Scenario Zelfstandige Buitenlandse Stage De bedoeling van dit scenario is de zelfstandige buitenlandse stage kritisch door te lichten in functie van een optimalisatie van de stagebegeleiding met een beperkte fysieke aanwezigheid, in dit geval de begeleiding van een student in het buitenland. Het scenario bestaat uit drie stappen: een beschrijving van de stage de toepassing van het analyse-instrument op het traject de keuze en implementatie van tools ter optimalisatie van de begeleiding terwijl de fysieke aanwezigheid van de opleider op de werkplek niet opgedreven wordt.
BESCHRIJVING STAGE Een eerste stap bestaat in het beschrijven van de stage. Immers, door het traject in kaart te brengen aan de hand van de kenmerken die dankzij elke stap van dit analyse-instrument aangereikt worden, stimuleer je de bewustwording van elke stap van het parcours, met zijn sterktes en zijn werkpunten. Het is een eerste stap om dit traject te bekijken in functie van een optimalisatie van de begeleiding, terwijl je een minimale fysieke aanwezigheid als contextgegeven meeneemt. Het opleidingscentrum We beschrijven hier de praktijkcomponent van een bacheloropleiding tot leerkracht secundair onderwijs voor een derdejaarsstudent die kiest om zijn praktijksemester in het buitenland te doen. Dit betekent concreet dat de student gedurende verschillende weken in het buitenland ‘meedraait’ als leerkracht/stagiair in een school. Het soort stage Tijdens deze buitenlandse stage geeft de student zelfstandig les in de stageschool. Hij of zij geeft les en doet alles wat men als leerkracht moet doen. De mentor hoeft niet steeds ter plaatse en constant in de klas te zijn. De mentor moet wel in de nabije omgeving zijn of bereikbaar zijn. Voor alle studenten worden 9 weken stage ingeroosterd. Zij hebben de keuze uit 6 soorten combinatiepakketten, namelijk: Pakket 1 = reguliere stage 5 weken stage 4 weken alternatieve stage (buitengewoon secundair onderwijs (BuSO), methodeonderwijs (MO), stage in instelling, organisatie of bedrijf, projectweek in scholen of schoolbetrokken instanties) Pakket 2 = 6 wekenzelfstandigestage 6 weken zelfstandige stage (binnen- of buitenland) 3 weken alternatieve stage
1
Pakket 3 = 7 weken zelfstandige stage 7 weken zelfstandige stage (binnen- of buitenland) 2 weken alternatieve stage Pakket 4 = 8 weken zelfstandige stage 8 weken zelfstandige stage (binnen- of buitenland) 1 week alternatieve stage Pakket 5 = 9 weken of meer zelfstandige stage 9 weken zelfstandige stage (binnen- of buitenland) of meer Pakket 6 = 6 weken zelfstandige stage (bij 10 of 11 / 20 als resultaat voor eerdere stage) 6 weken zelfstandige stage (buitenland) 3 weken REGULIERE stage Infosessies over de buitenlandse stage worden georganiseerd aan begin van het tweede jaar. Ook de ouders zijn welkom.Op het einde van het tweede jaar, nadat de stagecijfers bekend zijn, worden de kandidaten voor de zelfstandige buitenlandse stage uitgenodigd. Zo weten de studenten nog voor de vakantie of ze naar het buiteland op zelfstandige stagekunnen gaan of niet. Voor de opstart van het derde jaar worden er individuele gesprekken gevoerd tussen de organisator van de opleidingsinstelling en de student. In het derde jaar (eind december) is er ook een briefing over wat er verwacht wordt. Enkele weken voor het vertrek wordt er een interculturele