Schoolgids. Christelijke Basisschool Mons Sinaï

Schoolgids Christelijke Basisschool Mons Sinaï 2010-2011

Provincialeweg 33 9677 PA Heiligerlee  0597-423447 www.cbs-mons-sinai.picto.nl e-mail:[email protected]

Voorwoord Scholen verschillen steeds meer in de manier van werken, in sfeer en wat de kinderen leren. Deze gids geeft aan waar onze school voor staat. U als ouder weet dan wat u kunt verwachten en waarom we dingen doen zoals we die doen. De schoolgids wil u helpen bij het bewust kiezen van een school voor uw kind. In deze schoolgids kunt u lezen wat de opzet van ons onderwijs is: de wijze waarop we zorg aan kinderen aanbieden; wat de school van ouders verwacht, wat ouders van school mogen verwachten, de resultaten van ons onderwijs en als het goed is kunt u iets proeven van de sfeer die er op school heerst Wanneer u nog geen kinderen op onze school heeft, kan deze gids een eerste kennismaking zijn. Maar het werkelijke schoolleven laat zich niet in een boekje vangen, daarom wat de sfeer betreft …loop gerust eens naar binnen. Naast de schoolgids ontvangt u elke twee weken een „Nieuwsbrief‟. Hierin worden actuele zaken aangaande schoolse en buitenschoolse activiteiten vermeld. Daarnaast kunt u op onze website (www.monssinai.nl) veel nuttige informatie vinden. Wij hopen dat uw kind of uw kinderen een goede en plezierige schooltijd bij ons op school hebben.

Het schoolteam

schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

2

Inhoud Voorwoord

2

1. De school 1.1 De naam van de school

6 6

2. De organisatie van de school 2.1 De Vereniging Christelijk Onderwijs Oost-Groningen 2.2 De ledenraad 2.3 Het directieberaad en de bovenschoolse directie 2.4 De schoolleiding 2.5 De schoolcommissie 2.6 De medezeggenschapsraad (MR) 2.7 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)

7 7 8 8 8 9 10 10

3. Het Onderwijs 3.1 Onze school 3.2 Het klimaat in onze school 3.3 Afspraken over gedrag Protocol Veiligheid Burgerschap en integratie 3.4 De inhoud van ons onderwijs Godsdienstonderwijs Basisvaardigheden bij kleuters Rekenen Nederlandse Taal Lezen Schrijven Sociaal emotionele ontwikkeling Wereldverkenning Aardrijkskunde Geschiedenis Verkeer Engels Creatieve vakken Tekenen Handvaardigheid en Techniek Muziek Bewegingsonderwijs Computeronderwijs 3.5 De doorgaande lijn 3.6 Zelfstandig werken 3.7 De instructietafel / instructiegroep 3.8 Huiswerk

11 11 11 12 12 13 13 13 13 14 14 14 15 16 16 16 17 17 17 18 18 18 18 19 19 19 20 20 21 21

4. Zorg voor kinderen 4.1 Aanmelding van nieuwe leerlingen 4.2 De leerplicht 4.3 Schorsing en verwijdering 4.4 Rapportage, oudergesprekken en informatie

22 22 22 23 23


3

aan gescheiden ouders 4.5 Het leerlingvolgsysteem en overgangscriteria 4.6 Regeling Leerling Gebonden Financiering 4.7 Onze grens aan de zorg 4.8 Aanmelding van een kind met een handicap 4.9 Begeleiding langdurig zieke kinderen 4.10 Weer samen naar school 4.11 Permanente Commissie Leerlingen zorg 4.12 De klachtenregeling 4.13 Kwaliteitszorg en resultaten van het onderwijs 4.14 Dyslexie

23 24 25 26 26 27 27 27 28 29 30

5. De Ouders 5.1 Uitgangspunten 5.2 Activiteiten van en voor ouders 5.3 Hoe laat op school 5.4 Ziekte 5.5 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim 5.6 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval 5.7 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijs activiteiten 5.8 Schoolverzekering 5.9 Overblijven / Tussenschoolse opvang 5.10 Buitenschoolse opvang 5.11 Ouderbijdrage

33 33 33 34 34 34

6. Instanties 6.1 Samenwerking met instanties Onderwijsbegeleidingsdienst Cedin Logopedist Schoolarts/schoolverpleegkundige Bibliotheek Zwemles Muziekschool Samenwerkingsverband WSNS Theater Natuur en milieueducatie 6.2 Zorg Advies Team (ZAT) 6.3 Voortgezet Onderwijs 6.4 Permanente Commissie Leerlingenzorg van het voortgezet onderwijs 6.5 Onderwijs inspectie 6.6 GGD en Vermoeden van kindermishandeling

39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 40 40

7 Informatie allerlei 7.1 Gymnastiek 7.2 Verkeer van en naar school 7.3 Telefoon 7.4 Traktatie 7.5 Goed doel

43 43 43 44 44 44


4

35 35 36 37 37 38

40 41

7.6 Batterijen 7.7 Sponsoring 7.8 Hoofdluis 7.9 Schooltijden 7.10 Vakantierooster / Studiedag/middagen 7.11 Formatie en organisatie 2010-2011 Adressenlijst


44 44 44 45 45 46 47

5

1. De school 1.1 De naam van de school: Mons Sinaï Op 31 maart 1994 heeft onze school deze naam gekregen. Een Latijnse naam met als betekenis 'Berg Sinaï'. Hoe kom je nu op zo'n naam? Niet zo vreemd als het op het eerste gezicht lijkt. Heiligerlee wordt ook wel 'Kloosterholt' genoemd, omdat er vroeger een klooster heeft gestaan. De naam 'Heiligerlee', of zoals het vroeger geschreven werd 'Heyligherlee' verwijst hier trouwens ook naar. Dit klooster werd omstreeks het jaar 1200 gesticht door Hendericus van Schildwolde. De officiële naam was: 'Mons Sinaï'. De patroonheilige van het klooster was Catharina van Alexandrië, een martelares uit de vierde eeuw, wier lichaam volgens de overlevering door engelen op de berg Sinaï begraven werd. Dezelfde berg waar Mozes uit Gods hand de tien geboden kreeg. Het klooster was een vrouwenklooster van de Orde der Premonstratenzers. Het klooster had in het jaar 1290 honderd tachtig bewoners. De slag bij Heiligerlee in 1568, wordt algemeen gezien als begin van de Tachtigjarige Oorlog. De slag speelde zich in de directe omgeving van het klooster af. Tijdens de oorlogshandelingen werd het klooster in 1583 zelfs enkele maanden bezet gehouden door Azinge Enthens, tijdens diens veldtocht tegen de Spaanse troepen. Omstreeks 1600 is het klooster ernstig beschadigd bij een Spaanse inval vanuit Lingen. Daarna is het klooster geleidelijk afgebroken. Sommige delen zijn nog tot ver in de 19e eeuw blijven staan. Het schoolbestuur heeft voor deze naam gekozen vanwege zijn dubbele betekenis. Enerzijds de historische, anderzijds de bijbelse betekenis. De berg Sinaï was de berg waar het volk Israël de tien geboden van God kreeg als richting voor ons leven, ook vandaag nog. Een richting, van waaruit wij op onze school nog steeds trachten te leren en te werken.


6

2. De organisatie van de school 2.1 De Vereniging Christelijk Onderwijs Oost-Groningen Het bestuur Onze school wordt bestuurd door het bestuur van de Vereniging Christelijk Onderwijs Oost-Groningen. (VCO Oost-Groningen) De grondslag en het doel van de vereniging zijn de bouwstenen om de scholen van de VCO Oost-Groningen echte en hechte levensgemeenschappen van mensen te doen zijn waar alle kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Scholen die een goede voorbereiding zijn op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! De VCO Oost-Groningen basisonderwijs:

bestuurt

de

volgende

scholen

voor

christelijk

Het bestuur van de VCO Oost-Groningen wordt gevormd door: (zie adressenlijst achter in deze gids) - het bestuur vergadert minimaal vier keer per jaar. - de bovenschoolse directie is adviserend lid van het bestuur schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

7

Van deze vereniging kunnen ouders/verzorgers lid of donateur worden. Als u lid wilt worden, dan vragen wij u in te stemmen met grondslag en doel van de vereniging. U kunt ook donateur worden. U steunt daarmee niet alleen de VCO OostGroningen, ook de schoolkas heeft er baat bij. Het lidmaatschap houdt tevens in, dat u verkozen kunt worden in het bestuur van de vereniging en/of in de schoolcommissie. De minimum bijdrage per kalenderjaar bedraagt voor zowel de leden als de donateurs € 5,– Elk tweede lid in een gezin betaalt € 1,25. Deze € 5,– ontvangen wij als school volledig van de vereniging terug. Het geld wordt besteed voor activiteiten binnen de school. Het lidmaatschapsgeld of de donateurbijdrage wordt per acceptgiro geïnd. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directie van de school of bij leden van de schoolcommissie. Het lidmaatschap eindigt niet automatisch wanneer uw kind(eren) de basisschool verla(a)t(en). U kunt het lidmaatschap beëindigen door dit schriftelijk aan de schooldirectie aan te geven. 2.2 De ledenraad De algemene vergadering/ledenraad is het hoogste orgaan binnen de vereniging en bestaat uit afgevaardigden die door en uit de leden van de afdelingen worden gekozen. In artikel 9 van de statuten staat opgenomen dat voor iedere onderwijsinstelling die van de vereniging uitgaat een afdeling en schoolcommissie (artikel 10 van de statuten) wordt ingesteld. Iedere afdeling kiest uit haar midden één lid en één plaatsvervangend lid voor de ledenraad. Voor CBS Mons Sinaï is er een vacature in de ledenraad. 2.3 Het directieberaad en de bovenschoolse directie De directeuren van de scholen van de VCO Oost-Groningen vormen samen het directieberaad. Dit directieberaad overlegt maandelijks over de gang van zaken binnen de vereniging en probeert de gezamenlijke belangen van de scholen te behartigen. De bovenschoolse directie vormt het dagelijks bestuur van het directieberaad en woont als adviseur alle vergaderingen van het algemeen bestuur bij. De bovenschoolse directie bestaat uit: Dhr. J. de Boer -algemeen directeur- (alg. zaken/financien/huisvesting/ict) 0597591897 Dhr. H. Kielstra -adjunct directeur- (onderwijs)0597-676065 Dhr. E. Smid -adjunct directeur- (personele zaken)0597-647389 Het verenigingskantoor is gevestigd in Oude Pekela, Scholtenswijk 10 Postbus 35 - 9665 ZG Oude Pekela 2.4 De schoolleiding De directeur, mevrouw H. Tiggelaar, is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken in de school. Zij houdt zich bezig met de ontwikkeling van het onderwijs en bewaakt de voortgang. Ook begeleidt en stimuleert zij leerkrachten en andere medewerkers binnen de school. Zij onderhoudt contacten met de ouders, het bestuur, de inspectie, de MR, de schoolcommissie en vele anderen.


8

Omdat de directeur ook medeverantwoordelijk is voor een andere school, is één van de andere personeelsleden, mevrouw M. Luring, aanspreekpunt tijdens haar afwezigheid. 2.5 De schoolcommissie In elke school functioneert een schoolcommissie. Een schoolcommissie heeft als doel, binnen het kader van de statuten en doelstelling van de VCO Oost-Groningen, mee te helpen om de school waaraan zij verbonden is zo optimaal mogelijk te laten functioneren. De belangrijkste componenten van de functie van de schoolcommissie zijn: -Vertegenwoordiging van de ouders van de school Ouders hebben recht op en zijn gediend met een orgaan dat heel schoolnabij zorgt voor de behartiging van hun belangen -Klankbordgroep, adviesorgaan en ondersteuner voor directeur en team De directeur is eerst verantwoordelijke als het gaat om het reilen en zeilen van de school. Bij de uitoefening van die taak heeft de directeur en ook het team behoefte aan communicatie met (een afvaardiging van) zijn “klanten”, namelijk de ouders. Zaken die van belang zijn voor het optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen, zijn in principe de moeite waard om met elkaar op commissieniveau te bespreken. De directeur en het team kunnen hun ideeën ventileren, maar ook de schoolcommissie kan met voorstellen ter verbetering of verandering komen. In een goed lopend “ bedrijf” luister je naar elkaar en neem je met begrip voor elkaars positie de gewenste besluiten. -Adviesorgaan richting bestuur Alle commissies zijn via hun vertegenwoordiger in de ledenraad verzekerd van de mogelijkheid hun mening over het gevoerde beleid en de uitvoering daarvan op schoolniveau ter kennis te brengen aan het bestuur. Het bestuur heeft de plicht om zo goed mogelijk te luisteren naar de geluiden die hem tijdens de vergadering worden aangereikt en daarmee rekening te houden bij de besluitvorming, waarbij wel dient opgemerkt te worden dat het bestuur in de organisatie de eindverantwoordelijkheid draagt en in die zin een unieke positie inneemt De schoolcommissie bestaat uit minimaal drie leden die worden gekozen door en uit de leden van de vereniging behorend tot de afdeling. Eén van de leden gekozen door en uit de “afdelingsleden” is tevens lid van de ledenraad van de VCO Oost-Groningen. Daarnaast biedt de schoolcommissie hulp bij allerlei praktische zaken zoals: vieringen, projecten, festiviteiten en nog veel meer. De schoolcommissie heeft ook als doel het contact en de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen in het belang van de kinderen. De schoolcommissie vergadert zes keer per jaar. De directeur van de school is als adviseur bij de vergaderingen van de schoolcommissie.


