Ruud de Moor Centrum Jaarrapportage 2005
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
Voorwoord In deze rapportage wordt verslag gedaan van de inhoudelijke vorderingen van de projecten van het Ruud de Moor Centrum in het jaar 2005. Voor elk project wordt aangegeven wat de activiteiten zijn geweest, wat de opbrengsten waren en hoe de voortgang zich verhoudt tot de planning. Ook eventuele knelpunten worden genoemd. De financiële aspecten zijn aan het eind van de rapportage opgenomen in een overzichtstabel. De rapportage laat zien dat de vorderingen aanzienlijk zijn. De meeste projecten verlopen volgens planning en gaandeweg zijn er meer concrete producten en diensten in prototypen beschikbaar gekomen. Er is met vele partners samengewerkt, zowel uit de lerarenopleidingen als uit scholen. Het Ruud de Moor Centrum heeft bij de partners intussen naam gevestigd als een betrouwbare partner en als tweedelijnsvoorziening bij het opleiden van leraren. In de loop van 2005 is naar aanleiding van vragen uit het veld besloten twee nieuwe projecten tot ontwikkeling te brengen, te weten het project Opleiden in de school en het project Eén-zorgroute. De projecten Techniek VMBO wordt beëindigd, omdat de eerste resultaten te weinig perspectief boden. Het project Voorbereiding bachelors op het leraarsberoep is aanzienlijk beperkter van omvang geworden, nadat uit veldconsultatie de belangstelling minder groot bleek dan verwacht. In de loop van 2006 zullen uit de meeste projecten bruikbare diensten en producten voor gebruik beschikbaar komen. Dat wil niet zeggen dat die projecten daarmee volledig zijn afgerond. Een aantal projecten zal na 2006 een vervolg moeten krijgen in de vorm van doorontwikkeling, onderhoud en beheer. De thans beschikbare resultaten zijn te vinden op de web portal van het Ruud de Moor Centrum. Daarnaast wordt halverwege 2006 een productencatalogus uitgegeven. De financiële rapportage over 2005 is aangeboden bij CFI d.d. 9 februari 2006 met goedkeurende accountantsverklaring. Heerlen, april 2006
1
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Project Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Virtuele Werk- en Leeromgeving (VWL) 64.510.002 Virtuele werk- en leeromgeving
Doelstelling en projectomschrijving Het doel is het ontwikkelen van een virtuele werk- en leeromgeving (VWL) of componenten daarvan voor het maken, het beheren en het uitleveren van (te ontwikkelen) RdMC producten en diensten om zodoende zorg te dragen voor een efficiënte bediening van diverse (eind)gebruikers met behulp van ICT. In deze fase is het leveren van ondersteuning bij de realisatie van projectresultaten binnen het RdMC van belang. Daardoor zijn in eerste instantie de RdMC medewerkers onze gebruikers. Uiteindelijk zijn de gebruikers de eindgebruikers in scholen en lerarenopleidingen. Er wordt geen eigen elektronische leeromgeving (ELO) ontwikkeld maar een VWL die naar verschillende media uitgeleverd kan worden met maatwerk naar specifieke (eind)gebruikers. Tijdschema De opgeleverde projectresultaten gedurende 2005 zijn in lijn met het plan van aanpak VWL en het RdMC werkprogramma 2005. Dit ondanks het opnieuw wegvallen van ICT ontwikkelaars in de maanden februari, juni en augustus 2005. Het afgelopen jaar is blijvend geïnvesteerd in het verder realiseren van pilot omgevingen voor alle RdMCprojecten. Veel effort is in de eerste helft van 2005 gestoken in het opleiden en inwerken ICT ontwikkelaars en het specificeren van meer algemene ICT tools voor alle projecten. In de tweede helft van 2005 is de nodige aandacht gegeven in het bijna productie-/exploitatiegereed maken van de hardware-/ serveromgeving inclusief bijhorende technische ondersteuning. Daarnaast is begonnen de verschillende ervaringen te consolideren. Product(en) ICT-omgevingen · Prototypische en demonstrabele ICT-omgevingen (gerealiseerd voor RdMC projecten) - Formatieve assessment; - Assessment-deel competentiekaart; - Ondersteuning Beginnende Leraren in het Primair Onderwijs (BLOOM); - Community of Practices; - PALET (-PO, -VMBO, -Multicultureel) ; - BOS-cursus; - Samen Opleiden; - Kennisbank Economie; - Kennisbank Wiskunde; - Kennisbank Natuurkunde en Scheikunde; - Kennisbank Biologie; - Toolkit van project E-didactiek; - Quick scan “De school als leerwerkomgeving”; - Casusbank Klassensituaties; - Kennisbasis ADEF; · Eerste (eenvoudige) versie van een overkoepelende RdMC portal · Prototype van algemeen metadata editor · Prototype van een zevental additionele functionaliteiten in Sharepoint omgeving (zgn. webparts) · Migratie servers met initiële inrichting productie- en testomgeving volgens architectuurplaatje · Architectuur voor accountbeheer RdMC omgeving Documenten · Functioneel en technisch ontwerp voor hierboven genoemde (prototypische) ICT omgevingen · Ontwerp (functioneel en technisch) Keuzewijzer Begeleidingsmodellen · RdMC applicatieprofiel, een poldermodel in metadata; Darco Jansen, Robert Schuwer en Hannelore Dekeyser; Een RdMC workingpaper (aug-2005) over de aanpak die het RdMC heeft gevolgd bij het opstellen van afspraken rond de metadata voor de producten van het RdMC en tot welk resultaat dit heeft geleid.
2
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum ·
· ·
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Jaarrapportage 2005
Ontwikkelen van kennisbanken en digitale leermaterialen; Hannelore Dekeyser en Robert Schuwer; Deze RdMC workingpaper (augustus 2005) biedt handreikingen en vuistregels voor het ontwikkelen van leermaterialen voor een digitaal medium en bij het op de geschikte manier inzetten van de representatie- en interactievormen die digitale media ons bieden. Ontwikkelen van digitale leermaterialen en kennisbanken; Hannelore Dekeyser en Robert Schuwer; Onderwijs en Innovatie, jrg. 7 nr. 4. december 2005; een publicatie, gedestilleerd uit de hiervoor genoemde working paper. Metadata and Application Profiles, A Data Model. In: F. de Vries et al (Eds.): Open Source for Education in Europe, Research and Practice. Conference Proceedings Heerlen, Nederland. November 2005; een paper over de technische implicaties van de applicatieprofielen aanpak en een toepassing ervan in de metadata-editor. Case closed: The open software model in education; Guido Fambach, The Mediator Group / Didactor Darco Jansen, Ruud de Moor Centre / Open University of the Netherland; abstract voor Holland Open congres (mei 2005) Verslag bijdrage aan Surf_SIX bijeenkomst 22 maart 2005 Verslag aanwezigheid i&i conferentie Advies over RdMC bijdrage aan DKI project Keuzedocument inrichting streaming videoserver mede n.a.v. gesprekken met Surfvideo, de Groep Distributie, Technologie en Automatisering van de Publieke Omroep en OUNL medewerkers Architectuur van servers en softwaresystemen i.r.t. applicaties en RdMC resultaten Concept documentatie rond (technisch en functioneel) beheer van RdMC systemen (AO-procedures) Concept SLA met ICT afdeling OUNL Diverse beheer- en gebruikershandleidingen Sharepoint Auteurshandleiding m.b.t werken in Content-e Verslagen van trainingen rond te gebruiken software Voorlopige richtlijnen rond huisstijl en vormgeving van ICT-omgevingen Ontwerp generieke autorisatie en zoekomgeving (zgn applicatie Z) Ontwerp brain/worktool als algemene associatieve zoek-presentatieomgeving Ontwerp Social Browser Metadatamodel en ontwerp metadata editor Applicatieprofiel RdMC (metadata toepassingsprofiel) Algemeen evaluatiekader voor pilots RdMC producten (gericht op evaluatie ICT aspecten pilots) Kernvragen en vervolgnotitie m.b.t. business scenario’s voor RdMC na 2006 Concept algemeen kwaliteitshandboek RdMC Plan van Aanpak 2006 Actielijsten, prioriteringsoverzichten n.a.v. project voortgangsbijeenkomsten Inhoudelijke en financiële voortgangsrapportages Trimesterrapportages Bijdragen aan (in- en extern) nieuwsberichten, roadshow, enz.
Hard- en Software geen Knelpunten 1. Het vasthouden van voldoende ICT ontwikkelexpertise binnen het project. 2. Het beheersbaar houden van de incrementele aanpak m.b.t. ontwikkeling ICT omgevingen Partners · OUNL-intern: alle RdMC-projecten, de ondersteunende ICT-afdeling · Turpin Vision (m.b.t. algemene CMS-applicatie “Content-e” en samenwerkingsomgeving “Sharepoint”) · Terwadding (m.b.t. algemene CMS-applicatie “Content-e”) · MMatch en The Mediator Group (voor opensource CMS-applicatie “MMBase” en ELO “Didactor”) · Stichting MMBase · Stichting Didactor · Er zijn besprekingen met de Digitale Universiteit, omroepen (o.a. Groep Distributie, Technologie en Automatisering van de Publieke Omroep) en SURF (o.a. surf-videoportal, BIBA, LORE)
3
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Onderkennen en diagnosticeren leermoeilijkheden 64.510.006 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving PABO’s en leerkrachten basisonderwijs gaan het door de Open Universiteit Nederland ontwikkelde en door het Ruud de Moor Centrum verbeterde multimediale programma Leerdiagnostiek gebruiken. De opgedane ervaringen worden gemonitord en gebundeld in een eindverslag. Hiermee levert dit project een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van leerkrachten basisonderwijs op het gebied van leerlingen die speciale zorg vragen. Ondertussen wordt gewerkt aan verdere verbetering van het programma. Het programma Leerdiagnostiek is een flexibel inzetbaar onderwijsprogramma waarmee leerkrachten zelfstandig leerproblemen kunnen leren onderkennen en herkennen. Tijdschema Januari-juni 2005 September 2005 December 2005
: : :
aanpassing en bijstelling programma eerste pilots toevoeging twee casussen
Product(en) Op diverse punten verbeterd programma Leerdiagnostiek Ontwerp voor twee nieuwe casussen Knelpunten Het in gang zetten van pilots blijkt moeilijk te verlopen. Dit heeft te maken met ICT infrastructuren, maar vooral ook met het gegeven dat het programma ingebed moet kunnen worden in een opleidingsprogramma. Partners / contacten · Hogeschool Arnhem Nijmegen · Hogeschool INHOLLAND · project WSNS+/-project Een Zorgroute · Hogeschool Zuyd
4
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Digitalisering Post-HBO 64.510.007 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Doelstelling is het ontwikkelen van een omgeving die aanbieders van de Post HBO cursus 'Leraar Onderwijskansen' (PO) ondersteunt bij het contextualiseren van hun aanbod aan scholen en cursisten. Het model dat hieraan ten grondslag ligt, moet uitbreidbaar zijn naar andere Post HBO cursussen. Tijdschema De volgende activiteiten hebben plaatsgevonden: 1. Eind januari 2005: definitief projectplan voor het vervolg van het project opgeleverd 2. 22 februari 2005: kick-off bijeenkomst van het project 3. 13 april 2005: vaststelling eerste concept intake-instrument en eerste bewerking van materiaal tot halffabrikaten 4. 31 augustus: eerste versie gereed van intake-instrument 5. 31 augustus: evaluatieplan gereed 6. September /oktober: afspraken over pilot met basisschool Oost Groningen gemaakt 7. November: digitale ruimte ingericht voor de pilot met de basisschool in Oost Groningen 8. December: afname intake bij basisschool in Oost Groningen Product(en) 1. Projectplan 2005 2. Concept voor een intake-instrument 3. Intake-instrument, versie 1 Knelpunten Project loopt uit planning: · Intake-instrument gepland voor 1 april, gereed rond 1 september. · Intake in Oost Groningen uitgesteld naar januari wegens ziekte van medewerker CEDIN · Pilot in Oost Groningen loopt, vanwege de ritme van het schooljaar, nog enkele maanden door in 2006 · Daardoor zijn ook working papers 1 en 2 niet op tijd af te ronden · De cursus 'Leraar Onderwijskansen', die in dit project centraal staat, is een nascholingstraject uit het post HBO stelsel. Dit is een stelsel van gecertificeerde nascholingstrajecten dat speciaal in het leven is geroepen om cursisten het uitzicht te bieden op een erkend certificaat. De cursus heeft daardoor een sterk aanbodgericht karakter. Er wordt vrij nauwkeurig voorgeschreven welke stof de cursist moet doorwerken voor het verkrijgen van het certificaat. In de loop van 2005 werd duidelijk dat hierdoor een van de doelstellingen van het project steeds meer in gevaar kwam. De eis van certificering legt namelijk zodanige beperkingen op aan het flexibiliseren en contextualiseren van het cursusmateriaal van de cursus "Leraar Onderwijskansen', dat het niet goed mogelijk is gebleken om de cursus zowel naar vorm als inhoud te bewerken tot een verzameling flexibele halffabrikaten. · In de loop van 2005 werd duidelijk dat de OU niet op korte termijn de beschikking kon krijgen over de auteursrechten van het materiaal van de cursus 'Leraar Onderwijskansen'. Deze overdracht is nodig om het flexibel uitleveren van de halffabrikaten om niet aan derde partijen mogelijk te maken. Besluit tot beëindiging van project Op basis van boven genoemde knelpunten heeft het kernteam van het RdMC besloten het project per 31 december 2005 te beëindigen. Afronding van het project Het project kan met het opleveren van de volgende deelproducten worden afgerond. Deze afronding zal in de eerste maanden van 2006 plaatsvinden. 1. Een intake-instrument, met bijbehorende handleiding, dat afgenomen kan worden bij individuele cursisten en schoolteams die willen deelnemen aan nascholingstrajecten. Indien de planning van het project VWL het toelaat, zou dit intake-instrument nog gedigitaliseerd kunnen worden. 2. Een pilot met een beperkt deel van de cursus 'Leraar Onderwijskansen' op een basisschool in Oost Groningen. 3. Een beschrijving van de pilot in Oost Groningen met conclusies en aanbevelingen voor een verdere uitbouw van de in Oost Groningen uitgeprobeerde aanpak.
