SBO De Wissel Paul Rinkstraat 2 5461 GS Veghel Telefoon: 0413 364732
School voor Speciaal Basisonderwijs
SCHOOLPLAN 2011-2015 (bijstelling in oktober 2013 maken)
1
Schoolgegevens: Brinnummer: Directie: Adres: Contact school: Bevoegd gezag: Adres bevoegd gezag: Contactpersoon: Contact bevoegd gezag:
Instemming met en vaststelling van het schoolplan
SBO De Wissel Veghel 16-OY E.L. Rodigas, directeur J. Adriaans, adjunct-directeur Paul Rinkstraat 2 5461 GS Veghel Telefoon 0413 364732 E-mail:
[email protected] Website: www.sbodewissel.nl B. Tomas Stadhuishuisplein Veghel B.Tomas, voorzitter Raad van Beheer Tel. (0543) 47 84 44 Website: www.skipov.nl
Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het schoolplan 2011-2015.
…………………………………
……………………………
Voorzitter Naam: mw. Van Aspert, Veghel, november 2011
Verklaring Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het schoolplan 2011 – 2015 vastgesteld. Namens het bevoegd gezag,
………………………………
dhr. B. Tomas voorzitter Raad van Bestuur Veghel, juni 2011 2
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inhoudsopgave: Inleiding Doel en functie van het schoolplan Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzing naar documenten Samenhang met de schoolgids Evaluatie van het schoolplan
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bestuur Gegevens van het bestuur Organogram van het bestuur Externe omgeving Medezeggenschap De oudervereniging
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Schoolbeschrijving Gegevens van de school De leerlingenpopulatie Personeelsgegevens Situering van de school Ontwikkelingen
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Onderwijskundig beleid Visie van de school Missie van de school Identiteit en profilering Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Didactisch handelen Zorg en begeleiding Informatie- en communicatietechnologie
5. 5.1 5.2 5.3
Passend onderwijs Visie en uitgangspunten passend onderwijs Onderwijsprofiel Beleidsvoornemens
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Organisatie en beleid binnen de school en communicatie Organogram van de school School- en klassenorganisatie Toelating, verwijzing en verwijdering Communicatie Dienstverlening Schooladministratie en procedures
7. Personeelsbeleid 7.1 Personeelsbeleid op schoolniveau en gesprekscyclus 3
7.2 Professionalisering 7.3 Arbobeleid 7.4 Taakbeleid 8. 8.1 8.2 8.3 8.4
Kwaliteitsbeleid Kwaliteitszorgsysteem op school Opbrengsten Trendanalyses Methodevervanging
9. 9.1 9.2 9.3 9.4
Financiën Begroting Huisvesting Sponsoring, subsidies, incidentele bekostiging Interne geldstromen
10. Klachtenregeling 11. Projecten en experimenten 12. Meerjarenplanning 2011– 2015 Bijlage 1: Bijlage 2:
Tussentijdse evaluatie Plan van aanpak 2009-2012 i.v.m. kwaliteitsverbetering Veiligheidsbeleid
Deel 2 van het schoolplan Het zorgplan (voormalige zorgstructuur)
4
1. INLEIDING 1.1 Doel en functie van het schoolplan Dit schoolplan geeft de planning en de sturing voor de jaren 2011 tot en met 2015 van de speciale basisschool De Wissel in Veghel. De school valt onder de stichting SKIPOV (Stichting Katholiek en Interconfessioneel Onderwijs Veghel. Dit plan geeft tevens de mogelijkheid weer om gestelde doelen in de ontwikkeling te evalueren. Daarnaast dient het schoolplan als verantwoordingsdocument naar de Raad van Beheer van SKIPOV en de Inspectie van het onderwijs. Het schoolplan is verdeeld in een algemeen gedeelte en een zorgdeel. In het plan wordt de kwaliteit van het onderwijs op hoofdlijnen beschreven. Het is een beginpunt van de schoolontwikkeling die de school de komende jaren gaat doorvoeren. Het schoolplan is een intern kwaliteitsinstrument om de school houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van het beleid. Wij als team willen inzichtelijk maken waar de school nu staat en waar wij met de school de komende vier jaar naar toe willen en op welke wijze.
5
1.2. Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan De directie werkt samen met de teamleden aan de totstandkoming van dit plan. De medezeggenschapsraad is betrokken bij de totstandkoming en stemt uiteindelijk in met het schoolplan. Er wordt gebruik gemaakt van een SWOT-analyse (sterkte-zwakteanalyse), de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs, de uitkomsten van het Periodiek Kwaliteitsonderzoek van de onderwijsinspectie van 2008 en 2011, het zorgplan van de school en de evaluatie van de ontwikkelingsperspectieven van de leerlingen. Tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen worden gebruikt vanaf schooljaar 2009-2010. Conclusies worden opgenomen in de jaarplannen. De voorzitter van de Raad van Beheer stelt het schoolplan vast. 1.3. Verwijzing naar documenten De visie en missie van SKIPOV vormen de algemene basis voor de inhoud en de beleidsvoornemens. Hierbij verwijzen we naar de SKIPOV website: www.skipov.nl Het strategisch beleidsplan en het zorgplan van het Samenwerkingsverband Veghel e.o. zijn tevens richtingaangevend voor de inhoud en de beleidsvoornemens. 1.4. Samenhang met de schoolgids Het schoolplan is een beleidsdocument dat voor vier jaren geldt. Daarnaast geven we ieder jaar aan de ouders van de kinderen een schoolgids. De schoolgids informeert over: -de onderwijsdoelen; -de behaalde onderwijsresultaten; -de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut; -de hoogte van de ouderbijdrage en over de manier waarop deze wordt besteed; -de manier waarop de school de zorgstructuur heeft ingericht; -de veiligheid op school; -de wijze waarop de overblijfmogelijkheid wordt georganiseerd; -de rechten en plichten van alle bij de school betrokken partijen; -de toegang tot de klachtenregeling; -de schoolorganisatie; -de groepsindeling en de personele invulling en -de geplande activiteiten en festiviteiten. 1.5. Evaluatie van het schoolplan Gedurende het schooljaar 2011-2012 wordt de realisering van de beleidsvoornemens geëvalueerd. Conclusies leiden tot nieuwe beleidsvoornemens. In de schoolgids en het jaarplan wordt vermeld wat gerealiseerd is en wat de plannen zijn voor het volgend schooljaar. 2. Bestuur 2.1. Gegevens van het bestuur De school valt onder de stichting SKIPOV. De scholen bevinden zich in de plaatsen Veghel en de kerkdorpen Erp, Mariaheide, Eerde, Zijtaart, Boerdonk en Keldonk. SKIPOV is een professionele onderwijsorganisatie van 14 scholen: dertien basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs. De scholen tellen 3500 leerlingen en 350 personeelsleden.
