Schoolplan 2014 – 2018
De Evenaar
speciale school voor basisonderwijs
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 1
Speciale School voor Basisonderwijs Postadres: Postbus 7107, 3430 JC Nieuwegein Bezoekadres: Dasseweide 1, 3437 WN Nieuwegein, Tel. 030 - 604 84 00, Website: www.sbo-evenaar.nl email:
[email protected] Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 2
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk
0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7
Inleiding Inleiding De doelen Functies van het plan Procedures voor het opstellen en vaststellen van het plan Verwijzingen Status van het plan Evaluatie van het plan
1. 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3.
De school De opdracht van onze school Huidige situatie De leerling- en ouderpopulatie De observatie-afdeling Toelating voor het onderwijs op De Evenaar Het Samenwerkingsverband De Toelatingsprocedure De visie en de missie van de school. Omstandigheden die de beleidskeuzes beïnvloeden Sterke en zwakke punten Beleidsvoornemens
Hoofdstuk
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Het onderwijs De onderwijskundige doelen Het beleidsterrein “onderwijs” Huidige situatie De ordening van de inhoud van het onderwijs Beleidsvoornemens
Hoofdstuk
3. 3.1 3.2 3.3
Het personeel Doelen van het personeelsbeleid Huidige situatie Beleidsvoornemens
Hoofdstuk
4. 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Overige beleidsterreinen Het algemeen strategisch beleid Het relationeel beleid Het financiële en het huisvestingsbeleid Beleidsvoornemens
Hoofdstuk
5. 5.1
De kwaliteitszorg De doelen en de inrichting van de kwaliteitszorg
Hoofdstuk
6.
Tot slot
1 Hoofdstuk
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 3
Hoofdstuk 0. INLEIDING 0.1 Inleiding Voor u ligt het schoolplan van de “De Evenaar”, speciale school voor basisonderwijs. De Evenaar valt onder de Stichting Samenwerking Nieuwegein(SSN). Een schoolplan bevat de samenhangende en ambitieuze hoofdlijnen van beleid van een school die hoogwaardig onderwijs wil bieden aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven. (Een verdere uitwerking komt terug in het strategisch beleidsplan). 0.2 De doelen De doelen van dit schoolplan zijn: als school (RvT, bestuur, directie, team en medezeggenschapsraad) vaststellen wat voor de periode van 2014 t/m 2018 voor de school “De Evenaar” het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, algemeen strategisch beleid, financieel beleid, materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is en van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel maken. dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling. voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan. 0.3 Functies van het plan Dit schoolplan zal fungeren als: uitgangspunt voor de planning verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid. 0.4 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan. Dit schoolplan is opgesteld door CvB en de directie. Dit schoolplan is opgesteld n.a.v. gegevens aangeleverd door teamleden van de school “De Evenaar”. 0.5 Verwijzingen In dit schoolplan wordt o.a. verwezen naar -
De schoolgids van de de school “De Evenaar”. Het Ondersteuningsplan van het SWV Profi Pendi. Het strategisch beleidsplan.
0.6 Status van het plan Dit schoolplan is vastgesteld door het college van Bestuur en heeft de instemming van de medezeggenschapsraad. 0.7 Evaluatie van het plan Het schoolplan wordt zonodig tussentijds aangepast. Elk schooljaar wordt het jaarplan geëvalueerd en wordt er een nieuw jaarplan opgesteld.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 4
Hoofdstuk 1. DE SCHOOL. 1.1
De opdracht van de school.
De van SSN uitgaande school voor speciaal basisonderwijs “De Evenaar” is een samenwerkingsschool, waar onderwijs wordt gegeven op een wijze die recht doet aan de ‘richtingen’ openbaar, algemeen bijzonder, rooms-katholiek en protestants-christelijk onderwijs. Op de school wordt ernaar gestreefd om in het team leerkrachten van deze denominaties vertegenwoordigd te doen zijn. In Nieuwegein is momenteel één samenwerkingsschool voor speciaal basisonderwijs. Het wezen van de samenwerkingsschool ligt hierin, dat erkend wordt dat mensen met verschillende geloofs- en levens- overtuigingen samen werken op basis van gelijkwaardigheid en respect voor de opvattingen van de anderen. Hierbij moet door ieder een verantwoordelijkheid worden gedragen, waarbij wordt uitgegaan van waarden en normen die vanuit het christendom en het humanisme zijn ingegeven. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de onderlinge verschillen op religieus en/of cultureel gebied. 1.1.1
Huidige situatie.
Voor andere feitelijke gegevens als onderstaand wordt verwezen naar de schoolgids waarin de huidige schoolsituatie duidelijk beschreven is. 1.1.2. De leerling-en ouderpopulatie. “De Evenaar” verzorgt onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 12/13 jaar. De school heeft een observatieafdeling (voor leerlingen van 4 tot 6/7 jaar) en een kernafdeling (voor leerlingen van 6 tot 12/13 jaar. De school bestaat uit drie clusters: Groen (4-8/9), luchtblauw (8/9-10) Wolkenblauw (10-12/13). De leerlingpopulatie wordt gevormd door leerlingen uit Nieuwegein die zijn aangewezen op een speciale onderwijsvoorziening. Het zijn steeds meer kinderen met een specifieke orthopedagogische en orthodidactische ondersteuningsvraag. Het opleidingsniveau van de ouders is divers. Naast ouders met een mbo en hbo opleiding is de groep ouders zonder basisschool opleiding aan het toenemen 1.1.3. De Observatie- afdeling. Dit betreft leerlingen, die aangewezen zijn op een gerichte, meer specialistische aanpak en bij wie nog niet bekend is hoe het kind zich verder zal ontwikkelen. De problematiek van het kind is vaak complex tot zeer complex. De leerlingen voor deze observatieafdeling worden op jonge leeftijd aangemeld. De oorzaak hiervoor moet o.a. gezocht worden in: ! veranderende en vergrote problematiek bij jongere kinderen ! "vroegtijdige" onderkenning ! professionalisering van peuterspeelzalen ! betere signaleringsmogelijkheden op de basisscholen ! betere samenwerking met externe organisaties (MKD, BJZ, Vitras, Altrecht, Anthonius ZH, WKZ en UMC) ! verbreding van de toelating tot het SBO in het kader van de ontwikkeling naar “Passend onderwijs” Het SWV vindt het belangrijk, dat kinderen in hun directe leer- en leefomgeving onderwijs kunnen volgen die passend is bij de mogelijkheden van het kind.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 5
Uitgaande van het hierboven gestelde betekent dit dat: • binnen het SWV de observatie-afdeling verbonden is aan “De Evenaar” • de observatie-afdeling zich in principe zal richten op de opvang van leerlingen in de leeftijd van 4-6/7 jaar Naast de onderwijs- en observatiefunctie heeft de observatiegroep ook een ondersteunende functie, te weten: " het verspreiden van kennis en zorg over de basisscholen " inkijkstages/ collegiale consultatie 1.1.4.
Toelating voor het onderwijs op De Evenaar
Vanuit het uitgangspunt dat de ondersteuning voor leerlingen centraal staat is het allereerst van belang dat die leerlingen die, in een specifiek in het leven geroepen voorziening opgevangen kunnen worden, daar dan ook daadwerkelijk worden opgevangen. Binnen de sluitende zorgstructuur is tevens plaats gegeven aan een OEC (Onderwijs expertisecentrum). Dit wordt gevormd door: 1) Een speciale school voor basisonderwijs voor: - kinderen in de leeftijd van 4 tot 12/13 jaar die aangewezen zijn op orthopedagogische zorg, ondersteuning in de ontwikkeling en op onderwijs dat aansluit bij de ondersteuningsvraag van het kind. 2) Het Expertisecentrum dat gericht is op: - kennisoverdracht naar kinderen met specifieke onderwijsbehoeften op zowel pedagogisch als op didactisch gebied. - ondersteuning en kennisoverdracht naar leerkrachten/ ondersteuners met vragen over het onderwijsaanbod en over andere ontwikkelgebieden (het sociaal emotionele, het verstandelijke en het creatieve gebied). - ouders met vragen over het onderwijsarrangement/ de hulpverlening voor hun kind. - ondersteuning van leerlingen met gedragsproblemen (BOCS); taalachterstand en neveninstromers (taalklassen); Workshops voor meerbegaafden (MBG); sport voor kinderen met autisme en duurzame sociaal emotionele ontwikkelingsondersteuning (Samensamen). Dit betekent dat de school naast de vele contacten met basisscholen, een zeer directe en functionele relatie heeft in de sfeer van afstemming en samenwerking met alle direct betrokkenen zowel intern als extern. Concreet betekent dit voor het OEC samenwerking en afstemming met : • speciaal onderwijs aan leerlingen in de clusters 2, 3 en 4; • Youke – Utrecht; • PSZ voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand of handicap; • instellingen voor speciaal voortgezet, praktijk en LWOO -onderwijs ; • instellingen voor vóór- en vroegschoolse educatie die zich richten op kinderen die extra zorg nodig hebben; • een instelling voor kinderfysiotherapie; • andere disciplines waarvan op enig moment blijkt dat dit van belang is voor een goede zorg aan de leerlingen van de school; • een instelling voor buitenschoolse opvang m.n. gericht op zorgleerlingen ( Dappere Stappen); • externe hulpverleningsinstanties (Geynwijs); • instanties die zich richten op “aangepast sporten”;
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 6
Diverse van bovengenoemde instanties hebben reeds een plaats binnen het gebouw. 1.1.5
Het SWV Profi Pendi zie informatie: www.ProfiPendi.nl
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 7
1.1.6. De Toelatingsprocedure. Vooraf: • De leerling is - na het ondersteuningstraject op groeps- en schoolniveau doorlopen te hebben - door de ouders/verzorgers aangemeld bij het MDO op de basisschool. • Het SWV geeft de leerling een toelaatbaarheids-verklaring tot een Speciale school voor basisonderwijs. Toelatingsprocedure: • De ouders melden aan bij de SBO school: de Evenaar. • De ouders worden uitgenodigd voor een informatief- c.q. intakegesprek. • Tijdens het informatief- c.q. intakegesprek komen de volgende zaken aan de orde: - informatie over de SBO. / de wijze van werken - het invullen en het ondertekenen van de toestemmingsverklaring om t.z.t. de rapportage te mogen opvragen - het invullen van het intakeformulier - het invullen en ondertekenen van het aanmeldingsformulier (dit wordt meegegeven) • Er wordt contact opgenomen met eventuele andere hulpverleningsinstanties. - De basisschool wordt gevraagd om aanvullende en eventuele allerlaatste gegevens. • De Commissie van Begeleiding bespreekt de leerling en maakt een plan van aanpak. • Elke toelaatbaarheidsverklaring wordt in principe afgegeven voor minimaal een jaar. 1.2.