9

2.6 De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad is een inspraakorgaan waarin personeelsleden en ouders gelijkelijk zijn vertegenwoordigd. Op een aantal terreinen dient het bestuur de medezeggenschapsraad om advies te vragen (adviesrecht) en op een aantal terreinen is er voor de uitvoering van bestuursbesluiten instemming van de medezeggenschapsraad vereist (instemmingsrecht). Voor de geleding ouders zit in de medezeggenschapsraad: mw. W. FokkemaKliphuis Voor de geleding personeel zit in de medezeggenschapsraad: mw. G. vd Zwaag 2.7 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Voor bepaalde (vooral school overstijgende) beleidsbeslissingen heeft het bestuur van de VCO Oost-Groningen de instemming of het advies nodig van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit één medezeggenschapsraadslid van iedere school. De geleding ouders en personeel zijn hierin gelijkelijk vertegenwoordigd. Het dagelijks bestuur van de GMR bestaat uit: Dhr. J.W. van der Steege, Akkereindenweg 2, 9628 EB Siddeburen (voorzitter vanuit de personeelsgeleding) Tel. 0598-432767 Dhr. H. Brinkman, Letzenkamp 14, 9636 GR Zuidbroek (secretaris vanuit de oudergeleding) Tel. 0598-453122 Voor onze school heeft zitting in de G.M.R.:mw W Fokkema-Kliphuis (vanuit de oudergeleding)


10

3. Het onderwijs 3.1 Onze school CBS Mons Sinaï is een christelijke school. Op onze school gaan we er vanuit dat de bijbelse boodschap iets te vertellen heeft over het leven van vandaag en morgen. De bijbelse verhalen zijn geen doel op zichzelf, maar een middel om met elkaar in gesprek te komen over zaken als: rechtvaardigheid, vrede, verantwoordelijkheid, zorg voor de zwakkere, eerbied voor het leven, niet de sterkste heeft het voor het zeggen, dienen is meer dan verdienen Wij zijn daarom een school die open staat voor alle kinderen; waar kinderen graag zijn; waar hun cognitieve, creatieve en emotionele mogelijkheden maximaal worden ontwikkeld. Waarin ze steeds weer opnieuw benieuwd zullen zijn naar wat er gaat gebeuren. Wij zijn een school waarin een kind zichzelf durft te zijn en waarin kinderen ook leren anderen te respecteren en te accepteren Wij willen kinderen leren genieten van het samen zijn en samen dingen durven doen, die ze alleen niet zo snel zullen uitvoeren. Kinderen laten ervaren dat samenwerking met andere kinderen waardevol is, daarbij elkaar helpen en leren van elkaar. Wij willen de kinderen uitdagen en prikkelen in een stimulerende en veilige leeromgeving. Wij streven naar een open sfeer tussen kinderen, ouders, leerkrachten en directie. De doelen van ons onderwijs: Onze school………………. - wil er toe bijdragen dat kinderen zich kunnen ontplooien tot een harmonieuze persoonlijkheid - wil dat de kinderen de ruimte krijgen om zelfvertrouwen, zelfstandigheid en creativiteit te ontwikkelen - vindt het belangrijk dat leerkrachten en kinderen zich aan regels houden die samen afgesproken zijn, waardoor het voor ieder prettig is deel uit te maken van onze school - vindt een goede sociaal-emotionele ontwikkeling een voorwaarde voor een continue verstandelijke ontwikkeling - wil geborgenheid en veiligheid bieden - vindt dat elk kind uniek is - vindt zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid belangrijk - vindt dat de basisvaardigheden lezen en rekenen en goede leermethoden met een eigentijdse, aantrekkelijke methodiek prioriteit hebben - vindt de betrokkenheid van ouders belangrijk - vindt dat de protestants christelijke identiteit respectvol moet worden ingevuld - vindt aandacht en zorg voor elk kind van groot belang. 3.2 Het klimaat in onze school Op onze school is iedereen belangrijk, kinderen, ouders en leerkrachten. Ons motto is: Elk kind is er één!


11

De relatie tussen volwassenen en kinderen en ook kinderen onderling staat centraal. Als de relatie goed is kunnen kinderen zoveel mogelijk tot hun recht komen. Het is daarbij van cruciaal belang dat kinderen zich veilig voelen. Veilig voelen is een voorwaarde om goed te kunnen werken en spelen. Je voelt je veilig als je weet waar je aan toe bent. We willen er samen zorg voor dragen dat alle kinderen zich veilig voelen op school en met plezier naar school gaan. 3.3 Afspraken over gedrag Daarom hanteren we voor ieder op school drie kapstokregels. Hierin staat aangegeven hoe we met elkaar omgaan: 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. De school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet. 3. We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen.. Deze regels (en alles wat je aan deze kapstok kunt hangen) worden met de kinderen besproken in de groep! N.B. Pestgedrag, discriminatie, intimidatie en geweld wordt op onze school niet getolereerd. Vanuit onze Christelijke geloofsovertuiging, onze visie en onze levenshouding willen we dit gedrag voorkomen. Om dit adequaat te kunnen doen werken we volgens een anti pestprotocol, dat onderdeel is van het veiligheidsbeleidsplan. Als er gepest wordt… We proberen te voorkomen dat er gepest wordt door duidelijke regels te stellen. Daarnaast hebben we een gedragscode vastgesteld: Dit spreken we af bij het pesten: 1. Er gebeurt iets 2. Heb ik er last van? Ja?? 3. Ik geef aan: “Ik wil dat je ermee stopt” 4. Als het pesten niet stopt: “Ik ga naar juf of meester”

Protocol De drie kapstokregels worden elk schooljaar door alle kinderen van groep 3 t/m 8 ondertekend. De regels worden op een groot vel papier geschreven en in de gang zichtbaar opgehangen. Ondertekenen wil zeggen dat je de intentie hebt om een goed leef - en werkklimaat op school te realiseren.


12

Sociale veiligheid: In de vereniging zijn een aantal protocollen vastgesteld waarin het sociale veiligheid gewaarborgd wordt. Deze protocollen zijn opgenomen in het document "Veiligheid, Agressie en Geweld". Dit document ligt ter inzage op school. Wanneer er zich op school bepaalde gebeurtenissen voordoen op dit gebied zal er gehandeld worden volgens de vastgestelde protocollen. Burgerschap en integratie: Onderwijskwaliteit vinden we belangrijk. Dit zien we niet los van de zorg voor individuele leerlingen. Ieder kind moet zich maximaal kunnen ontplooien. Onderwijs en kennis zijn belangrijk, maar er is meer. De scholen van de VCO Oost Groningen zijn Christelijke scholen van deze tijd, die het belangrijk vinden, dat er respectvol met elkaar omgegaan wordt. We willen elkaar stimuleren verantwoordelijk te zijn voor de wereld waarin we leven en leren met respect om te gaan met elkaar, met de natuur en het milieu. We geven burgerschap en sociale integratie niet als een apart vak. Het is verweven in ons hele onderwijsaanbod. Het komt vooral aan de orde tijdens de lessen godsdienst, wereldoriëntatie en in kringgesprekken. Met de methode Kind op Maandag, de methode voor godsdienst en de wereldoriëntatie methodes willen we de kinderen bijbrengen, dat het in de wereld van nu juist om bovenstaande dingen gaat. Ten aanzien van de samenstelling van het aanbod van het onderwijs dat op burgerschap is gericht zijn vier aandachtspunten: 1. De school geeft aandacht aan het bevorderen van de sociale competenties van de leerlingen. 2. De school is in haar onderwijs open naar de samenleving. 3. De basiswaarden van de democratische rechtstaat worden bevorderd. 4. De sociale competenties, de gerichtheid naar de samenleving en de basiswaarden zijn niet alleen theorie, maar de school moet ze ook vóórleven. De school is een oefenplaats waar docenten goed burgerschap laten zien. Twee jaar gelden heeft dit onderwerp centraal gestaan. Daarbij is met behulp van het Diagnose instrument van de Besturenraad de situatie van onze school vastgelegd. De verbeterpunten zijn toegepast in bovengenoemde lessen. 3.4 De inhoud van ons onderwijs Godsdienstonderwijs: Wij zijn een christelijke basisschool die openstaat voor iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van werken. Bij het godsdienstonderwijs worden de kinderen in aanraking gebracht met verhalen uit de Bijbel, liedjes en verwerking d.m.v. kringgesprekken. Bij alle onderdelen staat onderling respect, begrip en tolerantie centraal. Voor het bijbelonderwijs maken we gebruik van de uitgave ”Kind op maandag”. Regelmatig wordt er een nieuw lied aangeleerd. Vaak is dit het lied, dat aangegeven wordt in de methode.


13

Basisvaardigheden bij kleuters: Het onderwijs aan kleuters is op onze school interactief en ontwikkelingsgericht. De verschillende vakken die in groep 3 gegeven worden, zijn in de kleutergroepen te herkennen in de ontwikkelingsgebieden. Al spelend en ontdekkend, leren kinderen veel, wat ze weer nodig zijn voor hun verdere ontwikkeling. Er wordt altijd vanuit een thema gewerkt. In elk thema komen taalontwikkeling, rekenvaardigheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling ruimschoots aanbod. Daarnaast worden allerlei speelmaterialen gebruikt, die leuk zijn om mee te spelen en tegelijkertijd de ontwikkeling stimuleren. De computer vormt in de kleutergroepen een geïntegreerd onderdeel bij elk thema. De leerkracht volgt de ontwikkeling van de kinderen nauwgezet door middel van dagelijkse observaties. Dit wordt per kind geregistreerd. Door het nauwkeurig volgen kan de leerkracht het onderwijsaanbod goed afstemmen op wat het kind nodig heeft.

De basisvaardigheden: In onze school streven we naar een evenwichtige verdeling van onderwijstijd, met accent op lezen, taal en rekenen. Rekenen Voor het rekenonderwijs gebruiken we, in de groepen 3 tot en met 8, de methode Alles Telt. Het rekenonderwijs wordt gegeven vanuit een realistisch perspectief. Dit betekent dat de methode uitgaat van situaties uit het dagelijks leven. Kinderen krijgen vanuit een realistische situatie allerlei soorten rekenopgaven aangeboden naast rijtjessommen. De lesboeken bestaan uit zes blokken per schooljaar. Elk blok wordt afgesloten met een toets om na te gaan of een kind de leerstof heeft begrepen en er mee kan werken. De methode biedt naast het reguliere programma, ook verrijkingsstof en een eenvoudiger programma. Bij de methode wordt in elke groep met een bijpassend computerprogramma gewerkt, zodat elk kind op eigen niveau kan oefenen.

