.%$%2,!.$3
BELGOPOCKET
STUURGROEP
Olivier Alsteens • Yvan Baeten • Christophe Courouble Florian De Blaere • Corinne Deray • Christian Dolet Marie-Claire Dubuisson • Karolien Leyman
Catherine Lombard • Jean-François Peereman
Carine Poublon • Véronique Querton • Damien Rebella
Anne Rousseau • Olivier Vandenplas • Olivier Van De Ponseele Sandrina Vankerk • Monique Wylock PROJECTLEIDERS
Catherine Lombard (Franse versie)
Monique Wylock (Nederlandse versie) ILLUSTRATIES
Johan De Moor naar Bob De Moor COPYRIGHT
Federale overheidsdienst
Kanselarij van de Eerste Minister
Algemene Directie Externe Communicatie Wetstraat 16 • 1000 Brussel Tel. 02 287 41 11 OPLAGE
600.000 exemplaren.
Een gratis exemplaar ligt voor je klaar in de Infoshop. Tel. 02 514 08 00 • www.infoshop.be
De informatie in de Belgopocket is tot 15 september 2008 bijgewerkt. De online versie www.belgopocket.be wordt regelmatig geüpdatet. Reacties naar
[email protected]. Wettelijk depot: D/2008/9737/7 Gratis – Mag niet verkocht worden.
Belgopocket?
Het succes van Belgopocket 2005 was zo groot dat een nieuwe editie niet kon uitblijven. Veel burgers vonden het een bijzonder nuttige informatiebron voor dagdagelijkse vragen waarop de overheid het antwoord heeft. Ook deze editie van Belgopocket wil je wegwijs maken met concrete antwoorden op vaak gestelde vragen.
Belgopocket 2009
Bondige antwoorden op vele vragen
Belgopocket is het resultaat van een vruchtbare samenwerking van tientallen mensen uit de federale overheidsdiensten, organisaties en instellingen daarbuiten. De informatie in deze editie werd tot 15 september 2008 bijgewerkt. We lichten vrij ingewikkelde regelgeving zo kort en duidelijk mogelijk toe. Heel specifieke gevallen worden niet behandeld. Daarvoor verwijzen we naar Contacten & meer weten. Let op: de informatie in het boekje is bedoeld om je te helpen. Het is geen wettige basis om je rechten te doen gelden. Daartoe dien je de wetteksten en de reglementen te raadplegen. Belgopocket bestaat ook online: www.belgopocket.be. Daar vind je steeds de meest recente gegevens. Veel leesgenot. Het Belgopocketteam van de federale overheid, tot je dienst.
1
INHOUD
Gezond eten Tabak en passief roken Griep Verzekering medische verzorging Medische honoraria Geconventioneerd geneesheer Terugbetaling medische kosten Verhoogde tegemoetkoming en OMNIO-statuut Maximumfactuur Noodoproepen Medisch dossier Orgaandonatie Patiëntenbemiddeling
8 11 14 17 19 21 22 24 27 30 32 34 36
Werkgelegenheid en arbeid Jobstudent Eerste job Tewerkstellingsmaatregelen Discriminatie en diversiteit Welzijn op het werk Loon en vakantiegeld Zelfstandige worden en een bedrijf starten Ambtenaar Einde van de loopbaan Opzegging en ontslag
2
81 84 88 93
Mobiliteit en transport Openbaar vervoer Vervoerkosten Veiligheid van kinderen Rijbewijs Zuinige wagens Tweedehandsauto Inschrijving Autoverzekering Autokeuring
40 43 45 48 51 54 58 62 64 67
Familie
72 75 77 79
Leefmilieu
Huisvesting Huurcontract voor een hoofdverblijfplaats Indexering en herziening van de huurprijs Verhuizing en adreswijziging Sociale huisvesting
Investeren in energiebesparing Aannemer en werken Aankoop van onroerend goed Onroerende voorheffing
INHOUD
Gezondheid en sociale zekerheid
Huwelijk Wettelijk samenwonen Verlof voor kinderopvang Kinderbijslag en kraamgeld Adoptie Familiale polis Hulp in huis Kindermishandeling Echtscheidingsprocedures Echtscheiding, ouderlijk gezag en verblijfsregeling
Radiogolven en gsm-gebruik Pesticiden
98 101 105 107 110 112 116 118 121
124 127 130 134 137 140 143 145 147 150
154 158
3
INHOUD
162 165 169 172 175 178
182 186 189 192 196 200 202
Justitie Vrijwillige en gerechtelijke bemiddeling Administratieve beslissing Juridische bijstand Geschillen met de buren Jeugddelinquentie Getuige in een strafzaak Strafrechtelijke veroordeling
4
Belastingaangifte Personen fiscaal ten laste Enige, eigen woning en fiscaliteit Kinderopvang en fiscaliteit Alimentatie en fiscaliteit Belastingvrij minimum en inkomen Betaling van belastingen Schenkingsrechten Successierechten
258 261 264 267 269 273 275 278 281
Burgerschap en democratie 206 209 213 217 219 222 225
Pensioen Pensioen, leeftijd en aanvraag Pensioenberekening Pensioenbonus Inhoudingen op het pensioen Extralegaal pensioen
244 248 250 253 254
Belastingen en fiscaliteit
Consumentenbescherming Voedselveiligheid Veiligheid van niet-voedingsproducten Consumentenbedrog Bestelling van een product Schulden en overmatige schuldenlast Publicitaire elektronische post Rechten van vliegtuigpassagiers
Pensioen en beroepsactiviteit Pensioen en echtscheiding Overlevingspensioen Inkomensgarantie voor ouderen Contacten & meer weten
INHOUD
Etikettering van chemische producten Energiebesparing Broeikaseffect Afvalsortering Kwaliteit van het leidingwater Dierenwelzijn
230 232 237 239 241
Leefloon OCMW Verenigingen Verkiezingen Dubbele nationaliteit
286 288 290 294 297
Nuttige adressen Federale overheidsdiensten Gewesten en Gemeenschappen Andere contacten
300 302 305
5
Gezondheid en sociale zekerheid
8
Moet ik een streng dieet volgen om gezond te leven? Hoe kan ik gezond eten? Waar moet ik op letten in de keuken?
Om van een goede gezondheid te genieten, moet je niet alleen gezond eten, maar ook voldoende bewegen. Eten en bewegen gaan samen. Een streng dieet is niet nodig. Dat leidt alleen tot een "jojo-effect": de kilo’s die je afgevallen bent, komen er even snel weer bij. Met dagelijkse lichaamsbeweging en een evenwichtige voeding bereik je een blijvend resultaat. In de keuken en aan tafel ben je de laatste verbruiker in de voedselketen. Enkele vuistregels zetten je op de goede weg. • Verbruik met lichaamsbeweging meer energie dan je aan voedsel inneemt. 30 minuten per dag voor volwassenen en 60 minuten voor kinderen en jongeren is aanbevolen. • Eet per dag ongeveer 400 gram groenten en fruit. Er bestaat een handige tip om zoveel mogelijk verschillende vitaminen en mineralen in te nemen: wissel dagelijks de kleuren van groenten en fruit af. Dat is prima voor je gezondheid en geeft bovendien variatie in je menu. • Verminder het gebruik van vet op je boterham of om eten te bereiden. Eet per dag niet meer dan 75 tot 100 gram vlees, vis, eieren of vervangproducten en niet meer dan 1 tot 2 sneden kaas. Drink niet meer dan 3 tot 4 glazen magere of halfvolle melk of sojaproducten. • Gebruik goede vetsoorten, zoals onverzadigde vetzuren (olijfolie, arachideolie), omega-6 (plantaardige olie, granen, noten) en omega-3 (koolzaad-, noten- en sojaolie, vette vis). • Geef de voorkeur aan koolhydraten en vezelrijke voeding, zoals gekookte aardappelen (3 tot 5 stuks), al dan niet volgranen pasta en rijst, bruin brood en granen. • Matig het verbruik van energierijke voedingswaren met toegevoegde suikers (gebak, zoetigheden, frisdrank, alcohol enz.).
Gezond eten • Gebruik niet te veel zout en vervang gewoon zout door zout waaraan jodium is toegevoegd. • Drink minstens 1,5 liter water per dag (water, koffie, thee, soep enz.). De voedingsmiddelentabel NUBEL is een handig hulpmiddel om de samenstelling van eetwaren te kennen. NUBEL geeft informatie over de calorieën, eiwitten, vetten, cholesterol, koolhydraten, suikers, vezels, mineralen en vitaminen in meer dan duizend voedingsmiddelen. Veilig en hygiënisch eten
Veilig en gezond eten begint bij de aankoop van je eetwaren. • Let op de houdbaarheidsdatum en controleer of de verpakking niet beschadigd is. • Koop diepvriesproducten op het einde van je aankopen. Neem bij warm weer een koelbox mee. Stop ze thuis onmiddellijk in de diepvriezer (-18 graden). Vries een ontdooid product niet opnieuw in. • Leg de andere eetwaren zo snel mogelijk in de koelkast (1 tot 5 graden). • Controleer regelmatig de temperatuur van je koelkast en diepvriezer.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Gezond eten
Voor de hygiëne in de keuken ben je zelf verantwoordelijk. • Spring met de bewaring en bereiding van voedingswaren heel voorzichtig om. • Was je handen regelmatig en houd keukengerei en werktafel proper. • Vervang de vaatdoek regelmatig of steek hem geregeld bij de kookwas. Hij is een bron van besmetting. • Houd warme gerechten op tafel warm met een schotelwarmer. • Koude gerechten laat je zo lang mogelijk in de koelkast staan. Een koud buffet duurt best niet langer dan een uur. • Restjes die je nog wilt gebruiken, zet je onmiddellijk in de koelkast. Verhit ze bij hergebruik zo hoog mogelijk. Koken is het beste. • Op picknick berg je de goed gekoelde eetwaren op in een koelbox. Leg de koelelementen bovenaan.
9
c o n t a c t en
Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan (NVGP) Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 97 97 •
[email protected] • www.health.fgov.be
m eer we t en
www.mijnvoedingsplan.be • www.nubel.com
Tabak en passief roken Tabaksrook hindert mij. Hoe kan ik mijn gezondheid beschermen? Is er controle op de naleving van de antitabakswet?
Als je als niet-roker op een plaats komt waar tabaksrook hangt, rook je een beetje mee, ook al wil je dat absoluut niet. Dat noemen we passief roken. Het is hinderlijk voor wie niet rookt. Passief roken is ook schadelijk voor je gezondheid, zelfs als er een ventilatiesysteem geïnstalleerd is. Tegen passief roken bestaan maar twee remedies: • vriendelijk vragen om te stoppen met roken, maar dat valt niet altijd in goede aarde; • weggaan, maar dat is niet altijd mogelijk en bovendien onrechtvaardig: je hebt recht op een rookvrije omgeving.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Gezond eten
Verhoogde strijd tegen het roken
De overheid verhoogt de strijd tegen actief en passief roken: • tabaksreclame en sponsoring van evenementen door tabaksproducenten zijn verboden; • op rookwaren moet een waarschuwing staan voor de schadelijke gevolgen van roken; • aan jongeren onder de 16 jaar mag men geen tabakswaren verkopen.
Op tal van plaatsen is een rookverbod van kracht: • in de stations en op de trein, op de luchthavens en in het vliegtuig mag je niet meer roken; • dat is ook het geval in alle openbare gebouwen en in alle lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, gaande van winkelgalerij tot kapsalon, van de open bar in een sporthal tot de terrasjes in winkelcentra; • er geldt een algemeen rookverbod op de werkvloer; • sinds 1 januari 2007 mag je in restaurants alleen nog roken in een kleine, goed afgeschermde rookkamer; • sinds 1 januari 2007 geldt er een algemeen rookverbod in de cafetaria’s en kantines van sportclubs en sporthallen.
10
11
Voor wie het roken toch niet kan laten, zijn er wettelijke normen vastgelegd voor het gehalte aan teer, nicotine en koolmonoxide (CO) in tabak. Controles
Op het terrein gaan controleurs na of de wet correct toegepast wordt. • Het rookverbod moet duidelijk aangegeven zijn aan de ingang van het gebouw of de toegankelijke openbare ruimte, zodat iedere bezoeker op de hoogte is. • Binnen moet men voldoende herinneren aan het rookverbod. • Asbakken zijn niet meer toegelaten in lokalen waar een rookverbod van kracht is. • De drankgelegenheden moeten de afgebakende zones voor rokers duidelijk aangeven en moeten de gevolgen van het roken maximaal beperken. • De inspecteurs gaan na of het verbod op tabaksreclame en sponsoring niet omzeild wordt. • Er zijn gerichte controles op het verbod van verkoop van rookwaren aan minzestienjarigen. Voor en na de schooluren vragen inspecteurs minzestienjarigen op een rustige manier waar zij hun rookwaren gekocht hebben. Ook jeugdwerkers zijn hierbij betrokken. De controles spitsen zich ook toe op krantenwinkels, snoepwinkels en jeugdcafés.
Tabak en passief roken c o n t a c t en
Klachten en informatie over het rookverbod op openbare plaatsen Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Tel. 02 524 74 50 •
[email protected] Rookverbod op de werkvloer Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Tel. 02 233 41 11 •
[email protected] Rookverbod op de trein Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Tel. 02 277 35 58 •
[email protected] Rookverbod in de horeca Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Tel. 0800 13 550 (gratis nummer) •
[email protected]
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Tabak en passief roken
m eer we t en www.favv.be • www.health.fgov.be • www.roken-horeca.be
Inbreuken
Op inbreuken staan straffen gaande van een verwittiging, een procesverbaal en boetes tot en met de inbeslagname van producten die niet aan de wet voldoen. Over het algemeen geldt de regel dat de werkgever, de uitbater en de klant verantwoordelijk zijn voor de naleving van de wet. Klachten over de naleving van het rookverbod kun je aan de bevoegde overheid melden.
12
13
Welke soorten griep bestaan er? Moet ik me laten vaccineren?
De gewone seizoensgriep is een menselijke ziekte die we met een vaccin kunnen voorkomen. Momenteel zijn er twee groepen van virussen in omloop: A en B. Alleen de virussen van groep A kunnen leiden tot een uitzonderlijk algemene griep of pandemie. De vogelgriep is een dierziekte. Deze ziekte treft vogels en vooral pluimvee. Op dit ogenblik zorgt het uiterst besmettelijke virus H5N1 voor grote sterfte onder de vogels. Mensen kunnen in uitzonderlijke gevallen ook vogelgriep oplopen. De pandemische griep is een bijzondere vorm van menselijke griep. Een heel agressief virus waartegen de mens niet bestand is, zorgt voor de verspreiding op wereldschaal. Daarom spreekt men van een pandemie. Deze vorm van griep gaat gemakkelijk over van mens op mens, met een groot aantal zieken en sterfgevallen tot gevolg. In de 20e eeuw waren er drie pandemieën: de Spaanse griep (1918), de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968). Seizoensgriep
De gewone seizoensgriep is een plotselinge ontsteking van de luchtwegen. Verschillende griepvirussen zijn hiervoor verantwoordelijk. Als er zich geen verwikkelingen voordoen, heb je bij een seizoensgriep meestal de volgende klachten: plotse koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en droge hoest. De hoest kan wekenlang aanhouden. De andere klachten verdwijnen meestal na 2 tot 7 dagen. Antibiotica genezen de griep niet en hebben geen enkel effect op de klachten. Er bestaat een vaccin tegen griep, maar men raadt alleen de volgende groepen van personen aan zich preventief te laten vaccineren:
14
Griep • Groep 1: alle personen ouder dan 65 jaar; alle personen die in een instelling opgenomen zijn; alle patiënten vanaf de leeftijd van 6 maanden die, al dan niet gestabiliseerd, lijden aan een onderliggende chronische aandoening van de longen, het hart, de lever en de nieren, alsook aan metabole aandoeningen of aan immuniteitsstoornissen (natuurlijk of geïnduceerd); kinderen tussen 6 maanden en 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie ondergaan. • Groep 2: alle personen die in de gezondheidssector werken en in rechtstreeks contact komen met personen van groep 1. • Groep 3: zwangere vrouwen die op het ogenblik van de vaccinatie in het tweede of derde trimester van hun zwangerschap zijn. • Groep 4: alle personen tussen 50 en 64 jaar, zelfs indien ze niet aan een risicoaandoening lijden, want er bestaat een kans van 1 op 3 op complicaties, vooral bij personen die roken, overmatig drinken en zwaarlijvig zijn. • Groep 5: beroepsfokkers van gevogelte en varkens, alsook familieleden die onder hetzelfde dak wonen en personen die door hun beroep dagelijks in contact komen met levend gevogelte en levende varkens.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Griep
Bij griep neem je best contact op met je huisarts. Hij zal je dan waarschijnlijk enkele dagen rust en, als hij dat nodig acht, eventueel virusremmers voorschijven. Vogelgriep
Vogelgriep of aviaire influenza is een dierziekte. Het virus van vogelgriep is sterk verwant aan het menselijke griepvirus influenza A. Wetenschappers vermoeden dat alle vogels gevoelig zijn voor de ziekte, maar dat vooral pluimvee (kippen, kalkoenen, fazanten, eenden, ganzen enz.) zeer vatbaar is. Pluimvee dat in gevangenschap leeft, loopt zelden vogelgriep op. Vogelgriep is momenteel een veterinair probleem. Daarom worden indien nodig maatregelen getroffen om pluimvee voor besmetting te behoeden: ophokplicht, verbod op wedstrijden en tentoonstellingen, inenting van dieren in dierenparken enz.
15
Azië wordt al jaren geteisterd door het vogelgriepvirus H5N1. Dat virus rukt geleidelijk op. Het heeft al mensen besmet die in nauw contact kwamen met pluimvee. Daardoor bestaat het gevaar dat er zich op die manier een nieuw virus ontwikkelt waartegen de mens geen weerstand heeft. Dat nieuwe virus zou kunnen leiden tot een pandemie. Daarom heeft de regering een Interministerieel Commissariaat Influenza opgericht. Dit commissariaat is belast met de coördinatie van alle acties van de bevoegde instanties van de Federale staat, de Gewesten en de Gemeenschappen. Als de vogelgriepepidemie ons land zou bereiken, zal deze dienst de beschermingsmaatregelen opdrijven.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 0800 99 777 (gratis nummer) • www.influenza.be m eer we t en www.antibiotics-info.be www.diplomatie.be www.ecdc.europa.eu (Europees Centrum voor Preventie en Beheersing van Ziekten) www.health.fgov.be www.iph.fgov.be (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) www.oie.int (Wereldorganisatie voor Diergezondheid) www.who.int (Wereldgezondheidsorganisatie) • "Vogelgriep in België: Wat dan?", 2006, 8 p., "Zeg niet zomaar griep tegen influenza! Alles wat u wilt weten over de seizoensgriep, vogelgriep en een eventuele grieppandemie", 2005, Interministerieel Commissariaat Influenza. Gratis folders te downloaden op www.influenza.be.
16
Verzekering medische verzorging Moet ik me aansluiten bij een ziekenfonds om terugbetaling van mijn medische kosten te genieten?
Je moet je bij een verzekeringsinstelling aansluiten om je kosten voor geneeskundige verzorging terugbetaald te krijgen. Je kunt je aansluiten bij een ziekenfonds of bij een openbare instelling, meer bepaald een gewestelijke dienst van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV). De HZIV geeft niet dezelfde dienstverlening als een ziekenfonds. De HZIV beperkt zich tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Rol van de verzekeringsinstellingen
De verzekeringsinstellingen betalen hun leden onder bepaalde voorwaarden een deel van hun medische kosten terug. Bovendien voorzien zij in tal van andere financiële tussenkomsten, zoals: • een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of invaliditeit door ziekte of door een ongeval in je privéleven; • een uitkering tijdens het moederschapsverlof; • een uitkering tijdens het vaderschapsverlof (verlengd in geval van langere ziekenhuisopname of overlijden van de moeder); • een uitkering tijdens het adoptieverlof; • een uitkering voor begrafeniskosten. Bij een arbeidsongeval of een beroepsziekte komen respectievelijk de verzekeringsmaatschappij van de werkgever en in sommige gevallen het Fonds voor Arbeidsongevallen of het Fonds voor Beroepsziekten tussen.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Griep
VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING
Dankzij de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, betaalt men je medische kosten geheel of gedeeltelijk terug: consultatie van een geneesheer, tandarts, kinesist, bevallingen, geneesmiddelen, opname in het ziekenhuis enz. Alles wat terugbetaald kan worden, is opgenomen in de lijst van medische zorgen die door de overheid erkend worden. Deze lijst heet "nomenclatuur". Elke medische verzorging heeft een eigen code. Die slaat op het honorarium dat de dokter of tandarts vraagt en op het bedrag dat het ziekenfonds terugbetaalt. Er bestaat ook zo’n lijst voor geneesmiddelen.
17
Medische honoraria
Sommige mensen genieten een verhoogde bescherming. Het gaat meer bepaald om personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, zoals weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen (die men vroeger afgekort WIGW’s noemde) en om personen die recht hebben op de maximumfactuur. De ziekenfondsen worden, wat de verplichte ziekteverzekering betreft, door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) gecontroleerd. Aanvullende verzekering en vrije verzekering
Met de aanvullende verzekering (die bij sommige ziekenfondsen verplicht is), krijg je medische zorgen die niet op de erkende lijst staan toch terugbetaald. Het gaat hier bijvoorbeeld over thuisopvang voor kleine kinderen, bijstand in het buitenland, thuiszorg, kosten voor tandpreventie (orthodontie), optiek (bril, contactlenzen) enz. Zelfstandigen
Sinds 1 januari 2008 dekt de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen de grote risico's (operatie, hospitalisatie enz.) en de kleine risico's (honorarium arts, tandarts, medicijnen afgeleverd zonder hospitalisatie enz.).
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. Fonds voor Arbeidsongevallen Troonstraat 100 • 1050 Brussel Tel. 02 506 84 11 • www.faofat.fgov.be Fonds voor Beroepsziekten Sterrenkundelaan 1 • 1210 Brussel Tel. 02 226 62 11 • www.fmp-fbz.fgov.be m eer we t en www.riziv.be • www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be www.mijnsocialezekerheid.be • www.hziv.be
18
Wat is het verschil tussen een huisarts en een specialist? Hebben ze verschillende tarieven?
In België zijn 30 medische specialisaties erkend, zoals onder meer cardiologie, pediatrie, gastro-enterologie, neurologie, psychiatrie enz. Men beschouwt de huisartsgeneeskunde als een volwaardige specialisatie. Categorieën van geneesheren
In elke specialisatie bestaan er verschillende categorieën van geneesheren, met verschillende honoraria. • Niet-erkende geneesheren kunnen slechts een beperkt aantal terugbetaalde prestaties verrichten. Zij hebben lagere honoraria. • Erkende geneesheren hebben hun opleiding voltooid en zijn door Volksgezondheid erkend. • Geaccrediteerde geneesheren volgen een voortgezette opleiding en mogen een hoger honorarium vragen. Het ziekenfonds betaalt dat supplement terug. • Geconventioneerde geneesheren gaan akkoord met de tarieven die het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) bepaalt. • Niet-geconventioneerde geneesheren passen een vrij tarief toe. Het ziekenfonds betaalt dat supplement op de officiële honoraria niet terug.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Verzekering medische verzorging
Honoraria
De honoraria verschillen volgens de specialisaties. Sinds 1 januari 2008 zijn de volgende tarieven van toepassing: • 18,39 euro voor de consultatie van een erkend huisarts, 21,53 euro voor een geaccrediteerd erkend huisarts; • 32,32 euro voor de consultatie van een geaccrediteerd pediater (kinderarts); • 21,53 euro voor de consultatie van een geaccrediteerd gynaecoloog; • 25,37 euro voor de consultatie van een geaccrediteerd dermatoloog.
19
Per specialisatie verschillen de honoraria ook nog eens volgens plaats en tijdstip. Ter informatie vind je hier de honoraria voor een erkend huisarts. • Consultatie in de praktijk Gewone uren: 18,39 euro. Zaterdag, zondag en feestdag, tussen 8 u en 21 u: 10,77 euro als supplement. ’s Nachts (tussen 21 u en 8 u): 21,54 euro als supplement. • Bezoek aan huis door de erkende huisarts In de loop van de dag: 32,32 euro. Tussen 18 u en 21 u (’s avonds): 42,99 euro. Tussen 21 u en 8 u (’s nachts): 74,34 euro. Tijdens het weekend en op feestdagen: 48,48 euro. De algemene regel is dat je een gespecialiseerd geneesheer raadpleegt, wanneer een gespecialiseerde techniek nodig is om een diagnose te stellen, bijvoorbeeld een gastroscopie voor hardnekkige maagpijn. Het is altijd aanbevolen om eerst je huisarts te raadplegen. Hij kan je op de juiste manier doorverwijzen naar een specialist, zodat je een overbodig onderzoek kunt vermijden. Voor algemene klachten en vage symptomen (lichte koorts, hoofdpijn, indigestie, keelpijn, verkoudheid enz.) ga naar je huisarts.
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. m eer we t en www.riziv.be • www.mijnsocialezekerheid.be www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be
20
Geconventioneerd geneesheer Wat is een geconventioneerd geneesheer? Heeft een niet-geconventioneerd geneesheer andere tarieven? Hoe weet ik of mijn geneesheer geconventioneerd is?
De artsenorganisaties en de ziekenfondsen sluiten, meestal voor een periode van twee jaar, een akkoord over de tarieven van de honoraria die de dokters mogen aanrekenen. Een geconventioneerd geneesheer verbindt zich ertoe dat akkoord te respecteren. Hij is dus niet vrij om eigen tarieven toe te passen. Het bedrag dat je ziekenfonds terugbetaalt voor medische zorgen blijft hetzelfde, ongeacht of je huisarts geconventioneerd is of niet. Dit betekent dat je het extra honorarium dat de niet-geconventioneerde geneesheer meestal aanrekent helemaal zelf moet betalen.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Medische honoraria
Elke dokter moet met een mededeling in de wachtzaal bekendmaken of hij al dan niet geconventioneerd is. Sommige dokters zijn volledig geconventioneerd. Andere maar gedeeltelijk: zij respecteren de vastgelegde tarieven op bepaalde dagen en bepaalde uren (bijvoorbeeld tijdens hun consultaties in het ziekenhuis), terwijl zij op andere momenten het bedrag van hun honorarium vrij bepalen (bijvoorbeeld bij consultaties thuis).
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. m eer we t en www.riziv.be • www.mijnsocialezekerheid.be www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be
21
Ik ga naar de dokter en naar de apotheker. Meestal wordt slechts een deel van mijn kosten terugbetaald. Waarom?
Alleen de medische zorgen die vermeld zijn op de lijst van erkende prestaties, die men de "nomenclatuur" noemt, komen in aanmerking voor terugbetaling. Het bedrag van die terugbetaling verschilt naargelang van de aard van de zorgverlening en de situatie van wie er recht op heeft. Voorbeelden: • als je recht hebt op gewone terugbetaling, trek je ongeveer 65 tot 70% terug van het honorarium voor de consultatie van een erkend en geconventioneerd huisarts die van je gezondheidstoestand geen algemeen medisch dossier bijhoudt. Als je recht hebt op de verhoogde tegemoetkoming is dat 90%. Als de huisarts je doorverwijst naar een specialist (17 verschillende specialismen, waaronder kindergeneeskunde) en je hebt een globaal medisch dossier, dan betaal je minder remgeld: 2 euro minder als je recht hebt op een verhoogde tegemoetkoming en 5 euro minder voor de andere verzekerden. Elk kalenderjaar heb je wel maar recht op 1 keer remgeldvermindering per specialisme; • van de consultatie van een geconventioneerd kinderarts trek je 60% terug als je er gewoon recht op hebt. Als je recht hebt op de verhoogde tegemoetkoming trek je 85% terug, en moet je zelf ongeveer 2,50 euro betalen (het "remgeld"). Remgeld en regeling van de derdebetaler
In de terugbetaling van de medische zorgen bestaan twee systemen: • de algemene regel is terugbetaling van de medische kosten nadat je die betaald hebt. Je betaalt de zorgverlener die je hebt gekozen. De zorgverlener geeft je een attest waarop de medische prestatie vermeld staat. Dat attest geef je vervolgens aan je ziekenfonds voor de terugbetaling van je kosten. Meestal trek je maar een deel terug. Het deel dat je zelf moet betalen, noemt men het remgeld; • naast het systeem van de terugbetaling achteraf, bestaat de rege-
22
Terugbetaling medische kosten ling van de derdebetaler. Deze regeling is verplicht in de ziekenhuizen. Het ziekenhuis stuurt je wel een factuur op met de totale kostprijs van de medische zorgen, maar je moet de hele som niet betalen. Als patiënt betaal je slechts het bedrag van het remgeld (persoonlijke bijdrage), vermeerderd met eventuele supplementen. Het ziekenhuis stuurt ook een factuur naar je ziekenfonds. Dat betaalt de rest van de factuur aan het ziekenhuis. Iemand anders – een derde – betaalt dus de rest van de factuur. Dat is de regeling van de derdebetaler. De regeling van de derdebetaler bestaat ook in de sector van de verzorging buiten de verzorgingsinstellingen, met name de ambulante zorgen. Dat kan enkel onder bepaalde voorwaarden en voor bepaalde bevolkingscategorieën. Voor geneesmiddelen is het systeem tamelijk vergelijkbaar. Er bestaat een lijst van geneesmiddelen die de ziekteverzekering gedeeltelijk terugbetaalt. Als je geneesheer je een terugbetaalbaar geneesmiddel voorschrijft, dan betaal je bij de apotheker slechts een deel van de totale prijs. Dat is het remgeld (persoonlijke bijdrage). Je moet wel je SIS-kaart bij je hebben om te bewijzen dat je in regel bent met de ziekteverzekering.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Terugbetaling medische kosten
Indien je buiten de Europese Economische Ruimte (Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen) en buiten Zwitserland werkt of dat van plan bent, dan kun je je aansluiten bij de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) en onder meer recht verkrijgen op de terugbetaling van medische kosten in België en in het buitenland.
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) Louizalaan 194 • 1050 Brussel Tel. 02 642 05 11 •
[email protected] • www.dosz.be m eer we t en www.riziv.be • www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be www.caami.be • www.hziv.be
23
Mijn financiële middelen zijn beperkt. Daarom vallen medische uitgaven me erg zwaar. Kan ik speciale hulp krijgen?
Sommige groepen van mensen krijgen een grotere financiële tegemoetkoming in het kader van de verzekering voor medische zorgen. Het gaat over personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. Zij kunnen onder andere rekenen op: • een verhoogde terugbetaling voor verzorging en geneesmiddelen; • een meer voordelige regeling voor de voorschotten en persoonlijke bijdragen die ze bij opname in het ziekenhuis moeten betalen.
•
•
Hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming
• Weduwen/weduwnaars, invaliden, gepensioneerden en wezen (dit is de groep die men vroeger de WIGW’s noemde en nu OMNIO) en de werklozen van 50 jaar en ouder die al minstens een jaar volledig werkloos zijn. Het inkomen van deze personen moet op 1 september 2008 lager zijn dan 14.624,70 euro per jaar, verhoogd met 2.707,42 euro per persoon ten laste. (Om het jaarlijks belastbaar gezinsinkomen te bepalen, houdt men rekening met alle belastbare inkomsten waarover het "verhoogde tegemoetkomingsgezin" beschikt en die je moet aangeven aan de belastingen, voor iedere aftrek die deze administratie toekent.) • Kinderen die getroffen zijn door een fysieke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66% zonder voorwaarde over de hoogte van het inkomen. • Personen die recht hebben op: - een gedeeltelijk of volledig leefloon van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) of gelijkwaardige steun ontvangen ofwel gedurende een ononderbroken periode van 3 maanden, ofwel gedurende 6 maanden binnen een referentieperiode van 12 opeenvolgende kalendermaanden;
24
Verhoogde tegemoetkoming en OMNIO-statuut
- het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, inkomensgarantie voor ouderen; - één van de uitkeringen voor personen met een handicap, zoals vervangingsinkomen, integratietoelage, uitkeringen voor bejaarden. Deze rechthebbenden moeten aan geen enkele inkomensvoorwaarde voldoen omdat de steun die zij genieten (leefloon, gewaarborgd inkomen voor bejaarden en uitkeringen voor gehandicapten) al is toegekend na een onderzoek van hun inkomsten. Ze moeten hierover dus ook geen verklaring op erewoord meer indienen bij hun ziekenfonds. De huwelijkspartner of samenlevende partner van voornoemde rechthebbenden en de personen die ten laste zijn van die rechthebbenden of hun echtgenoten of samenlevende partners. Personen uit gezinnen met een moeilijke financiële situatie die het OMNIO-statuut gekregen hebben. OMNIO is enkel op aanvraag toegekend aan arbeiders, bedienden, zelfstandigen, werklozen of zieken met een moeilijke financiële gezinssituatie. Het gezin bestaat uit één of meerdere personen die officieel op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn, al dan niet met familieband. Het betreft het gezin zoals het is samengesteld en geregistreerd bij het rijksregister op 1 januari van het jaar van de aanvraag. De inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de toekenning van het OMNIO-statuut zijn de bruto belastbare inkomens van het jaar vóór deze van de aanvraag. De jaarlijkse bruto belastbare inkomens van een alleenstaande of van het gezin moeten, voor het jaar 2007, lager zijn dan 13.543,71 euro (voor de aanvragen ingediend in 2008). Dat bedrag verhoogt met 2.507,30 euro per gezinslid, ander dan de aanvrager. Elk jaar is er een herziening van de gezinssituatie.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Verhoogde tegemoetkoming en OMNIO-statuut
Formaliteiten
• Je kunt het OMNIO-statuut enkel aanvragen via je mutualiteit. Je moet een dossier samenstellen met een verklaring op erewoord over je inkomen met daaraan toegevoegd alle financiële bewijsstukken (loonbriefjes, fiscale fiches enz.) • De rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming die onderworpen zijn aan de inkomensvoorwaarde moeten een verklaring op ere-
25
Maximumfactuur
woord met betrekking tot hun inkomen doen en hun meest recente aanslagbiljet van de belastingen naar hun ziekenfonds opsturen. • Gepensioneerden moeten het assignatiestrookje of het rekeninguittreksel van hun bank- of postrekening (of een kopie ervan) met het bedrag van hun pensioen leveren. • De volledig werklozen van 50 jaar en ouder moeten een verklaring op erewoord geven en hun meest recente aanslagbiljet toevoegen. Duur van de verhoogde tegemoetkoming
Voor weduwen/weduwnaars, invaliden, gepensioneerden en wezen, en volledig werklozen van 50 jaar en ouder: vanaf de dag waarop je je verklaring op erewoord indient bij je ziekenfonds tot 31 december van het 3 e jaar dat erop volgt. Heb je recht op het leefloon, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of uitkeringen voor gehandicapten: tot 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin je dit recht op verhoogde tegemoetkoming verkreeg. Voor de personen die het OMNIO-statuut genieten: vanaf de eerste dag van het trimester dat volgt op datgene waarin de verklaring op erewoord werd ingediend tot 31 december van het jaar dat volgt op dat van de aanvraag.
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. m eer we t en www.riziv.be • www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be www.health.fgov.be • www.mijnsocialezekerheid.be • www.hziv.be
26
Ik lijd aan een ernstige, langdurige of chronische ziekte. Mijn medische kosten lopen hoog op. Wie gaat dat betalen?
Dankzij je verzekering voor medische kosten betaalt je ziekenfonds een groot deel van je kosten terug. Bij een ernstige, langdurige of chronische ziekte kan het gedeelte dat je zelf moet betalen (= persoonlijke bijdrage of remgeld) toch nog vrij hoog oplopen. Hiervoor bestaat een oplossing, namelijk de maximumfactuur (MAF). Met de MAF krijgt elk "gezin" de garantie dat het niet meer dan het vastgelegde grensbedrag moet uitgeven voor zijn medische kosten. ("Gezin" betekent zowel alleenstaanden als verscheidene mensen die normaal onder hetzelfde dak samenwonen.) Dat grensbedrag hangt onder meer af van je inkomen. De MAF geeft de meest kwetsbare patiënten een betere bescherming. Dat geldt vooral voor mensen met een beperkt inkomen en voor chronisch zieken, voor wie de medische kosten soms heel hoog oplopen.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Verhoogde tegemoetkoming en OMNIO-statuut
Het grensbedrag van de MAF hangt af van de sociale categorie waartoe je behoort of van je gezinsinkomen. Zodra je persoonlijke bijdrage (het remgeld) voor bepaalde medische zorgen gedurende een kalenderjaar het grensbedrag bereikt, is er gedurende de rest van het jaar een terugbetaling tegen 100%. Soorten maximumfactuur
• Sociale MAF Deze geldt voor de leden van een gezin zodra de kosten voor geneeskundige verzorging een totaal van 450 euro per jaar bereiken, ongeacht het inkomen van het gezin. De sociale categorieën die dit kunnen genieten zijn: - diegenen die een verhoogde tegemoetkoming krijgen; - diegenen die een tegemoetkoming voor gehandicapten ontvangen (behalve de voorziene uitzonderingen).
27
• De inkomens-MAF (bedragen voor 2008) Deze geldt voor: - alle leden van een gezin met een netto jaarinkomen tussen 0 en 15.420,19 euro; het totale remgeld dat dit gezin moet betalen, mag niet hoger zijn dan 450 euro; - alle leden van een gezin met een netto jaarinkomen tussen 15.420,20 en 23.705,66 euro; het totale remgeld van het gezin mag niet hoger zijn dan 650 euro; - alle leden van een gezin met een netto jaarinkomen tussen 23.705,67 en 31.991,15 euro; het totale remgeld van het gezin mag niet hoger zijn dan 1.000 euro; - alle leden van een gezin met een netto jaarinkomen tussen 31.991,16 en 39.931,39 euro; het totale remgeld van het gezin mag niet hoger zijn dan 1.400 euro; - alle leden van een gezin met een netto jaarinkomen vanaf 39.931,40 euro; het totale remgeld van het gezin mag niet hoger zijn dan 1.800 euro. • Individuele MAF Er bestaat een speciale regeling voor kinderen onder de 19 jaar van wie de gezondheidstoestand hoge medische kosten meebrengt. Als het remgeld oploopt tot 650 euro, kunnen deze kinderen individueel in aanmerking komen voor een maximumfactuur, ongeacht de inkomsten van het gezin.
Maximumfactuur • de persoonlijke bijdrage voor endoscopisch en viscerosynthesemateriaal. De bescherming die de maximumfactuur biedt, zal men geleidelijk uitbreiden tot andere medische zorgen. Terugbetaling
Je ziekenfonds betaalt je automatisch terug zodra je remgeld het grensbedrag overschrijdt.
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds. m eer we t en www.riziv.be • www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be www.health.fgov.be • www.mijnsocialezekerheid.be • www.hziv.be
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Maximumfactuur
De medische zorgen waarover het gaat:
De maximumfactuur heeft betrekking op het remgeld voor bijvoorbeeld de volgende medische zorgen: • de kosten van raadplegingen en bezoeken van geneesheren, tandartsen enz.; • de kosten van technische prestaties (bijvoorbeeld medische beeldvorming, chirurgische ingrepen, technische onderzoeken, laboratoriumonderzoeken); • noodzakelijke geneesmiddelen, zoals de farmaceutische specialiteiten van categorieën A, B en C, alsook de magistrale bereidingen; • hospitalisatiekosten, meer bepaald het persoonlijke aandeel in de dagprijs voor hospitalisatie; bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis zijn deze hospitalisatiekosten echter beperkt tot het eerste jaar;
28
29
Wanneer mag ik het Europees noodnummer 112 bellen? Welke informatie moet ik geven? Welke zijn de andere nooddiensten?
In elk land van de Europese Unie kun je het nummer 112 bellen. Dat is het Europees noodnummer. Het is gratis en je kunt het gebruiken bij medische spoedgevallen, ongeval, agressie, brand enz. Elk land antwoordt in de eigen landstaal/landstalen. Doorgaans kunnen de operatoren die je oproep ontvangen ook in het Engels antwoorden. België heeft het "Agentschap 112" opgericht, dat al operationeel is in Gent, Bergen, Antwerpen en Luik. Dat agentschap ontvangt de oproepen en schakelt ze, naargelang de aard van de noodsituatie, door naar de medische hulpdienst, politie of brandweer. dringende medische hulpverlening
Geef aan de telefoon de volgende informatie door: • je naam; • het telefoonnummer waarop men je kan bereiken; • het adres waarnaar de hulpdiensten zich moeten begeven; • de aard en de omstandigheden van het voorval, ongeval of ziekte; • de samenhangende risico’s zoals brand, chemisch product, drukke verkeersweg, instorting enz.; • het aantal slachtoffers; • de ernst van de feiten; • de eerste maatregelen die werden getroffen. Luister naar de raadgevingen en wacht op de instructies van de hulpverleners alvorens het telefoongesprek te beëindigen. Keer indien mogelijk naar de plaats van het ongeval terug tot de hulpdiensten er zijn. Met bepaalde aanbevelingen kun je vermijden dat de gezondheidstoestand van het slachtoffer achteruitgaat en kun je de overlevingskansen vergroten. De aard van de situatie bepaalt welke hulpdiensten ter plaatse worden gestuurd: ziekenwagen, MUG (Mobiele Urgentie Groep, bestaande uit een urgentiearts en een urgentieverpleegkundige) of huisarts. De operator
30
Noodoproepen van de telefooncentrale kan ook een paramedisch interventieteam sturen, partners van de gezondheidsketen, zoals het Rode Kruis, een directeur van de medische hulpdiensten of een helikopter (deze ingreep wordt gesubsidieerd door de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu). enkel echte noodgevallen
Als je de hulpdiensten zonder geldige reden opbelt, verstoor je ernstig de werking ervan en belet je de hulpverlening aan diegenen die het echt nodig hebben. Voor kleine ongevallen of voor ziekten die geen dringende tussenkomst vereisen en die de huisarts gemakkelijk kan behandelen, is het niet wenselijk dat je het nummer 112 belt of je onmiddellijk naar het ziekenhuis begeeft. Wanneer op het scherm van je gsm het bericht "netwerk niet beschikbaar – alleen noodnummer" verschijnt, wil dit zeggen dat er storingen zijn op de gsm-netwerken en dat enkel noodoproepen mogelijk zijn. Dat betekent zeker niet dat je het nummer 112 moet bellen als je gsm niet werkt!
