Schoolplan o.b.s. De Sprenge

Schoolplan o.b.s. De Sprenge 2015-2019

de bron van ontwikkeling

Inhoud 1.

Inleiding .................................................................................................................. 4 1.1.

Doel en functie ...................................................................................................... 4

1.2.

Interne samenhang ................................................................................................ 4

1.3.

Relatie met andere beleidsdocumenten..................................................................... 4

1.4.

Totstandkoming..................................................................................................... 4

1.5.

Procedures ............................................................................................................ 5

2.

Onze school .............................................................................................................. 6 2.1.

Zakelijke gegevens ................................................................................................ 6

2.2.

Historie van de school ............................................................................................ 6

2.3.

Bevoegd gezag en bestuursconcept .......................................................................... 6

2.4.

Relatie met bovenschoolse organisaties .................................................................... 7

2.5.

Leerlingen............................................................................................................. 7

2.6.

Ouders en verzorgers ............................................................................................. 7

2.7.

Personeel.............................................................................................................. 7

2.8.

Huisvesting en situering van de school in de omgeving ............................................... 7

3.

Schoolontwikkeling en kwaliteitszorg ........................................................................... 8 3.1.

Uitgangspunten en voorwaarden .............................................................................. 8

3.2.

Visie op integrale kwaliteitszorg ............................................................................... 8

3.3.

Kwaliteitszorgsysteem. ........................................................................................... 9

3.4.

Overlegstructuur.................................................................................................... 9

3.5 Schoolontwikkeling in praktijk ..................................................................................... 11 4.

Beleidsterreinen ....................................................................................................... 15 4.1.

Identiteit van de organisatie................................................................................... 15

4.2.

Onderwijs ............................................................................................................ 15

4.3.

Personeel en organisatie ........................................................................................ 16

4.4.

Communicatie ...................................................................................................... 17

4.5.

Huisvesting en inrichting........................................................................................ 17

4.6.

Financiën ............................................................................................................. 17

5.

Analyse huidige stand van zaken ................................................................................ 18 5.1.

Terugblik op de vorige schoolplanperiode ................................................................. 18

5.2.

Leerlingenpopulatie ............................................................................................... 19

5.3.

Personeel............................................................................................................. 20

5.4.

(Zelf)evaluatie en tevredenheid .............................................................................. 21

5.5.

Schoolprofielen ..................................................................................................... 22

5.6.

Tussentijdse Opbrengsten ...................................................................................... 23

5.7.

Sociale Vaardigheden. ........................................................................................... 24

5.8.

Eindopbrengsten. .................................................................................................. 25

5.9.

Kengetallen onderwijs. .......................................................................................... 25

5.10.

Functioneren leerlingen in het VO. ....................................................................... 26

5.11.

Rapportages van derden .................................................................................... 26 Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

2

5.12.

Toezichtsarrangement onderwijsinspectie ............................................................. 26

5.13.

Conclusies n.a.v. de analyse ............................................................................... 26

6.

Actuele interne en externe ontwikkelingen .................................................................. 27 6.1.

Interne ontwikkelingen .......................................................................................... 27

6.2.

Externe ontwikkelingen ......................................................................................... 27

7.

8.

Meerjarenbeleid ....................................................................................................... 30 7.1.

Totaaloverzicht van ontwikkelpunten ....................................................................... 30

7.2.

Streefdoelen en normen ........................................................................................ 30

7.3.

Motto .................................................................................................................. 32

7.4.

Planning afname vragenlijsten ................................................................................ 33 Bijlagen .................................................................................................................. 34

Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

3

1. Inleiding 1.1. Doel en functie Dit schoolplan heeft meerdere doelen:  het functioneren als een centraal document binnen de schoolontwikkeling  het plannen en vormgeven van toekomstig beleid  het geven van inzicht in de ambities en concrete plannen voor de komende jaren Dit schoolplan heeft verder de volgende functies:  beschrijven (van bijvoorbeeld de missie, de visie en uitgangspunten)  verwijzen naar onderliggende documenten waarin bepaalde zaken nader omschreven en uitgewerkt zijn  het op koers houden van de school bij de realisatie van het beleid tijdens de komende jaren  het afleggen van verantwoording (intern en extern) over de deugdelijkheid en kwaliteit van ons onderwijs Het schoolplan is statisch voor wat betreft de beschrijving van de missie, de visie en uitgangspunten. Vanwege de aan dit schoolplan gekoppelde jaarplannen is het ook een dynamisch document. Aan de hand van deze jaarplannen wordt voortdurend aan verbetering gewerkt. De plannen zullen jaarlijks geactualiseerd worden, afgestemd op de ontwikkelingen die zich voordoen. 1.2. Interne samenhang De hoofdstukken uit het schoolplan zijn onderling op elkaar afgestemd. Hoofdstuk 1 beschrijft doel, functie en structuur van het schoolplan. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de schoolorganisatie. Hoofdstuk 3 laat zien hoe schoolontwikkeling en kwaliteitszorg samenhangend vorm krijgen. De relevante beleidsterreinen en de daarvan afgeleide doelen voor de komende jaren worden uitgewerkt in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is, en wat daarvan de consequenties zijn voor het toekomstig beleid. Vervolgens worden in hoofdstuk 6 de interne en externe ontwikkelingen geschetst die invloed hebben op het te voeren meerjarenbeleid. In hoofdstuk 7 tenslotte wordt dat meerjarenbeleid concreet uitgewerkt. De conclusies vanuit met name de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden daarin integraal verwerkt. De verschillende jaarplannen worden als bijlage toegevoegd. 1.3. Relatie met andere beleidsdocumenten Het schoolplan heeft een directe relatie met een aantal (beleids)documenten die binnen onze schoolorganisatie kader stellend en richtinggevend zijn. Het betreft met name de volgende documenten: Strategisch beleidsplan 2013-2018 Meerjaren bestuursformatieplan 2015-2018 Meerjarenbegroting 2015-2018 Kader stellende notitie Proo 2020 Schoolondersteuningsprofiel obs De Sprenge Vaassen Inspectierapport Interne audit In hoofdstuk 4 verwijzen we naar bovengenoemde en andere relevante (borgings) documenten. 1.4. Totstandkoming Door het bestuur is een format voor het schoolplan vastgesteld. Dit format is gebaseerd op het format in het kwaliteitszorgsysteem Integraal. Uitgaande van dit raamwerk werkt de directie met de teamleden aan de totstandkoming van dit plan. De medezeggenschapsraad is al in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van het schoolplan en stemt uiteindelijk in met het schoolplan. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een eigen SOAR-analyse en een kwaliteitsanalyse uit ParnasSys en Integraal. Op onderdelen zijn ook ouders betrokken bij de totstandkoming. Tevredenheidspeilingen onder ouders, een schoolzelfevaluatie, de uitkomsten van de laatste inspectiebezoeken, een audit en een analyse van de opbrengsten van de school worden ook gebruikt bij het opstellen van het schoolplan evenals evaluatie van het vorige schoolplan. Over het schoolplan heeft tussentijds overleg plaats gehad met het schoolbestuur. Het bestuur stelt het schoolplan vast. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

4

1.5. Procedures 1. Opstellen en vaststellen van dit schoolplan Dit schoolplan is door de directie, passend binnen de kaders van het bestuursbeleid, in overleg met het personeel opgesteld en na positief advies voor de MR, door het bevoegd gezag vastgesteld. 2. Klachtenregeling In geval van klachten of geschillen is de klachtenregeling van toepassing.


5

2. Onze school 2.1. Zakelijke gegevens Brinnummer

13JJ

Schoolnaam

OBS De Sprenge

Telefoonnummer

0578571555

Faxnummer Gemeente

EPE

Provincie

Gelderland

Vestiging adres

Boxhofstede 15, 8171KC VAASSEN

Correspondentie adres

Boxhofstede 15

Naam bevoegd gezag

Stichting Proo: Primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe

Correspondentie adres bevoegd gezag

Oosteinde 17 3842 DR HARDERWIJK

E-mail school

[email protected]

2.2. Historie van de school Openbare basisschool De Sprenge is voortgekomen uit de Dorpsschool in Vaassen. Er is gekozen voor een Veluwse naam voor de school. Een spreng is een door mensen gegraven beek, die veel vrijheid heeft, maar toch in haar loop wordt begeleid. 2.3. Bevoegd gezag en bestuursconcept De missie van Stichting Proo wordt gedragen door de drie kernwaarden: professioneel, betrokken en vernieuwend. Stichting Proo is een lerende organisatie die kwalitatief hoogwaardig onderwijs nastreeft waarin het gedrag van leerlingen, ouders en medewerkers zich kenmerkt door het nemen van verantwoordelijkheid, een respectvolle omgang met elkaar en de omgeving, kritisch denkvermogen, proactief handelen, leren van elkaar en een hoog niveau van vakmanschap. Vanuit de kernwaarden en vanuit het motto “De Basis voor ieder Kind” luidt de missie van Stichting Proo als volgt: Stichting Proo biedt toekomstgericht onderwijs, gericht op de totale ontwikkeling van al haar leerlingen en met hoogst haalbare opbrengsten in een veilige omgeving waar een ieder respectvol met elkaar omgaat. Uitgangspunten van Stichting Proo: 1. Goede relaties zijn essentieel voor respectvolle omgangsvormen tussen medewerkers, leerlingen en ouders onderling. 2. Wij leven herkenbaar naar onze waarden en normen, wereldburgerschap is een focus. 3. Leerlingen krijgen ruimte om invloed uit te oefenen op hun eigen leertraject en leren dat zij medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling. 4. Het onderwijs is passend en uitdagend voor iedere leerling. 5. Alle scholen bieden op termijn Engels vanaf groep 1, wetenschap en Techniek hebben een prominente plaats. 6. Het doeltreffend kunnen omgaan met moderne informatie- en communicatiemiddelen (ICT) is essentieel. 7. Alle scholen hebben hoge opbrengsten, werken volgens solide concepten en zijn gericht op een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs. 8. Ons personeel is uitstekend opgeleid, beschikt over eigentijdse vaardigheden en werkt vanuit een lerende houding. 9. Onze scholen werken samen met relevante partners en bieden passende lokale voorzieningen. 10. Ons personeel is zowel in houding als mondeling en schriftelijk interpersoonlijk vaardig en maatschappelijk betrokken, wij maken ons onderwijs de moeite waard.


6

2.4. Relatie met bovenschoolse organisaties De gezamenlijke visie op bestuursniveau speelt een belangrijke centrale rol. De doelstellingen uit het strategisch beleidsplan 2013-2018 van stichting Proo vormen de leidraad voor dit schoolplan. Belangrijke speerpunten op het gebied van ons onderwijs zijn: - een lerende en opbrengstgerichte cultuur, - kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten, - vernieuwend en eigentijds onderwijs, - een belangrijke rol voor informatietechnologie. Teamleren biedt scholen kansen om van elkaar te leren. Dit wordt op schoolniveau vorm gegeven, maar ook op cluster- en bovenschools niveau. Onze school behoort tot het samenwerkingsverband: Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe samen met de scholen uit Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe Deze regionale indeling is door de minister vastgesteld. Het beleid van de samenwerkingsverbanden heeft invloed op het onderwijs op onze school. 2.5. Leerlingen Obs De Sprenge locatie Vaassen heeft op 1 oktober 2015 120 leerlingen. In het schooljaar 20152016 wordt gewerkt met 5 groepen: groep 1/2, 3/4, 5, 6 en 7/8. 2.6. Ouders en verzorgers Het opleidingsniveau van de ouders van de kinderen op o.b.s. De Sprenge locatie Vaassen is uiteenlopend. De levensbeschouwelijke achtergrond van de leerlingen is divers. 2.7. Personeel Obs De Sprenge werkt momenteel met een team van tien mensen. Er is sprake van wisselende ervaring. 2.8. Huisvesting en situering van de school in de omgeving O.b.s. De Sprenge is gehuisvest aan de Boxhofstede 15 in Vaassen. Vanaf het schooljaar 20152016 is op deze locatie ook Montessorischool Vaassen gehuisvest. De Sprenge en Montessorischool Vaassen zullen (aanvankelijk) op deze locatie verder gaan als twee afzonderlijke scholen in één gebouw. De locatie is gelegen in de wijk Oosterhof, een nieuwbouwwijk in Vaassen. Het is uiteindelijk de bedoeling dat het samenwerkende scholen worden met eenzelfde onderwijsconcept.


