Peter Moor www.petersverhalen.nl
De chatbox Mark kijkt om zich heen. Het vertrek waarin hij zich bevindt, lijkt een perfecte kubus. Wit marmer lacht hem toe van alle kanten, zowel van de muren als van het plafond. De vloer is waarschijnlijk ook van marmer, maar er ligt een vierkant, helderblauw tapijt overheen. Overal in de muren bevinden zich kleine lampjes tussen de tegels, waardoor de ruimte is gevuld met licht. In het midden van de kamer staat een stoel van blauw leer, een model halverwege een auto- en een tandartsstoel. Ervoor staat een constructie van witte buizen, waaraan een monitor en een toetsenbord zijn bevestigd. Normaalgesproken heeft Mark het niet zo op klinische ruimtes als deze, maar hier voelt hij zich heel ontspannen. Het witte marmer roept een positief gevoel op, al kan hij zich niet goed meer herinneren wanneer hij hier eerder is geweest. Rustig loopt hij naar de stoel, met langzame passen om de vredige stilte niet te verstoren. Geruisloos schuift hij zichzelf in de stoel, waarna hij zijn lichaam ontspant. Dan kijkt hij naar de monitor. Boven een verticaal, knipperend streepje op een wit scherm staan zwarte letters. 1: Hallo, is daar iemand? 2: Ja, hier is iemand. De vage herinneringen in Marks geheugen worden iets helderder. Hij is eerder in deze ruimte geweest, en toen heeft hij ook vanuit deze stoel gechat. Dat is al weer jaren geleden, en veel weet hij er niet meer van. Mark legt zijn handen op het toetsenbord en begint te typen. 3: Hallo. Mark kijkt naar het cijfer dat voor zijn bericht staat. Blijkbaar is hij gebruiker 3.
4: Hallo. 1: Zozo, dus we zijn met vier mensen? 3: Ik denk het. 4: Minstens vier. We zien nergens een gebruikerslijst, dus misschien zijn er nog meer mensen die meelezen. 1: Wat is dit eigenlijk voor rare chatbox? Ik heb helemaal geen nickname kunnen opgeven. 3: Nee, we krijgen kennelijk alleen een nummer toegewezen. 1: Beetje vreemd. Zitten jullie ook in zo’n vreemde, witte kamer? 3: Ja, en ik ben hier wel eens eerder geweest. Volgens mij heb ik toen ook gechat. 2: Ik ook. 1: Kreeg je toen ook alleen een nummer? 3: Volgens mij wel, maar het is alweer een tijdje geleden. Ik weet er niet zo veel meer van. 4: Ik denk dat we een nummer krijgen omdat we anoniem moeten blijven. 1: Wat bedoel je? 4: Volgens mij mogen we elkaars identiteit niet weten. 1: Maar je bepaalt toch zelf wat je zegt in een chatbox? 4: Klopt, maar dit lijkt geen gewone chatbox. Mark kijkt om zich heen en bedenkt dat deze hele kamer wat ongewoon is. Hij probeert zich te herinneren wanneer hij hier voor het laatst was en hoe het chatgesprek toen verliep, maar zijn geheugen laat hem in de steek. 1: Wat zou dit dan voor chatbox zijn? 4: Geen idee, maar juist daarom moeten we voorzichtig zijn. 1: Voorzichtig zijn? 4: We weten niet wie er allemaal meelezen of wat de bedoeling hiervan is. 3: Zit wat in. 1: Maar jij was hier toch eerder geweest? Weet je nog wat je hier toen deed? 3: Nee, ik kan het me eigenlijk niet zo goed meer herinneren. 1: En jij dan, 2? Jij was hier ook eerder geweest?