5
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
Partners · INHOLLAND Academy van Hogeschool INHOLLAND; · Onderwijsbegeleidingsdienst Groningen (inmiddels samen met de onderwijsbegeleidingsdienst Friesland gefuseerd tot het CEDIN, Centrum voor Educatieve Dienstverlening); · LOBO (Revisieproject cursus “Leraar Onderwijskansen”)
6
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Telepabo 64.510.008 Begeleiding
Doelstelling en projectomschrijving Het in kaart brengen van de mogelijkheden voor afstandsleren in de opleiding tot leraar basisonderwijs bij de Vondst opleiding van de hogeschool Drenthe en de Digipabo van de hogeschool INHOLLAND. De bevindingen actief verspreiden onder de andere opleidingen leraar basisonderwijs in Nederland om de instroom van zij-instromers, late roepingen en herintreders te bevorderen. De Vondst opleiding is de onderzoeks- en ontwikkelomgeving van het project, de Digipabo is de referentie omgeving. Tijdschema · April 2005: start werkbijeenkomsten geïnteresseerde opleidingen in het land. (19 april: Driestar in Gouda; 20 april Hogeschool van Utrecht; 15 september: workshop RdMC werkconferentie e-coaching; 27 september: Pabo Windesheim). · Oktober 2005: handreiking afstandsonderwijs. · Oktober 2005: projectvoorstel “Gaming in het rekenonderwijs”. · Oktober/november 2005: paper “Toelatingscriteria rekenen voor Pabo’s”. · November/december: scenariostudie Pabo’s. · December 2005: eindrapportage project. Product(en) · Evaluatie opleiding bij oud-studenten · Beschrijving docentrollen · Implementatieplan portfolio · Voorbeeld voor een vaklokaal · Beschrijving van de Vondst opleiding · Verslag bevindingen pilot co-assessment · Handreiking afstandsonderwijs voor Pabo’s · Handleiding gebruik portfolio in Blackboard · Handleiding gebruik vakateliers in Blackboard · Paper “Toelatingscriteria rekenen voor Pabo’s” Knelpunten · De activiteiten rondom het schrijven van de handreiking, het project voorstel “Gaming in het rekenonderwijs” en de paper “Toelatingscriteria rekenen voor Pabo’s” (zie tijdschema) kosten meer tijd dan verwacht. Gevolg hiervan is dat de scenariostudie niet kon worden uitgevoerd. · De paper met betrekking tot de toelatingscriteria is toegevoegd aan de producten als voorbereiding op het opstellen van het projectvoorstel “Gaming in het rekenonderwijs”. · Aangezien er voor het jaar 2006 niet voorzien is in een vervolgproject, is er geen projectvoorstel “Gaming in het rekenonderwijs” gemaakt. Partners · Hogeschool Drenthe, Vondst opleiding Pabo Meppel. Er is een overeenkomst afgesloten met de hogeschool waardoor vier docenten van de Vondst opleiding voor in totaal 440 uur zijn vrijgesteld voor het project (t/m maart 2005). · Dr. J. Vedder, met deze oud-bestuurder van de hogeschool Drenthe is een overeenkomst gesloten waardoor hij als extern deskundige meewerkt in het project. · Hogeschool INHOLLAND Digipabo, er is een overeenkomst gesloten voor het nauwkeurig inzicht geven van de plussen en minnen van de opleiding (t/m maart 2005). · Hanzehogeschool Groningen, een medewerker van de afdeling Onderwijs Support is aangetrokken als extern deskundige voor de inzet en toepassing van de elektronische leeromgeving bij het portfolio, de pilot co-assessment en het vaklokaal geschiedenis (t/m maart 2005).
7
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Voorbereiden bachelors op leraarsberoep 64.510.009 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Door middel van een voorstudie in 2005, bestaande uit een aantal gesprekken met vertegenwoordigers van bèta faculteiten van universiteiten en eerstegraads lerarenopleidingen, is nagegaan of en zo ja welke ondersteuning het RdMC bij de invulling en eventueel uitvoering van een educatieve minor kan bieden. Op basis van deze voorstudie wordt in 2006 een pilot voorbereid en uitgevoerd met de eerstegraads lerarenopleiding van de UT (Twente) als ‘ koploper’ van de Tulo’s. Tijdschema september 2004 oktober - december 2004 januari 2005 februari maart 2005 half mei 2005 medio juli 2005 december 2005
: : : : : : :
start eerste drie gesprekken tussentijdse rapportage en eerste gespreksverslagen restant gesprekken tussenrapportage ontwerp vervolg, inclusief afspraken afronding pilots
Producten De resultaten van deze voorstudie bestaan uit een aantal gespreksverslagen en een samenvatting plus een voorstel voor een concretisering van een samenwerking met een aantal van deze eerstegraads lerarenopleidingen. De resultaten van het totale project dragen mogelijk bij aan het efficiënter en effectiever maken van de educatieve minors in bacheloropleidingen. In de periode mei tot en met augustus is gewerkt aan de afronding van de voorstudie naar mogelijkheden voor pilots. Tegelijkertijd zijn voorbereidende gesprekken gevoerd met de Universiteit Twente, waar animo bestaat om RdMC-producten te incorporeren in de educatieve minors van bacheloropleidingen. Definitieve afspraken hierover zijn in het najaar van 2005 gemaakt. Vanaf begin 2006 wordt er gewerkt aan het ondersteunen van docenten bij gebruik van de RdMC producten en het verzamelen van informatie over het gebruik ervan. Knelpunten Een probleem bij de uitvoering van de pilots is dat behoudens de universiteit Twente, de belangstelling voor pilots geringer is dan bij de start van dit project was ingeschat. Ook het draagvlak bij de Universiteit Twente is nog niet optimaal en verdient in 2006 de nodige aandacht. Partners Eerstegraads lerarenopleiding Universiteit Twente
8
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Analysemodel school als leer- en opleidingsplaats 64.510.010 Begeleiding nieuwe en beginnende docenten op en om de werkplek
Doelstelling en projectomschrijving Het doel van het project is het ontwikkelen van een instrument (Quick Scan) waarmee scholen inzicht krijgen in de kwaliteit van de werkomgeving van (beginnende) docenten als leeromgeving. Het instrument richt zich op scholen in het PO, VO en BVE. In het instrument wordt uitgegaan van een drietal perspectieven: 1) de individuele docent; 2) het team; 3) de school. Er wordt een web-based instrument ontwikkeld waarmee onafhankelijk van tijd en plaats inzicht in het leren in de school wordt verkregen. Tijdschema Begin 2005 hebben twee experts advies uitgebracht over het instrument. Op basis van informatie die in 2004 al was verzameld is in 2005 wederom een pilot gehouden met een verbeterde versie van het instrument. Deze tweede pilot heeft tot eind juni gelopen. Vervolgens is in de maanden juli tot en met december gewerkt aan het opstellen van een verbeterplan en het uitvoeren van dit plan, alsmede aan overleg met SBL over plaatsing van de definitieve versie van het instrument op de website van SBL. Resultaat Adviezen (2) van externe deskundigen; Het hele jaar door zijn workshops gegeven aan geïnteresseerde groepen docenten; Tot medio juni heeft er een pilot gelopen om de vragenlijst over het schoolperspectief onder een grote groep (85 docenten uit uiteenlopende schooltypen) te testen. De resultaten van deze analyse zijn vervolgens in het projectteam besproken, daarbij waren ook voormalige projectleden uitgenodigd; In juni is ook een openbare versie van de Quick Scan beschikbaar gekomen die voor iedereen toegankelijk is, zonder dat daarvoor apart een wachtwoord moet worden aangevraagd. Via persberichten wordt de beschikbaarheid van deze openbare versie onder de aandacht van het onderwijsveld gebracht. Tevens is SBL verzocht op hun website een link naar deze versie op te nemen; De resultaten van de pilot zijn op de Onderwijs Research Dagen te Gent gepresenteerd. Voorts is een voorstel voor een paper ingediend voor de AERA 2006; Mede op grond van de ervaringen met de pilot is een verbeterplan opgesteld om de laatste verbeteringen door te gaan voeren; Vanaf 1 september wordt er gewerkt aan het doorvoeren van de in het verbeterplan geformuleerde aanpassingen; Voorts is er een document gemaakt bevattende de technische documentatie van het instrument; Begin 2006 vindt de overdracht van de documentatie aan SBL plaats, zodat SBL de definitieve versie kan bouwen; De eerste vier maanden van 2006 blijft de voorlaatste versie van de Quick Scan beschikbaar op de website van het RdMC; Er wordt nog gewerkt aan een artikel voor een vaktijdschrift. Doelstelling is deze te publiceren nadat de definitieve versie bij SBL in de lucht is. -
Knelpunten Geen Partners dr. R. Poell van UvT en dr. S. Bolhuis van Fontys zijn gevraagd als expert een advies te geven over het instrument. S. Beek van KPCgroep is voor een beperkt aantal dagen betrokken bij het werk aan het instrument. Er vindt regelmatig overleg plaats met SBL over de ontwikkeling van het instrument.