7

3. Schoolontwikkeling en kwaliteitszorg Schoolontwikkeling is een cyclisch leer- en ontwikkelproces waarbij het gaat om het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs is in kaart gebracht door middel van (zelf)evaluatie. De zelfevaluatie resulteert in de vaststelling van gerealiseerde kwaliteit en van nog te ontwikkelen punten. De gerealiseerde kwaliteit wordt geborgd en ontwikkelpunten worden opgenomen in een meerjarenplanning. Op basis van deze meerjarenplanning worden jaarplannen opgesteld. De persoonlijke ontwikkeling van medewerkers wordt afgestemd op de veranderonderwerpen van de school. De inzet en betrokkenheid van alle belanghebbenden in dit proces is essentieel. 3.1. Uitgangspunten en voorwaarden Professionele schoolcultuur en betrokkenheid op elkaar Een belangrijke voorwaarde voor schoolontwikkeling is de aanwezigheid van een professionele cultuur. In een professionele schoolcultuur handelen teamleden vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor zowel opbrengsten als voor processen die hierop van invloed zijn. De schoolleiding stuurt expliciet op vergroting van vakmanschap, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking. Jaarlijks worden activiteiten met dit doel ingepland. Om deze professionele cultuur te stimuleren is op stichtingsniveau in 2014 een vierjarig professionaliseringstraject vastgesteld, met Masterclasses voor alle personeelsleden, Train de trainer programma’s voor de leden van de driehoek (de meerscholendirecteur, de locatieleider en de intern begeleider) op clusterniveau, leiderschapstrainingen voor meerscholendirecteuren en locatieleiders en studiedagen voor de intern begeleiders. Dit is zichtbaar in onze jaarplannen. Een klimaat waarin alle belanghebbenden zich positief betrokken tonen op elkaar is in sterke mate van invloed op het verandervermogen van de school. Integrale benadering Gelet op de meerwaarde van de integrale benadering kiezen we er nadrukkelijk voor om de persoonlijke ontwikkeling af te stemmen op de schoolontwikkeling. Dat komt tot uitdrukking, doordat we de verbinding leggen tussen doelen van de school en de vakbekwaamheid van de medewerkers. De persoonlijke ontwikkeling van het team als geheel en van ieder teamlid afzonderlijk kan niet los gezien worden van de ontwikkeling van de school. Integrale evaluatie In onze oordeelsvorming onderzoeken we de samenhang tussen de verschillende beleids- en kwaliteitsterreinen. Hoe is de kwaliteit van het onderwijsleerproces van invloed op de onderwijsresultaten? Welke relatie en wisselwerking zien we tussen de verschillende kengetallen? Welke relatie zien we tussen opbrengsten of kwaliteit van de leerling ondersteuning en bekwaamheden van het personeel enzovoort. 3.2. Visie op integrale kwaliteitszorg Elk kind doet ertoe en krijgt de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen. Om schoolontwikkeling te realiseren werken we met een systeem voor kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg is een leerproces, waarbij de school zelf, volgens een beargumenteerde planning, systematisch, de kwaliteit van het onderwijs bespreekt, beschrijft, realiseert, beoordeelt en/of laat beoordelen en evalueert. Bij kwaliteit gaat het dan om zowel de eisen die de overheid hier aan stelt, de zogenoemde basiskwaliteit, als om de ambities die de school zelf heeft geformuleerd. Een goed kwaliteitszorgsysteem helpt bij het voortdurend beantwoorden van belangrijke kwaliteitszorgvragen rondom de volgende vier aspecten: de processen binnen de school, het handelen van de medewerkers, de opbrengsten van de leerlingen en de ontwikkelcapaciteit van de organisatie.


8

3.3. Kwaliteitszorgsysteem. Schoolontwikkeling Voor het systeem van kwaliteitszorg maken we gebruik van Integraal. Met behulp van dit instrument kunnen vragenlijsten in het kader van de zelfevaluatie uitgezet worden bij de medewerkers. Dezelfde vragenlijsten kunnen binnen een interne of externe audit gebruikt en ingevuld worden. Met behulp van Integraal wordt ook vormgegeven aan het peilen van de tevredenheid van personeel, ouders en leerlingen. De combinatie van vragenlijsten geeft inzicht in de kwaliteit die wordt nagestreefd. De vragenlijsten worden afgenomen aan de hand van een beargumenteerde planning die beschreven is in hoofdstuk 7, Meerjarenbeleid. Ook het oordeel van de inspectie wordt opgenomen in het systeem. De resultaten van de verschillende vragenlijsten worden samenhangend getoond in de cockpit van Integraal. Vanuit de cockpit kunnen jaarplannen geschreven worden. Opbrengsten en kengetallen onderwijs Naast de resultaten uit de vragenlijsten worden ook de resultaten van tussentijdse- en eindopbrengsten, de gegevens over sociale vaardigheden en de kengetallen onderwijs vanuit ParnasSys en ZIEN! getoond in de cockpit van Integraal. Voor verschillende resultaten wordt de vergelijking gemaakt met de inspectienormen en de school specifieke streefdoelen. Persoonlijke ontwikkeling Integraal wordt ook ingezet voor de persoonlijke ontwikkeling. De medewerkers organiseren door het uitzetten van competentievragenlijsten hun eigen 360-graden feedback. Ook schrijven ze met behulp van Integraal hun persoonlijk ontwikkelingsplannen en geven ze de gesprekkencyclus vorm. Voor de functies schoolleider, interne begeleider en leerkracht zijn er vragenlijsten die de vereiste vakbekwaamheid beschrijven. De inhoud van deze competentievragenlijsten en de vragenlijsten schoolontwikkeling is op elkaar afgestemd. De vragenlijsten zijn ook afgestemd op de standaarden voor leerkrachten en schoolleiders. Vakbekwaamheidsdossier Elke medewerker beschikt over een vakbekwaamheidsdossier. Dit is te onderscheiden van het personeelsdossier of maakt daar onderdeel van uit. Het personeelsdossier is het zakelijk dossier van het bevoegd gezag. Het vakbekwaamheid dossier is het dossier van de werknemer, gericht op de persoonlijke ontwikkeling onder verantwoordelijkheid van de werkgever. Het vakbekwaamheid dossier bevat naast gegevens van de betrokkene in ieder geval een beschrijving van opleiding, ontwikkeling en ervaring, een overzicht van competenties, plan voor de persoonlijke ontwikkeling en verslagen van gesprekken rondom de persoonlijke ontwikkeling. Binnen ParnasSys-Integraal gaan de medewerkers hun vakbekwaamheid-dossier aanleggen 3.4. Overlegstructuur Overleggen hebben een belangrijke plaats binnen schoolontwikkeling. Hier wordt de dialoog gevoerd over wat goed onderwijs is. Het proces van kwaliteitsborging en verbetering start als het ware binnen deze overleggen. Daar vindt analyse en interpretatie van gegevens plaats, waarna de vastgestelde veranderonderwerpen en vereiste vakbekwaamheden worden vastgesteld. Het proces wordt ook binnen deze overleggen afgerond in de vorm van evaluatie. Teamoverleg Het teamoverleg vervult een belangrijke rol binnen de kwaliteitszorg. In het teamoverleg worden de veranderonderwerpen, de bijbehorende doelen en uit te voeren activiteiten vastgesteld. Tegelijkertijd wordt besproken welke vakbekwaamheden hiervoor vereist zijn en wat dat betekent voor de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Om de voortgang van de ontwikkeling te volgen, wordt er tijdens het teamoverleg regelmatig gerapporteerd over de voortgang en over het effect van de verbeteractiviteiten. Het teamoverleg vindt ongeveer één keer per drie weken plaats. Naast de onderwijsinhoudelijke onderwerpen is er ook ruimte voor overleg en afspraken over organisatie en activiteiten die plaatsvinden. Driehoeksoverleg In dit overleg participeren de Meerscholendirecteur, de locatieleider en de intern begeleider. In dit overleg wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan beleidsmatige zaken en planning en organisatie van kwaliteitsverbetering. Ook actuele zaken, actiepunten en knelpunten kunnen worden besproken. Dit kan betrekking hebben op het totale onderwijspakket. Meerwaarde is dat er vanuit


9

de verschillende invalshoeken (meerscholendirecteur, locatieleider, intern begeleider) bespreekpunten kunnen worden ingebracht en dat er in het overleg vanuit verschillende invalshoeken naar gekeken wordt.

Clusteroverleg Ongeveer één keer per zes weken vindt een overleg plaats waarbij de Meerscholendirecteur, locatieleiders en intern begeleiders van het cluster worden uitgenodigd. In dit overleg worden met name punten besproken die voor alle locaties van belang zijn. Hierbij hebben de ontwikkelingen binnen Stichting Proo ook een belangrijke focus. Clusterstudiedagen Wanneer er voldoende facultatieve uren beschikbaar zijn, kunnen deze worden ingezet voor een clusterstudiedag. Op zo’n studiedag komen de leerkrachten, intern begeleiders, locatieleiders en directeur van het cluster bij elkaar voor een studiebijeenkomst. School specifieke studiedagen Bij deze studiedagen wordt er inhoudelijk dieper op de school specifieke onderwijsontwikkeling ingegaan. Hierbij wordt bijvoorbeeld twee keer per jaar aandacht besteed aan het bespreken van de trendanalyses met de mogelijkheid voor leerlingbespreking op teamniveau. (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad In de Medezeggenschapsraad waarvan De Sprenge Vaassen deel uitmaakt, worden ook De Sprenge locatie Emst, de Sterrenschool Geerstraat en Montessorischool Vaassen vertegenwoordigd. De scholen hebben één brinnummer: 13JJ. De MR komt ongeveer zes keer per schooljaar bij elkaar. Beleid en ontwikkelingen binnen de scholen en Stichting Proo komen aan bod. In de MR zijn zowel ouders/verzorgers als teamleden vertegenwoordigd. Bovenschools is er op bestuursniveau een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. De GMR richt zich voornamelijk op bovenschools beleid. In de GMR zijn ook ouders/verzorgers en personeelsleden vertegenwoordigd. De bestuursvoorzitter en de beleidsmedewerker HRM/Medezeggenschapzijn aanwezig bij deze vergaderingen. Ouderraad De Ouderraad bestaat uit minimaal drie ouders/verzorgers. De leden van de ouderraad zijn met name betrokken bij het organiseren en ondersteunen van activiteiten. De vergaderingen worden tenminste door één teamlid bijgewoond. Zie verder het huishoudelijk reglement van de OR. Groepsbesprekingen In dit overleg van de leerkracht en de intern begeleider ligt de focus op het functioneren van de groep als geheel en van de individuele leerlingen. Hierbij kan bijvoorbeeld gesproken worden over de sfeer in de groep, mogelijke knelpunten, de resultaten van de groep en van de individuele leerlingen (met name gericht op de vooruitgang in relatie tot beschikbare mogelijkheden en begeleiding), accenten voor de groepsplannen. Zowel de leerkracht als de intern begeleider brengen gesprekspunten in. Uitgangspunt is om met een positieve focus onderwijs en begeleiding vorm te geven waarbij het welbevinden van de leerlingen en de groep en maximale ontwikkeling op zowel sociaal-emotioneel als cognitief gebied centraal staan. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

10

Gesprekkencyclus De persoonlijke vakbekwaamheden worden binnen de gesprekkencyclus besproken. Na bespreking en vaststelling van de te ontwikkelen vakbekwaamheden stelt iedere medewerker zelf een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Dit persoonlijk ontwikkelingsplan wordt besproken met de leidinggevende, al dan niet aangepast en vervolgens vastgesteld. Met betrekking tot de voortgang van de ontwikkeling worden regelmatig gesprekken gevoerd, waarin de uitvoering van het persoonlijk ontwikkelingsplan ter sprake komt. Er wordt geëvalueerd welke vakbekwaamheden eigen gemaakt zijn en er wordt afgesproken welke vakbekwaamheden nog eigen gemaakt moeten worden in het persoonlijk handelen. De gesprekkencyclus bestaat uit twee soorten gesprekken: het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. Deze gesprekken komen aan de orde binnen een cyclus van twee jaar. Daarnaast zijn er jaarlijks pop- en voortgangsgesprekken.