Nederlandse taal We gebruiken voor de groepen 3 tot en met 8 de methode Taal op Maat. Deze methode heeft een spellingsdeel en een taaldeel. Beide onderdelen sluiten goed op elkaar aan en vullen elkaar aan. Bij het spellingsdeel staat per week één spellingscategorie centraal en in de hogere groepen meerdere spellingscategorieën. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

14

Aan de hand van signaalwoorden wordt een categorie besproken. Dit signaalwoord wordt ook zichtbaar opgehangen in de klas, zodat kinderen er steun aan hebben. In het taaldeel zijn spreken, luisteren, woordenschat, taalbeschouwing, stellen en spellen zorgvuldig verwerkt in acht blokken per schooljaar. Elk blok wordt afgesloten met een toets om na te gaan of de leerstof begrepen is. De methode biedt goede mogelijkheden tot differentiatie per kind. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan mondelinge taalgebruik door gesprekken (emoties, gevoelens, gedachten en ervaringen uitdrukken), luisteren en vertellen. Bij alle taalactiviteiten wordt de computer gebruikt. Hiervoor beschikken we over goede programma‟s, die passen bij de methoden. Lezen In groep 3 wordt gebruik gemaakt van de nieuwste versie van de methode “Veilig leren lezen” . Deze methode biedt een keur aan mogelijkheden om alle kinderen op gedifferentieerde en gevarieerde wijze leesonderwijs te geven. Ook biedt de methode een uitgebreid computer programma. Voor kinderen met leermoeilijkheden gebruiken we “Veilig Sterprogramma” en computerprogramma “Leesladder”. Kinderen die het lezen al beheersen als ze naar groep 3 gaan krijgen naast de kernopdrachten verdiepingsstof aangeboden. Het digitaal schoolbord wordt uitgebreid gebruikt bij het leren lezen, met een zeer aantrekkelijk programma bij Veilig leren lezen. Bij het technisch lezen vanaf groep 4 wordt gebruik gemaakt van de methode “Estafette”. Hierbij lezen goede lezers vooral zelfstandig en krijgen minder goede lezers dagelijks extra instructie van de leerkracht, de onderwijsassistente en/of de computer. Het technisch lezen is voorwaarde om te komen tot begrijpend- en studerend lezen. Vanaf groep 4 beginnen deze vormen van lezen een steeds belangrijkere plaats in te nemen. Bij het begrijpend lezen gaat het om het aan leren van vaardigheden die het kind in staat stellen om op de juiste manier de informatie in woord, beeld en tekst te verwerken. Voor begrijpend en studerend lezen gebruiken we vanaf groep 4, de actuele methode “Nieuwsbegrip”. Met de methode Nieuwsbegrip kan op meerdere niveaus gewerkt worden. In voorgaande schooljaren nam CBS Mons Sinaï deel aan het LIN-project. LIN staat voor Lees-Interventie Noord Nederland. Het leesonderwijs in al zijn aspecten is hierbij kritisch bekeken door deskundigen vanuit het CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum) en adviezen voor veranderingen zijn onder deskundige begeleiding van medewerkers van de onderwijsbegeleidingsdienst Cedin doorgevoerd in de school. De leesresultaten van alle kinderen zijn dan ook grandioos gestegen. We gaan uiteraard verder op de ingeslagen weg. Bij alle leesactiviteiten in de hele school, wordt nadrukkelijk aandacht besteedt aan leesplezier voor de kinderen. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

15

Schrijven: Voor het schrijven gebruiken we de methode “Schrijven in de basisschool”. De methode verdeelt het schrijfonderwijs in de volgende fasen: 1.ontwikkeling van de motoriek (gr.1/2) 2.voorbereidend schrijven (gr. 3) 3.aanvankelijk schrijven(gr. 3 en 4) 4.voortgezet schrijven (gr. 5 en 6) 5.creatief / expressief schrijven (gr.7/8) Vanaf groep 3 werken de kinderen in een schrijfschrift. De methode biedt extra materiaal aan in een kopieermap voor kinderen die extra oefening nodig hebben. In de hogere groepen wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van een goed leesbaar handschrift, tempo schrijven en creatief schrijven.

Sociaal emotionele ontwikkeling: We gebruiken voor dit ontwikkelingsaspect, als methode de SOEMOkaarten. Deze kaarten bieden de mogelijkheid om naast een structureel aanbod, ook adequaat in te kunnen spelen op situaties die zich onverwacht voordoen. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van materialen als “Een huis vol gevoelens “en “Een doos vol gevoelens”. Wereldverkenning: Bij het opvoeden van kinderen is het nodig om te komen tot een zekere mate van sociale redzaamheid, gezond gedrag en inzicht in maatschappelijke verhoudingen. Uitgangspunt hierbij is steeds de eigen leef - en ervaringswereld van de kinderen. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt die wereld steeds groter. Op veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en verleden van de aarde. Soms gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van moderne methoden, maar vaak ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, excursies, werkstukjes e.d. Onder de wereldoriënterende vakken verstaan wij: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, verkeer. In groep 1 en 2 worden deze “vakken” in samenhang gegeven, en komen de onderwerpen in alle lessen aan de orde. In de groepen 3 en 4 komt natuur wat meer in beeld bij schooltvprogramma‟s als “Nieuws uit de natuur”. Aardrijkskunde en geschiedenis krijgen aandacht binnen verschillende vakken. Vanaf groep 5 wordt er gewerkt met verschillende methoden voor deze vakken.


16

Aardrijkskunde

We werken met de methode “Een wereld van verschil”, deze bestaat uit een leerlingenboek, een werkboek, werkbladen, antwoordenboeken, toetsboeken en een mini- atlas. In gr. 5 staat voornamelijk de directe omgeving centraal, in gr. 6 Nederland, in gr. 7 Europa en in gr. 8 de wereld. De methode is opgebouwd volgens het schelpenmodel, d.w.z. dat thema‟s ieder jaar weer terugkomen, maar steeds in groter geheel worden geplaatst. Ieder hoofdstuk wordt afgerond met een toets, die speciaal door het CITO is ontwikkeld voor deze methode. Vanaf gr. 6 wordt ook de kaartkennis getoetst. De methode biedt topografie aan, maar er wordt voor het leren van de topografie ook gebruik gemaakt van diverse kaarten. We willen m.b.v. onze aardrijkskundemethode het volgende doel bereiken: de kinderen meer bewust maken van de ruimte om zich heen, zodat ze beter kunnen functioneren in een Europese- en wereld-gemeenschap waarin meer samenhang bestaat dan vroeger, en de afstanden kleiner zijn geworden. Geografische verschijnselen worden vanuit verschillende invalshoeken benaderd, te weten: economische, sociaal/culturele, ecologische en sociaal/politieke. Tevens wordt de leerlingen een wereldbeeld bijgebracht door kaartkennis. Zie ook: www.wereldvanverschil.nl Geschiedenis De groepen 5 t/m 8 van onze school werken met de methode “Bij de tijd”. Deze bestaat uit een leerlingenboek, een werkboek, een antwoordenboek, een toetsboek en een kopieersysteem met werkbladen. Aan het eind van ieder hoofdstuk worden de leerlingen getoetst op hun kennis en inzicht m.b.t. het onderwerp. De geschiedenis wordt verdeeld in 10 tijdvakken: jagers en boeren, Grieken en Romeinen, monniken en ridders, steden en staten, ontdekkers en hervormers, regenten en vorsten, pruiken en revoluties, burgers en stoommachines, wereldoorlogen en televisie en computer. Deze methode werkt ook volgens het schelpenmodel, d.w.z. dat de tijdvakken regelmatig terugkomen in alle 4 leerjaren een steeds breder perspectief, zodat de kennis langzaam maar zeker wordt uitgebreid. We hopen de volgende doelstelling te bereiken: de leerlingen krijgen kennis en inzicht in de ontwikkeling van de samenleving in het algemeen, en die van Nederland in het bijzonder, door vergelijkingen te maken tussen het verleden en het heden in de eigen omgeving en elders in de wereld. We helpen leerlingen om bij te dragen aan een leefbare multiculturele samenleving; oog en respect hebben voor het “anders zijn”. Zie ook: www.bijdetijd.nl. Verkeer

We willen de kinderen een bewust, actief en verantwoordelijk verkeersgedrag bijbrengen. Dit juiste verkeersgedrag zal meehelpen aan een veiliger verkeers- en leefklimaat. We proberen leerlingen inzicht te geven in het gedrag, de handelingen en bedoelingen van andere verkeersdeelnemers. Ook leren de kinderen verschillende regels, borden en tekens herkennen en toepassen. Om dit te bereiken werken we in de groepen 3 en 4 met gerichte werkbladen en praatlessen, in de groepen 5 en 6 met “Op voeten en fietsen” en in de groepen 7 en 8 met de


17

“Jeugdverkeerskrant”. In groep 7 of 8 wordt de kennis getoetst middels het landelijke verkeersexamen. Eenmaal per twee jaar wordt het praktisch verkeersexamen afgenomen in groep 7/8. De kinderen rijden in het dorp een route op de fiets, waarbij ze moeten laten zien dat ze de verkeersregels kunnen toepassen. Zie ook: www.3vo.nl Engels De kinderen in groep 7 en 8 krijgen het vak Engels. We werken met een nieuwe, actuele en aantrekkelijke methode genaamd The Team. Het accent ligt bij de methode op communicatievaardigheid, met name op het gebied van luisteren spreekvaardigheid. Er wordt daarbij gewerkt met lesboeken en werkboeken. We streven de volgende doelstelling na: leerlingen laten ervaren dat zij programma‟s in de Engelse taal, ook zonder ondertiteling, kunnen volgen, er Engels van kunnen leren en er plezier aan beleven. Leerlingen een positieve houding t.a.v. het leren van Engels bijbrengen. Creatieve vakken: Het uitgangspunt bij expressie ligt in de eigen leef- en belevingswereld van het kind. Het doel van expressie is om het kind de gelegenheid te geven aan een persoonlijke beleving uiting te geven door middel van: creatief taalgebruik; tekenen; handvaardigheid; muziek. Creatieve vakken worden in de groepen 1 en 2 geïntegreerd aangeboden. In de groepen 3 tot en met 8 worden creatieve vakken o.a. in een circuit aangeboden. Hierbij wordt groepsdoorbrekend gewerkt. - Creatief taalgebruik Dit onderdeel kan worden opgedeeld in verschillende onderwerpen, zoals het leren vertellen in de kring en het actief deelnemen daaraan, poppenkast spelen, een spreekbeurt houden en het goed onder woorden brengen van een vraag. We proberen te bereiken dat kinderen gemakkelijk en vrij kunnen spreken in allerlei situaties en met allerlei mensen. Ook het leren schrijven van een verhaal hoort bij creatief taalgebruik. -Tekenen Er wordt met verschillende materialen en technieken gewerkt. Geleidelijk komen er steeds nieuwe materialen en technieken bij. Soms worden beide voorgeschreven, ook wordt het kind zelf de keus gelaten. Er wordt in groepjes, maar ook klassikaal gewerkt. Geregeld wordt het kind gestimuleerd te verwoorden wat het getekend heeft en worden er vergelijkingen gemaakt tussen de verschillende uitingen van creativiteit van de leerlingen. - Handvaardigheid en Techniek De jongste kinderen doen handvaardigheidtechnieken gedurende de werklessen. In de hogere groepen breiden we het aantal technieken en materialen steeds verder uit, om de kinderen in aanraking te laten komen met zoveel mogelijk verschillende mogelijkheden. Af en toe vragen we ouders om te helpen bij activiteiten.


18

Daarnaast worden er gedurende het schooljaar bij verschillende gelegenheden diverse werkstukjes door de leerlingen gemaakt. Te denken valt in dit verband aan de herfst, Sint Maarten, Sinterklaas, Kerst, enz.

- Muziek Binnen het muziekonderwijs is er aandacht voor ritme, maat, improvisatie, gehooroefening, stemvorming, geheugenoefening, vormgevoel en bewegen op muziek en regelmatig worden er nieuwe liedjes aangeleerd. Plezier in muziek is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Bewegingsonderwijs: Het doel van het bewegingsonderwijs is om de kinderen kennis, inzicht en vaardigheden te doen verwerven die nodig zijn om op verantwoorde wijze deel te nemen aan de bewegingscultuur; om een positieve houding te ontwikkelen, dan wel te behouden, m.b.t. deelname aan de bewegingscultuur. De kinderen van groep 1 en 2 gaan dagelijks twee keer buiten spelen of ze krijgen twee keer per dag bewegingsonderwijs in de gemeenschapsruimte. Groep 3 t/m 8 gaan twee keer per week naar het gymnastieklokaal. Computeronderwijs en digitale schoolborden Nieuwe technische middelen nemen een belangrijke plaats in, in de school. De computer speelt een grote rol bij het inoefenen van leerstof en het ontdekkend leren. Op dit moment hebben we één computer per 4 leerlingen. Alle groepen zijn op het netwerk aangesloten van 15 multimediacomputers. Deze worden gebruikt om leerstof te oefenen, maar ook om met programma‟s als Word, Power Point en het internet te leren omgaan. Email en internet worden veel gebruikt om informatie te verzamelen voor werkstukken, spreekbeurten, etc. Via kennisnet, een door het ministerie opgezette internetsite voor het onderwijs, zullen de leerlingen in toenemende mate leren omgaan met allerlei nieuwe facetten van Informatie en Communicatie Technieken. We hebben programma‟s op het gebied van taal, spelling, lezen, rekenen en wereldoriënterende vakken. We blijven nieuwe ontwikkelingen volgen en gaan over tot aanschaf indien het om zinvolle en haalbare verbeteringen gaat. We hebben duidelijke afspraken over het gebruik van internet. We vinden het belangrijk dat kinderen positieve ervaringen opdoen met het internet. Toch kunnen kinderen op hun zoektocht in aanraking komen met ongewenste informatie. Dit willen wij niet als school. We hebben daarvoor beveiliging schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

19

aangebracht. Bovendien staan alle computers in de klas zo opgesteld dat het zichtbaar is wat de kinderen doen. We werken met digitale schoolborden in alle groepen. Alle leerkrachten zijn of worden geschoold in het werken hiermee. Voor de digitale schoolborden zijn en worden eveneens passende programma‟s aangeschaft.