9
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Digitale cursus voor schoolinterne begeleiders 64.510.012 Begeleiding van nieuwe en beginnende docenten op en om de werkplek
Doelstelling en projectomschrijving In dit project wordt instrumentarium ontwikkeld, dat schoolinterne begeleiders ondersteunt bij het verwerven van de competenties voor het begeleiden van docenten op school, in het bijzonder begeleiding van docenten-in-opleiding en zij-instromers. Speciale aandacht daarbij gaat uit naar instrumenten en materialen die het mogelijk maken om digitaal videomateriaal van de deelnemers (die deelnemers dus tijdens de cursus maken) in te zetten als leermiddel. Het instrumentarium moet on-line beschikbaar zijn en is in principe bestemd voor: · gebruik in face-to-face cursussen voor schoolinterne begeleiders (aanvulling op groepsactiviteiten) · als vervanging/uitbreiding van face-to-face cursussen die schoolinterne begeleiders volgen · schoolinterne begeleiders die geen cursus volgen maar wel behoefte hebben aan ondersteuning bij het verwerven van competenties op het vlak van begeleiding. Tijdschema De opgeleverde projectresultaten gedurende het laatste halfjaar van 2005 zijn min of meer in lijn met het plan van aanpak voor 2005. Product(en) Binnen dit project is in de laatste periode van 2005 gewerkt aan de verdere vulling van de database en de bijbehorende website. Het bleek echter lastig te zijn om een tweede pilot van de grond te krijgen. Er waren hierover gesprekken gestart met de hogeschool van Rotterdam en met de VU, maar uiteindelijk heeft dat niet geresulteerd in een concreet tweede pilot project. Omdat hierdoor een vertraging in het uittesten van de producten dreigde, is, zoals eerder gemeld, besloten om wederom een pilot bij het ICLON te houden en dit project is in september gestart. Net zoals in het eerste project is er sprake van enthousiaste deelname van de cursisten voor wat betreft het elektronisch beschikbaar stellen van eigen video-opnames van deze beginnende coaches. Knelpunten · Zoals hierboven reeds genoemd, kost het moeite om partners voor een vervolg pilot te vinden. Zowel de VU als HR hebben belangstelling getoond voor deelname aan een pilot maar een concrete invulling is vooralsnog nog niet gelukt. · Analyse van ontbrekende onderdelen van de BOS omgeving, zoals in het voorjaar van 2005 op Velon congres gepresenteerd, leverde op dat m.n. expertgesprekken en een flexibel gebruik van videoclips voor belangstellenden een hoge prioriteit hebben. Hiervoor zal begin 2006 extra videomateriaal gefilmd worden. Partners · Iclon Leiden (detachering, daarnaast geeft RdMC in 2004/2005 en 2005/2006 mede vorm aan bestaande cursus van het Iclon voor schoolinterne begeleiders) · UvA (Dividu). Er zijn verkennende gesprekken met het oog op een tweede pilot met een of meerdere opleidingscholen en/of opleidingen in 2006. Mogelijke kandidaten zijn VU en Hogeschool Rotterdam.
10
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Casusbank 64.510.013 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Het project kent de volgende doelen: Het casusbankproject beoogt een verzameling van videocasussen te maken. Een casus behandelt op een verdichte wijze een pedagogisch-didactisch aspect of fenomeen uit de lespraktijk. Een casus is in dit project doorgaans opgebouwd rond een authentiek centraal fragment, aangevuld met interviewfragmenten met de direct betrokkenen (lesgever, leerlingen, schoolpracticumdocent, opleidingsdocent). Daarnaast heeft de casus een verdiepingscomponent (achtergrondteksten) . De casussen hebben primair een confrontatie- en reflectieopzet, en dus niet een illustratieve, demonstratieve of beoordelende functie. De casussen zijn didactisch ‘open’. Daarmee wordt bedoeld dat studenten, docenten, begeleiders en opleiders van begeleiders hun eigen verwerking kunnen (en dienen) toe te voegen aan de in hun context gebruikte casus. Het project werkt aan een inventarisatie van bestaande casusbanken waarbij de uitgewerkte en gemonteerde casussen uit de banken bestaan uit digitaal videomateriaal. Het betreft casussen die gebruikt kunnen worden bij het opleiden van leraren. Deze synthetische en beknopte meta-catalogus (verwijzingsgids naar didactisch-pedagogische casusbanken) zal on-line raadpleegbaar zijn. Tot slot wordt de opgebouwde expertise ten aanzien van het werken aan en met digitale video in zinvolle win-win situaties tussen projecten benut en waar mogelijk overgedragen op andere RdMC projecten waarin video een rol speelt. Tijdschema en producten De creatie, realisatie en montage van casussen werd gedurende het gehele jaar in samenwerking met de partners verder gezet in lijn met het beoogde eindresultaat (100 à 120 casussen beschikbaar in eindversie). Daarnaast kreeg de productie van ‘spin-off producten’ in het kader van win-win opnameafspraken en binding van opleiden-op-school gebruikersgroepen de nodige aandacht: ‘Leertuin’- VMBO Gronsveld (met Slo); “Kunstenaars in de klas”- PO Eysden; “Team op maat – TOM”- PO – Melick; ‘Eurobabel’- PO – Kerkrade. In mei werd een succesvolle gebruikersdag ‘Casusbank Didiclass’ gehouden (Utrecht, 40 deelnemers lerarenopleiders) waaruit een echte interesse bleek voor de aanpak en het product. Er werden bij die gelegenheid aan elke deelnemer een prototype dvd meegegeven, met daarbij afspraken over feedback en opvolging mede met het oog op de instelling van een forum voor “collega’s-medeontwikkelaars”. Er werden verschillende presentaties gehouden, zowel op landelijke congressen (NOT, Velon), op vraag van instellingen (HS Leiden, KU Leuven), als georganiseerd door RdMC zelf (klankbordgroep RdMC en OCMWpresentatie Den Haag, met een nieuwe release van een PO-dvd, een VO-dvd en een VMBO dvd) Technisch gezien kwamen er drie nieuwe prototypes beschikbaar: een nieuwe versie van de dvd Delphi-schil, een nieuw prototype van de streaming server interface (met o.a. navigatie en forum)en een eerste prototype voor de input en beheer van de metadatering van de casussen. Het interne document ‘Technische handleiding videostandaarden bij casusrealisatie’(60 p) werd gefinaliseerd. Na de toevoeging van de laatste productwijzigingen (zie prototypes) kan het begin 2006 in print als working paper. Een congresbijdrage (SITE 2006) werd ingediend en werd geaccepteerd. Een eerste versie van de verwijzingsgids (metacatalogus didactisch pedagogische digitale video casusbanken) werd gerealiseerd (25p) in december en komt na de nodige feedback via het web beschikbaar. De samenwerking met de partners van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (casussen VO en VMBO) en de Hogeschool Zuyd (netwerk , zij-instromers en achtergrondteksten casussen) verliep uitstekend. De opgeleverde casus producties van de Rijks Universiteit Groningen (RUG) bleken voor nogal wat verbetering vatbaar. Knelpunten Een belangrijk vraagteken was de casusproductie van de partner Rijksuniversiteit Groningen. Dit zowel qua aantallen als qua intrinsieke kwaliteit. Er is in december apart en extra overleg opgezet met de deelnemers van de RUG. De eerste resultaten daarvan geven alle vertrouwen dat dit knelpunt spoedig zal zijn opgelost. Partners · Hogeschool Zuyd · Noordelijke Hogeschool Leeuwarden · Rijksuniversiteit Groningen
11
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Techniek VMBO 64.510.015 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de ontwikkeling van bèta/techniek talent door het toepasbaar maken van nieuwe inzichten in het VMBO bèta/techniek onderwijs. Hoofdvraag: Kunnen VMBO docenten bèta/techniek het onderwijs zo inrichten dat het de VMBO leerlingen enthousiast maakt voor bèta/techniek? Tijdschema Lesmateriaal Onderzoeksverslag Publicatie Eindrapport
: : : :
30 september 2005 30 december 2005 30 december 2005 30 december 2005
Resultaat In 2005 is een: · verkenning uitgevoerd van het bèta/techniek probleem verkend en is onderzocht waarom zo weinig scholieren voor bèta/techniek kiezen. Deze analyse moet leiden tot inzicht in de factoren die de belangstelling voor techniek beïnvloeden. Hiervan is een verslag beschikbaar. · een productspecificatie opgesteld (specificatie lesmateriaal ten behoeve van de tweedegraads lerarenopleidingen, vakgebied natuurkundedidactiek) · afspraken gemaakt met externe auteur (in verband met lesmateriaal) · een contract opgesteld (in verband met lesmateriaal) · een eerste versie gemaakt van het lesmateriaal. Knelpunten Het project is voortijdig beëindigd. De verkenning resulterend in een verslag bleek niet het gewenste niveau en diepgang te hebben. Voorts werd duidelijk dat dit ook niet meer tot het gewenste niveau binnen de gestelde kaders van dit project (tijd, bemensing) zou leiden. Derhalve is besloten 1 december het project stop te zetten. Partners · J. Gademann · Fontys (voor de benodigde experimenten)
12
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
PALET (voorheen Digitale crashcourse voor zij-instromers) 64.510.020 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Zij-instromers (en tegenwoordig in toenemende mate ook andere docenten-in-opleiding) beginnen met beperkte voorbereiding met lesgeven. Het risico is daardoor reëel is dat ze onvoldoende bekwaam optreden in de klas, met negatieve gevolgen voor de arbeidssatisfactie én de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast zijn zij-instromers vaak slecht op de hoogte van recente ontwikkelingen in het onderwijs en van allerlei regelingen die voor hun functioneren van belang zijn. Een goed toegankelijk, breed aanbod aan direct bruikbare informatie, praktijktheorie, didactische tips, enz. dat “just-in-time” en zowel vanaf thuis als vanaf de werkplek te raadplegen is, kan deze problemen deels ondervangen. Het project ‘PALET’ heeft tot doel dit aanbod te ontwikkelen en aan beginnende docenten (-in-opleiding), zij-instromers in het bijzonder, ter beschikking te stellen. Het project resulteert in een via internet toegankelijke digitale (leer)omgeving voor beginnende leraren, waarvan zij, al dan niet met tussenkomst van scholen en/of lerarenopleidingen, gebruik kunnen maken. Binnen deze digitale (leer) omgeving zijn de volgende elementen te onderscheiden: · allereerst videobeelden die praktijkkennis tonen; de verdere elementen zijn zoveel mogelijk rondom dit videomateriaal gerangschikt · stimulated recall, meestal ook videomateriaal, waarin naar aanleiding van de getoonde videobeelden de betreffende docent zijn/haar interactieve cognities probeert te verwoorden · commentaar van de betreffende docent bij de videobeelden, als stimulated recall niet beschikbaar is · commentaar van de betrokken leerlingen over les en docent aan de hand van de opgenomen videobeelden · commentaar en tips van een expert docent naar aanleiding van de videobeelden · praktijktheorie en tips (korte veralgemenisering van de persoonlijke theorie van een expertdocent) · verhalen en tips van ex-beginners (om het element van opvattingen en attitudes erbij te betrekken) · algemene informatie (waar het om zakelijke informatie gaat). Tijdschema Het project kent de vier volgende onderdelen: 1. PALET VO 2. PALET PO 3. PALET VMBO 4. PALET Multicultureel De planning voor PALET VO is: · Eerste gebruikersversie gereed per 1 januari 2005 · Definitieve versie voorjaar 2006 Voor PALET PO is de planning: · Pilot versie gereed in oktober 2005 · Eerste gebruikersversie gereed per 1 januari 2006 · Definitieve versie op 1 juli 2006 Voor PALET VMBO is de planning · Pilot versie gereed in februari 2006 · Eerste gebruikersversie gereed zomer 2006 · Definitieve versie najaar 2006 Voor PALET Multicultureel is de planning: · Pilot versie gereed in februari 2006 · Eerste gebruikersversie gereed juli 2006 · Definitieve versie najaar 2006
13
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
Product (en) · PALET PO, pilot versie was eind augustus 2005 gereed in een nieuwe Content-E omgeving. · PALET VO eerste gebruikersversie oktober 2005 gereed in nieuwe Content-E omgeving · Eerste ruwe omgevingen voor PALET VMBO en Multicultureel · Opnames VMBO Groningen, Rotterdam, Oudenbosch en op enkele plaatsen in Zeeland · Aanvullende opnames VO in Groningen Knelpunten Technische obstakels, m.n. videomontage en uiteindelijk onderbrengen in leeromgevingen, is zeer arbeidsintensief. Partners · Iclon (Universiteit Leiden) · IVLOS (Universiteit Utrecht) · Centrum voor Beroepsonderwijs Fontys Hogeschool Tilburg · Gemeente Almere · Diverse VMBO scholen in o.a. de Randstad, Groningen en Zeeland · Breed samengestelde klankbordgroep PALET VO (deelnemers o.a. via Iclon, Ivlos en via diverse andere opleidingen alsmede via individueel getoonde belangstelling) en tevens enkele beginnende zijinstromers en begeleiders van beginnende docenten. · Klankbordgroep PALET VMBO o.a. met beginnende docenten in VMBO, leden schooldirecties en opleiders.