3.5 Schoolontwikkeling in praktijk Stichting Proo staat en gaat voor de volgende kernwaarden:

Professioneel

Betrokken

Vernieuwend

Op de volgende pagina is schematisch de structuur van dit strategisch beleidsplan weergegeven met de missie, visie, de kernwaarden en hoofddoelstellingen op de zes beleidsterreinen.


11

Missie en visie Kernwaarden: Professioneel Betrokken Vernieuwend Integrale doelstelling: Stichting Proo vormt de Toekomst Hoofddoelstellingen op de beleidsterreinen Bestuur en Organisatie Professioneel en lerend

Onderwijs Opbrengstgericht/passend aanbod

Personeel Van kapitaal belang

1. Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie 2. Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur 3. Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen 4. Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid

1.

1

2. 3.

Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs Informatietechnologie speelt een belangrijke rol

2

3

4

Communicatie Klantgericht met een sterk profiel

1. De scholen van Stichting

Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie op de Veluwe 2. Professionele communicatie, zowel extern als intern, staat centraal

Huisvesting Duurzame schoolgebouwen uitstraling

met

1. De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo hebben een duurzame uitstraling 2. Stichting Proo heeft een evenwichtig en duurzaam scholenbestand

Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van Stichting Proo Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en optimale arbeids- en leeromstandigheden Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap

Financiën Beleidsmatig en kansrijk

1. Er is een transparant

systeem van financiële planning en controle op centraal en schoolniveau 2. Stichting Proo is een financieel solide organisatie

Missie, visie en uitgangspunten bepalen Op De Sprenge willen we leren in een breed verband zien. Leren doe je met je hoofd, je hart en je handen, zowel alleen als met anderen. En verder: - de kinderen leren veel en gaan met plezier naar school, - de leerkrachten werken hard en met plezier, - kinderen die moeite hebben met leren of kinderen die daar juist erg goed in zijn krijgen extra aandacht - wij vinden goed contact met ouders heel belangrijk.


12

We hanteren onderwijskundig de landelijk vastgestelde kerndoelen. Dat zijn de eisen die de overheid stelt aan de verschillende schoolvakken. Onze school houdt zich echter niet alleen maar bezig met onderwijs. Opvoeding, naast die van ouders, speelt duidelijk een rol binnen de school. We praten dan onder andere over normen en waarden, leren samenwerken en eigen verantwoordelijkheid krijgen. De school is dus een leefgemeenschap waar kinderen niet alleen iets leren, maar zich ook kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Het klimaat van de school De sfeer op school is veilig en vertrouwd. We zijn alert op discriminatie, geweld en pesten en werken aan het voorkomen daarvan. En als het toch een keer de kop opsteekt grijpen we in. Ook vertellen we de kinderen steeds weer dat er regels gelden op school. Orde en regelmaat zorgen er voor dat er ruimte en aandacht voor elk kind is. Natuurlijk wordt er wel eens een kind bestraft. Maar we steken veel meer energie in het belonen van goed gedrag. Zelfevaluatie Voorafgaand aan de nieuwe schoolplanperiode is door middel van zelfevaluatie de kwaliteit van de school als totaliteit in beeld gebracht. Dit is gedaan met behulp van de vragenlijsten van Integraal en met behulp van de kengetallen en opbrengsten zoals die getoond worden in de cockpit van Integraal. Onderzocht is (zie hoofdstuk 4,5 en 6) hoe deze zich verhouden tot de basiskwaliteit en de schooleigen ambities. Meerjarenbeleid De uitkomsten van de zelfevaluatie zijn leidend voor de schoolontwikkeling in de komende schoolplanperiode. De door het team gekozen verbeterpunten zijn verwerkt in een meerjarenbeleid. Jaarplannen Vanuit dit meerjarenbeleid worden er per schooljaar één of meerdere jaarplannen geschreven met als doel de kwaliteit te verbeteren en te verduurzamen. De jaarplannen worden gemaakt in het programma Integraal. Elk afzonderlijk jaarplan beschrijft een veranderonderwerp. Per veranderonderwerp wordt aangegeven welke activiteiten daarvoor uitgevoerd gaan worden (wie, wat, hoe, wanneer) en wat de gewenste situatie is die bereikt moet worden. Beschreven wordt welke competenties nodig zijn om de gewenste kwaliteit te realiseren. Er wordt vastgesteld of en hoe behaalde successen gemeten zullen worden. Aan het einde van een schooljaar worden de voor dat schooljaar geldende jaarplannen geëvalueerd en worden de jaarplannen voor het volgende schooljaar opgesteld. Zie voor het meerjarenbeleid en de jaarplannen hoofdstuk 7 en de bijlage jaarplannen. Persoonlijk ontwikkelingsplan Elke medewerker beschikt over een actueel persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit plan beschrijft de doelen die de medewerker nastreeft in het kader van zijn persoonlijke ontwikkeling en wat daarvoor nodig is aan scholing, ondersteuning, begeleiding enzovoort. De medewerkers stellen hun ontwikkeldoelen zoveel mogelijk af op de doelen van de school. Het plan wordt afgesloten met een evaluatie. Voortgang volgen Om de voortgang en het effect van de uitvoering te volgen, worden de volgende activiteiten ondernomen: - analyseren van de tussenresultaten (toetsen januari), eindresultaten (toetsen juni) en de eindtoets groep 8. deze komen aan bod in de groepsbesprekingen en in een teambijeenkomst waarin de bespreking van trendanalyses centraal staat, - analyseren van de overige opbrengsten en ken- en stuurgetallen die in verband staan met de kwaliteit die de school in het betreffende schooljaar wil realiseren, - op minimaal één moment in het jaar een zelfevaluatie met behulp van onderdelen van vragenlijsten vanuit integraal. deze staan in direct verband met de gewenste kwaliteit die de school in het betreffende schooljaar wil realiseren. er worden selecties samengesteld uit de verschillende vragenlijsten. om de school specifieke ambities te onderzoeken worden, indien van toepassing, eigen vragen samengesteld en afgenomen,


13

-

-

-

De schoolleider onderzoekt de voortgang van de gewenste kwaliteit voor het betreffende schooljaar, onder andere door middel van observaties in de groepen. Deze observaties worden besproken met de leerkrachten, Medewerkers doen onderzoek naar de eigen competenties in verband met de gewenste kwaliteit voor het betreffende schooljaar. De school stelt jaarlijks voor de verschillende functies binnen de school competentievragenlijsten samen die direct samenhangen met de gewenste kwaliteit, Er wordt een kwaliteitsagenda opgesteld waarin alle activiteiten in functie van kwaliteitszorg opgenomen zijn. De kwaliteitsagenda maakt inzichtelijk: . welke activiteiten op welk moment in het schooljaar uitgevoerd worden in het kader van observatie, zelfevaluatie en analyse . op welk momenten in het schooljaar en met wie communicatie plaatsvindt over de voortgang van de plannen op basis van de verkregen observatie- en evaluatiegegevens Het resultaat van de evaluaties wordt vastgelegd in de jaarplannen. Indien uit de verzamelde gegevens blijkt dat de voortgang onvoldoende is, wordt de aanpak bijgesteld, Via het Samenwerkingsverband Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe is nu twee keer de monitor basisondersteuning ingevuld. Naar verwachting krijgt dit een vervolg, In de periode 2013-2014 is in het kader van het ARBO-beleid een risico inventarisatie en evaluatie afgenomen op alle scholen van Stichting Proo. Scholen waar minder dan vijf medewerkers zijn, hebben niet deelgenomen aan deze inventarisatie. Dit laatste geldt ook voor de Montessorischool Vaassen.

Verantwoording Er wordt belang gehecht aan tijdige en transparante verantwoording. Dit gebeurt in de eerste plaats in dit schoolplan. Dit wordt toegestuurd naar de onderwijsinspectie en ligt voor iedereen ter inzage op school. Daarnaast is er de schoolgids. In de schoolgids worden de plannen in het kort beschreven. De schoolgids wordt aan alle ouders uitgereikt en ligt ook op school ter inzage. We publiceren de schoolgids daarnaast op onze website. Wanneer er een verslag is van de onderwijsinspectie worden de conclusies samengevat en opgenomen in de schoolgids. Het inspectierapport wordt gepubliceerd op de website en ligt op school ter inzage. In de jaarplannen worden de geplande activiteiten en de doelen die we daarmee willen bereiken beschreven. De schoolleiding verantwoordt zich door middel van de verantwoordingsrapportage aan het bevoegd gezag. Door middel van het jaarverslag wordt officieel verantwoording afgelegd. Het jaarverslag wordt op de website gepubliceerd en indien gewenst op papier verstrekt.


14

4. Beleidsterreinen Voor de verschillende beleidsterreinen wordt de visie van de school weergegeven en verwezen naar gerelateerde beleids- en borgingsdocumenten. Aandachtspunten en doelen vanuit de beleidsterreinen, voor de komende schoolplanperiode zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. 4.1. Identiteit van de organisatie O.b.s. De Sprenge locatie Vaassen is een openbare school voor primair onderwijs waar we samen leren, werken, leven en elkaar respecteren. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid te maken tussen levensbeschouwelijke en godsdienstige overtuiging en culturele achtergrond. 4.2. Onderwijs Inrichting van het onderwijs De organisatie van het onderwijs is zo ingericht dat er gewerkt wordt overeenkomstig artikel 8 lid 1-11 uit de WPO. Bij de inrichting van het onderwijs worden eigen accenten gelegd, die bepaald worden door de identiteit van de schoolorganisatie, zoals hierboven verwoord in paragraaf 4.1. Hoe dit concreet gestalte krijgt in de praktijk, is uitgewerkt in verschillende documenten zoals: schoolgids, schoolondersteuningsprofielen, het Handboek leerlingenzorg (met daarin verschillende documenten met afspraken/protocollen ten aanzien van de leerlingenzorg). Kerndoelendekkend Het leerstofaanbod omvat alle wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden. Binnen dit aanbod worden eigen accenten gelegd, die bepaald worden door de identiteit van de schoolorganisatie, zoals hierboven verwoord in paragraaf 4.1. Dat kan bij de leergebieden betekenen dat het aanbod meer omvat dan de kerndoelen voorschrijven. Bij de vormingsgebieden zal dat vooral tot uitdrukking komen in de invulling, waarbij het onderwijskundig en pedagogisch kader van de school leidend is. Uitgangspunt is handelingsgericht werken, aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerstof wordt op verschillende niveaus aangeboden. Dit is verwerkt in de groepsplannen (basisaanbod, extra begeleiding voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof eventueel gecombineerd met beperking van de stof, extra uitdaging voor leerlingen die meer aankunnen). Uitgangspunt is dat alle leerlingen de leerstof t/m groep 8 beheersen. Hierbij wordt met name gebruik gemaakt van kerndoelen en referentieniveaus. In sommige gevallen wordt een aangepast eindniveau nagestreefd, dit wordt vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief. Voor leerlingen die meer verdieping willen of nodig hebben, worden in overleg met de leerling extra opdrachten vormgegeven. In sommige gevallen kan worden gekozen voor de digitale plusklas van Proo. Aandachtspunt met betrekking tot de leerling populatie is de ontwikkeling van de woordenschat. Er is extra aandacht voor woordenschat binnen de methode voor begrijpend lezen Nieuwsbegrip, binnen de thema’s van taal en wereldoriëntatie. Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een mindmap, uitleg van moeilijke woorden, zelf op zoek gaan naar de betekenis van woorden, uitleggen aan elkaar, woordenboek en computer. Leerlingen kunnen vertellen aan de groep over een onderwerp dat hen boeit en geven presentaties waardoor de groep kennis maakt met nieuwe woorden. Via computerprogramma’s kan ook extra worden geoefend ten aanzien van de woordenschat.

