RIS120345_30-SEP-2004
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
De gemeenteraad
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
rm 2004.173 - BSD/2004.2764 RIS 120345 Doorkiesnummer
070 - 353 4890 E-mailadres Aantal bijlagen
1 Datum
28 september 2004 Onderwerp
Breedband
Inleiding Nederland behoort tot wereldtop als het gaat om het gebruik van Internet. De meeste Nederlandse huishoudens hebben inmiddels een aansluiting en de penetratie van breedbandaansluitingen (‘middelband’) is een van de hoogste ter wereld. Daarmee biedt Nederland voor bedrijven een aantrekkelijk vestigingsklimaat en komen nieuwe innovatieve maatschappelijke toepassingen geleidelijk binnen handbereik. De afgelopen jaren verdubbelt ongeveer jaarlijks de vraag naar bandbreedte. Het zou mooi zijn als Nederland de koppositie in ontwikkeling van de infrastructuur zou kunnen doorzetten. Op de grootzakelijke markt gaat het over het algemeen goed, in ieder geval in de grote steden. Er is geïnvesteerd in hoofdinfrastructuur (‘backbones’ en ‘cityringen’), er zijn diverse spelers en daarmee is er op dit gebied voldoende marktwerking. Kosten voor individuele bedrijfsaansluitingen zijn nog relatief hoog, vooral als de afstand tot de ‘cityring’ groot is. Grotere bedrijven nemen deze kosten over het algemeen voor lief. Voor de massamarkt (consumenten en mkb) ziet het er minder goed uit als het gaat de snelheid waarmee een toekomstvaste infrastructuur wordt aangelegd. De afnemer (consument) kan in principe kiezen uit 2 alternatieven: de diensten van de kabelmaatschappij via het coax-netwerk of de diensten van een aantal bedrijven, dat gebruik maken van het aansluitnetwerk van KPN Telecom. Beide netwerken zijn niet of onvoldoende ontworpen als 2-weg communicatienetwerk, in handen van enkele dienstenleveranciers en zijn over een aantal jaren aan het einde van hun economische levensduur. Alleen met hoge investeringen op beide netwerken afzonderlijk kan de sector de komende jaren nog aan de vraag tegemoetkomen. De verwachting is, dat het coaxnetwerk van de kabelsector een aantal jaren later aan vervanging toe is dan het kopernetwerk van KPN Telecom. Alle partijen gaan er van uit dat verglazing van de netwerken tot aan de meterkast noodzakelijk is. Maar benutting van de bestaande netwerken zal zo lang als mogelijk is worden verlengd. Er is discussie en onzekerheid over het tijdstip waarop, gezien de groeiende vraag van de markt, verglazing onafwendbaar is en de wijze waar op dit georganiseerd moet worden. Op de markt ingenomen posities en gevestigde belangen spelen daarbij een doorslaggevende rol. Inlichtingen bij
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 5000 Fax: 070 - 353 2782
BSD/2004.2764
2
Concurrentie tussen vaste infrastructuren of (op termijn) tussen diensten op 1 infrastructuur, dat is de crux van de breedbanddiscussie. Verglazing is qua initiële investering kostbaar vanwege de graafwerkzaamheden en moet terugverdiend worden uit de tarieven. Glasvezeltechnologie biedt een oneindige capaciteit en is daarmee het meest toekomstvast. Zij wordt in de stedelijke agglomeraties in de toekomst niet vervangen door draadloze infrastructuren. Draadloze communicatie is vanwege een reeks beperkingen aanvullend op de vaste infrastructuur en dat blijft zo. Het verglazen van twee concurrerende vaste netwerken is nog duurder, lijkt daarmee niet in het voordeel van de afnemer en zal alleen al daarom leiden tot voortgaande vertraging van investeringen. Investeringen in verglazing van de netwerken tot aan de meterkast komen in Nederland dan ook niet of