training (zich open stellen, lagen van culturen, waar moet men nog aan denken, etc) gegeven. Al deze stappen zijn verplicht voor de deelnemers. Stagetoewijzing De organisatoren van de internationale stages op de opleidingsinstelling bieden scholen van over de hele wereld aan als stagescholen. Zo hebben ze een goed beeld van de stageplaatsen en de mogelijkheden. Studenten mogen ook zelf een stageschool voorstellen, die wordt dan nog eerst door de organisatie van de opleidingsinstelling gecontroleerd (door zelf op bezoek te gaan of door telefonisch of via skype contact te leggen).De student kiest dus zelf, uit het aanbod of vrij, maar de opleiding maakt op voorhand duidelijke afspraken over de draagwijdte van deze zelfstandige stage: communicatie, het beeld van de stageschool, het beeld van GROEP T, … Perspectief van de student Niet alle studenten mogen deelnemen aan de zelfstandige buitenlandse stages. Studenten met een te laag cijfer voor de laatste stageperiode zullen ofwel niet naar het buitenland mogen ofwel voor een kortere tijd. Dit laat toe om de studenten die blijk geven van voldoende zelfstandigheid en andere competenties nodig om verschillende weken in het buitenland te gaan lesgeven op weg te sturen en de studenten die meer begeleiding nodig hebben dichter bij huis te hebben. Absolute voorwaarde om op Zelfstandige Buitenlandse Stage te gaan, is geslaagd zijn en geen vakken meer lopende hebben in het tweede semester van het derde jaar.
2
Afstemming opleidingseisen, leerbehoeften van de student, organisatieontwikkeling op de werkplek De stagiair communiceert op voorhand verplicht met de mentor uit de stageschool om informatie te verzamelen. De eerste week ter plaatse is verplicht een observatieweek, daarna begint de ‘echte’ zelfstandige stage. Er zijn 3 verplichte competentiegerichte evaluaties waarvan de slotevaluatie de belangrijkste is. Het evaluatiedocument is gebaseerd op de 10 basiscompetenties van de leerkracht. Deze evaluatie gebeurt door de stagebeleider, twee vakdocenten, organisatoren opleidingsinstelling en de feedback van de lokale mentor.De naverwerking gebeurt in de vorm van slotgesprek (een driehoeksgesprek van organisatoren opleidingsinstelling, student en stagebegeleider). De begeleiding van de mentor kan niet strikt worden opgelegd. Daarin speelt de mondigheid en assertiviteit van de student een belangrijke rol spelen. Dit wordt op briefings ook zo voorgesteld.De stagebegeleider is in de fysieke onmogelijkheid de student te gaan bezoeken. Er wordt wel gebruik gemaakt van e-tools: Epos (elektronisch systeem voor de opvolging en planning van stages), Toledo (praktische info, opdrachten, etc.).
ANALYSEER EN KIES Een tweede stap bestaat erin het traject volledig door te lichten aan de hand van het analyse-instrument. Elk kwaliteitscriterium dat is gerelateerd aan stagebegeleiding is opgelijst en ingedeeld naargelang het engagement van elk van de actoren of van hun samenwerking. Er staan ook tips voor tools ter optimalisatie. Het analyse-instrument kan als reeks van meerkeuzevragen geïnterpreteerd worden. Soms is meer dan één antwoord mogelijk. In dit scenario staat de keuze per criterium in het cursief/vet aangeduid, aangevuld met een verklaring onder elk criterium. Ook het selecteren van toolsvoor optimalisatie staat telkens geduid met een korte verantwoording.
