OLOD: Minor 2, Studeren in het buitenland LECTOR: Tom Claeys Academiejaar 2010 – 2011
ZUID-AFRIKA Een landendossier in functie van onze buitenlandse stage.
Marlies Van Wielendaele, 3SCWB Emmeline Vandeputte, 2SYWSB 1
INHOUDSTAFEL
1. INLEIDING .........................................................................................3 2. FUNCTIONELE EN ACTUELE STAALKAART VAN HET LAND........................3 2.1
Zuid-Afrika in cijfers en feiten ............................................................3
2.2
Een historische schets.......................................................................4
2.3
Apartheid ........................................................................................6
2.4
Politiek............................................................................................8
2.5
Economie ...................................................................................... 11
3. SOCIAAL WERK IN DE ZUID-AFRIKAANSE SAMENLEVING ...................... 12 4. JEUGD EN ONDERWIJS ...................................................................... 15 5. CONCLUSIE VAN DE GROEP ............................................................... 19
2
1. INLEIDING Voor u ligt geen compleet landendossier. We maakten, in functie van ons verblijf in het buitenland, een selectie uit de stortvloed aan informatie over Zuid-Afrika die we de voorbije weken in handen kregen. Een selectie die bij voorbaat gedoemd was tot onvolledigheid en subjectiviteit. De onderdelen in dit dossier dekken de lading ‘Zuid-Afrika’ dus niet, en de basisinformatie die we per onderdeel in het dossier opnemen is beperkt. Met andere woorden: bovenop de info die we verwerkten in dit landendossier, nemen we nog een schat aan kennis en interessant bronnenmateriaal mee het vliegtuig op. Ons landendossier bestaat uit drie delen. In het eerste deel maken we een ‘functionele en actuele staalkaart van het land.’ We geven enkele cijfers en fait divers mee, beschrijven de geschiedenis van het land, wijden een apart onderdeel aan apartheid en ondernemen vervolgens een poging om de actuele politiek en economie van het land samen te vatten. In het tweede hoofdstuk beschrijven we de dualiteit van de Zuid-Afrikaanse samenleving, toetsen we Zuid-Afrika aan de definiëring van een welvaartstaat, halen we de belangrijkste maatschappelijke problemen binnen het land aan en richten we ons op het sociale werkveld en zijn belangrijkste pijnpunten. In het derde deel hebben we ons, omwille van onze stageplaats in een jeugdcentrum, toegespitst op de Zuid-Afrikaanse jeugd. We hebben het kort over onze stageplaats, verwijzen naar een landendossier van JINTvzw en we weiden enkele alinea’s aan ‘jong zijn na het apartheidsregime’. We hebben het in dit hoofdstuk ook over onderwijs en de link tussen jeugd en aids. De leefwereld van jongeren is ook onze leefwereld, wat dit hoofdstuk zeer interessant maakt om te vergelijken.
2. FUNCTIONELE EN ACTUELE STAALKAART VAN HET LAND 2.1
Zuid-Afrika in cijfers en feiten1 Als inleiding op een korte, op feiten gebaseerde, schets van de Republiek Zuid-Afrika is de huidige nationale vlag een mooi startpunt. Deze vlag werd op 27 april 1994 in gebruik genomen, dit was het einde van de apartheid. Aan het einde van de apartheid, waar we straks op verder zullen gaan, had Zuid-Afrika nood aan een nieuwe vlag. Met deze vlag zouden de racistische connotaties moeten verdwijnen.
Officieel staan de kleuren niet symbool voor bepaalde waarden of normen. Maar officieus kwam men toch tot een consensus: de Y-vorm kan verklaard worden door de convergentie als één verenigde natie. Het rood zou het bloed symboliseren, het blauw wijst op de blauwe lucht, terwijl het groen het land van Zuid-Afrika weergeeft. Geel staat voor de natuurlijke rijkdommen van het land, waaronder goud. Het zwart vertegenwoordigt de zwarte Zuid-Afrikanen en het wit logischerwijs de witte Zuid-Afrikanen.2 Bij het bestuderen van de kaart van Zuid-Afrika zijn er enkele zaken duidelijk te zien. De aangrenzende landen zijn in het noorden Namibië, Botswana en Zimbabwe. In het oosten grenzen Mozambique en Swaziland aan Zuid-Afrika. Lesotho wordt in zijn geheel door Zuid-Afrika omsloten. Zuid-Afrika ligt tussen de Atlantische en de Indische oceaan in. Zuid-Afrika is verdeeld in negen provincies, namelijk WestKaap, met de wetgevende macht in Kaapstad, Oost-Kaap, Noord-Kaap, Vrijstaat, met de rechterlijke macht in Bloemfontein, Noordwest, Kwazulu-Natal, Gauteng, met de uitvoerende macht in Pretoria, Mpumalanga en Limpopo.
1 2
Alle cijfermateriaal: CIA WIKIPEDIA. Vlag van Zuid-Afrika. internet, (12 oktober 2010).
3
De drie verschillende machten zijn dus verspreid over drie verschillende steden. De officiële hoofdstad is Pretoria. Zuid-Afrika beslaat een totale oppervlakte van 1 219 090 km2. Dit is ongeveer 17 keer de oppervlakte van België en Nederland samen. Door de grootte van het land is er sprake van een zeer veelzijdige landschap: gebergte, kusten, vruchtbare wijnlanden, de half-woestijn Karoo … Zuid-Afrika telt een bevolking van 49 052 489 inwoners. Dit is bijna 5 keer zoveel als het aantal inwoners van België (10 414 336). De gemiddelde Zuid-Afrikaan is 24,7 jaar en heeft een levensverwachting van 48,98 jaar. Voor de mannen is dit 49,81 jaar, terwijl de vrouwen slechts de leeftijd van 48,13 jaar halen. Opvallend hierbij is dat de mannen gemiddeld een jaar langer leven. Het verschil is niet groot, maar wel opvallend, omdat in België bijvoorbeeld de vrouwen steevast langer leven dan de mannen. Wij, als Belgen, leven bijna dubbel zo lang als een ZuidAfrikaan. Belgische mannen halen gemiddeld de leeftijd van 76,06 jaar, terwijl Belgische vrouwen tegenwoordig de leeftijd van 82,53 jaar halen! Een belangrijke factor die de relatief lage levensverwachting van Zuid-Afrikanen mee bepaalt, is het Hiv-virus. Zuid-Afrika staat op nummer 1 wat betreft het aantal mensen die aan AIDS sterven. Volgens een schatting uit 2007 zijn er dat jaar 350 000 mensen gestorven aan AIDS. Daarnaast leven er 5,7 miljoen mensen besmet met HIV, wat Zuid-Afrika een tweede plaats op de wereldranglijst bezorgt. Naast de zwarte Afrikanen, 79% van de Zuid-Afrikaanse bevolking, leven er nog verschillende etnische groepen in Zuid-Afrika, namelijk 9,6 % witte Afrikanen, 8,9 % kleurlingen en 2,5 % van Indische of Aziatische afkomst. Dit brengt logischerwijs ook verschillende religies en talen met zich mee. De religie met de grootste aanhang zijn de Zionistische Christenen, waar 11,1 % van de bevolking geloof aan hecht. 8,2% van de bevolking maakt deel uit van de ‘PentecostalCharismatic Movement’ en 7,1 % van de bevolking is Katholiek. Er zijn 11 officiele talen, het Zulu wordt door 23,8 % van de bevolking gesproken, ook het Xhosa is met 17,6 % een veel gebruikte taal, het Afrikaans haalt een percentage van 13,3 %, het Sepedi 9,4 % en het Engels 8,2 %. Het Afrikaans heeft een belangrijke connotatie met het apartheidsregime. In deze periode spraken de blanken Afrikaans en noemden ze zichzelf Afrikaners. Het Afrikaans wordt nog steeds door 13,3 % van de bevolking gesproken.
2.2
Een historische schets
Knack publiceerde in juni 2010 een tijdslijn die, aan de hand van historische gebeurtenissen, een beknopte samenvatting van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis weergeeft.3 Om het hedendaagse Zuid-Afrika te kunnen doorgronden, is een beperkt inzicht in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis essentieel. Daarom nemen we deze tijdslijn over in ons landendossier. Onderstaand artikel vormde een stevige basis voor heel wat verder opzoekingwerk over de ‘regenboognatie’ waar we volgend semester stage lopen.
De Europese wortels in Zuid-Afrika 1487-1488: De Portugese ontdekkingsreiziger Bartholomeu Dias reist als eerste Europeaan rond de Kaap, het zuidelijkste punt van Afrika. 1497: Vasco da Gama, ook een Portugees zeevaarder, zet onderweg naar India als eerste Europeaan voet aan wal op de Kaap, in wat nu Saint Helena Bay heet. Zuid-Afrika als ‘Kaapkolonie’ 6 april 1652: De Vereenigde Oost-Indische Compagnie landt op Kaap de Goede Hoop, en sticht er de eerste VOC-nederzetting, onder leiding van Jan van Riebeeck.
3
De lange weg naar de regenboognatie. Knack, nr.22, 2010, blz. 4-5.