2: Ja, volgens mij wel. Ik begreep er toen volgens mij weinig van. 1: Dus we zitten allemaal in een witte kamer en we moeten met elkaar chatten? 4: Nou, moeten is het verkeerde woord… Kunnen. Je kunt natuurlijk ook naar de muren staren als je dat liever doet. 1: Haha, heel grappig. Mark kijkt weer om zich heen en beseft opnieuw hoe stil het is. Hij ademt diep in en begint hard te schreeuwen. Het geluid galmt door de ruimte. Als hij ophoudt, wordt het weer doodstil. 3: Hoorden jullie mij? 1: Wat bedoel je? Ik zie alleen tekst. 3: Dan zitten we niet in aangrenzende ruimtes. 4: Interessant. 3: Laten we dan maar ergens over chatten, nu we er toch zijn. 4: Prima, maar ik denk echt dat we het anoniem moeten houden. Voor onze eigen veiligheid. 1: Waar wil je dan over chatten? Het weer? 4: Nee, je kunt best iets over jezelf vertellen. Maar zorg er wel voor dat het anoniem is. Dus geen namen etc. 3: Ok. 1: Wel het geslacht? Ik ben een man. 3: Ik ook. 4: Ook man. 2: Ook. 1: Als jij nou eens begint iets te vertellen, 2? Je zegt zo weinig. 2: Wat wil je weten? 1: Nou, vertel eens iets wat je bezighoudt. 2: Niets wat jullie interessant vinden. 1: Vast wel. Vertel eens iets. Met wat voor dingen houd jij je zoal bezig? 2: Op het moment even nergens mee. 1: Wat bedoel je? 2: Nou, ik had pas nog een vriendin. 4: Niet te veel details. 2: De mooiste en leukste vrouw in de wereld.
Mark glimlacht. Nummer 2 zit er naast. Niemand is mooier dan zijn Eline. 2: Maar ik kwam er laatst achter dat ze is vreemdgegaan. En nu zijn we uit elkaar. 1: Goedzo. Gewoon een betrouwbaarder iemand zoeken. 2: Was het maar zo makkelijk. 1: Zo makkelijk is het. Gewoon even zoeken. 2: Jij weet niet hoe fantastisch ze is. 1: Ach joh, er zwemmen zoveel vissen in de zee. Gewoon weer even je hengeltje uitgooien. 2: Ik wil geen ander. Ik wil dat het tussen ons weer goedkomt. 3: Maar zij is er vandoor met die ander? 2: Nee, zij wil ook bij mij blijven. 1: Wat is dan eigenlijk het probleem? 2: Ik weet niet of ik haar nog kan vertrouwen. 1: Tja, dan maak je er zelf een probleem van… Gewoon verder zoeken of niet zeuren, lijkt mij. 3: Jij hebt zeker nog nooit relatieproblemen gehad, 1? 1: Nee joh, helemaal geen relaties. Ik geniet van het vrijgezellenbestaan. 3: Ik weet wat je meemaakt, 2. Mijn vriendin is ook ooit vreemdgegaan, maar het is weer goedgekomen. 2: Jullie zijn weer samen? 3: Ja. Dat vreemdgaan is al een paar jaar geleden, en onze relatie is perfect op het moment. 2: Hoe kon je haar nog vertrouwen? 3: Dat moest weer groeien. Even een flinke deuk in onze relatie, maar na een tijdje groeide het weer. 1: Wat een vrouwenpraat. 3: Heb jij eigenlijk een relatie, 4? 4: Nee. 1: Vrijgezel zijn is ook prima, ja toch? 4: Ga je veel uit, 1? 1: Ja, ik zit regelmatig in de kroeg. 4: Ontmoet je daar leuke dames? 1: Zeker. 4: En ga je wel eens naar disco’s?