14
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Samen opleiden 64.510.021 Overige projecten
Doelstelling en projectomschrijving · Inrichten en aanbieden van proeftuinen voor lerende leerkrachten (waaronder zij-instromers) die zich in een werk-en leertraject ontwikkelen tot competente leraren. Deze proeftuinen worden ontwikkeld in samenwerking met scholen en lerarenopleidingen die samenwerken in ‘opleiden in de school’ trajecten. · Realiseren van een dienstenomgeving voor RdMC producten in de onderwijspraktijk. Instrumenten ter ondersteuning van het leren van leerkrachten kunnen in samenhang worden uitgeprobeerd, geëvalueerd en doorontwikkeld samen met de (eind)gebruikers uit het onderwijsveld. Tijdschema Interviewverslagen VMBO docenten
mei 2005
Profielbeschrijving VMBO docent naar aanleiding van interviews en terugkoppeling naar het veld
oktober 2005
Op VMBO gerichte modellen voor opleiden in de school: a overzicht gebruiksmogelijkheden van afstandscomponenten in duale opleiding; b pilot omgeving voor RdMC producten uit andere projecten, zoals E-coaching, CoP, PALET en kennisbanken; c rapport van onderzoek naar didactische bruikbaarheid en kwaliteit van een ELO bij een experimentele opleiding VMBO docent in samenwerking met Hogeschool van Utrecht; d evaluatie opleidingsmodel Samen opleiden NHL Actief netwerk in VMBO veld
december 2005 maart 2005 september 2005 december 2005 september 2005 doorlopend; overdracht eind 2005
Product(en) · Interviewverslagen VMBO docenten · Profielbeschrijving VMBO docent · Workshop miniconferentie VMBO · Pilot omgeving (proeftuin) bij project Samenscholing.nu in Rotterdam · Vragenlijst evaluatie ELO Hogeschool van Utrecht Knelpunten · Overzicht gebruikersmogelijkheden afstandscomponenten in duale opleiding is gewijzigd in stuk over de plaats van ICT in de duale opleiding met twee invalshoeken: gebruik van de ELO en inzet van de proeftuin met RdMC producten. · Onderzoeksrapport naar bruikbaarheid en kwaliteit van de ELO bij experimentele opleiding VMBO docent is nog niet uitgevoerd omdat betreffende ELO bij de hogeschool nog niet operationeel was. Er is wel een evaluatievragenlijst opgesteld. · Evaluatie opleidingsmodel Samen Opleiden NHL is niet uitgevoerd. Partners · Hogeschool Rotterdam, tweedegraads lerarenopleiding · Hogeschool van Utrecht, Archimedes lerarenopleiding
15
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Herontwerp van schoolorganisaties 64.510.022 Overige projecten
Doelstelling en projectomschrijving Doel is te komen tot een aantal best practices en aanpakken die door bestuurders van scholen en andere leidinggevenden gehanteerd kunnen worden bij het innoveren van de schoolorganisatie parallel aan de onderwijskundige innovatie. Tijdschema Conceptrapportage Delphironde Verwerking
: : :
1 september 2005 1 september 2005 tot 1 november 2005 1 november 2005 tot 1 december 2005
Resultaat De conceptrapportage is voorgelegd aan een aantal experts (Delphi-methode) met verzoek de uitkomsten van de rapportage te becommentariëren. Dit heeft bruikbaar materiaal opgeleverd voor de bijstelling van de rapportage. Vervolgens is medio december de eindrapportage in de vorm van een RdMC working paper beschikbaar gekomen. Als spin-off wordt er gewerkt aan een artikel voor een vakblad dat begin 2006 aan een tijdschrift zal worden aangeboden. Knelpunten Geen Partners n.v.t.
16
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Flankerende pilot publiceren resultaten 64.510.023 Overige projecten
Doelstelling en projectomschrijving Het doel van deze pilot is het coördineren en faciliteren van het in brede kring beschikbaar stellen van de resultaten van de andere projecten in voor doelgroepen geschikte vormen. Daarnaast wordt vanuit dit project het toepassingsgericht onderzoek geëntameerd en gecoördineerd. Tijdschema Er is een overzicht gemaakt van te verwachten producten en onderzoeksresultaten voor 2005. De te verwachten producten zijn opgeleverd, evenals de afgesproken onderzoeksresultaten. Product(en) De coördinatie en eindredactie van de RdMC working papers zijn uitgevoerd. De ontwikkeling en verspreiding van het RdMC jaarboek zijn voltooid. De praktisch gerichte onderzoeksactiviteiten in de projecten zijn ondersteund: zie verder het onderdeel producten in de diverse projecten. Knelpunten Er hebben zich geen knelpunten voorgedaan. Partners De gepubliceerde resultaten zijn altijd samengegaan met de relevante interne en externe partners uit de diverse projecten.
17
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Assessment 64.510.075 Assessment
Doelstelling en projectomschrijving Het project Assessment heeft als doelstelling leerwegonafhankelijke instrumenten te ontwikkelen waarmee zij-instromers in staat gesteld worden zich een oordeel te vormen over hun competentieontwikkeling. De assessment instrumenten hebben tot doel de zij-instromer informatie te verschaffen over zijn/haar competentieniveaus en de groei die hierin plaatsvindt. De assessments zijn direct gekoppeld aan beroepssituaties van leraren en op persoonsgebonden eigenschappen die relevant zijn voor het werk als docent. Het instrumentarium is bestemd voor (beginnende) leraren in primair, voortgezet en beroepsonderwijs. Zicht op de eigen competentie ontwikkeling vormt voor de zij-instromer de basis voor het verder vormgeven van het eigen leertraject. Het gaat dus niet om assessment van het leren, maar om assessments voor het leren. De instrumenten kunnen zowel binnen een virtuele leer-werkomgeving worden gehanteerd alsmede op de fysieke werkplek in de school en op de opleiding. Voorts is een belangrijk uitgangspunt de intensieve betrokkenheid van het werkveld bij de ontwikkeling en implementatie van de instrumenten d.m.v. pilots. Hoewel het assessment project zich richt op zij-instromers, ligt het voor de hand om de digitale assessments ook voor andere doelgroepen in te zetten. Naast beginners in het onderwijs kunnen de assessments behulpzaam zijn voor alle onderwijsgevenden die bezig zijn met het vraagstuk van de eigen professionalisering. Bij de uitwerking van de formatieve assessments wordt uitgegaan van de SBL-competenties en de daarbij behorende kenmerkende situaties. Naast een digitale omgeving gevuld met instrumenten voor formatieve assessments, worden producten opgeleverd die het gebruik van de assessments bevorderen, zoals een digitale competentiematrix, waarin per competentie kenmerkende situaties zijn beschreven, handleidingen voor het gebruik van (digitale) vormen van assessments, en een handleiding voor het in kaart brengen van kenmerkende situaties met groepen leraren. Tijdschema De uitvoering van de activiteiten en de oplevering van de producten heeft plaatsgevonden conform de in het projectplan 2005 opgenomen mijlpalen. Producten 1. Digitale competentiematrix: De competenties zijn geoperationaliseerd in de vorm van gedragsindicatoren en handelingsdimensies gerelateerd aan kenmerkende beroepssituaties. Deze zijn d.m.v. een aantal expertsessies met groepen leraren (PO, VMBO, HAVO/VWO en BVE) uitgewerkt. De expertsessies leveren tevens een aantal concrete casusbeschrijvingen op van verschillende complexiteit. In juni is de 1e tranche expertsessies (6 groepen) afgerond . In september is de tweede tranche (3 groepen) gestart. Met betrekking tot de digitale competentiematrix is in juni een procedure vastgesteld voor de verwerking van de opbrengsten uit de expertsessies. In de periode mei-juli is de digitale matrix gebouwd en vervolgens is deze gevuld met de opbrengsten van de expertsessies. Eind december bevatte de competentiematrix ca. 35 uitgewerkte situaties voor de diverse schoolsoorten en ca. 450 casusbeschrijvingen. In september is een pilot van start gegaan met beoogde gebruikers van de digitale competentiematrix. In juni zijn tevens de voorlopige gegevens van een evaluatie van de expertsessies gepresenteerd op een symposium op de Onderwijs Research Dagen te Gent. Ook is er een working paper geschreven en is een Engelstalig paper geschreven dat op de ATEE in oktober is gepresenteerd. 2.
Formatieve assessments in een digitale omgeving (FormAs). In 2005 is op basis van het eerder ontwikkelde prototype begonnen met de feitelijke bouw van het systeem voor Formatieve Assessments (FormAs). Eind september is versie 1.0 voor een groot deel gereed gekomen en eind december was deze versie gevuld met opdrachten en feedback voor ongeveer 20 kenmerkende beroepssituaties. Voor het videomateriaal dat hierbij nodig is zijn zowel authentieke materialen gebruikt als opnames van gesimuleerde situaties in samenwerking met het Spelerscollectief van het Koning Willem I College. Ook zijn er video-opnames (simulaties van beroepssituaties waarbij ook leerlingen betrokken zijn) gemaakt in samenwerking met het Stedelijk
18
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
College en het Ni Jen theater. In oktober is een start gemaakt met een evaluatie van versie 1.0 van FormAs door leraren en opleiders. Op basis van deze evaluatie zal FormAs in 2006 worden bijgesteld (navigatiestructuur en interactie, opbouw van opdrachten) en vervolgens verder worden gevuld. 3.
Zelf-assessment “Leraar als Persoon” Met betrekking tot het zelf-assessment instrument “Leraar als Persoon” (LaP) heeft de normering van de testen plaatsgevonden. Bij het normeringsonderzoek is gebruik gemaakt van de in de LaP ingevoerde gegevens van 250 beginnende en ervaren leraren. Daarnaast zijn op grond van een evaluatie (pilot in het voorjaar 2005) aanpassingen aan de LaP gepleegd. De resultaten van de pilot met LaP zijn in juni in een working paper beschreven. De definitieve versie van de LaP is sinds begin oktober online beschikbaar en omvat 19 testen. De gebruikers krijgen per test een directe online feedback en bovendien een totaalrapportage, die gebruikt kan worden voor begeleidingsgesprekken en follow-up. Sinds oktober is de nieuwe versie van LaP door ca. 250 leraren gebruikt. Eind 2005 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een instrument dat als werktitel heeft LiKS (Leraar in Kritische Situaties). Dit instrument waarbij gekeken wordt naar het handelen van leraren in kritische situaties (veelal a.h.v. videocasusmateriaal) is een complement van het instrument LaP waarin leraren zich zelf scoren a.h.v. vragenlijsten. Voor de ontwikkeling van LiKS zijn in nauwe samenwerking met een aantal leraren vanaf december een aantal kritische beroepssituaties uitgewerkt. Dit traject en de verdere ontwikkeling van LiKS wordt vanaf januari 2006 voortgezet.
4.