4
1795: Britse troepen veroveren het gebied op de Nederlanders. 1803: De Nederlanders heroveren de Kaap. 1806: De Britten bezetten de Kaap voor de tweede keer. 1835: De overgebleven Nederlandse kolonisten, de 'Boeren', beginnen aan hun Grote Trek. Ze trekken weg uit de Britse kolonie, naar het binnenland, en stichten de eigen republieken Oranje Vrijstaat en Transvaal. 1852: De Britten verslaan de machtige Zoeloe-stam in Natal. 1880-1881: In de Eerste Boerenoorlog komt het een eerste keer tot een confrontatie tussen de Britten en de Nederlandse kolonisten. De Boeren slaan de aanval op hun republieken af. 1886: Er wordt goud gevonden in Witwatersrand, in Transvaal. Nog meer Nederlanders strijken neer in het gebied. 1899-1902: Pogingen tot inmenging van de Britten in Transvaal en Oranje Vrijstaat leiden tot de Tweede Boerenoorlog, die de Britten winnen. Dat betekent in 1902 het einde van de Boerenrepublieken. ‘De Unie van Zuid-Afrika’ 1910: De Unie van Zuid-Afrika wordt gesticht, een onafhankelijke staat binnen het Gemenebest. Zowel de Britse kolonie op de Kaap als de veroverde Boerenrepublieken gaan daarin op. De blanke minderheid van oud-kolonisten verdeelt de politieke macht. 8 januari 1912: In Bloemfontein wordt het Native National Congress opgericht, dat later tot het African National Congress (ANC) omgedoopt zal worden. De partij wil de zwarte bevolking in Zuid-Afrika verenigen en haar rechten verdedigen. 1913: De wet op inheems grondgebied verbiedt grondbezit voor zwarten. Meer op huidskleur discriminerende wetten zullen volgen. 1914 : James Barry Munnik Hertzog richt de Nasionale Party (NP) op, een conservatieve partij van Afrikaners, de blanke minderheid, die hun dominantie verdedigen. 1948: De Nasionale Party wint voor het eerst de verkiezingen, en formaliseert de discriminerende wetten tot 'apartheid'. Het ANC leidt het verzet tegen de apartheid. 1958: De Nasionale Party boekt een nog grotere verkiezingsoverwinning. Hendrik Verwoerd wordt premier. 21 maart 1960: In Sharpeville komen 69 zwarten om bij een vreedzame demonstratie. De noodtoestand moet afgekondigd worden, en er volgt een mislukte aanslag op premier Verwoerd. Het ANC wordt verbannen. Zuid-Afrika als republiek 31 mei 1961: Zuid-Afrika wordt een republiek, buiten het Gemenebest. De internationale kritiek op de apartheid en de druk op de overheid groeien. Zuid-Afrika mag niet meer aan de Olympische Spelen deelnemen, en steeds meer internationale organisaties boycotten het land. De eerste sabotagedaden van het ANC zijn een feit. 1963: Afrikaanse staten verenigen zich tegen de witte dominantie. 1964: Op het Rivoniaproces worden Nelson Mandela, Walter Sisulu en acht andere ANC-leiders voor sabotage van het regime veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Mandela wordt vastgezet op Robbeneiland. 6 september 1966: Premier Verwoerd wordt in het parlement vermoord door een labiele bode. 1976: Studentenprotest in township Soweto escaleert in een bloedbad waarbij zeker 600 mensen omkomen. (Zie foto) 12 september 1977: Burgerrechtenactivist Steve Biko sterft in de gevangenis. 1978: Pieter Willem Botha wordt premier. September 1984: Zware revoltes breken uit in zwarte townships. Ze zullen Botha ertoe dwingen de noodtoestand uit te roepen. 7 september 1986: Desmond Tutu wordt de eerste zwarte aartsbisschop. 2 februari 1989: Na een beroerte moet Botha, die intussen president is, aftreden. 5 juli 1989: Botha heeft nog een ontmoeting met Nelson Mandela. 14 augustus 1989: Botha wordt opgevolgd door Frederik Willem de Klerk. 15 oktober 1989: Walter Sisulu en vijf andere zwarte politieke leiders komen vrij. 5
2 februari 1990: De Klerk maakt een einde aan de apartheid en aan de ban op het ANC. 11 februari 1990: Mandela komt vrij, na 27 jaar gevangenschap. 21 maart 1990: Namibië wordt onafhankelijk van Zuid-Afrika. 2 mei 1990: Mandela en De Klerk tekenen de Grote Schuurverklaring, die het begin betekent van onderhandelingen. December 1993: Nelson Mandela en F.W. de Klerk krijgen de Nobelprijs voor de Vrede, voor hun aandeel in de vreedzame overgang van het land naar een democratie. De nieuwe democratische republiek Zuid-Afrika 27-29 april 1994: De eerste democratische verkiezingen vinden plaats in Zuid-Afrika. Het ANC haalt 62 procent van de stemmen, en Nelson Mandela wordt de eerste president van het democratische Zuid-Afrika. Hij legt de eed af op 10 mei. 5 december 1995: Er wordt een Truth and Reconciliation Commission (TRC) gevormd, de zogenaamde Waarheidscommissie, onder leiding van aartsbisschop Desmond Tutu. De TRC onderzoekt schendingen van de mensenrechten tijdens het apartheidsregime. Dat resulteert twee jaar later in een scherp rapport dat apartheid veroordeelt als een misdaad tegen de menselijkheid en ook het ANC verantwoordelijk stelt voor schendingen van de mensenrechten. 8 mei 1996: Het parlement neemt de nieuwe Zuid-Afrikaanse grondwet aan. 14 juni 1999: Partijgenoot Thabo Mbeki volgt Nelson Mandela op, na nieuwe winst van het ANC bij de parlementsverkiezingen. April 2004: Mbeki mag aan een tweede termijn beginnen, als het ANC bijna 70 procent van de stemmen binnenhaalt. Juni 2005: Vicepresident Jacob Zuma wordt ontslagen na een corruptieschandaal. Mei 2006: Zuma wordt ook nog eens beschuldigd van verkrachting, maar krijgt de vrijspraak. In september wordt hij ook in de corruptiezaak van elke blaam gezuiverd. December 2007: Jacob Zuma wordt verkozen tot ANC-voorzitter, en staat nu op poleposition om Mbeki op te volgen. 20 september 2008: Mbeki moet opstappen nadat hij ervan beschuldigd wordt een nieuwe corruptiezaak tegen Zuma te hebben helpen vermijden. Het parlement kiest ANC-ondervoorzitter Kgalema Motlanthe als interim-president. December 2008: Een nieuwe partij wordt gelanceerd, The Congress of the People (Cope) onder leiding van Mosiuoa Lekota. Cope verzamelt vooral ontevreden ANC'ers. 22 april 2009: ANC haalt de absolute meerderheid bij de parlementsverkiezingen, en het nieuwe parlement verkiest de omstreden Jacob Zuma tot president. Mei 2009: Voor het eerst in zeventien jaar ondervindt de Zuid-Afrikaanse economie, de grootste van het continent, een recessie. 2010: Zuid-Afrika organiseert als eerste Afrikaanse land het WK voetbal.
2.3
Apartheid
Wat is ‘apartheid’? Wie kwam er op dit idee? Wie ondersteunde dit idee en dit systeem? Het is wel duidelijk dat de apartheid veel meer was/is dan een idee dat gedeeld werd door verschillende mensen: het was een heus systeem met gevolgen waarvan de impact nauwelijks kan overschat worden. We hebben zeker niet de pretentie om hieronder de hele geschiedenis en de volledige impact van de apartheid neer te pennen. Dit verhaal zal nooit volledig zijn. 1948 wordt vaak als beginjaar van de apartheid beschouwd. In dat jaar werden de verkiezingen gewonnen door de Nationale Partij van de Boeren. Deze partij blijft vervolgens nog 40 jaar aan de macht. Het is de Nationale Partij die de apartheid wettelijk heeft vastgelegd. Men maakt een onderscheid tussen ‘kleine apartheid’ en ‘grote apartheid’. De kleine apartheid beslaat honderden verschillende bepalingen waarin de rassenscheiding in openbare instellingen en aangelegenheden tot in detail beschreven worden.
