SAOEDI-ARABIË
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Arthur Bruls en Harry de Ridder Met bijdragen van: Herman Bosman en Harry de Ridder Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Big Foto, al Jazeera, 11september.com, Amnesty International, VN, Oie. Enkele foto’s zijn van de Saoedische tv genomen. De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected]. Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar onder meer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: saoediarabie Het wachtwoord is: project018 De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2012
II
INHOUD Inleiding
pag. 1
Saoedi-Arabië in vogelvlucht Vier landstreken Dierenrijk, klimaat en milieu
pag. 2 pag. 2 pag. 3
Bakermat van de islam Mohammed, grondlegger van de islam De aantrekkingskracht van de islam De hadj
pag. 4 pag. 4 pag. 5 pag. 6
Geschiedenis Bedoeïenen en het wahabisme De Saoedi’s Stichting van Saoedi-Arabië Ikhwan versus Ibn Saoed Opkomst van de olie-industrie OPEC en oliecrisis Opstand en drie Golfoorlogen
pag. 7 pag. 7 pag. 8 pag. 9 pag. 10 pag. 11 pag. 12 pag. 13
Dagelijks leven Mannen en vrouwen Autorijden is verboden voor vrouwen Jongeren Sport en ontspanning Westerse buitenlanders Niet-westerse buitenlanders
pag. 14 pag. 14 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 17 pag. 18
Staatsinrichting en politiek Majlis en landsbestuur Rechtspraak De blik op het Westen … … en op het wahabisme Terreurbestrijding Naar een toekomst zonder olie
pag. 19 pag. 19 pag. 20 pag. 21 pag. 22 pag. 23 pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
INLEIDING Waar denk je aan als je de naam SaoediArabië hoort? Is het een sprookjesland of is het leven in het land een nachtmerrie? Het is in ieder geval een land waar je vaak over hoort. Daar wordt méér aardolie uit de grond gehaald dan in welk land ter wereld ook. Elk jaar opnieuw gaan wel twee miljoen moslims op bedevaart naar de Saoedische stad Mekka. Ze komen van overal ter wereld, ook uit Nederland. De koninklijke familie van het land is een van de rijkste ter wereld. In het land kun je lijfstraffen krijgen en zelfs de doodstraf. Bovendien mag iedereen komen kijken als er iemand wordt gegeseld of onthoofd. Ten slotte is ’s werelds meest beruchte en gezochte terrorist, Osama bin Laden, in Saoedi-Arabië geboren. Over deze zaken hoor of lees je soms en die komen in dit informatiepakket ook aan bod. Maar daarmee kom je nog niet te weten hoe mensen daar leven. Hoe ziet het dagelijks leven eruit voor mannen, vrouwen en jongeren? Kun je daar af en toe naar de stembus, net als in Nederland? Ook daar gaan we op in. Vlag en wapen van Saoedi-Arabië De tekst van de vlag zegt: La ilaha Ila Allah Muhammada Rasulu allah Er is geen andere god dan God, Mohammed is de boodschapper van God
Eerst maak je kennis met het landschap, het klimaat en het dierenleven in Saoedi-Arabië (pag. 2). Daarna leggen we uit hoe in Saoedi-Arabië de islam is ontstaan en waarom ieder jaar zoveel mensen op bedevaart naar Mekka gaan (pag. 4). Dan laten we zien hoe dit land, een koninkrijk, is ontstaan en waarom het een belangrijk land is geworden voor onze energievoorziening (pag. 7). In het vierde hoofdstuk laten we zien hoe het dagelijks leven eruit ziet voor verschillende groepen, mannen en vrouwen, jongeren en diverse groepen buitenlanders (pag. 14). In het laatste hoofdstuk laten we zien hoe het land bestuurd wordt, hoe de rechtspraak daar werkt en wat voor politiek de regering van het land voert. Ook kun je lezen over Osama bin Laden, bestrijding van terreur en hoe het land zich voorbereidt op een toekomst zonder olie als pijler van zijn economie (pag. 19). 1
Uitzicht vanaf een balkon over de plaats Corniche
SAOEDI-ARABIË IN VOGELVLUCHT We maken kennis met vier landstreken van Saoedi-Arabië. Daarna vertellen we over het klimaat, de dieren die er leven en milieuproblemen. Vier landstreken Nedzj: Deze landstreek is de streek waar de koninklijke familie van Saoedi-Arabië vandaan komt. Vroeger was het één van de armste delen van de wereld. In de woestijn konden alleen de trotse bedoeïenen met hun kamelenkuddes overleven. Vanuit dit deel is de rest van het land veroverd. In de Nedzj ligt ook de hoofdstad van Saoedi-Arabië, Riad. Riad is een grote stad met 2,7 miljoen inwoners, die nog steeds door blijft groeien. Vanuit Riad loopt de enige spoorlijn van Saoedi-Arabië naar de havenstad Damman aan de Perzische Golf.
Jedda
Bedoeïenenkamp
Hijaz: Dit is het gebied waar de islam is ontstaan. Mohammed, de stichter van de islam, woont eerst in de stad Mekka en later in Medina. Sindsdien zijn deze twee steden de belangrijkste bedevaartsoorden voor moslims wereldwijd. Tot de uitvinding van het vliegtuig arriveren veel van die bedevaartgangers via de havenstad Jedda in Hijaz. Ook nu is Jeddah het belangrijkste handelscentrum van het land. Omdat de talloze bedevaartgangers veel geld in het laatje brengen, wordt Hijaz een welvarende streek. Veel Saoedische banken en andere bedrijven hebben er hun hoofdkwartier.
Het oosten: In dit deel van Saoedi-Arabië is de meeste aardolie te vinden. Nergens ter wereld liggen grotere aardolievelden dan in dit gedeelte van Saoedi-Arabië. Het is het gedeelte van het land waar de meeste regen valt en traditioneel zijn veel mensen er dan ook boer. Veel mensen in het oosten zijn sjiïetische moslims. In Saoedi-Arabië is de wahabitische islam de officiële godsdienst. De wahabitische islam is een onderdeel van de soennitische stroming binnen de islam. De sjiïeten worden achtergesteld. Ook geeft de regering maar een klein deel uit van de enorme aardolie-inkomsten uit in het sjïietische oosten van het land. Het zuiden: dit gebied hoort tot de jaren ‘30 van de vorige eeuw bij Jemen. De cultuur verschilt ook met die van de rest van het land. Zo wonen de mensen er net als in Jemen al sinds eeuwen in hoge flats die gebouwd zijn van klei. Het is een heel afgelegen gebied, waar maar zelden buitenlandse bezoekers komen. Hoog in de bergen wonen de geheimzinnige bloemenmannen. Die danken hun naam aan de kransen van bloemen die ze op hun hoofd dragen. 2
Dierenrijk, klimaat en milieu Saoedi-Arabië heeft een woestijnklimaat. De zomers zijn heet en droog. Tijdens de winter is het meestal tamelijk warm. In het binnenland is het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur van de dag vaak groot. Overdag kan het heet worden, ’s nachts ijzig koud. In het grootste deel van het land valt er zó weinig regen dat er bijna geen planten kunnen groeien. In het oosten valt wat meer regen en de provincie Asir, zuidelijk van Jeddah en grenzend aan Jemen, kent zelfs een echt regenseizoen. Arabische oryx
Tot aan het einde van de IJstijd, enige duizenden jaren voor Christus, heeft het land een koeler en vochtiger klimaat. Zelfs Roeb al-Khali (Lege Kwartier), nu het droogste en meest onherbergzaamste gebied, is groen. Daar leven talloze wolven, gazellen, Arabische oryxen, jakhalzen, vossen en andere zoogdieren. Daarna wordt het klimaat droger en warmer en komen er steeds minder dieren voor. In de jaren ’30 en ’40 van de 20e eeuw wordt er bovendien veel op deze dieren gejaagd om hun vlees. Begin jaren ’60 raakt de Arabische oryx zelfs uitgestorven. Tegenwoordig wordt er niet meer gejaagd en probeert de Saoedische overheid wat er van het dierenleven over is te beschermen. Men is er in geslaagd de Arabische oryx weer uit te zetten in het land.
Beter gaat het met de vogels. Jaarlijks komen miljoenen trekvogels naar het Arabisch Schiereiland om te overwinteren. Ze zoeken plekken op waar water te vinden is. Daar zijn ook parken in steden bij. Het grootste deel van het land bestaat uit woestijnbodem. Op sommige plaatsen zijn hoge zandduinen te vinden die zich in eindeloze rijen over het land uitstrekken als golven in zee. In Asir zijn ook bergen. Beken, rivieren en meren zijn er nergens. Maar als het een keer regent, ontkiemen er zaadjes van gras en bloemen die vaak jarenlang in de bodem hebben gezeten. Daardoor kleurt de woestijn groen, om daarna langzaam weer de oude kleur aan te nemen. Mensen die door het land trekken, kunnen moeilijk aan water komen. Maar op sommige plekken zit er water in dieper gelegen steenlagen onder de grond. Deze plekken worden aquifers genoemd. Dat water wordt opgepompt om in huis te gebruiken. Maar aquifers worden kleiner omdat er meer water wordt opgepompt dan er bijkomt. Daarom zijn of komen er aan de kust van de Rode Zee en de Perzische Golf installaties die zout uit zeewater halen zodat dat water bruikbaar wordt.
