur .......................................................... Second pasteur .............................................. Pasteur auxiliaire ...........................................

2 7 36 72 6 5

Predikant-voorzitter van de Synode ............... Secretaris ....................................................... Eerste predikant ............................................ Predikant ....................................................... Tweede predikant .......................................... Hulppredikant ...............................................

2 7 36 72 6 5

Total .............................................................

128

Totaal ...........................................................

128

Culte anglican

Anglicaanse eredienst

Chapelain des églises d’Anvers et d’Ixelles .... Chapelain des autres églises ...........................

7 10

Kapelaan van de kerken te Antwerpen en te Elsene ............................................................ Kapelaan van de andere kerken .....................

7 10

Total .............................................................

17

Totaal ...........................................................

17

Culte israélite

Israe¨litische eredienst

Grand Rabbin de Belgique ............................ Grand Rabbin ............................................... Secrétaire du Consistoire central ...................

1 4 3

Groot Rabbijn van Belgie¨ .............................. Groot Rabbijn ............................................... Secretaris van het Centraal consistorie ..........


2006

2007

1 4 3


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32098

Rabbin .......................................................... Ministre officiant ...........................................

12 22

Rabbijn ......................................................... Officie¨rend bedienaar ....................................

12 22

Total .............................................................

42

Totaal ...........................................................

42

Culte orthodoxe

Orthodoxe eredienst

Métropolite Archevêque ................................ Archevêque .................................................... E´vêque ........................................................... Vicaire général .............................................. Secrétaire ....................................................... Curé-doyen .................................................... Desservant ..................................................... Vicaire ...........................................................

1 2 1 1 2 0 35 11

Metropoliet-Aartsbisschop ............................. Aartsbisschop ................................................ Bisschop ........................................................ Vicaris-generaal ............................................. Secretaris ....................................................... Pastoor-deken ................................................ Bedienaar ...................................................... Onderpastoor ................................................

1 2 1 1 2 0 35 11

Total .............................................................

53

Totaal ...........................................................

53

2. D’abord, il faut remarquer que, dans la première colonne, les données des places remplies concernent aussi bien les nominations à 150 %, 100 % et 50 %. Dans la deuxième colonne, vous trouverez le nombre de places remplies et, dans la troisième colonne, le nombre de places correspondants équivalent temps plein (ETP). Le 1er janvier 2006, les données sont celles reprises ci-dessous.

2. Vooreerst wens ik op te merken dat de gegevens met betrekking tot de ingevulde plaatsen in de eerste kolom betrekking hebben op de benoemingen aan 150 %, 100 % en 50 %. In de tweede kolom vindt u het aantal ingevulde plaatsen en in de derde kolom het aantal plaatsen dat overeenstemt met het voltijds equivalent (OVE). Op 1 januari 2006 geeft dit de onderstaande gegevens.

Culte catholique

Katholieke eredienst

%

Archevêque — Aartsbisschop ............................................... E´vêque — Bisschop .............................................................. Vicaire général d’Archevêché — Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom ......................................................................... Vicaire général d’E´vêché — Vicaris-generaal van het Bisdom Chanoine d’Archevêché — Kanunnik van het Aartsbisdom .. Chanoine d’E´vêché — Kanunnik van het Bisdom ................. Secrétaire d’Archevêché — Secretaris van het Aartsbisdom .. Secrétaire d’E´vêché — Secretaris van het Bisdom ................. Curé — Pastoor ....................................................................

Desservant — Kerkbedienaar ................................................


2006

2007

Nombre de personnes physiques occupant au moins cette fonction — Aantal fysieke personen die minimaal deze functie bekleden

100 % 100 %

1 7

100 % 100 % 100 % 100 % 50 % 100 % 100 % 50 % 150 % 100 % 50 % 150 % 100 % 50 %

5 20 12 46 1 10 40 2 1 202 21 729 724 281

ETP — OVE

1 7 5 20 12 46,5 10 41 214

1 958


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32099

%

Chapelain — Kapelaan .........................................................

150 % 100 % 50 % 150 % 100 % 50 %

Vicaire — Onderpastoor .......................................................

Nombre de personnes physiques occupant au moins cette fonction — Aantal fysieke personen die minimaal deze functie bekleden 1 38 87 81 888 304 3 021

Culte protestant — évangélique

83

1 191,5

3 559

Protestants-Evangelische eredienst

%

Pasteur-président du Synode. — Predikant-voorzitter van de Synode .................................................................................. Premier pasteur — Eerste predikant .....................................

100 % 100 % 50 % 100 % 100 % 100 % 100 %

Secrétaire. — Secretaris ........................................................ Pasteur. — Predikant ............................................................ Second pasteur. — Tweede predikant ................................... Pasteur auxiliaire. — Hulppredikant ....................................

Culte anglican


ETP — OVE

2 31 1 7 62 4 3

2 31,5 7 62 4 3

110

109,5

Anglicaanse eredienst

%

Chapelain des églises d’Anvers et d’Ixelles — Kapelaan van de kerken te Antwerpen en te Elsene ......................................... Chapelain des autres églises. — Kapelaan van de andere kerken ...................................................................................


ETP — OVE

2006

2007


ETP — OVE

100 %

4

4

100 % 50 %

7 1

7 0,5

12

11,5


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32100

Culte israélite

Israe¨litische eredienst

%

Grand Rabbin de Belgique. — Groot Rabbijn van Belgie¨ ..... Grand Rabbin. — Groot Rabbijn ......................................... Secrétaire du Consistoire central. — Secretaris van het Centraal consistorie .............................................................. Rabbin. — Rabbijn .............................................................. Ministre officiant. — Officie¨rend bedienaar .........................


100 % 100 % 50 %

0 3 1

0 3 0,5

100 % 50 % 100 % 50 % 100 % 50 %

2 1 7 1 15 5

2 0,5 7 0,5 15 0,5

35

31

Culte orthodoxe

Orthodoxe eredienst

%

Métropolite Archevêque.— Metropoliet-Aartsbisschop ......... Archevêque — Aartsbisschop E´vêque — Bisschop .............................................................. Vicaire général (+ desservant 50 %). — Vicaris-generaal (+ bedienaar 50 %) ............................................................... Secrétaire. — Secretaris ........................................................ Curé-doyen. — Pastoor-deken .............................................. Vicaire — Onderpastoor ....................................................... Desservant — Bedienaar .......................................................


100 % 100 % 100 % 100 %

1 2 1 1

100 %

2 0 9 31 1

100 % 100 % 50 %

48

En ce qui concerne le culte musulman, je dois indiquer qu’au 1er janvier 2006, aucun nombre ne peut être


ETP — OVE

2006

ETP — OVE

1 2 1 1 (+ 0,5 desservant — bedienaar 50 %) 2 9 31 0,5 48

Wat de islamitische eredienst betreft, dien ik erop te wijzen dat op 1 januari 2006 nog geen enkel aantal 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32101

fixé et surtout aucun traitement n’est intervenu à charge du budget.

kon vastgesteld worden en dat er vooralsnog geen enkele wedde ten laste van de begroting werd gelegd.

Les procédures régionales de reconnaissance des mosquées sont en cours.

De gewestelijke erkenningsprocedure moskeee¨n zijn aan de gang.

3. Les chiffres qui suivent, répartis culte par culte, sont des estimations. En effet, un programme permettant le suivi des dépens concernant les traitements des ministres des cultes reconnus est en développement, mais pas encore opérant en ce moment. Il n’y a qu’un chiffre global repris des comptes. Une répartition ne signifie en tout cas pas qu’une enveloppe est alloué à chaque culte, cela n’étant qu’une des pistes proposés par la Commission des sages.

3. De cijfers die hierna volgen en die per eredienst werden opgesplitst zijn een raming. Op dit ogenblik is een programma in ontwikkeling dat moet toelaten de uitgaven voor de wedden van de bedienaars van de erediensten per eredienst op te splitsen, maar dat is op dit ogenblik nog niet mogelijk. Er wordt dus enkel een globaal cijfer in de rekeningen opgenomen. Dergelijke opsplitsing betekent echter niet dat een enveloppe aan elke eredienst wordt toegekend. Dat is slechts één van de pistes welke door de Commissie van Wijzen werd aangereikt.

Culte catholique ..................................

75 967 096,58

Katholieke eredienst ............................

75 967 096,58

Culte protestant évangélique ................

3 554 552,47

Protestants-evangelische eredienst ........

3 554 552,47

Culte anglican .....................................

310 627,49

Anglicaanse eredienst ...........................

310 627,49

Culte israélite ......................................

892 812,53

Israe¨litische eredienst ...........................

892 812,53

Culte orthodoxe ..................................

1 160 696,57

Orthodoxe eredienst ............................

1 160 696,57

Culte musulman ..................................

68 690,44

Islamitische eredienst ...........................

68 690,44

Total ...................................................

79 411 413,01

Totaal ..................................................

79 411 413,01

4. Outre les chiffres du tableau ci-dessus, je peux également vous donner le montant global de l’estimation des primes de fin d’année et de la régularisation pour l’ensemble des cultes, à l’exception du culte musulman. En effet, les deux estimations étant basées sur les données de 2005, les estimations pour le culte musulman sont égales à zéro vu que pour ce culte, aucune prime de fin d’année n’a été payée en 2005 et qu’aucune régularisation n’a eu lieu pour cette année.

van

4. Naast de cijfers uit de vorige tabel kan ik u nog het globale cijfer voor de geraamde eindejaarspremies en geraamde reguralisatie geven voor alle erediensten samen, uitgezonderd de Islamitische eredienst. Aangezien beide ramingen immers gebaseerd zijn op de gegevens van 2005 heeft dit tot gevolg dat de ramingen voor de Islamitische eredienst nihil zijn nu er voor deze eredienst geen eindejaarspremies werden uitgekeerd in 2005 of regularisaties werden doorgevoerd voor dat jaar.

Estimation prime de fin d’année

Geraamde eindejaarspremie

Culte musulman ..................................

0,00


0,00

Autres cultes ........................................

2 556 662,31

Overige erediensten .............................

2 556 662,31

Estimation régularisation

Geraamde reguralisatie

Culte musulman ..................................

0,00


0,00

Autres cultes ........................................

310 711,03

Overige erediensten .............................

310 711,03


de

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32102

5. Il est un fait que par le passé, le budget annuel relatif aux traitements des ministres des cultes reconnus était confectionné globalement et non par culte. Concernant les dépenses pour les ministres des cultes reconnus, je peux donc uniquement vous donner un aperçu pour le culte musulman d’une part et pour tous les autres cultes reconnus (catholique, protestant évangélique, anglican, orthodoxe et israélite) d’autre part.

2004 Culte musulman ............... Autres cultes ....................

0,00 81 984 464,65

5. Het is zo dat in het verleden de jaarlijkse begroting met betrekking tot de wedden van de bedienaren van de erkende erediensten globaal werd opgemaakt en niet per eredienst. Voor de uitgaven aan de bedienaren van de erkende erediensten kan ik u derhalve enkel een overzicht bieden voor de Islamitische eredienst enerzijds en alle overige erkende erediensten (Katholieke, Protestants-evangelische, Anglicaanse, Orthodoxe en Israe¨litische) anderzijds.

2005

2004

0,00 82 354 763,40

Islamitische eredienst ....... Overige erediensten ..........

0,00 81 984 464,65

2005 0,00 82 354 763,40

DO 2006200709277

DO 2006200709277

Question no 1174 de Mme Dalila Douifi du 5 décembre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1174 van mevrouw Dalila Douifi van 5 december 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Politique judiciaire en matière de préservation de l’environnement et de la nature.

Justitie¨le beleid milieu en natuurbehoud.

Ma question a trait à la poursuite et à la répression des délits environnementaux, qui doivent faire partie des priorités de la Justice. Il appartient en effet aux pouvoirs publics d’indiquer clairement que de tels délits ne peuvent rester impunis. Une politique de répression efficace constitue en effet la clé de vouˆte d’une gestion environnementale globale, et en fait partie intégrante.

Mijn vraag heeft betrekking op de vervolging en de handhaving van milieumisdrijven. Milieumisdrijven dient tot een der prioriteiten van justitie te behoren omdat de overheid ook het signaal moet kunnen geven dat deze misdrijven niet ongestraft kunnen blijven. Een efficie¨nt handhavingsbeleid vormt immers het sluitstuk en een essentieel onderdeel van een volwaardig natuurbeleid.

Au sein de la Commission relative à la politique de poursuites en matière d’environnement et d’aménagement du territoire (« Commissie Vervolgingsbeleid voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening »), il a été convenu il y a quelques années que la note de priorités et son application feraient l’objet d’une évaluation régulière. Une évaluation complète serait réalisée dès qu’une expérience suffisante aurait été acquise dans le cadre de cette note. ` l’automne 2002, le ministre de la Justice de A l’époque avait publié des chiffres concernant les délits environnementaux commis au cours de l’année 2000. La conclusion était affligeante : dans notre pays, les délits environnementaux restent bien trop souvent impunis : soit ils sont classés sans suite, soit leurs auteurs bénéficient d’une conciliation mais n’encourent presque jamais de peine. En 2000, 13 490 délits, dont la majorité consistaient en des dépoˆts clandestins, ont été constatés en Belgique. Deux ans plus tard, très peu d’infractions ont abouti à un jugement : 4 % à Anvers, 0,4 % à Bruxelles et à Tongres, 0,8 % à Gand, 0,6 % à Ypres et 0 % à Furnes et à Louvain.

In de « Commissie Vervolgingsbeleid voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening » werd een paar jaar terug afgesproken dat de prioriteitennota en de toepassing ervan geregeld zouden worden gee¨valueerd. Er zou een volledige evaluatie komen zodra er voldoende ervaring met deze nota zou zijn.


2006

In het najaar van 2002 werden cijfers inzake milieudelicten bekendgemaakt door de toenmalige minister van Justitie. De conclusie was bedroevend : milieumisdrijven blijven in ons land in veel te veel gevallen straffeloos. Het betrof cijfers over milieumisdrijven in het jaar 2000. Milieumisdrijven worden ofwel geseponeerd, ofwel krijgen de daders een minnelijke schikking. Maar een straf krijgen ze bijna nooit. In 2000 werden in Belgie¨ 13 490 misdrijven vastgesteld. Twee jaar later hebben maar heel weinig overtredingen tot een vonnis geleid : in Antwerpen 4 %, in Brussel en Tongeren 0,4 %, in Gent 0,8 %, in Ieper 0,6 %, in Veurne en in Leuven was dat 0 %. Het gros van de overtredingen ging toen om sluikstortingen. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32103

Il s’agissait en tout état de cause de chiffres inquiétants, qui nous ont confortés dans la conviction que l’appareil judiciaire fait preuve de laxisme à l’égard de tels délits.

Dit waren in elk geval verontrustende cijfers, die ons sterkten in ons vermoeden dat het gerechtelijke apparaat inzake deze misdrijven, te laks optreedt.

Je souhaiterais connaıˆtre l’état actuel de la situation dans ce domaine.

Ik zou een actueel zicht op deze materie willen krijgen.

1. Combien de fois la commission précitée s’est-elle réunie depuis sa création ?

1. Hoeveel keer is de Commissie Vervolgingsbeleid voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening sinds de oprichting ervan bijeen gekomen ?

2. Quels points spécifiques relatifs aux délits environnementaux, au suivi et à la répression de ceux-ci ont été abordés ?

2. Welke specifieke punten inzake milieudelicten en de opvolging en vervolging ervan werden er besproken ?

3. Quelles priorités a-t-on fixées concernant les travaux ? ` quelle(s) évaluation(s) a-t-on entre-temps 4. A procédé en ce qui concerne la note de priorités ?

3. Welke prioriteiten werden er geformuleerd inzake de werkzaamheden ?

5. Je souhaiterais également obtenir les chiffres relatifs aux délits environnementaux commis ces dernières années : le nombre de délits constatés et leur nature, le nombre de jugements prononcés, le nombre de poursuites intentées, le nombre de classements sans suite et le nombre de peines prononcées.

5. Graag ontvang ik ook de cijfers van de voorbije jaren inzake milieudelicten : aantal vastgestelde misdrijven en dewelke, aantal vonnissen, aantal vervolgingen, aantal sepo’s en aantal straffen.

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 27 avril 2007, à la question no 1174 de Mme Dalila Douifi du 5 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 27 april 2007, op de vraag nr. 1174 van mevrouw Dalila Douifi van 5 december 2006 (N.) :

Avant de communiquer les éléments de réponse, il convient de rappeler que la Commission relative à la politique de poursuites en matière d’environnement et d’aménagement du territoire, plus connue sous l’appellation générale « Commissie Vervolgingsbeleid », a été créée en octobre 1993 sur décision du Collège des procureurs généraux.

Alvorens de verschillende antwoordelementen te leveren, dient te worden herhaald dat de Commissie Vervolgingsbeleid voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening, beter gekend onder de naam « Commissie Vervolgingsbeleid », in oktober 1993, bij beslissing van het College van procureurs-generaal, werd opgericht.

Composée de représentants des parquets généraux et des administrations régionales, cette plate-forme de concertation a pour mission essentielle d’établir des priorités en matière de politique de recherche et de poursuite des infractions commises aux législations environnementales et urbanistiques, ainsi que des conventions de travail.

De hoofdtaak van dit overlegplatform, bestaande uit vertegenwoordigers van de parketten-generaal en regionale administraties, is het stellen van prioriteiten inzake het opsporings- en vervolgingsbeleid van inbreuken op de milieu- en stedenbouwkundige wetgevingen en het maken van werkafspraken.

Déjà dans ma réponse aux questions no 3-243 du 5 septembre 2003 posée par M. Hugo Vandenberghe (Questions et Réponses, Sénat, no 3-5 du 2 décembre 2003, p. 328) et 3-2333 du 11 mars 2005 posée par Mme Fauzaya Talhaoui (Questions et Réponses, Sénat, no 3-58 du 17 janvier 2006, p. 5213), j’ai précisé que la lutte contre la criminalité en matière environnementale est considérée par le ministère public comme une priorité et bénéficie de l’attention nécessaire, ainsi qu’en témoigne la désignation d’au moins un magistrat de référence pour l’environnement dans chaque parquet de procureur du Roi. De même, un magistrat du parquet général de la cour d’appel de Bruxelles

In mijn antwoord op vragen nr. 3-243 van 5 september 2003, gesteld door de heer Hugo Vandenberghe (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-5 van 2 december 2003, blz. 328) en nr. 3-2333 van 11 maart 2005, gesteld door mevrouw Fauzaya Talhaoui (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-58 van 17 januari 2006, blz. 5213), heb ik reeds benadrukt dat de bestrijding van ernstige vormen van leefmilieucriminaliteit als prioriteit door het openbaar ministerie wordt beschouwd en de nodige aandacht krijgt. Dit blijkt onder meer uit het feit dat in elk parketgeneraal en parket van de procureur des Konings minstens één « referentiemagistraat leefmilieu » werd aangewezen en


2006

4. Welke evaluatie(s) werd(en) er ondertussen gemaakt inzake de prioriteitennota ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32104

assure un roˆle de coordination en ce qui concerne la lutte contre la criminalité environnementale au niveau du ressort ainsi qu’aux niveaux régional et fédéral, eu égard à l’article 2, 3o, de l’arrêté royal du 6 mai 1997 relatif aux taˆches spécifiques des membres du Collège des procureurs généraux.

dat bij het parket-generaal bij het hof van beroep van Brussel een magistraat belast werd met een coo¨rdinerende taak inzake de bestrijding van de ieefmilieucriminaliteit op ressortelijk, gewestelijk en federaal niveau, gelet op artikel 2, 3o van koninklijk besluit van 6 mei 1997 betreffende de specifieke taken van de leden van het College van procureurs-generaal.

D’autre part, pour répondre au préambule de votre question qui fait était d’un nombre important de classement sans suite, je me réfère à nouveau à la réponse que j’ai apportée à la question 3-2333 (voir supra) et j’invite Mme la députée à la consulter. J’y ai insisté sur l’importance d’avoir égard au motif du classement sans suite, en ce qui concerne les affaires classées sans suite. Il appert clairement dans ma réponse qu’une analyse minutieuse des raisons qui ont motivé le classement sans suite indique qu’il convient de nuancer davantage à cet égard et qu’il n’est donc pas correct de prétendre que toutes ces affaires se sont soldées par un classement sans suite pur et simple. La priorité des membres du ministère public est en effet accordée à la régularisation de la situation environnementale dommageable avant la poursuite en correctionnelle dans le but de pouvoir assurer une protection de l’environnement aussi grande que possible pour l’avenir.

Als reactie op de inleiding van uw vraag waarin sprake is van een groot aantal seponeringen, verwijs ik opnieuw naar het antwoord op vraag 3-2333 (zie supra) en vraag ik mevrouw de volksvertegenwoordiger deze te willen raadplegen. Hierin benadruk ik dat het voor de zonder gevolggestelde zaken belangrijk is rekening te houden met het motief tot seponering. Uit mijn antwoord blijkt duidelijk dat een nauwgezette analyse van de redenen tot seponering aangeeft dat dit dient te worden genuanceerd en dat niet kan worden beweerd dat al deze zaken op een seponering zijn uitgelopen. De prioriteit van de leden van het openbaar ministerie gaat immers uit naar het regulariseren van de situatie die schadelijk is voor het milieu, alvorens correctioneel te vervolgen. Op die manier wordt een zo groot mogelijke bescherming voor de toekomst aan het milieu geboden.

J’en viens maintenant à l’objet même de votre question.

Wat betreft het onderwerp van uw vraag, kan ik u volgende antwoordelementen meedelen.

1 à 4. La « Commissie Vervolgingsbeleid » s’est réunie à une occasion au cours de l’année 2006 afin d’examiner le projet de décret du Conseil flamand complétant le décret du Conseil flamand du 5 avril 1995 contenant les dispositions générales concernant la politique de l’environnement d’un titre XVI Surveillance, maintien et mesures de sûreté, et de formuler un avis. Ce texte prévoit notamment la disparition de la « Commissie Vervolgingsbeleid » et son remplacement par un nouvel organe, le « Hoge Raad voor de milieuhandhaving ».

1 tot 4. De « Commissie Vervolgingsbeleid » is een keer samengekomen in 2006 om het ontwerp van decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen te bekijken en een advies te formuleren. Deze tekst voorziet namelijk in het verdwijnen van de « Commissie Vervolgingsbeleid » en de vervanging ervan door een nieuw orgaan, de Hoge Raad voor de milieuhandhaving.

5. Sur base des renseignements fournis par le Collège des procureurs généraux, je peux vous communiquer les éléments de réponse suivants.

5. Op basis van de inlichtingen die me door het College van procureurs-generaal werden gegeven, kan ik u volgende antwoordelementen meedelen.

Tout d’abord, il importe de tenir compte des remarques générales suivantes :

Allereest moet rekening worden gehouden met volgende algemene opmerkingen :

a) Les chiffres repris dans les tableaux ci-après proviennent des banques de données alimentées par les enregistrements des sections correctionnelles des parquets près les tribunaux de première instance et le parquet fédéral.

a) De cijfers uit de tabellen zijn afkomstig uit de databanken die gevoed worden met de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en het federaal parket.

b) Des 28 parquets que compte notre pays (en ce compris le parquet fédéral), il y en a 27 qui introduisent les affaires correctionnelles dans le système informatique REA/TPI. Il n’a pas été tenu compte

b) Van de 28 parketten die ons land telt (met inbegrip van het federaal parket) zijn er 27 die correctionele zaken invoeren in het geı¨nformatiseerd systeem REA/TPI. Er werd geen rekening gehouden met


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32105

du parquet d’Eupen étant donné que ce parquet n’enregistre pas ses dossiers dans le système informatique. REA/TPI.

het parket van Eupen aangezien men daar geen dossiergegevens in REA/TPI registreert.

c) Les données traitées dans le cadre du système informatique REA/TPI concernent uniquement les infractions correctionnelles qui ont été commises par des personnes majeures. Les affaires qui sont enregistrées au niveau des parquets de la jeunesse ne sont donc pas prises en considération.

c) De gegevens die in het kader van het geı¨nformatiseerd systeem REA/TPI behandeld worden, betreffen enkel correctionele inbreuken die gepleegd werden door meerderjarige personen. Er wordt dus geen rekening gehouden met de zaken die geregistreerd worden op het niveau van de jeugdparketten.

d) Le ministère public attribue aux dossiers entrants au parquet un code de prévention principal et éventuellement un ou plusieurs codes de prévention supplémentaires. Il faut en tous les cas attribuer au dossier un code de prévention principal à partir du moment où ce dernier est introduit dans le systèmes informatique des parquets. L’enregistrement des codes de prévention supplémentaires ne se fait pas partout; certains parquets ne les enregistrent pas.

d) Aan de zaken die op het parket toekomen, wordt door het openbaar ministerie een voornaamste tenlastelegging en eventueel één of meerdere bijkomende tenlasteleggingscodes (preventiecodes) toegekend. Er moet in elk geval aan de zaak een voornaamste tenlastelegging toegekend worden op het ogenblik dat deze in het geı¨nformatiseerd systeem van de parketten wordt ingevoerd. De registratie van bijkomende tenlasteleggingen gebeurt niet overal; sommige parketten registreren deze niet.

e) Dans la plupart des parquets, les procès-verbaux simplifiés (PVS) rédigés par les services de police ne sont pas enregistrès dans le système REA/TPI. On ne prend donc pas en compte les PVS repris dans les listings. Toutefois, si le procès-verbal a encore été réclamé par le parquet en deuxième instance, ces affaires sont prises en considération. Certaines infractions traitées dans cette question peuvent dans certaines circonstances (en fonction de la gravité de l’infraction et du fait qu’un suspect a été ou non identifié) n’être traitées que par un PVS sur listing, il s’agit par exemple des cas de dépoˆts clandestins, des nuisances sonores et de la pollution des eaux de surface et souterraines. Pour plus de détails, je vous renvoie à l’annexe 3 de la circulaire diffusée par le Collège des procureurs généraux le 1er juillet 2005 concernant le traitement policier autonome (TPA) et au procès-verbal simplifié (PVS).

e) In de meeste parketten worden de door de politiediensten opgestelde vereenvoudigde processenverbaal (VPV’s) niet in het REA/TPI-systeem geregistreerd. Er werd hier dan ook geen rekening gehouden met die op listing bijgehouden VPV’s. Indien het procesverbaal in tweede instantie alsnog opgevraagd werd door het parket, wordt wel rekening gehouden met deze zaken. Enkele van de inbreuken die in deze vraag behandeld worden, kunnen in bepaalde omstandigheden (afhankelijk van de ernst van de inbreuk en het feit of er een verdachte geı¨dentificeerd werd) slechts middels een VPV op listing afgehandeld worden, het gaat dan bijvoorbeeld om gevallen van sluikstorten, geluidshinder, oppervlakte- en grondwaterverontreiniging. Voor details verwijzen we naar bijlage 3 bij de omzendbrief die het College van procureursgeneraal op 1 juli 2005 verspreidde met betrekking tot het ambtshalve politioneel onderzoek (APO) en het vereenvoudigd procesverbaal (VPV).

Une sélection a été faite de toutes les affaires enregistrées par les parquets sur la base des codes de prévention suivants :

Er werd een selectie gemaakt van alle zaken die door de parketten geregistreerd werden op basis van de volgende tenlasteleggingscodes :

— « 63M »= « Décret forestier »;

— « 63M »= « Bosdecreet »;

— « 63O »= « Décret relatif à la protection de l’environnement contre la pollution due aux engrais »;

— « 63O »= « Mestdecreet »;

— « 64 »= « Environnement (sans autre précision) »;

— « 64 »= « Milieu (niet nader gepreciseerd) »;

— « 64A »= « Pollution de l’air et des eaux »;

— « 64A »= « Lucht- en waterverontreiniging »;

— « 64B »= « Oxyde de carbone (CO) »;

— « 64B »= « Kooloxyde (CO) »;

— « 64C »= « Nuisances sonores »;

— « 64C »= « Geluidshinder »;

— « 64D »= « Commodo-lncommodo »;

— « 64D »= « Commodo-lncommodo »;

— « 64E »= « Dépoˆts clandestins d’immondices »;

— « 64E »= « Sluikstorten »;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32106

— « 64F »= « Gestion des déchets industriels »;

— « 64F »= « Beheer van afvalstoffen »;

— « 64G »= « Extraction illégale d’eau »;

— « 64G »= « Illegale waterwinning »;

— « 64H »= « Exploitation d’un établissement sans autorisation »;

— « 64H »= « Exploitatie van een inrichting zonder vergunning »;

— « 64I » = « Non-respect tion’Vlarem’« ;

— « 64I » = « Niet-naleven Vlarem-wetgeving »;

de

la

réglementa-

— « 64J »= « Conservation de la nature et de l’environnement naturel »;

— « 64J »= « Natuurbehoud en natuurlijk milieu »;

— « 64L » = « Importation et transit de déchets »;

— « 64L »= « Invoer en doorvoer van afvalstoffen »;

— « 64M »= « Pollution des eaux de surface »;

— « 64M »= « Oppervlaktewaterverontreiniging »;

— « 64N »= « Pollution des eaux souterraines ».

— « 64N »= « Grondwaterverontreiniging ».

Lorsque plusieurs des codes de prévention susmentionnés apparaissent dans une même affaire, cette dernière n’est comptée qu’une seule fois, et ce sur la base du code de prévention principal parmi les autres codes de prévention.

Wanneer meerdere van de hierboven opgesomde tenlasteleggingscodes voorkomen binnen eenzelfde zaak, dan wordt de zaak slechts éénmaal geteld en dit op basis van de voornaamste van de binnen die zaak voorkomende tenlasteleggingen.

Dans le tableau 1, vous trouverez par code de prévention le nombre d’affaires entrées au parquet entre le 1er janvier 2001 et le 31 décembre 2005. Les données sont représentées par année d’entrée au parquet, l’unité de comptage est l’affaire (numéro de notice). E´tant donné son caractère de ure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des questions parlementaires).

In tabel 1 vindt men per tenlastelegging het aantal zaken dat op de parketten binnenkwam tussen 1 januari 2001 en 31 december 2005. De gegevens worden gepresenteerd per jaar van binnenkomst op het parket, de teleenheid is gelijk aan de zaak (= het notitienummer).

Il a été demandé d’indiquer « le nombre de jugements prononcés, le nombre de poursuites intentées, le nombre de classements sans suite et le nombre de peines prononcées ». Afin de pouvoir répondre dans la mesure du possible, le tableau 2 présente l’état d’avancement de chacune de ces affaires à la date de l’extraction des données, à savoir le 10 juillet 2006. Les données sont présentées par code de prévention, l’unité de comptage est également l’affaire.

Er wordt gevraagd naar het « aantal vonnissen, aantal vervolgingen, aantal sepo’s en aantal straffen ». Om hieraan in de mate van het mogelijke tegemoet te komen presenteren we in tabel 2 de vooruitgangsstaat die elk van deze zaken kende op de datum van de laatste gegevensextractie, zijnde 10 juli 2006. De gegevens worden gepresenteerd per tenlastelegging, de teleenheid is opnieuw gelijk aan de zaak.

Le tableau 3 donne un aperçu des motifs évoqués lors du classement sans suite de ces affaires. La loi impose au procureur du Roi de motiver sa décision (article 28quater, alinéa 1er du Code d’instruction criminelle, introduit par la loi du 12 mars 1998). Les parquets disposent d’une liste plus détaillée de motifs de classement sans suite, uniforme au niveau national et formalisée à la suite de la « réforme Franchimont ». Les rubriques figurent à l’annexe 1 de la circulaire COL 12/98 du Collège des procureurs généraux concernant l’application de la loi du 12 mars 1998.

Tabel 3 geeft een overzicht van de motieven die gehanteerd werden bij het zonder gevolg stellen van deze zaken. De wet legt aan de procureur des Konings de verplichting op om zijn beslissing te motiveren (artikel 28quater, lid 1 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd door de wet van 12 maart 1998). De parketten beschikken over een verfijnde lijst van motieven tot zonder gevolgstelling die uniform is voor het hele land en geformaliseerd is als gevolg van de Franchimont-hervorming. De rubrieken zijn weergegeven in bijlage 1 van de omzendbrief COL 12/98 van het College van procureurs-generaal betreffende de toepassing van de wet van 12 maart 1998.

E´tant donné que les données ci-dessous sont présentées au niveau de l’affaire et qu’il apparaıˆt dans la

Aangezien bovenstaande gegevens op zaakniveau gepresenteerd werden terwijl mevrouw de volksverte-


2006

Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire vragen).

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32107

question que madame la députée est intéressée par ce qui se passe au niveau des suspects, il me semble recommandé d’également présenter les données susmentionnées en utilisant les suspects impliqués dans affaires comme unité de comptage. Je reprends donc comme point de départ les affaires enregistrées entre le 1er janvier 2001 et le 31 décembre 2005 avec les codes de prévention mentionnés ci-dessus.

genwoordiger blijkens de gestelde vragen geı¨nteresseerd is in hetgeen op het niveau van de verdachten gebeurt, lijkt het me aangewezen om bovenstaande gegevens ook te presenteren met als teleenheid de verdachte betrokken in die zaken. Ik vertrek dus opnieuw van alle zaken die tussen 1 januari 2001 en 31 december 2005 geregistreerd werden met de hierboven opgesomde tenlasteleggingscodes.

Le tableau 4 indique le nombre de suspects impliqués dans ces affaires et ce par année d’entrée de l’affaire. L’unité de comptage est donc le suspect. Les affaires pour lesquelles il n’y a pas de suspect connu ne sont pas reprises dans le tableau 4. L’unité de comptage dans le présent tableau et les suivants sont le suspect et une observation est comptabilisée par suspect identifié impliqué dans les affaires sélectionnées.

Tabel 4 toont het aantal verdachten betrokken in deze zaken en dit per jaar van binnenkomst van de zaak. De teleenheid is hier dus gelijk aan de verdachte. Zaken zonder gekende verdachte worden in tabel 4 niet meegeteld. De teleenheid is in deze en de volgende tabellen gelijk aan de verdachte, er wordt dus één observatie geteld per geı¨dentificeerde verdachte betrokken in de geselecteerde zaken.

Bien entendu, l’unité de comptage du tableau 5 est le suspect et il s’agit donc dans le tableau 5 de l’état d’avancement au niveau du suspect (au lieu de l’affaire).

Uiteraard is de teleenheid in tabel 5 gelijk aan de verdachte en gaat het in tabel 5 dus om de vooruitgangsstaat op het niveau van de verdachte (in plaats van de zaak).

Dans le tableau suivant, la répartition a été faite en fonction des suspects qui avaient été cités à comparaıˆtre devant le tribunal de première instance dans le cadre des affaires relatives à l’environnement susmentionnées. Le tableau 6 montre que sur les 4 324 suspects qui étaient référencés au 10 juillet 2006 sous la rubrique « citation et suite » (voir colonne 9 du tableau 5), 3 465 avaient déjà été jugés pour l’affaire à cette même date. Les autres suspects (759 au total) étaient encore dans l’attente de la première audience au cours de laquelle l’affaire serait traitée par le tribunal. Outre cela, au même moment, il y avait bien entendu de nombreux suspects qui au 10 juillet 2006, étaient encore dans l’attente d’une possible comparution (principalement dans les affaires qui se trouvent dans le tableau 5, colonnes 1, 7 et 8).

Volgende tabel spitst zich toe op de verdachten die ooit voor de rechtbank van eerste aanleg gedagvaard werden binnen de hierboven geselecteerde milieuzaken. Tabel 6 toont aan dat van de 4 324 verdachten die zich op 10 juli 2006 in de vooruitgangsstaten « dagvaarding en verder » bevonden (zie kolom 9 binnen tabel 5), er 3 465 waren die op die datum al gevonnist werden binnen de zaak. De overige verdachten (759 in totaal) waren toen nog in afwachting van de eerste zitting waarop de zaak voor de rechtbank behandeld zou worden. Los daarvan waren er op hetzelfde moment uiteraard ook nog heel wat verdachten die op 10 juli 2006 in afwachting waren van een mogelijke dagvaarding (voornamelijk dan de zaken die zich in tabel 5 in de kolommen 1, 7 en 8 bevinden).

Il est important de signaler qu’il ne s’agit pas toujours d’un jugement final. Une grande partie des « autres » décisions (21 % de cette catégorie plus précisément), consiste en des « décisions intermédiaires ». Cependant, si après une décision intermédiaire, une « condamnation » ou un « acquittement » est prononcé à l’égard de la même personne dans la même affaire, seule cette condamnation ou cet acquittement est comptabilisé. Chaque personne jugée n’est donc comptabilisée qu’une seule fois par affaire dans le tableau : dans la colonne « condamnation » ou « acquittement » selon le cas, dans la colonne « autres » s’il n’y a pas (encore) eu de condamnation ou d’acquittement.

Het is van belang erop te wijzen dat het niet steeds een eindvonnis betreft. Een groot deel van de « andere » vonnissen (meerbepaald 21 % van die categorie) bestaat immers uit zogenaamde tussenvonnissen. Indien er na een tussenvonnis echter een « veroordeling » of een « vrijspraak » uitgesproken wordt ten aanzien van dezelfde persoon binnen dezelfde zaak, dan wordt enkel die veroordeling of die vrijspraak geteld. Elke gevonniste persoon wordt per zaak dus slechts één keer geteld in de tabel; in de kolom « veroordeling » of « vrijspraak » indien van toepassing, in de kolom « ander » indien er (nog) geen veroordeling of vrijspraak bevolen werd.

La plus grande partie des « autres » jugements (63 %) consiste en une suspension du prononcé. Le tableau 6 montre que dans la majorité des cas, le tribu-

Het grootste deel van de « andere » vonnissen (63 %) bestaat uit een opschorting van de uitspraak. Tabel 6 toont aan dat er door de rechtbank in de meerderheid


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32108

nal prononce une condamnation et que l’acquittement est plutoˆt rare.

van de gevallen een veroordeling uitgesproken werd en dat een vrijspraak eerder zelden voorkomt.

Ce dernier tableau présente les mêmes données mais par année d’entrée de l’affaire. En toute logique, au 10 juillet 2006, le nombre de suspects jugés et impliqués dans les affaires entrées en 2005 est inférieur au nombre correspondant dans les affaires entrées lors des années précédentes. Cependant, lorsque l’on répète la même analyse sur la base d’une extraction de données ultérieure, il faut s’attendre à ce qu’il y ait plus de suspects impliqués dans ces affaires qui seront jugés par rapport au 10 juillet 2006.

De laatste tabel presenteert dezelfde gegevens maar dan per jaar van binnenkomst van de zaak. Logischerwijze lag op 10 juli 2006 het aantal gevonniste verdachten betrokken in de zaken binnengekomen in 2005 lager dan het overeenkomstige aantal in zaken binnengekomen in de daaraan voorafgaande jaren. Wanneer eenzelfde analyse echter herhaald zal worden op basis van een latere gegevensextractie, dan valt te verwachten dat er meer verdachten betrokken in deze zaken gevonnist zullen zijn dan op 10 juli 2006 het geval was.

DO 2006200709485

DO 2006200709485

Question no 1210 de M. Bart Laeremans du 9 janvier 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1210 van de heer Bart Laeremans van 9 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Recours à l’aide juridique.

Beroep op juridische ondersteuning.

1. Pourriez-vous me communiquer à combien de reprises, respectivement au cours des années 2003, 2004, 2005 et 2006, vous avez eu recours contre rémunération aux services juridiques du cabinet d’avocats de M. Marc Uyttendaele, professeur à l’ULB ?

1. Kan u meedelen hoe vaak u in respectievelijk het jaar 2003, 2004, 2005 en 2006 tegen betaling een beroep deed op de juridische diensten van het advocatenkantoor van ULB-professor Marc Uyttendaele ?

2. Pourriez-vous me communiquer le montant des honoraires payés annuellement à ce cabinet d’avocats ?

2. Kan u per jaar het bedrag meedelen dat aan voornoemd kantoor werd uitbetaald ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 avril 2007, à la question no 1210 de M. Bart Laeremans du 9 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 24 april 2007, op de vraag nr. 1210 van de heer Bart Laeremans van 9 januari 2007 (N.) :

La réponse à cette question a été donnée en Commission de la Justice le mardi 17 avril 2007. (Question no 15079 de M. Francis Van den Eynde, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2006-2007, Commission de la Justice, 17 avril 2007, COM 1277, p. 2.)

Het antwoord op deze vraag werd beantwoord in de Commissie van Justitie op dinsdag 17 april 2007. (Vraag nr. 15079 van de her Francis Van den Eynde, Integraal Verslag, Kamer, 2006-2007, Commissie van de Justitie, 17 april 2007, COM 1277, blz. 2.)

DO 2006200709938

DO 2006200709938

Question no 1269 de M. Koen T’Sijen du 12 mars 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1269 van de heer Koen T’Sijen van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Jeux téléphoniques à la télévision. — Application de l’arrêté royal de réglementation.

Belspelletjes op tv. — Toepassing reglementerend koninklijk besluit.

L’arrêté royal du 10 octobre 2006 portant les conditions auxquelles doivent satisfaire les jeux proposés dans le cadre de programmes télévisés au moyen de séries de numéros du plan belge de numérotation pour lesquels il est autorisé de facturer à l’appelant, en plus

Vanaf 1 januari 2007 is het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma’s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32109

du prix de la communication, également le prix du contenu, étant entendu que ce prix est limité aux séries pour lesquelles le tarif de l’utilisateur final ne dépend pas de la durée de l’appel, et qui forment un programme complet de jeu, est en vigueur depuis le 1er janvier 2007.

de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikertarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen, van kracht.

Cet arrêté royal comprend la réglementation relative aux jeux téléphoniques proposés dans le cadre de programmes télévisés. E´tant donné l’heure à laquelle ces émissions sont diffusées, ces jeux visent des groupes précis de la population tels que les personnes aˆgées et les choˆmeurs. Les réponses aux questions posées sont parfois ridicules de simplicité, ce qui incite manifestement les téléspectateurs à beaucoup appeler.

Het koninklijk besluit bevat reglementering rond de zogenaamde belspelletjes op tv. De spelletjes mikken, door het uur van uitzending, op bepaalde bevolkingsgroepen zoals bejaarden en werklozen. De antwoorden op de vragen zijn soms ridicuul makkelijk. Dat zet velen blijkbaar aan om vaak te bellen.

Il es toutefois de plus en plus souvent question de tromperies dans le cadre de ces jeux.

Maar steeds vaker wordt geı¨nsinueerd dat er bij de spelletjes ronduit gesjoemeld wordt.

Mes questions concernent principalement le traitement des plaintes et la détection de ce que l’on appelle les « appelants à grand volume ».

Mijn vragen betreffen hoofdzakelijk de klachtenbehandeling en de opsporing van wat men « volumebellers » noemt.

1. a) Combien de demandes portant sur l’organisation de ce type de jeux téléphoniques la Commission des jeux de hasard a-t-elle traitées depuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal ?

1. a) Hoeveel aanvragen zijn er sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit bij de Kansspelcommissie behandeld voor de organisatie van dergelijke belspelletjes ?

b) Dans combien de cas la Commission des jeux de hasard n’a-t-elle jusqu’à présent pas accordé son approbation ?

b) In hoeveel gevallen gaf de Kansspelcommissie tot op heden geen goedkeuring ?

c) L’approbation est-elle également requise pour les jeux qui ont déjà été organisés avant l’entrée en vigueur de l’arrêté royal ?

c) Is de goedkeuring ook vereist voor spelletjes die al werden uitgezonden voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit ?

d) Dans la négative, n’estimez-vous pas qu’il serait opportun que ces jeux soient également soumis à l’approbation de la Commission ?

d) Zo neen, acht u dit niet opportuun ?

2. a) Combien de plaintes ont-elles déjà été transmises à la Commission des jeux de hasard par des organisateurs et fournisseurs de jeux ?

2. a) Hoeveel klachten werden er door organisatoren en spelaanbieders reeds ingediend bij de Kansspelcommissie ?

b) La Commission peut-elle consulter de sa propre initiative les inventaires des plaintes que les organisateurs et fournisseurs de jeux sont obligés de tenir à jour ?

b) Kan deze laatste de inventaris van klachten die de organisatoren en spelaanbieders dienen bij te houden, op eigen verzoek raadplegen ?

c) Dans la négative, de quelles garanties dispose-t-on que ces plaintes sont effectivement transmises à la Commission des jeux de hasard ?

c) Zo neen, welke garantie is er ingebouwd dat deze klachten ook effectief overgemaakt worden aan de Kansspelcommissie ?

3. a) Avez-vous connaissance de conventions qui auraient été passées entre des organisateurs, des opérateurs et des entreprises facilitatrices dans le but de détecter les appelants à grand volume ?

3. a) Heeft u weet van bestaande overeenkomsten tussen organisatoren, operatoren en facilitatoren om volumebellers op te sporen ?

b) La Commission des jeux de hasard a-t-elle déjà usé de la possibilité qui lui est offerte de demander des informations à ce sujet ?

b) Heeft de Kansspelcommissie reeds gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hierover informatie op te vragen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32110

c) Dans l’affirmative, combien de cas « problématiques » a-t-on signalés ?

c) Zo ja, hoeveel « probleemgevallen » werden gemeld ?

d) Dans la négative, êtes-vous disposé à encourager la Commission à user de ce droit ?

d) Zo neen, bent u bereid de commissie aan te sporen dit te doen ?

4. a) Dans quelle mesure tente-t-on d’empêcher la participation de mineurs d’aˆge ?

4. a) In welke mate wordt de niet-deelname van minderjarigen verhinderd ?

b) Devez-vous à cet égard vous fier à la bonne volonté des organisateurs ?

b) Dient u hier te vertrouwen op de goodwill van de organisatoren ?

c) La présence d’un huissier de justice ne pourrait-elle en l’espèce constituer une solution ?

c) Zou de aanwezigheid van een gerechtsdeurwaarder in dit geval geen optie kunnen zijn ?

5. Quelle est votre position par rapport à une interdiction complète des jeux téléphoniques ?

5. Hoe staat u tegenover een volledig verbod op de belspelletjes ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 27 avril 2007, à la question no 1269 de M. Koen T’Sijen du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 27 april 2007, op de vraag nr. 1269 van de heer Koen T’Sijen van 12 maart 2007 (N.) :

1. a) Depuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal, cinq dossiers ont été introduits auprès de la Commission des jeux de hasard. Il s’agit de deux dossiers en langue néerlandaise, introduits respectivement par VTM/Kanaal II et VT4/Vijf TV, et de trois dossiers en langue française, introduits respectivement par AB3/AB4, RTL/TVI et MCM. Chaque dossier traite d’un certains nombres de programmes télévisés.

1. a) Sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit werden bij de Kansspelcommissie vijf dossiers ingediend. Het betreft twee Nederlandstalige dossiers, ingediend door respectievelijk VTM/ Kanaal II en VT4/Vijf TV, en drie Franstalige dossiers, ingediend door respectievelijk AB3/AB4, RTL/TVI en MCM. Elk dossier handelt over een aantal verschillende televisieprogramma’s.

b) La Commission des jeux de hasard m’a fait savoir que pour un des cinq dossiers l’examen était toujours en cours parce que le dossier n’était pas complet et qu’elle ne peut donc pas réagir. Pour les 4 autres (VT4-Vijf, TV, VTM-Kanaal 2, AB3, AB4 et RTL), une décision a été prise le 18 avril 2007. La commission a estimé que ces jeux de télévision étaient conformes à l’arrêté royal. Néanmoins, une série de remarques a été formulée en marge, qui doivent être prises en compte dans un délai d’un mois.

b) De Kansspelcommissie liet mij weten dat voor één van de vijf dossiers het onderzoek nog lopende is omdat het dossier niet volledig is en daar kan ik dus ook niet nader op ingaan. Voor de vier andere (VT4-Vijf TV, VTM-Kanaal 2, AB3-AB4 en RTL) werd op 18 april 2007 een beslissing genomen. De Kansspelcommissie heeft geoordeeld dat deze televisiespelen in overeenstemming zijn met het koninklijk besluit. Niettemin werd in de marge een aantal bemerkingen werden geformuleerd, die binnen een tijdspanne van één maand dienen geı¨mplementeerd te zijn.

c) Une approbation est requise tant pour les nouveaux jeux que pour les jeux qui étaient déjà organisés avant l’entrée en vigueur de l’arrêté royal. Il est évident qu’il faut également introduire un dossier pour ces derniers. En effet, ces jeux, tout comme les éventuels nouveaux jeux, doivent remplir les conditions fixées par l’arrêté royal. Les dossiers déjà introduits concernent tous les jeux qui sont déjà organisés actuellement. Jusqu’à présent, la Commission des jeux de hasard n’a reçu aucune demande portant sur l’organisation de nouveaux jeux.

c) Een goedkeuring is zowel vereist voor nieuwe spelen als voor de spelen die reeds werden uitgezonden voordat het koninklijk besluit in werking trad. Het is evident dat deze laatste eveneens een dossier moeten indienen. Deze spelen moeten immers, net als eventuele nieuwe spelen, voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit. De reeds ingediende dossiers betreffen allen spelen die op dit moment reeds worden uitgezonden. De kansspelcommissie ontving tot op heden geen aanvragen voor nieuwe spelen.

2. a) La Commission des jeux de hasard reçoit les plain-

2. a) De Kansspelcommissie ontvangt de klachten van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32111

tes des organisateurs et des fournisseurs de jeux tous les vingt jours ouvrables. La Commission des jeux de hasard a déjà reçu 162 plaintes transmises par les fournisseurs de jeux ou les organisateurs.

de organisatoren en spelaanbieders elke twintig werkdagen. De Kansspelcommissie ontving reeds 162 klachten die werden doorgezonden door de spelaanbieders of organisatoren.

b) Sur base de l’article 9.4 de l’arrêté royal, la Commission des jeux de hasard peut exiger de tout opérateur, organisateur, fournisseur du jeu et des entreprises facilitatrices de prêter leur concours à la résolution des problèmes éventuels qui se posent en rapport aux jeux. Cela signifie qu’en cas de problème, la Commission des jeux de hasard peut consulter de sa propre initiative l’inventaire que les organisateurs et fournisseurs de jeux sont obligés de tenir à jour.

b) Op basis van artikel 9.4 van het koninklijk besluit kan de Kansspelcommissie elke operator, organisator, spelaanbieder en facilitator verplichten medewerking te verlenen met betrekking tot de eventuele problemen die zich stellen omtrent deze spelen. Dit betekent dat, bij eventuele problemen, de kansspelcommissie de inventaris die de organisatoren en de spelaanbieders dienen bij te houden, op eigen verzoek kan raadplegen.

3. a) La Commission des jeux de hasard n’a pas connaissance d’éventuelles conventions passées entre des organisateurs, des entreprises facilitatrices et des opérateurs qui règlent le monitoring des appelants à grand volume. Par contre, elle a reçu des informations concernant le monitoring assuré par Belgacom pour les appels provenant du réseau Belgacom. Actuellement, Belgacom ne controˆle que ses clients étant donné que les autres opérateurs ne l’ont pas autorisé à controˆler leurs clients. De plus, Belgacom ne peut pas assurer le monitoring pour les appels ne provenant pas du réseau Belgacom.

3. a) De Kansspelcommissie is niet op de hoogte van eventuele overeenkomsten tussen organisatoren, facilitatoren en operatoren die het monitoren van volumebellers regelen. Zij ontving echter wel informatie over de monitoring die Belgacom verzorgt voor de oproepen die gebeuren vanaf het Belgacom netwerk. Momenteel monitort Belgacom enkel haar klanten, daar zij niet de toestemming verkreeg van de andere operatoren om hun klanten te monitoren. Belgacom kan daarenboven niet de monitoring verzorgen voor oproepen die niet vanaf het Belgacom netwerk plaatsvinden.

b) Dans l’intervalle, la Commission des jeux de hasard a déjà usé du droit de demander des informations relatives au monitoring. La Commission des jeux de hasard a demandé aux intéressés de rédiger un plan stratégique établissant que diverses mesures ont déjà été entreprises afin de procéder au monitoring de tous les appels. Ce plan stratégique doit être présenté à l’audience du 18 avril 2007. En outre, il a été demandé à Belgacom de publier les chiffres des derniers mois.

b) De Kansspelcommissie maakte ondertussen reeds gebruik van het recht om informatie omtrent het monitoren op te vragen. De Kansspelcommissie vroeg de betrokkenen een beleidsplan op te stellen, waarin aangetoond wordt dat reeds verschillende stappen zijn ondernomen teneinde het monitoren voor alle oproepen te bewerkstelligen. Dit beleidsplan moet voorgesteld worden ter zitting van 18 april 2007. Daarnaast werd aan Belgacom gevraagd de cijfers van de afgelopen maanden bekend te maken.

c) En janvier, février et mars 2007, Belgacom a envoyé respectivement 1 600, 1 842 et 1 070 messages à des clients qui ont perdu pour plus de 50 euros par jour. Le chiffre de janvier ne porte pas sur le mois entier car le monitoring n’en était encore à ce moment qu’à sa phase de démarrage. Une tendance à la baisse ressort des données du mois de mars, ce qui prouve l’utilité du monitoring.

c) In januari, februari en maart 2007 werden door Belgacom respectievelijk 1 600, 1 842 en 1 070 berichten verstuurd aan klanten die per dag meer dan 50 euro hebben verspeeld. Het cijfer van januari behelst niet de volledige maand, daar het monitoren toen nog in een opstartfase was. Uit de cijfers van maart blijkt een dalende tendens, wat betekent dat het monitoren zijn nut bewijst.

4. a) Pendant les émissions, les présentateurs doivent régulièrement faire part de l’interdiction faite aux mineurs de participer. Cette information doit également apparaıˆtre continuellement à l’écran.

4. a) Tijdens de uitzendingen dienen presentatoren regelmatig het verbod tot deelname door minderjarigen mee te delen. Deze informatie dient eveneens doorlopend in beeld te verschijnen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32112

b) Le controˆle sur cette interdiction est exercé par les organisateurs qui ne laissent pas les j mineurs répondre et qui ne leur versent pas non plus de gains. Il en est également fait mention dans le règlement de jeu. Actuellement, la participation par un mineur est interdite après qu’un appel a eu lieu et pour lequel les coûts engendrés sont facturés. Il est techniquement impossible de déterminer, sur la base d’un numéro de téléphone, si l’appelant est mineur ou majeur. Les opérateurs doivent cependant bloquer gratuitement l’accès du préfixe « contenu pour jeu » à la demande du représentant légal de mineurs.

b) De controle op dit verbod wordt uitgeoefend door de organisatoren, die minderjarigen niet laten antwoorden en evenmin prijzen uitbetalen aan minderjarigen. Dit wordt ook vermeld in het spelreglement. De deelname door een minderjarige wordt momenteel verboden nadat een oproep tot stand kwam, waardoor de bijhorende kosten worden aangerekend. Het is technisch niet mogelijk om louter op basis van een telefoonnummer vast te stellen of de beller al dan niet een minderjarige is. De operatoren dienen evenwel gratis de toegang tot de prefix « spelinhoud » te blokkeren op aanvraag van de wettelijke vertegenwoordiger van minderjarigen.

c) En raison de son indépendance, un huissier de justice pourrait éventuellement constituer un atout supplémentaire sur le plan de l’établissement de la minorité ou de la majorité des joueurs. L’arrêté royal actuel ne prévoit toutefois aucune obligation de faire appel à un huissier de justice.

c) Een gerechtsdeurwaarder zou, omwille van de onafhankelijkheid, eventueel een meerwaarde kunnen betekenen bij het vaststellen of het al dan niet minderjarige spelers betreft. In het huidige koninklijk besluit is echter geen verplichting voorzien om een beroep te doen op een gerechtsdeurwaarder.

5. Fin 2004, le législateur a décidé d’autoriser les jeux moyennant le respect d’un certain nombre de conditions prévues par un arrêté royal. En retenant cette option, il a été tenu compte des intérêts des différents acteurs, parmi lesquels la protection du joueur, mais également la position économique des fournisseurs de jeux à l’égard de concurrents étrangers. Une interdiction totale n’est plus souhaitable à ce stade, mais il faut veiller au respect de l’arrêté royal précité. Cet arrêté royal, en vigueur depuis le 1er janvier 2007, fixe des délais dans lesquels la Commission des jeux de hasard doit examiner une demande. La Commission des jeux de hasard doit mettre à profit le temps disponible de manière optimale afin de pouvoir prendre une décision motivée. S’il ressort que les jeux ne remplissent pas les conditions fixées par l’arrêté royal, la Commission des jeux de hasard prendra ses responsabilités et ne leur accordera pas son approbation. Même après l’approbation d’un dossier, la Commission des jeux de hasard continue à veiller au respect des conditions contenues dans l’arrêté royal. Si des violations sont constatées, la Commission des jeux de hasard appliquera la clause de collaboration obligatoire ou il sera établi que le programme ne remplit plus ` ce moment, le les conditions fixées par l’arrêté royal. A jeu télévisé devient, conformément à l’article 4 de la loi sur les jeux de hasard, un jeu de hasard illégal dont les conséquences pénales sont prévues à l’article 63 de la même loi.

5. De wetgever heeft er eind 2004 voor gekozen de spelen toe te laten mits een aantal voorwaarden, opgenomen in een koninklijk besluit worden gerespecteerd. Bij de keuze van deze optie werd rekening gehouden met de belangen van de verschillende actoren, waaronder de bescherming van de speler, maar ook de economische positie van de spelaanbieders ten opzichte van buitenlandse concurrenten. Een totaalverbod is in dit stadium niet meer wenselijk, doch er moet op worden toegezien dat het bovenvernoemd koninklijk besluit wordt gerespecteerd. Dit koninklijk besluit, dat van kracht is sinds 1 januari 2007 legt termijnen vast waarbinnen de kansspelcommissie een aanvraag dient de onderzoeken. De Kansspelcommissie dient de beschikbare tijd optimaal te benutten teneinde een gemotiveerde beslissing te kunnen nemen. Indien blijkt dat de spelen niet voldoen aan de voorwaarden gesteld in het koninklijk besluit, dan zal de Kansspelcommissie haar verantwoordelijkheid opnemen en geen goedkeuring aan deze spelen verlenen. Ook na de goedkeuring van een dossier blijft de Kansspelcommissie erop toezien dat de voorwaarden vervat in het koninklijk besluit worden gerespecteerd. Mochten inbreuken worden vastgesteld, dan zal de Kansspelcommissie de verplichte medewerkingclausule toepassen of zal j er worden vastgesteld dat het programma niet langer voldoet aan de voorwaarden gesteld in het koninklijk besluit. Op dat moment wordt het televisiespel, conform artikel 4 van de kansspelwet een illegaal kansspel waaraan strafrechterlijke gevolgen zijn gekoppeld bepaald bij artikel 63 van diezelfde wet.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32113

DO 2006200710075

DO 2006200710075

Question no 1280 de M. Jan Mortelmans du 30 mars 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 1280 van de heer Jan Mortelmans van 30 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :

Autorisations de séjour permanentes. — Personnes qui se rendent en Belgique dans le cadre de la religion bouddhiste.

Permanente verblijfsvergunningen. — Personen die in het kader van de boeddhistische religie naar Belgie¨ komen.

Il me revient que certaines personnes qui se rendent en Belgique pour une période déterminée — notamment dans le cadre d’activités liées à la religion bouddhiste — se verraient néanmoins attribuer un titre de séjour permanent. Il s’agirait essentiellement de personnes rattachées à un centre bouddhiste d’étude et d’enseignement situé à Waterloo. En revanche, d’autres personnes, liées à d’autres instituts bouddhistes, n’obtiendraient qu’un titre de séjour provisoire. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?

Naar verluidt zouden bepaalde personen — die in het kader van de boeddhistische religie — tijdelijk naar Belgie¨ komen toch in het bezit worden gesteld van permanente verblijfsvergunningen. Het zou voornamelijk gaan om personen die verbonden zijn aan een boeddhistisch centrum voor onderricht en studie in Waterloo. Andere personen, verbonden aan andere boeddhistische instellingen zouden slechts over tijdelijke vergunningen kunnen beschikken.

2. Dans l’affirmative, conviendriez-vous qu’il y a là inégalité de traitement ?

2. Zo ja, is er sprake van een verschillende behandeling ?

3. Quelles sont les procédures à suivre ?

1. Bent u hiervan op de hoogte ?

3. Wat zijn de procedures ?

4. Quelles mesures avez-vous prises, le cas échéant, pour faire en sorte que les procédures soient égales pour tous ?

4. Desgevallend welke maatregelen heeft u getroffen om ervoor te zorgen dat de procedures voor iedereen gelijk zijn ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 27 avril 2007, à la question no 1280 de M. Jan Mortelmans du 30 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 27 april 2007, op de vraag nr. 1280 van de heer Jan Mortelmans van 30 maart 2007 (N.) :

Je n’ai pas de compétence comme ministre de la Justice dans le domaine des autorisations de séjour en Belgique et je me réfère donc à la réponse du ministre de l’Intérieur. (Question no 1262 du 30 mars 2007.)

Ik heb als minister van Justitie geen bevoegdheid voor de problematiek van de verblijfsvergunningen in Belgie¨ en verwijs derhalve naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 1262 van 30 maart 2007.)


Vice-eersteminister en minister van Financie¨n

DO 2003200410587

DO 2003200410587

Question no 206 de Mme Trees Pieters du 8 janvier 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 206 van mevrouw Trees Pieters van 8 januari 2004 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Partie incontestablement due et immédiatement exigible. — Procédure de rectification. — Déclarations d’accord. — Formulaire 178J. — Changements de situation.

Onmiddellijk invorderbaar en onbetwist verschuldigd gedeelte. — Wijzigingsprocedure. — Akkoordverklaringen. — Formulier 178J. — Wijzigende toestanden.

En application de la procédure de rectification prévue à l’article 346 du CIR 1992 et en cas de déclara-

Bij toepassing van de wijzigingsprocedure voorzien bij artikel 346 WIB 1992 en bij een naderhand betwiste


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32114

tion d’accord ordinaire postérieurement contestée, en vertu de l’article 410, alinéa 1er, dudit code, en cas de réclamation, l’impoˆt contesté en principal, additionnels et accroissements, augmenté des intérêts y afférents, est considéré comme une dette liquide et certaine et peut être recouvré, ainsi que les frais de toute nature, par toutes voies d’exécution, dans la mesure ou` il correspond au montant des « revenus déclarés ».

gewone akkoordverklaring worden krachtens artikel 410, eerste lid, van ditzelfde wetboek in geval van bezwaar de betwiste aanslagen in hoofdsom, opcentiemen en verhogingen, vermeerderd met de daarop betrekking hebbende interesten, beschouwd als zekere en vaststaande schulden en kunnen, evenals de kosten van alle aard, door middelen van tenuitvoerlegging worden ingevorderd, in de mate dat zij overeenstemmen met het bedrag van de « aangegeven inkomsten ».

Pour l’application de ce premier alinéa de l’article 410, les revenus sur lesquels le contribuable a marqué son accord « au cours de la procédure d’établissement de l’impoˆt » sont assimilés aux « revenus déclarés » (= article 410, alinéa 2, du CIR 1992).

Voor de toepassing van dit eerste lid van artikel 410 worden de inkomsten waaraan de belastingschuldige « tijdens de procedure van vestiging van de belasting » zijn goedkeuring heeft gehecht, gelijkgesteld met de « aangegeven inkomsten » (= artikel 410, tweede lid, WIB 1992).

Il me revient toutefois que dans la pratique administrative, ce dernier aspect spécifique du recouvrement est interprété avec davantage de souplesse lorsque les déclarations d’accord ou les aveux sont postérieurement contestés ou retirés par le biais d’une réclamation valable ou d’un recours judiciaire.

In de administratieve praktijk schijnen naar verluidt omtrent dit laatste en bijzonder invorderingsaspect evenwel diverse algemene soepeler interpretaties te bestaan wanneer de akkoordverklaringen of bekentenissen achteraf toch worden betwist of ingetrokken door middel van een geldig bezwaarschrift of van een gerechtelijk verhaal.

En outre, lors de la phase de l’examen de la réclamation et même en cas de recours judiciaire, la partie incontestablement due peut évoluer à plusieurs reprises si les contribuables ont renoncé partiellement à leurs griefs.

Daarnaast is het ook zo dat in fase van onderzoek van het bezwaarschrift en zelfs in geval van gerechtelijke fase het onbetwist verschuldigd gedeelte meermaals kan evolueren wanneer de belastingschuldigen gedeeltelijk afstand van hun grieven hebben gedaan.

1. a) La « partie incontestablement due » calculée sur la base des accords conclus au moment de la phase de taxation reste-t-elle toujours inchangée, tant au cours de toute la période de l’examen administratif de la réclamation que durant toute la durée de la procédure judiciaire engagée auprès des chambres fiscales des tribunaux de première instance, des cours d’appel et de la Cour de cassation ?

1. a) Blijft het « onbetwist verschuldigd gedeelte » berekend op basis van de akkoorden ontstaan ten tijde van de taxatiefase steeds totaal ongewijzigd zowel tijdens de ganse periode van het administratif onderzoek van het bezwaarschrift als tijdens de volledige duur van de gerechtelijke procedure ingezet bij de fiscale kamers van de rechtbanken van eerste aanleg, bij de hoven van beroep en bij het Hof van Cassatie ?

En d’autres termes, le calcul du montant immédiatement recouvrable tel qu’établi sur la base des éléments imposables utilisés lors de l’enroˆlement de l’impoˆt contesté est-il unique et définitif ?

Blijft het met andere woorden bij een eenmalige en definitieve berekening van het onmiddellijk invorderbaar bedrag zoals vastgesteld aan de hand van de belastbare elementen aangewend ter gelegenheid van de inkohiering van de betwiste aanslag ?

b) Ou faut-il plutoˆt, plus logiquement, à chaque modification des revenus imposables pour laquelle le contribuable a formulé son accord écrit (ou s’il est seulement en mesure de le faire et en a l’intention) envoyer un avis 178J en recommandé sous enveloppe RP ?

b) Of, moet, wat logischer zou zijn, er bij iedere wijziging van het bedrag van de belastbare inkomsten waaraan belastingschuldige zijn schriftelijke goedkeuring heeft verleend of slechts kan en wil hechten, telkens onder aangetekende RPomslag een nieuw bericht 178J worden verstuurd ?

c) Est-il exact que la « partie incontestablement due » ne peut légalement jamais être inférieure au montant calculé sur la base du revenu imposable déclaré, même si entre-temps, il s’est avéré que celui-ci était inexact ?

c) Is het inderdaad zo dat het « onbetwist verschuldigd gedeelte » wettelijk nooit lager kan zijn dan dat bedrag zoals berekend op basis van het aangegeven, zelfs ondertussen al onjuist bevonden, belastbaar inkomen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32115

` quel moment précis, pour chacun des cas 2. A énumérés ci-dessous, la « partie incontestablement due » doit-elle faire l’objet d’une évaluation de fait et de droit, une ou plusieurs fois, puis (à chaque fois) être (re)calculée à la lumière des dispositions de l’article 410, alinéas 1er et 2, du CIR 1992 ?

2. Op welk precies ogenblik moet in elk van de onderstaande gevallen het « onbetwist verschuldig gedeelte » respectievelijk eenmalig of meerdere malen feitelijk en juridisch worden beoordeeld en naderhand (telkens) worden (her)berekend in het licht van de bepalingen van artikel 410, eerste en tweede lid, WIB 1992 ?

` la date de la réponse marquant accord total ou a) A partiel avec les données et éléments contenus dans l’avis de rectification de déclaration et/ou après envoi du document 279T ? ` la date de la signature d’une simple déclaration b) A d’accord ou d’un aveu au sens de l’article 340 du CIR 1992 ? ` la date de l’enroˆlement mécanique ou manuel ? c) A

a) Op datum van antwoord met geheel of gedeeltelijk akkoord met de gegevens en elementen vervat in het bericht van wijziging van aangifte en/of na verzending van het document 279T ?

` la date de l’introduction de la réclamation, d) A compte tenu plus particulièrement de la base imposable (modifiée) pour laquelle le contribuable a entre-temps expressément marqué son accord, partiel uniquement, dans cette réclamation spécifique ? ` la date de l’introduction de requêtes fiscales e) A auprès de cours et tribunaux, compte tenu plus particulièrement des bases imposables (modifiées) sur lesquelles le contribuable a entre-temps expressément marqué son accord partiel dans ces requêtes ? ` un autre moment et/ou compte tenu de toutes les f) A autres situations fiscales données en matière de bases imposables ?

d) Op datum van indiening van het bezwaarschrift en inzonderheid rekening houdende met de (gewijzigde) belastbare grondslag waarmee belastingschuldige zich in dat specifiek bezwaarschrift inmiddels slechts partieel uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard ?

3. a) Les fonctionnaires du contentieux en charge du dossier et/ou les services du contentieux compétents des directions régionales doivent-ils quandmême envoyer un formulaire 178J lorsque les impositions contestées ont déjà été intégralement payées ?

3. a) Dient er door de onderzoekende geschillenambtenaren en/of door de bevoegde geschillendiensten van gewestelijke directies toch nog een formulier 178J te worden verstuurd wanneer de betwiste aanslagen reeds integraal werden betaald ?

b) Dans l’affirmative, ne s’agit-il pas d’une surcharge de travail inutile ? Quelles instructions administratives avez-vous édictées en la matière ?

b) Vormt dit in bevestigend geval niet veeleer een onnodige werkoverlast en hoe luiden terzake uw huidige administratieve onderrichtingen ?

4. Compte tenu des principes de bonne administration, toutes les erreurs d’interprétation, les fautes ou les manquements matériels relatifs au calcul du montant immédiatement recouvrable commis par les fonctionnaires dirigeants ou du contentieux en charge du dossier peuvent-ils à n’importe quel moment être corrigés, en positif ou en négatif ?

4. Kunnen, in acht genomen de beginselen van behoorlijk bestuur, alle begane foutieve interpretaties, vergissingen of materie¨le misslagen met betrekking tot de berekening van het onmiddellijk invorderbaar bedrag door de onderzoekende geschillen- en directieambtenaren op om het even welk ogenblik toch nog steeds in plus of in min worden rechtgezet ?

5. Pouvez-vous, point par point, à la lumière des dispositions légales et réglementaires du Code des impoˆts sur les revenus 1992, faire part de vos conceptions générales et de vos méthodes de travail pragmati-

5. Kan u, punt per punt in het licht van de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 uw algemene en pragmatische ziensen handelwijze meedelen, mede gezien


2006

b) Op datum van ondertekening van een gewone akkoordverklaring of bekentenis in de zin van artikel 340 WIB 1992 ? c) Op datum van mechanische of manuele inkohiering ?

e) Op datum van indiening van fiscale verzoekschriften bij de rechtbanken en hoven en inzonderheid rekening houdende met de (gewijzigde) belastbare grondslagen waarmee de belastingschuldigen zich in die verzoekschriften inmiddels fragmentarisch uitdrukkelijk akkoord hebben verklaard ? f) Op enig ander tijdstip en/of rekening houdende met alle andere fiscale momentopnamen inzake belastbare grondslagen ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32116

ques, dans le cadre d’une administration fiscale moderne, au service du contribuable, performante et juste ?

in het kader van een modern, klantvriendelijk, performant en behoorlijk fiscaal bestuur ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 206 de Mme Trees Pieters du 8 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 206 van mevrouw Trees Pieters van 8 januari 2004 (N.) :

1 et 2. Je renvoie à l’article 410, CIR 1992, qui est clair et qui ne nécessite pas d’interprétation.

1 en 2. Ik verwijs naar artikel 410, WIB 1992 dat duidelijk is en geen interpretatie behoeft.

Dès que le fonctionnaire chargé de l’instruction de la réclamation, de la demande de dégrèvement d’office ou de l’action en justice, est en possession de tous les éléments nécessaires, il calcule la dette liquide et certaine au sens de l’article 410, CIR 1992.

Zodra de ambtenaar die belast is met het onderzoek van het bezwaarschrift, de vraag tot ambtshalve ontheffing of de vordering in rechte in het bezit is van alle vereiste elementen, berekent hij de zekere en vaststaande schuld in de zin van artikel 410, WIB 1992.

Pour le montant de la partie de l’imposition communément appelée « incontestablement dû », je renvoie au commentaire repris sous le numéro 410/1, COM.IR92.

Voor het bedrag van het zogenoemde onbetwist verschuldigd gedeelte van de aanslag verwijs ik naar de commentaar onder nummer 410/1, COM.IB92.

Conformément à l’article 410, alinéa 3, CIR 1992, le directeur des contributions peut faire surseoir au recouvrement, dans la mesure et aux conditions qu’il détermine.

Overeenkomstig artikel 410, derde lid, WIB 1992 kan de directeur der belastingen de invordering evenwel doen uitstellen, in zover en onder de voorwaarden door hem te bepalen.

3. Il ne me semble pas très sensé d’encore passer par le calcul d’une dette liquide et certaine dans un cas comme celui-là.

3. Het lijkt mij niet zeer zinvol om in dat geval over te gaan tot de berekening van een zekere en vaststaande schuld.

4. La réponse est affirmative.

4. Het antwoord is bevestigend.

DO 2004200503385

DO 2004200503385

Question no 645 de Mme Trees Pieters du 16 février 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 645 van mevrouw Trees Pieters van 16 februari 2005 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Requalification d’intérêts en dividendes. — Comptes courants. — Prêts d’argent. — Interprétation. — Règlement des réclamations bloquées. — Actes d’investigation des fonctionnaires du contentieux. — Charge de la preuve.

Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie van interesten tot dividenden. — Rekeningen courant. — Geldleningen. — Interpretatie. — Oplossing van geblokkeerde bezwaarschriften. — Onderzoeksdaden van de geschillenambtenaren. — Bewijslast.

Par la circulaire no Ci.RH.231/543.949 (AFER 2/ 2005) du 11 janvier 2005, l’administration fiscale confirme enfin les précisions déjà annoncées depuis 1998 par votre prédécesseur par rapport à l’interprétation et l’application des dispositions de l’article 18, CIR 1992 (cf. Questions et Réponses, Sénat, 19981999, no 1-91, p. 4818).

Met de circulaire nr. Ci.RH.231/543.949 (AOIF 2/ 2005) van 11 januari 2005 werden door de belastingadministratie uiteindelijk de reeds sinds 1998 door uw voorganger aangekondigde toelichtingen verstrekt met betrekking tot de interpretatie en de toepassing van de bepalingen van artikel 18, WIB 1992 (cf. Vragen en Antwoorden, Senaat, 1998-1999, nr. 1-91, blz. 4818).

Mais par cette circulaire de synthèse, l’administration ne démontre pas de façon lumineuse, ni pour les contribuables, ni pour les fonctionnaires taxateurs et du contentieux, que les taxations opérées antérieurement étaient et demeurent en substance juridiquement fondées. Elle n’arrête pas non plus de lignes directrices uniformes et linéaires pour résorber rapidement l’arriéré de réclamations « bloquées ».

Die opsommende circulaire bevat noch voor de belastingplichtigen, noch voor de taxatie- en geschillenambtenaren evenwel de glasheldere conclusie of de eerder doorgevoerde taxaties in rechte in wezen verdedigbaar zijn en blijven. Evenmin werden daarin eenvormige en rechtlijnige richtsnoeren uitgevaardigd in welke zin de vele « geblokkeerde » bezwaarschriften dringend dienen te worden afgehandeld.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32117

1. Dans quel sens les réclamations bloquées serontelles tranchées ou resteront-elles toutes purement et simplement bloquées ?

1. In welke zin moet over de geblokkeerde bezwaarschriften worden beslist of blijven alle bezwaarschriften terzake zonder meer nog steeds geblokkeerd ?

2. Durant la phase de réclamation, des fonctionnaires du contentieux peuvent-ils accomplir des premiers « devoirs d’investigation » et/ou réaliser des devoirs supplémentaires ?

2. Mogen er in fase van bezwaar door de geschillenambtenaren voor het eerst en/of nog aanvullende « onderzoeksdaden » worden ingesteld ?

3. Est-il encore possible, tant durant la phase de réclamation que durant la phase de taxation, d’examiner le compte courant en détail et poste par poste, en dehors des délais d’investigation visés à l’article 333, alinéas 1er et 2, CIR 1992 ?

3. Mag zowel in fase van bezwaar als in fase van taxatie de oorsprong van de lopende rekening sinds haar ontstaan nog post per post volledig worden onderzocht buiten de onderzoekstermijnen waarvan sprake in artikel 333, eerste en tweede lid, WIB 1992 ?

4. Dans quels cas de telles impositions peuvent-elles faire l’objet d’une annulation éventuelle et peut-on, par la suite, appliquer par exemple les dispositions de l’article 355, CIR 1992, à défaut de motivation antérieure ?

4. In welke gevallen kunnen dergelijke aanslagen eventueel worden vernietigd en kan er naderhand bij gebrek aan een eerdere motivering bijvoorbeeld toepassing worden gemaakt van de beschikkingen van artikel 355, WIB 1992 ?

5. a) Dans l’intervalle, l’administration a-t-elle interjeté appel des deux jugements prononcés en sa défaveur par le tribunal de première instance d’Anvers le 5 avril 2004 et le 19 mai 2004 ?

5. a) Werd tegen de voor de administratie twee ongunstige vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen van 5 april 2004 en 19 mei 2004 inmiddels een hoger beroep ingesteld ?

b) Dans la négative, pourquoi ne pas avoir introduit de recours dans les deux cas ?

b) Zo neen, waarom telkens niet ?

6. Sur la base de quelles dispositions légales et réglementaires concrètes et/ou sources de droit formelles peut-on affirmer, avec un fondement juridique incontestable, que le prix de vente est « censé » payé et qu’il y a eu « prêt d’argent tacite » (cf. no 14, alinéa 2 de la circulaire précitée) ?

6. Op grond van welke concrete wettelijke en reglementaire bepalingen en/of duidelijke rechtsbronnen mag er juridisch onbetwistbaar worden gesteld dat er « geacht » wordt dat de verkoopprijs werd betaald en dat er sprake is van een « stilzwijgende geldlening » (cf. nr. 14, tweede lid van genoemde circulaire) ?

7. Comment conciliez-vous la notion d’« intérêts » avec la mise à disposition « gratuite » de fonds (cf. no 13 de la même circulaire) ? ` la lumière de la simplification administrative 8. A voulue par le gouvernement et dans le cadre d’une administration fiscale correcte et performante, pourriez-vous me communiquer, point par point, les instructions générales, conviviales et complémentaires, que vous avez édictées en vue de cloˆturer rapidement toutes les réclamations qui sont jusqu’à présent demeurées bloquées ?

7. Hoe rijmt u het begrip « interesten » met het aspect « gratis » ter beschikking stellen van gelden (cf. nr. 13 van diezelfde circulaire) ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 645 de Mme Trees Pieters du 16 février 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 645 van mevrouw Trees Pieters van 16 februari 2005 (N.) :

1. Le fait qu’un directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui ne statue pas sur une réclamation ne signifie pas qu’un dossier soit « bloqué ».

1. Het feit dat een directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar geen beslissing neemt over een bezwaarschrift betekent niet dat een dossier « geblokkeerd » is.

Conformément à l’article 1385undecies du Code judiciaire., une action en justice peut d’ailleurs être introduite six mois après la date de réception du recours administratif lorsque ce recours n’a pas fait

Overeenkomstig artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek. kan immers een vordering in rechte worden ingesteld na zes maanden vanaf de datum van ontvangst van het administratief beroep zo


2006

8. Kan u in het licht van de door de regering gepropageerde administratieve vereenvoudiging en in het kader van een behoorlijk en performant fiscaal bestuur punt per punt uw aanvullende gebruiksvriendelijke algemene onderrichtingen met het oog op een snelle afhandeling van alle tot dusver geblokkeerde bezwaarschriften meedelen ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32118

l’objet d’une décision (après neuf mois lorsque la cotisation litigieuse a été établie d’office). 2 et 3. Je renvoie à l’article 374, CIR 1992. 4. La question est une pure hypothèse et comporte trop d’éléments variables pour y répondre dans le cadre d’une question parlementaire. 5. L’administration n’a pas introduit de recours en appel contre le jugement du 5 avril 2004 compte tenu des éléments de fait propres à la cause et de la charge de la preuve qui incombe à l’administration. Contre le jugement du 19 mai 2004, un recours en appel a bien été introduit par l’administration. Un arrêt définitif n’a pas encore été rendu en cette affaire. Je puis également renvoyer à l’arrêt favorable à l’E´tat rendu en la matière par la Cour de cassation le 16 novembre 2006 ainsi qu’à l’arrêt de la cour d’appel d’Anvers du 2 mai 2006. 6. Le raisonnement développé au point 14 de la Circulaire no Ci.RH.231/543 949 (AFER 2/2005) du 11 janvier 2005 est logique et sera défendu en justice, le cas échéant, par l’administration. Ne constituent pas ipso facto un obstacle à l’existence d’un prêt d’argent au sens de l’article 18, alinéa 2, CIR 1992, ni le mode de fonctionnement spécifique du compte courant, ni le fait que l’inscription d’une somme sur un tel compte courant puisse être mise en rapport avec une opération économique déterminée. Dès qu’il ressort d’une convention que de l’argent a été mis ou laissé à la disposition de la société au moyen d’une inscription sur ce compte courant, il peut être question d’un prêt d’argent au sens de l’article 18, alinéa 2, CIR 1992. 7. L’élément déterminant dans l’appréciation de l’existence ou non d’un prêt d’argent réside dans la présence de la volonté d’une partie de laisser la libre disposition de l’argent à l’autre partie, qui accepte (voir spécialement en ce sens l’arrêt précité de la cour d’appel d’Anvers du 2 mai 2006).

over dit beroep geen uitspraak is gedaan (na negen maanden wanneer de betwiste aanslag ambtshalve is gevestigd). 2 en 3. Ik verwijs naar artikel 374, WIB 1992. 4. De vraag is een loutere hypothese en bevat teveel variabele elementen om binnen het raam van een parlementaire vraag te beantwoorden. 5. Tegen het vonnis van 5 april 2004 werd door de administratie geen hoger beroep ingesteld omwille van de feitelijke elementen eigen aan de zaak en de bewijslast die op de administratie rustte. Tegen het vonnis van 19 mei 2004 is wel hoger beroep ingesteld door de administratie. Over deze zaak is nog geen eindarrest gewezen. Ik kan evenwel ook verwijzen naar het ter zake voor de Staat gunstig arrest van het Hof van Cassatie 16 november 2006 en het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 2 mei 2006. 6. De redenering ontwikkeld in punt 14 van circulaire nr. Ci.RH.231/543 949 (AOIF 2/2005) van 11 januari 2005 is logisch en zal in voorkomend geval in rechte verdedigd worden door de Administratie. Vormen niet ipso facto een beletsel voor het bestaan van een geldlening zoals beoogd in artikel 18, tweede lid, WIB 1992, noch de specifieke werkwijze van de rekeningcourant, noch het feit dat de inschrijving van een bedrag op een dergelijke rekening in verband zou kunnen worden gebracht met een bepaalde economische verrichting. Van zodra uit een overeenkomst blijkt dat gelden ter beschikking werden gesteld of gelaten van de vennootschap bij wijze van een inschrijving op de rekeningcourant, kan er sprake zijn van een geldlening in de zin van artikel 18, tweede lid, WIB 1992. 7. Het doorslaggevend element bij de beoordeling van het al dan niet bestaan van een geldlening is de aanwezigheid van de wil van een partij om de vrije beschikking over gelden aan de andere partij te laten, die aanvaardt (zie inzonderheid in die zin het voormelde arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 2 mei 2006).

DO 2004200504290

DO 2004200504290

Question no 794 de M. Francis Van den Eynde du 18 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Recommandation des médiateurs fédéraux. — Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus. — Dégrèvement d’office. Début 2004, les médiateurs fédéraux ont formulé une recommandation officielle sur la base d’une plainte examinée en 2003.

Vraag nr. 794 van de heer Francis Van den Eynde van 18 mei 2005 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Aanbeveling federale ombudsmannen. — WIGB. — Ambtshalve ontheffing.


2006

Begin 2004 formuleerden de federale ombudsmannen een officie¨le aanbeveling op grond van een in 2003 onderzochte klacht. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32119

Le Collège des médiateurs fédéraux a constaté qu’un dégrèvement d’office en vertu de l’article 31 du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus (CTAIR) a été refusé. Le dégrèvement d’office n’a été octroyé qu’après qu’une demande d’exonération a été reconnue, en d’autres termes après une décision favorable du directeur régional à la suite d’une réclamation introduite conformément à l’article 32 CTAIR. Pour motiver cette décision, le directeur s’est référé au no 5/9 du Commentaire CTAIR. Le délai de trois ans prévu à l’article 31 CTAIR est ainsi ramené au délai (de réclamation) de quatre mois. L’explication donnée au no 5/9, CTAIR/Com, ajoute ainsi une condition à l’article 31 CTAIR. Les médiateurs concernés ont recommandé que ce passage du Commentaire soit supprimé. Début 2005, cette recommandation officielle était encore toujours à l’examen auprès des services centraux du SPF Finances. Quel est, dans l’intervalle, l’état d’avancement de ce dossier ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 794 de M. Francis Van den Eynde du 18 mai 2005 (N.) : Il arrive en effet que certains contribuables reçoivent seulement après plusieurs années l’attestation exigée (par exemple après le déroulement d’une procédure judiciaire) qui reconnaıˆt à ce contribuable, rétroactivement, la qualité de personne handicapée. Dans les cas où le contribuable a omis d’introduire une réclamation écrite pour chaque période imposable dans le délai fixé afin d’obtenir l’exemption de la taxe de circulation sur la base de l’article 5, § 1er, 3o du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus (CTA), un dégrèvement d’office peut toutefois être accordé sur la base de l’article 376, § 1er du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (applicable en matière de taxes assimilées, en vertu de l’article 2 du CTA) en vertu duquel : « Le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui, accorde d’office le dégrèvement des surtaxes résultant d’erreurs matérielles, de doubles emplois, ainsi que de celles qui apparaıˆtraient à la lumière de documents ou faits nouveaux probants, dont la production ou l’allégation tardive par le redevable est justifiée par de justes motifs, à condition que : 1o ces surtaxes oient été constatées par l’administration ou signalées à celle-ci par le redevable ou par son conjoint sur les biens duquel l’imposition est


2006

Het College stelde vast dat een ambtshalve ontheffing op basis van artikel 31 van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WIGB) werd geweigerd. Een ambtshalve ontheffing werd slechts toegestaan nadat een aanvraag tot vrijstelling was erkend, met andere woorden na een gunstige beslissing van de gewestelijke directeur op grond van een op basis van artikel 32 WIGB ingediend bezwaarschrift. Voor de motivering van deze beslissing werd naar nr. 5/9 van de Commentaar WIGB verwezen. De termijn van drie jaar in artikel 31 WIGB wordt zo herleid tot de (bezwaar)termijn van vier maanden. Het standpunt vermeld in nr. 5/9, WIGB/Com voegt zo een voorwaarde toe aan artikel 31 WIGB. De vermelde ombudsmannen bevalen aan dat de passage uit de Commentaar zou worden geschrapt. Begin 2005 was deze officie¨le aanbeveling nog steeds in onderzoek bij de centrale diensten van de FOD Financie¨n. Hoever is dit dossier ondertussen gevorderd ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 794 van de heer Francis Van den Eynde van 18 mei 2005 (N.) : Het komt inderdaad voor dat bepaalde belastingplichtigen slechts na verloop van verschillende jaren het vereiste attest bekomen (bijvoorbeeld na het voeren van een gerechtelijke procedure) waarin de belastingplichtige retroactief wordt erkend als gehandicapte persoon. In de gevallen waarin de belastingplichtige heeft nagelaten om voor ieder belastbaar tijdperk binnen de gestelde termijn een bezwaarschrift in te dienen, om op grond van artikel 5, § 1, 3o van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WGB) vrijstelling te bekomen van de verkeersbelasting, mag evenwel een ambtshalve ontheffing worden verleend op grond van artikel 376, § 1 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 (van toepassing op de met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen ingevolge artikel 2 WGB) dat luidt als volgt : « De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materie¨le vergissingen, uit dubbele belasting, alsmede van die welke zouden blijken uit afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig overleggen of inroepen door de belastingschuldige wordt verantwoord door gewettigde redenen en op voorwaarde dat 1o die overbelastingen door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32120

mise en recouvrement, dans les trois ans à partir du 1er janvier de l’année au cours de laquelle l’impoˆt a été établi;

wordt ingevorderd, aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd;

2o la taxation n’ait pas déjà fait l’objet d’une réclamation ayant donné lieu à une décision définitive sur le fond. »

2o de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond. »

Dans le cas susmentionné, conformément à la recommandataire du Collège des médiateurs fédéraux, la délivrance de l’attestation d’invalidité peut être considérée comme un document ou fait nouveau et sa délivrance tardive par le contribuable s’explique par des justes motifs.

In bovenvermeld geval wordt, in overeenstemming met de aanbeveling van het College van de federale ombudsmannen, de uitreiking van een attest van invaliditeit beschouwd als een nieuw feit of bescheiden waarvan het laattijdig overleggen door de belastingplichtige wordt verantwoord door gewettigde redenen.

DO 2005200608031

DO 2005200608031

Question no 1288 de M. Alfons Borginon du 11 mai 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1288 van de heer Alfons Borginon van 11 mei 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des personnes physiques. — Revenus de baux à ferme.

Inkomstenbelasting. — Inkomsten uit pacht.

Je me réfère à votre réponse à ma question no 686 du 8 mars 2005 concernant le bail à ferme (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 118, p. 22896).

Ik verwijs naar uw antwoord op mijn vraag nr. 686 van 8 maart 2005 betreffende de pacht (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 118, blz. 22896).

Je pense toutefois qu’il y a eu malentendu, étant donné que j’avais demandé des chiffres relatifs au bail à ferme et que vous m’avez transmis des chiffres relatifs au droit d’emphytéose et de superficie, une matière totalement différente.

Ik vermoed echter dat het om een misverstand gaat, gezien ik informeerde naar de cijfers voor (landbouw)pacht, terwijl u mij de cijfers bezorgde voor erfpacht en opstal, wat een geheel andere materie betreft.

Je repose donc ma question.

Personenbelastingen.

—

Bij deze zal ik dan ook mijn vraag herhalen.

Le CIR 1992 dispose que les revenus de biens immobiliers donnés en location conformément à la législation sur le bail à ferme peuvent bénéficier d’un régime fiscal avantageux.

Het WIB 1992 bepaalt dat inkomsten uit onroerende goederen die verhuurd worden overeenkomstig de pachtwetgeving, een fiscaal voordelig tarief kunnen genieten.

A) En vertu de l’article 7, § 1er, 2o, b), du CIR 1992, le revenu cadastral (au lieu du revenu locatif net réel) est le revenu des biens immobiliers sis en Belgique, donnés en location conformément à la législation sur le bail à ferme et affectés par le locataire à des fins agricoles ou horticoles.

A) Artikel 7, § 1, 2o b), WIB 1992 bepaalt dat de inkomsten uit onroerende goederen die voor land- of tuinbouwdoeleinden worden verhuurd overeenkomstig de pachtwetgeving worden vastgesteld op het bedrag van het kadastraal inkomen (in plaats van de werkelijke netto-huurontvangsten).

B) En vertu de l’article 12, § 2, alinéa 1er, du CIR 1992, les revenus de biens immobiliers sis en Belgique donnés en location en vertu d’un bail de carrière sont exonérés.

B) Artikel 12, § 2, eerste lid, WIB 1992 bepaalt dat de inkomsten uit onroerende goederen verhuurd in loopbaanpacht volledig zijn vrijgesteld.

C) En vertu de l’article 12, § 2, alinéa 2, du CIR 1992, cette exonération s’applique également aux baux à ferme concernant des terrains prévoyant une première période d’occupation d’une durée minimale de dix-huit ans.

C) Artikel 12, § 2, tweede lid, WIB 1992 bepaalt dat de inkomsten uit onroerende goederen verhuurd in lange termijnpacht volledig zijn vrijgesteld.

1. Combien de personnes ont déclaré, dans leur déclaration à l’impoˆt des personnes physiques, des revenus de baux à ferme ?

1. Hoeveel personen deden in hun personenbelasting aangifte van inkomsten uit pacht ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32121

2. Quel est le montant total des revenus de baux à ferme ainsi déclarés ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1288 de M. Alfons Borginon du 11 mai 2006 (N.) : 1 et 2. L’honorable membre voudra bien trouver ciaprès la réponse à ses questions. Des données reprises dans le tableau ci-dessous il découle que pour l’exercice d’imposition 2004 — revenus 2003 — 67 079 contribuables ont déclaré des revenus auxquels vous faites référence et ce pour un montant de 29 595 468 euros. Il s’agit des données définitives pour l’exercice d’imposition en question.

Immeubles donnés en location conformément à la législation sur le bail à ferme, à des fins agricoles ou horticoles — Onroerende goederen die u overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurt voor land- of tuinbouwdoeleinden

2. Wat is het totale bedrag aan inkomsten uit pacht dat op deze wijze werd aangegeven ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1288 van de heer Alfons Borginon van 11 mei 2006 (N.) : 1 en 2. Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden op de door hem gestelde vragen te vinden. Uit de gegevens opgenomen in onderstaande tabel blijkt dat voor het aanslagjaar 2004 — inkomsten 2003 — 67 079 belastingplichtigen aangifte hebben gedaan van de door u bedoelde inkomsten en dit voor een bedrag van 29 595 468 euro. Het gaat om definitieve cijfers voor het betrokken aanslagjaar.

Exercice d’imposition 2004 (Revenus 2003) — Aanslagjaar 2004 (Inkomsten 2003)

Exercice d’imposition 2005 (Revenus 2004) — Aanslagjaar 2005 (Inkomsten 2004)

Nombre — Aantal

Nombre — Aantal

Montant — bedrag

Montant — Bedrag

Contribuable. — Belastingplichtige ........................ Conjoint ou cohabitant. — Echtgeno(o)t(e) of samenwonende .......................................................

—

—

60 542

21 791 238

—

—

27 642

7 554 473

Total. — Totaal ....................................................

67 079

29 595 468

88 184

29 345 711

Quant à l’exercice d’imposition 2005 — revenus 2004 — un total de 88 184 contribuables ont déclaré ce type de revenus et ce pour un montant global de 29 345 711 euros. Il s’agit des chiffres provisoires suite au fait que le délai extraordinaire de trois ans au niveau de l’enroˆlement n’est pas encore atteint. L’augmentation substantielle du nombre de contribuables est due à la disposition qui prévoit le décumul intégral des revenus des conjoints ou cohabitants à ` partir de cet partir de l’exercice d’imposition 2005. A exercice d’imposition la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques prévoit en effet la déclaration séparée des revenus du contribuable et de son conjoint ou cohabitant. Pour des raisons évidentes, le montant global déclaré reste quasiment invariable.

Wat betreft aanslagjaar 2005 — inkomsten 2004 — hebben in totaal 88 184 belastingplichtigen dit soort inkomsten aangegeven en dit voor een globaal bedrag van 29 345 711 euro. Het gaat om voorlopige cijfers aangezien de buitengewone aanslagtermijn van drie jaar nog niet verstreken is. De substantie¨le verhoging van het aantal belastingplichtigen is te wijten aan de bepaling die voorziet in de volledige decumul van de inkomsten van echtgenoten of samenwonenden vanaf aanslagjaar 2005. Inderdaad, vanaf dit aanslagjaar voorziet de aangifte in de personenbelasting in de aparte aangifte van de inkomsten van de belastingplichtige en van zijn/haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende. Om evidente redenen blijft het globaal aangegeven bedrag quasi onveranderd.

DO 2005200608816

DO 2005200608816

Question no 1400 de M. Dirk Van der Maelen du 8 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Perte de recettes fiscales en raison des fraudes à la TVA. Selon le quotidien britannique « The Guardian », la fraude à la TVA a privé l’an dernier l’E´tat belge de

Vraag nr. 1400 van de heer Dirk Van der Maelen van 8 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Verlies aan belastinginkomsten ten gevolge van BTWfaude. Volgens de Britse krant « The Guardian » liep de Belgische staat vorig jaar 1,328 miljard euro mis ten


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32122

recettes fiscales pour un montant de 1,328 milliard d’euros. Cette estimation pour la Belgique contraste avec les données publiées récemment par M. Hervé Jamar, secrétaire d’Etat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, qui évalue à 181 millions d’euros les pertes fiscales causées par la fraude à la TVA en 2005.

gevolge van BTW-fraude. Deze schatting voor Belgie¨ contrasteert met de gegevens die de staatssecretaris voor de Strijd tegen de fiscale fraude, Hervé Jamar recentelijk bekendmaakte. Hij schatte het verlies door BTW-fraude op 181 miljoen euro in 2005.

1. Comment expliquez-vous cet important écart entre ces deux estimations ?

1. Welke verklaring heeft u voor de grote discrepantie tussen beide schattingen ?

2. Sur quels paramètres M. Jamar base-t-il son estimation ?

2. Op welke manier is de schatting van staatssecretaris Jamar tot stand gekomen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1400 de M. Dirk Van der Maelen du 8 septembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1400 van de heer Dirk Van der Maelen van 8 september 2006 (N.) :

Il faut tout d’abord souligner que l’article paru dans le journal britannique « The Guardian » traite de la fraude « carrousel » et non de la fraude à la TVA dans son ensemble.

Vooreerst moet worden benadrukt dat het artikel dat in de Britse krant « The Guardian is verschenen, handelt over « carrouselfraude » en niet over BTWfraude in haar geheel.

Les résultats britanniques mentionnés dans le journal sont l’extrapolation de leur situation nationale au reste de l’Union. Leur conclusion était que le niveau MTIC atteignait au minimum 6,5 % des recettes de TVA. D’où le chiffre de 1,328 milliard d’euros pour la Belgique. L’augmentation colossale de la fraudecarrousel à la TVA que la Grande-Bretagne connaıˆtrait sur la base des chiffres cités dans « The Guardian », ne ressort pas des constatations faites par nos services belges spécialisés, l’Inspection spéciale des impoˆts, la Cellule de soutien fraude-carrousel et les fonctionnaires détachés auprès l’OCDEFO.

De in de krant vermelde Britse resultaten zijn een extrapolatie van hun nationale situatie naar de rest van de Unie. Hun conclusie was dat het MTIC-niveau minstens 6,5 % van de BTW-ontvangsten bereikte. Vandaar het cijfer van 1,328 miljard euro voor Belgie¨. De enorme stijging van de BTW-carrouselfraude die Groot-Brittannie¨ op grond van de in « The Guardian » geciteerde cijfers zou ondervinden, blijkt niet uit de vaststellingen van onze Belgische gespecialiseerde diensten, de Bijzondere Belastinginspectie, Ondersteuningscel Carrouselfraude en de ambtenaren gedetacheerd bij de CDGEFID.

L’approche cohérente de cette problématique pratiquée au cours de cette législature et de la législature précédente explique que la fraude-carrousel à la TVA en Belgique ne connaıˆt pas une croissance exponentielle comme en Grande-Bretagne. En effet, après que la nécessité d’une approche musclée de la grande fraude fiscale eut été soulevée dans le rapport final du 8 décembre 1998 de la commission parlementaire sénatoriale chargée d’étudier la criminalité organisée en Belgique, tout un train de mesures ont été prises visant une approche multidisciplinaire ciblée des carrousels TVA notamment.

De redenen, waarom de BTW-carrouselfraude in Belgie¨ niet een dergelijke exponentie¨le groei kent als in Groot-Brittannie¨, ligt in de coherente aanpak van deze problematiek onder deze en de voorgaande legislatuur. Immers nadat de noodzakelijkheid van een krachtdadige aanpak van de grote fiscale fraude aan de orde werd gesteld in het eindverslag van 8 december 1998 uitgaande van de parlementaire senaatscommissie belast met het onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in Belgie¨, werd een ganse batterij maatregelen genomen met het oog op de gerichte multidisciplinaire aanpak van onder meer BTW-carrousels.

Le montant de 181 millions d’euros, cité par le secrétaire d’E´tat Hervé Jamar, est le résultat d’une analyse sur la base de statistique effectuée par la Cellule de soutien en matière fraude-carrousel à la TVA (OCS) qui, comme vous le savez, est la conséquence logique de la coopération accrue entre les Services publics fédéraux Finances et Justice et la Police fédérale. L’analyse se fonde sur 8 typologies de fraude existantes.

Het door de staatssecretaris Hervé Jamar aangehaalde bedrag van 181 miljoen euro, waarnaar is het resultaat van een statistisch gefundeerde analyse uitgevoerd door de Ondersteuningscel inzake BTWcarrouselfraude (OCS) die, zoals u weet, ondermeer een concreet gevolg is van de toegenomen samenwerking tussen de Federale Overheidsdiensten van Financie¨n en Justitie en de federale politie. De analyse vertrekt van 8 bestaande fraudetypologie¨n.

Cette technique de détection automatisée des carrousels TVA est déterminée par différents modus

Deze techniek van automatische opsporing van de BTW-carrousels wordt door verschillende modus


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32123

operandi de fraude et notamment par 2 paramètres : les défaillants (MTIC) et les facturations croisées. Pour ces deux catégories, le montant de la fraude est connu, après un certain temps, avec une probabilité froˆlant la certitude. Par extrapolation aux 6 autres typologies, on obtient l’ampleur de la perte due à la fraude carrousel TVA organisée en Belgique.

operandi op het vlak van fraude en meer bepaald door twee parameters bepaald : de ontbrekende personen (MTIC) en de kruisfactureringen. Voor deze 2 categoriee¨n na verloop van tijd het bedrag van fraude met een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gekend is. Door extrapolatie naar de 6 overige typologie¨n bekomt men de grootte van het verlies aan georganiseerde BTW-carrouselfraude in Belgie¨.

2001 : 1,1 milliard d’euros;

2001 : 1,1 miljard euro;

2002 : 220 millions d’euros;

2002 : 220 miljoen euro;


2003 : 129 miljoen euro;


2004 : 144 miljoen euro

2005 : 181 millions d’euros.

2005 : 181 miljoen euro.

Enfin, la cellule de soutien TVA vient de réaliser une autre étude sur la fraude transfrontalière à la TVA dans l’Union. Les données de cette étude proviennent du réseau d’échange d’informations Eurocanet. Le préjudice total en matière de fraude organisée à la TVA atteint selon ces calculs le chiffre de 23,7 milliards d’euros au préjudice des différents Trésors des 25 E´tats membres pour la période de juin 2005 à juin 2006. Deuxièmement, il existe de grandes disparités dans la répartition de la fraude au sein de l’Union. Le Royaume-Uni totalise à lui seul un montant exorbitant de près de 13 milliards d’euros (3,76 milliards pour les fraudes carrousels classiques et 8,85 milliards pour la « filière de Dubaı¨ »). Derrière le Royaume-Uni, on retrouve 4 autres grands pays : l’Espagne, l’Italie, l’Allemagne et la France.

Tot slot heeft de BTW-ondersteuningscel onlangs een andere studie over grensoverschrijdende BTWfraude in de Unie uitgevoerd. De gegevens van deze studie komen van het netwerk voor informatieuitwisseling Euroca-net. De totale schade als gevolg van de georganiseerde BTW-fraude bedraagt volgens deze berekeningen het bedrag van 23,7 miljard euro ten nadele van de verschillende Schatkisten van de 25 lidstaten voor de periode van juni 2005 tot juni 2006. Ten tweede bestaan er grote verschillen in de verspreiding van de fraude binnen de Unie. Het Verenigd Koninkrijk zelf is goed voor een exorbitant bedrag van bijna 13 miljard euro (3,76 miljard voor de klassieke carrouselfraudes en 8,85 miljard voor het zogenaamde « Dubai-netwerk »). Na het Verenigd Koninkrijk volgen vier andere grote landen : Spanje, Italie¨, Duitsland en Frankrijk.

DO 2006200708975

DO 2006200708975

Question no 1432 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1432 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Location de véhicules par un bailleur établi en dehors de la Belgique mais au sein de l’Union européenne.

De verhuur van vervoermiddelen door een verhuurder buiten Belgie¨ maar binnen de EU gevestigd.

Préalablement au jugement rendu par la Cour de Justice le 17 juillet 1997 dans « l’affaire ARO Lease », l’Administration considérait que la présence d’un parc de véhicules en Belgique suffisait à démontrer qu’une activité économique était exercée en Belgique et qu’une entreprise étrangère y disposait donc d’un établissement stable. Par conséquent, la TVA belge était donc due (au taux de 21 %).

Voor de uitspraak van het Hof van Justitie van 17 juli 1997 in de « Zaak ARO Lease » was het standpunt van de administratie dat de aanwezigheid van een vloot voertuigen in Belgie¨ voldoende is om te stellen dat in Belgie¨ een economische activiteit wordt uitgeoefend en dat een buitenlandse onderneming dus over een vaste inrichting in Belgie¨ beschikt. Dit had tot gevolg dat Belgische BTW (21 %) verschuldigd was.

Dans « l’affaire ARO Lease », la Cour de Justice a rappelé le fisc belge à l’ordre. Un parc de véhicules ne suffit pas à démontrer l’existence d’un établissement stable, ce qu’a confirmé l’arrêt Lease Plan Luxembourg SA du 7 mai 1998.

Het Hof van Justitie heeft in de « Zaak ARO Lease » de Belgische fiscus teruggefloten. Een vloot van voertuigen is niet voldoende om een vaste inrichting uit te maken. Het arrest Lease Plan Luxemburg SA van 7 mei 1998 heeft dit nog eens bevestigd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32124

Une voie pénale a ensuite été empruntée sur la base de faux en écritures. Le fisc a été débouté en première instance ainsi qu’en appel, il y a plus d’un an. L’Administration ne s’est pas pourvue en cassation.

Daarna werd een penale weg bewandeld met valsheid in geschrifte als basis. In eerste aanleg verloor de fiscus en ruim een jaar geleden ook in beroep. De administratie is niet in cassatie gegaan.

Je souhaiterais connaıˆtre les suites données à cette affaire. L’Administration de la TVA a en effet « retenu » plusieurs millions d’euros sur lesquels des intérêts sont par ailleurs encore dus.

Graag had ik vernomen hoe deze zaak afgehandeld is. Er werden immers voor vele miljoenen euro « ingehouden » door de BTW-Administratie waarover dan nog intresten verschuldigd zijn.

1. Quel montant de TVA induˆment perçu l’E´tat a-til déjà remboursé ?

1. Hoeveel onterecht ingehouden BTW heeft de Staat al terugbetaald ?

2. Quel montant de TVA induˆment perçu l’E´tat doit-il encore rembourser ?

2. Hoeveel onterecht ingehouden BTW moet de Staat nog terugbetalen ?

3. Quel montant d’intérêts l’administration a-t-elle déjà payé ?

3. Hoeveel intresten heeft de overheid al betaald ?

` non 4. Quel est le montant des intérêts sur la TVA encore remboursée ?

4. Hoe hoog lopen de intresten op van de nog nietterugbetaalde BTW ?

5. Combien de procédures sont toujours pendantes et pour quel montant ?

5. Hoeveel gedingen zijn nog hangende en voor welke tegenwaarde ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1432 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1432 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) :

` la façon de formuler sa question, j’en déduis que A l’honorable membre est bien informé quant au développement juridique de « l’Affaire ARO Lease ». Les jugements et les arrêts des tribunaux respectifs sont de toute façon publiés à chaque fois.

Uit de vraagstelling mag ik afleiden dat het geachte lid goed geı¨nformeerd is over het juridische luik van de « Zaak ARO Lease ». De vonnissen en arresten van de onderscheiden rechtbanken worden ten andere telkens gepubliceerd.

Cependant, en ce qui concerne les données de techniques fiscales, le SPF Finances — pour des raisons évidentes — ne communique aucune information au sujet des dossiers individuels.

Wat echter de fiscaal-technische gegevens betreft, worden door de FOD Financie¨n — om voor de hand liggende redenen — geen communicaties verricht over individuele dossiers.

Certes, je peux vous informer, qu’en cette affaire, l’administration exécute correctement — comme il est d’usage — les jugements et les arrêts.

Ik kan u wel meedelen dat de administratie — zoals gebruikelijk — de vonnissen en arresten in deze zaak correct uitvoert.

DO 2006200708981

DO 2006200708981

Question no 1436 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1436 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Chiffre d’affaires déclaré en matière de TVA.

Aangegeven omzet BTW.

Votre administration peut-elle préciser, pour les années 2002, 2003, 2004 et 2005, à combien s’élève le chiffre d’affaires qui figure dans les déclarations à la TVA des personnes morales ? Serait-il possible d’avoir une répartition par région ?

Kan uw administratie meedelen wat het bedrag is van de omzet die de rechtspersonen opnamen in hun BTW-aangiften in 2002, 2003, 2004 en 2005 ? Graag een opsplitsing per gewest.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32125

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1436 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1436 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) :

L’honorable membre trouve dans le tableau cidessous un aperçu du chiffre d’affaires mentionné dans les déclarations TVA durant la période 2002-2006 en ce qui concerne les personnes morales. Pour être complet le chiffre d’affaires est réparti entre les différents types de personnes morales.

Het geachte lid vindt in de hieronder tabel een overzicht van de omzet vermeld in de BTW-aangiften gedurende de periode 2002-2006 voor wat de rechtspersonen betreft. Ter volledigheid is de omzet opgesplitst naar type rechtspersoon.

Type de personne morale — Type rechtspersoon

2002

Société en nom collectif et société en commandite simple. — Vennootschap onder firma en gewone commanditaire vennootschap ........................................ 2 446 877 789 Société anonyme et société en commandite par action. — Naamloze vennootschap en commanditaire vennootschap op aandelen ................................... 465 863 825 405 Société privée à responsabilité limitée. — Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ..................................... 108 310 502 054 Société coopérative. — Coo¨peratieve vennootschap ................ 26 792 967 949 Société commerciale étrangère. — Vreemde handelsvennootschap ................................. 97 424 524 213 E´tablissement public et intercommunale. — Publieke instelling en intercommunale ........................ 1 821 219 158 Autre. — Andere ...................... 5 926 689 547 Total. — Totaal ....................... 708 586 606 115

2003

2004

2005

2006

2 785 043 303

4 654 651 761

4 046 984 600

4 068 055 368

488 498 155 978

544 074 498 875

579 651 813 682

635 571 419 922

107 243 670 942

120 103 514 018

131 802 176 677

145 407 498 139

20 331 646 861

15 890 112 747

17 262 991 405

18 259 898 358

108 811 013 262

125 961 993 914

139 954 957 295

147 065 460 199

1 281 675 534 8 784 721 544

2 308 922 979 18 409 302 636

2 405 586 761 20 644 155 181

3 145 843 172 25 323 913 972

737 735 927 424

831 402 996 930

895 768 665 601

978 842 089 129

En ce qui concerne la répartition par région, les remarques suivantes doivent être faites :

Wat de opdeling betreft per gewest dienen volgende kanttekeningen gemaakt :

1. Suite à l’économie du Code TVA, une répartition du chiffre d’affaires par région est peu significative. En effet, chaque entreprise peut être présente dans plusieurs régions et aussi y réaliser un chiffre d’affaires tout en ne présentant qu’une seule déclaration. Tout le chiffre d’affaires semble être alors réalisé dans une région alors que ce n’est pas le cas dans les faits.

1. Ingevolge de economie van het BTW-wetboek is een opsplitsing van de omzet per gewest weinig significant. Immers, elke onderneming kan gevestigd zijn in meerdere gewesten, ook daar omzet realiseren maar toch wordt er slechts één aangifte ingediend. Alle omzet wordt dan als het ware gerealiseerd in één gewest terwijl dit niet het geval is in de feiten.

2. En plus, les données sur les chiffres d’affaires totaux, telles qu’elles sont mentionnées dans les tableaux, contiennent la consommation finale ainsi que la consommation intermédiaire. La consomma-

2. Bovendien is het ook zo dat de totale omzetgegevens, zoals ze in de tabellen zijn vermeld, benevens de eindconsumptie ook het intermediair verbruik omvatten. Bij dit intermediair verbruik zijn er onder andere


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32126

tion intermédiaire reprend entre autre les livraisons interrégionales, raison pour laquelle les chiffres d’affaires montrent des distorsions supplémentaires.

de interregionale leveringen opgenomen waardoor de omzetcijfers extra scheeftrekkingen vertonen.

3. Pour les raisons susmentionnées, une répartition par région n’est pas fournie.

3. Om die redenen wordt geen gewestelijke opdeling verstrekt.

DO 2006200709044

DO 2006200709044

Question no 1444 de Mme Hilde Dierickx du 3 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1444 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Communes. — Implantation de magasins de nuit et de phone shops. — Taxes.

Gemeenten. — Vestiging van nachtwinkels en telefoonshops. — Belastingen.

Certaines communes tentent de décourager l’implantation de magasins de nuit et de phone shops par le biais de mesures fiscales.

Sommige gemeenten proberen de vestiging van nachtwinkels en telefoonshops te ontmoedigen door fiscale maatregelen op te leggen.

1. Combien de communes lèvent des taxes sur les magasins de nuit :

1. Hoeveel gemeenten hebben belastingen voor nachtwinkels :

a) en Région flamande;

a) in het Vlaamse Gewest;

b) en Région wallonne;

b) in het Waalse Gewest;

c) dans la Région de Bruxelles-Capitale ?

c) in het Brusselse Gewest ?

2. Combien de communes lèvent des taxes sur les phone shops :

2. Hoeveel gemeenten hebben belastingen voor telefoonshops :

a) en Région flamande;

a) in het Vlaamse Gewest;

b) en Région wallonne;

b) in het Waalse Gewest;

c) dans la Région de Bruxelles-Capitale ?

c) in het Brusselse Gewest ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1444 de Mme Hilde Dierickx du 3 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1444 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 november 2006 (N.) :

Comme vous le savez, l’autorité de tutelle pour les communes n’est pas le gouvernement fédéral, mais bien le gouvernement régional. La question posée devrait être adressée à mes collègues respectifs des différents gouvernements régionaux afin d’obtenir une réponse adéquate à votre question.

Zoals u weet, is de voogdijoverheid voor de gemeenten niet de federale overheid, maar wel de gewestelijke overheid. De door u gestelde vraag zult u dan ook aan mijn respectievelijke collega’s van de onderscheiden gewestregeringen moeten richten teneinde een afdoend antwoord op uw vraag te bekomen.

DO 2006200709112

DO 2006200709112

Question no 1465 de M. Dirk Van der Maelen du 10 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1465 van de heer Dirk Van der Maelen van 10 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Agents taxateurs. — Instruction du 10 octobre 2006 relative à la représentation de l’E´tat en droit.

Taxatieambtenaren. — Instructie van 10 oktober 2006 omtrent de vertegenwoordiging van de Staat in rechte.

L’instruction du 10 octobre 2006 relative à la représentation de l’E´tat en droit suscite un profond émoi

De instructie van 10 oktober 2006 omtrent de vertegenwoordiging van de Staat in rechte laat heel wat stof


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32127

parmi les agents taxateurs et n’est pas de nature à les motiver.

opwaaien bij de taxatieambtenaren en is niet van dien aard om de taxatieambtenaren te motiveren.

Si un contribuable n’est pas d’accord avec un avis de rectification, il peut introduire une réclamation. Il s’agit là d’une procédure administrative dans le cadre de laquelle les décisions sont prises par des fonctionnaires de la section du Contentieux et non par les agents taxateurs.

Indien een belastingplichtige niet akkoord gaat met een bericht van wijziging, kan hij bezwaar indienen. Dit is een administratieve procedure waar ambtenaren verbonden aan de afdeling Geschillen de beslissingen nemen en dus niet de taxatieagent.

Dans l’état actuel des choses, c’est généralement le fonctionnaire de la section Contentieux qui se rend au tribunal, rédige les conclusions, gère le litige, etc. quoiqu’il arrive fréquemment que ce soit l’agent taxateur lui-même qui aille au tribunal pour défendre les intérêts de l’E´tat (sans avoir lui-même rédigé les conclusions). De telles procédures engendrent un volume de travail considérable de sorte que le nombre de réclamations est relativement réduit et que le nombre de causes portées devant le tribunal est encore beaucoup plus limité.

In de huidige stand van zaken is het meestal de ambtenaar verbonden aan de afdeling Gerechtelijke Geschillen die naar de rechtbank stapt, de conclusies schrijft, het geschil beheert, enzovoort, alhoewel de taxatieambtenaar toch dikwijls zelf naar de rechtbank gaat om de verdediging te doen (zonder zelf de conclusies te schrijven). Dergelijke procedures brengen veel werk met zich mee met als gevolg dat er relatief weinig bezwaren zijn en nog veel minder zaken voor de rechtbank worden gebracht.

Avec l’instruction du 10 octobre 2006, une étape de plus est franchie dans la mesure ou` le roˆle de l’agent taxateur en cours de procédure est désormais le plus important puisqu’il doit répondre à toutes les récriminations exprimées par la partie adverse, rédiger les conclusions, respecter les délais prévus pour le dépoˆt des conclusions, convenir de ces délais avec la partie adverse, faire fixer le calendrier ou demander la fixation. En d’autres termes, la section Contentieux se voit attribuer un roˆle d’auxiliaire et c’est l’agent taxateur qui doit tout faire. Or il n’a aucune expérience de telles causes et il lui est difficile d’acquérir cette expérience : il lui est même impossible d’acquérir quelque routine que ce soit étant donné qu’il n’a à traiter qu’un nombre limité d’affaires. Par conséquent, le risque est réel de voir des agents taxateurs s’abstenir à l’avenir de rédiger des avis de rectification par crainte de procès qui engendrent un surcroıˆt de travail considèrable et lors desquels ils doivent affronter des avocats chevronnés alors qu’ils ont eux-mêmes une connaissance insuffisante du Code judiciaire. Il est donc à craindre que les agents taxateurs ne se risquent plus à rédiger des avis de rectification, ce qui pourrait avoir pour conséquence que des faits graves d’évasion fiscale ne soient plus poursuivis.

De instructie van 10 oktober 2006 gaat nu een stap verder : de rol van de taxatieambtenaar tijdens een procedure wordt nu zonder meer de belangrijkste. Hij moet nu antwoorden op alle grieven van de tegenpartij, de conclusies opstellen, de conclusietermijnen naleven, conclusietermijnen met de tegenpartij afspreken, de kalender laten vastleggen of rechtsdag vragen. Met andere woorden, de afdeling Geschillen krijgt een bijstandrol en het is de taxatieagent die alles moet doen. Welnu, die ambtenaar heeft geen ervaring in dergelijke zaken en kan deze ook moeilijk opbouwen : hij kan zelfs onmogelijk enige routine verwerven aangezien hij maar een beperkt aantal zaken heeft lopen. Het is dus niet ondenkbeeldig dat taxatieambtenaren uit vrees voor rechtszaken geen berichten van wijziging meer schrijven. Deze brengen immers veel bijkomend werk met zich mee en de taxatieambtenaren staan tegenover geroutineerde advocaten terwijl zij zelf onvoldoende kennis hebben van het Gerechtelijk Wetboek. Het risico is dus groot dat belastingambtenaren zich niet meer wagen aan berichten van wijzigingen met als gevolg dat ernstige belastingontwijking niet meer wordt aangepakt.

Quelles mesures concrètes avez-vous prises ou comptez-vous prendre afin de préparer les agents taxateurs à un accroissement du nombre de leurs missions et de les accompagner dans cette perspective ?

Welke concrete maatregelen zijn of zullen worden genomen om de taxatieambtenaren voor te bereiden op en te begeleiden met hun uitgebreide taken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1465 de M. Dirk Van der Maelen du 10 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1465 van de heer Dirk Van der Maelen van 10 november 2006 (N.) :

L’instruction dont parle l’honorable membre ne fait qu’éclairer la circulaire de l’administrateur général des Impoˆts du 15 février 2002 (ajoutée à la circulaire du

De instructie waarover het geachte lid spreekt verduidelijkt slechts de circulaire van 15 februari 2002 van de administrateur-generaal van de belastingen


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32128

1er mars 2002 AFER No 6/2002, no Ci.RH.863/ 547 570) qui désigne les fonctionnaires qui représenteront l’E´tat en justice sur la base de l’article 379, nouveau, CIR 1992, dans diverses situations concrètes.

(toegevoegd aan de circulaire van 1 maart 2002, AOIF Nr. 6/2002, nr. Ci.RH.863/547 570) die bepaalt welke ambtenaren de Staat op grond van artikel 379, nieuw, WIB 1992 in rechte zullen vertegenwoordigen in verschillende concrete situaties.

Le point de départ demeure que les fonctionnaires taxateurs sont souvent les mieux placés pour défendre en justice le contenu de leurs propres taxations. L’instruction du 10 octobre 2006 doit être considérée comme une directive pour les différentes situations qui peuvent se présenter sur le terrain.

Het uitgangspunt blijft dat de taxatieambtenaren meestal het best geplaatst zijn om de hoofdmoot van hun taxaties in rechte te verdedigen. De instructie van 10 oktober 2006 is te beschouwen als een leidraad voor de verschillende toestanden die zich op het terrein kunnen voordoen.

L’honorable membre aura d’ailleurs remarqué à la lecture attentive de la totalité de l’instruction que l’assistance d’un avocat reste possible pour les dossiers complexes et de principe, que le roˆle d’assistance qui est attribué à la cellule du contentieux judiciaire implique une intervention active dans le dossier et qu’enfin le roˆle du fonctionnaire taxateur est terminé dès que l’affaire est plaidée et mise en délibéré en première instance.

Het geachte lid zal bij aandachtige lezing van de volledige instructie trouwens gemerkt hebben dat de bijstand van een advocaat steeds mogelijk blijft voor principie¨le en complexe dossiers, dat de bijstandsrol die is toebedeeld aan de cel gerechtelijke geschillen een actieve tussenkomst in het dossier impliceert en ten slotte dat de rol van de taxatieambtenaar beeïndigd is eens de zaak in eerste aanleg is gepleit en in beraad is genomen.

En outre, la recherche d’importantes fraudes fiscales est confiée soit à un centre de controˆle, soit à l’Administration de NSI, où ces dossiers sont traités en équipes, de sorte que, dans ces cas, un fonctionnaire ne se trouve jamais isolé dans la défense du dossier.

Voor het overige gebeurt het onderzoek naar zware belastingfraude ofwel door een controlecentrum ofwel door de administratie van de BBI, waar dergelijke dossiers in teamverband worden aangepakt, zodat in die gevallen een ambtenaar nooit geı¨soleerd voor de verdediging van het dossier wordt geplaatst.

DO 2006200709210

DO 2006200709210

Question no 1481 de M. Dirk Van der Maelen du 22 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1481 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Pays bénéficiant d’une fiscalité notablement plus avantageuse qu’en Belgique.

Landen met een aanzienlijk gunstiger belastingregime dan Belgie¨.

En son article 203, § 1er, le Code des impoˆts sur les revenus 1992 stipule que les dispositions de droit commun en matière d’impoˆts « sont présumées être notablement plus avantageuses qu’en Belgique lorsque [...]

Artikel 203, § 1, WIB 1992 stelt dat gemeenschappelijke bepalingen inzake belastingen worden geacht aanzienlijk gunstiger te zijn dan in Belgie¨, wanneer [...] :

— soit le taux nominal de droit commun de l’impoˆt sur les bénéfices de la société est inférieur à 15 %;

— hetzij, het gemeenrechtelijk nominaal tarief op de winsten van de vennootschap lager is dan 15 %;

— soit, en droit commun, le taux correspondant à la charge fiscale effective est inférieur à 15 %. »

— hetzij, gemeenrechtelijk, het tarief dat met de werkelijke belastingdruk overeenstemt, lager is dan 15 %.

En son article 73/4quater, l’AR/CIR 1992 énumère les 51 pays dont les dispositions du droit commun en matière d’impoˆts sont présumées être notablement plus avantageuses qu’en Belgique. Cette liste sert de référence pour l’application de la législation relative à l’exonération limitée à titre de revenus définitivement taxés (RDT) comme pour l’application de la réglemen-

Artikel 73/4quater KB/WIB 1992 bepaalt de 51 landen die geacht worden een aanzienlijk gunstiger belastingregime dan Belgie¨ te hebben. De wetgeving betreffende de beperkte vrijstelling voor definitief belaste inkomsten (DBI) en de reglementering inzake onderkapitalisatie vallen beiden terug op deze lijst om te bepalen of een belastingregime als aanzienlijk gun-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32129

tation relative à la sous-capitalisation, en ce sens qu’on se basera sur cette liste pour distinguer les régimes fiscaux présumés être notablement plus avantageux que la fiscalité belge et, partant, pour décider de l’applicabilité de ces mesures.

stiger kan worden beschouwd en desgevallend deze maatregelen van toepassing zijn.

Ni les Bermudes, ni les Bahamas, ni Bahreı¨n ne figurent sur cette liste. Or, au Bahreı¨n, seules les sociétés pétrolières et gazières sont soumises à l’impoˆt des sociétés, tandis que les bénéfices des sociétés ne sont taxés ni aux Bermudes, ni aux Bahamas.

Bermuda, de Bahamas en Bahrain staan niet op die lijst. In Bahrain moeten alleen olie-, gas- en petroleumbedrijven vennootschapsbelasting betalen, in Bermuda en in de Bahamas worden ondernemingswinsten niet belast.

Pourquoi ces pays ne figurent-ils pas sur la liste de pays dont les dispositions du droit commun en matière d’impoˆts sont présumées être notablement plus avantageuses qu’en Belgique ?

Waarom zijn deze landen niet opgenomen in de lijst van landen die geacht worden een aanzienlijk gunstiger belastingregime dan Belgie¨ te hebben ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1481 de M. Dirk Van der Maelen du 22 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1481 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 november 2006 (N.) :

En premier lieu, je souhaite signaler à l’honorable membre que la liste reprise à l’article 734quater de l’arrêté royal d’exécution du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (AR/CIR 1992) n’est pas exhaustive et que la présomption qu’elle constitue peut être renversée par le contribuable qui apporte la preuve que les dispositions du droit commun d’un pays y repris ne sont pas ou plus notablement plus avantageuses qu’en Belgique selon les critères fixés à l’article 203, § 1er, alinéa 2 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992).

Vooreerst wens ik het geachte lid mee te delen dat de lijst opgenomen in artikel 734quater van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 1992) niet exhaustief is en dat het vermoeden dat de lijst inhoudt door de belastingplichtige weerlegd kan worden wanneer deze het bewijs levert dat de gemeenrechtelijke bepalingen van een land dat op de lijst is opgenomen niet of niet meer aanzienlijk gunstiger zijn dan in Belgie¨, overeenkomstig de criteria die zijn bepaald in artikel 203, § 1, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992).

La liste en cause doit permettre aux contribuables qui perçoivent des dividendes d’une société assujettie à un impoˆt analogue de déterminer si les dispositions du droit commun du pays où est établie la société distributrice sont notablement plus avantageuses que les dispositions belges.

De bedoelde lijst moet de belastingplichtigen die dividenden ontvangen van een vennootschap die onderworpen is aan een belasting van gelijke aard toelaten vast te stellen of de gemeenrechtelijke bepalingen van het land waar de uitkerende vennootschap gevestigd is, aanzienlijk gunstiger zijn dan de Belgische bepalingen.

Lorsque la société n’est assujettie à aucun impoˆt analogue à l’impoˆt des sociétés, il n’y a pas lieu de se référer à la liste en question (voir en ce sens le Rapport au Roi de l’arrêté royal du 13 février 2003 pris en exécution de l’article 203, § 1er, alinéa 3, CIR 1992 relatif à la liste des pays dont les dispositions de droit commun en matière d’impoˆts sont notablement plus avantageuses qu’en Belgique), les dividendes distribués par les sociétés qui sont établies aux Bermudes, aux Bahamas ou à Bahreı¨n et qui de ce fait ne sont pas assujettie à un impoˆt analogue à l’impoˆt des sociétés seront exclues du champ d’application de l’article 202, § 1er, 1o et 2o, CIR 1992 sur la base de l’article 203, § 1er, 1o, CIR 1992.

Indien de vennootschap aan geen enkele belasting van gelijke aard als de vennootschapsbelasting is onderworpen, is er geen reden om naar de bedoelde lijst te verwijzen (zie in dit verband het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 13 februari 2003 ter uitvoering van artikel 203, § 1, derde lid, WIB 1992 betreffende de lijst van landen waar de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen aanzienlijk gunstiger zijn dan in Belgie¨), waardoor de dividenden die worden toegekend door vennootschappen, die gevestigd zijn in Bermuda, in de Bahamas of in Bahrein en die bijgevolg niet onderworpen zijn aan een belasting van gelijke aard als de vennootschapsbelasting, op grond van artikel 203, § 1, 1o, WIB 1992, van het toepassingsgebied van artikel 202, § 1, 1o en 2o, WIB 1992 uitgesloten zullen worden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32130

Afin d’éviter toute confusion, je charge mon administration d’adapter l’article 73/4quater, AR/CIR 1992, afin de reprendre dans la liste les pays dont les dispositions de droit commun prévoient que les sociétés ne sont pas soumises à un impoˆt analogue à l’impoˆt des sociétés.

Om elke verwarring te vermijden heb ik mijn administratie opgedragen artikel 73/4quater, KB/ WIB 1992, aan te passen, teneinde de landen waarvan de gemeenrechtelijke bepalingen voorzien dat de vennootschappen niet onderworpen zijn aan een belasting van gelijke aard als de vennootschapsbelasting, op de lijst op te nemen.

DO 2006200709233

DO 2006200709233

Question no 1485 de M. Carl Devlies du 27 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1485 van de heer Carl Devlies van 27 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Exécution des décisions judiciaires. — Délai raisonnable. — Début du délai.

Uitvoering rechterlijke uitspraak. — termijn. — Aanvang van de termijn.

1. Un fonctionnaire peut-il refuser d’exécuter une décision judiciaire qui enjoint le pouvoir exécutif, et plus particulièrement le fisc, de donner, de faire ou de ne pas faire quelque chose ?

1. Kan een ambtenaar weigeren een rechterlijke uitspraak uit te voeren waarin de uitvoerende macht, in het bijzonder de fiscus, wordt bevolen iets te geven, te doen of niet te doen ?

2. Quel délai peut-il être considéré comme raisonnable pour l’exécution d’une telle décision judiciaire ?

2. Wat is een redelijke termijn waarbinnen dergelijke rechterlijke uitspraak dient te worden uitgevoerd ?

3. Quand ce délai prend-il cours ?

Redelijke

3. Vanaf welk moment begint deze termijn te lopen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1485 de M. Carl Devlies du 27 novembre 2006 (N.) : 1. La réponse est négative.

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1485 van de heer Carl Devlies van 27 november 2006 (N.) : 1. Het antwoord is ontkennend.

L’administration procède en principe volontairement à l’exécution des décisions de justice auxquelles elle acquiesce ou dont les délais pour relever appel ou cassation sont expirés.

De administratie gaat in principe vrijwillig over tot de uitvoering van rechterlijke beslissingen waarin zij berust of waarvan de beroepstermijn of de termijn om een voorziening in cassatie in te dienen is verstreken.

2. Pour ce qui est des jugements ou arrêts qui sont défavorables ou partiellement défavorables à l’E´tat belge, l’administration doit déterminer sa position après l’analyse de la décision de justice. Suite à cette analyse, l’E´tat belge décidera soit d’acquiescer à ce jugement ou à cet arrêt, soit d’introduire un recours en appel ou un pourvoi en cassation.

2. Ten aanzien van vonnissen of arresten die ongunstig of gedeeltelijk ongunstig zijn voor de Belgische Staat dient de administratie haar houding te bepalen na analyse van die rechtspraak.

Le délai raisonnable varie d’un cas à l’autre eu égard à la complexité de l’affaire ou à la connexité avec d’autres affaires. Ainsi, l’administration peut, en concertation avec les contribuables concernés, ne pas exécuter un jugement dans l’attente de l’arrêt de la cour d’appel, de la Cour de cassation ou de la Cour d’arbitrage dans des affaires semblables.

De redelijke termijn is afhankelijk van geval tot geval gelet op de complexiteit van de zaak of de samenhang met andere zaken. Zo kan bijvoorbeeld de administratie in samenspraak met de betrokken belastingplichtige een vonnis niet uitvoeren in afwachting van een uitspraak van een hof van beroep, het Hof van Cassatie of het Arbitragehof in gelijkaardige zaken.

3. En règle générale, il est admis que le délai raisonnable commence à courir dès que l’administration a pris connaissance du jugement ou de l’arrêt.

3. In algemene regel kan men stellen dat de redelijke termijn ingaat zodra de administratie kennis krijgt van het vonnis of arrest.


2006

Uit die analyse zal blijken of de Belgische Staat in een bepaald vonnis of arrest berust dan wel een hoger beroep instelt of een voorziening in cassatie.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32131

Le contribuable qui constate que l’administration tarde à procéder à l’exécution d’un jugement ou d’un arrêt peut évidemment contacter l’administration avant de faire signifier ce jugement ou cet arrêt ou de procéder à son exécution forcée.

De belastingplichtige die vaststelt dat de administratie zou talmen met de uitvoering van een vonnis of arrest kan uiteraard, vooraleer het vonnis of arrest te laten betekenen of tot gedwongen uitvoering over te gaan, de administratie contacteren.

DO 2006200709343

DO 2006200709343

Question no 1547 de M. Koen T’Sijen du 25 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1547 van de heer Koen T’Sijen van 25 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Octroi d’une aide aux personnes aˆgées. — Exemption fiscale pour les personnes souffrant d’un handicap.

Toekenning van hulp aan bejaarden. — Fiscale vrijstelling voor personen met een handicap.

Une personne aˆgée handicapée peut prétendre à une allocation pour aide aux personnes aˆgées, que son handicap ait été constaté avant ou après l’aˆge de 65 ans.

Een bejaarde die gehandicapt is, heeft recht op een tegemoetkoming voor de hulp aan bejaarden. Deze tegemoetkoming is niet afhankelijk van het feit of de handicap werd vastgesteld voor of na de leeftijd van 65 jaar.

La situation est différente pour l’exonération fiscale en faveur des personnes handicapées dont ne peuvent bénéficier celles dont le handicap n’a été constaté qu’après l’aˆge de 65 ans. L’exonération n’est en effet accordée que si le handicap a été constaté avant cet aˆge.

Bij de fiscale vrijstelling voor personen met een handicap is dit anders. Bejaarden met een handicap waarvan de handicap pas na de leeftijd van 65 jaar werd vastgesteld, hebben geen recht op een fiscale vrijstelling. Deze vrijstelling is er wel indien de handicap voor de leeftijd van 65 jaar werd vastgesteld.

On applique une définition différente à des mesures qui visent toutes deux à intervenir dans les frais élevés résultant d’un handicap, ce qui revient à établir de facto une discrimination à l’égard des personnes aˆgées dont le handicap est survenu « trop tard » puisqu’elles ne bénéficient pas de l’exonération fiscale.

Voor twee maatregelen die beiden tegemoet willen komen aan de hoge kosten die gepaard gaan met het hebben van een handicap, wordt een verschillende definitie gehanteerd. De facto, komt dit neer op een discriminatie van bejaarden die « te laat » gehandicapt werden. Zij genieten immers niet een fiscale vrijstelling.

1. Pour quel motif les personnes aˆgées dont le handicap a été constaté après l’aˆge de 65 ans ne peuvent-elles pas bénéficier de l’exonération fiscale ?

1. Kan u de reden aanvoeren waarom bejaarden met een handicap waarvan de handicap na de leeftijd van 65 jaar werd vastgesteld, niet een fiscale vrijstelling kunnen genieten ?

2. Pourquoi cette discrimination à l’égard des personnes dont le handicap est survenu après l’aˆge de 65 ans ?

2. Wat is de reden dat mensen die na de leeftijd van 65 jaar gehandicapt worden, worden gediscrimineerd ?

3. Quelles initiatives comptez-vous prendre pour mettre fin à cette discrimination ?

3. Wat overweegt u te doen om deze discriminatie weg te werken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1547 de M. Koen T’Sijen du 25 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1547 van de heer Koen T’Sijen van 25 januari 2007 (N.) :

Lors des discussions en novembre 1988 du projet de loi portant réforme de l’impoˆt sur les revenus et modification des taxes assimilées au timbre, le ministre des Finances de l’époque a déclaré qu’à défaut de critère plus adéquat, le législateur a retenu l’aˆge de 65 ans pour établir la distinction entre un handicap véritable et des phénomènes liés au vieillissement, deux choses

Tijdens de besprekingen in november 1988 van het wetsontwerp houdende hervorming van de inkomstenbelasting en wijziging van de met het zegel gelijkgestelde taksen heeft de toenmalige minister van Financie¨n verklaard dat de wetgever, bij gebrek aan een meer adequate maatstaf, de grens van 65 jaar als criterium heeft weerhouden om het onderscheid te maken


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32132

qu’il est souvent très difficile de distinguer dans la pratique. Cette difficulté reste toujours d’actualité.

tussen een echte handicap en ouderdomsverschijnselen, twee zaken die in de praktijk vaak erg moeilijk te onderscheiden zijn. Deze moeilijkheid is momenteel nog niet opgelost.

DO 2006200709626

DO 2006200709626

Question no 1548 de M. Dirk Van der Maelen du 25 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1548 van de heer Dirk Van der Maelen van 25 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Réclamations en matière d’impoˆts sur les revenus.

Bezwaarschriften inzake inkomstenbelastingen.

Le no 71, dernier alinéa, de la circulaire no Ci.RH.863/530.827 du 18 septembre 2000 dispose que ’si le contribuable n’est pas tenu d’agir en justice après un délai de six ou de neuf mois, il doit toutefois toujours être mis à même d’effectuer son choix en pleine connaissance de cause, et il sera donc essentiel, dans un souci de saine gestion, d’avertir le redevable (ou son mandataire) qui en fait la demande, des raisons qui empêchent le directeur de statuer’.

Het nr. 71, laatste alinea, van de circulaire nr. Ci.RH.863/530.827 van 18 september 2000 stelt dat de belastingplichtige niet verplicht is om na zes of negen maanden een vordering in rechte in te stellen, doch dat hij niettemin in staat moet worden gesteld om met kennis van zaken zijn keuze te bepalen en dat het daarom essentieel is, in het raam van een behoorlijk bestuur, aan de belastingplichtige of zijn lasthebber die daarom vraagt, de redenen mee te delen die de directeur beletten te beslissen.

1. a) Cette directive est-elle toujours applicable à ce jour ?

1. a) Is die onderrichting op heden nog steeds geldig ?

b) Dans la négative, quelles sont les directives actuelles ?

b) Zo neen, hoe luiden de huidige richtlijnen ?

2. a) Dans l’affirmative, la réponse individuelle et écrite du directeur régional et/ou de son fonctionnaire du contentieux délégué doit-elle être motivée conformément à la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs ?

2. a) Moet, in bevestigend geval, het individuele en schriftelijke antwoord van de gewestelijk directeur en/of van zijn gedelegeerde geschillenambtenaar worden gemotiveerd in de zin van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen ?

b) Dans la négative, pourquoi pas ?

b) Zo neen, waarom niet ?

3. Dans quel délai « raisonnable » la réponse écrite à une telle question doit-elle être formulée (cf. également le no 3 de la Charte « pour une administration à l’écoute des usagers » du 22 juin 2006) ?

3. Binnen welke « redelijke » termijn moet op een dergelijke vraag schriftelijk worden ingegaan (cf. thans ook het nr. 3 van het Charter voor een klantvriendelijke Overheid van 22 juni 2006) ?

4. Une pénurie de personnel ou une sousoccupation du service peuvent-ils être invoqués par les directions et les services de contentieux régionaux comme un argument général valable pour justifier l’absence de décision directoriale de droit et/ou de fait ?

4. Kan een gebrek aan personeel of een onderbezetting van de dienst door de gewestelijke directie- en geschillendienst als een algemeen en deftig argument worden aangehaald om het uitblijven van de directoriale beslissing in recht en/of in feite te verantwoorden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1548 de M. Dirk Van der Maelen du 25 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1548 van de heer Dirk Van der Maelen van 25 januari 2007 (N.) :

1. C’est en effet le cas.


1. Dat is inderdaad het geval. 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32133

2. Non, la réponse du directeur régional ou du fonctionnaire délégué par lui concernant le retard dans la prise de décision n’est pas un acte administratif au sens de la loi du 29 juillet 1991.

2. Neen, het antwoord van de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar betreffende de opgelopen achterstand is geen bestuurshandeling in de zin van de wet van 29 juli 1991.

3. Il doit être répondu à une telle question dans le délai prévu au point 3 de la charte pour une administration à l’écouˆte des usagers.

3. Op een dergelijke vraag moet worden geantwoord binnen de termijnen voorgeschreven in punt 3 van het charter voor een klantvriendelijke overheid.

4. Sauf circonstances exceptionnelles, une réponse formulée en des termes aussi généraux doit être considérée comme insuffisante. Le point 71, dernier alinéa de la circulaire à laquelle renvoie l’honorable membre, peut difficilement être interprété autrement.

4. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden moet een dergelijk algemeen geformuleerd antwoord als onvoldoende worden beschouwd. Punt 71, laatste lid van de circulaire waarnaar het geachte lid verwijst, kan moeilijk anders worden opgevat.

DO 2006200709650

DO 2006200709650

Question no 1555 de M. Hagen Goyvaerts du 29 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1555 van de heer Hagen Goyvaerts van 29 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

SPF Finances. — Plan de personnel 2007.

FOD Financie¨n. — Personeelsplan 2007.

Conformément au plan de personnel 2007, l’effectif en personnel du service public fédéral Finances (SPF) se présente comme suit :

In het personeelsplan 2007 staat dat wat de federale overheidsdienst Financie¨n (FOD) betreft, er volgend aantal personeelsleden zijn :

SPF Finances avec pilier Coperfin en unités physiques :

FOD Financie¨n met Coperfinpijlers personeelsplan in fysieke éénheden :

Bureau unique : 82.

Enig kantoor : 82.

Lutte contre la fraude : 116.

Fraudebestrijding : 116.

Plan d’action modernisation : 39.

Actieplan modernisering : 39.

Présidence et cabinet de la présidence : 6.

Voorzitter en zijn kabinet : 6.

PMO communication : 8. E´tude et documentation : 71.

PMO communicatie : 8.

Secrétariat et logistique : 299.

Secretariaat en logistiek : 299.

TIC : 563.

ICT : 563.

Budget et controˆle des dépenses : 42.

Budget en beheercontrole : 42.

Trésorerie : 586.

Thesaurie : 586.

Documentation patrimoniale : 352. Ećhange d’informations : 39.

Patrimoniumdocumentatie : 352.

Recouvrement non-fiscal : 214.

Niet fiscale invordering : 214.

Services patrimoniaux : 486.

Patrimoniumdiensten : 486.

Relèvements et évaluations : 1 780.

Opzettingen en waarderingen : 1 780.

Sécurité juridique : 2 288.

Rechtszekerheid : 2 288.

Impoˆts et recouvrements : 1 184.

Belastingen en Invorderingen : 1 184.

Lutte contre la fraude : 471.

Fraudebestrijding : 471.

Douane et Accises : 4 177.

Douane en Accijnzen : 4 177.


Studie en documentatie : 71.

Informatieuitwisseling : 39.

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32134

Recouvrement : 3 393.

Invordering : 3 393.

PME + GO : 6 350.

KMO + GO : 6 350.

Particuliers : 6 349.

Part. : 6 349.

Total : 28 895 membres du personnel. E´tant donné que le SPF Finances ne travaille toujours pas conformément à la réforme Coperfin, l’effectif présent est le suivant (ledit ministère des Finances en unités physiques) :

Totaal : 28 895 personeelsleden. Aangezien de FOD Financie¨n nog steeds niet volgens Coperfin werkt is volgend aantal aanwezig (zogenaamd ministerie van Financie¨n in fysieke eenheden) :

Secrétariat général : 4 054.

Algemeen Secretariaat : 4 054.

Trésorerie : 578.

Thesaurie : 578.

Affaires sociales : 94.

Fiscale Zaken : 94.

Registre cadastral + Domaines : 5 153.

Kad. Reg. + Dom. : 5 153.

ISI : 507.

BBI : 507.

DA : 4 519.

DA : 4 519.

AFER + Inv. : 16 795.

AOIF + Inv. : 16 795.

Total : 31 700 membres du personnel.

Totaal : 31 700 personeelsleden.

La différence entre les deux s’élève à 2805 unités physiques. 1. Pouvez-vous expliquer cette différence ?

Het verschil tussen beiden is 2805 fysieke éénheden. 1. Kan u dit verschil uitleggen ?

2. Pourquoi le SPF Finances continue-t-il de travailler sans respecter les structures Coperfin ? 3. Quand pensez-vous qu’il les respectera ?

2. Waarom werkt de FOD Financie¨n nog steeds niet volgens Coperfinstructuren ? 3. Wanneer overweegt u dat dit wel zou gebeuren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1555 de M. Hagen Goyvaerts du 29 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1555 van de heer Hagen Goyvaerts van 29 januari 2007 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hierna het antwoord op zijn vragen.

Comme l’indique le texte introductif du Plan de personnel, ce Plan est établi à la fois selon la structure administrative de l’ancien ministère des Finances et selon la structure organisationnelle du SPF Finances. Dans l’attente de la réalisation intégrale de l’organigramme du SPF Finances, la « structure du SPF Fin », qui est ajoutée à titre d’illustration à la partie « structure MinFin », est un exercice théorique. Les totaux figurant dans la « structure MinFin » sont égaux à ceux de la « structure SPFFin ». Le nombre d’agents dans la « structure MinFin » s’obtient en additionnant toutes les administrations prévues à la partie 2 « ministère des Finances ». Le nombre d’agents dans la « structure SPFFin » s’obtient en additionnant tous les piliers prévus dans la partie 3 « SPF Finances ». Si l’on veut comparer les deux totaux, il ne faut pas tenir compte des parties 4 et 5. La partie 4 « Plan d’action pour l’ensemble du SPF Finances spécialement conçu pour la modernisation et lié à l’opérationalisation » est

Zoals in de inleidende tekst van het Personeelsplan reeds wordt aangegeven wordt het personeelsplan zowel volgens de administratiestructuur van het vroegere ministerie van Financie¨n als volgens de organisatiestructuur van de FOD Financie¨n opgesteld. In afwachting van de volledige realisatie van het FODFin organigram is de FODFin-structuur, die ter illustratie aan het deel MinFin-structuur wordt toegevoegd, een theoretische oefening. De totalen in de MinFinstructuur en deze in de FODFin structuur zijn gelijk. Het aantal personeelsleden in de MinFin-structuur wordt verkregen door de som te maken van alle administraties voorzien in deel 2 « Ministerie van Financie¨n ». Het totaal aantal personeelsleden in de FODFin-structuur wordt bekomen door de som te maken van alle pijlers voorzien in deel 3 « FOD Financie¨n ». Om beide totalen te vergelijken dient er geen rekening te worden gehouden met de delen 4 en 5. Deel 4 « Actieplan voor de hele FOD Financie¨n dat


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32135

simplement mentionné afin de montrer que 39 recrutements pour la modernisation sont prévus pour l’exécution du plan de personnel et qu’ils doivent encore être répartis entre les différents piliers en suivant le rythme de l’opérationalisation. Ce nombre est déjà imputé dans le nombre total des agents. La partie 5 « Inventaire de l’effectif du personnel dans les services extérieurs à compétence nationale » est simplement mentionné pour que ces services puissent établir un cadre linguistique. Ces nombres d’agents sont donc déjà imputés dans les totaux des administrations concernées ou des piliers de la partie 3.

speciaal bedoeld is voor de modernisering en in verband staat met de operationalisering » is enkel bedoeld om aan te geven dat er bij de uitvoering van het personeelsplan 39 wervingen voor modernisering zijn voorzien die volgens het ritme van de operationalisering nog over de verschillende pijlers moeten worden verdeeld. Dit aantal is reeds verrekend in het totaal aantal personeelsleden. Deel 5 « Inventaris van het personeelsbestand in de buitendiensten met nationale bevoegdheid » is enkel bedoeld om voor deze diensten een taaikader te kunnen opstellen. Deze aantalen zijn dus reeds verrekend in de totalen van de betreffende administraties of pijlers in deel 3.

Le SPF Finances se trouve dans la Cellule provisoire depuis le 1er janvier 2003. le passage des administrations actuelles du ministère des Finances à la structure organisationnelle composée d’entités, de piliers et de services d’encadrement selon l’organigramme du SPF Finances se fera au départ de cette Cellule. Des initiati` l’exception de ces ves devront être prises à cet effet. A mesures juridiques, de nouveaux services devront également être effectivement installés sur le terrain. Cela se fera de façon structurée et intégrée par le biais de projets d’opérationalisation qui réaliseront les nouvelles méthodes de travail, les nouvelles fonctions et les nouveaux services découlant des BPR de Coperfin.

De FOD Financie¨n bevindt zich sinds 1 januari 2003 in de Voorlopige Cel. Vanuit deze cel zal de overgang van de bestaande administraties van het ministerie van Financie¨n naar de organisatiestructuur bestaande uit entiteiten, pijlers en stafdiensten volgens het FODFin organigram gebeuren. Daartoe zullen initiatieven dienen genomen te worden. Behalve deze juridische maatregelen zullen ook nieuwe diensten daadwerkelijk op het terrein dienen opgericht te worden. Dit zal gebeuren op een gestructureerde en geı¨ntegreerde manier door middel van operationaliseringsprojecten die de nieuwe werkmethodes, nieuwe functies en nieuwe diensten uit de Coperfin BPR’s realiseren.

DO 2006200709677

DO 2006200709677

Question no 1561 de M. Dirk Van der Maelen du 31 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1561 van de heer Dirk Van der Maelen van 31 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Création d’une cinquième direction de l’ISI.

Oprichting van een vijfde BBI-directie.

Il me revient qu’une cinquième direction de l’ISI va être constituée à Bruxelles pour lutter contre la fraude carrousel.

Ik verneem dat een vijfde BBI-directie in Brussel wordt opgericht met als doel de carrousselfraude te bestrijden.

1. Quelle sera la composition du personnel (nombre d’équivalents temps plein plus nombre par groupe linguistique et par niveau) et sur la base de quels facteurs cet effectif sera-t-il déterminé ?

1. Hoe zal het personeel samengesteld zijn (aantal voltijds equivalenten plus aantal per taalgroep en per niveau) en op basis van welke factoren komt men tot deze samenstelling ?

2. Quelles seront les missions de cette direction ?

2. Welke taken zal de dienst uitvoeren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1561 de M. Dirk Van der Maelen du 31 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1561 van de heer Dirk Van der Maelen van 31 januari 2007 (N.) :

Pour la création de la nouvelle 5ème direction nationale du pilier lutte contre la fraude, 116 emplois sont prévus qui se répartissent comme suit :

Voor de oprichting van de nieuwe 5ème nationale directie van de pijler fraudebestrijding worden 116 betrekkingen voorzien die verdeeld zijn als volgt :

— Niveau A : 63

— Niveau A : 63

— Niveau B : 50

— Niveau B : 50


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32136

— Niveau C : 3

— Niveau C : 3

L’occupation de ces 116 emplois sera réalisée d’une part par le transfert d’agents provenant de services existants au sein de l’ISI et d’autre part au moyen de nouveaux recrutements.

De invulling van deze 116 betrekkingen zal enerzijds gerealiseerd worden door overheveling vanuit de bestaande diensten binnen de BBI, en anderzijds door middel van nieuwe aanwervingen.

E´tant donné qu’il s’agit d’un service d’exécution basé à Bruxelles dont le fonctionnement couvre tout le territoire, et qu’il doit donc être conforme à la législation linguistique, un cadre linguistique doit être établi. Un dossier a d’ailleurs été introduit à cet effet auprès de la Commission permanente de Controˆle linguistique.

Vermits het ter zake gaat om een in BrusselHoofdstad gevestigde uitvoeringsdienst waarvan de werking het hele grondgebied bestrijkt, moet conform de vigerende taalwetgeving, een taaikader worden opgemaakt. Hiertoe werd ondertussen een dossier ingediend bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

La mission de la nouvelle 5e direction nationale du pilier lutte contre la fraude consistera en la réalisation d’une structure performante et flexible pour combattre de façon préventive, répressive et définitive les phénomènes de fraude de grande envergure, ciblée dans une première phase mais non exclusivement sur les carrousels TVA.

De taak van de nieuwe 5e nationale directie van de pijler fraudebestrijding zal in essentie bestaan in de uitbouw van een performante en flexibele structuur om grootschalige fraudefenomenen, in een eerste fase geconcentreerd op BTW-carrousels maar daarom niet uitsluitend, preventief, repressief en definitief te bestrijden.

De façon générale, le but est d’appréhender de manière identique tous les phénomènes de fraude de grande envergure qui se caractérisent par l’utilisation de mécanismes ou procédés complexes à dimension internationale.

Algemeen gesteld is het de bedoeling om alle door de aanwending van ingewikkelde mechanismen of procédés met internationale dimensies gekenmerkte grootschalige fraudefenomenen op gelijke wijze aan te pakken.

Afin de mener à bien cet objectif ambitieux, certaines options stratégiques doivent être prises telles qu’une approche centralisée, une unité de direction, des fonctions spécialisées, une coordination des actions et un raccourcissement de la voie hiérarchique. Les taˆches à mener dans ce centre englobent les volets suivants :

Om deze ambitieuze doestelling tot een goed einde te brengen, dienen bepaalde strategische opties te worden ingevuld, zijnde centralisatie van aanpak, eenheid van leiding, gespecialiseerde functies, coo¨rdinatie van actie en inkorting van rapporteringlijn. De in dit centrum te verrichten taken beslaan volgende luiken :

— la gestion des entrées,

— inputbeheer,

— les actions opérationnelles,

— operationele handelingen,

— les affaires juridiques.

— juridische zaken.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32137

Centre National Lutte contre la Fraude

Organogram Nationaal Centrum Fraudebestrijding

La gestion des entrées consiste en la collecte, l’appréciation et le transfert vers les équipes opérationnelles de toutes les informations pertinentes. Les sources peuvent être de nature très diversifiées (missions de l’autorité supérieure, plaintes qu’elles soient anonymes ou non, communications d’administrations partenaires internationales, dénonciations interdépartementales, données disponibles de source interne ou externe aux finances, recherches menées de propre initiative, ...), Cette équipe se composera de 14 collaborateurs et sera du ressort hiérarchique du directeur de centre (N-3).

Inputbeheer staat in voor de verzameling, beoordeling en doorstroming naar de operationele teams van alle relevante informatie. De bronnen kunnen van de meest verscheiden aard zijn (opdrachten van de hogere overheid, al dan niet anonieme klachten, mededelingen van internationale partneradministraties, interdepartementale kennisgevingen, binnen Financie¨n intern en extern beschikbare gegevens, op eigen initiatief verrichte opsporingen, ...). Dit team zal 14 medewerkers tellen en hie¨rarchisch onder de centrumdirecteur (N-3) ressorteren.

Sous la direction d’un chef de division, la section opérations est responsable de tout le volet opérationnel dans le sens le plus strict du terme.

Onder de leiding van een afdelingshoofd staat de afdeling operaties in voor het ganse operationele luik in de meest strikte betekenis van het woord.

Une équipe sera constituée par carrousel ou autre phénomène de fraude et traitera tous les dossiers sousjacents. Selon les nécessités, il s’agira d’une équipe multidisciplinaire avec des spécialistes en TVA, ICT, impoˆts sur le revenu, douane, accises, etc.

Per carrousel of ander fraudefenomeen wordt een team samengesteld dat alle onderliggende dossiers zal behandelen. Al naargelang van de noodwendigheden zal het om een multidisciplinaire ploeg met specialisten inzake BTW, ICT, inkomstenbelastingen, douane, accijnzen, enzovoort gaan.

Au total, l’entité opérationnelle se composera de 74 collaborateurs.

In totaal bestaat de operationele eenheid uit 74 medewerkers.

La section affaires juridiques, enfin, est responsable des aspects contentieux et recouvrement. Concrètement, les 27 collaborateurs désignés à cet effet seront chargés du soutien nécessaire aux agents taxateurs.

De afdeling juridische zaken, ten slotte, is verantwoordelijk voor de aan geschillen en invordering gerelateerde aspecten. Concreet zullen de hiertoe 27 aangewezen medewerkers zorgen voor nodige ondersteuning aan de taxatieambtenaren.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32138

DO 2006200709683

DO 2006200709683

Question no 1562 de M. Dirk Van der Maelen du 1er février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Exonération des plus-values brutes se rapportant à des actions. Dans son arrêt du 15 décembre 2006 dans l’affaire « BVBA Methold’s Hertogenbosch » (www.cass.be), la Cour de cassation a estimé que pour fixer le montant exonéré d’une plus-value réalisée sur des actions, l’indemnité perçue ou la valeur de réalisation du bien ne peuvent être diminuées des frais de réalisation.

Vraag nr. 1562 van de heer Dirk Van der Maelen van 1 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Vrijstelling van bruto meerwaarden op aandelen.

Cette jurisprudence d’une juridiction suprême revêt une grande importance pour le règlement de l’ensemble des litiges pendants concernant les exercices d’imposition 2006 et antérieurs en matière d’impoˆt des sociétés. 1. Avez-vous déjà donné les instructions nécessaires pour que l’ensemble des litiges similaires bloqués ou pendants puissent être réglés de manière uniforme et qu’à l’avenir, il soit renoncé à la taxation à l’impoˆt des sociétés pour les exercices d’imposition 2006 et antérieurs ? 2. Dans la négative, quand pensez-vous que ces instructions seront données ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1562 de M. Dirk Van der Maelen du 1er février 2007 (N.) :

Door het Hof van cassatie werd op datum van 15 december 2006 inzake « BVBA Methold’s Hertogenbosch » (www.cass.be) voor recht gezegd dat, om het vrijgesteld bedrag van een verwezenlijkte meerwaarde op aandelen te bepalen, de ontvangen vergoeding of de verkoopwaarde bij vervreemding niet mag worden verminderd met de kosten van vervreemding. Die hogere rechtspraak is van groot belang voor de afwikkeling van alle hangende geschillen met betrekking tot de aanslagjaren 2006 en vorige inzake vennootschapsbelasting.

Des directives ont été données en ce sens aux directions régionales et centres de controˆle pour le traitement des taxations et litiges pendants.

1. Heeft u reeds de nodige instructies uitgevaardigd opdat alle gelijkaardige geblokkeerde of hangende geschillen in dezelfde zin kunnen worden afgehandeld en dat er voortaan van een verdere taxatie in de vennootschapsbelasting zou worden afgezien voor de aanslagjaren 2006 en vorige ? 2. Indien niet, wanneer verwacht u dat deze instructies uitgevaardigd zullen worden ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1562 van de heer Dirk Van der Maelen van 1 februari 2007 (N.) : De administratie heeft zich bij de uitspraak van het Hof van Cassatie van 15 december 2006 neergelegd dat om het vrijgesteld bedrag van de in artikel 192 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), bedoelde verwezenlijkte meerwaarde op aandelen te bepalen, de ontvangen vergoeding of de verkoopwaarde bij vervreemding niet mag verminderd worden met de kosten van de vervreemding. Aan de gewestelijke directies en de controlecentra werden in die zin richtlijnen verstrekt voor de afhandeling van de hangende taxaties en geschillen.

DO 2006200709700

DO 2006200709700

Question no 1565 de Mme Trees Pieters du 5 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Irrecevabilité de recours administratifs préalables. — Demandes de dégrèvement d’office tardives ou non. — Recevabilité d’actions en justice.

Vraag nr. 1565 van mevrouw Trees Pieters van 5 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Onontvankelijke voorafgaande administratieve beroepen. — Tijdige en/of laattijdige verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing. — Ontvankelijkheid van rechtsvorderingen. Indien een vordering inzake inkomstenbelastingen rechtstreeks bij de rechtbank van eerste aanleg wordt

L’Administration s’est ralliée aux arrêts de la Cour de cassation du 15 décembre 2006 selon lesquels, pour déterminer le montant exonéré d’une plus-value réalisée sur actions ou parts, visée à l’article 192 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), l’indemnité perçue ou la valeur de réalisation ne peut être diminuée des frais de réalisation.

Lorsqu’une action en matière d’impoˆt sur les revenus est introduite directement auprès du tribunal de


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32139

première instance sans avoir été précédée d’un recours administratif, elle doit en principe être déclarée irrecevable sans autre formalité (voir l’article 1385undecies, alinéa 1er, du Code judiciaire).

ingeleid zonder een voorafgaandelijk administratief beroep te hebben doorlopen, moet die rechtsvordering in principe zonder meer onontvankelijk worden verklaard (zie : artikel 1385undecies, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek).

` cet égard se pose toutefois une question en ce qui A concerne, d’une part, les demandes de dégrèvement d’office introduites tardivement ou non au sens des articles 376 et 376quater CIR 1992 et, d’autre part, d’autres recours administratifs — tels que des réclamations — irréguliers introduits préalablement.

In dit verband rijst echter wel de volgende vraag met betrekking tot de al dan niet tijdige verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing in de zin van de artikelen 376 en 376quater WIB 1992, alsook met betrekking tot andere daaraan voorafgaande onregelmatige administratieve beroepen zoals bezwaarschriften.

1. Une action doit-elle également être déclarée irrecevable lorsqu’un contribuable a tout d’abord introduit une « réclamation » tardive, et donc administrativement irrecevable, mais qu’il s’avère (ultérieurement), tardivement ou non, qu’un dégrèvement d’office aurait tout de même encore duˆ ou pu être accordé (spontanément) sur les impositions contestées à l’impoˆt des personnes physiques ou à l’impoˆt des sociétés, et que le contribuable a adressé sa demande de dégrèvement d’office directement au tribunal fiscal ?

1. Moet een rechtsvordering eveneens onontvankelijk worden verklaard wanneer belastingplichtige eerst een laattijdig en dus een administratief onontvankelijk « bezwaarschrift » heeft ingediend, doch waarbij (achteraf) al dan niet laattijdig blijkt dat er mogelijk toch nog (spontaan) een ambtshalve ontheffing had kunnen of moeten worden verleend op de kwestieuze belastingaanslagen in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting en waarbij belastingplichtige zijn verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing direct aan de fiscale rechtbank heeft gericht ?

2. Pouvez-vous me faire connaıˆtre votre approche générale, théorique et pratique, à la lumière des dispositions de l’article 1385undecies, alinéa 1er, du Code judiciaire et des dispositions légales des articles 366 à 376quater CIR 1992 ?

2. Kunt u uw algemene ziensen handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van artikel 1385undecies, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek en van de wettelijke bepalingen van de artikelen 366 tot 376quater WIB 1992 ?



La question de la recevabilité d’une action en justice relève de la compétence du pouvoir judiciaire.

De vraag of een vordering in rechte onontvankelijk moet worden verklaard behoort tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht.

Même si, en principe, la procédure de réclamation et celle de dégrèvement d’office représentent deux types de recours administratifs distincts l’un de l’autre dont le choix appartient au contribuable, le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui examine toujours si une réclamation, même si elle a été introduite tardivement au regard de l’article 371, CIR 1992, contient des éléments qui tombent sous l’application de l’article 376, CIR 1992.

Zelfs zo in beginsel de bezwaarprocedure en de procedure van ambtshalve ontheffing twee verschillende soorten administratieve beroepen zijn waartussen de belastingplichtige kan kiezen, onderzoekt de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar steeds of een bezwaarschrift, zelfs indien het laattijdig is ingediend ten aanzien van artikel 371, WIB 1992, elementen bevat die onder toepassing vallen van artikel 376, WIB 1992.

Sa décision sur la réclamation, si celle-ci ne peut être accueillie pour des motifs de procédure, contiendra donc en principe également une décision motivée sur l’application de l’article 376, CIR 1992.

Zijn beslissing over het bezwaarschrift zal dus in principe, voor zover het bezwaarschrift om procedurele redenen niet kan worden ingewilligd, eveneens een gemotiveerde beslissing bevatten omtrent de toepassing van artikel 376, WIB 1992.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32140

DO 2006200709712

DO 2006200709712

Question no 1568 de Mme Trees Pieters du 6 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1568 van mevrouw Trees Pieters van 6 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Extension d’office des réclamations aux impositions initiales.

Ambtshalve uitbreiding van bezwaarschriften tot de aanvankelijke aanslagen.

Ce n’est que lors de la réception et de la vérification des avertissements-extraits de roˆle complémentaires qu’il est parfois constaté que les impositions initiales successives comportaient déjà un ou plusieurs types d’erreur, pour lesquelles le délai légal de réclamation a expiré dans l’intervalle.

Pas bij ontvangst en nazicht van aanvullende belastingaanslagen wordt nu en dan vastgesteld dat er reeds een of meer verschillende soorten onjuistheden begrepen zaten in de achtereenvolgende initie¨le aanslagen, waarvan de wettelijke bezwaartermijn ondertussen al verstreken is.

En cas de réclamation, l’établissement correct ou la réduction d’office dépasse toutefois, dans la plupart des cas, l’assiette imposable qui avait donné lieu aux derniers suppléments.

Een correcte bepaling of vermindering van de ambtshalve grondslag in geval van bezwaarschrift overstijgt echter in het merendeel van de gevallen de belastbare grondslag die aanleiding gaf tot de laatste supplementen.

Il me revient qu’en pareil cas de figure, la plupart des directions fiscales et fonctionnaires du contentieux refusent toujours d’accorder les dégrèvements appropriés afférents aux impositions antérieures, d’une part au motif que les questions ou erreurs, fondamentales ou non, ne concernent que des aspects sans lien avec les enquêtes fiscales qui ont donné lieu à l’établissement des dernières impositions supplémentaires, et d’autre part parce que les délais de réclamation fiscaux sont d’ordre public.

Naar verluidt weigeren het merendeel van de belastingdirecties en geschillenambtenaren in zo’n geval nog steeds de passende ontheffingen te verlenen op die vorige aanslagen, enerzijds om reden dat de al dan niet principie¨le kwesties of vergissingen alleen maar betrekking hebben op elementen die geen verband houden met de belastingonderzoeken die aanleiding gaven tot de vestiging van de laatste supplementaire aanslagen en, anderzijds, omdat de fiscale bezwaartermijnen van openbare orde zijn.

1. Dans quelle mesure précise et sur la base de quelle assiette un dégrèvement complet ou partiel peutil être accordé dès à présent d’office ou non sur la base d’une assiette imposable nouvelle et exacte, sans aucune restriction concernant le montant du remboursement d’impoˆts sur les revenus et des intérêts moratoires, et quels que soient la nature et le nombre des différentes erreurs commises lors de l’établissement des impositions antérieures ?

1. In welke precieze mate en op al welke aanslagen kan er van nu af aan toch nog een gehele of gedeeltelijke al dan niet ambtshalve ontheffing worden toegestaan waarbij integraal rekening wordt gehouden met een nieuwe en juiste belastbare basis, zonder enige beperking van de financie¨le teruggave aan inkomstenbelastingen en moratoriuminteresten en ongeacht het soort en het aantal verschillende fouten in de vorige aanslagen ?

2. Pouvez-vous faire part des méthodes et conceptions générales respectueuses de la clientèle qui sont les voˆtres actuellement, notamment dans le cadre des dispositions des articles 366, 367, 373, 376 et 376ter du CIR 1992, des lois relatives au contentieux, des principes de justice et de prévoyance, de la nouvelle culture fiscale ainsi qu’à la lumière de l’arrêt de la Cour de cassation du 17 janvier 1967 (Pasicrisie, I, 597) ?

2. Kunt u uw algemene geactualiseerde en klantvriendelijke ziensen handelwijze meedelen onder meer in het kader van de bepalingen van de artikelen 366, 367, 373, 376 en 376ter WIB 1992, de geschillenwetten, het rechtvaardigheids- en het zorgvuldigheidsbeginsel, de nieuwe fiscale cultuur, als in het licht van het Cassatiearrest van 17 januari 1967 (Pasicrisie, I, 597) ?



En vertu de l’article 367 du CIR 1992, la réclamation dirigée contre un impoˆt établi sur des éléments contestés vaut d’office pour les autres impoˆts établis sur les mêmes éléments, ou en supplément avant décision du directeur des contributions ou du fonction-

Artikel 367, WIB 1992 bepaalt dat het bezwaarschrift gericht tegen een aanslag die gevestigd is op betwiste bestanddelen van ambtswege geldt voor de andere aanslagen gevestigd op dezelfde bestanddelen of als supplement voó´r de beslissing van de directeur


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32141

naire délégué par lui, alors même que seraient expirés les délais de réclamation contre ces autres impoˆts.

der belastingen of van de door hem gedelegeerde ambtenaar, zelfs wanneer de termijnen tot bezwaar tegen die andere aanslagen zouden zijn verstreken.

Dans son arrêt du 19 novembre 2004, No F.02 0076N/1, la Cour de cassation décide que sur la base de cette disposition, une réclamation qui est introduite par le contribuable contre un impoˆt supplémentaire peut, dans les limites des griefs invoqués dans cette réclamation, être étendue à un impoˆt établi préalablement, dont le délai de réclamation est révolu, si les deux impoˆts sont fondés sur les mêmes éléments contestés.

In zijn arrest van 19 november 2004, nr. F.02 0076N/1, besliste het Hof van Cassatie dat op grond van die bepaling een bezwaarschrift dat door de belastingplichtige tegen een supplementaire aanslag wordt ingediend binnen de perken van de grieven aangevoerd in dat bezwaarschrift, kan worden uitgebreid tot een eerder gevestigde aanslag waarvan de bezwaartermijn reeds verstreken was, indien beide aanslagen op dezelfde betwiste bestanddelen zijn gesteund.

Les impoˆts sont fondés sur les mêmes éléments contestés si l’impoˆt supplémentaire a été établi sur des éléments qui ont servi de base à l’impoˆt contre lequel aucune réclamation n’a été introduite.

De aanslagen zijn op dezelfde betwiste bestanddelen gesteund indien de supplementaire aanslag werd gevestigd op de bestanddelen die tot grondslag dienden voor de belasting waartegen geen bezwaar werd ingediend.

Si une erreur matérielle est commise lors du calcul d’un impoˆt et que l’établissement d’un impoˆt supplémentaire est utilisé pour répercuter l’insuffisance de l’impoˆt établi antérieurement, l’impoˆt supplémentaire est fondé sur les mêmes éléments que l’impoˆt établi antérieurement.

Indien bij de berekening van een aanslag een materie¨le fout wordt begaan en het vestigen van een supplementaire aanslag wordt aangewend om de ontoereikendheid van de eerder gevestigde aanslag te verhalen, is de supplementaire aanslag gesteund op dezelfde bestanddelen als de eerder gevestigde aanslag.

La réclamation introduite régulièrement contre l’impoˆt supplémentaire qui a été étendue à l’impoˆt établi antérieurement, vaut d’office pour l’impoˆt déjà enroˆlé, de sorte que le directeur peut dégrever plus que le montant de l’enroˆlement supplémentaire.

Het regelmatig ingediende bezwaarschrift tegen de supplementaire aanslag dat werd uitgebreid tot de eerder gevestigde aanslag geldt van ambtswege voor de reeds ingekohierde belasting zodat de directeur der belastingen meer mag ontheffen dan het bedrag van de aanvullende inkohiering.

L’administration se rallie à cette jurisprudence de la Cour de cassation.

De administratie schikt zich naar die rechtspraak van het Hof van Cassatie.

DO 2006200709780

DO 2006200709780

Question no 1581 de M. Luk Van Biesen du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1581 van de heer Luk Van Biesen van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

« Commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise.

« Aanbrengcommissie » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel.

Dans le cadre des impoˆts sur les revenus, les commissions acquises hors de l’exercice d’une activité professionnelle afin de mettre en contact diverses parties sont imposables en tant que revenus divers.

In de inkomstenbelastingen zijn als diverse inkomsten onder meer belastbaar de commissielonen, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verkregen om verscheidene partijen met elkaar in contact te brengen.

Il apparaıˆt dans la pratique que ce cas de figure commence à se présenter fréquemment dans la périphérie bruxelloise ou` résident de nombreux justiciables qui ne sont pas tenus de remplir une déclaration à l’impoˆt des personnes physiques mais pour qui, entretemps, la « commission d’acquisition » semble constituer une importante source de revenus.

In de praktijk blijkt het hiervoor bepaalde nogal opgeld te maken in de rand rond Brussel, waar zeer veel rechtsonderhorigen wonen die niet aangifteplichtig zijn in de personenbelasting maar ondertussen wel een aardige cent blijken te verdienen als zogenaamde « aanbrengcommissie ».


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32142

Même si ces personnes bénéficient très certainement de l’application de la convention préventive de la double imposition ou d’un autre régime d’exemption, la question se pose néanmoins de savoir s’il ne conviendrait pas de mettre fin, pour des raisons économiques, à la situation qui se développe actuellement.

Het zal wel zijn dat het dubbelbelastingsverdragrecht of een ander vrijstellingsregime op hen van toepassing is, doch de vraag rijst of aan de zich aldus ontwikkelende toestand geen paal en perk zou moeten worden gesteld om economische redenen.

1. Les services de l’inspection économique et fiscale sont-ils au courant du phénomène de la « commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise ?

1. Is het fenomeen van de « aanbrengcommissies » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel bekend bij de fiscale en economische inspectiediensten ?

2. a) Ce phénomène fait-il l’objet d’enquêtes systématiques et ciblées ?

2. a) Wordt er systematisch en gericht onderzoek naar verricht ?

b) En établira-t-on la cartographie ?

b) Wordt het fenomeen in kaart gebracht ?

3. a) Les divers services d’inspection collaborent-ils entre eux ?

3. a) Is er samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten ?

b) Existe-t-il des protocoles de collaboration, éventuellement aussi entre les départements ?

b) Bestaan er samenwerkingsprotocollen, eventueel ook departementoverschrijdend ?

4. a) Existe-t-il des cas de (re)qualification de revenus divers en revenus professionnels ?

4. a) Zijn er gevallen bekend van (her)kwalificatie van diverse inkomsten naar beroepsinkomen ?

b) Existe-t-il des cas de personnes qui ont été imposées dans le cadre des contributions directes ou qui, le cas échéant après quelque temps seulement, ont été considérées comme des assujettis à la TVA ?

b) Zijn er gevallen bekend van personen die werden aanslagen in de directe belastingen of die, desgevallend slechts na zekere tijd, werden beschouwd als btw-belastingplichtige ?

5. Existe-t-il des cas de personnes qui se sont adressées au tribunal fiscal pour invoquer un statut d’exonération en vertu de la convention préventive de la double imposition ?

5. zijn er gevallen bekend van personen die zich gewend hebben tot de fiscale rechtbank om zich te beroepen op hun status van vrijgestelde wegens het dubbelbelastingsverdrag ?

6. Existe-t-il une jurisprudence à cet égard ?

6. Bestaat daarover rechtspraak ?

7. a) Existe-t-il des situations similaires invoquées comme justification au nom de la réciprocité dans ou à la périphérie d’autres capitales européennes ?

7. a) Bestaan er in of rond andere Europese hoofdsteden gelijkaardige toestanden die, uit hoofde van wederkerigheid, als rechtvaardiging worden ingeroepen ?

b) Existe-t-il une concertation internationale ou des accords internationaux en la matière ?

b) Bestaat er dienaangaande internationaal overleg of bestaan er dienaangaande internationale afspraken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1581 de M. Luk Van Biesen du 15 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1581 van de heer Luk Van Biesen van 15 februari 2007 (N.) :

L’organisation de l’Inspection sociale et la répression des infractions à la législation sur les pratiques commerciales loyales est de la compétence du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique.

De organisatie van de Sociale Inspectie en het beteugelen van inbreuken op de wetgeving op de eerlijke handelspraktijken behoort tot de bevoegdheid van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid.

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32143

1. Il ressort de l’enquête effectuée par mon administration que les organismes d’assurance établissent toujours des fiches individuelles 281.50 pour de telles commissions, de sorte que tant le montant que l’identité complète du bénéficiaire sont portés à la connaissance de l’administration.

1. Uit het door mijn administratie ingestelde onderzoek is gebleken dat de verzekeringsinstellingen voor dergelijke commissies steeds individuele fiches 281.50 opmaken, zodat zowel het bedrag als de volledige identiteit van de genieter gekend is bij de administratie.

2. a) et b) Les dossiers fiscaux des contribuables intéressés sont examinés par les services classiques de taxation suivant les règles ordinaires.

2. a) en b) De fiscale dossiers van de betrokken belastingplichtigen worden door de klassieke taxatiediensten onderzocht volgens de algemene richtlijnen.

3. a) et b) Le protocole du 30 juillet 1993 règle la collaboration entre les différents services d’inspection sociale (Inspection sociale, Inspection des lois sociales, ONEm et ONSS) et l’Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus.

3. a) en b) Het protocol van 30 juli 1993 regelt de samenwerking tussen de verschillende sociale inspectiediensten (de Sociale Inspectie, de Inspectie van de sociale wetten, de RVA en de RSZ) en de administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit.

4. a) et b) L’administration ne tient pas de statistiques à ce sujet.

4. a) en b) De administratie houdt ter zake geen statistieken bij.

5 à 7. La réponse à ces trois questions est négative.

5 tot 7. Het antwoord op deze drie vragen is neen.

DO 2006200709783

DO 2006200709783

Question no 1582 de M. Carl Devlies du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1582 van de heer Carl Devlies van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Dégrèvement d’office. — Devoirs du contribuable. — Production de pièces. — Réponse aux demandes de renseignements.

Ambtshalve ontheffing. — Plichten van de belastingplichtige. — Voorleggen van stukken. — Antwoorden op vragen om inlichtingen.

Lorsque le redevable omet de donner suite à une demande de renseignements qui lui a été envoyée en vue de l’instruction objective de sa réclamation ou refuse d’obtempérer à une invitation à produire les pièces justificatives jugées nécessaires, ce fait confère au directeur régional le droit de rejeter la réclamation, mais uniquement dans la mesure ou` elle se rapporte aux éléments de la cotisation qui ont fait l’objet de la demande de renseignements ou de l’invitation à produire les pièces justificatives nécessaires (Com.I.R. 1992, no 374/20).

Wanneer een belastingplichtige nalaat gevolg te geven aan een vraag om inlichtingen, hem toegezonden met het oog op het objectief onderzoek van zijn « bezwaarschrift », of weigert in te gaan op een verzoek tot voorlegging van de noodzakelijk geachte verantwoordingsstukken, brengt dit voor de gewestelijke directeur der belastingen het recht mee dit bezwaarschrift te verwerpen, doch slechts in de mate dat het slaat op de elementen van de aanslag die het voorwerp zijn van de vraag om inlichtingen of het verzoek tot voorleggen van de nodige verantwoordingsstukken (Com.I.B. 1992, nr. 374/20).

1. Les instructions administratives précitées, fondées sur la jurisprudence de la Cour de cassation, s’appliquent-elles mutatis mutandis au traitement des demandes de dégrèvement d’office et aux décisions en la matière ?

1. Gelden voornoemde administratieve onderrichtingen gesteund op cassatierechtspraak mutatis mutandis voor de behandeling en voor de beslissing over verzoekschriften tot het bekomen van een ambtshalve ontheffing ?

2. Pouvez-vous me faire part de vos méthodes et conceptions actuelles à la lumière des dispositions de l’ancien article 376 et du nouvel article 376ter (appli-

2. Kunt u uw huidige ziensen handelwijze meedelen in het licht van de beschikkingen van het oude artikel 376 en van het nieuwe artikel 376ter (van toepas-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32144

cable depuis le 1e octobre 2005) du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

sing met ingang van 1 oktober 2005) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1582 de M. Carl Devlies du 15 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1582 van de heer Carl Devlies van 15 februari 2007 (N.) :

1. La réponse est affirmative si les renseignements ou pièces demandés sont de nature à démontrer l’existence d’une surtaxe visée à l’article 376, CIR 1992.

1. Het antwoord is bevestigend indien de gevraagde inlichtingen of stukken van die aard zijn dat zij een overbelasting in de zin van artikel 376, WIB 1992 kunnen aantonen.

2. L’article 376ter, alinéa 1er, CIR 1992, consacre l’obligation de motiver toute décision statuant sur une demande du redevable dans le cadre d’une procédure de dégrèvement d’office. Déjà, dans sa circulaire du 18 septembre 2000 (Ci.RH. 863/530 827), l’administration avait pris l’initiative de prescrire à ses services de motiver les décisions prises sur le pied de l’article 376, CIR 1992.

2. Artikel 376ter, 1e lid, WIB 1992 bevestigt de verplichting om elke beslissing te motiveren over een vraag van de belastingplichtige om ambtshalve ontheffing. Reeds in haar circulaire van 18 september 2000 (Ci.RH. 863/530 827) had de administratie aan haar diensten voorgeschreven de beslissingen op grond van artikel 376, WIB 1992 te motiveren.

DO 2006200709843

DO 2006200709843

Question no 1590 de M. Dirk Van der Maelen du 27 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1590 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Dégrèvements d’office.

Inkomstenbelastingen. — Ambtshalve ontheffingen.

Aussi bien conformément aux dispositions légales de l’article 376 CIR 1992 que conformément à celles de l’article 376ter CIR 1992, le directeur régional des contributions directes peut accorder des dégrèvements d’office à un fonctionnaire « délégué » par ses soins et/ ou à un « fonctionnaire désigné » par ses soins et ceci, même par voie électronique ou par le biais du roˆle.

Zowel overeenkomstig de wettelijke bepalingen van artikel 376 WIB 1992 als van 376ter WIB 1992 kan de gewestelijk directeur der directe belastingen, de door hem « gedelegeerde » ambtenaar en/of de door hem « aangewezen ambtenaar » en dit zelfs langs elektronische weg of kohier, ambtshalve ontheffingen verlenen.

Cette situation soulève les questions pratiques générales suivantes.

Ter zake rijzen daarbij de volgende algemene praktische vragen.

1. a) Faut-il désormais, dans tous les cas, prendre une décision « motivée » et ensuite la signifier au demandeur par pli recommandé à la poste ?

1. a) Moet voortaan in alle gevallen steeds een « met redenen omklede » of een « gemotiveerde » beslissing worden getroffen die aan de verzoeker moet worden betekend onder een ter post aangetekende omslag ?

b) Dans l’affirmative, dans quel délai recommandé et raisonnable ? ` laquelle de ces deux dispositions légales les 2. A directeurs régionaux doivent-ils désormais donner la préférence et quelles sont les corrélations et les interactions entre ces deux dispositions de loi en ce qui concerne le recours administratif ? ` partir de quel moment, les demandeurs 3. A peuvent-ils s’adresser aux instances judiciaires compétentes en cas de dégrèvement d’office et/ou défaut de décision directoriale motivée au sens de l’article 376 et/ou de l’article 376ter, du CIR 1992 ?

b) Zo ja, telkens binnen welke aanbevolen en redelijke termijn ?


2006

2. Aan welke van die twee wettelijke bepalingen moeten de gewestelijk directeurs voortaan de voorkeur geven en welke onderlinge verbanden en wisselwerkingen bestaan er tussen die twee wetsbepalingen met betrekking tot het administratief beroep ? 3. Vanaf wanneer kunnen de verzoekers zich telkens tot de bevoegde rechtsinstanties wenden in geval een ambtshalve ontheffing en/of een gemotiveerde directoriale beslissing uitblijft in de zin van artikel 376 en/of artikel 376ter, WIB 1992 ? 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32145

4. a) Quelle est la différence exacte, sur le plan juridique, entre un fonctionnaire « délégué » et un fonctionnaire « désigné » par le directeur régional ? b) De quels fonctionnaires du fisc de niveau A ou B s’agit-il concrètement dans ce cas et de quelle manière uniforme toutes les administrations fiscales interprètent-elles ces deux notions ? 5. a) Après qu’une réclamation jugée irrecevable au sens de l’article 366 et/ou 371 du CIR 1992 a été rejetée, les relevés de rectification ou de régularisation établis ou non a posteriori et les transactions TVA (taxe indirecte sur le chiffre d’affaires) doivent-ils être, en ce qui concerne les impoˆts sur les revenus, sans plus et intégralement considérés comme de nouveaux documents, de nouvelles données ou de nouveaux documents probants et légaux au sens des dispositions propres de l’article 376, ou 376ter du CIR 1992 ? b) Dans quelle mesure, en ce qui concerne les impoˆts sur les revenus, les relevés de rectification ou de régularisation successifs et les transactions TVA peuvent-ils être immédiatement et simplement considérés comme une donnée légale et ayant « force probante » sur le plan juridique dans le même sens que l’article 358, § 1er, 4o, du CIR 1992 ? c) Les fonctionnaires du contentieux en charge de l’examen et les directeurs régionaux qui examinent en détail et sérieusement les nouveaux documents TVA quant à leur caractère convaincant, probant et fiable, leur légitimité, leur réalité et ensuite leur contenu, aussi bien en droit qu’en fait doivent-ils le faire par rapport à toutes les dispositions existantes de leur propre Code des impoˆts sur les revenus 1992 (impoˆts directs) relatives aux recours administratifs au sens des articles 376 et 376ter du CIR 1992 ? 6. Comment faut-il, à présent, lire ou interpréter l’ancien commentaire administratif no 376/5, troisième alinéa du CIR 1992 à la lumière du nouvel article 376ter, premier et troisième alinéas du CIR 1992 d’application depuis le 10 janvier 2005 ? 7. Dans quel délai raisonnable, le commentaire administratif commun des articles 376 et 376quater du CIR 1992 fera-t-il l’objet d’une révision ou d’une adaptation générale, notamment par rapport à la récente charte pour une administration conviviale et une administration fiscale performante ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1590 de M. Dirk Van der Maelen du 27 février 2007 (N.) : 1. L’article 376ter, CIR 1992, oblige le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui à


2006

4. a) Welk precies juridisch verschil bestaat er tussen een « gedelegeerde » en een door de gewestelijk directeur « aangewezen » ambtenaar ? b) Om welke belastingambtenaren van niveau A of B gaat het hier concreet en op welke gelijkvormige wijze interpreteren alle belastingadministraties die twee begrippen ? 5. a) Moeten, nadat eerst een bezwaarschrift werd afgewezen als onontvankelijk in de zin van artikel 366 en/of 371 WIB 1992, al dan niet achteraf opgestelde verbeterende correctie- of regularisatieopgaven en dadingen inzake btw (een indirecte omzetbelasting) meteen zomaar inzake inkomstenbelastingen integraal als afdoende en wettig bevonden nieuwe stukken, gegevens of bescheiden worden aangenomen in de betekenis van de eigen beschikkingen van artikel 376 of 376ter, WIB 1992 ? b) In welke mate mogen op het vlak van de inkomstenbelastingen al dan niet achtereenvolgende of verbeterende correctieopgaven en dadingen inzake btw onmiddellijk zomaar volledig als een wettig en juridisch « bewijskrachtig » gegeven worden aangemerkt in de analoge zin van artikel 358, § 1, 4o, WIB 1992 ? c) Moeten de onderzoekende geschillenambtenaren en gewestelijk directeurs die nieuw aangebrachte btw-stukken eerst ernstig en grondig onderzoeken op hun afdoende, bewijskrachtig en betrouwbaar karakter, hun wettigheid, hun realiteit en vervolgens naar inhoud zowel in recht als in feite toetsen aan alle bestaande bepalingen van hun eigen Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (directe belastingen) met betrekking tot de administratieve beroepen in de zin van de artikelen 376 en 376ter, WIB 1992 ? 6. Hoe moet het oud administratief commentaar nr. 376/5, derde alinea WIB 1992 thans worden gelezen of geı¨nterpreteerd in het licht van het nieuw artikel 376ter, eerste en derde lid WIB 1992 van toepassing sedert 10 januari 2005 ? 7. Binnen welke redelijke termijn zal het gezamenlijk administratief commentaar op de artikelen 376 en 376quater WIB 1992 algemeen worden herwerkt of aangepast mede in het kader van het recente charter voor een klantvriendelijke overheid en van een performant fiscaal bestuur ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1590 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 februari 2007 (N.) : 1. Artikel 376ter, WIB 1992 verplicht de directeur der belastingen of de door hem aangewezen ambte2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32146

motiver chaque décision sur une demande de dégrèvement d’office du contribuable, en ce compris la demande qui donne lieu à un dégrèvement par roˆle (no 22, no 27, circ. du 13 décembre 2005 Ci.RH.861/ 573 445 — Ci.RH.862/536 019 (AFER 49/2005)).

naar tot motivering van elke beslissing op een vraag van de belastingplichtige tot ambtshalve ontheffing, met inbegrip van de vraag die aanleiding geeft tot een ontheffing langs het kohier (nr. 22, nr. 27, circ. van 13 december 2005 Ci.RH.861/573 445 — Ci.RH. 862/ 536 019 (AOIF 49/2005)).

Les décisions de dégrèvement d’office doivent être prises dans le délai le plus court possible étant donné qu’il s’agira le plus souvent d’anomalies non contestées dans l’imposition qui peuvent être corrigées rapidement.

Beslissingen tot ambtshalve ontheffingen dienen binnen de kortst mogelijke termijn te worden genomen aangezien het veelal zal gaan om niet betwiste anomaliee¨n in de aanslag die snel kunnen worden verbeterd.

2. La procédure de réclamation et la procédure de dégrèvement d’office sont deux sortes de recours administratifs différents entre lesquels le contribuable peut choisir.

2. De bezwaarprocedure en de procedure tot ambtshalve ontheffing zijn twee verschillende soorten administratieve beroepen waartussen de belastingplichtige kan kiezen.

En cas de doute, le directeur des contributions choisira la solution la plus avantageuse pour le contribuable (no 27, circ. du 13 décembre 2005 Ci.RH.861/ 573 445 -Ci.RH.862/536 019 (AFER 49/2005)).

Bij twijfel zal de directeur der belastingen kiezen in het voordeel van de belastingplichtige (nr. 27, circ. van 13 december 2005 Ci.RH.861/573 445 — Ci.RH.862/ 536 019 (AOIF 49/2005)).

3. Les délais prescrits à l’article 1385undecies du Code judiciaire sont également valables en matière de procédure de dégrèvement d’office (no 114, circ. du 18 août 2000, Ci.RH.863/530 827).

3. Ook inzake de procedure van ambtshalve ontheffing gelden de termijnen voorgeschreven in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 114, circ. van 18 augustus 2000, Ci.RH.863/ 530 827).

4. L’article 376ter, CIR 1992, précise que la personne habilitée à statuer sur la demande du contribuable est’le directeur des contributions ou le fonctionnaire désigné par lui.

4. Artikel 376ter, WIB 1992, bepaalt dat de personen die over de vraag van de belastingplichtige moeten beslissen, « de directeur der belastingen of de door hem aangewezen ambtenaar » zijn.

La terminologie diffère donc de celle utilisée dans les articles 367, 375 et 376, CIR 1992, où la personne habilitée à prendre la décision est identifiée comme le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui.

De terminologie verschilt dus van die welke wordt gebruikt in de artikelen 367, 375 en 376, WIB 1992, waarbij de persoon die de beslissing mag nemen wordt geı¨dentificeerd als « de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar ».

Cette confusion s’est déjà produite dans le passé lors de l’adoption du texte français de l’article 367, CIR 1992, par la loi du 12 juin 1992 portant confirmation du Code des impoˆts sur les revenus 1992, coordonné le 10 avril 1992, avant qu’une correction soit apportée par l’article 74 de la loi du 6 juillet 1994 portant des dispositions fiscales (Moniteur belge du 16 juillet 1994) venu remplacer le mot « désigné » par le mot « délégué ».

Die verwarring deed zich reeds in het verleden voor bij het aannemen van de Franse tekst van artikel 367, WIB 1992, door de wet van 12 juni 1992 tot bekrachtiging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoo¨rdineerd op 10 april 1992, alvorens een verbetering werd aangebracht door artikel 74 van de wet van 6 juli 1994 houdende fiscale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994) en het woord « désigné » werd vervangen door het woord « délégué ».

Dans l’attente d’une éventuelle modification de la terminologie, les directeurs des contributions et les directeurs des centres de controˆle ne doivent cependant pas revoir toutes les délégations accordées tant aux fonctionnaires de leur direction qu’aux fonctionnaires des services extérieurs car la délégation de compétence reçue sur la base des articles 375 et 376, CIR 1992, emporte nécessairement désignation sur le pied de l’article 376ter, CIR 1992 (nos 23 et 24, circ. du 13 décembre 2005 Ci.RH.861/573 445 — Ci.RH.862/ 536 019 (AFER 49/2005)).

In afwachting van een eventuele wijziging in de terminologie, moeten de directeurs der belastingen en de directeurs van de controlecentra evenwel niet overgaan tot herziening van alle verleende delegaties aan de ambtenaren van hun directie en de ambtenaren van de buitendiensten aangezien de verleende delegatie van bevoegdheid op grond van de artikelen 375 en 376, WIB 1992, noodzakelijk de aanwijzing inhoudt op grond van artikel 376ter, WIB 1992 (nr. 23 en 24, circ. van 13 december 2005 Ci.RH.861/573 445 — Ci.RH. 862/536 019 (AOIF 49/2005)).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32147

5. Il s’agit en l’espèce d’une appréciation en fait de la force probante des pièces nouvellement produites et de leur caractère définitif.

5. Het gaat ter zake om een feitelijke appreciatie betreffende de bewijskracht van de nieuw aangevoerde stukken en hun definitief karakter.

6. L’article 376, § 1er, 2o, CIR 1992, met toujours comme condition à l’application de cet article que la cotisation litigieuse n’ait pas déjà fait l’objet d’une réclamation ayant donné lieu à une décision définitive sur le fond.

6. Artikel 376, § 1, 2o, WIB 1992 stelt nog steeds als voorwaarde voor de toepassing van dat artikel dat de kwestieuze aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond.

Pour le surplus, je renvoie à nouveau l’honorable membre à la circulaire du 13 décembre 2005 Ci.RH.861/573 445 — Ci.RH.862/536 019 (AFER 49/ 2005).

Voor het overige verwijs ik het geachte lid opnieuw naar de circulaire van 13 december 2005 Ci.RH.861/ 573 445 — Ci.RH. 862/536 019 (AOIF 49/2005).

7. Le dernier commentaire sur l’application de l’article 376, CIR 1992, est repris dans la circulaire précitée du 13 décembre 2005.

7. De laatste commentaar op de toepassing van de artikel 376 WIB 1992 is opgenomen in de voornoemde circulaire van 13 december 2005.

DO 2006200709873

DO 2006200709873

Question no 1597 de Mme Trees Pieters du 2 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1597 van mevrouw Trees Pieters van 2 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Impartialité et neutralité du controˆle fiscal. — Service compétent pour les plaintes.

Onpartijdigheid en neutraliteit van de belastingcontrole. — Dienst bevoegd voor klachten.

Des troubles de voisinage éclatent entre deux voisins. Le conflit s’aggrave au point que l’un des deux voisins décide d’assigner l’autre devant le tribunal civil.

Twee buurmannen hebben een klassieke burentwist. De onvrede escaleert en gaat zover dat de ene buurman besluit de andere te dagvaarden voor de burgerlijke rechtbank.

Après l’assignation, le premier fait l’objet d’un controˆle fiscal à l’initiatve de l’autre.

De eerste buurman krijgt na dagvaarding een fiscale controle door de buurman.

1. Comment l’administration fiscale garantit-elle l’impartialité de l’inspecteur et la neutralité du controˆle fiscal ?

1. Hoe garandeert de fiscale administratie de onpartijdigheid van de inspecteur en de neutraliteit van de belastingcontrole ?

2. Comment l’administration fiscale garantit-elle l’impartialité de l’inspecteur lorsque le voisin assigné s’avère être un supérieur hiérarchique de l’inspecteur qui doit effectuer le controˆle ?

2. Hoe garandeert de fiscale administratie de onpartijdigheid van de inspecteur wanneer de gedagvaarde buurman een hie¨rarchische overste blijkt te zijn van de inspecteur die de eerste buurman moet controleren ?

3. Auprès de qui le premier voisin peut-il déposer une plainte au SPF Finances ?

3. Bij wie kan de eerste buurman een klacht indienen bij de FOD Financie¨n ?

4. Qui au SPF Finances examine une plainte déposée par le contribuable controˆlé ?

4. Door wie wordt een klacht door de gecontroleerde belastingplichtige binnen de FOD Financie¨n behandeld ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 avril 2007, à la question no 1597 de Mme Trees Pieters du 2 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 23 april 2007, op de vraag nr. 1597 van mevrouw Trees Pieters van 2 maart 2007 (N.) :

L’honorable membre voudra trouver ci-après les réponses.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te willen vinden.

1 et 2. Tout fonctionnaire doit — dans l’exercice de sa taˆche — se référer aux directives données en la

1 en 2. Elke ambtenaar dient zich — bij het uitoefenen van zijn taak — te richten naar de gegeven richtlij-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32148

matière et à la réglementation valable à ce sujet. Ainsi, il est attendu d’un fonctionnaire fiscal non seulement qu’il observe les règles législatives, mais également qu’il ne porte pas préjudice aux principes généraux de droit, comme l’impartialité, la non-discrimination, la sécurité juridique et l’équité.

nen ter zake en de daaromtrent geldende regelgeving. Zo wordt er van een fiscaal ambtenaar verwacht dat hij niet alleen de wettelijke reglementeringen naleeft, maar ook dat hij geen afbreuk doet aan de algemene rechtsbeginselen, zoals de onpartijdigheid, de non discriminatie, de rechtszekerheid en de billijkheid.

S’il y a des indices qui portent à croire que ces règles ne sont pas observées, le supérieur hiérarchique doit réprimander le fonctionnaire en question, et, par la suite, veiller à l’observation de celles-ci. Ces indices peuvent être relevés par le chef de service même ou mis en lumière sur la base d’une plainte du contribuable.

Indien er aanwijzingen zijn dat deze regels niet nageleefd worden, dient de hie¨rarchische overste de ambtenaar in kwestie terecht te wijzen, en toe te zien op de verdere naleving ervan. Deze aanwijzingen kunnen worden opgemerkt door de dienstchef zelf of door de belastingplichtige die deze aan de hand van een klacht verduidelijkt.

