Schoolplan De Appelhof 1

Schoolplan 2 0 1 1 -2 0 1 5

OBS De Appelhof te Druten

Schoolplan 2011-2015 De Appelhof

1

Schoolgegevens: Bestuurs-/Brinnummer: Directie: Adres hoofdvestiging: Contact school: Bevoegd gezag: Adres bevoegd gezag: Contactpersoon: Contact bevoegd gezag:

41430 – 05 ZR Dhr. H. Matser Postelkamp 2, 6652 BE Druten Tel. 0487-513766 E-mail: [email protected] Website: www.appelhof.nl Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maas en Waal Rijdt 62, 6631 AT Horssen M.W.J.J. Peters, bestuurder Tel. 0487-541022 E-mail: info@Stichting SPOMmaasenwaal.nl Website: www.Stichting SPOMmaasenwaal.nl


2

Inhoudsopgave

1. Inleiding 2. Beleidsplan Stichting SPOM en andere relevante documenten 3. Schoolbeschrijving 4. Missie en Visie van de school 5. Kwaliteitsbeleid 6.

Relatie beleid Stichting SPOM en beleid De Appelhof

7. Financiële en materiële uitwerking 8. Bijlagen: 1. Planning beleidsvoornemens 2. Overzicht en vervanging lesmethoden 3. Gesprekkencyclus

9.

Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag


3

1. Inleiding De inhoud van het nieuwe schoolplan voor de periode 2011-2015 is in interactie met het team en de medezeggenschapsraad tot stand gekomen. Deze interactie heeft plaatsgevonden in de periode april t/m november 2011. Deze interactie heeft geresulteerd in een kernachtige beschrijving van het meerjarig strategisch beleid met een heldere samenhang tussen bovenschools beleid en beleid dat op schoolniveau geformuleerd wordt. Het schoolplan is in eerste instantie een intern instrument om houvast te bieden aan de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van het beleid. In tweede instantie dient het schoolplan om verantwoording af te leggen aan het eigen bevoegd gezag en aan de inspectie van het onderwijs. In 2011 is de missie van de school opnieuw geformuleerd. Daarna is de visie opnieuw samengesteld. Vanuit de onderwijskundige visie zijn vervolgens de gewaagde doelen op vijf kerngebieden voor eind 2015 geformuleerd Met dit einddoel voor ogen zal in de komende jaren de jaarplannen worden samengesteld. Tevens is dit schoolplan bedoeld om het bovenschoolse beleid te koppelen aan de hernieuwde missie op schoolniveau. Het schoolplan is de interpretatie van het beleid op schoolniveau en het koersplan ‘Sterk in leren’ 2009-2013 van de Stichting SPOM. De doelen van dit schoolplan zijn: Als school (bestuur, directie, team en medezeggenschapsraad) vaststellen wat voor de periode van 1 december 2011 t/m 31 december 2015, voor onze school het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financieel en materieel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is. Tevens om van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel te maken; Dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling met formulering van eigen beleidsvoornemens; Voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan; Dit schoolplan zal fungeren als: Uitgangspunt voor de onderwijskundige beleidsplanning per schooljaar; Verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid; Basis voor richtinggevende ontwikkeling van onze school. Dit schoolplan is vastgesteld door het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft er mee ingestemd (zie bijlagen). Bij de evaluatie van de jaarplanning zal telkens worden uitgegaan van de doelstellingen van het schoolplan. Vervolgens wordt er een jaarplan voor het nieuwe schooljaar opgesteld.


4

2. Beleid Stichting SPOM en andere relevante documenten Het in ons schoolplan geformuleerde meerjarig (strategisch) beleid is mede gebaseerd op de volgende beleidsdocumenten van Stichting SPOM: Het Koersplan 2009-2013 Stichting SPOM, januari 2009. De verbinding tussen de schoolontwikkelingen en belangrijkste thema’s uit dit Koersplan wordt in hoofdstuk zes van dit schoolplan gelegd; De notitie ‘Meten èn weten’, januari 2010. In dit beleidsplan wordt het kwaliteitsbeleid binnen Stichting SPOM nader uitgewerkt. In hoofdstuk vijf wordt dit verder uitgewerkt; De notitie Integraal Personeelsbeleid (IPB) van Stichting SPOM, van februari 2007. Het model van de gesprekcyclus van Stichting SPOM en het reglement van de functionerings- en afstemmingsgesprekken vormen een nadere uitwerking van dit beleidsdocument; De notitie ‘Wat het zwaarste weegt’ (januari 2009), over het functiehuis binnen Stichting SPOM; De beleidsnotitie ‘Raad van Toezicht, College van Bestuur’, waarin opgenomen het managementstatuut van Stichting SPOM, 1-8-2010. Tevens de nota ‘toetsingskader’ van november 2011; De notitie taakbeleid van de Stichting SPOM, vastgesteld juni 2006 (en bijgesteld in 2008); De notitie ‘Zijn we klaar voor Passend Onderwijs?’ (1-6-2010) en het Werkplan 20102011 van het samenwerkingsverband WSNS Maas en Waal. De volgende documenten op schoolniveau zijn belangrijk om te komen tot een goede analyse van de huidige situatie: De ontwikkeling in de samenstelling van onze leerlingpopulatie; Een analyse van de leeropbrengsten middels ons leerlingvolgsysteem; Uitkomsten van inspectiebezoek van oktober 2010; Uitkomsten van het ouder- en medewerkerstevredenheidonderzoek uit 2010; Een analyse op basis van een onderzoek over het teamfunctioneren door Dhr. Frans Peeters (interim-directeur op De Appelhof gedurende het jaar 2010); Onderdelen uit het vorige schoolplan die nog niet of onvoldoende gerealiseerd zijn. Stichting SPOM heeft de relevante beleidsdocumenten waar in dit schoolplan naar verwezen wordt, aan de inspectie van het onderwijs ter beschikking gesteld.


5

3. Schoolbeschrijving Onze school is een van de 17 scholen van de Stichting SPOM. De Stichting SPOM in het land van Maas en Waal is een professionele interzuilaire onderwijsorganisatie voor primair onderwijs en biedt basisonderwijs aan op 16 basisscholen en één SBO school. De scholen zijn gelegen in Druten, Puiflijk, Deest, Afferden, Horssen, Altforst, Appeltern, Maasbommel, Alphen, Dreumel, Wamel, Boven- en Beneden-Leeuwen. Meer informatie over Stichting SPOM is te vinden op www.Stichting SPOMmaasenwaal.nl. Kenmerken directie en leraren De Appelhof werkt met een managementteam (MT) dat bestaat uit de directeur, de teamleider onderbouw en de teamleider bovenbouw. De intern begeleiders (IB) en de coördinator ICT (staffunctie) worden incidenteel bij het overleg betrokken. Alle genoemde functionarissen hebben voor deze functie/taak een relevante opleiding gevolgd. In het kader van de functiemix kent De Appelhof sinds augustus 2011 ook twee leerkrachten in de LB-functie. Zij zijn de coördinatoren voor de werkgroepen Alpha (waaronder Nederlandse taal en lezen) en Béta (waaronder rekenen). Het team van De Appelhof bestaat per november 2011 uit dertig teamleden, waarvan zeven mannen. Hiervan werken twintig personeelsleden parttime, waarvan twee mannen. De leeftijden variëren van 21 tot 62 jaar. Binnen het team zijn er mensen die een specifieke opleiding of scholing hebben gevolgd. De directeur heeft de schoolleidersopleiding gevolgd. De teamleiders en één van de leerkrachten hebben een middenmanagement opleiding gevolgd. We hebben twee gediplomeerde intern begeleiders. Eén leerkracht werkt specifiek met de 'rugzakleerlingen'. Daarnaast hebben we twee mensen die zich met een cursus hebben gespecialiseerd in cultuuronderwijs en hoogbegaafdheid. Naast onderwijzend personeel hebben we drie onderwijsondersteunende leden van het team, te weten een conciërge en twee administratief medewerkers. Kenmerken leerlingen Het grootste gedeelte van onze schoolbevolking bestaat uit autochtone leerlingen. Bij de allochtone leerlingen en ouders met een lagere opleiding is een lichte stijging te zien. Onze school behoort bij CITO tot schoolgroep 2. Deze verandering van onze leerlingpopulatie zal in de toekomst mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de CITO scores en de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Er komen meer kinderen op school met een achterstand in de taalontwikkeling en in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Op dit moment hebben we op school een aantal rugzakleerlingen vanuit verschillende clusters. De afgelopen jaren hebben we ervoor gekozen deze rugzakleerlingen extra te begeleiden door o.a. een aparte leerkracht. Met de start van Passend Onderwijs in 2013 zullen we dit anders moeten gaan organiseren, omdat de geldstromen anders gaan verlopen. Op dit ogenblik is echter niet duidelijk welke uitwerking dit zal hebben op schoolniveau. Kenmerken ouders en omgeving Onze school heeft na een verbouwing in 2003 vijftien groepslokalen en twee speellokalen. Zowel op de teldatum van 2010, als van 2011, had de school zeventien groepen en 428 leerlingen. De bevolkingscijfers in Druten laten zien dat we in de aankomende jaren rekening zullen moeten houden met krimp. Dit is een tendens die in het gehele gebied van Maas en Waal zichtbaar is. Het beleid van de school blijft erop gericht dat ouders een bewuste schoolkeuze maken, het merendeel van de ouders geeft hieraan ook gehoor. Dit betekent over het algemeen dat De Appelhof zich blijvend zal moeten profileren.