3.5 De doorgaande lijn: Wij geven onderwijs waarbij het uitgangspunt is de ontwikkeling voor de kinderen in een ononderbroken lijn te laten verlopen. Dat proberen wij te realiseren door:  Doorgaande leerlijnen voor alle vakgebieden  Eén didactische aanpak (directe instructie)  Eén aanpak voor zelfstandig werken en klassenmanagement.  Eén leerlingvolgsysteem voor alle ontwikkelingsgebieden  Eén pedagogische aanpak 3.6 Zelfstandig werken: Zelfstandig werken is een basisvaardigheid, die de kinderen wordt aangeleerd vanaf het moment dat ze op school komen. We gebruiken de volgende tekens (een rood of groen bordje) voor zelfstandig werken: Een rood bordje betekent dat de leerkracht door de desbetreffende groep niet gestoord mag worden. Groen betekent dat de leerkracht met de desbetreffende groep bezig is. Staat het bord voor een groep op rood, dan betekent het dat de procedure voor de instructietafel/instructiegroep gevolgd moet worden.


20

3.7 De instructietafel / instructiegroep: We werken in de groepen 3 tot en met 8 met een instructietafel of instructiegroep. Bij deze tafel of in de groep kunnen kinderen extra instructie vragen, maar de leerkracht kan ook één of meerdere kinderen vragen om plaats te nemen aan de instructietafel of in het groepje om daar extra uitleg te krijgen. 3.8 Huiswerk Wij gaan er van uit dat het schoolse leren in principe op school moet plaats vinden. De kinderen brengen ongeveer 25 uur per week door op school. De overige tijd moet er gelegenheid zijn om te spelen en te ontspannen. Dat is nodig voor een evenwichtige ontwikkeling. Toch kan het af en toe voorkomen dat er thuis geoefend moet worden om, bijvoorbeeld tot goede beheersing van de tafels van vermenigvuldiging te komen of extra te oefenen met woorden uit het spellingsprogramma. In groep 7 en 8 wordt beperkt huiswerk aangeboden om een gewoontevorming tot stand te brengen, die gericht is op het vervolgonderwijs. In groep 8 werken de kinderen met een schoolagenda, om eigen verantwoordelijkheid voor en omgaan met hun huiswerk aan te leren.


21

4. Zorg voor kinderen 4.1 Aanmelding van nieuwe leerlingen en toelating De aanmelding van nieuwe leerlingen vind plaats naar aanleiding van een gesprek tussen ouders en directeur of ouders en intern begeleider volgens een vastgesteld protocol dat in school aanwezig is. Dit gesprek vindt na schooltijd en op afspraak plaats. Wij zijn een “open christelijke school”, dit houdt in dat de doelstellingen niet onderschreven behoeven te worden, maar wel gerespecteerd. Het inschrijfformulier wordt ingevuld bij aanmelding, ouders krijgen een schoolgids en een aanmeldingsformulier voor lidmaatschap van de VCO OostGroningen uitgereikt. Oudere kinderen kunnen vanaf de afgesproken eerste schooldag meteen hele dagen op school komen. De leerkracht zorgt voor de nodige materialen. Er wordt dan op uw kind gerekend. Het is ook mogelijk om uw kind vóór die eerste dag een dagdeel te laten meedraaien. U kunt hiervoor een afspraak maken. Onderwijs start wanneer het kind vier jaar is. Een nieuwe leerling in de kleutergroep mag een aantal dagdelen voor zijn of haar vierde verjaardag de kleutergroep komen bezoeken. Deze dagdelen worden in overleg met de groepsleerkracht van groep 1 afgesproken. Bij aanmelding van een leerling van een andere basisschool, om andere redenen dan verhuizing, zal gebruik gemaakt worden van een vastgesteld protocol. Dit dient ondertekend te worden door school en ouders. Er wordt overlegd met de ouders welke mogelijkheden de school heeft bij de opvang van kinderen met een handicap. In sommige gevallen kan een andere vorm van onderwijs worden geadviseerd. Wettelijk gezien is de school verplicht de volgende documenten door ouders te laten ondertekenen:  het inschrijfformulier  toestemmingsformulieren voor onderzoek en behandeling van kinderen volgens een handelingsplan en aanmelding bij de PCL  aanvraag van psychologisch onderzoek  de eigen leerlijn, indien kinderen daarmee werken 4.2 De leerplicht Een kind van vier jaar is nog niet leerplichtig. Dat betekent dat het in principe thuis mag blijven. Maar ook kinderen van vijf jaar hebben nog recht op 5 uur per week vrij van school. Als u daar gebruik van wilt maken vragen wij u hierover met de leerkracht van de groep waarin uw kind zit af te spreken wanneer u uw kind thuis houdt. Wanneer uw kind een extra vrije dag moet voor bijvoorbeeld belangrijke familieverplichtingen, dan is het voldoende de groepsleerkracht hierover te informeren. Een verzoek om extra vakantie moet voorgelegd worden aan de directeur. Hooguit een keer per jaar mag de directeur hiervoor toestemming verlenen voor ten hoogste 10 dagen. Dit geldt alleen in bijzondere gevallen. De eerste twee weken na de zomervakantie zijn natuurlijk heel ongewenst om te verzuimen. Wanneer uw kind ziek is en niet op school kan komen, dan ontvangen wij graag een berichtje van u. Het is prettig voor u en ons te weten waar uw kind is.


22

4.3 Schorsing en verwijdering Wanneer er sprake is van schorsing of eventuele verwijdering van een kind zal al in een vroeg stadium met de ouders worden overlegd. Ook zal dan overleg worden gevoerd met de bovenschoolse directie. Dit overleg is er op gericht om schorsing of verwijdering te voorkomen. Mochten er toch zwaarwegende redenen zijn om over te gaan tot schorsing of verwijdering dan zal dit zoveel mogelijk moeten gebeuren in overleg met de ouders. Zij zullen in ieder geval in een vroeg stadium op de hoogte gebracht worden. De uiteindelijke beslissing over verwijdering wordt genomen door het bevoegd gezag. Vooraf wordt zorggedragen voor toelating van de leerling door een andere school of instelling. Mocht dit binnen 8 weken niet lukken dan kan de school alsnog overgaan tot verwijdering zonder dat er een andere school bereid is gevonden de leerling op te nemen. Natuurlijk hopen wij van harte dat voorgaande regels altijd “ongebruikt”zullen blijven. Naast de verplichting van overheidswege om dit onderwerp in de schoolgids op te nemen is het ook goed om op alle terreinen duidelijk naar elkaar te zijn. Dit alles om iedereen de kans te bieden om in een fijne levensgemeenschap van mensen te functioneren. 4.4 Rapportage en oudergesprekken Twee maal per jaar ontvangt u een rapport over de ontwikkeling van uw kind. Dit rapport maakt duidelijk hoe uw kind in de groep is, hoe het zich heeft ontwikkeld en of er punten zijn die voor de komende periode extra aandacht behoeven. Het rapport wordt toegelicht tijdens een 10 minuten gesprek. Tijdens het schooljaar krijgen de ouders van groep 1 t/m 8 in de maanden november, maart en juli een uitnodiging voor een 10 minuten gesprek met de groepsleerkracht. Ouders van LGF leerlingen worden door de ambulante begeleider uitgenodigd voor een gesprek. Deze gesprekken vinden plm. drie keer per jaar plaats. Alle leerkrachten komen bij u voor een huisbezoek. Hiervoor wordt een afspraak gemaakt.

Protocol informatieverstrekking aan gescheiden ouders De school heeft een zelfstandige informatieplicht tegenover de ouder die het kind niet verzorgt, het ouderlijk gezag niet heeft, of zelfs geen omgangsregeling. De gedachte achter de informatieverstrekking is „een beeld te geven van hoe het kind op school functioneert‟.


23

De informatie die een school doorgeeft kent wel grenzen. Er zijn twee uitzonderingen op de informatieplicht: - de school hoeft de informatie niet te verstrekken als ze die ook niet (op dezelfde manier) aan de ouder met het ouderlijk gezag zou geven. - de informatie hoeft niet te worden verstrekt als belang van het kind zich daartegen verzet. Binnen onze vereniging is een protocol voor deze informatieverstrekking. Samengevat worden de volgende stappen doorlopen: 1. De directeur gaat na of laat via de verantwoordelijke groepsleerkracht nagaan wie van de ouders het ouderlijk gezag heeft. 2. Aan het begin van elk schooljaar verstrekt de directeur aan het team informatie (bijv. via een overzichtsformulier) over wie van de gescheiden ouders het ouderlijk gezag voert en met wie de school dus primair informatie uitwisselt. 3. Aan de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder verstrekt de school uitsluitend desgevraagd: - informatie over de leervorderingen - informatie over de activiteiten waar het kind in een bepaald schooljaar aan deelneemt of deel zal nemen. 4.5 Het volgen van de ontwikkelingen van de kinderen (leerlingvolgsysteem) Wij proberen de ontwikkelingen en vorderingen van uw kind zo goed mogelijk te volgen. Dit wordt gedaan door: 1. Door observaties en bekijken van het dagelijks werk van de kinderen. Vorderingen en aandachtspunten worden bijgehouden door de leerkracht, m.b.v. het DORR leerlingvolgsysteem 2. Het structureel afnemen van “zeker weten momenten” ( extra opgaven van het normale werk verwerken als toets) en van methode gebonden toetsen. Resultaten worden bijgehouden in de groepsmap. 3. Een school onafhankelijk leerlingvolgsysteem, CITO, dat twee keer per jaar wordt afgenomen volgens het toetsrooster in het zorgplan. Tijdens de oudergesprekken is het leerlingvolgsysteem in te zien. 4. Het EGGO leerlingvolgsysteem voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling

De zorg aan kinderen is vastgelegd in ons Zorgprofiel/zorgplan. In het kort komt het op het volgende neer: Wanneer een kind uitvalt of opvalt bij een bepaald vakgebied of op sociaal – emotioneel terrein, bespreekt de leerkracht de leerling tijdens de leerling bespreking of met de IB „er. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

24

Er wordt een eerste handelingsplan geschreven dat gedurende een periode wordt toegepast. Wanneer het probleem niet is verholpen, komt de leerling in de zorglijn: samen met de IB „er wordt onderzocht hoe we het kind het best kunnen helpen. Dit wordt vermeld in een handelingsplan, dat voor ouders ter inzage ligt in het leerling-dossier en voorzien is van een evaluatiedatum. Op deze datum wordt bekeken of het handelingsplan het beoogde resultaat heeft opgeleverd. Indien nodig volgt een aanpassing. De remediëring kan verschillende zaken inhouden. Zo kan een leerkracht met ander materiaal aan de slag gaan, de aandacht uitbreiden of op een andere manier aandacht geven. Het is ook mogelijk dat er Remedial Teaching (RT is extra hulp) gegeven wordt. De RT – leerkracht haalt het kind op gezette tijden uit de groep en werkt individueel of in een klein groepje met het kind. De IB „er volgt het hele traject, houdt de handelingsplannen en evaluatiedata in de gaten en zorgt voor ondersteuning van de leerkracht. Waar nodig kan de IB „er kinderen testen of in overleg met ouders, onderzoek aanvragen door een orthopedagoog/psycholoog. Overgangscriteria In het protocol overgang CBS Mons Sinaï staat duidelijk beschreven op welke gronden een kind overgaat naar een volgende groep en wanneer het doubleert. Mocht u precies willen weten welke criteria gebruikt worden, dan ligt daarvoor het protocol ter inzage op school. De eerste stappen voor een overgangsbeslissing worden gezet in februari. De ouders worden geïnformeerd bij twijfel omtrent de overgang. We baseren ons daarbij op eerder genoemde gegevens. We bekijken daarbij ook, in hoeverre er sprake is van een continue ontwikkeling. Als een kind in een groep blijft dan wordt in oktober van het volgende schooljaar gecheckt hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. De overgangsbeslissing wordt genomen op grond van vastgestelde overgangscriteria. Deze criteria zijn beschreven voor alle groepen. We gaan er vanuit dat ons oordeel over het schoolloopbaanvervolg bindend is voor ouders. Voor deze bindende beslissing hebben we twee redenen:  In de eerste plaats gaan we er vanuit dat we een verantwoorde beslissing kunnen maken op grond van het boven genoemde en op grond van onze kennis over het onderwijs. Deze beslissing is gebaseerd op onderzoek van het kind.  Ten tweede zou het gaan van een kind naar een groep, dat daar eigenlijk niet hoort, betekenen dat de leerkracht in de volgende groep dat kind niet aan zijn lot over kan laten en toch extra en speciaal gaat begeleiden. Daarbij wordt relatief teveel tijd onttrokken aan andere leerlingen in die groep. De school heeft daarbij verantwoordelijkheid voor de individuele leerling en voor de groep leerlingen. 4.6 Regeling Leerling Gebonden Financiering (LGF/RUGZAKJE) De bevordering van de emancipatie en integratie van mensen met een handicap vormt een belangrijke doelstelling in het beleid van de Rijksoverheid. Ook in het onderwijs is er behoefte aan emancipatie en integratie van kinderen met een schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

25

handicap. Van oudsher is het onderwijs aan kinderen met een handicap georganiseerd in speciale scholen. Steeds meer ouders wensen echter dat hun kind zoveel mogelijk in een normale omgeving opgroeit en in het verlengde daarvan ook in de thuisomgeving naar een gewone school voor basisonderwijs kan gaan. Om dit mogelijk te maken heeft de overheid een speciale regeling ontworpen, de “leerlinggebonden financiering” (de rugzak). In deze rugzak zitten middelen (in de vorm van tijd en geld) waarmee het mogelijk wordt dat de leerling onderwijs kan volgen op een gewone basisschool. Als uw kind mogelijk in aanmerking zou komen voor leerlinggebonden financiering, dan wordt u door de interne begeleider van de school hiervan op de hoogte gebracht. Zij vertelt ook welke procedure dan gevolgd moet worden.