6
2.2. Organogram van het bestuur
2.3. Externe omgeving De school heeft te maken met: de wet- en regelgeving van de landelijke overheid, passend onderwijs speelt een belangrijke rol; het SWV Veghel e.o., SBO De Wissel is de enige speciale basisschool in dit SWV. Kinderen uit dit SWV gaan ook naar SBO’s in de aanpalende SWV’s (grensverkeer); de twee aanpalende samenwerkingsverbanden Oss en Uden basisscholen SO-scholen; scholen voor VO en VSO; diverse opleidingsinstituten; diverse kindercentra in de omgeving; diverse zorginstellingen vanuit de maatschappelijke context. 2.4. Medezeggenschap Aan de stichting is een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) verbonden en aan de school een medezeggenschapsraad (MR). 2.5. De oudervereniging De oudervereniging bestaat uit een veertiental ouders. De adjunct-directeur is tijdens de vergaderingen van de oudervereniging aanwezig. De vereniging bespreekt de te organiseren activiteiten. Meer informatie is te vinden in de schoolgids en op de website van de school. 3. Schoolbeschrijving 3.1. Gegevens van de school De school is de enige speciale basisschool onder het bestuur van SKIPOV en in het huidige samenwerkingsverband. De school is bedoeld voor kinderen die zich op de basisschool onvoldoende kunnen ontwikkelen. Een didactisch aanbod op maat binnen een veilig pedagogisch klimaat is kenmerkend voor de speciale basisschool. De school heeft een regiofunctie en werkt nauw samen met de basisscholen in het samenwerkingsverband. De kinderen die de school bezoeken, hebben een orthopedagogische en 7
orthodidactische benadering nodig. Een rustige, overzichtelijke omgeving is kenmerkend voor de school. De omgang met de kinderen is duidelijk en warm. Het onderwijs is ontwikkelingsgericht en afgestemd op de behoeften van het kind op didactisch en sociaal- emotioneel gebied. De school werkt nauw samen met de ouders en met de hulpverlenende instanties. Op 01 oktober 2010 bezochten 215 leerlingen de school. De prognose van het leerlingenaantal laat voor de komende jaren een daling zien. Het verwijzingspercentage bedraagt 3.1 % Per 1 september 2011 starten we met 16 groepen. Cijfers van leerlingenaantallen staan vermeld in de schoolgids. Het schoolgebouw is in 2007 opgeleverd en biedt volop mogelijkheden het onderwijs vorm te geven. 3.2. De leerlingenpopulatie De kinderen komen uit Veghel en omgeving. Voor elk kind geldt dat: er sprake is van complexe, hardnekkige leerproblemen; er gedragsproblemen en/of sociaal-emotionele problemen; er sprake is van handelingsverlegenheid op de basisschool. 3.3. Personeelsgegevens De school heeft een multidisciplinair team: leerkrachten, onderwijsassistenten, logopedisten, orthopedagogen, een maatschappelijk deskundige, enkele vakleerkrachten bewegingsonderwijs, waarvan één de aantekening MRT heeft, conciërges en administratief medewerksters. Daarnaast kunnen er externe deskundigen werkzaam zijn voor specifieke trainingen. De personele inzet is per schooljaar vermeld in de schoolgids. We hebben een externe fysiotherapeut en enkele ergotherapeuten. Voor de toelating wordt gebruikt gemaakt van een schoolarts. Op afroep is er de mogelijkheid een diëtiste te raadplegen. Er is een extern schoonmaakbedrijf. 3.4. Situering van de school De school is gelegen vlak bij het centrum van Veghel. Dit betekent dat alles op loopafstand bereikbaar is: winkels, de bibliotheek en het zwembad. 3.5. Ontwikkelingen Het schooljaar 2010-2011 is het tweede jaar op rij dat de school te maken heeft met een dalend leerlingaantal en forse bezuinigen. Het ligt in de lijn van de verwachting dat het leerlingenaantal de komende jaren zal dalen mede als gevolg van het beleid WSNS/passend onderwijs. De overheid streeft ernaar om meer kinderen in het regulier onderwijs te houden. Daarnaast heeft Nederland te maken met een dalend kinderaantal. Passend onderwijs kan echter een dusdanig beroep gaan doen op het speciaal basisonderwijs dat de verwachting mogelijk bijgesteld zal moeten worden. Uitbreiding van expertise is daarbij noodzakelijk. Twee jaar geleden is de school begonnen met de invoering van de 1-Zorgroute. Hierbij krijgt de school ondersteuning van de CED groep. Ook SKIPOV breed wordt er gewerkt aan de 1-zorgroute. In deel 2 van het schoolplan wordt hier dieper op ingegaan. 4. Onderwijskundig beleid De Wissel is een school voor speciaal basisonderwijs. De school werkt nauw samen met de reguliere basisscholen in het Samenwerkingsverband Veghel. Op de school wordt onderwijs gegeven aan kinderen voor wie vaststaat dat een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering nodig is, dat zij gedurende enige, of langere tijd op een speciale school voor basisonderwijs zijn aangewezen. Kinderen met zeer ernstige lichamelijke of geestelijke handicaps en zeer ernstige gedragsproblemen worden in principe verwezen naar het speciaal onderwijs. Leerlingen met dergelijke problematiek zijn niet altijd te plaatsen bij onze leerlingen. De scholen voor speciaal onderwijs zijn specifiek voor 8
dit type kind ingericht en zijn beter uitgerust om deze kinderen op te vangen. Te denken valt aan specifieke therapie, aanpak en materialen. Daarnaast is er op de scholen voor speciaal onderwijs een grotere formatieruimte voor behandeling en begeleiding. De school heeft de opdracht om dienstverlenend te zijn richting basisonderwijs door basisscholen te ondersteunen bij de zorg aan hun leerlingen en door algemene informatieoverdracht. Het samenwerkingsverband (SWV) heeft in zijn zorgplan voor de periode 2011-2015 als belangrijkste doel aangegeven dat het wil komen tot een SWV dat vooral werkt vanuit afstemming op verschillen tussen kinderen. Dit heeft betekenis voor het handelen van de leerkracht. De leerkracht staat hierbij centraal. Binnen deze visie past een speciale school voor basisonderwijs voor die leerlingen, voor wie is komen vast te staan dat de basisscholen in het SWV onvoldoende mogelijkheden hebben adequaat in te spelen op de speciale behoeften van deze kinderen. Afstemming op de behoefte van het kind is daarbij uitgangspunt. Bij het bieden van hulp aan leerlingen wordt uitgegaan van de drie basisbehoeften van een kind t.w. autonomie, relatie en competentie. Dit alles is al twee jaar geleden in gang gezet door gebruik te maken van de 1-Zorg route 4.1. De visie van de school Het onderwijs op De Wissel is passend, ontwikkelings- en opbrengstgericht. Waar nodig is het onderwijs sturend (orthodidactisch en orthopedagogisch). De speciale basisschool wil een antwoord geven op de hulpvraag van haar leerlingen, die een verdichting van problematiek op didactisch en pedagogisch gebied laten zien. M.b.t. tot het pedagogisch klimaat wil de school voorwaardenscheppend zijn, in die zin dat het klimaat veiligheid en geborgenheid moet bieden. De belangrijkste factoren hierbij zijn sfeer, ritme, structuur en eenduidigheid. Met het toenemen van de leeftijd ontwikkelen zich ook de sociale, emotionele en cognitieve domeinen. Voor het kind wordt het steeds duidelijker wat het zelf wil en waar het invloed op kan uitoefenen. Bij elke leeftijdsfase past een eigen wijze van omgaan. Zeker kinderen met problemen hebben behoefte aan ordening van hun leefwereld. De school heeft de taak het kind geleidelijk met de wereld vertrouwd te maken, opdat het zich zelfstandig en competent gaat voelen. Het verlenen van structuur is ingebed in het pedagogisch klimaat. Het kind met leer - en gedragsproblemen kenmerkt zich veelal door een gebrekkig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Dit vraagt om een totaalbenadering. Behalve aandacht voor de didactische ontwikkeling, wordt aandacht besteed aan de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind. Kinderen moeten leren in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Een kenmerk van veel leerlingen in het speciaal basisonderwijs is dat ze relatief inactief zijn als het om leren gaat. Een actieve leerhouding bevordert de kans op het behalen van succes, draagt bij aan het gevoel van competentie en verhoogt de kans op intrinsieke motivatie. Zelfstandig werken is tegen deze achtergrond een basisvaardigheid die stapsgewijs aangeleerd en geoefend moet worden. 4.2 De missie van de school De school wil m.b.t. de onderwijsfunctie passend onderwijs bieden. De scholen in het SWV laten zien dat zij steeds beter in staat zijn om kinderen met een complexere problematiek op te vangen. Grenzen worden verlegd, onderwijs nabij kan steeds beter gerealiseerd worden. De speciale basisschool wil haar antwoord geven door steeds beter in staat te zijn om bepaalde kinderen op te vangen die voorheen verwezen werden naar het speciaal onderwijs. Ook voor een aantal van deze kinderen zal onderwijs nabij dan haalbaar zijn. Om dit doel te realiseren moeten er afspraken gemaakt worden met de scholen voor speciaal onderwijs. Een paar geleden is er al met REC CHIRON (cluster 4) een convenant gesloten om bij de rugzakleerlingen op Wissel de ambulante begeleiding zelf uit te voeren. 9
M.b.t. de functie van kennisoverdracht wil de school een expertisecentrum zijn. Waar nodig wil de school een antwoord kunnen geven op de hulpvraag van de basisschool.
4.3. Identiteit en profilering De Wissel is een katholieke school, maar kinderen van alle gezindten zijn welkom. 4.4. Leerstofaanbod Wij helpen kinderen met het optimaal ontwikkelen van hun leercapaciteiten en hun persoonlijkheid zodanig, dat ze zelfstandig hun weg kunnen vinden in het vervolgonderwijs. Daarbij vinden wij het belangrijk dat ze dat doen in een sociale context. Om de onderwijskundige en opvoedkundige doelen te realiseren hanteren we de volgende kwaliteitscriteria:
voldoen aan de kerndoelen; zorgen voor een ononderbroken ontwikkeling; verzorgen van passend onderwijs; bevorderen van het zelfvertrouwen, de zelfstandigheid, de relatie met de ander en het competentiegevoel van de kinderen.