6

Over het algemeen is het opleidingsniveau van ouders hoog te noemen. De laatste jaren neemt het aantal ouders met een lagere opleiding toe. De betrokkenheid van ouders bij de school is over het algemeen hoog.


7

4. Missie en Visie van De Appelhof 4.1 Missie Onderstaande missie is het resultaat van een aantal bijeenkomsten met het team in 2011: De Appelhof is een openbare basisschool waar kinderen, in een veilig pedagogisch klimaat, met ouders als partner, gestimuleerd worden hun talenten te ontwikkelen om zo voorbereid te worden op hun toekomst. Op De Appelhof worden kinderen betrokken bij hun eigen leerproces. Ze leren hun nieuwsgierigheid en onderzoekende houding te ontwikkelen en vaardigheden te vergroten. Op De Appelhof helpen we de kinderen zelfstandige, evenwichtige en proactieve jongeren te worden, die met vertrouwen in het leven staan. Kinderen maken deel uit van de samenleving, daarom is het belangrijk dat zij een open, onbevooroordeelde houding ontwikkelen naar hun medemensen, moeite doen om elkaar te verstaan en daarmee in staat zijn om zichzelf en de ander te leren kennen en te waarderen.

4.2 Mission Statement Uit de missie is een kernachtige zin geformuleerd om in een aantal woorden aan te geven waar De Appelhof voor staat. Op het moment van schrijven van dit schoolplan was deze Mission Statement nog niet definitief vastgesteld. Er is echter grote kans dat er gekozen gaat worden voor:

‘Leren doe je samen’

4.3 Kernwaarden Vanuit de missie destilleren we vijf kernwaarden voor De Appelhof Autonomie Vertrouwen Talentontwikkeling Evenwicht Relatie


8

In schema weergegeven: in relatie

autonomie

vertrouwen

evenwicht

talentontwikkeling

De autonomie van leren van leerlingen is, samen met het vertrouwen dat we kinderen geven en de focus op hun talentontwikkeling, leidend in al ons onderwijs en pedagogische benadering van de leerlingen. Dat deze drie componenten in balans met elkaar moeten zijn spreekt voor zich. Het kind zelf komt door deze drie componenten in evenwicht. Maar, deze vier kernwaarden kunnen nooit renderen als er geen vijfde bij komt. Elk mens kan alleen maar leren als dit in relatie gebeurd. Professor Luc Stevens leert in zijn publicaties over adaptief onderwijs ons telkens weer dat leren pas echt kan plaatsvinden in een sociale omgeving. Leren doe je samen. Dus, altijd in relatie. Met elkaar als leerling, maar ook in relatie tot leerkrachten, ouders en de omgeving.


9

4.4 Visie In de periode april – december 2011 is het team begeleid door Edux te Breda om zicht te krijgen op het ontwerpen van een eigen onderwijskundig concept; het Appelhofconcept. Dit concept is gebaseerd op alle onderwijskundige ontwikkelingen uit de Schoolplanperiode 2007-2011. Een periode die gekenmerkt kan worden als een periode waarin het Ontwikkelings Gericht Onderwijs (OGO) centraal stond. Er heeft zich echter nooit een volledige uitrol voorgedaan van dit OGO-concept. Besloten is om dit OGO-concept als einddoel los te laten, maar wel de verworvenheden van de afgelopen jaren te binden in een nieuw eigen concept. Echter, een onderwijsconcept kan alleen maar floreren, als het ingebed is in een alomvattende aanpak. Een soort van parapludenken. Een manier van taalgebruik en benaderingswijze, waardoor het onderwijsconcept sterker kan worden. Deze aanpak is gevonden vanuit de denkprincipes van Stephen R. Covey.

‘De 7 eigenschappen van effectief leiderschap’ worden ingeslepen in het team d.m.v. een training, die ook vanuit Edux aan het team is aangeboden. Deze training kon verzorgd worden door Edux, omdat deze organisatie geaccrediteerd is voor deze trainingen door het Franklin Covey Instituut te Amersfoort. De gedachte achter deze training is, om de zeven eigenschappen ook door te laten klinken in de klassen naar de leerlingen toe en als basis voor het partnerschap met ouders.


10

Het vertalen van de zeven eigenschappen van effectief leiderschap naar een schoolorganisatie heet het LIM-principe, oftewel: ’The Leader In Me’


11

Naast de onderwijskundige aanpak was het noodzaak om ook de organisatie van De Appelhof aan te scherpen. Enerzijds om de onderwijskundige ontwikkelingen een geborgde plek te geven binnen de school, maar anderzijds ook om het taakbeleid verder te ontwikkelen binnen de school. Betreffende de organisatie van de school gaan we in de aankomende schoolplanperiode werken met: Managementteam: bestaande uit directeur en twee teamleiders; Zorgteam: bestaande uit twee Intern Begeleiders en leerkracht specialisatie LGFleerlingen; Voorzitters van vijf nieuw opgerichte werkgroepen: Vijf LB-functionarissen. De gevormde werkgroepen omvatten alle onderwijskundige processen binnen de school: Werkgroep Alpha; Werkgroep Bèta; Werkgroep Wereldoriëntatie; Werkgroep Lichaam en Geest; Werkgroep Passend Onderwijs. Deze vijf werkgroepen zijn ingebed in een zesde werkgroep: Organiseren van leren. Hierin zitten de vijf voorzitters van de werkgroepen en uit elke werkgroep een extra lid (waaronder de drie leden van het MT). Door de aanpassing van het organisatiemodel is ook een aanpassing van het taakbeleid nodig. Voor dit taakbeleid gaan we de aankomende schoolplanperiode uit van competentiegericht taakbeleid. Taakbeleid dat zich richt op twee uitgangspunten: 1. De taakuren van de leerkrachten worden ingezet binnen het primaire proces c.q. binnen de werkgroepen; 2. Voor het organiseren van secundaire activiteiten wordt een evenementenbureau opgericht. Naast alle aanpassingen in het organisatiemodel van de school, functioneert in de jaren 2011 en 2012 ook nog een andere groep, de zogeheten ‘Kopgroep’. Dit is een groep medewerkers, die zich bezighoudt met het hele vernieuwingsproces op zich. Deze groep vormt een volwaardig, eigenstandig deel van het proces en houdt zich met name bezig met tussentijdse evaluaties van het innovatietraject.


12

Organisatiemodel De Appelhof: proces covey

missie – visie - covey

Kopgroep

Alpha werkgroep

Bèta werkgroep

Organiseren van leren

WO werkgroep

proces onderwijsvernieuwing

Passend onderwijs werkgroep

werkgroepen

Management team

L&G werkgroep

uitwerken tussendoelen 2011-2015 Schoolplan 2011-2015 De Appelhof

13

Kaders werkgroep ‘Alpha’: Methode en methodiek voor Nederlandse taal en lezen; Methode en methodiek voor Engels; Vloeiende doorgaande lijnen tussen alle jaargroepen; Tweede (NT2) en/of derde taal; Multimediavaardigheden; Taal en creativiteit, waaronder presentatievaardigheden en literatuur; Schoolbibliotheek; Taal in relatie met ‘Passend Onderwijs’; Bewaking van de kaders die vanuit de werkgroep ‘Organiseren van Leren’ komen.

Kaders werkgroep Bèta; Methode en methodiek voor rekenen en wiskunde; Vloeiende doorgaande lijnen tussen de jaargroepen; Techniek; Natuurkunde; Scheikunde; Bétakant van ICT-toepassingen; Tekenen, vanuit meetkundig perspectief; Rekenen en wiskunde in relatie met ‘Passend Onderwijs’; Bewaking van de kaders die vanuit de werkgroep ‘Organiseren van Leren’ komen.

Kaders werkgroep Wereldoriëntatie: Methode en methodiek voor wereldoriëntatie; Aardrijkskunde en topografie; Geschiedenis; Natuur in breedste zin van het woord; Burgerschap, betrekking hebbend op voorbereiding participatie in democratische samenleving; Verkeer; Wereldoriëntatie in relatie met ‘Passend Onderwijs’; Bewaking van de kaders die vanuit de werkgroep ‘Organiseren van Leren’ komen.


14

Kaders werkgroep Lichaam en Geest: Methode en methodiek voor sociaal emotionele ontwikkeling; Methode en methodiek voor lichamelijke ontwikkeling; Bewegingsonderwijs: Gymnastiek, sport en spel; Beeldende vorming: Handvaardigheid, tekenen, kunst & cultuur; Expressie: Dans, drama, muziek en schrijven; Filosofie: Levensbeschouwing, spiritualiteit en sociaal emotioneel; Binnen bovenstaande vakgebieden is aandacht voor presenteren; Binnen bovenstaande vakgebieden is aandacht voor ergonomie en ontwikkeling grove & fijne motoriek; Lichaam en Geest in relatie met ‘Passend Onderwijs’; Bewaking van de kaders die vanuit de werkgroep ‘Organiseren van Leren’ komen. Kaders werkgroep Passend onderwijs: Wijze van invulling zorgaanbod beschreven in het schoolzorgprofiel; Sociaal emotionele ontwikkeling; Communicatie, met aandacht voor interactie, leidinggeven, overleg; Differentiatie, waaronder klassenmanagement, groepsplannen, instructie; Meten van opbrengsten, zoals testen en toetsen, Parnassys, portfolio’s, trendanalyses, referentieniveaus; Kwaliteit en talenten van leerkrachten, met aandacht voor nascholing, bijscholing, studie; Talenten binnen de school, met diverse invalshoeken; Relatie met de ‘Alpha’, ‘Bèta’, ‘WO’ en ‘L&G’ werkgroepen; Bewaking van de kaders die vanuit de werkgroep ‘Organiseren van Leren’ komen. Kaders werkgroep ‘Organiseren van leren’: Veilig pedagogisch klimaat; Ouders als partner; Talentontwikkeling en meervoudige intelligentie; Voorbereiding op de toekomst; Betrokken bij eigen leerproces; Stimuleren van nieuwsgierigheid, onderzoekende houding, zelfstandigheid, evenwicht, proactiviteit en vertrouwen; Ontwikkeling van een open, onbevooroordeelde houding naar medemensen; Moeite doen om elkaar te verstaan en daarmee in staat zijn om zichzelf en de ander te leren kennen en te waarderen.