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Noodoproepen
Alle noodnummers zijn, onder meer doordat ze gratis zijn, regelmatig het doelwit van grapjassen. Deze personen stellen zich bloot aan gerechtelijke vervolging.
c o n t a c t en
Enkel voor noodgevallen Medische spoeddienst en brandweer • Tel. 100 en 112 Politie • Tel. 101 en 112 Antigifcentrum • Tel. 070 245 245 Tele-Onthaal • Tel. 106 Kinder- en Jongerentelefoon • Tel. 102 Europees Centrum voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen • Tel. 110 m eer we t en www.sos112.be
31
Heb ik een medisch dossier? Wie heeft dat in zijn bezit? Kan ik het raadplegen? Kan men het aan anderen overdragen?
Bij elk bezoek aan een dokter ontstaat er normaal gezien een medisch dossier. Als je een specialist raadpleegt, ontstaat er een gedeeltelijk dossier (bv. een gynaecologisch dossier). De huisarts beheert en bewaart je medisch dossier. Globaal medisch dossier
Sinds mei 2002 kun je – ongeacht je leeftijd – aan om het even welke erkende huisarts vragen een globaal medisch dossier (GMD) te openen. De voordelen van het globaal medisch dossier
• Je kunt bij je ziekenfonds een korting van 30% krijgen op het bedrag dat je zelf moet betalen (= remgeld) voor je consultaties bij je huisarts en bij huisbezoeken. • Je huisarts houdt alle informatie over je gezondheid bij. Door deze centralisering van gegevens kan hij je als patiënt beter opvolgen en overbodige onderzoeken vermijden.
De kosten voor opening en beheer van een globaal medisch dossier bedragen 25,67 euro per jaar (op 01/01/2008). Het ziekenfonds betaalt deze kosten volledig terug.
Medisch dossier Raadpleging en overdracht
Je hebt het recht je medisch dossier te raadplegen en een kopie ervan te vragen tegen kostprijs. Maar je hebt geen toegang tot de persoonlijke notities van je huisarts en evenmin tot de gegevens over andere personen. Als je je gegevens toch wilt kennen, kun je schriftelijk een vertrouwenspersoon aanwijzen die je medisch dossier samen met jou – of in jouw plaats – mag raadplegen. Als je van huisarts verandert, kun je de overdracht van je medisch dossier vragen. De artsen wisselen onder elkaar het medisch dossier geheel of gedeeltelijk uit om de continuïteit van je behandeling te garanderen. De dokter is verplicht om aan andere professionele zorgverleners alle informatie te geven die nuttig en nodig is voor een volledige diagnose of voor de voortzetting van een behandeling. Hij moet daarbij wel het medisch geheim respecteren.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Medisch dossier
c o n t a c t en
Neem contact op met je ziekenfonds of met je huisarts. m eer we t en www.riziv.be • www.socialsecurity.be • www.socialsecurity.fgov.be www.health.fgov.be • www.mijnsocialezekerheid.be • www.hziv.be
Verlenging van het globaal medisch dossier
Je moet je globaal medisch dossier elk jaar laten verlengen door een erkende huisarts, anders verlies je de voordelen die eraan verbonden zijn. Dat kun je doen naar aanleiding van een raadpleging of een huisbezoek. Ook de ziekenfondsen kunnen onder bepaalde voorwaarden het globaal medisch dossier verlengen.
32
33
Kan men na mijn overlijden organen of weefsels wegnemen? Hoe kan ik orgaandonor worden?
De wet laat het wegnemen of transplanteren van organen na je overlijden toe, behalve als je bij leven uitdrukkelijk hebt laten weten dat je dat niet wenst of als onmiddellijke familie in de eerste graad (kinderen, ouders en/of echtgenoot) zich ertegen verzet. Dokters kunnen organen of weefsels wegnemen voor een transplantatie bij om het even welke persoon, Belg of buitenlander, die ingeschreven is in de bevolkingsregisters of sinds 6 maanden in het vreemdelingenregister.
Orgaandonatie
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel - 1D01D Tel. 02 524 85 44 •
[email protected] • www.beldonor.be m eer we t en www.health.fgov.be • "Kan jij een stukje missen?", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2005 Gratis folder te downloaden op www.beldonor.be.
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Orgaandonatie
Als je niet wilt dat dokters na je overlijden organen of weefsels wegnemen, moet je een formulier invullen dat je bij de gemeente kunt krijgen. Dit geldt ook voor jongeren onder de 18 jaar. Je kunt ook vooraf de toelating geven dat men je organen of weefsels mag gebruiken. Ook dat doe je met een formulier dat je bij de gemeente kunt krijgen. Samengevat: • als je officieel hebt laten weten dat je geen organen wilt afstaan, moeten de dokters die wens respecteren. Zij mogen geen organen of weefsels wegnemen; • als je je officieel als donor hebt opgegeven, respecteren de dokters ook die wens. Zij kunnen organen of weefsels wegnemen; • als je niets hebt laten weten, vragen de dokters de mening van je naaste familie. Als je geen familie hebt en als er geen officiële verklaring bestaat, is het wegnemen van organen en weefsels door de wet toegelaten.
34
35
Ik ben niet tevreden over de kwaliteit van de zorgen die ik heb ontvangen en kan er niet over praten met de persoon die mij heeft verzorgd. Bij wie kan ik terecht?
Als je vindt dat een beoefenaar van de geneeskunde je recht op kwaliteit, je waardigheid of je privacy niet heeft gerespecteerd, kun je aankloppen bij een ombudsdienst. Bij het indienen van je klacht mag een vertrouwenspersoon je begeleiden. Ook in de volgende gevallen kun je een beroep doen op een ombudsdienst: als je vindt dat je niet of onvoldoende geïnformeerd bent over je gezondheidstoestand of over de voorgestelde medische ingreep; als je geen inzage krijgt in je medisch dossier of er geen kopie van krijgt; als men je recht op vrije keuze van een zorgverlener niet respecteert enz. De ombudsdienst voor de rechten van de patiënt moet je helpen om het contact met de zorgverlener tegen wie je een klacht hebt ingediend, te herstellen en een dialoog te beginnen. Hij probeert te verzoenen en je probleem op te lossen. De ombudsdienst informeert je ook over andere mogelijkheden om je klacht te behandelen, bijvoorbeeld via de Orde van Geneesheren, de provinciale medische commissies, het ziekenfonds, de rechtbank enz. De ombudsdienst stelt elk jaar een rapport op over het aantal en de soorten klachten die hij heeft behandeld. Hij geeft aanbevelingen om bepaalde problemen te voorkomen. Een klacht indienen
Je kunt schriftelijk of mondeling een klacht indienen bij de ombudsdienst. Bij welke ombudsdienst je precies moet aankloppen, hangt af van de zorgverlener tegen wie je een klacht wilt indienen. • Klachten over een zorgverlener die in een ziekenhuis werkt: neem contact op met de ombudsdienst van het ziekenhuis. Je kunt de naam en de gegevens van de dienst in het ziekenhuis zelf krijgen of aanvragen bij de federale ombudsdienst "Rechten van de patiënt".
36
Patiëntenbemiddeling Als je klachten hebt over een zorgverlener in een psychiatrisch ziekenhuis of in een psychiatrisch verzorgingstehuis, kan de instelling je doorverwijzen naar de ombudspersoon van het overlegplatform geestelijke gezondheidszorg van je streek. • Klachten tegen een zorgverlener die niet in een ziekenhuis werkt (bijvoorbeeld een huisarts, een specialist met een privépraktijk, een zelfstandige verpleegster, een tandarts, een kinesist enz.): in dat geval neem je contact op met de federale ombudsdienst "Rechten van de patiënt".
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale ombudsdienst "Rechten van de patiënt" Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Nederlandstalige ombudsdienst: Sylvie Gryson Tel. 02 524 85 20 •
[email protected]
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
G e z o ndh e id e n s o c i a l e z e k e r h e id
Patiëntenbemiddeling
m eer we t en • "Wet Rechten van de patiënt – Een uitnodiging tot dialoog", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2007, 24 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Legal Management Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel
[email protected] • www.patientrights.be
37
Werkgelegenheid en arbeid
Ik ben student en ik wil wat geld verdienen. Vanaf welke leeftijd en onder welke voorwaarden mag ik werken als werknemer?
Je mag als jobstudent werken als je minstens 15 jaar bent en in feite niet meer onderworpen bent aan de voltijdse schoolplicht. Je moet ofwel voltijds onderwijs, ofwel deeltijds onderwijs volgen. In geval van deeltijds onderwijs gelden er wel andere voorwaarden. Contract en arbeidsreglement
Je moet met de werkgever een schriftelijke overeenkomst van bepaalde duur sluiten. Deze specifieke arbeidsovereenkomst noemt men een "overeenkomst voor tewerkstelling van studenten". Die moet ondertekend zijn bij de aanvang van je job en je moet er een kopie van krijgen. Op de eerste werkdag moet je ook een kopie van het arbeidsreglement krijgen. Dat bevat onder meer de arbeidsvoorwaarden in het bedrijf. Arbeidsduur
Het contract en het arbeidsreglement moeten duidelijk de arbeidsduur vermelden. De normale arbeidsduur bedraagt maximaal 8 uur per dag en gemiddeld 38 uur per week. Voor sommige sectoren, zoals de horeca, bestaan er afwijkingen. Ben je nog geen 18 jaar, dan mag je niet langer werken dan 8 uur per dag en mag je (op enkele afwijkingen na) geen overuren maken. Je mag niet langer dan 4.30 uur werken zonder pauze. Loon
De arbeidsovereenkomst moet het overeengekomen loon vermelden. Je hebt recht op het minimumloon (barema) dat vastligt voor de sector waarin je werkt. Veiligheid en gezondheid
Wanneer je begint te werken, moet je informatie en advies krijgen over je werk en de mogelijke risico’s, over het gebruik van machines, de werkkledij, de organisatie van de eerste hulp enz. Bepaalde gevaarlijke en ongezonde werkzaamheden zijn verboden voor studenten.
40
Jobstudent
Kinderbijslag en sociale zekerheid
Om vrijgesteld te zijn van sociale zekerheidsbijdragen (behalve de solidariteitsbijdrage), mag je maximum 23 dagen werken tijdens de zomervakantie (juli, augustus en september), en maximum 23 dagen tijdens de rest van het jaar. Je moet werken met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. De solidariteitsbijdrage bedraagt 7,5% gedurende het 3e kwartaal, waarvan 5% ten laste valt van de werkgever en 2,5% ten laste valt van de jobstudent. Voor de 1e, 2e en 4e kwartalen bedraagt de solidariteitsbijdrage 12,5%, waarvan 8% ten laste valt van de werkgever en 4,5% ten laste valt van de jobstudent. Je behoudt je recht op kinderbijslag wanneer je tijdens de zomervakantie werkt, en wanneer je tijdens de rest van het jaar niet meer dan 240 uur per trimester werkt. Tot 31 augustus van het jaar waarin je 18 wordt, geldt die voorwaarde niet.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Jobstudent
Fiscaliteit
Werken als jobstudent kan een weerslag hebben op de fiscale toestand van je ouders als je nog thuis woont. Je blijft ten laste van je ouders als je netto-inkomen niet hoger is dan (bedragen voor het aanslagjaar 2009, inkomsten 2008): • 2.700 euro indien men de ouders fiscaal als echtgenoten beschouwt; • 3.910 euro indien men de ouders fiscaal als alleenstaanden beschouwt. Je moet als jobstudent geen belastingen betalen als je netto-inkomen voor het aanslagjaar 2009 niet hoger is dan 6.150 euro. Je bent in elk geval verplicht een belastingaangifte in te vullen, ongeacht het bedrag van je inkomen. c o n t a c t en
Voor informatie over je loon, je contract en de arbeidsduur Contacteer de Gewestelijke directie van het Toezicht op de Sociale Wetten die bevoegd is voor de werkgever. (Zie Nuttige adressen.)
41
Voor informatie over veiligheid en gezondheid Contacteer de Gewestelijke directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor de werkgever. (Zie Nuttige adressen.) Voor informatie over een studentenjob Contacteer de gewestelijke werkgelegenheidskantoren. (Zie Nuttige adressen.) Voor informatie over de sociale zekerheid Contacteer het Gewestelijke bureau van de Sociale Inspectie ofwel de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, of de Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid. (Zie Nuttige adressen.) Voor informatie over de fiscale gevolgen van studentenarbeid Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 m eer we t en www.werk.belgie.be • www.mijnsocialezekerheid.be www.socialsecurity.fgov.be • www.socialsecurity.be • www.vdab.be www.leforem.be • www.actiris.be • "Wegwijs in… de studentenarbeid", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 75 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected] • www.werk.belgie.be • "Studentenarbeid", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 8 p. Gratis folder te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
42
Eerste job Ik zoek een eerste job. Wat moet ik allemaal doen? Bestaan er instanties die mij helpen een job te vinden?
Om je zoektocht naar werk goed te beginnen, is het best dat je je als werkzoekende inschrijft bij de VDAB in het Vlaams Gewest, Actiris in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, FOREM in het Waals Gewest en het Arbeitsamt voor de Duitstalige Gemeenschap. Deze inschrijving is gratis, geeft je de mogelijkheid jezelf aan te bieden op de arbeidsmarkt en verleent je de mogelijkheid om bij het zoeken naar werk steun en opleiding te genieten. De inschrijving is verplicht om je sociale rechten veilig te stellen (werkloosheid, gezondheidszorg, kinderbijslag enz.). Om de ziekte- en invaliditeitsverzekering te blijven genieten, moet je je aansluiten bij een ziekenfonds of bij een gewestelijke dienst van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Jobstudent
Als je als ingeschreven werkzoekende jonger bent dan 26, kun je een startbaankaart aanvragen bij het werkloosheidsbureau van de RVA. Een startbaankaart is een belangrijke troef bij je zoektocht naar werk, aangezien je op die manier mogelijke werkgevers duidelijk kunt maken dat je voldoet aan de voorwaarden voor een startbaanovereenkomst. Als je zoektocht naar werk langer duurt, heb je na afloop van een wachttijd recht op een wachtuitkering. Voorwaarde is wel dat je bepaalde studies of opleidingen hebt voleindigd. De wachttijd bedraagt 155 dagen voor wie jonger dan 18 jaar is, 233 dagen voor jongeren tussen 18 en 26 jaar en 310 dagen voor jongeren van 26 tot 30 jaar. Je moet de wachtuitkering aanvragen na het verstrijken van de wachttijd en vóór de leeftijd van 30 jaar. De aanvraag richt je tot een instelling die de werkloosheidsuitkering uitbetaalt.
43
c o n t a c t en
Voor meer informatie over inschrijving als werkzoekende en over het zoeken naar werk kun je terecht bij de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling. (Zie Nuttige adressen.) m eer we t en www.werk.belgie.be • www.rva.be • www.mijnsocialezekerheid.be • "Wegwijs in… de eerste job", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 96 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected]
Tewerkstellingsmaatregelen Ik zoek werk. Hoe kan ik voordeel halen uit tewerkstellingsmaatregelen? Ik wil voor de eerste maal een werknemer aanwerven. Welke maatregelen kunnen mij helpen?
Wanneer je werk zoekt, kun je mogelijke werkgevers erop wijzen dat je voldoet aan de voorwaarden van bepaalde tewerkstellingsmaatregelen. De bekendste maatregelen zijn het Activaplan en de startbaanovereenkomst. Het Activaplan vergemakkelijkt de aanwerving van langdurig werkzoekenden. Als je aan de voorwaarden voldoet, krijg je in het kader van het Activaplan een arbeidskaart. Als je met deze kaart bij een werkgever solliciteert, weet deze onmiddellijk dat hij een vermindering van de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid en eventueel ook van een werkuitkering kan genieten. Je moet de arbeidskaart aanvragen bij het plaatselijke werkloosheidsbureau. Je kunt het formulier (C63 arbeidskaart) daar verkrijgen of downloaden van de site van de RVA. De RVA gaat na of je tot de doelgroep behoort. Als dat het geval is, krijg je de kaart.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Eerste job
De federale tewerkstellingsmaatregelen bestaan algemeen genomen uit een vermindering van sociale bijdragen waardoor de loonlasten dalen. Zo wil men werkgevers aanzetten om werknemers aan te werven. Een werkgever kan de vermindering van sociale bijdragen combineren met een "doelgroepvermindering". Een werkgever die voor de eerste maal personeel aanwerft, krijgt met de doelgroepvermindering "eerste aanwervingen" een steun in de rug. Hij krijgt tevens een tegemoetkoming in de aansluitingskosten bij een sociaal secretariaat. Een werkgever die een jongere in dienst neemt, moet minder loonlasten dragen dankzij de doelgroepvermindering "jonge werknemers". Andere doelgroepverminderingen hebben betrekking op oudere werknemers, langdurig werkzoekenden, werknemers die het slachtoffer zijn van herstructurering of die te maken hebben met een collectieve arbeidsduurvermindering.
44
45
PWA-contract
Zit je al een tijd zonder werk en wil je op een legale manier actief blijven, dan kun je werken met een PWA-contract. PWA staat voor "Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap". Dat is een vereniging zonder winstoogmerk die de PWA-contracten van de werklozen beheert. Met dat contract kun je belastingvrij 4,10 euro per gepresteerd uur verdienen bovenop je werkloosheidsuitkering, die je blijft ontvangen. Burgers kunnen op het PWA een beroep doen om tegen bezoldiging werkzaamheden door langdurig werklozen te laten uitvoeren: klein onderhoud van tuinen, opvang of begeleiding van kinderen, zieken, ouderen of personen met een handicap, administratief werk enz. Met een PWA-contract werk je onder het gezag van een PWA. Dat werk moet je in België presteren en mag, behalve uitzonderingen, niet langer duren dan 45 uur per maand. Contract met dienstencheques
In principe kan een erkende onderneming iedereen als werknemer aanwerven in het kader van de dienstencheques. Je moet niet als werkzoekende ingeschreven zijn of een werkloosheidsuitkering ontvangen. Je mag taken uitvoeren die tot het domein van de huishoudhulp behoren: kuisen, vensters poetsen, de was doen, strijken, boodschappen doen, koken enz. Een contract met dienstencheques verleent je dezelfde rechten als een gewone arbeidsovereenkomst: je wordt volgens wettelijke barema’s betaald, je hebt recht op betaald verlof, bij ziekte geniet je het gewaarborgd loon, je arbeidsdagen tellen mee voor je pensioen. Als je een werkloosheidsuitkering, een leefloon of een andere maatschappelijke financiële hulp genoot alvorens in het kader van dienstencheques aan de slag te gaan, kun je onder bepaalde voorwaarden een deel van deze uitkering blijven trekken. Opleiding tot een zelfstandige activiteit
Als je als zelfstandige wilt werken, kun je een middenstandsopleiding volgen en tegelijk, dankzij een vrijstelling, een werkloosheidsuitkering blijven trekken. Na je middenstandsopleiding kun je, mits een toelating, je werkloosheidsuitkering blijven trekken tijdens de periode van voorbereiding op je zelfstandige activiteit.
46
Tewerkstellingsmaatregelen c o n t a c t en
Voor informatie over de tewerkstellingsmaatregelen Werkzoekenden richten zich tot hun gewestelijke dienst voor arbeidsvoorziening of tot de plaatselijke werkloosheidsbureaus van de RVA. (Zie Nuttige adressen.) Werkgevers richten zich tot het bevoegde gewestelijke kantoor van de RSZ (zie lijst op www.rsz.fgov.be). Voor informatie over het contract met dienstencheques Richt je tot de bevoegde Gewestelijke directie van het Toezicht op de Sociale Wetten (zie Nuttige adressen). Voor informatie over het PWA-contract Richt je tot het PWA van je gemeente.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Tewerkstellingsmaatregelen
m eer we t en www.rva.be • www.werk.belgie.be • www.socialsecurity.be www.aandeslag.be • www.vdab.be (Vlaanderen) www.actiris.be (Brussel) • www.leforem.be (Wallonië) • "Wegwijs in… de overstap van werkzoekende naar zelfstandige", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 52 p. • "Wegwijs in… werken in het stelsel van de dienstencheques", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 39 p. Gratis brochures te downloaden of te bestellen: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel tel. 02 233 42 11 •
[email protected]
47
Ik ben het slachtoffer van discriminatie wegens mijn nationaliteit, mijn huidskleur, mijn geslacht, mijn burgerlijke staat, mijn seksuele geaardheid, mijn politieke of religieuze overtuiging, mijn leeftijd, mijn handicap, … Kan ik klacht indienen? Waar kan ik terecht? Je hebt een job niet gekregen omdat je van vreemde afkomst bent. Je hebt een handicap en je werkgever weigert je werkpost aan te passen. Je werkgever ontslaat je omdat je seropositief bent. Al deze gedragingen zijn verboden. Op het vlak van de arbeidsbetrekkingen in de ruimste zin, is het verboden iemand te discrimineren. Dat geldt zowel in de openbare als in de privésector. De wet geldt voor alle stadia van de arbeidsloopbaan, van selectie en aanwerving tot loonvoorwaarden, promotie en ontslag. Er is sprake van discriminatie indien een verschil in behandeling niet objectief en redelijk gerechtvaardigd is en gebaseerd is op geslacht, ras, kleur, afkomst, nationaliteit, etnische afkomst, seksuele geaardheid, religieuze of politieke overtuiging, gezondheid, handicap enz. Discriminatie kan direct of indirect zijn. Ook aanzetten tot discriminerend gedrag wordt beschouwd als discriminatie. Op het vlak van de werkgelegenheid kan een werkgever een verschil in behandeling slechts rechtvaardigen als het om doorslaggevende arbeidsvoorwaarden gaat met betrekking tot de aard van het werk of de manier waarop men het werk moet verrichten. Bescherming van de werknemer
Als je het slachtoffer bent van discriminatie moet je niet vrezen voor je beroepsleven wanneer je deze situatie ter sprake durft brengen. Je bent immers tegen ontslag beschermd. Je werkgever mag de arbeidsverhouding niet beëindigen of de arbeidsvoorwaarden niet eenzijdig wijzigen als je een gegronde klacht hebt ingediend bij de Arbeidsinspectie of als je een rechtsvordering hebt ingesteld. Je werkgever kan dat wel om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan de rechtsvordering.
48
Discriminatie en diversiteit Mogelijke rechtsmiddelen
Je kunt je als werknemer rechtstreeks richten tot het Toezicht op de Sociale Wetten. De inspecteurs kunnen een verzoeningsprocedure opstarten om een einde te maken aan de discriminatie. Indien de werkgever dit weigert, kunnen de inspecteurs in ernstige en overduidelijke gevallen een proces-verbaal opstellen. Ze kunnen ook een rapport van de feiten opmaken dat de arbeidsrechtbank kan opvragen. Het Centrum voor Gelijke kansen en Racismebestrijding staat ten dienste van slachtoffers of getuigen van racistische handelingen of discriminatie. Een team van specialisten kan je informeren, de situaties die je voorlegt analyseren, je oriënteren naar de bevoegde diensten, je klacht ontvangen, bemiddeling voorstellen of, naargelang het geval, samen met jou overwegen om naar de rechtbank te stappen. De bemiddeling of verzoening is bedoeld om een dialoog op gang te brengen met de andere partij om tot een minnelijke schikking te komen. De gerechtelijke weg is immers niet altijd de beste oplossing.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Discriminatie en diversiteit
Bevordering van de diversiteit op het werk
Discriminatie is slecht voor de goede werking van ondernemingen. Ze komt vaak voort uit vooroordelen en stereotypen. Om deze te bestrijden en discriminatie te voorkomen, opteren meer en meer werkgevers voor een personeelsbeleid (human resources) dat zo goed mogelijk een afspiegeling is van de diversiteit in de samenleving. Deze diversiteitplannen bevatten meerdere aspecten en kunnen verschillende vormen aannemen: maatregelen rond aanwerving en selectie, voorschriften voor goede praktijken, charters, informatiebrochures, acties naar klanten enz.
c o n t a c t en
Voor informatie of een klacht over discriminatie op de arbeidsmarkt Neem contact op met de Gewestelijke directie van het Toezicht op de Sociale Wetten bevoegd voor je werknemer. (Zie Nuttige adressen.)
49
Centrum voor Gelijke kansen en Racismebestrijding Koningsstraat 138 • 1000 Brussel Tel. 02 212 30 00 • 0800 12 800 (gratis nummer) (klachten en adressen van de gedecentraliseerde diensten)
[email protected] • www.diversiteit.be (mogelijkheid om je klacht online in te dienen) Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 40 15 •
[email protected] www.igvm.fgov.be Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Kleurrijk Ondernemen Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 43 85 • www.werk.belgie.be
Welzijn op het werk Hoe mijn gezondheid en veiligheid op het werk beschermen? Wat als ik gepest word? Wat moet ik doen? Bij wie kan ik terecht?
Welzijn op het werk omvat zowel de veiligheid op het werk, de bescherming van de gezondheid van de werknemer, de psychosociale belasting (stress, pesterijen), de hygiëne van de werkplek, de ergonomie en verfraaiing van de werkruimte. Elke werkgever moet het welzijn binnen zijn bedrijf bevorderen met risicopreventie, beperking of opheffing van gevaren, collectieve en individuele beschermingsmaatregelen, opleiding en informatie aan de werknemers enz. Om mogelijke risico’s voor de werknemers op te sporen, moet de werkgever een interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk inschakelen. Deze dienst heeft als opdracht de risico’s te evalueren en het medisch toezicht op de werknemers te organiseren.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Discriminatie en diversiteit
Voor elk probleem in verband met gezondheid, veiligheid en welzijn op je werkplek, kun je rechtstreeks contact opnemen met de preventieadviseurs van de Dienst voor preventie en bescherming op het werk van je onderneming. Wanneer het probleem aanhoudt, kun je een beroep doen op de Gewestelijke directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk bevoegd voor je werkgever. Pesterij en geweld op het werk
Pesterij op het werk omvat meerdere handelwijzen die tot doel of gevolg hebben (naargelang er intentie was of niet) de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer aan te tasten, zijn of haar baan in gevaar te brengen of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving te creëren. Om als pesterij beschouwd te worden, moeten deze handelwijzen (gelijksoortige of verschillende) onrechtmatig zijn en zich gedurende een bepaalde tijd voordoen. Ze uiten zich onder meer in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften.
50
51
Welzijn op het werk
Ongewenst seksueel gedrag op het werk slaat op alle vormen van ongewenst gedrag van seksuele aard die tot doel of gevolg hebben afbreuk te doen aan de waardigheid van een persoon, of een intimiderende, vijandelijke, vernederende of beledigende omgeving te scheppen. Ongewenst seksueel gedrag kan zich op verschillende manieren uiten, zowel fysiek als verbaal (aanstaren, lonken, wellustige blikken, dubbelzinnige insinuaties, tonen van pornografische foto’s, aanrakingen, slagen of verwondingen, verkrachting enz.). Geweld op het werk is een situatie waarin een persoon psychisch of fysiek lastiggevallen, bedreigd of aangevallen wordt. Geweld op het werk uit zich in fysiek geweld (slagen of bedreigingen, maar bijvoorbeeld ook een gewapende aanval) en verbaal geweld (beledigen, uitschelden, pesten enz.). Als je meent dat je het slachtoffer bent van geweld, pesterij of ongewenst seksueel gedrag, heb je de keuze tussen 3 mogelijkheden. • Je kunt een beroep doen op de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur gespecialiseerd in psychosociale aspecten van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van jouw bedrijf. Die zal naar je luisteren en je adviseren. Met jouw toestemming kan die persoon op informele wijze een oplossing zoeken via een tussenkomst bij een lid van de hiërarchie of via een verzoening met de persoon in kwestie. Als die tussenkomst of die verzoening mislukt, kun je een gemotiveerde klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur. Die brengt de werkgever op de hoogte, onderzoekt de klacht en stelt in een verslag aan je werkgever maatregelen voor. Je kunt ook rechtstreeks naar je werkgever of naar een lid van de directie stappen. • Wanneer je de Gewestelijke directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor je bedrijf rechtstreeks aanspreekt, zal deze je eerst verwijzen naar de preventieadviseur of de vertrouwenspersoon. De Gewestelijke directie komt over het algemeen tussen na de interventie van de preventieadviseur. Deze dienst kan de werkgever maatregelen opleggen wanneer de feiten voortduren, ofwel omdat hij nog geen maatregelen genomen heeft nadat de preventieadviseur het verslag heeft ingediend, ofwel omdat deze maatregelen niet afdoende waren.
52
• Je kunt ook een gerechtelijke procedure beginnen voor de bevoegde rechtbank. Dit kan een burgerlijke of een strafrechtelijke procedure zijn. Wanneer je hiervoor opteert zonder de interne procedure te volgen, kan de arbeidsrechtbank je terugverwijzen en het onderzoek van de zaak opschorten in afwachting van de resultaten van de interne procedure. Je kunt ook contact opnemen met je vakbond of met bepaalde verenigingen die onder bepaalde voorwaarden in jouw naam een gerechtelijke procedure kunnen starten.
c o n t a c t en
Voor alle informatie over welzijn, pesterijen, geweld of ongewenst seksueel gedrag op het werk kun je terecht bij de Gewestelijke directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor je werkgever. (De lijst vind je in het hoofdstuk Nuttige adressen.)
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Welzijn op het werk
m eer we t en www.werk.belgie.be • Over alle aspecten van het welzijn op het werk zijn er bij de Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg verschillende brochures beschikbaar. Gratis brochures te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected] • www.werk.belgie.be
53
Op welk loon heb ik recht? Wanneer moet het betaald worden? Hoe bereken ik het nettoloon op basis van een bepaald brutoloon? Op hoeveel vakantiedagen heb ik elk jaar recht? Hoe bereken ik mijn vakantiegeld? In ons land worden de lonen in de privésector niet wettelijk vastgelegd, maar meestal afgesproken in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De collectieve arbeidsovereenkomsten zijn akkoorden tussen vakbonden en werkgevers. Dat kan gebeuren op het niveau van je bedrijf of op het niveau van de sector waarin je werkt (in het bevoegde paritair comité). Elke cao bepaalt het basisbarema, de voorwaarden voor loonindexering en de eventuele voordelen zoals de eindejaarspremie, maaltijdcheques, premies voor ploegenwerk, nachtwerk, weekendwerk enz. Het vakantiegeld valt daarentegen onder een andere specifieke wetgeving. Netto- en brutoloon
Je arbeidscontract vermeldt een brutoloon. Van dat bedrag moet je de afhoudingen aftrekken om tot het nettoloon te komen dat je werkelijk ontvangt (in baar geld of op een bank- of postrekening). De twee belangrijkste afhoudingen zijn: • de sociale bijdrage (die geïnd worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid – RSZ) maakt de betaling mogelijk van vervangingsuitkeringen (pensioenen, werkloosheidsuitkeringen enz.) en aanvullende uitkeringen (kinderbijslag, terugbetaling van gezondheidszorgen enz.). In de privésector maken de sociale bijdragen 13,07% uit van het brutoloon; • de bedrijfsvoorheffing is het deel van je personenbelasting dat men "aan de bron" afhoudt door het maandelijks van je loon af te trekken. Deze afhouding hangt af van je belastbaar brutoloon (= brutoloon vermeld in de arbeidsovereenkomst min de sociale bijdragen), de samenstelling van je gezin en van andere regels.
54
Loon en vakantiegeld Gewaarborgd minimumloon
Als er voor het bedrijf geen barema voor het loon bestaat, heb je recht op het gewaarborgd minimumloon. Dat is in een interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd. Jongeren onder 21 jaar hebben slechts recht op een verminderd wettelijk loon. Het (bruto) gewaarborgd minimumloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder die voltijds tewerkgesteld zijn, bedraagt 1.387,49 euro (op 1 oktober 2008). Jaarlijkse vakantie en vakantiegeld
In de privésector is je vakantie gekoppeld aan het aantal dagen dat je het jaar voordien gepresteerd hebt. Sommige afwezigheden, zoals ziektedagen, worden gelijkgesteld met effectieve prestaties. Als je een volledig jaar hebt gewerkt, heb je het jaar nadien recht op 20 dagen vakantie in het stelsel van de vijfdagenweek en op 24 vakantiedagen in het stelsel van de zesdagenweek. Je vakantiedagen geven ook recht op vakantiegeld. • Arbeider of niet-zelfstandige kunstenaar. Je krijgt je vakantiegeld van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) of van een vakantiekas. Het brutobedrag komt overeen met 15,38% van het loon dat je het jaar voordien hebt gekregen, verhoogd tot 108%. Het vakantiegeld krijg je in principe in de maand waarin je de hoofdvakantie neemt en ten vroegste op 2 mei. • Bediende. De werkgever betaalt je vakantiegeld uit. Het bestaat uit twee delen: bij het loon dat je normaal gezien zou verdienen tijdens de duur van je vakantie, krijg je een supplement per gepresteerde of gelijkgestelde maand van het jaar voordien. Dat supplement is gelijk aan een twaalfde van 92% van het brutoloon van de maand waarin je vakantie begint.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Loon en vakantiegeld
In de openbare sector varieert het aantal vakantiedagen waarop je recht hebt en het bedrag aan vakantiegeld naargelang van de instelling waar je werkt. e-government
Als je een arbeider bent in de privésector of een kunstenaar, dan kan de beveiligde toepassing "Mijn vakantierekening" (op de site van de RJV) je veel informatie verschaffen, zoals je persoonlijke gegevens, een simu-
55
latie (bedrag, duur, datum van de betaling), al uitgekeerde bedragen en eventuele inhoudingen door schuldeisers. Sinds april 2008 is de toepassing "Mijn vakantierekening" uitgebreid. Je kunt ook zelf bepaalde gegevens inbrengen of wijzigen (de taal, het financieel rekeningnummer en een ander dan je officieel correspondentieadres). Vrije beschikking, betaling en discriminaties
Je beschikt vrij over je loon. De werkgever mag deze vrijheid op geen enkele manier beperken. De werkgever moet het loon van bedienden minstens één keer per maand uitbetalen, dat van arbeiders 2 keer per maand. Algemeen geldt de regel dat het loon ten laatste 4 werkdagen na de gepresteerde periode betaald moet zijn, behalve indien een collectieve arbeidsovereenkomst of een arbeidsreglement een andere termijn bepaalt (met een maximum van 7 werkdagen). Elke loondiscriminatie, onder meer op grond van het geslacht, is onwettelijk. Als dergelijke discriminaties zich voordoen en blijven bestaan, stelt je werkgever zich bloot aan sancties.
c o n t a c t en
Voor informatie over lonen en vastgestelde barema’s, over inbreuken op de uitbetaling van het loon of loondiscriminatie, neem je contact op met de Gewestelijke directie van het Toezicht op de Sociale Wetten die bevoegd is voor je werkgever. (Zie Nuttige adressen.) Informatie over de bedrijfsvoorheffing kun je verkrijgen op het plaatselijke belastingskantoor of bij de Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57
56
Loon en vakantiegeld Voor informatie over vakantie en vakantiegeld van de arbeiders en de niet-zelfstandige kunstenaars Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) Elyzeese Veldenstraat 12 1050 Brussel • Tel. 02 627 97 60
[email protected] • www.rjv.be Voor informatie over vakantie en vakantiegeld van de bedienden Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid DG Sociaal Beleid - Domein Regelgeving Dienst - Jaarlijkse Vakantie Victor Hortaplein 40 bus 20 • 1060 Brussel Tel. 02 528 63 97 •
[email protected] • www.socialsecurity.fgov.be
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Loon en vakantiegeld
Voor informatie over jeugd- en seniorenvakantie kun je contact opnemen met het werkloosheidsbureau van de RVA in je gemeente. (Zie Nuttige adressen.) Wie buiten de Europese Unie of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland werkt of gewerkt heeft en bijdragen heeft betaald Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) Louizalaan 194 • 1050 Brussel Tel. 02 642 05 11 •
[email protected] • www.dosz.be m eer we t en www.werk.belgie.be • www.socialsecurity.be www.mijnsocialezekerheid.be • "De jaarlijkse vakantie van de werknemers", RJV, 2008, 136 p. Deze brochure is gratis. Bestellen bij de RJV of downloaden van de site www.rjv.fgov.be
57
Ik wil zelfstandige worden en mogelijk mijn eigen bedrijf oprichten. Aan welke voorwaarden moet ik voldoen en welke stappen moet ik zetten?
Rosetta-plan voor zelfstandigen
Het Rosetta-plan voor zelfstandigen wil jongeren onder de 30 jaar aanmoedigen om zich als zelfstandige te vestigen of een eigen bedrijf op te richten. Zij kunnen begeleiding en een lening met voorkeurtarief krijgen. Dekking van de sociale zekerheid
Een zelfstandige oefent een beroepsactiviteit uit zonder aan een baas gebonden te zijn. De meest uiteenlopende beroepen en activiteiten komen voor, van handelaars, winkeliers en vrije beroepen (advocaten, architecten, apothekers, dokters enz.) tot vaklieden, landbouwers, veetelers enz. Je moet 18 jaar zijn om je als zelfstandige te kunnen vestigen. Alleen vaklieden vormen hierop een uitzondering: zij kunnen vanaf 16 jaar zelfstandige worden als hun ouders of voogd daarmee akkoord gaan. Verplichte stappen
Je moet de volgende stappen zetten om zelfstandige te worden: • een rekening openen. Je moet bij de bank een zichtrekening openen die alleen voor je beroepsactiviteiten dient; • je inschrijven bij een erkend ondernemingsloket. Om een commerciële of ambachtelijke activiteit uit te oefenen, moet je eerst ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. Deze inschrijving gebeurt bij een erkend ondernemingsloket. Vergeet hierbij de documenten niet die je nodig hebt om je activiteit uit te oefenen: basiskennis bedrijfsbeheer en beroepsbekwaamheid voor de gereglementeerde beroepen, vergunningen, toelatingen enz.; • je melden bij de btw-administratie. Na je inschrijving stap je naar de controledienst van de btw om je beroepsactiviteit te melden en om na te gaan of die al dan niet aan btw onderworpen is. De bevoegde controledienst is die van je woonplaats (voor natuurlijke personen) of van de administratieve hoofdzetel van je bedrijf (voor rechtspersonen). Het ondernemingsloket kan tegen betaling in jouw plaats contact opnemen met de btw-administratie.
58
Zelfstandige worden en een bedrijf starten
Je moet je binnen de 90 dagen na de start van je activiteiten aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. De aansluiting geldt zowel voor zelfstandigen in hoofdberoep als in bijberoep. Je betaalt een voorlopige bijdrage tot het einde van het derde volledige kalenderjaar van je activiteiten. Zodra je inkomsten voor deze jaren bekend zijn, wordt deze bijdrage geregulariseerd. Vanaf het vierde jaar worden de bijdragen definitief berekend op basis van de reële beroepsinkomsten als zelfstandige tijdens het derde voorafgaande jaar van je activiteiten.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Zelfstandige worden en een bedrijf starten
Als zelfstandige moet je ook aangesloten zijn bij een ziekenfonds of bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering zodat je verzekerd bent voor medische zorgen. Deze verplichte verzekering dekt sinds 1 januari 2008 zowel de grote risico’s (operaties, ziekenhuisopname enz.), als de kleine risico’s (dokter, tandarts, geneesmiddelen enz.). Deze verzekering is in de sociale bijdragen inbegrepen. De aansluiting en de betaling van de bijdrage geven in hoofdzaak recht op kinderbijslag en geboortepremie, uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid of invaliditeit, moederschapverzekering en moederschaphulp, rust- en overlevingspensioen, geneeskundige verzorging en sociale verzekering bij faillissement.
59
c o n t a c t en
Voor algemene informatie over het statuut van zelfstandige, de toegangsvoorwaarden tot het beroep en de te zetten stappen Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 • 1210 Brussel Contactcenter Tel. 0800 12 033 (gratis nummer) •
[email protected] economie.fgov.be (hier vind je ook de lijst van de erkende ondernemingsloketten) Voor informatie over het sociaal statuut van de zelfstandigen Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid Directie-generaal Zelfstandigen Victor Hortaplein 40 bus 20 • 1060 Brussel Tel. 02 528 64 50 •
[email protected] www.socialsecurity.fgov.be • www.socialsecurity.be www.mijnsocialezekerheid.be Voor informatie over financiële steun aan zelfstandigen en het "Rosettaplan voor zelfstandigen" Participatiefonds de Lignestraat 1 • 1000 Brussel Tel. 02 210 87 87 •
[email protected] • www.fonds.org m eer we t en • "Zich vestigen als zelfstandige", Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2007, 36 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Bibliotheek Queteletfonds Vooruitgangstraat 50 • 1210 Brussel Tel. 02 277 55 55 •
[email protected] • economie.fgov.be
60
Zelfstandige worden en een bedrijf starten • "Het sociaal statuut van de zelfstandige: uw rechten en plichten", RSVZ, 2008, 35 p. Gratis brochure te bestellen bij het RSVZ (zie Nuttige adressen) of te downloaden van www.rsvz-inasti.fgov.be. • "Wegwijs in… de overstap van werkzoekende naar zelfstandige", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 52 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected] • www.werk.belgie.be
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Zelfstandige worden en een bedrijf starten
• "Vademecum van de onderneming", Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. De nieuwe uitgave verschijnt in 2009. Je kunt het vademecum downloaden van economie.fgov.be. • BEST-inventaris, nov. 2004. Brochure te bestellen of te downloaden: Secretariaat van de Interministeriële Economische Commissie Bureau van de voorzitter - Cel Internationale Coördinatie Vooruitgangstraat 50 • 1210 Brussel Tel. 02 277 79 58 •
[email protected] • economie.fgov.be
61
Ik wil ambtenaar worden. Wat moet ik doen?
