rv 52 Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn nr. 902660 Den Haag, 16 maart 1999 Aan de gemeenteraad
Aanvullend krediet Nieuwbouw Zwembad Zuiderpark. In december 1998 bent u via Raadsmededeling 167 geïnformeerd over de voortgang van het nieuwbouwproject voor het zwembad Zuiderpark. Zoals wij u toen berichtten, was de uitwerking van het bouwplan zodanig afgerond dat de bouw van start kon gaan. Inmiddels zijn de bouwwerkzaamheden van alle drie de onderdelen van het herontwikkelingsplan, het politiebureau, het zwembad en de commerciële ruimte aangevangen. In de raadsmededeling van december zegden wij toe om u begin 1999 een voorstel voor het beschikbaar stellen van een aanvullend investeringskrediet voor te leggen. Voor de onderbouwing van het benodigd krediet moesten op dat moment de plannen voor het uitvoeren van een uitgebreid aantal energiebesparende maatregelen en het inrichten van de aan de zuid-zijde van het zwembad gelegen speel- en ligweide nog verder worden uitgewerkt. Tevens zou bij het aan u voor te leggen voorstel een geactualiseerde raming worden gevoegd van de kosten van het totale project. Energiebesparingplan Een modern zwembad is bij uitstek geschikt om via het toepassen van gerichte maatregelen en het gebruik maken van moderne technieken besparingen te realiseren op het verbruik van water, chemische middelen en energie. Het gemeentelijk beleid om energiebesparende projecten te ontwikkelen en te stimuleren is vastgelegd in het door de gemeenteraad bij raadsbesluit 188 van juni 1997 goedgekeurde Uitvoeringsplan Energiebesparing. Daarin is vastgelegd dat de gemeente zelf een bijdrage wil leveren aan het energiebesparing en het terugdringen van de CO2 uitstoot. De dienst OCW, die onder meer verantwoordelijk is voor de realisering van het zwembad Zuiderpark, is een van de diensten die deelnemen aan het gemeentelijk energiebesparingsplan. Tijdens de planontwikkeling in 1997 is via een haalbaarheidsstudie onderzocht welke energiebesparende maatregelen voor de nieuwbouw van het zwembad Zuiderpark in aanmerking kunnen komen, welke besparingen die kunnen opleveren en wat de subsidiemogelijkheden zijn. Voor wat betreft de te realiseren besparingen is als uitgangspunt genomen dat het verwachte energieverbruik 30% lager moet uitkomen dan de door de rijksgebouwendienst gehanteerde energieverbruiksnorm (de zogenaamde energieprestatienorm of epn, welke wettelijk is vastgelegd in het Bouwbesluit 1995 en de NEN2916). Het realiseren van deze scherpe norm is, naast het milieubesparend effect, ook van belang om in aanmerking te komen voor subsidies voor energiebesparende maatregelen. Bij het uitwerken van de resultaten van de haalbaarheidsstudie naar concrete maatregelen zijn alle onderdelen van het bouwplan onder de loep genomen. Zowel voor bouwkundige onderdelen (vooral isolerende maatregelen), installaties (energiezuinige apparatuur) en de exploitatie (hergebruik van water en chemicaliën en het terugwinnen van energie) zijn maatregelen en technieken in het energiebesparingsplan samengebracht. Bij de uitwerking is nauw samengewerkt met Eneco, Novem en het centrum voor technologie, energie en milieu (Senter) van het ministerie van Economische Zaken. Omdat het idee voor energiebesparing pas eind 1997 bij de planuitwerking kon worden betrokken zijn in het raadskrediet van 1997 daarvoor geen middelen beschikbaar. Bij het vaststellen van de projecten van het onrendabel investeringsplan 1999-2002 is echter wel rekening gehouden met een extra investeringsruimte voor het realiseren van het energiepakket ten bedrage van f 1,4 mln netto, dat wil zeggen na aftrek van subsidies. Binnen deze financiële randvoorwaarde is een definitief plan opgesteld dat eind