6
Enkele voorbeelden van dergelijke wetten of bepalingen: De wet op verbod van gemengde huwelijken (1949) De ontuchtwet (1950) – verbod op seksuele relaties met een ander ras De wet op bevolkingsregistratie (1950) - het registreren van ras was verplicht De wet op aparte gerieven (1953) – werkverbod van andere rassen in stedelijke gebieden De wet op werkgelegenheden (1956) – betere banen waren gereserveerd voor blanken De uitvoering van de ‘Group Areas Act’ uit 1950 is een voorbeeld van grote apartheid. De maatregel hield in dat blanken, zwarten, kleurlingen en Aziaten in van elkaar gescheiden wijken moesten leven. Met als gevolg dat velen gedwongen moesten verhuizen. Vanaf 1952 mochten enkel ‘economisch nuttige’ zwarten die werk hadden naar de stad trekken. President Hendrik Verwoerd voerde het ‘homeland-beleid’ in, waardoor zwarten uit het ‘blanke’ Zuid-Afrika werden geweerd.4 Door gebrek aan voorzieningen stierven, de eerste jaren na de gedwongen verhuizing, duizenden kinderen aan ondervoeding en diarree. Tegenover de topgeneeskunde voor de blanken, was er slechts een basisgezondheidszorg voor de zwarten.5 In 1970 werden vier van de zogenaamde ‘homelands’ door Zuid-Afrika als onafhankelijke staten beschouwd. De inwoners van de ‘homelands’ waren niet langer Zuid-Afrikaan. In de praktijk waren deze homelands een soort reservaten. De meerderheid van de zwarte bevolking moest leven in slechts een klein deel van het grote land dat Zuid-Afrika vandaag is. Door enkele van deze gebieden als onafhankelijke staten te beschouwen, was het ook gemakkelijker om de zwarten die toch naar de stad kwamen als vreemdelingen of buitenlanders te beschouwen. Dit alles gebeurde echter niet zonder nationaal en internationaal verzet, hoewel ‘de wet tot onderdrukking van het communisme’ de regering vrij spel gaf om elke vorm van oppositie als poging als opstand te bestempelen. Zo groeide het ANC6 in de jaren ’50 uit tot een massabeweging die de zwarte bevolking vertegenwoordigde. Na een actie op 21 maart 1960, waarbij demonstranten ostentatief hun passen verbrandden, schoot de politie 59 demonstranten dood en werd het PAC7 en het ANC verboden. In 1964 werden tien ANC-leiders, waaronder Nelson Mandela, aangeklaagd wegens hoogverraad. Ze werden bijna allen veroordeeld tot levenslang. De Black Consciousness-beweging, een culturele Zoeloebeweging, benadrukte de eigen emancipatie in het denken van de onderdrukkers. Bij heftig verzet tegen het invoeren van het Afrikaans als voertaal in het onderwijs, werd ook deze beweging verboden. De leider Steve Biko stierf als gevolg van zware mishandeling in de gevangenis. De Verenigde Naties verklaarden de apartheid als een ‘misdaad tegen de menselijkheid’ en legde het land in 1977 een verplicht wapenembargo op.8 De opvolging van premier Botha door Frederik Willem de Klerk en de vervroegde vrijlating van Nelson Mandela, na 27 jaar gevangenschap, betekenden een grote ommekeer. Het ANC en het PAC werden weer toegelaten, de Group Areas Act en de landwetten werden ongeldig verklaard en de rassenscheiding werd afgeschaft in 1991. Het ANC won de verkiezingen in 1994 en vormde samen met de Nationale Partij en IFP9 een regering van nationale eenheid. Nelson Mandela werd de eerste zwarte president!
4
BIERBAUM, B., e.a., Zuid-Afrika. Een oogstrelend avontuur. Roeselare, Roularta Books, 2010, blz. 36. CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw. 2010. blz. 4 6 ANC: Afrikaans Nationaal Congres, een politieke groepering, die in 1912 in Bloemfontein werd opgericht om de belangen van de zwarten in Zuid-Afrika te behartigen. 7 PAC: Pan-Afrikaans Congres, een radicale groepering die zicht in 1958 afsplitste van het ANC. Deze groepering wenste niet langer met blanken samen te werken. 8 BIERBAUM, B., e.a., Zuid-Afrika. Een oogstrelend avontuur. Roeselare, Roularta Books, 2010, blz. 41. 9 IFP: Inkatha Freedom Party 5
7
Om de mensenrechtenschendingen onder de apartheid beter te kunnen verwerken, riep Mandela in 1996 de ‘Waarheids- en verzoeningscommissie’10 in het leven. Uiteindelijk kwamen de daders echter relatief ongeschonden uit de strijd en de schadeloosstelling van de slachtoffers was gering.11 Sinds de apartheid zijn enkele zaken sterk verbeterd. Zo heeft de arme, zwarte bevolking een betere toegang tot woningen, water, stroom, sanitair en telecommunicatie. Maar het herverdelingsconcept, waarbij het land ‘vrijwillig’ door bezitters wordt verkocht aan mensen die het ‘vrijwillig’ kopen, heeft tot op heden nog niet gewerkt. Er zijn talloze voorbeelden van wat er wel verbeterd is sinds de afschaffing van de apartheid, maar helaas evenveel hedendaagse voorbeelden die ons herinneren aan de apartheid. In de Zuid-Afrikaanse maatschappij is de grote ongelijkheid nog steeds te merken. Het leven zoals het was in een apartheidsregime Vanaf 1950 stond er in je paspoort van welk ras je afkomstig bent, oftewel blank, zwart, kleurling en het vierde ras: de Indiërs. Eigenlijk waren er twee maar grote groepen, namelijk de blanken en de niet-blanken. Onder de niet-blanken werd niet zo’n uitdrukkelijk onderscheid gemaakt tussen zwart, kleurling of Indisch. Alle niet-blanken woonden verplicht in aparte wijken en mochten de blanke gebieden slechts binnen met een speciale vergunning. De publieke ruimten, ziekenhuizen, scholen en zelfs compartimenten in bus en trein werden ingedeeld naar ras. Er was een verschillende toegang tot bijvoorbeeld het postkantoor, de zwarten mochten niet door dezelfde deur naar binnen! Doordat scholen, ziekenhuizen… gescheiden waren is het vrij duidelijk dat ook gemengde huwelijken of seksuele betrekkingen tussen de verschillende rassen uit den boze waren. Vaak waren ook de stranden in vier delen gesplitst, waardoor ook gezamenlijke strandwandelingen niet mogelijk waren zonder het overtreden van de paswet.12 Het ging zelfs zover dat een zwarte niet behandeld werd als die bijvoorbeeld een ongeluk had gehad in de buurt van een blank ziekenhuis. Blanke en niet-blanke kinderen gingen naar verschillende scholen, waar ze ook verschillende dingen leerden. De niet-blanke scholen en de gezondheidszorg waren aanzienlijk voller en slechter uitgerust. Blank en niet-blank mochten niet op eenzelfde bank in de bus zitten, maar in bijna elk blank gezin werkte er een zwarte bediende die voor de opvoeding van de kinderen zorgde. Door de gescheiden samenlevingen was er geen kans om elkaar te leren vertrouwen of vriendschapsbanden op te bouwen… Dan is het toch enigszins opmerkelijk dat niet-blanke vrouwen voor blanke kinderen mochten zorgen in een wereld van onderdrukking en discriminatie van de niet-blanke bevolking.
2.4
Politiek
De Zuid-Afrikaanse staatsstructuur Zuid-Afrika is, anders dan veel andere Afrikaanse landen, een parlementaire democratie die elke vijf jaar eerlijke verkiezingen houdt. De Zuid-Afrikaanse staatsinrichting valt onder de noemer ‘presidentiële republiek’. De stemgerechtigde burgers kiezen een nationaal parlement en negen provinciale parlementen. Het nationale parlement bestaat uit een Hogerhuis en een Lagerhuis. Het Lagerhuis of ‘National Assembly’ telt 400 rechtstreeks verkozen leden.
10
Truth and Reconciliation Commission, deze commissie hield zich enerzijds bezig met waarheidsvinding, anderzijds met de schadeloosstelling van de slachtoffers. De aartsbisschop Desmond Tutu was de voorzitter van deze commissie. 11 BIERBAUM, B., e.a., Zuid-Afrika. Een oogstrelend avontuur. Roeselare, Roularta Books, 2010, blz. 46. 12
BIERBAUM, B., e.a., Zuid-Afrika. Een oogstrelend avontuur. Roeselare, Roularta Books, 2010, blz. 38.
8
In het Hogerhuis, de ‘National Council of Provinces’, zetelen 90 leden. Elk provinciaal parlement vaardigt tien leden af om zitting te nemen in de NCOP. De verkozen parlementsleden kiezen daarna zelf de nieuwe president.13 Verkiezingen in 2009 Deze functie wordt sinds de laatste verkiezingen bekleedt door Jacob Zuma. De verkiezingen vonden plaats op 22 april 2009. Van de meer dan 23 miljoen stemgerechtigde kiezers brachten er bijna 18 miljoen hun stem uit. De verkiezingsuitslagen in een notendop: “Het regerende ANC haalde met 65,9 procent net geen tweederdemeerderheid, maar moest wel een verlies van bijna 4 procentpunt incasseren. Partijleider Jacob Zuma werd president. De Democratische Alliantie van Helen Zille boekte een winst van ruim 4 procentpunt en werd met 16,66 procent de grootste oppositiepartij. In de provincie West-Kaap haalde de partij zelfs de meerderheid van de stemmen. Nieuwkomer COPE (Congres van het Volk), opgericht door ontevreden ANC'ers, werd met 7,42 procent de derde partij.”14 ANC, Zuid-Afrika’s grootste politieke partij Het African National Congress is sinds de eerste democratische verkiezingen in 1994 onafgebroken aan de macht. Zuid-Afrika’s belangrijkste politieke partij omschrijft zichzelf, vrij vertaald, als “een nationale bevrijdingsbeweging. Het ANC werd in 1912 opgericht om de Afrikaanse mensen te verenigen en voortrekker te zijn in de strijd voor fundamentele politieke, sociale en economische verandering. Negen decennia lang heeft het ANC de strijd tegen racisme en onderdrukking geleid, door weerstand van de massa te organiseren, de internationale gemeenschap te mobiliseren en door het gevecht tegen apartheid aan te gaan. (…) De belangrijkste doelstelling van het ANC is de verwezenlijking van een verenigde, niet-racistische noch seksistische, democratische maatschappij. Dit betekent de bevrijding van politieke en economische onderdrukking voor Afrikanen in het bijzonder en zwarten in het algemeen. Concreet: het omhoogtillen van de levenskwaliteit voor alle Zuid-Afrikanen, de armen in het bijzonder.”15 Een kritische invalshoek: commentaar van politiek analist William Gumede Ondanks hun nobele doelstellingen en steevaste verkiezingsoverwinningen, wordt de partij vaak fel bekritiseert. “De retoriek van het ANC staat mijlenver af van zijn eigen handelen,” aldus politiek analist William Gumede.16 “In de strijd tegen de apartheid dachten we binnen het ANC allemaal dat het ANC anders was dan de andere bevrijdingsbewegingen in Afrika. We wisten zeker dat het ANC niet ten prooi zou vallen aan corruptie en antidemocratische sentimenten. (…) "Het ANC", zo zei Mandela in de jaren zestig tijdens zijn rechtszaak, "streed niet alleen tegen blanke dominantie, maar ook tegen zwarte dominantie. Het ANC stond pal voor democratie." Nu zie je bij het ANC precies dezelfde dingen fout gaan als in die andere bewegingen kort na de onafhankelijkheid.” Wat er dan precies fout gaat? “Het duidelijkst is natuurlijk de cultuur van corruptie en patronage die in de partij heerst. Veel ANC-structuren zijn patronagemachines geworden die vrienden en bondgenoten belonen met overheidscontracten en benoemingen. Je zou willen dat een regeringspartij met zo'n groot mandaat zich fulltime bezighoudt met het algemeen belang. Maar dat gebeurt niet. Enkelingen in de partij hebben grote zakenbelangen of vrienden met zakenbelangen die voorrang krijgen. Bovendien heeft het ANC zelf een investeringstak die winst moet maken om partijcampagnes te financieren. Het spreekt vanzelf dat dit bedrijf goed garen spint bij overheidscontracten. (…) Journalisten of juristen die dit soort onwelgevallige zaken onthullen, krijgen de wind van voren.”