Handleidingen Bij alle producten worden (digitale) handleidingen gemaakt. Er heeft een bijstelling plaatsgevonden van de methodiek Expertsessie en deze is ook verwerkt in de handleiding voor toekomstige gespreksleiders. Als aanvulling op de handleiding is een cd rom met videobeelden van een sessie in de maak. Voor deze cd rom zijn al in de maanden mei en juni video opnames gemaakt. Voor het product “Digitale competentiematrix” is een gebruikershandleiding geschreven waarin tevens suggesties zijn opgenomen voor toepassing van de digitale competentiematrix bij het opleiden van leraren . Deze wordt ook als een pdf file in het programma “gehangen”en is tijdens de pilot die in oktober en november 2005 heeft plaatsgevonden mee beoordeeld en geëvalueerd. De resultaten worden in 2006 verwerkt in een bijgestelde versie. Voor het product Formatieve Assessments (FormAs) is een gebruikershandleiding geschreven. Deze wordt als een pdf file in het programma “gehangen” en op basis van de resultaten van de pilot die in oktober/november van start gegaan is mee beoordeeld en geëvalueerd. Bij het product “Leraar als Persoon” is een eerste versie van achtergrondinformatie bij de gebruikte testen ontwikkeld. Verder wordt in 2006 trainingsmateriaal voor begeleiders (scholen/opleidingen) ontwikkeld.
5.
Presentaties en voorbereiding implementatie. Er zijn bijdragen geleverd aan het VELON congres (Groningen), de Onderwijs Researchdagen (Gent) en de ATEE conferentie (Amsterdam) waar in ontwikkeling zijnde producten, onderliggende concepten of resultaten van flankerend onderzoek zijn gepresenteerd. Met het oog op implementatie hebben in 2005 een aantal contacten met lerarenopleidingen en scholen plaatsgevonden over de wensen t.a.v. de instrumenten in verband met inpassing in de eigen organisatie.
Knelpunten Vanwege de grote belangstelling voor het instrument Leraar als Persoon is vanaf eind december een (beperkte) stop toegepast op het verstrekken van toegangsaccounts. Er zal snel duidelijkheid moeten komen over de wijze van exploitatie en een eventuele bijdrage van gebruikers in deze kosten en de aan een aantal testen verbonden licentiekosten van derden. Partners · Fontys · e-HRM · Bij de ontwikkeling van de instrumenten wordt samengewerkt met leraren uit tal van scholen in PO, VO en BVE: bij de expertsessies (uitwerking kenmerkende beroepssituaties) waren tot eind 2005 ca. 90 leraren betrokken. · Voorts worden alle instrumenten en producten in pilots uitgezet bij de beoogde gebruikers om op basis van onderzoeksbevindingen te komen tot weloverwogen bijstellingen van instrumenten en producten. Bij de pilots voor de digitale competentiematrix en FormAs zijn tot eind 2005 ca. 150 leraren betrokken
19
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Wiskunde en rekendidactiek 64.510.300 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving De projectdoelstelling is het samenstellen van een kennisbank wiskunde, die in elk geval de volgende informatie bevat: · samenvattingen van kennis over bekende alternatieve concepties van leerlingen t.a.v. moeilijke of abstracte begrippen, · algemene vakdidactische kennis, · een mogelijkheid om deficiënties op het gebied van vakinhoud en/of vakdidactiek zelf vast te stellen. · daar waar nodig, vakinhoudelijke kennis, die voldoende is om les te kunnen geven of in elk geval voldoende is om specifieke vakinhoudelijke concepten goed te kunnen uitleggen, ongeacht de gekozen vorm van onderwijs (‘just-in-time’ kennis). Om deze doelstellingen te realiseren wordt studiemateriaal verzameld of geschreven, dat ondergebracht wordt in een Content Management Systeem (CMS), voorzien van zoekfuncties. In een overzicht van de projectresultaten die worden nagestreefd (zie hieronder) is ook het resultaat opgenomen van een afgeleide doelstelling, namelijk het schrijven van een plan voor exploitatie, beheer en onderhoud van de kennisbanken. Daarnaast wordt nagegaan in hoeverre het model van de kennisbank bruikbaar is ter ondersteuning van de rekendidactische competentie van leerkrachten in het primair onderwijs. Voor dit onderdeel worden een aantal kenmerkende situaties in de beroepspraktijk van het rekenonderwijs in het primair onderwijs beschreven. Bij deze situaties worden video’s gezocht en er zullen op de van de kennisbank bekende wijze, bijbehorende thema’s worden uitgewerkt. Tijdschema Gedurende het hele jaar 2005 is er gewerkt aan de thema’s van de kennisbank wiskunde. In de laatste maanden is het tempo hierbij nog verder opgevoerd. Oplevering elektronische workshop kennisbank wiskunde (januari 2006) Pilots kennisbank wiskunde (voorjaar en najaar 2005 EHVA) Plan van aanpak voor de exploitatie van de kennisbank (doorgeschoven naar voorjaar 2006) Artikel over de rol van de kennisbank wiskunde bij het competentiegericht opleiden aan de EHVA (eerste versie beschikbaar, afwerking in het eerste kwartaal van 2006) Beschrijving kenmerkende beroepssituaties voor rekenen in het primair onderwijs (laatste kwartaal 2005 en eerste kwartaal 2006) Knelpunten Het plan van aanpak voor de exploitatie is vertraagd omdat de voorwaarden voor de exploitatie nog niet duidelijk zijn. Er is wel met een potentiële partner gesproken. Het artikel heeft enige vertraging opgelopen omdat we alle capaciteit nodig hadden om alles in gereedheid te hebben voor de pilots. Er wordt nu wel volop aan gewerkt. Er zijn nog geen harde afspraken over pilots voor het onderdeel rekenen/wiskunde in het primair onderwijs. Partners · Educatieve Faculteit Amsterdam van de hogeschool van Amsterdam (EHVA) · Zij-instromers · Freudenthal Instituut. Intern wordt er samengewerkt met · VWL · Assessment Verder zijn er contacten met · Fontys hogeschool (Educatieve Faculteit, Tilburg) · Instituut leraar en school (HAN) · Stichting Math4All · Pabo (hogeschool Zuyd)
20
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Kennisbanken biologie, natuurkunde en scheikunde 64.510.301 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Binnen dit project maken we digitale kennisbanken biologie, natuurkunde en scheikunde voor zij-instromers en andere beginnende leraren (of leraren die beginnen met een tweede vak). Hiermee openen we voor hen een mogelijkheid om vakinhoudelijke en/of vakdidactische kennisdeficiënties snel weg te werken op een tijd- en plaatsonafhankelijke manier. Om onze doelstellingen te bereiken streven we naar het maken van webpresentaties waarin we een heldere koppeling kunnen leggen tussen de volgende typen documenten: · · · ·
documenten met vakinhoudelijke kennis, die minimaal nodig is om les te kunnen geven of om leerlingen te kunnen begeleiden (‘just-in-time” materiaal); documenten met bijbehorende vakdidactische kennis; documenten met samenvattingen van kennis over alternatieve concepties bij leerlingen t.a.v. abstracte begrippen, gecombineerd met voorbeeldoplossingen; documenten met zelftoets vragen om kennisdeficiënties zelf vast te stellen;
Het lesmateriaal (documenten, figuren, animaties, video’s, etc.) brengen we hiertoe onder in een geschikt Content Management Systeem (CMS) dat is voorzien van zoekfuncties en voldoende faciliteiten voor metadatering. Vanuit dit CMS maken we webpublicaties met een schermpresentatie, die we in 2005 hebben ontworpen en gerealiseerd in samenwerking met leden van het project VWL en met Turpin Vision (ontwikkelaar van content-e). Afhankelijk van de beschikbare capaciteit zal verkregen kennis en ervaring met beheer en introductie van materiaal in een CMS in een later stadium leiden tot een versnelde introductie van “just-in-case” materiaal (verdieping, verdere professionalisering, inbreng actuele vakinhoudelijke - en onderwijskundige ontwikkelingen). De verkregen kennis en ervaring kunnen we anderzijds aanwenden voor het versneld samenstellen van op maat gesneden leertrajecten of het samenstellen van andere typen kennisbanken (inclusief vakgerelateerde). Tijdschema De doorlooptijd voor de verschillende deelprojecten is samengevat in onderstaande tabel. Voor het deelproject kennisbank scheikunde liggen de activiteiten op schema. Voor de activiteiten binnen de kennisbanken biologie en natuurkunde is lange tijd sprake geweest van een onderbezetting en moesten we de planning bijstellen. In de loop van 2005 is een vertraging van activiteiten binnen de kennisbank biologie omgebogen in een inhaalslag door het volgen van een andere werkwijze en inzet van een extra docent. Voor de (te) beperkte capaciteit de kennisbank natuurkunde is voor 2006 een oplossing gevonden door de inzet van een vakdidacticus, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verdere uitwerking van een aantal thema’s.
Kwartaal
1
2004 2 3
Scheikunde Initiatie, plan van aanpak Inventarisatie, invulling, bijstelling (sectie 4) Test van prototypes (a, b) en 1e versie (c) Evaluatie Publicatie kennisbank Publicatie in vakbladen Plan exploitatie, beheer en onderhoud Eindrapport Onderzoek
4
1
2005 2 3
4
a
b
A
21
B
1
2006 2 3
c
4
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
Natuurkunde Initiatie, plan van aanpak Inventarisatie, invulling, bijstelling (sectie 4) Test van prototype (a) en 1e versie (b) Evaluatie Publicatie kennisbank Publicatie in vakbladen Plan exploitatie, beheer en onderhoud Eindrapport Biologie Initiatie, plan van aanpak Inventarisatie, invulling, bijstelling (sectie 4) Test van prototype (a) en 1e versie (b) Evaluatie Publicatie kennisbank Publicatie in vakbladen Plan exploitatie, beheer en onderhoud Eindrapport Onderzoek
a
A
A
a
b
a
b
B
A Nadere behoeftepeiling onder zij-instromers B Onderzoek – onder leraren - naar kennis over alternatieve concepties bij leerlingen. Resultaten Kennisbank scheikunde 1.
Aanpassing productie van documenten Schrijfactiviteiten zijn in de loop van 2005 enige malen bijgesteld in verband met een herindeling van thema’s op basis van voortschrijdend inzicht in zowel de presentatie van vakinhoud als de afstemming tussen verschillende typen documenten (inhoud, didactiek, kennis over misconcepties). Verder is besloten om teksten zoveel mogelijk te reduceren tot documenten die elk één vakinhoudelijk concept behandelen. Voor zover relevant stemmen we deze documenten af op documenten, waarin de bijbehorende vakdidactiek aan de orde komt (inclusief documenten met kennis over misconcepties bij leerlingen t.a.v. het te behandelen concept, en handreikingen om deze misconcepties te vermijden). Deze werkwijze hangt ook samen met de uitwerking van ideeën over schermpresentatie (zie ook punt 3), navigatie en zoekmogelijkheden. De uitwerking van de vakinhoud voor de verschillende thema’s verliep in 2005 in een gewenst tempo. Dit proces vraagt de meeste tijd en aandacht, omdat niet alleen gelet moet worden op de kwaliteit van de inhoud, maar ook op de lengte en stijl van de vakinhoudelijke documenten (schrijven voor het web !) én op de afstemming met andere typen documenten (vakdidactiek en kennis over misconcepties). Mede gebaseerd op ervaringen binnen de kennisbank biologie hebben we veelal kennis over misconcepties genomen als uitgangspunt voor beschrijving van de vakdidactiek per vakinhoudelijk thema.
2.