Oude waterbron bovenop een aquifer
Naast het kleiner worden van aquifers heeft Saoedi-Arabië nog een ander probleem met het milieu: olievervuiling. Vooral de zee voor de kust raakt vervuild door olie die weglekt uit schepen. 3
BAKERMAT VAN DE ISLAM De koning van Saoedi-Arabië heet Bewaarder van de Twee Heilige Moskeeën. Die staan in Mekka en Medina, twee steden in Saoedi-Arabië die de bakermat vormen van de islam. Van daaruit heeft deze godsdienst zich over de wereld verspreid. Mohammed, grondlegger van de islam In 570 wordt in Mekka de Arabische karavaandrijver en handelaar Mohammed geboren. Dan is Mekka een grote handelsstad waar handelaren zaken doen met het Perzische en het Byzantijnse Rijk en het christelijke Ethiopië. In de stad wonen joden, christenen en mensen met een godsdienst die meerdere goden heeft. Die hebben een heiligdom in de stad, de Kaäba. Mohammed wordt kort na zijn geboorte wees en hij wordt opgevoed door zijn oom Ali. Hij begeleidt karavanen van kamelen beladen met handelswaar door de woestijn. Hij treedt in dienst bij Kadidja, een rijke koopmansweduwe en trouwt later met haar. Dan begint hij steeds meer na te denken over de zin van het leven. Soms trekt hij zich een nacht lang terug op de berg Hira om te mediteren. In 611, als hij op de Hira is, verschijnt de engel Gabriël. Die vertelt hem dat Allah (Arabische De openbaring van Gabriël aan Mohammed naam voor God) hem uitverkoren heeft om namens Hem een nieuw geloof te verkondigen, de islam (Arabisch voor ‘overgave’ of ‘onderwerping’). Daarna ziet Mohammed Gabriël lange tijd niet. Hij wil zelfs zelfmoord plegen, maar op een nacht verschijnt Gabriël opnieuw. Ook gedurende de rest van zijn leven blijft Gabriël hem bezoeken. Steeds zegt Gabriël hem: “Er is geen andere God dan God en Mohammed is zijn profeet (= afgezant).” Ook krijgt Mohammed andere boodschappen die hij moet verkondigen. Volgelingen schrijven die op. Later worden deze boodschappen verzameld in een boek, de Koran. Zijn eerste volgelingen zijn Kadidja en zijn dochter Fatima. Hij probeert andere mensen in Mekka tot de islam te bekeren. Hij heeft aanvankelijk weinig succes. Van de weinige volgelingen die hij krijgt, komt een aantal uit Medina. Hij richt een gebedsruimte in waar hij en zijn volgelingen bijeenkomen voor gebed. Daar verrijst de eerste Heilige Moskee. Hij maakt veel vijanden in Mekka en in 622 vlucht hij met zijn volgelingen naar Medina. Hiermee begint de jaartelling van de moslims. Daar krijgt hij meer volgelingen en sticht hij een moskee. Daar staat nu de tweede Heilige Moskee. Ook voert hij met zijn leger oorlogen tegen vijanden van de islam. In 630 verovert hij Mekka. Hij vernietigt alle afgodsbeelden in de Kaäba. Als blijkt dat die afgoden de stad hiervoor niet straffen, bekeren ook veel bewoners van Mekka zich tot de islam. Sindsdien is de Kaäba een heiligdom van de islam. Mohammed keert terug naar Medina. Daar sterft hij in 632. Kaäba in Mekka 4
De aantrekkingskracht van de islam Niet alleen kent de islam één God, ook mogen moslims, aanhangers van deze godsdienst, geen beelden van Hem en van Mohammed maken. Sommige moslims vinden het toelaatbaar om afbeeldingen van Mohammed te maken zolang zijn gezicht er niet op te zien is (zoals op de miniatuur hiernaast). Andere moslims waaronder de wahabieten (zie het volgende hoofdstuk) wijzen dat af, Voor hen is ook beelden maken (of foto’s en films) van andere mensen taboe. Dit beeldverbod berust op de opvatting dat alle aandacht naar de inhoud van de godsdienst moet gaan. Worden er beelden van God en Mohammed gemaakt, dan worden die beelden vaak een voorwerp van verering. Daardoor gaat er minder aandacht naar de inhoud van de godsdienst. Verder zijn voor Mohammed en zijn volgelingen alle mensen gelijk. Iedereen kan moslim worden, rijk of arm en ongeacht zijn afkomst. Op de derde plaats kent iedere moslim het Arabisch (de taal van de Koran) of wordt geacht deze taal te leren. Arabisch is de heilige taal van de islam. Ten slotte is de islam niet alleen een godsdienst, maar ook een manier om het dagelijks leven in te richten. Dat doen moslims aan de hand van regels die in de Koran staan en in de Hadith, een verzameling uitspraken van Mohammed en verhalen over diens leven.
Mohammed wordt in de islam niet afgebeeld. Op deze Perzische miniatuur uit de 16e eeuw. komt Mohammed met Buraq, een hemels dier, aan in de hemel. Zijn gezicht is niet afgebeeld.
Na Mohammeds dood verspreidt de islam zich over het MiddenOosten en delen van Afrika, Azië en Europa. Dat komt omdat mensen die deze godsdienst aanhangen zich als gelijken met elkaar verbonden voelen en zich aan dezelfde leefregels houden. Voordat Mohammed de islam begint te verkondigen, is dat in en rond Mekka wel anders. Daar leven mensen op verschillende manieren. Dan hoort iedereen bij een eigen stam, die vaak ook hun eigen goden aanbidden. Elke god heeft zijn eigen regels. Die regels worden ook nog vaak volkomen willekeurig uitgelegd, vooral door rijke en dus machtige mensen. Als Mohammed begint de islam te verkondigen, vindt hij vooral gehoor bij arme mensen in Mekka. Dit alles is een probleem omdat mensen door de groeiende handel steeds vaker met elkaar in contact komen. Aan dat probleem maakt de islam min of meer een einde. Ook verspreidt de islam zich omdat islamitische legers steeds meer gebied veroveren. Verder bekeren bedoeïenen zich tot de islam om zich aan te sluiten bij islamitische legers. In die tijd mogen alle manschappen van een leger delen in spullen die op de vijand worden buitgemaakt. Dat maakt bekering tot de islam voor bedoeïenen aantrekkelijk. Als islamitische legers delen van het Byzantijnse rijk veroveren, bekeren mensen zich daar tot de islam, want die zijn het beu dat joden en verschillende groepen christenen in hun rijk voortdurend ruzie met elkaar hebben. In de 7e eeuw raken de moslims in twee groepen verdeeld. De ene groep, de sjiïeten, vindt dat de kalief, de opvolger van Mohammed de leider van alle moslims, een afstammeling van Mohammed moet zijn. De andere groep, de soennieten, vindt dat de kalief ook iemand mag zijn die niet van Mohammed afstamt. 5
De hadj De islam kent vijf zuilen, dingen die alle moslims moeten doen. De eerste is de geloofsbelijdenis. Die luidt: Er is geen andere God dan God en Mohammed is zijn profeet. De tweede is het gebed. Moslims moeten vijf maal per dag bidden met het gezicht naar Mekka gekeerd. De derde is het vasten tijdens de Ramadan. De vierde is meedoen aan de hadj, de jaarlijkse bedevaart naar Mekka in Saoedi-Arabië. De vijfde is de zakat (= aalmoes), de verplichting om geld te geven aan de armen. Iedere moslim die gezond is en ook rijk genoeg, moet tijdens zijn leven minstens één keer meedoen aan de hadj. Die vindt plaats in de laatste maand van het moslimjaar. Vroeger was het al een grote opgave om voldoende geld bij elkaar te krijgen om de reis te betalen. Soms spaarden alle bewoners van een dorp jarenlang om één enkele dorpsgenoot op bedevaart te kunnen laten gaan. Ook de reis zelf was een hele opgave. Later maakt de komst van het vliegtuig meedoen aan de hadj voor meer mensen betaalbaar en wordt Mekka makkelijker te bereiken. Pelgrims kleden zich op twintig kilometer van Mekka om. Mannen mogen alleen twee ongenaaide witte lappen dragen. Vrouwen moeten hun gezicht en hun handen onbedekt laten. Meestal dragen ze ook witte kleren tijdens de hadj. Daardoor lijken de pelgrims op elkaar. Hiermee willen ze onderstrepen dat alle moslims gelijk zijn, ongeacht rijkdom en afkomst. Tijdens de hadj mag je je niet kammen, scheren, je haren en nagels (laten) knippen. De pelgrims overnachten in grote tentenkampen in Mina.
