RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SBO ONDERWIJSZORGCENTRUM/SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS DE SATELLIET
School : Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 15AK Onderzoeksnummer : 58045
Datum schoolbezoek
: 10 mei 2005
Datum vaststelling
: 13 juli 2005
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
2
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 ONTWIKKELINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS .................................................................................................... 7 3 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 TOELICHTING OP DE INDICATOREN ......................................................... 13 6 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
3
1 INLEIDING
Op 10 mei 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet bezocht in het kader van de pilot jaarlijks onderzoek SBO, op grond van het door de inspectie gehanteerde nieuwe waarderingskader. Bij deze pilot jaarlijks onderzoek SBO vormt de inspectie zich een oordeel over: • De wijze waarop de school werkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat daarbij onder meer om de schoolontwikkeling sinds het vorige inspectiebezoek; • De opbrengstgerichtheid van de school; • De mate waarin leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden; • De kwaliteit van de indicatoren die betrekking hebben op het kwaliteitsaspect 'De leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen passende zorg'. De inspectie gaat met de school ook na of er ontwikkelingen zijn die invloed hebben op het onderwijs. De inspectie gaat zo mogelijk uit van gegevens die de school door zelfevaluatie heeft verkregen. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school niet onnodig belast. U hebt documenten ingestuurd die betrekking hebben op de schoolontwikkeling, namelijk: • Beleidsvoornemens 2003-2007, hoofdstuk 9 Schoolplan; • [Evaluatie] beleidsvoornemens n.a.v. hoofdstuk 4 van het schoolplan en de speerpunten van 2002-2003; • Ontwikkelingen de Satelliet t/m 7 juni 2004; • Overzicht stand van zaken d.d. 18 april 2005 n.a.v. bevindingen Rapport Regulier Schooltoezicht van 25 april 2002; • Format monitor zorgprofiel d.d. januari 2005.
De opzet van het onderzoek Het jaarlijks onderzoek SBO bestond uit de volgende activiteiten: 1. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 2. Analyse van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 3. Gesprekken met de directie en de coördinatoren leerlingenzorg. De inhoud van het rapport In dit rapport noemt de inspectie allereerst ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs (hoofdstuk 2). Daarna geeft de inspectie een overzicht van de oordelen die gegeven zijn op de diverse indicatoren in een kwaliteitsprofiel (hoofdstuk 3). Vervolgens bespreekt de inspectie deze oordelen in onderlinge samenhang en in relatie met de gegevens uit de context in een beschouwing (hoofdstuk 4). Tot slot wordt een toelichting gegeven op de oordelen op de 5 Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
verschillende indicatoren door u de bevindingen van de inspectie mee te delen over de verbeteractiviteiten van de school, de opbrengstgerichtheid van de school, de vraag of leerlingen zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden en de mate waarin de school inhoud weet te geven aan de diverse indicatoren die betrekking hebben op de diverse aspecten van de leerlingenzorg (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 geeft de inspectie tot slot het toezichtarrangement aan.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
6
2 ONTWIKKELINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
De volgende ontwikkelingen zijn van invloed op de kwaliteit van het onderwijs:
Personele situatie De afgelopen jaren is het aantal personeelsleden gestegen tot bijna 40 medewerkers, waarvan ongeveer driekwart in deeltijd werkt. Dat heeft consequenties voor de organisatie, de afstemming en de communicatie in de school. Dit vraagt bijzondere aandacht en extra tijd van vooral de directie. Daarnaast kreeg de school het afgelopen schooljaar te maken met een instroom van zeven tijdelijke personeelsleden ter vervanging van ziekte-, bevallings- en zwangerschapsverlof. Deze zijn overigens aan het eind van het schooljaar weer uitgestroomd. Ook het jaar daarvoor had de school met dit fenomeen te maken. Het ziekteverzuimpercentage ligt voor de laatste twee schooljaren boven de 11 procent. Dit is aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde (6,6 procent) voor de scholen voor speciaal basisonderwijs. Vervanging is en blijft voor de school een steeds terugkerend probleem. De Arbodienst heeft een verzuimanalyse uitgevoerd. Daaruit komt naar voren dat er een daling is van de verzuimfrequentie, dat het langduriger verzuim toeneemt, maar dat er geen aantoonbaar werkgerelateerde oorzaak is aan te wijzen. Wel is gewezen op ruis in de registratie door het niet tijdig afmelden na herstel. De dienst heeft een aantal aanbevelingen gedaan, waaronder aanscherping van het verzuimbeleid, een aanpassing van het verzuimprotocol en een meer consequente toepassing daarvan. De directeur heeft hiertoe al een aantal maatregelen getroffen. Dit betreft onder andere een werkbelevingsonderzoek onder de medewerkers. Volgens de directeur en onder verwijzing naar de prognosecijfers van het Vervangingsfonds, lijkt er sprake van een daling van het verzuim. Deze bewering kan echter niet met recente gegevens uit eigen waarneming van en volgen door de directeur worden gestaafd.