4.7 Onze grens aan de zorg Wij streven ernaar de zorg voor de leerlingen op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen wordt bereikt: 1. Verstoring van rust en veiligheid: Indien een leerling ernstige gedragsproblemen heeft die de rust en veiligheid van andere kinderen in de groep belemmert, dan is voor ons de grens bereikt. 2. Als verzorging / behandeling en onderwijs elkaar belemmeren: Indien een leerling zeer specifieke verzorging/behandeling vraagt dan is voor ons de grens bereikt. 3. Verstoring van het leerproces voor de andere leerlingen: Indien het onderwijs aan een leerling erg veel tijd en de aandacht van de leerkracht vraagt, zodat daardoor onvoldoende tijd of aandacht voor de overige leerlingen overblijft, dan is voor ons de grens bereikt. 4. Verhouding reguliere leerlingen en zorgleerlingen: Er is een beperking in de toelating van zorgleerlingen vanwege het aantal zorgleerlingen dat al in de groep voorkomt. Per aanmelding vindt een individuele afweging plaats. 4.8 Procedure bij aanmelding van een kind met een handicap Bij de aanmelding van kinderen waarbij op voorhand vaststaat dat er voor een adequate begeleiding speciale aanpassingen in materiele en of onderwijsinhoudelijke sfeer noodzakelijk zijn en waarbij bekostiging via leerlinggebonden financiering noodzakelijk is, volgt de school een specifieke aanmeldingsprocedure, die beschreven staat in het zorgplan. Deze procedure is er op gericht alle betrokkenen zo goed mogelijk recht te doen en naar iedereen zo verantwoord mogelijk te werk te gaan. Het zorgplan is op school aanwezig en in te zien. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

26

4.9 Begeleiding langdurig zieke kinderen In de wet staat dat de school verantwoordelijk is voor onderwijs aan kinderen, ook als ze (langdurig) ziek zijn. Zieke leerlingen hebben ook recht op onderwijs. Wanneer u met uw kind in deze situatie komt, zal de leerkracht van uw kind met u overleggen hoe de ondersteuning bij het leerproces gestalte krijgt. Het belang van de zieke leerling zal steeds uitgangspunt zijn. Meer informatie kunt u krijgen op school of via de website van de stichting “Ziek zijn en Onderwijs” www.ziezon.nl

4.10 Weer Samen Naar School: Onder de titel „Weer Samen Naar School‟ zijn alle basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs op regionaal niveau onder gebracht in samenwerkingsverbanden. In ons samenwerkingsverband genaamd „Zuidoost Groningen / Drenthe‟ werkt onze school met 30 andere christelijke basisscholen samen met de scholengemeenschap voor speciaal basisonderwijs „De Baldakijn‟ te Stadskanaal. In het samenwerkingsverband wordt er naar gestreefd zoveel mogelijk leerlingen op te vangen in het gewone basisonderwijs. Elk samenwerkingsverband stelt jaarlijks een zorgplan op. Hierin staat beschreven hoe de „zorg op maat‟ georganiseerd wordt en hoe het samenwerkingsverband probeert dit steeds te verbeteren. Coördinator: J. Akkerman, Hoofdweg 226, 9678 PV Westerlee. 4.11 Permanente Commissie Leerlingenzorg: Ondanks alle zorg en inspanning binnen het basisonderwijs, zullen er altijd kinderen zijn die nog meer hulp nodig hebben. De basisschool kan dan, na overleg met en met toestemming van de ouders hiervoor een leerling aanmelden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), met een verzoek om advies, nader onderzoek of verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs. De school vult hiervoor een onderwijskundig rapport in. Dit rapport moet door de ouders ondertekend worden. In de PCL Stadskanaal zitten een orthopedagoog, een directeur van de speciale school voor basisonderwijs, een schoolmaatschappelijk werker, twee interne begeleiders vanuit het basisonderwijs en een medewerker van de Onderwijs Begeleidingsdienst Groningen. Zij adviseren de ouders en de school over bijvoorbeeld eventuele verdere begeleiding op de eigen basisschool en/of nader onderzoek. Het kan ook voorkomen dat de PCL adviseert het kind op een andere basisschool te plaatsen. Een leerling kan pas toegelaten worden tot een speciale school voor basisonderwijs als de PCL dit nodig vindt en hiermee instemt. Ouders hebben de vrijheid om zelf een speciale school voor basisonderwijs te kiezen. Voordat de PCL tot een advies of besluit komt, kunnen ouders zowel mondeling als schriftelijk worden gehoord. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

27

Als ouders het niet eens zijn met een beslissing van de PCL met betrekking tot de plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs, kunnen zij binnen 6 weken bezwaar aantekenen tegen de genomen beslissing. De PCL is dan verplicht advies te vragen bij de Regionale Verwijzingscommissie. De PCL neemt daarna opnieuw een besluit. Daarbij mag ze van het advies van de Regionale Verwijzingscommissie afwijken. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift door de PCL kan door de ouders beroep worden aangetekend bij de rechtbank. Hoe dan verder gehandeld moet worden staat in de beschikking, die de ouders krijgen. Het adres van de PCL is te vinden in de adressenlijst. Heeft men klachten betrekking hebbend op het doen en laten van de PCL, met uitzondering van klachten tegen het al dan niet afgeven van een beschikking, dan kunt u contact opnemen met de vertrouwenspersoon (zie adressenlijst).

4.12 De klachtenregeling: Het bestuur van de VCO Oost-Groningen heeft voor haar scholen aansluiting gezocht bij een landelijke klachtencommissie. Deze commissie is belast met het onderzoeken van klachten en rapporteert en adviseert hieromtrent aan het bevoegd gezag. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie en pesten. Wanneer u een klacht heeft kunt u dit opnemen met de contactpersoon van de school. Voor onze school is dat mw. J.M.P. Poel. De contactpersoon verwijst u, indien nodig, naar de vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon is een onafhankelijk persoon die nagaat of er bemiddeld kan worden en/of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie (eveneens onafhankelijk). Wilt u in een voorkomend geval liever rechtstreeks met de vertrouwenspersoon contact opnemen i.p.v. met de contactpersoon, dan is dat mogelijk. Voor de scholen van de VCO OostGroningen zijn dhr. Ton Groenbroek en mevr. Fenneke Groenbroek-de Boer uit Veelerveen de vertrouwenspersonen. Het adres en telefoonnummer zijn: Scheidingsweg 4, Veelerveen. Tel. 0597 - 541481. Vanzelfsprekend hoopt iedereen dat de ingestelde commissie en aangewezen vertrouwenspersonen nooit in actie hoeven te komen, maar waar mensen elkaar serieus willen nemen is het goed te weten wat te doen als het soms niet gaat zoals het zou moeten gaan en is het goed te weten waar je terecht kunt met vragen, opmerkingen en/of klachten. (De volledige klachtenregeling ligt op school ter inzage) De landelijke klachtencommissie waarbij de VCO scholen zijn aangesloten is te bereiken via: Mevrouw mr. A.C. Melis-Grollers en anderen Postbus 694 2270 AR Voorburg Telefoon: (070) 386 16 97 Fax: (070) 348 12 30 www.klachtencommissie.org

[email protected] schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

28

4.13 Kwaliteitszorg Op CBS Mons Sinaϊ willen we kwaliteit leveren. We werken daarom met een systeem voor kwaliteitszorg. Om de kwaliteit van ons onderwijs te onderzoeken, te waarborgen, en waar nodig te verbeteren gebruiken we “Kwintoo”. Door middel van concrete kwaliteitskaarten brengen we de eigen kwaliteit in beeld. De kwaliteitskaarten beschrijven 11 objecten die overeenkomen met de kwaliteitskenmerken die ook de onderwijsinspectie hanteert bij de uitoefening van het inspectietoezicht: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Kwaliteitszorg Toetsing Leerstofaanbod Tijd Onderwijsleerproces Schoolklimaat Zorg en begeleiding / Passend Onderwijs Opbrengsten Communicatie met de omgeving / Contacten met ouders Taal Management en organisatie

In een periode van 4 jaar komen alle objecten aan de orde. Onze school legt de nadruk op de basisvaardigheden, t.w. taal, lezen en rekenen. Dit zal ook in de toekomst het geval blijven. De kwaliteit van het onderwijs wordt ook tweejaarlijks geëvalueerd door het houden van een ouderenquête. Jaarlijks worden leerlingen van de groepen 7 en 8 gevraagd het onderwijs in hun groep te evalueren d.m.v. het invullen van een leerlingenenquête en d.m.v. gesprekken met de leerkracht. Daarnaast hebben we het Diagnose instrument Actief Burgerschap en Sociale Integratie gehanteerd om onze activiteiten op dit gebied in kaart te brengen. In schooljaar 2010-2011 behandelen wij de kaarten (vervolgacties): - Taal - Zorg en begeleiding / Passend Onderwijs - Leerstofaanbod - Tijd - Toetsing Daarnaast werken we in het schooljaar 2010/2011 aan: -structurele optimalisering van het lees/taalonderwijs -optimalisering van het rekenonderwijs -werken met (hoog)begaafde kinderen -handelingsgericht werken (Passend Onderwijs) In toenemende mate worden de Cito-eindtoets-gegevens ook gebruikt om de kwaliteit van een school te meten. Dit stuit in den lande op nogal wat bezwaren: er zijn grote verschillen tussen de leerlingen in groep 8, v.w.b. intelligentie en er zijn grote verschillen tussen de bevolking van de scholen. De eindscore van de Cito-eindtoets zegt weinig over de mate waarin de school wel of niet zijn best heeft gedaan. Elke school wordt ingedeeld in een categorie op basis van bepaalde leerlinggegevens, en hierbij hoort een te verwachten Citoeindtoetsscore, voor de school. Bij de resultaten van het onderwijs ziet u de scores van Mons Sinaï. De uitstroom gegevens naar het VO ziet u onder 6.3. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

29

Resultaten van het onderwijs De eindtoets van CITO verwerkt de resultaten van de Eindtoets in een standaard score. De score is een getal tussen 501 en 550. CITO geeft ook de gemiddelde score van groep 8 aan en geeft eveneens aan hoe de leerlingen landelijk gezien hebben gepresteerd. Daaraan zou je dus de kwaliteit van je onderwijs kunnen afmeten. Voor onze school en andere kleine scholen is daarbij een probleem dat wij kleine klassen hebben en dat een of twee leerlingen met een hoge score het totale resultaat nogal positief kunnen beïnvloeden. Enkele leerlingen met een lage score kunnen ook een vertekend beeld geven. Leerlingen die de eindtoets niet maken worden niet in de score opgenomen, terwijl zij vaak kinderen zijn die een enorme prestatie hebben geleverd. Vanaf 2008 doen deze leerlingen mee aan de Niveautoets van CITO. Jaar

Landelijke score

School score

2006 2007 2008 2009 2010

535,0 535,5 535,0 533,9 533,8

537,2 534,9 537,4 534,0 534,3

Aantal leerlingen groep 8

Aantal deelnemers aan de toets

10

5 allen allen allen

4.14 Dyslexie Wat is dyslexie? Dyslexie betekent letterlijk niet kunnen lezen. Hoewel spellingsproblemen officieel worden aangeduid met de term dysorthografie schaart men ze doorgaans onder de term dyslexie. Met dyslexie bedoelt men dan lees- en spellingsproblemen. Lees- en spellingsproblemen kunnen ook los van elkaar voorkomen. Normaal gesproken kennen kinderen na enkele maanden leesonderwijs in groep 3 (of al eerder) de letters van het alfabet. Dan zijn hun hersenen zover ontwikkeld dat ze vormen kunnen herkennen als letters, en die letters vervolgens kunnen koppelen aan klanken. Kort daarna leren ze een woord in een keer herkennen en hoeven ze het niet meer letter voor letter te lezen. Gaat dat eenmaal vanzelf (omdat het technisch lezen geautomatiseerd is in de hersenen), dan vraagt het geen extra aandacht meer. Daarmee krijgt het kind de tijd om te kunnen begrijpen wat het leest. Ongeveer 10% van de leerlingen in groep drie is wat betreft hun ontwikkeling nog niet helemaal “klaar” voor het leren lezen en schrijven. Daar kunnen allerlei oorzaken voor zijn. Er hoeft dan nog geen sprake te zijn van dyslexie. Maar hulp is dan wel geboden om een achterstand, zo mogelijk, in te halen of niet verder op te laten lopen en frustraties bij het kind te voorkomen. Gaat het kind niet vooruit ondanks alle extra inspanning en begeleiding, dan kan er sprake zijn van dyslexie. Dat komt voor bij ongeveer 3% van alle leerlingen. Het is dan raadzaam een deskundige (dyslexiespecialist, psycholoog, orthopedagoog) te raadplegen voor individueel onderzoek.