De visie en de missie van de school.
De doelen die SSN nastreeft zijn geworteld in de visie (waar staan we voor) en gericht op de missie (waar gaan we voor). In de dagelijkse schoolpraktijk is de grens tussen een “visie” en een “missie” niet duidelijk te trekken, maar lopen ze door elkaar heen. De visie is: Het uitgaan van de specifieke behoeftes in leren van kinderen om een doorgaande ontwikkeling in gang te zetten. Het onderwijs, uitgaande van SSN, is er dan ook op gericht voor iedere leerling een klimaat te creëren waarin het kind zich optimaal ontplooit. De missie is: Het realiseren van de visie binnen het onderwijs expertise centrum (OEC). 1.2.1. Omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden. - SSN biedt integrale opvang aan alle kinderen in Nieuwegein die zijn aangewezen op een speciale onderwijsvoorziening. - Door de ontwikkelingen in het Nederlands onderwijssysteem (Passend onderwijs) zal SSN zich steeds meer richten op kinderen met specifieke orthopedagogische en orthodidactische ondersteuningsvragen. - Het vergroten van de ouderbetrokkenheid. 1.2.2. Sterke en zwakke punten. Op grond van de inspectierapporten 2006, 2010 en 2013 mogen we constateren dat op de school “De Evenaar” onderwijs wordt gegeven volgens de inspectienormen. Er zijn echter altijd zaken die verbeterd kunnen worden. 1.2.2. Beleidsvoornemens: zie strategisch beleidsplan Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 8
Hoofdstuk 2.: HET ONDERWIJS 2.1.
De onderwijskundige doelen.
Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs zijn omschreven: Artikel 8.: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Het bieden van onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12/13 jaar is hierbij de hoofdzaak. Bij de wijze waarop dit gebeurt richt het onderwijsprogramma zich- voor zover dat mogelijk is- op wat is opgenomen in de kerndoelen voor het primair onderwijs, overigens rekening houdend met de populatie van de school, namelijk ‘SBO- leerlingen’ en jonge risicokinderen (jrk). 2.2
Het beleidsterrein “onderwijs”.
Het onderwijs op “De Evenaar” is een samengaan van het orthodidactisch en het orthopedagogisch handelen. Het ‘zich veilig voelen’ door een leerling op deze beide terreinen is de basis voor een goed leer-, leef- en werkklimaat. Dat klimaat wordt vanuit de visie en de missie gevoed en ondersteund. Een goed pedagogisch klimaat bij orthopedagogisch en orthodidactisch handelen vereist ‘onderwijs op maat’; dit is het afstemmen van het onderwijs op de individuele leerling en het in voldoende mate tegemoet komen aan de mogelijkheden, de hulpvragen en de onderwijsbehoeften van een leerling. Leerlingen maken hierbij een leerontwikkeling door. Voorts is hiervoor vereist dat een structuur wordt (aan)geboden waarin de autonomie, relatie en competentie van de leerling in een uitdagende leeromgeving zich kan ontwikkelen. Het volgen van de ontwikkelingen van individuele leerlingen spelen een belangrijke rol. Een goed leerlingvolgsysteem kan de vorderingen van leerlingen systematisch analyseren en in beeld brengen, zowel op het punt van de didactische als van de emotionele ontwikkeling. Dit gebeurt met behulp van methode-onafhankelijke toetsen. Het doel hiervan is: te bereiken dat prestaties van de leerlingen, gedurende de gehele schoolperiode, ten mínste gelijk zijn aan het niveau dat op grond van de prognose (OPP) van de leerling vastgesteld bij toelating mag worden verwacht. Wanneer dit niet het geval is zal er een Plan aan gekoppeld worden. Waar nodig zal de hulpvraag extern beantwoord (moeten) worden. Het streven is om als SBO de expertise in huis te hebben. Naast afstemming op de individuele leerling zal het onderwijs moeten zijn afgestemd op de behoefte van de gehéle leerlingpopulatie.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 9
Daarnaast zal de ontwikkeling van cultuureducatie (zie onderwijskundigplan) ICT binnen het bestaande onderwijs een impuls krijgen. Ook zal de invoering van meer praktijkgerichte onderwijsvakken zoals verzorging ( w.o.koken en hygiëne) en techniek zijn beslag krijgen. 2.3.
Huidige situatie
In onze schoolgids is het volgende beschreven: • de organisatie van het onderwijs. • de groepering (klassenindeling), groepsgrootte • de activiteiten van de kinderen • de voorzieningen in het schoolgebouw In het kader van kwaliteitszorg worden deze items regelmatig besproken. 2.4.
De ordening van de inhoud van het onderwijs
De ordening van het onderwijs staan beschreven in het “Onderwijskundig plan”. (“Schoolportret en ontwikkeling” zie bijlage) Hierin zijn de volgende onderdelen uitgewerkt: - De visie - Het ontwikkelingsperspectief van de leerling. - Handelings- en opbrengstgericht werken in de groep. - Zorg- en begeleiding in de school. - Analyse van de opbrengsten - Professionalisering en Kennis delen. - Ouderbetrokkenheid. 2.5. Beleidsvoornemens In onderstaand schema is aangegeven welke onderdelen wanneer vastgesteld zijn, welke onderdelen in voorbereiding zijn en wanneer er evaluatiemomenten zijn. Strategische doelstellingen “Onderwijs” Doel
Middel
afhankelijk van
periode
evaluatiemomenten
Ontwikkeling onderwijs Strategisch beleidsplan “Schoolportret en ontwikkeling”
Overleg over de meerjarenbegroting
2014- 2018
Jaarlijks
Formatieplan
Schoolontwikkeling Ministeriele regels
2014-2015
Jaarlijks
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 10
Hoofdstuk 3.: HET PERSONEEL. 3.1
Doelen van het personeelsbeleid.
1.
Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid biedt en perspectieven geeft. Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid. Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.
2. 3. 4. 3.2
Huidige situatie.
Sinds 01-08-96 is het verplicht dat het bestuur een Integraal Personeelsbeleids Plan heeft. Onder “personeelszorg” verstaat SSN het “scheppen en bieden van voorwaarden om te komen tot een goed onderwijsklimaat, waardoor een personeelslid zich gewaardeerd en gemotiveerd voelt”. Dit wordt vastgelegd in beleid en beleidsvoornemens, het IPB (integraal personeelsbeleidsplan). Naast de zaken die reeds in de CAO-PO zijn vastgelegd en waar nodig vertaald zijn naar de eigen organisatie, wordt binnen SSN gewerkt aan het up-to-date houden van de beleidsaspecten die tot het IPB worden gerekend. 3.3
Beleidsvoornemens.
In onderstaand schema is aangegeven welke onderdelen wanneer vastgesteld zijn, welke onderdelen in voorbereiding zijn en wanneer er evaluatiemomenten zijn.
Onderdeel
Omschrijving beknopt.
WANNEER
Actualiseren
GEREALISEERD
• •
IPB- plan Functiebouwwerk (functiedifferentiatie)
•
Beleid ten aanzien van werving en selectie
•
Introductie en begeleiding van startende collega’s
Beleid met betrekking tot: • coaching en begeleiding. • opleiden in school • Vaststellen van Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
Het formuleren van IPB (SMART) Invoering van nieuw functiebouwwerk • Heldere sollicitatieprocedure • Goede arbeidsvoorwaarden Voor de introductie en begeleiding van startende werknemers is een werkwijze opgenomen in het coachplan. Coachingssgesprek, klassenbezoek, collegiale consultatie, intervisie, supervisie(coachplan en ondersteuningsroute) Voor de
2015
2019
2012
2016
2013
2015
2019
2015
2019
2006
In POP- cyclus blad: 11
Onderdeel
Omschrijving beknopt.
WANNEER
Actualiseren
GEREALISEERD
functie- en competentieprofielen Professionaliseren d.m.v. • Ontwikkelen van Persoonlijke Ontwikkelingsplannen op basis van competenties.
competentieprofielen wordt gebruikgemaakt van het instrument “Tool for Talent”. Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) wordt ten minste eenmaal per vier jaar opgesteld en komt jaarlijks aan de orde.
2015
jaarlijks
JAARLIJKS
•
Systeem van personeelsgesprekken (gesprekscyclus): POP Voortgang Functioneren Beoordeling
Deze hebben een plaats in de gesprekkencyclus die vastgelegd is.
•
Beleid met betrekking tot scholing
Dit is neergelegd in het 2015- 2019 meerjaren scholingsplan dat gekoppeld is aan het strategisch beleidsplan. Tevens is er ruimte voor scholing op eigen initiatief van de medewerker (CAO 2014).
•
Mobiliteit
Vrijwillige en verplichte interne mobiliteit
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
Jaarlijks
blad: 12
Hoofdstuk 4.: OVERIGE BELEIDSTERREINEN 4.1.1. Het algemeen strategisch beleid. Op basis van “Code goed bestuur”is er een nieuw bestuursmodel uitgewerkt. Het bestuur is omgevormd tot een Raad van Toezicht en de algemeen directeur vormt het college van bestuur geworden en heet nu bestuurder/ directeur (vz. College van bestuur). Hij is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de Stichting en de daaraan verbonden school. Hiermee is het bestuur en het toezicht van elkaar gescheiden. De bestuursvorm is vastgelegd in de statuten en het bestuursreglement. 4.1.2. Het relationeel beleid. Interne informatievoorziening Communicatie is zeer belangrijk binnen de werksituatie en zorgvuldigheid is op zijn plaats. De informatievoorziening vindt plaats: • via de bestuurder/ directeur en de personeelsgeleding naar de medezeggenschapsraad; • via de interne post, elk personeelslid heeft een postbakje; • via de directie naar vergaderingen (onderwerpen met een specifiek karakter, bijvoorbeeld personeelsaangelegenheden worden op de vergaderingen behandeld). • via de clustervergadering (volgens rooster). • Mail/ website; Een en ander wordt geëvalueerd binnen de team- en MR-vergaderingen. Contacten met ouders Communicatie met ouders wordt door ons als belangrijk ervaren. Leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en te begrijpen, ouders begrijpen beter waar de leerkrachten en kinderen op school mee bezig zijn. Ouders worden op de hoogte gehouden door: • groeps- en voorlichtingsavonden (nieuwe leerlingen, nieuw schooljaar, SV-informatieavond); • contactavond en participatie bij de leerlingbespreking • feestelijke ouderavonden (kerstviering en SV-afscheidsavond). • ouderochtenden over een thema; • een periodieke nieuwsbrief; • website; Daarnaast kunnen ouders de school helpen bij sportactiviteiten, creamiddag, festiviteiten, koken en techniek enz. Verder is het mogelijk dagelijks binnen te lopen om een afspraak met de groepsleerkracht en/ of een ondersteuner en/of de adjunctdirecteur van het cluster te maken. Contacten met gemeente en andere instellingen De school heeft contacten op de diverse beleidsterreinen met externe instanties.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 13
4.1.3
Het financiële en het huisvestingsbeleid.