3
Visie op stages en kwaliteitszorg technisch, praktische aanpak + persoonlijk, denken/beleven + meta, verbinden aan toekomstdoel (werkbegeleiding) (leerbegeleiding) (loopbaanbegeleiding) Het doel van de buitenlandse stage is precies om zelfstandig de stage te ‘beleven’ in een internationale, niet-Vlaamse context. Persoonlijke doelen en de motivatie om voor deze stagevorm te kiezen, komen uitgebreid aan bod tijdens de individuele gesprekken aan het einde van het tweede jaar (dit bepaalt welke kandidaten naar het buitenland mogen) en aan het begin van het derde jaar. Sturing in stage opleider bepaalt leerdoelen studenten formuleren leerdoelen leerdoelen worden in overleg afgestemd (opleidingsgestuurd) (studentgestuurd: zelfsturing) (dialogisch gestuurd: leren centraal) *leraarsnest *leraarsnest *ankerlectoren *ankerlectoren Vooraleer een student naar het buitenland vertrekt, is er uitvoerig contact geweest over welke de voorwaarden en doelen zijn voor de opleiding (competenties), de student (persoonlijke leerdoelen) en de stageschool (kaderend in het eigen project). Cultuur van de werkplek stagiair zo snel mogelijk inwerken in met stagiair uitzoeken welke taken hij consensus tussen opleidingstaken, taken binnen werkplek graag wil opnemen belangen van werkplek (innovatie) en leerwens en -behoefte van student (beroepsgerichte cultuur) (studentgerichte cultuur) (dialogische cultuur) *leraarsnest *leraarsnest *ankerlectoren *ankerlectoren Dit is eigen aan de soort stage. Bovendien zijn de beoordelingsmethodieken hierop afgesteld. Rol van praktijk en praktijkvoorbeelden ter ondersteuning theorie in functie van praktijkvragen opleiders en stagiairs analyseren praktijkervaringen van theorie van stagiairs samen praktijkvragen *discussieforum met scaffolding *micro-teaching Door de zeer specifieke setting, is er volop materiaal om samen praktijkvragen te analyseren (koppeling met theorie). Vaak gebeurt dit pas aan het einde van de stage met de opleider. Rol van basiscompetenties weten aan welke basiscompetenties overleg tussen opleiding en basiscompetenties gebruiken als het stageaanbod bijdraagt stageschool om stageaanbod af te richtsnoer om stageaanbod in stemmen op basiscompetenties trialoogte optimaliseren *leraarsnest *ankerlectoren Zie ook sturing in stage: formele voorwaarde. Opmerkingen Doelen in stage
4
Deskundigheid betrokkenen docent begeleidt vanuit vooropleiding + overleg met werkveld + literatuur en vorming en ervaring (professionalisering) *overleg met werkveld inbouwen *vorming met werkveld delen *vorming met werkveld delen *coachende website *coachende website *professionalisering *MCO De stagebegeleiders hebben in regel niet specifiek vorming gehad over het begeleiden van buitenland-stages. Zij leren vanuit hun ervaring inspelen op allerlei praktische problemen die zich voordoen. Bijvoorbeeld: bachelor-studenten van de GLO bekwamen zich in 2 onderwijsvakken. In het geval dat een student deze 2 vakken tijdens de buitenlandse stage niet allebei aan bod kan laten komen (stage aan een katholieke school in Curaçao waar het niet mogelijk is om niet-confessionele zedenleer te geven), dan geeft de vakdocent een alternatieve opdracht mee (eerder uitzonderlijk). Beroepsontwikkeling mentor begeleidt vanuit + overleg met opleiding + literatuur en vorming mentor vooropleiding en ervaring (professionalisering) *overleg met werkveld inbouwen *vorming met werkveld delen *vorming met werkveld delen *coachende website *coachende website De beroepsontwikkeling van mentoren kan sterk verschillen en is ook niet altijd aan de opleidingsinstelling gekend, daarom nemen we aan dat die op basisniveau is. Omdat de fysieke afstand tussen opleidingsinstelling en mentor te groot is om overlegmomenten in te bouwen, is een coachende website hier de enige mogelijkheid. Dit zou een