30

De oorzaak en de gevolgen De precieze oorzaak van dyslexie is nog niet helemaal duidelijk. De komende jaren zal daar waarschijnlijk meer duidelijkheid in komen. Er staat wel vast dat bij dyslexie sprake is van een flinke erfelijke factor. Dyslexie heeft niet alleen gevolgen voor het leren van talen, maar in ons talige onderwijssysteem ook voor vakken waar veel lezen bij te pas komt. Leerlingen met dyslexie moeten daar, in vergelijking met hun klasgenoten met eenzelfde intelligentie, onevenredig veel energie in steken. Bijkomende problemen Dyslexie komt regelmatig voor in combinatie met andere stoornissen, zoals spraak- taalstoornissen, motorische stoornissen, aandachts- en concentratiestoornissen, hyperactiviteit en impulsiviteit, of andere leerstoornissen zoals dyscalculie (hardnekkige rekenproblemen). Signalen Op de kleuterleeftijd is dyslexie nog niet vast te stellen. Wel kunnen er een aantal signalen zijn om een kind extra in de gaten te houden. Bijvoorbeeld wanneer het een algemeen zwak taalniveau heeft, slecht versjes kan onthouden en slecht kan rijmen en moeite heeft met het aanleren van willekeurige afspraken, zoals begrippen “links”en “rechts” en de namen van kleuren. Niet bij alle kinderen met deze problemen ontwikkelt zich echter dyslexie. Een vertraagde spraak- taalontwikkeling en dyslexie in de familie heeft wel een zekere voorspellende waarde. Diagnose en behandeling Dyslexie wordt vastgesteld na individueel onderzoek door een deskundige. Hiervoor worden de criteria van de Stichting Dyslexie Nederland gebruikt. De vereniging Balans (landelijke vereniging voor ontwikkelings- gedrags- en leerproblemen) heeft, samen met verschillende beroepsgroepen, meegedacht bij het opstellen van deze criteria. Er is geen vorm van therapie of behandeling bekend waarmee het leesprobleem volledig wordt opgelost. Er moet hard gewerkt worden voor het bereiken van resultaten. “Wondertherapieën” en wondermiddelen, (zoals medicatie, bewegingsoefeningen en speciale brillen), zijn in wetenschappelijk onderzoek niet effectief bevonden. Binnen onze school wordt er met kinderen met forse lees- spellingsproblemen gewerkt volgens een handelingsplan. Ouders zijn daarover geïnformeerd en voeren soms ook onderdelen van het plan uit. Voorzieningen bij dyslexie Kinderen met ernstige leesproblemen krijgen extra hulp die beschreven staat in een handelingsplan. Daarnaast krijgen ze extra tijd om toetsen te maken, soms zijn toetsen te beluisteren op cd, of worden ze voorgelezen door bijvoorbeeld de onderwijsassistente. Ook is het mogelijk dat kinderen die dat willen gaan samenwerken met een vast maatje (dit is een ander kind), die hun helpt bij het lezen van lastige opdrachten. Alle maatregelen worden met de ouders besproken.


31

Dyslexiebrief / dyslexieverklaring Binnen de vereniging werken een aantal scholen met een dyslexiebrief. Dit houdt in dat het kind met forse lees- spellingsproblemen of dyslexie bij aanmelding bij het voortgezet onderwijs een dyslexiebrief mee krijgt, waarin aangeven wordt dat er sprake is van lees- spellingsproblemen of mogelijk dyslexie. Ook wordt het niveau van presteren van het kind beschreven. Daarnaast wordt er extra tijd, instructie en aandacht gevraagd voor het kind. Op de school is een vastgestelde procedure voor het werken met een dyslexiebrief aanwezig. In uitzonderlijke situaties kan een dyslexieverklaring, afgegeven door een GZ psycholoog, een optie zijn. De schoolleiding bepaalt daarvoor de noodzakelijkheid. Wilt U… …meer weten over de vereniging Balans? - kijk op www.balansdigitaal.nl of - schrijf naar: Balans, Postbus 93, 3720 AB Bilthoven - bel met het landelijk bureau Balans, tel. 030 225 50 50 (ma. di. wo. do. vr. 9.00 -17.00 uur)


32

5. De Ouders 5.1 Uitgangspunten: De school vindt een goede relatie met en een hoge betrokkenheid van de ouders van groot belang. Om te weten hoe ouders over de school denken vragen wij van de ouders eens in de twee jaar een enquête in te vullen die de mening van de ouders over de school peilt. Actieve ouderbetrokkenheid zien wij als meerwaarde voor de ontwikkeling van kinderen en het realiseren van een sprankelende school. Het kwaliteitsbeleid van de school wordt besproken met de schoolcommissie, die bestaat uit ouders. Op dat niveau kunnen de ouders meedenken en meebeslissen over het door de school te voeren kwaliteitsbeleid. De schoolcommissie stelt het beleid m.b.t. de ouderparticipatie vast. Dit is een door het bevoegd gezag aan de schoolcommissie toegewezen taak. Daarnaast is er de wettelijke taak van de medezeggenschapsraad, waarin de bevoegdheden van o.m. het ouderdeel m.b.t. allerlei besluitvormingsprocedures duidelijk zijn omschreven. De ondersteuning van de ouders bij veel schoolactiviteiten, zowel in school, als buiten school, is noodzakelijk om veel activiteiten te kunnen uitvoeren. De organisatie en uitvoering van die activiteiten is eveneens een taak van de schoolcommissie. Binnen de schoolcommissie worden de taken verdeeld. 5.2 Activiteiten van en voor de ouders: 1. voor alle kinderen is er drie keer per jaar een spreekavond, 2. informatieavond (1 keer aan het begin van het schooljaar) 3. ouderavond (1 keer per jaar) 4. huisbezoeken 5. hulp bij de expressiemiddag 6. hulp bij projecten 7. werken als overblijf ouder 8. vieringen (b.v. afsluitingsdagen van projecten, kerstviering, paasviering) 9. schoolkamp 10. uitstapjes 11. onderhoud materiaal 12. begeleiding bij excursies De data van de diverse ouderactiviteiten worden in de nieuwsbrief aangegeven. Communicatie met ouders verloopt via de nieuwsbrief, de jaarplanning voor ouders, spontaan voor en na schooltijd, bij bovengenoemde activiteiten en de site www.cbs-mons-sinai.picto.nl. Via een speciale nieuwsbrief, aan het begin van het schooljaar, worden de ouders uitgenodigd zich schriftelijk op te geven voor de diverse activiteiten. Alle activiteiten worden steeds onder de verantwoordelijkheid van de leerkrachten uitgevoerd. Zij blijven ten allen tijde verantwoordelijk voor de groep. De ouders worden ondersteund en begeleid bij de uitvoering van alle voorkomende werkzaamheden en moeten net als de leerkrachten discreet omgaan met informatie aan derden over leerlingen en volwassenen. De ouders die participeren zijn verzekerd via de verzekering van de school bij de Besturenraad P.C.O.


33

Wat betreft het vervoer van kinderen: Vanaf 1 maart 2006 gelden de volgende regels: -

-

kinderen kleiner dan 1,35 m moeten een autostoeltje of zittingverhoger gebruiken. kinderen groter dan 1, 35 m en volwassenen (18 jr. en ouder) moeten de autogordel gebruiken. autostoeltjes en zittingverhogers moeten goedgekeurd zijn volgens ECEregelement 44/03 of 44/04. Dit is te zien aan een keuringslabel of -sticker. wanneer er door het gebruik van twee autostoeltjes of zittingverhogers geen plaats meer is voor een derde, mag het kind op de overgebleven plaats de gordel gebruiken. Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een autostoeltje of zittingverhoger hebben. Bij incidenteel vervoer over beperkte afstand door anderen (bijv. bezoek aanhet theater) mogen op de achterzitplaatsen kinderen volstaan met gebruik van de gordel!

5.3 Hoe laat op school? De afspraak is, dat de kinderen tussen 8.20 en 8.30 uur worden verwacht en 's middags tussen 13.05 en 13.15 uur. Buiten deze tijden draagt het personeel van de school geen verantwoording voor de kinderen. Bovendien is de aansprakelijkheidsverzekering voor de kinderen dan niet van kracht. De oversteek staat ook tien minuten voor aanvang van de schooltijd bij de straat. 5.4 Ziekte Als een kind ziek thuis blijft moet dat voor 8.30 uur gemeld worden bij de school. Als een kind op school ziek wordt, worden de ouders of, indien aangegeven, andere contactpersonen gebeld, om het kind van school te halen. Dit zal ook gebeuren in het geval een ziek kind toch naar school gebracht wordt.

5.5 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim: Ons beleid op school is er op gericht om schoolverzuim zoveel mogelijk te voorkomen. Wij willen dit o.a. bereiken door ieder kind een gevoel van veiligheid op school te geven. Wij proberen dit te bereiken door duidelijke regels te stellen, die verderop in deze schoolgids zijn beschreven. Als een kind problemen heeft, dan staan wij daar als leerkracht voor open en proberen dit samen met het kind op te lossen. Absentie: Als uw kind(-eren) door ziekte, bezoek aan een arts of anderszins verhinderd is/zijn de school te bezoeken, verwachten wij dat het voor de aanvang van de lessen telefonisch of op een andere wijze doorgegeven wordt. Als er door de ouder(s) geen bericht wordt doorgegeven, wordt er voor 10 uur telefonisch contact opgenomen met de ouders. Absenten worden dagelijks geregistreerd . Is een kind langer dan twee weken ziek, dan wordt het thuis bezocht door de leerkracht en wordt er een huiswerkregeling getroffen, indien de ziekte dat


34

toelaat. Dit geldt ook voor kinderen die om andere legale redenen de school niet kunnen bezoeken. Ook vakantie opnemen buiten de normale vakantieperiodes wordt beschouwd als schoolverzuim. Wilt u met de planning van uw vakanties rekening houden met het vakantierooster van de school! Absentie van leerplichtige leerlingen (vanaf 5 jaar) anders dan de hieronder genoemde vrijstellingen, is wettelijk gezien niet toegestaan. Mochten de ouders in strijd met de leerplichtwet handelen, dan wordt de leerplichtambtenaar op de hoogte gesteld. 5.6 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval: De leerkracht die, om wat voor reden dan ook, niet aanwezig kan zijn, meldt dit, liefst een dag van te voren, maar in ieder geval voor 7.00 uur „s morgens aan de directeur. Alle scholen van de vereniging hebben een lijst met beschikbare invallers. De directeur benadert dan één van de op de lijst staande invallers. Door invalwerk kan het voorkomen dat de reguliere groepsleerkrachten de zorg voor een andere groep voor hun rekening moeten nemen. 5.7 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten: Er zijn diverse gronden waarop een kind vrijgesteld is van onderwijs. De volgende redenen komen hiervoor in aanmerking:  Er moet voldaan worden aan een wettelijke verplichting, die niet buiten schooltijd kan plaatsvinden.  Verhuizing.  Huwelijk van familie t/m de kinderen van de broers en zusters van de ouders (t/m de 4e graad)  Ernstige ziekte van familieleden t/m de 4e graad.  Overlijden van familieleden t/m de 4e graad.  Een ambtsjubileum van familieleden t/m de 4e graad.  De werkgever verplicht de ouders om vakantie op te nemen buiten de schoolvakanties (hierbij moet de werkgever een verklaring overleggen).  Er zijn afspraken voor het houden van vakantie binnen een kring van kleine zelfstandigen, waardoor de vakanties niet binnen de schoolvakanties kunnen plaatsvinden. Buiten bovengenoemde redenen kunnen er nog andere omstandigheden zijn waarin vrijstelling van onderwijs kan worden toegestaan. Hierover kan overleg gevoerd worden met de leerplichtambtenaar.