Een ambtenaar is in de ruime zin van het woord iemand die in de openbare sector werkt. Die sector bestaat uit: • de federale overheid; • de administratie van de Gemeenschappen en de Gewesten; • de administratie van de provincies en de gemeenten (met inbegrip van de OCMW’s); • speciale korpsen zoals het leger, het Rekenhof, de rechterlijke macht enz. Niet alleen elke Belg, maar ook elke burger van een lidstaat van de Europese Unie of van de Zwitserse Bondsstaat kan in de Belgische administratie een statutaire betrekking krijgen als die persoon voldoet aan de vereisten van de functie (opleidingsniveau, ervaring enz.). Ook contractuele betrekkingen staan open voor iedereen, ongeacht de nationaliteit. Voor sommige betrekkingen (die te maken hebben met de uitoefening van de openbare macht, de bescherming van het algemeen staatsbelang enz.) moet men echter wel de Belgische nationaliteit hebben. De volgende regels gelden voor de federale overheid. Voor de andere overheidsdiensten kunnen de regels voor de aanwerving en het verloop van de carrière variëren. Statutairen en contractuelen
Je kunt bij de overheid werken als vast benoemde statutaire ambtenaar. De arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd in een geheel van reglementen: het statuut. Je kunt bij de overheid ook voor een bepaalde of onbepaalde tijd als contractueel medewerker aan de slag. Je krijgt hetzelfde loon als een statutaire ambtenaar, maar je carrièremogelijkheden zijn beperkt.
62
Ambtenaar Rekrutering
De rekruteringswijze verschilt naargelang van statutaire of contractuele aanwervingen. • Voor de statutaire functies bestaat de rekruteringsprocedure meestal uit een combinatie van tests en interviews. Die procedure is in handen van Selor, het selectiebureau van de federale overheid. • Voor contractuele functies is de selectieprocedure meestal sneller en korter. Vaak gaat het slechts om een test of een interview, waarvoor overleg wordt gepleegd met Selor. Vereiste diploma’s
De functies zijn in vier niveaus verdeeld. • Niveau A: universitair of hoger onderwijs van het lange type. • Niveau B: hoger onderwijs van het korte type. • Niveau C: hoger secundair onderwijs. • Niveau D: geen diplomavereisten.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Ambtenaar
c o n t a c t en
Selor (selectiebureau van de federale overheid) Bischoffsheimlaan 15 • 1000 Brussel Tel. 0800 50 554 (gratis infolijn) • www.selor.be Algemene informatie over de werkvoorwaarden bij de federale overheid: Federale overheidsdienst Personeel en Organisatie Wetstraat 51 • 1040 Brussel Tel. 02 790 58 00 •
[email protected] www.fedweb.belgium.be m eer we t en • "Werken bij de federale overheid", Federale overheidsdienst Personeel en Organisatie, 2008, 21 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Personeel en Organisatie www.fedweb.belgium.be
63
Ik ben einde loopbaan en wil mijn arbeidsduur verminderen. Wat moet ik doen? Ik ben ontslagen. Heb ik recht op brugpensioen? Wat met outplacement? Zijn er maatregelen die mij als ‘oudere’ werkloze kunnen helpen bij mijn zoektocht naar werk? Als je 50 jaar of ouder bent en aan bepaalde voorwaarden voldoet, kun je met een aanvraag voor tijdskrediet (1/5 of halftijds) je arbeidsduur verminderen. Je kunt deze regeling laten verlengen tot je met pensioen gaat. De RVA kent je tijdens de periode van tijdskrediet een onderbrekingsuitkering toe. Als je arbeidsprestaties teruggebracht zijn tot een halftijdse betrekking, kun je een vergoeding ontvangen als mentor bij het vormen of begeleiden van nieuwe werknemers. Bij een conventioneel halftijds brugpensioen kun je als oudere werknemer halftijds werken. Je geniet dan een inkomen dat de helft bedraagt van het inkomen uit een voltijds brugpensioen en een voltijdse arbeidsregeling. Het conventioneel halftijds brugpensioen kun je enkel krijgen als dat voorzien is in een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op sectoraal niveau of binnen de onderneming. Om halftijds brugpensioen te kunnen genieten, moet je aan bepaalde anciënniteitsvoorwaarden voldoen en recht hebben op werkloosheidsuitkering. Er moet een individuele overeenkomst met de werkgever ondertekend worden. Bij het conventioneel brugpensioen krijg je als ontslagen oudere werknemer, naast de gewone werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding ten laste van je werkgever. Het conventioneel brugpensioen is geen vervroegd pensioen. Een bruggepensioneerde werd ontslagen en ontvangt een werkloosheidsuitkering. Wie met vervroegd pensioen is, heeft dit pensioen zelf aangevraagd en ontvangt een pensioenuitkering. In principe kun je vanaf 60 jaar conventioneel brugpensioen genieten. In sommige sectoren of in bedrijven in moeilijkheden of her-
64
Einde van de loopbaan structurering kan men de minimumleeftijd voor het verkrijgen van het brugpensioen verlagen. Dit hangt af van je beroepsverleden. Wanneer je ontslagen wordt en minstens 45 jaar bent, heb je recht op outplacement. Onder outplacement verstaat men een geheel van begeleidende diensten en adviezen om je in staat te stellen binnen een zo kort mogelijke termijn werk te vinden. Je werkgever draagt deze kosten en is verplicht je in te lichten over dit recht. Je moet deze procedure ook zelf uitdrukkelijk vragen, anders heb je geen recht op werkloosheidsuitkering. Om werkgevers ertoe aan te zetten oudere werknemers (vanaf 50 jaar) in dienst te houden, bestaat er een vermindering van patronale bijdragen voor de sociale zekerheid.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Einde van de loopbaan
Als je 45 jaar of ouder bent en minstens zes van de negen afgelopen maanden werkzoekende was, kan het Activaplan je helpen werk te vinden. Werkgevers die je aanwerven, kunnen een vermindering krijgen van patronale bijdragen voor de sociale zekerheid. Als je aan de voorwaarden voldoet, krijg je een arbeidskaart. Als je daarmee solliciteert, weet de werkgever zeker dat je aan de voorwaarden voldoet die hem toelaten de vermindering van patronale bijdragen te genieten. Je kunt je arbeidskaart aanvragen op het plaatselijke werkloosheidsbureau of via de website van de RVA. Na controle of je tot de doelgroep behoort, krijg je de arbeidskaart. Indien je werkloos bent, ouder dan 50 jaar en terug begint te werken (als werknemer of als zelfstandige), kun je onder bepaalde omstandigheden bovenop je salaris een werkhervattingtoeslag ontvangen, betaald door de RVA.
65
Opzegging en ontslag
c o n t a c t en
Voor informatie over tijdskrediet, conventioneel brugpensioen, halftijds brugpensioen en outplacement Richt je tot de Gewestelijke directies van het Toezicht op de Sociale Wetten bevoegd voor je werkgever of tot het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA. (Zie Nuttige adressen.) Voor informatie over het Activaplan en de werkhervattingtoeslag Richt je tot het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA. (Zie Nuttige adressen.) Voor informatie over de vermindering van sociale bijdragen Indien je werkgever bent, richt je je tot het bevoegde Gewestelijke bureau van de RSZ (zie www.rsz.fgov.be). m eer we t en www.werk.belgie.be • www.aandeslag.be • www.rva.be www.rsz.fgov.be
Ik ben zopas ontslagen. Welke rechten heb ik? Welke stappen moet ik ondernemen? Bij wie kan ik terecht?
Bij een ontslag is het belangrijk te weten of dit gebeurde wegens een ernstige fout of om een andere reden. Je situatie verschilt naargelang van het geval. Motieven voor ontslag
Bij een ontslag wegens dringende reden verbreekt je werkgever je arbeidsovereenkomst zonder opzegging en zonder vergoeding. Een dringende reden roept men in na een voorval dat elke verdere professionele samenwerking tussen je werkgever en jou onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. Als je werkgever een dringende reden inroept, moet hij de oorzaak ervan bewijzen.
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Einde van de loopbaan
Als je om een gewone reden ontslagen bent en tewerkgesteld was met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, heb je recht op een opzegtermijn en in voorkomend geval op een compenserende opzegvergoeding als je werkgever de opzegtermijn niet respecteert. In elk geval moet de opzegging bij aangetekende brief of bij gerechtsdeurwaardersexploot gebeuren en moet zij het begin en de duur van de opzegtermijn vermelden. Opzegtermijn
De wettelijke opzegtermijn is voor arbeiders en bedienden verschillend en hangt ook af van je anciënniteit en je loon, en of je ontslag gekregen hebt dan wel zelf ontslag neemt. De opzegtermijn voor arbeiders begint vanaf de maandag die volgt op de week waarin de opzegging werd meegedeeld. De opzegtermijn voor bedienden begint vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens welke de opzegging werd meegedeeld. Tijdens de opzegtermijn mag je met behoud van loon afwezig blijven om ander werk te zoeken. Het maakt daarbij niet uit of je ontslag gekregen
66
67
hebt of dat je zelf ontslag neemt. Je mag een werkdag per week afwezig blijven, al dan niet verdeeld over 2 halve dagen. Schadevergoeding
Als je werkgever je contract verbreekt zonder ernstige reden, zonder opzegtermijn of met een te korte opzegtermijn, moet hij je een schadevergoeding betalen. Die is gelijk aan het loon voor de duur van de opzegtermijn waarop je recht hebt. Bij een te korte opzegtermijn is de schadevergoeding gelijk aan het verschil tussen de gekregen opzegtermijn en die waarop je recht hebt. Bij een bedrijfssluiting kun je onder bepaalde voorwaarden een sluitingsof overbruggingsvergoeding krijgen. Er is sprake van een bedrijfssluiting bij de definitieve stopzetting van de hoofdactiviteit van het bedrijf, de sluiting van een volledige afdeling of de daling van het aantal werknemers tot minder dan 1/4 van het jaar voordien. Een verhuizing van de exploitatiezetel, fusie, verkoop of herstructurering van het bedrijf kan men ook gelijkstellen met een bedrijfssluiting.
Opzegging en ontslag Voor informatie over de schadevergoeding bij bedrijfssluiting Fonds Sluiting van Ondernemingen Keizerslaan 7 • 1000 Brussel Tel. 02 513 77 56 •
[email protected] • www.rva.be m eer we t en www.werk.belgie.be • "Wegwijs in… de arbeidsovereenkomst", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2007, 92 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected] • www.werk.belgie.be
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
W e r k g e l e g e nh e id e n a r b e id
Opzegging en ontslag
SOCIALE DOCUMENTEN
Bij het einde van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever je enkele belangrijke documenten overhandigen (de belastingsfiche, de afrekening van de laatste betalingen, het vakantieattest voor de bedienden enz.). Het C4-werkloosheidsattest is ook een van deze documenten. Het stelt je in staat werkloosheidsuitkeringen aan te vragen als je intussen nog geen ander werk gevonden hebt.
c o n t a c t en
Voor informatie over de reglementering voor opzeg en ontslag kun je terecht bij de Gewestelijke directie van het Toezicht op de Sociale Wetten die bevoegd is voor je werkgever. (Zie Nuttige adressen.)
68
69
Huisvesting
Ik wil een woning huren. Welke huurcontracten zijn mogelijk? Wat zijn de opzegtermijnen?
De huurwet beschermt de huurcontracten voor een woning die de huurder als hoofdverblijfplaats gebruikt. Een dergelijk huurcontract moet verplicht schriftelijk opgesteld worden. Wat de duur van zo'n huurcontract betreft, bestaan er vier mogelijkheden: de huur van 9 jaar, de huur van korte duur, de huur van lange duur en de levenslange huur. Huur van 9 jaar
Dit contract duurt 9 jaar. Het eindigt aan het einde van deze periode op voorwaarde dat de huurder of de verhuurder ten minste 6 maanden voor het verstrijken van deze termijn het contract opzegt. Als geen van beide partijen het contract opzegt, loopt het onder dezelfde voorwaarden door, maar ditmaal telkens voor een periode van 3 jaar. Beide partijen hebben dan het recht om het verlengde contract na elke periode van 3 jaar zonder opgave van reden of schadevergoeding op te zeggen met een opzegtermijn van 6 maanden. Ook tijdens de periode van 9 jaar heeft de verhuurder in volgende gevallen het recht het contract op te zeggen met een opzegtermijn van 6 maanden: • als hij de woning zelf wil bewonen of wil laten bewonen door een familielid; • als hij belangrijke verbouwingswerken wil uitvoeren, wat echter uitsluitend kan aan het eind van elke periode van 3 jaar; • zonder motief en tegen betaling van een schadevergoeding gelijk aan 9 maanden huur aan het eind van de eerste periode van 3 jaar en aan 6 maanden huur aan het eind van de 2e periode van 3 jaar. Als huurder kun je het contract beëindigen met een opzegtermijn van 3 maanden. Je moet alleen in de loop van de eerste 3 jaar een schadevergoeding betalen. Tijdens het eerste jaar is deze schadevergoeding
72
Huurcontract voor een hoofdverblijfplaats gelijk aan 3 maanden huur. Tijdens het 2e jaar is dat 2 maanden huur en tijdens het 3e jaar 1 maand huur. Wanneer de verhuurder je opzegt, kun je op jouw beurt overgaan tot een verkorte opzeg van een maand, zonder daarvoor schadevergoeding te moeten betalen. Indien het huurcontract niet wordt geregistreerd binnen de wettelijke termijn van 2 maanden (zie hieronder), kun je als huurder het huurcontract opzeggen zonder een opzeggingstermijn in acht te nemen en zonder een vergoeding te betalen.
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Huurcontract voor een hoofdverblijfplaats
Als de overeengekomen huur een duurtijd heeft tussen 3 en 9 jaar, gelden dezelfde regels omdat het wettelijk om een huur van 9 jaar gaat. Huur van korte duur (3 jaar of minder)
Een huurcontract van korte duur moet je schriftelijk aangaan voor een periode van 3 jaar of minder en eindigt op het einde van deze periode. De huurder of verhuurder moet het contract 3 maanden vóór einddatum beëindigen. Geen van beide partijen mag het contract vroeger beëindigen, behalve wanneer zij dat in het huurcontract overeenkomen. Je kunt het contract maar één keer verlengen tegen dezelfde voorwaarden en niet langer dan voor 3 jaar. Als je na de overeengekomen datum in het goed blijft wonen, gaat het huurcontract over in een huur van 9 jaar, te tellen vanaf het begin van het contract. Huur van lange duur
Je kunt een huurcontract sluiten voor langer dan 9 jaar. Dit huurcontract moet je schriftelijk sluiten. Het eindigt op het einde van de overeengekomen periode, maar dan moet een van beide partijen het wel opzeggen 6 maanden vóór de vervaldatum. Indien geen van beide partijen het contract opzegt, loopt het gedurende 3 jaar door. Voorts gelden voor dit soort huurcontracten dezelfde bepalingen als voor de huur van 9 jaar. Levenslange huur
Je kunt ten slotte schriftelijk een levenslang huurcontract sluiten. Alleen de huurder kan dit contract op eender welk moment met een opzegtermijn van 3 maanden opzeggen.
73
Verlenging
In alle types van huurcontracten kun je als huurder een verlenging vragen wegens uitzonderlijke omstandigheden. Als de verhuurder hiermee niet akkoord gaat, beslist de rechter. Registratie van een huurcontract
Het huurcontract, dat schriftelijk opgesteld moet worden, wordt verplicht door de verhuurder geregistreerd. Hierdoor ben je bij een of andere betwisting beter beschermd tegenover derden. De verhuurder moet dit doen binnen de 2 maanden na de ondertekening op het registratiekantoor dat bevoegd is voor de gemeente waar het verhuurde goed gelegen is. c o n t a c t en
Voor meer info kun je terecht bij het justitiehuis van je gerechtelijk arrondissement, bij een notaris of bij een advocaat. Voor de registratie van je huurcontract Contacteer het registratiekantoor van de plaats waar het onroerend goed gelegen is. Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 m eer we t en www.just.fgov.be (lijst van de justitiehuizen) www.notaris.be • www.avocaat.be • "De huurwet", 10e editie, Federale overheidsdienst Justitie, 2008, 86 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be. • "Een huurcontract opstellen ... via internet", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 8 p. • "Een huurcontract laten registreren ... een makkelijk te vervullen verplichting", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 8 p. Gratis brochures te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
74
Indexering en herziening van de huurprijs Hoe en wanneer mag men mijn huurprijs indexeren? Wat is een herziening van de huurprijs?
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Huurcontract voor een hoofdverblijfplaats
De indexering is een jaarlijkse aanpassing van de huurprijs aan de levensduurte op de verjaardag van de huurovereenkomst. Voor huurovereenkomsten die onder de wet van 20 februari 1991 op de huurprijzen voor hoofdverblijfplaatsen vallen, is die indexering ook verschuldigd wanneer ze niet in het contract is vermeld. Voor huurovereenkomsten die niet onder deze wet vallen, mag de verhuurder de huurprijs enkel indexeren als het uitdrukkelijk in het contract voorzien is. Voorwaarden en periodiciteit
Om een huurovereenkomst die onder de wet van 20 februari 1991 valt te indexeren, moeten er twee voorwaarden vervuld zijn. • Er moet een schriftelijk huurcontract zijn. • Indexering mag in het huurcontract niet uitgesloten zijn. De jaarlijkse indexering op de verjaardag van het huurcontract gebeurt niet automatisch: de verhuurder moet het schriftelijk melden. Deze indexering heeft geen terugwerkende kracht, behalve voor de 3 maanden die aan de schriftelijke verwittiging van de indexering voorafgaan. Deze maatregel beschermt je als huurder zodat je geen al te grote achterstal moet betalen. Als je als huurder de indexering weigert toe te passen, beschikt de verhuurder over een termijn van een jaar om een gerechtelijke procedure te starten. Na deze termijn is de zaak verjaard. Berekening van de indexering
De indexering gebeurt altijd op basis van de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. Om de geïndexeerde huurprijs te kennen, moet je de volgende formule toepassen: basishuurprijs maal nieuwe index gedeeld door de aanvangsindex De basishuurprijs is de huurprijs die je bij het sluiten van het huur-
75
contract met de verhuurder overeengekomen bent zonder rekening te houden met de kosten en lasten. De nieuwe index is de gezondheidsindex van de maand die aan de verjaardag van het huurcontract voorafgaat. De aanvangsindex is de gezondheidsindex van de maand die voorafgaat aan de maand waarin je het huurcontract sloot. De gezondheidsindex is de index van de consumptieprijzen zonder producten die schadelijk zijn voor de gezondheid, zoals tabak. HERZIENING VAN DE HUURPRIJS
Een herziening is geen indexering. De verhuurder kan een herziening enkel aanvragen als de normale huurwaarde van het goed veranderd is. De verhuurder kan dit enkel tussen de 9e en de 6e maand van elke driejaarlijkse periode aanvragen. Een herziening kan in twee richtingen: prijsstijging of prijsdaling. Als verhuurder en huurder het niet eens raken, kunnen ze een beroep doen op een bemiddelaar of de zaak voor de vrederechter brengen tussen de 6e en de 3e maand voor het einde van de driejaarlijkse periode. c o n t a c t en
Voor informatie over de indexering van de huurprijs Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Eenheid Consumptieprijzen Leuvenseweg 44 • 1000 Brussel Tel. 02 548 62 11 (tussen 9 en 12 u) •
[email protected] economie.fgov.be (online huurprijscalculator) Voor juridische vragen Federale overheidsdienst Justitie Dienst Burgerrecht Waterloolaan 115 • 1000 Brussel Tel. 02 542 65 11 (tussen 11 en 12 u) •
[email protected] • www.just.fgov.be Voor de laatst beschikbare prijsindex Tel. 02 277 56 40 (antwoordapparaat) m eer we t en • "De huurwet", 10e editie, Federale overheidsdienst Justitie, 2008, 86 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be.
76
Verhuizing en adreswijziging Ik verhuis. Welke formaliteiten moet ik vervullen?
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Indexering en herziening van de huurprijs
Ongeacht of je binnen België of naar het buitenland verhuist, je moet aan de overheid melden dat je van hoofdverblijfplaats verandert (de hoofdverblijfplaats is de plaats waar je het grootste deel van het jaar verblijft). Neem je identiteitskaart mee als je naar het gemeentehuis gaat. Zo kan de dienst Bevolking er meteen de nodige wijzigingen op aanbrengen. JE VERHUIST BINNEN BELGIË
Je moet je adreswijziging aan je gemeentebestuur melden, zelfs als je binnen eenzelfde gemeente verhuist. Je beschikt over 8 werkdagen om je nieuwe adres te melden bij de dienst Bevolking van je nieuwe woonplaats. Als je niet zelf naar het gemeentehuis kunt gaan, mag je een schriftelijke verklaring bezorgen. Indien de adreswijziging voor het hele gezin of de hele familie geldt, volstaat het dat een van de familieleden aangifte doet, op voorwaarde dat die meerderjarig is. Als een minderjarige van adres verandert, moet die vergezeld zijn door iemand die het ouderlijke gezag uitoefent. In de dagen na je aangifte, zal een politieagent komen aanbellen om je adreswijziging te controleren. Als je de adreswijziging niet aangeeft, riskeer je een boete. JE VERHUIST NAAR HET BUITENLAND
Als je naar het buitenland verhuist, moet je dat melden bij de dienst Bevolking van de Belgische gemeente waar je ingeschreven bent. Als je niet langer dan een jaar in het buitenland zult verblijven, kun je in België ingeschreven blijven (men zal je dan als tijdelijk afwezig beschouwen). Bij je terugkeer zul je dat eveneens bij dezelfde dienst van de gemeente moeten melden.
77
Ben je je vertrek vergeten te melden, dan kun je van de gemeente van je woonplaats een "bewijs van doorhaling" verkrijgen, voor zover je bewijst dat je daadwerkelijk in het buitenland verblijft. Dit certificaat heb je nodig om je in te schrijven bij de Belgische diplomatieke of consulaire posten in het buitenland. Men brengt de vermelding "doorhaling voor het buitenland" aan op je Belgische identiteitskaart. Zij is slechts 2 maanden geldig. ENKELE TIPS VOOR UW VERHUIZING
• Als huurder moet je de eigenaar tijdig over je verhuisplannen inlichten. Details over de opzegtermijn vind je in het huurcontract. • Als dit voorzien is in je contract, mag je niet vergeten een boedelbeschrijving bij vertrek op te stellen. • Als je een vrachtwagen of bestelwagen gebruikt, contacteer dan het gemeentebestuur van je nieuwe verblijfplaats en vraag op de dag van de verhuizing een parkeerplaats te reserveren. • Contacteer de water-, gas- en elektriciteitsmaatschappij om de tellers af te sluiten of ze over te dragen op de naam van de nieuwe eigenaar of huurder. • Ga naar het postkantoor om de post naar het nieuwe adres te laten nasturen. • Vergeet niet de woningverzekering op te zeggen (brand, diefstal, waterschade enz.) en je nieuwe woning te verzekeren. • Annuleer je abonnement op kabeldistributie op je oude adres en vraag desgewenst een nieuw abonnement aan op je nieuwe adres. • Laat de vaste telefoonlijn afsluiten en neem desgewenst een abonnement op het nieuwe adres. Als je binnen dezelfde telefoonzone blijft wonen, kun je het oude nummer behouden. • Vergeet je naam op de bel en de brievenbus niet te verwijderen.
c o n t a c t en
Voor een adreswijziging Contacteer de dienst Bevolking van het gemeentebestuur.
78
Sociale huisvesting Kan ik in aanmerking komen voor een sociale woning? Wat zijn de voorwaarden? Tot wie moet ik me wenden?
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Verhuizing en adreswijziging
De voorwaarden voor sociale huisvesting – bedoeld voor mensen met een bescheiden inkomen, alleenstaanden of gezinnen – verschillen van gewest tot gewest. Inschrijving en toelatingsvoorwaarden in het Vlaams Gewest
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) is binnen de gereorganiseerde Vlaamse overheid de rechtsopvolger van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij. De VMSW staat in voor de tijdige realisatie en de financiering van het door de Vlaamse regering geplande programma voor sociale woonprojecten. Zij stimuleert, ondersteunt en begeleidt lokale organisaties om betaalbare en kwaliteitsvolle projecten te realiseren en neemt ter zake desgevallend zelf initiatieven. Er zijn momenteel 113 sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). Zij verhuren ca. 135.000 woongelegenheden. Je kunt huren of kopen. De SHM’s bieden ook bouwgronden te koop aan. Je kunt bij de VMSW een sociale lening krijgen. Inschrijven doe je bij de SHM van de buurt waar je wilt gaan wonen. De gratis Vlaamse Infolijn zegt je welke documenten je nodig hebt in verband met je inkomen (belastbaar inkomen en inkomsten van mutualiteit, OCMW enz.), de samenstelling van je gezin, de staat van de woning die je op dat ogenblik betrekt (ongeschikt, onaangepast, onbewoonbaar, onteigend enz.) en je eventuele handicap of die van een lid van je gezin. Je moet meerderjarig zijn en een bescheiden inkomen hebben. Je mag geen woning in volle eigendom of in volledig vruchtgebruik hebben en, wat de aankoop van bouwgrond betreft, geen zakelijk recht hebben op grond waarop je zou kunnen bouwen. De toewijzing gebeurt altijd op basis van een chronologische lijst van kandidaten. Men houdt rekening met een oordeelkundige bezetting van de woningen. Een woning met 3 slaapkamers zal men aan een gezin met kinderen toewijzen. De maatschappijen houden ook rekening met de leefbaarheid van je huidige woonst en met eventuele voorrangs-
79
regels (handicap, speciale programma's, gewijzigde gezinssituatie, campingbewoners enz.). Je kunt bij de VMSW een sociale lening verkrijgen om een woning te bouwen, aan te kopen of te renoveren. Je moet je inschrijven bij een SHM. Je moet voldoen aan de voorwaarden inzake inkomen, eigendom, kredietwaardigheid en leeftijd. Als je bij de VMSW een sociale lening sluit, moet je de woning 20 jaar lang bewonen. Inschrijving en toelatingsvoorwaarden in Brussel
Je moet je inschrijven bij een of meerdere van de 33 openbare vastgoedmaatschappijen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door je bij verscheidene maatschappijen in te schrijven, vereenvoudig je de administratieve stappen. De vastgoedmaatschappij van je eerste inschrijving zorgt voor je inschrijving bij de andere door jou gekozen maatschappijen. Je mag geen woning in eigendom hebben, tenzij in uitzonderlijke gevallen. Je inkomen mag een bepaald plafond niet overschrijden. De toewijzing van de woning hangt af van de aard van je gezin. Dit zijn de zogenaamde "voorrangsregels" die de kandidaat-huurder verwerft volgens zijn typische omstandigheden.
c o n t a c t en
Voor informatie over de sociale huisvesting in Vlaanderen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) Koloniënstraat 40 • 1000 Brussel Tel. 02 505 45 45 • Tel. 1700 (Vlaamse Infolijn) (op werkdagen tussen 9 u en 19 u, gratis nummer)
[email protected] • www.vmsw.be Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) Jourdanstraat 45-55 • 1060 Brussel Tel. 02 533 19 11 • Tel. 0800 84 055 (gratis nummer)
[email protected] • www.bghm.irisnet.be (lijst van de openbare vastgoedmaatschappijen)
80
Investeren in energiebesparing Heb ik recht op een belastingvermindering als ik in mijn woning werken laat uitvoeren om energie te besparen?
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Sociale huisvesting
Sinds een paar jaar kun je als eigenaar en als huurder een belastingvermindering krijgen als je investeringen doet om energie te besparen. UITGAVEN DIE RECHT GEVEN OP BELASTINGVERMINDERING
De volgende werken geven, onder bepaalde voorwaarden, recht op een belastingvermindering: • vervanging van een oude stookketel; • onderhoud van de stookketel; • installatie van een warmwatersysteem op zonne-energie; • installatie van zonnepanelen die zonne-energie omzetten in elektriciteit; • installatie van apparatuur voor het opwekken van geothermische energie; • plaatsing van dubbele beglazing; • dakisolatie; • plaatsing van thermostatische kranen of een kamerthermostaat met tijdschakeling; • energieaudit van de woning. OMVANG VAN DE BELASTINGVERMINDERING
Voor investeringen in 2008 (aanslagjaar 2009) bedraagt de belastingvermindering 40% van het geïnvesteerde bedrag met een maximum van 2.650 euro (geïndexeerd bedrag) per woning, en dat zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. Voor de installatie van een waterverwarmingssysteem op zonne-energie en zonnepanelen wordt het maximumbedrag verhoogd tot 3.440 euro (geïndexeerd bedrag). VOORWAARDEN
De werkzaamheden moeten uitgevoerd zijn door een geregistreerde aannemer en aan bepaalde technische voorwaarden voldoen. Je vindt die gedetailleerd terug op de website van de Federale overheidsdienst
81
Economie, KMO, Middenstand en Energie - Algemene Directie Energie. De gespecialiseerde bedrijven kennen de voorwaarden en zijn verplicht ze op hun facturen te vermelden. Praat erover met de onderneming die het werk uitvoert. PROCEDURES
Om de belastingvermindering te krijgen, moet je: • nagaan of de facturen vermelden dat de werken volgens de technische voorwaarden zijn uitgevoerd en het attest van de geregistreerde aannemer bijvoegen, dat de technische gelijkvormigheid van de werken waarborgt; • het bedrag van je investeringen vermelden in het daartoe bestemde vakje van de belastingaangifte; • de facturen en betalingsbewijzen (of door jou conform verklaarde kopieën) aan je belastingaangifte toevoegen.
c o n t a c t en
Voor meer info over energiebesparende maatregelen in woningen Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Contactcenter Tel. 0800 12 033 (gratis nummer) •
[email protected] economie.fgov.be
Investeren in energiebesparing Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Huisvestingsdienst Communicatiecentrum Noord Vooruitgangstraat 80 bus 1 • 1035 Brussel Tel. 0800 40 400 (van 9 tot 12 u, gratis nummer) www.prime-renovation.irisnet.be
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Investeren in energiebesparing
Leefmilieu Brussel - BIM Administratie voor leefmilieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 100 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] • www.leefmilieubrussel.be m eer we t en www.fiscus.fgov.be (federale fiscale administraties) • "Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 52 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
Voor meer info over de belastingvermindering Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter Tel. 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be Voor praktische vragen over de premies Vlaams Gewest Tel. 1700 (Vlaamse Infolijn) (op werkdagen tussen 9 en 19 u, gratis nummer) www.energiesparen.be
82
83
Ik moet een aannemer kiezen. Ik ben niet tevreden over het werk dat een aannemer heeft uitgevoerd. Tot wie moet ik mij wenden?
De keuze van de algemene aannemer is een beslissende stap. Alvorens een definitieve keuze te maken of de werken aan te vatten, moet je nagaan of de aannemer betrouwbaar is. Het gaat immers vaak over de investering van je leven. Registratie
Een KMO-aannemer die een van de gereglementeerde beroepen wil uitoefenen, moet het bewijs leveren van zijn specifieke beroepsbekwaamheid via een erkend ondernemingsloket om volgende werken uit te voeren: schrijnwerkerij, grof timmerwerk, installatie van centrale verwarming, plafonneren, cementwerk, verven, metselwerk en betonneren, steen- en marmerbewerking, betegelen, elektriciteit, behangen, muur- en vloerbekleding, ramen, sanitair, loodgieterij, zinkwerk, metalen en niet-metalen bekledingen van constructies, afzonderlijke verwarmingstoestellen op gas, waterdichting van gebouwen en afbraak van gebouwen. Het ondernemingsloket kent de aannemer een uniek ondernemingsnummer toe bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. De aannemer moet ook geregistreerd zijn bij de Federale overheidsdienst Financiën. Aannemers krijgen enkel een registratie als zij in regel zijn met hun belastingen en sociale bijdragen. Je moet aan de aannemer altijd zijn registratieattest vragen alvorens de bestelling te plaatsen. Als je aannemer niet geregistreerd is, moet je weten dat je geen btwverlaging tot 6% kunt genieten voor werken in een gebouw dat meer dan 5 jaar oud is. Je grijpt ook naast bepaalde gewestelijke premies of overheidssteun die gekoppeld is aan de registratie van de aannemer. Je kunt de keuze van de aannemer en de opvolging van de werken ook toevertrouwen aan je architect.
84
Aannemer en werken Algemene aannemer of afzonderlijke vaklui
Je kunt kiezen voor een algemene aannemer die alle werken coördineert. In dat geval heb je één gesprekspartner en één verantwoordelijke voor de globale prijs en de termijn waarin het werk af moet zijn. Dergelijke coördinatie kost geld, maar je krijgt een garantie over de uitvoering van de werken in de plaats.
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Aannemer en werken
Je kunt ook een beroep doen op afzonderlijke vaklui, die elkaar op de werf zullen opvolgen. In dat geval moet je zelf (of je architect) instaan voor de coördinatie en de planning. Als verschillende vaklieden tegelijk aan de slag zijn, vereist de wet de aanwezigheid van een veiligheids- of werfcoördinator. Hij moet de mogelijke risico’s voor de werklieden analyseren en de nodige preventieve maatregelen nemen. Wet Breyne
Als je voor een algemene aannemer hebt gekozen, geniet je als "bouwheer" (opdrachtgever van de werken) in de meeste gevallen een ruime bescherming op basis van de zogenaamde Wet Breyne (Wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen). Bij toepassing van de Wet Breyne is de aannemer verplicht om je als bouwheer te informeren over de belangrijkste aspecten van de overeenkomst. Het contract moet een aantal belangrijke vermeldingen bevatten zoals de totale prijs van de werken of het gebouw, de betalingsmodaliteiten gespreid over het verloop van de werken, de uitvoeringstermijn met begin- en einddatum van de werken en de schadevergoeding als de werken vertraging oplopen. Deze wet geeft je als bouwheer ook een financiële bescherming: de aannemer moet een bepaalde waarborg geven voor het geval de werken niet op een behoorlijke wijze worden uitgevoerd. De aannemer blijft gedurende tien jaar aansprakelijk voor het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van het gebouw wegens een gebrek in de constructie of de ongeschiktheid van de grond.
85
De Wet Breyne voorziet tot slot ook in een dubbele oplevering van het werk: • een voorlopige oplevering op het einde van de werken; • een "definitieve" oplevering minstens één jaar na het einde van de werkzaamheden. Hierdoor beschik je als bouwheer onder meer over een ruimere periode om na te gaan of de woning geen verborgen gebreken bevat. In geval van problemen
Als je niet tevreden bent over de uitvoering van het werk, kun je de Verzoeningscommissie Bouw aanspreken. Zoals uit de naam blijkt, moet deze commissie trachten de geschillen bij te leggen tussen de bouwheer, zijn architect en de aannemer of vaklui die het werk hebben uitgevoerd. In deze commissie zetelen vertegenwoordigers van de Confederatie Bouw, Bouwunie, Test-Aankoop, de Koninklijke Federatie van Architectenverenigingen van België en de Vlaamse architectenorganisatie N.A.V. Na een klacht is er een eerste zitting waarop de verschillende partijen hun standpunt uiteenzetten. Dan stelt de commissie een deskundige aan om te bemiddelen. Hij stelt de staat van het werk en de eventuele gebreken vast en stelt een regeling voor. De behandeling van een geschil kost doorgaans 200 euro per partij (+ 21% btw). De kosten kunnen oplopen als bijkomende onderzoeken noodzakelijk zijn. Als geen vergelijk mogelijk is, kun je nog altijd naar de rechtbank stappen. Maar vergeet niet dat een gerechtelijke procedure lang kan aanslepen en dat je waarschijnlijk veel geld zult moeten uitgeven voor advocaten en deskundigen.
Aannemer en werken Om meer te weten over de architecten en hun taak Nationale Raad van de Orde van Architecten Livornostraat 160 bus 2 • 1000 Brussel Tel. 02 647 04 94 •
[email protected] www.ordevanarchitecten.be
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Aannemer en werken
Om een algemene aannemer te vinden Federatie van Algemene Bouwaannemers (FABA) Lombardstraat 42 • 1000 Brussel Tel. 02 511 65 95 •
[email protected] www.faba.be (lijst van de algemene aannemers) In geval van conflicten met je aannemer en/of je architect Verzoeningscommissie Bouw Hoogstraat 139 • 1000 Brussel Tel. 02 504 97 86 •
[email protected] • www.bouwverzoening.be Voor informatie over de toegang tot het beroep Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie KMO-beleid Simon Bolivarlaan 30 • 1000 Brussel Tel. 02 277 65 80 •
[email protected] economie.fgov.be
m eer we t en
www.just.fgov.be
c o n t a c t en
Om na te gaan of een aannemer geregistreerd is Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57
86
87
Ik wil een onroerend goed kopen. Welke formaliteiten moet ik vervullen? Welke kosten, belastingen en heffingen zijn aan deze aankoop verbonden?
registreren en de rechten betalen. Dat gebeurt in het registratiekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar het onroerend goed gelegen is. Op het niet respecteren van deze termijn staat een boete en die is ondeelbaar. Dit betekent dat de administratie zowel de koper als de verkoper kan aanspreken voor de betaling van de hele som.
Wanneer je een onroerend goed koopt, ben je in de meeste gevallen onderworpen aan het registratierecht. In sommige gevallen kun je ook onroerende goederen kopen met toepassing van btw. Het btw-tarief bedraagt 21%.
Je moet het compromis niet laten registeren als daar binnen de 4 maanden na de ondertekening een authentieke of notariële akte van wordt opgesteld. De notaris beschikt over 14 dagen om deze akte te laten registreren.
Verkoopovereenkomst
Registratierechten
Zodra verkoper en koper het eens zijn over het goed en de prijs, in een onderhandse akte (compromis) of voor de notaris, is er sprake van een verkoopovereenkomst en is de verkoop of de koop definitief. Het is dan niet meer mogelijk een stap terug te zetten. De registratierechten zijn verschuldigd. Dit is echter niet het geval wanneer werd voorzien in een opschortende voorwaarde, zoals de toekenning van een hypothecaire lening. Termijn en plaats van registratie en te betalen kosten
Je moet de aankoopakte binnen de gestelde termijn bij de administratie laten registreren. Dit kan pas nadat je het verschuldigde recht hebt betaald. Als de notaris de aankoopakte opmaakt, moet hij de akte laten registreren en de rechten betalen. De notaris zal de verkoper en de koper echter eerst vragen de rechten voor te schieten. In de praktijk is het meestal de koper die de registratierechten betaalt. Notariële akten moeten binnen de 14 dagen in het registratiekantoor van hun standplaats geregistreerd worden. Als de aankoop bij onderhandse akte (compromis) wordt gesloten, moeten koper en verkoper de aankoop binnen de 4 maanden laten
88
Aankoop van onroerend goed H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Aankoop van onroerend goed
Wanneer je een onroerend goed koopt, betaal je: • 10% registratierecht in het Vlaams Gewest; • 12,5% registratierecht in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voorbeeld: als je in Vlaanderen een woning van 200.000 euro koopt, betaal je in principe 20.000 euro registratierechten (namelijk 10%) als je geen belastingvermindering of "abattement" geniet (zie verder). Bij de aankoop van een bescheiden woning of een bouwgrond voor een bescheiden woning heb je recht op een verlaagd registratietarief. Dat "klein beschrijf" bedraagt: • 5% in het Vlaams Gewest; • 6% in het Waals Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest past een systeem van vermindering van de belastbare basis toe. Heffingsgrondslag
De belastbare basis van de registratierechten mag niet lager zijn dan de verkoopwaarde (venale waarde) van het onroerend goed. De verkoopwaarde is de "marktprijs". Dat is de prijs die de meestbiedende koper zou betalen, rekening houdend met de prijzen die op dat ogenblik gebruikelijk
89
zijn. De ontvanger van de registratie moet de verkoopwaarde van het verkochte onroerend goed controleren. Als de verkoopprijs lager is dan de waarde die hij berekent, moet je op het verschil aanvullende registratierechten en boetes betalen. De partijen kunnen in de aankoopakte duidelijk vermelden dat de overeengekomen prijs lager is dan de verkoopwaarde van het onroerend goed. In dat geval moeten ze verduidelijken welke waarde ze aan het goed toekennen. Op dat bedrag zul je registratierechten moeten betalen zonder boete. Dat neemt echter niet weg dat de ontvanger de reële verkoopwaarde kan controleren. Als hij de aankoopprijs te laag vindt in verhouding tot de marktprijzen, zal hij aanvullende rechten heffen en een boete opleggen. Je kunt de door de ontvanger vastgestelde verkoopwaarde betwisten. Je deelt je opmerkingen en bezwaren mee en tracht een minnelijke schikking te treffen. Als deze oplossing niet mogelijk is, moet je een officieel bezwaarschrift indienen en zal de ontvanger een expert moeten inschakelen om de waarde te schatten. Verschillen tussen de Gewesten
De drie gewesten zijn bevoegd voor de registratierechten op de aankoop van een onroerend goed. Zij kunnen een eigen wetgeving invoeren. Het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben dat al gedaan. Het Waals Gewest nog niet. Onder bepaalde voorwaarden heb je in Vlaanderen en Brussel recht op een aantal belastingvoordelen. Vlaams gewest
Als je als natuurlijke persoon (dus geen vennootschap) een woning of een bouwgrond aankoopt voor je hoofdverblijfplaats, krijg je een belastingverlaging onder de vorm van een abattement (= vermindering van de heffingsgrondslag). Op de eerste schijf van 12.500 euro van de aankoopsom moet je geen registratierecht betalen. Het belastingvoordeel bedraagt dus 1.250 euro of 625 euro naargelang de aankoop belast wordt tegen 10% of 5%.
90
Aankoop van onroerend goed De meeneembaarheid van de registratierechten is een tweede nieuwigheid. Als je je hoofdverblijfplaats verkoopt om een ander onroerend goed in het Vlaams Gewest te kopen, mag je de registratierechten op je eerste woning tot maximum 12.500 euro in mindering brengen van de registratierechten op je tweede aankoop. Voorwaarde is wel dat het ook om je hoofdverblijfplaats moet gaan.