Bij de uitwerking van de kwaliteitscriteria kijken we vooral naar wat dit betekent voor het handelen van de leerkracht. Het handelen van de leerkracht hangt nauw samen met het verzorgen van passend onderwijs en het bevorderen van het zelfvertrouwen en competentiegevoel bij leerlingen. Overzicht van de methoden: De kleutergroep werkt volgens diverse leerlijnen voor taal/lezen, rekenen/wiskunde, schrijven en wereldoriëntatie. Thema’s worden voorbereid aan de hand van deze leerlijnen. In de kleutergroep (de JRK) wordt gestart met de oudste kleuters met het aanvankelijk leren volgens de methoden zoals die ook in de vervolggroepen gebruikt worden. Vakgebied: Rekenen en Wiskunde
Taal Lezen
Schrijven Sociale redzaamheid w.o. verkeer Cultuureducatie Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Burgerschapskunde Wereldoriëntatie Expressievakken Techniek
Methode: Wizwijs , Met sprongen vooruit, Maatwerk, Speciaal Rekenen, Als speciale kleuter tel je ook mee. Taaltrapeze, Veilig leren lezen en Veilig Stap voor Stap, Nieuwsbegrip, Leesestafette, Leesladder en het leesprotocol dyslexie voor het SBO Schrijven in de basisschool, Pennenstreken De wereld in het verkeer, Op voeten en fietsen, de Jeugdverkeerskrant Via Plein 23 worden er jaarlijks diverse aspecten van cultuur behandeld. Diverse projecten vanuit Hemel en Aarde, SamSam Leefstijl De Grote Reis i.c.m. diverse aangepaste projecten Moet je doen Diverse projecten 10
Sociaal emotionele ontwikkeling
Engels Bewegingsonderwijs
Trainingen op het gebied van sociale vaardigheden, Tim en Flapoor, Opkomen voor jezelf en Leefstijl. Take it easy Basislessen bewegingsonderwijs
Voor kinderen die onvoldoende baat hebben bij het aanbod voor lezen, gebruiken we Ralfi-lezen. Daarnaast kunnen er diverse compenserende materialen worden gebruikt, zoals het lezen m.b.v. een daisy-speler en het lezen m.b.v. het Sprint-Plus programma. Tevens wordt drie keer per week het Tutor lezen gehanteerd. Per jaar worden er vanaf de middenbouw een aantal technieklessen gegeven. Hierbij worden ook ouders ingeschakeld. Een beschrijving van het techniekonderwijs is te vinden in het techniekplan. Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld. 4.5. Leertijd De jaarlijkse leertijd wordt in de schoolgids aangegeven. Elke groep kent een lesrooster; de leertijd wordt hierin beschreven per vakgebied. Er kan binnen de vakgebieden in leertijd gedifferentieerd worden. Dit is afhankelijk van hoe de ontwikkelingsperspectieven van het kind geformuleerd zijn. Verzuim van leerlingen wordt geregistreerd. Bij ongeoorloofd of opvallend veel verzuim wordt direct actie ondernomen door contact te leggen met de ouders/verzorgers van de leerling en eventueel met de leerplichtambtenaar en/of de schoolarts. De kinderen gaan elke ochtend 5 minuten eerder naar binnen. Hiermee wordt er effectieve leertijd gewonnen. 4.6. Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Een goed pedagogisch klimaat is de basis voor een goed schoolklimaat. Daarnaast gebruikt het team het gedragsprotocol van SKIPOV. Incidenten worden gemeld en vastgelegd in een logboek. Op groepsniveau worden incidenteel sociogrammen afgenomen, die tijdens een de groeps- of leerlingbespreking aan de orde gesteld kunnen worden. Het handelen van de leerkracht wordt geëvalueerd en afgestemd m.b.v. de PHmeter (pedagogisch handelen). De methode voor de sociaal emotionele vorming (Leefstijl) fungeert bij die afstemming als rode draad. Deze methode bevat ook lessen m.b.t. multicultureel onderwijs en sociale cohesie. Het programma ZIEN biedt de leerkracht een kader om gedrag in beeld te brengen en genereert aan de hand daarvan duidelijke handelingsaanzetten. 4.7. Didactisch handelen In de kleutergroep wordt gewerkt m.b.v. thema’s. Deze thema’s zijn gekoppeld aan de diverse leerlijnen en daarmee aan de tussendoelen. Een vertaling is zichtbaar in het groepsplan naar organisatie en inhoud. Als kinderen toe zijn aan het aanvankelijk leren of als de leeftijd daartoe aanleiding geeft wordt dit aangeboden. Vorderingen en planningen worden geregistreerd via het leerlingvolgsysteem (LVS) in ParnasSys. Vanaf het aanvankelijk leren wordt er gewerkt met diverse methoden. Leerstof kan aangeboden worden tot en met eind groep 8 van de reguliere basisschool. Dit aanbod is afhankelijk van de beginsituatie en het ontwikkelingsperspectief van het kind. Het aanbod is zichtbaar in het groepsplan. Groepen worden bezocht door de IB-ers, directieleden en de orthopedagogen.
11
4.8. Zorg en begeleiding Via een cyclisch proces binnen de leerlingenzorg wordt een ononderbroken ontwikkelingsgang gerealiseerd. Het cyclisch proces wordt hieronder beschreven. Wanneer een leerling wordt ingeschreven wordt gestart met het formuleren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Na zes tot acht weken, waarbij observaties in de klas worden uitgevoerd, worden ouders uitgenodigd door de orthopedagoog of IB-er en geïnformeerd over de stand van zaken. Op school wordt gewerkt met groepsplannen die minimaal 2 keer per jaar voor vier vakgebieden worden aangepast. Het Cito-leerlingvolgsysteem wordt gebruikt voor de registratie van de didactische vorderingen. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is het programma Zien. In 2012 wordt het verder geïmplementeerd. Voor de kinderen van 4 tot en met 7 jaar worden er voorlopige ontwikkelingsperspectieven geformuleerd. Een uitstroomprognose richting voortgezet onderwijs wordt vastgesteld. Deze prognose wordt jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De ontwikkelingsperspectieven worden twee keer per jaar geëvalueerd in groepsbesprekingen en het rendement van het onderwijs wordt in kaart gebracht. Op grond van deze gegevens stelt de leerkracht het groepsplan bij. De gegevens van de individuele leerling worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem. Evaluatie van de pedagogisch-didactische ontwikkeling tijdens groepsbesprekingen levert aanknopingspunten op voor bijstelling, verandering of continuering van de gehanteerde aanpak. Kinderen met leerlinggebonden financiering (LGF, het zogenaamde rugzakje) hebben een individueel handelingsplan. De Commissie van Begeleiding (CvB) bespreekt de kinderen die extra zorg nodig hebben. De leerkracht brengt deze leerlingen via de IB-er in ter bespreking. De CvB bestaat uit de IB-er, de maatschappelijk deskundige, de orthopedagoog , een directielid, de leerkracht en eventueel een andere deskundige. Er kan een beroep gedaan worden op de schoolarts. Wanneer het SBO handelingsverlegen is, kunnen ouders/verzorgers in samenspraak met de CvB een leerlinggebonden financiering (LGF) voor hun kind aanvragen. Hoe de invulling van de LGF in de toekomst gaat plaats vinden is op dit moment nog onduidelijk. 4.9. Informatie- en communicatietechnologie ICT wordt gebruikt t.b.v. de leerlingenadministratie en het leerlingvolgsysteem. ICT wordt als hulpmiddel tijdens de lessen gebruikt. Bijvoorbeeld t.b.v. kinderen met een ernstige vorm van dyslexie wordt het Sprint-programma gebruikt. Dit programma verklankt teksten ter ondersteuning van taal en andere vakgebieden. In alle klassen wordt gewerkt met de digiborden ter ondersteuning van het onderwijs. In de bovenbouw wordt de komende jaren extra aandacht gegeven aan de sociale media en mediawijsheid. Voor het gebruik van computers en internet door kinderen zijn afspraken gemaakt. E.e.a. staat beschreven in het protocol internetgebruik. 5. Passend onderwijs 5.1Visie en uitgangspunten passend onderwijs Ieder kind krijgt het onderwijs dat het nodig heeft, zo dicht mogelijk in de buurt. De leraar heeft in het geven van onderwijs een centrale rol en gaat steeds meer uit van verschillen tussen leerlingen. 5.2Onderwijsprofiel In de komende jaren wordt gewerkt aan het onderwijsprofiel. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed basis- en breedte-aanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen passend onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. 12
Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de school om het onderwijsaanbod gericht te verbeteren. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn: Het (pedagogisch) klimaat. De leerresultaten De instructievaardigheden. Een goed klassenmanagement. De bewaking van de leertijd. Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De begrippen sluiten aan bij het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op het functioneren van de leerlingen. Op iedere school is in het onderwijsprofiel beschreven hoe de school deze onderwijskwaliteit in een basisaanbod en een breedteaanbod definieert en monitort. 5.4
Beleidsvoornemens T.z.t. opstellen van ons onderwijsprofiel
Passend onderwijs bieden aan die leerlingen waar de reguliere basisschool niet (voldoende) kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling.
Onderzoeken op welke manier wij onze kennis van en ervaring met het begeleiden van kinderen met een speciale onderwijsbehoefte kunnen inzetten in het samenwerkingsverband.
13
6. Organisatie en beleid binnen de school en communicatie 6.1. Organogram van de school. SBO De Wissel kent een directeur, een adjunct-directeur, groepsleerkrachten, twee vakleerkrachten gymnastiek, twee orthopedagogen, drie logopedisten, een maatschappelijk deskundige, één onderwijsassistent, één leraarondersteuner en twee administratief medewerksters. Er zijn twee IBers op school. De vertegenwoordiging van de bouw wordt als taak uitgevoerd door groepsleerkrachten. Eén van de groepsleerkrachten is zorgcoördinator en is belast met de organisatie rondom de kinderen met LGF. De fysiotherapeut en de ergotherapeuten worden betaald uit het zorgverzekeringsbudget. Er is een medewerker van Herlaarhof, die één keer per week dyslexietrainingen uitvoert. Er zijn verschillende externe orthopedagogen die kinderen extra trainingen geven voor Ernstige enkelvoudige dyslexie. Eén IB-er verzorgt speciale trainingen m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. In 2012 wordt er een samenwerking gerealiseerd met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Eén conciërge is in eigen dienst, twee zijn er gedetacheerd uit een werkvoorzieningschap. 6.2. School en klassenorganisatie Het samenstellen van de groepen. De groepen worden voor de zomervakantie samengesteld. In het zorgplan staat omschreven hoe de groepssamenstelling plaats vindt. De IB-ers geven de eerste aanzet, de groepssamenstelling wordt daarna met het schoolteam besproken en vervolgens vastgesteld door de directie. We gaan uit van een gemiddelde groepsgrootte van 15 kinderen. Voor de jongere kinderen proberen we de groepen kleiner te houden. Ondersteuning wordt daar ingezet waar de noodzaak is. Verantwoordelijkheid voor de zorg rondom het kind. De leerkracht is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van de leerlingenzorg. De interne begeleider heeft een ondersteunende en coachende taak. De specialisten (taalondersteuner, logopedist, fysiotherapeut en ergotherapeut) ondersteunen de leerkracht in het dagelijks handelen. Reflectie van het handelen van alle betrokkenen is een doel om zo de zorg rondom het kind te optimaliseren. In het jaarrooster zijn de reflectiegesprekken gepland. Gedurende het cyclisch proces van leerlingenzorg stellen we de vraag: Wat heeft het kind van ons nodig om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Het onderwijsaanbod is gericht op de groep met daarbij extra aandacht voor individuele leerling behoeftes. De IB-ers hebben een aantal dagen begeleidingstijd per bouw. De IB-ers organiseren de besprekingen in de Commissie van Begeleiding. Een directielid zit deze besprekingen voor. In de CvB worden diverse activiteiten m.b.t. de zorg rondom het kind besproken. Diverse personeelsleden zijn ook rugzakbegeleider. Dat betekent dat zij de rugzakbegeleiding van een kind organiseren, dat ze de handelingsplanning verzorgen, het overleg organiseren en het kind één of twee keer per week behandelen. We zien hier een specialisme ontstaan richting gedragsproblematiek, taal/leesproblematieken en motorische beperkingen. De orthopedagogen hebben o.a. een ondersteunende functie m.b.t. het werken en handelen van de leerkracht, de IB-er en de specialisten in en om de school. De uitgevoerde diagnostiek is handelingsgericht. Er worden groepsbezoeken afgelegd en de leerling- en groepsbesprekingen worden bijgewoond. Voor nieuwe leerlingen wordt het ontwikkelingsperspectief geformuleerd.