Het financiële beleid van SSN wordt onderscheiden in een beleid voor de korte en een beleid voor de langere termijn. Onder het ‘korte-termijn-beleid’ wordt daarbij gedoeld op de jaarlijkse exploitatie. Zowel voor de strikt schoolgebonden als voor de schooloverstijgende zaken wordt jaarlijks een begroting opgesteld, op basis van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Het beleid voor de langere termijn wordt gevoerd met behulp van een meerjarenbegroting, waarin in elk geval voorzieningen worden opgenomen voor: • onderwijsleerpakket; • meubilair; • informatie- en communicatietechnologie (ICT); • onderhoud en beheer gebouwen. De geformuleerde doelstellingen voor het onderwijsbeleid en het onderhoudsbeleid van de school zullen richtinggevend zijn voor de bestedingen die in de begroting worden opgenomen. De voorzieningen worden in beginsel gevoed door dotaties uit de bekostiging die van Rijks- en gemeentewegen worden ontvangen voor de genoemde kostensoorten. De begroting is bindend voor het bestuur. De huidige bekostigings-systematiek (lump sum) legt de verantwoordelijkheid voor de besteding van de middelen en de risico’s die daarmee samenhangen veel meer dan voorheen bij de school/de stichting. Daarom moet er beleid worden ontwikkeld m.b.t. de ‘personeelskosten’ en ‘materiële kosten’. De verhouding tussen deze kostensoorten moet zodanig worden uitgewerkt dat het vereiste kwaliteitsbeleid - voortvloeiend uit de visie/missie van SSN en de doelstellingen die worden nagestreefd - op de langere termijn kan worden gerealiseerd. Eventuele ‘overschotten’ in de exploitatie zullen worden toegevoegd aan de voorzieningen (waar nodig) of de reserves. Huisvesting De Evenaar is gehuisvest in een multi functioneel gebouw dat in 2010 is betrokken. SSN streeft naar een school waar de ondersteuning in een zo breed mogelijk pakket wordt aangeboden. Dat stelt eisen aan de huisvesting. Het aanbieden van de zorg en expertise vanuit één centraal punt is positief : • er kan een efficiënte(re) organisatie worden opgezet; • er kan een betere aansturing plaatsvinden van alle activiteiten; • er kan een betere coördinatie en begeleiding plaatsvinden van alle activiteiten; • er is een betere mogelijkheid voor interne communicatie; • er kan effectiever gebruik worden gemaakt van alle leer- en hulpmiddelen, alsmede alle andere materialen; • de exploitatielasten zijn (in absolute getallen uitgedrukt) lager;
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 14
4.1.4 Beleidsvoornemens In onderstaand schema is aangegeven welke onderdelen wanneer vastgesteld zijn, welke onderdelen in voorbereiding zijn en wanneer er evaluatiemomenten zijn. Strategische doelstellingen “financiën” Doel
beheersbaar maken / houden van de schoolgebonden en de schooloverstijgende zaken
middel
Meerjarenbegroting
afhankelijk van
- de inkomsten vanuit CFI - de inkomsten vanuit de gemeente - de inkomsten vanuit het SWV - de inkomsten uit andere activiteiten
periode
jaarlijks
Evaluatiemomenten
begin van het kalenderjaar
Strategische doelstellingen “huisvesting” Doel Adequate huisvesting
middel afhankelijk van - actief onderhouds- Lumpsum beheer op basis van MOP - jaarlijkse controle - uitmondend in begrotingen - onderhoudscontract en
periode 2014- 2018
Evaluatiemomenten jaarlijks
onderhoud buitenkant schoolgebouw
- meerjarenplanning (MOP) maken Lumpsum - 2-jaarlijkse controle - uitmondend in meerjarenplanning
2014-2018
jaarlijks
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 15
Hoofdstuk 5.: DE KWALITEITSZORG 5.1
De doelen en de inrichting van de kwaliteitszorg.
Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen, en doen wij de goede dingen goed? Wij willen een lerende organisatie zijn, wij leren van onszelf en met,door en van elkaar. Wij zijn lerend onderweg. Belangrijk hierbij is dat het team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat stappen die genomen worden om de kwaliteit te verbeteren door iedere betrokkene worden gedragen. Dit betekent ook dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op individueel/leerkracht niveau en schoolniveau. Ten aanzien van het onderwijsleerproces onderscheidt de school doelen op het gebied van het bieden van maatwerk en afstemming op de individuele leerling in tijd, instructie en verwerking. Het leerstofaanbod. De school kiest voor het werken met leerlijnen waarbij de methoden, die dekkend zijn voor de kerndoelen, gebruikt worden als bronnenboeken. • De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. Dit wordt vorm gegeven door het gebruik van leerlijnen en door afstemming van de manier van lesgeven. • Door diverse werkgroepen wordt het onderwijs voor een bepaald vak gevolgd/ begeleid en ontwikkeld en zo nodig wordt er actie ondernomen. De leertijd. De school kiest ervoor, gezien de leerlingpopulatie en de behoeften van de kinderen, veel tijd te besteden aan Nederlandse taal (inclusief spelling, lezen en begrijpend lezen) en rekenen/ wiskunde. Het pedagogisch, didactisch klimaat. De leerkrachten van onze school zorgen voor een veilig en gestructureerd pedagogisch klimaat,door: • Het respect te bevorderen en een positieve sfeer te creëren in de school. • Op schoolniveau en op klassenniveau besproken gedragsregels te hanteren. • Weerbaarheid van kinderen te stimuleren. • Zorgvuldig te zijn in eigen taalgebruik. • Als leerkracht voorbeeld gedrag te vertonen (modelling). De leerkrachten van onze school zorgen dat zij hun leerlingen voldoende stimuleren en uitdagen, door: • Een uitdagende leeromgeving te creëren in een ordelijk en opgeruimd lokaal. • De autonomie, competentie en relatie met de ander van leerlingen te stimuleren. • Afstemming van de leeromgeving op de zorgbehoefte van het kind. De organisatie van het leerproces volgens de driehoek: - leerorganisatie (o.a.projecten, leeromgeving, rooster, gebouw) - leerling - leerbronnen ( o.a.leerkrachten, ondersteuners, methoden, materialen, ict, medeleerlingen, adaptief onderwijs)
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 16
Teamwork: Onderwijs wordt meer en meer gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voorwaarde voor een goede samenwerking is wederzijds respect en vertrouwen. Er zal meer gebruik gemaakt worden van de sterke ‘kanten’ van de teamleden. Leerkrachten hebben steeds meer behoefte aan samenwerking met en ondersteuning door collega’s. Daarnaast zullen de kinderen niet meer vanzelfsprekend gekoppeld zijn aan een bepaalde leerkracht. Dit vraagt vertrouwen in elkaar en in elkaars mogelijkheden. De verbreding van de zorg aan kinderen met een ondersteuningsvraag zal vooral binnen de eigen school gaan gebeuren. (de zorg op school zal versterkt moeten worden). Leerkrachten moeten beschikken over steeds meer vaardigheden, expertise, materialen om effectief om te kunnen gaan met de verschillen tussen de diverse kinderen. Het kan dan ook niet anders dat de behoefte aanwezig is om te professionaliseren, waardoor specialismen ontstaan. Tevens zal er binnen de formatie de mogelijkheid gecreëerd moeten worden tot het structureel opnemen van specialisten. Te denken valt aan coaches, leerkrachtondersteuners, experts op diverse vakgebieden. Leerlingenzorg • Na toelating wordt op grond van de gegevens een uitstroomprofiel vastgesteld. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd. • De school volgt de vorderingen van de leerlingen systematisch, door het gebruik van methode- afhankelijke en methode- onafhankelijke toetsen. (4D: data, duiden, doelen, doen) • De leerkracht organiseert de lessen zodanig dat hij/ zij in de gelegenheid is waar nodig extra begeleiding te geven (Direct instructiemodel). • Voor iedere leerling die de school verlaat stelt de school een onderwijskundig rapport op. De school heeft gekozen voor een combinatie van niet methode gebonden toetsen en methodegebonden toetsen. De methodegebonden toetsen geven de leerkracht informatie over de wijze waarop de leerlingen de leerstof van de afgelopen periode hebben opgepakt. Tevens geven ze de leerkracht informatie over de manier waarop hij/zij de individuele leerling in de komende tijd verder kan helpen. Voor niet methodegebonden toetsen is gekozen, omdat hierdoor – naast de niveaubepaling van de leerling – ook een vergelijking met het leeftijdsgebonden niveau mogelijk wordt. Het biedt de school de mogelijkheid om regelmatig stil te staan bij de eigen positie. De resultaten worden besproken tijdens de groepsbespreking. Zie verdere uitwerking in het strategisch beleidsplan.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 17
Hoofdstuk 6.: TOT SLOT Met dit schoolplan voldoen wij aan de wettelijke verplichting. Dit schoolplan geeft ons een stimulans aan de vormgeving van integraal schoolkwaliteitsbeleid. Dit schoolplan kenmerkt voor ons belangrijke punten, met name een open werkklimaat, voor iedereen inzichtelijke beleids- en veranderprocessen, een gevoel van veiligheid binnen het schoolteam, de bereidheid om om te gaan met individuele verschillen tussen leerlingen en met bespreekbaar maken van het eigen gedrag met anderen. Dit schoolplan kan echter niet gelezen worden zonder het strategisch beleidsplan. Door middel van de jaarlijkse schoolgids / jaarboekje houden wij de ouders/opvoeders op de hoogte van ons onderwijs.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 18
Bijlage: het strategisch beleidsplan
Wanneer je een schip wilt gaan bouwen breng dan geen mensen bijeen om timmerhout te sjouwen of te timmeren alleen voorkom dat ze taken ontvangen deel evenmin plannen mee maar leer mensen eerst verlangen naar de eindeloze zee ~ Antoine St. Exupéry
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 19
Inleiding Dit strategisch beleidsplan is de verantwoording van welke doelen De Evenaar voor 2014-2018 stelt en hoe deze worden bereikt. Het geeft het kader aan waarbinnen het beleid van De Evenaar de komende jaren vorm en inhoud gaat krijgen. Dit plan is dan ook een noodzakelijk uitgangspunt. Uiteindelijk moeten vooral de daden (de DO’s) het werk doen. Het beleidsplan is opgezet aan de hand van de kwaliteitscirkel van Deming. De cirkel beschrijft vier activiteiten die op alle ontwikkelingen in de organisatie van toepassing zijn. Het cyclische karakter garandeert dat de kwaliteitsverbetering continu onder de aandacht is. De vier activiteiten zijn: •
PLAN: Kijken naar huidige stand van zaken en ontwerp een plan voor de verbetering. Het Directie Overleg stelt doelstellingen vast voor deze verbetering.