nauwelijks via de huidige marktordening en -werking van de grond. Alleen gesubsidieerde, dus niet marktconforme, kleinschalige projecten kunnen in de huidige markt worden gerealiseerd. De telecommunicatiesector moet het echter van grote aantallen hebben om tot lagere prijzen voor de afnemer te komen. Financiële instellingen zoeken naar consistent en duurzaam beleid alvorens tot risicodragende investeringen over te gaan. Door stimulansen van de centrale overheid en sturing op lokaal niveau kan concurrentie en daarmee de marktwerking worden versneld, Nederland haar koppositie op infrastructuur vasthouden en haar matige positie op nieuwe toepassingen verbeteren. Dat kan de economie en ontwikkeling van toepassingen in het publieke domein stimuleren. Bij de introductie van glasvezelnetwerken lijken de direct herkenbare voordelen voor de afnemer direct al groot. Plannen van marktpartijen indiceren een tarief van gemiddeld ca. 50 Euro per maand voor TV (groot pakket), telefonie en supersnel Internet. Dit is 30% goedkoper dan het aanbod nu op de bestaande netwerken. Ook kan de consument echt kiezen tussen meerdere aanbieders met verschillende pakketten voor (digitale) televisie, telefonie, Internet, Voice over IP en videodiensten. Betaalbare videocommunicatie van hoge kwaliteit komt binnen handbereik. Niet alles gaat via Internet of over relatief grote afstanden, veel verkeer kan lokaal worden afgewikkeld tegen lage of zelfs marginale prijzen, afhankelijk van de dienst. Echt open toegang (conform de Europese regels van ‘Open Network Provisioning’) tot de nieuwe netwerken voor alle dienstenaanbieders is daarbij essentieel. Bij de huidige aansluitnetwerken is dat slechts gedeeltelijk (KPN) of geheel niet (kabelsector) het geval. Dat komt met name. omdat de belangrijkste spelers de gehele keten (passieve infrastructuur, actieve componenten, diensten) in eigendom hebben en controleren. Van een echt ‘level playing field’ (open en toegankelijke markt onder gelijke condities voor iedereen) is nauwelijks sprake. Dat beperkt de concurrentie op diensten en vertraagt de innovatie daarvan. Het gaat dus niet alleen om breedband en glasvezeltechnologie, maar ook over de wijze waarop de markt is georganiseerd of zou moeten worden om nieuwe investeringen uit de markt op te roepen. In de VS, Japan en Korea worden netwerken voor de consumentenmarkt ontwikkeld met snelheden tot 1 Gb/s. In de VS. staat de toezichthouder positief tegenover investeringsinitiatieven in glasvezeltechnologie, in Japan en Korea wordt de ontwikkeling actief door de overheid gesteund. In Europa ontstaan in diverse landen (met name in steden als Stockholm, Wenen, Milaan, Pau) initiatieven om nieuwe glasvezelnetwerken aan te leggen of zijn netwerken al enige jaren actief. Echter in elk land is de markt anders en dat maakt vergelijkingen moeilijk. Dat maakt de Europese Commissie ook voorzichtig in zijn beoordeling van de rol van de publieke sector, ondanks de politieke agenda, opgemaakt in Lissabon. De politiek-juridische afweging tussen bescherming van gevestigde grote belangen in de sector en het bieden van voldoende ruimte voor nieuwe investeringsinitiatieven, waarbij de publieke sector een rol kan spelen, vindt nu plaats. Dit maakt ook de nationale overheid in Nederland voorzichtig als het gaat om financiële arrangementen vanuit het Rijk bij de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur. Net als bij de aanleg van de kabelnetten in de 70er jaren van de vorige eeuw nemen de steden weer het initiatief. Dit lijkt meer en meer de meest praktische en aangewezen weg.