14
De specialisten (de logopedist, fysiotherapeut en ergotherapeuten) worden afhankelijk van de hulpvraag ingezet. Taken van deze personeelsleden worden beschreven in het Zorgplan. Het klassenmanagement. De organisatie van de differentiatie van het klassenmanagement is zichtbaar in het groepsplan. Wanneer een leerling een individueel traject doorloopt voor een bepaald domein, dan wordt dat vernoemd in het groepsplan. Er wordt in de klas gewerkt volgens het principe van een basisarrangement. Indien de hulp voor leerlingen dan niet toereikend is, wordt er een intensief arrangement opgesteld. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een talentenarrangement (stapelen). Voor kinderen met een LGF-indicatie kan er met een zeer intensief arrangement gewerkt worden. 6.3. Toelating, verwijzing en verwijdering Een kind kan slechts toegelaten worden met een beschikking voor Speciaal Basis Onderwijs, afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) vanuit het Samenwerkingsverband Veghel. Terugplaatsing naar een reguliere basisschool of verwijzing naar het speciaal onderwijs vindt plaats in overleg met de Commissie van Begeleiding. De leerkracht verzorgt de onderwijskundige rapportage in samenwerking met de IB-er en de ouders van het kind. De IB-er, nadat een lid van de directie de rapportage heeft gezien, draagt zorg voor de overdracht naar de Commissie van Indicatiestelling. Een kind kan geschorst of van school verwijderd worden volgens het protocol dat vastgesteld is op bestuursniveau. 6.4. Communicatie De informatievoorziening vindt plaats: via de gesprekkencyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken in het teamoverleg en via het maandblad van SKIPOV via Sharepoint Contacten met ouders Ouders worden op de hoogte gehouden via: een heen en weerschrift in de JRK; via Sharepoint een maandelijkse nieuwsbrief; voorlichtingsavonden rapportavonden en huisbezoeken de schoolgids de Ouderraad Ouders kunnen meedenken, meepraten of meebeslissen door te participeren aan de medezeggenschapsraad of de oudervereniging. Externe contacten met: Diverse gemeentes Herlaarhof Directieberaad SKIPOV en OOG Voortgezet Onderwijs Regionale Expertise Centra Kinderartsen, therapeuten, BJZ. MEE, GGZ Culturele instanties (KIOSK, Pieter Breughel, Plein 23) 15
-
Bibliotheek Veghel SWV Veghel e.o. Hogescholen Fontys, HAN (Hogeschool Arnhem en Nijmegen) ROC De Leijgraaf Universiteit Nijmegen andere SBO’s Regionaal Samenwerkingsverband SBO Pabo
6.5. Dienstverlening Overblijfregeling: alle kinderen blijven tussen de middag op school over. De werkwijze wordt beschreven in de schoolgids. Indien kinderen vlak in de buurt van school wonen, kunnen ze natuurlijk tussen de middag naar huis gaan. Voor- en naschoolse opvang: op bestuursniveau is beleid ontwikkeld om de voor- en naschoolse opvang te regelen. Hoewel het SBO niet verplicht is om dit te regelen volgt de school het beleid dat op bestuursniveau per 1 augustus 2007 van kracht is. De organisatie van de ouderhulp en de organisatie van de diverse activiteiten staat beschreven in de schoolgids. 6.6. Schooladministratie en procedures Onze school gebruikt het administratieprogramma ParnasSys. Het schoolverzuim wordt hierin ook geregistreerd. Voor wat betreft het leerlingvolgsysteem maken we sinds mei 2011 ook gebruik van de nieuwe Cito-toetsen die speciaal voor het SO en het SBO ontwikkeld zijn. 7. Personeelsbeleid 7.1. Personeelsbeleid op schoolniveau en gesprekscyclus Op bestuursniveau is beleid gemaakt m.b.t. het integraal personeelsbeleid (IPB). Een omschrijving is te vinden op Sharepoint. Beleid m.b.t. beoordelingsgesprekken is vanaf 1 augustus 2009 ingevoerd. De gesprekkencyclus omvat een aantal functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. 7.2. Professionalisering Uitgangspunt voor verdere professionalisering van het team is de schoolontwikkeling. Op teamniveau wordt nascholing aangeboden. We maken gebruik van diverse ‘aanbieders’. Op dit moment maken we veel gebruik van de CED uit Rotterdam en directe training van Zwijsen. Daarnaast hebben we de afgelopen periode nadrukkelijk gekeken naar de evaluatie van de onderwijsopbrengsten. De persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers wordt hierbij gekoppeld aan de schoolontwikkeling. Diverse collega’s hebben hun Master behaald. 7.3. Arbobeleid Het Arbobeleid is in 2010 opnieuw vastgesteld. Jaarlijks wordt er een plan van aanpak gemaakt. De scholing van de bedrijfshulpverlening (BHV) is geregeld op SKIPOV-niveau. Er is een preventiemedewerker aanwezig en periodiek wordt er een Risico en Inventarisatie uitgevoerd (zie Arbobeleidsplan) 7.4. Taakbeleid De taken van de diverse medewerkers wordt met een bepaalde regelmaat individueel met de directie besproken en vastgelegd. 8. Kwaliteitsbeleid 8.1. Kwaliteitszorgsysteem op school 16
Om richting te geven aan de kwaliteit van het onderwijs wordt een aantal instrumenten gebruikt: Het PKO (december 2008), uitgevoerd door de onderwijsinspectie. De resultaten zijn verwerkt in een Plan van aanpak 2009-2011. In de bijlage is een tussentijdse evaluatie gevoegd. De evaluatie van de onderwijsopbrengsten. Vanaf het schooljaar 2007-2008 worden de ontwikkelingsperspectieven van de kinderen twee keer per schooljaar geëvalueerd. Vanaf 2010-2011 gebeurt dit ook op groepsniveau. Er is vanaf 2007-2008 een begin gemaakt van de registratie en analyse van uitstroomgegevens op schoolniveau. Deze gegevens zijn vergeleken met de vooraf geformuleerde ontwikkelingsperspectieven. De gegevens worden opgenomen in het jaarverslag en ingevoegd in de meerjarenplanning van het schoolplan. In de planning is opgenomen dat in 2013 een zelfevaluatie-instrument voor het SBO, door de school gebruikt gaat worden in het voorjaar van 2012 en 2013. Indien noodzakelijk en uitvoerbaar zal de meerjarenplanning worden aangepast. Een vragenlijst voor ouders over hun bevindingen betreffende de kwaliteit van het onderwijs. De school gebruikt hiervoor het oudertevredenheidsonderzoek van Beekveld en Terpstra. Dit onderzoek zal in mei 2013 worden uitgevoerd. Ook zullen bij personeelsleden en schoolverlaters vragenlijsten worden afgenomen. De uitkomsten van personeel, ouders en kinderen zullen op SharePoint worden gepubliceerd. Evaluatie van onderwijsactiviteiten vindt jaarlijks plaats en wordt beschreven in het jaarverslag en opgenomen in de schoolgids. Het inspectierapport van juni 2011 was op hoofdlijnen en het basisarrangement is toegekend. 8.2. Opbrengsten De school gebruikt methode gebonden en niet methode gebonden toetsen om zicht te krijgen op de onderwijsopbrengsten. Daarnaast worden er observaties uitgevoerd. Er is een toetskalender aanwezig. Toetsen worden afgenomen in de lijn van het ontwikkelingsperspectief van het kind. Het cyclisch proces van leerlingenzorg is weergegeven in het zorgplan. Dit omvat de groepsbespreking, toetsing en observatie, vaststellen ontwikkelingsperspectief, leerlingbespreking, collegiale consultatie, afname van de PH meter en hieraan gekoppeld de reflectiegesprekken, bijstellen t.b.v. de handelingsplanning in het groepsplan en evaluatie van het ontwikkelingsperspectief. Kengetallen: De uitstroomgegevens m.b.t. de richting van het voortgezet onderwijs worden jaarlijks opgenomen in de schoolgids. De eindonderzoeken en het onderwijskundig rapport van de schoolverlaters worden besproken met ouders en het voortgezet onderwijs. Ook worden de uitstroomgegevens richting het basisonderwijs en het speciaal onderwijs weergegeven in de schoolgids. De cijfers rondom verwijzing naar andere scholen voor het speciaal basisonderwijs en grensverkeer worden jaarlijks opgenomen in het zorgplan van het SWV. 8.3. Trendanalyses Elk jaar wordt beschreven hoeveel schoolverlaters de ontwikkelingsperspectieven niet hebben gehaald en welke aspecten daarbij opvallen. Ook wordt beschreven hoeveel kinderen de perspectieven wel hebben gehaald en hoeveel kinderen zich boven verwachting ontwikkeld hebben. Afhankelijk van deze resultaten vinden er mogelijk aanpassingen (beredeneerde keuzes) plaats op diverse domeinen. Te denken valt o.a. aan leerstofaanbod, leerkrachtengedrag en klassenmanagement. Ook worden alle diagnoses die bij kinderen vastgesteld zijn en het medicijngebruik in de trendanalyse meegenomen. 17