•
DO: Uitvoeren van de geplande verbetering. Het team maakt de vertaalslag naar het dagelijkse handelen.
•
CHECK: Evaluatie van het resultaat van de verbetering en toetsing aan de vastgestelde doelstellingen. Dit vindt schoolbreed o.a. plaats tijdens de evaluatievergadering.
•
ACT: Bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten bij CHECK. (uitvoering Directie Overleg) *Tussen DO en CHECK zit MONITORING
Kern van deze werkwijze is dat elke medewerker op deze manier in staat is om zijn eigen handelen te beoordelen en te verbeteren. (zie ook H6) Onderwijsland is volop in beweging. Feiten en omstandigheden zijn op relatief korte termijn onderhevig aan wijzigingen. Daarom is dit strategisch beleidsplan een voor de komende jaren richtinggevend, maar geen statisch document. Het zal op gepaste tijden herijkt of aangepast dienen te worden. De school De Evenaar is een school voor Speciaal Basisonderwijs en speelt naast het zijn van een onderwijsvoorziening ook een grote rol in het SWV Profi Pendi als expertisecentrum. Het kijken met open blik naar alles wat er van binnen en buiten op de school af komt moet leiden tot het zijn en blijven van een professionele school die zijn bestaansrecht bewijst. Een professionele organisatie is waar mensen met verlangen tot ontwikkelen werken en leerlingen optimaal onderwijs krijgen. Daarnaast ontwikkelt het expertisecentrum zich door in te spelen op de behoefte van het basisonderwijs: daar waar de basisschool zijn grenzen van het bieden van zorg bereikt moet aangesloten worden. Op deze wijze geven wij vorm aan ons motto: zichtbaar, geïnspireerd en betrokken. Wanneer we spreken over goed onderwijs spiegelen wij ons aan de ‘leidende principes van goed onderwijs’ van Luc Stevens: • • • • • •
•
Goede onderwijspraktijk is talent- en ambitiegedreven. Leerlingen worden uitgedaagd en ondersteund. Goede onderwijspraktijk daagt uit tot zelfkennis, zelfsturing en verantwoordelijkheid. Leerkracht en leerling zijn full partners in leren. Onderwijs en opvoeding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De cultuur in groep en school is open, veilig en kent een toon van respect en vertrouwen. Goede onderwijspraktijk is deel van de samenleving, maar kenmerkt zich tegelijkertijd door een zekere afstand en reflectie. Het biedt een curriculum met diepte en variatie en rijke ervaringsmogelijkheden in een vanzelfsprekende verbinding met de vele werkelijkheden buiten de school. De onderwijspraktijk en zijn uitgangspunten en resultaten worden getoetst en gelegitimeerd, in de eerste plaats ten dienste van de leerling en de school.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 20
Doel 2014-2018
Doel 2014-2015 (PLAN)
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO)
Terugkoppeling (CHECK)
Passend onderwijs is voor iedere leerling gerealiseerd Op basis van opbrengstmeting Parnassys: 95% presteert overeenkomstig het perspectief. Geborgde (werk)afspraken zijn zichtbaar en men geeft aan/ontvangt van elkaar hierop feedback.
Het verder realiseren van goed passend onderwijs voor iedere leerling. Op basis van opbrengstmeting Parnassys:90% presteert overeenkomstig het perspectief.
- deskundigheidsbevordering team - coaching - monitoren geborgde afspraken - leerinhoud afstemmen op ontwikkelingsperspectief - het ondersteuningsprofiel verder ontwikkelen
Groepsbespreking Clusteroverleg Coachingsgesprek POP/ beoordelingsge-sprek Lesvoorbereiding
Geborgde (werk)afspraken worden zichtbaar uitgevoerd in de school. (uitvoeringsdiscipline).
Het team voert de afgesproken/ geborgde zaken uit. De coach/adjunct doet klassenbezoek en monitort hierop volgens een vast observatieformulier.(inspectie en Marte Meo)
Coaching Clusteroverleg Voortgangsgesprekken
0. Passend Onderwijs De kern van passend onderwijs is dat we kijken naar de mogelijkheden van een kind en wat er nodig is om een passend programma te bieden. Passend onderwijs geeft scholen en ouders meer ruimte om voor elk kind maatwerk te bieden, zo nodig met extra ondersteuning. Op 1 augustus 2014 komt er met de invoering van de zorgplicht meer ruimte en daarmee de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passend onderwijsprogramma te bieden. Dat betekent niet dat elke school elke leerling een plek moet bieden. Als blijkt dat de school de ondersteuning die een kind nodig heeft niet kan bieden, moet een passende plek op een andere reguliere of speciale school worden gevonden. Op deze manier wordt gezorgd dat alle kinderen in de regio een passend onderwijsprogramma krijgen. Ook kinderen die daarbij extra ondersteuning nodig hebben. De staatssecretaris van O, C en W gaat daarbij uit van het motto: regulier als het kan, speciaal als het moet.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 21
1. De visie SWV Profi Pendi (Passend Onderwijs 26–05) De basisondersteuning die basisscholen bieden is op alle basisscholen binnen het samenwerkingsverband van gelijk niveau. Hierbij wordt uitgegaan van de criteria van de inspectie van het onderwijs. Ondersteuningsprofielen van de basisscholen kennen naast kwalitatief inhoudelijke kenmerken ook kwantitatieve kenmerken, zoals het aantal leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen in een groep. In verband met de kwaliteitseisen waaraan leerkrachten moeten voldoen om binnen het onderwijzen ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen, investeert zowel het bestuur van De Evenaar als het bestuur van het samenwerkingsverband in de professionaliteit van leerkrachten. Het bestuur waaronder de SBO school valt besluit tot het voortbestaan van de bestaande speciale school voor basisonderwijs. Speciale scholen voor basisonderwijs zijn eerste aanspreekpunt voor leerlingen waar specifieke ondersteuningsvragen voor gelden die niet binnen de basisscholen tijdelijk of geheel kunnen worden geboden. Sbao ontwikkelt hiertoe als expertisecentrum een specifiek onderwijsaanbod. Hierbij wordt allereerst uitgegaan van de voorzieningen die Sbao biedt binnen de bestaande ondersteuningsstructuur. Speciale scholen voor basisonderwijs vormen gezamenlijk het expertisecentrum van het samenwerkingsverband. Dit vergt nog verdere uitwerking c.q. besluitvorming. Uitgangspunt hierbij is ‘klein waar het klein kan, regionaal wanneer dit kwalitatief effectiever is’. Ten aanzien van de verwijzing van leerlingen geldt voor het samenwerkingsverband het principe van solidariteit. Het oordeel van de basisscholen bij verwijzing is leidend. Het proces van ondersteuning van leerlingen, van ondersteuning leerling/leerkracht tot aan plaatsing sbao /so is transparant voor ouders en zij zijn vanaf de start betrokken. De inrichting van het samenwerkingsverband kenmerkt zich door een flexibele, overzichtelijke en toegankelijke organisatie met als doel kindnabije en schoolnabije ondersteuning van leerlingen en leerkrachten in het primaire proces. De Evenaar De visie van De Evenaar luidt: Het uitgaan van de specifieke onderwijsbehoeftes van kinderen om een doorgaande ontwikkeling in gang te zetten. Het onderwijs, uitgaande van SSN, is er dan ook op gericht om voor iedere leerling een klimaat te creëren waarin het kind zich optimaal ontplooit. Onze doelstelling (missie) Wij willen die visie in praktijk brengen in het onderwijs-expertisecentrum. (uitwerking schooljaar 2014/2015) Toelichting Een visie is geen vrijblijvend, abstract, papieren verhaal, maar is het kader waarbinnen gewerkt wordt binnen de Evenaar. Het is een spiegel voor alles wat je doet. Het vertegenwoordigt de idealen en ambities van De Evenaar. “Als je een schip wilt gaan bouwen, breng dan geen mensen bijeen om timmerhout te sjouwen of te timmeren alleen voorkom dat ze taken ontvangen deel evenmin plannen mee maar leer mensen eerst verlangen naar de eindeloze zee” (Antoine de Saint-Exupéry). Een visie bevat op een congruente wijze de keuzes die school maakt. “Niets is zo praktisch als een goede visie. Een missie en visie drukken uit wie je bent, waar je voor staat en wat je nastreeft.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 22
Doel 2014-2018
Doel 2014-2015 (PLAN)
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO)
Terugkoppeling (CHECK)
Ieder teamlid op De Evenaar is eigenaar van de visie.
Het verder invulling geven aan de visie waardoor deze peiler van de school verstevigt.
Gesprekken voeren (individueel, clusteren schoolbreed) over wat de visie voor je handelen betekent. Opnemen in jaaragenda.
Clusteroverleg Studiedagen Voortgangsgesprekken
Missie operationaliseren
2. Zorg & begeleiding in school Groepsbesprekingen Drie keer per jaar vindt een groepsbespreking plaats (zie ook “ondersteuningsroute De Evenaar”). Deze bespreking dient een opbrengst- en handelingsgericht karakter te hebben. De bespreking vindt plaats aan de hand van een ingevuld groepsoverzicht, het groepsplan, ZIEN en de groepskaart in Parnassys. Tijdens de groepsbespreking wordt er geëvalueerd of de gestelde (tussen)doelen behaald zijn en worden nieuwe (tussen)doelen opgesteld. In de groepsbespreking wordt nagegaan of de leraar begeleiding nodig heeft en kan een afspraak gemaakt worden voor een vorm van begeleiding. Een belangrijk aandachtspunt van de groepsbespreking is het monitoren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling en het vaststellen van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Er wordt handelingsgericht besproken hoe doelgericht aan het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van de leerling tegemoet gekomen kan worden. De groepsbesprekingen zijn opgenomen in de jaarkalender.. Toelichting Zie schoolhandleiding Parnassys (Deze is te vinden op de website onder de map ‘personeel’). Doel 2014-2018
Doel 2014-2015 (PLAN)
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO)
Terugkoppeling (CHECK)
Het hebben van duidelijke, concrete en evalueerbare doelen in plannen
Het verder ontwikkelen van meer concrete en evalueerbare doelen in plannen.
Gesprekken voeren over wat concrete en evalueerbare doelen zijn.
Clusteroverleg Studiedagen Groepsbesprekingen
Het groepsplan is leidend voor de wijze van handelen in de groep.