13 14 15 16
WIKIPEDIA. Parlement van Zuid-Afrika. internet. (16 oktober 2010). LANDELOUT,T., ANC blijft veruit de grootste partij. Knack, nr. 22, 2010, blz. 40. ANC, African National Congress. South Africa’s National Liberation Movement, internet, 12 oktober 2010. VERMAAS, P., Na het WK de teleurstelling. Knack, nr. 22, 2010, blz. 34.
9
William Gumede verbaast zich niet over dit “moreel verval” binnen de partij. Hij wijt bovenvermelde wantoestanden aan de genen van het ANC, vandaag een politieke partij maar ten tijde van het apartheidsregime een revolutionaire bevrijdingsbeweging: “Het gaat altijd mis met bevrijdingsbewegingen zodra de strijd gewonnen is, ook hier. Het is, toegegeven, een zware opgave om een bevrijdingsbeweging om te vormen tot een democratische politieke partij. Tijdens een onafhankelijkheidsstrijd moet je juist niet al te democratisch zijn. Als je tegen een meedogenloze tegenstander vecht, dan moet je je leiders blind vertrouwen. (…) Met opstandige types in de eigen gelederen moeten korte metten gemaakt worden, terwijl meningsverschillen in een democratie in alle openheid afgehandeld worden. Het DNA van een bevrijdingsbeweging is domweg niet geschikt voor een democratie.” We beschreven Zuid-Afrika eerder als “een democratie die elke vijf jaar eerlijke verkiezingen houdt.” Daar dienen we nu aan toe te voegen dat eerlijke verkiezingen niet garant staan voor een democratische cultuur. “We hebben échte democratie nodig, waarin de politiek actief reageert op de problemen in het land en bovenal zelf het goede voorbeeld geeft. We hebben een schitterende grondwet in Zuid-Afrika, maar onze leiders leven er niet naar. Het zijn tweederangspolitici,” besluit William Gumede. President Jacob Zuma
1718
Zo is onder meer Zuid-Afrika’s huidige leider Jacob Zuma een veelbesproken figuur. Nauwelijks vier jaar geleden hing Zuma’s politieke carrière aan een zijden draadje. Hij staat in 2005 terecht voor verkrachting en raakt datzelfde jaar verwikkeld in een corruptieschandaal. Dergelijke negatieve berichtgeving doet een doorsnee politicus de das om. Maar niet Jacob Zuma: in 2007 wordt hij verkozen tot voorzitter van het ANC en in 2009, luttele weken nadat de laatste klachten over corruptie bij gebrek aan bewijs worden verworpen, beëdigd als president. Waar heeft Jacob Zuma zijn populariteit dan aan te danken? Aanhangers noemen zijn charismatische, populistische aanpak een verfrissend contrast met de eerder afstandelijke beleidsvoering van voormalig president Mbeki. Bovendien is de huidige president van bescheiden afkomst, wat meespeelt in zijn populariteit onder arme Zuid-Afrikanen. Jacob Zuma groeide op in armoedige omstandigheden en genoot geen enkele formele scholing. In 1959 sluit de zeventienjarige Zuma zich aan bij de militaire vleugel van het ANC, vanuit een politieke interesse die hij naar eigen zeggen erfde van een familielid dat actief is bij de vakbonden. Zijn politieke carrière neemt een vliegende start wanneer Zuma – na tien jaar gevangenschap op Robbeneiland en twaalf jaar ballingschap in Mozambique en Zambia – in 1990 als één van de eerste ANC-leiders terugkeert naar Zuid-Afrika, om er deel te nemen aan de onderhandelingen met de toenmalige blanke minderheidsregering. Zijn hele verdere politieke carrière verfijnt en verscherpt Zuma zijn imago als vertegenwoordiger van de armen en onderdrukten. De president geniet een minder positieve reputatie wanneer het over de schrijnende aidsproblematiek in zijn land gaat. Hij wordt ervan beschuldigd het overheidsbeleid omtrent HIV te ondermijnen. In tegenstelling tot voormalige presidenten Mbeki en Mandela, beiden Xhosa, behoort Zuma tot de grootste zwarte bevolkingsgroep van Zuid-Afrika: de Zoeloes. Net als heel wat vooraanstaande Zulu’s is Jacob Zuma polygaam. Terwijl middenveldorganisaties de ZuidAfrikaanse bevolking aansporen trouw te zijn, geeft Zuma in februari 2010 toe een buitenechtelijke baby te hebben, zijn twintigste kind bij meer dan vijf vrouwen. En terwijl de overheid condoomgebruik promoot, stelt Zuma dat hij na onbeschermde seks een douche neemt om HIV-besmetting te voorkomen.
17 18
BBC, South Africa’s President Jacob Zuma. internet,1 maart 2010. ANC, Biography: Jacob Gedleyihlekisa Zuma. internet, (1 oktober 2010).
10
2.5
Economie
“Zuid-Afrika is het Europa van Afrika.”19 De Zuid-Afrikaanse economie lijkt immers meer op de Westerse economie dan op die van zijn buurlanden. Het ANC heeft het neoliberalisme omarmd: “Grosso modo kun je stellen dat Zuid-Afrika er een redelijk conventionele sociaaldemocratische visie op nahoudt over de rol van de overheid en de private sector in de economische ontwikkeling,” aldus Alan Hirsch, chief economist onder president Thabo Mbeki en economisch adviseur van huidig president Jacob Zuma.20 ’s Lands sterke en veerkrachtige economie levert Zuid-Afrika een leidersrol in de Afrikaanse economie. Hoewel het land slechts 3% van het continent beslaat, is het verantwoordelijk voor 40% van de hele industriële productie, meer dan de helft van alle opgewekte elektriciteit en 45% van de mineralenproductie.21 Bovendien is Zuid-Afrika erg goed geïntegreerd in de wereldeconomie. De economische grootmacht van Zwart-Afrika wordt wereldwijd beschouwd als een belangrijke regionale macht.22 Zuid-Afrika hoort bij de BRIC-landen: groeiende economische markten als Brazilie, Rusland, India, China (maar ook Mexico, Oost-Europa en Turkije) die gestaag een leidersrol innemen binnen een nieuwe economische wereldorde.23 De alomtegenwoordige financiële en economische crisis komt deze BRIC-landen in zekere zin ten goede: het aandeel van de groeimarkten in BRIC-landen in de wereldeconomie groeit, ten gevolge van de crisis in het Westen, sneller dan aanvankelijk voorspeld.24 Op het eerste zicht heeft ook Zuid-Afrika minder te lijden onder de crisis dan veel Westerse landen. Dat heeft onder meer te maken met een strenge overheidsregulering van banken en kredietmarkt. De Zuid-Afrikaanse banken zijn, anders dan in veel ontwikkelingslanden, niet in buitenlandse handen. Dit isoleerde de Zuid-Afrikaanse banksector van de wanpraktijken waaraan de Europese en Amerikaanse banksector ten prooi viel. Daarnaast hielp de investeringsgolf met het oog op de Wereldbeker voetbal de impact van de crisis te beperken. 2526 Toch blijft Zuid-Afrika als exportland onderhevig aan mondiale economische tendensen. In 2009 ondervindt de Zuid-Afrikaanse economie voor het eerst sinds de val van de apartheid een recessie. “De Zuid-Afrikaanse economie en export zijn te weinig gediversifieerd en dat maakt ze gevoelig voor schommelingen in de vraag naar en dus de prijzen van grondstoffen,” stelt Hirsch.27 Yves Lapère van Flanders Investment and Trade in Zuid-Afrika vult aan: “De enorme daling van de grondstoffenprijzen met 50 tot 60 procent doet de Zuid-Afrikaanse economie pijn, en dat wordt vooral gevoeld in de mijnindustrie.”28 De belangrijkste exportproducten zijn goud, diamant en mineralen. Deze producten worden het meest geëxporteerd naar belangrijke exportpartners zoals Japan, VS en Duitsland.29 Ten slotte plaatsen we een belangrijke voetnoot bij het economisch welvaren van Zuid-Afrika: Zuid-Afrika is een typisch voorbeeld van een duale economie, waarbij de formele, of eerste economie en de gemarginaliseerde informele economie gescheiden worden door het neo-liberaal economisch beleid van de regering en door de globalisatie. We beschreven het welvaren van de formele Zuid-Afrikaanse economie. Deze is in handen van een beperkte elite. Een miljoenen mensen vinden géén aansluiting bij deze economie.