oktober 1998 gereed is gekomen en in overleg met de Ontwikkelingsgroep Zuiderpark en het door hen ingeschakelde bouwmanagementbureau in de uitvoering van het bouwplan is opgenomen. Tegelijk met het uitwerken en vaststellen van het energiebesparingsplan is in 1998 ook subsidie aangevraagd bij het ministerie van Economische Zaken op grond van de 'Subsidieregeling energievoorzieningen in de non-profit en bijzondere sectoren' (EINP 1998). Op 22 december is van Senter schriftelijk bericht ontvangen dat een subsidie van f 503.000 wordt toegekend. De definitieve uitwerking van het energiebesparingsplan omvat de volgende elementen, waarbij het binnen de financiële randvoorwaarde mogelijk is gebleken om het meest raadsvoorstellen 1999
1
uitgebreide pakket van maatregelen (pakket 5.) van de haalbaarheidsstudie in uitvoering te nemen. Een kopie van de haalbaarheidsstudie van oktober 1998 ligt ter inzage in de leeskamer van het stadshuis. Maatregelenpakket 5. - Haalbaarheidsstudie oktober 1998 1. Bouwkundige maatregelen (voornamelijk extra isolatie) aan: - vloeren, verhogen van het isolerend vermogen; - daken, extra dakisolatie; - wanden van de bassins en spaarkelders; - toepassen van extra zware isolerende beglazing; - het afsluitbaar maken van het buitenbad. 2.
Maatregelen aan de technische installaties: - warmte-/krachtkoppelingsinstallatie; - warmtepomp voor warmteopwekking (via lucht en grondwater) in eigen beheer; - warmteterugwinning in diverse ruimten; - hoogfrequente lichtarmaturen; - laagtemperatuursysteem voor de centrale verwarming; - uitbreiding van de filtercapaciteit; - energiebesparende douchekoppen; - warmwatervoorziening via zonneboilers;
3.
Energiezuinige schakelingen voor: - lichtinstallaties; - glijbanen; - pompen.
4.
Terugwininstallaties voor: - watergebruik, en - chemicaliën, door middel van filtering en membraaminstallaties.
5.
Het installeren van een uitgebreid gebouwen beheerssysteem (GBS) om de werking van de (geavanceerde) installaties te kunnen beheersen en monitoren.
Wanneer de bovengenoemde maatregelen alle uitgevoerd worden zal het zwembad Zuiderpark een van de energiezuinigste baden van Nederland worden en daarmee een voorbeeldproject zijn. In de overleggen met Eneco en NOVEM is met deze subdoelstelling rekening gehouden, wat ertoe heeft geleid dat via DSO/Eneco voor de jaren 1999 en 2000 een subsidie is toegezegd van in totaal f 200.000,00 uit het budget van het gemeentelijk energiebesparingsplan. In totaliteit is met het uitvoeren van het energieplan een bedrag gemoeid van f 2,244 mln inclusief btw. Uit subsidies van Senter en DSO/Eneco wordt respectievelijk f 503.000,00 en f 200.000 van de kosten gedekt zodat een netto-investering resteert van f 1,541 mln. Voorts zijn begin 1999 subsidieaanvragen ingediend bij NOVEM (BSE-regeling voor haalbaarheidsstudies en demonstratieprojecten) en bij de Europese Gemeenschap. In het tweede halfjaar van 1999 zal op deze aanvragen worden beslist. Binnenkort zal ook een aanvraag voor subsidie worden ingediend bij Eneco voor reguliere energiesubsidies. Aanleg speel- en ligweide Op het buitenterrein aan de zuid-zijde van het zwembad is in het programma van eisen rekening gehouden met een beperkte ruimte voor een speel-/ligweide. Bij de opstelling van het raadsvoorstel in 1997 is als uitgangspunt genomen dat deze voorziening ingepast diende te worden in de uitwerkingsplannen van het Masterplan Zuiderpark, omdat het terrein direct grenst aan het zogenaamde landengebied, waarvoor in het masterplan een renovatie is voorzien. Uit overleg met de projectleider van het masterplan in 1998 bleek echter dat in de voor de uitvoering van het masterplan beschikbare budgetten geen rekening is gehouden met de kosten van afscheiding van de speel-/ligweide en de inrichting. Voor de daarvoor benodigde middelen is daarom een krediet opgenomen in het onrendabel investeringsplan 1999-2002 van f 250.000,00 gebaseerd op een terreinoppervlakte van (netto) 250 m 2. In overleg met de projectleider van het masterplan is een uitvoeringsplan opgesteld voor de speel/ligweide, op een zodanige wijze dat deze voorziening op een natuurlijke wijze ingepast wordt in de omgeving. De afscheiding tussen de looproutes in de openbare ruimte en de speel-/ligweide en het 2