Observatiebezoeken adjunct.
3.Handelings- en opbrengstgericht werken in de groep Handelingsgericht werken gaat uit van de fasen waarnemen, begrijpen, plannen, evalueren en uitvoeren. De Evenaar hanteert de fasen data, duiden, doelen en doen. Om spraakverwarring te voorkomen stappen we over op de 4D-termen. Data / Waarnemen Toelichting De leraar verzamelt systematisch gegevens over alle leerlingen in de groep. Hiervoor wordt de groepskaart in het LVS Parnassys gebruikt. Het betreft gegevens uit methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen, uit het leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN), uit observaties en uit gesprekken met leerlingen en met ouders. Zie ook “ondersteuningsroute De Evenaar”. Duiden / Begrijpen Op basis van het ontwikkelingsperspectief heeft de leraar de lange termijn doelen vastgesteld voor lezen, taal en rekenen en voor de domeinen sociaal-emotionele ontwikkeling en leren leren. De Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 23
referentieniveaus Taal en Rekenen en de leerlijnen Passende Perspectieven en CED zijn hierbij belangrijke ijkpunten. Toelichting Naast toetsen leveren observaties van leerlingen en gesprekken met leerlingen en met ouders veel handelingsgerichte informatie op. Heb ook oog voor de positieve kwaliteiten, talenten en interesses van leerlingen. Daarnaast is van belang dat de leraar de verzamelde gegevens gebruikt om de resultaten en opbrengsten van haar onderwijs overzichtelijk in kaart te brengen, te analyseren en te kijken waar verbeterpunten liggen (zie verder onder ‘evalueren van het groepsplan’ en ‘het analyseren van de leeropbrengsten’). Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens signaleert de leerkracht leerlingen die de komende periode extra aandacht nodig hebben. Signaleer niet alleen leerlingen met een grote leerachterstand of sociaal-emotionele problematiek, maar bijvoorbeeld ook leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong, die meer uitdaging nodig hebben. Afgeleid van de lange termijndoelen stelt de leerkracht bij het benoemen van de onderwijsbehoeften eerst vast welke doelen de leerkracht voor een leerling de komende periode nastreeft. Daarna bepaalt zij op basis van een analyse van de gegevens die zij verzameld heeft wat de leerling (extra) nodig heeft om deze doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan verlengde instructie, meer leertijd, extra leerstof, activerende werkvormen of aan pedagogische maatregelen om de motivatie, taakaanpak, de competentie, de autonomie en de relatie te verbeteren. Doelen / Plannen Op basis van het groepsoverzicht (groepskaart) bekijkt de leraar per vakgebied hoe leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften op een effectieve en uitvoerbare manier geclusterd kunnen worden. Van belang is dat leerlingen zodanig geclusterd worden dat zij voldoende instructie, feedback en begeleiding ontvangen. Op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gekozen clustering stelt de leraar doelgericht een (groeps)plan op. Groepsplannen worden per vakgebied opgesteld voor lezen, spelling en rekenen. Ook stellen we een apart pedagogisch groepsplan op met doelen op het terrein van de sociaalemotionele ontwikkeling en het leren leren. Toelichting De leraren in het cluster zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen in het cluster. Clustering van leerlingen vindt niet binnen de klas maar binnen het cluster plaats. De clustering van leerlingen is tijdelijk en flexibel en wordt na elke cyclus opnieuw overwogen. De clustering vindt zodanig plaats dat deze haalbaar is qua klassenmanagement van de leraar en dat leerlingen van en met elkaar leren. Soms hebben leerlingen (in aanvulling op of in plaats van het groepsplan) een individueel aanbod nodig. Als een leerling een bijzondere aanpak nodig heeft, die zich niet laat specificeren in het groepsplan kan het besluit genomen worden om een individueel plan op te stellen. Het handelingsplan heeft een looptijd van 6-8 weken en is erop gericht dat de leerling weer gaat profiteren van het groepsplan. Het groepsplan loopt tot de volgende groepsbespreking. Deze keus tot het opstellen van een apart individueel plan wordt besproken en vastgesteld in de groepsbespreking. Doen / Uitvoeren en evalueren Het groepsplan is een werkdocument dat de leraar gebruikt voor haar dag- of weekplanning. Bij het uitvoeren van het groepsplan weten de leraren wat de ‘cruciale leermomenten’ in de verschillende leerlijnen de komende periode zijn. Cruciale leermomenten zijn drempels in het leerproces. Als een leerling deze drempel niet neemt, dreigt de ontwikkeling te stagneren. De leraar moet zicht hebben op variaties in instructie en didactiek om leerlingen te ondersteunen bij het passeren van deze drempels. Een effectieve manier van instructie geven zoals binnen de Evenaar is afgesproken is het directe instructiemodel. Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 24
Toelichting De leraar hanteert een lesopbouw waarin er ruimte is voor verlengde instructie voor (groepjes) leerlingen en voor verdieping/verrijking voor andere (groepjes) leerlingen. Hierbij stemt de leraar haar didactiek af op de behoeften en leerstijl van de leerlingen. Het doel van de les is voor iedereen duidelijk en de leerlingen ontvangen feedback op wat zij doen. De leertijd wordt tijdens de les effectief en doelmatig besteed. (Directe Instructie Model) Qua klassenmanagement hanteert de leraar duidelijke afspraken en regels met betrekking tot het gedrag van leerlingen, het omgaan met uitgestelde aandacht en zelfstandig werken. De leerlingen zijn met behulp van een dag- of weektaak in staat zelfstandig te werken. Het is van belang dat het (groeps)plan uitgevoerd wordt in een rijke en betekenisvolle leeromgeving, die de leerling uitdaagt en stimuleert tot leren. De leraar voert cyclisch het groepsplan uit. Zonodig wordt het groepsplan tussentijds bijgesteld. Het (in subgroepjes) uitvoeren van het (groeps)plan doet een groot beroep op de instructievaardigheden van leraren, op goede didactische en pedagogische aanpak, op het effectief besteden van de leertijd en op een goed klassenmanagement. Coaching biedt zicht op waar de leraar bij het uitvoeren van het (groeps)plan tegenaan loopt en kan gebruikt worden om samen met de leraar naar oplossingen te zoeken (zie ook ‘coachingsplan). De leraar evalueert of de in het (groeps)plan gestelde doelen bereikt zijn. Na afronding van het plan wordt de evaluatie systematisch vastgelegd, zodat goed gedocumenteerd is wat een leerling met welk resultaat aangeboden heeft gekregen. De leraar evalueert haar aanbod en onderzoekt welke aanpassingen de komende periode in haar handelen en aanbod nodig zijn. Toetsresultaten over de afgelopen periode worden overzichtelijk in kaart gebracht en geanalyseerd. De resultaten zijn conform het OPP. Tijdens de groepsbespreking (zie jaarkalender en “ondersteuningsroute De Evenaar”) wordt het groepsplan en wat de bereikte resultaten en opbrengsten zijn geëvalueerd. Doel 2014-2018
Doel 2014-2015 (PLAN)
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO)
Terugkoppeling (CHECK)
Het uitvoeren van de groepsplannen: - groep- SEO - didactisch (rekenen-taallezen- spelling) Het evalueren van de groepsplannen.
Het werken met groepsplannen.
Het optimaliseren van de groepsplannen vanuit de leerlijnen m.b.v. Parnassys.
Clusteroverleg Studiedagen
Evaluatie van de groepsplannen vindt plaats tijdens de groepsbesprekingen en wordt ingebed in de jaarkalender. Het behalen van een 100% score v.w.b. het analyseren van alle gegevens.
Opnemen in de jaarkalender.
Clusteroverleg
Het verder optimaliseren van het gebruik van de analyse van de toetsgegevens.
Clusteroverleg Studiedagen Cito bespreking
De opbrengsten van het vak spelling zijn voldoende (inspectienorm)
Het team geeft spellingsonderwijs volgens het vernieuwd aanbod. Analyse van de spellingsopbrengsten.