8.4 Methodevervanging Bij de vervanging van de methoden is de schoolontwikkeling uitgangspunt. De methodische vernieuwing wordt beschreven in het meerjarenbeleidsplan en in de schoolgids. 9. Financiën 9.1. Begroting De begroting wordt in het najaar vastgesteld. Het meerjareninvesteringsplan en het meerjarenonderhoudsplan zijn voor de komende 4 jaar vastgesteld. De voortgang van de wetgeving rond de LGF, met name de bezuinigingen en de afname van het leerlingenaantal vormen risicofactoren m.b.t. het financieel beleid. Al jaren heeft de school een convenant afgesloten met REC Chiron, waarbij een gedeelte van de financiën (85%) van de ambulante begeleiding overgedragen wordt aan de school. 9.2. Huisvesting Sinds 2007 werken we in een nieuwe school. Er zijn echter nog steeds enkele verbeterpunten, die bovenschools worden afgehandeld. Te denken valt aan:
Klimaatbeheersing Fietsenstalling Vloeren doucheruimtes Geluidsoverlast door het ventilatiesysteem
Beleid betreffende onderhoud, schoonmaak en huisvesting wordt op bestuursniveau vastgelegd. 9.3. Sponsoring en subsidies Het beleid rond sponsoring is bovenschools geregeld. 9.4. Interne geldstromen De ouderbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld. De werkwijze staat beschreven in de schoolgids. 10. Klachtenregeling De school hanteert de door het bestuur vastgestelde klachtenregeling en is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. De school beschikt over drie interne vertrouwenspersonen en een externe vertrouwenspersoon. De procedure staat beschreven in de schoolgids. 11. Projecten en experimenten De afgelopen jaren is er een werkgroep bezig geweest om in het kader van Passend onderwijs een kleuterexpertisecentrum op te richten. Dit gebeurde i.s.m. twee clusterscholen, twee SBO scholen en een zorginstelling. Als gevolg van financiële beperkingen is besloten dit experiment te staken. Er is een personeelslid dat zich heeft geschoold als stagecoördinator voor MBO leerlingen. In 2012 wordt er een samenwerkingstraject gestart met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) op het gebied van sociale vaardigheidstrainingen. Eind 2011 is er in het kader van techniek een project gestart i.s.m. de universiteit in Leuven om techniek voor het (basis-)onderwijs meer vorm te geven. De bedoeling is om in de bovenbouw leerarrangementen te ontwikkelen i.s.m. met het bedrijfsleven. Voor de verdere uitwerking wordt verwezen naar Project Techniek op Sharepoint. Vanuit het SLO nemen we vanaf 2012 deel aan de pilot Passende Perspectieven. Daarbij zullen drie groepen op rekengebied de leerroutes bestuderen voor de leerlijn die niet het niveau 1F halen. 18
Professionalisering stagebegeleider De Wissel begeleidt Pabo studenten. Wij overwegen om t.z.t. ook een opleidingsschool te worden. Er moeten nog afspraken gemaakt worden over de inhoud van het curriculum. Het doel van dit project is om de leerroute speciale onderwijszorg te verbeteren, zodat afgestudeerden beter inzetbaar zijn binnen het SBO en binnen het Bao t.b.v. de speciale onderwijszorg.
19
12. Meerjarenplanning 2011-2015
Schooljaar 2011-2012 onderwijskundig Rekenen SEO Burgerschapskunde Lezen
Spelling ICT Engels
1-zorgroute i.c.m. methode Wizwijs Oriëntatie programma ZIEN Leefstijl Aanschaf leesmethode Veilig Stap voor Stap en leesestafette mei 2012 Deelname leesproject 1-zorgroute SKIPOV Oriëntatie methode Implementatie opzet werkwijze + werkwoordspelling Sociale media + inzet vakgebieden Implementatie methode Take it easy
Jaarplan 2011-2012 evaluatie Jaarplan 2012-2013 maken Jaarverslag 2010-2011 maken Zorgplan actualiseren Passend onderwijs
Deelname aan vormgeving
Arboplan
Plan van aanpak 2012-2013 maken
Bovenschools WO
organisatie
Schoolgids verantwoording leerproces toevoegen (9.6) kwaliteit
personeel
financiën
1-zorgroute Afstemming onderwijstijd hele school (6.4) OPP implementatie (7.4) Evaluatie resultaten (9.2) Evaluatie onderwijsleerproces (9.3) ZEK gesprekkencyclus (na)scholingsplan
begroting bijstellen meerjareninvesteringsplan (taaltrapeze)
Leerling-groepsbespr. + gr.plannen
IB-directie Oriëntatie uitvoeren 1-zorgroute/rekenen/master IB-coaching door CED 2012
20
Schooljaar 2012-2013 Onderwijskundig
Activiteiten Rekenen
SEO Schrijven Lezen
1 Zorgroute in combinatie met methode Wizwijs Aan-en toepassen van additioneel materiaal SLO Passsende perspectieven rekenen Invoeren ZIEN Oriëntatie Pennenstreken Methode invoeren Veilig Stap voor stap Invoeren leesmethode Leesestafette
Dansante vorming Engels Techniek
I.s.m. Mik Take it easy Het ontwikkelen van leerarrangementen
Organisatie
Jaarplan 12-13 Jaarplan 13-14 Jaarverslag 11-12 Zorgplan
Deelname project Lezen SKIPOV Oriëntatie methode Deelname overleg SWV Overleg op directieniveau SO/SBO Formuleren hoofdlijnen nieuw samenwerkingsverband Mediawijsheid + inzet vakgebieden Inrichting computerlokaal Invoering Implementatie Ontwikkeling i.s.m. de universiteit Leuven Evaluatie Opstellen Opstellen Actualiseren
Arbo
Arboplan
Plan van aanpak 13-14 opstellen
Passend onderwijs
WO Rol SBO in het nieuwe SWV
ICT
Schoolgids Kwaliteit
Personeel
Financiën
1-zorgroute een stap verder
Leerling-groepsbespr. + gr.plannen
OPP implementatie (7.4) Analyse hulpvraag m.b.t. zorg concretiseren (8.2) Evaluatie resultaten (9.2) Evaluatie onderwijsleerproces (9.3) KMPO ZEK Klassenbezoek Gesprekkencyclus (na)scholingsplan
Verdere ontwikkeling OPP
Opstellen begroting
2013
Afname mei 2013 Oriëntatie IB en directie Uitvoeren Nascholing Nieuwsbegrip bovenschools Studie Meldcode IB-coaching door CED Training Leesestafette
21
Schooljaar 2013-2014 Onderwijskundig
Activiteiten Taal
Evaluatie taaltrapeze
Nieuwsbegrip Lezen Schrijven WO Rol SBO in het nieuwe SWV
Evaluatie Evaluatie leesmethode Oriëntatie methode Vervolg oriëntatie methode Deelname overleg nieuw SWV Inzet vakgebieden Implementatie
Techniek
Het ontwikkelen van leerarrangementen
Voortgang en borging techniek
Organisatie
Jaarplan 13-14 Jaarplan 14-15 Jaarverslag 11-12 Zorgplan Bezoek inspectie 2013 Arboplan 14-15
Evaluatie Opstellen Opstellen Actualiseren Tussentijdse evaluatie Plan van aanpak 14-15 opstellen
Passend onderwijs ICT Dansante vorming
Arbo
Kwaliteit
Schoolgids Schoolplan 1-zorgroute Afstemming onderwijstijd hele school (6.4) OPP implementatie (7.4) Analyse hulpvraag m.b.t. zorg concretiseren (8.2) Evaluatie resultaten (9.2) Evaluatie onderwijsleerproces (9.3) KMPO ZEK Klassenbezoek
Tussentijdse evaluatie en aanpassing leerling-groepsbespr. + gr.plannen Borging Borging
Uitvoering a.d.h.v. resultaten Invoering IB en directie
Personeel