Testen met prototype kennisbanken De evaluatieresultaten van de test van een eerste prototype werden verwerkt in een uitgebreider (tweede) prototype, waarvan in eerste instantie een webpublicatie is gemaakt voor demonstratie aan medewerkers van het Ministerie van OCW, leden van de vaste kamercommissie en leden van de klankbordgroep van het RdMC (Den Haag, 29 september 2005). Deze publicatie is gemaakt in een nieuwe uitlevervorm, die werd ontworpen en besproken in maart/april 2005. Medio november publiceerden we een uitgebreider (derde) prototype, die we vanaf medio november 2005 testen met een nieuwe groep studenten van de Fontys lerarenopleiding in Tilburg. We gebruiken de evaluatieresultaten voor verwerking in een vierde prototype of een eerste versie van de totale kennisbank (nieuwe test in 2006). In overleg met de projectgroep VWL hebben we eerder een omgeving ingericht waarin de studenten zowel met elkaar als met de auteurs kunnen communiceren. Hiervan hebben we helaas
22
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
nog niet optimaal gebruik kunnen maken. We hopen dit met komende testgroepen wél te kunnen doen. Het gemak waarmee we webpublicaties kunnen genereren en verwijderen (zie ook punt 5) zou overigens in belangrijke mate kunnen bijdragen aan actieve betrokkenheid van andere potentiële gebruikers t.b.v. eventuele aanpassingen (snelle respons op verbetervoorstellen mogelijk). 3.
Realisatie schermpresentatie voor de gebruiker In 2005 hebben we een nieuwe uitlevervorm ontworpen voor webpublicaties vanuit het (auteurs) Content Management Systeem (CMS) content-e. Dit heeft, in samenwerking met de projectgroep Virtuele Werk- en Leeromgeving (VWL) en programmeurs van Turpin Vision (ontwikkelaar content-e), geleid tot het ontwerp voor een generieke presentatie, waarin ook de wensen van projectmedewerkers uit andere projecten zijn meegenomen (project PALET en project Kennisbank economie). Een belangrijk onderdeel van de nieuwe uitlevervorm (tevens onze sterke wens) is de mogelijkheid om documenten te tonen in sets van bij elkaar horende tabbladen. Hierdoor kunnen we direct toegankelijke sets met verschillende typen documenten presenteren, bijvoorbeeld om vakinhoudelijke documenten direct te koppelen aan bijbehorende didactiek, voorbeeldlessen, zelftoetsing, verdieping, etc. De tabbladen kunnen we elk voorzien van extra knoppen en uitklapvensters, waardoor de mogelijkheid is geopend om informatie per tabblad (lees: type document) te presenteren in elkaar opvolgende frames. Dit geeft ons vooralsnog voldoende vrijheid om verschillende typen documenten op een doeltreffende manier te presenteren en de navigatie voor de gebruiker zo eenvoudig mogelijk te houden. De nieuwe uitlevervorm vanuit content-e hebben we onderworpen aan een aantal testen. De testresultaten zijn vertaald naar verbetervoorstellen, die zijn gemeld aan de programmeurs van Turpin Vision. De voorstellen betreffen niet alleen aanpassingen aan de vormgeving, maar ook aanpassingen in de auteur- en beheeromgeving. Een aantal voorgestelde verbeteringen zijn inmiddels gerealiseerd, maar er zijn nog belangrijke aanpassingen nodig in de auteur- en beheeromgeving nodig om materiaal optimaal te kunnen beheren. Ook het ontbreken van verschillende opmaakfuncties vertraagt het proces, o.a. door noodgedwongen gebruik van bewerkelijker alternatieven. We hopen dat deze beperkingen zijn opgelost met de komst van een nieuwe versie van content-e (versie 2.4) die momenteel (januari 2006) wordt getest.
4.
Beheer Dit jaar hebben we een aparte systematiek ingevoerd voor de naamgeving van documenten in content-e, niet alleen t.b.v. behoud van overzicht over het grote aantal documenten dat we momenteel in content-e introduceren, maar ook in verband met de hierboven gewenste en ontworpen uitlevering. Op deze wijze trachten we ook de metadatering van documenten (gepland voor 2006) te versnellen (lees: automatiseren).
5.
Webpublicaties We hebben de auteursomgeving binnen content-e zodanig ingericht dat we oude prototypen van de kennisbank scheikunde op elk moment kunnen vervangen door nieuwe, zodat we de resultaten van een test van een prototype snel kunnen verwerken in een nieuwe publicatie. De verkregen ervaringen passen we ook toe voor het maken van de kennisbanken biologie en natuurkunde.
6.
Samenwerking met de digitale universiteit (DU) Na eerder regelmatig contacten te hebben onderhouden met de initiatiefnemers van andere kennisbankprojecten hebben we een belangrijk begin gemaakt voor nauwe samenwerking met het DU project “Kennisbank scheikunde”, dat onlangs is gestart. We proberen hier te bevorderen dat activiteiten elkaar zoveel mogelijk aanvullen. Er zijn afspraken gemaakt voor werkverdeling en regelmatig gezamenlijk overleg.
Kennisbank biologie 1.
Stand van zaken rond verzameling, bewerking en productie van content De vakinhoudelijke kant voor de kennisbank biologie kwam lange tijd in beperkte mate aan bod vanwege een (te) geringe capaciteit (zie ook rapportage 2e trimester 2004). De beperking betrof een inventarisatie van geschikt materiaal en bewerking van een aantal thema’s. Met de inzet van een extra medewerker en een reorganisatie van activiteiten in de projectgroep is sinds september 2005 sprake van een inhaalslag. We proberen in hoog tempo teksten voor 292 vakinhoudelijke concepten te maken en te voorzien van illustraties. We beschikken sinds kort over de mogelijkheid om links te leggen naar materiaal met verdiepende vakinhoud (deels opgeslagen in Mercator en recent
23
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
gemigreerd naar Content-e, maar dringend toe aan revisie). Daarnaast zijn de activiteiten rond de uitwerking van verzamelde misconcepten in belangrijke mate versneld. Uitwerking per concept houdt het volgende in: heldere benoeming en beschrijving van een geaccepteerd misconcept, beschrijving van de oorzaak of oorzaken van het misconcept, beschrijving van de benodigde kennisachtergrond om het misconcept te vermijden, en een beschrijving van het aanleren van een beter concept (benodigde didactiek, voorbeeldoplossingen). In het afgelopen jaar zijn ruim 70 misconcepties verder uitgewerkt voor digitale presentatie en koppeling aan de relevante vakinhoudelijke thema’s. 2.
Herformulering kennisbasis In samenwerking met ADEF (Algemeen Directeuren Overleg Educatieve Faculteiten, 2e graads lerarenopleidingen) hebben we in 2005 een kennisbasis biologie geformuleerd (deze is verspreid onder lerarenopleiders voor commentaar). Het betrof hier niet alleen het vakinhoudelijke deel van de kennisbasis, maar ook het vakdidactische deel. Het was de bedoeling om deze kennisbasis als uitgangspunt te nemen voor de verdere invulling van de kennisbank biologie, maar hier hebben we van afgezien. De indeling bleek in de praktijk niet geschikt te zijn voor zowel inrichting van de auteursomgeving van content-e als presentatie met de nieuwe uitleveromgeving van content-e. Daarom hebben we het vakinhoudelijk deel van de kennisbank biologie verdeeld over 292 concepten, waarmee we, waar van toepassing, de koppeling maken met uitgewerkte didactiek (geschreven vanuit misconcepten). Deze opzet biedt ook een mogelijkheid tot verdere verdieping per concept (in een latere fase te realiseren met materiaal, dat inmiddels verzameld is maar bewerkt dient te worden).
3.
Nadere behoeftepeiling onder beginnende docenten biologie In 2005 hebben we een uitgebreid behoefteonderzoek verricht onder 121 beginnende docenten biologie (1e en 2e graads; Windesheim, RUG, Fontys, HS Rotterdam). Van de mogelijke kenniselementen voor het samenstellen van de kennisbank vindt men de volgende heel belangrijk: algemene didactiek, ondersteuning bij lesvoorbereiding, vakinhoudelijke kennis, vakdidactische kennis en een (zelf)test om vakinhoudelijke deficiënties zelf vast te kunnen stellen. Het valt verder op dat 80 % van de docenten het heel belangrijk vindt om gedegen achtergrondkennis op te nemen in het vakinhoudelijk deel van de kennisbank. We hadden verwacht dat men kennis over misconcepties bij leerlingen ook heel belangrijk zou vinden (gezien een voor de hand liggende relatie met vakdidactische kennis). Dit bleek niet het geval. We gaan in het eerste kwartaal van 2006 onderzoeken hoe beginnende en zittende docenten met kennis over misconcepties omgaan. Uitvoering van dit onderzoek hebben we moeten uitstellen door tijdrovende herformulering van een geschikte kennisbasis voor digitale uitlevering (zie punt 2) en de noodzakelijke inhaalslag (zie punt 1).
4.
Samenwerking met de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen. We hebben het initiatief genomen om te komen tot een samenwerking met de lerarenopleidingen biologie. Zo hebben we werkafspraken gemaakt met lerarenopleiders van vier 2egraadsopleidingen, die deelnemen aan een project van de Digitale Universiteit (DU) dat gericht was op het maken van een kennisbank biologie voor studenten binnen de lerarenopleidingen. We hanteren hetzelfde ordeningsprincipe, waarbij we ons vanuit het RdMC blijven richten op 1) de beschrijving van de vakinhoudelijke concepten rond een thema en 2) de uitwerking van didactiek vanuit misconcepties die bij leerlingen leven. Het DU team richt zich op de formulering van doelstellingen, bijdragen aan illustraties, het leveren van materiaal voor praktijkonderwijs en digitale toetsing. De samenwerking maakt een inzet mogelijk van totaal 8 docenten uit 5 verschillende lerarenopleidingen (HRo, EHvA, HvU, Fontys, Windesheim), 4 docenten uit het VO en 2 OUmedewerkers. Met docenten van twee eerstegraadsopleidingen (Nijmegen, Leiden) verkennen we nu de mogelijkheid om meerdere opleidingen bij het project te betrekken, waarbij de aandacht uitgaat naar opname van 1) reeds uitgewerkte biologiecontexten in de kennisbank en 2) beschikbaar materiaal op het gebied van vakdidactiek.
Kennisbank natuurkunde 1.
Stand van zaken rond verzameling, bewerking en productie van materiaal Binnen de kennisbank natuurkunde zijn de activiteiten tot nu toe voornamelijk gericht geweest op samenstelling van kennisitems over pre- en misconcepties bij leerlingen (en docenten) en het benoemen van voorbeeldoplossingen. Deze kennis, die we verder uitwerken in een vast format, koppelen we in een latere fase aan de corresponderende vakinhoudelijke thema’s.
2.
