RIS018402_991203
rv 175 Bestuursdienst nr. PI6000601 Den Haag, 14 juni 1996 Aan de gemeenteraad
Privatisering van de afdeling Arbeidsomstandigheden. Inleiding 1. Op 23 november 1993 besloot ons college om de directie Personeelszaken, Organisatie en Informatievoorziening (POI) om te vormen tot een concerndirectie POI. Bij de af te stoten/te beëindigen uitvoerende POI-taken hoorde de afdeling Arbeidsomstandigheden (afdeling Arbo). Deze zou geprivatiseerd moeten worden. 2. Privatiseringsonderzoek In de loop van 1994 zijn een viertal privatiseringsopties onderzocht: Zelfstandige privatisering; overname door de te privatiseren Rijksarbodienst RBB (gepland op 1 januari 1996, maar nog niet gerealiseerd); overname door de commerciële arbodienst "De Twaalf Provinciën"; samenvoeging met de te privatiseren arbodienst van de gemeente Rotterdam, die in geprivatiseerde vorm de stichting Arbo Advies Rijnmond zou worden. Een zelfstandige privatisering van de afdeling Arbo bleek al snel niet haalbaar: Het draagvlak voor een arbodienst met een verzorgingsgebied van ± 23.000 aangesloten werknemers is te gering om succes en overleven op langere termijn te garanderen. En omdat privatisering in deze vorm aanzien-lijke gemeentelijke kosten met zich zou meebrengen, zou ook de gemeente Den Haag hierdoor zèlf een onverantwoord groot risico lopen. Van de voorwaarden, waaronder overgang naar één van de drie genoemde instellingen zou kunnen plaatsvinden bleek die van de stichting Arbo Advies Rijnmond i.o. de meest aantrekkelijke. Op 7 februari 1995 heeft ons college daarom besloten om privatisering van de afdeling Arbeidsomstandigheden met gelijktijdige overgang van taken en personeel naar de beoogde stichting Arbo Advies Rijnmond nader te onderzoeken. Dit onderzoek, in overleg met de nog niet geprivatiseerde Rotterdamse Arbo-dienst, mondde uit in een aantal voor de gemeente Den Haag zeer moeilijk te aanvaarden resultaten. Onderhandelingen over de oplossing van deze problemen konden evenwel pas effectief worden gevoerd met de stichting Arbo Advies Rijnmond zèlf. Deze kwam op 1 januari 1996 tot stand. 3. De nieuwe Arbo wet van 1 januari 1994 3.1 Algemene aspecten. Op 1 januari 1994 trad de gewijzigde Arbo wet in werking. Hiermee kwam een eind aan de traditionele verdeling van dienstverlening rond de arbeidsomstandigheden door aparte diensten voor verschillende deskundigheidsgebieden. Het zijn nu erkende arbodiensten, die een integraal zorgpakket op maat aan de werkgevers moeten aanbieden. Werkgevers moeten een arbodienst inschakelen voor een basispakket van diensten op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Deze verplichting werd gefaseerd ingevoerd: een deel van de werkgevers moet per 1 januari 1996 en een ander deel (waaronder de gemeenten) per 1 januari 1998 een gecertificeerde arbodienst inschakelen. Om voor certificering in aanmerking te komen, dienen arbodiensten te voldoen aan deskundigheids-, functionerings-, uitrustings- en organisatie-eisen. De laatste zijn voor externe diensten anders dan voor interne diensten. Een externe dienst werkt voor meer werkgevers, een interne dienst werkt er slechts voor één, de eigen werkgever. Aan een externe dienst worden in dit opzicht twee extra eisen gesteld. De eerste is het bezit van een eigen rechtspersoonlijkheid. De tweede eis is, dat in hoofdzaak taken uit de Arbo wet worden uitgevoerd.