Miljoenen pelgrims lopen om de Kaäba
Ze lopen zeven maal rond de Kaäba. Ook maken ze zeven tochten tussen de bergen Safa en Marwa. Dit verwijst naar het verhaal van Hagar en haar zoon Ismaël. Abraham is al getrouwd met Sara als hij met Hagar trouwt. Nadat Sara bevallen is van haar zoon Isaak, verjaagt ze Hagar en Ismaël. Hagar zwerft met Ismaël door de woestijn op zoek naar water. Net voordat ze van dorst omkomen, wijst aartsengel Gabriël haar een plek met een bron. Ismaël is volgens de Koran de stamvader van de Arabieren en dus ook van Mohammed. De zeven tochten herinneren aan Hagars zwerftocht. De pelgrims bezoeken de berg Arafat. Daar vragen ze Allah om vergeving van hun zonden. Vervolgens verzamelen de pelgrims zich bij drie zuilen die de duivel voorstellen en gooien er stenen naartoe. Daarna scheren mannelijke pelgrims hun hoofd en knippen de vrouwen een lok van hun haar af. Dit is het symbool van een nieuw leven, waarin je bevrijd bent van je oude zonden. De hadj sluit af met het offerfeest dat ook wordt gevierd door moslims die niet aan de hadj meedoen. Dan worden er dieren geslacht. De pelgrims eten maar een klein gedeelte van het vlees op en geven de rest aan de armen. Omdat er nu ongeveer twee miljoen pelgrims zijn, kunnen niet voor iedereen voldoende dieren worden aangevoerd. Daarom kopen de meesten een bon waarop staat dat later ergens op de wereld een dier geslacht zal worden waarvan het vlees aan de armen zal gegeven worden. 6
GESCHIEDENIS De stamvaders van Saoedi-Arabië zijn Mohammed ibn Abdoel Wahab, de stichter van het wahabisme, en emir Mohammed Ibn Saoed, van wie de koningen van de Saoeddynastie nakomelingen zijn. Het emiraat van Saoed groeit uit tot een machtig rijk en gaat vervolgens ten onder in chaos en oorlog. In de 20e eeuw sticht een nazaat van Mohammed Ibn Saoed het koninkrijk Saoedi-Arabië. Vooral dankzij zijn olierijkdom wordt het een grootmacht in het Midden-Oosten. Bedoeïenen en het wahabisme In de 18e eeuw grenst de Nedzj (zie pag. 2) aan het Ottomaanse Rijk. De Ottomanen lijven het gebied niet in omdat het arm is. De bewoners ervan houden dromedarissen en schapen voor hun melk en vlees. In de oases verbouwen ze gewassen. Vaak overvallen bedoeïenen de oases. Machtige bedoeïenenleiders dwingen de bewoners ervan belasting te betalen. Soms lukt het een bedoeïenenleider om een groot stuk land in zijn macht te krijgen en daar orde en rust te brengen. Dan kan hij de leden van zijn stam een gedeelte van de oorlogsbuit geven. In het gebied kunnen boeren en handelaars ongestoord leven en werken. Maar vaak valt het gebied al snel uiteen omdat vooral jonge bedoeïenen in opstand komen tegen hun leider. Die willen weer oorlogvoeren, want ze leven van de buit die oorlogvoering hen oplevert. De hele bevolking van de Nedzj is islamitisch, maar bedoeïenen houden daarnaast vast aan godsdienstige gebruiken die van vóór het ontstaan van de islam stammen. Ze aanbeden geesten en bidden ook bij de graven van heilige mannen en bij heilige bomen. In 1703 wordt in de oase Uyaina de grondlegger van het wahabisme geboren, Mohammed Ibn Abdoel Wahab. Hij is de zoon van een imam (islamitische priester). Hij wil de islam terugbrengen naar wat het is geweest in de tijd van Mohammed. Hij is daarom fel gekant tegen de verering van geesten en voorouders. Ook wil hij de islam zuiveren van alle vernieuwingen die sinds de dood van Mohammed ingevoerd zijn. Hij is vooral tegenstander van de gewoonte van veel moslims om te bidden bij de graven van islamitische heiligen. Moslims die dat doen, zijn volgens hem helemaal geen moslims. Tegen deze moslims wil hij een heilige oorlog voeren. Hij krijgt steeds meer aanhangers; die heten de wahabieten. Maar ook krijgt hij al snel ruzie met andere geestelijken. Als hij een overspelige vrouw laat stenigen -volgens hem moest je dat volgens de Koran met overspelige vrouwen doen– veroordelen islamitische geestelijken hem ter dood. Daarop vlucht hij naar de oase alDiriya. 7
Mohammed ibn Abdoel Wahab te midden van zijn volgelingen
De Saoedi's Deze oase wordt geregeerd door emir Mohammed ibn Saoed. Hij is één van de tientallen bedoeïenenleiders die in de Nedzj een eigen gebied voor zichzelf hebben weten te veroveren. Daardoor bestaat de Nedzj uit tientallen staatjes. Ibn Saoed en Wahab kunnen het al snel goed met elkaar vinden. Ze sluiten in 1745 een verbond om samen een heilige oorlog te voeren tegen alle moslims die geen aanhanger van Wahab zijn. Ook wordt Wahab de geestelijk leider van het emiraat. Veel mensen sluiten zich bij de heilige oorlog aan, omdat ze dan recht hebben op een aandeel in de oorlogsbuit of omdat de ideeën van Wahab hen aanspreken. De bedoeïenenleiders die in de Nedzj aan de macht zijn, gebruiken die macht zoals ze zelf willen. Ze maken bijvoorbeeld zelf uit hoeveel belasting hun onderdanen moeten betalen. Wahab belooft ze dat ze geregeerd zullen worden volgens de Koran en dat ze alleen de zakat (zie pag. 6) hoeven te betalen. Verder vindt Wahab dat iedereen heel eenvoudig moet leven. Ze mogen geen heiligen vereren en ook geen muziek maken. Bij de bedoeïenen en de boeren valt het idee om eenvoudig te leven in goede aarde, want ze hebben een afkeer van de pracht en praal waarin veel van hun leiders leven. Ibn Saoed weet het wahabisme te waarderen omdat volgens die leer zijn onderdanen altijd goed naar hem, hun vorst, moeten luisteren. Boven: De oorsprong van het Huis van de Saoeds ligt in de oase al-Diriva
Onder: Mekka nu
Na het sluiten van het verbond veroveren Ibn Saoed en zijn zoon en kleinzoon het grootste deel van het Arabische Schiereiland. Dat kunnen ze doen omdat hun manschappen tevreden gehouden kunnen worden met de oorlogsbuit die ze kunnen verdelen telkens als er een nieuw gebied veroverd is. Ibn Saoeds kleinzoon verovert Hijaz met de heilige steden Mekka en Medina. Pelgrims die daar naartoe willen gaan, moeten zich voortaan houden aan de strenge regels van het wahabisme. Ze mogen geen alcohol meer bij zich hebben, ze mogen geen muzikanten meer meenemen en ze moeten hun baard laten staan. Het Ottomaanse rijk voelt zich bedreigd door de opmars van de Saoedi’s. Bovendien ontstaat daar de indruk dat mensen helemaal niet meer op bedevaart kunnen gaan naar Mekka. De Ottomaanse regering besluit in 1811 het Arabisch Schiereiland binnen te vallen. De Ottomanen veroveren Hijaz op de Saoedi’s. In 1818 verslaan ze het Saoedische leger en maken ze een einde aan het Saoedische rijk. Dan breekt voor het hele schiereiland een periode van chaos aan, waarbij leden van de familie Saoed elkaar bestrijden. Afstammelingen van de laatste Saoedische vorst slagen er in de Nedzj opnieuw in hun macht te krijgen. Daarna worden ze aangevallen door andere bedoeïenenleiders die het gebied willen besturen. Dat leidt tot eindeloze oorlogen tussen bedoeïenenleiders en tegen de Saoedi’s. In 1893 verdrijft één van de bedoeïenenleiders da familie Saoed uit de Nedzj; die wijkt uit naar Koeweit. 8
Stichting van Saoedi-Arabië Onder de familieleden die vluchten, is Abdelaziz (1880-1953), die later bekend zou worden als Ibn Saoed. Als Koeweit oorlog voert tegen een ander klein bedoe-ienenstaatje, vecht Ibn Saoed mee aan de kant van de Koeweiti’s. Tijdens de oorlog verzamelen bedoeïenenjongens een groep medestrijders om zich heen. Ook Abdelaziz doet dat. Deze groepen strijders houden rooftochten in de Hijaz. De groep van Abedelaziz behaalt daarbij grote successen en veel buit en steeds meer jonge bedoeïenenkrijgers sluiten zich er bij aan. Met toestemming van zijn vader Abdar Rahman trekt hij in 1902 met zijn groep op naar Riad en verovert die. Riad is de hoofdstad van het oude Saoed -rijk. Ook daarna sluiten steeds meer krijgers zich bij Abdelaziz aan omdat de familie Saoed nog steeds veel aanzien geniet en omdat Abdelaziz grote successen boekt. Ibn Saoed In 1913 richten wahabitische bedoeïenen in de streek Nedzj, dat door talloze oorlogen armer is geworden, een nieuwe godsdienstige beweging Ikhwan op. Ze beginnen land te ontginnen en boerderijen op te zetten. Daarmee verschaffen bedoeïenen zich een nieuwe bron van inkomsten naast oorlogsbuit. Ook worden oude dorpen weer opgebouwd. Maar de Ikhwan blijven ook soldaten. Ze helpen Ibn Saoed om steeds meer delen van Arabië te veroveren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) helpen de Britten een groep Arabieren die in opstand komen tegen de Ottomanen. Ze beloven hen dat er een onafhankelijk Arabisch koninkrijk zou komen dat ook Palestina (waarvan een groot deel nu deel uitmaakt van Israël), Jordanië, Syrië, Irak en Arabië zou omvatten. De leider van deze Arabieren is Sherif Hoesein. De Britten sturen kapitein T.E. Lawrence, later bekend als Lawrence of Arabia, als gezant naar Sherif Hoesein. Lawrence krijgt faam omdat hij in Arabische kleren rondloopt en vloeiend Arabisch spreekt. Nog beroemder wordt hij als de troepen onder zijn leiding en die van Hoessein de Ottomanen verslaan. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog komen de Britten hun beloftes echter niet na. Wel wordt het deel van het Midden-Oosten dat onder Ottomaans bestuur heeft gestaan, in 1920 opgedeeld tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. Groot-Brittannië krijgt Palestina, Irak en Jordanië. Syrië komt in handen van Frankrijk. Sherif Hoessein mag alleen koning van Hijaz worden. Daar is hij niet tevreden over en hij keert zich tegen Groot-Brittannië. De Britten komen hem niet te hulp als Ibn Saoed met zijn leger het koninkrijk Hijaz verovert. In 1926 vallen Mekka en Medina in handen van Ibn Saoed. Sindsdien voert hij de titel Bewaarder van de Twee Heilige Moskeeën. Die titel voeren ook zijn opvolgers. Op 23 september 1932 worden Hijaz en de Nedzj samengevoegd tot één staat, het koninkrijk Saoedi-Arabië. 23 September is nog steeds de nationale feestdag van het land. Lawrence of Arabia