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Aankoop van onroerend goed
Abattement en meeneembaarheid zijn niet cumuleerbaar! Ga na wat voor jou het voordeligste regime is. Brussels Hoofdstedelijk gewest
Als natuurlijke persoon (dus geen vennootschap) kun je bij de aankoop van een woning voor je hoofdverblijfplaats een abattement van 60.000 euro genieten. Je betaalt dus geen registratierecht op de eerste 60.000 euro van de aankoopsom. Het abattement bedraagt 75.000 euro wanneer de aangekochte woning binnen een "ruimte voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de renovatie (RVOHS)" ligt, zoals afgebakend in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP). Het belastingvoordeel bedraagt dus 7.500 euro of 9.375 euro naargelang de ligging van het onroerend goed.
c o n t a c t en
Voor info over de aankoop van een onroerend goed en de registratierechten Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 De Vlaamse Infolijn: 1700 (gratis nummer) www.vlaanderen.be/infolijn Brussels Hoofdstedelijk Gewest www.ietsminder.be
91
m eer we t en
www.notaris.be • www.fiscus.fgov.be (federale fiscale administraties) • "Wegwijs in de fiscaliteit van uw woning", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 116 p. Gratis brochure te bestellen per brief of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
Onroerende voorheffing Wat is het verschil tussen het kadastraal inkomen en de onroerende voorheffing? Hoe wordt het kadastraal inkomen bepaald? Wanneer moet ik onroerende voorheffing betalen en wat is het tarief?
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Aankoop van onroerend goed
Als je een huis hebt gebouwd of verbouwd, moet je binnen de 30 dagen na de ingebruikname (nieuwbouw) of de voltooiing van de werken (verbouwing) het Kadaster daarvan op de hoogte brengen. Doe je dat niet, dan kan je hiervoor worden beboet. Vaststelling van het K.I. en bezwaar
Het Kadaster stelt vervolgens het nieuw kadastraal inkomen (K.I.) vast (nieuwbouw) of herziet het vroegere kadastraal inkomen (verbouwing). Je krijgt het nieuwe K.I. per aangetekende brief. Ga je niet akkoord met het bedrag, dan kun je binnen de 2 maanden na de betekening bezwaar indienen. Dat doe je met een aangetekende brief aan het controlekantoor van het Kadaster dat bevoegd is voor de gemeente waar je huis staat. Invloed van het K.I. op de onroerende voorheffing
Het kadastraal inkomen (K.I.) is het gemiddeld normaal netto-inkomen dat een onroerend goed je gedurende een jaar verschaft. De onroerende voorheffing is een gewestbelasting op onroerende goederen die je jaarlijks moet betalen. De onroerende voorheffing wordt tegen een bepaald tarief berekend op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen. Het tarief verschilt van gewest tot gewest: • 2,5% van het K.I. voor een huis gelegen in het Vlaams Gewest; • 1,25% van het K.I. voor een huis gelegen in het Waals Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
92
93
Bovenop deze gewestbelasting mogen de gemeenten en provincies nog een bijkomende belasting heffen (opcentiemen). Betaling en vermindering van de onroerende voorheffing
Als je op 1 januari van het jaar eigenaar of huurder met een handelsovereenkomst bent, moet je de onroerende voorheffing betalen. In bepaalde gevallen heb je recht op een vermindering van de onroerende voorheffing: • als eigenaar van een bescheiden woning; • als gehandicapte; • voor kinderen ten laste; • voor gehandicapte personen ten laste.
Onroerende voorheffing
m eer we t en
• "Wegwijs in de fiscaliteit van uw woning", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 116 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
H ui s v e s t in g
H ui s v e s t in g
Onroerende voorheffing
In het Vlaams Gewest krijg je deze verminderingen als eigenaar automatisch toegekend. Als huurder met een handelsovereenkomst moet je ze met het meldingsformulier aanvragen bij de Belastingdienst voor Vlaanderen. In het Waals of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet je de vermindering zelf aanvragen, ongeacht of je eigenaar of huurder met een handelsovereenkomst bent. Daartoe richt je binnen de 3 maanden na ontvangst van het aanslagbiljet een bezwaarschrift aan de gewestelijk directeur. Je vindt het adres op het aanslagbiljet.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 Belastingdienst voor Vlaanderen Onroerende voorheffing Bauwensplaats 13 bus 2 • 9300 Aalst Tel. 078 15 30 15 •
[email protected]
94
95
Mobiliteit en transport
Wie kan gratis reizen met het openbaar vervoer? Hoe kan ik korting krijgen?
"J-abonnement" dat de ouders moeten aanvragen. • 65-plussers krijgen het gratis "65-abonnement" automatisch toegestuurd. Deze kaart is ook geldig op De Lijn of TEC. • Dit gratis openbaar vervoer geldt niet op het vak NATO-Brussels Airport van de lijnen 11 en 12 en niet op de nachtbus.
Het openbaar vervoer neemt in onze mobiliteit een belangrijke plaats in, maar niet iedereen kan dat even gemakkelijk betalen. De verschillende vervoermaatschappijen geven allerhande kortingen op tickets en abonnementen of bieden in sommige gevallen gratis vervoer aan.
Met TEC (Transports en commun in Wallonië) • Kinderen jonger dan 6 jaar. • 65-plussers moeten hun gratis "65-kaart" aanvragen via de website, per post, aan het loket of via de buschauffeur.
GRATIS REIZEN
Ambtenaren van de federale overheid, het Vlaams en Waals Gewest rijden voor hun woon-werkverkeer gratis met De Lijn, MIVB of TEC.
Met de NMBS (Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen) • Kinderen jonger dan 6 jaar (maximum 4) in het gezelschap van een reiziger van 12 jaar of ouder met een geldig vervoerbewijs. • Kinderen van 6 tot 12 jaar (maximum 4), vergezeld van een persoon van 12 jaar of ouder met een geldig treinticket (in de week na 9 u op de trein stappen). • Kinderen jonger dan 12 jaar met een kortingkaart van de "Gezinsbond" en zonder beperkingen. • Het woon-werkverkeer van ambtenaren van de federale overheid, het Vlaams en het Waals Gewest en werknemers van bedrijven die met de NMBS een akkoord hebben gesloten. Met De Lijn • Kinderen tot en met 5 jaar. • Kinderen van 6 tot en met 11 jaar, vergezeld van een abonnee van 12 jaar of ouder (maximum 4 kinderen). • Kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een reductiekaart van de "Gezinsbond", die recht geeft op een gratis "Buzzy Pazz". • 65-plussers met een "Omnipas 65". Je krijgt de Onmipas automatisch toegestuurd als je 65 wordt. Deze pas geldt ook voor de MIVB en TEC. Met de MIVB (Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel) • Kinderen tot en met 5 jaar met een maximum van 4 kinderen per betalende volwassene. • Kinderen van 6 tot en met 11 jaar in het bezit van het gratis
98
Openbaar vervoer M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Openbaar vervoer
Werkzoekenden rijden gratis met De Lijn en de MIVB als zij een contract voor beroepsopleiding of voor trajectbegeleiding bezitten. Als je naar werk zoekt krijg je een grote korting op de trein, metro, tram of bus om een beroepsopleiding te volgen of te solliciteren. HANDICAP EN SOCIALE TOESTAND
Er bestaan specifieke tarieven voor personen met een erkende vorm of graad van handicap. Voorbeelden: • met de "nationale reductiekaart voor het openbaar vervoer" (uitgereikt door de Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid) kunnen blinden en slechtzienden met een blijvende invaliditeit van minstens 90% als gevolg van een oogaandoening met hun geleidehond aan de leiband in heel België gratis met het openbaar vervoer reizen (behalve in 1e klas); • met de "kaart kosteloze begeleider" (uitgereikt door de NMBS) kunnen personen met een bepaalde vorm of graad van handicap vergezeld van een begeleider het openbaar vervoer nemen en dit met één enkel vervoerbewijs; • NMBS, De Lijn, MIVB en TEC voorzien bovendien in speciale diensten of aangepaste voorzieningen voor personen met een handicap. Kortingen zijn er ook voor personen die een verhoogde tegemoetkoming of het OMNIO-statuut genieten.
99
Vervoerkosten
Personen die recht hebben op het leefloon of een gelijkaardige steun, krijgen een gratis abonnement (MIVB) of een abonnement tegen sterk verlaagde prijs (De Lijn). TEGEN MILIEUVERVUILING EN DE FILES
Het openbaar vervoer is het middel bij uitstek tegen milieuvervuiling en files. Bij de inlevering van de nummerplaat van de enige gezinswagen, of van een tweede of derde auto van het gezin, heb je bij De Lijn, MIVB en TEC onder bepaalde voorwaarden recht op een gratis abonnement voor het hele gezin of voor een lid van het gezin. De mogelijkheden verschillen van maatschappij tot maatschappij. De MIVB en TEC combineren de inlevering met kortingen op het "Cambio-abonnement" (autodelen) en een fietspremie (alleen MIVB). De MIVB verhoogt de voordelen als je je auto laat vernietigen. c o n t a c t en
Voor informatie over treinreizen NMBS Tel. 02 528 28 28 • www.nmbs.be Voor informatie over het openbaar vervoer in het Vlaams Gewest De Lijn Tel. 070 220 200 • www.delijn.be Voor informatie over het vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest MIVB Tel. 070 23 2000 • www.mivb.be Voor informatie over het openbaar vervoer in het Waals Gewest TEC Tel. 010 23 53 53 (Waals-Brabant) • Tel. 071 23 41 15 (Charleroi) Tel. 065 38 88 15 (Henegouwen) Tel. 081 25 35 55 en 061 53 10 00 (Namen-Luxemburg) Tel. 04 361 94 44 (Luik-Verviers) • www.infotec.be m eer we t en www.mobilit.fgov.be • www.cambio.be • www.brusselair-premie.be www.handicap.fgov.be
100
Is mijn werkgever verplicht bij te dragen in de kosten van mijn woon-werkverkeer?
Je werkgever is, ongeacht het bedrag van je loon, verplicht bij te dragen in de kosten van je woon-werkverkeer op voorwaarde dat je gebruik maakt van het openbaar vervoer. De regels voor de terugbetaling van je reiskosten zijn ingewikkeld.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Openbaar vervoer
Trein
Als je met de trein naar je werk pendelt, heb je recht op een bijdrage van de werkgever in je reiskosten. Die bijdrage schommelt tussen 56% en ongeveer 65% van de prijs van het treinkaartje. In sommige sectoren of bedrijven zijn bijzondere overeenkomsten gesloten die hogere bijdragen en zelfs volledige kosteloosheid mogelijk maken. De bijdrage van je werkgever geldt ook voor de gecombineerde treinkaartjes NMBS/De Lijn, NMBS/MIVB of NMBS/TEC. Maar het traject van dit gecombineerd vervoer is beperkt tot 150 km. Metro, tram, bus
Werknemers die enkel metro, tram of bus gebruiken, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een bijdrage als het traject langer is dan 5 km, te rekenen vanaf de halte van je vertrek. De grootte van de bijdrage hangt af van de manier waarop men de reiskosten berekent. Er bestaan twee mogelijkheden. • De prijs van het vervoer hangt af van de afstand De bijdrage van de werkgever is gelijk aan de terugbetaling van een treinkaartje, maar beperkt tot 60% van de werkelijk betaalde prijs voor bus, tram of metro. Voorbeeld: als de verplaatsing per tram, bus of metro 20 euro per week kost en een treinkaart voor die afstand 18 euro, dan bedraagt de bijdrage van je werkgever 12 euro of 60% van de werkelijk betaalde prijs (20 euro).
101
• De prijs is niet afhankelijk van de afstand (= forfait) De bijdrage van je werkgever bedraagt 56% van de werkelijk betaalde prijs voor metro, tram of bus, maar is beperkt tot de terugbetaling van een treinticket voor een afstand van 7 km. Ook als je deeltijds werkt, heb je recht op een tegemoetkoming in je vervoerkosten. In sommige sectoren of bedrijven bestaan dikwijls bijzondere overeenkomsten met interessante terugbetalingsmodaliteiten en in sommige gevallen zelfs de volledige kosteloosheid. Eigen vervoermiddelen
Voor werknemers die voor het woon-werkverkeer een eigen vervoermiddel gebruiken of met een collega meerijden, bestaat er geen algemene regel. Veel collectieve arbeidsovereenkomsten voorzien echter in een bijdrage. Die is meestal berekend op basis van de bijdrage van de werkgever voor het gebruik van het openbaar vervoer (= gelijkwaardige bijdrage). De reiskosten met eigen vervoermiddelen zijn onder bepaalde voorwaarden fiscaal aftrekbaar, ook voor wie aan carpooling doet. Fietsvergoeding
Hier gaat het om een kilometervergoeding van de werkgever voor het personeel dat het woon-werktraject geheel of gedeeltelijk met de fiets aflegt. Deze vergoeding bedraagt 0,15 euro/km en is vrijgesteld van belasting. De werkgever is echter niet verplicht een fietsvergoeding toe te kennen. Fiscale behandeling
De bijdrage van de werkgever wordt vermeld op de loonfiche die je gebruikt om je belastingaangifte in te vullen.
Vervoerkosten • Voor collectief vervoer van de personeelsleden, georganiseerd door de werkgever: de fiscale vrijstelling is beperkt tot de prijs van een treinkaartje eerste klas voor een gelijkwaardige afstand. • Voor de andere vervoermiddelen: vrijstelling ten belope van een maximum van 160 euro (aanslagjaar 2009). Als je kiest voor de aftrek van je werkelijke beroepskosten, zijn de vermelde werkgeversbijdragen niet vrijgesteld van belastingen. De reiskosten met een eigen vervoermiddel zijn onder bepaalde voorwaarden fiscaal aftrekbaar op basis van een forfait van 0,15 euro/km. Bijdrage van de Staat met het oog op kosteloos verkeer
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Vervoerkosten
Voor elk bedrijf dat vrijwillig 80% van de kostprijs van het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer voor zijn rekening neemt, betaalt de staat de overige 20%. Deze maatregel geldt sinds 1 maart 2004 voor de openbare sector en vanaf 2005 ook voor de privésector.
c o n t a c t en
Voor het juiste bedrag van de terugbetaling waarop je recht hebt Vraag informatie bij de personeelsdienst of het sociaal secretariaat van je bedrijf, je vakbond of bij een van de gedecentraliseerde directies van het Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. (Zie Nuttige adressen.) Voor de fiscale behandeling van de voordelen die je werkgever toekent voor het woon-werkverkeer Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57
Als je kiest voor de forfaitaire aftrek van je beroepskosten, zijn de vermelde werkgeversbijdragen geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van belastingen. • Voor het openbaar vervoer (trein, tram, metro, bus): vrijstelling van het volledige bedrag van de vergoeding.
102
103
m eer we t en
www.nmbs.be • www.mivb.be • www.infotec.be • www.delijn.be • "Wegwijs in de fiscaliteit van uw auto", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 68 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Communicatiedienst Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
Veiligheid van kinderen Ik vervoer kinderen met mijn auto. Moet ik ze vastmaken?
Sinds 1 september 2006 moet je kinderen kleiner dan 1,35 m in de wagen vervoeren in een kinderbeveiligingssysteem dat aangepast is aan het kind. Kinderen met een lichaamslengte van 1,35 m of meer moeten in een aangepast beveiligingssysteem reizen of de autogordel dragen.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Vervoerkosten
De beveiligingssystemen zijn goedgekeurd in functie van het gewicht van het kind (het homologatienummer op het zitje of het verhogingskussen moet beginnen met 03 of 04 om aan de Europese normen te voldoen). • Van nul tot 10 of 13 kg: babyzitje met de rug tegen de rijrichting in. Een deel van die zitjes en de speciale kinderbedjes zijn gehomologeerd voor baby’s van maximum 10 kg. • Van 9 tot 18 kg: zitje vastgemaakt in de rijrichting. • Van 15 tot 36 kg: verhoogkussen. Je kunt het kinderbeveiligingssysteem zowel vooraan als achteraan in de wagen installeren. Je moet wel bedenken dat de plaatsen achteraan het veiligst zijn. Opgelet: wanneer je een kinderzitje vooraan tegen de rijrichting in installeert, moet je de airbag uitschakelen. Gebruik zo lang mogelijk een kinderzitje. Het is immers veiliger dan een verhoogkussen. GORDEL OF BEVEILIGINGSSYSTEEM
In de regel moeten de bestuurder en alle passagiers een volledige zitplaats innemen en de veiligheidsgordel of een aangepast beveiligingssysteem gebruiken. Voor je kinderen moet je het voertuig uitrusten met aangepaste zitjes. Indien je achteraan geen derde beveiligingssysteem voor kinderen kunt plaatsen omdat de twee andere plaatsen al gebruikt zijn, dan mag een
104
105
Rijbewijs
kind kleiner dan 1,35 m zonder beveiligingssysteem achteraan plaatsnemen. Het moet dan wel de veiligheidsgordel gebruiken. Voor kinderen jonger dan 3 jaar is dit echter verboden sinds 9 mei 2008.
Ik wil mijn rijbewijs halen. Wanneer en hoe kan ik dat?
Als je andermans kinderen toevallig over een korte afstand moet vervoeren en er in de wagen geen of onvoldoende kinderbeveiligingssystemen beschikbaar zijn, mag je kinderen vanaf 3 jaar en kleiner dan 1,35 m achterin zonder kinderbeveiligingssysteem vervoeren. Ze moeten dan de veiligheidsgordel dragen.
Om je rijbewijs te behalen, moet je slagen voor het theorie-examen, leren rijden met een vrije opleiding of in een erkende rijschool en slagen voor het praktijkexamen.
VOERTUIGEN MET MEER DAN 8 ZITPLAATSEN, TAXI’S, AUTOBUSSEN, …
In voertuigen met meer dan 8 zitplaatsen, taxi’s en autobussen moeten alle passagiers de veiligheidsgordel dragen op de zitplaatsen die ermee zijn uitgerust. In taxi’s waar geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is moeten kinderen kleiner dan 1,35 m achterin plaatsnemen.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directie Verkeersveiligheid Vooruitgangstraat 56 • 1210 Brussel Tel. 02 277 31 11 •
[email protected] • www.mobilit.fgov.be m eer we t en www.bivv.be • www.ikbenvoor.be
Minimumleeftijd
De minimumleeftijd (er is geen maximumleeftijd) om een rijbewijs te behalen is: • 16 jaar voor een voertuig met maximum 50 cm3 of 4 kW en 45 km/u (bromfiets klasse B); • 18 jaar voor een motorfiets (meer dan 50 cm3 en een vermogen lager dan of gelijk aan 25 kW), met een beperkt rijbewijs categorie A dat je na 2 jaar kunt inwisselen voor een niet-beperkt rijbewijs A; • 18 jaar voor een rijbewijs B; voertuig met ten hoogste acht plaatsen, bestuurder niet inbegrepen, met een maximaal toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton; onder meer ook vierwielers met een lege massa tot maximaal 400 kg of 550 kg voor goederenvervoer en een vermogen van niet meer dan 15 kW; • 21 jaar (18 jaar als de bestuurder over een getuigschrift van vakbekwaamheid beschikt) voor een autobus of autocar, alsook voor een vrachtwagen met een maximaal toegelaten massa van boven de 7,5 ton.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Veiligheid van kinderen
Slagen voor het theorie-examen
Het examen test je kennis van de wegcode, maar ook van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. De vragen variëren naargelang van het rijbewijs dat je wilt behalen. Voor de meeste rijbewijzen zijn er 50 vragen waarvan je er ten minste 41 juist moet beantwoorden. Er zijn ook speciale zittingen, onder andere voor personen die niet voldoende kunnen lezen en schrijven. Voor personen die een van de drie landstalen niet voldoende onder de knie hebben, is voorzien in zittingen met vertaling.
106
107
Het theorie-examen blijft drie jaar geldig. Het geeft je recht op een voorlopig rijbewijs. Opgelet: het voorlopig rijbewijs voor bromfietsen, motorfietsen, vrachtwagens of autobussen blijft maar één jaar geldig. Slagen voor het praktijkexamen
op feestdagen van 22 u tot 6 u en evenmin vanaf 22 u op de avond voor een feestdag. Kosten voor het verkrijgen van een rijbewijs
• Theoretisch examen: 15 euro. • Voorlopig rijbewijs: 9 euro plus eventueel gemeentetaks. • Praktijkexamen: van 10 euro (bromfiets) tot 45 euro (vrachtwagens en autobussen). • Voor personenwagens of motorfietsen kost het hele praktijkexamen 36 euro. • Uitreiking van het rijbewijs: 16 euro plus eventueel gemeentetaks. • De kostprijs voor de lesuren in de rijschool verschilt van de ene rijschool tot de andere. Om je een idee te geven: de gemiddelde prijs voor 10 lesuren kunnen we op ongeveer 500 euro ramen.
Het praktijkexamen varieert naargelang van het soort voertuig. Zo moet je met een motor manœuvres uitvoeren zoals slalommen, in lussen rijden, plots remmen, precisieremmen en stapvoets rijden. Rijbewijs auto (B)
Met vrije opleiding. Dit is het zogenaamde voorlopig rijbewijs model 36 maanden. Je mag het praktijkexamen enkel afleggen na een opleiding van minimum 3 maanden. Met je voorlopig rijbewijs op zak leer je rijden gedurende een periode van maximum 36 maanden, met een of meerdere begeleiders naar keuze. Je mag van begeleider wisselen tijdens de opleiding. Je mag enkel de baan op met één begeleider en maximum één bijkomende passagier (begeleider of niet). De begeleider moet al minstens 8 jaar een Belgisch of Europees rijbewijs categorie B hebben. Hij mag de laatste 3 jaar geen rijverbod opgelopen hebben. Opleiding in een rijschool. Dit noemt men het voorlopig rijbewijs model 18 maanden. Eerst moet je ten minste 20 uur praktijklessen volgen in een erkende rijschool. Als je in staat bent om te rijden, krijg je van de school een bekwaamheidsattest. Daarmee kun je een voorlopig rijbewijs krijgen en kun je zonder begeleider rijden tijdens een periode van 18 maanden. Het praktijkexamen mag slechts worden afgelegd na een minimumperiode van 3 maanden.
108
Rijbewijs M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Rijbewijs
c o n t a c t en
Voor inlichtingen over examens en leersystemen Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs (GOCA) Technologiestraat 21-25 • 1082 Brussel Tel. 02 469 09 00 •
[email protected] • www.goca.be (lijst van de examencentra) Voor de theorie- en praktijklessen Doe navraag bij een erkende rijschool. Voor je rijbewijs en je voorlopig rijbewijs Ga naar de administratieve diensten van je gemeente.
Als je tweemaal niet slaagt voor je praktijkexamen moet je 6 uur praktijkles volgen in een erkende rijschool vooraleer je opnieuw het examen mag afleggen. Dat geldt na een opleiding in een rijschool, maar ook na een vrije opleiding.
Voor andere informatie Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Vooruitgangstraat 56 • 1210 Brussel Tel. 02 277 31 11 •
[email protected] • www.mobilit.fgov.be
Het voorlopig rijbewijs heeft een aantal beperkingen: je mag er enkel mee in België rijden, je mag niet rijden op vrijdag, zaterdag, zondag en
m eer we t en
www.bivv.be
109
Zuinige wagens
Bestaan er auto’s die minder brandstof verbruiken en minder koolstofdioxide (CO2) uitstoten? Hoe herken ik ze? Auto’s produceren CO2 en andere stoffen die schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het milieu. Je kunt echter kiezen voor een auto die minder energie verbruikt en minder vervuilt. De schaal gaat van "A" (meest zuinig) tot "G" (minst zuinig). De groene zones stemmen overeen met een CO2-uitstoot die lager is dan het gemiddelde. Voor dieselwagens ziet de schaal er als volgt uit: 85
A
3,2
115
B
4,2
145
C
5,3
175
D
6,5
205
E
7,6
235
F
8,7
G
Voor benzinewagens liggen die waarden iets hoger: 100
A
4,2
130
B
5,5
160
C
6,7
190
D
8
220
E
9,3
250
F
10,5
G
g CO2/km l/100 km g CO2/km l/100 km
Korting bij aankoop
De korting op de factuur bedraagt 15% van de aankoopprijs voor een nieuw voertuig dat minder dan 105 gram CO2 per kilometer uitstoot (tot maximaal 4.350 euro). Voor een voertuig dat tussen 105 en 115 gram CO2 per kilometer uitstoot, krijg je 3% vermindering op de factuur (tot maximaal 810 euro). Een korting wordt toegekend voor een nieuw dieselvoertuig met een CO2uitstoot van minder dan 130 gram per km, dat standaard is uitgerust met een roetfilter die de uitstoot tot maximum 5 milligram roetdeeltjes per km beperkt. De bedragen gelden voor 2008. De eigenaar geniet deze korting onmiddellijk bij de aankoop. Als er verschillende eigenaars zijn, wordt de korting verdeeld volgens het eigendomsaandeel. Zuinig rijden
Regelmatig een onderhoudsbeurt en een aangepast rijgedrag doen je brandstofverbruik met 40% dalen, ongeacht het type voertuig.
110
Zuinig rijden betekent: • rustig vertrekken; • de motor uitschakelen als je langer dan een minuut stilstaat; • op tijd vertragen; • een hoog toerental voorkomen door op tijd te schakelen naar een hogere versnelling; • het vervoer van bagage op het dak vermijden enz. c o n t a c t en
Voor informatie over zuinige wagens Informatieloket Leefmilieu Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 95 26 •
[email protected] www.energievreters.be/auto
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Zuinige wagens
Informatie over de belastingvermindering en korting op factuur Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57
m eer we t en
• "CO2-gids van de auto", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Leefmilieu, 2008-2009, ongeveer 170 p. Je kunt deze gratis gids bestellen op het nummer 02 524 97 97 of downloaden van www.energievreters.be/auto. Je vindt hem ook bij alle concessiehouders. • "Wegwijs in de fiscaliteit van uw auto", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 68 p. • "Korting bij aankoop van een milieuvriendelijke wagen", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 6 p. Gratis brochure en folder te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
111
Ik ga een tweedehandsauto kopen. Waar moet ik op letten?
Wanneer je een occasievoertuig koopt, moet de verkoper je 6 documenten meeleveren: • een attest van de technische keuring dat maximaal 2 maanden oud is; • een attest van de tweedehandskeuring van het voertuig; • een Car-Pass (bewijs van de juiste kilometerstand); • het inschrijvingsattest van de laatste eigenaar; • een aanvraag voor wederinschrijving van het voertuig (formulier afgeleverd door de keuring). Die aanvraag is 2 maanden geldig vanaf de dag van de keuring; • het gelijkvormigheidattest van het voertuig. Praktische tips
• Kijk de algemene staat van het voertuig na (koetswerk, antidiefstalsysteem, motor, ophanging enz.) of laat het in een diagnosecentrum testen. • Kijk na of het chassisnummer van het voertuig klopt met het nummer dat op alle documenten staat. • Kijk na of de attesten (inschrijving, gelijkvormigheid enz.) voor de inschrijving van het voertuig echt zijn. • Eis alle sleutels van het voertuig.
Als JE bij een particulier kOopt
• Vraag naar de originele aankoopfactuur. • Vraag het onderhoudsboekje. • Bekijk het voertuig bij de verkoper thuis; controleer zijn identiteit en stel je niet tevreden met een telefoonnummer. • Er is geen btw verschuldigd. • Vraag of maak een verkoopcontract in twee exemplaren met een gedetailleerde beschrijving van het voertuig. Koper en verkoper moeten het ondertekenen.
Als je bij een professionele verkoper koopt
• Onderteken de bestelbon pas nadat je de algemene verkoopvoor-
112
Tweedehandsauto waarden hebt gelezen. • Vervolgens moet je een conforme en genummerde factuur krijgen die minstens volgende gegevens bevat: de kenmerken van het voertuig (merk, model, bouwjaar, cilinderinhoud, vermogen van de motor in kW, model van het koetswerk, chassisnummer, datum van de eerste ingebruikname, kilometerstand op de teller, leveringsdatum), de prijs zonder btw, het btw-tarief, het totale bedrag van de verschuldigde Belgische btw, de datum van de levering en/of de betaling, de naam en het btw-nummer van de verkoper. • Als de normale btw-regeling van toepassing is, moet je 21% btw betalen op de verkoopprijs. Onder bepaalde voorwaarden kan de verkoper de btw aanpassen aan zijn winstmarge. Naast de totale verkoopprijs vermeldt de factuur dan volgende bepaling: "Levering onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge – btw niet aftrekbaar". • Voor bepaalde personen met een handicap geldt een gunsttarief van 6% btw met de mogelijkheid het volledige btw-bedrag terug te krijgen. • Als de overeengekomen prijs hoger is dan 15.000 euro, kan de verkoper de betaling niet cash ontvangen, ook niet als voorschot. • Als particulier heb je recht op de wettelijke waarborg van minstens een jaar op elk gebrek aan gelijkvormigheid van tweedehandse consumptiegoederen. Die waarborg is geen "omniumverzekering" en dekt de gebreken die te wijten zijn aan normale slijtage niet. Je moet de onderhoudsbeurten volgens de normen van de constructeur (laten) uitvoeren. Het normale onderhoud en de vervanging van versleten onderdelen blijft voor jouw rekening.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Tweedehandsauto
DE Car-pass is het bewijs van de kilomEterstand
Wanneer je een tweedehands voertuig koopt bij een particulier of een professionele handelaar, moet hij je een Car-Pass bezorgen. Dit attest geeft een chronologisch overzicht van de kilometerstanden van het verkochte voertuig. De Car-Pass mag maximum 2 maanden oud zijn. Aankoop in het buitenland
Als je in een lidstaat van de Europese Unie een tweedehandsauto koopt, moet je het voertuig aangeven op een kantoor van de Belgische douane zodra je met het voertuig het land binnenkomt.
113
Je moet de volgende documenten voorleggen: de aankoopfactuur, het origineel van het buitenlandse inschrijvingsbewijs en het aanvraagformulier voor de inschrijving in België. Je moet in België geen btw betalen als je bij een particulier een voertuig aankoopt dat ouder is dan 6 maanden sinds het voor het eerst in het verkeer is gebracht en dat meer dan 6.000 km gereden heeft. In alle andere situaties zul je als koper de btw moeten betalen, hetzij in België voor een nieuw voertuig, hetzij in het betrokken land voor de aankoop van een tweedehandsauto bij een professionele verkoper. Als je buiten de Europese Unie een voertuig koopt, moet je het voertuig aangeven bij het eerste douanekantoor aan de buitengrens van de Europese Unie. Opgelet voor de speciale codes van het inschrijvingsbewijs
Je mag het voertuig niet meteen inschrijven als de code van 3 cijfers op het linkerluik van het inschrijvingsattest – rechts van het chassisnummer – eindigt op 4, 5 of 7. Dat kan twee zaken betekenen: • het voertuig is aanvankelijk met vrijstelling van de btw verkocht en valt eventueel onder de "douaneregeling tijdelijke invoer" omdat men het vrij snel naar het buitenland wou uitvoeren; • het voertuig werd gekocht door een ambassade, een internationale organisatie of personeelsleden van deze instellingen. In dat geval moet je eerst de btw en indien nodig de douanerechten in orde brengen.
c o n t a c t en
Voor informatie over de rechten van de consument en de commerciële reglementering Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Bescherming van de Consumentenrechten - Handelsreglementering Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 206 51 84 •
[email protected] economie.fgov.be
114
Tweedehandsauto Voor algemene informatie op fiscaal vlak Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Belastingen en Invordering Ondernemings- en inkomstenfiscaliteit Centrale diensten - Sector BTW Koning Albert II-laan 33 bus 25 • 1030 Brussel Tel. 0257 627 17 •
[email protected] • www.minfin.fgov.be Voor de bijzondere codes op het inschrijvingsbewijs Federale overheidsdienst Financiën Administratie der Douane en accijnzen Koning Albert II-laan 33 • 1030 Brussel Tel. 0257 630 19 •
[email protected] • www.minfin.fgov.be
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Tweedehandsauto
Voor de lijst van erkende verkopers www.federauto.be •
[email protected] In geval van een geschil en bij gebruik van het typecontract "Verkoopscontract voor een tweedehands voertuig – bestelbon" uitgegeven door FEDERAUTO, richt je tot de Verzoeningscommissie tweedehandse voertuigen Jules Bordetlaan 164 • 1140 Brussel Tel. 02 778 62 00 •
[email protected]
m eer we t en
• "Een betrouwbare 2de handswagen", Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, 2007 Folder te downloaden van www.vps.fgov.be. • "Wegwijs in de fiscaliteit van uw personenauto", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 68 p. Gratis brochure, te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
115
Wat moet ik doen om mijn voertuig in te schrijven?
Om op de openbare weg te mogen rijden, moet elk motorvoertuig (auto, bestelwagen, motor, bromfiets met een cilinderinhoud van meer dan 50 cm3 of met een maximumsnelheid van meer dan 45 km/u) ingeschreven worden in het "repertorium van voertuigen". De Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) houdt dat bij. Deze verplichting geldt ook voor elke aanhangwagen van meer dan 750 kg. Je vraagt de inschrijving aan door middel van een formulier dat je gratis kunt krijgen bij de firma die het voertuig levert, bij de verzekeringsmaatschappij die de burgerlijke aansprakelijkheid dekt, de stations voor autokeuring of de DIV. Je moet dit formulier voor alle voertuigtypes gebruiken. WebDIV via Internet
Je kunt in veel gevallen nieuwe of occasievoertuigen die je in België koopt met behulp van WebDIV via het internet inschrijven. Je geeft je ingevuld en ondertekend formulier af aan je verzekeraar, verzekeringsmakelaar of je leasingmaatschappij (partner van WebDIV-project). Zij nemen de hele procedure online op zich. Binnen de 24 uur belandt je nummerplaat in je brievenbus. Je kunt WebDIV niet in alle situaties gebruiken. Herinschrijvingen (zelfde voertuig, zelfde eigenaar, andere nummerplaat) zijn bijvoorbeeld niet mogelijk via WebDIV om fraude met inschrijvingsbewijzen te voorkomen.
Inschrijving Opgelet: om je nummerplaat te mogen gebruiken, moet je wachten tot je je inschrijvingsbewijs krijgt via de post. Alleen bij het bijkantoor van de DIV in Brussel krijg je gelijktijdig nummerplaat en inschrijvingsbewijs. Als je in de plaats komt van iemand anders, moet de schriftelijke en ondertekende volmacht op het formulier ingevuld zijn. Een vennootschap moet haar statuten bij de inschrijvingsaanvraag voegen. Als je de inschrijving aanvraagt per post (brief gericht aan de hoofdzetel van de DIV in Brussel), ontvang je je nummerplaat na twee werkdagen. Reflecterende nummerplaat voor de voorkant van het voertuig
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Inschrijving
Ten slotte moet je een tweede reflecterende nummerplaat aanschaffen in een gespecialiseerde zaak. Deze bevestig je aan de voorkant van je voertuig. Dit geldt niet voor een aanhangwagen of een motor.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid Directie Wegverkeer - DIV Vooruitgangstraat 56 • 1210 Brussel Tel. 02 277 30 50 •
[email protected] • www.mobilit.fgov.be
In een bijkantoor van de div of per post
Als je de nummerplaat onmiddellijk wilt ontvangen of je aanvraag niet via WebDIV kunt doen, ga dan met je ingevulde formulier, het vignet van je verzekeraar, alle vereiste documenten en je identiteitskaart naar een bijkantoor van de DIV.
116
117
Is de autoverzekering verplicht? Wat moet deze in elk geval dekken? Wat kan ik doen als geen enkele verzekeringsmaatschappij mij wil verzekeren? Waar kan ik terecht met problemen? Motorvoertuigen mogen enkel in het verkeer gebracht worden als zij minstens voor "burgerlijke aansprakelijkheid" (BA) verzekerd zijn. Rijden zonder verzekering is strafbaar. Als je helemaal of gedeeltelijk in fout bent, loop je bovendien het risico dat je zelf de schade moet betalen die je aan anderen hebt toegebracht. Dat risico loop je niet alleen. Ook je familie en je kinderen kunnen voor de gemaakte kosten mee opdraaien. Die kunnen heel hoog oplopen! Dekking
De verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, ook BA auto, BA motorrijtuig of BA bromfiets genoemd, betekent dat de verzekeraar tussenkomt wanneer je bij een ongeval in fout bent. Dan vergoedt de verzekeringsmaatschappij de schade die anderen hebben geleden. Het kan gaan om lichamelijke, materiële of morele schade. Je mag aan de essentiële eigenschappen van je voertuig niets veranderen (bijvoorbeeld: de motor van je bromfiets opfokken) of je mag niet van voertuig veranderen zonder je verzekeringsagent of verzekeringsmaatschappij te verwittigen. Als je dat wel doet, dan kan de verzekeringsmaatschappij zich bij een ongeval tegen jou keren. Let op: als je in fout bent, dekt de BA-verzekering niet de kosten voor de schade aan je eigen auto, motorrijtuig of bromfiets. Om dit risico te dekken, moet je een aanvullende verzekering nemen, zoals van het type "omnium". Zo’n verzekering is echter niet verplicht.
118
Autoverzekering BEDRAG
Het bedrag van de verzekeringspremie verschilt volgens maatschappij, de leeftijd van de bestuurder en het vermogen van het voertuig. Het "bonus-malussysteem" bestaat niet meer. Maar dat wil niet zeggen dat de verzekeringsmaatschappijen geen rekening meer houden met het aantal ongevallen dat je in fout was. Integendeel. Brokkenmakers betalen, zoals vroeger, een hogere premie dan andere chauffeurs. Sancties en terugbetaling
De wet voorziet in sancties bij niet-reglementair gebruik van je voertuig, zoals overbelasting of het opfokken van het vermogen van de motor. Ook nieuwe omstandigheden die het risico vergroten, moet je melden. Bijvoorbeeld een wijziging in je gezondheidstoestand die een invloed kan hebben op je rijbekwaamheid.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Autoverzekering
Rijden in staat van dronkenschap leidt ook tot straffen die in de wet zijn voorzien. Daarnaast zal de verzekeringsmaatschappij ook de terugbetaling eisen van de schadevergoeding die zij aan de slachtoffers uitgekeerd heeft. Weigering van verzekering
Als minstens drie opeenvolgende verzekeringsmaatschappijen om de een of andere reden weigeren je te verzekeren, of als zij dat alleen maar willen doen tegen een zeer hoge premie of franchise, dan kun je contact opnemen met het Tariferingsbureau. Dat bureau heeft als opdracht de verzekeringspremie en de voorwaarden vast te stellen. Het bureau duidt ook een verzekeringsmaatschappij aan voor het beheer van dit risico. Problemen met je verzekering
Bij problemen met je autoverzekering kun je contact opnemen met de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) of met de ombudsdienst van de verzekeringen.
119
Autokeuring
c o n t a c t en
Neem contact op met je makelaar of met je verzekeringsmaatschappij. Tariferingsbureau c/o Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds Liefdadigheidstraat 33 bus 1 • 1210 Brussel Tel. 02 287 18 11 •
[email protected] • www.fcga-gmwf.be Om een klacht in te dienen of voor bemiddeling Ombudsdienst van de verzekeringen de Meeûssquare 35 • 1000 Brussel Tel. 02 547 58 71 •
[email protected] • www.ombudsman.as Informatie over de reglementering Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Verzekeringen Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 277 77 29 •
[email protected] • economie.fgov.be
Wanneer moet ik mijn voertuig laten keuren? Welke onderdelen keurt men?
Zodra je voertuig 4 jaar oud is, krijg je elk jaar een uitnodiging om naar de autokeuring te gaan. Voor aanhangwagens, opleggers en voertuigen voorzien van een trekhaak gelden er specifieke regels. Afhankelijk van het gebruik en van de maximaal toegelaten massa (hoger of lager dan 750 kg) moet je het voertuig laten keuren voor het eerste gebruik.
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Autoverzekering
Je kunt je auto aanbieden in een van de 76 keuringsstations van het land. Een uitzondering: als je een keuringsbewijs met een beperkte geldigheid krijgt, moet je je auto binnen de gestelde termijn in hetzelfde keuringsstation opnieuw aanbieden. Het keuringsbewijs is een jaar geldig. In sommige gevallen is het 2 jaar geldig op voorwaarde dat: • de eerste inschrijving na 31 december 2000 gebeurde en het voertuig niet ouder is dan 6 jaar; • het afgeleverde keuringsbewijs geen enkele opmerking bevat of enkel opmerkingen met code 4 of 5 (kleine elementen die je in het oog moet houden of kleine gebreken die je zelf zonder bijzondere kennis of apparatuur kunt verhelpen); • de kilometerstand lager is dan 100.000 km; • je tijdig met je auto naar de keuring gaat. CONTROLE EN VEILIGHEID
Tijdens de keuring worden elementen gecontroleerd die belangrijk zijn voor je veiligheid, voor die van de andere weggebruikers en voor het leefmilieu, zoals: • meting van de uitlaatgassen (benzinemotoren) of van de dieselrook (dieselmotoren); • vervuiling (vloeistofverlies) en geluidsniveau (uitlaat); • reminstallatie;
120
121
M o bi l i t e i t e n t r a n s p o r t
Autokeuring • structuur van de wagen (beschadiging door roest of ongeval); • lichten, stuurinrichting, banden en wegligging. Kilometerstand
De keuringsstations noteren de kilometerstand van de voertuigen (personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, bestelwagens van minder dan 3,5 ton). Zij maken deze gegevens over aan Car-Pass die de kilometerhistoriek bijhoudt. Dit voorkomt gesjoemel met de kilometerteller bij aankoop van een tweedehandsauto. Na een ongeval
Een specifieke keuring is verplicht na een ongeval waarbij de stuurinrichting, de remmen, het chassis of de ophanging beschadigd werden. Als je bij een ongeval geen geldig keuringsbewijs hebt of als het vervallen is, kan de verzekeringsmaatschappij alle kosten op jou of op de verzekerde verhalen, tenzij je kunt bewijzen dat er geen oorzakelijk verband is tussen de technische staat van het voertuig en het ongeval.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directie Certificatie en Inspectie Vooruitgangstraat 56 • 1210 Brussel Tel. 02 277 31 11 •
[email protected] • www.mobilit.fgov.be Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs (GOCA) Technologiestraat 21-25 • 1082 Brussel Tel. 02 469 09 00 •
[email protected] • www.goca.be
122
Familie
Ik ga trouwen. Welke formaliteiten moet ik vervullen? Hoe beheer ik mijn vermogen? Heb ik een huwelijkscontract nodig?