raadsvoorstellen 1996
1
3.2 Certificering en de afdeling Arbo. Uiterlijk 1 januari 1998 moet onze gemeentelijke Arbo-afdeling gecertificeerd zijn, wil zij - als gemeentelijk onderdeel - de dienstverlening aan de eigen gemeentelijke diensten kunnen blijven uitvoeren. Wil zij ook de niet-gemeentelijke klanten blijven bedienen (samen goed voor 30% van de omzet), dan dient zij op die datum een private rechtspersoon te zijn, of daarin te zijn opgegaan. Bepaalde niet-gemeentelijke opdrachtgevers (waaronder Ziekenhuis Leyenburg en na privatisering dit jaar de AHZ) moeten evenwel vanaf 1 april 1996 al gebruik maken van de diensten van een gecertificeerde Arbo-dienst. Met het oog op het verwachte samengaan van de Rotterdamse en Haagse Arbo, hebben beide in nauwe samenwerking het certificeringstraject afgelopen. Ondanks de vermoedelijke privatisering heeft de Afdeling Arbo evenwel ook een separate certificering nagestreefd en de twee eerste fasen daarvan met succes doorlopen. Reden voor dit eigen traject was, dat de marktpositie door certificering zou worden versterkt en het certificeringsonderzoek een uitstekend instrument was om de eigen organisatie in te richten naar de eisen van de Arbo-wet. Tenslotte was certificering ook een zekerstelling van het eigen werk, vanwege de onzekerheid over het daadwerkelijk privatiseren en het tijdstip waarop deze zou plaatsvinden; dit met name met het oog op de niet-gemeentelijke opdrachtgevers. De stichting Arbo Advies Rijnmond heeft op 6 maart 1996 gehoord, dat zij gecertifi-ceerd zal worden. Aan de afdeling Arbo werd op 29 maart 1996 meegedeeld, dat aan een aantal punten nog gewerkt moest worden en dat over ongeveer zes maanden opnieuw een oordeel over certificering zou worden gegeven. Dit vervolgtraject kost tenminste f 40.000 en zou voor de afdeling Arbo opnieuw een zeer aanzienlijk tijdsbeslag betekenen ten koste van de uitbreiding van de dienstverlening. 4. Onderhandelingen met de stichting Arbo advies Rijnmond 4.1. Verloop van de onderhandelingen. In de eerste maanden van dit jaar hebben intensieve ambtelijke onderhandelingen plaatsgevonden met de stichting Arbo Advies Rijnmond over de privatiseringsvoorwaarden. Bij de start hiervan lagen, zoals hiervoor al aangeduid, berekeningen op tafel, die hoge structurele en incidentele kosten voor Den Haag met zich mee zouden brengen, naast een vijfjarige gemeentelijke omzetgarantie. Daarnaast was duidelijk, dat Arbo Advies Rijnmond flink zal moeten investeren in de Haagse Arbo na privatisering, zowel in financieel als personeel opzicht. De financiële positie van de Gemeente Den Haag was en is evenwel een barrière voor het beschikbaar stellen van extra financiële middelen. Voor Arbo Advies Rijnmond biedt evenwel de overkomst van de haagse afdeling Arbo, met de gemeentelijke diensten als klant, een verbreding van het draagvlak met kansen voor de verdere bedrijfsontwikkeling. De meerjarenperspectieven van de bedrijfsvoering na privatisering tonen een duidelijke winstpotentie voor Arbo Advies Rijnmond en zijn Haagse dependance samen. Dit leidde uiteindelijk tot een voor beide partijen positief onderhandelaarsakkoord. 4.2. Intentieverklaring. Het hiervoor genoemde uitstel van certificering van de afdeling Arbo bracht het risico met zich mee, dat de onjuiste indruk zou kunnen ontstaan, dat de huidige Arbo-dienstverlening niet adequaat is en in de toekomst wellicht komt te vervallen. De marktpositie van de afdeling Arbo en in het verlengde daarvan ook de mogelijkheden van overgang naar de stichting Arbo Advies Rijnmond konden hierdoor ernstig worden geschaad, zodat hierdoor alleen al grote financiële risico's zouden ontstaan voor de gemeente. Dit risico kon alleen maar worden vermeden door meteen aan de marktpartijen en het eigen personeel het signaal af te geven, dat een onderhandelaarsakkoord was bereikt over de voor-waarden van privatisering van de afdeling Arbo met overgang naar Arbo Advies Rijnmond, en dat de besluitvorming en effectuering daarvan nog een kwestie van enkele maanden is. Hierbij is het alsnog verkrijgen van eigen certificering door de afdeling Arbo verder niet nodig en een verspilling van geld en tijd. Vandaar dat wij samen met de stichting Arbo Advies Rijnmond de resultaten van de onder-handelingen op 10 april 1996 hebben vastgelegd in een Intentie-verklaring. Hierin zijn de uitgangspunten neergelegd, die gehanteerd zullen worden bij de privatisering van de afdeling Arbeidsomstandigheden van de Gemeente Den Haag door middel van overgang naar de stichting Arbo Advies Rijnmond. Privatisering komt eerst tot stand nadat uw raad heeft besloten tot het aangaan van een privatiseringsovereenkomst met de stichting Arbo Advies Rijnmond. Indien u hiertoe niet zou be-sluiten, dragen partijen ieder de eigen kosten en hebben zij over en weer geen financiële aanspraken.