9
Ikhwan versus Ibn Saoed Nadat Ibn Saoed Hijaz heeft veroverd, kan hij niets anders meer veroveren. Jordanië en Irak zijn in het bezit van Groot-Brittannië. Alle andere buurlanden van het nieuwe koninkrijk zijn bondgenoten van Groot-Brittannië. Als Ibn Saoed één of meer van de buurlanden zou aanvallen, zou hij ruzie krijgen met Groot-Brittannië en dat zou dan op oorlog uit kunnen draaien. Dat wil hij niet omdat hij ervan overtuigd is dat hij een oorlog tegen Groot-Brittannië niet kan winnen. Groot-Brittannië is in die tijd het machtigste land van de wereld met een groot leger dat moderne wapens heeft en een sterke marine. Maar bedoeïenen in zijn leger willen dat hij tóch gebieden buiten zijn koninkrijk gaat veroveren. Ze worden ontevreden omdat hij geen oorlog meer voert, en zolang er geen oorlog gevoerd en gewonnen wordt, is er geen oorlogsbuit voor hen te verdelen. Ook de Ikhwan willen dat Ibn Saoed weer op oorlogspad gaat en Irak en Jordanië verovert. Dat weigert hij en daardoor krijgt hij ruzie met de Ikhwan. De Ikhwan krijgen ook om andere redenen ruzie met Ibn Saoed. Ten eerste zijn ze steeds meer van mening dat Ibn Saoed geen goede moslim is. Ze uiten hun ongenoegen door na de verovering van Mekka een monument te vernielen dat op het geboortehuis van Mohammed is gezet. Ook vernielen ze het huis van Khadija, Mohammeds eerste vrouw en de eerste vrouw die zich bekeert tot de islam, en dat van Abu Bakr, een vriend en trouwe bondgenoot van Mohammed. Ze doen dat omdat ze omwille van de Wahabitische leer het oprichten van grafmonumenten afwijzen. Voor hen is dat een vorm van afgoderij die ten koste gaat van de aanbidding van Allah.
Ikhwan
Karavaan uit Egypte op weg naar Mekka. De Ikhwan vermoorden 25 leden van de karavaan omdat ze trompet spelen; dat gaat in tegen het wahabisme.
De tweede reden betreft handelaren in Mekka die spullen aanvoeren naar Ibn Saoeds rijk die voor de Ikhwan taboe zijn. Daar krijgen ze ruzie over met de Ikhwan. Ikhwan verbranden bijvoorbeeld een grote partij tabak, omdat ze vinden dat moslims niet mogen roken. Dat brengt Ibn Saoed in een lastig parket. Als hij deze handelaren in bescherming neemt, komt hij in aanvaring met de Ikhwan en kiest hij partij voor de Ikhwan, dan krijgt hij ruzie met de handelaren. Verder vinden de Ikhwan Ibn Saoed geen goede moslim omdat hij moderne apparaten in het koninkrijk invoert en gebruikt zoals telegraaf, telefoon en auto's.
Uiteindelijk komen de Ikhwan in opstand. Ibn Saoed slaat die opstand met harde hand neer. Hij dwingt de geestelijke leiders van de wahabieten een verklaring te tekenen. Hierin staat dat je alleen een goede moslim kan zijn als je de koning gehoorzaamt. 10
De opkomst van de olie-industrie In mei 1933 sluit het Amerikaanse oliebedrijf Standard Oil Company of California een contract met de Saoedische minister van Financiën. Het bedrijf mag tegen betaling olie gaan zoeken in Saoedi-Arabië. Standard Oil vindt een enorm groot olieveld. Op 3 maart 1938 stroomt voor het eerst olie uit de eerste boorput in dat veld. Op 1 mei 1939 vaart de eerste tanker met Saoedische olie vanuit de haven van Ras Tannura naar het buitenland. Ibn Saoed wordt door de oliewinning één van de rijkste mensen ter wereld. De VS doen er alles aan om Saoedi-Arabië te vriend te houden. In 1945 bijvoorbeeld, als de Tweede Wereldoorlog ten einde loopt, ontmoet de Amerikaanse president Truman Ibn Saoed.
Een vertegenwoordiger van Standard Oil bij Koning Ibn Saoud
Na de Tweede Wereldoorlog laten Ibn Saoed en zijn familieleden de wereld zien hoe rijk ze zijn door grote aantallen luxe artikelen te kopen in het buitenland. Ze kopen bijvoorbeeld duizenden luxe auto’s. Sommige leden van de koninklijke familie laten een paleis voor zichzelf bouwen vol met duur meubilair en vaak ook met een zwembad en een tennisbaan erbij. De koning zelf laat niet minder dan 25 paleizen voor zichzelf bouwen. Elk paleis heeft eigen chauffeurs, tuinmannen, bodyguards en ander personeel. Zakenlieden uit de hele wereld komen naar Riad om de meest bizarre producten aan de koninklijke familie te verkopen. Mede omdat zij een groot aantal leden telt, geeft de koninklijke familie soms zoveel geld uit dat ze toch nog in geldnood komt. De bedoeïenen vinden dat een echte vorst gul moet zijn. Dat is Ibn Saoed soms ook. In de jaren ‘50 is het niet ongewoon dat arme bedoeïenen naar Riad trekken en daar een heel seizoen lang te eten krijgen uit de koninklijke keuken. In 1953 sterft Ibn Saoed. Hij heeft zijn zoon Saoed als opvolger aangewezen. Maar ook een andere zoon, Faysal wil koning worden. Tijdens het bewind van de nieuwe koning blijft de koninklijke familie handelvol geld uitgeven. Sommige leden van de familie vinden dat dit niet eindeloos kan doorgaan en dat er iets gedaan moet worden aan de armoede in het land, waar het grootste deel van de bevolking in verkeert. Ook buiten de koninklijke familie bestaat onvrede over de ongelijke verdeling van de olierijkdom. Dat blijkt onder meer als arbeiders van oliemaatschappijen het werk neerleggen. Saoed doet echter Faysal weinig voor de gewone Saoedi’s. Faysal en een aantal andere prinsen vrezen dat de bevolking daardoor op den duur in opstand zou komen. Ze voeren met Saoed een lange strijd om zelf aan de macht te komen. In 1964 slagen ze daarin en wordt Faysal koning. Die geeft meer geld uit aan onderwijs, laat ziekenhuizen bouwen en probeert het land te moderniseren. 11
Van OPEC tot oliecrisis Vanaf het einde van de 19e eeuw neemt de vraag naar olie toe. Amerikaanse, Britse, Nederlandse en Franse maatschappijen boren in allerlei landen naar olie. Ze spreken af dat als er in een land olie wordt gevonden, de regering van dat land mag delen in de opbrengst ervan. Halverwege de 20e eeuw wordt olie zelfs ’s werelds belangrijkste energiebron. In landen die olie produceren vragen steeds meer mensen zich af of bedrijven die de olie winnen niet teveel van de opbrengst ervan voor zichzelf houden en te weinig aan hun land geven. Sommigen willen dat die oliebedrijven eigendom van hun land worden. In 1960 richten Iran, Irak, Koeweit, Saoedi-Arabië en Venezuela de Organisatie van Olie Exporterende Landen OPEC op. Ze doen dat om samen sterker te staan als ze met oliebedrijven praten over hoeveel geld ze voor de olie zouden krijgen. Daarna sluiten nog enkele landen zich bij de OPEC aan. Van alle OPEC-landen produceert Saoedi-Arabië de meeste olie. Naarmate Japan, de VS en landen in Europa de vraag naar olie toeneemt, worden die steeds afhankelijker van olie van de OPEC. Daardoor wordt de OPEC machtiger. Saoedi-Arabië ziet een kans om die nieuwe macht tegen deze landen te gebruiken. In Palestina wonen joden en Palestijnen. In 1948 roepen de joden de staat Israël uit. Sindsdien hebben Israël en de Palestijnen ruzie met elkaar en soms zelfs oorlog. Saoedi-Arabië vindt dat de VS en de meeste landen in Europa teveel steun geven aan Israël en te weinig aan de Palestijnen. Als er in oktober 1973 oorlog uitbreekt tussen Israël en zijn buurlanden, besluit de OPEC de prijs van zijn olie fors te verhogen en geen olie meer te leveren aan de VS en Nederland, de twee landen die Israël het meeste steunen. Rotterdam is in die tijd voor een groot deel van Europa een belangrijke doorvoerhaven voor olie. In 1974 maakt de OPEC een einde aan de boycot op aandringen van SaoediArabië. Die wil geen ruzie krijgen met de VS. Wel blijft de prijs van olie hoog. Door de prijsverhoging verdient SaoediArabië meer aan de winning van olie. Met een deel van de extra opbrengst koopt de Saoedische regering steeds meer aandelen op van Aramco, het bedrijf dat de olie oppompt en afvoert. Aramco is eigendom van Mobil, Exxon en Standard Oil of California. In 1980 wordt de regering van Saoedi-Arabië in haar eentje eigenaar van Aramco. Een Gevolg van de olieboycot tegen Nederland ander deel van de opbrengst wordt gein 1973: benzine gaat tijdelijk op de bon bruikt om het land te moderniseren. In een razend temp worden er nieuwe gebouwen neergezet en geeft de regering meer geld uit aan onderwijs en nieuwe banen voor mensen die werkloos zijn. Ook krijgen Saoedi’s meer contact met het buitenland en gaan er werken. Tegelijkertijd haalt het land gastarbeiders uit het buitenland. Die krijgen werk dat Saoedi’s niet willen doen. 12
Opstand en drie Golfoorlogen Niet iedereen is ingenomen met al die veranderingen. In 1979 bezetten actievoerders de Grote Moskee van Mekka, want ze vinden dat Saoedi-Arabië niet meer een echt moslimland is. Ook zijn ze boos op de koninklijke familie omdat die alleen nog maar in haar eigen luxeleven geïnteresseerd zou zijn. De regering onderdrukt de opstand bloedig. Wel komt zij min of meer aan de grieven van de bezetters tegemoet door strengere wetten voor het dagelijks leven te maken. Vooral de rechten van vrouwen worden beperkt. Zo worden alle kapsalons voor vrouwen gesloten en mogen Saoedische vrouwen niet meer in het buitenland studeren.