Het huwelijk is een verbintenis tussen twee mensen, al dan niet van hetzelfde geslacht, voltrokken door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Formaliteiten
Als je wilt trouwen, moet je minstens 14 dagen voor de geplande huwelijksdatum aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar één van de toekomstige echtgenoten woont. Bij de aangifte moet je verscheidene documenten voorleggen, zoals: • een voor eensluidend verklaard afschrift van de geboorteakte van beide toekomstige echtgenoten (voor een toekomstig echtgenoot die in België geboren is of van wie de geboorteakte in België overgeschreven is, vraagt de ambtenaar van de burgerlijke stand zelf het afschrift op); • een bewijs van identiteit; • een bewijs van nationaliteit, van ongehuwde staat of eventueel van ontbinding of nietigverklaring van een vorig huwelijk en een bewijs van woonst (een toekomstig echtgenoot die ingeschreven is in het bevolkings- of vreemdelingenregister moet het bewijs van nationaliteit, van ongehuwde staat en van woonst niet voorleggen); • een attest van de notaris als er een huwelijkscontract gesloten is. De ambtenaar van de burgerlijke stand die de aangifte heeft ontvangen, voltrekt het huwelijk. Tot de dag van het huwelijk kan men verzet tegen het huwelijk aantekenen. Het moet wel gemotiveerd zijn. Gevolgen van het huwelijk
Het huwelijk heeft gevolgen op persoonlijk vlak en op het vlak van het vermogen van de gehuwden. De echtgenoten hebben wederzijdse rechten en plichten, zoals de plicht tot samenwonen, trouw, hulp en
124
Huwelijk bijstand. Van deze rechten en plichten kun je niet afwijken, ook niet bij huwelijkscontract. Dit heet het primair huwelijksstelsel. Het huwelijk heeft ook gevolgen voor het vermogen van de gehuwden. Dit heet het secundair huwelijksstelsel. De echtgenoten hebben de keuze of ze zelf een stelsel voor hun vermogen willen uitwerken of niet. Als ze niets bijzonders op het vlak van vermogen regelen, is het wettelijk stelsel automatisch van toepassing. Dit stelsel is gebaseerd op de scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten.
F a mi l I e
F a mi l I e
Huwelijk
Het verdeelt de goederen in drie vermogens: het eigen vermogen van elke huwelijkspartner en het gemeenschappelijke vermogen. Beide huwelijkspartners beheren samen het gemeenschappelijke vermogen. Elke partner beheert zelf het eigen vermogen. Elke huwelijkspartner blijft dus eigenaar van zijn bezittingen en beheert ze naar goeddunken. Je kunt de eigendom met alle rechtsmiddelen bewijzen (eigendomsakte, facturen, notariële inventaris enz.). Als je de eigendom niet kunt bewijzen, wordt het goed als gemeenschappelijk beschouwd (onverdeelbare goederen). Huwelijkscontract
De echtgenoten kunnen ook een specifieke regeling verkiezen. In dat geval moeten ze een huwelijkscontract voor de notaris sluiten. Ze kunnen kiezen voor een volledige scheiding of een volledige gemeenschap van goederen, of ze kunnen nog in een andere regeling voorzien. Een contract is niet verplicht. Het kan verschillende bedoelingen hebben, bijvoorbeeld om de economische en financiële betrekkingen tussen de echtgenoten te regelen, om de eigendom van goederen te bewijzen of om te bepalen hoe elke huwelijkspartner de goederen kan beheren. Bij de aangifte van het huwelijk moet je de ambtenaar van de burgerlijke stand meedelen dat er een huwelijkscontract bestaat. Je moet dan een getuigschrift voorleggen van de notaris die het contract heeft opgesteld. Het wordt in het trouwboekje vermeld.
125
Wettelijk samenwonen
c o n t a c t en
Raadpleeg de dienst van de burgerlijke stand van de gemeente waar je wilt trouwen. Voor informatie over het huwelijksstelsel of het huwelijkscontract kun je terecht bij een notaris. m eer we t en www.notaris.be
Ik ga samenwonen. Wat is het samenlevingscontract en wat houdt het in? Welke formaliteiten moet ik vervullen?
F a mi l I e
F a mi l I e
Huwelijk
Twee mensen die samenwonen en dit aan hun gemeente aangeven, zijn wettelijk samenwonend. De aangifte geeft een zekere juridische bescherming. Toegang
Twee mensen die in België een woning delen, kunnen wettelijk samenwonen, ook als ze van hetzelfde geslacht zijn. Het kan dus niet alleen om heteroseksuele of homoseksuele partners gaan, maar ook om mensen zonder seksuele relatie, om broers en zussen, ouders en kinderen of vrienden. Het stelsel is alleen toegankelijk voor mensen die juridisch bekwaam zijn om een contract te sluiten, die niet gehuwd zijn en geen wettelijke samenwoning met een andere persoon hebben gesloten. Formaliteiten
De verklaring van wettelijke samenwoning wordt afgelegd aan de hand van een schriftelijke verklaring overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Je krijgt een ontvangstbewijs. De verklaring bevat: • de datum van de verklaring; • de naam, voornaam, geboorteplaats, geboortedatum en de handtekening van beide partijen; • de gemeenschappelijke woonplaats; • de wens van beide partners om wettelijk samen te wonen; • de vermelding dat beide partijen vooraf kennis hebben genomen van de artikelen 1475 tot 1479 van het burgerlijk wetboek dat het statuut van het samenwonen regelt; • de verwijzing naar het eventuele "samenlevingscontract" dat vooraf door een notaris opgesteld is.
126
127
De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert of aan de wettelijke voorwaarden voor het wettelijk samenwonen is voldaan. Als dat het geval is, schrijft hij de verklaring in het bevolkingsregister in. Het samenwonen eindigt: • automatisch door het huwelijk of het overlijden van een van de partners; • vrijwillig door een gezamenlijke of een eenzijdige verklaring. Deze schriftelijke verklaring dien je in bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van je gemeente. Je krijgt een ontvangstbewijs. Samenwonenden kunnen specifieke voorwaarden van het samenwonen in een "samenlevingscontract" regelen. Dit is echter niet verplicht. Alvorens dit contract bij de burgerlijke stand aan te geven, moet je het voor een notaris verlijden. Dan wordt het in het bevolkingsregister ingeschreven. Rechten en plichten van de samenwonenden
Het burgerlijk wetboek bevat de rechten en plichten van samenwonenden. • Bescherming van de gezinswoning. Het gaat om de gemeenschappelijke woning en de huisraad van de samenwonenden. Een van de samenwonenden kan niet op eigen houtje beslissen ze te verkopen, weg te schenken of er een hypotheek op te nemen. De andere samenwonende moet vooraf akkoord gaan. Als een van de samenwonenden zonder goede reden weigert, kan de rechter hem dwingen. • Bijdragen in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van de mogelijkheden. Dat betekent dat samenwonenden, zoals echtgenoten, verplicht zijn om in de behoeften van het huishouden te voorzien. Beiden zijn dus verplicht om een gedeelte van hun inkomsten af te dragen, afhankelijk van hun mogelijkheden en van de manier van samenleven. • Hoofdelijke verbintenis in bepaalde schulden. Wanneer een van de samenwonenden een schuld aangaat die noodzakelijk is voor de behoeften van de samenwonenden of van de kinderen die zij samen opvoeden, dan is de andere samenwonende eveneens aansprakelijk.
128
Wettelijk samenwonen Dit geldt niet voor schulden die buitensporig zijn in verhouding tot de financiële middelen waarover de samenwonenden beschikken. De samenwonenden delen ook de onroerende voorheffing van de woning waarvan een van beide eigenaar is, alsook de verkeersbelasting van het gemeenschappelijke voertuig.
F a mi l I e
F a mi l I e
Wettelijk samenwonen
Sinds 18 mei 2007, datum van de inwerkingtreding van de wet van 28 maart 2007, geniet de langstlevende wettelijk samenwonende bij het overlijden van de partner een zeker erfrecht. Dat bestaat uit het vruchtgebruik van het onroerend goed, met inbegrip van de huisraad, dat tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende van het gezin. FISCALITEIT
Voor de berekening van de belastingen worden wettelijk samenwonenden gelijkgesteld met echtgenoten. Deze gelijkschakeling heeft tot gevolg dat ook wettelijk samenwonenden een gemeenschappelijke belastingaangifte moeten indienen.
c o n t a c t en
Raadpleeg de burgerlijke stand van je gemeente. Voor alle fiscale vragen Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be m eer we t en www.notaris.be
129
Ik ben werknemer en zwanger. Hoeveel zwangerschapsverlof kan ik krijgen? Kan ik na een bevalling of adoptie meer tijd aan mijn kind besteden? Heeft de vader ook recht op verlof?
Verlof voor kinderopvang Tijdens de 15 weken moederschapsverlof ontvang je van je ziekenfonds een uitkering in verhouding tot je loon. De eerste 30 dagen bedraagt die vergoeding 82% van het (niet-geplafonneerde) loon. Vanaf de 31e dag en in geval van verlenging, bedraagt deze uitkering 75% van het begrensde loon.
F a mi l I e
F a mi l I e
Verlof voor kinderopvang
Vaderschapsverlof
Om na een bevalling of een adoptie het kind goed op te vangen in het gezin en er goed voor te kunnen zorgen, bestaan er naast het moederschapsverlof een aantal andere formules voor verlof of werkonderbreking. Ze gelden voor de moeder, de vader of voor beide ouders. Moederschapsverlof
Wanneer je verneemt dat je zwanger bent, heb je er belang bij om dit snel aan je werkgever te melden omdat je vanaf dat moment op een aantal punten beschermd bent. Het is aangewezen om dit per aangetekende brief of tegen afgifte van een ontvangstbevestiging te doen. Als je gaat bevallen, heb je als werkneemster recht op een moederschapsverlof van 15 weken. Beval je van een meerling, dan duurt het verlof in principe 17 weken, maar je kunt het tot 19 weken verlengen. Het moederschapsverlof dat je vóór de bevalling opneemt, heet zwangerschapsverlof. Het moederschapsverlof dat je na de bevalling opneemt, heet bevallingsrust. Wanneer de bevalling dichterbij komt, heb je zowel het recht als de plicht om zwangerschapsverlof op te nemen. Dit kun je ten vroegste 6 weken voor de verwachte bevallingsdatum nemen, maar moet ten laatste 7 dagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum ingaan. Je kunt de bevallingsrust dus verlengen met de dagen die je voor de bevalling niet hebt opgenomen (met een maximum van 5 weken). Na de bevalling moet je minstens 9 weken bevallingsrust nemen (maximum 14 weken als je het zwangerschapsverlof overdraagt).
130
Na de geboorte van je kind heb je als vader recht op 10 dagen verlof. Je moet dat verlof opnemen binnen de 30 dagen na de geboorte. Je kunt die 10 dagen in één keer of gespreid over een langere periode opnemen. De eerste 3 dagen betaalt je werkgever het volledige loon uit. De 7 volgende dagen krijg je van het ziekenfonds een vergoeding die overeenkomt met 82% van je geplafonneerde brutoloon. Adoptieverlof
Elke man of vrouw heeft recht op adoptieverlof om een geadopteerd kind in het gezin op te vangen. Je moet het verlof opnemen binnen de 2 maanden na de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister van je gemeente. Het verlof duurt maximum 6 weken als het kind jonger is dan 3 jaar en maximum 4 weken als het kind ouder is dan 3 jaar. De eerste 3 dagen betaalt je werkgever je volledige loon. Voor de volgende dagen krijg je een uitkering van het ziekenfonds. Borstvoedingspauzes
Als werkneemster heb je het recht om je werk te onderbreken om je kind borstvoeding te geven of om melk af te kolven. De borstvoedingspauze mag een half uur duren. Als je per dag 4 uur werkt, heb je recht op één pauze. Werk je minstens 7.30 uur per dag, dan heb je recht op twee pauzes. Je mag deze pauzes in 1 of 2 keer opnemen. Je mag tot 7 maanden na de geboorte van je kind borstvoedingspauzes nemen. De uren worden niet uitbetaald, maar geven wel recht op een uitkering van het ziekenfonds.
131
Ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof geeft zowel de moeder als de vader de kans om na de geboorte of de adoptie van een kind de loopbaan te onderbreken. In de privésector kan dat op verschillende manieren. • Elke voltijdse of deeltijdse werknemer kan de loopbaan gedurende 3 maanden volledig onderbreken. Je kunt die periode opnemen in delen van een maand. • Elke voltijdse werknemer kan gedurende een ononderbroken periode van 6 maanden overschakelen op halftijdse prestaties. Je kunt die periode opnemen in delen van 2 maanden. • Elke voltijdse werknemer kan gedurende een periode van 15 maanden zijn arbeidsprestaties met een vijfde verminderen. Je kunt die periode opnemen in delen van 5 maanden. Dit recht kun je opnemen vanaf de geboorte of adoptie van het kind tot aan zijn 6e verjaardag. Voor een kind met een handicap of voor een geadopteerd kind wordt de leeftijdsgrens opgetrokken tot 8 jaar. Tijdens het ouderschapsverlof krijg je een onderbrekingsvergoeding van de RVA.
Verlof voor kinderopvang Voor informatie over moederschaps-, vaderschaps- en adoptieverlof, bijhorende vergoedingen en borstvoedingspauzes kun je terecht bij je ziekenfonds.
F a mi l I e
F a mi l I e
Verlof voor kinderopvang
Voor informatie over de onderbrekingsvergoedingen kun je terecht op het RVA-kantoor van je streek. (Zie Nuttige adressen.) m eer we t en www.werk.belgie.be • www.rva.be • www.mijnsocialezekerheid.be www.socialsecurity.fgov.be • www.socialsecurity.be • "Wegwijs in… werk en ouderschap", Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, 64 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Cel Publicaties Ernest Blerotstraat 1 • 1070 Brussel Tel. 02 233 42 11 •
[email protected] • www.werk.belgie.be
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet
Deze systemen geven je ook de kans je loopbaan te onderbreken of je prestaties te verminderen om beter voor je kinderen te kunnen zorgen. Je krijgt van de RVA een onderbrekingsvergoeding. Verlof zonder wedde
Je kunt aan je werkgever altijd verlof zonder wedde vragen. Tijdens dat verlof moet je werkgever je dus niet betalen. Sommige paritaire comités hebben een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die het verlof zonder wedde regelt.
c o n t a c t en
Voor informatie over de diverse vormen van verlof kun je terecht op het kantoor van het Toezicht op de Sociale Wetten van je streek. (Zie Nuttige adressen.)
132
133
Hoe krijg ik kinderbijslag? Heb ik recht op kinderbijslag? Wat is het bedrag per kind? Tot wie wend ik me?
Bijna elk kind dat in België woont, heeft recht op kinderbijslag. Dat recht stopt op 31 augustus van het jaar waarin het kind 18 jaar wordt. Tot dan zijn inkomsten van het kind geen probleem voor de kinderbijslag. Kinderen van 0 tot 21 jaar met een handicap kunnen een toeslag krijgen op hun gewone kinderbijslag. Studenten, jongeren met een leercontract en werkzoekende schoolverlaters kunnen tot hun 25e kinderbijslag krijgen. Studenten kunnen werken zonder hun kinderbijslag te verliezen: • onbeperkt in het 3e kwartaal ( juli, augustus en september) als ze na die zomervakantie verder studeren, anders maximum 240 uren; • maximum 240 uren per kwartaal in het 1e, 2e en 4e kwartaal. Een kind dat in een ander land van de Europese Economische Ruimte (d.i. de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) gaat studeren of verblijft, kan vanuit België kinderbijslag (blijven) genieten, uiteraard als alle voorwaarden vervuld zijn. Kinderbijslag krijgen
In principe vraagt de vader de kinderbijslag aan. • Als hij werknemer, werkloos, ziek of (brug)gepensioneerd is: bij het kinderbijslagfonds van zijn (laatste) werkgever. • Als hij zelfstandige is: bij zijn sociaal verzekeringsfonds. Als de vader zelfstandige is en de moeder minstens halftijds werknemer, moet de kinderbijslag aangevraagd worden bij het kinderbijslagfonds van de werkgever van de moeder.
134
Kinderbijslag en kraamgeld Als de vader geen beroep uitoefent en de moeder wel, vraagt de moeder de kinderbijslag aan. Oefent geen van beide ouders een beroep uit, dan kan een ander gezinslid met een beroep de aanvraag doen, bijvoorbeeld een inwonende oom.
F a mi l I e
F a mi l I e
Kinderbijslag en kraamgeld
Als niemand op basis van het beroep (of werkloosheid, ziekte, pensioen) kinderbijslag kan aanvragen, kan men voor de gewaarborgde gezinsbijslag terecht bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW). Begunstigde en ontvanger
De kinderbijslag is bestemd voor de opvoeding van het kind en wordt in principe betaald aan de moeder (d.i. de bijslagtrekkende). Als moeder en vader niet samenwonen, geldt in de regel het co-ouderschap en krijgt de moeder de kinderbijslag. Dat is bijvoorbeeld het geval als het kind afwisselend bij zijn vader en moeder woont. In sommige gevallen ontvangt het kind zelf de kinderbijslag: als het gehuwd is; als het minstens 16 jaar of ontvoogd is en een eigen verblijfplaats heeft; als het zelf kinderbijslag ontvangt voor een eigen kind. Bedrag en Verhogingen
Sinds 1 september 2008 is het basisbedrag van de maandelijkse kinderbijslag (alle bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer): • 83,40 euro voor het 1e kind (74,07 euro voor het 1e kind van een zelfstandige); • 154,33 euro voor het 2e kind; • 230,42 euro vanaf het 3e kind. Dit bedrag verhoogt als het kind 6 jaar wordt, een tweede keer als het 12 wordt en nog eens als het 18 jaar wordt. Vanaf 2008 wordt een jaarlijkse bijslag betaald samen met de kinderbijslag van juli. Soms is er recht op een toeslag bij de kinderbijslag. Dat geldt voor kinderen met een handicap en kinderen van sommige gehandicapten, invaliden, gepensioneerden en langdurig werklozen. De kinderbijslag
135
Adoptie
wordt ook verhoogd voor sommige eenoudergezinnen. De verhoogde wezenbijslag bedraagt 320,40 euro per kind. Een geboorte of adoptie geeft recht op kraamgeld of een adoptiepremie (aan te vragen bij het kinderbijslagfonds van je werkgever of bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, RKW). Vanaf 1 september 2008 bedraagt het kraamgeld 1.129,95 euro voor een 1e kind en 850,15 euro voor de volgende kinderen. Bij een meerlinggeboorte wordt voor elk kind 1.129,95 euro betaald. De adoptiepremie bedraagt 1.129,95 euro.
Ik wil een kind adopteren. Wat zijn de voorwaarden en de formaliteiten?
F a mi l I e
F a mi l I e
Kinderbijslag en kraamgeld
Elke adoptie moet op goede motieven gebaseerd zijn. Het belang van het kind en het naleven van de fundamentele rechten die internationaal erkend zijn, komen op de eerste plaats. Voorwaarden VOOR DE BELGEN
c o n t a c t en
Voor individuele vragen over je kinderbijslag neem je als werknemer contact op met het kinderbijslagfonds van je werkgever. Zelfstandigen richten zich tot hun sociaal verzekeringsfonds. Voor algemene informatie over de kinderbijslag kun je terecht bij Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Trierstraat 70 • 1040 Brussel Tel. 0800 94 434 (gratis nummer voor algemene informatie) Tel. 02 237 21 11 •
[email protected] www.kindergeld.be Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 40 bus 20 • 1060 Brussel DG Zelfstandigen Tel. 02 528 64 52 •
[email protected] DG Sociaal Beleid Tel. 02 528 63 00 •
[email protected] m eer we t en www.socialsecurity.be • www.mijnsocialezekerheid.be www.socialsecurity.fgov.be (met name voor informatie over de kinderbijslag voor ambtenaren)
136
Een adoptie is altijd aan enkele voorwaarden gekoppeld, of het nu om een gewone adoptie gaat (er blijven bepaalde banden met de natuurlijke ouders bestaan) of om een volledige adoptie (er zijn helemaal geen banden meer met de natuurlijke ouders). • De kandidaat-adoptieouders moeten ten minste 25 jaar oud zijn en meer dan 15 jaar in leeftijd verschillen met het geadopteerde kind. Wanneer het gaat om het kind van je huwelijkspartner of samenwonende partner dan moet je als adoptant slechts 18 jaar zijn en is het leeftijdsverschil minimum 10 jaar. • Adoptie is mogelijk door koppels van verschillend geslacht of van hetzelfde geslacht (gehuwd, niet-verwante wettelijk samenwonenden, niet-verwante feitelijk samenwonenden die minstens drie jaar samenwonen) en door alleenstaanden. • De adoptant of adoptanten moeten door de jeugdrechter geschikt en bekwaam worden bevonden. Zij moeten dus de nodige sociale en psychologische kwaliteiten bezitten. • De natuurlijke ouders van een minderjarig kind moeten akkoord gaan met de adoptie. • Een kind dat minstens 12 jaar oud is, moet zijn toestemming geven. Voor een internationale adoptie moeten bepaalde voorwaarden, eigen aan de wetgeving van het land van herkomst van het kind, nageleefd worden. Zo is er onder meer de leeftijd van de adoptant en van de geadopteerde, het leeftijdsverschil tussen beiden, het burgerlijk statuut van de adoptanten en hun gezondheidstoestand.
137
Wat je moet doen
De centrale autoriteit van de Vlaamse Gemeenschap of een door haar erkende instelling begeleidt de adoptie. De adoptie van een kind omvat verschillende stappen: • de voorbereiding; • de beoordeling van de geschiktheid; • het onderzoek naar de verwantschap; • de beslissing tot adoptie; • de begeleiding na de adoptie. Het verloop van deze verschillende stappen verschilt lichtjes naargelang het om een binnenlandse of een internationale adoptie gaat. Bij een internationale adoptie bijvoorbeeld, moet de centrale autoriteit van de federale overheid de in het buitenland verkregen beslissing tot adoptie erkennen. Alvorens de adoptieprocedure te starten, moeten de kandidaat-adoptanten een voorbereiding volgen. Hiertoe moeten zij bij de Vlaamse centrale autoriteit een aanvraag indienen.
Adoptie c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Justitie Directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Federale internationale adoptiedienst Waterloolaan 115 • 1000 Brussel Tel. 02 542 65 11 •
[email protected] www.just.fgov.be
F a mi l I e
F a mi l I e
Adoptie
Vlaamse overheid Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Kind en Gezin Hallepoort 27 • 1060 Brussel Tel. 078 150 100 (zonaal tarief) •
[email protected] www.kindengezin.be m eer we t en • "Internationale adoptie", Federale overheidsdienst Justitie, 2008, 12 p. • "Adoptie in vogelvlucht", Federale overheidsdienst Justitie, 2006, 44 p. Gratis brochures te downloaden van www.just.fgov.be.
De voorwaarde inzake de verwantschap is bedoeld om een adoptiegezin aan te stellen dat geschikt is om aan de behoeften, de eigenschappen en de ervaringen van het kind te beantwoorden. De rechtbank van eerste aanleg beoordeelt de geschiktheid van de personen die willen adopteren, meer bepaald op grond van een maatschappelijk onderzoek. Na de adoptie staan de Gemeenschappen via hun erkende adoptiediensten in voor begeleiding van en advies aan de adoptieouders. Als er zich moeilijkheden voordoen, verwijzen zij de adoptieouders door naar gespecialiseerde beroepsmensen.
138
139
Moet ik een familiale polis sluiten? Wat dekt hij? Tot wie moet ik mij wenden?
De familiale polis, die men ook wel "Burgerlijke aansprakelijkheid – BA Privéleven" noemt, dekt je hele gezin en je huisdieren tegen schade die zij aan derden (buren, vrienden, kennissen, voorbijgangers enz.) toebrengen. Deze polis is niet wettelijk verplicht, maar is sterk aan te raden. Het gebeurt steeds vaker dat het gerecht je persoonlijk aansprakelijk stelt voor toegebrachte schade. De schadevergoedingen kunnen snel oplopen tot grote bedragen. Dekking
Over het algemeen beschermt dit type van verzekering je gerechtelijk tegen elke klacht met betrekking tot burgerlijke aansprakelijkheid. Tot het bedrag van de gewaarborgde schadeloosstelling dat in je contract is vastgelegd, dekt de verzekering de schade die derden hebben geleden door een voorval in je privéleven (en dus niet alleen op school) en waarvoor je burgerlijk aansprakelijk bent.
Familiale polis derden geleden hebben toen ze hulp kwamen bieden of trachtten je goederen te redden; • juridische bijstand, zoals de kosten voor strafrechtelijke verdediging of voor administratieve en juridische bijstand om tegen derden verhaal te zoeken; • insolvabiliteit van derden. Als een derde na een definitieve uitspraak van een rechtbank aansprakelijk is voor de schade, maar deze niet kan betalen (insolvent is), dan betaalt de verzekering de vergoeding waarop je recht hebt.
F a mi l I e
F a mi l I e
Familiale polis
Franchise
Franchise is het systeem waarbij de verzekering niet tussenkomt voor schade beneden een bepaald bedrag. Je moet een onderscheid maken tussen materiële schade en lichamelijke schade. De franchise kan gelden voor de terugbetaling van de materiële schade. Dat betekent dat je in alle gevallen een gedeelte van de schade zelf zult moeten betalen. Voor lichamelijke schade is er meestal geen enkele franchise van toepassing. Lees aandachtig de algemene voorwaarden van een BA die je wilt sluiten en vergelijk in de verschillende aanbiedingen de dekking en het eventuele bedrag van de franchise.
Ouders zijn wettelijk aansprakelijk voor daden van minderjarige kinderen. Zij moeten dus de gevolgen dragen van een ongeval dat hun kind heeft veroorzaakt.
Wend je tot je verzekeringsagent of verzekeringsmaatschappij.
Er is geen dekking van de schade die je zelf of je kind aan eigen bezittingen toebrengt. De verzekering "Burgerlijke aansprakelijkheid privéleven" dekt over het algemeen ook geen incidenten die zich voordoen bij de uitoefening van een contractuele verbintenis, zoals een beroepsactiviteit.
Om een klacht in te dienen of voor bemiddeling Ombudsdienst van de verzekeringen De Meeûssquare 35 • 1000 Brussel Tel. 02 547 58 71 •
[email protected] • www.ombudsman.as
c o n t a c t en
De meeste verzekeringen voor "Burgerlijke aansprakelijkheid privéleven" bevatten ook waarborgen als: • vrijwillige hulp van derden, waarbij het gaat om de schade die
140
141
Hulp in huis
Voor informatie over de reglementering Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Verzekeringen Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 277 69 75 •
[email protected] • economie.fgov.be m eer we t en www.assuralia.be
Ik wil mij laten helpen bij huishoudelijk werk, klussen in huis of de opvang van de kinderen. Hoe vind ik iemand?
F a mi l I e
F a mi l I e
Familiale polis
Er zijn drie mogelijkheden om tegen interessante voorwaarden werknemers aan te nemen zonder dat je een beroep moet doen op zwartwerk: de dienstencheques, een PWA-contract (Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap) en het aanwerven van een huisbediende. Als je voor een huisbediende kiest, neem dan contact op met het gewestelijke kantoor van de RSZ. Vergeet nooit dat een zwartwerker zich na een ongeval tegen jou kan keren omdat je hem aangenomen hebt zonder rekening te houden met de sociale wetgeving. DIENSTENCHEQUES
Met de dienstencheques kunnen particulieren een beroep doen op een erkend bedrijf om werken of diensten te laten verrichten door een werkkracht met arbeidscontract: schoonmaak, strijken, boodschappen, vervoer van personen met beperkte mobiliteit enz. Als je dienstencheques wilt gebruiken, moet je je eerst inschrijven bij de firma Sodexo, bij wie je ook de dienstencheques koopt. Je ontvangt de dienstencheques via de post. Daarna neem je contact op met een erkend bedrijf. Elke dienstencheque heeft een waarde van 7 euro en is 8 maanden geldig. Na fiscale aftrek kost een dienstencheque je uiteindelijk 4,90 euro (bedrag voor het aanslagjaar 2009). Het aantal is beperkt tot 750 dienstencheques per jaar, per gebruiker. Dit aantal kan op 2.000 worden gebracht voor personen die door een fonds als gehandicapte worden erkend of voor de ouders van een gehandicapte minderjarige, voor eenoudergezinnen met kinderen ten laste en voor bejaarden die een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) ontvangen. PWA-KRACHT
Voor activiteiten die niet tot het systeem van de dienstencheques behoren, kun je een beroep doen op een PWA-werkkracht: licht onderhoud van de tuin, oppas of begeleiding van kinderen, zieken, bejaarden of gehandicapten, administratieve formaliteiten enz. De lijst van toege-
142
143
laten activiteiten verschilt van het ene PWA tot het andere. De lijst is verkrijgbaar bij het PWA van je gemeente. Om een PWA-werkkracht aan te nemen, moet je in het PWA-kantoor van de gemeente waar men het werk moet uitvoeren een PWA-formulier invullen. Het PWA stuurt je daarna een geschikte werkkracht of geeft je de naam van een PWA-werkkracht die het werk zal doen. Je geeft de werknemer voor elk gewerkt of begonnen uur een PWA-cheque. Het PWA vermeldt op je formulier de prijs van een cheque. Die kan schommelen van 4,95 tot 7,45 euro. Als je de PWA-cheques op jouw naam laat zetten, heb je recht op een belastingvoordeel. Het PWA kan eisen dat je bijdraagt in de verplaatsingskosten van de werknemer. Behoudens uitzonderingen, mag elke PWA-werkkracht niet meer dan 45 uur per maand werken. Voor jou speelt deze beperking in werkuren geen rol omdat je verscheidene PWA-werkkrachten tegelijk kunt inschakelen. De verzekering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) vergoedt elke schade die een PWA’er onopzettelijk veroorzaakt. Elke werkkracht is verzekerd tegen arbeidsongevallen. c o n t a c t en
Om dienstencheques te verkrijgen Sodexo Charles Lemairestraat • 1160 Brussel Tel. 02 547 54 95 • dienstencheques-rva.be Om een erkende onderneming voor dienstencheques te vinden dienstencheques-rva.be • www.rva.be of bij het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap van je gemeente. Een PWA-kracht aanwerven Raadpleeg het PWA van je gemeente.
Kindermishandeling Ik ben ongerust over een kind en denk aan mishandeling of misbruik. Ik maak me zorgen over de houding van een volwassene tegenover een kind. Wat moet ik doen?
F a mi l I e
F a mi l I e
Hulp in huis
Onder kindermishandeling verstaat men elke situatie waarbij het kind slachtoffer is van bedreigende of gewelddadige handelingen van fysieke, psychische of seksuele aard, zowel passief als actief. Kindermishandeling kent diepe wortels en heeft levenslange gevolgen voor de slachtoffers. Verantwoordelijkheid en plicht
De manier waarop je moet reageren op een gevaarlijke situatie voor een kind of op iemand die een kind mishandelt, hangt af van de omstandigheden en van je vermogen om in te grijpen. Er bestaan verscheidene mogelijkheden om je verantwoordelijkheid op te nemen: • erover praten met de betrokken persoon of diens directe omgeving (partner, familielid, vrienden enz.); • kindermishandeling melden bij een van de zes vertrouwenscentra in Vlaanderen; • de huisarts of het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) van de situatie op de hoogte brengen; • rechtstreeks contact opnemen met de politie of het parket. De parketmagistraat kan ingrijpen om het kind te beschermen en de verdachte te vervolgen. Je hebt de plicht om een minderjarige die in ernstig gevaar verkeert rechtstreeks of via een instelling te helpen, anders kun je beschuldigd worden van het niet verlenen van bijstand aan een persoon in nood.
Inschrijven als werkgever bij de RSZ en een huisbediende aanwerven Richt je tot de gewestelijke kantoren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). www.rsz.be
144
145
c o n t a c t en
Vertrouwenscentra kindermishandeling In Brussel en in alle Vlaamse provincies zijn er vertrouwenscentra voor de melding van kindermishandeling. Je kunt er ook terecht voor advies of hulp. De adressen vind je bij: Kind en Gezin (hoofdzetel) Hallepoortlaan 27 • 1060 Brussel Tel. 078 150 100 (zonaal tarief) •
[email protected] www.kindengezin.be Kind in Nood Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel Laarbeeklaan 101 • 1090 Brussel Tel. 02 477 60 60 (meldingen) •
[email protected] www.kindinnood.org Kinderrechtencommissariaat Leuvenseweg 86 • 1000 Brussel Tel. 02 552 98 00 •
[email protected] www.kinderrechtencommissariaat.be Kinder- en jongerentelefoon Vlaanderen Tel. 102 (alle dagen van 16 tot 22 u, behalve op zon- en feestdagen) Postbus 50 • 2800 Mechelen
[email protected] • www.kjt.org Tele-Onthaal Tel. 106 (gratis nummer) www.tele-onthaal.be
146
Echtscheidingsprocedures Ik wil scheiden. Wat zijn de mogelijke echtscheidingsprocedures? Waar kan ik terecht?
F a mi l I e
F a mi l I e
Kindermishandeling
Je kunt alleen of samen met je echtgenoot (echtgenote) beslissen om te scheiden. Er bestaan verschillende soorten scheidingen. Soorten scheidingen
• De feitelijke scheiding. Een feitelijke scheiding van de echtgenoten is geen door de wet georganiseerde procedure. Er zijn bijgevolg geen eenvormige rechtsgevolgen aan verbonden. Wel houdt het recht op diverse vlakken (bijvoorbeeld op fiscaal vlak) rekening met de feitelijke scheiding. Het echtpaar blijft getrouwd, met alles wat dat in principe kan inhouden. De huwelijksplichten zoals trouw, plicht tot bijstand en bescherming van de gezinswoning blijven bestaan. • De scheiding van tafel en bed. Het echtpaar kan om diverse redenen geen echtscheiding wensen. Het kan dan een scheiding van tafel en bed aanvragen. Dit is een gerechtelijke procedure die nog zeer zelden voorkomt. Het huwelijk blijft bestaan, maar een aantal huwelijksrechten en -plichten vervalt. De plicht tot samenwonen bestaat niet meer. De goederen worden gescheiden. • De echtscheiding. Er is geen huwelijksband meer.
Soorten echtscheidingen
• De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk. Er zijn drie varianten. 1. De echtscheiding wordt uitgesproken wanneer de rechter vaststelt dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is. Dat is het geval wanneer het samenleven, of de hervatting ervan, tussen de echtgenoten redelijkerwijze onmogelijk is geworden ingevolge de ontwrichting. Het bewijs van die ontwrichting kan met alle wettelijke middelen worden geleverd.
147
2. Wanneer de aanvraag tot echtscheiding door de echtgenoten gezamenlijk wordt gedaan, is de onherstelbare ontwrichting bewezen na een feitelijke scheiding van meer dan zes maanden. De herhaling van de aanvraag tot echtscheiding op een nieuwe zitting die plaatsheeft onmiddellijk na het verstrijken van de termijn van zes maanden of drie maanden na de eerste verschijning van de partijen, is daarvan ook een bewijs. 3. Wanneer de aanvraag door een enkele echtgenoot wordt gedaan is de onherstelbare ontwrichting bewezen na een feitelijke scheiding van meer dan een jaar. Dat is ook het geval wanneer de aanvraag tot echtscheiding wordt herhaald op een nieuwe zitting die plaatsheeft onmiddellijk na het verstrijken van de termijn van een jaar of een jaar na de eerste zitting. Een echtscheidingsprocedure wegens onherstelbare ontwrichting, op grond van feitelijke scheiding (varianten 2 en 3), kan worden ingesteld bij verzoekschrift. De vordering op grond van de onherstelbare ontwrichting te bewijzen door alle middelen (variant 1) moet bij dagvaarding worden ingesteld. Wanneer men het verzoekschrift gezamenlijk indient (variant 2), moet iedere echtgenoot of ten minste een advocaat of een notaris het ondertekenen. Het eenzijdig verzoekschrift (variant 3) moet worden ondertekend door de verzoeker of zijn advocaat. Na de betekening van de uitspraak hebben de partijen een maand om in beroep te gaan. De termijn om in cassatieberoep te gaan, is vastgelegd op 1 maand. • De echtscheiding door onderlinge toestemming. Deze echtscheiding is gebaseerd op het onderlinge akkoord van de echtgenoten op alle punten. Vooraf moeten zij een overeenkomst opstellen waarin de voorwaarden van de scheiding en de punten met betrekking tot de minderjarige kinderen geregeld zijn. Zij moeten bij de rechtbank van eerste aanleg een verzoekschrift en hun overeenkomst indienen. Na twee verschijningen met een tussentijd van 3 maanden
148
Echtscheidingsprocedures spreekt de rechtbank de echtscheiding uit. Die is definitief na een beroepstermijn van een maand. Alleen de procureur des Konings kan beroep aantekenen.
F a mi l I e
F a mi l I e
Echtscheidingsprocedures
Als de echtgenoten aantonen dat ze op het ogenblik van de indiening van het verzoek al meer dan 6 maanden gescheiden zijn, worden zij vrijgesteld van de tweede verschijning. Als er wel een tweede verschijning is, kunnen de echtgenoten zich laten vertegenwoordigen door een advocaat of een notaris. Als de echtscheidingsprocedure door onderlinge toestemming niet verder wordt gezet, kan een van de partijen een overgang vragen naar de procedure wegens onherstelbare ontwrichting en kunnen de overeenkomsten tussen de partijen gebruikt worden in de nieuwe procedure. Gezinsbemiddeling
Voor of tijdens een echtscheidingsprocedure kun je een beroep doen op een bemiddelingsdienst. Gezinsbemiddeling betekent dat je de onafhankelijke, neutrale tussenkomst aanvaardt van een speciaal opgeleide bemiddelaar. De bemiddelaar bekijkt met het echtpaar de juridische, sociale, economische en psychologische aspecten van de conflicten met de bedoeling tot een overeenkomst te komen.
c o n t a c t en
Richt je tot het justitiehuis van je gerechtelijk arrondissement (Zie Nuttige adressen), tot een advocaat ( je vindt de lijst op www.advocaat.be), tot een notaris ( je vindt de lijst op www.notaris.be), tot een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (www.caw.be), tot een bemiddelaar of tot de vrederechter van je kanton (kijk in de telefoongids onder "Vredegerecht").
149
Echtscheiding, ouderlijk gezag en verblijfsregeling
Hoe wordt de uitoefening van het ouderlijk gezag en het verblijf van de kinderen bij een echtscheiding geregeld?
Na een echtscheiding wordt het ouderlijk gezag door beide ouders gezamenlijk uitgeoefend, tenzij de rechter hierover anders beslist. Belangrijke beslissingen met betrekking tot de gezondheid, de opvoeding, de opleiding, de vrijetijdsbesteding en de godsdienstige of filosofische strekking van het kind moeten door beide ouders samen worden genomen. AKKOORD EN VONNIS
Als je scheidt, is het beter om vooraf afspraken te maken over het verblijf en de opvoeding van de kinderen, alsook over de bijdrage in de kosten voor onderhoud en opvoeding. De rechter zal het akkoord bekrachtigen, behalve wanneer het indruist tegen de belangen van het kind. Als de partners geen akkoord bereiken, worden deze zaken doorgaans voor de jeugdrechtbank gepleit. Om alsnog een akkoord te bereiken, kun je op elk moment van de procedure, zelfs wanneer zij al begonnen is, een beroep doen op een erkend en daartoe opgeleid bemiddelaar (advocaat, notaris of een andere erkende bemiddelaar). De rechter beslist in het belang van het kind over een aantal punten. • De plaats waar men de kinderen in het bevolkingsregister inschrijft. • De verblijfsmodaliteiten. Op grond van de wet van 18 juli 2006 zal de rechtbank het door de ouders bereikte akkoord over het verblijf van de kinderen homologeren (= goedkeuren), tenzij dit kennelijk strijdig is met het belang van het kind. Bij gebrek aan akkoord wordt in geval van gezamenlijk ouderlijk gezag de voorkeur gegeven aan
150
•
• •
•
het gelijkmatig verdeeld verblijf van het kind indien een van de ouders dit vraagt. Indien een gelijkmatig verdeeld verblijf niet de meest passende oplossing is, kunnen andere oplossingen worden overwogen, zoals een weekend en een deel van de vakantie, een verruimd verblijf enz. De rechter zal rekening houden met de concrete omstandigheden en het belang van de kinderen en de ouders. De gezamenlijke of exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag. De wetgever geeft de voorkeur aan de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag. De ouder die dit gezag niet mag uitoefenen, kan enkel meebeslissen over de zaken die door de rechter vastgelegd zijn. Deze ouder behoudt wel een recht van toezicht op de opvoeding en mag hiertoe alle nuttige informatie vragen. Ook het persoonlijk contact met het kind is toegelaten. Dit contact mag men enkel om zeer ernstige redenen weigeren. Het alimentatiegeld. Elke ouder moet naar eigen vermogen bijdragen tot het onderhoud en de opvoeding van de kinderen. Ouders die effectief gescheiden zijn en het niet eens worden over zaken die onder het ouderlijke gezag vallen, kunnen via de jeugdrechtbank een beslissing afdwingen. De rechtbank kan de vader of de moeder toelaten om alleen één of meer welbepaalde handelingen te stellen. Indien een ouder zich niet houdt aan de rechterlijke beslissingen met betrekking tot het verblijf van de kinderen of het recht op persoonlijk contact, kan de zaak opnieuw voor de bevoegde rechter worden gebracht. Na een nieuw onderzoek, en eventueel een poging tot verzoening, kan de rechter nieuwe beslissingen nemen met betrekking tot het ouderlijk gezag of het verblijf van het kind. Hij kan bovendien een dwangsom uitspreken of aan de partij die het slachtoffer is, toestaan een beroep te doen op dwangmaatregelen.
