Schooljaarplan 2015 -2016 van Het College Weert
Inleiding schooljaarplannen LVO Weert In 2013 hebben we in nauwe samenwerking met ouders, leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel een nieuw schoolplan LVO Weert ontwikkeld. Samen hebben we de koers uitgezet voor het voortgezet onderwijs in Weert e.o..l Een koers die zich sterk richt op de verdere inhoudelijke ontwikkeling van het voortgezet onderwijs met als centraal thema: Leren voor het leven (Dit is een vrije vertaling van Erasmus’ lijfspreuk ‘non scolae sed vitae discimus’.) LVO Weert laat zich inspireren door Erasmus en kiest er voor om zich te oriënteren op de externe omgeving. De scholen stellen de ontwikkeling van de leerlingen tot volwaardige wereldburgers voorop. Leren is daarmee een onmisbaar middel op weg naar een doel. Wij willen een school zijn die door haar leerlingen, ouders, Inspectie, bedrijfsleven en overheid als topkwaliteit wordt ervaren. Een school met leerlingen en medewerkers die trots zijn dat ze er leren en werken. Kenmerkend voor LVO Weert zijn: o We bieden betrouwbaar en degelijk hedendaags onderwijs, dat recht doet aan verschillen; o We investeren in de relatie met leerlingen en ouders; o We staan midden in de gemeenschap, en nemen externe invloeden mee in de ontwikkeling van het onderwijs en ons onderwijs beïnvloedt de omgeving; o We tonen lef en daadkracht. Ook het komende schooljaar willen we daarom gericht werken aan de volgende hoofdlijnen: o Onderwijs persoonlijk maken: - Het unieke in leerlingen ontdekken en ontwikkelen; - Het unieke van docenten/medewerkers inzetten; - Kleinschalig en zelf organiserend. o -
Externe gerichtheid: School als netwerkorganisatie; Bedrijfsleven integreren; Verbinding PO-VO-MBO/HBO/WO; Verkenning onbekende partners; School als onderdeel van de lokale gemeenschap; Externe communicatie
November 2015, versie 2
1
o Adaptief leidinggeven: Bij het realiseren van de ambities zoals die verwoord zijn hoort ook een bepaalde wijze van leidinggeven. Verantwoordelijkheid en daaraan gekoppeld verantwoording willen we zo laag mogelijk in de organisatie leggen, bij de professionals in OP en OOP, dicht bij de werkvloer. Hier moet immers de professionele ruimte ontstaan om ambities te realiseren. Dat betekent dat we een omslag moeten maken van planning en blauwdrukken, naar acceptatie van complexiteit. We moeten met elkaar de kracht ontdekken van zelforganisatie. Zelf regie kunnen voeren, keuzes kunnen maken die passen bij de leerlingen die we bedienen, zelf de kwaliteit bewaken volgens professionele standaarden. Van belang zijn daarbij de volgende aandachtspunten: - Hetzelfde is niet de norm (maatwerk); - Voortdurende ontwikkeling van iedereen is vanzelfsprekend; - We denken en doen tegelijkertijd en passen onze werkwijze daarop aan (action learning); - Iedereen is op zijn of haar eigen plek gericht op verbeteren en innoveren; - We werken niet vanuit consensus maar maken werkbare afspraken voor een bepaalde periode; - We borgen wat waardevol is en wat werkt, we saneren zaken die energie kosten; - We zorgen goed voor elkaar, we maken goede afspraken over werkzaamheden die elkaar raken. De scholen van LVO Weert zullen ieder op een eigen wijze, passend bij de betreffende onderwijsstroom, een vertaling maken in concrete doelstellingen. Een gezamenlijke focus met een concrete uitwerking die recht doet aan de verschillen tussen leerlingen. LVO Weert, September 2015.
November 2015, versie 2
2
Er is weer rust en ruimte. Daar waar we vorig jaar al tevreden waren met het gevoel dat we niet meer overheerst werden door noodzakelijke maatregelen in de organisatie en het personeelsbeleid, kunnen we nu beginnen aan een jaar waarin we verdeeld over vijf aandachtsgebieden met de hele school toewerken naar het schooljaar 2016 – 2017. Dan zal Het College een categorale VWO school zijn met een onderscheidend gymnasium. Het enige in de wijde omtrek. En er is een apart team van mentoren die met hun teamleider en assistent-teamleider het laatste examenjaar van de HAVO begeleiden en een eigen gezicht geven. Voor Het College is het schooljaar 2015-2016 een jaar van voorbereiding, ontwikkeling en opbouw. Binnen de kaders van het LVO-Weert schoolplan en de eigen visie van Het College hebben vaksecties, gestuurd door de projecten die per aandachtsgebied opgezet zijn, alle ruimte om hun eigen kwaliteit in samenhang met de ontwikkelingen binnen de andere vakken te definiëren.
Leren doe je op Het College in samenspraak, gericht op ontwikkeling en resultaat. De kernkwaliteiten van Het College zijn: VERTROUWD: Het College staat voor kwaliteit en is een begrip in Weert en de regio. Het College doet wat ze belooft. DICHTBIJ: Het College staat midden in de samenleving en is toegankelijk. Samenwerking met partners staat centraal. Het College staat dicht bij leerlingen. Een goede begeleiding is het hart van de school. INSPIREREND: Leerlingen worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen en zichzelf te ontdekken. ONDERZOEKEND: Het College geeft levensecht onderwijs. Er is steeds een koppeling tussen theorie en praktijk. Leerlingen en docenten van Het College zijn nieuwsgierig,
Opbrengstgericht werken wordt steeds vanzelfsprekender in de school. In het beleid dat de teams, de secties en de projectgroepen ontwikkelen en uitwerken is kwaliteitszorg een vast criterium. Onderzoek naar Ouderleerlingen en medewerkerstevredenheid is standaard. De uitkomsten hiervan leiden tot gerichte communicatie en aanpassingen in het beleid. De ouderraad heeft hierin een belangrijke rol. Naast als een structureel klankbord voor de school heeft de ouderraad een eigen rol in de onderwijskundige ontwikkeling van de school en de ondersteuning van de leerlingen. Plannen, initiatieven, ideeën, ze worden gepresenteerd/besproken. Dat overleg is vervolgens de basis onder de inbreng van de ouders in de MR. Cijfers in alle leerjaren worden structureel gevolgd. Het is een vast onderdeel van het teamoverleg en de agenda van de functioneringsgesprekken. Doel is dat cijfers een voorspellende waarde hebben. Gesprekken over opbrengsten worden steeds meer de standaard binnen de cultuur van de school en de cultuur in de vaksecties. De aanvankelijke scepsis over bemoeienis “van buiten” met de kwaliteit van je werk maakt steeds meer plaats voor trots als de opbrengsten verbeteren. Daarbij groeit het besef dat enkel toetsing geen garantie is voor kwaliteit. In het schooljaar 2015 – 2016 draaien er verschillende pilots waarin de feedback naar leerlingen en ouders toe uitgebreid wordt met andere vormen van begeleiding en verslag. Van alles wat we oppakken en aanpakken is samenhang en een bewuste planning in de communicatie een vast onderdeel.