De opstand van 1979 leidt tot beperking van de rechten van vrouwen
Ook komen sjiïetische moslims in het oosten van het land in verzet, omdat ze zich achtergesteld en onderdrukt voelen. Ook met deze opstand maakt de regering korte metten. De sjiïetische opstand volgt op de Islamitische Revolutie in februari 1979 in Iran waar de meeste mensen sjiïet zijn. Sjïetische geestelijken onder leiding van ayatollah Khomeiny verdrijven de regering van de sjah (= koning). In Koeweit en Irak zorgt deze revolutie voor onrust, want ook daar wonen sjiïeten. De emir van Koeweit en Saddam Hoessein, de president van Irak, zijn bang dat sjiïeten in hun land in opstand komen. Ook de VS moeten niets hebben van de revolutie in Iran. Als Saddam Hoessein in september 1980 Iran binnenvalt en daarmee de Eerste Golfoorlog begint, komen de VS hem met wapens te hulp. Koeweit en Saoedi-Arabië helpen hem met geld. De oorlog eindigt in 1988. Dan is Irak bijna failliet door de reusachtige uitgaven die het land voor de oorlog heeft gedaan. In 1990 krijgen Irak en Koeweit ruzie met elkaar over het winnen van olie uit de grensstreek tussen deze twee landen. Ook beschouwt Hoessein Koeweit als een provincie van Irak. Ten slotte heeft Irak een flinke schuld aan Koeweit overgehouden van de Amerikanen in Saoedi-Arabië Eerste Golfoorlog. Om dit allemaal recht te tijdens de Tweede Golfoorlog zetten, lijft Hoessein op 2 augustus van dat jaar Koeweit in. De Saoedi's zijn bang dat Irak ook hun land zou binnenvallen. Ze vragen de VS troepen naar Saoedi-Arabië te sturen. Samen met militairen uit onder andere Groot-Brittannië, Frankrijk en SaoediArabië zelf verdrijven ze in februari en maart 1991 de Iraakse troepen weer uit Koeweit. Dat is de Tweede Golfoorlog. Dan zit Saoedi-Arabië krap bij kas omdat het land een groot bedrag aan de VS moet bestalen voor de hulp en omdat de olieprijs vanaf midden jaren ’80 vaak laag is en de oliewinning daardoor minder inkomsten oplevert. Tot 2003 blijven Amerikaanse soldaten in Saoedi-Arabië gelegerd. In 2003 vindt de Derde Golfoorlog plaats als de VS en Groot-Brittannië Irak binnenvallen en het bewind van Saddam Hoessein verdrijven. Saoedi-Arabië doet niet zelf aan deze oorlog mee. Na deze oorlog plegen terroristen aanslagen op westerse buitenlanders die in Saoedi-Arabië werkten. In 2005 en 2006 stijgt de olieprijs sterk waardoor het land weer veel geld verdient aan de winning van olie. 13
DAGELIJKS LEVEN Hoe ziet het dagelijks leven er uit voor mannen en vrouwen in Saoedi-Arabië, voor jongeren en voor buitenlanders? Dan kun je hier lezen. Mannen en vrouwen In Saoedi-Arabië leven vrouwen en mannen meestal gescheiden van elkaar en hebben vrouwen minder vrijheid dan mannen. Jongens en meisjes gaan naar aparte scholen en universiteiten. In bedrijven mogen alleen mannen of alleen vrouwen werken. Vrouwen mogen niet werken in winkels waar ook mannen komen. Ze mogen niet buiten sporten, wel in sportzalen waar ze niet door mannen bekeken kunnen worden. Mobiele telefoons met camera's erin zijn verboden, omdat mannen en vrouwen ze gebruikten om elkaar te kunnen zien. Alleen als het echt niet anders kan, mogen mannen en vrouwen op straat met elkaar praten. Een man mag alleen samen met een vrouw de straat op als ze met elkaar getrouwd zijn of familie van elkaar zijn. Vrouwen mogen op straat niet fietsen of autorijden. Ze mogen eigenlijk alleen maar in contact komen met mannen van de eigen familie. In een Saoedisch huis zijn bijna altijd aparte vertrekken voor mannen en vrouwen zodat vrouwelijke gasten nooit mannen te zien krijgen en omgekeerd. Als er thuis een feest is waarop ook gasten komen die geen familie zijn, zitten de mannen en de vrouwen meestal in de aparte mannen- en vrouwenverblijven. Alle vrouwen moeten hun lichaam met zwarte kleding bedekken en Saoedische vrouwen ook hun gezicht. In Saoedi-Arabië houden niet alleen agenten van de gewone politie een oogje in het zeil, maar ook die van de religieuze politie Vereniging ter bevordering van de deugd en de bestrijding van de zonde. Die agenten zien erop toe dat iedereen zich aan de wahabitische leefregels houdt, ook de regels die gaan over hoe mannen en vrouwen met elkaar omgaan. Ze hebben stokken bij zich waarmee ze mensen mogen slaan die deze regels overtreden. Ook mogen ze mensen arresteren. Dat ze soms hard optreden, blijkt bijvoorbeeld in 2002 als agenten van deze politie meisjes die uit een brandende school willen vluchten weer terug de school in jagen. Saoedische De meisjes dragen geen zwarte jurk en hebben hun vrouwen in hun haar niet bedekt. Dit optreden wekt ook in Saoedieigen bedrijf Arabië zelf grote verontwaardiging. Toch krijgen vrouwen een grotere rol in het dagelijks leven. Steeds meer vrouwen werken buitenshuis. Koning Abdullah moedigt vrouwen hiertoe aan, niet alleen omdat ze dan geld kunnen verdienen voor hun familie, maar ook omdat het land dan minder gastarbeiders uit het buitenland hoeft te halen. Ook hebben in 2007 ongeveer vier op de tien vrouwen een eigen bedrijf. 14
Autorijden is verboden voor vrouwen Saoedi-Arabië is het enige land ter wereld waar het vrouwen niet is toegestaan om auto te rijden. Steeds meer vrouwen trekken zich daar minder van aan, ook al kunnen ze daar flink voor gestraft worden. Ze lopen wel het risico dat, als ze hun auto geparkeerd hebben om boodschappen te doen, bij terugkomst iemand hun autospiegels kapot heeft geslagen. Azza Al Shmasani trekt zich niets van het verbod aan. De spiegel van haar auto is ingeslagen. Op het briefje stond: a.u.b.: niet autorijden.