gesprekkencyclus (na)scholingsplan Oriëntatie managementstructuur
uitvoeren
Financiën
Begroting
2014
bijstellen meerjareninvesteringsplan
22
Schooljaar 2014-2015 Onderwijskundig
Activiteiten Rekenen Muziek WO
Evaluatie Wizwijs Oriëntatie methode Besluit aanschaf methode
Schrijven Dansante vorming Rol SBO in het nieuwe SWV
Aanschaf methode Evaluatie methode Deelname overleg SWV Invoering passend onderwijs Mediawijsheid + inzet vakgebieden
Organisatie
Jaarplan 14-15 Jaarplan 15-16 Jaarverslag 12-13 Zorgplan
Evaluatie Opstellen Opstellen Actualiseren
Arbo
Arboplan 15-16
Plan van aanpak 15-16 opstellen
Passend onderwijs ICT
Schoolgids Kwaliteit
1-zorgroute
leerling-groepsbespr. + gr.plannen
Analyse hulpvraag m.b.t. zorg concretiseren (8.2) Evaluatie resultaten (9.2) Evaluatie onderwijsleerproces (9.3)
Personeel
Financiën
Zek
Implementatie
Klassenbezoek Gesprekkencyclus (na)scholingsplan Nieuwe managementstructuur
IB en directie uitvoeren
begroting
2015
invoeren
23
Bijlage 1:
Tussentijdse evaluatie Plan van aanpak 2009-2012 i.v.m. kwaliteitsverbetering
Plan van aanpak schooljaar 2009- 2012 n.a.v. PKO december 2008
Tussentijdse evaluatie mei 2011 (rood en cursief gedrukt)
24
Hierbij vindt u een tussentijdse evaluatie n.a.v. het PKO in december 2008 (cursief en in het rood). Aan de hand van de resultaten is toentertijd een Plan van Aanpak gemaakt. Directie, IB-ers en het team hebben de afgelopen twee jaren gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs. We hebben al veel hebben bereikt en zijn op de goede weg. Na het kwaliteitsonderzoek door de inspectie op 16 juni 2011 is er een basisarrangement toegekend. Veghel, mei 2011
25
Algemeen oordeel inspectie PKO december 2008
26
Kwaliteitszorg.(Van de 6 indicatoren worden er 3 onvoldoende gescoord) 1.2 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Om te opbrengsten systematisch te analyseren, wordt het Groepsgewijs Schoolonderzoek (GSO) gebruikt. Alle gegevens worden direct ingevoerd in het LVS ParnasSys. De opbrengsten van het GSO worden twee keer per jaar verzameld per leerling in een leerlingoverzicht. Van deze opbrengsten wordt een analyse gemaakt. Deze analyse bevat de antwoorden op de vraag: “Komen de toetsgegevens van de 4 hoofdvakken overeen met het ontwikkelingsperspectief?” Op het einde van de schoolloopbaan worden de NIO en het Drempelonderzoek afgenomen om de cognitie en de leervorderingen te meten. De daaruit voortvloeiende analyse geeft antwoord op de vraag: “Komt de uitstroom naar het voortgezet onderwijs overeen met het ontwikkelingsperspectief?” Aan de hand van de analyses van het voorgaande jaar wordt een trendanalyse vastgesteld op schoolniveau. De directie zorgt dat elk jaar een trendanalyse wordt gemaakt in de maand sept/okt. Deze wordt besproken in het stafoverleg, daarna met het team. Aan de hand van de trendanalyse wordt bepaald welke consequenties er zijn voor de schoolontwikkeling. (Te denken valt aan aanpassing van de leerstof en/of didactische aanpak). Via een plan van aanpak, weergegeven in het jaarplan/meerjarenbeleidsplan, worden de onderwerpen benoemd en geborgd. 3: Verantwoordelijkheid/uitvoering ligt vooral bij: de directie Uitwerking. Jaarlijks worden de gegevens besproken in het stafoverleg. Aan de hand hiervan wordt 27
getracht een trend te ontdekken. In 2009 zijn we hiermee begonnen en moeten constateren dat het een uitermate moeilijk proces is om een trendanalyse te maken. Er zijn overigens wel trends te ontdekken, maar alles moet handmatig ingevuld worden. We zoeken nog steeds de juiste manier om het geheel wat efficiënter te laten verlopen. We maken overigens op dit moment gebruik van de mogelijkheden om de CED een trend te laten uitrekenen. In de overzichten van schoolverlaters zijn veel gegevens terug te vinden, waarbij we al jaren op een rij de trend zien dat er gemiddeld 60 % van de leerlingen doorstroomt naar VMBO, 33 procent doorstroomt naar PRO en 7 % naar VSO. Ook zijn veel gegevens verzameld over spelling en begrijpend lezen. Omdat we verleden jaar ingestoken hebben op het verbeteren van de rekenniveau’s zijn we i.s.m. de CED een verbetertraject gestart. Binnenkort komen hier de gegevens beschikbaar en dan zijn er meer uitspraken te doen. Sinds 2 jaar werken we in de kleutergroep en in de Onderbouw 1 groep met het dyslexieprotocol. Hier zien we een duidelijke en opvallende stijging van het leesniveau. Samenvattend kunnen we concluderen dat de uitstroompercentages nagenoeg gelijk blijven. Daarnaast moet opgemerkt worden dat de zorgstructuur op veel onderdelen geëvalueerd en aangepast is. De 1-zorgroute en het zorgplan heeft een explicietere plaats gekregen. Het ontwikkelingsperspectief wordt in eerste instantie bepaald door een dossieranalyse (PCL-gegevens). Dit wordt uitgevoerd door de orthopedagoog aan de hand van medische-, psychologische-, onderwijskundige-, en maatschappelijke gegevens. De ontwikkeling van de leerling wordt nauwgezet gevolgd (minimaal 2 x per jaar). Als een leerling zich onvoldoende ontwikkelt in lijn van het ontwikkelingsperspectief wordt bekeken wat hiervoor mogelijke oorzaken kunnen zijn. Indien nodig worden instructieaanbod, werkvormen of doelen aangepast. Ook kan eventueel aanvullend onderzoek uitgevoerd worden. Indien nodig zal het ontwikkelingsperspectief aangepast worden. Op het moment dat blijkt uit nieuw onderzoek, observaties en toetsgegevens, dat het ontwikkelingsperspectief onvoldoende passend is, zal in de leerlingbespreking of in de commissie van begeleiding het ontwikkelingsperspectief bijgesteld worden. Elk jaar komt in ieder geval het ontwikkelingsperspectief ter sprake en zal daar kritisch naar gekeken worden. Uitgangspunten bij het ontwikkelingsperspectief: NB: een aantal zaken op dit gebied zijn bij ons op school nog volop in ontwikkeling om OPP te optimaliseren. Momenteel zijn we nog bezig om OPP te koppelen aan vaardigheidsscores, zodat er nog doelgerichter gewerkt kan worden. Schooljaar 11 /12 zal dit ingezet gaan worden. Tot een DL van 15 wordt een leerrendementsverwachting geformuleerd op de vakgebieden: - Taal - Rekenen - Sociaal-emotionele ontwikkeling: nog in ontwikkeling. Het wordt vanaf een DL van 15 vastgesteld op vijf vakgebieden: - Technisch lezen - Begrijpend lezen - Rekenen - Spelling - Sociaal-emotionele ontwikkeling: nog in ontwikkeling. 28
Er wordt per vakgebied (vanaf een DL van 15) een uitstroomprofiel vastgesteld aan de hand van het (verwachte) leerrendement. Vanaf een DL van 40 wordt een uitstroombestemming geformuleerd. Aanbod wordt zo veel mogelijk passend gerealiseerd in de leerroutes (P-stroom en T-stroom). Leerlingen met een leerrendement 50-75% stromen doorgaans uit richting PrO en zullen de P-stroom gaan volgen. Leerlingen met een leerrendement <75% zullen uitstromen richting VMBO en zullen de T-stroom volgen. Bij bespreking van het BHP (6-8 weken na instroom) wordt het eerste OPP ook met ouders besproken. Ouders worden daarna door de leerkrachten op de hoogte gehouden van didactische ontwikkeling en OPP. OPP wordt minimaal 1x per jaar voor iedere leerling besproken. Als de ontwikkeling van een leerling onvoldoende past bij de ontwikkeling die verwacht was, wordt eerst bekeken of er iets moet veranderen in het aanbod (extra instructie, remediëring, e.d.). Er wordt bekeken of er remmende factoren zijn, hiernaar kan indien nodig aanvullend onderzoek worden gedaan. Als het OPP onvoldoende passend blijkt te zijn wordt het bijgesteld.