2
raadsvoorstellen 1996
Voorwaarden voor de privatisering 5. Het belangrijkste uitgangspunt, zoals ook neergelegd in de intentieverklaring, is dat de overgang van taken en personeel van de afdeling Arbo naar de stichting Arbo Advies Rijnmond plaatsvindt zonder structurele of incidentele bijdragen van de gemeente Den Haag aan die stichting. De verdere voorwaarden voor een uitvoerbare privatisering van de afdeling Arbo behelzen de volgende punten, die ook zijn neergelegd in de concept-privatiseringsovereenkomst, die voor u ter inzage ligt. 5.1 Overgang van activiteiten en contractuele verplichtingen. De gemeente Den Haag draagt alle activiteiten (bedrijfsvoering en exploitatie) en de rechten en verplichtingen uit de aanwezige gemeentelijke en niet-gemeentelijke dienstverleningscontracten met alle daaraan verbonden rechten en plichten over aan de stichting Arbo Advies Rijnmond. Daarbij zullen beide al het nodige doen om de toestemming te verkrijgen van de betrokken niet-gemeentelijke opdrachtgevers, en verder alle overige maatregelen treffen, voor contractshandhaving. De overdracht van alle dienstverleningscontracten is voor Arbo Advies Rijnmond voorwaarde voor de overname van het voltallige personeel van de afdeling Arbo en in deze volledige overdracht voorziet de privatiseringsovereenkomst. Van de niet-gemeentelijke opdrachtgevers is hun medewerking nodig voor contract-overname. Indien en voor zolang deze medewerking niet is verkregen, en het dienstverleningscontract met de gemeente dus nog bestaat, zal de stichting Arbo Advies Rijnmond vanaf de privatiseringsdatum alle verplichtingen uit dat contract middels een onderaannemingsovereenkomst in opdracht van en namens de gemeente voor rekening en risico van de stichting nakomen, hetgeen aangemerkt zal worden als overdracht van een dienstverleningscontract. Indien en voorzover op de privatiseringsdatum de op dat moment bestaande dienstverlening door de afdeling Arbo aan de afzonderlijke gemeentelijke diensten nog niet is vastgelegd in een privaatrechtelijk dienstverleningscontract tussen de stichting Arbo Advies Rijnmond en de betrokken dienst(en), zal de stichting het volledige bestaande dienstverleningspakket in opdracht van de gemeente uitvoeren voor eigen rekening en risico. Ook deze vorm van opdracht van dienstverlening wordt aangemerkt als overdracht van een dienstverleningscontract. De dienstverlening en tarifering aan de gemeentelijke diensten door de afdeling Arbo gebeurt sinds 1 januari 1996 op verrichtingenbasis, waarbij de tarieven overeenkomen met die van de stichting Arbo Advies Rijnmond. Vanaf de privatiseringsdatum zal de stichting Arbo Advies Rijnmond haar diensten aan de Haagse gemeentelijke instellingen verlenen tegen haar eigen tarieven per verrichting, die marktconform zullen zijn. Eventueel verschuldigde BTW over de verleende diensten is voor rekening van de afnemer van de diensten. In concreto betekent dit, dat de stichting Arbo Advies Rijnmond op de privatiseringsdatum de dienstverleningscontracten met de gemeentelijke diensten ongewijzigd en tegen dezelfde tarieven zal overnemen. Over de aard en de omvang van de dienstverlening en de dienstverleningsvoorwaarden in de daarna volgende periode zullen de stichting en de diensten nadere contractuele afspraken maken. 