Clusteroverleg
Alle (100%) toets resultaten worden geanalyseerd om het aanbod af te stemmen De opbrengsten van het vak spelling zijn goed (inspectienorm)
4. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling Opbrengstgerichtheid d.m.v. het werken met ontwikkelingsperspectief (voorheen streefdoelen). SBO De Evenaar wil een doorgaande ontwikkeling in gang zetten door uit te gaan van specifieke behoeftes in leren van leerlingen. Het onderwijs is er op gericht voor iedere leerling een klimaat te creëren waarin de leerling zich optimaal ontplooit. De school en haar leerkrachten gaat hierbij opbrengstgericht te werk. Dit houdt in dat op basis van verzamelde gegevens uit dossier een inschaling wordt gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en het daarbij behorende OPP voor een bepaalde, langere periode. Toelichting Op grond van het OPP wordt met behulp van de leerlijnen van Passende Perspectieven en het CED de Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 25
lange termijn doelen voor de leerling vastgesteld. Afgeleid daarvan bepaalt de leerkracht welke (tussen)doelen de komende periode (in het groepsplan) nagestreefd worden. In de groepsbespreking wordt het OPP vastgesteld, v.a. DL = 20 maanden, voor zowel het didactisch perspectief (rekenen, taal, lezen, etc.) als voor het pedagogisch perspectief (sociaal-emotioneel, taak- en werkhouding). Per vakgebied wordt de leerrendementsverwachting vastgesteld. Daarnaast wordt de prognose VO benoemt (welke uitstroombestemming in het voortgezet (speciaal) onderwijs is voor deze leerling haalbaar). Om de opbrengsten te kunnen meten en de leerling-resultaten in beeld te brengen, wordt gebruik gemaakt van het CITO leerlingvolgsysteem en de toetsen voor rekenen, taal, lezen en spelling worden afgenomen. Tevens wordt er gebruik gemaakt van het dyslexieprotocol en het protocol ERWD SBO. Al deze resultaten worden door de leerkracht ingevoerd in ParnasSys. De leerkracht maakt een systematische analyse van het leerrendement met behulp van het LVS. Dit geeft de leerkracht zicht op de leerwinst van de leerling en aanwijzingen voor o.a. aanpassingen in aanbod, didactiek, organisatie, zorg en begeleiding. In en met behulp van ParnasSys stelt de leerkracht een (nieuw) (individueel)hulp- en/of groepsplan op. Op De Evenaar wordt het OPP in gesprek met de ouders/ verzorgers besproken en vastgesteld tijdens EPBB en voortgangsbespreking. Deze bespreking wordt gedaan a.d.h.v. een uitdraai vanuit Parnassys. Leerrendement en vervolgonderwijs ParnasSys gebruikt onderstaande tabel bij DLE-toetsen en de AVI-toetsen om aan de hand van het leerrendement een prognose voor het vervolgonderwijs te geven. Het aanpassen van het leerjaar heeft hier dus ook invloed op. Niveau E D CC+ B A(+)
Niveau eind groep 8 Tot eind groep 5 (DLE 30) Tot eind groep 6 (DLE 40) Tot eind groep 7 (DLE 50) Tot eind groep 8 (DLE 60) Tot een jaar voorsprong (DLE 70) Meer dan een jaar voorsprong
Leerrendement < 50% > 50% en < 66% > 66% en < 83% > 83% en < 100% > 100% en < 117% > 117
Vervolgonderwijs PRO LWOO/VMBO VMBO (basis/kader) VMBO (gemengd/theorie) HAVO VWO
Referentieniveaus taal en rekenen Het referentieniveau geeft een inhoudelijke uitwerking van de kerndoelen. Voor taal en rekenen zijn er vier fundamentele niveaus (voor alle leerlingen) beschreven. De niveaus geven een opklimmende moeilijkheidsgraad in basiskennis en -vaardigheden aan. Elk fundamenteel niveau omvat het voorgaande niveau. En bij het behalen van een fundamenteel niveau kan het volgende niveau gezien worden als een streefniveau. Niveau 1F 1S* 2F* 3F 4F
Kwaliteit Eind primair onderwijs Streefniveau eind PO Eind vmbo Eind mbo-4 en havo Eind vwo
Drempel Van po naar vo = 0,75 (vmbo) Van po naar vo = 1,00 (Havo/vwo) Van vo fase 1 naar vo fase 2/ van vmbo naar mbo Van vo en mbo naar ho van vo naar wo
* Er zijn 2 kwaliteiten van referentieniveaus: Fundamentele en streefkwaliteit. 1S en 2F zijn beide algemeen maatschappelijk niveau. Niveau 1F beschrijft wat lln. eind basisschool moeten kennen en kunnen om met 16 jaar 2F te kunnen halen. Niveau 2F wordt gezien als het minimum aan kennis en vaardigheden dat nodig is om je te kunnen redden in onze geletterde samenleving. Er zijn leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, het fundamentele niveau 1F (op onderdelen) niet halen. De groep leerlingen die het fundamentele niveau (1F) niet haalt op 12-jarige leeftijd is divers. De oorzaken waarom ze 1F niet kunnen halen, verschillen: krijgen ze de stof niet aangeboden en halen ze 1F daarom niet? Of krijgen ze de stof wel aangeboden, maar sluit het niet aan bij het daadwerkelijke vaardigheidsniveau van de leerling? Doel 2014-2018 Er wordt gewerkt met Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
Doel 2014-2015 (PLAN) Het werken a.d.h.v. de leerlijnen
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO) Vertaalslag maken van de leerlijnen
Terugkoppeling (CHECK) Clusteroverleg blad: 26
leerlijnen voor alle vakgebieden (Passende perspectieven/ CED/ ZIEN)
Passende Perspectieven Rekenen is geïmplementeerd.
Passende Perspectieven rekenen naar het dagelijkse handelen in de groep.
Studiedagen Groepsbesprekingen
95% van de gestelde prognoses in de OPP worden behaald
90% van de gestelde prognoses in de OPP worden behaald
Het verder verfijnen van de opbrengsten. Door goede planning, analyses en doelen stellen onderwijskwaliteit. Zie ook voorafgaande item.
Clusteroverleg Studiedagen Groepsbesprekingen Evaluatiegesprekken adjunct directie.
5. Analyse van de opbrengsten Het team kan de overzichten in Parnassys rondom resultaten interpreteren. Met name de vaardigheidsscores kunnen worden geduid. Deze interpretaties leiden tot acties voor het handelen van het team of voor het schoolbeleid. - Er is een opbrengstgerichte attitude, waarin leerkrachten reflecteren over de opbrengsten van hun onderwijs en daarover in gesprek gaan. - De Evenaar analyseert systematisch op leerling-, groeps- en uitstroomniveau de resultaten en opbrengsten van het onderwijs en neemt zonodig (op basis van een verbeterplan) maatregelen om de opbrengsten van het onderwijs te verbeteren. Toelichting Bij opbrengstgericht werken gaat het erom gegevens over de opbrengsten van het onderwijs te analyseren en te gebruiken om het onderwijsleerproces te verbeteren, zodat de leerlingprestaties toenemen. Het analyseren van de opbrengsten hoeft zich niet alleen te beperken tot lezen, spelling en rekenen. Ook de vorderingen in het sociaal-emotioneel domein, het welbevinden van de leerlingen en de tevredenheid van de ouders kunnen bij een bredere opvatting van opbrengstgericht werken meegenomen worden. Doel 2014-2018 Cyclus opbrengstgericht werken in 4D (CED) wordt 100% beheerst en toegepast. Het team kan de overzichten in Parnassys rondom resultaten interpreteren en hieraan acties betreffende het handelen koppelen.
Doel 2013-2014 (PLAN) Verder implementeren van de cyclus overeenkomstig het 4D- model.
Actiepunten (wat) 2013-2014 (DO) Tijdens de clusteroverleggen komen tot een heldere analyse van de data. (toetsgegevens)
Terugkoppeling (CHECK) Studiedagen
Vaardigheidsscores kunnen worden geduid.
Scholingsmoment omtrent analyse van de vaardigheidsscores
Studiedagen
6. Professionalisering en kennis delen / Samen leren inhoud geven Het wederzijds afstemmen tussen de organisatorische plannen en de professionele en persoonlijke ontwikkeling. Het team van De Evenaar is dagelijks bezig met het leren en ontwikkelen van onze leerlingen. Wij willen ze actief betrokken houden bij het onderwijs en verantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces. Wij vragen onze leerlingen om samen te werken en van elkaar te leren. Maar hoe kijken wij naar ons eigen leren en benutten wij elkaars kennis voldoende? Hoe kunnen wij als team samen leren met het doel het onderwijs steeds beter te maken voor onze leerlingen. (Zie ook H1) Toelichting In het kader van kwaliteitsdenken is een belangrijke rol weggelegd voor de ontwikkeling van het personeel (bekwaamheidsbevordering). Om de kwaliteit van de medewerkers goed te benutten en de ontwikkeling daarvan te stimuleren worden er structureel gesprekken gevoerd met de teamleden. Deze gesprekken worden gevoerd aan de hand van de volgende competenties.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 27
1. Interpersoonlijk 2. Orthopedagogisch handelen 3. Orthodidactisch handelen 4. Organisatorisch 5. Samenwerking met collega 6. Samenwerking met omgeving 7. Normatieve professionaliteit 8. Authentiek functioneren 9. Kennis ontwikkelen 10.Diagnostisch onderwijzen 11.Reflectie en ontwikkeling Opbrengsten Een professionele leergemeenschap in school waarin leraren en overige medewerkers zich eigenaar voelen van de veranderingen, zich willen professionaliseren, bereid zijn hun eigen praktijk te onderzoeken, collectief te leren en kennis en ervaringen met elkaar te delen, om zo te komen tot een duurzaam lerende organisatie. Teamleden die beter aangesproken worden op hun specifieke kwaliteiten, talenten en interesses. Beleid met betrekking tot professionalisering van medewerkers in school, d.m.v. IPB (integraal personeelsbeleid plan) ICT-bekwaamheid Ict-bekwaamheid van leraren is van essentieel belang bij het verbeteren van leeropbrengsten van leerlingen. Leraren ondersteunen hun onderwijs met ict-hulpmiddelen. Zij zijn in staat te beoordelen wanneer ict een meerwaarde heeft en passen hun kennis en vaardigheden op het gebied van leerinhoud, pedagogiek, didactiek én technologie in samenhang toe. Leraren onderhouden en ontwikkelen hun eigen vakbekwaamheid met behulp van ict-hulpmiddelen. Zij kunnen de meest actuele informatie online vinden en weten hoe zij ict kunnen inzetten om vakbekwaam te blijven. Doel 2014-2018 Teamleden gaan in dialoog met elkaar om feedback te krijgen op de eigen competenties. Er is een individuele verantwoordelijkheid en wederzijdse afhankelijkheid. Het team functioneert als een professionele leergemeenschap. Vergroten van de ICTbekwaamheid
Doel 2014-2015 (PLAN) De teamleden spiegelen zichzelf aan de hierboven genoemde competenties en stellen doelen in het kader van de eigen leercyclus en reflecteren op de stappen die zij zetten.
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO) Met teamleden wordt gesproken over de doelen voor het komende leerjaar.
Terugkoppeling (CHECK) IPB, ontwikkel gesprekken. Studiedagen
Er is zichtbaar sprake van teamleren.
Inrichten van collegiale ontmoetingen is een verantwoordelijkheid van het team.
Clusteroverleg Evaluatiedag.
relevante digitale bronnen kunnen vinden en raadplegen.
Tafelgesprek organiseren
Clusteroverleg studiedagen
Professionaliseringsactiviteiten organiseren.