Herformulering kennisbasis
24
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
De formulering van een kennisbasis voor de kennisbank natuurkunde bleek om uiteenlopende redenen een tijdrovende klus te zijn. Voor een deel hing dit samen met nieuwe mogelijkheden van content-e, die ontstonden op basis van onze voorstellen voor herontwerp van de uitleveromgeving. Voor een ander deel hing dit samen met herziening van de doelstellingen van dit deelproject als gevolg van een beperkte capaciteit. Uiteindelijk is gekozen voor een kennisbank, waarin weliswaar alle thema’s voor het VO zijn opgenomen, maar waarin prioriteit is gegeven aan thema’s die relevant zijn voor docenten die les gaan geven binnen het VMBO en de onderbouw HAVO/VWO. Voor de inrichting van de kennisbank proberen we nu zoveel mogelijk afstemming te zoeken met het DUproject kennisbank natuurkunde (vakinhoud, gericht op studenten binnen de 2e-graads lerarenopleidingen), waarbij we zelf de aandacht blijven richten op het vakdidactisch deel. Knelpunten Kennisbank scheikunde Een groot aantal digitale illustraties voor de kennisbank scheikunde bleek niet op een duidelijke manier gepubliceerd te kunnen worden met content-e. Inmiddels hebben we meer inzicht in de mogelijke oorzaak en zoeken we een oplossing. Het maken van verschillende typen documenten blijkt een tijdrovend proces te zijn. Er is veel aandacht nodig voor het schrijven van korte informatieve webteksten en afstemming met illustraties (die in veel gevallen dienen te worden bewerkt). Tegelijkertijd moeten we letten op afstemming tussen verschillende typen documenten voor de gewenste webpresentatie (koppeling vakinhoud met didactiek). Naast het verkrijgen van routine proberen we het schrijfproces te versnellen door samenwerking met de leden van het DU-project (Zie ‘Resultaten’ kennisbank scheikunde, punt 6). Kennisbank biologie Voor het maken van de kennisbank biologie konden we putten uit de ervaringen, die we hebben opgedaan met het maken van de kennisbank scheikunde. We kwamen tot de conclusie dat de capaciteit voor het maken van de kennisbank biologie waarschijnlijk te gering is om eind 2006 de gestelde doelstellingen te halen. Zo leidde de (noodzakelijke) verdere ontwikkeling van het CMS content-e bijvoorbeeld tot extra activiteiten (zoals herformulering van de kennisbasis biologie, herstructurering van de beheeromgeving van content-e en reorganisatie van teksten), waardoor we andere activiteiten moesten uitstellen (onderzoek, schrijfactiviteiten voor nieuw materiaal). Hoewel we een inhaalslag hebben gemaakt (mede door herinrichting van het werkproces) en de route naar het einddoel helder is, stellen we ook vast dat er nog veel moet gebeuren. Voor meerdere docenten is het verkrijgen van expertise met zowel het CMS content-e als verschillende softwareprogramma’s (bewerking en beschrijving figuren) dringend gewenst. Inmiddels hebben we verregaande samenwerking gezocht met de leden van het projectteam van de DU (zie ‘Resultaten’ kennisbank biologie), waarmee we tot een verdeling van werkzaamheden zijn gekomen. Kennisbank natuurkunde Voor het project ‘Kennisbank natuurkunde’ was de capaciteit in 2005 ontoereikend. We hebben sinds januari 2006 ondersteuning van een vakdidacticus, die voldoende inzet kan leveren aan het maken/bewerken van met name vakdidactische materiaal. Gezien de ontwikkeling hebben we de keuze gemaakt voor een kennisbasis, die weliswaar gericht is op alle sectoren van het VO, maar die vooralsnog alleen ingevuld gaat worden voor de onderbouw van het HAVO/VWO en het VMBO. We hanteren hier nog steeds een werkvorm, waarbij de productie van vakinhoudelijke documenten beperkt is tot zeer korte beschrijvingen van vakinhoudelijke concepten, gerangschikt binnen thema’s. De meeste aandacht geven we momenteel aan de documenten (didactiek, misconcepties en voorbeeld aanpakken). Inmiddels is duidelijk dat we van de deelnemende docenten uit het VO niet kunnen vragen om documenten zelf in te voeren in het CMS. Omgaan met dit systeem vereist veel training en tijd, waardoor we met de docenten hebben afgesproken om hun beperkte inzet vooral te richten op het beschrijven van misconcepten en bijbehorende didactiek. Alle kennisbanken Voor activiteiten binnen alle kennisbanken zien we verder nog de volgende knelpunten: · Onze wensen en ideeën m.b.t. uitlevering en presentatie van de kennisbanken zijn opgenomen in een prioriteitenlijst voor programmeeractiviteiten en vervolgens uitgebreid besproken (samenwerking met project VWL). Voor wat betreft het maken van webpresentaties is een deel van deze wensen inmiddels gerealiseerd, maar er moeten nog belangrijke bijstellingen plaatsvinden. Voor wat betreft de auteursfaciliteiten in de auteursomgeving zitten we met het probleem dat de opmaakfuncties nog te beperkt zijn. We missen met name de aanwezigheid van voldoende opmaakmogelijkheden, waaronder een gebruikersvriendelijke formule-editor, en een mogelijkheid om regelafstanden aan te passen. Dit zien we als een belangrijke vertragende factor, omdat alternatieve mogelijkheden (zoals invoer van formules in de vorm van plaatjes) bewerkelijker zijn.
25
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum ·
·
·
·
·
Jaarrapportage 2005
Gedurende 2005 kwamen we tot de conclusie dat we niet kunnen doorgaan met de bewerking van een aparte serie documenten, die gericht zijn op zelftoetsing. Het materiaal is wel beschikbaar, maar we moesten keuzes maken, zowel vanwege de beperkte capaciteit als de noodzakelijke aandacht voor activiteiten die voortvloeien uit het innovatieve karakter van de projecten. De recente samenwerking met de projectteams uit de DU projecten maakt het wellicht toch mogelijk om toetsen in te bouwen in de kennisbanken scheikunde en biologie. Echter, een belangrijk knelpunt is de onduidelijkheid rond het CMS dat we uiteindelijk gebruiken om bestaand toetsmateriaal te publiceren (content-e of LearnExact). Omdat de RdMC-activiteiten zich richten op (de koppeling van) vakinhoudelijke en vakdidactische materiaal, ligt het voor de hand om het toetsmateriaal aan te passen aan de context, die reeds in content-e is ingevoerd. We moeten het beschikbare toetsmateriaal in dat geval ook invoeren in de verschillende toetsvormen, waarover content-e beschikt. Om dit voor eind 2006 te realiseren blijft meer inzet nodig dan gepland. Voor de samenstelling van met name het vakinhoudelijk deel van de kennisbanken zijn vele honderden illustraties nodig (naast animaties, video’s e.d.). Hiervan bewerken we een belangrijk deel om afstemming te krijgen met tekst binnen verschillende typen documenten (vakinhoud, didactiek, misconcepties). Dit proces vergt van auteurs meer tijd dan begroot, hetgeen deels samenhangt met het verkrijgen van kennis over programma’s die nodig zijn om figuren adequaat te bewerken/modificeren. Ook introductie en beheer van deze figuren in content-e vereist veel kennis (van content-e) en tijd. We hebben hier te maken met een situatie waarin twee innovaties bij elkaar komen, namelijk 1) de verdere ontwikkeling van het CMS content-e (waarop we zo snel mogelijk inspelen), en 2) de wijze waarop we kennis willen presenteren aan de gebruiker. In meerdere opzichten vergt dit van auteurs meer dan het maken van een papieren cursus. Ook dit aspect maakt realisatie van volledige kennisbanken in december 2006 onzeker. In de loop van 2006 willen we in ieder geval voor de kennisbanken scheikunde en biologie prototypes publiceren die beoordeeld kunnen worden door een grotere gebruikersgroep dan tot nu toe het geval is geweest. Hiertoe willen we implementaties in eerste instantie laten verlopen via de lerarenopleidingen. Daarnaast streven we naar een feedback mogelijkheid via Communities of Practice (CoP). De ervaring leert dat deze communities in de regel pas functioneren met inhoudsdeskundige moderatoren. Hiervoor is extra capaciteit nodig en het is momenteel onduidelijk of deze capaciteit kan worden toegekend. In de loop van 2006 zal in toenemende mate capaciteit moeten worden vrijgemaakt voor exploitatie, beheer en onderhoud van de kennisbanken. De noodzaak voor beheer en onderhoud voelen we nu reeds, waardoor beheer- en onderhoudtaken ontstaan naast de huidige werkzaamheden om de kennisbank te maken (het gaat hier niet alleen om onderhoud en beheer van materiaal, maar ook om accountbeheer, reorganisatie van de beheeromgeving n.a.v. de introductie van nieuwe content-e faciliteiten, etc.). Daarnaast zullen we ruimte (in tijd) moeten reserveren voor promotie en exploitatie van webpublicaties. Ook op dit punt is extra capaciteit gewenst om het schrijfproces en de assemblage in content-e niet te laten interfereren met andere taken. Al in de voortgangsrapportage over het 1e kwartaal 2005 meldden we dat de begrotingssystematiek binnen het RdMC het niet toelaat om contracten met docenten aan te gaan voor perioden van 1 jaar, lopend vanaf augustus/september. Omdat dit problemen geeft met het vrijroosteren van docenten, heeft dit met name de inzet voor de kennisbank natuurkunde gefrustreerd of vertraagd. Omdat we de ervaring en inzet van docenten uit zowel lerarenopleidingen als het VO zien als een essentieel onderdeel van de activiteiten binnen de kennisbanken, hebben we dit probleem verschillende malen neergelegd bij het management van het RdMC, dat zich op zijn beurt geconfronteerd zag met een situatie die geen alternatief toeliet. Uiteindelijk hebben we zelf gekozen voor informele oplossingen, maar formeel is hier nog steeds sprake van een knelpunt, dat leidt tot onzekerheid bij docenten en hun leidinggevenden over deelname aan de activiteiten voor de kennisbank.
Partners Samenwerkingspartners zijn momenteel: Open Universiteit Nederland (OU medewerkers in Heerlen en de studiecentra in Eindhoven en in Den Haag), Fontys Lerarenopleiding Tilburg, TULO Eindhoven, Windesheim Educatief-lvo Zwolle, docenten van het Pleincollege Eckart Eindhoven (opleidingsschool), Stedelijk College Eindhoven en het Pleincollege Sint Joris Eindhoven, Turpin Vision Eindhoven (producent van het CMS Content-e), Ceedata (uitgeverij in Chaam) en Defobie v.o.f. (drs. B. Dertien, Drachten) Voor deze samenwerkingsverbanden zijn formele overeenkomsten gesloten. Sinds begin januari 2006 hebben projectteams van de DU en RdMC besloten om samen te werken voor constructie van een kennisbank scheikunde en een kennisbank biologie. Dit betekent dat de groep samenwerkingspartners is uitgebreid met de volgende instellingen/docenten: Hogeschool Rotterdam (3 docenten), EHvA (2 docenten), HvU (3 docenten) en Fontys Tilburg (3 docenten). Tenslotte merken we op dat er een nauwe relatie is met het RdMC project “Virtuele werk en leeromgeving” (VWL).