` ce propos, si l’honorable membre pense que des A « excès » ont été commis, il peut me faire connaıˆtre les données précises concernant le cas afin de faire procéder à une enquête plus approfondie.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat indien het geachte lid meent dat er in het beoogde geval « overdreven » werd opgetreden, staat het u vrij mij de precieze gegevens inzake dit dossier kenbaar te maken, teneinde dit nader te onderzoeken.

Dans cette optique, l’administration insiste sur le fait, que les directives générales comme celles décrites ci-dessus s’appliquent à tous les contribuables et sont observées soigneusement en toutes circonstances.

In deze optiek wenst mijn administratie u erop te wijzen dat de algemene richtlijnen zoals deze hierboven worden beschreven van toepassing zijn op alle belastingplichtigen en in alle omstandigheden nauwkeurig worden nageleefd.

3 et 4. Si de son coˆté le contribuable pense avoir constaté des irrégularités concernant le comportement d’un taxateur ou dans la conduite du controˆle, il a la possibilité d’introduire une demande d’enquête approfondie auprès des Services centraux de l’Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus.

3 en 4. Indien de belastingplichtige — van zijn kant — meent onrechtmatigheden te hebben vastgesteld inzake het gedrag van een taxateur of bij de gevoerde controle, bestaat er de mogelijkheid een aanvraag tot nader onderzoek in te dienen bij Centrale diensten van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit.

Les plaintes relatives au comportement et/ou la nonobservation de certains principes concernant la conduite du controˆle sont après réception par les services centraux, transmises au supérieur hiérarchique direct du fonctionnaire concerné, par la voie hiérarchique. Celui-ci ouvre à son tour une enquête et en communique les résultats aux Services centraux. Si les résultats ou les faits paraissent sérieux, le service Personnel et Organisation en est également informé, pour ouvrir, le cas échéant, un dossier disciplinaire.

Klachten met betrekking tot het gedrag en/of nietnaleving van bepaalde principe inzake de gevoerde controle, worden na ontvangst door de Centrale diensten, via hie¨rarchische weg, overgemaakt aan de direct hie¨rarchische meerdere van de desbetreffende ambtenaar. Deze zal op zijn beurt een onderzoek instellen en zal de resultaten hiervan meedelen aan de Centrale diensten. Indien de resultaten of aantijgingen ernstig blijken te zijn, wordt eveneens de Dienst Personeel & Organisatie ingelicht, om indien nodig een tuchtdossier te openen.

Dans certains cas (entre autres si le chef de service est aussi visé), la cellule ACI (Assistance, Controˆle Interne) est également informée et suit le dossier afin de garantir la neutralité nécessaire.

In een aantal (onder andere de dienstleider wordt eveneens geviseerd) wordt, teneinde de nodige neutraliteit te garanderen de bevoegde BIC-afdeling (Bijstand, Interne Controle) eveneens op de hoogte gebracht en gevraagd het dossier op te volgen.

On précise que les sanctions prises et les décisions concernant cette enquête interne ne sont cependant pas communiquées au plaignant.

Toch dient te worden opgemerkt dat de genomen sancties en beslissingen inzake dit interne onderzoek geenszins worden meegedeeld aan de indiener van de aanklacht.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32149

DO 2006200709915

DO 2006200709915

Question no 1603 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Départements. — Ećomobilité.

Vraag nr. 1603 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

L’écomobilité joue un roˆle de premier plan dans le cadre du développement durable. La notion d’écomobilité englobe tous les aspects économiques, écologiques et sociaux de la mobilité et porte notamment sur le covoiturage, les incitants visant à encourager la population à utiliser les transports en commun, les primes pour les personnes qui se rendent au travail à vélo, etc. Les grandes entreprises et organisations portent une importante responsabilité dans le domaine de l’écomobilité. Elles pourraient en effet prendre différentes initiatives pour encourager leur personnel à utiliser un mode de transport écologique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Je pense à l’aménagement de parkings pour vélos et motos, à la mise à disposition de douches et de vestiaires, etc. L’écomobilité rencontre par ailleurs les objectifs de Kyoto.

In het kader van duurzame ontwikkeling is ecomobiliteit zeer belangrijk. De term « ecomobiliteit » behelst alle economische, ecologische en sociale aspecten van de mobiliteit en omvat onder andere carpooling, het stimuleren van de bevolking om gebruik te maken van het openbaar vervoer, het geven van premies aan personen die de fiets gebruiken om zich naar hun werk te begeven, enzovoort. Grote organisaties hebben op het vlak van ecomobiliteit een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen immers verscheidene initiatieven opzetten om hun werknemers te stimuleren om op een milieuvriendelijke manier naar hun werk te komen zoals de aanleg van parkings voor fietsen en moto’s, het ter beschikking stellen van douches en vestiaires, enzovoort. Daarenboven komt ecomobiliteit tegemoet aan de doelstellingen van de Kyotonorm.

1. a) Des études ont-elles déjà été menées en vue d’améliorer l’écomobilité au sein de votre département ?

1. a) Zijn er al studies uitgevoerd omtrent het verbeteren van de ecomobiliteit binnen uw departement ?

b) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ?

b) Zo ja, wat waren daar de resultaten van ?

2. a) Quelles initiatives votre département a-t-il déjà prises dans le domaine de l’écomobilité ?

2. a) Welke initiatieven ten aanzien van ecomobiliteit zijn er al gerealiseerd binnen uw departement ?

b) Ont-elles fait l’objet d’une évaluation ?

b) Is er al een evaluatie van gebeurd ?

c) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ?

c) Zo ja, wat waren de resultaten ?

d) Dans la négative, pourquoi n’a-t-il pas été procédé à une évaluation de la politique d’écomobilité ?

d) Zo neen, waarom is er geen evaluatie van het ecomobiliteitbeleid uitgevoerd ?

3. a) Quelles initiatives votre département entend-il encore mettre en œuvre à bref délai dans le domaine de l’écomobilité ?

3. a) Welke initiatieven ten aanzien van ecomobiliteit overweegt men op korte termijn binnen uw departement nog door te voeren ?

b) Quels sont les projets à plus long terme ?

b) Welke langetermijnplannen bestaan er ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1603 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1603 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) :

En 2006, le SPF Finances a participé à l’enquête ` Mobilité lancée par le SPF Mobilité et Transports. A cette occasion, les économats des 206 implantations du département comptant plus de 30 agents ont été invités à remplir un questionnaire détaillé. Les résultats de cette enquête ont notamment montré que 29 % des agents utilisaient principalement les transports en commun pour les déplacements domicile-travail, et

De FOD Financie¨n heeft in 2006 deelgenomen aan de enquête over mobiliteit van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Naar aanleiding daarvan zijn de economaten van de 206 vestigingseenheden van het departement die meer dan 30 ambtenaren tellen, uitgenodigd om een gedetailleerde vragenlijst in te vullen. Uit de resultaten van die enquête blijkt met name dat 29 % van de ambtenaren voor het woon-werkverkeer voornamelijk


2006

Departementen. — Ecomobiliteit.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32150

12 % le vélo. Dans la plupart des implantations, des emplacements spécifiques de stationnement pour les vélos sont mis à la disposition des agents. Toutefois, ces emplacements ne sont pas toujours couverts ni sécurisés. De même, douches et vestiaire font souvent défaut. Dans la plupart des implantations, il est envisagé de prendre des mesures pour remédier à cette situation.

met het openbaar vervoer reizen en 12 % met de fiets. Er bestaan specifieke fietsparkeerplaatsen in de meeste vestigingseenheden. Deze parkeerplaatsen zijn echter niet altijd overdekt noch beveiligd. Ook zijn er vaak geen douches en vestiaires. Er wordt in de meeste vestigingseenheden overwogen maatregelen te nemen om dit te verhelpen.

En vertu de l’arrêté royal du 20 avril 1999 accordant une indemnité pour l’utilisation de la bicyclette aux membres du personnel de certains services publics, près de 4 500 agents bénéficient d’une allocation (non taxable) de 0,15 euro par km effectué à vélo dans le cadre de déplacements domicile-travail. En 2006, le montant total des allocations versée à ce titre par le département s’est élevé à 1 706 269 euros.

Krachtens het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige overheidsdiensten, genieten bijna 4 500 ambtenaren een (niet-belastbare) vergoeding van 0,15 euro per km afgelegd met de fiets in het kader van het woon-werkverkeer. Het totaalbedrag van de vergoedingen die in dat verband door het departement betaald zijn, bedroeg 1 706 269 euro in 2006.

Le 13 octobre 2006, à l’occasion de la journée « consommation durable » organisée par le SPP Développement durable pour sensibiliser les fonctionnaires à cette problématique, cinq vélos de service, ainsi que les accessoires nécessaires, ont été mis à la disposition du personnel du North Galaxy. Il est encore trop toˆt pour faire le bilan de cette initiative.

Naar aanleiding van de dag van de duurzame consumptie die door de POD Duurzame Ontwikkeling georganiseerd is om de ambtenaren bewust te maken van die problematiek, zijn vijf fietsen met hun nodige toebehoren op 13 oktober 2006 ter beschikking gesteld van de personeelsleden van de North Galaxy. Het is nog te vroeg om de balans van dit initiatief op te maken.

En ce qui concerne les émissions de CO2, il faut savoir que presque toutes les voitures utilisées par le SPF Finances sont achetées via le SPF P&O, service « Contrats-cadres multi-SPF ». Ce service a lancé un marché public pour l’achat de voitures de service pour les services publics fédéraux et de programmation et les institutions d’utilité publique. Le cahier des charges ainsi que les critères d’attribution ont été établis par cette cellule.

Wat de CO2 uitstoot betreft, worden bijna alle voertuigen die gebruikt worden bij de Federale Overheidsdienst Financie¨n aangekocht via de Federale Overheidsdienst P&O, dienst « FOD Overschrijdende Raamcontracten ». Deze dienst heeft een overheidsopdracht uitgeschreven voor de aanschaf van dienstvoertuigen voor de federale en programmatorische overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut. Het bestek werd door deze cel opgemaakt alsook de voorziene gunningscriteria.

Lorsque des voitures sont achetées directement par le SPF Finances, la Circulaire 307quater du 3 mai 2004 « Acquisition de véhicules de personnes destinés aux services de l’E´tat et aux organismes d’intérêt public » est respectée scrupuleusement.

Telkens als voertuigen rechtstreeks aangeschaft worden door de FOD Financie¨n, wordt de omzendbrief 307quater van 3 mei 2004 over de aanschaf van personenvoertuigen die bestemd zijn voor de staatsdiensten en voor de instellingen van openbaar nut, nauwgezet nageleefd.

Enfin, le SPF Finances s’approvisionne d’ores et déjà en gasoil routier contenant 4 % de biocarburant.

Ten slotte gebruikt de FOD Financie¨n nu reeds gasolie voor wegvervoer met 4 % biobrandstof.

DO 2006200709926

DO 2006200709926

Question no 1604 de Mme Annemie Roppe du 12 mars -2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1604 van mevrouw Annemie Roppe van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Déduction fiscale pour capital à risque.

Fiscale aftrek voor risicokapitaal.

La loi du 22 juin 2005 instaurant une déduction fiscale pour capital à risque a instauré à partir de

De wet van 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal, voert vanaf aanslagjaar


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32151

l’exercice d’imposition 2007 une déduction fiscale correspondant à un pourcentage des capitaux propres. Pour prévenir les abus, un certain nombre de dispositions ont été insérées afin de réduire les capitaux propres. Ainsi, l’article 205ter, § 5, CIR 1992 prévoit que les subsides en capital doivent être déduits des capitaux propres.

2007 een fiscale aftrek in die overeenstemt met een percentage van het eigen vermogen. Om misbruik te vermijden, werden er een aantal bepalingen opgenomen die het eigen vermogen verlagen. Zo bepaalt artikel 205ter, § 5, WIB 1992 dat de kapitaalsubsidies in mindering van het eigen vermogen moeten gebracht worden.

1. Est-il exact qu’il ne faut déduire des capitaux propres que la partie des subsides en capital non encore imposée conformément à l’article 362 CIR 1992 ?

1. Is het juist dat het eigen vermogen slechts verminderd dient te worden met het nog niet overeenkomstig artikel 362 WIB 1992 belastbaar gesteld gedeelte van de kapitaalsubsidie ?

2. Si l’exonération prévue à l’article 193bis CIR 1992 est applicable, et que le subside en capital n’est de fait pas imposé effectivement, ne faut-il dès lors déduire des capitaux propres que la partie du subside non encore comptabilisée au titre de bénéfices conformément à l’article 95 de l’arrêté royal portant exécution du Code des sociétés ?

2. Indien de vrijstelling overeenkomstig artikel 193bis WIB 1992 toepasselijk is, waardoor de kapitaalsubsidie de facto niet effectief belast wordt, dient het eigen vermogen dan ook slechts verminderd te worden met het nog niet overeenkomstig artikel 95 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen in opbrengsten geboekt gedeelte van de subsidie ?

3. Quelle partie du subside en capital convient-il d’exclure si la société ne comptabilise pas le subside au titre des recettes en fonction des amortissements sur les actifs subsidiés, après les avoir initialement comptabilisés sur le compte 15 « Subsides en capital » des capitaux propres, ou si la société a immédiatement et totalement comptabilisé le subside dans le résultat ?

3. Welk gedeelte van de kapitaalsubsidie dient gee¨limineerd te worden indien de vennootschap boekhoudkundig de subsidie niet in opbrengsten boekt in functie van de afschrijvingen op de gesubsidieerde activa, na ze eerst op de rekening 15 « Kapitaalsubsidies » van het eigen vermogen geboekt te hebben, of indien de vennootschap boekhoudkundig de subsidie onmiddellijk volledig in het resultaat heeft geboekt ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1604 de Mme Annemie Roppe du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1604 van mevrouw Annemie Roppe van 12 maart 2007 (N.) :

1. Je peux faire savoir à l’honorable membre que la notion de subsides en capital reprise à l’article 205ter, § 5 du Code des impoˆts 1992 (CIR 1992) doit s’entendre du montant qui, conformément à l’article 95, § 2, de l’arrêté royal portant exécution du Code des sociétés, est repris au bilan de la société sous la rubrique « VI. Subsides en capital ».

1. Ik kan het geachte lid meedelen dat onder het begrip kapitaalsubsidies zoals bedoeld in artikel 205ter, § 5 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) moet worden verstaan het bedrag dat overeenkomstig artikel 95, § 2, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen op de balans van de vennootschap onder de rubriek « VI. Kapitaalsubsidies » is opgenomen.

2. Le fait que les subsides en capital concernés sont exonérés conformément aux dispositions de l’article 193bis, CIR 1992, dans la mesure où ils deviennent taxables en vertu des dispositions de l’article 362, CIR 1992, ne porte pas atteinte au principe susmentionné.

2. Het feit dat de betrokken kapitaalsubsidies overeenkomstig de bepalingen van artikel 193bis, WIB 1992, worden vrijgesteld in de mate dat ze belastbaar worden op grond van de bepalingen van artikel 362, WIB 1992, doet geen afbreuk aan bovenvermeld principe.

3. Les aspects fiscaux des situations dans lesquelles les dispositions comptables précitées ne sont pas respectées, dépendent d’un ensemble de circonstances de fait propres à chaque cas, de sorte qu’aucune position univoque ne peut être prise en la matière.

3. De fiscale aspecten van situaties waarin de voormelde boekhoudkundige bepalingen niet worden nageleefd hangen af van een geheel van feitelijke omstandigheden die voor elk geval afzonderlijk zijn, zodat dienaangaande geen eenduidig standpunt kan worden ingenomen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32152

DO 2006200709931

DO 2006200709931

Question no 1607 de M. Dirk Van der Maelen du 12 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1607 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Corrections opérées sur la base d’informations en provenance de l’étranger.

Correcties doorgevoerd op basis van informatie verkregen uit het buitenland.

1. Votre administration pourrait-elle me transmettre les statistiques de l’administration de la fiscalité des entreprises et des revenus (AFER) relatives aux corrections opérées sur la base d’informations en provenance de l’étranger ?

1. Kan uw administratie de statistieken van de administratie van de Ondernemings- en Inkomenfiscaliteit (AOIF) betreffende de correcties die werden doorgevoerd op basis van informatie verkregen uit het buitenland meedelen ?

2. Pourriez-vous ventiler ces données par année, depuis l’exercice d’imposition 2000 ?

2. Kan u de gegevens per jaar sinds aanslagjaar 2000 meedelen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1607 de M. Dirk Van der Maelen du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1607 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 maart 2007 (N.) :

1 et 2. L’honorable membre vise probablement les augmentations de revenus résultant d’informations ` ce sujet, une distinction doit obtenues de l’étranger. A être faite entre les augmentations de revenus concernant l’impoˆt des personnes physiques et les augmentations de revenus concernant l’impoˆt des sociétés.

1 en 2. Het geachte lid doelt waarschijnlijk op de inkomstenverhogingen voortvloeiend uit inlichtingen verkregen uit het buitenland. Hierbij dient een onderscheid gemaakt tussen inkomstenverhogingen inzake de personenbelasting en inkomstenverhogingen inzake de vennootschapsbelasting.

Pour l’impoˆt des personnes physiques, les données en question sont reprises dans le tableau ci-dessous. Le nombre comme le montant total des augmentations de revenus, pour les exercices d’imposition 2000 jusqu’à et y compris 2005, sont communiqués et cela tant pour les augmentations constatées au cours du délai d’imposition ordinaire que pour celles constatées au cours du délai d’imposition extraordinaire de trois ans. Pour l’exercice d’imposition 2005 ne sont naturellement disponibles que les chiffres relatifs aux augmentations de revenus dans le délai d’imposition ordinaire.

Voor de personenbelasting zijn de betrokken gegevens opgenomen in onderstaande tabel. Voor de aanslagjaren 2000 tot en met 2005 worden zowel het aantal als het totaal bedrag aan inkomstenverhogingen meegedeeld en dit zowel voor de verhogingen vastgesteld binnen de normale aanslagtermijn als voor deze vastgesteld in de buitengewone aanslagtermijn van drie jaar. Voor het aanslagjaar 2005 zijn uiteraard enkel cijfers over de inkomstenverhogingen binnen de gewone aanslagtermijn beschikbaar.

Exercice d’imposition — Aanslagjaar

Délai d’imposition — Aanslagtermijn

Nombre de contribuables — Aantal belastingplichtigen

2000

Ordinaire. — Gewone Extraordinaire. — Buitengewone Ordinaire. — Gewone Extraordinaire. — Buitengewone Ordinaire. — Gewone Extraordinaire. — Buitengewone Ordinaire. — Gewone Extraordinaire. — Buitengewone

11

2001

2002

2003


2006

31 12 30 18 32 24 46

2007

Montant total (en euros) — Totaalbedrag (in euro) 44 703 524 623 88 834 170 256 133 016 351 999 143 291 464 776


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32153


Délai d’imposition — Aanslagtermijn


Montant total (en euros) — Totaalbedrag (in euro)

2004

Ordinaire. — Gewone Extraordinaire. — Buitengewone Ordinaire. — Gewone

341

2 971 439

2005

Pour l’impoˆt des sociétés seules les données centralisées pour les exercices d’imposition 2000, 2001 et 2002 sont disponibles. Les statistiques y relatives sont reprises dans le tableau ci-dessous. Cela concerne chaque fois les chiffres à l’issue du délai d’imposition extraordinaire de trois ans. Le nombre de contribuables concernés et le montant total des augmentations de revenus pour les centres de controˆle et pour les services de taxation (« services de controˆle classiques ») sont mentionnés par exercice d’imposition.



2000 2001 2002

12 11 8

2 889

12 081 986 1 927 795

549

Voor de vennootschapsbelasting zijn er enkel gecentraliseerde gegevens beschikbaar voor de aanslagjaren 2000, 2001 en 2002. De statistieken ter zake zijn opgenomen in onderstaande tabel. Het betreffen telkens de cijfers na afloop van de buitengewone aanslagtermijn van drie jaar. Per aanslagjaar worden het aantal betrokken belastingplichtigen en het totaalbedrag aan inkomstenverhogingen voor de controlecentra en voor de taxatiediensten (« klassieke controlediensten ») vermeld.

Centres de controˆle (en euros) — Controlecentra (in euro)

28 060 499 365 80 160

Services de taxation (en euros) — Taxatiediensten (in euro)

176 916 164 273 115 275

Montant total (en euros) — Totaalbedrag (in euro)

204 976 663 637 195 435

DO 2006200709989

DO 2006200709989

Question no 1615 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1615 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Donneurs de sang et de plasma. — Circulaire. — Dispenses de service.

Bloed- en plasmadonoren. — Omzendbrief. — Dienstvrijstellingen.

Les dons de sang ou de plasma peuvent sauver des vies humaines. C’est la raison pour laquelle la plupart des employeurs octroient un jour de congé à leurs employés qui donnent du sang et du plasma. Les conditions d’octroi d’une dispense de service aux membres du personnel statutaire et contractuel dans le cadre de dons de sang, de plaquettes et de plasma sanguin sont contenues dans la circulaire no 487 du 9 décembre 1999 du ministre de la Fonction publique. ` une question posée précédemment, le ministre de A la Fonction publique avait répondu que chaque service décide de manière autonome d’octroyer ou non une

Bloed of plasma kan een mensenleven redden. Daarom dat donoren vanwege de meeste werkgevers een vakantiedag krijgen voor het geven van bloed en plasma. De richtlijnen betreffende het verlenen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma aan statutaire en contractuele personeelsleden zijn vervat in de omzendbrief nr. 487 van de minister van ambtenarenzaken van 9 december 1999.


2006

Op een eerder gestelde vraag antwoordt de minister van Ambtenarenzaken dat elke dienst afzonderlijk beslist over het al dan niet toekennen van deze dienst2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32154

telle dispense de service (question no 238 du 19 février 2007, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 158).

vrijstellingen (vraag nr. 238 van 19 februari 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 158).

1. Combien de jours de congé ont été octroyés en application de la circulaire susmentionnée dans les services qui ressortissent à votre compétence en 2004, 2005 et 2006 dans le cadre de dons de sang, de plaquettes ou de plasma sanguin ?

1. Hoeveel vakantiedagen gaven de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen en overheidsbedrijven in 2004, 2005 en 2006 voor het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes, in toepassing van bovenvermelde omzendbrief ?

2. a) E´tant donné que chaque service peut, de manière autonome, décider d’octroyer ou non ces dispenses, pouvez-vous dire si certains n’appliquent pas la circulaire ?

2. a) Gelet op het feit dat elke dienst afzonderlijke beslist over deze dienstvrijstellingen, zijn er diensten waar de omzendbrief niet wordt toegepast ?

b) Dans l’affirmative, pour quelles raisons ?

b) Zo ja, om welke redenen ?

3. Quel est le couˆt approximatif de ces dispenses de service ?

3. Hoeveel bedraagt de benaderende kostprijs van deze dienstvrijstellingen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1615 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1615 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) :

En ce qui concerne la question 2, dans les services relevant de ma compétence, la dispense de service en question est accordée conformément aux instructions du ministre de la Fonction publique, reprises dans la circulaire susmentionnée no 487 du 9 décembre 1999 relative à l’octroi d’une dispense de service pour le don de sang, de plaquettes et de plasma sanguin.

Wat vraag 2 betreft wordt binnen de diensten die onder mijn bevoegdheid ressorteren, de dienstvrijstelling in kwestie verleend overeenkomstig de richtlijnen van de minister van Ambtenarenzaken, vervat in bovenvermelde omzendbrief nr. 487 van 9 december 1999 betreffende het verlenen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma.

DO 2006200710002

DO 2006200710002

Question no 1618 de Mme Nathalie Muylle du 19 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1618 van mevrouw Nathalie Muylle van 19 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Taux de TVA réduit. — Démolition et reconstruction de baˆtiments situés dans des zones urbaines. ` la suite de l’action entreprise par un habitant de A Gand afin d’obtenir un taux de TVA réduit pour la reconstruction d’une habitation située au centre-ville, un nouveau passage a été ajouté à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970. Sous le point XXXVII du tableau A, on peut lire : « Le taux réduit de 6 % s’applique aux travaux immobiliers et autres opérations énumérées à la rubrique XXXI, § 3, 3o à 6o, ayant pour objet la démolition et la reconstruction conjointe d’un baˆtiment d’habitation. Le bénéfice du taux réduit est subordonné à la réunion des conditions suivantes (...) ».

Verlaagd btw-tarief. — Afbraak en heropbouw van gebouwen in stadsgebieden.

Cette réglementation devait entrer en vigueur à partir du 1er janvier 2007. Toutefois, à ce jour, les modalités d’application de cette mesure ne sont pas

Deze regeling zou ingaan vanaf 1 januari 2007. Op dit ogenblik zijn de nadere regels voor de toepassing van deze maatregel nog niet bekend. Ook de steden,


2006

Naar aanleiding van de actie die een inwoner van Gent ondernam tot het bekomen van een verlaagd btw-tarief bij de heropbouw van een woning in het stadscentrum, is een nieuwe passage ingeschreven in het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970. Onder punt XXXVII, van de Tabel A, staat : « Het verlaagd tarief van 6 pct. is van toepassing op het werk in onroerende staat en de andere handelingen opgesomd in rubriek XXXI, § 3, 3o tot 6o, die tot voorwerp hebben de afbraak en de daarmee gepaard gaande heropbouw van een woning. Het voordeel van het verlaagd tarief is onderworpen aan het vervullen van de navolgende voorwaarden... »

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32155

encore connues. Même les villes ou` elle sera d’application ne sont pas encore au courant des règles d’exécution exactes de la mesure. E´tant donné que l’arrêté royal stipule que le maıˆtre d’ouvrage doit faire une déclaration préalable auprès de l’office de controˆle de la TVA compétent, je crains que, par ignorance, de nombreuses personnes ne feront pas usage de cette nouvelle règle.

waar de regeling van toepassing zal zijn, zijn nog niet op de hoogte van de exacte uitvoeringsregels van de maatregel. Aangezien in het koninklijk besluit staat dat vooraf aangifte moet gedaan worden door de bouwheer, vrees ik dat veel mensen uit onwetendheid geen gebruik zullen kunnen maken van deze maatregel.

1. a) Quelles seront les formalités à respecter ?

1. a) Wat zullen de formaliteiten zijn die moeten nageleefd worden ?

b) Quand les villes seront-elles mises au courant des règles effectives ?

b) Wanneer worden de steden op de hoogte gebracht van de effectieve nadere regels ?

2. a) Envisagez-vous de publier une circulaire à ce sujet ?

3. a) Overweegt u hiervoor een omzendbrief ?

b) Si oui, quand sera-t-elle prête ?

b) Wanneer zal deze klaar zijn ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1618 de Mme Nathalie Muylle du 19 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1618 van mevrouw Nathalie Muylle van 19 maart 2007 (N.) :

L’administration prépare un projet de commentaire portant sur les conditions à respecter pour l’application du taux réduit de 6 % afin de pouvoir répondre à la majorité des questions portant sur la nouvelle rubrique XXXVII, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 relatif aux taux de TVA, faisant suite à la circulaire no AFZ 3/2007 du 15 février 2007 (nos 77 à 80).

Teneinde een antwoord te kunnen geven op de meeste vragen in verband met de nieuwe rubriek XXXVII, van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 inzake btw-tarieven wordt, aansluitend op de circulaire nr. AFZ 3/2007 van 15 februari 2007 (nrs. 77 tot en met 80) een ontwerp van toelichting met betrekking tot de ter zake geldende voorwaarden voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6 %. voorbereid door de administratie.

Une projet de lettre à l’attention des 32 administrations communales concernées est également rédigé.

Tevens wordt een ontwerp van brief opgesteld ten behoeve van de 32 betrokken stadsbesturen.

Néanmoins, l’article 101 de la loi-programme du 4 avril 2007 modifie encore un certain nombre d’éléments aux modalités d’application de la rubrique prémentionnée.

Artikel 101 van de programmawet van 4 april 2007 wijzigt echter nog een aantal elementen aan de toepassingsmodaliteiten van voornoemde rubriek.

L’administration diffusera ce commentaire le plus rapidement possible, dès que la loi aura été publiée.

De administratie zal, na publicatie van deze wet, zo spoedig mogelijk overgaan tot verspreiding van deze toelichting.

DO 2006200710023

DO 2006200710023

Question no 1619 de M. Pieter De Crem du 20 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1619 van de heer Pieter De Crem van 20 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Internet pour tous. — Dispense de l’obligation de déclaration. — Proposition d’imposition. ` l’achat d’un package « Internet pour tous » en A 2006, le contribuable bénéficiait d’un crédit d’impoˆt remboursable, avec un maximum de 147,50 euros dans

Internet voor iedereen. — Vrijstelling aangifteplicht. — Voorstel van aanslag.


2006

Bij aankoop van een « internet voor iedereen »pakket in 2006 wordt een terugbetaalbaar belastingkrediet verleend van maximum 147,50 euro voor een 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32156

le cas d’un ordinateur de bureau et de 172 euros dans le cas d’un ordinateur portable. Le dépliant « Internet pour tous » détaille toutes les données relatives à l’achat qui doivent être indiquées dans la déclaration fiscale de 2007. Certaines catégories de contribuables sont toutefois dispensées de cette obligation de déclaration (article 178 AR/CIR 1992).

desktop-pc en 172 euro voor een laptop. De folder « Internet voor iedereen-pakket » vermeldt al de gegevens van de aankoop in de belastingaangifte van 2007 moeten opgenomen. Een aantal mensen zijn vrijgesteld van de aangifteplicht (artikel 178 KB/WIB 1992).

1. Ces personnes recevront-elles une proposition d’imposition dans laquelle il sera automatiquement fait mention du crédit d’impoˆt remboursable ?

1. Zullen zij een voorstel van aanslag ontvangen waarin het terugbetaalbaar belastingkrediet automatisch wordt opgenomen ?

2. Dans la négative, devront-elles introduire une déclaration d’impoˆt des personnes physiques pour l’année de revenus 2006 afin de bénéficier de ce crédit d’impoˆt ?

2. Zo neen, zullen zij een aangifte in de personenbelasting voor het inkomstenjaar 2006 moeten indienen om het belastingkrediet te verkrijgen ?

3. Dans l’affirmative, recevront-elles automatiquement une déclaration ?

3. Zo ja, zullen zij automatisch een aangifte ontvangen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1619 de M. Pieter De Crem du 20 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1619 van de heer Pieter De Crem van 20 maart 2007 (N.) :

Les contribuables qui, conformément à l’article 306 du Code des Impoˆts sur les revenus 1992 et à l’article 178 de l’arrêté royal d’exécution du CIR 1992, sont dispensés de l’obligation de déclaration, qui souhaitent bénéficier du crédit d’impoˆt prévu pour l’achat d’un paquet agréé « internet pour tous », peuvent, à cette fin, demander une formule de déclaration auprès du service de taxation dont ils dépendent.

Belastingplichtigen die overeenkomstig artikel 306 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en artikel 178 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992 vrijgesteld zijn van aangifteplicht, die wensen te genieten van het belastingkrediet voorzien bij de aankoop van een erkend pakket « internet voor iedereen », kunnen daartoe bij de aanslagdienst waaronder zij ressorteren een aangifteformulier aanvragen.

DO 2006200709551

DO 2006200709551

Question no 1626 de Mme Maggie De Block du 22 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1626 van mevrouw Maggie De Block van 22 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier.

Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.

Après s’être concerté avec le secteur agricole en ce qui concerne la culture du chicon et des champignons, le gouvernement se serait déclaré prêt à examiner la possibilité d’une exonération de versement du précompte professionnel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum. En ce qui concerne la culture du chicon, le secteur demande de porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130.

Na overleg met de landbouwsector over de witloofen champignonteelt, zou de regering zich bereid hebben getoond om te onderzoeken of in de champignonteelt een vrijstelling van doorstorting van 40 % bedrijfsvoorheffing kan worden toegekend voor werknemers met een dagloon tot 80 euro.[d65] Voor de witloofteelt is de sector vragende partij voor een uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid tot 130.

1. L’examen relatif à la mise en œuvre éventuelle de l’exonération de versement du précompte profession-

1. Heeft u intussen uw onderzoek afgerond naar de mogelijke implementatie van de doorstorting van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32157

nel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum dans le secteur de la culture des champignons est-il déjà terminé ? 2. Dans l’affirmative, quelles ont été vos constatations ? 3. La mesure sera-t-elle appliquée et, dans l’affirmative, quand ? 4. Dans la négative, d’ici à quand peut-on escompter davantage de clarté dans ce dossier ? 5. Examinez-vous aussi la demande visant à porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130 dans le secteur de la culture du chicon ? 6. Cette mesure sera-t-elle appliquée ? 7. Dans l’affirmative, quel calendrier avez-vous fixé ? 8. Dans la négative, quels problèmes empêchent la mise en œuvre de cette mesure ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 avril 2007, à la question no 1626 de Mme Maggie De Block du 22 mars 2007 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 1 à 4. Avec le projet de loi portant exécution de l’accord interprofessionnel pour la période 2007-2008 (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, no 3011/1), le gouvernement a proposé de mettre en œuvre une exonération de versement du précompte professionnel pour les travailleurs occupés dans le secteur de la culture des champignons à concurrence de 6 % de la rémunération brute, à la demande pressante des partenaires sociaux intersectoriels. Celle-ci a été approuvée en commission des Finances mais elle doit encore être adoptée en séance plénière de la Chambre ainsi que par la Commission européenne. Après, le Roi pourra déterminer la date d’entrée en vigueur par arrêté délibéré en Conseil des ministres. 5 à 8. L’augmentation du nombre de jours de travail saisonnier dans le secteur de la culture du chicon, ne relève pas de ma compétence.

40 % bedrijfsvoorheffing voor werknemers met een dagloon tot 80 euro in de champignonsector ?

2. Zo ja, wat waren uw bevindingen ? 3. Zal de maatregel worden doorgevoerd en zo ja, wanneer ? 4. Zo neen, tegen wanneer wordt meer duidelijkheid over het dossier verwacht ? 5. Onderzoekt u ook de vraag voor de uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid in de witloofsector tot 130 ? 6. Zal deze maatregel worden doorgevoerd ? 7. Zo ja, welke timing wenst u aan te houden ? 8. Zo neen, welke problemen staan deze maatregel in de weg ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 24 april 2007, op de vraag nr. 1626 van mevrouw Maggie De Block van 22 maart 2007 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1 tot 4. Met het wetsontwerp houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 (Parl. St., Kamer, 2006-2007, nr. 3011/1) stelde de regering voor om een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in te voeren voor de werkgevers in de champignonsector ten belope van 6 % van de bruto bezoldiging, en dat op aandringen van de intersectorale sociale partners. De maatregel werd goedgekeurd in de commissie voor de Financie¨n en moet nog worden goedgekeurd door de Kamer in haar plenaire vergadering, en ook door de Europese Commissie. Daarna kan de Koning de inwerkingtreding ervan bepalen met een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad. 5 tot 8. De uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid in de witloofteelt behoort niet tot mijn bevoegdheid.

DO 2006200710054

DO 2006200710054

Question no 1630 de Mme Anne-Marie Baeke du 27 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Taux de TVA applicable aux faire-part de décès. L’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 dispose que les prestations de services habituellement fournies par

Vraag nr. 1630 van mevrouw Anne-Marie Baeke van 27 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : BTW-tarief op rouwdrukwerk. Het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 bepaalt dat de diensten die gewoonlijk door begrafe-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32158

les entrepreneurs de pompes funèbres dans l’exercice normal de leur activité professionnelle, sont soumises à un taux de TVA de 6 %, à l’exclusion :

nisondernemers worden verstrekt in de normale uitoefening van hun beroepswerkzaamheden onderworpen zijn aan een BTW-tarief van 6 %, met uitzondering van :

a) de la fourniture de nourriture ou de boissons destinées à être consommées sur place;

a) het verschaffen van spijzen of dranken om ter plaatse te worden verbruikt;

b) des prestations des serveurs et de toute autre personne qui interviennent dans la distribution de nourriture ou de boissons aux consommateurs, dans des conditions qui permettent la consommation sur place;

b) de diensten verstrekt door kelners, diensters en alle andere personen die tussenkomen bij het verschaffen van spijzen en dranken aan verbruikers in omstandigheden die het verbruik ter plaatse mogelijk maken;

c) des services qui se rapportent à la fourniture avec placement de caveaux ou de monuments funéraires. E´tant donné les progrès technologiques importants réalisés au cours des dix dernières années en ce qui concerne les imprimantes couleurs, les entrepreneurs de pompes funèbres peuvent désormais réaliser des faire-part de qualité quasiment égale à ceux réalisés par un imprimeur à l’aide d’une imprimante relativement bon marché. Le taux de TVA applicable aux prestations de services qui relèvent de l’exercice normal de l’activité professionnelle d’entrepreneur de pompes funèbres ne s’élève qu’à 6 %.

c) de diensten met betrekking tot de levering met plaatsing van grafkelders of grafmonumenten.

Si la réalisation de faire-part de décès relève de l’exercice ’normal’ de l’activité professionnelle d’un entrepreneur de pompes funèbres et si le taux de TVA réduit est dès lors applicable, il est pour ainsi dire impossible aux imprimeurs de concurrencer les entrepreneurs de pompes funèbres étant donné qu’ils doivent appliquer le taux de TVA normal de 21 %.

Indien rouwdrukwerk tot de « normale » uitoefening van de beroepswerkzaamheid van een begrafenisondernemer behoort en het verlaagd BTWtarief van toepassing is, dan wordt het voor een drukker bijna onmogelijk om met een begrafenisondernemer te concurreren, aangezien de drukker het normale BTW-tarief van 21 % moet aanrekenen.

Votre administration peut-elle préciser si la réalisation de faire-part de décès relève de l’exercice normal de l’activité professionnelle d’une entreprise de pompes funèbres et quel taux de TVA est applicable aux faire-part de décès réalisés par un entrepreneur de pompes funèbres ?

Kan uw administratie meedelen of rouwdrukwerk tot de normale uitoefening van de beroepswerkzaamheid van een begrafenisonderneming behoort en welk BTW-tarief van toepassing is op rouwdrukwerken dat door een begrafenisondernemer wordt geproduceerd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1630 de Mme Anne-Marie Baeke du 27 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1630 van mevrouw Anne-Marie Baeke van 27 maart 2007 (N.) :

Lorsqu’un entrepreneur de pompes funèbres est chargé de l’organisation complète d’obsèques, ses prestations, à l’exclusion des opérations qui ne sont pas habituellement fournies par des entrepreneurs de pompes funèbres dans l’exercice normal de leur activité économique, forment un service unique (voir article 4 du règlement CE no 1777/2005 du Conseil du 17 octobre 2005 portant mesures d’exécution de la directive 77/388/CEE relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée). Ce service peut — à

Wanneer een begrafenisondernemer belast wordt met de volledige organisatie van een uitvaart, maken zijn prestaties, met uitzondering van de handelingen die niet gewoonlijk door begrafenisondernemers worden verstrekt in de normale uitoefening van hun beroepswerkzaamheid, deel uit van één enkele dienst (vgl. artikel 4 van de verordening EG nr. 1777/2005 van de Raad van 17 oktober 2005 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/ 388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel


2006

Door de technologische evolutie die kleurenprinters het jongste decennium ondergaan hebben, is het nu voor een begrafenisondernemer mogelijk om met een relatief goedkope kleurenprinter bijna evenwaardig drukwerk te produceren dan dat van een drukker. Op diensten die tot de normale uitoefening van de beroepswerkzaamheid als begrafenisondernemer behoren, is slechts een BTW-tarief van 6 % verschuldigd.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32159

l’exclusion des opérations citées par l’honorable membre et qui concernent le catering, les caveaux et les monuments funéraires — bénéficier du taux réduit de 6 % (application de l’arrêté royal no 20 relatif aux taux de TVA, annexe, tableau A, rubrique XXXIV, 2o). Le montant que l’entrepreneur de pompes funèbres compte à cette occasion pour l’impression des avis de décès appartient par conséquent à la base d’imposition de la prestation d’organisation de funérailles et est de ce fait soumis à la taxe au taux réduit de 6 %.

van belasting over de toegevoegde waarde). Die dienst kan — met uitzondering van de door het geachte lid genoemde handelingen in verband met catering, grafkelders en — monumenten — het verlaagd tarief van 6 %. genieten (toepassing koninklijk besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, bijlage, tabel A, rubriek XXXIV, cijfer 2). Het bedrag dat de begrafenisondernemer hierbij aanrekent voor het rouwdrukwerk, behoort bijgevolg tot de maatstaf van heffing van de dienst inzake uitvaartverzorging en wordt zodoende belast met toepassing van het verlaagd tarief van 6 %.

Si un entrepreneur de pompes funèbres qui est chargé de l’organisation complète des funérailles, fait appel à un imprimeur pour l’impression des avis de décès, ce dernier effectue une simple livraison de biens. Puisque l’impression de faire-part n’est visée par aucune des rubriques des tableaux A et B de l’annexe à l’arrêté royal no 20 susmentionné, la livraison de ceuxci à l’entrepreneur de pompes funèbres est passible du taux normal de TVA de 21 %.

Als een begrafenisondernemer die belast wordt met de volledige organisatie van een uitvaart, voor het rouwdrukwerk een beroep doet op een drukker, verricht laatstgenoemde een eenvoudige levering van goederen. Aangezien rouwdrukwerk niet bedoeld is in één van de rubrieken van tabel A en B van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit nr. 20 is de levering ervan aan de begrafenisondernemer onderworpen aan het normale BTW-tarief van 21 %.

Un entrepreneur de pompes funèbres, qui n’est pas chargé de l’organisation complète des obsèques, effectue en revanche des prestations de services et/ou des livraisons de biens distinctes, qui, chacune, doivent donc être soumises à la taxe au taux de TVA qui leur est propre. Pour les opérations à considérer séparément qui concernent la livraison d’avis de décès, de fleurs artificielles ou d’autres biens qui ne sont pas visés par une des rubriques des tableaux A et B de l’annexe à l’arrêté royal no 20 précité, le taux normal de TVA de 21 % est applicable.

Een begrafenisondernemer die niet belast wordt met de volledige organisatie van de uitvaart verricht daarentegen onderscheiden diensten en/of leveringen van goederen, die dus elk afzonderlijk tegen hun eigen BTW-tarief moeten worden belast. Voor de afzonderlijk te beschouwen handelingen die de levering betreffen van rouwdrukwerk, kunstbloemen of andere goederen die niet bedoeld zijn in één van de rubrieken van tabel A en B van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit nr. 20, is het normale BTW-tarief van 21 % van toepassing.

DO 2006200710067

DO 2006200710067

Question no 1631 de M. Joseph Arens du 29 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1631 van de heer Joseph Arens van 29 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Problèmes du moteur de calcul SSGPI.

Problemen met de berekeningsmotor van het SSGPI.

Les couˆts en matière de personnel dans les zones de police représentent en moyenne 85 % des dépenses. Pour le traitement des salaires de leur personnel, les zones de police sont légalement tenues de recourir aux services publics fédéraux à savoir le SCDF (Service central des dépenses fixes) et le SSGPI (Secrétariat social de la police intégrée structurée à deux niveaux). Il semble qu’hélas depuis le départ, le SCDF et le SSGPI n’étaient pas suffisamment familiarisés avec les besoins du niveau local et les exigences légales de la comptabilité communale.

De politiezones besteden gemiddeld 85 % van hun uitgaven aan personeelskosten. Voor de loonadministratie van hun personeel zijn de politiezones wettelijk verplicht een beroep te doen op de federale overheidsdiensten CDVU (centrale dienst voor de vaste uitgaven) en SSGPI (sociaal secretariaat van de geı¨ntegreerde politie). Nu blijkt echter dat de CDVU en het SSGPI van bij de start helaas onvoldoende vertrouwd waren met de noden van de lokale besturen en de wettelijke vereisten van de gemeentelijke boekhouding.

Le gouvernement a réagi dans un premier temps en désignant une fiduciaire pour inventorier les problèmes et formuler des solutions. Ladite fiduciaire a

In een eerste reactie heeft de regering een adviesbureau aangeduid om de problemen in kaart te brengen en oplossingen aan te reiken. Eind 2005 heeft dat


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32160

rendu un rapport fin 2005 qui semble-t-il est resté lettre morte. Dans un second temps, le gouvernement fédéral proposa pour tenter de trouver remède aux déficiences du SCDF et le SSGPI, de laisser aux zones de police le libre choix pour désigner un centre de calcul local. Malheureusement, les conditions qui y étaient jointes rendaient impossible le recours à un tel système.

bureau een verslag ingediend waar blijkbaar niets mee gebeurd is. Om de problemen met de CDVU en het SSGPI te verhelpen heeft de federale regering vervolgens voorgesteld om de politiezones de mogelijkheid te bieden zelf een lokaal rekencentrum te kiezen. De voorwaarden die aan die regeling verbonden waren, maakten de praktische uitvoering ervan jammer genoeg onmogelijk.

Le récent projet « ORFEO » propose une solution pour les retards et erreurs commises dans les déclarations sociales de l’ONSSAPL (Office national de sécurité social des administrations provinciales et locales) de l’année 2001 jusqu’à ce jour mais pour les zones de police locale, cela ne clarifie rien en ce qui concerne le futur suivi financier.

Het recente ORFEO-project biedt een oplossing voor de vertragingen en de fouten die in de sociale aangiften van de RSZPPO (Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten) van 2001 tot heden zijn geslopen, maar voor de lokale politiezones is het nog steeds onduidelijk hoe de toekomstige financie¨le follow-up zal verlopen.

D’autres points restent néanmoins à ce jour sans solution. En effet les services du SCDF et du SSGPI restent en défaut quant à :

Een aantal andere problemen blijft echter tot heden onopgelost. De diensten van de CDVU en het SSGPI schieten op de volgende punten immers nog steeds tekort :

A) La mise à disposition des pièces justificatives par ayant droit afin que le comptable spécial puisse exercer sa taˆche légale de controˆle.

A) De terbeschikkingstelling van de verantwoordingsstukken per rechthebbende zodat de bijzonder rekenplichtige zijn wettelijke controletaak kan uitoefenen.

B) L’affectation correcte des dépenses au juste article budgétaire et exercice financier (par exemple le règlement du 12ième mois et la dernière période de référence).

B) De correcte aanrekening van de uitgaven op het juiste begrotingsartikel en begrotingsjaar (bijvoorbeeld de regeling van de 12e maand en de laatste referentieperiode).

C) La délivrance des copies des déclarations fiscales et sociales : actuellement le comptable spécial n’a aucun controˆle sur l’exactitude des factures de l’ONSSAPL, le prélèvement anticipatifs et sur la correspondance de l’ensemble des calculs s’y rapportant.

C) De aflevering van afschriften van de fiscale en sociale aangiften : momenteel heeft de bijzonder rekenplichtige geen enkele controle op de juistheid van de facturen van de RSZPPO, de vervroegde voorheffingen en de berekeningen die er betrekking op hebben.

D) Une prompte correction des erreurs constatées par la zone de police dans les fichiers de paiement des salaires. En effet, si le service local du personnel ou le comptable spécial s’opposent à une partie du fichier des salaires, il serait normal que cela soit directement pris en compte par le SCDF et le SSGPI au lieu de laisser libre cours à un paiement erroné ou d’appliquer des régularisations se rapportant sur les mois suivants ou souvent les années suivantes.

D) Een onmiddellijke verbetering van de fouten die door de politiezone in de bestanden met de weddenuitkeringen worden vastgesteld. Indien de lokale personeelsdienst of de bijzonder rekenplichtige een deel van het weddenbestand verwerpt, zou men immers verwachten dat de CDVU en het SSGPI onmiddellijk de nodige correcties aanbrengen in plaats van een verkeerde betaling uit te voeren of regularisaties in de maanden of — in veel gevallen — jaren nadien toe te passen.

E) la reconnaissance de la zone de police comme commanditaire, employeur et responsable final; actuellement le SCDF et le SSGPI se substituent régulièrement à la police locale alors qu’ils ne disposent pas de compétences légales. Il appert régulièrement que des paiements ou des adaptations pécuniaires dans les états qui sont pris avant même que la zone de police n’en ait pris connaissance et qu’elle ait pu les controˆler.

E) De erkenning van de politiezone als opdrachtgever, werkgever en eindverantwoordelijke. Momenteel treden de CDVU en het SSGPI vaak in de plaats van de lokale politie op, terwijl ze daarvoor niet over de wettelijke bevoegdheden beschikken. In de loonstaten worden er blijkbaar regelmatig uitbetalingen of geldelijke aanpassingen doorgevoerd, voordat de politiezone er kennis van heeft kunnen nemen en ze heeft kunnen nazien.

F) La fourniture de fichiers qui puissent être pris en compte dans la comptabilité sans traitement supplé-

F) De aflevering van bestanden die zonder meer in de boekhouding kunnen worden opgenomen. Er moet


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32161

mentaire. Une banque de données controˆlable et lisible fait vraiment défaut.

dringend een controleerbare en gebruiksvriendelijke databank worden ingevoerd.

G) La communication d’une liste de paiements qui puisse être consultée, modifiée, signée via PC banking. L’actuel fichier Isabel ne remplit pas ces exigences.

G) Het verschaffen van een betaalstaat die via pcbanking kan worden geraadpleegd, gewijzigd en ondertekend, wat via de bestaande Isabel-software niet mogelijk is.

H) La mise à disposition de fichiers contenant les informations nécessaires à une bonne estimation en matière de charge de personnel, à l’élaboration de statistiques et à l’information politique.

H) De terbeschikkingstelling van bestanden met gegevens die een degelijke raming inzake personeelsuitgaven, de statistische verwerking en het opstellen van beleidsgerichte informatie mogelijk maken.

I) La mise en place d’un service clientèle convivial avec les personnes de contact et des responsables directement accessibles.

I) De invoering van een makkelijk toegankelijke klantendienst met contactpersonen en verantwoordelijken die rechtstreeks aanspreekbaar zijn.

J) Le respect des lois et règlements qui sont d’application dans les zones de police en matière de gestion financière et des déclarations fiscales et sociales.

J) De naleving van de wetten en reglementen die het financie¨le beheer en de fiscale en sociale aangiften in de politiezones regelen.

1. Pouvez-vous indiquer votre position et les éventuelles solutions que vous envisagez prochainement apporter pour chacun des 10 problèmes mentionnés cidessus (points A à J) ?

1. Hoe staat u tegenover de tien bovenvermelde problemen (punten A tot J) en hoe meent u ze binnen een redelijke termijn te kunnen oplossen ?

2. Envisagez-vous transférer les données comptables légalement exigibles pour la période allant de janvier 2002 à maintenant ?

2. Is u van plan om de wettelijk verschuldigde boekhoudkundige gegevens voor de periode van januari 2002 tot heden over te maken ?

3. Prévoyez-vous de modifier la loi afin de rendre accessible pour les zones la possibilité de désigner un centre local de calcul ?

3. Is u van plan om via een wetswijziging de politiezones de mogelijkheid te bieden om zelf een lokaal rekencentrum aan te duiden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1631 de M. Joseph Arens du 29 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1631 van de heer Joseph Arens van 29 maart 2007 (Fr.) :

Votre question concerne plusieurs aspects. Certains d’entre eux relèvent plutoˆt de la compétence de mon collègue Dewael, ministre de l’Intérieur, (question no 1273 du 25 avril 2007) que de la mienne. Le SCDF fournit aux différentes zones :

Uw vraag betreft verschillende aspecten. Voor sommige ervan ben ik niet bevoegd maar eerder mijn collega Dewael, minister van Binnenlandse zaken (vraag nr. 1273 van 25 april 2007) De CDVU levert maandelijks aan de verschillende zones :

— par salarié le détail du brut au net de sorte que toutes les données peuvent être controˆlées par le destinataire;

— per werknemer het detail van bruto tot netto zodat de ontvanger alle gegevens kan controleren;

— par code fonctionnel économique, les données nécessaires de sorte que l’imputation correcte à l’intérieur de la zone puisse se faire. E´tant donné que toutes les zones n’utilisent pas le même package budgétaire, c’est à la zone d’utiliser les standards du SCDF comme interface pour leur package.

— per functioneel economische code de nodige gegevens zodat de juiste budgettaire aanrekening binnen de zone kan gebeuren. Aangezien niet alle zones hetzelfde boekhoudpakket gebruiken is het aan de zone de standaard van de CDVU te interfacen naar hun pakket.

Les remarques suivantes en découlent :

Daarnaast volgende opmerkingen :

— L’input des données se fait à l’intervention du SSGPI. Si des fautes sont constatées, c’est à la zone à le signaler au SSGPI qui fera le nécessaire pour les corriger.


2006

— De input van de gegevens gebeurt door het SSGPI. Indien fouten worden vastgesteld is het aan de zone dit te signaleren aan het SSGPI dat hiervoor de nodige correcties doet. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32162

— Si une faute est constatée dans le fichier des paiements, le comptable peut toujours bloquer le paiement. La zone est chargée de le signaler au SSGPI qui introduira les corrections nécessaires.

— Indien in het betalingsbestand een fout wordt vastgesteld kan de rekenplichtige deze betaling steeds blokkeren. Het is aan de zone dit te signaleren aan het SSGPI zodat zij de nodige correcties kunnen uitvoeren.

— C’est ainsi que toutes les communications avec les zones transitent exclusivement par le SSGPI et ce sur demande exprès du SSGPI.

— het is zo dat alle communicatie met de zones uitsluitend verloopt via het SSGPI en dit op uitdrukkelijke vraag van het SSGPI.

— Les zones peuvent toujours demander une copie de toutes les pièces livrées depuis 2002. Selon les représentants de Deloitte, toutes les imputations budgétaires nécessaires peuvent avoir lieu sur la base de ces pièces.

— De zones kunnen altijd kopie vragen van alle aangeleverde stukken sedert 2002. Volgens de vertegenwoordigers van Deloitte kan op basis van deze stukken alle nodige boekingen gebeuren.

DO 2006200710104

DO 2006200710104

Question no 1642 de M. Luk Van Biesen du 17 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1642 van de heer Luk Van Biesen van 17 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Statistiques relatives à la pression fiscale.

Cijfers over de belastingdruk.

Selon Eurostat, la pression fiscale a augmenté en Belgique jusqu’à un taux de 47,7 % du PIB. La Belgique occupe ainsi la troisième place du classement des E´tats membres connaissant les pressions fiscales les plus fortes, avec un pourcentage largement supérieur à la moyenne de la zone euro (41,2 % du PIB).

Volgens Eurostat steeg de fiscale druk in Belgie¨ tot 47,7 % BBP. Daarmee komt Belgie¨ op de derde plaats van de lidstaten met de hoogste fiscale druk en ligt de druk ook ruim boven de gemiddelde fiscale druk in de eurozone (41,2 % BBP).

Plus fondamentalement, il apparaıˆt que la pression fiscale n’a pas baissé depuis 1999, une hausse de 0,1 % ayant même été notée. Même par rapport à 2004, on relève une croissance de 0,3 %.

Meer fundamenteel blijkt dat de fiscale druk sinds 1999 niet gedaald is. Er is zelfs een stijging van 0,1 %. Ook ten opzichte van 2004 valt een stijging te noteren van 0,3 %.

Quelle est votre réaction face à ces statistiques relatives à la pression fiscale ?

Hoe reageert u op deze cijfers over de belastingdruk ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1642 de M. Luk Van Biesen du 17 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1642 van de heer Luk Van Biesen van 17 april 2007 (N.) :

1. Le dernier communiqué d’Eurostat fait montre d’une pression fiscale qui atteindrait 47,7 % de PIB. Ce pourcentage se rapporte à l’évolution des prélèvements fiscaux de toutes les entités, fédérales et fédérées, mais également des prélèvements parafiscaux. Ces derniers consistant pour l’essentiel en cotisations sociales, j’en déduis que vous poserez la même question à mon collègue en charge des Affaires sociales.

1. Het laatste communiqué van Eurostat maakt melding van een fiscale druk die 47,7 % van het BBP zou bedragen. Dit percentage slaat op de evolutie van de fiscale heffingen van alle federale entiteiten en deelentiteiten, maar ook van de parafiscale heffingen. Aangezien deze parafiscale heffingen hoofdzakelijk uit sociale bijdragen bestaan, leid ik daaruit af dat u dezelfde vraag zult stellen aan mijn collega die voor Ambtenarenzaken bevoegd is.

2. Je rappelle que la pression fiscale telle qu’elle apparaıˆt ici met en relation ces prélèvements avec le produit intérieur brut. C’est une manière de présenter la pression fiscale qui ne tient pas compte de l’évolution des taux, que du contraire. Ainsi, lorsque les taux diminuent et que cette baisse stimule l’économie au point de générer des recettes plus élevées

2. Ik herinner eraan dat de fiscale druk zoals die hier wordt vermeld, deze heffingen in verband brengt met het bruto binnenlands product. Deze manier van voorstellen van de fiscale druk houdt geen rekening met de evolutie van de tarieven, integendeel zelfs. Zo zal als de tarieven dalen en deze daling de economie zodanig stimuleert dat er hogere ontvangsten dan


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32163

qu’avant, il en sera conclu que la pression fiscale augmente. Ce cas de figure n’est pas théorique et a été observé suite à diverses baisses de taux :

voordien worden gerealiseerd, daaruit worden geconcludeerd dat de fiscale druk toeneemt. Dit voorbeeldgeval is niet theoretisch en werd als gevolg van verschillende tariefverlagingen waargenomen :

a) Le dernier rapport de la BNB montre ainsi que malgré la baisse des taux les recettes fiscales issues des bénéfices de sociétés n’ont jamais été aussi élevées.

a) Zo toont het laatste verslag van de NBB aan dat ondanks de verlaging van de tarieven de fiscale ontvangsten uit de vennootschapswinsten nog nooit zo hoog zijn geweest.

b) La baisse de l’impoˆt des personnes physiques s’est également traduite par une hausse du pouvoir d’achat des gens, et de la consommation de ces mêmes personnes, ce qui a profité aux recettes de TVA.

b) De verlaging van de personenbelasting heeft zich ook vertaald in een stijging van de koopkracht van de mensen en van de consumptie van diezelfde mensen, hetgeen de BTW-ontvangsten ten goede kwam.

c) Il n’y a pas qu’au fédéral que cette évolution a été constatée. La Flandre a largement contribué à augmenter la pression fiscale. En diminuant les droits d’enregistrement, les droits de donation, les droits de succession, les recettes fiscales ont augmenté de manière substantielle.

c) Deze evolutie werd niet alleen op federaal niveau waargenomen. Vlaanderen heeft ook sterk tot een hogere fiscale druk bijgedragen. Door een verlaging van de registratie-, donatie- en successierechten zijn de fiscale ontvangsten fors gestegen.

d) Dans ce cadre méthodologique, plus la lutte contre la fraude donne des résultats en terme de recettes supplémentaires, plus la pression fiscale augmente. Ce sujet ayant déjà fait l’objet de nombreuses questions au sein de cette commission, je ne vais pas m’étendre à nouveau sur les chiffres de recettes liées à la lutte contre la fraude.

d) Vanuit dit methodologisch kader is ook vast te stellen dat hoe meer resultaten de strijd tegen fraude in termen van extra ontvangsten oplevert, des te meer de fiscale druk stijgt. Omdat dit onderwerp al in tal van vragen in deze commissie werd behandeld, ga ik niet opnieuw ingaan op de cijfers van de ontvangsten in verband met de strijd tegen fraude.

3. Ces limites d’interprétations étant connues, Eurostat et la BNB proposent, et ce n’est pas nouveau, des mesures alternatives de la pression fiscale, plus fines, qui tiennent compte de l’augmentation de l’assiette induite par une baisse des taux. Ainsi le coin fiscal sur le travail (c’est-à-dire le ratio entre les prélèvements fiscaux et parafiscaux sur le travail et les revenus du travail) donne une idée plus juste de la pression fiscale sur le travail. Le dernier rapport de la BNB montre ainsi que, de plus de 44 % en 1998, la pression est descendue en dessous de 42 % en 2006 (même si le chemin est encore long pour rejoindre la moyenne européenne (UE15), inférieure encore de plus de 5 %).

3. De grenzen van de interpretaties zijn gekend. Daarom stellen Eurostat en de NBB, en dat is niet nieuw, alternatieve manieren voor om de fiscale druk nauwkeuriger te meten, welke rekening houden met de stijging van de belastinggrondslag als gevolg van een verlaging van de tarieven. Zo geeft de belastingwig op arbeid (dat wil zeggen de ratio tussen de fiscale en parafiscale heffingen op arbeid en de arbeidsinkomsten) een juister idee van de fiscale druk op arbeid. Het laatste verslag van de NBB toont zo aan dat de druk, van meer dan 44 % in 1998, in 2006 tot onder 42 % daalde (ook al is de weg nog lang om terug aan te sluiten bij het Europese gemiddelde (EU15), dat nog 5 % lager ligt).

4. Afin d’être complet, il me semble utile de rappeler les principales mesures mises en ouvre pour réduire les taux de prélèvements sur les revenus du travail et à l’impoˆt des sociétés :

4. Volledigheidshalve lijkt het mij nuttig te herinneren aan de voornaamste maatregelen die zijn uitgevoerd om de tarieven van de heffingen op de arbeidsinkomsten en van de vennootschapsbelasting te verlagen :

a) La réforme fiscale de l’impoˆt des personnes physiques est la mesure phare bien entendu, avec la suppression de la cotisation complémentaire de crises et la refonte des tranches d’imposition. Sans la réforme fiscale promise en 1999, le poids fiscal en 2007 serait de plus de 9 milliards d’euros supérieur à ce qu’il est, soit 3 % de PIB. La BNB ellemême souligne dans son dernier rapport que le

a) De hervorming van de personenbelasting is uiteraard de voornaamste maatregel, met de afschaffing van de aanvullende crisisbijdrage en de herziening van de belastingschijven. Zonder de in 1999 beloofde belastinghervorming zou de fiscale druk in 2007 meer dan 9 miljard euro hoger liggen dan vandaag, hetzij 3 % van het BBP. De NBB zelf benadrukt in haar laatste verslag dat de belasting-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32164

coin fiscal sur les salaires est passé de 44.1 % de prélèvements sur les revenus du travail en 1998 à 41,7 % en 2006.

wig op de lonen daalde van 44,1 % heffingen op de arbeidsinkomsten in 1998 naar 41,7 % in 2006.

b) Les mesures en faveur de la recherche et développement, du travail de nuit, du travail en équipe, des heures supplémentaires, par la possibilité donnée à l’employeur de conserver partie du précompte professionnel prélevé sur les employés rentrant dans les conditions.

b) De maatregelen ten gunste van onderzoek en ontwikkeling, nachtarbeid, ploegenarbeid, overwerk, door de werkgever in de gelegenheid te stellen een gedeelte te behouden van de bedrijfsvoorheffing op de werknemers die aan de gestelde voorwaarden voldoen.

c) La diminution des taux de l’ISOC, de plus de 40,17 % à 33,99 %

c) De verlaging van de tarieven van de VEN.B., van meer dan 40,17 % naar 33,99 %

d) La réforme des intérêts notionnels équivalente à une baisse des taux de l’ISOC à environ 25 %.

d) De hervorming van de notionele interesten, gelijkwaardig aan een daling van de tarieven van de VEN.B. tot ongeveer 25 %.

DO 2006200710120

DO 2006200710120

Question no 1643 de M. Mark Verhaegen du 19 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1643 van de heer Mark Verhaegen van 19 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Taux réduit de la TVA pour la démolition et la reconstruction dans les zones urbaines.

Verlaagd BTW-tarief voor afbraak en heropbouw in stadsgebieden.

L’’article 56 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 a inséré une rubrique XXXVII dans le tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux. En vertu de cette nouvelle rubrique, un taux de TVA réduit de 6 % s’applique aux travaux immobiliers ayant pour objet la démolition et la reconstruction conjointe d’un baˆtiment d’habitation.

Via artikel 56 van de programmawet (I) van 27 december 2006 werd in tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, een nieuwe rubriek XXXVII gevoegd die voorziet in een verlaagd tarief van 6 pct. voor werken in onroerende staat die tot voorwerp hebben de afbraak en de daarmee gepaard gaande heropbouw van een woning.

Le bénéfice de ce taux réduit est subordonné à une série de conditions. Ainsi, il doit s’agir d’opérations relatives à un baˆtiment d’habitation qui, après l’exécution des travaux, est utilisé soit exclusivement, soit à titre principal, comme logement privé. Par ailleurs, les opérations doivent être fournies et facturées par un entrepreneur enregistré et le maıˆtre d’ouvrage doit remettre une déclaration à l’office de controˆle de la taxe sur la valeur ajoutée dans le ressort duquel le baˆtiment est situé.

Het voordeel van het verlaagd tarief is onderworpen aan het vervullen van een aantal voorwaarden. Zo moet het gaan om handelingen die betrekking hebben op een woning die, na de uitvoering van de werken, hetzij uitsluitend, hetzij hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt. Voorts moet de handeling verstrekt en gefactureerd worden door een geregistreerd aannemer en dient de bouwheer bij het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde van het ambtsgebied waarin het gebouw is gelegen een verklaring in te dienen.

Enfin, les opérations doivent concerner un baˆtiment d’habitation situé dans l’une des zones urbaines définies par l’autorité compétente des grandes villes et énumérées dans les arrêtés royaux du 12 aouˆt 2000, du 26 septembre 2001 et du 28 avril 2005 portant exécution de l’article 3 de la loi du 17 juillet 2000 déterminant les conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d’une aide financière de l’E´tat dans le cadre de la politique urbaine. La délimitation de ces

Tenslotte dienen de handelingen betrekking te hebben op een woning die gelegen is in één van de stadsgebieden zoals bepaald door de bevoegde overheid van de grote steden opgesomd in de koninklijke besluiten van 12 augustus 2000, 26 september 2001 en 28 april 2005 ter uitvoering van artikel 3 van de wet van 17 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financie¨le bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32165

zones urbaines trouve son origine, entre autres, dans le Programme de printemps « Wie Werkt Wint » adopté en Conseil des ministres le 17 mars 2000. Ce programme avait pour objectif d’octroyer une aide aux villes dans le cadre de l’accomplissement de missions attribuées par l’autorité fédérale en matière d’intégration sociale, d’emploi, de lutte contre la criminalité urbaine et de projets relevant de la Régie des Baˆtiments. La délimitation reposait sur les critères suivants : le nombre d’habitants, l’appartenance à une ville-région, le nombre d’habitants disposant du revenu minimum garanti et le nombre de personnes exerçant une activité professionnelle par rapport à la ` cause de la référence aux critèmoyenne régionale. A res de délimitation susmentionnés, de nombreuses villes sont exclues bien qu’elles soient entre-temps devenues des centres urbains flamands (Vlaamse centrumstad). Turnhout en est un bel exemple.

het stedelijk beleid. De afbakening van die stadsgebieden vindt onder meer haar oorsprong in het Lenteprogramma « Wie Werkt Wint » dat werd goedgekeurd op de Ministerraad van 17 maart 2000. Dit programma had tot doel om steden te ondersteunen bij het uitvoeren van door de federale Staat gestelde taken inzake maatschappelijke integratie, tewerkstelling, bestrijding van stedelijke criminaliteit en projecten onder bevoegdheid van de Regie der Gebouwen. De afbakening gebeurde op basis van de volgende criteria : inwonersaantal, al of niet behoren tot een stadsgewest, aantal inwoners met bestaansminimum en aantal tewerkgestelden ten opzichte van het regionale gemiddelde. Door terug te grijpen naar voornoemde afbakeningscriteria vallen heel wat steden uit de boot, ondanks het feit dat ze intussen bijvoorbeeld een Vlaamse centrumstad zijn geworden. Turnhout is een mooi voorbeeld hiervan.

1. La délimitation des autorités locales pouvant bénéficier d’une aide financière de l’E´tat dans le cadre de la politique urbaine en vue de l’application du taux réduit de la TVA sera-t-elle actualisée ?

1. Komt er een actualisering van de afbakening van de plaatselijke overheden die een financie¨le bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid met het oog op de invoering van het verlaagd BTW-tarief ?

2. Dans l’affirmative, tiendra-t-on compte du fait qu’une ville soit considérée entre-temps comme un centre urbain flamand, par exemple ?

2. Zo ja, zal te dien einde rekening worden gehouden met het gegeven dat een stad intussen wordt aangemerkt als bijvoorbeeld Vlaamse centrumstad ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1643 de M. Mark Verhaegen du 19 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1643 van de heer Mark Verhaegen van 19 april 2007 (N.) :

Lors de l’introduction de la rubrique XXXVII du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20, on a choisi de limiter le bénéfice du taux de TVA réduit applicable à la démolition et la reconstruction conjointe d’un baˆtiment d’habitation, aux logements situés dans des zones urbaines telles que définies par l’autorité compétente des grandes villes dans la législation y afférente.

Bij de invoering van rubriek XXXVII van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 werd geopteerd om het voordeel van het verlaagde BTWtarief met betrekking tot de afbraak en de daarmee gepaard gaande heropbouw van een woning te beperken tot de woningen gelegen in de stadsgebieden zoals bepaald door de bevoegde overheid van de grote steden opgenomen in de ter zake geldende wetgeving.

La nouvelle loi-programme propose d’adapter la disposition en ce sens que les opérations doivent avoir trait à une maison d’habitation située dans une des grandes villes énumérées dans les arrêtés royaux des 12 août 2000, 26 septembre 2001 et 28 avril 2005 en exécution de l’article 3 de la loi du 17 juillet 2000 déterminant les conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d’une aide financière de l’E´tat dans le cadre de la politique urbaine.

In het kader van de nieuwe programmawet wordt voorgesteld om de bepaling aan te passen in die zin dat de handelingen moeten betrekking hebben op een woning die gelegen is in één van de grote steden opgesomd in de koninklijke besluiten van 12 augustus 2000, 26 september 2001 en 28 april 2005 ter uitvoering van de wet van 17 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financie¨le bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid.

Cette adaptation s’avère nécessaire afin d’indiquer sans équivoque que les 32 villes reprises dans l’arrêté royal du 12 août 2000 tombent dans le champ d’application de la disposition.

Deze aanpassing is nodig om op ondubbelzinnige manier aan te duiden dat alle 32 steden die opgenomen zijn in het koninklijke besluit van 12 augustus 2000, binnen het toepassingsgebied van de bepaling vallen.

Ce qui précède implique que le régime n’est provisoirement pas étendu aux autres villes.

Het voorgaande impliceert ook dat de regeling voorlopig niet uitgebreid wordt naar andere steden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32166

DO 2006200710126

DO 2006200710126

Question no 1645 de M. Melchior Wathelet du 20 avril 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1645 van de heer Melchior Wathelet van 20 april 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Biocarburants.

Biobrandstoffen.

Sur base des consommations de diesel et d’essence, la consommation totale de carburant en Belgique semble s’orienter fermement vers un accroissement du diesel. L’évolution des consommations de 1996 à 2006 est de — 4,8 % par an pour l’essence et + 4,7 % par an pour le diesel. Un appel d’offres pour la mise sur le marché belge d’un volume de 250 000 m3 par an de bioéthanol a été réalisé et attribué à différents protagonistes. Ces volumes sont indispensables à la rentabilité économique d’usines situées tant en Flandre qu’en Wallonie. De plus, l’agriculture belge tirera un avantage important de la mise sur le marché de ces volumes de bioéthanol. Il s’agit d’une filière alternative pour un secteur qui souffre cruellement.

Uit het diesel- en benzineverbruik kan worden afgeleid dat het aandeel van diesel in het totale brandstofverbruik in ons land fors toeneemt. In de periode van 1996 tot 2006 is het benzineverbruik er met 4,8 % per jaar op achteruit gegaan, terwijl het verbruik van diesel jaarlijks met 4,7 % is toegenomen. Er werd een offerte-aanvraag uitgeschreven voor het op de Belgische markt brengen van een bioethanolvolume van 250 000 m3 per jaar en verschillende protagonisten hebben contracten in de wacht gesleept. Die volumes zijn onontbeerlijk voor de economische rentabiliteit van fabrieken die zowel in Vlaanderen als in Wallonie¨ gevestigd zijn. Bovendien zal de Belgische landbouw veel baat hebben bij het op de markt brengen van die bioethanolvolumes. Het gaat immers om een alternatieve afzetmarkt voor een sector die het heel erg moeilijk heeft.

Cependant, si la tendance actuelle se poursuivait de manière linéaire, de — 4,8 % par un pour l’essence et + 4,7 % par an pour le diesel, ce volume représenterait en 2010 plus de 13 % du marché, en volume ! Or, le standard actuel de l’essence ne permet qu’une incorporation d’éthanol de 5 % maximum sous forme pure ou 7,05 % maximum sous forme d’ETBE. La Commission européenne a certes proposé de passer de 5 à 10 % maximum pour l’incorporation directe, mais il s’agit encore d’un vœux pieux.

Indien de huidige tendens zich echter op lineaire wijze zou doorzetten, namelijk een jaarlijkse afname van het benzineverbruik met 4,8 % en een jaarlijkse toename van het dieselverbruik met 4,7 %, dan zou dat volume in 2010 goed zijn voor meer dan 13 % van de markt ! Volgens de huidige benzinestandaard is slechts een toevoeging van ethanol toegestaan van ten hoogste 5 % in zuivere vorm of ten hoogste 7,05 % in de vorm van ETBE. De Europese Commissie heeft weliswaar voorgesteld om de maximaal toegestane rechtstreekse toevoeging van 5 tot 10 % op te trekken, maar dat blijft voorlopig nog een vrome wens.

1. Pouvez-vous confirmer avec certitude que l’incorporation de bioéthanol telle qu’elle est actuellement envisageable permettra au gouvernement de tenir ses engagements et de rendre possible la mise sur le marché les 250 000 m3 de l’appel d’offres ?

1. Kan u met zekerheid bevestigen dat de toevoeging van ethanol zoals die thans mogelijk is, de regering in staat zal stellen haar verbintenissen na te komen en het mogelijk zal maken om, zoals in de offerte-aanvraag wordt bepaald, 250 000 m3 op de markt te brengen ?

2. Ne faudrait-il pas envisager comme l’ont fait les pays voisins des pistes alternatives comme, par exemple, développer d’urgence des marchés pour le bioéthanol tel que l’E85 (éthanol 85) pour des voitures flexifuel ?

2. Zou men niet moeten overwegen, zoals dat in de buurlanden is gebeurd, om alternatieve mogelijkheden te onderzoeken, zoals de dringende ontwikkeling van de markten voor bioethanol, waaronder E85 (ethanol 85) voor flexifuelvoertuigen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1645 de M. Melchior Wathelet du 20 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1645 van de heer Melchior Wathelet van 20 april 2007 (Fr.) :

En ce qui concerne le bioethanol, les quotas de production prévus dans l’appel d’offre ont été calculés sur la base d’un pourcentage de 10 % par rapport à la consommation prévisionnelle d’essence. Le pourcentage d’incorporation de bioethanol pur ou sous la

Wat betreft bio-ethanol werden de in de aanbesteding voorziene productiequota berekend op basis van een percentage van 10 % in verhouding tot het geraamde verbruik van benzine. Het inmengingspercentage van bio-ethanol, puur of onder de vorm van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32167

forme d’ETBE, étant actuellement de 7 %, la porte reste donc ouverte à d’autres mesures favorisant l’utilisation de ce biocarburant.

ETBE, beloopt momenteel 7 %, zodat de deur dus openblijft voor andere maatregelen die het gebruik van deze biobrandstof aanmoedigen.

En outre, la mise sur le marché d’E85 soulève la problématique de la normalisation d’un tel carburant. Cette problématique ne ressort pas de la compétence du SPF Finances, mais de celle du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie.

Daarenboven roept het op de markt brengen van E85 de problematiek op van de standaardisering van een dergelijke brandstof. Deze problematiek valt niet onder de bevoegdheid van de FOD Financie¨n maar tot deze van de FOD Economie, KMO, Middenstand en energie.

DO 2006200710133

DO 2006200710133



Illégalité de certains impoˆts communaux.

Onwettigheid van bepaalde gemeentebelastingen.

En février 2001, le conseil communal de Lessines a entériné une augmentation de la taxe additionnelle à l’impoˆt des personnes physiques (IPP) qui passait de 7 à 8 %. La hausse concernait les revenus de l’année 2000.

In februari 2001 keurde de gemeenteraad van Lessen een verhoging van de aanvullende personenbelasting (PB) van 7 naar 8 % goed. De stijging had betrekking op de inkomsten van het jaar 2000.

Un contribuable a estimé que cette taxe était illégale car rétroactive et il décida donc d’attaquer la décision en justice. En 2004, le tribunal de première instance lui donne raison et ce jugement est confirmé en février 2007 par la cour d’appel de Mons. La taxe est illégale. Elle aurait duˆ être votée avant le 31 décembre 2000.

Een belastingplichtige oordeelde dat zo een retroactieve belasting onwettig is en besloot de beslissing voor de rechtbank aan te vechten. In 2004 werd hij door de rechtbank van eerste aanleg in het gelijk gesteld. Die uitspraak werd in februari 2007 door het hof van beroep van Bergen bevestigd. De belasting is onwettig. Ze had immers voor 31 december 2000 moeten worden goedgekeurd.

Seul le plaignant se verra remboursé, mais la porte est ouverte non seulement à tous les habitants de Lessines mais aussi à ceux de bien d’autres communes, à savoir toutes celles ayant renouvelé leur IPP après le 31 décembre 2006. En effet, la taxe additionnelle communale, qui vient se greffer sur l’impoˆt fédéral sur les personnes physiques, doit être votée avant que ne se termine l’année dont les revenus seront taxés.

Enkel de klager zal zijn geld terugkrijgen, maar de weg is gee¨ffend, niet enkel voor alle inwoners van Lessen, maar ook voor die van heel wat andere gemeenten, meer bepaald van alle gemeenten die hun PB na 31 december 2006 hebben gewijzigd. De aanvullende gemeentebelasting, die bovenop de federale personenbelasting komt, moet immers worden goedgekeurd voor het einde van het jaar waarvan de inkomsten zullen worden belast.

Le sujet sera sur la table du Comité de concertation ` Bruxelles, la moitié des communes E´tat-Régions. A seraient concernées. En Région wallonne, on parle de 112 communes.

Dit punt komt ter tafel op het Overlegcomité Federale Staat-Gewesten. In Brussel zou de helft van de gemeenten zich in voormeld geval bevinden, voor het Waals Gewest is er sprake van 112 gemeenten.

Quelles sont les pistes de solutions que vous envisagez avancer pour rencontrer ce problème ?

Welke mogelijke oplossingen zal u naar voren schuiven om op dit probleem een antwoord te bieden ?



Au vu des répercussions possibles de l’arrêt de la cour d’appel du 16 février 2007 pour la commune de Lessines et pour d’autres communes qui se trouveraient dans une situation similaire, le Gouvernement

Gelet op de mogelijke gevolgen van het arrest van het hof van beroep van 16 februari 2007 voor de gemeente Lessines en voor andere gemeenten die zich in een gelijkaardige situatie zouden bevinden, heeft de


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32168

wallon a en effet inscrit à l’ordre du jour du Comité de concertation la problématique de l’illégalité d’un règlement communal en raison d’un effet rétroactif évident.

Waalse regering de problematiek van de onwettigheid van een gemeentelijke verordening wegens duidelijke terugwerkende kracht, inderdaad op de agenda van het Overlegcomité geplaatst.

La Région wallonne a également soumis au Comité de concertation un avant-projet de loi fédérale insérant une exception au principe général de la nonrétroactivité d’une loi fiscale en vue de résoudre cette problématique.

Als oplossing voor die problematiek heeft het Waalse Gewest ook een voorontwerp van federale wet aan het Overlegcomité voorgelegd, waarin een uitzondering werd opgenomen op het algemene principe van de niet terugwerkende kracht van een fiscale wet.

Cela revient donc en fait à la proposition qui avait été faite pour se prémunir contre l’illégalité de certaines décisions communales par une disposition qui a très peu de chance d’être acceptée par le Conseil d’E´tat, vu le principe général précité.

Het komt er dus in feite op neer dat werd voorgesteld om de onwettigheid van bepaalde gemeentelijke beslissingen in te dekken door een bepaling die, gelet op voormeld algemeen principe, zeer weinig kans maakt om door de Raad van State te worden aanvaard.

Le Comité de concertation a dès lors décidé de charger un groupe de travail technique, composé de représentants des ministres fédéraux et régionaux compétents, de rédiger un texte qui peut être soumis pour avis au Conseil d’E´tat. ` l’heure actuelle, le service juridique de mon A département examine également la problématique et les possibilités pour pallier à cette dernière en vue de préparer les travaux de ce groupe de travail.

Het Overlegcomité heeft dan ook beslist om aan een technische werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde federale en regionale ministers, de opdracht te geven een tekst op te stellen die voor advies aan de Raad van State kan worden voorgelegd.

DO 2006200710134

DO 2006200710134

Question no 1647 de Mme Nathalie Muylle du 23 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1647 van mevrouw Nathalie Muylle van 23 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Taux de TVA réduit pour la démolition et la reconstruction de baˆtiments en zone urbaine.

Verlaagd BTW-tarief voor de afbraak en de heropbouw van gebouwen in stadsgebieden.

La loi-programme I du 27 décembre 2006 a instauré un taux de TVA de 6 % pour la démolition et la reconstruction de baˆtiments en zone urbaine mais l’instauration de ce taux soulève de nombreuses questions.

In de programmawet I van 27 december 2006 werd een BTW-tarief van 6 % ingevoerd voor de afbraak en heropbouw van gebouwen in stadsgebieden. Rond de invoering hiervan heersen nogal wat onduidelijkheden.

1. Les travaux doivent concerner une habitation située dans une des zones urbaines définies par l’autorité compétente. Ces villes sont énumérées dans les arrêtés royaux des 12 aouˆt 2000, 26 septembre 2001 et 28 avril 2005 portant exécution de l’article 3 de la loi du 17 juillet 2000 déterminant les conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d’une aide financière de l’E´tat dans le cadre de la politique urbaine.

1. De werken moeten betrekking hebben op een woning die gelegen is in één van de stadsgebieden zoals bepaald door de bevoegde overheid. Deze steden, opgesomd in de koninklijke besluiten van 12 augustus 2000, 26 september 2001 en 28 april 2005 ter uitvoering van artikel 3 van de wet van 17 juli 2000 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financie¨le bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid.

Vous avez précédemment fait référence à l’appréciation des autorités locales en ce qui concerne la détermination de ces zones.

U verwees eerder naar de appreciatie van de lokale overheid voor het bepalen van deze gebieden.

a) Ces villes doivent-elles dès lors délimiter ellesmêmes ces zones urbaines ?

a) Moeten deze steden deze stadsgebieden bijgevolg zelf afbakenen ?


2006

Ter voorbereiding van de werkzaamheden van die werkgroep, onderzoekt ook de rechtskundige dienst van mijn departement thans reeds de problematiek en de mogelijkheden om er aan te verhelpen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32169

b) Quels sont les critères régissant la délimitation de ces zones urbaines ?

b) Wat zijn de criteria voor het afbakenen van deze stadsgebieden ?

2. L’habitation doit-elle avoir été déclarée insalubre ?

2. Moet de woning onbewoonbaar verklaard zijn ?

3. Est-il possible d’obtenir une attestation confirmant l’état de délabrement du logement ?

3. Kan er een attest verkregen worden dat de woning verkrot is ?

4. L’attestation à délivrer par le service Logement est-elle déjà disponible ?

4. Is het attest dat door de dienst Huisvesting uitgereikt zal worden, al beschikbaar ?

5. La construction d’un appartement entre-t-elle également en ligne de compte ?

5. Komt de bouw van een appartement ook in aanmerking ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 avril 2007, à la question no 1647 de Mme Nathalie Muylle du 23 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 25 april 2007, op de vraag nr. 1647 van mevrouw Nathalie Muylle van 23 april 2007 (N.) :

1 à 4. Une proposition de modification de la nouvelle rubrique XXXVII du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20, relatif aux taux de TVA, a été entre-temps introduite. Selon cette proposition, la rubrique XXXVII serait modifiée avec effet rétroactif au 1er janvier 2007, en ce sens que le taux réduit de 6 % relatif à la démolition avec reconstruction de baˆtiments serait applicable, immédiatement et sans décision préalable de l’administration communale, à l’entièreté du territoire de la ville.

1 tot 4. Een voorstel tot wijziging van de nieuwe rubriek XXXVII, van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, werd inmiddels ingediend. Volgens dat voorstel zou de rubriek XXXVII met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007 worden gewijzigd in die zin dat het verlaagd tarief van 6 % ten aanzien van de afbraak met heropbouw van gebouwen, onmiddellijk en zonder voorafgaand besluit van het stadsbestuur van toepassing zou zijn voor het ganse grondgebied van de stad.

5. Pour l’application du taux réduit de 6 % de la rubrique XXXVII précitée, il est sans importance que la reconstruction concerne une maison unifamiiiale ou un immeuble à appartements.

5. Voor de toepassing van het tarief van 6 % van voormelde rubriek XXXVII is van geen belang of de heropbouw betrekking heeft op ééngezinswoningen of op appartementsgebouwen.

DO 2006200710137

DO 2006200710137

Question no 1648 de M. Servais Verherstraeten du 24 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1648 van de heer Servais Verherstraeten van 24 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Prisons. — Travaux de sécurisation.

Gevangenissen. — Beveiligingsdossiers.

De nombreux travaux de sécurisation doivent encore être effectués dans les établissements pénitentiaires de Merksplas, Hoogstraten, Turnhout et Wortel.

Heel wat beveiligingsdossiers dienen nog te gebeuren in Merksplas, Hoogstraten, Turnhout en Wortel.

1. Quels travaux de sécurisation ont été prévus pour 2007 ?

1. Welke beveiligingsdossiers waren gepland in 2007 ?

2. Combien devraient couˆter ces travaux ?

2. Wat is de geraamde kost van deze werken ?

3. Ces dépenses ont-elles été inscrites au budget de 2007 ?

3. Zijn de bedragen in de begroting 2007 opgenomen ?

4. Des crédits d’investissement ont-ils été prévus et ces crédits peuvent-ils être engagés ?

4. Werd investeringskrediet voorzien en kunnen deze kredieten worden vastgelegd ?

5. Quels délais ont été fixés pour l’exécution des travaux ?


2006

5. Wat is de timing van deze dossiers ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32170

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1648 de M. Servais Verherstraeten du 24 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1648 van de heer Servais Verherstraeten van 24 april 2007 (N.) :

Turnhout

Turnhout

En exécution

In uitvoering

— Rénovation de l’accès : 780 035 euros;

— Vernieuwen access : 780 035 euro;

— Sécurisation du périmètre : 75 000 euros;

— Perimeterbeveiliging : 75 000 euro;

— Réparation et extension de la surveillance par caméra : 22 500 euros.

— Herstellen en 22 500 euro.

En préparation

uitbreiden

camerabewaking :

In voorbereiding

— Electricité et sécurisation des accès : 200 000 euros;

— Elektriciteit en beveiliging access : 200 000 euro;

— Accès HVAC : 100 000 euros;

— HVAC access : 100 000 euro;

— Accès aux ascenseurs : 60 000 euros.

— Liften access : 60 000 euro.

Merksplas

Merksplas

— En exécution

In uitvoering

— Cloˆture façade avant : 249 977 euros;

— Omheining voorzijde : 249 977 euro;

— Portes de cellules aile F et travaux aux barreaux : 448 924 euros;

— Celdeuren vleugel F en traliewerken : 448 924 euro;

— Modernisation des menuiseries de sécurité : 304 000 euros;

— Vernieuwen veiligheidsschrijnwerk : 304 000 euro;

— Agrandissement de la loge du concierge : 245 200 euros;

— Uitbreiden portiersloge : 245 200 euro;

— Cloˆture coˆté hoˆpital : 750 568 euros.

— Omheining kant Hospitaal : 750 568 euro.

Restent à engager

Nog vast te leggen

— Cloˆture façade arrière : 630 154 euros;

— Omheining achterzijde : 630 154 euro;

— Modernisation et élargissement de l’entrée industrielle : 375 868 euros;

— Moderniseren en uitbreiden industrie¨le ingang : 375 868 euro;

— Installation de systèmes de détection d’incendie : 14 962 euros;

— Installeren branddetectiesysteem : 14 962 euro;

— Modernisation 26 897 euros;

— Moderniseren 26 897 euro;

et

extension

de

l’éclairage :

en

uitbreiden

verlichting :

— Installation d’un système de climatisation dans les locaux de surveillance : 24 235 euros;

— Installeren van koelinstallatie in toezichtlokalen : 24 235 euro;

— Rénovation des toilettes de la cour cellulaire : 51 558 euros.

— Vernieuwen 51 558 euro.

Wortel

Wortel

En exécution

In uitvoering

toiletten

op

koer

cellulair :

— Détection à fil et surveillance enceinte extérieure : 121 000 euros;

— Draaddetectie en camerabewaking buitenomheining : 121 000 euro;

— Surveillance par caméra de l’aile cellulaire : 193 600 euros.

— Camerabewaking cellulaire vleugel : 193 600 euro.

Reste à engager


Nog vast te leggen 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 — Réalisation d’une 222 936 euros.

32171

nouvelle

cour-promenoir :

Hoogstraten

— Realiseren van nieuwe wandelkoer : 222 936 euro. Hoogstraten

Il s’agit d’un centre pénitentiaire à régime ouvert. La sécurisation de cet endroit n’est dès lors pas à l’ordre du jour.

Dit is een penitentiair centrum met een open regime. Beveiliging is hier derhalve niet aan de orde.

Comme l’honorable membre le sait, les moyens d’investissement ordinaires de la Régie des Baˆtiments sont limités. Il n’est pas davantage possible d’entamer de nouveaux projets. La Régie peut disposer en 2007 de 60 millions d’euros de l’opération Fedimmo I. Mais la liste des travaux reportés dépasse ces moyens si bien qu’il faut à nouveau faire des choix.

Zoals het geachte lid weet zijn de gewone investeringsmiddelen bij de Regie der Gebouwen beperkt. Ook in 2007 is er geen ruimte voor nieuwe projecten. Wel mag de Regie in 2007 beschikken over 60 miljoen euro van de Fedimmo I — operatie. Maar de lijst van uitgestelde werken overtreft deze middelen zodat opnieuw keuzes moeten gemaakt worden.

Au fur et à mesure que certains dossiers d’adjudication sont terminés, ils peuvent être pris en considération. Comme il faut faire des choix et que les institutions précitées ne sont pas les seules où des travaux doivent être effectués, aucun timing concret ne peut être déterminé. Il reste encore à effectuer des interventions auprès des autres SPF que la Justice.

Naarmate bepaalde aanbestedingsdossiers afgewerkt zijn kunnen ze in aanmerking genomen worden. Gezien keuzes nodig zijn en voornoemde instellingen niet de enige zijn waar werken moeten uitgevoerd worden, kan hier geen concrete timing op geplaatst worden. Ook bij de andere FOD’s dan Justitie blijven immers interventies nodig

Il convient cependant de remarquer que des efforts importants ont pourtant été consentis ces derniers temps pour la Justice. Un programme pluriannuel sécurité Justice-Intérieur en cours depuis 2005 a permis d’insuffler 300 millions d’euros. L’année dernière, une tranche d’investissement de 11,5 millions d’euros a été intégralement consacrée à des travaux de sécurité aux prisons.

Er dient evenwel opgemerkt dat de laatste tijd toch belangrijke inspanningen werden gedaan voor Justitie. Er loopt thans sedert 2005 een meerjarenprogramma veiligheid Justitie — Binnenlandse Zaken waarbij een impuls van 300 miljoen euro werd gegeven. Voor de gevangenissen werd vorig jaar een investeringsschijf van 11,5 miljoen euro integraal besteed voor veiligheidswerken.

DO 2006200710140

DO 2006200710140



Implantation d’une institution fédérale de protection de la jeunesse sur le domaine militaire de Florennes.

Bouw van een federale jeugdinstelling op de militaire domeinen van Florennes.

Le Conseil des ministres du 24 octobre 2006 a décidé d’implanter une institution fédérale de protection de la jeunesse sur la base militaire de Florennes.

De ministerraad van 24 oktober 2006 besliste om op de militaire basis van Florennes een federale jeugdinstelling te bouwen.

1. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?

1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit dossier ?

2. a) D’un point de vue administratif, le sol et les terrains ont-ils été transférés de la Défense à la Régie ?

2. a) Zijn de grond en de terreinen administratief overgedragen van Defensie naar de Regie ?

b) Combien ce transfert a-t-il couˆté ?

b) Wat is de kostprijs hiervan ?

3. A-t-on prévu des moyens à cet effet dans le budget 2007 ? ` combien estime-t-on le couˆt des travaux de 4. A transformation ?

3. Zijn hiervoor middelen voorzien in de begroting 2007 ?


2006

4. Wat is de geraamde kostprijs van de verbouwingswerken ? 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32172

5. Quel est le calendrier en ce qui concerne ces travaux de transformation ?

5. Wat is de timing met betrekking tot deze verbouwingswerken ?

6. Quel est le calendrier en ce qui concerne l’ensemble du dossier ?

6. Wat is de timing met betrekking tot het totale dossier ?

7. Qu’a-t-on entrepris jusqu’à présent ?

7. Wat is tot op heden ondernomen ?

8. Ce dossier fait-il l’objet d’une concertation avec la Justice ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1649 de M. Servais Verherstraeten du 24 avril 2007 (N.) : 1. E´tat du dossier

8. Is er overleg met Justitie ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1649 van de heer Servais Verherstraeten van 24 april 2007 (N.) : 1. Stand van het dossier

Le terrain a été acheté. Veuillez vous référer à la question 7 pour plus de détails.

De aankoop van het terrein is gerealiseerd. Zie verder bij vraag 7.

2. Un accord a été conclu avec la Défense pour le transfert; la Régie attend prochainement l’acte en question du Service Documentation patrimoniale du SPF Finances. Le coût s’élève à 1 200 000 d’euros.

2. Er is een overeenkomst voor de overdracht met Defensie; de Regie verwacht eerstdaags de betreffende acte van de Dienst Patrimonium van de FOD Financie¨n. De kostprijs is 1 200 000 euro.

3. La somme a été engagée fin 2006.

3. De som is vastgelegd eind 2006.

4. L’estimation globale s’élève à 24,8 millions d’euros.

4. De globale raming bedraagt 24,8 miljoen euro.

5. Tout dépend des études qui montreront l’étendue de ces travaux d’aménagement. La Régie des Baˆtiments prévoit actuellement que la Justice pourra disposer du centre en 2010. Le centre sera également mis à disposition à plus court terme le cas échéant.

5. Alles hangt af van de studies die zullen uitwijzen welke de omvang is van deze verbouwingswerken. De Regie der Gebouwen voorziet heden dat het centrum ter beschikking van Justitie kan gesteld worden in 2010. Indien het op een kortere termijn kan, zal dat ook gebeuren.

6. Comme je l’ai déjà signalé dans la réponse précédente, beaucoup de choses dépendront de l’étendue des travaux, ce que les études vont montrer. Des procédures comme le permis d’urbanisme peuvent entraıˆner des retards. Comme dans chaque projet, tous les délais doivent être tenus aussi courts que possible.

6. Zoals bij de vorige vraag reeds aangegeven zal veel afhangen van de omvang van de werken. Dit zullen de studies moeten uitwijzen. Ook procedures als de stedenbouwkundige vergunning kunnen voor vertraging zorgen. Zoals voor elk project moeten alle termijnen zo kort mogelijk gehouden worden.

7. La Régie des Baˆtiments a entrepris les actions suivantes :

7. Bij de Regie der Gebouwen werden volgende acties ondernomen :

— étude de faisabilité;

— haalbaarheidsstudie;

— achat du terrain;

— aankoop van de grond;

— mesurage topographique du site;

— topografische opmeting van de site;

— composition de l’équipe d’accompagnement

— samenstelling van begeleidingsteam;

— composition de l’équipe d’étude.

— samenstelling van het studieteam.

La Justice a mis au point le programme des besoins.

Bij Justitie werd het behoeftenprogramma uitgewerkt.

8. Toutes les actions sont menées en concertation directe avec la Justice. Des « points de contact uniques » ont été désignés auprès de la Régie et de la Justice de manière à pouvoir communiquer rapidement et en toute clarté.

8. Alle acties gebeuren in direct overleg met Justitie. Er werden « single points of contact » aangeduid bij de Regie en bij Justitie, zodat er vlug en eenduidig kan gecommuniceerd worden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32173

DO 2006200710141

DO 2006200710141

Question no 1650 de M. Hendrik Bogaert du 24 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1650 van de heer Hendrik Bogaert van 24 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Taux de TVA sur les imprimés mortuaires et les fleurs funéraires.

BTW-tarief op rouwdrukwerken en rouwbloemstukken.

Pour ce qui est de l’application du taux de TVA exact en matière de services et de livraisons (imprimés mortuaires, fleurs, etc) s’inscrivant dans le cadre de l’organisation complète de funérailles, il peut être fait référence à la décision no E.T.110.001 du 14 septembre 2005 relative aux services fournis par les entrepreneurs de pompes funèbres.

Voor toepassing van het correcte BTW-tarief ter zake van diensten en leveringen (rouwdrukwerk, bloemstukken, enzovoort) die kaderen in een globale opdracht die bestaat uit de organisatie van een begrafenis kan verwezen worden naar de beslissing nr. E.T.110.001 van 14 september 2005 met betrekking tot diensten verricht door begrafenisondernemers.

La décision en question stipule que l’organisation de funérailles, impliquant dans les faits la livraison de différents biens et services, constitue pour le tout une prestation de services visée à l’article 18, § 1er, alinéa 2, 1o, du Code de la TVA et dont le lieu est réputé se situer à l’endroit ou` le prestataire de services a établi le siège de son activité économique, conformément à l’article 21, § 2, du même Code. Cette position est celle adoptée dans les cadre des discussions menées à ce sujet au sein du Comité de la TVA de la Commission européenne.

Voornoemde beslissing stelt dat de organisatie van een begrafenis, hetgeen in praktijk diverse leveringen van goederen en diensten inhoudt, volledig dient te worden aangemerkt als een dienstprestatie beoogd door artikel 18, § 1, tweede lid, 1o, van het BTWWetboek waarvan, overeenkomstig artikel 21, § 2, van voormeld Wetboek, als plaats wordt aangemerkt de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd. Dit sluit aan bij de zienswijze van de besprekingen in de schoot van het BTW-Comité van de Europese Commissie. Volgende situaties kunnen worden onderscheiden :

Si un entrepreneur de pompes funèbres est chargé de l’organisation complète des funérailles, cette prestation de services est toujours soumise au taux de TVA réduit de 6 %, à l’exception toutefois des biens et services qui sont expressément exclus de ce taux réduit, conformément à la rubrique XXXIV, chiffre 2, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970 relatif aux taux de TVA, à savoir la fourniture de nourriture ou de boissons destinées à être consommées sur place, les prestations des serveurs et de toute autre personne qui interviennent dans la distribution de nourriture ou de boissons aux consommateurs, dans des conditions qui permettent la consommation sur place et les services qui se rapportent à la fourniture avec placement de caveaux ou de monuments funéraires. L’entreprise de pompes funèbres est dès lors tenue de ventiler, le cas échéant, son prix en fonction des taux applicables.

Indien een begrafenisondernemer wordt belast met de volledige organisatie van de uitvaart is steeds het verlaagd tarief van 6 % van toepassing voor het geheel, uitgezonderd de diensten die uitdrukkelijk van het verlaagd tarief zijn uitgesloten in rubriek XXXIV, cijfer 2, van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 inzake de BTW-tarieven, zijnde het verschaffen van spijzen of dranken om ter plaatse te worden verbruikt, de diensten verstrekt door kelners, diensters en alle andere personen die tussenkomen bij het verschaffen van spijzen en dranken aan de verbruikers in omstandigheden die het verbruik ter plaatse mogelijk maken en de diensten met betrekking tot de levering met plaatsing van grafkelders of -momenten. In voorkomend geval is de begrafenisondernemer er bijgevolg toe gehouden om de prijs op te splitsen in functie van de toepasselijke tarieven.

Il résulte concrètement de ce qui précède que la livraison d’imprimés mortuaires ou de fleurs funéraires par l’entrepreneur de pompes funèbres dans le cadre d’un service global fourni à la personne qui a commandé l’organisation des funérailles est soumise au taux de TVA réduit de 6 %.

Voorgaande betekent concreet dat de levering van rouwdrukwerk of rouwbloemstukken door de begrafenisondernemer in het kader van een globale dienst die hij verricht voor de opdrachtgever als organisator van een volledige uitvaart onderworpen is aan het verlaagd tarief van 6 %.

Si la personne qui a commandé les funérailles s’adresse pour une ou plusieurs prestations à une personne autre que l’entrepreneur de pompes funèbres chargé de l’organisation complète des funérailles (par

Indien de opdrachtgever van de uitvaart zich voor een of meer handelingen richt tot een andere persoon dan de begrafenisondernemer die belast is met de organisatie van de volledige uitvaart (bijvoorbeeld druk-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32174

exemple, imprimeur, fleuriste, etc) cette prestation est soumise au taux qui lui est applicable en fonction de sa nature et de ses caractéristiques propres. En l’occurrence, il s’agit du taux de 21 %.

ker, bloemist, enzovoort) wordt die handeling onderworpen aan het tarief bepaald overeenkomstig zijn aard of kenmerken. In casu is het tarief van 21 % van toepassing.

Si une personne autre que celle qui a commandé l’organisation des funérailles (par exemple un membre de la famille ou une connaissance) achète un bien auprès de l’entrepreneur de pompes funèbres qui est chargé de l’organisation complète des funérailles, cette prestation est également soumise au taux qui lui est propre. Il s’agit en l’occurrence du taux de 21 %. Les imprimeurs et les fleuristes, notamment, estiment que cette situation est anormale et de nature à fausser la concurrence.

Indien een andere persoon dan de opdrachtgever van de uitvaart (bijvoorbeeld familielid of kennis) een goed aankoopt bij de begrafenisondernemer die belast is met de organisatie van de volledige uitaart, volgt die handeling eveneens zijn eigen regeling. Ook in dat geval is het tarief van 21 % van toepassing. Deze situatie wordt onder andere door de drukkers en bloemisten als niet correct en concurrentieverstorend ervaren.

1. Est-il exact que la livraison de fleurs funéraires ou d’imprimés mortuaires par un entrepreneur de pompes funèbres dans le cadre d’un service global fourni à une personne qui a commandé l’organisation des funérailles est soumise au taux réduit de TVA de 6%?

1. Klopt het dat de levering van een rouwbloemstuk of rouwdrukwerk door een begrafenisondernemer in het kader van een globale dienst die hij verricht voor eenzelfde medecontractant als organisator van een volledige uitvaart onderworpen is aan het verlaagd tarief van 6 % ?

2. a) Reconnaissez-vous que cette situation est de nature à entraıˆner une distorsion de concurrence au détriment des imprimeurs et des fleuristes, compte tenu du fait qui si la personne ayant commandé l’organisation des funérailles s’adresse pour la livraison d’imprimés mortuaires ou de fleurs funéraires à une personne autre que l’entrepreneur de pompes funèbres, cette livraison est soumise au taux de TVA de 21 % ?

2. a) Erkent u dat deze situatie concurrentievervalsend is voor de drukkers en bloemisten, gelet op het gegeven dat indien de opdrachtgever zich voor de levering van rouwdrukwerk of een rouwbloemstuk richt tot een andere persoon dan de begrafenisondernemer, die levering onderworpen is aan het tarief van 21 % ?

b) Dans l’affirmative, êtes-vous disposé à mettre un terme à cette situation de distorsion de concurrence ?

b) Zo ja, bent u dan bereid om deze concurrentieverstoring weg te werken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1650 de M. Hendrik Bogaert du 24 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1650 van de heer Hendrik Bogaert van 24 april 2007 (N.) :

Une entrepreneur de pompes funèbres qui n’est pas chargé de l’organisation complète des obsèques, mais fournit uniquement les fleurs ou les imprimés mortuaires, doit appliquer à ces biens le même taux de TVA qu’un imprimeur ou un fleuriste. Aucune distorsion de concurrence n’est donc possible à ce niveau. En outre, les fleurs coupées fraıˆches et la majorité des bouquets ou couronnes constituées à partir de fleurs coupées fraıˆches et de feuillages frais coupés, peuvent bénéficier du taux réduit de TVA de 6 %.

Een begrafenisondernemer die niet belast wordt met de volledige organisatie van de uitvaart maar enkel bloemen of rouwafdrukwerk levert, dient voor die goederen hetzelfde BTW-tarief toe te passen als een drukker of bloemist. Op dit vlak is er dus geen concurrentieverstoring mogelijk. Overigens kunnen verse snijbloemen en de meeste bloemstukken of kransen die samengesteld zijn uit verse snijbloemen en vers snijgroen, het verlaagd BTW-tarief van 6 % genieten.

Lorsqu’un entrepreneur de pompes funèbres est chargé de l’organisation complète des obsèques, ses prestations, à l’exception des opérations qui ne sont pas effectuées habituellement par les entrepreneurs de pompes funèbres dans l’exercice normale de leur activité professionnelle (voir cependant les exceptions à l’application du taux de 6 % à la rubrique XXXIV, chiffre 2, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal

Wanneer een begrafenisondernemer belast wordt met de volledige organisatie van een uitvaart, maken zijn prestaties, met uitzondering van de handelingen die niet gewoonlijk door begrafenisondernemers worden verstrekt in de normale uitoefening van hun beroepswerkzaamheid (zie evenwel de uitzonderingen op de toepassing van het tarief van 6 % in rubriek XXXIV, cijfer 2, van tabel A, van de bijlage bij het


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32175

no 20 relatif aux taux de TVA), constituent un seul et même service (cf. article 4 du règlement CE no 1777/ 2005 du Conseil, du 17 octobre 2005 portant mesures d’exécution de la directive 77/388/CEE relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée. Ce faisant, les biens fournis à cette occasion, comme les imprimés mortuaires et les fleurs, ne peuvent être imposés distinctement. Le prix de ces biens constitue en effet un élément du prix total du service en matière d’obsèques. La prestation de service est soumise au taux de 6 %.

koninklijk besluit nr. 20 inzake BTW-tarieven), deel uit van één enkele dienst (volgens artikel 4 van de verordening EG nr. 1777/2005 van de Raad van 17 oktober 2005 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde). Zodoende kunnen de hierbij verstrekte goederen zoals rouwdrukwerk en bloemen niet afzonderlijk worden belast. De prijs van die goederen vormt immers een bestanddeel van de totale prijs van de dienst inzake uitvaartverzorging. Die dienst is onderworpen aan het tarief van 6 %.

Le taux applicable en l’occurrence est donc différent en raison de la distinction fondamentale en matière de TVA entre une simple fourniture d’un bien au sens de l’article 10 du Code de la TVA et une prestation de service au sens de l’article 18 du Code de la TVA.

Het in casu toepasselijke BTW-tarief verschilt dus gelet op het fundamenteel onderscheid inzake BTW tussen de eenvoudige levering van een goed in de zin van artikel 10 van het BTW-wetboek en een dienst in de zin van artikel 18 van het BTW-wetboek.

L’évolution technologique permet d’ailleurs actuellement à un entrepreneur de pompes funèbres de produire des imprimés de même valeur d’un imprimeur à l’iade de moyens peu onéreux. Ce faisant, le service légalement autorisé fait actuellement de plus en plus partie de l’organisation complète des obsèques par un entrepreneur de pompes funèbres.

Door de technologische evolutie is het overigens nu voor een begrafenisondernemer mogelijk om met een relatief goedkope middelen evenwaardig drukwerk te produceren als een drukker. Zodoende maakt die wettelijk toegelaten service thans meer en meer deel uit van de volledige organisatie van een uitvaart door een begrafenisondernemer.

DO 2006200710142

DO 2006200710142



Application du prélèvement sur les sachets en plastique, les films fraıˆcheur, le papier aluminium et les ustensiles de table jetables.

Toepassing van de heffing op plastic zakken, huishouden aluminiumfolie en wegwerpeetgerei.

Lors du conclave budgétaire de mars 2007, le gouvernement a décidé de ne pas appliquer la taxe d’emballage généralisée CO2 (annoncée lors du conclave budgétaire d’octobre 2006) mais de la remplacer par un « prélèvement » frappant les sachets en plastique, les films fraıˆcheur, le papier aluminium et les ustensiles de table jetables.

Tijdens haar begrotingsconclaaf van maart 2007 besliste de regering de veralgemeende CO2-verpakkingsheffing (die ze tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2006 had aangekondigd) niet toe te passen, maar ze te vervangen door een heffing op plastic zakken, huishouden aluminiumfolie en wegwerpeetgerei.

Ces emballages qualifiés de « perdus » (jetables) seront ainsi dorénavant frappés par une nouvelle taxe d’emballage. Actuellement en discussion dans le cadre de l’approbation de la loi-programme, ce nouvel impoˆt indirect devrait selon toute vraisemblance entrer en vigueur au 1er juillet 2007 et rapporter quelque 134 millions d’euros en année pleine.

Die als « verloren » beschouwde verpakkingen (wegwerpverpakkingen) zullen dus voortaan met een nieuwe verpakkingsheffing worden belast. Die nieuwe indirecte belasting, die op dit ogenblik in het kader van de goedkeuring van de programmawet wordt besproken, zou naar alle waarschijnlijkheid op 1 juli 2007 in werking treden en zou op jaarbasis zo’n 134 miljoen euro opbrengen.

La nouvelle cotisation environnementale vise notamment les sacs ou sachets en matière plastique, jetables, destinés au transport des marchandises acquises dans les magasins de détail, relevant du code NC 39.23 au taux de 3,00 euros/kg.

De nieuwe milieuheffing wordt geheven op wegwerptassen en -zakken van kunststof, bestemd voor het vervoer van goederen gekocht in de kleinhandel, van de GN- code 39.23 aan het tarief van 3,00 euro per kg.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32176

L’exposé des motifs précise qu’ : « il s’agit (...) des sacs et sachets en plastique que l’on trouve généralement aux caisses des magasins de vente au détail de différents produits. Ils sont utilisés par les consommateurs pour le transport des produits qu’ils viennent d’acquérir, en lieu et place d’un sac à provision réutilisable qui pourrait assurer la même fonction de manière durable. ».

Volgens de memorie van toelichting « betreft het de tassen en zakken van kunststof die men over het algemeen aantreft aan de kassa’s van de nietgespecialiseerde kleinhandel. Zij worden gebruikt door de consumenten voor het vervoer van door hen aangekochte goederen in plaats van een herbruikbare boodschapzak die dezelfde functie vervult, doch op een duurzame wijze ».

Le législateur ne donne cependant aucune définition précise de la notion de « magasins de vente au détail ».

De wetgever geeft echter geen precieze omschrijving van het begrip « kleinhandelszaken ».

Il en découle donc logiquement que les sacs et sachets plastiques qui seraient délivrés dans d’autres lieux que des magasins de détail (cinémas, restaurants et snacks avec plats à emporter, agences de voyage, marchés publics, vendeurs ambulants, ...) ou au cours de manifestations (salons, foires, ...) ne sont logiquement pas visés par la taxe.

Logischerwijze kunnen we dus besluiten dat deze heffing niet van toepassing is op tassen en zakken van kunststof die buiten het kader van de kleinhandel (in bioscopen, restaurants en snackbars met meeneemschotels, reisagentschappen, op markten, door ambulante verkopers,...) of tijdens bepaalde evenementen (salons, beurzen) worden verstrekt.

1. Confirmez-vous cette analyse ?

1. Bevestigt u die analyse ?

2. La loi précise cependant que c’est la livraison desdits produits (emballages ou ustensiles) aux détaillants qui constitue « la mise à la consommation » (comme pour l’écotaxe), fait générateur de la taxe.

2. De wet bepaalt echter dat de producten (verpakkingen en gerei) geacht worden in het verbruik te zijn gebracht op het ogenblik dat ze aan de kleinhandelaars worden geleverd. Zoals voor de milieutaks vormt zulks het belastbaar feit.

Quelle définition faut-il cependant donner dans ce cas au concept de « détaillant » ?

Welke invulling moeten we in dat geval echter aan het begrip « kleinhandelaar » geven ?

3. Sera-t-il en outre possible de se faire rembourser ladite taxe une fois les produits et emballages qu’elle vise mis à la consommation en cas de réexportation par la suite des marchandises vers l’étranger ?

3. Zal het mogelijk zijn de terugbetaling van de heffing te vragen in het geval de in het verbruik gestelde producten en verpakkingen vervolgens naar het buitenland worden uitgevoerd ?

4. L’exposé des motifs de cette nouvelle taxe prévoit enfin qu’il y a toutefois lieu de tenir compte du fait que la présente loi devra d’abord faire l’objet d’une notification à la Commission européenne, sous forme de projet, dans le cadre de la procédure d’information dans le domaine des normes et réglementations techniques et des règles relatives aux services de la société de l’information en vertu des dispositions d’application de la directive 98/34/CE du 22 juin 1998.

4. De memorie van toelichting bepaalt ten slotte dat evenwel rekening moet worden gehouden met het feit dat deze wet eerst nog moet worden genotificeerd bij de Europese Commissie, als ontwerp, in het kader van de informatieprocedure op het gebied van normen, technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, krachtens de van toepassing zijnde bepalingen van de richtlijn 98/34/EG van 22 juni 1998.

Qu’en est-il de cette notification à la Commission ?

Hoe staat het met die kennisgeving aan de Commissie ?



Les questions posées par l’honorable membre sont assez variées.

De vragen die het geachte lid stelt, zijn tamelijk gevarieerd.

Certains éléments de réponse se trouvent dans le rapport rédigé par Mme Marghem à la suite de la séance en commission du 11 avril 2007, entre autres pour ce qui concerne la notification à la commission européenne (voir à la page 28 de ce rapport, DOC 513058).

Een aantal elementen van het antwoord zijn terug te vinden in het rapport dat door mevrouw Marghem na de commissievergadering van 11 april 2007 werd opgemaakt, onder meer voor wat de notificatie aan de Europese Commissie betreft (zie pagina 28 van dit verslag, DOC 51-3058).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32177

Pour ce qui concerne la définition du concept de détaillant, celui-ci se trouve repris à l’article 369, point 11o bis,de la loi du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’E´tat.

Het concept van kleinhandelaar wordt gedefinieerd in artikel 369, punt 11o bis, van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.

S’agissant de la perception d’une accise à caractère non communautaire, au même titre d’ailleurs que l’écotaxe telle que définie à l’article 369, 1o, de la même loi, il n’existe pas de possibilité de remboursement lorsque les produits ont été mis à la consommation sur le marché belge préalablement à leur modification de destination finale. Cette possibilité n’existe que pour les produits soumis à une accise à caractère communautaire qui bénéficient du régime particulier émargeant à la directive 92/12/CE en cette matière avec utilisation du document administratif d’accompagnement simplifié. Pour les autres produits, il n’est pas possible de les expédier vers un autre E´tat membre avec application de la législation sur le document administratif d’accompagnement simplifié, les autres E´tats membres n’étant pas soumis, pour ces produits, au régime d’accise particulier belge.

Aangezien het gaat om de inning van een accijns van niet-communautaire aard, in hetzelfde opzicht trouwens als de milieutaks bepaald bij artikel 369, 1o, van dezelfde wet, bestaat er geen mogelijkheid tot terugbetaling wanneer de producten op de Belgische markt in het verbruik zijn gebracht voó´r de wijziging van de uiteindelijke bestemming. Die mogelijkheid is er enkel voor de producten die aan een accijns van communautaire aard zijn onderworpen en waarop de bijzondere regeling vermeld in Richtlijn 92/12/EG ter zake wordt toegepast met gebruik van het vereenvoudigd administratief geleidedocument. De andere producten zijn niet naar een andere Lidstaat te versturen met toepassing van de wetgeving op het vereenvoudigd administratief geleidedocument, omdat de andere Lidstaten voor deze producten niet aan de bijzondere Belgische accijnsregeling zijn onderworpen.

En outre, la naissance de la redevabilité de la cotisation environnementale existant lors de la livraison du grossiste vers le détaillant, ce dernier étant le dernier maillon de la chaıˆne avant la consommation effective, il n’y a aucune raison de prévoir un remboursement de cette cotisation, le détaillant étant sensé savoir au moment de sa commande au grossiste (le redevable de la cotisation) la destination finale et effective du produit.

Bovendien ontstaat de belastingschuld met betrekking tot de milieuheffing bij de levering van de groothandelaar naar de kleinhandelaar, waarbij de laatstgenoemde de laatste schakel in de keten is voó´r de eigenlijke consumptie. Bijgevolg is er geen reden om een terugbetaling van deze heffing te voorzien, aangezien de kleinhandelaar op het ogenblik van zijn bestelling aan de groothandelaar (diegene die de heffing verschuldigd is) geacht wordt van de uiteindelijke en eigenlijke bestemming van het product op de hoogte te zijn.

Enfin, pour ce qui concerne la notion de magasins de détail, il me semble évident que n’importe quelle entreprise commerciale, qu’il s’agisse d’une agence de voyage ou d’un salon voire d’un marché, est sensée livrer un produit à un consommateur final, et, par le fait même délivre un produit au détail. En conséquence, si elle utilise un sac ou un sachet jetable en matière plastique relevant du code douanier NC 39.23, elle est tenue d’utiliser un sac ou un sachet ayant acquitté la cotisation environnementale de 3 euros/kg.

Wat de notie van kleinhandelszaken betreft, lijkt het mij vanzelfsprekend dat eender welke commercie¨le onderneming, of het nu gaat om een reisagentschap of een beurs of zelfs een markt, geacht wordt een product aan de eindconsument te verstrekken en op die manier een product in de kleinhandel te brengen. Als die dan een plastieken wegwerpzak of -zakje van de GNdouanecode NC 39.23 gebruikt, is ze gehouden tot het gebruik van een zak of zakje waarvoor de milieuheffing van 3 euro/kg werd voldaan.

DO 2006200710148

DO 2006200710148



Nouvel établissement pénitentiaire à Gand.

Nieuwe instelling voor geı¨nterneerden in Gent.

Le Conseil des ministres a décidé de construire un nouvel établissement pénitentiaire à Gand.

De ministerraad heeft beslist om een nieuwe instelling voor geı¨nterneerden in Gent te bouwen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32178

1. a) Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?

1. a) Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit dossier ?

b) Le terrain de construction est-il déjà acquis ?

b) Is de grond reeds aangekocht ?

c) Dans l’affirmative, quand a-t-il été acheté et à quel prix ?

c) Zo ja, sedert wanneer en voor welke prijs ?

d) Dans la négative, pourquoi n’a-il pas encore été acheté ?

d) Zo neen, waarom nog niet ?

e) Quel est en l’espèce l’échéancier ? ` combien estime-t-on le couˆt de l’opération ? f) A

e) Wat is de timing ?

2. Des travaux doivent-ils encore être effectués pour viabiliser le terrain ?

2. Dienen er nog werken te gebeuren om het bouwrijp te maken ?

3. Ou` en est le projet de construction ?

f) Wat is de geraamde kostprijs ?

3. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het ontwerp ?

4. a) Quels moyens sont prévus au budget 2007 ?

4. a) Welke middelen zijn voorzien in de begroting 2007 ?

b) Quels moyens sont prévus dans le plan pluriannuel ?

b) Welke middelen zijn voorzien in het meerjarenplan ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1652 de M. Servais Verherstraeten du 24 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1652 van de heer Servais Verherstraeten van 24 april 2007 (N.) :

1. Il y a un accord avec la ville de Gand pour la vente du terrain. Cet accord a été entériné dans une décision du conseil communal qui a été soumise au gouverneur de la province. Une dépense de 913 960 euros a été engagée à charge du budget à l’arti` ce cle 533.13. (Plan pluriannuel Justice 2005-2009) A jour, l’acte d’achat n’a pas encore été passé par le Comité d’acquisition. La passation de l’acte ne peut se faire avant l’expiration du délai pour la notification d’une réclamation contre la décision de la commune. Le Comité d’acquisition prévoit que l’acte pourra être passé dans le courant de mai 2007. L’achat du terrain peut être liquidé immédiatement.

1. Er is een akkoord met de Stad Gent omtrent de verkoop van het terrein. Dit akkoord werd vastgelegd in een beslissing van de gemeerjtejaad die aan de provinciegouverneur werd voorgelegd. Een uitgave van 913 960 euro werd reeds vastgelegd lastens de begroting op artikel 533.13. (Meerjarenplan Justitie 20052009). Op datum van vandaag is de aankoopakte nog niet verleden door het Aankoopcomité. Met het verlijden van de akte diende gewacht te worden tot de termijn voor het aantekenen van bezwaar tegen de gemeenteraadsbeslissing verstreken was. Het Aankoopcomité voorziet dat het verlijden van de akte in de loop van de maand mei 2007 kan gebeuren. De aankoop van het terrein kan onmiddellijk vereffend worden.

2. Vous voulez probablement savoir si la nature du terrain demande des investissements supplémentaires. Un pyloˆne à haute tension se trouve sur le terrain et il doit être déplacé. Des négociations sont en cours avec Elia, le gestionnaire du réseau belge à haute tension, pour savoir qui doit supporter les frais de ce déplacement. Les attestations du sol délivrées par l’OVAM (société publique des déchets de la Région flamande) montrent qu’il ne faut procéder à aucun assainissement du sol.

2. Wellicht wilt u vernemen of de aard van het terrein bijkomende investeringen vergt. Op het terrein bevindt zich een hoogspanningspyloon die dient verplaatst te worden. Omtrent de vraag wie precies de kosten hiervoor dient te dragen, wordt onderhandeld met Elia, de beheerder van het Belgisch hoogspanningsnet. Uit de door OVAM verstrekte bodemattesten blijkt dat er geen grondsanering noodzakelijk is.

3. Le Conseil des ministres a autorisé la Régie des Baˆtiments à lancer un appel d’offres général pour la désignation d’une équipe d’étude multidisciplinaire.

3. De ministerraad heeft aan de Regie der Gebouwen toestemming verleend om een algemene offerteaanvraag te lanceren voor het aanstellen van een


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32179

La procédure d’adjudication est actuellement en phase finale et la décision d’attribution sera soumise à mon approbation sous peu.

multidisciplinair studieteam. De aanbestedingsprocedure bevindt zich momenteel in een eindfase en de gunningsbeslissing zal mij binnen afzienbare tijd ter goedkeuring worden voorgelegd.

4. Tous les moyens budgétaires nécessaires à la réalisation du projet sont prévus dans le plan pluriannuel Justice 2005-2009. Un montant de 37,5 millions d’euros « all in » est prévu. Les dépenses nécessaires au cours du projet peuvent être engagées immédiatement au sein de ce plafond.

4. Alle budgettaire middelen voor de realisatie van het project zijn voorzien op het meerjarenplan Justitie 2005-2009. Een bedrag van 37,5 miljoen euro « all in » is voorzien. De noodzakelijke uitgaven tijdens de loop van het project kunnen onmiddellijk vastgelegd worden binnen dit plafond.

DO 2006200710149

DO 2006200710149

Question no 1653 de Mme Nahima Lanjri du 24 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1653 van mevrouw Nahima Lanjri van 24 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :

Receveurs chargés d’estimation.

rapports

Ontvangers belast met het opstellen van een schattingsverslag.

Préalablement à l’acquisition ou à la vente d’un immeuble ou d’un terrain, les administrations et les institutions publiques demandent un rapport d’estimation au receveur du bureau d’enregistrement auquel le bien ressortit. Toutefois, il faut souvent attendre plusieurs mois avant de se voir remettre ce rapport.

Voorafgaand aan verwerving of verkoping vragen openbare besturen en instellingen een schattingsverslag van de ontvanger van het registratiekantoor waar de grond of het pand gelegen is. Vaak dient er echter maandenlang gewacht te worden vooraleer een dergelijk verslag wordt afgeleverd.

1. Pouvez-vous indiquer pour 2006 et 2007 jusqu’à cette date, concernant la province d’Anvers et par bureau, le nombre de receveurs chargés d’élaborer les rapports d’estimation, le rapport entre ce nombre et les effectifs prévus, le nombre de rapports d’estimation fournis et le délai moyen nécessaire pour élaborer un rapport d’estimation ?

1. Kan voor 2006 en 2007 tot op heden, wat de provincie Antwerpen betreft per kantoor worden aangegeven hoeveel ontvangers belast zijn met de opmaak van schattingsverslagen, hoe dit aantal zich verhoudt tot de voorziene personeelsformatie, hoeveel schattingsverslagen worden afgeleverd en wat de gemiddelde termijn is om een schattingsverslag op te maken ?

2. a) Existe-t-il des directives concernant le délai dans lequel les rapports d’estimation doivent être remis ?

2. a) Zijn er richtlijnen aangaande de termijn om een schattingsverslag af te leveren ?

b) Estimez-vous judicieux d’imposer des délais contraignants ?

b) Is het zinvol om bindende termijnen op te leggen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 27 avril 2007, à la question no 1653 de Mme Nahima Lanjri du 24 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 27 april 2007, op de vraag nr. 1653 van mevrouw Nahima Lanjri van 24 april 2007 (N.) :

1. Tous les receveurs de l’enregistrement sont compétents, dans leur ressort, pour réaliser de telles estimations. Il s’agit d’estimations, autorisées et rémunérées, pour des tiers, qui doivent être effectuées en dehors des heures de service et, donc n’ont pas d’impact sur les effectifs.

1. Alle ontvangers der registratie zijn, binnen hun ressort bevoegd, om dergelijke schattingen uit te voeren. Het betreft toegelaten bezoldigde schattingen voor derden, welke buiten de diensturen dienen te worden verricht, en dus geen impact hebben op de personeelsformatie.

L’administration ne dispose pas de données statistiques relatives aux éléments demandés par l’honorable membre. Le nombre total d’estimations payantes autorisées pour des tiers réalisées en 2006 par les receveurs de l’enregistrement dans la province d’Anvers s’élevait

De administratie beschikt niet over statistische gegevens betreffende de door het geachte lid gevraagde elementen. Het totaal aantal toegelaten betalende schattingen voor derden, uitgevoerd in 2006, door de ontvangers der registratie in de provincie Antwerpen

d’élaborer


les

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32180

à 378. Le détail par bureau d’enregistrement vient ciaprès. Dans ces chiffres sont cependant également comprises d’autres estimations que celles visées par le membre concerné.

bedroeg 378. Het detail per registratiekantoor gaat hierbij. In deze cijfers zijn evenwel ook andere schattingen dan deze bedoeld door het betrokken lid vervat.

2. Les directives relatives à de telles estimations prévoient que le receveur accuse réception au donneur d’ordre dans la semaine, avec communication du délai dans lequel l’estimation sera réalisée. Le délai « raisonnable » pour réaliser de telles estimations est fixé à 2 mois pour des missions simples et à 3 mois pour des missions complexes. Si le receveur estime ne pas pouvoir réaliser l’estimation dans ce délai raisonnable, il doit immédiatement transmettre la mission au comité d’acquisition territorialement compétent.

2. De richtlijnen inzake dergelijke schattingen voorzien dat de ontvanger binnen de week aan de opdrachtgever ontvangst meldt, met mededeling van de termijn waarbinnen de schatting zal worden uitgevoerd. De « redelijke » termijn om dergelijke schattingen uit te voeren is bepaald op 2 maanden voor eenvoudige en 3 maanden voor complexe opdrachten. Indien de ontvanger zich niet bij machte acht, binnen deze redelijke termijn, de raming uit te voeren dient hij de opdracht onverwijld over te maken aan het territoriaal bevoegd aankoopcomité.

Statistique pour l’année : 2006

Statistiek voor het jaar : 2006

Bureau d’enregistrement

Nombre d’estimations rénumérées

Registratiekantoor

Aantal bezoldigde schattingen

Anvers I ............................................... Anvers II .............................................. Anvers III ............................................ Anvers IV ............................................ Anvers IX ............................................ Anvers V ............................................. Anvers VI ............................................ Anvers VII ........................................... Anvers VIII .......................................... Anvers XI ............................................ Anvers XII ........................................... Boom ................................................... Brasschaat I ......................................... Brasschaat II ........................................ Geel ..................................................... Heist-op-den-Berg ................................ Herentals I ........................................... Herentals II ......................................... Kapellen .............................................. Kontich ................................................ Malines I ............................................. Malines II ............................................ Malines III ........................................... Mol ..................................................... Mortsel ................................................ Puurs ................................................... Turnhout I .......................................... Turnhout II ......................................... Zandhoven ..........................................

0 7 4 6 12 2 0 3 8 0 15 28 6 6 35 25 0 13 0 17 11 7 15 31 17 40 26 16 28

Antwerpen I ........................................ Antwerpen II ....................................... Antwerpen III ...................................... Antwerpen IV ...................................... Antwerpen IX ...................................... Antwerpen V ....................................... Antwerpen VI ...................................... Antwerpen VII ..................................... Antwerpen VIII ................................... Antwerpen XI ...................................... Antwerpen XII .................................... Boom ................................................... Brasschaat I ......................................... Brasschaat II ........................................ Geel ..................................................... Heist-op-den-Berg ................................ Herentals I ........................................... Herentals II ......................................... Kapellen .............................................. Kontich ................................................ Mechelen I ........................................... Mechelen II ......................................... Mechelen III ........................................ Mol ..................................................... Mortsel ................................................ Puurs ................................................... Turnhout I .......................................... Turnhout II ......................................... Zandhoven ..........................................

0 7 4 6 12 2 0 3 8 0 15 28 6 6 35 25 0 13 0 17 11 7 15 31 17 40 26 16 28

Total ...................................................

378

Totaal ..................................................

378


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32181

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2004200504295

DO 2004200504295

Question no 625 de M. Roel Deseyn du 18 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 625 van de heer Roel Deseyn van 18 mei 2005 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Insertion des gardes champêtres uniques dans les échelles barémiques.

Inschaling van de enige veldwachters.

Dans votre réponse à une question posée précédemment au sujet de l’insertion des gardes champêtres uniques dans la nouvelle structure de police, vous vous êtes référé au tableau C de l’annexe II de l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police (Question no 504 du 3 février 2005, Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 72, p. 11975).

In uw antwoord op een eerdere vraag over de inschaling van de enige veldwachter in de nieuwe politiestructuur, verwees u naar tabel C van Bijlage 11 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de politiediensten (Vraag nr. 504 van 3 februari 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 72, blz. 11975).

Il ressort en effet de ce tableau que le garde champêtre unique a été inséré à l’échelle barémique d’inspecteur principal de police.

In deze tabel staat inderdaad te lezen dat de enige veldwachter ingeschaald werd als hoofdinspecteur van politie.

Dans votre réponse, vous faites référence au « cadre auquel les intéressés appartenaient auparavant ».

U verwijst in uw antwoord naar « het toenmalige kader waartoe betrokkenen behoorden ».

Sur la base de quels critères objectifs (formation, compétence, expérience, etc.) le garde champêtre unique a-t-il été inséré dans le cadre moyen et non dans le cadre des officiers ?

Kan u meedelen wat de objectieve criteria (opleiding, bevoegdheden, ervaring, enzovoort) waren om de enige veldwachter in het middenkader in te schalen, en niet in het officierenkader ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 625 de M. Roel Deseyn du 18 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 625 van de heer Roel Deseyn van 18 mei 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op zijn vraag.

Premièrement, je tiens à faire remarquer que l’insertion des gardes champêtres uniques dans la nouvelle structure policière a été ratifiée par le législateur en vertu de l’article 131 de la loi-programme du 30 décembre 2001 et qu’elle n’a pas été contestée devant la Cour d’Arbitrage.

Vooreerst wil ik doen opmerken dat de inschaling van de enige veldwachters in de nieuwe politiestructuur bekrachtigd is door de wetgever bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 en dat zij niet betwist werd voor het Arbitragehof.

Un des points de départ de l’insertion était en effet que celui qui était officier dans l’ancien régime, le serait également dans le nouveau.

E´én van de uitgangspunten bij de inschaling was inderdaad dat wie officier was in het oude stelsel dat ook zou worden in het nieuwe stelsel.

Or, l’arrêté royal du 13 octobre 1986 fixant les grades du personnel de la police communale n’a pas classé les grades de la police rurale dans un classement comprenant également des officiers, comme c’était le cas pour la police communale du type urbain. Ils ne connaissaient pas la notion officier.

Welnu, het koninklijk besluit van 13 oktober 1986 tot vaststelling van de graden van het personeel van de gemeentepolitie rangschikte de graden van de landelijke politie niet in een indeling, die ook officieren omvatte, zoals dat met de gemeentepolitie het geval was. Het begrip officier was hen onbekend.

Il était logique d’insérer les gardes champêtres en chef dans les officiers en raison du fait qu’ils avaient

Terwijl er voor de hoofdveldwachters een logica was om hen bij de officieren in te schalen, namelijk het


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32182

une autorité sur un corps de police et le fait qu’un corps communal soit dirigé par un commissaire ou par un garde champêtre en chef. Dépendait parfois d’éléments spécifiques. Cette logique n’est cependant pas valable pour le garde champêtre unique qui, par définition, n’exerçait aucune autorité sur d’autres personnes.

feit dat zij gezag hadden over een korps en dat het soms van specifieke factoren afhing of een gemeentelijk korps geleid werd door een commissaris dan wel door een hoofdveldwachter, is die logica niet aanwezig voor de enige veldwachter, die per definitie geen gezag had over anderen.

DO 2005200606924

DO 2005200606924

Question no 867 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 867 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services de police. — Absence de système informatique performant.

Politiediensten. — Gebrek aan een performant informaticasysteem.

Il ressort d’une étude de la Cour des comptes relative au recrutement de personnel contractuel pour le cadre administratif et logistique (CALog) de la police fédérale que l’absence de système informatique performant constitue un obstacle à la gestion efficace des données. Dans la réponse que vous avez adressée à la Cour des comptes par courrier du 29 mars 2005, vous avez reconnu cette situation et vous avez indiqué qu’un projet d’informatisation (projet EPIS) avait été lancé, mais que la procédure d’adjudication avait été reportée à la suite de contraintes budgétaires.

Uit onderzoek van het Rekenhof naar de contractuele aanwerving van personeelsleden voor het administratief en logistiek kader (CALog) van de federale politie, blijkt dat een efficie¨nt gegevensbeheer bemoeilijkt wordt aangezien de politiediensten vooralsnog niet beschikken over een performant informaticasysteem. In uw antwoord aan het Rekenhof bij brief van 29 maart 2005 beaamde u deze vaststelling en gaf u te kennen dat een aanvang werd genomen met de informatisering (EPIS-project), maar dat de aanbestedingsprocedure werd uitgesteld omwille van budgettaire beperkingen.

1. Quel est l’état d’avancement de ce projet d’informatisation ?

1. Wat is de huidige stand van zaken van dit informatiseringsproject ?

2. Quelles mesures ont été prises pour remédier aux problèmes budgétaires ?

2. Welke maatregelen werden genomen om tegemoet te komen aan de budgettaire problemen ?

3. Quand les services de police pourront-ils disposer d’un système informatique performant ?

3. Wanneer zullen de politiediensten kunnen beschikken over een performant informaticasysteem ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 867 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 867 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Les crédits pour ce projet d’informatisation ont été sollicités. Par contre, la réalisation du projet, à savoir le développement de toutes les fonctionnalités nécessaires, la conversion des banques de données actuelles ainsi que l’intégration dans l’intranet de la police intégrée, est prévue, en fonction des priorités, en différentes phases étalées sur 7 ans.

1. De kredieten voor dit informatiseringsproject werden reeds aangevraagd. De realisatie van het project daarentegen, met andere woorden de ontwikkeling van alle nodige functionaliteiten, de conversie van de huidige databanken evenals de integratie ervan in het intranet van de geı¨ntegreerde politie is, in functie van de prioriteiten, voorzien in verschillende fasen gespreid over 7 jaar.

2. La solution a consisté à étaler la réalisation de ce projet d’informatisation sur plusieurs années au lieu de tout devoir engager sur une seule année budgétaire.

2. De oplossing bestaat erin de realisatie van dit informatiseringsproject over verschillende jaren te spreiden in plaats van alles op één budgettair jaar te


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32183

Budgétairement, cela prend la forme d’une sorte de « location-achat » ou de leasing opérationnel.

moeten vastleggen. Budgettair gezien betreft het hier een vorm van « huur-aankoop » of operationele leasing.

3. Entre-temps, les services de la direction générale des ressources humaines et de la direction générale des moyens matériels ont pris des initiatives pour augmenter la qualité des données existantes et pour intégrer partiellement les nombreux fichiers de données. Ceci est insuffisant pour couvrir la totalité des fonctionnalités de gestion mais la qualité et la fiabilité des données actuelles sont en cours d’amélioration. Le nouveau système reste donc nécessaire. La qualité totale sera atteinte avec les réalisations de ce nouveau projet, phase par phase, à partir de 2008.

3. Ondertussen hebben de diensten van de algemene directie personeel en van de algemene directie materie¨le middelen initiatieven genomen om de kwaliteit van de bestaande gegevens te verhogen en om de talrijke databestanden reeds gedeeltelijk te integreren. Dat heeft er wel toe geleid dat de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de huidige gegevens is toegenomen, maar dat is nog steeds onvoldoende om alle beheersfunctionaliteiten reeds te dekken. Zodoende blijft het nieuwe systeem nog altijd nodig. De beoogde kwaliteit zal met de realisaties van het nieuwe project, fase per fase, worden bereikt vanaf 2008.

DO 2004200504973

DO 2004200504973

Question no 904 de M. Ortwin Depoortere du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 904 van de heer Ortwin Depoortere van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Controˆle des bateaux amarrés le long des voies navigables intérieures de Gand.

Controle van boten die aangemeerd liggen in de Gentse binnenwateren.

Le responsable des bateaux stationnaires auprès de la « NV Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Bovenschelde, District Gent » a attiré l’attention sur le nombre trop important de bateaux de tous types amarrés à Gand : bateaux servant à une exploitation commerciale, bateaux habitation, petits yachts et autres bateaux de plaisance.

De verantwoordelijke voor de stilliggende boten bij NV Waterwegen en Zeekanaal Afdeling Bovenschelde, district Gent, trok aan de alarmbel over het overaanbod van boten die aangemeerd liggen in Gent. De functionele invulling van de boten gaat van commercie¨le uitbating, over woonboten, tot kleine jachten en pleziervaartuigen.

Selon la police de la navigation, 70 épaves au moins devraient être enlevées. Deux vieux petits bateaux ont d’ailleurs déjà coulé dans le port de Gand.

Volgens de scheepvaartpolitie moeten op zijn minst 70 wrakken verdwijnen. Er zonken trouwens reeds twee oude bootjes in de haven van Gent.

Lors de la mise en place de la police fédérale, la plus grande partie de l’ancienne police maritime y a été intégrée. Un service d’inspection limité a été maintenu au sein du ministère des Communications et de l’Infrastructure, devenu à présent le Service public fédéral Mobilité et Transports, Transport maritime, Controˆle de la navigation. Sur le plan fédéral, le controˆle de la navigation intérieure est assuré par le Service de la police de la navigation (SPN) de la police fédérale, relevant de la compétence du ministre de l’Intérieur, et par le Service de l’inspection de la navigation intérieure et de plaisance (SINIP) du SPF Mobilité et Transports.

Bij de oprichting van de federale eenheidspolitie werd de vroegere zeevaartpolitie voor het grootste gedeelte hierin geı¨ntegreerd. Een beperkte inspectiedienst bleef behouden bij het toenmalige ministerie van Verkeer en Infrastructuur, thans federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Maritiem Vervoer, Scheepvaartcontrole. Op federaal vlak is het toezicht op de binnenscheepvaart verzekerd door de dienst scheepvaartpolitie (SPN) van de Federale Politie waarvoor de minister van Binnenlandse Zaken bevoegd is en door de Inspectie binnenvaart en pleziervaart (IBP) van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

1. Combien de membres du personnel du SPF Mobilité et Transports ont été affectés au controˆle des bateaux amarrés à Gand ?

1. Hoeveel personeelsleden van de FOD Mobiliteit en Vervoer werden ingezet om de boten die aangemeerd liggen in Gent te controleren ?

2. Combien de controˆles ont été effectués au cours des dernières années ?

2. Hoeveel controles werden er de afgelopen jaren verricht ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32184

3. Combien de procès-verbaux ont été dressés dans le cadre de ces controˆles ?

3. Hoeveel pv’s werden er naar aanleiding van de controles opgesteld ?

4. Constate-t-on une augmentation du nombre d’infractions ?

4. Is een stijging merkbaar van het aantal overtredingen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 904 de M. Ortwin Depoortere du 22 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 904 van de heer Ortwin Depoortere van 22 februari 2006 (N.) :



1. En 2005, la Police de la Navigation SPN a effectué cinq controˆles de bateaux longuement amarrés, en collaboration avec l’Inspection de la Navigation et le ` cette occasion, cinq « bateauxservice d’incendie. A restaurants » ont été controˆlés et un PV a été rédigé. Ces controˆles ont été poursuivis en 2006, encore un PV concernant un bateau-restaurant a été rédigé en janvier.

1. In 2005 verrichtte de Scheepvaartpolitie SPN vijf controles van langdurig aangemeerde boten, in samenwerking met de Scheepvaartinspectie en de brandweer. Er werden bij die gelegenheid vijf « horecaschepen » gecontroleerd en één pv opgesteld. Die controles werden verder gezet in 2006, in januari werd nog een pv opgesteld inzake een horecaschip.

2. Lors de ces controˆles, ainsi que pendant les patrouilles et services de routine, quatre procèsverbaux et 40 procès-verbaux d’avertissement ont été rédigés par la SPN.

2. Er werden bij die controles, evenals tijdens patrouilles en gewone opdrachten in 2005, vier processen-verbaal en 40 processen-verbaal van waarschuwing opgesteld door de SPN.

3. Il y a par contre une légère diminution, parce que les plus graves problèmes ont été résolus.

3. Er is integendeel een lichte daling, omdat de ergste problemen opgelost werden.

DO 2005200607416

DO 2005200607416

Question no 921 de M. Patrick De Groote du 3 mars 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 921 van de heer Patrick De Groote van 3 maart 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Effectifs de police.

Aantal politiemensen.

Dans l’optique d’une politique de sécurité, il est important de connaıˆtre le nombre de policiers effectivement opérationnels en Belgique. J’entends par « opérationnels » les policiers présents dans la rue et non ceux qui sont affectés aux services de recherche, à un bureau ou à des taˆches non opérationnelles dans la rue. Je me réfère à une question orale dont la réponse a été fournie en commission de l’Intérieur par le secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, M. Van Quickenborne (question no 1654 de M. Geert Bourgeois, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, 18 février 2004, COM 166, p. 26-30). Il n’a pas été possible à l’époque de répondre à toutes les questions, notamment à celle concernant les « policiers opérationnels » tels que décrits plus haut. Le secrétaire d’E´tat avait cependant répondu à l’époque que les bases de données seraient adaptées de façon à pouvoir répondre à ce genre de questions à l’avenir.

In het licht van het veiligheidsbeleid is het belangrijk te weten hoeveel politiemensen er effectief operationeel zijn, waarmee ik bedoel op straat, niet in de recherche dus en niet in bureau of niet-operationeel werk op straat. Ik verwijs naar een mondelinge vraag, waarvan het antwoord in de commissie voor de Binnenlandse Zaken werd verstrekt door staatssecretaris voor administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne (vraag nr. 1654 van de heer Geert Bourgeois, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 18 februari 2004, COM 166, blz. 26-30). Niet alle vragen konden toen worden beantwoord, onder meer het antwoord op de vraag die past in de hierbovenstaande omschrijving van « operationele politiemensen ». De staatssecretaris antwoordde toen evenwel dat de « gegevensbestanden worden aangepast om in de toekomst op dergelijke vragen te kunnen antwoorden. ».


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32185

1. a) Combien de policiers compte-t-on dans notre pays ?

1. a) Hoeveel politiemensen zijn er in het land ?

b) Combien d’agents recense-t-on au sein de la police fédérale et de la police locale ?

b) Hoeveel behoren er tot de federale politie, hoeveel tot de lokale politie ?

` combien de policiers par habitant cela revient2. A il ?

2. Op hoeveel politiemensen per inwoner komt dit neer ?

3. Quel est le nombre moyen de policiers dans nos pays voisins ?

3. Hoeveel politiemensen zijn er gemiddeld in de ons omringende buurlanden ?

4. Combien de policiers compte-t-on en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles (données ventilées en police fédérale et locale, avec mention du nombre total ainsi que du nombre de policiers par habitant pour chaque subdivision) ?

4. Hoeveel politiemensen zijn er in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel, telkens opgedeeld in federale en lokale politie, ook in zijn totaal en per onderverdeling per aantal inwoners ?

5. Combien de policiers « opérationnels », au sens de la définition développée plus haut, y a-t-il en Belgique, en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie ?

5. Hoeveel politiemensen zijn er op straat, operationeel in de hierboven genoemde betekenis, in Belgie¨, in Vlaanderen, in Brussel, in Wallonie¨ ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 921 de M. Patrick De Groote du 3 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 921 van de heer Patrick De Groote van 3 maart 2006 (N.) :



1. a) Des renseignements communiqués par mes services il ressort qu’en date du 31 décembre 2004, le nombre total de fonctionnaires de police du cadre opérationnel est de 37 008.

1. a) Volgens de inlichtingen overgemaakt door mijn diensten is gebleken dat op datum van 31-12-2004 het totaal aantal politieambtenaren van het operationeel kader 37 008 bedraagt.

b) Police locale : 27 379; police fédérale : 9 627.

b) Lokale politie : 27 379; federale politie : 9 627.

2. Des renseignements communiqués par l’Institut National de Statistiques (INS), il ressort qu’en date du 1er janvier 2005 le nombre total de la population belge est de 10 445 852 habitants.

2. Volgens de gegevens overgemaakt door het Nationaal Instituut voor Statistieken (NIS) bedraagt de Belgische bevolking op datum van 1 januari 2005 in het totaal 10 445 852 inwoners.

Cela veut dire 0,0035 fonctionnaires de police opérationnels par habitant, ou 3,5 policiers par 1 000 habitants.

Dit betekent 0,0035 operationele politieambtenaren per inwoner, of 3,5 politieambtenaren per 1 000 inwoners.

3. Mes services ne disposent pas de données morphologiques des corps de police des pays avoisinants. Il m’est dès lors impossible de communiquer des chiffres à cet égard.

3. Mijn diensten beschikken niet over de morfologische gegevens van de politiekorpsen uit de omringende buurlanden, zodat ik hiervoor dus ook geen cijfers kan meedelen.

4. Pour la réponse à cette question je renvoie au tableau ci-dessous.

4. Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar hieronderstaande tabel.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32186

Fonctionnaires de police cadre par région operationnel Région BruxellesCapitale — Brussels Hoofdstedelijk Gewest Police locale. — Lokale politie ........... Police fédérale. — Federale Politie .....

4 670 4 808

Politieambtenaren operationeel kader per gewest

Région Flamande — Vlaams Gewest

Région Wallonne — Waals Gewest

13 668 2 835

9 041 1 986

Belgique — Belgie¨

27 379 9 629

Total. — Totaal .................................

9 478

16 503

11 027

37 008

Habitants. — Inwoners ...................... Par habitant. — Per inwoner Par 1 000 habitants. — Per 1 000 inwoners

1 006 719 0,0094

6 043 161 0,0027

3 395 942 0,0032

10 445 852 0,0035

9,4

2,7

3,2

3,5

5.

5. Police fédérale

Région de Bruxelles-Capitale ............... Région Flamande ................................. Région Wallonne ................................. Belgique ...............................................

Federale politie 0 192 557 749

Brussels Hoofdstedelijk Gewest ........... Vlaams Gewest .................................... Waals Gewest ...................................... Belgie¨ ...................................................

Police locale Région de Bruxelles-Capitale ............... Région Flamande ................................. Région Wallonne ................................. Belgique ...............................................

0 192 557 749

Lokale politie 4 670 13 668 9 041 27 379

Brussels Hoofdstedelijk Gewest ........... Vlaams Gewest .................................... Waals Gewest ...................................... Belgie¨ ...................................................

4 670 13 668 9 041 27 379

DO 2005200607642

DO 2005200607642

Question no 948 de M. Dirk Van der Maelen du 27 mars 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 948 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 maart 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nombre d’heures de controˆles ciblés effectués par la police fédérale durant la nuit.

Aantal uren gerichte verkeerscontroles door de federale politie tijdens de nachten.

Il y a bien longtemps de cela, lorsque des statistiques détaillées sur les accidents de la circulation étaient encore disponibles, il apparaissait qu’un peu plus de la moitié des accidents mortels sur les autoroutes se produisaient durant la nuit (entre 22 heures et 6 heures). On ne peut donc certainement pas prétendre que le controˆle du respect des limitations de vitesse et du taux d’alcoolémie sur les autoroutes pendant la nuit ne constitue pas un facteur important.

Lang geleden, toen er nog gedetailleerde statistieken bestonden over de verkeersongevallen, bleek dat iets meer dan de helft van de op autosnelwegen omgekomen autobestuurders tijdens de nacht (tussen 22.00 u en 6.00 u) vielen. Men kan dus onmogelijk zeggen dat snelheids- en alcoholhandhaving tijdens de nachten op autosnelwegen onbelangrijk is.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32187

Votre administration peut-elle nous communiquer les chiffres suivants, depuis 2002 et par année :

Kan uw administratie meedelen, sinds 2002 en jaar per jaar :

1. le nombre total de conducteurs décédés sur les autoroutes;

1. het totale aantal op de autosnelwegen omgekomen bestuurders;

2. le nombre total de conducteurs décédés pendant la nuit, le week-end d’une part(vendredi, samedi, dimanche) et en semaine d’autre part;

2. het totale aantal dat omkwam tijdens de weekendnachten (vrijdag, zaterdag, zondag) en het aantal tijdens de weeknachten;

3. le nombre total d’heures/homme consacré aux controˆles ciblés de vitesse et du taux d’alcoolémie effectués par la police fédérale sur les autoroutes;

3. het totale aantal manuren met gerichte alcoholen snelheidscontroles door de federale politie op de autosnelwegen;

4. le nombre total d’heures/homme consacré aux controˆles ciblés de vitesse et du taux d’alcoolémie effectués par la police fédérale sur les autoroutes pendant la nuit, le week-end d’une part et en semaine d’autre part ?

4. het totale aantal manuren met gerichte alcoholen snelheidscontroles door de federale politie op de autosnelwegen tijdens de weekendnachten, en het aantal uren tijdens weeknachten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 948 de M. Dirk Van der Maelen du 27 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 948 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 maart 2006 (N.) :



1. Nombre total de chauffeurs tués sur autoroutes, par année depuis 2002.

1. Totaal aantal omgekomen bestuurders op autosnelwegen, per jaar sedert 2002.

— 2002 : 119;

— 2002 : 119;

— 2003 : 107;

— 2003 : 107;

— 2004 : 94;

— 2004 : 94;

— 2005 : 110.

— 2005 : 110.

2. a) Nombre total de chauffeurs tués sur autoroutes pendant des nuits de week-end (entre 22.00 hrs en 06.00 hrs), par année depuis 2002.

2. a) Aantal omgekomen bestuurders op autosnelwegen tijdens weekendnachten (tussen 22.00 u en 06.00 u), per jaar sedert 2002.

— 2002 : 30;

— 2002 : 30;

— 2003 : 20;

— 2003 : 20;

— 2004 : 14;

— 2004 : 14;

— 2005 : 26.

— 2005 : 26/

b) Nombre total de chauffeurs tués sur autoroutes pendant des nuits en semaine (entre 22.00 hrs en 06.00 hrs), par année depuis 2002.

b) Aantal omgekomen bestuurders op autosnelwegen tijdens weeknachten (tussen 22.00 u en 06.00 u), per jaar sedert 2002.

— 2002 : 19;

— 2002 : 19;

— 2003 : 16;

— 2003 : 16;

— 2004 : 18;

— 2004 : 18;

— 2005 : 15.

— 2005 : 15.

3. Nombre total d’hommes — heures de controˆles orientés vers l’alcool et la vitesse sur autoroutes par la police fédérale, par année depuis 2002.

3. Totaal aantal manuren gerichte alcoholen snelheidscontroles door de federale politie op autosnelwegen, per jaar sedert 2002.

— 2002 : 76 362;

— 2002 : 76 362;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32188

— 2003 : 117 056;

— 2003 : 117 056;

— 2004 : 110 731;

— 2004 : 110 731;

— 2005 : 103 291.

— 2005 : 103 291.

4. a) Nombre total d’hommes — heures de controˆles orientés vers l’alcool et la vitesse sur autoroutes par la police fédérale, pendant des nuits de weekend (entre 22.00 hrs en 06.00 hrs), par année depuis 2002.

4. a) Totaal aantal manuren gerichte alcoholen snelheidscontroles op autosnelwegen door de federale politie tijdens weekendnachten (tussen 22.00 u en 06.00 u), per jaar sedert 2002.

Cette répartition n’est pas possible dans le système de comptabilisation des prestations de service de la police fédérale.

Deze opdeling is niet mogelijk binnen het registratiesysteem van de dienstprestaties van de federale politie.

b) Nombre total d’hommes — heures de controˆles orientés vers l’alcool et la vitesse sur autoroutes par la police fédérale, pendant des nuits en semaine (entre 22.00 hrs en 06.00 hrs), par année depuis 2002.

b) Totaal aantal manuren gerichte alcoholen snelheidscontroles op autosnelwegen door de federale politie tijdens weeknachten (tussen 22.00 u en 06.00 u), per jaar sedert 2002.

Cette répartition n’est pas possible dans le système de comptabilisation des prestations de service de la police fédérale.

Deze opdeling is niet mogelijk binnen het registratiesysteem van de dienstprestaties van de federale politie.

DO 2005200607769

DO 2005200607769

Question no 972 de Mme Nancy Caslo du 18 avril 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 972 van mevrouw Nancy Caslo van 18 april 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Problème de la drogue dans la zone de police Rupel.

Drugsproblematiek in de politiezone Rupel.

Le problème de la drogue sous tous ses aspects ne cesse de croıˆtre, notamment en raison de la politique laxiste du gouvernement et des gouvernements précédents. Ce phénomène ne se développe pas uniquement dans les grandes villes, mais également dans la périphérie et même dans des petits villages tranquilles. Comme c’est le cas pour les autres zones de police, les efforts que déploie la zone Rupel dans la lutte contre les délits liés à la drogue ne constituent que des emplaˆtres sur une jambe de bois.

De drugsproblematiek in al zijn facetten groeit met de dag onder meer door het lakse beleid terzake van deze regering en hun voorgangers. Dit fenomeen breidt zich niet enkel uit in grootsteden maar ook in hun randgemeenten, zelfs in kleine rustige dorpjes. Net als in de andere politiezones, dweilt ook de zone Rupel met de kraan open in strijd tegen drugsdelicten.

1. a) Combien de délits liés à la drogue ont-ils été enregistrés en 2005 ?

1. a) Hoeveel drugsdelicten werden in het jaar 2005 vastgesteld in de zone Rupel ?

b) Combien de ces délits ont-ils fait l’objet de poursuites ou d’un classement sans suite ?

b) Hoeveel vervolgingen en seponeringen wolgden hieruit ?

2. a) Quelles actions sont-elles menées dans le cadre de la lutte contre la drogue (controˆles, descentes des services de police, etc.) ?

2. a) Welke acties werden ondernomen in de strijd tegen drugs (controles, invallen, enzovoort) ?

b) Quels en ont été les résultats ?

b) Welke resultaten leverde dit op ?

3. Enregistre-t-on davantage ou moins de délits liés à la drogue dans cette zone par rapport aux autres zones de police en Flandre et en Wallonie ?

3. Worden er in deze zone meer of minder drugsdelicten vastgesteld in vergelijking met andere zones in Vlaanderen en Wallonie¨ ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32189

4. a) Observe-t-on une tendance à la hausse par rapport aux années précédentes ?

4. a) Is er een stijgende tendens met vorige jaren ?

b) Pouvez-vous communiquer les chiffres relatifs aux années précédentes ?

b) Kan u de cijfers van voorgaande jaren meedelen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 972 de Mme Nancy Caslo du 18 avril 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 972 van mevrouw Nancy Caslo van 18 april 2006 (N.) :



1. a) Des renseignements qui me sont communiqués par la direction de la zone de police RUPEL il ressort que la police locale a établi durant l’année 2005 au total 155 procès-verbaux en matière de délits de drogues.

1. a) Volgens de inlichtingen die mij werden overgemaakt door de korpsleiding van de politiezone RUPEL blijkt dat de lokale politiediensten voor het jaar 2005 in het totaal 155 processen-verbaal heeft opgesteld met betrekking tot drugsdelicten.

b) Pour la réponse à cette question je renvoie l’honorable membre à ma collègue ministre de la Justice. (Question no 1286 du 30 avril 2007.)

b) Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik het geachte lid naar mijn collega minister van Justitie. (Vraag nr. 1286 van 30 april 2007.)

2. a) Des renseignements qui me sont communiqués par la direction de la zone de police RUPEL il ressort que des actions ont été menées dans le cadre de la lutte contre la criminalité de la drogue, tel que des actions coordonnées de controˆle en collaboration avec la police fédérale dans les dancings, ainsi que des actions ponctuelles.

2. a) Volgens de informatie die mij werd overgemaakt door de korpsleiding van de politiezone RUPEL blijkt dat een aantal acties in het kader van de drugsbestrijding werden ondernomen, zoals gecoo¨rdineerde controleacties in dancings in samenwerking met de federale politie, evenals punctuele acties.

b) Les résultats des ces actions sont notamment le démantèlement d’une culture de cannabis, l’arrestation d’un nombre de personnes pour détention de produits stupéfiants ou pour d’autres délits, et la saisie d’une quantité de drogues. 3. E´tant donné que toutes les zones de police locale des régions concernées doivent être interrogées séparément, je ne dispose pas des chiffres comparatifs demandés.

b) Een aantal resultaten van deze acties waren ondermeer het ontmantelen van een cannabisplantage, de aanhouding van een aantal personen ingevolge drugsbezit of andere delicten en de inbeslagname van een hoeveelheid verdovende middelen.

4. a) Pour la réponse à cette question je renvoie à la réponse suivante.

4. a) Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op navolgende vraag.

b) Des renseignements qui me sont communiqués par la direction de la zone de police RUPEL, il ressort que le nombre de procès-verbaux établis en matière de délits de drogue pour les années précédentes est de :

b) Volgens de inlichtingen die mij werden overgemaakt door de korpsleiding van de politiezone RUPEL kan ik u de volgende cijfergegevens meedelen met betrekking tot het aantal processen-verbaal inzake drugsdelicten :

— 2003 : 41;

— 2003 : 41;

— 2004 : 88;

— 2004 : 88;

— 2005 : 155.

— 2005 : 155.

Les chiffres doivent cependant être interprétés avec prudence en cette matière. Un traitement prioritaire de

De cijfers dienen echter me de nodige voorzichtigheid te worden geı¨nterpreteerd in deze materie. Een


2006

3. Aangezien elke politiezone van de betrokken gewesten hiervoor afzonderlijk dienen bevraagd te worden, beschik ik niet over de vergelijkende cijfergegevens.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32190

ce phénomène par la police peut en effet engendrer un plus grand nombre de constats.

prioritaire behandeling van dit fenomeen door de politie kan inderdaad aanleiding geven tot een verhoging van het aantal vaststellingen.

DO 2005200607978

DO 2005200607978

Question no 1003 de M. Patrick De Groote du 5 mai 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1003 van de heer Patrick De Groote van 5 mei 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services d’incendie. — Nombre de morts et de blessés.

Brandweerkorpsen. — Aantal overledenen en gewonden.

1. Combien de membres des services d’incendie ont-ils trouvé la mort dans le cadre d’une mission au cours des années 2002, 2003, 2004 et 2005 ?

1. Hoeveel brandweerlui stierven tijdens de uitvoering van hun opdrachten in de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 ?

2. Combien de membres des services d’incendie ont-ils été blessés dans le cadre d’une mission en 2002, 2003, 2004 et 2005 et combien parmi eux ont ensuite été déclarés inaptes au travail (définitivement ou non) ?

2. Hoeveel brandweerlui raakten tijdens diezelfde jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 bij de uitvoering van hun opdrachten gewond en hoeveel van deze mensen van deze « gewondenden-categorie » werden nadien (al dan niet definitief) arbeidsongeschikt verklaard ?

3. Combien de membres des services d’incendie ont-ils été atteints d’une maladie professionnelle en 2002, 2003, 2004 et 2005 et de quelles maladies professionnelles s’agissait-il ?

3. Hoeveel brandweerlui werden tijdens de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 met een beroepsziekte geconfronteerd en om welke beroepsziektes ging het dan wel ?

4. Combien de membres actifs des services d’incendie se sont-ils suicidés au cours des années 2002, 2003, 2004 et 2005 ?

4. Hoeveel zelfmoorden vielen er te betreuren bij actieve brandweerlui in de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1003 de M. Patrick De Groote du 5 mai 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1003 van de heer Patrick De Groote van 5 mei 2006 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions : en ce qui concerne les question, 2, 3 et 4, 69 % des services d’incendie ont répondu aux questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen; wat de vragen 2, 3 en 4 betreft, hebben 69 % van de brandweerdiensten geantwoord bij de bevraging.

1. Nombre de sapeurs-pompiers décédés dans l’exercice de leur fonction :

1. Aantal brandweerlieden overleden tijdens de uitvoering van hun opdracht :

— 2002 : 2;

— 2002 : 2;

— 2003 : 0;

— 2003 : 0;

— 2004 : 6;

— 2004 : 6;

— 2005 : 0.

— 2005 : 0.

2. Nombre de sapeurs-pompiers en incapacité de travail temporaire :

2. Aantal brandweerlieden met tijdelijke arbeidsongeschiktheid :

— 2002 : 864;

— 2002 : 864;

— 2003 : 878;

— 2003 : 878;

— 2004 : 869;

— 2004 : 869;

— 2005 : 945.

— 2005 : 945.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32191

Nombre de sapeurs-pompiers déclarés en incapacité de travail définitive :

Aantal brandweerlieden definitief arbeidsongeschikt verklaard :

— 2002 : 10;

— 2002 : 10;

— 2003 : 8;

— 2003 : 8;

— 2004 : 10;

— 2004 : 10;

— 2005 : 10.

— 2005 : 10.

3. Nombre de sapeurs-pompiers atteints d’une maladie professionnelle :

3. Aantal brandweerlieden met een beroepsziekte :

— 2002 : 1;

— 2002 : 1;

— 2003 : 3;

— 2003 : 3;

— 2004 : 2;

— 2004 : 2;

— 2005 : 4.

— 2005 : 4.

4. Nombre de suicides de sapeurs-pompiers :

4. Aantal zelfmoorden van brandweerlieden :

— 2002 : 5;

— 2002 : 5;

— 2003 : 1;

— 2003 : 1;

— 2004 : 4;

— 2004 : 4;

— 2005 : 8.

— 2005 : 8.

DO 2005200608733

DO 2005200608733

Question no 1093 de M. Francis Van den Eynde du 24 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1093 van de heer Francis Van den Eynde van 24 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Infraction routière. — Bulletin de virement. — Lois linguistiques.

Verkeersovertreding. — Overschrijvingsformulier. — Taalwetten.

Une habitante de la région gantoise surprise en situation d’infraction par la police de Deinze s’est vu adresser une proposition de perception immédiate par la zone de police concernée. Le bulletin de virement annexé à cet envoi était toutefois rédigé en néerlandais ET en français.

Een dame uit de omgeving van Gent werd door de politie van Deinze op een verkeersovertreding betrapt. De betrokken politiezone stuurde haar een voorstel tot onmiddellijke inning. Het overschrijvingsformulier dat hier bijgevoegd was, was echter zowel in het Frans als in het Nederlands opgesteld.

Cette procédure n’est pas conforme aux dispositions des lois linguistiques.

Dit is niet in overeenstemming met de voorschriften van de taalwetten.

1. a) Eˆtes-vous au fait de cet état de choses ?

1. a) Is u van een en ander op de hoogte ?

b) Dans l’affirmative, quelles mesures avez-vous prises à cet égard ?

b) Zo ja, welke maatregelen heeft u in dit verband getroffen ?

2. Il est à présumer que toutes les zones de police de Flandre utilisent ces bulletins de virement bilingues. Ne conviendrait-il pas de les informer de l’irrégularité de cette procédure ?

2. Het is te vermoeden dat alle politiezones van Vlaanderen van deze tweetalige overschrijvingsformulieren gebruik maken. Verdient het geen aanbeveling er hen van op de hoogte te brengen dat dit niet conform de wet is ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32192

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1093 de M. Francis Van den Eynde du 24 août 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1093 van de heer Francis Van den Eynde van 24 augustus 2006 (N.) :


Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.

1. a) Je suis au courant que, lors de l’exécution pratique des « perceptions immédiates » en matière de circulation, et ce, en raison de leur implémentation très rapide, un certain nombre d’imperfections sont apparues dans le traitement techniqueinformatique.

1. a) Het is mij bekend dat er bij de practische uitvoering van de « onmiddellijke inningen » inzake verkeer, mede door de zeer snelle implementatie daarvan, een aantal onvolkomenheden aan het licht zijn gekomen bij de informatica-technische uitwerking.

J’ai également été informé de certains problèmes quant à la langue de certains documents.

Zo werd mij ook meegedeeld dat er problemen kunnen zijn wat betreft de taal van sommige documenten.

b) J’ai immédiatement chargé la direction télématique de la police fédérale d’apporter, pour ce qui concerne ses compétences, les corrections nécessaires.

b) Ik heb onmiddellijk opdracht gegeven aan de directie telematica van de federale politie om, voor wat binnen haar bevoegdheid ligt, de nodige correcties aan te brengen.

2. L’interprétation et l’application des lois linguistiques en matières judiciaires relève des compétences de ma collègue, la ministre de la Justice, à qui l’honorable membre peut s’adresser. (Question no 128 du 30 avril 2007.)

2. De interpretatie en toepassing van de taalwetgeving in gerechtszaken behoort tot de bevoegdheden van mijn ambtgenoot, de minister van Justitie, tot wie het geachte lid zich kan wenden. (Vraag nr. 1287 van 30 april 2007.)

DO 2006200709131

DO 2006200709131

Question no 1135 de M. Jan Mortelmans du 13 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1135 van de heer Jan Mortelmans van 13 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Véhicules. — Plaques d’immatriculation rétroréfléchissantes à l’avant. — Controˆles.

Voertuigen. — Retroflecterende nummerplaten vooraan. — Controles.

Le précédent gouvernement violet a instauré en 2001 l’obligation d’équiper la face avant de tout véhicule immatriculé dans notre pays d’une plaque d’immatriculation rétroréfléchissante. Le couˆt direct résultant de cette mesure jugée nécessaire et prioritaire par le gouvernement n’a pas été supporté par les autorités mais par les propriétaires. Outre les inévitables tracasseries, cette mesure a couˆté à chaque ménage entre 10 et 15 euros par véhicule. Je dois avouer que depuis, je n’ai pour ainsi dire plus rien entendu au sujet de la plaque rétroréfléchissante ou d’une quelconque forme de suivi ou de controˆle de cette mesure. Ce gouvernement reste pourtant convaincu de la nécessité qu’il y avait d’imposer la plaque rétroréfléchissante. Le ministre de la Mobilité, pour sa part, est persuadé que la plaque rétroréfléchissante obligatoire facilite non seulement l’identification mais est également nécessaire en termes de Sécurité routière, ce qui devrait tout de même justifier un controˆle spécifique et intensif.

De vorige paarse regering heeft in 2001 de verplichting ingevoerd om alle in dit land ingeschreven voertuigen vooraan te voorzien van een retroflecterende nummerplaat. De rechtstreekse kosten als gevolg van deze volgens de regering noodzakelijke en prioritaire maatregel, werden niet door de overheid gedragen, maar door de eigenaars. Deze maatregel heeft elk gezin naast de nodige rompslomp tussen de 10 en de 15 euro per voertuig gekost. Ik moet toegeven dat ik sindsdien weinig of niets meer gehoord heb over de retroflecterende nummerplaat, noch over een of andere opvolging van de maatregel of controle erop. Nochtans is deze regering nog steeds overtuigd van de toenmalige noodzaak om de retroflecterende nummerplaat verplicht te maken en is de minister van Mobiliteit ervan overtuigd dat de verplichting om de retroflecterende nummerplaat aan te brengen niet alleen de identificatie ten goede komt, maar ook noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid, wat een specifieke en intense controle toch zou moeten rechtvaardigen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32193

1. a) Des actions ciblées ont-elles été organisées sur nos routes ces dernières années pour controˆler la conformité des véhicules à l’obligation concernant la plaque rétroréfléchissante ?

1. a) Zijn er de jongste jaren gerichte acties geweest op onze wegen om te controleren of voertuigen voldeden aan de verplichting inzake de retroflecterende nummerplaat ?

b) Combien de véhicules ont fait l’objet d’un tel controˆle ?

b) Hoeveel voertuigen zijn op hun retroflecterende nummerplaat gecontroleerd ?

c) Combien n’étaient pas en règle ?

c) Hoeveel waren niet in regel ?

2. a) La police dispose-t-elle du matériel et/ou de l’appareillage requis pour controˆler si une plaque est effectivement rétroréfléchissante ?

2. a) Heeft de politie het materiaal en/of de apparatuur om te controleren of een nummerplaat al dan niet retroflecterend is ?

b) Combien de corps/zones de police sont équipés d’un tel appareillage ?

b) Hoeveel korpsen/politiezones zijn met deze apparatuur uitgerust ?

3. Si aucun controˆle ciblé n’est effectué en la matière et que la police ne dispose pas de l’appareillage requis à cet effet, pourriez-vous en expliquer la ou les raisons ?

3. Indien er geen gerichte controles op retroflecterende nummerplaten gebeuren, noch de apparatuur bij de politie voorhanden is om dit te doen, kan u dan een of meerdere redenen hiervoor geven ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1135 de M. Jan Mortelmans du 13 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1135 van de heer Jan Mortelmans van 13 november 2006 (N.) :



1. Des renseignements qui sont communiqués par la direction générale de la police administrative et de la police de la route, il ressort que jusqu’à présent il n’y a pas eu d’actions orientées par rapport au controˆle des plaques d’immatriculation réfléchissantes. E´tant donné que ce type d’actions ne fait pas partie des priorités du plan national de sécurité, les données concernant ces controˆles ne sont pas enregistrées puisqu’elles ne sont pas relevantes dans le cadre des priorités.

1. Uit de informatie die werd overgemaakt door de algemene directie van de bestuurlijke politie en wegpolitie is gebleken dat tot op heden geen gerichte controleacties werden gehouden met betrekking tot de retorflecterende nummerplaten. Aangezien dit soort acties niet is opgenomen in de prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan, worden de uitgevoerde controles ook niet geregistreerd daar dit niet relevant is in het kader van de prioriteiten.

2. Des renseignements qui me sont communiqués par les services de police, il ressort qu’ils ne disposent pas de matériel spécifique pour controˆler si une plaque d’immatriculation est réfléchissante ou non. D’une part ce controˆle se fait de façon visuelle et, d’autre part, ce type de controˆle est effectué annuellement lors du passage du véhicule au controˆle technique.

2. Uit de inlichtingen die werden overgemaakt door de politiediensten blijkt dat zij niet beschikken over specifiek materiaal om te controleren of nummerplaten al dan niet reflecterend zijn. Enerzijds gebeurt deze controle visueel en anderzijds wordt deze controle eveneens uitgevoerd tijdens de jaarlijkse schouwing van het voertuig.

3. Nonobstant le fait qu’il n’y a pas d’actions orientées en matière de plaques d’immatriculation réfléchissantes, des controˆles de routine en la matière sont régulièrement effectués. En cas de constat d’infraction, celle-ci fait la plupart du temps l’objet d’une procèsverbal d’avertissement.

3. Niettegenstaande er geen gerichte controleacties worden opgezet met betrekking tot de autoreflecterende nummerplaten, worden wel geregeld routine — controles uitgevoerd. Bij vaststelling van inbreuk wordt meestal een proces-verbaal van waarschuwing opgesteld.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32194

DO 2006200709143

DO 2006200709143

Question no 1137 de M. Alfons Borginon du 14 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1137 van de heer Alfons Borginon van 14 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Transcription des écoutes téléphoniques. — Informatisation.

Uitschrijven van telefoontaps. — Informatisering.

Une heure d’écoutes téléphoniques génère une journée entière de travail de rédaction pour les services de police (« De Standaard », 3 novembre 2006). Les écoutes téléphoniques doivent en effet être intégralement transcrites, ce qui demande énormément de temps.

Eén uur afluisteren kost de politie een volledige dag schrijfwerk (De Standaard, 3 november 2006). Telefoontaps moeten volledig uitgeschreven worden, en dat slorpt veel tijd op.

Les logiciels de reconnaissance vocale pourraient permettre de remédier à ce problème. Dans un certain nombre de secteurs, le logiciel Voice2text est déjà très couramment utilisé (par exemple, des médecins spécialistes dictent leur rapport à un ordinateur).

Misschien kan spraakherkenningssoftware hier wel een oplossing bieden. Voice2text-software is in enkele sectoren al heel gangbaar (bijvoorbeeld geneesheerspecialisten die hun verslagen dicteren aan de computer).

Un logiciel de reconnaissance vocale permet de transposer la majeure partie de d’un entretien téléphonique en texte. L’intervention des fonctionnaires de police ne serait plus requise que pour les seuls pans de texte que le logiciel ne serait pas parvenu à transcrire, ainsi que pour le controˆle de la transcription. Cette méthode permettrait d’économiser de nombreuses heures de travail.

Spraakherkennningssoftware kan het grootste deel van een gesprek omzetten in tekst. De tussenkomst van politieagenten zou dan enkel nog vereist zijn voor de stukken tekst die de software niet kon vertalen, en een algemene vertalingscontrole. Zo kan men veel werkuren uitsparen.

Dans ce cas toutefois, le logiciel Voice2text devrait se baser sur des dictionnaires spécialisés, comprenant le jargon du milieu criminel. L’élaboration de ces dictionnaires pourrait nécessiter la collaboration des services de police.

De Voice2text-software moet dan wel gebruik maken van speciale woordenboeken met jargon uit het crimineel milieu. Mogelijk zal de medewerking van de politie nodig zijn om die op te stellen.

Que pensez-vous de la possibilité d’informatiser la transcription des écoutes téléphoniques ?

Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om het uitschrijven van telefoontaps te informatiseren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1137 de M. Alfons Borginon du 14 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1137 van de heer Alfons Borginon van 14 november 2006 (N.) :


Het geachte lid vindt hierna het antwoord op zijn vraag.

Cette possibilité a déjà été envisagée, mais n’est pas réaliste à l’heure actuelle, vu les contraintes techniques et pratiques pour l’utilisation de ce type de logiciel.

Die mogelijkheid werd reeds in overweging genomen, maar is momenteel niet realistisch, gezien de technische en praktische vereisten bij het gebruik van dit type software.

Des médecins utilisent le software de reconnaissance vocale, car ils ont la possibilité de travailler dans des conditions techniques optimales : calibrage de la voix et absence de fonds sonores qui perturberait l’enregistrement.

Geneesheren gebruiken software voor spraakherkenning, daar zij de mogelijkheid hebben om te werken in technisch optimale omstandigheden : ijking van de stem en afwezigheid van achtergrondgeluiden die de opname verstoren.

Dans le cas d’une écoute téléphonique, le calibrage de la voix n’est pas possible, chaque personne participant à la conversation possédant son propre timbre de voix. De plus, la communication n’est pas toujours

In het geval van een telefoontap is de ijking van de stem niet mogelijk, daar de stem van iedere deelnemer aan het gesprek een eigen toonkleur heeft. Bovendien is het gesprek niet altijd van goede technische kwaliteit


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32195

d’une bonne qualité technique et sans bruits de fond, de sorte que le logiciel ne puisse distinguer les mots correctement.

en zonder achtergrondgeluiden, zodat de software de juiste woorden niet kan onderscheiden.

Finalement, lors de la transcription d’une écoute téléphonique, il est très souvent fait appel à un traducteur spécialisé, de sorte que le logiciel n’a pas d’utilité.

Ten slotte wordt bij het uitschrijven van een telefoontap zeer dikwijls een beroep gedaan op een gespecialiseerde vertaler, zodat de software geen nut heeft.

DO 2006200709250

DO 2006200709250

Question no 1148 de M. Guido De Padt du 28 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1148 van de heer Guido De Padt van 28 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Véhicules. — Système d’appel d’urgence. — Réseau européen eCall.

Voertuigen. — Noodoproepsysteem. — Europees Ecall netwerk.

La Commission européenne a convenu en février 2005 avec les constructeurs de véhicules que tous les véhicules neufs seraient équipés, au sein de l’Union européenne, d’un système d’appel d’urgence dès 2009. Des préparatifs en ce sens avaient déjà été pris en aouˆt 2004 avec la signature d’une déclaration d’intention par les trois parties concernées : la Commission européenne, l’Association des Constructeurs européens d’Automobiles, Autobus et Camions (ACEA) et Ertico, un partenariat public-privé destiné à favoriser l’introduction de systèmes routiers intelligents. Une étude réalisée à la demande de la Commission européenne a montré que le nombre de décès dus à des accidents de la route pouvait être réduit de 10 % en raccourcissant le temps de réaction après un sinistre. Pour 40 % des appels, l’endroit exact de l’accident ne peut être déterminé. Dans notre pays, il serait ainsi possible de sauver plus de 100 vies humaines par an si l’on disposait d’une infrastructure capable de transmettre rapidement et, de préférence, automatiquement la position d’un accident aux services de secours qui sont appelés. Il va de soi que la Belgique devra participer à ce système. Pour ce faire, notre pays pourra probablement recourir à la technologie ASTRID (Allround Semi-cellular Trunking Radio communication system with integrated Dispatchings).

De Europese Commissie en de constructeurs van voertuigen zijn in februari 2005 overeengekomen om vanaf 2009 alle nieuwe voertuigen in de Europese Unie uit te rusten met een noodoproepsysteem. Reeds in augustus 2004 werd hiertoe een eerste aanzet gegeven met de ondertekening van een intentieverklaring door de drie betrokken partijen : de Europese Commissie, de Vereniging van Europese auto-, bus- en vrachtwagen constructeurs (ACEA) en Ertico, een publiekprivaat partnerschap ter bevordering van de invoering van intelligente verkeerssystemen. Een studie uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie heeft aangetoond dat het aantal dodelijke verkeersslachtoffers met 10 % verminderd kan worden door de responstijd bij verkeersongevallen te verkleinen. Een nauwkeurige positie van het ongeval is in 40 % van de oproepen niet voorhanden. Binnen ons land kunnen dus jaarlijks meer dan 100 mensenlevens gered worden mits een infrastructuur die een snelle, liefst automatische, positiebepaling van een ongeval doorgeeft aan de opgeroepen hulpdiensten. Belgie¨ zal daar uiteraard op moeten inspelen en kan wellicht gebruik maken van de ASTRID-technologie (All-round Semi-cellular Trunking Radio communication system with integrated Dispatchings).

1. a) Dans quelle mesure notre pays se prépare-t-il au projet européen eCall ?

1. a) In welke mate is ons land zich aan het voorbereiden op het Europese E-call project ?

b) Quels obstacles convient-il encore de surmonter pour harmoniser les infrastructures de communications des divers services d’appel d’urgence ?

b) Welke hindernissen moeten nog genomen worden om de communicatie-infrastructuur van de diverse noodhulpdiensten op mekaar af te stemmen ?

2. Dans quelle mesure incite-t-on les prestataires de communication mobile présents en Belgique à ouvrir et éventuellement adapter leur infrastructure dans le but de permettre la localisation des appels d’urgence ?

2. In welke mate worden de dienstverleners van mobiele communicatie in Belgie¨ aangespoord om hun infrastructuur open te stellen, eventueel aan te passen, om positiebepaling van noodoproepen mogelijk te maken ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32196

3. La législation actuelle permet-elle de mettre les données de localisation des appels d’urgence à la disposition du réseau européen eCall ?

3. Laat de huidige wetgeving toe dat de positiegegevens van noodoproepen beschikbaar zijn voor het Europese E-call netwerk ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1148 de M. Guido De Padt du 28 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1148 van de heer Guido De Padt van 28 november 2006 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse à ses questions.


1. a) Une concertation entre la Police Fédérale, la direction générale de la Sécurité civile et le SPF Santé publique a été organisée récemment en ce qui concerne e-Call. L’introduction d’un tel réseau exige la plus grande circonspection et cette problématique, tout comme ses conséquences, doivent être clairement étudiées et délimitées. Un tel système peut en effet occasionner de fausses alertes avec comme conséquence une possible augmentation des déplacements inutiles des équipes de secours.

1. a) Een overleg tussen de Federale Politie, de algemene directie van de Civiele Veiligheid en de FOD Volksgezondheid werd onlangs georganiseerd wat E-call betreft. De invoering van dergelijk netwerk vergt uiterste voorzichtigheid en de problematiek en de gevolgen moeten duidelijk onderzocht en afgelijnd worden. Dergelijk systeem kan immers ook aanleiding geven tot valse waarschuwingen met een mogelijke stijging van nutteloze ritten van hulpploegen tot gevolg.

b) Il est indispensable de déterminer clairement les fonctionnalités du système; les attentes exactes des différents secteurs doivent être délimitées, les aspects juridiques liés à l’introduction et à l’exploitation doivent être déterminés. Ceci devra ensuite être traduit dans l’adaptation de l’équipement de communication qui sera indispensable.

b) Het is noodzakelijk de functionaliteiten van het systeem duidelijk vast te leggen; de exacte verwachtingen van de verschillende sectoren moeten afgelijnd worden, de juridische aspecten verbonden aan de invoering en de exploitatie moeten bepaald worden. Daarna moet dit vertaald worden in de aanpassing die noodzakelijk zal zijn in de communicatie-apparatuur.

2. Cette matière relève des attributions du vicepremier ministre, ministre du Budget et de la Protection de la consommation (question no 251 du 27 avril 2007) et du ministre de l’Ećonomie (question no 576 du 27 avril 2007), des PME, des Classes moyennes et de l’Eńergie.

2. Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheden van de vice-eersteminister, minister van Begroting en Consumentenzaken (vraag nr. 251 van 27 april 2007) en de minister van Economie (vraag nr. 576 van 27 april 2007), KMO, Middenstand en Energie.

3. Il faudra vérifier si l’application e-Call et ses conséquences respectent en tous points la loi sur la protection de la vie privée, mais cette matière relève des attributions du ministre de la Justice (question no 1289 du 27 avril 2007).

3. Alleszins zullen de E-call toepassing en de gevolgen ervan moeten afgetoetst worden aan de wet op de privacy, maar deze zaak behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie (vraag nr. 1289 van 27 april 2007).

DO 2006200709456

DO 2006200709456

Question no 1177 de M. Filip De Man du 28 décembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1177 van de heer Filip De Man van 28 december 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Assistance apportée par la police aux huissiers de justice.

Bijstand die de politie aan gerechtsdeurwaarders verleent.

En vertu des dispositions légales, un huissier de justice peut requérir la présence de la police après un refus de la personne visitée ou en l’absence de celle-ci.

Wettelijk is voorgeschreven dat een deurwaarder eerst na een weigering of bij afwezigheid de politie kan vorderen. Op dat ogenblik dient de zone een patrouille


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32197

La zone doit alors envoyer une patrouille sur place, alors que celle-ci est probablement au même moment en mission d’intervention, d’observation, d’assistance, etc.

ter plaatse te sturen die op dat moment wellicht bezig is met interventie, observatie, bijstand en dergelijke.

Le ministre souhaite-t-il mettre un terme au système actuel ou` c’est un inspecteur de quartier qui accompagne l’huissier ? L’inspecteur de quartier connaıˆt pourtant bien les gens de l’endroit, peut exercer une influence apaisante, connaıˆt généralement l’habitation à visiter, sait parfois ou` se trouve le citoyen absent et apprend ainsi à mieux connaıˆtre encore son quartier et ses habitants. Pour les membres d’une équipe d’intervention, tout ceci a beaucoup moins d’importance.

Is de minister niet langer voorstander van het gangbare systeem waarbij een wijkinspecteur meegaat ? Deze kent nochtans de « pappenheimers » in zijn buurt, kan er een kalmerende invloed op uitoefenen, kent meestal de te bezoeken woning, weet soms waar de afwezige burger dan wel vertoeft, raakt door dergelijke bijstand ook goed op de hoogte van de leefwijze van nieuwe inwoners in zijn wijk. Voor leden van een interventieploeg is dit alles veel minder van tel.

Par ailleurs, les inspecteurs de quartier sont nombreux à emporter une partie de leurs dossiers personnels lorsqu’ils accompagnent l’huissier et peuvent ainsi également s’occuper du règlement d’une amende pénale par exemple. Des heures de travail sont ainsi économisées.

Het is trouwens ook zo dat nogal wat wijkinspecteurs een gedeelte van hun eigen dossiers meenemen wanneer ze de deurwaarder begeleiden en op die manier ook bijvoorbeeld de regeling van een penale boete kunnen aankaarten. Op die manier worden eigenlijk manuren bespaard.

Dans la pratique, le système actuel n’est-il en fait pas plus intéressant pour les zones de police, notamment pour ce qui est de la collecte d’informations, et moins contraignant au niveau de leur organsation ?

Is het uiteindelijk niet zo dat het huidige systeem in de praktijk en qua infovergaring veel interessanter is voor de politiezones en minder belastend voor hun organisatie ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1177 de M. Filip De Man du 28 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1177 van de heer Filip De Man van 28 december 2006 (N.) :



Je vous renvoie au Moniteur belge du 29 décembre 2006 qui publie mes directives du 1er décembre 2006 pour l’allégement et la simplification de certaines taˆches administratives de la police locale, et plus particulièrement à partir de la page 76216, sous le titre Collaboration Police — Huissiers de Justice.

Ik verwijs naar het Belgisch Staatsblad van 29 december 2006 waarin mijn richtlijnen worden gepubliceerd tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie, en meer in het bijzonder vanaf pagina 76216 te willen lezen onder de titel Samenwerking Politie — Gerechtsdeurwaarders.

Le scénario que vous esquissez ne se présente pas.

Het door u geschetste scenario komt er niet in voor.

DO 2005200608834

DO 2005200608834

Question no 1179 de M. Willy Cortois du 28 décembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1179 van de heer Willy Cortois van 28 december 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Police locale. — Missions de plus en plus en plus complexes.

Lokale politie. — Toenemende complexiteit van de opdrachten.

La police locale dénonce de plus en plus fermement le nombre croissant de missions confiées à son personnel. En vertu de la loi sur les armes récemment adoptée par le Parlement, les armes présentes sur le territoire belge, dont le nombre ne peut être estimé même approximativement, doivent être enregistrées et recensées

De lokale politie maakt met steeds meer nadruk haar beklag over het toenemend aantal opdrachten waarmee het personeel wordt belast. De recentelijk door het parlement goedgekeurde « wapenwet » betekent dat het aantal wapens, waarvan men bij benadering het aantal niet kan ramen, moet worden geregi-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32198

dans une banque de données. Il est à l’heure actuelle impossible de saisir toute la portée de cette mission.

streerd en opgeslagen. De omvang van deze opdracht is niet eens in te schatten.

Il est en outre demandé aux services de police locale de fournir toutes sortes de statistiques. Or, les instances formulant ce type de demande ne semblent pas toujours se rendre compte que la police risque de devoir reporter d’autres missions, peut-être plus urgentes. Les nouvelles priorités, notamment les interventions de la police à l’encontre de certains faits ou comportements désormais ressentis comme inacceptables par la société, prennent de plus en plus de temps, au détriment d’autres missions relevant traditionnellement des compétences policières. Tous les niveaux de compétences ont tendance à avoir recours aux services de la police locale.

Statistieken allerlei worden opgevraagd, zonder dat beseft wordt door de opdrachtgevers dat wellicht meer dringende opdrachten moeten worden verschoven. Nieuwe prioriteiten, bijvoorbeeld het ingrijpen van de lokale politie bij bepaalde feiten, gedragingen die niet langer door de maatschappij worden geduld, nemen steeds meer tijd in beslag. Dit ten nadele van andere opdrachten die tot het eigenlijk domein van de politie behoren. Op elk niveau wordt een beroep gedaan op de diensten van de lokale politie.

1. Avez-vous déjà été confronté à des situations de nature à contribuer à la complexité des missions confiées aux zones de police ?

1. Werd u reeds geconfronteerd met situaties die bijdragen tot de toenemende complexiteit van de opdrachten, waarmee de politiezones moeten afrekenen ?

2. Avez-vous déjà formulé des suggestions en vue d’une mise en œuvre plus efficace des nouvelles missions imposées aux services de police locale ?

2. Heeft u reeds suggesties voorgelegd die zouden kunnen leiden tot een grotere doeltreffendheid bij het uitvoeren van de nieuwe taken die van de lokale politie worden gevergd ?

3. Eˆtes-vous déjà au courant des inquiétudes exprimées par les services de police relatives à la surcharge de travail évoquée précédemment et avez-vous présenté d’initiative des suggestions pour remédier à ce problème ?

3. Heeft u reeds kennis genomen van de door de politie geuite onrust aangaande voornoemde « overboeking » en op eigen initiatief ter zake suggesties aangeboden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1179 de M. Willy Cortois du 28 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1179 van de heer Willy Cortois van 28 december 2006 (N.) :

En réponse à la question de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit.

In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

1. Notre société évolue très vite (moyens de communication de plus en plus sophistiqués, accès à l’information plus rapide via internet, etc.) et les exigences des citoyens en matière de sécurité se sont également renforcées. Effectivement, certains comportements ou faits que l’on tolérait auparavant, sont aujourd’hui considérés comme inacceptables et imposent une intervention de la police. Il n’est pas anormal que la complexité des missions de la police suive l’évolution de la société et des mentalités. Il est même rassurant que la police adapte ses actions en fonction de cette évolution et réponde aux besoins actuels des citoyens. Ces nouvelles priorités font intégralement partie des missions de base de la police locale.

1. Onze maatschappij evolueert zeer snel (steeds geavanceerdere communicatiemiddelen, snellere toegang tot informatie via internet, enzovoort) en de burgers stellen steeds hogere eisen aan de veiligheid. Bepaalde gedragingen of feiten die vroeger getolereerd werden, worden vandaag de dag als onacceptabel beschouwd en vragen een tussenkomst van de politie. Het is niet abnormaal dat de complexiteit van de opdrachten van de politie de evolutie van de maatschappij en de evolutie inzake mentaliteit volgt. Het is zelfs geruststellend dat de politie haar acties aanpast in functie van deze evolutie en inspeelt op de huidige noden van de burgers. Deze nieuwe prioriteiten maken integraal deel uit van de basisopdrachten van de lokale politie.

S’il est indéniable que les demandes en vue d’obtenir des statistiques ou autres données ne doivent pas faire l’objet d’abus, il ne faut toutefois pas nier l’importance des données recueillies auprès des services de police. En effet, celles-ci servent de base à la détermination

Hoewel het duidelijk is dat de aanvragen voor het verkrijgen van statistieken of andere gegevens niet het voorwerp mogen uitmaken van misbruik, kan het belang van de bij de politiediensten verzamelde gegevens niet ontkend worden. Deze dienen immers als


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32199

des actions prioritaires en terme de politique de sécurité et de prévention.

basis voor het bepalen van de prioritaire acties inzake het veiligheids- en preventiebeleid.

2 et 3. Dans le cadre d’une sécurité accrue pour le citoyen, l’accord gouvernemental de juillet 2003 a fixé comme priorité une plus grande disponibilité de la capacité policière entre autre par une réduction du nombre de taˆches administratives.

2 en 3. In het kader van een verhoogde veiligheid voor de burger, heeft het regeerakkoord van juli 2003 als prioriteit een grotere beschikbaarheid van de politiecapaciteit vooropgesteld, onder andere door een vermindering van het aantal administratieve taken.

Je rappelle à cet égard que, suivant l’article 25 de la loi sur la fonction de police, une taˆche administrative ne peut être confiée à la police que si deux conditions sont remplies :

Ik herinner er in dit opzicht aan dat, overeenkomstig artikel 25 van de wet op het politieambt, een administratieve taak enkel aan de politie kan worden toevertrouwd indien aan twee voorwaarden is voldaan :

— cette taˆche doit être expressément attribuée à la police par ou en vertu d’une loi;

— deze taak moet de politie uitdrukkelijk opgedragen zijn door of krachtens de wet;

— cette taˆche doit exiger, pour sa réalisation, l’exercice de compétences de police.

— deze taak moet, voor het volbrengen ervan, de uitoefening van politiebevoegdheden vereisen.

Afin que la charge de travail liée à ces taˆches administratives n’hypothèque pas les six fonctionnalités de base de la police locale — dont l’accent est mis sur la « police de proximité » — j’ai pris une circulaire (datée du 1er décembre 2006 et publiée le 29 décembre 2006 au Moniteur belge) qui entend offrir aux chefs de corps un canevas précis sur lequel s’appuyer afin de mobiliser le plus efficacement possible les capacités du personnel opérationnel.

Opdat de werklast, verbonden aan deze administratieve taken, de zes basisfunctionaliteiten van de lokale politie — waarvan het accent ligt op de « buurtpolitie » — niet zou hypothekeren, heb ik een omzendbrief gemaakt (gedateerd op 1 december 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 december 2006) die de korpschefs een duidelijk kader wil bieden waarop zij kunnen terugvallen om hun operationele personeelsleden zo efficie¨nt mogelijk in te zetten.

Cette circulaire prévoit un allégement des taˆches administratives par :

Deze omzendbrief voorziet een verlichting van de administratieve taken door :

1) une Caloguisation poussée;

1) een doorgedreven CALOGisering;

2) une rationalisation des missions administratives actuellement déterminées par la loi;

2) een rationalisering van de huidige wettelijk bepaalde administratieve opdrachten;

3) la conclusion d’accords avec d’autres acteurs au sein des piliers judiciaires et administratifs de notre pays, comme la magistrature, les huissiers de justice et les autorités administratives;

3) afspraken te maken met andere actoren binnen de gerechtelijke en bestuurlijke zuilen in ons land, zoals de magistratuur, de gerechtsdeurwaarders en de administratieve overheden;

4) la possibilité de transférer des taˆches policières qui ne sont pas propres aux services de police, à des partenaires externes.

4) oneigenlijke politietaken uit te besteden aan externe partners.

Cette circulaire étend également la liste des taˆches qui ne peuvent plus être confiées aux fonctionnaires de police ou au personnel du Calog.

Deze omzendbrief breidt tevens de lijst uit van de taken die niet meer aan politieambtenaren of Calogpersoneel kunnen worden toevertrouwd.

Afin de rencontrer les attentes justifiées qui ressortent des avis demandés dans le cadre de la présente circulaire mais auxquels cette circulaire ne peut pas encore répondre, dans la mesure où une enquête ou une concertation supplémentaire est nécessaire ou que les informations n’ont pas leur place dans la présente circulaire, des initiatives seront prises. Celles-ci se feront, par exemple, sous forme de questions/réponses afin de fournir des informations concernant l’application de la circulaire et de rechercher des possibilités de rationalisation supplémentaires dans le travail de la

Om tegemoet te komen aan de terechte verwachtingen, die blijken uit de adviezen die in het kader van deze omzendbrief werden gevraagd, maar waaraan in deze omzendbrief nog niet kan voldaan worden — omdat er nog bijkomend onderzoek of overleg nodig is of omdat de informatie er niet noodzakelijk in thuis hoort —, zullen er initiatieven worden genomen, bijvoorbeeld onder de vorm van een vraagbaak, om informatie te verstrekken over de toepassing van deze omzendbrief en om te zoeken naar mogelijkheden om het werk van de politie verder te rationaliseren. In dit


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32200

police. Dans ce cadre, des « bonnes pratiques » peuvent également être échangées.

kader kunnen ook « best practices » worden uitgewisseld.

Ces initiatives s’inscrivent dans un processus d’évaluation et d’évolution permanente de la circulaire.

Deze initiatieven kaderen in een permanente evaluatie en evolutie van de omzendbrief.

DO 2006200709528

DO 2006200709528

Question no 1186 de M. Philippe De Coene du 12 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1186 van de heer Philippe De Coene van 12 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Régime de mobilité de la police locale et fédérale en Flandre occidentale.

Mobiliteitsregeling lokale en federale politie in WestVlaanderen.

En application de l’arrêté royal du 20 novembre 2001 fixant les modalités relatives à la mobilité du personnel des services de police, les membres de la police peuvent demander de bénéficier du régime de mobilité vers les 196 corps de police locale, vers la police locale et fédérale et vers les différentes directions de la police fédérale.

Met toepassing van het koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten, kunnen politieleden mobiliteit aanvragen tussen 196 lokale politiekorpsen, tussen de lokale en de federale politie en tussen de verschillende directies van de federale politie.

Trois fois par an, les membres du personnel ont la possibilité de demander une nouvelle affectation.

Personeelsleden hebben driemaal per jaar de mogelijkheid om een nieuwe aanwijzing aan te vragen.

1. En ce qui concerne les membres des zones de police locale de Flandre occidentale (par zone de police), combien de demandes de mutation ont-elles été approuvées au cours de la période 2002-2005 ?

1. Hoeveel personeelsleden van de lokale politiezones in West-Vlaanderen (per politiezone) hebben hun mutatie in de periode 2002-2005 bevestigd gezien ?

2. Combien de membres du personnel des zones de police locale de Flandre occidentale (par zone de police) ont-ils obtenu une mutation au cours de la même période vers une autre zone de police locale de la province ?

2. Hoeveel personeelsleden van de lokale politiezones in West-Vlaanderen (per politiezone) verkregen een mutatie in dezelfde periode naar een andere lokale politie in de provincie ?

3. Combien de membres du personnel des zones de police locale de Flandre occidentale (par zone de police) ont-ils obtenu une mutation au cours de la même période vers une direction de la police fédérale au sein de la province ?