November 2015, versie 2
3
In het schoolplan van LVO-Weert staat voor de periode tot 2017 het volgende als doelstelling geformuleerd voor Het College Weert: Een categoraal VWO Vanaf het volgend schooljaar is Het College een categorale VWO-school met een onderscheidend gymnasium. Atheneum Het Atheneum wil leerlingen academisch nieuwsgierig maken. De docent daagt de leerling uit om analytisch en kritisch na te denken. De leerling leert zo snel mogelijk om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. Om dit op maat voor iedereen tot een succes te maken, vindt er niveaudifferentiatie plaats binnen de diverse vakken. Onder andere via toetsen in casusvorm leren de leerlingen om zich bewust te worden van de methodische aanpak. Gymnasium Gymnasiumleerlingen leren tijdens de opleiding om zelfsturend te zijn. Ze gaan out of the box denken en laten zich als vanzelfsprekend uitdagen door academische vraagstukken. De lesstof is per leerling deels verschillend en leerlingen kunnen extra vakken of onderwerpen kiezen. Alle vakken, ook de extra lesstof, worden op een hoog niveau aangeboden. De leerling kan deels zelf kiezen hoe zijn rooster eruit ziet en wanneer hij toetsen aflegt. Van leerlingen in het gymnasium verwachten we creativiteit, academisch abstractievermogen en oplossingsgerichtheid. Het gymnasium onderscheidt zich dus duidelijk van het atheneum. (uit “Het Schoolplan 2013 – 2017”) Het overkoepelende principe bij alle plannen is “maatwerk”. Dit schooljaar zijn er 5 aandachtsgebieden binnen de strategische doelstellingen, die verder in dit schooljaarplan worden gespecificeerd: 1 Op de onderbouw (de leerjaren 1 t/m 3) gaat het project maatwerk zijn derde jaar in. Nog steeds op de eerste plaats gericht op differentiatie in de klas. Maar ook op de voorbereiding van een volgende stap op de bovenbouw (de leerjaren 4 t/m 6) waarbij leerlingen de mogelijkheid krijgen om keuzes te maken in de contacttijd: voor welk vak ze meer of juist minder lessen nodig hebben. 2 De fasering in de profielkeuze, gekoppeld aan een aantal schragende maatregelen in de lessentabel. Vorig jaar hebben we in de teamstructuur een middenbouw gecreëerd. Door het keuzeproces van de leerling te faseren geven we hier ook inhoud aan. Daarbij is leren studeren, als vervolg op leren leren, een belangrijk onderdeel. 3 Met het groeien van de identiteit van de middenbouw verandert ook het karakter van de onderbouw en de bovenbouw. De bovenbouw richt zich nog meer op het vervolg. In dat kader is er dit schooljaar een voorbereidingsproject major/minor. De examenprogramma’s van de vakken bepalen wel en effectief het eindniveau van het atheneum en het gymnasium, maar komen niet altijd overeen met het beginniveau van de vervolgopleidingen en de vakoverstijgende kennis en vaardigheden die al vrij snel geëist worden. Een gerichte aanvulling met minors kan het succes van de leerlingen op de vervolgopleidingen sterker maken. Daarbij is het steeds belangrijker om bij toelating op een vervolgopleiding een CV te kunnen overleggen. Minors verrijken dat CV. 4 Op het gymnasium komt een pilot om het denken over moduleren concreet te maken. Dat project wordt gefinancierd met IOO-gelden van LVO-Sittard. 5 Daarnaast zijn er o.a. als vervolg op het denktraject over het modulair gymnasium binnen een aantal secties initiatieven om de leerlingen anders te begeleiden bij het halen van hun resultaten. Met als uitgangspunt: minder summatieve toetsing en meer en gerichtere feedback. De locatie Budel is begin dit schooljaar heropend. En met een eigen naam. Het is niet meer “BC Budel” of “College Cranendonck”. Het is “Bravo! College Cranendonck”. Die eigen naam is het logisch vervolg in een ontwikkeling die even snel als succesvol verloopt: Het Bravo! College Cranendonck is uitgegroeid tot een school die een combinatie biedt van een brede onderbouw en een MAVO-bovenbouw. En een school met een stevig draagvlak en een eigen functie in de regio. Officieel is het nog een nevenlocatie van Het College Weert. Maar het heeft een eigen schooljaarplan.
November 2015, versie 2
4
De resultaten binnen de kwaliteitszorg zijn structureel bevredigend. De secties gaan in hun beleid steeds bewuster om met toetsing en cijfergeving. De slagingspercentages zijn goed. Het VWO structureel tussen de 95 en de 100%. De HAVO tussen de 90 en de 95 %.Het verschil CE/CSE blijft binnen de norm, maar is nog steeds een belangrijk punt van aandacht. De spanning zit in wat een vaksectie/een docent absoluut zou willen waarderen en wat het werk relatief waard is. De teamleiders monitoren het toets beleid van de secties. De percentielscores voor zowel havo als vwo zijn bijzonder goed. Op alle indicatoren die de inspectie hanteert (doorstroom onderbouw/bovenbouw, verschil CE/SE en examenresultaten) zit Het College bij percentielen van 60% of hoger). De ingezette lijn, om via vaksecties, opbrengstgericht werken cultuur te laten zijn van de school, is geborgd. Dit schooljaar wordt er in het toets beleid verder gedifferentieerd. Bij de kernvakken, te beginnen in leerjaar 1, en in de pilot van het gymnasiumproject.