15

4.5 De Appelhof in 2015-2016 1. Ons onderwijs: We bieden onderwijs van de 21e eeuw, waarin veel gebruik wordt gemaakt van virtueel leren; We zijn innovatief, waar het past bij onze visie op leren; We maken gebruik van nieuwe kennis op leren en ontwikkelen van kinderen; Het onderwijs sluit aan bij de ontwikkeling, het niveau en de leerstijl (MI) van ieder kind; Elke leerkracht benut zijn kwaliteiten optimaal; We werken zowel klassikaal als groepsdoorbrekend; Kinderen kunnen werken in diverse werkplekken, units, ateliers en werkstations in de school; Ons onderwijs is gericht op een brede ontwikkeling van kinderen: cognitief, creatief en sociaal-emotioneel; In het onderwijs worden deze gebieden in samenhang met elkaar aangeboden; Kinderen leren binnen en buiten de school: we gaan erop uit en de wereld wordt binnen gehaald; kinderen leren binnen en buiten de school; Variatie in verwerking / eigen leerroute (mee)bepalen; De school is voor kinderen uitdagend en interactief ingericht. 2. Ons begeleidingsconcept: Leerkrachten gaan in gesprek met leerlingen en weten wat hen beweegt / bezig houdt; leerkrachten weten hoe een coachingsleergesprek te voeren; We werken vanuit kansen en mogelijkheden en stellen hoge, haalbare eisen aan kinderen; We maken bij onze begeleiding optimaal gebruik van multimedia, techniek, ‘gamen’; Kinderen leren van elkaar; De veelzijdigheid van leerkrachten wordt gestimuleerd; vaardigheden worden optimaal ingezet bij de begeleiding van kinderen; We bieden een rijke leeromgeving; De school heeft een open relatie met de samenleving; We hebben duidelijk afgebakend waar onze mogelijkheden en grenzen liggen m.b.t. begeleiding van kinderen in de groep; Leerkrachten zijn vaardig in het inrichten van het onderwijs op verschillende niveaus. 3. Ons imago: De school is van de kinderen en de ouders: we hebben een open houding naar kinderen, ouders en collega’s en al onze ‘stakeholders’; We staan bij ouders en in de onderwijswereld bekend als een vooruitstrevende en innovatieve school; Via onze interactieve en actuele website communiceren we met alle betrokkenen. Ouders kunnen ‘op maat’ inloggen op onze website; We hebben op creatieve wijze vorm gegeven aan onze schooltijden, gebaseerd op behoeften van ouders en kinderen; We werken intensief samen met diverse partners: BSO, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, logopedie, fysiotherapie, psychologie, RT, bedrijven en sportclubs, de wijk, de gemeente, ….


16

4. De kenmerken van ons team, de leerkracht: Ons team: We zijn een professioneel team: we werken optimaal samen bij het realiseren van onze doelen; We zijn een lerend team, een lerende organisatie; We zijn proactief (Covey - gewoonte 1 - Wees proactief); We zijn professionele communiceerders: geven elkaar feedback, weten hoe te communiceren in alle situaties met ouders; We respecteren elkaar; De talenten binnen het team worden optimaal benut; We kunnen gezamenlijk, op basis van onze missie en visie, keuzes maken; We voelen ons verantwoordelijk voor elkaar (Covey - gewoonte 7 – Houd de zaag scherp); Buiten de school dragen we de school positief uit; We zijn een team dat kritisch kijkt naar het eigen functioneren; Samen met de kinderen en de ouders vormen we een gemeenschap. De ‘Appelhof’ leerkracht: De ‘Appelhof’ leerkracht heeft passie voor haar/zijn vak en voor de school; Is in staat het onderwijs en de begeleiding aan te bieden zoals we dat hebben geformuleerd; Is een leerkracht die structureel werkt aan haar/zijn professionalisering; Is op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in ‘het vak’; Is in staat nieuwe media toe te passen in het onderwijs; Kent haar/zijn sterke en zwakke kanten en weet leerdoelen te formuleren; Is in staat hulp of ondersteuning te vragen. 5. Onze ouders: We houden op zeer diverse manieren contact met onze ouders, zoals nieuwsbrief, website, inloop, externe verslagen, informatieavonden, oudergesprekken; Vanuit onze missie zien we ouders nadrukkelijk als partner. Hieraan willen we in het schoolplan nader invulling geven. De Appelhof is succesvol als we eind 2015: - Het partnerschap met ouders hebben geformaliseerd d.m.v. een opvoedings- en onderwijsconvenant; - Ouders actief social media laten gebruiken om de directe contacten met school te onderhouden; - Ouders structureel hun competenties laten inzetten om het onderwijs op school te ondersteunen.


17

6. Ons gebouw: Ons gebouw weerspiegelt de visie van de school: Het onderwijs wordt gerealiseerd in één gebouw; Het gebouw straalt uit: - uitdaging, onderzoekend; - flexibiliteit; - rust; - creativiteit; - innovativiteit; - ruimte; - fris, kleurrijk; - gestructureerd; - schoon. Ons gebouw is een ontmoetingsplaats voor alle betrokkenen bij onze school; De kenmerken van ons onderwijs en onze merkwaarden zijn herkenbaar in ons gebouw en de lokalen, units, etc.; Ook de omgeving is ingericht volgens ons onderwijsconcept: schooltuin, speeltuin; Ons gebouw is een ‘intelligent’ gebouw: een multimediale en digitale leeromgeving waar leren, communiceren en ontwerpen mogelijk is. Gewaagde doelen 2015-2016 Bovenstaande missie- en visievorming hebben uiteindelijk geleid tot de formulering van onderstaande gewaagde doelen (Covey - gewoonte 2 - Begin met het einde voor ogen). Deze doelen worden in hoofdstuk 9, bijlage 1 nader uitgewerkt. Gewaagd doel 2015 ‘Organiseren van leren’: In 2015 werkt De Appelhof volledig in units, waarbij vanuit de autonomie van kinderen talenten gestimuleerd worden, rekening houdend met meervoudige intelligenties, emotionele betrokkenheid en leerstijlen van kinderen. Gewaagd doel 2015 ‘Alpha’: In 2015 werkt De Appelhof met een nieuw aanbod en nieuwe leerlijnen met betrekking tot taal, lezen en spellen. De integratie tussen taal, lezen, spellen, Engels, creatief schrijven is gestart. De doorgaande lijnen zijn helder en voelbaar. Allerlei werkvormen en middelen worden ingezet om kinderen uit te dagen en op onderzoek te laten gaan. En dat alles op een betekenisvolle manier in een interactieve omgeving. Gewaagd doel 2015 ‘Bèta’: In 2015 werkt De Appelhof met een Bèta-unit, waarbij leerkrachten en kinderen onderzoekend, zelfstandig, autonoom en nieuwsgierig zijn en intrinsieke motivatie vinden. Rekenen is echt realistisch rekenen binnen de zone van de naaste ontwikkeling Gewaagd doel 2015 ‘WO’: In 2015 werkt De Appelhof met de IPC methode tijdens WO in groep 1 t/m 8. Tevens heeft zij een integraal programma van internationalisering ontwikkeld.


18

Gewaagd doel 2015 ‘L&G’: In 2015 werkt De Appelhof met units, waarin aandacht is voor bewegingsonderwijs, beeldende vorming, expressie en filosofie. Vanuit de autonomie van kinderen worden talenten gestimuleerd en gedeeld met anderen. Gewaagd doel 2015 ‘Passend onderwijs’: In 2015 werkt De Appelhof met kinderen die in mentorgroepen verdeeld worden en onderwijsaanbod op maat krijgen. De bestaande ruimtes binnen De Appelhof zijn anders ingericht. Er is een plan van aanpak ten aanzien van de groepsvorming, heterogeen binnen bepaalde kaders. Er is in kaart gebracht welke meetinstrumenten we gebruiken, die passen bij de leerdoelen die we stellen. We weten welke maat we koppelen aan ‘De Appelhof leerling’ om daarmee passend onderwijs in te vullen. We hebben de opbrengsten duidelijk om passend onderwijs te bieden. We stellen doelen op het proces vanuit onze visie op onderwijs. Alle leerkrachten hebben kennis van alle doorlopende leerlijnen. We kennen als leerkracht elkaars talenten en benutten die ook.