3. Hoeveel personeelsleden van de lokale politiezones in West-Vlaanderen (per politiezone) verkregen een mutatie in dezelfde periode naar een directie van de federale politie in de provincie ?

4. Combien de membres du personnel d’une zone de police locale en dehors de la province ont-ils obtenu une mutation vers une zone de police locale de Flandre occidentale (par zone de police) ?

4. Hoeveel personeelsleden van een lokale politiezone buiten de provincies verkregen een mutatie naar een West-Vlaamse lokale politiezone (per politiezone) ?

5. Combien de membres du personnel d’une direction de la police fédérale en dehors de la province ontils obtenu une mutation vers une zone de police locale de Flandre occidentale (par zone de police) ?

5. Hoeveel personeelsleden van een directie van de federale politie buiten de provincie verkregen een mutatie naar een West-Vlaamse lokale politiezone (per politiezone) ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1186 de M. Philippe De Coene du 12 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1186 van de heer Philippe De Coene van 12 januari 2007 (N.) :




2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32201

1. Au cours de la période 2002-2005, au total 216 membres du personnel des différentes zones de police de Flandre occidentale ont fait mobilité. La répartition par zone de police est la suivante : ZP 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

Nom Bruges Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Ostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Courtrai) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ieper

Nombre 41 9 19 7 4 19 13 7 8 12 3 5 15 14 7 10 7 11 5

2. Au cours de la période 2002-2005, 175 membres du personnel de la police locale de Flandre occidentale ont fait mobilité vers une zone de police locale dans la même province. Cela donne la répartition suivante par zone de police : ZP 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

Nom Bruges Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Ostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Courtrai) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ipres


1. In de periode 2002-2005 hebben in totaal 216 personeelsleden van de verschillende lokale politiezones in West-Vlaanderen mobiliteit gemaakt. Per politiezone geeft dat de volgende verdeling : PZ 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

2006

Brugge Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Oostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Kortrijk) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ieper

Aantal 41 9 19 7 4 19 13 7 8 12 3 5 15 14 7 10 7 11 5

2. Er waren in de periode 2002-2005 175 personeelsleden van de lokale politie in West-Vlaanderen die mobiliteit hebben gemaakt naar een zone van de lokale politie in dezelfde provincie. Dat geeft per politiezone volgende verdeling :

Nombre 33 8 17 4 4 18 8 7 7 10 3 5 14 9 6 5 6 6 5

Naam

PZ 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

2007

Naam Brugge Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Oostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Kortrijk) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ieper

Aantal 33 8 17 4 4 18 8 7 7 10 3 5 14 9 6 5 6 6 5


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32202

3. Au cours de la période 2002-2005, 15 membres du personnel d’une zone de police de Flandre occidentale ont fait mobilité vers une direction ou un service de la police fédérale situé en Flandre occidentale. La répartition par zone de police se présente comme suit : ZP 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

Nom Bruges Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Ostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Courtrai) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ypres

Nombre 2 0 2 1 0 0 2 0 1 1 0 0 0 0 0 2 1 3 0

4. Au sein des autres provinces de Flandre, 86 membres du personnel de la police locale ont obtenu un emploi via la mobilité dans une zone de police de Flandre occidentale. Cela donne les chiffres suivants par zone de police : ZP 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460

Nom Bruges Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Oostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Courtrai) Mira Gavers Spoorkin Polder


3. Vanuit een West-Vlaamse politiezone hebben in de periode 2002-2005 15 personeelsleden mobiliteit gemaakt naar een directie of dienst van de federale politie gelegen in West-Vlaanderen. De verdeling per politiezone ziet er als volgt uit : PZ 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

2006


Aantal 2 0 2 1 0 0 2 0 1 1 0 0 0 0 0 2 1 3 0

4. Vanuit de andere provincies in Vlaanderen zijn er 86 personeelsleden van de lokale politie die via mobiliteit een betrekking hebben verworven in een West-Vlaamse politiezone. Per politiezone geeft dat de volgende cijfers :

Nombre 12 1 6 2 6 7 2 2 4 7 5 8 7 1 5 0 0

Naam

PZ 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460

2007

Naam Brugge Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Oostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Kortrijk) Mira Gavers Spoorkin Polder

Aantal 12 1 6 2 6 7 2 2 4 7 5 8 7 1 5 0 0


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 ZP 5461 5462

32203

Nom Westkust Arro Ypres

Nombre 4 7

5. Enfin, 255 membres du personnel d’une direction ou d’un service de la police fédérale qui ne se situe pas en Flandre occidentale ont fait mobilité vers une zone de police locale de Flandre occidentale. La répartition par zone de police est la suivante : ZP 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

Nom Bruges Blankenberge Damme — Knokke/Heist Het Houtsche Tielt Ostende Bredene — De Haan Middelkerke Kouter Riho Midow Grens — Leie Vlas (Courtrai) Mira Gavers Spoorkin Polder Westkust Arro Ypres

PZ 5461 5462

Aantal

Westkust Arro Ieper

4 7

5. Tot slot zijn er 255 personeelsleden van een nietWest-Vlaamse directie of dienst van de federale politie die mobiliteit hebben gemaakt naar een lokale zone in West-Vlaanderen. De verdeling per politiezone is als volgt :

Nombre 38 9 14 13 1 26 11 8 7 28 8 6 38 16 8 2 5 7 10

Naam

PZ 5444 5445 5446 5447 5448 5449 5450 5451 5452 5453 5454 5455 5456 5457 5458 5459 5460 5461 5462

Naam

Aantal


38 9 14 13 1 26 11 8 7 28 8 6 38 16 8 2 5 7 10

DO 2006200709567

DO 2006200709567

Question no 1193 de Mme Hilde Dierickx du 18 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1193 van mevrouw Hilde Dierickx van 18 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Pouvoirs publics et entreprises. — Cambriolage et vol.

Overheden en bedrijven. — Inbraak en diefstal.

Les cambriolages ne sont pas uniquement ennuyeux pour les citoyens et les entreprises et les pouvoirs publics y sont également confrontés.

Inbraken zijn niet enkel vervelend voor burgers, maar ook bedrijven en overheden krijgen te maken met inbraak en diefstal.

1. Combien de cas de cambriolage et de vol dans des baˆtiments appartenant aux pouvoirs publics ont été signalés à la police annuellement depuis 2003, respectivement en régions flamande, wallone et de Bruxelles-Capitale :

1. Hoeveel meldingen krijgt de politie jaarlijks sinds 2003 in respectievelijk het Vlaams, Brussels en Waals Gewest voor inbraak en diefstal in gebouwen van de overheid :

a) dans des baˆtiments appartenant aux communes ou aux institutions qui en dépendent;

a) in gebouwen die toebehoren aan de gemeenten of de instellingen die ervan afhangen;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32204

b) dans des baˆtiments appartenant aux CPAS ou aux institutions qui en dépendent;

b) in gebouwen die toebehoren aan de OCMW’s of de instellingen die ervan afhangen;

c) dans des baˆtiments appartenant aux provinces ou aux institutions qui en dépendent;

c) in gebouwen die toebehoren aan de provincies of de instellingen die ervan afhangen;

d) dans des baˆtiments appartenant à la Communauté flamande et à la Région flamande ou aux institutions qui en dépendent;

d) in gebouwen die toebehoren aan de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest of de instellingen die ervan afhangen;

e) dans des baˆtiments appartenant aux autorités wallonnes ou aux institutions qui en dépendent;

e) in gebouwen die toebehoren aan de Waalse overheden of de instellingen die ervan afhangen;

f) dans des baˆtiments appartenant aux autorités bruxelloises ou aux institutions qui en dépendent;

f) in gebouwen die toebehoren aan de Brusselse overheden of de instellingen die ervan afhangen;

g) dans des baˆtiments appartenant aux autorités fédérales ou aux institutions qui en dépendent;

g) in gebouwen die toebehoren aan de federale overheid of de instellingen die ervan afhangen;

h) dans des baˆtiments appartenant aux autorités européennes ou aux institutions qui en dépendent et qui sont établies en Belgique;

h) in gebouwen die toebehoren aan de Europese overheden of de instellingen die ervan afhangen en in Belgie¨ gevestigd zijn;

i) dans des baˆtiments appartenant à des institutions politiques internationales ou à des institutions qui en dépendent ?

i) in gebouwen die toebehoren aan internationale politieke instellingen of instellingen die ervan afhangen ?

2. Combien de cas de cambriolage et de vol dans des immeubles appartenant à des entreprises ont été signalés à la police annuellement depuis 2003, respectivement en Régions flamande, wallone et de BruxellesCapitale ?

2. Hoeveel meldingen krijgt de politie jaarlijks sinds 2003 in respectievelijk het Vlaams, Brussels en Waals Gewest voor inbraak en diefstal in bedrijfsgebouwen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1193 de Mme Hilde Dierickx du 18 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1193 van mevrouw Hilde Dierickx van 18 januari 2007 (N.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwooridgers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2006200709625

DO 2006200709625

Question no 1201 de M. Pieter De Crem du 25 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1201 van de heer Pieter De Crem van 25 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Accidents de la circulation impliquant des véhicules de police.

Verkeersongevallen met politievoertuigen.

Le personnel de police dispose de différents types de véhicules motorisés pour accomplir diverses missions de police. Lorsqu’ils circulent sur la voie publique, ces véhicules de police peuvent être impliqués dans des accidents de la circulation. La population s’interroge souvent sur la suite donnée à de tels accidents.

Voor het uitvoeren van diverse politionele taken beschikt het politiepersoneel over diverse gemotoriseerde voertuigen. Deze politievoertuigen begeven zich in het verkeer waardoor het risico bestaat dat zij enerzijds het slachtoffer worden van verkeersongevallen en anderzijds deze ook kunnen veroorzaken. Over de afhandeling van dit soort ongevallen heerst bij de bevolking veel onduidelijkheid.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32205

1. Quelle est la procédure standard lorsqu’un véhicule de police est impliqué dans un accident de la circulation ?

1. Wat is de standaardprocedure wanneer een politievoertuig betrokken raakt bij een verkeersongeval ?

2. Comment les éventuelles victimes d’accidents de la circulation provoqués par des véhicules de police sont-elles indemnisées ?

2. Hoe worden mogelijke slachtoffers van verkeersongevallen veroorzaakt door politievoertuigen vergoed ?

3. a) Combien d’accidents de la circulation provoqués par des véhicules de police ont été enregistrés en 2006 ?

3. a) Hoeveel verkeersongevallen veroorzaakt door politievoertuigen werden geregistreerd in 2006 ?

b) Comment ce chiffre a-t-il évolué de 2003 à ce jour, globalement et par province ?

b) Wat is de evolutie van dit aantal tussen 2003 en nu, in totaal en per provincie ?

4. a) Combien d’accidents de la circulation dont un véhicule de police a été victime ont-ils été enregistrés en 2006 ?

4. a) Hoeveel verkeersongevallen waarbij het politievoertuig als slachtoffer kan worden geı¨dentificeerd werden geregistreerd in 2006 ?

b) Comment ce chiffre a-t-il évolué de 2003 à ce jour, globalement et par province ?

b) Wat is de evolutie van dit aantal tussen 2003 en nu, in totaal en per provincie ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 avril 2007, à la question no 1201 de M. Pieter De Crem du 25 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 1201 van de heer Pieter De Crem van 25 januari 2007 (N.) :



1 et 2. La loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs dispose que les véhicules automoteurs ne sont admis à la circulation, que si la responsabilité civile à laquelle ils peuvent donner lieu est couverte par un contrat d’assurance répondant aux dispositions de la présente loi. Cela vaut également pour les véhicules de la police.

1 en 2. De wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (de zogenaamde WAM-wet). stelt dat motorrijtuigen in het verkeer alleen toegelaten worden indien de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe zij aanleiding kunnen geven, gedekt is door een verzekeringsovereenkomst die aan de bepalingen van deze wet voldoet. Dat geldt eveneens voor de politievoertuigen.

Conformément à l’article 10 de cette loi l’E´tat n’est pas tenu de contracter une assurance pour les véhicules lui appartenant. En l’absence d’assurance, l’E´tat couvre lui-même conformément à la présente loi la responsabilité civile à laquelle le véhicule automoteur peut donner lieu.

Overeenkomstig artikel 10 van deze wet geldt deze verplichting niet voor de voertuigen die toebehoren aan de Staat. Als er geen verzekering is, dekt de Staat zelf, overeenkomstig deze wet de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig aanleiding kan geven.

Cette dispense d’assurance est inspirée par des considérations budgétaires d’une part, le contribuable étant de la sorte exempté du paiement des primes d’assurance; et, d’autre part, par la garantie que l’E´tat est de toute façon totalement solvable pour assurer l’indemnisation des victimes.

Deze vrijstelling werd enerzijds ingegeven door budgettaire overwegingen, de belastingbetaler ziet zich aldus vrijgesteld van het betalen van verzekeringspremies, en anderzijds door de waarborg dat de Staat hoe dan ook voldoende solvabel is om de slachtoffers van een vergoeding te garanderen.

Les véhicules de la police fédérale sont de la sorte exemptés de cette obligation. Au sein de mon département le service contentieux police fédérale est compétent en matière de responsabilité de ces véhicules, de même qu’il couvre la responsabilité des membres du personnel qui conduisent ces véhicules, à l’instar des couvertures garanties par une cie d’assurances.

De voertuigen van de federale politie zijn aldus vrijgesteld van deze verplichting. Binnen mijn departement is de dienst geschillen federale politie bevoegd om de aansprakelijkheid van deze voertuigen, alsook van de personeelsleden die deze voertuigen besturen te dekken, zoals een verzekeringsmaatschappij dat behoort te doen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32206

Une personne qui est victime d’un accident de la circulation impliquant un véhicule de la police fédérale peut se retourner vers ce service comme s’il s’agissait d’une cie d’assurances privée.

Een persoon die het slachtoffer is van een verkeersongeval waarbij een voertuig van de federale politie betrokken is kan zich rechtstreeks tot deze dienst wenden alsof het een private verzekeringsmaatschappij betrof.

Pour chaque incident de responsabilité, par conséquent aussi pour tous les accidents de la circulation, la police fédérale constitue un dossier administratif qui sera transmis aussi vite que possible à ce service. Des expertises médicales peuvent aussi être mises sur pied, lorsqu’on déplore des blessés à l’occasion de ces accidents.

Van elk aansprakelijkheidsincident, dus ook van alle verkeersongevallen, wordt door de federale politie een administratief dossier opgesteld dat zo snel mogelijk wordt overgemaakt aan deze dienst. De nodige materie¨le expertises worden opgestart om de schade tegensprekelijk vast te stellen. Wanneer er gewonden vallen kunnen ook medische expertises georganiseerd worden.

Le service contentieux de la police fédérale traite le contentieux de la responsabilité résultant de l’accident en bonne synergie, encore qu’en totale indépendance, avec la police fédérale. Le service contentieux police fédérale dispose de ses propres moyens budgétaires pour indemniser les victimes et, sur ses propres ressources, finance la prise en charge des frais d’avocats et des experts lors d’éventuels litiges judiciaires.

De dienst geschillen federale politie behandelt het aansprakelijkheidsgeschil dat rijst uit het ongeval in goede samenwerking met, maar in volledige onafhankelijkheid van, de federale politie. Deze dienst beschikt over eigen begrotingsmiddelen om de slachtoffers te vergoeden en over eigen middelen om de kosten voor advocaten en deskundigen bij een eventueel gerechtelijk geschil te te dragen.

D’autre part ce service traite aussi des demandes d’assistance en justice introduites par les membres du personnel de la police fédérale pour le cas où ils sont cités en justice ou lorsqu’ils sont eux-même victimes d’un accident de la circulation avec un véhicule de service.

Anderzijds treedt deze dienst ook op als kosteloze rechtbijstand voor de personeelsleden van de federale politie voor het geval zij in rechte gedagvaard worden of voor het geval zij zelf het slachtoffer worden van een verkeersongeval meteen dienstvoertuig.

Au fond cela ne crée pas de différence pour la victime, dès lors que les véhicules de service de la police fédérale sont couverts par l’E´tat.

In wezen vormt het voor het slachtoffer dan ook geen enkel verschil nu de dienstvoertuigen van de federale politie door de Staat worden gedekt.

Les droits aussi bien des citoyens qui peuvent être éventuellement victimes d’un accident de la circulation dans lequel est impliqué un véhicule de la police fédérale, que ceux des membres du personnel dudit corps sont protégés de cette manière optimalement.

De rechten van zowel de burgers die mogelijk het slachtoffer worden van een verkeersongeval waarin een voertuig van de federale politie is betrokken, alsook de personeelsleden van dit korps worden op deze manier optimaal beschermd.

Les véhicules de la police locale au contraire ne sont pas la propriété de l’E´tat et partant, ne bénéficient pas de cette exemption. Ils sont par conséquent tenus à contracter une police d’assurances, comme cette obligation pèse sur n’importe quel véhicule automoteur mis en circulation.

De voertuigen van de lokale politie daarentegen behoren niet tot de Staat en genieten derhalve niet van deze vrijstelling. Zij zijn dan ook verplicht een verzekeringsovereenkomst af te sluiten zoals dat verplicht is voor elk ander motorrijtuig dat in het verkeer wordt gebracht.

Le règlement des accidents de la circulation avec ces véhicules s’accomplit, dès lors, aussi comme si cela concernait un véhicule privé. La victime peut exercer une action directe contre la cie d’assurance du véhicule de la police en question.

De afhandeling van verkeersongevallen met deze voertuigen geschiedt dan ook alsof het een particulier motorrijtuig betrof. Het slachtoffer kan zich rechtstreeks wenden tot de verzekeringsmaatschappij van het betreffende politievoertuig.

La responsabilité civile des membres du personnel et la couverture d’assurance des véhicules de la police locale est du ressort toutefois des zones de police.

De burgerlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden en de verzekering van de voertuigen van de lokale politie behoort echter tot de bevoegdheid van de politiezones.

3 et 4. Les chiffres repris ci-après portent sur le nombre d’accidents de la route ayant impliqué des

3 en 4. De hiernavolgende gegevens betreffen het aantal verkeersongevallen voor de periode 2003 tot en


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32207

membres du personnel de la police fédérale dans l’exercice de leur service durant la période 2003 à 2006.

met 2006 waarin personeelsleden van de federale politie tijdens de uitoefening van de dienst betrokken waren.

Il s’agit d’accidents de la route de toutes natures : de « banales » collisions aux accidents pendant des missions prioritaires, en passant par des poursuites et des collisions volontaires. Tous les moyens de transport ont été pris en compte : bicyclettes, motocyclettes, véhicules automobiles, poids lourds, bus, véhicules blindés et arroseuses. En outre, les accidents de la circulation subis lors de missions exécutées à pied ont été repris dans les chiffres. Des données chiffrées pour les membres du personnel de la police locale ne sont pas disponibles dans mon département.

Het betreft verkeersongevallen van alle aard : van « banale » aanrijdingen tot ongevallen tijdens prioritaire opdrachten, achtervolgingen en ingevolge opzettelijke aanrijdingen. Elk vervoermiddel werd in aanmerking genomen : fietsen, motors, personenwagens, vrachtwagens, bussen, gepantserde voertuigen en waterkanonnen. Daarnaast werden ook de ongevallen in het verkeer tijdens opdrachten die te voet werden uitgevoerd in de cijfers opgenomen. Cijfergegevens voor de personeelsleden van de lokale politie zijn op mijn departement niet beschikbaar.

En 2003, 509 accidents de la circulation dans lesquels ont été impliqués des membres du personnel de la police fédérale, ont été recensés. Dans 199 occurrences le véhicule de service a été considéré en faute; dans 180 cas ce fut la partie adverse. Dans les 72 autres cas il fut question soit d’un partage de responsabilités, soit les responsabilités n’ont pas pu être départagées. Pour cette dernière catégorie on a tenu compte des responsabilités exclusivement sans fautes, telles les indemnisations sur pied de l’article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs (usagers vulnérables).

In 2003 werden er 509 verkeersongevallen waarbij personeelsleden van de federale politie betrokken waren geregistreerd. In 199 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 180 gevallen was het de tegenpartij. In de 72 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden. Bij deze laatste categorie worden ook de zuiver foutloze aansprakelijkheden gerekend, zoals de vergoedingen op basis van artikel 29bis van de WAM-wet van 21 november 1989 (zwakke weggebruiker).

En 2004, 504 accidents de la route afférents à des membres du personnel de la police fédérale ont été enregistrès. Dans 232 cas le véhicule de service a été déclaré fautif; dans 169 occurrences ce fut l’adversaire. Dans les 43 autres cas il fut question soit d’une responsabilité par partage, soit les responsabilités n’ont pas (encore) été établies.

In 2004 werden er 504 verkeersongevallen waarbij personeelsleden van de federale politie betrokken waren geregistreerd. In 232 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 169 gevallen was het de tegenpartij. In de 43 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden.

En 2005, 404 accidents de la circulation ont été relevés. Dans 193 cas le véhicule de service concerné a été considéré comme fautif; dans 166 cas ce fut la partie adverse. Dans les 45 autres occurrences on a conclu ou bien à une responsabilité partagée, ou bien les responsabilités n’ont pas (encore) été déterminées.

In 2005 werden er 404 verkeersongevallen genoteerd. In 193 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 166 gevallen was het de tegenpartij. In de 45 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden.

En 2006 pour terminer, 319 accidents de la circulation ont été enregistrès. Dans 147 cas le véhicule concerné a été imputé à faute; dans 115 cas ce fut l’aversaire. Dans les 51 autres occurrences il fut question soit d’une responsabilité partagée, soit les responsabilités n’ont pas (encore) été fixées.

In 2006 tot slot werden er 319 verkeersongevallen geregistreerd. In 147 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 115 gevallen was het de tegenpartij. In de 51 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden.

Considérant que la plupart des services de la police fédérale sont établis dans les grandes villes, et que la plus grande partie des unités se trouve aussi à Bruxelles, il tombe sous le sens que le plus grand nombres des accidents de la route a lieu dans la région bruxelloise et dans les grandes agglomérations.

Aangezien de meeste diensten van de federale politie zich in de grotere steden bevinden, en het grootste deel van de eenheden dan nog in Brussel, is het evident dat het grootste deel van de ongevallen in de Brusselse regio en de grote agglomeraties plaatsvinden.

Les membres du personnel de la police fédérale courent par définition un risque accru d’accidents de la

Dienstvoertuigen van de politiediensten staan hoe dan ook bloot aan een verhoogd risico op ongevallen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32208

route dans l’exercice du service. C’est inhérent à leur fonction puisque, d’une part, ils sont des utilisateurs fréquents de la route, et d’autre part, ils sont amenés dans certains cas à prendre des risques qu’un usager « normal » de la voie publique n’estime pas nécessaire de prendre.

Enerzijds bevinden zij zich omwille van het vervullen van hun politietaken veelvuldig op de baan. Anderzijds noodzaakt de aard van hun specifieke opdrachten hen soms tot het nemen van risico’s die een « gewone » weggebruiker niet geacht wordt te mogen/moeten nemen.

Malgré ces facteurs de risque plus élevés, il n’y a toutefois aucune raison de considérer que les membres du personnel de la police fédérale sont plus souvent impliqués dans des accidents de la route que les autres conducteurs. Il convient même de constater que dans de nombreux cas d’accidents de la route, la partie adverse est responsable. Le chiffre total est toutefois trop faible pour en tirer des conclusions statistiques scientifiquement correctes.

Ondanks die verhoogde risicofactoren zijn er evenwel geen redenen om aan te nemen dat de personeelsleden van de federale politie meer dan andere bestuurders betrokken zijn bij verkeersongevallen. Er kan zelfs worden vastgesteld dat voor heel wat van die verkeersongevallen de tegenpartij aansprakelijk is. Het totale cijfertal is echter te klein om er wetenschappelijk correcte statistische conclusies uit te trekken.

Je souhaite ici encore attirer l’attention sur le fait que les fonctionnaires de police impliqués dans un accident mettant en cause leur responsabilité, peuvent se voir attribuer une faute conformément à la loi sur la fonction de police (article 48). La police fédérale et le service contentieux de la police fédérale sont vigilants à bien appliquer le régime de la qualification de faute. En cas de faute lourde ou de faute légère présentant un caractère réitératif, ils doivent eux-même supporter une partie des dommages qu’ils ont causés (articles 4849 de la loi sur la fonction de police). Une faute de cette nature arrive cependant (heureusement) rarement.

Ik wil hierbij nog opmerken dat politieambtenaren die betrokken zijn in een ongeval waarvoor hun aansprakelijkheid vast komt te staan, een fout aangemeten kunnen krijgen overeenkomstig de wet op het Politieambt (artikel 48). De federale politie en de Dienst Geschillen Federale Politie waken over een goede toepassing van het foutregime. In geval van zware fout of herhaaldelijk voorkomende lichte fout dienen zij zelfs op te draaien voor (een deel van) de gemaakte kosten (artikelen 48-49 WPA of wet op het politieambt). Een dergelijke fout komt echter (gelukkig maar) zelden voor. Dit laatste komt gelukkig niet vaak voor.

DO 2006200709676

DO 2006200709676

Question no 1208 de M. Philippe Collard du 31 janvier 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1208 van de heer Philippe Collard van 31 januari 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Effectifs de police. — Retraite. — Recrutement.

Politiepersoneel. — Pensioen. — Indienstneming.

Une étude a récemment révélé qu’un problème de vieillissement commençait à menacer l’avenir des effectifs de police en Belgique.

Onlangs bleek uit een studie dat het Belgische politiekorps aan het vergrijzen is wat in de toekomst voor problemen kan zorgen.

En effet, un pourcentage important de policiers prendront leur retraite dans les prochaines années. Vu l’insuffisance du recrutement actuel, les responsables de l’étude en concluent qu’on arrivera à une pénurie de policiers dans les années 2010 et 2011.

Een aanzienlijk deel van de politieagenten zou immers tijdens de komende jaren met pensioen gaan. Vermits er momenteel te weinig personeel wordt aangeworven, besluiten de onderzoekers dat in 2010 en 2011 een tekort aan politiepersoneel zal ontstaan.

Envisagez-vous de prendre des mesures concrètes pour prévenir cette situation inquiétante, notamment en mettant en œuvre un système plus performant de recrutement ?

Zal u concrete maatregelen nemen om die verontrustende toestand te voorkomen, met name door een doeltreffender aanwervingssysteem aan te wenden ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32209

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1208 de M. Philippe Collard du 31 janvier 2007 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1208 van de heer Philippe Collard van 31 januari 2007 (Fr.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Les services de police sont effectivement confrontés à un problème de veillissement des membres du personnel. En effet, nombre de ces membres atteindront bientoˆt l’aˆge de la pension en raison du fait qu’ils ont été engagés dans les années septante. Le problème de déficit résulte également des départs motivés pour diverses raisons (décès, démission volontaire, etc.).

De politiediensten worden inderdaad geconfronteerd met een verouderingsprobleem van de personeelsleden. Gelet op hun aanwerving in de jaren zeventig zullen tal van hen binnen afzienbare tijd de pensioenleeftijd bereiken. Het probleem van het personeelstekort is tevens te wijten aan personeelsleden die om andere redenen de politiediensten verlaten (overlijden, vrijwillig ontslag, enzovoort).

Afin d’avoir une meilleure vue sur les effectifs des membres du personnel et de pouvoir planifier les recrutements, un plan de recrutement a été établi. L’analyse de ce plan combinée à l’analyse de la pyramide des aˆges fait apparaıˆtre qu’il faudrait engager 1 150 membres du cadre de base par an.

Teneinde een duidelijk zicht te hebben op het personeelsbestand en om de aanwervingen te kunnen plannen, werd er een rekruteringsplan opgesteld. Uit de analyse van dat plan gekoppeld aan de analyse van de leeftijdspyramide blijkt dat er jaarlijks 1 150 basiskaderleden dienen te worden aangeworven.

La comparaison entre ce plan de recrutement et l’évolution des effectifs de la police (membres du cadre opérationnel et membres du cadre administratif et logistique) démontre que le déficit actuel de membres du personnel policier va disparaıˆtre en 2007 et certainement en 2008 graˆce à 2 204 engagements en 2006 et à un objectif de 2000 nouveaux membres du personnel ou plus en 2007.

De vergelijking van dit rekruteringsplan met de evolutie van het personeelsbestand binnen de politie (leden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader) toont aan dat het huidig tekort aan politiepersoneel in 2007 en zeker en vast in 2008 zal verdwijnen ingevolge 2 204 aanwervingen in 2006 en een objectief van 2000 of meer nieuwe personeelsleden in 2007.

Enfin, je tiens à souligner que la direction du recrutement et de la sélection de la police fédérale a développé un plan d’action complémentaire afin d’améliorer le recrutement. Ce plan est élaboré autour de trois axes : les actions à entreprendre à l’égard des candidats, celles vis-à-vis du processus et enfin celles relatives aux commissions de sélection.

Tot slot wil ik er nog op wijzen dat de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie een bijkomend actieplan heeft ontwikkeld om de rekrutering te verbeteren. Dat plan werd uitgewerkt rond drie assen : de acties te ondernemen naar de kandidaten toe, deze naar de procedure toe en ten slotte die naar de selectiecommissies toe.

Il appert donc que le déficit en membres du personnel pourra être évité et que tous les efforts sont fournis afin de recruter les meilleurs candidats.

Uit het voorgaande blijkt dus dat het tekort aan personeelsleden zal kunnen worden vermeden en dat alle inspanningen worden geleverd om de beste kandidaten te rekruteren.

DO 2006200709742

DO 2006200709742

Question no 1214 de M. Stijn Bex du 9 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1214 van de heer Stijn Bex van 9 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Accidents impliquant des véhicules de police.

Ongevallen met politievoertuigen.

Selon une émission de la télévision néerlandaise, le risque, pour un agent, de perdre la vie dans un accident de la route est beaucoup plus élevé que le risque de mourir des suites d’un acte de violence. Sur les 150 agents néerlandais morts après la Seconde Guerre

Volgens een Nederlandse televisie-uitzending is de kans dat een agent in het verkeer om het leven komt veel groter dan de kans dat hij sterft door geweld. Van de 150 Nederlandse agenten die na de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen, stierf 80 % door een ver-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32210

mondiale, 80 % sont décédés dans un accident de la circulation. En réponse à ma question no 340 du 16 aouˆt 2004, vous m’avez communiqué le nombre d’accidents ayant impliqué des véhicules de police en 2002 et 2003 (Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 54, p. 8307). Vous avez fourni les chiffres pour 2004 en réponse à une question du 12 avril 2006 de M. Casaer (question no 758 du 3 novembre 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 117, p. 22654).

keersongeval. Op mijn eerdere vraag nr. 340 van 16 augustus 2004 gaf u mij de cijfers van het aantal ongevallen met politievoertuigen in 2002 en 2003 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 54, blz. 8307). De cijfers voor 2004 antwoordde u op 12 april 2006 aan de heer Casaer (vraag nr. 758 van 3 november 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 117, blz. 22654).

Je voudrais vous poser les questions suivantes dans le but de connaıˆtre l’évolution ultérieure du nombre d’accidents ayant impliqué des véhicules de police dans notre pays.

Met volgende vragen had ik graag zicht gekregen op de verdere evolutie van het aantal ongevallen met politievoertuigen in ons land.

1. Combien d’accidents ayant impliqué des véhicules de police ont été recensés en 2005 et 2006 ?

1. In hoeveel ongevallen waren er in 2005 en 2006 politievoertuigen betrokken ?

2. a) Combien de ces accidents ont fait des victimes ?

2. a) Hoeveel daarvan waren met slachtoffers ?

b) Combien de victimes a-t-on dénombré ?

b) Over hoeveel slachtoffers gaat het ?

3. Dans combien de cas s’agissait-il de véhicules prioritaires (des véhicules dont le gyrophare et la sirène étaient enclenchés) ?

3. In hoeveel gevallen ging het om prioritaire voertuigen (voertuigen waarvan het zwaailicht en het geluidstoestel in werking waren) ?

4. Pouvez-vous estimer les couˆts générés par les dommages occasionnés à ces véhicules ainsi que le nombre de jours d’indisponibilité des agents concernés ?

4. Kan u een raming geven van de kosten veroorzaakt door de schade aan deze voertuigen, alsook het aantal dagen onbeschikbaarheid van de agenten in kwestie ?

5. Quel est le résultat de l’évaluation de la formation de base que vous évoquiez dans votre réponse à ma question précédente, à savoir la question no 340 du 16 aouˆt 2004 ?

5. Wat was het resultaat van de evaluatie van de basisopleiding die u aanhaalt in uw antwoord op mijn eerdere vraag nr. 340 van 16 augustus 2004 ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 avril 2007, à la question no 1214 de M. Stijn Bex du 9 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 1214 van de heer Stijn Bex van 9 februari 2007 (N.) :



Les chiffres repris ci-après portent sur le nombre d’accidents de la route ayant impliqué des membres du personnel de la police fédérale dans l’exercice de leur service durant la période 2005 à 2006. Il s’agit d’accidents de la route de toutes natures : des « banales » collisions aux accidents pendant des missions prioritaires, en passant par des poursuites et des collisions volontaires. Tous les moyens de transport ont été pris en considération : bicyclettes, motocyclettes, véhicules automobiles, poids lourds, bus, véhicules blindés et arroseuses. En outre, les accidents de la circulation subis lors de missions exécutées à pied ont également été repris dans les chiffres. Tous les blessés, quelle que soit la gravité des blessures, ont été inclus dans les chiffres. Des données chiffrées pour les membres du personnel de la police locale ne sont pas disponibles dans mon département.

De hiernavolgende gegevens betreffen het aantal verkeersongevallen voor de periode 2005-2006 waarin personeelsleden van de federale politie tijdens de uitoefening van de dienst betrokken waren. Het betreft verkeersongevallen van alle aard : van « banale » aanrijdingen tot ongevallen tijdens prioritaire opdrachten, achtervolgingen en opzettelijke aanrijdingen. Elk vervoermiddel werd in aanmerking genomen : fietsen, motors, personenwagens, vrachtwagens, bussen, gepantserde voertuigen en waterkanonnen. Daarnaast werden ook de ongevallen in het verkeer tijdens opdrachten die te voet werden uitgevoerd in de cijfers opgenomen. Ook alle gewonden, hoe miniem de verwondingen ook waren, werden in deze cijfers weergegeven. Cijfergegevens voor de personeelsleden van de lokale politie zijn op mijn departement niet beschikbaar.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32211

Les chiffres ont été basés sur le fichier de données du Service Contentieux de la police fédérale de mon département. Ce service est chargé de couvrir la responsabilité civile des membres du personnel de la police fédérale. Il agit également en qualité d’assureur des véhicules de la police fédérale conformément à l’article 10. de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs (en néerlandais : la loi WAM).

De cijfers werden gebaseerd op het gegevensbestand van de dienst geschillen federale politie van mijn departement. Deze dienst is ermee belast de burgerlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden van de federale politie te dekken. Deze dienst treedt eveneens op als eigen verzekeraar van de voertuigen van de federale politie overeenkomstig artikel 10 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (de zogenaamde WAM-wet).

En 2005, 404 accidents de la route impliquant des membres du personnel de la police fédérale se sont produits. Cette année-là, 44 membres du personnel ont été blessés lors de ces accidents de voitures, de même 22 autres citoyens. On a déploré un mort. Il s’agit d’un jeune cycliste de 15 ans qui est décédé à Rochefort.

In 2005 deden er zich 404 verkeersongevallen voor waarbij personeelsleden van de federale politie betrokken waren. In dat jaar werden er bij die verkeersongevallen onder de personeelsleden 44 gewonden geteld. Daarnaast werden 22 andere burgers verwond. Er viel één dode te betreuren. Het betrof een jonge fietser van 15 die in Rochefort omkwam.

Dans 193 cas, le véhicule de service concerné a été considéré comme étant en tort; dans 166 cas, c’était la partie adverse. Dans les 45 autres occurrences, on a conclu soit à une responsabilité partagée, soit les responsabilités n’ont pas (encore) été déterminées.

In 193 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 166 gevallen was het de tegenpartij. In de 45 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden.

Dans cette dernière catégorie, nous avons également comptabilisé les responsabilités dénuées de faute. Ainsi, les proches du cycliste décédé ont été indemnisés sur la base de l’article 29bis de la loi relative à l’assurance obligatoire en matière de véhicules automoteurs (usager faible).

Bij deze laatste categorie worden ook de zuiver foutloze aansprakelijkheden gerekend. Zo werden de nabestaanden van de overleden fietser vergoed op basis van artikel 29bis van de WAM-wet (zwakke weggebruiker).

Un véhicule prioritaire a été impliqué dans 16 de ces accidents. Pour la réponse à cette question, il convient d’entendre par « véhicule prioritaire » un véhicule dont le gyrophare et la sirène fonctionnaient de sorte que l’on a pu constater que le conducteur était chargé d’une mission urgente et que des règles de priorité spécifiques étaient applicables.

In 16 van die ongevallen was een prioritair voertuig betrokken. Onder « prioritaire voertuigen » verstaan we voor het beantwoorden van deze vraag voertuigen waarvan het zwaailicht en het geluidstoestel in werking waren. Er kon dus worden vastgesteld dat ze met een dringende opdracht belast waren en er bijzondere voorrangsregels golden.

En 2006, le nombre d’accidents de la route impliquant des membres du personnel de la police fédérale a diminué à 319. Cette année-là, parmi les membres du personnel, 27 blessés ont été enregistrès, et 10 parmi les parties adverses.

In 2006 verminderde het aantal verkeersongevallen waarbij personeelsleden van de federale politie betrokken waren tot 319. In dat jaar werden er bij die ongevallen onder de personeelsleden 27 gewonden geregistreerd en 10 bij de tegenpartijen.

Dans 147 cas, le véhicule concerné a été considéré comme étant en tort; dans 115 cas, la partie adverse. Dans les 51 autres occurrences, il était soit question d’une responsabilité partagée, soit les responsabilités n’ont pas (encore) été fixées.

In 147 gevallen werd het betrokken dienstvoertuig in fout gesteld; in 115 gevallen was het de tegenpartij. In de 57 andere gevallen was er sprake van een gedeelde aansprakelijkheid of konden de aansprakelijkheden (nog) niet vastgesteld worden.

Dans 18 de ces accidents, un véhicule prioritaire a été impliqué.

In 18 van die ongevallen was een prioritair voertuig betrokken.

Les membres du personnel de la police fédérale courent par définition un risque accru d’accidents de la route dans l’exercice du service. C’est inhérent à leur fonction puisque ils sont d’une part des utilisateurs fréquents de la route et d’autre part ils sont amenés, dans certains cas, à prendre des risques qu’un usager

De personeelsleden van de federale politie lopen hoe dan ook een verhoogd risico op verkeersongevallen bij de uitoefening van de dienst. Dit is inherent aan hun functie. Enerzijds begeven zij zich omwille van het vervullen van hun politietaken veelvuldig in het verkeer, anderzijds noodzaakt de aard van hun


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32212

« normal » de la voie publique n’estime pas nécessaire de prendre. Malgré ces facteurs de risque plus élevés, il n’y a toutefois aucune raison de considérer que les membres du personnel de la police fédérale sont plus souvent impliqués dans des accidents de la route que les autres conducteurs. Il convient même de constater que, dans de nombreux cas d’accidents de la route, la partie adverse est responsable. Le chiffre total est néanmoins trop faible pour pouvoir tirer des conclusions statistiques scientifiquement correctes.

opdrachten hen in bepaalde gevallen tot het nemen van risico’s die een « normale » weggebruiker niet geacht wordt te nemen. Ondanks die verhoogde risicofactoren zijn er evenwel geen redenen om aan te nemen dat de personeelsleden van de federale politie meer dan andere bestuurders betrokken zijn bij verkeersongevallen. Er kan zelfs worden vastgesteld dat voor heel wat van die verkeersongevallen de tegenpartij aansprakelijk is. Het totale cijfertal is echter te klein om er wetenschappelijk correcte statistische conclusies uit te trekken.

Je souhaite ici encore attirer l’attention sur le fait que chaque fois que des fonctionnaires de police sont impliqués dans un accident mettant en cause leur responsabilité, leur responsabilité est évaluée. Si leur responsabilité est mise en cause, ils peuvent se voir attribuer une faute légère présentant un caractère habituel. En cas de faute lourde ou de faute légère présentant un caractère habituel, il se peut qu’on réclame (une partie) de l’indemnité au membre du personnel et ce, en vertu de l’article 48 de la loi sur la fonction de police. Une faute de cette nature ne se produit heureusement pas souvent.

Ik zou hierbij nog willen aanstippen dat telkens wanneer een personeelslid van de federale politie in een aansprakelijkheidsincident betrokken is, zijn persoonlijke verantwoordelijkheid wordt gee¨valueerd. Indien zijn aansprakelijkheid betrokken wordt geacht, dan kan hem een lichte niet gewoonlijk voorkomende fout worden opgelegd. In geval van een lichte gewoonlijk voorkomende fout of in geval van zware fout, kan overeenkomstig artikel 48 van de wet op het politieambt zelfs (een deel van) de uitgekeerde schadevergoeding van het personeelslid worden teruggevorderd. Dit laatste komt gelukkig niet vaak voor.

En ce qui concerne le résultat de l’évaluation de la formation de base, je peux communiquer les données suivantes.

Wat betreft het resultaat van de evaluatie van de basisopleiding kan ik volgende gegevens meedelen.

La base légale figure dans l’arrêté royal du 20 novembre 2001 relatif aux formations de base des membres du personnel du cadre opérationnel des services de police et portant diverses dispositions transitoires, ainsi que dans l’arrêté ministériel du 24 octobre 2002 portant règlement général des études relatif aux formations de base des membres du personnel du ` l’issue de cadre opérationnel des services de police. A l’évaluation, les adaptations générales suivantes ont été apportées à la formation de base :

De wettelijke basis is terug te vinden in het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationele kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen, alsook in het ministerieel besluit van 24 oktober 2002 houdende het algemene studiereglement betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationele kader van de politiediensten. Na de evaluatie werden volgende algemene aanpassingen aan de basisopleiding doorgevoerd :

— « Linéarité des modules;

— Lineariteit van de modules;

— Suppression de l’examen intermédiaire;

— Afschaffing van het tussentijdse examen;

— La combinaison de la formation de base pour l’agent et l’inspecteur;

— Het combineren van de basisopleiding voor agent en inspecteur;

— Au niveau de l’arrêté royal, plus aucune distinction n’est opérée entre les modules linéaire et transversal, mais bien en ce qui concerne le programme;

— Op het niveau van het koninklijk besluit wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen lineaire en transversale modules, wel op het niveau programma;

— L’arrêté royal ne prévoit plus d’heures minimales ou maximales pour les catégories de la formation;

— Op het niveau van het koninklijk besluit worden geen minimum- of maximumuren meer vastgesteld voor onderdelen van de opleiding;

— L’arrêté ministériel prévoit toutefois des heures minimales et la direction de la formation se voit attribuer la compétence de fixer des heures concrètes pour les modules, applicables dans toutes les écoles de police;

— Op het niveau van het ministerieel besluit worden wel degelijk minima voorzien en de directie van de opleiding krijgt de bevoegdheid om de concrete uren te bepalen voor de modules, uitvoerbaar door alle politiescholen;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32213

— Le nombre total d’heures pour la formation de base de chaque niveau est fixé au niveau minimal dans l’arrêté royal afin d’assouplir le programme par le biais de l’arrêté ministériel portant le règlement général des études;

— Het totale aantal uren voor de basisopleiding van ieder niveau wordt in het koninklijk besluit op het minimum niveau vastgesteld om soepelheid in het programma toe te laten via het ministerieel besluit algemeen studiereglement;

— Possibilité d’écarter un aspirant avant la fin de la formation;

— Mogelijkheid tot verwijdering van een aspirant voor het einde van de opleiding;

— Les profils et les programmes de la formation de base de l’agent auxiliaire et de l’inspecteur : les programmes initiaux de ces formations de base ont été regroupés afin d’assurer la continuité d’une formation à l’autre.

— Profielen en programma’s voor de basisopleiding hulpagent en inspecteur : de oorspronkelijke programma’s van deze basisopleidingen werden samengevoegd zodat er continuı¨teit bestaat van de ene opleiding naar de andere.

En ce qui concerne le cours « se déplacer avec un véhicule prioritaire de manière sûre et rapide », le nouveau programme a réduit le nombre d’heures consacrées aux agents auxiliaires de 7 à 4 heures. Dans le programme de la formation de base pour les inspecteurs de la police, cette formation n’est plus prévue. En outre, les écoles sont un peu plus libres de déterminer les heures concrètes en fonction des moyens dont elles peuvent disposer ou du soutien dont elles peuvent bénéficier.

Wat betreft de cursus « Zich met een prioritair voertuig verplaatsen op een veilige en vlotte manier » werd in het nieuwe programma het aantal lesuren dat hieraan voor hulpagenten wordt gespendeerd verminderd van minimum 7 uren naar 4 uren. In het programma van de basisopleiding voor inspecteurs van politie wordt deze opleiding niet meer voorzien. Bovendien zijn de scholen iets vrijer in het bepalen van de concrete uren in functie van de middelen waarover zij kunnen beschikken of de steun waarop zij beroep kunnen doen.

DO 2006200709814

DO 2006200709814

Question no 1222 de M. Guido De Padt du 22 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1222 van de heer Guido De Padt van 22 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Faux agents.

Valse agenten.

Les personnes qui sont confrontées à un agent, se posent rarement la question de savoir si celui-ci a réellement la qualité d’agent et obéissent souvent aveuglément aux ordres donnés. Cette confiance aveugle dans les personnes portant un uniforme amène parfois des individus mal intentionnés à revêtir un uniforme de police afin de pouvoir commettre plus facilement leurs crimes.

Mensen die geconfronteerd worden met een agent, stellen zich zelden de vraag of die persoon wel echt agent is. Vaak worden de bevelen blindelings nagevolgd. Dit blindelings vertrouwen in het uniform zorgt er soms voor dat malafide individuen het politieuniform aantrekken om zo gemakkelijker hun misdaden te plegen.

1. Combien de « faux agents » ont été recensés en Belgique — par province — en 2004, 2005 et 2006 ?

1. Hoeveel « valse agenten » werden in Belgie¨ — per provincie — gesignaleerd in 2004, 2005 en 2006 ?

2. Combien d’entre eux ont été arrêtés ultérieurement ?

2. Hoeveel werden hiervan naderhand ingerekend ?

3. Comment ces faux agents se sont-ils procurés leurs « uniformes » ?

3. Hoe kwamen deze valse agenten aan hun « uniform » ?

4. Quelles mesures sont prises afin d’arrêter ces faux agents ou de faciliter l’identification des vrais agents ?

4. Welke maatregelen worden getroffen om de valse agenten te vatten of om de echte agenten beter kenbaar te maken ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32214

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1222 de M. Guido De Padt du 22 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1222 van de heer Guido De Padt van 22 februari 2007 (N.) :



1. Des informations qui me sont transmises par les services compétents de la police fédérale il ressort que la lutte contre le phénomène des « faux agents » ne fait ` pas partie des priorités du plan national de sécurité. A défaut d’un balisage bien précis du phénomène, il est impossible de retirer de la banque nationale des données policières, des chiffres bien concrets concernant les faits commis par des « faux policiers ». Les faits et les auteurs peuvent être saisis sous des formes différentes dans la banque nationale des données policières, de telle façon à ce qu’il est actuellement impossible de donner des chiffres exacts, tant en ce qui concerne les faits, que les auteurs. Même l’interrogation de l’ensemble des zones de police ne donnera pas de chiffres concrets étant donné la différence des critères de saisie d’une zone de police à l’autre.

1. Uit de informatie die mij werd overgemaakt door de bevoegde diensten van de federale politie, blijkt dat de bestrijding van het fenomeen « nepagenten » niet als prioriteit is opgenomen in het nationaal veiligheidsplan. Bij gebrek aan een sluitende afbakening van het fenomeen is het dus onmogelijk het juiste aantal feiten gepleegd door « valse agenten » uit de nationale politionele gegevensbank te distilleren. De feiten en daders kunnen op verschillende mannieren worden gevat in de gegevensbank, zodat het momenteel onmogelijk is juiste cijfers te verstrekken, zowel met betrekking tot het aantal feiten, als tot het aantal daders. Zelfs de bevraging van de gezamenlijke politiezones zal geen concrete cijfers opleveren, aangezien de vattingscriteria kunnen verschillen van de ene politiezone tegen de andere.

2. Voir réponse à la question 1.

2. Zie antwoord op vraag 1.

3. Dans la plupart des cas, les « faux agents » ne portent pas de vrais uniformes de police. Le plus souvent il sont porteur de vêtements qui ont une forte ressemblance, soit un pantalon et un pull bleu — foncés. Parfois ils sont également porteur d’un képi pourvu d’une reproduction d’emblème de police. De plus, certains auteurs agissent tout simplement en tenue bourgeoise et font usage d’une fausse carte de service. La plupart du temps, les victimes sont des personnes d’un certain aˆge, dont la confiance est abusée par les auteurs.

3. In de meeste gevallen gebruiken de « valse agenten » geen echte uniformen. Ze dragen meestal een kledij die de schijn wekt van een politie-uniform, dus een donkerblauwe broek en trui. Soms ook een pet met een nagemaakt embleem van de politie. Bovendien zijn er ook daders die geen drager zijn van namaakkledij. Zij handelen gewoon in burger en maken gebruik van een nagemaakte dienstkaart. De slachtoffers zijn meestal oudere mensen wiens vertrouwen door de daders wordt misbruikt.

4. La direction générale pour la Politique de Prévention et de Sécurité du Service public fédéral de L’intérieur a lancé depuis l’année dernière une campagne de prévention et de sensibilisation en rapport avec les vols par ruse. Pour les seniors une fiche reprenant une série de conseils est disponible. Cette fiche est distribuée via les fédérations de secours et de soins à domicile, ainsi que par les conseillers en techno — prévention de services de police locale. Les fiches de prévention peuvent également être consultées via le website. Dans la plupart des zones de police, des actions de prévention et de sensibilisation en la matière sont menées.

4. De algemene directie voor Preventie- en Veiligheidsbeleid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is vorig jaar gestart met een preventie- en sensibilisringscampagne met betrekking tot de dienfstallen met list. Voor de senioren is een fiche met raadgevingen beschikbaar. Deze fiche wordt verspreid via de hulp- en thuisverzorgingsfederaties, evenals door de technopreventie adviseurs van de lokale politiediensten. Deze preventiefiches kunnen eveneens geraadpleegd worden via de website. In de meeste politiezones worden bovendien informatie- en sensibiliseringsacties gevoerd met betrekking tot dit fenomeen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32215

DO 2006200709825

DO 2006200709825

Question no 1225 de Mme Ingrid Meeus du 26 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1225 van mevrouw Ingrid Meeus van 26 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

SPF. — Logiciels libres et standards ouverts.

FOD. — Open source software en open standaarden.

La police française opte de plus en plus clairement pour les logiciels libres. Depuis plusieurs années déjà, le Ministère français de l’Intérieur vise la diversité technologique et l’harmonisation des architectures des systèmes d’exploitation. Depuis 2006, la Gendarmerie française a entamé une migration vers le navigateur Internet Firefox et le service de messagerie Thunderbird. Le but est qu’à l’avenir les citoyens puissent faire leurs déclarations par Internet et il convient pour cela d’utiliser des navigateurs qui supportent le standard WC3. Le navigateur Firefox offre l’avantage supplémentaire de fonctionner aussi bien sous Microsoft, que Mac OS X ou Linux. Cette évolution vers une plus grande indépendance des plates-formes est non seulement synonyme d’importantes économies de couˆts mais a également un effet positif sur la sécurité interne et facilite les échanges avec d’autres services publics. L’implémentation de la nouvelle version d’Ic@re, écrite en langage Java, a également été lancée. Cette version a été développée en interne en vue de l’automatisation de 500 procédures administratives. Microsoft Office a déjà été remplacé par OpenOffice.org, ce qui représente une économie annuelle de 2 millions d’euros pour la police française. Celle-ci étudie encore la possibilité d’utiliser Linux comme système d’exploitation.

De Franse politie kiest steeds duidelijker voor open source software. Het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken streeft al enkele jaren naar technologische diversiteit en een harmonieuze systeemarchitectuur. Sinds 2006 is de Franse Gendarmerie begonnen aan de overstap naar internetbrowser Firefox en de open source e-mail client Thunderbird. Het idee is dat burgers in de toekomst via het internet aangifte kunnen doen en dit dient te gebeuren via browsers die de WC3- standaard ondersteunen. De Firefox-browser heeft als bijkomend voordeel dat het even goed werkt onder Microsoft, Mac OS X of Linux. Deze omschakeling naar meer platformonafhankelijkheid betekent niet enkel een serieuze kostenbesparing, het komt ook de interne veiligheid ten goede en werkt beter met andere overheidsdiensten. Tevens start men met de uitrol van de nieuwe versie van Ic@re, geschreven in Java. Deze laatste werd intern ontwikkeld om 500 administratieve procedures te automatiseren. Eerder werd Microsoft Office ingeruild voor OpenOffice.org, wat de Franse politie een jaarlijkse besparing oplevert van 2 miljoen euro. de mogelijkheid om Linux als besturingssysteem in te zetten voor de Franse politie wordt nog onderzocht.

1. Comment, le SPF Intérieur étudie-t-il les possibilités d’utilisation de solutions informatiques alternatives comme des logiciels libres et des standards ouverts ?

1. Op welke wijze onderzoekt de FOD Binnenlandse Zaken de mogelijkheden tot inzet van alternatieven zoals open source en open standaarden ?

2. a) La police fédérale belge s’oriente-t-elle vers l’utilisation de logiciels libres ?

2. a) Migreert de Belgische federale politie thans naar het gebruik van openbronsoftware ?

b) Dans l’affirmative, quels logiciels libres ont-ils déjà été implémentés et leur utilisation montre-t-elle des différences par rapport à la politique générale d’utilisation de logiciels libres menée au sein du SPF Intérieur ?

b) Zo ja, welke open source alternatieven werden reeds geı¨mplementeerd en tonen deze verschillen met het algemeen open source beleid binnen de FOD Binnenlandse Zaken ?

3. a) Dans quelle mesure est-il tenu compte de l’évaluation positive de la police française ?

3. a) In welke mate wordt rekening gehouden met de positieve evaluatie door de Franse politie ?

b) Quelles raisons pourraient-elles être invoquées pour ne pas nécessairement suivre l’exemple français ?

b) Welke redenen kunnen aangehaald worden om bepaalde open source introducties uit dit Franse voorbeeld niet te volgen ?

4. Quels sont les standards ouverts et les logiciels libres utilisés pour le point de contact pour les déposi-

4. Welke open standaarden en openbronsoftware worden gebruikt bij het online aangiftepunt bij politie


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32216

tions en ligne à la police et le point de contact en ligne eCops pour signaler des délits commis sur ou via l’internet ?

en het online meldpunt voor internetmisdrijven eCops ?

5. a) Est-il prévu de faire du système d’exploitation Linux le système d’exploitation standard ?

5. a) Zijn er plannen om het Linux besturingssysteem in te voeren als standaard ?

b) Dans l’affirmative, quelles seront les actions entreprises dans ce cadre ?

b) Zo ja, welke acties zullen er ondernomen worden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1225 de Mme Ingrid Meeus du 26 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1225 van mevrouw Ingrid Meeus van 26 februari 2007 (N.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1. Depuis des armées, le département de l’Intérieur est un ardent défenseur du principe de l’utilisation de Standards Ouverts et de Protocoles Ouverts.

1. Het departement Binnenlandse Zaken is sinds jaren een voorvechter van het principe van het gebruik van Open Standaarden en Open Protocollen.

Toute application achetée et/ou développée fait des lors usage de Standards Ouverts et de Protocoles Ouverts pour l’échange de données, lorsque c’est possible.

Elke toepassing die wordt aangekocht en/of ontwikkeld maakt dan ook gebruik van Open Standaarden en Open Protollen voor gegevensuitwisseling, wanneer dit mogelijk is.

Il y a trois ans, le département a fait réaliser une étude sur le TCO (Total Cost of Ownership) de son infrastructure (serveurs et clients). Dans ce cadre, on a également calculé le TCO dans l’hypothèse où des logiciels ouverts seraient utilisés sur cette même infrastructure.

Het departement heeft een drietal jaar terug een studie laten uitvoeren naar de TCO (Total Cost of Ownership) van zijn infrastructuur (servers en clients). Daarbij is ook een berekening gebeurd van de TCO van de hypothese dat op dezelfde infrastructuur open software zou gebruikt worden.

L’étude a démontré que pour le département de l’Intérieur, l’implémentation de logiciels ouverts entraıˆnerait un important surcoût. E´tant donné que la maıˆtrise des coûts représente un objectif primaire, l’utilisation de logiciels ouverts au sein du département n’est dès lors pas justifiable.

De studie heeft uitgewezen dat voor het departement Binnenlandse Zaken de implementatie van open software een substantie¨le meerkost zou betekenen.

2. a) La police migre une partie de son architecture vers des produits open source.

2. a) De politie migreert een gedeelte van haar systeembestanden naar open source omgeving.

b) La Police Fédérale implémente le système d’exploitation LINUX Redhat Enterprise pour des serveurs de bases de données. Un peu moins de 100 serveurs travaillent sous LINUX Redhat, ce nombre passera à plus de 350 pour la fin 2007. Non seulement tous les serveurs de bases de données mais également les serveurs messagerie et les serveurs de fichiers vont migrer vers cette plateforme.

b) De federale politie implementeert het exploitatiesysteem LINUX Redhat Enterprise voor databaseservers. Iets minder dan 100 servers werken onder LINUX Redhat, dit getal zal 350 bereiken tegen einde 2007. Niet enkel alle databaseservers, maar ook de servers voor het berichtenverkeer en voor de registraties zullen migreren naar dit platform.

Un serveur de fichier LINUX-SAMBA est en test à la ZP Bruxelles Midi et le projet Messagerie police est en développement sur la base de LINUX.

Een registratieserver LINUX-SAMBA draait in test in de PZ Brussel Zuid en het project politieberichtenverkeer is in ontwikkeling op LINUX basis.

Cette stratégie open source se fait en étroite collaboration avec Fedict.

Deze open source strategie heeft plaats in nauwe samenwerking met Fedict.

3. a) La police n’a pas attendu l’expérience française

3. a) De politie heeft niet gewacht op Frankrijk om zich


2006

Gezien kostenbeheersing een primaire doelstellingen is, is het derhalve niet motiveerbaar om open software te gebruiken binnen het departement.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32217

pour se lancer dans cette voie; néanmoins on se voit confirmé dans les orientations open source choisies. La police fédérale développe un système de messagerie et de calendrier open source et ce au profit de toute la police. Ce projet est totalement orienté open source puisque les serveurs travailleront sous LINUX Redhat, les outils de communication sont Sent Mail/Cyrus et Mozzillia Thunderbird pour le client mail. Le coût de la mise à disposition de la solution mail et calendering se limitera à l’achat de serveurs, sans aucun frais pour les licences. b) L’environnement technique de la police française est différent de notre structure. Faire des comparaisons est dès lors difficile. Leur expérience de l’open source est positive, tout comme la noˆtre, ce qui est rassurant. 4. Deux projets sont concernés par cette question : eLocket et eCops. En ce qui concerne eLocket (portail d’entrée du citoyen) l’application visible (front end) est développé par Fedict et utilise leur standards. Le back end est fourni par la police et fonctionne sur un serveur LINUX Redhat. eCops fonctionne en partie seulement sur des logiciels basés sur open source, notamment la communication entre le SPF Economie et la police fédérale programmée en JAVA. Le choix pour ces produits open source a été fait par Dolmen qui a développé ce logiciel à la demande du SPF Economie. 5. a) La police travaille déjà avec LINUX comme système d’exploitation serveur, à terme tous les serveurs seront équipés de cet OS. Les postes de travail (PC et portables) resteront en Windows XP. Lorsque Windows XP arrivera en fin de vie, on étudiera l’impact pour LINUX au niveau des postes de travail. b) Le plus important est d’établir un plan d’action afin de garantir le même niveau d’efficience au niveau des configurations standards, c’est à dire la composante technique et applicative. Cette étude devra tenir compte de l’aspect appui où une équipe de spécialistes open source devra être constituée afin de fournir l’expertise nécessaire.

op dit pad te begeven; niettemin is dit de bevestiging van de keuze van de open-orie¨ntatie. De federale politie ontwikkelt een berichtenverkeer en een agenda open source ten behoeve van de ganse politie. Dit project is totaal open source-georie¨nteerd daar de servers onder LINUX Redhat draaien, de communicatietools zijn Sent Mail/Cyrus en Mozillia Thunderbird voor client mail. De kosten voor de ter beschikkingstelling van de mail en agenda beperken zich tot de aanschaf van servers, voor licenties is niets te voorzien. b) De technische omgeving van de Franse politie verschilt van die van ons. Vergelijken wordt dan blijkbaar moeilijk. De Franse ervaring met open source is positief evenals de onze, wat geruststellend is. 4. Deze vraag heeft betrekking op twee projecten : eLocket en eCops. Wat eLocket (toegangsportaal voor de burger) betreft, is het zichtbare deel (front end) van de toepassing ontwikkeld door Fedict en gebruikt hun standaarden. Back end wordt aangeleverd door de politie en draait op een LINUX Redhat server. eCops draait gedeeltelijk op open sourcesoftwareprogramma’s, namelijk de verbinding tussen de FOD Economie en de federale politie is geprogrammeerd in JAVA. De keuze van het open source product ligt bij Dolmen die deze software ontwikkeld heeft op vraag van de FOD Economie. 5. a) De politie werkt al met LINUX als serverexploitatiesysteem, op termijn wordt deze OS geı¨nstalleerd op alle servers. De werkposten (PC en draagbare) blijven Windows XP. Wanneer Windows XP op einde cyclus komt, zullen wij de impact voor LINUX bestuderen op het niveau van de werkposten. b) Het voornaamste is het opmaken van een actieplan dat eenzelfde niveau van efficie¨ntie garandeert op het vlak van standaardconfiguraties, te weten het onderdeel techniek en het onderdeel toepassingen. Deze studie moet rekening houden met het aspect ondersteuning waar een ploeg open source specialisten zal moeten samengesteld worden ten ein de de nodige expertise te verwerven.

DO 2006200709376

DO 2006200709376

Question no 1226 de M. Jo Vandeurzen du 26 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Hoˆpitaux. — Identification des patients. — Registre national. — Numéro d’identification. Dans sa délibération du 26 juillet 2006, (RR no 20/ 2006) la Commission pour la protection de la vie

Vraag nr. 1226 van de heer Jo Vandeurzen van 26 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Ziekenhuizen. — Identificatie patie¨nten. — Rijksregister. — Identificatienummer. In een beraadslaging (RR nr. 20/2006) van 26 juli 2006 van de Commissie voor de bescherming van de


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32218

privée autorise le Centre Hospitalier Universitaire de Liège à utiliser le numéro d’identification du Registre national afin de pouvoir identifier de manière univoque le patient dans le cadre d’un dossier médical électronique et des relations avec des tiers.

persoonlijke levenssfeer wordt aan het Centre Hospitalier Universitaire de Liège de toelating gegeven om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken om een patie¨nt eenduidig te kunnen identificeren in een elektronisch medisch dossier en in de relaties met derden.

1. a) Cette information est-elle exacte ?

1. a) Is dit correct ?

b) Quelles conditions sont assorties à cette utilisation ?

b) Wat zijn de randvoorwaarden die aan dit gebruik zijn verbonden ?

2. Est-il exact que d’autres hoˆpitaux peuvent utiliser ce numéro d’identification sous les mêmes conditions ?

2. Is het juist dat andere ziekenhuizen dit identificatienummer onder dezelfde voorwaarden kunnen benutten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1226 de M. Jo Vandeurzen du 26 février 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1226 van de heer Jo Vandeurzen van 26 februari 2007 (N.) :



1. a) Dans sa délibération no 20/2006 du 26 juillet 2006, la Commission de la protection de la vie privée a en effet autorisé le « Centre hospitalier universitaire de Liège » à avoir accès aux informations du Registre national et à utiliser le numéro d’identification du Registre national en vue du dossier médical électronique.

1. a) Bij beraadslaging nr. 20/2006 van 26 juli 2006 van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer werd het « Centre Hospitalier universitaire de Liège » inderdaad gemachtigd om toegang te verkrijgen tot de informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op het elektronisch medisch dossier.

b) Les conditions assorties à l’utilisation du numéro d’identification du Registre national ont été explicitement fixées par la Commission dans la délibération susmentionnée.

b) De randvoorwaarden verbonden aan het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister werden door de Commissie uitdrukkelijk vastgelegd in voornoemde beraadslaging.

Le numéro d’identification ne peut pas être utilisé en interne comme clé primaire dans les banques de données.

Zo mag het identificatienummer niet intern gebruikt worden als primaire sleutel in de gegevensbanken.

Le numéro d’identification peut être exclusivement utilisé dans des relations avec des tiers qui ont également été autorisés à utiliser le numéro, et dans la mesure où ceci est conforme aux finalités pour lesquelles ils ont été autorisés.

Het identificatienummer mag uitsluitend gebruikt worden in relaties met derden die eveneens gemachtigd zijn om het nummer te gebruiken, en voor zover dit in overeenstemming is met de doeleinden waarvoor zij gemachtigd zijn.

Une autre garantie consiste à ce que le numéro d’identification ne puisse être enregistré dans la banque de données qu’en langage chiffré (codé).

Een andere waarborg bestaat erin dat het identificatienummer uitsluitend gecodeerd mag worden opgeslagen in de gegevensbank.

2. L’utilisation du numéro d’identification du Registre national a été spécifiquement accordée au demandeur en vue de garantir une identification correcte du patient, ceci impliquant notamment qu’il doive régulièrement actualiser la banque de données reprenant les fiches signalétiques des patients.

2. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister werd aan de aanvrager specifiek toegestaan met het oog op een correcte identificatie van de patie¨nten, onder meer door een regelmatige actualisering van de gegevensbank, houdende de signalementskaarten van de patie¨nten, van de aanvrager.

L’utilisation du numéro d’identification du Registre national par les autres hoˆpitaux est également soumise

Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister door andere ziekenhuizen is eveneens


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32219

à l’autorisation préalable de la Commission de la protection de la vie privée.

onderworpen aan de voorafgaande machtiging door de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

DO 2006200709924

DO 2006200709924

Question no 1233 de Mme Nancy Caslo du 12 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1233 van mevrouw Nancy Caslo van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Police d’Anvers. — Recrutements.

Antwerpse politie. — Aanwervingen.

La police procéderait au recrutement d’au moins deux mille agents dans le courant de l’année, tant au niveau de la police locale qu’au niveau de la police fédérale. Mille cent cinquante postes d’inspecteurs et au moins sept cents postes parmi le personnel civil seraient ainsi à pourvoir.

De politie zou dit jaar minstens tweeduizend nieuwe personeelsleden aanwerven. Het gaat zowel om functies bij de federale als de lokale politie. Duizendhonderdvijftig vacatures staan open voor inspecteurs en minstens zevenhonderd voor burgerpersoneel.

Nous avons récemment appris que la police d’Anvers compte se charger elle-même du recrutement et de la formation de ses agents, alors que sous le régime actuel, cette mission est confiée à et financée par la police fédérale.

Recentelijk vernamen we dat de Antwerpse politie zelf haar agenten gaat aanwerven en opleiden. Dit in tegenstelling tot de huidige regeling waar het de federale politie was die dit deed en betaalde.

1. L’école de police provinciale intervient-elle au niveau de ces recrutements ?

1. Wordt de provinciale politieschool hierbij betrokken ?

2. a) Qui finance cette opération de recrutement ?

2. a) Wie betaalt deze rekrutering ?

b) Le recrutement se fera-t-il par le biais de l’école de police d’Anvers ?

b) Gebeurt de rekrutering via de Antwerpse politieschool ?

3. D’autres zones de police peuvent-elles avoir recours à la même procédure pour faire face à une pénurie de personnel ?

3. Kunnen ook andere politiezones gebruik maken van de werkwijze die de stad Antwerpen gaat toepassen om tekorten op te vullen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1233 de Mme Nancy Caslo du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1233 van mevrouw Nancy Caslo van 12 maart 2007 (N.) :

Vous visez deux nouvelles mesures ayant trait aux zones de police présentant un déficit en personnel, en comparaison avec la norme minimale.

U doelt op twee nieuwe maatregelen die betrekking hebben op de politiezones die een tekort vertonen aan personeel in vergelijking met de minimum personeelsnorm.

La première mesure permet à ces zones d’attirer, prioritairement pour leur zone, des lauréats de la formation de base des écoles de police. L’aspirant opte déjà pendant sa formation, pour la zone déficitaire en question et après avoir terminé ses études, il part immédiatement vers cette zone de police sans passage obligatoire à la police fédérale et ce quelle que soit l’école de police où il a suivi cette formation de base.

De eerste maatregel laat die zones toe om geslaagden van de basisopleiding van de politiescholen bij voorrang voor hun zone aan te trekken. Het komt erop neer dat de aspirant tijdens zijn opleiding reeds kiest voor de betrokken deficitaire zone en na zijn afstuderen onmiddellijk naar die politiezone kan vertrekken zonder verplichte passage in de federale politie. Het is daarbij om het even aan welke politieschool die basisopleiding werd gevolgd.

Dans ce cas, les frais de formation restent à charge de la police fédérale.

In dit geval blijven de opleidingskosten ten laste van de federale politie.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32220

Nous avons déjà appliqué cette mesure avec succès dans la Région de Bruxelles-Capitale.

Deze maatregel hebben we reeds met succes toegepast in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Graˆce à une deuxième mesure, une telle zone déficitaire peut demander au service de recrutement fédéral un recrutement spécifique pour cette zone. Ceci n’est permis que lorsqu’il est certain que la zone ne réussit pas, graˆce aux règles de mobilité normales, tant sur la base de sélection que sur la base de l’ancienneté, de remplir son cadre. Ce recrutement supplémentaire est assorti d’une campagne de recrutement dans la région concernée.

Een tweede maatregel is dat dergelijke deficitaire zone aan de federale rekruteringsdienst een werving kan vragen specifiek voor deze zone. Dat mag enkel als vaststaat dat de zone er volgens de gewone mobiliteitsregels, zowel op basis van selectie als op basis van ancienniteit, niet in slaagt haar kaders op te vullen. Deze bijkomene werving gaat gepaard met een wervingscampagne in de betrokken regio.

Le nouveau policier (homme/femme) sait donc, avant sa formation, à quel corps de police locale il/elle va appartenir mais il/elle doit s’engager à y rester pendant un certain temps. Cette période est à déterminer de commun accord mais doit, au moins, comporter 6 ans.

De nieuwe politieman of -vrouw weet dus nog voó´r zijn opleiding tot welk lokaal politiekorps hij/zij gaat behoren, maar hij/zij moet zich wel engageren om daar dan een zekere tijd te blijven. Die termijn is te bepalen in onderlinge afspraak maar moet minstens 6 jaar bedragen.

Dans ce cas, les frais de formation sont à charge de la zone.

In dit geval zijn de opleidingskosten ten laste van de zone.

Le recrutement s’effectue donc toujours, même dans ces deux cas spéciaux, par le service de recrutement de la police fédérale. Ce n’est donc pas la zone même qui recrute directement et ce n’est pas non plus l’école de police qui a la régie.

De recrutering gebeurt dus steeds, ook in die beide speciale gevallen, door de rekruteringsdienst van de federale politie. Het is dus niet de zone zelf die rechtstreeks aanwerft en het is ook niet de politieschool die de regie voert.

Toutes les zones n’atteignant pas la norme minimale, peuvent faire usage de ces possibilités. Ce sont des zones qui ont un problème structurel de recrutement. Mais il s’agit seulement d’atteindre la norme minimale de leur zone. Au-delà, les règles normales sont d’application.

Alle zones die de minimale norm niet halen kunnen van deze mogelijkheden gebruik maken. Dit zijn zones die structureel een probleem hebben om te werven. Maar het gaat enkel om het behalen van de minimale norm van hun zone. Daarboven gelden weer de gewone regels.

DO 2006200709934

DO 2006200709934

Question no 1234 de M. Luc Goutry du 12 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1234 van de heer Luc Goutry van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services de police. — Prises de sang. — Médecins généralistes de garde.

Politiediensten. — Bloedafnames. — Huisartsen van wacht.

En cas de controˆles d’alcoolémie, d’accidents de roulage ou d’arrestations, les services de police demandent souvent à des médecins généralistes de garde de procéder à une prise de sang. De semblables sollicitations policières perturbent toutefois régulièrement les services de garde.

In het kader van bloedafnames die zowel bij geplande alcoholcontroles als bij ongevallen of aanhoudingen dienen te gebeuren, doen de politiediensten meestal een beroep op een huisarts van wacht. Dit geeft evenwel geregeld aanleiding tot het verstoren van de wachtdiensten.

En outre, le montant de l’indemnité que les médecins perçoivent pour ce type d’intervention n’est pas proportionnel à l’effort fourni et aux responsabilités qu’elle implique. Il s’avère par ailleurs que le paiement de ces prestations se fait généralement attendre très longtemps. Il arrive également que les médecins géné-

Bovendien staat de verloning van zo’n prestaties niet in een billijke verhouding tot de inspanning en verantwoordelijkheid. Bovendien blijkt ook nog dat de betalingen voor deze prestaties doorgaans erg lang op zich laten wachten. Het gebeurt evenzo dat huisartsen van wacht opgevorderd worden voor bepaalde op-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32221

ralistes de garde soient réquisitionnés pour certaines missions, telles que l’administration de soins médicaux à des personnes arrêtées temporairement.

drachten, zoals onder meer de medische verzorging van een tijdelijk aangehoudene.

1. Confirmez-vous qu’il est difficile pour les médecins généralistes de garde de remplir de telles missions ? 2. Eˆtes-vous conscient du fait que ces missions risquent effectivement de perturber les services de garde ? 3. Eˆtes-vous disposé à revoir le montant dérisoire de l’indemnité afin de le revaloriser ?

1. Bevestigt u de moeilijkheid van zo’n opdrachten voor huisartsen van wacht ?

4. Avez-vous l’intention de soumettre ces missions à une évaluation en collaboration avec les représentants syndicaux des médecins généralistes ?

4. Overweegt u om deze opdrachten te laten evalueren in samenwerking met de syndicale vertegenwoordigers van de huisartsen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1234 de M. Luc Goutry du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1234 van de heer Luc Goutry van 12 maart 2007 (N.) :

1 et 2. Les questions 1 et 2 relèvent de la compétence de mon collègue, le ministre de Santé publique. (Question no 969 du 27 avril 2007.)

1 en 2. Vragen 1 en 2 behoren tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Volksgezondheid. (Vraag nr. 969 van 27 april 2007.)

3. La question 3 relève de la compétence de ma collègue, le ministre de la Justice. (Question no 1288 du 27 avril 2007.)

3. Vraag 3 behoort tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Justitie. (Vraag nr. 1288 van 27 april 2007.)

4. La question 4 relève de la compétence de mon collègue, le ministre de Santé Publique.

4. Vraag 4 behoort tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Volksgezondheid.

DO 2006200709984

DO 2006200709984

Question no 1238 de Mme Muriel Gerkens du 16 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Suivi de l’arrêt du Conseil d’E´tat cassant l’arrêté royal qui instituait la zone de police Basse-Meuse.

Vraag nr. 1238 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Le 26 février 2007, nous apprenions que le Conseil d’E´tat avait cassé l’arrêté royal dans sa partie relative à la zone de police Basse-Meuse, suite à une plainte introduite par la commune d’Oupeye en 2000.

Op 26 februari 2007 hebben we vernomen dat de Raad van State na een klacht van de gemeente Oupeye in 2000 de bepalingen van het koninklijk besluit met betrekking tot de politiezone Basse-Meuse vernietigd had.

La commune d’Oupeye estimait que la zone était trop grande et qu’il y avait de trop grandes différences entre les communes extrêmes géographiquement. Le Conseil d’E´tat a d’autant plus facilement rejoint la position de la commune d’Oupeye que les communes concernées auraient duˆ être consultées et que ce ne fut pas le cas.

Volgens de gemeente Oupeye was die zone te uitgestrekt en hadden de gemeenten die het verst van elkaar verwijderd liggen, te weinig met elkaar gemeen. Een bijkomend argument voor de Raad van State om het standpunt van de gemeente Oupeye bij te treden was de vaststelling dat de betrokken gemeenten in strijd met de regelgeving niet geraadpleegd waren.

Cependant, cette plainte date de 2000 et entre-temps la zone de police s’est mise en place et fonctionne

Die klacht dateert echter van 2000. Ondertussen is de politiezone ingevoerd en functioneert ze effectief,


2006

2. Heeft u er weet van dat er een reeël risico bestaat dat hierdoor de wachtdienst kan verstoord worden ? 3. Bent u bereid de povere verloning te laten herbekijken zodat ze kan gerevaloriseerd worden ?

Toekomst van de politiezone Basse-Meuse na de gedeeltelijke vernietiging van het oprichtingsbesluit door de Raad van State.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32222

même s’ils ont bien du mal à nommer de manière définitive le chef de zone. Mais il s’agit d’un autre dossier.

ook al zijn er moeilijkheden in verband met de vaste benoeming van de zonechef. Maar dat is een ander dossier.

1. Comment envisagez-vous assurer le suivi de cet arrêt du Conseil d’E´tat avec les communes concernées ?

1. Hoe zal u samen met de betrokken gemeenten dat arrest van de Raad van State opvolgen ?

2. Sera-ce possible de garantir une réponse et une sécurité juridique à cette zone ou aux zones qui seraient définies à la place de l’existante avant les élections ?

2. Zal men de huidige zone of de zones die de huidige zullen vervangen nog voó´r de verkiezingen een antwoord en rechtszekerheid kunnen bieden ?

3. Si non, quelle garantie de fonctionnement et de continuité des services publics pouvez-vous conclure avec les communes ?

3. Zoniet, hoe zal u de gemeenten waarborgen dat de werking en de continuı¨teit van de openbare dienstverlening verzekerd zijn ?

4. Ce territoire compte la prison de Lantin et le centre de Paifve qui exigent une charge de travail importante compensée en partie par des subventions supplémentaires. Ces dispositions peuvent-elles continuer le temps de redéfinir la zone de police en collaboration avec les communes ?

4. In die zone zijn de gevangenis van Lantin en het centrum van Paifve gevestigd. Die aanwezigheid zorgt voor extra werk dat gedeeltelijk opgevangen wordt door de subsidies die bijkomend worden toegekend. Blijft die regeling gelden zolang er met de gemeenten over een hertekening van de politiezone wordt onderhandeld ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 avril 2007, à la question no 1238 de Mme Muriel Gerkens du 16 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 1238 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 maart 2007 (Fr.) :

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

L’arrêté royal du 27 mars 2007 portant modification de l’arrêté royal du 28 avril 2000 déterminant la délimitation du territoire de la province de Liège en zones de police a été publié le 30 mars 2007 au Moniteur belge.

Het koninklijk besluit van 27 maart 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Luik in politiezones werd op 30 maart 2007 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Cet arrêté royal rétablit la zone de police « BasseMeuse » (Bassenge, Blégny, Dalhem, Juprelle, Oupeye, Visé) dans sa forme initiale.

Dit koninklijk besluit herstelt de politiezone « BasseMeuse » (Bitsingen, Blégny, Dalhem, Juprelle, Oupeye, Wezet) in haar oorspronkelijke vorm.

DO 2006200709986

DO 2006200709986

Question no 1239 de M. Hagen Goyvaerts du 16 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1239 van de heer Hagen Goyvaerts van 16 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

AFCN. — Utilisation du fonds d’insolvabilité de l’ONDRAF pour l’élimination de sources de radioactivité. ` la suite d’une décision du Conseil des ministres du A 17 février 2006, un accord financier a été conclu entre l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) et l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF) en vue de l’élimination et du traitement des sources radioactives orphelines.

FANC. — Gebruik van het insolvabiliteitsfonds van het NIRAS voor de verwijdering van radioactieve bronnen.


2006

Door een beslissing van de Ministerraad van 17 februari 2006 is er een financie¨le regeling uitgewerkt tussen het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en de Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen (NIRAS) voor de verwijdering en verwerking van radioactieve weesbronnen. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32223

` combien de reprises l’AFCN a-t-elle déjà fait 1. A usage de cet accord ?

1. Hoeveel keer heeft het FANC reeds gebruik gemaakt van deze regeling ?

2. Quel est, à ce jour, le couˆt total des interventions menées dans le cadre de cet accord ?

2. Wat waren de totale kosten die daaraan verbonden waren ?

3. Pouvez-vous me fournir un aperçu détaillé des cas d’élimination de sources de radioactivité depuis la concrétisation de l’accord entre l’AFCN et l’ONDRAF ?

3. Kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de verschillende gevallen van verwijderingen sinds de concretisering van de afspraak tussen het FANC en de NIRAS ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 avril 2007, à la question no 1239 de M. Hagen Goyvaerts du 16 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 1239 van de heer Hagen Goyvaerts van 16 maart 2007 (N.) :

1. La décision du Conseil des ministres du 17 février 2006 portait sur l’instauration d’un régime financier pour les sources radioactives orphelines dites « scellées » et s’inscrivait dans le cadre de la transposition d’une directive européenne régissant ces sources orphelines. Le nouveau texte de l’article 15 de l’arrêté royal du 30 mars 1981 déterminant les missions et fixant les modalités de fonctionnement de l’Organisme public de gestion des déchets radioactifs et des matières fissiles a formalisé ce régime qui est entré en vigueur graˆce à l’arrêté royal du 2 juin 2006 (Moniteur belge du 4 juillet 2006). Entretemps, sur proposition de l’AFCN et de l’ONDRAF, le Conseil des ministres du 30 mars 2007 a étendu ce régime aux sources non scellées.

1. De beslissing van de Ministerraad van 17 februari 2006 had betrekking op een financie¨le regeling voor zogenaamde’ingekapselde’radioactieve weesbronnen en kaderde in de omzetting van een Europese richtlijn voor zulke weesbronnen. De regeling werd geformaliseerd in de nieuwe tekst van artikel 15 van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de openbare instelling voor het beheer van radioactief afval en splijtstoffen, die tot stand is gekomen via het koninklijk besluit van 2 juni 2006 (Belgisch Staatsblad van 4 juli 2006). De ministerraad van 30 maart 2007 heeft deze regeling inmiddels uitgebreid tot de nietingekapselde bronnen, op voorstel van het FANC en NIRAS.

L’article 15 précité dispose que « toute source scellée, au sens de l’arrêté royal précité du 20 juillet 2001, déclarée comme orpheline et déchets et transmise à titre de déchets par l’Agence fédérale de Controˆle nucléaire à l’ONDRAF est prise en charge par le fonds d’insolvabilité ». Dans le cadre de l’application de ce régime, l’ONDRAF a besoin d’une déclaration écrite de l’AFCN selon laquelle la source découverte est en effet une source orpheline qui entre en ligne de compte ` pour être prise en charge par le fonds d’insolvabilité. A ce jour, l’AFCN a établi et envoyé à l’ONDRAF six déclarations de ce type, ce qui permettra de financer les frais inhérents à la prise en charge, au traitement et à l’élimination de ces sources en tant que déchets radioactifs.

Het vermelde artikel 15 bepaalt dat : « Elke ingekapselde bron, bedoeld in het voornoemde koninklijk besluit van 20 juli 2001, die tot weesbron en afval is verklaard, en als afval is overgedragen door het FANC aan NIRAS, wordt ten laste genomen worden door het insolvabiliteitsfonds ». In het kader van de toepassing van deze regeling heeft NIRAS een schriftelijke verklaring nodig vanwege het FANC dat de aangetroffen bron wel degelijk een weesbron is die in aanmerking komt voor een ten laste neming door het insolvabiliteitsfonds. Tot op heden heeft het FANC zes dergelijke verklaringen opgesteld en aan NIRAS overgemaakt, hetgeen de financiering zal toelaten van kosten verbonden aan de opname, verwerking en verwijdering van deze bronnen als radioactief afval.

2. L’Agence fédérale de Controˆle nucléaire ne dispose pas des informations financières relatives à la prise en charge, au traitement et à l’élimination de sources radioactives orphelines par l’ONDRAF. La réponse à cette question relève de la compétence du ministre de l’Eńergie en sa qualité de ministre de tutelle de l’ONDRAF.

2. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle beschikt niet over financie¨le informatie over de opname, verwerking en verwijdering door NIRAS van radioactieve weesbronnen. De beantwoording van deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van energie, als toezichthoudende minister van NIRAS.

3. L’honorable membre trouve ci-après un résumé des 6 cas susmentionnés.

3. Het geachte lid vindt hieronder een samenvatting van de 6 hoger vermelde gevallen.

Cas 1


Geval 1 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32224

Une source de radium-226 d’une activité de 641 kilobecquerels (kBq). Il s’agissait d’une boussole de marine. Les graduations étaient recouvertes d’une peinture au radium. Cette source a été trouvée en février 2006 dans le parc à containers de Beringen et prise en charge par les pompiers. Cas 2

Een bron met een activiteit van 641 kilobecquerel (kBq) radium-226. Het betreft een scheepskompas. De aanduidingen zijn bedekt met een radiumhoudende verf. Deze bron werd in februari 2006 aangetroffen op een containerpark te Beringen en werd door de brandweer in ontvangst genomen. Geval 2

Une source composée d’uranium-234 (30,6 megabecquerels), d’uranium-235 (1,5 megabecquerel) et d’uranium-238 (30,6 megabecquerels). Il s’agissait d’une tige métallique. Cette source a été trouvée dans le parc à containers de Kasterlee en octobre 2006. Cas 3

Een bron samengesteld uit uranium-234 (30,6 megabecquerel), uranium-235 (1,5 megabecquerel) en uranium-238 (30,6 megabecquerel). Het betreft een metalen staaf. Deze bron werd in oktober 2006 aangetroffen op een containerpark te Kasterlee. Geval 3

Une source de radium-226 de 2,9 megabecquerels. Il s’agissait d’un cadran métallique enfermé dans une enceinte en métal. Cette source a été trouvée chez APPAREC NV à Willebroek en novembre 2006. Cas 4

Een radium-226 bron van 2,9 megabecquerel. Het betreft een metalen wijzerplaat in een metalen omhulsel. Deze bron werd in november 2006 gevonden bij de NV APPAREC te Willebroek. Geval 4

Une source de radium-226 de 250 megabecquerels. Il s’agissait d’un système optique (catadioptre) recouvert de peinture luminescente. La source a été trouvée en juillet 2006 dans un chargement de BEP Environnement lors de sa prise en charge par la société Cometsambre, ferrailleur à Chaˆtelet. Cas 5

Een radium-226 bron van 250 megabecquerel. Het betrof een optisch systeem (reflector) bedekt met luminescente verf. De bron werd in juli 2006 aangetroffen in een lading van BEP Environnement, bij de ontvangst ervan door Cometsambre, een schroothandelaar te Chaˆtelet. Geval 5

Une source de radium-226 d’une activité de 355 megabecquerels. Il s’agissait d’une sorte de niveau, un tuyau transparent rempli de liquide et d’un objet noir cylindrique. Elle a été trouvée en novembre 2006 dans un parc à containers de Kortessem. Cas 6

Een radium-226 bron van 355 megabecquerel. Het betreft een soort waterpas, een doorzichtige buis gevuld met vloeistof en een zwart cilindervormig voorwerp in de buis. Zij werd aangetroffen in november 2006 op een containerpark te Kortessem. Geval 6

Une source de radium-226 de 5 kilobecquerels. Il s’agissait d’une plaque d’isomo. L’objet a été trouvé de la même façon qu’au cas précédent.

Een radium-226 bron van 5 kilobecquerel. Het betreft een isomo plaat. Het voorwerp werd op dezelfde wijze aangetroffen als in het vorige geval.

DO 2006200709988

DO 2006200709988

Question no 1241 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :


AFCN. — Radon. L’Organisation mondiale de la Santé (OMS) a déclaré la guerre au radon, gaz naturel radioactif venant du sous-sol et qui a tendance à s’accumuler dans les baˆtiments mal ventilés. Selon des chercheurs, l’inhalation de radon serait à l’origine de 20 000 cas mortels de cancer du poumon chaque année dans l’Union européenne, soit 9 % du nombre total de cas. Une attention particulière devrait être donnée aux écoles, crèches et hoˆpitaux.

FANC. — Radon. De Wereldgezondheidsorganisatie wil de strijd aanbinden tegen radon, een radioactief natuurlijk gas dat afkomstig is uit de ondergrond en de neiging heeft zich op te hopen in slecht geventileerde gebouwen. Wetenschappers stellen dat het inademen van radon in de Europese Unie elk jaar 20 000 sterfgevallen ten gevolge van longkanker veroorzaakt, hetzij 9 % van het totaal aantal gevallen. Daarbij zou bijzondere aandacht moeten uitgaan naar scholen, kinderdagverblijven en ziekenhuizen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32225

1. a) Quelles actions ont été entreprises par l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) en 2004, 2005 et 2006 ?

1. a) Welke acties heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) dienaangaande opgezet in 2004, 2005 et 2006 ?

b) Quels en ont été les résultats ?

b) Wat waren daarvan de resultaten ?

2. Quelles actions sont prévues par l’AFCN en 2007 ?

2. Welke acties heeft het FANC in 2007 gepland ?

3. a) Pourriez-vous communiquer si toutes les écoles, crèches et hoˆpitaux dans les régions concernées ont été controˆlées en matière de pollution par le radon ?

3. a) Kan u ons meedelen of alle scholen, kinderdagverblijven en ziekenhuizen in de betrokken gebieden op radonvervuiling werden gecontroleerd ?

b) Pouvez-vous confirmer qu’il n’y a, dans aucune école, crèche ou hoˆpital, de problèmes de pollution au radon ?

b) Kan u bevestigen dat er in geen enkele school, kinderdagverblijf of ziekenhuis een probleem van radonvervuiling is ?

4. Au cas ou` des problèmes de pollution au radon se posent dans des crèches, écoles ou hoˆpitaux, quelles sont les mesures qui ont été prises ?

4. In geval er in kinderdagverblijven, scholen of ziekenhuizen problemen van radonvervuiling zijn, welke maatregelen heeft men dan getroffen ?

5. De quel budget l’AFCN dispose-t-elle pour son « programme radon » (échantillons, controˆles, etc.) ?

5. Over welk budget beschikt het FANC voor zijn « radonprogramma » (monsternemingen, controles, enzovoort) ?

6. L’AFCN dispose-t-elle d’un budget pour financer l’assainissement de baˆtiments ?

6. Beschikt het FANC over een budget om de sanering van gebouwen te financieren ?



L’Agence fédérale de Controˆle nucléaire (AFCN) a comme mission légale de veiller à ce que la population et l’environnement soient protégés contre — entre autres — la présence des substances radioactives présentes dans l’environnement. L’Agence veille à ce que les expositions dues aux substances radioactives présentes naturellement soient limitées. Parmi celles-ci, il y a le gaz radon issu de la désintégration de l’uranium contenu dans la croûte terrestre. Les interventions de l’Agence dans le cadre de la prévention ou de la remédiation sont reprises dans le règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants (arrêté royal du 20 juillet 2001). Dans le cas d’une exposition durable au radon dans les habitations, l’article 72bis, troisième alinéa de ce règlement stipule :

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is door de wetgever belast met de controle op de aanwezigheid van radioactieve stoffen in het leefmilieu en met het toezicht op de doses die door de bevolking wordt opgelopen als gevolg van blootstelling eraan. Het betreft hier zowel kunstmatige als natuurlijke radioactieve stoffen, zoals radongas dat spontaan ontsnapt aan bodems en gesteenten die uraniumhoudend zijn. De tussenkomsten van het Agentschap bij het voorkomen of remedie¨ren van ongezonde situaties zijn nader omschreven in het Algemeen Reglement op de Bescherming van de Bevolking, de Werknemers en het Leefmilieu tegen de ioniserende straling (koninklijk besluit van 20 juli 2001). Wat betreft de langdurige blootstelling aan radon in woongebouwen is in het bijzonder het 3e lid van artikel 72bis van dit reglement van belang, dat als volgt luidt :

« Lorsque l’Agence a identifié une situation d’exposition durable, présente ou potentielle, résultant de la présence de gaz radon dans les habitations ou dans le sol, elle veille, en fonction du risque d’exposition :

« Wanneer het Agentschap een situatie van langdurige blootstelling, bestaande of potentie¨le, ten gevolge van de aanwezigheid van radon in woningen of in de bodem heeft geı¨dentificeerd, staat het in, in functie van het blootstellingsrisico, voor :

— à l’investigation des taux de radon dans le voisinage des habitations touchées et à la délimitation des zones concernées par une intervention;

— het onderzoek naar het gehalte aan radon in de omgeving van de betrokken woningen en voor de afbakening van de zones, waarbinnen de interventie dient plaats te grijpen;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32226

— à la coordination de la mise en œuvre de toute intervention appropriée, en concertation avec les niveaux de pouvoir concernés, y compris la réglementation de l’usage des terrains et de la construction des baˆtiments situés dans les zones délimitées. ».

— de coo¨rdinatie en de uitvoering van elke gepaste interventie, in overleg met de betrokken beleidsinstanties, de reglementering voor het gebruik van de terreinen en voor de constructie van de gebouwen gesitueerd in de afgebakende zones, inbegrepen ».

Les instances à impliquer dans cette coordination et cette concertation sont les autorités régionales, provinciales et locales qui sont conjointement responsables en matière d’urbanisation et de codes de construction, des habitations.

De beleidsinstanties die bij de beoogde coo¨rdinatie en overleg dienen betrokken te worden zijn de regionale, provinciale en lokale overheden die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de ruimtelijke ordening en de bouwvoorschriften van gebouwen bestemd voor bewoning.

1. a) Fin 2004, l’AFCN a mis au point un « plan d’action radon ». Ce plan avait pour but la réactivation des contacts avec les gouvernements régionaux et provinciaux, afin de sensibiliser les acteurs du baˆtiment et le public, et de s’assurer de leur coopération durable.

1. a) Eind 2004 heeft het Agentschap een actieplan « radon » ontwikkeld. Dit plan stelt een aantal doelstellingen voorop, waaronder het opnieuw op gang brengen van de contacten met de gewestelijke en provinciale overheden om het grote publiek en de lokale autoriteiten te sensibiliseren en om zich van hun medewerking te verzekeren.

En décembre 2004, l’AFCN a organisé, dans le cadre du programme européen ERRICCA-2, le 3ème Forum national sur le Radon à Spa. Le but de ce forum était d’informer le public et les professionnels du baˆtiment sur les dangers liés au radon, les aspects réglementaires, les mesures préventives dans le cas de nouveaux baˆtiments et les mesures correctives (remédiation) pour les baˆtiments existants.

In december 2004 organiseerde het FANC in het kader van het Europees ERRICCA-2 programma het 3e Nationaal Radon Forum te Spa. Dit forum had tot doel alle betrokken partijen (publiek, architecten, overheden, ...) te informeren over de gevaren van radon, en hen te informeren over de bestaande reglementering (ARBIS), radonmetingen, en mogelijke remedie¨ringstechnieken voor bestaande- en preventietechnieken voor nieuwe gebouwen.

Afin d’améliorer la qualité de l’information existante apportée par la campagne de mesure 1995-2000 sur la problématique du radon, l’Agence a organisé à partir de 2005 — dans le cadre de ce plan d’actions — des mesures complémentaires de qualité dans les habitations des zones à risque (pendant la saison automne — hiver), ainsi que des mesures de caractérisation du potentiel radon des sous-sols (période d’été) visant à mieux caractériser la répartition du radon en premier lieu dans les zones dites « à risques » (les arrondisse` ments de Bastogne, Neufchaˆteau et Verviers). A l’heure actuelle ces campagnes de mesure, qui servent à la localisation et au suivi, se poursuivent toujours et ceci avec l’aide des autorités provinciales de la province du Luxembourg et de son Service d’Analyse des Milieux Intérieurs (SAMI-Lux).

Met tot doel de bestaande radoninformatie, verzameld in de periode 1995-2000 kwalitatief te verbeteren, heeft het Agentschap eind 2005 — in het kader van het bovenvermelde radon-actieplan — bijkomende meetcampagnes georganiseerd in de risicozones, zowel voor radon in woningen (tijdens het herfst- en winterseizoen) als voor radon in de bodem (tijdens het zomerseizoen), teneinde een beter zicht te krijgen op de radondistributie in deze zogenaamde « risicozones » (in de arrondissementen Bastogne, Neufchaˆteau en Verviers). Deze meetcampagnes, zowel voor opsporing als voor opvolging, worden nog steeds voortgezet en verlopen in samenwerking met de provinciale instanties van de Provincie Luxemburg en haar Service d’Analyse des Milieux Intérieurs (SAMI-Lux).

Ces campagnes de mesures sont organisées par commune. Lors d’une soirée d’informations, on incite le public et les autorités locales à effectuer des mesures du radon dans les écoles, crèches ou établissements de soins. Le nombre d’organismes participant est limité.

De meetcampagnes worden per gemeente georganiseerd. Tijdens een algemene informatieavond wordt de bevolking en de gemeentelijke overheid aangespoord radonmetingen te verrichten, in casu in scholen, kinderdagverblijven en verzorgingsinstellingen. Het aantal deelnemende instellingen is beperkt.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32227

b) En 2005, des campagnes radon ont été menées dans les communes suivantes (y compris des campagnes de mesures de gaz dans le sol) : — dans la province du Luxembourg :

b) In 2005 werden in de volgende gemeenten radoncampagnes uitgevoerd (meetcampagnes naar bodemgassen inbegrepen) : — in de provincie Luxemburg :

Libin, Houffalize, Sainte-Ode, Neufchaˆteau; — dans la province de Liège :

Libin, Houffalize, Sainte-Ode, Neufchaˆteau; — in de provincie Luik :

Lierneux, Malmédy, Amel, Burg Reuland.

Lierneux, Malmédy, Amel, Burg Reuland.

Au total 2 351 mesures ont été exécutées dont 1 366 mesures de baˆtiments et 985 mesures de radon dans le sol.

In totaal werden 2 351 metingen uitgevoerd, waarvan 1 366 indoormetingen en 985 bodemgasmetingen.

En 2006, les communes suivantes de la province du Luxembourg ont fait l’objet d’une campagne de mesure du radon (mesures dans le sol et à l’intérieur) :

In 2006 werden radonmeetcampagnes uitgevoerd in de volgende gemeenten in de provincie Luxemburg (indoor- en bodemgas) :

Léglise, Bertrix, Daverdisse, La Roche, Paliseul, Libramont, St-Hubert et Neufchaˆteau.

Léglise, Bertrix, Daverdisse, La Roche, Paliseul, Libramont, St-Hubert en Neufchaˆteau.

Au total, 2 026 mesures ont été exécutées dont 1 073 mesures de baˆtiments et 953 mesures du radon dans le sol.

In totaal werden 2 026 metingen uitgevoerd, waarvan 1 073 indoormetingen en 953 bodemgasmetingen.

2. Début 2007, des campagnes de localisation ont été organisées dans les communes de Fauvillers, Vielsalm, Herbeumont et Bastogne. Des campagnes de mesures du radon dans le sol seront organisées dans les communes précitées pendant l’été. Quatre autres communes feront également l’objet d’une campagne de localisation en automne 2007. De plus, des campagnes de remédiation dans les quatre communes citées ci-avant sont prévues pour le début de l’automne.

2. Begin 2007 werden opsporingscampagnes georganiseerd in de gemeenten Fauvillers, Vielsalm, Herbeumont en Bastogne. Tijdens het zomerseizoen zullen in deze gemeenten tevens bodemgasmeetcampagnes worden georganiseerd. In het najaar 2007 zullen nog in vier andere risicogemeenten zulke opsporingscampagnes plaatsvinden. Parallel hiermee worden in de herfst remedie¨ringscampagnes georganiseerd in de gemeenten waarvoor de meetresultaten reeds voorhanden zijn.

Les nouvelles données (gaz dans le sol et dans les baˆtiments) serviront de base à la mise au point d’une cartographie détaillée des zones sensibles en matière de radon, qui clarifiera la répartition du radon au sein de ces communes. Sur la base de cette cartographie, des actions ciblées seront entamées fin 2007 à l’adresse des baˆtiments « publics » (lieux de travail, écoles, crèches et établissements de soins de santé) des zones à risques élevés. Ces actions seront menées en collaboration avec les responsables de ces lieux de travail et de ces établissements. Une approche standardisée et coordonnée sera développée.

De nieuwe gegevens (indoor- en bodemgas) vormen de basis voor een detailcartografie van de radongevoelige zones, dat een duidelijker beeld zal geven van de radonverdeling in deze gemeenten. Op basis hiervan zal vanaf het najaar 2007 begonnen worden met doelgerichte acties naar « openbare » gebouwen toe (werkplaatsen, scholen, kinderdagverblijven en zorginstellingen) in de hoge risicozones. Deze acties zullen in nauwe samenwerking verlopen met de beheerders van deze werkplaatsen en instellingen. Hiervoor zal een gecoo¨rdineerde en gestandaardiseerde aanpak uitgewerkt worden.

En se basant sur le plan d’actions radon de 2004 et sur les expériences de 2005-2006, certaines adaptations s’avèrent nécessaires afin de créer une démarche graduelle avec évaluations des différentes étapes et corrections. Cette démarche prévoit des actions à court, à moyen et à long terme. Le but final — la gestion et la maıˆtrise des risques liés au radon — peut être synthétisé comme suit :

Gebaseerd op het radonactiepian van 2004 en uitgaande van de ervaringen in de periode 2005-2006, dringt een graduele aanpak van de planning zich op met tussentijdse evaluaties en bijsturingen. Deze aanpak voorziet korte- middellange- en lange termijn acties. Het einddoel — het beheer en de beheersing van het radonrisico — kan als volgt worden gesynthetiseerd :

— prévention générale pour toute construction neuve (en Région wallonne);

— een algemene preventie voor nieuwbouw (in het Waalse Gewest);


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32228

— localisation et remédiation de tout baˆtiment ayant une concentration radon intérieure supérieure à 800 becquerel (Bq) par m3.

— de opsporing en remediering van alle gebouwen waar de indoor radonconcentratie hoger ligt dan 800 becquerel (Bq) per m3.

Les actions suivantes à court terme sont prévues (en 2007-2008) selon une approche différente pour les habitations et les lieux de travail :

De volgende acties zijn voorzien op korte termijn (in 2007-2008) rekening houdend met een verschillende aanpak voor woningen een werkplaatsen :

— L’élaboration d’une stratégie de communication destinée à informer la population et les autorités concernées des risques pour la santé inhérents à l’exposition au radon dans les habitations, les lieux de travail, les écoles, les crèches et les établissements de soins de santé. Cette stratégie est élaborée conjointement avec la Région wallonne;

— Het uitwerken van een communicatiestrategie om de bevolking en de betrokken overheden te informeren over de gezondheidsrisico’s die de blootstelling aan radon in woningen, op de werkvloer, in scholen/kinderdagverblijven en verzorgingsinstellingen met zich meebrengt. Deze strategie wordt in samenwerking met het Waalse Gewest uitgewerkt;

— L’information et la formation du personnel des différents SAMI impliqués dans l’action SAMI;

— Informatie en vorming van het personeel van de verschillende SAMI betrokken bij de radonactie;

— L’élaboration d’un guide méthodologique destiné aux intervenants SAMI pour la prise en charge des aspects sanitaires des demandes concernant l’exposition au radon (une mise à jour du guide méthodologique qui existe en province du Luxembourg);

— De uitwerking van een methodologisch naslagwerk voor de betrokkenen van SAMI, in verband met de aanpak van de gezondheidsaspecten gebonden aan radonblootstelling. (een bijwerking van de bestaande methodologie voor de provincie Luxemburg.);

— Les démarches nécessaires permettant la mise sur pied et l’implémentation de mesures préventives dans les codes et/ou les réglementations en matière de nouvelles constructions. D’après les dernières informations cette démarche sera prise en charge par la direction générale de l’Aménagement du territoire, du Logement et du Patrimoine (DGALP);

— De nodige stappen voor een verdere uitwerking van de implementatie van preventiemaatregelen in de bouwcodes en/of reglementeringen voor de nieuwbouw. Volgens de laatste informatie zal deze aanpak worden uitgewerkt door de direction générale de l’Aménagement du territoire, du Logement et du Patrimoine (DGALP);

— L’information et la formation des professionnels du secteur du baˆtiment (construction/rénovation) et du personnel des services techniques des provinces concernées en vue de favoriser la disponibilité de l’expertise technique en matière de prévention et de remédiation face au radon. Cette formation doit être organisée en collaboration avec la DGALP (Région wallonne) et le Centre Scientifique et Technique de la Construction (CSTC);

— Informatie en vorming van de professionelen uit de bouwsector (constructie/renovatie) en het personeel van de technische diensten van de betrokken provincies. Dit moet de beschikbaarheid van technische expertise in verband met radonremedie¨ring en -preventie verhogen. Deze vorming dient in samenwerking te gebeuren met de DGALP (Waals Gewest) en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB);

— L’information des autorités concernées sur les aspects légaux liés au radon sur les lieux de travail. Cette démarche pourrait se faire conjointement avec la direction générale de l’Ećonomie et de l’Emploi (DGEE) de la Région wallonne;

— Informatie naar de betrokken overheden over de wettelijke aspecten in verband met radon in werkplaatsen. Dit dient in samenspraak te gebeuren met de direction générale de l’Ećonomie et de l’Emploi (DGEE) van het Waalse Gewest.

— L’intégration de la remédiation contre le radon dans une approche plus globale relative à d’autres problèmes sanitaires liés à la qualité de l’air au sein des habitations. Cette démarche doit se faire en concertation avec la direction générale de l’action sociale et de la santé (DGASS) de la Région wallonne;

Een integratie van radon-remedie¨ring in de aanpak van andere gezondheidsproblemen gebonden aan indoor luchtkwaliteit. Dit gebeurt in samenspraak met het direction générale de l’action sociale et de la santé (DGASS) van het Waalse Gewest.

— L’élaboration d’une base de données radon centralisée, gérée par l’AFCN, et la mise sur pied de la cartographie radon.

— De uitwerking van een gecentraliseerde radon gegevensbank, beheerd door het FANC, en van een detailcartografie.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32229

3. a) Pendant les campagnes radon des années 19952000, des mesures ont été effectuées dans les écoles des communes sensibles au radon. Dans le cas d’un taux trop élevé, les écoles concernées ont fait l’objet d’une action de remédiation. Comme mentionné plus haut, l’ensemble des écoles, crèches et établissements de soins des communes sensibles fera l’objet d’une campagne ciblée fin 2007. Dans le cadre des campagnes radon actuelles (entamées en 2005) menées au sein des communes affectées l’échantillonnage de ces établissements se fait sur la base de volontaire. Dans chacune des communes participantes, une ou plusieurs écoles ont fait l’objet d’un échantillonnage radon.

3. a) Tijdens de radoncampagnes van de jaren 19952000 werden metingen uitgevoerd in verschillende scholen in de radongevoelige gemeenten. In geval van te hoge waarden werd een remediering uitgevoerd. Zoals hoger aangehaald vormen de scholen, kinderdagverblijven en verzorgingsinstellingen in de radongevoelige gemeenten het doel van een gericht campagne voor eind 2007. In het kader van de huidige radoncampagnes (sinds 2005) in de getroffen gemeenten worden deze instellingen op vrijwillige basis bemonsterd op radon. In elk van de deelnemende gemeente werden een of meerdere scholen bemonsterd op radon.

3. b) Il est actuellement impossible de confirmer l’absence de toute concentration radon trop élevée dans les écoles, crèches ou établissements de soins des communes sensibles puisque des actions ciblées seront organisées fin 2007. Aucun taux trop élevé n’a été relevé dans les écoles qui ont participé aux campagnes radon. Les écoles qui présentaient une concentration radon trop élevée lors des campagnes précédentes ont depuis lors fait l’objet d’une action de remédiation.

b) Het is tot op heden niet mogelijk om de afwezigheid van te hoge radonconcentraties te bevestigen voor alle scholen, kinderdagverblijven en zorginstellingen in de radongevoelige gemeenten, aangezien gerichte acties hiervoor gepland zijn tegen eind 2007. In geen van de scholen die tot nu toe deelnamen aan de radoncampagnes werd een te hoge radonwaarde vastgesteld. De scholen die tijdens vorige campagnes een te hoog radongehalte hadden werden inmiddels geremedieerd.

4. Dès que le résultat de(s) mesure(s) indique des concentrations de radon entre 400 Bq/m3 et 800 Bq/ m3, les responsables en sont avertis. Des mesures simples sont proposées par l’AFCN afin de réduire le taux radon. Après mise en œuvre de ces mesures, des mesures de controˆle sont exécutées afin de confirmer l’efficacité de ces mesures de remédiation. Dans les cas où les 800 Bq/m3 sont dépassés, des actions de remédiation plus draconiennes et plus onéreuses doivent être envisagées. Ce fut le cas, par exemple, à Amel (école) et à Thuin (crèche).

4. Van zodra de meetresultaten een radonconcentratie aangeven gelegen tussen 400 en 800 Bq/m3 worden de verantwoordelijken ingelicht. Het FANC stelt in zo’n geval eenvoudige maatregelen voor om de radonconcentratie terug te dringen. Nadat deze maatregelen zijn toegepast, worden controlemetingen uitgevoerd die de doeltreffendheid van de remedie¨ring moeten bevestigen. Indien de radonconcentratie hoger ligt dan 800 Bq/m3, worden meer ingrijpende en kostelijke remedie¨ringsacties ondernomen. Dit was bijvoorbeeld het geval in Amel (school) en in Thuin (kinderdagverblijf).

5. L’AFCN ne dispose pas d’un financement externe pour les prestations exécutées dans le cadre des campagnes radon. L’Agence est financée par les redevances payées par les établissements classés. Pour toute prestation qui ne peut être attribuée à un redevable bien précis (comme c’est le cas pour les campagnes radon), l’Agence ne dispose d’aucun revenu.

5. Het FANC beschikt niet over een externe financiering voor de prestaties die het levert in het kader van de radon campagne. Het Agentschap wordt gefinancierd door retributies die betaald worden door vergunningsplichtigen. Voor alle prestaties die niet toewijsbaar zijn aan een welbepaalde retributieplichtige, waaronder deze voor de radon campagne, beschikt het Agentschap niet over inkomsten.

Néanmoins, l’AFCN a prévu un certain montant dans son budget annuel afin de pouvoir remplir sa mission légale dans le, cadre de la campagne radon : pour l’année 2007 ce budget est de 164 keuros. Ce montant ne couvre que les campagnes de mesures du radon dans le sol et dans les habitations. La mise à disposition de détecteurs radon aux habitants ayant participé à la campagne communale de localisation n’est couverte que quand le résultat dépasse les 400 Bq/m3 (et à condition que les habitants s’inscrivent à une réunion d’information sur la remédiation). Tous

Desondanks heeft het FANC in haar jaarlijkse begroting een bedrag voorzien om haar wettelijke opdrachten in het kader van de radoncampagne te kunnen uitvoeren : voor het jaar 2007 gaat het om 164 keuro. Hiermee worden de meetcampagnes gefinancierd in de bodem en in de woningen. De radon detectietoestelletjes die ter beschikking worden gesteld van de bewoners die deelnemen aan de gemeentelijke opsporingscampagnes worden slechts ten laste genomen op voorwaarde dat het meetresultaat de 400 Bq/m3 overschrijdt (en op voorwaarde dat de bewoners zich


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32230

les autres frais et prestations de l’AFCN liés aux campagnes radon ne sont pas compris dans ce montant.

inschrijven voor een informatievergadering voor verdere remediering). Alle andere kosten en prestaties van het Agentschap in het kader van de radoncampagne, zijn niet in dit bedrag begrepen.

6. L’Agence ne dispose pas de ressources financières afin d’intervenir dans les coûts de remédiation. A` ce moment, tous les travaux d’aménagement effectués sur un baˆtiment sont à charge du propriétaire. Pour les habitations, ces investissements peuvent être relativement importants. Par conséquent, il est difficile de convaincre les propriétaires d’assainir leurs habitations contre un risque d’origine naturel non détectable par le sens humain. Au-delà d’un certain taux radon, une intervention financière des autorités pourrait se justifier au vu du risque que représente une concentra` cet égard, tion radon trop élevée pour la population. A l’AFCN a déjà lancé plusieurs initiatives afin de convaincre les autorités régionales de l’utilité et de la légitimité de ces interventions adaptées aux besoins.

6. Het Agentschap beschikt niet over geldmiddelen om tussen te komen in de eigenlijke remedie¨ringskosten. Op dit ogenblik moeten de aanpassingswerken die aan het gebouw worden uitgevoerd, betaald worden door de eigenaar. Voor woningen kunnen de investeringskosten relatief hoog oplopen. Dit maakt het extra moeilijk om de eigenaars ervan te overtuigen hun woning te laten saneren, tegen een risico dat voortspruit uit een volkomen natuurlijk verschijnsel en dat zintuiglijk niet waarneembaar is. Gezien het risico dat een verhoogd radongehalte voor de bevolking kan stellen, zou een tussenkomst vanwege de overheid boven een bepaalde concentratie verantwoord kunnen zijn. Het FANC heeft reeds initiatieven genomen om de regionale overheden te overtuigen van het nut en de billijkheid van zulke tussenkomsten, aangepast aan de noden.

DO 2006200709992

DO 2006200709992



Statut du garde champêtre.

Statuut van de veldwachter.

Le garde champêtre particulier est un officier de la police judiciaire qui dispose de compétences policières limitées. Il est tenu de veiller au respect des lois en vigueur, et à la détection des délits dans les limites du territoire pour lequel il a été assermenté. L’arrêté royal du 8 janvier 2006 réglementant le statut des gardes champêtres particuliers a profondément modifié le cadre réglementaire.

De bijzondere veldwachter is een officier van gerechtelijke politie die over beperkte politiebevoegdheden beschikt. Hij ziet toe op de naleving van de wetten en spoort misdrijven op op het grondgebied waarvoor hij bee¨digd werd. Het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters heeft de regelgeving grondig gewijzigd.

1. Combien de cartes de légitimité ont-elles été délivrées depuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 8 janvier 2006, d’une part à des candidats gardes champêtres, d’autre part à des personnes déjà agréées et commisionnées (chiffres par province et répartis selon demandeurs, à savoir institution publique ou personne privée) ?

1. Hoeveel legitimatiekaarten werden sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 uitgereikt, aan kandidaat-veldwachters, enerzijds, en aan reeds erkende en aangestelde personen, anderzijds (graag de cijfers per provincie en opgesplitst naargelang de kaarten door een overheidsinstelling dan wel door een particulier werden aangevraagd).

2. De quelle manière le controˆle des gardes champêtres est-il organisé ?

2. Hoe wordt het toezicht op de bijzondere veldwachters georganiseerd ?



En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op haar vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32231

1. Nombre de cartes de légitimation délivrées depuis le 6 mars 2006 (date d’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 8 janvier 2006) à des gardes champêtres particuliers déjà agréés :

1. Aantal afgeleverde legitimatiekaarten sinds 6 maart 2006 (datum inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 8 januari 2006) aan reeds erkende bijzondere veldwachters :

Anvers ....................................... 176 Limbourg ................................... 95 Flandre orientale ........................ 251 Brabant flamand ........................ 166 Flandre occidentale .................... 144 Brabant wallon .......................... 126 Hainaut ..................................... 255 (+ 175 en traitement) Liège .......................................... 100 (+ 28 en traitement) Luxembourg .............................. 170 (+ 12 en traitement) Namur ....................................... 130

Antwerpen ................................. 176 Limburg ..................................... 95 Oost-Vlaanderen ........................ 251 Vlaams-Brabant ......................... 166 West-Vlaanderen ........................ 144 Waals-Brabant ........................... 126 Henegouwen .............................. 255 (+ 175 in behandeling) Luik ........................................... 100 (+ 28 in behandeling) Luxemburg ................................ 170 (+ 12 in behandeling) Namen ....................................... 130

Total .........................................

Totaal ........................................

1 613

1 613

Nombre de cartes de légitimation délivrées à des candidats gardes champêtres particuliers :

Aantal afgeleverde legitimatiekaarten aan kandidaten bijzondere veldwachters :

Anvers ....................................... Limbourg ................................... Flandre orientale ........................ Brabant flamand ........................ Flandre occidentale .................... Brabant wallon .......................... Hainaut ..................................... Liège .......................................... Luxembourg .............................. Namur .......................................

3 5 4 15 2 13 23 3 (7 en traitement) 1

Antwerpen ................................. Limburg ..................................... Oost-Vlaanderen ........................ Vlaams-Brabant ......................... West-Vlaanderen ........................ Waals-Brabant ........................... Henegouwen .............................. Luik ........................................... Luxemburg ................................ Namen .......................................

3 5 4 15 2 13 23 3 (7 in behandeling) 1

Total .........................................

69

Totaal ........................................

69

Nombre de gardes champêtres particuliers et candidats gardes champêtres particuliers dont le commettant est un particulier :

Aantal bijzondere veldwachters en kandidaten bijzondere veldwachters van wie de aansteller een privaat persoon is :


141 80 241 163 119 123 278 / 167 129


141 80 241 163 119 123 278 / 167 129

Total .........................................

1 441

Totaal ........................................

1 441


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32232

Nombre de gardes champêtres particuliers et candidats gardes champêtres particuliers dont le commettant est un organisme public :

Aantal bijzondere veldwachters en kandidaten bijzondere veldwachters van wie de aansteller een publieke jnstelling is :


38 20 14 18 27 16 14 (Electrabel) / 3 2


38 20 14 18 27 16 14 (Electrabel) / 3 2

Total .........................................

152

Totaal ........................................

152

2. Le controˆle relatif aux gardes champêtres particuliers au service d’un organisme public est organisé dans un premier temps par l’autorité administrative qui emploie le garde champêtre (par exemple l’administration provinciale exerce un controˆle par le biais des brigadiers des espaces verts, les administrations communales controˆlent par l’intermédiaire de la police locale avec laquelle les gardes champêtres collaborent le plus souvent).

2. De controle op de bijzondere veldwachters in dienst van een publieke instelling wordt in eerste instantie georganiseerd door de bestuurlijke overheid bij wie de veldwachter in dienst is (bijvoorbeeld provinciebestuur controleert via de brigadiers van de groendomeinen, gemeentebesturen controleren via de lokale politie met wie de veldwachters meestal samenwerken).

Le controˆle des gardes champêtres particuliers au service de particuliers s’exerce dans un premier temps par leurs commettants, desquels ils ont reçu leurs ordres de mission.

De controle op de bijzondere veldwachters in dienst van particuliere personen gebeurt in eerste instantie door hun aanstellers van wie ze hun opdrachten ontvangen.

Dans le Rapport au Roi relatif à l’arrêté royal du 8 janvier 2006 réglementant le statut des gardes champêtres particuliers (Moniteur belge du 24 février 2006), il est précisé que ces derniers se trouvent sous le controˆle du Comité permanent de Controˆle des services de police. L’article 3, § 2, de la loi organique du 18 juillet 1991 du controˆle des services de police et de renseignements stipule en effet clairement que les personnes qui ont qualité à titre individuel pour rechercher et constater des infractions se trouvent sous le controˆle du Comité permanent de Controˆle des services de police.

In het Verslag aan de Koning betreffende het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachter (Belgisch Staatsblad van 24 februari 2006) wordt bepaald dat de bijzondere veldwachters onder het toezicht staan van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten. In het artikel 3, § 2 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten wordt immers duidelijk vermeld dat personen die individueel bevoegd zijn om strafbare feiten op te sporen en vast te stellen onder het toezicht van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten vallen.

En application de l’article 63, alinéa 3, du Code rural, le gouverneur pourra retirer l’agréation d’un garde champêtre particulier après que celui-ci aura été préalablement entendu. Il peut notamment en être ainsi lorsque le gouverneur est informé par le procureur du Roi que le garde champêtre concerné a commis un délit grave ou lorsque le gouverneur reçoit une plainte émanant d’un particulier, soit une communication de la région (Agence de la Nature et des Forêts). En outre, le gouverneur peut à tout moment retirer l’agréation lorsque le garde champêtre ne satisfait plus aux conditions d’exercice de sa fonction, par

In toepassing van artikel 63, derde lid van het Veldwetboek, kan de gouverneur de erkenning van een bijzondere veldwachter intrekken, nadat deze vooraf werd gehoord. Dit kan zich ondermeer voordoen wanneer de gouverneur in kennis gesteld wordt door de procureur des Konings dat de betreffende veldwachter een ernstig misdrijf heeft gepleegd of wanneer de gouverneur een klacht van een particulier hetzij een melding van het gewest (Agentschap Natuur en Bos) ontvangt. Ook kan de gouverneur te allen tijde de erkenning intrekken als de veldwachter niet meer voldoet aan de uitoefeningsvoorwaarden van zijn


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32233

exemple lorsqu’il devient agent de gardiennage ou fonctionnaire de police.

functie, wanneer hij bijvoorbeeld bewakingsagent of politieambtenaar wordt.

DO 2006200710006

DO 2006200710006



AFCN. — Avis préalables.

FANC. — Voorafgaande adviezen.

L’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) doit donner un avis préalable à chaque demande d’un chercheur étranger qui a l’intention de travailler dans une entreprise privée ou un organisme public (centre d’étude, université, etc.) dans le domaine nucléaire, ceci dans le cadre de la lutte contre la prolifération des armes nucléaires.

In het kader van de strijd tegen de proliferatie van kernwapens moet het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) een voorafgaand advies geven met betrekking tot elke aanvraag van een buitenlandse vorser die wil werken in een privébedrijf of openbare instelling (studiecentrum, universiteit, enz.) die actief zijn in de nucleaire sector.

1. Quels critères AFCN utilise-t-elle pour évaluer ces demandes ?

1. Welke criteria hanteert het FANC bij de evaluatie van die aanvragen ?

2. Combien de demandes ont été déposées en 2006 (chiffres par nationalité des personnes concernées) ?

2. Hoeveel aanvragen werden er in 2006 ingediend (cijfers uitgesplitst per nationaliteit van de betrokkenen) ?

3. Combien de demandes ont été approuvées et combien ont été refusées (chiffres par nationalité des personnes concernées) ?

3. Hoeveel van die aanvragen werden goedgekeurd en hoeveel werden geweigerd (cijfers uitgesplitst per nationaliteit van de betrokkenen) ?



Contrairement à ce qui est affirmé dans la question, l’AFCN ne donne pas un avis préalable à chaque demande d’un chercheur étranger qui a l’intention de travailler dans une entreprise privée ou un organisme public (centre d’étude, université, etc.) dans le domaine nucléaire.

In tegenstelling tot hetgeen naar voren wordt gebracht in de vraagstelling, verstrekt het FANC geen voorafgaande adviezen in het kader van de tewerkstelling van buitenlandse navorsers bij een private onderneming of bij een publieke instelling (onderzoekscentrum, universiteit, enzovoort) werkzaam in de nucleaire sector.

L’Agence délivre des attestations de sécurité dans le cadre de l’article 22ter de la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité. Dans les cas où une habilitation de sécurité n’est pas requise pour l’accès d’une personne aux locaux, baˆtiments ou sites dont il est question à l’article 8, alinéa 2, de la loi précitée l’Agence peut imposer la possession d’une attestation de sécurité. Il s’agit d’accès temporaire à des lieux, baˆtiments ou sites où se trouvent des informations, documents ou données, matériel, matériaux ou matières classifiées.

Het Agentschap verleent veiligheidsattesten in het kader van artikel 22ter van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. In de gevallen waarbij geen veiligheidsmachtiging vereist is voor de toegang van een persoon tot lokalen, gebouwen of terreinen waarvan sprake in artikel 8, tweede lid, van voornoemde wet, kan het Agentschap het bezit van een veiligheidsattest verplicht stellen. Het gaat om de tijdelijke toegang tot plaatsen, gebouwen of sites waar zich geclassificeerde informatie, documenten, materialen of stoffen bevinden.

1. La vérification de sécurité consiste en la consultation et l’évaluation des données :

1. Het veiligheidsonderzoek omvat de raadpleging en de evaluatie van de volgende inlichtingen :

— les banques de données visées à l’article 19, alinéa 2, 1o, de la loi;

— de gegevensbanken bedoeld in artikel 19, tweede lid, 1o van de wet;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32234

— les informations rassemblées dans le cadre de la loi organique des services de renseignement et de sécurité du 30 novembre 1998 et communiquées par les services de renseignement et de sécurité;

— de inlichtingen verzameld in het kader van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en door deze medegedeeld;

— des données judiciaires, communiquées par les services de police, moyennant autorisation des autorités judiciaires compétentes.

— de gerechtelijke inlichtingen, medegedeeld door de politiediensten na het akkoord van de bevoegde gerechtelijke instanties.

2. Le nombre total de demandes pour l’année 2006 est de 5 540, Belges et étrangers inclus. Nous ne faisons pas de critère en fonction de la nationalité, de sorte qu’une ventilation des données n’est pas possible.

2. In het jaar 2006 bedroeg het aantal aanvragen 5 540, Belgen en buitenlanders inbegrepen. De nationaliteit van de betrokkenen vormt geen criterium, zodat een opsplitsing van de gegevens niet mogelijk is.

3. Le nombre des demandes refusées était de 46 en 2006.

3. Het aantal aanvragen afgewezen in 2006 bedroeg 46.

DO 2006200710007

DO 2006200710007

Question no 1247 de M. Hagen Goyvaerts du 19 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Enlèvement de paratonnerres radioactifs. — E´tat d’avancement.

Vraag nr. 1247 van de heer Hagen Goyvaerts van 19 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Dans le cadre de la campagne de l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN), pourriez-vous me faire un état des lieux en ce qui concerne l’enlèvement des paratonnerres radioactifs ?

In het kader van de campagne van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) had ik graag een stand van zaken gekregen inzake de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.

Combien de paratonnerres ont été enlevés au total en 2005 et 2006 ?

Kan u de totale aantallen meedelen voor de jaren 2005 en 2006 ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1247 de M. Hagen Goyvaerts du 19 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1247 van de heer Hagen Goyvaerts van 19 maart 2007 (N.) :

En réponse aux questions posées par l’honorable membre, je peux lui annoncer que la campagne de l’AFCN avait, fin 2005, conduit à l’élimination de 1 017 paratonnerres radioactifs, qui font l’objet d’une campagne de localisation entamée en 2003. 529 appareils ont encore été enlevés en 2006, ce qui porte le nombre total à 1 546.

In antwoord op de vragen gesteld door het geachte lid kan ik hem meedelen dat de campagne van het FANC eind 2005 had geleid tot de afbraak van 1 017 radioactieve bliksemafleiders, die sinds de start van de campagne in 2003 werden opgespoord. In de loop van 2006 werden nog eens 529 toestellen afgebroken, waardoor het totale aantal werd gebracht op 1 546.

DO 2006200710018

DO 2006200710018

Question no 1250 de Mme Marie Nagy du 20 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1250 van mevrouw Marie Nagy van 20 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Prime de bilinguisme aux policiers de certaines zones de police.

Tweetaligheidspremie voor het politiepersoneel van bepaalde politiezones.

En application de la loi du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, de

Met toepassing van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, van het


2006

Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Stand van zaken.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32235

l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police et de l’arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines dispositions de l’arrêté royal du 30 mars 2001, le collège de police peut décider de reconnaıˆtre la nécessité d’un bilinguisme pour une partie de ses agents. Cela s’explique par la présence sur le territoire de la zone de citoyens parlant la langue d’une autre région ou Communauté du pays.

koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001, kan het politiecollege beslissen dat bepaalde politiebeambten tweetalig moeten zijn. Die vereiste vindt haar oorsprong in de aanwezigheid, op het grondgebied van de zone, van burgers die de taal van een ander Gewest of van een andere Gemeenschap spreken.

C’est le cas de la zone « Pays de Herve », dont quatre communes sont concernées : Baelen et Welkenraedt jouxtent la Communauté germanophone et Plombières et Aubel jouxtent la Région flamande. Dans ces communes, la pratique de l’allemand ou du néerlandais dans les contacts avec des particuliers résidents est nécessaire et l’engagement d’un certain nombre de policiers bilingues doit être favorisé.

Dat is onder meer het geval voor de zone Land van Herve, waarvan vier gemeenten zich in voormeld geval bevinden : Baelen en Welkenraedt grenzen aan de Duitstalige Gemeenschap en Plombières en Aubel aan het Vlaams Gewest. In die gemeenten moet, in de contacten met de plaatselijke bewoners, gebruik worden gemaakt van het Duits of het Nederlands en de indienstneming van een aantal tweetalige politiemensen verdient dan ook aanmoediging.

La décision prise par le collège de police implique qu’un paiement de 25 % de la prime de bilinguisme soit accordé à un certain nombre d’emplois de la zone (20 % des emplois en l’occurrence).

Als gevolg van de beslissing van het politiecollege wordt 25 % van de tweetaligheidspremie toegekend aan een aantal betrekkingen in de zone (in dit geval aan 20 % van de betrekkingen).

Or la prime de bilinguisme est accordée à 100 % dans la Région de Bruxelles et en Communauté germanophone (c’est-à-dire dans les communes voisines de Baelen et Welkenraedt). Les bourgmestres concernés craignent dès lors ne pas pouvoir recruter les potentiels policiers bilingues, ceux-ci choisissant les conditions salariales plus favorables de l’autre coˆté de la frontière linguistique.

In het Brussels Gewest en in de Duitstalige Gemeenschap daarentegen (dit wil zeggen in de buurgemeenten van Baelen en Welkenraedt), wordt de tweetaligheidspremie volledig betaald. De burgemeesters van die gemeenten vrezen dan ook dat ze er niet zullen in slagen tweetalige politieambtenaren aan te trekken, omdat die voor de gunstiger loonvoorwaarden aan de andere kant van de taalgrens zullen kiezen.

Il n’est pas question ici d’accorder la prime de bilinguisme à tous les agents de la zone de police du pays de Herve, mais seulement à quelques policiers, afin de permettre un contact optimal avec tous les citoyens des communes. Ainsi, du temps de l’ex gendarmerie, un quota d’environ 15 emplois bilingues (français/ allemand, allemand/français et français/néerlandais) recevait une prime totalement comparable à celle des régions bilingues.

Het is niet de bedoeling aan alle agenten van de politiezone Land van Herve een tweetaligheidspremie toe te kennen, maar wel aan een beperkt aantal mensen, om de contacten met de burgers in die gemeenten zo vlot mogelijk te laten verlopen. Zo kregen, ten tijde van de voormalige rijkswacht, ongeveer vijftien tweetalige betrekkingen (Frans/Duits, Duits/Frans en Frans/Nederlands) een tweetaligheidspremie die met die van de tweetalige regio’s vergelijkbaar was.

1. Ne jugez-vous pas opportun, dans des zones frontalières de ce type ou` un certain quota de résidents parlent une autre langue nationale et ou` une pratique bilingue est donc indispensable à un certain nombre de policiers pour offrir un service efficace à l’ensemble de la population, de revoir le montant de la prime de bilinguisme ?

1. Zou het niet goed zijn het bedrag van de tweetaligheidspremie te herzien in dergelijke grenszones, waar een deel van de inwoners een andere landstaal spreekt en waar een aantal politiebambten dus tweetalig moet zijn om ervoor te zorgen dat alle inwoners passend worden geholpen ?

2. Dans le cas contraire, ne craignez-vous pas que les candidats bilingues à la fonction policière choisissent systématiquement les zones ou` la prime est accordée à 100 %, ne permettant pas aux communes et à leurs policiers de remplir leurs fonctions dans de bonnes conditions ?

2. Vreest u niet dat de tweetalige kandidaten voor een betrekking bij de politie in het andere geval systematisch zullen kiezen voor een zone waar de volledige premie wordt uitbetaald, zodat de gemeenten en het politiepersoneel hun opdracht niet naar behoren zullen kunnen uitvoeren ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32236

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 avril 2007, à la question no 1250 de Mme Marie Nagy du 20 mars 2007 (Fr.) : 1. La réponse à donner à cette question relève de l’application des lois sur l’emploi des langues en matière administrative. Une zone de police pluricommunale comme la zone « Pays de Herve » est considérée par les lois linguistiques comme un service régional, c’est-à-dire un service qui étend ses activités à plus d’une commune sans s’étendre à tout le pays. La connaissance d’une autre langue nationale n’est imposée au sein d’un service régional que lorsqu’il est situé dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale ou dans une(des) commune(s) à régime spécial. Aucune des communes constituant la zone « Pays de Herve » — à savoir Aubel, Baelen, Herve, Limbourg, Olne, Plombières, Thimister-Clermont, Welkenraedt — ne figure parmi les communes de la région de langue française assujetties à un tel régime spécial. C’est par contre bien le cas des communes de la région de langue allemande composant les zones de police Eifel (Saint-Vith, ...) et Weser-Go¨lh (Eupen, ...). Pour les lois linguistiques, le personnel de la zone de police « Pays de Herve » doit donc exclusivement utiliser la langue de la région dans ses rapports avec les particuliers, « sans préjudice de la faculté qui lui est laissée de correspondre avec les particuliers résidant dans une autre région linguistique dans la langue dont les intéressés font usage » (article 33 des lois coordonnées). Vous comprendrez qu’en ces conditions, il est impossible d’attribuer l’allocation de bilinguisme à 100 % prévue en contrepartie de la connaissance légalement requise d’une autre langue nationale puisque la loi n’impose rien en la matière. Le statut a toutefois prévu la notion de connaissance utile d’une autre langue et l’a assortie d’une allocation à un taux inférieur, c’est-à-dire 25 %. Il est légalement impossible d’aller au-delà.

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 1250 van mevrouw Marie Nagy van 20 maart 2007 (Fr.) : 1. Het antwoord op deze vraag valt onder de toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. Een meergemeentepolitiezone die, zoals die van « Pays de Herve », verscheidene gemeenten omvat maar niet heel het grondgebied bestrijkt, wordt volgens de taalwetten beschouwd als een gewestelijke dienst. Binnen een gewestelijke dienst is de kennis van een tweede taal enkel verplicht indien hij in het Gewest Brussel-Hoofdstad of in een van de gemeenten met een bijzondere regeling gevestigd is.

2. Mes services n’ont pas connaissance d’une concrétisation de la crainte que vous évoquez.

Geen enkel van de gemeenten van het zone « Pays de Herve » — namelijk Aubel, Baelen, Herve, Limbourg, Olne, Plombières, Thimister-Clermont, Welkenraedt — staat op de lijst van gemeenten van het Franse taalgebied die aan een dergelijke bijzondere regeling onderworpen is. Dat is daarentegen wel het geval voor de gemeenten van het Duitse taalgebied van de politiezone Eifel (Sankt-Vith, ...) en Weser-Go¨lh (Eupen, ...). Voor de taalwetten moet het personeel van de politiezone « Pays de Herve » dus uitsluitend de taal van dat gebied gebruiken in hun verhoudingen met particulieren, « onverminderd de mogelijkheid die hen gelaten wordt met de particulieren, die gevestigd zijn in een ander taalgebied, briefwisseling te voeren in de taal waarvan de betrokkenen zich bedienen » (artikel 33 van de gecoo¨rdineerde wetten). U begrijpt dat in dergelijke omstandigheden het onmogelijk is de volledige tweetaligheidspremie toe te kennen als tegenprestatie voor de wettelijk verplichte kennis van een andere taal, omdat de wet ter zake niets oplegt. Nochtans is in het statuut het begrip nuttige kennis van een tweede taal opgenomen, op grond waarvan een premie beperkt tot 25 % van het volledige bedrag kan worden toegekend. Het is wettelijk onmogelijk dat bedrag te overschrijden. 2. Mijn diensten hebben geen weet van een concreet geval van wat u vreest.

DO 2006200710069

DO 2006200710069

Question no 1258 de M. Joseph Arens du 30 mars 2007 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Avant-projet de loi relatif aux gardiens de la paix.

Vraag nr. 1258 van de heer Joseph Arens van 30 maart 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Voorontwerp van wet betreffende de gemeenschapswachten. De Ministerraad heeft recentelijk een voorontwerp van wet tot instelling van de functie van gemeen-

Le Conseil des ministres a approuvé dernièrement un avant-projet de loi relatif à la création de la fonc-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32237

tion de gardien de la paix, à la création d’un service de gardiens de la paix et à la modification de l’article 119bis de la nouvelle loi communale (voir : également le projet de loi, Doc. parl., Chambre, 20062007, no 3009/1). L’engagement de personnel pour l’exercice de ces missions a jusqu’à présent été réalisé à travers des dispositifs de promotion de mise à l’emploi ou de transition vers l’emploi. De tels métiers de sécurité deviennent de plus en plus nombreux : stewards, agents de sécurité et de prévention, gardiens de parcs, etc. L’avant-projet de loi a pour but de doter d’un cadre général les fonctions publiques de sécurité et de prévention non policières, exercées sur le domaine public, qui ont été créées ces quinze dernières années dans le cadre de la politique locale de sécurité et de prévention. L’objectif principal est de regrouper sous une appellation uniforme ces différents types de métiers de sécurité : gardiens de la paix. Je me pose néanmoins certaines questions concernant le contenu de l’avant-projet. 1. Allons-nous examiner ce projet avant la fin de la législature ? 2. N’y aurait-il pas lieu d’instaurer une enquête de moralité avant d’engager de telles personnes ? 3. Afin d’avoir un service efficace et une bonne prévention, ces services ne devraient-ils pas dépendre de la zone de police ? 4. Envisage-t-on à terme de déterminer des budgets fixes afin de pouvoir rendre ses emplois moins précaires ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1258 de M. Joseph Arens du 30 mars 2007 (Fr.) : Je désire faire part à l’honorable membre des éléments suivants. Le projet de loi dont question a été discuté en commission de l’Intérieur du 11 avril 2007 et approuvé à l’unanimité. Les différentes questions relatives à ce projet ont donc été abordées lors de cette séance.

schapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet goedgekeurd (zie ook het wetsontwerp, Parl. St., Kamer, 2006-2007, nr. 3009/1). Tot nu toe werd het personeel voor die opdrachten in dienst genomen via werkgelegenheids- of doorstromingsmaatregelen. We kennen meer en meer zulke veiligheidsberoepen : stewards, veiligheids- en preventieagenten, parkwachters, enzovoort. Het voorontwerp van wet strekt ertoe een algemeen kader in het leven te roepen voor deze publieke niet-politionele veiligheids- en preventiefuncties, die uitgeoefend worden op het openbare domein en die de jongste vijftien jaar werden opgericht in het raam van het lokale veiligheids- en preventiebeleid. De hoofddoelstelling bestaat erin de verschillende soorten veiligheidsberoepen onder een gemeenschappelijke benaming, die van gemeenschapswachten, te groeperen. Toch heb ik een aantal vragen bij de inhoud van het voorontwerp. 1. Zullen we dit ontwerp nog voor het einde van de regeerperiode bespreken ? 2. Zouden die personen, voó´r hun indienstneming, niet aan een moraliteitsonderzoek moeten worden onderworpen ? 3. Zouden die diensten, met het oog op een efficie¨nte dienstverlening en een degelijke preventie, niet van de politiezone moeten afhangen ? 4. Overweegt men op termijn vaste bedragen ter beschikking te stellen om die betrekkingen minder precair maken ? Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1258 van de heer Joseph Arens van 30 maart 2007 (Fr.) : Ik wens het geachte lid volgende elementen mee te delen. Het wetsontwerp waar naar gevraagd wordt, werd bediscussieerd in de vergadering van de Commissie Binnenlandse Zaken van 11 april 2007 en werd unaniem goedgekeurd. De verschillende vragen in verband met dit ontwerp werden dan ook tijdens deze vergadering aangekaart.

DO 2006200710086

DO 2006200710086

Question no 1264 de M. Paul Meeus du 4 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Regroupement familial. Le regroupement familial des étrangers est régi par l’article 10 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au

Vraag nr. 1264 van de heer Paul Meeus van 4 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Gezinsherenigingen. De gezinshereniging wordt, wat betreft de vreemdelingen, geregeld in artikel 10 en, wat betreft de EU-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32238

territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Celui des ressortissants de l’Union européenne est réglé par l’article 40 de la loi précitée.

onderdanen en Belgen, in artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

1. Pourriez-vous indiquer, pour les années 2004, 2005 et 2006, le nombre de personnesqui ont eu recours aux diverses dispositions légales relatives au regroupement familial pour justifier leur établissement en Belgique ?

1. Kan u voor de jaren 2004, 2005 en 2006 meedelen hoeveel personen er op grond van de verschillende wettelijke bepalingen inzake gezinshereniging naar Belgie¨ zijn gekomen ?

2. Comment ces personnes sont-elles réparties entre les régions sur la base de leur inscription au registre communal des étrangers ?

2. Wat is de uitsplitsing per gewest volgens de gemeente waar de vreemdeling wordt ingeschreven in het vreemdelingenregister ?

3. Pourriez-vous par ailleurs indiquer pour l’ensemble de la Belgique quel lien de parenté (conjoint, enfants, petits-enfants, parents, grandsparents ou autres) l’étranger invoque lorsqu’il cherche à rejoindre sa famille en Belgique ?

3. Kan u tevens (voor heel Belgie¨) aangeven of het gaat om echtgenoten, kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders of andere verwanten van de persoon bij wie de gezinsmigrant zich in Belgie¨ komt voegen ?

4. Quel est le rapport entre les regroupements familiaux à la suite d’un mariage contracté en Belgique et ceux à la suite d’un mariage contracté à l’étranger ?

4. Hoe is de verhouding tussen gezinshereniging ingevolge een huwelijk aangegaan in Belgie¨ en gezinshereniging ingevolge een huwelijk aangegaan in het buitenland ?

5. Quelles sont, parmi les étrangers qui rejoignent leur famille, les dix nationalités les plus représentées par Région et par année ?

5. Wat zijn de tien meest voorkomende nationaliteiten per jaar, zo mogelijk uitgesplitst per Gewest ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 27 avril 2007, à la question no 1264 de M. Paul Meeus du 4 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1264 van de heer Paul Meeus van 4 april 2007 (N.) :



Sur la base des articles 10 et 40 de la loi sur les étrangers, 9 468, 11 605 et 12 053 visas de type D pour regroupement familial ont été délivrés respectivement en 2004, 2005 et 2006.

Op grond van de artikelen 10 en 40 van de Vreemdelingenwet werden in de jaren 2004, 2005 en 2006 respectievelijk 9 468, 11 605 en 12 053 visa type D gezinshereniging uitgereikt.

Voici les dix nationalités les plus fréquentes auxquelles un visa de type D pour regroupement familial a été délivré :

De tien meest voorkomende nationaliteiten aan wie een visum type D gezinshereniging werd afgeleverd (met het respectievelijke aantal uitreikingen) :

Année 2004

Jaar 2004

— Maroc : 3 064;

— Marokko : 3 064;

— Turquie : 1 723;

— Turkije : 1 723;

— Inde : 513;

— India : 513;

— Pakistan : 494;

— Pakistan : 494;

— Chine : 260;

— China : 260;

— RD Congo : 255;

— DR Congo : 255;

— Serbie-Monténégro : 238;

— Servie¨-Montenegro; 238;

— Thaı¨lande : 232;

— Thailand : 232;

— Algérie : 219;

— Algerije : 219;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32239

— Ghana : 206.

— Ghana : 206;

Année 2005

Jaar 2005

— Maroc : 3 211;

— Marokko : 3 211;

— Turquie : 1 897;

— Turkije : 1897;

— Inde : 629;

— India : 629;

— Pakistan : 501;

— Pakistan : 501;

— Ghana : 471;

— Ghana : 471;

— DR Congo : 390;

— DR Congo : 390;

— Chine : 316;

— China : 316;

— Algérie : 255;

— Algerije : 255;

— Serbie-Monténégro : 250;

— Servie¨-Montenegro : 250;

— Thaı¨lande : 249;

— Thailand : 249;

Année 2006

Jaar 2006

— Maroc : 3 948;

— Marokko : 3 948;

— Turquie : 1 744;

— Turkije : 1 744;

— Inde : 469;

— India : 469;

— Pakistan : 369;

— Pakistan : 369;

— Algérie : 363;

— Algerije : 363;

— Ghana : 315;

— Ghana : 315;

— Chine : 307;

— China : 307;

— RD Congo : 305;

— DR Congo : 305;

— Tunisie : 292;

— Tunesie¨ : 292;

— Serbie-Monténégro : 253.

— Servie¨-Montenegro : 253.

L’aˆge moyen de l’étranger à qui un visa de type D pour regroupement familial a été délivré, a chaque fois été de 25 ans pour les années 2004, 2005 et 2006.

De gemiddelde leeftijd van de vreemdeling aan wie een visum type D gezinshereniging werd uitgereikt, bedraagt in de jaren 2004, 2005 en 2006 telkens 25 jaar.

Voici la proportion hommes/femmes pour l’obtention d’un visa de type D pour regroupement familial :

De verhouding man / vrouw inzake het verkrijgen van een visum type D gezinshereniging :

Année 2004

Jaar 2004

35 % hommes, 65 % femmes.

35 % man, 65 % vrouw.

Année 2005

Jaar 2005

35 % hommes, 65 % femmes.

35 % man, 65 % vrouw.

Année 2006

Jaar 2006

36,1 % hommes, 63,9 % femmes.

36,1 % man, 63,9 % vrouw.

Les autres chiffres demandés ne sont pas disponibles.


2006

De overige gevraagde cijfergegevens zijn niet beschikbaar. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32240

DO 2006200710087

DO 2006200710087

Question no 1265 de M. Paul Meeus du 4 avril 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 1265 van de heer Paul Meeus van 4 april 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nombre d’expulsions en 2005 et 2006.

Aantal uitwijzingen tijdens de jaren 2005 en 2006.

L’expulsion effective des étrangers en séjour illégal constitue la pierre angulaire de toute politique d’admission. Dans un récent rapport relatif aux bandes criminelles itinérantes, la chercheuse Karen De Cock plaide pour une politique d’expulsions plus ferme consistant surtout en un meilleur suivi des illé` ses yeux, ces derniers sont tolérés dans la gaux. A plupart des villes et ne se font prendre que lorsqu’il commettent une autre infraction. Mme De Cock propose le bouclage intégral de certains quartiers assorti d’un controˆle systématique de toutes les entrées et sorties.

De effectieve uitwijzing van illegaal verblijvende vreemdelingen vormt het sluitstuk van elk toelatingsbeleid. In een recent rapport over rondtrekkende daderbendes pleit onderzoekster Karen De Cock voor een strakker uitwijzingsbeleid met vooral een betere opvolging van illegalen. Die worden volgens haar in de meeste steden gedoogd en lopen pas tegen de lamp als ze een ander strafbaar feit begaan. De Cock doet het voorstel om volledige wijken af te sluiten met systematisch onderzoek van al wie de wijk binnenen buitengaat.

1. Que pensez-vous de la proposition visant au bouclage intégral de certains quartiers et au controˆle systématique de toutes les entrées et sorties dans ces zones ?

1. Wat vindt u van het voorstel om bepaalde wijken volledig af te sluiten teneinde iedereen te controleren die deze wijken binnenen buitengaat ?

2. a) Combien d’ordres de quitter le territoire a-t-on délivrés en 2005 et 2006 ?

2. a) Hoeveel bevelen om het grondgebied te verlaten werden er in 2005 en 2006 afgegeven ?

b) Combien de personnes étaient-elles concernées par ces ordres ?

b) Op hoeveel personen hadden deze bevelen betrekking ?

3. Combien d’étrangers en séjour illégal ont été arrêtés en 2005 et 2006 (interceptions) ?

3. Hoeveel illegaal verblijvende vreemdelingen werden in 2005 en 2006 aangehouden (intercepties) ?

4. Combien d’étrangers ont-ils été expulsés en 2005 et 2006 ? Pourriez-vous répartir ce nombre par mode d’expulsion (refoulements ou reconduites à la frontière, rapatriements forcés, départs volontaires) et par catégorie (demandeurs d’asile déboutés et autres étrangers en séjour illégal) ?

4. Hoeveel vreemdelingen werden er in 2005 en 2006 uitgewezen, opgesplitst per modaliteit (terugdrijvingen aan de grens, terugleidingen naar de grens, gedwongen repatrie¨ringen, vrijwillig vertrek) en per categorie (uitgeprocedeerde asielzoekers en andere illegaal verblijvende vreemdelingen) ?





1. La politique d’éloignement pratiquée a comme objectif de pouvoir retrouver, appréhender et éloigner les étrangers séjournant en situation illégale de façon individuelle. Il s’agit d’une méthode ciblée et efficace d’éloignement. La proposition, par contre, de sélectionner un quartier entier, de le boucler et de controˆler chaque personne à l’intérieur qui entre et qui sort n’est pas seulement non rentable, mais le fait de viser des quartiers entiers stigmatise également ces quartiers.

1. Het gehanteerde verwijderingsbeleid is erop gericht om op individuele basis illegaal verblijvende vreemdelingen op te sporen, aan te houden en te verwijderen. Het betreft een doelgerichte en doeltreffende manier van verwijderen. Het voorstel daarentegen om een volledige wijk uit te kiezen, deze af te sluiten en iedereen te controleren die binnenen buitengaat is niet enkel onrendabel, het viseren van volledige wijken werkt eveneens stigmatiserend.

2. a) et b) Le nombre total des « ordres de quitter le terri-

2. a) en b) Het totaalcijfer van het aantal uitgereikte


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32241

toire » (OQT) délivrés oscillait ces dernières quatre années entre 30 000 et 35 000 unités Pour remettre ces chiffres dans leur contexte, il faut tenir compte des éléments suivants :

bevelen om het grondgebied te verlaten (BGV’s) schommelde de laatste 4 jaar tussen de 30 000 en de 35 000. Om deze cijfers in hun context te plaatsen moet men met de volgende elementen rekening houden :

— les OQT peuvent devenir sans objet à la suite de décisions juridictionnelles;

— de BGV’s kunnen als gevolg van rechterlijke beslissingen zonder voorwerp worden;

— les OQT peuvent devenir sans objet par l’obtention d’un statut de séjour sur une autre base juridique;

— de BGV’s kunnen zonder voorwerp worden indien een verblijfsstatuut op een andere juridische basis wordt bekomen;

— les OQT peuvent être suspendus par l’introduction d’un recours suspensif;

— de BGV’s kunnen door de indiening van een schorsend beroep worden opgeschort;

— les OQT peuvent être prorogés parce qu’il n’est temporairement pas possible d’éloigner la personne (maladie, grossesse, etc.);

— de BGV’s kunnen worden verlengd omdat het tijdelijk niet mogelijk is om de persoon te verwijderen (ziekte, zwangerschap, enzovoort);

— Une même personne peut se voir notifier plusieurs OQT pour différents motifs juridiques (par exemple : la demande d’un demandeur d’asile est déclarée irrecevable par l’Office des étrangers (OE) avec une annexe 26bis (= OQT), en recours, le Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) décide qu’un nouvel examen est nécessaire, après quoi il déclare la demande d’asile non fondée et cette décision est confirmée par la Commission Permanente de Recours des E´trangers (CPRR); conformément à la loi sur les étrangers, une annexe 13 (= OQT) est alors notifiée au demandeur);

— aan eenzelfde persoon kunnen op basis van verschillende juridische motieven verschillende BGV’s worden betekend (voorbeeld : de aanvraag van een asielzoeker wordt door DVZ onontvankelijk verklaard met een bijlage 26bis (= BGV). In beroep wordt door het CGVS beslist dat een nieuw onderzoek noodzakelijk is. Na dit onderzoek verklaart het CGVS dat de asielaanvraag ongegrond is en deze beslissing wordt bevestigd door de Vaste Beroepscommissie voor Vreemdelingen. In overeenstemming met de vreemdelingenwet wordt een bijlage 13 (= BGV) betekend aan de aanvrager.);

— ... Durant l’année 2005, le Bureau C(landestins) et la Permanence ont conjointement délivré 12 091 « ordres de quitter le territoire » (OQT). Durant l’année 2006, le nombre s’élevait à 11 048 OQT.

— ... In het jaar 2005 werden door het bureau C(landestienen) en de Permanentje samen 12 091 bevelen om het grondgebied te verlaten (BGV’s) afgegeven. In het jaar 2006 werden 11 048 BGV’s afgeleverd.

Des statistiques sur le nombre de personnes à qui les OQT étaient applicables ne sont pas disponibles pour les raisons invoquées plus haut.

Cijfergegevens van het aantal personen op wie de BGV’s van toepassing zijn, zijn omwille van de bovenstaande redenen niet beschikbaar.

3. Durant l’année 2005, il y a eu un total de 27 856 arrestations administratives. De ce nombre, 1 759 étrangers en situation illégale ont été enfermés dans un centre fermé, 4 531 étrangers en situation illégale ont été directement rapatriés et 12 091 personnes ont reçu un OQT. Lors de ces arrestations administratives, 9 475 étrangers ont pu disposer pour des raisons diverses.

3. In het jaar 2005 hadden in totaal 27 856 administratieve aanhoudingen plaats. Van dit aantal werden 1 759 illegale vreemdelingen opgesloten in een gesloten centrum, 4 531 illegale vreemdelingen werden direct gerepatrieerd en 12 091 kregen een BGV. Bij deze administratieve aanhoudingen waren 9 475 vreemdelingen die konden beschikken om diverse redenen.

Durant l’année 2006, il y a eu au total 28 074 arrestations administratives. De ce nombre, 1 802 étrangers en situation illégale ont été enfermés dans un centre fermé, 4 495 étrangers en situation illégale ont été directement rapatriés et 11 048 étrangers ont reçu un OQT. Lors de ces arrestations administratives, 10 729 étrangers ont pu disposer.

In het jaar 2006 hadden in totaal 28 074 administratieve aanhoudingen plaats. Van dit aantal werden 1 802 illegale vreemdelingen opgesloten in een gesloten centrum, 4 495 illegale vreemdelingen werden direct gerepatrieerd en 11 048 kregen een BGV. Bij deze administratieve aanhoudingen waren 10 729 vreemdelingen die konden beschikken.

4. Durant l’année 2005, il y a eu au total 12 280 éloignements. De ce nombre, il y avait

4. In het jaar 2005 waren er in totaal 12 280 verwijderingen. Van dit aantal waren er 6 565 repatrie¨rin-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32242

6 565 rapatriements, 1 403 refoulements, 571 reconduites à la frontière et 3 741 départs volontaires (organisés par l’Organisation internationale pour les migrations (OIM) ou l’OE). Durant l’année 2006, il y a eu au total 11 725 éloignements. De ce nombre, il y a eu 6 629 rapatriements, 1 535 refoulements, 750 reconduites à la frontière et 2 811 départs volontaires (organisés par l’OIM ou l’OE).

gen, 1 403 terugdrijvingen, 571 grensleidingen en 3 741 vrijwillige vertrekken (georganiseerd door IOM of DVZ). In het jaar 2006 waren er in totaal 11 725 verwijderingen. Van dit aantal waren er 6 629 repatrie¨ringen, 1 535 terugdrijvingen, 750 grensleidingen en 2 811 vrijwillige vertrekken (georganiseerd door IOM of DVZ).

En ce qui concerne les reconduites à la frontière, il s’agit uniquement de reconduites qui ont été effectuées par la route. Les reconduites à la frontière par voie aérienne sont reprises dans les statistiques des rapatriements. Une subdivision des statistiques par catégorie (demandeurs d’asile déboutés ou étrangers en situation illégale) est disponible en ce qui concerne les rapatriements et les refoulements.

Wat de grensleidingen betreft, gaat het enkel om deze die via de weg werden uitgevoerd. Grensleidingen via de lucht worden opgenomen in de statistieken van de repatrie¨ringen. Statistische gegevens inzake een verdere opsplitsing per categorie (uitgeprocedeerde asielzoekers of illegale vreemdelingen) zijn voorhanden voor wat betreft de repatrie¨ringen en de terugdrijvingen.

Durant l’année 2005, il y a eu respectivement 1 666 demandeurs d’asile déboutés et 4 899 étrangers en situation illégale qui ont été rapatriés. Quant aux refoulements, il y en a eu 216 pour les demandeurs d’asile déboutés et 1 187 pour les étrangers en situation illégale. Durant l’année 2006, il y a eu respectivement 1 764 demandeurs d’asile déboutés et 4 865 étrangers en situation illégale qui ont été rapatriés. Quant aux refoulements, il y en a eu 170 pour les demandeurs d’asile déboutés et 1 365 pour les étrangers en situation illégale.

In het jaar 2005 werden respectievelijk 1 666 uitgeprocedeerde asielzoekers en 4 899 illegale vreemdelingen gerepatrieerd. Er werden respectievelijk 216 uitgeprocedeerde asielzoekers en 1 187 illegale vreemdelingen teruggedreven. In het jaar 2006 werden respectievelijk 1 764 uitgeprocedeerde asielzoekers en 4 865 illegale vreemdelingen gerepatrieerd. Er werden respectievelijk 170 uitgeprocedeerde asielzoekers en 1 365 illegale vreemdelingen teruggedreven.

Une subdivision des statistiques par catégorie (demandeurs d’asile déboutés ou d’étrangers en situation illégale), pour ce qui est du départ volontaire via l’OlM, est de la compétence du Service public de Programmation (SPP) Intégration sociale. (Question no 255 du 27 avril 2007.)

Statistische gegevens inzake een verdere opsplitsing per categorie (uitgeprocedeerde asielzoekers of illegale vreemdelingen) voor wat betreft het vrijwillig vertrek via IOM, behoren tot de bevoegdheid van de POD Maatschappelijke Integratie. (Vraag nr. 255 van 27 april 2007.)

DO 2006200710088

DO 2006200710088



Régularisation d’étrangers en séjour illégal.

Regularisatie van illegaal verblijvende vreemdelingen.

Lors de l’examen des modifications apportées récemment à la législation en matière de droit d’asile, il a notamment été question de l’opportunité ou non d’inscrire dans la loi proprement dite les critères pour ` ce la régularisation d’étrangers en séjour illégal. A jour, cette question est réglée par le biais d’une circulaire ministérielle. Il a finalement été décidé de ne pas fixer les critères dans la loi. Le ministre de l’Intérieur dispose toujours d’une compétence dite « discrétionnaire » pour délivrer des autorisations de séjour sur la base de l’article 9, premier alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Le

Tijdens de bespreking van de recente wijziging van de asielwetgeving werd er onder meer gediscussieerd over de wenselijkheid om criteria voor de regularisatie van illegaal verblijvende vreemdelingen in de wet zelf op te nemen. Thans is dit onderwerp bij ministerie¨le omzendbrief geregeld. Uiteindelijk werd besloten de criteria niet wettelijk vast te leggen. De minister van Binnenlandse Zaken beschikt nog steeds over een zogenaamde discretionaire bevoegdheid om verblijfsmachtigingen af te leveren op grond van artikel 9, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32243

nombre de demandes de régularisation a sensiblement augmenté au cours des dernières années.

jongste jaren is het aantal regularisatieaanvragen sterk toegenomen.

1. Combien de demandes de régularisation ont été introduites en 2002, 2003, 2004, 2005 et 2006 ?

1. Hoeveel regularisatieaanvragen werden er tijdens de jaren 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006 respectievelijk ingediend ?

2. Combien de demandes ont été approuvées au cours de ces mêmes années ?

2. Hoeveel aanvragen werden er tijdens die jaren ingewilligd ?

3. Combien de demandes étaient encore pendantes au 1er avril 2007 ?

3. Hoeveel aanvragen waren er op 1 april 2007 nog hangende ?



1 et 2. Le service compétent pour les Régularisations humanitaires au sein de l’Office des étrangers (OE) a été réorganisé en profondeur au début de 2005. Le système statistique a été rendu bien plus performant. Les données entrant (input) et sortant (output) sont depuis lors systématiquement sauvegardées.

1 en 2. De bevoegde dienst Humanitaire Regularisaties binnen de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) werd begin 2005 grondig gereorganiseerd. Het statistisch systeem werd aanzienlijk pertinenter gemaakt. De in- en output worden sindsdien systematisch bijgehouden.

Durant l’année 2005, le service des Régularisations pour raisons humanitaires ont enregistré 15 297 procédures en input (les procédures concernent aussi bien les demandes de régularisation que les demandes de prorogation de séjour).

In het jaar 2005 heeft de dienst Humanitaire Regularisaties 15 297 binnenkomende procedures geregistreerd. (de procedures hebben zowel op regularisatieaanvragen als op vragen om een verlenging van het verblijf betrekking)

En ce qui concerne les demandes d’autorisation de séjour sur la base de l’article 9, alinéa 3, de la loi relative aux étrangers, il y a eu 5 422 décisions favorables qui ont été prises (autorisations temporaires et définitives confondues). Durant l’année 2006, il y a eu 12 667 procédures en input d’enregistrées. Le service a pris 5 392 décisions favorables.

Met betrekking tot de aanvragen voor een machtiging tot verblijf op grond van artikel 9, derde lid van de Vreemdelingenwet werden 5 422 gunstige beslissingen genomen, (tijdelijke en definitieve machtigingen samen). In het jaar 2006 werden 12 667 binnenkomende procedures geregistreerd. De dienst trof 5 392 gunstige beslissingen.

3. La réserve générale des demandes de régularisation en attente comportait en mars 2006 quelque 25 500 demandes. Fin mars 2007, l’arriéré a diminué pour n’avoir plus que quelque 21 500 demandes.

3. De algemene reserve van hangende regularisatieaanvragen bedroeg in maart 2006 ongeveer 25 500. Eind maart 2007 is de achterstand gedaald tot ongeveer 21 500.

DO 2006200710089

DO 2006200710089



Nombre d’acquisitions de la nationalité en 2006.

Aantal nationaliteitsverkrijgingen in 2006.

no

En réponse à la question 1051 du 10 juillet 2006 de M. Guido Tastenhoye, vous avez communiqué des données concernant le nombre d’acquisitions de la nationalité au cours du premier semestre de 2006 (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 133, p. 26282).

In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 1051 van 10 juli 2006 van de heer Guido Tastenhoye, verstrekt u gegevens over het aantal nationaliteitsverkrijgingen tijdens het eerste semester van 2006 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 133, blz. 26282).

Quel est, pour les différents modes d’acquisition de la nationalité prévus par la loi et en appliquant exacte-

Kan u, volgens precies dezelfde methode, de cijfers geven van het aantal nationaliteitsverkrijgingen toege-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32244

ment la même méthode, le nombre de naturalisations accordées au cours de l’ensemble de l’année 2006 ?

kend op de diverse wijzen door de wet bepaald, voor het volledige jaar 2006 ?



L’honorable membre trouvera ci-aptès la réponse à sa question.


Au cours de la période allant du 1er janvier 2006 au 31 décembre 2006, 39 624 « Nouveaux Belges » ont été enregistrès au total.

Over het tijdvak van 1 januari 2006 tot 31 december 2006 werden in totaal 39 624 « Nieuwe Belgen » geregistreerd.

Les chiffres mentionnés sont basés sur les informations enregistrées au Registre national le 3 février 2007.

De vermelde cijfers zijn gebaseerd op de gegevens opgeslagen in het Rijksregister van de natuurlijke personen op 3 februari 2007.

La répartition par code d’acquisition de la nationalité figure ci-dessous.

De verdeling per code van nationaliteitsverwerving ziet er als volgt uit.

Code 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 51 60 65 70 85 86 90 91 00

Nombre

Code

— 6 863 8 162 5 42 712 — 142 1 678 239 90 132 15 33 288 27 6 2 6 025 6 031 99 6 987 80 1 439 8 366 150 1 2

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 51 60 65 70 85 86 90 91 00

Explication des codes d’acquisition de la nationalité 10 de naissance 11 d’un parent belge (Art. 8, § 1er, 1o) CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2006

Aantal — 6 863 8 162 5 42 712 — 142 1 678 239 90 132 15 33 288 27 6 2 6 025 6 031 99 6 987 80 1 439 8 366 150 1 2

Verklaring van de codes van nationaliteitsverwerving 10 door geboorte 11 uit een Belgische ouder (Art. 8, § 1, 1o) 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32245

12 adopté par un(e) Belge (Art. 9, 1o)

12 geadopteerd door een Belg (Art. 9, 1o)

13 apatride (Art. 10, alinéa 1er)

13 staatloze (Art. 10, eerste lid)

14 trouvé (présomption de naissance en Belgique) (Art. 10, alinéa 2)

14 vondeling (verondersteld in Belgie¨ te zijn geboren) (Art. 10, tweede lid)

15 dont un auteur ou adoptant né en Belgique a déclaré réclamer l’attribution de nationalité belge (Art. 11)

15 van wie één ouder of adoptant die in Belgie¨ geboren is, een verklaring heeft afgelegd tot toekenning van de Belgische nationaliteit (Art. 11)

16 né en Belgique d’un auteur né lui-même en Belgique et y ayant eu sa résidence principale durant cinq ans au cours des dix années précédant la naissance de l’enfant (art. 11, alinéa 1er)

16 geboren in Belgie¨ uit een ouder die zelf in Belgie¨ geboren is en die er gedurende vijf jaar in de loop van de tien jaren die aan de geboorte van het kind voorafgaan, zijn hoofdverblijf heeft gehad (Art. 11, eerste lid)

17 né en Belgique et adopté par un étranger né luimême en Belgique et y ayant eu sa résidence principale durant cinq ans au cours des dix années précédant la date à laquelle l’adoption produit ses effets; l’intéressé devient Belge à la date à laquelle l’adoption produit ses effets, à condition de ne pas avoir atteint l’aˆge de dix-huit ans et de ne pas avoir été émancipé (Art. 11, alinéa 2)

17 geboren in Belgie¨ en geadopteerd door een vreemdeling die zelf in Belgie¨ geboren is en die er zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad gedurende vijf jaar in de loop van de tien jaren voorafgaand aan de dag waarop de adoptie uitwerking heeft; de betrokkene wordt Belg op de dag dat de adoptie uitwerking heeft op voorwaarde dat deze op de dag van de adoptie de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft en niet ontvoogd is (Art. 11, tweede lid)

18 né en Belgique, dont les auteurs ou, en cas d’adoption, les adoptants font, avant qu’il n’ait atteint l’aˆge de douze ans, une déclaration réclamant pour lui l’attribution de la nationalité belge. Ces auteurs ou les adoptants doivent avoir leur résidence principale en Belgique durant les dix années précédant la déclaration et l’enfant doit y avoir la sienne depuis sa naissance (Art. 11bis, § 1er)

18 geboren in Belgie¨, van wie de ouders of in geval van adoptie de adoptanten, een verklaring afleggen tot toekenning van de Belgische nationaliteit voó´r het kind twaalf jaar wordt. De ouders of adoptanten moeten hun hoofdverblijfplaats in Belgie¨ hebben gehad gedurende de tien jaren voorafgaand aan de verklaring, en het kind sedert zijn geboorte (Art. 11bis, § 1)

19 — né en Belgique, y ayant sa résidence principale depuis sa naissance, ayant atteint l’aˆge de dix-huit ans et étant aˆgé de moins de trente ans, et déclarant son intention d’acquérir la nationalité belge devant l’Officier de l’E´tat civil du lieu où il a sa résidence principale (Art. 12bis, § 1er). (jusqu’au 1er mai 2000)

19 — geboren in Belgie¨, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en minder dan dertig jaar oud is, en die een verklaring aflegt om de Belgische nationaliteit te bekomen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft (Art. 12bis, § 1). (tot 1 mei 2000)

— né en Belgique, y ayant sa résidence principale depuis sa naissance et ayant l’aˆge de dix-huit ans et déclarant son intention d’acquérir la nationalité belge devant l’Officier de l’E´tat civil du lieu où il a sa résidence principale (Art. 12bis, § 1er, 1o tel que modifié par l’article 4 de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité)

— geboren in Belgie¨, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van achttien jaar bereikt heeft, en die een verklaring aflegt om de Belgische nationaliteit te verkrijgen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft (Art. 12bis, § 1, 1o, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een zeker aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit)

21 né d’un père belge né en Belgique, (mère belge ou étrangère) [Art. 8, § 1er, 2o, a)]

21 geboren uit een Belgische vader die in Belgie¨ geboren is (Belgische of vreemde moeder) [Art.8,§ 1, 2o, a)]


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32246

22 né de mère belge née en Belgique (père belge ou étranger) [Art. 8, § 1er, 2o, a)]

22 geboren uit een Belgische moeder die in Belgie¨ geboren is (Belgische of vreemde vader) [Art. 8, § 1, 2o, a)]

23 dont un auteur est belge né à l’étranger et qui a déclaré dans les cinq ans de la naissance réclamer pour son enfant la nationalité belge [Art. 8, § 1er, 2o, b)]

23 van wie een ouder Belg is die in het buitenland geboren is en die binnen vijf jaar na de geboorte een verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de Belgische nationaliteit aan zijn kind [Art. 8, § 1, 2o, b)]

24 dont le père est belge né à l’étranger, si l’enfant ne possède pas ou ne conserve pas jusqu’à l’aˆge de 18 ans (ou de l’émancipation) une autre nationalité [Art. 8, § 1er, 2o, c)]

24 van wie de vader Belg is en in het buitenland geboren is, indien het kind geen andere nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (of ontvoogding) [Art. 8, § 1, 2o, c)]

25 dont la mère est belge née à l’étranger, si l’enfant ne possède pas ou ne conserve pas jusqu’à l’aˆge de 18 ans (ou de l’émancipation) une autre nationalité [Art. 8, § 1er, 2o, c)]

25 van wie de moeder Belg is en in het buitenland geboren is, indien het kind geen andere nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (of ontvoogding) [Art. 8, § 1, 2o, c)]

26 adopté par un(e) Belge né(e) en Belgique [Art. 9, 2o, a)];

26 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in Belgie¨ [Art. 9, 2o, a)]

27 adopté par un(e) Belge né(e) à l’étranger et qui a déclaré dans les cinq ans de l’adoption réclamer pour son enfant adoptif la nationalité belge [Art. 9, 2o, b)]

27 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in het buitenland, die binnen vijf jaar na de adoptie een verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de Belgische nationaliteit aan zijn kind [Art. 9, 2o, b)]

28 adopté par un(e) Belge né(e) à l’étranger si l’enfant ne possède pas une autre nationalité [Art. 9, 2o, c)]

28 geadopteerd door een Belg(ische) geboren in het buitenland indien het kind geen andere nationaliteit bezit [Art. 9, 2o, c)]

29 déclaration de conservation de nationalité (≥ 1er janvier 1995 — Art. 22, § 1, 5o)

29 verklaring van behoud van de nationaliteit. (≥ 1 januari 1995 — art. 22, § 1, 5o)

30 par naturalisation (Art. 19)

30 Naturalisatie (Art. 19)

51 sur déclaration par suite de mariage (Art. 16)

51 op verklaring ingevolge huwelijk (Art. 16)

60 par option (Art. 13 → 15)

60 door nationaliteitskeuze (Art. 13 → 15)

65 par suite d’acquisition ou de recouvrement de la nationalité belge d’un auteur ou adoptant (Art. 12)

65 ingevolge vrijwillige verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door een ouder of adoptant (Art. 12)

70 par recouvrement (Art. 24)

70 door herkrijging (Art. 24)

85 né à l’étranger, ayant atteint l’aˆge de 18 ans déclarant son intention d’acquérir la nationalité belge devant l’Officier de l’E´tat civil du lieu de sa résidence principale et dont l’un des auteurs possède la nationalité belge au moment de la déclaration (Art. 12bis, § 1er, 2o)

85 geboren in het buitenland, die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, die een verklaring heeft afgelegd om de Belgische nationaliteit te verkrijgen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft, en van wie één ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit (Art. 12bis, § 1, 2o)

86 l’étranger, ayant atteint l’aˆge de 18 ans qui a fixé sa résidence principale en Belgique depuis au moins 7 ans, qui fait une déclaration devant l’Officier de l’E´tat civil du lieu de résidence principale et qui au moment de cette déclaration a été admis ou autorisé à séjourner pour une durée illimitée dans le

86 de vreemdeling die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, die sedert ten minste zeven jaar zijn hoofdverblijf in Belgie¨ heeft gevestigd, die voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft een verklaring heeft afgelegd om de Belgische nationaliteit te ver-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32247

Royaume ou a été autorisé à s’y établir. (Art. 12bis, § 1er, 3o)

krijgen en die op het tijdstip van de verklaring toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk, of toegelaten werd om er zich te vestigen (Art. 12bis, § 1, 3o)

90 cas spéciaux, nécessitant un commentaire (notamment art. 22, 5, a contrario et art. 28)

90 bijzondere gevallen die een commentaar vergen (met name art. 22, 5, c a contrario en art. 28)

91 par possession d’état (Art. 17)

91 door bezit van de staat (Art. 17)

00 code nationalité non mentionné.

00 onbepaald.

Ministre des Affaires étrangères

Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2005200608298

DO 2005200608298

Question no 358 de M. Gerolf Annemans du 16 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 358 van de heer Gerolf Annemans van 16 juni 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Suites de l’assassinat de l’ancien président congolais Laurent-Désiré Kabila. — Commission d’enquête.

Gevolgen van de moord op de Congolese president Kabila. — Onderzoekscommissie.

Le 16 janvier 2001, M. Laurent-Désiré Kabila, président de la République démocratique du Congo, est assassiné par un garde du corps dans son palais. Selon le gouvernement, l’ancien président a été abattu par le garde du corps, qui a ensuite immédiatement été abattu par les services de sécurité. Selon de nombreuses sources, on ignore encore à ce jour si cet assassinat constitue un acte isolé ou a été orchestré par des opposants au régime de Kabila. Evoquant le meurtre du président Kabila, le journal britannique « The Sunday Telegraph » du 21 janvier 2001 indique qu’au cours des derniers mois de pouvoir tumultueux de Kabila, un conflit majeur opposait les deux hommes (le père et le fils Kabila). Joseph Kabila a même été emprisonné brièvement sur l’ordre de son père après une tentative de mutinerie militaire dans une caserne proche du palais présidentiel au mois de septembre. Bien que le jeune homme inexpérimenté soit considéré comme un homme de paille d’acteurs puissants du régime, certains diplomates kinois pensent qu’il devait être au fait du complot visant à assassiner son père, commente le journal.

Op 16 januari 2001 wordt Laurent-Désiré Kabila, president van de Democratische Republiek Congo, door een lijfwacht in zijn paleis vermoord. Volgens de regering werd de voormalige president door een lijfwacht neergeschoten en werd deze lijfwacht meteen nadien door de veiligheidsdiensten doodgeschoten. Tot op de dag van vandaag blijft het volgens tal van bronnen onduidelijk of de moord de daad is van een eenling of dat het gaat om een geregisseerde moord door tegenstanders van Kabila. In « The Sunday Telegraph » (UK) van 21 januari van dat jaar konden we in het kader van de moord zelfs lezen : « The Telegraph heeft echter vernomen dat beide mannen (vader en zoon Kabila) tijdens de laatste maanden van Kabila’s tumultueuze bewind een zwaar conflict hadden. Joseph werd zelfs voor korte tijd gevangen gezet op bevel van zijn vader na een poging tot militaire muiterij in een kazerne vlakbij het presidentieel paleis in september. Hoewel de onervaren jongeman beschouwd wordt als een stroman van machtige actoren binnen het regime, geloven diplomaten in Kinshasa dat hij op de hoogte geweest moet zijn van het complot om zijn vader te doden. ».

Le 26 janvier 2001, Joseph Kabila est assermenté dans ses fonctions de nouveau président et ordonne la création d’une commission d’enquête sur l’assassinat de son père. Cette commission, composée de Congolais mais également d’Angolais, de Zimbabwéens et de Namibiens — les alliés de Kinshasa dans la guerre qui a longtemps déchiré le pays — est habilitée à faire arrêter tout suspect et à obtenir l’accès à tous les docu-

Op 26 januari 2001 wordt zijn zoon Joseph Kabila bee¨digd als de nieuwe president. Deze heeft opdracht gegeven tot de oprichting van een commissie van onderzoek naar de moord op zijn vader. In de commissie zetelden niet alleen Congolezen, maar ook mensen uit Angola, Zimbabwe en Namibie¨, de bondgenoten van Kinshasa in de oorlog die het Afrikaanse land lange tijd verscheurde. De onderzoekscommissie kon elke


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32248

ments en rapport avec l’assassinat. Une enquête judiciaire avait également été ouverte immédiatement après l’assassinat. Aujourd’hui, les investigations sont cloˆturées depuis un certain temps.

verdachte laten arresteren en toegang krijgen tot alle documenten in verband met de moord. Meteen na de moord werd al een gerechtelijk onderzoek geopend. Een en ander is reeds geruime tijd afgesloten.

1. En tant que partenaire privilégié du Congo, le gouvernement belge a-t-il été formellement informé des constatations de la commission d’enquête ?

1. Is de Belgische regering als bevoorrechte partner van Congo formeel op de hoogte gesteld van de bevindingen van de onderzoekscommissie ?

2. a) Notre pays a-t-il été invité à faire connaıˆtre son point de vue en la matière ?

2. a) Werd ons land gevraagd hieromtrent een mening te kennen te geven ?

b) Dans l’affirmative, quel était-il ?

b) Zo ja, wat was de inhoud daarvan ?

3. Le gouvernement belge a-t-il en tout état de cause évalué le dossier ou en a-t-il simplement pris connaissance ?

3. Heeft de Belgische regering deze aangelegenheid hoe dan ook gee¨valueerd of er louter kennis van genomen ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 avril 2007, à la question no 358 de M. Gerolf Annemans du 16 juin 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 358 van de heer Gerolf Annemans van 16 juni 2006 (N.) :

1. La Belgique n’a jamais été mise au courant des constatations de la commission d’enquête qui aurait été constituée pour analyser les conséquences et les responsabilités du meurtre du président LaurentDésiré Kabila.

1. Belgie¨ werd nooit formeel op de hoogte gebracht van de bevindingen van de onderzoekscommissie die zou opgericht zijn om de gevolgen en de verantwoordelijkheden te onderzoeken van de moord op president Laurent-Désiré Kabila.

2. La Belgique a tout aussi peu été invitée à formuler un point de vue dans cette affaire.

2. Evenmin werd aan Belgie¨ gevraagd om een standpunt ter zake te formuleren.

3. Il faut constater que ce dernier temps, les autorités congolaises n’ont fourni aucune information nouvelle concernant les activités ou les conclusions des deux commissions d’enquête et pas non plus concernant les vicissitudes exactes des condamnés.

3. Geconstateerd moet worden dat er door de Congolese autoriteiten de laatste tijd geen enkele nieuwe informatie werd verstrekt over de activiteiten of de conclusies van de beide onderzoekscommissies en al evenmin over de precieze lotgevallen van de veroordeelden.

` l’époque, une trentaine d’environ 130 accusés ont A effectivement été condamnés. Ils purgent toujours leur peine. Tout le monde sait que de nombreuses peines de mort ont été prononcées, mais qu’aucune n’a vraiment été exécutée.

Destijds werd een dertigtal van de ongeveer 130 beschuldigden effectief veroordeeld. Zij zitten nog altijd hun gevangenisstraf uit. Zoals bekend werden heel wat doodstraffen uitgesproken, maar nooit uitgevoerd.

L’ambassade belge à Kinshasa a quand même exprimé son inquiétude concernant les circonstances de détention des accusés; ceci s’est fait entre autres après que l’épouse d’un des principaux suspects, Eddy Kapend, insista dans une lettre adressée au ministre De Gucht sur sont intervention pour la mise en liberté de la personne en question.

De Belgische ambassade in Kinshasa heeft wel haar bezorgdheid uitgedrukt over de detentieomstandigheden van de betichten; dit gebeurde onder meer nadat de echtgenote van één van de hoofdverdachten, Eddy Kapend, in een brief gericht tot minister De Gucht had aangedrongen op zijn tussenkomst voor de vrijlating van betrokken.

Nous avons demandé à notre ambassade à Kinshasa de nous établir un nouvel état de la situation concernant la commission d’enquête mentionnée ci-dessus et les conditions de détention des condamnés.

Aan onze ambassade in Kinshasa werd gevraagd om een nieuwe stand van zaken op te stellen betreffende bovenvermelde onderzoekscommissies en de detentieomstandigheden van de veroordeelden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32249

DO 2006200709373

DO 2006200709373

Question no 419 de M. Dirk Van der Maelen du 14 décembre 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 419 van de heer Dirk Van der Maelen van 14 december 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Armes à uranium appauvri.

Wapens met verarmd uranium.

1. Quels sont, dans le cadre de l’OTAN, les engagements de la Belgique en matière de munitions et d’armes à l’uranium appauvri ?

1. Welke bondgenootschappelijke verplichtingen heeft Belgie¨ in het kader van de NAVO met betrekking tot munitie en wapens met verarmd uranium ?

2. Un accord permet-il à des pays tiers de transporter du matériel militaire, notamment des armes à l’uranium, sur le territoire belge, que ce soit par le port d’Anvers ou par l’espace aérien belge ?

2. Bestaat er een akkoord waardoor andere landen de toelating krijgen om militair materieel waaronder uraniumwapens over het Belgische grondgebied te transporteren, hetzij via de Antwerpse haven, hetzij door het gebruik van het Belgische luchtruim ?

3. Les pays de l’Union européenne détenteurs de technologies d’armement et/ou d’armes UA (uranium appauvri) peuvent-ils exporter ces armes sans autorisation vers d’autres pays de l’Union européenne ?

3. Mogen EU-landen die DU-wapentechnologie en/ of wapens (DU of verarmd uranium) bezitten, deze wapens zonder vergunning naar andere EU-landen exporteren ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 419 de M. Dirk Van der Maelen du 14 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 419 van de heer Dirk Van der Maelen van 14 december 2006 (N.) :

S’il est vrai que l’OTAN n’impose pas d’obligations spécifiques aux E´tats-membres en ce qui concerne l’utilisation de certains types d’armes, il importe de souligner les besoins d’interopérabilité dans le contexte d’opérations militaires conjointes. L’exclusion de certains systèmes d’armements par des Alliés individuels peut ainsi compromettre l’interopérabilité au sein de l’Alliance.

Waar het zo is dat de NAVO geen specifieke verplichtingen oplegt aan de lidstaten inzake het gebruik van bepaalde wapens, dient uiteraard wel de nodige aandacht geschonken te worden aan de vereiste interoperabiliteit tijdens gezamenlijk militair optreden. Het uitsluiten van bepaalde wapensystemen door individuele Bondgenoten kan derhalve leiden tot druk op deze interoperabiliteit binnen het Bondgenootschap.

Un nombre d’arrangements en matière de coopération militaire entre Alliés sont repris dans des accords bilatéraux.

Een aantal afspraken inzake militaire samenwerking tussen bondgenoten zijn vervat in relevante bilaterale akkoorden.

Des licences d’exportations sont requises pour toutes les catégories d’armes non-interdites conformément à la loi du 8 août 1991 et sur la base des définitions en vigueur. L’autorisation de ces licences est de la compétence des régions, à l’exception des licences accordées à la Défense ou à la Police.

Exportvergunningen zijn verplicht voor alle categoriee¨n van niet-verboden wapens conform de wet van 8 augustus 1991 en met toepassing de daarin geldende definities. Het afleveren van deze vergunningen behoort tot de bevoegdheden van de gewesten, met uitzondering van vergunningen af te leveren aan Defensie en Politie.

DO 2006200709612

DO 2006200709612

Question no 436 de M. Dirk Van der Maelen du 24 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 436 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 januari 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Réexportation de matériel militaire. — Licences. — régionalisation des exportations d’armes.

Wederuitvoer van militair materiaal vergund voor de regionalisering van de wapenexport.

Les licences d’exportation d’armes s’accompagnent d’un certificat d’importation international ou d’un certificat d’utilisation finale. Lorsque les livraisons

Uitvoervergunningen voor wapens zijn voorzien van een internationaal importcertificaat of een eindgebruikerscertificaat. Bij leveringen met een eindgebruikers-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32250

sont accompagnées d’un certificat d’utilisation finale, il est impossible de procéder à leur réexportation sans l’autorisation des autorités concernées en Belgique. 1. a) Qui délivre actuellement l’autorisation de réexportation pour des livraisons d’armes auxquelles il a été procédé avant la régionalisation du commerce des armes ? b) Ces demandes sont-elles renvoyées aux régions ou sont-elles traitées par les instances fédérales ? 2. Pouvez-vous fournir la liste des demandes de réexportation introduites depuis la régionalisation de cette compétence, en 2003 ? 3. Pouvez-vous indiquer dans cette liste la destination finale de la réexportation, le type de matériel militaire qui est réexporté, la valeur du matériel et son utilisateur final ? ` l’avenir, pouvez-vous insérer dans les rapports 4. A fédéraux semestriels une liste des demandes de réexportation qui ont été accordées et refusées (destination finale de la réexportation, type de matériel militaire qui est réexporté, valeur et utilisateur final de ce matériel) ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 436 de M. Dirk Van der Maelen du 24 janvier 2007 (N.) : Les compétences en matière d’importation, exportation et transit de matériel militaire ont été régionalisées en 2003. Comme la question de réexportation est accessoire aux compétences précitées, on doit présumer que la compétence en matière de réexportation réside également auprès des régions. Des certificats de destination finale peuvent stipuler que l’autorisation pour une réexportation doit être demandée aux autorités belges. Il est évident que cette mention se réfère aux autorités régionales compétentes. Une question de réexportation doit être jugée par les régions, même si l’autorisation de l’exportation originale avait été accordée par l’autorité fédérale.

certificaat kan geen wederuitvoer zonder toestemming van de betrokken overheid in Belgie¨. 1. a) Wie geeft er op dit moment toestemming voor wederuitvoer van wapenleveringen die gebeurden voordat de wapenhandel geregionaliseerd werd ?

Il est conseillé de s’adresser aux régions pour toute information relative au matériel et aux destinations de réexportation.

b) Worden deze vragen doorgestuurd naar de gewesten, of behandelt de federale overheid deze vragen ? 2. Kan u een lijst geven van aanvragen voor wederuitvoer sinds dat de bevoegdheid in 2003 geregionaliseerd werd ? 3. Kan u in deze lijst de eindbestemming van de wederuitvoer geven, het type van militair materiaal dat wederuitgevoerd wordt, de waarde van het materiaal, en de eindgebruiker van het materiaal ? 4. Kan u in de toekomst in de halfjaarlijkse federale rapporten een overzicht geven van de goedgekeurde en geweigerde aanvragen voor wederuitvoer (eindbestemming van de wederuitvoer, het type van militair materiaal dat wederuitgevoerd wordt, de waarde van het materiaal en de eindgebruiker van het materiaal) ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 436 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 januari 2007 (N.) : De bevoegdheid aangaande invoer, uitvoer en doorvoer van wapens werd in 2003 geregionaliseerd. Aangezien de vraag tot wederuitvoer een accessoir karakter heeft bij de hierboven vermelde bevoegdheid van de gewesten, dient men aan te nemen dat ook de bevoegdheid inzake wederuitvoer berust bij de gewesten. Eindgebruikerscertificaten kunnen vermelden dat de toestemming voor wederuitvoer dient gevraagd te worden aan de Belgische autoriteiten. Hieronder dient men echter duidelijk de bevoegde gewestelijke autoriteiten te verstaan. Een vraag tot wederuitvoer dient immers beoordeeld te worden door de gewesten, zelfs als de oorspronkelijke toestemming tot uitvoer was verleend door de federale overheid. Informatie aangaande het materiaal en de bestemmingen van de wederuitvoer kan best aangevraagd worden bij de gewesten.

DO 2006200709912

DO 2006200709912

Question no 454 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 454 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik.

Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants. Le réchauffement de la planète et la réduction de la consommation énergétique requièrent des efforts de


2006

De opwarming van de aarde en het terugdringen van het energiegebruik vergt een belangrijke inspan2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32251

tout citoyen responsable. Il convient que les autorités donnent l’exemple en la matière. La fin de la législature constitue un moment propice pour établir un bilan des efforts fournis par les services publics fédéraux, par les institutions fédérales et par les entreprises publiques.

ning van elkeen met verantwoordelijkheidszin. De overheden moeten op dat vlak een voorbeeldrol vervullen. Het einde van een legislatuur is een geschikt moment om een balans op te maken en na te gaan welke inspanningen de federale overheidsdiensten, federale instellingen en de overheidsbedrijven hebben geleverd.

1. Quels efforts les services publics, les administrations et les entreprises publiques ressortissant à votre compétence ont-ils fournis de 2003 à ce jour pour réduire la consommation énergétique et la consommation de combustibles et de carburants ?

1. Welke inspanningen hebben de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven vanaf 2003 tot op heden geleverd, om het energieen brandstoffenverbruik terug te dringen ?

2. Quels résultats ont produit ces efforts ?

2. Wat zijn de resultaten daarvan ?

3. Votre cabinet a-t-il déployé de tels efforts ? Lesquels ?

3. Werden gelijkaardige inspanningen (en welke) doorgevoerd op uw kabinet ?

4. Combien d’audits énergétiques ont été réalisés ? ` quelles recommandations et conclusions ont-ils A donné lieu ?

4. Hoeveel energie-audits werden uitgevoerd en wat waren de aanbevelingen en conclusies ervan ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 avril 2007, à la question no 454 de M. Guido De Padt me Maggie De Block du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 april 2007, op de vraag nr. 454 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :

1. Les efforts entrepris consistent en une gestion optimale de l’éclairage des baˆtiments en fonction de l’occupation des locaux, l’isolation de toutes les conduites d’eau chaude de chauffage, le fonctionnement d’une seule chaudière au lieu de 3 en cascades.

1. De ondernomen inspanningen bestaan uit een optimaal beheer van het verlichtingssysteem van de gebouwen in functie van het gebruik van de kantoren, de isolatie van alle leidingen waarlangs het warme water van de verwarming vervoerd wordt en het gebruik van één enkele ketel in de plaats van 3 in cascade.

2. Tout ces efforts depuis 2003 mènent aux résultats suivants :

2. Dit alles gaf sinds 2003 volgend resultaat :

— une diminution de la consommation d’électricité; de 4 887,119 kWh en 2003 (avec 4 575 098 kWh en 2004 et 4 482 397 kWh en 2005) vers 4 378 786 kWh en 2006;

— een vermindering van het electriciteitsverbruik; van 4 887 119 kWh in 2003 (over 4 575 098 kWh in 2004 en 4 482 397 kWh in 2005) naar de 4 378 786 kWh in 2006;

— une diminution de la consommation de gaz pour le chauffage; de 4 676 460 kWh en 2003 vers 3 259 817 kWh en 2006.

— een vermindering van het gasverbruik; van 4 676 460 kWh in 2003 naar 3 259 817 kWh in 2006.

3. Les résultats concernent également les cellules stratégiques logées au sein des baˆtiments du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement.

3. Deze resultaten behelzen ook de beleidscellen die gevestigd zijn in de gebouwen van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

4. Un audit HVAC a été réalisé en 2004 et avait conclu à la nécessité d’une meilleure isolation des conduits d’eau de chauffage, à isoler thermiquement les chaudières ne fonctionnant pas et à mieux paramêtrer les températures de consignes dans les zones à chauffer.

4. Een HVAC audit werd uitgevoerd in 2004 en leidde tot de noodzaak om de verwarmingsbuizen beter te isoleren, de niet gebruikte verwarmingsketels beter thermisch te isoleren en de insteltemperaturen in de te verwarmen plaatsen beter af te stellen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32252

DO 2006200709915

DO 2006200709915

Question no 455 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 455 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Départements. — Ećomobilité.


L’écomobilité joue un roˆle de premier plan dans le cadre du développement durable. La notion d’écomobilité englobe tous les aspects économiques, écologiques et sociaux de la mobilité et porte notamment sur le covoiturage, les incitants visant à encourager la population à utiliser les transports en commun, les primes pour les personnes qui se rendent au travail à vélo, etc. Les grandes entreprises et organisations portent une importante responsabilité dans le domaine de l’écomobilité. Elles pourraient en effet prendre différentes initiatives pour encourager leur personnel à utiliser un mode de transport écologique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Je pense à l’aménagement de parkings pour vélos et motos, à la mise à disposition de douches et de vestiaires, etc. L’écomobilité rencontre par ailleurs les objectifs de Kyoto.

In het kader van duurzame ontwikkeling is ecomobiliteit zeer belangrijk. De term « ecomobiliteit » behelst alle economische, ecologische en sociale aspecten van de mobiliteit en omvat onder andere carpooling, het stimuleren van de bevolking om gebruik te maken van het openbaar vervoer, het geven van premies aan personen die de fiets gebruiken om zich naar hun werk te begeven, enzovoort. Grote organisaties hebben op het vlak van ecomobiliteit een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen immers verscheidene initiatieven opzetten om hun werknemers te stimuleren om op een milieuvriendelijke manier naar hun werk te komen zoals de aanleg van parkings voor fietsen en moto’s, het ter beschikking stellen van douches en vestiaires, enzovoort. Daarenboven komt ecomobiliteit tegemoet aan de doelstellingen van de Kyotonorm.

















Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 avril 2007, à la question no 455 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 455 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) :

1. a) Non.

1. a) Neen.

b) Pas d’application.

b) Niet van toepassing.

2. a) Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement dispose de 5 implantations très proches les unes des autres au

2. a) De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beschikt in het centrum van Brussel over 5 inplantingen die


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32253

centre de Bruxelles. Entre les baˆtiments euxmêmes, les déplacements se font en principe à pied vu leur proximité respective. Les membres du personnel sont également encouragés à utiliser les transports en commun lors de leurs déplacements de service à Bruxelles par la distribution de cartes prépayées de la STIB, ou en utilisant leur propre abonnement STIB remboursé intégralement par le SPF. En ce qui concerne le déplacement du domicile au lieu de travail, en 2006, 87 % des fonctionnaires à Bruxelles recevaient une contribution (jusque 100 %) dans leur abonnement transport en commun. 4,6 % des fonctionnaires du SPF recevaient une indemnité pour l’utilisation de leur propre vélo pour se rendre au travail. Le SPF dispose d’un parking pour bicyclettes et des douches.

zich in eikaars nabijheid bevinden. De verplaatsingen tussen deze 5 gebouwen gebeurt, gezien hun nabijheid, in principe te voet. Voorts worden de personeelsleden aangespoord om het openbaar vervoer te gebruiken voor hun dienstverplaatsingen in Brussel door de verdeling van voorbetaalde MIVB-kaarten of door hun eigen MIVBabonnement te gebruiken dat integraal door de FOD terugbetaald wordt. Wat betreft het woonwerkverkeer ontvingen in 2006, 87 % van de in Brussel tewerkgestelde ambtenaren een tegemoetkoming (tot 100 %) van hun abonnement openbaar vervoer. 4,6 % van de ambtenaren van de FOD ontvingen een vergoeding voor het gebruik van hun fiets om zich naar het werk te begeven. De FOD beschikt over een fietsenstalling en douches.

b) Non.

b) Neen.

c) Pas d’application.

c) Niet van toepassing.

d) On n’a pas encore senti la nécessité, les mesures sont trop récentes ou d’application dans toute la fonction publique fédérale.

d) De noodzaak hiertoe werd nog niet gevoeld, de maatregelen zijn ofwel nog te recent of eigen aan het hele federale openbare ambt.

3. a) Le SPF étudie actuellement la possibilité d’introduire le télétravail pour les fonctionnaires.

3. a) De FOD onderzoekt momenteel tevens de mogelijkheid van telewerking voor de ambtenaren.

DO 2006200709775

DO 2006200709775

Question no 457 de M. Dirk Van der Maelen du 15 février 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 457 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

République démocratique du Congo. — Arrestation d’une candidate aux élections présidentielles.

Democratische Republiek Congo. — Arrestatie van een kandidate van de presidentsverkiezingen.

Marie-Thérèse Nlandu, candidate au premier tour des élections présidentielles en République démocratique du Congo, a été arrêtée le 21 novembre 2006. Dans son « Monthly Human Rights Assessment » de novembre 2006, la Monuc (Mission des Nations unies en République démocratique du Congo) considère cette arrestation comme une violation des droits de l’homme à motivation politique. Depuis son arrestation, l’état de santé de Mme Nlandu s’est considérablement détérioré.

Op 21 november 2006 werd Marie-Thérèse Nlandu, kandidate in de eerste verkiezingsronde van de presidentsverkiezingen in de Democratische Republiek Congo, gearresteerd. De Monuc (Missie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo) merkt deze arrestatie aan als één van de politiek gemotiveerde mensenrechtenschendingen in haar « Monthly Human Rights Assessment » van november 2006. Sinds haar arrestatie is de gezondheidstoestand van mevrouw Nlandu sterk achteruit gegaan.

Pouvez-vous préciser quelle est la position de la Belgique en ce qui concerne l’arrestation et l’incarcération de Mme Nlandu et quelles initiatives la Belgique a déjà prises et envisage de prendre dans ce dossier ?

Kan u meedelen wat de houding van Belgie¨ is inzake de arrestatie en opsluiting van mevrouw Nlandu en welke inspanning Belgie¨ reeds geleverd heeft en overweegt te leveren in dit dossier ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32254

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 15 février 2007, à la question no 457 M. Dirk Van der Maelende du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 457 van de heer Dirk Van der Maelenmevrouw van 7 februari 2007 (N.) :

Pendant mon récent voyage en RDC, le cas de Mme Nlandu a été abordé avec mon homologue le 12 avril 2007. Ce dernier m’a promis de me tenir au courant de l’évolution du dossier. J’ai d’ailleurs continué à partager avec les autorités mes vives inquiétudes sur cette affaire dès le début de celle-ci. L’action de la Belgique n’a pas pour objectif d’intervenir dans le fond du processus judiciaire, ce qui relève de la compétence judiciaire du Congo, mais nous voulions en premier lieu insister pour que l’accusée ait le droit à un procès transparent et équitable, dans le respect des droits de la défense, et qu’elle soit traitée dans de bonnes conditions. Nous avons également émis des réserves quant au bien fondé de la décision de traiter de cette affaire devant un tribunal militaire, ce qui semble être contraire aux dispositions de la constitution elle-même (article 156 réserve les tribunaux militaires aux seuls membres de forces années et de la police).