26
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Informatievaardigheden voor Docenten 64.510.302 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Het ontwikkelen van de vaardigheden van (aankomende) docenten en leerlingen om informatie via het web te zoeken, vinden en bewerken om beter gebruik te kunnen maken van de digitaal beschikbare kennis. (zie ook www.informatievaardigheden.nl). Tijdschema Januari/juni 2005 Juni/december 2005 Januari/december 2005
: : :
ontwikkeling cursusplan ontwikkeling cursusmateriaal workshops, lezingen, beursen
Product(en) 1. Boekje “Door de bomen het bos”: informatievaardigheden in het onderwijs 2. Vertaling ALA-normen voor voortgezet onderwijs 3. Communicatie: www.informatievaardigheden.nl, folder Informatievaardigheden 4. Onderzoek enquête bij scholen VO, expertmeeting LEX Heerlen en enkele interviews met werkveld. 5. Workshops: ROC-I conferentie Maastricht 2005, Rondetafelconferentie ROC Eindhoven 6. Presentaties Klankboard Montaigne Lyceum, 7. Beursen: NOT 2005 Utrecht, ICT & Didactiek 2005 8. Cursus: Cursusplan Informatievaardigheden, concepten van 8 modulen gereed: 2, 5, 9, 10 (de ontwikkeling vindt eerste helft 2006 plaats). Knelpunten · Beschikbaarheid van kwalitatief bruikbare feedback uit het veld (daarom worden de cursusmaterialen ook in de vorm van workshops aangeboden) · Nog geen cursusproduct voor Basisonderwijs en Pabo's in ontwikkeling Partners Ontwikkeling cursus · Archimedes Lerarenopleiding Utrecht · Universiteit van Amsterdam. · Montaigne Lyceum Nootdorp Proeftoets/ evaluatie cursus · Montaigne Lyceum Nootdorp · Kalsbeek Lyceum Woerden · ROC Eindhoven · ROC Leeuwenborgh · LWSVO
27
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Kennisbank economie 64.510.303 Kennisbanken
Doelstelling en projectomschrijving Het project levert een bijdrage aan de ondersteuning van beginnende en verder professionaliserende economieleraren. Deze ondersteuning wordt vormgegeven door vakinhoudelijke en vakdidactische kennis makkelijk toegankelijk te maken voor zowel opleidingen als aankomende als zittende docenten. De doelstelling is om kennis van het schoolvak alsmede vakdidactische kennis aan te bieden die voldoet aan drie voorwaarden: (1) just in time, (2) just in case en (3) just enough. Tijdschema · Oplevering vakdidactische casussen Ton van Haperen: maart 2005 · Oplevering gereviseerde steekkaarten: eind 2005 · Oplevering pilot uitleveromgeving: september/oktober 2005 (oude omgeving van de kennisbank wordt geïntegreerd met de algemene RdMC omgeving) · Vullen uitleveromgeving met steekkaarten: eind 2005 Product(en) · ca 3000 steekkaarten · 25 vakdidactische casussen Ton van Haperen · 8 vakdidactische casussen Windesheim · Overname rechten vakdidactiek Windesheim · Inrichting uitleveromgeving. Integratie van het zoekmechanisme van de oude kennisbank volgt begin 2006. Knelpunten · Inzet medewerkers Windesheim was pas mogelijk vanaf 1 september 2005. · De werkzaamheden m.b.t. de steekkaarten waren afgerond. M.b.t. de automatische invoer is een probleem ontdekt in de steekkaarten. Dit heeft ongeveer 250 uur extra gekost om dit probleem op te lossen. · Als gevolg van het probleem met de steekkaarten is het onderzoek naar de vakdidactiek in het buitenland uitgesteld tot 2006. · De publicatie van de artikelen in “Factor D” en “Tijdschrift voor het economieonderwijs” is uitgesteld tot begin 2006 zodat deze gepaard kunnen gaan met de publicatie van de geïntegreerde uitleveromgeving. · De integratie van de oude uitleveromgeving met de nieuwe algemene RdMC omgeving is nog niet volledig voltooid. Zodra dit is gebeurd, kan de omgeving gevuld worden met de steekkaarten. Partners · Christelijke Hogeschool Windesheim (lerarenopleiding economie) · Turpin Vision (software ontwikkelaar m.b.t. de interactieve uitleveromgeving) · VECON (vakvereniging van leraren economie)
28
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Community of Practice 64.510.310 Begeleiding nieuwe en beginnende docenten op en om de werkplek
Doelstelling en projectomschrijving Het projectdoel is het ontwikkelen en faciliteren van diverse Communities of Practice (CoP’s) voor zijinstromers en beginnende leraren in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs (BVE-sector). Het streven is om CoP’s een plek te geven als instrument voor (onderlinge) ondersteuning van zij-instromers en professionalisering van (beginnende) docenten. We willen dat vooral doen door succesvolle CoP's te realiseren en zo te werken aan het geaccepteerd raken van CoP’s als instrument voor de (eigen) professionalisering van de (beginnende) docenten. De doelstelling is daarbij om instrumenten te ontwikkelen en expertise op te bouwen zodanig dat het RdMC een belangrijke aanjagende rol speelt bij het initiëren en continueren van CoP’s. Het RdMC zet een expertisegroep op rond de inzet van CoP’s gericht op leraren en beginnende docenten in het bijzonder. Daarnaast dient het project deze expertise en instrumenten in te zetten voor efficiënt onderhoud en beheer van te ontwikkelen RdMC producten. Tijdschema De opgeleverde projectresultaten gedurende 2005 zijn in lijn met het plan van aanpak CoP en RdMC werkprogramma voor 2005. In de eerste helft van 2005 is veel effort gestoken in het opstarten van de landelijke (aanbodgedreven) CoP-pilot Primair Onderwijs en het stabiel en functioneel krijgen van de ICT omgeving. In april zijn de ervaringen, inclusief mogelijke consequenties voor projectstrategie, voorgelegd aan een externe review groep. Dit heeft geleid tot een omslag van ons aanbod van een landelijke CoPomgeving met thematische fora naar een omgeving met (besloten) community cellen die aansluit bij de bestaande contacten via lerarenopleidingen en schoolgemeenschappen. Dit heeft eind 2005 geleid tot 15 vraaggerichte CoP’s. Daarnaast is verder gewerkt aan de opbouw en consolidatie van onze ervaringen en is eind 2005 een traject opgestart om de gebruikte ICT omgeving gebruikersvriendelijker te krijgen (met meer CoP functionaliteiten). Product(en) ICT omgevingen · Diverse (besloten) CoP omgeving voor onze partners in de vraaggerichte benadering · Pilot CoP omgeving ter ondersteuning moderatoren binnen MS Sharepoint (Moderatoren CoP) · Pilot CoP omgeving voor consolidatie ervaringen (body of knowlegde) · Eigen CoP omgeving voor project zelf (projectdossier en samenwerkingsomgeving) · Pilot omgeving binnen MS Sharepoint, als start 2e pilot CoP- Primair Onderwijs (landelijke helddesk) Documenten rond ICT omgeving · Diverse handleidingen in gebruik ICT omgeving voor CoP deelnemers · Handleiding administratief beheer CoP-PO omgeving · Ontwerp functionele verbetering Sharepoint t.b.v. CoP omgevingen · Functioneel ontwerp en ruwe proto type social software · Navigatie ontwerp CoP omgeving (concept) · Functioneel ontwerp m.b.t. CoP omgevingen i.h.a. Algemeen · RdMC working paper “CoP “Nieuwe leraren”: evaluatie pilot met VO docenten” · Artikel op CD rom VELON n.a.v. bijdrage VELON congres · Artikel “Een Community of Practice voor Nieuwe Leraren” in Vives · Concept “algemeen evaluatiemodel” voor CoP-pilots · Concept “handleiding moderatoren” · Sjabloon “Positioneringsnotitie” voor afspraken/afbakening met partners rond opzetten CoP’s Documenten rond CoP’s in vraaggerichte benadering · Verslagen van diverse overleg incl. afspraken · Diverse positioneringsnotities rond CoP pilot’s · Nieuwsbrief en Website rond ons aanbod naar lerarenopleidingen/scholen (portal.rdmc.ou.nl/cop)
29
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Jaarrapportage 2005
Documenten rond CoP omgevingen · Uitnodigingsbrieven en verslagen start- en vervolgbijeenkomsten CoP’s · Regels CoP gebruik · Beloning bij CoP · Voorlopig evaluatieverslag CoP-Po voorafgegaan door Evaluatieplan CoP-PO Document rond externe review · Vragen aan de review groep CoP-PO · Positioneringsnotitie Community of Practice Primair Onderwijs · Instructie voor moderatoren, experts en regiocoördinatoren CoP “Nieuwe leraren”. · Plan van aanpak CoP 2005 · Verslag externe review groep d.d. 05 april 2005 Documenten rond strategie / planning project · Keuzenotitie “CoP-welke-waar-met-wie” · Webs urvey naar bestaande praktijkgemeenschappen (concept) · Korte samenvatting geleerde lessen vanuit CoP-project · Inzet CoP’s naar RdMC projecten (rond inzet gebruikersgroepen en als projects samenwerkingsomgeving) · Plan van aanpak CoP 2006 · Actielijsten n.a.v. project- en moderatorenbijeenkomsten · Takenlijst/activiteitenplanning Knelpunten · Opbouw stabiele expertisegroep: het beschikbaar krijgen en houden van moderator- en CoP experts met voldoende expertise en van projectmedewerkers met brede netwerken in lerarenveld. · Voldoende CoP deelnemers: het blijft, ook in de vraaggerichte benadering veel aandacht CoP’s echt actief te krijgen. Ook met onze partners blijft het moeilijk de doelgroep te benaderen waardoor er onvoldoende deelnemers zijn en de kritische massa vaak niet wordt bereikt. Partners M.b.t. Sharepoint (ICT omgeving CoP) · Logica CMG · Turpin Vision · Slagman.com · Vanuit het project wordt geparticipeerd in de gebruikersgroep Sharepoint in het Hoger Onderwijs. De vraaggerichte benadering heeft geresulteerd in vele partnerships momenteel (december 2005) vooral met lerarenopleidingen: · Fontys Sittard · FLOT-Engels · Fontys OSO · Pabo Hengelo · Hogeschool Edith Stein/OCT · Pabo Meppel · Pabo Almere · Pabo Domstad · INHOLLAND/Haarlem · Pabo Leiden · Pabo Zwolle · U-Twente · met enkele aan het Convenant Onderwijsarbeidsmarktbeleid VO deelnemende scholen
30
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum
Projectnaam Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Keuzewijzer begeleidingsmodellen voor opleiden op de werkplek 64.510.311 Begeleiden
Doelstelling en projectomschrijving Het inventariseren van diverse begeleidingsmodellen en het ontwikkelen van een praktische wegwijzer (keuzewijzer) naar passende begeleiding en ondersteuning voor scholen. Scholen kunnen hiermee het begeleidingsmodel zoeken dat past bij hun onderwijsvisie en professionaliseringsbehoeften. Tijdschema · Januari/april 2005 · Mei/augustus 2005 ·
September/december 2005
: Literatuuronderzoek en instellen Klankbordgroep scholenveld : Afnemen en uitwerken interviews bij lerarenopleidingen en inrichten elektronische communicatieomgeving. : verwerken interviews en ontwerp voor keuzewijzer maken.
Product(en) · 11 uitgewerkte interviews · Elektronische communicatieomgeving ingericht · drie klankbordgroep meetings met het scholenveld · presentatie op Velon congres · conferentie met betrokken lerarenopleidingen en scholenveld · lijst van criteria voor een goede samenwerking tussen lerarenopleiding en school, nog om te werken tot een kwaliteitsinstrument.. Knelpunten De oorspronkelijke doelstelling, namelijk het ontwikkelen van een keuzewijzer bleek niet haalbaar te zijn. Enerzijds omdat het niet aansloot op de wensen vanuit het werkveld en anderzijds vanwege inhoudelijke obstakels. Het is niet mogelijk opleidingen in te delen in specifieke werkwijzen. De werkwijze ontstaat juist in het samenwerkingsverband en is voortdurend in beweging. Partners / contacten · Fontys Lerarenopleiding Sittard · Fontys lerarenopleiding Tilburg · Hogeschool INHOLLAND · Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Utrecht · TU/E · UT · Vrije universiteit · RUG · Noordelijke hogeschool Leeuwarden · ICLON · HAN / ILO · Stabrecht College Geldrop · Walewyc · Zeldenrust-Steelantcollege Terneuzen · ROC TerAA · De Nieuwste School · Het Heerbeeck College · OMO scholengemeenschap Tongerloo
31
Open Universiteit, Ruud de Moor Centrum Projectnaam Deelproject Projectcode Programmalijn
Jaarrapportage 2005
Ondersteuning van zij-instromers Community of Practice Begeleiding beginners op Afstand 64.510.320 Begeleiding nieuwe en beginnende docenten op en om de werkplek
Doelstelling en projectomschrijving Bijdrage aan de ondersteuning en begeleiding van zij-instromers en beginnende leerkrachten in het PO. D.m.v. het digitale instrument BLOOM (voor Beginnende leerkrachten: Ondersteuning Op Maat) is coaching op elke plek op elk moment beschikbaar. Binnen een pilot peer-coaching wordt nagegaan in hoeverre digitale ondersteuningsinstrumenten face-toface peer coaching minder arbeidsintensief kunnen maken. Tijdschema · Ontwerp prototype instrument BLOOM; grafische vormgeving en instrument wat betreft inhoud vormgeven · Pilot video-opnames, leerkrachtenontwerp, webteksten en websites · De beoogde video-opnames zijn tot stand gekomen, verwerkt en gemonteerd tot bruikbare onderdelen van het instrument. · Het experiment peer coaching is gestart in september 2005 op een grote zwarte PO school in het westen van het land. Product(en) · Begeleidingsinstrument · Pilot · Prototype van de website BLOOM met video en tekst wordt begin 2006 opgeleverd Knelpunten Het vertrek van de projectleider heeft geleid tot enige vertraging. Partners · SCO Lucas · INHOLLAND Den Haag
32