1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Het meerjarenbeleidsplan wordt in een cyclus van 4 jaren uitgevoerd, waarbij het leren en onderwijzen in zijn geheel aan bod komt vanuit de onderdelen van het schoolplan. (De verschillende vakgebieden en de zorgstuctuur). Het meerjarenbeleidsplan voor 2009-2011 is al op hoofdlijnen gemaakt. Jaarlijks is daar een jaarplan aan gekoppeld. Aan het begin van een kalenderjaar wordt het jaarverslag gemaakt, waarin de evaluatie staat van het jaarplan. Aan de hand van de enquêtes van de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs (KMPO) voert de school om de 4 jaar een zelfevaluatie uit. Hiermee wordt op een systematische wijze zicht gekregen op de kwaliteit van het onderwijs op basis van bevindingen van team, ouders en schoolverlaters. Eind 2008 is hiermee een start gemaakt en in juni 2009 wordt dit afgerond. In het schooljaar 2009-2010 wordt er een Risico, Inventarisatie en evaluatie (RI&E) in samenwerking met de Arbodienst afgenomen. Aan de hand van de gegevens van zowel de KMPO als de RI&E wordt een plan van aanpak gemaakt en verwerkt in het meerjarenbeleidsplan. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een gesprekscyclus van 4 jaren (functionerings-, pop- en beoordelingsgesprekken). Ook een digitale competentiescan wordt door de leerkracht minimaal 1x in de cyclus ingevuld als zelfevaluatie-instrument. 29
3: Verantwoordelijkheid/ uitvoering ligt vooral bij: de directie
Uitwerking. In 2009 is de KMPO afgenomen onder personeel, ouders en kinderen. In de resultaten is te zien dat er een grote mate van tevredenheid bestaat onder leerlingen. Gezien het beperkt aantal respondenten van ouders (30%) is hier niet zoveel over te zeggen. Van dit percentage is wel een groot aantal positief tot zeer positief. De vragenlijsten worden om de twee jaar afgenomen. Vooral om de veiligheid van leerlingen nadrukkelijker in beeld te krijgen is gekozen voor een tweejarige cyclus. In 2009 is er een RI&E afgenomen. Ook hier is te zien dat de veiligheid en het welbevinden m.n. van personeel als positief gescoord wordt. Er is een plan van aanpak gemaakt en de uitwerking vindt op dit moment plaats. V.w.b. een groot aantal collega’s geldt hetzelfde: een grote mate van tevredenheid en dit noopt de directie niet tot een wijziging in het personeelsbeleid. Op dit moment (2013) is er opnieuw een tevredenheidonderzoek uitgezet. in maart 2011 is er een SWOT analyse gemaakt en zal meegenomen worden in het nieuwe schoolplan en in het meerjarenbeleidsplan. Daarnaast is er een systeem van leerlingbesprekingen en groepsbesprekingen. De IB-er bespreekt met leerkrachten de groepsplannen. De LGF coördinator bespreekt de individuele handelingsplannen met de leerkrachten en ouders.
30
1.5. De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel De directie bezoekt 2x per jaar alle groepen. De IB-ers bezoeken de groepen ook 2x per jaar en de orthopedagoog 1x per jaar. De standaardformulieren van de 1-zorgroute worden daarbij gebruikt om de observaties te standaardiseren. In het IB-directie-overleg worden deze formulieren besproken om zicht te krijgen op het nakomen en uitvoeren van gemaakte afspraken en procedures. Aan de hand hiervan worden verbeteractiviteiten geformuleerd. Deze worden met het team en/of met de individuele leerkracht besproken. De leerkrachten hebben minimaal 1x per jaar een collegiale klassenconsultatie. 3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: de directie Uitwerking. Aan de hand van deze indicator heeft de directie de IB-ers de opdracht gegeven de frequentie van de klassenbezoeken te verhogen. Dit is daadwerkelijk gerealiseerd. IB’ers bezoeken minimaal 2 keer per jaar de groepen om aan de hand hiervan de groepsplannen te bespreken. Ook worden de bezoeken gebruikt om de PH meter af te nemen. Hiermee wordt het didactisch en sociaal-emotioneel handelen in kaart gebracht. De directie bezoekt de klassen als er functionerings- of beoordelingsgesprekken plaats vinden en vaker worden er flitsbezoeken afgelegd. Dit zijn korte onaangekondigde bezoeken en zijn bedoeld om zicht te houden op het algemeen functioneren van leerkrachten, het ervaren van het pedagogisch klimaat en eventueel te gebruiken voor functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken. De adjunct-directeur valt regelmatig in diverse groepen in en krijgt hiermee een goed zicht op de organisatie. Tevens vinden er diverse begeleidingstrajecten en coachingsgesprekken plaats, zowel bij beginnende als bij ervaren leerkrachten. Ook bij langdurige vervangingen vinden er coachingsgesprekken plaats. Bij klassenconsultaties worden de diverse aspecten meegenomen: hoe is de voorbereiding geweest (weekplanning), wordt het groepsplan gebruikt, is het doel helder, hoe is de instructie, hoe is de verwerking, hoe is de organisatie van het klassenmanagement en hoe krijgt het pedagogisch klimaat vorm? (via een checklist, zie bijlage). In deze nemen de Ib’ers het initiatief. Voor de komende twee jaar worden de klassenbezoeken door de directie structureel ingepland.
31
Didactisch handelen (van de 4 indicatoren wordt één indicator onvoldoende gescoord) 6.6. De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Bij een geplande studiedag in het schooljaar 2009 - 2010 wordt dit onderdeel expliciet behandeld. Dit wordt opgenomen in het jaarplan 2010. Ook in het SEO-overleg zal dit aspect ter sprake komen. Middels de nieuwe methode Taaltrapeze wordt al op deze manier gewerkt. In de bovenbouw geeft elk kind jaarlijks in het kind-ouder rapport zijn/haar beleving weer. 3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: groepsleerkrachten Uitwerking. Aan de hand van dit onderdeel (het geven van feedback) is er verleden jaar een studiedag georganiseerdonder begeleiding van de CED. Leerkrachten hebben informatie gekregen over hun manier van werken, m.n. op het onderdeel feedback geven. Tevens is het systeem ingevoerd om het didactisch en pedagogisch handelen te inventariseren aan de hand van de PH meter. Om de PH meter af te nemen gaan de IB’er twee keer per jaar de klas en meten en bespreken deze aspecten met de leerkracht. Ook is er een systeem ingevoerd waarbij leerlingen uit de midden- en bovenbouw zijn/haar beleving schriftelijk en mondeling kenbaar kunnen maken in het kind-ouder gesprek. De directie voert een eindgesprek met de schoolverlater.
32
Afstemming (van de 6 indicatoren worden er 2 onvoldoende gescoord) 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoefte van leerlingen. 1: Oordeel inspectie:
2:Plan van aanpak De Wissel De opzet van de groepsplannen uit de 1- zorgroute (zie hieronder) is het uitgangspunt. In deze groepsplannen staat welke leerlingen welke hulp extra aangeboden wordt. Hierbij is het vastgestelde individuele ontwikkelingsperspectief de maatstaf. De grens is gesteld op 25 % afwijkend naar boven of naar beneden. Dit wordt tijdens de leerlingbespreking aan de orde gesteld. Dit traject uit de 1-zorgroute wordt opgenomen in het meerjarenbeleidsplan en uitgevoerd in de komende 2 jaren. 3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: groepsleerkrachten De 1-zorgroute is een project van WSNS+ en beschrijft in onderlinge afstemming de stappen die in de groep, in de school en in het samenwerkingsverband gezet worden in het onderwijs en de zorg aan de leerlingen. Centraal in de 1-zorgroute staat dat passend onderwijs geboden wordt, waarin alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. In 1-zorgroute wordt het werken met groepsplannen als insteek genomen om de groep tegemoet te komen aan de verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen. Preventief en proactief worden in het groepsplan maatregelen genomen voor leerlingen die extra instructie, begeleiding of uitdaging nodig hebben. Doel van de 1-zorgroute: Met 1-zorgroute willen we bereiken dat leerkrachten in staat zijn om in hun groep het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Ze werken handelingsgericht en gaan planmatig om met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen. 1-zorgroute maakt de zorgstructuur binnen schooltransparant en biedt impulsen om de kwaliteit van het onderwijs en de zorg in de school te verbeteren. Uitwerking. Onder begeleiding van het CED uit Rotterdam heeft dit onderdeel de afgelopen twee jaar centraal gestaan. De groepsplannen zijn geoefend en daadwerkelijk ingevoerd. Zowel voor taal, rekenen en lezen. Voor een 8-tal scholen uit het samenwerkingsverband heeft de SBO recent en studiemiddag georganiseerd. Hierbij is het ontwikkelingsperspectief in het kader van de 1–Zorgroute nadrukkelijk besproken. Ook zijn andere onderdelen aan de orde gekomen, waarbij de expertise van de SBO t.b.v. het SWV ingezet is. Ook voor de eigen stichting kan er gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van de SBO. Zo zijn 33
er met enige regelmaat collegiale gesprekken bij verwijzingen. Zo kan het gebeuren dat de directie van de SBO gesprekken voert met ouders en de IB-er van de basisschool. Het zijn intercollegiale gesprekken en adviesgesprekken met ouders over het wel/niet verwijzen. Tevens is Zien dit schooljaar als sociaal emotioneel meetinstrument ingevoerd. Er zijn diverse studiedagen aan besteed en zal in schooljaar 2011/2015 verder vorm gaan krijgen. 7.3.1 De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 1: Oordeel inspectie