Tijdens mijn reis naar de DRC, werd het geval van mevrouw Nlandu op 12 april 2007 met mijn gesprekspartner aangevat. Deze laatste heeft me beloofd om me op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier. Ik heb mijn uiterste bezorgdheid vanaf het begin van deze zaak trouwens steeds blijven uiten. De Belgische actie heeft niet als doel om tussen te komen in de kern van het juridische proces, wat trouwens onder de rechtelijke bevoegdheid van Congo valt, maar we willen er vooral op aandringen dat de beklaagde recht heeft op een transparant en evenwichtig proces dat in regel is met de rechten van de verdediging en dat ze op een goede manier wordt behandeld. We hebben eveneens enige reserve uitgesproken betreffende de juistheid van de beslissing om deze zaak voor een militaire rechtbank te behandelen, hetgeen in tegenspraak blijkt te zijn met de grondwet (artikel 156 stelt dat de militaire rechtbanken enkel zijn voorbehouden voor de leden van de militaire macht en van de politiemacht).

Status questionis : la semaine dernière le ministère public a requis une peine de 20 ans de prison contre Mme Nlandu. Les plaidoiries de la défense se terminaient le 19 avril, les prévenus auront la possibilité de s’exprimer une fois encore. Le ministère public aura également la possibilité de répliquer aux plaidoiries des avocats. Le verdict viendra à la fin d’avril 2007.

Status questionis : vorige week eiste het openbaar ministerie een gevangenisstraf van 20 jaar voor mevrouw Nlandu. De pleidooien van de verdediging werden op 19 april beeïndigd, de verdachten zullen de kans krijgen om zich nog een keer uit te spreken. Het Openbaar ministerie zal eveneens de kans krijgen omde pleidooien van de advocaten te beantwoorden. Het verdict is eind april 2007 voorzien.

Notre ambassade continue à suivre de près le procès et reste en contact continu avec les avocats de Mme Nlandu. Mes services ont, par ailleurs, à plusieurs reprises eu des entrevues régulières avec la famille de Mme Nlandu. Ceux-ci semblent apprécier l’intervention de notre pays en la matière.

Onze ambassade blijft dit proces van dichtbij opvolgen en blijft permanent in contact met de advocaten van mevrouw Nlandu. Mijn diensten hebben trouwens regelmatig de familie van mevrouw Nlandu ontmoet. Haar familie lijkt de interventie van ons land in deze zaak te apprecie¨ren.

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 459 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 459 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

E´mission de CO2 des cellules stratégiques.

Door de beleidscellen veroorzaakte CO2-uitstoot.

L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2.

De federale Staat beschikt over een groot aantal gebouwen en kan dus de vervuiling en het energieverbruik aanmerkelijk terugdringen. Door het nemen van een aantal besparingsmaatregelen, zou de federale Staat daadwerkelijk tot de vermindering van de CO2vervuiling kunnen bijdragen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32255

` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.

1. Hoeveel bedroeg het elektriciteitsverbruik van uw beleidscel, enerzijds, en van uw administratie, anderzijds, in 2005 en 2006 ?

2. a) Y-a-t-il une part d’énergie verte dans la consommation de la cellule stratégique et de l’administration ?

2. a) Maken de beleidscel en de administratie deels gebruik van groene stroom ?

` quel pourcentage s’élève l’énergie verte dans la b) A consommation totale, respectivement en 2005 et en 2006 ?

b) Wat was het aandeel van de groene stroom in het totale elektriciteitsverbruik in 2005 en 2006 ?

3. a) Combien de kilomètres ont été parcourus en moyenne par les voitures de votre cellule stratégique (respectivement en 2005 et en 2006) ?

3. a) Hoeveel kilometer legden de wagens waarvan uw beleidscel gebruik maakt, gemiddeld af in 2005 en 2006 ?

b) De combien de voitures dispose votre cellule stratégique ?

b) Over hoeveel wagens beschikt uw beleidscel ?

4. a) Combien de vols est-ce que le/la ministre/ secrétaire d’E´tat a exécuté à titre professionnel (respectivement en 2005 et en 2006) ?

4. a) Hoeveel keer nam de minister/staatssecretaris om beroepsredenen het vliegtuig in 2005 en 2006 ?

` combien de kilomètres correspondent ces vols ? b) A

b) Hoeveel kilometer werd daarbij afgelegd ?

5. a) Est-ce que des mesures ont été prises afin de compenser l’utilisation énergétique ?

5. a) Werden maatregelen genomen om het energieverbruik te compenseren ?

b) Si oui, pour quel pourcentage respectivement en 2005 et en 2006 ?

b) Zo ja, met welk percentage stemden die compenserende maatregelen in 2005 en 2006 overeen ?

6. Quelle référence aux performances environnementales était mentionnée dans les rubriques des cahiers des charges, conforme à la décision du Conseil des ministres d’Ostende ?

6. Welke referentie naar de milieuprestaties bevatten de rubrieken van de bestekken, overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad van Oostende ?

7. Combien de voitures ont été achetées depuis le début de la législature :

7. Hoeveel wagens werden sinds het begin van de regeerperiode aangekocht :

a) pour la Cellule Stratégique sous votre tutelle;

a) voor de beleidscel onder uw toezicht ?

b) pour le Servie Public Fédéral sous votre tutelle ?

b) voor de Federale Overheidsdienst onder uw toezicht ?

8. a) Combien de voitures achetées ou louées depuis juin 2004 correspondaient aux normes environnementales ?

8. a) Hoeveel van de sinds juni 2004 aangekochte of geleasede voertuigen voldoen aan de milieunormen ?

` quelles normes environnementales ? b) A

b) Aan welke milieunormen ?

9. a) Combien de procédures d’acquisition sont-elles en cours ?

9. a) Hoeveel aankoopprocedures lopen nog ?

b) Avec quels cahiers des charges ?

b) Met welke bestekken ?

c) Que précisent les cahiers de charges quant au respect des normes environnementales ?

c) Wat vermelden de bestekken met betrekking tot het naleven van de milieunormen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32256

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 459 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 459 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

1. La consommation d’électricité s’élève à 6 083 248 kWh en 2005 et à 5 970 431 kWh en 2006. La consommation d’électricité de la Cellule Stratégique est incluse dans ces chiffres.

1. Het elektriciteitsverbruik bedroeg 6 083 248 kWh in 2005 en 5 970 431 kWh in 2006. Het elektriciteitsverbruik van de beleidscel is hierin opgenomen.

2. a) Non.

2. a) Neen.

b) Sans objet.

b) Zonder voorwerp.

3. 267 000 km l’année.

3. 267 000 km op jaarbasis.

4. 4 195 vols pour le SPF en 2006.

4. 4 195 vluchten voor de FOD in 2006.

5. Je me permets de renvoyer à ma réponse à la question parlementaire no 454, posée le 7 mars 2007 par M. le représentant Guido De Padt. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 164, p. 32250.)

5. Ik zou het geachte lid hiervoor willen verwijzen naar mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 454, gesteld op 7 maart 2007 door volksvertegenwoordiger Guido De Padt. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 164, blz. 32250.)

6. Les achats du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement s’effectuent conformément aux guides méthodologiques mentionnés dans la circulaire « Mise en œuvre de la politique de développement durable lors des marchés publics de fournitures lancés par des pouvoirs adjudicateurs de l’autorité fédérale qui appartiennent aux secteurs classiques » du 27 janvier 2005. Ceci a d’ailleurs été constaté lors de l’E´tat des Lieux environnemental de notre SPF effectué par la société Comase dans le cadre de la procédure en cours pour la certification Emas.

6. De aankopen van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geschieden conform de methodologische richtlijnen, bepaald in de omzendbrief « Implementatie van het duurzame ontwikkelingsbeleid bij de overheidsopdrachten van leveringen gelanceerd door aanbestedende overheden van de federale overheid die behoren tot de klassieke sectoren » van 27 januari 2005. Deze werd opgemaakt naar aanleiding van de opmaak van de milieuinventaris van onze FOD uitgevoerd door het bedrijf Comase in het kader van de procedure in functie van de Emas-certificatie.

7. Sept voitures ont été achetées depuis le début de la législature pour l’Administration, mais seulement une depuis la parution de la circulaire 307quater relative à l’achat de véhicules. Cette dernière répond aux exigences de consommations de CO2 au 1 km et aux critères écologiques repris sur le site internet du guide des achats durables.

7. Zeven auto’s voor de administratie werden aangekocht sedert het begin van de legislatuur, maar enkel één sedert de verschijning van de omzendbrief 307quater met betrekking tot de aankoop van voertuigen. Deze laatste beantwoord aan de CO2verbruikseisen en aan de ecologische criteria van de internetsite van de gids van duurzame aankopen.

8. La seule voiture achetée depuis la parution de la circulaire environnementale relative aux véhicules répond aux normes environnementales qui y sont décrites ainsi qu’aux critères écologiques repris dans le guide des achats durables.

8. De enige auto die werd aangekocht sedert het verschijnen van de milieu-omzendbrief met betrekking tot voertuigen beantwoordt aan de milieunormen, die erin vervat zijn en ook aan de ecologische criteria, die worden hernomen in de gids van de duurzame aankopen.

9. Actuellement une procédure d’acquisition de véhicule est en cours à l’administration. Le cahier des charges reprend les critères écologiques du guide des achats durables.

9. Momenteel loopt er een aankoopprocedure voor een voertuig bij de administratie. Het lastenboek herneemt de ecologische criteria van de gids van duurzame aankopen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32257

DO 2006200710001

DO 2006200710001

Question no 461 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 461 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Nucleaire overeenkomst tussen India en de Verenigde Staten. De ondertekening van een nucleaire samenwerkingsovereenkomst tussen de Verenigde Staten en India zorgt voor heel wat onrust in de internationale diplomatieke kringen. Hoewel India de non-proliferatieovereenkomst niet ondertekend heeft, zou het dankzij die overeenkomst kunnen rekenen op Amerikaanse steun voor zijn kernprogramma. Als gevolg hiervan zullen de andere lidstaten van de Nuclear Suppliers Group (NSG) onder toenemende druk komen te staan om op hun beurt hun criteria voor de uitvoer naar India te versoepelen, waardoor het internationaal nonproliferatiestelsel nog verder dreigt af te kalven. Als lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de raad van gouverneurs van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAAE) en de Nuclear Suppliers Group moet ons land in dit dossier een standpunt innemen.

Accord entre l’Inde et les E´tats-Unis dans le domaine nucléaire. La signature par les E´tats-Unis et l’Inde d’un accord dans le domaine nucléaire suscite beaucoup de préoccupations sur la scène diplomatique internationale. L’Inde n’a pas signé le « Non Proliferation Treaty », mais pourrait, suite à cet accord, profiter du soutien américain dans le domaine nucléaire. Ceci augmentera la pression sur les autres pays membres du « Nuclear Suppliers Group » d’assouplir également leurs critères en matière d’exportation vers l’Inde, ce qui pourrait mettre en péril encore plus le système international de non-prolifération. Notre pays doit, comme membre du Conseil de sécurité des Nations unies, du conseil des gouverneurs de l’Agence internationale de l’énergie atomique (AIEA) et du « Nuclear Suppliers Group » (NSG) se positionner dans ce dossier.

1. Estimez-vous que l’Inde respecte les obligations internationales de non-prolifération ? 2. Quelle position a été adoptée dans ce dossier par notre pays dans ces trois instances ? 3. a) Lors de quelles prochaines réunions du Conseil de sécurité de l’AIEA et du NSG, sera discuté ce dossier ? b) Quelle sera l’attitude belge ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 avril 2007, à la question no 461 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) : Cette réponse a été rédigée conjointement par les services du ministre des Affaires étrangères et du ministre de l’Ećonomie, Eńergie, Commerce extérieur et Politique scientifique. De ce fait, la même réponse a également été donnée par ce dernier. Je veux attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait qu’il n’y a qu’une évolution limitée dans le dossier relatif à une coopération éventuelle entre l’Inde et les E´tats-Unis dans le domaine nucléaire. Le Congrès américain a approuvé, en principe, l’initiative de coopération. Cette approbation se limite toutefois à l’accord sur la négociation d’un accord de coopération, qui doit satisfaire à de strictes conditions. Cellesci sont entre autres : a) un accord doit être conclu avec l’AlEA sur l’application de garanties perpétuelles, en conformité aux normes, principes et pratiques de l’AIEA;


2006

1. Is u van oordeel dat India de internationale verplichtingen op het stuk van de non-proliferatie nakomt ? 2. Welk standpunt heeft Belgie¨ met betrekking tot dat dossier bij die drie instellingen ingenomen ? 3. a) Tijdens welke vergaderingen van de Veiligheidsraad, het IAAE en de Nuclear Suppliers Group zal dat dossier aan bod komen ? b) Welk standpunt zal Belgie¨ innemen ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 461 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) : Dit antwoord werd gezamenlijk opgesteld door de diensten van de minister van Buitenlandse Zaken en van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijke Politiek. Het werd derhalve ook reeds meegedeeld door deze laatste. ik wil de aandacht vestigen van het geachte lid op het feit dat er slechts een beperkte evolutie is in het dossier met betrekking tot de eventuele samenwerking tussen India en de Verenigde Staten in het nucleaire domein. Het Amerikaans Congres heeft het samenwerkingsinitiatief in principe goedgekeurd. Deze goedkeuring beperkt zich echter tot de instemming met de onderhandeling van een samenwerkingsakkoord dat aan strikte voorwaarden moet voldoen. Deze zijn onder meer : a) er moet een akkoord afgesloten worden met de IAEA over de toepassing van altijddurende waarborgen, in overeenstemming met de normen, principes en praktijken van de IAEA; 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32258

b) la coopération sera terminée si l’Inde exécutait un nouveau test nucléaire;

b) de samenwerking zal beeïndigd worden als India een nieuwe nucleaire test zou uitvoeren;

c) l’Inde doit adhérer au « Missile Technology Control Regime » (MTCR) et aux directives NSG, conformément aux procédures de ces régimes ou doit au moins faire accorder sa législation avec ces régimes;

c) India moet toetreden tot het « Missile Technology Control Regime » (MTCR) en de NSG-richtlijnen in overeenstemming met de procedures van deze regimes of moet minstens zijn wetgeving in overeenstemming brengen met deze regimes;

d) l’Inde doit s’engager à coopérer activement avec les E´tats-Unis pour arriver à une conclusion rapide d’un accord multilatéral sur l’achèvement de la production de matières fissiles pour l’utilisation dans les armes nucléaires;

d) India moet er zich toe verbinden actief samen te werken met de Verenigde Staten om te komen tot een vroege afsluiting van een multilateraal verdrag over de beeïndiging van de productie van splijtstoffen voor het gebruik in kernwapens;

e) l’Inde doit s’engager à prévenir la dissémination de technologie d’enrichissement et de retraitement vers un E´tat qui ne possède pas encore des entreprises d’enrichissement et de retraitement à grande échelle en fonctionnement.

e) India moet er zich toe verbinden de verspreiding te voorkomen van verrijkings- en opwerkingstechnologie naar een staat die nog geen grootschalige in werking zijnde verrijkings- en opwerkingsbedrijven bezit.

L’initiative indo-américaine en matière de coopération nucléaire a fait l’objet de discussions à la dixième, onzième, douzième et treizième réunion du groupe consultatif du « Nuclear Suppliers Group » (NSG). Pendant les trois premières réunions, les E´tats-Unis ont ` la réunion donné de l’information sur l’initiative. A même ou à la réunion suivante, ils ont répondu aux questions posées par les membres du NSG. Pendant la dernière réunion du groupe consultatif, le gouvernement de l’Inde a donné sa vision sur l’initiative. Il a fourni des explications sur les installations qui seront marquées comme civiles en Inde. Il a également donné des explications sur la nouvelle législation indienne en matière de non-prolifération. D’autres aspects du dossier n’ont pas encore été traités plus à fond.

Het Indisch/Amerikaans initiatief inzake nucleaire samenwerking heeft het voorwerp uitgemaakt van besprekingen op de tiende, de elfde, de twaalfde en de dertiende vergadering van de adviesgroep van de « Nuclear Suppliers Groep » (NSG). Tijdens de eerste drie vergaderingen hebben de Verenigde Staten informatie gegeven over het initiatief. Tijdens de vergadering zelf of op de volgende vergadering hebben zij geantwoord op de vragen gesteld door de NSG-leden. Tijdens de laatste vergadering van de adviesgroep heeft de Indische regering haar visie gegeven over het initiatief. Zij heeft uitleg verstrekt over de installaties die in India als civiel zullen gemerkt worden. Tevens heeft zij duiding gegeven bij de nieuwe Indische wetgeving inzake nucleaire non-proliferatie. Op andere aspecten van het dossier werd nog niet nader ingegaan.

Maintenant, je vais répondre aux questions posées par l’honorable membre.

Ik wil nu antwoorden op de vragen gesteld door het geachte lid.

1. L’Inde n’est pas membre du Traité sur la NonProlifération et n’est pas membre non plus du « Nuclear Suppliers Group » (NSG). Il n’est donc pas lié par les obligations internationales de nonprolifération. Toutefois, vis-à-vis de l’Inde, les points suivants, tels que formulés dans la décision du Congrès américain, sont applicables :

1. India is geen lid van het Non-proliferatie Verdrag en is ook geen lid van de « Nuclear Suppliers Group » (NSG). Het is dus niet gebonden door de internationale non-proliferatieverplichtingen. Nochtans gelden ten aanzien van India de volgende punten, zoals geformuleerd in de beslissing van het Amerikaans Congres :

a) l’Inde a toujours montré un comportement responsable relatif à la non-prolifération de technologie qui se rapporte aux armes nucléaires et aux moyens pour les fournir;

a) India heeft altijd een verantwoordelijk gedrag vertoond met betrekking tot de non-proliferatie van technologie die verband houdt met kernwapens en de middelen om ze te leveren;

b) l’Inde a un système de gouvernement démocratique ininterrompu qui fonctionne bien;

b) India heeft een goed werkend en ononderbroken democratisch regeringssysteem;

c) l’Inde a une politique étrangère qui correspond à celle de pays qui mènent une politique solide de non-prolifération et coopère avec ces pays sur le plan des initiatives politiques internationales les plus importantes relatives à la non-prolifération.

c) India heeft een buitenlands beleid, dat overeenstemt met dat van landen die een degelijk nonproliferatiebeleid voeren en werkt samen met deze landen op het vlak van de belangrijkste internationale beleidsinitiatieven met betrekking tot non-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32259

Je mentionne en particulier la Résolution 1540 du Conseil de Sécurité dans laquelle tous les E´tats membres des Nations Unies sont incités pour développer une législation nationale adéquate sur le plan du controˆle d’exportation de biens sensibles. Je mentionne également le fait que l’Union européenne développe un dialogue spécial avec l’Inde dans lequel une attention spécifique est prêtée à la problématique de la non-prolifération. Le dialogue que l’Union européenne mène à ce sujet avec l’Inde, contribue concrètement aux analyses communes et à l’interaction.

proliferatie. Ik vermeld in het bijzonder Resolutie 1540 van de Veiligheidsraad, waarin alle lidstaten van de Verenigde Naties worden aangespoord om adekwate nationale wetgeving te ontwikkelen op het vlak van exportcontrole van gevoelige goederen. Ik vermeld tevens het feit dat de Europese Unie een speciale dialoog ontwikkelt met India, waarin specifiek aandacht wordt besteed aan de problematiek van non-proliferatie. De dialoog die de Europese Unie hierover voert met India draagt concreet bij tot gemeenschappelijke analyses en interactie.

La Belgique qui étudie avec la plus grande attention les répercussions éventuelles de l’initiative indo/ américaine sur l’observation du Traité sur la NonProlifération (TNP). Cela va sans dire que de nouvelles orientations en matière de coopération nucléaire civile avec l’Inde doivent être compatibles avec les engagements internationaux. Le jugement final de la possibilité de fournir à des E´tats non dotés d’armes nucléaires de la technologie et des matériaux nucléaires, conformément aux TNP, sera entre autres déterminée par la définition précise de la manière dont celles-ci peuvent être soumises aux garanties exigées par le TNP.

Belgie¨ bestudeert met de grootste aandacht de mogelijke repercussies van het Indisch/Amerikaans initiatief op de naleving van het Non-Proliferatieverdrag (NPV). Het spreekt voor zich dat nieuwe orie¨ntaties inzake civiele nucleaire samenwerking met India verenigbaar moeten zijn met de internationale verbintenissen. De uiteindelijke beoordeling van de mogelijkheid om aan niet-kemwapenstaten civiele nucleaire technologie en materialen te leveren in conformiteit met het NPV zal onder meer bepaald worden door de precieze omschrijving van de wijze waarop deze kunnen onderworpen worden aan de door het NPV vereiste waarborgen.

2. Dans les réunions mentionnées ci-dessus du groupe consultatif du NSG, la position suivante a été adoptée. La Belgique trouve qu’on est toujours dans la situation que des consultations supplémentaires sont nécessaires avant de pouvoir prendre une position définitive en ce qui concerne les incidences de l’accord indo/américain prévu sur les engagements internationaux en vigueur.

2. In de hogergenoemde vergaderingen van de NSG-adviesgroep werd volgend standpunt aangenomen. Belgie¨ vindt dat men nog altijd in de situatie verkeert dat bijkomende raadplegingen nodig zijn vooraleer een definitief standpunt kan ingenomen worden over de gevolgen van het voorzien Indisch/Amerikaans akkoord op de van kracht zijnde internationale verbintenissen.

La Belgique s’est jointe au groupe de pays qui ont un certain nombre de questions sur l’initiative. L’accord proposé offre tant des opportunités que des défis. D’une part, il faut reconnaıˆtre les besoins énergétiques d’un pays comme l’Inde et on doit prendre à cour d’impliquer l’Inde dans le « mainstream » international de non-prolifération, comme également affirmé par le Directeur général de l’AIEA. D’autre part, la portée internationale permanente du traité sur la nonprolifération constitue un défi important, aux termes duquel il faut tenir compte des répercussions de la décision sur d’autres pays concernés.

Belgie¨ heeft zich aangesloten bij de groep van landen die een aantal vragen hebben bij het initiatief. Het voorgestelde akkoord biedt zowel opportuniteiten als uitdagingen. Enerzijds moeten de energiebehoeften van een land als India erkend worden en moet betracht worden India binnen de internationale non-proliferatie « mainstream » te betrekken, zoals ook door de Directeur-generaal van het IAEA wordt gesteld. Anderzijds vormt de blijvende internationale draagkracht van het nonproliferatieverdrag een belangrijke uitdaging, waarbij moet rekening gehouden worden met de repercussies van de beslissing op andere betrokken landen.

La Belgique a indiqué de pouvoir partager certaines remarques d’autres pays, notamment les perspectives d’une application complète des garanties en Inde, La Belgique a en outre également souligné qu’il est nécessaire qu’une révision des directives du NSG, qui est considérée comme indispensable pour la mise en œuvre de l’initiative, ne peut se faire que par consensus et en toute transparence. Ainsi, tous les membre du NSG disposeront d’une plate-forme commune pour

Belgie¨ heeft aangegeven sommige opmerkingen van andere landen te kunnen delen, onder meer de vooruitzichten voor de volledige toepassing van waarborgen in India. Belgie¨ heeft daarnaast ook onderstreept dat het noodzakelijk is dat een herziening van de richtlijnen van de NSG, die als onontbeerlijk wordt geacht om het initiatief uitvoerbaar te maken, enkel in consensus en in volle transparantie kan gebeuren. Op die manier beschikken alle NSG-leden over een gemeen-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32260

aboutir à une éventuelle action future sur le plan de la coopération nucléaire par rapport à l’Inde,

schappelijk platform om tot een eventuele toekomstige actie op het vlak van nucleaire samenwerking ten aanzien van India te komen.

L’initiative indo/américaine de coopération nucléaire n’a pas encore été discutée au Conseil de Sécurité des Nations unies et aux Conseils des Gouverneurs de l’AIEA.

Het Indisch/Amerikaans initiatief over nucleaire samenwerking werd nog niet besproken in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en in de Raad van Gouverneurs van het IAEA.

3. ` la prochaine réunion du groupe consultatif du a) A NSG, qui précède à la réunion plénière du NSG, on s’attend à ce que plus d’information soit fournie sur l’état de l’initiative indo/américaine de coopération nucléaire, de la part du gouvernement américain. Un débat décisif sur le contenu n’est toutefois pas encore attendu, vu les négociations en cours, d’une part, entre l’Inde et les E´tats-Unis sur l’accord à conclure, et, d’autre part, entre l’Inde et l’AlEA sur les installations nucléaires qui seront marquées comme civiles et qui seront donc soumises aux garanties. Les résultats de ces négociations auront en effet une grande influence sur le débat. En outre, le point n’est pas à l’ordre du jour de la réunion plénière du NSG, le seul organe qui peut prendre des décision dans le cadre du NSG.

3. a) Op de eerstvolgende vergadering van de NSGAdviesgroep, die de plenaire NSG-vergadering voorafgaat, wordt verwacht dat meer informatie zal verstrekt worden over de stand van zaken van het Indisch/Amerikaans nucleair samenwerkingsinitiatief, vanwege de Amerikaanse regering. Een beslissend inhoudelijk debat wordt evenwel nog niet verwacht, gelet op de aan gang zijnde onderhandelingen, enerzijds, tussen India en de Verenigde Staten over het af te sluiten akkoord, en, anderzijds, tussen India en het IAEA over de nucleaire installaties die als civiel zullen gemerkt worden en die dus onder waarborgen zullen geplaatst worden. De resultaten van deze onderhandelingen zullen immers een grote invloed hebben op het debat. Het punt staat bovendien niet op de agenda van de plenaire NSG-vergadering, het enige orgaan dat beslissingen kan nemen in het kader van de NSG.

` la prochaine réunion du groupe consultatif du b) A NSG, la Belgique prendra note de l’information supplémentaire et elle se tiendra aux positions reprises ci-dessus.

b) Op de eerstvolgende vergadering van de NSGadviesgroep zal Belgie¨ nota nemen van de bijkomende informatie en zal het zich houden aan de hierboven weergegeven standpunten.

DO 2006200710059

DO 2006200710059

Question no 463 de M. Philippe De Coene du 28 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 463 van de heer Philippe De Coene van 28 maart 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

E´vacuation de concitoyens hors du Liban. ` la suite de l’incursion de l’armée israélienne au A Liban, en juillet 2006, il a été procédé à l’évacuation des touristes belges. Selon les informations officielles, cette évacuation s’est déroulée sans problèmes.

Evacuatie landgenoten uit Libanon.

Il ressort néanmoins de divers témoignages que les premières évacuations de touristes ont été assez chaotiques et que la communication a été défaillante.

Niettemin zijn er diverse getuigenissen die aantonen dat de eerste konvooien van gee¨vacueerde toeristen eerder chaotisch en met een gebrek aan communicatie verliepen.

1. Est-il exact que, le lundi 17 juillet 2006, le personnel de l’ambassade a regagné Beyrouth en laissant un bus de personnes évacuées à la frontière syrienne, sans les informer de la marche à suivre à la frontière ?

1. Is het correct dat het ambassadepersoneel op maandag 17 juli 2006 is teruggereden naar Beiroet, na een bus met vluchtelingen achter te laten aan de grens met Syrie¨, zonder de busreizigers te verwittigen over wat te doen aan de grens ?


2006

Naar aanleiding van de inval van het Israe¨lische leger in Libanon in juli 2006 werden de Belgische toeristen gee¨vacueerd uit Libanon. Volgens de officie¨le berichten is dit allemaal « vlekkeloos » verlopen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32261

2. a) Confirmez-vous qu’après l’acheminement des touristes à Damas, l’ambassade leur a signalé qu’ils devaient eux-mêmes se procurer des billets pour rentrer au pays ?

2. a) Kan u bevestigen dat vanuit de ambassade, eenmaal de gee¨vacueerde toeristen gestrand waren in Damascus, een mededeling kwam dat zij zelf op zoek zouden moeten gaan naar tickets om terug in ons land te geraken ?

b) Confirmez-vous que les intéressés n’ont été informés qu’ultérieurement que les personnes non munies d’un billet seraient rapatriées par avion militaire depuis la capitale syrienne ?

b) Kan u bevestigen dat pas later een bericht werd verstuurd naar betrokkenen dat militaire vliegtuigen zouden landen in de Syrische hoofdstad om mensen zonder vliegtuigticket op te pikken ?

3. a) Les évacuations massives de concitoyens telles que celle effectuée au Liban font-elles l’objet d’une évaluation ?

3. a) Worden massale evacuaties van landgenoten zoals in Libanon gee¨valueerd ?

b) Qu’est-il ressorti de cette évaluation ?

b) Wat waren de resultaten van deze evaluatie ?

c) Des procédures sont-elles prévues à l’intention du personnel de l’ambassade en vue de telles évacuations ?

c) Beschikt het ambassadepersoneel over draaiboeken om dergelijke evacuaties te organiseren ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 avril 2007, à la question no 463 de M. Philippe De Coene du 28 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 463 van de heer Philippe De Coene van 28 maart 2007 (N.) :

En réponse à la question du membre concernant la problématique susmentionnée, je voudrais fournir les informations complémentaires suivantes.

In antwoord op de vraag van het lid met betrekking tot hogervermelde problematiek wens ik volgende bijkomende inlichtingen te verschaffen.

1. Le car qui est parti le 17 juillet 2006 de Beirut vers la frontière syrienne, faisait partie d’un convoi, organisé par l’Ambassade d’Allemagne. Celle-ci était à ce moment responsable de la coordination au niveau de l’UE pour l’évacuation par la route.

1. De bus welke op 17 juli 2006 uit Beiroet is vertrokken naar de Syrische grens was een onderdeel van een konvooi, georganiseerd door de Duitse Ambassade. Deze was op dat ogenblik de EUverantwoordelijke voor de evacuaties over de weg.

L’Ambassade de Belgique a accompagné le car pour informer les passagers du but du voyage et pour les assister en cas de problèmes éventuels à la frontière et pour les formalités de visas. Par après le convoi, parmi lequel le car belge, est parti pour Damas et le personnel de l’Ambassade est retourné à Beirut afin de poursuivre son assistance à l’évacuation.

De Belgische Ambassade heeft de betrokken bus begeleid om de passagiers in te lichten over het doel van de reis en hen bij te staan bij eventuele problemen aan de grens en visa-formaliteiten. Daarna is het konvooi, waaronder de Belgische bus, naar Damascus vertrokken en is het personeel van de Ambassade naar Beiroet teruggekeerd om er verder te helpen bij de evacuatie.

2. Les passagers ont été informés du fait que les compagnies aériennes à Damas échangeaient sans frais supplémentaires les tickets Beirut-destinations européennes. Ceci se faisait à l’aéroport sur présentation du ticket non-utilisé. L’Ambassade a prêté de l’aide là où c’était nécessaire.

2. Aan de passagiers werd medegedeeld dat de luchtvaartmaatschappijen in Damascus zonder kosten tickets Beiroet — Europese bestemmingen ruilden op de luchthaven en dit op vertoon van niet-gebruikte tickets. De Ambassade gaf daar waar nodig assistentie.

3. La décision de la Défense de mettre à disposition un avion pour Damas a en effet été prise ultérieurement entre autre parce que notre Ambassade faisait savoir que les places disponibles à bord des avions quittant Damas commençaient à se raréfier et qu’il n’y aurait plus de possibilités de transport civil.

3. De beslissing van Defensie om een vliegtuig in te leggen naar Damascus kwam inderdaad pas op een later ogenblik, onder meer omdat onze Ambassade meldde dat de plaatsen op de vliegtuigen uit Damascus vol begonnen te geraken, en er geen mogelijkheid meer bestond voor vervoer met burgerlijke transportmiddelen.

4. Chaque crise donne lieu à une évaluation (lessons learnt). Ceci était également le cas après

4. Iedere crisis geeft aanleiding tot een evaluaties (lessons learnt). Ook na de evacuatie uit Libanon,


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32262

l’évacuation du Liban, pour laquelle aussi bien l’Ambassade que le SPF Affaires étrangères ont reçu beaucoup de félicitations. De nombreux enseignements ont été tirés de cette crise. Ainsi, il a été constaté que les moyens de communication des équipes consulaires envoyées en renfort aux aéroports à Chypre et en ` cet effet, un kit de Syrie devaient être améliorés. A reconnaissance, constitué entre autres de vestes fluorescentes et des drapeaux belges, sera acheté et distribué aux Ambassades et Consulats.

waarvoor trouwens zowel de Ambassades als de FOD Buitenlandse Zaken vele felicitaties hebben ontvangen, heeft men heel wat geleerd. Zo werd vastgesteld dat de communicatiemiddelen voor de consulaire équipes, ter versterking uitgestuurd naar de luchthavens in Cyprus en Syrie¨, dienden verbeterd te worden. Een herkenningskit, bestaande uit onder meer fluorescerende vesten en Belgische vlaggen, zal daarom aangekocht worden en verdeeld worden onder de Ambassades en Consulaten.

5. Chaque Ambassade est sensé de constituer un dossier de crise selon un canevas établi par le Département. Ce dossier est régulièrement mis à jour. La dernière actualisation est envoyée à l’administration centrale chaque fois que les circonstances l’exigent, comme en cas de menace de troubles dans le pays ou dans la région.

5. Elke Ambassade wordt verondersteld een crisisdossier bij te houden volgens een door het Departement bepaald stramien. Dit dossier wordt regelmatig bijgewerkt en een jongste versie wordt aan het hoofdbestuur toegestuurd telkens de omstandigheden ter plaatse dit vereisen, zoals bij dreigende onlusten in het betrokken land of regio.

DO 2006200710157

DO 2006200710157

Question no 465 de M. David Geerts du 25 avril 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 465 van de heer David Geerts van 25 april 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Philippines. — Assassinats politiques.

Filippijnen. — Politieke moorden.

Le Tribunal Permanent des Peuples de La Haye a consacré du 21 au 25 mars 2007 une deuxième session à la situation des droits de l’homme aux Philippines. Un panel international, constitué d’experts renommés en matière de droits de l’homme, s’est penché pendant une semaine sur le problème des multiples assassinats politiques qui ravage le pays depuis l’accession au pouvoir du président Arroyo. La commission a jugé les autorités philippines coupables d’implication dans ces assassinats.

Van 21 tot 25 maart 2007 wijdde het Permanente Volkerentribunaal in Den Haag een tweede sessie aan de situatie van de mensenrechten in de Filippijnen. Een internationaal panel — samengesteld uit gerenommeerde mensenrechtenexperten — boog zich een week lang over de golf politieke moorden die het land teistert sinds het aantreden van president Arroyo. De commissie achtte de Filippijnse overheid schuldig aan betrokkenheid bij de moorden.

Le 10 février 2007, une commission d’enquête spéciale des Nations unies s’est rendue aux Philippines. Cette commission, dirigée par le rapporteur spécial M. Philip Alston, a examiné la question de l’adhésion des Philippines au Conseil des Droits de l’Homme de l’ONU, qui fait débat à la suite des assassinats politiques perpétrés. Le 24 février 2007, un témoin de la commission Alston a été froidement assassiné.

Op 10 februari 2007 arriveerde ook een speciale nderzoekscommissie van de Verenigde Naties op de Filippijnen. De commissie stond onder leiding van speciaal rapporteur Philip Alston. Zij onderzocht er het Filippijnse lidmaatschap van de Raad van Mensenrechten van de VN, dat ter discussie staat als gevolg van de politieke moorden. Op 24 februari 2007 werd een getuige van de Alston-commissie op koelbloedige wijze vermoord.

Actuellement, les membres et les activistes du parti d’opposition de gauche Bayan Muna constituent les principales cibles. Outre les intimidations habituelles de l’armée, un juge et un professeur ont déjà été assassinés depuis le début de l’année.

Ondertussen worden vooral leden en activisten van de linkse oppositiepartij Bayan Muna geviseerd. Naast de gebruikelijke intimidaties van het leger werden eerder dit jaar al een rechter en een professor omgebracht.

Le président du parti Bayan Muna, M. Satur Ocampo, a quant à lui été arrêté et incarcéré le 16 mars 2007. M. Ocampo siège au parlement en tant que représentant de Bayan Muna, le principal parti

Ook de voorzitter van Bayan Muna, Satur Ocampo, werd op 16 maart 2007 gearresteerd en opgesloten. Ocampo is parlementslid voor Bayan Muna, de grootste oppositiepartij (in het systeem van de natio-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32263

d’opposition (dans le cadre du système des listes de parti nationales) aux Philippines. Il est accusé d’être impliqué dans une tuerie perpétrée il y a 22 ans, chose impossible au dire de M. Ocampo lui-même, étant donné qu’au moment des faits, il était emprisonné sous le régime dictatorial de Fernando Marcos. En outre, de sérieux doutes planent sur le récit relatif à ces assassinats. Les autorités ont néanmoins décerné un mandat d’arrêt contre M. Ocampo, qui a finalement été appréhendé lors d’une manifestation à proximité de la Haute Cour de Justice, alors qu’il venait de déposer une pétition pour plaider son innocence dans cette affaire.

nale partijlijsten) in de Filippijnen. Hij wordt ervan beschuldigd betrokken te zijn bij een moordpartij die 22 jaar geleden werd uitgevoerd. Volgens Ocampo zelf is dit onmogelijk, aangezien hij op het tijdstip van de moorden gevangen zat onder het dictatoriale regime van Fernando Marcos. Bovendien bestaan er sterke twijfels of het verhaal rond de moorden u¨berhaupt wel klopt. De overheid vaardigde desalniettemin een arrestatiebevel uit tegen Ocampo. De man werd uiteindelijk gearresteerd tijdens een optocht nabij het Hooggerechtshof, waar hij net een petitie had overhandigd omtrent zijn onschuld in de zaak.

Son cas a été examiné par la Haute Cour de Justice le 30 mars 2007. Il reste pour l’heure détenu à Manille, ou` il a comparu une nouvelle fois devant le tribunal le 3 avril 2007.

Op 30 maart 2007 kwam zijn zaak voor op het Hooggerechtshof. Voorlopig blijft hij aangehouden in Manilla, waar hij op 3 april 2007 opnieuw is verschenen.

Des élections parlementaires et locales sont programmées pour le 14 mai 2007 aux Philippines. Cette arrestation porte évidemment préjudice à M. Satur Ocampo ainsi qu’à son parti. Une mission de la Commission européenne doit se rendre aux Philippines à la mi-avril 2007 pour examiner comment l’Europe pourrait contribuer à mettre un terme aux assassinats politiques.

Op 14 mei 2007 worden parlementaire en lokale verkiezingen gehouden in de Filippijnen. Deze aanhouding schaadt de campagne van zowel Satur Ocampo als zijn partij. Half april 2007 zal een missie van de Europese Commissie naar de Filippijnen reizen om te onderzoeken op welke manier Europa kan bijdragen aan het stoppen van de politieke moorden.

1. La situation décrite ci-dessus est-elle de nature à influencer les relations diplomatiques entre la Belgique et les Philippines ?

1. Heeft de bovenbeschreven gang van zaken invloed op de diplomatieke betrekkingen die Belgie¨ met de Filippijnen onderhoudt ?

2. La Belgique exerce-t-elle des pressions sur le gouvernement philippin afin de faire respecter les droits de l’homme ?

2. Voert Belgie¨ druk uit op de Filippijnse regering om de « rechten van de mens » te respecteren ?

3. La Belgique s’intéresse-t-elle concrètement au sort réservé à M. Satur Ocampo et exerce-t-elle des pressions pour qu’il puisse bénéficier d’un procès équitable ?

3. Wordt concreet de behandeling van Satur Ocampo opgevolgd en oefent Belgie¨ druk uit om zijn proces correct te laten verlopen ?

4. La manière dont le gouvernement philippin traite des membres du parti d’opposition aura-t-elle une influence sur l’appréciation du déroulement correct ou non des élections dans le pays ?

4. Heeft deze manier van handelen met leden van de oppositiepartij door de Filippijnse regering invloed op de erkenning van het al dan niet correcte verloop van de verkiezingen van het land ?

5. Envisagez-vous de demander que la situation de M. Satur Ocampo soit évoquée dans le cadre de la visite de la Commission européenne aux Philippines ?

5. Overweegt u ervoor te pleiten dat tijdens het bezoek van de Europese Commissie aan de Filippijnen de zaak van Satur Ocampo wordt besproken ?

6. Quelle est la position de la Belgique quant à la présence des Philippines au sein du Conseil des droits de l’homme ?

6. Wat is de houding van Belgie¨ met betrekking tot het Filippijnse lidmaatschap van de Raad van Mensenrechten ?

7. Lors d’un entretien entre le département des Affaires étrangères et des ONG actives sur place -entretien auquel j’ai participé — la promesse a été faite d’envoyer une lettre à l’ambassadrice des Philippines au nom du ministre des Affaires étrangères. La possibilité pour le premier ministre d’envoyer une lettre au président philippin a également été évoquée.

7. Tijdens een onderhoud tussen Buitenlandse Zaken en betrokken NGO’s, alsmede mijzelf, werd de belofte gedaan een brief te versturen in naam van de minister van Buitenlandse Zaken aan de Filippijnse ambassadrice. Tegelijkertijd werd ook de mogelijkheid geopperd dat de eerste minister een brief zou richten tot de Filippijnse president.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32264

Pourriez-vous fournir des précisions quant au contenu de cette ou de ces lettres et à la réaction de l’ambassade philippine ?

Kan u zich uitspreken over de inhoud van deze brief (c.q. brieven) alsmede de reactie daarop vanwege de Filippijnse ambassade.

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 465 de M. David Geerts du 25 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 465 van de heer David Geerts van 25 april 2007 (N.) :

La série de crimes politiques aux Philippines nous inquiète également. L’année dernière en septembre, ce sujet fut déjà abordé par le premier ministre et par moi-même avec le président Arroyo durant sa visite en Belgique.

De reeks buitenrechtelijke moorden in de Filippijnen baart ook ons grote zorgen. Dit onderwerp werd door de premier en door mezelf trouwens in september vorig jaar reeds aangesneden met president Arroyo tijdens haar werkbezoek aan Belgie¨.

Tout comme tous les autres pays de TUE, la Belgique, dans ses relations politiques avec les Philippines, attache beaucoup d’importance au respect des Droits de l’Homme, une bonne gouvernance publique et le respect de l’E´tat de Droit. Ensemble avec les autres E´tats membres de l’Union européenne, la situation à Manille concernant les enquêtes sur les crimes politiques, est suivie de près. La Commission européenne enverra prochainement une mission aux Philippines pour examiner comment les E´tats membres pourraient fournir le mieux que possible leur expertise et leur aide technique dans l’enquête sur ces crimes et la poursuite des coupables.

Belgie¨ hecht in zijn diplomatieke betrekkingen met de Filippijnen, net zoals de andere EU-landen, bijzonder belang aan het respect voor de mensenrechten, een goed openbaar bestuur en het ontzag voor de rechtsstaat. Samen met de andere lidstaten van de Europese Unie wordt in Manilla de toestand betreffende het onderzoek naar deze buitenrechtelijke moorden nauw opgevolgd. De Europese Commissie stuurt eerstdaags een zending naar de Filippijnen om te onderzoeken hoe zij en de lidstaten het best expertise en technische hulp kunnen verstrekken in het onderzoek naar deze moorden en het vervolgen van de schuldigen.

Le représentant Satur Ocampo a été acquitté le 3 avril 2007 par la Haute Cour de Justice et peut à nouveau se consacrer aux élections du 14 mai 2007. Selon beaucoup d’observateurs, la détention suivie par la libération de M. Ocampo pourrait augmenter ses chances de succès des élections et de victoire pour son parti Bayan Muna.

Volksvertegenwoordiger Satur Ocampo werd op 3 april 2007 door het Opperste Gerechtshof in vrijheid gesteld, en kan zich nu volop wijden aan de verkiezingen van 14 mei 2007. Volgens vele observatoren zouden de hechtenis gevolgd door de vrijlating van de Heer Ocampo zijn kansen op verkiezingssucces en op winst voor zijn Bayan Muna partij sterk kunnen vergroten.

DO 2006200710160

DO 2006200710160

Question no 466 de M. Francis Van den Eynde du 25 avril 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 466 van de heer Francis Van den Eynde van 25 april 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Meurtre d’un diplomate belge à Khartoum en 1973.

Moord op een Belgisch diplomaat in Khartoem in 1973.

Le 9 janvier 2007, je vous ai interrogé à propos d’un certain nombre d’articles de presse selon lesquels le département américain des Affaires étrangères a autorisé, 33 ans après les faits, la publication d’un document indiquant que l’ambassade américaine était informée de l’implication de M. Yasser Arafat dans le meurtre de trois diplomates commis en 1973 à Khartoum par des membres de l’organisation terroriste « Septembre Noir » (question no 13604, Compte rendu intégral, Chambre, 2006-2007, commission des Relations extérieures, 9 janvier 2007, COM 1146, p. 36).

Op 9 januari 2007 stelde ik u een vraag omtrent een aantal persberichten volgens dewelke het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken na 33 jaar een document vrijgegeven heeft waarin staat dat de Amerikaanse ambassade op de hoogte was van de betrokkenheid van Yasser Arafat bij de moord op drie diplomaten in 1973 in Khartoem door leden van de « Zwarte September » (vraag nr. 13604, Integraal Verslag, Kamer, 2006-2007, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, 9 januari 2007, COM1146, blz. 36).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32265

L’une des victimes était un diplomate belge et il me paraissait logique que le gouvernement tente de réunir davantage d’informations dans ce dossier.

E´én van de slachtoffers was immers een Belgisch diplomaat en het leek mij logisch dat de regering ter zake meer informatie zou proberen te verzamelen.

Vous avez répondu à l’époque que vous demanderiez de plus amples informations au gouvernement américain et que vous informeriez le Parlement de sa réponse.

U antwoordde toen dat u de Amerikaanse regering zou vragen een en ander te verduidelijken en het Parlement van haar antwoord op de hoogte zou houden.

Pouvez-vous préciser si ce dossier a évolué dans l’intervalle ?

Kan u meedelen of er ondertussen een evolutie in dit dossier waar te nemen valt ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 466 de M. Francis Van den Eynde du 25 avril 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 466 van de heer Francis Van den Eynde van 25 april 2007 (N.) :

Les communiqués de presse auxquels réfère l’honorable membre, sont sans aucun doute inspirés d’un extrait circonstancié du livre « Transnational Terrorism : A Chronology of Events, 1968-1979 » de l’auteur américain Edward Mickolus.

De persberichten waarnaar het geachte lid verwijst, zijn zonder twijfel geı¨nspireerd door een omstandig uittreksel uit het boek « Transnational Terrorism : A Chronology of Events, 1968-1979 » van de Amerikaanse auteur Edward Mickolus.

Cependant, il ne s’agit pas d’une publication du ministère des Affaires étrangères des E´tats-Unis qui à son tour, bien que sommairement, réfère aux événements dans un document récemment publié « Lethal Terrorist actions against Americans 1973-1986 » par le Bureau of Diplomatic Security, qui est une section du State Department. Cette information n’ajoute guère aux informations et aux suppositions qui mes services ont rassemblé au fil des années dans ce dossier.

Dit is evenwel geen uitgave van het VS-ministerie van Buitenlandse Zaken dat op zijn beurt, evenwel zeer summier, naar deze gebeurtenissen verwijst in een onlangs gepubliceerd document « Lethal Terrorist actions against Americans 1973-1986 » door het Bureau of Diplomatic Security, een afdeling van State Department. Deze informatie voegt in se weinig toe aan de gegevens en veronderstellingen die mijn diensten over de jaren heen in dit dossier hadden verzameld.

DO 2006200710165

DO 2006200710165

Question no 467 de Mme Camille Dieu du 26 avril 2007 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 467 van mevrouw Camille Dieu van 26 april 2007 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Rapprochement entre la Belgique et les Pays-Bas en matière de politique européenne.

Toenadering tussen Belgie¨ en Nederland op het stuk van hun Europees beleid.

Le 26 février 2007 à Bruxelles, M. Maxime Verhage, ministre des Affaires étrangères des Pays-Bas et vousmême avez tenu à rappeler la volonté de nos deux pays à travailler de concert en matière de politique européenne.

Samen met de heer Maxime Verhage, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, herinnerde u op 26 februari 2007 te Brussel aan het streven van ons beider landen om op het stuk van het Europees beleid nauw samen te werken.

Nous ne pouvons qu’encourager cette initiative, puisqu’elle tend à répondre de manière plus concrète à l’inertie de certains leaders européens, qui semblent paralysés depuis la crise populaire de mai 2005. De plus, cette coopération en matière de politique européenne répond à une volonté politique de la part des six E´tats fondateurs de l’Union à développer une coopération renforcée afin de permettre à l’Europe d’avancer encore.

Dat initiatief kunnen we alleen maar toejuichen daar het een concreter antwoord biedt op de inertie van sommige Europese leiders, die wel verlamd lijken sinds in mei 2005 duidelijk werd hoe diep de malaise bij de burgers ten aanzien van de Europese Unie zit. Bovendien beantwoordt die harmonisatie van het Europees beleid aan de politieke wil van de zes stichtende lidstaten van de Unie de onderlinge samenwerking te versterken zodat Europa opnieuw voortgang kan maken.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32266

Cependant, une question importante doit impérativement être réglée entre les deux E´tats avant de commencer à travailler en parallèle : celle du traité constitutionnel. Lors de sa visite en Belgique, le ministre des Affaires étrangères des Pays-Bas souligne la volonté de son pays de parvenir à un nouveau traité constitutionnel, en insistant fortement sur la nécessité de le modifier rapidement, le Traité de Nice n’étant plus approprié.

Alvorens Belgie¨ en Nederland hun beleid wederzijds kunnen afstemmen, dienen ze echter nog een belangrijke kwestie te regelen : het grondwettelijk verdrag. Tijdens zijn bezoek aan Belgie¨ wees de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken erop dat zijn land voorstander is van een nieuw grondwettelijk verdrag, en stelde hij nadrukkelijk dat het huidige verdrag van Nice niet langer geschikt is en dringend dient te worden aangepast.

1. a) Pouvez-vous nous éclairer davantage sur les politiques que vous envisagez mener en parallèle avec les Pays-Bas en matière de politique européenne ?

1. a) Kan u ons meer uitleg geven over de Europese beleidslijnen die u in overleg met Nederland wil ontwikkelen ?

b) Quelles sont les priorités que vous vous êtes fixées ?

b) Welke prioriteiten hebt u ter zake vastgelegd ?

2. Concernant le « Traité constitutionnel », quelle position allez-vous tenir vis-à-vis de votre homologue qui tient à le modifier (alors que nous l’avons ratifié en l’état depuis un an déjà) ?

2. Welk standpunt zal u inzake het grondwettelijk verdrag aannemen ten aanzien van uw ambtgenoot die het gewijzigd wil zien (terwijl Belgie¨ de huidige versie ervan al een jaar geleden heeft bekrachtigd) ?

3. Envisagez-vous élargir votre coopération renforcée à d’autres E´tats européens dans un proche avenir ?

3. Zal u in de toekomst met nog andere Europese lidstaten nauwer samenwerken op het stuk van het Europees beleid ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 467 de Mme Camille Dieu du 26 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 467 van mevrouw Camille Dieu van 26 april 2007 (Fr.) :

1. Les Pays-Bas restent un partenaire important pour la Belgique. Dans le cadre d’une Union de 27 E´tats membres, le développement de points de vue communs ou à tout le moins la convergence des approches est essentielle pour peser dans le débat. La coopération avec les Pays-Bas mais aussi plus largement la coopération Benelux constituent, dans ce contexte, un atout particulier pour la Belgique.

1. Nederland blijft een belangrijke partner voor Belgie¨. In het kader van een Unie van 27 Lidstaten is de ontwikkeling van gemeenschappelijke standpunten of ten miste het convergeren van de benaderingen, essentieel om druk te kunnen uitoefenen in het debat. De samenwerking met Nederland maar ook de samenwerking van de Benelux zijn, in deze context, een bijzondere troef voor Belgie¨.

Le Benelux, composé de trois membres fondateurs de l’Union européenne, dispose en effet toujours d’une forte crédibilité auprès des autres E´tats membres qui le considèrent comme un interlocuteur fiable. Ils bénéficient aussi plus particulièrement d’un pouvoir d’attraction à l’égard des E´tats de petite et de moyenne dimension pour qui ils apparaissent souvent comme un point de référence.

De Benelux die samengesteld is uit drie medeoprichter van de Europese Unie, geniet nog steeds van een sterke geloofwaardigheid bij de andere Lidstaten die haar beschouwen als een betrouwbare gesprekspartner. Ze hebben eveneens in het bijzondere een zekere aantrekkingskracht tegenover kleine en middelgrote Staten voor we ze vaak als referentiepunt optreden.

Par le passé, les contributions du Benelux ont surtout été marquantes sur les questions institutionnelles. Elles ont parfois été déterminantes surtout lorsque le Benelux a réussi à obtenir l’aval de l’un ou l’autre des plus grands E´tats membres.

In het verleden werden de bijdragen van de Benelux vooral gemarkeerd door institutionele vraagstukken. In sommige gevallen waren ze bepalend en vooral wanneer de Benelux de goedkeuring kreeg van de éne of de andere grotere Lidstaten.

La coopération Benelux ne s’est pas arrêtée avec le résultat du référendum néerlandais. Elle s’est toutefois orientée vers d’autres thèmes liés à des enjeux politiques. Au cours de la dernière année, le Benelux a ainsi apporté des contributions communes sur les aspects externes de la politique de l’énergie, sur la migration et le développement et sur la capacité d’absorption de l’Union européenne.

De Benelux samenwerking werd niet beı¨ndigd met het resultaat van het Nederlandse referendum. Het heeft zich echter gericht tot andere thema’s gebonden aan politieke uitdagingen. Zo heeft de Benelux in de loop van vorig jaar gemeenschappelijk bijdragen geleverd tot externe aspecten zoals het energiebeleid, het migratiebeleid en de ontwikkeling van de absorptiecapaciteit van de Europese Unie.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32267

Cette coopération sera poursuivie en fonction de l’agenda européen.

Deze Samenwerking zal worden verder gezet in functie van de Europese agenda.

2. Les Pays-Bas ont — contrairement à d’autres E´tats membres — entamé une procédure de ratification du traité constitutionnel. Le résultat en fut négatif. On ne saurait mettre en cause la légitimité du résultat du référendum néerlandais. Il faudra en tenir compte dans les débats à venir — un nouveau traité ne pourra de toute façon entrer en vigueur qu’après approbation de l’ensemble des E´tats membres Mais l’on devra tout aussi bien tenir compte de ceux qui ont approuvé le traité constitutionnel.

2. Nederland is — in tegendeel tot de andere Lidstaten — gestart met een ratificatieprocedure van het grondwettelijk verdrag. Het resultaat daarvan was negatief. Men kan de legitimiteit van het resultaat van het Nederlandse referendum niet in vraag stellen. Men zal er rekening mee moeten houden in de toekomstige debatten — een nieuw verdrag zal toch pas in voegen kunnen treden na de goedkeuring door alle Lidstaten maar men zal ook rekening moeten houden met degenen die de grondwet hebben goedgekeurd.

Il appartient d’abord aux Pays-Bas et à la France de préciser comment ils estiment pouvoir sortir de l’impasse et notamment d’identifier les modifications de présentation et de texte qui pourraient les aider.

Het is nu aan Nederland en aan Frankrijk om te bepalen hoe ze uit de impasse kunnen komen en door bijvoorbeeld de aanpassingen aan de presentatie en aan de tekst voor te stellen die hun houden kunnen helpen.

Si la Belgique n’est pas fermée à l’égard de toute modification, elle veillera toutefois à ce que le nouveau traité préserve la substance et l’équilibre global du traité constitutionnel. La Constitution européenne n’était pas parfaite. Elle constituait un compromis équilibré entre différentes approches de l’intégration européenne. Cet équilibre devra être maintenu.

Ook al staat Belgie¨ open voor aanpassingen, zal ze er toch op toezien dat het nieuwe verdrag zijn inhoud en het algemene evenwicht van het grondwettelijk verdrag zou kunnen behouden. De Europese Grondwet is niet perfect. Het is een evenwichtig compromis tussen de verschillende benaderingen rond de Europese integratie. Dit evenwicht zal moeten behouden worden.

Le Benelux qui réunit deux E´tats ayant approuvé le Traité et un pays l’ayant rejeté pourrait assurément être un instrument pour essayer de rapprocher les positions en présence. Il a d’ailleurs été convenu de s’y atteler dans les prochains mois.

De Benelux, die is samengesteld uit twee Lidstaten die het Verdrag hebben goedgekeurd en een land die het heeft verworpen kan zeker dienen als instrument om te proberen de tegengestelde standpunten dichter bijeen te brengen. Er werd trouwens overeengekomen om er zich in de komende maanden voor in te zetten.

3. Les convergences que la Belgique entend développer varient évidemment en fonction des sujets et de nos objectifs. On se rappellera ainsi que les Secrétaires d’E´tat aux Affaires européennes des 18 E´tats membres ayant approuvé la Constitution européenne se sont réunis à Madrid fin janvier, non pas pour diviser l’Union, mais pour rappeler leur attachement aux acquis du Traité constitutionnel.

3. De toenaderingspunten dat Belgie¨ wil ontwikkelen varie¨ren uiteraard in functie van de onderwerpen en van onze doelstellingen. Men niet vergeten dat de staatssecretarissen van Europese Zaken, van 18 Lidstaten die de Grondwet hebben goedgekeurd, eind januari in Madrid niet zijn samengekomen om de Unie te verdelen maar om daarentegen te herinneren aan hun gehechtheid aan de resultaten van het Grondwettelijk Verdrag.

Il a par ailleurs été relevé que les partenaires les plus divers expriment régulièrement leur soutien aux suggestions développées par le Benelux et sollicitent de pouvoir échanger leurs vues avec nos pays que ce soit de manière générale ou sur des sujets spécifiques.

Er werd trouwens aangetoond dat de meest uiteenlopende partners regelmatig hun steun bieden aan de suggesties van de Benelux en dat ze verzoeken om hun standpunten met onze landen uit te wisselen zij het in een algemene zin of rond meer specifieke thema’s.

A titre d’exemple, le Benelux a déjà tenu plusieurs réunions de concertation avec les pays de Visegrad en marge du Conseil européen. Une réunion analogue s’est également tenue la semaine dernière entre les chefs de gouvernement du Benelux et des E´tats baltes.

De Benelux heeft bijvoorbeeld al verschillende overlegvergaderingen gehouden met de Visegrad landen los van de Europese Raad. Er vond vorige week eveneens een analoge vergadering plaats tussen de regeringsleiders van de Benelux en de Baltische staten.

Ces formes de coopération devraient être poursuivies et étendues à l’avenir.

Deze vormen van samenwerking zouden in de toekomst moeten voortgezet en uitgebreid worden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32268

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2006200710039

DO 2006200710039

Question no 478 de Mme Ingrid Meeus du 23 mars 2007 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 478 van mevrouw Ingrid Meeus van 23 maart 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

E´lections des conseils communaux et provinciaux. — Militaires élus.

Gemeente- en provincieraadsverkiezingen. — Verkozen militairen.

Pour la première fois, des militaires ont pu se présenter aux élections des conseils communaux et provinciaux du 8 octobre 2006. Ils ont également eu la possibilité, en cas d’élection, d’exercer la fonction de bourgmestre, d’échevin ou de président d’un CPAS. En réponse à ma question orale du 21 novembre 2006 relative à la participation des militaires aux élections vous m’avez donné un aperçu statistique très détaillé du nombre de candidats militaires aux élections aux conseils communaux et provinciaux, par parti, grade et localisation géographique (question orale no 12558, Rapport intégral, Chambre 2006-2007, commission de la Défense nationale du 21 novembre 2006, no CRIV 51 COM 1096, p. 3). Il est également ressorti de votre réponse que sur les 80 militaires belges qui ont participé aux élections des conseils communaux et provinciaux, il y avait 51 néerlandophones et 29 francophones. Parmi les candidats néerlandophones, 9 faisaient partie du VLD, 9 du CDV et 8 du sp.a. Le nombre le plus élevé de candidats aux élections des conseils communaux et provinciaux est celui enregistré dans la province du Limbourg (17). Ce résultat n’est pas étonnant étant donné que la province du Limbourg est aussi celle qui occupe le plus grand nombre de militaires. E´tonnamment, dans la province de Flandre orientale qui occupe le plus petit nombre de militaires avec la province du Hainaut, non moins de 9 militaires se sont portés candidats aux élections des conseils communaux et provinciaux. Ce chiffre correspond à celui du nombre de militaires qui se sont portés candidats dans la province de Flandre occidentale qui occupe pourtant nettement plus de militaires. Entretemps, après la Wallonie, les nouveaux conseils communaux et provinciaux de Flandre se sont également installés en janvier 2007. Le département de la Défense nationale a très certainement dressé le bilan du nombre de militaires élus et siégeant effectivement aux conseils communaux, conseils de l’aide sociale et/ ou conseils provinciaux.

Voor het eerst konden militairen zich bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 8 oktober 2006 verkiesbaar stellen. Zij kregen eveneens de mogelijkheid om de functie van burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter op te nemen als ze verkozen zouden zijn. In antwoord op mijn mondelinge vraag van 21 november 2006 aangaande de verkiezingsparticipatie van militairen heeft u een uitvoerig statistisch overzicht gegeven van het aantal militaire kandidaten voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen per partij, graad en geografische lokatie (mondelinge vraag nr. 12558, Integraal Verslag, Kamer, 2006-2007, commissie voor de Landsverdediging, 21 november 2006, nr. CRIV 51 COM 1096, blz. 3). Uit uw antwoord bleek tevens dat van de 80 Belgische militairen die deel hebben genomen aan de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen, er 51 Nederlandstaligen en 29 Franstaligen waren. Bij de Nederlandstaligen kandideerden 14 militairen voor de VLD, 9 voor CDV en 8 voor sp.a. Vooral in de provincie Limburg stelden heel wat militairen (17) zich kandidaat voor de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen. Dit is niet verwonderlijk daar de provincie Limburg het meeste aantal militairen tewerkstelt. Opmerkelijk was ook dat in de provincie Oost-Vlaanderen, die samen met de provincie Henegouwen het minst aantal militairen tewerkstelt, niet minder dan 9 militairen zich kandidaat hebben gesteld voor de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen. Dit zijn er evenveel als in de provincie West-Vlaanderen, waar heel wat meer militairen tewerkgesteld zijn. Intussen werden, in navolging van Wallonie¨, ook in Vlaanderen de nieuwe gemeente- en provincieraden geı¨nstalleerd in januari 2007. Ongetwijfeld werd intussen binnen het departement van Landsverdediging het bilan opgemaakt van het aantal verkozenen en effectief zetelende leden in gemeente-, OCMW-en/of provincieraden.

1. a) Combien de militaires siègent respectivement actuellement dans un conseil communal ou un conseil de l’aide sociale ?

1. a) Hoeveel militairen zetelen respectievelijk momenteel in de gemeenteraad of OCMW-Raad ?

b) Pour quel parti politique ?

b) Voor welke politieke fractie ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32269

c) Dans quelle commune ?

c) In welke gemeente ?

d) Quel est leur grade au sein de la Défense ?

d) Welke graad bekleden deze binnen Defensie ?

2. a) Combien de militaires siègent actuellement au conseil provincial ?

2. a) Hoeveel militairen zetelen momenteel in de provincieraad ?

b) Pour quel parti politique ?

b) Voor welke politieke fractie ?

c) Dans quelle province ?

c) In welke provincie ?

d) Quel est leur grade au sein de la Défense ?

d) Welke graad bekleden deze binnen Defensie ?

3. Combien de militaires occupent actuellement un mandat exécutif au niveau communal ou provincial ?

3. Hoeveel militairen bekleden momenteel een uitvoerend mandaat op gemeentelijk of provinciaal vlak ?

Réponse du ministre de la Défense du 27 avril 2007, à la question no 478 de Mme Ingrid Meeus du 23 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 27 april 2007, op de vraag nr. 478 van mevrouw Ingrid Meeus van 23 maart 2007 (N.) :


Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Militaires qui siègent dans les conseils communaux

1. Militairen zetelend in gemeenteraden

Actuellement, quatre militaires, dont deux du cadre actif et deux du cadre de réserve, siègent dans les conseils communaux de Brakel, La Hulpe, d’As et de Nassogne.

Momenteel zetelen vier militairen, waarvan twee van het actief kader en twee reservemilitairen, in de gemeenteraad van Brakel, La Hulpe, As en Nassogne.

Ces militaires portent respectivement les grades de major, d’adjudant, de capitaine-commandant de réserve et de major de réserve.

Zij bekleden respectievelijk de graad van majoor, adjudant, reserve kapitein-commandant en reserve majoor.

Les partis pour lesquels ils siègent, sont open VLD, Intérêts Communaux — Liste du Bourgmestre (ICLB), Vlaams Belang et Centre Démocrate Humaniste (CdH).

De partijen waarvoor zij zetelen zijn open VLD, Intérêts Communaux — Liste du Bourgmestre (ICLB), Vlaams Belang en Centre Démocrate Humaniste (CdH).

2. Militaires qui siègent dans les conseils des CPAS Selon l’article 15bis de la loi du 14 janvier 1975 « portant règlement de discipline des Forces armées », les militaires sont seulement tenus de faire connaıˆtre leurs intentions de se porter candidat pour les élections. Ils ne sont pas obligés de faire savoir qu’ils siègent dans un conseil d’un CPAS et ne doivent pas non plus disposer à cet effet d’une autorisation de cumul. Il n’est par conséquent pas possible de connaıˆtre les militaires qui siègent dans un conseil d’un CPAS.

2. Militairen zetelend in OCMW-raden Volgens de wet van 14 januari 1975 « houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht » Artikel 15bis zijn militairen er enkel aan gehouden hun intentie om op te komen als kandidaat bij verkiezingen, kenbaar te maken. Zij zijn niet verplicht mee te delen of zij zetelen in een OCMW-raad en zij hoeven hiervoor ook niet te beschikken over een cumultoelating. Het is bijgevolg niet mogelijk te weten welke militairen zetelen in een OCMW raad.

3. Militaires qui siègent dans les conseils provinciaux

3. Militairen zetelend in provincieraden

II n’y a pas de militaires qui siègent dans les conseils provinciaux.

Er zetelen geen militairen in provincieraden.

4. Aucun militaire n’exerce un mandat exécutif.


2006

4. Geen enkele militair bekleedt een uitvoerend mandaat. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32270

DO 2006200710043

DO 2006200710043

Question no 479 de M. Pieter De Crem du 26 mars 2007 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 479 van de heer Pieter De Crem van 26 maart 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Vente de matériel excédentaire. — Différences de prix.

Verkoop van overtollig materieel. — Prijsverschillen.

Il me revient que la Défense vend son matériel excédentaire à des prix différents pour le même matériel selon l’acheteur et selon l’événement dans le cadre duquel s’effectue la vente. Cette pratique engendrerait une concurrence déloyale entre les revendeurs professionnels de matériel militaire excédentaire d’une part, et la Défense elle-même de l’autre.

Naar mijn informatie hanteert Defensie bij het verkopen van overtollig materieel verschillende prijzen voor hetzelfde materieel. De prijs zou verschillend zijn naargelang de aankoper en het evenement waarop het verkocht wordt. Dit zou tot gevolg hebben dat er een oneerlijke concurrentie ontstaat tussen professionele opkopers van overtollig lergermaterieel en de krijgsmacht zelf.

1. Confirmez-vous cette pratique ?

1. Bevestigt u deze praktijk ?

2. Quelle est la politique de fixation des prix lors de la vente de matériel excédentaire ?

2. Hoe gebeurt de prijszetting bij het verkopen van overtollig materieel ?

Réponse du ministre de la Défense du 27 avril 2007, à la question no 479 de M. Pieter De Crem du 26 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 27 april 2007, op de vraag nr. 479 van de heer Pieter De Crem van 26 maart 2007 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het gelieve het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Remarques liminaires :

Voorafgaande bemerkingen :

1. Abréviations des ventes utilisées dans le texte :

1. Afkortingen van de verkopen gebruikt in de tekst :

a) AD : administrations Décentralisées (Communes, Provinces, ASBL)

a) GB : Gedecentraliseerde Besturen (Gemeenten, Provincies, VZW)

b) C&C : Cash and Carry c) G to G : Vente d’E´tat à E´tat (Government to Government) et à des firmes

b) C&C : Cash and Carry

d) PR : Public Relations

d) PR : Public Relations

2. Depuis 2001, la loi programme du 19 juillet 2001, Titre VII, Chapitre 1, régit les ventes organisées par la Défense. Elle préconise l’appel à la concurrence, ouvert au public le plus large.

2. Sinds 2001 regelt de programmawet van 19 juli 2001, Titel VII, Hoofdstuk 1, de verkopen georganiseerd door Defensie. Deze wet stelt de concurrentie voorop, open tot een zo breed mogelijk publiek.

3. Le matériel militaire excédentaire mis en vente est divisé, selon son état, en 4 catégories :

3. Het te koop aangeboden overtollig militair materieel wordt naargelang de staat ervan in 4 categoriee¨n ingedeeld :

Catégorie 1 : matériel en bon état,

c) G to G : Verkoop van Staat tot Staat (Government to Government) en firma’s

Categorie 1 : materieel in goede staat,

Catégorie 2 : matériel nécessitant de légères réparations,

Categorie 2 : materieel vereist kleine herstellingen,

Catégorie 3 : matériel nécessitant de grandes réparations,

Categorie 3 : materieel vereist grote herstellingen,

Catégorie 4 : matériel destiné à la ferraille ou pour récupération de pièces de rechange.

Categorie 4 : materieel enkel geschikt als schroot of voor recuperatie van wisselstukken.

Réponses aux questions posées :


Antwoorden op de gestelde vragen : 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32271

Vu que le matériel militaire excédentaire mis en vente est réparti, selon son état, en 4 catégories (cf. remarque préliminaire 3), le prix de vente dépendra essentiellement de celui-ci.

Gezien het te koop aangeboden overtollig militair materieel ingedeeld wordt in 4 categoriee¨n naargelang de staat ervan (cf. voorafgaande bemerking 3), zal de verkoopprijs essentieel hiervan afhangen.

Vu que la loi programme (cf. remarque préliminaire 2) préconise l’appel à la concurrence, le prix de vente dépendra également de cette concurrence.

Gezien de programmawet (cf. voorafgaande bemerking 2) de concurrentie voorop stelt, zal de verkoopprijs afhangen van deze mededinging.

1. Ventes G to G :

1. Verkopen G to G :

Il est évident que les ventes de systèmes d’armes, d’armes et de munitions ne sont pas accessibles au grand public. Seuls les E´tats et des firmes sélectionnées sur la base de critères de sécurité peuvent participer à ces ventes. Les conditions de vente et les prix sont négociés pour les ventes d’état à état et soumis aux règles de la concurrence pour les ventes aux firmes privées. 2. Ventes C&C :

Het is evident dat de verkoop van wapensystemen, wapens en munitie niet toegankelijk zijn voor het grote publiek. Enkel Staten en firma’s, geselecteerd op basis van criteria die hun capaciteiten bewijzen in het domein, kunnen deelnemen aan deze verkopen. De verkoopsvoorwaarden en de prijzen worden onderhandeld voor de verkopen van staat tot staat en onderworpen aan een mededinging voor de verkoop aan privé firma’s. 2. Verkopen C&C :

Les autres matériels peuvent être acquis par un acheteur, particulier ou une firme, lors de ventes publiques du type C&C (enchères directes) ou après publication (remise d’offre sous enveloppe). L’attribution de ces ventes se fait sur la base de l’offre la mieux disante. 3. Ventes AD :

Het andere materieel kan aangekocht worden door om het even welke koper, particulier of firma, gedurende openbare verkopen van het type C&C (per opbod) of na publicatie (indienen van offerte onder gesloten omslag). De toekenning van deze verkopen gebeurt op basis van het hoogste bod. 3. Verkopen GB :

Les Communes, Provinces et les associations reconnues par celles-ci peuvent acquérir du matériel excédentaire en procédure négociée à leur demande avant que ce matériel ne soit vendu publiquement. 4. Ventes PR :

Gemeenten, Provincies en de door hen erkende verenigingen hebben de mogelijkheid om overtollig materieel op hun aanvraag onderhands aan te kopen vooraleer dit materieel openbaar verkocht wordt. 4. Verkopen PR :

Il s’agit ici de ventes de petits matériels militaires (en quantités limités et à prix fixes) se déroulant lors de festivités organisées par la Défense.

Het betreft hier verkopen van klein militair materieel (in beperkt aantal aangeboden en aan vaste prijs) tijdens de festiviteiten georganiseerd door Defensie.

DO 2006200710044

DO 2006200710044

Question no 480 de M. Pieter De Crem du 26 mars 2007 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 480 van de heer Pieter De Crem van 26 maart 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Quartier Fort Colonel IFM Brosius à Zwijndrecht. — Assainissement des terrains. — E´tude.

Het Kwartier Fort Kol IMF Brosius te Zwijndrecht. — Sanering terreinen. — Studie.

Cela fait deux ans que vous annoncez une étude sur l’assainissement des terrains du Quartier Fort Colonel IFM Brosius à Zwijndrecht. A chaque occasion, vous ne manquez pas d’insister sur le couˆt important de cet assainissement.

Reeds twee jaar kondigt u een studie aan omtrent de sanering van de terreinen van het Kwartier Fort Kol. IMF Brosius te Zwijndrecht. U stelt telkens dat de sanering veel geld zal kosten.

1. Quand l’étude sera-t-elle terminée ?

1. Wanneer wordt de studie afgerond ?

2. Quel sera, selon les estimations, le couˆt budgétaire de l’assainissement ?


2006

2. Wat is de verwachte budgettaire kost van de sanering ? 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32272

3. Dans quel délai pensez-vous que les travaux d’assainissement pourront être entamés ?

3. Binnen welke tijdsspanne verwacht u dat de sanering kan beginnen ?

Réponse du ministre de la Défense du 27 avril 2007, à la question no 480 de M. Pieter De Crem du 26 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 27 april 2007, op de vraag nr. 480 van de heer Pieter De Crem van 26 maart 2007 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci- dessous la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Après une première estimation quantitative du nombre de munitions à détruire, une nouvelle phase de l’étude a commencé.

1. Na een eerste kwantitatieve schatting van het aantal te vernietigen munitie, is een nieuwe fase van de studie begonnen.

Celle-ci a pour but d’affiner davantage l’étude concernant la pollution proprement dite et d’étudier plus avant l’efficience des méthodes d’assainissement possibles. E´tant donné que la méthode retenue sera entre autres dépendante des moyens budgétaires qui peuvent être dégagés pour cette opération, on ne peut encore donner aucune date de cloˆture de l’étude.

Deze heeft tot doel om de studie betreffende de feitelijke vervuiling verder te verfijnen en de efficie¨ntie van de mogelijke saneringsmethodes verder te bestuderen. Gezien de te weerhouden methode onder andere afhankelijk zal zijn van de budgettaire middelen die voor deze operatie vrijgemaakt kunnen worden, kan nog geen datum worden gegeven om de studie af te ronden.

2. Sur base des données dont dispose actuellement la Défense, les coûts de l’assainissement sont estimés à plusieurs millions d’euros.

2. Op basis van de gegevens waarover Defensie actueel beschikt, worden de kosten van de sanering geschat op meerdere miljoen euro.

3. L’assainissement sera prochainement présenté au gouvernement. L’exécution du projet sera fonction de ses décisions.

3. De sanering zal binnenkort aan regering worden voorgedragen. De uitvoering van dit project zal gebeuren in functie van haar beslissingen.

DO 2006200710117

DO 2006200710117

Question no 482 de M. Alain Mathot du 18 avril 2007 (Fr.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 482 van de heer Alain Mathot van 18 april 2007 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :

Militaires mis à disposition de zones de police.

Militairen die ter beschikking van politiezones worden gesteld.

En 2005, vous avez conclu avec le ministre de l’Intérieur un protocole d’accord prévoyant l’ouverture à d’anciens militaires de 250 postes au sein des zones de police. En vertu de ce protocole d’accord, le ministère de la Défense peut durant un an mettre son personnel à disposition des zones de police pour remplir des fonctions administratives et logistiques.

In 2005 hebt u met de minister van Binnenlandse Zaken een protocolovereenkomst ondertekend die ertoe strekte 250 arbeidsplaatsen in de politiezones voor ex-militairen open te stellen. Krachtens die protocolovereenkomst kan het departement Landsverdediging gedurende een jaar personeel ter beschikking stellen van de politiezones om er administratieve en logistieke functies te vervullen.

Après un an, le militaire peut être transféré vers son nouvel employeur. La charge salariale est alors répartie de la façon suivante :

Na een jaar kan de militair definitief naar zijn nieuwe werkgever worden overgeplaatst. Zijn loon wordt dan als volgt betaald :

— deux-tiers à charge de la zone de police avec possibilité de financer un tiers via le Fonds de sécurité routière;

— twee derde komt ten laste van de politiezone, die het voor een derde uit het Verkeersveiligheidsfonds kan financieren;

— un tiers à charge du ministère de la Défense, la prise en charge par la Défense s’effectuera jusqu’à l’aˆge légal de la retraite militaire, à savoir 56 ans.

— een derde komt ten laste van het departement Landsverdediging, en dit tot de wettelijke pensioenleeftijd voor militairen, met name 56 jaar.

Pour les militaires mis à disposition de la zone de police, ayant atteint l’aˆge de 56 ans mais ne souhaitant

Sommige militairen die ter beschikking van een politiezone werden gesteld en de leeftijd van 56 jaar


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32273

pas ou ne pouvant pas être admis à la retraite, la part salariale anciennement prise en charge par le ministère de la Défense (SPF) ne pourrait-elle pas demeurer à sa charge jusqu’à la date de la retraite effective ?

hebben bereikt, willen of kunnen niet met pensioen gaan. Kan het departement Landsverdediging, dat het gedeelte van hun loon voordien voor zijn rekening nam, niet blijven betalen tot wanneer de betrokkenen effectief met pensioen gaan ?

Réponse du ministre de la Défense du 27 avril 2007, à la question no 482 de M. Alain Mathot du 18 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 27 april 2007, op de vraag nr. 482 van de heer Alain Mathot van 18 april 2007 (Fr.) :



1. Le Conseil des ministres du 21 septembre 2006 a approuvé le mécanisme de financement proposé des militaires transférés à la police, sur la base de la note du ministre de l’Intérieur du 19 septembre 2006 « relative à la mise à disposition de militaires à la police ». Les modalités de transfert au Service public fédéral Intérieur ont été définies lors du controˆle budgétaire 2006 et ont été approuvées par le Conseil des ministres du 17 octobre 2006.

1. De Ministerraad van 21 september 2006 heeft zijn goedkeuring gegeven aan het voorgestelde financieringsmechanisme van de naar de politie overgeplaatste militairen op basis van de nota van 19 september 2006 « betreffende de terbeschikkingstelling van militairen aan de politie » van de minister van Binnenlandse Zaken. De nadere bepalingen voor overgang naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken werden vastgelegd tijdens de begrotingscontrole 2006 en goedgekeurd op de Ministerraad van 17 oktober 2006.

2. La disposition budgétaire visant à fixer ce mécanisme a été insérée à l’article 344 de la loi-programme du 27 décembre 2006. La contribution de la Défense, à savoir 1/3 du traitement, est arrêtée sur la base du traitement au moment du transfert et reste à sa charge jusqu’à l’aˆge normal de la pension des militaires concernés (sous-officiers et volontaires), à savoir 56 ans.

2. De budgettaire bepaling om dit mechanisme vast te leggen werd in de programmawet van 27 december 2006, artikel 344, ingelast. De bijdrage van Defensie, 1/3 van het loon, wordt vastgelegd op basis van de wedde op het ogenblik van de overplaatsing en blijft te haren laste tot aan de normale pensioenleeftijd van de betrokken militairen (onderofficieren en vrijwilligers), namelijk 56 jaar.

3. Une modification de cette disposition budgétaire n’est actuellement pas envisagée.

3. Een wijziging aan deze budgettaire bepaling wordt momenteel niet overwogen.

DO 2006200710118

DO 2006200710118

Question no 483 de M. Melchior Wathelet du 18 avril 2007 (Fr.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 483 van de heer Melchior Wathelet van 18 april 2007 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :

Vente du domaine militaire « Officierenpark » de Brasschaat.

Verkoop van het militair domein « Officierenpark » in Brasschaat.

Il paraıˆtrait que le ministère de la Défense met en vente le domaine militaire « Officierenpark » de Brasschaat. Ce domaine boisé de 100 000 m2 comporte 14 maisons occupées par 18 familles.

Het ministerie van Landsverdediging zou het militair domein « Officierenpark » in Brasschaat willen verkopen. In dat bebost domein, dat 100 000 m2 groot is, staan 14 woningen waarin 18 gezinnen wonen.

Il semblerait que, contrairement à votre engagement pris en 2000 et confirmé en 2005, les habitants n’aient pas le droit de péremption en ne peuvent donc acheter à l’E´tat le bien dont ils sont locataires. Nombre d’entre eux sont pourtant établis dans le domaine depuis des dizaines d’années — voire près de 50 ans — et certains sont dans un aˆge avancé.

In tegenstelling tot wat u in 2000 heeft beloofd en in 2005 heeft bevestigd, zouden de bewoners geen recht van voorkoop hebben en zouden zij de woning die zij huren niet van de Staat kunnen kopen. Velen onder hen wonen echter al tientallen jaren — soms zelfs 50 jaar — op het domein en sommigen zijn al op leeftijd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32274

Malgré la promesse de l’OCASC (Office central d’action sociale et culturelle au profit des membres de la communauté militaire) aucune enquête préalable n’a été menée auprès des locataires.

Ondanks de belofte van de CDSCA (Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap) werd geen voorafgaand onderzoek bij de huurders verricht.

Le montant qui doit être payé par la société immobilière qui a été sélectionnée à l’issue de l’appel d’offre constituerait un manque à gagner pour l’E´tat par rapport au marché immobilier.

Gelet op de prijzen die gangbaar zijn op de vastgoedmarkt, ligt het bedrag dat door de na afloop van de offerte-aanvraag geselecteerde vastgoedmaatschappij moet worden betaald dermate laag dat de Staat er geld zou bij inschieten.

1. Qu’en est-il de ce dossier ?

1. Hoe zit het met dat dossier ?

2. Confirmez-vous les faits exposés ici ?

2. Bevestigt u bovenstaande feiten ?

3. Si tel est le cas, pourriez-vous nous préciser les éléments qui ont conduit à cette décision ?

3. Zo ja, kan u de elementen toelichten die tot die beslissing hebben geleid ?

Réponse du ministre de la Défense du 27 avril 2007, à la question no 483 de M. Melchior Wathelet du 18 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 27 april 2007, op de vraag nr. 483 van de heer Melchior Wathelet van 18 april 2007 (Fr.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.


Il est préalablement nécessaire de préciser ce qui suit :

Voorafgaandelijk dient het volgende te worden gepreciseerd :

L’OCASC est un organisme parastatal de type B dont le ministre de tutelle est le ministre de la Défense.

De CDSCA is een parastatale instelling van type B met als Voogdijminister de minister van Landsverdediging.

Ceci a pour conséquence que les décisions de gestion de l’Office sont prises directement par le Comité de gestion et non par le ministre de tutelle.

Dit heeft tot gevolg dat de beheersbeslissingen van de Dienst rechtstreeks worden genomen door het Beheerscomité en niet door de Voogdijminister.

Le texte de la question reprend un certain nombre d’inexactitudes à savoir :

De tekst van de vraag bevat een aantal onjuistheden, met name :

— le domaine mis en vente et dont il est question à une superficie de 95 000 m2. Il comporte 24 logements occupés actuellement par 21 familles dont seulement 17 sont des ayant-droits (7 militaires en activité et 10 pensionnés);

— het te koop aangeboden domein waarvan sprake, heeft een oppervlakte van 95 000 m2 en omvat 24 woningen die momenteel door 21 gezinnen worden betrokken waarvan enkel 17 rechthebbenden zijn (7 militairen in actieve dienst en 10 gepensioneerden);

— aucune promesse de droit de préemption n’a jamais été faite aux occupants actuels;

— geen enkele belofte van recht van voorkoop werd ooit gedaan aan de huidige bewoners;

— l’OCASC a largement informé les locataires de chaque étape d’évolution du projet de vente;

— de CDSCA heeft de huurders ruimschoots ingelicht over elke fase in de evolutie van het verkoopproject;

— rien ne permet d’affirmer que le prix de vente qui a été obtenu et approuvé par le Comité de gestion de l’OCASC constitue un manque à gagner pour l’Office. Ce prix est le résultat d’une mise en concurrence et est le double de l’estimation réalisée par le Comité d’acquisition d’Anvers.

— niets laat toe te beweren dat de verkoopprijs die werd bekomen en goedgekeurd door het Beheerscomité van de CDSCA een winstderving betekent voor de Dienst. Deze prijs is het resultaat van de concurrentie en is het dubbele van de raming die werd gedaan door het Aankoopcomité van Antwerpen.

La vente de ce domaine est motivée par le fait que les immeubles en question qui datent de 1923 entraıˆnent à la fois des frais d’entretien et de fonctionnement beaucoup trop élevés si on les compare avec

De verkoop van dit domein is gemotiveerd door het feit dat de gebouwen in kwestie, die dateren van 1923, tegelijk veel te hoge onderhouds- en werkingskosten met zich meebrengen in vergelijking met deze die in


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32275

ceux qui sont généralement admis dans le secteur du logement social. Le produit de la vente sera réaffecté à la modernisation et à la rénovation du parc d’immeubles dont l’OCASC est propriétaire en Belgique et qui se monte à quelque 3 200 unités.

het algemeen worden aanvaard in de sector van de sociale huisvesting. De opbrengst van de verkoop zal opnieuw worden aangewend voor de modernisering en de renovatie van het vastgoedpark waarvan de CDSCA eigenaar is in Belgie¨ en dat ongeveer 3 200 eenheden omvat.

En ce qui concerne les locataires actuels, tous ont reçu ou recevront à l’avenir en fonction de la date de fin de leur bail une proposition de relogement dans le parc de logements de l’OCASC dans la région de Brasschaat. L’Office se propose en outre de construire 24 nouveaux logements à Brasschaat même, logements mieux adaptés aux besoins de ses locataires, qui, une fois terminés, seront proposés aux locataires actuels et dont le loyer correspondra au loyer actuellement réclamé. On veille donc bien à l’aspect social.

Wat betreft de huidige huurders, zij hebben of zullen allen in de toekomst, in functie van de einddatum van hun huurovereenkomst, een voorstel tot nieuwe huisvesting bekomen in de regio van Brasschaat in het woningpark van de CDSCA. Bovendien, is de CDSCA voornemens om te Brasschaat 24 nieuwe woningen te bouwen, woningen die beter aangepast zijn aan de behoeften van zijn huurders, die dan, eens afgewerkt, zullen worden voorgesteld aan de huidige huurders en waarvan de huurprijs overeen zal stemmen met de huidig gevraagde huur. Er wordt wel degelijk gewaakt over het sociale aspect.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2004200502985

DO 2004200502985

Question no 197 de M. Gerolf Annemans du 28 décembre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 197 van de heer Gerolf Annemans van 28 december 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Cahier de la Cour des comptes. — Retards dans la transmission des comptes.

Boek van het Rekenhof. — Niet tijdig overleggen rekeningen.

Dans son 161e Cahier (Observations et documents soumis à la Chambre des représentants. Session 20042005. Fascicule I, p. 78), la Cour des comptes fait observer que « par lettre du 31 mars 2004, elle a attiré l’attention de la ministre de l’Economie, de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique, ainsi que celle du ministre des Finances, sur un certain nombre de problèmes récurrents.

In het 161e Boek van het Rekenhof (Opmerkingen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd. Zitting 2004-2005. Deel I, blz. 79) lezen we onder meer : « Bij brief van 31 maart 2004 heeft het Rekenhof de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, evenals de minister van Financie¨ngewezen op enkele aanslepende problemen.

L’un d’entre eux concerne le retard dans la transmission des comptes à la Cour. D’autres problèmes résultent de l’inobservation des obligations suivantes : distinction entre le compte du ou des comptable(s) et celui du service de l’E´tat proprement dit, inclusion de tous les budgets des services de l’E´tat dans le budget général des dépenses, reddition des comptes du (des)

E´én daarvan betreft de vertraging waarmee de rekeningen aan het Rekenhof worden overgelegd. Andere knelpunten zijn het noodzakelijke onderscheid tussen de rekening van de rekenplichtige(n) en de rekening van de staatsdienst zelf, het niet-opnemen van sommige begrotingen van de staatsdiensten in de algemene uitgavenbegroting en het niet-voorleggen van de


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32276

comptable(s) conformément aux dispositions des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative.

rekeningen van de rekenplichtige(n) conform de bepalingen van de gecoo¨rdineerde wetten op het taalgebruik in bestuurszaken.

Cette lettre est restée sans réponse et, à la mi-2004, il s’avère que certains comptes relatifs aux années 2002 et 2003 n’ont toujours pas été transmis. »

Deze brief bleef onbeantwoord en midden 2004 blijken een aantal rekeningen met betrekking tot de jaren 2002 en 2003 nog steeds niet te zijn voorgelegd ».

1. Ces comptes l’intervalle ?

ont-ils

été

transmis

dans

2. Dans la négative, à quoi attribuez-vous ce retard ?

1. Zijn deze rekeningen inmiddels voorgelegd ?

2. Zo neen, wat is daarvan de oorzaak ?

3. Quelles mesures structurelles ont-elles déjà été prises pour éviter de tels retards à l’avenir ?

3. Welke structurele maatregelen werden reeds genomen om dergelijke vertragingen in de toekomst te vermijden ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 27 avril 2007, à la question no 197 de M. Gerolf Annemans du 28 décembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 27 april 2007, op de vraag nr. 197 van de heer Gerolf Annemans van 28 december 2004 (N.) :

1. Les comptes 2003 des établissements scientifiques fédéraux (ESF) ont été déposés dans le courant 2004, à l’exception des Musées royaux d’Art et d’Histoire (MRAH) dont la situation s’est normalisée par la suite.

1. De rekeningen van het jaar 2003 van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) werden in de loop van 2004 voorgelegd, met uitzondering van die van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) waar de situatie achteraf in de plooi is gevallen.

2. Les retards dans les présentation des comptes des ESF, à la Cour des Comptes, s’expliquent par le fait que le ministre, selon la procédure habituelle, apposait sa signature sur le compte de gestion du comptable (dépoˆt légal avant le 1er mars) et non sur le compte d’exécution du budget (dépoˆt légal avant le 30 mai).

2. De vertraging bij het indienen van de rekeningen van de FWI’s bij het Rekenhof komt doordat de minister, volgens de gebruikelijke procedure, zijn handtekening plaatste op de beheerrekening van de rekenplichtige (wettelijke indiening voor 1 maart) en niet op de uitvoeringsrekening van de begroting (wettelijke indiening voor 30 mei).

3. La Politique scientifique fédérale a demandé aux ESF, en accord avec le service de la Trésorerie, de scinder l’envoi des documents. C’est ainsi que, depuis 2004, le compte de gestion du comptable est envoyé directement après la cloˆture comptable à l’administration de la Trésorerie. Le compte d’exécution du budget est désormais transmis au service de la Dette publique, après présentation à la Commission de gestion, sur avis favorable de l’Inspecteur des Finances et après approbation du ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions.

3. Het Federaal Wetenschapsbeleid heeft, met toestemming van de dienst van de Schatkist, aan de FWI’s gevraagd de documenten gescheiden te versturen. Zo wordt vanaf 2004 de beheerrekening van de rekenplichtige onmiddellijk na de boekhoudkundige afsluiting aan de administratie van de Schatkist gestuurd. De uitvoeringsrekening van de begroting wordt voortaan aan de dienst van de Staatsschuld opgestuurd, na voorlegging aan de Beheercommissie, op gunstig advies van de Inspecteur van Financie¨n en na goedkeuring door de minister die bevoegd is voor het Wetenschapsbeleid.

Cette mesure a été officialisée par le courrier du 22 mars 2005 du Directeur du service de la Dette publique.

Deze maatregel werd officieel bekrachtigd door de brief van 22 maart 2005 van de Directeur van de dienst van de Staatsschuld.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32277

DO 2006200709761

DO 2006200709761

Question no 553 de Mme Hilde Dierickx du 14 février 2007 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 553 van mevrouw Hilde Dierickx van 14 februari 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Entreprises. — Diffusion volontaire de fausses informations et de mensonges.

Bedrijven. — Doelbewuste verspreiding van valse informatie en leugens.

Les entreprises qui diffusent sciemment de fausses informations et des mensonges se rendent coupables de concurrence déloyale, portent atteinte à l’image d’autres entreprises et influencent les médias ainsi que le cours des actions.

Bedrijven die doelbewust valse informatie en leugens verspreiden, doen aan concurrentievervalsing en berokkenen schade aan het imago van andere bedrijven, beı¨nvloeden de media en de aandelenkoersen.

1. Combien de plaintes mettant en cause des entreprises qui diffusent sciemment de fausses informations et des mensonges ont-elles été déposées annuellement, depuis 2002, auprès des tribunaux ?

1. Hoeveel klachten worden er sinds 2002 jaarlijks ingediend bij het gerecht tegen bedrijven die doelbewust valse informatie en leugens verspreiden ?

2. Combien d’entreprises ont-elles été condamnées sur la base de ces plaintes pendant la même période ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 27 avril 2007, à la question no 553 de Mme Hilde Dierickx du 14 février 2007 (N.) :

2. Hoeveel bedrijven werden er tijdens deze periode veroordeeld op basis van deze klachten ?

1 et 2. La question de l’honorable membre ne me semble pas très claire. Quoi qu’il en soit, le SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie ne peut pas être informé des plaintes déposées directement au tribunal et des condamnations éventuelles qui y font suite.

1 en 2. De vraag van het geachte lid is me niet erg duidelijk.

Je ne peux dès lors que conseiller à l’honorable membre de poser une question plus explicite à la ministre de la Justice.

Ik kan het geachte lid dan ook enkel aanraden om een explicietere vraag te stellen aan de minister van Justitie.

DO 2006200710031

DO 2006200710031

Question no 571 de M. Servais Verherstraeten du 22 mars 2007 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 571 van de heer Servais Verherstraeten van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Banque Nationale de Belgique. — Dépoˆt des comptes annuels. — Non-acceptation.

Nationale Bank van Belgie¨. — Neerlegging jaarrekeningen. — Weigering.

Le dépoˆt des comptes annuels auprès de la Banque Nationale de Belgique (BNB) a pour objectif de donner accès à tous les intéressés, et plus particulièrement aux créanciers parmi lesquels l’E´tat, aux états financiers des sociétés à responsabilité limitée. Le revers de la médaille de cette responsabilité limitée des associés et actionnaires est l’obligation de publier des comptes annuels qui constituent un élément important de la garantie de la transparence de l’organisation du

De neerlegging van de jaarrekening van de Nationale Bank van Belgie¨ (NBB) heeft tot doel alle belanghebbenden, in het bijzonder de schuldeisers, waaronder ook de Staat, toegang te verlenen tot de financie¨le staten van de ondernemingen met beperkte aansprakelijkheid. De verplichting tot de openbaarmaking van de jaarrekening is de keerzijde van de beperkte aansprakelijkheid van de vennoten en aandeelhouders en vormt dan ook een belangrijk element om een door-


2006

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 27 april 2007, op de vraag nr. 553 van mevrouw Hilde Dierickx van 14 februari 2007 (N.) :

Hoe dan ook kan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie geen kennis hebben van klachten die rechtstreeks worden ingediend bij het gerecht en van eventuele veroordelingen diengevolge.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32278

marché et des entreprises. La publication des comptes annuels des sociétés à responsabilité limitée est donc expressément prévue à l’article 2, point I, lettre f de la première directive sur les sociétés.

zichtige organisatie van de markt en van de ondernemingen te waarborgen. Om die redenen werd de openbaarmaking van de jaarrekening van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid uitdrukkelijk bepaald in artikel 2, punt I, littera f van de eerste vennootschapsrichtlijn.

L’article 92, § 1er, deuxième alinéa du Code des sociétés stipule que les comptes annuels doivent etre soumis à l’approbation de l’assemblée générale dans les six mois de la cloˆture de l’exercice.

Artikel 92, § 1, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen bepaalt dat de jaarrekening binnen zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de algemene vergadering.

L’article 98, premier alinéa, du même Code stipule que les comptes annuels sont déposés par les administrateurs ou gérants à la Banque Nationale de Belgique. Ce dépoˆt a lieu dans les trente jours de leur approbation et au plus tard sept mois après la date de cloˆture de l’exercice.[d65]

Artikel 98, eerste lid, van hetzelfde Wetboek bepaalt dat de jaarrekening door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders moet worden neergelegd bij de Nationale Bank van Belgie¨. Deze neerlegging geschiedt binnen dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd, en ten laatste zeven maanden na datum van afsluiting van het boekjaar.

On peut donc déduire de cette disposition que les comptes annuels peuvent toujours être déposés dans les délais légaux qui suivent l’assemblée générale. En cas d’infraction à ces deux dispositions, la sanction prévue est d’ailleurs la même. Si les comptes annuels n’ont pas été déposés, le dommage subi par les tiers est, sauf preuve contraire, présumé résulter de cette omission. Le non-dépoˆt est sanctionné par la levée de la responsabilité limité qui entraıˆne alors une grande responsabilité des administrateurs.

Uit de samenhang van deze bepaling volgt dat de jaarrekening steeds binnen de wettelijke termijnen na de algemene vergadering kan worden neergelegd. Bij overtreding van beide bepalingen staat trouwens dezelfde sanctie. Indien de jaarrekening niet binnen deze termijn aan de algemene vergadering is voorgelegd, wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit dit verzuim. De niet-neerlegging wordt als het ware gesanctioneerd door de doorbreking van de beperkte aansprakelijkheid. De verantwoordelijkheid van de bestuurders is dan ook groot.

Il peut toutefois arriver que les administrateurs soumettent les comptes à l’assemblée générale en temps utile mais que celle-ci refuse de les approuver.

Het is evenwel niet uit te sluiten dat de jaarrekening tijdig door de bestuurders wordt voorgelegd aan de algemene vergadering maar dat die weigert ze goed te keuren.

L’article 179, § 2, de l’arrêté royal du 30 javier 2001 portant exécution du code des sociétés prévoit plusieurs motifs de non-acceptation. Dans la pratique, la Banque Nationale de Belgique refuserait manifestement les comptes annuels qui n’auraient pas été approuvés par l’assemblée générale. Est-ce réellement le cas, ou des nuances doivent-elles être apportées à ce sujet ?

In artikel 179, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen worden inderdaad in een aantal specifieke weigeringsgronden voorzien. In praktijk zou de Nationale Bank van Belgie¨ blijkbaar altijd jaarrekeningen weigeren die niet werden goedgekeurd door de algemene vergadering. Of moeten we dit nuanceren.

1. La BNB refuse-t-elle systématiquement tous les comptes annuels qui n’ont pas été approuvés par l’assemblée générale ?

1. Weigert de NBB steeds jaarrekeningen die niet werden goedgekeurd door de algemene vergadering ?

2. La BNB refuse-t-elle systématiquement les comptes annuels qui n’on pas été soumis à l’assemblée générale ?

2. Weigert de NBB steeds jaarrekeningen die niet werden voorgelegd aan de algemene vergadering ?

3. a) La BNB accepte-t-elle les comptes annuels qui ont été soumis mais qui n’ont pas été approuvés par l’assemblée générale ?

3. a) Aanvaardt de NBB jaarrekeningen die werden voorgelegd maar niet goedgekeurd door de algemene vergadering ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32279

b) Sur quel fondement légal basez-vous votre réponse ?

b) Op welke rechtsgrond steunt u zich bij uw antwoord ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 27 avril 2007, à la question no 571 de M. Servais Verherstraeten du 22 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 27 april 2007, op de vraag nr. 571 van de heer Servais Verherstraeten van 22 maart 2007 (N.) :

1. La Banque nationale de Belgique m’a fait savoir qu’elle acceptait uniquement les comptes annuels approuvés par l’assemblée générale, à moins que la législation en vigueur ne requière pas une telle approbation (comme c’est le cas pour les comptes annuels des sociétés en liquidation et les comptes annuels consolidés). Cette attitude me semble tout à fait cohérente et conforme aux obligations de publicité prévues dans la législation sur les sociétés. Conformément à l’article 92, § 1er, alinéa 2 du Code des sociétés, les administrateurs et gérants de société sont tenus de soumettre leurs comptes annuels à l’approbation de l’assemblée générale dans les six mois suivant la date de cloˆture de l’exercice comptable. L’article 98, § 2 du Code des sociétés stipule que le dépoˆt des comptes annuels à la BNB doit avoir lieu dans les trente jours suivant leur approbation. Ces deux dispositions légales permettent donc de déduire que seuls les comptes annuels approuvés par l’assemblée générale peuvent être déposés à la Banque nationale de Belgique. En effet, pour la cour de cassation, l’obligation incombant aux administrateurs de publier les comptes annuels n’existe que si ces comptes ont été approuvés par l’assemblée générale (Cass. 13 décembre 1965, Pas. 1966, I, 502). La jurisprudence indique aussi que des associés ont le droit de s’opposer à des comptes annuels qui n’ont pas été approuvés par eux préalablement à leur dépoˆt.

1. De Nationale Bank van Belgie¨ heeft mij laten weten dat zij enkel jaarrekeningen aanvaardt die goedgekeurd werden door de algemene vergadering, tenzij de vigerende wetgeving een dergelijke goedkeuring niet vereist (zoals het geval is voor de jaarrekening van vennootschappen in vereffening en de geconsolideerde jaarrekening). Deze houding lijkt mij geheel coherent en conform de openbaarmakingsverplichtingen zoals voorgeschreven door de vennootschapswetgeving. Zo bepaalt artikel 92, § 1, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen dat de bestuurders en zaakvoerders van de vennootschap de jaarrekening binnen zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar ter goedkeuring moeten voorleggen aan de algemene vergadering. Artikel 98, § 2 van het Wetboek van vennootschappen bepaalt dat de neerlegging van de jaarrekening bij de NBB dient te geschieden binnen dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd. Uit de gezamenlijke lezing van beide wetsbepalingen moet worden afgeleid dat enkel door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekeningen bij de Nationale Bank van Belgie¨ mogen worden neergelegd. Het Hof van Cassatie stelt immers dat de verplichting voor de bestuurders om de jaarrekening openbaar te maken slechts bestaat in zover deze jaarrekening door de algemene vergadering werd goedgekeurd (Cass. 13 december 1965, Pas. 1966, I, 502). Uit de rechtspraak blijkt ook dat vennoten het recht hebben op te komen tegen jaarrekeningen die zonder hun voorafgaande goedkeuring werden neergelegd.

2. Les comptes annuels approuvés par l’assemblée générale sont en outre irrévocables dès leur approbation. L’assemblée générale ne peut donc plus porter préjudice aux droits de tiers, découlant de comptes annuels approuvés antérieurement, en validant des comptes annuels sérieusement modifiés qui changent totalement l’allure générale des comptes annuels précédemment validés. Ceci ne s’applique pas, bien entendu, aux comptes annuels non approuvés. Si la BNB acceptait des comptes annuels non approuvés alors que la loi requiert leur approbation, cela ne ferait que semer la confusion et engendrer de la fraude. Quelle valeur un tiers peut-il en effet accorder à un document qui n’a pas été validé par les organes compétents de la société et peut donc valablement être contesté sur le fond par des comptes annuels cette fois approuvés et déposés ultérieurement ?

2. Jaarrekeningen die door de algemene vergadering werden goedgekeurd, worden bovendien vanaf die goedkeuring onherroepelijk. De algemene vergadering mag dus geen afbreuk meer doen aan de rechten van derden die uit een eerder goedgekeurde jaarrekening voortvloeien, door een ernstig gewijzigde jaarrekening goed te keuren die het algemene beeld van de eerder neergelegde jaarrekening ontwricht. Dit geldt uiteraard niet voor niet goedgekeurde jaarrekeningen. Indien de NBB de neerlegging van niet goedgekeurde jaarrekeningen zou aanvaarden wanneer de wet die voorafgaande goedkeuring vereist, dan zou dat enkel aanleiding kunnen geven tot verwarring en fraude. Welke waarde kan een derde immers hechten aan een document dat niet goedgekeurd is door de bevoegde organen van de vennootschap en dus grondig en perfect rechtsgeldig kan worden tegengesproken door de latere neerlegging van een wel goedgekeurde jaarrekening ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32280

3. L’honorable membre a tout à fait raison d’affirmer que la publicité des comptes annuels est un élément essentiel pour garantir l’organisation transparente du marché et des entreprises. Pour la loiprogramme du 8 avril 2003, la législation belge présentait toutefois une lacune : elle n’imposait à l’assemblée générale aucun délai d’approbation des comptes annuels. Cette approbation se faisait donc parfois attendre pendant des mois sans raison apparente, ce qui permettait à des entrepreneurs malhonnêtes de facilement contourner le dépoˆt obligatoire des comptes annuels. Le législateur a donc légiféré en la matière en 2003 en imposant aux sociétés belges le délai de publication absolu qui s’appliquait déjà aux sociétés étrangères, c’est-à-dire sept mois après la cloˆture de l’exercice comptable. Ce délai supplémentaire permet ainsi d’éviter que l’assemblée générale ne reporte allègrement l’approbation et, partant, la publication des comptes annuels, ce qui favorise la mise à disposition rapide des comptes annuels pour les tiers, avec toutes les répercussions positives que cela implique pour l’organisation transparente du marché et des entreprises.

3. Het eerwaardig lid stelt verder, en heel terecht, dat de openbaarmaking van de jaarrekening een belangrijk element is om de doorzichtige organisatie van de markt en van de ondernemingen te waarborgen. Voor de programmawet van 8 april 2003 vertoonde de Belgische wetgeving evenwel een hiaat, vermits er geen termijn werd vastgesteld binnen dewelke de algemene vergadering de jaarrekening moest goedkeuren. Die goedkeuring van de jaarrekening liet dus soms maandenlang op zich wachten, zonder aanwijsbare redenen, waardoor de verplichting tot neerlegging van de jaarrekening gemakkelijk door malafide ondernemers kon worden omzeild. Daarom heeft de wetgever deze achterpoort in 2003 dichtgemaakt door aan Belgische vennootschappen de absolute openbaarmakingstermijn op te leggen die reeds langer gold voor buitenlandse vennootschappen, namelijk zeven maanden na de afsluiting van het boekjaar. Deze aanvullende termijn vermijdt dan ook dat de algemene vergadering de goedkeuring en, dus, de publicatie van de jaarrekening lichtzinnig zou uitstellen en komt dus de snelle beschikbaarstelling van de jaarrekening voor derden ten goede, met alle positieve gevolgen vandien voor de doorzichtige organisatie van de markt en van de ondernemingen.

Politique scientifique

Wetenschapsbeleid

DO 2006200710084

DO 2006200710084

Question no 137 de Mme Danielle Van LombeekJacobs du 4 avril 2007 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 137 van mevrouw Danielle Van LombeekJacobs van 4 april 2007 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Sous-représentation féminine dans la carrière scientifique.

Ondervertegenwoordiging van wetenschappelijke loopbaan.

Bien que cela fasse bientoˆt 120 ans que les femmes ont librement accès aux universités belges, de nombreuses études soulignent leur sous-représentation dans le monde de la recherche scientifique.

Hoewel het binnenkort 120 jaar geleden zal zijn dat vrouwen voor het eerst werden toegelaten aan de Belgische universiteiten, blijkt uit een groot aantal studies dat vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd zijn in het wetenschappelijk onderzoek.

53,8 % des étudiants qui commencent des études universitaires scientifiques sont des femmes mais seulement 9,25 % des professeurs ordinaires le sont et 16 % des directeurs de recherche dans les universités francophones. Ces chiffres illustrent parfaitement le gaspillage manifeste des compétences et des savoirs détenus par les femmes. Car à quoi cela sert d’investir dans la formation des jeunes filles si l’on refuse que les femmes accèdent aux postes de hautes responsabilités ?

Meisjes maken 53,8 % uit van de studentenpopulatie die aan een wetenschappelijke opleiding op universitair niveau begint, maar slechts 9,25 % van de gewoon hoogleraren en 16 % van de onderzoeksdirecteurs aan de Franstalige universiteiten zijn vrouwen. Die cijfers tonen duidelijk aan dat de kennis en kunde van vrouwen verloren gaan. Waarom dan nog investeren in de opleiding van meisjes als vrouwen toch geen toegang krijgen tot topfuncties ?

L’Europe a besoin de plus de chercheurs pour atteindre son objectif d’excellence scientifique et

Europa heeft meer wetenschappers nodig om haar doelstellingen inzake wetenschappelijke en technolo-


2006

2007

vrouwen

in

de


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32281

technologique, des chercheurs de sexe masculin et évidemment de sexe féminin ! Pour rappel, l’objectif de Lisbonne est d’atteindre pour 2010 un niveau minimal de huit chercheurs pour mille travailleurs.

gische uitmuntendheid te bereiken, mannelijke én uiteraard ook vrouwelijke vorsers ! Ter herinnering : de Lissabondoelstelling stelt een streefcijfer voorop van minimaal acht onderzoekers per duizend werknemers tegen 2010.

1. Bien que la matière soit en partie de la compétence des communautés, avez-vous pris au niveau du fédéral des mesures spécifiques visant à combattre ces inégalités de fait entre les femmes et les hommes dans le monde de la recherche scientifique ?

1. Heeft u, hoewel deze materie voor een stuk tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort, op federaal niveau specifieke maatregelen getroffen tegen die feitelijke ongelijkheid van mannen en vrouwen in het wetenschappelijk onderzoek ?

2. Disposez-vous de chiffres en terme de genre quant à la répartition des postes à responsabilité dans le monde de la recherche ?

2. Beschikt u over cijfers met betrekking tot de man-vrouwverdeling van de topfuncties in het wetenschappelijk onderzoek ?

3. a) Au niveau des musées et des établissements scientifiques dont vous avez la charge, une politique spécifique de promotion des femmes a-t-elle déjà été menée ?

3. a) Werd reeds een specifiek vrouwvriendelijk beleid gevoerd in de musea en wetenschappelijke instellingen die onder uw departement ressorteren ?

b) Ces organismes publics sont-ils le lieu d’une participation équilibrée des hommes et des femmes ?

b) Is er sprake van een gelijke participatie van man en vrouw in die openbare instellingen ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 27 avril 2007, à la question no 137 de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs du 4 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 27 april 2007, op de vraag nr. 137 van mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs van 4 april 2007 (Fr.) :

En réponse à votre question relative à la sous représentation féminine dans la carrière scientifique, je vous précise les éléments d’information suivants.

In antwoord op uw vraag met betrekking tot de ondervertegenwoordiging van de vrouwen in de wetenschappelijke loopbanen kan ik u het volgende meedelen.

1. La Politique scientifique s’intègre dans le projet « diversité » lancé par le ministre de la Fonction publique en février 2005 portant sur l’égalité homme/ femme, l’intégration des personnes handicapées et sur l’intégration des personnes d’origine étrangère.

1. Het departement Wetenschapsbeleid schrijft zich in in het project « diversiteit » dat de minister van Ambtenarenzaken in februari 2005 opgestartte rond de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de integratie van gehandicapten en van personen van buitenlandse afkomst.

2. En Europe, si la majorité des diploˆmes universitaires sont décrochés par des femmes depuis les années 1990, celles-ci restent cruellement sous représentées dans le monde de la recherche et dans les institutions qui l’encadrent. En 2003, seuls 29 % des chercheurs européens sont des femmes. Notre pays se situe un peu en deçà de la moyenne communautaire (28 % en 2003).

2. Ook al wordt een meerderheid van de universitaire diploma’s door vrouwen behaald sinds de jaren 1990 in Europa, dan nog blijven de vrouwen sterk ondervertegenwoordigd in de wetenschappelijke wereld en in de instellingen die op dat vlak werkzaam zijn. In 2003 waren slechts 29 % van de Europese onderzoekers vrouwen. Ons land bevindt zich licht onder het Europese gemiddelde (28 % in 2003).

3. Au niveau des ESF, en ce compris le SPP Politique scientifique, nous nous intégrons dans le projet « diversité » susmentionné. Au total nous comptons au 1er mars 2007, 1 030 hommes pour 760 femmes, ce qui représente 57,54 % hommes pour 42,46 % de femmes.

3. De FWI’s, met inbegrip van de POD Wetenschapsbeleid, onderschrijven het voornoemde diversiteitsproject. In totaal tellen we op 1 maart 2007 1 030 mannen tegen 760 vrouwen, met andere woorden 57,54 % mannen en 42,46 % vrouwen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32282



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2006200709055

DO 2006200709055

Question no 536 de Mme Muriel Gerkens du 6 novembre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´valuation du statut social de l’artiste.

Vraag nr. 536 van mevrouw Muriel Gerkens van 6 november 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Je me réfère à la loi-programme du 24 décembre 2002 concernant les mesures relatives au statut social de l’artiste.

Ik verwijs naar de programmawet van 24 december 2002 met betrekking tot de maatregelen inzake het sociaal statuut van de kunstenaar.

Depuis sa mise en application, et d’après le vécu des artistes répertorié dans une évaluation collective, plusieurs points demandant modifications peuvent être relevés :

Sinds de inwerkingtreding ervan blijkt, in het licht van de ervaringen van de kunstenaars die in een collectieve evaluatie werden gebundeld, dat verscheidene punten nog wijzigingen behoeven :

A) La formulation de la loi spécifie « les personnes qui fournissent des prestations artistiques et/ou produisent des œuvres artistiques ». Néanmoins, les techniciens de spectacles et de l’audiovisuel, également visés par la loi devraient être mentionnés dans le texte car, malgré le fait qu’ils soient visés par le nouveau paragraphe 6 de l’article 1er de la loi du 24 juillet 1987, cela leur pose encore problème sur le terrain;

A) In de wet wordt de formulering « de personen die artistieke prestaties leveren en/of artistieke werken produceren » gehanteerd. De audiovisuele en podiumtechnici, die ook onder de toepassing van de wet vallen, zouden in de wettekst moeten worden vermeld want, ondanks het feit dat de nieuwe paragraaf 6 van artikel 1 van de wet van 24 juli 1987 op hen van toepassing is, ondervinden zij in de praktijk nog altijd moeilijkheden;

B) l’ouverture du statut d’indépendant ne convient pas à certains artistes qui ne sont pas préparés à la gestion par eux-mêmes d’un tel statut. Un encadrement strict devrait leur être proposé afin d’étudier la viabilité économique de leur projet artistique, et seulement suite à cette étude de dossier, ce statut pourrait leur être accessible;

B) het statuut van zelfstandige is niet geschikt voor bepaalde kunstenaars, die niet voorbereid zijn om een dergelijk statuut zelf te beheren. Er zou hen een strikte begeleiding moeten worden voorgesteld teneinde de economische leefbaarheid van hun artistiek project te onderzoeken, en pas na dat onderzoek van het dossier, zouden zij toegang tot dat statuut mogen krijgen;

C) la Commission « artistes » créée pour le suivi et l’information des artistes concernant leurs droits et obligations, ne s’est toujours pas réunie, alors que la législation prévoyait une évaluation générale au plus tard deux ans après l’entrée en vigueur de la loi, les parlementaires n’ont dès lors toujours pas reçu le rapport de celle-ci. De plus, malgré les demandes des sociétés d’auteurs et artistes, aucun de leurs représentants ne peut faire partie de cette commission, alors qu’ils sont les premiers concernés;

C) de commissie « Kunstenaars », die werd opgericht met het oog op de follow-up en de voorlichting van de kunstenaars inzake hun rechten en plichten, is nog altijd niet bijeengekomen, terwijl de wetgeving voorziet in een algemene evaluatie uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de wet; de parlementsleden hebben bijgevolg nog altijd geen verslag van die commissie ontvangen. Ondanks de verzoeken van auteursverenigingen en kunstenaars, mag geen enkele van hun vertegenwoordigers deel uitmaken van die commissie, terwijl zij de belangrijkste betrokkenen zijn.

D) concernant le paiement par l’employeur du pécule de vacances, il est à relever que pour une certaine catégorie d’artistes (notamment les étrangers), l’option choisie du chèque circulaire pose problème;

D) wat de betaling van het vakantiegeld door de werkgever betreft, dient te worden aangestipt dat de gemaakte keuze van een circulaire cheque voor een bepaalde categorie van kunstenaars (met name de buitenlanders) problemen doet rijzen;


2006

Evaluatie van het sociaal statuut van de kunstenaar.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32283

E) la gestion du travail temporaire presté par les artistes pose un réel problème, car, en permettant aux agences d’intérim de s’occuper du créneau artistique, elles ne peuvent dans le cadre légal les concernant que partiellement assurer une sécurité juridique aux artistes. La nécessité de passer par les « agences artistiques » qui auraient la fonction de « tiers payant » semble donc indispensable;

E) het beheer met betrekking tot de door kunstenaars gepresteerde tijdelijke arbeid doet echte problemen rijzen, want door de uitzendkantoren toe te staan om zich met het kunstenaarssegment in te laten, kan de rechtszekerheid van de kunstenaars slechts gedeeltelijk worden gegarandeerd; het wettelijk kader met betrekking tot de uitzendkantoren beperkt hun activiteitssfeer ter zake immers. Het lijkt dan ook absoluut noodzakelijk om de « uitzendkantoren voor kunstenaars » in te schakelen, die dan als « derde betaler » dienst zouden doen;

F) en ce qui concerne la réglementation du choˆmage, les plus mal lotis sont à nouveau les techniciens du spectacle et de l’audiovisuel.

F) wat de werkloosheidsreglementering betreft, zijn het opnieuw de audiovisuele en podiumtechnici die er het bekaaidst van af komen.

1. Le ministre porte-t-il la même évaluation de l’application de la loi ?

1. Evalueert de minister de toepassing van de wet op dezelfde manier ?

2. Sur base de quels arguments ?

2. Op grond van welke argumenten ?

3. Quelles propositions de modifications législatives ou de fonctionnement sont-elles prévues pour répondre à ces difficultés de terrain ?

3. Welke voorstellen voor wetswijzigingen of met betrekking tot de werking zullen worden geformuleerd om die praktische moeilijkheden te ondervangen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 536 de Mme Muriel Gerkens du 6 novembre 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 536 van mevrouw Muriel Gerkens van 6 november 2006 (Fr.) :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer les informations suivantes.

Als antwoord op uw vraag, deel ik u het volgende mee.

De manière générale, je tiens à vous informer que la direction générale Politique Sociale du SPF Sécurité sociale est en train de finaliser l’évaluation du nouveau statut des artistes que je ne manquerai pas de communiquer à la Chambre et au Sénat conformément à l’article 172, § 1er de la loi-programme du 24 décembre 2002.

Algemeen beschouwd zou ik u willen laten weten dat de directie-generaal Sociaal Beleid van de FOD Sociale Zekerheid de evaluatie van het nieuwe statuut voor de artiesten thans afwerkt, die ik zeker zal bezorgen aan de Kamer en de Senaat zoals bepaald in het artikel 172, § 1 van de programmawet van 24 december 2002.

A. En ce qui concerne le point A de votre évaluation, je ne puis que marquer mon accord.

A. Wat betreft punt A van uw evaluatie, kan ik daarmee enkel instemmen.

C’est pourquoi j’ai demandé à mes services de préparer une modification du texte légal afin que l’assujettissement des techniciens de spectacle et de l’audiovisuel soit clairement indiqué.

Ik heb dan ook mijn diensten gevraagd een wijziging van de wettekst voor te bereiden opdat de onderwerping van de spektakel- en audiovisuele technici duidelijk zou worden vermeld.

B. La réalisation d’une étude individuelle relative à la viabilité économique du statut de l’artiste ne relève pas de ma compétence.

B. De realisatie van een individuele studie met betrekking tot de economische leefbaarheid van het statuut van de kunstenaar behoort niet tot mijn bevoegdheid.

C. L’article 1er de l’arrêté royal du 26 juin 2003 relatif à l’organisation et aux modalités de fonctionnement de la Commission « Artistes » fixe la composition de cette Commission. Elle a aussi publié un rapport d’activité sur son site :

C. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » regelt de samenstelling van deze Commissie. Zij heeft tevens een jaarverslag gepubliceerd op haar website :

http://www.onssrszlss.fgov.be/Onssrsz/FR/lge/ artiste/pdf/Ku-Ar-HFR_Rapport_dactivites.pdf.

http://www.onssrszlss.fgov.be/Onssrsz/NL kunstenaar/pdf/Activiteitenverslag.pdf.

La présence d’un ou plusieurs membres du secteur culturel n’a, en effet, pas été prévue jusqu’à présent.

Tot nog toe werd inderdaad niet voorzien in de aanwezigheid van één of meer leden uit de culturele


2006

2007

/lge/


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32284

Toutefois, je n’ai aucune objection à examiner si des membres de ce secteur pourraient également siéger au sein de la Commission Artistes avec voix consultative. La Commission pourrait ainsi être mieux au courant de la pratique de terrain et des problèmes évoqués.

sector. Ik heb nochtans geen enkel probleem om na te gaan of leden van deze sector ook zouden kunnen zetelen in de Commissie Kunstenaars met raadgevende stem. Dit zou de voeling van de Commissie met het werkveld en de aangebrachte problemen kunnen verbeteren.

D. Le pécule de vacances est payé au travailleur, à sa demande, par virement sur un compte bancaire ou sur ` défaut de ce compte, le un compte chèque postal. A paiement s’effectue par chèque circulaire ou par tout autre moyen de paiement disponible.

D. Het vakantiegeld wordt aan de werknemer, op zijn vraag, uitbetaald via overschrijving op een bankrekening of een postchequerekening. Bij gebrek hieraan gebeurt de betaling per circulaire cheque of door middel van een ander beschikbaar betaalmiddel.

En ce qui concerne l’ONVA (Office national des vacances annuelles), si le travailleur souhaite le paiement par virement, il doit introduire une demande à cet effet au moyen d’un formulaire L75 qu’il peut obtenir auprès de son institution financière ou de l’ONVA.

Wat de RJV (Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie) betreft moet de werknemer, indien hij de betaling via overschrijving wenst, hiervoor een aanvraag indienen aan de hand van een formulier L75 dat hij bij zijn financie¨le instelling of de RJV kan bekomen.

Simultanément au paiement du pécule de vacances, le travailleur reçoit un extrait de compte mentionnant non seulement les données d’identification et le numéro de référence unique attribué au travailleur, mais également un aperçu détaillé de toutes les données prises en considération pour le calcul du pécule de vacances et des jours de vacances.

Gelijktijdig met de uitbetaling van het vakantiegeld ontvangt de arbeider een rekeninguittreksel waarin naast de identificatiegegevens en de vermelding van het uniek referentienummer toegekend aan de werknemer, een gedetailleerde opgave wordt gegeven van alle gegevens die in aanmerking werden genomen voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantiedagen.

Les points E et F de votre évaluation relèvent de la compétence de mon collègue Peter Vanvelthoven, ministre de l’Emploi, à qui je vous invite à vous adresser. (Question no 708 du 25 avril 2007.)

Voor punten E en F van uw evaluatie is mijn collega Peter Vanvelthoven, minister van Werk, bevoegd, tot wie u verzocht wordt zich te wenden. (Vraag nr. 708 van 25 april 2007.)

DO 2006200709093

DO 2006200709093

Question no 538 de Mme Trees Pieters du 9 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 538 van mevrouw Trees Pieters van 9 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Constitution de provisions internes pour pensions après que l’aˆge légal de la retraite a été atteint. — Engagements contractuels de pension. — Programmes anonymes de calcul de la valeur réelle et de la règle des 80 % sur le site du SPF Finances, du SPF Economie et de la CNC. — Influence sur l’octroi et le calcul de la pension de retraite.

Aanleg van interne pensioenvoorzieningen na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd. — Contractuele pensioentoezeggingen. — Anonieme berekeningsprogramma’s van de actuele waarde en van de 80 %-regel op de site van de FOD Financie¨n, FOD Economie en de CBN. — Invloed op de toekenning en de berekening van het rustpensioen.

Il ressort non seulement de la jurisprudence récente mais aussi de la réponse à la question no 1192 du 19 janvier 1998 de M. Desimpel (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 127, p. 17588) que les administrations fiscales aussi bien que les services des Affaires économiques souscrivent désormais à l’idée que les sociétés constituent une « provision interne de pension » afin de réaliser les promesses et engagements contractuels au bénéfice de leurs dirigeants d’entreprise et de leurs héritiers ou ayants droit au moment de leur admission à la retraite à l’aˆge légalement prévu ou par anticipation, ou de leur décès prématuré.

Niet alleen uit recente rechtspraak maar ook uit het antwoord op de vraag nr. 1192 van 19 januari 1998 van de heer Desimpel (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 127, blz. 17588) blijkt dat zowel de belastingadministraties als de diensten van Economische Zaken er voortaan mee instemmen dat vennootschappen een « interne pensioenvoorziening » aanleggen om de contractuele pensioenbeloftes en -toezeggingen aan hun bedrijfsleiders en hun erfgenamen of rechthebbenden waar te maken ter gelegenheid van hun wettelijke of vervroegde pensionering of hun vroegtijdig overlijden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32285

En cette matière, les questions suivantes, d’ordre pratique et de portée générale, se posent toujours.

Ter zake rijzen nog steeds de volgende algemene praktische vragen.

1. Une personne morale peut-elle constituer une provision de pension interne (exonérée d’impoˆt) — indépendamment de la question de savoir si les bénéficiaires ont déjà demandé une pension légale d’indépendant ou de salarié et s’ils bénéficient d’une telle pension, et cela tant sur le plan comptable que fiscal — pour réaliser les promesses ou engagements contractuels au bénéfice de dirigeants d’entreprise indépendants qui poursuivent leur activité après avoir atteint l’aˆge légal de la pension fixé à 65 ans pour les hommes et à 64 ans pour les femmes (cf. régime transitoire valable en 2006), et cela jusqu’à la date de leur décès ou jusqu’à la date de leur démission définitive en tant qu’administrateur ou gérant statutaire ?

1. Kan of mag een rechtspersoon — ongeacht het feit of de begunstigden al dan niet reeds een wettelijk pensioen als zelfstandige of als werknemer hebben aangevraagd en genieten — zowel op boekhoudkundig als op fiscaal vlak een (belastingvrije) interne pensioenvoorziening aanleggen voor het voldoen aan de contractuele pensioenbeloftes of -toezeggingen ten voordele van zelfstandige bedrijfsleiders die na de wettelijk pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar voor mannen en 64 jaar voor vrouwen (cf. overgangsregeling geldig in 2006) zonder meer nog steeds verder blijven werken tot op datum van overlijden of tot aan een niet nader te bepalen datum van definitief ontslag als statutair bestuurder of zaakvoerder ?

2. Une telle provision interne peut-elle être constituée même quand l’avantage est accordé de façon occasionnelle et non systématique, ce qui est le cas lorsque l’avantage est octroyé à une personne bien déterminée, pour des motifs liés à celle-ci et non à la catégorie du personnel dont elle relève (Questions et Réponses, Sénat, 1995-1996, no 1-24 du 23 juillet 1996, p. 1191-1192) ?

2. Is zulke interne voorziening eveneens toegelaten zelfs wanneer het voordeel op occasionele en nietsystematische wijze wordt toegekend, wat het geval is wanneer het voordeel wordt toegekend aan een welbepaalde persoon, om persoonsgebonden redenen, en niet aan de personeelscategorie waartoe deze persoon behoort (Vragen en Antwoorden, Senaat, 1995-1996, nr. 1-24 van 23 juli 1996, blz. 1191-1192) ?

3. Dans quelle mesure pleine et entière ou limitée peut-il ou doit-il, à cet égard, être tenu compte de manière générale de cotisations de rattrapage et d’opérations de « back service » ou de « future service » ?

3. In welke gehele of beperkte mate mag of moet er daarbij ook algemeen rekening worden gehouden met inhaalbijdragen, back-services en met future-services ?

4. a) Sur la base de quelles dispositions légales ou réglementaires, et comment, faut-il, dans l’affirmative, calculer le « plafond » fiscal de 80 % quand une date limite bien déterminée ne peut être avancée ou, en d’autres termes, quels paramètres concrets, coefficients de conversion et/ou formules réglementaires de calcul faut-il utiliser en pareils cas ?

4. a) Op grond van welke wettelijke of reglementaire bepalingen en hoe moet in bevestigend geval de zogenaamde fiscale 80 %-grens worden becijferd wanneer er geen specifieke einddatum in het vooruitzicht kan worden gesteld of met andere woorden welke concrete parameters, omzettingscoe¨fficie¨nten en/of reglementaire berekeningsformules moeten er in zulk geval worden gehanteerd ?

b) Comment faut-il, spécifiquement et raisonnablement, fixer le nombre d’années de travail restantes (N) à partir de la souscription du contrat de pension et jusqu’à l’aˆge normal de la pension (cf. par analogie les Com.IR.1992 no59/41) ?

b) Hoe moet specifiek het aantal nog te presteren jaren (N) vanaf het aangaan van de pensioenovereenkomst tot aan de normale pensioenleeftijd in zulk geval redelijkerwijze worden vastgesteld (zie bij analogie Com.IB.1992 nr. 59/41) ?

5. a) Quelle influence ont éventuellement ces promesses et engagements contractuels de pension, respectivement sur l’octroi ultérieur de la pension légale de retraite ou de survie demandée par la suite dont il est question dans l’arrêté royal no 72 du 10 novembre 1967 concernant la pension de retraite et de survie des indépendants, dans l’arrêté royal no 50 du 24 octobre 1967 concernant la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés et sur l’octroi d’une pension de l’E´tat ?

5. a) Welke gebeurlijke invloed hebben die contractuele pensioenbeloftes en -toezeggingen respectievelijk op de latere toekenning van het later toch nog aangevraagde wettelijke rust- of overlevingspensioen waarvan sprake in het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rusten overlevingspensioen der zelfstandigen, in het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rusten overlevingspensioen voor werknemers en op de toekenning van een staatspensioen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32286

b) Quelles restrictions seront, le cas échéant, instituées et quels cumuls de pensions légales et extralégales sont encore autorisés actuellement ?

b) Welke beperkingen worden er eventueel ingesteld en welke wettelijke en extrawettelijke pensioencumulaties zijn thans nog toegelaten ?

6. a) De quelle manière concrète la valeur « réelle » de telles provisions internes de pensions doit-elle être calculée et recalculée annuellement et quels paramètres légaux ou réglementaires spécifiques ou quelles méthodes de financement doivent être utilisés dans ce cadre ?

6. a) Op welke concrete wijze moet de « actuele » waarde van dergelijke interne pensioenvoorzieningen jaarlijks worden be- en herrekend en welke specifieke wettelijke of reglementaire parameters of financieringsmethodes moeten er daarbij gehanteerd worden ?

b) Des modules de calcul ou des spreadsheets généraux ont-ils été placés ou pourront-ils être bientoˆt placés sur les sites portails du SPF Finances, du SPF Economie et de la Commission des Normes Comptables (CNC), modules ou spreadsheets sur lesquels pourront être effectués des calculs uniformes de la règle des 80 % et de la « valeur réelle », et ce d’une manière anonyme mais fiable et claire, et dans tout le Royaume ? Aujourd’hui, en effet, chaque fonctionnaire du fisc travaille de façon totalement isolée et il n’existe manifestement pas de directives nationales ni de programmes de calcul ou feuilles de calcul généraux automatisés à l’échelon national.

b) Zijn of kunnen er op de portaalsites van de FOD Financie¨n, de FOD Economie en de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) daartoe weldra algemene berekeningsmodules of spreadsheets worden geplaatst waarop op anonieme doch betrouwbare en heldere wijze over het ganse rijk uniforme berekeningen zowel van de 80 %-regel als van de « actuele waarde » kunnen worden uitgevoerd ? Tot nu toe werkt iedere belastingambtenaar immers volledig op eigen houtje en bestaan er blijkbaar geen nationale directieven of geautomatiseerde algemene berekeningsprogramma’s of rekenbladen.

7. Dans quels délais et sur la base de quelles dispositions légales ou réglementaires les sociétés ont-elles encore l’obligation, à des fins de justification fiscale, d’introduire, de corriger et/ou de compléter en temps voulu sous peine de caducité ou de nullité certaines attestations, certains récapitulatifs et certaines fiches informatives destinées aux services fiscaux ?

7. Binnen welke termijnen en op grond van welke wettelijke of reglementaire beschikkingen is de vennootschap ter fiscale verantwoording thans nog verplicht welbepaalde attesten, opgaven en informatiefiches aan de belastingdiensten op straffe van verval of nietigheid tijdig in te dienen, te verbeteren en/of aan te vullen ?

8. Comment les sociétés doivent-elles le cas échéant justifier dans leurs comptes annuels la constitution d’une provision interne de pension ?

8. Op welke wijze moet de aanleg van een interne pensioenvoorziening in de jaarrekening eventueel worden toegelicht ?

9. De quelles cotisations fiscales et/ou sociales ou prélèvements ou tarifs parafiscaux supplémentaires les sociétés sont-elles actuellement redevables au moment du versement du capital de la pension ?

9. Welke fiscale en/of sociale bijdragen of extra parafiscale heffingen of tarieven zijn thans verschuldigd op het ogenblik van de uitkering van het pensioenkapitaal ?

10. Pourriez-vous exposer point par point vos conception, méthode et mode de calcul actuels, généraux et uniformes, notamment compte tenu des dispositions légales et réglementaires des articles 25, 5o; 52, 5o; 48; 59; 60; 171, 4e, g); 195 et 515quater et quinquies CIR 1992, des réglementations prescrites par la Commission européenne, de la loi sur les comptes annuels et les avis de la Commission des Normes Comptables, de la loi du 28 avril 2003 concernant les pensions complémentaires et de ses arrêtés d’exécution, de l’arrêté royal no 72 du 10 novembre 1967, de l’arrêté royal no 50 du 24 octobre 1967 et de la législation sur les pensions des agents de l’E´tat, et compte tenu enfin de la simplification administrative ?

10. Kunt u punt per punt uw huidige algemene en uniforme zienswijze, handelwijze en berekeningswijze meedelen onder meer in het licht van de wettelijke en reglementaire bepalingen van de artikelen 25, 5de; 52, 5o; 48; 59; 60; 171, 4de, g); 195 en 515quater en quinquies WIB 1992, de reglementeringen voorgeschreven door de Europese Commissie, de wet op de jaarrekeningen en adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967, het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 en van de pensioenwetgeving van ambtenaren als in het kader van de administratieve vereenvoudiging ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32287

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 538 de Mme Trees Pieters du 9 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 538 van mevrouw Trees Pieters van 9 november 2006 (N.) :

J’ai l’honneur de vous communiquer les informations suivantes relatives aux aspects sociaux relevant de mes compétences (point 9).

Hierna kan ik u het volgende meedelen wat de sociale aspecten betreft, waarvoor ik bevoegd ben (punt 9).

Lorsqu’un organisme de pension verse à un travailleur un capital, dont le financement a été assuré par l’employeur dans le cadre d’une pension complémentaire relevant du second pilier des pensions, aucune cotisation ordinaire de sécurité sociale n’est due, en vertu de l’article 2, alinéa 3, 1o, c), de la loi du 12 avril 1965 « concernant la protection de la rémunération des travailleurs » auquel se réfère l’article 23 de la loi du 29 juin 1981 « établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés ».

Wanneer een pensioeninstelling aan een werknemer een kapitaal uitkeert dat gefinancierd werd door de werkgever in het kader van een aanvullend pensioen dat onder de tweede pensioenpijler valt, is er, krachtens artikel 2, derde lid, 1o, c), van de wet van 12 april 1965 « betreffende de bescherming van het loon der werknemers », waarnaar artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 « houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers » verwijst, geen enkele gewone socialezekerheidsbijdrage verschuldigd.

Cet article dispose, en effet, que ne sont pas à considérer comme rémunération, les indemnités payées directement ou indirectement par l’employeur et qui doivent être considérées comme un complément aux avantages accordés pour les diverses branches de la sécurité sociale.

Dit artikel bepaalt immers dat de rechtstreeks of onrechtstreeks door de werkgever betaalde vergoedingen die als een aanvulling van de voordelen toegekend voor de verschillende takken van de sociale zekerheid moeten worden beschouwd, niet als loon moeten worden beschouwd.

En revanche, l’article 191, 7o de la loi coordonnée du 14 juillet 1994 relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dispose qu’une retenue de 3,55 % est prélevée au profit de l’INAMI (Institut national d’assurances maladie-invalidité) sur le montant global des pensions octroyées aux travailleurs (donc en totalisant l’ensemble des montants, en ce compris les capitaux versés dans le cadre d’une pension complémentaire).

Artikel 191, 7o van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen bepaalt echter dat een inhouding van 3,55 % ten gunste van het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) wordt verricht op het globale bedrag van de aan de werknemers toegekende pensioenen (dus de som van alle bedragen, met inbegrip van de kapitalen gestort in het kader van een aanvullend pensioen).

Il convient, toutefois, de préciser que si la personne pensionnée réside dans un pays de l’Union européenne autre que la Belgique ou en Islande, au Liechtenstein, en Norvège ou en Suisse, cette personne peut être exemptée de retenue en faveur de l’INAMI.

Er dient echter vermeld te worden dat wanneer de gepensioneerde in een ander land van de Europese Unie dan Belgie¨ of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland woont, hij kan vrijgesteld worden van de inhouding ten gunste van het RIZIV.

Pour ce faire, il faut que la prise en charge des soins de santé de la personne pensionnée n’incombe pas à l’E´tat belge. Cette exonération n’est toutefois pas automatique et une demande est à introduire auprès de l’Office national des pensions (Office national des pensions).

Daartoe dient de tenlasteneming van de geneeskundige verzorging van de gepensioneerde niet aan de Belgische Staat toe te komen. Deze vrijstelling is echter niet automatisch en er dient een aanvraag te worden ingediend bij de Rijksdienst voor Pensioenen (Rijksdienst voor pensioenen).

Outre la retenue précitée en faveur de l’INAMI, il existe également une cotisation de solidarité qui est prélevée au profit de l’Office national des pensions sur l’ensemble des montants octroyés à titre de pensions, donc en ce compris sur les capitaux et rentes versés dans le cadre d’une pension complémentaire (voir l’arrêté royal du 16 décembre 1996 modifiant la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales, en application des articles 15, 6o et 49 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et

Naast de voornoemde inhouding ten gunste van het RIZIV is er ook een solidariteitsbijdrage die verricht wordt ten gunste van de Rijksdienst voor pensioenen op alle als pensioen toegekende bedragen, dus met inbegrip van de kapitalen en renten betaald in het kader van een aanvullend pensioen (zie het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6o en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32288

assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et des articles 2, §§ 1er et 3, § 1er, 4o et § 2 de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l’Union économique et monétaire européenne).

zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van de artikelen 2, §§ 1 en 3, § 1, 4o en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van Belgie¨ aan de Europese Economische en Monetaire Unie).

Le montant de cette cotisation de solidarité dépend de la situation familiale de la personne pensionnée (avec ou sans charge de famille) et du montant brut des pensions.

Het bedrag van deze solidariteitsbijdrage hangt af van de gezinssituatie van de gepensioneerde (met of zonder gezinslast) en van het brutobedrag van de pensioenen.

La cotisation de solidarité sur les revenus de pensions est prélevée quel que soit le pays de résidence du bénéficiaire. Le calcul de la cotisation de solidarité pourra cependant varier en fonction du pays de résidence.

De solidariteitsbijdrage op de pensioeninkomsten wordt ingehouden ongeacht het land waar de gerechtigde woont. De berekening van de solidariteitsbijdrage kan echter varie¨ren in functie van het land waar de gerechtigde woont.

Les pensions et autres avantages à charge d’institutions étrangères ne sont pas pris en considération, si la personne concernée réside dans un pays de l’Union européenne autre que la Belgique, ou en Islande, au Liechtenstein, en Norvège ou en Suisse, ce qui signifie que ces prestations étrangères sortent complètement du champ d’application de la cotisation de solidarité.

De pensioenen en andere voordelen ten laste van buitenlandse instellingen worden niet in aanmerking genomen wanneer de betrokken persoon in een ander land van de Europese Unie dan Belgie¨ of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland woont, wat betekent dat de buitenlandse uitkeringen volledig buiten het toepassingsgebied van de solidariteitsbijdrage vallen.

Si la personne concernée réside dans un pays autre que ceux mentionnés ci-dessus, les pensions et autres avantages sont pris en considération lors de la fixation du taux de la cotisation de solidarité.

Wanneer de betrokken persoon in een ander land woont dan hierboven vermeld, worden de pensioenen en andere voordelen in aanmerking genomen bij de bepaling van het percentage van de solidariteitsbijdrage.

DO 2006200709095

DO 2006200709095

Question no 539 de Mme Yolande Avontroodt du 9 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 539 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Dépenses dans le cadre du maximum à facturer.

Uitgaven voor de maximumfactuur.

Il ressort du rapport annuel 2005 de l’INAMI que les dépenses dans le cadre du maximum à facturer n’ont cessé de croıˆtre. Lors de l’introduction du système en 2002, le couˆt s’élevait à 55 millions d’euros; un an plus tard, il se montait à 150 millions d’euros; en 2004, il était de 179 millions d’euros, en 2005 de 252 millions d’euros et les dépenses pour 2006 sont estimées à 314 millions d’euros.

Uit het jaarverslag 2005 van het Riziv blijkt dat de uitgaven in het kader van de maximumfactuur een spectaculaire groei kennen. Bij de start van het nieuwe systeem in 2002 bedroegen de kosten 55 miljoen euro; een jaar later 150 miljoen euro; in 2004 ging het om 179 miljoen euro; in 2005 liep het bedrag op tot 252 miljoen euro en de uitgaven voor 2006 worden geschat op 314 miljoen euro.

Le maximum à facturer constitue un outil essentiel pour faciliter l’accès financier aux soins de santé. Il est toutefois permis de se demander si, dans sa forme actuelle, le système ne manque pas partiellement son objectif et même s’il ne pousse pas à la surconsommation médicale.

De maximumfactuur is van groot belang om de financie¨le toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging te vergroten. De vraag rijst echter of het systeem in haar huidige vorm zijn doel niet deels voorbijschiet en zelfs aanzet tot medische overconsumptie.

Les Mutualités libres ont récemment proposé de baser le maximum à facturer sur la pathologie, ce qui

De Onafhankelijke Ziekenfondsen opperden recentelijk het voorstel voor een pathologiegebaseerde


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32289

devrait permettre un remboursement plus ciblé et plus élevé en faveur des malades chroniques.

maximumfactuur waarbij chronisch zieken een meer gerichte en hogere terugbetaling zouden kunnen verkrijgen.

1. Quelles mesures envisagez-vous pour éviter un dérapage du budget du maximum à facturer ?

1. Welke maatregelen overweegt u te nemen om een ontsporing van het budget van de maximumfactuur te voorkomen ?

2. De quelle manière entendez-vous répondre aux besoins des malades chroniques ?

2. Op welke manier denkt u tegemoet te komen aan de noden van de patie¨nt met een chronische aandoening ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 539 de Mme Yolande Avontroodt du 9 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 539 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 november 2006 (N.) :

1. Les dépenses du maximum à facturer ont évolué comme suit durant la période 2002-2007, illustrant une différence entre le maximum à facturer appliqué par les organismes assureurs et le maximum à facturer appliqué par l’administration fiscale :

1. De uitgaven voor de maximumfactuur zijn als volgt gee¨volueerd in de periode 2002-2007, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de maximumfactuur die toegepast wordt door de verzekeringsinstellingen en de maximumfactuur die toegepast wordt door de fiscale administratie :

Dépenses du maximum à facturer (en 000 euros)

Uitgaven van de maximumfactuur (in 000 euro)

Réalisations 2002. — Realisaties 2002 ..... Réalisations 2003. — Realisaties 2003 ..... Réalisations 2004. — Realisaties 2004 ..... Réalisations 2005. — Realisaties 2005 ..... Objectif 2006. — Doelstelling 2006 ......... Objectif 2007. — Doelstelling 2007 .........

Organismes assureurs — Verzekeringsinstellingen

Administration fiscale — Fiscale administratie

Total — Totaal

55 094 150 380 179 286 198 423 262 932 280 176

26 257 48 607 58 980 54 420 51 634 520

81 351 198 987 238 266 252 843 314 566 280 696

E´volution en %

2003/2002 2004/2003 2005/2004 2006/2005 2007/2006

................................................ ................................................ ................................................ ................................................ ................................................

Evolutie in % Organismes assureurs — Verzekeringsinstellingen

Administration fiscale — Fiscale administratie

Total — Totaal

172,95 19,22 10,67 32,51 6,56

85,12 21,34 -7,73 -5,12 -98,99

144,60 19,74 6,12 24,41 -10,77

Les données les plus récentes relatives aux réalisations des organismes assureurs concernent les données cumulées jusqu’au mois d’octobre 2006 inclus. Pour l’administration fiscale, nous disposons déjà des réalisations de l’exercice 2006. Ces données figurent ciaprès :


2006

De meest recente gegevens over de realisaties van de verzekeringsinstellingen hebben betrekking op de gecumuleerde gegevens tot en met de maand oktober 2006. Voor de fiscale administratie beschikken we reeds over de realisaties van het dienstjaar 2006. Hierna volgen deze gegevens : 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32290

Dépenses du maximum à facturer (en 000 euros) Par organismes assureurs

Uitgaven van de maximumfactuur (in 000 euro) Door de verzekeringsinstellingen

1er octobre 2005 ................................... 1er octobre 2006 ................................... E´volution .............................................

162 568 192 438 18,37 %

1 oktober 2005 ..................................... 1 oktober 2006 ..................................... Evolutie ...............................................

Par administration fiscale

162 568 192 438 18,37 %

Door de fiscale administratie

2005 ..................................................... 2006 ..................................................... E´volution .............................................

54 420 56 789 4,35 %

2005 ..................................................... 2006 ..................................................... Evolutie ...............................................

54 420 56 789 4,35 %

L’évolution des dépenses du maximum à facturer présente une certaine irrégularité durant la période 2002-2005, liée à l’instauration du maximum à facturer au 1er janvier 2002 et au fait que cette introduction s’est accompagnée de plusieurs retards au niveau des organismes assureurs en rapport avec l’application concrète qui est faite du MAF. Plusieurs mesures ont en outre été prises durant la période 2002-2005 dans le maximum à facturer, ce qui a — bien entendu — exercé un effet sur les dépenses.

De evolutie van de uitgaven voor de maximumfactuur kennen een vrij onregelmatig verloop in de periode 2002-2005. Dit heeft te maken met de invoering van de maximumfactuur op 1 januari 2002 en het feit dat deze invoering gepaard ging met vertragingen op het niveau van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot de concrete toepassing ervan. Daarenboven zijn er in de periode 2002-2005 diverse maatregelen genomen in de maximumfactuur met (uiteraard) een effect op de uitgaven.

Les données susmentionnées se rapportent entre autres aux dépenses comptabilisées par les organismes assureurs, lesquels transmettent également à l’INAMI des statistiques sur l’application pratique du maximum à facturer. Ces statistiques reflètent une image plus précise de l’évolution effective du maximum à facturer, car elles ne sont pas influencées par des phénomènes comptables spécifiques, mais reflètent par contre les dépenses en fonction de l’année d’application.

De hogervermelde gegevens hebben onder andere betrekking op de geboekte uitgaven door de verzekeringsinstellingen. De verzekeringsinstellingen maken eveneens aan het RIZIV statistieken over met betrekking tot de praktische toepassing van de maximumfactuur. Deze statistieken geven een duidelijker beeld van de werkelijke evolutie van de maximumfactuur, omdat ze niet beı¨nvloed worden door specifieke boekhoudkundige fenomenen, maar daarentegen de uitgaven weergeven in functie van het jaar van toepassing.

Vient ensuite la présentation de ces statistiques pour la période 2002-2005.

Hierna worden deze statistieken meegedeeld voor de periode 2002-2005.

Remboursements réalisés (en 000 euros)

Gerealiseerde terugbetalingen (in 000 euro)

En euros

E´volution

121 428 154 237 180 825 185 954

27,02 % 17,24 % 2,84 %

2002 ........................................... 2003 ........................................... 2004 ........................................... 2005 (*) ......................................

(*) Sans les trois plus hautes catégories de revenus.

Evolutie

121 428 154 237 180 825 185 954

27,02 % 17,24 % 2,84 %

(*) Zonder de drie hoogste inkomenscategoriee¨n.

Les évolutions observées ci-dessus sont beaucoup plus nuancées que les pourcentages d’évolution enregistrès dans les dépenses comptables. Les taux d’accroissement élevés notés dans les données comptables ne sont pas observés ici. Il faut par ailleurs


2002 ........................................... 2003 ........................................... 2004 ........................................... 2005 (*) ......................................

In euro

2006

De evoluties die hier waargenomen worden zijn heel wat genuanceerder dan de evolutiepercentages die geregistreerd worden in de boekhoudkundige uitgaven. De grote stijgingspercentages die genoteerd worden in de boekhoudkundige gegevens worden hier 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32291

mentionner que l’évolution des données comptables les plus récentes pour octobre 2006 (18,37 %) est nettement inférieure à l’augmentation autorisée dans l’objectif budgétaire 2006 (32,51 %). Selon toute vraisemblance, les réalisations des dépenses comptabilisées 2006 pour le maximum à facturer seront inférieures à l’objectif budgétaire 2006.

niet waargenomen. Daarenboven dient gemeld dat de evolutie van de meest recente boekhoudkundige gegevens voor oktober 2006 (18,37 %) veel lager ligt dan de toegelaten stijging in de begrotingsdoelstelling 2006 (32,51 %). Naar alle waarschijnlijkheid zullen de realisaties van de geboekte uitgaven 2006 voor de maximumfactuur lager liggen dan de begrotingsdoelstelling 2006.

Concernant la situation budgétaire, il ne peut nullement être question de « dérapage ». Le maximum à facturer constitue un instrument politique essentiel dans le cadre de l’accessibilité des soins et afin d’éviter qu’une maladie ne soit à l’origine de problèmes financiers importants dans les ménages. Aussi les budgets nécessaires ont-ils été dégagés pour soutenir cette politique. Un budget de 314 566 milliers euros a à cette fin été approuvé pour l’exercice 2006. Un budget de 280 696 milliers euros a été prévu pour l’exercice 2007. Il peut également être observé que l’évolution des budgets est « singulière », à la suite principalement de l’importante réforme du maximum à facturer en 2006.

Met betrekking tot de budgettaire situatie mag men dus helemaal niet spreken van een « ontsporing ». De maximumfactuur is een essentieel beleidsinstrument naar de toegankelijkheid van de zorg en de bekommernis dat een ziekte niet mag leiden tot belangrijke financie¨le problemen bij de gezinnen. Daartoe worden dan ook de nodige budgetten vrijgemaakt om dit beleid te ondersteunen. Daartoe werd voor het dienstjaar 2006 een budget goedgekeurd van 314 566 duizend euro. Voor het dienstjaar 2007 werd een budget voorzien van 280 696 duizend euro. Ook hier kan vastgesteld worden dat de evolutie van de budgetten « eigenaardig » zijn, maar dit heeft in eerste instantie te maken met de belangrijke hervorming van de maximumfactuur in 2006.

Dans ce contexte, on peut s’en référer à l’importante réforme du maximum à facturer décidée lors de l’établissement de l’objectif budgétaire global 2006. L’intégration du maximum à facturer fiscal a alors été opérée dans le maximum à facturer appliqué par les organismes assureurs. Ce qui n’oblige plus les ménages à attendre si longtemps avant un éventuel remboursement dans le cadre du maximum à facturer. Dans le maximum à facturer fiscal, le délai d’attente atteignait très rapidement deux années.

In dat kader kan verwezen worden naar de belangrijke hervorming van de maximumfactuur die werd genomen bij de opmaak van de globale begrotingsdoelstelling 2006. Hierbij werd overgegaan tot de integratie van de fiscale maximumfactuur in de maximumfactuur toegepast door de verzekeringsinstellingen. Op die manier moeten de gezinnen niet meer zo lang wachten op een eventuele terugbetaling in het kader van de maximumfactuur. Bij de fiscale maximumfactuur had men vrij vlug een wachttijd van twee jaar.

Lors de l’approbation des budgets pour l’exercice 2006, d’autres mesures ont également été décidées concernant le maximum à facturer :

Bij de goedkeuring van de budgetten voor het dienstjaar 2006 werden er ook nog andere maatregelen genomen met betrekking tot de maximumfactuur :

— les tickets modérateurs pour les préparations magistrales sont intégrés dans le compteur de tickets modérateurs du maximum à facturer (incidence financière; 284 milliers euros) (1er janvier 2006);

— de remgelden voor magistrale bereidingen worden opgenomen in de maximumfactuur (financie¨le weerslag van 284 duizend euro) (1 januari 2006);

— le bénéfice du maximum à facturer social est limité aux membres du ménage bénéficiant du régime préférentiel (incidence financière : — 4 369 milliers euros; mesure d’économie) (1er janvier 2006);

— het voordeel van de sociale maximumfactuur wordt beperkt tot de leden van het gezin die genieten van de voorkeurregeling (financie¨le weerslag van -4 369 duizend euro; besparingsmaatregel) (1 januari 2006);

— pour les personnes qui vivent au sein d’une communauté, il est stipulé qu’elles constituent à elles seules un ménage en ce qui concerne l’application du maximum à facturer (incidence financière : -1 293 milliers euros; mesure d’économie) (1er janvier 2006).

— voor de personen die in een gemeenschap leven wordt gestipuleerd dat deze persoon op zichzelf een gezin vormt met betrekking tot de toepassing van de maximumfactuur (financie¨le weerslag van -1 293 duizend euro; besparingsmaatregel) (1 januari 2006).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32292

On peut observer que deux mesures d’économies importantes ont également été prises dans le cadre du maximum à facturer, pour des domaines dans lesquels des corrections s’avéraient nécessaires. Il existe bel et bien un souci de faire évoluer les dépenses du maximum à facturer en fonction des budgets attribués.

Er kan opgemerkt worden dat ook twee belangrijke besparingsmaatregelen genomen werden in het kader van de maximumfactuur in domeinen waar het noodzakelijk was om corrigerend op te treden.

De même, une attitude ferme est adoptée dans le choix de procéder si nécessaire à des corrections dans l’application spécifique du maximum à facturer.

Er is wel degelijk een bekommernis om de uitgaven voor de maximumfactuur te laten evolueren in functie van de toegekende budgetten, en er is eveneens een vastberaden houding om daar waar nodig corrigerend op te treden in de specifieke toepassing van de maximumfactuur.

2. Le 2 juin 2006, le Conseil des ministres a donné son accord de principe sur la prise en charge -dans le cadre du maximum à facturer — de dépenses spécifiques en faveur de malades chroniques.

2. Op 2 juni 2006 ging de Ministerraad principieel akkoord met het ten laste nemen, in het kader van de maximumfactuur, van specifieke uitgaven ten gunste van chronisch zieken.

Au cours des mois qui ont précédé, des informations concernant les besoins des malades chroniques ont été collectées, et plusieurs mesures ont été préparées au sein d’un groupe de travail créé spécialement à cette fin.

Gedurende de voorbije maanden werd informatie omtrent de noden van de chronisch zieken verzameld en werden een aantal maatregelen in een specifiek hiertoe opgerichte werkgroep voorbereid.

Dans le cadre de la fixation de l’objectif budgétaire global 2007, les fonds ont été libérés afin de permettre la mise en œuvre des mesures destinées aux malades chroniques :

In het kader van de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling 2007, werden de middelen vrijgemaakt om maatregelen ten gunste van chronisch zieken door te voeren :

1) Il s’agit du remboursement des analgésiques de la catégorie D pour les malades chroniques à concurrence de 20 % du prix éventuellement plafonné du médicament, et d’une intégration du ticket modérateur de ces médicaments dans leur compteur MAF.

1) Het betreft de terugbetaling van pijnstillers uit categorie D aan chronisch zieken a rato van 20 % van de eventueel geplafonneerde prijs van het geneesmiddel en een opname van het remgeld voor deze geneesmiddelen in hun MAF-teller.

Seuls sont visés les patients qui sont en possession d’un certificat médical d’une maladie chronique, sur lequel figurent la pathologie et la mention de la nécessité de l’usage chronique de certains médicaments.

Hierbij worden uitsluitend patie¨nten die in het bezit zijn van een medisch getuigschrift van een chronische ziekte, waarop de pathologie en de noodzaak van het chronisch gebruik van bepaalde geneesmiddelen worden vermeld, beoogd.

L’impact budgétaire de cette mesure est estimé à 8 239 000 euros pour la première année, montant qui devrait atteindre 11 770 000 euros à vitesse de croisière.

De financie¨le impact voor deze maatregel wordt wat het eerste jaar betreft, geraamd op 8 239 000 euro, op kruissnelheid zou ze 11 770 000 euro bedragen.

2) En outre, les pansements actifs seront dorénavant partiellement remboursés aux patients qui sont soumis à un traitement ambulatoire dans le cadre d’une plaie qui ne s’est pas résorbée au terme d’un traitement classique de six semaines. Le remboursement se fera via un forfait attribué pour une durée limitée. Ce qui signifie un effort de 4 000 000 euros à charge de l’assurance obligatoire.

2) Daarenboven zullen weldra de actieve verbandmiddelen gedeeltelijk worden terugbetaald aan patie¨nten die een ambulante behandeling ondergaan voor een wonde die niet genezen is na een klassieke behandeling van zes weken. De terugbetaling zal via een forfait verlopen dat voor een beperkte duur wordt toegekend. Dit houdt een inspanning van 4 000 000 euro ten laste van de verplichte verzekering in.

La partie non remboursée du coût des pansements sera intégrée pour ces patients dans le compteur MAF. Le coût de ceci est estimé pour la première année à 342 000 euros et devrait se monter à 759 000 euros à vitesse de croisière.

Het niet-vergoede gedeelte van de kost van de verbandmiddelen zal voor deze patie¨nten worden opgenomen in de MAF-teller. De kostprijs hiervan wordt geraamd voor het eerste jaar op 342 000 euro en zou op kruissnelheid 759 000 euro moeten bedragen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32293

` ma requête, la Commission de conventions 3) A praticiens de l’art infirmier-organismes assureurs a inscrit dans l’estimation des besoins du secteur un montant de 400 000 euros pour les honoraires des soins infirmiers à domicile techniques complexes à destination d’un public cible de patients atteints d’affections bulleuses, en ce compris les brûlures.

3) Op mijn verzoek heeft de Overeenkomstencommissie verpleegkundigenverzekeringsinstellingen in de raming van haar behoeften een bedrag van 400 000 euro opgenomen voor het honoreren van complexe technische thuisverzorging, met ais doelpubliek patie¨nten met bulleuze aandoeningen, met inbegrip van brandwonden.

4) Des mesures spécifiques destinées aux patients atteints du syndrome de Sjo¨gren sont en préparation : il s’agit de l’attribution d’un montant mensuel forfaitaire et d’une amélioration de l’intervention pour le traitement de kinésithérapie nécessaire pour ces patients.

4) Specifieke maatregelen ten gunste van de patie¨nten met het syndroom van Sjo¨gren worden voorbereid : het gaat om de toekenning van een forfaitair maandelijks bedrag en een verbetering van de tegemoetkoming van de voor deze patie¨nten noodzakelijke kinesitherapiebehandeling.

5) Actuellement, l’indemnité kilométrique allouée pour les déplacements de patients qui suivent un traitement de chimiothérapie ou de radiothérapie s’élève à 0,20 euro/km. J’ai demandé d’augmenter ce montant à 0,25 euro, soit l’équivalent de l’indemnité versée pour les déplacements liés aux analyses rénales. L’estimation du coût de la mesure est de 2 627 000 euros.

5) Momenteel bedraagt de kilometervergoeding voor verplaatsingen van patie¨nten die een chemotherapie- of radiotherapiekuur ondergaan 0,20 euro/km. Ik heb gevraagd om het bedrag van deze kilometervergoeding op 0,25 euro te brengen, wat het bedrag is dat wordt toegekend voor verplaatsingen in het kader van de nieranalyses. De raming van de kost van de maatregel is 2 627 000 euro.

6) Je propose en outre d’indemniser les déplacements de parents d’enfants cancéreux hospitalisés sur la base de d’un forfait par journée d’hospitalisation. Le forfait serait calculé sur la base de la distance effectuée entre le domicile et l’hoˆpital (parcours aller-retour quotidien à 0,25 euro/km).

6) Verder stel ik voor om de verplaatsingen van ouders van gehospitaliseerde kinderkankerpatie¨nten te vergoeden aan de hand van een forfait per dag van ziekenhuisopname. Het forfait zou worden berekend op basis van de afstand tussen de woonplaats en het ziekenhuis (een dagelijkse heen-en terugreis aan 0,25 euro/km).

7) Je suggère par ailleurs de dégager une enveloppe de 5 000 000 euros afin de couvrir d’autres initiatives, sur la base de d’une liste de besoins considérés comme prioritaires par le Comité consultatif en matière de dispensation de soins pour des maladies chroniques. J’ai donné pour mission à ce Comité — dans lequel sont représentés les organismes assureurs, les universités belges, le corps médical, les institutions scientifiques, les pharmaciens d’officine, les pharmaciens hospitaliers et les praticiens de l’art dentaire — de dresser une liste de propositions et une estimation budgétaire dans un délai de 6 mois maximum.

7) Ik stel voor eveneens een enveloppe van 5 000 000 euro voor te behouden voor de dekking van andere initiatieven, op basis van een lijst van behoeften die het Comité voor advies inzake de zorgverlening ten aanzien van de chronische ziekten, als prioritair beschouwt. Dit raadgevend comité, waarin de verzekeringsinstellingen, de Belgische universiteiten, het artsen korps, de wetenschappelijke instellingen, de officina-apothekers, de ziekenhuisapothekers en de beoefenaars van de tandheelkunde vertegenwoordigd zijn, heb ik opgedragen een lijst met voorstellen en een budgettaire raming op te maken binnen een maximum termijn van 6 maanden.

En ce qui concerne l’assurance indemnités, une série de mesures ont été prises également dans le prolongement de l’avis du Conseil national du travail no 1 566 du 21 septembre 2006. Il s’agit de tout un paquet de mesures de revalorisation réparties sur les années 2007 à 2009 qui valent donc aussi pour les malades chroniques qui ont été reconnus invalides. Je réfère en particulier aux mesures suivantes :

Wat de uitkeringsverzekering betreft, werden tevens tal van maatregelen genomen in het verlengde van het advies van de Nationale arbeidsraad nr. 1 566 van 21 september 2006. Het gaat om een heel pakket aan revalorisatie-maatregelen gespreid over de jaren 2007 tot 2009 die dus ook gelden voor de chronisch zieken die arbeidsongeschikt erkend zijn. Ik verwijs in het bijzonder naar de volgende maatregelen :

1) Les indemnités minimales pour un travailleur régulier avec personne à charge et l’indemnité minimale pour un travailleur régulier sans personne à charge, isolé sont liées depuis le 1er janvier 2007 aux montants minima de la pension de retraite pour les travailleurs avec une carrière complète (pension de

1) De minimumuitkeringen voor een regelmatig werknemer met gezinslast en de minimumuitkering voor een regelmatig werknemer zonder gezinslast, alleenstaande worden vanaf 1 januari 2007 gekoppeld aan de minimumbedragen van het rustpensioen voor werknemers met een volledige loopbaan (gezinsrust-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32294

retraite au taux ménage et pension de retraite minimum pour non chefs de famille). Cette mesure a sur la base de annuelle approximativement un impact budgétaire de 25 000 000 euros.

pensioen en minimum rustpensioen voor nietgezinshoofden). Deze maatregel heeft op jaarbasis ongeveer een budgettaire weerslag van 25 000 000 euro.

2) Depuis le 1er janvier 2007 tous les titulaires reconnus incapables de travailler pour lesquels une aide de tierce personne a été reconnue indispensable peuvent prétendre à une intervention forfaitaire pour aide de tiers de 12 euros par jour (à partir du quatrième mois de l’incapacité de travail). Cette mesure a sur la base de annuelle un impact budgétaire de 11 800 000 euros.

2) Vanaf 1 januari 2007 kunnen alle arbeidsongeschikt erkende gerechtigden voor wie andermans hulp als noodzakelijk werd erkend, aanspraak maken op een forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden van 12 euro per dag (vanaf de vierde maand van arbeidsongeschiktheid). Deze maatregel heeft op jaarbasis ongeveer een budgettaire weerslag van 11 800 000 euro.

3) Le montant des indemnités d’invalidité des » anciens » titulaires invalides a déjà été augmenté d’un coefficient de revalorisation de 2 % (une dernière augmentation pour un groupe déterminé aura lieu le ` partir du 1er septembre 2008, il 1er septembre 2007). A est prévu un système fixe d’application d’un coefficient de revalorisation de 2 % sur le montant de l’indemnité d’invalidité du titulaire dont l’incapacité de travail atteint une durée de 6 ans le 31 août de l’année en ` partir du 1er septembre 2009, il est aussi question. A prévu un système fixe d’application d’un coefficient de revalorisation de 2 % sur le montant de l’indemnité d’invalidité du titulaire dont l’incapacité de travail atteint la durée de quinze ans au 31 août de l’année en question. Cette mesure ne vaut pas pour les titulaires qui peuvent prétendre à une indemnité minimale.

3) Het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen van de « oudere » invalide gerechtigden werd reeds verhoogd met een herwaarderingscoe¨ffcie¨nt van 2 % (een laatste verhoging voor een bepaalde groep zal gebeuren op 1 september 2007). Vanaf 1 september 2008 wordt voorzien in een vast systeem van toepassing van een herwaarderingscoe¨fficie¨nt van 2 % op het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid de duur van zes jaar bereikt op 31 augustus van het betrokken jaar. Vanaf 1 september 2009 wordt ook voorzien in een vast systeem van toepassing van een herwaarderingscoe¨ffcie¨nt van 2 % op het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid de duur van vijftien jaar bereikt op 31 augustus van het betrokken jaar. Deze maatregelen gelden niet voor de gerechtigden die aanspraak kunnen maken op een minimumuitkering.

4) Le plafond des revenus (sur la base de mensuelle) pour pouvoir être considéré comme personne à charge d’un titulaire reconnu incapable de travailler a été augmenté de 2 % (hors indexation) le 1er septembre 2007. Concrètement, cela implique une augmentation de 743,75 euros (montant actuel) vers 758,63 euros.

4) Het grensbedrag aan inkomen (basismaandbedrag) om als persoon ten laste beschouwd te kunnen worden van een arbeidsongeschikt erkende gerechtigde wordt verhoogd met 2 % (buiten indexatie) op 1 september 2007. In concreto houdt dit een verhoging in van 743,75 euro (actueel bedrag) naar 758,63 euro.

DO 2006200708971

DO 2006200708971

Question no 547 de M. Koen Bultinck du 20 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 547 van de heer Koen Bultinck van 20 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Taxe sur les primes d’assurance RC automobile. — Croix-Rouge. — Vlaamse Kruis.

Heffing op BA-autoverzekeringspremies. — Rode Kruis. — Vlaamse Kruis.

La Croix-Rouge perçoit annuellement 5 millions d’euros par le biais d’une taxe de 0,35 % sur chaque prime d’assurance RC automobile.

Via een heffing van 0,35 % op iedere BAautoverzekeringspremie ontvangt het Rode Kruis ieder jaar 5 miljoen euro.

Pour cette même activité, la Vlaamse Kruis ne perçoit rien.

Het Vlaamse Kruis krijgt voor die zelfde activiteit 0 euro.

1. Pourquoi la Vlaamse Kruis est-elle discriminée par rapport à la Croix-Rouge ?

1. Wat is de verklaring voor de discriminatie van de ene « kruisvereniging » tegenover de andere ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32295

2. Formulez-vous des propositions concrètes afin de mettre un terme à cette discrimination ? 3. Le cas écheant, lesquelles ?

2. Heeft u concrete voorstellen om een eind te maken aan deze discriminatie ? 3. Wat is de inhoud van eventuele voorstellen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 547 de M. Koen Bultinck du 20 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 547 van de heer Koen Bultinck van 20 november 2006 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

Les Statuts de la Croix-Rouge de Belgique (Moniteur belge du 22 avril 2004, source Communauté française et Moniteur belge du 1er juillet 2004, source Communauté flamande) livrent les informations suivantes.

De statuten van het Rode Kruis van Belgie¨ (Belgisch Staatsblad van 22 april 2004, bron Franstalige Gemeenschap en Belgisch Staatsblad van 1 juli 2004, bron Vlaamse Gemeenschap) leveren de volgende informatie op.

En vertu de l’article 1er de ces statuts, « La CroixRouge de Belgique, fondée le 4 février 1864, est constituée sur la base des Conventions de Genève du 12 août 1949 auxquelles la Belgique est partie et des principes fondamentaux du Mouvement international de la Croix-Rouge et du Croissant -Rouge. » Selon le principe d’unité, il ne peut y avoir qu’une seule Société de Croix-Rouge ou de Croissant-Rouge dans un même pays.

Artikel 1 van die statuten luidt als volgt : « Het Belgische Rode Kruis, gesticht op 4 februari 1864, is gebaseerd op de verdragen van Genève van 12 augustus 1949, waartoe Belgie¨ is toegetreden, en op de Fundamentele Beginselen van de Internationale RodeKruisen Rode-Halvemaanbeweging ». Volgens het eenheidsprincipe kan er in éénzelfde land slechts één Rode-Kruis- of Rode-Halvemaanvereniging bestaan.

Elle doit être ouverte à tous et étendre son action humanitiare au territoire entier.

Ze moet openstaan voor iedereen en haar menslievend werk over het gehele grondgebied uitoefenen.

En vertu de l’article 3 des statuts précités : La société existant sous le nom de « Croix-Rouge de Belgique », en néerlandais « Belgische Rode Kruis », et en allemand « Belgisches Rotes Kreuz », est instituée conformément aux résolutions de la Conférence internationale de Genève du 26 octobre 1863.

Artikel 3 van bovenvermelde statuten luidt als volgt : De Vereniging bestaande onder de benaming » Belgische Rode Kruis « , in het Frans » Croix-Rouge de Belgique » en in het Duits » Belgisches Rotes Kreuz » is opgericht overeenkomstig de resoluties van de Internationale Conferentie van Genève van 26 oktober 1863.

La Croix-Rouge de Belgique est officiellement reconnue par le Gouvernement comme société de secours volontaire, autonome, auxiliaire des pouvoirs publics et, en particulier, des services de santé militaires, conformément aux dispositions de la première Convention de Genève, et comme la seule société nationale de Croix-Rouge pouvant exercer son activité sur le territoire du Royaume.

Het Belgische Rode Kruis is officieel erkend door de regering als een vrijwillige en zelfstandige organisatie, helper van de overheid en in het bijzonder van de medische diensten van het leger, overeenkomstig de bepalingen van het Eerste Verdrag van Genève, en als de enige Nationale Rode-Kruisvereniging die actief kan zijn op het grondgebied van het koninkrijk.

La Croix-Rouge de Belgique est constituée de deux ailes, une francophone, la « Croix-Rouge de Belgique, Communauté francophone » et, une néerlandophone, la « Rode Kruis-Vlaanderen ».

Het Belgische Rode Kruis heeft twee vleugels, een Franstalige, het « Croix-Rouge de Belgique, Communauté francophone » en een Nederlandstalige, het « Rode Kruis-Vlaanderen ».

« Het Vlaamse Kruis » VZW n’est, pour sa part, absolument pas apparentée avec la Croix-Rouge de Belgique, telle que constituée et décrite ci-dessus. Cette ASBL est concurrente de la Croix-Rouge de Belgique, et sans pendant francophone.

« Het Vlaamse Kruis » VZW is absoluut niet verwant aan het Belgische Rode Kruis, zoals opgericht en beschreven hierboven. Deze VZW is een concurrent van het Belgische Rode Kruis en heeft geen Franstalige tegenhanger.

D’autre part, le financement de la Croix-Rouge de Belgique, par un supplément de 0,35 % des primes à charge des preneurs d’assurance RC automobile, est régi par la loi du 7 août 1974 accordant des ressources

Anderzijds wordt de financiering van het Belgische Rode Kruis, door een bijslag van 0,35 % van de premies ten laste van de verzekeringsnemers BA — auto, geregeld door de wet van 7 augustus 1974 tot toeken-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32296

complémentaires à la Croix-Rouge de Belgique (Moniteur belge du 27 septembre 1974) et surtout, par l’arrêté royal du 16 décembre 1974 relatif aux ressources complémentaires accordées à la Croix-Rouge de Belgique (Moniteur belge du 28 décembre 1974).

ning van bijkomende geldmiddelen aan het Belgische Rode Kruis (Belgisch Staatsblad van 27 september 1974) en vooral door het koninklijk besluit van 16 december 1974 betreffende de bijkomende geldmiddelen die aan het Belgische Rode Kruis worden toegekend (Belgisch Staatsblad van 28 december 1974).

L’article 2 de l’arrêté royal précité (remplacé par l’arrêté royal du 18 juin 1998 modifiant l’arrêté royal du 16 décembre 1974 relatif aux ressources complémentaires accordées à la Croix-Rouge de Belgique, Moniteur belge du 20 juin 1998) stipule ce qui suit : « Art. 2. En vue d’assurer un financement régulier des activités de la Croix-Rouge de Belgique, il est mis à charge de tout preneur d’assurance assujetti à la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, un supplément de 0,35 % du montant des primes émises à cette fin ».

Artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit (vervangen door het koninklijk besluit van 18 juni 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1974 betreffende de bijkomende geldmiddelen die aan het Belgische Rode Kruis worden toegekend bepaalt het volgende : « Art. 2. Om in de regelmatig financiering te voorzien van de werkzaamheden van het Belgische Rode Kruis, wordt aan iedere verzekeringsnemer die onder de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen valt, een bijslag opgelegd van 0,35 % van het bedrag van de daartoe uitgegeven premies ».

Dans ces conditions et vu ce qui précède, le financement précité concernant la Croix-rouge de Belgique est applicable à celle-ci uniquement et ne pourrait, en aucune façon, concerner ou être extrapolé à un autre organisme concurrent, qui n’est strictement pas apparenté avec la Croix-Rouge de Belgique.

In die omstandigheden en gelet op het voorgaande, is de bovengenoemde financiering met betrekking tot het Belgische Rode Kruis enkel en alleen op die organisatie van toepassing en zou die in geen geval kunnen gelden voor of toegepast worden op een concurrerende organisatie die niet strikt verwant is aan het Belgische Rode Kruis.

Il ne me paraıˆt pas y avoir de discrimination, en ce sens que seule la Croix-Rouge de Belgique remplit toutes les missions qui lui incombent sur tout le territoire. En outre, il serait peu efficace pour l’E´tat de subsidier deux organisations concurrentes sur un même territoire pour accomplir des missions similaires.

Er is mijns insziens geen sprake van discriminatie, in die zin dat alleen het Belgische Rode Kruis alle opgelegde taken vervult over het ganse terrritorium. Bovendien zou het voor de Staat weinig efficie¨nt zijn om twee concurrerende organisaties te subsidie¨ren om gelijkaardige opdrachten te vervullen op één en hetzelfde grondgebied.

En l’absence d’autres éléments pertinents, je n’ai pas l’intention de changer le mécanisme actuel.

Bij gebrek aan andere relevante elementen, ben ik niet van plan om het huidige mechanisme te wijzigen.

DO 2006200709387

DO 2006200709387

Question no 556 de Mme Muriel Gerkens du 15 décembre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 556 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 december 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

INAMI. — Traitements pour les maladies hépatiques.

RIZIV. — Behandeling van leveraandoeningen.

1er

Le octobre 2006 a eu lieu la « Journée mondiale de sensibilisation aux hépatites » et à cette occasion, l’association de patients CHAC (Carrefour Hépatites Aide et Contact ASBL) a communiqué les résultats de la première enquête nationale menée auprès de patients atteints d’hépatites virales B et C. En Belgique, 100 000 personnes atteintes de l’hépatite C sont recensées et on estime à 50 000 le nombre de personnes porteuses de ce virus sans le savoir.

Naar aanleiding van de « Wereld Sensibilisatie Dag tegen Hepatitis » op 1 oktober 2006 maakte de patie¨ntenvereniging CHAC (Carrefour Hépatites — Aide et Contact VZW) de resultaten bekend van de eerste nationale studie bij mensen met virale hepatitis B en C. In Belgie¨ zijn 100 000 mensen besmet met hepatitis C en zijn naar schatting 50 000 mensen drager van het virus zonder het te weten.

Il est maintenant établi scientifiquement qu’un dépistage précoce de la maladie hépatique est primor-

Het staat nu wetenschappelijk vast dat een vroegtijdige diagnose van fundamenteel belang is om de ver-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32297

dial afin d’éviter la propagation, d’obtenir de plus grandes chances de guérison et afin d’éviter des couˆts élevés de transplantation.

spreiding van leverziekten tegen te gaan, de kans op genezing te vergroten en de hoge kosten van levertransplantaties te voorkomen.

En Belgique, aujourd’hui, de nombreuses personnes ne peuvent toujours pas bénéficier du traitement adéquat vu le couˆt élevé de celui-ci (entre 12 000 et 22 000 euros).

Vandaag blijven talrijke Belgen evenwel verstoken van een gepaste behandeling omdat die onbetaalbaar is (de kostprijs varieert van 12 000 tot 22 000 euro).

1. Quels sont les arguments de la Commission de remboursement des médicaments pour refuser la prise en charge des traitements pour l’hépatite ?

1. Op grond van welke argumenten weigert de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen de behandeling van leverziekten terug te betalen ?

2. Est-il envisageable que votre administration organise une campagne nationale de dépistage des hépatites ?

2. Zal uw administratie een nationale campagne voor de opsporing van hepatitis organiseren ?

3. Ne serait-il pas opportun d’autoriser la gratuité du vaccin existant contre l’hépatite A et B à destination des porteurs chroniques afin de limiter au maximum les risques de contamination ?

3. Ware het niet gepast het bestaande vaccin tegen hepatitis A en B gratis te maken voor chronische leverpatie¨nten teneinde het besmettingsrisico tot een minimum te beperken ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 26 avril 2007, à la question no 556 de Mme Muriel Gerkens du 15 décembre 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 april 2007, op de vraag nr. 556 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 december 2006 (Fr.) :

Concernant l’hépatite B, tous les traitements courants (interféron et les 2 antiviraux Zeffix et Hepsera) sont remboursables dans notre pays. Un troisième antiviral est encore en cours de procédure à l’INAMI en vue d’une intervention de l’assurance. En outre, j’ai récemment décidé de rembourser la forme la plus récente d’interféron, le peg interféron. D’après moi, notre pays ne présente aucune lacune dans le remboursement du traitement antiviral de l’hépatite B.

Wat Hepatitis B betreft, zijn alle courante behandelingen (interferon en de 2 virusremmers Zeffix en Hepsera) in ons land vergoedbaar. Een derde virusremmer is nog in procedure bij het RIZIV met het oog op een verzekeringstegemoetkoming. Bovendien heb ik recent beslist om de nieuwste vorm van interferon, namelijk peginterferon, te vergoeden. Volgens mij is er in ons land geen lacune in de vergoeding voor de antivirale behandeling van hepatitis B.

Concernant l’hépatite C, les patients atteints sont scindés en deux groupes : ceux qui présentent des tests hépatiques perturbés, soit les porteurs de la « véritable » hépatite et ceux qui présentent des tests hépatiques normaux, soit les « porteurs » du virus.

Wat Hepatitis C betreft, wordt er voor de patie¨nten een onderscheid gemaakt tussen deze met gestoorde levertesten, de « echte » hepatitis, en deze met normale levertesten, de « dragers » van het virus.

En cas de tests hépatiques perturbés, tous les moyens antiviraux sont remboursables dans notre pays, et ce à tous les stades possibles d’atteinte hépatique. Je vous rappelle les nombreux efforts que j’ai fourni en 2004-2005 pour arriver à ce résultat.

In geval van gestoorde levertesten zijn alle antivirale middelen in ons land vergoedbaar, en dit voor alle mogelijke stadia van leveraantasting. Ik herinner u aan de vele inspanningen die ik in de jaren 2004-2005 geleverd heb om dit te realiseren.

Pour ce qui est des porteurs du virus, le fabricant concerné a entamé une démarche de remboursement en 2004, mais il a lui-même arrêté la procédure en 2005. Un différend est apparu entre le fabricant et la CRM sur la gravité de l’évolution de la maladie du foie chez ces porteurs. En effet, chez une minorité de patients atteints d’hépatite C — et certainement des porteurs du virus — la maladie évolue en cirrhose. Cette affirmation a encore récemment été confirmée d’un point de vue scientifique par l’Association américaine de gastroentérologie en 2006. Sur une période de 20 ans, seuls 20 % des patients évoluent en cirrhose dans une pratique gastroentérologique; dans une prati-

Voor de dragers van het virus ten slotte heeft de betrokken producent een aanvraag tot vergoedbaarheid gestart in 2004 maar hij heeft zelf de procedure stilgelegd in 2005. Er rees onenigheid tussen de producent en de CTG over de ernst van de evolutie van de leverziekte bij deze dragers. Bij een minderheid van de hepatitis C patie¨nten — en zeker van de dragers van het virus — evolueert de ziekte immers naar cirrose. Dit werd recent nog wetenschappelijk bevestigd door de Amerikaanse Vereniging voor Gastroenterologie in 2006. Op verloop van 20 jaar evolueren slechts 20 % van de patie¨nten in een gastroenterologische praktijk naar cirrose; in een huisartsenpraktijk is deze evolutie


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32298

que de médecine généraliste, cette évolution n’est observée qu’auprès de 7 % des patients (source : Gastroenterology 2006; 130 :231-264 : American Gastroenterological Association Technical Review on the management of hepatitis C).

slechts bij 7 % van de patie¨nten te merken (bron : Gastroenterology 2006; 130 : 231-264 : American Gastroenterological Association Technical Review on the management of hepatitis C).

Il s’agit là de données importantes car elles démontrent tant la gravité de la maladie auprès d’une minorité de patients que l’absence d’évolution grave auprès de tous les autres patients. Il est impossible d’estimer cette évolution au préalable. Je préférerais attendre l’avis de la CRM concernant les coûts/bénéfices avant de traiter tous les porteurs de l’hépatite C de manière systématique. Ce calcul de coûts/bénéfices est en outre rendu difficile par le fait que l’on ne peut finalement plus déceler de virus auprès de la moitié des patients traités, l’autre moitié des patients restant porteurs du virus.

Dit zijn belangrijke gegevens want ze tonen zowel de ernst van de ziekte bij een minderheid van de patie¨nten als de afwezigheid van ernstige evolutie bij alle andere patie¨nten aan. Deze evolutie is niet vooraf in te schatten. Ik verkies verder het advies van de CTG hierover in verband met de kosten/baten af te wachten vooraleer alle dragers van hepatitis C systematisch te behandelen. Deze kosten/baten-berekening wordt bovendien bemoeilijkt door het feit dat slechts bij de helft van de behandelde patie¨nten uiteindelijk geen virus meer aantoonbaar is. De andere helft blijft drager van het virus.

Concernant une éventuelle campagne de dépistage nationale, la Communauté française organise déjà une campagne de dépistage en collaboration avec les associations de patients et les fabricants concernés. La prévention et le dépistage de maladies étant une matière communautaire, il ne me semble pas utile de lancer une campagne au niveau fédéral.

Wat een eventuele nationale screeningscampagne betreft, de Franse Gemeenschap organiseert reeds een screeningscampagne in samenwerking met patie¨ntenverenigingen en betrokken producenten. Aangezien preventie en screening van ziekten een gemeenschapsmaterie is, lijkt het me niet zinvol om op federaal niveau een campagne op te starten.

Concernant la gratuité du vaccin contre l’hépatite A et B à destination des porteurs chroniques, un choix financier a été réalisé dans le passé : avant de procéder à une transplantation du foie, les patients hépatiques se voient rembourser le vaccin contre l’hépatite B. Il s’agit d’un groupe à risque bien défini. Les vaccins contre l’hépatite B sont également remboursés lors de la vaccination systématique des bébés et des jeunes (par un cofinancement de l’INAMI et des Communautés) et pour le personnel (para-) médical (par l’intervention du Fonds des maladies professionnelles). Il s’agit d’autres groupes à risque bien définis.

Wat de kosteloosheid van het vaccin tegen hepatitis A en B voor chronische dragers betreft, werd in het verleden een financie¨le keuze gemaakt : alvorens over te gaan tot een levertransplantatie krijgen de leverpatie¨nten het hepatitis B-vaccin vergoed. Dit is een goed omschreven risicogroep. Tevens worden de hepatitis B-vaccins terugbetaald bij de systematische vaccinatie van baby’s en jongeren (co-financiering RIZIV en Gemeenschappen) en bij (para-)medici (door tussenkomst van het Fonds voor de Beroepsziekten). Dit zijn andere goed omschreven risicogroepen.

Je vous rappelle également les efforts considérables entrepris par les services de transfusion sanguine pour détecter et éliminer le sang contaminé. Cette taˆche fait clairement partie de la prévention des contaminations par l’hépatite liées aux transfusions auprès de ces patients.

Ik herinner u ook aan de belangrijke inspanningen die bloedtransfusiediensten doen om besmet bloed te detecteren en te vernietigen. Dit maakt duidelijk deel uit van de preventie van transfusie-gemedieerde hepatitisbesmettingen bij deze patie¨nten.

DO 2006200709443

DO 2006200709443

Question no 560 de M. Koen Bultinck du 27 décembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 560 van de heer Koen Bultinck van 27 december 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Fonctionnement du « Groupe de travail Jadot ».

Werking van de « Werkgroep Jadot ».

M. Michel Jadot a été élu tout récemment au poste de président des Mutualités socialistes.

Zeer recentelijk werd de heer Michel Jadot verkozen tot voorzitter van de Socialistische Ziekenfondsen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32299

Avant sa mise à la retraite, M. Jadot était secrétaire général du ministère fédéral de l’Emploi (SPF Emploi, Travail et Concertation sociale) et président du Conseil général de l’assurance maladie.

Voó´r zijn pensionering vorig jaar was de heer Jadot secretaris-generaal van het federaal ministerie van Werk (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) en voorzitter van de algemene raad van de ziekteverzekering.

En cette qualité, il était également président de la « Commission (ou groupe de travail) Jadot » instaurée par l’article 16, § 2, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994. En vertu de cet article, le conseil général du service des Soins de santé de l’Inami doit transmettre au gouvernement un rapport annuel sur l’application uniforme de la législation dans l’ensemble du pays.

In die hoedanigheid was hij ook voorzitter van de « Commissie (of werkgroep) Jadot » die werd ingesteld via artikel 16, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994. Op basis van dit artikel dient de algemene raad van de dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV jaarlijks een rapport aan de regering te bezorgen over de eenvormige toepassing van de wetgeving in heel het land.

1. Pourriez-vous fournir les résultats concrets obtenus par le groupe de travail susmentionné pour les années 2004, 2005 et 2006 ?

1. Kan u voor de voorbije jaren 2004, 2005 en 2006 de concrete resultaten van bovenvermelde werkgroep meedelen ?

2. Combien de fois s’est-il réuni ?

2. Hoeveel maal werd er vergaderd ?

3. Quels rapports a-t-il préparés ?

3. Welke rapporten werden voorbereid ?

4. Qui coordonne le fonctionnement depuis la mise à la retraite de M. Jadot ?

4. Wie coo¨rdineert de werking sinds de pensionering van de heer Jadot ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 560 de M. Koen Bultinck du 27 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 560 van de heer Koen Bultinck van 27 december 2006 (N.) :

Le Groupe de travail chargé de l’application uniforme de la législation à travers le pays ne s’est jamais réuni en 2004, 2005 et 2006. Les dernières réunions datent de la mi-2001. Le dernier rapport de ce Groupe de travail remonte à novembre 1999.

De Werkgroep over de eenvormige toepassing van de wetgeving in heel het land heeft geen vergaderingen gehouden in de jaren 2004, 2005 en 2006. De laatste vergaderingen dateren van medio 2001. Het laatste rapport van de Werkgroep dateert van november 1999.

M. Jadot a été suivi par monsieur Descampe à la présidence du Conseil général. Il revient au président (et aux membres) du Conseil général de décider comment remplir la mission qui leur est confiée, comme le prévoit l’article 16, § 2, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

De heer Jadot werd als Voorzitter van de algemene Raad opgevolgd door de heer Descampe. Het is aan de Voorzitter (en aan de leden ) van de algemene Raad om uit te maken op welke wijze ze de opdracht invullen zoals voorzien in artikel 16, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994.

L’absence d’activité du Groupe de travail susmentionné n’a pas empêché que certaines initiatives importantes soient prises, principalement en vue d’harmoniser les pratiques médicales :

Het feit dat de hogervermelde Werkgroep geen activiteit heeft ondernomen heeft niet belet dat er toch een aantal belangrijke initiatieven genomen werden, voornamelijk op het gebied van het wegwerken van medische praktijkverschillen :

1. Le système de montants de référence : le système de montants de référence est un mécanisme de correction des coûts liés à une série d’interventions chirurgicales courantes (coûts de biologie clinique, imagerie médicale, chirurgie interne, kinésithérapie, physiothérapie, ...). Un coût « national » est calculé et avancé comme norme. Si un hoˆpital enregistre un écart de plus de 10 % par rapport à cette norme, des mesures de correction (récupérations) peuvent être prises. C’est un

1. Het systeem van referentiebedragen : het systeem van referentiebedragen is een correctiemechanisme voor de kosten verbonden aan een reeks courante heelkundige ingrepen (kosten voor klinische biologie, medische beeldvorming, inwendige geneeskunde, kinesitherapie, fysiotherapie, ...). Een « nationale » kost wordt berekend en als norm vooruitgeschoven. Indien een ziekenhuis een afwijking van meer dan 10 % registreert van deze norm kunnen correctiemaat-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32300

exemple type de mesures de correction prises sur la base de différences de pratiques dans le secteur médical. Il ne faut pas sous-estimer le caractère préventif de cette réglementation.

regelen (recuperaties) genomen worden. Dit is een type-voorbeeld van correctieve maatregelen op basis van praktijkverschillen in de medische sector. Hierbij mag men ook het preventieve karakter van deze reglementering niet onderschatten.

2. La forfaitisation généralisée des médicaments dans les hoˆpitaux : le 1er juillet 2006, une forfaitisation généralisée de la consommation de médicaments dans les hoˆpitaux a été lancée. Il s’agit tout de même ici d’une forfaitisation importante qui porte sur un montant de quelque 255 millions d’euros.

2. De veralgemeende forfaitarisering van de geneesmiddelen in ziekenhuizen : op 1 juli 2006 werd een veralgemeende forfaitarisering ingevoerd van het geneesmiddelenverbruik in de ziekenhuizen. Het betreft hier toch een belangrijke forfaitarisering met betrekking tot een budget van ongeveer 255 miljoen euro.

3. Les campagnes de feed-back : dans le cadre des activités du Conseil national de promotion de la qualité, diverses campagnes de feed-back ont été lancées à l’intention des dispensateurs. Citons les campagnes de feed-back sur les antibiotiques, les antihypertenseurs, les examens préopératoires, les médicaments bon marché, le dépistage du cancer du sein et les soins prénatals.

3. De feedbackcampagnes : in het kader van de activiteiten van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie werden diverse feedbackcampagnes opgezet naar de verstrekkers toe. In dat kader kan verwezen worden naar de feedbackcampagnes voor antibiotica, antihypertensiva, preoperatieve onderzoeken, goedkope geneesmiddelen, borstkankerscreening en prenatale zorg.

4. La responsabilisation individuelle des dispensateurs de soins : fin 2002, une réforme du Service du controˆle médical a été menée et la possibilité d’un monitoring individuel et d’une sanction des dispensateurs a été prévue.

4. Individuele responsabilisering van de zorgverleners : eind 2002 werd een hervorming van de Dienst voor geneeskundige controle doorgevoerd en werd de mogelijkheid voorzien van een individuele monitoring en sanctionering van verstrekkers.

En outre, l’arrêté royal du 17 septembre 2005 a instauré un nouvel instrument de rapport financier dans le domaine des soins de santé : l’audit permanent. Cet audit permanent est un système de rapport trimestriel qui analyse la situation financière et budgétaire de tous les sous-secteurs de l’assurance soins de santé (médecins, praticiens de l’art dentaire, médicaments, prix de la journée d’entretien, etc.). Parallèlement à cela, l’appareil statistique de l’INAMI a été fortement étendu à partir du 1er janvier 2006, en ce sens que les données sont maintenant disponibles par arrondissement au niveau de chaque prestation individuelle remboursée. Auparavant, des données n’étaient disponibles qu’à un niveau agrégé. Ces rapports trimestriels présentent également régulièrement des données à dimension régionale, basées sur le nouveau flux de données instauré depuis le 1er janvier 2006.

Daarenboven werd door het koninklijk besluit van 17 september 2005 een nieuw instrument van financie¨le rapportering uitgewerkt in de gezondheidszorgen, met name de permanente audit. De permanente audit is een trimestrieel rapporteringssysteem waarbij de financie¨le en budgettaire situatie wordt geanalyseerd van alle deelsectoren van de verzekering voor geneeskundige verzorging (geneesheren, tandheelkundigen, geneesmiddelen, verpleegdagprijs, enzovoort). Parallel daarmee werd het statistische apparaat van het RIZIV sterk uitgebreid vanaf 1 januari 2006, in die zin dat nu de gegevens beschikbaar zijn per arrondissement op het niveau van elke individuele verstrekking die terugbetaald wordt. Voorheen waren er enkel gegevens beschikbaar op een geaggregeerd niveau. Het is dan ook zo dat in deze trimesterie¨le rapporten er regelmatig gegevens gepubliceerd worden met een regionale dimensie, gebaseerd op de nieuwe gegevensstroom die ingevoerd werd vanaf 1 januari 2006.

DO 2006200709605

DO 2006200709605

Question no 572 de M. Bart Tommelein du 24 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 572 van de heer Bart Tommelein van 24 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Personnel domestique. — Régime de non-paiement des cotisations ONSS. — Système des titres-services.

Huispersoneel. — Systeem van niet-betaling RSZ. — Systeem van dienstencheques.

Les ménages peuvent faire appel à du personnel domestique pour l’accomplissement des taˆches ména-

Gezinnen kunnen voor hun huishoudelijke taken beroep doen op huispersoneel. In het Belgisch arbeids-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32301

gères. En vertu du droit du travail belge, le personnel domestique bénéficie d’un statut social qui lui est propre, à savoir celui d’employé de maison. Ce statut prévoit également un régime spécifique dans le cadre duquel le fait par exemple d’employer une femme de ménage ne donne pas lieu au paiement de cotisations ONSS. Cette exonération n’est accordée que si la personne en question ne travaille que 24 heures au maximum par semaine chez un ou plusieurs employeurs ou 4 heures au maximum par jour chez le même employeur. ` l’heure actuelle, il est plus intéressant de payer A une femme de ménage à l’aide de titres-services, étant donné que la rémunération horaire brute sans ONSS reste plus élevée que celle payée dans le cadre des titres-services qui donnent par ailleurs droit à une réduction fiscale.

recht heeft huispersoneel een eigen sociaal statuut : de dienstbode. Dit statuut voorziet ook in een speciale regeling waardoor men op het tewerkstellen van bijvoorbeeld een poetsvrouw, geen RSZ moet betalen. Als voorwaarde mag ze niet meer dan 24 uur per week bij één of meerdere werkgevers werken, of niet meer dan 4 uur per dag bij dezelfde werkgever.

1. Combien de personnes ont-elles encore recours à l’ancien système (sans paiement des cotisations ONSS) ?

1. Hoeveel personen maken nu nog van het oude systeem (waarbij men geen RSZ moet betalen) gebruik ?

2. Combien de personnes ont-elles recours au système des titres-services ?

2. Hoeveel personen maken gebruik van het systeem van de dienstencheques ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 572 de M. Bart Tommelein du 24 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 572 van de heer Bart Tommelein van 24 januari 2007 (N.) :

1. L’Office National de Sécurité Sociale ne dispose d’aucune information relative au personnel de maison qui, en raison de la durée et des conditions de leurs prestations, n’est pas soumis à la sécurité sociale des travailleurs salariés. En effet, ces personnes ne doivent pas faire l’objet d’une déclaration immédiate de l’emploi (Dimona). Elles ne doivent pas non plus faire l’objet d’une déclaration trimestrielle de l’employeur (DMFA).

1. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid beschikt niet over enige informatie met betrekking tot het huispersoneel dat wegens de duur en de voorwaarden van zijn prestaties niet onderworpen is aan de sociale zekerheid van de werknemers. Deze personen hoeven niet het voorwerp uit te maken van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (Dimona). Zij hoeven ook niet het voorwerp uit te maken van een kwartaalaangifte van hun werkgever (DmfA).

L’article 18 de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs exclut en effet du champ d’application de ladite loi, les travailleurs occupés dans les liens d’un contrat de louage de travail domestique, principalement à des travaux ménagers d’ordre manuel pour les besoins du ménage de l’employeur ou de sa famille, qui ne sont pas logés chez leur employeur, lorsque la durée de leur occupation n’atteint pas quatre heures par jour chez un même employeur, ni vingt-quatre heures par semaine chez un ou plusieurs employeurs.

Artikel 18 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders onttrekt de werknemers die krachtens een arbeidsovereenkomst voor dienstboden hoofdzakelijk te werk gesteld zijn aan huishoudelijke arbeid van lichamelijke aard voor de behoeften van de huishouding van de werkgever of van zijn gezin en die niet bij hun werkgever inwonen, aan de toepassing van voornoemde wet wanneer zij geen vier uren daags bij eenzelfde werkgever, noch vierentwintig uren per week bij één of verschillende werkgevers tewerkgesteld zijn.