Beleid en organisatie De aansturing van de school is met het vertrek van de adjunct directeur gewijzigd door deze niet te vervangen. In plaats daarvan zijn bouwcoördinatoren aangesteld. Deze zijn, samen, voor drie dagen per week vrijgeroosterd voor coördinatie- en begeleidingstaken. De directeur is binnen zijn volledige weektaak voor tweeëneenhalve dag per week beschikbaar voor de school. Hij is daarnaast voorzitter van het samenwerkingsverband WSNS en van de PCL. In tijd is er op deze wijze voldoende managementcapaciteit beschikbaar voor de school. De bouwcoördinatoren volgen een cursus coaching om de begeleiding van de medewerkers zo optimaal mogelijk te kunnen (gaan) uitvoeren. De medewerkers hebben namelijk aangegeven dat er behoefte is aan directe ondersteuning door de bouwcoördinatoren en intern begeleider. Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
7
De leerlingenpopulatie Sinds de integratie van het voormalig LOM- en MLK-onderwijs is de instroom van de school veranderd. In 2002 werd 16 procent van de instromende leerlingen geïndiceerd als moeilijk lerend. In 2004 is dat percentage opgelopen naar vijftig procent. De school heeft twaalf groepen. Of de twaalfde groep groep gehandhaafd kan blijven is niet zeker. Dit hangt af van het aantal nieuw te plaatsen leeerlingen. Er is geen sprake van autonome groei van de leerlingenaantallen van de basisscholen van het eigen samenwerkingsverband, terwijl er tegelijkertijd wel een toename is in de aanmeldingen bij de PCL voor verwijzingsadviezen.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
8
3 KWALITEITSPROFIEL
Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan de indicatoren die tijdens dit bezoek zijn besproken en onderzocht. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen. De oordelen: 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.2 Het beleid van de school is opbrengstgericht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 11.0 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg behoeven. 11.2 De school analyseert de aard van de zorg die de zorgleerlingen nodig hebben, op basis van de verzamelde gegevens. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. 11.5 De school betrekt de ouders van leerlingen bij de zorg van hun kind.
1
2
1
l 2
3 l
4
3
4
5 l
1
2
3
4
l l l l l l
De nummering in de tabel verwijst naar het volledige waarderingskader Primair Onderwijs.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
9
4 BESCHOUWING
Het jaarlijks onderzoek dat de inspectie nu uitvoert op de scholen voor speciaal basisonderwijs beperkt zich tot en drietal kernelementen: de planmatigheid van de verbeteractiviteiten, de opbrengstgerichtheid van de school en de kwaliteit van het zorgsysteem. Met uitspraken op deze onderdelen wordt geen oordeel gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Bovendien is het niet goed mogelijk om de volle breedte en diepte van alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren daarin mee te nemen. Wat de school voor ogen staat, is goed weergegeven in het Schoolplan 20032007 (paragraaf 3.5.). Daar is een overzicht opgenomen van, zoals de school zelfs aangeeft, de transformaties die de school wil doormaken om te komen tot een school met geïntegreerd onderwijs. De inspectie heeft in april 2002 een Regulier Schooltoezicht uitgevoerd. Daaruit kwam naar voren dat de indicatoren die de kern van goed onderwijs vormen in voldoende mate voorkwamen. Risicopunten waren enkele onderdelen van het leerstofaanbod en de handelingsplanning. De inspectie stelt vast dat de school de afgelopen jaren intensief en gericht heeft gewerkt aan de veranderingen en verbeteringen van het onderwijs. De school kan dit laten zien aan de hand van diverse documenten en overzichten van gemaakte afspraken over werkwijzen en handelwijzen, waaronder de invoering van nieuwe methodieken. Ook organisatorisch vertoont de school in toenemende mate kenmerken van wat beoogd werd met de transformaties. Er is sprake van een positieve ontwikkeling. Het tempo en de omvang hiervan moeten wel bezien worden in het licht van de situatie rond de personele bezetting. De inspectie realiseert zich goed dat niet alles tegelijk kan. Men heeft keuzes gemaakt en dat betekent per definitie dat (nog) niet alles in voldoende mate al is gerealiseerd in de school. Dat geldt in elk geval voor een aantal onderdelen die de inspectie nu juist bij dit jaarlijks onderzoek centraal stelt: de opbrengstgerichtheid op schoolniveau en het werken met ontwikkelingsperspectieven per leerling. Nog niet voor al die onderdelen is de inspectie van oordeel dat er al sprake is van een voldoende bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs. Op genoemde onderdelen komen de in gang gezette ontwikkelingen nog niet volledig tot hun recht. De aanzetten zijn er, maar de school doorziet en overziet de consequenties ervan nu nog niet in voldoende mate. Het doordenken ervan is hier op zijn plaats. Verder is inspectie van oordeel dat er te weinig aandacht is voor het op peil houden (borgen) van de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. De bewaking van gemaakte afspraken laat aantoonbaar te wensen over.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
11
5 TOELICHTING OP DE INDICATOREN
a.