BSD/2004.2764
3
Advies van de commissie Andriessen In 2003 heeft Den Haag met steun van het Rijk het project ‘Realisme in Breedband’ opgezet. Het rapport onderschrijft de analyse dat de aanleg van glas noodzakelijk en gewenst is en zet een een strategie uit (2 sporen) uit om te komen tot een nieuwe toekomstvaste breedbandinfrastructuur. Spoor 1 is gericht op het vormen van een consortium met bestaande partijen, spoor 2 is gericht op het bundelen van de vraag om zo meer marktkracht te kunnen ontwikkelen. Spoor 1 (consortiumvorming) Het eerste spoor heeft de mogelijkheden voor de opzet van een Publiek Private Samenwerking met de huidige telecommunicatieaanbieders en zo mogelijk woningcorporaties voor investeringen in een nieuwe vaste basisinfrastructuur (passief) voor alle huisaansluitingen uitgewerkt. Uit het advies blijkt dat samenwerking in een PPS verband, met steun van de rijksoverheid, een haalbare kaart is. Voor het eerst in Nederland is diepgaand overleg geweest tussen de regionale kabelexploitant, KPN Telecom en de lokale overheid over de businesscase voor een gedeelde basisinfrastructuur op basis van glasvezeltechnologie. Bij afronding van het project heeft de regionale kabelexploitant echter aangegeven toch te kiezen voor concurrentie tussen infrastructuren en niet voor samenwerking op de basisinfrastructuur en concurrentie tussen diensten. Men kiest een eigen weg in plaats van een gezamenlijke aanleg. De kabel-brancheorganisatie VECAI heeft dit standpunt namens de grote kabelexploitanten ESSENT, UPC, en Multikabel en Casema overgenomen. Hiermee is dit scenario, gebaseerd op consensusvorming, verlaten. Ook elders in Nederland gebeurt dit daarom niet. Spoor 2 (vraagbundeling in het publieke domein) Het tweede spoor is gericht op het ontwikkelen van een breedbandnetwerk voor toepassingen in het vooral publieke domein. Daarbij wordt vooralsnog als meest kansrijk gezien de onderwijssector, stadsdeelkantoren, bibliotheken, zorginstellingen, videobewaking, en verkeersgeleiding (dynamisch verkeersmanagement). Glasvezelnetwerken kunnen door de vorming van een gezamenlijke inkoopcombinatie aanzienlijk goedkoper en sneller worden aangelegd. Dit is het principe van vraagbundeling. Het advies heeft geleid tot overleg met de scholensector in Den Haag om gezamenlijk te komen tot een scholennetwerk, dat vervolgens ook gebruikt kan worden voor andere (publieke) gebruikersgroepen. Een scholennetwerk met een paar honderd aangesloten locaties in de stad biedt vanwege de omvang en geografische spreiding een uitstekende basis voor de verdere uitbouw van een glasvezelnetwerk door de stad. De gemeente en een aantal belangrijke schoolbesturen zijn het nu eens geworden over de voordelen van het investeren in een glasvezelnetwerk. De prijs van een stedelijk netwerk in eigen beheer (‘customer-owned’ model) blijkt uit de Europese aanbesteding in Den Haag de helft goedkoper dan een netwerk in beheer bij de telecom-aanbieders (‘carrier-owned’ model). Voor grotere scholen met veel verschillende gebouwen op diverse locaties is bovendien een glasvezelnetwerk in de totale exploitatie van de school de beste keuze (prijstechnisch / beheersmatig /onderwijskundig). Veel scholen in het primair onderwijs hebben deze calculaties nog niet kunnen maken of zijn er nog net niet aan toe. Ook de nieuwe onderwijstoepassingen die met dit soort netwerken mogelijk worden zijn deels nog in ontwikkeling of komen juist in de basisvorming nu niet tot ontwikkeling. Om het primair onderwijs te stimuleren om mee te doen zal het plan worden opgezet zodat door middel van een gemeentelijke bijdrage de prijs met een kwart verlaagd voor deze scholen (van 400 naar 300 Euro per maand). Bijna 180 van de 300 scholen in de agglomeratie doen inmiddels mee. De komende tijd zullen er naar verwachting meer volgen. Hiermee ontstaat het grootste regionale scholennetwerk in Nederland.
BSD/2004.2764
4
Amsterdam en andere steden tonen inmiddels grote interesse voor dit in Nederland unieke project. Inmiddels wordt ook gesproken met de Dienst Openbare Bibliotheken, Haagnet en de Dienst Stadsbeheer over deelname op enige termijn. Hoe meer deelnemers, des te lager wordt de prijs per aansluiting. Op wat langere termijn wordt gebruik ten behoeve van zorginstellingen, dynamisch verkeersmanagement en videobewaking voorzien. Daarom wordt nu nagedacht over voldoende capaciteit (ducts/vezelparen) bij aanleg van de centrale ringen om latere kosten te besparen. Teneinde de hierboven beschreven activiteiten te faciliteren is op 7 september 2004 door een aantal scholen in nauw overleg met de gemeente de Stichting Glas Lokaal opgericht. Het