5.2 Overdracht activa en passiva. Overdracht van de activa en passiva vindt plaats op basis van een slotbalans per privatiseringsdatum, die is gecontroleerd en goedgekeurd door twee registeraccountants (beide partijen wijzen er elk een aan). Alle niet in de balans voorkomende roerende zaken, in gebruik bij de afdeling Arbo en eigendom van de Gemeente Den Haag gaan om niet over naar de stichting Arbo Advies Rijnmond. De zaken waarvan in de balans een boekwaarde is opgenomen, gaan tegen boekwaarde over. 5.3 Voortzetting dienstverlening gedurende vijf jaar. Ter verzekering van de werkgelegenheid van het personeel van de afdeling Arbo gedurende vijf jaar, staat de Gemeente Den Haag er voor in, dat de bestaande dienstverleningscontracten van de afdeling Arbo met de diverse gemeentelijke diensten (voor de Haeghe groep uitsluitend het ambtelijk personeel betreffend) zullen worden voortgezet door de stichting Arbo Advies Rijnmond voor de overeengekomen looptijd, tot maximaal 60 maanden na de privatiseringsdatum voor zover dit de in de Arbo-wet genoemde kerntaken betreft, en onder de ontbindende voorwaarde, dat de tarieven van Stichting marktconform blijven. Voor de overige dienstverlening zal aan de stichting gedurende genoemde periode altijd een dienstverleningsaanbod en prijsopgave worden gevraagd. Voor het geval een dienst wordt geprivatiseerd zal de gemeente die voortzetting bedingen, met uitzondering van de AHZ en de GDVV, waarvoor een termijn van drie jaar vanaf hun privatisering geldt. Aangezien er hier slechts sprake is van een contracteerverplichting gedurende vijf jaar t.a.v. de kerntaken van de Arbo, hebben de diensten dus maximale ruimte om de contractuele relatie (volume, kwaliteit, resultaatmeting etc.) in overleg met Arbo Advies Rijnmond te sturen, in te vullen en aan te passen.
raadsvoorstellen 1996
3
5.4 Tarieven en de kosten voor de gemeente na privatisering. Ingaande 1 januari 1996 hanteert, zoals hiervoor al gezegd, de afdeling Arbo een op verrichtingen gebaseerd tarievensysteem, dat dusdanig op de tarieven van Arbo Advies Rijnmond is afgestemd, dat met de privatisering geen wijzigingen hoeven op te treden. Tot 1 januari 1996 werden geen tarieven gehanteerd door de afdeling Arbo, maar een omslagstelsel op basis van ramingen, waardoor de diensten niet betaalden op basis van concrete verrichtingen. Sommigen betaalden dus teveel andere te weinig in relatie tot de werkelijke activiteiten. Een vergelijking van het oude omslagstelsel en het nieuwe tarievensysteem, toegepast op 1996 levert het volgende beeld op. In 1996 zouden bij voortgezette toepassing van het omslagstel de totale kosten voor de gezamenlijke gemeentelijke Diensten een bedrag behelzen van f 2.175.415,00. De totale kosten voor de gemeentelijke Diensten onder het sinds 1 januari 1996 geldende en door Arbo Advies Rijnmond over te nemen tarievensysteem bedragen f 2.134.115,00. Dit betekent dus een daling van de kosten met 1,89% voor alle Diensten gezamenlijk in vergelijking tot het omslagstelsel. Deze vergelijking tussen omslagstelsel en tarieven op verrichtingenbasis per individuele Dienst levert uiteenlopende verschillen op ten aanzien van stijging of daling van de kosten. Dit is het gevolg van het feit, dat de Arbo-kosten niet meer worden uitgesmeerd over de Diensten, maar nu iedere Dienst betaalt voor de echte verrichtingen bij haarzelf. 