November 2015, versie 2
5
November 2015, versie 2
6
De onderwijskundige doelstellingen van Het College voor schooljaar 2014-2015 zijn als volgt: 1. De ontwikkeling van maatwerk als differentiatie in de klas. Doelstelling 2015-2016
Maatwerk leerjaar 1 en 2 Leraren stemmen hun onderwijs af op verschillen binnen de klas, niet alleen ten behoeve van gemiddelde leerlingen maar ook van de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen. Accent op klas 1 en 2 Atheneum Het College kent in de genoemde leerjaren homogene groepen. Binnen deze groepen bestaat echter een grote diversiteit in leerstijlen. In schooljaar 2014-2015 is een start gemaakt met het aanbieden van maatwerk aan alle eerstejaars leerlingen. Uit enquêtes onder de leerlingen blijkt, dat leerlingen het toegepaste maatwerk als prettig ervaren en graag verder gaan met leren op maat. Met de volgende aantekening: alle theorievakken moeten maatwerk aanbieden. Via het werken met drie kleurniveaus in de klas, kunnen leerlingen voor elk vak op eigen niveau werken. Alle theorievakken gaan maatwerk aanbieden in 1 en 2 Atheneum. Maatwerk in de klas start zodra de docent een goed beeld heeft van de leerlingen (profiel en cijfers), maar uiterlijk vanaf 1 november 2015. De docent zorgt ervoor dat leerlingen een studiewijzer hebben waarin maatwerk te herkennen is en dat leerlingen op de overzichtskaart (in hun agenda) hun kleur voor dat vak hebben aangegeven. Mentoren voeren gesprekken met leerlingen over maatwerk (wat gaat goed?, waar kun je nog iets veranderen?). In de lessen is duidelijk dat er maatwerk wordt toegepast, doordat je verschil ziet tussen de werkvormen die per groepje leerlingen wordt toegepast.
Specifiek
Eigenaar
Stefanie Peeters, Rebecca Leyba, Roger Zeekaf Vakdocenten leerjaar 1 en 2 Jaarlijkse evaluatie met leerlingen
Betrokkenen Evaluatie
2. De fasering in de profielkeuze Doelstelling
Fasering van de profielkeuze
7
Specifiek
Voor een behoorlijke groep leerlingen komt de profielkeuze eigenlijk te vroeg. Hetzij omdat ze nog niet weten wat ze willen. Hetzij omdat ze nog niet kunnen voldoen aan de eisen die bij de bevordering van leerjaar drie naar vier gesteld worden. Bij de voorbereiding van het voorstel zijn er in het overleg met de secties, de mentoren en de gesprekken met de leerlingen een ook aantal wensen naar voren gekomen m.b.t. de lessentabel en het rooster. Die worden in samenhang met de gefaseerde profielkeuze in het voorstel verwerkt. Het gaat om fasering in de profielkeuze. Niet om uitstel. Alleen uitstellen voldoet niet aan de ambitie om in het keuzeproces maatwerk te bieden. Op basis van het overleg met de secties, de mentoren en de leerlingen is besloten om de gefaseerde profielkeuze te koppelen aan het overleg over de ontwikkelingen in het kader van het transitieplan en de uitwerking in de keuzewerktijd.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Arjan Middelveld Mentoren team leerjaar 3/leerjaar 4 Rapportage
3. Het ontwikkelen van minors in leerjaar 5 en 6
Doelstelling Specifiek
Het ontwikkelen van minors in leerjaar 5 en 6
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Lucianne Vondenhoff Het team 5- en 6-VWO Rapportage
Bij de overstap naar het hoger onderwijs wordt door de vervolgopleidingen steeds meer getoetst: op geschiktheid, op motivatie en op inhoud en vaardigheden. Daarnaast wordt het steeds belangrijker om ook in de vorm van een CV te laten zien wat je waard bent en wat het je waard is. Bovendien wordt in de examenprogramma’s van de vakken niet altijd voorzien in de eisen die vervolgopleidingen vanaf het begin stellen. Om te voorzien in een betere en een gerichtere voorbereiding op de vervolgopleidingen bereidt een werkgroep een plan voor om minors aan te bieden aan de leerlingen van 5- en 6-atheneum en gymnasium. Het kan daarbij gaan om een programma statistiek, programma’s die de startvaardigheden in het Hoger Onderwijs versterken. Maar ook programma’s die één of meerdere onderdelen van de examenvakken verdiepen of verbreden en/of die aansluiten bij bachelor programma’s. Daarvoor wordt verder samenwerking gezocht met de TU in Eindhoven en de universiteiten van Tilburg en Maastricht.
4. een modulair gymnasium, het IOO-project gymnasium
Doelstelling
Het IOO-project (integratie van Onderzoek en Onderwijs)
Modulair gymnasium/het IOO-project Opzet om het gymnasium duurzaam als een zelfstandige opleiding met een eigen karakter naast het atheneum te kunnen blijven aanbieden. Het LVO is met ingang van het vorig schooljaar begonnen om in alle regio’s innovatieprojecten uit te zetten. Daartoe worden een aantal FTE’s beschikbaar gesteld bovenop de formatie die de scholen krijgen. Dit schooljaar gaat het om 68 docenten die zowel intern als extern zijn geworven. De scholen dienen projectvoorstellen in. Het College heeft gekozen voor een project om het gymnasium te modulariseren.
8
Specifiek
Het afgelopen schooljaar hebben enkele collega’s uit de kernvakken (zie: betrokkenen) een opzet voorbereid voor modulair werken in samenhang met toetsing en het organiseren van feedback. De ideeën die zij ontwikkeld hebben liggen aan de basis van het gymnasiumproject (IOO-project) en de aanpak van het maatwerk in leerjaar 1 bij toetsing en feedback bij de kernvakken. (zie: hieronder) Op de onderbouw van het gymnasium (regulier) wordt dit jaar een project gedraaid waarbij de leerlingen voor de helft van het aantal lessen de mogelijkheid krijgen om zelf te kiezen wat ze wanneer binnen het curriculum van een vak willen doen. De kernvakken (Nederlands, rekenen, wiskunde en Engels) en de kernvakken van het gymnasium (de klassieken en wetenschap) staan vast in het rooster en vormen 50% van de contacttijd. In alle vakken wordt modulair gewerkt. De pilot start 18 januari. Voor 1 mei ligt er een plan bij de MR voor de doorontwikkeling van het modulair gymnasium. Het plan betreft de omschrijving van het onderwijskundig profiel van het gymnasium, de inrichting van het mentoraat, de bijbehorende lessentabellen en roosters, een inventarisatie van de benodigde leermiddelen en een communicatieplan. En er ligt een voorstel voor de doorontwikkeling naar de TTO-klassen van het gymnasium en de samenhang met het maatwerktraject op de onderbouw van het atheneum (regulier en TTO).