Er zijn een aantal basisregels, waar zowel thuis als op school aandacht aan wordt besteed. Schoolondersteuningsprofiel De schoolleiding stelt in samenspraak met het team het schoolondersteuningsprofiel op. Het schoolondersteuningsprofiel wordt besproken in de MR en door het bevoegd gezag vastgesteld. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise ze nog moet ontwikkelen en wat dat betekent voor de (scholing en toerusting van) leraren. De school publiceert het profiel via publieke kanalen zoals bijvoorbeeld schoolgids en website, zodat iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) kan zien welke ondersteuning de school biedt.


15

O.b.s. De Sprenge locatie Vaassen kan leerlingen met verschillende begeleidingsbehoeften op leergebied begeleiden. De school kan leerlingen met specifieke hulpvragen op het gebied van werkhouding en gedrag begeleiden, mits de leerlingen in een combinatiegroep kunnen functioneren en dus enige mate van zelfstandigheid beheersen. O.b.s. De Sprenge locatie Vaassen is in staat leerlingen die de reguliere leerstof niet kunnen volgen, aangepaste leerstof te bieden. De school is niet in staat om specifieke begeleiding op het gebied van gedrag te bieden.

Voor leerlingen die maximaal het eindniveau groep 7 behalen, kan een ontwikkelingsperspectief worden vormgegeven. De doelen op korte en lange termijn worden omschreven, en deze zullen tenminste twee keer per jaar worden geëvalueerd. Voor leerlingen die meer begeleiding nodig hebben, zal worden overwogen om een persoonlijk arrangement vorm te geven, waarin wordt omschreven wat de extra begeleidingsbehoefte is en welke extra mogelijkheden/middelen hiervoor nodig zijn. Vervolgens kunnen deze worden aangevraagd. Gerelateerde documenten - schoolgids, - schoolondersteuningsprofiel, - vragenlijsten en tevredenheidspeilingen (van integraal), - nulmeting samenwerkingsverband. 4.3. Personeel en organisatie Schoolontwikkeling Het team werkt vanuit vertrouwen goed samen aan schoolontwikkeling. Onze medewerkers tonen een goede inzet en zijn vakbekwaam. Het team beschikt over voldoende zelfsturend vermogen en veranderkracht om het onderwijs met succes te verbeteren. De school werkt data gestuurd, planmatig en resultaatgericht aan de verbetering van haar onderwijs op basis van gedegen analyse. De activiteiten moeten bijdragen aan het bereiken van de missie en de visie van de school. De schoolorganisatie en het onderwijs dat op school wordt gegeven, moeten op adequate en professionele wijze geleid worden. Daarbij heeft de schoolleiding oog voor alle betrokkenen bij de schoolorganisatie en voor het geboden onderwijs. De schoolleiding beschikt over passende vakbekwaamheden. Het bestuur volgt en stimuleert op effectieve wijze de kwaliteit van het onderwijs Organisatiebeleid Op onze school voeren we een goed personeelsbeleid. Binnen Proo staat leren van en met elkaar centraal. De doelen en aanpak van het bestuur, directie en team zijn in lijn met elkaar. De personeelsleden verzorgen vanuit een gezamenlijke visie, gebaseerd op het schoolconcept, het onderwijs op onze school. Van hen wordt verwacht dat ze loyaal in hun functie staan. In de praktijk betekent dit dat ze zich volledig inzetten voor hun werk en dat ze zich blijven ontwikkelen ten behoeve van goed onderwijs. De schoolleiding heeft hierin een stimulerende en ondersteunende rol. Wat betreft stimulering en ondersteuning gaat de aandacht met name uit naar beginnende leerkrachten en naar alle leerkrachten in situaties waarbij vernieuwingen worden ingevoerd en geborgd. Ook voor de oudere leerkrachten hebben we in het kader van duurzame inzetbaarheid extra aandacht. Leraren worden aangesproken op hun professionaliteit. Een goed personeelsbeleid en een prettig leef- en werkklimaat moet er aan bijdragen dat het personeel zich betrokken voelt bij het werk en bij de school De administratie en procedures zijn helder, transparant en inzichtelijk. De wettelijk verplichte documenten en procedures worden zorgvuldig gehanteerd. Gerelateerde documenten - personeelsbeleidsplan, - bestuursformatieplan, - meerjarenbestuursformatieplan, - strategisch beleidsplan, - professionaliseringsplan 2014-2018.


16

4.4. Communicatie In onze communicatie streven we ernaar goed te luisteren, in te leven en feedback te geven. Binnen onze school is sprak van een professionele cultuur. We zijn ons ervan bewust dat goede communicatie essentieel is en voortdurend de aandacht vraagt. We vinden het belangrijk om met alle belanghebbenden (intern, extern) tijdig, adequaat en doelmatig te communiceren. Interne communicatie Interne communicatie vraagt een inspanning van alle betrokkenen. Er is bij ons sprake van een functionele overlegcultuur en overlegstructuur. Alle interne communicatie moet gezien worden in het belang van goed onderwijs voor de kinderen en een goede werksfeer voor schoolleiding en leraren. De interne informatievoorziening draagt er aan bij dat teamleden tijdig, open en volledig geïnformeerd worden. Samenwerking met ouders Ouders geven in vertrouwen het onderwijs en een deel van de opvoeding uit handen aan de basisschool. Goede communicatie is essentieel, in het belang van de kinderen en in het belang van de onderlinge relatie. De informatievoorziening houdt rekening met verwachtingen van ouders en stelt ouders in staat om te begrijpen, mee te leven en mee te denken. Er is een schoolcultuur waarin teamleden vanuit een proactieve houding een goede samenwerking met ouders bevorderen. De school stelt ouders in staat mee te denken over de ondersteuning van het kind in de groep en denkt actief mee met ouders over de ondersteuning thuis. De school stelt ouders in staat op een bij de school passende wijze mee te denken over het schoolbeleid. De school bevordert dat ouders mee kunnen doen en mee kunnen leven. Communicatie met externen De communicatie met externen staat in dienst van het op school gegeven onderwijs en degenen die daarbij zijn betrokken. Een goede communicatie met externen is representatief voor de onderwijscultuur en onderwijsstructuur van de school. De communicatie is transparant. Gerelateerde documenten - schoolgids, - klachtenregeling. 4.5. Huisvesting en inrichting De mensen die hun werk in en om de school doen, de kinderen die de school bezoeken en ook overige bezoekers in de school, moeten gebruik kunnen maken van adequate voorzieningen (werkruimtes, ICT-voorzieningen enzovoort). Een goede inzet van middelen, adequate voorzieningen en een prettig leef- en werkklimaat draagt er aan bij dat het personeel zich betrokken voelt bij het werk en bij de school. Gerelateerde documenten - huisvestingsplan, - (meerjaren) onderhoudsplan, - notitie spreiding en instandhouding scholen. 4.6. Financiën De middelen die ter beschikking worden gesteld, worden doelmatig ingezet. De middelen voor inzet van personeel worden ingezet op basis van het aantal leerlingen van onze school en de zorg die deze leerlingen nodig hebben. De middelen ten behoeve van scholing worden voor een belangrijk deel ingezet op basis van plannen van geheel stichting Proo, vaak in de vorm van collectieve scholing. De belangrijkste budgetten waar de school zelf voor beschikt zijn voor leermiddelen, licenties en energie. Jaarlijks wordt over de realisatie van de budgetten verantwoording afgelegd. Gerelateerde documenten - jaarbegroting stichting proo, - deelbegroting, - meerjarenbegroting stichting proo, - jaarrekening stichting proo, - strategisch beleidsplan.


17

5. Analyse huidige stand van zaken De analyse van de huidige stand van zaken geeft een beeld waar de school goed in is en waar de risico’s en ontwikkelpunten liggen. Risico’s en ontwikkelpunten vragen de komende schoolplanperiode aandacht. De sterke punten worden benut om in de komende vier jaren de risico’s en ontwikkelpunten in positieve zin om te buigen. Aandachtspunten en doelen voor de komende schoolplanperiode zijn verwerkt in hoofdstuk 7: Meerjarenbeleid. 5.1. Terugblik op de vorige schoolplanperiode Tijdens de voorgaande schoolplanperiode zijn de volgende zaken gerealiseerd: 1. Op onze school is HGW ingevoerd, er wordt gewerkt met groepsplannen. 2. Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling: er wordt gewerkt met het preventieve anti-pestprogramma KiVa, Goed gedaan en het volgsysteem Zien is ingevoerd. 3. Stichting Proo heeft schoolbreed het aandachtspunt ‘De basis op orde’ ingevoerd, welke middels een cursus is aangeboden aan de schoolleiding. Elke school is verplicht de basis op orde te hebben (gesprekkencyclus, groepsplannen, de klassenorganisatie, de instructie, enzovoort). 4. De leraren maken gebruik van het digibord en andere ICT-middelen. 5. De school heeft veel aandacht voor lezen. Er wordt gebruik gemaakt van een grote verscheidenheid aan leesvormen en –activiteiten. 6. Elk jaar staat een cultuurdiscipline centraal. De school heeft in de periode 2011-2015 de volgende disciplines uitgewerkt: dans, audiovisuele technieken, cultureel erfgoed, muziek. Methodes: de volgende methodes en licenties zijn aangeschaft in de periode van 2011-2015: - estafette (technisch lezen) voor groep 4, - wereld in getallen (rekenen) in groep 1 t/m 8, - groove me (Engels) in groep 1 t/m 8, - nieuwsbegrip XL (begrijpend lezen) in groep 5 t/m 8. Evaluatie jaarplan 2014-2015: Actiepunt 1 Handelingsgericht werken Doel Hanteren van groepsplannen voor begrijpend lezen, rekenen en spelling Resultaat De leerkrachten hebben ervaring opgedaan met het maken van groepsplannen. Hierbij is extra aandacht gevestigd op de analyse. Evaluatie Handelingsgericht werken en werken met groepsplannen blijft een aandachtspunt. Tevens is het belangrijk om aandacht te schenken aan de planmatige uitvoering van de zorg.