F a mi l I e
F a mi l I e
Echtscheiding, ouderlijk gezag en verblijfsregeling
VOORLOPIGE MAATREGELEN VOOR GEHUWDEN
Als je gehuwd bent, kunnen er zich bij het nemen van voorlopige maatregelen twee situaties voordoen: • de vrederechter neemt hierover een beslissing als je nog geen echtscheidingsprocedure ingeleid hebt;
151
F a mi l I e
Echtscheiding, ouderlijk gezag en verblijfsregeling • tijdens de echtscheidingsprocedure kan de rechter de door de echtgenoten bereikte akkoorden over de voorlopige maatregelen homologeren, op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met het belang van de kinderen. De eisen met betrekking tot die maatregelen kan men ook voorleggen aan de kortgedingrechter die daarover zal beslissen. Deze maatregelen hebben tot doel de toestand op korte termijn te regelen. Naargelang van de situatie kunnen de maatregelen betrekking hebben op de beschikking over de gezinswoning, op het onderhoudsgeld voor de economisch zwakke huwelijkspartner en het verblijf en de kosten van opvoeding en levensonderhoud van de kinderen.
c o n t a c t en
Wend je tot het justitiehuis van je gerechtelijk arrondissement (zie Nuttige adressen), tot een advocaat (zie www.advocaat.be), een notaris (zie www.notaris.be), een centrum voor gezinsplanning, een bemiddelaar of tot de vrederechter van je kanton (zie telefoongids onder de rubriek "Vredegerecht"). m eer we t en www.bemiddeling-justitie.be
152
Leefmilieu
Hebben de radiogolven van gsm-toestellen en -antennes een invloed op mijn gezondheid? Welke voorzorgen neemt de Belgische overheid?
Dagelijks staan we bloot aan elektromagnetische golven van natuurlijke en kunstmatige oorsprong. Mobiele telecommunicatie is een van de toepassingen van elektromagnetische golven. Die kende de jongste jaren een spectaculaire ontwikkeling. Net zoals satellieten en zenders van radio en televisie gebruikt mobiele telefonie radiogolven om informatie over een grote afstand te verspreiden. Radiogolven: niet-ioniserende straling
Radiogolven hebben een frequentie tussen 10 kilohertz en 300 gigahertz (1 hertz is 1 trilling per seconde). Ze behoren tot de categorie van niet-ioniserende straling. Niet-ioniserende straling mag je dus niet verwarren met ioniserende straling zoals röntgen- en gammastralen. Ioniserende straling kan uiterst gevaarlijk zijn voor de gezondheid, want ze kan boven bepaalde niveaus levend weefsel ernstig beschadigen of zelfs vernietigen. Radiogolven zijn echter veel te zwak om de celstructuur van levend weefsel te breken, zelfs bij een zeer hoog stralingsniveau. Effect van radiogolven: opwarming van lichaamsweefsel
Radiogolven beschadigen lichaamsweefsel niet, maar worden wel in meer of mindere mate opgenomen door het lichaam in de vorm van warmte (thermisch effect). Ons lichaam reageert hier echter op met zijn ingebouwde koelmechanismen, waardoor onze lichaamstemperatuur constant blijft. Dit thermisch effect van radiogolven leidt enkel bij hoge intensiteit tot schade aan de gezondheid. In gewone leef- en werkomstandigheden bestaat hiervoor geen gevaar.
Radiogolven en gsm-gebruik Andere effecten bij blootstelling aan radiogolven
De beschikbare wetenschappelijke gegevens wijzen erop dat de blootstelling aan radiogolven met lage veldsterkte geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid. Enkele wetenschappers hebben biologische effecten bij het gebruik van een mobiele telefoon gerapporteerd, zoals veranderingen in hersenactiviteit, reactietijden en slaappatronen. Momenteel worden deze effecten onderzocht. Daarnaast concentreren wetenschappers zich op de mogelijke gezondheidsrisico's bij veelvuldig en langdurig gebruik van de gsm.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Radiogolven en gsm-gebruik
Wonen nabij een gsm-antenne: geen gevaar voor de gezondheid
De vrees dat wonen of werken in de buurt van een gsm-antenne gevaarlijk is voor de gezondheid, is wetenschappelijk ongegrond. Het uitgezonden vermogen van een gsm-antenne is veel te zwak om schadelijk te zijn. De uitgezonden bundel ligt vrijwel horizontaal, waardoor de blootstelling onderaan de antenne uiterst miniem is. Bovendien vermindert de sterkte van de straling aanzienlijk met de afstand. Reglementering
Al tientallen jaren wordt er wereldwijd onderzoek gedaan naar mogelijke effecten van radiogolven. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) volgt dit op de voet. Om de bevolking te beschermen tegen mogelijke risico’s zijn er op internationaal, Europees en Belgisch niveau richtlijnen en normen vastgelegd over de blootstelling aan de radiogolven van antennes voor televisie, radio, gsm, politie enz. Uit extra voorzorg hanteert België vier maal strengere veiligheidsnormen dan de meeste Europese landen. Dit is om gevolg te geven aan de wetenschappelijke onzekerheid: de wetenschap heeft immers nog onvoldoende zicht op de mogelijke effecten op lange termijn. In België kan men niet zomaar gsm-antennes plaatsen. Elke operator moet een dossier indienen bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). Deze dienst kijkt na of het
154
155
totale elektromagnetische veld van de omgeving binnen de wettelijk vastgelegde limieten blijft. Voor elke zendinstallatie moet de operator bovendien bij de bevoegde gemeente nagaan of er een bouwvergunning nodig is. Tips bij gsm-gebruik
Als je belt, komt de antenne van je gsm dicht bij je hoofd. Op dat ogenblik sta je bloot aan een hoger stralingsniveau dan iemand die in de buurt van een zendmast woont. Ook al voldoet je gsm aan de normen en is er geen reden tot ongerustheid als je belt, toch adviseert de Hoge Gezondheidsraad (HGR) om een "oortje" te gebruiken. Zo vergroot je de afstand van je gsm tot je hoofd. Je belt ook best niet te lang met je gsm. De HGR geeft dit advies uit voorzorg, omwille van de resterende wetenschappelijke onzekerheid.
Radiogolven en gsm-gebruik
m eer we t en
www.infogsm.be • www.health.fgov.be/css_hgr (adviezen en aanbevelingen over niet-ioniserende straling van de Hoge Gezondheidsraad) • "Elektromagnetische velden en gezondheid: uw wegwijzer in het elektromagnetische landschap", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2008, 40 p. Gratis brochure te bestellen op het nummer 02 524 97 97 of te downloaden van www.health.fgov.be.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Radiogolven en gsm-gebruik
c o n t a c t en
Voor informatie over stedenbouwkundige vergunningen voor zendinstallaties is je gemeente het eerste aanspreekpunt. Voor informatie over reglementering en gezondheidseffecten van radiogolven Informatieloket Leefmilieu Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 95 26 •
[email protected] www.health.fgov.be Voor technische informatie Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) Ellipse Building - Gebouw C Koning Albert II-laan 35 • 1030 Brussel Tel. 02 226 88 88 •
[email protected] • www.sites.bipt.be • www.bipt.be
156
157
Ik wil mijn planten, groenten en fruit behandelen. Is het gebruik van pesticiden gereglementeerd en wordt het gecontroleerd?
Pesticiden zijn gewasbeschermingsmiddelen om planten, groenten en fruit tegen onkruid en ongedierte te beschermen. Er bestaan drie grote categorieën van gewasbeschermers: • insecticiden, tegen schadelijke insecten; • fungiciden, tegen schimmels; • herbiciden, tegen onkruid. Kenmerken van pesticiden
Pesticiden maken een gerichte bestrijding mogelijk van ongewenste organismen. Zo zorgen ze voor een hogere opbrengst van kwaliteitsproducten in de landbouw. Maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Veelvuldig en onoordeelkundig gebruik van pesticiden is schadelijk voor het milieu en voor de gezondheid van mens en dier. Ze verspreiden zich in de lucht, het water en de bodem. Daardoor kunnen ze nuttige insecten en andere diersoorten vergiftigen. Bovendien kan het gebruik van pesticiden bepaalde schadelijke soorten minder gevoelig of ongevoelig maken voor bestrijdingsmiddelen, waardoor resistentie optreedt. Europese en nationale reglementering
Sinds 1991 harmoniseert de Europese Unie de reglementering van de verschillende lidstaten. Zij moet de werkzame stoffen goedkeuren die de producten kunnen bevatten. Zij evalueert de risico’s, spoort stoffen op die gevaarlijk zijn voor mens en milieu en haalt de producten indien nodig uit de rekken. Maar uiteindelijk moeten de lidstaten zelf bepalen of de verkoop en het gebruik van pesticiden met deze stoffen op hun grondgebied toegelaten zijn. Er bestaat dus een dubbele controle: de Europese goedkeuring van de werkzame stoffen én de toelating van de lidstaten om de pesticiden op hun grondgebied te verkopen en te gebruiken. Wat niet wettelijk is toegelaten, is verboden. In 2009 zal nieuwe Europese regelgeving het gebruik van pesticiden in de lidstaten verder harmoniseren.
158
Pesticiden In ons land is de federale minister van Volksgezondheid verantwoordelijk voor de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen, na advies van het Erkenningscomité. De erkenning vermeldt uitdrukkelijk het toegelaten gebruik (voor welke landbouwgewassen, in welke doseringen, hoe dikwijls men de behandeling mag herhalen enz.). Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) controleert het gebruik, de samenstelling en de etikettering van de producten. Daarnaast bestaat er een federaal programma om het gebruik van pesticiden en biociden te verminderen (PRPB).
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Pesticiden
De gewesten zijn bevoegd voor de reglementering van het gebruik van pesticiden. Het Vlaams Gewest besliste in 2001 om het gebruik van pesticiden voor het beheer van openbare ruimtes drastisch te verminderen. Vanaf 2004 kon men kiezen voor een nulgebruik of een stapsgewijze afbouw. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest streeft er sinds 2004 naar om het gebruik van pesticiden in openbare ruimten te verbieden en alternatieve bestrijdingsmiddelen op te leggen. Enkel als men geen alternatieve bestrijdingsmiddelen kan gebruiken, zijn pesticiden onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Beter voorkomen dan genezen
Er bestaan heel wat alternatieven om het gebruik van pesticiden te verminderen. • Bedek de bodem met doorlevende kruidachtige planten of bodembedekkende struiken. Het onkruid krijgt dan geen kans door lichten plaatsgebrek. Gebruik bij de aanplant een dikke laag compost of houtsnippers van 10 cm. Zo vermijd je van in het begin onkruid en kunnen de bodembedekkers optimaal groeien. • Wied kleine oppervlakten met de hand. Voor grotere oppervlakten kun je een onkruidbrander gebruiken. Brand het onkruid om de 2 à 3 weken weg, waardoor het uitgeput raakt. • Houd paden met kiezelsteentjes onkruidvrij door regelmatig te harken. Doe dit bij warm weer zodat de losgeharkte plantjes snel opdrogen en afsterven. • Voorkom bodemziekten in de moestuin door vruchtwisseling of gebruik rassen die resistent zijn tegen ziekten. Ook de combinatie
159
van teelten voorkomt ziekten. • Slakken kun je weghouden met sparrennaalden, gemalen schelpen of kapotte eierschalen. Richt je tuin diervriendelijk in door nestkastjes op te hangen of door een heg of houtkant aan te planten. Egels en vogels eten immers graag slakken. Deze alternatieve gewasbescherming gebruikt men in de biologische landbouw. Men past die vaak ook toe in de fruitteelt en voor de kweek van tomaten en paprika's onder glas. Gebruik pesticiden oordeelkundig
• Lees aandachtig het etiket op het product. Het bevat informatie over de kenmerken van het product, de gebruiksvoorschriften, de risico’s voor de gezondheid en het milieu enz. • Een overdosis geeft geen beter resultaat. • Gebruik geen pesticiden als het regent of bij hoge temperaturen. De werking is dan minder doeltreffend. • Vermijd het gebruik van pesticiden in de nabijheid van personen en voedsel. • Bewaar pesticiden buiten het bereik van kinderen. • Zorg ervoor dat het product niet kan afvloeien naar waterlopen, vijvers en riolen. Gebruik geen herbiciden op ongeschikte plaatsen zoals een ondoordringbare bodem, grind, kasseien enz. • Behandel lege verpakkingen als klein gevaarlijk afval. Breng ze naar het containerpark of naar de verzamelpunten voor chemisch huishoudelijk afval.
c o n t a c t en
Voor informatie over pesticiden Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding Dienst Pesticiden en Meststoffen Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 72 60 •
[email protected] • www.health.fgov.be
160
Pesticiden Voor het Programma voor de Reductie van Pesticiden en Biociden www.prpb.be •
[email protected] Meldpunt voor een probleem met de voedselveiligheid Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 • 1000 Brussel Tel. 0800 13 550 (gratis nummer) •
[email protected] • www.favv.be
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Pesticiden
m eer we t en www.fytoweb.fgov.be (informatie over de in België toegelaten bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik) • www.bombylius.be (biodiversiteit in je buurt) • "Goede landbouwpraktijken voor veilig voedsel", Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), juli 2007, 106 p. Gratis brochure te bestellen op het nummer 0800 13 550 of te downloaden van www.favv.be. • "Ongewenste gasten in je huis of tuin? Praktische tips voor een mens- en milieuvriendelijke aanpak", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2007, 31 p. Gratis brochure te bestellen op het nummer 02 524 97 97, per e-mail naar
[email protected] of te downloaden van www.prpb.be of www.bombylius.be. • "Hoe vermijden we gevaarlijk afval? Voor een nette woning en een gezond milieu", Leefmilieu Brussel, 2005, 40 p. Gratis folder te bestellen bij: Leefmilieu Brussel - BIM administratie voor leefmilieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 100 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] www.leefmilieubrussel.be
161
Op wat moet ik letten als ik chemische producten gebruik? Wat betekenen de symbolen op de etiketten? Wat moet ik doen bij een ongeval?
Dagelijks gebruiken we, soms zelfs onbewust, chemische producten zoals oplosmiddelen, verf, olie, reinigingsmiddelen enz. Hoewel de meeste van deze producten niet echt gevaarlijk zijn, is het toch raadzaam er voorzichtig mee om te springen. De etiketten op de verpakking geven informatie over de aard van het product, over mogelijke gevaren en hoe je ze kunt voorkomen. Gevaarlijke chemische producten worden onderverdeeld in drie soorten gevaren: • gevaar voor ontploffing of brand; • gevaar voor de gezondheid; • gevaar voor het leefmilieu. Op het etiket staan de veiligheidsaanbevelingen om het product veilig te gebruiken (ventilatie van de werkruimte, het dragen van beschermkledij of veiligheidsbril enz.) en te bewaren. De waarschuwingszinnen en de gevaarsymbolen (die je herkent aan de zwarte tekens op een oranje achtergrond) beschrijven: • de ernst van het gevaar zoals giftig, schadelijk, bijtend enz.; • de omstandigheden waaronder de gevaren optreden, zoals inname, contact met de huid, spatten in de ogen enz.;
Ontplofbaar product (E) bij wrijving, schok of bij contact met vuur. Oxiderend product (O) dat de ontbranding van brandbare stoffen bevordert.
162
Etikettering van chemische producten Licht ontvlambaar (F) of zeer licht ontvlambaar (F+) product. Giftig (T) of zeer giftig (T+) product bij inademing of bij opname door de mond.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Etikettering van chemische producten
Schadelijk product (Xn) bij aanraking met de huid en mogelijk risico voor zwangere vrouwen of irriterend (Xi) voor de ogen en de huid. Bijtend product (C) dat brandwonden veroorzaakt.
Milieugevaarlijk product (N), onder meer voor de ozonlaag en voor in het water levende organismen.
Opgelet: zelfs een chemisch product waarop geen enkel symbool staat, kan gevaarlijk zijn. De verpakking van bepaalde giftige, schadelijke of bijtende producten moet voorzien zijn van een veiligheidssluiting voor kinderen. Op de verpakking van de meeste chemische producten staat een tastbare gevaarsaanduiding voor slechtzienden. Aanbevelingen voor alle producten:
• lees het etiket en de gebruiksaanwijzing helemaal; • gebruik het product enkel voor de toepassingen die door de fabrikant zijn aangegeven; • draag aangepaste kleding en was deze onmiddellijk na gebruik; • werk in een goed verluchte ruimte of las regelmatig pauzes in; • eet niet en rook niet in de nabijheid van de producten; • bewaar de producten in een droge, goed geventileerde ruimte en houd ze buiten het bereik van kinderen; • giet chemische producten niet in een recipiënt waarin al een ander product heeft gezeten.
163
Energiebesparing
Op het etiket vind je de gegevens terug van de personen die verantwoordelijk zijn voor het op de markt brengen van het product. Je kunt hen contacteren voor bijkomende informatie.
Ik wil mijn verbruik van gas, stookolie en elektriciteit verminderen. Wat moet ik doen?
Bij vergiftiging moet je de volgende stappen ondernemen:
• bel het Antigifcentrum of je huisarts op en geef de naam van het product en de chemische formule die op het etiket staat; • laat het slachtoffer niets drinken en laat hem of haar niet braken; • trek verontreinigde kleding uit; • spoel de ogen of de huid overvloedig met proper water als deze met het product in aanraking zijn geweest; • breng het slachtoffer in de frisse lucht als het product werd ingeademd; • bel indien nodig de hulpdiensten op en zorg ervoor dat je hen de nodige informatie kunt geven.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Etikettering van chemische producten
Fossiele brandstoffen (olie, gas, kolen) zijn duur en hun verbranding is verantwoordelijk voor een groot deel van de luchtvervuiling en het broeikaseffect. België heeft het Protocol van Kyoto bekrachtigd en zich ertoe verbonden in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met 7,5% te verminderen. België steunt bovendien actief de Europese doelstelling om tegen 2020 de energie-efficiëntie met 20% te verbeteren, de uitstoot van broeikasgassen met 20% te verminderen en het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen op 20% te brengen. INVESTEREN IN ENERGIEBESPARING
c o n t a c t en
Antigifcentrum Hospitaalcentrum van de basis Koningin Astrid Bruynstraat 1 • 1120 Brussel Tel. 070 245 245 (EHBO-post, gratis oproep 7 dagen op 7, dag en nacht) Tel. 02 264 96 36 (secretariaat) •
[email protected] (enkel voor niet-dringende medische vragen) •
[email protected] www.antigifcentrum.be m eer we t en • "Indeling, Etikettering en Verpakking van gevaarlijke chemische preparaten", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2004, 6 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 97 97 •
[email protected] • www.health.fgov.be
164
Investeer in je woning en toestellen om je energieverbruik sterk te doen dalen: • in een goed geïsoleerde woning (denk in de eerste plaats aan het dak en de ramen) kun je tot 30% besparen op de verwarmingsfactuur; • met een condensatieketel bespaar je tot 30% ten opzichte van een oude ketel (dat scheelt honderden euro’s per jaar); regelmatig onderhoud van je verwarmingsketel verbetert zijn rendement met gemiddeld 2%; • een gasboiler (voor warm water) met elektronische ontsteking verbruikt veel minder gas; • huishoudtoestellen met het energielabel A zijn zuiniger met energie. Zo verbruikt een droogkast met warmtepomp (A-label) 50% minder dan een klassieke condensatiedroogkast met C-label. Voor koelkasten en diepvriezers bestaat er zelfs een label A+ en A++; • een wasmachine met AAA-label bespaart op energie (eerste A), geeft een goed wasresultaat (tweede A) en een goed centrifugeerresultaat (derde A); • met een teller met tweevoudig uurtarief is je elektriciteitsverbruik ’s nachts beduidend goedkoper; zo verminder je wel je energiefactuur, maar daarom nog niet je energieverbruik.
165
DAGELIJKS ENERGIE BESPAREN
Enkele eenvoudige handelingen laten je toe om je energieverbruik (en dus ook je energiefactuur!) nog meer te verlagen. Bijvoorbeeld: wassen op lage temperatuur (vaatwasmachine, wasmachine), de kamertemperatuur ’s nachts of wanneer niemand thuis is lager zetten (bv. op 16 of 17 graden), de waakstand van je elektrische toestellen uitschakelen, spaarlampen kopen die veel langer meegaan en vier keer minder energie verbruiken dan de klassieke gloeilamp, je diepvriezer regelmatig ontdooien want een laagje ijs van 2 mm betekent 10% meer energieverbruik enz. Hernieuwbare energie
Hernieuwbare energie wordt niet geproduceerd met fossiele brandstoffen of kernsplijtstof. Ze is afkomstig van wind, waterkracht en zonne-energie (thermische panelen die warm water leveren of fotovoltaïsche panelen die elektriciteit produceren). Ook biomassa (hout, energierijke landbouwgewassen, organisch afval) wordt gebruikt voor verwarming en de productie van elektriciteit of biobrandstoffen. Geothermische energie of aardwarmte (via een warmtepomp) wordt gebruikt als basisverwarming in de winter en als koeling in de zomer. Financiële steun
Energiebesparende uitgaven geven recht op een federale belastingvermindering, die cumuleerbaar is met de premies van de gewesten, provincies, gemeenten en aardgas- of elektriciteitsnetbeheerders. Voor het aanslagjaar 2009 (inkomstenjaar 2008) bedraagt de belastingvermindering 40% van het geïnvesteerde bedrag. Deze vermindering is wel beperkt tot 2.650 euro per woning. Voor de installatie van een zonneboiler (voor de productie van warm water) en fotovoltaïsche panelen wordt het maximumbedrag op 3.440 euro gebracht (geïndexeerd bedrag). Deze belastingvermindering geldt zowel voor nieuwbouw als voor gerenoveerde woningen en zowel voor eigenaars als huurders. De volgende werken geven, onder bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld uitvoering door een geregistreerde aannemer) recht op een belastingvermindering: • de vervanging van een oude stookketel door een condensatieketel, een houtpelletketel enz.;
166
Energiebesparing • het onderhoud van de stookketel; • de installatie van een zonneboiler (voor de productie van warm water); • de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen (voor de opwekking van elektrische stroom); • de installatie van een geothermische warmtepomp (voor verwarming); • de plaatsing van hoogrendementsglas; • de plaatsing van dakisolatie; • de plaatsing van thermostatische radiatorkranen of een kamerthermostaat met tijdschakeling; • een energieaudit van de woning.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Energiebesparing
Het Vlaams Gewest en de beheerder van het elektriciteitsnet geven heel wat hulp en advies op het vlak van energiebesparing, zoals premies voor de isolatie van de woning, de plaatsing van hoogrendementsglas, een zonneboiler of fotovoltaïsche panelen, steun voor rationeel energieverbruik enz. Daarnaast voorzien sommige provincies en gemeenten ook in premies voor energiebesparende investeringen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geeft, onder bepaalde voorwaarden, premies voor de isolatie van de woning (dak, muren, vloeren, hoogrendementsglas enz.), de installatie van een zonneboiler of fotovoltaïsche panelen, een warmtepomp of thermostatische kranen, een rendabele verwarmingsketel enz., en ook voor de aankoop van energiezuinige huishoudapparaten. De energieprestatieregelgeving
Sinds 1 januari 2006 is in Vlaanderen de "energieprestatieregelgeving" van kracht. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd deze regelgeving ingevoerd op 1 juli 2008. Voortaan moet bij nieuwbouw of verbouwing met verplichte tussenkomst van een architect een bepaald niveau van warmte-isolatie en energieprestatie bereikt worden (isolatie, verwarmingsinstallatie, ventilatie, zonne-energie enz.). Het is de bedoeling om het energieverbruik in gebouwen te verminderen en de CO2-uitstoot te verlagen. Bovendien zorgt deze regelgeving voor gezonde woningen. Als de woning niet voldoet aan de gestelde eisen, zal de overheid een administratieve boete opleggen.
167
Broeikaseffect
c o n t a c t en
Meer informatie over energiebesparing Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Energie Contactcenter Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 0800 12 033 (gratis nummer) •
[email protected] www.energie.economie.fgov.be Meer informatie over de belastingvermindering Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter Tel. 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be Praktische vragen over de premies in het Vlaams Gewest Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Vlaams Energieagentschap (VEA) Koning Albert II-laan 20 bus 17 • 1000 Brussel
[email protected] • www.energiesparen.be (rubriek subsidies: overzicht van alle energiepremies in je gemeente) • Gratis nummer: 1700 (elke werkdag van 9 u tot 19 u.) Praktische vragen over de premies in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Leefmilieu Brussel - BIM - Administratie voor Leefmilieu en Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 100 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] • www.leefmilieubrussel.be Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Huisvestingsdienst - Communicatiecentrum Noord Vooruitgangstraat 80 bus 1 • 1035 Brussel Tel. 0800 40 400 (van 9 u tot 12 u, gratis nummer) www.prime-renovation.irisnet.be m eer we t en www.health.fgov.be • www.klimaat.be • www.energievreters.be www.vlaanderen.be/klimaatconferentie • www.energiesparen.be www.apere.org • www.ode.be • www.stadswinkel.be
168
Wat is het broeikaseffect? Hoe wordt het bestreden? Hoe kan ik mijn steentje bijdragen tot die inspanning?
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Energiebesparing
Het broeikaseffect en de dreigende klimaatverandering zijn een feit. Sinds 1906 is de aarde met 0,7 graden opgewarmd. Het peil van de oceanen is met 10 tot 25 cm gestegen. Als men wereldwijd geen ingrijpende maatregelen neemt om de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) te verminderen, zou dit kunnen leiden tot een ernstige verstoring van het klimaat met orkanen, neerslag, droogtes en extreme temperaturen tot gevolg. Oorzaken en vorming van het broeikaseffect
De aarde warmt op door de zonnestralen en geeft deze warmte terug af onder de vorm van infrarode straling. Broeikasgassen, waarvan CO2 het belangrijkste is, houden een deel van deze straling vast in de dampkring. Zonder dit natuurlijke verschijnsel zou de aarde veel te koud zijn. Het probleem is echter dat de voorbije twee eeuwen fossiele brandstoffen als aardgas, steenkool en aardolie massaal gebruikt werden voor verwarming, transport, energieopwekking enz. Deze menselijke activiteiten hebben gezorgd voor een enorme toename van de uitstoot van broeikasgassen: de CO2-concentratie bijvoorbeeld is met meer dan 35% gestegen. Internationale verplichtingen
Het klimaatverdrag van de Verenigde Naties uit 1992, door 192 landen wettelijk bekrachtigd, schept een algemeen kader voor de internationale strijd tegen de opwarming van de aarde. Het Protocol van Kyoto (van kracht sinds februari 2005) is het eerste uitvoeringsbesluit van dit klimaatverdrag en legt bindende doelstellingen (met boeteclausules) vast om de uitstoot van broeikasgassen in de industrielanden terug te dringen. Dit protocol is inmiddels door 182 landen geratificeerd (situatie in september 2008), waaronder België. Tussen 2008 en 2012 moet België zijn uitstoot van broeikasgassen met 7,5% verminderen ten opzichte van zijn uitstoot in 1990. Het Europees klimaat/energiepakket
169
( januari 2008) verplicht de lidstaten om de inspanningen op te drijven tot 20% tegen 2020. INITIATIEVEN VAN DE OVERHEID
De federale en gewestelijke overheden namen al talrijke maatregelen op het vlak van energie, vervoer en afval. De inspanningen in de energiesector zijn gericht op rationeel energieverbruik, een hogere energie-efficiëntie en investeringen in hernieuwbare energiebronnen. In de vervoersector wil de overheid je aanzetten om vaker het openbaar vervoer te gebruiken en je milieuvriendelijker te verplaatsen (stappen en fietsen). Een beter aanbod van het openbaar vervoer staat hierbij centraal, onder meer met: • het investeringsplan van de NMBS voor de modernisering van het spoorwegnet, de uitbouw van het gewestelijk expresnet (GEN), dat pendelen naar de hoofdstad moet verbeteren, en investeringen om het openbaar vervoernet te verbeteren; • de subsidiëring van abonnementen voor het openbaar vervoer die door de werkgevers worden betaald; • fiscale tegemoetkomingen en een tariefbeleid ten gunste van het openbaar vervoer. Daarnaast kun je een aantal financiële voordelen genieten, zoals een korting bij de aankoop van een zuinige wagen (met een lagere CO2uitstoot) en een belastingvermindering en/of premies voor een hele reeks investeringen die het energieverbruik in de woning doen verminderen (dakisolatie, hoogrendementsglas, condensatieketel, zonneboiler enz.). In de afvalsector werd ook een aantal maatregelen genomen met als doel: • minder afval te produceren; • hergebruik van afgedankte producten (onder meer via kringloopcentra) aan te moedigen; • sorteren en recycleren te bevorderen;
170
Broeikaseffect • verbrandingsinstallaties te verbeteren; • biogassen aan te wenden voor de productie van warmte en elektriciteit. JOUW Medewerking
Je kunt elke dag je steentje bijdragen tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, bijvoorbeeld door het openbaar vervoer te gebruiken, te investeren in energiebesparing in je woning, groene stroom af te nemen, afval te voorkomen en te recycleren enz.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Broeikaseffect
c o n t a c t en
Voor algemene informatie over klimaatverandering Informatieloket Leefmilieu Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 95 26 •
[email protected] • www.klimaat.be Voor informatie over lucht- en klimaatbeleid in het Vlaams Gewest Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Koning Albert II-laan 20 bus 8 • 1000 Brussel Tel. 02 553 11 20 •
[email protected] [email protected] www.vlaanderen.be/klimaatconferentie Voor informatie over klimaatverandering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Leefmilieu Brussel - BIM Administratie voor Leefmilieu en Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 100 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] www.leefmilieubrussel.be
171
Hoe afval vermijden? Hoe en waarom sorteren? Tot wie kan ik mij wenden?
Ieder van ons produceert dagelijks meer dan een kilo huishoudelijk afval. Dit leidt tot ernstige problemen voor het leefmilieu. Bovendien kost de afvalinzameling handenvol geld. Er bestaan twee mogelijkheden om onze afvalberg te verkleinen: • afval vermijden door bijvoorbeeld producten te kopen in herbruikbare verpakkingen, groente-, fruit- en tuinafval (GFT) te composteren, gebruiksvoorwerpen te herstellen en te hergebruiken enz.; • afvalstoffen sorteren en recycleren. Het huishoudelijk afval wordt selectief ingezameld. Naargelang het type afval kun je het deponeren op verzamelpunten of containerparken of wordt het geregeld aan huis opgehaald. We onderscheiden de volgende categorieën: • glasafval: lege flessen en bokalen zonder dop of deksel. Je moet wit glas en gekleurd glas gescheiden houden. Via recyclage maakt men er nieuwe glazen verpakkingen van. Opgelet: keramiek, mat glas, spiegels, ruiten, lampen enz. mogen niet bij het glasafval; • papier en karton: kranten, tijdschriften, dozen enz. moeten voldoende proper zijn voor de recyclage. Opgelet: papieren zakdoeken, keukenrol, stickers, carbon- en behangpapier enz. zijn niet recycleerbaar; • PMD-afval: verpakkingen uit Plastic, Metaal en Drankkartons komen in aanmerking voor recyclage tot nieuwe verpakkingen, textielvezels enz. Opgelet: botervlootjes, plastic potjes (bv. yoghurtpotjes), verpakkingen van gevaarlijke en giftige producten, plastic zakken, aluminiumpapier en huishoudfolie zijn niet recycleerbaar en mogen niet bij het PMD-afval; • GFT- en groenafval: Groente-, Fruit- en Tuinafval, snoeihout, gras, bladeren enz. zijn composteerbaar. Dit afval kan aan huis worden
172
Afvalsortering
•
• •
•
•
•
ingezameld. Je kunt het ook gemakkelijk zelf composteren of naar het containerpark brengen. Opgelet: constructiehout, houtskool, mosselschelpen enz. zijn niet geschikt voor compostering; Klein Gevaarlijk Afval (KGA): injectienaalden, tl-lampen, detergenten, cosmetica, verf en vernis, gebruikte olie, pesticiden, batterijen enz. zijn schadelijk voor de gezondheid en het leefmilieu. Ze moeten gescheiden ingezameld worden. Batterijen deponeer je in een van de vele BEBAT-inzameldozen in grootwarenhuizen, tankstations enz. Autoaccu’s kun je kwijt bij het containerpark of bij je garagist; oude en vervallen geneesmiddelen kun je naar de apotheek brengen; bouw- en sloopafval breng je naar het containerpark. Met asbesthoudend afval kun je ook terecht bij het containerpark. Hiervoor contacteer je best eerst even de milieudienst van je gemeente; herbruikbaar textiel: kledij, schoenen, beddengoed enz. worden opgehaald aan huis of verzameld via het containerpark, de textielcontainers of kringloopcentra; afgedankte elektrische en elektronische apparaten: koelkasten, televisies, computers, wasmachines enz. kun je gratis afgeven bij het containerpark of aanbieden aan een kringloopcentrum als zij nog herbruikbaar zijn. Bij aankoop van een nieuw soortgelijk apparaat moet de handelaar het afgedankte toestel terugnemen (aanvaardingsplicht); afgedankte meubelen kun je ook aan een kringloopcentrum geven of naar het containerpark brengen.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Afvalsortering
Ondanks deze lange lijst van recycleerbare afvalproducten, bestaan er toch nog twee categorieën die men niet kan sorteren en recycleren, namelijk restafval en grof huisvuil. Dit soort afval wordt verbrand of naar een stortplaats gebracht.
173
c o n t a c t en
Voor specifieke informatie over het sorteren en inzamelen van afval in je gemeente (tarief, plaats, ophaaldag enz.) Contacteer de technische dienst of de milieudienst van je gemeente of de afvalintercommunale. Voor informatie over het sorteren en inzamelen in het Vlaams Gewest Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) Stationsstraat 110 • 2800 Mechelen Tel. 015 28 42 84 •
[email protected] • www.ovam.be Voor informatie over het sorteren en inzamelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Net Brussel (Gewestelijk agentschap voor netheid) de Broquevillelaan 12 • 1150 Brussel Tel. 0800 98 181 (gratis nummer) • www.netbrussel.be Voor informatie over afvalpreventie, hergebruik en composteren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Leefmilieu Brussel - BIM Administratie voor Leefmilieu en Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 100 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] www.leefmilieubrussel.be m eer we t en www.fostplus.be (informatie over de verwerking van het huishoudelijk verpakkingsafval) • www.vlaco.be (informatie over thuiscomposteren in het Vlaams Gewest)
174
Kwaliteit van het leidingwater Is kraantjeswater van goede kwaliteit? Welke controles zijn er? Hoe bespaar ik water? Hoe kan ik de goede waterkwaliteit behouden?
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Afvalsortering
Kraantjeswater mag je gerust drinken, daar dient het trouwens voor. In België worden weinig voedingsproducten zo goed gecontroleerd als drinkwater. Elke dag gebruiken we grote hoeveelheden water, waardoor de natuurlijke reserves snel afnemen. Bovendien wordt het drinkwater steeds duurder omdat men steeds meer moet investeren in de bescherming van de waterwinningsgebieden tegen vervuiling. We kunnen dus maar beter zuinig omgaan met water, zowel voor het leefmilieu als voor onze portemonnee. normen en controles
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) stelt aanbevelingen op voor de kwaliteit van ons drinkwater. Deze houden rekening met mogelijke gevaren voor de zwakste verbruikers (bejaarden, zuigelingen, peuters en kleuters). Op Europees niveau werden kwaliteitscriteria vastgelegd waaraan water dat bestemd is voor menselijke consumptie moet voldoen. In België hebben de drie gewesten deze verplichtingen overgenomen in hun wetgeving. De drinkwatermaatschappijen en onafhankelijke laboratoria voeren dagelijks nauwkeurige controles uit. Zij zoeken naar micro-organismen, zoals parasieten, en naar ongewenste of giftige stoffen, zoals nitraten, zware metalen, lood enz. Zij controleren ook de zuurtegraad, kleur, geur, smaak enz. GEUR EN SMAAK
Chloor wordt in heel lage concentraties toegevoegd aan het leidingwater om de eventueel aanwezige bacteriën te doden. Door interactie met andere stoffen kan het echter een invloed hebben op de geur en smaak van het water. In het algemeen zijn de gebruikte doseringen van chloor in België zodanig laag dat ze geen hinder veroorzaken. Als je toch een chloorgeur of -smaak in het kraantjeswater waarneemt, vul dan enkele flessen en bewaar die in de koelkast. Geur en smaak verdwijnen na enkele uren.
175
LOOD
Lood is een zwaar metaal. Het is dus belangrijk om onze blootstelling aan lood zoveel mogelijk te beperken. Het vervangen van loden waterleidingen (van het netwerk tot de teller) is de verantwoordelijkheid van de drinkwatermaatschappijen; in de woning zelf komt dit toe aan de eigenaar. Als er in je woning nog loden leidingen liggen, is het raadzaam om het water één tot twee minuten te laten stromen. Je kunt dit water opvangen en later gebruiken om te poetsen of de planten te gieten. Als de leidingen goed gespoeld zijn, kun je enkele flessen vullen en in de koelkast bewaren. Zuinig met water. Enkele tips:
• herstel lekkende kranen en toiletten, want een druppel per seconde betekent 800 liter water na een maand; • neem een douche van ongeveer 5 minuten (30 tot 40 liter water) in plaats van een bad (100 tot 130 liter); • kies een douche in functie van het debiet (er bestaan spaardouchekoppen met een debiet van 6 à 7 liter per minuut in plaats van ongeveer 12 liter per minuut voor een standaarddouche) of installeer een debietbeperker op je douche; • laat het water niet stromen terwijl je je tanden poetst; • verkies toiletspoelbakken met dubbel debiet of, als dat niet mogelijk is, leg een gevulde fles in de spoelbak zodat je minder water verbruikt; • koop een zuinige wasmachine of vaatwasser ( je vindt het waterverbruik op het verplichte energielabel) en vermijd de voorwasfunctie; • gebruik regenwater voor de tuin, de schoonmaak enz.
Watervervuiling voorkomen
Bepaalde producten vervuilen onze rivieren en het grondwater. Restjes verf, pesticiden, ammoniak enz. mag je in geen geval in de gootsteen gieten. Breng ze naar het containerpark of de chemobiel. Nog beter is dergelijke producten te vermijden en te kiezen voor natuurlijke (biologisch afbreekbare) onderhoudsproducten, wc-reinigers op basis van azijn, mechanische ontstoppers of ontstoppingsproducten op basis van enzymen, natuurverf en -vernis enz.
176
Kwaliteit van het leidingwater c o n t a c t en
Voor informatie over de drinkwaterkwaliteit, duurzaam watergebruik en de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater in Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij - VMM Contacteer het infoloket op Alfons Van de Maelestraat 96 • 9320 Erembodegem Tel. 053 72 64 45 •
[email protected] • www.vmm.be
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Kwaliteit van het leidingwater
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Team Milieugezondheidszorg - coördinatiecel Ellipsgebouw Koning Albert II-laan 35 bus 33 • 1030 Brussel Tel. 02 553 35 00 •
[email protected] www.zorg-en-gezondheid.be/gezondmilieu.aspx Contacteer ook je drinkwaterleverancier. Voor informatie over de waterkwaliteit in Brussel Brusselse Intercommunale voor Waterdistributie (BIWD) Wolstraat 70 • 1000 Brussel Tel. 02 518 81 11 •
[email protected] • www.biwd.be Laboratorium van VIVAQUA Waterloosesteenweg 764 • 1180 Brussel Tel. 02 629 49 11 •
[email protected] • www.vivaqua.be Voor informatie over de reglementering, waterbesparingen en de belasting op de lozing van afvalwater in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Leefmilieu Brussel - BIM - Administratie voor leefmilieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gulledelle 10 • 1200 Brussel Tel. 02 775 75 75 •
[email protected] • www.leefmilieubrussel.be m eer we t en www.belgaqua.be (Belgische federatie voor de watersector) www.svw.be (koepelorganisatie van de waterbedrijven in Vlaanderen)
177
Ik houd dieren. Waar vind ik informatie over de wetgeving? Bij welke instantie kan ik inbreuken melden?
Als je gezelschapsdieren houdt (hond, kat, hamster, parkiet, goudvisjes enz.), moet je ze goed behandelen. Je moet ze voeden, verzorgen, te drinken geven en zorgen voor een omgeving die voldoet aan de natuurlijke behoeften van de dieren. Exotische dieren vallen onder het verdrag over de internationale handel van in het wild levende en bedreigde dieren plantensoorten (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora, CITES). Wereldwijd zijn meer dan 30.000 soorten beschermd. Reptielen
Om reptielen te houden, moet je de regelgeving voor exotische dieren naleven. In sommige gevallen heb je ook een milieuvergunning nodig. In het kader van de wetgeving over dierenwelzijn werken de bevoegde diensten aan een lijst van reptielsoorten die particulieren mogen houden. Dat besluit is op komst. Agressieve honden
Er bestaat geen lijst van hondenrassen die op zich agressief zijn. Het gedrag van een hond en eventuele agressieve neigingen hangen in doorslaggevende mate af van de opvoeding van het dier. Als je van plan bent een hond te houden, moet je de levensloop van het dier kennen. Je moet je in staat voelen om de hond correct af te richten. Als je daar niet zeker van bent, kun je een beroep doen op de professionele hulp van een dierenarts of van hondenscholen.
Dierenwelzijn de schade die je hond aan derden toebrengt. Een familiale verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid kan nuttig zijn. Nutsdieren en slachtvee
Het houden van nutsdieren en slachtvee (runderen, gevogelte, schapen, varkens, vissen enz.) valt onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Er bestaat een Europees juridisch kader voor de teelt, het vervoer en het slachten van vee. Je moet als houder van dergelijke dieren beschikken over een registratie bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De levensomstandigheden van deze dieren moeten verzoenbaar zijn met het dierenwelzijn, ook in de gebouwen voor industriële veeteelt.
L e e fmi l i e u
L e e fmi l i e u
Dierenwelzijn
De controles zijn talrijk, want het gaat immers om onze voedselveiligheid. Bij overtreding van de reglementering riskeer je een proces-verbaal en kunnen de straffen oplopen tot en met de inbeslagneming van de dieren. Het welzijn van het vee op de weide kan vooral in de winter en op de warmste zomerdagen in het gedrang komen. Bij klachten komt de overheid de situatie ter plaatse beoordelen en controleren. Dierenmishandeling
Mishandeling of verwaarlozing van dieren kun je melden aan de bevoegde inspectiediensten of aan de politie. • Voor huisdieren, exotische dieren en proefdieren is dat de Dienst Inspectie Consumptieproducten, Dierenwelzijn en CITES van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. • Voor nutsdieren en slachtvee is dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). • In beide gevallen kun je ook de lokale politie op de hoogte brengen.