Eigenaar Betrokkenen
Harrie van Rooyen Jela Raaijmakers (projectleider, IOO) Vanuit hun eigen projecten: Annelies de Ponti (Nederlands) Gaby van Grimbergen (Engels), Alma Aganovic (Engels), Stefan Kessels (wiskunde), Stefanie Peeters (wiskunde en de link met het maatwerkproject op het atheneum) het gymnasiumteam
Evaluatie
Plan voor de onderbouw van het gymnasium (regulier) en voorstellen en de beschrijving van de samenhang met TTO en maatwerk op het atheneum.
9
5. toetsing en feedback
Doelstelling 2015-2016
Specifiek
Eigenaar Betrokkenen
Evaluatie
Individuele leerroutes wiskunde leerjaar 1 (Nederlandstalig) Wiskundedocenten (Stefan Kessels, Cindy Kessels en Stefanie Peeters) komen tegenmoet aan verschillen in de klas, zowel de cognitief zwakkere als sterkere leerlingen komen aan bod. Er wordt dieper ingegaan op maatwerk en er wordt zowel formatief als summatief getoetst. Accent op klas 1 Atheneum. Het College is bekend met het principe maatwerk, waar er tegenmoet wordt gekomen aan de verschillen per leerling. Binnen de Nederlandstalige wiskundelessen zal er meer formatief dan summatief getoetst gaan worden en daarnaast zal het maatwerk verder worden uitgebreid. Leerlingen krijgen nog maar 4 summatieve toetsen op jaarbasis (3 keer in de toets week en 1 tussentoets in de laatste periode), er wordt wekelijks een kleine formatieve toets afgenomen en 10 keer per jaar wordt een ‘grote’ formatieve toets afgenomen (vergelijkbaar met een summatieve toets). Leerlingen krijgen na een formatieve toets onmiddellijke feedback (dezelfde of eerstvolgende les), waarmee we het leerproces willen verbeteren. Aan de ‘grote’ formatieve toetsen wordt een voldoende/onvoldoende beoordeling ‘gehangen’, waaruit de begeleiding die voor de leerling gewenst is naar voren komt. Voor de formatieve toetsen hoeft een leerling niet te leren, het is een toets waarbij gekeken wordt wat de leerling zich al eigen heeft gemaakt. Leerlingen worden dus regelmatig beoordeeld op hun vorderingen, waarmee we tijdig het juiste maatwerk kunnen bieden. Maatwerk voor zowel ondersteunende behoeften als vrijstellingen van de stof. Daarnaast leveren we maatwerk in het aanbieden van de stof. Leerlingen zijn niet meer afhankelijk van uitleg in de klas, maar kunnen via filmpjes, powerpoints en de boeken zelf het geschikte moment van leren kiezen en in de klas ontstaat er meer ruimte voor individuele hulp. Stefanie Peeters, Stefan Kessels, Roger Zeekaf Stefan Kessels, Cindy Kessels en Stefanie Peeters (voor alle 1 Atheneum klassen waar zij les aan geven) Evaluatie met leerlingen in mei/juni Evaluatie op resultaten gedurende hele schooljaar 2015/2016
10
Doelstelling 2015-2016
Specifiek
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Doelstelling Specifiek
Diagnostisch toetsen Nederlands leerjaar 1 Atheneum en Gymnasium In leerjaar 1 kiezen leerlingen binnen een vastgesteld kader wanneer ze kunnen/willen toetsen. Er worden geen toetsen meer afgenomen tijdens de reguliere toets weken. In het leerjaar 1 kiezen leerlingen binnen een vastgesteld kader wanneer ze kunnen/willen toetsen. Er worden geen cijfers meer bepaald voor spelling/grammatica. Hiervoor in de plaats komt een voortgangsbeoordeling (formatieve toetsing). De leerlingen documenteren in een portfolio hun eigen vorderingen in samenspraak met de docent. Annelies de Pont, Claudia Stienen Vakdocenten Nederlands leerjaar 1 Jaarlijkse evaluatie met leerlingen en vakdocenten Nederlands
Modulair en gedifferentieerd werken in leerjaar 1 en 2 Engels Portfolio: aanbod op basis van modules, die verrijkingselementen bevatten en waar onder andere aandacht is voor metacognitie, abstractievermogen en creativiteit met taal. De lesstof biedt meer uitdaging dan de gangbare methode (New Opportunities), die men op dit moment op generieke wijze in de les hanteert. De lesstof wordt gedifferentieerd aangeboden, met aandacht voor de sterkere leerling. Modulair werken (met mogelijkheid om d.m.v. tussentijdse toetsen de module af te sluiten) ondersteunt de individuele ontwikkeling maar er is ook ruimte voor het interactieve aspect van taal leren .
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Harrie van Rooyen Alma Aganovic, Gaby van Grimbergen Jaarlijkse evaluatie met leerlingen en vakdocenten Engels
Voorgezette projecten, niet sectie- of team gebonden, vanaf schooljaar 2014 – 2015. -
RUIMTELOOS LEREN (natuurkunde en biologie): leerlingen naar buiten laten gaan en natuurkunde en biologie in eigen leefomgeving laten ervaren. BUITEN NAAR BINNEN HALEN: PLANOLOGIE IN WEERT (aardrijkskunde): onderzoekend leren structureel onderdeel laten zijn van het curriculum van aardrijkskunde SPORTIEFSTE SCHOOL VAN NEDERLAND (lichamelijke opvoeding): in 2017 het predicaat de sportiefste school van Nederland verwerven GOETHE-CERTIFICAAT (Duits): mogelijkheid om bij Duits het Goethe-certificaat te verwerven. ONTWIKKELEN WETENSCHAPSFILOSOFIE: het ontwikkelen van wetenschapsfilosofie voor de bovenbouw van vwo als vervolg op wetenschapsoriëntatie in de onderbouw. GROEI IN BEWUSTZIJN: bewustzijn-ontwikkeling bij leerlingen (meditatie en yoga als instrumenten voor leerlingen).