35

5.8 Schoolverzekering: De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. 



Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is allen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort geschoten zijn in hunrechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

5.9 Overblijven / Tussenschoolse opvang Iedere schooldag, behalve de woensdag en de vrijdag bestaat de gelegenheid voor de kinderen om over te blijven op school. Het schoolbestuur/de schoolcommissie is verantwoordelijk. Daartoe is overblijfcommissie samengesteld waarvan lid zijn: een lid van de schoolcommissie, de directeur en de overblijfcoördinator. De overblijfcommissie moet zich houden aan het door het bestuur vastgestelde reglement. De overblijfcoördinator organiseert het overblijven en verzorgt de financiële afwikkeling. De regeling is dan als volgt: a. Kinderen die iedere dag of steeds op bepaalde vaste dagen op school overblijven betalen € 2,00 per keer. Elke 3 maanden ontvangen de ouders van de kinderen die in die periode zijn overgebleven een rekening met daarop het bedrag dat zij verschuldigd zijn voor het aantal keren dat hun kind(-eren) is (zijn) overgebleven. De rekening moet binnen een maand betaald worden. Wordt de betalingstermijn overschreden, dan is het, voor de rest van het schooljaar, niet meer mogelijk om nog gebruik te maken van de overblijffaciliteiten. Contante betaling is niet mogelijk. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

36

b. De kinderen nemen zelf hun eten en drinken mee. c. Er is oppas vanaf het begin van de middagpauze tot een kwartier voor de aanvang van de middagschooltijd. d. De overblijfkracht heeft de beschikking over een telefoonnummer van één van de ouders of iemand anders bij eventuele calamiteiten. e. Er wordt gezamenlijk gegeten en na afloop is er gelegenheid om te spelen met het beschikbare speelgoed. f. Iedereen luistert naar de overblijfkracht en probeert er een gezellige maaltijd van te maken. g. De schoolregels en de overblijfregeling worden door iedereen nageleefd. h. Kinderen die zich regelmatig misdragen, kunnen geschorst worden. i. Kinderen die af en toe overblijven dienen minimaal één dag van tevoren opgegeven worden bij Andrea Klein, tel. 06-13940289 De naam van de overblijfcoördinator voor onze school is: Mw. Andrea Klein Tel. 06-13940289

5.10 Buitenschoolse opvang Het schoolbestuur moet aan ouders vanaf 1 augustus 2007 de gelegenheid bieden om gebruik te maken van buitenschoolse opvang. Het bestuur van de VCO Oost-Groningen heeft er voor gekozen de buitenschoolse opvang niet zelf te gaan uitvoeren maar dit te laten uitvoeren door bestaande organisaties voor buitenschoolse opvang. Er zijn hiertoe met verschillende organisaties voor buitenschoolse opvang overeenkomsten afgesloten. In de overeenkomsten is een inspanningsverplichting afgesproken om voor kinderen van de VCO scholen een opvangplaats te bieden. Ook is er door het bestuur gezocht naar organisaties die met hun werkwijze een steentje kunnen bijdragen aan de missie van de VCO scholen: De scholen van de VCO zijn echte en hechte levensgemeenschappen van mensen waar alle kinderen en hun ouders van harte welkom zijn! Scholen die voorbereiden op een samenleving die niet alleen een kwaliteitsopleiding vraagt, maar boven alles kwaliteit in MENS-ZIJN! Voor onze school zijn er overeenkomsten afgesloten met:  Het gastouderbureau van de stichting kinderopvang Oost-Groningen (geldt voor alle scholen)  Kinderopvang De Reuzen te Scheemda (geldt voor de scholen in de gemeente Scheemda) Mocht u gebruik willen maken van genoemde mogelijkheden voor kinderopvang dan kunt u in eerste instantie terecht op school waar informatie over de kinderopvangorganisaties aanwezig is! Natuurlijk bent u volkomen vrij om opvang voor uw kinderen te regelen buiten genoemde organisaties om. schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

37

5.11 Ouderbijdrage: Om allerlei kosten te kunnen betalen, die niet uit het reguliere budget kunnen worden betaald, zoals sinterklaas - en kerstviering, maaltijden tijdens totaaldagen, excursies, enz. wordt een vrijwillige ouderbijdrage per schooljaar gevraagd. De bedragen zijn: voor één kind: € 30,00 per schooljaar. Bij 2 kinderen is het bedrag: € 55,00 Bij 3 kinderen is het bedrag: € 70,00 Bij de aanvang van het nieuwe schooljaar ontvangt u een acceptgirokaart voor het genoemde bedrag. U wordt verzocht voor 1 november te betalen.


38

6 Instanties 6.1 Samenwerking met instanties - Er bestaat een samenwerkingsverband met de onderwijs begeleidingsdienst Cedin te Groningen. - Een logopedist is op afroep ter beschikking. Ook worden de kinderen op bepaalde momenten door een schoolarts of schoolverpleegkundige gezien. Indien nodig vragen we ook advies bij andere hulpverlenende instanties. - Vier keer per jaar wordt de collectie van 160 boeken gewisseld via de bibliotheek te Scheemda. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van projectcollecties bij speciale leesprojecten.

-

-

-

De mogelijkheid bestaat, voor kinderen in groep 3 zonder diploma, om op kosten van de gemeente zwemles te krijgen in 'De Watertoren' te Winschoten. Dit gebeurt na schooltijd. De ouders moeten dan zelf voor het vervoer zorgen. Informatie hierover wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar gegeven. Nog onzeker of de gemeente Oldambt dit blijft doen! We nemen deel aan het samenwerkingsverband WSNS Zuidoost Groningen Drenthe waarbij de speciale basisschool “De Baldakijn”te Stadskanaal ook is aangesloten. Voor kinderen met leerproblemen kunnen we van hen begeleiding en advies ontvangen. Alle kinderen bezoeken minimaal één keer per jaar het theater en kinderen uit groep 7/8 bezoeken de Pieter Roelfconcerten van het NNO De muziekschool komt voorlichting geven aan de kinderen in de middenbouw Elke groep bezoekt attracties die georganiseerd worden door Natuur en Milieueducatie centrum “De Heemtuin”. We werken samen met het provinciaal Kunststation C op het gebied van kunst en cultuureducatie.

6.2 Zorg Advies Team (ZAT) /Zorg voor Jeugd Onze school is, evenals de andere scholen in de gemeente, verbonden aan het Zorgadviesteam Scheemda. Als een leerkracht zich zorgen maakt over bijvoorbeeld de (leer)ontwikkeling of het gedrag van uw kind, dan wordt dit eerst besproken met de intern begeleider, het schoolteam en met u. Vervolgens kan de schoolarts of -verpleegkundige van de GGD, het schoolmaatschappelijk werk of de schoolbegeleidingsdienst worden ingeschakeld. Wanneer er hulp nodig is, maar niet precies duidelijk is welke hulp het beste zou passen, kan het Zorgadviesteam door de school worden ingeschakeld. In het Zorgadviesteam zitten, naast de maatschappelijk werk(st)er en de schoolarts-verpleegkundige ook de leerplichtambtenaar, de buurtagent, de verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en een consulent van Bureau Jeugdzorg. In het Zorgadviesteam worden kinderen besproken in de leeftijd van 0 – 12 jaar. De vergaderingen zijn één keer per maand op het gemeentehuis Voor informatie kunt u terecht bij Mw. M Luring.


39

6.3 Voortgezet Onderwijs Aan het eind van groep 7 doen onze leerlingen mee aan de Cito- entreetoets. Deze toets geeft een goed beeld van de vorderingen van elk kind op het gebied van taal, rekenen, en studievaardigheden. De resultaten van deze toets worden met de ouders besproken. In februari van het laatste basisschooljaar doen de leerlingen mee aan de Cito- eindtoets. Als de resultaten hiervan binnen zijn bespreken we deze eveneens met de ouders. In dit adviesgesprek geven we een schooladvies dat door het hele team gedragen wordt, de ouders bepalen vervolgens de schoolkeuze. Vóór 1 april moet de leerling zijn aangemeld bij de volgende school. De leerkracht van groep 8 zorgt voor de aanmelding. De school voor voortgezet onderwijs nodigt de kinderen voor de zomervakantie uit voor een kennismakingsbezoek. Uitstroomgegevens naar het VO (Voortgezet Onderwijs): Jaar

VMBO

HAVO / VWO

2006 2007 2008

Praktijk Ond. 0% 20 % 0%

20 % 50 % 0%

80 % 30 % 100 %

2009

0%

75%

(gering lln. aantal)

25% (gering lln. aantal)

2010

0%

60%

40% (gering lln. aantal)

6.4 Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het voortgezet onderwijs Deze commissie moet worden ingeschakeld als kinderen de eindtoets onverwacht zwak maken of als kinderen op de Cito- eindtoets lager scoren dan 525. In beide gevallen moeten kinderen extra getoetst worden door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van het Voortgezet Onderwijs. Het VO stelt deze toets verplicht. De uitslag van die toets bepaalt uiteindelijk waar uw kind naar toe gaat. Is de uitslag laag dan kan de PCL zelfs het bindende advies geven dat uw kind naar het LWOO of het PO (Leer Weg Ondersteunend Onderwijs of het Praktijk Onderwijs) verwezen wordt. Het is zo dat wanneer wij vanuit het basisonderwijs verwachten dat een bepaalde leerling lager zal scoren dan 525, dat we die leerling al eind november bij de PCL moeten aanmelden. Wanneer uw kind bij de PCL aangemeld moet worden, dan doen we dit uiteraard pas na overleg met u als ouders. De ouders van kinderen die in groep 8 zitten krijgen aan het begin van het schooljaar schriftelijke informatie over alle belangrijke zaken die in dat jaar plaatsvinden. 6.5 Onderwijsinspectie Algemene informatie van de onderwijsinspectie, over alles wat met onderwijs en schoolgaan te maken heeft, is te verkrijgen via postbus 51 (tel: 0800-8051). Dit nummer is gratis. Ook via de website www.onderwijsinspectie.nl. is er de nodige algemene en meer specifieke informatie beschikbaar. De onderwijsinspectie beschikt over een vertrouwensinspecteur waar u met vertrouwelijke vragen en/of opmerkingen terecht kunt. (tel.: 0900-1113111) (lokaal tarief). schoolgids CBS Mons Sinaï Heiligerlee 2010 - 2011

40

6.6 GGD en Vermoeden van kindermishandeling: Jeugdgezondheidszorg van de G.G.D. op school Vanaf de basisschoolleeftijd krijgen kinderen en hun ouders te maken met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Groningen. De GGD Groningen zet zich actief in voor het behoud en verbetering van de gezondheid van de bevolking in de provincie Groningen. De jeugd is een belangrijke doelgroep waar de GGD zich op richt. De afgelopen jaren heeft de GGD Groningen een nieuwe werkwijze ontwikkeld als gevolg van een landelijke wetswijziging. Deze werkwijze wordt in de hele provincie Groningen uitgevoerd. De GGD Groningen komt jaarlijks in de gezondheidsperiode op school. De gezondheidsperiode is een aaneengesloten periode waarin de GGD op school komt en de kinderen van groep 2 en 7 onderzoekt. Groep 2 Wanneer uw kind in groep 2 zit, onderzoekt de GGD of de kinderen goed kunnen zien en horen. Daarnaast worden de kinderen gewogen en gemeten. In een aantal Groningse gemeenten onderzoekt de GGD kinderen op spraak- en taalontwikkeling. Alle ouders van de kinderen in gr. 2 worden door de GGD samen met hun kind uitgenodigd voor een gesprek met de arts of verpleegkundige. Ter voorbereiding krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid van hun kind. De antwoorden kunnen aanleiding zijn om in een onderzoek of gesprek extra aandacht aan een kind te besteden.

Groep 7 De GGD meet en weegt de kinderen ook wanneer ze in groep 7 zitten. Ouders van de kinderen in groep 7 krijgen van tevoren een vragenlijst met vragen over de gezondheid van hun kind. Met de leerkracht wordt besproken of er kinderen zijn waar extra aandacht aan moet worden besteed. Ouders kunnen aangeven of ze prijs stellen op een gesprek/onderzoek met de arts of verpleegkundige. Mogelijk worden ouders door de GGD uitgenodigd voor een gesprek met de arts of verpleegkundige. Uit de onderzoeken en vragenlijsten wordt allerlei informatie gehaald. Deze informatie bespreekt de GGD met de school. Er kunnen thema‟s uitkomen die het komend jaar en/of jaren daarna extra aandacht verdienen. Bijvoorbeeld voeding en bewegen, gebitsverzorging, pesten of roken in de bovenbouw. De GGD beschikt over veel (les)materialen die de school hierbij kan gebruiken. Ouders worden over al deze activiteiten geïnformeerd via bijvoorbeeld weeknieuws of ouderavond.