19
POPPE, G., Is Zuid-Afrika een derdewereldland? internet. MO*magazine, 22 april 2009. ANRYS, S., Zuid-Afrika : wereldbeker economie, MO*magazine, 26 mei 2010. 21 CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw., 2010. 22 Ibidem 23 WIKIPEDIA, Bric. internet. (1 oktober 2010) 24 http://www.tijd.be/nieuws/buitenland/Financiele_crisis_ondersteunt_BRIC-landen.7586322-439.art 25 ANRYS, S., Zuid-Afrika : wereldbeker economie, MO*magazine, 26 mei 2010. 26 LAPERE, G., Kan Zuid-Afrika de wereldwijde crisis aan? internet. MO*magazine, 23 april 2009. 27 ANRYS, S., Idem 28 LAPERE, G., Idem 20
29
Zuid-Afrika in cijfers en feiten. Knack, nr.22, 2010. Cijfermateriaal: BBC, CIA
11
Zuid-Afrikaan Leonard Gentle, directeur van denktank ILRIG die studiewerk verricht voor sociale en middenveldorganisaties, geeft historische duiding: “Voor 1994 was Zuid-Afrika een van de meest gemonopoliseerde economieën. Nagenoeg 85 procent van het aandeelhouderschap op de beurs van Johannesburg was in handen van vijf grote conglomeraten, allemaal blanke ZuidAfrikaanse bedrijven. Vandaag is nog altijd minder dan 10 procent van de aandelen op de beurs van Johannesburg in zwarte handen. De vijf grote conglomeraten zijn opgesplitst en er is zwart kapitaal aangetrokken, maar het ANC-beleid staat nog altijd onder invloed van dat grootkapitaal.”30 Tegenover dit grootkapitaal staan de doorsnee burgers, waarvan minstens één op vier werkloos. Tussen zij die wel werken bestaat een enorme inkomensongelijkheid. De ongelijkheid tussen blank en zwart zet zich door, en sinds de val van de apartheid is vooral de ongelijkheid tussen zwarten toegenomen. “De armen blijven arm en slechts een kleine zwarte minderheid doet het zeer goed. Hun inkomen is zeer hoog in vergelijking met de zwarte middenmoot.”31 Samen met de Zuid-Afrikaanse economie groeit dus ook de kloof tussen arm en rijk.
3. SOCIAAL WERK IN DE ZUID-AFRIKAANSE SAMENLEVING De dualiteit van de Zuid-Afrikaanse samenleving: erfenis van de apartheid, symptoom van de globalisering Die kloof tussen arm en rijk maakt van Zuid-Afrika een mengvorm tussen derdewereldland en westerse welvaartstaat. De Zuid-Afrikaanse samenleving hangt van tegenstellingen aan elkaar: “een rijk ontwikkelingsland, sterk geïndustrialiseerd, technologisch ver voor op de meeste andere Afrikaanse landen, met een straatarme zwarte massa en een topzware bovenlaag van bemiddelde blanken en -ondertussen ook- zwarten.”32 Ook geografisch tekenen zich grote verschillen af: de groeiende welvaart in de steden staat tegenover verpaupering in rurale gebieden. “Drie kwart van de economische activiteiten vindt plaats in de belangrijkste grootstedelijke gebieden: regio Johannesburg, het Kaapschiereiland, Durban, het Pinetowngebied en het Port Elizabeth/Uitenhagegebied in de Oostkaap.”33 De socio-economische situatie van de stedelijke gebieden is niet te vergelijken met die van het rurale binnenland, waarvan de situatie zeer gelijkend is met die van andere arme regio’s in Afrika. Traditioneel kent Zuid-Afrika een grote arbeidsmigratie, en vandaag is daar ook urbane migratie tout court bijgekomen. Met als gevolg dat de sloppenwijken rondom de grote industriële centra blijven uitbreiden.34 Die dualiteit is grotendeels een erfenis van de apartheid. Maar ook de globalisering maakt dat de kloof tussen zwart en blank, arm en rijk, als erfenis van de apartheid niet wordt opgeheven, maar integendeel nog wordt versterkt. Toen de democratische regering aantrad in 1994, werd het RDP gelanceerd, een grootscheeps “Reconstruction and Development Programme” om de achterstand van de zwarte bevolking weg te werken. Het RDP stierf echter een stille dood en werd in 1996 vervangen door het GEAR, “Growth, Employment and Redistribution Strategy”, dat ondanks de mooie titel helemaal gericht is op economische groei in liberale zin: “De hoogrendabele economische sectoren worden geprivilegieerd, en er zijn geen fondsen voorzien voor de rurale zwarte bevoking, terwijl van de andere kant ook de sociale vangenetten niet worden uitgebouwd. De Zuid-Afrikanen beschouwen daarom de globalisering als een nieuwe vorm van apartheid.”35
30
ANRYS, S., Idem MOELETSI MBEKI in ANRYS, S., Zuid-Afrika : wereldbeker economie, MO*magazine, 26 mei 2010. 32 CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw., 2010. 33 Ibidem 34 BROEDERLIJK DELEN, intern document 35 Ibidem 31
12
Invulling van de samenlevingsvorm: is Zuid-Afrika een welvaartstaat? Hoewel Zuid-Afrika economisch gezien te boek staat als een welvarend land, is het land geen welvaartstaat. We toetsen wat we de laatste weken lazen over Zuid-Afrika en wat Sien Van Boven en Stijn Van De Perre ons vertelden over het land, aan de definitie van een welvaartstaat36: “Een welvaartstaat is de samenlevingsvorm van sommige rijke geïndustrialiseerde landen..” √ - Zuid-Afrika maakt deel uit van een nieuwe lichting rijke geïndustrialiseerde landen. “..waarbij (sociale) grondrechten van de burger binnen een wettelijk raamwerk effectief worden gewaarborgd, met als doel: proberen aan alle inwoners van het land te zorgen voor minimale welvaart en welzijn zodanig dat eenieder in materieel opzicht (welvaart) en immaterieel opzicht (welzijn = bevorderen kansen tot ontplooiing) een menswaardig bestaan kan leiden. De welvaartsstaat ‘zorgt’ voor de inwoners van het land en dit ‘van de wieg tot in het graf’.” X - Een grote groep armen in de Zuid-Afrikaanse samenleving leiden geen ‘menswaardig bestaan’: hun minimale welvaart en welzijn wordt niet gewaarborgd. Het Zuid-Afrikaanse sociale zekerheidsstelsel blijkt ontoereikend. Bovendien loopt de uitvoering van sociale beleidsmaatregelen vaak mis: “Er zijn wel degelijk initiatieven vanuit de overheid, bijvoorbeeld meer middelen zoals kinderbijslag, een zekere regulering. Maar het schoentje knelt vaak bij de uitvoering, opvolging of controle van deze wetgeving of maatregelen,” stelt onze stagebegeleider Sien Van Boven.37 Stijn Van de Perre, die vorig jaar in naam van de Arteveldeschool een werkbezoek aan ZuidAfrika bracht, getuigt:“Op het vlak van sociale bescherming wordt onder meer sterk gefocust op huisvesting. Inwoners van de sloppenwijken kunnen voor dumpingprijzen ‘Mandela-huisjes’ kopen. Maar bij de bouw van de huisjes wordt geen rekening gehouden met de culturele verschillen binnen het land. Volgens de Zulu-traditie woont ieder gezin in een apart, alleenstaand huisje, terwijl de Mandela-huisjes vaak rijhuizen zijn. Dit vormt een grote drempel voor de Zulubevolking. Er wordt bovendien misbruik gemaakt van het initiatief: iemand koopt een Mandelahuisje voor 3000 rand, verkoopt het onmiddellijk door aan een veel hogere prijs en neemt terug intrek in de sloppenwijk. (…) Een ander pijnpunt is de gebrekkige sociale bescherming op de arbeidsmarkt. Heel wat armen worden als dagloner tewerkgesteld. Hierdoor zijn ze nauwelijks sociaal beschermd: ze hebben een zwakke sociale positie, geen contract, geen vast loon. Tot voor kort werd men zelfs in wijn uitbetaald, met alle gevolgen van dien.”38 “We’re equal but not the same. Iedere burger moet zich ‘geïntegreerd’ voelen in de samenleving, gelijke kansen krijgen om een even- en volwaardige rol in die samenleving te kunnen opnemen, en dit naar zijn of haar keuze.” X – Hoewel er sedert de apartheidjaren al een lange weg werd afgelegd, moeten er nog heel wat inspanningen worden geleverd voor blank en zwart in ZuidAfrika op gelijke voet leeft. “Het onderscheid tussen verschillende rassen blijft zeer groot, onderlinge contacten zijn beperkt. Ook ‘zwarten’ of ‘kleurlingen’ zijn op zich geen homogene groepen. Het inclusie- of integratiebeleid wordt optimaal gebruikt door kleurlingen, maar zwarten vallen op vele vlakken nog steeds uit de boot.”39 “Bijzondere inspanningen moeten uitgaan naar degenen die het moeilijker hebben om hun sociale grondrechten waar te maken.” X – De inspanningen die worden geleverd zijn ontoereikend om de sociale grondrechten van elke burger te waarborgen. “Dit alles gebeurt in het raam van een parlementaire democratie en met behoud van de vrijemarkteconomie als economische productiewijze.” √ - Zuid-Afrika is een parlementaire democratie met een vrijemarkteconomie.