1: Nee, ik ben niet zo’n disco-type. Met al die herrie kun je niet eens praten. 4: Moet je toch eens doen. Daar lopen ook leuke dames rond, die je in de kroeg niet ziet. 1: Als jij het zegt. 2: Ik heb mijn vriendin in een disco ontmoet. 1: Je bedoelt je ex-vriendin? 3: Hey, is zo’n opmerking nou nodig? 4: Laten we het anders hebben over kinderen. Hebben jullie kinderen? 1: Nee man, daar ben ik nog totaal niet mee bezig. 3: Ik ook niet. Misschien in de toekomst. 2: Ik ook misschien in de toekomst. Als ik met m’n vriendin een toekomst heb. 1: Of met een andere vrouw. 2: Jij snapt niets van de liefde. 1: Jij kennelijk ook niet. Waarom zou je vriendin anders vreemdgaan? 3: Kom op, 1, even ophouden. 1: Ik begon niet met gezeur over “de liefde”. 3: Maar je doet er wel denigrerend over. 1: Oh, gaan we moeilijke woorden gebruiken? Grote jongen hoor. 4: Laten we het gezellig houden. 3: Wat ik bedoel, is dat je niet zo flauw moet doen over 2. 3: Vroeger had ik ook veel one night stands, en vond ik verhalen over liefde ook onzin. Maar toen ontmoette ik mijn vriendin. 1: Ok, whatever. 4: Maar jij wil misschien kinderen in de toekomst, 3? 3: Ik denk het wel, ja. 4: En je hebt op het moment een goede relatie? 3: Ja, perfect. 4: Dan zou ik maar eens echt werk gaan maken van die kinderen. 3: Dat vind ik een vreemde opmerking. 1: Ja, wat een bemoeienis. 4: Ok, sorry. Ik wil alleen maar zeggen dat het heel leuk is om een kind te hebben.
4: Als je toch weet dat je kinderen wilt, wacht er dan niet te lang mee. 1: Heb jij kinderen dan? 4: Ik heb een zoontje. 3: Maar je was vrijgezel… Geen relatie met de moeder dus? Het duurt even voordat er antwoord komt. 4: Nee. 1: Ongelukje na een gezellige avond? 4: Nee, ik heb wel een relatie met de moeder gehad. 2: Wat is er tussen jullie gebeurd dan? 4: Daar zeg ik liever niets over. 1: Hè, wat flauw. 3: Laten we het dan hebben over werk. Hoe zit het met jullie carrière? 4: Ik doe kantoorwerk. 1: Dat is lekker vaag. 4: Meer details lijken me niet nodig. Het wordt al snel te specifiek. 1: Je bent wel een beetje paranoïde. 3: In dat geval doe ik ook kantoorwerk. 2: Ik ook. 1: Ik studeer nog, en ik heb een bijbaan in een supermarkt. 3: Zo’n bijbaan heb ik ook gehad. Kassa of vakkenvullen? 1: Meestal kassa. Dat is ook veel leuker. Dan spreek je nog eens mensen. 3: Ja, dat vond ik ook. Als je nog studeert, hoe oud ben je dan eigenlijk? 2: 20. Jullie? 4: Ook hier geef ik liever geen antwoord op. 3: Ik ben in ieder geval ouder dan 20. 2: Ik ook, ik ben midden 20. 3: Misschien zijn onze nummers geordend op basis van leeftijd? 3: Ik ben rond de 30. Is dat vaag genoeg, 4? 4: Wat jij wilt. Ik zeg liever niet hoe oud ik ben. 1: Wel een beetje vermoeiend, dat je de hele tijd dingen niet wilt zeggen.
3: Maar ben je wel ouder dan 30? 4: Ja. 3: Dan zit er dus echt een volgorde in onze nummers. 1: Vandaar dat jullie zo serieus over relaties zijn. Jullie zijn gewoon oude lullen. 2: Jij moet de ware nog ontmoeten. 1: Wie weet. Maar iemand die vreemdgaat, lijkt mij niet de ware. 3: Gezellig, daar gaan we weer. 1: Ik begon niet weer over “de ware”. Anyway, ik vind het wel mooi geweest hier. Hoe kunnen we dit afronden? 2: Ik zit hier eigenlijk wel prima. 4: Ik wil je eerst nog een belangrijke vraag stellen, 3. 3: Oh, wat dan? 4: Even heel serieus beantwoorden. Zou je kinderen willen of niet? 1: Daar gaan ze weer, die oude mensen. 3: Ik heb al gezegd dat ik denk van wel. Hoezo? 4: Bij de eerste kans die je krijgt, moet je er voor gaan. Niet langer wachten. 3: Wat? Ik vind het vreemd dat je daar weer over begint. 1: Inderdaad, wat is dit nou weer? Ik ga echt stoppen. Mazzel! 3: Doei, misschien tot een volgende keer. 4: Doei 1, vergeet niet eens naar de disco te gaan. Maar 3, je moet me geloven. Over een paar jaar zul je begrijpen waarom. Verbaasd kijkt Mark naar het beeldscherm. Het gesprek wordt nu wel heel vreemd. 3: Wie ben je eigenlijk? 4: Je zult het niet geloven als ik het zeg. 3: Vertel het gewoon. 4: Een kind is het mooiste wat je kan overkomen. Mooier dan een promotie, mooier dan een relatie die eindelijk op de rails lijkt. Mark denkt aan de promotie die hij vorige week heeft gekregen. Persoon 4 weet kennelijk wie hij is.