belangrijke meerwaarde kunnen zijn, en praktisch te realiseren als onderdeel van de e-tools die nu al worden gebruikt (Epos & Toledo). Probleemgevoeligheid stagiair aanvaardt praktijk zoals het stagiair neemt - geconfronteerd met stagiair stelt - geconfronteerd met (kritische zin) stagiair zich voordoet eigen grenzen (kritisch incident) eigen grenzen (kritisch incident) kader vanuit praktijk over individueel kader in vraag en (pre-kritisch) (conformistisch) exploreert (kritisch-reflexief) *leergemeenschap *discussieforum met scaffolding *discussieforum met scaffolding *synchrone begeleiding via interactive whiteboard Dit is eigen aan de soort stage. Gezien het feit dat er voorwaarden zijn opgelegd om op buitenlandse stage te ‘mogen’ te gaan(selectie van studenten die hier sterk in zijn) en omdat studenten in het buitenland sowieso geconfronteerd worden met de grenzen van hun eigen interpretatiekader, is de kans aanzienlijk dat studenten hun eigen kader in vraag gaan stellen en exploreren. Mate van zelfsturing stagiair heeft sturing nodig bij plannen stagiair heeft begeleiding nodig bij stagiair kan zich persoonlijke stagiair van opleidingsdoelen: regels en opstellen persoonlijke leerdoelen: leerdoelen stellen en die planmatig afspraken richtlijnen uitwerken met enige ondersteuning *digitale videobespreking peers en *digitale portfolio *actieonderzoek opleider *digitale videobespreking peers *video-reflectie *supervisie bijeenkomst in opleiding *scaffolding met achtergrondliteratuur *lokale leergemeenschap Beroepsontwikkeling docent/stagebegeleider
5
*supervisie via videoconferencing *coachende website *camera in de klas *video-begeleiding *micro-teaching Zie ook sturing in stage: formele voorwaarde. Opmerkingen
Verwachtingen of ruimte die werkplek krijgt (rol van werkplek in opleiding)
school als leverancier van stageplaatsen
*sterke on-campus begeleiding vooraf
Samenwerkingsafpraken/organisatie + school als medeopleider, wederkerigheid in realiseren van doelstellingen
*(digitale) portfolio
partners in leren (professionele leergemeenschap) + helpen ontwikkelen, processen verbeteren en creëren van meerwaarde met win-win voor 3 partijen (producerend leren)
*coachende website *ankerlectoren *digitale mentorenvorming *leraarsnest Studenten worden aangemoedigd om te verkennen wat de stageschool van hen verwacht. Ze geven zelf ook aan waar zij graag aan zouden werken. Er groeit vanuit die eerste verkenning vaak een partnerschap in leren, maar het is geen evidentie. Verwachtingen of ruimte stageleerlijn met taken en verantwoor- stagiairs vullen zelfstandig leraarspersoonlijk ontwikkelingsplan obv die stagiair krijgt (rol van delijkheden die vastliggen vanuit taken en verantwoordelijkheden in ervaringen van de stagiair en in stagiair in opleiding) opleiding of werkplek (standaard) (flexibiliteit) overleg met de mentor (maatwerk) Afspraken over rollen
begeleiding en beoordeling zijn duidelijk afgesproken met stageschool + onderscheiden door ze toe te kennen aan afzonderlijke personen Er is een duidelijk kader beschikbaar voor dit gegeven. Er zijn slechts twee partijen die deelnemen aan het stagegebeuren ter plaatse: student en mentor. De mentor begeleidt en beoordeelt zonder dat de opleiding daarin tussen komt. Opmerkingen
Begeleiding door
opleiding neemt rol van begeleiding en beoordeling op zich
rollen in begeleiding en beoordeling zijn duidelijk afgesproken met stageschool, niet onderscheiden (gelijktijdig en/of door dezelfde persoon)
Begeleiding en beoordeling regelmatig ingebouwde feedback- en feedback- en reflectie momenten
diepgaande feedback en
6
docent/stagebegeleider