Collegiale consultatie verbinding leggen tussen leerdoel, werkvorm en de inzet van ict-hulpmiddelen
7. Ouderbetrokkenheid / educatief partnerschap Ouderbetrokkenheid Wanneer ouders de mogelijkheid hebben betrokken te zijn bij het onderwijs van hun kinderen, heeft dit een positieve invloed op de cognitieve ontwikkeling en prestaties van kinderen. Het is in het belang van het kind dat er goede contacten en samenwerking zijn tussen school en thuis bij opvoeding en onderwijs. De ontwikkeling van een kind is er bij gebaat dat scholen en ouders samenwerken in hun pedagogische taak. Door hun uiteenlopende ervaringen met, kennis van en kijk op, het kind kunnen ze elkaar heel goed aanvullen en ondersteunen. Ouders en school zijn eerste bron voor het verkrijgen van informatie over bijvoorbeeld het gedrag van het kind. Ouders hebben de meeste invloed op de persoonlijke ontwikkeling van een kind en het beste inzicht in het emotionele gedrag van hun kinderen. Leerkrachten bezitten cruciale informatie over of een kind problematisch gedrag (ruziemaken, pesten, bedreigen, bedriegen, Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 28
vloeken en liegen) vertoont, zij hebben hier de scherpste neus voor. Zij kunnen mogelijke problemen in leren of gedrag vroegtijdig signaleren en hebben meer dan ouders een normatieve kijkwijze in hun beoordeling van het gedrag van een kind. De scheidslijn tussen school en gezin is niet scherp, eerder vloeiend. Samenwerken met ouders Partnerschap bestaat tussen ouders en school wanneer beiden er op uit zijn elkaar wederzijds te ondersteunen en ze proberen hun bijdrage aan de ontwikkeling van het kind zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Om dit partnerschap te kunnen bereiken start samenwerking met ouders vanaf het allereerste moment dat ouders in contact met school komen: partnerschap begint bij een basisniveau van ouderbetrokkenheid. Dit basisniveau bestaat dan , naast de ‘standaard’ tien-minuten gesprekken en ouderavonden, uit meerdere contactmomenten tussen ouders en school in een jaar, het afleggen van een huisbezoek bij nieuwe leerlingen en een ‘ontwikkelinggesprek’ na zes weken in het nieuwe schooljaar (NJI, 2008). Wanneer belemmeringen in de ontwikkeling van het kind geconstateerd worden, wordt de samenwerking tussen ouders en school urgent. Zeker wanneer externe partijen betrokken, worden gaat het vaak om gevoelige zaken. Ouders kunnen zich aangetast voelen in wat zij als hun privédomein beschouwen; de opvoeding van hun kind. De opstelling en aanpak van ouders en de gezinssituatie kunnen in het geding zijn. Dat maakt het des te noodzakelijker om hierover zeer zorgvuldig met ouders te communiceren, waarbij het belang van het kind steeds voorop staat en de bindende factor vormt. Een oplossingsgerichte aanpak voorkomt daarbij dat ouders zich beschuldigd hoeven te voelen of de geboden oplossing als bemoeizucht ervaren. Ontevredenheid, mijden van contact en ‘tegenwerking’ van ouders in een traject ontstaan vooral doordat ouders vinden dat ze te weinig of te laat als gesprekspartner zijn uitgenodigd. Doel 2014-2018
Doel 2014-2015 (PLAN)
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO)
Terugkoppeling (CHECK)
Ouders zijn betrokken op de school
1. Afstemmen op behoeftes en verwachtingen van ouders en school. 2. Het verder vormgeven aan de ouderontmoet-avonden en de ouderontmoet-ochtenden.
Overleg met OR/ MR leden Samenwerking in werkgroepen Overleg met team Middels een ouderpanel invulling geven aan doel 1.
Vergaderingen
8. Burgerschap / Van onbewust sociaal naar bewustwording “Opvoeden is geloven in verandering" - Paulo Freire Lessen in Burgerschap bieden leerlingen de basiskennis, de vaardigheden en de houding die nodig zijn om volwaardig en actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Dit door het koesteren van verscheidenheid, eigenheid, respect, waardering, solidariteit. Door samen spelen en samen leren komen tot samen leven. Toelichting De school is bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en sociale integratie bevorderen. Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Uitgaande van de visie van de Evenaar hechten we eraan om de leerlingen onderwijs te bieden in Samenlevingskunde en Burgerschap. Om goed met elkaar te kunnen (leren) leven besteden we op de Evenaar uitgebreid aandacht aan de Sociale Vaardigheden. Hiervoor gebruiken we “Kinderen en hun sociale talenten” als bronnenboek en staat dit ook als vak twee keer per week op het rooster. Een doel van onderwijsaanbod in Burgerschap, Samenlevingskunde en Sociale en Emotionele ontwikkeling in de Evenaar is dat leerlingen de kennis, houding en vaardigheden aanleren die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in onze samenleving. Leerlingen leren hierdoor deel te nemen aan het politieke, economische en sociaal-culturele leven in ons land. Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 29
Het blijkt dat als leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor het klimaat in de klas en de school, dat er dan beduidend minder problemen zijn. De Evenaar streeft er naar om leerlingen een stem te geven en die stem ook te horen. We hechten eraan om met de leerlingen een protocol tegen het pesten te maken, zodat het geen opgelegde regels worden, maar “eigen” kan zijn. Gesprekken met leerlingen zijn van belang om te kunnen afstemmen, elkaar te volgen en op elkaar aan te kunnen sluiten. Leerlingen nemen we serieus door hen te leren dat we naar hen willen luisteren. School is de plek bij uitstek waar je kunt leren en oefenen hoe deelname aan een groep eruit ziet. Wat het van je vraagt, wat er van je verwacht wordt en omgekeerd wat je mag vragen en verwachten. Van onbewust sociaal naar bewustwording Dit is het uitgangspunt voor duurzame sociale en emotionele ontwikkeling. Een werkwijze en manier van samenzijn waardoor pesten minder en liefst geen kans krijgt. Het richt zich op een gezonde stevige ontwikkeling, waarbij inzicht gaat ontstaan in hoe we met elkaar omgaan, wat gezond gedrag is en wat we allemaal al goed doen met elkaar! Dat wat we goed doen gaan we leren herkennen, benoemen en bewustmaken. De regels om samen met elkaar op school te zijn, de maatschappelijke normen en waarden vormen het fundament. Door er samen met de leerlingen dagelijks aandacht aan te schenken en het in de lessen mee te nemen ontstaat er ontwikkeling vanuit bewustwording. Werkwijze; Het volgsysteem ZIEN, de methodiek “kinderen en hun sociale talenten” en allerlei handelingsmogelijkheden, lessen en adviezen uit bestaande en succesvolle methodieken worden vertaald naar de behoefte en mogelijkheden van onze leerlingen. Het fysiek met elkaar oefenen in de gym – of speelzaal is een belangrijk element. Doel: Bewustwording, inoefenen en ervaren van gezond gedrag om de duurzame gezonde ontwikkeling te stimuleren. Wanneer: Eens per week in de vorm van lesaanbod, daarna een dagelijkse terugkoppeling samen met de leerlingen. Waar: in de gym – en of speelzaal en de klas Wie: de leerkrachten met een expert beweging en fysieke ontwikkeling.
Doel 2014-2018 De basiskennis, de vaardigheden en de houding die nodig zijn om volwaardig en actief deel te kunnen nemen aan de samenleving zijn geoptimaliseerd in het lesaanbod. Bewustwording, inoefenen en ervaren van gezond gedrag om de duurzame gezonde ontwikkeling te stimuleren zijn geoptimaliseerd in het lesaanbod. Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
Doel 2014-2015 (PLAN) Tijdens het onderwijs wordt gewerkt aan de basiskennis, de vaardigheden en de houding die nodig zijn om volwaardig en actief deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het verder uitbouwen van de netwerkcontacten (buurt, HALT, kindertelefoon, wijkagent en wethouders enz).
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO) De bron ‘kinderen en hun sociale talenten , onderdeel Burgerschap wordt hiervoor als leerlijn gebruikt.
Bewustwording, inoefenen en ervaren van gezond gedrag om de duurzame gezonde ontwikkeling te stimuleren
Eens per week in de vorm van lesaanbod, daarna een dagelijkse terugkoppeling samen met de leerlingen in de gym – en of speelzaal en de klas met de leerkrachten en met een expert beweging en fysieke ontwikkeling.
Terugkoppeling (CHECK) Clusteroverleggen Groepsbesprekingen
Burgerschap wordt een onderdeel van de themalessen.
Zie actiepunten
blad: 30
9. Cultuur / Kunst in het hart Cultuur in het hart van het onderwijs De toekomst is aan het flexibele brein, in deze eeuw van interactie en creativiteit! Een uitdaging voor het onderwijs en voor de kansen die geboden moeten worden als gevolg van het snel groeiende inzicht in hoe leren, creativiteit en vakmanschap werken. Cultuureducatie helpt leerkrachten en leerlingen om hun creatief vermogen verder te ontwikkelen en creatieve krachten te versterken. Door de ontwikkeling van het creatief vermogen krijgen leerlingen meer tools om zich voor te bereiden op de toekomst. Kinderen leren onder andere door experimenteren, presenteren, communiceren, interactie, reflectie, passie, creëren. Deze vaardigheden komen aan bod in de cultuurvakken. Door de cultuurvakken meer te verbinden met de andere vakken, ontstaat er voor de leerling meer samenhang tussen de diverse vakken met de verwachting dat de leerlingen met plezier leren. Doel 2014-2018 Vergroten van de creativiteit
Doel 2014-2015 (PLAN) De teamleden verbinden cultuureducatie met andere vakken met als doel de creativiteit van de leerlingen te vergroten.
Actiepunten (wat) 2014-2015 (DO) Leren en ervaren hoe je creativiteit kunt vergroten door teamscholing. Aspecten van cultuureducatie verwerken in de voorbereiding en uitvoering van de lessen. Groepsbezoeken en consultatie door medewerker van Kunst Centraal
Terugkoppeling (CHECK) Coachgesprek, clusteroverleg e studiedag
10. CHECK en ACT: Een belangrijk element hierin is transparantie. Leerkrachten, ouders, medewerkers en toezicht monitoren de kwaliteit en weten wat de opbrengsten zijn en of het doel behaald wordt. Evaluatie (check) van deze (meer)jaren plannen gebeurt tijdens: - twee checkmomenten schoolbreed. Aan de hand hiervan wordt het jaarplan bijgesteld.(Act). Bij de start van het nieuwe schooljaar volgt een nieuw jaarplan. - groepsbesprekingen - De MR vergaderingen (MR geeft advies omtrent schoolplan) - DO/ college van bestuur/ RVT Gerealiseerde doelen / geborgde afspraken: -
De Evenaar biedt een uitdagende leeromgeving en creëert daarbij behorende activiteiten. Leerkrachten bieden een uitdagende, prikkelende leeromgeving aan, die aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen. Gedurende het schooljaar wordt door leerkracht en leerlingen de omgeving afhankelijk van thema/seizoen/e.d. opnieuw ingericht.
-
De Evenaar maakt structureel gebruik van de werkvorm ‘de kleine kring’. In elke groep staat ‘kleine kring’ minimaal 1x per week op het rooster.
-
De Evenaar maakt structureel gebruik van het inzetten van de instructietafel Leerling worden op uitnodiging van de leerkracht aan de instructietafel gevraagd voor herhaalde, verlengde dan wel verdiepende instructie. Ook uit eigen initiatief kan de leerling plaatsnemen aan de instructietafel.
De Evenaar maakt structureel gebruik van de kieskast. Het materiaal is afgestemd op de leerniveaus van de leerlingen. Het materiaal is uitdagend en waar mogelijk zelfcorrigerend. -
-
De Evenaar maakt optimaal gebruik van het leerlingvolgsysteem Parnassys.
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 31
Nieuwe leerling krijgen een dossier in Parnassys. LVS is volledig ingevuld. Alle leerkrachten volgen systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerling in het Leerling Volg Systeem Parnassys. Ouders zijn betrokken op de ontwikkeling van hun kind o.a. middels overdrachtsformulier, planbespreking, OKR en ZIEN Het overdrachtsformulier bespreken we met ouders . (hierin staat ook de onderwijs ondersteuningsbehoefte, het ontwikkelingsperspectief en de SEO). -
-
Leerlingen met leesproblemen (dyslexie) worden optimaal begeleid.