3: Hoe weet je van de promotie? 4: Ik kan het niet duidelijker zeggen. Maar geloof me: als je zo wakker wordt in de kamer met het bruine behang, de beige vloerbedekking en de lichtgroene gordijnen, besef dan dat het moment cruciaal is. 2: Kennen jullie elkaar? 3: Nee, ik snap dit ook niet. We hebben trouwens geen groene gordijnen meer. 4: Oh, verkeerde inschatting. Dan hebben jullie nu die donkere. 4: 4110 m4rk!!q 2: Wat betekent dat? Mark knippert met zijn ogen. Ziet hij het goed? Veel mensen hebben wel eens de slaapkamer gezien, maar Mark heeft zijn pincode en e-mailwachtwoord nooit met iemand gedeeld. 3: Hoe kom je daar aan? 4: Maak je trouwens niet druk om Stephanie. Over een half jaartje gaat ze ergens anders werken. Mark ziet Stephanie voor zich. Zij is een vervelende collega met wie hij nu veel moet samenwerken. Klein nadeel van de promotie. 2: Ik begrijp niet meer waar het gesprek over gaat. 3: Ik ook niet helemaal. 4: Je hebt veel getwijfeld over allerlei dingen, en dat doe je nog steeds. Is ze echt de ware voor je, is je werk wel echt wat je wilt, hadden jullie niet in dat andere huis moeten gaan wonen, spreek je je vrienden nog wel genoeg? 3: Dat klinkt wel heel algemeen. Dat kun je tegen iedereen zeggen. 4: Je weet dat het allemaal klopt. Er zullen nog meer hobbels op de weg komen. Maar het belangrijkste is dat je straks de juiste keuze maakt. Mark schudt zijn hoofd, terwijl de situatie hem langzaam duidelijk wordt. Hij kijkt opzij, naar één van de witte muren.
Schijnbaar zitten alle chatpartners toch naast elkaar, maar niet in de ruimtelijke dimensies. Dan ineens dringt het tot hem door wat persoon 4 over zichzelf heeft gezegd. In zijn gedachten verschijnt het beeld van Eline. Het gaat de laatste tijd zo ontzettend goed, ondanks het grote dieptepunt dat er is geweest. 3: Dus de relatie gaat kapot? 4: Sorry, dat had ik niet moeten zeggen. Ik kan er ook verder niets over kwijt, alleen dat het onvermijdelijk is. 3: Je moet het me vertellen! 4: Het is onvermijdelijk. 3: Niets is onvermijdelijk! Vertel me hoe ik het kan voorkomen! 4: Sorry. 2: Sorry, man… Ik weet hoe het is, als je relatie stuk loopt. Er gaat een koude rilling door Marks lichaam. Hij heeft zich tijdens dit gesprek een beeld gevormd van persoon 2 en beseft nu pas hoe ellendig zijn leven geweest moet zijn tijdens de breuk met Eline. Toen wist hij nog niet dat het goed zou komen. 3: Dat weet je inderdaad, Mark. Maar het komt goed. 2: Hoe weet je m’n naam? Ik vind dit gesprek steeds vreemder worden. Er schieten veel gedachten door Marks hoofd. Hij moet een aantal goede vragen aan persoon 4 stellen. Als eerste denkt hij aan de teckel die hij en Eline hebben. Het arme beestje begint steeds grijzer te worden. 3: Je moet me meer vertellen, 4. Leeft Sammy bijvoorbeeld nog? 4: Zulke dingen moet je niet vragen. Ik heb alles verteld wat je moet weten. Met een schok wordt Mark wakker. Hij opent zijn ogen en staart voor zich uit in de duisternis. Het enige licht komt van de rode cijfers van de wekker, die aangeven dat het bijna half vier