Le champ d’application de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail est étendu à la catégorie susmentionnée explicitement par l’article 1er, 4o, de l’arrêté royal du 25 octobre 1971 étendant le champ d’application de la loi du 10 avril 1971 sur les acci-

Het toepassingsgebied, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 wordt bij artikel 1, 4o, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 expliciet uitgebreid tot de boven-


2006

Momenteel is het interessanter om een poetsvrouw met dienstencheques te betalen, omdat het brutouurloon zonder RSZ nog altijd duurder is dan een dienstencheque waarvoor men nog eens een belastingvermindering krijgt.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32302

dents du travail. Dès lors l’employeur doit souscrire un contrat d’assurance pour son travailleur.

vermelde categorie. Derhalve moet de werkgever een verzekeringsovereenkomst sluiten voor zijn werknemer.

Les articles 10 et 11 de l’arrêté royal du 21 décembre 1971 portant exécution de certaines dispositions de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail imposent aux entreprises d’assurances de communiquer au Fonds des accidents du travail un compte rendu annuel de leurs activités et le nombre de contrats d’assurances souscrits pour le risque accident du travail. Les chiffres reprennent notamment la catégorie des gens de maison qui ne sont pas assujettis au régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés.

Artikelen 10 en 11 van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 verplichten de verzekeringsondernemingen om een jaarlijks verslag van hun activiteiten en het aantal verzekeringsovereenkomsten die zijn afgesloten voor het risico arbeidsongevallen over te maken aan het Fonds voor Arbeidsongevallen. De cijfers vermelden met name de categorie huispersoneel dat niet onderworpen is aan de algemene regeling van de sociale zekerheid voor werknemers.

Dans la mesure où les chiffres demandés relèvent du Fonds des accidents du travail, il appartient à mon collègue le ministre de l’Emploi, exerçant sa tutelle sur le Fonds de répondre à votre question. (Question no 710 du 27 avril 2007.)

Aangezien de gevraagde cijfers onder de bevoegdheid van het Fonds voor Arbeidsongevallen vallen, is het de taak van mijn collega, de minister van Werk, om als Voogdijminister van het Fonds uw vraag te beantwoorden. (Vraag nr. 710 van 27 april 2007.)

2. Les principes du système des titres services ne permettent pas à l’Office National de Sécurité Sociale de savoir combien de particuliers ont fait appel à une personne qui a reçu un(des) titre(s)-service en échange des prestations qu’elle aura réalisées.

2. De beginselen van het systeem van de dienstencheques maken het voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid niet mogelijk om te weten hoeveel particulieren een beroep hebben gedaan op een persoon die één of meerdere dienstencheques als vergoeding voor de geleverde prestaties heeft ontvangen.

En effet, aux yeux de la réglementation sociale, ce sont les entreprises agréées dans le cadre des titresservices et qui mettent des travailleurs à disposition de particuliers, qui ont la qualité d’employeur. Ces entreprises agréées ne communiquent pas l’identité de ces particuliers à l’Office National de Sécurité Sociale.

Ten opzichte van de sociale wetgeving worden immers deze bedrijven, die specifiek erkend werden in het kader van het systeem van de dienstencheques en die werknemers ter beschikking stellen van particulieren, als werkgever beschouwd. Deze erkende bedrijven maken de identiteit van de particulieren niet aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid over.

DO 2006200709659

DO 2006200709659

Question no 575 de M. Koen Bultinck du 30 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 575 van de heer Koen Bultinck van 30 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Centres d’accueil pour mères gravement dépressives. — Différence entre les centres flamands et wallons.

Centra voor zwaar depressieve moeders. — Verschil tussen Waalse en Vlaamse centra.

Deux centres spécialisés accueillent des jeunes mères souffrant de psychoses et de dépressions postnatales sévères, l’un à Zoersel, l’autre à Sint-Denijs-Westrem. La Communauté flamande vient par ailleurs de dégager les moyens nécessaires pour assurer la continuité des soins proposés par ces centres.

In Zoersel en Sint-Denijs-Westrem zijn twee centra, waar jonge moeders met zware postnatale depressies en psychoses terechtkunnen voor gespecialiseerde hulp, actief. Zeer recentelijk maakte de Vlaamse Gemeenschap de nodige middelen vrij om deze centra voort te laten werken.

Or, il semblerait qu’il existe en Wallonie deux centres conventionnés, et donc subventionnés par l’E´tat fédéral.

Blijkbaar zijn er in Wallonie¨ twee Waalse centra actief die een overeenkomst hebben met het RIZIV en dus federaal betoelaagd worden.

1. De quels l’occurrence ?

1. Kan u duidelijkheid verschaffen over welke Waalse centra het gaat ?

centres

wallons


s’agit-il

en

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32303

2. Comment s’explique l’inégalité entre les centres flamands et wallons ?

2. Vanwaar het verschil tussen de behandeling van de Vlaamse centra en de Waalse centra ?

3. Comment faut-il comprendre le jargon particulier de l’INAMI, selon lequel les centres flamands sont des hoˆpitaux pour mères dépressives, tandis que les centres wallons sont qualifiés de centres de rééducation dotés d’un service pour le traitement ambulatoire des troubles de l’attachement dans le cadre de l’établissement du lien mère-enfant ?

3. Hoe verklaart men de spraakverwarring van het RIZIV waarbij het RIZIV stelt dat de Vlaamse centra ziekenhuizen voor depressieve moeders zijn terwijl de Waalse centra revalidatiecentra betreft met een ambulante dienst waar hechtingsstoornissen moeder-kind worden behandeld ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 575 de M. Koen Bultinck du 30 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 575 van de heer Koen Bultinck van 30 januari 2007 (N.) :

Les deux centres visés sont probablement La Lice (Chaussée de Wavre 520 — 1040 Bruxelles) et Clairs Vallons (rue de Mont-Saint-Guibert 24 — 1340 Ottignies).

De twee centra zijn waarschijnlijk « La Lice » (Waversesteenweg 520 — 1040 Brussel) en « Clairs Vallons » (rue de Mont-Saint-Guibert 24-1340 Ottignies).

C’est à titre d’expérience que ces centres visent la rééducation, en ambulatoire (La Lice) ou en internat (Clairs Vallons), des troubles précoces de l’interaction mère (ou parents) / enfant. Si ces troubles peuvent survenir chez des mères atteintes de dépression postpartum et / ou de psychose post-partum, celles-ci ne constituent cependant pas le groupe-cible exclusif de ces centres qui ne sont par ailleurs pas des établissements hospitaliers.

Bij wijze van experiment beogen die centra de ambulante revalidatie (La Lice) of de revalidatie in internaatsverband (Clairs Vallons) van vroege stoornissen in de relatie moeder (of ouders) / kind. Die stoornissen kunnen optreden bij moeders met een postnatale depressie en / of een postnatale psychose, die echter niet de exclusieve doelgroep vormen van die centra die overigens geen ziekenhuizen zijn.

Les conventions avec ces centres sont entrées en vigueur respectivement les 1er mars 1999 et 6 décembre 1999. Elles ont fait l’objet d’une première évaluation approfondie début 2005. Sur la base de cette évaluation, il n’était toutefois pas possible de tirer des conclusions suffisamment convaincantes permettant une généralisation de la formule. Dès lors, la fonction précise de tels centres dans l’offre globale de soins et la nécessité éventuelle d’une généralisation des formules de soins expérimentales organisées à l’heure actuelle, en dehors du cadre hospitalier (formules de soins dont la valeur peut difficilement être contestée), devront être clarifiées sur la base de d’une nouvelle évaluation.

De overeenkomsten met die centra zijn op respectievelijk 1 maart 1999 en 6 december 1999 in werking getreden. Zij werden begin 2005 aan een eerste grondige evaluatie onderworpen. Uit die evaluatie konden echter geen voldoende overtuigende conclusies worden getrokken op basis waarvan de formule zou kunnen veralgemeend worden. De precieze plaats van dergelijke centra in het zorglandschap en de eventuele noodzaak van een veralgemening van de momenteel buiten een ziekenhuiskader aangeboden experimentele zorgformules (waarvan bezwaarlijk kan beweerd worden dat ze niet waardevol zijn) zullen derhalve op basis van een nieuwe evaluatie duidelijker moeten worden.

DO 2006200709715

DO 2006200709715

Question no 579 de M. Ortwin Depoortere du 7 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 579 van de heer Ortwin Depoortere van 7 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des traitements de l’infécondité.

Terugbetaling van infertiliteitsbehandelingen.

En vertu de l’arrêté royal du 21 décembre 2001 et de l’arrêté ministériel du 14 septembre 2006, six traitements de l’infécondité sont remboursés par l’INAMI. ` partir de la septième tentative, les frais sont intégraA lement à charge de la patiente. Je peux ainsi citer, à titre d’exemple, le cas d’une dame qui a été amenée à

Krachtens het koninklijk besluit van 21 december 2001 en het ministerieel besluit van 14 september 2006 wordt bepaald dat infertibiliteitsbehandelingen zesmaal terugbetaald worden door het RIZIV. Vanaf de zevende maal komen de kosten volledig ten laste van de patie¨nt. Zo kan ik als voorbeeld een dame


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32304

débourser un montant total de 3 100 euros (1 600 euros de frais de médicaments, 1 200 euros de frais de laboratoire et 300 euros de frais d’hospitalisation) pour son septième traitement. Il est évident que, pour de nombreuses personnes, ce couˆt est lourd à supporter.

nemen die samen 3 100 euro (1 600 euro medicatiekosten plus 1 200 euro labokosten plus 300 euro hospitalisatiekosten) diende te betalen bij haar zevende behandeling. Dit is uiteraard een zware kost om dragen voor vele mensen.

1. Ne serait-il pas opportun de modifier la législation afin d’assouplir le système de remboursement ?

1. Is een aanpassing van de wetgeving niet noodzakelijk om het terugbetalingssysteem te versoepelen ?

2. Dans l’affirmative, êtes-vous favorable à l’idée de rembourser les frais du traitement de l’infécondité si celui-ci est couronné de succès ?

2. Bent u in dit geval het idee genegen om de kosten van de infertiliteitsbehandeling terug te betalen als deze behandeling een positief gevolg met zich meebrengt ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 579 de M. Ortwin Depoortere du 7 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 579 van de heer Ortwin Depoortere van 7 februari 2007 (N.) :

1. Les conditions de remboursement concernant les gonadotrophines ont été motivées par les avis donnés à la Commission de remboursement des médicaments par les professeurs belges en infertilité.

1. De vergoedingsvoorwaarden met betrekking tot de gonadotrofinen waren gemotiveerd door de adviezen verstrekt aan de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen door de Belgische hoogleraren in infertiliteit.

Selon l’avis des professeurs précités, la meilleure chance d’une grossesse ininterrompue est atteinte lors des 6 premiers cycles. Ce nombre de 6 cycles correspond à une décision antérieure datant de 2003 concernant le remboursement des frais de laboratoire pour la fécondation in vitro qui, avant cette date, n’étaient absolument pas remboursées. Ces deux décisions ont amélioré l’accès au traitement de la fertilité.

De beste kans op een doorgaande zwangerschap wordt, volgens het advies van voornoemde professoren, in de eerste 6 cycli bereikt. Dit aantal van 6 cycli komt overeen met een eerdere beslissing daterend van 2003 in verband met de terugbetaling van de laboratoriumkosten voor in-vitrofertilisatie die voor deze datum absoluut niet werd terugbetaald. Deze twee beslissingen hebben de toegang tot de fertiliteitsbehandeling verbeterd.

2. Depuis 2006, un remboursement des gonadotrophines d’origine urinaire et recombinantes est possible à partir du premier cycle et il y a le libre choix du gynécologue.

2. Sinds 2006 is een terugbetaling mogelijk voor de urinaire en de recombinante gonadotrofinen vanaf de eerste cyclus en er is de vrije keuze van de gynaecoloog.

Je suis éventuellement ouvert à toutes informations complémentaires s’il devait s’avérer que le remboursement de plus de 6 cycles est rationnel. Dans le contexte budgétaire actuel, il me semble que la contribution payée par la communauté pour ces traitements est justifiée.

Ik sta eventueel open voor aanvullende informatie wanneer zou blijken dat de terugbetaling van meer dan 6 cycli zinvol is. In de huidige budgettaire context lijkt mij de bijdrage die de gemeenschap betaalt voor deze behandelingen, gerechtvaardigd.

Par ailleurs, je puis encore faire savoir qu’à ma demande le Conseil technique médical de l’INAMI se penche actuellement sur une proposition de remboursement de l’insémination par l’injection intra-cervicale ou intra-utérine de spermatozoı¨des après capacitation préalable pour laquelle un remboursement devrait également être prévu.

Overigens kan ik nog meedelen dat op mijn vraag de Technische geneeskundige raad binnen het RIZIV zich momenteel buigt over een voorstel tot terugbetaling van een bevruchting door intra-cervicaal of intrauterien inspuiten van spermatozoa na voorafgaande capacitatie waarvoor ook terugbetaling zou dienen voorzien te worden.

J’attends un avis rapide à ce sujet, car j’estime que le remboursement de cette technique alternative plus simple et moins coûteuse peut également contribuer à une solution au problème du souhait de grossesse d’un certain nombre de femmes, qui retient certes mon attention.

Ik verwacht hierover spoedig een advies, want ik meen dat terugbetaling van deze meer eenvoudige en minder dure alternatieve techniek ook kan bijdragen tot een oplossing voor het probleem van de zwangerschapswens van een aantal vrouwen, dat zeker mijn aandacht weerhoudt.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32305

DO 2006200709776

DO 2006200709776

Question no 581 de M. Melchior Wathelet du 15 février 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 581 van de heer Melchior Wathelet van 15 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Application des règlements européens en matière de sécurité sociale pour travailleurs frontaliers.

Toepassing van de Europese verordeningen met betrekking tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders.

En avril 2006, je vous interrogeais sur l’application de règlements européens en matière de sécurité sociale pour travailleurs frontaliers (question no 466 du 25 avril 2006, Questions et Réponses, Chambre 20052006, no 128, p. 25199).

In april 2006 heb ik u een vraag gesteld over de toepassing van Europese verordeningen met betrekking tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders (vraag nr. 466 van 25 april 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer 2005-2006, nr 128, blz. 25199).

En effet, certains d’entre eux, travaillant au Luxembourg en tant que salarié, mais ayant en Belgique, parallèlement, un statut d’indépendant à titre accessoire, ne reçoivent pas le complément des mutualités luxembourgeoises pour les prestations effectuées en Belgique. En outre, ils doivent s’assurer contre les petits risques en Belgique.

Een aantal grensarbeiders die in Luxemburg als werknemer aan de slag zijn maar in Belgie¨ ook het statuut van zelfstandige in bijberoep hebben, ontvangen inderdaad de aanvullende tegemoetkoming van de Luxemburgse ziekenfondsen voor verstrekkingen in Belgie¨ niet. Zij moeten bovendien een verzekering tegen kleine risico’s in Belgie¨ sluiten.

Dans votre réponse, vous m’aviez confirmé qu’il était prévu d’appliquer dès que possible les règlements 1408/71/CE et 883/2004/CE, en vertu desquels la personne qui exerce une activité salariée au Luxembourg et une activité indépendante en Belgique sera soumise, pour l’ensemble de ses activités, à la législation sociale de l’E´tat ou` elle exerce son activité salariée.

In uw antwoord heeft u mij bevestigd dat de verordeningen 1408/71/EG en 883/2004/EG zo snel mogelijk zouden toegepast worden. Wie een werknemersactiviteit in Luxemburg en een zelfstandige activiteit in Belgie¨ uitoefent is zodoende voor al zijn activiteiten onderworpen aan de sociale wetgeving van de Staat waar hij zijn werknemersactiviteit uitoefent.

Alors que, depuis un an, l’adaptation de notre législation n’a pas été faite, pourriez-vous communiquer quel est l’état d’avancement en la matière ?

Aangezien onze wetgeving een jaar later nog niet is aangepast, zou ik graag van u vernemen wat de stand van zaken in dit dossier is.

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 581 de M. Melchior Wathelet du 15 février 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 581 van de heer Melchior Wathelet van 15 februari 2007 (Fr.) :

La situation que vous nous décrivez implique une réponse sous deux angles différents.

De situatie die u ons schetst, vereist een antwoord vanuit twee verschillende invalshoeken.

1. D’une part, le règlement européen (CE) no 883/ 2004 prévoit, en son article 13, alinéa 3, que, pour les situations visées antérieurement sous l’article 14quater du règlement (CEE) 1408/71, à savoir, pour le cas concret que vous nous soumettez, les situations de double assujettissement au titre d’activité salariée exercée au Luxembourg et au titre d’activité exercée en tant qu’indépendant en Belgique, la personne ne sera assujettie que dans le territoire de l’E´tat membre sur lequel l’activité salariée est exercée.

1. Enerzijds voorziet de Europese verordening (EG) nr. 883/2004 in artikel 13, derde lid, dat voor de situaties die voorheen onder artikel 14quater van verordening (EEG) 1408/71 vielen, met name, voor het concrete geval dat u ons voorlegt, de situatie van dubbele onderwerping voor een activiteit als werknemer uitgeoefend in Luxemburg en een activiteit als zelfstandige uitgeoefend in Belgie¨, de persoon enkel onderworpen wordt in de Lidstaat op het grondgebied waarvan de activiteit als werknemer wordt uitgeoefend.

Ce nouveau règlement européen (CE) no 883/2004 offre donc une solution quant à la problématique que vous nous soumettez.

Deze nieuwe Europese verordening (EG) nr. 883/ 2004 biedt dus een oplossing voor de problematiek die u ons voorlegt.

Il faut cependant relever que cette nouvelle réglementation, bien qu’entrée déjà en vigueur depuis le

Er moet echter wel vermeld worden dat hoewel deze nieuwe verordening reeds in werking is getreden sinds


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32306

mois de mai 2004, ne sera toutefois applicable que le jour de l’entrée en vigueur de son règlement d’application. Concernant l’entrée en vigueur de ce règlement d’application, les discussions sont en cours au sein du Conseil de l’Union européenne mais il s’agit d’une procédure de longue haleine et l’entrée en vigueur dudit règlement n’est pas attendue, au plus toˆt, avant l’année 2009... 2. D’ici l’entrée en application du règlement européen (CE) no 883/2004, notre législation nationale aura déjà résolu le problème du fait de l’intégration du régime des indépendants dans le régime général des salariés, ce qui impliquera que les petits risques seront dorénavant couverts pour tous les indépendants. Ainsi, les personnes assujetties à l’assurance maladie dans le cadre du régime belge applicable aux travailleurs indépendants seront obligatoirement couvertes, dès le 1er janvier 2008, et à l’instar des travailleurs salariés, tant contre les gros risques que contre les petits risques. Quant à l’état d’avancement de cette importante modification dans notre législation nationale, sachez que le projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la réalisation de l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire soins de santé pour les travailleurs indépendants, a été approuvé tant à la Chambre des représentants (en date du 18 janvier 2007) qu’au Sénat (le 15 février 2007). Le texte dont question a été soumis à la sanction royale et devra encore être par la suite publié au Moniteur belge. Nous portons à votre connaissance que déjà, depuis le 1er juillet 2006, l’arrêté royal du 10 juin 2006 octroie, notamment pour les indépendants qui démarrent leur activité à titre principal, le bénéfice de la même couverture pour les petits risques que les salariés. Cette réforme importante engagée par les autorités belges devrait donc, à brève échéance, apporter satisfaction aux assurés exerçant simultanément une activité salariée au Luxembourg et non salariée en Belgique.

mei 2004, ze pas van toepassing zal zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van de Toepassingsverordening ervan. De besprekingen betreffende de inwerkingtreding van deze Toepassingsverordening worden momenteel gevoerd binnen de Raad van de Europese Unie, maar het gaat om een procedure van lange adem en de inwerkingtreding van de bovengenoemde verordening wordt niet verwacht voó´r 2009 ten vroegste ... 2. Tegen het ogenblik dat de Europese verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing zal zijn, zal onze nationale wetgeving het probleem reeds hebben opgelost, door de integratie van de regeling voor zelfstandigen in de algemene regeling voor werknemers, wat zal betekenen dat de kleine risico’s vanaf dan gedekt zullen zijn voor alle zelfstandigen. Zo zullen de personen die in het kader van de Belgische regeling voor zelfstandigen onderworpen zijn aan de ziekteverzekering, vanaf 1 januari 2008 verplicht, en in navolging van de werknemers, gedekt zijn voor zowel de grote als voor de kleine risico’s. Wat de uitvoering betreft van deze belangrijke wijziging in onze nationale wetgeving, vermelden we dat het wetsontwerp houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen werd goedgekeurd in de Kamer van volksvertegenwoordigers (op 18 januari 2007) en in de Senaat (op 15 februari 2007). De tekst waarvan sprake is ter bekrachtiging voorgelegd aan de Koning en moet vervolgens nog bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. We wijzen u erop dat reeds sinds 1 juli 2006 bij het koninklijk besluit van 10 juni 2006 aan de zelfstandigen die hun activiteit in hoofdberoep beginnen dezelfde dekking voor de kleine risico’s wordt toegekend als aan de werknemers. Deze belangrijke hervorming die door de Belgische overheden wordt doorgevoerd zou dus op korte termijn genoegdoening moeten geven aan de verzekerden die gelijktijdig een activiteit als werknemer in Luxemburg en een activiteit als zelfstandige in Belgie¨ uitoefenen.

DO 2006200709842

DO 2006200709842

Question no 587 de M. Daniel Bacquelaine du 27 février 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Maison de repos. — Procurations. Il me revient par le biais de la Fédération des CPAS de l’Union des Villes et Communes de Wallonie qu’un

Vraag nr. 587 van de heer Daniel Bacquelaine van 27 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Rusthuizen. — Volmachten. Ik heb van de Fédération des CPAS van de Union des Villes et Communes de Wallonie vernomen dat het


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32307

projet d’arrêté a été préparé à l’INAMI à la demande de certaines mutuelles pour « oˆter au dispensateur de soins et à toute personne qu’il désigne à cette fin la possibilité d’agir en tant que représentant pour la perception de l’intervention de l’assurance soins de santé, sauf en cas de représentation légale » (Note CSS 2006/306).

RIZIV, op vraag van een aantal ziekenfondsen, een ontwerpbesluit heeft voorbereid. De bedoeling is de zorgverlener — alsook elke persoon die hij daartoe aanwijst — de mogelijkheid te ontnemen nog als vertegenwoordiger op te treden voor de inning van de tegemoetkoming van de gezondheidszorgverzekering, behoudens het geval van wettelijke vertegenwoordiging (Nota CSS 2006/306).

Il est motivé par la constatation que certains dispensateurs contournent l’interdiction d’appliquer le tiers payant en faisant usage de procuration pour la perception du remboursement des prestations de soins de santé.

Dat besluit is ingegeven door de vaststelling dat sommige zorgverleners het verbod om de derdebetalersregeling toe te passen, omzeilen, door gebruik te maken van de volmacht voor de inning van de terugbetaling van geneeskundige verstrekkingen.

La technique de la procuration est autorisée par l’article 1984 du Code civil. Comme le constate luimême le service de soins de santé de l’INAMI, la réglementation des soins de santé n’exclut nulle part l’utilisation d’un mandat ou d’une procuration pour la perception de l’intervention de l’assurance (Note CSS 2005/306bis).

De techniek van de volmacht wordt geregeld door artikel 1984 van het Burgerlijk Wetboek. Zoals de dienst gezondheidszorg van het RIZIV zelf vaststelt, verbiedt de gezondheidszorgregelgeving geenszins dat van een mandaat of een volmacht gebruik wordt gemaakt voor de inning van de verzekeringtegemoetkoming (Nota CSS 2005/306bis).

L’arrêté royal du 10 octobre 1986 énonce en son article 6 le principe général de l’interdiction de l’application du tiers payant. Il prévoit cependant des exceptions explicitées par une circulaire de l’INAMI du 25 juin 2003 (Circ. INAMI O.A. 2003/236). L’une d’entre elles concerne les établissements spécialisés dans les soins aux enfants, aux personnes aˆgées ou aux handicapés. Les MR-MRS entrent dans cette catégorie : la circulaire de l’INAMI du 25 juin 2003 est très claire à ce sujet.

Artikel 6 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 houdt een algemeen verbod op de toepassing van de derdebetalersregeling in, maar voorziet tevens in een aantal uitzonderingen. Die worden verduidelijkt in een omzendbrief van het RIZIV van 25 juni 2003 (omzendbrief RIZIV V.I. 2003/236). Een uitzondering wordt onder meer gemaakt voor de zorginstellingen voor kinderen, bejaarden en gehandicapten. Daartoe behoren ook de rusthuizen en de rusten verzorgingstehuizen : de omzendbrief van het RIZIV laat daarover niet de minste twijfel bestaan.

Si le système de procuration n’est plus possible en maison de repos, c’est en premier lieu la personne aˆgée qui sera pénalisée et les démarches administratives seront alourdies. La désignation d’un administrateur provisoire pour ce type de problème impliquerait une perte financière liée à sa rémunération. Or, dès aujourd’hui, nombre d’aıˆnés n’ont pas suffisamment de moyens pour payer leurs soins et leur hébergement en maison de repos.

Indien rusthuizen niet langer gebruik kunnen maken van volmachten, is de bejaarde daarvan het eerste slachtoffer en neemt de administratieve rompslomp toe. De aanwijzing van een voorlopigbewindvoerder om dit soort probleem op te lossen, brengt extra uitgaven mee, want die persoon moet ook worden betaald. Vandaag al beschikken heel wat bejaarden niet over voldoende middelen om hun verzorging en verblijf in een rusthuis te bekostigen.

En Commission de conventions INAMI, tous les représentants des maisons de repos ont émis un avis négatif sur ce texte.

In de Overeenkomstencommissie van het RIZIV hebben alle vertegenwoordigers van de rusthuizen een negatief advies over die tekst uitgebracht.

1. Dans un souci d’application uniforme de la réglementation et de la sécurité juridique des aıˆnés et maison de repos, quelle clarification envisagez-vous apporter à ce problème ?

1. Welke oplossing zal u aandragen om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de regelgeving en om de rechtszekerheid van de bejaarden in de rusthuizen te waarborgen ?

2. Envisagez-vous de modifier la réglementation en matière de procuration ou envisagez-vous de rappeler par voie de circulaire les dispositions reprises dans la circulaire du 25 juin 2003 de l’INAMI ?

2. Bent u van plan de regelgeving inzake volmachten te wijzigen of overweegt u via een nieuwe omzendbrief de aandacht te vestigen op de bepalingen van de rondzendbrief van het RIZIV van 25 juni 2003 ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32308

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 587 de M. Daniel Bacquelaine du 27 février 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 587 van de heer Daniel Bacquelaine van 27 februari 2007 (Fr.) :

La problématique du système de procurations dans les maisons de repos pour personnes aˆgées a été examinée à l’INAMI lors de la réunion de la Commission de conventions entre les maisons de repos pour personnes aˆgées et les organismes assureurs qui s’est tenue le 20 mars 2007. L’Union des Villes et Communes de Wallonie est membre de cette commission.

De problematiek van het volmachtensysteem in de rustoorden voor bejaarden werd besproken op het RIZIV tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie tussen de rustoorden voor bejaarden en de verzekeringsinstellingen die gehouden werd op 20 maart 2007. De Vereniging van Waalse Steden en Gemeenten is lid van deze commissie.

L’administration a formulé une proposition permettant, dans le système du tiers payant, de joindre l’attestation du médecin, si ce dernier choisit cette solution, à la facture que la maison de repos transmet à l’organisme assureur. Les honoraires seront alors payés au médecin par rétablissement. E´tant donné que le patient reçoit une copie de cette facture, il pourra prendre connaissance, d’une part des honoraires pris en charge par la mutualité et d’autre part du ticket modérateur qui lui est imputé.

Door de administratie werd een voorstel geformuleerd waarbij, indien de arts hiervoor opteert, zijn getuigschrift in de derdebetalersregeling kan toegevoegd worden aan de factuur die het rustoord overmaakt aan de verzekeringsinstelling. De honoraria worden dan betaald via de instelling aan de arts. Aangezien de patie¨nt een kopij krijgt van deze factuur zal hij kunnen kennis nemen, enerzijds, van de honoraria die worden ten laste genomen door het ziekenfonds en, anderzijds, van het remgeld dat hem ten laste wordt gelegd.

Il a été demandé aux membres de la commission de conventions de réfléchir à la présente proposition et de formuler d’éventuelles suggestions complémentaires lors d’une prochaine réunion.

Aan de leden van de overeenkomstencommissie werd gevraagd na te denken over dit voorstel en op een volgende vergadering eventuele bijkomende suggesties te formuleren.

J’attends les propositions de cette commission de conventions avant d’adapter la réglementation.

Ik wacht op de voorstellen van deze overeenkomstencommissie, alvorens de regelgeving aan te passen.

DO 2006200709905

DO 2006200709905

Question no 591 de Mme Annemie Turtelboom du 6 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 591 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Entreprises. — Secrétariats sociaux agréés. — Taxe sur le CO2.

Bedrijven. — Erkende sociale secretariaten. — CO2taks.

La nouvelle réglementation relative à la taxe sur le CO2 est entrée en vigueur récemment. De nombreuses entreprises ont attendu jusqu’au dernier moment pour déposer leur déclaration CO2. Les secrétariats sociaux agréés n’ont dès lors pas pu traiter ces déclarations dans les délais. Des entreprises ont mis en cause la responsabilité des secrétariats sociaux agréés pour cet état de fait, mais la situation est confuse à l’heure actuelle. Il est toutefois évident que les secrétariats sociaux agréés rencontrent des difficultés ponctuelles en ce qui concerne le traitement de la taxe sur le CO2. Pourtant, il s’agit de déclarations supplémentaires déposées d’office par les entreprises. Par le passé, de

De nieuwe regeling in verband met de CO2-taks is recentelijk in voege getreden. Veel bedrijven hebben tot het laatste moment gewacht om hun CO2-opgave in te dienen. Daardoor konden de erkende sociale secretariaten (ESS) deze opgaven niet meer tijdig verwerken. Bedrijven stellen de ESS hiervoor aansprakelijk, maar hierover bestaat op dit ogenblik geen duidelijkheid. Het is wel duidelijk dat het ESS een punctueel probleem heeft met de afwikkeling van de CO2-taks. Nochtans gaat het om spontane bijkomende aangiften. In het verleden is er nooit een probleem geweest met dit soort aangiften, omwille van het feit dat het ESS een administratieve termijn had om deze te verwerken.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32309

telles déclarations n’ont jamais posé problème étant donné que les secrétariats sociaux agréés disposaient d’un délai administratif pour les traiter. Une disposition qui n’est pas assortie d’un délai administratif pose souvent problème. Eˆtes-vous encore disposé à trouver une solution pour ces amendes imminentes ?

Een beschikking waarvoor geen administratieve termijn bestaat, geeft regelmatig problemen.

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 591 de Mme Annemie Turtelboom du 6 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 591 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 maart 2007 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à la question posée.

Het geachte lid vindt hierna het antwoord op haar vraag.

De manière générale, en matière de déclaration, et en vertu de l’article 33, § 2, alinéa 2 de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 revisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, les secrétariats sociaux agréés d’employeurs disposent d’un délai de vingt jours ouvrables à compter de l’expiration du délai fixé pour l’employeur pour transmettre à l’Office national de sécurité sociale les déclarations de leurs affiliés.

Over het algemeen en krachtens artikel 33, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders beschikken de erkende sociale secretariaten van werkgevers over een termijn van twintig werkdagen te rekenen van het verstrijken van de voor de werkgever vastgestelde termijn om de Rijksdienst voor sociale zekerheid de aangiften van hun aangeslotenen te doen geworden.

Concernant la cotisation de solidarité sur les véhicules de société, les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justification des cotisations, ou les délais en matière de paiement sont applicables, et ce en vertu de l’article 38, § 3quater, 10o, de la loi du 29 juin 1981. La situation à laquelle vous faites allusion, soit la régularisation des véhicules non ou faussement déclarés pour la période du 1er janvier 2005 au 30 mars 2006, et devant être résolue avant le 30 novembre 2006, ne fait pas de distinction entre employeurs et secrétariats sociaux. Je ne vois pas pourquoi un délai supplémentaire devrait être octroyé aux secrétariats sociaux dans la mesure où il s’agit d’un délai ultime permettant une régularisation d’une situation frauduleuse.

Wat de solidariteitsbijdrage op de bedrijfsvoertuigen betreft, zijn de bepalingen van de algemene socialezekerheidsregeling voor werknemers van toepassing, inzonderheid wat de aangiften betreft met verantwoording van de bijdragen, waar de termijnen inzake betaling van toepassing zijn, en dit krachtens artikel 38, § 3quater, 10o, van de wet van 29 juni 1981. De situatie waarnaar u verwijst, namelijk de regularisering van de al dan niet verkeerd aangegeven voertuigen voor de periode van 1 januari 2005 tot 30 maart 2006, en die voó´r 30 november 2006 moet opgelost zijn, maakt geen onderscheid tussen werkgevers en sociale secretariaten. Ik zie niet in waarom een extra termijn zou moeten worden toegekend aan de sociale secretariaten aangezien het gaat om een uiterste termijn die het mogelijk maakt een frauduleuze situatie te regulariseren.

DO 2006200709912

DO 2006200709912

Question no 592 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants. Le réchauffement de la planète et la réduction de la consommation énergétique requièrent des efforts de

Vraag nr. 592 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik.


2006

Bent u bereid vooralsnog te zoeken naar een oplossing voor deze dreigende boetes ?

De opwarming van de aarde en het terugdringen van het energiegebruik vergt een belangrijke inspan2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32310

tout citoyen responsable. Il convient que les autorités donnent l’exemple en la matière. La fin de la législature constitue un moment propice pour établir un bilan des efforts fournis par les services publics fédéraux, par les institutions fédérales et par les entreprises publiques.

ning van elkeen met verantwoordelijkheidszin. De overheden moeten op dat vlak een voorbeeldrol vervullen. Het einde van een legislatuur is een geschikt moment om een balans op te maken en na te gaan welke inspanningen de federale overheidsdiensten, federale instellingen en de overheidsbedrijven hebben geleverd.









Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 592 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 592 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous transmettre les renseignements suivants.

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u volgende inlichtingen mee te delen.

En ce qui concerne le SPF Sécurité Sociale.

Wat de FOD Sociale Zekerheid betreft.

En ce qui concerne les baˆtiments

Wat de gebouwen betreft

Le SPF Sécurité sociale occupe actuellement environ 26 baˆtiments répartis dans toute la Belgique. Il n’est propriétaire d’aucun de ces baˆtiments.

De FOD Sociale Zekerheid bezet op dit moment een 26 tal gebouwen verspreid over Belgie¨. Van geen enkel van deze gebouwen is zij de eigenaar.

La Régie des Baˆtiments met ces baˆtiments à la disposition du SPF, soit en tant que propriétaire, soit en tant que locataire pour le SPF.

Deze gebouwen worden aan de FOD ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen die er, hetzij zelf eigenaar van is, hetzij inhuurt voor de FOD.

Des aménagements architecturaux structurels dans des baˆtiments qui ne nous appartiennent pas ne sont dès lors pas possibles.

Structurele bouwkundige ingrepen in gebouwen die ons niet toebehoren zijn bijgevolg niet mogelijk.

Nous essayons toutefois d’apporter notre contribution en vue d’une consommation énergétique rationnelle en incitant les membres du personnel à utiliser l’énergie de manière plus économe au moyen de recommandations sur l’intranet.

Wel trachten wij onze bijdrage te leveren aan het rationeel gebruik van energie door de personeelsleden te sensibiliseren zuiniger met energie om te gaan via aanbevelingen op het intranet.

Nous pouvons citer les conseils suivants à titre d’exemple : — E´teindre les lumières en quittant le local. — E´teindre l’écran lorsqu’on ne travaille pas sur PC. — Le soir, éteindre les appareils électriques (par exemple les photocopieuses) au lieu de les laisser en stand-by.


2006

Bij wijze van voorbeeld kunnen wij aanhalen : — Lichten doven bij verlaten van het lokaal. — PC monitor afzetten wanneer er niet met de PC gewerkt wordt. — Electrische apparaten (bijvoorbeeld fotocopie¨rs) ’s avonds af te zetten in plaats van op stand-by te laten staan. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32311

— Fermer les radiateurs lorsqu’on ouvre la fenêtre pour aérer.

— Radiatoren toe te draaien bij openen van het raam voor verluchting.

— Pour les déplacements de personnes, déconseiller l’utilisation des monte-charges, qui consomment beaucoup d’énergie.

— Af te raden om de energieverslindende goederenliften te gebruiken voor personentransport.

En ce qui concerne les véhicules

Wat de voertuigen betreft

Depuis la publication de la circulaire 307quater du 3 mai 2004, le SPF Sécurité sociale s’efforce de faire prévaloir systématiquement les facteurs d’émission de CO2 et de consommation lors de la prise de décision pour le choix de ses véhicules.

Sedert de publicatie van de omzendbrief 307quater van 3 mei 2004 streeft de FOD Sociale Zekerheid ernaar om bij de keuze van zijn voertuigen systematisch de factoren CO2 uitstoot en verbruik te laten primeren in de besluitvorming.

En ce qui concerne les Institutions Publiques de Sécurité Sociale placées sous ma tutelle.

Wat de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid die onder mijn bevoegdheid staan, betreft.

Fonds des maladies professionnelles

Fonds voor de beroepsziekten

1. Le Fonds a fait les efforts suivants pour diminuer la consommation d’énergie et de combustibles :

1. Het Fonds heeft de volgende inspanningen gedaan om het energieen brandstoffenverbruik terug te dringen :

— le remplacement des anciens chaˆssis de fenêtres par des chaˆssis aluminium avec coupure thermique et avec double vitrage solaire;

— vervangen van de oude ramen door ramen met thermisch onderbroken kader en zonnewerend glas;

— le remplacement des anciens luminaires par de nouveaux luminaires complets avec détecteurs de mouvement et de lumière, les ballasts électroniques et des lampes TL moins puissantes est actuellement en cours;

— vervanging van de oude verlichtingsarmaturen door verlichtingsarmaturen met lichten bewegingsdetectoren, elektronische ballasten en minder krachtige tl-lampen is momenteel bezig;

— l’apport de 12 cm d’isolation contre le plafond du 11ème étage et ce afin d’éviter les pertes de chaleur;

— aanbrengen van 12 cm isolatie tegen het plafond van de 11de verdieping om warmteverlies naar buiten tegen te gaan;

— l’isolation du mur rideau avec 6 cm de laine de verre;

— isoleren van de gordijngevel met 6 cm glaswol;

— le remplacement des ascenseurs avec y compris le remplacement des anciens moteurs par des moteurs à fréquence variable et l’installation d’un nouveau logiciel pour une meilleure gestion des déplacements des ascenseurs;

— renoveren van de liften met inbegrip van het vervangen van de oude motoren door motoren met variabele frekwentie en het installeren van een nieuwe software voor een beter beheer van de verplaatsingen van de liften;

— la demande au personnel d’utiliser le plus fréquemment possible les ascenseurs situés d’un coˆté du baˆtiment et ce afin de diminuer le nombre de déplacements;

— oproep tot het personeel om zoveel mogelijk de liften langs één kant van het gebouw te gebruiken ten einde tot een daling te komen van het aantal verplaatsingen;

— l’isolation du toit au 5ème étage à hauteur de la saillie;

— isoleren van het dak van de 5de verdieping ter hoogte van de uitsprong;

— une nouvelle disposition et un remplacement des souffleries et des bouches d’extraction est actuellement en cours; de cette manière, l’air frais qui est soufflé dans les locaux est moins vite aspiré et a ainsi plus de temps pour les réchauffer ou les refroidir en fonction des saisons, ce qui engendre une diminution de consommation d’énergie;

— momenteel is de herschikking en vernieuwing van de blaas- en extractiemonden bezig, waardoor de verse lucht die in de lokalen wordt geblazen minder snel wordt weggezogen en zo dus meer tijd krijgt om het lokaal, al naar gelang het seizoen, op te warmen of af te koelen wat een lager energieverbruik met zich meebrengt;

— le baˆtiment contient plusieurs saillies. Momentanément, un bureau d’études a été désigné pour rechercher la solution la plus adéquate pour la fini-

— het gebouw heeft verschillende uitsprongen. Momenteel is een studiebureau aangeduid om de meest geschikte oplossing te vinden voor de afwer-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32312

tion de la dalle de sol de ces saillies. En même temps, une couche d’isolation sera placée entre le béton de cette dalle et la finition.

king van de vloerplaat van deze uitsprongen. Tegelijkertijd zal een laag isolatie worden aangebracht tussen het beton en de afwerking.

2. Le placement des nouveaux chaˆssis de fenêtres a commencé en 2005 et a continué dans le courant de l’année 2006.

2. De plaatsing van de nieuwe ramen werd begonnen in 2005 en afgewerkt in de loop van het jaar 2006.

Une comparaison de la consommation de gaz sur la période de juin à décembre des années 2004 et 2006 montre que suite au remplacement des chaˆssis, la consommation a diminué de plus de 10 % :

Een vergelijking van het gasverbruik over de periode juni tot en met december voor de jaren 2004 en 2006 toont aan dat het gasverbruik met meer dan 10 % is gedaald ingevolge de plaatsing van de nieuwe ramen :

01/06/2004 − 31/12/2004 = 01/06/2006 − 31/12/2006 =

1 321 261 Kwh 1 175 614 Kwh

01/06/2004 − 31/12/2004 = 01/06/2006 − 31/12/2006 =

1 321 261 Kwh 1 175 614 Kwh

Diminution d’énergie =

145 647 Kwh

Minderverbruik =

145 647 Kwh

L’étude réalisée démontre que le remplacement des moteurs des ascenseurs devrait conduire à une réduction d’énergie d’environ 30 %. E´tant donné que le travail a été terminé fin de l’année 2006, il est encore un peu toˆt pour tirer des conclusions. 4. Deux audits en énergie ont été accomplis :

Met de vervanging van de motoren van de liften zou er volgens de studie ongeveer 30 % minder energie moeten worden verbruikt. Daar de liften pas eind 2006 werden afgewerkt is het nog te vroeg om een besluit te kunnen trekken. 4. Er werden 2 energie-audits uitgevoerd :

— un audit général de l’énergie a démontré que les anciens moteurs des ascenseurs consommaient beaucoup trop d’énergie;

— een algemene energie-audit die heeft aangetoond dat de oude motoren van de liften enorm veel energie verbruikten;

— un audit dans le cadre du relighting du baˆtiment.

— een audit in het kader van de relighting van het gebouw.

Institut national d’assurance maladie-invalidité

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

1. Depuis quelques années, l’INAMI a fourni d’importants efforts pour réduire la consommation d’énergie.

1. Het RIZIV heeft sinds enige jaren al meerdere inspanningen geleverd om het energieverbruik terug te dringen.

a) Les bureaux des baˆtiments principaux de l’INAMI, situés avenue de Tervuren 211 à 1150 Bruxelles, ont été rénovés en profondeur entre 2001 et 2005 au cours de 4 phases successives. La modernisation des systèmes de réglage et de controˆle du chauffage, de l’aération et du refroidissement des bureaux, ainsi que la modernisation de l’éclairage ont fait partie de ces travaux, dans le cadre desquels une attention particulière a été portée à la consommation d’énergie.

a) De burelen van de hoofdgebouwen van het RIZIV, gelegen Tervurenlaan 211 te 1150 Brussel, werden in de periode 2001 tot 2005 grondig gerenoveerd in 4 opeenvolgende fasen. De modernisering van de regelen controlesystemen voor de verwarming, verluchting en koeling in de burelen, en de modernisering van de verlichting maakten deel uit van deze werken en de nodige aandacht werd geschonken aan de beperking van het energieverbruik.

En 2005, les installations techniques dans les caves des baˆtiments principaux ont été rénovées en profondeur (principalement les installations de chauffage et de refroidissement).

In 2005 werden de technische installaties in de kelders van de hoofdgebouwen grondig gerenoveerd (voornamelijk stook- en koelinstallaties)

Les chaudières de plus de 30 ans ont été remplacées par un certain nombre de chaudières modernes plus petites en vue de diminuer encore la consommation d’énergie.

De meer dan 30 jaar oude stookketels werden vervangen door een aantal kleinere moderne ketels om ook het energieverbruik te verminderen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32313

Les anciens groupes de refroidissement ont également été remplacés. Lors de ces travaux de rénovation, il a toujours été particulièrement tenu compte de l’isolation thermique nécessaire et de l’optimisation de l’appareillage de controˆle et de réglage, afin de maintenir la consommation d’énergie à un niveau aussi faible que possible.

De oude koelmachines werden eveneens vervangen. Bij deze renovaties werd er telkens bijzondere aandacht geschonken aan de nodige thermische isolatie en de optimale controle- en regelingsapparatuur om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden.

Actuellement, une petite chaudière à gaz est encore ajoutée à l’installation de chauffage afin de nous permettre d’éteindre la grande installation en été, et ce pour éviter une surconsommation d’énergie pendant cette période.

Momenteel wordt aan de stookinstallatie nog een kleine gasketel toegevoegd om ons toe te laten tijdens de zomerperiode de grote installaties s’il te leggen teneinde overtollig energieverbruik te vermijden in de zomerperiode.

b) Le baˆtiment T249, situé avenue de Tervuren 249 à 1150 Bruxelles, est également la propriété de l’INAMI. Ce baˆtiment date du début de l’année 1970 et la façade présente différents défauts, notamment en raison du manque d’isolation thermique. Une étude et une procédure d’adjudication ont dès lors été mises en ouvre pour la rénovation des façades.

b) Het gebouw T249, gelegen Tervurenlaan 249 te 1150 Brussel is eveneens eigendom van het RIZIV. Het is een gebouw van het begin van het jaar 1970 en de gevel vertoont verschillende gebreken, onder andere omwille van het gebrek aan thermische isolatie. Daarom werd een studie en aanbestedingsprocedure gedaan voor de renovatie van de gevels.

Dans ce cadre, l’attention nécessaire a été portée sur l’isolation thermique (économie de chaleur en hiver et stores en été).

Hierbij werd tevens de nodige aandacht besteed aan de thermische isolatie (warmtebesparing in de winter en zonnewering in de zomer).

L’économie d’énergie (mazout de chauffage et électricité) qu’il est possible de réaliser a été estimée dans cette étude à environ 15 000 euros. Les travaux débuteront en avril 2007.

De mogelijke energiebesparing (stookolie en elektriciteit samen) werd in de loop van de gemaakte studie geschat op een 15 000 euro. De werken zullen aanvangen in de maand april 2007.

c) L’INAMI dispose depuis une quinzaine d’années d’un système de controˆle et de réglage digital centralisé pour les différents baˆtiments et installations.

c) Het RIZIV beschikt sinds een 15-tal jaren over een gecentraliseerd gedigitaliseerd controle- en regelsysteem voor de verschillende gebouwen en installaties.

Ce système est continuellement adapté afin de tenir autant que possible sous controˆle toutes les installations et par la même occasion, de limiter la consommation d’énergie.

Dit systeem wordt voordurend aangepast om alle installaties zo goed mogelijk onder controle te houden en tevens het energieverbruik te beperken

2. Les résultats obtenus pour la consommation de mazout pour le baˆtiment principal 211 Avenue de Tervuren à 1150 Bruxelles sont :

2. De resultaten hiervan zijn voor het stookolieverbruik van het hoofdgebouw Tervurenlaan 211 te 1150 Brussel :

2001 2002 2003 2004 2005 2006

247 300 299 500 294 600 331 300 259 000 177 200

litres litres litres litres litres litres

61 825,77 870,85 434,106 016,116 550,90 372,-

euros (TVA incl.) euros euros euros euros euros

2001 2002 2003 2004 2005 2006

247 300 299 500 294 600 331 300 259 000 177 200

liter liter liter liter liter liter

61 825,77 870,85 434,106 016,116 550,90 372,-

euro (BTW incl) euro euro euro euro euro

4. Lors des travaux de rénovation, il a chaque fois été fait appel aux bureaux d’études spécialisés requis.

4. Bij de renovatieprojecten werd telkens beroep gedaan op de nodige gespecialiseerde studiebureaus.

Un audit énergétique spécifique pour les baˆtiments n’a toutefois pas été effectué.

Een specifieke energie-audit voor de gebouwen werd echter niet uitgevoerd.

Office national de sécurité sociale


Rijksdienst voor sociale zekerheid 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32314

1. Vous trouverez ci-après le résumé des différentes mesures techniques prises en vue d’aboutir à une consommation d’énergie et d’eau le plus rationnellement possible dans l’immeuble. A — L’éclairage :

1. Hierna de samenvatting van verschillende technische maatregelen die zijn genomen om tot een zo rationeel mogelijk energieen waterverbruik te komen in het gebouw. A — Verlichting :

a) Les appareils ont été installés parallèlement aux fenêtres et non pas perpendiculairement, comme il avait été prévu par le maıˆtre d’ouvrage, et ce en conformité avec les recommandations européennes les plus récentes.

a) De toestellen werden parallel geplaatst met de vensters in plaats van loodrecht zoals was voorzien door de bouwheer, en dit conform de nieuwste Europese aanbevelingen.

b) Les armatures d’éclairage ont été équipées de cellules crépusculaires qui pilotent un ballast électronique dimmable permettant d’obtenir toujours un niveau d’éclairage constant de +/-500 lux en tenant compte de la quantité de lumière naturelle qui entre. Il en résulte une économie d’énergie très considérable suite au dimming automatique et au choix de ballasts électroniques qui, par comparaison avec des ballasts de type classique, n’entraıˆnent quasiment pas de pertes d’énergie.

b) De verlichtingsarmaturen werden uitgerust met lichtcellen die een elektronisch dimbare ballast aansturen zodat steeds een constant verlichtingsniveau van +/- 500 lux wordt bekomen rekening houdend met de hoeveelheid natuurlijk licht dat binnenvalt. Dit heeft een zeer aanzienlijke energiewinst als gevolg door de automatische dimming en door de keuze van elektronische ballasten die, in vergelijking met klassieke ballasten, quasi geen energieverlies hebben.

c) L’éclairage dans les bureaux est piloté par des thermostats radiofréquence, c’est-à-dire via le système de gestion du baˆtiment. Cela permet d’éteindre à certains moments (à l’heure actuelle, à 19 et 21 heures) tout l’éclairage des bureaux que les occupants des bureaux auraient omis d’éteindre en quittant le lieu de travail. En outre, des actions sont organisées en vue de responsabiliser le personnel afin que celui-ci éteigne de sa propre initiative l’éclairage systématiquement et permette ainsi de réaliser encore une plus grande économie d’énergie. L’éclairage des couloirs, des cages d’escalier et des toilettes est également piloté et déconnecté de manière automatique par le système de gestion suivant un horaire déterminé.

c) De verlichting in de bureaus wordt aangestuurd door de radio-frequentie thermostaten, dus eigenlijk via het gebouwbeheersysteem. Dit laat toe om op bepaalde tijdstippen (actueel 19 u en 21 u) alle bureauverlichting uit te schakelen die de bewoners bij het verlaten van het werk niet zouden hebben uitgeschakeld. Daarbij worden acties gevoerd om het personeel te responsabiliseren zodat het op eigen initiatief de verlichting systematisch zou uitschakelen om nog meer energiewinst mogelijk te maken. De verlichting van de gangen, traphallen en toiletten wordt eveneens automatisch aan — en uitgestuurd door het beheersysteem volgens een bepaald uurrooster.

B — L’installation HVAC :

B — De HVAC- installatie :

a) Il s’agit d’une simplification de l’installation hydraulique entraıˆnant une baisse des coûts d’entretien et d’exploitation.

a) Een vereenvoudiging van de hydraulische installatie met als gevolg minder onderhouds- en uitbatingskosten.

b) Les radiateurs ont été remplacés par des convecteurs (volume d’eau réduit) avec une puissance moins élevée (les radiateurs ayant été surdimensionnés), ce qui conduit à une consommation énergétique nettement moins élevée.

b) Radiatoren vervangen door convectoren (minder watervolume) met een kleiner vermogen (de radiatoren waren overgedimensionneerd) met als gevolg aanzienlijk minder energieverbruik.

c) Le circuit de chauffage a fonctionné suivant un régime de 80/50o C. Ce régime a été commué en 70/40o C afin d’utiliser pleinement la chaudière à condensation et d’utiliser moins d’énergie.

c) Het verwarmingscircuit werkte op een regime 80/ 50o C. Dit werd veranderd naar 70/40o C om de condensatieketel ten volle te benutten en minder energie te verbruiken.

d) Des échangeurs de chaleur (alimentés par le retour du circuit frigorifique poutres froides) ont été ajoutés au débit d’air frais des groupes de pulsion, ce qui permet de réaliser une double économie d’énergie. Ce procédé donne aussi la possibilité de

d) Warmtewisselaars (gevoed door de retour van het koelcircuit koudebalken) toegevoegd in de verse luchtinname van de pulsiegroepen wat een dubbele energiebesparing veroorzaakt. Dit laat eveneens toe de initieel voorziene plaatwarmtewisselaars


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32315

supprimer les échangeurs de chaleur à plaques initialement prévus (coût d’entretien élevé) sur ces groupes de pulsion avec comme résultat des coûts d’entretien diminués.

(duur in onderhoud) op deze pulsiegroepen af te schaffen met verlaagde onderhoudskosten als gevolg.

e) Les vannes thermostatiques à commande manuelle des radiateurs sont remplacées par des vannes commandées par servomoteurs qui sont réglées par le système de gestion. Cela crée un plus grand confort graˆce à une température d’ambiance mieux réglée et permet de fonctionner selon des régimes réduits de nuit et de week-end (bénéfice d’énergie considérable).

e) De manueel bediende thermostaatkranen van de radiatoren vervangen door servomotoren gestuurde kranen die geregeld worden door het beheersysteem. Dit biedt meer comfort door een beter geregelde ruimtetemperatuur en laat toe op verlaagde nacht -en weekendregimes te werken (aanzienlijke energiewinst).

f) Le système de réglage prévu par le maıˆtre d’ouvrage a été remplacé par un système de gestion sophistiqué performant qui permet une gestion plus rationnelle et met une masse d’éléments de mesurage à disposition susceptible de donner lieu à un controˆle approfondi au niveau du confort, de l’entretien et de la consommation d’énergie.

f) Het door de bouwheer voorziene regelsysteem werd vervangen door een performant gesofistikeerd beheersysteem dat een veel rationeler beheer toelaat en dat een massa meetgegevens ter beschikking stelt waardoor een diepgaande controle op het comfort, op het onderhoud en op het energieverbruik.

Graˆce à ce système, l’installation HVAC peut être démarrée de manière optimalisée après les week-ends avec comme résultat une économie d’énergie.

Dit systeem laat toe de HVAC-installatie na weekends geoptimaliseerd te laten opstarten met energiebesparing als gevolg.

C — Consommation d’eau

C — Waterverbruik

a) Le système de rinçage des urinoirs a été converti d’un type manuel en un système guidé par la détection de présence. Cela permet de consommer moins d’eau que lors d’un système de rinçage cyclique général.

a) Het spoelsysteem van de urinoirs zijn van een manueel type gewijzigd naar een door personendetectie gestuurd systeem. Dit verbruikt minder water dan een algemene cyclische spoeling.

D — Divers a) Les sources énergétiques présentes dans l’immeuble sont l’électricité et le gaz naturel. Ces sources sont donc plus conviviales pour l’environnement que le mazout.

D — Varia a) De energiebronnen in het gebouw zijn elektriciteit en aardgas. Deze bronnen zijn dus milieuvriendelijker dan stookolie.

b) Tous les ordinateurs installés dans l’immeuble sont équipés d’un écran plat TFT, qui consomme moins d’électricité qu’un écran classique CRT. Les écrans TFT dégagent également moins de chaleur, de sorte que le baˆtiment requiert un niveau de refroidissement moins élevé.

b) Alle PC’s in het gebouw hebben een TFT flatscreen dat minder elektriciteit verbruikt dan een klassiek CRT scherm. TFT schermen geven ook minder warmte af. Minder koeling is dan nodig in het gebouw.

c) Les fenêtres du baˆtiment ne peuvent être ouvertes, ce qui a comme avantage qu’il n’y a pas de pertes d’énergie.

c) De ramen in het gebouw kunnen niet worden geopend. Dit heeft als voordeel dat er geen energie verloren gaat.

d) Récemment, une clause « consommation d’énergie rationnelle » a été prévue dans le contrat d’entretien. Celle-ci stipule que la firme d’entretien, après la première année d’exploitation, fixe avec l’ONSS les quotas d’énergie (en tenant compte des propositions d’optimalisation de la firme), qui ne peuvent être dépassés de plus de 5 % dans le courant de l’année consécutive, et en tenant compte du nombre de jours-degré.

d) Recentelijk werd het onderhoudscontract voorzien met een clausule « rationeel energieverbruik ». Dit stipuleert dat de onderhoudsfirma, na het eerste exploitatiejaar samen met de RSZ de energiequota vastlegt (rekening houdend met met de optimalisatievoorstellen van de firma), die het daaropvolgend jaar niet mogen overschreden worden met meer dan 5 % en rekening houdend me het aantal graad-dagen.

Si les quotas sont dépassés, la firme paie la surconsommation.

Ingeval de quota worden overschreden betaalt de firma het meerverbruik.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32316

En cas d’économies, les bénéfices sont répartis à égalité entre l’ONSS et la firme d’entretien. 2. E´tant donné que toutes les mesures prises portent sur l’aménagement d’un nouvel immeuble, l’ONSS ne dispose pas de données relatives à une exploitation antérieure. Les économies, bien qu’évidentes, ne sont donc pas mesurables, faute de points de comparaison.

Ingeval van besparingen wordt de winst gelijk verdeeld tussen de RSZ en de onderhoudsfirma.

4. Aucun audit d’énergie n’a été réalisé. Caisse auxiliaire d’assurance maladie-invalidité

4. Er werd geen energie-audit uitgevoerd. Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

1. Dans sa politique de renouvellement du parc immobilier désuet, la CAAMI applique les mesures suivantes pour réduire la consommation d’énergie et de carburant :

1. In het kader van de vernieuwing van haar gebouwen, heeft de HZIV de volgende inspanningen geleverd om het energieen brandstofverbruik terug te dringen :

a) Respect des normes régionales (Flandre, Wallonie et Bruxelles) de non-dépassement de la valeur d’isolation K55, mesurée suivant la norme NBNB62-301. La valeur d’isolation de nos nouveaux immeubles se situe en moyenne à K35.

a) De HZIV houdt zich aan de regionale normen (Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel), volgens dewelke het isolatieniveau de waarde van K55 -gemeten volgens de NBNB62-301-norm — niet mag overschrijden. De isolatiewaarde van onze nieuwe gebouwen bedraagt gemiddeld K35.

b) Utilisation du gaz naturel comme moyen de chauffage afin de réduire la consommation, éviter les pollutions par hydrocarbure, réduire les risques d’incendie.

b) De kantoren worden verwarmd met aardgas om energie te besparen, vervuiling door koolwaterstof te vermijden en het brandrisico te beperken.

c) Installation de chaudières gaz haut-rendement avec sonde de température extérieure. Cette mesure permet de moduler la température de départ du circuit chaud en fonction des températures extérieures.

c) Er werden hoog rendement gasketels met buitenvoeler geı¨nstalleerd, waardoor de begintemperatuur van het warmwatercircuit wordt aangepast volgens de buitentemperatuur.

d) Isolation totale des circuits d’eau chaude.

d) De warmwatercircuits zijn volledig geı¨soleerd.

e) Installation systématique de vannes thermostatiques à réglage individuel sur chaque radiateur. Cette mesure permet de chauffer individuellement chaque local suivant les besoins sans toutefois dépasser la température de 21o C.

e) Er werden systematisch individueel regelbare thermostatische kranen geplaatst op alle radiatoren, zodat elke ruimte afzonderlijk kan worden verwarmd naargelang van de behoeften, zonder evenwel een temperatuur van 21o C te overschrijden.

f) Installation de luminaires basse luminance à faible consommation, ce pour respecter les valeurs d’éclairage reprises au RGPT en obtenant une faible consommation électrique.

f) De gebouwen zijn uitgerust met energiezuinige verlichtingstoestellen met lage luminantie. Zij beantwoorden aan de normen van het ARAB en verbruiken niettemin weinig elektriciteit.

g) Les portes d’accès vers l’extérieur sont toutes équipées de système de fermeture automatique afin d’éviter les déperditions calorifiques lors de l’entrée et la sortie des assurés.

g) Alle buitendeuren sluiten automatisch om warmteverlies bij het binnenen buitengaan te beperken.

Les mesures qui précèdent sont appliquées pour nos nouveaux bureaux de Malmédy, Hasselt, Charleroi, Mons et Waterschei.

Deze maatregelen gelden voor onze nieuwe kantoren in Malmedy, Hasselt, Charleroi, Bergen en Waterschei.

En ce qui concerne l’Administration centrale nous avons fourni un effort supplémentaire en diminuant depuis 2003 la température de 1,5o C et en réduisant la période de chauffe hivernale.

In het centraal bestuur werd een bijkomende inspanning geleverd door de verwarmingstemperatuur vanaf 2003 met 1,5o C te verminderen en de periode gedurende dewelke in de winter wordt gestookt, te beperken.


2006

2. Aangezien alle genomen maatregelen betrekking hebben op de inrichting van een nieuw gebouw, beschikt de RSZ over geen gegevens betreffende een vroegere exploitatie. De besparingen, hoewel deze overduidelijk zijn, zijn dus niet meetbaar bij gebrek aan punten van vergelijking.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32317

` partir du 15 mars le chauffage est coupé l’aprèsA midi. ` partir du 30 mars le chauffage est complètement A coupé.

Vanaf 15 maart wordt de verwarming na de middag uitgezet.

La température moyenne de chauffage des locaux est de 20,5o C.

De verwarmingstemperatuur van de kantoren bedraagt gemiddeld 20,5o C.

Vanaf 30 maart wordt de verwarming volledig uitgeschakeld.

2. Les résultats n’ont jamais été mesurés.

2. De resultaten werden nooit gemeten.

4. Aucun audit énergétique n’a été réalisé.

4. Er werd geen energie-audit uitgevoerd.

Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et régionales

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

1. L’Office national a pris les mesures spécifiques suivantes en vue d’une diminution de la consommation d’énergie et de carburant :

1. Met het oog op de terugdringing van energieen brandstoffenverbruik zijn er bij de Rijksdienst volgende specifieke maatregelen getroffen :

a) Installation d’un système de controˆle automatisé pour l’électricité et l’éclairage de sorte qu’ils peuvent être mis en marche ou arrêtés en fonction des heures d’ouverture de l’institution.

a) Installatie van een geautomatiseerd besturingssysteem voor elektriciteit en verlichting opdat deze in en uit dienst kan gezet worden afhankelijk van de openingsuren van de instelling.

b) Installation d’un système de controˆle de la consommation d’énergie (consommation d’eau, de gaz et d’électricité).

b) Installatie van een opvolgingssysteem voor energieverbruiken (verbruik water, gas en elektriciteit).

De plus l’organisme veille lors d’achat de nouveaux matériels et produits à tenir compte de la consommation de ceux-ci ainsi que de leurs conséquences pour l’environnement.

Verder zorgt de instelling ervoor dat bij aankoop van nieuwe materialen en producten er rekening gehouden wordt met de verbruiken van deze alsook met de gevolgen ervan voor het milieu.

2. Les résultats n’ont pas encore été mesurés.

2. De resultaten werden nog niet gemeten.

4. Aucun audit énergétique n’a été réalisé.

4. Er werd geen energie-audit uitgevoerd.

Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

1. L’Office s’est clairement engagé dans le programme gouvernemental d’actions concernant le développement durable. Par le biais d’actions concrètes inscrites notamment dans le cadre de rénovations de ses locaux, une utilisation de lampes économiques et de matériaux garantissant une isolation importante est développée depuis maintenant deux ans.

1. De Rijksdienst ging een duidelijk engagement aan in het kader van het actieplan van de regering inzake duurzame ontwikkeling. Via concrete acties, meer bepaald in het raam van de renovatie van de lokalen, worden sinds twee jaar spaarlampen en sterk isolerende materialen gebruikt.

D’autres actions plus limitées ont été (et sont toujours) d’actualité telles la vérification permanente des températures des locaux, la gestion rigoureuse des installations calorifiques (en fonction des créneaux horaires), la vérification des sanitaires (afin d’éviter toute perte énergétique ou d’eau). Après comparaison approfondie de leurs offres et conditions, l’Office est toujours dans une procédure de négociation avec les fournisseurs d’énergie ensuite de la libéralisation totale de l’énergie intervenue en janvier 2007. Il ne faut pas oublier que l’Office compte 11 sites d’installations déconcentrées.

Er waren en zijn ook nu nog andere, beperktere acties, zoals de permanente controle van de temperatuur in de bureaus, het nauwgezet beheer van de verwarmingsinstallaties (op basis van de werktijdregeling) en de controle van het sanitair (om alle energieen waterverlies te vermijden). Na een grondige vergelijking van offertes en voorwaarden voert de Rijksdienst verder onderhandelingen met energieleveranciers na de volledige liberalisering van de energie sinds januari 2007. Men mag niet vergeten dat de Rijksdienst 11 gedecentraliseerde installaties telt.

2. L’Office a vu ses factures d’énergie (gaz et électricité) diminuées de 13 % en deux ans.

2. De kosten voor het energieverbruik (gas en elektriciteit) van de Rijksdienst daalden in twee jaar tijd met 13 %.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32318

4. L’Office n’a pas procédé à un audit d’énergie. Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins

4. De Rijksdienst liet geen energie-audit uitvoeren. Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden

1. En tant que propriétaire de la « Maritiem Huis », la Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins s’efforce particulièrement de réduire la consommation d’énergie. Au cours de la période 20032006, le programme d’adaptation de l’éclairage a été poursuivi, une isolation thermique a été posée aux endroits accessibles à l’occasion de travaux d’élimination de l’amiante et le réglage de l’installation de chauffage et de conditionnement d’air a été amélioré.

1. De Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden doet als eigenaar van het Maritiem Huis bijzondere moeite om het energieverbruik terug te dringen. In de periode 2003-2006 werd het relighting-programma voortgezet, bij gelegenheid van de asbestverwijderingswerken werd voorzien in een warmte-isolatie op de bereikbare plaatsen en werd de regeling van de verwarmings- en luchtbehandelingsinstallatie verbeterd.

2. Ces interventions ont permis d’accroıˆtre le sentiment de confort. Des résultats ne peuvent être produits en ce qui concerne les économies effectives, en l’absence de valeurs comparatives qui tiennent compte des circonstances atmosphériques.

2. Door deze ingrepen werd het comfortgevoel verhoogd. Op het gebied van effectieve besparing kunnen geen resultaten worden voorgelegd bij gebrek aan vergelijkingswaarden die rekening houden met de weersomstandigheden.

4. La Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins n’a pas demandé d’audit en matière d’énergie au cours de la période mentionnée.

4. De Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden liet in de vermelde periode geen energie-audit uitvoeren.

Office du sécurité sociale d’outre-mer

Dienst voor de overzeese sociale zekerheid

1. Le souci d’économie de l’énergie est un souci constant à l’OSSOM.

1. De DOSZ is constant begaan met het terugdringen van het energieverbruik.

Des réductions de consommation et de pollution ont été obtenus en prenant les mesures suivantes :

Er werd een terugdringing van het energieen brandstoffenverbruik en van de pollutie verkregen door de volgende maatregelen te treffen :

a) En 2004 et 2005 les derniers chaˆssis en fer avec simple vitrage ainsi que les deux anciennes chaudières de notre baˆtiment situé au 186 avenue Louise, ont été remplacés.

a) In 2004 en 2005 werden de laatste ijzeren ramen met enkele beglazing alsook de twee oude stookketels van het DOSZ-gebouw gelegen aan de Louizalaan 186, vervangen.

b) En 2005, lors de la semaine du développement durable et plus particulièrement à l’occasion de la journée du fonctionnaire, l’attention du personnel a été attirée sur certains comportements qui entraıˆnent le gaspillage comme par exemple le fait de quitter le bureau sans éteindre les lumières, en laissant les appareils (ordinateurs, imprimantes etc.) en stand by etc.

b) Tijdens de week van de duurzame ontwikkeling in 2005, en meer bepaald ter gelegenheid van de dag van ambtenaar, werd het personeel gewezen op bepaalde gewoontes die verspilling meebrengen, zoals het kantoor verlaten zonder de lichten uit te doen, bepaalde toestellen (computers, printers) in « stand by » laten, enzovoort.

Ce comportement peu responsable a été rappelé à plusieurs reprises et entre autre lors des journées du développement durable de 2006.

Op deze gewoontes die van weinig verantwoordelijkheidszin getuigen werd herhaaldelijk gewezen, onder andere tijdens de dag van de duurzame ontwikkeling in 2006.

c) L’OSSOM vient de remplacer un de ses deux véhicules de fonction.

c) De DOSZ heeft net één van zijn twee in gebruik zijnde dienstvoertuigen vervangen.

2. a) Consommation de mazout.

2. a) Mazoutverbruik.

D’une consommation moyenne de 25 900 litres de mazout pour les saisons de chauffe 2003/2004 et 2004/ 2005 on est passé à une consommation de 19 000 litres pour la saison 2005/2006.

Voor de stookperiodes in 2003/2004 en 2004/2005 met een gemiddeld verbruik van 25 900 liter mazout werd er overgegaan naar een verminderd verbruik van 19 000 liter voor de stookperiode 2005/2006.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32319

La consommation a été réduite de 26 % alors que dans le même temps, la consommation était stable (et même en légère hausse) dans notre autre baˆtiment (avenue Louise 194).

Het verbruik werd met 26 % verminderd, alhoewel het verbruik in ons ander gebouw (Louizalaan 194) stabiel is gebleven (en zelfs lichtjes gestegen is).

b) Consommation d’électricité.

b) Elektriciteitsverbruik.

La consommation d’électricité est passée de 430 000 KW/h en 2005 à 388 000 KW/h en 2006 soit une réduction de 10 % de la consommation.

Het elektriciteitsverbruik is gedaald van 430 000 KW/h in 2005 naar 388 000 KW/h in 2006, wat een vermindering in verbruik van 10 % betekent.

c) Emission de CO2.

c) CO2-uitstoot.

Tout en gardant une habitabilité et un confort équivalents, les émissions de CO2 sont passées de 0,487 gr/ Km pour l’ancien véhicule à 0,359 gr/Km, soit une diminution de 26 %.

Het nieuwe voertuig biedt dezelfde ruimte en hetzelfde comfort, en toch is de CO2-uitstoot met 26 % verminderd (van 0,487 gr/km voor het oude voertuig naar 0,359 gr/km voor het nieuwe voertuig).

4. L’OSSOM n’a pas procédé à un audit d’énergie

4. De DOSZ liet geen energie-audit uitvoeren.

Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités

Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

1. L’Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités est locataire de deux étages d’un baˆtiment appartenant au Fonds des maladies professionnelles et que ce dernier occupe également.

1. De Controledienst voor de ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen is huurder van twee verdiepingen van een gebouw dat toebehoort aan het Fonds voor de beroepsziekten en dat door deze laatste ook wordt betrokken.

Il est à noter que ce baˆtiment est équipé d’un système de chauffage central au gaz. Pour les mesures prises par le Fonds des maladies professionnelles en vue d’économiser l’énergie, il est renvoyé à la réponse fournie par cet organisme. Toutefois, il est à noter à cet égard que celui-ci a procédé, en 2005, au remplacement de tous les chaˆssis et fenêtres du baˆtiment, améliorant ainsi, notamment, son isolation thermique.

Er dient opgemerkt dat het gebouw uitgerust is met een systeem van centrale verwarming op gas. Voor de maatregelen genomen door het Fonds voor de beroepsziekten om energie te besparen wordt verwezen naar het antwoord van deze instelling. Er wordt echter opgemerkt dat dit laatste in 2005 overging tot vervanging van alle vensterlij sten en ramen van het gebouw waardoor inzonderheid de isolatie verbeterd werd.

En ce qui concerne l’Office de controˆle, il contribue à la diminution de la consommation en énergie en utilisant autant que possible des lampes économiques pour l’éclairage de ses locaux et en veillant à ce que son personnel éteigne complètement ordinateurs et imprimantes en cas de non-utilisation prolongée.

De Controledienst draagt bij tot een vermindering van het energieverbruik door zoveel als mogelijk spaarlampen te gebruiken voor de verlichting van zijn lokalen en ziet erop toe dat het personeel de computers en printers volledig uitschakelt als deze langdurig niet gebruikt worden.

2. Pour l’impact des mesures prises par le Fonds des maladies professionnelles sur la consommation en énergie et carburant, il est renvoyé à la réponse formulée par cet organisme.

2. Voor de impact van de maatregelen genomen door het Fonds voor de beroepsziekten inzake het energieen brandstofverbruik wordt verwezen naar het antwoord van deze instelling

4. L’Office de controˆle n’a jamais réalisé d’audit énergétique.

4. De Controledienst heeft nooit een energie-audit uitgevoerd

Banque-carrefour de la sécurité sociale

Kruispuntbank van de sociale zekerheid

1. Depuis 2003 la Banque-carrefour de la sécurité sociale a pris un certain nombre de mesures pour diminuer le gaspillage d’énergie (par exemple, la fermeture des radiateurs après les heures de travail, etc.).

1. De Kruispuntbank van de sociale zekerheid heeft sinds 2003 een aantal maatregelen getroffen om energieverspilling tegen te gaan (bijvoorbeeld door de radiatoren af te zetten na de werkuren, enzovoort).

En outre, certains investissements ont été réalisés pour diminuer la consommation d’énergie et les frais y relatifs, notamment l’achat et l’installation de nouvelles chaudières et de nouveaux appareils de chauffage.

Voorts werden er een aantal investeringen gedaan om het energieverbruik en de hiermee verbonden kosten te verlagen, onder meer de aankoop en de installatie van nieuwe verwarmingsketels en -toestellen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32320

2. Paradoxalement, les coûts liés à l’énergie ont augmenté mais ceci est principalement dû à l’augmentation du coût de l’énergie.

2. Paradoxaal genoeg zijn de energiekosten gestegen, maar dit is hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de energieprijs.

Vu la mission même de la Banque-carrefour de la sécurité sociale (coordonner les échanges électroniques de données sociales à caractère personnel dans le réseau de la sécurité sociale), il semble difficile de réduire la consommation actuelle d’énergie.

Gelet op de opdracht van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid (de coo¨rdinatie van de elektronische uitwisseling van sociale persoonsgegevens binnen het netwerk van de sociale zekerheid), lijkt het moeilijk om het huidige energieverbruik te verlagen.

Il convient en outre de signaler que les budgets attribués en matière d’approvisionnement en énergie ont augmenté ces dernières années.

Er dient tevens op gewezen te worden dat het toegekende budget inzake energievoorziening de laatste jaren verhoogd werd.

4. Jusqu’à ce jour, aucun audit en matière d’énergie n’a été réalisé.

4. Tot nu toe geen werd enkele energie-audit gerealiseerd.

DO 2006200709916

DO 2006200709916

Question no 594 de Mme Magda De Meyer du 8 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 594 van mevrouw Magda De Meyer van 8 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

INAMI. — Remboursement limité pour l’achat d’appareils auditifs.

RIZIV. — Beperkte terugbetaling bij de aanschaf van hoorapparaten.

On estime qu’il y aurait dans notre pays entre 800 000 et 1 million de malentendants. Seuls 150 000 d’entre eux utilisent des appareils auditifs; et ce principalement en raison du couˆt excessif restant à leur charge lors de l’acquisition de ces appareils. Pour bon nombre de sourds et de malentendants, ces appareils auditifs sont d’une importance capitale pour pouvoir fonctionner dans la société. Il s’agit généralement d’appareils de haute technologie extrêmement couˆteux, réalisés sur mesure pour les patients. Pour des raisons budgétaires, l’INAMI doit limiter ses interventions dans l’achat d’appareils auditifs classiques.

In ons land zijn naar schatting 800 000 tot 1 miljoen slechthorende Belgen. Slechts 150 000 daarvan gebruiken hoorapparaten; vooral omdat ze te veel moeten opleggen bij de aanschaf van deze apparaten. Hoorapparaten zijn voor vele doven en slechthorenden van levensbelang om te kunnen functioneren in de maatschappij. Vaak gaat het om dure hoogtechnologische toestellen die op maat van de patie¨nt werden gemaakt. Tegemoetkomingen in de aankoop van hoorapparaten via het RIZIV zijn voor de klassieke toestellen beperkt omwille van budgettaire redenen.

Il y a une différence de remboursement entre les « implants cochléaires » (des implants de haute technologie placés au cours d’une intervention chirurgicale) — qui sont intégralement remboursés par l’assurance obligatoire — et les appareils auditifs classiques. Pour ces derniers, un patient de moins de 18 ans obtient un remboursement plus élevé que celui dont bénéficie une personne plus aˆgée. La différence entre le prix réel d’un appareil auditif classique et le montant du remboursement est entièrement à charge du patient. Les contrats d’entretien, les assurances et les batteries font également grimper sensiblement la contribution personnelle du patient. Si l’INAMI n’est pas en mesure d’assurer le remboursement complet des appareils auditifs, c’est principalement en raison de ses moyens budgétaires limités. C’est pourquoi la « Commission de convention audiciens-organismes assureurs » a lancé un plan en plusieurs phases destiné à rendre le couˆt des appareils auditifs classiques progressivement

Er geldt een verschillende terugbetaling voor zogenaamde « cochleaire implantaten » (hoogtechnologische implantaten die geplaatst worden tijdens een chirurgische ingreep) — die integraal worden terugbetaald door de verplichte verzekering — en de klassieke hoorapparaten. Voor deze laatste hoorapparaten krijgt een patie¨nt jonger dan 18 jaar meer terugbetaald dan iemand die ouder is dan die leeftijd. Het verschil tussen de ree¨le aankoopprijs van een klassiek hoorapparaat en het terugbetalingsbedrag ervan valt volledig ten laste van de patie¨nt. Ook de onderhoudscontracten, de verzekeringen en de batterijen jagen de persoonlijke bijdrage van de patie¨nt de hoogte in. Het is vooral omwille van de beperkte budgettaire middelen dat het RIZIV niet kan voorzien in de volledige terugbetaling van hoorapparaten. Daarom werd een aantal jaren geleden door de « Overeenkomstencommissie audiciensverzekeringsinstellingen » gestart met een stappenplan


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32321

plus supportable pour le patient. Ce plan est toujours en cours (2005-2008).

om de kostprijs van klassieke hoorapparaten voor de patie¨nt geleidelijk aan draaglijker te maken. Dit plan loopt nog (2005-2008).

Depuis lors, des porteurs d’appareils auditifs ont signalé un nouveau problème. E´tant donné que les batteries des appareils ne fonctionnent qu’avec des piles au zinc couˆteuses et que depuis le 1er janvier 2007, elles sont soumises à une contribution de collecte et de recyclage (+ 21 % de TVA), le couˆt d’utilisation des appareils auditifs a augmenté en proportion. Bien que l’INAMI soit depuis des années au courant du problème du couˆt élevé des batteries, il ne peut à nouveau rien entreprendre pour des raisons budgétaires. Le relèvement de la TVA sur les batteries depuis le 1er janvier 2007 entraıˆne de nouveaux problèmes financiers pour les patients.

Inmiddels signaleren mensen met hoorapparaten een nieuw probleem. Gezien de batterijen in de apparaten enkel werken met dure zinkbatterijen en er sinds 1 januari 2007 een verzamelen recyclagebijdrage (+ 21 % btw) moet worden betaald, is de kostprijs voor het gebruik van de hoorapparaten navenant gestegen. Het RIZIV is ook al jaren op de hoogte van de problematiek van de hoge kostprijs van de batterijen, maar kan alweer om budgettaire redenen niks ondernemen. De btw-verhoging brengt sinds 1 januari 2007 nu nog extra financie¨le problemen met zich mee voor de patie¨nten inzake de batterijen.

1. Le plan en plusieurs phases destiné à rendre le couˆt des appareils auditifs plus supportable pour les patients a-t-il entre-temps déjà fait l’objet d’une évaluation intermédiaire ?

1. Is er al een tussentijdse evaluatie van het stappenplan om de betaalbaarheid van hoorapparaten voor patie¨nten draaglijker te maken ?

2. a) Quelles démarches l’INAMI pourrait-il entreprendre afin de réduire, pour le patient, le couˆt des batteries, qui sont d’une importance capitale dans le fonctionnement des appareils auditifs ?

2. a) Welke stappen kan het RIZIV zetten om ook de batterijen — cruciaal in de werking van hoorapparaten — goedkoper te maken voor de patie¨nten ?

b) Il y a quelques années, le ministre envisageait une réforme de la nomenclature afin de résoudre tous les problèmes d’accessibilité des patients aux prothèses auditives. Les batteries et l’entretien seraient intégrés dans l’assurance obligatoire.

b) Een paar jaar geleden dacht de minister nog na over de hervorming van de nomenclatuur zodat al de toegankelijkheidsproblemen van de patie¨nten tot gehoorprothesen zouden worden uitgeschakeld. De batterijen en het onderhoud zouden mee in de verplichte verzekering kunnen worden opgenomen.

Des progrès ont-ils déjà été réalisés à ce sujet ?

Werd hieromtrent al enige vooruitgang geboekt ?

3. Ne pourrait-on, à court terme, à tout le moins plaider au sein du gouvernement en faveur de la suppression de la contribution de collecte et de recyclage des batteries pour les patients porteurs d’appareils auditifs ?

3. Kan minimaal op korte termijn de kwijtschelding van de verzamelen recyclagebijdragen op batterijen voor patie¨nten met hoorapparaten bepleit worden binnen de regering ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 594 de Mme Magda De Meyer du 8 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 594 van mevrouw Magda De Meyer van 8 maart 2007 (N.) :

1. La Commission de convention audiciens — organismes assureurs a effectivement élaboré et proposé par le passé un plan de revalorisation du remboursement des appareils auditifs en 4 phases (2005-2008).

1. De overeenkomstencommissie audiciens — verzekeringsinstellingen heeft inderdaad in het verleden een herwaarderingsplan van de terugbetaling van de hoorapparaten opgesteld en voorgesteld. Dit plan bestond uit 4 stappen (2005-2008).

2. Les problématiques de l’entretien des appareils auditifs et du renouvellement fréquent des piles ne sont pas inconnues de la Commission de convention audiciens — organismes assureurs. Cependant, étant

2. De problematiek van het onderhoud van de hoorapparaten en van de frequente hernieuwing van de batterijen is de Overeenkomstencommissie audiciens — verzekeringsinstellingen niet onbekend.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32322

donné le cadre budgétaire limité, aucune initiative en la matière n’a été proposée par cette commission.

Sur la base de du résultat de cette étude et des recommandations que le Centre fédéral d’expertise me soumettra, je continuerai à consacrer mes efforts à un meilleur remboursement du coût des appareils auditifs par l’assurance obligatoire soins de santé. 3. La réponse à cette question relève de la compétence de mes collègues M. Verwilghen, ministre de l’Ećonomie (question no 575 du 27 avril 2007) et B. Tobback, ministre de l’Environnement (question no 125 du 27 avril 2007).

Gezien de beperkte budgettaire middelen werd er echter door de commissie geen enkel initiatief inzake deze materie genomen. Het RIZIV schat het noodzakelijke budget voor de totale dekking van de kost van de batterijen voor de apparaten die vandaag in omloop zijn, op meer dan 18 miljoen euro (maximalistische schatting). Het noodzakelijke budget voor de totale dekking van de kost voor het onderhoud van dezelfde apparaten, bedraagt meer dan 2 miljoen euro. Ter info betekent dit geraamde bedrag van meer dan 20 miljoen euro quasi een verdubbeling van het budget van de sector. Om de mogelijkheid tot het aanschaffen van gehoorapparaten te verbeteren, heb ik echter besloten om de leeftijdsgrens te verhogen van 12 tot 18 jaar wat betreft de terugbetaling van een voorkeurstarief in de kosten van een gehoorapparaat door de verplichte ziekteverzekering. Deze hervorming is van toepassing sinds 1 september 2006 en zal voor een deel de zware lasten verlichten van de ouders van leerplichtige adolescenten die houder zijn van een gehoorapparaat. Met dezelfde bedoeling om de situatie van slechthorenden te verbeteren, heb ik het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (www.kce.be) de opdracht gegeven een studie te maken naar de klinischeconomische doeltreffendheid van gehoorprothesen voor slechthorenden. De bedoeling van deze studie is enerzijds een vergelijking te maken van de kosten en de effectiviteit van de auditieve technologiee¨n en anderzijds de therapeutische noden van de patie¨nten af te toetsen aan de economische impact van de diverse technologische mogelijkheden. Op basis van de resultaten van deze studie en de aanbevelingen die het Kenniscentrum mij zal overmaken, wil ik mijn inspanningen verderzetten om tot een betere terugbetaling van de kosten van gehoorapparaten door de verplichte ziekteverzekering te komen. 3. Het antwoord op deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega’s M. Verwilghen, minister van Economie (vraag nr. 575 van 27 april 2007) en B. Tobback, minister van Leefmilieu (vraag nr. 125 van 27 april 2007).

DO 2006200709922

DO 2006200709922

Question no 596 de M. Luc Goutry du 12 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : INAMI. — Demande d’augmentation du remboursement des appareils auditifs. La perte de l’audition est un problème de santé largement sous-estimé. Une étude réalisée sur ce

Vraag nr. 596 van de heer Luc Goutry van 12 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : RIZIV. — Vraag naar betere terugbetaling van hoorapparaten. Gehoorverlies is een zwaar onderschat gezondheidsprobleem. Nochtans leert een onderzoek ons dat er in

L’INAMI estime que le budget nécessaire à la couverture totale du coût des piles pour les appareils aujourd’hui en circulation s’élèverait à plus de 18 millions d’euros (estimation maximaliste). Quant au budget nécessaire à la couverture totale du coût des entretiens pour ces mêmes appareils, il s’élèverait à plus de 2 millions d’euros. Pour information, ce montant estimé de plus de 20 millions d’euros représente quasiment un doublement du budget du secteur. Cependant, afin d’améliorer les possibilités d’appareillage, j’ai décidé d’augmenter de 12 à 18 ans l’aˆge limite donnant droit à un remboursement préférentiel de l’assurance obligatoire dans le coût d’un appareil auditif. Cette réforme est en vigueur depuis le 1er septembre 2006 et permet de partiellement soulager les parents ayant des enfants porteurs d’un appareil auditif et en pleine scolarité. Avec le même objectif d’améliorer la situation des malentendants, j’ai chargé le Centre fédéral d’expertise des soins de santé (www.kce.be) de réaliser une étude sur l’efficacité clinico-économique des prothèses auditives. L’objectif de cette étude est d’une part, de comparer le coût et l’efficacité des technologies auditives et d’autre part, de confronter les besoins thérapeutiques des patients à l’impact économique des diverses possibilités technologiques.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32323

problème a pourtant montré qu’en Belgique, un million de personnes sont plus ou moins malentendantes. De nombreux jeunes aussi sont touchés par ce grave problème. Heureusement, les techniques et la science progressent. La technologie numérique, par exemple, a permis de faire d’importants progrès au niveau de la suppression des bruits parasites et permet de travailler de manière plus individualisée. Ce point est très important pour les malentendants, aussi bien dans le cadre de leur bonne intégration dans la vie quotidienne que de leur participation la plus normale possible au processus de travail.

ons land een miljoen mensen zijn die in mindere of meerdere mate aan gehoorverlies lijden. Ook heel wat jonge mensen kampen met deze zware problematiek. Gelukkig staat de techniek en de wetenschap ook hier niet stil. Via onder meer digitale technologie boekt men een enorme vooruitgang inzake het onderdrukken van ongewenste geluiden en kan men meer op maat van de gebruiker werken. Dit is zeer belangrijk voor een gehoorgestoorde, zowel met het oog op een goede integratie in het dagelijks leven, alsook op vlak van een zo normaal mogelijke deelname aan het arbeidsproces.

Ces développements technologiques sophistiqués sont bien suˆr très couˆteux. Les Fonds wallon et flamand, ne prévoient pas d’intervention dans l’achat de ces appareils aux prix astronomiques. Toutes les interventions, qui sont par ailleurs très limitées, passent par l’INAMI.

Deze geavanceerde technologische ontwikkelingen hebben natuurlijk ook hun grote kostprijs. Het Vlaams of Waals Fonds voorzien niet in tegemoetkomingen in de aankoop van deze peperdure apparaten. Alle tegemoetkomingen, die trouwens sterk gelimiteerd zijn, gebeuren via het RIZIV.

De ce fait, l’intervention personnelle des utilisateurs de ces appareils dans leur couˆt ne cesse d’augmenter. L’assurance maladie dépense des sommes énormes dont on ne sait parfois même pas si elles le sont à bon escient ou si elles sont réellement justifiées. Dans le cas qui nous occupe, le besoin peut être déterminé objectivement et être parfaitement étayé sur le plan médical. Les appareils auditifs représentent aussi un maillon indispensable du processus de revalidation et contribuent partant directement à l’activation des personnes malentendantes. Enfin, une autre limitation importante est celle liée au délai de renouvellement de 5 ans dans le cas des adultes. Ces appareils qui fonctionnent en continu 16 heures par jour sont forcément usés avant ce délai. Il s’avère aussi, que plus ces appareils sont parfois sophistiqués, plus ils sont fragiles et plus leur durée de vie est courte. 1. Eˆtes-vous au courant de ce problème et quel est votre point de vue à ce sujet ?

Hierdoor groeit steeds maar het persoonlijk aandeel dat door de gebruikers zelf moet betaald worden. We geven in de ziekteverzekering enorme bedragen uit waarvan we soms zelfs niet weten of het doelmatig en verantwoord is. Hier betreft het een objectief vast te stellen behoefte die volledig medisch onderbouwd is. Bovendien is zo’n apparaat een onmisbare schakel in het revalidatieproces en draagt het dus rechtstreeks bij tot een activering van gehoorgestoorde mensen. Tenslotte is er dan nog een belangrijke bijkomende beperking omdat de hernieuwingstermijn voor volwassenen vijf jaar bedraagt. Deze apparaten worden continu 16 uren per dag gebruikt en verslijten dus onvermijdelijk sneller dan de vooropgestelde termijn. Bovendien blijkt het soms hoe gesofistikeerder zo’n apparaten zijn, des te kwetsbaarder en vergankelijker ze ook zijn.

2. a) Des modalités de remboursement plus élevé sontelles à l’étude actuellement ?

2. a) Wordt er actueel aandacht besteed aan het onderzoeken van mogelijkheden tot een betere terugbetaling ?

b) Ou` en est-on à ce niveau ?

b) Hoever staat het hiermee ?

3. a) Eˆtes-vous d’accord avec le fait que le délai de renouvellement actuel de cinq ans imposé aux adultes est trop long ?

3. a) Gaat u akkoord met de stelling dat de actuele hernieuwingstermijn van vijf jaar voor volwassenen te lang is ?

b) Le cas échéant, une solution est-elle envisagée ?

b) Wordt hier desgevallend iets aan gedaan ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 596 de M. Luc Goutry du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 596 van de heer Luc Goutry van 12 maart 2007 (N.) :

1. Afin d’améliorer les possibilités d’appareillage, j’ai déjà décidé d’augmenter de 12 à 18 ans l’aˆge limite

1. Om de mogelijkheid tot het aanschaffen van gehoorapparaten te verbeteren, heb ik reeds besloten


2006

1. Bent u op de hoogte van deze problematiek en welk standpunt neemt u hier tegenover in ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32324

donnant droit à un remboursement préférentiel de l’assurance obligatoire dans le coût d’un appareil auditif. Cette réforme est en vigueur depuis le 1er septembre 2006 et permet de partiellement soulager les parents ayant des enfants porteurs d’un appareil auditif et en pleine scolarité.

om de leeftijdsgrens te verhogen van 12 tot 18 jaar wat betreft de terugbetaling van een voorkeurstarief in de kosten van een gehoorapparaat door de verplichte ziekteverzekering. Deze hervorming is van toepassing sinds 1 september 2006 en zal voor een deel de zware lasten verlichten van de ouders van leerplichtige adolescenten die houder zijn van een gehoorapparaat.

Avec le même objectif d’améliorer la situation des malentendants, j’ai chargé le Centre Fédéral d’Expertise des Soins de Santé (www.kce.be) de réaliser une étude sur l’efficacité clinico-économique des prothèses auditives. L’objectif de cette étude est d’une part, de comparer le coût et l’efficacité des technologies auditives et d’autre part, de confronter les besoins thérapeutiques des patients à l’impact économique des diverses possibilités technologiques.

Met dezelfde bedoeling om de situatie van slechthorenden te verbeteren, heb ik het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (www.kce.be) de opdracht gegeven een studie te maken naar de klinischeconomische doeltreffendheid van gehoorprothesen voor slechthorenden. De bedoeling van deze studie is enerzijds een vergelijking te maken van de kosten en de effectiviteit van de auditieve technologiee¨n en anderzijds de therapeutische noden van de patie¨nten af te toetsen aan de economische impact van de diverse technologische mogelijkheden.

Sur la base du résultat de cette étude et des recommandations que le Centre Fédéral d’Expertise me soumettra, je continuerai à consacrer mes efforts à un meilleur remboursement du coût des appareils auditifs par l’assurance obligatoire soins de santé.

Op basis van de resultaten van deze studie en de aanbevelingen die het Kenniscentrum mij zal overmaken, wil ik mijn inspanningen verderzetten om tot een betere terugbetaling van de kosten van gehoorapparaten door de verplichte ziekteverzekering te komen.

2. Le délai de renouvellement actuel de 5 ans pour les adultes est un délai réaliste. Ce délai de renouvellement a été fixé sur la base des besoins des personnes avec pertes auditives évolutives, sur la base de d’un usage intensif de l’appareil à l’extérieur, etc. Ce délai est le délai qui est appliqué dans la plupart des pays.

2. De actuele hernieuwingstermijn van 5 jaar voor volwassenen is een realistische termijn. De hernieuwingstermijn is vastgelegd op basis van personen met evolutieve gehoorverliezen, intensief gebruik van hoortoestellen buitenshuis, enzovoort. Het is een termijn die in de meeste landen wordt toegepast.

Un renouvellement anticipé de l’appareil auditif est de toute façon toujours possible en cas d’aggravation d’au moins 20 dB de l’audition de l’utilisateur.

Een hernieuwing van het hoorapparaat is trouwens vroeger mogelijk indien bij de gebruiker een verergering van het gehoor optreedt van ten minste 20 dB.

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 599 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 599 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

E´mission de CO2 des cellules stratégiques.


L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2.


` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.



2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32325

2. a) Y-a-t-il une part d’énergie verte dans la consommation de la cellule stratégique et de l’administration ? ` quel pourcentage s’élève l’énergie verte dans la b) A consommation totale, respectivement en 2005 et en 2006 ?






4. a) Combien de vols est-ce que le/la ministre/ secrétaire d’E´tat a exécuté à titre professionnel (respectivement en 2005 et en 2006) ? ` combien de kilomètres correspondent ces vols ? b) A














8. a) Combien de voitures achetées ou louées depuis juin 2004 correspondaient aux normes environnementales ? ` quelles normes environnementales ? b) A








Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 599 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 599 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer les renseignements suivants.

In antwoord op uw vraag heb ik de eer u volgende inlichtingen mee te delen.


2006




2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32326

En ce qui concerne le SPF Sécurité Sociale. 1. Chiffre total pour 2005 pour tous les baˆtiments : 4 885 918,41 KW. Un service extérieur n’est pas compris : l’Inspection Sociale Bruxelles, parce qu’il n’y a pas de mesurages séparés (le baˆtiment est partagé avec d’autres occupants) — sa consommation est cependant marginale par rapport à la consommation totale. Pour 2006 aucun chiffre fiable n’est disponible, étant donné qu’E´lectrabel n’a pas encore établi de décomptes finaux. Il n’y a aucune raison que la consommation de 2006 soit sensiblement différente de celle de 2005. 2. a) E´tant donné qu’E´lectrabel est notre fournisseur d’énergie, seule cette société peut répondre à cette question. Le SPF Sécurité Sociale ne dispose d’aucune donnée. b) Voir réponse à la question précédente. 3 et 4. a) et b) ne concernent pas le SPF. 5. E´tant donné que le SPF Sécurité Sociale n’a aucun baˆtiment en propriété — ils sont mis à sa disposition par la Régie des Baˆtiments : il ne peut pas effectuer d’interventions structurelles afin d’économiser de l’énergie. Au cours de l’année 2006, un groupe de travail a été créé afin de formuler des propositions en ce qui concerne des campagnes de sensibilisation du personnel, (par exemple éteindre les lumières dans les bureaux, éteindre les PC en cas d’absence, ne pas prendre le monte-charge pour le transport de personnes, etc.) 6. Le SPF Sécurité Sociale s’engage à controˆler lors du renouvellement d’un véhicule que les directives de la circulaire 307quater soient respectées, en d’autres mots que la moitié des nouveaux véhicules présentent une production de CO2 inférieure aux normes. 7. Le SPF a acheté une seule voiture au cours de la législature, à savoir en 2005. Toutes les autres voitures sont en leasing pour une période de 4 ans — voir tableau. 8. a) Tableau des voitures acquises après 2004. SPF Sécurité Sociale — voitures de tourisme Propriétaire — Eigendom

Marque — Merk

Ećonomat. — Econo- Renault maat .......................... Leasing ...................... Peugeot


Modèle — Model

Met betrekking tot de FOD Sociale Zekerheid. 1. Totaalcijfer 2005 voor alle gebouwen samen — 4 885 918,41 KW. Hier is één buitendienst niet inbegrepen : de Sociale Inspectie Brussel omdat er geen gescheiden meteropname is (wordt met verschillende gebruikers gedeeld) — is echter marginaal in het totale verbruik. Voor 2006 zijn nog geen betrouwbare cijfers voorhanden gezien Electrabel nog geen eindafrekeningen 2006 heeft opgemaakt. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het verbruik 2006 merkelijk zal verschillend zijn van 2005. 2. a) Aangezien Electrabel onze energieleverancier is, kunnen alleen zij daarop antwoorden. De FOD Sociale Zekerheid beschikt niet over gegevens. b) Zie antwoord op vorige vraag. 3 et 4. a) en b) Niet van toepassing op de FOD. 5. Aangezien de FOD Sociale zekerheid niet over eigen gebouwen beschikt, maar deze worden ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, kan zij zelf geen bouwkundige structurele ingrepen verwezenlijken om energie te besparen. In de loop van 2006 werd een werkgroep opgericht om voorstellen te formuleren inzake sensibiliseringscampagnes naar het personeel toe. (bijvoorbeeld lichten doven in burelen, pc afzetten bij afwezigheid, goederenliften niet gebruiken voor personentransport, enzovoort). 6. De FOD Sociale Zekerheid ziet er strikt op toe dat bij elke hernieuwing van een voertuig van het wagenpark de richtlijnen van de omzendbrief 307quater worden nageleefd, dat met andere woorden minstens de helft van de nieuw aangeschafte voertuigen de voorgestelde CO2 norm niet overtreft. 7. Er werd effectief slechts één voertuig aangekocht tijdens de legislatuur, namelijk in 2005. Alle andere wagens werden via leasing aangeschaft. De leaseperiode bedraagt telkens 4 jaar — zie tabel verderop 8. a) Zie tabel personenwagens aangeschaft na juni 2004. FOD Sociale Zekerheid — personenwagens

Carburant — Brandstof

Mise en service Numéro plaque — — Ingebruik Plaatnummer

CO2 gr/km

Laguna 2.2 D

Diesel

27/09/2005

TNP166

152

307 1,6 HDI

Diesel

28/03/2006

TIN452

129

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32327

Propriétaire — Eigendom

Marque — Merk

Modèle — Model

Carburant — Brandstof

Leasing Leasing Leasing Leasing

...................... ...................... ...................... ......................

Peugeot VW Peugeot Peugeot

307 1,6 HDI Golf plus 1,9 TDI 307 1,6 HDI 307 1,6 HDI SW

Diesel Diesel Diesel Diesel

Leasing Leasing Leasing Leasing Leasing

(DG’S) (DG’S) (DG’S) (DG’S) (DG’S)

VW Passat Volvo Peugeot Volvo Mercedes

A4 1,9 TDI S80 2,4 D 407 2,0 D S40 2,0D CLK 220 CDI

Diesel Diesel Diesel Diesel Diesel

.......... .......... .......... .......... ..........

Mise en service Numéro plaque — — Ingebruik Plaatnummer 29/03/2006 28/03/2006 12/06/2006 2007 (à livrer) — 2007 (nog te leveren) 28/06/2005 23/02/2006 22/04/2006 30/05/2006 7/11/2006

CO2 gr/km

TIN456 TKU605 VHX974

129 146 129 134

LLI162 VBN810 VFM776 VJQ647 VXT846

154 244 155 148 169

b) Circulaire 307quater de 2004 — 145 gr/km pour diesel.

b) Omzendbrief 307quater van 2004 — 145 gram/km voor diesels.

9. a) Trois :

9. a) Drie :

1) achat système de classement pour la DG indépendant;

1) de aankoop van een klassementsysteem voor DG zelfstandigen;

2) acquisition par leasing d’une Peugeot 307SW break;

2) de aanschaf via leasing van een Peugeot break 307 SW;

3) achat de 3 photocopieuses.

3) de aankoop van 3 fotokopietoestellen.

b) 1) procédure de négociation avec publication préalable;

b) 1) onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;

2) procédure de négociation sans publication préalable;

2) onderhandelingsprocedure gaande bekendmaking;

3) choix via les contrats FOR CMS.

3) keuze via de FOR CMS contracten.

c) 1) Pas applicable.

zonder

vooraf-

c) 1) Niet van toepassing.

2) Il est tenu compte des dispositions de la circulaire 307quater concernant les normes CO2.

2) Er wordt rekening gehouden met de bepalingen van de omzendbrief 307quater inzake CO2 normen.

3) Pas applicable.

3) Niet van toepassing.

DO 2006200709643

DO 2006200709643

Question no 600 de M. Dirk Claes du 20 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 600 van de heer Dirk Claes van 20 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Travail d’étudiant. — Nombre d’étudiants employés.

Studentenarbeid. — Aantal tewerkgestelde studenten.

La nouvelle réglementation autorise les étudiants jobistes à se livrer à des activités d’appoint à raison de 46 jours par an. Dans ce cadre, l’étudiant bénéficiera d’un taux de cotisation à la sécurité sociale réduit. Lesdits 46 jours sont répartis en deux périodes de

Sinds de nieuwe regeling mogen jobstudenten gedurende 46 dagen per jaar bijklussen en dit aan een beperkt sociaalzekerheidstarief. Deze 46 dagen zijn opgedeeld in tweemaal maximaal 23 dagen, binnen en buiten de zomerperiode (van juli tot september). In


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32328

23 jours au maximum, l’une se limitant aux mois d’été (juillet, aouˆt et septembre), l’autre aux autres mois de l’année. Durant cette période, la cotisation à la sécurité sociale sera réduite, tant pour le travailleur que pour l’employeur. Or, dès que le plafond légal de jours autorisés est dépassé, il faut verser rétroactivement les cotisations sociales dues pour les revenus découlant du travail effectué.

deze periode is dan ook enkel een beperkte solidariteitsbijdrage verschuldigd, zowel ten laste van de werknemer als de werkgever. Wordt dit maximum aantal dagen overschreden, dan dient men met terugwerkende kracht sociale bijdragen te betalen op zijn verdiensten.

De même, certaines restrictions ont été imposées en matière d’allocations familiales et en matière de conditions pour rester fiscalement à charge des parents.

Voor de toekenning van de kinderbijslag, alsook de fiscale tenlasteneming voor de ouders, zijn er een aantal beperkingen.

1. Combien d’étudiants ont été employés en 2006 avec un contrat de travail d’étudiant, et combien de jours de travail ont-ils effectués ?

1. Hoeveel studenten werden in het statuut studentenarbeid in 2006 tewerkgesteld en hoeveel dagen werden er gepresteerd ?

2. a) Combien d’étudiants ont travaillé plus de 23 jours durant les mois de vacances d’été en 2006 ?

2. a) Hoeveel studenten hebben in 2006 meer dan 23 dagen gewerkt tijdens de zogenaamde zomervakantiemaanden ?

b) Se sont-ils tous vu présenter le décompte des charges sociales supplémentaires à payer ?

b) Hebben zij allen een bijkomende afrekening gekregen van sociale lasten ?

c) Quel était ce montant total duˆ, pour l’employeur comme pour l’étudiant ?

c) Hoeveel bedroeg dit totaal zowel voor de werkgever als voor de student ?

3. a) Combien d’étudiants ont travaillé plus de 23 jours durant les autres mois de l’année en 2006, c’est-àdire en dehors des vacances d’été ?

3. a) Hoeveel studenten hebben in 2006 meer dan 23 dagen gewerkt tijdens de andere maanden buiten de zomervakantiemaanden ?

b) Se sont-ils tous vu présenter le décompte des charges sociales supplémentaires à payer ?

b) Hebben zij allen een bijkomende afrekening gekregen van de sociale lasten ?

c) Quel était ce montant total duˆ, pour l’employeur comme pour l’étudiant ?

c) Hoeveel bedroeg dit totaal, zowel voor de werkgever als voor de student ?

4. Combien d’étudiants ont travaillé en tout plus de 46 jours durant toute l’année 2006 ?

4. Hoeveel studenten hebben op een gans jaar meer dan 46 dagen gewerkt in 2006 ?

5. a) Envisagez-vous encore de remoduler la période de travail autorisée en comptant en heures plutoˆt qu’en jours ?

5. a) Overweegt u nog een aanpassing naar maximaal aantal uren in plaats van in dagen ?

b) Dans l’affirmative, quand ce remodelage aura-t-il lieu ?

b) Zo ja, wanneer ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 600 de M. Dirk Claes du 20 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 600 van de heer Dirk Claes van 20 maart 2007 (N.) :

Je peux vous communiquer que, pour l’année 2006, l’Office national de sécurité sociale ne dispose actuellement de données au sujet du nombre d’étudiants occupés et du nombre de jours de prestations que pour le premier et le deuxième trimestre.

Ik kan u meedelen dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor wat het jaar 2006 betreft momenteel enkel voor het eerste en het tweede kwartaal over gegevens beschikt betreffende het aantal tewerkgestelde studenten en het aantal gepresteerde dagen.

En ce qui concerne le dépassement de la limite de (2x) 23 jours, un controˆle trimestriel et portant sur plusieurs employeurs n’a été effectué jusqu’à présent

Wat betreft het overschrijden van de grens van (2x) 23 dagen gebeurde tot op heden enkel voor 2005 (vanaf 1 juli 2005, meer bepaald de datum vanaf


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32329

que pour 2005 (à partir du 1er juillet 2005, à savoir la date à laquelle la nouvelle réglementation est entrée en vigueur). 1. Nombre d’étudiants + nombre de jours Trimestre — Kwartaal 2005/3 2005/4 2006/1 2006/2

wanneer de nieuwe regeling in voege is getreden) een kwartaal- en werkgeversoverschrijdende controle. 1. Aantal studenten + aantal dagen

Nombre d’étudiants — Aantal studenten 327 827 41 872 36 122 66 390

2. a) Au cours du troisième trimestre de 2005, 3 498 étudiants ont travaillé plus de 23 jours. b) Pour autant que des régularisations aient été effectuées à ce sujet, elles ont été ou sont à nouveau annulées. c) Compte tenu de la réponse à la question 2. b), ces données ne sont pas disponibles. 3. a) Au cours du quatrième trimestre de 2005, 58 étudiants ont travaillé plus de 23 jours. b) Pour autant que des régularisations aient été effectuées à ce sujet, elles ont été ou sont à nouveau annulées. c) Compte tenu de la réponse à la question 3. b), ces données ne sont pas disponibles. 4. Au cours du troisième et du quatrième trimestre de 2005, 140 étudiants ont travaillé plus de 46 jours.

Nombre de jours — Aantal dagen 4 998 900 260 300 184 100 381 400

2. a) Tijdens het derde kwartaal van 2005 hebben 3 498 studenten meer dan 23 dagen gewerkt. b) Voor zover hiervoor regularisaties zouden zijn opgesteld werden of worden ze terug geannuleerd. c) Gelet op het antwoord op vraag 2. b) zijn deze gegevens niet beschikbaar. 3. a) Tijdens het vierde kwartaal van 2005 hebben 58 studenten meer dan 23 dagen gewerkt. b) Voor zover hiervoor regularisaties zouden zijn opgesteld werden of worden ze terug geannuleerd.

5. Le Conseil national du travail évaluera la réglementation actuelle et, avec l’accord des ministres compétents, un groupe de travail sera créé afin d’examiner les moyens de controˆle adéquats pouvant être mis à la disposition des employeurs en ce qui concerne le dépassement ou non du nombre autorisé de jours de travail pour les étudiants.

c) Gelet op het antwoord op vraag 3. b) zijn deze gegevens niet beschikbaar. 4. Tijdens het derde en het vierde kwartaal van 2005 hebben 140 studenten meer dan 46 dagen gewerkt. 5. De Nationale Arbeidsraad zal de huidige regelgeving evalueren en, met akkoord van de bevoegde ministers, zal er een werkgroep opgericht worden die zal onderzoeken hoe aan de werkgevers passende controlemiddelen kunnen aangereikt worden op de al dan niet overschrijding van het toegelaten contingent aan dagen van de studenten.

DO 2006200710013

DO 2006200710013

Question no 601 de Mme Maggie De Block du 20 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Secteur agricole et horticole. — Déclaration trimestrielle à l’ONSS pour les travailleurs saisonniers. Les employeurs du secteur agricole et horticole complètent quotidiennement une déclaration Dimona

Vraag nr. 601 van mevrouw Maggie De Block van 20 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Land- en tuinbouwsector. — Kwartaalaangifte aan de RSZ voor seizoenarbeiders. In de landen tuinbouw doen werkgevers dagelijks een Dimona-aangifte voor hun seizoenwerknemers.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32330

pour leurs travailleurs saisonniers. Les cotisations sociales à verser pour ces travailleurs sont calculées sur la base d’un salaire journalier forfaitaire. On peut dès lors s’interroger sur l’utilité des déclarations trimestrielles à l’ONSS pour les travailleurs saisonniers.

De sociale bijdragen voor deze werknemers worden berekend op een forfaitair dagloon. Bijgevolg rijst de vraag naar het nut van de kwartaalaangiften aan de RSZ voor seizoenwerknemers.

1. Quelle est encore à l’heure actuelle l’utilité de la déclaration trimestrielle pour les travailleurs saisonniers ?

1. Wat is momenteel nog de meerwaarde van de kwartaalaangifte voor seizoenwerknemers ?

2. a) Estimez-vous qu’il est possible de supprimer cette obligation administrative ?

2. a) Is er volgens u een mogelijkheid om deze administratieve verplichting af te schaffen ?

b) Dans l’affirmative, quelles conditions devraient alors être remplies ?

b) Zo ja, welke voorwaarden moeten dan vervuld worden ?

3. a) Avez-vous déjà rencontré le secrétaire d’E´tat à la simplification administrative à ce sujet ?

3. a) Heeft u hierover al gesprekken gevoerd met de staatssecretaris voor administratieve Vereenvoudiging ?

b) Dans l’affirmative, à quelles conclusions avez-vous abouti ?

b) Zo ja, wat waren de bevindingen ?

c) Dans la négative, envisagez-vous de discuter de cette question prochainement ?

c) Zo neen, overweegt u alsnog op korte termijn hierover gesprekken op te starten ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 601 de Mme Maggie De Block du 20 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 601 van mevrouw Maggie De Block van 20 maart 2007 (N.) :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer les informations suivantes.

Als antwoord op uw vraag, deel ik u het volgende mee.

1. Pour la réponse à cette question, je vous renvoie à la réponse à la question parlementaire no 564 du 16 janvier 2007 dans laquelle la même problématique est abordée. (Questions et Réponses, Chambre, 20062007, no 161, p. 31435.)

1. Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik graag naar het antwoord op de parlementaire vraag nr. 564 van 16 januari 2007 waarin dezelfde problematiek aan bod komt. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 161, blz. 31435.)

Comme il a déjà été répondu à la question parlementaire précitée, la plus-value que constituent les déclarations trimestrielles pour les travailleurs saisonniers réside actuellement dans le fait que ces déclarations soutiennent les déclarations DIMONA. En effet, le système DIMONA n’est pas encore suffisamment stabilisé pour le moment. L’application est affinée afin d’encore augmenter sa convivialité et entre autres la manière d’éviter certaines erreurs ou doubles déclarations à l’avenir est également examinée.

Zoals reeds geantwoord op voornoemde parlementaire vraag, ligt de meerwaarde van de kwartaalaangiftes voor seizoenwerknemers op dit ogenblik in het feit dat deze aangiftes de DIMONA-aangiftes mede ondersteunen. Het DIMONA-systeem is op dit ogenblik immers nog niet voldoende gestabiliseerd. De toepassing wordt verder verfijnd om deze nog gebruiksvriendelijker te maken en er wordt onder andere ook nagegaan hoe bepaalde vergissingen of dubbele aangiftes in de toekomst kunnen vermeden worden.

2. Il est nécessaire d’attendre les résultats de l’analyse de l’Office national de sécurité sociale, comme il a été signalé dans la réponse à la question parlementaire précitée, avant de décider de la possibilité de supprimer l’obligation administrative de déclarations trimestrielles. 3. E´tant donné que la décision au sujet de la suppression des déclarations trimestrielles pour les travailleurs saisonniers n’est pas encore envisagée, des discussions n’ont pas été poursuivies en la matière.

2. Het is noodzakelijk de resultaten van de analyse van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals vermeld in het antwoord op voornoemde parlementaire vraag, af te wachten, alvorens te beslissen over de mogelijkheid om de administratieve verplichting van de kwartaalaangiftes af te schaffen.


2006

3. Aangezien de beslissing omtrent de afschaffing van de kwartaalaangiftes voor seizoenwerknemers nog niet aan de orde is, werden hierover nog geen verdere gesprekken gevoerd. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32331

DO 2006200710020

DO 2006200710020

Question no 602 de M. Charles Michel du 20 mars 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 602 van de heer Charles Michel van 20 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Allocations d’intégration pour personnes handicapées.

Integratietegemoetkomingen voor personen met een handicap.

La loi du 27 février 1987 régit les différentes allocations accordées aux personnes handicapées. Des conditions de revenu sont posées pour pouvoir obtenir ces allocations.

De wet van 27 februari 1987 regelt de diverse tegemoetkomingen voor personen met een handicap. Om die tegemoetkomingen te kunnen genieten moeten de gerechtigden aan bepaalde inkomensvoorwaarden voldoen.

Les allocations ne peuvent en particulier être accordées si le montant du revenu de la personne handicapée et le montant du revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage dépasse certains montants.

Meer bepaald kunnen de tegemoetkomingen enkel toegekend worden indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap en het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden vormt, bepaalde bedragen niet overschrijdt.

Les arrêtés d’exécution de cette loi disposent que le revenu à prendre en considération est le montant du salaire imposable de la deuxième année précédente.

De uitvoeringsbesluiten van die wet bepalen dat dat inkomen wordt vastgesteld op grond van het belastbaar loon van het jaar -2.

On peut regretter qu’une telle année antérieure de référence ait été prévue pour l’attribution des allocations. La situation financière des bénéficiaires ou de la personne avec laquelle ils forment un ménage peut dans certains cas avoir fortement changé en deux ans, suit par exemple à la perte d’un emploi. Certaines circonstances peuvent aussi justifier la perception une année donnée de revenus plus importants (exemple : perception d’une indemnité de rupture), alors que deux ans plus tard la situation de l’intéressé est beaucoup plus difficile sur le plan financier.

Het valt te betreuren dat die tegemoetkomingen op grond van dat vroegere referentiejaar worden toegekend. De financie¨le toestand van de begunstigden of van de persoon met wie ze een huishouden vormen, kan in de loop van twee jaar sterk veranderd zijn, bijvoorbeeld wanneer een van hen zonder werk valt. Als gevolg van bepaalde omstandigheden kunnen de inkomsten voor een gegeven jaar gevoelig hoger liggen (bijvoorbeeld door de ontvangst van een verbrekingsvergoeding), terwijl de betrokkene het twee jaar later financieel veel moeilijker kan hebben.

1. Des mécanismes n’ont-il pas été mis en place afin de prendre en compte de telles situations ?

1. Werden er geen mechanismen op poten gezet om dergelijke toestanden in aanmerking te nemen ?

2. Dans la négative, ne pouvez-vous envisager de mettre en place des mesures permettant de mieux prendre en compte la situation actuelle de la personne dans le cadre de l’octroi des allocations aux personnes handicapées ?

2. Zo nee, kan u geen maatregelen treffen om bij het toekennen van tegemoetkomingen aan personen met een handicap meer rekening te houden met de feitelijke toestand van de rechthebbende ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 602 de M. Charles Michel du 20 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 602 van de heer Charles Michel van 20 maart 2007 (Fr.) :

J’ai l’honneur de vous informer que le contenu de votre question relève de la compétence exclusive de ma collègue, Mme Gisèle Mandaila, secrétaire d’E´tat aux personnes handicapées. (Question no 109 du 24 avril 2007.)

Ik heb de eer u te laten weten dat de inhoud van uw vraag tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van mijn collega mevrouw Gisèle Mandaila, staatssecretaris voor Personen met een Handicap. (Vraag nr. 109 van 24 april 2007.)


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32332

DO 2006200710036

DO 2006200710036

Question no 605 de M. Hendrik Bogaert du 22 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 605 van de heer Hendrik Bogaert van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Allocations familiales pour familles monoparentales.

Verhoogde kinderbijslag bij eenoudergezinnen.

1. Pouvez-vous fournir des précisions en ce qui concerne la mesure visant à octroyer une allocation familiale supplémentaire de 20 euros aux parents isolés ?

1. Kan u toelichting geven bij de maatregel om alleenstaande ouders 20 euro per kind per jaar extra kinderbijslag te geven ?

2. Quelle serait l’incidence budgétaire de cette mesure ?

2. Wat zou de budgettaire impact daarvan zijn ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 605 de M. Hendrik Bogaert du 22 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 605 van de heer Hendrik Bogaert van 22 maart 2007 (N.) :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer ci-après les informations demandées.

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u de volgende inlichtingen mee te delen.

1. Le gouvernement a décidé d’accorder, à partir du 1er juin 2007, une augmentation des allocations familiales en faveur de certaines familles monoparentales.

1. De regering heeft beslist de kinderbijslag voor bepaalde eenoudergezinnen vanaf 1 juni 2007 te verhogen.

Cette mesure tend ainsi à répondre aux remarques du rapport général sur la pauvreté concernant le risque de pauvreté accru pour les familles monoparentales. Elle donne également suite à une des conclusions des états généraux des familles qui soulignait que les suppléments sociaux devaient aller aux familles qui en ont le plus besoin, notamment les familles monoparentales.

Met deze maatregel is het de bedoeling gevolg te geven aan de opmerkingen in het algemeen verslag over de armoede, wat betreft het verhoogd armoederisico bij eenoudergezinnen. Ze sluit ook aan bij één van de conclusies van de staten-generaal van het gezin, waarin werd benadrukt dat de sociale toeslagen de gezinnen die ze het meest nodig hebben ten goede moeten komen, namelijk eenoudergezinnen.

La mesure concerne plus de 63 000 enfants si l’on prend en considération uniquement le régime des travailleurs salariés. Ce chiffre s’élève à 90 000 si l’on tient compte également du régime des indépendants, des fonctionnaires et des prestations familiales garanties.

De maatregel heeft betrekking op 63 000 kinderen, enkel in de werknemersregeling. Dit cijfer loopt op tot 90 000 wanneer men ook rekening houdt met de regeling voor zelfstandigen, ambtenaren en met de gewaarborgde gezinsbijslag.

Le montant du supplément d’allocations familiales est fixé à 20 euros par mois et par enfant. Il est accordé à l’allocataire — c’est-à-dire la personne qui élève l’enfant et à qui les allocations familiales sont payées — qui n’est pas marié (sauf si le mariage est suivi d’une séparation de fait) et qui ne forme pas un ménage de fait.

Het bedrag van de bijslag bij de kinderbijslag bedraagt 20 euro per maand en per kind. Ze wordt toegekend aan de bijslagtrekkende — namelijk de persoon die het kind opvoedt en aan wie de kinderbijslag wordt uitgekeerd — die niet gehuwd is (behalve indien een feitelijke scheiding op het huwelijk volgt) en die geen feitelijk gezin vormt.

Par ailleurs, afin de garantir que le supplément soit accordé aux familles monoparentales qui se trouvent dans des situations financières les plus dignes d’intérêt, un plafond de revenus maximum conditionnant l’octroi dudit supplément a été imposé à l’allocataire. Ce dernier ne peut bénéficier de revenus professionnels et/ ou de remplacement dépassant 1 740,15 euros bruts par mois. Ce plafond de revenus est similaire à celui qui est applicable à l’égard de l’attributaire (personne qui ouvre le droit aux allocations familiales) vivant

Overigens, om te garanderen dat de bijslag wordt toegekend aan eenoudergezinnen die zich in de meest behartigenswaardige financie¨le situatie bevinden, geldt voor de bijslagtrekkende een inkomensgrens, die bepalend is voor de toekenning van bedoelde bijslag. De bijslagtrekkende mag niet genieten van een beroepsen/of vervangingsinkomen dat hoger ligt dan 1 740,15 euro bruto per maand. Deze inkomensgrens is dezelfde voor de rechthebbende (persoon die het recht op kinderbijslag doet ontstaan) die met zijn


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32333

seul avec ses enfants, dans le cadre de l’octroi des suppléments sociaux. Il correspond au montant journalier maximum de l’indemnité d’invalidité pour le travailleur ayant des personnes à charge, multiplié par 27.

kinderen alleen woont, in het kader van de toekenning van de sociale toeslagen. Deze grens stemt overeen met het maximaal dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor de werknemer met personen ten laste, vermenigvuldigd met 27.

Les familles monoparentales qui bénéficient déjà de suppléments sociaux ont également droit à une augmentation de ces suppléments à partir du troisième enfant, portant ceux-ci à 20 euros. Pour les premiers et deuxièmes enfants, les suppléments sociaux sont en effet supérieurs à 20 euros de sorte que la nouvelle mesure ne leur est pas applicable; il en va de même pour les orphelins bénéficiant d’un taux majoré largement supérieur à 20 euros.

Eenoudergezinnen die reeds genieten van sociale toeslagen hebben ook recht op een verhoging van deze toeslagen vanaf het derde kind, waarbij deze toeslagen worden verhoogd tot 20 euro. Voor de eerste en tweede kinderen liggen inderdaad de sociale toeslagen hoger dan 20 euro, zodat de nieuwe maatregel niet op hen van toepassing is; hetzelfde geldt voor de wezen die genieten van een hoger bedrag ver boven 20 euro.

2. Suivant l’estimation budgétaire réalisée par l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés, le coût de l’augmentation accordée aux familles monoparentales relevant du régime des travailleurs salariés et du régime des prestations familiales garanties s’élève à 14 988 551 euros par année (8 743 321 euros pour l’année 2007 étant donné que le supplément sera accordé pour la première fois en juin 2007).

2. Volgens de budgettaire raming van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers bedraagt de kost van de verhoging toegekend aan eenoudergezinnen in de werknemersregeling en in de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag 14 988 551 euro per jaar (8 743 321 euro voor het jaar 2007, aangezien de toeslag voor de eerste keer in juni 2007 wordt toegekend).

Si l’on prend également en considération les dépenses liées à l’octroi des suppléments dans le régime d’allocations familiales du secteur public et des indépendants, le coût pour l’ensemble des régimes d’allocations familiales s’élève au total à 21 166.871 euros par an, soit 12 347 341 euros pour l’année 2007.

Indien men ook rekening houdt met de uitgaven verbonden aan de toekenning van de toeslagen in de kinderbijslagregeling van de overheidssector en voor zelfstandigen, bedraagt de kost voor alle kinderbijslagregelingen in totaal 21 166 871 euro per jaar, namelijk 12 347 341 euro voor het jaar 2007.

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2005200608884

DO 2005200608884

Question no 834 de M. Miguel Chevalier du 29 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 834 van de heer Miguel Chevalier van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Prévention de la propagation du virus de la grippe aviaire.

Voorkoming verspreiding vogelgriepvirus.

Aux Pays-Bas, les aviculteurs sont tenus, depuis le 1er septembre 2006, de prendre toutes les précautions nécessaires pour éviter que leurs volailles n’entrent en contact avec les oiseaux sauvages, afin de prévenir une éventuelle propagation du virus de la grippe aviaire au commencement des migrations d’automne. Cette directive ne s’applique cependant pas aux oiseaux vaccinés.

In Nederland moeten pluimveehouders vanaf 1 september 2006 er voor zorgen dat hun dieren niet in contact komen met wilde vogels, dit om bij de intrede van de najaarstrek een mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus tegen te gaan. Gevaccineerde vogels zijn niet aan deze richtlijn onderhevig.

1. Quelles démarches prévoyez-vous pour lutter contre une éventuelle propagation du virus de la grippe aviaire en Belgique à la veille des migrations d’automne ?

1. Welke stappen plant u om in Belgie¨ de mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus tegen te gaan met de komende najaarstrek in zicht ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32334

2. Pouvez-vous fournir un inventaire des réserves d’antiviraux nécessaires à la contamination de l’homme par la grippe aviaire ?

2. Kan u een overzicht geven van de reserves antivirale middelen die nodig zijn om de mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus bij de mens te voorkomen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 834 de M. Miguel Chevalier du 29 septembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 834 van de heer Miguel Chevalier van 29 september 2006 (N.) :



Vu l’augmentation du risque d’introduction de la grippe aviaire en Belgique durant les mois d’automne suite à la migration des oiseaux sauvages durant cette saison, il a fallu adapter les mesures de prévention. Celles-ci sont entrées en vigueur le 11 septembre 2006 et sont les mêmes qu’au printemps passé, hormis le fait que le confinement des volailles ne doit plus être appliqué sur tout le territoire. En effet, contrairement aux mesures d’application du printemps dernier, seuls les détenteurs particuliers et professionnels de volailles situés dans des zones naturelles sensibles sont obligés de confiner leurs volailles. Le confinement n’est donc pas obligatoire en dehors de ces zones bien déterminées, mais y est toutefois encore conseillé. En principe, les mesures seront à nouveau assouplies à la fin du mois d’octobre.

Aangezien tijdens de najaarsmaanden het risico op inslepen van de vogelgriep in Belgie¨ omwille van de najaarsmigratie van wilde vogels groter wordt, is het nodig gebleken om de preventieve maatregelen aan te passen. Deze aangepaste maatregelen zijn sinds 11 september 2006 van kracht en zijn dezelfde als deze van het voorjaar, behalve dat de afschermplicht van pluimvee niet langer in het ganse land moet worden toegepast. In tegenstelling tot de regeling in het voorjaar, moeten immers enkel de particuliere en professionele pluimveehouders, die gelegen zijn in de gevoelige natuurgebieden, hun pluimvee afschermen. De afschermregeling is dus niet verplicht buiten deze duidelijk afgebakende gebieden, maar wordt er wel nog steeds aanbevolen. In principe zullen de maatregelen einde oktober opnieuw versoepeld worden.

Réserve stratégique nationale

Nationale strategische reserve

L’objectif de la réserve stratégique nationale est d’assurer que les groupes prioritaires aient accès à des médicaments antiviraux et masques en cas de pandémie, afin de réduire les effets du virus sur la population. ` l’heure actuelle, l’E´tat belge est entrain de constiA tuer son stock stratégique en antiviraux. Fin 2006, l’E´tat belge disposait de 2 859 453 traitements :

Het doel van een strategische reserve is ervoor te zorgen dat prioritaire groepen bij een pandemie antivirale middelen en een masker kunnen krijgen om de effecten van het virus op de bevolking te beperken.

— 2 499 kg de matière première API (Oseltamivir phosphate) ce qui représente environ 2 254 736 traitements.

— 2 499 kg API (Active Pharmaceutical Ingredie¨nt) (oseltamivirfosfaat), wat overeenkomt met ongeveer 2 254 736 behandelingen.

— 445 000 Tamiflu capsules et 1400 Tamiflu poudre.

— 445 000 Tamiflu capsules en 1400 Tamiflu poedervorm.

— 158 317 Relenza poudre pour inhalation. L’E´tat belge doit encore être livré de 147 000 traitements en septembre 2007 :

— 158 317 Relenza inhalatiepoeder.

Ces livraisons ont été honorées fin de l’année 2006, sauf pour les 210 000 Relenza poudre qui a été en partie livrée en décembre 2006 (30 %) et le reste le sera en septembre 2007.

Die leveringen werden eind 2006 afgerond, behalve de 210 000 behandelingen Relenza in poedervorm, waarvan 30 % in december 2006 geleverd werd en de rest in september 2007 zal worden geleverd.

Un stockage de 6 000 000 de masques FFP2 et de 32 000 000 de masques chirurgicaux a été prévu.

Er wordt een reserve van 6 000 000 FFP2-maskers en van 32 000 000 chirurgische maskers aangelegd.


2006

Momenteel legt de Belgische overheid een strategische voorraad antivirale middelen aan. Eind 2006 beschikte de Belgische Staat over 2 859 453 behandelingen :

Er moet aan de Belgische staat nog 147 000 behandelingen worden geleverd in september

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32335

En septembre 2007 : 147 000 traitements sont prévus. Au total : 3 006 453 traitements.

Totaal : 3 006 453 behandelingen.

Ceci représentera un taux de couverture de 30 % de la population belge. Antiviraux disponibles pour fin 2006

In september 2007 : 147 000 behandelingen.

Nombre de traitements correspondant

Hierdoor krijgt de Belgische bevolking een dekkingsgraad van 30 %. Antivirale middelen beschikbaar tegen eind 2006

Aantal behandelingen

Matière première API 399 kg + 2 100 kg ....................... Tamiflu Capsules .................... Tamiflu Poudre 1 400 .............. Relenza poudre 63 000 (30 %) .

360 000 + 1 894 736 = 2 254 736 445 000 1 400 158 317

Grondstof (API) : 399kg + 2 100 kg ........................ Tamiflu Capsules .................... Tamiflu Poeder 1 400 .............. Relenza poeder 63 000 (30 %) .

360 000 + 1 894 736 = 2 254 736 445 000 1 400 158 317

Total traitements disponibles fin 2006 .....................................

2 859 453

Aantal behandelingen beschikbaar eind 2006 ................

2 859 453

Antiviraux disponibles pour fin 2007

Nombre de traitements correspondant

Relenza poudre 147 000 (70 %)

147 000

Antivirale middelen beschikbaar tegen eind 2007 Relenza poeder 147 000 (70 %)

Aantal behandelingen 147 000

DO 2005200608886

DO 2005200608886

Question no 835 de M. Daniel Bacquelaine du 2 octobre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 835 van de heer Daniel Bacquelaine van 2 oktober 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

La microdélétion 22q11.

Microdeletie 22q11.

Le syndrome de microdélétion 22q11 trouve son origine dans la perte d’une partie du matériel génétique au niveau du bras long du chromosome 22.

Het microdeletiesyndroom 22q11 vindt zijn oorsprong in het ontbreken van een gedeelte van het genetisch materiaal ter hoogte van de lange arm van het chromosoom 22.

Chaque année, une trentaine d’enfants naissent en Belgique avec cette malformation chromosomique importante.

Jaarlijks worden in Belgie¨ een dertigtal kinderen met deze ernstige chromosomale afwijking geboren.

Cette malformation engendre diverses perturbations physiques en mentales. Dans la majorité des cas, une malformation cardiaque est présente. Une baisse du taux de calcium dans le sang est très fréquente chez le nouveau-né et le jeune enfant. Au niveau du visage, plusieurs ressemblances peuvent apparaıˆtre entre les enfants atteints de ce syndrome. Il existe souvent un problème de préhension fine des mains, ce qui les rend souvent maladroits. Leurs corps présentent fréquemment un manque de souplesse. Ils présentent dans la majorité des cas une certaine lenteur qu’ils ne peuvent aisément controˆler.

De aandoening gaat gepaard met diverse lichamelijke en geestelijke stoornissen. Meestal is er sprake van een hartafwijking. Zuigelingen en jonge kinderen lijden erg vaak aan hypocalcie¨mie. Bij kinderen met dit syndroom kunnen bepaalde uiterlijke gelijkenissen voorkomen. Dikwijls hebben ze problemen met de fijne motoriek van de handen, waardoor ze onhandig zijn. Hun lichaam is vaak onvoldoende soepel. De meesten onder hen zijn traag en kunnen dat euvel moeilijk controleren.

Le mauvais développement du thymus, qui est une glande fabriquant les anticorps, entraıˆne un trouble

De onderontwikkeling van de thymus, een klier die antistoffen aanmaakt, verstoort de afweer tegen virus-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32336

des défenses immunitaires contre les virus et les bactéries. Plus de la moitié des enfants atteints du syndrome ont une intelligence moyenne. Chez les enfants présentant le syndrome, l’apparition du langage est souvent retardée. Par contre, leur compréhension du langage correspond plus ou moins à leur développement général. Dans tous les cas, les enfants présentent des troubles, même légers, de l’apprentissage entraıˆnant malheureusement de grandes difficultés d’insertion scolaire, l’école n’acceptant qu’avec réticence les enfants présentant la plus petite différence dans les rythmes d’apprentissage.

sen en bacterie¨n. Meer dan de helft van de kinderen met het syndroom heeft een gemiddelde intelligentie. Bij die kinderen zijn stoornissen in de spraakontwikkeling frequent, terwijl hun taalbegrip min of meer met hun algemene ontwikkeling overeenstemt. Al deze kinderen hebben — zij het soms lichte — leermoeilijkheden, wat hun schoolloopbaan jammer genoeg ernstig bemoeilijkt omdat scholen terughoudend zijn om kinderen met nog maar de minste leerachterstand te aanvaarden.

Depuis un peu plus d’un an, une ASBL tente de créer une dynamique dans laquelle peuvent se rencontrer parents, familles et professionnels du monde médical et paramédical.

Sinds iets meer dan een jaar tracht een vzw een kader te ontwikkelen waarbinnen ouders, gezinnen en beroepsbeoefenaars uit de medische en paramedische wereld met elkaar in contact kunnen komen.

Il me revient qu’actuellement, aucune convention INAMI n’existe pour cette maladie.

Naar verluidt bestaat er momenteel geen RIZIVovereenkomst met betrekking tot deze aandoening.

1. Envisagez-vous de vous pencher sur ce problème et d’ouvrir une réflexion englobant tous les aspects de suivi de cette maladie en particulier et des maladies génétiques en général ?

1. Zal u dit probleem bestuderen en een denkproces opstarten over alle aspecten van de follow-up van deze ziekte in het bijzonder en van genetische ziektes in het algemeen ?

2. Par ailleurs, s’agissant de la prise en charge de la microdélétion 22q11, une convention INAMI est-elle envisageable ?

2. Wat bovendien de terugbetaling van microdeletie 22q11 betreft, vraag ik me af of er geen overeenkomst met het RIZIV kan worden afgesloten.

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 835 de M. Daniel Bacquelaine du 2 octobre 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 835 van de heer Daniel Bacquelaine van 2 oktober 2006 (Fr.) :



1. La particularité des maladies orphelines (et la microdélétion 22q11 en outre) n’est pas seulement leur caractère peu fréquent, c’est aussi leur très grand nombre, c’est pour cette raison que l’approche doit être globale, afin d’éviter que les efforts consentis pour les uns ne soient vécu comme des injustices par les autres.

1. De bijzonderheid van de weesziekten (en ook de microdeletie 22q11) is niet enkel hun weinig voorkomende aard, maar ook hun grote aantal. Om die reden moet de aanpak globaal zijn om te vermijden dan de inspanningen toegestaan door de ene niet als onrechtvaardig worden beschouwd door de andere.

Pour tout ce qui touche aux maladies génétiques, la santé publique et l’INAMI font des efforts concertés qui passent par des structures de grande qualités que sont les centres de génétique humaine.

Voor alles wat met genetische ziekten te maken heeft, doen de volksgezondheid en het RIZIV gezamenlijke inspanningen via kwaliteitsvolle structuren, namelijk de centra voor menselijke genetica.

Mon département en reconnaıˆt 8 qui sont financés tant pour les analyses que pour le conseil génétique offert aux patients et à leur famille, c’est à travers ces centres que la réflexion est menée constament, en coordination avec le Conseil Supérieur de Génétique Humaine.

Mijn departement erkent er 8 die zowel worden gefinancierd voor de analyses als voor de genetische bijstand die ze aanbieden aan patie¨nten en hun familie. Via deze centra wordt het nadenken voortdurend geleid nagedacht, samen met de Hoge Raad voor Menselijke Genetica.

2. Sans aucun doute, le syndrome évoqué par l’honorable membre mérite toute notre attention. Les enfants touchés par ce syndrome et leurs parents doivent dès lors être en mesure d’obtenir l’aide médicale et autre nécessaire.

2. Het syndroom dat het geachte lid beschrijft, is vanzelfsprekend zeer behartenswaardig. De getroffen kinderen en hun ouders moeten dan ook de nodige medische en andere hulp kunnen krijgen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32337

J’estime que la réglementation actuelle de l’assurance soins de santé offre de très nombreuses possibilités à cet effet. Ainsi, ces patients peuvent bénéficier de toutes sortes de prestations qui figurent dans la nomenclature des prestations de santé et qui peuvent offrir une réponse à leurs problèmes (entre autres consultations d’un médecin, kinésithérapie, logopedie,...).

Ik meen dat de huidige reglementering van de verzekering voor geneeskundige verzorging daartoe al heel wat mogelijkheden biedt. Zo kunnen ook deze patie¨nten allerlei prestaties genieten die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die een antwoord kunnen bieden op hun problematiek (onder meer raadplegingen van een geneesheer, kinesitherapie, logopedie,...).

De même, ces patients peuvent prétendre à divers programmes de rééducation fonctionnelle visant à corriger les séquelles dues à leur affection. Sous certaines conditions, ces patients peuvent notamment se rendre dans des centres ORL et des centres PSY.

Ook kunnen deze patie¨nten in aanmerking komen voor diverse revalidatieprogramma’s die een verbetering van de sequellen van hun aandoening beogen. Onder meer in de NOK- en PSY-revalidatiecentra kunnen deze patie¨nten onder bepaalde voorwaarden terecht.

Toutefois, la question de la nécessité de mesures supplémentaires particulières pour cette population de patients sera examinée par la Section maladies chroniques du Conseil scientifique de l’INAMI.

De eventuele noodzaak om voor deze patie¨ntenpopulatie toch bijkomende specifieke maatregelen te nemen » zal evenwel worden onderzocht door de Afdeling chronische ziekten van de Wetenschappelijke Raad van het RIZIV.

DO 2006200708928

DO 2006200708928

Question no 840 de M. Miguel Chevalier du 12 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 840 van de heer Miguel Chevalier van 12 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Personnes atteintes de l’hépatite. — Ignorance.

Mensen met hepatitis. — Onwetendheid.

L’association de patients Carrefour Hépatites — Aide et Contact (CHAC) affirme que la plupart des patients atteints de l’hépatite B ou C ignorent de quelle manière et quand ils ont été contaminés. Les patients récemment contaminés ne présentent aucun symptoˆme et ne se rendent pas compte qu’ils sont malades. Ces personnes contaminées, inconscientes du danger, risquent à leur tour d’infecter d’autres personnes.

De patie¨ntenvereniging Carrefour Hépatites — Aide et Contact (CHAC) meldt dat de meeste mensen met hepatitis B of C de oorsprong en het jaar van besmetting niet kennen. Recent besmette personen vertonen geen symptomen en weten niet dat ze de ziekte hebben opgelopen. Dit besmette personen kunnen op hun beurt anderen besmetten zonder het zelf te beseffen.

1. Avez-vous déjà pris connaissance des résultats de l’étude de l’association de patients CHAC ? 2. Eˆtes-vous au courant des problèmes liés au fait que les personnes touchées par l’hépatite B ou C ne savent pas toujours qu’elles sont malades ?

1. Heeft u reeds kennis genomen van de resultaten van het onderzoek van de patie¨ntenvereniging CHAC ?

3. Quelles politiques envisagez-vous de mettre en œuvre pour remédier à cette situation ?

3. Welke beleidsmaatregelen stelt u voor om deze problematiek aan te pakken ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 840 de M. Miguel Chevalier du 12 octobre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 840 van de heer Miguel Chevalier van 12 oktober 2006 (N.) :



1. L’étude de la CHAC est une étude menée auprès de plus 550 patients atteints par le virus de l’hépatite B,

1. Het onderzoek van CHAC heeft betrekking op meer dan 550 patie¨nten getroffen door het virus van


2006

2. Bent u zich bewust van de problematiek omtrent de onwetendheid bij mensen inzake het al dan niet bewust zijn van een mogelijke besmetting met hepatitis B of C ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32338

C ou D recueillant un large éventail de questions sur différents aspects de la maladie. Elle est intéressante et originale car elle révèle la vision/le ressenti des patients sur leur maladie. Cette approche doit être également replacée dans un contexte plus large tenant compte de l’évolution de l’épidémiologie de la maladie, des nouvelles voies de transmission ou des évolutions thérapeutiques selon le stade de la maladie ou le génotype du virus. Les résultats d’autres études, et par exemple celles réalisées par l’ISP, quant à la prévalence dans la population générale en Flandres ou chez les toxicomanes ou encore chez le personnel soignant sont également suivis avec attention. 2. L’importance de connaıˆtre le statut sérologique en cas d’infection à hépatite C est triple : a) pour le patient lui-même pour lequel un diagnostic précis permettra une prise en charge thérapeutique aussi adéquate que possible augmentant la chance de guérison et diminuant ainsi le risque de développer des pathologies chroniques (cirrhose, carcinome); b) pour l’entourage immédiat du patient qui sera protégé d’un risque de transmission secondaire par l’application de quelques mesures de prévention; c) pour certaines personnes exposées comme le personnel soignant. Le problème de l’hépatite B est quelque peu différent puisqu’il existe une vaccination. Le suivi des chiffres de déclaration obligatoire des maladies infectieuses auprès des Communautés montre une augmentation continue du nombre de cas, ce qui est un reflet de l’augmentation du nombre de diagnostics illustrant ainsi l’impact de la sensibilisation du corps médical. 3. Il faut tout d’abord rappeler que des mesures préventives pour lutter contre la transmission des virus de l’hépatite B et C ont été prises au fur et à mesure des découvertes scientifiques quant aux infections à virus de l’hépatite B et C. Citons en exemple l’introduction du vaccin contre l’hépatite B dans le schéma vaccinal ou la vaccination de groupes à risque comme le personnel hospitalier. L’absence de vaccin contre l’hépatite C rend d’autant plus importantes les mesures de prévention à l’égard des groupes à risque déterminés par les voies de transmission : dépistage systématique de tous les dons de sang, désinfection du matériel de dialyse ou encore les programmes d’échange de seringues pour les toxicomanes. Il reste encore de nombreuses inconnues et les axes d’actions étudiés aujourd’hui sont triples : 1) Suivre l’épidémiologie de la maladie dans la population générale et dans certains groupes à risque afin de disposer des données qui permettront de


2006

hepatitis B, C of D. In het onderzoek werden heel uiteenlopende vragen gesteld over verschillende aspecten van de ziekte. Het onderzoek is interessant en origineel omdat het een beeld geeft van wat de patie¨nten ervaren. Deze aanpak past ook in een bredere context, waarbij rekening wordt gehouden met de epidemiologische evolutie van de ziekte, de nieuwe overdrachtswijzen of de therapeutische vooruitgang die wordt geboekt betreffende het stadium van de ziekte of het genotype van het virus. Ook de resultaten van andere studies, zoals die van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, over de prevalentie in de algemene bevolking in Vlaanderen, bij druggebruikers of bij verzorgend personeel worden aandachtig opgevolgd. 2. In geval van een infectie van hepatitis C is het kennen van de serologische status belangrijk, en wel om drie redenen : a) voor de patie¨nt zelf, voor wie een precieze diagnose het mogelijk maakt om een aangepaste therapie te volgen, wat de kans op genezing vergroot en zo het risico op de ontwikkeling van chronische pathologiee¨n verkleint (cirrose, carcinoom); b) voor de naasten van de patie¨nt, die kunnen worden beschermd tegen een secundair besmettingsrisico door het nemen van enkele preventieve maatregelen; c) voor bepaalde blootgestelde personen, zoals verzorgend personeel. Het probleem van hepatitis B is enigszins anders omdat hiervoor een vaccin bestaat. De opvolging van de cijfers van de meldingsplicht van infectieuze aandoeningen in de gemeenschappen wijst op een voortdurende toename van het aantal gevallen en zo op de toename van het aantal diagnoses, wat de impact van de sensibilisatie van het medische korps aantoont. 3. Er moet eerst worden herinnerd aan het feit dat preventieve maatregelen zijn getroffen om de overdracht van het virus van hepatitis B en C tegen te gaan naarmate wetenschappelijke ontdekkingen werden gedaan. Twee voorbeelden : de invoering van het vaccin tegen hepatitis B in het vaccinatieschema en de vaccinatie van risicogroepen, zoals ziekenhuispersoneel. Het gebrek aan een vaccin tegen hepatitis C maakt de preventieve maatregelen nog belangrijker voor de risicogroepen, bepaald op basis van de wijze van besmetting : systematische opsporing van alle bloeddonaties, ontsmetting van dialysemateriaal of programma’s voor de vervanging van naalden voor druggebruikers. Er zijn nog heel wat onbekende aspecten en dit zijn momenteel de bestudeerde actieterreinen : 1) Opvolging van de epidemiologie van de ziekte in de algemene bevolking en in sommige risicogroepen om te beschikken over gegevens die het moge2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32339

continuer à prendre les mesures de prévention adéquates.

lijk maken om aangepaste preventieve maatregelen te blijven nemen.

2) Suivre l’incidence de la maladie, les facteurs de risques et l’évolution des patients.

2) Opvolging van de incidentie van de ziekte, de risicofactoren en de evolutie van de patie¨nten.

3) Renforcement de la sensibilisation du corps médical à l’importance du dépistage parmi les personnes à risque.

3) Versterking van de sensibilisatie van het medische korps wat betreft het belang van de opsporing bij risicopersonen.

Ces propositions doivent être discutées entre les différentes autorités ayant la compétence en matière de prévention des maladies infectieuses en concertation avec les autorités en charge des aspects thérapeutiques.

Deze voorstellen moeten worden besproken onder de verschillende overheidsinstellingen die bevoegd zijn voor de preventie van infectieuze aandoeningen, in samenspraak met de overheidsinstellingen die bevoegd zijn voor de therapeutische aspecten.

DO 2006200708994

DO 2006200708994

Question no 849 de M. Staf Neel du 25 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 849 van de heer Staf Neel van 25 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Promotion des consultations dentaires.

Aanmoedigen van tandartsbezoek.

En votre qualité de ministre de la Santé publique, vous estimez qu’il est important que nos concitoyens aient ou acquièrent une bonne hygiène buccale et qu’il convient dès lors d’encourager et de faciliter les visites chez le dentiste.

Als minister van Volksgezondheid vindt u het belangrijk dat onze landgenoten een gezonde mondhygie¨ne hebben of krijgen en dat het bezoek aan (en de mogelijkheid tot het bezoek aan) de tandarts daarom moet aangemoedigd worden.

1. Quelles mesures prenez-vous en vue d’encourager les plus de 12 ans à se rendre chez le dentiste ?

1. Welke maatregelen treft u aan om het tandartsonderzoek van « +12-jarigen » aan te moedigen ?

2. Vous proposez-vous de prendre des mesures visant à permettre aux particuliers de se rendre chez un dentiste pendant les heures de travail (9 à 18 heures), une solution également soutenue par de nombreux médecins généralistes ?

2. Wenst u maatregelen te nemen zodat particulieren aangemoedigd worden om tijdens de arbeidsuren (9-18 uur) de mogelijkheid hebben om zich bij de tandarts aan te bieden, regeling waarvan ook heel wat huisartsen voorstander van zijn ?

3. Pourquoi ce système est-il possible aux Pays-Bas et non en Belgique ?

3. Waarom is dit systeem in Nederland mogelijk en in Belgie¨ niet ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 849 de M. Staf Neel du 25 octobre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 849 van de heer Staf Neel van 25 oktober 2006 (N.) :

1. En 1998, il a été prévu un remboursement semestriel de l’examen buccal jusqu’au 18ème anniversaire. En 2000, un examen buccal annuel a été instauré pour les personnes aˆgées de 18 à 23 ans. Cet examen a ensuite été étendu au 24e anniversaire en 2002 et au 51ème anniversaire en 2003. Le 29 novembre 2006, l’extension au 54ème anniversaire a été publiée au Moniteur belge. Cette année, il est prévu une extension au 56ème anniversaire. Les bénéficiaires ont, à partir de leur 18ème anniversaire, droit à un détartrage par an. Celui-ci ne leur est cependant remboursé que si au cours de l’année calendrier qui précède celle

1. In 1998 werd er voorzien in een semestrie¨le terugbetaling van het mondonderzoek tot de 18e verjaardag. In 2000 werd een jaarlijks mondonderzoek ingevoerd voor de 18 tot 23-jarigen. Dit werd vervolgens uitgebreid tot de 24e verjaardag in 2002 en tot de 51e verjaardag in 2003. Op 29 november 2006 verscheen de uitbreiding tot de 54e verjaardag in het Belgisch Staatsblad. Dit jaar wordt voorzien in een uitbreiding tot de 56e verjaardag. Rechthebbenden vanaf de 18e verjaardag hebben recht op één tandsteenver-wijdering per jaar. Zij worden echter pas terugbetaald op voorwaarde dat zij in de loop van het kalenderjaar vooraf-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32340

pendant laquelle la prestation est effectuée, ils ont bénéficié d’une consultation ou d’une autre prestation remboursable. Ce stimulant financier encourage les gens à rendre au moins une visite annuelle au dentiste.

gaand aan dat waarin de verstrekking wordt verricht, een raadpleging of een andere terugbetaalbare verstrekking hebben genoten. Deze financie¨le incentive moedigt de mensen aan om toch jaarlijks een bezoek te brengen aan de tandarts.

2. Non, ce point n’est pas à l’ordre du jour. En Belgique, les praticiens de l’art dentaire sont suffisamment accessibles en dehors des heures de service. Aussi n’est-il pas utile d’introduire une règle générale prévoyant la possibilité d’aller chez le dentiste durant les heures de travail sans perte de rémunération ou de temps. Dans le cadre de l’assurance soins de santé obligatoire, les organes de concertation de praticiens de l’art dentaire n’ont pas non plus tenté d’obtenir pareille mesure.

2. Neen, dit is op dit ogenblik geen discussiepunt. In Belgie¨ zijn de tandheelkundigen voldoende bereikbaar buiten de diensturen, waardoor het niet noodzakelijk is om een algemene regel in te voeren die voorziet dat men zonder loon- of werktijdverlies tijdens de werkuren op tandartsbe-zoek kan gaan. De tandheelkundige overlegorganen binnen het kader van de verplichte ziekteverzekering hebben evenmin op een dergelijke maatregel aangestuurd.

3. Contrairement à la Belgique, les Pays-Bas disposent de peu de dispensateurs de soins en soirée. De nombreuses CCT prévoient dès lors pour les travailleurs salariés la possibilité de consulter le médecin ou le dentiste pendant les heures de travail s’ils ne peuvent les consulter pendant leur temps libre. Aux Pays-Bas, c’est donc bien plus une nécessité qu’une possibilité et pourtant, ici aussi, il n’existe pas de règle générale. Beaucoup de gens ne sont pas soumis à ce régime, et on cherche une manière d’inciter les dispensateurs de soins à consulter également le soir.

3. In tegenstelling tot Belgie¨ zijn slechts weinig zorgverleners’s avonds bereikbaar in Nederland. Vele CAO’s voorzien dan ook in de mogelijkheid voor werknemers om tijdens de werkuren op consultatie te gaan bij de dokter of de tandarts indien deze consultaties niet in de eigen tijd kunnen plaatsvinden. In Nederland is het dus veel meer een noodzakelijkheid dan een mogelijkheid en toch is het ook hier geen algemene regel. Vele mensen vallen buiten deze regeling en er wordt gezocht naar een manier om de zorgverleners aan te sporen om ook ’s avonds een spreekuur in te voeren.

DO 2006200709033

DO 2006200709033

Question no 860 de M. Koen Bultinck du 27 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 860 van de heer Koen Bultinck van 27 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Pénurie de vaccins contre la grippe.

Tekort aan griepvaccins.

Selon certaines déclarations de pharmaciens, ceux-ci seraient à nouveau confrontés cette année à une importante pénurie de vaccins contre la grippe. 1. Eˆtes-vous au courant de ces problèmes d’approvisionnement rencontrés par les pharmaciens ?

Blijkens een aantal verklaringen van apothekers is er dit jaar opnieuw een nijpend tekort aan griepvaccins.

2. Quelle en est la cause ?

1. Bent u op de hoogte van dit bevoorradingsprobleem bij de apothekers ? 2. Wat is de reden ?

3. La pénurie s’expliquerait-elle par l’utilisation de l’ancien processus de production utilisant des œufs de poule ?

3. Heeft dit te maken met het oude productieproces via kippeneieren ?

4. Quelles mesures a-t-on prises pour éviter que cette situation ne se reproduise à l’avenir ?

4. Welke maatregelen zijn genomen om dit in de toekomst te verhinderen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 860 de M. Koen Bultinck du 27 octobre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 860 van de heer Koen Bultinck van 27 oktober 2006 (N.) :




2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32341

1. La grippe est une maladie infectieuse, aigue¨ des voies respiratoires.

1. Griep is een acute infectieziekte van de luchtwegen.

Elle est essentiellement causée par deux types de virus très contagieux : l’lnfluenza A et l’lnfluenza B.

Ze wordt voornamelijk veroorzaakt door twee types, erg besmettelijke virussen : Influenza A en Influenza B.

L’Influenza A est responsable de pandémies mondiales tandis que l’lnfluenza B est à l’origine d’épidémies plus localisées.

Influenza A is verantwoordelijk voor pandemiee¨n op wereldschaal terwijl Influenza B aan de oorsprong ligt van meer lokale epidemiee¨n.

Ces virus sont en perpétuelle mutation. Des souches différentes apparaissent chaque année.

Deze virussen muteren voortdurend. Elk jaar verschijnen er andere stammen.

La grippe n’est pas une maladie banale, elle peut avoir des conséquences graves voire mortelles chez les sujets à risques de complication. Les recommandations habituelles portent sur la nécessité de vacciner annuellement toutes les personnes aˆgées de plus de 65 ans et les personnes plus jeunes à risque de complication.

Griep is geen banale ziekte. Ze kan ernstige, zelfs dodelijke gevolgen hebben bij risicopatie¨nten. Hiertoe wordt aanbevolen en is het zelfs noodzakelijk om jaarlijks alle mensen ouder dan 65 jaar te vaccineren, evenals alle jongere risicopatie¨nten.

Actuellement on utilise un vaccin inactivé, préparé à partir de souches virales inactivées de la grippe, cultivés sur des œufs de poulet.

Op dit ogenblik gebruikt men een geı¨nactiveerd vaccin, bereid uitgaande van geı¨nactiveerde stammen van griepvirussen die gekweekt worden op kippeneieren.

Comme de nouvelles souches virales apparaissent régulièrement, l’Organisation mondiale de la Santé (OMS) identifie chaque année les trois souches les plus courantes du virus de l’Influenza et développe les vaccins les plus efficaces pour les contrer.

Omdat er regelmatig nieuwe virale stammen opduiken, identificeert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) elk jaar de drie meest courante stammen van het Influenzavirus en ontwikkelt het de vaccins die het meest doeltreffend zijn om deze stammen te weerstaan.

Les vaccins répondant aux normes de l’OMS pour l’hiver 2006-2007 ont la composition suivante :

De vaccins die voor de winter 2006-2007 beantwoorden aan de normen van de WHO hebben volgende samenstelling :

A/ New Caledonia/20/99 (H1N1)-like strain; A/ Wisconsin/67/2005 (H3N2)-like strain; B/ Malaysia/ 2506/2004-like strain.

A New Caledonia/20/99 (H1N1)-like strain; A Wisconsin/67/2005 (H3N2)-like strain; B/ Malaysia/ 2506/2004-like strain.

La composition des vaccins contre l’Influenza pour cette saison 2006-2007 a été modifiée par rapport à celle de l’année dernière.

De samenstelling van de vaccins tegen Influenza voor het seizoen 2006-2007 werd gewijzigd ten opzichte van de samenstelling van vorig jaar.

Les spécialités pharmaceutiques y répondant sont les suivantes : l’Alpharix de la firme pharmaceutique GSK, l’Influvac S de la firme Solvay et le Vaxigrip de la firme Sanofi Pasteur MSD.

De farmaceutische specialiteiten die eraan beantwoorden zijn de volgende : Alpharix van de farmaceutische firma GSK, Influvac S van de firma Solvay en Vaxigrip van de firma Sanofi Pasteur MSD.

Cette année, il y a eu un retard de deux mois pour la mise sur le marché belge des premiers lots de vaccins contre la grippe saisonnière.

Dit jaar werden de eerste partijen vaccins tegen de seizoensgriep met een vertraging van twee maanden op de Belgische markt gebracht.

2. Ce retard était dû à un problème de rendement de production d’une souche virale recombinante ayant comme substrat des œufs de poulets embryonnés.

2. Die vertraging was te wijten aan een probleem van rendement bij de productie van een recombinante virale stam met behulp van gee¨mbryoneerde kippeneieren als substraat.

3. Le commissariat interministériel influenza a informé dans son communiqué de presse du premier septembre 2006, de la mise en retard sur le marché belge des premiers lots de vaccins contre la grippe saisonnière, qui ont été prévu, finalement pour le début du mois d’octobre 2006.

3. Het interministerieel commissariaat influenza heeft in haar persbericht op één september 2006 laten weten dat de eerste partijen vaccins tegen de seizoensgriep met vertraging op de Belgische markt zouden gebracht worden. De voorziene datum was uiteindelijk begin oktober 2006.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32342

Une circulaire à cet égard a été adressée à tous les pharmaciens d’officine ainsi qu’une lettre d’information a été adressée aux médecins généralistes le 1er septembre 2006.

Op 1 september 2006 werd hieromtrent een omzendbrief gestuurd naar alle officina-apothekers. Daarnaast werden ook de huisartsen ingelicht per brief.

Un total de 2 573 000 doses étaient disponibles sur le marché belge pour la saison 2006-2007. Ce chiffre est supérieur à celui de l’année passée.

In totaal waren er 2 573 000 doses beschikbaar op de Belgische markt voor het seizoen 2006-2007. Dit is meer dan vorig jaar.

Un suivi de la distribution des vaccins contre la grippe saisonnière est effectué de manière hebdomadaire.

De verdeling van de vaccins tegen de seizoensgriep wordt wekelijks opgevolgd.

Au 31 octobre 2006, 1 933 779 vaccins ont déjà été distribués sur le marché belge, soit 75 % du nombre total de vaccins prévu pour la saison 2006-2007. Sur les 1 933 779 vaccins distribués, 1 638 626 vaccins ont été distribués aux pharmacies d’officine, soit 85 % des vaccins distribués sur le marché belge.

Op 31 oktober 2006 waren er al 1 933 779 vaccins verdeeld op de Belgische markt, dit is 75 % van het totaal aantal vaccins dat voorzien is voor het seizoen 2006-2007. Van de 1 933 779 verdeelde vaccins werden er 1 638 626 verdeeld aan de officina-apothekers, dus 85 % van de op de Belgische markt verdeelde vaccins.

Cette distribution a commencé début octobre 2006 comme prévu.

Deze distributie begon zoals voorzien begin oktober 2006.

Les firmes pharmaceutiques ont respecté leur échéancier. ` l’avenir, la communication entre le SPF Santé 4. A publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et environnement et les firmes pharmaceutiques, les hoˆpitaux, les grossistes répartiteurs et les associations professionnelles devra être encore plus renforcée.

De farmaceutische firma’s hebben hun kalender gerespecteerd.

Toutes modifications ou élargissement des groupes cibles ne pourra se faire sans la modification des prévisions initialement prévues.

Elke wijziging of uitbreiding van de doelgroepen kan niet zonder wijziging van de voorziene verwachtingen.

DO 2006200709103

DO 2006200709103

Question no 866 de M. Koen Bultinck du 10 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Centre fédéral d’expertise des soins de santé. — E´tude sur le cancer du col de l’utérus.

Vraag nr. 866 van de heer Koen Bultinck van 10 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

En octobre 2006, le Centre fédéral d’expertise des soins de santé (KCE), en collaboration avec l’Institut scientifique de Santé Publique (ISP), a publié une étude sur le dépistage du cancer du col de l’utérus.

In de maand oktober 2006 pakten het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg en het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid uit met een nieuwe studie over baarmoederhalskanker.

Le KCE plaide notamment pour un dépistage méthodique généralisé auprès de l’ensemble de la population féminine.

Hierin houden ze een pleidooi voor een georganiseerde screening van de hele vrouwelijke bevolking.

Par ailleurs, le rapport recommande la création d’un registre de dépistage centralisé, connecté au registre de la population d’une part, et au registre du cancer de l’autre.

Daarnaast doen ze een aanbeveling voor een gecentraliseerd register dat enerzijds gekoppeld wordt aan het bevolkingsregister en anderzijds aan het kankerregister.

1. Quelles conclusions tirez-vous de cette étude ?

1. Welke conclusies trekt u uit bovenvermelde studie ?


2006

4. In de toekomst, moet de communicatie tussen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu en de farmaceutische firma’s, de ziekenhuizen, de groothandelaars-verdelers en de beroepsverenigingen verder versterkt worden.

Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg. — Studie over baarmoederhalskanker.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32343

` quelles décisions politiques cette étude a-t-elle 2. A jusqu’à présent donné lieu ?

2. Welke beleidsbeslissingen zijn reeds getroffen als gevolg van die studie ?

3. Y a-t-il eu concertation avec les communautés dans le cadre de leur compétence en matière de prévention ?

3. Is er overleg geweest met de gemeenschappen in het kader van hun preventiebevoegdheid ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 866 de M. Koen Bultinck du 10 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 866 van de heer Koen Bultinck van 10 november 2006 (N.) :



Le rapport du Centre fédéral d’Expertise des Soins de Santé a pour but d’étudier la place qu’occupent les tests pour HPV (Human Papilloma Virus) dans le dépistage du cancer du col utérin. Le rapport nous donne également un aperçu clair en actualisé de l’état des lieux national et international du dépistage précoce du cancer du col utérin.

Het rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft tot doel de plaats van het testen voor HPV (Human Papilloma Virus) in de screening voor baarmoederhalskanker na te gaan. Tevens geeft het rapport een duidelijk en geactualiseerd overzicht van de huidige stand van zaken zowel nationaal als internationaal voor wat betreft de vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker.

Le rapport confirme qu’en Belgique, le dépistage précoce du cancer du col de l’utérus chez les femmes de 25 à 64 ans est principalement un dépistage opportuniste et que l’efficacité du screening, visant à une diminution significative de la mortalité, ne peut être optimisée que dans le cadre d’un setting organisé. Les expériences en Scandinavie et au Royaume-Uni l’ont bien démontré.

Het rapport bevestigt dat in Belgie¨ de vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker bij vrouwen van 25 tot 64 jaar hoofdzakelijk opportunistisch is en dat de effectiviteit van de screening, met uiteindelijk een duidelijke daling van de sterfte, enkel kan geoptimaliseerd worden in het kader van een georganiseerde setting. Ervaringen in Scandinavie¨ en het Verenigd Koninkrijk tonen dit duidelijk aan.

En effet, un setting organisé offre davantage de garanties pour un taux de participation plus élevé. On présume que les femmes à haut risque participeront davantage.

Een georganiseerde setting biedt inderdaad meer garanties voor een hogere deelname. Men veronderstelt dat hierdoor vrouwen met een verhoogd risico, meer zullen deelnemen.

Un programme organisé se prête mieux à la mise en place, la surveillance et à la correction des mesures d’assurance de la qualité pour toutes les procédures. Une des conditions nécessaires à l’évaluation d’un tel programme consiste en la création d’un registre de dépistage. Ce registre doit contenir les données suivantes : la participation, tous les résultats cytologiques (également ceux obtenus en dehors du setting organisé), le suivi et la surveillance des femmes ayant un résultat de dépistage positif. Ce registre de dépistage doit pouvoir être lié au registre de la population et au registre du cancer.

Een georganiseerd programma vergemakkelijkt het opzetten, bewaken en bijsturen van de kwaliteitsborging van het geheel van de procedures. Eén van de voorwaarden om het programma te kunnen evalueren is het opzetten van een screeningsregister met gegevens over de deelname, alle cytologische resultaten (ook deze bekomen buiten de georganiseerde setting), het opvolgen en bewaken van de positief gescreende vrouwen. Dit screeningsregister moet kunnen gelinkt worden aan het bevolkingsregister en het kankerregister.

Je pense également que les autorités compétentes en la matière doivent être en mesure d’évaluer le programme de dépistage à intervalles réguliers et, si nécessaire, de l’adapter.

Ik meen eveneens dat de bevoegde overheden in staat moeten zijn om op regelmatige tijdstippen het screeningsprogramma te evalueren en indien nodig bij te sturen.

Actuellement, mes services s’attèlent à un projet d’arrêté royal relatif à l’agrément des laboratoires d’anatomopathologie. Le projet avance que chaque laboratoire est responsable de la qualité de toutes les activités du laboratoire, par conséquent aussi pour les frottis et les éventuels tests HPV. Le laboratoire doit

Mijn diensten werken op dit ogenblik aan een ontwerp van koninklijk besluit voor de erkenning van de laboratoria voor pathologische anatomie. Het ontwerp stelt dat elk laboratorium instaat voor de kwaliteit van alle activiteiten die plaats vinden in het laboratorium, dus ook voor de uitstrijkjes en de eventuele


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32344

également participer aux programmes de controˆle externe.

HPV tests. Het laboratorium moet eveneens deelnemen aan programma’s van externe kwaliteitscontrole.

Comme il est indiqué dans le rapport, le test systématique du HPV (Human Papilloma Virus) s’avère inutile pour le dépistage primaire et ne doit être effectué que dans des situations spécifiques. D’après le rapport, le test est nécessaire dans maximum 3 % des cas ayant fait l’objet d’un screening et pour le suivi d’un cancer diagnostiqué. Dans un setting organisé, il est possible de prévoir des balises visant à prévenir, entre autres, l’utilisation excessive de ces tests HPV.

Zoals in het rapport aangegeven, heeft het systematische testen voor HPV (Human Papilloma Virus) geen nut voor primaire screening en dient het slechts in welomschreven situaties uitgevoerd te worden. Volgens het rapport gebeurt dit maximaal bij 3 % van de gescreende gevallen en bij de opvolging van een gediagnosticeerde tumor. Binnen een georganiseerde setting kan men eventueel bakens inbouwen om ondermeer overgebruik van deze HPV testing tegen te gaan.

Le cancer du col de l’utérus fait partie des trois cancers dont l’Union européenne recommande l’organisation du dépistage.

Baarmoederhalskanker maakt deel uit van de drie kankers waarvoor de Europese Unie een screening aanbeveelt.

Lors de la Conférence Interministérielle Santé du 11 décembre 2006, il a été décidé d’intégrer le dépistage du cancer du col de l’utérus dans le groupe de travail « dépistage des cancers » afin de permettre l’évaluation de l’opportunité et la faisabilité de la mise en place d’un programme de dépistage du cancer du col de l’utérus.

Tijdens de Interministerie¨le Conferentie Volksgezondheid op 11 december 2006 werd beslist om de opsporing van baarmoederhalskanker te integreren in de werkgroep « kankeropsporing » om zo de mogelijkheid en de uitvoerbaarheid van een opsporingsprogramma voor baarmoederhalskanker te kunnen evalueren.

DO 2006200709298

DO 2006200709298

Question no 879 de M. Guido De Padt du 6 décembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 879 van de heer Guido De Padt van 6 december 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Inhalants. — Usage abusif par des mineurs.

Snuifmiddelen. — Oneigenlijk gebruik door minderjarigen.

Il ressort de contacts avec les services de police que ceux-ci ont constaté cette année que de plus en plus de mineurs utilisent des briquets à gaz pour se droguer. Le gaz contenu dans les briquets produit un effet euphorisant presque immédiatement après inhalation mais risque par ailleurs de provoquer des dommages cérébraux et/ou des amnésies. La consommation prolongée d’inhalants volatiles entraıˆne une tolérance, nécessitant une augmentation des doses pour provoquer le même effet. Il arrive également que l’intéressé développe une dépendance psychique à l’égard de l’effet euphorisant des inhalants. Les produits en question sont généralement en vente libre pour ce qui est de leur usage normal. Il s’agit de colle, d’essence, de gaz pour briquets, etc. Ces produits parfaitement légaux sont cependant parfois abusivement utilisés comme euphorisants.

Uit contacten met de politie blijkt dat minderjarigen dit jaar meer en meer gasaanstekers aanwenden om het gas ervan als drug te gebruiken. Dergelijk gas wordt als snuifmiddel gebruikt, met een bijna onmiddellijke roes tot gevolg en met gevaar op hersenbeschadiging en/of geheugenverlies. Bij langdurig gebruik van vluchtige snuifmiddelen ontstaat tolerantie, dat wil zeggen dat men meer nodig heeft om hetzelfde effect te bekomen. Soms ontstaat er ook een geestelijke afhankelijkheid van de snuifmiddelenroes. Meestal gaat het om producten die voor hun eigenlijke gebruik vrij verkrijgbaar zijn in de handel, zoals lijm, benzine, aanstekergas, enzovoort. Deze middelen zijn perfect legaal, maar worden soms oneigenlijk gebruikt, namelijk als roesmiddel.

1. a) Avez-vous connaissance de pathologies lourdes (chiffres relatifs à 2004, 2005, 2006) causées par la consommation abusive d’inhalants ?

1. a) Heeft u kennis van zware pathologie (cijfers 2004, 2005 en 2006) die het gevolg is van het oneigenlijk gebruik van snuifmiddelen ?

b) Dans l’affirmative, pourriez vous me fournir ces chiffres ainsi que des précisions sur la nature de ces pathologies ?

b) Zo ja, kan u de cijfers en gevallen meedelen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32345

2. Ne serait-il pas opportun de lancer une campagne de prévention, mettant en garde les vendeurs de ces inhalants contre les risques d’un usage abusif et leur demandant, sur une base volontaire, de ne pas vendre ces produits dès lors qu’ils auraient constaté un usage abusif par des mineurs ?

2. Zou het niet aangewezen zijn om een preventiecampagne op te zetten, waarbij verkopers van snuifmiddelen worden gewezen op de gevaren ervan bij misbruik, en hen tevens wordt gevraagd om bij vaststelling van oneigenlijk gebruik door minderjarigen, op vrijwillige basis over te gaan tot niet-verkoop van die middelen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 879 de M. Guido De Padt du 6 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 879 van de heer Guido De Padt van 6 december 2006 (N.) :



1. Nous disposons des données concernant l’usage des produits à inhaler. En 2003, 4,0 % des personnes aˆgées de 15-16 ans en Belgique ont utilisé au moins une fois un produit à inhaler dans l’année précédente (2,9 % par des filles et 5,2 % par des garçons) (étude ESPAD : European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs). Selon le VAD (Vereniging voor Alcohol — en andere Drugproblemen), de l’année scolaire 2000-2001 jusqu’à l’année scolaire 2004-2005 incluse, on observe une diminution de l’usage de solvants au cours de l’année précédente, et ce également chez les 15-16 ans (de 3,5 % à 0,6 %) ainsi que chez les 17-18 ans (de 2,3 % à 1,0 %).

1. We beschikken over gegevens over het gebruik van snuifmiddelen. In 2003 heeft 4,0 % van de 15-16jarigen in Belgie¨ minstens éénmaal een inhaleermiddel gebruikt in het voorbije jaar (2,9 % bij meisjes en 5,2 % bij jongens) (European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs — studie (ESPAD)). Gegevens van de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) voor de schooljaren 2000-2001 tot en met 2004-2005 tonen een afname van het gebruik van solventen in het voorbije jaar, en dit zowel bij 15-16jarigen (3,5 % naar 0,6 %) als bij 17-18-jarigen (2,3 % naar 1,0 %).

2. La mise en place d’une campagne de prévention dirigée vers les acheteurs de tels produits à inhaler est, à notre sens, peu souhaitable pour deux raisons : la difficulté de gérer une telle campagne et une augmentation inadéquate de la conscience des jeunes à propos des effets de ces produits en l’absence d’un accompagnement et d’une formation plus approfondis.

2. Het opzetten van een preventiecampagne gericht op verkopers van als snuifmiddel gebruikte producten is naar onze mening onwenselijk om twee redenen : de moeilijkheid van deze campagne en het onwenselijke effect op het verhogen van het bewustzijn bij jongeren aangaande de effecten van deze middelen zonder verdere begeleiding en vorming.

Tout d’abord, concernant la faisabilité, la détection d’un usage indésirable par les acheteurs est presque impossible à exécuter. Et la constatation directe de l’usage est improbable. On disposerait uniquement et par exception de suppositions basées sur des indices indirects (ivresse) qui pourraient avoir plusieurs causes. De plus, le groupe-cible de la campagne devrait être très divers et étendu. Les vendeurs de tels produits à inhaler font partie d’un groupe de nature varié et étendue : les briquets sont à vendre presque partout. En ce qui concerne la colle et l’essence, il existe une offre énorme de magasins de bricolage et de stations d’essence, ces dernières étant souvent sans personnel.

Ten eerste, betreffende de haalbaarheid is de detectie van oneigenlijk gebruik door verkopers haast onuitvoerbaar. Het direct waarnemen van gebruik is onwaarschijnlijk. Men zou enkel en per uitzondering beschikken over vermoedens die gebaseerd zijn op indirecte tekens (roes) die meerdere oorzaken kunnen hebben. Bovendien zou de doelgroep van de campagne zeer divers en uitgebreid zijn. De verkopers van als snuifmiddelen gebruikte producten zijn van uiteenlopende aard en vormen een omvangrijke groep : aanstekers zijn haast overal te koop. Wat betreft lijm en benzine is er een enorm aanbod van doe-het-zelf-zaken en benzinestations, deze laatste vaak onbemand.

Deuxièmement, en indiquant le danger de l’usage impropre de produits déterminés, on risque d’augmenter chez les jeunes la conscience du fait que ces produits possèdent des propriétés engendrant l’ivresse.

Ten tweede riskeert het wijzen op het gevaar van het oneigenlijke gebruik van bepaalde middelen het bewustzijn van de roesverwekkende eigenschappen bij de jongeren te verhogen.

Nous sommes d’accord avec vous en ce qui concerne l’importance de la prévention : il faut accorder l’attention nécessaire aux interventions préventives

We onderschrijven samen met u het belang van preventie en menen dat preventieve interventies de nodige aandacht dienen te schenken aan snuifmidde-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32346

concernant les produits à inhaler. Cependant, cela signifie que ces campagnes de prévention et les activités préventives doivent être dirigées vers les usagers potentiels, c’est-à-dire les jeunes en aˆge scolaire, et doivent faire partie d’un paquet global.

len. We menen echter dat deze preventiecampagnes en preventieve activiteiten dienen gericht te zijn op de potentie¨le gebruikers, namelijk de schoolgaande jongeren, en dienen deel uit te maken van een afgewogen totaalpakket.

DO 2006200709377

DO 2006200709377

Question no 890 de Mme Maggie De Block du 14 décembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 890 van mevrouw Maggie De Block van 14 december 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Dénutrition dont sont victimes les patients hospitalisés.

Ondervoeding in ziekenhuizen.

Deux à six patients hospitalisés sur dix sont victimes de dénutrition. Cette dénutrition a pour conséquence de prolonger le processus de guérison, ce qui engendre des couˆts additionnels pour l’assurance-maladie de l’ordre de 300 à 700 millions d’euros.

Twee tot zes patie¨nten op de tien in ziekenhuizen zijn ondervoed. Die ondervoeding heeft tot gevolg dat het genezingsproces vertraagd wordt. Een vertraagd genezingsproces betekent ook een meerkost voor de ziekteverzekering. Deze wordt geraamd op 300 tot 700 miljoen euro.

Le problème a déjà été soulevé à plusieurs reprises et diverses solutions sont avancées. Ainsi, certains plaident en faveur de directives nationales pour la mise au point d’un plan nutritionnel axé sur le patient, le suivi de l’état nutritionnel de chaque patient et la création d’une équipe nutritionnelle dans chaque hoˆpital. 1. E´laborez-vous actuellement des mesures visant à combattre la dénutrition dont sont victimes les patients hospitalisés ? 2. Eˆtes-vous disposé à donner des instructions en vue de l’élaboration de directives nationales pour la mise au point d’un plan nutritionnel axé sur le patient ?

Reeds meerdere keren werd het probleem aangekaart. Een aantal oplossingen wordt naar voor geschoven. Zo pleit men voor nationale richtlijnen voor een patie¨ntgericht voedingsplan, het opvolgen van de voedingsstatus van elke patie¨nt tot het voorzien van een nutritieteam in elk ziekenhuis.

3. Chaque hoˆpital dispose de diététiciens.

1. Werkt u aan een beleid om de ondervoeding van patie¨nten in ziekenhuizen te bestrijden ? 2. Bent u bereid opdracht te geven tot het opstellen van nationale richtlijnen voor een patie¨ntgericht voedingsplan ? 3. Elk ziekenhuis heeft die¨tisten in dienst.

Ne peut-on, en se fondant sur une directive nationale pour la mise au point d’un plan nutritionnel axé sur le patient, les associer plus activement à la lutte contre la dénutrition dont sont victimes les patients hospitalisés ?

Kunnen zij, gewapend met een nationale richtlijn voor een patie¨ntgericht voedingsplan, niet intensiever ingeschakeld worden om de ondervoeding van patie¨nten te bestrijden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 890 de Mme Maggie De Block du 14 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 890 van mevrouw Maggie De Block van 14 december 2006 (N.) :



1. En réponse à la présente problématique, j’ai fait établir un Plan National Nutrition-Santé, lequel s’articule autour de sept axes. Le cinquième axe traite du problème de la la dénutrition à plusieurs niveaux, notamment au niveau des hoˆpitaux.

1. Als antwoord op deze problematiek heb ik een nationaal voedings- en gezondheidsplan laten opmaken dat bestaat uit zeven krachtlijnen. In de vijfde krachtlijn wordt de problematiek van ondervoeding op verschillende niveau’s, onder meer op ziekenhuisniveau, behandeld.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32347

2. Au niveau hospitalier, ledit plan a prévu, dans le cadre du cinquième axe, la création d’un Groupe permanent d’experts en dénutrition au niveau national. Ledit groupe d’experts se compose entre autres de spécialistes possédant une expérience en nutrition clinique et/ou en gériatrie, de diététiciens ayant une expérience dans le domaine de la dénutrition, de praticiens infirmiers eux aussi expérimentés en matière de dénutrition, de représentants des organisations de soins à domicile et de pharmaciens hospitaliers. Le groupe d’experts s’est réuni une première fois le 27 octobre 2006. La mission du groupe d’experts consiste à :

2. Op ziekenhuisniveau werd er in het kader van de vijfde krachtlijn voorzien in de creatie van een permanente Nationale Expertengroep betreffende Ondervoeding op Nationaal niveau. Deze expertengroep is onder meer samengesteld uit specialisten met ervaring in klinische voeding en/of geriatrie, die¨tisten met ervaring inzake ondervoeding, verpleegkundigen met ervaring inzake ondervoeding, vertegenwoordigers van thuiszorgorganisaties en ziekenhuisapothekers. De expertengroep heeft een eerste keer vergaderd op 27 oktober 2006. De opdracht van de expertengroep bestaat erin :

— rédiger des directives scientifiquement fondées relatives aux méthodologies standardisées les mieux adaptées pour le dépistage et le suivi des patients sous-alimentés en fonction de l’aˆge et de la pathologie sous-jacente;

— wetenschappelijk gebaseerde richtlijnen op te stellen betreffende de best gepaste gestandaardiseerde methodologiee¨n voor de opsporing en de opvolging van ondervoede patie¨nten in functie van leeftijd en onderliggende pathologie;

— rédiger des avis relatifs aux mesures et moyens indispensables en vue de pouvoir appliquer les directives proposées avec, en particulier, la simplification du transfert de données concernant la dénutrition chez les patients individuels entre les hoˆpitaux, les maisons de repos et le secteur des soins à domicile (carnet alimentaire);

— adviezen op te stellen omtrent noodzakelijke maatregelen en middelen om de voorgestelde richtlijnen te kunnen toepassen, met in het bijzonder het vergemakkelijken van de overdracht van gegevens betreffende ondervoeding bij individuele patie¨nten tussen ziekenhuis, rusthuis en thuiszorg (voedingsstatusboekje);

— conseiller l’INAMI en ce qui concerne les dossiers, mesures, budgets indispensables pour la participation aux frais relatifs aux interventions nutritionnelles, tant en matière de personnel et d’aliments que de matériel;

— adviezen te verstrekken aan het RIZIV met betrekking tot dossiers, maatregelen en budgetten noodzakelijk voor tegemoetkoming van de kosten van voedingsinterventies, zowel qua personeel, voedingsmiddelen als materialen;

— suivre l’implémentation des actions.

— de implementatie van acties op te volgen.

Le calendrier du groupe d’experts est le suivant :

De timing van de expertengroep ziet er als volgt uit :

— d’ici mars 2007 : rédaction des directives relatives aux méthodologies;

— tegen maart 2007 : opstellen van de richtlijnen betreffende methodologiee¨n;

— d’ici juin 2007 : publication et diffusion des recommandations.

— tegen juni 2007 : publicatie en verspreiding van de aanbevelingen.

3. Le cinquième axe prévoit :

3. In het kader van de vijfde krachtlijn wordt er voorzien in :

— l’élaboration d’un plan d’action pour la désignation d’un responsable nutrition et d’un comité nutrition dans chaque hoˆpital, avec les responsabilités et selon les modalités énumérées dans le Plan National Nutrition-Santé;

— het opstellen van een actieplan ter aanstelling van een voedingsverantwoordelijke en een voedingscomité in elk ziekenhuis, met de verantwoordelijkheden en de modaliteiten zoals in de tekst van het nationaal voedings- en gezondheidsplan worden opgesomd;

— la concertation avec les acteurs concernés au sujet des modalités pratiques pour appliquer les recommandations;

— overleg met de betrokken actoren betreffende de praktische modaliteiten ter implementatie van het actieplan;

— la mise au point des initiatives législatives indispensables pour mettre en œuvre le plan d’action.

— het uitwerken van de noodzakelijke wetgevende initiatieven ter uitvoering van het actieplan.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32348

Le calendrier de ces actions est le suivant :

De timing van deze acties ziet er als volgt uit :

— d’ici mars 2007 : identification des critères et élaboration d’un plan d’action;

— tegen maart 2007 : identificatie van de vereisten en ontwikkeling van een actieplan;

— d’ici juin 2007 : concertation avec les acteurs concernés sur les modalités d’implémentation du plan d’action;

— tegen juni 2007 : overleg met de betrokken actoren betreffende de praktische modaliteiten ter implementatie van het actieplan;

— d’ici mars 2008 : élaboration des initiatives législatives requises.

— tegen maart 2008 : uitwerken van de nodige wetgevende initiatieven.

DO 2006200709388

DO 2006200709388

Question no 896 de M. Benoıˆt Drèze du 15 décembre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 896 van de heer Benoıˆt Drèze van 15 december 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Budget soins de santé. — Dépenses en frais de personnel des institutions pénitentiaires et de défense nationale.

Begroting gezondheidszorg. — Personeelsuitgaven van de penitentiaire instellingen en de instellingen tot bescherming van de maatschappij.

Selon nos informations, certaines mutualités (chrétienne et libre) se seraient abstenues lors du vote du budget 2007 au conseil général de l’INAMI, comme suite notamment à la présence de dépenses en frais de personnel des institutions pénitentiaires et de défense sociale, dépenses sans doute louables mais qui auraient duˆ figurer au poste des dépenses de la Justice.

Volgens de informatie waar ik over beschik, zouden bepaalde ziekenfondsen (het christelijke en het vrije) zich bij de stemming over de begroting 2007 in de algemene raad van het RIZIV onthouden hebben. Hun houding zou zijn ingegeven door het feit dat op die begroting personeelsuitgaven van de penitentiaire instellingen en de instellingen tot bescherming van de maatschappij worden aangerekend. Het gaat uiteraard om lovenswaardige uitgaven die echter in de uitgavenbegroting van het departement Justitie thuishoren.

Pouvez-vous confirmer cette information et préciser votre position sur ce point ?

Kan u die informatie bevestigen en wat is uw standpunt ter zake ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 23 avril 2007, à la question no 896 de M. Benoıˆt Drèze du 15 décembre 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 april 2007, op de vraag nr. 896 van de heer Benoıˆt Drèze van 15 december 2006 (Fr.) :

En sa séance du 16 octobre 2006, le Conseil général a approuvé l’objectif budgétaire global 2007, sa ventilation en objectifs budgétaires partiels et l’inventaire des mesures comprises dans cet objectif budgétaire global.

In zijn vergadering van 16 oktober 2006 heeft de Algemene Raad zijn goedkeuring gehecht aan de globale begrotingsdoelstelling 2007, de verdeling ervan in partie¨le begrotingsdoelstellingen en de inventaris van de maatregelen die vervat zijn in deze globale begrotingsdoelstelling.

Les résultats du vote étaient les suivants : 11 voix pour, 5 contre et 3 abstentions des représentants des mutualités chrétiennes et des mutualités libres.

Bij de stemming waren er 11 stemmen voor, 5 tegen en 3 onthoudingen. De onthoudingen kwamen van de vertegenwoordigers van de christelijke en onafhankelijke ziekenfondsen.

Ces abstentions ont été motivées sur la base des éléments suivants :

Deze onthoudingen werden gemotiveerd op grond van de volgende elementen :

— manque de transparence entre la proposition finale du Conseil général et la proposition du Comité de l’assurance;

— een gebrek aan transparantie tussen het finale voorstel van de Algemene Raad en het voorstel van het Verzekeringscomité;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32349

— nombre de propositions du Comité de l’assurance n’ont pas été retenues et ont été remplacées par d’autres mesures qui n’ont pas été présentées par le Comité de l’assurance;

— het feit dat heel wat voorstellen van het Verzekeringscomité niet werden weerhouden en vervangen werden door andere maatregelen die niet werden voorgesteld door het Verzekeringscomité;

— pour l’exécution de certaines mesures (soins de santé mentale pour personnes internées), une concertation est nécessaire avec les Communautés, concertation qui n’a pas été organisée préalablement;

— het feit dat voor de uitvoering van sommige maatregelen (geestelijke gezondheidszorg geı¨nterneerden) er overleg noodzakelijk is met de gemeenschappen en dat het overleg niet op voorhand werd georganiseerd;

— certaines mesures ont été inscrites avec une date d’application fixée à la mi-2007 et ne produiront totalement leur effet sur une base annuelle qu’à compter du prochain objectif budgétaire (2008);

— het feit dat een reeks maatregelen werden ingeschreven met een toepassingsdatum medio 2007 en dat het effect op jaarbasis dus volledig zal spelen in het volgend begrotingsjaar (2008);

— certaines mesures ont été intégrées dans l’objectif budgétaire global alors qu’elles n’étaient pas directement liées aux soins de santé (mesures de protection de la jeunesse, personnes internées, ...).

— het feit dat een reeks maatregelen opgenomen zijn in de globale begrotingsdoelstelling die niet rechtstreeks te maken hebben met de gezondheidszorgen (maatregelen jeugdbescherming, geı¨nterneerden, ...).

Toutes ces considérations ont été avancées par les mutualités chrétiennes et libres pour s’abstenir durant le vote.

Het is het geheel van deze overwegingen die de christelijke en onafhankelijke ziekenfondsen ertoe hebben aangezet om zich tijdens de stemming te onthouden.

Pour la protection de la jeunesse et les personnes internées, j’aimerais insister sur la nécessité de prendre des initiatives dans ces secteurs. Aucun membre du Conseil général n’a remis ces mesures en question. Des commentaires ont toutefois été formulés quant à l’imputation budgétaire, ces budgets ne relevant pas directement d’un objectif budgétaire global de l’assurance soins de santé. J’attache d’avantage d’importance au fait que des mesures urgentes puissent être prises qui soient effectivement nécessaires au bon fonctionnement de ces secteurs, qu’importe où ces budgets sont prévus.

Met betrekking tot de jeugdbescherming en de geı¨nterneerden wens ik te benadrukken dat het noodzakelijk was om in deze sectoren initiatieven te nemen. In de Algemene Raad heeft niemand deze maatregelen in vraag gesteld. Wel was er wat commentaar naar de budgettaire imputatie, met het argument dat deze budgetten niet onmiddellijk thuishoren in een globale begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging. Ik hecht meer belang aan het feit dat dringende maatregelen kunnen genomen worden die echt noodzakelijk zijn voor de goede werking van deze sectoren, ongeacht de wijze waar die budgetten worden voorzien.

DO 2006200709389

DO 2006200709389

Question no 897 de M. Benoıˆt Drèze du 15 décembre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 897 van de heer Benoıˆt Drèze van 15 december 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Budget 2007 accordé aux médecins.

Aandeel van de artsenhonoraria in de begroting 2007.

Suite à l’adoption du budget 2007 pour les soins de santé, l’Absym (Association belge des syndicats médicaux), par la voix du dr. Moens, a exprimé dans les médias sa colère justifiée selon lui par le fait que seulement 39 millions d’euros ont été consacrés aux honoraires médicaux alors que, toujours selon l’Absym, les médecins avaient estimé les besoins prioritaires à 150 millions d’euros. Cela représente moins de 15 % du surplus, alors que les honoraires représentent 29 % du budget global.

Naar aanleiding van de goedkeuring van de begroting 2007 voor de gezondheidszorg heeft de syndicale artsenorganisatie BVAS (Belgische Vereniging van Artsensyndicaten) bij monde van dr. Moens in de media haar woede geuit over het feit dat slechts 39 miljoen euro voor de artsenhonoraria werd vrijgemaakt, terwijl de artsen volgens BVAS de prioritaire behoeften op 150 miljoen euro hadden geschat. Dat is minder dan 15 % van het overschot, terwijl de honoraria goed zijn voor 29 % van de totale begroting.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32350

Toujours selon l’Absym, il s’agirait clairement d’une sous-budgétisation dans un secteur qui a déjà clairement exprimé son mécontentement l’année dernière : report de l’indexation, découragement des médecins face aux charges administratives, répartition géographique inégale de l’offre médicale, etc. Quelle est votre position par rapport à tout cela ?

Volgens BVAS zou het duidelijk om een onderbudgettering gaan van een sector die vorig jaar reeds lucht heeft gegeven aan zijn ontevredenheid : uitgestelde indexering, artsen die door de administratieve rompslomp ontmoedigd raken, ongelijke geografische spreiding van het medisch aanbod, enzovoort. Wat is uw standpunt ter zake ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 897 de M. Benoıˆt Drèze du 15 décembre 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 897 van de heer Benoıˆt Drèze van 15 december 2006 (Fr.) :

Conformément à l’accord de gouvernement, la fixation de l’objectif budgétaire 2007 s’est opérée comme suit : Objectif budgétaire 2006 + norme de croissance de 4,5 % + index santé 1,92 % ce qui équivaut à un montant de 19 579 975 euros consacré à la santé auquel il faut ajouter 38 678 euros de dépenses exogènes soit un montant total de 19 618 653 euros. Ce taux de croissance inscrit dans la loi permet aux budgets des soins de santé de suivre l’évolution médicale, de mieux rémunérer le personnel soignant et médical et d’étendre le système du « maximum à facturer » sans créer de déficits.

Overeenkomstig het regeerakkoord wordt de begrotingsdoelstelling 2007 als volgt vastgesteld : begrotingsdoelstelling 2006 + groeinorm van 4,5 % + gezondheidsindex 1,92 %, wat gelijkstaat met een bedrag van 19 579 975 euro dat wordt besteed aan de gezondheidszorg, waarbij men 38 678 euro aan exogene uitgaven moet toevoegen, wat neerkomt op een totaalbedrag van 19 618 653 euro. Dankzij die groeinorm die is vermeld in de wet, kunnen de budgetten voor geneeskundige verzorging de medische evolutie volgen, gebruikt worden om het verzorgingspersoneel beter te betalen en het systeem van de « maximumfactuur » uit te breiden zonder tekorten te cree¨ren.

Il y a lieu d’intégrer la revalorisation des honoraires médicaux et donc des montants dégagés dans le cadre du budget 2007 dans un contexte plus large.

Men moet de herwaardering van de doktershonoraria en dus van de bedragen die zijn vrijgemaakt in het kader van de begroting 2007, in een ruimere context plaatsen.

Outre l’indexation linéaire des tarifs des prestations, les sommes dégagées pour les honoraires des médecins visent :

Naast de lineaire indexering van de tarieven van de verstrekkingen beogen de vrijgemaakte sommen voor de doktershonoraria :

— le Fonds d’impulsion de la médecine générale octroyant une aide pour primo et nouvelles installations;

— het Impulsfonds van de algemene geneeskunde dat een steun toekent voor eerste en vervolgens nieuwe vestigingen;

— l’amélioration du financement des stages en médecine générale;

— de verbetering van de financiering van de stages in de algemene geneeskunde;

— le financement des pratiques de groupes;

— de financiering van de groepspraktijken;

— la revalorisation de l’honoraire de surveillance des pédiatres à l’hoˆpital;

— de herwaardering van het toezichtshonorarium van de kinderartsen in het ziekenhuis;

— la valorisation des transferts effectués par l’aide médicale urgente;

— de waardering van de transfers die zijn uitgevoerd door de dringende medische hulpverlening;

— le développement ultérieur des postes de garde des médecins;

— de verdere ontwikkeling van de wachtposten van de artsen;

— le financement de la nomenclature de gériatrie;

— de financiering van de nomenclatuur inzake geriatrie;

— le financement de la douleur chronique;

— de financiering van de chronische pijn;

— le financement de la disponibilité dans les hoˆpitaux.

— de financiering van de beschikbaarheid in de ziekenhuizen.

Une série d’autres mesures prises ont pour but de diminuer la facture du patient et de pérenniser le

Een reeks andere maatregelen die zijn genomen, hebben tot doel de factuur van de patie¨nt te verlichten


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32351

système. 52 % des nouvelles initiatives 2007 sont affectées à des mesures renforçant directement l’accessibilité aux soins des patients. Parmi elles, nous citerons :

en het systeem duurzaam te maken. 52 % van de nieuwe initiatieven 2007 heeft betrekking op maatregelen die rechtstreeks de toegankelijkheid van de verzorging voor de patie¨nten verhogen. Die maatregelen zijn onder andere :

— la création du statut OMNIO (élargissant le droit à l’intervention majorée des personnes vulnérables) : 20,7 millions d’euros;

— de creatie van het OMNIO-statuut (dat het recht op de verhoogde tegemoetkoming voor de kwetsbare personen uitbreidt) : 20,7 miljoen euro;

— une protection renforcée pour les malades chroniques : 30,5 millions d’euros;

— een versterkte bescherming voor de chronisch zieken : 30,5 miljoen euro;

— la lutte contre les suppléments : 53,4 millions euros;

— de strijd tegen de supplementen : 53,4 miljoen euro;

— l’accessibilité aux soins par une diminution ou une suppression de plusieurs tickets modérateurs : 4 millions d’euros;

— de toegankelijkheid van de verzorging door een vermindering of afschaffing van meerdere remgelden : 4 miljoen euro;

— l’adaptation de notre système de soins au vieillissement de la population : 20,7 millions d’euros;

— de aanpassing van ons verzorgingssysteem aan de vergrijzing van de bevolking : 20,7 miljoen euro;

— une plus grande prise en charge de la santé mentale par exemple, graˆce au financement de projets pilotes en soins psychiatriques : 23,7 millions d’euros;

— een grotere tenlasteneming van de geestelijke gezondheid, dankzij bijvoorbeeld de financiering van proefprojecten in de psychiatrische verzorging : 23,7 miljoen euro;

— l’accessibilité aux soins dans le cadre du projet « trajet de soins ».

— de toegankelijkheid van de zorgen in het kader van het project « zorgtrajecten ».

La répartition du budget par le Conseil général faite selon une autre répartition que celle proposée initialement au Comité de l’assurance de l’INAMI permet, tout en reprenant des marges à d’autres secteurs de soins tels que les hoˆpitaux, les maisons de repos, les médecins, les dentistes ou le report de la mise en œuvre de certaines initiatives, de financer d’autres secteurs comme la santé mentale, la protection de la jeunesse, les opticiens, etc.

De verdeling door de Algemene Raad die anders is gebeurd dan de verdeling die oorspronkelijk is voorgesteld aan het Verzekeringscomité van het RIZIV, zorgt ervoor dat door het gebruiken van marges van andere verzorgingssectoren zoals de ziekenhuizen, de rustoorden, de artsen, de tandartsen, of door het uitstellen van bepaalde initiatieven, andere sectoren kunnen worden gefinancierd, zoals de geestelijke gezondheid, de jeugdbescherming, de opticiens, enzovoort.

DO 2006200709549

DO 2006200709549

Question no 908 de M. Miguel Chevalier du 16 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 908 van de heer Miguel Chevalier van 16 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Virus de la grippe aviaire.

Vogelgriepvirus.

Compte tenu des derniers développements en ce qui concerne la propagation du virus de la grippe aviaire, il convient de rester attentif au sujet. Ainsi, deux nouveaux décès ont été enregistrés en Indonésie au début de 2007, époque à laquelle de nouvelles contaminations ont aussi été constatées en Thaı¨lande. Au Japon, 12 000 poulets présentant des symptoˆmes de la grippe aviaire ont été abattus à titre préventif. La Chine n’est pas épargnée non plus.