Jongeren In Saoedi-Arabië bestaat meer dan 60% van de bevolking uit jongeren onder de 21 jaar. Hun leven is anders dan dat van leeftijdgenoten in Westerse landen. In Nederland bijvoorbeeld mogen en kunnen jongens en meisjes met elkaar optrekken zoveel ze willen, in Saoedi-Arabië niet. Bij alle verenigingen en sportclubs worden jongens en meisjes van elkaar gescheiden en scholen zijn niet gemengd. Jongens en meisjes kunnen elkaar alleen ontmoeten in cafés waar zowel vrouwen als mannen toegang hebben. Die zijn te vinden in winkelcentra die voor families bestemd zijn. Ook met seksualiteit is het in Saoedi-Arabië anders gesteld dan bijvoorbeeld in Nederland. In Saoedi-Arabië is seks tussen twee jongens of twee meisjes verboden. Agenten van de religieuze politie zouden daar tegen optreden, maar zien dat door de vingers omdat ze weten dat jongeren weinig vertier hebben. Maar als je daar openlijk over praat, grijpt de religieuze politie wél in. Dan kun je streng gestraft worden. In Nederland mag je wel seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht en erover praten. Veel jongeren vervelen zich. Ze hebben genoeg geld voor een breedbeeldtelevisie of een home cinema om zich daar binnenshuis mee te vermaken. Maar buitenshuis zijn er weinig mogelijkheden, omdat veel dingen verboden zijn. Een mogelijkheid, maar dan alleen voor jongens, is auto rijden, bij voorkeur in een fourwheeldrive jeep. Daar scheuren jongeren mee rond in de woestijn en soms ook in de stad. In Saoedi-Arabië is het makkelijk om je rijbewijs te halen. Hiervoor moet je naar het gemeentehuis om een proefrit te maken. Als je er dan in slaagt om tussen enkele paaltjes door te rijden, is dat meestal voldoende. Bovendien laat de politie vaak oogluikend toe dat jongeren onder de 18 autorijden. Daardoor hebben veel automobilisten weinig rijvaardigheid. Samen met het soms roekeloos rijden van jongeren maakt dat het verkeer in SaoediArabië gevaarlijk. Jaarlijks komen duizenden mensen om bij verkeersongelukken. Daar zijn veel vrouwen bij; die zijn voor automobilisten ’s nachts nauwelijks te zien omdat ze in het zwart gekleed zijn. 15
Sport en ontspanning Een favoriete sport in Saoedi-Arabië en zijn buurlanden is het houden van races met kamelen. Net als bij paardenraces hebben deelnemers meer kans om met hun rijdier te winnen naarmate ze lichter van gewicht zijn. Vaak worden kleine jongetjes als berijder ingezet tijdens kamelenraces want die wegen weinig. Sommige jonge kamelenrijders zijn door kindersmokkelaars naar SaoediArabië gehaald. Ze moeten hard werken als kameeldrijver en mogen niet naar school. Vaak wordt hen wijsgemaakt dat hun ouders hen verkocht hebben. In de jaren ‘90 komen er steeds meer protesten tegen deze vorm van slavernij. Naar aanleiding hiervan maken jonge kameeldrijvertjes in de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar plaats voor robots. Die worden met een afstandbediening bestuurd. In SaoediArabië echter worden nog steeds kinderen gebruikt bij kamelenraces. Een andere veel beoefende sport is de valkenjacht. Hierbij wordt een valk, een roofvogel, zó afgericht dat hij in opdracht van zijn baasje (de valkenier) kleine beesten zoals konijnen en hazen vangt. Populair is verder het houden van paardenraces met Arabische volbloedpaarden. Daarnaast worden sporten beoefend die ook in Nederland populair zijn: voetbal, volleybal, tafeltennis en vechtsporten als schermen, karate, judo en taekwondo. In Saoedi-Arabië wordt veel werk gemaakt van gehandicaptensport, en niet zonder succes. In 2006 wordt Saoedi-Arabië wereldkampioen voetbal voor gehandicapten door het Nederlandse team te verslaan. In Saoedi-Arabië zijn geen theaters en bioscopen. Die zijn verboden, want volgens de wahabitische leer mag je geen afbeeldingen maken van levende mensen. Wel kijken Saoedi’s thuis vaak naar tvuitzendingen, video’s en dvd’s. Een populair tijdverdrijf is ook het houden van barbecues en picknicks met de hele familie. Alcohol drinken is verboden, maar veel Saoedi’s doen dat thuis. Ze kunnen daarvoor ook naar enkele badplaatsen aan de Rode Zee gaan; daar zijn biertuinen te vinden. Saoedische prinsen hebben er voor gezorgd dat de religieuze politie daar niet mag komen. Je mag in het openbaar roken, maar mensen die dat doen, worden met de nek aangekeken, vooral vrouwen. Ten slotte kun je worden opgepakt als je een 1-aprilgrap uithaalt, want volgens de wahabitische leer mag je niet liegen, dus ook geen mensen foppen. Vaak wordt gedacht dat de leefregels waar de Saoedi’s zich aan moeten houden oud zijn. Dat is niet voor alle regels het geval. In 1980 pas wordt het maken van poppen verboden en mogen meisjes er niet meer mee spelen. Voordat Hijaz deel van SaoediArabië uitmaakt, vindt iedereen het gewoon dat mensen op straat roken. Ook zijn vrouwen in die tijd zelfstandiger. Bij bedoeïenen die nu nog vasthouden aan hun nomadisch bestaan is dat nog te zien. Bij hen zijn vrouwen vaak zelfstandiger dan vrouwen die in de stad leven. 16
Westerse buitenlanders in Saoedi-Arabië In Saoedi-Arabië wonen en werken talloze buitenlanders. In 2006 is ruim 35% van alle inwoners tussen 15 en 64 jaar van buitenlandse afkomst. Dat is niet van vandaag of gisteren. Als eind jaren ’30 van de 20e eeuw de eerste olie wordt opgepompt, hebben de Saoedi’s de kennis noch de technieken om olie te winnen en af te voeren. Die halen ze in huis door Amerikaanse technici en ingenieurs naar het land te laten komen. De Saoedische regering wil niet dat deze arbeidsmigranten vaak in contact komen met de Saoedi’s. Amerikanen van hun kant gaan liever met landgenoten om dan met Saoedi’s. Ze vestigen zich bij de olievelden in compounds, afgesloten wijken waar alleen buitenlanders wonen. Daar kunnen ze op dezelfde manier leven als in een buitenwijk in hun vaderland, de VS. Later koopt de Saoedische regering ook in andere Westerse landen kennis en technieken op gebied van oliewinning in. Dan komen ook uit die landen technici en ingeni- Compound eurs naar het land om daar te werken. Al deze arbeidsmigranten worden goed betaald. Hoewel het niet verboden is om buiten compounds te wonen, verkiezen de meeste Westerse arbeidsmigranten dat niet te doen. Bewoners van compounds leven in (redelijke) welvaart. Ze hebben apparaten in huis die hun landgenoten in hun vaderland ook hebben zoals de airco. In compounds zijn ook scholen, sportcentra en zwembaden te vinden. Toch is het leven daar niet altijd even prettig. Vrouwen die naar het land zijn gekomen omdat hun man er een baan heeft gekregen, hebben vaak zelf grote moeite om een baan te vinden. Vrouwen die géén werk hebben, vervelen zich vaak. In het gastland bestaat geen vrijheid van godsdienst. Het is verboden openlijk een andere godsdienst te belijden dan de islam. Vertier zoeken buiten hun compound heeft het nadeel dat ze zich buiten hun compound aan dezelfde regels moeten houden als de Saoedische vrouwen. Omdat bewoners van compounds en Saoedi’s weinig contact met elkaar hebben, kennen ze elkaar slecht en hebben ze vooroordelen over elkaar. In de jaren ’90 en na de eeuwwisseling vinden enkele terreuraanslagen op compounds plaats. Daardoor voelen Westerse buitenlanders zich bedreigd en voelen ze er nog minder voor om vertier te zoeken buiten hun compound.
Restanten van een auto van een Westerse werknemer na een bomaanslag in een compound
17
Niet-Westerse buitenlanders in Saoedi-Arabië In de jaren ’50 komen er ook arbeidskrachten uit omringende Arabische landen naar Saoedi-Arabië. Die spreken net als de Saoedi’s zelf Arabisch. Sommigen van deze gastarbeiders vinden dat ze samen met de Saoedi’s en Arabieren in andere landen tot één volk horen. Het zijn aanhangers van een beweging die alle Arabieren in één land wil samenbrengen. Die beweging wordt geleid door de Egyptische president Gamal Abdel Nasser. De Saoedische regering vreest dat aanhangers van deze eenheidsbeweging tegen haar in opstand komen. Ook Saoedische burgers voelen zich bedreigd. Arabische arbeidsmigranten worden daarom vaak als ongewenste gasten beschouwd en regelmatig slecht behandeld. Ook haalt de regering steeds meer arbeiders uit niet-Arabische landen naar Saoedi-Arabië. Op die manier komt een groot aantal Aziaten en Afrikanen naar Saoedi-Arabië, vooral uit India, Pakistan, Egypte, de Filippijnen en Bangladesh. Bedrijven werven deze arbeidsmigranten. Ze betalen voor hen de overtocht en geven hen gratis huisvesting. Sommige Indiërs krijgen goedbetaalde banen omdat ze een hoge opleiding hebben. Andere arbeidsmigranten krijgen zó weinig loon dat ze vaak niet genoeg kunnen sparen om naar hun eigen land terug te kunnen gaan. Bovendien moeten ze hun paspoort vaak afstaan aan hun werkgever. Ze komen daardoor in een situatie terecht die veel weg heeft van slavernij. Ze leven niet in compounds maar in barakken of slaapzalen. Een Afrikaanse arbeidsmigrant stuurt geld naar huis
Vrouwelijke arbeidsmigranten die huishoudelijk werk doen bij een familie leven vaak in het huis waar ze werken. Daardoor hebben ze weinig gelegenheid om in contact te komen met lotgenoten. Bovendien worden ze vaak mishandeld door hun werkgever. Arbeidsmigranten kunnen ook moeilijk voor hun rechten opkomen, want staken is in Saoedi-Arabië verboden. Saoedi-Arabië is afhankelijk van buitenlandse arbeidskrachten. Ze halen vuilnis op, vervoeren goederen in vrachtauto’s, doen hun werk als hulp in huis van een familie of als kok in een restaurant, werken als verpleger in ziekenhuizen en houden zich bezig met het winnen, afvoeren en raffineren van olie. Tegelijk is de werkloosheid onder Saoedi’s zelf hoog. Om daar iets aan te doen zorgt de regering van Saoedi-Arabië dat het leerlingen op school -naast de gebruikelijke godsdienstlessen- ook dingen leren die ze nodig hebben voor een goedbetaalde baan. Ook dwingt ze bedrijven om meer Saoedi’s en minder buitenlanders in dienst te Een Arabische oppas voor je nemen. kinderen is chic in Saudi-Arabië 18
STAATSINRICHTING EN POLITIEK Saoedi-Arabië heeft een autoritair landsbestuur en een op godsdienstige wetten gebaseerde rechtspraak. De Saoedische regering probeert het Westen te vriend te houden en tegelijk ook mensen in eigen land en daarbuiten die niet van het Westen houden of het Westen zelfs haten. Ten slotte probeert het land zich voor te bereiden op een toekomst zónder olie, nu de belangrijkste pijler van zijn economie. Majlis en landsbestuur Omdat Ibn Saoed alle bedoeïenenstammen in zijn land te vriend wil houden, organiseert hij elke dag een majlis. Dat is een vergadering waar iedereen die wat van de koning wil, naar toe kan komen. Als zijn land groter wordt, houden ook andere leden van de koninklijke familie dagelijks een majlis. Uiteindelijk worden in iedere provincie, stad en dorp een majlis gehouden. Daar kunnen mensen hun wensen kenbaar maken aan degene die de majlis bijeenroept. Naarmate het koninkrijk groeit en steden meer inwoners krijgen, werkt dit systeem vooral op landelijk niveau minder goed. De koning kan immers niet met de wensen van al zijn onderdanen rekening houden. Om dat probleem op te lossen, stellen bestuurders regels op om aan te geven hoe de regering in een bepaald geval moet optreden. Daardoor weet iedereen die een wens of klacht heeft, waar hij aan toe is als hij die kenbaar maakt.