36 37 38 39
CLAEYS, T., Onze moderne samenlevingsvorm: de welvaartstaat. Gent, Arteveldehogeschool, 2010, blz. 6 VAN BOVEN, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 18 oktober 2010. VAN DE PERRE, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 26 oktober 2010. Ibidem
13
We kunnen besluiten dat Zuid-Afrika, op haar weg van ontwikkelingsland naar welvaartstaat, nog heel wat hindernissen te nemen heeft. We hadden het bijvoorbeeld al over de dualiteit binnen de samenleving, over de hoge werkloosheid en armoede. Daarnaast is er de erfenis van de apartheid en het aanhoudende racisme tussen de verschillende etnische groepen. We halen verder in dit landendossier ook de aidsproblematiek aan. Ten slotte is criminaliteit een grote zorg van burger en overheid: Zuid-Afrika voert de wereldstatistieken aan wat crimineel geweld betreft.40 …Duidelijk heel wat sociaal werk aan de winkel! Sociaal werk De Stellenbosch University, waar we tijdens onze buitenlandse stage mogelijks lessen zullen volgen, omschrijft het doel van hun opleiding sociaal werk als: “studenten de vaardigheden bijbrengen om: om te gaan met de taken, problemen en behoeften van de ander, cliënten vanuit een ontwikkelingsperspectief te empoweren en rechtvaardigheid te verzekeren.”41 Binnen het ruime veld van ‘social welfare’, wordt in Zuid-Afrika een onderscheid gemaakt tussen social casework, groupwork en community development work, child en youth care work en probation work.4243 Het sociaal werk binnen een land is steeds een afspiegeling van het bredere politieke landschap. Zo ook in Zuid-Afrika: de grootschaligheid en versnippering binnen het land zijn duidelijk voelbaar in het sociale werk- en middenveld. “Hét sociaal werk in Zuid-Afrika is onmogelijk te omschrijven. Het is een zeer groot land, met grote verschillen tussen en binnen de 9 provincies,” stellen zowel Sien Van Boven als Stijn Van De Perre. Beiden bezochten recent enkele organisaties uit het Zuid-Afrikaanse sociale werkveld. Heel wat sociaal werk organisaties hebben hun wortels in het apartheidstijdperk. Toen werd een onderscheid gemaakt tussen formele, witte welzijnssector, gestart vanuit de caritasgedachte en gesubsidieerd door het apartheidsregime enerzijds, en de informele welzijnssector, die grotendeels bestond uit zwarte, ‘community-based’ organisaties anderzijds.44 Vandaag is het sociaal werk nog steeds erg verbonden met de verschillende etnische groepen binnen ZuidAfrika. De aanpak van middenveld- en sociaal werkorganisaties zijn als het ware etnisch ‘verzuild’.45 Verder zijn er grote verschillen tussen de stedelijke en rurale gebieden. In de steden is er vaak een overaanbod aan organisaties: alleen al in Franschhoek, het stadje waar we stage lopen, zijn er 70 NGO’s. Maar in de rurale gebieden blinkt het sociaal werk uit in afwezigheid. Men probeert de laatste jaren ook de rurale gebieden meer en meer te bereiken, maar dit vraagt bijzondere inspanningen. “Men gebruikt bijvoorbeeld een mobiele HIV-bus. Deze bus trekt van gemeenschap tot gemeenschap om daar vorming of uitleg te geven over HIV/AIDS,” getuigt Sien Van Boven.46 Ten slotte zijn er de verschillen tussen het sociaal werk gisteren en het sociaal werk vandaag. Zuid-Afrika is een land in transitie. Samen met de rest van het land evolueert ook het sociale werkveld aan een hoog tempo.
40
BROEDERLIJK DELEN, intern document Vrij vertaald, “The aim of the academic program in social work is to enable students to deal with the tasks, needs and problems arising from the lives of other people, to empower clients from a development perspective and to ensure that justice is served.” STELLENBOSCH UNIVERSITY, Department of social work. internet, (1 oktober 2010) 42 VAN BOVEN, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 18 oktober 2010. 43 GRAY, M., LOMBARD, A., The post-1994 transformation of social work in South Africa. International journal of social welfare, Oxford, 2008, blz. 132-145. 44 Ibidem 45 VAN DE PERRE, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 26 oktober 2010. 46 VAN BOVEN, S., Idem 41
14
Uitdagingen voor het sociaal werk Bovenvermelde versnippering vormt een eerste pijnpunt binnen het Zuid-Afrikaanse sociaal werk.47 Door de veelheid aan organisaties ontstaat bovendien heel wat concurrentie tussen de sociale organisaties onderling, bijvoorbeeld op het vlak van subsidies. Dit staat essentiële samenwerkingsverbanden in de weg, waardoor de slagkracht en duurzaamheid van het sociaal werk wordt geminimaliseerd.48 Ten tweede is er een schaarste aan bekwame sociaal werkers. Door het negatieve imago dat het beroep meedraagt sinds de apartheidjaren, kiezen studenten niet voor de opleiding. Veel sociaal werkers, zowel beroepskrachten als onderzoekers, werken in het buitenland. Bij gebrek aan goede sociaal werkers is, ondanks de veelheid aan sociale organisaties, de sociale dienstverlening in de praktijk vaak ontoereikend en ondermaats.4950
4. JEUGD EN ONDERWIJS 3.1
Inleiding
Jongeren zijn de toekomst! Het lijkt wel een activistische slogan, maar dan één met enorm veel waarheid, zowel letterlijk als figuurlijk. De kinderen en jongeren van nu zijn eenvoudigweg de volgende generatie. Het belang van bijvoorbeeld kwalitatief onderwijs, pleeggezinnen/tehuizen voor weeskinderen, goede rolmodellen, m.a.w. investeren in de jeugd, kan moeilijk overschat worden. 42 % van de totale bevolking in Zuid-Afrika is trouwens jonger dan 18 jaar. De groep Zuid-Afrikaanse jongeren en kinderen is erg groot. Kinderen en jongeren hebben het niet gemakkelijk in Zuid-Afrika, de zwarte en kleurlinge jeugd al helemaal niet. Zo stijgt het aantal Aidswezen opmerkelijk. Het traditionele, uitgebreide familiesysteem kan dit groeiende aantal wezen niet langer opvangen. Dus moet er gezocht worden naar nieuwe, duurzamere manieren om deze kinderen op te vangen. Niet alleen kinderen hebben aandacht nodig, ook de schoolverlatende jeugd in Zuid-Afrika heeft het moeilijk. Deze jongeren zijn tussen de 15 en de 35 jaar oud en dus geboren aan het einde van de apartheidsperiode. Ze hebben dit regime niet meer aan den lijve ondervonden, noch de strijd tegen het systeem die hun ouders geleverd hebben. Dit maakt dat ze op een heel andere manier naar het land kijken dan vorige generaties. Ze zijn in de eerste plaats bekommerd om materiële zaken, zoals een gsm, computer, merkkledij… Ze zijn vaak slecht opgeleid, waardoor werken vinden zeer moeilijk is. De concurrentie met de hoogopgeleide, geprivilegieerde elite is zeer hard. Met als gevolg een torenhoge werkloosheid en groeiende frustraties onder de jongeren. De jongeren worden weinig of niet ondersteund en zitten dus gevangen als het ware in een moeilijke situatie met weinig toekomst. Ze vallen in deze situatie gemakkelijk ten prooi aan geweld, criminaliteit, drugs, HIV/AIDS, seksueel geweld, tienerzwangerschappen.51
47
GRAY, M., LOMBARD, A., Idem VAN DE PERRE, S., Idem 49 VAN DE PERRE, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 26 oktober 2010. 48
50
GRAY, M., LOMBARD, A., The post-1994 transformation of social work in South Africa. International journal of social welfare, Oxford, 2008, blz. 132-145. 51 BROEDERLIJK DELEN, intern document
15
3.2
Youth House Franschhoek
Van februari tot juni zullen we onze derdejaarsstage in een jeugdcentrum in Franschhoek volbrengen. Franschhoek is een deelgemeente van Stellenbosch en werkt sinds kort samen met Dilbeek onder de noemer van een stedenband.52 Deze stedenband richt zich vooral op armoedebestrijding voor de jeugd. “Bij kinderen is de uitbouw van naschoolse opvang en vakantiewerking belangrijk, bij jongeren vanaf 15jaar ligt de nadruk op opleiding en tewerkstelling. Hierbij wordt aan preventie gedaan op vlak van druggebruik en HIV/AIDS. Waar mogelijk wordt aandacht voor het milieu doorgegeven omdat dit rechtstreeks gevolgen heeft op vlak van gezondheid.” 53 Ondertussen zijn er al verschillende dingen gerealiseerd, o.a. in samenwerking met de organisatie ‘Youth Empowerment Action’. Zo zijn er naschoolse en vakantieactiviteiten voor straatkinderen. Daarnaast worden ook knutsel en spelactiviteiten opgezet door de lokale bibliotheek. Sport is zeer belangrijk, naast de technische vaardigheden leren de kinderen en jongeren basisvaardigheden zoals elkaar respecteren, regels volgen,… Eens 15 jaar vormt ‘werk vinden’ een centraal thema in hun leefwereld. In de toekomst is het dan ook de bedoeling dat het jeugdcentrum uitgebreid wordt en het ook een vormingscentrum wordt. Naast werk is ook AIDS een centraal thema. Met als logisch gevolg dat er ook aan Aidspreventie gedaan wordt. Op welk niveau, met welke frequentie en intensiteit kennen deze activiteiten een zekere continuïteit? Ter plaatse zullen we ervaren wat er binnen de mogelijkheden ligt, wat realistisch is, wat de behoeften zijn…
3.3
JINT vzw54
Naar aanleiding van verschillende samenwerkingen heeft JINT vzw een dossier opgesteld over het jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Dit dossier bevat zeer nuttige informatie omtrent verschillende Zuid-Afrikaanse organisaties in het jeugdwerk. Ook onze stageplaats wordt beschreven, door de stedenband met Dilbeek. Dit dossier zal zeker handig zijn om nog wat meer te weten te komen over de achtergrond van jongeren in Zuid-Afrika, of hoe andere organisaties het aanpakken… Uit dit dossier55 komen meerdere interessante elementen naar boven. Om dit dossier te vervolledigen heeft Jint vzw gebruik gemaakt van verslagen, ervaringen en documentatie van jeugdwerkers en ambtenaren, die deelnamen aan ontvangsten in Vlaanderen en zendingen naar het buitenland. In deze bronnen kwamen telkens elementen zoals AIDS, alcoholmisbruik, geweld, gebruik van TIK56,… naar voren. Deze onderwerpen worden gestaafd met citaten van jongeren. Zuid-Afrikaanse jongeren hebben in hun dagelijkse leven te maken met problemen van verschillende aard. Armoede is een centraal thema, net zoals de dreiging van HIV/AIDS en een vrees voor geweld.