Wegens de recente ontwikkelingen in de verspreiding van het vogelgriepvirus is het noodzakelijk om aandacht te blijven hebben voor deze materie. Zo zijn er in Indonesie¨ begin 2007 twee nieuwe dodelijke slachtoffers geteld, ook Thailand heeft het nieuwe jaar ingezet met nieuwe besmettingen. In Japan zijn er preventief 12 000 kippen geslacht die symptomen van het vogelgriepvirus vertoonden. Ook China blijft niet gespaard.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32352

Entre-temps, l’Union européenne a interdit l’importation d’oiseaux sauvages en arguant, entre autres, de la nécessité d’arrêter la propagation de la grippe aviaire. Selon un communiqué du secrétariat de la convention des Nations Unies sur le commerce international des espèces menacées, cette mesure risque d’accroıˆtre les activités sur le marché noir, avec toutes les conséquences que l’on peut craindre.

Ondertussen heeft de Europese Unie een verbod ingesteld op de invoer van wilde vogels. Het tegenhouden van de verspreiding van de vogelgriep was hier een van de argumenten. Het secretariaat van de VN Conventie over internationale handel van bedreigde soorten, stelt in een mededeling dat dit er toe zal leiden dat de handel op de zwarte markten op die manier zal toenemen, met alle mogelijke gevolgen vandien.

1. Quelle est la situation actuelle en matière de lutte contre la grippe aviaire ?

1. Kan u een huidige stand van zaken geven inzake de strijd tegen de volgelgriep ?

2. Pouvez-vous émettre un pronostic concernant l’évolution de la propagation du virus ?

2. Kan u een prognose geven van de verwachte ontwikkelingen inzake de verspreiding van het griepvirus ?

3. Qu’en est-il des recherches relatives à une possible mutation du virus permettant sa propagation à l’homme ?

3. Hoever staat het onderzoek naar een mogelijke mutatie van het virus waarbij het mogelijk wordt om het virus tussen mensen over te dragen ?

4. a) Admettez-vous que l’interdiction de l’importation d’oiseaux sauvages peut comporter des risques ?

4. a) Erkent u de mogelijke risico’s van het verbod op de invoer van wilde vogels ?

b) Dans l’affirmative, envisagez-vous de demander à vos collègues européens de reconsidèrer cette interdiction ?

b) Zo ja, bent u bereid om bij uw Europese collega’s aan te dringen op een herziening van het verbod ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 908 de M. Miguel Chevalier du 16 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 908 van de heer Miguel Chevalier van 16 januari 2007 (N.) :



1. Les événements de 2005 et 2006 ont été à l’origine de la mise en place d’une série de mesures préventives et la préparation à une éventuelle situation de crise majeure.

1. Wat zich in 2005 en 2006 heeft voorgedaan, gaf aanleiding tot de invoering van een reeks preventievemaatregelen en maatregelen in voorbereiding op een eventuele belangrijke crisissituatie.

Les mesures préventives sont modulables et ont été assouplies pour la période hivernale.

De preventieve maatregelen zijn aanpasbaar en werden versoepeld voor de winterperiode.

Graˆce au caractère modulaire, une réaction souple et efficace peut être apportée face à l’augmentation du risque tel que la reprise de la migration de printemps ou l’apparition de la maladie dans l’Europe proche, comme en Hongrie et, plus récemment, au RoyaumeUni.Les mesures préventives suivantes s’appliquent en partie aux éleveurs professionnels et aux éleveurs hobbyistes :

Dank zij het modulair karakter kan soepel en efficie¨nt worden gereageerd op een verhoogd risico zoals het op gang komen van de voorjaarstrek of het opduiken van de ziekte dichterbij in Europa, zoals in Hongarije en meer recent in Groot-Brittannie¨. De volgende preventieve maatregelen richten zich deels tot de professionele en deels tot de hobbypluimveehouders :

— toute suspicion de maladie doit être signalée à un vétérinaire agréé qui prévient à son tour l’AFSCA;

— elk vermoeden van de ziekte moet dringend worden gemeld aan een erkende dierenarts die op zijn beurt onverwijld het FAVV in kennis dienst te stellen;

— le respect de mesures d’hygiène élémentaires dans l’exploitation;

— een aantal elementaire regels met betrekking tot de bedrijfshygie¨ne moeten in acht worden genomen;

— les élevages professionnels dans des zones sensibles, régions où beaucoup d’oiseaux aquatiques ou migrateurs sauvages sont présents, doivent en

— in de omgeving van gevoelige natuurgebieden waar veel watervolgels en trekvogels verblijven, geldt voor professionele bedrijven bovendien dat de in-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32353

outre prendre les mesures nécessaires afin d’empêcher les contacts entre les oiseaux sauvages et la volaille.

sleep moet worden vermeden door door aangepaste afscherming van het pluimvee.

2. D’une manière générale, le risque d’introduction du virus H5N1 en Belgique via les migrations printanières est, de manière théorique, plus faible que celui induit par les migrations automnales. Toutefois, les conséquences de l’apparition soudaine d’une vague de froid, telle que nous l’avons connue en février dernier en Europe de l’Est et en Russie, sont imprévisibles.

2. Algemeen is het zo dat het risico voor insleep van het H5N1-virus in Belgie¨ naar aanleiding van de voorjaarstrek, althans theoretisch, kleiner is dan het risico dat verbonden is aan de najaarstrek. De gevolgen van een plotse koudegolf in Oost-Europa en Rusland, zoals in februari vorig jaar, zijn echter onvoorspelbaar.

L’évolution de la situation en Asie (Indonésie, Thaı¨lande, Vietnam, Chine, Japon, Corée du Sud), en Afrique (Egypte, Nigeria) et dans l’Union européenne fait l’objet d’un suivi quotidien afin de pouvoir réagir immédiatement, si nécessaire.

De evolutie van de toestand in Azie¨ (Indonesie¨, Thailand, Vietnam, China, Japan, Zuid-Korea) en in Afrika (Egypte, Nigeria) en in de Europese Unie wordt dag na dag gevolgd zodat, indien nodig, meteen kan worden gereageerd.

Récemment, un cas de grippe aviaire (H5N1) a été constaté dans un élevage d’oies en Hongrie, tandis que le 3 février 2007 un autre cas a été détecté dans le Suffolk (Grande-Bretagne). Dans ces deux cas l’origine du virus est encore inconnue. ` ce jour, 271 personnes ont été infectées par le 3. A virus H5N1, la toute grande majorité par contact direct avec des volailles infectées et 165 décès déclarés. Toutefois, une transmission inter-humaine a été fortement suspectée mais non prouvée dans une vingtaine de clusters (foyers avec au moins deux cas liés) et le plus important d’entre eux a eu lieu à Jakarta en 2006 avec huit personnes infectées.

Onlangs werd een geval van vogelgriep (H5N1) vastgesteld in een ganzenkwekerij in Hongarije en op 3 februari 2007 eveneens in Suffolk (Groot-Brittannie¨). In beide gevallen is de herkomst van het virus is nog onduidelijk.

L’investigation scientifique de ce foyer a montré que :

Bij wetenschappelijk onderzoek van deze uitbraak bleek dat :

— la transmission inter-humaine était quasi certaine (parmi ces huit cas, il y a même eu un cas de transmission tertiaire);

— vrijwel zeker overdracht van mens op mens plaatsvond (bij die acht gevallen was er zelfs een geval van tertiaire overdracht);

— le virus n’avait pas acquis de mutation particulière favorisant ce mécanisme de transmission par rapport aux virus des foyers aviaires voisins;

— het virus geen bijzondere mutatie vertoonde die dit overdrachtsmechanisme bevorderde in vergelijking met de virussen van naburige uitbraken bij pluimvee;

— une prédisposition génétique relative à la réceptivité des individus devait être présente puisque seules des personnes liées par le sang (père-enfant par exemple) ont été infectées, ce qui n’était pas le cas pour des personnes ayant un lien familial non génétique (épouse, beaux-parents).

— de betrokken personen een genetische predispositie met betrekking tot receptiviteit moesten hebben aangezien alleen personen met een bloedband (bijvoorbeeld vader-kind) werden besmet, in tegenstelling tot mensen met een niet-genetische band (echtgenote, schoonouders).

La réceptivité des individus aux virus est liée aux récepteurs cellulaires des voies respiratoires supérieures et actuellement les récepteurs humains ne correspondent pas au virus H5N1 aviaire, ce qui explique le nombre réduit de cas humains par rapport au nombre énorme de virus circulants.

De individueel ontvankelijkheid voor virussen hangt af van de celreceptoren in de bovenste luchtwegen en de receptoren bij mensen zijn thans niet in overeenstemming met het H5N1-virus, wat verklaart waarom er zo weinig humane gevallen zijn in vergelijking met het enorme aantal circulerende virussen.

Même si le virus acquerrait la capacité de se lier aux récepteurs humains (une ou deux mutations peuvent

Mocht het virus zich echter met humane receptoren kunnen binden (daartoe kunnen één of twee mutaties


2006

3. Tot nu toe werden 271 mensen met het H5N1virus besmet en zijn er 165 overleden, van wie de overgrote meerderheid na rechtstreeks contact met besmet pluimvee. Er was echter een zwaar vermoeden, maar geen bewijs, van overdracht van mens op mens in een twintigtal clusters (uitbraken met ten minste twee aan elkaar gerelateerde gevallen) waarvan de belangrijkste in 2006 voorkwam in Jakarta en waarbij acht mensen besmet waren.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32354

être suffisantes), cela ne suffirait pas à entraıˆner une pandémie. Il faudrait pour cela qu’il ait la possibilité de se répliquer au sein des cellules infectées et de produire de nouveaux virions infectants et transmissibles. En effet, une étude récente a montré qu’un virus ré-assortant comprenant les deux gènes codant pour les protéines de surface des virus humains (H3N2) et les 6 autres gènes internes du virus H5N1 ne pouvait se reproduire et se transmettre chez le furet, meilleur modèle animal du virus influenza actuellement pour les expériences in vivo.

voldoende zijn) dan zou dat nog niet volstaan om een pandemie te veroorzaken. Opdat het zover zou komen is nodig dat het virus zich in de besmette cellen kan repliceren en nieuwe besmettelijke en overdraagbare virionen kan voortbrengen. Uit een recente studie is immers gebleken dat een reassortant virus met de twee genen die coderen voor de oppervlakte-eiwitten van humane virussen (H3N2) en de 6 andere interne genen van het H5N1-virus zich niet kon voortplanten en overgaan bij fretten, thans het beste model voor het influenzavirus bij dieren voor in vivo proeven.

Les autres études n’ont pas identifié non plus les déterminants génétiques de la réplication et de la transmissibilité. Il faudra donc encore plusieurs mutations pour que le virus puisse acquérir un potentiel pandémique, ce qui n’est pas impossible vu le nombre incroyablement grand de virus circulant avec un haut taux de réplication.

De andere studies wezen evenmin de genetische determinanten voor replicatie en overdraagbaarheid aan. Er moeten dus nog meerdere mutaties optreden opdat het virus potentieel pandemisch zou kunnen worden, wat gelet op het ongelofelijk grote aantal in omloop zijnde virussen met hoge replicatiegraad niet onmogelijk is.

4. a) Il est en effet possible que la prolongation de l’interdiction totale d’importation des oiseaux ou des conditions très contraignantes à l’importation favorisent l’activité ou le développement de nouvelles filières illégales pour l’approvisionnement d’un marché où la demande reste constante et où les prix sont à la hausse.

4. a) Het is inderdaad mogelijk dat de verlenging van het totale verbod op de invoer van vogels of de zeer beperkende invoervoorwaarden de activiteit of de uitbouw van nieuwe illegale filières ter bevoorrading van een markt met constante vraag en stijgende prijzen in de hand werkt.

b) Lors des réunions du Comité permanent de la Chaıˆne alimentaire et de la Santé animale, le représentant belge a, à plusieurs occasions, plaidé pour une reprise, sous des conditions bien déterminées, des importations d’oiseaux d’ornement.

b) Op de vergaderingen van het Permanent Comité voor de Voedselketen en de Diergezondheid pleitte de Belgische vertegenwoordiger meermaals voor een hervatting van de invoer van siervogels onder welbepaalde voorwaarden.

Un nouveau règlement, qui sera d’application à partir du 1er juillet 2007, prévoit une autorisation d’importation pour un nombre limité de pays d’origine. La liste proposée initialement pourrait s’élargir progressivement à d’autres pays qui sont en mesure de fournir les garanties sanitaires nécessaires. De plus, seule l’importation d’oiseaux élevés en captivité et provenant de centres d’élevage serait autorisée. L’importation d’oiseaux capturés dans la nature reste interdite. Les oiseaux devront être testés pour l’influenza aviaire et la maladie de Newcastle, d’une part avant le départ du pays d’origine, et d’autre part lors du séjour en quarantaine obligatoire à l’arrivée dans le pays de destination. Ce règlement devrait permettre une reprise partielle des importations et, s’il ne résout pas tous les problèmes, il constitue néanmoins un premier pas en direction d’une reprise du commerce d’oiseaux d’ornement.

Een nieuwe verordening die op 1 juli 2007 van kracht wordt, voorziet in het toestaan van de invoer voor een beperkt aantal landen van herkomst. De aanvankelijk voorgestelde lijst zou geleidelijk aan kunnen worden aangevuld met andere landen die de vereiste sanitaire garanties kunnen bieden. Bovendien zou alleen de invoer van in gevangenschap gekweekte en uit kweekcentra afkomstige vogels worden toegestaan. De invoer van in de vrije natuur gevangen vogels blijft verboden. De vogels moeten zowel voordat zij uit het land van oorsprong vertrekken als tijdens de verplichte quarantaine bij aankomst in het land van bestemming worden getest op aviaire influenza en de ziekte van Newcastle. Deze verordening moet een gedeeltelijke hervatting van de invoer mogelijk maken en is, ofschoon ze niet alle problemen oplost, toch een eerste stap in de richting van een hervatting van de handel in siervogels.

Enfin, il convient de signaler que des controˆles sont organisés dans les commerces et sur les marchés afin de lutter contre la vente d’oiseaux exotiques importés illégalement.

Tot slot moet worden vermeid dat in handelszaken en op markten controles worden verricht om de verkoop van illegaal ingevoerde exotische vogels tegen te gaan.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32355

Il n’en reste pas moins évident qu’étant donné les cas récents de H5N1 découverts dans des élevages de volailles dans l’Union européenne, les risques éventuels pour la santé publique et les conséquences économiques considérables que cette maladie entraıˆne, une politique prudente s’impose.

Vanzelfsprekend is gelet op de recente vaststellingen van H5N1 in pluimveehouderijen, de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid en de aanzienlijke economische gevolgen die deze ziekte met zich brengt, een beleid van voorzichtigheid ten zeerste aangewezen.

DO 2006200709573

DO 2006200709573

Question no 910 de M. Miguel Chevalier du 19 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 910 van de heer Miguel Chevalier van 19 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Multiplication des incendies dus à la nidification d’oiseaux de grande taille dans les cheminées.

Toename van branden door grote vogels in schoorstenen.

En raison d’un phénomène d’inversion et de la présence d’une zone de haute pression atmosphérique, notre pays a vécu les dernières semaines de 2006 sous une épaisse couche de brouillard responsable, outre d’une baisse de la qualité de l’air, d’une série de dangers liés au chauffage des logements. Ainsi, une série de cas d’intoxication par le CO ont à nouveau été constatés. Cependant, les conditions météorologiques ne sont pas les seuls facteurs d’augmentation des risques d’intoxication par le CO. D’après l’association flamande de protection des oiseaux « Vogelbescherming Vlaanderen », il est en effet de plus en plus fréquent que des espèces ornithologiques de grande taille, comme les choucas, fassent leur nid dans des cheminées, provoquant des obstructions pouvant entraıˆner des intoxications par le CO ou des incendies. Compte tenu de l’accroissement de la population de choucas, ce problème risque de s’amplifier.

Ten gevolge van inversie en hoge luchtdruk bleef ons land op het einde van het jaar 2006 een aantal weken onder een dikke mistlaag. Naast een ongezonde lucht brengt dit ook een aantal gevaren mee bij de verwarming van woningen. Zo werden we opnieuw geconfronteerd met een aantal gevallen van COintoxicatie. Het zijn echter niet alleen meteorologische omstandigheden die het gevaar op CO-intoxicatie kunnen verhogen. Volgens Vogelbescherming Vlaanderen zijn er immers meer en meer grotere vogelsoorten, zoals kauwen, die zich in schoorstenen gaan nestelen. Deze raken op die manier verstopt wat kan leiden tot CO-vergiftingen en branden. Gezien de stijging van de populatie van de kauwen zal dit probleem naar de toekomst toe zich nog meer gaan manifesteren.

Le caractère invisible du phénomène et le fait que seul un ramoneur professionnel puisse conster la présence de nids et les enlever aggravent encore la situation.

Vooral de onzichtbaarheid van het fenomeen en het gegeven dat enkel een professionele schoorsteenveger de nesten kan opmerken en verwijderen, vergroten de problemen nog.

1. Disposez-vous de données relatives au nombre d’incendies domestiques ou d’intoxications par le CO qui sont dus à la présence de nids d’oiseaux comme le choucas ? 2. Eˆtes-vous disposé à lancer une campagne d’information pour sensibiliser les citoyens à ce problème spécifique ?

1. Beschikt u over gegevens die aantonen in hoeveel gevallen een woningbrand of een CO-intoxicatie het gevolg was van een genestelde vogel, zoals de kauw ?

3. Quelles mesures concrètes proposez-vous pour remédier au problème ?

3. Welke concrete maatregelen stelt u voor om deze problematiek aan te pakken ?

4. a) Disposez-vous de données concernant la présence de détecteurs de CO dans les foyers belges ?

4. a) Beschikt u over gegevens inzake de verspreiding van CO-detectoren onder de Belgische huishoudens ?

b) Dans l’affirmative, pouvez-vous les communiquer ?

b) Zo ja, kan u deze meedelen ?


2006

2. Bent u bereid om een informatiecampagne te lanceren om de burger te sensibiliseren omtrent deze specifieke problematiek ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32356

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 910 de M. Miguel Chevalier du 19 janvier 2007 (N.) : J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. 1. La collecte des données des services d’incendie relève de la compétence du ministre de l’Intérieur. (Question no 1276 du 27 avril 2007.) 2. Le SPF Ećonomie a édicté des normes belges qui imposent des obligations en matière d’admission d’air frais et d’évacuation des gaz de combustion, qui sont conformes aux directives européennes. Les nouvelles installations doivent être placées par un installateur qualifié. Souvent le propriétaire néglige de faire controˆler les installations existantes. Aucune législation ne régıˆt l’accès à la profession, de sorte que tout un chacun peut offrir ses services de ramoneur. Les entités fédérées veillent à informer la population et les groupes à risque. 3. Le problème des intoxications au monoxyde de carbone s’explique par les installations non conformes à la législation et non correctement entretenues. Les intoxications au CO provoquées par des nids d’oiseaux paraissent marginales. Ce sont dès lors avant tout les mesures prévues en matière d’installation et d’entretien corrects qui doivent continuer à être encouragées. Les entités fédérées ont, dans leurs compétences, élaboré des codes du logement. Les bourgmestres peuvent, dans les limites de leurs compétences en matière de sécurité publique, déclarer l’insalubrité de logements en raison du risque de CO. 4. La collecte des données sur les chiffres de vente de détecteurs de CO relève de la compétence du ministre de l’Ećonomie. (Question no 574 du 27 avril 2007.)

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 910 van de heer Miguel Chevalier van 19 januari 2007 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden. 1. De gegevensverzameling van de brandweerdiensten valt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 1276 van 27 april 2007.) 2. De FOD Economie heeft Belgische normen uitgevaardigd. Deze leggen verplichtingen op wat betreft de toevoer van verse lucht en de afvoer van de verbrandingsgassen die conform zijn met de Europese richtlijnen. Nieuwe installaties moeten door een gekwalificeerde installateur gebeuren. Het laten keuren van bestaande toestellen wordt dikwijls verwaarloosd door de eigenaar. Geen enkele wetgeving regelt de toegang tot het beroep waardoor iedereen zich als schoorsteenveger kan aanbieden. De informatie aan de bevolking en risicogroepen wordt door de deelstaten opgenomen. 3. Het probleem van de CO-intoxicaties ligt bij het gebrek aan de installaties die niet conform zijn aan de wetgeving en niet correct onderhouden worden. CO-intoxicaties ten gevolge van genestelde vogels lijken marginaal. Het zijn dan ook in de eerste plaats de voorziene maatregelen van correcte installatie en onderhoud die verder moeten gepromoot worden. De deelstaten hebben onder hun bevoegdheid wooncodes uitgewerkt. Burgemeesters kunnen binnen hun bevoegdheid inzake openbare veiligheid woningen onbewoonbaar verklaren omwille van het CO-gevaar. 4. De verzameling van verkoopscijfers van COdetectoren valt onder de bevoegdheid van de minister van Economie. (Vraag nr. 574 van 27 april 2007.)

DO 2006200709588

DO 2006200709588

Question no 911 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006.

Vraag nr. 911 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006. 1. a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturen waarvoor op 31 december 2006 nog geen ordonnancering gebeurde bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?

1. a) Quel était le montant des factures entrantes pour lesquelles les administrations et les autres institutions relevant de votre tutelle n’avaient encore effectué aucun ordonnancement au 31 décembre 2006 ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32357

b) De combien de factures s’agit-il exactement et de quand datent-elles ?

b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welke datum werden ze opgemaakt ?

2. a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancement n’a-t-il été effectué ?

2. a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geen ordonnancering gebeurde ?

b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, telle qu’imposée par le principe de l’ancre, ou certains crédits d’ordonnancement prévus au budget 2006 étaient-ils insuffisants ?

b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenutting van kredieten, zoals opgelegd door het ankerprincipe of waren de in de begroting 2006 bepaalde ordonnanceringskredieten ontoereikend ?

c) Dans ce dernier cas, quelle en est la cause ?

c) In dit laatste geval, wat is hiervan de oorzaak ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 911 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 911 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) :



1. a) Les factures, introduites auprès du service d’encadrement Budget et Controˆle de gestion — Logistique au 31 décembre 2006 et pour lesquelles aucun ordonnancement n’a été effectué, représentent un montant de 12 152 154,66 euros.

1. a) De facturen, die op de stafdienst Budget en Beheerscontrole, Logistiek waren ingediend op datum van 31 december 2006 en waarvoor geen ordonnancering werd uitgevoerd, vertegenwoordigen een bedrag van 12 152 154,66 euro.

b) Il s’agit de 4 993 factures, dont 2657 factures, d’un montant de 7 070 734,06 euros, établies en novembre et décembre 2006, dont la date d’échéance par conséquent n’a pas été dépassée, et 2336 factures, d’un montant de 5 081 420,60 euros, datant principalement de septembre et octobre 2006.

b) Het gaat om 4993 facturen, waarvan 2657 facturen, ten bedrage van 7 070 734,06 euro, opgemaakt in november en december 2006, waarvan de vervaldatum derhalve niet is overschreden en 2336 facturen, ten bedrage van 5 081 420,60 euro, voornamelijk daterend van september en oktober 2006.

Ces factures ont entre-temps toutes été ordonnancées.

Deze facturen zijn intussentijd allen geordonnanceerd.

2. a) à c) Le délai de traitement d’une facture au service d’encadrement B&Cg — Log du SPF SPSCAE, en 2006 était en moyenne de 22,65 jours. Les crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006 s’expliquaient dès lors par le principe de la sousutilisation des crédits.

2. a) tot c) De doorlooptijd van een factuur bedroeg op de Stafdienst B&Bc — Log van de FOD VVVL, in 2006, gemiddeld 22,65 dagen. De reden van de niet geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006 was dan ook het principe van de onderbenutting van de kredieten.

DO 2006200709590

DO 2006200709590

Question no 912 de Mme Hilde Dierickx du 23 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 912 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Tuberculose. — Infections.

Tuberculose. — Besmettingen.

La tuberculose (tbc) est une affection pulmonaire grave qui n’a pas encore été complètement éradiquée. En particulier, certains groupes de population à risque, tels que les sans-abri et les demandeurs d’asile, restent vulnérables à la tuberculose.

Tuberculose (tbc) is een ernstige longziekte die nog niet volledig uitgeroeid werd. Vooral bepaalde risicogroepen in de bevolking blijven kwetsbaar voor tbc. Denken we maar aan daklozen en asielzoekers.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32358

1. Comment le nombre d’infections par la tuberculose a-t-il évolué dans les Régions flamande, wallonne et bruxelloise au cours des cinq dernières années ?

1. Hoe evolueerde het aantal tbc-besmettingen de jongste vijf jaar in respectievelijk het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest ?

2. a) Disposez-vous de chiffres relatifs à l’évolution du nombre d’infections des populations fragilisées ?

2. a) Zijn er cijfers over de evolutie van tbcbesmettingen bij kwetsbare bevolkingsgroepen ?

b) Dans l’affirmative, quelles sont les évolutions les plus marquées ?

b) Zo ja, wat zijn de belangrijkste evoluties ?

3. Des mesures supplémentaires sont-elles envisagées ?

3. Worden extra maatregelen gepland ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 912 de Mme Hilde Dierickx du 23 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 912 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 januari 2007 (N.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2006200709653

DO 2006200709653

Question no 917 de M. Guido De Padt du 29 janvier 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 917 van de heer Guido De Padt van 29 januari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Hoˆpitaux. — Patients contagieux. — Mise en garde contre le risque de contagion.

Ziekenhuizen. — Besmette patie¨nten. — Waarschuwing besmettingsgevaar.

Les hoˆpitaux sont amenés à soigner des patients contagieux. Or, le personnel technique, d’entretien, voire les visiteurs, ne sont pas toujours au courant de la présence d’un patient souffrant d’une maladie contagieuse dans une des chambres de d’hoˆpital.

Ziekenhuizen dienen ook zorgen toe aan besmette patie¨nten. Technisch personeel, onderhoudspersoneel of zelfs bezoekers weten niet altijd dat er op de ziekenhuiskamer een patie¨nt ligt met een besmettelijke ziekte.

1. Combien de personnes ont été contaminées en 2004, 2005 et 2006 à la suite de contacts avec un patient souffrant d’une maladie contagieuse ? Pourriezvous établir une distinction entre le personnel soignant, le personnel non soignant et les visiteurs, d’une part, et entre les hoˆpitaux publics et privés, d’autre part ?

1. Hoeveel personen (opgedeeld per verzorgend personeel, niet-verzorgend personeel, bezoekers en per openbaar en niet-openbaar ziekenhuis) liepen er in 2004, 2005 en 206 een ziekte op tengevolge van een contact met een patie¨nt met een besmettelijke ziekte ?

2. Ne vous semble-t-il pas opportun d’imposer ou de recommander, dans ce contexte, une procédure standard permettant, par une signalisation spécifique, de mettre les personnes susceptibles d’entrer dans la chambre ou` se trouve le patient contagieux en garde contre le risque de contagion ?

2. Acht u het niet aangewezen om in het kader van deze mogelijke problematiek een standaardprocedure op te leggen of aan te bevelen, waarbij via een specifieke signalisatie de mogelijke betreders van de kamer gewaarschuwd worden van het besmettingsgevaar ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32359

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 917 de M. Guido De Padt du 29 janvier 2007 (N.) : J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. 1. E´tant donné qu’un tel enregistrement n’existe pas, les chiffres demandés sont indisponibles. Du reste, je mets fortement en doute l’opportunité d’un tel enregistrement. En effet, le risque réel de transmission des infections se situe au niveau des autres patients, et beaucoup moins au niveau du professionnel de la santé, du personnel technique hospitalier et des visiteurs. Il arrive souvent que les autres patients soient plus susceptibles de contracter des infections en raison de leur maladie, mais cela ne s’applique pas aux autres catégories, puisqu’il s’agit, en l’occurrence, de personnes en bonne santé. Dans cette optique, vous comprendrez que j’ai accordé un caractère obligatoire à l’enregistrement des infections hospitalières, réalisé par l’Institut scientifique de Santé publique (ISP), et ce depuis le 1er juillet 2006. 2. Je puis vous confirmer que la plupart des hoˆpitaux disposent déjà de telles procédures. En effet, chaque hoˆpital dispose d’une équipe d’hygiène hospitalière, laquelle a entre autres pour mission de prévenir ` cet égard, les la transmission de germes contagieux. A mesures de précaution standards et complémentaires, une hygiène des mains efficace et l’isolement de certains patients contagieux (par exemple des patients tuberculeux ou contaminés par le SARM) figurent parmi les points importants. Bien que le but primaire de ces mesures soit le controˆle de la dissémination de maladies infectieuses chez d’autres patients, elles visent également à la protection des professionnels de la santé et du personnel technique. Dans certains cas spécifiques, les mêmes mesures sont imposées aux visiteurs. Pour ce qui est de la signalisation, la plupart des hoˆpitaux utilisent déjà un formulaire d’information sur la porte des patients contagieux isolés, à l’intention du personnel soignant et technique et des visiteurs. Toujours concernant ce point, je tiens à faire remarquer que ceci doit être réalisé en toute discrétion, et ce afin de ne pas stigmatiser le patient.

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 917 van de heer Guido De Padt van 29 januari 2007 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden. 1. Aangezien een dergelijke registratie niet bestaat, zijn de gevraagde cijfers niet beschikbaar. Ik trek de wenselijkheid van een dergelijke registratie overigens sterk in twijfel. Het ree¨le gevaar voor transmissie van infecties situeert zich immers op het niveau van de andere patie¨nten en veel minder op het niveau van de gezondheidswerker, het technisch ziekenhuispersoneel en de bezoekers. Daar waar de andere patie¨nten omwille van hun ziekte vaak vatbaarder zijn voor infecties, geldt dit niet voor de andere categoriee¨n gezien het gaat om gezonde personen. In deze optiek zal u dan ook begrijpen dat ik de registratie van ziekenhuisinfecties door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) sinds 1 juli 2006 een obligatoir karakter heb verleend. 2. Ik kan u bevestigen dat de meeste ziekenhuizen reeds over dergelijke procedures beschikken. Elk ziekenhuis beschikt immers over een team voor ziekenhuishygie¨ne dat onder andere als taak heeft de overdracht van besmettelijke kiemen te vermijden. Belangrijke punten daarbij zijn de standaarden bijkomende voorzorgsmaatregelen, goede handhygie¨ne en isolatie van bepaalde besmettelijke patie¨nten (bijvoorbeeld patie¨nten met tuberculose of met MRSA). Alhoewel deze maatregelen primair gericht zijn op de controle van de verspreiding van besmettelijke ziekten naar andere patie¨nten, beschermen zij eveneens de gezondheidswerkers en het technisch personeel. In sommige specifieke gevallen worden dezelfde maatregelen ook opgelegd aan de bezoekers. Wat de signalisatie betreft geldt ook hier weer dat de meeste ziekenhuizen reeds gebruik maken van een informatieformulier op de deur van geı¨soleerde besmettelijke patie¨nten ten behoeve van het verzorgend en technisch personeel en de bezoekers. Hierbij wil ik nog opmerken dat dit zeer discreet moet gebeuren om de patie¨nt niet te stigmatiseren.

DO 2006200709741

DO 2006200709741

Question no 920 de M. Guido De Padt du 9 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Hoˆpitaux. — Criminalité. Ces dernières années, l’hoˆpital universitaire de Gand (Universitair Ziekenhuis Gent) a été confronté à

Vraag nr. 920 van de heer Guido De Padt van 9 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Ziekenhuizen. — Criminaliteit. Het Universitair Ziekenhuis (UZ) van Gent heeft de jongste jaren te kampen met heel wat meldingen van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32360

de nombreux faits criminels. Aussi cet hoˆpital a-t-il été choisi, pour la Flandre, comme site de test pour une campagne de sensibilisation concernant la criminalité dans les hoˆpitaux.

criminele feiten. Daarom is het UZ voor Vlaanderen uitgekozen als testlocatie voor een sensibiliseringsprogramma rond criminaliteit in ziekenhuizen.

1. Combien de vols ou d’autres actes criminels ont été perpétrés dans les hoˆpitaux belges en 2005 et en 2006 ?

1. Hoeveel diefstallen of andere vormen van criminaliteit werden in 2005 en 2006 in de Belgische ziekenhuizen gepleegd ?

2. Comment se répartissent-ils par catégorie de délit ?

2. Hoe is de verdeling per categorie misdrijf ?

3. Comment se répartissent les délits par hoˆpital ?

3. Hoe is de verdeling van de misdrijven per ziekenhuis ?

4. Dans quelles proportions les victimes étaientelles respectivement des patients et des visiteurs ?

4. Hoeveel van de slachtoffers waren patie¨nten en hoeveel waren bezoekers ?

5. Quels sont les autres hoˆpitaux sélectionnés comme sites de test pour la campagne de sensibilisation ?

5. Wat zijn de andere ziekenhuizen die als testlocatie voor de sensibiliseringscampagne gelden ?

6. Quelles autres mesures envisagez-vous pour réduire la criminalité dans les hoˆpitaux ?

6. Wat zijn de andere maatregelen die u overweegt te nemen om het aantal criminele feiten in ziekenhuizen te doen dalen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 920 de M. Guido De Padt du 9 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 920 van de heer Guido De Padt van 9 februari 2007 (N.) :



1 à 6. Le choix de l’Hoˆpital Universitaire de Gand comme lieu de test pour la Flandre pour un programme de sensibilisation autour de la criminalité dans les hoˆpitaux n’était pas l’initiative du SPF Santé publique, mais du SPF Intérieur. E´galement, le SPF Santé publique ne dispose pas des données systématiques de la criminalité dans les hoˆpitaux. Le SPF Intérieur disposera probablement de ces données. Veuillez-vous adresser au SPF Intérieur. (Question no 1275 du 27 avril 2007.)

1 tot 6. De keuze van het Universitair Ziekenhuis van Gent als testlocatie voor Vlaanderen voor een sensibiliseringsprogramma rond criminaliteit in de ziekenhuizen was geen initiatief van de FOD Volksgezondheid, doch van de FOD Binnenlandse Zaken. De FOD Volksgezondheid beschikt ook niet over systematische gegevens over ziekenhuiscriminaliteit. De FOD Binnenlandse Zaken zal wellicht over deze gegevens beschikken. Gelieve u tot de FOD Binnenlandse Zaken te wenden. (Vraag nr. 1275 van 27 april 2007.)

DO 2006200709773

DO 2006200709773

Question no 924 de Mme Hilde Dierickx du 15 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 924 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Catastrophes naturelles. — Classement des Nations Unies.

Natuurrampen. — Ranglijst Verenigde Naties.

La Belgique figure en cinquième position du classement des pays les plus touchés par les catastrophes naturelles établi par les Nations Unies. Le rapport indique que la canicule de juillet 2006 a couˆté la vie à 940 personnes. Les Pays-Bas quant à eux occupent la quatrième position dans ce classement, avec 1 000 décès dus à cette même canicule.

Belgie¨ staat vijfde op de ranglijst van de Verenigde Naties (VN) van landen die het zwaarts getroffen werden door natuurrampen. De hittegolf van juli 2006 heeft volgens het rapport 940 mensenlevens geeïst. Nederland staat nog « hoger », namelijk op de vierde plaats met welgeteld 1 000 doden door dezelfde hittegolf.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32361

Il est manifeste que le classement des Nations Unies est incorrect puisqu’il ne porte pas uniquement sur les victimes de la canicule proprement dite. Nous considérons qu’il s’agit surtout de personnes aˆgées et gravement malades décédées un peu plus toˆt à la suite de la canicule.

De ranglijst van de VN is duidelijk niet correct, want het gaat hier niet om slachtoffers die gestorven zijn door de hittegolf zelf. We gaan ervan uit dat het vooral gaat om bejaarden en ernstig zieke mensen die door de hittegolf iets vroeger overleden zijn.

Ce classement grotesque nuit assurément à l’image de notre pays. Il s’agit également d’une mauvaise publicité pour le plan canicule élaboré par le ministre.

Deze belachelijke ranglijst is wel nefast voor het imago van ons land. Ook voor het hittegolfplan dat door de minister uitgewerkt werd, is dit slechte reclame.

1. a) Quelle est votre réaction au classement des pays les plus touchés par les catastrophes naturelles établi par les Nations Unies ?

1. a) Wat is uw reactie op de ranglijst van de VN van landen die het zwaarst getroffen werden door een natuurramp ?

b) Des initiatives sont-elles prises pour éviter la parution de tels rapports erronés et dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Worden er initiatieven genomen om dit soort verkeerde rapporten te vermijden en zo ja, welke ?

c) Des contacts ont-ils eu lieu avec les Nations Unies à propos de ces informations et dans l’affirmative, quels accords ont-ils été conclus ?

c) Zijn er contacten geweest met de VN over deze informatie en zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt ?

2. a) Le plan canicule a-t-il été soumis à une analyse sérieuse ?

2. a) Werd het hittegolfplan aan een strenge analyse onderworpen ?

b) Quels sont les résultats de l’analyse ?

b) Wat zijn de resultaten van de analyse ?

c) Des adaptations sont-elles prévues et dans l’affirmative, lesquelles ?

c) Worden er aanpassingen gepland en zo ja, welke ?

d) La communication fait-elle l’objet d’une attention accrue, notamment en ce qui concerne le nombre de décès liés directement ou indirectement à la canicule ?

d) Wordt er meer aandacht besteed aan communicatie, ook van het aantal doden die al dan niet rechtstreeks te wijten zijn aan een hittegolf ?

3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour inciter les médecins à communiquer la cause exacte du décès ?

3. Overweegt u maatregelen te nemen om de artsen erop te wijzen de juiste doodsoorzaak te vermelden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 924 de Mme Hilde Dierickx du 15 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 924 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 februari 2007 (N.) :



1. a) Dans un communiqué de presse diffusé après la publication du rapport, le porte-parole officiel du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement déplore le fait que les NU aient utilisé ce matériel chiffré à la légère (voir annexe 1).

1. a) In een perscommuniqué gepubliceerd na de publicatie van het rapport werd door de officie¨le woordvoerder van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu betreurd dat de VN op een zeer « lichtzinnige » wijze dit cijfermateriaal gebruikt heeft (zie bijlage 1).

b) Dans le même temps, une note a été envoyée par M. De Gucht, ministre des Affaires étrangères, à l’ambassadeur belge auprès des Agences des NU à Genève, à qui il a été demandé d’examiner cette

b) Tegelijkertijd werd er een nota verstuurd door de heer De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken, gericht aan de Belgische Ambassadeur bij de UN Agencies in Genève met de vraag deze situatie te


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32362

situation avec l’UN/ISDR et de s’informer sur la provenance de ce matériel chiffré mal interprété (voir annexe 2).

bespreken met UN/ISDR en te vernemen waar ISDR dit verkeerd geı¨nterpreteerd cijfermateriaal verkregen heeft (zie bijlage 2).

c) Il n’y a jamais eu aucun contact entre l’ISP ou le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement et les auteurs de ce rapport ni aucun autre représentant des Nations unies. D’après une réaction du Secrétariat de l’UN/ISDR à l’ambassadeur belge auprès Agences des NU à Genève, il s’avère que ces informations ont été transmises par le CRED (Centre de Recherche sur l’Epidémiologie des désastres de l’Université catholique de Louvain). L’ISDR propose également une série de mesures visant à éviter une telle situation à l’avenir (voir annexe 3).

c) Er is nooit enig contact geweest vanwege het WIV of de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met de auteurs van dit rapport of enige andere vertegenwoordiger van de Verenigde Naties. Uit een reactie van het Secretariaat van UN/ISDR aan de Belgische Ambassadeur bij de UN Agencies in Genève blijkt dat zij deze informatie ontvangen hebben van CRED (Centre de Recherche sur l’Epidémiologie des désastres de l’Université catholique de Louvain). ISDR stelt eveneens een aantal maatregelen voor om dergelijke situatie in de toekomst te vermijden (zie bijlage 3)

2 a) et b) Il existe un groupe de travail plan « vague de chaleur et pics d’ozone », composé de représentants de l’IMR, d’IRCEL-CELINE, du Service public fédéral Santé publique, des Communautés et des Régions, qui a élaboré un plan vague de chaleur, sur une base communautaire, et a procédé à l’analyse de ce plan après l’été 2006. Ce plan a bien fonctionné et il a bénéficié d’une attention suffisante et adéquate des médias. D’après des enquêtes menées dans différents hoˆpitaux, il s’est avéré qu’il n’y a eu, en Belgique, aucun décès directement causé par la chaleur et qu’il n’y a donc pas eu d’augmentation importante des hospitalisations à la suite de la chaleur.

2. a) en b) Er bestaat een werkgroep « hittegolf en ozonpiekenplan » met vertegenwoordigers van het KMI, IRCEL-CELINE, de federale overheidsdienst volksgezondheid, de Gemeenschappen en Gewesten dat op gemeenschappelijke basis het hittegolf plan heeft opgesteld en na de zomer van 2006 het plan heeft geanalyseerd. Dit plan heeft goed gefunctioneerd en heeft de nodige en correcte media belangstelling ontvangen. Uit navragen in verschillende ziekenhuizen is gebleken dat er in Belgie¨ geen overlijdens zijn opgetreden die direct werden veroorzaakt door de hitte en dat er ook geen belangrijke toename van hospitalisaties was ten gevolge van de hitte.

c) Le groupe de travail se réunit régulièrement et examine les éventuelles adaptations qu’il convient d’apporter. Au cours de la dernière réunion, ce groupe de travail a décidé que le contenu du plan vague de chaleur était correct et qu’il ne fallait y apporter qu’un petit nombre d’adaptations. La transition de la phase d’alerte à la phase de crise sera éventuellement adaptée : quels critères faut-il utiliser pour passer de cette phase à la phase suivante ? Ce point (et éventuellement d’autres adaptations) sera examiné lors de la prochaine réunion du groupe de travail (prévue en mars 2007).

c) De werkgroep komt geregeld samen en eventuele aanpassingen worden in deze werkgroep besproken. Tijdens de laatste vergadering heeft deze werkgroep besloten dat de inhoud van het hittegolfplan correct is en dat er weinig aanpassingen noodzakelijk zijn. Een eventuele aanpassing zal mogelijks gebeuren op het niveau van de overgang van de alarmfase naar de crisisfase : welke criteria moeten gehanteerd worden om over te schakelen van deze fase naar de volgende ? Dit punt (en eventuele andere aanpassingen) worden in de volgende vergadering van de werkgroep besproken (voorzien in maart 2007).

d) Afin d’éviter toute interprétation erronée des données chiffrées, il a été décidé, en septembre 2006, que seul le porte-parole officiel du SPF Santé publique et du Cabinet du ministre de la Santé publique commenterait les chiffres (après concertation avec l’ISP, qui a collecté les données) à la presse et aux médias. Les Nations unies ont pris connaissance de ces informations interprétées de façon erronée par une autre voie (voir plus haut).

d) Om verkeerde interpretatie van het cijfermateriaal te voorkomen werd in september 2006 beslist dat enkel de officie¨le woordvoerder van de FOD Volksgezondheid en van het Kabinet van de minister van Volksgezondheid de cijfers zou toelichten (na samenspraak met het WIV die de cijfers verzameld heeft) aan de pers en de media. De Verenigde Naties zijn via een andere weg (zie hoger) aan deze verkeerd geı¨nterpreteerde informatie gekomen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32363

3. Le calcul du taux de mortalité, auquel il est fait référence dans le rapport, est effectué sur la base des taux de mortalité globaux transmis par le Registre national à l’ISP sur une base hebdomadaire. L’ISP est donc en mesure d’examiner le nombre total de décès par classe d’aˆge, éventuellement en fonction du sexe, ou en fonction des régions géographiques (par exemple différences entre la Flandre, Bruxelles et la Wallonie), mais la méthodologie utilisée ne permet pas d’effectuer une analyse par cause de mortalité. En l’occurrence, la cause de mortalité mentionnée par le médecin sur le certificat de décès n’est donc pas pertinente. Annexe 1 :

3. De berekening van het sterftecijfer waarnaar in het rapport verwezen wordt gebeurt met globale sterftecijfers die wekelijks door het Rijksregister aan het WIV worden overgemaakt. Het WIV kan dus wel het totale aantal doden per leeftijdsklasse, eventueel in functie van het geslacht, of in functie van geografische gebieden (vb. verschillen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨) onderzoeken, maar de gebruikte methodologie laat niet toe een analyse per doodsoorzaak uit te voeren. De doodsoorzaak die op het overlijdenscertificaat door de arts vermeldt wordt doet dus hier niet ter zake. Bijlage 1 :

La Belgique injustement placée en cinquième position sur la liste des catastrophes naturelles ` la suite d’une mauvaise interprétation du chiffre A de 940 « victimes de la canicule », notre pays figure injustement en cinquième position sur la liste des pays les plus touchés par les catastrophes naturelles, dans un rapport des Nations Unies. Le nombre, qui ne fait pas allusion à des décès liés à la canicule mais bien à la mortalité globale, a été repris sur le site du Service public fédéral (SPF) Santé publique, lequel se base sur les chiffres diffusés par l’Institut scientifique de Santé publique (ISP) qui assure la surveillance permanente de la mortalité, en Belgique.

Belgie¨ onterecht op vijfde plaats in lijst natuurrrampen

Les chiffres enregistrés l’été passé montrent certes que, les jours où l’on assiste à une vague de chaleur ou un pic d’ozone, la mortalité dépasse la moyenne attendue. Il s’agit principalement de décès survenus prématurément (particulièrement dans le groupe des plus de 85 ans) et non de décès supplémentaires. Souvent, ce sont des personnes dont la santé est fragilisée par l’aˆge ou la maladie, et qui sont donc plus vulnérables durant la canicule.

De cijfers voor afgelopen zomer toonden aan dat het sterftecijfer boven het verwachtte gemiddelde stijgt op dagen dat er een hittegolf of ozonpiek gemeten wordt. Hierbij gaat het voornamelijk over sterfgevallen die zich eerder voordoen dan verwacht (vooral in de leeftijdsgroep boven de 85 jaar) en niet om bijkomende overlijdens. Vaak gaat het hierbij om personen van wie de gezondheid door ouderdom en ziekte verzwakt is, waardoor zij extra kwetsbaar zijn tijdens een hittegolf.

Chaque année, à partir du mois de mai, les mesures de protection du plan « Vague de chaleur et pics d’ozone » sont mises en place et ont permis jusqu’à présent, à notre pays, d’éviter des morts directement incriminés à la vague de chaleur. Ce plan est spécifiquement axé sur la protection des groupes particulièrement vulnérables tels que les personnes aˆgées ou les jeunes enfants et comporte des directives concrètes pour la population et les professionnels de la santé. Le SPF Santé publique et l’ISP déplorent que leurs données aient été utilisées de façon négligente.

Door elk jaar vanaf mei de beschermende maatregelen van het plan voor hittegolf en ozonpieken te ontplooien, konden overlijdens die direct te wijten zijn aan de hittegolf in ons land tot nu vermeden worden. Het plan is gericht op de bescherming van zwakke bevolkingsgroepen zoals ouderen en jonge kinderen en bevat concrete richtlijnen voor de bevolking en de gezondheidswerkers. De FOD Volksgezondheid en het WIV betreuren het onzorgvuldig gebruik van hun cijfermateriaal.

Door een foutieve interpretatie van het cijfer van 940 « hittegolfdoden » kreeg ons land onterecht een vijfde plaats toegekend op de lijst met landen die het zwaarst getroffen zijn door natuurrampen in een rapport van de Verenigde Naties. Het getal, dat niet duidt op overlijdens door hitte maar dat de globale sterfte weergeeft, werd overgenomen van de website van de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid op basis van cijfers van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) dat in ons land instaat voor een permanente bewaking van de mortaliteit.

Contact :

Contact :

Jan Eyckmans

Jan Eyckmans

Porte-parole SPF Santé publique

Woordvoerder FOD Volksgezondheid

0495/25.47.24

0495/25.47.24

Dr Sophie Maes

Dr. Sophie Maes


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32364

Institut scientifique de santé publique

Wetenschappelijk Instituut Volkgezondheid

02/642.50.26

02/642.50.26

Annexe 2

Bijlage 2

De : CAB AE — KAB BZ

De : CAB AE — KAB BZ

Envoyé : Thursday, 01 February, 2007 16 :29 PM A : GENEVA

Envoyé : Thursday, 01 February, 2007 16 :29 PM A : GENEVA

Cc : BRUSSELS — CAB AE/KAB BZ; BRUSSELS -M2; BRUSSELS — P&C/P; NEW YORK UNO Objet : M2-N-GVA UNO : La Belgique injustement classée en cinquième position sur la liste des catastrophes naturelles dans le rapport UN/ISDR

Cc : BRUSSELS — CAB AE/KAB BZ; BRUSSELS -M2; BRUSSELS — P&C/P; NEW YORK UNO Objet : M2-N-GVA UNO : Belgie¨ in UN/ISDR rapport onterecht op vijfde plaats in lijst natuurrampen

M2

M2

à

aan

GENEVE

GENEVA

Copie : P&C/P, New York ONU

Kopie : P&C/P, New York ONU

Prière de répéter (L. Meulenbergs)

au

SPF

Publique

Gelieve te herhalen aan FOD Gezondheid (L. Meulenbergs)

Concerne : la Belgique dans le rapport UN/ISDR injustement classée en cinquième position sur la liste des catastrophes naturelles

Betreft : Belgie¨ in UN/ISDR rapport onterecht op vijfde plaats in lijst natuurrampen

La Belgique occupe injustement la cinquième place sur une liste de pays les plus gravement touchés par les catastrophes naturelles, publiée par le United Nations International Strategy for Disaster Reduction (UN/ ISDR). Vous trouverez en annexe le communiqué de presse de l’UN/ISDR et du SPF Santé publique. La question a également été évoquée dans la presse belge. Le SPF Santé publique et l’Institut scientifique de santé publique (ISP) indiquent que l’UN/ISDR base son analyse sur des chiffres de mortalité concernant la période caniculaire de l’été dernier, qui ont été interprétés de façon erronée. Le rapport de l’UN/ISDR fait état de 940 décès survenus au cours de la période en question. Cependant, ce chiffre ne concerne pas les décès liés à la canicule mais bien la mortalité globale pour l’été 2006. En période caniculaire, ce sont surtout des personnes déjà affaiblies, dont le décès est prématuré, et qui n’est donc que partiellement dû à la chaleur. De tels décès surviennent plus toˆt que prévu, et peuvent donc difficilement être comptabilisés dans les statistiques en tant que décès supplémentaires. En Belgique, les décès directement incriminés à la vague de chaleur ont jusqu’à présent pu être évités, graˆce à des mesures de protection pour les groupes particulièrement vulnérables, instaurées dans le cadre du plan vague de chaleur et pics d’ozone.

Belgie¨ neemt onterecht de vijfde plaats in op een lijst van landen die het zwaarst getroffen zijn door natuurrampen, gepubliceerd door de United Nations International Strategy for Disaster Reduction (UN/ISDR). In bijlage vindt u het perscommuniqué ter zake van de UN/ISDR en de FOD Volksgezondheid. De kwestie kwam ook aan bod in de Belgische pers. De FOD Volksgezondheid en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) wijzen erop dat UN/ISDR haar analyse baseert op onjuist geı¨nterpreteerd cijfermateriaal over de sterfgevallen tijdens de hittegolf van afgelopen zomer. Het rapport van UN/ISDR vermeldt 940 sterfgevallen in de betrokken periode. Dat cijfer betreft echter niet de overlijdens door hitte maar slaat op de globale sterfte in de zomer van 2006. Tijdens een hittegolf doen zich vooral sterfgevallen voor bij reeds verzwakte mensen wiens doodsoorzaak enkel vervroegd wordt en dus slechts deels te wijten is aan de hitte. Dergelijke sterfgevallen doen zich eerder voor dan verwacht, en zijn dus bezwaarlijk statistisch te qualificeren als bijkomende overlijdens. In ons land konden tot nu toe overlijdens die direct te wijten zijn aan een hittegolf vermeden worden door beschermende maatregelen voor zwakke bevolkingsgroepen ingevoerd door het plan voor hittegolf en ozonpieken.

L’analyse erronée est sans doute due à la mauvaise utilisation du site web du SPF Santé publique, en tant que source d’information chiffrée concernant la Belgique. En effet, les chiffres utilisés étaient uniquement mentionnés dans le contexte précité. Cela aurait pu

De verkeerde analyse is wellicht te wijten aan het verkeerdelijk gebruik van de website van de FOD Volksgezondheid als bron voor de cijfers met betrekking tot Belgie¨. De gebruikte cijfers werden namelijk enkel vermeld in de hoger aangegeven context. Dit had


Santé

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32365

être évité moyennant l’utilisation de canaux adaptés pour la collecte de chiffres officiels. Je vous demande d’examiner la situation avec l’UN/ISDR et de m’informer ensuite des éventuelles solutions.

vermeden kunnen worden mits gebruik van de gepaste kanalen voor het verzamelen van officie¨le cijfers. Ik vraag u om de situatie te bespreken met UN/ISDR en mij daarop te berichten over mogelijke oplossingen.

DE GUCHT

DE GUCHT

Annexe 3

Bijlage 3

From : GENEVA

From : GENEVA

Sent : Wednesday, 07 February, 2007 11 :56 AM

Sent : Wednesday, 07 February, 2007 11 :56 AM

To : BRUSSELS — M2

To : BRUSSELS — M2

Cc : BRUSSELS — CAB AE/KAB BZ; NEW YORK UNO

Cc : BRUSSELS — CAB AE/KAB BZ; NEW YORK UNO

Subject : GVA-UNO/N/M2 : UN / ISDR : victimes des catastrophes naturelles

Betreft : GVA-UNO/N/M2 : UN / ISDR : slachtoffers van natuurrampen

Suite à VM 2007/0058, ce poste a pris contact avec le secrétariat de l’International Strategy for Disaster Reduction des Nations unies (ISDR) au sujet de la place dévolue à la Belgique dans le classement relatif aux décès consécutifs à des catastrophes naturelles en 2006. J’en retiens les éléments suivants :

Ingevolge ref. 2007/0058 heeft deze post contact genomen met het secretariaat van het International Strategy for Disaster Reduction van de Verenigde Naties (ISDR) over de plaats die Belgie¨ inneemt op de ranglijst met betrekking tot de overlijdens ingevolge natuurrampen in 2006. Ik onthou daaruit de volgende elementen :

1. Bien que l’ISDR ait, via une dépêche de presse, fait écho des informations en question, on y souligne que la paternité des données revient exclusivement au Centre de recherches sur l’épidémiologie des désastres de l’Université catholique de Louvain (CRED). Nos interlocuteurs décrivent ce dernier comme un institut renommé et connu pour la fiabilité de ses données, lesquelles n’auraient fait l’objet d’aucune contestation auprès de l’ISDR jusqu’à présent, et ce au cours d’une collaboration qui s’étend sur plusieurs années. Le secrétariat de l’ISDR insiste par ailleurs sur la relative modestie de ses moyens, qui rend un travail de collection ou même de vérification des données impossible, d’où la nécessité pour lui de s’appuyer sur des instituts de statistiques, dont le CRED. ` noter toutefois que si la dépêche figurant en 2. A annexe de votre mail 2007/0058 renvoie au CRED pour toute information complémentaire, il est en revanche possible que l’ISDR fasse usage des données soumises par le CRED dans le cadre de publications ultérieures des Nations Unies. J’ai bien évidemment sensibilisé mes interlocuteurs quant aux préoccupations exprimées dans votre mail susmentionné. Il m’a été répondu que ces préoccupations seraient prises en compte, d’autant plus que selon le secrétariat de l’ISDR, le rapport du CRED ne fournit pas de données actualisées pour 2006 sur tous les pays. Ainsi, les données relatives aux décès liés à la chaleur en France et en Italie n’y figurent pas, alors qu’il est communément admis que ces pays ont eu à déplorer davantage de décès dans ce contexte que la Belgique.

1. Hoewel ISDR via een persbericht de betreffende informatie had verspreid, wordt erop gewezen dat de verstrekte gegevens uitsluitend voor rekening zijn van het Centre for Research on the Epidemiology of Disasters (Onderzoekscentrum naar de Epidemiologie van Rampen — CRED) van de UCL. Onze contactpersonen beschrijven dit centrum als een gerenommeerde instelling die gekend is voor de betrouwbaarheid van haar gegevens, die tot dusver tijdens een samenwerking die al meerdere jaren duurt nog nooit door ISDR in vraag werden gesteld. Het ISDR secretariaat wijst er overigens op dat het niet beschikt over de middelen om zelf gegevens te verzamelen, laat staan te controleren, en dat het dus is aangewezen op statistische instituten zoals het CRED.

3. De même, l’ISDR confirme qu’il diffusera aussitoˆt un corrigendum si les données qui lui ont été trans-

3. Ook heeft ISDR bevestigd dat het onmiddellijk een corrigendum zal publiceren indien het CRED op


2006

2. Er moet echter op gewezen worden dat het bericht dat als bijlage bij uw mail 2007/0058 gaat, weliswaar naar het CRED verwijst voor bijkomende informatie, maar dat dit niet uitsluit dat ISDR de gegevens die het CRED heeft bezorgd gebruikt voor latere publicaties van de Verenigde Naties. Ik heb mijn gesprekspartners uiteraard attent gemaakt op de bezorgdheden die u in uw bovengenoemde mail uitdrukt. Men heeft mij beloofd dat er met deze bezorgdheden rekening zou worden gehouden, temeer het ISDR secretariaat zegt dat het CRED-rapport niet voor alle landen geactualiseerde gegevens voor 2006 bevat. Zo ontbreken bij voorbeeld de gegevens over de hittegolfdoden in Frankrijk en Italie¨, terwijl algemeen wordt toegegeven dat deze landen in deze context meer sterfgevallen te betreuren hadden dan Belgie¨.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32366

mises par le CRED venaient à être révisées par ce dernier. Pour les raisons évoquées plus haut, l’ISDR se dit toutefois dans l’impossibilité de procéder à une modification unilatérale de ces informations.

de doorgespeelde gegevens zou terugkomen. Om hogergenoemde redenen zegt het ISDR echter niet bij machte staat te zijn om deze gegevens eenzijdig aan te passen.

DO 2006200709787

DO 2006200709787

Question no 926 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 926 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Départements. — Réfectoires. — Restaurants.

Departementen. — Refters. — Restaurants.

Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.

Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.

En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.

Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.

1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?

1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?

2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?

2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?

4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?

4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 926 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 926 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) :



1. En ce qui concerne les services du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement établis à Bruxelles, cette condition est remplie.

1. Wat betreft de diensten van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, gehuisvest in Brussel, is aan deze voorwaarde voldaan.

L’ASBL Service social du SPF SPSCAE et du SPF Sécurité sociale exploite les restaurants suivants :

De VZW Sociale Dienst van de FOD VVVL en de FOD Sociale Zekerheid baat volgende restaurants uit :

— Restaurant Eurostation;

— Restaurant Eurostation;

— Restaurant ISP;

— Restaurant WIV;


2006

3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32367

— Restaurant WTCII.

— Restaurant WTCII.

En outre, l’ASBL Service social intervient dans les repas dans d’autres restaurants de l’administration (par le biais de conventions).

Bovendien komt de VZW Sociale Dienst tussen in de maaltijden bij andere overheidsrestaurants (via overeenkomsten).

2. Les services externes établis dans les provinces disposent uniquement d’un réfectoire.

2. De buitendiensten, gehuisvest in de provincies beschikken enkel over een refter.

Au Centre administratif « Ter Plaeten » à Gand, l’ASBL Service social exploite un restaurant, où des fonctionnaires d’autres services publics ont également la possibilité de bénéficier d’un repas.

In het administratief Centrum Ter Plaeten te Gent baat de VZW Sociale Dienst een restaurant uit, waar ook ambtenaren van andere overheidsdiensten de mogelijkheid hebben om een maaltijd te genieten.

3 et 4. Je renvoi à la réponse du premier ministre à qui la question a été posée également. (Question no 144 du 19 février 2007, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 159, p. 30821.)

3 en 4. Ik verwijs naar het antwoord van de eersteminister, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 144 van 19 februari 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 159, blz. 30821.)

DO 2006200709802

DO 2006200709802

Question no 928 de Mme Nathalie Muylle du 22 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 928 van mevrouw Nathalie Muylle van 22 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Marché aux pigeons de Lierre. — Autorisation sanitaire.

Duivenmarkt in Lier. — Sanitaire vergunning.

Depuis mai 2006, les marchands de pigeons présents sur le marché aux pigeons de Lierre doivent disposer d’une autorisation sanitaire. Cette autorisation est gratuite et sa validité n’est pas limitée dans le temps, mais le titulaire doit verser chaque année 174 euros au fonds sanitaire « volaille ». De plus, les pigeons doivent avoir été maintenus à l’écart des oiseaux sauvages pendant dix jours, il faut tenir un registre des pigeons vendus et ils doivent être vaccinés contre la pseudopeste aviaire.

Sinds mei 2006 moeten duivenverkopers op de Lierse duivenmarkt over een sanitaire vergunning beschikken. Zo’n vergunning is gratis en heeft geen gelimiteerde geldigheidsduur, maar de houder moet wel jaarlijks 174 euro betalen aan het Pluimveefonds. Bovendien moeten de dieren tien dagen afgeschermd gezeten hebben van wilde vogels, moet er een register bijgehouden worden van de verkochte duiven en moeten ze ingee¨nt zijn voor pseudovogelpest.

Pour les vendeurs occasionnels, cette autorisation se révèle très couˆteuse. Il devient très difficile pour eux de retirer encore quelque chose de la vente de leurs animaux. L’autorisation sanitaire a été introduite en 1992 à la suite d’une épidémie de pseudo-peste aviaire, mais n’est devenue obligatoire qu’en 2006 pour les vendeurs présents sur les marchés aux pigeons. Pourquoi cette obligation soudaine ? Est-ce une suite de la menace que constitue la grippe aviaire ? Il s’agit pourtant d’une tout autre souche virale que celle de la pseudo-peste aviaire.

Voor occasionele verkopers is deze vergunning wel erg duur. Nog iets verdienen aan de verkoop van die dieren wordt dan wel erg moeilijk. De sanitaire vergunning is ingevoerd in het jaar 1992 naar aanleiding van een epidemie van pseudovogelpest, maar werd pas in 2006 verplicht voor verkopers op de duivenmarkt. Waarom deze plotse verplichting ? Is dit naar aanleiding van de dreiging van aviaire influenza ? Dit is toch een heel andere virusstam die niet kan worden vergeleken.

De plus, pour les expositions couvertes, l’autorisation sanitaire n’est pas nécessaire. Pourquoi cette distinction ?

Voor overdekte tentoonstellingen is de sanitaire vergunning niet nodig. Waarom dit verschil ?

1. a) Pourquoi l’autorisation sanitaire, qui a été introduite en 1992 à la suite de la pseudo-peste aviaire, est-elle devenue subitement obligatoire en 2006 pour les vendeurs présents sur les marchés aux pigeons ?

1. a) Waarom werd de sanitaire vergunning, die werd ingevoerd naar aanleiding van de pseudovogelpest in 1992, in 2006 plots verplicht voor de verkopers op duivenmarkten ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32368

b) Ne s’agit-il pas là d’une mesure purement financière destinée à faire rentrer de l’argent supplémentaire dans les caisses de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) ?

b) Is dit niet een louter financie¨le maatregel om het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) van extra geld te voorzien ?

2. a) Pourquoi l’autorisation sanitaire n’est-elle pas nécessaire pour les expositions couvertes ?

2. a) Waarom is er geen sanitaire vergunning nodig voor overdekte tentoonstellingen ?

b) Ne pourriez-vous pas faire une concession pour les marchés en plein air, dès lors que les pigeons ne se retrouvent de toute façon pas dans la chaıˆne alimentaire ?

b) Kan u geen tegemoetkoming doen aan de openluchtmarkten, want de duiven komen toch niet in de voedselketen terecht ?

3. Envisagez-vous de prendre une initiative afin que les pigeons de compétition ne soient plus classés dans la catégorie des volailles, éventuellement moyennant diverses obligations en matière d’identification ?

3. Overweegt u een initiatief te nemen om wedstrijdduiven niet meer tot het pluimvee te laten behoren, eventueel via verschillende identificatieverplichtingen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 928 de Mme Nathalie Muylle du 22 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 928 van mevrouw Nathalie Muylle van 22 februari 2007 (N.) :



1. a) Les conditions sanitaires auxquelles doivent répondre les vendeurs de volailles sur les marchés publiques datent de 1992. Ces mesures ont été prises à l’occasion de la réouverture des marchés de volailles après une série de foyers de la maladie de Newcastle (NCD). Une des conditions à respecter est d’être en possession d’une autorisation sanitaire. En 2006, dans le cadre des mesures de lutte contre l’influenza aviaire, on a repris les prescriptions qui étaient d’application sur tout le territoire du pays, dont les conditions de rassemblement de volailles et d’oiseaux. La vente de pigeons est concernée également.

1. a) De sanitaire voorwaarden waaraan verkopers van pluimvee op markten moeten voldoen, dateren van 1992. Deze maatregelen werden genomen bij het heropenen van de pluimveemarkten na een reeks uitbraken van de ziekte van Newcastle (NCD). Eén van de voorwaarden is dat ze in het bezit moeten zijn van een sanitaire vergunning. In 2006 werd in het kader van de maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza herinnerd aan de voorschriften die gelden op het ganse grondgebied, waaronder ook de voorwaarden voor het verzamelen van pluimvee en vogels. De verkoop van duiven valt hier ook onder.

b) La cotisation que les vendeurs de volailles sur les marchés doivent payer n’est pas due à l’Agence alimentaire mais au Fonds budgétaire du secteur avicole.

b) De bijdrage die verkopers van pluimvee op markten dienen te betalen is niet verschuldigd aan het Voedselagentschap maar aan het Begrotingsfonds van de pluimveesector.

2. a) Les marchés de volailles sont un facteur de risque non négligeable pour la dispersion des maladies des volailles, telles que la NCD et l’influenza aviaire. Lors de la création du Fonds, il a été décidé que tous les maillons du secteur avicole contribueraient en fonction du risque sanitaire dépendant de la nature et de l’importance de leur activité. C’est pourquoi les détenteurs d’une autorisation de vente sur les marchés doivent contribuer au Fonds depuis qu’il est devenu opérationnel en 1997.

2. a) Pluimveemarkten zijn een niet te negeren risicofactor in de verspreiding van pluimveeziekten zoals NCD of aviaire influenza. Bij de oprichting van het Fonds werd beslist dat alle schakels van de pluimveesector zouden bijdragen in functie van het sanitair risico volgens de aard en de grootte van de activiteit. Houders van een vergunning voor verkoop op markten zijn om die reden sinds de opstart van het Fonds in 1997 bijdrageplichtig.

Les marchés sont, sur pratiquement tous les points, plus difficilement controˆlables que les expositions et

Markten zijn op praktisch alle punten moeilijker controleerbaar dan tentoonstellingen en zijn een glo-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32369

représentent, globalement, un plus grand risque de dispersion de maladies à cause de la difficulté d’établir la tracabilité après la vente. b) E´tant donné que la cotisation est destinée au Fonds budgétaire du secteur avicole qui intervient en cas de foyers de maladies, la question de savoir si les oiseaux sont destinés ou non, à la chaıˆne alimentaire ne se pose pas. Lors de l’épidémie d’influenza aviaire en 2003, le Conseil des ministres du 25 avril 2003 a décidé de doubler toutes les cotisations obligatoires. Les contributions doublées telles qu’elles ont été introduites par la loi-programme du 22 décembre 2003 modifiant l’arrêté royal du 24 juin 1997 relatif aux cotisations obligatoires au Fonds de la Santé et de la production des animaux fixées pour le secteur avicole, restent maintenues telles quelles jusque fin 2007. Ce n’est qu’après 2007 seulement, que l’on pourra prendre une nouvelle décision, après avis du Conseil du Fonds budgétaire et en fonction des réserves et des besoins du Fonds. Les vendeurs de volailles ou d’oiseaux doivent être enregistrès mais le Conseil du Fonds peut faire une proposition pour différencier jusqu’à quel niveau ils devront contribuer selon qu’ils sont vendeurs professionnels ou vendeurs occasionnels qui ne désirent vendre que, quelques fois par an, le surplus des animaux de leur propre production via le circuit des marchés.

baal groter risico op verspreiding van ziekten via verkoop die achteraf niet gemakkelijk te traceren is.

3. La question de dissocier les pigeons voyageurs du secteur avicole donne à tort l’impression que tous les pigeons appartiennent en ce moment à la définition de volailles. Ceci n’est pas le cas car, conformément à la réglementation de l’Office international des Epizooties (OIE) ou de la réglementation de l’UE, notre législation nationale a toujours fait la distinction entre les espèces détenues pour la production de, par exemple, viande, oufs, etc. (les volailles) et celles qui ne sont pas ` ce titre, les pigeons détenues à ces fins (les oiseaux). A de chair sont considérés comme des volailles et les pigeons voyageurs comme des oiseaux. A supposer que des foyers d’une maladie épidémique des volailles se déclarent, ce ne seront pas les volailles seules qui feront l’objet temporairement des mesures spécifiques de restrictions, mais les pigeons voyageurs également.

3. De vraag om wedstrijdduiven uit de pluimveesector te halen geeft verkeerdelijk de indruk dat alle duiven momenteel onder de definitie van pluimvee vallen. Dit is niet zo, in onze nationale reglementering werd steeds, conform de reglementering van het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) en de EU reglementering, onderscheid gemaakt tussen soorten gehouden voor de productie van bijvoorbeeld eieren, vlees, enzovoort (pluimvee) en deze die niet (vogels) voor dit doeleind worden gehouden. In die zin worden vleesduiven behandeld als pluimvee en wedstrijdduiven als vogels. Indien er zich in Belgie¨ een uitbraak van een epidemische pluimveeziekte zou voordoen, kunnen niet alleen pluimvee, maar ook reisduiven, tijdelijk onder de specifieke beperkende maatregelen vallen.

DO 2006200709829

DO 2006200709829

Question no 931 de M. Roel Deseyn du 26 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 931 van de heer Roel Deseyn van 26 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Cuisses striées.

Ribbeldijen.

De nouvelles technologies peuvent être à l’origine de nouveaux phénomènes. Or, il appartient aux pouvoirs

Nieuwe technologiee¨n brengen nieuwe fenomenen met zich mee. Het is echter de taak van de overheid om


2006

b) Door het feit dat de bijdrage bestemd is voor het Fonds van de pluimveesector dat tussenkomt bij uitbraak van ziekten, speelt de vraag of vogels al of niet in de voedselketen terecht komen niet mee in de discussie. Bij de uitbraak van aviaire influenza in 2003 heeft de Ministerraad beslist alle verplichte bijdragen te verdubbelen. De verdubbelde bijdragen, ingevoerd bij de programmawet van 22 december 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juni 1997 betreffende de verplichte bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van de dieren, vastgesteld voor de sector pluimvee, blijven volgens plan gehandhaafd tot eind 2007. Pas daarna kan, na advies van de Raad van het Begrotingsfonds, opnieuw worden beslist over het niveau van de bijdragen en dit in functie van de reserves en de noden van het Fonds. Verkopers van pluimvee of vogels moeten weliswaar geregistreerd zijn, maar de Raad van het Fonds kan een voorstel doen om de mate waarin ze bijdrageplichtig zullen zijn te differentie¨ren naargelang het gaat om professionele of occasionele verkopers die slechts enkele keren per jaar het overschot van hun eigen gekweekte dieren via de markt willen verkopen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32370

publics d’imposer, le cas échéant, des normes claires. Depuis quelque temps, il semble être question d’une nouvelle maladie professionnelle, à savoir le phénomène de la « lipoatrophie semi-circulaire », communément appelée phénomène des cuisses striées.

indien nodig duidelijke normen op te leggen. Sinds kort blijkt er sprake te zijn van een nieuwe beroepsziekte, met name het fenomeen « Lipoatrophia Semicircularis », beter bekend als ribbel- of deukdijen.

La maladie se caractérise par la présence, en position debout, d’une ou de plusieurs dépressions de la peau, à l’avant des cuisses, à mi-hauteur entre le genou et l’aine.

Men zou een ribbeldij kunnen herkennen wanneer je, staand, aan de voorzijde van de dij, ongeveer halverwege de knie en de lies, één of meer deuken waarneemt.

Le phénomène se rencontrerait surtout chez les femmes travaillant sur écran de visualisation. L’utilisation d’un ordinateur et d’un type particulier de bureau entraıˆnerait un rayonnement électromagnétique.

Vooral vrouwelijke werknemers die werk verrichten waar een beeldscherm aan te pas komt, worden steeds meer geconfronteerd met dit fenomeen. Hierbij zou een combinatie van computergebruik en een bepaald type bureel een bepaalde straling opleveren.

1. Le ministre dispose-t-il de plus amples informations à cet égard ? 2. Quelles sont les normes afférentes au travail sur écran de visualisation ? 3. Existe-t-il une réglementation européenne ?

1. Zijn hierover meer gegevens bekend ? 2. Wat zijn de normen betreffende het gebruik van beeldschermen ? 3. Is er een Europese regelgeving ?

4. Que sait-on sur les risques pour la santé, à court et à long terme ?

4. Heeft u zicht op het medisch gevaar, zowel op korte als op lange termijn ?

5. Qu’envisagez-vous d’entreprendre au niveau belge pour gérer et pallier le problème ?

5. Wat overweegt u op Belgisch niveau te doen om het probleem te beheersen en op te vangen ?

6. Y a-t-il lieu d’aménager les normes actuelles eu égard au phénomène des cuisses striées ?

6. Moeten de huidige normen worden bijgesteld in het licht van het fenomeen ribbeldijen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 931 de M. Roel Deseyn du 26 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 931 van de heer Roel Deseyn van 26 februari 2007 (N.) :



1. La « Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek » (VITO) a publié un rapport récemment (2004) sur les rayonnements électromagnétiques non ionisants (1). Le chapitre 6.2.2. consacre son attention au lien existant entre les champs statiques électromagnétiques et le problème des cuisses striées (pp. 85-90). La lipoatrophie semi-circulaire est liée à la profession — on ne parle pas encore de maladie professionnelle. Très rare il y a quelques années encore, ce phénomène commence aujourd’hui à se manifester à plus grande échelle, notamment dans certaines grandes entreprises en Belgique (plus de 1 000 cas enregistrés depuis 1995 chez KBC). D’autres cas de cuisses striées ont également été déclarés dans des entreprises aux Pays-Bas, en France, Grande-Bretagne, etc. Il est toutefois évident qu’il ne s’agit là que du « sommet de l’iceberg ». Il est

1. Recentelijk (2004) is er door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een rapport gepubliceerd met betrekking tot nietioniserende elektromagnetische stralingen (1). In hoofdstuk 6.2.2 wordt aandacht besteed aan de link tussen statische elektromagnetische velden en ribbeldijen (pp. 85-90). Lipoatrophia semicircularis is een beroepsgebonden verschijnsel — men spreekt nog niet van een beroepsziekte. Terwijl het tot voor enkele jaren zeer zeldzaam was, is het nu op grotere schaal beginnen voorkomen, i.h.b. in een aantal grote bedrijven in Belgie¨ (registratie van meer dan 1 000 gevallen sinds 1995 bij KBC). Er zijn ook meldingen van ribbeldijen uit bedrijven in Nederland, Frankrijk, GrootBrittannie¨,... Deze zijn echter ongetwijfeld slechts « het topje van de ijsberg ». Het is momenteel dus moeilijk

(1) Verschaeve, L., Decat, G., Maes, A. (2004). Inventarisatie van blootstellingsniveaus van niet-ioniserende elektromagnetische straling voor de bevolking in Vlaanderen, literatuurstudie. VITO rapport 2004/TOX/R/063; pp. 140.

(1) Verschaeve, L., Decat, G., Maes, A. (2004). Inventarisatie van blootstellingsniveaus van niet-ioniserende elektromagnetische straling voor de bevolking in Vlaanderen, literatuurstudie. VITO rapport 2004/TOX/R/063; pp. 140.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32371

dès lors difficile pour l’heure de s’essayer ne fût-ce qu’à une estimation grossière de la fréquence du problème.

zelfs maar een ruwe inschatting van de frequentie van voorkomen te maken.

Bien qu’il existe plusieurs hypothèses concernant la cause à l’origine des cuisses striées, on estime dans ledit article que l’hypothèse électrostatique (à savoir que les feuilles de bureau seraient chargées électrostatiquement et se déchargeraient au contact de la cuisse, et que les adipocytes seraient très sensibles à ces décharges électrostatiques répétées) est la seule qui tient encore la route. Des arguments sont avancés et la piste de l’électrostatisme est illustrée. Un rapport de la KBC en collaboration avec la VITO (1) retrace l’histoire du déménagement en 1995 de la KBC dans de nouveaux bureaux à Bruxelles (avec de nouveaux caˆblages, meubles et appareils de téléphone) et les problèmes de cuisses striées qui se sont manifestés au cours des mois et années qui suivirent (six mois après le déménagement, 135 personnes sur 1 100 travailleurs étaient concernées, et plus de 900 cas après 8 ans).

Hoewel er verschillende hypothesen zijn over de oorzaak van ribbeldijen, oordeelt men in dit artikel dat elektrostatische hypothese (namelijk dat bureaubladen electrostatisch geladen zouden worden en bij contact met het dijbeen ontladen adipocyten zouden voor dergelijke herhaaldelijke ontladingen erg gevoelig zijn) de enige is die nu nog steeds stand houdt. Er worden argumenten aangevoerd en de elektrostatische denkpiste wordt geı¨llustreerd. Een rapport van KBC in samenwerking met de VITO (1) schetst het verhaal van de verhuis van KBC te Brussel naar nieuwe kantoorgebouwen (met nieuwe bekabeling, meubelen en telefoontoestellen) in 1995 en het voorkomen van klachten over deukdijen in de maanden en jaren erna (een half jaar na de verhuis 135 mensen met klachten op 1 100 werknemers, na 8 jaar al meer dan 900 gevallen).

2. Les normes d’utilisation des écrans de visualisation sont formulées à l’arrêté royal du 27 août 1993 relatif au travail sur des équipements à écran de visualisation (Moniteur belge du 7 septembre 1993).

2. De normen betreffende het gebruik van beeldschermen staan geformuleerd in het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur (Belgisch Staatsblad van 7 september 1993).

3. Au niveau européen, le travail sur écran de visualisation est régi par la Directive 90/270/CEE du Conseil du 29 mai 1990 concernant les prescriptions minimales de sécurité et de santé relatives au travail sur des équipements à écran de visualisation.

3. Op Europees niveau is beeldschermwerk geregeld door de Council Directive 90/270/EEC van 29 mei 1990 betreffende de « minimum safety and health requirements for work with display screen equipment ».

4 à 6. J’envisage de demander l’avis du Conseil Supérieur de la Santé sur les éventuelles conséquences médicales de ce phénomène.

4 tot 6. Ik overweeg om over eventuele medische gevolgen van dit fenomeen het advies te vragen aan de Hoge Gezondheidsraad.

J’attire également l’attention de l’honorable membre sur le fait qu’en Belgique, le SPF ETCS est compétent en ce qui concerne la réglementation en la matière.

Ik vestig ook de aandacht van het geachte lid op het feit dat op Belgisch niveau de FOD WASO bevoegd is voor de regelgeving.

DO 2006200709863

DO 2006200709863

Question no 933 de M. Dirk Van der Maelen du 28 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 933 van de heer Dirk Van der Maelen van 28 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Menaces proférées à l’encontre d’experts de l’Agence Fédérale pour la Sécurité Alimentaire.

Bedreigingen tegen keurders van het Federaal Voedselagentschap.

J’ai lu dans la presse du 17 février 2007 ce qui suit :

Ik verneem in de pers van 17 februari 2007 het volgende :

(1) Curvers, B., Maes, A. (2005). Lipoatrophia semicircularis : a new office disease ? 900 cases reported in Belgium. ESD Journal (online journal) pp. 1 -9.

(1) Curvers, B., Maes, A. (2005). Lipoatrophia semicircularis : a new office disease ? 900 cases reported in Belgium. ESD Journal (online journal) pp. 1 -9.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32372

« Deux marchands de bétail de Zottegem qui avaient menacé d’une fourche cinq experts de l’Agence Fédérale pour la Sécurité Alimentaire ont été condamnés à un an d’emprisonnement et à une amende de 5 500 euros (tribunal correctionnel d’Audenaarde). S’ils remettent le pied ici, ce sont des hommes morts, etc. Même lors de leur audition par la police, ces marchands n’ont pas hésité à réitérer leurs menaces de mort à l’encontre de ces experts. Depuis cet incident, aucun expert n’ose plus effectuer de controˆle chez le marchand de bétail Pierre (58) ou chez son fils Peter DV. Un des experts craint même pour sa vie. Ila fait équiper son domicile de caméras de sécurité, etc. L’avocat de l’Agence Fédérale pour la Sécurité Alimentaire a souligné qu’étant donné la puissance de la mafia de la viande dans notre pays, ces menaces ne doivent en aucun cas être prises à la légère, etc. ».

« Twee veehandelaars uit Zottegem die vijf keurders van het Voedselagentschap hadden bedreigd met een riek, zijn veroordeeld tot een jaar cel en 5 500 euro boete (correctionele rechtbank Oudenaarde). Als zij nog eens op het erf komen, gaat hun kop eraf, enzovoort. Zelfs bij hun verhoor door de politie schrokken ze er niet voor terug om hen nog eens met de dood te bedreigen, enzovoort. Sinds dit voorval durft geen enkele keurder nog bij de veehandelaar Pierre (58) en zijn zoon Peter DV een controle uitvoeren. Een van de keurders vreest zelfs voor zijn leven. De man liet veiligheidscamera’s plaatsen aan zijn woning, enzovoort. De bedreigingen moeten ernstig genomen worden want de vleesmaffia is in ons land nog altijd zeer machtig, benadrukte de advocaat van het Voedselagentschap, enzovoort».

1. S’agit-il d’un incident isolé ou peut-on considérer les menaces graves proférées à l’encontre des experts comme une tendance plutoˆt générale ?

1. Is dit een alleenstaand incident of kan men spreken van een algemene trend dat keurders tegenwoordig ernstig bedreigd worden ?

2. a) Est-il exact que, dans certaines entreprises, les menaces proférées empêchent les experts de procéder correctement aux controˆles ?

2. a) Klopt het dat keurders in sommige bedrijven hun controle niet meer naar behoren kunnen uitvoerenwegens bedreigingen ?

b) Si c’est exact, pouvez-vous vérifier si ces entreprises sont toujours autorisées à commercialiser leurs produits dans la chaıˆne alimentaire ?

b) Indien dit juist is, kan u onderzoeken of deze bedrijven nog steeds voedsel in de voedselketen kunnen brengen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 933 de M. Dirk Van der Maelen du 28 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 933 van de heer Dirk Van der Maelen van 28 februari 2007 (N.) :



1. Le fait d’être controˆlé est rarement ressenti comme une expérience agréable. La plupart des controˆles peuvent être effectués sans aucun problème. Malheureusement, il arrive dans un certain nombre de cas que la tension prenne le dessus, sans qu’on puisse généraliser ces faits.

1. Gecontroleerd worden, wordt zelden ervaren als een aangename ervaring. Het merendeel van de controles worden zonder problemen uitgevoerd. Spijtig genoeg komt het voor dat in een aantal gevallen de spanning de overhand neemt. Maar van een algemene trend mag men niet spreken.

Chaque menace est traitée avec le sérieux nécessaire approprié. Il faut naturellement distinguer différentes gradations de menaces. Une menace peut être de nature verbale (orale, écrite) mais peut se transformer en menace physique accompagnée ou non de dommages de nature matérielle et/ou physique.

Elke bedreiging wordt dan ook met de nodige gepaste ernst behandeld. Er zijn uiteraard verschillende gradaties van bedreigingen te onderscheiden. Een bedreiging kan verbaal (mondeling, schriftelijk) van aard zijn doch kan overgaan in een fysiek dreigement al dan niet gepaard gaande met materie¨le en/of lichamelijke schade.

Dans le cas d’une menace, le controˆleur établit, d’une part, une notification qui est transmise via l’Unité nationale d’enquête (UNE) de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire (AFSCA) à la Police judiciaire fédérale, direction de la lutte contre la criminalité contre les biens (DJB), Service Hormones. Chaque menace est enregistrée par ce

Indien zich een bedreiging voordoet wordt door de controleur enerzijds een melding opgemaakt die via de Nationale Opsporingseenheid (NOE) van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) wordt overgemaakt aan de Federale Gerechtelijke Politie, directie van de bestrijding van de criminaliteit tegen de goederen (DJB), Dienst Hormonen. Elke


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32373

service. On prend de la sorte acte des acteurs concernés, de l’emplacement, de la date ainsi que d’un bref résumé de la menace. En réponse à votre première question, je puis vous communiquer que la Police fédérale a enregistré 18 menaces en 2002, 8 menaces en 2003, 11 menaces en 2004, 9 menaces en 2005, 5 menaces en 2006 et 5 menaces jusqu’à ce jour en 2007.

bedreiging wordt door deze dienst geregistreerd. Zo worden onder meer de betrokken actoren, de locatie en datum alsook een korte samenvatting van de bedreiging geacteerd. Als antwoord op uw eerste vraag kan ik u meedelen dat in 2002, 18 bedreigingen, in 2003, 8 bedreigingen, in 2004, 11 bedreigingen, in 2005, 9 bedreigingen, in 2006, 5 bedreigingen en in 2007 tot op vandaag 5 bedreigingen werden geregistreerd door de Federale Politie.

Après cet enregistrement, le controˆleur menacé doit déposer une plainte auprès des services de police locaux. Ceci ne se fait toutefois pas de manière systématique et dépend fortement de la nature de la menace.

Naast deze registratie, dient door de bedreigde controleur een klacht neergelegd te worden bij de lokale politie. Dit laatste gebeurt echter niet systematisch en is sterk afhankelijk van de aard van de bedreiging.

2. a) Comme déjà mentionné, il est extrêmement important que chaque controˆle puisse être réalisé convenablement. Cela ne peut toutefois pas se faire au ` partir du détriment de la sécurité du controˆleur. A moment où la sécurité du controˆleur est en danger, le controˆle est interrompu. Dans ce cas, les service de police et de justice sont avertis de l’opposition au controˆle. Si la menace peut être évaluée comme sérieuse, la police prévoira des procédures de sécurité complémentaires, à la demande de l’UNE et en concertation avec le controˆleur. L’UNE joue donc un roˆle important dans ce processus d’évaluation. La police et la justice entreprennent ensuite les démarches nécessaires afin qu’un nouveau controˆle puisse être réalisé aussi rapidement que possible.

2. a) Zoals reeds aangehaald, is het uitermate belangrijke dat elke controle naar behoren kan uitgevoerd worden. Dit kan echter niet ten koste gaan van de veiligheid van de controleur. Vanaf het moment dat de veiligheid van de controleur in gevaar is, zal de controle afgebroken worden. In dit geval worden de diensten van politie en justitie op de hoogte gebracht van het verzet tegen de controle. Indien de bedreiging als ernstig beoordeeld kan worden zal de politie op vraag van de NOE en in samenspraak met de controleur bijkomende veiligheidsprocedures voorzien. De NOE speelt in dit evaluatieproces een belangrijke rol. Vervolgens worden de nodige stappen ondernomen door politie en justitie opdat zo snel als mogelijk een nieuwe controle kan uitgevoerd worden.

b) Le laps de temps endéans lequel ces démarches doivent être entreprises dépend naturellement du risque de compromettre la sécurité de la chaıˆne alimentaire. S’il existe un risque direct pour l’homme, l’animal ou les plantes, on insistera auprès de la police et de la justice sur une intervention immédiate. Il va de soi qu’en aucun cas, un signai d’impunité ne peut être donné à la personne controˆlée et que toutes les mesures sont prises de manière à ce que la menace n’ait aucun impact sur la sécurité alimentaire, taˆche principale de l’AFSCA.

b) De tijd waarbinnen deze stappen dienen genomen te worden, is uiteraard afhankelijk van het risico op het in gevaar brengen van de veiligheid van de voedselketen. Indien er een rechtstreeks gevaar bestaat voor mens, dier of plant zal aangedrongen worden bij politie en justitie om onmiddellijk op te treden. Het spreekt voor zich dat er in geen geval een signaal van straffeloosheid mag gegeven worden naar de gecontroleerde toe en dat alle maatregelen genomen worden opdat de bedreiging geen invloed heeft op de voedselveiligheid, kerntaak van het FAVV.

DO 2006200709882

DO 2006200709882

Question no 934 de Mme Maggie De Block du 2 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 934 van mevrouw Maggie De Block van 2 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Réduction du temps de travail pour les ergothérapeutes.

Arbeidsduurvermindering voor ergotherapeuten.

En vertu de l’accord fédéral relatif au secteur des soins de santé, les ergothérapeutes ont droit à des jours

Volgens het federale « akkoord gezondheidssector » hebben ergotherapeuten recht op extra dagen verlof.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32374

de congé supplémentaires. Un certain nombre de personnes qui ont suivi une formation de régent et qui étaient occupées dans le secteur des maisons de repos ont, à un moment donné, été assimilées aux ergothérapeutes. Cette assimilation date de l’époque ou` il existait une véritable formation d’ergothérapeute. Il s’agit le plus souvent de travailleurs avec beaucoup d’anncienneté. Il semblerait à présent qu’ils ne puissent pas bénéficier de ces jours de congé supplémentaires étant donné que l’Inami s’y oppose. 1. Eˆtes-vous au courant de ce problème ? 2. Dans l’affirmative, s’agit-il, en l’occurrence, d’un oubli ?

Een aantal mensen met een regentaatopleiding die werkzaam waren in de rustoordsector, hebben op een gegeven ogenblik een gelijkstelling gekregen met ergotherapeut. Het dateert van de periode dat er echt een opleiding ergotherapie bestond. Dit zijn veelal mensen die behoren tot de oudste werknemers. Nu blijkt dat zij uitgesloten zijn van deze extra verlofdagen omdat het Riziv zich hiertegen verzet.

1. Bent u op de hoogte van het probleem ? 2. Zo ja, gaat het hier om een vergetelheid ?

3. Compte tenu du fait qu’il s’agit de travailleurs déjà aˆgés, ne serait-il pas souhaitable qu’ils puissent également bénéficier de ces jours de congé supplémentaires ?

3. Gelet op het feit dat deze mensen behoren tot oudere werknemers, is het niet wenselijk deze extra verlofdagen ook toe te kennen aan deze groep ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 934 de Mme Maggie De Block du 2 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 934 van mevrouw Maggie De Block van 2 maart 2007 (N.) :

J’ai l’honneur de vous signaler que je n’ai pas connaissance de cette problématique.

Ik heb de eer u mee te delen dat ik geen kennis van deze problematiek heb.

Dans l’arrêté royal qui réglemente les mesures de fin de carrière, la qualification d’ergothérapeute donne droit automatiquement aux avantages de la réduction du temps de travail, pourvu que les personnes prises en considération aient bien un contrat d’ergothérapeute.

In het koninklijk besluit dat de maatregelen reglementeert inzake de eindeloopbaan, geeft de bekwam ing van ergotherapeut automatisch recht op de voordelen van de arbeidstijdverkorting, op voorwaarde dat de personen die in aanmerking zijn genomen wel degelijk een contract als ergotherapeut hebben.

Les personnes qui ne disposent pas d’une qualification reprise dans l’arrêté royal peuvent néanmoins bénéficier de cette réduction du temps de travail si elles ont effectué 200 heures de prestations irrégulières pendant une période de deux ans.

De personen die niet over een bekwam ing beschikken die is vermeid in het koninklijk besluit, kunnen niettemin die arbeidstijdverkorting genieten indien ze tijdens een periode van twee jaar 200 uren van onregelmatige prestaties hebben gehad.

DO 2006200709883

DO 2006200709883

Question no 935 de M. Guido De Padt du 2 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 935 van de heer Guido De Padt van 2 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Aides-soignants. — Enregistrement.

Zorgkundigen. — Registratie.

L’article 2 de l’arrêté royal du 12 janvier 2006 fixant les modalités d’enregistrement comme aide-soignant indique quelle est la procédure à suivre en la matière.

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, bepaalt de procedure van deze registratie.

Les règles à suivre pour cet enregistrement ont par ailleurs été précisées dans une circulaire diffusée en novembre 2006. Toute personne qui souhaite travailler comme aide-soignant doit se faire enregistrer auprès du SPF Santé publique. Compte tenu de mesures tran-

Bij middel van een omzendbrief in november 2006 werden de regels omtrent deze registratie verduidelijkt. Het houdt in dat potentie¨le zorgkundigen zich moeten laten registreren bij de FOD Volksgezondheid. De registratieperiode zal, omwille van overgangsmaatre-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32375

sitoires qui incluent également un parcours de formation, la période d’enregistrement ne sera cloˆturée définitivement qu’en 2011. La solution pour définir légalement la fonction d’aide-soignant n’est donc pas aisée à mettre en œuvre et elle ne l’est d’ailleurs toujours pas. Or, cela signifie aussi que la situation actuelle demeure inchangée, et que les personnes qui effectuent des taˆches soignantes doivent toujours également être enregistrées comme personnel soignant auprès de l’INAMI, ce qui constitue une lourde charge pour les personnes comme pour les établissements concernés.

gelen die ook een vormingstraject inhouden, pas definitief afgelopen zijn in 2011. De oplossing om de zorgkundige nu reeds in de wetgeving in te schrijven is daarom niet zo voor de hand liggend en is ook nog niet uitgevoerd. Dit betekent echter ook dat de huidige situatie van kracht blijft en de mensen die verzorgende taken uitvoeren ook nog geregistreerd moeten worden bij het Riziv als verzorgenden. Dit betekent uiteraard een zware belasting voor de betrokkenen en de betrokken voorzieningen.

Envisagez-vous de prendre des mesures pour supprimer à brève échéance cette double obligation d’enregistrement, par exemple en prévoyant une dispense pour les personnes déjà enregistrées comme aidesoignant ou pour qui la procédure d’enregistrement est en cours ?

Overweegt u maatregelen om deze dubbele registratie op korte termijn weg te werken, bijvoorbeeld door de registratie als verzorgende voor diegenen die reeds geregistreerd zijn als zorgkundige, of de registratieprocedure doorlopen, overbodig te maken ?





La dernière mesure vise à mettre en place un guichet unique pour l’enregistrement des professions des soins de santé. Elle s’inscrit dans le processus de simplification administrative. L’objectif est d’élaborer une procédure d’enregistrement unique valable pour le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement comme pour l’INAMI. E´tant donné que, pour les « aides soignants » et le « personnel soignant », l’objectif et les critères d’enregistrement sont substantiellement différents, cette mesure nécessite de procéder encore à quelques adaptations dans certains textes de loi. Ceci fait actuellement l’objet d’une étude.

Als uiteindelijke maatregel streven wij naar de invoering van een uniek loket voor registratie van gezondheidszorgberoepen. Dit kadert in het proces van de administratieve vereenvoudiging. Het doel is om één enkele registratieprocedure uit te werken die geldig is voor zowel de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als het RIZIV. Omdat voor « zorgkundigen » en « verzorgend personeel » zowel het doel van de registratie en de registratiecriteria zelf wezenlijk van elkaar verschillen, vraagt deze maatregel nog om aanpassingen in bepaalde wetteksten. Dit vormt momenteel onderwerp van studie.

Au vu de la nécessité de réaliser une étude et d’apporter des adaptations aux textes de loi, ceci ne pourra pas, d’un point de vue pratique — pour répondre à votre question —, être réalisé à court terme.

Omwille van het nodige studiewerk en de nodige aanpassingen van wetteksten zal dit — om een antwoord te geven op uw vraag — praktisch gezien echter niet op korte termijn gerealiseerd kunnen worden.

Des mesures ont déjà été prises en vue de faire viser les attestations d’enregistrement aide soignant de façon centralisée. Les personnes ayant reçu une attestation d’enregistrement en tant qu’aide soignant ne doivent plus la faire viser par une Commission médicale.

Wat betreft het viseren van de registratieattesten zorgkundige werden reeds maatregelen genomen om die gecentraliseerd te verstrekken. Personen die een registratieattest als zorgkundige toegestuurd krijgen, moeten dit nadien niet meer laten viseren door een Geneeskundige Commissie.

L’attestation de visa sera envoyée avec l’attestation d’enregistrement, de sorte que la personne concernée ne soit pas tenue d’entreprendre des démarches complémentaires.

Het visumattest zal samen met het registratieattest worden verzonden, zodat de persoon in kwestie geen bijkomende stappen hoeft te ondernemen.

Par ailleurs, un « enregistrement automatique » aide soignant est en cours. De nombreuses personnes enre-

Daarnaast is er momenteel ook een « automatische registratie » tot zorgkundige aan de gang. Een groot


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32376

gistrées auprès de l’INAMI en tant que personnel soignant et répondant par ailleurs aux critères d’enregistrement des aides soignants, ne doivent pas introduire de demande d’enregistrement individuelle. Elles recevront automatiquement une attestation d’enregistrement « aide soignant ».

aantal personen die bij het RIZIV geregistreerd zijn als verzorgend personeel en verder voldoen aan de registratiecriteria van zorgkundige, hoeven geen individuele aanvraag tot registratie in te dienen. Zij zullen automatisch een registratieattest « zorgkundige » toegestuurd krijgen.

DO 2006200709884

DO 2006200709884

Question no 936 de M. Pieter De Crem du 2 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 936 van de heer Pieter De Crem van 2 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Cotisation pour la détention d’un nombre limité de moutons.

Heffing voor het houden van een beperkt aantal schapen.

Il semblerait que les propriétaires privés d’une petite ferme détenant, à titre de hobby, un petit nombre de moutons, soient également amenés à contribuer au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire (AFSCA).

Ook kleine private hoevehouders die voor hun hobby een beperkt aantal schapen houden, moeten blijkbaar de kas van het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) spijzen.

Des particuliers se sont plaints de ce qu’une cotisation de pas moins de 187 euros leur soit réclamée, alors qu’ils ne détiennent que quelques moutons (une quinzaine, au maximum). Il s’étonnent d’être lourdement taxés et d’être soumis au même taux que les grands éleveurs, alors que le revenu qu’ils tirent de cette activité est faible, voire nul.

Verschillende particulieren beklagen zich erover dat zij voor het houden van een beperkt aantal schapen (maximaal een 15-tal) ook een heffing van maar liefst 187 euro moeten betalen. Zij vinden het bijzonder vreemd dat, hoewel zij weinig tot geen inkomsten van deze activiteit hebben, zij toch fors worden belast, en dit tegen een tarief dat niet verschilt van grote kwekers.

1. Pourquoi les personnes détenant un nombre limité de moutons à titre de hobby et ne poursuivant aucun but lucratif sont-elles lourdement taxées ?

1. Wat is de reden waarom deze hobbyhouders met een beperkt aantal schapen en ondanks het gebrek aan winstgevend karakter, zo fors worden belast ?

2. Selon quels critères sont fixés la base d’imposition et le montant de la contribution ?

2. Wat zijn de criteria die bij de bepaling van de heffingsgrondslag en het heffingsbedrag een rol spelen ?

3. Ne conviendrait-il pas plutoˆt de tenir compte de l’avantage économique pour déterminer la base imposable et le montant de la cotisation ?

3. Zou het niet beter zijn te kijken naar het economische voordeel bij de bepaling van de heffingsgrondslag en het heffingsbedrag ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 936 de M. Pieter De Crem du 2 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 936 van de heer Pieter De Crem van 2 maart 2007 (N.) :



1. L’arrêté royal du 10 novembre 2005 fixant les contributions visées à l’article 4 de la loi du 9 décembre 2004 relative au financement de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire impose à tout opérateur de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) une contribution annuelle qui vise à couvrir les frais de controˆles de l’AFSCA pour autant que ceux-ci ne soient pas spécifiquement attribuables à un opérateur bien spécifique.

1. Het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) legt aan iedere operator in de voedselketen een jaarlijkse heffing op die de controlekosten door het FAVV, voor zover deze niet specifiek toewijsbaar zijn aan één specifieke operator, moeten dekken.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32377

Aussi bien les tarifs fixés que les critères utilisés ont fait l’objet d’une large concertation avec les secteurs professionnels parmi lesquels les organisations agricoles. C’est sur proposition de ces organisations agricoles elles-mêmes qu’au sein du secteur primaire, dont font partie les détenteurs d’ovins, on a opté pour un forfait général de 187 euros par unité d’établissement.

Zowel de vastgestelde tarieven als de gehanteerde criteria werden uitvoerig overlegd met de beroepssectoren waaronder ook de landbouworganisaties. Het is op de expliciete vraag van deze landbouworganisaties zelf geweest dat, binnen de primaire sector, waaronder de schapenhouders vallen, voor een algemeen forfait van 187 euro per vestigingseenheid gekozen werd.

Dans cet arrêté royal, il a été tenu compte des agriculteurs amateurs, aussi bien dans le secteur animal que dans le secteur végétal : ils ont été dispensés sous certaines conditions du paiement de cette contribution. Ici aussi, le secteur a été concerté sur les conditions à remplir afin de bénéficier d’une exonération de la contribution en tant que détenteur amateur. Elles sont reprises à l’article 1bis 3o de l’arrêté royal : l’opérateur ne peut pas exercer son activité à titre professionnel principal ou accessoire, et le nombre d’animaux femelles aˆgés de plus de six mois en date du 15 décembre de l’année précédant celle sur laquelle porte la contribution ne peut excéder 10.

Er werd in bovenvermeld koninklijk besluit rekening gehouden met de landbouwers-hobbyisten, zowel in de dierlijke als in de plantaardige sector : zij werden onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van het betalen van deze heffing. Ook hier werd met de sector overlegd over de te vervullen voorwaarden teneinde als hobbyhouder een vrijstelling van de heffing te verkrijgen. Deze werden hernomen in artikel 1bis 3o van het koninklijk besluit : de operator mag zijn activiteit niet uitoefenen ten titel van hoofd- en bijberoep en hij mag maximaal 10 vrouwelijke dieren houden die op 15 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de heffing betrekking heeft, ouder zijn dan zes maand.

Outre la surveillance de la sécurité de la chaıˆne alimentaire, l’Agence est également compétente pour la surveillance et la lutte contre les maladies des animaux pour lesquelles l’Agence doit effectuer ses controˆles dans tous les types d’établissements, tant dans le secteur professionnel que chez les amateurs, et aussi bien dans les grandes que dans les petites exploitations, comme récemment était encore le cas pour la fièvre catarrhale du mouton.

Naast het waken over de veiligheid van de voedselketen, behoort immers ook de bewaking en bestrijding van dierenziekten tot de bevoegdheid van het Agentschap waarvoor zij controles dient uit te voeren op alle types van bedrijven, zowel in de professionele sector als bij hobbyisten, zowel op de grote als op de kleinere bedrijven. Dit geldt evenzo voor de controle op de uitvoering van maatregelen in kader van de bestrijding van dierenziekten, zoals recent nog in verband met Bluetongue.

2 et 3. Pour fixer la contribution globale pour les différents secteurs, on a tenu compte de plusieurs paramètres, notamment le nombre de points de controˆle, la marge brute d’exploitation et la valeur ajoutée au sein de chaque secteur. Pour ce faire, l’AFSCA a utilisé les données de ses propres banques de données et celles de l’INS.

2 en 3. Bij het bepalen van de globale bijdrage voor de verschillende sectoren werd rekening gehouden met verschillende parameters, namelijk het aantal controlepunten, het bruto exploitatiesaldo en de toegevoegde waarde binnen iedere sector. Hiervoor heeft het FAVV gebruik gemaakt van de gegevens uit haar eigen databanken en van het NIS.

Lors de l’entrée en vigueur de ce nouveau système de financement, l’AFSCA s’est engagée à procéder après la première année à une évaluation en profondeur du système, et de réajuster l’arrêté royal le cas échéant s’il y avait de sérieux motifs de le faire. Les entretiens à ce sujet avec les secteurs ont débuté le 15 février 2007. Lors de ces entretiens, les représentants des secteurs ont largement l’occasion d’avancer et de défendre leurs arguments. Dans la mesure du possible et pour autant que la marge budgétaire le permette, les tarifs pourront être revus pour certaines catégories d’opérateurs. On doit pour cela attendre les résultats des négociations avec les secteurs.

Bij het in werking treden van dit nieuwe financieringssysteem heeft het FAVV er zich toe verbonden om na het eerste jaar een grondige evaluatie te maken van het systeem en desgevallend het koninklijk besluit bij te stellen mochten daartoe ernstige redenen bestaan. De gesprekken hierover zijn op 15 februari 2007 van start gaan met de sectoren. De sectorvertegenwoordigers krijgen tijdens deze gesprekken ruimschoots de kans om hun argumenten naar voor te brengen en te verdedigen. In de mate van het mogelijke en voor zover de budgettaire marge dit toelaat kunnen de tarieven voor bepaalde categoriee¨n van operatoren herzien worden. Daartoe dienen evenwel de resultaten van de onderhandelingen met de sectoren afgewacht te worden.

Pour les susdites raisons, les détenteurs de plus de 10 brebis, seuil fixé par le secteur, doivent eux aussi

Omwille van de voorgaande redenen dienen de houders van meer dan 10 ooien, drempel bepaald door


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32378

apporter leur contribution au financement des activités de controˆle de l’AFSCA.

de sector, hun bijdrage in de financiering van de controle-activiteiten van het FAVV te leveren.

DO 2006200709912

DO 2006200709912



Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants.

Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik.

Le réchauffement de la planète et la réduction de la consommation énergétique requièrent des efforts de tout citoyen responsable. Il convient que les autorités donnent l’exemple en la matière. La fin de la législature constitue un moment propice pour établir un bilan des efforts fournis par les services publics fédéraux, par les institutions fédérales et par les entreprises publiques.

De opwarming van de aarde en het terugdringen van het energiegebruik vergt een belangrijke inspanning van elkeen met verantwoordelijkheidszin. De overheden moeten op dat vlak een voorbeeldrol vervullen. Het einde van een legislatuur is een geschikt moment om een balans op te maken en na te gaan welke inspanningen de federale overheidsdiensten, federale instellingen en de overheidsbedrijven hebben geleverd.













1. Le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement (SPSCAE) a pris des mesures conservatoires pour diminuer les coûts énergétiques, entre autres par des aménagements de locaux, déménagements et également par une gestion plus rationnelle du parc automobile.

1. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (VGVVL) heeft behoudende maatregelen getroffen om de energiekosten te verminderen, onder andere door aanpassingen van lokalen, verhuizingen en eveneens een rationeler beheer van het wagenpark.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32379

2. Le tableau ci-dessous montre l’impact qu’a eu l’ensemble de ces mesures sur nos consommations énergétiques. Vu les augmentations importantes des coûts énergétiques ces dernières années, les budgets restent constants voir régressent légèrement du fait de la moindre consommation de ces produits.

Mazout .................................................................. Gas ........................................................................ Electricité. — Elektriciteit ...................................... Essence. — Benzine ................................................ Diesel ..................................................................... LPG .......................................................................

2. Onderstaande tabel toont de impact van het geheel van deze maatregelen op het energieen brandstoffenverbruik. Gelet op de belangrijke stijgingen van de energiekosten de laatste jaren blijven de budgetten constant, en dalen deze zelfs licht door het lagere verbruik van deze producten.

2006

2005

2004

2003

23 185 188 270 500 904 1 867 2 304 755

26 249 209 820 563 487 2 411 2 947 835

21 798 135 999 289 033 1 295 4 238 1 064

24 236 189 234 579 426 11 660 2 319 1 200

4. Notre SPF SPSCAE a souscrit à la convention cadre proposée par FEDESCO et de commun accord nous avons choisi de faire auditer nos installations scientifiques CERVA grands consommateurs d’énergies du fait de leurs installations particulières (étables, laboratoires, etc.).

4. Onze FOD VGVVL heeft de raamovereenkomst onderschreven, voorgesteld door FEDESCO en in gemeenschappelijk overleg hebben we ervoor gekozen om de wetenschappelijke installaties van het CODA te laten controleren, die grote verbruikers zijn van energie, gelet op hun bijzondere installaties (stallen, laboratoria, enzovoort).

DO 2006200709913

DO 2006200709913

Question no 939 de Mme Hilde Dierickx du 7 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 939 van mevrouw Hilde Dierickx van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Moratoire sur les élevages d’animaux à fourrure.

Moratorium op pelsdierkwekerijen.

Le ministre de la Santé publique a soumis au Conseil des ministres un projet de loi instaurant un moratoire sur les élevages d’animaux à fourrure. L’objectif de ce moratoire est de faire en sorte que plus aucun nouvel élevage ne se crée, que les exploitations ne puissent plus s’étendre et que les exploitations existantes doivent cesser leurs activités lorsque leurs exploitants partiront à la retraite. Il est curieux de constater que tous ces élevages se situent en Flandre. En 2003, on dénombrait 23 élevages d’animaux à fourrure réalisant un chiffre d’affaires global de plus de 4 millions d’euros. Nombreux sont ceux qui s’étonnent du fait que le ministre de la Santé publique veuille faire disparaıˆtre ce secteur exclusivement flamand. Et ce alors que la loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles, titre 2, article 6, § 1er, prévoit que l’accord des gouvernements régionaux est requis pour les mesures fédérales en matière de bienêtre des animaux lorsque ces mesures ont une incidence sur la politique agricole. Il ressort de questions parlementaires posées au Parlement flamand que le

De minister van Volksgezondheid heeft in de ministerraad een wetsontwerp voorgelegd dat een moratorium instelt op pelsdierkwekerijen. De bedoeling van dit wetsontwerp is ervoor zorgen dat er geen nieuwe kwekerijen bijkomen, dat de bedrijven niet meer kunnen uitbreiden en dat de bestaande bedrijven moeten stoppen wanneer de uitbaters met pensioen gaan. Zeer opmerkelijk is dat alle pelshouderijen in Vlaanderen gelegen zijn. In 2003 waren er 23 pelshouderijen met een globale omzet van meer dan 4 miljoen euro. Velen vinden het merkwaardig dat de minister van Volksgezondheid deze — uitsluitend Vlaamse — sector wil laten verdwijnen. Dit terwijl de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, titel 2, artikel 6, § 1, bepaalt dat het akkoord van de gewestregeringen vereist is voor federale maatregelen inzake dierenwelzijn die een weerslag hebben op het landbouwbeleid. Uit parlementaire vragen in het Vlaams Parlement, blijkt dat minister-president Yves Leterme, tevens bevoegd voor Landbouw, nog geen formele tekst gekregen heeft over het wetsontwerp, en


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32380

ministre-président Leterme, également compétent en matière d’agriculture, n’a pas encore reçu de texte formel au sujet du projet de loi, et que le gouvernement flamand n’a pas encore pris officiellement position à ce sujet.

dat de Vlaamse regering nog geen officieel standpunt heeft ingenomen.

Un projet de loi équilibré qui tienne compte à la fois de l’intérêt économique des élevages d’animaux à fourrure et du bien-être animal s’avère souhaitable. On ne peut pas en arriver à ce que l’interdiction des élevages flamands d’animaux à fourrure entraıˆne une augmentation des importations de fourrures en provenance de pays qui ne se préoccupent pas du bien-être animal.

Een evenwichtig wetsontwerp waarbij rekening gehouden wordt met zowel het economisch belang van de pelsdierkwekers, als het dierenwelzijn is wenselijk. Een resultaat waarbij de Vlaamse pelskwekers verboden worden en daardoor meer pels uit landen wordt ingevoerd waar dierenwelzijn onbelangrijk is kan de bedoeling niet zijn.

1. a) Le gouvernement fédéral a-t-il déjà pris position au sujet du projet de loi instaurant un moratoire sur les élevages d’animaux à fourrure, déposé par le ministre de la Santé publique ?

1. a) Heeft de federale regering al een standpunt ingenomen met betrekking tot het wetsontwerp dat ingediend werd door de minister van Volksgezonheid betreffende het instellen van een moratorium op pelsdierkwekerijen ?

b) Dans l’affirmative, quelle est sa position ?

b) Zo ja, welk standpunt ?

c) Dans la négative, quand peut-on espérer la connaıˆtre ?

c) Zo neen, wanneer wordt een standpunt verwacht ?

2. a) Eˆtes-vous conscient du fait qu’il s’agit d’un secteur dont l’activité s’exerce uniquement en Flandre ?

2. a) Bent u zich bewust van het feit dat het hier gaat om een sector die zich uitsluitend in Vlaanderen bevindt ?

b) L’impact économique du projet a-t-il été examiné pour les 23 élevages d’animaux à fourrure ?

b) Werd de economische impact van het ontwerp onderzocht voor de 23 pelshouderijen ?

c) Qu’envisagez-vous de faire si le gouvernement flamand rendait un avis négatif ?

c) Wat overweegt u te doen bij een negatief advies van de Vlaamse regering ?

3. Pouvez-vous garantir que les fourrures qui seront importées après l’extinction des élevages flamands d’animaux à fourrure auront été mises sur le marché dans le plus grand respect du bien-être animal ?

3. Kan u garanderen dat de pels die ingevoerd zal worden na het uitdoven van de Vlaamse pelskwekerijen, op de markt gebracht werd met het grootste respect voor het dierenwelzijn ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 avril 2007, à la question no 939 de Mme Hilde Dierickx du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 april 2007, op de vraag nr. 939 van mevrouw Hilde Dierickx van 7 maart 2007 (N.) :



1. a) à c) Avant de prendre position, le Conseil des ministres a décidé de consulter les régions.

1. a) tot c)De Ministerraad heeft beslist om de gewesten te consulteren vooraleer zelf een standpunt in te nemen.

2. a) En effet, ce secteur se situe exclusivement en Flandre.

2. a) Deze sector bevindt zich inderdaad uitsluitend in Vlaanderen.

b) L’impact économique est limité étant donné que la proposition n’empêche pas les exploitations existantes de continuer leurs activités, toutefois sans expansion, mais exclut toute reprise d’une exploi-

b) De economische impact voor de bestaande pelshouderijen is beperkt aangezien het voorstel de verdere uitbating in de tijd, evenwel zonder uitbreiding, niet belemmert maar wel overname van


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32381

tation par une autre personne. De plus, en même temps, l’implantation de nouvelles exploitations est interdite.

het bedrijf uitsluit. Bovendien wordt terzelfdertijd de inplanting van nieuwe houderijen verboden.

c) Selon la loi spéciale de réformes institutionnelles, l’accord des régions est exigé. Sans cet accord, ce projet de loi ne peut pas être ratifié.

c) Volgens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen is het akkoord van de Gewesten vereist. Zonder dit akkoord kan dit wetsontwerp niet bekrachtigd worden.

3. Dans le cadre du libre-échange, il n’est pas possible de limiter l’importation des fourrures.

3. In het kader van het vrij handelsverkeer is het niet mogelijk om de invoer van pelzen te beperken.

DO 2006200709923

DO 2006200709923

Question no 940 de M. Jacques Germeaux du 12 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 940 van de heer Jacques Germeaux van 12 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Examen post mortem.

Post mortem onderzoek.

` la suite des auditions tenues au Sénat et d’une A proposition de loi en la matière, je souhaiterais poser quelques questions relatives à un thème qui revêt une importance croissante, à savoir l’examen post mortem.

Naar aanleiding van een steeds belangrijker thema, namelijk uitbreiding van post mortem onderzoek, en verwijzend naar de hoorzittingen in de Senaat en een wetsvoorstel dienaangaande rijzen volgende vragen.

Par le passé, vous avez annoncé que vous envisagiez d’en étudier l’incidence.

U heeft vroeger gezegd dat u enkele gevolgen ging bestuderen.

1. Pouvez-vous vous informer auprès de l’INAMI pour me communiquer le couˆt supplémentaire qu’entraıˆneraient des autopsies plus nombreuses ?

1. Kan u meedelen, door na te gaan bij het RIZIV, wat de extra kost zou zijn bij meer autopsies ?

2. Quelles autres conséquences cette proposition de loi entraıˆne-t-elle ?

2. Kan u ook andere gevolgen van het wetsvoorstel duiden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 940 de M. Jacques Germeaux du 12 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 940 van de heer Jacques Germeaux van 12 maart 2007 (N.) :



` la question posée concernant les frais supplé1. A mentaires découlant d’un plus grand nombre d’examens post-mortem, je peux répondre « après vérification auprès de l’INAMI », que de tels examens ne sont actuellement remboursés par l’INAMI que dans le cadre d’un « Rapport écrit d’une période d’hospitalisation dans un lit aigu dans un hoˆpital général rédigé par une équipe médicale multidisciplinaire à l’intention du médecin-chef, chargé de l’organisation du controˆle de la qualité ». Ce rapport comprend entre autres « ...le diagnostic principal définitif accompagné éventuellement d’un diagnostic complémentaire. Le diagnostic définitif doit être confirmé par le rapport d’un examen complet post-mortem, ... ».

1. Op zijn vraag naar de te verwachten extra kosten bij meer post mortem onderzoeken, « door na te gaan bij het RIZIV », kan ik antwoorden dat dergelijke onderzoeken nu alleen terugbetaald worden door het RIZIV in het ruimere kader van een « Schriftelijk verslag van een hospitalisatieperiode in een acuut bed in een algemeen ziekenhuis opgemaakt door een multidisciplinair medisch team ten behoeve van de hoofdgeneesheer, belast met de organisatie van de kwaliteitscontrole ». Dit verslag omvat onder meer « ... de definitieve hoofddiagnose met eventueel een bijkomende diagnose. De definitieve diagnose moet worden bevestigd door het verslag van een volledig post mortem onderzoek, ... ».


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32382

Les dernières années, les dépenses et le nombre de prestations ou de « cas » remboursées sur la base des numéros de code concernés (350313-350324) s’élevaient à : Dépenses

De jongste jaren bedroegen de uitgaven en het aantal op grond van de betrokken codenummers (350313350324) terugbetaalde verstrekkingen of « gevallen »: Uitgaven

NOMNR

2003

2004

350313 350324

197 073,05 703 414,10

247 947,81 752 592,73

115 505,95 632 587,27

Total. — Totaal .......................

900 487,15

1 000 540,54

748 093,22

Cas

2005

Gevallen NOMNR

2003

2004

2005

350313 350324

448 1 606

556 1 691

258 1 412

Total. — Totaal .......................

2 054

2 247

1 670

Les coûts pour l’examen post-mortem proprement dit, ne peuvent pas être isolés des coûts pour l’ensemble de cette prestation, pour laquelle le remboursement s’élève à 466,17 euros à partir du 1er janvier 2007.

De kosten voor het eigenlijke post mortem onderzoek vallen niet te isoleren uit de kosten voor het geheel van deze verstrekking, waarvoor vanaf 1 januari 2007 de terugbetaling 466,17 euro bedraagt.

En cas de « décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de 18 mois », l’assurancemaladie prévoit en outre, à partir du 1er février 2007, le remboursement au même tarif pour une prestation similaire par le biais d’une convention conclue avec une douzaine d’hoˆpitaux. On estime le nombre de cas dans ce contexte à environ cinquante.

Daarnaast zal de ziekteverzekering nog bij « onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind van minder dan 18 maanden » vanaf 1 februari 2007 aan hetzelfde tarief terugbetaling voorzien voor een gelijkaardige verstrekking via een overeenkomst afgesloten met een 12-tal ziekenhuizen. Het aantal gevallen in deze context wordt jaarlijks geschat op een vijftigtal.

Le paiement des examens post-mortem dans tout autre cadre (examens judiciaires, ...) ne ressortit pas à la compétence de l’Institut National d’Assurance Maladie-Invalidité dont j’exerce la tutelle.

Betaling van post mortem onderzoeken in enig ander kader (gerechtelijke onderzoeken...) valt buiten de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering waar ik de voogdij over uitoefen.

Sur la base des chiffres INAMI actuellement disponibles, les coûts supplémentaires découlant de la proposition de loi peuvent donc difficilement être estimés.

Op basis van de nu beschikbare RIZIV-cijfers vallen de extra kosten van het wetsvoorstel dus nauwelijks in te schatten.

2. Comme il a été signalé plus haut, la proposition de loi concerne essentiellement des situations pour lesquelles il n’y a pas d’intervention de l’INAMI. Le cadre de cette proposition est en fait limité aux examens postmortem médicolégaux.

2. Zoals hierboven reeds vermeld, heeft het wetsvoorstel in hoofdzaak betrekking op situaties waarvoor er niet in een RIZIV-tegemoetkoming voorzien is. Het kader van dit voorstel is in feite beperkt tot gerechtelijk-geneeskundige post mortem onderzoeken.

Le financement de tels examens est prévu au budget des frais de justice en ce qui concerne les prestations

De financiering van dergelijke onderzoeken is voorzien op het budget van de gerechtskosten voor wat


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32383

requises en matière répressive (arrêté ministériel du 18 septembre 2002 — Moniteur belge du 28 septembre 2002). Les autres interventions de médecins examinateurs sont actuellement prises en charge par les communes. Les implications budgétaires de la proposition de loi ne sont donc pas de ma compétence.

betreft de prestaties bij oproeping in strafzaken (Ministerieel besluit van 18 september 2002 — Belgisch Staatsblad van 28 september 2002). Andere interventies van onderzoekende artsen worden voor het ogenblik door de gemeenten gedragen. De budgettaire weerslag van het wetsvoorstel valt dus niet onder mijn bevoegdheid.

Enfin, il faut souligner qu’un recours plus systématique à des médecins examinateurs entraıˆnerait un besoin accru en formation, le nombre actuel de médecins légistes et de candidats dans cette spécialité n’étant pas suffisant.

Ten slotte moet worden beklemtoond dat wanneer er meer systematisch een beroep wordt gedaan op onderzoekende artsen, dit een grotere behoefte aan opleiding met zich zal meebrengen aangezien het huidige aantal wetsdokters en kandidaten in deze specialiteit ontoereikend is.

DO 2006200709943

DO 2006200709943



Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. — Controˆleurs. — Menaces.

Voedselagentschap. — Controleurs. — Bedreigingen.

Deux marchands de bétail de Zottegem ont récemment été condamnés pour avoir menacé des controˆleurs de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA). Les agressions étaient tellement véhémentes qu’aucun controˆleur n’ose encore s’aventurer sur leurs terres. Par conséquent, la viande en provenance de leurs élevages n’est plus controˆlée.

Twee veehandelaars uit Zottegem werden niet zo lang geleden veroordeeld omdat ze controleurs van het Voedselagentschap bedreigd hadden. De aanvallen waren zo erg dat geen enkele controleur nog op het erf van de veehandelaars durft komen en dus het vlees niet aan de nodige controles onderworpen wordt.

1. Combien de fois des représentants de l’AFSCA ont-ils été menacés dans l’exercice de leur fonction en 2004, 2005 et 2006 ?

1. Hoeveel keer werd iemand van het Voedselagentschap in 2004, 2005 en 2006 bedreigd tijdens het uitvoeren van zijn ambt ?

2. Combien d’élevages de bétail ne sont actuellement pas controˆlés en Belgique parce que les controˆleurs de l’AFSCA n’osent plus s’y rendre ou parce que les propriétaires leur interdisent l’accès ?

2. Hoeveel veebedrijven worden momenteel in Belgie¨ niet gecontroleerd omdat de eigenaars ervan de controleurs van het Voedselagentschap niet op hun bedrijf toelaten of omdat de mensen van het Voedselagentschap er niet durven komen ?

3. Quelles mesures sont prises contre des marchands de bétail qui menacent des controˆleurs ou leur interdisent l’accès à l’entreprise ?

3. Welke maatregelen worden genomen tegen veehandelaars die controleurs bedreigen of de toegang tot hun bedrijf versperren ?

4. La viande non controˆlée aboutit-elle dans la chaıˆne alimentaire ?

4. Komt het ongecontroleerde voedsel in de voedselketen terecht ?





La taˆche principale de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire (AFSCA) est de veiller à la sécurité de la chaıˆne alimentaire et à la qualité

De kerntaak van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) is te waken over de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32384

de nos aliments, afin de protéger la santé des hommes, des animaux et des plantes.

van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

Le fait d’être controˆlé est rarement perçu comme une expérience agréable. La plupart des controˆles peuvent être effectués sans aucun problème. Malheureusement, il arrive dans un certain nombre de cas que la tension prenne le dessus.

Gecontroleerd worden, wordt zelden ervaren als een aangename ervaring. Het merendeel van de controles kunnen zonder problemen uitgevoerd worden. Spijtig genoeg komt het voor dat in een aantal gevallen de spanning de overhand neemt.

Dans le cas d’une menace, le controˆleur établit, d’une part, une notification qui est transmise via l’Unité nationale d’enquête (UNE) de l’AFSCA à la Police judiciaire fédérale, direction de la lutte contre la criminalité contre les biens (DJB), Service Hormones. Chaque menace est enregistrée par ce service. On prend de la sorte acte des acteurs concernés, du lieu, de la date ainsi que d’un bref résumé de la menace. Après cet enregistrement, le controˆleur menacé doit déposer une plainte auprès des services de police locaux. Ceci ne se fait toutefois pas de manière systématique et dépend fortement de la nature de la menace.

Indien zich een bedreiging voordoet wordt door de controleur enerzijds een melding opgemaakt die via de Nationale Opsporingseenheid (NOE) van het FAVV wordt overgemaakt aan de Federale Gerechtelijke Politie, directie van de bestrijding van de criminaliteit tegen de goederen (DJB), Dienst Hormonen. Elke bedreiging wordt door deze dienst geregistreerd. Zo worden onder meer de betrokken actoren, de locatie en datum alsook een korte samenvatting van de bedreiging geacteerd. Naast deze registratie, dient door de bedreigde controleur een klacht neergelegd te worden bij de lokale politie. Dit laatste wordt echter niet systematisch gedaan en is sterk afhankelijk van de aard van de bedreiging.

Si la menace peut être évaluée comme sérieuse, la police prévoira des procédures de sécurité complémentaires, à la demande de l’UNE et en concertation avec le controˆleur (par exemple au moyen d’une patrouille supplémentaire). L’UNE joue un roˆle important dans ce processus d’évaluation.

Indien de bedreiging als ernstig kan gee¨valueerd worden en op vraag van de NOE, in samenspraak met de controleur, zal de politie bijkomende veiligheidsprocedures (bijvoorbeeld door extra patrouille) voorzien. De NOE speelt in dit evaluatieproces een belangrijke rol.

Chaque menace est traitée avec le sérieux nécessaire. Il faut naturellement distinguer différentes gradations de menaces. Une menace peut être de nature verbale. Mais cette dernière peut également se transformer en menace physique accompagnée ou non de dommages. Les dommages peuvent être de nature matérielle et/ou physique.

Elke bedreiging wordt met de nodige ernst behandeld. Er zijn uiteraard verschillend gradaties van bedreigingen te onderscheiden. Een bedreiging van verbaal van aard zijn. Maar een verbale bedreiging kan ook overgaan in een fysiek dreigement al dan niet gepaard gaande met schade. Deze schade kan van materie¨le en/of lichamelijke aard zijn.

1. En guise de réponse à votre première question, je puis vous communiquer que la Police fédérale a enregistré 11 menaces en 2004, 9 menaces en 2005 et 5 menaces en 2006.

1. Als antwoord op uw eerste vraag kan ik u meedelen dat in 2004, 11 bedreigingen, in 2005, 9 bedreigingen en in 2006, 5 bedreigingen werden geregistreerd door de Federale Politie.

2. Il est essentiel que chaque controˆle puisse être réalisé convenablement. Cela ne peut toutefois pas se ` partir faire au détriment de la sécurité du controˆleur. A du moment où la sécurité du controˆleur est en danger, le controˆle est interrompu. Dans ce cas, les services de police et de justice sont avertis de l’opposition au controˆle. La police et la justice entreprennent ensuite les démarches nécessaires afin qu’un nouveau controˆle puisse être réalisé aussi rapidement que possible. Une exploitation n’échappe donc pas à l’inspection prévue.

2. Het is van fundamenteel belang dat elke controle naar behoren kan uitgevoerd worden. Dit kan echter niet ten koste gaan van de veiligheid van de controleur. Vanaf het moment dat de veiligheid van de controleur in gevaar is, zal de controle afgebroken worden. In dit geval worden de diensten van politie en justitie op de hoogte gebracht van het verzet tegen de controle. Vervolgens worden door politie en justitie de nodige stappen ondernomen opdat zo snel als mogelijk een nieuwe controle kan uitgevoerd worden. Een bedrijf ontkomt dus niet aan de opgelegde controle.

3. Un controˆleur qui, lors de son controˆle, est confronté à une opposition établira un procès-verbal conformément à l’Arrêté controˆle du 22 février 2001. Si cette opposition s’accompagne de violence ou de menace, il est alors question de rébellion contre des

3. Een controleur die tijdens zijn controle geconfronteerd wordt met een verzet zal een proces-verbaal opmaken overeenkomstig het Controlebesluit van 22 februari 2001. Indien dit verzet gepaard gaat met geweld of bedreiging, is er sprake van weerspannig-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32385

dépositaires ou agents de la force publique (article 269 et suivants du Code pénal général).

heid tegen dragers of agenten van de openbare macht (artikel 269 e.v. van het Algemeen Strafwetboek).

4. L’AFSCA n’a pas la prétention de controˆler ` l’exception de toutes les denrées mises sur le marché. A l’expertise des viandes en abattoirs qui est systématique, elle effectue des inspections et échantillonnages sur la base de d’une évaluation des risques.

4. Het FAVV heeft niet de pretentie alle eetwaren die op de markt gezet worden te controleren. Met uitzondering van de vleeskeuring in slachthuizen die systematisch is, worden inspecties en monsternemingen uitgevoerd op basis van een risico-evaluatie.

Le 1er responsable de la sécurité et de la qualité d’un produit reste l’opérateur qui le met sur le marché et ce, conformément à la réglementation CE.

Overeenkomstig de EG-reglementering blijft de operator evenwel de eerste verantwoordelijke voor de veiligheid en de kwaliteit van een product.

DO 2006200709949

DO 2006200709949

Question no 942 de M. Koen Bultinck du 13 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 942 van de heer Koen Bultinck van 13 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Pénurie de gériatres.

Tekort aan geriaters.

Le professeur Jean-Pierre Baeyens de la Société belge de Gérontologie et de Gériatrie a récemment affirmé que l’actuelle pénurie de gériatres risque de compromettre les soins aux personnes aˆgées.

Zeer recentelijk stelde professor Jean-Pierre Baeyens van de Belgische Vereniging voor Gerontologie en Geriatrie, dat het tekort aan geriaters de zorg voor ouderen in het gedrang dreigt te brengen.

Le professeur Baeyens plaide en faveur d’un doublement du quota légal.

Baeyens pleit voor een verdubbeling van het wettelijke quotum.

1. Quelle est votre réaction à cette proposition ? 2. Eˆtes-vous disposé à reconsidérer le quota légal de pédiatres à la lumière du vieillissement de la population ?

1. Wat is uw reactie op dit voorstel ? 2. Bent u bereid het wettelijk quotum aan geriaters te herbekijken in het licht van de vergrijzing ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 942 de M. Koen Bultinck du 13 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 942 van de heer Koen Bultinck van 13 maart 2007 (N.) :



Comme vous le savez, jusqu’en 2005, le titre professionnel particulier de gériatre ne pouvait être décroché qu’après l’obtention d’une autre spécialisation. Cette matière est réglée par l’article 2 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 établissant la liste des titres professionnels particuliers réservés aux médecins.

Zoals u weet kon tot 2005 de bijzondere beroepstitel van geriater enkel bekomen worden nadat men een andere specialisatie had gehaald. Het is artikel 2 van het koniklijk besluit van 25 november 1991 met de lijst van de bijzondere beroepstitels voor artsen dat dit regelt.

Depuis 2005, le titre professionnel particulier de gériatre est également directement accessible, c’est-àdire sans spécialisation préalable, par exemple en médecine interne.

Sinds 2005 is de bijzondere beroepstitel van geriater ook rechtstreeks toegankelijk, met andere woorden zonder voorafgaandelijke specialisatie in bijvoorbeeld interne geneeskunde.

L’arrêté royal du 30 mai 2002 relatif à la planification de l’offre médicale traite différemment ces deux modes d’accès à la profession.

Het koniklijk besluit van 30 mei 2002 betreffende de planning van het medisch aanbod behandelt deze twee toegangen tot het beroep op een verschillende wijze.

L’article 2 de l’arrêté royal du 30 mai 2002 relatif à la planification de l’offre médicale prévoit des nom-

Artikel 2 van het koniklijk besluit van 30 mei 2002 betreffende de planning van het medisch aanbod voor-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32386

bres minima de candidats ayant annuellement accès à la formation de médecin spécialiste. Ces « sousquotas » prévoient 6 gériatres pour la Communauté flamande et 4 pour la Communauté française. E´tant donné qu’il s’agit de minima, il est possible et autorisé de former annuellement davantage de médecins spécialistes en gériatrie. Il s’agit alors en l’occurrence des titres professionnels particuliers directement accessibles (donc ceux de l’article 1er de l’arrêté royal du 25 novembre 1991).

ziet minimale aantallen kandidaten die jaarlijks toegang krijgen tot de opleiding van geneesheer-specialist. Deze zogenaamde subquota voorzien 6 geriaters voor de Vlaamse Gemeenschap en 4 voor de Franse Gemeenschap. Omdat het over minima gaat, kan en mag men jaarlijks meer geneesheerspecialisten in de geriatrie opleiden. Het gaat hier dan om de rechtstreeks toegankelijke bijzondere beroepstitels (deze dus van artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991).

En outre, l’article 3 du même arrêté royal du 30 mai 2002 prévoit une dispense de contingentement pour ces titres professionnels particuliers pouvant être obtenus par des médecins en plus d’un titre professionnel particulier déjà décroché : les titres professionnels particuliers (indirectement accessibles) de l’article 2 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991, auxquels appartiennent également les gériatres. Généralement, il s’agit de médecins spécialistes en médecine interne qui souhaitent obtenir un titre professionnel supplémentaire de gériatre.

Daarnaast bepaalt artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit van 30 mei 2002 een vrijstelling van de contingentering voor die bijzondere beroepstitels die door artsen bovenop een reeds verkregen bijzondere beroepstitel kunnen gehaald worden, de (onrechtstreeks toegankelijke) bijzondere beroepstitels van artikel 2 van het koniklijk besluit van 25 november 1991. Hieronder vallen ook geriaters. Doorgaans gaat het dan om geneesheer-specialisten interne geneeskunde die een bijkomende bijzondere beroepstitel van geriatrie wensen te behalen.

Comme l’attestent les chiffres, les deux modes de spécialisation sont toujours utilisés à ce jour.

Van beide manieren om zich te specialiseren wordt tot op heden nog steeds gebruik gemaakt, zoals blijkt uit de cijfers.

Fin 2006, on dénombrait 86 médecins détenteurs d’un titre professionnel particulier en vertu de l’article 1er de l’arrêté royal du 25 novembre 1991, auxquels s’ajoutent 12 médecins gériatres en formation. En outre, 211 médecins spécialistes sont actuellement détenteurs d’un titre professionnel particulier de gériatre (en vertu de l’article 2 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991) et il y a encore 8 médecins gériatres en formation.

Einde 2006 zijn er reeds 86 artsen met een bijzondere beroepstitel volgens artikel 1 van het koniklijk besluit van 25 november 1991, en zijn er nog 12 artsengeriaters in opleiding. Daarnaast zijn er op dat moment 211 geneesheer-specialisten met een bijkomende bijzondere beroepstitel van geriater (volgens artikel 2 van het koniklijk besluit van 25 november 1991) en zijn er dan nog 8 in opleiding.

L’arrêté royal du 30 mai 2002 relatif à la planification de l’offre médicale ne peut dès lors pas être considéré comme une menace pour les soins aux personnes aˆgées en Belgique.

Het koniklijk besluit van 30 mei 2002 inzake de planning van het medisch aanbod kan dan ook niet als een dreiging voor de ouderenzorg in Belgie¨ gezien worden. Een verdubbeling in de nabije toekomst van het quotum voor geriaters is dan ook niet nodig.

DO 2006200709952

DO 2006200709952



AFSCA. — Apiculteurs. — Enregistrement obligatoire.

FAVV. — Imkers. — Verplichte registratie.

Les apiculteurs doivent se faire enregistrer auprès de l’AFSCA (Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire). Cet enregistrement obligatoire vise à maıˆtriser les maladies des abeilles et à soumettre les produits commercialisés aux controˆles nécessaires pour garantir leur qualité sanitaire.

Imkers moeten zich laten registreren bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, (FAVV) als bijenhouder. De verplichte registratie heeft tot doel om bijenziekten te beheersen en om de in de handel gebrachte producten aan de nodige controles te onderwerpen ten einde de gezondheidskwaliteit te waarborgen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32387

Par ailleurs, l’apiculteur qui soupçonne ses colonies d’être atteintes ou contaminées par une des maladies à déclaration obligatoire, doit immédiatement en faire la déclaration à l’Unité Provinciale de Controˆle (UPC) dont dépend le rucher.

Ook moet elke bijenhouder wiens kolonies ervan verdacht worden aangetast of besmet te zijn door bepaalde ziekten hiervan onmiddellijk aangifte doen bij de Provinciale Controle-eenheid (PCE) waarvan de bijenstand afhangt.

1. Combien d’apiculteurs par province se sont fait enregistrer depuis l’introduction de l’enregistrement obligatoire ?

1. Hoeveel bijenhouders hebben zich laten registreren sinds de verplichte registratie ? Graag cijfers per provincie.

2. Combien de déclarations de maladies ont été faites auprès des Unités Provinciales de Controˆle l’an dernier ?

2. Hoeveel ziekten werden er sinds vorig jaar gemeld bij de Provinciale Controle-eenheden ?

3. Combien de cas de maladie ont été constatés dans le rucher d’apiculteurs non-enregistrés ?

3. Hoeveel ziekten werden vastgesteld bij imkers die niet geregistreerd zijn ?





1. L’arrêté royal du 16 janvier 2006 fixant les modalités des agréments, des autorisations et des enregistrements préalables délivrés par l’Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne Alimentaire est entré en vigueur le 15 mars 2006.

1. Het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen is in werking getreden op 15 maart 2006.

Il fixe les modalités d’enregistrement des opérateurs soumis au controˆle de l’Agence, dont font partie les apiculteurs.

Het stelt de nadere regels vast voor de registratie van de operatoren onderworpen aan de controle van het FAVV, waaronder de imkers.

Au 1er mars 2007, 1082 apiculteurs étaient enregistrès. La répartition en fonction des provinces est la suivante :

Per 1 maart 2007, waren 1082 imkers geregistreerd. De verdeling over de provincies is ais volgt :

— Anvers : 6;

— Antwerpen : 6;

— Brabant flamand : 233;

— Vlaams-Brabant : 233;

— Brabant wallon : 1;

— Waals-Brabant : 1;

— Région de Bruxelles-Capitale : 3;

— Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 3;

— Flandre occidentale : 182;

— West-Vlaanderen : 182;

— Flandre orientale : 217;

— Oost-Vlaanderen : 217;

— Hainaut : 21;

— Henegouwen : 21;

— Liège : 67;

— Luik : 67;

— Limbourg : 242;

— Limburg : 242;

— Luxembourg : 49;

— Luxemburg; 49;

— Namur : 61.

— Namen : 61.

2 et 3. Depuis l’année dernière, 4 foyers de loque américaine ont été déclarés, dont 2 chez des apiculteurs enregistrès.

2 en 3. Sinds vorig jaar werden 4 uitbraken van Amerikaans vuilbroed gemeld, waarvan 2 bij geregisteerde imkers.

Concernant la varroase, l’ensemble du territoire belge est considéré comme zone d’infestation.

Met betrekking tot varroase wordt het hele Belgische grondgebied als besmettingsgebied beschouwd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32388

Toutes ces informations sont disponibles sur le site de l’Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne Alimentaire à l’adresse : http://www.afsca.be, rubrique Secteurs professionnels / Production animale / Apiculture.

Al deze gegevens zijn beschikbaar op de website van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op het adres : http://www.favv.be, rubriek Beroepssectoren / Dierlijke productie / Bijenteelt.

Des efforts importants de la part de l’AFSCA ont été réalisés en étroite collaboration avec les fédérations apicoles en vue de l’enregistrement de leurs membres.

Ik benadruk dat in nauwe samenwerking met de federaties van bijenhouders door het FAVV belangrijke inspanningen werden gerealiseerd met het oog op de registratie van hun leden.

DO 2006200709974

DO 2006200709974



Chiens. — Passeport pour chiens. — ABIEC.

Honden. — Hondenpaspoort. — BVIRH.

L’identification et l’enregistrement des chiens sont obligatoires dans notre pays. Le passeport pour chiens, en tant que document unique, comprend toutes les données relatives à l’identification, à l’enregistrement et au statut sanitaire de l’animal. Depuis le mois d’octobre 2004, le passeport est obligatoire pour les chiens qui voyagent en Europe.

In ons land geldt een verplichte identificatie en registratie van honden. Het hondenpaspoort werd ingevoerd om over één uniek document te beschikken en het paspoort verenigt alle gegevens over identificatie, registratie en sanitaire status. Vanaf oktober 2004 moeten honden die in Europa reizen een paspoort hebben.

1. a) Combien de chiens ont été enregistrés chaque année par l’Association belge d’identification et d’enregistrement canins (ABIEC) depuis 2004 ?

1. a) Hoeveel honden worden sinds 2004 jaarlijks geregistreerd door de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (BVIRH) ?

b) Quelles races sont les plus courantes ?

b) Welke rassen komen het vaakst voor ?

2. Combien de chiens sont identifiés annuellement graˆce à l’intervention de l’ABIEC et combien de décès de chiens identifiés sont-ils signalés chaque année à l’ABIEC ?

2. Hoeveel honden worden jaarlijks opgespoord door medewerking van het BVIRH en van hoeveel wordt aan het BVIRH medegedeeld dat ze overleden zijn ?

3. Combien de chiens enregistrés en Belgique sont retrouvés à l’étranger et combien de chiens provenant d’autres pays de l’Union européenne sont retrouvés en Belgique ?

3. Hoeveel honden die in Belgie¨ geregistreerd zijn worden in het buitenland teruggevonden en hoeveel honden uit andere EU-landen worden in Belgie¨ teruggevonden ?





1. a) Ci-dessous, sont mentionnés les chiffres relatifs au nombre de chiens enregistrès annuellement depuis 2004 par l’Association belge de l’Identification et l’Enregistrement canins (ABIEC) :

1. a) Hieronder volgen de cijfers voor het aantal honden dat sinds 2004 jaarlijks geregistreerd wordt door de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (BVIRH) :

— 2004 : 178 008;

— 2004 : 178 008;

— 2005 : 174 589;

— 2005 : 174 589;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32389

— 2006 : 164 860; — 2007 (jusqu’au 20 mars) : 36 585. b) Les années passées, le top 10 des races était le suivant : 2004

— 2006 : 164 860; — 2007 (tot en met 20 maart) : 36 858. b) De top 10 van de rassen was de voorbije jaren als volgt :

2005

2006

croisé — kruising Jack Russel Terrier Bichon Yorkshire Terrier Labrador Berger allemand — Duitse Herder Shih-Tzu

croisé — kruising Jack Russel Terrier Bichon Yorkshire Terrier Labrador Berger allemand — Duitse Herder Cocker Spaniel

Retriever

Shih-Tzu

croisé — kruising Jack Russel Terrier Bichon Yorkshire Terrier Labrador Shih-Tzu

croisé — kruising Jack Russel Terrier Bichon Yorkshire Terrier Labrador Shih-Tzu

Berger allemand — Duitse Herder Cocker Spaniel

Chihuahua

Cocker Spaniel Retriever Retriever American Staffordshire Terrier American Staffordshire Terrier Chihuahua

2. Il n’y a pas de chiffres disponibles concernant le nombre de chiens recherchés annuellement en collaboration avec l’ABIEC. Les données du propriétaire d’un chien peuvent être demandées par lettre, par fax, par téléphone ou par internet, pour autant que le demandeur dispose du numéro d’identification du chien. Pour ces dernières années, les nombres de chiens morts qui ont été communiqués à l’ABIEC, sont les suivants : — 2004 : 12 157; — 2005 : 13 705; — 2006 : 14 462; — 2007 (jusqu’au 20 mars) : 2 520. Néanmoins, il faut tenir compte qu’il s’agit du nombre total de morts communiqué, quelle que soit l’année de naissance. 3. Il n’y a pas de chiffres disponibles concernant le nombre de chiens enregistrès en Belgique et retrouvés à l’étranger, ni pour le nombre de chiens provenant d’un autre E´tat membre européen et retrouvés en Belgique.

2007 (20/3)

Berger allemand — Duitse Herder Cocker Spaniel Cavalier King Charles Spaniel

2. Er zijn geen cijfers beschikbaar aangaande het aantal honden dat jaarlijks wordt opgespoord door medewerking van de BVIRH. De gegevens van de eigenaar van een hond kunnen immers opgevraagd worden per brief, fax, e-mail, telefoon of via internet, voor zover de aanvrager over het identificatienummer van de hond beschikt. De voorbije jaren werd het overlijden van de volgende aantallen honden gemeld aan de BVIRH : — — — —

2004 : 12 157; 2005 : 13 705; 2006 : 14 462; 2007 (tot en met 20 maart) : 2 520. Er dient wel op gewezen te worden dat het hierbij gaat om het totale aantal gemelde overlijdens, ongeacht het geboortejaar van de hond. 3. Er zijn geen cijfers beschikbaar aangaande het aantal in Belgie¨ geregistreerde honden dat in het buitenland wordt teruggevonden, noch over het aantal honden uit andere Europese Lidstaten dat in Belgie¨ wordt teruggevonden.

DO 2006200709989

DO 2006200709989

Question no 950 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Donneurs de sang et de plasma. — Circulaire. — Dispenses de service. Les dons de sang ou de plasma peuvent sauver des vies humaines. C’est la raison pour laquelle la plupart

Vraag nr. 950 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Bloed- en plasmadonoren. — Omzendbrief. — Dienstvrijstellingen. Bloed of plasma kan een mensenleven redden. Daarom dat donoren vanwege de meeste werkgevers


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32390

des employeurs octroient un jour de congé à leurs employés qui donnent du sang et du plasma. Les conditions d’octroi d’une dispense de service aux membres du personnel statutaire et contractuel dans le cadre de dons de sang, de plaquettes et de plasma sanguin sont contenues dans la circulaire no 487 du 9 décembre 1999 du ministre de la Fonction publique. ` une question posée précédemment, le ministre de A la Fonction publique avait répondu que chaque service décide de manière autonome d’octroyer ou non une telle dispense de service (question no 238 du 19 février 2007, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 158). 1. Combien de jours de congé ont été octroyés en application de la circulaire susmentionnée dans les services qui ressortissent à votre compétence en 2004, 2005 et 2006 dans le cadre de dons de sang, de plaquettes ou de plasma sanguin ? 2. a) E´tant donné que chaque service peut, de manière autonome, décider d’octroyer ou non ces dispenses, pouvez-vous dire si certains n’appliquent pas la circulaire ? b) Dans l’affirmative, pour quelles raisons ? 3. Quel est le couˆt approximatif de ces dispenses de service ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 950 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) : J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre. Pour le SPF santé publique, Sécurité de la Chaıˆne Alimentaire et Environnement, y compris les institutions scientifiques que sont le Cerva et l’ISP, une moyenne de 185 personnes par année, en 2004 et 2005, ont reçu une dispense de service d’un jour pour don de sang. Pour 2006, cela représente un total de 421 jours. Il n’y a pas de service au sein du SPF santé publique, Sécurité de la Chaıˆne Alimentaire et Environnement où la circulaire n’a pas été appliquée. La valeur approchée du coût de ces dispenses de service s’élève à : 75 000 euros par an.

een vakantiedag krijgen voor het geven van bloed en plasma. De richtlijnen betreffende het verlenen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma aan statutaire en contractuele personeelsleden zijn vervat in de omzendbrief nr. 487 van de minister van ambtenarenzaken van 9 december 1999. Op een eerder gestelde vraag antwoordt de minister van Ambtenarenzaken dat elke dienst afzonderlijk beslist over het al dan niet toekennen van deze dienstvrijstellingen (vraag nr. 238 van 19 februari 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 158). 1. Hoeveel vakantiedagen gaven de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen en overheidsbedrijven in 2004, 2005 en 2006 voor het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes, in toepassing van bovenvermelde omzendbrief ? 2. a) Gelet op het feit dat elke dienst afzonderlijke beslist over deze dienstvrijstellingen, zijn er diensten waar de omzendbrief niet wordt toegepast ? b) Zo ja, om welke redenen ? 3. Hoeveel bedraagt de benaderende kostprijs van deze dienstvrijstellingen ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 950 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden. Voor de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, inclusief de wetenschappelijke instellingen CODA en WIV hebben in 2004 en 2005 gemiddeld 185 personen per jaar een dag dienstvrijstelling gekregen voor het geven van bloed en plasma. Voor 2006 bedraagt dit aantal 421 dagen. Er zijn geen diensten in de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu waarvoor de omzendbrief niet wordt toegepast. De benaderende kostprijs van deze dienstvrijstellingen bedraagt : 75 000 euro per jaar.

DO 2006200710008

DO 2006200710008

Question no 952 de Mme Nathalie Muylle du 19 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Enregistrement des chevaux. — Plate-forme informatique. En réponse à ma question du 25 janvier 2006 portant sur la création d’une banque de données

Vraag nr. 952 van mevrouw Nathalie Muylle van 19 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Registratie van paarden. — Informatieplatform.


2006

Op mijn vraag van 25 januari 2006 inzake een databank voor de registratie van paarden antwoordde u 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32391

centrale pour l’enregistrement des chevaux, vous aviez indiqué que les enregistrements commenceraient à partir du 1er juillet 2006. Vous prévoyiez également que le système serait complètement opérationnel pour la fin 2006 (question no 654, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 112, p. 21340).

dat de eerste registraties moesten plaatsvinden vanaf 1 juli 2006. U voorzag dat het systeem volledig operationeel zou zijn eind 2006 (vraag nr. 654, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 112, blz. 21340).

1. L’intégralité de la plate-forme ICT est-elle actuellement opérationnelle ?

1. Is het volledige ICT-platform op dit ogenblik operationeel ?

2. Fonctionne-t-elle bien ?

2. Hoe verloopt de werking ?

3. Fonctionne-t-elle bien ? 3. Des problèmes ont-ils déjà été signalés ?

3. Werden er al problemen gesignaleerd ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 avril 2007, à la question no 952 de Mme Nathalie Muylle du 19 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 april 2007, op de vraag nr. 952 van mevrouw Nathalie Muylle van 19 maart 2007 (N.) :



1. Le système est opérationnel pour les citoyens. La plupart des données sont enregistrées dans la banque centrale. La consultation de la banque de données par des opérateurs extérieurs pour lesquels l’attribution d’un log-in et d’un mot de passe est nécessaire sera possible sous peu.

1. Het systeem is operationeel voor de burgers. De meeste gegevens worden geregistreerd in de centrale bank. De consultatie van de gegevensbank door externe operatoren aan wie een log-in en een paswoord moeten worden toegekend, zal weldra mogelijk zijn.

La procédure simplifiée telle que visée à l’article 32, § 2 de l’arrêté royal du 16 juin 2005 relatif à l’identification et à l’encodage des chevaux dans une banque de données centrale, est également opérationnelle.

De vereenvoudigde procedure zoals bedoeld in artikel 32, § 2 van het koninklijk besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank, is eveneens operationeel.

Il persiste cependant un problème informatique pour le transfert des données de chevaux enregistrès via la CWBC (Confédération Wallonie Bruxelles du Cheval) vers la banque de données centrale. Ce problème sera également résolu sous peu.

Toch is er nog altijd een informaticaprobleem voor wat betreft de overdracht van de gegevens van paarden geregistreerd via de CWBC (Confederatie Wallonie¨Brussel van het Paard) naar de centrale gegevensbank. Dit probleem zal ook spoedig worden opgelost.

2. Le propriétaire introduit une demande d’identification auprès de la Confédération belge du Cheval via les ailes régionales (VCP et CWBC). Il y mentionne le nom de l’identificateur choisi. Les documents adéquats sont ensuite envoyés par le gestionnaire au vétérinaire désigné. Ce dernier se rend sur place pour identifier l’animal (placement de microchip et rédaction ou controˆle du signalement) et renvoie ensuite les documents complétés au gestionnaire. Le cheval est enregistré dans la banque de données centrale et reçoit son passeport et un document de mutation. La procédure est également décrite au chapitre IV de l’arrêté royal du 16 juin 2005 relatif à l’identification et à l’encodage des chevaux dans une banque de données centrale.

2. De eigenaar dient een aanvraag voor identificatie in bij de Belgische Confederatie van het Paard via de regionale vleugels (VCP en CWBC). Hij vermeldt daarbij de naam van de gekozen identificeerder. De juiste documenten worden vervolgens door de beheerder verstuurd naar de aangeduide dierenarts. Die laatste begeeft zich ter plaatse om het dier te identificeren (inplanting van microchip en opstelling of controle van het signalement) en stuurt vervolgens de ingevulde documenten terug naar de beheerder. Het paard wordt geregistreerd in de centrale gegevensbank en krijgt zijn paspoort en een mutatiedocument. De procedure staat ook beschreven in hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank.

3. Les opérations sur le terrain se déroulent de manière fluide. Quelques problèmes sont surtout liés à une mauvaise compréhension de la procédure. Ainsi,

3. De operaties op het terrein verlopen vlot. Enkele problemen hebben vooral te maken met een slecht begrip van de procedure. Zo laten sommige eigenaars


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32392

certains propriétaires font d’abord procéder à l’implantation du microchip et n’introduisent qu’ensuite leur demande d’identification. D’autres ont fait en son temps, enregistrer leur animal auprès d’idchips et pensent qu’ils sont en ordre. En ce qui concerne les identificateurs, certains souhaiteraient être déchargés de la perception des frais et souhaiteraient que ces derniers soient directement facturés au propriétaire du cheval.

eerst een microchip inplanten en dienen ze pas daarna hun aanvraag voor identificatie in. Anderen hebben destijds hun dier laten registreren bij id-chips en denken dat ze in orde zijn. Wat de identificeerders betreft, willen sommigen verlost worden van de inning van de kosten en willen ze dat die rechtstreeks gefactureerd worden aan de eigenaar van het paard.

Enfin, le montant des frais suscite des réactions, surtout pour ce qui concerne les équidés de faible valeur comme certains poneys ou de vieux chevaux.

Tot slot lokt het bedrag van de kosten reacties uit, vooral in het geval van paardachtigen van geringe waarde, zoals sommige pony’s of oude paarden.

DO 2006200710034

DO 2006200710034

Question no 953 de Mme Dalila Douifi du 22 mars 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 953 van mevrouw Dalila Douifi van 22 maart 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Personnes atteintes de maladies graves et de longue durée. — Reconnaissance.

Eerkenning als ernstig of langdurig zieke persoon.

Les personnes atteintes de maladies graves et de longue durée les empêchant d’exécuter correctement leur travail, peuvent introduire une demande de reconnaissance auprès du SPF Santé publique. Cette reconnaissance a des conséquences financières non négligeables. La décision en la matière est prise par une commission spéciale, constituée de médecins.

Langdurig of ernstig zieke personen, die daardoor verhinderd worden in het uitvoeren van hun job, kunnen een aanvraag tot vernoemde erkenning indienen bij de FOD Volksgezondheid. Een erkenning maakt voor de betrokkenen een belangrijk financieel verschil uit. Een bijzondere commissie, samengesteld uit artsen, beslist hierover.

1. Pouvez-vous décrire la procédure précise en la matière ?

1. Kan u de exacte procedure weergeven ?

2. Quelle est la composition exacte de cette commission ?

2. Hoe is deze bijzondere commissie precies samengesteld ?

3. Dans quel délai la « commission des pensions » prend-elle une décision, en moyenne ?

3. Hoelang doet de zogenaamde « pensioencommissie » er gemiddeld over om een finale beslissing te nemen ?

4. Une décision négative peut-elle faire l’objet d’un recours ?

4. Kan tegen een negatieve beslissing in beroep gegaan worden ?

5. Pouvez-vous nous communiquer les données chiffrées suivantes :

5. Kan u wat de cijfers betreft, volgende gegevens meedelen :

a) le nombre de demandes et de dossiers traités par la commission en 2003, 2004, 2005 et 2006;

a) het aantal aanvragen en behandelde dossiers door de commissie voor de jaren 2003, 2004, 2005 en 2006;

b) le nombre de dossiers rejetés pour les années mentionnées;

b) het aantal afgekeurde dossiers voor de opgenoemde jaren;

c) le nombre de dossiers approuvés pour les années mentionnées;

c) het aantal goedgekeurde dossiers voor de opgenoemde jaren;

d) la répartition des dossiers approuvés et rejetés, pendant les années mentionnées, en fonction de l’origine linguistique ?

d) de onderverdeling inzake het aantal goedgekeurde en afgekeurde dossiers voor de opgenoemde jaren : hoeveel Vlaamse aanvragen/dossiers werden goedgekeurd en afgekeurd en hoeveel Waalse dossiers/ aanvragen werden goedgekeurd en afgekeurd ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32393

6. Pouvez-vous fournir des précisions sur les aspects financiers liés à cette reconnaissance ?

6. Kan u de financie¨le aspecten van dergelijke aanvraag/erkenning toelichten ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 953 de Mme Dalila Douifi du 22 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 953 van mevrouw Dalila Douifi van 22 maart 2007 (N.) :



La reconnaissance d’une maladie grave et de longue durée, avec les avantages financiers qu’elle implique n’est possible que — s’il est satisfait aux conditions médicales sévères — pour les agents nommés qui ont épuisé leur quota de jours de maladie et qui se trouvent de ce fait dans la position administrative de disponibilité.

Voor de erkenning van een ernstige en langdurige ziekte met de daarbij horende financie¨le voordelen komen — als aan de strenge medische voorwaarden is voldaan — alleen vastbenoemde ambtenaren in aanmerking die hun kapitaal ziektedagen hebben uitgeput en zich hierdoor in de administratieve toestand disponibiliteit bevinden.

Normalement cette position de disponibilité entraıˆne les conséquences suivantes pour l’agent :

Normaliter heeft de toestand van disponibiliteit voor een ambtenaar deze gevolgen :

— Le paiement de son traitement normal est arrêté; à la place il reçoit un traitement d’attente (qui, dans le cas d’un agent fédéral, est égal à 60 % de son dernier traitement d’activité; un régime semblable existe pour la plupart des fonctionnaires nonfédéraux);

— De betaling van zijn gewone wedde wordt stopgezet; in de plaats daarvan ontvangt hij een wachtgeld (dat in het geval van een federale ambtenaar gelijk is aan 60 % van zijn laatste activiteitswedde; een gelijkaardige regeling bestaat voor de meeste niet-federale ambtenaren);

— Son employeur peut prendre l’initiative de faire examiner l’agent par la commission des pensions de l’Administration de l’expertise médicale (MEDEX), en vue de son admission éventuelle à la pension prématurée pour motif de santé ou d’inaptitude physique.

— Zijn werkgever kan het initiatief nemen om de ambtenaar te laten onderzoeken door de pensioencommissie bij het Bestuur van de Medische Expertise (MEDEX), met het oog op een eventuele toelating tot het definitief vroegtijdig pensioen wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid.

` l’occasion de cet examen la commission des A pensions décide également si l’intéressé souffre d’une maladie grave et de longue durée. Si la maladie dont il souffre est reconnue par l’Administration de l’expertise médicale comme une maladie grave et de longue durée, l’agent en disponibilité pour maladie reçoit un traitement d’attente mensuel égal au montant de son dernier traitement d’activité (article 58 de l’arrêté royal du 19 novembre 1998 tel que modifié par l’arrêté royal du 17 janvier 2007).

Ter gelegenheid van dit onderzoek beslist de pensioencommissie of betrokkene al dan niet lijdt aan een ernstige en langdurige ziekte. Indien de ziekte waaraan de ambtenaar lijdt door het Bestuur van de medische expertise als een ernstige en langdurige ziekte wordt erkend, dan ontvangt de ambtenaar die in disponibiliteit wegens ziekte is een maandelijks wachtgeld dat gelijk is aan het bedrag van zijn laatste activiteitswedde (artikel 58 van koninklijk besluit van 19 november 1998 zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 januari 2007).

1. La demande d’un examen par la commission des pensions est toujours introduite par l’employeur (le cas échéant sur demande de l’intéressé). MEDEX convoque l’intéressé dans un de ses 14 centres médicaux régionaux.

1. De aanvraag tot onderzoek door de pensioencommissie wordt steeds ingediend door de werkgever (al dan niet op verzoek van betrokkene). MEDEX roept betrokkene op voor onderzoek in één van zijn 14 regionale medische centra.

2. Dans chaque centre médical de MEDEX la commission des pensions est composée d’un médecinfonctionnaire et d’un médecin non fonctionnaire qui font ensemble l’examen médical. Un médecin superviseur à l’administration centrale prend la décision sur la base de leur rapport (arrêté royal du 18 août 1939).

2. De pensioencommissie bestaat in eik medisch centrum van MEDEX uit één artsambtenaar en één arts-niet-ambtenaar die samen het medisch onderzoek uitvoeren. Een superviserend arts-ambtenaar in het hoofdbestuur neemt de beslissing op basis van hun verslag (koninklijk besluit van 18 augustus 1939).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32394

3. Une décision définitive est possible en moins de deux mois (le temps nécessaire pour le convoquer à la première séance disponible, la supervision, la notification de la décision et le délai d’appel). Si, par contre, l’intéressé ne donne aucune suite à la première convocation, ensuite à la deuxième convocation recommandée demande un report par exemple à cause d’un examen médical chez son spécialiste, si les médecins de la commission des pensions demandent eux-mêmes un avis complémentaire d’un spécialiste désigné par eux, si l’intéressé fait appel de la décision etc. le délai de traitement d’un dossier peut augmenter jusque six mois, dans des cas extrêmes même un an.

3. Een definitieve beslissing is mogelijk op minder dan twee maanden (de tijd nodig om uit te nodigen voor de vrije zitting, supervisie, betekening van de beslissing en beroepstermijn). Indien betrokkene echter geen gevolg geeft aan een eerste oproeping, vervolgens bij een tweede, aangetekende oproeping uitstel vraagt bijvoorbeeld wegens een medisch onderzoek bij zijn specialist, indien de artsen van de pensioencommissie dan zelf een bijkomend advies vragen van een door hen aangestelde specialist, indien betrokkene vervolgens beroep aantekent tegen de beslissing enz. dan kan de doorlooptijd van een dossier oplopen tot zes maanden, uitzonderlijk zelfs tot een jaar. 4. Beroep is mogelijk tegen alle beslissingen van de pensioencommissie, zowel tegen de beslissing tot definitieve ongeschiktheid (vervroegd pensioen) of geschiktheid (werkhervatting) als tegen de nieterkenning van een ernstige en langdurige ziekte.

4. Un recours est possible contre toutes les décisions de la commission des pensions, aussi bien contre la décision d’inaptitude définitive (pension prématurée) ou d’aptitude (reprise du travail) que contre la nonreconnaissance d’une maladie grave et de longue durée. 5. a) à c) Le nombre des demandes et le nombre de décisions, positives et négatives, des dernières s’élève à :

5. a) tot c)Het aantal aanvragen en het aantal genomen beslissingen, waarvan positieve en negatieve, bedraagt in de afgelopen jaren :

Année — Jaar

Demandes — Aanvragen

Décisions — Beslissingen

Positif — Positief

Négatif — Negatief

2003 2004 2005 2006

7 500 8 131 8 295 7 764

6 873 7 471 7 568 7 181

1 390 1 528 1 701 1 589

5 483 5 943 5 867 5 592

d) Suivant le régime linguistique : les dossiers néérlandophones :

d) Uitgesplitst naar taalrol : de Nederlandstalige dossiers :

Année — Jaar



2003 2004 2005 2006

3 014 3 356 3 056 3 131

2 974 3 352 3 053 3 129

les dossiers francophones :

Positif — Positief 624 662 617 636

Négatif — Negatief 2 350 2 690 2 436 2 493

de Franstalige dossiers :

Année — Jaar



2003 2004

4 486 4 775

3 899 4 119


2006

2007

Positif — Positief 766 866

Négatif — Negatief 3 133 3 253


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32395

Année — Jaar



Positif — Positief

Négatif — Negatief

2005 2006

5 239 4 633

4 515 4 052

1 084 953

3 431 3 099

6. La reconnaissance d’une maladie grave et de longue durée annule les conséquences financières de la disponibilité : l’agent reçoit un traitement d’attente égal à 100 % de son dernier traitement d’activité au lieu de 60 %; ce traitement d’attente reste à charge de son employeur.

6. De erkenning van een ernstige en langdurige ziekte doet de financie¨le gevolgen van de disponibiliteit teniet : de ambtenaar ontvangt een wachtgeld gelijk aan 100 % van zijn laatste activiteitswedde in plaats van 60 %; dit wachtgeld blijft ten laste van de werkgever.

DO 2006200710051

DO 2006200710051

Question no 954 de M. Jean-Marc Nollet du 27 mars 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 954 van de heer Jean-Marc Nollet van 27 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Prévention des affections dues aux HPV 16 et 18. — Nouveau vaccin.

Preventie van aandoeningen ten gevolge van HPV 16/ 18. — Nieuw vaccin.

Il existe un nouveau vaccin qui se montre très efficace dans la prévention des affections dues aux HPV 16 et 18, c’est-à-dire contre les cancers du col de l’utérus, du cancer vulvaire, vaginal, mais aussi contre les lésions précancéreuses cervicales, vaginales et vulvaires. Son action est aussi importante sur les lésions bénignes cervicales, vulvaires et vaginales.

Er is een nieuw vaccin op de markt dat uiterst doeltreffend is bij de preventie van aandoeningen ten gevolge van HPV 16/18, dat wil zeggen tegen kanker van de baarmoederhals, de vulva en de vagina evenals precancereuze letsels aan de baarmoederhals, de vagina en de vulva. Het product is ook effectief tegen goedaardige letsels aan de baarmoederhals, de vulva en de vagina.

Ce vaccin est reconnu par l’ensemble des spécialistes scientifiques qui lui ont même décerné le prix du « meilleur nouveau médicament biologique » dans un magazine pharmaceutique spécialisé.

Het vaccin wordt unaniem erkend door de wetenschappelijke deskundigen, die het in een farmaceutisch vakblad zelfs tot het « beste nieuwe biologische geneesmiddel » hebben uitgeroepen.

Ce vaccin fait actuellement l’objet d’un enregistrement auprès des autorités réglementaires européennes (EMEA, ou Agence européenne pour l’évaluation des médicaments) et est déjà enregistré auprès de la FDA (la « Food and Drug administration » américaine).

Het vaccin is reeds geregistreerd bij de FDA (de Amerikaanse Food and Drug administration); de registratieprocedure bij de Europese regelgevende instantie (het Europese Geneesmiddelenbureau EMEA) is momenteel aan de gang.

Le couˆt de ce produit est actuellement de 145 euros par administration. Il faut trois doses pour que le produit soit efficace. Cela représente donc un budget considérable étant donné qu’il n’est actuellement pas remboursable.

Dit product kost thans 145 euro per dosis. Er moeten drie dosissen worden toegediend alvorens het uitwerking heeft. De kostprijs is dus aanzienlijk, temeer daar het product momenteel niet wordt terugbetaald.

De plus, ce vaccin n’a toujours pas fait l’objet de recommandations au sein du Conseil supérieur de l’hygiène (CSH).

Bovendien is dit vaccin nog steeds niet opgenomen in de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad (HGR).

1. a) Quand le CSH compte-t-il évaluer ce vaccin ?

1. a) Wanneer zal de HGR dit vaccin evalueren ?

b) Si l’avis du CSH est positif, envisagez-vous l’introduire dans le calandrier vaccinal.

b) Als de HGR een positief advies uitbrengt, zal u dit product dan in het vaccinatieschema opnemen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32396

2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour rendre ce produit plus accessible au grand public ?

2. Welke maatregelen zal u nemen om dit product toegankelijker te maken voor het grote publiek ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 954 de M. Jean-Marc Nollet du 27 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 954 van de heer Jean-Marc Nollet van 27 maart 2007 (Fr.) :



1. a) et b) Depuis janvier, les experts du groupe de travail « vaccination » du CSS procèdent à l’évaluation de la vaccination contre le papillomavirus humain. E´tant donné que le débat est toujours en cours, il est donc impossible de tirer actuellement des conclusions. L’avis final de la section vaccination sera soumis pour approbation lors de la réunion du Collège du CSS le 2 mai 2007.

1. a) et b) De experts van de werkgroep « vaccinatie » van de HGR zijn sedert januari de vaccinatie tegen het Humaan Papilloma virus (HPV) aan het evalueren. Het debat is nog lopende en er kunnen derhalve nog geen conclusies getrokken worden. Het finale advies van de Vaccinatie-Sectie zal op 2 mei 2007 op de vergadering van het College van de HGR ter goedkeuring geagendeerd worden.

DO 2006200710094

DO 2006200710094

Question no 959 de M. Benoıˆt Drèze du 11 avril 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Suspension par le Conseil d’E´tat de l’arrêté royal relatif aux centres de pathologie cardiaque. Le Conseil d’E´tat a suspendu, par un arrêt du 21 février 2007, l’arrêté royal du 1er aouˆt 2006 modifiant l’arrêté royal du 15 juillet 2004 fixant les normes auxquelles les programmes de soins « pathologie cardiaque » doivent répondre pour être agréés.

Vraag nr. 959 van de heer Benoıˆt Drèze van 11 april 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Cette suspension est motivée par le fait que les dérogations en matière de centres de cardiologie interventionnelle séparée de la chirurgie cardiaque en province de Luxembourg étaient basées sur des critères kilométriques alors que le Conseil aurait préféré qu’on s’en tienne à des paramètres de temps. Le Conseil d’E´tat relève également le préjudice important subi par certains centres ou institutions hospitalières qui se verraient privés d’un service de cardiologie interventionnelle alors qu’ils avaient réalisé des investissements à cet effet.

Die schorsing wordt gemotiveerd door het feit dat de afwijkingen die in de provincie Luxemburg voor de centra voor interventionele cardiologie zonder hartchirurgie werden toegekend, gebaseerd waren op het criterium afstand, terwijl de Raad de voorkeur aan het criterium tijd geeft. De Raad van State wijst er tevens op dat bepaalde ziekenhuiscentra of -instellingen die in hun dienst voor interventionele cardiologie geı¨nvesteerd hebben, ernstige schade zouden oplopen, wanneer ze die dienst moeten sluiten.

Notre modèle, partagé par la plupart des scientifiques, est celui de centres B1-B2 auxquels s’ajoutent quelques centres B1-B2-B3 correctement répartis sur le territoire. 1. Partagez-vous la motivation du Conseil d’E´tat ?

Niet alleen wij, maar ook de meeste wetenschappers gaan uit van een model gebaseerd op de B1-B2-centra, waaraan enkele evenwichtig verspreide B1-B2-B3centra worden toegevoegd.

2. Vous avez annoncé récemment : « Je vais réintroduire exactement le même arrêté en tenant compte

2. Onlangs heeft u aangekondigd dat u hetzelfde besluit ongewijzigd opnieuw zou indienen en daarbij


2006

Schorsing door de Raad van State van het koninklijk besluit inzake de centra voor cardiale pathologie. In zijn arrest van 21 februari 2007 heeft de Raad van State het koninklijk besluit van 1 augustus 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2004 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma’s « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden, geschorst.

1. Sluit u zich bij de argumenten van de Raad van State aan ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32397

d’un certain nombre de réflexions qui ont été faites par le Conseil d’E´tat ». N’y a-t-il pas une contradiction dans ce propos ?

rekening zou houden met een aantal opmerkingen van de Raad van State. Spreekt u daar uzelf niet tegen ?

3. Quelle est votre appréciation de l’avis unanime opposé à votre réforme rendu récemment par le Conseil national des E´tablissement hospitaliers (CNEH) ?

3. Hoe staat u tegenover het advies waarin de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) zich unaniem tegen uw hervorming uitspreekt ?

4. Plus que quiconque, vous mesurez les oppositions et les difficultés suscitées par l’arrêté royal du 1er aouˆt 2006.

4. U kan u beter dan wie ook een beeld vormen van het protest en de problemen waartoe het koninklijk besluit van 1 augustus 2006 aanleiding geeft.

L’arrêt du Conseil d’E´tat n’est-il pas l’occasion de consulter à nouveau les acteurs concernés en prenant un peu de recul ?

Is het arrest van de Raad van State geen gelegenheid om zich over die maatregel te bezinnen en de betrokken actoren opnieuw te raadplegen ?

5. Comment expliquez-vous que dans certaines sous-régions les centres concernés ont réussi à s’accorder — tant bien que mal — autour de votre projet, alors que dans d’autres sous-régions votre projet accentue les clivages, au risque de mettre en péril tant la qualité des soins que l’équilibre médical et budgétaire des centres mis sur le coˆté ?

5. Hoe verklaart u dat in bepaalde subregio’s de betrokken centra in meerdere of mindere mate een consensus over uw project bereikt hebben, terwijl in andere subregio’s uw project de verschillen nog benadrukt en zo de kwaliteit van de gezondheidszorg en het medische en budgettaire evenwicht van de centra die uit de boot vallen, in gevaar dreigt te brengen ?

6. Ne pensez-vous pas qu’il serait préférable, vu les enjeux, d’ouvrir des négociations avec les sous-régions ou` des difficultés subsistent plutoˆt que de tenter à nouveau de passer en force ?

6. Denkt u niet dat het beter is om, gelet op de impact van die maatregel, onderhandelingen aan te knopen met de subregio’s waar er zich moeilijkheden blijven voordoen dan opnieuw te trachten een oplossing te forceren ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 avril 2007, à la question no 959 de M. Benoıˆt Drèze du 11 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 april 2007, op de vraag nr. 959 van de heer Benoıˆt Drèze van 11 april 2007 (Fr.) :



1. Il ne m’appartient pas de me prononcer sur la motivation donnée par le Conseil d’E´tat.

1. Het behoort niet tot mijn bevoegdheid om mij uit te spreken over de motivering gegeven door de Raad van State.

2. Le nouvel arrêté royal qui a été pris (arrêté royal du 8 mars 2007) tient pleinement compte des arguments du Conseil d’E´tat. Le Rapport au Roi publié le 9 mars 2007, conjointement à l’arrêté royal précité, explique très clairement selon quelles modalités l’exception géographique sera désormais exprimée en temps.

2. Het opnieuw genomen koninklijk besluit (koninklijk besluit van 8 maart 2007) heeft ten volle rekening gehouden met de overwegingen van de Raad van State. In het Verslag aan de Koning dat bij voornoemd koninklijk besluit op 9 maart 2007 werd gepubliceerd wordt zeer duidelijk uiteengezet hoe de geografische afwijking voortaan wordt uitgedrukt in tijd.

3. Ce même Rapport au Roi fait par ailleurs référence à diverses études, menées en Belgique et à l’étranger, qui préconisent le cumul des activités interventionnelles (B2) et chirurgicales (B3).

3. Ook in bedoeld Verslag aan de Koning kan u lezen hoe Belgische en internationale wetenschappelijke studies de cumul van interventionele (B2) en chirurgische (B3) activiteiten aanbevelen.

4 à 6. En l’occurrence, l’exploitation des programmes de soins « pathologie cardiaque » fait l’objet d’une réforme ayant pour finalité d’offrir au patient des soins de la meilleure qualité possible. Même en consul-

4 tot 6. Er wordt in casu een hervorming op het vlak van de uitbating van zorgprogramma’s cardiale pathologie doorgevoerd met het oog op een zo groot mogelijke kwalitatieve zorgverlening voor de patie¨nt.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32398

tant toutes les parties concernées, il est inévitable qu’une telle réforme suscite certaines résistances.

Dergelijke hervorming zal steeds weerstanden oproepen ook al worden alle betrokken partijen geconsulteerd.


Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2006200709912

DO 2006200709912

Question no 158 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 158 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :













Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 27 avril 2007, à la question no 158 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 27 april 2007, op de vraag nr. 158 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :

En réponse aux questions posées, je communique à l’honorable membre les éléments suivants. E´tant donné qu’en ma qualité de ministre des Classes moyennes, je ne suis responsable que pour le Conseil supérieur des Indépendants et des PME

Als antwoord op de gestelde vragen deel ik het geachte lid het volgende mee.


2006

Rekening houdend met het feit dat ik als minister van Middenstand enkel verantwoordelijk ben voor de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32399

(CSIPME), mes réponses ne concerneront que cette instance.

(HRZKMO) hebben mijn antwoorden dus enkel betrekking op deze raad.

1, 2 et 4. Les locaux occupés par les services du secrétariat du Conseil supérieur des Indépendants et des PME au 2e étage de la tour WTC III — Bd. Simon Bolivar 30, 1000 Bruxelles, sont mis à disposition par le SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie. Tous les frais d’énergie et de chauffage sont supportés par ce département. Aucun crédit d’hébergement de services ni de consommation d’énergie n’est donc prévu au budget du Conseil supérieur des Indépendants et des PME. Je renvoie dès lors l’honorable membre à la réponse que lui donnera mon collègue ministre de l’Ećonomie qui est en charge de ce département.

1, 2 en 4. De lokalen die de diensten van het secretariaat van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO betrekken op de 2e verdieping van de WTC Toren III — Simon Bolivarlaan 30 te 1000 Brussel zijn ter beschikking gesteld door de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Alle energieen verwarmingskosten worden gedragen door het departement. Op de begroting van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zijn er bijgevolg geen huisvestings-, noch verbruikskredieten voorzien. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar het antwoord dat zal gegeven worden door mijn collega minister van Economie, die verantwoordelijk is voor het departement.

Agriculture

Landbouw

DO 2006200709912

DO 2006200709912

Question no 104 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 104 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :














2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32400

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 27 avril 2007, à la question no 104 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 27 april 2007, op de vraag nr. 104 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :

En réponse aux questions posées, je communique à l’honorable membre les éléments suivants. E´tant donné qu’en ma qualité de ministre de l’Agriculture, je ne suis responsable que pour le Bureau d’intervention et de restitution belge (BIRB), mes réponses ne concerneront que ce bureau.

Als antwoord op de gestelde vragen deel ik het geachte lid het volgende mee.

1. — Réduction et renouvellement du parc automobile.

1. — Vermindering en vernieuwing van het wagenpark.

— Remplacement d’une partie de l’éclairage par des ampoules économiques.

— Vervanging van een gedeelte van de verlichting door spaarlampen.

2. Diminution de la consommation de carburant du parc automobile et des frais d’électricité pour éclairage.

2. Vermindering van het brandstofverbruik van het wagenpark en van de elektriciteitskosten voor de verlichting.

3. Je renvoie pour cette demande à la réponse que j’ai apportée à la question 158 en tant que ministre des Classes moyennes. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 164, p. 32398.)

3. Ik verwijs hier naar het antwoord dat ik gegeven heb op vraag met nummer 158 in de hoedanigheid van minister van Middenstand. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 164, blz. 32398.)

4. Sans objet.

Rekening hoedend met het feit dat ik als minister van Landbouw enkel verantwoordelijk ben voor het Belgisch. Interventie- en Restitutiebureau (BIRB), hebben mijn antwoorden dus enkel betrekking op dit bureau.

4. Niet relevant.

DO 2006200709968

DO 2006200709968

Question no 106 de Mme Maggie De Block du 14 mars 2007 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 106 van mevrouw Maggie De Block van 14 maart 2007 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Catastrophe agricole. — Versement des indemnités compensatoires.

Landbouwramp. — Uitbetaling compensatievergoedingen.

Il me revient que vous envisagez d’accélérer le versement des compensations pour la catastrophe agricole de l’été dernier. Les agriculteurs ont subi des dégaˆts considérables en raison des conditions atmosphériques extrêmes.

Naar verluidt overweegt u om vaart te zetten achter de uitbetaling van de compensaties voor de landbouwramp van afgelopen zomer. Door de extreme weersomstandigheden leden de landbouwers heel wat schade.

1. Combien de dossiers de demandes d’une indemnité compensatoire ont été introduits par des agriculteurs domiciliés dans :

1. Hoeveel dossiers voor een compensatievergoeding werden ingediend door landbouwers woonachtig in :

a) la région flamande;

a) het Vlaamse Gewest;

b) la région wallonne;

b) het Waalse Gewest;

c) la région bruxelloise ?

c) het Brusselse Gewest ?

2. Combien de ces dossiers (par région) entrent en ligne de compte pour l’octroi d’une indemnisation ?

2. Hoeveel van deze dossiers (per regio) komen in aanmerking voor een vergoeding ?

3. Quelles cultures seront prises en considération pour l’octroi d’une indemnisation et quel est le montant prévu par hectare ?

3. Welke teelten zullen in aanmerking worden genomen voor een vergoeding en welk bedrag wordt per hectare in het vooruitzicht gesteld ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32401

4. Une indemnisation uniforme est-elle prévue pour l’ensemble du pays ou des différences régionales seront-elles prises en considération ?

4. Wordt in een uniforme vergoeding voor het ganse land voorzien of zullen er regionale verschillen in aanmerking worden genomen ?

5. Envisagez-vous de prévoir une indemnisation par culture en vue d’un traitement accéléré des dossiers ?

5. Overweegt u om een forfaitaire vergoeding per teelt te voorzien met het oog op de snellere afhandeling van de dossiers ?

6. Quand souhaitez-vous finaliser effectivement le versement des compensations ?

6. Wanneer wenst u de betaling van de compensaties effectief te finaliseren ?

7. Quel sera le couˆt total des indemnités compensatoires (chiffres par région) ?

7. Hoeveel zal de compensatievergoeding in totaal kosten (cijfers opgedeeld per regio) ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 25 avril 2007, à la question no 106 de Mme Maggie De Block du 14 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 25 april 2007, op de vraag nr. 106 van mevrouw Maggie De Block van 14 maart 2007 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.

1. Aucun dossier de dédommagement n’a encore été introduit. Il faut d’abord qu’un arrêté royal de reconnaissance de la calamité soit approuvé en Conseil des ministres et publié au Moniteur belge. Par ailleurs, des procès-verbaux de constatation des dégaˆts aux cultures ont été dressés et m’ont été transmis. Sur la base des documents introduits, j’estime le nombre suivant de dossiers :

1. Er werden nog geen dossiers ingediend voor schadeloosstelling. Eerst moet er een erkenning als landbouwramp in een koninklijk besluit door de Ministerraad goedgekeurd worden, en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden. Tevens worden de processen-verbaal tot vaststelling van schade opgesteld en aan mij overgemaakt. Op basis van deze ingediende documenten raam ik het volgend aantal dossiers :

a) pour la Région flamande : environ 2 500;

a) voor het Vlaamse Gewest : ongeveer 2 500;

b) pour la Région wallonne : environ 4 500;

b) voor het Waalse Gewest : ongeveer 4 500;

c) pour la Région de Bruxelles-Capitale : néant.

c) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : nihil.

2. Il m’est impossible de répondre à cette question avant la reconnaissance de la calamité.

2. Daarop kan er nog niet geantwoord worden voordat de ramp erkend wordt.

3. E´tant donné qu’aucun arrêté royal n’a été approuvé à ce jour par le Conseil des ministres, il est trop toˆt pour donner une réponse précise quant au montant du dédommagement par hectare et par culture. Les conditions de l’Union européenne (30 % minimum de pertes financières) pour pouvoir octroyer une aide d’E´tat font actuellement l’objet de l’examen par l’administration.

3. Aangezien er nog geen koninklijk besluit door de Ministerraad is goedgekeurd, is het nog voorbarig om een precies antwoord te geven voor het vergoedingsbedrag per hectare en per teelt. De voorwaarden opgelegd door de Europese Unie (minimum financieel verlies van 30 %) om een staatssteun te mogen toekennen zijn momenteel in onderzoek bij de administratie

4. Je ne prévois aucune différence régionale dans le paiement des indemnisations.

4. Ik voorzie geen regionale verschillen in de uitbetaling van de schadeloosstellingen.

5. Une indemnité forfaitaire par culture est envisagée afin d’accélérer le traitement des dossiers.

5. Een forfaitaire vergoeding per teelt wordt overwogen met het oog op de snellere afhandeling van de dossiers.

6. Je ne peux actuellement fournir de réponse, étant donné que le traitement administratif de l’indemnisation sera effectué par les services provinciaux.

6. Momenteel kan ik hierop nog geen antwoord geven, gezien de administratieve behandeling van de schadeloosstelling door de provinciale diensten zal uitgevoerd worden.

7. Je ne peux actuellement fournir de réponse.


7. Momenteel kan ik hierop nog geen antwoord geven. 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32402

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 244 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : E´mission de CO des cellules stratégiques.

Vraag nr. 244 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2. ` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.














2


2006





2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32403

















Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 244 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 244 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis lui communiquer les renseignements suivants.

In antwoord op de vragen van het geachte lid kan ik haar de volgende inlichtingen verstrekken :

1. La consommation d’électricité du SPF P&O s’est élevée à 2 503 580 kWh en 2005 et 2 680 000 kWh en 2006.

1. Het elektriciteitsverbruik van de FOD P&O bedroeg 2 503 580 kWh in 2005 en 2 680 000 kWh in 2006.

2. Ces données ne sont pas communiquées par Electrabel.

2. Deze gegevens worden niet meegedeeld door Electrabel.

3. Ma cellule stratégique dispose de 7 véhicules, comme l’autorise la circulaire de la Chancellerie du premier ministre.

3. Mijn beleidscel beschikt over 7 voertuigen, zoals toegestaan door de omzendbrief van de Kanselarij van de eerste minister.

4. Dans le cadre de mes fonctions, j’ai effectué un seul voyage en avion (à New-York).

4. In het kader van mijn functie heb ik slechts één reis per vliegtuig gemaakt (naar New York).

5. Sans objet.


5. Zonder doel.

6. La circulaire 307quater du 3 mai 2004, relative à l’acquisition de véhicules de personnes destinés aux services de l’E´tat et aux organismes d’intérêt public fixe les règles imposées aux acheteurs en matière de développement durable :

6. De omzendbrief 307quater van 3 mei 2004 betreffende het aanschaffen van personenvoertuigen die bestemd zijn voor de staatsdiensten en voor de instellingen van openbaar nut bepaalt de regels voor de aankopers inzake duurzame ontwikkeling :

« Les services publics fédéraux (SPF), services publics de programmation (SPP), établissements scientifiques et organismes d’intérêt public, devront désormais, lors de l’achat ou du leasing de véhicules de personnes veiller à ce que 50 % au moins des nouveaux véhicules présentent une production de C02 inférieure

« De federale overheidsdiensten (FOD’s), de programmatorische overheidsdiensten (POD’s), de wetenschappelijke instellingen en de instellingen van openbaar nut zullen voortaan ervoor moeten zorgen dat bij de aankoop of de leasing van personenvoertuigen ten minste 50 % van de nieuwe voertuigen een


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32404

à 145 gr/km pour les véhicules équipés d’un moteur diesel et inférieure à 160 gr/km pour ceux équipés d’un moteur à essence ».

CO2 productie hebben die minder bedraagt dan 145 gr/ km voor de voertuigen uitgerust met een dieselmotor en minder bedraagt dan 160 g/km voor de voertuigen uitgerust met een benzinemotor ».

Des spécifications relatives aux performances en matière d’émission de CO2 ont été définies au cahier spécial des charges, de manière à permettre aux services publics acheteurs d’effectuer des choix qui respectent la circulaire précitée.

Bijzonderheden omtrent de prestaties inzake CO2uitstoot werden bepaald in het bestek, om de aankopende overheidsdiensten in staat te stellen keuzes te maken in overeenstemming met de bovenvermelde omzendbrief.

Comme l’honorable membre le sait, les critères d’attribution d’un marché sont classés par ordre décroissant d’importance. En l’occurrence, pour ce qui concerne cette procédure, le critère développement durable occupait la deuxième place parmi 6 critères.

Zoals het geachte lid weet, worden de gunningscriteria voor een opdracht gerangschikt in dalende volgorde van belang. Wat betreft deze procedure stond het criterium duurzame ontwikkeling op de tweede plaats van de zes criteria.

Les contrats conclus par le CMS pour les véhicules offrent donc la possibilité aux acheteurs des services publics fédéraux d’effectuer leurs décisions d’achats en respectant les principes imposés en matière de développement durable.

De door FOR gesloten contracten voor voertuigen bieden de aankopers van de federale overheidsdiensten de mogelijkheid hun aankoopbeslissingen te nemen in overeenstemming met de principes die gelden inzake duurzame ontwikkeling.

7 et 8. Tous les véhicules font l’objet d’un leasing et non d’une acquisition et correspondent aux normes Euro 3 et Euro 4 édictées dans la circulaire de la Chancellerie du premier ministre.

7 en 8. Alle voertuigen worden geleasd en niet aangekocht. Ze stemmen overeen met de normen Euro 3 en euros 4 die in de omzendbrief van de Eerste minister worden bepaald.

9. Pour ce qui concerne le CMS — P&O, il n’y a pas de procédure de passation de marché public en cours de préparation. Le marché public existant est en effet valable jusqu’au 16 juillet 2009. Il va de soi qu’au sein de ce marché, les véhicules offerts suivent l’évolution technologique et donc les possibilités d’amélioration.

9. FOR — P&O heeft geen procedure in voorbereiding voor een overheidsopdracht. De bestaande overheidsopdracht is nog geldig tot 16 juli 2009. Het spreekt vanzelf dat de in het kader van die opdracht aangeboden voertuigen de technologische evolutie volgen en er dus mogelijkheden tot verbetering zijn.

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200503440

DO 2004200503440

Question no 100 de M. David Geerts du 23 février 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Ećoles. — Visites aux camps d’extermination.

Vraag nr. 100 van de heer David Geerts van 23 februari 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

La connaissance du génocide nazi est nécessaire pour arriver à une prise de conscience et à une attitude démocratique mais elle n’est pas suffisante. Il est tout aussi important de restituer ces connaissances dans leur contexte.

Kennis over de nazi-genocide is een voorwaarde om te komen tot inzicht en tot een democratische attitude, maar is op zich niet voldoende. Het contextualiseren van die kennis is even belangrijk.

C’est dès lors à juste titre que vous traitez du sujet dans votre note de politique générale.

In uw beleidsnota besteedt u hier dan ook terecht aandacht aan.

Quelles initiatives concrètes avez-vous prises et comment comptez-vous soutenir les écoles qui organisent des visites aux camps d’extermination ?

Welke concrete initiatieven heeft u genomen en wat is uw visie om scholen te ondersteunen om vernietigingskampen te bezoeken ?


2006

Scholen. — Bezoeken van vernietigingskampen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32405

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 100 de M. David Geerts du 23 février 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 100 van de heer David Geerts van 23 februari 2005 (N.) :

Dans le cadre de la commémoration des soixante ans de la libération des camps nazis, le projet Ecoles pour la Démocratie a été l’occasion de faire le point sur l’enseignement de l’Histoire de la Seconde guerre mondiale en Belgique et de créer des nouveaux liens de travail entre les acteurs de terrain. Principale originalité du projet-pilote : il rassemblait une cinquantaine écoles primaires et secondaires de tous les réseaux et de toutes les filières à travers les trois Communautés linguistiques du pays.

In het kader van de herdenking van de 60e verjaardag van de bevrijding van de nazikampen was het project Scholen voor de Democratie een gelegenheid om de nadruk te leggen op het onderwijs over de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Belgie¨ en om nieuwe werkrelaties te leggen tussen de actoren op het terrein. De grootste originaliteit van het pilootproject bestond erin dat een vijftigtal basis- en secundaire scholen werden bijeenbracht van alle netten en richtingen uit de drie taalkundige Gewesten van Belgie¨.

Coordonné depuis le Centre pour l’Egalité des chances et de la lutte contre le racisme en étroite collaboration avec les membres du Comité de pilotage, ce projet rassemble les acteurs du monde associatif, de l’enseignement et des administrations publiques impliqués dans la démarche.

Dit project werd gecoo¨rdineerd vanuit het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding in nauwe samenwerking met de leden van het Stuurcomité en brengt de actoren uit het verenigingsleven, het onderwijs en de openbare administraties samen rond dit initiatief.

Description du projet

Beschrijving van het project

Le projet Ecoles pour la Démocratie s’inscrit dans les suites du travail de la Commission du Dialogue interculturel. En outre, il fait partie du plan d’action fédéral contre les violences racistes, antisémites et xénophobes. Lancé à l’initiative du ministre fédéral de l’Intégration et de l’E´galité des chances Christian Dupont, il est supervisé par un Comité de pilotage également constitué de représentants du ministre fédéral de la Défense André Flahaut, des ministres de l’Enseignement des trois Communautés, Frank Vandenbroucke, Marie Arena et Olivier Paasch, et de la direction du Centre pour l’égalité des chances et la Lutte contre le racisme.

Het project Scholen voor de Democratie past in het vervolg op de werkzaamheden van de Commissie voor de Interculturele Dialoog. Bovendien maakt het deel uit van het federaal actieplan tegen racistisch, antisemitisch en xenofoob geweld. Dit project werd gelanceerd op initiatief van Christian Dupont, federaal minister van Maatschappelijke Integratie en Gelijke Kansen en wordt gesuperviseerd door een Stuurcomité dat ook is samengesteld uit vertegenwoordigers van federaal minister van Defensie André Flahaut, de ministers van Onderwijs van de drie Gemeenschappen, Frank Vandenbroucke, Marie Arena en Olivier Paasch, en de directie van het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.

Le projet-pilote a eu pour ambition de réunir, au cours de l’année scolaire 2005-2006, plus de 600 écoliers et accompagnateurs de 6e primaire et 500 élèves et accompagnateurs de 6e secondaire. Ce groupe d’environ 1 100 élèves implique une cinquantaine d’établissements. Le panel des écoles, sélectionnées par des jurys composés de représentants des différents réseaux et du monde associatif, a été constitué dans le sens d’une représentation équilibrée du paysage éducatif belge. Les jurys ont également accordé une attention spéciale aux écoles présentant à leurs yeux un besoin réel de projets de ce type ou des spécificités rendant leur participation particulièrement pertinente.

De ambitie van het pilootproject bestaat erin tijdens het schooljaar 2005-2006 meer dan 600 scholieren en begeleiders van het zesde leerjaar uit het basisonderwijs en 500 leerlingen en begeleiders van het zesde leerjaar van het secundair onderwijs samen te brengen. Deze groep van ongeveer 1 100 leerlingen komt uit een vijftigtal onderwijsinstellingen. Het panel van scholen, die worden geselecteerd door jury’s die bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende netten en het verenigingsleven, werd samengesteld op basis van een evenwichtige vertegenwoordiging van de Belgische onderwijsinstellingen. De jury’s hebben ook bijzondere aandacht besteed aan de scholen die volgens hen echt nood hebben aan dit soort projecten of scholen met bijzondere kenmerken die hun deelname bijzonder relevant maken.

Accompagnées par une équipe de spécialistes, les groupes-classes sélectionnés ont abordés les différentes

Bijgestaan door een team van specialisten zullen de geselecteerde klassen in de loop van het jaar de ver-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32406

thématiques dans le courant de l’année au travers d’un programme interdisciplinaire. L’année scolaire a été ponctuée par des visites de lieux de mémoire et la réalisation de projets de classes.

scheidene thema’s aansnijden aan de hand van een interdisciplinair programma. Tijdens het schooljaar zal er bovendien een bezoek worden gebracht aan belangrijke plaatsen uit het verleden en zullen er projecten in klasverband worden uitgewerkt.

Auparavant, les enseignants auront participé ensemble à des ateliers de réflexion en présence d’experts du monde académique et associatif. Ces ateliers ont portés sur l’approche didactique et la dynamique de groupe. De plus les enseignants ont reçu une valise pédagogique et des outils de préparation au travail dans les classes.

De leraars zullen eerst samen hebben deelgenomen aan workshops in aanwezigheid van experts uit de academische wereld en het verenigingsleven. Deze workshops zullen betrekking hebben op de didactische aanpak en de groepsdynamiek. Daarnaast zullen de leraars een pedagogisch pakket ontvangen en middelen om het werk in de klassen voor te bereiden.

Auparavant, les enseignants auront participé ensemble à des ateliers de réflexion en présence d’experts du monde académique et associatif. Ces ateliers ont portés sur l’approche didactique et la dynamique de groupe. De plus les enseignants ont reçu une valise pédagogique et des outils de préparation au travail dans les classes.

De leraars zullen eerst samen hebben deelgenomen aan workshops in aanwezigheid van experts uit de academische wereld en het verenigingsleven. Deze workshops zullen betrekking hebben op de didactische aanpak en de groepsdynamiek. Daarnaast zullen de leraars een pedagogisch pakket ontvangen en middelen om het werk in de klassen voor te bereiden.

Objectifs pédagogiques

Pedagogische doelstellingen :

Bien que l’approche éducative diffère pour les classes du primaire et du secondaire, les objectifs pédagogiques et les étapes du projet sont comparables. En examinant le développement historique du génocide des Juifs et des Tziganes ainsi que des actes de résistance à l’occupation durant la Seconde Guerre Mondiale, les élèves sont invités à faire le lien entre l’histoire et les choix moraux auxquels ils sont personnellement confrontés dans la vie.

Hoewel de educatieve aanpak verschilt voor de klassen van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs, zijn de pedagogische doelstellingen en de fases van het project vergelijkbaar. Door de historische ontwikkeling van de genocide van de joden en de zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog te bestuderen, evenals de verzetsdaden tegen de bezetting, worden de leerlingen verzocht het verband te leggen tussen de geschiedenis en de morele keuzes waarmee zij persoonlijk worden geconfronteerd in het leven.