19

5. Kwaliteitsbeleid

Stichting SPOM werkt op basis van het INK-managementmodel. Onderwijskwaliteit wordt door ons niet alleen gedefinieerd vanuit de eigen visie van de school op kwaliteit, maar ook vanuit de wensen en voorkeuren van groepen belanghebbenden. Met name met de wensen en voorkeuren van de huidige ouders en leerlingen, en de zich op de schoolkeuze oriënterende ouders en kinderen wordt terdege rekening gehouden. Ook wordt er een belangrijke rol toegekend aan het personeel, voor een school immers de kritische succesfactor bij uitstek. In het onderstaande schema is de Stichting SPOM-invulling van het INK-model te zien.


20

5.1 Meten èn weten Door Stichting SPOM is de bovenschoolse notitie ‘Meten èn weten’ vastgesteld. In deze notitie wordt voor de scholen aangegeven op welke wijze de kwaliteitszorg systematisch, integraal en cyclisch vormgegeven moet worden. Bovenschoolse directie, de school, het team, de leerkracht verzamelen systematisch data om te bepalen of en in hoeverre de doelstellingen worden behaald. Er zijn heldere criteria, procedures en afspraken gemaakt, op basis waarvan de school regelmatig haar kerntaken evalueert. Op basis van die gegevens vindt een analyse plaats en bepaalt men gezamenlijk hoe verder te gaan.

‘Informatie is nog geen kennis en kennis is nog geen wijsheid’ (A.C. Clark). We maken zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve analyse. Niet al het ‘meten’ leidt automatisch tot ‘weten’; de resultaten moeten geduid worden en in een context geplaatst. Pas dan krijgen ze betekenis. In deze notitie worden alle aspecten van kwaliteitszorg in samenhang geplaatst en worden uitspraken gedaan over de volgende kwaliteitszorgvragen: 1. Doen we de goede dingen? 2. Doen we de dingen goed en hoe weten we dat? 3. Vinden anderen dat ook? (externe legitimering) 4. Wat doen we met die wetenschap? (consolidering en verbetering) In de beleidsnotitie ‘Meten èn weten’ is een overzicht opgenomen van de acties op de verschillende niveaus. Verder zijn de te gebruiken instrumenten vermeld en worden de succesfactoren en de normen per kernthema (uit het koersplan) aangegeven. Overige bovenschoolse afspraken m.b.t. kwaliteitsbeleid: De school hanteert de door Stichting SPOM vastgestelde klachtenregeling en is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie; De scholen van Stichting SPOM werken volgens de gedragscode ‘Thuis op school’, die voor alle medewerkers van Stichting SPOM is vastgesteld in februari 2007; Stichting SPOM biedt aan alle scholen een medewerkerstevredenheid en oudertevredenheidsonderzoek aan. In het schooljaar 2013-2014 worden deze opnieuw afgenomen.

5.2. Aanvullingen schoolbeleid m.b.t. de kwaliteitszorg Op schoolniveau gaan wij de volgende procedures en instrumenten gebruiken om de kwaliteit te volgen en te borgen: Het instrument WMK (werken met kwaliteitskaarten) van Cees Bos. Wij gaan gebruik maken van de Quick Scan. Deze wordt in 2012 ingezet om de volgorde te bepalen van de domeinen;

Methodegebonden toetsen. De resultaten worden geëvalueerd en leiden waar nodig tot bijstelling van de individuele handelingsplannen en groepsplannen; Het leerlingvolgsysteem van het CITO. De resultaten worden besproken binnen de leerlingbesprekingen, met de leerlingen en de ouders. Conclusies worden getrokken op leerling- groeps- en schoolniveau en leiden tot maatregelen op deze drie niveaus; De ouderenquête en het medewerkertevredenheidsonderzoek. De resultaten worden besproken en leiden tot maatregelen ter verbetering;


21

Input van medezeggenschapsraad en ouderraad; Input van de leerlingenraad. Per december 2011 is deze leerlingenraad ingesteld. Zij krijgt een structurele plaats om kwaliteit van schoolbeleid te beoordelen, te meten en te verbeteren; De gesprekscyclus. Teamleiders en directeur volgen de gesprekscyclus van Stichting SPOM: functioneringsgesprek, afstemmings- en popgesprek, evaluatiegesprek en beoordelingsgesprek (zie hoofdstuk 9, bijlage 4); Na- en bijscholingsafspraken met het gehele team en individuele leerkrachten, die gebaseerd zijn op uitkomsten van gesprekken en beleidsvoornemens van de school. Klassenconsultatie (met name door MT-leden en IB'ers). Bewaken van het proces van kwaliteitsverbetering; Coaching. Het instrument voor het bevorderen van de kwaliteit van individuele leerkrachten; Systematische koppeling van dit schoolplan aan jaarverslag en de beleidsvoornemens per jaar.

5.3 Voornemens m.b.t. de kwaliteitszorg Op schoolniveau zijn de volgende voornemens m.b.t. kwaliteitszorg geformuleerd: Inzet WMK; Ontwikkeling externe rapportage; Inzet van de leerlingenraad; De afgelopen twee jaar hebben de leerkrachten ervaring opgedaan met groepsplannen voor lezen en rekenen. Onze leerkrachten stemmen de leertijd en de instructie bewust af op de capaciteiten van leerlingen. Dit moet nog duidelijker zichtbaar worden in de groepsplanning op drie niveaus; Inzet digitale gesprekkencyclus; Versterken van de opbrengstgerichte cultuur.


22

6. Relatie tussen beleid Stichting SPOM en beleid OBS De Appelhof OBS De Appelhof is één van de scholen van de Stichting SPOM en heeft zich gecommitteerd aan de in januari 2009 vastgestelde Koersnota van Stichting SPOM: ‘Sterk in leren’. In de dialoog die de scholen met elkaar hebben gevoerd, kwamen we regelmatig terug bij enkele kernwaarden, waaraan wij gezamenlijk veel belang hechten. Het gaat om de volgende kernwaarden: STOER. Solidariteit; Transparantie; Ontwikkelingsgerichtheid; Eigenaarschap; Resultaatgerichtheid. In dit hoofdstuk willen we de beleidsvoornemens van De Appelhof plaatsen in het kader van de volgende vijf thema’s waarop de koers van Stichting SPOM is gebaseerd: 1. Hoogwaardig kindgericht onderwijs bieden. 2. Binden en boeien van personeel. 3. Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur. 4. Maatschappelijke partner zijn. 5. Samenwerken binnen een professionele lerende organisatie. De vijf thema’s zijn uitgewerkt in concrete beelden, die duidelijk maken hoe het onderwijs aan onze kinderen er in de nabije toekomst uit ziet. De beleidsvoornemens van onze school brengen we onder in de structuur van deze vijf thema’s, omdat we hiermee recht doen aan onze belangrijkste opdracht als school en omdat we hiermee de verbinding weten te leggen tussen de thema’s die op schoolniveau van belang zijn en de bovenschoolse kaders.

6.1 Hoogwaardig en kindgericht onderwijs bieden We willen het pedagogisch klimaat op school verbeteren. We richten ons vooral op het bevorderen van onderling respect tussen kinderen en het vergroten van de sociale vaardigheden. We willen het goede gedrag van kinderen belonen en de samenwerking tussen kinderen bevorderen. Tegelijkertijd werken we als team aan onderlinge overeenstemming en afstemming over hoe een goed pedagogisch klimaat eruit ziet en welke waarden hierbij centraal staan. We doen dit vanuit ons pedagogisch optimisme en vanuit de gedachte dat we de missie willen concretiseren. De Appelhof is succesvol als we eind 2015: - een goede methodiek voor sociaal-emotionele vorming hebben ingevoerd; - het gedachtegoed van Stephen Covey hebben geïmplementeerd. Gericht zijn op de opbrengsten van het onderwijs heeft niet alleen betrekking op rekenen en taal. Het hart van ons schoolzijn zal zijn het op zoek gaan naar talenten en deze talenten uitbouwen. De leerlingen het vertrouwen geven om zelf beslissingen te kunnen en mogen nemen om deze talenten te ontwikkelen. Dat betekent wel dat we actief op zoek moeten gaan naar elkaars talenten en waar mogelijk de vaardigheden van de leerkracht om deze talenten te kunnen ontwikkelen bij kinderen willen vergroten. De Appelhof is succesvol als we eind 2015: - met onze opbrengsten zodanig scoren, dat we als ‘goed’ worden gekenmerkt door de inspectie. (NB. De school scoorde in 2010 voldoende); - werken volgens de principes van meervoudige intelligentie in het aanbod en verwerken van al het onderwijs op onze school.


23

De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor effectieve instructie. Daarnaast zullen we kritisch moeten blijven op de lestijd (stellen we de goede prioriteiten?) en op de gebruikte materialen. De Appelhof is succesvol als we eind 2015: - de lestijd efficiënt en doelmatig gebruiken; - de gebruikte materialen eigentijds zijn; - de effectieve instructie aangepast is aan de behoefte van elke leerling. Computers en digitale schoolborden zijn de afgelopen jaren steeds meer ingezet. De komende jaren staat de effectiviteit van hardware en educatieve software centraal. De Appelhof is succesvol als we eind 2015: - onze hardware aangepast hebben aan onze visie en deze aanpassingen zo optimaal mogelijk benutten;

-

Parnassys zo effectief mogelijk gebruikt wordt; ook voor het invoeren en vormgeven van de externe verslagen voor kinderen en ouders; leerlingen structureel wegwijs maken in het gebruik van digitale hulpmiddelen en social media, opdat zij goed voorbereid zijn op de moderne eisen die onze maatschappij stelt.