Ibn Saoed
De majlis speelt ook nu een rol in het landsbestuur. Toch is Saoedi-Arabië geen democratie. De koning heeft het voor het zeggen. Hij is zowel staatshoofd als premier van het land. Belangrijke posten in het landsbestuur zoals ministersposten zijn in handen van leden van de koninklijke familie (de vele prinsen). Daardoor heeft een kleine groep familieleden van de koning samen met de koning de touwtjes in handen. Ook maken de koning of zijn familieleden uit wie hem na zijn dood of aftreden zal opvolgen. Ten slotte benoemt de koning alle ministers, alle leden van de nationale majlis, alle provinciegouverneurs, alle burgemeesters en de directeur van de Saoedische staatstelevisieomroep. Een grondwet heeft het land niet. Wel geldt de Koran daar als de grondwet. Toch krijgt het landsbestuur democratische trekjes. In 1992 kondigt Fahd, de voorganger van Abdullah, de Basic Law af. De majlis worden ‘raden’ zoals bij ons: een nationaal parlement, provinciale raden en gemeenteraden. Wel worden alle leden van deze raden nog steeds door de koning benoemd. In 2004 krijgen alle mannen van 21 jaar en ouder kiesrecht. Het jaar daarop mogen ze voor het eerst van dit recht gebruik maken. Dan vinden verkiezingen plaats voor gemeenteraden waarbij de helft van de leden gekozen wordt. De andere leden worDe eerste verkiezingen ooit in den door de koning aangesteld. 2005 voor de gemeenteraad 19
Rechtspraak De rechtspraak in Saoedi-Arabië is gebaseerd op de sharia of islamitische wet en de Hadith (zie pag. 5). Op sommige overtredingen staan strenge of wrede straffen. Wie bijvoorbeeld kritiek uit op een hoge geestelijke, kan daar zweepslagen voor krijgen. Op moord, drugshandel, het afzweren van het islamitisch geloof, verkrachting en overspel staat zelfs de doodstraf. Soms krijgt iemand de doodstraf nadat hij tijdens zijn proces geen advocaat heeft gehad om hem te helpen. Terdoodveroordeelden worden in het openbaar onthoofd of gestenigd. Dat wordt niet van tevoren Terdoodveroordeelden op weg naar hun executie aangekondigd. Ook de terdoodveroordeelde zelf krijgt niet te horen wanneer het zover is. Iedere keer als zijn of haar celdeur opengaat, kan dat betekenen dat de straf voltrokken wordt. Omdat er verder niet veel vertier is, trekt een terechtstelling meestal veel toeschouwers. Als iemand vanwege een misdrijf ter dood veroordeeld wordt, kan de familie van het slachtoffer van dat misdrijf hem genade geven. Dan wordt de doodstraf niet voltrokken. Van die regeling wordt soms misbruik gemaakt. Als de terdoodveroordeelde een machtig familielid heeft, oefent men soms druk uit op de familie van het slachtoffer om genade te schenken. In mei 2004 bijvoorbeeld wordt de zoon van Prins Naif, een lid van het koninklijk huis en minister van Binnenlandse Zaken, ter dood veroordeeld omdat hij een jongen van 15 gedood heeft. De vader van de jongen schenkt hem genade. Hij móet dat wel doen om te voorkomen dat de koDe beul van Mekka toont het zwaard ninklijke familie hem anders het leven onmogelijk waarmee hij zijn executies uitvoert zou hebben gemaakt. Omdat er veel dingen verboden zijn, worden veel mensen tot gevangenisstraf veroordeeld. Daardoor zitten gevangenissen overvol en leven gevangenen er onder heel slechte omstandigheden. Sommige gevangenen worden maandenlang niet gelucht en ontvangen bijna nooit iemand op bezoek. Om dit probleem op te lossen, verkort de regering gevangenisstraffen op sommige overtredingen en krijgen veel mensen geen gevangenisstraf maar een taakstraf. Ondanks de vaak strenge straffen wordt de wet vaak overtreden. In sloppenwijken in Jeddah en Riyad handelen mensen in alcohol en drugs, hoewel dat verboden is, omdat ze moeite hebben om rond te komen. Ook slaan veel mannen hun vrouw of kinderen. De regering treedt steeds meer op tegen mishandeling van kinderen. Ten slotte negeren veel mensen het verbod op alcohol. In veel huizen is een voorraad drank aanwezig. Sommige handelaars verkopen alcoholische dranken min of meer openlijk op straat. Soms verdwijnen ze plotseling van de straat om dan even later weer tevoorschijn te komen. Dan is een waarschuwing uitgegaan dat de politie er aan komt. Mensen raken verslaafd aan alcohol. Die kunnen moeilijk hulp vinden omdat praten over alcohol taboe is. De regering richt klinieken op waar ze van de drank en drugs af kunnen komen. Wie zich daar aanmeldt, krijgt geen straf. 20
De blik op het Westen … Na de stichting van Saoedi-Arabië in 1932 hebben Ibn Saoed en zijn opvolgers Westerse landen als bondgenoten. Ze doen er alles aan om die te houden. Eerst is Groot-Brittannië de belangrijkste politieke en militaire bondgenoot. Vooral vanaf de Tweede Wereldoorlog zijn de VS dat, al blijft Groot-Brittannië belangrijk als bondgenoot. Deze bondgenootschappen blijven in stand omdat Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten niet zonder elkaar kunnen. Dat geldt in het bijzonder voor de VS. Saoedi-Arabië heeft niet voldoende kennis en vaardigheden in huis om olie aan te boren, op te pompen, af te voeren en te verwerken. Daar zijn buitenlandse Bondgenoten: (ex-president) Bush (VS) deskundigen en arbeiders voor nodig. Vooral en kroonprins Abdullah (Saoedi-Arabië) de VS leveren die. Ook nadat de oliewinning onder beheer van de regering is gekomen (zie pag. 12) houden vooral buitenlandse werkkrachten de olie-industrie draaiend. De VS, Japan en landen in Europa kopen veel olie in Saoedi-Arabië. Ze kunnen die Saoedische olie moeilijk missen. Een deel van de opbrengst hiervan gebruikt de overheid om het land te hervormen en te moderniseren. Daar komen we aan het einde van dit hoofdstuk op terug. Een ander deel gebruikt SaoediArabië om auto’s, voedsel en andere goederen voor dagelijks gebruik in het buitenland te kopen, vooral in de VS. Die goederen kan het land meestal niet zelf maken, want er is daar is buiten de winning en verwerking van olie weinig industrie. Met weer een ander deel koopt het land wapens in de VS om zijn grondgebied beter te kunnen beschermen. Ten slotte wordt een deel van de opbrengst geleend aan de Amerikaanse regering of in het buitenland belegd. Saoedi-Arabische werknemers op een olieterminal in Yanbu in de Rode Zee
Hoe sterk de band tussen Saoedi-Arabië en de VS is, blijkt als Irak in 1990 buurland Koeweit binnenvalt en bezet. Saoedi-Arabië voelt zich bedreigd en vraagt de VS om hulp. Ook staat de Saoedische regering de VS en andere landen toe troepen naar zijn grondgebied te sturen en daar te legeren. Van daaruit trekken ze in 1991 Koeweit en het zuiden van Irak binnen om de Iraakse troepen uit Koeweit te verdrijven (zie pag. 13). Ook helpt Saoedi-Arabië de VS en Groot-Brittannië als die in 2003 Irak binnenvallen en het bewind van Saddam Hoessein verdrijven. 21
… en op het wahabisme Tegelijkertijd probeert de Saoedische regering wahabieten en andere behoudende moslims in eigen land te vriend te houden. Een invloedrijke groep behoudende moslims is de ulama, een groep wahabitische geestelijken. Die ziet erop toe dat alle burgers van het land zich aan de regels van het wahabisme houden, dus ook de landsbestuurders en de leden van de koninklijke familie. De samenwerking tussen behoudende moslims en de regering gaat al vanaf de stichting van Saoedi-Arabië niet van harte. Ibn Een wahabitische geestelijke legt op tv uit Saoed wordt verweten te zeer bevriend te hoe moslims zich dienen te gedragen zijn met Groot-Brittannië. Een ander verwijt is dat de koning veel niet-wahibitische Arabieren van buiten het koninkrijk binnenhaalt en voor het landsbestuur laat werken. Dat doet hij omdat er in eigen land weinig mensen te vinden zijn met voldoende opleiding om dit werk te doen. Een derde punt van kritiek is dat hij deskundigen en arbeiders uit Westerse landen werft voor de olie-industrie. Ook de opvolgers van Ibn Saoed krijgen van behoudende moslims het verwijt dat zijn regering teveel zaken doet met Westerse landen, en dan vooral met de VS. Ook vinden ze dat landsbestuurders hun werk niet goed doen. Dat vinden overigens ook mensen die de democratie willen invoeren in het land en meer vrijheid en rechten willen voor de Saoedische burgers. Verder vinden behoudende moslims dat de opbrengsten van de verkoop van olie niet eerlijk verdeeld worden. Slechts een kleine groep profiteert ervan.