52
Stedenband = aanvullend op de werking van niet-gouvernementele organisaties, kan een gemeentebestuur in het Zuiden oplossingen aanbieden op vlak van welzijn, onderwijs, gezondheid en andere thema’s. Onder bepaalde voorwaarden uiteraard. 53 DILBEEK – STELLENBOSCH, brochure, Dilbeek,Werkgroep stedenband Dilbeek – Stellenbosch. 54
JINT vzw is o.a. een kennis- en expertisecentrum over internationale jongerenmobiliteit en internationaal jeugdbeleid. JINT wil enerzijds de wederzijdse internationale uitwisseling en samenwerking van, voor en door jongeren bevorderen. En anderzijds wil JINT de reflectie in binnen- en buitenland over jeugd(werk)(beleid) door alle betrokken actoren bevorderen. JINT is er voor jongeren, jeugdwerkers en hun organisaties en beleidsactoren. 55 CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw., 2010. 56 TIK is een sterke drug met dezelfde samenstelling als speed. Gebruikers vervallen in agressie, achtervolgingswaanzin en psychoses.
16
De jongeren gaven zelf aan dat ze behoefte hebben aan levensvaardigheden, kwalitatief onderwijs en ondernemingsvaardigheden en- ondersteuning. Er heerst ook een groot verlangen om herkend en erkend te worden, door hun omgeving maar zeker ook door de overheidsinstanties. Want deze zien de jongeren enkel als er iets misgelopen is. Positieve rolmodellen zijn ontzettend belangrijk, een getuigenis maakt de situatie duidelijk: “Je kunt er niet omheen, we hebben geen goede voorbeelden in onze maatschappij. Vraag de mensen wie hun voorbeeld is en ze geven je de naam van een succesvolle crimineel. Als je vraagt waarom, zeggen ze dat hij in een mooie wagen rijdt, liters bier kan kopen - niets anders dan dat. We moeten andere mensen als voorbeeld gaan stellen, want dat zijn helemaal geen voorbeelden. (Jeugdonderzoeker, Stadscentrum).”
3.4
Jong zijn na/in het apartheidsregime
Na de afschaffing van de apartheid in 1994, kwam er in Zuid-Afrika voor het eerst een democratische grondwet. Van bij het begin koos het nieuwe Zuid-Afrika voor jongeren als positieve kracht in het democratiseringsproces. In 1994 verklaarde President Mandela de positie van de jeugd in relatie tot het Reconstruction and Development Programme (RDP): “Their needs are immense and urgent. They are the centre of the RDP. To address these needs, acting with youth themselves, the government will engage the representatives’ organizations of the youth and other formations, among others, to look at the establishment of a broader based National Commission on Youth Development among the structures of government. Building on this base, the government and the commission would then work together to ensure that nurturing of our youth stands at the centre of our reconstruction and development without being consigned to a meaningless ghetto of public life.” Zuid-Afrika`s perceptie op jeugd ontwikkeling wordt uiteraard beïnvloed door z`n geschiedenis en de democratische doelen die nu centraal staan. Het is gebaseerd op de principes van sociaal en economische rechtvaardigheid, mensenrechten, empowerment, participatie en actief burgerschap. Jeugdontwikkeling bepaalt dan ook Zuid-Afrika`s toekomst en is essentieel in de ontwikkeling van het land in z`n geheel. Jonge mannen en vrouwen krijgen opeens een enorme taak en verantwoordelijkheid: het zijn zij die de multiculturele samenleving van Zuid-Afrika moeten vormgeven.” 57
3.5
Structuur en organisatie onderwijs, leerplicht, doorstroming
Percentage verdeling van educatie niveau van 20-jarigen en ouder:58 Deze figuur toont aan dat er wel degelijk een positieve evolutie merkbaar is op vlak van educatie van 20-jarigenen ouder. Het percentage dat doorstroomt naar het hoger onderwijs is lichtjes gestegen naar 9,1%. Het aantal jongeren dat helemaal geen scholing heeft gekend is gedaald naar 10,3%. In België is het ondenkbaar dat slechts 9,2% van de 20-jarigen en ouder, verder studeren.
57
CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw., 2010, blz. 21. 58 Ibidem, blz. 16. (“Source: Community Survey 2007 in status of youth report, 2007”)
17
In 1953 werd de Bantoe onderwijs Wet ingevoerd, waar vandaag nog steeds de gevolgen van te zien zijn. Concreet betekende dit dat de zwarte bevolking ondermaats onderwijs kreeg, zodat ze later zeer moeilijk werk zouden vinden en dus goedkope werkkrachten konden blijven voor de blanken. Voor de zwarten was het voldoende dat ze hout leerden hakken en water halen. Dit in tegenstelling tot het onderwijs dat de blanke kinderen kregen. Het is niet moeilijk voor te stellen dat velen de gevolgen hiervan nog dragen. Met dit in het achterhoofd is het niet zo gek dat men mensen tot 35 jaar als jongere beschouwd. De zwarte jonge bevolking heeft heel wat leerachterstand in te halen! Momenteel kent Zuid-Afrika een alfabetiseringsgraad van 88%.59 Voor een ontwikkelingsland klinkt dit vrij goed, maar je kan het ook anders verwoorden: 12% van de Zuid-Afrikanen is analfabeet. Om onderwijs te kunnen betalen moeten meestal beide ouders werken, en zelfs dan kan er vaak maar één kind naar school gaan. Bij de keuze welk kind naar school mag gaan, kunnen de meisjes het nauwelijks halen van de jongens. Met een werkloosheidsgraad van 24 % is het punt snel gemaakt dat er te weinig kinderen naar school kunnen, laat staan doorstromen naar het hoger onderwijs.60 Als de kinderen al naar school gaan, dan is het niveau niet bijster hoog. In de middelbare school volgt iedereen dezelfde opleiding, ‘matriek’. De opdeling die we hier in België maken tussen ASO, TSO en BSO is niet gekend in Zuid-Afrika. Er is nauwelijks technisch of beroepsonderwijs voorzien. “Het Wereld Economisch Forum heeft haar jaarlijkse onderzoeksresultaten naar de geleverde prestaties in diverse sectoren van de maatschappij gepresenteerd. De resultaten van het onderwijs in Zuid-Afrika zijn schrikbarend slecht. Extra pijnlijk voor de Afrikaanse grootmacht en rolmodel voor de ontwikkeling van het continent is het feit dat vrijwel alle Afrikaanse landen hoger scoren dan Zuid-Afrika. En dat zijn stuk voor stuk landen die veel minder geld te besteden hebben. Zuid-Afrika staat op plaats 130 (er is onderzoek gedaan in 139 landen) van het lijstje dat de kwaliteit van het onderwijs waardeert. Dat is veel lager dan bijvoorbeeld Kenia (32), Botswana (48) en Malawi (49).” 61
3.6
AIDS
Zoals eerder vermeld staat Zuid-Afrika op de nummer één van de wereldranglijst wat betreft mensen geïnfecteerd met HIV/AIDS. Het aantal HIV/AIDS besmettingen neemt nog steeds toe, waarbij vrouwen tussen 20 en 45 de meest kwetsbare groep vormen. Met als gevolg dat het aantal wezen en pleegkinderen onrustwekkend toeneemt. Er is sprake van 2 miljoen wezen. Uit studies blijkt ook dat het klassiek model van preventie ‘abstain –be faithfull – condomise’ niet werkt. Het werkt misschien in het Westen, maar blijkbaar niet in Zuid-Afrika. Het is noodzakelijk om deze problematiek in een ruimere context te bekijken. De maatschappelijke situatie/ellende maakt de kern van het probleem uit. Het is van groot belang dat de jongeren een toekomstperspectief wordt geboden. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld aan de hand van nuttige vormen van ontspanning, vormingen, hulp bij het zoeken naar werk…62 HIV/Aids behoort tot een reeks negatieve gedragshoudingen die ze collectief ‘sociale ziekten’ noemen. Onder deze categorie van sociale ziekten hoort ook misdaad, geweld, alcohol- en drugsmisbruik, seksueel misbruik en tienerzwangerschappen.63
59 60 61 62
BTC, Zuid-Afrika, internet, (10 oktober 2010). VAN DE PERRE, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 26 oktober 2010. WERELD ECONOMISCH FORUM.