6.2 Binden en boeien van personeel Het personeelsbeleid van de school wordt afgeleid van het integraal personeelsbeleid (IPB) dat binnen Stichting SPOM gemeenschappelijk voor de scholen wordt ontwikkeld. De beleidsvoornemens zijn: We werken met de binnen Stichting SPOM afgesproken gesprekscyclus. Teamleiders vervullen hierin een belangrijke rol; Ook voor scholing geldt dat we moeten werken met de schaarse middelen die we hebben. De prioriteiten zijn: a. Teamscholing (studiedagen) die in het teken staan van het schoolontwikkelingsonderwerp; b. Individuele scholing en/of coaching gericht op versterking van het didactisch en pedagogisch vakmanschap van de leerkracht (intern dan wel extern); c. Scholing en/of coaching van interne begeleiders of management gericht op de versterking van de schoolorganisatie. We willen een lerende professionele organisatie en daarmee een aantrekkelijke organisatie zijn.


24

6.3 Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur De leerlingenzorg op onze school wordt voor een belangrijk deel bepaald door het zorgbeleid van het samenwerkingsverband WSNS Maas en Waal, waarin wij participeren (zie ook de notitie van het Samenwerkingsverband: ‘Zijn we klaar voor Passend Onderwijs?’ juni 2010). Binnen het samenwerkingsverband Maas en Waal is een uitgebreid bovenschools systeem van leerlingenzorg tot stand gekomen, met vastgestelde procedures en afspraken (zie zorgplan). Binnen Passend Onderwijs heeft ieder schoolbestuur de verantwoordelijkheid een passend onderwijszorgarrangement aan te bieden aan iedere leerling die zich bij een school van dat schoolbestuur aanmeldt of bij een school van dat bestuur is ingeschreven. Het SWV Maas en Waal werkt onder het motto: Samen leren. Veel activiteiten zijn gericht op de werkvloer, het omgaan met verschillen en het inspelen op de individuele onderwijsbehoeften van kinderen. Voor die kinderen, die niet optimaal geholpen kunnen worden in het reguliere basisonderwijs, zijn er bovenschoolse voorzieningen en mogelijkheden gecreëerd om ook voor deze kinderen zo optimaal mogelijk ontwikkelingskansen te bieden. Uitgangspunt van onze leerlingenzorg is het handelingsgericht werken. Wij gebruiken de cyclus van HGPD (Handelings Gerichte Proces Diagnostiek). Bij handelingsgericht werken richt men zich niet alleen op de kindkenmerken, maar ook op de kenmerken van de onderwijsleer- en opvoedingssituatie. Het begrip afstemming staat hierbij centraal. Niet alleen afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden en verwachtingen van school en ouders.


25

Het zorgprofiel van De Appelhof: In 2012 zal het schoolzorgprofiel opnieuw worden vastgesteld. Dit in het kader van de wet op Passend Onderwijs. Het schoolzorgprofiel zal tot stand komen d.m.v.: Enquête van alle onderwijskundige werknemers op de school. Resultaat neergelegd in Rapport ‘Kwaliteit van de basiszorg op De Appelhof’; Twee consentgesprekken met het team over de ontwikkelingsdoelen en de gewenste prioritering daarin; Samenstellen van het rapport onderwijszorgprofiel. Het schoolzorgprofiel zal in de loop van 2012 als aanhangsel worden toegevoegd bij dit schoolplan.

6.4 Maatschappelijk partner zijn (Covey - gewoonte 6 - Synergie) OBS De Appelhof is een openbare basisschool en wil dientengevolge een ontmoetingsplaats zijn voor de verschillende levensbeschouwingen en de gelegenheid bieden tot een dialoog tussen leerlingen die verschillen in godsdienst, levensbeschouwing, afkomst en culturele achtergrond. De openbare school besteedt nadrukkelijk aandacht aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze Nederlandse multiculturele samenleving (actieve pluriformiteit). De openbare school wil kinderen niet alleen veel leren, maar ook zodanig vormen dat zij kunnen omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en samenwerking. Het openbaar onderwijs spreekt zich niet uit voor of tegen een bepaalde opvatting, maar het is uitgesproken pluriform. Het biedt mogelijkheden tot keuzes en laat het vervolgens aan kinderen en volwassenen over om een eigen, vrije keuze te maken. Expliciet besteden we aandacht aan: Samenwerking met sportverenigingen; Samenwerking met buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal; Tussenschoolse opvang: de kwaliteit van de tussenschoolse opvang is afhankelijk van de competenties van de overblijfouders en de huisvesting. De coördinatoren TSO voeren functioneringsgesprekken met de vrijwilligers en de directeur voert deze met de coördinatoren; Partners in het totale onderwijsveld; Bedrijfsleven; Gemeente.

6.5 Samenwerken binnen een professionele lerende organisatie Er bestaat weinig twijfel aan de noodzaak van voortdurende professionalisering van leerkrachten, gericht op verdere ontwikkeling van professionele kennis, vaardigheden en waarden. In deze professionele ontwikkeling wordt leren vaak opgevat als iets van individuen. Maar ook collectiviteiten, zoals een schoolteam, kunnen leren: gemeenschappelijke interpretaties scheppen, uitwisselen en verankeren in een groep of organisatie. Praktijkkennis, opgebouwd op basis van persoonlijke en professionele ervaringen, is onmisbaar voor de leerkracht. Maar door het vaak impliciete en intuïtieve karakter van deze praktijkkennis is deze kwetsbaar. Steeds meer wordt duidelijk dat professionele ontwikkeling van een leerkracht baat heeft bij collectieve leerprocessen: bij explicitering van en kritische reflectie op het concrete professionele handelen, in dialoog met collega’s.


26

Professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling in hun wederzijdse afhankelijkheid en complementariteit zijn te zien als facetten van een ontwikkeling waarbij men in de school een gemeenschap van voortdurende onderzoek en verbetering tracht te creëren. In dergelijke professionele leergemeenschappen is sprake van het permanente samen delen, onderzoeken en verbeteren van de praktijk van leerkrachten en schoolleiding om zo het onderwijs aan de leerlingen te verbeteren. De leerkrachten worden steeds uitgedaagd om eigen talenten en inzichten te benutten ten gunste van zichzelf en de collega’s (Dr. E. Verbiest - Collectief leren, professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling: facetten van professionele leergemeenschappen). Dat betekent onder meer het actief inzetten van: Collegiale consultatie; De eigenschappen van Covey in samenhang met de Deming Cycle; Video-interactiebegeleiding. Met behulp van dit middel kunnen we het vakmanschap van de leerkracht versterken en talenten benutten. Bij het handelingsgericht werken wordt zo veel mogelijk gekeken naar wat kinderen wél kunnen en hoe we hun kracht kunnen gebruiken. Video-interactie willen we vanuit hetzelfde uitgangspunt bij leerkrachten toepassen. Zoals een leerkracht op school zei: ‘Eigenlijk zou iedereen dit moeten doen’. We willen stimuleren dat zoveel mogelijk leerkrachten gebruik maken van dit krachtige middel om te reflecteren op leerkrachtgedrag. Daarmee hopen we te bereiken dat aan het einde van de schoolplanperiode de helft van het personeel hiermee ervaring heeft opgedaan; Bouwvergaderingen en werkgroepvergaderingen om elkaar professioneel te ontmoeten en te verbeteren (Covey - gewoonte 5 – Eerst begrijpen dan begrepen worden).


27

7. Financiële en materiële uitwerking Ambities, geplande investeringen en gerealiseerde en geplande bezuinigingen van Stichting SPOM voor de periode 2010 -2013, de looptijd van het huidige koersplan. Stichting SPOM heeft de koers opgesteld in de nota “Sterk in leren’. Hierin staan de voornemens tot eind 2013. Stichting SPOM richt zich de komende jaren op de volgende centrale thema’s: 1. Hoogwaardig kindgericht onderwijs 2. Binden en boeien van personeel 3. Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur 4. Maatschappelijke partner zijn 5. Samenwerken binnen een professionele organisatie. In deze uitwerking zal, naast de investering van Stichting SPOM, de geplande investering van De Appelhof waar mogelijk worden genoemd. De thema’s in de koersnota 2009 – 2013 leiden de komende jaren ten aanzien van de vijf kernthema’s tot de volgende grote investeringen:

7.1 Hoogwaardig kindgericht onderwijs 1. We hebben sterke scholen, die ‘groot in diversiteit’ zijn. Stichting SPOM wil een op ontwikkeling gericht organisatie zijn. Om dit te stimuleren is in 2008 een innovatiefonds gecreëerd van € 30.000. Het innovatiefonds is onderdeel van de algemene reserve. Ieder jaar kan hier maximaal € 30.000 aan onttrokken worden voor innovatieve projecten op de Stichting SPOM scholen; De Appelhof heeft voor 2012 een aanvraag voor dit innovatiefonds gedaan. Dit om het bij- en nascholingsbeleid nader vorm te geven op school. De aanvraag is voor een bedrag van €7000 gehonoreerd. 2. De opbrengsten van alle Stichting SPOM scholen zijn minimaal op dat niveau dat van de school in deze referentiegroep verwacht mag worden. Het APS heeft de scholen van Stichting SPOM bij het vormgeven van het geformuleerde kwaliteitsbeleid begeleid. Dit vroeg jaarlijks een investering van € 20.000; De Appelhof zal per jaar het budget voor na- en bijscholing besteden om de ingezette onderwijskundige beleid uit te werken. Daartoe wordt in 2012 een investering van €25.000 gedaan. In de jaren daarna zullen er geen extra investeringen worden gedaan. 3. Scholen leggen in het jaarverslag verantwoording af over de ontwikkeling en kwaliteit van het onderwijs (governance). 4. De betrokkenheid van de kinderen op alle Stichting SPOM scholen is aantoonbaar toegenomen. Stichting SPOM investeerde in 2010 respectievelijk € 110.000 in het plaatsen van activ borden. Aanvankelijk was € 150.000 begroot. Door afname van het leerlingen aantal is de geraamde investering met € 40.000 bijgesteld; De Appelhof zal in de aankomende jaren een behoorlijke financiële inspanning moeten doen om deze borden te kunnen afschrijven en te vernieuwen. We streven ernaar om na deze periode te investeren in touchscreens, gekoppeld aan iPads en laptops voor de leerlingen.