` différents moments clef du programme pédagogiA que, tous les groupes participants se retrouvent pour offrir un miroir de la diversité culturelle en Belgique. Ceci contribue à l’apprentissage du « vivre-ensemble ». Plus concrètement, le projet a été centré sur trois objectifs pédagogiques :

Bij verschillende sleutelmomenten van het pedagogisch programma worden alle deelnemende klassen betrokken om de culturele diversiteit in Belgie¨ te weerspiegelen. Dit draagt bij tot het leren « samenleven ». Meer concreet draait het project rond drie pedagogische doelstellingen :

— La tolérance et le respect (niveau de l’individu dans ses rapports avec son environnement direct);

— Verdraagzaamheid en respect (niveau van het individu in zijn relaties met zijn directe omgeving);

— La citoyenneté et la participation démocratique, sur la base de l’étude de l’engagement citoyen au cours de la Seconde Guerre mondiale (niveau de la société et de la responsabilité citoyenne);

— Staatsburgerschap en democratische participatie, op basis van de studie van het engagement van de burger tijdens de Tweede Wereldoorlog (niveau van de samenleving en de verantwoordelijkheid van de burger);

L’éveil aux génocides et crimes contre l’humanité contemporains, à l’intervention de la communauté internationale et au concept de droits fondamentaux (niveau des thématiques mondiales).

Waakzaamheid voor genociden en misdaden tegen de hedendaagse mensheid, voor de tussenkomst van de internationale gemeenschap en voor het concept mensenrechten (niveau van de wereldthema’s).

Conclusions

Conclusies

Les aspects originaux de ce projet furent nombreux :

Dit project had vele originele aspecten :


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32407

— Parmi eux, la présence au sein d’un même programme des élèves provenant des trois Communautés linguistiques de Belgique, permet des rencontres enrichissantes et la découverte de l’Autre.

— Het feit dat leerlingen uit de drie taalgemeenschappen van Belgie¨ worden samengebracht binnen hetzelfde programma, maakt verrijkende ontmoetingen en de ontdekking van de Andere mogelijk.

— De plus, les groupes constitués offrent une diversité de milieux socioculturels, d’environnements éducatifs et de parcours individuels.

— Bovendien zijn de groepen samengesteld uit een diversiteit van socioculturele milieus, onderwijsinstellingen en individuele trajecten.

Le projet combine la participation d’un grand nombre de partenaires constitués en réseau avec pour ambition de rassembler les nombreuses initiatives déjà existantes dans le paysage éducatif belge.

Het project combineert de deelname van een groot aantal partners binnen een netwerk met de bedoeling de talrijke reeds bestaande initiatieven in de Belgische onderwijsinstellingen te verenigen.

En ce sens, les retombées sont multiples :

In deze zin is de impact groot :

— Outre les 1 100 élèves participants au projet, les enseignants et membres des directions ayant fait partie du groupe pilote retireront de cette initiative des acquis didactiques applicables dans la suite de leur travail.

— Naast de 1 100 leerlingen die deelnemen aan het project, zullen de leraars en directieleden die deel hebben uitgemaakt van de pilootgroep, didactische lessen trekken uit dit initiatief die ze vervolgens in hun werk kunnen toepassen.

— Parmi les rhétoriciens participants, un grand nombre a voté pour la première fois en 2006. Les thèmes génériques de la tolérance et de la participation démocratique leur offriront une conscience particulière.

— Van de laatstejaarsstudenten uit het secundair onderwijs die hebben deelgenomen, heeft een groot aantal voor het eerst gestemd in 2006. De thema’s inzake verdraagzaamheid en democratische deelname zullen hun een bijzonder bewustzijn bieden.

— Le projet permet également aux divers acteurs participants d’interagir et d’approfondir leur collaboration.

— Het project biedt de verscheidene deelnemende actoren ook de mogelijkheid samen iets te ondernemen en hun samenwerking te versterken.

— Enfin, il doit être noté que ce projet est la première démarche de ce type rassemblant les trois Communautés linguistiques.

— Ten slotte moet erop worden gewezen dat dit project het eerste is van het soort dat de drie taalgemeenschappen wil samenbrengen.

Citons pour terminer l’inscription de ce projet dans la candidature attendue de la Belgique à la Taskforce for International Cooperation on Holocaust Education, Remembrance and Research.

Dit project past trouwens in de verwachte kandidatuur van Belgie¨ voor de Taskforce for International Cooperation on Holocaust Education, Remembrance and Research.

DO 2005200608240

DO 2005200608240

Question no 214 de M. Hagen Goyvaerts du 12 juin 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 214 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 juni 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Problème du choix d’un partenaire chez les jeunes Turcs et Marocains.

Problematiek van de partnerkeuze van Turkse en Marokkaanse jongeren.

Différentes études néerlandaises ainsi que les chiffres du Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) montrent qu’aux Pays-Bas, environ la moitié, voire les trois quarts des Turcs et Marocains ont épousé un partenaire qu’ils ont fait venir de Turquie ou du Maroc. Il n’est pas vraiment étonnant d’observer ce type de mariages au niveau des Turcs et Marocains de la première génération, puisque leur tissu social était

Verschillende Nederlandse studies en cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tonen aan dat zowat de helft tot driekwart van de Turken en Marokkanen in Nederland getrouwd is met een partner die hij of zij uit Turkije of Marokko liet overkomen. Dat de eerste generatie zo trouwde is weinig verrassend omdat hun sociaal netwerk vooral bestond uit landgenoten in het land van herkomst. Maar dat ook


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32408

principalement composé de compatriotes du pays d’origine. Il est cependant frappant de constater que les jeunes de la deuxième (et troisième) génération vont également chercher leurs époux et épouses dans le pays d’origine de leur parents. Le choix du partenaire devrait automatiquement s’opérer dans le nouveau pays au fur et à mesure que les étrangers s’adaptent à la société dans laquelle ils s’établissent. Si les étrangers se marient dans leurs propres cercles, il faut chaque fois relancer le processus d’intégration, avec toutes les conséquences que cela suppose pour la société. De plus, on constate que les mariages mixtes entre Turcs et Néerlandais ou entre Marocains et Néerlandais restent l’exception. Par cette migration constante visant à la constitution de nouvelles familles, les pouvoirs publics sont confrontés à un afflux incessant d’immigrés turcs et marocains, provoquant des problèmes d’adaptation qui sont connus : mauvaises connaissances linguistiques, faible niveau de qualification ou formation inadaptée, choˆmage, dépendance des allocations, conflits culturels et isolement social.

jongeren van de tweede (en derde) generatie massaal hun bruid of bruidegom uit het land van hun ouders halen is opmerkelijk. Naarmate vreemdelingen zich steeds meer aanpassen in de samenleving waarin zij zich vestigen, zou de partnerkeuze zich als vanzelf moeten richten op het nieuwe land. Als vreemdelingen binnen de eigen kring blijven trouwen, dient het integratieproces steeds opnieuw te gebeuren met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Bovendien wordt vastgesteld dat gemengde huwelijken tussen Turken en Nederlanders of tussen Marokkanen en Nederlanders in de praktijk weinig voorkomen. Door deze aanhoudende gezinsvormende migratie wordt de overheid geconfronteerd met een voortdurende instroom van Turkse en Marokkaanse migranten met de gekende aanpassingsproblemen : taalachterstand, laag opleidingsniveau of niet-aansluitende opleiding, werkloosheid, uitkeringsafhankelijkheid, culturele conflicten en sociale afzondering.

1. A-t-on déjà réalisé des études similaires sur le problème des mariages « d’importation » dans notre pays ?

1. Werden tot op heden equivalente studies over de problematiek van importhuwelijken in ons land uitgevoerd ?

2. Dans l’affirmative, les résultats sont-ils comparables à la situation qui prévaut aux Pays-Bas ?

2. Zo ja, zijn de resultaten gelijklopend aan de Nederlandse situatie ?

3. Quelles mesures politiques spécifiques avez-vous mises en œuvre jusqu’à présent dans le but de décourager la migration visant à la constitution de nouvelles familles et d’orienter le choix de partenaires par les étrangers ?

3. Welke specifieke beleidsmaatregelen heeft u tot op heden uitgevoerd om de gezinsvormende migratie en partnerkeuze van vreemdelingen bij te sturen c.q. te ontmoedigen ?

4. Avec quels autres départements collaborez-vous à cette fin ?

4. Met welke andere departementen wordt daarvoor samengewerkt ?

5. Quels résultats a-t-on engrangés jusqu’à présent ?

5. Welke resultaten werden er tot op heden gerealiseerd ?

6. Quelles mesures politiques spécifiques envisagezvous de prendre à court et moyen terme en vue de décourager la migration visant à la constitution de familles ainsi que les mariages d’importation ?

6. Welke specifieke beleidsmaatregelen overweegt u op korte en middellange termijn om de gezinsvormende migratie en importhuwelijken te ontmoedigen ?

7. Quels budgets a-t-on affectés à ces mesures politiques spécifiques jusqu’à présent et prévoit-on d’y affecter pour les années à venir ?

7. Welke budgetten werden aan deze specifieke beleidsmaatregelen tot op heden gespendeerd en heeft u daartoe in de komende jaren voorzien ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 214 de M. Hagen Goyvaerts du 12 juin 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 214 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 juni 2006 (N.) :

1. Récemment, deux études ont été publiées concernant le choix d’un partenaire des Belges d’origine étrangère. L’étude réalisée par l’Université d’Anvers, en collaboration avec l’Université de Hasselt, porte sur la migration matrimoniale marocaine. Le titre entier

1. Recentelijk zijn er twee studies verschenen in verband met de partnerkeuze van Belgen van vreemde origine. De studie uitgevoerd door de Universiteit van Antwerpen, in samenwerking met de Universiteit van Hasselt, behandelt de Marokkaanse huwelijksmigra-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32409

est « Marokkaanse huwelijksmigratie en Marokkaans Familierecht ». [La migration matrimoniale marocaine et le droit de famille marocain.]

tie. De volledige titel luidt « Marokkaanse huwelijksmigratie en Marokkaans Familierecht ».

Une deuxième étude, qui examine la migration matrimoniale turque, est celle du Point d’appui Politique de l’E´galité des Chances.

Een tweede studie, die de Turkse huwelijksmigratie onderzoekt, is die van Steunpunt Gelijke Kansenbeleid.

2. Selon cette dernière étude, soixante pour cent des hommes turcs en Flandre se marient avec une partenaire féminine de Turquie. 25 % des Turcs dans le Limbourg se marient avec une fille qui a grandi ici.

2. Volgens deze laatste studie trouwen zestig procent van de Turkse mannen in Vlaanderen met een vrouwelijke partner uit Turkije. 25 % van de Turken in Limburg trouwt met een meisje dat hier is opgegroeid.

Selon la chercheuse, le choix d’un partenaire de Turquie est, certes, en diminution. Auprès des femmes turques, ce pourcentage diminue de presque 80 pour cent à 60 %; auprès des hommes, il diminue de 73 à 60 %.

Volgens de onderzoekster is de keuze voor een partner uit Turkije wel aan het dalen. Bij Turkse vrouwen zakt dit van bijna 80 % naar 60 %, bij de mannen van 73 naar 60 %.

La chercheuse donne deux raisons importantes à ces constatations : les modèles d’éducation des garçons et des filles sont différents. Les filles considèrent que les garçons ici sont plus traditionnels qu’en Turquie. En deuxième lieu, il y a les rencontres avec des partenaires de mariage potentiels qui sont plus favorables pendant les vacances dans le pays d’origine.

De onderzoekster geeft twee belangrijke redenen voor deze bevindingen : de opvoedingspatronen van jongens en meisjes zijn verschillend. De meisjes vinden dat jongens hier traditioneler zijn dan in Turkije. En ten tweede heb je de ontmoetingen met mogelijke huwelijkspartners die gunstiger zijn tijdens de vakanties in het herkomstland.

J’ai commandé, auprès du Centre pour l’Islam en Europe, une étude sur les facteurs limitant la liberté de choix d’un partenaire, auprès des populations d’origine étrangère en Belgique. Selon les conclusions de cette étude qualitative, les schémas de comportement dictés par le roˆle social constituent l’une des raisons de la migration matrimoniale.

Ik heb een studie besteld bij het Centrum voor Islam in Europa over de factoren die de vrijheid van keuze van een echtgenoot beperken, bij bevolkingsgroepen van vreemde oorsprong in Belgie¨. Volgens de bevindingen van deze kwalitatieve studie zijn de veranderende rolpatronen één van de redenen van huwelijksmigratie.

La présentation de l’étude aura lieu le 3 mai 2007 à l’Institut pour l’E´galité des Femmes et des Hommes pendant une matinée de rencontre et d’échange destinée aux acteurs sur le terrain. Cette journée sera organisée en collaboration avec la Fondation Roi Baudouin.

De voorstelling van de studie zal plaatshebben op 3 mei 2007 in het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen tijdens een ontmoetings- en uitwisselingsvoormiddag bedoeld voor de verenigingen op het terrein. Deze dag zal worden georganiseerd in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting.

3. Ma collègue, la ministre de la Justice Mme Onkelinx, a finalisé un projet de loi pour pénaliser les mariages forcés. Ce projet est inscrit à l’ordre du jour de la séance plénière de la Chambre le 12 avril 2007.

3. Mijn collega, minister van Justitie mevrouw Onkelinx, heeft een wetsontwerp klaar om de gedwongen huwelijken te straffen. Dit ontwerp is in de plenaire vergadering geagendeerd op 12 april 2007.

4. La question du mariage dans un contexte migratoire constitue en effet une problématique complexe et délicate qui relève tant de la sphère privée que de la sphère publique. Elle nécessite d’être abordée selon différents angles d’approche. Ainsi, il est indiqué de développer à ce sujet une politique décisive aux niveaux communautaire et régional.

4. Het huwelijk in een migratiecontext vormt inderdaad een complexe en delicate problematiek, die zowel de privé als de publieke sfeer beı¨nvloedt. Dit betekent dat deze kwestie op verschillende manieren moet worden benaderd. Zo is het aangewezen om op gemeenschaps- en gewestniveau een sluitende politiek hier omtrent te ontwikkelen.

5 à 7. En outre, j’aimerais attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que le droit au mariage est un droit fondamental dans la Convention européenne de sauvegarde des Droits de l’Homme et des Libertés fondamentales.

5 tot 7. Voorts wil ik de aandacht van het geachte lid erop vestigen dat recht op huwelijk een fundamenteel recht is in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32410

Dans l’article 12 (Droit de se marier Art.), il est clai` partir de l’aˆge nubile, rement stipulé ce qui suit : « A l’homme et la femme ont le droit de se marier et de fonder une famille selon les lois nationales régissant l’exercice de ce droit ».

In artikel 12 (Recht te huwen Art.) staat duidelijk : « Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd hebben het recht te huwen en een gezin te stichten volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen ».

DO 2006200709585

DO 2006200709585

Question no 236 de M. Guido De Padt du 23 janvier 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 236 van de heer Guido De Padt van 23 januari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Demandeurs d’emploi exclus. — CPAS. — Revenu d’intégration sociale.

Geschorste werkzoekenden. — OCMW. — Leefloon.

Bien que les demandeurs d’emploi dont les revenus sont inférieurs à un seuil minimum ne puissent être exclus du choˆmage en application de l’article 80 de la réglementation du choˆmage, il arrive que certains exclus doivent faire appel au CPAS afin de bénéficier du revenu d’intégration sociale.

Ofschoon er een inkomensminimum wordt bepaald vooraleer werkzoekenden kunnen worden geschorst in het kader van artikel 80 van de werkloosheidsreglementering, is het niet uitgesloten dat sommige geschorste werkzoekenden een beroep moeten doen op het OCMW om een leefloon te ontvangen.

Pourriez-vous apporter une réponse aux questions suivantes pour la période 2001-2006, en donnant chaque fois la répartition par aˆge, par région et par sexe ?

Voor de periode 2001-2006 rijzen de volgende vragen, telkens opgesplitst per jaar, gewest en geslacht :

1. Combien de demandeurs d’emploi ayant été exclus du choˆmage en application de l’article 80 de la réglementation du choˆmage ont-ils duˆ s’adresser au CPAS afin d’obtenir un revenu d’intégration sociale ?

1. Hoeveel werkzoekenden die werden geschorst in het kader van artikel 80 van de werkloosheidsreglementering hebben zich tot het OCMW moeten richten voor een leefloon ?

2. Combien d’entre eux ont-ils effectivement obtenu le revenu d’intégration ?

2. Hoeveel van deze werkzoekenden die zich tot het OCMW hebben gericht, hebben effectief een leefloon ontvangen ?

3. Combien de demandeurs d’emploi ayant été exclus pour une autre raison qu’un choˆmage de longue durée se sont-ils tournés vers le CPAS, au cours de la même période, pour obtenir également le revenu d’intégration ?

3. Hoeveel werkzoekenden die omwille van een andere reden dan langdurige werkloosheid werden geschorst hebben zich in dezelfde periode tot het OCMW gericht om een leefloon te ontvangen ?

4. Combien d’entre eux l’ont-ils effectivement obtenu ?

4. Hoeveel van hen hebben effectief een leefloon ontvangen ?

5. Combien de demandeurs d’emploi ayant été exclus du choˆmage en application de l’article 80 de la réglementation du choˆmage et s’étant adressés au CPAS ont-ils été activés par le CPAS ?

5. Hoeveel van de geschorste werkzoekenden in het kader van artikel 80 van de werkloosheidsreglementering die zich tot het OCMW hebben gericht werden door het OCMW geactiveerd ?

6. Combien d’entre eux étaient-ils encore actifs après un an ?

6. Hoeveel van hen waren na één jaar nog steeds actief ?

7. Combien d’entre eux ont-ils duˆ se rabattre à nouveau sur le revenu d’intégration ?

7. Hoeveel van hen vielen opnieuw terug op een leefloon ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32411

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 236 de M. Guido De Padt du 23 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 236 van de heer Guido De Padt van 23 januari 2007 (N.) :

En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen, heb ik de eer het geachte lid de volgende informatie te verstrekken.

Nous n’avons pas à notre disposition de données statistiques complètes permettant de répondre aux questions que vous soulevez.

We beschikken niet over volledige statistische gegevens waarmee we een antwoord kunnen geven op de vragen die u stelt.

Actuellement, il n’existe pas de banque de données offrant directement des informations concernant les flux entre les différentes institutions de la sécurité sociale. Néanmoins la Banque-carrefour de la sécurité sociale peut fournir ce type de données sur la base de d’une demande dûment motivée.

Op dit moment bestaat er geen databank die rechtstreeks informatie biedt over de stromen tussen de verscheidene instellingen van sociale zekerheid. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid kan dit soort gegevens echter verstrekken op basis van een gemotiveerde vraag.

La question de l’effet de la suspension des allocations de choˆmage sur le régime d’assistance sociale est une question qui me préoccupe.

Het probleem van het gevolg van de schorsing van de werkloosheidsuitkeringen op het stelsel van de sociale bijstand baart me zorgen.

C’est la raison pour laquelle j’ai commandité une étude à l’Université Libre de Bruxelles et à la Katholieke Universiteit van Leuven portant sur les flux entre le choˆmage, l’emploi et le CPAS, cette étude est disponible sur le site du SPP Intégration sociale.

Daarom heb ik de Université Libre de Bruxelles en de Katholieke Universiteit van Leuven gevraagd een studie uit te voeren over de stromen tussen de werkloosheid, de werkgelegenheid en het OCMW; deze studie kan worden ingekeken op de website van de POD Maatschappelijke Integratie.

L’étude porte exclusivement sur les sanctions prononcées par l’ONEm entre octobre 2002 et décembre 2003.

De studie heeft uitsluitend betrekking op de sancties die de RVA heeft opgelegd tussen oktober 2002 en december 2003.

Les données provenant de l’étude ne permettent pas de distinguer le type de sanction; au mieux la durée de la sanction.

Op basis van de gegevens van deze studie kan geen onderscheid worden gemaakt tussen het soort sanctie, hoogstens de duur van de sanctie.

Comme le précise l’étude, les choˆmeurs cohabitants sanctionnés sur la base de l’article 80 sont moins susceptibles de s’adresser au CPAS et de bénéficier d’une aide étant donné que les revenus du ménage les excluront le plus souvent du bénéfice de l’aide.

Zoals de studie aangeeft, wenden de samenwonende werklozen die worden bestraft op basis van artikel 80 zich minder tot het OCMW om hulp te krijgen, daar ze omwille van het gezinsinkomen meestal geen hulp kunnen krijgen.

Les données ne comptabilisent pas les demandes d’aide, ni les refus d’octroi dans le cadre du droit à l’Intégration sociale, mais uniquement les aides octroyées.

De gegevens omvatten niet de aanvragen voor hulp of de weigeringen tot toekenning in het kader van het recht op maatschappelijke integratie, maar alleen de toegekende hulp.

Sur la base de ces données, je ne peux apporter de réponses précises à vos questions, néanmoins, je peux vous transmettre les éléments de conclusion de l’étude.

Op basis van deze gegevens kan ik geen nauwkeurig antwoord geven op uw vragen, maar ik kan u een aantal elementen uit de conclusie van de studie meedelen.

— 10 % des personnes sanctionnées par l’ONEm perçoivent durant le trimestre qui suit la sanction une allocation du CPAS, mais ce pourcentage diminue avec le temps pour atteindre moins de 4 % au 3e et 4e trimestre qui suit la sanction. Sont surreprésentés dans ce groupe, les hommes et les familles monoparentales.

— 10 % van de personen die worden bestraft door de RVA, krijgen tijdens het trimester dat volgt op de sanctie een uitkering van het OCMW, maar dit percentage daalt met de tijd en bedraagt minder dan 4 % in het 3e of 4e trimester dat volgt op de sanctie. In deze groep zijn de mannen en de éénoudergezinnen oververtegenwoordigd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32412

— Plus d’un cinquième des personnes sanctionnées n’est plus référencé dans aucune des institutions de sécurité sociale mentionnées (ONEm, ONSS, ONSS-APL, INASTI), ni auprès d’un CPAS dans le trimestre suivant la sanction. Il s’agit le plus souvent des femmes et des personnes mariées avec enfant.

— Van meer dan een vijfde van de bestrafte personen is er geen verwijzing meer in één van de vermelde instellingen van sociale zekerheid (RVA, RSZ, RSZPPO, RIZIV) of bij een OCMW in het trimester dat volgt op de sanctie. Meestal gaat het om vrouwen en getrouwde personen met een kind.

— Quelque 20 % des personnes qui ont été l’objet de sanction se retrouvent à l’emploi le trimestre suivant.

— Ongeveer 20 % van de personen wie een sanctie werd opgelegd, zijn het volgend trimester weer aan het werk.

DO 2006200709644

DO 2006200709644

Question no 239 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 239 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Controˆles d’inspection.

OCMW’s. — Inspectiecontroles.

Les CPAS sont régulièrement soumis à des controˆles par le SPP Intégration sociale. Ces controˆles visent l’application correcte de la réglementation relative au droit à l’intégration sociale, au revenu d’intégration, etc.

OCMW’s krijgen geregeld inspectiecontroles van de POD Maatschappelijke Integratie. Daarbij wordt nagegaan of de regelgeving inzake het recht op maatschappelijke integratie, op de leeflonen, enzovoort, correct wordt toegepast.

1. Combien de CPAS flamands, wallons et bruxellois ont été controˆlés en 2004, en 2005 et en 2006 ?

1. Hoeveel Vlaamse, Waalse en Brusselse OCMW’s werden in 2004, 2005 en 2006 gecontroleerd ?

2. Combien de fonctionnaires sont affectés à ces controˆles ?

2. Hoeveel ambtenaren staan daarvoor ter beschikking ?

3. Combien de dossiers ont été controˆlés au sein de ces CPAS au cours des années précitées ? Combien d’irrégularités ont été constatées auprès des CPAS flamands, wallons et bruxellois ? ` combien s’élèvent les récupérations effectuées 4. A au cours des années précitées à charge des CPAS à la suite d’irrégularités constatées dans les dossiers ?

3. Hoeveel dossiers werden er in voormelde jaren en in voormelde OCMW’s gecontroleerd en hoeveel onregelmatigheden werden er vastgesteld in de Vlaamse, Waalse en Brusselse OCMW’s ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 239 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 239 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2007 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

En dehors des controˆles sur le droit à l’intégration sociale, le service d’inspection effectue aussi les controˆles suivants :

Naast de controles van het recht op maatschappelijke integratie worden door de inspectiedienst volgende controles uitgevoerd :

— le controˆle des frais médicaux (loi 2 avril 1965);

— de controle op de medische kosten (wet 2 april 1965);

— le controˆle de la loi du 2 avril 1965;

— de controle van de wet van 2 april 1965;


2006

4. Hoeveel bedragen de terugvorderingen die lastens de OCMW’s in voormelde jaren werden uitgevoerd wegens onregelmatigheden in de dossiers ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32413

— le controˆle du Fonds social européen (FSE);

— de controle van het Europees Sociaal Fonds (ESF);

— le controˆle du Fonds social Mazout.

— de controle van het stookoliefonds.

Lors de ces controˆles, deux domaines sont controˆlés :

Bij deze controles worden twee domeinen gecontroleerd :

— les aspects de contenu : controˆle de dossiers;

— de inhoudelijke aspecten : controle dossiers;

— les aspects financiers : controˆle de la comptabilité Pièces justificatives.

— de financie¨le aspecten : controle boekhoudkundige Bewijsstukken.

Lors des controˆles sur le droit à l’intégration sociale, le controˆle des dossiers et celui de la comptabilité sont effectués à un moment différent et par différents inspecteurs.

Bij de controles op het recht maatschappelijke integratie gebeurt de controle op de dossiers en de boekhouding op een verschillend moment door andere inspecteurs.

1. Le service d’inspection dispose des chiffres par type de controˆle, mais ne les a pas subdivisés pour la Flandre, la Wallonie et pour Bruxelles. Ci-dessous, vous trouverez par type de controˆle le nombre de CPAS controˆlés.

1. De inspectiedienst heeft de cijfers per type controle beschikbaar maar niet opgedeeld voor Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel. Hierna vindt u per type controle het aantal gecontroleerde OCMW’s.

Domaine — Domein

2004

2005

2006

Frais médicaux. — Medische kosten ..................................... Comptabilité DIS. — Boekhouding RMI .............................. Dossiers DIS. — Dossiers RMI ............................................. Comptabilité loi 65. — Boekhouding wet 65 ........................ FSE. — ESF .......................................................................... Fonds social Mazout. — Stookoliefonds ...............................

220 263 192 73 0 0

269 329 268 146 0 0

246 301 280 273 24 100

Total. — Totaal ...................................................................

748

1 012

1 224

2. Le nombre de fonctionnaires assignés au service d’inspection depuis 2004 :

2. Het aantal ambtenaren toegewezen aan de inspectiedienst sinds 2004 :

2004

2005

2006

2004

2005

2006

12

14

15

12

14

15

3. En ce qui concerne le controˆle des dossiers relatifs au droit à l’intégration sociale, vous trouverez cidessous le nombre de dossiers controˆlés, ainsi que le nombre d’erreurs constatées. La subdivision des erreurs par Région n’est pas disponible. Le controˆle des dossiers se situe à deux niveaux :

3. Met betrekking tot de controle van de dossiers recht op maatschappelijke integratie vindt u hierbij het aantal gecontroleerde dossiers en het aantal vastgestelde fouten. De opdeling van de fouten per Gewest zijn niet beschikbaar. De controle van de dossiers situeert zich op twee vlakken :

— le controˆle des procédures développées par le CPAS concernant le droit à l’intégration sociale;

— de controle van de procedures ontwikkeld door het OCMW met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie;

— le controˆle de dossiers individuels choisis de manière aléatoire parmi ceux pour lesquels une subvention a été demandée.

— het onderzoek van individuele dossiers willekeurig gekozen uit deze waarvoor er een toelage aangevraagd werd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32414

Plus de la moitié des erreurs constatées ont trait aux défaillances dans les procédures, comme la gestion déficiente du registre des demandes, le manque des pièces justificatives requises, etc.

Nombre de dossiers. — Aantal dossier ................................. Erreurs. — Fouten ................................................................

4. Les recouvrements dans tous les domaines controˆlés s’élèvent à :

Montant. — Bedrag ..............................................................

Meer dan de helft van de vastgestelde fouten heeft betrekking op tekortkomingen in de procedures zoals het gebrekkig beheer van het register van de aanvragen, het gebrek aan de nodige verantwoordingsstukken, 2004

2005

2006

2 648 1 484

5 344 2 226

5 376 1 725

4. De terugvorderingen op alle gecontroleerde gebieden bedragen : 2004

2005

2006

5 511 436

7 591 212

10 072 227

DO 2006200709718

DO 2006200709718

Question no 240 de M. Guido De Padt du 7 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 240 van de heer Guido De Padt van 7 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Intervention en tant qu’intermédiaire pour le versement d’allocations d’études à des élèves ou parents en séjour illégal.

OCMW’s. — Optreden als tussenpersoon betaling van studietoelagen aan illegaal verblijvende ouders of leerlingen.

Il n’est pas toujours possible de payer une allocation d’études directement à un élève ou à des parents en séjour illégal étant donné qu’ils ne disposent souvent pas d’un compte bancaire sur lequel l’allocation pourrait être versée. De plus, dès l’année scolaire 20072008, les paiements ne s’effectueront plus par chèques circulaires en raison de la charge administrative que cela représente. Ce mode de paiement constitue par ailleurs rarement une solution pour les bénéficiaires en séjour illégal puisque l’encaissement de ce type de chèque est subordonné à la présentation d’un titre de séjour valable, une obligation à laquelle ces bénéficiaires ne peuvent, par définition, satisfaire. Le CPAS peut à présent intervenir comme intermédiaire pour les bénéficiaires d’une allocation d’études flamande qui séjournent illégalement en Belgique et ne disposent pas d’un compte bancaire. En l’espèce, la section (flamande) des allocations d’études verse l’intervention sur le compte du CPAS qui la transmet à son tour au bénéficiaire.

De rechtstreekse betaling van een studietoelage aan de illegaal verblijvende ouders of leerling is niet steeds mogelijk, omdat er vaak geen bankrekening is waarop de toelage gestort kan worden. Vanaf het schooljaar 2007-2008 wordt er ook niet meer gewerkt met circulaire cheques omdat dat te veel administratieve lasten met zich meebrengt. Deze mogelijkheid biedt trouwens zelden een oplossing voor illegaal verblijvende begunstigden. Zij moeten immers een geldige verblijfbewijs voorleggen om een dergelijke cheque te innen, wat deze begunstigden per definitie niet kunnen. Voor illegaal verblijvende begunstigden van een Vlaamse studietoelage zonder bankrekening kan het OCMW nu optreden als tussenpersoon. De afdeling Studietoelagen stort de toelage op de rekening van het OCMW dat ze op zijn beurt aan de begunstigde bezorgt.

Le CPAS n’est pas tenu de jouer le roˆle d’un inter` médiaire et prend cette décision en toute autonomie. A

Het OCMW is niet verplicht om op te treden als tussenpersoon. Het neemt er autonoom een beslissing


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32415

cet égard, il doit tenir compte de son devoir général d’information et de son roˆle d’assistance aux clients dans la mise en œuvre de leurs droits (article 60, § 2 de la loi des CPAS). En revanche, on peut objecter que le CPAS contribue ainsi à allonger le séjour illégal de ces personnes en Belgique, ce qui n’est pas souhaité par le pouvoir fédéral. Tandis que ce dernier mène une politique d’expulsion, l’administration flamande applique une politique d’accueil. C’est le législateur flamand, compétent en matière d’enseignement, qui a élargi le droit à une allocation d’études à certains élèves en séjour illégal. Le CPAS doit prendre sa décision sur la base de toutes ces considérations.

over. Daarbij moet het rekening houden met zijn algemene informatieplicht en zijn taak om clie¨nten bij te staan bij het realiseren van hun rechten (artikel 60, § 2, OCMW-wet). Daartegen kan ingebracht worden dat het OCMW op die manier meewerkt aan het bestendigen van illegaal verblijf in Belgie¨, wat niet gewenst is door de federale overheid. De federale overheid voert een uitwijzingsbeleid, maar de Vlaamse overheid voert een opvangbeleid. Het is de Vlaamse wetgever die bevoegd is voor het onderwijs en die het recht op een studietoelage uitgebreid heeft tot bepaalde illegaal verblijvende leerlingen. Het OCMW zal op basis van al deze overwegingen zijn beslissing moeten nemen.

1. Combien de CPAS belges jouent-ils un roˆle d’intermédiaire dans le but de verser aux élèves ou aux parents en séjour illégal l’allocation d’études octroyée par les pouvoirs publics flamands ? Pouvez-vous répartir ces chiffres par région ?

1. Hoeveel Belgische OCMW’s (opsplitsing per gewest) treden op als tussenpersoon om de door de Vlaamse overheid toegekende studietoelage aan de illegaal verblijvende ouders of leerlingen te betalen ?

2. Considérez-vous une telle attitude (qui consiste à favoriser le séjour illégal) comme souhaitable et/ou légale ?

2. Acht u dergelijk optreden (favoriseren van illegaal verblijf) wenselijk/wettelijk ?

3. Dans l’affirmative, ne serait-il pas souhaitable que les CPAS soient indemnisés pour ces taˆches et ces charges supplémentaires ?

3. Zo ja, zou het dan niet wenselijk zijn dat de OCMW’s voor dergelijke bijkomende taken en lasten vergoed worden ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 240 de M. Guido De Padt du 7 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 240 van de heer Guido De Padt van 7 februari 2007 (N.) :

En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachet lid het volgende mee te delen.

1. Je ne dispose pas des données demandées par l’honorable membre vu qu’une telle intervention fait partie de l’autonomie des CPAS et qu’à cause de cette intervention, il n’y a pas de remboursement par l’E´tat fédéral.

1. Ik beschik niet over de door het geacht lid gevraagde gegevens aangezien dergelijk optreden tot de autonomie van de OCMW’s behoort en er geen terugbetaling door de Federale Staat aan gekoppeld is.

2. Il ne m’appartient pas de me prononcer sur cette initiative du Gouvernement flamand. Par ailleurs, selon moi, le CPAS n’octroie pas une aide comme telle mais il intervient uniquement comme intermédiaire à la demande du Gouvernement flamand dans le cadre du droit à l’enseignement.

2. Het komt mij niet toe om een uitspraak te doen over dit initiatief van de Vlaamse Overheid. Het OCMW verleent mijns inziens overigens geen steun als dusdanig maar treedt enkel op als tussenpersoon op verzoek van de Vlaamse Overheid in het kader van het recht op onderwijs.

3. Pour la réponse à la troisième question, l’honorable membre doit s’adresser au ministre compétent de la Communauté flamande.

3. Voor het antwoord op de derde vraag dient het geacht lid zich te wenden tot de bevoegde minister van de Vlaamse Gemeenschap.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32416

DO 2006200709815

DO 2006200709815

Question no 244 de Mme Ingrid Meeus du 23 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 244 van mevrouw Ingrid Meeus van 23 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Personnes à revenus modestes. — Interventions financières dans les frais médicaux relatifs aux animaux de compagnie.

Personen met een bescheiden inkomen. — Financie¨le tegemoetkomingen medische kosten gezelschapsdieren.

De nombreuses personnes à revenus modestes (bénéficiaires du revenu d’intégration, d’une allocation, etc.) éprouvent des difficultés à payer les frais médicaux pour leurs animaux de compagnie. N’ayant pas été vaccinés, de nombreux animaux de compagnie sont souvent malades; étant donné que le chat domestique n’est pas stérilisé, des chatons naissent tous les six mois et deviennent bien vite des chats errants causant des dommages à autrui, etc. La fondation Prince Laurent a dès lors ouvert quelques dispensaires pour animaux ou` les personnes à revenus modestes peuvent se rendre pour faire soigner leurs animaux de compagnie. Le couˆt de ces soins est de 7,50 euros par animal et par an. Néanmoins, ces personnes doivent se déplacer jusqu’à un centre urbain avec leur animal de compagnie pour que celui-ci puisse bénéficier des soins requis.

Vele mensen met een laag inkomen (leefloners, mensen met een uitkering, enzovoort) kunnen maar moeilijk de medische kosten van hun huisdieren betalen. Door een tekort aan inentingen lopen een groot aantal huisdieren er vaak ziek bij, doordat de huiskat niet wordt gesteriliseerd krijgt zij om de zes maanden kittens die al vlug zwerfkatten worden en last veroorzaken bij anderen, enzovoort. In dat kader heeft de Prins Laurent Stichting enkele dierendispensaria opgericht waar mensen met een bescheiden inkomen terecht kunnen voor de medische behandeling van hun gezelschapsdieren. De kost die hieraan verbonden is bedraagt 7,50 euro per dier per jaar. Nadeel echter is dat men zich samen met het huisdier naar één van deze centrumsteden moet verplaatsen voor de nodige verzorging.

1. a) En dehors de la Fondation Prince Laurent, existe-til des possibilités pour les personnes à revenus modestes d’obtenir une intervention financière dans les frais médicaux que rerquièrent leurs animaux de compagnie ?

1. a) Bestaan er (buiten de Stichting Prins Laurent) mogelijkheden voor mensen met een bescheiden inkomen om een financie¨le tegemoetkoming te verkrijgen in de medische kosten van hun gezelschapsdieren.

b) Dans l’affirmative, quelles sont-elles ?

b) Zo ja, welke mogelijkheden juist ?

2. Il n’existe actuellement en Flandre qu’un seul dispensaire pour animaux de la Fondation Prince Laurent, à Anvers plus exactement.

2. Momenteel is er maar één dierendispensarium van de Prins Laurent Stichting in Vlaanderen, namelijk Antwerpen.

a) Cette initiative sera-t-elle élargie ?

a) Wordt dit initiatief uitgebreid ?

b) Dans l’affirmative, ou` de nouveaux dispensaires pour animaux sont-ils prévus ?

b) Zo ja, op welke locaties komen er dierendispensaria bij ?

c) Existe-t-il d’autres organisations pour le bien-être animal en Flandre, ou` les personnes les plus démunies peuvent bénéficier de services médicaux à prix réduit ?

c) Zijn er andere dierenwelzijnorganisaties in Vlaanderen die voor sociaal zwakkeren medische diensten verlenen aan lagere prijzen ?

d) Dans l’affirmative, de quelles organisations s’agitil et ou` se trouvent-elles ?

d) Zo ja, welke organisaties zijn dit en waar bevinden deze zich ?

3. a) Envisage-t-on d’instaurer un système de chèques qui permettrait aux bénéficiaires d’un revenu d’intégration de se rendre chez leur vétérinaire habituel et de payer un tarif réduit pour leur animal de compagnie ?

3. a) Wordt er gedacht aan de invoering van een soort cheque-systeem waarmee leefloners naar hun vertrouwde dierenarts kunnen stappen en daar voor hun huisdier een verminderd tarief moeten betalen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32417

b) Dans l’affirmative, qui financerait un tel projet ?

b) Zo ja, wie zou er mee de kosten dragen voor dit project ?

c) Ou` en est ce projet ?

c) In welke fase bevindt zich dit project ?

d) Quand sera-t-il mis en œuvre ?

d) Wanneer zou men hiermee willen starten ?

e) Dans la négative, existe-t-il d’autres projets visant à résoudre ce problème ?

e) Zo neen, heeft men andere plannen om dit probleem aan te pakken ?

4. a) Les différents CPAS sont-ils suffisamment informés de ces initiatives ?

4. a) Worden de diverse OCMW’s voldoende op de hoogte gebracht van deze initiatieven ?

b) Comment le sont-ils concrètement ?

b) Hoe gebeurt dit concreet ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 244 de Mme Ingrid Meeus du 23 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 244 van mevrouw Ingrid Meeus van 23 februari 2007 (N.) :

En ce qui concerne les questions 1, 3 et 4, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit. La réponse à la question 2 ne relève pas de mes compétences.

Wat de vragen 1,3 en 4 betreft heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Het antwoord op vraag 2 behoort niet tot mijn bevoegdheid.

1. Si une personne rencontre des difficultés (financières ou autres), il peut adresser une demande d’aide sociale individuelle au Centre Public d’Action Sociale de sa localité.

1. Indien iemand zich in (financie¨le of andere) moeilijkheden bevindt, kan hij zich steeds met een vraag om individuele maatschappelijke hulpverlening richten tot het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van zijn woonplaats.

Le législateur a en effet chargé les CPAS de juger dans tous les cas si les conditions sont remplies pour l’obtention du droit à l’aide sociale et dans quelle mesure et sous quelle forme cette aide peut être octroyée. La possibilité de mener une vie conforme à la dignité humaine est la pierre de touche de cette aide sociale.

De wetgever heeft het OCMW immers ermee belast om in elk geval te oordelen of de voorwaarden voor het ontstaan van het recht op dienstverlening vervuld zijn en in welke mate en op welke manier deze hulp moet worden verleend. De mogelijkheid om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid vormt de toetssteen voor die maatschappelijke dienstverlening.

Sur la base de d’une enquête sociale, le Centre Public d’Action Sociale prendra une décision sur la requête, en toute autonomie et en tenant compte de la situation concrète et spécifique du demandeur.

Op basis van een sociaal onderzoek zal het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dan autonoom een beslissing nemen over het verzoek, rekening houdende met de concrete en specifieke situatie van de aanvrager.

3 et 4. Comme je suis convaincu que les Centres Publics d’Action Sociale sont les mieux placés pour vérifier individuellement, au cas par cas, quelle est l’aide la plus efficace et la plus appropriée pour chaque demandeur, et donc pas uniquement pour le demandeur qui a droit à un revenu d’intégration, je n’ai pas l’intention d’introduire un système généralisé permettant à des personnes de bénéficier d’un tarif réduit auprès du vétérinaire pour leur animal de compagnie.

3 en 4. Omdat ik er van overtuigd ben dat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn het best geplaatst zijn om individueel, geval per geval, na te gaan welke de meest doeltreffende hulpverlening inhoudt voor iedere aanvrager, en dus niet enkel diegenen die recht hebben op een leefloon, heb ik niet de intentie om een veralgemeend systeem in te voeren waarmee mensen voor hun gezelschapsdier tegen een verminderd tarief naar de dierenarts kunnen gaan.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32418

DO 2006200709954

DO 2006200709954

Question no 250 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 mars 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 250 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 maart 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Logements d’urgence.

OCMW’s. — Noodwoningen.

J’ai pu lire dans la presse que vous comptez allouer un montant de 7,5 millions d’euros aux CPAS, réparti sur une période de trois ans, pour leur permettre de prévoir des logements d’urgence pouvant constituer une solution temporaire pour des familles ayant par exemple été confrontées à un incendie, un conflit familial ou une expulsion de leur domicile.

In de pers las ik dat u de OCMW’s over drie jaar gespreid 7,5 miljoen euro toekent om te voorzien in noodwoningen die voor gezinnen een tijdelijke oplossing kunnen bieden na bijvoorbeeld een brand, een familiaal conflict of een uithuiszetting.

1. a) Combien de logements d’urgence compte-t-on actuellement et comment sont-ils répartis sur l’ensemble du territoire ?

1. a) Hoeveel noodwoningen zijn er op vandaag, en wat is hun territoriale spreiding over het land ?

b) Ces logements sont-ils loués par les CPAS ou ces derniers en sont-ils propriétaires ?

b) Worden deze woningen gehuurd door het OCMW of zijn ze eigendom van de centra ?

3. Un montant de 7,5 millions d’euros sera alloué aux CPAS, réparti sur une période de trois ans.

3. Over drie jaar wordt wordt 7,5 miljoen euro toegekend aan de OCMW’s.

a) Quelle clé de répartition sera utilisée ?

a) Welke verdeelsleutel wordt gebruikt ?

b) Quels montants seront respectivement alloués aux CPAS en Flandre, en Wallonie et en région de Bruxelles-Capitale ?

b) Hoeveel gaat er naar Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brussels Gewest ?

3. Selon les CPAS, 450 logements supplémentaires seraient nécessaires.

3. De centra hebben naar eigen zeggen 450 extra woningen nodig.

Combien de logements supplémentaires peut-on construire avec un montant de 7,5 millions d’euros ?

Hoeveel extra woningen kunnen gebouwd worden met 7,5 miljoen euro ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 250 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 250 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 maart 2007 (N.) :


In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32419

Un premier appel à projets visant l’augmentation du nombre de logements d’urgence a été lancé le 1er octobre 2006. Les CPAS avaient jusqu’au 30 novembre 2006 pour introduire une demande. Au total, le SPP Intégration Sociale a reçu 96 demandes, dont 61 ont été honorées. La répartition par province des projets acceptés est la suivante : Province Bruxelles .............................................. Anvers ................................................. Limbourg ............................................. Liège .................................................... Namur ................................................. Luxembourg ........................................ Hainaut ............................................... Flandre Occidentale .............................

Een eerste projectoproep voor de verhoging van het aantal noodwoningen werd gelanceerd op 4 oktober 2006. OCMW’s konden een aanvraag indienen tot 30 november 2006. In totaal ontving de POD Maatschappelijke Integratie 96 aanvragen, waarvan er 67 werden gehonoreerd. De verdeling per provincie van de goedgekeurde projecten is als volgt :

Nombre de projets retenus

Provincie

Aantal goedgekeurde projecten

6 3 2 6 5 3 16 9

Brussel ................................................. Antwerpen ........................................... Limburg ............................................... Luik ..................................................... Namen ................................................. Luxemburg .......................................... Henegouwen ........................................ West-Vlaanderen .................................

6 3 2 6 5 3 16 9

Flandre Orientale .................................

8

Oost-Vlaanderen ..................................

8

Brabant flamand ..................................

6

Vlaams-Brabant ...................................

6

Brabant wallon ....................................

3

Waals-Brabant .....................................

3

Il était précisé dans l’appel à projets que, pour être pris en considération pour une subsidiation, le CPAS devait être propriétaire du ou des logement(s) d’urgence ou devait disposer d’un bail emphytéotique de longue durée. On a également accepté des demandes pour lesquelles le CPAS pouvait démontrer, au moyen d’un contrat de location de longue durée, que la condition d’utiliser les lieux comme logement(s) d’urgence pendant au moins 9 ans serait rencontrée.

In de projectoproep werd bepaald dat om in aanmerking te komen voor de subsidie¨ring het OCMW eigenaar dient te zijn van de doorgangswoning(en) of dient te beschikken over een erfpachtregeling van lange duur. Er werden ook aanvragen goedgekeurd waarbij door middel van een langdurig huurcontract het OCMW kon aantonen dat het tegemoet kon komen aan de voorwaarde om tenminste voor 9 jaar de woning als doorgangswoning te gebruiken.

Aucune cle de répartition des moyens entre les Régions n’a été déterminée. Chaque demande a été examinée individuellement. Pour le premier appel à projets, la répartition par région des montants octroyés est la suivante :

Er werd geen verdeelsleutel bepaald voor de verdeling van de middelen over de Gewesten. Elke aanvraag wordt op zich bekeken. Voor de eerste projectoproep werden per gewest de volgende bedragen toegekend :

Région

Total accordé (en euros)

Totaal budget (in euro)

Gewest

Bruxelles ..............................................

232 000

Brussel .................................................

232 000

Flandre ................................................

1 082 089

Vlaanderen ..........................................

1 082 089

Wallonie ..............................................

1 196 639

Wallonie¨ ..............................................

1 196 639

Le montant maximum accordé par logement d’urgence est de 56 250 euros. Avec un montant total de 7,5 millions d’euros, un minimum de 133 logements d’urgence supplémentaires peuvent donc être créés.


2006

Per doorgangswoning bedraagt het maximaal subsidiebedrag 56 250 euro. Met een totaalbedrag van 7,5 miljoen euro kunnen er dus minstens 133 bijkomende doorgangswoningen bij gecreeërd worden. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32420

Politique des grandes villes

Grootstedenbeleid

DO 2006200709787

DO 2006200709787

Question no 68 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Départements. — Réfectoires. — Restaurants.

Departementen. — Refters. — Restaurants.

Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.

Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.

En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.

Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.

1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?

1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?

2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?

2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?

3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?

3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?

4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?

4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 68 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) :

En réponse à sa question portant le no 68, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vraag met het nr. 68, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Pour la Politique des Grandes Villes, il convient de se référer à la réponse à la question no 242 fournie par le ministre de l’Intégration Sociale. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007 no 163.)

Voor Grootstedenbeleid verwijs ik naar het antwoord op de vraag met het nr. 242 van de minister van Maatschappelijke Integratie. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 163.)


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32421

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2003200421675

DO 2003200421675

Question no 16 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 16 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Terminologie.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Terminologie.

Dans le rapport annuel 2003-2004 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, je lis que : «Si la volonté du Centre n’est pas d’exercer un controˆle permanent sur le discours et sur les actes de chacun, il prend néanmoins à cœur sa mission pédagogique qui touche au changement profond des mentalités. [C’est pourquoi le Centre] (...) tend à lutter contre les stéréotypes et les généralisations et la paresse intellectuelle qui peuvent conduire à l’adoption de comportements discriminants. »

Ik lees in het jaarverslag 2003-2004 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding volgende paragraaf : « Het ligt niet in de bedoeling van het Centrum om een voortdurende controle uit te oefenen op de woorden en daden van eenieder maar zeker en vast wel om zijn pedagogische taak ter harte te nemen. Die taak moet bijdragen tot een grondige mentaliteitsverandering. Daarom (...) poogt het Centrum te strijden tegen alle vormen van stereotypes, veralgemeningen en intellectuele luiheid die allemaal kunnen leiden tot discrimenerende gedragingen. ».

1. N’estimez-vous pas que ces termes sont pour le moins très excessifs, voire qu’ils paraissent un peu ridicules ?

1. Bent u niet van mening dat dit op zijn minst zeer overdreven en zelfs een beetje belachelijk klinkt ?

2. Ne semble-t-il pas puéril de recourir à cette terminologie à l’égard d’un public dont on peut tout de même supposer qu’il est adulte ?

2. Komt het niet wat kwezelachtig over, deze terminologie ten overstaan van een publiek, waarvan toch mag verondersteld worden dat het volwassen is, te gebruiken ?

3. Qu’entend-t-on ici par « paresse intellectuelle » ?

3. Wat wordt hier met het begrip « intellectuele luiheid » bedoeld ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 26 avril 2007, à la question no 16 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 26 april 2007, op de vraag nr. 16 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2004 (N.) :

1. Non.

1. Neen.

2. Le commentaire du centre n’engage que lui. Il me ne paraıˆt toutefois ni infantilisant, ni méprisant, mais traduit le fait que la lutte contre les stéréotypes requiert un exercice intellectuel, une prise de distance critique avec les idées reçues.

2. Het commentaar van het Centrum is uitsluitend voor eigen rekening; deze commentaar lijkt me echter noch misprijzend, noch betuttelend, maar is een weergave van het feit dat de strijd tegen de stereotiepen op intellectuele wijze moet worden gevoerd en dat de aangereikte ideeën met enige kritische afstand moeten worden benaderd.

Cette attitude est l’inverse de ce que le Centre appelle « paresse intellectuelle ».

Deze houding is het tegengestelde van hetgeen het Centrum de « intellectuele luiheid » noemt.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32422

DO 2003200421826

DO 2003200421826

Question no 18 de M. Francis Van den Eynde du 7 juillet 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 18 van de heer Francis Van den Eynde van 7 juli 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Interventions dans le cadre de l’acquisition de la nationalité belge.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Tussenkomsten in verband met het verwerven van de Belgische nationaliteit.

Dans son rapport annuel 2003, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme précise que 8 % des interventions du Centre ont trait à l’acquisition de la nationalité belge.

In het jaarverslag 2003 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding lees ik dat 8 % van alle tussenkomsten van deze instelling te maken heeft met het verwerven van de Belgische nationaliteit.

Cet état de choses est-il conforme à la mission du Centre ?

Kan u meedelen of dit in overeenstemming is met de opdracht van het Centrum ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 18 de M. Francis Van den Eynde du 7 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 18 van de heer Francis Van den Eynde van 7 juli 2004 (N.) :

Selon l’article 2 de la loi du 15 février 1993, le Centre a pour mission de veiller au respect des droits ` ce titre, il informe sur fondamentaux des étrangers. A le code de la nationalité et procède à des médiations avec les administrations compétentes lorsqu’il l’estime nécessaire.

Volgens artikel 2 van de wet van 15 februari 1993 bestaat de taak van het Centrum erin toe te zien op de naleving van de grondrechten van de vreemdelingen. Hiertoe verstrekt het Centrum informatie over het Wetboek van de Nationaliteit en bemiddelt het met de bevoegde administraties wanneer het dit nodig acht.

DO 2003200421828

DO 2003200421828



Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Examen d’un cas de discrimination en Région de Bruxelles-Capitale.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Onderzoeksopdracht aangaande discriminatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Je vous ai interrogée récemment sur la discrimination dont les non-Bruxellois sont l’objet en Région de Bruxelles-Capitale dans le cadre de l’attribution d’emplois subventionnés du secteur non marchand.

Recentelijk ondervroeg ik u over de discriminatie van niet-Brusselaars in de aanwerving van gesubsidieerde arbeidsplaatsen voor de non-profitsector van het Brussels Gewest.

Si le ministre compétent de la Région de BruxellesCapitale avait indiqué que ces emplois étaient réservés aux Bruxellois, il nous avait par ailleurs été dit aussi que les emplois dans le secteur public en Région de Bruxelles-Capitale étaient désormais accessibles également aux étrangers.

Enerzijds had de betrokken minister van het Brussels Gewest laten weten dat die arbeidsplaatsen uitsluitend voor Brusselaars bestemd waren en anderzijds werd medegedeeld dat de openbare sector in het Hoofdstedelijk Gewest nu ook opengesteld is voor vreemdelingen.

Il faut conclure de ce qui précède que la politique dite « d’ouverture » exclut les Belges non-bruxellois des emplois sous statut contractuel.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat het zogenaamde « open beleid » de Belgische niet-Brusselaar uitsluit bij de aanwerving van contractuelen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32423

Dans votre réponse à ma question sur les mesures que vous avez prises pour mettre un terme à cette discrimination, vous signalez que l’ensemble du dossier relève de la compétence des autorités de la Région de Bruxelles-Capitale.

In uw antwoord op mijn vraag met betrekking tot de maatregelen die door u genomen werden om aan deze discriminatie een halt toe te roepen, laat u mij weten dat heel de zaak tot de bevoegdheid behoort van de overheden van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

1. Dois-je en inférer que la ministre fédérale pour l’E´galité des chances n’est pas compétente pour prendre des initiatives en matière de discrimination dans la Région de Bruxelles-Capitale ?

1. Mag hieruit geconcludeerd worden dat de federale minister van Kansengelijkheid niet bevoegd is om initiatieven te nemen ten opzichte van discriminatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ?

2. Dans ce cas, ne peut-elle pas au moins demander au Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme d’examiner ce dossier ?

2. Kan ze dan niet op zijn minst een onderzoeksopdracht in dit verband toevertrouwen aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding ?



1. Non.

1. Neen.

2. Aucun mission d’enquête n’a été confiée au Centre à ce sujet.

2. Een onderzoeksopdracht in dit verband is niet toevertrouwd aan het Centrum.

DO 2003200421829

DO 2003200421829



Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Augmentation du nombre de plaintes non fondées.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Stijging aantal ongegronde klachten.

Il ressort du rapport annuel 2003 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme que le nombre de plaintes déclarées « non fondées » a augmenté de 17 % par rapport à 2002.

In het jaarverslag 2003 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding lees ik dat in vergelijking met 2002 het aantal klachten dat de beoordeling « ongegrond » kreeg met 17 % gestegen is.

Ne peut-on pas inférer de ces chiffres qu’un nombre croissant de personnes cherchent continuellement à dénoncer des cas de racisme qui, en fait, n’existent absolument pas ?

Kan hier niet uit afgeleid worden dat een groeiend aantal mensen steeds maar racisme wil zoeken waar het in feite helemaal niet te vinden is ?



Un facteur important est l’entrée en vigueur de la loi du 25 février 2003 qui a généré une série de plaintes qui ne ressortaient ni des motifs de discrimination, ni du champ d’application de cette loi.

Een belangrijke factor is de inwerkingtreding van de wet van 25 februari 2003 die geleid heeft tot een reeks klachten die niets te maken hadden met de motieven van discriminatie noch met het toepassingsveld van deze wet.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32424

Par exemple, des plaintes en matière linguistique ou par rapport à des écrits pour des motifs de discrimination.

Zo bijvoorbeeld taalkundige klachten of klachten inzake documenten om redenen van discriminatie.

DO 2003200421830

DO 2003200421830



Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Points de contact locaux du Centre.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Lokale meldpunten van het Centrum.

J’ai lu dans le rapport annuel 2003 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme qu’une victime potentielle de discrimination sur trois choisit de déposer plainte en se rendant au Centre ou dans l’un des points de contact locaux du Centre.

In het jaarverslag 2003 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding lees ik dat één mogelijk slachtoffer van discriminatie op drie verkiest klacht neer te leggen via een bezoek aan het Centrum of in één van de lokale meldpunten ervan.

1. Combien de points de contact existent-ils en Flandre et ou` sont-ils établis ?

1. Kan u meedelen hoeveel van deze meldpunten zich in Vlaanderen bevinden en waar ze gevestigd zijn ?

2. Combien de points de contact existent-ils en Wallonie et ou` sont-ils établis ? Combien de points de contact existent-ils à Bruxelles ?

2. Kan u meedelen hoeveel van deze meldpunten zich in Wallonie¨ bevinden en waar ze gevestigd zijn en kan u eveneens meedelen hoeveel van deze meldpunten in Brussel functioneren ?

3. Combien de personnes sont employées dans chacun de ces points de contact ?

3. Hoeveel mensen zijn in elk van al deze meldpunten tewerkgesteld ?

4. Combien de plaintes ont-elles été déposées auprès de chacun de ces points de contact en 2003 ?

4. Hoeveel klachten werden in deze meldpunten voor het jaar 2003 binnengebracht (graag een antwoord per meldpunt) ?

5. Combien de plaintes ont donné lieu à une condamnation en justice ?

5. Hoeveel van deze klachten hebben tot een gerechtelijke veroordeling geleid ?



J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

1. Le rapport annuel, consultable sur le site web, www.diversite.be, reprend tous les services externes avec lesquels le Centre collabore.

1. Het jaarverslag, dat kan worden geraadpleegd op de website, www.diversiteit.be, bevat alle externe diensten, waarmee het Centrum samenwerkt.

2. Idem.

2. Idem.

3. Ce sont des collaborations ponctuelles qui ne génèrent pas de charge supplémentaire en personnel.

3. Het zijn gerichte samenwerkingen die geen bijkomende last op het vlak van personeel veroorzaken.

4. La comptabilisation des plaintes ne permet pas de les ventiler par point de contact.

4. De boeking van de klachten maakt het niet mogelijk deze op te splitsen per contactpunt.

5. Je vous renvoie à la jurisprudence publiée sur le site web du Centre.

5. Ik verwijs u naar de rechtspraak bekendgemaakt op de website van het Centrum.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32425

DO 2003200421831

DO 2003200421831



Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Hebdomadaire «Rivarol».

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Tijdschrift « Rivarol ».

Selon le rapport annuel 2003 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, une majorité d’organisations et de partis antidémocratiques, francophones comme néerlandophones, font la promotion de l’hebdomadaire « Rivarol ».

In het jaarverslag 2003 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding lees ik dat een groot deel van anti-democratische organisaties en partijen, zowel Franstalig als Nederlandstalig, het tijdschrift « Rivarol » aanbevelen.

Selon le Centre, cet hebdomadaire se caractérise par un racisme inconditionnel.

Dit tijdschrift zou volgens het Centrum gekenmerkt zijn door een onvoorwaardelijke racistische houding.

Pouvez-vous nous dire si une plainte a été déposée contre cet hebdomadaire et nous informer des suites qui y ont été réservées ?

Kan u meedelen of tegen dit blad klacht ingediend werd en met welk gevolg ?



Non.

Neen.

DO 2006200709247

DO 2006200709247

Question no 126 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 126 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Plainte pour racisme contre la STIB.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klacht wegens racisme tegen de MIVB.

Le 14 novembre 2006, nous avons pu lire dans le quotidien « De Morgen » que le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme avait reçu une nouvelle plainte pour racisme contre la STIB, notamment contre le service de controˆle de cette intercommunale.

Op 14 november 2006 mochten wij in de krant De Morgen vernemen dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding een nieuwe klacht wegens racisme ontving tegen de MIVB en meer bepaald tegen de controledienst van deze intercommunale.

Le Centre prendrait cette plainte tellement au sérieux qu’il la transmettrait au ministre de tutelle bruxellois concerné.

Het Centrum zou de klacht dermate ernstig nemen daar het ermee naar de betrokken Brusselse voogdijminister stapt.

Il est toutefois curieux de constater que, d’une part, le Centre confirme avoir reçu une plainte contre la STIB, mais que, d’autre part, il ne veut à aucune condition en révéler le contenu.

Merkwaardig is wel dat het Centrum wel meedeelt dat het een klacht ontving tegen de MIVB maar onder geen beding wil onthullen waarover het gaat.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32426

1. Pourriez-vous fournir de plus amples informations à ce sujet ?

1. Kan u meer informatie hieromtrent meedelen ?

2. Pourriez-vous également préciser pourquoi, d’une part, le Centre fait état de cette plainte et porte ainsi atteinte à la réputation de la STIB et, d’autre part, refuse de préciser le contenu de la plainte ?

2. Kan u ook meedelen waarom het Centrum enerzijds gewag maakt van de klacht en dus de goede naam van de MIVB in het gedrang brengt, maar anderzijds geen informatie over de inhoud van de klacht wil verstrekken ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 avril 2007, à la question no 126 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 april 2007, op de vraag nr. 126 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2006 (N.) :

L’honorable membre s’est trompé au niveau de la date. Les articles sont parus dans les journaux « De Morgen » et « Het Laatste Nieuws » le 13 novembre 2006. En recevant une plainte, le Centre ne communique pas avec la presse; en traitant la plainte, il ne donne aucun commentaire. Dans ce cas-ci, ce n’était pas le centre qui a communiqué avec la presse.

Het geachte lid vergist zich van datum. Er verschenen artikels De Morgen en Het Laatste Nieuws op 13 november 2006. Het Centrum stapt niet naar de pers wanneer het een klacht ontvangt en geeft tijdens de behandeling van de klacht evenmin commentaar. In casu is het centrum niet naar de pers gestapt.

DO 2006200709041

DO 2006200709041

Question no 129 de M. Guy D’haeseleer du 18 décembre 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 129 van de heer Guy D’haeseleer van 18 december 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Licenciement de travailleurs féminins ayant exprimé leur désir d’avoir des enfants.

Ontslaan van vrouwen na het uiten van de kinderwens.

Lors d’un entretien d’embauche, l’employeur ne peut poser que des questions qui ont un rapport direct avec l’emploi vacant. Il ne peut s’enquerir des projets de maternité des travailleurs féminins. Il est par ailleurs également interdit de licencier des travailleurs féminins ayant exprimé leur désir d’avoir des enfants. L’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes est cependant régulièrement saisi de plaintes à ce sujet.

Werkgevers mogen tijdens een sollicitatiegesprek alleen vragen stellen die relevant zijn voor de job. Vragen stellen over de kinderwens van vrouwelijke werkneemsters is verboden. Uiteraard is het ook verboden vrouwelijke werkneemsters te ontslaan die hun kinderwens hebben geuit. Het Centrum voor gelijkheid van Vrouwen en Mannen krijgt dienaangaande nochtans geregeld klachten.

1. a) Vos services sont-ils au courant de ces pratiques ?

1. a) Zijn uw diensten op de hoogte van deze praktijken ?

b) Combien d’abus ont déjà été constatés en la matière par les services d’inspection ?

b) Hoeveel misbruiken dienaangaande werden reeds vastgesteld door de inspectiediensten ?

2. Combien de plaintes ont déjà été introduites auprès du tribunal du travail ?

2. In hoeveel gevallen leidde dit tot een klacht bij de arbeidsrechtbank ?

3. Dans combien de cas l’employeur a-t-il été condamné ?

3. In hoeveel gevallen werd de werkgever veroordeeld ?

4. Avez-vous déjà pris des mesures pour lutter contre ces pratiques ?

4. Heeft u reeds maatregelen genomen om deze praktijken tegen te gaan ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32427

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 129 de M. Guy D’haeseleer du 18 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 129 van de heer Guy D’haeseleer van 18 december 2006 (N.) :

En ce qui concerne les réponses aux parties 1. b), 2 et 3 de la question, il y a lieu de se référer à la réponse du ministre du Travail à la question précitée. (Question no 621 du 30 octobre 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 147, p. 28562.)

Wat betreft de antwoorden op de gedeeltes 1. b), 2 en 3 van de vraag is het aangewezen te verwijzen naar het antwoord van de minister van Werk op voornoemde vraag. (Vraag nr. 621 van 30 oktober 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 147, blz. 28562.)

Sur certains points, la réponse du ministre du Travail, peut être complétée.

Op een aantal punten mag het antwoord van de minister van Werk aangevuld worden.

En ce qui concerne l’aspect juridique, il faut prendre en considération que l’inégalité de traitement fondée sur la grossesse, l’accouchement ou la maternité est assimilée à de la discrimination directe fondée sur le genre et qu’elle est donc interdite. Aucune justification à cette interdiction n’est donc possible.

Wat het juridisch aspect betreft dient acht genomen te worden dat ongelijke behandeling gebaseerd op grond van zwangerschap, bevalling of moederschap geassimileerd wordt met directe discriminatie op grond van het geslacht en aldus verboden is. Geen enkele rechtvaardiging tegen dit verbod is dan ook mogelijk.

C’est d’ailleurs une exigence du droit européen transposée par la loi du 7 mai 1999 sur l’égalité de traitement entre hommes et femmes au travail.

Dit is trouwens een vereiste van het Europees recht die werd geı¨mplementeerd door de wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van vrouwen en mannen op het werk.

Il faut préciser que cette loi interdit également une telle discrimination dans l’accès au travail, ce qui inclut entre autres la sélection et les critères de sélection (cf. article 8 de la loi du 7 mai 1999).

Verduidelijkt dient te worden dat deze wet ook dergelijke discriminatie verbiedt bij de toegang tot het arbeidsproces hierbij onder andere inbegrepen de selectie en selectiecriteria (cf. artikel 8 van de wet van 7 mei 1999).

La Cour européenne de Justice a développé à ce sujet une jurisprudence détaillée. Il va de soi que la question portant sur le souhait d’avoir ou pas des enfants est une question prohibée. Plus encore, la jurisprudence attribue à la femme un « droit de mensonge », vu le caractère illégal de la question.

Het Europese Hof van Justitie heeft hierover een uitgebreide rechtspraak ontwikkeld. Het mag duidelijk wezen dat de vraag over de kinderwens een verboden vraag is. Meer nog, de jurisprudentie kent aan de vrouw een « liegrecht » toe gelet op het verboden karakter van de vraag.

1. ` travers les plaintes qu’il reçoit, l’Institut constate a) A que certains employeurs posent encore de telles questions aux travailleuses. Il existe aussi d’autres formes plus détournées de questions telles que des sondages sur l’intérêt pour le travail à temps partiel ou le télé-travail.

1. a) Het Instituut stelt doorheen haar klachten vast dat sommige werkgevers nog steeds dergelijke vragen aan werkneemsters stellen. Er bestaan ook meer verdoken vormen zoals het peilen naar de interesse om deeltijds te werken of gebruik te maken van teleurerk.

b), 2 et 3. Cf. supra.

b), 2 en 3. Cf. boven.

4. l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes met pour le moment systématiquement l’accent sur cette question lors de ses interventions dans des séminaires et des formations qu’il dispense.

4. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen legt op dit ogenblik tijdens de interventies gedurende seminaries en vormingen die het organiseert, systematisch de klemtoon op deze kwestie.

Par ailleurs, une démarche de sensibilisation spécifique a été lancée dans le secteur de l’Horeca, où se sont manifestés un certain nombre de problèmes liés à la problématique de la discrimination fondée sur la grossesse.

Daarenboven werd een specifieke poging tot sensibilisering opgestart in de sector Horeca waar een aantal problemen naar voren gekomen zijn in verband met de problematiek van discriminatie op basis van zwangerschap.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32428

DO 2006200709705

DO 2006200709705

Question no 133 de Mme Annemie Turtelboom du 6 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 133 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Jeunes musulmans. — Attitude négative envers l’homosexualité. — E´tude.

Moslimjongeren. — Negatieve houding ten aanzien van homoseksualiteit. — Onderzoek.

Il ressort d’une etude scientifique britannique menée auprès d’un millier de musulmans par le groupe de réflexion Policy Exchange, un groupe de réflexion qui a généralement bonne presse, que les jeunes musulmans britanniques sont souvent homophobes. Un nombre croissant de jeunes musulmans au RoyaumeUni semblent se laisser guider par l’islamisme politique.

Uit een Brits wetenschappelijk onderzoek van de doorgaans zeer betrouwbare denktank Policy Exchange onder ruim duizend islamieten is gebleken dat Britse moslimjongeren vaak antihomo zijn. Blijkbaar geraakt in het Verenigd Koninkrijk een groeiend aantal jonge moslims geı¨nspireerd door de politieke islam.

1. De telles études ont-elles déjà été menées en Belgique ?

1. Werden ook in ons land al dergelijke onderzoeken uitgevoerd ?

2. Dans l’affirmative, ont-elles mis en évidence le fait que les jeunes musulmans adoptent souvent une attitude négative envers l’homosexualité ?

2. Zo ja, is ook daaruit gebleken dat moslimjongeren vaak een negatieve houding aannemen ten aanzien van homoseksualiteit ?

3. Dans la négative, envisagez-vous de commander une telle étude ?

3. Zo neen, overweegt u om dergelijk onderzoek te laten uitvoeren ?

4. Quelles mesures envisagez-vous de prendre afin de promouvoir l’acceptation sociale de l’homosexualité par la communauté musulmane ?

4. Welke maatregelen overweegt u om de maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit bij moslims te bevorderen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 133 de Mme Annemie Turtelboom du 6 février 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 133 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 februari 2007 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les réponses suivantes à l’honorable membre.

In antwoord op haar vragen, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Oui. L’étude la plus récente en la matière a été réalisée par EHSAL pour le compte du Service public fédéral Justice. Le but de l’étude, intitulée « Les agressions envers des LGBT à Bruxelles-Ville » consiste à savoir où, quand et qui s’exprime de manière violente ou agressive (tant au niveau verbal que physique) envers les LGBT.

1. Ja. Het recentste onderzoek in dit verband is uitgevoerd door EHSAL in opdracht van de Federale Overheidsdienst Justitie. De studie onder de naam « Agressie tegen holebi’s in Brussel Stad » probeert na te gaan waar, wanneer en door wie geweld of agressie (verbaal als fysiek) gebruikt wordt tegen holebi’s.

Selon les chercheurs, les auteurs de ces violences sont souvent des adolescents opérant en groupe. Souvent, il s’agit de personnes inconnues; s’il s’agit de personnes connues, ce sont souvent des collègues ou des habitants du quartier. Cette étude est le premier état des choses en matière de l’homophobie à Bruxelles-Ville. Les données intéressantes sont l’heure et l’endroit des faits. Les chercheurs ont identifié les rues les moins sûres, où 40 % des cas de violence verbale a lieu. Vu que Bruxelles-Ville est surtout habitée par des Belges vivant dans des quartiers défavorisés, faisant

Volgens de onderzoekers blijken de daders overwegend jonge mannen te zijn, die in groep handelen. De daders zijn ook vaak onbekenden, in geval van bekenden gaat het vaak om collega’s of buurtbewoners. De studie is een eerste stand van zaken wat betreft homofobie in Brussel stad. De interessante gegevens zijn het tijdstip en de locatie van de feiten. De onderzoeker heeft de meest onveilige straten in de studie vermeld. In deze straten nemen 40 % van de gevallen van verbale agressie plaats. Gegeven het feit dat Brussel stad voornamelijk uit Belgen bewoond wordt die in achter-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32429

partie des classes sociales plus basses et ayant des racines musulmanes, il est très difficile, voie nonscientifique de conclure que leur comportement est exclusivement lié à leur religion. Il ressort de l’étude d’Hooghe en 2006 qu’un tiers des jeunes flamands a une attitude explicitement négative envers les LGBT.

gestelde wijken wonen, tot een lagere sociale geleding behoren en een islamitische achtergrond hebben is het zeer moeilijk zelfs onwetenschappelijk te besluiten dat hun gedrag enkele te maken heeft met hun geloof. Het onderzoek van Hooghe in 2006 stelt dat bijna een derde van de Vlaamse jongeren uitgesproken negatief staat ten opzichte van holebi’s.

Une étude pour laquelle 495 jeunes musulmans anversois entre 15 et 25 ans ont été interrogés a été réalisée par le bureau d’étude « Compagnie » (1). Il ressort de cette étude que seulement 7 % des interrogés qualifient l’homosexualité d’« acceptable » et que 40 % estiment que les valeurs de la Communauté flamande vont à l’encontre de leur religion (l’islam)

Een onderzoek waarbij 495 moslimjongeren tussen 15 en 25 jaar uit Antwerpen zijn ondervraagd is van het onderzoeksbureau « Compagnie » (1). Dit onderzoek toont aan dat slechts 7 % van de ondervraagden de homoseksualiteit als « aanvaardbaar » beschouwt en 40 % is van mening dat de waarden van de Vlaamse Gemeenschap indruisen tegen hun geloof (islam).

Les jeunes Anversois interrogés (15-25 ans) ne sont pas représentatifs de l’ensemble de la population musulmane et, en plus, il me semble très dangereux de confronter deux minorités qui, au fond, éprouvent les mêmes problèmes au niveau de leur identité. Cependant, je reconnais qu’il est important que les écoles informent les jeunes en matière de l’homosexualité. Le respect de tous les choix de vie commence par une approche intègre des minorités.

De ondervraagde jongeren zijn tussen 15 en 25 jaar en komen uit Antwerpen. Ten eerste zijn ze niet representatief voor het geheel van de moslimbevolking en ten tweede acht ik zeer gevaarlijk om de minderheden die op zich dezelfde problemen ervaren wat betreft hun identiteit tegen over elkaar te positioneren. Niettemin erken ik hier het belang dat de scholen jongeren moeten informeren rond homoseksualiteit. Respect voor alle levenskeuzes begint bij integer benaderen van alle minderheidsgroepen.

2. Non, jusqu’à présent, on n’a pas prouvé aucun lien causal entre le fait d’être musulman d’une part et le fait d’être homophobe d’autre part.

2. Neen, tot nu toe is er geen oorzakelijk verband te bewijzen tussen moslim zijn enerzijds en homofoob zijn anderzijds.

3. J’attends les résultats de l’étude qui a été réalisée à mon initiative afin de vérifier la situation de l’homophobie dans les services publics.

3. Ik wacht de resultaten van het onderzoek af die ik heb besteld om de homofobie na te gaan in het Openbaar Ambt.

4. La situation des LGBT belges n’est pas différente de celles des LGBT d’origine étrangère. L’association « Merhaba » qui informe les « LGBT allochtones », estime qu’il est nécessaire d’informer chaque citoyen sur l’homosexualité et non seulement les « allochtones ». C’est pourquoi, j’estime qu’il faudrait soutenir les associations qui veulent travailler sur ce domaine.

4. De situatie van Belgische holebi’s verschilt niet die van holebi’s van andere afkomst. De vereniging « Merhaba » die « allochtone holebi’s » informatie bezorgt meldt dat ieder burger ingelicht moet worden over homoseksualiteit en niet alleen de « allochtonen ». Daarom pleit ik voor steun aan verenigingen die op dit domein werk willen verrichten.

DO 2006200709989

DO 2006200709989

Question no 138 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 138 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Donneurs de sang et de plasma. — Circulaire. — Dispenses de service.

Bloed- en plasmadonoren. — Omzendbrief. — Dienstvrijstellingen.

Les dons de sang ou de plasma peuvent sauver des vies humaines. C’est la raison pour laquelle la plupart

Bloed of plasma kan een mensenleven redden. Daarom dat donoren vanwege de meeste werkgevers

(1) Plus d’infos disponibles au site web : http:// www.gaybelgium.be/content/EEFupFpVkkqYsekxqP.shtml

(1) Plus d’infos disponibles au site web : http:// www.gaybelgium.be/content/EEFupFpVkkqYsekxqP.shtml


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32430

des employeurs octroient un jour de congé à leurs employés qui donnent du sang et du plasma. Les conditions d’octroi d’une dispense de service aux membres du personnel statutaire et contractuel dans le cadre de dons de sang, de plaquettes et de plasma sanguin sont contenues dans la circulaire no 487 du 9 décembre 1999 du ministre de la Fonction publique. ` une question posée précédemment, le ministre de A la Fonction publique avait répondu que chaque service décide de manière autonome d’octroyer ou non une telle dispense de service (question no 238 du 19 février 2007, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 158).

een vakantiedag krijgen voor het geven van bloed en plasma. De richtlijnen betreffende het verlenen van dienstvrijstelling voor het geven van bloed, bloedplaatjes en bloedplasma aan statutaire en contractuele personeelsleden zijn vervat in de omzendbrief nr. 487 van de minister van ambtenarenzaken van 9 december 1999.

1. Combien de jours de congé ont été octroyés en application de la circulaire susmentionnée dans les services qui ressortissent à votre compétence en 2004, 2005 et 2006 dans le cadre de dons de sang, de plaquettes ou de plasma sanguin ?

1. Hoeveel vakantiedagen gaven de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen en overheidsbedrijven in 2004, 2005 en 2006 voor het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes, in toepassing van bovenvermelde omzendbrief ?

2. a) E´tant donné que chaque service peut, de manière autonome, décider d’octroyer ou non ces dispenses, pouvez-vous dire si certains n’appliquent pas la circulaire ?

2. a) Gelet op het feit dat elke dienst afzonderlijke beslist over deze dienstvrijstellingen, zijn er diensten waar de omzendbrief niet wordt toegepast ?

b) Dans l’affirmative, pour quelles raisons ?

b) Zo ja, om welke redenen ?

3. Quel est le couˆt approximatif de ces dispenses de service ?

3. Hoeveel bedraagt de benaderende kostprijs van deze dienstvrijstellingen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 27 avril 2007, à la question no 138 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 27 april 2007, op de vraag nr. 138 van de heer Guido De Padt van 19 maart 2007 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments suivants.

Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

A. Pour l’Agence fédérale pour l’accueil des demandeurs d’asile (Fedasil) :

A. Voor het Federale Agentschap voor de opvang van de Asielzoekers (Fedasil) :

1. La dispense de service pour le don de sang, de plaquettes ou de plasma sanguin, régie par la circulaire no 487 du 9 décembre 1999 du ministère de la Fonction publique, est appliquée dans tous les services de l’Agence.

1. De dienstvrijstelling voor het geven van bloed, plasma of bloed plaatjes, verleend via de omzendbrief nr. 487 van 9 december 1999 van het ministerie van Ambtenarenzaken wordt binnen alle diensten van het Agentschap toegepast.

Les informations concernant ces absences ne sont pas centralisées. De ce fait, il est difficile de comptabiliser le nombre de jours utilisés par le personnel de Fedasil dans le cadre de cette réglementation.

Deze afwezigheden worden niet centraal bijgehouden. Het is dus moeilijk te achterhalen hoeveel dagen in toepassing van deze reglementering werden gebruikt door onze personeelsleden.

2. a) Voir point 1. Cette circulaire est appliquée dans tous les services de l’Agence sans exception.

2. a) Zie punt 1. Deze omzendbrief wordt in alle diensten van het Agentschap toegepast zonder uitzondering.

b) Pas d’application.

b) Niet van toepassing.

3. Vu l’absence de données individuelles, il est impossible d’établir une estimation du coût.

3. Gezien er geen afzonderlijke gegevens beschikbaar zijn, kan er geen kostenraming opgemaakt worden.


2006

Op een eerder gestelde vraag antwoordt de minister van Ambtenarenzaken dat elke dienst afzonderlijk beslist over het al dan niet toekennen van deze dienstvrijstellingen (vraag nr. 238 van 19 februari 2007, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 158).

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32431

B. Pour le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le Racisme : 1. 2004 : 9 jours, 2005 : 9 jours, 2006 : 9 jours.

B. Voor het Centrum voor de gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding : 1. 2004 : 9 dagen, 2005 : 9 dagen, 2006 : 9 dagen.

2. La circulaire est appliquée dans tous les services du Centre. 3. 9 jours de travail par an.

2. De omzendbrief wordt in alle diensten van het Centrum toegepast. 3. 9 werkdagen per jaar.

Ministre de la Mobilité

Minister van Mobiliteit

DO 2004200504987

DO 2004200504987

Question no 342 de M. Jef Van den Bergh du 22 août 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 342 van de heer Jef Van den Bergh van 22 augustus 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Respect des distances de sécurité par rapport aux poids lourds.

Afstandsregels vrachtverkeer.

Les routiers se plaignent régulièrement du nonrespect des distances de sécurité par rapport aux poids lourds qui est en partie le fait d’un petit groupe de chauffards parmi les routiers eux-mêmes mais aussi d’automobilistes qui dépassent et s’intercalent entre deux poids-lourds. Ce comportement est régulièrement à l’origine d’accidents, notamment lorsqu’un routier doit effectuer un freinage d’urgence et que son camion se renverse. De tels accidents ternissent l’image du secteur du transport (« un camion se renverse, une fois de plus... »), même si l’accident a très bien pu avoir été causé par un automobiliste. Actuellement, il est bien plus facile de limiter et de controˆler la vitesse des véhicules que le respect des distances de sécurité. Les controˆles en la matière sont rares alors qu’ils pourraient améliorer sensiblement la Sécurité routière.

Vrachtwagenchauffeurs klagen herhaaldelijk over het niet respecteren van de onderlinge afstanden tussen vrachtwagens. Enerzijds door een kleine groep « wegpiraten » bij de vrachtwagenchauffeurs zelf, maar anderzijds ook door automobilisten die een vrachtwagen inhalen en nog snel tussen twee vrachtwagens een gaatje zien om in te voegen. Dit gedrag heeft reeds herhaaldelijk tot ongevallen geleid, bijvoorbeeld wanneer een vrachtwagenchauffeur dan plots extra hard moet remmen en zijn voertuig kantelt. De transportsector komt op zo’n moment in een slecht daglicht te staan (« weeral een gekantelde vrachtwagen... »), terwijl de oorzaak mogelijk bij een automobilist ligt. Snelheid beperken en controleren is vrij eenvoudig, de onderlinge afstand al wat moeilijker. Gevolg is dat er wellicht minder controles op gebeuren, terwijl het effect hiervan op de verkeersveiligheid zeer groot kan zijn.

1. a) Les distances de sécurité sont-elles suffisamment respectées ? En d’autres termes, disposez-vous de statistiques sur le nombre de procès-verbaux dressés en 2004 pour non-respect des distances de sécurité ?

1. a) In hoeverre worden de afstandsregels gehandhaafd ? Meer concreet : kan u cijfers geven over het aantal processen-verbaal dat werd uitgeschreven in 2004 voor het niet naleven van de afstandsregels ?

b) Existe-t-il des données relatives aux efforts accomplis par les services de police pour faire respecter ces règles ?

b) Bestaan er gegevens over de inspanningen die de politiediensten leveren om deze regels te handhaven ?

2. Il semblerait que les chauffeurs étrangers soient ceux qui respectent le moins les distances de sécurité, sans doute par méconnaissance de la réglementation.

2. Naar verluidt zouden vooral buitenlandse chauffeurs de onderlinge afstanden niet respecteren. Mogelijk omdat zij onvoldoende op de hoogte zijn van de regelgeving.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32432

a) Avez-vous prévu des campagnes d’information et de sensibilisation ?

a) Worden er informatie- en sensibiliseringscampagnes gepland ?

b) Les distances de sécurité imposées dans notre pays diffèrent-elles sensiblement de celles appliquées chez nos voisins ?

b) In hoeverre verschillen de afstandsregels in ons land met de buurlanden ?

c) Il conviendrait d’harmoniser cette réglementation au niveau européen. Des démarches ont-elles été effectuées en ce sens ?

c) Het is aangewezen om deze Europees te harmoniseren, worden er stappen in die richting gezet ?

3. Les routiers se plaignent de ce que, lorsqu’ils maintiennent une distance suffisante avec le véhicule qui les précède, un véhicule vient toujours s’intercaler, ce qui les oblige en principe à ralentir pour rétablir une distance suffisante avec ce véhicule. La campagne de sensibilisation devrait donc s’adresser autant aux routiers qu’aux automobilistes.

3. Chauffeurs klagen ook over het feit dat als zij de nodige afstand bewaren, er altijd een ander voertuig tussenglipt, waardoor zij in principe moeten vertragen om opnieuw de nodige afstand te cree¨ren met hun voorganger. Sensibilisering moet dan ook niet enkel gericht zijn op vrachtwagenchauffeurs, maar even goed op automobilisten.

a) Cette réalité est-elle suffisamment prise en compte ?

a) In hoeverre wordt hier rekening mee gehouden ?

b) La question a-t-elle été évoquée lors de la concertation avec le secteur du transport dans le cadre de votre plan d’action « Huit points d’action pour les poids lourds » (« Acht voor Vracht ») ?

b) Wordt deze problematiek ook besproken tijdens het overleg met de transportsector in verband met uw actieplan « Acht voor Vracht » ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 25 avril 2007, à la question no 342 de M. Jef Van den Bergh du 22 août 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 25 april 2007, op de vraag nr. 342 van de heer Jef Van den Bergh van 22 augustus 2005 (N.) :

1. a) En 2004, la police fédérale de la route a constaté 6 028 infractions au niveau du non-respect des distances de sécurité. Compte tenu d’une marge de sécurité, déterminée en concertation avec les parquets, cela a donné lieu au total à 1 281 contraventions.

1. a) In 2004 stelde de Wegpolitie van de Federale Politie in totaal 6 028 overtredingen vast voor het nietnaleven van de afstandsregels. Rekening houdend met een veiligheidsmarge, bepaald in samenspraak met de parketten, heeft dat in totaal 1 281 bekeuringen opgeleverd.

En 2005, la police de la route a constaté 5 600 infractions aux distances de sécurité, dont 1 190 ont abouti à des procès-verbaux.

Voor 2005 werden door de Wegpolitie 5 600 overtredingen op de tussenafstanden vastgesteld, waaruit 1 190 bekeuringen resulteerden.

Pour 2006, aucune donnée n’est encore disponible étant donné que le module statistique du nouveau programme de gestion des contraventions n’a pas encore été développé.

Voor 2006 zijn nog geen gegevens beschikbaar, gelet op het feit dat de statistische module van het nieuwe programma voor het beheer van bekeuringen nog niet is ontwikkeld.

b) Pour 2004, il n’existe pas de données concernant le nombre d’heures de controˆles prestées dans le cadre du respect des intervalles de sécurité.

b) Voor 2004 bestaan er geen gegevens over het aantal controle-uren dat is uitgevoerd met betrekking tot het respecteren van de afstandsregels.

Pour 2005, la police fédérale de la route a défini un objectif de 1 965 heures-homme au minimum pour ce qui concerne le controˆle des intervalles.

Voor 2005 werden er door de Wegpolitie van de Federale Politie 1 965 manuren besteed aan de controle van de tussenafstanden.

En 2006, 2 232 heures-homme y ont été consacrées.

In 2006 waren dat 2 232 manuren.

L’insécurité routière liée au transport de marchandises par route exige une approche proactive, intégrée et spécifique, où toutes les parties concernées doivent collaborer.

De verkeersonveiligheid met betrekking tot het goederenvervoer over de weg vraagt om een proactieve, geı¨ntegreerde en specifieke aanpak, waarbij alle betrokken partijen samenwerken.

Le controˆle des camions sur la route, qui s’effectue à n’importe quelle heure du jour ou de la nuit en collaboration avec l’inspection du travail, la

Een belangrijk onderdeel zijn de controles van vrachtwagens langs de weg, die op alle tijdstippen van de dag en de nacht worden uitgevoerd in


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32433

douane et la police fédérale, constitue un élément important. De plus, de nombreux controˆles volants sont encore prévus par les services du Service public fédéral Mobilité et Transports. Surtout le nombre sans cesse croissant de camions en provenance de l’Europe de l’Est exige des controˆles supplémentaires en vue d’assurer la sécurité du transport routier.

samenwerking met de arbeidsinspectie, de douane en de Federale Politie. Daarnaast zijn er nog heel wat vliegende controles voorzien van de diensten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Vooral het sterk groeiende aantal vrachtwagens uit Oost-Europa vraagt om bijkomende controles in functie van een veilig wegtransport.

Ces controˆles complètent des actions prévues pour 2007 par la police fédérale de la route. Elle prévoit dans son plan d’action 2007 de mener 20 % de controˆles en plus sur les poids lourds. La priorité sera mise sur le respect des temps de conduite et de repos, et les distances. Elle controˆlera également que les chargements sont bien arrimés.

Deze controles sluiten aan bij de voor 2007 geplande acties van de Federale Wegpolitie. Zij plant in haar actieplan 2007 20 % meer controles uit te voeren op het vrachtvervoer. De prioriteit zal daarbij liggen op het respect van rij- en rusttijden en op de afstanden. Bovendien zal zij controleren of de ladingen goed zijn vastgemaakt.

2. a) Des campagnes spécifiques aux poids lourds sont menées régulièrement.

2. a) Op geregelde tijdstippen worden specifieke campagnes met betrekking tot het vrachtvervoer gevoerd.

Ainsi, en février 2007, une campagne a été lancée en collaboration avec l’IBSR et la Police fédérale sur l’interdiction de dépasser pour les camions en cas de « précipitations » (voir point 3). Cette campagne attire par exemple aussi l’attention sur le fait que, en raison de leur masse, bon nombre de poids lourds ont besoin d’une distance de freinage plus longue.

Zo werd in februari 2007 in samenwerking met het BIVV en de Federale Politie een campagne gelanceerd over het inhaalverbod bij « neerslag » voor vrachtwagens (zie punt 3). In deze campagne is bijvoorbeeld ook oog voor het feit dat veel vrachtwagens, door hun grote massa, een grotere afstand nodig hebben om te kunnen stoppen.

Je compte dès lors installer le plus rapidement possible des panneaux frontaliers précisant clairement certaines règles (telles que l’interdiction de dépasser en cas de précipitations) aux conducteurs (de poids lourds) entrant en Belgique. Cette problématique fait actuellement l’objet de négociations avec les régions.

Het is dan ook mijn bedoeling om zo snel als mogelijk grensborden te kunnen plaatsen, waarop bepaalde regels (zoals inhaalverbod bij neerslag) aan de (vrachtwagen)bestuurders die Belgie¨ binnenrijden kunnen duidelijk gemaakt worden. Besprekingen met de gewesten over deze problematiek zijn hangende.

En matière de distances de sécurité, la réglementation diffère peu de celle de nos pays voisins (cf. infra).

Specifiek voor wat de afstandsregels betreft, is de regelgeving niet zo sterk verschillend van onze buurlanden (cf. infra).

Enfin, je souhaite encore signaler à ce propos l’action menée par la province du Brabant flamand concernant le transport de marchandises sûr (voir http://www.vlaamsbrabant.be/mobielziin/verk eersveiligheid/verkeersveiligheidCONTENT.is p?page=5519).

In dit verband wens ik ten slotte nog melding te maken van de actie die de provincie VlaamsBrabant voert rond veilig vrachtvervoer (zie http:// www.vlaamsbrabant.be/mobielziin/ verkeersveiligheid/verkeersveiligheidCONTENT.is p?page=5519).

La province invite les entreprises de transport à souscrire à une charte de la sécurité qui met l’accent sur les distances de sécurité. Elle décerne chaque année son label de qualité « Wijs op Weg » aux entreprises du Brabant flamand qui déclarent explicitement adhérer aux points d’attention de cette charte.

De provincie vraagt aan de transportbedrijven om een veiligheidscharter te onderschrijven, waarin gewezen wordt op de veiligheidsafstand. Jaarlijks wordt er het Vlaams-Brabantse kwaliteitslabel « Wijs op Weg » uitgereikt aan Vlaams-Brabantse bedrijven die uitdrukkelijk verklaren de aandachtspunten van dit charter te onderschrijven.

b) Les règles concernant l’intervalle de sécurité en application en Belgique (l’article 18.2 et 10.1.2o du code de la route) diffèrent quelque peu de celles de nos pays voisins.

b) De afstandsregels die in Belgie¨ van toepassing zijn (artikel 18.2 en 10.1.2o van het verkeersreglement) verschillen in beperkte mate met die van onze buurlanden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32434

En Allemagne, les camions ayant une masse maximale autorisée (MMA) de plus de 3,5 tonnes, ainsi que les autocars doivent maintenir un intervalle minimum de 50 mètres par rapport au véhicule qui précède s’ils roulent à plus de 50 km/h.

In Duitsland moeten vrachtwagens met een maximaal toegelaten massa (MTM) van meer dan 3,5 ton en de autocars een tussenafstand van ten minste 50 meter behouden ten opzichte van de voorligger, wanneer zij meer dan 50 km/uur rijden.

En France, les véhicules ayant une MMA supérieure à 3,5 tonnes ou une longueur supérieure à 7 mètres doivent maintenir un intervalle de 50 mètres.

In Frankrijk moeten de voertuigen met een MTM van meer dan 3,5 ton of langer dan 7 meter een tussenafstand van 50 meter bewaren.

Au Luxembourg, les véhicules ayant une MMA supérieure à 5 tonnes doivent maintenir entre eux un intervalle minimum de 100 mètres en dehors des agglomérations.

In Luxemburg moeten de voertuigen met een MTM van meer dan 5 ton, buiten de bebouwde kom, een onderlinge afstand houden van ten minste 100 meter.

c) Une harmonisation des règles en matière de sanction concernant Sa vitesse, la conduite sous l’influence d’alcool et le port de la ceinture de sécurité est en cours au niveau européen. Elle constituera déjà, en soi, un processus de longue haleine, mais j’ai le sentiment que de nombreux E´tats membres sont également demandeurs d’une harmonisation des règles relatives aux poids lourds (par exemple : dépassement et temps de conduite et de repos).

c) Momenteel werkt men op Europees vlak aan de harmonisatie van de handhavingsregels inzake snelheid, rijden onder invloed van alcohol en gordeldracht. Dit zal op zich reeds een proces van lange adem zijn, maar ik heb de indruk dat er in vele Lidstaten eveneens vraag bestaat naar de harmonisatie van regels inzake het zwaar vervoer (bijvoorbeeld inhalen en rij- en rusttijden).

3. a) Les campagnes visent en effet à améliorer l’entente entre les automobilistes et les chauffeurs de poidslourds, mettant l’accent sur les principaux points névralgiques comme adapter la vitesse près des bretelles d’accès et de sortie, utiliser à temps les indicateurs de direction, maintenir un intervalle de sécurité et éviter les dépassements inutiles.

3. a) De campagnes inzake vrachtvervoer betrachten inderdaad de verstandhouding tussen autobestuurders en vrachtwagenbestuurders te verbeteren, met de nadruk op de belangrijkste pijnpunten zoals het aanpassen van de snelheid bij open afritten, het tijdig gebruiken van de richtingaanwijzers, het veilig afstand houden en het niet onnodig inhalen.

L’objectif de la campagne actuelle (voir point 2. a) est, d’une part, d’informer les usagers de l’interdiction de dépasser et, d’autre part, d’inciter les automobilistes et les chauffeurs de camions à adopter, les uns envers les autres, un comportement au volant plus sûr, plus courtois et plus social.

Behalve informeren over het inhaalverbod, wil ook de huidige campagne (zie punt 2. a) automobilisten en vrachtwagenbestuurders aansporen tot een veiliger, hoffelijker en socialer rijgedrag ten opzichte van elkaar.

D’un coˆté, les conducteurs de voitures se sentent souvent menacés par la taille et Sa masse des poids lourds. Plus de la moitié des personnes qui utilisent régulièrement les autoroutes se disent parfois ou souvent en insécurité sur ces voies, montre une enquête de la police de la route. Ce sont les poids lourds, la vitesse inadaptée ou excessive et le comportement des autres usagers qui sont surtout à l’origine de ce sentiment d’insécurité.

Automobilisten voelen zich immers vaak in het nauw gedreven door de grote en imposante vrachtwagens. Een enquête van de wegpolitie toont aan dat meer dan de helft van de personen die regelmatig de autosnelwegen gebruikt, zich soms of vaak onveilig voelt op deze wegen. Het zijn voornamelijk het vrachtvervoer, de onaangepaste of overdreven snelheid en het gedrag van de andere bestuurders die aan de oorzaak van dit onveiligheidsgevoel liggen.

Mais d’un autre coˆté, le comportement irréfléchi de certains automobilistes irrite fréquemment les camionneurs. Le respect de l’interdiction de dépasser en cas de précipitations symbolise, dès lors, le respect mutuel entre ces deux catégories d’usagers.

Anderzijds ergeren vrachtwagenchauffeurs zich vaak aan het onbezonnen rijgedrag van sommige autobestuurders. Het naleven van het inhaalverbod bij neerslag symboliseert in die zin het wederzijdse respect tussen beide weggebruikers.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32435

b) Cette problématique a en effet été intervenue dans le plan d’action « Huit points d’action pour les poids-lourds » en ce temps-là. Des campagnes de sensibilisation ont été lancées pour appeler l’attention des automobilistes sur les situations dangereuses qu’ils sont suceptibles de provoquer en se rabattant juste devant un camion.

b) Deze problematiek is destijds inderdaad aan bod gekomen in het actieplan « Acht voor vracht ». Er werden sensibiliseringscampagnes gelanceerd om automobilisten te attenderen op het feit dat het invoegen net voó´r een vrachtwagen tot gevaarlijke situaties kan leiden.

DO 2005200606025

DO 2005200606025

Question no 376 de M. Filip De Man du 20 octobre 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 376 van de heer Filip De Man van 20 oktober 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Aéroports. — Communes. — Couˆt du service d’incendie. — Clé de répartition.

Luchthavens. — Gemeenten. — Kosten van brandweer. — Verdeelsleutel.

L’aéroport de Zaventem entraıˆne des frais supplémentaires pour les communes voisines. Le service d’incendie de Zaventem doit par exemple disposer de matériel spécial pour faire face à d’éventuels scénarios catastrophes. Par ailleurs, le cadre du personnel tient compte des interventions à l’aéroport. Les communes de Machelen et de Steenokkerzeel participent également à ces interventions; le domaine de l’aéroport est en effet situé pour 58 % sur le territoire de Steenokkerzeel.

De luchthaven van Zaventem brengt voor de omliggende gemeenten extra kosten met zich mee. Zo is het noodzakelijk dat de brandweer van Zaventem speciaal materiaal bezit om eventuele rampscenario’s aan te kunnen en bij het vormen van de personeelsformatie wordt rekening gehouden met de interventies op de luchthaven. Ook de gemeenten Machelen en Steenokkerzeel draaien mee op voor deze interventies, zo is 58 % van de luchthaven eigenlijk op Steenokkerzeels grondgebied gelegen.

Les frais occasionnés par le service d’incendie sont répercutés sur ces communes sur la base d’une clé de répartition, alors que le gouvernement fédéral ne participe pas aux dépenses.

De kosten van de brandweer worden via een verdeelsleutel op deze gemeenten verhaald, de federale regering betaalt hier echter niet mee.

1. La clé de répartition peut-elle être réexaminée de sorte que les autorités fédérales interviennent dans les dépenses ?

1. Kan de verdeelsleutel herbekeken worden, zodat de nationale overheid mee bijdraagt in deze kosten ?

2. Une telle réglementation est-elle déjà d’application pour d’autres aéroports comme ceux de Deurne, d’Ostende ou de Bierset ?

2. Is een dergelijke regeling al getroffen voor andere luchthavens zoals Deurne, Oostende of Bierset ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 25 avril 2007, à la question no 376 de M. Filip De Man du 20 octobre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 25 april 2007, op de vraag nr. 376 van de heer Filip De Man van 20 oktober 2005 (N.) :

Indépendamment du fait qu’un aéroport doit, conformément à la réglementation internationale et nationale, disposer lui-même d’un service d’incendie devant pouvoir intervenir en cas de nécessité, sa présence ne se distingue nullement de celle de l’un ou l’autre établissement industriel d’importance demandant des efforts similaires des autorités communales.

Afgezien van het feit dat een luchthaven overeenkomstig de internationale en nationale regelgeving zelf over brandweerdiensten dient te beschikken die in geval van noodzaak moeten kunnen ingrijpen, onderscheidt haar aanwezigheid zich in niets van die van een of andere belangrijke industrie¨le vestiging die gelijkaardige inspanningen vereist van de gemeentelijke overheid.

En outre, la lutte contre les incendies est une matière relevant de la compétence de mon collègue de l’Intérieur. (Question no 1274 du 26 avril 2007.)

Bovendien is de brandbestrijding een aangelegenheid waarvoor mijn collega van Binnenlandse Zaken bevoegd is. (Vraag nr. 1274 van 26 april 2007.)

Pour ce qui concerne vos questions spécifiques, je peux vous communiquer les éléments suivants.

Wat uw specifieke vragen betreft kan ik u volgende elementen meedelen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32436

1. Je renvoie à mon collègue de l’Intérieur pour une éventuelle révision de la clé de répartition des frais de service d’incendie. ` ma connaissance, il n’y a pas à Ostende, 2. A Deurne ou Bierset d’accords en vertu desquels l’aéroport ou les Régions contribueraient au financement des frais de service d’incendie liés à la présence de l’aéroport. Dans la commune de Bierset, le service d’incendie est organisé par une intercommunale couvrant environ la moitié de la province de Liège et la présence ou non de l’aéroport n’a aucune influence sur le degré d’équipement ou l’effectif du corps des pompiers.

1. Ik verwijs naar mijn collega van Binnenlandse Zaken voor een eventuele herziening van de verdeelsleutel van de kosten voor brandbestrijding.

DO 2005200607586

DO 2005200607586

Question no 450 de M. Jef Van den Bergh du 22 mars 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 450 van de heer Jef Van den Bergh van 22 maart 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Véhicules prioritaires.

Prioritaire voertuigen.

En Belgique, outre les véhicules des services de secours, d’autres véhicules ont également le statut de véhicule prioritaire (équipé d’un gyrophare bleu). La liste de ces véhicules est établie par le gouvernement lui-même.

Naast de hulpdiensten zijn er nog andere voertuigen in ons land die het statuut hebben van prioritaire voertuigen (blauw zwaailicht). Zij worden door de regering zelf vastgesteld.

1. Pouvez-vous fournir une liste nominative des instances auxquelles un véhicule prioritaire a été attribué, ainsi que la justification de cette attribution ?

1. Kan u de lijst, nominatief, meedelen van de instanties die een prioritair voertuig toegewezen kregen, evenals de motivering ?

2. a) Pouvez-vous également indiquer si ces véhicules prioritaires sont soumis aux mêmes règles que les véhicules prioritaires des services de secours (police, pompiers, protection civile, ambulances, etc.) ?

2. a) Kan u tevens meedelen of voor deze prioritaire voertuigen dezelfde regels gelden als voor de prioritaire voertuigen van de hulpdiensten (politie, brandweer, civiele bescherming, ziekenwagens, enzovoort) ?

b) Les autres usagers de la route doivent-ils respecter les mêmes règles de priorité en ce qui concerne ces véhicules ?

b) Moeten de andere weggebruikers ten overstaan van deze voertuigen dezelfde voorrangsregels respecteren ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 25 avril 2007, à la question no 450 de M. Jef Van den Bergh du 22 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 25 april 2007, op de vraag nr. 450 van de heer Jef Van den Bergh van 22 maart 2006 (N.) :

1. Les véhicules banalisés suivants ont reçu l’autorisation d’utiliser un feu bleu clignotant amovible et un avertisseur spécial :

1. Volgende anonieme voertuigen kregen toelating tot het gebruik van een afneembaar blauw zwaailicht en een speciale geluidshoorn :

— le véhicule de service des ministres de l’Intérieur (en tant que chef des services de police), des Finances (en tant que chef des services de lutte contre la fraude financière), de la Justice (en tant que chef de l’appareil judiciaire) et des Affaires étrangères (pour des déplacements urgents avec escorte et sous sa propre responsabilité);

— het dienstvoertuig van de ministers van binnenlandse zaken (als hoofd van de politiediensten), financie¨n (als hoofd van de diensten financie¨le fraudebestrijding), justitie (als hoofd van het gerechtelijk apparaat) en buitenlandse zaken (voor dringende verplaatsingen met escorte en onder zijn verantwoordelijkheid);


2006

2. Bij mijn weten zijn er noch in Oostende, Deurne of Bierset overeenkomsten afgesloten waarbij de luchthaven of de Gewesten zouden bijdragen voor de financiering van de kosten voor brandbestrijding verband houdend met de aanwezigheid van de luchthaven. In de gemeente Bierset wordt de brandbestrijding georganiseerd door een intercommunale die ongeveer de helft van de provincie Luik beslaat en de al of niet aanwezigheid van de luchthaven heeft er geen invloed op de uitrustingsgraad of bemanning van het brandweerkorps.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32437

— environ 25 véhicules utilisés par les douanes & accises (SPF Finances) dans le cadre de missions de recherche spéciales (trafic de drogues, fraude à la TVA, etc.); — une trentaine de véhicules de la sûreté de l’E´tat dans le cadre des missions qui leur ont été attribuées;

— een 25-tal voertuigen gebruikt door douane & accijnzen (FOD Financie¨n) in het kader van bijzondere opsporingsopdrachten (drugstrafiek, BTWfraude, enzovoort);

— un véhicule de l’office des étrangers (lutte contre l’immigration clandestine et la traite des humains).

— één voertuig van de dienst vreemdelingenzaken (bestrijding illegale immigratie en mensenhandel).

Afin de pouvoir protéger leurs fonctionnaires dirigeants, les organisations internationales comme l’OTAN, l’UEO, le SHAPE et l’UE ont le droit d’utiliser une signalisation prioritaire de façon permanente sur 2 à 3 véhicules à la fois.

Met het oog op de bescherming van hun leidende ambtenaren mogen de internationale organisaties NAVO, WEU, SHAPE en EU permanent prioritaire signalisatietekens voeren op telkens 2 of 3 voertuigen.

Les véhicules non banalisés suivants ont reçu l’autorisation d’utiliser une signalisation prioritaire d’une façon permanente :

Volgende herkenbare voertuigen kregen toelating om permanent prioritaire signalisatie te voeren :

— les véhicules destinés à apporter une aide spécialisée en cas d’incident grave sur le réseau d’exploitation de l’une des sociétés de transports en commun (une vingtaine);

— voertuigen voor gespecialiseerde hulpverlening bij ernstig incident op het exploitatienet van één van de openbare vervoersmaatschappijen (een 20-tal);

— 2 véhicules d’intervention médicale (ne faisant pas partie du service 100), destinés exclusivement aux besoins de la zone portuaire anversoise (l’un au nom de la Croix Rouge, l’autre au nom de SIHWA VZW).

— 2 medische interventievoertuigen (niet in het kader van de dienst 100) uitsluitend ten behoeve van het Antwerps havengebied (één op naam van het Rode Kruis, het ander op naam van SIHWA VZW).

Un feu bleu clignotant amovible et un avertisseur sonore spécial peuvent également être utilisés sur quinze véhicules reconnus par le SPF de la Santé publique pour le transport d’organes destinés à la transplantation. Ces véhicules sont enregistrès soit au nom de firmes privées, soit au nom d’hoˆpitaux.

Een afneembaar blauw zwaailicht en een speciale geluidshoorn mogen ook gebruikt worden op vijftien, door de FOD Volksgezondheid, voor het vervoer van transplantatieorganen erkende voertuigen. Zij staan geregistreerd op naam van privé-firma’s of ziekenhuizen.

2. Tant l’utilisation de la signalisation prioritaire que le comportement des autres usagers de la route à l’égard de ces véhicules sont définis dans le règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique (arrêté royal du 1er décembre 1975). Celui-ci est valable pour et à l’encontre de tous les véhicules prioritaires sans distinction aucune.

2. Zowel het gebruik van de prioritaire signalisatietekens als het gedrag van de andere weggebruikers ten overstaan van deze voertuigen staan vermeld in het Algemeen Reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (koninklijk besluit van 1 december 1975). Zij gelden voor en ten overstaan van alle prioritaire voertuigen zonder onderscheid.

DO 2005200608595

DO 2005200608595

Question no 504 de M. Guido De Padt du 24 juillet 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 504 van de heer Guido De Padt van 24 juli 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Curvomètres. — Controˆles de la vitesse des cyclomoteurs et des scooters.

Curvometers. — Controles snelheid van bromfietsen en scooters.

Les curvomètres sont des appareils qui étaient utilisés lors de controˆles pour mesurer la vitesse maximale des scooters et des cyclomoteurs. L’ancien ministre de

Curvometeres zijn toestellen die bij controles gebruikt werden om de maximumsnelheid van scooters en bromfietsen vast te stellen. Dat de betrouw-


2006

— een 30-tal voertuigen van de staatsveiligheid in het kader van de hen toe gewezen opdrachten;

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32438

la Mobilité, M. Anciaux, a confirmé que la fiabilité de ces appareils lors du test sur rouleaux n’était pas parfaite et il a également reconnu la gravité de la situation (question no 1876 de M. De Padt et question no 1995 de M. Verherstraeten du 10 mars 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques, 10 mars 2004, COM 193, p. 39). Il était alors question d’organiser une concertation avec le ministre de l’Ećonomie de l’époque et l’Institut belge de la sécurité routière (IBSR) sur l’homologation et l’étalonnage des appareils et sur l’ensemble du problème.

baarheid van die toestellen om de rollentest uit te voeren niet optimaal is, bevestigde de vroegere minister van Mobiliteit Anciaux, die ook de ernst van de zaak erkende (vraag nr. 1876 van de heer De Padt en vraag nr. 1995 van de heer Verherstraeten van 10 maart 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven, 10 maart 2004, COM 193, blz. 39). Er was toen sprake van dat er overleg zou komen met de toenmalige minister van Economie én het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) over de homologatie en ijking van de toestellen en deze problematiek in het algemeen.

J’entends dire ça et là que le curvomètre n’est pas conforme à la procédure de mesure telle que décrite dans la directive européenne 95/1/CE. Il fait notamment fonctionner un véhicule dans une situation qui ne peut se produire dans la circulation. Il est en effet insuffisamment tenu compte de la résistance au roulement et à l’air.

Her en der wordt gezegd dat de curvometer niet conform de meetprocedure is zoals die beschreven wordt in de Europese richtlijn 95/1/EG. Het laat namelijk een voertuig functioneren in een toestand die al rijdende niet kan voorkomen. Met de rolweerstand en windweerstand wordt namelijk veel te weinig rekening gehouden.

1. Avez-vous déjà, en votre qualité actuelle de ministre de la Mobilité, pris des initiatives, organisé des concertations ou apporté des modifications à la législation dans le cadre des controˆles de la vitesse (maximale) des cyclomoteurs, en général, et du test sur rouleaux en particulier ?

1. Heeft u als huidig minister van Mobiliteit al initiatieven genomen, overleg gepleegd of wijzigingen aan de wetgeving aangebracht in verband met de controles van de (maximum-)snelheden van bromfietsen in het algemeen en de rollentest in het bijzonder ?

2. a) Par quelles méthodes et avec quels appareils la vitesse (maximale) des cyclomoteurs et des scooters est-elle controˆlée dans notre pays ?

2. a) Op welke manieren én met welke toestellen worden de bromfietsen en de scooters op hun (maximum-)snelheid in ons land gecontroleerd ?

b) Quelle est la méthode la plus courante et quelle est, objectivement, la plus fiable ?

b) Wat is de meest gebruikte manier en wat is, objectief gezien, de meest betrouwbare ?

3. a) Les curvomètres sont-ils toujours utilisés dans notre pays (dans l’affirmative, dans quelles zones de police) pour mesurer la vitesse (maximale) des cyclomoteurs et des scooters ?

3. a) Worden de curvometers nog steeds gebruikt in ons land (zo ja, welke politiezones) om de (maximum-) snelheid van bromfietsen en scooters vast te stellen ?

b) Des problèmes se posent-ils (ou se posaient-ils, si les curvomètres ne sont plus utilisés) réellement en l’occurrence en ce qui concerne la fiabilité des mesures ?

b) Stellen (of stelden indien ze niet meer gebruikt worden) zich hier inderdaad problemen met de betrouwbaarheid van de metingen ?

4. Quelles sont les (diverses) réglementations européennes que la Belgique est tenue de respecter lors du controˆle de la vitesse et qu’impliquent-elles précisément ?

4. Wat zijn de (diverse) Europese regelgevingen waaraan Belgie¨ zich dient te houden bij het controleren van de snelheid en wat houden die precies in ?

5. Quelles sont les (diverses) réglementations actuellement en vigueur en Belgique et dans les pays voisins (quelles sont les différences par rapport à notre pays) ?

5. Welke (verschillende) regelgevingen zijn op dit moment in Belgie¨ en in onze buurlanden (verschillen met ons land) van kracht ?

6. Toutes les méthodes de controˆle de la vitesse appliquées dans notre pays sont-elles conformes à la réglementation européenne ?

6. Zijn alle manieren om de snelheid te controleren in ons land op dit ogenblik conform de Europese regelgeving ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32439

7. Des réformes sont-elles prévues dans un avenir proche au niveau fédéral en matière de controˆle de la vitesse des cyclomoteurs et des scooters (dans l’affirmative, lesquelles) ?

7. Zijn er op federaal vlak hervormingen gepland voor de nabije toekomst in verband met het controleren van de snelheid van bromfietsen en scooters (en zo ja, welke) ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 23 avril 2007, à la question no 504 de M. Guido De Padt du 24 juillet 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 april 2007, op de vraag nr. 504 van de heer Guido De Padt van 24 juli 2006 (N.) :

1. La mesure des vitesses maximales a posé des problèmes par le passé. Toutefois, les appareils utilisés (les bancs d’essai à rouleaux, appelés aussi erronément curvimètres) sont réglementés et soumis au controˆle depuis 1997.

1. De meting van de maximumsnelheden heeft in het verleden problemen opgeleverd. Desondanks zijn de gebruikte toestellen (de rollentestbanken, die ook wel verkeerdelijk curvimeters worden genoemd) sinds 1997 wettelijk omkaderd en aan controle onderworpen.

2. a) et b) Dans notre pays, la vitesse maximale des cyclomoteurs et des scooters est mesurée à l’aide des bancs d’essai à rouleaux précités.

2. a) en b) In ons land wordt de maximumsnelheid van bromfietsen en scooters getest via de bovengenoemde rollentestbanken.

3. a) Comme indiqué précédemment, les curvimètres (bien que l’appellation correcte soit banc d’essai à rouleaux) sont toujours utilisés dans notre pays, tant par la police locale que fédérale.

3. a) Zoals hierboven reeds aangegeven, worden de curvimeters (hoewel de correcte benaming rollentestbank is) nog steeds gebruikt in ons land. Ze worden zowel door de lokale als door de federale politie gebruikt.

b) Le Service de la Métrologie du SPF Ećonomie délivre pour certains modèles de bancs d’essai à rouleaux une autorisation de vente. Et après la réalisation d’essais sur un appareil individuel, ce service délivre pour celui-ci une autorisation d’utilisation, valide pour deux ans.

b) De Dienst Metrologie van de FOD Economie levert voor bepaalde rollentestbankmodellen een verkoopsvergunning af. En na uitvoering van proeven op een individueel toestel levert die dienst hiervoor een gebruiksvergunning af, die geldig is voor twee jaar.

Lors d’une mesure, la « vitesse maximale atteinte » par le véhicule est mentionnée sur le procès-verbal. Afin de tenir compte de certains facteurs influençant la vitesse du véhicule sur la voie publique (résistance au roulement et à l’air) ou, en d’autres termes, d’augmenter la fiabilité de la mesure, une marge d’environ 8 kilomètres à l’heure est retirée en cas de poursuite ultérieure.

Bij een meting wordt een « hoogst behaalde snelheid » van het voertuig geregistreerd op het procesverbaal. Om rekening te houden met bepaalde factoren die de snelheid van de bestuurder op de openbare weg beı¨nvloeden (rol- en windweerstand), om met andere woorden de betrouwbaarheid van de meting te verhogen, wordt bij een eventuele latere vervolging een marge van ongeveer 8 kilometer per uur afgetrokken.

` ma connaissance, il n’existe pas en soi de régle4. A mentation européenne relative aux controˆles de vitesse.

4. Er bestaat bij mijn weten geen Europese regelgeving met betrekking tot het controleren van de snelheid op zich.

L’appareillage qui est utilisé pour controˆler les vitesses, tels que les bancs d’essai à rouleaux et les radars, doit par contre être conforme à des standards internationaux (ISO). Le ministre de L’Ećonomie est mieux placé pour fournir plus d’information à ce sujet.

De apparatuur die voor snelheidscontroles wordt gebruikt, zoals rollentestbanken en radars, moet daarentegen wel voldoen aan bepaalde internationale standaarden (ISO). De minister van Economie is echter beter geplaatst om daarover meer informatie te verschaffen.

5. La base légale est la loi du 4 août 1996 relative à l’agrément et à l’utilisation dans la circulation routière d’appareils fonctionnant automatiquement en présence ou en l’absence d’un agent qualifié.

5. De wettelijke basis vormt de wet van 4 augustus 1996 betreffende de erkenning en het gebruik van bemande en onbemande automatisch werkende toestellen in het wegverkeer.

L’étalonnage et la délivrance d’autorisations en vue de l’utilisation de curvimètres sont traités plus en

De ijking en het afleveren van vergunningen voor het gebruik van de curvimeters worden nader behan-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32440

détail dans l’arrêté royal du 11 octobre 1997 relatif à l’approbation et à l’homologation des appareils fonctionnant automatiquement, utilisés pour surveiller l’application de la loi relative à la police de la circulation routière et des arrêtés pris en exécution de celle-ci.

deld in het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de goedkeuring en homologatie van de automatisch werkende toestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten.

Le banc d’essai à rouleaux est également employé aux Pays-Bas et en France, tout comme dans d’autres E´tats membres européens.

De rollentestbank wordt ook in Nederland en Frankrijk gebruikt, net als in een aantal andere Europese lidstaten.

6. Oui.

6. Ja.

7. Non.

7. Neen.

DO 2006200709141

DO 2006200709141

Question no 525 de M. Jan Mortelmans du 14 novembre 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 525 van de heer Jan Mortelmans van 14 november 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Véhicules. — Marques d’immatriculation rétroréfléchissantes à l’avant des véhicules.

Voertuigen. — Retroflecterende nummerplaten vooraan.

La précédente coalition violette a instauré en 2001 l’obligation de placer une marque d’immatriculation rétroréfléchissante à l’avant de tous les véhicules immatriculés dans notre pays. Les couˆts directs causés par cette mesure considérée comme nécessaire et prioritaire par le gouvernement sont supportés non pas par l’E´tat mais par les propriétaires. Cette mesure a couˆté à chaque ménage entre 10 et 15 euros par véhicule, sans compter les embarras dont elle s’accompagne. Je dois avouer que depuis lors, je n’ai plus guère entendu évoquer le thème des marques d’immatriculation rétroréfléchissantes ni d’un quelconque suivi ou controˆle de cette mesure. Pourtant, ce gouvernement est toujours convaincu, ainsi que vous-même, qu’il était nécessaire d’imposer la marque d’immatriculation rétroréfléchissante, une mesure indispensable, à vos yeux, non seulement pour améliorer l’identification, mais également pour accroıˆtre la Sécurité routière. Une telle conviction devrait tout de même justifier des controˆles spécifiques et intenses.

De vorige paarse regering heeft in 2001 de verplichting ingevoerd om alle in dit land ingeschreven voertuigen vooraan te voorzien van een retroflecterende nummerplaat. De rechtstreekse kosten als gevolg van deze volgens de regering noodzakelijke en prioritaire maatregel, werden niet door de overheid gedragen, maar door de eigenaars. Deze maatregel heeft elke gezin naast de nodige rompslomp tussen de 10 en de 15 euro per voertuig gekost. Ik moet toegeven dat ik sindsdien weinig of niet meer gehoord heb over de retroflecterende nummerplaat, noch over een of andere opvolging van de maatregel of controle erop. Nochtans is deze regering en uzelf nog steeds overtuigd van de toenmalige noodzaak om de retroflecterende nummerplaat verplicht te maken, wat volgens u niet alleen de identificatie ten goede komt, maar ook noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid. Dergelijke overtuiging zou een specifieke en intense controle toch moeten rechtvaardigen.

1. a) Dans notre pays, combien de véhicules respectentils l’obligation de placer une marque d’immatriculation rétroréfléchissante à l’avant ?

1. a) Hoeveel in dit land ingeschreven voertuigen zijn in regel met de verplichting van een retroflecterende nummerplaat vooraan ?

b) Combien de véhicules ne sont-ils pas en règle ?

b) Hoeveel zijn er niet in regel ?

c) Dispose-t-on de chiffres en la matière ?

c) Bestaan hierover cijfers ?

2. a) Les centres de controˆle technique vérifient-ils systématiquement, sur chaque véhicule, le respect de l’obligation de placer une marque d’immatriculation rétroréfléchissante à l’avant ?

2. a) Wordt de verplichting van een retroflecterende nummerplaat vooraan in de keuringscentra systematisch gecontroleerd op elk voertuig ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32441

b) Sur combien de véhicules les centres de controˆle technique ont-ils vérifié en 2005 la présence d’une marque d’immatriculation rétroréfléchissante ?

b) Hoeveel voertuigen zijn in 2005 in de keuringscentra op hun retroflecterende nummerplaat gecontroleerd ?

c) Combien de véhicules n’étaient-ils pas en règle ?

c) Hoeveel waren niet in regel ?

3. Les centres de controˆle technique disposent-ils du matériel ou des appareils nécessaires pour controˆler qu’une marque d’immatriculation est rétroréfléchissante ?

3. Hebben de keuringscentra het materiaal en/of de apparatuur om te controleren of een nummerplaat al dan niet retroflecterend is ?

4. Si les marques d’immatriculation rétroréfléchissantes ne font pas l’objet de controˆles ciblés et que les centres de controˆle technique ne disposent pas des appareils pour procéder à cette vérification, comment expliquez-vous cet état de fait ?

4. Indien er geen gerichte controles op retroflecterende nummerplaten gebeuren, noch de apparatuur bij de keuringscentra voorhanden is om dit te doen, kan u dan een of meerdere redenen hiervoor geven ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 23 avril 2007, à la question no 525 de M. Jan Mortelmans du 14 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 april 2007, op de vraag nr. 525 van de heer Jan Mortelmans van 14 november 2006 (N.) :

1. Il n’y a pas de chiffres globaux disponibles, seulement des chiffres partiels via les stations de controˆle technique (voir point suivant).

1. Er zijn geen globale cijfers beschikbaar, wel partie¨le via de keuringsstations (zie volgend punt).

2. a) En principe, l’obligation d’apposer une reproduction rétro réfléchissante de la marque d’immatriculation est vérifiée sur tous les véhicules soumis au controˆle technique.

2. a) In principe wordt de verplichting van een retroreflecterende reproductie van de kentekenplaat bij alle ter keuring aangeboden voertuigen gecontroleerd.

b) En 2006, 38 092 véhicules soumis périodiquement au controˆle technique ont été vérifiés en ce qui concerne la reproduction avant de leur marque d’immatriculation, ainsi que 1 691 véhicules ayant subi un controˆle technique en vue de leur vente.

b) In 2006 werden 38 092 periodiek gekeurde voertuigen gecontroleerd op hun reproductie vooraan van de kentekenplaat, alsook 1 691 voertuigen die een keuring voor verkoop ondergingen.

c) 408 véhicules (seulement 1,03 % des véhicules controˆlés) ne se trouvaient pas en ordre vis-à-vis de la reproduction et, parmi ceux-ci, l’on pouvait constater que la plupart des cas concernaient l’absence du caractère rétro réfléchissant de la reproduction. Les autres défauts des reproductions étaient la mauvaise lisibilité, la non conformité des signes ou des couleurs ou encore simplement l’absence de la reproduction dans son entièreté.

c) 408 gekeurde voertuigen (slechts 1,03 % van de gecontroleerde voertuigen) bleken niet in orde te zijn met de reproductie, waarbij mag gesteld worden dat de meerderheid van die gevallen het ontbreken van retroreflectie-eigenschappen betrof. Andere nummerplaatgebreken waren slechte leesbaarheid, niet reglementaire schrifttekens of kleuren ofwel gewoon het ontbreken van de voorplaat in zijn geheel.

3. Les centres de controˆle technique ne disposent pas de matériel ou d’appareillages spécialisés pour tester la rétro réflexion mais utilisent généralement une lampe de poche pour constater cette caractéristique sur la reproduction de la marque d’immatriculation. Ce procédé est normalement suffisant pour vérifier si une marque d’immatriculation est effectivement rétro réfléchissante.

De keuringscentra hebben geen gespecialiseerd materiaal of apparatuur om de retroreflectie uit te testen maar gebruiken doorgaans een zaklamp om de retroreflecterende eigenschappen van de reproductie waar te nemen. Dit blijkt doorgaans ruim voldoende om na te gaan of een nummerplaat al dan niet retroflecterend is.

4. Pas d’application.


4. Niet van toepassing. 2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32442

DO 2006200709613

DO 2006200709613

Question no 558 de M. Bart Laeremans du 24 janvier 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 558 van de heer Bart Laeremans van 24 januari 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Vols de nuit. — Diminution. — Nouveau plafond.

Nachtvluchten. — Vermindering aantal. — Nieuw plafond.

` la suite de la délocalisation partielle de DHL vers A Leipzig, le nombre de vols de nuit devait être ramené à 18 000.

Na het gedeeltelijke vertrek van DHL naar Leipzig zou het aantal nachtvluchten gereduceerd worden tot 18 000.

1. Pourriez-vous me préciser quand ce nouveau plafond en matière de nombre de vols de nuit entrera en vigueur ?

1. Kan u meedelen vanaf wanneer dit nieuw plafond zal ingaan ?

2. Ce nouveau plafond a-t-il été officialisé d’une manière ou d’une autre et est-il dès lors juridiquement contraignant ?

2. Werd het nieuw plafond op een of andere wijze geformaliseerd en bijgevolg juridisch afdwingbaar gemaakt ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 23 avril 2007, à la question no 558 de M. Bart Laeremans du 24 janvier 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 april 2007, op de vraag nr. 558 van de heer Bart Laeremans van 24 januari 2007 (N.) :

Le nombre de vols de nuit à l’aéroport de BruxellesNational est actuellement limité à 25 000 vols par an par le permis environnement de The Brussels Airport Company. Le comité de concertation a adopté un accord de principe le 7 octobre 2005 pour limiter ce nombre à 18 000 vols pour la période du 1er septembre 2008 jusqu’à 2020 sous réserve d’un accord global. Ce plafond n’a pas été entériné formellement à ce jour

De huidige milieuvergunning van de Brussels Airport Company beperkt het aantal nachtvluchten op de luchthaven Brussel-Nationaal tot 25 000 vluchten per jaar. Het overlegcomité heeft een principeakkoord aangenomen op 7 oktober 2005 om het aantal nachtvluchten voor de periode tussen 1 september 2008 tot 2020 te beperken tot 18 000 onder voorwaarde van een globaal akkoord. Dit plafond werd tot op heden niet formeel beslist.

DO 2006200709669

DO 2006200709669

Question no 560 de M. Philippe Collard du 30 janvier 2007 (Fr.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 560 van de heer Philippe Collard van 30 januari 2007 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :

SNCB. — Création d’un « rail pass transfrontalier ».

NMBS. — Invoering van een « grensoverschrijdende Rail Pass ».

La SNCB a mis sur pied, il y a plusieurs années de cela, le rail pass qui permet d’effectuer dix voyages au sein de notre pays à des conditions financières avantageuses.

Enkele jaren geleden heeft de NMBS de Rail Pass ingevoerd, waarmee men tegen een voordelig tarief tien enkele reizen op Belgisch grondgebied kan maken.

La province de Luxembourg compte un nombre important de navetteurs qui se rendent quotidiennement travailler chez nos amis grand-ducaux. Nombre d’entre eux effectuent ce trajet en voiture et souhaiteraient pouvoir de temps à autre faire ce trajet en train (période hivernale ou autre raison).

In het Groothertogdom Luxemburg werken veel pendelaars uit de provincie Luxemburg, zij steken dagelijks de grens over. Velen van hen doen dat met de wagen maar zouden het traject af en toe met de trein willen afleggen (tijdens de winter of om andere redenen).

1. Ne serait-il pas opportun de créer un rail pass transfrontalier ?

1. Ware het niet nuttig een grensoverschrijdende Rail Pass in te voeren ?

2. Des démarches ont-elles déjà été entreprises en ce sens avec les autorités du Grand-Duché de Luxembourg ?

2. Hebt u daartoe reeds de Luxemburgse overheden gecontacteerd ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32443

Réponse du ministre de la Mobilité du 23 avril 2007, à la question no 560 de M. Philippe Collard du 30 janvier 2007 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 april 2007, op de vraag nr. 560 van de heer Philippe Collard van 30 januari 2007 (Fr.) :

Le Rail Pass est un produit destiné au trafic intérieur intégrant des paramètres de réduction spécifiques. La SNCB ne peut toutefois pas imposer à ses partenaires grand-ducaux d’adopter ce type de réduction. En outre, la formule de titre de transport à compléter manuellement n’est pas appliquée jusqu’à présent en trafic international.

De Rail Pass is een product uit het binnenlands verkeer, met specifieke kortingsparameters. De NMBS kan haar Luxemburgse partners echter niet verplichten deze kortingsregimes te volgen. Tevens wordt de formule van het manueel invullen van een vervoersbewijs tot op heden niet toegepast binnen het internationaal verkeer.

Cependant, la SNCB propose actuellement une carte train mensuelle. Celle-ci donne accès à tout le réseau des chemins de fer luxembourgeois ainsi qu’aux transports en commun luxembourgeois. Cette carte train est déjà disponible sur la ligne 165 à partir de Bertrix, sur la ligne 43 à partir de Trois-Ponts et sur la ligne 162 à partir de Marloie.

Op dit ogenblik biedt de NMBS echter een maandelijkse treinkaart aan. Deze geeft toegang tot het hele Luxemburgse spoornet en het Luxemburgse openbaar vervoer. Die treinkaart is op de lijn 165 reeds beschikbaar vanaf Bertrix, op lijn 43 vanaf Trois-Ponts en op lijn 162 vanaf Marloie.

Sa gamme comprend également un billet frontière, un billet week-end, un billet jeunes, un billet escapade et une carte octroyant 50 % de réduction sur le trajet belge.

Haar gamma omvat eveneens een grensbiljet, een weekendbiljet, een biljet jongeren, een escapade biljet en een kaart 50 % die korting geeft op het Belgische traject.

DO 2006200710046

DO 2006200710046

Question no 585 de M. Roel Deseyn du 26 mars 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 585 van de heer Roel Deseyn van 26 maart 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

SNCB. — Liaisons ferroviaires en Flandre occidentale.

NMBS. — Treinverbindingen binnen West-Vlaanderen.

Si les transports en commun peuvent jouer un roˆle important dans la lutte contre les émissions de CO2 excessives, la province de Flandre occidentale est mal lotie à cet égard. En effet, pour de nombreuses liaisons, le train n’offre actuellement pas de solution de rechange valable à la voiture. Tout déplacement d’Ypres ou de Poperinge à Bruges ou à Ostende prend des heures. Les liaisons vers Bruxelles sont plus rapides que celles à l’intérieur de la province.

In tijden van de strijd tegen een te hoge CO2-uitstoot kan het openbaar vervoer een belangrijke rol spelen. De provincie West-Vlaanderen heeft op dit punt heel wat bekommernissen. In het huidige rooster is de trein nemen namelijk voor heel wat verbindingen op geen enkel moment een waardig alternatief voor de auto. Wie van Ieper of Poperinge naar Brugge of Oostende wil sporen, is urenlang onderweg. Men staat sneller in Brussel dan dat men naar de andere kant van de eigen provincie kan reizen.

Le nouveau plan de transport de la SNCB fait l’objet de nombreuses critiques. Il serait dés lors normal et même souhaitable de le reconsidérer, particulièrement en province de Flandre occidentale ou` cette révision est urgente dans la perspective de l’amélioratiopn de la mobilité dans la province.

Het nieuwe vervoersplan van de NMBS krijgt heel wat kritiek. Het zou dan ook niet verwonderlijk en zelfs aan te raden zijn dat dit herbekeken zou worden. Vooral voor de provincie West-Vlaanderen is dit dringend noodzakelijk om de interne mobiliteit binnen de provincie te verbeteren.

1. De nouveaux horaires seront-ils appliqués en province de Flandre occidentale ?

1. Zullen er nieuwe dienstregelingen ingevoerd worden wat betreft de provincie West-Vlaanderen ?

2. Sur quelles lignes des améliorations sont-elles prévues ?

2. Op welke lijnen kunnen we verbeteringen verwachten ?

3. Quelles mesures seront prises pour amélioorer les lignes Poperinge-Ypres-Comines, PoperingeCourtrai, Courtrai-Bruges et Ypres-Courtrai ?

3. Welke verbeteringen kunnen we verwachten betreffende de lijnen Poperinge-Ieper-Komen, Poperinge-Kortrijk, Kortrijk-Brugge en Ieper-Kortrijk ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32444

Réponse du ministre de la Mobilité du 23 avril 2007, à la question no 585 de M. Roel Deseyn du 26 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 april 2007, op de vraag nr. 585 van de heer Roel Deseyn van 26 maart 2007 (N.) :

Il n’est pas prévu à court terme d’adapter les horaires en Flandre occidentale.

Op korte termijn zijn er geen wijzigingen voorzien aan de dienstregelingen in West-Vlaanderen.

DO 2006200710050

DO 2006200710050

Question no 587 de M. Roel Deseyn du 27 mars 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 587 van de heer Roel Deseyn van 27 maart 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Non-prolongation de la campagne « Ne perdez pas les motards de vue ».

Niet verlengen van de campagne « Verlies motorrijders niet uit het oog ».

La campagne « Ne perdez pas les motards de vue » ne serait pas prolongée. Selon l’Institut belge de la sécurité routière (IBSR), elle n’aurait pas abouti au résultat escompté.

De campagne « Verlies motorrijders niet uit het oog » zou niet verlengd worden. Volgens het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) zou ze namelijk niet effectief geweest zijn.

Il est pourtant indispensable d’attirer l’attention sur la présence des motards dans la circulation, notamment par le biais de campagnes.

De aandacht vestigen op motorrijders in het verkeer, aan de hand van bijvoorbeeld campagnes, is nochtans noodzakelijk.

1. Pourquoi la campagne « Ne perdez pas les motards de vue » ne sera-t-elle pas prolongée ?

1. Waarom zal er geen vervolg komen van de campagne »Verlies motorrijders niet uit het oog« ?

2. Quelles mesures ont fait apparaıˆtre l’inefficacité de la campagne « Ne perdez pas les motards de vue » ?

2. Volgens welke meting zou de campagne « Verlies motorrijders niet uit het oog » niet effectief geweest zijn ?

3. Envisagez-vous de prendre d’autres initiatives pour accroıˆtre la sécurité des motards ?

3. Overweegt u andere initiatieven om de veiligheid van motorrijders te verbeteren ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 26 avril 2007, à la question no 587 de M. Roel Deseyn du 27 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 26 april 2007, op de vraag nr. 587 van de heer Roel Deseyn van 27 maart 2007 (N.) :

1. Les motards ont été repris dans le roulement de la campagne IBSR portant sur « les usagers faibles de la route ». Ils rentrent donc régulièrement en ligne de compte.

1. De motorrijders werden opgenomen in de beurtrol van de BIVV-campagne inzake « zwakke weggebruikers ». Ze komen dus regelmatig aan bod.

2. Il n’y a pas d’enquête disant que la campagne précédente n’aurait pas été effective. Il ressort des résultats d’un post test, que 74 % des conducteurs étaient incités par la campagne à prendre davantage en compte les motards dans la circulation.

2. Er is geen meting die zegt dat de vorige campagne niet effectief zou zijn geweest. Uit de resultaten van een posttest haal ik dat 74 % van de bestuurders door de campagne werden aangezet om meer rekening te houden met motorrijders in het verkeer.

3. Pour les initiatives en matière de sécurité, je souhaite faire référence à ma lettre politique et aux E´tats Généraux du 12 mars 2007.

3. Voor de initiatieven inzake de veiligheid verwijs ik heel graag naar mijn beleidsbrief en naar de tweede staten-generaal van 12 maart 2007.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32445

Ministre de l’Environnement et des Pensions


Environnement

Leefmilieu

DO 2006200709309

DO 2006200709309

Question no 110 de Mme Trees Pieters du 7 décembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 110 van mevrouw Trees Pieters van 7 december 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Covoiturage.

Carpooling.

Le covoiturage consiste, pour des ouvriers, des employés ou des fonctionnaires travaillant pour un même employeur ou service public ou dans le même quartier, à se rendre ensemble au travail sur une base amicale et en partageant les couˆts. Il s’agit d’une des solutions permettant de lutter contre les embouteillages, la pollution atmosphérique et les concentrations élevées d’ozone.

Carpooling of het samen vriendschappelijk en kostendelend naar het werk rijden van arbeiders, bedienden en ambtenaren die bij eenzelfde werkgever of overheidsdienst of in dezelfde buurt werken is een van de mogelijkheden om fileproblemen, luchtvervuiling en hoge ozonconcentraties tegen te gaan.

Cette matière appelle cependant les questions générales d’ordre pratique suivantes, notamment sur les plans fiscal, social et des assurances.

Ter zake rijzen daarbij zowel onder meer op fiscaal, op sociaal als op verzekeringsvlak de volgende algemene praktische vragen.

1. ` quelles conditions et dans quelle mesure tous les a) A passagers en covoiturage et les automobilistes, tant employés dans le secteur privé que dans les services publics fédéraux, les communautés et les régions, sont-ils couverts par l’assurance obligatoire de la responsabilité civile en cas d’accident de la circulation sur le trajet domicile-lieu de travail ainsi que durant le détour effectué pour aller chercher les collègues participant au covoiturage ? ` concurrence de quels montants maximaux les b) A chauffeurs peuvent-ils demander à leurs covoyageurs un défraiement forfaitaire (par exemple par kilomètre parcouru), qu’il soit exempté d’impoˆt ou non, ou une contribution journalière fixe ?

1. a) Onder al welke voorwaarden en in welke mate zijn alle carpoolpassagiers en de automobilisten zowel tewerkgesteld in de private sector als bij federale overheidsdiensten, gemeenschappen en gewesten, bij een verkeersongeval door de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering gedekt tijdens het afleggen van het woon-werktraject en van het omwegtraject voor het ophalen van de medereizende collega’s ?

2. a) Les personnes qui conduisent un véhicule dans le cadre du covoiturage et/ou les propriétaires privés (membres de la famille des chauffeurs) de véhicules utilisés pour effectuer une navette (voiture familiale) doivent-ils informer préalablement par écrit leur compagnie d’assurance que leur voiture particulière sera régulièrement utilisée pour effectuer de tels déplacements entre le domicile et le lieu de travail ?

2. a) Moeten de carpoolchauffeurs en/of de private eigenaars (gezinsleden van de chauffeurs) van de gebruikte pendelvoertuigen (gezinswagens) hun autoverzekeringverzekeringsmaatschappij vooraf verplicht schriftelijk inlichten over het feit dat hun eigen personenauto’s regelmatig voor dergelijke woon-werkdoeleinden zullen worden aangewend ?

b) En ce qui concerne les assurances, que préconisent en l’espèce les législations et les réglementations ainsi que les divers organes de concertation et de consultation de commissions nationales et européennes ?

b) Wat bepalen de wetgevingen, de reglementeringen en de diverse overleg- en adviesorganen van nationale en Europese Commissies op het gebied van verzekeringen daaromtrent ?


2006

b) Ten belope van welke maximumbedragen mogen de chauffeurs een al dan niet belastingvrije forfaitaire onkostenvergoeding (bijvoorbeeld per afgelegde kilometer) of een vaste dagbijdrage vragen aan hun medepassagiers ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32446

3. a) L’assurance couvre-t-elle également les collègues transportés en covoiturage ou les occupants payants ou faut-il, pour obtenir une telle couverture, conclure une assurance de dommages complémentaire pour les occupants de façon à ce que tous les dommages matériels et/ou corporels soient en tout état de cause indemnisés, indépendamment de la question de la responsabilité ?

3. a) Zijn de betalende inzittenden of mederijdende collega’s en ambtgenoten gewoon volledig meeverzekerd of moet hiervoor een extra schadeverzekering inzittenden worden afgesloten die ervoor zorgt dat alle materie¨le en/of lichamelijke schade steeds wordt vergoed, onafhankelijk van de schuldvraag ?

b) Quelle police d’assurance prime : la responsabilité civile du véhicule ou l’assurance contre les accidents du travail contractée par les employeurs et les pouvoirs publics ?

b) Welke verzekeringspolis primeert : de burgerlijke aansprakelijkheid van het voertuig of de arbeidsongevallenverzekering van de werkgevers en de overheden ?

c) Toutes les personnes effectuant ensemble une navette sont-elles considérées comme « usagers faibles » ?

c) Worden alle pendelgenoten « zwakke weggebruikers » ?

4. a) L’assurance obligatoire contre les accidents du travail contractée par l’employeur ou par l’E´tat belge couvre-t-elle et indemnise-t-elle l’incapacité de travail des chauffeurs, des fonctionnaires et de tous les passagers causée par un accident survenu sur le chemin du travail, même lorsqu’il est nécessaire de dévier de l’itinéraire direct pour aller chercher tous les partenaires de covoiturage ?

4. a) Dekt en vergoedt de verplichte arbeidsongevallenverzekering van de werkgever of de Belgische Staat de werkongeschiktheid van de chauffeurs, ambtenaren en alle passagiers die door een ongeval op weg van of naar het werk is veroorzaakt, zelfs wanneer er omwegen moeten worden gemaakt voor het oppikken van alle carpoolpartners ?

` quelles conditions et/ou dans quels cas de tels b) A accidents de la circulation ayant blessé des ouvriers, des employés ou des fonctionnaires sontils considérés comme des accidents du travail ?

b) Onder al welke voorwaarden en/of wanneer worden dergelijke verkeersongevallen bij de gewonde arbeiders, bedienden en ambtenaren als een arbeidsongeval aangemerkt ?

c) Les employés et fonctionnaires doivent-ils informer préalablement par écrit leurs employeurs ou supérieurs hiérarchiques qu’ils participent à une solution de covoiturage ?

c) Moeten de werknemers en ambtenaren hun werkgevers of hie¨rarchische oversten of personeelsdienst vooraf schriftelijk inlichten dat zij aan carpooling doen ?

d) Les kilomètres parcourus en dehors de l’itinéraire direct sont-ils considérés par tous les règlements et dispositions administratives comme des déplacements de service ?

d) Worden de omwegkilometers in alle reglementeringen en administratieve voorschriften als dienstverplaatsingen aangemerkt ?

5. a) Dans quelle mesure une exonération partielle ou complète d’impoˆt et d’ONSS s’applique-t-elle aux interventions patronales pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail, y compris à l’indemnité octroyée pour les kilomètres parcourus en dehors de l’itinéraire direct ?

5. a) In welke mate is er gehele of gedeeltelijke belastingvrijstelling en vrijstelling van rsz voor de werkgeversbijdragen in de woon-werkverplaatsingen, met inbegrip van de vergoeding toegekend voor de afgelegde omwegkilometers ?

b) Quelles différences observe-t-on éventuellement avec les personnes qui ne font pas appel au système du covoiturage ?

b) Welke verschillen bestaan er eventueel met de nietcarpoolers ?

6. a) Les personnes qui conduisent un véhicule dans le cadre du covoiturage et les autres navetteurs qui bénéficient de cette formule peuvent-ils prouver leurs couˆts kilométriques ou leurs frais profession-

6. a) Mogen de carpoolchauffeurs en hun pendelgenoten op belastingvlak hun werkelijke beroepskosten of kilometerkosten bewijzen wanneer zij als werknemers of als ambtenaren afwisselend


2006

2007

aangemerkt

als


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32447

nels réels lorsqu’ils utilisent alternativement, en tant qu’employés ou fonctionnaires, leur propre voiture familiale et celle de leurs collègues ?

gebruik maken van zowel hun eigen gezinswagen als van de gezinswagen van hun werkmakkers ?

b) Les kilomètres parcourus par une personne dans une autre voiture que la sienne ou que celle de son ménage (y compris les kilomètres parcourus en dehors de l’itinéraire direct) peuvent-ils être déduits à raison de 0,15 euro/km pour les trajets effectués entre le domicile et le lieu de travail ?

b) Mogen de niet met de eigen auto of gezinswagen afgelegde kilometers (met inbegrip van de omwegkilometers) worden afgetrokken aan 0,15 euro/km voor de woon-werkritten (heen en terug) ?

7. Comment les législations et réglementation fiscales et parafiscales actuelles définissent-elles ou décrivent-elles administrativement la notion de « déplacements entre le domicile et le lieu de travail » en ce qui concerne l’utilisation de l’itinéraire le plus court, le plus rapide ou le plus suˆr, la distance et la durée du trajet et les différents lieux de travail à desservir au cours d’un même jour ouvrable ?

7. Hoe wordt het begrip « woon-werkverkeer » volgens de huidige fiscale en parafiscale wetgevingen en reglementeringen gedefinieerd of administratief omschreven in het kader van de gebruikte kortste, snelste of veiligste weg, de reisafstand, de tijdsduur en de verschillende arbeidsplaatsen op dezelfde werkdag ?

8. Quels autres règlements et/ou législations régissent-ils éventuellement également le covoiturage ?

8. Door al welke andere wetgevingen en/of reglementeringen wordt carpooling daarnaast eventueel ook nog beheerst ?

9. Quelles actions et campagnes de promotion a-ton lancées ou va-t-on encore lancer dans le but d’expliciter la pratique, l’utilité et les conséquences du covoiturage ?

9. Welke promotiecampagnes en acties werden of zullen er eventueel nog worden ondernomen om de praktijk, het nut en de gevolgen van carpooling uit te leggen ?

10. Pouvez-vous me faire part, point par point, de vos conceptions actuelles générales à la lumière des dispositions légales et réglementaires actuellement en vigueur ?

10. Kunt u punt per punt uw huidige algemene zienswijze meedelen in het licht van alle thans vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 26 avril 2007, à la question no 110 de Mme Trees Pieters du 7 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 26 april 2007, op de vraag nr. 110 van mevrouw Trees Pieters van 7 december 2006 (N.) :



Au même titre qu’un usage plus intensif des transports en commun ou une augmentation de la part des carburants renouvelables, le carpooling peut contribuer à réduire la pollution atmosphérique, les émissions de CO2 et les embarras de circulation.

Net zoals een intensiever gebruik van openbaar vervoer of een verhoging van het aandeel hernieuwbare brandstof, kan carpooling bijdragen tot de vermindering van luchtvervuiling, CO2-uitstoot en fileleed.

Un encadrement réglementaire bien ciblé vers le carpooling sur le plan de la responsabilité civile, de l’assurance en cas d’accidents du travail, de la fiscalité, etc., peut faciliter les choses.

Een goed gerichte regelgevende omkadering voor carpooling op gebied van burgerlijke aansprakelijkheid, verzekering bij arbeidsongevallen, fiscaliteit enzovoort, kan een drempelverlagend effect hebben.

En tant que ministre fédéral de l’Environnement, je ne dispose toutefois pas des attributions nécessaires pour essayer d’obtenir la mise en œuvre d’un tel cadre. Il me semble dès lors indiqué que vous adressiez vos questions respectives aux ministres compétents pour ces matières, parmi lesquels les ministres fédéraux en charge de l’économie, des affaires sociales, des finances, de la mobilité, etc.

Als federaal minister van Leefmilieu beschik ik echter niet over de bevoegdheden om dergelijk kader aan te sturen. Het lijkt me dan ook aangewezen dat u uw respectievelijke vragen richt aan de daartoe bevoegde ministers, waaronder de federale ministers van economie, sociale zaken, financie¨n, mobiliteit, enzovoort.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32448

DO 2006200709912

DO 2006200709912

Question no 119 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 119 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :













Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 23 avril 2007, à la question no 119 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 23 april 2007, op de vraag nr. 119 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :



1. Le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement a pris des mesures conservatoires pour diminuer les coûts énergétiques, entre autres par des aménagements de locaux, déménagements et également par une gestion plus rationnelle du parc automobile.

1. De FOD Volksgezondheid. Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft bewarende maatregelen getroffen om de energiekosten te verminderen, onder andere door aanpassingen van lokalen, verhuizingen en eveneens een rationeler beheer van het wagenpark.

2. Le tableau ci-dessous montre l’impact qu’a eu l’ensemble de ces mesures sur nos consommations énergétiques. Vu les augmentations importantes des coûts énergétiques ces dernières années, les budgets restent constants voir régressent légèrement du fait de la moindre consommation de ces produits.

2. Onderstaande tabel toont de impact van het geheel van deze maatregelen op het energieen brandstoffenverbruik. Gelet op de belangrijke stijgingen van de energiekosten de laatste jaren blijven de budgetten constant, en dalen deze zelfs licht door het lagere verbruik van deze producten.

Mazout. — Mazout ............................................... Gaz. — Gas ...........................................................


2006

2005

2004

2003

23 185 188 270

26 249 209 820

21 798 135 999

24 236 189 234

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

E´lectricité. — Elektriciteit ...................................... Essence. — Benzine ................................................ Diesel. — Diesel .................................................... LPG. — LPG .........................................................

32449

2006

2005

2004

2003

500 904 1 867 2 304 755

563 487 2 411 2 947 835

289 033 1 295 4 238 1 064

579 426 11 660 2 319 1 200

La Cellule stratégique du ministre de l’Environnement et des Pensions a pris des mesures conservatoires pour réduire la consommation énergétique et les coûts qui en découlent.

De Beleidscel van de minister voor Leefmilieu en Pensioenen heeft bewarende maatregelen getroffen om het energieverbuik en de daaruit voortvloeiende kosten te verminderen.

a) L’éclairage au Cabinet est assuré à 98 % par des lampes économiques.

a) De verlichting op het kabinet wordt voor 98 % verzekerd door spaarlampen.

b) La part de courant vert est de 13,60 %.

b) Het percentage groene stroom bedraagt 13,60 %.

c) Les collaborateurs sont tenus d’éteindre tous les appareils électriques ainsi que les lumières dès qu’ils quittent leur bureau pour une plus longue période. De même, le chauffage peut être réglé séparément au niveau de chaque bureau; il est demandé d’opter dans la mesure du possible pour la température la plus basse. Cette température peut être réglée comme suit : réglage manuel à 18o minimum, mise au point automatique à 21o et réglage manuel jusqu’à 24o maximum.

c) De medewerkers zijn verplicht alle elektrische apparaten alsook de verlichting uit te schakelen indien zij voor een langere periode hun burelen verlaten. Tevens is de verwarming per bureel afzonderlijk regelbaar er wordt gevraagd om in de mate van het mogelijk de laagste temperatuur in te stellen. Deze temperatuur is als volgt regelbaar, manueel minimum 18o automatisch ingesteld 21o manueel regelbaar tot maximum 24o.

d) Pour les déplacements dans et en dehors de l’agglomération bruxelloise, il est fait usage autant que possible des transports en commun et des vélos disponibles.

d) Voor verplaatsingen binnen en buiten de agglomeratie Brussel wordt voor zover als mogelijk gebruik gemaakt van het openbaar vervoer en van beschikbare fietsen.

e) Tous les véhicules du Cabinet satisfont à la norme E4.

e) Alle kabinetsvoertuigen voldoen aan de E4 norm.

4. Notre SPF SPSCAE a souscrit à la conventioncadre proposée par FEDESCO et, de commun accord, nous avons choisi en premier lieu de faire auditer nos installations scientifiques CERVA, grands consommateurs d’énergie, du fait de leurs installations particulières (étables, laboratoires, ...).

4. Onze FOD VGVVL heeft de raamovereenkomst onderschreven, voorgesteld door FEDESCO en in gemeenschappelijk overleg hebben we ervoor gekozen om in eerste instantie de wetenschappelijke installaties van het CODA te laten controleren, die grote verbruikers zijn van energie, gelet op hun bijzondere installaties (stallen, laboratoria, ...).

DO 2006200709915

DO 2006200709915

Question no 120 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Départements. — Ećomobilité.

Vraag nr. 120 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

L’écomobilité joue un roˆle de premier plan dans le cadre du développement durable. La notion d’écomobilité englobe tous les aspects économiques, écologiques et sociaux de la mobilité et porte notamment sur le covoiturage, les incitants visant à encourager la

In het kader van duurzame ontwikkeling is ecomobiliteit zeer belangrijk. De term « ecomobiliteit » behelst alle economische, ecologische en sociale aspecten van de mobiliteit en omvat onder andere carpooling, het stimuleren van de bevolking om gebruik te


2006


2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32450

population à utiliser les transports en commun, les primes pour les personnes qui se rendent au travail à vélo, etc. Les grandes entreprises et organisations portent une importante responsabilité dans le domaine de l’écomobilité. Elles pourraient en effet prendre différentes initiatives pour encourager leur personnel à utiliser un mode de transport écologique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Je pense à l’aménagement de parkings pour vélos et motos, à la mise à disposition de douches et de vestiaires, etc. L’écomobilité rencontre par ailleurs les objectifs de Kyoto.

maken van het openbaar vervoer, het geven van premies aan personen die de fiets gebruiken om zich naar hun werk te begeven, enzovoort. Grote organisaties hebben op het vlak van ecomobiliteit een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen immers verscheidene initiatieven opzetten om hun werknemers te stimuleren om op een milieuvriendelijke manier naar hun werk te komen zoals de aanleg van parkings voor fietsen en moto’s, het ter beschikking stellen van douches en vestiaires, enzovoort. Daarenboven komt ecomobiliteit tegemoet aan de doelstellingen van de Kyotonorm.

















Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 avril 2007, à la question no 120 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 april 2007, op de vraag nr. 120 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) :



1. a) Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement, dont mon administration fait partie, a participé l’année dernière à l’étude triennale du SPF Mobilité. Il s’agit d’une enquête obligatoire qui a lieu tous les trois ans, à laquelle toutes les entreprises privées et organismes publics de plus de 100 travailleurs doivent participer. L’enquête devait être menée par unité d’établissement de plus de 30 travailleurs.

1. a) De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, waar mijn administratie deel vanuit maakt, heeft vorig jaar deelgenomen aan de driejaarlijkse studie van de FOD Mobiliteit. Het gaat om een verplichte driejaarlijkse enquête waaraan alle private bedrijven en overheidsinstellingen met meer dan 100 personeelsleden dienen deel te nemen. De enquête diende te worden uitgevoerd per vestigingseenheid van meer dan 30 personeelsleden.

Ainsi le SPF SPSCAE a réalisé l’enquête pour 7 de ses établissements à Bruxelles.

Zo heeft de FOD VGVVL de enquête uitgevoerd voor 7 van haar vestigingen in Brussel.

Ensuite, en vertu d’un arrêté du 5 mai 2004 de la Région de Bruxelles-Capitale, chaque organisme de droit public de plus de 200 personnes est tenu par établissement d’adresser à la cellule de suivi de

Vervolgens is, overeenkomstig een besluit van 5 mei 2004 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest elk organisme van publiek recht met meer dan 200 personen per vestiging gehouden om aan de opvol-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32451

la Région de Bruxelles-Capitale un document contenant des données relatives aux déplacements du personnel de l’organisme, l’accessibilité des établissements, les mesures prises dans ce cadre, etc. Pour le SPF SPSCAE, ce document a été rédigé pour les 2 établissements de plus de 200 travailleurs, à savoir les services centraux établis à l’Eurostation et l’Institut scientifique de santé publique.

gingscel van bedrijfsvervoerplannen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een document op te sturen, dat gegevens bevat betreffende de verplaatsingen van het personeel van de instelling, de toegankelijkheid van de vestigingen, de genomen maatregelen in dit kader en dergelijke. Dit document werd wat betreft de FOD VGVVL opgesteld voor de 2 vestigingen met meer dan 200 personeelsleden, namelijk de centrale diensten, gehuisvest in Eurostation en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.

b) Les enquêtes précitées ont donné globalement les résultats suivants :

b) Bovenstaande enquêtes gaven, globaal gezien, volgende resultaten :

E´tablissements du SPF SPSCAE à Bruxelles (mars 2006) Nombre de travailleurs ................... Voiture ou moto ............................. Train .............................................. Autre transport public .................... Vélo ................................................ ` pied ............................................. A

Vestigingen FOD VGVVL in Brussel (maart 2006)

Total 1 547 366 967 182 24 8

23,66 % 62,51 % 11,76 % 1,55 % 0,52 %

Aantal personeelsleden .................... Wagen of moto ............................... Trein .............................................. Ander openbaar vervoer ................. Fiets ................................................ Te voet ...........................................

Totaal 1 547 366 967 182 24 8

23,66 % 62,51 % 11,76 % 1,55 % 0,52 %

Ces résultats sont bien entendu également disponibles par unité d’établissement.

Deze resultaten zijn uiteraard ook beschikbaar per vestigingseenheid.

2. a) Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement a sur ce plan déjà consenti des efforts importants et reste vigilant : le SPF paie non seulement le prix plein des déplacements en transport en commun entre le lieu de travail et le domicile, mais prévoit aussi une indemnité vélo pour les agents qui effectuent en bicyclette tout ou partie du trajet entre leur domicile et leur lieu de travail. Cette indemnité est calculé à concurrence de 0,15 euro par kilomètre.

2. a) De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft op dit vlak reeds grote inspanningen gedaan en blijft steeds waakzaam : de FOD betaalt niet alleen de volledige kostprijs van het woon-werkverkeer met behulp van het openbaar vervoer, maar voorziet eveneens een fietsvergoeding voor de personeelsleden die het traject woon-werk geheel of gedeeltelijk met de fiets afleggen. Die vergoeding wordt berekend naar rato van 0,15 euro per kilometer.

Par ailleurs, le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement a prévu au sein de son principal établissement, le baˆtiment Eurostation, un parking surveillé pour vélos. Les annexes du SPF sont également presque toutes ` l’intérieur équipées d’un hangar à vélos couvert. A de l’Eurostation, une infrastructure de douches est également prévue pour les cyclistes. Un certain nombre de bicyclettes (avec casques) sont aussi à la disposition du personnel pour ses déplacements de service dans la ville de Bruxelles.

Daarnaast heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu binnen haar hoofdvestiging, het Eurostation-gebouw, een beveiligde fietsparking voorzien. De bijgebouwen van de FOD zijn ook bijna allemaal voorzien van een overdekte fietsenstalling. Binnen Eurostation is er tevens een infrastructuur van douches voorzien, waarvan de fietsers gebruik kunnen maken. Er staan ook een aantal fietsen (met fietshelmen) ter beschikking van het personeel voor dienstverplaatsingen binnen de stad Brussel.

Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement n’a pas pris de mesure pour encourager le covoiturage. Au lieu de cela, il choisit, délibérément et dans la mesure du possible, des établissements proches d’une gare desservie par les transports en commun. Ainsi, le baˆtiment principal du SPF, l’Eurostation, est situé

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft geen maatregelen genomen om carpooling aan te moedigen. In plaats daarvan kiest zij bewust, in de mate van het mogelijke, voor vestigingen in de nabijheid van een station van het openbaar vervoer. Zo is het hoofdgebouw van de FOD, Eurostation, gelegen aan het


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32452

place Victor Horta, juste en face de la gare du Midi. L’enquête menée parmi les collaborateurs de l’Eurostation montre que 69 % utilisent le train comme moyen de transport principal, 17 % la voiture, 12 % une autre forme de transport public (bus, métro) et 2 % le vélo ou viennent à pied.

Victor Hortaplein, net tegenover het Zuidstation. De enquête onder de medewerkers van Eurostation toont dan ook aan dat 69 % als hoofdvervoersmiddel de trein gebruikt, 17 % de wagen, 12 % een andere vorm van openbaar vervoer (bus, metro) en 2 % de fiets gebruikt of te voet komt.

b) et c) Une évaluation a eu lieu dans ce sens, qui a permis de constater que les résultats obtenus étaient relativement positifs et que la politique menée doit être poursuivie et, si possible, renforcée.

b) en c) Er gebeurde in die zin een evaluatie dat vastgesteld werd dat bekomen resultaten vrij positief waren en dat het gevoerde beleid dient verdergezet en mogelijks uitgebreid.

3. a) et b) Aucune autre action n’est envisagée pour le moment. Ainsi, la Région de BruxellesCapitale n’a pas encore émis un avis sur le document introduit concernant cette problématique. Suivant cet avis, l’organisme concerné doit en effet établir un plan d’action comportant des points à améliorer. La cellule Développement durable du SPF SPSCAE suit attentivement cette problématique.

3. a) en b) Er zijn momenteel geen bijkomende acties gepland. Zo heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog geen advies uitgebracht over het ingediende document omtrent deze problematiek. Volgend op dit advies dient de betrokken instelling immers een actieplan op te stellen met te verbeteren punten. De Cel Duurzame Ontwikkeling van de FOD VGVVL volgt deze problematiek nauwgezet op.

DO 2006200710019

DO 2006200710019

Question no 124 de M. Miguel Chevalier du 20 mars 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 124 van de heer Miguel Chevalier van 20 maart 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Utilisation de gaz naturel comme carburant d’aviation.

Gebruik van aardgas als vliegtuigbrandstof.

Quatar Airways entend utiliser du carburant d’aviation à base de gaz naturel et serait ainsi la première compagnie aérienne à le faire. Le kérosène classique est fabriqué à partir de pétrole, alors que la variante à base de gaz naturel qui serait utilisée par Quatar Airways est moins polluante. L’approvisionnement en carburant de ce type d’avions pose toutefois un problème, parce qu’il n’existe qu’une seule usine opérationnelle au monde produisant du gasoil de synthèse à partir du gaz naturel.

Quatar Airways wil als eerste luchtvaartmaatschappij aardgas gebruiken als basis voor haar vliegtuigbrandstof. De traditionele vliegtuigbrandstof wordt gemaakt van olie, de aardgasvariant die door Quatar Airways zou gebruikt worden is milieuvriendelijker. Er doet zich echter een probleem voor inzake de bevoorrading van brandstof van dit type vliegtuigen, aangezien er maar één operationele fabriek in de wereld is die synthetische diesel wint uit aardgas.

1. Pouvez-vous confirmer que le gasoil de synthèse obtenu à partir du gaz naturel est moins polluant que celui à base de pétrole ?

1. Kan u bevestigen dat synthetische diesel gewonnen uit aardgas milieuvriendelijker is dan diegene die uit olie gewonnen wordt ?

2. a) Existe-t-il en Belgique un cadre légal relatif à la consommation de carburant d’aviation ?

2. a) Bestaat er in Belgie¨ een wettelijk kader voor het brandstofgebruik van vliegtuigen ?

b) Dans l’affirmative, les avions utilisant du gasoil à base de gaz naturel sont-ils autorisés à décoller de et à atterrir sur le territoire belge ? 3. Eˆtes-vous disposé à prendre des initiatives au niveau tant national qu’européen pour promouvoir l’utilisation du gaz naturel comme carburant d’aviation ?

b) Zo ja, mogen vliegtuigen in Belgie¨ landen en opstijgen als ze gebruik maken van diesel die gewonnen is uit aardgas ?


2006

3. Bent u bereid om zowel op nationaal vlak als op Europees niveau initiatieven te nemen om het gebruik van aardgas als vliegtuigbrandstof te stimuleren ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32453

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 23 avril 2007, à la question no 124 de M. Miguel Chevalier du 20 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 23 april 2007, op de vraag nr. 124 van de heer Miguel Chevalier van 20 maart 2007 (N.) :



1. D’après les informations disponibles, le diesel synthétique présente, d’un point de vue environnemental, des impacts réduits par rapport au diesel issu des procédés classiques. Le diesel synthétique contient en effet très peu de soufre, de benzènes et sa combustion génère moins de polluants.

1. Volgens de beschikbare informatie heeft synthetische diesel, vanuit milieuoogpunt, een kleinere impact in vergelijking met diesel die voortkomt uit klassieke procédés. Synthetische diesel bevat namelijk bijzonder weinig zwavel en benzenen, en bij de verbranding komen minder vervuilende stoffen vrij.

Comparée à la production conventionnelle de carburant, à savoir le raffinage de pétrole brut, la production de carburant par la filière « Gas To Liquid » (GTL) requiert néanmoins plus d’énergie que le raffinage de pétrole brut. Le bilan total « du puit à la roue » (de l’extraction de la matière première à l’utilisation finale) en terme de gaz à effet de serre est également moins favorable.

Vergeleken met de conventionele productie van brandstoffen, met name de raffinage van ruwe aardolie, vereist de productie van brandstoffen via het procédé « Gas To Liquid » (GTL) echter meer energie (dan de raffinage van ruwe aardolie). De totale balans « van bron tot wiel » (van het ontginnen van de grondstof tot het eindgebruik) in termen van broeikasgassen is eveneens minder gunstig.

Les projets d’installations de productions GTL ne sont d’ailleurs économiquement envisageables que lorsque du gaz est disponible à bas prix. Ces projets sont d’ailleurs principalement entrepris dans dans des pays qui ont d’importantes réserves nationales de gaz.

De projecten ter installering van GTL-producties zijn economisch trouwens enkel haalbaar als er gas beschikbaar is tegen een lage prijs. Die projecten worden trouwens hoofdzakelijk ondernomen in landen die beschikken over aanzienlijke gasreserves.

2. II n’y a pas de réglementation sur les carburants destinés à l’aviation en Europe. Des normes destinées à ces carburants existent mais elles visent des caractéristiques autres qu’environnementales telles que les températures de congélation et d’inflammation.

2. Er bestaat geen regelgeving over brandstoffen bestemd voor de luchtvaart in Europa. Er bestaan normen voor dit type brandstoffen, maar die hebben geen betrekking op milieueigenschappen maar op andere eigenschappen zoals de vries- en ontbrandingstemperatuur.

3. La disponibilité de ce type de carburant reste actuellement limitée. Elle est liée à la disponibilité de gaz à bas prix et dont l’exploitation n’est pas plus rentable par la production d’un autre carburant. De plus, son bilan global en terme de gaz à effet de serre est moins favorable que, non seulement Ses carburants classiques mais aussi les carburants issus de la biomasse.

3. De beschikbaarheid van dit type brandstof blijft momenteel beperkt. Ze hangt samen met de beschikbaarheid van gas tegen een lage prijs en waarvan de ontginning niet rendabeler is door de productie van een andere brandstof. Bovendien is zijn algemene balans inzake broeikasgassen minder gunstig dan, niet enkel de klassieke brandstoffen, maar ook de brandstoffen afkomstig uit biomassa.

Pour être intéressant d’un point de vue environnemental, son processus de fabrication nécessite donc encore des développements pour réduire les émissions de gaz à effet de serre. L’utilisation de ce carburant est actuellement à l’étude auprès de l’armée américaine mais dans cette application, le but principal est stratégique, il s’agit de réduire la dépendance énergétique.

Om vanuit milieuoogpunt interessant te zijn, zijn er in het productieproces dus nog ontwikkelingen nodig om de uitstoot van broeikasgassen te doen dalen. Het gebruik van deze brandstof wordt momenteel bestudeerd bij het Amerikaanse leger, maar in deze toepassing is het belangrijkste doel strategisch, het gaat erom de energieafhankelijkheid te verminderen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32454

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 88 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :

Vraag nr. 88 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :

E´mission de CO2 des cellules stratégiques. L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2. ` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.

















2006

De federale Staat beschikt over een groot aantal gebouwen en kan dus de vervuiling en het energieverbruik aanmerkelijk terugdringen. Door het nemen van een aantal besparingsmaatregelen, zou de federale Staat daadwerkelijk tot de vermindering van de CO2vervuiling kunnen bijdragen. 1. Hoeveel bedroeg het elektriciteitsverbruik van uw beleidscel, enerzijds, en van uw administratie, anderzijds, in 2005 en 2006 ?



2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32455













c) Que précisent les cahiers de charges quant au respect des normes environnementales ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 26 avril 2007, à la question no 88 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :


Par la présente, j’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée dans cette matière par le vicepremier ministre et ministre des Finances Didier Reynders. (Question no 1616 du 10 mars 2007.)

Hierbij heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord dat ter zake zal worden verstrekt door de heer viceeerste minister en minister van Financie¨n Didier Reynders. (Vraag nr. 1616 van 19 maart 2007.)

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister


Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 26 april 2007, op de vraag nr. 88 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 109 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 109 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :

E´mission de CO2 des cellules stratégiques. L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2. ` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.



2006

De federale Staat beschikt over een groot aantal gebouwen en kan dus de vervuiling en het energieverbruik aanmerkelijk terugdringen. Door het nemen van een aantal besparingsmaatregelen, zou de federale Staat daadwerkelijk tot de vermindering van de CO2vervuiling kunnen bijdragen. 1. Hoeveel bedroeg het elektriciteitsverbruik van uw beleidscel, enerzijds, en van uw administratie, anderzijds, in 2005 en 2006 ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32456



















b) pour le Service Public Fédéral sous votre tutelle ?








c) Que précisent les cahiers de charges quant au respect des normes environnementales ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 23 avril 2007, à la question no 109 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :


J’ai l’honneur de donner au membre estimé la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.


2006




Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 23 april 2007, op de vraag nr. 109 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32457

1. 2005 : 27 924 kWh.

1. 2005 : 27 924 kWh.

2006 : 26 966 kWh.

2006 : 26 966 kWh.

2. a) Non.

2. a) Neen.

b) Suite à la réponse à la question 2. a), la question 2. b) est sans objet.

b) Ingevolge het antwoord op vraag 2. a), wordt deze vraag zonder voorwerp.

3. a) Quelque 130 000 kilomètres par an

3. a) Ongeveer 130 000 kilometer per jaar.

b) 3.

b) 3.

4. a) 2005 : 4.

4. a) 2005 : 4.

2006 : 8.

2006 : 8.

b) 2005 : 30 185,35 kilomètres.

b) 2005 : 30 180,35 kilometer.

2006 : 43 083,8 kilomètres.

2006 : 43 083,8 kilometer.

5. Je me permets de renvoyer à ma réponse à la question parlementaire no 107, posée le 7 mars 2007 par M. le représentant Guido De Padt. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 161, p. 31458.)

5. Ik verwijs naar mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 107, gesteld op 7 maart 2007 door de heer volksvertegenwoordiger Guido De Padt. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 161, blz. 31458.)

6. Les achats du secrétariat d’E´tat à la Simplification administrative s’effectuent conformément aux guides méthodologiques mentionnés dans la circulaire « Mise en œuvre de la politique de développement durable lors des marchés publics de fournitures lancés par des pouvoirs adjudicateurs de l’autorité fédérale qui appartiennent aux secteurs classiques » du 27 janvier 2005.

6. De aankopen van het staatssecretariaat voor administratieve Vereenvoudiging gebeuren conform de in de omzendbrief « Implementatie van het duurzame ontwikkelingsbeleid bij de overheidsopdrachten van leveringen gelanceerd door aanbestedende overheden van de federale overheid die behoren tot de klassieke sectoren » van 27 januari 2005 vermelde methodologische gidsen.

7. a) 0

7. a) 0

b) Vu qu’il n’y a pas un service public fédéral qui relève de la compétence de simplification administrative, cette question est sans objet.

b) Aangezien er geen federale overheidsdienst ressorteert onder de bevoegdheid administratieve vereenvoudiging, is deze vraag zonder voorwerp.

8. a) Tous les véhicules utilisés satisfont aux normes environnementales.

8. a) Alle voertuigen die worden aangewend voldoen aan de milieunormen.

b) Les normes de la circulaire « Parc automobile des secrétariats et organes stratégiques » du 2 avril 2004 du premier ministre.

b) De normen van de omzendbrief « Wagenpark van de secretariaten en de beleidsorganen » van 2 april 2004 van de eerste minister.

9. a) 0

9. a) 0

b) et c) Suite à la réponse à la question 9. a), les questions 9. b) et c) sont sans objet.

b) en c) Ingevolge het antwoord op vraag 9. a), worden de vragen 9. b) en c) zonder voorwerp.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32458

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

DO 2006200709991

DO 2006200709991

Question no 70 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères : Émission de CO des cellules stratégiques.

Vraag nr. 70 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :

L’E´tat fédéral dispose d’un grand parc d’immobilier, et peut donc faire beaucoup pour réduire la pollution et la consommation d’énergie. Il est clair que par des mesures d’économie, l’E´tat fédéral pourrait en effet être l’acteur d’une contribution substantielle à la réduction de pollution par le CO2. ` combien s’est élevé la consommation 1. A d’électricité : pourriez-vous communiquer les chiffres respectivement pour votre cellule stratégique et votre administration, respectivement en 2005 et en 2006.
















2


2006





2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32459













c) Que précisent les cahiers de charges quant au respect des normes environnementales ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 27 avril 2007, à la question no 70 de Mme Muriel Gerkens du 19 mars 2007 (Fr.) :


Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 459 du 19 mars 2007 communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 164, p. 32254.)

Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 459 van 19 maart 2007 dat door de minister van Buitenlandse Zaken medegedeeld werd aan de Kamer. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 164, blz. 32254.)

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken


Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 70 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 maart 2007 (Fr.) :

DO 2004200505276

DO 2004200505276

Question no 694 de M. Jef Van den Bergh du 6 octobre 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 694 van de heer Jef Van den Bergh van 6 oktober 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Réalisations en matière d’investissements ferroviaires en 2004.

NMBS. — Realisaties inzake spoorinvesteringen in 2004.

Lors de la discussion budgétaire de 2004, le ministre avait promis à la commission compétente de la Chambre de lui procurer avant février 2005 un aperçu complet des investissements ferroviaires réalisés en 2004. Il est en effet inadmissible que le Parlement signe tous les ans un chèque en blanc en vue de la réalisation d’investissements ferroviaires qu’il ne peut controˆler. Or le ministre n’a jamais fourni cette vue d’ensemble à la commission de l’Infrastructure de la Chambre.

Bij de begrotingsbespreking van 2004 zegde de minister aan de Kamercommissie toe om tegen februari 2005 een compleet overzicht te bezorgen van de gerealiseerde spoorinvesteringen in 2004. Het kan immers niet dat het parlement jaarlijks een blancocheque tekent voor spoorinvesteringen die niet gecontroleerd kunnen worden. Dit overzicht is er nooit gekomen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32460

1. Pourquoi ce rapport d’investissements n’a-t-il jamais été fourni ?

1. Waarom is dit verslag uitgebleven ?

2. Quelles sont (par projet concret) les réalisations tangibles sur le terrain qui ont été entamées ou achevées ?

2. Wat zijn (per concreet project) de concrete realisaties op het terrein waaraan werd gewerkt of die voltooid werden ?

3. En ce qui concerne les investissements régionalement localisables (qui relèvent donc de la clé de répartition 60/40), j’aimerais que le ministre me dise comment ont été répartis les moyens financiers alloués :

3. Wat de gewestelijk lokaliseerbare investeringen betreft (die dus onder de verdeelsleutel 60/40 vallen) bekwam ik ook graag de verdeling van de financie¨le middelen die werden besteed :

a) en recourant à la dotation publique;

a) uit de overheidsdotatie;

b) sur fonds propres;

b) uit eigen fondsen;

c) graˆce à des emprunts;

c) met leningen;

d) en puisant à d’autres sources de financement (préciser de quelles sources il s’agit). Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 694 de M. Jef Van den Bergh du 6 octobre 2005 (N.) :

d) uit andere financieringsbronnen, met specificatie om welke bronnen het gaat.


In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Le rapport sur l’exécution du programme d’investissement 2004 a été publié en juin 2005

1. Het verslag over de uitvoering van het investeringsprogramma 2004 werd in juni 2005 gepubliceerd

2 et 3. Investissements réalisés en 2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 694 van de heer Jef Van den Bergh van 6 oktober 2005 (N.) :

2 en 3. Investeringen gedaan in 2004

Sont repris dans le tableau ci-après les montants investis par le groupe SNCB en 2004 :

In de onderstaande tabel worden de bedragen vermeld die door de NMBS groep in 2004 werden geı¨nvesteerd :

(mio euros courant)

2004

(lopende mio euro)

2004

Fonds propres + tiers ..................... Dotation E´tat (SPF et RER) (Solde à financer inclus) ............................... Wallonie (W) .................................. Flandre (FL) .................................... Non localisé FL ou W ....................

522,7

Eigen Fondsen + derden ................. Overheidsdotatie (FOD en GEN) (Inclusief tekort) ............................. Wallonie¨ (W) .................................. Vlaanderen (VL) ............................. Niet gelokaliseerd VL of W ............

522,7

Total ..............................................

748,6 198,5 298,0 252,1

40,0 % 60,0 % 1 271,3

Totaal .............................................

748,6 198,5 298,0 252,1

40,0 % 60,0 % 1 271,3

Investissements non financés par la dotation publique :

Investeringen die niet worden gefinancierd door de overheidsdotatie :

a) Projets localisables

a) Lokaliseerbare projecten

Ne sont considérés comme projets localisables, pouvant rentrer s’il y a lieu dans le calcul de la clé de répartition régionale 60/40, que les investissements financés par la dotation publique (SPF + fonds RER).

Worden slechts als lokaliseerbare projecten beschouwd, die indien daar reden toe is kunnen worden opgenomen in de berekening van de gewestelijke verdeelsleutel 60/40, de investeringen gefinancierd door de overheidsdotatie (FOD + GEN fondsen).

b) Projets non localisables

b) Niet-lokaliseerbare projecten


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32461

Dans le tableau suivant est détaillée par grandes rubriques l’affectation des sources de financement autres que publiques.

In de volgende tabel wordt in grote rubrieken in detail een beschrijving gegeven van de toewijzing van financieringsbronnen die niet openbaar zijn.

Il n’existe pas de classification régionale pour les projets relevant de ce type de financement.

Er bestaat geen gewestelijke indeling voor de projecten die onder dit type van financiering vallen. Matériel roulant — Rollend materieel

Infrastructure — Infrastructuur Classique — Klassiek Fonds Propres — Eigen Fondsen TGV FIN — HST FIN ............. Pays-Bas (TGV) — Nederland (HST) ....................................... Union européenne — Europese Unie .......................................... Autres tiers — Andere derden ..

18,3

Total — Totaal ........................

24,1

TGV — HST 31,0 264,5

81,9

5,9

2,9

Total — Totaal

140,0 264,5 112,1

1,6 4,2

1,6 4,5

0,3 407,6

82,2

5,9

2,9

522,7

Investeringen die worden gefinancierd door de overheidsdotatie :


W VL/FL 60,0 %

TGV — HST

112,1

Investissements financés par la dotation publique :

2004

Classique — Klassiek

Divers — Diversen


Infrastructure Classique — Klassieke infrastructuur

Infrastructure TGV Mixte — Gemengde HST infrastructuur

RER et mobilité Bruxelles — GEN en mobiliteit Brussel

Total — Totaal

183,4

7,5

7,6

198,5

40,0 %

205,1

76,3

3

16,6

298,0

Répartis par grandes rubriques, les investissements financés par la dotation publique et qui sont localisables se présentent comme suit [en millions euros courant] :

Verdeeld in grote rubrieken, de investeringen gefinancierd door de overheidsdotatie en die lokaliseerbaar zijn, kunnen als volgt worden voorgesteld (in lopende miljoen euro) :



Ećhappent à la règle de répartition régionale des investissements publics (SPF et fonds RER) :

Ontsnappen aan de regel van de gewestelijke verdeling van de overheidsinvesteringen (FOD en GEN fondsen) :

— pour les infrastructures : les investissements affectés au territoire de la région de Bruxelles-Capitale ainsi que certains projets particuliers (définis dans

— voor de infrastructuur : de investeringen toegewezen aan het grondgebied van het gewest BrusselHoofdstad alsook bepaalde bijzondere projecten


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32462

l’accord de coopération état fédéral / régions / SNCB du 14 juillet 2001 (1);

(vastgelegd in het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat/gewesten/NMBS van 14 juli 2001 (1));

— les investissements relatifs au matériel roulant; — divers investissements non localisables par nature (notamment l’informatique).

— de investeringen betreffende het rollend materieel; — diverse van nature niet-lokaliseerbare investeringen (meer bepaald informatica).

(millions euros courant) — (lopende miljoen euro)

Infrastructures — Infrastructuur

Matériel roulant — Rollend materieel

Divers — Allerlei

Total — Totaal

2004

83,2

133,4

35,5

252,1

DO 2005200606365

DO 2005200606365

Question no 756 de M. Francis Van den Eynde du 24 novembre 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 756 van de heer Francis Van den Eynde van 24 november 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Nombre de kilomètres-voyageurs parcourus et nombre de tonnes-kilomètre transportés.

NMBS. — Aantal reizigerskilometer en aantal tonkilometer.

Le rapport annuel de la SNCB ne mentionne pas les stastiques relatives au trafic par région pour l’année 2004. Pouvez-vous les fournir, et plus particulièrement le nombre de kilomètres-voyageurs parcourus et le nombre de tonnes-kilomètre transportés ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 756 de M. Francis Van den Eynde du 24 novembre 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In het jaarverslag van de NMBS worden de trafiekcijfers voor het jaar 2004 per Gewest niet vermeld.

(1) Extrait de l’annexe à l’accord de coopération relatif au plan d’investissement pluriannuel 2001-2012 de la SNCB :

(1) Uittreksel van de bijlage bij het samenwerkingsakkoord betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de NMBS : « In punten 3, 4 en 5 hieronder worden de specifieke projecten beschreven waarop geen enkele verdeelsleutel van toepassing is. 3. Projecten van nationaal belang : de infrastructuurwerken betreffende de toegang tot de luchthaven van Brussel Nationaal (10 miljard) worden buiten het Vlaamse aandeel gehouden. 4. Transregionale projecten : de lijnen 161 en 124 op het Vlaamse grondgebied en de moderniseringswerken op deze lijn op het Vlaamse grondgebied (8,2 miljard) worden uit het Vlaamse aandeel gehouden. 5. Transnationale en internationale projecten : de modernisering van de lijn naar Luxemburg wordt voor een bedrag van 6,6 miljard uit het Waalse aandeel gehouden. »

« Les points 3, 4 et 5 ci-après décrivent les projets spécifiques pour lesquels aucune clé n’est applicable. 3. Projets d’intérêt national : l’infrastructure d’accès à l’aéroport de Bruxelles-National (10 milliards) est placé en dehors de la quote-part de la Région flamande. 4. Projets transrégionaux : les lignes 161 et 124 sur le territoire flamand et les travaux de modernisation de ces lignes sur le territoire flamand (8,2 milliards) sont retirées de la quote-part flamande. 5. Projets transnationaux et internationaux : la modernisation de la ligne vers Luxembourg est retirée de la quote-part wallonne pour un montant de 6,6 milliards.


2006

Is het mogelijk deze te bekomen en dan meerbepaald het aantal reizigerskilometer en het aantal tonkilometer ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 756 van de heer Francis Van den Eynde van 24 november 2005 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32463

2004

Voyageurs-km (1 000 000) — Reizigers-km (1 000 000)

Flandres — Vlaanderen ...................... Wallonie — Wallonie¨ ......................... Bruxelles — Brussel ............................

%

Tonnes-km (1 000 000) — Ton-km (1 000 000)

%

5 032,0 2 617,0 1 027,0

58,0 % 30,2 % 11,8 %

3 531 3 833 327

45,9 % 49,8 % 4,3 %

Total — Totaal ..................................

8 676,0

100,0 %

7 691

100,0 %

2005

Voyageurs-km (1 000 000) — Reizigers-km (1 000 000)

%

Tonnes-km (1 000 000) — Ton-km (1 000 000)

%

Flandres — Vlaanderen ...................... Wallonie — Wallonie ......................... Bruxelles — Brussel ............................

5 376 2 713 1 061

58,8 % 29,7 % 11,6 %

3 941 3 846 342

48,5 % 47,3 % 4,2 %

Total — Totaal ..................................

9 150

100,0 %

8 130

100,0 %

DO 2005200607628

DO 2005200607628

Question no 927 de M. Bart Laeremans du 24 mars 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 927 van de heer Bart Laeremans van 24 maart 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Trafic ferroviaire.

NMBS. — Trafiek.

1. Quelle position la SNCB occupe-t-elle, en ce qui concerne l’importance du trafic ferroviaire, par rapport aux trois pays voisins, au Royaume-Uni, aux E´tats-Unis et au Japon ?

1. Hoe scoort de NMBS in vergelijking met de trafiekcijfers van onze drie buurlanden, van het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Japan ?

2. Pourriez-vous communiquer des chiffres distincts pour le trafic de voyageurs d’une part et le trafic de marchandises d’autre part ?

2. Kan u deze cijfers apart meedelen voor het reizigers- en het goederenverkeer ?

3. Pour la Belgique, pourriez-vous ventiler les chiffres par région ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 927 de M. Bart Laeremans du 24 mars 2006 (N.) :

3. Kunnen de Belgische cijfers opgesplitst worden per gewest ?




2006

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 927 van de heer Bart Laeremans van 24 maart 2006 (N.) :

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32464

2005

VKM

2005

RKM

Voyageurs-km France SNCF ....................................... Allemagne DB AG ............................... Pays-Bas — NS R ................................ Royaume-Uni — ATOC ......................

(1 000 000) 76 473 71 776 14 730 43 000

Reizigers kilometer Frankrijk SNCF ................................... Duitsland DB AG ................................ Nederland — NS R ............................. Verenigd Koninkrijk — ATOC ...........

(1 000 000) 76 473 71 776 14 730 43 000

2005

TKT

2005

TKT

Tonnes-km France — SNCF .................................. Allemagne DB AG ............................... Pays-Bas — Railion ............................. Royaume-Uni — FOC .........................

(1 000 000) 40 697 83 111 dans DB AG 21 800

Tonkilometer Frankrijk — SNCF .............................. Duitsland — DB AG ........................... Nederland — Railion .......................... Verenigd Koninkrijk — FOC ..............

(1 000 000) 40 697 83 111 in DB AG 21 800

Le Groupe SNCB n’a pas connaissance des données relatives aux E´tats-Unis et au Japon.

De NMBS-Groep heeft geen kennis van de gegevens van de Verenigde Staten en van Japan. VKM — RKM

%

Voyageurs-km (1 000 000). — Reizigerskilometer (1 000 000) Flandres — Vlaanderen ........................................................................................... Wallonie¨ — Wallonie¨ .............................................................................................. Bruxelles — Brussel ................................................................................................

5 376 2 713 1 061

58,8 % 29,7 % 11,6 %

Total — Totaal .......................................................................................................

9 150

100,0 %

2005

TKT

%

Tonnes-km (1 000 000) — Tonkilometer (1 000 000) Flandres — Vlaanderen ........................................................................................... Wallonie¨ — Wallonie¨ .............................................................................................. Bruxelles — Brussel ................................................................................................

3 941 3 846 342

48,5 % 47,3 % 4,2 %

Total — Totaal .......................................................................................................

8 130

100,0 %

2005

DO 2005200607676

DO 2005200607676

Question no 937 de M. Jef Van den Bergh du 31 mars 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Investissements ferroviaires en 2003, 2004 et 2005. Pour éviter que l’approbation de la dotation d’investissement par la Chambre des représentants ne

Vraag nr. 937 van de heer Jef Van den Bergh van 31 maart 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Spoorinvesteringen in 2003, 2004 en 2005.


2006

Om te voorkomen dat de goedkeuring van de investeringsdotatie door de Kamer van volksvertegenwoor2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32465

revienne à signer un blanc-seing sans aucune justification de la SNCB, je voudrais poser les questions suivantes.

digers een blanco enveloppe wordt zonder verantwoording van de NMBS, verneem ik graag volgende zaken.

1. Pouvez-vous me communiquer le total des montants réellement investis (annuellement) en 2003, 2004 et 2005, en opérant une distinction entre les investissements relevant de la dotation de l’E´tat et ceux qui ont été financés au moyen d’autres sources de financement (avec mention de cette source) ?

1. Kan u de totaliteit meedelen van de daadwerkelijk geı¨nvesteerde bedragen in de jaren 2003, 2004 en 2005 (jaar per jaar), met het onderscheid tussen de investeringen die vallen onder de overheidsdotatie en de andere die gefinancierd werden vanuit andere financieringsbronnen (met vermelding van de bron) ?

2. En ce qui concerne les projets qui ne relèvent pas de la dotation de l’E´tat :

2. Wat de projecten betreft die niet onder de overheidsdotatie vallen :

a) pouvez-vous me transmettre la liste des projets localisables qui sont financés par d’autres moyens que la dotation de l’E´tat et qui ont effectivement progressé en 2003, 2004 et 2005, en mentionnant les montants affectés à chaque projet durant cette période ainsi que la source de financement (en ce qui concerne les projets et les montants, je désirerais une ventilation de ces données par région);

a) kan u de lijst meedelen van lokaliseerbare projecten die gefinancierd worden vanuit andere middelen dan de overheidsdotatie, en waaraan daadwerkelijk werd gewerkt in de jaren 2003, 2004 en 2005, evenals de bestede bedragen per project in die periode en de financieringsbron; graag kreeg ik in dat verband de projecten en bedragen per gewest;

b) pouvez-vous me transmettre la liste des projets non localisables qui sont financés par d’autres moyens que la dotation de l’E´tat et qui ont effectivement progressé en 2003, 2004 et 2005, en mentionnant les montants affectés à chaque projet durant cette période ainsi que la source de financement ?

b) kan u de lijst meedelen van de niet-lokaliseerbare projecten die gefinancierd worden vanuit andere middelen dan de overheidsdotatie, en waaraan daadwerkelijk werd gewerkt in de jaren 2003, 2004 en 2005, evenals de bestede bedragen per project in die periode in die periode en de financieringsbron ?

3. En ce qui concerne les projets qui relèvent de la dotation de l’E´tat :

3. Wat de projecten betreft die wel onder de overheidsdotatie vallen :

a) pouvez-vous me transmettre la liste des projets localisables qui sont concernés par la clé de répartition 60/40 et qui ont effectivement progressé en 2003, 2004 et 2005, en mentionnant les montants affectés à chaque projet durant cette période (en ce qui concerne les projets et les montants, je désirerais une ventilation de ces données par an et par région);

a) kan u de lijst meedelen van lokaliseerbare projecten, die dus onder de verdeelsleutel 60/40 vallen, en waarvan daadwerkelijk werd gewerkt in de jaren 2003, 2004 en 2005, evenals de bestede bedragen per project in die periode; graag kreeg ik in dat verband de projecten en bedragen per jaar en per gewest;

b) pouvez-vous me transmettre la liste des projets non localisables qui ont effectivement progressé en 2003, 2004 et 2005, en mentionnant les montants affectés à chaque projet durant cette période ?

b) kan u de lijst meedelen van de niet-lokaliseerbare projecten, waarvan daadwerkelijk werd gewerkt in de jaren 2003, 2004 en 2005, evenals de bestede bedragen per project in die periode ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 937 de M. Jef Van den Bergh du 31 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 937 van de heer Jef Van den Bergh van 31 maart 2006 (N.) :




2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32466

1. Investissements réalisés

1. Uitgevoerde investeringen

Sont repris dans le tableau ci-après les montants investis par le groupe SNCB depuis 2003 :

(millions euros courant) — (lopende miljoen euro) Fonds propres + tiers — Eigen Fondsen + derden . Dotation E´tat (SPF et RER) (Solde à financer inclus) — Overheidsdotatie (FOD en GEN) (Inclusief tekort) Wallonie (W) — Wallonie¨ (W) .............................. Flandre (FL) — Vlaanderen (VL) ........................... Non localisé FL ou W — Niet gelokaliseerd VL of W

In de onderstaande tabel worden de bedragen vermeld die door de NMBS groep in 2003 werden geı¨nvesteerd :

2003

2004

2005

554,6

522,7

463,1

750,2 182,4 277,0 290,8

Total — Totaal .....................................................

748,6 39,7 % 60,3 %

1 304,8

198,5 298,0 252,1

755,1 40,0 % 60,0 %

204,1 306,1 244,9

1 271,3

40,0 % 60,0 %

1 218,2

2. Investissements non financés par la dotation publique

2. Investeringen die niet worden gefinancierd door de overheidsdotatie :



Ne sont considérés comme projets localisables, pouvant rentrer s’il y a lieu dans le calcul de la clé de répartition régionale 60/40, que les investissements financés par la dotation publique (SPF + fonds RER). b) Projets non localisables

Worden slechts als lokaliseerbare projecten beschouwd, die indien daar reden toe is kunnen worden opgenomen in de berekening van de gewestelijke verdeelsleutel 60/40, de investeringen gefinancierd door de overheidsdotatie (FOD + GEN fondsen). b) Niet-lokaliseerbare projecten

Dans le tableau suivant est détaillée par grandes rubriques l’affectation des sources de financement autres que publiques.

In de volgende tabel wordt in grote rubrieken in detail een beschrijving gegeven van de toewijzing van financieringsbronnen die niet openbaar zijn.

Il n’existe pas de classification régionale pour les projets relevant de ce type de financement.

Er bestaat geen gewestelijke indeling voor de projecten die onder dit type van financiering vallen. Matériel roulant — Rollend materieel

Infrastructure — Infrastructuur 2003 Classique — Klassiek Fonds Propres — Eigen Fondsen TGV FIN — HST FIN ............. Pays-Bas (TGV) — Nederland (HST) ....................................... Union européenne — Europese Unie .......................................... Autres tiers — Andere derden ..

53,9

Total — Totaal ........................

57,2


TGV — HST 30,0 250,6


TGV — HST

76,3

0,7

Divers — Diversen

16,5

123,1

3,3

2006

177,4 250,6 123,1 0 3,5

0,2 403,7

Total — Totaal

76,5

2007

0,7

16,5

554,6


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32467


Infrastructure — Infrastructuur

Divers — Diversen

2004 Classique — Klassiek Fonds Propres — Eigen Fondsen TGV FIN — HST FIN ............. Pays-Bas (TGV) — Nederland (HST) ....................................... Union européenne — Europese Unie .......................................... Autres tiers — Andere derden ..

18,3

Total — Totaal ........................

24,1

TGV — HST 31,0 264,5


TGV — HST

81,9

5,9

2,9

112,1

1,6 4,5

0,3 407,6

82,2

5,9


Infrastructure — Infrastructuur 2005

Fonds Propres — Eigen Fondsen Pays-Bas (TGV) — Nederland (HST) ....................................... Union européenne — Europese Unie .......................................... Autres tiers — Andere derden .. Total — Totaal ........................

8,8

TGV — HST 300,7


TGV — HST

60,8

0,7

2,9

522,7

Divers — Diversen

Total — Totaal

10,6

381,6

71,0

71,0

0,5 9,8

0,2

0,5 10,0

19,1

371,9

60,8

3. Investissements financés par la dotation publique : a) Projets localisables Répartis par grandes rubriques, les investissements localisables se présentent comme suit [en millions euros courant] : Infrastructure Classique — Klassieke infrastructuur

140,0 264,5 112,1

1,6 4,2


Total — Totaal

Infrastructure TGV Mixte — Gemengde HST infrastructuur

0,7

10,6

463,1

3. Investeringen die worden gefinancierd door de overheidsdotatie : a) Lokaliseerbare projecten Onderverdeeld in grote rubrieken worden de lokaliseerbare investeringen als volgt voorgesteld (in lopende miljoen euro) : RER et mobilité Bruxelles — GEN en mobiliteit Brussel

Total — Totaal

2003 W FL — VL

163,3 202,3

15,4 69,8

3,7 4,9

182,4 277,0

39,7 % 60,3 %

7,6 16,6

198,5 298,0

40,0 % 60,0 %

2004 W FL — VL

183,4 205,1


7,5 76,3

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32468

2005 W

180,4

13,1

10,5

204,1

40,0 %

FL — VL

221,3

68,9

15,9

306,1

60,0 %



Ećhappent à la règle de répartition régionale des investissements publics (SPF et fonds RER) :

Ontsnappen aan de regel van de gewestelijke verdeling van de overheidsinvesteringen (FOD en GEN fondsen) :

— pour les infrastructures : les investissements affectés au territoire de la Région de Bruxelles-Capitale ainsi que certains projets particuliers (définis dans l’accord de coopération E´tat fédéral/régions/ SNCB du 14 juillet 2001 (1);

— voor de infrastructuur : de investeringen toegewezen aan het grondgebied van het Gewest BrusselHoofdstad alsook bepaalde bijzondere projecten (vastgelegd in het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat/Gewesten/NMBS van 14 juli 2001 (1);

— les investissements relatifs au matériel roulant;

— de investeringen betreffende het rollend materieel;

— divers investissements non localisables par nature (notamment l’informatique).

— diverse van nature niet-lokaliseerbare investeringen (meer bepaald informatica).

(millions euros courant) — (lopende miljoen euro)

Infrastructures — Infrastructuur


Divers — Allerlei

Total — Totaal

2003

60,0

193,7

37,1

290,8

2004

83,2

133,4

35,5

252,1

2005

105,8

110,7

28,4

244,9

(1) Extrait de l’annexe à l’accord de coopération relatif au plan d’investissement pluriannuel 2001-2012 de la SNCB : « Les points 3, 4 et 5 ci-après décrivent les projets spécifiques pour lesquels aucune clé n’est applicable. 3. Projets d’intérêt national : l’infrastructure d’accès à l’aéroport de Bruxelles-National (10 milliards) est placé en dehors de la quote-part de la Région flamande. 4. Projets transrégionaux : les lignes 161 et 124 sur le territoire flamand et les travaux de modernisation de ces lignes sur le territoire flamand (8,2 milliards) sont retirées de la quote-part flamande. 5. Projets transnationaux et internationaux : la modernisation de la ligne vers Luxembourg est retirée de la quote-part wallonne pour un montant de 6,6 milliards.