11
-
GESCHIEDENIS 2.0: geschiedenis aanbieden in een kennislijn, opdrachtenlijn en een assessment lijn met als doel de leerlingen optimaal uit te dagen. IMPLEMENTATIE ICT-RIJK ONDERWIJS: modulair aanbod in een digitale (blended) omgeving. JONG ONDERNEMEN (economie): praktische toepassing van economie binnen het PTA
12
In de grafische weergave wordt bij een 5-puntschaal een scheiding gemaakt in het midden. Alle 3'tjes wordt wit, alle 1/2 wordt rood en alle 4/5 groen. Bij een vierpuntschaal wordt een scheiding gemaakt tussen 1/2 versus 3/4. Bij een driepuntschaal wordt 2 weer het midden, 1 wordt rood en 3 wordt groen. Alle domeinen zijn opgewaardeerd naar een 10-puntschaal, ongeacht of u een twee-, drie-, vier- of vijfpuntschaal gebruikt. De enige voorwaarde die gesteld wordt, is dat een domein bestaat uit stellingen van eenzelfde schaalindeling, dus allemaal een driepuntschaal, vierpuntschaal of vijfpuntschaal. Vanaf juli 2009 worden "weet niet"-antwoorden invraagdefinities met het cijfer 0 gewaardeerd. Deze antwoorden worden dan in de grafische weergave genegeerd.
Overzicht tevredenheidsonderzoek ouders
Algemene uitleg bij bovenstaande grafiek: In de bovenstaande grafiek ziet u de ranking van de domeinscores van de school of het gekozen filter. Groen wil zeggen dat een domein van de school (of het filter) tot de beste helft van alle scholen behoort, rood dat de school of het filter bij die domeinen tot de slechtste helft behoort. De exacte plaats van het domein staat in de balk.
13
14
Algemene uitleg bij bovenstaande grafiek: In de bovenstaande grafiek ziet u de ranking van de domeinscores van de school of het gekozen filter. Groen wil zeggen dat een domein van de school (of het filter) tot de beste helft van alle scholen behoort, rood dat de school of het filter bij die domeinen tot de slechtste helft behoort.
Overzicht tevredenheidsonderzoek leerlingen
Algemene uitleg bij bovenstaande grafiek: In de bovenstaande grafiek ziet u de ranking van de domeinscores van de school of het gekozen filter. Groen wil zeggen dat een domein van de school (of het filter) tot de beste helft van alle scholen behoort, rood dat de school of het filter bij die domeinen tot de slechtste helft behoort. De exacte plaats van het domein staat in de balk.
15
Algemene uitleg bij bovenstaande grafiek: In de bovenstaande grafiek ziet u de ranking van de domeinscores van de school of het gekozen filter. Groen wil zeggen dat een domein van de school (of het filter) tot de beste helft van alle scholen behoort, rood dat de school of het filter bij die domeinen tot de slechtste helft behoort. De exacte plaats van het domein staat in de balk.
De ouders De ouders hebben vertrouwen in de school. Ze vinden het een fijne en veilige omgeving voor hun kind met een goede sfeer, vooral in de klas, en duidelijke regels. En ze geven aan dat de docenten vakbekwaam zijn, voor goede resultaten zorgen en antwoord kunnen geven als ze vragen hebben over de vorderingen van hun kind. Op dat laatste hebben ze tegelijkertijd wel kritiek. Ze moeten het vragen. De school scoort minder goed bij communicatie en informatie. In de commentaren die de ouders bij het tevredenheidsonderzoek geven blijkt dat vooral in het wederzijds verwachtingspatroon te zitten. Veelal ook omdat de ouders bij hun eigen betrokkenheid aangeven het reilen en zielen van de school niet goed te kennen of te kunnen inschatten. Wat mogen ze van een vakdocent, van een mentor verwachten? Zowel van de vakdocent als van de mentor verwachten ze iets meer dan ze nu zien. Waarbij niet gezegd is dat de mentor of de vakdocent zijn werk niet zou doen. Het onderzoek bij de leerlingen werpt daar een ander licht op. De leerlingen De ouderenquête is ad random afgenomen. De leerlingenenquête alleen bij de leerlingen van 4-VWO. De leerlingen tonen zich tevreden over hun docent als het gaat om het stellen van vragen en het vaststellen van resultaten in cijfers. Ook over de mentor zijn ze tevreden: ze ervaren voldoende contact en ze zijn tevreden over de mate waarin de mentor zijn/haar afspraken nakomt. Die tevredenheid geldt niet voor de verwachtingen die ze hebben van de school als organisatie, de mate waarin de school haar beloften in de organisatie waarmaakt. Ze vinden van elkaar dat ze veel mopperen. Zeker ook over huiswerk. Uit hun geschreven commentaren blijkt dat ze soms de zin van opdrachten niet inzien. En ze zijn niet gelukkig met het verplichtend karakter van huiswerk en de strakke planning. Ze vinden dat ze te weinig ruimte hebben om daar eigen keuzes in te maken. Daarbij heeft ieder vak en iedere leraar eigen regels die niet op elkaar afgestemd zijn. Dat neemt allemaal niet weg dat de leerlingen heel tevreden zijn over de sfeer op school en in de klas en dat ze zich veilig voelen. In de school als organisatie, maar ook onder elkaar. De leerlingen zijn bijvoorbeeld positief over de aanpak van eventueel pestgedrag. Doelstelling Specifiek
Verwerking in Magister Sinds het afgelopen schooljaar voeren de mentoren op alle jaarlagen doelstellingsgesprekken. Die gesprekken stroomlijnen de contacten tussen de mentor en zijn leerlingen. Ook qua inhoud. Verder zijn er minimaal drie contacten met ouders in de loop van het jaar. Vooral n.a.v. een tussenrapportage van de resultaten. De volgende stap is het vastleggen in Magister. Dat wordt door de teamleider gemonitord.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Teamleiders Alle mentoren Magister, leerlingenenquêtes
Doelstelling
Samenhang in de organisatie en communicatie
16
Specifiek
De organisatie van activiteitenweken, oudergesprekken, beschikbaarheid van overleg etc.. komt in één hand. Een commissie van drie personen coördineert in samenwerking met de andere vestigingen van LVO-Weert alle activiteiten die niet standaard in het lesrooster opgenomen zijn. De communicatie verloopt via Magister en de site (de nieuwsbrief en downloads). Ondersteund door hard-copy brieven die aan de leerlingen worden meegegeven. Alleen de zomerpost wordt standaard opgestuurd.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Teamleiders Manuela Bertrand, Rein Schreurs, Jo Curfs Oudertevredenheidsenquête, leerlingtevredenheidsenquête
17
Doelstelling Specifiek
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Doelstelling Specifiek
Eigenaar betrokkenen Evaluatie
Systematische communicatie met ouders/ouderbetrokkenheid Uit het oudertevredenheidsonderzoek blijkt dat de school niet goed scoort bij “informatie” en “communicatie”, terwijl er wel een aantal momenten zijn waarop de school contact zoekt met ouders. Zowel als het gaat om individueel contact als om contact per afdeling of jaar laag. De school gaat met de ouders in gesprek om te kijken hoe dat contact verbeterd kan worden. De teamleiders De Ouderraad, de teams, de klankbordgroepen Rapportage en verwerking in de jaaragenda
Maatwerk en flexibiliteit in afspraken en in het rooster Leerlingen ervaren de school meer als een klassieke school als een klassieke schoolorganisatie dan de school zelf zou willen. Ze willen graag meer mogelijkheden om – hetzij als klas of als groep, hetzij als individu – het onderwijs te volgen. De teamleiders De leerlingenraad, klankbordgroepen van leerlingen, de mentoren Rapportage binnen de ontwikkeling van het transitieplan.
We hebben in Weert een samenwerkingsverband VO. Het SWV is kartrekker in alle boven schoolse ontwikkelingen met betrekking tot zorg. In het kader van passend onderwijs. Dit jaar zijn de eerste leerlingen uit het speciaal onderwijs (de Witdonk, de Berkenschutse en enkele particuliere instellingen voor speciaal onderwijs (Kikidio, Extralent) gestart.
Het samenwerkingsverband waaronder Het College valt heeft zijn eigen ondersteuningsplan. Voor de uitgebreide doelstellingen verwijzen we kortheidshalve naar dit ondersteuningsplan. Doelstelling Specifiek
Implementatie passend onderwijs Dit jaar zijn er 5 leerlingen vanuit het speciaal onderwijs geplaatst in leerjaar 1 en 2 in leerjaar 2. Naast de leerlingen die via de Oranje route binnenkomen. Ze lopen standaard met de andere leerlingen het mentoraatsprogramma mee. Daar bovenop zijn er met de zorg aanvullende afspraken gemaakt over begeleiding, communicatie en overleg met de vakdocenten.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Lucianne Vondenhoff José Jansen, Isabelle Paulussen, Miranda Kneepkens, Thijs Stroeks, e.a. mentoren, vakdocenten, leerlingen en ouders
Doelstelling
Uitbreiding en verdere specialisatie in de zorg, vastlegging en dossiervorming
18
Specifiek
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Met de ingroei van passend onderwijs en vanuit het daarmee samenhangende ondersteuningsplan wordt de personele bezetting van de zorg uitgebreid. Tegelijkertijd worden de taken eenduidig verdeeld. Zowel qua regelrechte zorg, beleid als vastlegging José Jansen zal zich richten op het gymnasium. Miranda Kneepkens op het atheneum. Zij zal ook beleid maken op dossiervorming. Isabelle Paulussen ontwikkelt het special needs beleid verder. Met de nadruk op dyslexie. Lucianne Vondenhoff José Jansen, Isabelle Paulussen, Miranda Kneepkens mentoren, vakdocenten, leerlingen en ouders
Op het gebied van veiligheid scoort Het College goed. In tevredenheidsonderzoeken geven zowel ouders als leerlingen de school structureel een cijfer ruimschoots boven de landelijke benchmark. In de activiteitenweek in april wordt in leerjaar 3 de jaarlijkse veiligheidsmonitor uit kwaliteitsscholen afgenomen. De aandachtspunten die hier uit voortkomen worden opgepakt. Bij de meest recente veiligheidsmonitor kwamen geen specifieke punten naar voren waar Het College wat de veiligheid betreft onder de benchmark scoorde. Zie verder: 2.1.2 Hoewel er geen grote incidenten zijn geweest, is blijvende aandacht voor omgaan met sociale media noodzakelijk. Dit is o.a. geborgd door dit vast onderdeel te maken van de lessen burgerschap in de onderbouw. In de bovenbouw is nog steeds aandacht nodig voor spijbelen van leerlingen door ‘gaten’ in het CUP-rooster. Voor de betrokken teamleiders en mentoren in de bovenbouw is dit komend jaar wederom een speerpunt.
De geprogrammeerde onderwijstijd op Het College is voldoende. Door het roosterconcept van Het College is de geprogrammeerde onderwijstijd niet veel afwijkend aan de gerealiseerde onderwijstijd. Dat betekent wel dat de lesuitval vrijwel zonder uitzondering opgevangen dient te worden. Uit cijfers t.a.v. lesuitval de lesuitval in alle onderbouwklassen maximaal 2% is. Zeer minimaal dus. In de bovenbouw is de lesuitval rond de 5%. Tijdens het inspectiebezoek werd de verantwoording van onze onderwijstijd als buitengewoon goed gekwalificeerd. Doordat de nieuwe CAO recuperatieverlof (feitelijk snipperdagen voor docenten) mogelijk maakt, staat het adequaat vervangen van lessen verder onder druk. Door een lid van ondersteunend personeel vrijwel fulltime hiermee te laten bezig zijn, kan zowel kwalitatief als kwantitatief een slag gemaakt worden. Daarnaast hebben alle docenten, ongeacht hun betrekkingsomvang, een les in het rooster waarop ze ingezet kunnen worden, tot een maximum van 10 vervangingslessen. Dat maximum wordt opgehoogd als een docent coulanceverlof heeft gekregen. Verder wordt er van een docent die weet dat hij i.v.m. scholing, excursie e.d. niet aanwezig kan zijn verwacht dat hij eerst zoekt naar een vervanger uit zijn sectie. En anders in ieder geval op een formulier voor de vervanger aangeeft wat de leerlingen tijdens de les moeten doen. En als een klas die een docent zou hebben weg is, wordt ook verwacht dat hij zo nodig op dat moment een vervangingsles draait.
19
Dit hoofdstuk is tevens de zachte-RIE (risico-inventarisatie).
Het afgelopen jaar heeft ieder personeelslid een functioneringsgesprek gehad. De basis voor dit gesprek in de Individuele Kwaliteitskaart In feite biedt de Individuele Kwaliteitskaart voor school en docenten in één oogopslag een overzicht van de stand van zaken van de eigen ontwikkeling met betrekking tot een aantal thema’s. In elk gesprek komen de volgende thema’s aan de orde: 1. Ziekteverzuim 2. Opbrengsten 3. Kwaliteit van de les (flitsbezoeken en leerlingenenquêtes) 4. Uitvoering mentoraat 5. Deskundigheidsbevordering 6. Niet lesgebonden taken Vanzelfsprekend worden bij elke medewerker andere accenten gelegd. Binnen de thema’s worden er ieder jaar eigen accenten gezet.
Doelstelling Specifiek
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Het mentoraat en de deskundigheidsbevordering in de functioneringsgesprekken Dit jaar komt ligt het accent bij de uitvoering van het mentoraat bij de verslaglegging en de dossiervorming in Magister. (zie: 2.1.2) De deskundigheidsbevordering bij de 4 aandachtsgebieden en de verfijning en de ontwikkeling van het toets beleid binnen de vakken en de projecten. (zie: 2.1.1) Teamleiders en direct leidinggevenden OOP. Alle medewerkers Verslagen in de personeelsdossiers
Sinds het schooljaar 2013 – 2014 zijn de secties verantwoordelijk voor de opbrengsten, scholing en kwaliteit van hun sectie. Het afgelopen schooljaar hebben ze daarvoor een scholing doorlopen. Daarbij is de taak van de sectievoorzitter verder omschreven. Dit jaar wordt de rol geïmplementeerd.
Doelstelling
Rol en taak van de sectievoorzitter
20
Specifiek
Een vaksectie is ongedeeld. Dit betekent dat een sectievoorzitter kennis moet hebben van de gehele doorlopende leerlijn voor zijn vak. Omdat dit gaat over leerjaar 1 t/m 6 is het wenselijk dat een sectievoorzitter een eerstegraad lesbevoegdheid heeft. In elk geval moet een sectievoorzitter kennis hebben van zowel de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. Een sectievoorzitter is gezaghebbend en een voorbeeld voor zijn sectiegenoten. Hij staat open voor vernieuwingen en is in staat de schoolvisie consequent door te vertalen in het beleid van zijn vaksectie. Specifiek voor de sectievoorzitter geldt dat hij binnen zijn vaksectie toeziet op een correcte uitvoering van alle taken die een vaksectie heeft. Een sectievoorzitter: verdeelt in collegiaal overleg de taken in een vaksectie, rekening houdend met de competenties, affiniteit en formele functies van sectieleden; ziet continue toe op de uitvoering van de taken in de vaksectie; het toedelen van lessen onder collega’s in de sectie, in samenspraak met de schoolleiding; het inbrengen van roosterwensen die ten behoeve van het vak van belang worden geacht; leidt sectievergaderingen; zorgt voor een voortdurende oriëntatie op nieuwe ontwikkelingen, publicaties en bijscholingsmogelijkheden op het vakgebied van de sectie; maakt een jaarlijks scholingsplan voor de vaksectie; levert samen met de schoolleiding een bijdrage aan de werving en selectie van docenten die tot de vaksectie gaan behoren; adviseert de schoolleiding alvorens benoeming van een docent uit de sectie wordt overgegaan. De sectievoorzitter wordt als enig lid van een vaksectie extra gefaciliteerd in het taakbeleid met 40 klokuren op jaarbasis. Een sectievoorzitter die een eenmanssectie leidt heeft dezelfde facilitering. Hij hoeft weliswaar minder te coördineren, maar heeft daarentegen zelf meer werk te verrichten. Een sectievoorzitter van een grote sectie doet juist minder uitvoerend werk, maar heeft een belangrijke taak in coördinatie en toezicht op uitvoering.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Teamleiders en direct leidinggevenden OOP De sectievoorzitters Functioneringsgesprekken
Naast de sectievoorzitter is er binnen de sectie ook een vak coach.
Doelstelling
Begeleiding van nieuw benoemde docenten door een vak coach en aanvullend door een coach
21
Specifiek
De sectievoorzitter wijst in overleg met de sectie, een collega aan die voor de nieuwe docent als vak coach gaat fungeren. Daarnaast houdt de sectievoorzitter ook toezicht op de uitvoering hiervan. De vak coach, iemand met coachervaring of iemand die zich verder als coach wil ontwikkelen, zal zorgen voor de vakinhoudelijke begeleiding en heeft een LC functie. (LD indien nodig) De vak coach introduceert de docent in de vaksectie c.q. in de organisatie van de school. De nieuw benoemde docent kan aanvullend begeleid worden door de coach. De coach legt in overleg met de docent en zijn vak coach één of meerdere lesbezoeken af. Verder organiseert zij 3 intervisiebijeenkomsten.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
Teamleiders en direct leidinggevenden OOP. Nieuw benoemde docenten met hun vak coaches, Charlotte Hoogers Functioneringsgesprekken met de coach, de vak coaches en de sectievoorzitters.
Het College is, net als de andere scholen van LVO-Weert, academische opleidingsschool. Studenten lopen stages en docenten zijn en worden opgeleid om te begeleiden. Naast stages is er ook aandacht voor een onderzoekscomponent. Zie ook www.aosl.nl.
M.i.v. het vorig schooljaar, met het entreerecht, haalde de school voldoende omvang LD. Voor de docenten die via het entreerecht LD hebben ontvangen geldt in de CAO een aparte regeling. In dat kader hebben al die docenten aan het einde van het vorig schooljaar een evaluatiegesprek gehad met de locatiedirecteur. Daarin is besproken en vastgelegd wat de school van hen verwacht om per 1 augustus 2016 de LD definitief een LD te krijgen.
22
Het onderwijzend personeel Na jaren van grote veranderingen was het afgelopen jaar een jaar van relatieve rust. De docenten tonen zich tevreden over hun werk. Ze ervaren de school als een veilige werkomgeving en geven aan een goede verstandhouding te hebben met hun collega’s en hun leidinggevende. Ze zijn ook positief over de ontwikkelingsmogelijkheden die ze van de school krijgen, ze hebben vertrouwen in hun eigen kunnen en ze willen bijdragen aan het resultaat van de school. Daarbij staan ze achter de doelstellingen van de school en zijn ze trots op wat ze zelf, samen met de anderen in de school, met en voor de leerlingen bereiken. Ze geven ook in grote meerderheid aan dat ze passen bij de school. Ze zijn minder tevreden over een sommige werkomstandigheden. Nog steeds zijn er uren waarop (delen van) het gebouw te vol zitten. En ze geven aan niet altijd over de juiste leermiddelen te kunnen beschikken. Wat dat laatste betreft: begin dit schooljaar worden er een aantal computers en schermen bijgeplaatst. In januari komen er aanpassingen in het gebouw. Verder ervaren ze veel werkdruk en geven ze aan dat dat onvoldoende gezien wordt door de leidinggevende. Tegelijkertijd vinden ze dat ze hun taak psychisch en fysiek goed aankunnen. Ook over het beoordelingssysteem is niet iedereen tevreden. Daar speelt de cao-bepaling bij het entreerecht een belangrijke rol in. En ze ervaren te weinig een aanspreekcultuur, terwijl ze van zichzelf aangeven collega’s aan te spreken. Hoe dan ook, het beeld is een stuk positiever dan in de vorige turbulente jaren.
Het onderwijsondersteunend personeel De leden van het onderwijsondersteunend personeel zijn tevreden over hun werk en de omstandigheden waarin ze het doen. Ze voelen zich veilig en op hun gemak bij de collega’s en de leidinggevende. Ze zijn tevreden over hun werktijden. Ze passen bij de school en onderschrijven de doelstellingen. Ze ervaren weinig werkdruk en vinden dat ze voldoende tijd hebben om hun werk te doen. Ze zijn niet tevreden over het werkoverleg en de communicatie. Dan gaat het vooral om de schoolleiding. Ze vinden dat die onvoldoende zicht heeft op hun werkzaamheden. Ze voelen niet voldoende gezien. En ze missen ontwikkelingsmogelijkheden. Kortom, het werk is prima, maar binnen je taak kun je niet vooruit. Je moet dan echt een andere functie krijgen en die mogelijkheid is er vrijwel niet. Ook voor het onderwijsondersteunend personeel is het beeld een stuk positiever dan in de vorige jaren.
23
Het onderwijzend personeel
In de bovenstaande grafiek ziet u de domeinscores van de school in percentielen. De set is opgedeeld in kwintielen (5 groepen). Van 0-20 is kwintiel V, van 20-40 kwintiel IV, 40-60 is kwintiel III, 60-80 is kwintiel II en 80-100 is kwintiel I. Dat is de kopgroep, u ziet dat ook aan de groene kleur. De balk geeft de schoolscore aan per domein. Als de balk eindigt in kwintiel I, het diepgroene kwintiel, dan weet u dat de school met dat domein behoort tot de 20% beste scholen die deelnemen aan het onderzoek. U ziet ongeveer ook het percentage. Bij Mentor valt u bijvoorbeeld onderaan in kwintiel III, u ziet een score van 45%. Dat betekent dat 55% van de scholen beter scoort, en u laat ongeveer (u zit natuurlijk zelf op de grens) 45% van de scholen achter u. De absolute ranking ziet u bij de kengetallen, de scores die u hier ziet zijn omgerekend naar een 100-schaal. De percentielscore telt per domein het aantal scholen dat hoger of lager scoort. Niet meer en niet minder. Dat wil dus niet per se zeggen dat een waardering slecht is. Als een domein net als alle andere scholen een goede waardering krijgt, kunnen de onderling verschillen klein zijn. De percentielscore laat zien hoeveel scholen er op een domein beter scoren, niet meer en niet minder. Dat geeft een signaalfunctie, die in samenhang met Visueel en de score van de stellingen moet worden beoordeeld.
24
Het onderwijsondersteunend personeel
Voor de interpretatie: zie boven
25
Het College Weert heeft in 2011 een nieuw schoolgebouw betrokken. In schooljaar 2015-2016 komen er een aantal aanpassingen in het gebouw. Deels technisch. Bijvoorbeeld een verbouwing omdat muziek een bovenbouwvak is geworden. Dus een uitbreiding van ruimte en faciliteiten. Deels op verzoek van secties die het afgelopen schooljaar binnen projecten die vorig jaar gedraaid hebben een aantal wensen hebben geformuleerd. Inmiddels is het achter terrein van de school opgesierd met meubilair. In goed overleg met de ouderraad en de leerlingenraad.
Naast de gewone formatie participeren we in het project ‘Investeren in onderscheidend onderwijs’ (IOO). Dit jaar in de vorm van een apart project voor het onderwijskundig profiel en de inrichting van het gymnasium.
Door middel van de maandelijkse financiële rapportages (MARAP) wordt de begroting gemonitord.
Het College kende van oudsher een sterk informeel karakter. De laatste jaren zijn goede stappen in gezet in het werken met een PDCA-cyclus. Externe audits en de bewustwording van het belang van opbrengstgericht werken zijn katalysator geweest. De kwaliteitszorg is op orde - dat bleek bij het inspectiebezoek in juni 2014 – en wordt in samenwerking met de andere locaties van LVO-Weert verder uitgewerkt.
Het vastleggen van documenten is, net zoals bijvoorbeeld de dossiervorming in Magister, van oudsher geen sterk punt van de school. Vorig jaar is er al veel verbeterd, maar het is nog steeds niet zoals het zou moeten zijn. Afgelopen jaar hebben we binnen de school nadere afspraken gemaakt over de taken van de secties en de rol van de sectievoorzitter. Doelstelling Specifiek
Vastleggen van documenten De secties zorgen ervoor dat hun vakwerkplannen, afspraken etc.. gedocumenteerd aanwezig zijn.
Eigenaar Betrokkenen Evaluatie
sectievoorzitters sectievoorzitters Klappers
26
Goed communiceren blijkt lastig. Dat is goed te zien in de tevredenheidsonderzoeken. Opmerkingen en wensen m.b.t. de communicatie komen regelmatig naar voren in het overleg met het personeel en de ouders. Daarbij is het wederzijds verwachtingspatroon steeds onderwerp van gesprek. De ouderraad vergadert maandelijks in bijzijn van de locatiedirecteur en een wisselende teamleider. Met de leerlingenraad is frequenter contact ontstaan door het benoemen van twee docenten die hen begeleiden. Op zich gaat dat goed, maar het is nog steeds afhankelijk van de leerlingen in hoeverre ze bijdragen aan het beleid. Nogal wat leden van de leerlingenraad voelen zich meer thuis bij het (mee)organiseren van activiteiten en feesten.
Komend schooljaar gaan we, intern, vooral inzoomen op de wederzijdse verwachtingen in de communicatie en dat vastleggen. Extern hebben we het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in contacten met de basisscholen. We zijn er nog niet, maar de contacten worden beter.
27