28

5. Het betekenisvol en authentiek leren is op de scholen zichtbaar. 6. De kinderen zijn in staat op hun ontwikkeling te reflecteren en daarvan verslag te doen. 7. Op elke school is een doorgaande lijn vastgelegd waarin staat beschreven op welke wijze de kinderen een, bij hun ontwikkelingsniveau passende, verantwoordelijkheid hebben voor de organisatie van hun eigen leerproces. 8. De leraren zijn in staat het onderwijs aantoonbaar af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de kinderen waardoor prima leerresultaten behaald worden (op alle terreinen). 9. De tevredenheid van ouders over de kwaliteit van de ontwikkeling van het kind en de informatie daarover is significant verbeterd.

7.2 Binden en boeien van personeel 1. De vitaliteit van de medewerkers is groot. 2. Medewerkers zijn in hoge mate betrokken bij de eigen school en bij Stichting SPOM. Een keer in de vier jaar wordt gelijktijdig met het oudertevredenheidsonderzoek een medewerker tevredenheidonderzoek (MTO) uitgevoerd. De kosten bedragen € 10.000. De eerste keer werd dit onderzoek in 2010 uitgevoerd. Op 13 scholen is ParnasSys ingevoerd. Over vier jaar kan met dit instrument een MTO uitgevoerd worden. Hiermee kan € 10.000 worden bezuinigd; De Appelhof investeert in een OTO en MTO in 2014. 3. Het verzuimcijfer op Stichtingsniveau is laag door een goed werkend systeem van preventief en curatief gezondheidsbeleid. In 2011 nam Stichting SPOM deel aan het project MEER, een project dat geheel gefinancierd en begeleid wordt door het VF en dat moet resulteren in een lager verzuimcijfer; De Appelhof investeert geen extra eigen middelen om het ziekteverzuim terug te dringen. 4. Leerkrachten zijn door hun onderzoekende houding steeds bezig met hun ontwikkeling en elke leerkracht heeft een persoonlijk ontwikkelplan, afgestemd op de schoolontwikkeling. 5. We hebben optimaal zicht op de kwaliteiten van de medewerker en de benodigde kwaliteiten voor de uitvoering van het onderwijs. Voor de leraren zijn de SBLcompetenties het uitgangspunt, voor de directeuren de NSA-competenties. 6. Iedere medewerker heeft een eigen bekwaamheidsdossier / persoonlijk ontwikkelingsplan volgens het Stichting SPOM beleid en iedere medewerker is gemotiveerd en is in staat om zijn eigen portfolio bij te houden. 7. Er is een gesprekscyclus ingericht voor alle Stichting SPOM medewerkers waarin afstemmings-, functionerings- en beoordelingsgesprekken plaatsvinden. 8. Mobiliteit wordt als mogelijkheid gezien om actief te sturen op loopbaanplanning en het mobiliteitscijfer vertoont een duidelijke stijgende lijn. 9. Stichting SPOM heeft een hoge mate van flexibiliteit in haar werkgelegenheidsbeleid gerealiseerd, waardoor plaatsing in het zogeheten risicodragende deel van de formatie (RDDF) wordt vermeden. 10. De medewerkers van Stichting SPOM vormen steeds meer een afspiegeling van de maatschappij, we zien allochtone en autochtone medewerkers, minder valide en valide medewerkers. Hier wordt actief naar gestreefd in werving en selectie.


29

11. De medewerkers worden de mogelijkheden op verdere groei en ontwikkeling geboden door het nieuwe functiehuis van Stichting SPOM en de convenant leerkracht volop te benutten. Het functiehuis van Stichting SPOM is uitgewerkt in de nota ‘Wat het zwaarste weegt’. Het beleid is geïmplementeerd in 2010. De financiële gevolgen worden gedeeltelijk uit de middelen vanuit de convenant Leerkracht, de zgn. Functiemix betaald. De kosten voor de komende vier jaren bedragen ca. € 500.000. Zoveel mogelijk personeelsleden die door het Stichting SPOM functiehuis in een hogere schaal komen zullen bekostigd worden uit de functiemix. De Appelhof investeert om minimaal vijf leerkrachten in LB te plaatsen. Dit moet eind 2012 zijn gerealiseerd.

7.3 Thuisnabij onderwijs verzorgen met een adequate zorgstructuur 1. Alle IB’ers zijn binnen Stichting SPOM opgeleid volgens de standaard die Stichting SPOM daarvoor heeft vastgesteld. Binnen het functiehuis van Stichting SPOM hebben de Interne begeleiders (IB) een aparte functie gekregen met een eigen functiebeschrijving welke heeft geleid tot een kwaliteitsslag voor zorg aan leerlingen en begeleiding van leerkrachten. De kosten voor werving en selectie waaronder assessments bedroegen € 22.500. De verdere scholing en begeleiding kan gefinancierd worden uit het budget van WSNS en de lerarenbeurs; De Appelhof investeert geen extra eigen middelen hiervoor de komende periode. 2. Alle kinderen krijgen passende zorg op de school die bij ze past. Het zorgtraject krijgt vorm in dialoog met ouders, school en deskundigen. 3. De SBO-school is naast haar lesgevende taak doorontwikkeld tot een regionaal expertisecentrum van waaruit alle extra ondersteuning aan zorgkinderen binnen de scholen van Stichting SPOM en het SWV wordt aangestuurd. 4. Er wordt gewerkt vanuit pedagogisch optimisme volgens handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). 5. De op schoolniveau ontwikkelde zorgprofielen en ontwikkelplannen voor de zorg zijn geïmplementeerd. 6. Er is een goed functionerend netwerk, overlegplatform, van Stichting SPOM-experts; IB’ers, bovenschoolse coaches, en ICT’ers. 7. Basisschool-basisschool zijn verwijzingen vanzelfsprekend geworden voor scholen en ouders.


30

8. De samenwerking met het voortgezet onderwijs, Pax Christi, Dominicus College, Stedelijk Gymnasium, en de cluster 3 school in onze regio, De Kom, is op allerlei plaatsen zichtbaar door het gebruik maken van elkaars expertise en door concrete samenwerking. In het kader van Passend Onderwijs hebben alle lokale onderwijspartners en de gemeenten Druten en West, Maas en Waal de intentie uitgesproken tot het realiseren van een regionaal expertisecentrum bij SBO de Dijk. Dit vroeg een totale investering van € 325.000 van de gezamenlijke partners. Van Stichting SPOM wordt voor de komende 15 jaar jaarlijks een bijdrage in de exploitatie verwacht van € 7.050,83 (zijnde 22,5%). Mocht er bekostiging komen vanuit de overheid in het kader van Passend Onderwijs of door veranderingen in de bekostiging van ambulante begeleiding dan wordt de bijdrage aangepast; De Appelhof investeert geen extra middelen hiervoor de komende periode. 9. Het realiseren van ketenzorg maakt warme overdracht mogelijk.

7.4 Maatschappelijke partner zijn 1. De volgende brede scholen zijn gerealiseerd; de Kubus en de Kleurencirkel in Druten en de Oversteek in Dreumel. Deze doelstelling is inmiddels aangepast. In Dreumel is een brede school geopend in 2011. In Druten zijn de oorspronkelijke plannen om van de Kleurencirkel een brede school te maken op de achtergrond geraakt. De inspanningen zijn nu vooral gericht op het in stand houden van De Kleurencirkel als een volwaardige school binnen het palet van primair onderwijs in Druten. De plannen om van de Kubus een brede school te maken zijn bijgesteld. De Kubus wordt een Integraal Kindcentrum. De gemeente financiert bovenstaande projecten gedeeltelijk. De mogelijkheid bestaat dat de gemeente een bijdrage vraagt uit de opgebouwde onderhoudsvoorziening van de drie scholen. Hiermee moet rekening gehouden worden. Dat gaat om een bedrag van € 370.107. Stichting SPOM investeert in de Dijk € 20.000 uit de opgebouwde reserve onderhoud van € 56.000 (d.d. 31 dec 2009). In Dreumel bij de Oversteek investeert Stichting SPOM niets. De reserve onderhoud bedroeg hier d.d. 31 dec 2009 € 170.459. De reserve onderhoud van de Kubus bedroeg d.d. 31 dec 2009 € 143.119. De tot nu toe gerealiseerde bezuiniging is € 206.988; De Appelhof investeert geen extra middelen voor deze ontwikkeling. 2. Sport en bewegen, techniek en wetenschap, samenwerking met culturele instellingen en het bedrijfsleven zijn zichtbaar in een concreet aanbod, dat gebaseerd is op win-win (Covey - gewoonte 4 – Denk win-win) voor alle betrokken partners.