Actiepunt 2 Doel Resultaat Planning Evaluatie

Actiepunt 3 Doel Resultaat Evaluatie

Oriëntatie rekenmethode Aanschaf methode Wereld in Getallen Op De Sprenge wordt vanaf het schooljaar 2014/2015 gewerkt met Wereld in Getallen. Tijdens teamvergaderingen in dit schooljaar wordt de methode geëvalueerd. De rekenmethode Wereld in Getallen is geïmplementeerd. Het blijft belangrijk om ervaringen uit te wisselen. Opbrengst gericht onderwijs Resultaten begrijpend lezen verhogen Afgelopen jaar is Nieuwsbegrip ingevoerd. De eerste resultaten zijn positief. De implementatie wordt nog meer verstevigd en woordenschat krijgt een nog grotere rol. De resultaten van begrijpend lezen zijn onvoldoende verbeterd. In het schooljaar2015/2016 zal een begeleidingstraject worden gevolgd met betrekking tot begrijpend lezen. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

18

Actiepunt 4 Doel Resultaat Evaluatie

KiVa training groep 5 t/m 8 Voorkomen van pestgedrag op school Pestgedrag komt steeds minder voor op deze locatie. Het blijft belangrijk om aandacht te blijven houden voor het toepassen van het programma van KiVa. De school participeert tenminste twee keer per jaar in een KiVa-ervaringsgroep. Ook zal KiVa zodra dat mogelijk is in groep 1 t/m 8 worden toegepast.

5.2. Leerlingenpopulatie Verdeling Leerlinggewicht: Realisatie

Peildatum: 1 oktober

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

143

100%

147

100%

142

100%

128

100%

Gewicht 0,3

15

10.5%

16

10.9%

16

11.3%

13

10.2%

Gewicht 1,2

3

2.1%

3

2.0%

4

2.8%

5

3.9%

125

87.4%

128

87.1%

122

85.9%

110

85.9%

Totaal aantal leerlingen

Geen / Onbekend

Verdeling Leerlinggewicht: Prognose

Peildatum: 1 oktober

2015 / 2016 Aantal

%

2016 / 2017 Aantal

%

2017 / 2018 Aantal

%

2018 / 2019 Aantal

%

Totaal aantal leerlingen Gewicht 0,3

10

8

8

6

Gewicht 1,2

3

3

3

3

Geen / Onbekend

Aantallen per leeftijd: Realisatie

Peildatum: 1 oktober 2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

4 jaar

12

22

16

12

5 jaar

19

13

21

15

6 jaar

10

22

13

20

7 jaar

23

10

23

13

8 jaar

13

23

9

23

9 jaar

21

15

20

7

10 jaar

18

22

15

18

11 jaar

23

17

22

14

12 jaar

4

3

3

6

Aantallen per leeftijd: Prognose

Peildatum:1 oktober 2015 / 2016

2016 / 2017

4 jaar

6

3

5 jaar

12

8

6 jaar

15

12

2017 / 2018

2018 / 2019

8


19

Aantallen per leeftijd: Prognose

Peildatum:1 oktober 2015 / 2016

2016 / 2017

2017 / 2018

2018 / 2019

7 jaar

20

15

12

8 jaar

13

20

15

12

9 jaar

23

13

20

15

10 jaar

7

23

13

20

11 jaar

18

7

19

13

12 jaar

3

1

2

8

5.3. Personeel Geslacht Man Vrouw Onbekend

Leeftijdcategorie

Aantal 2 10 0

Aantal

Dienstjaren school

Aantal

<5

2

6 – 10

3

11 – 15

1

16 – 20

6

20 – 25

0 0

< 20 jaar

0

> 25

20 – 30 jaar

0

Onbekend

31 – 40 jaar

2

41 – 50 jaar

2

Dienstjaren onderwijs

51 – 60 jaar

8

<5

> 60 jaar

0

6 – 10

2

Onbekend

0

11 – 15

3

16 – 20

1

WTF

Aantal

< 0,3

3

0,3 – 0,6

3

> 0,6

6

Onbekend

Aantal

20 – 25 > 25

Inschaling

6

Aantal

LA LB

Personeelstype

Aantal

Niet onderwijsgegevend

3

Onderwijsgevend

9

Onbekend

0

LC


20

5.4.

(Zelf)evaluatie en tevredenheid

In het schooljaar 2014-2015 zijn met behulp van het kwaliteitsmanagementsysteem ‘Integraal’ verschillende vragenlijsten afgenomen. De scores voor de onderwerpen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Evaluatie Domein

Onderwerp

ZE

OLP

Leefklimaat in de groep

OLP

Tevredenheid

AUD

INS

PTP

OTP

LTP

3.8

3.4

3.3

Leerklimaat in de groep

3.6

3.4

3.4

OLP

Instructie

3.3

OLP

Afstemming

3.5

3.3

3.3

OLP

Leerstofaanbod

3.1

3.3

3.1

OLP

Onderwijstijd

3.3

3.4

PO

Waarnemen en begrijpen

3.7

PO

Planmatig handelen

3.4

PO

Organisatie en aansturing

3.5

PO

Samenwerking met externen

4.0

PO

Leerlingenondersteuning

SC

Leefklimaat op school

3.4

3.6

SC

Werkklimaat op school

2.9

3.4

SC

Interne communicatie

3.4

3.3

SC

Visiegericht

3.2

3.3

SC

Persoonlijke betrokkenheid

SC

Aanvaarding

SMO

Cultuur

3.3

SMO

Informeren

3.5

KM

Voorwaarden voor kwaliteit

2.5

KM

Systeem voor zelfevaluatie

3.6

OM

Personeel

3.4

OM

Financiën

3.8

OM

Huisvesting en voorzieningen

3.3

OM

Administratie en procedures

4.0

IM

Presentatie

IM

Resultaten onderwijs

3.3

3.5

3.0 3.2

3.4

3.9 3.5 3.7

3.1 3.2

3.1

3.3

2.4

3.1

3.3

3.5

3.6

3.2

3.6

3.2

3.3

3.3

3.8

LEGENDA Domein

Vragenlijsttype

OLP

Onderwijsleerproces

ZE

Zelfevaluatievragenlijst

PO

Planmatige ondersteuning

AUD

Auditorenvragenlijst

SC

Schoolcultuur

INS

Inspectievragenlijst

SMO

Samenwerking met Ouders

PTP

Personeelstevredenheidspeiling

KM

Kwaliteitsmanagement

OTP

Oudertevredenheidspeiling

OM

Organisatiemanagement

LTP

Leerlingtevredenheidspeiling

IM

Imago

Domein (o)

Domein (o)


21

LEGENDA OLP (o)

Onderwijsleerproces

IC (o)

Interne communicatie

SK (o)

Schoolklimaat

CMO (o)

Communicatie met ouders

LA (o)

Leerstofaanbod

CME (o)

Contacten met externen

OT (o)

Onderwijstijd

SO (o)

Schoolontwikkeling

ZEB (o)

Zorg en begeleiding

OB (o)

Organisatiebeleid

KZ (o)

Kwaliteitszorg

IM (o)

Imago

5.5. Schoolprofielen Om zicht te krijgen hoe de school presteert met betrekking tot bepaalde thema’s, zijn de volgende schoolprofielen geanalyseerd:  Planmatige ondersteuning; opvallende items zijn: De ontwikkelingsperspectieven, groeps- en hulpplannen zijn van hoge kwaliteit.

2.9

0.9

Planmatig handelen - PO - SF - 23/02/15 - R:8

De leerkracht bereikt dat leerlingen ‘eigenaar’ zijn van hun handelingsplan.

2.3

1.0


De leerkracht komt direct in actie wanneer kinderen extra begeleiding nodig hebben.

2.9

0.8

Leerlingenondersteuning - PO - SF 30/03/15 - R:31

Ouders zijn tevreden over hoe men op school kinderen met leermoeilijkheden begeleidt.

2.9

0.8


Ouders zijn tevreden over hoe men op school kinderen met gedragsmoeilijkheden begeleidt.

2.4

1.0


Ouders zijn tevreden over hoe men op school kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn extra uitdaging biedt.

2.8

1.0




Zorg voor kwaliteit; opvallende items zijn:

De school verzamelt systematisch informatie over de kenmerken van de leerlingenpopulatie.

2.5

0.5

Voorwaarden voor kwaliteit - KM - SF 23/02/15 - R:2

De school stemt het onderwijsleerproces af op de kenmerken van de leerlingenpopulatie.

2.5

0.5


De school evalueert het functioneren van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs.

2.5

0.5




Sociale veiligheid; opvallende items zijn:

Er gebeuren weinig vervelende dingen in hun groep.

2.6

0.9

Leefklimaat in de groep - OLP - SF 30/03/15 - R:69

Kinderen in de groep doen aardig tegen elkaar.

2.8

0.7

Leefklimaat in de groep - OLP - SF 30/03/15 - R:69



Ouderparticipatie; opvallende items zijn:

Personeel en ouders werken gemotiveerd samen.

2.5

0.5

Cultuur - SMO - SF - 23/02/15 - R:2

Ouders zijn tevreden over hoe de school omgaat met klachten en kritiek.

2.6

0.9

Cultuur - SMO - SF - 30/03/15 - R:29

Ouders zijn tevreden over de inspraakmogelijkheden die de school biedt.

2.8

0.8

Cultuur - SMO - SF - 30/03/15 - R:33


22



Leerling participatie; opvallende items zijn:

De leerkracht bereikt dat kinderen in eigen woorden kunnen zeggen wat ze aan het einde van de les moeten weten of kunnen.

2.8

0.4

Instructie - OLP - SF - 23/02/15 - R:8

De leerkracht geeft kinderen inzicht in hoeverre zij het les doel hebben bereikt.

2.6

0.7

Instructie - OLP - SF - 23/02/15 - R:8

De leerkracht bereikt dat leerlingen ‘eigenaar’ zijn van hun handelingsplan.

2.3

1.0




Professionele schoolcultuur; opvallende items zijn:

De schoolleiding stuurt met succes op teameffectiviteit.

2.5

0.5

Werkklimaat op school - SC - SF 23/02/15 - R:2

5.6. Tussentijdse Opbrengsten Voor de opbrengsten van begrijpend lezen en rekenen zie het plan van aanpak. Vaardigheidsscore ten opzichte van de inspectienorm Jaar CITO Drie-Minuten-Toets

CITO Leestechniek

CITO Leestempo

CITO Rekenen voor kleuters

Gew

1

2

3

4

5

6

7

8 92.8

11/12 M

13%

20.6

56.0

80.4

86.4

94.9

11/12 E

13%

29.8

66.4

84.3

91.3

105.6

12/13 M

13%

26.3

38.0

70.3

85.3

99.8

12/13 E

13%

37.5

47.6

79.4

94.2

97.7

13/14 M

14%

29.9

56.5

69.7

87.3

95.2

13/14 E

14%

38.4

68.1

79.0

91.6

103.0

14/15 M

14%

24.5

57.1

74.7

85.7

87.1

11/12 M

13%

173.1

11/12 E

13%

181.1

12/13 M

13%

167.7

12/13 E

13%

184.8

13/14 M

14%

172.5

13/14 E

14%

178.9

14/15 M

14%

174.1

11/12 M

13%

56.4

89.1

116.3

11/12 E

13%

62.0

90.5

128.4 162.6

12/13 M

13%

42.4

92.8

123.9 145.6 160.3

12/13 E

13%

13/14 M

14%

13/14 E

14%

14/15 M

14%

11/12 M

13%

69.8

84.6

11/12 E

13%

71.6

92.0

12/13 M

13%

69.8

83.5

31.5

38.8

35.6

54.6

99.4

105.8

97.9

108.0 141.6 170.0

67.3

72.6

113.7 162.4 175.9

85.9

82.4

115.9 177.9

64.6

102.6 139.3 165.5 190.9


23

Jaar

CITO Spelling

CITO Taal voor kleuters

CITO Woordenschattoets

Gew

1

2

3

4

5

6

7

12/13 E

13%

74.6

93.5

13/14 M

14%

64.8

86.5

13/14 E

14%

71.7

89.8

14/15 M

14%

67.8

86.7

11/12 M

13%

110.4 121.3 125.1 131.6 141.1

11/12 E

13%

115.6 119.4 128.1 137.9

12/13 M

13%

108.8 114.4 126.2 131.8 137.9

12/13 E

13%

113.8 119.0 128.1 136.8

13/14 M

14%

109.5 122.0 123.7 131.1 139.8

13/14 E

14%

114.9 123.8 126.6 136.5

14/15 M

14%

113.5 115.7 127.5 131.8 138.8

11/12 M

13%

51.8

63.5

11/12 E

13%

56.9

70.0

12/13 M

13%

57.8

67.2

12/13 E

13%

68.7

79.3

13/14 M

14%

52.5

68.2

13/14 E

14%

58.9

72.9

14/15 M

14%

61.2

71.5

11/12 M

13%

45.3

59.9

55.4

73.5

11/12 E

13%

62.0

51.9

62.1

73.6

12/13 M

13%

40.2

39.0

61.1

67.5

86.6

12/13 E

13%

56.8

56.0

64.2

83.7

99.7

13/14 M

14%

47.9

59.7

58.2

70.7

78.3

13/14 E

14%

62.5

69.6

64.8

73.9

82.6

14/15 M

14%

53.8

50.4

65.4

71.7

84.2

8

96.3

96.6

92.3

5.7. Sociale Vaardigheden. 2013/2014


24

2014-2015

5.8. Eindopbrengsten. CITO Eindtoets

2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 Percentage gewogen leerlingen