bestuur van de stichting heeft op 16 september 2004 op basis van verklaringen van deelname van betrokken scholen, besloten om tot gunning over te gaan (aan Volker Stevin Telecom) en het netwerk te laten bouwen. Dit onder voorbehoud van het vaststellen van de gemeentelijke begroting 2005. In de conceptbegroting 2005 is onder hoofdstuk 1.3, (Brede Doel Uitkering Economie) een bedrag opgenomen van 2,64 miljoen euro. Hiervoor is 1,6 miljoen euro bestemd voor Glaslokaal en een bedrag van vier keer € 260.000,00 op de projectorganisatie de komende vier jaren op te zetten. De aanbestedingsprocedure voor de actieve componenten is bijna afgerond en zal een partij geselecteerd worden. Voor wat betreft de centrale Internettoegang zal naar verwachting zal SURFNET een rol gaan spelen. Ook hier kunnen weer grote besparingen worden bereikt. Dit wordt de laatste stap in de bouw van het netwerk (1e fase). Ook hier geldt het voorbehoud dat de gemeentelijke begroting voor 2005 moet zijn vastgesteld. Breedband voor alle aansluitingen (spoor 1) Ten slotte zullen wij nog ingaan op enkele punten: Impulscommissie en de situatie in Amsterdam. De minister van Economische Zaken heeft de externe impulscommissie breedband ingesteld voor nader advies t.a.v. het Rijksbeleid. Voor de meest gewenste toekomstvaste infrastructuur werkt de commissie een aantal scenario’s uit. De commissie rapporteert in oktober 2004. Amsterdam heeft –na grondige discussie en studie van voorbeelden in Zweden- gekozen voor de volgende aanpak: - consortiumvorming door gemeente, corporaties en private financiers om de passieve infrastructuur te financieren - kostendekkende doorberekening van de investering in de passieve infrastructuur naar de exploitant - Europese aanbesteding van de exploitatie via tijdelijke concessies aan marktpartij(en) - open netwerk toegankelijk voor elke dienstenleverancier tegen gelijke voorwaarden als strikte randvoorwaarde - scheiding tussen belangen op 3 lagen: passieve infrastructuur, actieve componenten en diensten - toezicht op naleving door alle partijen - als de markt aan de nieuwe opzet is gewend en zich ontwikkelt, kan de financieringsrol van de gemeente afnemen of geheel ophouden Amsterdam heeft overeenstemming met partijen bereikt over consortiumvorming voor financiering van de passieve infrastructuur en heeft, onder voorbehoud van instemming van de Europese Commissie, de exploitatie voor 40.000 aansluitingen aanbesteed. Partijen als COLT, KPN Telecom, Via Networks, BBNed, CS SI, Siemens en Volker Stevin Telecom hebben ingeschreven op de exploitatie. Preselectie en onderhandeling over uitwerking vindt nu plaats. UPC, de kabelexploitant in Amsterdam, doet niet mee. Uit de inschrijvingen blijkt dat opstelling van partijen in de markt flink verschuift wanneer de publieke sector tot handelen overgaat (‘van rapport naar aanbesteding’). Er is door Amsterdam een notificatieprocedure richting Europese Commissie ingezet om de rol van de publieke sector (met name cofinanciering basisinfrastructuur) in de aangegeven aanpak te toetsen op Europese regels t.a.v. marktwerking en staatssteun. De uitslag van deze procedure is belangrijk, omdat de kabelsector in Nederland zich verzet met vermeende staatssteun en verstoring van de huidige markt als motivatie en ongetwijfeld zal trachten bij het Europese Hof de zaak aan te vechten.
BSD/2004.2764
5
De aanpak van Amsterdam wordt in grote lijnen gedragen door Rotterdam en Den Haag en serieus bezien door Utrecht. Natuurlijk heeft elke stad daarbij haar eigen tempo, fasering, prioriteiten en potentiële partners. Inzet is om begin oktober de G4 geheel op dezelfde lijn te krijgen en daarmee substantiële druk op de markt en wellicht ook de landelijke politiek te zetten. Projectplan De nu te zetten stappen vormen het startpunt van de verglazing in Den Haag. Hoewel er nog een aantal onzekerheden zijn (medewerking Haagse corporaties, standpunt en medewerking Rijk, benodigde financiële voorzieningen, mogelijk juridisch verzet kabelsector bij het Europese Hof) wordt in oktober/november 2004 een projectplan voor Den Haag 2005 opgesteld. In dit projectplan zullen alle stappen in de tijd, benodigde disciplines, globale financiële randvoorwaarden, projectorganisatie, begeleidingsteam worden geraamd. Vestia is bereid gebleken mee te werken aan het project in Den Haag en in Rotterdam. Staedion en Haagwonen worden nog benaderd. Als alles meezit, kan omstreeks de jaarwisseling 2004/2005 een b. en w.- besluit over de inzet van een projectorganisatie in Den Haag worden genomen. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, D.M.F. Jongen
W.J. Deetman