3. Scholen zijn in gesprek met de maatschappelijke schil rondom de school over de positie en wederzijdse betekenis van de school in de wijk / dorp. De opbrengst is een richtinggevend document waarin de visie op plaats en functie helder is beschreven. 4. Scholen vinden het gewoon om verantwoording af te leggen aan de wijk, het dorp; horizontale verantwoording in het kader van meervoudige publieke verantwoording (MPV). Dit geldt overigens ook voor Stichting SPOM op stichtingsniveau. 5. Leren binnen en buiten de school vindt plaats en is betekenisvol en authentiek. 6. Inhoudelijk wordt samengewerkt en geschoold tussen voorschools en schools. 7. Buitenschoolse opvang is voor alle kinderen van Stichting SPOM en voor haar personeel bereikbaar en er zijn geen wachtlijsten.


31

8. Stichting SPOM heeft onderzocht of en onder welke condities het zelf organiseren en verzorgen van buitenschoolse opvang een toegevoegde waarde heeft voor ouders en kinderen in haar verzorgingsgebied. Dit heeft geresulteerd in een heldere rapportage met aanbevelingen naar de toekomst. 9. Alle scholen van Stichting SPOM zijn in gesprek geweest over hun huidige identiteit en hebben dat concreet zichtbaar gemaakt in een passend aanbod voor hun eigen school.

7.5. Samenwerken binnen een professionele organisatie. 1. Medewerkers van Stichting SPOM spreken elkaar professioneel aan, geven en vragen elkaar feedback. 2. Scholen en medewerkers leren samen in leernetwerken en intervisie. 3. Collegiale visitatie wordt ingezet voor deskundigheidsbevordering en kwaliteitsverbetering. 4. Visitatie van scholen door daarvoor opgeleide directeuren betekent een kwaliteitsimpuls voor directeuren en voor scholen. 5. Elke medewerker heeft een bekwaamheidsdossier en portfolio op de manier waarop Stichting SPOM dit gedefinieerd heeft. 6. Directeuren en andere leden van het management geven in hoofdzaak leiding aan onderwijskundige ontwikkelingen. Activiteiten en initiatieven zijn in hoofdzaak gericht op onderwijskundig leiderschap. Beheersmatige activiteiten zullen zoveel mogelijk verlicht worden door het professionaliseren van de bedrijfsvoering en bovenschoolse regelingen. Stichting SPOM heeft de afgelopen jaren stevig ingezet op de kwaliteit van haar management. Met NDO/Interstudie is in de periode 2008-2011een curriculum voor een driejarig incompany management traject ontwikkeld. De totale kosten voor dit driejarige traject bedroegen ca. € 350.000. ( € 190.000 voor 9 tweedaagsen en de startdag, € 70.000 voor intakes en assessments en € 90.000 voor coachingstrajecten), waarvan voor 2010 € 150.000 was geraamd. De investering is naar beneden bijgesteld en is voor 2010 geraamd op € 80.000; De Appelhof investeert per seizoen 2012-2013 voor minimaal 0,5 fte in conciërgetaken en eveneens voor 0,5 fte in secretariële ondersteuning en bemensing van het evenementenbureau. 7. De directeuren RDO (Register Directeuren Onderwijs) zijn erkend en de leraren voldoen aan de competenties van de eigen beroepsgroep (SBL). De Appelhof investeert geen extra eigen middelen hiervoor. 8. Het functiegebouw van Stichting SPOM leidt tot verhoging van de kwaliteit, tot meer ambitie. Medewerkers kennen de mogelijkheden binnen de organisatie, weten wat het perspectief is en kennen de daarmee samenhangende mogelijkheden voor scholing en ontwikkeling. De Appelhof investeert geen extra middelen hiervoor.


32

8. Bijlagen 1. Planning beleidsvoornemens 2. Overzicht lesmethoden en vervangingscyclus 3. Gesprekkencyclus periode 2011-2015


33

Bijlage 1: Planning beleidsvoornemens (Covey - gewoonte 3 – Belangrijke zaken eerst) Organiseren van leren Einddoel 2015-2016: In 2015 werkt De Appelhof volledig in units, waarbij vanuit de autonomie van kinderen talenten gestimuleerd worden, rekening houdend met meervoudige intelligenties, emotionele betrokkenheid en leerstijlen van kinderen

Alpha leren Einddoel 2015-2016: In 2015 werkt De Appelhof met een nieuw aanbod en nieuwe leerlijnen met betrekking tot taal, lezen en spellen. De integratie tussen taal, lezen, spellen, Engels, creatief schrijven is gestart. De doorgaande lijnen zijn helder en voelbaar. Allerlei werkvormen en middelen worden ingezet om kinderen uit te dagen en op onderzoek te laten gaan. En dat alles op een betekenisvolle manier in een interactieve omgeving.

november 2011 - december 2012 Afstemming voorstellen uit de vijf werkgroepen Ontwerp meerjarenplanning voor RDW in samenhang met coöperatief leren Eerste ontwerp einddoel werken in units Inventarisatie noodzakelijke middelen voor werken in units Besluit over wijze van implementatie Covey Uitwerken kernwoorden uit de missietekst Laten herinrichten website Schoolplan vertalen naar schoolgids 2012-2014

november 2011 - december 2012 Onderzoek nieuwe taalmethode Onderzoek nieuwe leesmethode Implementatie Engels in groep 5 en 6 Onderzoek naar gebruik Engels als VVTO


januari 2013 - december 2015 (uitloop juli 2016) In juni 2012 zal het jaarplan 2012-2013 worden gepresenteerd. Daarin een nauwkeurige uitwerking van het eerste jaar van de beleidsvoornemens.


34

Bèta leren Einddoel 2015-2016: In 2015 werkt De Appelhof met een Bèta-unit, waarbij leerkrachten en kinderen onderzoekend, zelfstandig, autonoom en nieuwsgierig zijn en intrinsieke motivatie vinden. Rekenen is echt realistisch rekenen binnen de zone van de naaste ontwikkeling.

Wereldoriëntatie Einddoel 2015-2016: In 2015 werkt De Appelhof met het International Primary Curriculum (IPC) tijdens WO in groep 1 t/m 8. Tevens heeft zij een integraal programma van internationalisering ontwikkeld.

november 2011 - december 2012 Voorstel tot invoering nieuwe rekenmethode in jaar 20122013 Ontwerp invoeringsschema en begeleidingsschema implementatie nieuwe methode Inventarisatie noodzakelijke middelen

november 2011 - december 2012 Organisatie studiedag IPC door St. NOB Oefenen met één thema van het IPC (gedurende 6 weken) In november 2012 deelnemen aan prepatorial visit (Europees Platform) om internationale projecten te starten Zie: www.ipcnederland.nl

januari 2013 - december 2015 (uitloop juli 2016) In juni 2012 zal het jaarplan 2012 – 2013 worden gepresenteerd. Daarin een nauwkeurige uitwerking van het eerste jaar van de beleidsvoornemens.

januari 2013 - december 2015 (uitloop juli 2016) In juni 2012 zal het jaarplan 2012-2013 worden gepresenteerd. Daarin een nauwkeurige uitwerking van het eerste jaar van de beleidsvoornemens. Voor juni 2013: Aanschaf complete leergang IPC 2013-2014: Tweede oefenjaar met IPC. Minimaal uitvoeren van drie projecten, waarvan één schoolbreed. Start project internationalisering met een Comenius-project. 2014-2015: Integraal gebruik van IPC

Lichaam en Geest Einddoel 2015 -2016: In 2015 werkt De Appelhof met units, waarin aandacht is voor filosofie, yoga, dans, beweging, spel en kunst. Vanuit de autonomie van kinderen worden talenten gestimuleerd en gedeeld met anderen.

november 2011 - december 2012 Voorstel tot invoering seo-methode Ontwerp invoeringsschema en begeleidingsschema implementatie nieuwe methode seo Inventarisatie noodzakelijke middelen seo Onderzoek in welke mate de kaders van L&G tegemoet komen aan het gebruik van het IPC



35

Passend onderwijs Einddoel 2015-2016: In 2015 werkt De Appelhof met kinderen die in mentorgroepen verdeeld worden en onderwijsaanbod op maat krijgen. De bestaande ruimtes binnen De Appelhof zijn anders ingericht. Er is een plan van aanpak ten aanzien van de groepsvorming, heterogeen binnen bepaalde kaders. Er is in kaart gebracht welke meetinstrumenten we gebruiken, die passen bij de leerdoelen die we stellen. We weten welke maat we koppelen aan ‘De Appelhof leerling’ om daarmee passend onderwijs in te vullen. We hebben de opbrengsten duidelijk om passend onderwijs te bieden. We stellen doelen op het proces vanuit onze visie op onderwijs. Alle leerkrachten hebben kennis van alle doorlopende leerlijnen. We kennen als leerkracht elkaars talenten en benutten die ook.