13%

13%

14%

14%

Aantal leerlingen in leerjaar 8

24

17

21

18

Aantal deelnemers aan toets

24

16

18

17

Taal

65.1

70.0

69.8

94.2

Rekenen

36.4

39.9

38.3

57.1

Studievaardigheden

27.3

27.7

28.1

Nvt

527.0

533.3

531.0

530.1

Totaalscore

5.9. Kengetallen onderwijs. Doorstroming

2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015

Kleutergroepverlenging

0.0%

0.0%

20.0%

0.0%

Doublures leerjaar 3-8

0.9%

1.7%

3.5%

5.0%

Leerlingen ouder dan 12 jaar

2.8%

2.0%

2.1%

4.7%

Leerlingen leerjaar 4-8 met een verkorte schoolloopbaan

0.0%

0.0%

1.1%

1.2%

Uitstroom leerjaar 7 naar LWOO of PRO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Uitstroom leerjaar 8 naar LWOO of PRO

0.6%

1.4%

1.4%

4.2%

Uitstroom naar SBO

0.0%

0.0%

0.7%

0.0%

Uitstroom naar SO

0.0%

1.4%

0.0%

0.0%

Uitstroom naar BAO

2.0%

0.7%

4.2%

6.6%

Instroom vanuit BAO

4.9%

2.8%

3.7%

1.6%

Terugplaatsing vanuit SBO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Terugplaatsing vanuit SO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Leerlingen met een indicatie

2.1%

0.7%

0.0%

0.0%


25

5.10. Functioneren leerlingen in het VO.

5.11. Rapportages van derden Conclusies naar aanleiding van de audit: zie hoofdstuk 7: meerjarenplan. In de schooljaren 2012-2013 en 2014-2015 is er door de Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe een monitor uitgezet om van alle basisscholen een beeld te krijgen van de basisondersteuning op de scholen. Op een dertiental indicatoren is de school over de basisondersteuning ondervraagd. Het betrof de volgende dertien indicatoren die gescoord konden worden met een vierpuntsschaal: 1. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving. 2. De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. 3. Het personeel werkt opbrengsten handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen. 4. Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken. 5. Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties. 6. Voor leerlingen die een passend curriculum nodig hebben is een ambitieus ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld. 7. De school draagt leerlingen zorgvuldig over. 8. Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning. 9. De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingenondersteuning. 10. De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld 11. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenondersteuning en past het beleid zo nodig aan. 12. De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur. 13. De school heeft een effectief ondersteuningsteam. De scores op de indicatoren 5 (3,0) en 13 (3,0) verdienen nog steeds aandacht: het betreft: het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties en de school heeft een effectief ondersteuningsteam. De overige indicatoren scoorden allen ruim boven 3,0. 5.12. Toezichtsarrangement onderwijsinspectie Door de onderwijsinspectie is op 15 januari 2013 het volgende toezichtsarrangement toegekend: basisarrangement. 5.13. Conclusies n.a.v. de analyse Na analyse van kengetallen in bovenstaande paragrafen, zijn de volgende conclusies getrokken: zie plan van aanpak De Sprenge Vaassen met accenten op onderwijstijd, verbeteren (eind)resultaten, begrijpend lezen en teamontwikkeling. De conclusies hebben geleid tot plannen voor de komende schoolplanperiode. Deze plannen zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

26

6. Actuele interne en externe ontwikkelingen Bij de toekomstige ontwikkeling van onze school wordt rekening gehouden met de diverse externe en interne ontwikkelingen. In dit hoofdstuk schetsen we deze ontwikkelingen. Consequenties voor de komende schoolplanperiode worden verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. 6.1. Interne ontwikkelingen

TOEKOMST

HEDEN

SOAR analyse, (Strengths, Opportunities, Aspirations, Results) Onderstaande is opgesteld door het team in een drietal bijeenkomsten: INTERN EXTERN STERKTE  Betrokkenheid  Leerlinggericht  Op niveau werken  Planmatig werken  Talenten team benutten  Technisch lezen  Creatief  KiVa

KANSEN  Leesonderwijs op hoger niveau profileren  Nieuwbouw Vulcanus  Scholing  Moderne middelen

AMBITIES  Kinderen op hun eigen, zo hoog mogelijke, niveau brengen en sociaal vaardig maken  Groei van het leerlingaantal, enkele groepen  Engels-ICC-ICT (scholing)  Inrichting school fris en modern  Basisvakken op niveau, beheersen basisvaardigheden  Leesschool, in activiteit en resultaat  Engels vanaf groep 1

RESULTATEN  Scoren als een goede school  Goede sfeer leerkrachten en leerlingen  Voldoende vaardigheden t.a.v. rekenen, lezen, spelling en Engels

6.2. Externe ontwikkelingen

Actuele externe ontwikkelingen We hebben gedurende de schoolplanperiode als school te maken met de volgende externe ontwikkelingen: 1. 2. 3. 4. 5.

Bestuursakkoord primair onderwijs Onderwijsinspectie CAO PO Gemeentelijke ontwikkelingen Passend onderwijs

Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de volgende documenten: - Bestuursakkoord primair onderwijs, versie juli 2014 incl. bijlage. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2014/07/10/bestuursakkoord-voor-de-sector-primair-onderwijs.html (Definitieve versie 10 juli 2014) - Actuele interne en externe ontwikkelingen schoolplanperiode 2015-2019 - Strategisch beleidsplan stichting Proo met aanvulling n.a.v. bestuursakkoord


27

Ad 1. Bestuursakkoord. Op 10 juli 2014 is het bestuursakkoord gesloten tussen de staatssecretaris OCW en de PO raad, sectororganisatie en belangenbehartiger van schoolbesturen in primair onderwijs. In het akkoord staan de doelstellingen en ambities voor de periode tot 2020. Deze zijn verwerkt in het strategisch beleidsplan van de stichting. Het gaat onder meer om de volgende, voor onze school belangrijke onderwijskundige ontwikkelingen en doelstellingen: ICT Doelenstellingen: - In 2015 hebben de schoolbesturen een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT, gebaseerd op hun visie op onderwijs. - 90% van de scholen gebruikt in 2020 dagelijks digitaal leermateriaal in het primair proces. - Daartoe hebben de leraren voldoende ICT-basisvaardigheden en zetten ze deze in hun lespraktijk in. Toptalenten Doelstelling: - Alle scholen herkennen toptalenten en bieden hen een uitdagend onderwijsaanbod. Voorkomen zittenblijven Doelstelling: - Het percentage zittenblijvers in de basisschoolperiode is in 2020 teruggebracht van 3% naar 2% per jaar, met name door het verlagen van het aantal zittenblijvers in de onderbouw. Techniekonderwijs Doelstelling: - Scholen bevorderen, met het oog op de brede vorming van leerlingen, het onderzoekend leren van leerlingen, onder andere door een aanbod op het gebied van ‘wetenschap en technologie’, zoals afgesproken is in het Techniekpact. Cultuureducatie Doelstelling: - Scholen verbeteren, met het oog op de brede vorming van leerlingen, de kwaliteit van cultuureducatie door uitvoering van het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ en het uitvoeren van afspraken uit het ‘Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs’. Gezonde kinderen die meer bewegen in en rondom schooltijd Doelstellingen: - Scholen committeren zich aan de doelen uit de agenda Sport en Bewegen om vanaf 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs te bieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs. - In 2017 zijn op lokaal niveau afspraken gemaakt met als uitgangspunt het streven naar méér bewegingsonderwijs en een versterking van het buitenschoolse aanbod. - Vanaf 2017 worden alle lesuren bewegingsonderwijs gegeven door een bevoegde leerkracht (ALO of PABO met LO-bevoegdheid). Ad 2. Onderwijsinspectie Het gaat onder meer om de volgende, voor onze school belangrijke onderwijskundige ontwikkelingen: Toezichtsarrangement De inspectie hanteert voor de scholen nu de oordelen ‘zeer zwak’, ‘zwak’ en ‘basiskwaliteit’. De overheid wil dat er in plaats van het oordeel ‘basiskwaliteit’ een onderscheid komt in ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’. Ook scholen die ‘goed’ zijn, moeten zich verbeteren en daarbij ondersteund worden. Sociale veiligheid Vanuit de politiek en de inspectie is er meer aandacht voor het onderwerp sociale veiligheid. Het voornemen een anti-pestwet in te dienen heeft de staatssecretaris Dekker inmiddels laten varen. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

28

Het initiatief om dit ingrijpende probleem aan te pakken ligt nu bij de scholen zelf. Er zullen vanuit de overheid waarschijnlijk wel eisen gesteld gaan worden over het wat (beleidsdoelen), maar het is aan de scholen ‘hoe’ zij sociaal veiligheidsbeleid gaan vormgeven. Scholen moeten hier werk van gaan maken. Ad 3. CAO PO 2014-2015 http://www.poraad.nl/content/onderhandelaarsakkoord-cao-po-2014-2015 De bapo wordt afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt een regeling waarbij alle werknemers in het primair onderwijs uren krijgen om te besteden aan professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Te denken valt aan tijd voor intervisie, mobiliteit, coaching en dergelijke. Dit is een belangrijke stap in het toekomstbestendig maken van de cao. Voor werknemers die 10 jaar voor hun pensioen staan is een bijzonder budget in tijd beschikbaar. Met een eigen bijdrage is dit ook besteedbaar aan verlof. Beginnende leerkrachten krijgen met de nieuwe cao extra mogelijkheden om zich te ontwikkelen. In drie jaar kunnen zij hun niveau opbouwen van startend leerkracht tot basisbekwaam. Om de werkdruk aan te pakken stapt het primair onderwijs over op een veertigurige werkweek en is het mogelijk nieuwe afspraken te maken over taken en taakverdeling. In plaats van het huidige basismodel, waarin een fulltimer maximaal 930 uur van de 1659 beschikbare uren per jaar lesgeeft, kunnen scholen overstappen op een overlegmodel over de werkverdeling, waarin de zwaarte van het werk (klassengrootte, zorgleerlingen, etc.) wordt meegewogen en geen sprake is van een maximum aan de lessentaak. Hiervoor is wel instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel nodig. Ad 4. Gemeentelijke ontwikkelingen De gemeentelijke ontwikkelingen hebben betrekking op de Huisvesting en de Jeugdhulp. Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. Daarnaast voeren gemeenten en schoolbesturen lokaal overleg om het onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven in een Lokale Educatieve Agenda (LEA). Verplichte thema’s zijn onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Steeds vaker komen ook andere thema’s die op lokaal niveau spelen aan de orde. Denk daarbij aan verzuimbeleid, leerlingenvervoer, de brede school, doorlopende leerlijnen, taalbeleid en veiligheid in en om de school. Ad 5. Passend Onderwijs Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat de school per 1 augustus 2014 ervoor verantwoordelijk is om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit meteen aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg. De samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en het geld kan zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas. Uit de middelen betaalt het samenwerkingsverband ook het voortgezet speciaal onderwijs ((v)so) voor het aantal leerlingen dat vanuit het samenwerkingsverband daar is ingeschreven.