reflectie momenten, op ingevuld door stagiair, op persoonlijk reflectiemomenten, op persoonlijk opleidingstraject opleidingsplan ontwikkelingsplan *(digitaal) portfolio *supervisie bijeenkomst in opleiding *supervisie via videoconferencing *leerjournaal *discussieforum met scaffolding *micro-teaching Er zijn geen structurele middelen aanwezig, tijdens de stage, die toelaten dat de opleiding feedback geeft op regelmatige tijdstippen. Na afloop van de stage is er een slotgesprek in de vorm van een driehoeksgesprek. Begeleiding door mentor feedback en tips nav concrete situaties feedback- en reflectiemomenten nav diepgaande feedback- en (ad hoc) concrete situaties reflectiemomenten door linken van ervaringen aan onderliggende principes *coachende website *coachende website Vooraf zijn duidelijke afspraken gemaakt met de mentor. Die wordt verondersteld om ter plaatse regelmatig feedback te geven en reflectie te ondersteunen. Meestal gebeurt dat op basis van concrete situaties en niet vanuit achterliggende principes. Het inzetten van een coachende website (zie ook Beroepsontwikkeling mentor) zou hier in kunnen ondersteunen. Beoordeling adhv verslagen en rapporten van + portfolio’s en assessments door + ook formatief mentoren en opleiders, summatief stagiair zelf en/of peers, summatief *(digitale) portfolio *self-assessment De stagebegeleideris eindverantwoordelijke in de beoordeling en kent een cijfer toe op basis van een evaluatieformulier dat door de mentor is ingevuld op basis van het beheersen van de 10 basiscompetenties. De begeleider neemt hiervoor contact op met de mentor om te ‘horen’ hoe het was. Nadien wordt er een driehoekgesprek gevoerd tussen student, coördinator van de zelfstandige buitenlandse stage van de opleiding en stagebegeleider (omwille van de afstand kan de mentor hier niet bij zijn). Structuur stagiairs krijgen basisinformatie over wegwijs begeleiding is structureel wegwijs begeleiding is in functie van de klas en de school ingebed in werking van de school aard en duur van de stageperiode structureel ingebed *ZOISS *ZOISS De stagiair of/en de opleidingsinstelling geeft de informatie over school en mentor door als conditio sine qua non (zie ook Stagetoewijzing). Uitdaging ruimte geven voor oefenkansen en stagiairs stimuleren om de ‘veilige uitdagen om elkaars grenzen te succeservaringen zone’ te verlaten verleggen *discussieforum met scaffolding *actieonderzoek *micro-teaching *leergemeenschap *onderzoekslessen Dit is zeer afhankelijk van de situatie en zeer moeilijk in te schatten. Opmerkingen
7
Media voor communicatie en gegevensopslag Ondersteuning vanuit het beleid in kostenplaatje voor Er is geen budget voorzien Er is enig budget om de Er is voldoende budget aanschaf media om de nodige media te nodige media aan te voorzien om de nodige vernieuwen of aan te schaffen of te vernieuwen, media te vernieuwen of aan schaffen. toch zijn er behoeften te schaffen. Er is ruimte om waar het budget niet echt te kiezen in functie van toereikend voor is. Binnen de behoeften en leerstijlen afzienbare tijd zal het van studenten. nodige materiaal kunnen worden aangeschaft. Er is quasi geen budget om bepaalde middelen aan te schaffen. Er zal een zeer goede argumentatie en een directe efficiëntiewinst moeten aangetoond worden. in beschikbare E-coaching vindt plaats Er zijn een aantal Er zijn voldoende specifieke infrastructuur waar op dat gegeven specifieke ruimtes waar e- ruimtes waar e-coaching moment een lokaal met coaching ongestoord kan ongestoord kan computer beschikbaar is. plaatsvinden. plaatsvinden. Af en toe kan men daar gestoord worden. Onze school beschikt over de nodige infrastructuur. in opleiding begeleiders Opleiders moeten nog Opleiders beheersen al Opleiders zijn gevormd in evorming krijgen in eeen aantal e-coaching coaching, ze beheersen alle coaching. competenties. e-coaching competenties. De mensen die momenteel verantwoordelijk zijn voor de internationale stages hebben ervaring met e-coaching. Uiteraard zal dit moeten