Plattelandbewoners in feestelijke, traditionele kledij
Ten slotte ontstaat bij veel mensen een verlangen naar de tijd van vóór de oliewinning waarin plattelandstradities en wahabitische regels het dagelijks leven bepaalden. Die nostalgie leeft bij bedoeïenen die niet meer met hun tenten en vee kunnen rondtrekken en bij plattelandsbewoners die naar de stad zijn verhuisd. In de jaren ’50 en ’60 trekken Saoedi’s naar het buitenland om te studeren. Daar maken ze kennis met andere leefwijzen en ideeën. Als ze na hun studie naar SaoediArabië terugkeren, vinden ze vaak geen werk. Ook kunnen ze moeilijk wennen aan het leven in een autoritair geregeerd land waar mensen weinig vrijheid hebben. Daar leven zoals ze dat in hun gastland vaak geleerd hebben, is er niet bij. Ook zij verlangen naar een leven volgens hun wahabitische en plattelandstradities.
Af en toe komen behoudende moslims in verzet tegen de regering. Die komt dan min of meer aan hun wensen en grieven tegemoet. Een voorbeeld hiervan is de bezetting van de Grote Moskee in Mekka (zie pag. 13). Nadat Amerikaanse en andere buitenlandse troepen een eind hebben gemaakt aan de bezetting van Koeweit door Irak, blijven er Amerikaanse militairen in Saoedi-Arabië gelegerd. Toch was afgesproken dat alle buitenlandse troepen onmiddellijk na deze actie het land zouden verlaten. In 2003 zijn nog duizenden Amerikaanse soldaten in het land gelegerd. Behoudende moslims eisen van de regering dat die de VS vraagt om ze weg te halen. Dat doet de regering en de Amerikaanse soldaten vertrekken. 22
Terreurbestrijding Op 11 september 2001 kapen negentien terroristen vier vliegtuigen in de VS. Twee van de vliegtuigen boren zich in de torens van het World Trade Center in New York, een derde vliegt tegen het Pentagon in Washington aan en de vierde stort neer terwijl passagiers proberen de kapers te overmeesteren. Naderhand wordt duidelijk dat vijftien van de negentien kapers Saoedi’s zijn en dat die lid zijn van een organisatie die al Qa’ida (= de Basis) heet. Die staat onder leiding van een andere Saoedi, Osama bin Laden. Bin Laden is een geestelijk leider en aanhanger van de takfiri-stroming. Deze stroming lijkt op en is ontstaan uit het wahabisme. SaoediArabië is dan al zelf mikpunt geweest van terreurdaden van al Qa’ida. Die zijn gepleegd omdat Bin Laden de regering en de koninklijke familie van het land haat. Hij verwijt de regering toe te hebben gelaten dat er Amerikaanse troepen in het land komen en blijven. Hij pleegt enkele aanslagen op Amerikanen in Saoedi-Arabië, in de VS zelf en een aantal andere landen om een heilige oorlog tegen de VS te voeren. Ook wil hij bereiken dat de Saoedische regering de Amerikaanse troepen uit Saoedi-Arabië weg laat halen. In juni 1996 bijvoorbeeld ontploft er een bom op een Amerikaanse militaire basis in al Khobar. Negentien militairen komen daarbij om. Na de aanslagen van 11 september 2001 beginnen de VS een wereldwijde oorlog tegen het terrorisme. Eerst verdrijven Amerikaanse militairen het Taliban-bewind in Afghanistan omdat dat al Qa’ida helpt. In 2003 vallen de VS samen met GrootBrittannië Irak aan om het bewind van Saddam Hoessein ten val te brengen. Ze doen dat onder meer omdat dit bewind al Qa’ida zou steunen. Daar zijn echter géén aanwijzingen voor. Sommige Amerikanen willen dat hun land ook Saoedi-Arabië aanvalt om daar het terrorisme aan te pakken. Dat gebeurt niet. Wel willen Amerikanen dat er meer democratie komt in Saoedi-Arabië. Daar is een begin mee gemaakt. Ook eisen Amerikanen van Saoedi-Arabië dat paal en perk De Saoedi wordt gesteld aan haat tegen het Westen en Israël. De SaoediBin Laden sche regering geeft toe om goede vrienden te blijven met de VS. In schoolboeken die daar worden gebruikt, wordt aangezet tot haat tegen christenen en joden omdat die vijanden van de islam zouden zijn. Passages waarin dat gebeurt, worden herschreven. In mei en november 2003 wordt Saoedi-Arabië opnieuw het doelwit van aanslagen. Hierop besluit de regering méér werk te maken van bestrijding van het terrorisme. Ze is vooral bang dat boorputten, pijpleidingen en olieraffinaderijen vernield worden door aanslagen. Dat zou de productie van olie doen afnemen en dat zou veel geld kosten. 23
Naar een toekomst zonder olie Olie is een eindige grondstof. Dat wil zeggen dat het op den duur schaarser zal worden en uiteindelijk op zal raken. Dat geldt ook voor de olie in de bodem van Saoedi-Arabië. De regering is al bezig ervoor te zorgen dat de economie van het land minder afhankelijk wordt van de olie-industrie. Daar kan de regering vanaf 2006 veel geld aan uitgeven omdat Saoedische olie door de hoge olieprijs op de wereldmarkt veel inkomsten oplevert. De regering zorgt voor meer en beter onderwijs. Dat wil onder meer zeggen dat meer mensen een vakopleiding kunnen volgen en dat er op school meer aandacht wordt besteed aan schoolvakken of ambachten en minder aan godsdienst. Ook schept de regering meer banen en welvaart. Mensen in overheidsdienst krijgen meer loon. De regering nodigt buitenlandse bedrijven uit om fabrieken en kantoren in het land te bouwen. Ze wil verspreid over het De goudmijn in Zelm land zes steden stichten waar bedrijven zich kunnen vestigen. Ze dwingt bedrijven om méér mensen uit het land zelf in dienst te nemen en minder buitenlanders. Met dit alles wil de regering ook de werkloosheid aanpakken. Die is groot en dreigt groter te worden omdat de bevolking van het land snel groeit. De regering wil vooral de dienstensector uitbreiden, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Naast olie heeft Saoedi-Arabië ook andere delfstoffen, ijzererts bijvoorbeeld, en goud, aardgas en koper. Verder zijn sommige stukken bodem vruchtbaar. Om die in cultuur te brengen is water nodig. Dat wordt uit aquifers (= wateropslagplaatsen diep onder de grond, zie ook pag. 3) opgepompt, of uit zee gehaald, ontzilt en naar de akkers gevoerd. Op steeds meer plekken verschijnen groene cirkels in de woestijn waar groenten, fruit, gierst, tarwe en sorghum worden geteeld. Ten slotte ontvangt het land jaarlijks miljoenen buitenlandse gasten en daar verdienen winkeliers en hoteleigenaren geld aan. Vooral tijdens de hadj (bedevaart naar Mekka) is dat het geval. Dan verdienen mensen in Mekka veel geld aan de pelgrims. Ook krijgt Mekka geld van de regering om de hadj te organiseren. De regering doet er alles aan om alles goed te regelen tijdens de hadj. Ze wil dat buitenlandse pelgrims een Vruchten van goede indruk van het land krijgen tijdens de bedevaart. Dat is Saoedische bodem niet eenvoudig. Vijf dagen lang moeten ongeveer 2 miljoen pelgrims voldoende eten en drinken krijgen en ondergebracht worden in schone tentenkampen, waar voor iedereen voldoende sanitair voorhanden is. Ook probeert de regering te voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Die zouden het land in opspraak kunnen brengen. Het grootste gevaar is dat een grote menigte opgewonden of in paniek raakt en mensen in het gedrang gewond raken of zelfs doodgedrukt worden (zoals in het verleden wel eens gebeurd is). Er mag dan ook nooit meer dan een vooraf bepaald aantal mensen tegelijk op één plek zijn, bijvoorbeeld bij de zuil waar de Stenen gooien symbolische steniging van de duivel plaatsvindt. naar de zuil
24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf pakketten.