5.5 Het personeel. Het voltallige personeel dat tot de vaste formatie van de afdeling Arbo behoort zal indiensttreden bij de stichting Arbo Advies Rijnmond. Verschillen in rechtspositie zullen worden gegarandeerd overeenkomstig een Overgangsregeling te sluiten tussen de Gemeente Den Haag, de stichting Arbo Advies Rijnmond en de vakorganisaties. Deze Overgangsregeling maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst conform de bij de stichting Arbo Advies Rijnmond geldende rechtspositieregeling, die de medewerkers van de afdeling Arbo krijgen aangeboden door die stichting. Bedrijfsvoering en personeel kunnen in de concrete situatie niet op één en dezelfde datum overgaan naar de nieuwe private rechtspersoon. Uit oogpunt van marktpositie is overgang van het Arbo-bedrijf naar de stichting Arbo Advies Rijnmond op zo kort mogelijke termijn geboden. Vandaar dat wij deze op 1 juli 1996 willen laten plaatsvinden. Alleen al gezien de in acht te nemen opzegprocedure van 2½ maand, kan het perso-neel niet op dezelfde datum overgaan. Daarnaast hanteert de stichting Arbo Advies Rijnmond vooralsnog een aan die van de gemeente Rotterdam analoge rechtspositieregeling; op 1 januari 1997 vervalt deze evenwel. Dan, maar wellicht iets eerder, wil de stichting de rechtspositieregeling van de CAO van de Arbo Unie overnemen. Bij overgang van de afdeling Arbo vóór die datum zou het perso-neel dus binnen enkele maanden tweemaal met rechtspositiewijzigingen worden geconfronteerd. Dit vindt geen van de partijen wenselijk. Daarom wordt een splitsing gemaakt: de overdracht van de activiteiten (bedrijfsvoering en exploitatie) en de rechten en verplichtingen uit de dienstverleningscontracten van de afdeling Arbo per 1 juli 1996 en de indienstneming van medewerkers uiterlijk per 1 januari 1997. De medewerkers van de afdeling Arbo komen tot die overgangsdatum in algemene dienst van de gemeente en zullen worden gedetacheerd bij de Stichting Arbo Advies Rijnmond. Gedurende deze detacheringsperiode brengt Gemeente Den Haag aan de stichting Arbo Advies Rijnmond geen kosten in rekening voor dienstverlening ten behoeve van het personeelsbeheer en voor salarisverwerking. Alle overige lasten van het tot de formatie van de Afdeling Arbo behorende voltallige personeel komen voor rekening van de stichting Arbo Advies Rijnmond. 5.6 Wachtgelden. Indien medewerkers na indiensttreding bij de stichting Arbo Advies Rijnmond tengevolge van een ontslag uit dat dienstverband nog aanspraak kunnen maken op een wachtgeld van de Gemeente Den Haag (en de Gemeente deze kosten niet geheel of gedeeltelijk elders kan declareren), komt dit wachtgeld voor rekening van de stichting Arbo Advies Rijnmond. De enige situatie waarin een eventuele bovenwettelijke wachtgeldverplichting ten laste van de Gemeente Den Haag zal komen, doet zicht voor: Als binnen een periode van vijf jaar na privatisering bij een marktconforme tariefstelling door de stichting Arbo Advies Rijnmond een, niet binnen de totale exploitatie van de stichting Arbo Advies Rijnmond te compenseren, omzetvermindering plaatsvindt ten opzichte van het volume aan dienstverleningen aan de Haagse gemeentelijke diensten, met als peildatum de datum van priva-tisering en dit leidt tot een interne reorganisatie bij de stichting Arbo Advies Rijnmond gepaard gaande met gedwongen ontslag van een meegeprivatiseerd voormalig haags personeelslid. De kosten van deze eventuele wachtgeldverplichtingen zullen ten laste komen van die gemeentelijke dienst of diensten, die door een vermindering van opdrachten aan de stichting Arbo Advies Rijnmond veroor-zaker zijn van de genoemde omzetdaling. Alleen indien die vermindering van opdrachten het gevolg is van een reorganisatieproces/samenvoeging van gemeentelijke diensten met een gelijktijdige terug-loop van het personeelsbestand (en dus objectief minder behoefte aan Arbo-dienstverlening) komen de 4
raadsvoorstellen 1996