2: Plan van aanpak De Wissel In het groepsplan wordt beschreven/aangegeven voor welke leerlingen dit geldt. De geplande instructie wordt opgenomen onder het onderdeel methodieken. Ook logopedisten worden op taalgebied individueel en in groepsverband ingezet. De IB-ers bespreken de groepsplannen met de leerkracht en controleren of ook de geplande instructie opgenomen is voor de zwakkere of juist betere leerlingen. 34
3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: groepsleerkrachten/IB-ers
Uitwerking. Alle leerkrachten werken met groepsplannen en werken aan deze onderdelen. Door expliciet aan de hand van de doelen te werken wordt tegemoetgekomen aan de leerlijnen van kinderen. Ook worden logopedisten ingezet t.b.v. de taalverwerving (zie ook het Zorgplan van de school). Begeleiding (Van de 3 indicatoren wordt één indicator onvoldoende gescoord) 10.5 De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Tijdens leerlingbesprekingen en in besprekingen van de Commissie van Begeleiding wordt vastgesteld of de ontwikkeling van een leerling overeenkomt met het vastgestelde ontwikkelingsperspectief, of daarvan afwijkt. Beredeneerd bijstellen van het perspectief gebeurt n.a.v. de analyse van de toetsgegevens en logboekgegevens (o.a. SEOontwikkeling). De beredeneerde keuzes en het aangepaste ontwikkelingsperspectief worden met de ouders besproken. 35
3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: groepsleerkrachten/IB-ers Uitwerking. Tijdens leerlingbesprekingen en in besprekingen van de Commissie van Begeleiding wordt vastgesteld of de ontwikkeling van een leerling overeenkomt met het vastgestelde ontwikkelingsperspectief, of daarvan afwijkt. Beredeneerd bijstellen van het perspectief gebeurt n.a.v. de analyse van de toetsgegevens en logboekgegevens (o.a. SEOontwikkeling). De beredeneerde keuzes en het aangepaste ontwikkelingsperspectief worden met de ouders besproken. In de leerlingbesprekingen zijn afhankelijk van de hulpvraag diverse disciplines aanwezig. Tevens is er om de twee maanden overleg tussen IB-ers en RT-ers om te beoordelen of leerlingen nog steeds in aanmerking komen voor extra begeleiding. Zorg (Van de 4 indicatoren worden er 2 onvoldoende gescoord) 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Komende 2 jaren (2009-2010) wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de 1zorgroute op het gebied van o.a. signalering, criteria en aanbod van zorg. Op dit moment zijn er criteria voor lezen, spelling en rekenen geformuleerd, die aangeven wanneer “begeleiding” overgaat in “zorg”. (Zie bijlage). Ook onderzoeken we of het LVS voor sociaal- emotionele ontwikkeling van Leefstijl ingezet kan worden. Op school gaat gewerkt worden met 3 verschillende niveau`s van leerlingenzorg, waarbij aangegeven wordt wanneer begeleiding overgaat in zorg. Hiermee zijn groepsplannen beter te beoordelen of de extra zorg ook daadwerkelijk aangeboden wordt. 36
3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: IB-ers
Uitwerking. Onder begeleiding van de CED Rotterdam is de afgelopen 2 jaar fors ingestoken om de visie op zorg en de uitwerking hiervan vorm te geven. Dit onderdeel is opgenomen in de aangepaste zorgstructuur en als bijlage in het Plan van aanpak. Tevens zijn criteria geformuleerd waarbij aangegeven wordt wanneer begeleiding over gaat in zorg. Dit onderdeel is expliciet verwoord in het Zorgplan (tweede deel van het schoolplan 20112015). 11.2 Op basis van een analyse van verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor de zorgleerlingen 1: Oordeel inspectie:
2: Plan van aanpak De Wissel Aan de hand van analyses van gedragsvragenlijsten (o.a. Licor, SEV, TRF) wordt de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen op sociaal-emotioneel gebied in kaart gebracht. Daarnaast wordt de instructiebehoefte op didactisch gebied bepaald door het interpreteren van de GSO gegevens en de methode afhankelijke en methode onafhankelijke toetsen. Na de analyses bespreekt de leerkracht met de interne begeleider welke zorg geboden moet worden. Indien nodig wordt er diagnostisch onderzoek door verschillende disciplines uitgevoerd. De groepsplannen worden, indien noodzakelijk, aangepast en er kunnen individuele handelingsplannen gemaakt worden. Het individueel handelingsplan bevat tenminste de volgende componenten: de te bereiken leerdoelen 37
de (hulp)middelen en materialen die worden ingezet om het doel te bereiken( inclusief ICT) de (ortho-) pedagogische en/of (ortho-) didactische aanpak die de leraar hanteert de specifieke maatregelen op het gebied van de leertijd de wijze waarop de vorderingen van de leerling worden gevolgd
3: Verantwoordelijkheid / uitvoering ligt vooral bij: groepsleerkrachten/IB’ers Uitwerking. Zoals hierboven beschreven wordt er in de groep gewerkt met groepsplannen en onderdelen uit Leefstijl worden gehanteerd. De RT wordt planmatig ingezet en om de 6 tot 8 weken vindt er een evaluatie plaats van de aangeboden hulp. Dit overleg vindt plaats tussen de Rt’ers en Ib-ers. Er wordt gewerkt met groepsplannen en voor kinderen met LGF worden er individuele plannen geschreven. Dit gebeurt door de coördinator LGF. Voor alle leerlingen wordt een OPP geformuleerd en kan aangepast worden tijdens leerlingbesprekingen. Via het systeem van het LVS, de groeps- en leerlingbesprekingen, bezoeken in de klas, de overlegsituaties van de commissie van begeleiding en het vastleggen in Parnassys, waarborgt het systematisch volgen en in kaart brengen van de vorderingen. Sinds dit jaar wordt het LVS Zien gebruikt om hiermee de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. Hiertoe zijn er twee studiedagen georganiseerd. Dit onderdeel wordt de komende jaren verder uitgewerkt.
Samenvattend De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan de verdere verfijning van het ontwikkelingsperspectief. We zijn hier in geslaagd. Voor elke leerling wordt vanaf het moment dat het kind instroomt, een ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Er wordt vooraf een basishandelingsplan geformuleerd en dit wordt na een periode van 6 tot 8 weken besproken met ouders. Zij worden geïnformeerd over de stand van zaken en worden bevraagd of er zaken zijn die er aan toegevoegd moeten worden. Tijdens de leerling- en groepsbesprekingen wordt dit nadrukkelijk behandeld en eventueel aangepast. Ook voor 38
jonge kinderen wordt er een voorlopig ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Tevens is nadrukkelijk ingestoken op het opbrengstgericht werken. Vanaf de JRK wordt nadrukkelijk gewerkt op doelen om leerlingen op een hoger niveau te tillen. En dat is gelukt. Gezien de resultaten die kinderen op dit moment behalen is te zeggen, dat er sprake is van een positieve ontwikkeling.
39
Bijlage 2
Veiligheidsbeleid op de Wissel Sinds geruime tijd wordt er op school een veiligheidsbeleid gehanteerd. Er is een pakket aan maatregelen die maken dat het schoolgebouw en de omgeving veilig te noemen zijn. Tevens wordt door dit beleid de sociale veiligheid voor kinderen, personeel en ouders gewaarborgd. Hoe hiermee gewerkt wordt, is terug te vinden in een groot aantal regels en protocollen. School en omgeving In de wet staan veel regels waar een school aan moet voldoen. Te denken valt aan de technische veiligheid van het gebouw, de staat van het materiaal in de gymzaal en op het speelplein. Ook zijn er regels rondom de verplichte ontruimingsoefeningen en de staat waarin de brandblussers zich moeten bevinden. Het gebouw en alle materialen voldoen aan de wettelijke normen en worden periodiek door externe instanties gecontroleerd, zoals specifieke bedrijven, de brandweer en de gemeente. De Arbocommissie van de school heeft hier een taak om periodiek aspecten van de veiligheid te controleren. Ook moet in dit verband de aanwezigheid van BHV’ers en EHBO’ers genoemd worden. Personeelsleden met deze kwalificaties zijn dagelijks op school aanwezig en worden regelmatig bijgeschoold. Sociale veiligheid Op school wordt voor alle gebruikers de sociale veiligheid gewaarborgd. Het meest belangrijke is dat er preventief gewerkt wordt. Via het “pedagogisch klimaat” krijgen deze aspecten nadrukkelijk aandacht. Het uit zich o.a. in: kringgesprekken, het stimuleren van samenwerking tussen kinderen en personeel, het benadrukken van het belang van wederzijds respect, het maken van afspraken over de werkhouding en het belonen van gewenst gedrag. Het is wezenlijk dat er op de school sprake is van veel structuur en een voorspelbare omgeving: rust, regelmaat en orde. Tevens worden er in het team afspraken gemaakt om hiermee consequent mee om te gaan. Daarnaast wordt veiligheid gerealiseerd door het beleid dat beschreven staat in diverse protocollen. Hiermee wordt bedoeld, het:
hanteren van een leerlingvolgsysteem (Licor) op het gebied van sociaal emotioneel functioneren; gebruik van de methode Leefstijl, waarbij de sociaal-emotionele ontwikkeling centraal staat en het jaarlijks evalueren van deze methode; hanteren van gemaakte afspraken over regels en omgangsvormen voor alle betrokkenen; opstellen van gerichte handelingsplannen t.b.v. het gedrag; hanteren van het protocol Grenzen aan gedrag; gebruik van het pest- en internetprotocol; gebruiken van de notitie APO (acute pedagogische ondersteuning); raadplegen van commissie ongewenste seksuele intimidaties; hanteren van het beleid rondom het systeem “proppen” en het hieraan gekoppelde gedragsprotocol; overleg in de Arbocommissie; doorverwijzen van leerlingen voor meer specifieke en gerichte handelingsdiagnostiek 40
sociale vaardigheidstrainingen van leerlingen; multidisciplinair periodiek overleg op school; periodiek overleg in de Commissie van Begeleiding; overleg met de leerplichtambtenaar; periodiek overleg met de politie.
41