2006

(1) Uittreksel van de bijlage bij het samenwerkingsakkoord betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de NMBS : « In punten 3, 4 en 5 hieronder worden de specifieke projecten beschreven waarop geen enkele verdeelsleutel van toepassing is. 3. Projecten van nationaal belang : de infrastructuurwerken betreffende de toegang tot de luchthaven van Brussel Nationaal (10 miljard) worden buiten het Vlaamse aandeel gehouden. 4. Transregionale projecten : de lijnen 161 en 124 op het Vlaamse grondgebied en de moderniseringswerken op deze lijn op het Vlaamse grondgebied (8,2 miljard) worden uit het Vlaamse aandeel gehouden. 5. Transnationale en internationale projecten : de modernisering van de lijn naar Luxemburg wordt voor een bedrag van 6,6 miljard uit het Waalse aandeel gehouden. »

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32469

DO 2005200608588

DO 2005200608588

Question no 1048 de M. Mark Verhaegen du 20 juillet 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Loterie Nationale. — Critères d’attribution pour les projets d’aide. Les nouveaux critères d’attribution ayant été définis, le moment est venu de les rendre publics de manière transparente. C’est la raison pour laquelle j’ai quelques questions à vous poser sur des points précis, d’autant qu’à l’évidence, le bénévolat n’est pas toujours apprécié à sa juste valeur. Prenons l’exemple d’une demande d’aide émanant d’une radio locale qui a vu le jour en 1981. Cette radio fournissant chaque jour bénévolement, depuis 25 ans, des informations locales au public et s’investissant aussi partiellement dans l’information, la formation et la détente, ses responsables ont estimé pouvoir entrer éventuellement en considération pour bénéficier d’un sponsoring par la Loterie Nationale. C’est la raison pour laquelle ils ont soumis à la Loterie Nationale, service Publicité 25-33 à 1040 Bruxelles, une demande d’aide. Or, ils n’ont même pas reçu un accusé de réception. Si la Loterie Nationale investissait dans des initiatives locales les moyens qu’elle investit dans une semaine de publicité par l’entremise de la VRT et d’autres émetteurs nationaux, ceci ferait beaucoup d’heureux. De nombreux émetteurs locaux connaissent des problèmes. C’est la raison pour laquelle je m’attache à défendre la cause, non d’une radio locale mais de toutes les radios locales. 1. a) Comment les moyens disponibles de la Loterie Nationale sont-ils répartis ? b) Comment ses moyens financiers ont-ils été répartis au cours de ces trois dernières années et comment devraient-ils, selon les estimations, évoluer au cours des prochaines années ? 2. a) Comment une organisation intéressée peut-elle introduire une demande d’aide ? b) Quelle procédure doit-elle suivre ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1048 de M. Mark Verhaegen du 20 juillet 2006 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

Vraag nr. 1048 van de heer Mark Verhaegen van 20 juli 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : Nationale Loterij. — Toewijzingscriteria voor steunprojecten. Naar aanleiding van de nieuwe toewijzingscriteria is het tijd deze op transparante wijze bekend te maken. Daarom heb ik enkele punctuele vragen, temeer omdat blijkbaar vrijwilligerswerk niet altijd naar waarde geschat wordt.


2006

Neem nu een aanvraag van een lokale radio die in 1981 het levenslicht zag. Omdat deze radio 25 jaar als vrijwilligerswerk dagelijks in de weer is om lokale informatie te verschaffen aan het publiek, ook een stuk mee investeert in informatie, vorming en ontspanning, meende men eventueel in aanmerking te kunnen komen voor sponsoring door de Nationale Loterij. Daarom richtte men een verzoek tot ondersteuning aan de Nationale Loterij, dienst Publiciteit 25-33 te 1040 Brussel. Deze radiomensen hebben zelfs geen ontvangstmelding van hun schrijven ontvangen. Mocht de Nationale Loterij de middelen die men investeert in één week publiciteit via VRT en andere landelijke zenders eenmalig investeren in lokale initiatieven, dan zouden hiermee vele mensen gelukkig gemaakt kunnen worden. Er zijn veel lokale zenders met problemen. Daarom pleit ik niet alleen voor één, maar ook voor het geheel van lokale stations. 1. a) Op welke wijze worden de beschikbare middelen verdeeld ? b) Hoe was de verdeling van de financie¨le middelen de jongste drie jaar en hoe zullen deze volgens prognose de komende jaren evolueren ? 2. a) Hoe kunnen geı¨nteresseerde organisaties een aanvraag indienen ? b) Welke procedure dient hierbij gevolgd ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1048 van de heer Mark Verhaegen van 20 juli 2006 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32470

Je souhaite souligner que tant en ce qui concerne les critères d’attribution, qu’en ce qui concerne les bénéficiaires, il y a complète transparence dans le chef de la Loterie nationale. D’ailleurs, pour le dernier point, c’est le cas seulement depuis 2006 et ce, à mon initiative.

Ik wens te benadrukken dat zowel wat betreft de toewijzingscriteria, als wat betreft de begunstigden er volledige transparantie bestaat in hoofde van de Nationale Loterij. Dat laatste overigens pas sedert 2006 en dat op mijn initiatief.

Sur la page d’accueil du site web de la Loterie nationale, http://www.loterie-nationale.be, l’honorable membre trouvera un lien vers tous les bénéficiaires pour l’exercice 2006. Il peut également y télécharger la Charte des subsides comprenant les critères d’attribution ainsi que la procédure à suivre.

Op de homepage van de website van de Nationale Loterij http://www.nationale-loterij.be vindt het geachte lid een link naar alle begunstigden voor het dienstjaar 2006. Hij kan er eveneens het subsidiecharter downloaden met daarin de toewijzingscriteria alsook de te volgen procedure.

Une liste des bénéficiaires de l’exercice 1993 à l’exercice 2005 est conservée pour consultation au greffe du parlement, Service questions parlementaires (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 106, p. 19842).

Een lijst van de begunstigden van het dienstjaar 1993 tot en met het dienstjaar 2005 ligt ter inzage op de griffie van het parlement, Dienst schriftelijke vragen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 106, blz. 19842).

En ce qui concerne le cas spécifique cité, à la suite des accords du Lambermont et conformément à l’article 41 de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés, 27,44 % du montant global des subsides annuels de la Loterie nationale est directement versé aux communautés.

Wat betreft het specifieke aangehaalde geval, is het zo dat ten gevolge de Lambermontakkoorden, en krachtens artikel 41 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen, 27,44 % van het globale jaarlijkse subsidiebedrag van de Nationale Loterij rechtstreeks wordt gestort aan de gemeenschappen.

Dès lors, les demandes à examiner à charge de la dotation versée à la Communauté flamande (par exemple une radio locale) sont à envoyer directement au ministre-président, place des Martyrs 19, à 1000 Bruxelles. L’honorable membre trouvera tout cela dans la Charte des subsides.

Aldus zijn de te onderzoeken aanvragen ten laste van de dotatie gestort aan de Vlaamse Gemeenschap (bijvoorbeeld een lokale radio) rechtstreeks te sturen naar de minister-president, Martelaarsplein 19 te 1000 Brussel. Het geachte lid vindt dit alles in het subsidiecharter.

DO 2006200708972

DO 2006200708972

Question no 1097 de M. Koen Bultinck du 24 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1097 van de heer Koen Bultinck van 24 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Budgets de la Loterie nationale affectés à la CroixRouge de Belgique. — Vlaamse Kruis.

Budgetten Nationale Loterij voor het Rode Kruis. — Vlaamse Kruis.

La Loterie nationale affecte un montant annuel de quelque 1,5 millions d’euros à la Croix-Rouge de Belgique.

Jaarlijks wordt door de Nationale Loterij ongeveer 1,5 miljoen euro besteed aan het Rode Kruis.

La Vlaamse Kruis, une autre association de ce type, ne reçoit pas de fonds de la Loterie nationale.

Een andere kruisvereniging, namelijk het Vlaamse Kruis krijgt van de Nationale Loterij geen gelden.

1. Comment expliquez-vous la discrimination d’une association par rapport à l’autre, bien que leurs activités soient comparables ?

1. Wat is de verklaring voor de discriminatie van de ene « kruisvereniging » tegenover de andere, niettegenstaande de gelijkaardige activiteiten van beide verenigingen ?

2. Envisagez-vous de formuler des propositions concrètes afin de mettre un terme à cette discrimination ?

2. Heeft u concrete voorstellen om een eind te maken aan deze discriminatie ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32471

3. Quelle est la teneur des propositions éventuelles ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1097 de M. Koen Bultinck du 24 octobre 2006 (N.) :

3. Wat is de inhoud van eventuele voorstellen ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1097 van de heer Koen Bultinck van 24 oktober 2006 (N.) :



La Croix-Rouge n’entre pas en ligne de compte pour être subventionnée par les moyens destinés aux subsides au niveau fédéral, étant donné qu’il s’agit en ` la suite l’occurrence d’une organisation flamande. A des accords du Lambermont et en vertu de l’article 41 de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, 27,44 % du montant annuel global des subsides de la Loterie Nationale sont versés directement, à partir de l’exercice comptable 2002, aux trois communautés (flamande, française et germanophone). Celles-ci décident de manière autonome de l’affectation de leurs subsides respectifs. Les demandes relatives au budget destiné à la communauté doivent être introduites directement auprès des ministres concernés des entités fédérées.

Het Vlaamse Kruis komt niet in aanmerking voor een subsidie¨ring uit de middelen bestemd voor subsidies op federaal niveau gezien het hier een Vlaamse organisatie betreft. Als gevolg van de Lambermontakkoorden, en krachtens artikel 41 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot financiering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten wordt 27,44 % van het globale jaarlijkse subsidiebedrag van de Nationale Loterij vanaf het boekjaar 2002 rechtstreeks aan de drie (Vlaamse, Franstalige en Duitstalige) gemeenschappen gestort. Zij beslissen autonoom hoe zij hun respectieve dotatie besteden. Aanvragen met betrekking tot het voor de gemeenschap bestemde budget moeten rechtstreeks worden ingediend bij de betrokken ministers van de deelstaten.

2 et 3. Il est évidemment loisible à la Croix-Rouge d’adresser directement une demande d’aide à partir des moyens de la Loterie Nationale au ministreprésident du gouvernement flamand.

2 en 3. Het staat het Vlaamse Kruis uiteraard vrij om een aanvraag tot steun uit de middelen van de Nationale Loterij rechtstreeks te richten tot de minister-president van de Vlaamse regering.

DO 2006200709252

DO 2006200709252

Question no 1136 de M. Guido De Padt du 28 novembre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1136 van de heer Guido De Padt van 28 november 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Construction de la nouvelle gare de LiègeGuillemins.

NMBS. — Oprichting van het nieuwe station LuikGuillemins.

La nouvelle gare de Liège-Guillemins sera mise en service dans le courant de 2007. La gare — qui devrait être un joyau architectural, a été conçue par l’architecte Calatrava. ` combien le couˆt total de la construction de 1. A cette gare était-il estimé initialement ? ` combien s’élevait le prix de l’adjudication, 2. A c’est-à-dire, le prix auquel les travaux respectifs ont été attribués ?

Het nieuwe station Luik-Guillemins zal in de loop van 2007 in gebruik worden genomen. Het zou een architecturale parel worden, van de hand van de architect Calatrava.

3. ` combien s’élèvera le couˆt total final de la consa) A truction de cette nouvelle gare ?

3. a) Hoeveel zal de uiteindelijke totale kostprijs zijn voor de oprichting van dit nieuw station ?


2006

1. Hoeveel bedroeg de oorspronkelijke raming van de totaalprijs voor de oprichting van dit station ? 2. Hoeveel bedroeg de aanbestedingsprijs dit wil zeggen de prijs waaraan de onderscheiden werken werden gegund ?

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32472

b) Si ce couˆt total ne peut pas encore être estimé, quels montants ont-ils été dépensés à ce jour ? ` combien 4. A l’architecte ?

s’élèvent

de

4. Hoeveel bedraagt het ereloon van de architect ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1136 de M. Guido De Padt du 28 novembre 2006 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1136 van de heer Guido De Padt van 28 november 2006 (N.) :



1. L’estimation initiale du coût total était de 270 millions d’euros en 1997 (Euro actualisé 2006).

1. De oorspronkelijke raming van de totaalprijs bedroeg in 1997 270 miljoen euro (geactualiseerd Euro 2006).

2. Le prix total d’adjudication a été estimé à 180 millions d’euros (répartis en plusieurs marchés). Les marchés attribués jusqu’à présent se chiffrent à 140 millions d’euros.

2. De totaal aanbestedingsprijs is op 180 miljoen euro geraamd (verdeeld in meerdere opdrachten). De tot nu toe gegunde opdrachten bedragen 140 miljoen euro.

3. Le coût final de cette nouvelle gare a été budgétisé à 285 millions d’euros (de 2006).

3. De uiteindelijke kostprijs voor dit nieuw station is op 285 miljoen euro (van 2006) gebudgeteerd.

Outre le prix d’adjudication, ce montant inclut également les révisions de prix, les coûts en régie, la fourniture de matériaux ferroviaires spécifiques, les analyses de sol, le suivi des travaux, les expropriations, les études, les frais généraux, etc.

Naast de aanbestedingsprijs, bevat dit bedrag ook de prijsherzieningen, de kosten in regie, de levering van specifieke spoorweg materialen, de grondonderzoeken, de werkopvolging, de onteigeningen, de studies, de algemene onkosten, enz.

4. Pour les études et la gestion de projet, le groupe SNCB a conclu un contrat avec Euro-Liège-TGV, qui est rémunéré sur la base des barèmes courants de la FABI (Fédération Royale d’Associations Belges d’Ingénieurs Civils, d’Ingénieurs Agronomes et de Bioingénieurs ASBL).

4. Voor de studies en het projectbeheer, heeft de NMBS-groep een contract afgesloten met Euro-LiègeTGV, die vergoed wordt op basis van de gebruikelijke barema’s van de KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging).

DO 2006200709324

DO 2006200709324

Question no 1140 de M. Jef Van den Bergh du 11 décembre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1140 van de heer Jef Van den Bergh van 11 december 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Récapitulatif des couˆts liés aux investissements réalisés pour le TGV.

Overzicht van de investeringskosten van de HST.

La réalisation du projet TGV touchant à son terme, on commence à pouvoir se faire une idée des couˆts générés par le TGV (infrastructure et matériel roulant).

De realisatie van het HST-project nadert zijn einde, zodat we stilaan een globaal overzicht kunnen krijgen hoeveel de HST (infrastructuur en rollend materieel) gekost zal hebben.

1. Pouvez-vous me communiquer le montant des dépenses réalisées pour la totalité du projet TGV, en ce comprises les compensations octroyées aux communes riveraines :

1. Kan u het bedrag meedelen dat aan de totaliteit van de HST is uitgegeven, met inbegrip van de compensaties voor de aanliggende gemeenten :


les

honoraires

b) Indien deze nog niet volledig kan worden geraamd, welke bedragen werden dan tot op heden uitgegeven ?

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32473

a) sans les interventions dans les projets « mixtes » prélevées sur l’enveloppe de l’E´tat destinée aux investissements ferroviaires;

a) exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen;

b) avec ces interventions ?

b) inclusief deze toelagen ?

2. En ce qui concerne les investissements localisables, pouvez-vous me communiquer, par région :

2. Met betrekking tot de lokaliseerbare investeringen, kan u per gewest meedelen :

a) les montants totaux, sans les interventions dans les projets « mixtes » prélevées sur l’enveloppe de l’E´tat destinée aux investissements ferroviaires;

a) de totale bedragen, exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten die gefinancierd werden vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen;

b) les montants totaux avec ces interventions ?


3. En ce qui concerne les montants restant à investir, pouvez-vous me fournirr :

3. Met betrekking tot de nog te investeren bedragen, kan u meedelen :

— une estimation totale des dépenses restantà réaliser pour le TGV :

— de totale raming van wat nog gerealiseerd moet worden voor de HST :

a) sans les interventions dans des projets « mixtes »;

a) exclusief de toelagen voor « gemengde » projecten;



— pour les investissements localisables, une répartition de ces montants :

— Wat de lokaliseerbare investeringen betreft, een verdeling van deze bedragen :

a) sans les interventions dans des projets « mixtes »;

a) exclusief de toelagen voor « gemengde projecten »;



Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1140 de M. Jef Van den Bergh du 11 décembre 2006 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1140 van de heer Jef Van den Bergh van 11 december 2006 (N.) :



1. a) Les investissements déjà réalisés pour le TGV (matériel roulant y compris) s’élèvent à 4 milliards euros, à l’exclusion des dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires.

1. a) De reeds gedane investeringen voor de HST (inclusief rollend materieel) bedragen 4 miljard euro exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen.

b) Les investissements déjà réalisés pour le TGV (matériel roulant y compris) s’élèvent à 5,25 milliards euros, y compris les dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires.

b) De reeds gedane investeringen voor de HST (inclusief rollend materieel) bedragen 5,25 miljard euro inclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen.

2. a) Les investissements déjà réalisés pour le TGV, à l’exclusion des dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires, ne sont pas localisés.

2. a) De reeds gedane investeringen voor de HST exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen worden niet gelokaliseerd.

b) Les investissements localisables déjà réalisés, y compris les dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux

b) De reeds gedane lokaliseerbare investeringen inclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinves-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32474

investissements ferroviaires, s’élèvent à 0,92 milliards euros en Flandre et à 0,27 milliards euros en Wallonie.

teringen bedragen 0,92 miljard euro in Vlaanderen en 0,27 miljard euro in Wallonie¨.

3. Estimation totale de ce qui doit encore être réalisé pour le TGV :

3. De totale raming van wat nog gerealiseerd moet worden voor de HST :

a) Le montant restant à investir pour le TGV, à l’exclusion des dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires, s’élève à 0,3 milliards euros.

a) Het nog te investeren bedrag voor de HST exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen is 0,3 miljard euro.

b) Le montant restant à investir pour le TGV, y compris les dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires, s’élève à 0,42 milliards euros.

b) Het nog te investeren bedrag voor de HST inclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen is 0,42 miljard euro.

Répartition des montants en ce qui concerne les investissements localisables :

Verdeling van de bedragen wat de lokaliseerbare investeringen betreft :

a) Le montant restant à investir pour le TGV, à l’exclusion des dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires, n’est pas localisé.

a) Het nog te investeren bedrag voor de HST exclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen wordt niet gelokaliseerd.

b) Le montant restant à investir pour le TGV, y compris les dotations pour les projets « mixtes » provenant de l’enveloppe de l’E´tat réservée aux investissements ferroviaires, est prévu à concurrence de 0,07 milliards euros en Flandre et de 0,03 milliards euros en Wallonie.

b) Het nog te investeren bedrag voor de HST inclusief de toelagen voor de « gemengde » projecten vanuit de overheidsenveloppe voor de spoorinvesteringen wordt voor 0,07 miljard euro in Vlaanderen en 0,03 miljard euro in Wallonie¨ voorzien.

DO 2006200709510

DO 2006200709510

Question no 1165 de M. Guido De Padt du 11 janvier 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1165 van de heer Guido De Padt van 11 januari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Plaintes déposées contre des accompagnateurs de train.

NMBS. — Klachten tegen treinbegeleiders.

En plus de la mission de controˆle qui leur incombe, les accompagnateurs de train ont également pour taˆche d’aider les voyageurs. Pourtant, certains d’entre eux négligent cet aspect social de leur travail et mécontent ainsi des voyageurs.

Treinbegeleiders hebben naast een controlerende taak ook de opdracht reizigers te helpen. Toch verzaken sommigen aan dit sociale aspect van hun baan, met als gevolg misnoegde reizigers.

1. Combien de plaintes a-t-on déposées contre des accompagnateurs de train en 2004, 2005 et 2006 auprès du service Clientèle de la SNCB ?

1. Hoeveel klachten tegen treinbegeleiders werden er in 2004, 2005 en 2006 neergelegd bij de klantendienst van de NMBS ?

2. En fonction de quelles catégories ces plaintes sont-elles classées et quel pourcentage des plaintes chaque catégorie représente-t-elle ?

2. Volgens welke categoriee¨n worden deze klachten ingedeeld en hoe verhouden ze zich procentueel ten opzichte van elkaar ?

3. Quelles mesures la SNCB instaure-t-elle pour améliorer les services en général ?

3. Welke maatregelen neemt de NMBS om algemeen de dienstverlening te verbeteren ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32475

4. Combien de temps la SNCB attend-elle avant de prendre des sanctions et de quelle nature sont ces dernières ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1165 de M. Guido De Padt du 11 janvier 2007 (N.) :

4. Hoelang wacht de NMBS alvorens sancties te ondernemen en van welke aard zijn deze sancties ?



Le nombre d’interventions écrites concernant le personnel d’accompagnement des trains recensé par le service central clientèle de 2001 à 2005 est le suivant :

1. Het aantal schriftelijke interventies betreffende het treinbegeleidingspersoneel geı¨nventariseerd door de centrale klantendienst van 2001 tot 2005 is het volgende :

— 2001 : 665;

— 2001 : 665;

— 2002 : 659;

— 2002 : 659;

— 2003 : 620;

— 2003 : 620;

— 2004 : 645;

— 2004 : 645;

— 2005 : 560;

— 2005 : 560;

— 2006 : pas encore disponible.

— 2006 : nog niet beschikbaar.

2. Ces interventions peuvent se répartir dans les catégories suivantes (pourcentage annuel moyen pour la période de 2001 à 2005) :

2. Deze interventies kunnen in de volgende categoriee¨n verdeeld worden (gemiddeld jaarlijks percentage voor de periode van 2001 tot 2005) :

— comportement du personnel : 40 %;

— gedrag van het personeel : 40 %;

— service à la clientèle : 30 %;

— klantendienst : 30 %;

— diffusion d’information : 18 %;

— verstrekken van informatie : 18 %;

— disponibilité : 5 %;

— beschikbaarheid : 5 %;

— emploi des langues (connaissance de l’autre langue nationale) : 3 %;

— gebruik van talen (kennis van de andere nationale taal) : 3 %;

— autres : 4 %.

— andere : 4 %.

3. Le recrutement d’accompagnateurs de train

3. De aanwerving van treinbegeleiders

Au cours de l’entretien de recrutement auquel assistent des membres de la direction Voyageurs, il est examiné si le candidat est orienté clientèle, cette donnée jouant un roˆle de premier plan lors de l’évaluation d’un candidat. La formation fondamentale

Tijdens het aanwervingsgesprek waar leden van de directie Reizigers aanwezig zijn, wordt bekeken of de kandidaat een klantgerichte instelling heeft, dit gegeven staat centraal tijdens de evaluatie van een kandidaat. De fundamentele opleiding

— Généralités ` travers toute la formation, l’accent est mis sur le A service à la clientèle. C’est ainsi que le mot client est utilisé dès le premier jour et toutes les taˆches dévolues à l’accompagnateur de train sont abordées dans la perspective de l’intérêt qu’elles présentent pour le client. Il y a naturellement des domaines (commercial, attitude professionnelle) où le service à la clientèle va


Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1165 van de heer Guido De Padt van 11 januari 2007 (N.) :

2006

— Algemeen Door de hele opleiding heen wordt klantenservice onderstreept. Het woord klant wordt dan ook vanaf dag 1 gebruikt en alle taken van de treinbegeleider worden in verband gebracht met hun belang naar de klant toe. Er zijn uiteraard de takken waar klantenservice een evidentie is (commercieel, professionele houding), maar ook in het kader van andere taken (veilig2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32476

de soi, mais l’importance du client est également soulignée dans le cadre d’autres taˆches (sécurité, régularité).

heid, regelmaat) wordt het belang van de klant onderstreept.

L’importance du service à la clientèle est mis en avant dès le début de la formation, de manière à pouvoir être assimilé progressivement, suivi et adapté.

Het belang van de klantenservice wordt vanaf het begin van de opleiding aangehaald zodat het gegeven geleidelijk kan opgenomen, opgevolgd en bijgestuurd kan worden.

— Spécificités

— Specifiek

Le service à la clientèle est traité plus spécifiquement dans le premier module : CK ou Connaissance de l’employeur. Cela s’opère au sein des modules « Service en gare » et « Annonces » et « Décision ».

Meer specifiek wordt klantenservice behandeld in de eerste module : CK of Kennismaking. Dit gebeurt binnen de leseenheden « Dienstverlening in het station » en « Aankondigingen » en « Besluit ».

Au sein du module « Attitude professionnelle », il est spécifiquement question du service à la clientèle dans le module « Importance d’une bonne réponse aux attentes du client » et « Importance d’agir commercialement ». Il est également abordé ici le baromètre qualité et l’importance qu’il revêt.

Binnen de module « Professionele Houding », wordt specifiek de serviceverlening besproken in leseenheid « Noodzaak klantenbinding » en « Noodzaak klantgericht handelen ». Hier wordt ook de kwaliteitsbarometer en zijn belang besproken.

De son coˆté, le module « Présentation et attitude » traite uniquement du service à la clientèle. La nécessité de l’orientation clientèle est explicitée via des exemples de plaintes, surtout sous la forme de débats. De plus, une autre présentation aborde plus spécifiquement le Service.

Leseenheid « Voorkomen en attitude » handelt eigenlijk volledig over klantenservice. Aan de hand van voorbeelden van klachten wordt de noodzaak van klantgerichtheid besproken, vooral in debatvorm. Daarnaast handelt een andere presentatie specifiek over Service.

— Pratique

— Praktijk

Au cours de toutes les périodes de pratique, les candidats sont suivis par des coaches et évalués sur la base notamment de leur orientation clientèle.

Tijdens alle praktijkperiodes worden de kandidaten door de coaches opgevolgd en gee¨valueerd op onder andere hun klantgerichtheid.

Les candidats doivent accomplir des missions dans leur dépoˆt. C’est surtout pendant le module « Connaissance de l’employeur » qu’il est attribué des missions spécifiques au service à la clientèle ou à des points apparentés tels que la propreté du matériel.

De kandidaten moeten opdrachten vervullen in hun standplaats. Vooral tijdens de module « Kennismaking » worden opdrachten meegegeven specifiek over klantenservice of daaraan gerelateerde items zoals de netheid van het materieel.

La formation permanente

De permanente opleiding

Au cours des conférences trimestrielles, il est là aussi mis l’accent pour tous les points sur le service à la clientèle et sur l’orientation clientèle.

Ook tijdens de trimestrie¨le conferenties wordt voor alle items het belang van klantenservice en klantgerichtheid aangehaald.

En outre, un thème est régulièrement ciblé. Par exemple, pendant la formation en cours, il est traité du point « Sécurité et accueil du voyageur ».

Daarnaast wordt geregeld een specifiek punt in de kijker gezet. Tijdens de lopende opleiding bijvoorbeeld wordt de « Veiligheid en het onthaal van de reiziger » besproken.

Les coaches veillent à une attitude proactive et orientée clientèle dans le chef des accompagnateurs de train. En cas de plainte, ce sont eux qui sont en première instance chargés de rectifier l’attitude des accompagnateurs de train.

De coaches zien toe op een klantvriendelijke en proactieve houding vanwege de treinbegeleiders. Bij klachten zijn zij het die de treinbegeleiders in eerste instantie bijsturen.

Les accompagnateurs de train sont encadrés par leur coach personnel. En cas de plainte, celui-ci s’entretient avec l’accompagnateur de train visé et apporte des correctifs là où c’est nécessaire. Si la faute est avérée, le N+l peut proposer une retenue sur primes. De même, le coefficient d’appréciation peut être abaissé. Le coef-

4. De treinbegeleiders worden begeleid door hun persoonlijke coach. Bij klachten voeren zij een gesprek met de betrokken treinbegeleider en sturen bij waar nodig. De N+l kan bij duidelijke fout een afhouding van de premies voorstellen. Ook het aanschrijvingscoe¨fficie¨nt kan verlaagd worden. Het aanschrijvings-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32477

ficient d’appréciation représente l’un des paramètres de calcul du montant des primes mensuelles. En cas de récidive, le N+l proposera les mesures disciplinaires requises au chef immédiat. Le dirigeant CPA, le Manager Régional Accompagnement des Trains ou, si les manquements sont très graves, le Chef de Service BVG.l, appliqueront les mesures disciplinaires visées au règlement Général du Personnel, RGPS 550.

coe¨fficie¨nt is één van de parameters die het bedrag bepaalt van de maandelijkse premies. Bij hervalling zal de N+l de gepaste strafmaatregelen voorstellen aan de onmiddellijke chef. De Leider CT, de Regionale Manager Treinbegeleiding of bij, heel ernstige overtredingen, de Dienstchef B-RZ.1 zullen de strafmaatregelen toepassen die bepaald zijn in het Algemeen Reglement van het Personeel ARPS 550.

DO 2006200709619

DO 2006200709619

Question no 1180 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1180 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Vols de cuivre.

NMBS. — Koperdiefstallen.

Selon les déclarations de responsables d’Infrabel, la SNCB aurait déboursé 1,6 million d’euros en 2006 pour remédier aux conséquences des vols de cuivre. Un total de plus de 100 vols de cuivre ont entraıˆné la disparition d’environ 182 kilomètres de caˆbles de cuivre.

Uit verklaringen van verantwoordelijken van Infrabel blijkt dat de NMBS in 2006 1,6 miljoen euro heeft betaald om de problemen te herstellen die werden veroorzaakt door koperdiefstallen. In totaal zouden meer dan 100 koperdiefstallen hebben gezorgd voor het verdwijnen van zowat 182 kilometer koperen kabels.

Outre le volet économique des réparations nécessitées par ces vols de caˆbles, il convient également de prendre en considération les problèmes rencontrés par les voyageurs à la suite de ce phénomène.

Naast het economisch herstel door het stelen van de kabels zijn er waarschijnlijk ook problemen voor de reizigers.

1. Avez-vous eu connaissance de ces chiffres d’Infrabel et peuvent-ils être confirmés ?

1. Bent u op de hoogte van deze cijfers van Infrabel en kunnen zij worden bevestigd ?

2. a) Quelles sont les conséquences de ces vols pour les voyageurs (retards ou annulation de certains trajets en train) ?

2. a) Wat zijn de gevolgen van deze diefstallen voor de reizigers (vertragingen of annulatie van treinreizen) ?

b) Les vols de cuivre ont-ils un impact sur le couˆt des voyages en train pour les voyageurs ?

b) Hebben de koperdiefstallen een weerslag op de kostprijzen van de treinreizen voor de reizigers ?

3. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre pour lutter contre la forte augmentation du nombre de vols de cuivre ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 26 avril 2007, à la question no 1180 de M. Pieter De Crem du 24 janvier 2007 (N.) :

3. Welke initiatieven overweegt u te nemen om het sterk stijgend aantal koperdiefstallen tegen te gaan ?



1. La situation au 31 janvier 2007 est la suivante :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 26 april 2007, op de vraag nr. 1180 van de heer Pieter De Crem van 24 januari 2007 (N.) :

1. De toestand op 31 januari 2007 is de volgende :

— vols de caˆbles en cuivre : 252 km;

— diefstal van koperen kabels : 252 km;

— préjudice suivant les devis : 2 067 914 euros.

— schade volgens 2 067 914 euro.


2006

2007

de

kostenramingen :


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32478

Le montant précité couvre le remplacement des matériaux volés ainsi que le coût de la main-d’œuvre de travaux de réparation.

Het voormelde bedrag dekt de vervanging van de gestolen materialen alsook de arbeidskosten voor de herstellingswerken.

Sur le plan géographique, ces vols sont actuellement constatés sur l’ensemble du réseau.

Op geografisch vlak worden deze diefstallen momenteel vastgesteld over het hele net.

2. a) Le vol de caˆbles en cuivre entraıˆne principalement des dérangements à la signalisation. En 2006, 50 trains de voyageurs ont de ce fait dû être supprimé et 950 trains de voyageurs ont subi un retard de 8 764 minutes au total.

2. a) De diefstal van koperkabels heeft vooral storingen aan de seininrichting tot gevolg. In 2006 moesten hierdoor 50 reizigerstreinen worden afgeschaft en 950 reizigerstreinen liepen samen 8 764 minuten vertraging op.

b) L’article 33 du troisième Contrat de gestion énonce la formule de l’augmentation tarifaire autorisée. Celle-ci ne contient aucun élément qui tienne compte des vols de cuivre; ceux-ci n’ont donc pas d’incidence sur le prix des trajets en train.

b) Artikel 33 van het derde Beheerscontract vermeldt de formule van de toegelaten tariefverhoging. Deze bevat geen elementen die rekening houden met de koperdiefstallen en zij zullen dus geen effect hebben op de prijzen van de treinritten.

3. Vu l’ampleur du phénomène et à la demande du Groupe SNCB, le parquet a inscrit la lutte contre le vol de cuivre dans ses priorités. Il a également été créé un groupe de travail national sous la présidence de la direction générale de la police judiciaire (section vols organisés). Le Groupe SNCB y est représenté par un membre du personnel du Corporate Security Service.

3. Door de grootte van dit fenomeen en op vraag van de NMBS-Groep, beschouwt het parket de strijd tegen koperdiefstal als een prioriteit. Er werd eveneens een nationale werkgroep, onder voorzitterschap van de algemene directie van de gerechtelijke politie (sectie georganiseerde diefstallen), opgericht. De NMBSGroep is hierin vertegenwoordigd door een tussenpersoon van de Corporate Security Service.

Quant aux mesures prises sur le domaine des chemins de fer, Corporate Security Service organise, en plus de ses patrouilles habituelles, des actions spéciales par district à titre de prévention et de lutte contre les vols de cuivre.

Wat de maatregelen op spoorwegdomein betreft, organiseert de Corporate Security Service naast hun gewone patrouilles eveneens per district speciale acties ter preventie van en tegen de koperdiefstallen.

Toutes les actions entreprises pour endiguer ce phénomène se déroulent naturellement en collaboration avec les services de police, le Corporate Security Service et toutes les directions concernées au sein du Groupe SNCB.

Alle ondernomen acties om dit fenomeen in te dijken gebeuren uiteraard in samenwerking met de politiediensten, de Corporate Security Service en alle betrokken directies binnen de NMBS-Groep.

DO 2006200709629

DO 2006200709629



La Poste. — Couˆt des actes de vandalisme perpétrés contre des bureaux de poste.

De Post. — Kostprijs vandalisme in postkantoren.

Après les événements survenus récemment à Zelzate, l’infrastructure de La Poste s’avère être également la cible de vandales dans notre pays. Outre le fait que la collectivité supporte les frais de réparation des actes de vandalisme, ceux-ci engendrent un sentiment d’insécurité parmi la population. Pour pouvoir cerner l’ampleur du problème, je souhaiterais obtenir les précisions suivantes.

Naar aanleiding van recente gebeurtenissen in Zelzate blijkt ook de infrastructuur van De Post in ons land het doelwit van vandalen. Niet enkel draait de samenleving op voor de kosten van het herstel van daden van vandalisme, het creeërt op zijn beurt ook een gevoel van onveiligheid bij de burgers. Om een beeld te krijgen van de omvang van dit probleem rijzen volgende vragen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32479

` combien de réparations La Poste a-t-elle duˆ 1. A procéder en 2006 à la suite d’actes de vandalisme ?

1. Hoeveel herstellingen diende De Post naar aanleiding van daden van vandalisme uit te voeren in 2006 ?

2. Quelle est la répartition géographique de ces réparations :

2. Wat is de territoriale spreiding van deze herstellingen :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province ?

c) per provincie ?

3. Comment a évolué le nombre de réparations depuis 2003 à ce jour ?

3. Wat is de evolutie van het aantal herstellingen over de periode 2003 tot nu ?

4. Quelle est la répartition géographique des réparations effectuées depuis 2003 à ce jour :

4. Wat is de territoriale spreiding van het aantal herstellingen over de periode 2003 tot nu :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province ?

c) per provincie ?

5. Quel est le couˆt total des réparations effectuées en 2006 à la suite d’actes de vandalisme ?

5. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van deze herstellingen naar aanleiding van daden van vandalisme in 2006 ?

6. Quelle est la répartition géographique de ces frais :

6. Wat is de territoriale spreiding van deze kosten :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province ?

c) per provincie ?

7. Comment ces frais ont-ils évolué de 2003 à ce jour ?

7. Wat is de evolutie van deze kosten over de periode van 2003 tot nu ?

8. Quelle est la répartition géographique des réparations effectuées depuis 2003 à ce jour :


a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province ?

c) per provincie ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1183 de M. Pieter De Crem du 25 janvier 2007 (N.) :




Les réparations, causées par le vandalisme, ne sont pas reprises comme telles dans la comptabilité de l’entreprise, mais incluses dans les frais globaux de réparation. La Poste ne possède donc pas les chiffres demandés.

Herstellingen als gevolg van vandalisme worden niet als dusdanig gedefinieerd in de boekhouding van het bedrijf, maar zijn begrepen in de globale herstellingskosten. De Post beschikt dus niet over de gevraagde cijfers.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32480

DO 2006200709636

DO 2006200709636



SNCB. — Gares. — Couˆt des actes de vandalisme.

NMBS. — Stations. — Kostprijs vandalisme.

L’infrastructure des gares de la SNCB est régulièrement la cible de vandales. Non seulement la collectivité doit supporter les couˆts de réparation des infrastructures de la SNCB consécutifs aux actes de vandalisme mais cette situation induit également un sentiment d’insécurité chez les usagers de la SNCB.

Regelmatig vormt de infrastructuur van de NMBSstations in ons land het doelwit van vandalen. Niet enkel draait de samenleving op voor de kosten van het herstel van daden van vandalisme aan de infrastructuur van de NMBS, het creeërt ook een gevoel van onveiligheid bij dek lanen van de NMBS.

1. Combien de réparations la SNCB a-t-elle duˆ effectuer à la suite d’actes de vandalisme en 2006 ?

1. Hoeveel herstellingen diende de NMBS naar aanleiding van daden van vandalisme uit te voeren in 2006 ?

2. Comment se répartissent ces réparations sur le territoire :

2. Wat is de territoriale spreiding van deze herstellingen :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province;

c) per provincie;

d) pour chaque gare de la SNCB ?

d) per NMBS-station ?

3. Quelle est l’évolution du nombre de réparations de 2003 à aujourd’hui ?

3. Wat is de evolutie van het aantal herstellingen over de periode 2003 tot nu ?

4. Quelle a été la répartition territoriale du nombre de réparations de 2003 à aujourd’hui :


a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province;

c) per provincie;



5. Quel est le couˆt total des réparations qui ont duˆ être réalisées à la suite d’actes de vandalisme en 2006 ?

5. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van deze herstellingen naar aanleiding van daden van vandalisme in 2006 ?

6. Quelle a été la répartition territoriale de ces couˆts :

6. Wat is de territoriale spreiding van deze kosten :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province;

c) per provincie ?



7. Quelle a été l’évolution de ces couˆts de 2003 à aujourd’hui ?

7. Wat is de evolutie van deze kosten over de periode van 2003 tot nu ?

8. Quelle a été la répartition territoriale de ces couˆts de 2003 à aujourd’hui :

8. Wat is de territoriale spreiding van deze kosten over de periode 2003 tot nu :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32481

c) par province; d) pour chaque gare de la SNCB ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1185 de M. Pieter De Crem du 26 janvier 2007 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 1 à 4. Les cas relatifs aux dommages connus, graffiti, effractions, incendies volontaires, vols et autres faits de malveillance connus dans l’infrastructure des gares et leurs abords — et dont le nombre est repris par district dans le tableau ci-après — ont donné lieu à une réparation :

District District District District District

Nord-Ouest — District Noordwest ........... Nord-Est — District Noordoost ................ Sud-Ouest — District Zuidwest ................ Sud-Est — District Zuidoost ..................... Centre — District Centrum .......................

Total — Totaal .....................................................

c) per provincie; d) per NMBS-station ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1185 van de heer Pieter De Crem van 26 januari 2007 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1 tot 4. De gegevens over beschadiging, graffiti, inbraak, brandstichting, diefstal en andere kwaadwillige daden in verband met de infrastructuur van de stations en hun omgeving — en waarvan het aantal per district in de volgende tabel is weergegeven — gaven aanleiding tot een herstelling :

2003

2004

2005

2006

319 292 302 602 390

290 278 374 606 315

282 236 390 516 174

283 264 356 473 214

1 905

1 863

1 598

1 590

5 à 8. Le coût (en euros) des réparations consécutives à ces actes de malveillance, ventilé par district, est le suivant :


Nord-Ouest — District Noordwest ........... Nord-Est — District Noordoost ................ Sud-Ouest — District Zuidwest ................ Sud-Est — District Zuidoost ..................... Centre — District Centrum .......................

Total — Totaal

5 tot 8. De kostprijs (in euro) van de herstellingen als gevolg van deze kwaadwillige daden, verdeeld per district, is de volgende :

2003

2004

2005

2006

232 761 221 715 302 855 688 407 291 722

158 195 296 114 372 271 615 603 215 678

17 795 200 749 429 912 817 168 98 398

106 137 336 686 291 650 660 164 92 082

1 737 460

1 657 861

1 564 022

1 486 719

DO 2006200709645

DO 2006200709645

Question no 1188 de M. Pieter De Crem du 26 janvier 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Actes de vandalisme perpétrés dans les gares. L’infrastructure des gares de la SNCB est régulièrement la cible de vandales. Non seulement c’est la

Vraag nr. 1188 van de heer Pieter De Crem van 26 januari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Aantal gevallen van vandalisme in de stations. Regelmatig vormt de infrastructuur van de NMBSstations in ons land het doelwit van vandalen. Niet


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32482

société qui paie les frais de réparation, mais ces actes de vandalisme créent de surcroıˆt un sentiment d’insécurité parmi les clients de la SNCB. Afin de saisir toute l’ampleur de ce phénomène, je souhaiterais connaıˆtre la réponse aux questions suivantes.

enkel draait de samenleving op voor de kosten van het herstel van daden van vandalisme aan de infrastructuur van de NMBS, het creeërt ook een gevoel van onveiligheid bij de klanten van de NMBS. Om een beeld te krijgen van de omvang van dit probleem rijzen volgende vragen.

1. Combien de cas d’actes de vandalisme dans les gares la SNCB a-t-elle constatés en 2006 ?

1. Hoeveel meldingen van vandalisme werden in 2006 door de NMBS in haar stations vastgesteld ?

2. Quelle est la répartition géographique de ces actes de malveillance :

2. Wat is de territoriale spreiding van dit soort kwaadwillige daden :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province;

c) per provincie;

d) par gare SNCB ?


3. Comment a évolué le nombre d’actes de malveillance de ce genre de 2003 à ce jour ?

3. Wat is de evolutie van het aantal van dit soort kwaadwillige daden over de periode van 2003 tot nu ?

4. Quelle a été la répartition géographique des actes de vandalisme depuis 2003 jusqu’à aujourd’hui :

4. Wat is de territoriale spreiding van het aantal gevallen van vandalisme over de periode 2003 tot nu :

a) en Flandre;

a) in Vlaanderen;

b) en Wallonie;

b) in Wallonie¨;

c) par province ?

c) per provincie;

d) par gare SNCB ?


Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1188 de M. Pieter De Crem du 26 janvier 2007 (N.) :




1 à 4. Les données relatives aux dommages, graffiti, effractions, incendies volontaires, vols et autres faits de malveillance dans l’infrastructure des gares et de leurs abords, par district, sont les suivantes :

1 tot 4. De gegevens over beschadiging, graffiti, inbraak, brandstichting, diefstal en andere kwaadwillige daden in verband met de infrastructuur van de stations en hun omgeving zijn per district de volgende :


Nord-Ouest. — District Noordwest .......... Nord-Est. — District Noordoost ............... Sud-Ouest. — District Zuidwest ............... Sud-Est. — District Zuidoost .................... Centre. — District Centrum ......................

Total. — Totaal ....................................................


2003

2004

2005

2006

319 292 302 602 390

290 278 374 606 315

282 236 390 516 174

283 264 356 473 214

1 905

1 863

1 598

1 590

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32483

DO 2006200709688

DO 2006200709688

Question no 1193 de M. Roel Deseyn du 5 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : La Poste. — Fermeture de bureaux de poste. — Guichets postaux dans des maisons communales. Vous avez déclaré récemment, dans le cadre de la fermeture de bureaux de poste, que ces fermetures ne seraient possibles qu’à la condition que le bureau concerné soit immédiatement remplacé par un Point Poste. Il est déjà apparu que la mise en œuvre de cette promesse n’allait pas de soi. Le cas de la fermeture des bureaux de Leffinge et Westende est éloquent à cet égard. Concernant ce dossier, Johny Thys, administrateur délégué de La Poste, a avoué que des Points Poste n’étaient créés en compensation de la fermeture de bureaux que dans la mesure du possible : « Chaque fermeture qui interviendra en 2007 sera précédée, dans la mesure du possible, par l’ouverture d’un Point Poste dans le territoire concerné », a-t-il en effet déclaré. Les fermetures de bureaux de poste qui ne s’accompagnent pas de la création de Points Poste sont contraires aux promesses faites par le secrétaire d’E´tat et entraıˆnent la disparition de ce service public dans les communes touchées. Il apparaıˆt à présent que La Poste évoque la fin d’un bail de location avec le propriétaire d’un bureau de poste comme excuse pour la disparition d’un bureau qui ne sera pas remplacé par un Point Poste. Il semble pourtant que dans pareille situation, de nombreuses administrations locales sont disposées à mettre un local à la disposition de La Poste. Dans la commune de Zuienkerke, La Poste dispose d’un guichet à la maison communale. Cet exemple montre qu’il existe un précédent pour ce type de collaboration.

Vraag nr. 1193 van de heer Roel Deseyn van 5 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : De Post. — Sluiting postkantoren. — Postloketten in gemeentehuizen. Recentelijk zei u in verband met het sluiten van postkantoren dat de sluiting er enkel zou komen mits onmiddellijk vervangen door een postpunt.

1. La Poste est-elle disposée à évaluer avec les administrations locales la possibilité d’exploiter un guichet à la maison communale ou dans un lieu public dans les (anciennes) communes ou` le bureau de poste devrait disparaıˆtre ? 2. Dans l’affirmative, quel échéancier et quelles règles précises seraient observées dans ce cadre ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1193 de M. Roel Deseyn du 5 février 2007 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.


2006

Dat de uitvoering van die belofte niet evident verloopt, is ondertussen gebleken. De gevallen van de sluiting van de kantoren van Leffinge en Westende tonen dit aan. Afgevaardigd bestuurder van De Post Johny Thys gaf met betrekking tot deze dossiers toe dat er enkel in de mate van het mogelijke een postpunt ter vervanging komt : « Elke sluiting in 2007 zal, in de mate van het mogelijke, voorafgegaan worden door de opening van een postpunt in het relevante gebied. ». Het feit dat postkantoren gesloten worden zonder dat er een vervangend postpunt wordt gecreeërd, druist in tegen de beloften van de staatssecretaris, alsook zorgt het voor het verdwijnen van de openbare dienstverlening in de betreffende gemeenten. Nu blijkt dat De Post het verlopen van een huurcontract met de eigenaar van een postkantoor aanhaalt als excuus voor het verdwijnen van een kantoor, zonder een vervangend postpunt. Nochtans blijkt dat bij heel wat lokale besturen in dergelijke situaties de bereidheid aanwezig is een lokaal ter beschikking te stellen voor De Post. In de gemeente Zuienkerke is het momenteel zo dat De Post een loket ter beschikking heeft in het gemeentehuis. Dit voorbeeld toont aldus aan dat er een zeker precedent is voor dergelijke samenwerking. 1. Is De Post bereid om samen met lokale besturen de mogelijkheden te bekijken om een loket uit te baten in het gemeentehuis of een openbaar centrum, in de (deel)gemeenten waar het postkantoor zou moeten verdwijnen ? 2. Zo ja, volgens welke timing en nadere regels ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1193 van de heer Roel Deseyn van 5 februari 2007 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32484

La Poste signale que la situation de Zuienkerke n’est pas comparable aux situations de Westende et Leffinge.

De Post merkt op dat de situatie van Zuienkerke niet valt te vergelijken met de situatie van Westende en Leffinge.

Le contrat de gestion prévoit que chaque commune doit avoir un point de service postal avec un employé de La Poste. C’est pourquoi La Poste, en collaboration avec la commune, a ouvert un guichet à Zuienkerke, dans les locaux de la commune. ` Westende et à Leffinge, un marché local a été A lancé en vue de remplacer le bureau par un point poste. Cela a été annoncé en novembre de l’année dernière. Comme je l’ai déjà déclaré à plusieurs reprises, j’ai, dans le cadre de ce mouvement de fermetures, mis comme condition explicite qu’aucun bureau ne peut fermer ses portes tant qu’il n’y a pas de point poste opérationnel dans les environs immédiats. Cela vaut également, sans restriction aucune, pour Westende et Leffinge.

Het beheerscontract voorziet dat elke gemeente een postaal service punt, bemand met een bediende van De Post, moet hebben. Daarom heeft De Post in Zuienkerke, in samenwerking met de gemeente, een loket geopend in de lokalen van de gemeente.

1. La Poste collabore donc en effet déjà avec un certain nombre de communes.

1. De Post werkt dus inderdaad reeds samen met een aantal gemeenten.

2. Toutes les communes sont libres de se porter candidate pour l’ouverture d’un marché local. Les marchés locaux ouverts et toutes les informations nécessaires pour une candidature se trouvent sur le site : www.post.be/postpunt.

2. Het staat elke gemeente vrij zich kandidaat te stellen bij het openen van een lokale markt. De geopende lokale markten en alle nodige informatie voor een eventuele kandidatuur kan worden gevonden op www.post.be/postpunt.

DO 2006200709690

DO 2006200709690

Question no 1194 de M. Roel Deseyn du 5 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1194 van de heer Roel Deseyn van 5 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Critères et dates de fermeture de bureaux de poste.

De Post. — Criteria en data van sluiting van postkantoren.

Beaucoup de bureaux de La Poste vont être fermés en raison de leur faible rentabilité. Afin d’assurer la continuité du service public, ils seront remplacés par des « Points Poste ».

Een groot aantal kantoren van De Post wordt gesloten vanwege een lage rendabiliteit. De vervanging door « postpunten » dient de openbare dienstverlening te blijven garanderen.

Toutefois, on ne voit pas très bien pourquoi certains bureaux, en particulier les bureaux qui sont en général très fréquentés, devraient fermer. Comment croire dans ce cas-là à un manque de rentabilité ? Et il y a le fait que les bourgmestres des communes ou` des bureaux sont fermés en sont prévenus très tardivement. Il s’agit là, à mon sens, de méthodes très irrespectueuses mais plus encore de procédés qui donnent à penser que ces fermetures sont arbitraires.

Er bestaat echter geen duidelijkheid waarom bepaalde kantoren zouden moeten sluiten, bijvoorbeeld kantoren die over het algemeen zeer druk bezocht worden. In dergelijke situaties is het moeilijk aan te nemen dat er dan ook sprake is van een te lage rendabiliteit. Daarnaast is het feit dat de burgemeesters van de gemeenten waar kantoren gesloten worden dit zeer laat vernemen. Mijns inziens is dit een zeer onrespectvolle manier van handelen; maar vooral wekt dit het vermoeden dat men lukraak te werk gaat.

1. Pourriez-vous clarifier les critères utilisés pour décider ou non de fermer des bureaux de poste ?

1. Kan u duidelijkheid scheppen betreffende de criteria bij de beslissing tot sluiting ?


2006

In Westende en Leffinge werd een lokale markt geopend met het oog op de vervanging van het kantoor door een postpunt. Dit werd aangekondigd in november vorig jaar. Zoals ik reeds herhaaldelijk heb gesteld heb ik als uitdrukkelijke voorwaarde bij deze sluitingsgolf gesteld dat geen kantoren kunnen sluiten alvorens een postpunt in de onmiddellijke omgeving operationeel is. Dit geldt onverkort ook voor Westende en Leffinge.

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32485

2. Pourriez-vous communiquer une liste des bureaux qui seront fermés au cours de chacun des prochains mois ?

2. Kan u een lijst meedelen van welke kantoren in elk van de komende maanden gesloten zullen worden ?

3. a) La fermeture de bureaux à Courtrai est-elle motivée par une activité éventuellement déficitaire ?

3. a) Is de sluiting van kantoren in Kortrijk ingegeven door een eventueel verlieslatende activiteit ?

b) Dans l’affirmative, sur quels points ?

b) Zo ja, op welke punten ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1194 de M. Roel Deseyn du 5 février 2007 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1194 van de heer Roel Deseyn van 5 februari 2007 (N.) :



1. La décision de fermer un bureau est une composante d’une vision dans laquelle La Poste veut développer un bon service envers ses clients et continuer à l’assurer.

De beslissing om een kantoor te sluiten is één component binnen de visie waarop De Post een goede dienstverlening naar haar klanten wil uitbouwen en blijven verzekeren.

Différents aspects sont pris en considération dans cette vision :

Verschillende aspecten komen in deze visie aan bod :

— Le client : l’évolution de ses besoins, attentes et comportement.

— De klant : de evolutie van zijn behoeften, verwachtingen en gedrag.

— Le contrat de gestion : les accords convenus avec le gouvernement concernant la proximité et la disponibilité du service postal.

— Het beheerscontract : de afspraken die met de overheid gemaakt zijn in verband met nabijheid en beschikbaarheid van postale dienstverlening.

— La viabilité financière : les objectifs fixés dans le plan stratégique de La Poste.

— De economische leefbaarheid : binnen het strategisch plan van De Post zijn doelstellingen vastgelegd.

Dans cette vision le bureau de poste a une part plus petite, comparé à l’importance grandissante de canaux tels que le call centre (022/012345), le e-Shop, BPObanking et les Points Poste.

Het postkantoor heeft in deze visie een kleiner aandeel, tegenover het toenemend belang van kanalen als het call center (022/012345), de e-Shop, BPO-banking en de PostPunten.

` l’horizon 2009 cette vision nécessite environ A 600 bureaux de poste. La localisation de la moitié de ces bureaux est fixée par les accords du contrat de gestion. Pour les autres un modèle est utilisé. On peut décrire ce modèle comme suit.

Binnen de visie is er naar de horizon 2009 behoefte aan een 600-tal eigen kantoren. De locatie van de helft wordt bepaald door de afspraken binnen het beheerscontract. Voor de andere wordt een model gebruikt dat als volgt kan worden beschreven.

L’implantation de Points Poste s’effectue en fonction de la réforme globale du réseau de bureaux de poste et des priorités qui ont été fixées en la matière en vue de résoudre les problèmes existants dans le réseau.

De inplanting van postpunten gebeurt in functie van de globale hervorming van het postkantorennetwerk en de prioriteiten die in dat verband gelegd werden om de bestaande problemen in het netwerk op te lossen.

La décision de remplacer un bureau de poste par un point poste est prise sur la base du schéma suivant :

De beslissing, om een postkantoor te vervangen door een postpunt wordt genomen op basis van volgend schema :

1. Une macroanalyse, sur la base des paramètres prévues dans le Contrat de gestion et des objectifs du Plan stratégique de La Poste.

1. Een macro analyse, op basis van de parameters van het Beheerscontract en de doelstellingen van het Strategisch Plan van De Post.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32486

2. Une microanalyse, qui doit confirmer ou rejeter les choix. Cette microanalyse se base sur divers critères :

2. Een micro analyse, die moet de keuzes bevestigen of verwerpen. Deze micro analyse is op verschillende criteria gebaseerd :

— la présence des poˆles commerciaux,

— de aanwezigheid van de commercie¨le polen,

— le potentiel de marché (densité de la population, présence d’indépendant et de PME, etc.),

— het potentieel van de markt (bevolkingsdichtheid, aanwezigheid van zelfstandigen en KMO’s, enzovoort),

— l’organisation et la segmentation du réseau Retail actuel,

— de organisatie en segmentatie van de huidige Retail netwerk,

— l’infrastructure actuelle du bureau,

— de huidige infrastructuur van het kantoor,

— la viabilité économique et financière d’un propre bureau,

— de economische- en financie¨le leefbaarheid van een eigen kantoor,

— la présence d’un ou plusieurs Points Poste dans l’environnement.

— de aanwezigheid van één of meerdere Postpunten in de omgeving.

2. La liste pour ce qui concerne le premier semestre de 2007 est ci-dessous. Pour ces mois, les bureaux ont été déterminés et communiqués aux Bourgmestres concernés. Le transfert effectif d’un bureau de poste vers un point poste s’effectue en fonction de la disponibilité de candidats à l’exploitation d’un point poste ou d’une autre présence postale dans les environs.

2. Hieronder bevindt zich de lijst voor de eerste jaarhelft van 2007. Voor deze maanden zijn de kantoren vastgelegd en meegedeeld aan de betrokken Burgemeesters. De effectieve transfer van postkantoor naar postpunt gebeurt in functie van de beschikbaarheid van kandidaten voor de uitbating van een postpunt of een andere postale aanwezigheid in de omgeving.

Région — Regio

E´toile — Ster

NWP — ID

RC Code

Mons-Nord Deurne-Noord Merksem Essen Essen Antwerpen-West Kermt HouthalenHelchteren Wilrijk Lier Lier Hoogstraten Geel Herentals Geel Turnhout Ottignies Waterloo Wavre Landen Leuven Leuven Tienen Haacht Tienen Sint-Pieters-Leeuw

1165 2083 2111 1933 1597 1563 1944 1987

141630 214200 217320 229610 265020 268110 230610 228330

Ghlin Place Bastien Deurne ten Eeckhove Ekeren Donk Kalmthout Heide Wuustwezel Gooreind Burcht Kuringen Helchteren

05/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007

2103 1874 1783 1982 1619 2010 2061 1634 1247 0891 0895 1917 1869 1870 1672 1696 1671 2212

216310 236610 403310 228120 259410 225310 218920 261420 131930 192720 113520 233930 218720 218710 257310 253510 257330 260510

Edegem Elsdonk Koningshooikt Beerzel Meerle Eindhout Noorderwijk-Morkhoven Geel Holven Poppel Rixensart Bourgeois Waterloo Chenois Limal Neerwinden Leuven Nieuw Kwartier Leuven St-Jacob Kumtich Linden Tienen Viander Alsemberg

26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007

Zone

HN AL AL AL AL AL AL AL

Mons Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Hasselt Hasselt

AL AL AL AL AL AL AL AL BB BB BB BB BB BB BB BB BB BB

Mechelen Mechelen Mechelen Turnhout Turnhout Turnhout Turnhout Turnhout Brabant Wallon Brabant Wallon Brabant Wallon Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant


2006

2007

Bureau — Kantoor

Date transfer — Datum omvorming


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 Région — Regio

32487

E´toile — Ster

NWP — ID

RC Code

Grimbergen Sint-Pieters-Leeuw Marcinelle Charleroi Jumet Mont-surMarchienne Charleroi Fontaine-l’Eveque Fontaine-l’Eveque Chaˆtelet Fleurus Binche Erquelinnes Mons-Centre Frameries Gembloux Mouscron Esneux Fleron Chaudfontaine Liège-Sud Chaudfontaine Liège-Nord Outre-Meuse Verviers Verviers Verviers Dendermonde Diksmuide Sint-Kruis Westkust Ledeberg Lokeren Ledeberg Gent-Centrum Sint-Niklaas Kortrijk Menen Tienen Courcelles Berchem Lommel Lommel Aarschot Aarschot Vilvoorde La Louviere Soignies Andenne Basse-Sambre

1851 1708 1092 1435 1176 1115

240210 254420 115310 115300 142920 156620

Wolvertem Vlezenbeek Marcinelle Haies Charleroi Gare Jumet Chef Lieu Montigny Eden Parc

26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007

1255 1052 1053 1380 1294 1121 0977 1228 1498 1242 1058 0964 1291 1269 1137 1129 1143 1134 0934 0933 0930 1683 2234 1698 1954 1924 1885 1923 2075 2148 1907 1855 1670 1397 2267 1889 1887 2218 2093 1614 1215 0957 1474 1502

132620 157340 157360 103710 127920 193740 189800 140330 120400 300610 158130 175110 127630 148610 148930 148230 149620 148420 182040 182030 181930 252620 201410 253610 231610 235220 291510 235210 219610 262710 233230 240610 257320 119310 203500 237940 237910 207010 215110 259200 158210 173920 101220 104920

Gilly Marabout Marchienne E´tat Monceau-sur-Sambre Bouffioulx Fleurus la Croix Ressaix Thuin gare Hyon ciply Aulnois Mazy Mouscron Mont a Leux Louveigne Fleron Fort Bois-de-Breux Liege Bassenge Liege Belle Ile Liege Citadelle Liege Louis Jamme Heusy Stembert Ensival Oudegem Leisele Steenbrugge St-Idesbald Ledeberg Centrum Lokeren Bergendries Gentbrugge St-Simonstraat Gent Nieuwe Beestenmarkt Sinaai Kortrijk Brugsepoort Menen Barakken Tienen Station Courcelles Motte Berchem Singel Lutlommel Lommel Barrier Betekom Diest Hasseltsepoort Vilvoorde Kerk Bois-du-Luc Naast Sclayn Velaine-sur-Sambre

26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 26/02/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007

Zone

BB BB HN HN HN HN

Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Charleroi Charleroi Charleroi Charleroi

HN HN HN HN HN HN HN HN HN HN HN LL LL LL LL LL LL LL LL LL LL OWV OWV OWV OWV OWV OWV OWV OWV OWV OWV OWV BB HN AL AL AL BB BB BB HN HN HN HN

Charleroi Charleroi Charleroi Charleroi Charleroi Mons Mons Mons Mons Namur Tournai Huy Liège Liège Liège Liège Liège Liège Verviers Verviers Verviers Aalst Brugge Brugge Brugge Gent Gent Gent Gent Gent Kortrijk Kortrijk Vlaams-Brabant Charleroi Mechelen Turnhout Turnhout Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant Mons Mons Namur Namur


2006

2007

Bureau — Kantoor

Date transfer — Datum omvorming


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32488

Région — Regio HN HN HN HN LL LL OWV OWV OWV OWV OWV OWV AL HN HN OWV AL LL

E´toile — Ster

Zone

Namur Namur Namur Tournai Arlon Huy Aalst Brugge Gent Gent Gent Gent Mechelen Namur Namur Gent Hasselt Huy

Basse-Sambre Dinant Namur-Nord Dour La Roche Flemalle Aalst Middelkerke Beveren Evergem Gent-Zuid Mariakerke Berchem Namur-Nord Andenne Evergem Genk Ans

NWP — ID

RC Code

0969 1478 1068 1334 1468 1266 0909 1791 1947 2116 2069 2074 2152 1067 1338 2057 1594 1479

104930 186310 159340 122110 105620 134010 200510 242110 231010 218310 220320 220920 207710 159330 122610 218330 219310 118200

On continue à élaborer le planning de la transformation de bureaux de poste en points postes pour le restant de 2007, et ce dans le cadre global visant à transformer, d’ici fin 2007, au total 270 bureaux en points postes. 3. Voir question 1.

Bureau — Kantoor Moignelee Spontin Vedrin Elouges Bomal-sur-ourthe Grace-perou Hofstade Leffinge Doel Sleidinge Gent UZ Gent Van Beverenplein Berchem Vosstraete Champion Leuze-Longchamps Ertvelde Genk Boxberg Ans Plateau

Date transfer — Datum omvorming 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007 19/03/2007

Aan de planning van de omvorming van postkantoor naar postpunt voor de rest van 2007 wordt verder gewerkt, binnen het kader van het globale plan met als doelstelling tegen eind 2007, in totaal 270 kantoren om te zetten in postpunten. 3. Zie vraag 1.

DO 2006200709698

DO 2006200709698

Question no 1196 de Mme Annemie Turtelboom du 5 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1196 van mevrouw Annemie Turtelboom van 5 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Envois en provenance de l’étranger. — Frais de douane.

De Post. — Buitenlandse zendingen. — Douanekosten.

Un client belge a reçu un colis postal contenant des livres pour une valeur de 43,12 dollars américains. L’envoi, expédié depuis les E´tats-Unis, a transité par l’Allemagne. Des frais de présentation à la douane d’un montant de 10 euros lui ont été réclamés. Le client était d’avis que les opérations de dédouanement auraient duˆ être effectuées lors de l’arrivée de l’envoi au sein de l’Union européenne, et donc dans ce cas en Allemagne. Or, cette personne a été amenée à payer les frais de présentation à la douane en plus du prix de la commande, qu’il avait déjà payé. Lors de la livraison d’un colis postal d’une valeur de 40 euros, expédié par une librairie canadienne, ce même client n’a pas duˆ payer de frais de présentation à la douane.

Een Belgische klant ontving een zending in een postpakket (boeken) met een waarde van 43,12 USDollar uit de Verenigde Staten via Duitsland plus 10 euro voor de douaneaanbiedingskosten. Hij dacht dat de noodzakelijke douane-inklaringen dienen te gebeuren bij aankomst van de zending in de Europese Unie (in casu Duitsland). Nochtans was hij verplicht de douaneaanbiedingskosten te betalen bovenop de reeds betaalde bestelling. Dezelfde klant heeft bij een postpakket met een waarde van 40 euro, afkomstig van een boekhandel uit Canada geen douaneaanbiedingskosten moeten betalen.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32489

1. Qu’est-ce qui explique la différence de traitement entre un envoi en provenance des E´tats-Unis et un envoi en provenance du Canada ? 2. Dans quels cas les frais de douane afférents à des envois en provenance des E´tats-Unis et du Canada sont-ils imputés au client ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1196 de Mme Annemie Turtelboom du 5 février 2007 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Tous les envois de la poste aux lettres des pays qui ne font pas parti de l’Union européenne et dont la valeur est supérieure à 22 euros, ou qui ne répondent pas aux conditions de petits envois de la poste aux lettres de nature non commerciale avec un valeur maximum de 45 euros, ou des envois de la poste aux lettres qui contiennent des marchandises hors de l’Union européenne, sont présentés en douane. Les frais de présentation s’élèvent à 10 ? et ne sont pas soumis à la TVA. Si les envois de la poste aux lettres doivent effectivement être déclarés, les frais sont : 1) droit de douane calculé sur la base de la valeur de l’envoi; 2) les frais d’accomplissement de formalités douanières, pour un montant de 20 euros; 3) la TVA qui est payé seule à l’importation sur le valeur de l’envoi, les droits de douanes et les frais des formalités douanières; 4) les accises éventuelles. Normalement il ne pourrait y avoir de différence entre un envoi provenant des E´tats-Unis et un provenant du Canada. Sans controˆle effectif sur l’envoi en question (vérification de l’étiquette CN 22) il ne peut être donné de plus amples explications à cette demande. 2. Lors de transit (E´tats-Unis — Allemagne — Belgique) des frais de douane peuvent être éventuellement réglés dans le pays du destinataire.

1. Vanwaar komt het verschil tussen een zending uit de Verenigde Staten en een zending uit Canada ?

DO 2006200709747

DO 2006200709747

Question no 1199 de M. Roel Deseyn du 12 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : La Poste. — Réglementation relative au congé politique. La Poste a informé un travailleur contractuel non barémique qu’il a droit à trois jours de congé politique — non rémunéré — par mois.

Vraag nr. 1199 van de heer Roel Deseyn van 12 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : De Post. — Regeling politiek verlof.


2006

2. Kan u een overzicht geven wanneer douanekosten uit de VS en Canada worden doorgerekend naar de klant ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1196 van mevrouw Annemie Turtelboom van 5 februari 2007 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Alle brievenpostzendingen uit landen die niet tot de Europese Unie behoren en waarvan de waarde hoger ligt dan 22 euro, of die niet voldoen aan de voorwaarden van kleine brievenpostzendingen van niet-commercie¨le aard met een maximale waarde van 45 euro, of brievenpostzendingen die goederen bevatten van buiten de EU, worden aan de douane aangeboden. De kost voor het aanbieden bedraagt 10 euro en is niet aan BTW onderhevig. Indien de brievenpostzending evenwel daadwerkelijk moet worden ingeklaard, omvatten de kosten : 1) de douanerechten berekend op basis van de waarde van de zending; 2) de kosten voor het vervullen van de douaneformaliteiten ten bedrage van 20 euro; 3) de BTW die ingevolge de invoer betaald wordt op de waarde van de zending, de douanerechten en de kosten van de douaneformaliteiten; 4) de eventuele accijnzen. Normaal gezien zou er dus geen verschil mogen zijn tussen een zending uit de USA en één uit Canada. Zonder effectief nazicht van de kwestieuze zendingen (nazicht etiket CN22) kan op deze vraag geen verdere uitleg verschaft worden. 2. Bij transit (USA — Duitsland — Belgie¨) worden eventuele douanekosten geregeld in het land van de geadresseerde.

Bij De Post liet men een niet-baremiek contractueel werknemer weten dat hij recht heeft op drie dagen politiek verlof per maand, dit echter onbezoldigd. 2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32490

Au sein des entreprises publiques, les conseillers communaux ont droit à deux jours de dispense de service par mois.

Bij een overheidsbedrijf heb je als gemeenteraadslid recht op twee dagen dienstvrijstelling per maand.

Les travailleurs du secteur privé ont droit à un jour de congé politique rémunéré, que l’entreprise peut récupérer auprès de la commune.

In de privé heb je recht op één dag bezoldigd politiek verlof, die het bedrijf kan terugvorderen van de gemeente.

En tant que société anonyme de droit public, La Poste peut décider elle-même de sa réglementation en matière de congés politiques. Les travailleurs de La Poste n’ont donc pas droit à une dispense de service ni à un congé politique rémunéré étant donné que La Poste ne peut se tourner vers les instances communales pour le remboursement.

De Post mag, als nv van publiek recht, haar politieke verlofregeling zelf bepalen. Werknemers van De Post hebben dus geen recht op dienstvrijstelling, noch op bezoldigd politiek verlof aangezien De Post geen recht heeft op terugbetaling van gemeentelijke instanties.

L’impossibilité de prendre un congé politique au sein des sociétés anonymes de droit public (ou` les autorités sont assurément toujours actionnaires majoritaires) paraıˆt bien étrange dans la mesure ou` la loi prévoit cette possibilité pour les entreprises du secteur privé.

Het zou zeer eigenaardig zijn indien binnen nv’s van publiek recht (waar de overheid toch steeds hoofdaandeelhouder is) geen mogelijkheid bestaat om politiek verlof te nemen, daar waar de wet dit wel bepaalt voor privé-ondernemingen.

1. Quelle est la réglementation en matière de congé politique au sein de La Poste ?

1. Wat zijn de regelingen omtrent politiek verlof binnen De Post ?

2. La Poste peut-elle en effet décider elle-même de sa réglementation en matière de congés politiques (comme dans le secteur privé) tout en n’ayant pas droit au remboursement par les communes (alors que c’est le cas dans le secteur privé) ?

2. Is het inderdaad zo dat De Post enerzijds zelf zijn politieke verlofregeling kan bepalen (zoals de privé) maar anderzijds geen recht heeft op terugbetaling van de gemeenten (zoals de privé) ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1199 de M. Roel Deseyn du 12 février 2007 (N.) :




1. Ce règlement comme instauré depuis le 1er janvier 2001 est toujours d’application. La loi du 21 mars 1991 prévoit explicitement que La Poste peut développer son propre règlement concernant le congé pour son personnel, y compris le congé politique (article 34, § 2, A 5o de cette loi). Ce règlement est d’application pour tous les membres du personnel de La Poste. Donc pour les membres du personnel statutaire, contractuel barémique et non barémique.

1. Deze regeling, zoals ingevoerd vanaf 1 januari 2001, is nog steeds van toepassing. De wet van 21 maart 1991 voorziet uitdrukkelijk dat De Post een eigen regeling kan uitwerken inzake verlof voor haar personeel, waarbij ook inbegrepen het politiek verlof (artikel 34, § 2, A 5o van deze wet). De regeling is van toepassing op alle personeelsleden van De Post. Dus voor de statutaire, baremieke en niet baremieke contractuele personeelsleden.

Il existe deux systèmes de congé politique à La Poste. Le droit facultatif est limité à 3 jours par mois et est destiné aux bourgmestres et échevins des communes jusqu’à 50 000 habitants et tous les conseillers quel que soit le nombre d’habitants.

Er bestaan twee stelsels van politiek verlof bij De Post. Het facultatief recht is beperkt tot maximum 3 dagen per maand en is bestemd voor de burgemeesters en schepenen van gemeenten tot en met 50 000 inwoners en alle raadsleden ongeacht het inwonersaantal.

Le congé politique obligé est destiné aux communes ayant plus de 50 000 habitants et tous les parlementaires.

Het verplicht politiek verlof is bestemd voor gemeenten boven de 50 000 inwoners en alle parlementsleden.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32491

Les périodes de congé politique ne sont pas rémunérées. Ces périodes sont considérées comme activité de service.

De periodes van politiek verlof worden niet bezoldigd. Deze periodes worden beschouwd als dienstactiviteit.

2. La loi du 21 mars 1991 prévoit explicitement que La Poste peut développer son propre règlement concernant le congé pour son personnel, y compris le congé politique (article 34, § 2, A 5o de cette loi).

2. De wet van 21 maart 1991 voorziet uitdrukkelijk dat De Post een eigen regeling kan uitwerken inzake verlof voor haar personeel, waarbij ook inbegrepen het politiek verlof (artikel 34, § 2, A 5o van deze wet).

La loi du 19 juillet 1976 instituant un congé pour l’exercice d’un congé politique est uniquement d’application pour les employeurs et employés du secteur privé. Dans le secteur privé, le salaire normal de l’employé, calculé conformément à la législation pour les jours fériés, est payé pendant le congé politique.

De wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek verlof is enkel van toepassing op de werkgevers en werknemers van de particuliere sector. In de particuliere sector wordt gedurende het politiek verlof het normaal loon van de werknemer, berekend overeenkomstig de wetgeving voor de feestdagen, betaald.

La Poste ne peut récupérer le traitement étant donné qu’elle ne dispose pas à cet effet d’un règlement légal explicite, comme prévu dans le secteur privé. Il n’est pas possible, pour La Poste, d’appliquer le règlement pour le secteur privé étant donné que la base légale ne peut à cet effet pas être la même.

De Post kan het loon niet recupereren omdat ze niet beschikt over een uitdrukkelijke wettelijke regeling hiertoe, zoals voorzien is voor de particuliere sector. Het is niet mogelijk voor De Post de regeling voor de particuliere sector toe te passen, gezien de rechtsbasis hiertoe niet dezelfde kan zijn.

Il existe donc un droit de congé politique non rémunéré à La Poste, entreprise publique.

Er bestaat dus een recht op onbezoldigd politiek verlof bij het overheidsbedrijf De Post.

DO 2006200709752

DO 2006200709752

Question no 1200 de M. Roel Deseyn du 12 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1200 van de heer Roel Deseyn van 12 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Prestation de services dans les zones rurales.

De Post. — Dienstverlening in landelijke gebieden.

L’opération menée à La Poste et à la suite de laquelle certains bureaux de poste sont supprimés compromet la prestation de services, surtout si aucune garantie ne peut être donnée quant au remplacement des bureaux par des « points poste ». Cette situation constitue une menace dans les régions urbaines mais, l’exécution imparfaite des accords peut avoir de lourdes conséquences, surtout dans les régions rurales. Dans les régions rurales, en effet, les distances entre les différents bureaux de poste sont souvent beaucoup plus grandes alors que les possibilités y sont plus limitées en matière de mobilité. Il est essentiel de fournir une prestation de services correcte aux habitants des zones rurales. La fermeture des bureaux de poste menace la prestation des services mais, de plus, la modification de l’horaire des levées postales peut aussi entraıˆner de nombreuses difficultés pour les habitants. Je relève explicitement le cas de la commune de Passendale, ou` l’heure des levées est passée de 16 h 45 à 15 h.

De operatie van De Post waarbij postkantoren verdwijnen, vormt een bedreiging voor de dienstverlening, dit zeker indien er geen garantie geboden kan worden voor vervangende « postpunten ». In stedelijke gebieden vormt dit een gevaar, maar vooral in de landelijke gebieden kan een gebrekkig nakomen van afspraken tot grote gevolgen leiden. In landelijke gebieden zijn de afstanden tussen verschillende postkantoren vaak veel groter, alsook zijn de mobiliteitsmogelijkheden er beperkter. Ook is het essentieel dat in landelijke gebieden de inwoners een goede dienstverlening kunnen genieten. Niet alleen het sluiten van postkantoren vormt een bedreiging voor de dienstverlening, ook het veranderen van de lichtingstijden van bussen kan voor inwoners met heel wat moeilijkheden gepaard gaan. Specifiek haal ik het voorbeeld aan van de gemeente Passendale, waar de lichtingstijd van 16.45 uur naar 15 uur aangepast werd.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32492

1. a) Pourquoi l’heure des levées a-t-elle été avancée à Passendale ?

1. a) Waarom zijn de lichtingstijden voor Passendale vervroegd ?

b) La Poste peut-elle rétablir l’horaire initial ?

b) Kan De Post de lichting naar het oorspronkelijke uur terugbrengen ?

2. Quelles sont les dispositions générales en matière d’heures de levées dans les zones rurales ?

2. Wat is de algemene regeling betreffende lichtingstijden voor landelijke gebieden ?

3. Quelle stratégie et quels critères La Poste observe-t-elle lors de la fermeture de bureaux de poste et pour l’attribution de « points poste » dans les régions rurales pour garantir la prestation de services ?

3. Welke strategie en criteria volgt De Post bij het sluiten van postkantoren en toekennen van postpunten in landelijke gebeiden, om de dienstverlening te waarborgen ?

4. Compte tenu du caractère imprécis des conditions d’octroi par La Poste, dans quelle mesure une administration communale ou une autre instance peutelle accorder une concession à des commerces de proximité pour fonctionner en tant que « points poste » ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1200 de M. Roel Deseyn du 12 février 2007 (N.) :

4. Gezien de onduidelijke toekenningsvoorwaarden door De Post; in welke mate kan een gemeentebestuur of andere overheid een tegemoetkoming geven aan buurtwinkels om als postpunt te fungeren ?



1. a) La réorganisation du réseau de boıˆtes aux lettres prend en considération des règles de distance mais aussi des règles relatives aux heures de levée. Voir à ce sujet la réponse à la question 2 ci-dessous.

1. a) De reorganisatie van het netwerk van brievenbussen houdt rekening met regels van afstand maar ook met regels voor wat betreft de lichtingstijden. Zie in dit verband het antwoord op vraag 2 hieronder.

b) Non.

b) Nee.

2. En ce qui concerne les heures de levée des boıˆtes aux lettres, il n’existe pas de distinction entre les zones urbaines et les zones rurales. Il y a un réseau avec des heures de levée tardives et un réseau avec des heures de levée très tardives :

2. Voor de lichtingstijden van brievenbussen, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen stedelijke gebieden en landelijke gebieden. Er is een netwerk met late lichtingsuren opgericht en een netwerk met extra late lichtingsuren :

— les boıˆtes aux lettres situées à des endroits stratégiques (bureaux de poste, gares IC/IR, supermarchés, stations d’essence le long des autoroutes, des shopping centers et pas uniquement dans les villes) sont levées au plus toˆt à 17h;

— brievenbussen gelegen aan strategische locaties (postkantoren, IC/IR-stations, supermarkten, benzinestations langs autosnelwegen, shoppingcentra — en niet alleen in de steden) worden gelicht ten vroegste om 17u;

— outre ce réseau, il y a encore près de 400 boıˆtes levées au plus toˆt à 19h. Celles-ci sont choisies principalement sur la base de leur volume moyen de lettres.

— daarnaast zijn er nog bijna 400 bussen die ten vroegste om 19u gelicht worden. Deze werden voornamelijk uitgekozen op basis van hun gemiddelde volumes aan brieven.

La localisation de ces boıˆtes se trouve sur le site internet de La Poste.

Deze bussen zijn terug te vinden op de internetsite van De Post.

Il est également utile de préciser que La Poste réorganise ou optimalise régulièrement les itinéraires de récolte du courrier; ce qui peut parfois modifier légère-

Er dient ook opgemerkt te worden dat De Post regelmatig de ophalingscircuits reorganiseert of optimaliseert en dat dit soms kleine verschuivingen in


2006


2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32493

ment les horaires des levées de boıˆtes. Naturellement, les principes énoncés ci-avant sont en tout cas respectés.

lichtingsuren kan teweegbrengen. Natuurlijk worden de voornoemde regels in elk geval nageleefd.

3. Le processus de fermeture est complexe et est approché avec la circonspection nécessaire. La liste est établie en 2 phases :

3. Het sluitingproces is complex en wordt met de nodige omzichtigheid benaderd. De lijst wordt in twee fases opgebouwd :

1. Une macroanalyse, sur la base des paramètres prévues dans le contrat de gestion et des objectifs du Plan stratégique de La Poste.

1. Een macroanalyse, op basis van de parameters van het Beheerscontract en de doelstellingen van het Strategisch Plan van De Post.

2. Une microanalyse, qui doit confirmer ou rejeter les choix. Cette microanalyse se base sur divers critères.

2. Een microanalyse, die de keuzes moet bevestigen of verwerpen. Deze microanalyse is op verschillende criteria gebaseerd :

— la présence des poˆles commerciaux;

— de aanwezigheid van de commercie¨le polen;

— le potentiel du marché (densité de la population, présence de PME et indépendants, etc.);

— het potentieel van de markt (bevolkingsdichtheid, aanwezigheid van zelfstandigen en KMO’s, enzovoort);

— l’organisation et la segmentation actuelle de la structure du réseau Retail de la Poste;

— de organisatie en segmentatie van het huidige Retail netwerk;

— l’infrastructure actuelle du bureau;

— de huidige infrastructuur van het kantoor;

— la viabilité économique et financière d’un propre bureau;

— de economische- en financie¨le leefbaarheid van een eigen kantoor;

— la présence d’un ou plusieurs Points Poste dans les environs.

— de aanwezigheid van één of meerdere PostPunten in de omgeving.

Le processus de sélection des PointsPoste se fait selon les principes de la loi sur les marchés publics. Les PointsPoste sont attribués selon les critères suivants :

Het selectieproces van de PostPunten verloopt volgens de principes van de wet op de openbare aanbestedingen. De PostPunten worden toegewezen op basis van volgende criteria :

— emplacement dans le marché local;

— ligging in de lokale markt;

— heures d’ouverture;

— openingsuren;

— mise à disposition de personnel;

— ter beschikking stellen van personeel;

— état du magasin;

— staat van de winkel;

— suivi d’une formation;

— volgen van opleiding;

— conditions financières;

— financie¨le voorwaarden;

— santé financière du candidat.

— financie¨le gezondheid van de kandidaat.

4. Les communes sont informées lors de l’ouverture ` partir de ce d’un marché local sur leur territoire. A moment là, ils peuvent suivre l’évolution sur le site de La Poste (www.post.be). Les communes sont libres d’encourager les magazins locaux à poser leurs candidatures. Chaque candidature est examiné de façon objective sur les critères mentionnés ci-dessus.

4. Het gemeentebestuur wordt ingelicht zodra er een lokale markt in hun gemeente geopend word, vanaf dan kunnen zij de status van hun lokale markt volgen via de website van De Post (www.post.be). Het staat hen dan ook vrij om buurtwinkels in hun gemeente aan te moedigen om zich kandidaat te stellen. Alle ontvangen kandidaturen worden objectief op basis van de hoger vermelde criteria onderzocht.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32494

DO 2006200709886

DO 2006200709886

Question no 1224 de M. Guido De Padt du 5 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1224 van de heer Guido De Padt van 5 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Alertes à la bombe.

NMBS. — Bommeldingen.

Les attentats de Madrid et de Londres ont montré que les transports en commun n’étaient pas épargnés par le terrorisme. La gare de Bruxelles-Midi a ainsi récemment été le théaˆtre d’une alerte à la bombe. La gare a été évacuée mais il est apparu par la suite qu’il s’agissait d’une fausse alerte à la bombe. ` combien de (fausses) alertes à la bombe la 1. A SNCB a-t-elle été confrontée en 2004, 2005 et 2006 ?

Sinds de aanslagen in Madrid en Londen is gebleken dat het openbaar vervoer niet gespaard blijft van terrorisme. Niet zo lang geleden werd ook in Brussel Zuid een bommelding gedaan. Het station werd gee¨vacueerd, maar anderhand bleek het te gaan om een valse bommelding.

2. Quelle est la répartition des alertes par gare ?

2. Hoe is de verdeling van de meldingen per station ?

3. Quelle est la procédure suivie lors de telles alertes ?

3. Welke procedure wordt gevolgd bij dergelijke meldingen ?

4. Qu’advient-il des trains qui circulent à proximité d’une gare faisant l’objet d’une alerte à la bombe ?

4. Wat gebeurt er met de treinen die over de sporen nabij het station rijden ?

5. Quel a été le couˆt des alertes à la bombe en 2004, 2005 et 2006 ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1224 de M. Guido De Padt du 5 mars 2007 (N.) :

5. Wat is de kost geweest van de bommeldingen in 2004, 2005 en 2006 ?



1 et 2. Les données ci-après émanent du Central d’appels de la SNCB-Holding, lequel assure la coordination entre les services de police et les services concernés du Groupe SNCB en cas d’alerte à la bombe ou de présence d’un colis suspect.

1. en 2. De cijfergegevens die hierna worden vermeld zijn afkomstig van de Centrale Meldkamer van de NMBS-Holding welke ingeval van een bomalarm of bij de ontdekking van een verdacht voorwerp de coo¨rdinatie verzekert tussen de politiediensten en de betrokken diensten van de NMBS-Groep.

1.Met hoeveel(valse) bommeldingen is de NMBS geconfronteerd in 2004, 2005 en 2006 ?

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1224 van de heer Guido De Padt van 5 maart 2007 (N.) :

Gare — Station

2004

2005

2006

Bruxelles-Midi. — Brussel-Zuid ............................................ Anvers-Central. — Antwerpen-Centraal ............................... Louvain. — Leuven .............................................................. Berchem ................................................................................ Bruxelles-Nord. — Brussel-Noord ........................................ Bruxelles-Central. — Brussel-Centraal .................................. Gand-St.-Pierre. — Gent-St.-Pieters ...................................... Bruxelles-Luxembourg. — Brussel-Luxemburg ..................... Courtrai. — Kortrijk ............................................................

30 10 5 5 5 4 4 2 2

17 7 1 2 6 6 3

18 3 1 1 2 3 3 1


2006

2007

1


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32495

Gare — Station

2004

La Louvière Sud. — La Louvière-Zuid ................................. Alost. — Aalst ...................................................................... Braine le Comte. — Schravenbrakel ..................................... Binche ................................................................................... Liège. — Luik ....................................................................... Gand Dampoort. — Gent Dampoort .................................... Veltem .................................................................................. Merelbeke ............................................................................. Landen .................................................................................. Malines. — Mechelen ........................................................... Delta ..................................................................................... Ostende. — Oostende ........................................................... Herent .................................................................................. Chenée .................................................................................. Hoboken ............................................................................... Mol ....................................................................................... Angleur ................................................................................. Mons. — Bergen ................................................................... Charleroi .............................................................................. Trois Ponts ........................................................................... Tirlemont. — Tienen ............................................................ Turnhout .............................................................................. Tournai. — Doornik ............................................................ Leuze .................................................................................... Denderleeuw ......................................................................... Verviers Central. — Verviers Centraal ................................. Mont Saint Guibert .............................................................. Namur. — Namen ................................................................ Hasselt .................................................................................. Geronstere ............................................................................ Louvain La Neuve ................................................................ Liège Palais. — Luik Paleis ................................................... Etterbeek .............................................................................. Zaventem Village. — Zaventem Dorp .................................. Rhode-St.-Genèse. — Sint Genesius Rode ............................. Bruxelles Nationale Aéroport. — Brussel Nationale Luchthaven ........................................................................................ Schaerbeek. — Schaarbeek ................................................... Mouscron. — Moeskroen ..................................................... Anvers Dam. — Antwerpen Dam ......................................... Statte .................................................................................... Marcinelle ............................................................................. Bilzen .................................................................................... Anvers Nord. — Antwerpen Noord ..................................... Ottignies ............................................................................... Welkenraedt .......................................................................... Bruxelles-Schuman. — Brussel-Schuman ............................... St. Nicolas. — St Niklaas ..................................................... Asse ...................................................................................... Munkzwalm .......................................................................... Ath .......................................................................................


2006

2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1

2005

2006

3 1

3

1 1 1

2 1

1 1 1 1 1 1 1 1 1

1

1

1 1 2 2 1

2

2 1 2 2

1 1 1 1 1

1 1 1

1

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32496

Gare — Station

2004

Jupille ................................................................................... L28 ....................................................................................... L60 ....................................................................................... L36 ....................................................................................... L12 ....................................................................................... L59 ....................................................................................... L26 ....................................................................................... L40 ....................................................................................... L53 ....................................................................................... HKI90 ...................................................................................

2005

2006

1 1 1 1 1 1

1

1 1 1 1

Total — Totaal

94

79

56

3 et 4. Les procédures internes dans le cadre d’alertes à la bombe et de la présence d’objets suspects sont prévues dans un document confidentiel. Ce document détaille notamment les procédures à suivre pour ce qui concerne l’annonce, la communication, le contact avec les services de police et l’installation d’un premier périmètre.

3 en 4. De interne procedures in het kader van bommelding en ontdekken van verdachte voorwerpen zijn voorzien in een vertrouwelijk document. Dit document behandelt onder meer de procedures in verband met de melding, communicatie, contact met de politiediensten, instellen eerste perimeter.

Après le lancement de la procédure interne, la direction des opérations est reprise par un officier de la police administrative. C’est l’officier de la police administrative qui prend toutes les dispositions concernant l’évacuation de la gare ou d’une partie de celle-ci et concernant l’interruption ou non du détournement du trafic ferroviaire.

Na het opstarten van de interne procedure, wordt de leiding van de operatie overgenomen door een officier van bestuurlijke politie. Het is de officier van bestuurlijke politie die alle maatregelen beveelt in verband met ontruiming van het station of een gedeelte ervan en van het al dan niet ophouden of omleiden van het treinverkeer.

5. Ces données n’ont pas été déterminées.

5. Deze gegevens werden niet bepaald.

DO 2006200709895

DO 2006200709895

Question no 1227 de M. Koen T’Sijen du 6 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1227 van de heer Koen T’Sijen van 6 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Liaison ferroviaire entre Anvers. — Malines. — Bruxelles-Midi.

NMBS. — Treinverbinding Antwerpen. — Mechelen. — Brussel-Zuid.

Dans son contrat de gestion, la SNCB s’engage à faire circuler les trains ponctuellement. En règle générale, la plupart des trains sont à l’heure mais, sur certains trajets, on oberve des retards et d’autres problèmes au niveau structurel. L’omnibus reliant Anvers et la gare de Bruxelles-Midi, qui constitue une solution de rechange à l’automobile pour des milliers de navetteurs, est l’une de ces liaisons sujettes à problèmes. Récemment, les horaires ont été légèrement modifiés pour améliorer la ponctualité. Ainsi,

In het beheerscontract met de NMBS staat dat de maatschappij zich ertoe engageert de treinen stipt te laten rijden. Gemiddeld rijden ook de meeste treinen stipt. Toch zijn er een aantal trajecten die structureel te maken hebben met vertragingen en andere problemen. Eén van die probleemlijnen is de stoptrein tussen Antwerpen en Brussel-Zuid, voor duizenden pendelaars een dagelijks alternatief voor de auto. Onlangs zijn er kleine wijzigingen in de uurtabellen doorgevoerd teneinde de stiptheid te verbeteren. Zo arriveert


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32497

l’omnibus arrive désormais à Malines à 7 h 24 (en théorie) au lieu de 7 h 26; d’après la SNCB, il aurait été tenu compte des travaux menés sur ce trajet dans les nouveaux horaires. Toutefois, le baˆt blesse quelque part puisque les retards sont plus importants et plus fréquents que jamais. Pour les voyageurs qui n’ont pas d’autre solution que de prendre l’omnibus parce qu’ils embarquent entre la zone d’Anvers et la zone de Malines, ces déplacements en train s’apparentent chaque jour à une angoissante loterie. La situation est d’autant plus décevante, pour ces personnes, que deux omnibus seulement circulent sur cette ligne. Même aux heures de pointe, il n’y a pas d’omnibus supplémentaires. En l’absence d’itinéraire de rechange, il ne reste plus, dès lors, qu’à attendre une correspondance. La SNCB indique qu’elle ne peut rien entreprendre pour l’instant et évoque une très hypothétique amélioration d’ici à la fin de l’année scolaire, lorsque les travaux seront terminés.

de stoptrein bijvoorbeeld nu (theoretisch) om 7.24 uur in Mechelen in plaats van om 7.26 uur; de werkzaamheden op het traject zouden volgens de NMBS ingecalculeerd zijn in de nieuwe dienstregeling. Toch loopt het ergens mank, aangezien de vertragingen vandaag groter en frequenter zijn dan ooit. Voor de reizigers die niets anders kunnen dan de stoptrein nemen omdat ze opstappen tussen de zone Antwerpen en de zone Mechelen, is reizen met de trein een dagelijkse stresserende loterij. Het is voor deze mensen des te frustrerender omdat er slechts twee stoptreinen zijn op deze lijn. Zelfs tijdens de spitsuren zijn er geen extra piekuurstoptreinen. Een alternatieve reisroute uitstippelen is nooit een optie, wachten op aansluiting wel. Bij de NMBS klinkt het dat er momenteel niets kan aan gedaan worden. Heel misschien op het einde van het schooljaar als de werkzaamheden voorbij zijn.

1. Pourquoi y a-t-il toujours autant de désagréments sur la ligne concernée et comment peut-on y remédier ?

1. Hoe komt het dat desbetreffende lijn nog steeds zoveel hinder ondervindt en wat kan daaraan gedaan worden ?

2. Comment une prétendue amélioration des horaires peut-elle se révéler être une aggravation dans la pratique ?

2. Hoe kan het dat een vermeende verbetering van de dienstregeling in de praktijk een verslechtering blijkt te zijn ?

3. Ne pourrait-on pas apporter de petites modifications provisoires, de manière à soulager les voyageurs concernés ?

3. Zijn er geen kleine tussentijdse aanpassingen mogelijk waardoor deze reizigers geholpen kunnen worden ?

4. Ne peut-on pas faire stopper un train de pointe supplémentaire entre les zones ?

4. Kan er in de spitsuren geen extra piekuurtrein stoppen tussen de zones ?

5. Le service central à la clientèle utilise-t-il déjà le nouveau logiciel promis, qui permet de gérer plus efficacement les plaintes des clients ?

5. Werkt de centrale klantendienst al met de beloofde nieuwe software waardoor klachten van klanten efficie¨nter kunnen beheerd worden ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1227 de M. Koen T’Sijen du 6 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1227 van de heer Koen T’Sijen van 6 maart 2007 (N.) :



1 à 3. En 2006, le problème de régularité enregistré sur la ligne 25 Bruxelles — Anvers-Central avait principalement pour origine :

1 tot 3. In 2006 was het probleem van de stiptheid op de lijn 25 Brussel — Antwerpen-Centraal vooral het gevolg van :

— les travaux d’investissement : les possibilités de réception à Anvers-Central étaient très limitées (seulement 5 voies principales de réception en raison des travaux de transformation dans le cadre de la jonction nord-sud). Même en cas de légers retards, des difficultés de réception se sont très rapidement produites;

— de investeringswerken : de ontvangst-mogelijkheden in Antwerpen-Centraal waren zeer beperkt (slechts 5 ontvangsthoofdsporen wegens omvormingswerken in het kader van de noordzuidverbinding). Reeds bij kleine vertragingen ontstonden er zeer snel ontvangstmoeilijkheden;


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32498

— le problème de régularité des trains IC B (relation Bruxelles-Midi — Amsterdam), en particulier des trains en provenance des Pays-Bas (retards en raison d’incidents divers et d’importants chantiers sur le réseau ferroviaire néerlandais). Celle-ci a des conséquences négatives pour ainsi dire immédiatement sur toutes les relations de la ligne 25;

— het probleem van de stiptheid van de IC B treinen (relatie Brussel-Zuid -Amsterdam), in het bijzonder de treinen uit Nederland (vertragingen wegens diverse incidenten en grote werven op het Nederlandse spoorwegnet). Deze heeft vrijwel onmiddellijk nefaste gevolgen op alle relaties van de lijn 25;

— en raison du nombre élevé d’incidents et de dérangements sur les lignes ayant Anvers-Central comme point de départ ou comme terminus, les possibilités d’exploitation de cette gare et les roulements complexes comprenant des temps de réutilisation réduits pour le personnel et le matériel, le moindre retard se répercute également immédiatement sur la ligne Anvers-Central — Bruxelles;

— door het groot aantal incidenten en storingen op de lijnen met vertrek of eindpunt in AntwerpenCentraal, de exploitatiemogelijkheden van dit station en de complexe beurtregelingen met de korte herbenuttigingstijden van personeel en materieel, zet de kleinste vertraging zich onmiddellijk ook door op de lijn Antwerpen-Centraal — Brussel;

— la zone de ralentissement instaurée suite au mauvais état de la voie sur la ligne 27 à Hove et à Malines;

— vertragingszone voor de slechte staat van het spoor op de lijn 27 in Hove en in Mechelen;

— les temps de réutilisation rapides du matériel (IC B; IC N; IC I; IR-a; IR-b...), de sorte que des retards enregistrès durant le trajet aller se répercutaient sur le trajet retour.

— krappe herbenuttigingstijden van het materieel (IC B; IC N; IC I; IR-a; IR-b...) waardoor vertragingen van de heenrit werden overgedragen op de terugrit.

Actions en vue d’améliorer la ponctualité :

Hoe kan de stiptheid verbeteren :

— la jonction nord-sud (-2) à Anvers-Central est mise en service depuis le 26 mars 2007, ce qui permet d’augmenter les possibilités d’exploitation de cette gare importante. Le niveau-1 sera mis en service en décembre 2007;

— sinds 26 maart 2007 is de noord-zuidverbinding (2) in Antwerpen-Centraal in dienst. Dit verhoogt de exploitatiemogelijkheden van dit belangrijk station. In december 2007 komt het niveau -1 in dienst;

— depuis le 26 mars 2007, l’IC B bénéficie le weekend d’un arrêt prolongé à Anvers-Central graˆce à la mise en service du niveau -2;

— sinds 26 maart 2007 heeft de IC B een verlengde halte in het weekend in Antwerpen-Centraal dankzij de indienststelling van het niveau -2;

— des consignes ont été données en vue de limiter en temps réel le retard de certains trains (réduction de l’itinéraire, définition de règles de priorité en temps réel en fonction du (des) retard(s) encouru(s));

— er werden richtlijnen verstrekt om in real time de vertraging van bepaalde treinen in te perken (inkorting reisweg, bepalen voorrangsregels in real time in functie van de opgelopen vertraging(en));

— depuis le 5 février 2007, les trains de voyageurs circulant à vide ont été redirigés, là où c’était possible, vers la ligne 27 (ligne parallèle à la ligne 25 utilisée principalement par les trains de marchandises) afin de décharger la ligne 25;

— waar mogelijk werden sinds 5 februari 2007 ledige reizigerstreinen verplaatst naar lijn 27 (evenwijdige lijn aan lijn 25 die vooral gebruikt wordt voor goederentreinen) om lijn 25 te ontlasten;

— depuis le 5 février 2007, les temps de parcours de quelques trains ont également été adaptés et l’heure de départ d’un train de pointe a été avancée.

— sinds 5 februari 2007 werden ook de rittijden van enkele treinen aangepast en de vertrektijd van een piekuurtrein vervroegd.

4. En décembre 2006, l’offre sur la ligne 25 se présente comme suit : Entre Anvers et Malines :

4. Aanbod lijn 25 in december 2006 : Tussen Antwerpen en Mechelen :

— 2 trains omnibus par heure (cadence semi-horaire : L et IR b);

— 2 stoptreinen per uur (halfuurspreiding : L en IR b);

— 5 trains IC ou IR par heure (IC B, IC I, IC N, IR a, IRn).

— 5 IC- of IR-treinen per uur (IC B, IC I, IC N, IRa, IRn).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32499

Entre Malines et Bruxelles :

Tussen Mechelen en Brussel :

— 1 train omnibus par heure (durant la pointe, trains P supplémentaires pour une cadence semi-horaire);

— 1 stoptrein per uur (tijdens de piek extra P-treinen voor een halfuurspreiding);

— 6 trains IC ou IR par heure (IC B, IC I, IC N,IRb, IR g, IRn).

— 6 IC- of IR-treinen per uur (IC B, IC I, IC N, IRb, IRg, IRn).

L’offre entre Anvers et Bruxelles est étendue et offre suffisamment de possibilités de voyage. Des trains P supplémentaires ne sont pas planifiés.

Het aanbod tussen Antwerpen en Brussel is ruim opgevat en biedt voldoende reismogelijkheden. Extra P-treinen zijn niet voorzien.

5. Dans le courant de cette année, le service central clientèle utilisera un nouveau logiciel pour la gestion des plaintes de la clientèle.

5. De centrale klantendienst zal in de loop van dit jaar nieuwe software voor haar klachtenbeheer in gebruik nemen.

DO 2006200709972

DO 2006200709972

Question no 1242 de Mme Hilde Dierickx du 15 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1242 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Envois internationaux.

De Post. — Grensoverschrijdende verzendingen.

Je désirerais obtenir quelques statistiques concernant le nombre d’envois internationaux traités par La Poste.

Graag enkele cijfers over het aantal verzendingen die door De Post gebeuren en die grensoverschrijdend zijn.

1. Combien d’envois sont expédiés par an, depuis 2003, vers :

1. Hoeveel verzendingen vertrekken er jaarlijks sinds 2003 naar :

a) d’autres E´tats de l’UE (répartition par pays et par an);

a) andere EU-landen dan Belgie¨, en hoeveel per jaar naar elk van deze landen;

b) des pays hors UE (avec mention des chiffres annuels vers les principaux pays) ?

b) niet EU-landen, en hoeveel jaarlijks naar de belangrijkste landen ?

2. Combien d’envois sont distribués chaque année en Belgique depuis 2003 en provenance :

2. Hoeveel verzendingen worden jaarlijks in Belgie¨ afgeleverd sinds 2003, waarbij de verzending afkomstig is uit :

a) d’autres E´tats de l’UE (répartition par pays d’origine et par an);

a) andere EU-landen dan Belgie¨, en hoeveel per jaar naar elk van deze landen;

b) des pays hors UE (avec mention des chiffres annuels pour les principaux pays d’origine) ?

b) niet- EU-landen, en hoeveel jaarlijks naar de belangrijkste landen ?

3. Dans quel délai moyen (par an, depuis 2003) les envois postés en Belgique à destination de l’étranger et vice-versa sont-ils distribués ?

3. Hoelang duurt het gemiddeld (jaarlijks vanaf 2003) vooraleer een verzending uit Belgie¨ de bestemming bereikt en een verzending in Belgie¨ afgeleverd wordt ?

4. a) Comment évalue-t-on la collaboration avec les services postaux étrangers ?

4. a) Hoe wordt de samenwerking met de postdiensten uit het buitenland gee¨valueerd ?

b) Avec quels services postaux étrangers éprouve-t-on des problèmes ?

b) Met welke buitenlandse postdiensten zijn er problemen ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32500

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1242 de Mme Hilde Dierickx du 15 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1242 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 maart 2007 (N.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (Service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2006200709978

DO 2006200709978

Question no 1244 de Mme Hilde Dierickx du 15 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1244 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

ˆ ge des locomotives et des SNCB. — Trains. — A wagons.

NMBS. — Treinen. — Ouderdom locomotieven en wagons.

Les trains de la SNCB ont des aˆges fort différents. Si de très vieux trains circulent encore sur notre territoire, d’autres sont, par contre, hypermodernes. Il est par ailleurs beaucoup plus difficile de connaıˆtre l’aˆge des trains de marchandises.

De leeftijd van onze treinen is zeer verscheiden. Er rijden nog heel oude treinen rond, maar er zijn ook zeer moderne treinen. Voor het goederenvervoer is dit veel moeilijker in te schatten.

1. a) Quel est l’aˆge moyen des voitures et des locomotives des trains de voyageurs affectés aujourd’hui par la SNCB au trafic intérieur, d’une part, et au trafic international, d’autre part ?

1. a) Hoe oud zijn de wagons en locomotieven van de passagierstreinen die de NMBS gebruikt voor respectievelijk binnenlands en buitenlands spoorverkeer gemiddeld op dit moment ?

b) Quelle a été l’évolution de l’aˆge moyen de ces voitures au cours des dix dernières années ?

b) Hoe is de gemiddelde ouderdom van deze wagons de jongste tien jaar gee¨volueerd ?

2. a) Quel est l’aˆge moyen des wagons des trains de marchandises affectés aujourd’hui par la SNCB au trafic intérieur, d’une part, et au trafic international, d’autre part ?

2. a) Hoe oud zijn de wagons van de goederentreinen die de NMBS gebruikt voor binnenlands en internationaal vervoer gemiddeld op dit moment ?

b) Quelle a été l’évolution de l’aˆge moyen de ces wagons au cours des dix dernières années ?

b) Hoe is de gemiddelde ouderdom van de wagons de jongste tien jaar gee¨volueerd ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32501

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1244 de Mme Hilde Dierickx du 15 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1244 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 maart 2007 (N.) :



ˆ ge des locomotives pour trains de voyageurs 1. A utilisées par la SNCB :

1. Ouderdom van de locomotieven van de passagierstreinen die de NMBS gebruikt :

Locomotives

Locomotieven

Année de mise en service (en moyenne sauf mention contraire) — Jaarindienststelling (gemiddeld tenzij anders vermeld)

Nombre d’appareils Décembre 2006 — Aantal toestellen December 2006

Tension — Spanning

Série — Reeks

Vitesse maximale (km/u) — Maximale snelheid (km/h)

Monocourant 3kv. — Eenstroom 3kv ................

20

140

1976

24

21

160

1985/1988

60

22

130

1954

11

23

130

1955

80

25

130

1960

3

26

130

1971

34

27

160

1983

60

Total. — Totaal .............

272

Série — Reeks




3kv — 1,5kv

11

160

1986

12

3 kv — 25 kv

12

160

1986

12

13

200

1999/2001

60

25,5

130

1961

7


Bicourant. — Tweestroom

3 kv — 25 kv 3kv- 1,5 kv Total. — Totaal .............


91

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32502


Série — Reeks


Tricourant. — Driestroom 3Kv — 1,5kv — 25 kv

15

160



1963

3

Total. — Totaal .............

3


Série — Reeks


Quadricourant. — Vierstroom ............................. 3 — 1,5kv, 25 — 15 kv

16

160



1966

6

Total. — Totaal .............

6

Total général. — Algemeen totaal .....................

372

Nombre de locomotives

ˆ ge A — — — —

0 à 9 ans ........................................ 10 à 19 ans ..................................... 20 à 29 ans ..................................... 30 à 50 ans .....................................

60 60 84 168

— — — —

0 tot 9 jaar ..................................... 10 tot 19 jaar ................................. 20 tot 29 jaar ................................. 30 tot 50 jaar .................................

Classement des voitures suivant leur aˆge 1980 — moins de 10 ans — minder dan 10 jaar ............................... — 10 ans et moins de 20 ans — 10 jaar en minder dan 20 jaar .. — 20 ans et moins de 30 ans — 20 jaar en minder dan 30 jaar .. — 30 ans et moins de 40 ans — 30 jaar en minder dan 40 jaar .. — 40 ans et plus — 40 jaar en meer ......................................... Total. — Totaal .......................


Aantal locomotieven

Ouderdom

60 60 84 168

Indeling van de rijtuigen volgens ouderdom

1990

2000

2004

2005

2006

268

631

167

373

361

261

125

255

631

229

241

275

978

120

268

657

657

723

0

758

113

32

21

21

1 017

62

489

44

0

0

2 388

1 826

1 668

1 335

1 280

1 280

2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32503

L’aˆge moyen des voitures s’élève à 18,2 ans (situation au 31 décembre 2006).

De gemiddelde ouderdom van de rijtuigen bedraagt 18,2 jaar (toestand op 31 december 2006).

Classement du matériel remorqué suivant aˆge et nature

Verdeling van het gesleept materieel volgens ouderdom en aard

— — — —

0 à 9 ans — 0 tot 9 jaar 10 à 19 ans — 10 tot 19 20 à 29 ans — 20 tot 29 30 à 39 ans — 30 tot 39

............... jaar ........ jaar ........ jaar ........

Voitures — Rijtuigen

Fourgons — Voitures génératrices — Bagagerijtuigen — Generatorrijtuigen

261 275 723 21

— — 12 —

2. a) Il n’est fait aucune différence entre le trafic intérieur et les trains internationaux. Tous les wagons sont conformes et homologués pour toute l’Europe. L’aˆge moyen du parc de wagons se situe actuellement autour de 20 ans, ce qui par comparaison avec d’autres entreprises ferroviaires représente un chiffre assez bas.

2. a) Er is geen verschil tussen binnenverkeer en internationale treinen. Alle wagens zijn geschikt en gehomologeerd voor heel Europa. De gemiddelde ouderdom van het wagenpark ligt momenteel rond de 20 jaar, wat in vergelijking met andere spoorondernemingen aan de lage kant ligt.

b) Graˆce à des achats ciblés et des mesures d’assainissement, l’aˆge moyen est resté stable ces dix dernières années.

b) Door gecibleerde aankopen en saneringsmaatregelen is de gemiddelde ouderdom over de laatste 10 jaar stabiel gebleven.

Le transport de marchandises par rail relève du domaine commercial non subventionné, répondant aux règles du marché libéralisé.

Het goederenvervoer per spoor is een commercieel en niet-gesubsidieerd vak, dat beantwoordt aan de regels van de vrije markt.

Vu la situation concurrentielle de l’entreprise, le Groupe SNCB ne souhaite pas communiquer davantage de détails.

De NMBS-Groep wenst geen meerdere details mede te delen omwille van de concurrentiepositie van het bedrijf.

DO 2006200709999

DO 2006200709999

Question no 1246 de M. Koen T’Sijen du 19 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1246 van de heer Koen T’Sijen van 19 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Financement de la Vlaamse Kruis.

Financiering van het Vlaamse Kruis.

La Vlaamse Kruis, organisme actif dans toute la Flandre, a été fondée en 1927. Cette organisation a pour mission de créer des postes de premiers soins, de transporter des malades et des blessés et de dispenser des cours de secourisme. Ces services peuvent être comparés au travail effectué par la

Het Vlaamse Kruis, een organisatie die actief is in heel Vlaanderen, werd opgericht in 1927. Deze organisatie staat in voor het opstellen van EHBO-posten, het vervoeren van zieken en gekwetsten en ze leidt de burgers op met EHBO-cursussen. De dienstverlening kan vergeleken worden met het Rode Kruis.

Croix-Rouge.Toutefois, contrairement à la CroixRouge, cette organisation n’est pas financée par les autorités fédérales ni par la Loterie nationale.

Desondanks wordt deze organisatie niet gefinancierd door de federale overheid of de Nationale Loterij, zoals het Rode Kruis.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32504

1. Pour quelle raison la Vlaamse Kruis n’est-elle pas subsidiée ?

1. Wat is de reden dat het Vlaamse Kruis niet gesubsidieerd wordt ?

2. a) Est-ce duˆ au fait que la Vlaamse Kruis ne dispose que d’une aile flamande ?

2. a) Is het een bezwaar dat het Vlaamse Kruis alleen een Vlaamse afdeling kent ?

b) Sitel est le cas, ne faut-il pas y voir un réflexe belge dépassé qui fait passer des considérations communautaires avant l’intérêt de la population et des victimes ? 3. Eˆtes-vous disposé à prendre une initiative en faveur du financement de la Vlaamse Kruis ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1246 de M. Koen T’Sijen du 19 mars 2007 (N.) :

b) Is dit geen achterhaalde Belgische reflex waarbij het belang van de bevolking en de slachtoffers minder doorweegt dan communautaire overwegingen ?



1 en 2. La Croix-Rouge n’entre pas en ligne de compte pour être subventionnée par les moyens destinés aux subsides au niveau fédéral, étant donné qu’il ` s’agit en l’occurrence d’une organisation flamande. A la suite des accords du Lambermont et en vertu de l’article 41 de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, 27,44 % du montant annuel global des subsides de la Loterie Nationale sont versés directement, à partir de l’exercice comptable 2002, aux trois communautés (flamande, française et germanophone). Celles-ci décident de manière autonome de l’affectation de leurs subsides respectifs. Les demandes relatives au budget destiné à la communauté doivent être introduites directement auprès des ministres concernés des entités fédérées.

1 en 2. Het Vlaamse Kruis komt niet in aanmerking voor een subsidie¨ring uit de middelen bestemd voor subsidies op federaal niveau gezien het hier een Vlaamse organisatie betreft. Als gevolg van de Lambermontakkoorden, en krachtens artikel 41 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot financiering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten » wordt 27,44 % van het globale jaarlijkse subsidiebedrag van de Nationale Loterij vanaf het boekjaar 2002 rechtstreeks aan de drie (Vlaamse, Franstalige en Duitstalige) gemeenschappen gestort. Zij beslissen autonoom hoe zij hun respectieve dotatie besteden. Aanvragen met betrekking tot het voor de gemeenschap bestemde budget moeten rechtstreeks worden ingediend bij de betrokken ministers van de deelstaten.

3. Il est évidemment loisible à la Croix-Rouge d’adresser directement une demande d’aide à partir des moyens de la Loterie Nationale au ministreprésident du gouvernement flamand.

3. Het staat het Vlaamse Kruis uiteraard vrij om een aanvraag tot steun uit de middelen van de Nationale Loterij rechtstreeks te richten tot de ministerpresident van de Vlaamse regering.

DO 2006200710003

DO 2006200710003



SNCB. — Gares. — Accessibilité aux voyageurs moins valides.

NMBS. — Stations. — Toegankelijkheid voor mindervalide reizigers.

La mobilité occupe une place très importante dans la société contemporaine. Ce n’est qu’au moment ou` on est limité dans sa mobilité, qu’on comprend à quel

Mobiliteit is in onze maatschappij uitermate belangrijk en het is pas wanneer men in zijn eigen mobiliteit beperkt wordt, dat men beseft hoe noodzakelijk het is.


2006

3. Bent u bereid een initiatief te nemen ter financiering van het Vlaamse Kruis ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1246 van de heer Koen T’Sijen van 19 maart 2007 (N.) :

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32505

point celle-ci est essentielle. Malgré les nombreux efforts consentis par la SNCB, de nombreuses gares restent toujours inaccessibles aux voyageurs en chaise roulante, qui ne parviennent pas à se rendre sur les quais.

Ondanks de vele pogingen van de NMBS blijven heel wat stations voor rolstoelpatie¨nten onmogelijk te gebruiken, eenvoudigweg omdat ze niet aan de sporen geraken.

1. a) Combien de gares belges ne sont pas accessibles aux voyageurs moins valides ?

1. a) Hoeveel stations in Belgie¨ zijn niet toegankelijk voor mindervalide reizigers ?

b) Pourriez-vous me transmettre une liste exhaustive en la matière ?

b) Is het mogelijk hiervan een volledige lijst te krijgen ?

2. Quelles mesures ont été prises pour aider les voyageurs moins valides à se rendre sur les quais dans une gare non dotée de l’équipement nécessaire ?

2. Welke maatregelen worden genomen om mindervalide reizigers in een station zonder voorzieningen toch op de sporen te helpen ?

3. Qu’est-il prévu dans le cas ou` une gare habituellement accessible (par un ascenseur ou des escaliers roulants, par exemple) ne serait plus accessible aux personnes moins valides à la suite de la survenance de problèmes techniques ?

3. Wat is het plan indien een toegankelijk station (bijvoorbeeld door lift of roltrappen) wegens technische problemen toch niet meer toegankelijk is voor een mindervalide ?

4. a) Se peut-il que certaines gares disposant d’une rampe d’accès soient tout de même inaccessibles, le voyageur moins valide ne pouvant se rendre que sur quelques quais, voire sur aucun ?

4. a) Is het mogelijk dat stations beschikken over een hellend vlak, maar toch niet toegankelijk zijn omdat een mindervalide slechts op enkele of op geen enkel spoor geraakt ?

b) Dans l’affirmative, de quelles gares s’agit-il ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1247 de M. Guido De Padt du 19 mars 2007 (N.) :

b) Zo ja, welke ?



1. Infrabel a élaboré un projet afin qu’à long terme, les quais de 93 gares bien réparties géographiquement sur l’ensemble du réseau, soient rendus accessibles aux usagers en fauteuil roulant au moyen d’ascenseurs et de plans inclinés. L’objectif consiste à ce que la distance entre une gare non équipée et une gare équipée n’excède guère plus de 10 km, de sorte que le transport terminal et d’approche pour les clients reste limité.

1. Infrabel heeft een project uitgewerkt om op lange termijn de perrons van 93 stations, geografisch goed verspreid over het hele net, toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers door middel van liften en hellende vlakken. De bedoeling is dat de afstand van een niet uitgerust station tot een uitgerust station niet meer dan 10 km bedraagt, zodat het voor- en natransport voor de klanten beperkt blijft.

Pour fin 2008, dans les limites du budget disponible, les quais de 25 des 50 gares principales du pays seront adaptés selon le concept d’accessibilité totale.

Tegen eind 2008 zullen, binnen de perken van het beschikbare budget, de perrons van 24 van de 50 belangrijkste stations aangepast zijn, volgens het concept van totale toegankelijkheid.

Cela implique une accessibilité de tous les quais aux personnes à mobilité réduite, sauf les quais pour lesquels cette adaptation s’avère impossible et ceux où des travaux sont en cours.

Dit wil zeggen toegankelijkheid van alle perrons voor personen met beperkte mobiliteit, behalve de perrons waarvoor dit onmogelijk is en die waar werken aan de gang zijn.

En ce qui concerne la situation actuelle, la brochure gratuite « Guide du voyageur à mobilité réduite »

Voor de huidige toestand is in de gratis brochure « Gids voor de reiziger met beperkte mobiliteit » per


2006


2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32506

reprend toutes les informations utiles par gare : hauteur de quai, présence de personnel, ascenseurs, fauteuil roulant, rampe de chargement mobile, etc.

station alle nuttige informatie vermeld : perronhoogte, aanwezigheid van personeel, liften, rolstoel, mobiele oprijhelling, enzovoort.

2. Les clients qui ont besoin d’une assistance pour voyager en train doivent en faire la demande 24 heures à l’avance. Ils peuvent s’adresser à la gare de départ de leur choix ou composer le numéro de téléphone 02/ 528 28 28 (permanence téléphonique centrale de la SNCB). Ce numéro est accessible 7 jours sur 7, de 7 h à 21 h 30. Pour les téléphones à cadran, le numéro à former est le 02/555 25 55. Le parcours est défini en concertation avec le client en fonction de l’équipement des gares mentionnées dans le « Guide du voyageur à mobilité réduite » dont question ci-avant.

2. De klanten die assistentie nodig hebben om met de trein te reizen dienen de hulp 24 uur op voorhand aan te vragen. Zij kunnen zich wenden tot het door hen gekozen vertrekstation of bellen naar het nummer 02/528 28 28 (centraal telefonisch meldpunt van de NMBS). Dit nummer is 7 dagen op 7 bereikbaar, van 7 uur tot 21.30 uur. Voor een telefoontoestel met kiesschijf is dit nummer 02/555 25 55. Samen met de klant wordt de reisweg uitgestippeld in functie van de uitrusting van de stations vermeld in de « Gids voor de reiziger met beperkte mobiliteit » waarvan er hierboven sprake is.

3. Le contrat de maintenance des ascenseurs et des escaliers roulants doit garantir une réparation rapide. Malgré toutes les précautions, il peut arriver qu’une gare ne soit temporairement pas accessible. Les autres gares et la permanence téléphonique centrale en sont immédiatement informés afin que lors de l’organisation d’un voyage en train d’un usager en fauteuil roulant, il puisse en être tenu compte.

3. Het onderhoudscontract van liften en roltrappen moet een snelle herstelling garanderen. Ondanks alle voorzorgen kan het zijn dat een station tijdelijk niet toegankelijk is. De andere stations en het centrale telefonisch meldpunt worden hierover onmiddellijk ingelicht zodat bij het organiseren van een treinreis voor een rolstoelgebruiker hiermee rekening kan worden gehouden.

Les facilités des gares peuvent également être consultées en ligne sur le site internet www.sncb.be. Le symbole ou indique le présence ou non du service, par exemple ascenseur ou escalier roulant.

Ook on-line kunnen de faciliteiten van de stations geraadpleegd worden op de website www.nmbs.be. Het symbool of duidt op het al dan niet aanwezig zijn van de dienst bijvoorbeeld. lift of roltrap.

La banque de données est actualisée chaque jour et les modifications encodées sont traitées la nuit, si bien que le voyageur à mobilité réduite obtient toujours un aperçu exact des facilités.

De gegevensbank wordt dagelijks up-to-date gehouden waarbij de ingevoerde wijzigingen’s nachts verwerkt worden en de minder mobiele reiziger steeds een juist beeld krijgt van de faciliteiten.

Les restrictions éventuelles sont mises en évidence, même si elles ne durent qu’un temps limité.

Eventuele beperkingen worden speciaal vermeld zelfs indien deze van beperkte duur zijn.

4. La présence de personnel représente la condition essentielle pour assister les personnes à mobilité réduite lors de l’embarquement ou du débarquement du train. Par ailleurs, une rampe mobile doit être à disposition et les quais doivent être accessibles par des ascenseurs, rampes ou couloirs sous-voies.

4. De essentie¨le voorwaarde om rolstoelgebruikers in en uit een trein te helpen is de aanwezigheid van personeel. Daarenboven moet er een mobiele oprijhelling aanwezig zijn en moeten de perrons toegankelijk zijn via liften, hellingen of gelijkgrondse spoorovergangen.

Dans les gares où l’ensemble des quais ne peuvent être accessibles, lorsque la demande d’assistance a été formulée 24 heures à l’avance, on veille à ce que le train soit aiguillé vers un quai accessible.

In stations waar niet alle perrons toegankelijk zijn kan, wanneer de aanvraag 24 uur op voorhand gebeurde, ervoor gezorgd worden dat de trein naar een toegankelijk perron wordt verspoord.

Ces restrictions figurent dans le « Guide du voyageur à mobilité réduite », plus précisément dans la liste des gares à équipements spéciaux, à savoir dans la colonne « remarques ». Les possibilités d’accueil par gare peuvent également être consultées sur le site internet www.sncb.be (cf. réponse à la question 3).

Deze beperkingen vindt men terug in de « Gids voor de Reiziger met beperkte mobiliteit » waar ze vermeldt worden in de lijst van de stations met speciale voorzieningen namelijk in de kolom opmerkingen. Ook op de website www.nmbs.be kunnen de onthaalmogelijkheden per station geraadpleegd worden (zie antwoord op vraag 3).


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32507

DO 2006200710021

DO 2006200710021



SNCB. — Membre s statutaires du personnel. — Mise à la retraite pour invalidité.

NMBS. — Statutaire personeelsleden. — Pensionering wegens invaliditeit.

Des membres du personnel de la SNCB peuvent être déclarés inaptes à l’exercice de toute fonction statutaire par le Centre Médical régional (CMR). Un recours peut être introduit auprès de la commission administrative de recours, après quoi le CMR prend une décision définitive. Le comité de direction peut ensuite prendre une décision de mise à la retraite, cette dernière étant susceptible de recours au Conseil d’E´tat.

Personeelsleden van de NMBS kunnen door het Gewestelijk Geneeskundig Centrum (GGC) ongeschikt worden verklaard om elke statutaire functie waar te nemen. Beroep kan worden aangetekend bij de bestuurskundige beroepscommissie, waarna de GGC een definitieve beslissing neemt en waarna het Directiecomité een beslissing tot pensionering kan nemen. Dergelijke beslissing is vatbaar voor beroep bij de Raad van State.

1. Combien d’agents statutaires ont fait l’objet d’une mise à la retraite pour cause d’invalidité entre 1995 et 2006 (par an) ?

1. Hoeveel statutaire personeelsleden werden van 1995 tot en met 2006 gepensioneerd wegens invaliditeit (opsplitsing per jaar) ?

2. Combien de membres du personnel ont contesté cette mesure devant le Conseil d’E´tat et dans combien de cas le Conseil d’E´tat a-t-il jugé le recours fondé ?

2. Hoeveel personeelsleden betwistten deze maatregel voor de Raad van State en in hoeveel zaken verklaarde de Raad van State het beroep gegrond ?

3. a) Quelles sont les conséquences concrètes pour ces agents (dont le recours est déclaré fondé) et en quoi consiste leur indemnisation pour les revenus réguliers dont ils ont été privés durant plusieurs années (j’ai connaissance d’un cas ou` douze années se sont écoulées entre la décision de mise à la pension et le jugement du Conseil d’E´tat) ou pour les années ou` ils ont duˆ travailler ailleurs ?

3. a) Wat zijn de concrete gevolgen voor die personeelsleden (wier beroep gegrond wordt verklaard) en op welke wijze worden zij schadeloos gesteld voor het feit dat zij gedurende ettelijke jaren (er is mij een geval bekend van het verstrijken van twaalf jaar tussen de beslissing van oppensioenstelling en de uitspraak van de Raad van State) reguliere inkomsten hebben moeten derven of elders aan de slag zijn gegaan ?

b) Peuvent ou doivent-ils reprendre le service ?

b) Kunnen/moeten zij opnieuw in dienst treden ?

c) Conservent-ils leurs droits à la pension ?

c) Blijven hun pensioenrechten behouden ?

d) Sur quelles bases l’indemnisation est-elle calculée ?

d) Op welke grondslagen wordt de schadevergoeding berekend ?

4. Quel est le montant des indemnisations dues par la SNCB au cours des années évoquées plus haut en raison de mises à la retraite abusives ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1250 de M. Guido De Padt du 20 mars 2007 (N.) :

4. Hoeveel schadebedragen diende de NMBS in de voormelde jaren uit te betalen wegens deze « wederrechtelijke » oppensioenstellingen ?



1. Le nombre de membres du personnel qui ont été pensionnés prématurément de 1996 à 2006 pour inapti-

1. Hierna vindt u de lijst van het aantal personeelsleden die vanaf 1996 tot en met 2006 vroegtijdig


2006


2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32508

tude médicale à toutes fonctions statutaires est le suivant : Année 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ...........................................

Total .........................................

werden gepensioneerd wegens medische ongeschiktheid voor alle statutaire functies :

Nombre

Jaar

196 175 142 148 140 143 176 179 149 137 143

1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

1 727

Aantal

........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ........................................... ...........................................

Totaal ........................................

2. 11 membres du personnel se sont pourvus en appel de la décision d’inaptitude à toutes fonctions auprès du Conseil d’E´tat afin d’obtenir l’annulation et/ou la suspension des décisions concernées. Six requêtes ont été déclarées recevables et fondées. 3. a) Pour autant que le Conseil d’E´tat ait déclaré fondées les requêtes en question, la carrière administrative et pécuniaire des requérants est rétablie comme s’il n’y avait jamais eu de mise à la retraite. Il est donc déduit de l’indemnisation octroyée les montants de pension versés pour cette période ainsi que les revenus professionnels provenant d’ailleurs. b) Les membres du personnel concernés sont libres de reprendre le service ou non. c) Les droits à la pension sont maintenus. d) Il est procédé à l’indemnisation du préjudice réellement subi. 4. Dans cinq dossiers, il a été procédé à l’indemnisation du préjudice subi comme visé ci-avant et un dossier est toujours en cours.

196 175 142 148 140 143 176 179 149 137 143 1 727

2. Door 11 personeelsleden werd tegen de beslissing tot ongeschiktheid voor alle functies een verzoekschrift ingeleid voor de Raad van State met als voorwerp de nietigverklaring en of schorsing van de betrokken beslissingen. Zes verzoekschriften werden ontvankelijk en gegrond verklaard. 3. a) In zoverre de Raad van State de betrokken verzoekschriften gegrond heeft verklaard, wordt de administratieve en geldelijke loopbaan van de verzoekers rechtgezet alsof eer nooit een pensionering is geweest. De aldus uitgekeerde schadevergoeding wordt verminderd met de voor die periode uitgekeerde pensioenbedragen en de elders verworven beroepsinkomsten. b) Betrokken personeelsleden kunnen doch moeten niet opnieuw in dienst treden. c) De pensioenrechten blijven behouden. d) De werkelijk geleden schade wordt vergoed. 4. In vijf dossiers werd overgegaan tot vergoeding van de geleden schade in voormelde zin en één dossier is nog in behandeling.

DO 2006200710061

DO 2006200710061

Question no 1254 de M. Koen T’Sijen du 29 mars 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Nuisances sonores causées par le trafic ferroviaire. Le trafic ferroviaire s’est fortement développé ces dernières années et cette tendance va indéniablement

Vraag nr. 1254 van de heer Koen T’Sijen van 29 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Geluidsoverlast veroorzaakt door het treinverkeer. Het spoorwegverkeer is de jongste jaren enorm toegenomen, en die trend zal zich de volgende jaren


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32509

se poursuivre à l’avenir. Ainsi, le trafic de marchandises devrait quasiment doubler de volume d’ici à 2020. L’un des défis consistera à réduire également les nuisances sonores qui iront de pair avec cette évolution et dont le trafic de marchandises est le principal responsable.

alleen maar verder zetten. Men verwacht tegen 2020 zowat een verdubbeling van het goederenverkeer. E´én van de uitdagingen zal zijn om tegelijkertijd de geluidsoverlast die daarmee gepaard gaat terug te dringen. Want feit is dat voornamelijk het goederenverkeer de meeste overlast veroorzaakt.

Il est difficile de déterminer à partir de quel moment il est précisément question de nuisances sonores étant donné que cette perception dépend en partie de la vitesse du train, du moment ainsi que de l’intensité et de la fréquence du bruit.

Het is een moeilijke kwestie om te bepalen wanneer er precies sprake is van geluidsoverlast, want die gewaarwording hangt deels af van de snelheid van de trein, het tijdstip, de intensiteit en de frequentie van het geluid.

Deux bruits dérangeants sont celui généré par les freins (principalement dans le cas des trains de marchandises, encore souvent équipés de semelles de frein) et le bruit de roulement (le fracas des trains qui passent duˆ à la rugosité des roues et des rails).

Twee storende geluiden zijn enerzijds het remgeluid (vooral bij remblokken, vaak nog gebruikt bij goederentreinen) en anderzijds het rolgeluid (het gedender van doorgaande treinen door ruwheid van wielen en rails).

Aux Pays-Bas, les pouvoirs publics s’emploient activement à réduire les nuisances sonores causées par le trafic de marchandises. Parallèlement à une série de mesures distinctes, l’objectif consiste à parvenir à une réduction globale du bruit généré par le chemin de fer. Eu égard au caractère international du transport par rail, nous devons nécessairement examiner la question à l’échelle européenne et internationale.

In Nederland werkt de overheid hard aan het terugdringen van de geluidsoverlast veroorzaakt door het goederenverkeer. Naast een reeks afzonderlijke maatregelen wil men er een algemene reductie van het treingeluid bereiken. Gezien het internationale karakter van het railtransport kunnen we niet anders dan deze problematiek internationaal, op Europees niveau bekijken.

1. Quelle est l’évaluation faite par la Belgique des nuisances sonores générées par le trafic ferroviaire et quelles initiatives ont été prises pour les réduire ?

1. Hoever staat Belgie¨ op het punt van kennis en daden inzake het terugdringen van de geluidshinder veroorzaakt door het treinverkeer ?

2. Existe-t-il déjà des directives européennes réglementant ce type de nuisances sonores ?

2. Zijn er reeds Europese richtlijnen met betrekking tot dergelijke geluidsoverlast ?

3. Le contrat de gestion conclu avec la SNCB inclut-il des exigences concernant les nuisances sonores ou, en d’autres termes, un cadastre du bruit ?

3. Staan er in het beheerscontract met de NMBS eisen met betrekking tot geluidsoverlast, is er met andere woorden een geluidsplan ?

4. Des efforts globaux sont-ils fournis pour réduire les nuisances sonores ou se concentre-t-on uniquement sur les points noirs acoustiques ?

4. Worden er algemene inspanningen geleverd om de geluidsoverlast te reduceren of gebeurt dat enkel op de akoestieke zwarte punten ?

5. Les wagons sont-ils soumis à des normes de bruit et celles-ci sont-elles controˆlées ?

5. Bestaan er geluidsnormen en bijhorende keuringen voor wagons ?

6. a) De quels instruments disposent les citoyens et les communes pour faire constater les nuisances sonores ?

6. a) Over welke instrumenten beschikken burgers en gemeenten om geluidsoverlast te laten vaststellen ?

b) Comment y donne-t-on suite ?

b) Hoe wordt daar gevolg aan gegeven ?

c) Qui est habilité à imposer des mesures ?

c) Wie heeft bevoegdheid om maatregelen af te dwingen ?

7. Tient-on compte du respect des normes acoustiques en ce qui concerne le nouveau matériel roulant ?

7. Wordt bij nieuw rollend materieel rekening gehouden met naleven van akoestische normen ?

8. E´quipe-t-on les wagons existants de semelles de frein silencieuses et veille-t-on à polir les rails régulièrement ?

8. Worden bij bestaande wagons stille remblokken geplaatst en worden de rails regelmatig glad gemaakt ?


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32510

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 27 avril 2007, à la question no 1254 de M. Koen T’Sijen du 29 mars 2007 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 27 april 2007, op de vraag nr. 1254 van de heer Koen T’Sijen van 29 maart 2007 (N.) :



1. L’étude examinant les possibilités de réduire les nuisances sonores générées par le trafic ferroviaire est principalement coordonnée au niveau européen. Le Groupe SNCB participe à ces études via l’UIC (Union Internationale des Chemins de fer) ou via les organes européens de concertation.

1. Het onderzoek naar de mogelijkheden om de geluidshinder veroorzaakt door het treinverkeer terug te dringen wordt voornamelijk Europees gecoo¨rdineerd. De NMBS-Groep neemt deel aan deze studies via de UIC (Union Internationale des Chemins de fer) of via de Europese overlegorganen.

L’étude STAIRRS est la plus importante étude récente (Strategies and Tools to Assess and Implement noise Reducing measures for Railway Systems). Cette étude montre qu’il est beaucoup plus rentable de réduire le bruit à la source que de construire des murs et des bermes antibruit aux endroits où les voies traversent des zones résidentielles.

De STAIRRS-studie is de belangrijkste recente studie (Strategies and Tools to Assess and Implement noise Reducing measures for Railway Systems). Daaruit blijkt dat het veel kostenefficie¨nter is, het geluid te reduceren aan de bron dan het bouwen van geluidsmuren en geluidsbermen waar spoorwegen de bewoonde gebieden doorkruisen.

2. La Directive européenne 2002/49/CEE vise à mettre en place une approche européenne commune en vue de la réduction du niveau d’exposition au bruit ambiant. Le bruit émis par le trafic constitue la priorité de cette directive.

2. De Europese richtlijn 2002/49/EG heeft tot doel een gemeenschappelijke Europese aanpak in te voeren om de blootstelling aan omgevingslawaai te verminderen. Verkeersgeluid staat centraal in deze richtlijn.

Pour juin 2007, les autorités régionales de Bruxelles, de Wallonie et de Flandre sont tenues de dresser une cartographie du bruit le long des voies de chemin de fer où circulent plus de 60 000 trains par an. Cette cartographie doit d’ailleurs aussi être réalisée le long des routes très fréquentées et des aéroports. 5 ans plus tard, donc en 2012, cette procédure devra être répétée pour toutes les lignes de chemin de fer parcourues par plus de 30 000 trains par an.

Tegen juni 2007 dienen de regionale overheden in Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨ geluidskaarten op te stellen langsheen de spoorlijnen met meer dan 60 000 treinen per jaar. Dit dient trouwens ook te gebeuren langsheen drukke autowegen en luchthavens. 5 jaar later, dus tegen 2012, moet dit herhaald worden voor alle spoorlijnen met meer dan 30 000 treinen per jaar.

La première phase touche un total de 473 km de lignes de chemin de fer : 286 km en Flandre, 43 km à Bruxelles et 144 km en Wallonie ainsi que toutes les autres lignes ferroviaires des agglomérations de Bruxelles, Antwerpen et Gent.

Voor de eerste fase zijn in totaal 473 km spoorlijn betrokken : 286 km in Vlaanderen, 43 km in Brussel en 144 km in Wallonie¨ + alle andere spoorlijnen in de agglomeraties Brussel, Antwerpen en Gent.

Le Groupe SNCB met à disposition les données concernant la localisation de ces tronçons, les caractéristiques de l’infrastructure ferroviaire et le nombre ainsi que le type de trains par période de 24 heures. Les autorités régionales doivent ensuite établir un plan d’action pour juin 2008.

De NMBS-Groep stelt de gegevens betreffende de situering van deze baanvakken, de kenmerken van de spoorinfrastructuur en het aantal en type treinen per periode van het etmaal, ter beschikking. Vervolgens dienen de regionale overheden tegen juni 2008, een actieplan op te stellen.

En application de la directive 2001/16, la Commission européenne a donné son aval, le 23 décembre 2005, à la Décision concernant les Spécifications Techniques d’Interopérabilité relatives au soussystème « matériel roulant — bruit » du système ferroviaire transeuropéen conventionnel.

In uitvoering van de richtlijn 2001/16 verleende de Europese Commissie op 23 december 2005 haar goedkeuring aan de Beschikking betreffende de Technische Specificaties voor Interoperabiliteit (TSI) inzake het subsysteem « rollend materieel — geluidsemissies » van het conventionele trans-Europese Spoorwegsysteem.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32511

Cette Décision a été publiée le 8 février 2006 et est entrée en vigueur en juillet 2006. Cette STI « Bruit » fait désormais office de norme légale. Ces normes de bruit sont uniquement valables pour le nouveau matériel roulant ou le matériel existant s’il est transformé de façon telle qu’une nouvelle certification est exigée. 3. L’impact des nuisances sonores sur les riverains est l’un des critères d’investissement repris à l’article 24 du Contrat de gestion de la SNCB. 4. Lors de l’aménagement de nouvelles lignes ou de la transformation de l’infrastructure ferroviaire existante, Infrabel prend les mesures adéquates en conformité avec le MER. En outre, l’amélioration de l’infrastructure ferroviaire et le renouvellement du matériel roulant permettent de réduire graduellement le bruit à la source. 5. Ces normes ainsi que les procédures de vérification sont décrites dans la STI « Bruit » précitée. 6. La fixation de normes d’émission sonores (le bruit à hauteur des habitations, par exemple) est une compétence régionale. En Belgique, il n’existe à ce jour aucune norme légale liée au bruit généré par le trafic ferroviaire, ni par le trafic routier d’ailleurs. 7. La STI « Bruit » précitée a force de norme de produit européenne légale et doit bien entendu être respectée. Son respect doit être vérifié par l’instance notifiée pour l’homologation du matériel. 8. Les wagons marchandises achetés depuis 2005 répondent déjà à la STI « Bruit », ce qui implique l’utilisation de « semelles de frein silencieuses ». On entend par « semelles de frein silencieuses »: semelles de frein qui ne rendent pas la surface de roulement de la roue trop rugueuse, ce qui permet de réduire fortement le bruit de roulement par rapport aux semelles de frein traditionnelles en fonte. L’adaptation des autres wagons ne peut se faire que dans un contexte européen et pour autant que des accords puissent être conclus à ce sujet en matière de financement. Infrabel veille à ce que les rails soient régulièrement meulés afin que leur rugosité reste en deçà d’un niveau acceptable.

Deze Beschikking werd gepubliceerd op 8 februari 2006 en werd van kracht in juli 2006. Deze TSI-geluid geldt voortaan als een wettelijke norm. Deze geluidsnormen gelden alleen voor nieuw rollend materieel of indien bestaand materieel zo omgebouwd wordt dat een herkeuring vereist is. 3. De impact op de omwonenden inzake geluidshinder is één van de investeringscriteria die gehanteerd wordt in artikel 24 van het Beheerscontract van de NMBS. 4. Bij de aanleg van nieuwe spoorlijnen of de ombouw van de bestaande spoorinfrastructuur worden door Infrabel de passende maatregelen genomen in overeenstemming met het MER. Daarenboven zorgen de verbetering van de spoorinfrastructuur en de vernieuwing van het rollend materieel voor een graduele vermindering van het geluid aan de bron. 5. Deze normen en de keuringsprocedures staan beschreven in de voornoemde TSI-geluid. 6. Het vaststellen van geluidsimissienormen (het geluid ter hoogte van bijvoorbeeld woningen) is een regionale bevoegdheid. In Belgie¨ bestaan vooralsnog geen wettelijke normen voor het spoorverkeerslawaai en trouwens ook niet voor het wegverkeerslawaai. 7. De voornoemde TSI-geluid geldt als een wettelijke Europese productnorm en dient uiteraard nageleefd. De naleving dient geverifieerd door de aangemelde instantie bij de homologatie van het materieel. 8. De sinds 2005 aangeschafte goederenwagons voldoen al aan de TSI-geluid wat het gebruik van « stille remblokken » impliceert. Met « stille remblokken » wordt bedoeld : remblokken die het roloppervlak van het wiel niet overmatig opruwen waardoor in vergelijking met de traditionele gietijzeren remblokken het rolgeluid sterk gereduceerd wordt. De aanpassing van de overige wagons kan slechts gebeuren in een Europese context en voor zover daarover afspraken kunnen gemaakt worden over de financiering. Infrabel zorgt ervoor dat de rails regelmatig geslepen worden zodat de ruwheid van de rails beneden een aanvaardbaar niveau blijft.

DO 2006200710081

DO 2006200710081

Question no 1257 de M. Staf Neel du 2 avril 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : La Poste. — Bureau de poste de la Damplein à Anvers.

Vraag nr. 1257 van de heer Staf Neel van 2 april 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : De Post. — Postkantoor aan het Damplein te Antwerpen. Het sluiten van postkantoren heeft in de Kamer van volksvertegenwoordigers reeds heel wat aandacht

La fermeture de bureaux de poste a déjà fait l’objet de nombreuses discussions à la Chambre des représen-


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32512

tants. Ces bureaux sont remplacés par des Points Poste, dont les responsables de La Poste tentent de vanter les mérites.

genoten. Deze postkantoren worden vervangen door postpunten, waarvoor men de nodige reclame tracht te maken.

De nombreuses personnes ressentent cependant cette évolution comme une diminution de l’éventail de services offerts par La Poste.

Nochtans voelen velen dit alles aan als een vermindering van de dienstverlening van De Post.

Ainsi, les riverains de la Damplein à Anvers ont appris que « leur » bureau allait également disparaıˆtre.

Zo vernamen de bewoners van het Damplein te Antwerpen dat hun kantoor in de toekomst eveneens zou verdwijnen.

Pourtant, les personnes habitant le quartier du Dam (Anvers 2060) dépendent de ce bureau pour leurs contacts avec La Poste, les autres bureaux les plus proches étant situés sur la Sint-Jansplein et la Wilgenstraat. Or, pour se rendre dans ces bureaux, elles doivent prendre le tram ou le bus.

Nochtans, de mensen die op de Dam (Antwerpen 2060) wonen zijn aangewezen op dit kantoor, aangezien het dichtstbijzijnde kantoor zich op het SintJansplein of de Wilgenstraat bevindt. Hiervoor dienen zij de tram of de bus te nemen.

De nombreuses personnes aˆgées habitant ce quartier, il serait indiqué de maintenir le bureau de la Damplein.

Aangezien in deze buurt vele ouderen wonen, is het aangewezen dit kantoor te behouden.

Serait-il possible de maintenir ce bureau de poste de la Damplein ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1257 de M. Staf Neel du 2 avril 2007 (N.) :

Kan dit postkantoor aan het Damplein behouden blijven ?



La Poste n’a en ce moment pas l’intention de fermer le bureau de poste « Antwerpen Dam ».

De Post heeft momenteel geen plannen om het postkantoor « Antwerpen Dam » te sluiten.

Comme vous le savez, la réorganisation du réseau des bureaux de poste est en cours et continuera jusqu’en 2008. Il est donc prématuré d’avancer aujourd’hui la situation future de ce bureau.

Zoals u weet is de reorganisatie van het postkantorennetwerk nog volop aan de gang en loopt deze tot 2008. Het zou dus voorbarig zijn om nu al de toekomst van dit postkantoor vast te leggen.

Les bureaux qui fermeront fin 2007 et en 2008 ne sont pas encore connus. La Poste travaille encore sur les analyses.

De kantoren die in het najaar van 2007 en in 2008 zullen sluiten zijn nog niet gekend. De Post werkt nog aan de nodige analyses.

L’implantation de Points Poste s’effectue en fonction de la réforme globale du réseau de bureaux de poste et des priorités qui ont été fixées en la matière en vue de résoudre les problèmes existants dans le réseau.

De inplanting van postpunten gebeurt in functie van de globale hervorming van het postkantorennetwerk en de prioriteiten die in dat verband gelegd werden om de bestaande problemen in het netwerk op te lossen.

La décision de remplacer un bureau de poste par un point poste est prise sur la base du schéma suivant :

De beslissing, om een postkantoor te vervangen door een postpunt wordt genomen op basis van volgend schema :

1. Une macroanalyse, sur la base des paramètres prévues dans le Contrat de gestion et des objectifs du Plan stratégique de La Poste.

1. Een macro analyse, op basis van de parameters van het Beheerscontract en de doelstellingen van het Strategisch Plan van De Post.

2. Une microanalyse, qui doit confirmer ou rejeter les choix. Cette microanalyse se base sur divers critères :

2. Een micro analyse, die moet de keuzes bevestigen of verwerpen. Deze micro analyse is op verschillende criteria gebaseerd :

— la présence des poˆles commerciaux,

— de aanwezigheid van de commercie¨le polen,


2006

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1257 van de heer Staf Neel van 2 april 2007 (N.) :

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32513

— le potentiel de marché (densité de la population, présence d’indépendant et de PME, etc.),

— het potentieel van de markt (bevolkingsdichtheid, aanwezigheid van zelfstandigen en KMO’s, enzovoort),

— l’organisation et la segmentation du réseau Retail actuel,

— de organisatie en segmentatie van de huidige Retail netwerk,

— l’infrastructure actuelle du bureau,

— de huidige infrastructuur van het kantoor,

— la viabilité économique et financière d’un propre bureau,

— de economische- en financie¨le leefbaarheid van een eigen kantoor,

— la présence des poˆles commerciaux.

— de aanwezigheid van één of meerdere Postpunten in de omgeving.

DO 2006200710112

DO 2006200710112

Question no 1258 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 17 avril 2007 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 1258 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 17 april 2007 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Banque de La Poste. — Transfert d’un compte à vue vers un compte épargne.

De Post. — Bank van De Post. — Overschrijving van een zichtrekening naar een spaarrekening.

En février 2007, un concitoyen sollicite un transfert de 500 euros par débit de son compte à vue « Postchèque » vers son compte épargne, au sein de la Banque de La Poste.

In februari 2007 vraagt een landgenoot dat er een bedrag van 500 euro via een debitering van zijn zichtrekening « Postcheque » naar zijn spaarrekening bij de Bank van de Post zou worden overgeschreven.

Le ticket de caisse mentionne :

Op het kasticket staat vermeld :

— retrait compte : — 500 euros;

— afhaling rekening : — 500 euro;

— versement compte : 500 euros.

— storting rekening : 500 euro.

Quant aux extraits, on peut lire :

Op de uittreksels staat te lezen :

— compte à vue 19/2 : retrait d’argent val. 18/2 500,00 -

— zichtrekening 19/2 : afhaling geld val. 18/2 500,00 -

— compte épargne 20/2 : versement guichet val. 20/2 500,00 +

— spaarrekening 20/2 : storting loket val. 20/2 500,00 +

En réalité, il ne s’agit ni d’un transfert, ni d’un versement en espèces, mais bien d’une opération scripturale de transfert de 500,00 euros, d’un compte à vue vers un compte épargne, au sein de la même banque.

In werkelijkheid gaat het noch om een overschrijving, noch om een storting in contanten, maar wel om het giraal overmaken van een bedrag van 500,00 euro van een zichtrekening naar een spaarrekening binnen dezelfde bank.

Est-il normal de subir une perte d’intérêts de valeur « 2 jours » (18/2 — 20/2) ? Car si dans le cas présent, l’incidence est minime, il en est autrement pour des transferts importants et multiples.

Is het normaal dat de betrokkene interest verliest ter waarde van « 2 dagen » (18/2 — 20/2) ? In dit geval is de weerslag weliswaar beperkt, maar dat is niet zo wanneer er vaak geld wordt overgeschreven en het om grote bedragen gaat.

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 25 avril 2007, à la question no 1258 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 17 avril 2007 (Fr.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 25 april 2007, op de vraag nr. 1258 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 17 april 2007 (Fr.) :




2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32514

Les opérations bancaires effectuées dans un bureau de poste sont liées à l’application des dates valeurs.

De in een postkantoor uitgevoerde bankverrichtingen vallen onder de toepassing van de valutadata.

Les algorithmes principaux utilisés depuis le 1er janvier 2007 sont :

De sinds 1 januari 2007 gebruikte voornaamste algoritmes zijn :

— J-1 pour un retrait au guichet;

— D-1 voor een afhaling aan het loket;

— J+1 pour un versement sur compte.

— D+1 voor een storting op rekening.

Un retrait d’un compte à vue Postchèque prend la date valeur du retrait J-1 et le versement sur le compte épargne J+1.

Een afhaling op een Postcheque zichtrekening krijgt de valutadatum van de afhaling D-1 en een storting op een spaarrekening D+1.

Cette procédure peut être évitée. Si le client transmet un formulaire de virement à la Poste Financière, cette transaction aura la date valeur du jour de l’opération.

Die procedure kan worden vermeden. Indien de klant een overschrijvingsformulier bezorgt aan de Financie¨le Post, krijgt die verrichting de valutadatum van de dag van de verrichting.


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32515

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 1

2004200504229 10- 5-2005

675

Mw. Annelies Storms

Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement. Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting.

32093

1

2006200709202 22-11-2006

1160

Stijn Bex

Couˆt annuel des cultes et le nombre de ministres par culte. Jaarlijkse kostprijs en het aantal bedienaren per eredienst.

32096

1

2006200709277

5-12-2006

1174

Mw. Dalila Douifi

Politique judiciaire en matière de préservation de l’environnement et de la nature. Justitie¨le beleid milieu en natuurbehoud.

32102

1

2006200709485

9- 1-2007

1210

Bart Laeremans

Recours à l’aide juridique. Beroep op juridische ondersteuning.

32108

1

2006200709938 12- 3-2007

1269

Koen T’Sijen

Jeux téléphoniques à la télévision. — Application de l’arrêté royal de réglementation. Belspelletjes op tv. — Toepassing reglementerend koninklijk besluit.

32108

8

2006200710042 26- 3-2007

1277

Mw. Hilde Dierickx * Délits politiques. — Délits de presse. — Plaintes. Politieke misdrijven. — Drukpersmisdrijven. — Klachten.

32079

1

2006200710075 30- 3-2007

1280

Jan Mortelmans

32113

Autorisations de séjour permanentes. — Personnes qui se rendent en Belgique dans le cadre de la religion bouddhiste. Permanente verblijfsvergunningen. — Personen die in het kader van de boeddhistische religie naar Belgie¨ komen.

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 1

2003200410587

8- 1-2004


206

Mw. Trees Pieters

2006

Partie incontestablement due et immédiatement exigible. — Procédure de rectification. — Déclarations d’accord. — Formulaire 178J. — Changements de situation. Onmiddellijk invorderbaar en onbetwist verschuldigd gedeelte. — Wijzigingsprocedure. — Akkoordverklaringen. — Formulier 178J. — Wijzigende toestanden.

2007

32113


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32516

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200503385 16- 2-2005

645

Mw. Trees Pieters

Impoˆts sur les revenus. — Requalification d’intérêts en dividendes. — Comptes courants. — Prêts d’argent. — Interprétation. — Règlement des réclamations bloquées. — Actes d’investigation des fonctionnaires du contentieux. — Charge de la preuve. Inkomstenbelastingen. — Herkwalificatie van interesten tot dividenden. — Rekeningen courant. — Geldleningen. — Interpretatie. — Oplossing van geblokkeerde bezwaarschriften. — Onderzoeksdaden van de geschillenambtenaren. — Bewijslast.

32116

1

2004200504290 18- 5-2005

794

Francis Van den Eynde

Recommandation des médiateurs fédéraux. — Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus. — Dégrèvement d’office. Aanbeveling federale ombudsmannen. — WIGB. — Ambtshalve ontheffing.

32118

1

2005200608031 11- 5-2006

1288

Alfons Borginon

Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des personnes physiques. — Revenus de baux à ferme. Inkomstenbelasting. — Personenbelastingen. — Inkomsten uit pacht.

32120

1

2005200608816

8- 9-2006

1400

Dirk Van der Maelen

Perte de recettes fiscales en raison des fraudes à la TVA. Verlies aan belastinginkomsten ten gevolge van BTW-faude.

32121

1

2006200708975 24-10-2006

1432

Dirk Van der Maelen

Location de véhicules par un bailleur établi en dehors de la Belgique mais au sein de l’Union européenne. De verhuur van vervoermiddelen door een verhuurder buiten Belgie¨ maar binnen de EU gevestigd.

32123

1

2006200708981 24-10-2006

1436

Dirk Van der Maelen

Chiffre d’affaires déclaré en matière de TVA. Aangegeven omzet BTW.

32124

1

2006200709044

3-11-2006

1444

Mw. Hilde Dierickx

Communes. — Implantation de magasins de nuit et de phone shops. — Taxes. Gemeenten. — Vestiging van nachtwinkels en telefoonshops. — Belastingen.

32126

1

2006200709112 10-11-2006

1465

Dirk Van der Maelen

Agents taxateurs. — Instruction du 10 octobre 2006 relative à la représentation de l’E´tat en droit. Taxatieambtenaren. — Instructie van 10 oktober 2006 omtrent de vertegenwoordiging van de Staat in rechte.

32126

1

2006200709210 22-11-2006

1481

Dirk Van der Maelen

Pays bénéficiant d’une fiscalité notablement plus avantageuse qu’en Belgique. Landen met een aanzienlijk gunstiger belastingregime dan Belgie¨.

32128

1

2006200709233 27-11-2006

1485

Carl Devlies

Exécution des décisions judiciaires. — Délai raisonnable. — Début du délai. Uitvoering rechterlijke uitspraak. — Redelijke termijn. — Aanvang van de termijn.

32130

1

2006200709343 25- 1-2007

1547

Koen T’Sijen

Octroi d’une aide aux personnes aˆgées. — Exemption fiscale pour les personnes souffrant d’un handicap. Toekenning van hulp aan bejaarden. — Fiscale vrijstelling voor personen met een handicap.

32131


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32517

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709626 25- 1-2007

1548

Dirk Van der Maelen

Réclamations en matière d’impoˆts sur les revenus. Bezwaarschriften inzake inkomstenbelastingen.

32132

1

2006200709650 29- 1-2007

1555

Hagen Goyvaerts

SPF Finances. — Plan de personnel 2007. FOD Financie¨n. — Personeelsplan 2007.

32133

1

2006200709677 31- 1-2007

1561

Dirk Van der Maelen

Création d’une cinquième direction de l’ISI. Oprichting van een vijfde BBI-directie.

32135

1

2006200709683

1- 2-2007

1562

Dirk Van der Maelen

Exonération des plus-values brutes se rapportant à des actions. Vrijstelling van bruto meerwaarden op aandelen.

32138

1

2006200709700

5- 2-2007

1565

Mw. Trees Pieters

Irrecevabilité de recours administratifs préalables. — Demandes de dégrèvement d’office tardives ou non. — Recevabilité d’actions en justice. Onontvankelijke voorafgaande administratieve beroepen. — Tijdige en/of laattijdige verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing. — Ontvankelijkheid van rechtsvorderingen.

32138

1

2006200709712

6- 2-2007

1568

Mw. Trees Pieters

Extension d’office des réclamations aux impositions initiales. Ambtshalve uitbreiding van bezwaarschriften tot de aanvankelijke aanslagen.

32140

1

2006200709780 15- 2-2007

1581

Luk Van Biesen

« Commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise. « Aanbrengcommissie » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel.

32141

1

2006200709783 15- 2-2007

1582

Carl Devlies

Dégrèvement d’office. — Devoirs du contribuable. — Production de pièces. — Réponse aux demandes de renseignements. Ambtshalve ontheffing. — Plichten van de belastingplichtige. — Voorleggen van stukken. — Antwoorden op vragen om inlichtingen.

32143

1

2006200709843 27- 2-2007

1590

Dirk Van der Maelen

Impoˆts sur les revenus. — Dégrèvements d’office. Inkomstenbelastingen. — Ambtshalve ontheffingen.

32144

1

2006200709873

2- 3-2007

1597

Mw. Trees Pieters

Impartialité et neutralité du controˆle fiscal. — Service compétent pour les plaintes. Onpartijdigheid en neutraliteit van de belastingcontrole. — Dienst bevoegd voor klachten.

32147

1

2006200709915

7- 3-2007

1603

Mw. Ingrid Meeus

Départements. — Ećomobilité. Departementen. — Ecomobiliteit.

32149

1

2006200709926 12- 3-2007

1604

Mw. Annemie Roppe

Déduction fiscale pour capital à risque. Fiscale aftrek voor risicokapitaal.

32150

1

2006200709931 12- 3-2007

1607

Dirk Van der Maelen

Corrections opérées sur la base d’informations en provenance de l’étranger. Correcties doorgevoerd op basis van informatie verkregen uit het buitenland.

32152

1

2006200709989 19- 3-2007

1615

Guido De Padt

Donneurs de sang et de plasma. — Circulaire. — Dispenses de service. Bloed- en plasmadonoren. — Omzendbrief. — Dienstvrijstellingen.

32153


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32518

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200710002 19- 3-2007

1618

Mw. Nathalie Muylle

Taux de TVA réduit. — Démolition et reconstruction de baˆtiments situés dans des zones urbaines. Verlaagd btw-tarief. — Afbraak en heropbouw van gebouwen in stadsgebieden.

32154

1

2006200710023 20- 3-2007

1619

Pieter De Crem

Internet pour tous. — Dispense de l’obligation de déclaration. — Proposition d’imposition. Internet voor iedereen. — Vrijstelling aangifteplicht. — Voorstel van aanslag.

32155

8

2006200709860 22- 3-2007

1625

Melchior Wathelet

* Arrêt du 5 octobre 2006 de la CJCE. — Omission et enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR. Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 5 oktober 2006. — Verzuim van aangifte en laatttijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR.

32080

1

2006200709551 22- 3-2007

1626

Mw. Maggie De Block

Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier. Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.

32156

8

2006200710041 26- 3-2007

1629

Melchior Wathelet

* Vente d’un terrain à Haren. — Engagements de l’E´tat belge vis-à-vis de l’OACI. Verkoop van een terrein te Haren. — Verbintenissen van de Belgische Staat ten aanzien van de ICAO.

32080

1

2006200710054 27- 3-2007

1630

Mw. Anne-Marie Baeke

Taux de TVA applicable aux faire-part de décès. BTW-tarief op rouwdrukwerk.

32157

1

2006200710067 29- 3-2007

1631

Joseph Arens

Problèmes du moteur de calcul SSGPI. Problemen met de berekeningsmotor van het SSGPI.

32159

1

2006200710104 17- 4-2007

1642

Luk Van Biesen

Statistiques relatives à la pression fiscale. Cijfers over de belastingdruk.

32162

1

2006200710120 19- 4-2007

1643

Mark Verhaegen

Taux réduit de la TVA pour la démolition et la reconstruction dans les zones urbaines. Verlaagd BTW-tarief voor afbraak en heropbouw in stadsgebieden.

32164

1

2006200710126 20- 4-2007

1645

Melchior Wathelet

Biocarburants. Biobrandstoffen.

32166

1

2006200710133 23- 4-2007

1646

Melchior Wathelet

Illégalité de certains impoˆts communaux. Onwettigheid van bepaalde gemeentebelastingen.

32167

1

2006200710134 23- 4-2007

1647

Mw. Nathalie Muylle

Taux de TVA réduit pour la démolition et la reconstruction de baˆtiments en zone urbaine. Verlaagd BTW-tarief voor de afbraak en de heropbouw van gebouwen in stadsgebieden.

32168

1

2006200710137 24- 4-2007

1648

Servais Verherstraeten

Prisons. — Travaux de sécurisation. Gevangenissen. — Beveiligingsdossiers.

32169

1

2006200710140 24- 4-2007

1649


Implantation d’une institution fédérale de protection de la jeunesse sur le domaine militaire de Florennes. Bouw van een federale jeugdinstelling op de militaire domeinen van Florennes.

32171


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32519


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200710141 24- 4-2007

1650

Hendrik Bogaert

Taux de TVA sur les imprimés mortuaires et les fleurs funéraires. BTW-tarief op rouwdrukwerken en rouwbloemstukken.

32173

1

2006200710142 24- 4-2007

1651

Melchior Wathelet

Application du prélèvement sur les sachets en plastique, les films fraıˆcheur, le papier aluminium et les ustensiles de table jetables. Toepassing van de heffing op plastic zakken, huishouden aluminiumfolie en wegwerpeetgerei.

32175

1

2006200710148 24- 4-2007

1652


Nouvel établissement pénitentiaire à Gand. Nieuwe instelling voor geı¨nterneerden in Gent.

32177

1

2006200710149 24- 4-2007

1653

Mw. Nahima Lanjri

Receveurs chargés d’élaborer les rapports d’estimation. Ontvangers belast met het opstellen van een schattingsverslag.

32179

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2004200504295 18- 5-2005

625

Roel Deseyn

Insertion des gardes champêtres uniques dans les échelles barémiques. Inschaling van de enige veldwachters.

32181

1

2005200606924 17- 1-2006

867

Gerolf Annemans

Services de police. — Absence de système informatique performant. Politiediensten. — Gebrek aan een performant informaticasysteem.

32182

1

2004200504973 20- 2-2006

904

Ortwin Depoortere

Controˆle des bateaux amarrés le long des voies navigables intérieures de Gand. Controle van boten die aangemeerd liggen in de Gentse binnenwateren.

32183

1

2005200607416

3- 3-2006

921

Patrick De Groote

Effectifs de police. Aantal politiemensen.

32184

1

2005200607642 27- 3-2006

948

Dirk Van der Maelen

Nombre d’heures de controˆles ciblés effectués par la police fédérale durant la nuit. Aantal uren gerichte verkeerscontroles door de federale politie tijdens de nachten.

32186

1

2005200607769 18- 4-2006

972

Mw. Nancy Caslo

Problème de la drogue dans la zone de police Rupel. Drugsproblematiek in de politiezone Rupel.

32188

1

2005200607978

5- 5-2006

1003

Patrick De Groote

Services d’incendie. — Nombre de morts et de blessés. Brandweerkorpsen. — Aantal overledenen en gewonden.

32190

1

2005200608733 24- 8-2006

1093


Infraction routière. — Bulletin de virement. — Lois linguistiques. Verkeersovertreding. — Overschrijvingsformulier. — Taalwetten.

32191

1

2006200709131 13-11-2006

1135

Jan Mortelmans

Véhicules. — Plaques d’immatriculation rétroréfléchissantes à l’avant. — Controˆles. Voertuigen. — Retroflecterende nummerplaten vooraan. — Controles.

32192


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32520

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709143 14-11-2006

1137

Alfons Borginon

Transcription des écoutes téléphoniques. — Informatisation. Uitschrijven van telefoontaps. — Informatisering.

32194

1

2006200709250 28-11-2006

1148

Guido De Padt

Véhicules. — Système d’appel d’urgence. — Réseau européen eCall. Voertuigen. — Noodoproepsysteem. — Europees E-call netwerk.

32195

1

2006200709456 28-12-2006

1177

Filip De Man

Assistance apportée par la police aux huissiers de justice. Bijstand die de politie aan gerechtsdeurwaarders verleent.

32196

1

2005200608834 28-12-2006

1179

Willy Cortois

Police locale. — Missions de plus en plus en plus complexes. Lokale politie. — Toenemende complexiteit van de opdrachten.

32197

1

2006200709528 12- 1-2007

1186

Philippe De Coene

Régime de mobilité de la police locale et fédérale en Flandre occidentale. Mobiliteitsregeling lokale en federale politie in West-Vlaanderen.

32200

4

2006200709567 18- 1-2007

1193

Mw. Hilde Dierickx

Pouvoirs publics et entreprises. — Cambriolage et vol. Overheden en bedrijven. — Inbraak en diefstal.

32203

1

2006200709625 25- 1-2007

1201

Pieter De Crem

Accidents de la circulation impliquant des véhicules de police. Verkeersongevallen met politievoertuigen.

32204

1

2006200709676 31- 1-2007

1208

Philippe Collard

Effectifs de police. — Retraite. — Recrutement. Politiepersoneel. — Pensioen. — Indienstneming.

32208

1

2006200709742

9- 2-2007

1214

Stijn Bex

Accidents impliquant des véhicules de police. Ongevallen met politievoertuigen.

32209

1

2006200709814 22- 2-2007

1222

Guido De Padt

Faux agents. Valse agenten.

32213

1

2006200709825 26- 2-2007

1225

Mw. Ingrid Meeus

SPF. — Logiciels libres et standards ouverts. FOD. — Open source software en open standaarden.

32215

1

2006200709376 26- 2-2007

1226

Jo Vandeurzen

Hoˆpitaux. — Identification des patients. — Registre national. — Numéro d’identification. Ziekenhuizen. — Identificatie patie¨nten. — Rijksregister. — Identificatienummer.

32217

1

2006200709924 12- 3-2007

1233

Mw. Nancy Caslo

Police d’Anvers. — Recrutements. Antwerpse politie. — Aanwervingen.

32219

6

2006200709934 12- 3-2007

1234

Luc Goutry

Services de police. — Prises de sang. — Médecins généralistes de garde. Politiediensten. — Bloedafnames. — Huisartsen van wacht.

32220

1

2006200709984 16- 3-2007

1238

Mme Muriel Gerkens

Suivi de l’arrêt du Conseil d’E´tat cassant l’arrêté royal qui instituait la zone de police BasseMeuse. Toekomst van de politiezone Basse-Meuse na de gedeeltelijke vernietiging van het oprichtingsbesluit door de Raad van State.

32221


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32521

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709986 16- 3-2007

1239

Hagen Goyvaerts

AFCN. — Utilisation du fonds d’insolvabilité de l’ONDRAF pour l’élimination de sources de radioactivité. FANC. — Gebruik van het insolvabiliteitsfonds van het NIRAS voor de verwijdering van radioactieve bronnen.

32222

1

2006200709988 19- 3-2007

1241

Mme Muriel Gerkens

AFCN. — Radon. FANC. — Radon.

32224

1

2006200709992 19- 3-2007

1245

Mme Muriel Gerkens

Statut du garde champêtre. Statuut van de veldwachter.

32230

1

2006200710006 19- 3-2007

1246

Mme Muriel Gerkens

AFCN. — Avis préalables. FANC. — Voorafgaande adviezen.

32233

1

2006200710007 19- 3-2007

1247

Hagen Goyvaerts

Enlèvement de paratonnerres radioactifs. — E´tat d’avancement. Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Stand van zaken.

32234

1

2006200710018 20- 3-2007

1250

Mme Marie Nagy

Prime de bilinguisme aux policiers de certaines zones de police. Tweetaligheidspremie voor het politiepersoneel van bepaalde politiezones.

32234

8

2006200710038 23- 3-2007

1251

Mw. Hilde Dierickx * Services d’incendie. — Tempête violente de janvier 2007. Brandweer. — Zware storm van januari 2007.

32081

8

2006200710040 26- 3-2007

1252

Mw. Hilde Dierickx * Vélomoteurs. — Port obligatoire d’un casque. — Procès-verbaux. Bromfietsen. — Verplichting dragen van een valhelm. — Processen-verbaal.

32082

1

2006200710069 30- 3-2007

1258

Joseph Arens

Avant-projet de loi relatif aux gardiens de la paix. Voorontwerp van wet betreffende de gemeenschapswachten.

32236

1

2006200710086

4- 4-2007

1264

Paul Meeus

Regroupement familial. Gezinsherenigingen.

32237

1

2006200710087

4- 4-2007

1265

Paul Meeus

Nombre d’expulsions en 2005 et 2006. Aantal uitwijzingen tijdens de jaren 2005 en 2006.

32240

1

2006200710088

4- 4-2007

1266

Paul Meeus

Régularisation d’étrangers en séjour illégal. Regularisatie van illegaal verblijvende vreemdelingen.

32242

1

2006200710089

4- 4-2007

1267

Paul Meeus

Nombre d’acquisitions de la nationalité en 2006. Aantal nationaliteitsverkrijgingen in 2006.

32243

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1

2005200608298 16- 6-2006

358

Gerolf Annemans

Suites de l’assassinat de l’ancien président congolais Laurent-Désiré Kabila. — Commission d’enquête. Gevolgen van de moord op de Congolese president Kabila. — Onderzoekscommissie.

32247

1

2006200709373 14-12-2006

419

Dirk Van der Maelen

Armes à uranium appauvri. Wapens met verarmd uranium.

32249


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32522

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709612 24- 1-2007

436

Dirk Van der Maelen

Réexportation de matériel militaire. — Licences. — régionalisation des exportations d’armes. Wederuitvoer van militair materiaal vergund voor de regionalisering van de wapenexport.

32249

1

2006200709912

7- 3-2007

454

Guido De Padt

Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants. Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik.

32250

1

2006200709915

7- 3-2007

455

Mw. Ingrid Meeus


32252

1

2006200709775 15- 2-2007

457

Dirk Van der Maelen

République démocratique du Congo. — Arrestation d’une candidate aux élections présidentielles. Democratische Republiek Congo. — Arrestatie van een kandidate van de presidentsverkiezingen.

32253

1

2006200709991 19- 3-2007

459

Mme Muriel Gerkens

E´mission de CO2 des cellules stratégiques. Door de beleidscellen veroorzaakte CO2-uitstoot.

32254

1

2006200710001 19- 3-2007

461

Mme Muriel Gerkens

Accord entre l’Inde et les E´tats-Unis dans le domaine nucléaire. Nucleaire overeenkomst tussen India en de Verenigde Staten.

32257

1

2006200710059 28- 3-2007

463

Philippe De Coene

E´vacuation de concitoyens hors du Liban. Evacuatie landgenoten uit Libanon.

32260

1

2006200710157 25- 4-2007

465

David Geerts

Philippines. — Assassinats politiques. Filippijnen. — Politieke moorden.

32262

1

2006200710160 25- 4-2007

466


Meurtre d’un diplomate belge à Khartoum en 1973. Moord op een Belgisch diplomaat in Khartoem in 1973.

32264

1

2006200710165 26- 4-2007

467

Mme Camille Dieu

Rapprochement entre la Belgique et les Pays-Bas en matière de politique européenne. Toenadering tussen Belgie¨ en Nederland op het stuk van hun Europees beleid.

32265

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2006200710039 23- 3-2007

478

Mw. Ingrid Meeus

E´lections des conseils communaux et provinciaux. — Militaires élus. Gemeente- en provincieraadsverkiezingen. — Verkozen militairen.

32268

1

2006200710043 26- 3-2007

479

Pieter De Crem

Vente de matériel excédentaire. — Différences de prix. Verkoop van overtollig materieel. — Prijsverschillen.

32270

1

2006200710044 26- 3-2007

480

Pieter De Crem

Quartier Fort Colonel IFM Brosius à Zwijndrecht. — Assainissement des terrains. — E´tude. Het Kwartier Fort Kol IMF Brosius te Zwijndrecht. — Sanering terreinen. — Studie.

32271


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32523

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2006200710057 28- 3-2007

481

Bart Laeremans

* Hoˆpital militaire de Neder-Over-Heembeek. — Répartition linguistique des fonctions. Militair Hospitaal van Neder-Over-Heembeek. — Taalkundige bezetting van de betrekkingen.

32082

1

2006200710117 18- 4-2007

482

Alain Mathot

Militaires mis à disposition de zones de police. Militairen die ter beschikking van politiezones worden gesteld.

32272

1

2006200710118 18- 4-2007

483

Melchior Wathelet

Vente du domaine militaire « Officierenpark » de Brasschaat. Verkoop van het militair domein « Officierenpark » in Brasschaat.

32273

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie — Economie 1

2004200502985 28-12-2004

197

Gerolf Annemans

Cahier de la Cour des comptes. — Retards dans la transmission des comptes. Boek van het Rekenhof. — Niet tijdig overleggen rekeningen.

32275

1

2006200709761 14- 2-2007

553

Mw. Hilde Dierickx

Entreprises. — Diffusion volontaire de fausses informations et de mensonges. Bedrijven. — Doelbewuste verspreiding van valse informatie en leugens.

32277

1

2006200710031 22- 3-2007

571


Banque Nationale de Belgique. — Dépoˆt des comptes annuels. — Non-acceptation. Nationale Bank van Belgie¨. — Neerlegging jaarrekeningen. — Weigering.

32277

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1

2006200710084

4- 4-2007

137

Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs

Sous-représentation féminine dans la carrière scientifique. Ondervertegenwoordiging van vrouwen in de wetenschappelijke loopbaan.

32280

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2006200709055

6-11-2006


536

Mme Muriel Gerkens

2006

E´valuation du statut social de l’artiste. Evaluatie van het sociaal statuut van de kunstenaar.

2007

32282


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32524

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709093

9-11-2006

538

Mw. Trees Pieters

Constitution de provisions internes pour pensions après que l’aˆge légal de la retraite a été atteint. — Engagements contractuels de pension. — Programmes anonymes de calcul de la valeur réelle et de la règle des 80 % sur le site du SPF Finances, du SPF Economie et de la CNC. — Influence sur l’octroi et le calcul de la pension de retraite. Aanleg van interne pensioenvoorzieningen na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd. — Contractuele pensioentoezeggingen. — Anonieme berekeningsprogramma’s van de actuele waarde en van de 80 %-regel op de site van de FOD Financie¨n, FOD Economie en de CBN. — Invloed op de toekenning en de berekening van het rustpensioen.

32284

1

2006200709095

9-11-2006

539

Mw. Yolande Avontroodt

Dépenses dans le cadre du maximum à facturer. Uitgaven voor de maximumfactuur.

32288

1

2006200708971 20-11-2006

547

Koen Bultinck

Taxe sur les primes d’assurance RC automobile. — Croix-Rouge. — Vlaamse Kruis. Heffing op BA-autoverzekeringspremies. — Rode Kruis. — Vlaamse Kruis.

32294

1

2006200709387 15-12-2006

556

Mme Muriel Gerkens

INAMI. — Traitements pour les maladies hépatiques. RIZIV. — Behandeling van leveraandoeningen.

32296

1

2006200709443 27-12-2006

560

Koen Bultinck

Fonctionnement du « Groupe de travail Jadot ». Werking van de « Werkgroep Jadot ».

32298

1

2006200709605 24- 1-2007

572

Bart Tommelein

Personnel domestique. — Régime de non-paiement des cotisations ONSS. — Système des titresservices. Huispersoneel. — Systeem van niet-betaling RSZ. — Systeem van dienstencheques.

32300

1

2006200709659 30- 1-2007

575

Koen Bultinck

Centres d’accueil pour mères gravement dépressives. — Différence entre les centres flamands et wallons. Centra voor zwaar depressieve moeders. — Verschil tussen Waalse en Vlaamse centra.

32302

1

2006200709715

7- 2-2007

579

Ortwin Depoortere

Remboursement des traitements de l’infécondité. Terugbetaling van infertiliteitsbehandelingen.

32303

1

2006200709776 15- 2-2007

581

Melchior Wathelet

Application des règlements européens en matière de sécurité sociale pour travailleurs frontaliers. Toepassing van de Europese verordeningen met betrekking tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders.

32305

1

2006200709842 27- 2-2007

587

Daniel Bacquelaine

Maison de repos. — Procurations. Rusthuizen. — Volmachten.

32306

1

2006200709905

591

Mw. Annemie Turtelboom

Entreprises. — Secrétariats sociaux agréés. — Taxe sur le CO2. Bedrijven. — Erkende sociale secretariaten. — CO2taks.

32308

6- 3-2007


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32525

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709912

7- 3-2007

592

Guido De Padt


32309

1

2006200709916

8- 3-2007

594

Mw. Magda De Meyer

INAMI. — Remboursement limité pour l’achat d’appareils auditifs. RIZIV. — Beperkte terugbetaling bij de aanschaf van hoorapparaten.

32320

1

2006200709922 12- 3-2007

596

Luc Goutry

32322

1

2006200709991 19- 3-2007

599

Mme Muriel Gerkens

INAMI. — Demande d’augmentation du remboursement des appareils auditifs. RIZIV. — Vraag naar betere terugbetaling van hoorapparaten. Émission de CO des cellules stratégiques. 2 Door de beleidscellen veroorzaakte CO2-uitstoot.

1

2006200709643 20- 3-2007

600

Dirk Claes

Travail d’étudiant. — Nombre d’étudiants employés. Studentenarbeid. — Aantal tewerkgestelde studenten.

32327

1

2006200710013 20- 3-2007

601

Mw. Maggie De Block

Secteur agricole et horticole. — Déclaration trimestrielle à l’ONSS pour les travailleurs saisonniers. Land- en tuinbouwsector. — Kwartaalaangifte aan de RSZ voor seizoenarbeiders.

32329

6

2006200710020 20- 3-2007

602

Charles Michel

Allocations d’intégration pour personnes handicapées. Integratietegemoetkomingen voor personen met een handicap.

32331

8

2006200710032 22- 3-2007

603

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

* Pacte de solidarité entre les générations. — Entrée en vigueur de la mesure visant à employer des jeunes dans le secteur non marchand. Generatiepact. — Inwerkingtreding maatregel voor tewerkstelling van jongeren in de social profitsector.

32083

8

2006200709551 22- 3-2007

604

Mw. Maggie De Block

* Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier. Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.

32084

1

2006200710036 22- 3-2007

605

Hendrik Bogaert

Allocations familiales pour familles monoparentales. Verhoogde kinderbijslag bij eenoudergezinnen.

32332

8

2006200710055 27- 3-2007

606


* INAMI. — Attestations de soins. RIZIV. — Doktersgetuigschriften voor verstrekte hulp.

32085

32324

Santé publique — Volksgezondheid 1

2005200608884 29- 9-2006


834

Miguel Chevalier

2006

Prévention de la propagation du virus de la grippe aviaire. Voorkoming verspreiding vogelgriepvirus.

2007

32333


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32526

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200608886

2-10-2006

835

Daniel Bacquelaine

La microdélétion 22q11. Microdeletie 22q11.

32335

1

2006200708928 12-10-2006

840

Miguel Chevalier

Personnes atteintes de l’hépatite. — Ignorance. Mensen met hepatitis. — Onwetendheid.

32337

1

2006200708994 25-10-2006

849

Staf Neel

Promotion des consultations dentaires. Aanmoedigen van tandartsbezoek.

32339

1

2006200709033 27-10-2006

860

Koen Bultinck

Pénurie de vaccins contre la grippe. Tekort aan griepvaccins.

32340

1

2006200709103 10-11-2006

866

Koen Bultinck

Centre fédéral d’expertise des soins de santé. — E´tude sur le cancer du col de l’utérus. Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg. — Studie over baarmoederhalskanker.

32342

1

2006200709298

6-12-2006

879

Guido De Padt

Inhalants. — Usage abusif par des mineurs. Snuifmiddelen. — Oneigenlijk gebruik door minderjarigen.

32344

1

2006200709377 14-12-2006

890

Mw. Maggie De Block

Dénutrition dont sont victimes les patients hospitalisés. Ondervoeding in ziekenhuizen.

32346

1

2006200709388 15-12-2006

896

Benoıˆt Drèze

Budget soins de santé. — Dépenses en frais de personnel des institutions pénitentiaires et de défense nationale. Begroting gezondheidszorg. — Personeelsuitgaven van de penitentiaire instellingen en de instellingen tot bescherming van de maatschappij.

32348

1

2006200709389 15-12-2006

897

Benoıˆt Drèze

Budget 2007 accordé aux médecins. Aandeel van de artsenhonoraria in de begroting 2007.

32349

1

2006200709549 16- 1-2007

908

Miguel Chevalier

Virus de la grippe aviaire. Vogelgriepvirus.

32351

1

2006200709573 19- 1-2007

910

Miguel Chevalier

Multiplication des incendies dus à la nidification d’oiseaux de grande taille dans les cheminées. Toename van branden door grote vogels in schoorstenen.

32355

1

2006200709588 23- 1-2007

911

Carl Devlies

Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006. Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006.

32356

4

2006200709590 23- 1-2007

912

Mw. Hilde Dierickx

Tuberculose. — Infections. Tuberculose. — Besmettingen.

32357

1

2006200709653 29- 1-2007

917

Guido De Padt

Hoˆpitaux. — Patients contagieux. — Mise en garde contre le risque de contagion. Ziekenhuizen. — Besmette patie¨nten. — Waarschuwing besmettingsgevaar.

32358

6

2006200709741

9- 2-2007

920

Guido De Padt

Hoˆpitaux. — Criminalité. Ziekenhuizen. — Criminaliteit.

32359

1

2006200709773 15- 2-2007

924

Mw. Hilde Dierickx

Catastrophes naturelles. — Classement des Nations Unies. Natuurrampen. — Ranglijst Verenigde Naties.

32360

1

2006200709787 19- 2-2007

926

Staf Neel

Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.

32366


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32527

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709802 22- 2-2007

928

Mw. Nathalie Muylle

Marché aux pigeons de Lierre. — Autorisation sanitaire. Duivenmarkt in Lier. — Sanitaire vergunning.

32367

1

2006200709829 26- 2-2007

931

Roel Deseyn

Cuisses striées. Ribbeldijen.

32369

1

2006200709863 28- 2-2007

933

Dirk Van der Maelen

Menaces proférées à l’encontre d’experts de l’Agence Fédérale pour la Sécurité Alimentaire. Bedreigingen tegen keurders van het Federaal Voedselagentschap.

32371

1

2006200709882

2- 3-2007

934

Mw. Maggie De Block

Réduction du temps de travail pour les ergothérapeutes. Arbeidsduurvermindering voor ergotherapeuten.

32373

1

2006200709883

2- 3-2007

935

Guido De Padt

Aides-soignants. — Enregistrement. Zorgkundigen. — Registratie.

32374

1

2006200709884

2- 3-2007

936

Pieter De Crem

Cotisation pour la détention d’un nombre limité de moutons. Heffing voor het houden van een beperkt aantal schapen.

32376

1

2006200709912

7- 3-2007

938

Guido De Padt


32378

1

2006200709913

7- 3-2007

939

Mw. Hilde Dierickx

Moratoire sur les élevages d’animaux à fourrure. Moratorium op pelsdierkwekerijen.

32379

1

2006200709923 12- 3-2007

940

Jacques Germeaux

Examen post mortem. Post mortem onderzoek.

32381

1

2006200709943 12- 3-2007

941

Guido De Padt

Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. — Controˆleurs. — Menaces. Voedselagentschap. — Controleurs. — Bedreigingen.

32383

1

2006200709949 13- 3-2007

942

Koen Bultinck

Pénurie de gériatres. Tekort aan geriaters.

32385

1

2006200709952 13- 3-2007

943

Mw. Hilde Dierickx

AFSCA. — Apiculteurs. — Enregistrement obligatoire. FAVV. — Imkers. — Verplichte registratie.

32386

1

2006200709974 15- 3-2007

947

Mw. Hilde Dierickx

Chiens. — Passeport pour chiens. — ABIEC. Honden. — Hondenpaspoort. — BVIRH.

32388

1

2006200709989 19- 3-2007

950

Guido De Padt


32389

1

2006200710008 19- 3-2007

952

Mw. Nathalie Muylle

Enregistrement des chevaux. — Plate-forme informatique. Registratie van paarden. — Informatieplatform.

32390

1

2006200710034 22- 3-2007

953

Mw. Dalila Douifi

Personnes atteintes de maladies graves et de longue durée. — Reconnaissance. Eerkenning als ernstig of langdurig zieke persoon.

32392


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32528

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200710051 27- 3-2007

954

Jean-Marc Nollet

1

2006200710094 11- 4-2007

959

Benoıˆt Drèze

Prévention des affections dues aux HPV 16 et 18. — Nouveau vaccin. Preventie van aandoeningen ten gevolge van HPV 16/18. — Nieuw vaccin. Suspension par le Conseil d’E´tat de l’arrêté royal relatif aux centres de pathologie cardiaque. Schorsing door de Raad van State van het koninklijk besluit inzake de centra voor cardiale pathologie.

32395

32396

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 2

2006200709912

7- 3-2007

158

Guido De Padt

8

2006200709878 28- 3-2007

162

Mw. Yolande Avontroodt


32398

* Statut social des indépendants. — Réglementation de l’assurance maladie. — Anomalie. Sociaal statuut der zelfstandigen. — Reglementering ziektekostenverzekering. — Anomalie.

32085

Agriculture — Landbouw 2

2006200709912

7- 3-2007

104

Guido De Padt


32399

1

2006200709968 14- 3-2007

106

Mw. Maggie De Block

Catastrophe agricole. — Versement des indemnités compensatoires. Landbouwramp. — Uitbetaling compensatievergoedingen.

32400

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1

2006200709991 19- 3-2007


244

Mme Muriel Gerkens

2006


2007

32402


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32529

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

1

2004200503440 23- 2-2005

100

David Geerts

Ećoles. — Visites aux camps d’extermination. Scholen. — Bezoeken van vernietigingskampen.

32404

1

2005200608240 12- 6-2006

214

Hagen Goyvaerts

Problème du choix d’un partenaire chez les jeunes Turcs et Marocains. Problematiek van de partnerkeuze van Turkse en Marokkaanse jongeren.

32407

1

2006200709585 23- 1-2007

236

Guido De Padt

Demandeurs d’emploi exclus. — CPAS. — Revenu d’intégration sociale. Geschorste werkzoekenden. — OCMW. — Leefloon.

32410

1

2006200709644 26- 1-2007

239

Guido De Padt

CPAS. — Controˆles d’inspection. OCMW’s. — Inspectiecontroles.

32412

1

2006200709718

7- 2-2007

240

Guido De Padt

CPAS. — Intervention en tant qu’intermédiaire pour le versement d’allocations d’études à des élèves ou parents en séjour illégal. OCMW’s. — Optreden als tussenpersoon betaling van studietoelagen aan illegaal verblijvende ouders of leerlingen.

32414

1

2006200709815 23- 2-2007

244

Mw. Ingrid Meeus

Personnes à revenus modestes. — Interventions financières dans les frais médicaux relatifs aux animaux de compagnie. Personen met een bescheiden inkomen. — Financie¨le tegemoetkomingen medische kosten gezelschapsdieren.

32416

1

2006200709954 13- 3-2007

250

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

CPAS. — Logements d’urgence. OCMW’s. — Noodwoningen.

32418

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1

2006200709787 19- 2-2007

68

Staf Neel

Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.

32420

Gelijke Kansen — E´galité des chances 1

2003200421675 16- 6-2004

16


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Terminologie. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Terminologie.

32421

1

2003200421826

7- 7-2004

18


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Interventions dans le cadre de l’acquisition de la nationalité belge. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Tussenkomsten in verband met het verwerven van de Belgische nationaliteit.

32422

1

2003200421828

8- 7-2004

19


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Examen d’un cas de discrimination en Région de Bruxelles-Capitale. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Onderzoeksopdracht aangaande discriminatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

32422


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32530

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2003200421829

8- 7-2004

20


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Augmentation du nombre de plaintes non fondées. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Stijging aantal ongegronde klachten.

32423

1

2003200421830

8- 7-2004

21


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Points de contact locaux du Centre. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Lokale meldpunten van het Centrum.

32424

1

2003200421831

8- 7-2004

22


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Hebdomadaire «Rivarol». Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Tijdschrift « Rivarol ».

32425

1

2006200709247 28-11-2006

126


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Plainte pour racisme contre la STIB. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klacht wegens racisme tegen de MIVB.

32425

1

2006200709041 18-12-2006

129

Guy D’haeseleer

Licenciement de travailleurs féminins ayant exprimé leur désir d’avoir des enfants. Ontslaan van vrouwen na het uiten van de kinderwens.

32426

1

2006200709705

6- 2-2007

133


Jeunes musulmans. — Attitude négative envers l’homosexualité. — E´tude. Moslimjongeren. — Negatieve houding ten aanzien van homoseksualiteit. — Onderzoek.

32428

1

2006200709989 19- 3-2007

138

Guido De Padt


32429

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1

2004200504987 22- 8-2005

342

Jef Van den Bergh

Respect des distances de sécurité par rapport aux poids lourds. Afstandsregels vrachtverkeer.

32431

1

2005200606025 20-10-2005

376

Filip De Man

Aéroports. — Communes. — Couˆt du service d’incendie. — Clé de répartition. Luchthavens. — Gemeenten. — Kosten van brandweer. — Verdeelsleutel.

32435

1

2005200607586 22- 3-2006

450

Jef Van den Bergh

Véhicules prioritaires. Prioritaire voertuigen.

32436

1

2005200608595 24- 7-2006

504

Guido De Padt

Curvomètres. — Controˆles de la vitesse des cyclomoteurs et des scooters. Curvometers. — Controles snelheid van bromfietsen en scooters.

32437


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32531

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709141 14-11-2006

525

Jan Mortelmans

Véhicules. — Marques d’immatriculation rétroréfléchissantes à l’avant des véhicules. Voertuigen. — Retroflecterende nummerplaten vooraan.

32440

1

2006200709613 24- 1-2007

558

Bart Laeremans

Vols de nuit. — Diminution. — Nouveau plafond. Nachtvluchten. — Vermindering aantal. — Nieuw plafond.

32442

1

2006200709669 30- 1-2007

560

Philippe Collard

SNCB. — Création d’un « rail pass transfrontalier ». NMBS. — Invoering van een « grensoverschrijdende Rail Pass ».

32442

8

2006200710035 22- 3-2007

583

Jan Mortelmans

8

2006200710045 26- 3-2007

584

Mme Valérie De Bue * Projet de simplification du Code de la route. — Ligue des familles. Ontwerp van vereenvoudiging van het verkeersreglement. — « Ligue des familles ».

32087

1

2006200710046 26- 3-2007

585

Roel Deseyn

SNCB. — Liaisons ferroviaires en Flandre occidentale. NMBS. — Treinverbindingen binnen West-Vlaanderen.

32443

8

2006200710047 26- 3-2007

586

Guido De Padt

* Limitation de vitesse à 90 km/h en raison du smog. Maximumsnelheid van 90 km per uur ten gevolge van de smog.

32088

1

2006200710050 27- 3-2007

587

Roel Deseyn

Non-prolongation de la campagne « Ne perdez pas les motards de vue ». Niet verlengen van de campagne « Verlies motorrijders niet uit het oog ».

32444

8

2006200710052 27- 3-2007

588

Benoıˆt Drèze

* Bandes de bus accessibles aux cyclistes. — Motards. Busstroken toegankelijk voor fietsers. — Motorrijders.

32089

8

2006200710056 27- 3-2007

589

Jef Van den Bergh

* Examens pour le permis de conduire G. Examens voor het rijbewijs G.

32090

* Sécurité des pneus à profil bas. Veiligheid van laagprofielbanden.

32086

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1

2006200709309

7-12-2006

110

Mw. Trees Pieters

Covoiturage. Carpooling.

32445

1

2006200709912

7- 3-2007

119

Guido De Padt


32448


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32532

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709915

7- 3-2007

120

Mw. Ingrid Meeus


32449

1

2006200710019 20- 3-2007

124

Miguel Chevalier

Utilisation de gaz naturel comme carburant d’aviation. Gebruik van aardgas als vliegtuigbrandstof.

32452

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 1

2006200709991 19- 3-2007

88

Mme Muriel Gerkens


32454

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2006200709991 19- 3-2007

109

Mme Muriel Gerkens


32455

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 1

2006200709991 19- 3-2007

70

Mme Muriel Gerkens


32458

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1

2004200505276

6-10-2005

694

Jef Van den Bergh

SNCB. — Réalisations en matière d’investissements ferroviaires en 2004. NMBS. — Realisaties inzake spoorinvesteringen in 2004.

32459

1

2005200606365 24-11-2005

756


SNCB. — Nombre de kilomètres-voyageurs parcourus et nombre de tonnes-kilomètre transportés. NMBS. — Aantal reizigerskilometer en aantal tonkilometer.

32462

1

2005200607628 24- 3-2006

927

Bart Laeremans

SNCB. — Trafic ferroviaire. NMBS. — Trafiek.

32463

1

2005200607676 31- 3-2006

937

Jef Van den Bergh

SNCB. — Investissements ferroviaires en 2003, 2004 et 2005. NMBS. — Spoorinvesteringen in 2003, 2004 en 2005.

32464


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007 CA

DO

32533

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200608588 20- 7-2006

1048

Mark Verhaegen

Loterie Nationale. — Critères d’attribution pour les projets d’aide. Nationale Loterij. — Toewijzingscriteria voor steunprojecten.

32469

1

2006200708972 24-10-2006

1097

Koen Bultinck

Budgets de la Loterie nationale affectés à la CroixRouge de Belgique. — Vlaamse Kruis. Budgetten Nationale Loterij voor het Rode Kruis. — Vlaamse Kruis.

32470

1

2006200709252 28-11-2006

1136

Guido De Padt

SNCB. — Construction de la nouvelle gare de Liège-Guillemins. NMBS. — Oprichting van het nieuwe station LuikGuillemins.

32471

1

2006200709324 11-12-2006

1140

Jef Van den Bergh

Récapitulatif des couˆts liés aux investissements réalisés pour le TGV. Overzicht van de investeringskosten van de HST.

32472

1

2006200709510 11- 1-2007

1165

Guido De Padt

SNCB. — Plaintes déposées contre des accompagnateurs de train. NMBS. — Klachten tegen treinbegeleiders.

32474

1

2006200709619 24- 1-2007

1180

Pieter De Crem

SNCB. — Vols de cuivre. NMBS. — Koperdiefstallen.

32477

1

2006200709629 25- 1-2007

1183

Pieter De Crem

La Poste. — Couˆt des actes de vandalisme perpétrés contre des bureaux de poste. De Post. — Kostprijs vandalisme in postkantoren.

32478

1

2006200709636 26- 1-2007

1185

Pieter De Crem

SNCB. — Gares. — Couˆt des actes de vandalisme. NMBS. — Stations. — Kostprijs vandalisme.

32480

1

2006200709645 26- 1-2007

1188

Pieter De Crem

SNCB. — Actes de vandalisme perpétrés dans les gares. NMBS. — Aantal gevallen van vandalisme in de stations.

32481

1

2006200709688

5- 2-2007

1193

Roel Deseyn

La Poste. — Fermeture de bureaux de poste. — Guichets postaux dans des maisons communales. De Post. — Sluiting postkantoren. — Postloketten in gemeentehuizen.

32483

1

2006200709690

5- 2-2007

1194

Roel Deseyn

La Poste. — Critères et dates de fermeture de bureaux de poste. De Post. — Criteria en data van sluiting van postkantoren.

32484

1

2006200709698

5- 2-2007

1196


La Poste. — Envois en provenance de l’étranger. — Frais de douane. De Post. — Buitenlandse zendingen. — Douanekosten.

32488

1

2006200709747 12- 2-2007

1199

Roel Deseyn

La Poste. — Réglementation relative au congé politique. De Post. — Regeling politiek verlof.

32489

1

2006200709752 12- 2-2007

1200

Roel Deseyn

La Poste. — Prestation de services dans les zones rurales. De Post. — Dienstverlening in landelijke gebieden.

32491

1

2006200709886

1224

Guido De Padt

SNCB. — Alertes à la bombe. NMBS. — Bommeldingen.

32494

5- 3-2007


2006

2007


QRVA 51 164 30 - 4 - 2007

32534

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2006200709895

6- 3-2007

1227

Koen T’Sijen

SNCB. — Liaison ferroviaire entre Anvers. — Malines. — Bruxelles-Midi. NMBS. — Treinverbinding Antwerpen. — Mechelen. — Brussel-Zuid.

32496

4

2006200709972 15- 3-2007

1242

Mw. Hilde Dierickx

La Poste. — Envois internationaux. De Post. — Grensoverschrijdende verzendingen.

32499

1

2006200709978 15- 3-2007

1244

Mw. Hilde Dierickx

ˆ ge des locomotives et des SNCB. — Trains. — A wagons. NMBS. — Treinen. — Ouderdom locomotieven en wagons.

32500

1

2006200709999 19- 3-2007

1246

Koen T’Sijen

Financement de la Vlaamse Kruis. Financiering van het Vlaamse Kruis.

32503

1

2006200710003 19- 3-2007

1247

Guido De Padt

SNCB. — Gares. — Accessibilité aux voyageurs moins valides. NMBS. — Stations. — Toegankelijkheid voor mindervalide reizigers.

32504

1

2006200710021 20- 3-2007

1250

Guido De Padt

SNCB. — Membre s statutaires du personnel. — Mise à la retraite pour invalidité. NMBS. — Statutaire personeelsleden. — Pensionering wegens invaliditeit.

32507

8

2006200710049 27- 3-2007

1252

Luk Van Biesen

* SNCB. — Réaménagement de la ligne Denderleeuw-Bruxelles. NMBS. — Heraanleg spoorlijn DenderleeuwBrussel.

32091

8

2006200710053 27- 3-2007

1253

Jef Van den Bergh

* SNCB. — Escaliers roulants dans les gares. NMBS. — Roltrappen in de stations.

32091

1

2006200710061 29- 3-2007

1254

Koen T’Sijen

SNCB. — Nuisances sonores causées par le trafic ferroviaire. NMBS. — Geluidsoverlast veroorzaakt door het treinverkeer.

32508

1

2006200710081

2- 4-2007

1257

Staf Neel

La Poste. — Bureau de poste de la Damplein à Anvers. De Post. — Postkantoor aan het Damplein te Antwerpen.

32511

1

2006200710112 17- 4-2007

1258

Bruno Van Grootenbrulle

La Poste. — Banque de La Poste. — Transfert d’un compte à vue vers un compte épargne. De Post. — Bank van De Post. — Overschrijving van een zichtrekening naar een spaarrekening.

32513


Composition — Zetwerk: IPM S.A.

2006

2007

KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE

Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents