Schoolgids VAN DE JULIANASCHOOL CHRISTELIJKE BASISSCHOOL Alberdingk Thijmstraat 5 6824 PC Arnhem tel.: 026 – 3616039 fax: 026 – 3622559
[email protected] www.julianaschoolarnhem.nl
Inhoud
de school & bestuur waar de school voor staat aanmeldingen en wendagen wat leren de kinderen op school het leerlingvolgsysteem kinderen die extra zorg nodig hebben weer samen naar school aannamebeleid voor kinderen met een handicap ziek zijn en onderwijs schoolmaatschappelijk werk de resultaten van het onderwijs overlegmomenten tussen leerkracht en ouders plannen van aanpak de ouders overblijven klachtenprocedure buitenschoolse en binnenschoolse activiteiten goed verzekerd jeugdgezondheidszorg organisatie in en rondom de school vervangingsprotocol vakantieverlof buiten de schoolvakanties andere contacten school- en vakantietijden
Beste ouders en/of verzorgers Met deze schoolgids willen wij u informeren over onze school. Want trots zijn wij op onze school! We werken er met z'n allen hard aan om goed basisonderwijs te verzorgen voor uw kind(eren). En bij 'goed basisonderwijs' denken wij aan het leggen van een stevig fundament waarop de kinderen verder kunnen bouwen aan hun verdere ontwikkeling en hun groei naar volwassenheid. Over veel dingen zoals die nu gaan in de school zijn we tevreden. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Daarom proberen we heel kritisch te blijven kijken naar wat we doen en te luisteren naar wat anderen van onze school vinden. Verder volgen we de landelijke ontwikkelingen op de voet. In onze teamvergaderingen praten we dan ook vaak over het onderwijs van alledag. Een paar keer per jaar trekken we door middel van een aantal studiemomenten tijd uit om alles eens goed op een rijtje te zetten. Dan beslissen we wat er verbeterd of veranderd moet worden. Wat dat betreft zijn we net een bedrijf. Ons product is het onderwijs aan uw kinderen. De kwaliteit daarvan proberen we goed te bewaken. In deze schoolgids laten we zien hoe het onderwijs binnen onze school er nu uitziet. We vermelden dus ook waar we aan verbeteringen werken of wat we in de komende jaren gaan aanpakken. Zo proberen we u zo eerlijk mogelijk een kijkje te geven in onze keuken. We hopen dat het u bevalt. We zouden het op prijs stellen als u ons laat weten wat u van de schoolgids vindt, wij willen graag rekening houden met uw mening.
Namens het hele team, Arno Lippmann Directeur Julianaschool
De school adresgegevens: Julianaschool Christelijke school voor basisonderwijs Alberdingk Thijmstraat 5 6824 PC Arnhem tel.: 026-3616039 rekeningnummer school e-mail:
[email protected] website: www.julianaschoolarnhem.nl rekeningnummer oudercommissie
984008195
45.22.46.784
Situering Onze school is te vinden in de wijk de Paasberg in Arnhem Noord en wordt hoofdzakelijk bezocht door kinderen uit de wijken de Paasberg, Geitenkamp, Arnhemse Allee, Nieuw Monnikenhuizen en Angerenstein. Het hoofdgebouw ligt in de hoek van de Alberdingk Thijmstraat en de Roemer Visscherstraat. Schoolgrootte en groei In het schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met 392 leerlingen verdeeld over 16 groepen. Onze school maakt de laatste jaren een sterke groei door. De school heeft op dit moment 4 kleutergroepen (heterogeen)en 12 overige groepen (homogeen). Bestuur De Julianaschool maakt deel uit van de stichting Fluvius. ‘Fluvius’ betekent stroming en staat voor onderwijs in beweging, onderwijs dat aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen. De stichting bestuurt een aantal basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in de gemeenten Arnhem en Renkum. In samenwerking met die scholen stelt de stichting het beleid vast rond onderwijs, personeel, financiën en huisvesting. De scholen van Fluvius hebben een interconfessionele, katholieke, protestants-christelijke of algemeen-bijzondere identiteit. .
Bevoegd gezag Adres
Fax
Stichting Fluvius Koningstraat 27 6811 DG Arnhem 026 – 3523320 026 - 3523359
E-mail Internet
[email protected] www.fluvius.nl
Telefoon
Voorzitter College van Bestuur
dhr. N. Lubbers (Noud)
Lid College van Bestuur
mevr. S Veltmaat (Sylvia)
Uitgangspunten De Julianaschool is een basisschool met een christelijke achtergrond. Vanuit de levensbeschouwelijke identiteit willen we bevorderen dat kinderen en leerkrachten respectvol met elkaar, met anderen en de omgeving omgaan. Daarbij hoort ook het leren omgaan met de eigen gevoelens en het gevoel van de anderen. Onze school wil open staan voor iedereen, die onze christelijke achtergrond waardeert en respecteert. Wij willen de belangrijke christelijke waarden zoals naastenliefde, solidariteit en respect niet alleen tijdens de godsdienstlessen en christelijke vieringen uitdragen. Deze waarden spelen mee en zijn richtinggevend in ons denken en handelen. Vooral het samen vieren en beleven vinden wij belangrijk. Keuze voor ons onderwijs betekent dan ook dat alle kinderen de godsdienstlessen en levensbeschouwinglessen volgen en meedoen aan de vieringen. De Julianaschool wil een school zijn met een leef- en leerklimaat, waarin uw kinderen zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige volwassenen die in staat zijn om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op onze school relaties kunnen opbouwen met kinderen en volwassenen, dat kinderen zich competent kunnen voelen in hun gedrag en in hun leren en dat de school tegemoet komt aan de behoefte van onafhankelijkheid. De school wil het zelfvertrouwen ondersteunen, ruimte bieden voor zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid, kinderen leren samenwerken, ongezonde wedijver voorkomen en elk kind laten ontdekken wat zijn beperkingen en mogelijkheden zijn. Uw kind wordt door veel mensen opgevoed. De belangrijkste taak ligt bij de ouders. De school is medeopvoeder. Ook andere personen hebben invloed op de opvoeding van uw kind: familieleden,sporttrainer, vriendjes …… De Julianaschool streeft naar een sfeer van geborgenheid, waarin orde en rust heersen. Dit beschouwen we als een goed klimaat om in te leren. Leren neemt op onze school een belangrijke plaats in. Om goed te kunnen leren is het van groot belang dat uw kind het naar zijn zin heeft op school. Zonder plezier kan er niet geleerd, gewerkt of gespeeld worden. Leren betekent voor de leerkrachten van de Julianaschool: de talenten waarover elk kind beschikt tot ontwikkeling te brengen. Wij stimuleren het kind om zijn best te doen, niet alleen bij rekenen, taal en wereldverkenning, maar ook bij sport, handenarbeid en andere activiteiten. Wij respecteren de eigenheid van uw kind en streven ernaar elk kind een eigen plekje te geven binnen onze school. Groepen Al sinds vele jaren is er sprake van een groter aanbod van nieuwe leerlingen ten opzichte van de veronderstelde opnamecapaciteit van de school. Op onze school worden meer leerlingen aangemeld dan wij kunnen plaatsen. Daarom wordt voor de inschrijving van nieuwe leerlingen gewerkt met een wachtlijst. Aangezien er in de afgelopen jaren fors is geïnvesteerd in de huisvesting kan er structureel onderdak geboden worden aan 16 groepen. Dit heeft tot gevolg gehad dat het aannamebeleid is herzien. Instroom Met ingang van schooljaar 2012-2013 zullen bij de aanname van nieuwe leerlingen de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: 1. Er wordt bij aanname gestuurd, op basis van de geboortedatum van de leerlingen, om te komen tot een gemiddelde instroom van 50-54 leerlingen in groep 3. 2. Daarbij wordt de regel aangehouden dat leerlingen geboren voor 1 januari een verblijfsduur hebben van maximaal 2 jaar in een kleutergroep. Dit laat overigens alle ruimte om op basis van pedagogische-didactische overwegingen van de leerkracht tot een andere verblijfsduur te besluiten. 3. Broertjes en zusjes van “zittende “leerlingen worden bij voorrang geplaatst
4. Voor de groepen geldt een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen. 5. In uitzonderlijke gevallen heeft de schoolleiding de mogelijkheid om af te wijken van de hierboven geformuleerde uitgangspunten. 6. De schoolleiding zal wanneer afgeweken wordt van bovenstaande regels de medezeggenschapsraad (M-R) daarvan op de hoogte stellen. Daarbij zal beargumenteerd worden wat daarbij de belangenafweging is geweest.
Aanmeldingen en wendagen
Aanmelding nieuwe leerlingen Bij aanmelding wordt een inschrijfformulier naar de ouders gestuurd, u kunt het inschrijfformulier ook downloaden via de website van de school. U kunt altijd een afspraak maken met de directeur om de school te bekijken en vragen te stellen. Voor het maken van een afspraak kunt u contact opnemen met de school en vragen naar de directeur. Wanneer nieuwe kinderen geplaatst willen worden in de groepen 3 t/m 8, zal eerst contact opgenomen worden met de school van herkomst over het functioneren op sociaalemotioneel en cognitief gebied. Leerlingen van een andere school die instromen mogen een dag meedraaien in de groep waar ze geplaatst worden. Als we twijfelen over aanname wordt door ons een pedagogisch-didactisch onderzoek afgenomen. De uitslag van dit onderzoek wordt besproken met de Intern Begeleider en de directeur van de school. Mocht blijken dat uw kind een achterstand heeft, dan wordt besproken of een goede begeleiding op onze school mogelijk is. Is dit niet het geval, dan krijgt u als ouders het advies een meer passende school te gaan zoeken. Wendagen Aangemelde kinderen van drie jaar en tien maanden mogen vijfmaal een dagdeel komen wennen. Binnen de regio is de afspraak dat deze wendagen in een aaneengesloten blok vlak voor de verjaardag worden gepland. Op deze wijze komt het afscheid van de peuterspeelzaal en het wennen aan de basisschool het best tot zijn recht. U kunt daarvoor afspraken met de betreffende leerkracht maken. Het wennen vindt voornamelijk in de ochtenden plaats.
Wat leren de kinderen op school
Scholen zijn niet geheel vrij in de aanpak van de basisvaardigheden lezen, rekenen en taal. De overheid stelt eisen in de vorm van kerndoelen. Onze school werkt, net als de meeste scholen, met landelijk in gebruik zijnde materialen die samen een methode voor een vak vormen. Godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming We maken gebruik van de methode Trefwoord die werkt op basis van een scheurkalender. Deze methode heeft voor elke dag een gedicht, spel, lied, schaduwverhaal of Bijbelverhaal. Gedurende enkele weken vormen alle onderwerpen samen één thema, dat uitgebeeld is op de kleurenposter die bij de kalender hoort. In de handleiding vindt de leerkracht aanwijzingen om verder met de kinderen door te gaan op het onderwerp van de dagopening. Deze uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In een doorgaande lijn komen op die manier ieder schooljaar ongeveer zestien thema’s aan bod. Deze thema’s sluiten aan bij de belevingswereld en ervaringswereld van de kinderen, bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving en zijn steeds gebaseerd op een
samenhangend aanbod aan Bijbelverhalen. De methode kent speciale uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen.
Basisvaardigheden Lezen Leren lezen is een van de belangrijkste vaardigheden die een kind op school leert. In de kleuterbouw wordt er al gewerkt met voorbereidende activiteiten op het gebied van leesonderwijs. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Schatkist. We starten in groep 3 gezamenlijk met het leren lezen, omdat we denken dat de kinderen op die manier de grootste kans op succes hebben. De leerkracht hoeft dan zijn aandacht niet te versnipperen en houdt zicht en controle op alle kinderen. Uitvallers en leerlingen met een hoger leesniveau worden tijdig gesignaleerd en begeleid. We gebruiken voor het leesonderwijs in groep 3 de vernieuwde methode Veilig leren lezen. Vanaf groep 4 krijgen ook andere leesvormen (zoals begrijpend en studerend lezen) de aandacht. We maken hiervoor gebruik van de methode Tekstverwerken. De kinderen van groep 3 starten in februari met niveaulezen, de kinderen van de groepen 4 en 5 lezen wekelijks in niveaugroepen vanaf het begin van het schooljaar. De school beschikt over een eigen bibliotheek, centraal gelegen in de hal op de 1e verdieping. De leerlingen kunnen hier een boek kiezen wat zij willen lenen en lezen. De boeken worden ieder jaar aangevuld met de nieuwste kinderboeken, de collectie boeken blijft hierdoor bij de tijd. Er wordt regelmatig gelegenheid gegeven om te lezen in zelfgekozen leesboeken. Voor de kleuters is er een collectie prentenboeken en themaboeken waarvan een deel als wisselcollectie aanwezig is in de klas. Schrijven Het schrijfonderwijs start in groep 3. Eerst wordt er een directe koppeling gemaakt met de leesmethode en in de loop van het jaar schakelen de kinderen over op de schrijfwijze vanuit de methode Pennenstreken. Bij de kleuters gebruiken we Schrijfdans, Pennenstreken en Schrijftaal. Rekenen Groep 3 t/m 8 werkt met de methode “De wereld in getallen”. Binnen de groepsactiviteiten kennen we materiaalaanpassingen voor de begaafde en minder begaafde rekenaar. Daar waar wenselijk, wordt rekening gehouden met aanleg- en tempoverschillen. In elke groep is er een, aan niveau aangepaste, hoeveelheid materialen. Dit gaat van rekenrek tot rekenmachines. Rekenmachines zijn goede hulpmiddelen, maar meer dan een aanvulling vormen ze niet. Bij de zorgverbreding wordt Maatwerk, Kien, Vooruit en Somplex gebruikt. Voor zelfstandige verwerking gebruiken we Piccolo Varia en Loco. Verder zetten we het ‘compacten van de rekenles’ in voor leerlingen die goed zijn in rekenen. Op deze manier maken ze minder van de basisstof waardoor ze meer tijd hebben voor het verdiepen en verrijken van hun kennis op allerlei vakgebieden.(gedifferentieerd onderwijs). In de kleuterbouw wordt gewerkt via het Ideeënboek van de rekenmethode De wereld in getallen, methode Schatkist en wordt gebruik gemaakt van het ontwikkelingsmateriaal op rekengebied. Groepslessen in de onderbouw worden vaak in een kring gegeven aan de hand van concreet materiaal.
Taal We proberen een leerklimaat te scheppen waarin de kinderen duidelijk wordt hoe ze in de praktijk gebruik maken van wat ze in de taallessen geleerd hebben. We streven ernaar kinderen te laten ervaren hoe het aangeleerde functioneert in allerlei gebruikssituaties als: het schrijven van een brief het afnemen van een interview het formuleren van je mening en het argumenteren tijdens een groepsgesprek De kinderen hebben stelschriften waarin u geschreven verhalen en gedichten kunt lezen. We gebruiken op school de taalmethode Taal op maat. In de kleuterbouw wordt de taalontwikkeling mede gestimuleerd door gebruik te maken van de uitgave Schatkist, Taaltijd, Taal op maat, ontwikkelingsmateriaal op taalgebied en het taalactiveringsprogramma voor kleuters. Hierin staan allerlei taalspelletjes op het gebied van spreken, luisteren, rijmen, raadsels e.d. Engels In groep 7 wordt een start gemaakt met het onderwijs in de Engelse taal. Hiervoor gebruiken we de versie van de methode Real English - Let's do it!
Wereldoriënterende vakken Omdat voor jonge kinderen de wereld nog niet te scheiden valt in vakken, werken we met thema's zoals: jaargetijden, dieren, verkeer. In de onderbouw ligt het accent op ‘de wereld om hen heen’. Aardrijkskunde Voor aardrijkskunde gebruiken we, vanaf groep 5, de methode Meander, een methode die relevante informatie overdraagt door middel van veelzijdig beeldmateriaal en bondige teksten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Geschiedenis Voor geschiedenis gebruiken we de methode Een zee van tijd. Daarin worden leerlingen van groep 5 t/m 8 vertrouwd gemaakt met de ontwikkeling van de samenleving. In de kleurrijke boeken worden verbanden gelegd met het heden, in Nederland en elders. Daardoor wordt steeds weer aandacht gevestigd op aspecten van de multiculturele samenleving. Verkeer Hier gebruiken de groepen 1 t/m 4 de methode Klaar over, in de groepen 5 en 6 Op voeten en fietsen en voor de groepen 7 en 8 maken we gebruik van de jeugdverkeerskrant. In groep 7 nemen de kinderen deel aan het schriftelijk en praktisch verkeersexamen. Biologie In de groepen 3 en 4 gebruiken we ter aanvulling van het natuuronderwijs het tv-programma Huisje, Boompje, Beestje en in de groepen 5 en 6 de serie: Nieuws uit de natuur. Regelmatig worden in alle groepen de lessen ondersteund door Het Centrum voor Milieu-educatie. Zij bezoeken dan de kinderboerderij, parken in de omgeving, de Heemtuin of het leslokaal van
het centrum. Indien mogelijk worden er bloemen en planten en andere materialen, soms ook huisdieren, in de klas gehaald. Er wordt over verteld en gelezen. Projecten en spreekbeurten In groep 6/7/8 wordt de kennis over de natuur voornamelijk aangebracht d.m.v. werkstukken. Deze werkstukken worden zelfstandig door de kinderen gemaakt. Het onderwerp kan door de leerkracht worden aangedragen en geldt dan voor iedereen, maar het gebeurt ook dat ieder kind zijn/haar eigen onderwerp aandraagt en uitwerkt. De kinderen van groep 7 en 8 bereiden, voornamelijk thuis, elk jaar minimaal één spreekbeurt voor over een zelfgekozen onderwerp. Daarvoor kunnen ze gebruikmaken van de computer middels Kennisnet of van achtergrondinformatie uit de bibliotheek. Tweemaal per jaar werken we met alle klassen aan een project om de integratie tussen de verschillende kennisgebieden tot stand te brengen (techniekweken). Onderwerpen als: gezondheid, water, wonen, pop en spel zijn o.a. aan de orde geweest. In de projectperiode werken de kinderen op verschillende niveaus aan opdrachten: interviews houden, op bezoek gaan, verslagen schrijven, een tentoonstelling inrichten enz. De Maan is Rond De Maan is Rond is een programma voor kinderen waarin haptonomische oefeningen en kindermassage worden aangeboden. Kinderen gaan zich hierdoor onderling meer verbonden voelen en leren elkaar met respect te benaderen. De naam is afgeleid van een bekend kinderversje, waarbij een kind op de rug van een ander een cirkel tekent. ‘De maan is rond, de maan is rond, hij heeft twee ogen, een neus en een mond’. Het programma van De Maan is Rond heeft zijn effect op ieder individueel kind en op de totale groep. De effecten van kindermassage werken naar twee kanten: naar zowel de gemasseerde als naar diegene die masseert. De maan is rond is voor groep 1 t/m 8 . Voor ieder kind individueel: Voor de groep in zijn totaliteit: beter lichaamsbesef verhoging van het gevoel van minder onrust veiligheid in de groep beter contact kunnen maken groter gevoel van onderlinge betere concentratie verbondenheid verhoging van het gevoel voor ontwikkeling van sociale eigenwaarde vaardigheden leren grenzen aangeven betere samenwerking leren verantwoordelijkheid te nemen herkennen, erkennen en respecteren voor zichzelf en voor anderen van elkaars grenzen respect voor elkaar
Actief burgerschap en sociale integratie Met als raamwerk de zes niveaus zoals hieronder beschreven, zal hier de komende jaren hier verdere invulling aan worden gegeven. 1. identiteitsvorming aan de hand van levensbeschouwing We hebben aandacht voor gebed, het vertellen van verhalen (bijbelse en spiegelverhalen), het zingen van christelijke liederen en het houden van vieringen. 2. de school als samenleving
Op school zijn regels hoe je met elkaar moet omgaan Er is aandacht voor verschillende levensbeschouwingen
3. de school als pedagogisch normatief instituut Leerlingen kunnen open praten over wat zij denken en voelen. 4. de school middenin de samenleving De school heeft contacten met buurthuizen, de lokale kerk en andere scholen. Eens per jaar is er een kerkdienst die voor een groot deel ingevuld wordt door de kinderen van onze school. Deze dienst wordt voorbereid door een predikant en enkele teamleden. 5. kennis van en discussie over politieke en maatschappelijke praktijken in de samenleving. De school heeft een monument geadopteerd: Monument ter nagedachtenis voor kinderen en vrouwen van Japanse gevangenkampen. 6. europees- en wereldburgerschap Eén keer per jaar houden we een goede-doelen-week Eén keer per twee jaar doen we mee aan de actie schoenendoos. Ook incidenteel geven we geld aan een actie.
Cultuureducatie op de Julianaschool Visie Het kind staat centraal, ieder kind is belangrijk. Als het kind centraal staat betekent dat het kind in staat moet worden gesteld zichzelf te ontdekken, te leren kennen en harmonisch te kunnen ontwikkelen en groeien, zodat het kind later in het volle leven kan staan en durft te zijn wie het echt is. We gaan uit van het kind met al zijn talenten, krachten, gebreken en zwakten . Cultuureducatie biedt naast aandacht voor de ontwikkeling van het hoofd, aandacht voor hart en handen. De durf te zijn wie je echt bent, behoeft begeleiding, herinnering, lef en aanmoediging. De ideeën, doelstellingen, keuzes zijn hiervan afgeleid. Deze visie zal de komende jaren steeds meer vorm geven aan het beleid. Cultuureducatie: alle vormen van onderwijs waarbij kunst of cultuur als doel of als middel worden ingezet. Cultuureducatie -
Biedt de mogelijkheid om inhoud te geven aan de levensbeschouwelijke identiteit van onze school. Is de basis voor verdere ontwikkeling van kunst en cultuur in Nederland. Draagt bij aan relevante kennis en vaardigheden van leerlingen. Kan ervoor zorgen dat leerlingen betere leerresultaten behalen. Kan bij verschillende groepen leerlingen het onderling begrip voor elkaars cultuur vergroten. Kan kinderen die minder kunnen leren meer zelfvertrouwen geven. Is een goede manier om talige schoolvakken te ondersteunen. Levert een positieve bijdrage aan het schoolklimaat. Vormt een tegenwicht tegen de strakke beoordeling van fout-goed. Geeft onze school de kans zich te profileren, door accenten te leggen op bepaalde vormen cultuureducatie. Leidt tot de vorming van zelfstandig denkende mensen.
-
Draagt bij aan de verbetering van sociale vaardigheden van de leerlingen. Sluit goed aan bij de belevingswereld van kinderen. Kan de betrokkenheid van de ouders bij de school vergroten. Laat kinderen op jonge leeftijd in aanraking komen met kunst en cultuur, waardoor ze op latere leeftijd meer zullen participeren in het culturele circuit. Bevordert de sociale cohesie in en buiten de school. Stimuleert de nieuwsgierigheid van kinderen. Leert kinderen genieten en waarderen. Versterkt de band tussen de school en haar culturele omgeving. Draagt bij aan de ontwikkeling van de creativiteit van de leerlingen. Is vakoverstijgend. Past binnen de ideeën van adaptief onderwijs.
Cultuureducatie op de Julianaschool is zichtbaar in de vakken tekenen, handenarbeid foto/film, taal, muziek, spel en beweging. Activiteiten spelen hierbij een belangrijke rol, zoals een workshop, projecten, tentoonstellingen, voorstellingen, concerten, verhalen, het zien van kunst, kerstviering en de schoolvieringen. Voor de groepen 1 t/m 8 gebruiken wij de methode Moet je doen. Deze methode biedt lessen aan op het gebied van tekenen, schilderen, handvaardigheid, dans en drama. De kinderen worden ook in de gelegenheid gesteld samen met de leerkracht en medeleerlingen vorm te geven aan lessen en werkvormen. Daarnaast hebben we een contract met Edu-Art (culturele organisatie van Gelderland). In een cyclus van 7 jaar komen de volgende onderdelen aanbod: drama, literair, cultureel, muziek, beeldende kunst, dans en audiovisueel. De muzieklessen worden door een vakleerkracht gegeven. Zij zingt niet alleen met de kinderen maar besteedt ook aandacht aan instrumenten, dans en algemeen muziekonderwijs. De werkgroep kunst en cultuur bestaat uit leerkrachten uit elke bouw en de interne coördinator cultuur. De werkgroep geeft samen met de directie sturing aan de activiteiten en het beleid. De werkgroep onderhoudt de contacten met netwerken en culturele instellingen en zorgt voor deskundigheidsbevordering. Aandachtspunten kunst en cultuur op de Julianaschool. Lijn beeldende vorming. Evaluatie en toetsing. Evaluatie kunst en cultuur activiteiten. Ontwikkelen van kijkwijzers. Activiteiten niet als een losstaand iets zien. Netwerken Onderhouden van de contacten met culturele instellingen. Aandacht voor de schoolomgeving, zoals Bronbeek. Aandacht voor de ouderparticipatie. Aandacht voor profilering. Jaarlijkse culturele activiteiten meer buffer geven. Workshops/besprekingen met het hele team.
Expressievakken Tekenen, schilderen, dans, drama en handvaardigheid De creativiteitsontwikkeling beperkt zich bij ons op school niet tot de 'creatieve' vakken als muziek, tekenen en handvaardigheid. In de groepen 1 en 2 neemt het ‘spel’ een zéér
belangrijke plaats in, zowel bij het binnen- als buitenspel zijn de kinderen expressief en ontdekkend bezig. Voor de groepen 1 t/m 8 is de methode Moet je doen aangeschaft. Deze methode draagt voor het hele jaar lessen aan op gebied van tekenen en schilderen, handvaardigheid, dans en drama. In het kader van het projectwerk geven we de kinderen de gelegenheid zelf verwerkingsvormen te bedenken en uit te voeren. Bij de vakken tekenen en handvaardigheid wordt, vanuit aangeleerde basisvormen, het ontwikkelen van een eigen visie en stijl gestimuleerd, zodat elk kind op den duur in uitbeelding en/of vormgeving iets 'persoonlijks' presenteert. Een regelmatig wisselende expositie op de schappen in de hal geeft u de mogelijkheid nieuwe werkstukken te bewonderen. Daarnaast hebben we een contract met Edu-Art waarbij in een cyclus van zeven jaar de volgende onderdelen aan bod komen: drama, literair, cultureel erfgoed, muziek, beeldende kunst, dans en audiovisuele hulpmiddelen. Muziekles De muzieklessen worden door een vakleerkracht gegeven. Zij zingt niet alleen met de kinderen maar besteedt ook aandacht aan instrumenten, dans en algemeen muziekonderwijs. Bewegingsonderwijs Gym De groep 1 en 2 spelen of gymmen in het speellokaal. De kleuters spelen ook buiten, waar veel rijdend materiaal, schommels, scheppen e.d. aanwezig zijn. Voor de groepen 5 t/m 8 is er twee maal per week bewegingsonderwijs. Groep 3 gaat eenmaal per week naar de gymzaal. Eens per week is een vakdocent aanwezig om de gymlessen te geven. De gymzaal aan de Bernhardlaan is voor alle kinderen lopend te bereiken. Tijdens de gymlessen moeten alle kinderen gymkleding aan, bestaande uit: gymbroek en T-shirt (of gympakje) en sportschoenen. Deze schoenen mogen geen zwarte zolen hebben en niet buiten gedragen worden. Zwemmen Groep 3 gaat eenmaal per week naar zwemles. De kinderen worden door de schoolbus vervoerd naar zwembad Valkenhuizen. Overige onderdelen Zelfstandig werken Bij zelfstandig werken maken de kinderen werk waarvan bekend is hoe het moet: inoefenen, automatiseren en herhalen. De leerkracht speelt nog een belangrijke sturende rol. De kinderen mogen keuzes maken over de planning van de werkzaamheden, de samenwerking, hulpvragen aan elkaar stellen, informatiemateriaal raadplegen en eventueel een werkplek kiezen. In elke groep is zelfstandig werken ingevoerd. Bij zelfstandig leren werken de kinderen aan rijke en complexe probleemstellingen, vraagstukken of opdrachten. Daarbij moeten ze kennis opzoeken, met elkaar delen, verwerken, vaardigheden verkrijgen en presenteren. De leerstof wordt niet primair aangeboden door de leerkracht, maar de kinderen zoeken zelf naar antwoorden, ondersteunen elkaar en worden begeleid door de leerkracht of klassenassistent. Er wordt van de kinderen een grote mate van eigen initiatief verwacht, intrinsieke motivatie,
communicatie- en sociale vaardigheden. De rol van de leerkracht is: coachen, creëren van rijke leeromgevingen, interessante vraagstellingen onder de aandacht van de kinderen brengen en zeker vraagstellingen van kinderen herkennen. Sociale vaardigheden Op onze school wordt er niet alleen geleerd hoe je moet schrijven, rekenen en lezen. We vinden het ook belangrijk dat kinderen goed leren omgaan met elkaar. Kinderen hebben recht op bescherming, maar moeten ook leren voor zichzelf op te komen. Ze moeten weten wat ze zelf waard zijn, maar ook leren dat je het niet alleen voor het zeggen hebt. We stimuleren het samen werken en samen spelen. Dat levert natuurlijk wel eens problemen op tussen kinderen. We proberen de kinderen te helpen bij het samen oplossen van de vragen. We leven in een rijkgeschakeerde en veelkleurige maatschappij. En daarin valt veel van elkaar te leren. We praten ook over emoties als kwaad zijn, uitgesloten worden, de baas spelen. We vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met gevoelens: ze leren kennen, herkennen en beheersen. Ook bij ons op school ontkomen we er niet aan, dat kinderen elkaar onderling wel eens plagen of pesten. Als team hebben we procedures vastgesteld hoe te handelen bij plagen of pesten. Zodra we signalen krijgen, proberen we uit te zoeken wie het betreft en gaan het gesprek aan met zowel de kinderen die plagen of pesten als met de kinderen die daarvan het slachtoffer zijn. In gesprekken praten we ook over ‘cultuurverschillen’. De wereld is groter dan onze school. We proberen de kinderen dan ook te stimuleren 'over de grenzen' heen te kijken naar kinderen in andere landen die onze hulp goed kunnen gebruiken. Herfstkinderen Kinderen kunnen van groep twee naar groep drie als ze voor 1 januari zes jaar zijn geworden én als hun ontwikkeling dat toelaat. We noemen de kinderen die in het najaar geboren zijn herfstkinderen. Als een herfstkind in groep twee al ver gevorderd is in zijn totale ontwikkeling, worden er tijdig extra observaties gedaan om na te gaan of het kind na de zomer naar groep 3 kan. Daarbij wordt nadrukkelijk bekeken of het kind het hele programma in groep drie naar verwachting goed aan zal kunnen en er bij gebaat is om door te stromen. Lijkt dit na observatie het geval te zijn, dan overlegt de leerkracht dit met de ouders. De school en de ouders moeten er samen van overtuigd zijn dat vroegtijdige doorstroming het beste is. Dezelfde procedure geldt voor kinderen waarbij de leerkracht juist sterk twijfelt aan het (vanzelfsprekend) doorstromen naar de volgende groep. Ook dan wordt op tijd extra geobserveerd en worden zo nodig aanvullende testjes gedaan. De leerkracht informeert de ouders ook dan tijdig over zijn bevindingen en probeert in goed overleg met collega’s en ouders tot de beste keus voor het kind te komen. In alle gevallen ligt de eindbeslissing bij de directie. Computers Vanaf groep 1 zijn er minimaal drie multimediale computers in de klas aanwezig. Leerlingen kunnen onder hun eigen naam inloggen en krijgen dan de programma’s te zien die voor hen bestemd zijn. De computer wordt in de groepen gebruikt ter ondersteuning van het onderwijs. In de andere groepen zijn er oefenprogramma's voor het taal- en rekenonderwijs. Er is een internetprotocol op school aanwezig.
Mobiele telefoons etc. Tussen 08.15 en 15.15 uur staan de mobiele telefoons binnen school uit. Mobieltjes, mp3-spelers, iPods en spelcomputers worden bewaard in de jas of tas die staat op de gang. De school is niet verantwoordelijk bij vermissing of beschadiging van deze spullen. Geen van deze apparaten gaat in de pauze mee naar buiten. Bellen voor dringende zaken mag, na overleg met de leerkracht, met de schooltelefoon. Deze afspraken gelden ook voor het overblijven. Uitzonderingen op deze regels kunnen met de leerkracht besproken worden.
Het leerlingvolgsysteem
Kinderen ontwikkelen zich op verschillende manieren. De resultaten die onze kinderen behalen zijn dan ook heel verschillend. Wij vinden het belangrijk om daar zo goed mogelijk op in te spelen. Dat doen we al vanaf het moment dat nieuwe leerstof aangeboden wordt. Tijdens het uitleggen houden we goed in de gaten welke kinderen het direct oppikken en welke kinderen daar meer moeite mee hebben. In beide gevallen spelen we daarop in. Kinderen die geen moeite hebben met de nieuwe leerstof gaan dan aan het werk. Kinderen die het allemaal niet zo snel begrijpen krijgen extra aandacht. In de groepen 1 en 2 maken wij, om de ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen en daarop te kunnen inspringen, gebruik van een signaleringslijst, o.a. over taalontwikkeling, speel- en werkgedrag, sociaal en emotioneel functioneren en motoriek, checklist voorbereidend rekenen en Cito rekenen voor kleuters en Cito taal voor Kleuters. andere toetsen die we gebruiken zijn:
DMT-toetsen AVI Begrijpend lezen Rekenen en wiskunde Spellingvaardigheid Cito woordenschat Entreetoets Cito eindtoets Methode gebonden toetsen
groep 3 t/m groep 8 groep 3 t/m 8 groep 3 t/m 8 groep 3 t/m 8 groep 3 t/m groep 6 groep 3 t/m groep 8 groep 7 groep 8 groep 3 t/m 8
Al deze toetsen komen van het Cito, worden op verschillende momenten van het jaar afgenomen. In de loop van het jaar ontstaat dan een overzicht van elk kind en kunnen we zien waar het wel of niet goed gaat. Van iedere leerling wordt een map (een 'dossier') bijgehouden. In dit leerlingvolgsysteem worden alle resultaten van de toetsen opgenomen, een kopie van het rapport, maar ook de verslagen van observaties en gesprekken met ouders.
Kinderen die extra zorg nodig hebben
We willen als team samen de verantwoordelijkheid dragen voor het wel en wee van de kinderen bij ons op school. Wij doen ons best elk kind zoveel mogelijk de zorg te geven die het nodig heeft. Dit geldt voor alle kinderen: kinderen die lekker meedraaien, kinderen die extra zorg nodig hebben en kinderen die iets extra’s aankunnen. De groepsleerkracht is er voor de kinderen en voor de ouders van de kinderen. Als er problemen zijn, kunnen ouders altijd aan de bel trekken bij de groepsleerkracht. Problemen waar de groepsleerkracht niet alleen uit komt, worden besproken in de leerlingbespreking. De Interne Begeleider is de schakel tussen leerkracht, hulpverlening van buiten af en het speciale onderwijs. Op onze school proberen we met extra uitleg, hulp en oefening de kinderen zolang mogelijk binnen het groepsprogramma te houden. Als dat niet lukt, overlegt de leerkracht met de Intern Begeleider. Samen bespreken ze hoe verder gegaan zal worden: een observatie of een onderzoek, bespreking in het team, het inzetten van andere materialen of extra hulp. Met deze kinderen werken we met hulpplannen. Daarin wordt vastgelegd welke hulp gegeven wordt en door wie. Ook leggen we vast welke extra middelen worden ingezet en wanneer we bekijken wat het resultaat is. Als we de hulp van anderen buiten de school inschakelen of als het kind voor extra hulp uit de groep gehaald wordt, overleggen we altijd vooraf met de ouders en vragen toestemming voor een onderzoek. Een doorgaande lijn Wanneer aan het einde van het schooljaar niet aan de minimumeisen voldaan wordt is het beleid van de school dat de leerling doorgaat op zijn niveau in de huidige groep of doubleert. Dit wordt in een vroegtijdig stadium met de ouders besproken.
Weer Samen Naar School
We nemen als school deel aan het Confessioneel WSNS-verband Arnhem. Samen met andere basisscholen en de speciale scholen voor het basisonderwijs proberen we de gedachte ‘Weer Samen Naar School’ gestalte te geven. De bedoeling daarvan is, de kinderen met problemen zoveel mogelijk op de eigen school op te vangen en te begeleiden. Dat zal praktisch inhouden dat er steeds meer kinderen zijn aangewezen op de zorgverbreding of wel de individuele onderwijszorg van de school. Als na verloop van een periode toch blijkt dat de extra hulp voor deze leerling niet voldoende is kan er, altijd met toestemming van de ouders, een beroep gedaan worden op deskundigen van buiten de school. Dit kunnen mensen zijn van Marant Educatieve Diensten of de speciale school voor basisonderwijs. Vaak wordt er door deze deskundigen een aanvullend onderzoek afgenomen, waarna doorverwijzing kan plaatsvinden naar het Zorgplatform, voor nader advies, onderzoek of verwijzing. In het Zorgplatform zijn uit diverse invalshoeken mensen vertegenwoordigd. Er kan ook altijd een beroep gedaan worden op deskundigen van de jeugdhulpverlening (zoals de Gelderse Roos), de jeugdgezondheidsdienst en logopedie.
Als al deze gezamenlijke hulp niet leidt tot voldoende resultaten, wordt er verwijzing naar de speciale school voor basisonderwijs overwogen. Er wordt dan een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport wordt, na schriftelijke toestemming van de ouders, aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg voorgelegd. Is het advies positief dan bepaalt u als ouder zelf naar welke speciale school voor basisonderwijs uw kind gaat. Deze school moet wel één van de scholen binnen het samenwerkingsverband zijn.
Aannamebeleid voor kinderen met onderwijsbeperking / handicap
De basisschool wordt in toenemende mate geconfronteerd met de vraag van ouders van gehandicapte leerlingen om hun kind op een school voor regulier basisonderwijs te plaatsen. In het kader van hun recht op keuzevrijheid en de toenemende vraag naar integratie van gehandicapte kinderen in de samenleving kunnen ouders voor het regulier basisonderwijs kiezen in plaats van het speciaal onderwijs. Op grond van de integratiegedachte van kinderen met onderwijsbeperkingen hebben scholen voor regulier basisonderwijs opdracht om gedifferentieerd onderwijs te geven en om in te spelen op de onderwijsbehoeften van zorgleerlingen. Het recht op de vrije onderwijskeuze van ouders betekent echter niet dat kinderen met een handicap automatisch op een reguliere basisschool geplaatst kunnen worden. De aard en de zwaarte van de onderwijsbeperking en de feitelijke onmogelijkheden van de school kunnen het mogelijk maken niet te voldoen aan een plaatsingsverzoek van ouders. Voor elke leerling die aangemeld wordt op een school voor regulier basisonderwijs en waar bij aanmelding duidelijk is dat er van de school een extra zorginvestering wordt gevraagd, wordt een individueel besluit genomen. Hiertoe wordt een vastgestelde procedure gehanteerd, die in hoofdlijnen bestaat uit: een oriënterend gesprek met de ouders een gesprek met een vertegenwoordiger van het regionaal expertisecentrum, waarvan de commissie voor indicatie de ouders een ‘rugzakje’ heeft afgegeven. een gesprek tussen ouders, directie en intern begeleider, waarin de ontwikkelingsmogelijkheden, de verwachting ten aanzien van het onderwijsaanbod en de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school aan bod komen een teamvergadering, waarin het team gehoord wordt het nemen van een besluit door de directie en het bestuur het schriftelijk melden van het besluit aan de ouders Criteria die voor een school voor regulier basisonderwijs een rol spelen bij het nemen van een plaatsingsbesluit zijn: de mate waarin een leerling zich nog kan ontwikkelen de zwaarte van de handicap het karakter van de groep waarin geplaatst zou moeten worden het aantal gehandicapte leerlingen dat al op school wordt opgevangen de grenzen in zorg waarmee de school te maken heeft Bij een positief besluit stelt de school een handelingsplan op en geeft in een tijdpad het verloop van het verdere traject aan. Bij een negatief besluit staat in de brief tevens aangegeven welke mogelijkheden er zijn voor bezwaar en beroep.
Ziek zijn en onderwijs
Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening, voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht c.q. mentor. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk omdat de zieke leerling dan bezig blijft met de toekomst en leerachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen.
Schoolmaatschappelijk werk
De school kan gebruik maken van de diensten van een schoolmaatschappelijk werker. Wanneer kunnen u of de school een beroep op een schoolmaatschappelijk werker doen? In sommige situaties gaat het met een kind niet alleen op school moeilijk, maar geldt dit ook voor thuis. Ook kan het zijn dat er thuis problemen zijn die het gedrag van het kind op school zo beïnvloeden dat het zich anders gaat gedragen, slechte cijfers krijgt, geen zin heeft om naar school te gaan of bijvoorbeeld gepest wordt. Het is dan voor uw kind belangrijk dat ouders en school dit samen aanpakken. Schoolgericht maatschappelijk werk kan daarbij hulp bieden of u de weg wijzen naar andere instanties. Ook zal de maatschappelijk werker daar waar nodig de school (leerkrachten en intern begeleiders) adviseren over problemen met kinderen. Hoe kunt u met de schoolmaatschappelijk werker in contact komen? Het contact gaat altijd via de intern begeleider van school. Dat kan op verzoek van u zijn, doordat u zorgen heeft over hoe het met uw kind gaat. U kunt dit dan direct of via de leerkracht bij de intern begeleider aankaarten. Ook kan de intern begeleider het initiatief nemen door de zorgen die hij/zij heeft over uw kind met u te bespreken en u met de schoolmaatschappelijk werker in contact te brengen.
De resultaten van het onderwijs
Behalve de toetsen uit het leerlingvolgsysteem, die al eerder zijn vermeld, wordt er aan het eind van groep 6 en 7 door de kinderen de 'Cito-entreetoets' gemaakt. Dat is een toets waarmee we de stand van zaken opmaken. Hoe staan de kinderen ervoor? Waar moeten we nog extra aandacht aan geven? In februari maken alle kinderen van groep 8 de 'Eindtoets Basisonderwijs ' van het Cito. Dit is een landelijk genormeerde toets. Daarmee krijgen we een beeld van de prestaties van onze leerlingen en van de school als geheel. De schoolloopbaan van het kind is de belangrijkste factor voor een verwijzing naar het voortgezet onderwijs, de Citotoets kijkt of de beoordeling klopt. We houden bij naar welke scholen voor Voortgezet Onderwijs onze kinderen gaan.
Citoscores van de afgelopen jaren zijn hieronder aangegeven.
2007 Schoolscore: 541,1 Landelijk*: 535,1
2008 Schoolscore: 537,1 Landelijk*: 535,1
2009 Schoolscore: 540,0 Landelijk*; 535,2
2010 Schoolscore; 538,3 Landelijk*: 535,2
2011 Schoolscore: 536,5 Landelijk*: 535,2
2012 Schoolscore; 538,5 Landelijk*,536,5
*Dit is een landelijke score voor scholen die qua populatie vergelijkbaar zijn. Er zijn 7 verschillende landelijke niveaus. De score waar onze school mee vergeleken wordt is die van het hoogste niveau, schoolniveau 1. Wij vinden het belangrijk om een kanttekening te maken bij het publiceren van cijfers zonder de context, zoals instroomgegevens en de gegevens over de achtergrond van de kinderen. Weliswaar worden scholen in 7 niveaus met elkaar vergeleken, maar het uitdrukken van de kwaliteit van het onderwijs in een enkel cijfer doet scholen, leerlingen en personeel tekort. De CITO-score geeft vooral informatie over de cognitieve vaardigheden. Andere zaken zoals motivatie, zelfstandigheid, creativiteit, verantwoordelijkheidsgevoel, sociaal-emotionele ontwikkeling en leerhouding worden in de CITO-eindtoets niet meegewogen, terwijl die kwaliteiten in onze ogen minstens zo belangrijk zijn.
Overlegmomenten tussen leerkrachten en ouders
We vinden het van belang dat ouders goed geïnformeerd zijn over het functioneren van hun kind in de school. Het gaat daarbij om de vorderingen die uw kind maakt in vakken als lezen, taal, rekenen, aardrijkskunde etc. en om de persoonlijke ontwikkeling van uw kind. Bij dit laatste denken we aan zaken als spelen en samenwerken met andere kinderen, zelfstandigheid, persoonlijk welbevinden, motivatie voor school, werkhouding. De kleuters krijgen nog geen schriftelijk schoolverslag. De leerkracht vult tweemaal per jaar een observatielijst van uw kind in. Daarnaast is er een map met werkjes van de kinderen die ze, als ze naar groep 3 gaan, mogen houden. Hiermee laten we de ontwikkeling van de kleuters zien. Elke maand wordt hier een kunststuk aan toegevoegd. Alle ouders worden minstens twee keer per jaar op school uitgenodigd om de gegevens te bespreken tijdens een 10-minuten gespreksavond. Op deze avond krijgen de ouders de gelegenheid om het verslag met de groepsleerkracht te bespreken. Als mocht blijken dat het nodig is om wat langer met elkaar te praten, maken we een extra afspraak. De kinderen van groep 3 tot en met 8 krijgen tweemaal per jaar een schoolverslag mee naar huis. Wij vinden het belangrijk dat ouders zicht hebben op de vooruitgang van hun kinderen. Als er op school iets bijzonders is nemen wij contact op met de ouders. Wij willen ook graag dat u contact opneemt met ons als er iets is waar wij in de school rekening mee zouden moeten houden.
Plannen van aanpak 2012-2013
Onderzoek continurooster Tussenschoolse-opvang is geprofessionaliseerd. ICT wordt verder ingevoerd. De leerkrachten bekwamen zich in Esis-B. Aanstelling van meerbegaafden specialist en gedragspecialist Invoering Passend Onderwijs Vvto Engels als pilot Nieuwe methode sociaal –emotionele ontwikkeling Oriëntatie op techniek methode
De ouders
Onze verantwoordelijkheid is niet gering: vijf en een half uur per dag trekken we met uw kinderen op. We voelen ons dan ook zeer betrokken bij het wel en wee van de leerlingen. Daarbij willen we niet uit het oog verliezen dat u ons al die zorgen toevertrouwt. Zónder overleg met u als ouders zou het dan ook niet goed gaan. We hopen door samenwerking tot een optimaal resultaat te komen: uw hulp is onontbeerlijk bij de ontwikkeling van uw kind en bij de organisatie van de school. Bij dat laatste valt te denken aan de vele bijzondere en extra activiteiten zoals vieringen, feesten, sporttoernooien, kamp, excursies. Niet alleen helpt u ons er mee veel zaken te realiseren, onze ervaring is dat het ook een sterke band tussen ouders en school bevordert en daar is uw kind rechtstreeks bij gebaat! Voor de broodnodige informatie over dit alles kennen we diverse middelen: Het Bijblijvertje Behalve de schoolgids die u nu leest, brengen we een informatieblaadje uit. Dit informatieblaadje wordt het “Bijblijvertje “genoemd. In dit “Bijblijvertje” staan mededelingen van de directie en actuele informatie van de school. Twee maal per jaar verschijnt er een schoolkrant, gemaakt door de leerlingen van school en samengesteld door ouders in samenwerking met de leerkrachten
10-minutengesprekke In dit gesprek worden de leerprestaties van uw kind door de leerkracht met u besproken. In de activiteitenkalender vindt u de data van deze avonden. Voor de groepen 8 zijn er andere avonden georganiseerd, in de jaarplanning staan deze data reeds gepland.
Klasseninformatie Deze informatieavond organiseren we jaarlijks in een van de eerste schoolweken. In iedere groep wordt dan het dagelijkse programma toegelicht. De avond staat in de jaarplanning van de school
Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (M-R) is een onafhankelijk orgaan met gekozen leden uit de ouders, verzorgers en/of voogden en uit het team dat op grond van wettelijke bevoegdheden gevraagd of ongevraagd advies mag uitbrengen t.a.v. voorgenomen beleidszaken van het bestuur. Tegenwoordig heeft het bestuur voor veel zaken advies of instemming van de MR nodig alvorens een besluit te kunnen uitvoeren. De MR houdt zich tevens op de hoogte van ontwikkelingen/problemen t.a.v. de organisatie, het pedagogisch klimaat, personeelssituaties enz.. Als u verslagen van de vergaderingen wilt inzien, kunt u contact opnemen met de secretaris. M-R vergaderingen zijn in principe openbaar (alleen niet indien over personen wordt gesproken).
Ouderraad De ouderraad stelt zich ten doel het team te ondersteunen bij alle mogelijke activiteiten (Sinterklaas, Kerst, schoolkamp, slotfeesten, handvaardigheid, enz.) in en buiten de school. Ouderraadsvergaderingen zijn in principe openbaar. Wij kunnen met trots zeggen dat we een zeer actieve ouderraad hebben, met daarnaast veel ouders die met veel enthousiasme bij allerlei activiteiten helpen. Geldzaken We zijn wettelijk verplicht met ouders een overeenkomst te sluiten over betaling van de ouderbijdrage. Dit contract onderstreept het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage en het feit dat kinderen waarvoor niet betaald is uitgesloten kunnen worden van de betreffende activiteit. Ouders die dat wensen kunnen een dergelijk contract opvragen. Wij gaan graag uit van een minder juridische werkwijze, vooral omdat het hier gaat om een gering bedrag. Uiteraard voeren we voor de middelen uit de ouderbijdrage een zeer zorgvuldig beleid en houden we u op de hoogte van de plannen en uitgaven. De begroting wordt jaarlijks, met instemming van de MR, opgesteld. Het geld wordt onder anderen gebruikt voor: Sinterklaasfeest Kerstfeest / Paasfeest sport- en speldagen koffie en limonade voor diverse activiteiten schoolreisbijdrage Bij de ouderbijdrage is niet inbegrepen de deelname aan schoolreisjes en kamp. De ouderbijdrage is voor dit jaar : Wanneer Uw netto maandelijkse inkomen in euro’s bedraagt: Minder dan € 1.135 Aantal kinderen 1 2 3 4
€ 14,= € 26,= € 33,= € 42,=
€ 1.135 tot € 1.815 € 27,= € 46,= € 62,= € 76,=
Meer dan € 1.815 € 36,= € 64,= € 82,= € 102,=
rekeningnummer: 45.22.46.784 t.n.v. Stichting Beheer Gelden Ouderraad Julianaschool Arnhem te Arnhem
Voor- en naschoolse opvang Per 01-01-2007 is de Wet Dagarrangementen van kracht geworden. Deze wet, ook wel de bso-wet genoemd, is de formalisering van de motie Van Aartsen-Bos uit 2005 en maakt integraal deel uit van de Wet op het Primair Onderwijs. In de wet is geregeld dat basisscholen vanaf 01-08-2007 een resultaats-verplichting hebben voor de buitenschoolse opvang. Dat betekent dat basisscholen aan ouders, die daar om vragen, opvang voor hun kind(eren) aan moeten bieden tussen 7.30 ’s ochtends en 18.30 ’s avonds. Zowel op reguliere schooldagen (voor – en naschoolse opvang), als op dagen dat de basisschool gesloten is, bijvoorbeeld tijdens studiedagen en in school-vakanties. Op dit moment regelen ouders zelf de voor-en naschoolse opvang. Mocht de vraag om deze opvang toenemen dan zal de school gaan bekijken wat de mogelijkheden zijn om deze opvang centraal te gaan regelen. Overblijven Het overblijven wordt geregeld door Skar. Skar lunchclub: Gele Rijdersplein 13 Postbus 5367 6802 EJ Arnhem www. Lunchclubskar.nl
Klachtenprocedure Met een klacht gaat u natuurlijk eerst naar de betreffende leerkracht, c.q. de directie. Ook de MR en het schoolbestuur lenen u graag een luisterend oor. Voor zeer ernstige zaken die niet tot ieders tevredenheid zijn op te lossen is bij wet een klachtenregeling van kracht. Fluvius heeft indertijd gekozen voor een landelijke klachtencommissie. Voor alle zeventien scholen van Fluvius is dat de VBKO. Klachtencommissie VBKO. Postbus 82158 2508 ED Den Haag tel.: 070-3925508
De directie van school kan u verwijzen naar de door het bestuur aangezochte vertrouwenspersonen Zij zijn het aanspreekpunt bij klachten. Ze bemiddelen zo mogelijk, verlenen desgewenst bijstand bij aangifte bij de politie en begeleiden de klager bij de verdere procedure. Voor deze taak zijn zij geschoold. De commissie neemt alleen klachten in behandeling die schriftelijk en ondertekend, dan wel mondeling door de klager persoonlijk zijn ingediend. De commissie deelt vervolgens alle betrokkenen mee dat de klacht wordt onderzocht. Daarbij is de commissie bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Verdere informatie is te vinden in het reglement dat op iedere locatie ter inzage ligt.
De vertrouwenspersonen zijn: Mevr. A. Van Oostveen
Dhr. P. de Vries Postbus 1258 6801 BG Arnhem tel.: 026-4435945
Schoolcontactpersoon Elly Petri / Jose Roelofs Julianaschool tel:026-3616039(school)
Buiten-/binnenschoolse activiteiten
De school kent, buiten de vaste lesuren, een aantal activiteiten welke voor de ontwikkeling van de kinderen van belang zijn of die gewoon leuk zijn. Activiteiten zijn o.a.: - Speelgoedmiddag voor de kleuters Op donderdagmiddag is er speelgoedmiddag. Kinderen mogen dan van huis dingen meenemen waar ze mee kunnen spelen. Als ze iets nieuws hebben gekregen kan dat ook alleen maar op die middag mee naar school genomen worden. Speelgoedmiddag is om te spelen, spelletjes waar herrie en geweld bij te pas komen zijn niet gewenst. - Sportdag - Korfbal - Schoolvoetbal Door de afdeling sportzaken van de gemeente en een aantal plaatselijke voetbal verenigingen, wordt er een toernooi georganiseerd. De leerlingen vanaf groep 3 kunnen hieraan meedoen. -Kerstviering Aan het einde van de adventsperiode sluiten we deze periode af met of een kerstviering in een van de kerkgebouwen of een viering op school en per klas. -Aanvullingen op het natuuronderwijs Elk jaar maken wij als leerkrachten graag gebruik van de mogelijkheden die Het Centrum voor Natuur en Milieueducatie ons biedt. We kunnen met de leerlingen lessen volgen, excursies maken en een bezoek brengen aan de kinderboerderij. -Palmpasenoptocht De kinderen van de groepen 1 t/m 3 gaan op de laatste vrijdag voor Palmpasen aan de slag om een Palmpasenstok te maken. Indien de weersomstandigheden dit toelaten, maken we een kleine rondgang door de wijk. -Paasviering In groepsverband wordt hier aandacht aan besteed. -Schoolreisjes/schoolfeest en kamp Groep 3 t/m 7 heeft elk jaar een schoolreisje, de groepen 1 & 2 hebben het ene jaar een schoolreisje en het andere jaar een schoolfeest. Daarnaast gaat groep 8 aan het einde van het schooljaar drie dagen op kamp.
-Afscheid groep 8 -Sinterklaasfeest -Informatieavond Eens per jaar organiseren wij aan het begin van het schooljaar een avond waarop u als ouder/verzorger in de gelegenheid gesteld wordt, (nader) kennis te maken met de leerkracht van uw kind.
Goed verzekerd
De school heeft een speciaal voor scholen ontwikkelde aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij de Lippmann Groep. Deze verzekering dekt schade welke wordt veroorzaakt door omstandigheden op de school waarvoor het bestuur verantwoordelijk kan worden gesteld. Voor uitkering is van belang in hoeverre er een hoofdschuldige aangewezen kan worden. Vermissing van gymspullen, kleding, sieraden, speelgoed e.d. valt niet onder deze verzekering. Als tijdens het spelen een leerling de bril van een ander beschadigt, zal dit op de WA verzekering van de ‘schuldige’ moeten worden verhaald. Dit soort schade wordt niet afgehandeld via school, maar zal door betrokken ouders onderling geregeld moeten worden.
Nieuwe werkwijze in de jeugdgezondheidszorg
De afdeling JGZ van Hulpverlening Gelderland Midden (=GGD) onderzoekt alle kinderen op 5/6 jarige leeftijd en 10/11 jarige leeftijd. Daarnaast is de JGZ vanaf dit schooljaar regelmatig op school aanwezig voor spreekuren. Alle kinderen kunnen worden aangemeld voor deze spreekuren. Ook is het mogelijk om telefonisch advies in te winnen via een dagelijks telefonisch spreekuur. De Jeugdgezondheidszorg werkt preventief, dat wil zeggen, uit voorzorg. Alle kinderen worden op verschillende leeftijden gezien om mogelijke problemen in het opgroeien op het spoor te komen. Daarnaast helpt de JGZ bij het bewandelen van de juiste weg als er problemen zijn gesignaleerd. Dit schooljaar worden alle kinderen van 5/6 jaar volgens een nieuwe werkwijze onderzocht. Ook voor de 10/11 jarigen gaat de nieuwe werkwijze binnenkort in. Informatieset Voordat uw kind wordt onderzocht, krijgt u een informatieset Jeugdgezondheidszorg thuisgestuurd. Hierin wordt uitgelegd hoe het onderzoek precies in zijn werk gaat. U krijgt ook een vragenlijst met vragen over de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Deze lijst moet ingevuld worden ingeleverd bij de leerkracht. De leerkracht zelf krijgt ook een lijst waarop hij/zij invult bij welke kinderen hij/zij extra aandacht gewenst vindt. Voordat uw kind op deze lijst wordt ingevuld, zal de leerkracht dit met u bespreken.
Onderzoek op 5/6 jarige leeftijd en 10/11 jarige leeftijd Nieuw is dat de doktersassistente het onderzoek uitvoert. De doktersassistente voert een screening uit. Ze doet geen uitgebreid onderzoek, maar kijkt of er aanleiding is om nader onderzoek door de jeugdarts of verpleegkundige te laten doen. Ze bekijkt daarvoor de ingevulde vragenlijsten en doet een aantal testen. Op deze manier krijgt ze een goede indruk van de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Na het onderzoek: bevindingenformulier Na het onderzoek vult de doktersassistente een formulier met bevindingen in. Dit formulier krijgt uw kind in een envelop mee naar huis. Op deze manier wordt u geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Op het formulier staat ook of u een uitnodiging krijgt voor het spreekuur van de jeugdverpleegkundige of jeugdarts. Folders Hulpverlening Gelderland Midden heeft over verschillende onderwerpen folders met informatie voor ouders. Als een folder voor u interessant kan zijn, geeft de doktersassistente die mee met het bevindingenformulier. Sommige folders worden aan alle kinderen meegegeven. Zelf een afspraak maken voor het spreekuur Ook als uw kind buiten de onderzoeksgroep valt, kunt u met uw vragen terecht op het spreekuur bij de jeugdarts en/of jeugdverpleegkundige. U kunt bellen voor een afspraak naar 026 - 377 3805. Soms is het eerstvolgende spreekuur op de eigen school, soms op een andere nabij gelegen locatie. Doorverwijzing naar het spreekuur door de leerkracht Als de leerkracht van uw zoon of dochter aanleiding ziet voor een onderzoek door een jeugdarts of jeugdverpleegkundige, zal hij/zij dit doorgeven aan Hulpverlening Gelderland Midden. Hij/zij zal dit altijd eerst met u overleggen.
Telefonisch spreekuur voor algemene vragen over opvoeding en gezondheid Heeft u een vraag over de opvoeding of ontwikkeling van uw kind, dan kunt u op maandag t/m donderdag tussen 16.00 uur en 17.00 uur bellen naar een jeugdverpleegkundige van Hulpverlening Gelderland Midden via 026 - 377 5289. U kunt terecht met vragen over bijvoorbeeld slaapproblemen, bedplassen, eetproblemen, druk gedrag, etc. Ook als u naar aanleiding van het bevindingenformulier vragen heeft, kunt u bellen naar het telefonisch spreekuur.
Contact Afspraak op het spreekuur n.a.v. onderzoek doktersassistente (=screening)
Hiervoor hoeft u niet te bellen, u ontvangt automatisch een uitnodiging
026 - 377 3805 Afspraak op het spreekuur op eigen initiatief
Bereikbaar tijdens kantoordagen van 09.00 – 12.00 uur en van 13.00 – 15.00 uur
Algemene informatie over JGZ
www.hulpverleninggelderlandmidden.nl
026 - 377 3805
Servicedesk (afspraken- & informatielijn)
Voor algemene vragen over opvoeden en gezondheid: Telefonisch spreekuur ma - do 16.00 - 17.00 Bereikbaarheid per mail
Bereikbaar tijdens kantoordagen van 09.00 – 12.00 uur en van 13.00 – 15.00 uur
026 - 377 5289
[email protected]
Organisatie in en rondom de school
Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de ene naar de ander overgebracht worden. De school is ongewild zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders samen verantwoordelijkheid dragen voor de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal maatregelingen te treffen waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op deze school gekozen voor een systematische aanpak.
Maatregelen De luizenbrigade: deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen (direct na alle schoolvakanties) alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Ook kan de luizenbrigade extra worden ingeschakeld in periodes dat de hoofdluis weer actief is. Op het moment dat er in een groep hoofdluis is geconstateerd worden de eventueel aanwezige verkleedkleren en hoofddeksels een week opgeruimd. Procedure: Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de contactpersoon van de school (dezelfde dag) telefonisch contact met de ouders van het kind opnemen. De contactpersoon is een leerkracht die door het team is aangesteld. Stappenplan : 1. Na iedere vakantie alle kinderen en leerkrachten controleren door de luizenbrigade op hoofdluis. 2. De luizenbrigade meldt bij de contactpersoon van het team welke leerlingen luizen hebben, de contactpersoon zoekt dezelfde dag telefonisch contact met de ouders om te melden dat hun kind hoofdluis heeft. Wanneer aan het einde van de dag geen telefonisch contact heeft plaatsgevonden gaat er een briefje mee. 3. Ouders dienen hun kind te behandelen om de hoofdluis te bestrijden. 4. Na 2 weken herhaling van de controle in de groep waar hoofdluis is geconstateerd. Hoofdluis is een veel voorkomend probleem. Iedereen kan luizen oplopen. Toch vinden sommige ouders het vervelend wanneer er openlijk bekend wordt gemaakt dat hun kind hoofdluis heeft. De luizenbrigade en de contactpersoon zijn zich hier terdege van bewust. De privacy van uw kind zal dan ook zorgvuldig bewaakt en gewaarborgd worden. Om het krijgen van hoofdluis zoveel mogelijk te voorkomen kunt u zelf de haren van Uw kind regelmatig controleren; bijvoorbeeld elke week voor het haren wassen. Logopedie Vroeger werd logopedie vaak spraakles genoemd. Die naam klopt niet helemaal. Een logopedist werkt met kinderen en volwassenen die moeite hebben met spreken en/of verstaan. Daarbij horen dus ook taal-, stem- en gehoorproblemen. Wat doet de logopediste op school? Wij kunnen de expertise krijgen via een logopedist van VGGM, veiligheids- en gezonheidsregio Gelderland Midden.
Als er problemen zijn op gebied van stem, spraak, taal en/of gehoor wordt met de ouders en groepsleerkrachten besproken wat daaraan kan worden gedaan. Als blijkt dat logopedische begeleiding nodig is, wordt het kind via de huisarts verwezen naar een particuliere logopediepraktijk.
Ook ouders kunnen informatie inwinnen bij VVGM, alle dagen van de week op nummer 08008446000, of op de nieuwe website www.vggm.nl. Zowel school als ouders kunnen hier informatie vinden over logopedische onderwerpen maar ook over andere onderwerpen
Fietsen Om het aantal te stallen fietsen te beperken, mogen alleen de kinderen die buiten de grens Velperweg- Rosendaalseweg- Park Angerenstein en Bronbeeklaan wonen op de fiets komen. Wanneer andere kinderen op de fiets willen komen, moeten ze dat even overleggen met de groepsleerkracht. Er gelden wel een paar regels als je op de fiets komt: op het schoolplein mag niet gefietst worden. ieder kind zet zijn fiets in een standaard in het fietsenhok, bij onvoldoende ruimte op de standaard naast het fietsenhok. Verkeersveiligheid De veiligheid van onze kinderen gaat boven alles. Daarom verzoeken wij ouders dringend om hun auto’s te parkeren op de daartoe bestemde plekken (dus niet voor garages en inen uitritten). Houd u rekening met het geldende parkeerverbod! Schoolfotograaf De schoolfotograaf komt ook bij ons op school. Het tijdstip waarop hij komt wordt u in het Bijblijvertje meegedeeld.
Vervangingsprotocol
Het basisonderwijs ervaart in toenemende mate, dat er een tekort aan leerkrachten is. Vooral invallers zijn moeilijk te vinden. Daarom hebben wij een vervangingsprotocol opgesteld. Hierin is aangegeven hoe te handelen bij (onverwachte) afwezigheid van een leerkracht. De schoolbesturen in Arnhem hebben een eigen vervangingspool geregeld Is er niemand beschikbaar dan trachten we een als invaller bekend staande leerkracht te vinden. Lukt dit ook niet, dan zoeken we verder bij parttime werkende teamleden, leerkrachten met speciale taken ( Interne Begeleider leerlingenzorg) of bij leerkrachten die juist een compensatie-dag zouden opnemen. Groeps- en klassenassistentes en aanwezige ouderejaars PABO-studenten kunnen ook nog ingezet worden, waarbij een groepsleerkracht van een naastgelegen lokaal als toezichthoudende coach is aangewezen. Indien het ons dan nog niet lukt tijdig een acceptabele oplossing te realiseren, wordt de groep de (eerste) dag van afwezigheid verdeeld over andere groepen. Uiteraard wordt gepoogd vervanging te realiseren voor eventuele vervolgdagen. Een groep wordt hooguit twee dagen verdeeld, daarna is een andere groep aan de beurt. Er wordt daartoe intern geschoven, zodat de vrijgekomen leerkracht aan de vacante groep lesgeeft. Indien geen van bovenstaande mogelijkheden tot een aanvaardbare oplossing leidt (bijvoorbeeld vanwege ziekte van meerdere teamleden tegelijk), dan wordt besloten de vacante groep vanaf de tweede dag thuis te laten. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van die situatie. Voor leerlingen waarvan ouders aangeven geen opvang te kunnen realiseren, zal de school zinvolle opvang regelen. Eenzelfde groep is in principe hooguit twee dagen vrijaf. Resterende dagen zijn telkens andere groepen vrijaf; de vrijkomende leerkracht wordt ingezet in de vacante groep. In iedere groep is een noodplan aanwezig. Daarop is te zien wat het normale programma is én wat zo nodig ter vervanging daarvan gedaan kan worden om de leerlingen zinvol werk te laten doen.
Vakantieverlof buiten de schoolvakanties
Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties is niet mogelijk. Tenzij:
De ouder(s) / verzorger(s) een beroep uitoefenen waardoor het echt onmogelijk is om een gezinsvakantie te vieren in een van de schoolvakanties. Omschreven is dat ouders in dat geval het recht hebben om eenmaal per jaar een gezinsvakantie te vieren gedurende 10 schooldagen. Voorwaarden: - Verlof mag eenmaal per schooljaar worden verleend. - Verlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen. - Verlof mag niet plaatsvinden in de eerste 2 weken van het nieuwe schooljaar.
Wie beslist:
De directeur van de school beslist over een verzoek om vakantieverlof voor ten hoogste 10 schooldagen. Bij verlofaanvragen voor meer dan 10 schooldagen, beslist de consulent Leerlingzaken. Zijn ouder(s) en kind(eren) ondanks een negatief besluit toch met verlof gegaan, dan moet de consulent Leerlingzaken op de hoogte worden gebracht via een ‘melding vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim’. De consulenten Leerlingzaken zijn altijd bereid om mee te denken en advies te geven.
Toch gegaan:
Advies:
*Met de Arnhemse scholen is afgesproken dat alle verzuim in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar gemeld wordt aan de afdeling Leerlingzaken. Verlof bij gewichtige omstandigheden Gewichtige omstandigheden zijn situaties die buiten de wil van de ouder(s) / verzorger(s) en / of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden - naast ziekte en religieuze verplichtingen - kan verlof worden verleend. Richtlijnen Geen verlof:
Wel verlof:
familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte verlof voor één kind, omdat andere kinderen uit het gezin al, of nog vrij zijn verhuizen van het gezin gezinsuitbreiding het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten overlijden van bloed- of aanverwanten viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten.
Verklaring: Toch gegaan:
Om de noodzaak van verlof aan te tonen kan bewijsmateriaal en / of een verklaring van een arts en / of andere specialisten van belang zijn. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de consulent Leerlingzaken wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de consulent Leerlingzaken te melden.
Gemeente Arnhem, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Leerlingzaken Broerenstraat 53 Postbus 5283 6802 EG Arnhem Telefoon fax
026 - 3774963 026 – 3774977
Andere contacten Inspectie
De inspectie basisonderwijs heeft primair tot taak het toezien op de naleving van de wettelijke voorschriften en het bekend blijven met de toestand van het onderwijs. In mindere mate ook het bevorderen van de ontwikkeling van het onderwijs door overleg met besturen en personeel en het rapporteren en adviseren aan de minister. De inspectie beantwoordt vanaf 01 juni 2004 geen telefonische vragen meer van onderwijsconsumenten. Eventuele vragenstellers worden doorgeleid naar Postbus 51. Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 – 1113111 (lokaal tarief).
School- en vakantietijden
De leerkrachten zijn ’s morgens en ’s middags 10 minuten voor het begin van de lessen in hun klas aanwezig. Vanaf dat moment mogen de kinderen binnenkomen en naar hun klas gaan. Als ze eenmaal in de klas zijn mogen ze niet meer naar buiten. Over het verlaten van de school zijn vaste afspraken gemaakt. De leerlingen staan op een vaste plaats , hier kunnen zij door hun ouder(s) worden opgehaald.
de schooltijden: groep 1 t/m 4
groep 5 t/m 8
ma / di / do
08.30 - 12.00 uur
ma / di / do / vr
08.30 - 12.00 uur
pauze
10.15 - 10.30 uur 13.15 - 15.15 uur
Pauze
10.15 - 10.30 uur 13.15 - 15.15 uur
Woensdag
08.30 – 12.15 uur
Woensdag
08.30 – 12.15 uur
Vrijdag
08.30 - 12.00 uur vrijdagmiddag vrij
Vakantierooster 2012-2013 herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie paasvakantie meivakantie pinksteren zomervakantie
vrije dagen vrijdag 07 september maandag 01 oktober donderdag 11 oktober vrijdag 12 oktober vrijdag 16 november donderdag 06 december vrijdag 07 december vrijdag 08 februari donderdag 21 februari v.a. 12.00uur
15 oktober t/m 19 oktober 24 december t/m 04 januari 2013 11 februari t/m 15 februari 29 maart t/m 1 april 29 april t/m 10 mei 20 mei 01juli t/m 11 augustus 2013
groep 1 t/m 4 1 t/m 8 1 t/m 2 1 t/m 4 1 t/m 4 1 t/m 4 1 t/m 4 1 t/m 4 1 t/ m 8
vrije dagen groep vrijdag 08 maart maandag 11 maart vrijdag 12 april dinsdag 21 mei vrijdag 07 juni dinsdag 18 juni vanaf 12.00 uur
1 t/m 4 1 t/m 2 1 t/m 4 1 t/m 8 1 t/m 4 1 t/m 8