29

7. Meerjarenbeleid 7.1. Totaaloverzicht van ontwikkelpunten Uit de evaluatie van het jaarplan 2014-2015 komen als aandachtspunten voor de komende jaren naar voren:  Handelingsgericht werken: Handelingsgericht werken en werken met groepsplannen blijft een aandachtspunt. Tevens is het belangrijk om aandacht te schenken aan de planmatige uitvoering van de zorg.  Oriëntatie rekenmethode: De rekenmethode Wereld in Getallen is geïmplementeerd. Het blijft belangrijk om ervaringen uit te wisselen.  Opbrengstgericht onderwijs: De resultaten van begrijpend lezen zijn onvoldoende verbeterd. In het schooljaar2015/2016 zal een begeleidingstraject worden gevolgd met betrekking tot begrijpend lezen.  KIVA training groep 5 t/m 8: Het blijft belangrijk om aandacht te blijven houden voor het toepassen van het programma van KiVa. De school participeert tenminste twee keer per jaar in een KiVa-ervaringsgroep. Ook zal KiVa zodra dat mogelijk is in groep 1 t/m 8 worden toegepast.

Audit         

aandachtspunten Afstemming instructie in niveaus/op verschillen Planmatige uitvoering: van groepsplan naar weekplanning Uniformiteit pedagogisch klimaat/klassenmanagement/opbrengstgericht werken Visieontwikkeling school Instructietijd groep 1/2 Professioneel handelen, feedback naar elkaar Bedreigingen omzetten in kansen Sterke leerlingen eerder loslaten bij instructie DIM: wat/hoe

Onvoldoende score:  Eindopbrengsten groep 8 laatste drie jaar onvoldoende  De school voert de zorg planmatig uit Risico’s:  Effectief gebruik onderwijstijd: roosters > 40% taal/rekenen in Parnassys  Afstemmen aanbod/instructie/verwerking/onderwijstijd op verschillen 7.2. Streefdoelen en normen Streefdoelen

Onderwijstijd Doelen: *Effectief gebruik van de leertijd *Voldoende leertijd per vakgebied Actie: *Leerkrachten zetten rooster in Parnassys aan de hand van het schema uit het plan van aanpak (roosters worden bekeken en besproken met ib/locatieleider) >> klaar 7 september *De leertijd per vakgebied wordt in de praktijk uitgevoerd Begrijpend lezen Doelen: *Schoolbrede afspraken en aanpak

20152016

20162017

X

X

X

X

20172018

20182019


30

*Resultaten begrijpend lezen op voldoende niveau Actie: *Traject School aan Zet: Lesobservaties >> 26, 27 oktober SaZ Studiedag >> 2 september Borgen, afspraken >> vergadering 5 november *Uitvoeren afspraken *Lesobservaties *Bespreken resultaten *Masterclasses Stichting Proo Verbeteren (eind)resultaten Doelen: *Voldoende resultaten bij midden- en eindtoetsen Cito op groepsniveau *Voldoende score Eindtoets groep 8 Actie: *Analyse van leerresultaten, eindtoetsen Cito en Entreetoets (groepsbespreking en trendanalyse) >> teamvergadering 1 oktober en in februari *Planmatige uitvoering van de zorg, in de praktijk en “op papier”: planning en kort vastleggen van uitvoering/resultaat *Groepsplannen met kwaliteit: analyse, concrete omschrijving van doelen, onderwijsbehoeften en werkwijze *Extra training in groep 8 richting de eindtoets Teamontwikkeling Doelen: *Didactisch handelen, planmatige uitvoering van de zorg, klassenmanagement, pedagogisch klimaat: doorgaande lijn, afspraken, op niveau Actie: *Audit met aandachtspunt didactisch handelen en planmatige uitvoering van de zorg >> oktober *Rust in de school, KiVa >> aandacht voor een opgeruimde, frisse school >> KiVa-lessen in groep 5 t/m 8, aandacht voor thema’s KiVa in de onderbouw (item in groepsbespreking) >> aandacht voor regel van de maand *Gesprekkencyclus 2015/2016 in: POP-gesprek >> oktober Functioneringsgesprek >> februari

X

X

X

X


31

Beoordelingsgesprek >> mei/juni *Teambijeenkomst missie/visie >> 4 april *Aandacht voor vitaliteit Schoolontwikkeling Onderzoeken van de samenwerkingsmogelijkheden tussen De Sprenge en de Montessorischool Nascholing Het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de onderwijsopbrengsten. Het nascholingstraject bestaat uit twee hoofddoelen: 1. Masterclasses voor alle personeelsleden, waarin de laatste ontwikkelingen en kennis met betrekking tot onderwijsinhoudelijke thema’s worden gepresenteerd. 2. Trainen en begeleiden van de driehoek intern begeleider/ locatieleider/MSD-er om van hun cluster en team een Professionele Leer Gemeenschap te maken. Schoolconcept-ontwikkeling in relatie tot de Montessorischool Vaassen Engels Engels op Cambridgeniveau: nascholing voor leerkrachten. Techniek en wetenschap Vormgeven techniekonderwijs en borgen binnen de school

X

X

X

X X

X

X

X

7.3. Motto Het schoolplan draagt het volgende motto: De Sprenge Vaassen:

De BRON VAN ONTWIKKELING!


32

7.4. Planning afname vragenlijsten Hierbij een voorzet voor de komende vier jaren voor het uitzetten van de vragenlijsten uit Integraal en de RI&E (via Arbomeester). Vragenlijst 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 Zelfevaluatie Maart-april Facultatief Facultatief Maart 2019 2016 Op onderdelen Op onderdelen personeelstevredenheidspeiling

Januarifebruari 2016

Leerling tevredenheidspeiling Ouder tevredenheidspeiling Competentievragenlijst RI&E

Najaar 2015

1ste kwartaal 2019 1ste kwartaal 2017 1ste kwartaal 2017 Najaar 2016

Najaar 2017 Voorjaar 2018

1ste kwartaal 2019 1ste kwartaal 2019 Najaar 2018


33

8. Bijlagen Plan van aanpak Sprenge Vaassen Opbrengsten / Aanpak Begrijpend lezen/Teamontwikkeling Inhoud: 1. Aanleiding Plan van aanpak. 2. Uitgangspunten Stichting Proo. 3. Overzicht resultaten. 4. Te nemen stappen. 5. Aanvullende informatie begrijpend lezen, essenties van goed lesgeven en succesfactoren opbrengstgericht werken. 1. Aanleiding Plan van aanpak Naar aanleiding van de externe audit in juni 2014 en een trendanalyse / teambespreking tijdens een studiedag op 8 oktober 2014 en de trendanalysebespreking in januari 2015 is heel duidelijk gebleken dat de resultaten op het gebied van rekenen en begrijpend lezen zeer zorgwekkend zijn. Er is besloten om met het begrijpend lezen aan de slag te gaan. Wat het rekenen betreft is er dit schooljaar een nieuwe methode gekomen en wachten we de eindresultaten in 2015 en de tussenresultaten in januari 2016 af. Op het gebied van begrijpend lezen kwam in het schooljaar 2014-2015 het volgende naar voren: Onderbouw groep 1/2/3/4 - Scholen met een vergelijkbare populatie scoren hoger. - Aanbeveling:  op een ochtend minder onderdelen behandelen, zodat je extra in kan steken op een bepaald onderdeel. Middenbouw groep 5 - Technisch lezen en rekenen is op niveau - Aanbevelingen:  meer op Cito-onderdelen gaan oefenen bij rekenen en begrijpend lezen  begrijpend lezen: binnen klassikale aanbod intrainen vaardigheden  begrijpend lezen: idee structureel drie keer per week – bij hulpboek nadruk op één strategie (aantal lessen), intrainen hiervan  begrijpend lezen meer bij zaakvakken betrekken  goed bekijken wat er bij Cito wordt gevraagd, nadruk op wat er eerst moet en daarna de meer leuke dingen….  Vraag je goed af wat het aanbod is, en of dat matcht met wat er van hen gevraagd wordt. Maakt hierbij ook je eigen afweging Bovenbouw groep 6/7/8 - Opvallend: lage scores - Aanbevelingen:  oude bloklessen Nieuwsbegrip gebruiken  meer tijd besteden aan begrijpend lezen  tenminste drie keer per week buiten gewone Nieuwsbegrip 10 minuten aan de slag met de bloklessen, waarin vraagstelling Cito-gerelateerd is  huiswerkopdrachten om in te trainen, gebruiken waar mogelijk (bijv. SamSam) - Nieuwsbegrip: het is belangrijk om te weten wat er allemaal mogelijk is binnen Nieuwsbegrip en er uit te halen wat er mogelijk is. In dit kader zal Hanneke van Hal (locatieleider Sterrenschool) op 2 februari het team informeren over de mogelijkheden van Nieuwsbegrip. Audit aandachtspunten  Afstemming instructie in niveaus/op verschillen  Planmatige uitvoering: van groepsplan naar weekplanning  Uniformiteit pedagogisch klimaat/klassenmanagement/opbrengstgericht werken  Visieontwikkeling school  Instructietijd groep 1/2  Professioneel handelen, feedback naar elkaar  Bedreigingen omzetten in kansen Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

34

 Sterke leerlingen eerder loslaten bij instructie  DIM: wat/hoe Onvoldoende score:  Eindopbrengsten groep 8 laatste drie jaar onvoldoende  De school voert de zorg planmatig uit Risico’s:  Effectief gebruik onderwijstijd: roosters > 40% taal/rekenen in Parnassys  Afstemmen aanbod/instructie/verwerking/onderwijstijd op verschillen Actiepunten:  Onderwijstijd  Resultaten begrijpend lezen  Eindresultaten: invoering entreetoets groep 7 die duidelijk de hiaten aangeeft en handelingssuggesties  Teamontwikkeling.  Planmatige uitvoering van de zorg: hiervoor zal verdere invulling aan moeten worden gegeven – er wordt een format uitgewerkt. 2. Uitgangspunten Stichting Proo. In het Strategisch beleidsplan van Stichting Proo zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: Indicatoren voor opbrengstgericht werken (ambitie):  Eindopbrengsten vanaf 2013 jaarlijks zonder uitzondering op of boven de inspectienorm  Tussenopbrengsten in 2014/2015 per school voor de basisvakken minimaal 50% I- en II en maximaal 20% V-score  2013/2014 focus op taal/lezen: minimaal 55% I- en II-score en maximaal 15% V-score 3. Overzicht resultaten begrijpend lezen en rekenen: Overzicht gemiddelde toets scores 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015:

In 2014-2015 zit groep 3, groep 4 (ruim), groep 6 (extreem) en groep 7 en 8 (ruim) onder de norm van Proo, d.w.z. dat er minimaal 50% in I en II scoort en dat maximaal 15% een V score heeft. Te constateren valt ook dat de scores in de huidige groepen 6, 7 en 8 niet vooruit zijn gegaan t.o.v. de resultaten van de groepen in de vorige schooljaren. Bij de andere groepen is een kleine vooruitgang, nog lang niet volgens de norm, te constateren.