wachtgeldverplichtingen ten laste van het budget van het betreffende reorganisatie-project. 5.7 Achtergestelde geldlening en investeringskrediet. Ter versterking van de vermogenspositie van de nieuwe organisatie, in het kader van het aantrekken van externe financiering door de stichting Arbo Advies Rijnmond, verschaft de Gemeente Den Haag een achtergestelde geldlening ter grootte van f 550.000,00, tegen een rente van 6% en met een looptijd van 5 jaar. Ter volledige financiering van de vereiste investeringen in informatisering en huisvesting verschaft de Gemeente aan de stichting Arbo Advies Rijnmond een lening met een loop-tijd van 10 jaar tegen de gemeentelijke omslagrente in 1996, groot maximaal f 800.000,00. 5.8 Verantwoordelijkheden en uitsluiting van wederzijdse financiële claims. Uitgangspunt is, dat de gemeente en de stichting Arbo Advies Rijnmond over en weer geen financiële claims bij elkaar zullen neerleggen, inhoudende: De exploitatie van de afdeling Arbo is voor rekening en risico van de Gemeente Den Haag tot de privatiseringsdatum. Daarna komt zij voor rekening en risico van de stichting Arbo Advies Rijnmond en vindt zij geheel onder verantwoordelijkheid van laatstgenoemde plaats. Alle werkzaamheden tot aan de privatiseringsdatum zullen door de Gemeente worden gefactureerd en geïnd. Eventuele betalingen aan de Stichting voor werkzaamheden in die periode zal de Stichting aan de Gemeente restitueren. Een batig, c.q. nadelig exploitatiesaldo over de periode tot aan de privatiseringsdatum komt ten gunste c.q. ten laste van de gemeente. Daar de stichting Arbo Advies Rijnmond vanaf de privatiseringsdatum zelf verantwoordelijk is voor de zorg voor adequate huisvesting van de afdeling Arbo, zijn er dienaangaande tussen haar en de gemeente Den Haag geen andere rechten en verplichtingen dan die voortvloeien uit het hiervoor genoemde investeringskrediet. De gemeente en de stichting gaan overleg voeren over het aangaan van een huurovereenkomst betreffende de huidige huisvesting van de afdeling Arbo aan de Thorbeckelaan in Den Haag. Zolang hierover nog geen overeenstemming is bereikt en de afdeling Arbo als onderdeel van de stichting Arbo Advies Rijnmond nog gebruik maakt van haar huidige ruimte, zal de stichting hiervoor aan de Gemeente de op de privatiseringsdatum geldende huurprijs blijven betalen, onder de tot dat tijdstip voor de afdeling Arbo geldende voorwaarden. Vanaf de privatiseringsdatum vrijwaart de Gemeente Den Haag de stichting Arbo Advies Rijnmond voor eventuele aanspraken van derden, die betrekking hebben op de periode vóór die datum. 6. Risico's bij niet doorgaan van privatisering ('Nul-optie') Indien er geen privatisering van de afdeling Arbo zou plaatsvinden (de zgn. nul-optie) ontstaat er vrijwel onmiddellijk een financieel risico voor de gemeente Den Haag van rond f 1,5 mln. Omdat de afdeling Arbo dan niet aan de wettelijke voorwaarden van private rechtspersoonlijkheid voldoet, mag zij onmiddellijk respectievelijk op enige termijn als interne arbodienst niet aan derden diensten verlenen. Dit zou voor de afdeling Arbo betekenen dat op zeer korte termijn rond 30% van de huidige omzet verloren zou gaan, omdat externe opdrachtgevers geen contracten meer zullen willen sluiten of verlengen. Er ontstaat dan dus een ongedekt structureel gemeentelijk tekort door niet gedekte personeelslasten (binnen de formatie of als gevolg van boventalligheid). De gemeente heeft in dat geval twee alternatieven. Het ene is kiezen voor handhaving van de afdeling als interne Arbo-dienst. In dit geval zullen bovenop het structurele tekort van f 1,5 mln nog extra structurele kosten van rond f 0,35 mln moeten worden gemaakt: investeringen in automatisering en huisvesting alsmede extra personeelskosten i.v.m. certificeringseisen