VAN DE CASTEELE, E. en VAN DE PERRE S., De sloppenwijk naast de culinaire hoofdstad. Knack nr.22, 2010, blz.44-47. 63 CORNILLIE, T. en PONCELET, S., op.cit., blz. 14.
18
De minister van volksgezondheid onder de regering-Mbeki sloeg iedereen met verstomming met haar promotiecampagne voor look en rode biet als antwoord op de Aidsepidemie en met het in twijfel trekken van het nut van de ART-behandeling (= een behandeling met AIDS-remmers) voor besmette personen. In onze oren klinkt dit compleet absurd! Zo heersen er in Afrika nog verschillende legendes waar wij met ons verstand niet bij kunnen. Zo zou men van AIDS kunnen genezen door te vrijen met een maagd. Erg bevorderlijk in de strijd tegen HIV/AIDS is dit niet. De Aidsproblematiek zorgt ook binnen het onderwijs voor verstrekkende gevolgen. De getroffen doelgroep bestaat namelijk vooral uit vrouwen en mannen tussen de 15 en 49 jaar. Binnen deze groep leeft 18,1% met HIV/AIDS. Dit betreft de actieve bevolking die ofwel naar school gaat of wel kinderen heeft die naar school (zouden moeten) gaan. Het aantal wezen en pleegkinderen stijgt, door het grote aantal geïnfecteerde volwassenen. Het is noodzakelijk dat deze wezen en verlaten kinderen verzorgd worden en kunnen opgroeien in een liefdevolle omgeving. Ondanks of juist dankzij de grote aanwezigheid van HIV/AIDS in Zuid-Afrika blijft het heel moeilijk om het taboe te doorbreken. Doordat er nog veel taboe rust op het onderwerp is het zeer moeilijk om betrouwbare statistieken te vinden. Gelukkig slaagt de civiele actiegroep ‘Treatment Action Campaign’ erin druk uit te oefenen op de regering en internationale belangstelling los te weken voor het feit dat de regering blijkbaar niet bekwaam is om de nodige diensten te verlenen. 64 “Bertnett & Whiteside (2002) hebben aangetoond dat een ernstige pandemieën zich voordoet in landen en gebieden met weinig sociale cohesie en grote ongelijkheid in rijkdom. Het gebrek aan sociale cohesie wordt veroorzaakt door abrupte en voortdurende snelle veranderingen in het sociale, politieke en economische bestel van een samenleving, wat onvermijdelijk leidt tot culturele verandering, fysische en sociale mobiliteit, afbrokkeling van controlemechanismen etc. Zuid-Afrika zit middenin een dergelijk snel veranderingsproces en is daarom erg gevoelig voor een hoge graad van HIV-infecties.”65
5. CONCLUSIE VAN DE GROEP Zuid-Afrika is een land van paradoxen. Er zijn grote verschillen tussen stad en platteland, tussen woestijn en gebergte, tussen besmet met HIV/AIDS en niet besmet, tussen blank en zwart, tussen Mandela en Zuma, tussen arm en rijk, tussen groupwork, community work en casework, tussen de formele en informele economie, tussen de Democratische Alliantie en het ANC… Dit maakt het onmogelijk om algemene waarheden te poneren over bijvoorbeeld hét sociaal werk in Zuid-Afrika. Zuid-Afrika is een land in transitie. Het land, de maatschappij, de Zuid-Afrikaanse mentaliteit wordt elke dag verder (her)opgebouwd. Vaak zijn er heel mooie doelstellingen neergeschreven, maar die worden vandaag nog te weinig in de praktijk geïmplementeerd. Daarnaast kan de impact van AIDS kan niet onderschat worden, het ontwricht een hele gemeenschap. Het apartheidsregime is nu zo’n 16 jaar afgeschaft, maar de gevolgen van dit regime zijn nog ontzettend aanwezig. De generatie die gestreden heeft tegen het apartheidsregime, voelt de littekens nog elke dag branden. Het ANC dat als vrijheidsbeweging is gestart, is er niet in geslaagd om een eerlijke democratische partij te worden. Politieke spelletjes en vriendjespolitiek zijn geen uitzondering. Dit zorgt ervoor dat alles zeer politiek geladen is. Ook het middenveld is sterk gepolitiseerd.
64 65
BROEDERLIJK DELEN, intern document BROEDERLIJK DELEN, intern document
19
Politiek analist William Gumede verwoordt het als volgt: “De goede mensen zijn gedesillusioneerd vertrokken of ze zijn met de hulp van het ANC in zaken gegaan en verdienen zo geld aan het systeem waar ze diep vanbinnen misschien kritiek op hebben. Mensen richten zich op hun carrière of op hun familie. Dat kan ik ze niet kwalijk nemen: als je jaren gevochten hebt voor vrijheid, raak je uitgeput. Als die vrijheid dan bereikt is, wil je niets liever dan je persoonlijke leven weer op de rails krijgen.” Voor dit landendossier baseerden we ons onder meer op een landendossier van JINT vzw in verband met jeugd(beleid), een vertrouwelijke beleidsnota van Broederlijk Delen en een brochure in het kader van de stedenband tussen Dilbeek en Stellenbosch. Hieruit blijkt dat België verrassend veel aanwezig is in Zuid-Afrika. Vooral organisaties die met jongeren werken lijken de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. Wat, naar onze bescheiden mening, een goede zaak is. De huidige jongeren zijn de volgende generatie die gaan werken, die kinderen zullen krijgen, die de kans moeten hebben om zich te ontplooien. Niemand kan ontkennen wat een ruim aanbod aan mogelijkheden jongeren in België hebben. Het is zo ver gekomen dat wij vaak te veel keuzes hebben, hier moeilijk mee omkunnen. Wat een luxeprobleem. Zoals eerder gezegd ligt onze ambitie niet in het voorstellen van een compleet landendossier. Dit is niet mogelijk. We zijn erin geslaagd om een basiskennis op te doen en hier kunnen we met onze kennis en ervaringen ter plaatse op verder bouwen.
BRONNENLIJST ANC, African National Congress. South Africa’s National Liberation Movement, internet, (12 oktober 2010). (http://www.anc.org.za/show.php?include=docs/misc/2010/anc.html) ANC, Biography: Jacob Gedleyihlekisa Zuma. Internet, (1 oktober 2010). (http://www.anc.org.za/showpeople.php?p=2) ANRYS, S., Zuid-Afrika : wereldbeker economie, MO*magazine, 26 mei 2010. BBC, South Africa’s President Jacob Zuma. Internet,1 maart 2010. http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/4615019.stm BIERBAUM, B., e.a., Zuid-Afrika. Een oogstrelend avontuur. Roeselare, Roularta Books, 2010. BROEDERLIJK DELEN, intern document BTC, Zuid-Afrika, internet, (10 oktober 2010). (http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Ontwikkelingssamenwerking/Landen/Partnerlanden/ZuidAfrika) CLAEYS, T., Onze moderne samenlevingsvorm: de welvaartstaat. Gent, Arteveldehogeschool, 2010. CORNILLIE, T. en PONCELET, S., Jeugd en Jeugdbeleid in Zuid-Afrika. Een landendossier samengesteld door JINT vzw. rapport, Brussel, JINT vzw., 2010. De lange weg naar de regenboognatie. Knack, nr.22, 2010. DILBEEK – STELLENBOSCH, brochure, Dilbeek, Werkgroep stedenband Dilbeek – Stellenbosch. GRAY, M., LOMBARD, A., The post-1994 transformation of social work in South Africa. International journal of social welfare, Oxford, 2008, blz. 132-145. 20
LANDELOUT,T., ANC blijft veruit de grootste partij. Knack, nr. 22, 2010. LAPERE, G., Kan Zuid-Afrika de wereldwijde crisis aan? internet. MO*magazine, 23 april 2009. (http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=24804&cHash=6ba1fdab10) POPPE, G., Is Zuid-Afrika een derdewereldland? internet. MO*magazine, 22 april 2009. (http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2[art_id]=24788&cHash=44ad441f51) STELLENBOSCH UNIVERSITY, Department of social work. internet, (1 oktober 2010) (http://sun025.sun.ac.za/portal/page/portal/Arts/Departments/social_work) VAN BOVEN, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 18 oktober 2010. VAN DE CASTEELE, E. en VAN DE PERRE S., De sloppenwijk naast de culinaire hoofdstad. Knack nr.22, 2010. VAN DE PERRE, S., Mondelinge mededeling, via bezoek, d.d. 26 oktober 2010. VERMAAS, P., Na het WK de teleurstelling. Knack, nr. 22, 2010. (http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/weekblad/articles/printarticle-2525308.htm) WIKIPEDIA, Bric. internet, (1 oktober 2010). (http://nl.wikipedia.org/wiki/BRIC) WIKIPEDIA. Vlag van Zuid-Afrika. internet, (12 oktober 2010). (http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlag_van_Zuid-Afrika) WIKIPEDIA. Parlement van Zuid-Afrika. internet. (16 oktober 2010). (http://nl.wikipedia.org/wiki/Parlement_van_Zuid-Afrika)
21