uitgebreid worden naar alle andere betrokken opleiders, maar zullen voor bepaalde tools de verantwoordelijken ook nog extra opleiding dienen te krijgen. Het probleem zal vooral liggen in het inplannen van deze opleiding. De opleiders hebben nu al zo een drukke agenda dat er bij opleiders die niet e-minded zijn een weerstand zal zijn. in beschikbaarheid E-coaches lossen de Er is (enige) E-coaches kunnen beroep deskundigen opduikende problemen ondersteuning van doen op een goed zelf op. deskundigen die geïnformeerd ICT-team dat (enigszins) op de hoogte zowel deskundig is in ICT zijn van de eigenheid van aangelegenheden als in e-coaching. digitale didactiek. Onze school heeft een ICT-collega/lector die heel aanspreekbaar is alsook een helpdesk die veel kunnen ondersteunen. in invulling curriculum Stagiairs stappen in het Stagiairs krijgen een Stagiairs krijgen voldoende voor de student systeem van e-coaching introductie in het gebruik oefening in het gebruik van met de beginkennis die ze van de media voor ede e-coaching instrumenten zelf meebrengen. coaching. Oefenen gebeurt om vlot te kunnen instappen meteen in de e-coachingin een systeem van epraktijk. coaching. Op onze school is er nog ruimte voor e-coachingstrainingen. Er zijn op dit moment geen echt, formeel georganiseerde trainingsmogelijkheden. Soms en eerder sporadisch gebeurt dit op initiatief van een opleider. Media richness Afstemming media op taak Er wordt gebruik gemaakt De e-coach probeert eVoor begeleiding van van één vooraf vastgelegd coaching instrumenten af opdrachten met hoge instrument voor ete stemmen op de onzekerheid of ambiguïteit coaching. eigenheid van de taak. maakt men gebruik van communicatiebrede media die doorstroming van veel informatie mogelijk maken. Voor de begeleiding van opdrachten met een hoge analyseerbaarheid wordt gebruik gemaakt van
8
goedkopere media die een minder brede communicatie toelaten. Meerdere media worden functioneel ingezet, in functie van het enthousiasme/eventuele weerstand van cursisten.
IMPLEMENTATIE De derde stap van dit scenario bestaat in het implementerenvan een aantal ontwikkelde tools, die een optimalisatie van de stagebegeleiding beogen terwijl de fysieke aanwezigheid van de opleider op de werkplek constant blijft. Afhankelijk van de beschikbare tijd & middelen en de voorziene opdracht voor hetstagetrajectkunnen de begeleider en de student een aantal tools selecteren en die vertalen naar en toepassen op de eigen situatie. Bij wijze van voorbeeld worden hier tweetools uitgewerkt die de begeleiding optimaliseren zonder de fysieke aanwezigheid te verhogen. Voorwaarde daarbij is wel dat het praktische mogelijk is om de ondersteunende technologie te kunnen voorzien. Het is onbegonnen werk om dit van een schooltje op de Peruviaanse hoogvlakte of in de bergen van Tibet te verwachten (internetaansluiting en technische apparatuur). De tools die voor het besproken buitenlandse stagetraject kunnen ingezet worden zijn: Supervisie via videoconferencing E-flectie: gedeelde weblogs (blogs) voor de ontwikkeling van leergemeenschappen
Supervisie via videoconferencing Situering: Aangezien deze tool de professionalisering en het praktijkleren van studenten ondersteunt, lijkt ons dit een gepaste tool om de kwaliteit van de stagebegeleiding te verhogen terwijl we in de fysieke onmogelijkheid zijn om de stagiair te gaan bezoeken. Supervisie rond cases waar stagiairs zich voldoende bij betrokken voelen, zorgen niet alleen voor verhoogde moreel en leerkrachtvoldoening, maar bieden ook kansen om bekommernissen te uiten én om betekenis te koppelen aan beliefs en vooronderstellingen. De buitenlandse stages kunnen confronterend zijn. In die zin is ‘supervisie via videoconferencing’ een tool die we hier kunnen inzetten om just in time andjustenoughondersteuning te bieden.