35

Te realiseren resultaten in het komende schooljaar 2015-2016: Toets Begr. lezen

Scores juni 2015 Gem. E toets

Groep 3 -0,7 Groep 4 17,3 Groep 4 * Groep 5 * Groep 6 * Groep 7 * Groep 8 * * Geen E toets.

Januari 2016 Gem. toets X X

M

Inspec tie Norm M toets X 18 15 25 32 45 55

Lande lijk Norm M toets X 18 15 25 32 44 55

Streef doel M toets

I

II

III

IV

V

%

%

%

%

%

X 18 15 25 32 44 55

16 25

16 13

33 19

11 13

22 31

Rekenen-wiskunde:


36

Bij rekenen-wiskunde is eenzelfde beeld te zien als bij het begrijpend lezen. Ook hier geldt: voor de M toets van 2016 willen we het volgende realiseren (waarbij de verdeling over I, II, III, IV en V voor 80% binnen de norm van Proo valt): Toets Scores Januari Inspectie Landelijk Streef I II III IV V juni 2015 2016 doel RekGem. E Gem. M Norm M Norm M M toets % % % % % wiskunde toets toets toets toets Groep 4 54,3 45 52 52 Groep 5 84,7 65 72 75 Groep 6 81,8 79 86 86 Groep 7 102,5 94 100 94 Groep 8 X 106 112 106 4. Te nemen stappen. A> Onderwijstijd: In oktober en november 2014 is het aantal lesuren begrijpend lezen (met extra aandacht voor Woordenschat)en rekenen vastgesteld en dit is in Parnassys verwerkt en wordt in het schooljaar 2015-2016 regelmatig besproken in een teamvergadering en afgecheckt. We hebben gekozen voor onderstaande verdeling:

Totaal

½

3

4

5

6

7

8

300-

540

495-

525-

510-

480-

480-

600

615

600

570

570

150-

120-

120

60

60

480 Taalactiviteiten

300480

Technisch lezen

360

180

150

Leesvormen/woordenschat

60

45-60

45

30

30

30

Extra

aandacht

60

60

60

60

60

60

luisteren,

60

240-

240-

240-

240-

240-

300

300

300

300

300

60

60-90

90-120

90-120

woordenschat Taal:

spreken,

spellen, stellen Begrijpend lezen TIJD VOOR REKENEN/WISKUNDE Totaal

½

3

4

5

6

7

8

100-

300

300

300

300

300

300

150 B> Begrijpend lezen: Januari en februari 2015: - klassenbezoeken door directie waarbij de nadruk ligt op de instructie, coöperatieve werkvormen en feedback. - studiedag (maart 2015) waarbij het professioneel handelen en met name het geven van feedback centraal staat. - bespreking van de resultaten op de midden toetsen in het team. - april 2015: afname entreetoets groep 7, juni-juli 2015, analyse en opstellen programma’s per leerling- groep leerlingen. - september 2015-januari 2016: inzet Cor Bakker (specialist begrijpend lezen, SAZ): doelstelling is het optimale uit de methode halen, hoe geven we goed begrijpend lezen onderwijs en toets ondersteuning. - gezamenlijke studieochtend voor De Sprenge Vaassen en Emst op woensdag 2 september voor alle leerkrachten en ’s middags voor de leerkrachten van de onderbouw over het programma in groep 1 t/m 4. Lesobservaties op 06-10-2015 in Vaassen en op 08-10-2015 in Emst. Schoolplan 2015-2019 – o.b.s. De Sprenge -

37

-

Observaties in de onderbouw op 15-10-2015 in Emst en op 27-10-2015 in Emst. Teambijeenkomst op 05-11-2015 in Vaassen en op 12-11-2015 in Emst met terugkoppeling over afspraken, doorgaande lijn en toets gebruik. januari 2016: resultaten vergelijken met de streefdoelen, acties bepalen. zie ook onderdeel 5.

C> Verbeteren (eind)resultaten: -September 2015: extra ondersteuning groep 8 d.m.v. een cito trainer. Dit n.a.v. analyse entreetoets groep 7. Wie gaat dit uitvoeren en op welke momenten? -Invulling geven aan de extra tijd voor woordenschat. D> Teamontwikkeling: De externe audit in juni 2014 heeft een aantal aandachtspunten opgeleverd en heeft van enkele leerkrachten het didactisch handelen in kaart gebracht. Om een volledig beeld te krijgen wordt er in september wederom een audit uitgevoerd met als aandachtspunten het didactisch handelen (alle leerkrachten) en het planmatig uitvoeren van de zorg. Dit kan door één van de MSD-ers van Stichting Proo worden gedaan. De gesprekkencyclus wordt in het geheel in 2015-2016 afgerond. Daarnaast is er overzicht gemaakt met de inhoud van de teamvergaderingen als uitgangspunt. De teamvergaderingen zijn niet meer huishoudelijk van aard, maar onderwijskundig. Inhoudelijke ontwikkeling: eerste half jaar Teamoverleg m.b.t. onderstaande pijlers Onderwerpen, doelen, afspraken op doelenbord in personeelskamer Groepsbezoeken met deze focus  Pedagogische klimaat Aandachtspunten: Wat willen we uitstralen Rust in de school KiVa Afstemming pedagogische uitgangspunten onderling Afspraken>> doelenbord Groepsbezoeken  Klassenmanagement Aandachtspunten: Wat willen we realiseren in de begeleiding Groepsplannen Begeleiding leerlingen op niveau Taakbrief Afspraken>> doelenbord Groepsbezoeken  Didactiek Aandachtspunten: Insteek begeleiding begrijpend lezen Wat zijn belangrijke elementen Afspraken >> doelenbord Groepsbezoeken  Verhogen resultaten Aandachtspunten: Wat willen we bereiken >> concrete doelstellingen op schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau  Vanuit inhoud/overtuigingen: Vanuit de inhoudelijke overleggen visie/missie onder de aanscherpen visie/missie loep nemen Los van inhoudelijke ontwikkeling: Gezamenlijk algemeen thema voor beide scholen waar ouders bij betrokken worden: Week van de vitaliteit > linken aan energie, gezondheid, kracht, samenwerking Bijvoorbeeld ouderavond, lessen met kinderen (bijdrage Leven in Beweging)


38

Inhoudelijke ontwikkeling: tweede half jaar Gezamenlijk teamoverleg over onderstaande pijlers (nadat in het eerste half jaar de team hier afzonderlijk mee bezig zijn geweest) met als doel: uitwisseling, meer kennis nemen van elkaars onderwijs, overeenkomsten/verschillen enz. helder krijgen en zodoende mogelijkheden tot ontwikkeling/samenwerking Kijken bij elkaar  Pedagogische klimaat Aandachtspunten: Doelenborden als uitgangspunt Uitwisseling Overeenkomsten, uitdagingen Afspraken  Klassenmanagement Aandachtspunten: Doelenborden als uitgangspunt Uitwisseling Overeenkomsten, uitdagingen Afspraken  Didactiek Aandachtspunten: Doelenborden als uitgangspunt Uitwisseling Overeenkomsten, uitdagingen Afspraken  Verhogen resultaten Aandachtspunten: Doelenborden als uitgangspunt Uitwisseling Overeenkomsten, uitdagingen Afspraken  Vanuit Presentatie van visie/missie aan elkaar inhoud/overtuigingen: Uitgangspunten/mogelijkheden over hoe verder in aanscherpen visie/missie het schooljaar 2016-2017 5. Aanvullende info begrijpend lezen: Lezen bij kleuters: Alle kinderen die de school instappen hebben een “eigen” beheersing van de Nederlandse taal. Het “lezen” door de kinderen start met voordoen: plaatjes, teksten, gesproken teksten etc. Uitgangspunten zijn  starten bij en ontwikkeling van het kind.  het spel is de leidende activiteit. Dus geen systematische training in lezen als aparte vorm.  de activiteiten hebben betekenis voor de kinderen.  taalactiviteiten zijn doelgericht, bezien vanuit de groepsleider(stimuleren van taalontwikkeling bij het kind).

de

Doelen: De doelen voor beginnende geletterdheid zijn vastgelegd en hebben de volgende aspecten helder omschreven(en deze worden toegepast in de loop van jaar 1 en 2): a. kennismaken met verschillende teksten: (prenten)boek, voorleesverhaal, boodschappenbriefjes etc. b. inzicht geven in functie van lezen en teksten: wat doe je met de krant etc. c. relaties leren leggen tussen delen van een verhaal. d. kern uit verhaal/tekst halen: waar ging het over. e. mening geven over tekst/verhaal. Globale opzet doorgaande leeslijn: Groep 1-2: ervaring opdoen met begrijpend lezen en luisteren. Groep 3: trainen op gebied van technisch lezen en begrijpend luisteren, waarbij de basale vaardigheden begrijpend lezen aandacht krijgen. Groep 4 en verder: werken met oefenlessen waarbij de afzonderlijke vaardigheden worden geoefend en ingeslepen( verder uitdiepen en herhalen). Bij thematische werkactiviteiten komen de verschillende leesvaardigheden aan bod en worden ingezet: thematische leeslessen, wereldoriëntatie, werkstukken maken etc.


39

De leesvaardigheden worden geoefend en verhoogd door het niveau van de teksten te verhogen. Er vindt een voortdurende reflectie plaats op de leesactiviteiten die ingezet moeten worden. Onderwijsbehoeften kinderen m.b.t. begrijpend lezen: Bij het begrijpend lezen werk je met een groepsplan. Daarbij richt je je steeds  op de doelen die je voor ogen hebt,  datgene wat de kinderen al kunnen en  datgene wat ze nodig hebben om de doelen te gebruiken(van vrijheid gestructureerde aanpak en extra oefening).

geven tot

Tenslotte: 1. zorg voor een heldere doorgaande leeslijn. 2. maak gezamenlijke afspraken over de aanpak en pas die allemaal toe en evalueer regelmatig. 3. stel meetbare doelen per groep. 4. volg de ontwikkeling van de kinderen systematisch ( methode gebonden toetsen, observaties etc.). 5. werk met een gezamenlijk “instructiemodel”, gebruik veel samenwerkende leer- en leesactiviteiten: ik doe het voor  we doen het samen  jullie doen het alleen. 6. praat veel over teksten, verhalen, presentaties en gebruik de basisvaardigheden van begrijpend luisteren en begrijpend lezen( kringgesprekken etc.). 7. gebruik veel verschillende teksten ( en dus ook gesprekken daarover). 8. geef het goede voorbeeld( enthousiast, materiaal meenemen over teksten, filmpjes gebruiken als ondersteuning, ouders betrekken etc.). 9. zorg dat instructieafhankelijke kinderen extra aandacht krijgen: pre-teaching, extra instructie en eventueel extra werkactiviteiten buiten de leesles. 10. geef instructieonafhankelijke kinderen extra teksten, laat hen eerder aan de slag gaan, geef ze meer ruimte voor eigen initiatieven, laat hen anderen helpen bij de instructie. Aanvullende info essenties goed lesgeven:  De tijd plannen  De tijd effectief besteden  DMI of IGDI  Automatiseren  Taakgerichtheid  Doelgerichtheid  Convergente differentiatie


40

Aanvullende info succesvol opbrengstgericht werken:  Begin de les met een terugblik  Geef aan het begin van de les de doelen aan  Werk in kleine stappen  Oefen na iedere stap de stof in  Leg duidelijk uit en doe voor  Laat leerlingen actief oefenen  Ga door vragen na of alle leerlingen het begrijpen  Begeleid leerlingen bij het toepassen van het geleerde  Geef systematisch feedback  Differentieer convergent  Gebruik veel tijd voor automatiseren  Mors weinig tijd  Controleer het werk van de leerlingen

BB en QS, juli 2015.


41

Schoolplan o.b.s. De Sprenge

Recommend Documents