Verbeteractiviteiten:
Naar aanleiding van het RST-onderzoek in 2002 hebben directie en leraren vooral gewerkt aan een verdere aanpak en opzet van het zorgsysteem op de school, de invoering van een nieuwe methode voor rekenen en wiskunde, een aanpak voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en een verkenning van de doorgaande lijn in de taalontwikkeling in de groepen één tot en met vier. Daarnaast heeft de nieuwe organisatiestructuur veel tijd en aandacht gevraagd. Er is geen stappenplan voor het lopend schooljaar beschikbaar waaruit precies naar voren komt welke concrete doelen de school wil bereiken.De aansturing van de veranderactiviteiten vindt voornamelijk plaats via de bouwcoördinatoren en het bouwoverleg. Uit de overlegde documenten blijkt dat het team toch voldoende planmatig en gericht aan de veranderingen werkt, er sprake is van evaluaties en de resultaten worden vastgelegd in beleidsdocumenten en afspraken. Deze afspraken hebben een grotere reikwijdte dan alleen de hier genoemde verander-en verbetertrajecten. Ze zijn ook gericht op het pedagogisch klimaat op de school, de organisatie, de wijze van intern overleg en het didactisch handelen van leraren. De bewaking van de gemaakte afspraken is een punt van aandacht. Een goed voorbeeld vormt het verzuimprotocol. Een deel van het hoge verzuimpercentage werd veroorzaakt, omdat de schoolleiding niet voldoende heeft toegezien op naleving van dit protocol. b.
Opbrengstgerichtheid:
Er is een eerste start gemaakt om opbrengstgegevens beschikbaar te krijgen. Na een oriëntatie bij andere scholen hierover, wordt nu een en ander uitgeprobeerd met het onderdeel spelling. Uit de registraties blijkt dat inmiddels de startniveaus van leerlingen goed in beeld zijn. Van daaruit is het dus mogelijk om beginsituaties vast te stellen voor groepen van leerlingen op schoolniveau en vervolgens tot uitspraken te komen over beoogde opbrengsten van het onderwijsleerproces. c.
Ontwikkeling naar mogelijkheden:
Om de vraag te kunnen beantwoorden of leerlingen zich grotendeels ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief dat voor ze is opgesteld, is eerst de vaststelling van zo'n perspectief nodig. Omdat dit nog niet beschikbaar is, kan de inspectie zich ook niet uitspreken over de waardering op dit onderdeel. De school heeft overigens in zijn schoolgids wel aangegeven dat na toelating van een leerling en de indeling in een groep tevens de ontwikkelingsdoelen worden geformuleerd. Dit vindt nu dus nog niet plaats. d.
Leerlingenzorg:
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
13
De leerlingenzorg heeft zich de afgelopen jaren positief ontwikkeld. Voor de leerlingen stelt de school op relevante onderdelen van het onderwijsleerproces de startniveaus vast. Dat is van essentieel belang voor de instructieniveaus waarop in de groepen wordt gewerkt. Met dat gegeven als basis wordt met behulp van een adequaat leerlingvolgsysteem (zowel methodegebonden als methode-onafhankelijke toetsen) de leerontwikkeling van elke leerling in beeld gebracht. Als algemene referentie hanteert de school hierbij de DLEsystematiek. Stagnatie in die DLE-ontwikkeling is het belangrijkste criterium om beredeneerde beslissingen te nemen over vervolgtrajecten. Daaronder valt ook het overgaan tot het werken met specifieke handelingsplannen op groepsof individueel niveau. Die beslissingen vinden dus nog niet plaats in relatie tot een vastgesteld ontwikkelingsperspectief per leerling. De school heeft inzichtelijke overzichten van de stand van zaken rond elke leerling en/of een groep van leerlingen op hetzelfde (start)niveau. De progressie van de (groepen) leerlingen wordt systematisch gevolgd. De gehele systematiek is vastgelegd in afspraken op schoolniveau. Maar ook hier geldt dat toezicht op het nakomen van de afspraken onvoldoende plaatsvindt. Op een niet onaanzienlijk deel van de handelingsplannen ontbreekt het resultaat van de evaluatie. Uitspraken over de effectiviteit van die plannen zijn daarmee niet te geven. Ook is niet vast te stellen of vervolgactiviteiten logisch voortvloeien uit de resultaten van eerdere handelingsplanning. Verder ontbreekt op de handelingsplannen de handtekening van de ouder(s). Volgens het beleid van de school is die handtekening wel vereist. De school kan hierdoor niet aantonen dat deze plannen na overleg met de ouder(s) zijn vastgesteld.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
14
6 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
Het vervolg op dit onderzoek zal bestaan uit een Periodiek Onderzoek naar de Kwaliteit van het Onderwijs in het schooljaar 2005-2006.
Rapport jaarlijks onderzoek Onderwijszorgcentrum/Speciale school voor Basisonderwijs De Satelliet, 10 mei 2005
15