-
Lezen volgens LIST is ingevoerd en geborgd.
Bronnen: Actieplan ‘Basis voor Presteren’, naar een ambitieuze leercultuur voor alle leerlingen, OCW Bestuursaccoord PO 2012-2015, OCW Schoolplan De Evenaar Leraar 2020, PO-raad Kwaliteitskaarten en handreikingen, PO-raad Ondersteuningsprofiel, Framework Ik heb er veel van geleerd, Fred Korthagen 4D, CED-groep Opbrengstrijk onderwijs, sbowerkverband De Evenaar en ouders, op weg naar educatief partnerschap. Maaike Lof SAZ, Samen Leren Inhoud geven HGW IPB Bestuursbegroting 2014 Bestuursbegroting 2015 Inspectierapport 2013
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 32
SPIEGELVRAGEN H1. De visie De visie blijft ons een spiegel voorhouden wanneer we denken over: • • • • • • • • • •
Is dit een inspiratiebron en zorgt de visie voor binding? Geeft de visie concreet sturing aan het denken en handelen binnen De Evenaar? Biedt de visie een kompas voor verdere schoolontwikkeling? Wat voor school willen wij zijn? Wat willen we bereiken? Welke doelen streven we na? Voor welke leerlingen? Wat is onze visie op goed onderwijs? Hoe leren onze leerlingen het beste? Vanuit welke uitgangspunten denken en handelen we in school? Hoe organiseren we, rekening houdend met verschillen tussen leerlingen, het onderwijs en de zorg in onze school? Hoe werken we in onze school samen? Met elkaar? Met de leerling? Met de ouders? Wat is de positie van onze school in de omgeving, in het samenwerkingsverband, in de samenleving?
H2. Zorg en begeleiding in school De groepsbespreking blijft ons een spiegel voorhouden wanneer we denken over: • Hoe verliep de uitvoering van het (groeps)plan? Zijn de doelen uit het vorig (groeps*) plan bereikt? Welke aanpassingen zijn in het onderwijsaanbod nodig? • Wat zijn de komende periode op basis van het groepsoverzicht, ZIEN en de groepskaart aandachtspunten voor alle leerlingen in de groep? • Welke leerlingen zijn in deze overzichten gesignaleerd? • Zijn er vragen over het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen? • Hoe kunnen de leerlingen de komende periode op een haalbare en effectieve manier geclusterd worden? • Wat zijn suggesties en handvatten voor het opstellen van het nieuwe (groeps)plan? • Welke begeleidingsvraag heeft de leerkracht? • Wat zijn op basis van het groepsoverzicht de behaalde resultaten en (leer)opbrengsten? Zijn deze opbrengsten conform de ambities van school? Waar liggen verbeterpunten? H3. Handelings- en opbrengstgericht werken in de groep Het systematisch en cyclisch verzamelen van gegevens over de leerlingen blijft ons een spiegel voorhouden wanneer wij denken over: • Wat zijn de resultaten van de leerlingen op de niet- methodegebonden toetsen? Wat is de leerrendementsverwachting per vakgebied? Wat is mijn analyse en interpretatie van deze resultaten? • Wat zijn de resultaten van de leerlingen op de methodegebonden toetsen? Wat is mijn analyse en interpretatie van deze resultaten? • Hoe verloopt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen? Wat is mijn analyse en interpretatie van de verzamelde gegevens? Welke factoren stimuleren en belemmeren de sociaal-emotionele ontwikkeling? • Hoe verloopt het leren van de leerlingen? Wat is mijn analyse en interpretatie van de verzamelde gegevens? Welke factoren stimuleren en belemmeren het leren van de leerlingen? • Wat betekent dit voor het ontwikkelingsperspectief c.q. verwachte uitstroomniveau van de leerlingen? Is bijstelling van het ontwikkelingsperspectief nodig? • Welke leerlingen ontwikkelen zich niet conform het verwachte uitstroomniveau? • Welke leerlingen ontwikkelen zich niet conform de leerrendementsverwachting? Per vakgebied. • Welke leerlingen hebben qua sociaal-emotionele ontwikkeling en/of qua werkhouding/taakaanpak/motivatie extra aandacht nodig? Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 33
Het duiden van de gegevens van de leerlingen blijft ons een spiegel voorhouden wanneer wij denken over • Wat zijn op basis van het verwachte uitstroomniveau, de leerrendementsverwachting per vak gebied en factoren die de ontwikkeling en het leren van de leerling stimuleren en belemmeren de lange termijndoelen die voor de leerlingen nagestreefd worden? Het betreft lange termijndoelen voor lezen, taal en rekenen en voor het domein sociaal-emotionele ontwikkeling en leren leren. • Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen? Welk(e) doel(en) streef ik de komende periode voor deze leerling na? Per vakgebied en vakgebiedoverstijgend. Wat heeft deze leerling (extra) nodig om deze doelen te bereiken? Zowel didactisch als pedagogisch. Het opstellen van (groeps)plannen blijft ons een spiegel voorhouden wanneer wij denken over Het clusteren van leerlingen Hoe kunnen leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften (per vakgebied) op een haalbare en effectieve manier geclusterd worden? Binnen de groep of klassendoorbrekend? Welke (groepjes) leerlingen hebben naast de reguliere les extra leertijd nodig om de doelen te bereiken? Hoeveel en wanneer? Het opstellen van een (groeps)plan Welke doelen streef ik (per subgroepje) de komende periode na? Welke leerstof bied ik (per subgroepje) aan om de gestelde doelen te bereiken? Welke didactiek, methodiek en aanpak pas ik (per subgroepje) toe om de gestelde doelen te bereiken? Hoe organiseer ik op basis van de gekozen clustering het onderwijs? Op welke tijden in het rooster ontvangen welke (groepjes) leerlingen extra instructie en/of extra leertijd? Hoe evalueer ik na afloop of de in het (groeps)plan gestelde doelen bereikt zijn? Het uitvoeren van de (groeps)plannen blijft ons een spiegel voorhouden wanneer wij denken over het (groeps)plan, met reflectie op de behaalde resultaten 1. Het uitvoeren van het (groeps)plan • Welk doel streef ik met de les of activiteit na? Afgeleid van de doelen in het (groeps)plan. • Welke instructie hebben de leerlingen per groepje nodig om dit doel te bereiken? • Welke didactische werkvormen, methodieken en aanpak pas ik toe om het doel te bereiken? • Op welke manier sluit ik aan bij de leefwereld en belangstelling van de leerlingen? Hoe richt ik een rijke en betekenisvolle leeromgeving in? • Welke maatregelen zijn in de organisatie en in het klassenmanagement nodig om groepjes leerlingen een goede instructie te geven en om de leertijd effectief te besteden? • Is het doel van de les of activiteit bereikt? 2.Het evalueren van het (groeps)plan en reflectie op de behaalde resultaten • Zijn de in het (groeps)plan gestelde doelen bereikt? • Wat is de reden dat de gestelde doelen niet bereikt zijn? • Heeft het aanbod en de aanpak uit het (groeps)plan gewerkt? Was het plan uitvoerbaar? Welke aanpassingen zijn de komende periode nodig? • Wat zijn de bereikte resultaten en (leer)opbrengsten? H4. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 34
Werken vanuit een ontwikkelingsperspectief blijft ons een spiegel voorhouden wanneer we denken over: Wat is de verwachte uitstroombestemming (uitstroomniveau) van de leerling? Wat is de leerrendementsverwachting per vakgebied? Technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen Welke factoren in de leerling, in het onderwijs en thuis stimuleren en belemmeren het leren en de ontwikkeling van de leerling? Wat zijn de talenten, de interesses en de belangstelling van de leerling? Welke lange termijn doelen streef ik voor deze leerling na? Zowel ten aanzien van de basisvaardigheden lezen, taal en rekenen als het sociaal-emotioneel domein en het domein leren leren (taakaanpak, werkhouding, leerstrategieën) Hoe maak ik de leerling (mede)eigenaar van zijn ontwikkeling? Op welke wijze stem ik af met de ouders? H5. Analyse van de opbrengsten Het analyseren van de opbrengsten blijft ons een spiegel voorhouden wanneer we denken over: - Welke gegevens over de resultaten en opbrengsten van het onderwijs heb ik in mijn school ter beschikking? Zijn die toereikend om de kwaliteit van het onderwijs te analyseren? - Hoe wordt op het niveau van de individuele leerling de leerwinst die leerlingen maken in kaart gebracht en geanalyseerd? - Hoe worden per groep (in de groepsbespreking) de resultaten en opbrengsten overzichtelijk in kaart gebracht en geanalyseerd? Wat zijn verbeterpunten en hoe pak je die op? - Hoe worden op schoolniveau de resultaten en opbrengsten verzameld, overzichtelijk in kaart gebracht, geanalyseerd en in het team besproken? Wat doe je om in het team de successen te vieren en de verbeterpunten op te pakken? - Wat zijn per leerjaar de doelen of ambities die we als school voor een bepaald leergebied willen bereiken? Waarop zijn deze ambities gebaseerd? Hoe onderzoeken en bespreken we of die ambities daadwerkelijk bereikt worden? H6. Professionalisering en kennis delen / Samen leren inhoud geven Het werken aan professionalisering en het delen van kennis blijft ons een spiegel voorhouden wanneer we denken over: Hoe creëren we een zodanig klimaat dat teamleden zich zelf verantwoordelijk voelen voor hun eigen werkproces? Hoe stimuleren we dat leraren zich (gezamenlijk) eigenaar voelen van veranderingen? Wat betekenen de visie van school en de veranderingen die in school plaatsvinden voor de competenties van de medewerkers in school? Denk aan vakinhoudelijke/didactische competenties, pedagogische competenties, organisatorische competenties, competenties ten aanzien van reflectie en competenties ten aanzien van samenwerking met collega’s. Wat zijn de professionaliseringvragen van leraren en van het overig personeel? Zowel op teamniveau als op het niveau van individuele medewerkers (POP). Hoe sluiten we hierop aan en houden we rekening met de verschillende ontwikkelstadia van de leraren? Wat zijn de kernkwaliteiten van de leraren in onze school? Hoe kunnen we de talenten, kernkwaliteiten en competenties van leraren en ander personeel beter benoemen en benutten? Hoe maken we het aantrekkelijk voor leraren om hun handelingsbekwaamheid te vergroten? Hoe kunnen we in onze school het delen van kennis stimuleren en structureel organiseren? Hoe stimuleren we collegiale consultatie, elkaar feedback geven en bij elkaar kijken? Hoe stimuleren we een onderzoekende houding en reflectie op de eigen praktijk?
Schoolplan “De Evenaar” 2014- 2018
blad: 35