raadsvoorstellen 1999
buitenbad zal plaats vinden door beplanting die in het masterplan is voorzien. Deze kosten komen ten laste van het masterplan. De kosten van een afscheiding van speel-/ligweide door een hekwerk (model 'Zuiderpark'), het ophogen van het terrein, het aanbrengen van gras, zit- en liggelegenheden en speeltoestellen bedragen f 250.000 inclusief btw en komen ten laste van het zwembadkrediet. De hiervoor opgestelde projectbegroting is hieronder vermeld (bedragen inclusief btw): 1.
Ophogen terrein tot funderingshoogte zwembad
f
95.000,00
2.
Aanbrengen 100 m hekwerk 'Zuiderpark'
f
50.000,00
3.
Inrichting 250 m 2 terrein met gras en looppaden
f
63.000,00
4.
Buitenmeubilair en speeltoestellen
f
42.000,00
Actualisering investeringsraming Op basis van de thans bekende projectonderdelen is een herziene investeringsopzet opgesteld. De totale investering wordt thans begroot op f 22.193.000,00 inclusief btw. De specificatie van het herziene investeringsbedrag is als volgt: 1.
2. 2.a 2.b 3. 4. 4.a 4.b 4.c 4.d 5. 7.
Bouw- en installatiekosten definitieve offerte Ontwikkelingsgroep, inclusief afkoop prijsrisico tot einde werk Uitvoering energiebesparingspakket definitieve offerte Hevo december 1998 Raming Gebouwen Beheer Systeem Projectbegroting inrichting gebouw Overige kosten Voorbereidingskosten 1998 Kosten externe projectleider en toezicht tijdens de bouw tot einde werk Saneringskosten en kosten aanpassing bestekken Promotiecampagne energie in 2000 Projectbegroting aanleg en inrichting speelweide Raming onvoorzien tot einde werk f
f
16.242.000,00
f f f
2.024.000,00 220.000,00 1.300.000,00
f f
960.000,00 340.000,00
f f f
167.000,00 50.000,00 250.000,00 640.000,00
Totale herziene investering (februari 1999)
22.193.000,00
f
In de raming is een nieuwe post voor onvoorziene uitgaven tot het einde van het werk (medio 2000) opgenomen, omdat de in het raadskrediet van 1997 opgenomen raming voor onvoorzien van f 400.000 inmiddels volledig is ingezet voor de kosten van meerwerk bij de uitwerking van het voorlopig ontwerp naar definitief ontwerp in 1998. Over de meerkosten van het definitief ontwerp is uitgebreid gerapporteerd in de aan u toegezonden Raadsmededeling 167 van 1998 (volledigheidshalve ter inzage gelegd). Financiële consequenties Bij raadsbesluit 192 van 1997 is een investeringskrediet beschikbaar gesteld van f 18.620.000,00. Rekening houdend met subsidies voor de energiebesparende maatregelen van f 703.000,00 is voor de uitvoering van het totale plan een aanvullend investeringskrediet nodig van f 2.870.000,00 (f 22.193.000,00 - f 703.000,00 - f 18.620.000,00 ). Zoals hiervoor aangegeven is het beschikbaar stellen van het aanvullend krediet nodig voor: a. het bekostigen van het meerwerk in het definitief ontwerp van 14 oktober 1998 dat niet meer gedekt kon worden uit het budget onvoorzien van f 400.000,00 uit 1997 f 537.000,00 Zoals in Raadsmededeling 167 van 1998 toegelicht betreft het een toename van de binnenruimten met 334 m 2, uitbreiding van doucheruimten voor doelgroepen, vergroting van de capaciteit van warmwater- en luchtvochtigheidsinstallaties, uitbreiding van het inbraakbeveiligingssysteem, raadsvoorstellen 1999
3
b.