Als je een hond houdt, van om het even welk ras, moet je een aantal verplichtingen naleven en je voorzorgen nemen: je bent verantwoordelijk voor je hond, je moet hem onder controle houden, je moet het gemeentelijke politiereglement naleven en je bent aansprakelijk voor
178
179
L e e fmi l i e u
Dierenwelzijn c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Dienst Dierenwelzijn en CITES Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel www.health.fgov.be Voor informatie over dierenwelzijn Tel. 02 524 74 11 •
[email protected] Voor informatie over CITES Tel. 02 524 74 02 •
[email protected] Voor klachten in verband met dierenwelzijn Tel. 02 524 74 50 •
[email protected] Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Tel. 0800 13 550 (gratis nummer) • www.favv.be
m eer we t en • "Een hond… Ja! die bijt… Neen!", Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 2005, 8 p. Gratis brochure te bestellen bij de Dienst Dierenwelzijn en CITES (zie "Contacten") of te downloaden van www.health.fgov.be.
180
Consumentenbescherming
Kan ik gerust zijn in wat ik eet? Bestaat er controle op de voedselketen?
alarmsysteem voor voedsel en diervoeder); • aan de consument correcte, essentiële en precieze informatie te verschaffen op het etiket. België
De voedselketen is onderworpen aan wetten en controles, omdat het over onze gezondheid gaat. Wanneer men ondanks alles toch een product (voedingswaren, verpakking of keukengereedschap) op de markt aantreft dat besmet is of waarvan het gebruik risico’s inhoudt, moet het uit de handel verdwijnen. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) verwittigt de bevolking via de media en geeft alle mogelijke details: lotnummer, productiedatum, vervaldatum, winkels die het hebben verkocht enz. De vastgestelde besmettingen zijn vooral van chemische of biologische aard. Andere vaststellingen van overtredingen hebben betrekking op vreemde voorwerpen in het voedsel (glas enz.), op de verstreken houdbaarheidsdatum of uiterste verbruiksdatum en op een slechte bewaartemperatuur. Dankzij de traceerbaarheid van producten kan men de bron van het probleem opsporen. Voedingswaren uit de illegale handel ontsnappen aan de kwaliteitscontroles en vormen vaak een risico voor de gezondheid van de consumenten. Europese Unie
Europa is de grootste invoerder en uitvoerder ter wereld van levensmiddelen en diervoeder. De Europese normen en controles gelden voor levensmiddelen en voor diervoeder. De in 2002 opgerichte Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EAV) heeft als prioriteit: • de hoogste veiligheidsnormen te bereiken; • de verantwoordelijkheid van producenten en leveranciers te benadrukken, voornamelijk met betrekking tot zelfcontrole; • de traceerbaarheid van alle producten doorheen de hele voedselketen te garanderen; • de snelle meldingsplicht van besmettingen aan alle lidstaten in te voeren via het Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF, snel
182
Voedselveiligheid
Ons land is op het gebied van voedselveiligheid nog iets strenger dan de Europese Unie. Onze regelgeving is niet beperkt tot de producenten en leveranciers van levensmiddelen en diervoeder. Zij geldt ook voor de onderaannemers, verpakkers en vervoerders. Iedereen die in de voedselketen bedrijvig is, moet bij het FAVV bekend zijn. Voorop in de wettelijk geregelde aanpak staan: • de toepassing van het voorzorgsbeginsel in alle schakels van de voedselketen; • de registratie van alle betrokken bedrijven; • de zelfcontrole van de producenten, onder de controle van het FAVV en de erkende inspectiediensten; • de transparantie van het productieproces ten aanzien van de overheid; • de traceerbaarheid van alle grondstoffen, producten, additieven, genetisch gewijzigde organismen (ggo's) enz.; • de traceerbaarheid in alle risicosectoren en slachthuizen; • de meldingsplicht van incidenten of besmettingen; • een goede hygiëne in landbouw en veeteelt; • het verplicht bijhouden van een register over de behandeling van dieren en gewassen (zieke dieren komen niet in de voedselketen terecht); • het onderzoek naar en de beteugeling van contaminanten in de voedselketen, zoals antibiotica, cortisonen, hormonen (ons land heeft wellicht de strengste wetgeving van Europa), zware metalen (lood, cadmium, kwik enz.), chemische stoffen (restanten van pesticiden, dioxines, pcb’s enz.), bacteriën (salmonella, listeria), niet toegelaten ggo's enz.
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Voedselveiligheid
Voor reststoffen van pesticiden gelden er maximale normen. Die zijn berekend op een gemiddelde consumptie door de meest kwetsbare bevolkingsgroep.
183
De additieven die bij de productie van voedingswaren worden gebruikt, moeten op het etiket worden vermeld. De referentie begint met een letter E, met een aantal cijfers erachter. Veel gebruikte categorieën van additieven zijn kleurstoffen, bewaarmiddelen, antioxydanten (tegen verkleuren en bederf), emulgatoren (tegen klonteren), geleermiddelen, verdikkingsmiddelen, smaakversterkers en zoetstoffen.
Je bent als consument de laatste schakel in de voedselketen. Volg, voor je eigen gezondheid, nauwgezet de voorschriften inzake bewaring en bereiding van voedingswaren.
Genetisch gewijzigde organismen
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding Victor Hortaplein 40 bus 10 • 1060 Brussel Tel. 02 524 73 51 - 02 524 73 52 •
[email protected] www.health.fgov.be
Voor het gebruik van genetisch gewijzigde organismen (ggo’s) is het beleid van ons land afgestemd op dat van de Europese Unie. De Europese Commissie laat alleen het gebruik van ggo’s toe waarvan wetenschappelijk vastgesteld is dat de genetisch gewijzigde stof even veilig is als het voedingsmiddel dat niet genetisch gewijzigd werd. De ggo’s moeten in alle stadia van de voedselketen traceerbaar zijn en moeten veilig zijn voor mens, dier en leefmilieu. Zij worden geval per geval onderzocht in het bijzonder op giftigheid, het verwekken van allergieën, de effecten op de voedingswaarde, de stabiliteit van de genetisch gewijzigde stof en ongewenste neveneffecten. Etiket
Het etiket van een product moet alle informatie bevatten die de consument in staat stelt met kennis van zaken aankopen te doen. De belangrijkste zijn: • naam en aard van het product, alsook naam en adres van de producent, invoerder, verpakker of verkoper; • de ingrediënten, met inbegrip van allergenen, additieven, alcoholgehalte en ggo’s; • de houdbaarheidsdatum of uiterste verbruiksdatum en de bewaarvoorschriften; • de inhoud in milliliter, liter, gram of kilogram (zonder de verpakking); • het erkenningsnummer in geval van dierlijke producten; • de plaats van oorsprong of herkomst als dat noodzakelijk is voor een goede informatie aan de consument.
184
Voedselveiligheid
c o n t a c t en
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Voedselveiligheid
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Meldpunt AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 • 1000 Brussel Tel. 0800 13 550 (gratis nummer) •
[email protected] • www.favv.be m eer we t en www.efsa.europa.eu (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) www.europa.eu • www.qualityfood.be • www.veiligvoedsel.org
185
186
Wanneer is een product veilig? Bestaan er normen waaraan producten moeten voldoen? En hoe zit het met speelgoed?
De veiligheid van producten en diensten wordt geregeld door een Europese richtlijn en is in Belgische wetgeving omgezet. De wet legt een algemeen principe vast dat voor alle niet-voedingsproducten geldt: alleen veilige producten mogen op de markt komen. De fabrikant, zijn vertegenwoordiger in België, de invoerder of de verdeler moeten de garantie geven dat het aangeboden product veilig is. Er bestaan verschillende specifieke reglementeringen voor de verschillende soorten van producten: speelgoed, machines, kermisattracties, liften, gasapparaten, de uitbating van zonnecentra enz.
Veiligheid van niet-voedingsproducten Keurmerk CE
Het keurmerk CE is geen kwaliteitslabel en geen bewijs van controle en goedkeuring van een product door de overheid. Het is enkel een middel voor de fabrikant om duidelijk te maken dat zijn product voldoet aan de essentiële vereisten inzake veiligheid, volksgezondheid en leefmilieu. Het geeft ook aan dat alle evaluatieprocedures voor de gelijkvormigheid werden gevolgd. Het keurmerk CE is verplicht om speelgoed in de Europese Unie op de markt te mogen brengen. Daarmee verklaart de fabrikant dat zijn speelgoed veilig is. Controles
Op de Belgische markt worden miljoenen producten te koop aangeboden. Het is onmogelijk die allemaal systematisch te controleren. De overheid treedt gericht op na klachten van verbruikers of na een incident. Elk jaar wordt een controleprogramma voor bepaalde types van producten opgesteld.
Bij correct gebruik in "redelijk te verwachten omstandigheden" wordt een product als veilig beschouwd wanneer het: • geen enkel gevaar vertoont voor de gezondheid en de veiligheid van de verbruiker; • in alle omstandigheden even veilig is: bij installatie, ingebruikname, onderhoud en gebruik; • slechts een beperkt, maar nog steeds aanvaardbaar risico inhoudt en een hoge bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de verbruiker nog steeds gegarandeerd is.
Bij de beoordeling van een product onderzoekt men: • de kenmerken van het product, de samenstelling, de verpakking en de gebruiksaanwijzing inzake assemblage, installatie en onderhoud; • het mogelijke effect op de veiligheid van andere producten; • de vorm waaronder het product verkocht wordt (etikettering, waarschuwingen, aanwijzingen enz.); • of het product geen gevaar oplevert voor bepaalde groepen van mensen, zoals kinderen en ouderen.
Producten moeten aan technische normen voldoen. Voor speelgoed bijvoorbeeld geldt de Europese norm NBN EN 71 als referentie. Van een fabrikant die deze norm naleeft, neemt men aan dat zijn producten veilig zijn. Producenten zijn echter niet verplicht een norm na te leven. Men kan perfect veilig speelgoed produceren met andere technieken dan die van de norm NBN EN 71. Maar een fabrikant die de geldende normen niet toepast, zal moeten bewijzen dat het product veilig is. Dat is de algemene regel, zeker voor speelgoed. Dat bewijs moet hij leveren aan de hand van tests uitgevoerd door een onafhankelijk controleorganisme.
Alle informatie voor de verbruiker moet in ons land opgesteld zijn in de taal van het gewest waarin het product te koop wordt aangeboden. Een product is immers veiliger als je de richtlijnen voor de montage en de handleiding goed begrijpt. Als aan deze verplichting niet voldaan is, moet de fabrikant of zijn vertegenwoordiger in België op eenvoudig verzoek de handleiding in de gevraagde taal bezorgen. Hun gegevens moeten op het product of op de verpakking staan. Als je brief zonder gevolg blijft, kun je terecht bij het Centraal Meldpunt voor Producten van de Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie.
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Veiligheid van niet-voedingsproducten
GEBRUIKSAANWIJZING EN ANDERE VERMELDINGEN
187
Consumentenbedrog
Antiek en tweedehandsproducten
De wet op de productveiligheid is niet van toepassing op antiek en ook niet op tweedehandsproducten als de verkoper duidelijk aan de koper heeft gemeld dat het product nog moet worden hersteld. Op tweedehandsproducten die al hersteld werden of opnieuw in goede staat zijn gebracht, is de wet inzake productveiligheid wel van toepassing. Producten en diensten met eigen reglementeringen en controles
Voor voedingsmiddelen, diervoeder, farmaceutische producten, chemische stoffen en preparaten, biociden, pesticiden en meststoffen bestaan er afzonderlijke reglementeringen en controles. Maar dat wil niet zeggen dat hun verpakking gebreken mag vertonen of onveilig mag zijn. Integendeel. Als het deksel van een pot confituur of een potje babyvoeding scherpe randen zou hebben, kan de overheid maatregelen nemen op basis van de wet op de productveiligheid.
c o n t a c t en
Voor elke vraag of klacht over de veiligheid van een product Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Centraal Meldpunt voor Producten Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 0800 12 033 (gratis nummer)
[email protected] • economie.fgov.be m eer we t en www.belgium.be
Hoe kan ik mij als consument beschermen tegen mogelijk bedrog? Hoe kan ik het herkennen? Waar moet ik vooral op letten?
Bedriegers proberen je geld afhandig te maken of misbruik te maken van je identiteit. Tal van oplichters werken op internationale schaal en benaderen je via het internet. Ook de verkoop aan huis, per post en via de telefoon zijn veelgebruikte middelen. De beste verdediging tegen bedrieglijke praktijken is ook de meest eenvoudige: ga niet onmiddellijk in op heel aanlokkelijke aanbiedingen zoals mirakelmiddeltjes of vlotte winst en geef geen persoonlijke informatie. Bovendien tracht men je medeplichtig te maken aan bepaalde vormen van fraude, zodat je wellicht zult aarzelen om klacht in te dienen. Dat is bijvoorbeeld het geval met illegale piramideverkopen of met valse facturen die men je vraagt op te stellen om kapitaal uit een land te halen.
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Veiligheid van niet-voedingsproducten
Technieken
Oplichters manipuleren je, trachten je waakzaamheid te verminderen en je ertoe te brengen te doen wat ze willen: • ze zijn vriendelijk, welbespraakt en doen je geloven dat ze het goed met je menen; • soms zijn ze agressief of dreigend; • je wordt telefonisch of op andere manieren gestalkt; • hun brieven en brochures kunnen er erg professioneel uitzien; • ze zijn overtuigend, hebben steeds een antwoord klaar en geven niet gauw op zodra er contact gelegd is; • ze sporen je met allerhande extra voordelen aan om onmiddellijk te beslissen. Hun valse beloftes spiegelen grote winsten voor: • je bent de hoofdwinnaar van een loterij waar je niet eens aan deelgenomen hebt; • je krijgt de exclusieve kans deel uit te maken van een systeem om gemakkelijk en zonder veel inspanning veel geld te verdienen;
188
189
• je ontvangt een fraai commissieloon wanneer je helpt om geld in veiligheid te brengen (erfenis, kapitaal enz.); • je wordt uitgekozen om je geld zonder risico’s te investeren, met een gewaarborgde hoge winst in het vooruitzicht. Zodra ze je vertrouwen hebben gewonnen, vragen ze: • een voorschot te storten voor administratiekosten, taksen enz.; • bankgegevens, kredietkaartnummer of andere persoonlijke informatie (nummer identiteitskaart, rijksregisternummer enz.) te geven; • een betaalnummer te bellen van het type 0900 of 0903 waar je alleen nepdiensten verkrijgt; • gratis software te downloaden, terwijl het om een betalende dialer gaat (een computerprogramma dat je modem verbindt met een duur telefoonnummer); • iets te kopen om meer kans te maken op een grotere prijs enz. enkele tips
• Vraag je af of het logisch is dat een onbekende je het onmogelijke belooft. • Neem de tijd om de gegevens van je contactpersoon na te gaan. • Wees op je hoede als je enkel een postbusnummer of gsm-nummer met betaalkaart als contactgegevens hebt. Oplichters gebruiken dit om niet geïdentificeerd te kunnen worden. • Geef, stort of verzend geen geld aan een onbekende of aan een financiële tussenpersoon die niet de nodige vergunningen kan voorleggen. • Deel geen persoonlijke gegevens mee zonder dat je gecontroleerd hebt met wie je te maken hebt. Als men je vraagt er met niemand over te praten, kun je al vermoeden dat het om oplichting gaat. Praat erover met je omgeving en vraag raad aan een specialist, bijvoorbeeld aan je bankier wanneer het om te investeren spaargeld gaat. • Gebruik op veilingsites op het internet beveiligde transacties en weiger rechtstreeks te handelen met een verkoper.
190
Consumentenbedrog c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Controle en Bemiddeling Simon Bolivarlaan 30 • 1000 Brussel Tel. 02 277 51 11 •
[email protected] • economie.fgov.be Om een klacht in te dienen Algemene Directie Controle en Bemiddeling - FO Tel. 02 277 54 84 •
[email protected] www.ecops.be (loket om bedrieglijke praktijken op het internet aan te geven)
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Consumentenbedrog
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) Departement Consumentenbescherming Congresstraat 10-16 • 1000 Brussel Tel. 02 220 59 10 •
[email protected] • www.cbfa.be Onderzoeks- en Informatiecentrum van Verbruikersorganisaties (OIVO) Paapsemlaan 20 • 1070 Brussel Tel. 02 547 06 11 •
[email protected] • www.oivo.be m eer we t en economie.fgov.be • www.consumentenbedrog.be www.econsumer.gov • www.fedpol.be • www.internet-observatory.be www.spamsquad.be • "Mijn identiteit is toch van mij, of niet…", "Gemakkelijk geld… kwijt", "Telefoonnummers die u kunnen ruïneren" en "Opgelet met het internet", Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2006. Gratis folders te bestellen via tel. 02 277 51 11 of te downloaden op economie.fgov.be.
191
Ik heb problemen met een product dat ik heb besteld. Het goed wordt niet geleverd of het geleverde goed stemt niet overeen met mijn bestelling. Tot wie moet ik mij wenden? Na verschillende weken wachten en talrijke telefoons heb je het product dat je besteld hebt, nog steeds niet ontvangen. Of bij de levering bemerk je dat het product niet overeenkomt (afmetingen, kleur enz.) met wat op je bestelbon staat. Lees eerst nog eens aandachtig de algemene verkoopsvoorwaarden die op de factuur of de bestelbon vermeld zijn. In een of ander punt kan staan hoe je een probleem kunt melden en hoe men het behandelt. Is dat niet het geval, dan moet je bij voorkeur schriftelijk reageren. Leveringstermijn
Heel wat consumenten maken dit soort problemen mee. Je moet altijd een bestelbon krijgen als men het product later zal leveren en als je een voorschot hebt betaald. Dat is verplicht. In de wet staat ook uitdrukkelijk dat de verkoper de leveringsdatum of de leveringstermijn op de bestelbon moet vermelden. Controleer of dat wel degelijk in je bestelbon staat. Als het om een termijn gaat, moet je erop letten dat die termijn nauwkeurig is bepaald (bijvoorbeeld vier weken). Zichtbaar gebrek of een product dat je niet besteld hebt
De levering van een product dat niet overeenstemt met datgene wat je hebt besteld, is een ander vaak voorkomend probleem. Als het niet met je bestelling overeenstemt (bijvoorbeeld een bed van 1,4 meter in plaats van een bed van 1,6 meter) of als het product een zichtbaar gebrek vertoont, heb je het recht om de levering te weigeren. Vermeld op de bestelbon de reden van de weigering. Neem zo snel mogelijk contact op met de verkoper om samen een oplossing te zoeken. Als jullie samen
192
Bestelling van een product een oplossing vinden, herhaal dan in een brief aan de verkoper wat jullie overeenkwamen. Zelfs als je het gebrek pas enkele dagen na de levering opmerkt, kun je binnen een redelijke termijn de verkoper daarvan nog op de hoogte brengen en proberen een oplossing te vinden. Stel de verkoper voor om het goed te komen inspecteren. Als hij je een regeling voorstelt, moet je deze schriftelijk bevestigen. Een aangetekende brief met ontvangstbevestiging is de veiligste formule. Ga op dezelfde manier te werk in geval van verborgen gebreken die soms pas verschillende maanden na de aankoop aan het licht komen (bijvoorbeeld een zetel waarvan het leder vroegtijdig stukgaat).
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Bestelling van een product
Sinds 1 januari 2005 beschik je, vanaf de leveringsdatum, over een termijn van 2 jaar om eender welk gebrek aan de verkoper te melden. Na deze periode kun je nog altijd de garantie tegen de verborgen gebreken inroepen. Als het product volgens de verkoper niet meer onder waarborg is, voorziet de wet in dat geval ook in een garantie. Mogelijke rechtsmiddelen
Tracht eerst een minnelijke schikking te treffen. Dat is over het algemeen het beste. Eerst stel je de verkoper in gebreke. Dat doe je bij voorkeur met een aangetekende brief met ontvangstbevestiging. Daarin zet je de problemen met het geleverde product uiteen en zeg je binnen welke termijn je van de verkoper een reactie verwacht. De verkoper zou op dit schriftelijke document moeten reageren. Als je met de verkoper geen minnelijke schikking kunt treffen, moet je andere oplossingen overwegen. De juridische weg is niet noodzakelijk de eenvoudigste of snelste. Om dergelijke gerechtelijke stappen te vermijden, bestaan in verscheidene sectoren commissies voor verzoening of arbitrage. Het is hun taak om geschillen tussen koper en verkoper of tussen klant en dienstverlener te regelen. Dergelijke commissies bestaan voor de meubelsector, droogkuis, occasiewagens, reizen, verzekeringen, banken en de bouwsector.
193
Als je na de betaling van een voorschot bij de bestelling van een product bovendien geen bestelbon hebt gekregen die conform is aan de wettelijke bepalingen, kun je bij de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie klacht indienen. Deze dienst kan nagaan of de praktijken van de verkoper wettelijk in orde zijn. Als de dienst een overtreding vaststelt, zal hij de gepaste maatregelen treffen en eventueel een proces-verbaal opstellen voor de gerechtelijke overheden. De dienst kan je ook wijzen op je recht om je burgerlijke partij te stellen. Als er geen overtreding blijkt te zijn en als je klacht geen aanleiding geeft tot een strafzaak, zal deze dienst je alle nuttige inlichtingen geven over je rechten en zeggen wat je moet doen.
c o n t a c t en
Naargelang de aard van je geschil kun je een van de volgende verzoenings- of arbitragecommissies aanspreken: Geschillencommissie Verbruikers-Textielreinigers (GTV) Brusselsesteenweg 478 • 1731 Zellik Tel. 02 463 19 50 Verzoeningscommissie tweedehandse voertuigen Jules Bordetlaan 164 • 1140 Brussel Tel. 02 778 62 00
Bestelling van een product Bemiddelingsdienst Banken - Krediet - Beleggingen De Meeûssquare 35 • 1000 Brussel Tel. 02 545 77 70 Geschillencommissie Reizen Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 277 89 46 Ombudsdienst van de verzekeringen de Meeûsplantsoen 35 • 1000 Brussel Tel. 02 547 58 75 Voor algemene informatie over de bescherming van de consument Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Contactcenter Tel. 0800 12 033 (gratis nummer) •
[email protected] economie.fgov.be
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Bestelling van een product
Om een klacht in te dienen tegen onwettige of oneerlijke handelspraktijken Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Controle en Bemiddeling - FO Simon Bolivarlaan 30 • 1000 Brussel Tel. 02 277 54 84 •
[email protected]
Verzoeningscommissie Bouw Hoogstraat 139 • 1000 Brussel Tel. 02 504 97 86 Geschillencommissie Meubelen Assesteenweg 117 bus 9D • 1740 Ternat Tel. 02 478 47 58
194
195
Ik heb schulden die ik niet kan betalen. Hoe groot is het risico dat beslag wordt gelegd op mijn bezittingen of mijn loon? Hoe kan ik dat vermijden?
Je hebt geld geleend of een wagen, meubels enz. op krediet gekocht en je kunt niet meer afbetalen. Je hebt fiscale schulden of je krijgt facturen voor gas, elektriciteit, telefoon, medische kosten enz. die je op de vervaldag niet meer kunt betalen. In deze gevallen neem je best onmiddellijk contact op met je schuldeisers (instellingen of personen aan wie je geld verschuldigd bent) om je situatie uit te leggen. Niet reageren lost niets op. Integendeel, je situatie gaat erop achteruit want je zult bijkomende kosten moeten betalen. Je kunt met je verschillende schuldeisers regelingen treffen. Je kunt bijvoorbeeld een grotere spreiding van betaling vragen, zodat de afbetalingstermijn langer wordt dan eerst voorzien was. Ben je door een overmatige fiscale schuldenlast in een uitzichtloze situatie terechtgekomen, kun je onder bepaalde voorwaarden een maatregel genieten die begin 2005 in voege is getreden. Hierbij kan de fiscus je een onbeperkt uitstel van je fiscale schulden toestaan. Goederenbeslag en loonbeslag
Als je niet reageert op de brieven van je schuldeisers, loop je tamelijk snel het risico dat je met een "beslag" te maken krijgt. Alvorens tegen jou een procedure in te stellen, kan je schuldeiser van de rechter de toestemming krijgen om een bewarend beslag uit te voeren. Hij kan ook aansturen op een vonnis waarmee hij zich tot een gerechtsdeurwaarder kan wenden. Je schuldeiser brengt je officieel op de hoogte van de beslissing van de rechter. Als je niet reageert, zal de deurwaarder je een "bevel tot betaling" opsturen. Als je nog steeds niet reageert, zal hij overgaan tot uitvoerend beslag op je goederen of je loon. Wat je meubelen betreft. De deurwaarder kan niet alles in beslag nemen. Hij kan geen beslag leggen op: bedden, linnengoed, linnen-
196
Schulden en overmatige schuldenlast kasten, tafel en stoelen van de eetkamer, het fornuis, de koelkast, de wasmachine en de toestellen voor verwarming en verlichting. Hij kan evenmin beslag leggen op de voorwerpen die dienen voor je kinderen en hun studies, op gezelschapsdieren en op datgene wat je absoluut nodig hebt voor je beroep. Wat je loon of vervangingsinkomen betreft. De schuldeiser kan zich wenden tot je werkgever of de instelling die je uitbetaalt en op je loon of vervangingsinkomen beslag laten leggen. Maar er zijn beperkingen. De berekening ervan verschilt naargelang van de omvang en het type van inkomen waarover je beschikt. Grensbedragen van het loonbeslag (bedragen op 1 januari 2008): • onder 944 euro kan men geen enkel beslag leggen; • op de schijf van 944,01 tot 1.014 euro: 20%; • op de schijf van 1.014,01 tot 1.119 euro: 30%; • op de schijf van 1.119,01 tot 1.224 euro: 40%; • meer dan 1.224 euro: 100%.
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Schulden en overmatige schuldenlast
Voorbeeld: Je ontvangt een loon van 1.200 euro netto. Dan bedraagt het bedrag dat in beslag kan genomen worden 77,90 euro: 0 euro voor het gedeelte van je loon tot 944 euro 20% van 944,01 tot 1.014 euro (hetzij 20% van 70 euro): 14 euro 30% van 1.014,01 tot 1.119 euro (hetzij 30% van 105 euro): 31,50 euro 40% van 1.119,01 tot 1.200 euro (hetzij 40% van 81 euro): 32,40 euro totaal: 14 euro + 31,50 euro + 32,40 euro = 77,90 euro Grensbedragen van het beslag op een vervangingsinkomen (bedragen op 1 januari 2008): • onder 944 euro: geen beslag mogelijk; • op de schijf van 944,01 tot 1.014 euro: 20%; • op de schijf van 1.014,01 tot 1.224 euro: 40%; • meer dan 1.224,01 euro: 100%. Voorbeeld: Je ontvangt een vervangingsinkomen van 1.200 euro. Dan bedraagt het bedrag dat in beslag kan genomen worden 88,40 euro: 0 euro voor het gedeelte van je loon tot 944 euro
197
20% van 944,01 tot 1.014 euro (hetzij 20% van 70 euro): 14 euro 40% van 1.014,01 tot 1.200 euro (hetzij 40% van 186 euro): 74,40 euro totaal: 14 euro + 74,40 euro = 88,40 euro
Om de dichtstbijzijnde ombudsdienst te kennen Vlaamse Ombudsdienst Leuvenseweg 86 • 1000 Brussel • www.vlaamseombudsdienst.be
Aan de grensbedragen van elke schijf die hierboven vermeld worden, moet nog 58 euro per kind ten laste worden toegevoegd.
Voor problemen in verband met Vlaamse fiscaliteit Tel. 0800 24 050 (gratis nummer) •
[email protected]
Op bepaalde uitkeringen of inkomsten is geen beslag mogelijk.
Vlaamse Infolijn Tel. 1700 (op werkdagen van 9 u tot 19 u, gratis nummer)
Loonafstand
De schuldeiser kan je schuld ook recupereren via de "loonafstand". In de contracten om een krediet te verkrijgen (die je normaal gezien ondertekend hebt), staat meestal een bepaling over "loonafstand". Daardoor kan de kredietverlener zich tot je werkgever wenden om je schuld rechtstreeks van je loon af te houden. De grensbedragen voor loonafstand zijn dezelfde als die voor loonbeslag. Je kunt je altijd tegen loonafstand verzetten, maar je zult wel moeten bewijzen dat de schuldeiser niet in zijn recht is. Ombudsdiensten en collectieve schuldregeling
Schulden hebben is geen schande. Als je ze niet meer kunt betalen, kun je bijstand krijgen. Verenigingen of het OCMW organiseren ombudsdiensten. Je kunt ze aanspreken, je financiële problemen uitleggen en proberen een regeling met je schuldeisers te treffen. Sinds 1999 bestaat de collectieve schuldregeling. Dat is een gerechtelijke procedure waarmee je, als je schuldenlast te hoog is geworden, aan de beslagrechter kunt vragen een regeling te treffen met je schuldeisers. De beslagrechter stelt een ombudsdienst aan en die zal een oplossing zoeken. Als de ombudsdienst geen akkoord bereikt, legt de beslagrechter zelf een oplossing op. De diensten voor schuldbemiddeling kunnen je informeren over deze procedure en je, als dat nodig is, helpen bij het indienen van een verzoekschrift.
c o n t a c t en
Overmatige fiscale schuldenlast op federaal niveau Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 •
[email protected]
198
Schulden en overmatige schuldenlast
Diensten voor schuldbemiddeling in Vlaanderen Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Cel Lokaal Sociaal Beleid Koning Albert II-laan 35 bus 30 • 1030 Brussel Tel. 02 553 39 95 •
[email protected] www.wvc.vlaanderen.be/lokaalsociaalbeleid
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Schulden en overmatige schuldenlast
m eer we t en economie.fgov.be • www.grepa.be (lijst met de ombudsdiensten per Brusselse gemeente) • "De collectieve schuldenregeling", Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2007, 88 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Dienst Krediet en Schuldenlast Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 277 67 74 • economie.fgov.be (klik op "Bescherming van de consument") • "Overmatige fiscale schuldenlast: hoe geraak je er uit?", Federale overheidsdienst Financiën, 2006, 6 p. Gratis folder te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
199
Mag men mij reclame sturen via elektronische post?
Het is wettelijk verboden reclame via elektronische post te versturen zonder de voorafgaande, vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de bestemmeling. Dit noemt men het opt-in principe. Elektronische post is in de wet ruim opgevat en slaat op e-mail, sms, mms, chat en voicemail. Je hebt dus steeds het recht je te verzetten tegen publicitaire elektronische post of berichten, zelfs als je vroeger je toestemming hebt gegeven. VOORWAARDEN
Om in alle vrijheid je toestemming te kunnen geven, moet de reclameboodschap aan bepaalde voorwaarden voldoen, die geval per geval beoordeeld moeten worden. Je toestemming is bijvoorbeeld niet vrij in volgende gevallen: • wanneer je niet over de technische mogelijkheid beschikt om het vakje "neen" aan te vinken; • wanneer het vakje "ja" al is aangevinkt; • wanneer men je wegens je weigering afstraft door de toegang tot een product, een dienst, een kortingsbon, een geschenk enz. te weigeren. Je bent over het verlenen van je toestemming niet geïnformeerd als deze informatie slechts vaag is opgenomen in de algemene voorwaarden, zoals de aanbeveling om een daartoe bestemd vakje aan te vinken. Je bent evenmin geïnformeerd als je voor bijkomende informatie niet verwezen wordt naar een specifieke bepaling van de algemene voorwaarden.
200
Publicitaire elektronische post UITZONDERINGEN
In twee gevallen is het mogelijk om zonder voorafgaande toestemming via elektronische post publicitaire berichten te versturen: reclameboodschappen naar klanten van de dienstverlener of naar rechtspersonen (vennootschappen). Deze uitzonderingen zijn echter aan strenge voorwaarden onderworpen. VERPLICHTE WETTELIJKE VERMELDINGEN
Om zo doorzichtig mogelijk te zijn, moet publicitaire elektronische post bepaalde vermeldingen bevatten. De reclameboodschap moet: • duidelijk als reclame herkenbaar zijn; • zichtbaar en leesbaar de boodschap "reclame" bevatten, bijvoorbeeld in de onderwerplijn; • duidelijk aangeven voor wiens rekening reclame gemaakt wordt.
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Publicitaire elektronische post
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Cel recht van de elektronische economie Koning Albert II-laan 16 • 1000 Brussel Tel. 02 277 85 57 of 02 277 86 86 •
[email protected] economie.fgov.be (klik op "Informatiemaatschappij") m eer we t en www.internet-observatory.be • www.spamsquad.be
201
Wat kan ik doen in geval van instapweigering, annulering of belangrijke vertraging van een vlucht?
Rechten van vliegtuigpassagiers Bijstand
In geval van bijstand kun je naargelang van de omstandigheden aanspraak maken op voedsel, drank, overnachting in een hotel enz. Personen met beperkte mobiliteit
Als je het slachtoffer bent van instapweigering, annulering of grote vertraging van je vlucht, heb je volgens de Europese regelgeving (nr. 261/2004) in bepaalde gevallen recht op een vergoeding of bijstand. Elke Europese lidstaat beschikt over een of twee instanties die over de toepassing van de Europese regelgeving waken en waar de passagiers klacht kunnen indienen als zij zich benadeeld voelen. In België zijn deze taken toevertrouwd aan de Denied Boarding Authority van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. In de luchthaven kun je de tekst van de passagiersrechten aan de incheckbalies of de instapzones verkrijgen. Vergoeding
De vergoeding is onder meer verschuldigd bij: • de annulering van een vlucht wegens een gebrek aan piloten; • een instapweigering als gevolg van overboeking.
De luchtvaartmaatschappij moet bijzondere aandacht besteden aan personen met beperkte mobiliteit, personen die hen begeleiden en aan niet-begeleide kinderen. In geval van een instapweigering, annulering of vertraging hebben ze recht op bijstand.
c o n t a c t en
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
C o n s um e n t e nb e s c h e r min g
Rechten van vliegtuigpassagiers
Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Denied Boarding Authority Cel Externe Communicatie Vooruitgangstraat 56 • 1210 Brussel Fax. 02 277 40 73 •
[email protected] m eer we t en www.ec.europa.eu (lijst van controlerende instanties in de EU-lidstaten)
Je hebt geen recht op een vergoeding wanneer je te laat komt bij de registratie of wanneer je niet in het bezit bent van alle noodzakelijke documenten, zoals paspoort, visum enz. Terugbetaling van het vliegtuigbiljet
Bij annulering van je vlucht wordt je biljet vergoed als de eerstvolgende aangeboden vlucht je niet past, bijvoorbeeld omdat je een belangrijke afspraak zou missen. Als je de volgende vlucht wel neemt omdat dit geen probleem oplevert, heb je geen recht op terugbetaling van je eerste vliegtuigticket.
202
203
Justitie
Wat is bemiddeling? Kan de bemiddeling een gerechtelijke procedure vervangen? Hoe verloopt een bemiddeling?
Bemiddeling is een vertrouwelijke en vrijwillige procedure om op een serene manier conflicten op te lossen. Alle betrokken partijen doen uit vrije wil een beroep op een onafhankelijke en neutrale professionele vertrouwenspersoon om de dialoog te vergemakkelijken. Bemiddeling heeft veel voordelen: de procedure is eenvoudig, soepel en vertrouwelijk; je hebt de mogelijkheid om zelf de bemiddelaar te kiezen; het akkoord is definitief; als partij beslis je mee over de uitkomst. De goede trouw en de wil van de partijen om tot een oplossing te komen zijn beslissend voor het welslagen van de bemiddeling. De wet van 21 februari 2005 erkent twee soorten bemiddeling: • de vrijwillige bemiddeling speelt zich af buiten enige gerechtelijke procedure; • de gerechtelijke bemiddeling vindt plaats in het kader van een gerechtelijke procedure, op voorstel van de partijen of van de rechter. De gerechtelijke procedure wordt dan verdaagd. Behalve enkele uitzonderingen, doet men in beide soorten van bemiddeling een beroep op een erkende bemiddelaar. Beide soorten kunnen op termijn hetzelfde resultaat hebben als een rechterlijke beslissing. Erkend bemiddelaar
De bemiddelaar moet neutraal, onafhankelijk en onpartijdig zijn. Het is zijn taak de dialoog tussen de partijen te vergemakkelijken. Hij geeft geen advies en is gebonden aan het beroepsgeheim. Hij heeft geen enkel beslissingsvermogen en kan het geschil dus niet beslechten.
206
Vrijwillige en gerechtelijke bemiddeling De bemiddelaar moet een opleiding hebben gevolgd en erkend zijn door de federale bemiddelingscommissie. Sommige bemiddelaars zijn gespecialiseerd in familiale zaken (scheiding, echtscheiding, samenwonen, nalatenschap enz.), sociale zaken (ontslag, collectief arbeidsconflict enz.), burgerlijke en handelszaken (conflicten met de buren of op het vlak van huisvesting of mede-eigendom, geschillen tussen leverancier en klant, facturen enz.).
Justitie
Justitie
Vrijwillige en gerechtelijke bemiddeling
Verloop
Tijdens het eerste gesprek licht de bemiddelaar de "spelregels" toe: vertrouwelijkheid, goede trouw, wederzijds respect enz. De betrokken partijen ondertekenen een bemiddelingsprotocol. Dit document bepaalt eveneens het ritme van de gesprekken, het honorarium van de bemiddelaar en de manier waarop men dit onder de partijen verdeelt. Daarna begint de eigenlijke bemiddeling. De partijen leggen hun situatie uit. Gesprek na gesprek wordt verder onderhandeld terwijl de bemiddelaar aanzet tot praten en toeziet op de naleving van het protocol. De bemiddeling kan tot een akkoord leiden – geheel of gedeeltelijk – maar kan ook mislukken. Elke partij kan op elk ogenblik eenzijdig een einde maken aan de bemiddeling. De bemiddelaar kan dat ook. Als een gerechtelijke bemiddeling volledig of gedeeltelijk mislukt, wordt de gerechtelijke procedure voortgezet. Als een vrijwillige bemiddeling mislukt, belet niets de partijen om de zaak voor de rechtbank te brengen. Wanneer de partijen een akkoord bereiken, worden de bepalingen van dit akkoord schriftelijk vastgelegd – eventueel door de bemiddelaar – en ondertekend door alle partijen. Zij moeten de bepalingen van het bemiddelingsakkoord naleven. Wie het geheim van de gesprekken schendt, kan veroordeeld worden tot het betalen van een schadevergoeding. Als men tijdens een gerech-
207
Administratieve beslissing
telijke procedure documenten onthult die bij een bemiddeling overhandigd werden, dan worden deze uit de debatten geweerd. Uitvoerbaar akkoord
Er bestaan twee manieren om een akkoord uitvoerbaar te maken en op die manier de naleving van niet-nagekomen verbintenissen af te dwingen. • Als minstens een van de partijen het vraagt, homologeert (= goedkeuren) de rechter het akkoord, dat dan dezelfde gevolgen heeft als een vonnis. De rechter kan deze homologatie niet weigeren, tenzij het akkoord strijdig is met de openbare orde of, desgevallend, met de belangen van het kind. • Als alle partijen het vragen, kan het na bemiddeling bereikte akkoord bij een notaris worden opgesteld.
c o n t a c t en
Om een bemiddelaar te vinden Federale overheidsdienst Justitie Tel. 078 15 80 84 (lokaal tarief) • www.bemiddeling-justitie.be m eer we t en • "De bemiddeling, een alternatief voor de rechtbank", Federale overheidsdienst Justitie, 2006, 16 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be.
Ik ben het niet eens met een administratieve beslissing. Over welke rechtsmiddelen beschik ik?
Justitie
Justitie
Vrijwillige en gerechtelijke bemiddeling
Een administratie neemt een beslissing waarmee je niet akkoord gaat. Het kan om uiteenlopende zaken gaan: je krijgt geen stedenbouwkundige vergunning, een collega krijgt een functie in de administratie waarvoor jij gesolliciteerd hebt, je zoon of dochter wordt van school weggestuurd enz. Wettelijke motiveringsplicht
De betrokken administratie moet uitleggen waarom zij die beslissing genomen heeft. Dat is je recht. Wettelijk is bepaald dat elke administratieve overheid haar beslissingen duidelijk, nauwkeurig en concreet moet motiveren. Dat geldt zowel voor de federale overheidsdiensten als voor de gemeenschappen, gewesten, provincies of gemeenten. Elke administratieve beslissing moet dus vermelden waarom men die beslissing genomen heeft. Bovendien moet erin staan hoe je in beroep kunt gaan als je niet akkoord bent. Ombudsdienst
Als je aan de betrokken administratie uitleg hebt gevraagd en als je niet tevreden bent met het antwoord, kun je een beroep doen op de ombudsdienst. Op de verschillende bestuursniveaus zijn er ombudsdiensten. De ombudsdienst kan zelf niets afdwingen. Hij zal met jou en de betrokken administratie overleg plegen en naar een oplossing zoeken. Mogelijke rechtsmiddelen
Zoals dat het geval is bij vonnissen van rechtbanken, kun je ook administratieve beslissingen aanvechten en ertegen in beroep gaan.