41

Informatie. Ouders, leerkrachten en leerlingen krijgen regelmatig schriftelijke informatie van de GGD over zeer uiteenlopende onderwerpen op het gebied van gezondheid. Schoolkrantartikelen, folders of brochures worden via alle scholen verspreid. Neem ook eens een kijkje op www.ggdgroningen.nl. Hier kunt u verschillende folders downloaden, zoals een folder over bedplassen of slaapproblemen. Meer informatie of vragen? Informatie Centrum Gezondheid Hanzeplein 120 9713 GW Groningen Telefoonnummer: 050-3674177. Op werkdagen van 10.00-16.30 uur. De school besteedt zelf ook aandacht aan gezond gedrag. Zo worden er projecten uitgevoerd en informatie doorgegeven. De G.G.D. adviseert en begeleidt scholen hierbij. Regelmatig worden alle kinderen op school gecontroleerd op de aanwezigheid van hoofdluis. De moeders die deze controle uitvoeren zijn hiervoor opgeleid door de G.G.D. en doen dit onder verantwoordelijkheid van de schoolcommissie. Mocht er bij uw kind hoofdluis of neten geconstateerd worden, dan wordt u dezelfde dag door de leerkracht op de hoogte gesteld. Het zou goed zijn als alle kinderen iedere week thuis ook goed gecontroleerd zouden worden. Stappenplan bij vermoeden van (seksuele) kindermishandeling 1. De leerkracht heeft vermoeden van (seksuele) kindermishandeling bij een kind. 2. De leerkracht overlegt met directeur en/of team. 3. De leerkracht overlegt met de sociaal verpleegkundige van de GGD. Samen met de school wordt bekeken of er een oplossing is, b.v. de sociaal verpleegkundige heeft een gesprek met de ouders. Als de oplossing wordt gevonden, verder geen actie Als de oplossing niet wordt gevonden, neemt de sociaal verpleegkundige contact op met AMK. De sociaal verpleegkundig brengt hierover verslag uit aan de school. 4. Voor klachtenmeldingen kan men terecht bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 1113111 Het Amsterdams Protocol Kindermishandeling wordt gevold.


42

7 Informatie allerlei 7.1 Gymnastiek Groep 1,2 gymmen in de gemeenschapsruimte. Aan het begin van het schooljaar moeten de kleuters gymschoenen meenemen, die op school bewaard worden. De overige gymnastieklessen worden gegeven in gymnastieklokaal van de gemeente. De kinderen lopen onder begeleiding van de groepsleerkracht van en naar school. Kinderen van groep 6 t/m 8, die aan de noordzijde van de Provinciale weg wonen mogen, als de gymles aan het einde van de schooldag is, direct naar huis. Kinderen die aan de zuidzijde wonen en kinderen die hun fiets op school gestald hebben gaan met de leerkracht mee terug naar de school. Een gymbroekje/-pakje is verplicht en gymschoenen zijn gewenst. De gymspullen kunnen meegenomen worden in een tas. De tas kan aan de eigen kapstok blijven hangen en moet in ieder geval voor elke vakantie mee naar huis worden genomen. De gymnastiek-uren worden in de nieuwsbrief vermeld 7.2 Verkeer van en naar school De kinderen die wat verder van school wonen kunnen op de fiets komen. Er is een overdekte fietsenstalling op het schoolplein. Daar de ruimte in de fietsenstalling beperkt is, willen we u vragen uw kind zoveel mogelijk lopend naar school te laten komen. Oversteken tijdens de school uren bij de school is alleen mogelijk tien minuten voor de aanvang van de lestijden onder begeleiding van de verkeersbrigade. Deze verkeersbrigade wordt gevormd door de leerkrachten van de school, die daarvoor een officiële aanstelling hebben. Attentiepunten:  De ouders zorgen er voor, dat hun kinderen in ieder geval niet eerder dan tien minuten voor de aanvang van de lestijden bij de school zijn.  Kinderen en ouders, die de school vanuit de richting Winschoten naderen, mogen pas oversteken op het teken van de verkeersbrigadier, deze staat op de weg met het stopbord omhoog en roept:”Klaar over”.  Het parkeren van auto‟s direct bij de school, behalve op de twee aanwezige parkeerhavens, is ongewenst. Het werkt uitzichtbelemmerend. U wordt verzocht zo veel mogelijk per fiets te komen. Als u toch per auto komt, vragen wij u even te parkeren op de parkeerplaats naast de klokkengieterij.  De ouders steken zelf met hun kind niet uit eigen beweging over. Het moet voor de kinderen duidelijk zijn, dat er alleen maar op aanwijzing van de verkeersbrigade overgestoken mag worden.  Het oversteken na schooltijd gebeurt tot 5 minuten na de beëindiging van de lessen onder begeleiding van een verkeersbrigadier.


43

7.3 Telefoon Als u telefonisch iets aan ons wilt doorgeven, wilt u ons dan voor 8.30u, tussen 12.00u en 13.00u of na 15.15 u bellen.

7.4 Traktatie We willen graag dat de kinderen bij een verjaardag op hartige hapjes, fruit, ijs, chips of iets dergelijks trakteren (liever geen snoep!). 7.5 Goed doel Elke maandagmiddag mag er geld meegenomen worden voor een goed doel. We kiezen jaarlijks één of meer goede doelen die bekend gemaakt worden in de nieuwsbrief. 7.6 Batterijen Gebruikte batterijen kunnen op school ingeleverd worden en in de daarvoor bestemde gele emmers gedaan worden. Wij verzoeken u de kinderen de batterijen in plastic verpakt mee te geven, om verwondingen bij de kinderen door lekkage te voorkomen. De school krijgt van de gemeente een vergoeding voor elke kilo batterijen die verzameld is. 7.7 Sponsoring De school voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. We doen het zeker niet wanneer daar naar de kinderen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn. 7.8 Hoofdluis Iedere maandag na een vakantie komen ouders op school om alle leerlingen te controleren op hoofdluis. Op die dag liever geen ingewikkelde kapsels dragen of gel in het haar doen Mocht er onverhoopt hoofdluis worden aangetroffen dan zal daar zeer discreet mee worden omgegaan en wordt u als ouder op de hoogte gesteld. Als u zelf neten of hoofdluis bij uw kind aantreft wilt u dan altijd de leerkracht waarschuwen?


44

7.9 Schooltijden groep

morgen middag

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

1 t/m 8

morgen pauze

8.30-12.05 10.15-10.30

8.30-12.05 10.15-10.30

8.30-12.15 10.15-10.30

8.30-12.05 10.15-10.30

8.30-12.05 10.15-10.30

middag

13.15-15.15

13.15-15.15

13.15-15.15

uur p/w

24.05

Het aantal verplichte onderwijsuren voor alle kinderen is minimaal 940 uren per schooljaar. 7.10 Vakantierooster herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie paasvakantie meivakantie hemelvaart pinkstervakantie zomervakantie 2010

25 okt. 10 20 dec. 10 21 febr. 11 22 april 11 2 mei 11 2 juni 11 13 juni 11 25 juli 11

t/m

t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m

29 okt. 10 31 dec. 10 25 febr. 11 25 april 11 6 mei 11 3 juni 11 17 juni 11 2 sept 11

Studiedag/ Vergadermiddagen (kinderen vrij) Dinsdag

21 september

2010

hele dag

Dinsdag

16 november

2010

23 maart

2011

29 maart

2011

middag

Woensdag

Studiedag Gedrag Studiemiddag Taal Studiemiddag VCO

middag

Dinsdag middag


45

Studiemiddag Leerstofaanbod

5/6

7/8

Indiv. en groepjes

TR

IB

1/2

3/4

LGF en Taal lezen gr. 4

5/6

7/8

Indiv. en groepjes

TR

IB

1/2

3/4

LGF

5/6

7/8

Indiv. en groepjes

TR

1/2

3/4

LGF

5/6

7/8

Indiv. en groepjes

TR of BIB

3

LGF

4

7/8

Indiv. en groepjes

TR

7/8

3/4

Hoogbegaafdheid

3/4

3/4

7/8

3/4

Di.mo

Di.mi Wo.mo Do.mo

1/2

5/6

Do.mi

1/2

5/6

Vr.mo

1/2

5/6

G.Wierenga

H.Tiggelaar

J.Poel

3/4

IB

J.Luring

M.Andelbeek

1/2

Ma.mi

T. Spanjer

Indiv. en groepjes

G.v d Zwaag

7/8

1/2

E. Omlo

5/6

M. Luring

3/4

Ma.mo

!!!

W. Doddema

7.11 Formatie en organisatie 2010 – 2011

LGF

Op vrijdagmiddag zijn de groepen 1 tot en met 8 vrij.

Bijzondere schoolactiviteiten Deze worden bekendgemaakt in de nieuwsbrief. Sinterklaasviering Kerstviering Leeskampioenschap Voorleesontbijt Kinderboekenweek Kinderjury en bijzondere leesprogramma‟s in samenwerking met de bibliotheek Cultuuractiviteiten Spreekavonden / ouderavonden Projecten Schoolkamp / schoolreisjes Uitstapjes / excursies


46

Adressenlijst Bovenschoolse directie: Dhr. J. de Boer algemeen directeur (alg. zaken/financien/huisvesting/ict) 0597-591897 Dhr. H. Kielstra adjunct directeur (onderwijs) 0597-676065 Dhr. E. Smid adjunct directeur (personele zaken) 0597-647389 Verenigingskantoor: VCO Oost-Groningen Scholtenswijk 10 Oude Pekela, Postbus 35 9665 ZG Oude Pekela Het dagelijks bestuur: Dhr. H.J. Kieft (Hendrik-Jan), Oogstweg 2, 9674 TC Winschoten (voorzitter) Mevr. G. Stavenga (Gea), Veendijk 28, 9636 HH Zuidbroek (secretaresse) Dhr. P.J.H. de Waard (Pieter), Mr. Modderm.straat 1, 9671 AG Winschoten (penningmeester) Mevr. C.M. ten Have (Christine), Trekweg 5, 9679 TA Scheemda (lid) Mevr. M. Roelvink (Marlies), Drostenlaan 5, 9636 TA Zuidbroek (lid)

Schoolcommissie: Afgev. alg. bestuur: vacant Mw. C. Nicolaas (voorzitter) Kamplaan 9 9677PG Heiligerlee Dhr. M. Boer Hoofdweg 9681 Midwolda Mw. W. Fokkema Oude Hornweg 23 9677 PM Heiligerlee Mw. D. Vedder Trekweg 11 9677 PJ Heiligerlee Mw. Y. Koers Bonekamp 5 9679 VC Scheemda Mw. H. Tiggelaar(adviserend lid) MR / GMR: Mw. W. Fokkema (ouders) Mw. G. van der Zwaag (personeel) School: CBS „Mons Sinaï‟ Provinciale weg 33 9677 PA Heiligerlee tel. 0597-423447 [email protected] www.cbs-mons-sinai.picto.nl Overblijfcoördinator (voorlopig): Mw. A. Klein 06-13940289. Beladres voor af en toe overblijven: Mw. A. Klein 06-13940289 Landelijk meldpunt vertrouwensinspecteurs tel. 0900 - 1113111

Schoolteam: Mw. H.Tiggelaar (directeur) Stationsstraat 62 9679 EE Scheemda tel. 0597-423447 (school) tel. 0597-592180 (thuis) [email protected]

Dhr. J. Luring (LGF) Dorpsstraat 21 9591 AR Onstwedde Onderwijsassistente: Mw. W Doddema Klokkenborg 38 9945 RV Wagenborgen

Aanspreekpunt tijdens afwezigheid van de directeur: Mw. M.E. Luring- Holtrop (intern begeleider) Dorpsstraat 21 9591 AR Onstwedde

Conciërge: Dhr. R Scheper Ligusterstraat 6 9581 KC Musselkanaal

Groepsleerkrachten: Mw. E. Omlo (groep 1) Borgsweer 10 9949 PA Borgsweer

Schoolschoonmaakster: Mw. P.J.T. Grooten-Veenstra, Graaf Adolfstraat 5, 9677 RA Heiligerlee Overige adressen: Weer Samen Naar School PCL Stadskanaal e.o. Postbus 9 9665 ZG Oude Pekela tel. 0597618888

Mw. M.E. Luring- Holtrop (groep 2) Dorpsstraat 21 9591 AR Onstwedde Mw. G.A. Wierenga-Oostland (groep 3-4) Mr. S. Reijndersplein 11 9902 PD Appingedam

Heeft men klachten betrekking hebbend op het doen en laten van de PCL, met uitzondering van klachten tegen het al dan niet afgeven van een beschikking, dan is het adres:

Mw. M. Hofstede-Andelbeek (groep 5-6) Hoofdweg 256 9621 AS Slochteren

Vertrouwenspersoon samenwerkingsverband 208 Dhr. L. Westra Nijverheidsstraat 15 9643 JA Wildervank

Mw. J.M.P. Poel (groep 7-8) Speenkruid 30 9411 CS Beilen

Informatie Centrum Gezondheid (GGD) Hanzeplein 120 9713 GW Groningen tel. 0503674177. Op werkdagen van 10.00-16.30 uur.

Mw. T. Spanjer Dollardlaan 108 9679 DD Scheemda

Zorg Adviesteam Tel. 0598 - 694412

Mw. G. van der Zwaag (LGF) Ds. S. Tjadenstraat c111A 9663RE Nieuwe Pekela


Schoolverpleegkundige:vacant

48

Schoolgids. Christelijke Basisschool Mons Sinaï

Recommend Documents