Kwaliteitsbeleid Einddoel 2015-2016:

november 2011 - december 2012 Ondersteunen L&G bij invoering seo-methode Ontwikkeling schoolzorgprofiel Ontwikkelen beleid Hoogbegaafdheid In kaart brengen van talenten leerkrachten Inventarisatie van beleidsbehoefte op het gebied van hoogsensitiviteit

november 2011 - december 2012 Trendanalyses toepassen Systeem externe rapportage

We gebruiken systematisch de Kwaliteitskaarten van Cees Bos in een vierjarige cyclus. We werken volgens de kaders die de referentieniveaus ons aangeven. We hanteren het INK-model van Plan, Do, Check, Act* om onze organisatie jaarlijks te evalueren en voortgang te borgen.



* Deming vond uiteindelijk de term Adapt beter passen dan de term Act.


36

Personeelsbeleid Einddoel 2015-2016: Evenementenbureau werkt volledig zelfstandig. Leerkrachten zetten taakuren alleen nog maar in ten dienste van het primaire proces.

november 2011 - december 2012 Eerste verkenning sluiten convenant met opleidingsscholen Competentiegericht taakbeleid wordt verder uitgewerkt Opstart evenementenbureau Gesprekkencyclus is opgestart

januari 2013 - december 2015 (uitloop juli 2016) In juni 2012 zal het jaarplan 2012-2013 worden gepresenteerd. Daarin een nauwkeurige uitwerking van het eerste jaar van de beleidsvoornemens

Vakleerkracht Gymnastiek is benoemd en neemt al het bewegingsonderwijs onder zijn/haar hoede. Er bestaat een convenant met de opleidingsscholen, waardoor er leerwerkplekken zijn gegarandeerd voor studenten Pabo en minstens acht klassen- / onderwijsassistenten per jaar De gesprekkencyclus is tweemaal doorlopen.


37

Bijlage 2: Overzicht lesmethoden en vervangingscyclus Vak

Methode

Jaar van aanschaf

Jaar van vervanging

Taal

Taaljournaal

2005

2013

Aanvankelijk lezen

Leeslijn

2005

2013

Technisch lezen

Leeslijn

2011

2011, maar wordt 2013

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip

2008

Niet voorzien

Schrijven

Schrijven in de basisschool

2011

2019

Engels

Take it Easy

2011, ingevoerd in groep 7 en 8 2012 wordt gebruikt om methode door te voeren naar groep 5 en 6

2019

Rekenen

Alles telt

2004

2012

Geschiedenis

De trek

2009

*

Aardrijkskunde

Hier en daar

2002

*

Natuuronderwijs

Dijkmagazijn

2008

*

Techniek

Techniektorens

2004

*

Verkeer

Materiaal VVN

2009

Niet voorzien

Muziek

Moet je doen

2002

*

Drama

Moet je doen

2002

*

Tekenen

Uit de Kunst

2007

*

Handvaardigheid

Uit de kunst

2007

*

Bewegingsonderwijs

Divers

-

2015 (d.m.v. benoeming vakleerkracht)

Seo

-

2012

2020

Burgerschap

-

-

*

*

In 2012 zal een oriëntatie op het gebruik van het International Primary Curriculum kunnen leiden tot invoering hiervan in 2012 – 2013. Dit curriculum is wereldoriënterend en zal alle zaakvakken en creativiteitsvakken omvatten, aangevuld met een leergang ICT.


38

Bijlage 3: Gesprekkencyclus periode 2011-2013 1. Schematische weergave gesprekkencyclus

1e gesprek

2e gesprek

Periode

Periode

jan-jul 2012

sep-dec 2012

funct. gesprek

afstemminggesprek

4e

gesprek

3e gesprek Periode

Periode sep-dec 2013

afstemmingsgesprek


jan-jul 2013 beoordelingsgesprek

39

2. Inhoudelijke weergave gesprekkencyclus 2012 jan-jun 2012 Het functioneringsgesprek

sept-dec 2012 Het evaluatie/afstemmingssgesprek

Aanwezig: Leerkracht, directeur en teamleider

Aanwezig: Leerkracht en teamleider

Het FG wordt voorafgegaan door een groepsbezoek van de directeur. Het kijkwijzer voor het bezoek wordt in onderling overleg bepaald.

Onder evaluatie verstaan we: ‘nagaan in hoeverre de afspraken, voornemens en beoogde resultaten zijn gerealiseerd, leren van de ervaringen en zo nodig bijsturen’.

Doel FG: - Het FG is primair gericht op het bereiken van een zo goed mogelijke functievervulling onder zo gunstig mogelijke omstandigheden. - Daarnaast is het FG gericht op het bereiken van een goede afstemming tussen behoefte aan ontplooiing van de medewerker en het belang van de organisatie. - Het FG kan zich uitstrekken tot een verkenning van voor de hand liggende mogelijkheden van de betrokken medewerker in de toekomst. - De medewerker en de leidinggevende hebben zicht op de mate waarin de medewerker de 7 SBL-competenties beheerst. Opbrengst: - De omstandigheden waarbinnen de medewerker functioneert zijn besproken: o.a. samenwerken met collega’s, samenwerken met leidinggevende, algemeen welbevinden, taakbelasting, taakopvatting. - Aan de hand van een vooraf gescoorde competentiescan zijn de 7 SBL-competenties zijn besproken. Naast de competenties die betrekking hebben op de schoolontwikkeling, is er ook nagegaan in welke mate de overige competenties aanwezig zijn. Uit het FG en de bespreking van de SBL-competenties volgen ontwikkelingsgerichte afspraken. Deze worden door de medewerker uitgewerkt in een POP, die olv teamleider wordt besproken in een informele setting in najaar 2012.

Primair is de medewerker aan zet om te demonstreren wat er is bereikt. Tevens wordt de medewerker gevraagd om zijn ontwikkeling te waarderen aan de hand van de 5-puntsschaal: onvoldoende, matig, voldoende, goed en excellent. Opbrengst: - De ontwikkelingsgerichte afspraken zijn geëvalueerd; - De evaluatie van de ontwikkelingsgerichte afspraken leidt tot bijstelling van het POP; - De eventueel aanvullende afspraken, die voortvloeien uit de afstemming van doelen worden opgenomen in het POP. - De medewerker heeft zelf een waardering gegeven aan zijn POPgerelateerde ontwikkeling. Hij of zij hanteert hiervoor de 5-puntsschaal die ook in het beoordelingsgesprek wordt gehanteerd.


40

2013 Jan-jun 2013 Het beoordelingssgesprek

Sept-dec 2013 Het evaluatie/afstemmingsgesprek

Aanwezig: Leerkracht en directeur

Aanwezig: Leerkracht en teamleider

‘De leidinggevende doet een uitspraak over over de realisatie van de ontwikkelingsgerichte afspraken’ (periode functioneringsgesprek 2012 t/m het beoordelingsgesprek 2012)

Onder evaluatie verstaan we: ‘nagaan in hoeverre de afspraken, voornemens en beoogde resultaten zijn gerealiseerd, leren van de ervaringen en zo nodig bijsturen’.

Stichting SPOM streeft een ontwikkelingsgerichte cultuur na. Binnen deze cultuur hebben medewerkers het recht om van hun leidinggevende te vernemen hoe deze over hun ontwikkeling denkt. Medewerkers willen graag weten waar ze staan en hoe ze het doen: in de ogen van henzelf, maar ook in die van anderen.

Primair is de medewerker aan zet om te demonstreren wat er is bereikt. Tevens wordt de medewerker gevraagd om zijn ontwikkeling te waarderen aan de hand van de 5-puntsschaal: onvoldoende, matig, voldoende, goed en excellent.

De beoordeling voor de (relatieve) vooruitgang die wordt geboekt, wordt gewaardeerd met onvoldoende, matig, voldoende, goed of excellent. Opbrengst: - Een beoordeling van de medewerker ten aanzien van de relatieve ontwikkeling die hij of zij heeft doorgemaakt gedurende de afgelopen gesprekkencyclus; Bij een onvoldoende of matige beoordeling wordt door de leidinggevende binnen 3 weken een vervolggesprek gepland. Het gesprek wordt door de directeur en teamleider voorbereid. vooruitgang die wordt geboekt, wordt gewaardeerd met onvoldoende, matig, voldoende, goed of excellent.

Opbrengst: - De ontwikkelingsgerichte afspraken zijn geëvalueerd; - De evaluatie van de ontwikkelingsgerichte afspraken leidt tot bijstelling van het POP; - De eventueel aanvullende afspraken, die voortvloeien uit de afstemming van doelen worden opgenomen in het POP. - De medewerker heeft zelf een waardering gegeven aan zijn POPgerelateerde ontwikkeling. Hij of zij hanteert hiervoor de 5-puntsschaal die ook in het beoordelingsgesprek wordt gehanteerd.

Gedurende de periode 2014 – 2015 wordt deze cyclus herhaald.


41

9. Instemming medezeggenschap en vaststelling bevoegd gezag De medezeggenschapsraad van OBS De Appelhof heeft volgens artikel 21b van de WMS instemming verleend aan het schoolplan november 2011- december 2015.

Voorzitter: Dhr. M. van der Velden

…………………………………..

Secretaris: Mevr. M. Vervoort

………………………………………..

Druten, 22 december 2011

Het bevoegd gezag van OBS De Appelhof heeft het schoolplan november 2011- december 2015 vastgesteld. Namens het College van Bestuur van de Stichting SPOM,

M.W.J.J. Peters, bestuurder. ………………………………….

Horssen, 22 december 2011


42

Schoolplan De Appelhof 1

Recommend Documents