is. Mark draait zijn hoofd naar de andere kant, en daar ziet hij Elines gezicht. Ze is nog steeds de mooiste vrouw die hij ooit heeft gezien. Mark buigt naar voren en geeft haar een kus op haar wang. Dan fluistert hij in haar oor: ,,Eline, word eens wakker.’’ Langzaam opent ze haar ogen. Mark kijkt haar bezorgd aan, nog steeds vol ongeloof over de voorspelde toekomst. Na alles wat ze samen hebben meegemaakt, lijkt hun band sterk genoeg om alle mogelijke problemen aan te kunnen. ,,Wat is er?’’ vraagt Eline zachtjes. ,,Je zei laatst toch dat we gaan proberen of we een kind kunnen krijgen?’’ ,,Ja,’’ antwoordt Eline, terwijl ze hem vol onbegrip aankijkt. ,,Daarom ben ik met de pil gestopt. Maar is dat iets om het nu over te hebben?’’ ,,We moeten het nu proberen, nu direct. Ik heb er een heel goed gevoel over.’’ Eline drukt zichzelf omhoog en kijkt over Mark heen naar de wekker. ,,Maar het is midden in de nacht.’’ ,,Ik weet het,’’ zegt Mark, ,,maar ik heb echt heel sterk het gevoel dat dit het juiste moment is.’’ ,,Je bent toch niet serieus? Of is dit jouw manier om mij ’s nachts over te halen?’’ Mark kust haar en kruipt dichter tegen haar aan. ,,Nee schatje, ik ben heel serieus.’’ Wat Mark op dat moment niet weet, is dat Eline een paar dagen eerder met een collega van haar werk naar bed is geweest. Deze collega is niet de enige man met wie ze de afgelopen jaren overspel heeft gepleegd, maar wel de enige die haar onbewust heeft besmet met HIV. Als Eline een paar weken later zwanger blijkt te zijn, zal bekend worden dat zij en Mark seropositief zijn. Na negen spannende maanden komt er een gezonde jongen ter wereld. Mark en Eline praten al enkele maanden nauwelijks meer met elkaar, maar zijn dolblij dat hun Thijs het virus niet blijkt te hebben.
Mark voelt zich verraden, zowel door Eline als door zijn chatpartner die hem niet heeft gewaarschuwd. Als Eline na een jaar overlijdt aan de gevolgen van aids, stort Mark in. Enkele maanden zit hij thuis met een diepe depressie, in de wetenschap dat ook zijn lichaam het gevecht aan het verliezen is. Daarna gaat hij met heel veel tegenzin toch weer aan het werk, niet begrijpend waarom zijn leven zo verkeerd is gelopen. Het is precies vijf jaar na het chatgesprek, als Mark ’s avonds in bed ligt. Zelfs onder de dikke deken voelt zijn uitgemergelde lichaam koud aan. Vandaag is hij in het ziekenhuis geweest, om te horen dat ook de nieuwe medicijnen niet aanslaan. Volgens de arts is het nu nog een kwestie van weken. Als hij na lange tijd eindelijk in slaap valt, verschijnt hij weer in de witte kamer met de marmeren tegels. De ruimte voelt vertrouwd, alsof hij na een lange reis thuiskomt. Hij loopt naar voren en schuift zijn uitgemergelde lichaam in de stoel. Als hij zijn trillende vingers op het toetsenbord legt, beseft hij dat het lot nu in zijn handen ligt. Dit is het moment waarop hij zijn eigen geschiedenis kan herschrijven. De ellende van de afgelopen jaren zou hier voorkomen kunnen worden. Bevend van opwinding pakt hij met zijn rechterhand een foto uit zijn borstzakje. Hij draait de foto naar zich toe en kijkt naar Thijs. De jongen heeft Marks donkere haar en Elines mooie ogen. Mark weet wat hem te doen staat.