rond noodzakelijke vakdeskundigen. Deze hogere kosten zullen in de dan zeker niet marktconforme - tarieven aan de gemeentelijke diensten doorwerken, welke laatsten bovendien geconfronteerd zullen worden met een gedwongen winkelnering voor onbe-paalde tijd. Het andere alternatief is opheffing van de afdeling Arbo. Dit brengt een risico van structureel rond f 3 mln met zich mee, omdat het voltallige personeel boventallig zal worden. De gemeentelijke uitgaven voor arbo-dienstverlening (rond f 3 mln) zullen daarnaast blijven bestaan, zij het dan met gebruikmaking van de diensten van derden. Dit, gezet naast het beperkte en, gelet op de exploi-tatievooruitzichten van Arbo Advies Rijnmond, vooral theoretische risico van uitsluitend wachtgeldkosten laat geen ruimte over voor een andere dan de privatiseringskoers, zoals nu beoogd. Inspraak 7. Bij dit raadsvoorstel is de Leidraad bij privatiseringen toegepast. De Ondernemingsraad van de Bestuursdienst en de vakorganisaties hebben positief geadviseerd over de voorgenomen privatisering, de vakorganisaties onder voorbehoud van hun instemming met een Sociaal Plan. raadsvoorstellen 1996
5
Voorstel 8. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissies voor Economisch structuurbeleid, Marketing en Personeelszaken en voor Bestuurlijke Vernieuwing en Organisatie, het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit: I.
met ingang van 1 juli 1996 de taken (exploitatie en bedrijfsvoering, waaronder ook de verantwoordelijkheid voor personeel), de interne en externe dienstverleningscontracten en de in gemeentelijk eigendom zijnde roerende zaken van de afdeling Arbeidsomstandigheden van de Bestuursdienst, directie Personeelszaken, Organisatie en Informatievoorziening (afdeling Arbo) over te dragen aan de stichting Arbo Advies Rijnmond;
II.
het personeel van de afdeling Arbo uiterlijk per 1 januari 1997 in dienst te laten treden bij de stichting Arbo Advies Rijnmond op basis van een tussen de gemeente en enerzijds de vakorganisatie en anderzijds de stichting Arbo Advies Rijnmond overeen te komen Overgangsregeling (Sociaal Statuut);
III.
aan de stichting Arbo Advies Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, ter versterking van de vermogenspositie van die stichting een achtergestelde lening te verstrekken ter grootte van f 550.000,00, met een looptijd van 5 jaar, tegen een rente van 6% en voorts onder nader door burgemeester en wethouders te bepalen voorwaarden;
IV.
aan de stichting Arbo Advies Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, ten behoeve van investeringen in de sfeer van automatisering en huisvesting een lening te verstrekken tot een bedrag groot maximaal f 800.000,00, met een looptijd van 10 jaar, een rente gelijk aan de omslagrente 1996, en voorts onder nader door burgemeester en wethouders te bepalen voorwaarden;
V.
a. b.
VI.
in te stemmen met de privatiseringsovereenkomst tussen de gemeente en de stichting Arbo Advies Rijnmond; burgemeester en wethouder te machtigen om zonodig hierin wijzigingen van ondergeschikt belang aan te brengen;
burgemeester en wethouders op te dragen al datgene te doen, dat nodig is ter uitvoering van dit besluit.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De secretaris,
De voorzitter,
De bij dit voorstel behorende concept-privatiseringsovereenkomst ligt voor de raadsleden in de leeskamer (map nr. 1) en voor een ieder in het Gemeentelijk Informatiecentrum aan het Spui 70 ter inzage. Burgemeester en wethouders van Den Haag. De secretaris, S. KOLTHEK
6
De burgemeester, A.J.E. HAVERMANS
raadsvoorstellen 1996