Implementatie: Aangezien we duidelijk zullen moeten maken hoe supervisie als begeleidingspraktijk verloopt en welke stappen er in te onderkennen zijn, organiseren we best een eerste supervisiesessie face-to-face om de studenten vertrouwd te maken met de specifieke opbouw van een supervisie. Zowel studenten als supervisor zullen voldoende vertrouwd moeten zijn met de technische kant van het video-conferencing systeem en met de communicatie-afspraken binnen dat systeem. Dat kan door het al een eerste keer uit te proberen in de opleiding zelf, of door in de eerste online sessie meer tijd in te bouwen voor een aantal oefeningen
9
met het oog op kennismaking met het medium op zich en de mogelijkheden die het biedt. Dit is een keuze die vooraf zal moeten gemaakt worden. In supervisie staat de reflectiekwaliteit van de student centraal. Dit betekent dat dit ook als onderdeel in de driehoeksgesprekken zal moeten worden opgenomen. Via videoconferencing is het ook mogelijk documenten uit te wisselen. De supervisor die de case vooraf heeft doorgenomen, kan een aantal achtergrondteksten en links klaarzetten, maar dit alles betekent wel dat de supervisor voldoende training zal moeten krijgen met videoconferencing. Dit zal dus niet voor alle docenten/supervisors een makkelijk te bedienen tool zijn. De keuze moet daarom gemaakt worden of we niet beter met een kleiner groepje supervisors werken die de kennis en vaardigheid hebben. Ook de studenten zullen voldoende opleiding moeten krijgen. De software om dit te ondersteunen zal moeten worden aangeschaft in de mate dat dit niet gratis is (Skype, Hangout, Adobe Connect, …) Zoals gezegd zal ook niet iedere plek zich lenen tot het gebruik van deze tool aangezien een breedbandverbinding nodig om beeldkwaliteit in functie van een vlotte gespreksvoering zo goed mogelijk te ondersteunen.
E-flectie: gedeelde weblogs (blogs) voor de ontwikkeling van leergemeenschappen Situering: Met deze tool wordt getrachtstudenten aan te zetten tot diepgaand en authentiek reflecteren, hen te brengen tot coöperatief leren en hen tebetrekken op mekaars leerproces door het creëren van leergemeenschappen.
Implementatie: De opleiding zal moeten voorzien in workshops waarin de studenten de nodige tips en oefening krijgen in het vormgeven van een eigen blog en in het reageren op de blogs van medestudenten. Ook de opleiders betrokken bij de zelfstandige buitenlandse stages zullen de nodige vaardigheden onder de knie moeten krijgen om te schrijven in een eigen blog en die van anderen. Eens op de stageplaats in het buiteland schrijven de studenten in hun blogs hun persoonlijke reflecties op hun ervaringen. Medestudenten reageren binnen een afgesproken korte periode op de geposte reflecties. De coördinatie tussen alle actoren zal heel precies moeten gebeuren. Op buitenlandse stage is het meestal druk, want je bent dag na dag aan de slag als ‘leerkracht’. Iedere avond moet de student dus alle voorbereidingen voor de dag nadien uitvoeren. Veel tijd blijkt er ’s avonds niet meer over te zijn. Er zal dus op voorhand een goede planning moeten opgesteld worden die precies gevolgd wordt. Snelle reacties op schrijfsels ondersteunen het gevoel van gemeenschap en aanwezigheid. Dit zou in dit geval wel problematisch kunnen zijn aangezien er niet altijd snel gereageerd kan worden door gebrek aan internet of door tijdsgebrek. Voorwaarde is ook dat studenten de nodige basiskaders verworven hebben.
10