c. d.
verzwaring isolatie en het aanbrengen van een ureumreductor. extra uitgaven, na aftrek van subsidies voor energiebesparingsmaatregelen, waarvan f 100.000 (voor het GBS) voorzien was in het oorspronkelijk raadsvoorstel f inrichtingskosten van de speel-/ligweide f aanvulling van het thans uitgeputte budget voor onvoorziene uitgaven tot einde project (medio 2000) f
1.441.000,00 250.000,00 642.000,00
In de bij het raadsbesluit behorende bijlage (Herzien) Investeringsoverzicht februari 1999, worden bovenstaande financiële gegevens toegelicht. In het onrendabel investeringsplan 1999-2002 is rekening gehouden met extra investeringsbedragen voor het energieplan en de ligweide tot in totaal f 1.650.000. Voor de benodigde resterende dekking van f 1.220.000, zijn in de begroting van de dienst OCW (incidentele) middelen beschikbaar uit de saneringsoperatie van de zwembaden die in 1992 is ingezet. Voor het uitvoeren van de saneringsoperatie zijn indertijd structurele middelen in de gemeentebegroting opgenomen ter dekking van de kapitaallasten van investeringen die nodig zijn om de sanering van de zwembaden uit te voeren. Voor de vervanging van het af te stoten zwembad Morgenstond door het nieuwe zwembad Zuiderpark, is een jaarlijks budget voor kapitaallasten opgenomen van f 1.220.000. Omdat de oplevering van het nieuwe zwembad pas in de loop van 2000 plaats vindt, vallen deze middelen in de begroting 1999 vrij en kunnen deze -conform de afspraken in het saneringsplan- worden ingezet ter dekking van het aanvullend raadskrediet. Vanaf het begrotingsjaar 2000 zijn deze middelen beschikbaar voor de dekking van de kapitaallasten van de investeringen in het nieuwe zwembad. Indien in 2000 uit het beschikbare jaarbudget van f 1.220.000 nog incidentele ruimte beschikbaar is, zal deze ruimte bij voorrang worden aangewend voor de dekking van te verwachten dubbele kosten in de exploitatie van de zwembaden, omdat er rekening dient te worden gehouden met een overgangsperiode waarin het nieuwe bad reeds operationeel is maar het oude bad nog niet kan worden gesloten. Wijziging BTW-regeling niet-winstbeogende zwembaden Met ingang van 1 januari 1999 zijn de niet-commerciële bad- en zweminrichtingen btw-plichtig geworden. Voor onder andere gemeentelijke zwembaden betekent dit dat er btw dient te worden geheven en afgedragen op de inkomsten uit kaartverkoop en verhuur en dat de betaalde btw op investeringen en exploitatiekosten kan worden teruggekregen. Voor bestaande niet-commerciële zwembaden geldt een overgangsregeling van onbeperkte duur, die inhoudt dat de gemeente per zwembad zelf kan bepalen wanneer overgaan wordt op een btw-plichtige exploitatie. De overgangsregeling is ingesteld om te voorkomen dat tot dan toe niet-btw-plichtige zwembaden een financieel nadeel ondervinden, omdat wel btw moet worden geheven en afgedragen, terwijl in het verleden grote uitgaven zijn gedaan (voor bijvoorbeeld onderhoud en renovatie) waarover geen btw terug kon worden ontvangen. Voor deze baden geldt in de regel dat pas overgaan wordt op btw-plichtige exploitatie, wanneer grote uitgaven worden gedaan waarvan de btw kan worden terugontvangen. Tevens is het mogelijk om alsnog de btw op investeringen in het zwembad, die voor 31 december 1998 in gebruik zijn genomen, terug te vorderen. De overgangsregeling geldt niet voor het nieuwe zwembad Zuiderpark. Dit zwembad zal direct vanaf de opening in 2000 onder de btw-heffing vallen. Daartegenover staat echter dat alle betaalde btw op investeringsuitgaven zal worden terugontvangen. In het bovenstaande geactualiseerde investeringsoverzicht is nog geen rekening gehouden de terugontvangst van de btw, omdat de dienst OCW een integraal voorstel voorbereidt waarin op de btw-problematiek van de zwembaden wordt ingegaan. Naar de consequenties van de wijziging van de btw-regeling op de begrotingsramingen voor zwembadexploitaties (onderdeel van de begrotingspost 530.1 Sport- en spelaccommodaties) zal in samenwerking met de Gemeentelijke Accountantsdienst een onderzoek worden ingesteld. In het onderzoek zullen de verschillende invloeden op investeringsuitgaven, inkomsten, verrekenbare btw op uitgaven, activiteiten die de gemeente zelf onderneemt in zwembaden (zoals schoolzwemmen) en samenloop van wel en niet-btw-plichtige exploitaties in een gebouw (zoals zwembaden en sporthallen onder een dak) aan de orde komen. Bovendien zullen nadere afspraken met de rijksbelastingdienst moeten worden gemaakt en zal nagegaan worden of nog met compensatie-maatregelen in het gemeentefonds rekening moet worden gehouden. Verwacht wordt dat de rapportage van het onderzoek in mei 1999 beschikbaar zal zijn. Besluitvorming Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Sport, Promotie en Media- en informatiebeleid, het volgende besluit te nemen: 4
raadsvoorstellen 1999
raadsvoorstellen 1999
5
De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit: in te stemmen met: I.
de herziene investeringopzet voor de nieuwbouw van het Zwembad Zuiderpark tot een totaal bedrag van f 22.193.000,00 (EUR 10.070.744,33) inclusief BTW, waarin opgenomen: het meerwerk voor de uitvoering van het definitief ontwerp van oktober 1998, de uitvoering van het energiebesparingspakket van december 1998, de aanleg van een speel-/ligweide en een nieuwe raming voor onvoorziene uitgaven tot het einde van het werk;
II.
voor de uitvoering van de herziene investeringsopzet een aanvullend investeringskrediet beschikbaar te stellen aan de dienst OCW van f 2.870.000,00 (EUR 1.302.349,22) inclusief BTW, waarvan af te schrijven: f 1.400.000,00 (EUR 635.292,30) in 10 jaar (energiebesparingsplan), f 250.000,00 (EUR 113.445,05) in 10 jaar (aanleg speel-/ligweide) f 1.220.000,00 (EUR 553.611,86) eenmalig.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van ¹) De secretaris,
De voorzitter,
De bij dit voorstel behorende bijlagen liggen voor de raadsleden in de leeskamer (map. nr. 17) en voor een ieder in het Gemeentelijk Informatiecentrum aan het Spui 70 ter inzage. Burgemeester en wethouders van Den Haag, De secretaris, J.A.M. KROESE-DUIJSTERS
De burgemeester, W.J. DEETMAN.
¹) 25 maart 1999
6
raadsvoorstellen 1999