208
209
De procedures verschillen naargelang van de administratieve overheid. Je moet je geval per geval informeren. In laatste instantie is er nog de Raad van State om de annulering te vragen van een administratieve maatregel (bijvoorbeeld een Koninklijk Besluit) of van een beslissing die op jou betrekking heeft (bijvoorbeeld een geweigerde stedenbouwkundige vergunning of een benoemingsbesluit dat aan je rechten voorbij zou gaan). Er kunnen verschillende redenen zijn om de annulering te vragen van een administratieve maatregel, bijvoorbeeld: als de maatregel niet gemotiveerd is, als het besluit niet in overeenstemming is met de wet, als je machtsmisbruik of misbruik van bevoegdheid kunt bewijzen enz. Als de kans bestaat dat de betwiste administratieve maatregel je ernstige en moeilijk te herstellen schade zal berokkenen, kan de Raad van State overgaan tot de schorsing van de betwiste beslissing of maatregel in afwachting van een uitspraak over de gevraagde annulering zelf. Opgelet: een beroep bij de Raad van State moet je binnen de gestelde termijn aantekenen. Deze termijnen verschillen naargelang van de aard van de betwisting. Het is dan ook ten stelligste aangeraden rechtsbijstand in te roepen of je tot een gespecialiseerde advocaat te wenden.
c o n t a c t en
Wend je eerst tot de betrokken administratie. Als haar uitleg je geen voldoening schenkt, kun je de ombudsdienst van de betrokken administratie aanspreken. De Federale ombudsdienst Tel. 02 289 27 27 •
[email protected] www.federaalombudsman.be Ombudsdienst van de Vlaamse Gemeenschap Tel. 0800 24 050 (gratis nummer)
[email protected] • www.vlaamseombudsdienst.be
210
Administratieve beslissing Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Klachtendienst Tel. 02 800 37 54 • www.brussel.irisnet.be
Justitie
Justitie
Administratieve beslissing
Ombudsdienst van het Waals Gewest Tel. 0800 19 199 (gratis nummer) •
[email protected] environnement.wallonie.be Ombudsdienst van de Franstalige Gemeenschap Tel. 02 548 00 70 •
[email protected] • www.mediateurcf.be "Burgertelefoon" van de Duitstalige Gemeenschap Tel. 0800 23 032 (gratis nummer) • www.dgov.be Ombudsdiensten bij de openbare besturen. Sommige gemeenten hebben een ombudsdienst. Vraag inlichtingen bij je gemeentebestuur. Andere ombudsdiensten van de overheid
Actiris (Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling) Tel. 02 505 15 96 •
[email protected] • www.actiris.be De ombudsdienst voor pensioenen Tel. 02 274 19 80 •
[email protected] www.ombudsmanpensioenen.be De ombudsdienst van de NMBS Tel. 02 525 40 00 •
[email protected] www.b-rail.be/ombudsman MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel) Tel. 02 515 21 10 • www.mivb.irisnet.be De ombudsdienst van Brussels Airport Tel. 02 724 02 67 •
[email protected] www.airportmediation.be
211
De ombudsdienst van De Post Tel. 02 221 02 20 •
[email protected] www.ombudsman.post.be De ombudsdienst van de telecommunicatiesector Tel. 02 223 09 09 •
[email protected] www.ombudsmantelecom.be De ombudsdienst van de verzekeringen Tel. 02 547 58 71 •
[email protected] • www.ombudsman.as Bemiddelingsdienst Banken - Krediet - Beleggingen Tel. 02 545 77 70 •
[email protected] • www.ombfin.be De Europese ombudsdienst Tel. 00 33 388 17 23 13 (Straatsburg, Frankrijk)
[email protected] • www.euro-ombudsman.eu.int RAAD VAN STATE
voor een aanvraag tot annulering van een administratieve beslissing Raad van State Sectie Administratie - Griffie Wetenschapsstraat 37 • 1040 Brussel Tel. 02 234 96 11 •
[email protected] www.raadvst-consetat.be m eer we t en www.ombudsman.be
212
Juridische bijstand Is de toegang tot het gerecht gratis? Hanteren alle advocaten dezelfde tarieven? En de notarissen? Wanneer heb ik recht op juridische bijstand?
Justitie
Justitie
Administratieve beslissing
Een gerechtelijke procedure is niet gratis. Meestal zijn er bij een procedure gerechtskosten te betalen (zegelrechten, griffierechten, registratierechten, kosten voor het verzenden van het vonnis, onderzoek enz.). In principe moet de verliezende partij deze kosten betalen. Daarbij komt het ereloon van de advocaat (de prijs per uur, een procent op het bedrag van het geding of een forfait volgens de aard van de tussenkomst) en zijn onkosten (kopieën van dossiers, secretariaatskosten enz.). Het ereloon hangt ook af van de moeilijkheidsgraad van de zaak. Vraag altijd aan de advocaat een raming van de kosten die je mag verwachten. Sommige advocaten geven ook een eerste advies (dit is een eerste raadpleging), wat doorgaans 25 euro kost. Je mag dit niet verwarren met de juridische bijstand van de eerste lijn, die gratis is. Advies verstrekt door een notaris is gratis. De kosten om een notariële akte op te stellen, zijn bij wet vastgelegd. Daarnaast moet je ook rekening houden met dossierkosten, registratiekosten enz. juridische bijstand van de eerste lijn
Iedere burger kan in de justitiehuizen, in de kantoren voor rechtshulp of zelfs telefonisch bij Telebalie kosteloos een eerste juridisch advies krijgen van advocaten. Men kan je wegwijs maken in de procedures die je moet volgen en de diensten aanwijzen waarmee je contact moet opnemen. Maar opgelet: deze advocaten zullen je zaak niet behandelen. Zij zullen geen brieven schrijven, niet bemiddelen, geen rechtszaak beginnen enz.
213
juridische bijstand van de TWEEDE lijn
Als je een laag inkomen hebt, kun je kosteloze of deels kosteloze rechtsbijstand van een advocaat genieten (het vroegere pro deo). Om deze bijstand te verkrijgen, moet je het bureau voor rechtshulp van de balie (= de Orde van Advocaten) van je gerechtelijk arrondissement aanspreken. Zij zullen een advocaat aanwijzen die zich met jouw zaak zal bezighouden. Indien de in het ongelijk gestelde partij de tweedelijns juridische bijstand geniet, wordt de rechtsplegingsvergoeding vastgelegd op het door de Koning vastgestelde minimum, tenzij in geval van een kennelijk onredelijke situatie. De rechter motiveert in dit geval zijn beslissing. Je betaalt een deel van de advocaatskosten als: • je inkomen tussen 865 en 1.112 euro netto per maand ligt (voor een alleenstaande); • je inkomen tussen 1.112 en 1.357 euro netto per maand ligt en je getrouwd bent, samenwoont of alleenstaande bent met een of meer personen ten laste (per persoon ten laste mag je 142,31 euro bij je inkomen tellen). De bijstand van de advocaat is helemaal gratis als: • je alleenstaand bent en je inkomen lager is dan 865 euro netto per maand; • je getrouwd bent, samenwoont of alleenstaand bent met een of meer personen ten laste en je inkomen lager is dan 1.112 euro netto per maand; per persoon ten laste mag je bij dit bedrag 142,31 euro bijtellen; • je een leefloon geniet in het kader van de maatschappelijke integratie of een financiële steun in het kader van de maatschappelijke hulp; • je het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of een vervangingsinkomen voor gehandicapten krijgt; • je een kind ten laste hebt dat gewaarborgde kinderbijslag krijgt; • je minderjarig bent; • je sociale huur betaalt (in het Vlaams Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil dat zeggen dat de huurprijs de helft bedraagt van de normale basishuur; in het Waals Gewest komt dat overeen met de minimumhuurprijs);
214
Juridische bijstand • je een vreemdeling bent die een verblijfsregularisatie wil aanvragen of die beroep wil aantekenen tegen een bevel om het grondgebied te verlaten; • je een asielaanvrager bent of om het even welke persoon die een aanvraag indient tot het verkrijgen van het statuut van politiek vluchteling of van ontheemde.
Justitie
Justitie
Juridische bijstand
Deze inkomensgrenzen gelden vanaf 1 september 2008. Ze worden elk jaar geïndexeerd. Als je in gevangenschap bent, als je onder de wet op de onmiddellijke verschijning (= snelrecht) valt of als je geestesziek bent en al genoten hebt van maatregelen in het kader van de wet op de bescherming van de geesteszieken, word je eveneens verondersteld (behoudens bewijs van het tegendeel) over niet voldoende inkomsten te beschikken en is de rechtsbijstand ook kosteloos.
c o n t a c t en
Voor juridische bijstand van de eerste lijn De rechtbanken, vredegerechten, justitiehuizen (zie Nuttige adressen), beschikken over een juridische permanentie. Dat is ook het geval bij bepaalde gemeentebesturen, OCMW’s en vzw’s die over een juridische dienst beschikken. Telebalie (rechtsbijstand Brusselse balie) Tel. 02 511 50 45 (van 14 tot 17 u) Voor inlichtingen over de bureaus voor juridische bijstand Orde van de Vlaamse Balies Koningsstraat 148 • 1000 Brussel Tel. 02 227 54 70 •
[email protected] • www.advocaat.be
215
Geschillen met de buren
Voor juridische handelingen waarvoor de tussenkomst van een notaris vereist is Raadpleeg je notaris. Voor juridische bijstand van de tweede lijn Richt je tot het bureau voor juridische bijstand van je gerechtelijk arrondissement. (Zie Nuttige adressen.) m eer we t en • "Rechtsbijstand: een betere toegang tot justitie", Federale overheidsdienst Justitie, 2007, 16 p. • "Justitiehuizen", Federale overheidsdienst Justitie, 2003, 8 p. Gratis brochures te downloaden van www.just.fgov.be.
Ik heb problemen met een buur. Is een bemiddeling mogelijk? Hoe moet ik een gerechtelijke procedure beginnen?
Justitie
Justitie
Juridische bijstand
Als je een probleem met een buur hebt en er niet in slaagt een oplossing te vinden, heb je verschillende mogelijkheden. Vrijwillige bemiddeling
Vrijwillige bemiddeling houdt in dat jij en je buur de hulp van een bemiddelaar inroepen om de dialoog te vergemakkelijken en samen een oplossing te vinden. Als het tot een akkoord komt, kun je dit door een rechter laten goedkeuren zodanig dat het uitvoerbaar wordt. Jij en je buur kunnen het akkoord ook door een notaris authentiek laten maken, wat hetzelfde effect heeft. MINNELIJKE SCHIKKING
Alvorens met een gerechtelijke procedure te starten, kun je bij de rechter eerst een aanvraag tot minnelijke schikking indienen. Deze procedure is gratis en snel. Je kunt ze zelfs mondeling aanvragen bij de griffie (secretariaat) van het gerecht. De rechter zal trachten beide partijen met elkaar te verzoenen, maar legt geen oplossing op. Als er een akkoord komt, legt de rechter het vast in een proces-verbaal dat de waarde van een vonnis heeft. Gerechtelijke procedure
De vrederechter is meestal bevoegd. Om een proces aan te spannen, moet je een rolrecht betalen. Dat is een vergoeding voor de opening van een dossier bij de rechtbank en bedraagt 25 of 35 euro naargelang van de zaak. Voor bepaalde zaken kun je bij de griffie van het vredegerecht een verzoekschrift indienen: je legt de betwisting uit, zet de redenen van je verzoek uiteen en geeft de identiteit van de betrokken personen. Alle
216
217
Jeugddelinquentie
partijen ontvangen een gerechtsbrief waarin men hen vraagt om voor de vrederechter te verschijnen. De partijen kunnen beslissen om zich vrijwillig bij de vrederechter aan te melden. Dit noemt men de "vrijwillige verschijning". Ze leggen een gemeenschappelijk verzoekschrift neer waarin zij hun geschil uiteenzetten. In vele gevallen moet je een beroep doen op een gerechtsdeurwaarder die aan de tegenpartij een dagvaarding zal geven. De kosten hangen af van de aard van de zaak. Doorgaans liggen ze tussen 100 en 150 euro. Je bent niet verplicht een advocaat te raadplegen. Dergelijke bijstand kan wel nuttig zijn, vooral als het om een ingewikkelde zaak gaat.
c o n t a c t en
Wend je tot de vrederechter van het kanton (zie telefoonboek onder de rubriek "Vredegerecht") of tot het justitiehuis van het gerechtelijk arrondissement. (Zie Nuttige adressen.) m eer we t en www.just.fgov.be (lijst met de vredegerechten en de justitiehuizen) • "De vrederechter: de rechter die het dichtst bij de burger staat", Federale overheidsdienst Justitie, 2005, 16 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be.
Welke beslissingen kan het gerecht nemen ten opzichte van een minderjarige delinquent?
Justitie
Justitie
Geschillen met de buren
Het jeugdbeschermingsrecht heeft opvoeding, responsabilisering, sociale re-integratie en bescherming van de samenleving tot doel. jeugdparket
Het jeugdparket stuurt in de eerste plaats aan op een bemiddeling tussen de jeugddelinquent, zijn of haar ouders en het slachtoffer. Het resultaat is positief wanneer de jongere tot inzicht komt en tot herstel overgaat: excuses, terugbetaling enz. Daarna beslist het parket of het de zaak seponeert (= geen vervolging instelt) of bij de jeugdrechtbank aanhangig maakt. Als het jeugdparket oordeelt dat de feiten niet ernstig genoeg zijn, kan het de jongere een waarschuwingsbrief toezenden of oproepen voor een mondelinge herinnering aan de wet. Jeugdrechter
In afwachting dat het parket de zaak ter zitting brengt, kan de jeugdrechter voorlopige maatregelen nemen. Deze voorlopige maatregelen kunnen maximaal 6 maanden duren. Als de jongere minstens 12 jaar oud is, moet de jeugdrechter hem of haar horen. De jongere heeft recht op bijstand van een advocaat. De jeugdrechter kan de jongere vrijspreken, berispen, de eerder opgelegde voorlopige maatregelen handhaven of nieuwe maatregelen nemen. De jeugdrechter moet de beslissing altijd motiveren. Hierbij wordt rekening gehouden met een aantal factoren: de persoonlijkheid van de jongere, de leeftijd en maturiteit, de familiale en sociale omgeving, het schoolbezoek, de veiligheid van de jongere, de ernst van de feiten en de omstandigheden waarin ze werden gepleegd, de schade en
218
219
de gevolgen voor het slachtoffer, het gevaar dat de jongere al dan niet vormt voor de samenleving, de antecedenten. De jeugdrechtbank kan de maatregelen indien nodig verlengen tot de leeftijd van 20 jaar. Dit geldt voor jongeren die 17 waren op het ogenblik van de feiten en voor elke delinquent die de meerderjarigheid nadert en voor zichzelf of voor anderen een gevaarlijk gedrag vertoont. De ouders en iedereen die op de jongere toezicht uitoefent, worden voor elke zitting opgeroepen. Als de ouders geen interesse tonen voor de opvoeding van hun kind en dit gebrek aan interesse bijdraagt tot de problemen van de minderjarige, kan de jeugdrechtbank hen een ouderstage opleggen. Indien de ouders niet op de zittingen verschijnen of de opgelegde stage niet volgen, riskeren ze een boete en/of gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen. herstelrecht en andere maatregelen
Voor een kind dat op het ogenblik van de feiten jonger was dan 12 jaar, zijn enkel drie maatregelen mogelijk: berisping, plaatsing onder toezicht van een sociale dienst of intensieve opvoedkundige begeleiding. Als de jongere ouder is dan 12 jaar kiest de jeugdrechter in de eerste plaats voor het herstelrechtelijk aanbod. Dit omvat bemiddeling en herstelgericht groepsoverleg. Het overleg verplicht het slachtoffer, de jongere en hun sociale omgeving samen te komen met een politieagent en een bemiddelaar. Het slachtoffer moet dit aanvaarden. Als de partijen een akkoord bereiken, wordt een intentieverklaring opgesteld en voorgelegd aan de rechter, die ze officieel zal goedkeuren, behalve wanneer ze in strijd is met de openbare orde. Een sociale dienst zal controleren of de jongere de verbintenissen naleeft.
Jeugddelinquentie • huisarrest als de jongere het ouderlijk gezag niet eerbiedigt of met verkeerde vrienden optrekt; • plaatsing (pleeggezin, gemeenschapsinstelling enz.).
Justitie
Justitie
Jeugddelinquentie
Het behoud in de leefomgeving is soms aan bepaalde voorwaarden onderworpen. Een sociale dienst ziet toe of deze voorwaarden al dan niet nageleefd worden. Bijvoorbeeld: naar school gaan, een opvoedkundige prestatie van algemeen nut verrichten, niet omgaan met bepaalde personen, welbepaalde plaatsen vermijden, het huisarrest in acht nemen enz. uithandengeving
Minderjarigen van 16 jaar en ouder die een ernstig feit plegen of die eerder al een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd kregen, riskeren een uithandengeving. De jeugdrechter verwijst hen dan door naar het strafrecht voor volwassenen. Dat is de bijzondere kamer binnen de jeugdrechtbank, samengesteld uit twee jeugdrechters en een correctionele rechter, of het Hof van Assisen.
c o n t a c t en
Wend je tot een advocaat of tot het justitiehuis van je gerechtelijk arrondissement. (Zie Nuttige adressen.) m eer we t en • "De aanpak van jeugddelinquentie", Federale overheidsdienst Justitie, 2007, 24 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be.
De jeugdrechter kan ten aanzien van de jongere ook andere maatregelen nemen, bijvoorbeeld: • onder toezicht van een sociale dienst plaatsen; • verplichte opvoedkundige prestatie van algemeen nut te verrichten ten voordele van de gemeenschap (de maximumduur bedraagt 150 uur);
220
221
Ik ben getuige van een misdrijf. Wat moet ik doen? Ben ik verplicht om te verschijnen wanneer ik word opgeroepen om te getuigen?
Wanneer je getuige bent van een misdrijf (overtreding, wanbedrijf of misdaad) en het gerecht zich over de zaak buigt, wil dit niet automatisch zeggen dat je opgeroepen zal worden om te getuigen tijdens het onderzoek of het proces. De gerechtelijke instanties moeten immers weten dat je getuige bent geweest. Je kunt hen hiervan op de hoogte brengen. Voor sommige feiten, zoals aanslagen tegen de openbare veiligheid of op het leven of de eigendom van een persoon, ben je dat wettelijk verplicht. Dit geldt ook voor ambtenaren die tijdens de uitoefening van hun werk kennis krijgen van een misdaad of een wanbedrijf. Ze moeten de procureur des Konings verwittigen (voor sommige administraties van Financiën is het akkoord van de gewestelijke directeur vereist).
TIJDENS HET ONDERZOEK
Tijdens het onderzoek nemen de politiediensten of magistraten het verhoor af. Als een onderzoeksrechter je oproept, vindt het verhoor plaats op zijn kabinet in aanwezigheid van een griffier. De beklaagde of zijn of haar advocaat is hierbij niet aanwezig. Als je als minderjarige getuige bent van een inbreuk op de integriteit van een persoon (seksuele misdrijven, mishandeling, gijzeling enz.) heb je het recht je bij elk verhoor te laten vergezellen door een meerderjarige persoon naar keuze. Het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter kunnen zich tegen de gekozen persoon verzetten in het belang van de minderjarige of van het onderzoek, bijvoorbeeld wanneer deze persoon onder verdenking staat. OP HET PROCES
Voor tal van zaken wordt tijdens het proces enkel je schriftelijke getuigenis gebruikt.
Als getuige doe je er goed aan wat je gezien, gehoord of waargenomen hebt zo objectief mogelijk te beschrijven. Je kunt als geheugensteuntje de feiten voor jezelf in detail noteren: het zal je helpen tijdens het verhoor of als je lang na de feiten je getuigenis moet bevestigen of nader toelichten.
Voor het Hof van Assisen, dat uitspraak doet over de zwaarste misdaden, roepen het openbaar ministerie of de verdediging altijd getuigen op. Je moet er mondeling antwoorden. Zo komt men meer te weten over wat je persoonlijk gezien of gehoord hebt. Alle vragen moeten via de voorzitter van het assisenhof gesteld worden. Alleen de voorzitter mag zich rechtstreeks tot de getuigen richten. De zittingen zijn openbaar, behalve in uitzonderlijke gevallen.
In bepaalde uitzonderlijke gevallen bepaalt de wet dat je als getuige een gedeeltelijke of volledige anonimiteit of beschermende maatregelen kunt genieten.
Je kunt worden opgeroepen per gerechtsbrief (= bijzondere aangetekende brief van de griffie van de rechtbank) of per dagvaarding (= een exploot van de gerechtsdeurwaarder).
VERPLICHTING OM TE VERSCHIJNEN
Vergeet je oproepingsbrief en je identiteitskaart niet mee te brengen als je gaat getuigen voor de rechtbank. Aan het onthaal kun je informeren naar het nummer van de zaal waar je moet zijn. In de zittingszaal laat je de deurwaarder weten dat je aanwezig bent. Je wacht je beurt af in een lokaal buiten de zittingszaal. Getuigen worden een voor een binnengeroepen om te voorkomen dat ze door de verklaring van andere getuigen worden beïnvloed.
Als je tijdens het onderzoek of het proces een oproep om te komen getuigen negeert, riskeer je een geldboete. Je kunt bovendien met tussenkomst van de politie gedwongen worden om te komen getuigen. Wanneer je je onmogelijk kunt verplaatsen, bijvoorbeeld om medische redenen, kun je thuis verhoord worden.
222
Getuige in een strafzaak Justitie
Justitie
Getuige in een strafzaak
223
Strafrechtelijke veroordeling
Alvorens te getuigen, leg je de eed af. Hierbij zweer je de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen. Kinderen jonger dan 15 jaar leggen geen eed af. Wie na de eedaflegging niet de waarheid spreekt, legt een valse getuigenis af. Dit is een misdrijf waarvoor een vrijheidsstraf kan worden opgelegd. Als getuige heb je recht op een vergoeding. Die bestaat uit een vast bedrag (verschijningsvergoeding) en een vergoeding per afgelegde kilometer (reiskostenvergoeding). Deze vergoeding kun je verkrijgen bij de griffie van de rechtbank. Indien je dat wenst, krijg je van de griffier een attest voor je werkgever.
c o n t a c t en
Ik ben veroordeeld door een correctionele rechtbank of een politierechtbank. Welke straffen kunnen mij worden opgelegd?
Afhankelijk van de aard van de feiten die je ten laste worden gelegd en de omstandigheden waarin deze zijn gepleegd, kan de rechter een of meerdere straffen opleggen. De rechterlijke beslissingen die het meest worden uitgesproken zijn de vrijheidsstraf, de werkstraf, de opschorting van de uitspraak van veroordeling, het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf, de probatieopschorting, het probatie-uitstel, de geldboete en/of bijkomende straffen. Als je niet akkoord gaat met de uitspraak, kun je hoger beroep instellen.
Wend je tot de griffie van de rechtbank waarvoor je moet verschijnen of tot de griffie van de onderzoeksrechter.
Als je bij verstek bent veroordeeld ( je was niet aanwezig op je proces), kun je nog verzet aantekenen.
Voor algemene informatie kun je contact opnemen met een justitiehuis. (Zie Nuttige adressen.)
Vrijheidsstraf
m eer we t en www.just.fgov.be • "U bent getuige", Federale overheidsdienst Justitie, 2002, 6 p. Gratis brochure te downloaden van www.just.fgov.be.
Justitie
Justitie
Getuige in een strafzaak
Indien je nog niet opgesloten bent (als gevolg van een voorlopige hechtenis of een beslissing tot onmiddellijke aanhouding), word je per brief verwittigd op welke datum je je in een bepaalde gevangenis moet aanmelden. De dagen van de voorlopige hechtenis worden afgetrokken van de uitgesproken vrijheidsstraf. In het kader van de uitvoering van de vrijheidsstraf kunnen de strafuitvoeringsrechtbank of de strafuitvoeringsrechter je onder bepaalde voorwaarden strafuitvoeringsmodaliteiten toekennen, zoals beperkte detentie (opsluiting), elektronisch toezicht of voorwaardelijke invrijheidstelling. Werkstraf
Binnen de 12 maanden na je veroordeling zul je in je vrije tijd gedurende een bepaald aantal uren een arbeidsprestatie in de gemeenschap moeten uitvoeren. Afhankelijk van het misdrijf varieert het aantal arbeidsuren tussen 20 en 300 uren. De concrete invulling van de werkstraf kan
224
225
Justitie
Strafrechtelijke veroordeling
zeer uiteenlopend zijn. De rechter kan hierover aanduidingen geven om, bijvoorbeeld, een verband te leggen tussen de feiten die je hebt gepleegd en de arbeidsprestatie.
Geldboete
Opschorting van de uitspraak van veroordeling
De rechter oordeelt dat de feiten die je ten laste worden gelegd, bewezen zijn, maar hij schort zijn uitspraak van veroordeling voor een bepaalde termijn op. Deze proeftermijn kan, afhankelijk van de feiten, lopen van 1 jaar tot 5 jaar. De rechter kan enkel een opschorting uitspreken indien je nog niet eerder veroordeeld bent tot een criminele straf of een gevangenisstraf van meer dan 6 maanden en indien er op de gepleegde feiten geen correctionele gevangenisstraf staat van 5 jaar of meer of een zwaardere straf. Indien je tijdens de proeftermijn nieuwe strafbare feiten pleegt en veroordeeld wordt, kan men de opschorting herroepen. uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf
De rechter legt je een straf op, maar beslist dat de tenuitvoerlegging ervan voor een bepaalde termijn wordt uitgesteld. Deze proeftermijn kan, afhankelijk van de feiten, lopen van 1 jaar tot 5 jaar. De rechter kan enkel een uitstel uitspreken indien je nog niet eerder veroordeeld werd tot een criminele straf of tot een gevangenisstraf van meer dan 12 maanden en indien hij je niet veroordeelt tot één of meerdere gevangenisstraffen van meer dan 5 jaar. Men kan het uitstel herroepen indien je tijdens de proeftermijn nieuwe strafbare feiten pleegt waarvoor je wordt veroordeeld.
Een veroordeling tot een geldboete betekent dat je aan de staat een bepaalde geldsom moet betalen. In dat geval zul je een stortingsformulier ontvangen. De rechter voorziet tevens in een vervangende gevangenisstraf van 3 dagen tot 6 maanden die kan worden uitgevoerd indien je de geldboete niet betaalt. In dat geval kan men ook beslag leggen op je goederen of een deel van je inkomsten.
Justitie
Strafrechtelijke veroordeling
bijkomende straffen
De rechter kan tevens andere straffen uitspreken, zoals de verbeurdverklaring van bepaalde goederen, rijverbod, beroepsverbod en een ontzetting uit bepaalde rechten (bijvoorbeeld het recht om verkozen te worden).
c o n t a c t en
Wend je tot een advocaat, een justitiehuis (zie Nuttige adressen), een commissie voor juridische bijstand ( juridische eerstelijnsbijstand) of tot een bureau voor juridische bijstand ( juridische tweedelijnsbijstand). m eer we t en • "De autonome werkstraf", 11 p., "Probatie", 11 p., "De uitwissing en het herstel in eer en rechten", 7 p., Federale overheidsdienst Justitie, 2007. Gratis brochures te downloaden van www.just.fgov.be.
Probatieopschorting en PROBATIE-UITSTEL
De rechter kan aan de proeftermijn van de opschorting of aan het uitstel voorwaarden verbinden, zoals de verplichting een vorming te volgen, het verbod om bepaalde personen te ontmoeten of bepaalde plaatsen te bezoeken. Als je de voorwaarden niet naleeft, kan dat leiden tot een aanpassing van de voorwaarden of zelfs een herroeping. Tijdens de probatieopschorting of het probatie-uitstel word je begeleid door een justitieassistent.
226
227
Pensioen
Op welke leeftijd kan ik mijn rustpensioen nemen? Welke stappen moet ik ondernemen?
De wettelijke pensioenleeftijd is in principe 65 jaar in de drie stelsels: werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Voor vrouwen die een beroepsloopbaan als zelfstandige of als loontrekkende hebben doorlopen, is dat momenteel 64 jaar. Vanaf 1 januari 2009 is dat 65 jaar. Je kunt wel kiezen voor vervroegd pensioen als je aan de voorwaarden voldoet. Die verschillen naargelang van je beroepsstatuut. Werknemers (algemeen stelsel)
Je kunt vanaf 60 jaar met vervroegd pensioen gaan als je minstens 35 jaar als werknemer, zelfstandige of ambtenaar hebt gewerkt. Door vervroegd met pensioen te gaan, zal het bedrag van je pensioen uiteraard verminderen. Als je gedomicilieerd bent in België, onderzoekt de pensioenadministratie ambtshalve je rustpensioen wanneer je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Je krijgt een bericht zodra dit onderzoek begint. In alle andere gevallen vraag je maximum één jaar op voorhand je pensioen aan, bij voorkeur bij je gemeentebestuur. Je kunt dat ook doen bij de Rijksdienst voor Pensioenen.
Pensioen, leeftijd en aanvraag Er is echter een uitzondering: het pensioenbedrag wordt niet verminderd als je een volledige loopbaan van 43 jaar bewijst (op 1 januari 2008). Als je gedomicilieerd bent in België, onderzoekt de pensioenadministratie ambtshalve je rustpensioen zodra je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Je krijgt een bericht zodra dit onderzoek begint. In alle andere gevallen moet je maximum één jaar op voorhand je pensioen aanvragen bij je gemeentebestuur. Je kunt dat ook doen bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.
Pensioen
Pensioen
Pensioen, leeftijd en aanvraag
Ambtenaren
Als statutair ambtenaar kun je vervroegd pensioen aanvragen vanaf 60 jaar op voorwaarde dat je minstens 5 dienstjaren hebt en dat je sommige van die diensten (of toelaatbare periodes) na 31 december 1976 hebt gepresteerd. Je moet zelf de aanvraag tot een rustpensioen indienen. Neem contact op met de personeelsdienst van je administratie. Je moet het op tijd aanvragen, in principe een jaar voor de gewenste aanvangsdatum van je pensioen. Contractuele ambtenaren krijgen een pensioen zoals de loontrekkenden. Gemengde loopbaan
Als je een gemengde loopbaan hebt gehad en verschillende statuten (werknemer, zelfstandige, ambtenaar) hebt gecombineerd, dan wisselen de verschillende pensioendiensten de gegevens voor de berekening van je pensioen onder elkaar uit.
Zelfstandigen
Je kunt vanaf 60 jaar vervroegd met pensioen gaan. Je zult dan ook moeten bewijzen dat je een loopbaan van 35 jaar hebt opgebouwd. Als je als zelfstandige vervroegd met pensioen gaat, vermindert het pensioenbedrag met 5% per jaar dat je vervroegd neemt. Vanaf 1 januari 2007 is de totale vermindering 25%, 18%, 12%, 7% of 3% naargelang van je leeftijd op het ogenblik dat je vervroegd met pensioen gaat.
230
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
231
Hoe berekent men het bedrag van mijn pensioen?
De berekening van je pensioen hangt af van het feit of je loontrekkende, zelfstandige of ambtenaar bent geweest. Werknemers
Het bedrag van je pensioen wordt berekend op basis van drie elementen: je loopbaan, de lonen die je hebt verdiend en je gezinstoestand. 1. De beroepsloopbaan. Hoe langer je werkt, hoe hoger het bedrag van je pensioen. Een volledige loopbaan is voor mannen gelijk aan 45 jaar en voor vrouwen 44 jaar (45 jaar vanaf 1 januari 2009). De beroepsloopbaan bestaat uit periodes van "effectieve tewerkstelling" en "gelijkgestelde periodes", zoals (soms onder bepaalde voorwaarden) jaarlijkse vakantie, ziekte of ongeval, werkloosheid of brugpensioen, legerdienst, loopbaanonderbreking enz. 2. Het loon. Men berekent je pensioen op basis van je jaarlijkse brutoloon over je hele loopbaan. Naargelang van het geval zal de administratie moeten voortgaan op je werkelijk loon, op een forfaitair loon of op een fictief jaarloon. Het is nuttig te weten dat er voor de berekening van je pensioen een loonplafond bestaat. In 2007 lag het loonplafond op 44.994,88 euro. Onder bepaalde voorwaarden heb je recht op een gewaarborgd minimum per loopbaanjaar. Men berekent je pensioen dan op basis van een minimumloon dat in de plaats komt van het minder voordelige werkelijke, forfaitaire of fictieve jaarloon. Dit basisloon bedraagt 19.131,53 euro bruto (op 1 september 2008) als je pensioen ten vroegste op 1 oktober 2006 ingaat. Het globale bedrag van je pensioen kan dan wel niet groter zijn dan een bepaald plafond. Vanaf 1 september 2008 is dat
232
Pensioenberekening 16.505,35 euro bruto voor een gezin en 13.204,27 euro bruto voor een alleenstaande. Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan je pensioen ook niet onder een pensioendrempel vallen. Als blijkt dat het bedrag waarop je recht hebt lager is, krijg je onder bepaalde voorwaarden het gewaarborgde minimumpensioen. Het generatiepact versoepelde deze voorwaarden als je pensioen ten vroegste op 1 oktober 2006 inging.
Pensioen
Pensioen
Pensioenberekening
Zo heb je recht op een minimumpensioen als je beroepsloopbaan als werknemer minstens gelijk is aan 2/3 van een volledige loopbaan, gelijkgestelde periodes (ziekte, werkloosheid enz.) meegerekend. Een volledige beroepsloopbaan bestaat uit 45 jaar voor mannen en 44 jaar voor vrouwen. Het basisbedrag voor een volledige loopbaan is sinds 1 september 2008 vastgesteld op 14.629,39 euro bruto per jaar voor een gezinspensioen en op 11.707,19 euro bruto per jaar voor een alleenstaande. Als je een gemengde loopbaan had (werknemer en zelfstandige) en je hebt minder dan 2/3 van een volledige loopbaan als werknemer gewerkt, dan krijg je een klein minimumbedrag. Voorwaarde is wel dat het aantal jaren van je gemengde loopbaan minstens gelijk is aan 2/3 van een volledige loopbaan. Vanaf 1 september 2008 bedraagt dit minimumpensioen 11.804,60 euro bruto per jaar voor een volledig gezinspensioen en 8.854,62 euro bruto per jaar voor een volledig pensioen als alleenstaande. Om na te gaan of je beroepsloopbaan minstens gelijk is aan 2/3 van een volledige loopbaan, komen voor werknemers slechts de kalenderjaren van minstens 208 voltijdse arbeidsdagen in aanmerking. Als je loopbaan hieraan niet voldoet, dan kun je ook nog een beroep doen op een meer soepele regeling die rekening houdt met kalenderjaren van minstens 156 voltijdse arbeidsdagen. Ten slotte is het bedrag van je minimumpensioen ook afhankelijk van de duur van je loopbaan. Als je bijvoorbeeld 34 kalenderjaren als werknemer hebt gewerkt, krijg je 34/45 (of 34/44 voor vrouwen) van
233
het basisbedrag van het minimumpensioen. Moet je een beroep doen op de meer soepele regeling (156 voltijdse arbeidsdagen) dan is de teller gelijk aan de som van al je voltijdse arbeidsdagen als werknemer gedeeld door 312. 3. De gezinstoestand. Als je getrouwd bent en als je partner geen ongeoorloofde beroepsactiviteit uitoefent of geen recht heeft op een pensioen, berekent de administratie je pensioen volgens het gezinstarief. Hierover vind je meer details in de documentatie van de RVP. Men vermenigvuldigt dan het loon dat je tijdens je beroepsloopbaan hebt verdiend met 75%. In de andere gevallen berekent de administratie je pensioen tegen het tarief voor alleenstaanden. Dan vermenigvuldigt men je loon met 60%. De administratie kiest altijd het voordeligste tarief voor het koppel. Samengevat: om je pensioen te berekenen, tel je de bedragen van je werkelijke, forfaitaire of fictieve lonen uit je beroepsloopbaan samen, je past ze aan de levensduurte aan en vermenigvuldigt het totaal met 75% of 60% naargelang van je gezinstoestand. Dat bedrag deel je door het aantal jaren van een volledige loopbaan (45 jaar voor een man, 44 jaar voor een vrouw). De formule: pensioen = 75% of 60% van wat je in je loopbaan hebt verdiend, gedeeld door 45 voor mannen en (momenteel) 44 voor vrouwen. Zelfstandigen
De berekening is vergelijkbaar met die van de werknemer. De drie beslissende elementen zijn ook de loopbaan, het inkomen en de gezinstoestand. Men houdt ook rekening met de bewezen periodes van effectieve of gelijkgestelde activiteiten (legerdienst, ziekte, invaliditeit, studieperiodes enz.). Voor het inkomen maakt men echter een onderscheid tussen dat van vóór 1984 en dat erna. De jaren vóór 1984 geven recht op een forfaitair pensioen. Vanaf 1984 berekent men het pensioen op basis van de geherwaardeerde beroepsinkomsten waarop je de sociale bijdragen betaalt. Voor de gezinstoestand gelden ook de begrippen gezin of alleenstaande.
234
Pensioenberekening Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan je pensioen als zelfstandige ook niet onder een pensioendrempel vallen. Zo heb je recht op een minimumpensioen als je beroepsloopbaan als zelfstandige of je globale gemengde beroepsloopbaan (zelfstandige en werknemer) minstens gelijk is aan 2/3 van een volledige loopbaan, gelijkgestelde periodes meegerekend. Een volledige beroepsloopbaan bestaat uit 45 jaar voor mannen en 44 jaar voor vrouwen. Op 1 oktober 2008 bedraagt het gewaarborgd minimumbedrag voor een volledige loopbaan 13.897,13 euro bruto per jaar voor een gezin en 10.485,68 euro bruto voor een alleenstaande.
Pensioen
Pensioen
Pensioenberekening
Ambtenaren
De berekening is verschillend voor statutaire ambtenaren. In de openbare sector houdt men geen rekening met het loon dat je tijdens je beroepsloopbaan hebt verdiend. Men gebruikt een referentiebedrag dat overeenkomt met het gemiddelde van het salaris van de laatste 5 jaren van de loopbaan. Voor militairen is dat zelfs het laatste loon dat men verdiende. De pensioenadministratie vermenigvuldigt het referentieloon met het aantal aanneembare dienstjaren en deelt de uitkomst door 60. Voor bepaalde categorieën van ambtenaren (leerkrachten, magistraten enz.) is de breuk 1/60 vervangen door een andere breuk. Ambtenaren die hun carrière na de leeftijd van 60 jaar voortzetten, krijgen een supplement op hun pensioen tot de leeftijd van 65 jaar. Dit supplement verhoogt per maand activiteit na 60 jaar en dit tot de leeftijd van 65 jaar. Dan krijgen zij een bonus die gelijk kan zijn aan 9% van het pensioen. Als het rustpensioen kleiner is dan het gewaarborgde minimumbedrag van het pensioen, kun je een supplement gewaarborgd minimum verkrijgen. Dit bedrag verschilt naargelang van het soort pensioen (pensionering wegens leeftijd of anciënniteit, pensionering wegens lichamelijke ongeschiktheid), je gezinstoestand (gehuwd of alleenstaande) en bepaalde voorwaarden.
235
De contractuele ambtenaren daarentegen ontvangen een werknemerspensioen.
Pensioenbonus Heb ik recht op een pensioenbonus?
Raming van het pensioenbedrag
In het generatiepact is voorzien dat je vanaf de leeftijd van 55 jaar automatisch een raming toegestuurd krijgt van de opgebouwde en nog te verwezenlijken pensioenrechten, samen met een overzicht van je loopbaan. Voorlopig is dit nog beperkt tot werknemers en zelfstandigen. Als je ook ambtenaar was, kun je deze informatie vanaf 55 jaar opvragen bij de dienst Ramingen.
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
Pensioen
Pensioen
Pensioenberekening
Als je als statutair ambtenaar je carrière na de leeftijd van 60 jaar voortzet, krijg je een supplement op je pensioen. Dit supplement neemt toe per maand activiteit na 60 jaar en dit tot de leeftijd van 65 jaar. In totaal kan het zo’n 9% van je pensioen vertegenwoordigen. Ga je als werknemer en/of zelfstandige met pensioen, dan kun je sinds 1 januari 2007 een pensioenbonus krijgen voor je arbeidsprestaties na de leeftijd van 62 jaar of na een beroepsloopbaan van minstens 44 jaar. Op 1 september 2008 bedraagt de bonus 165,55 euro voor elk gepresteerd kwartaal als zelfstandige. Voor een werknemer bedraagt de bonus 2,12 euro per dag voltijdse tewerkstelling. • De periode die in aanmerking komt begint op 1 januari van het jaar waarin je 62 jaar wordt of waarin het 44e loopbaanjaar aanvangt. • Het einde van deze periode verschilt naargelang van het statuut van werknemer of zelfstandige. Als je werknemer bent, eindigt de periode op de laatste dag van de maand die aan je pensionering (vervroegd of uiterlijk op 65 jaar) voorafgaat. Ben je zelfstandige, dan eindigt de periode op de laatste dag van het kwartaal dat aan je pensionering (vervroegd of uiterlijk op 65 jaar) voorafgaat. Als je op dat ogenblik nog geen volledige loopbaan hebt, kan de bonus tot 31 december van het 45e loopbaanjaar worden toegekend. Enkel de arbeidsprestaties sinds 1 januari 2006 komen in aanmerking voor de toekenning van de bonus. Als werknemer moet het gaan om werkelijk gepresteerde dagen en hoogstens 30 gelijkgestelde dagen.
236
237
Wanneer je echtgenoot overlijdt en aan de voorwaarden van de toekenning van de bonus voldeed, heb je recht op een bonus berekend op basis van de loopbaan van je echtgenoot.
Inhoudingen op het pensioen Moet ik belastingen betalen op mijn pensioen? Worden er bedragen ingehouden aan de bron?
Vanaf maart 2008 wordt de welvaartsbonus à rato van 1/12 per maand opgenomen in het maandelijks pensioenbedrag
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
Pensioen
Pensioen
Pensioenbonus
Je pensioen is onderworpen aan de personenbelasting. De belastingadministratie van de Federale overheidsdienst Financiën trekt via de pensioendienst van je wettelijk pensioen een bedrijfsvoorheffing af. Zij int ook de sociale bijdragen. Alle inhoudingen gebeuren aan de bron door de bevoegde pensioendiensten, zoals: • de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) voor de werknemers en zelfstandigen; • de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven (CDVU Pensioenen) van de Federale overheidsdienst Financiën voor de ambtenaren. Bedrijfsvoorheffing
De administratie int de bedrijfsvoorheffing op je wettelijk pensioen en op eventuele extralegale pensioenen. Deze belasting hangt af van het bedrag van je pensioen, van een eventuele cumulatie met andere pensioenen en van het aantal personen dat je nog ten laste hebt (huwelijkspartner, wettelijk samenwonende partner, kinderen enz.). Bijdrage voor de gezondheidszorg
De bijdrage voor de gezondheidszorg dient – zoals de naam het zegt – voor de financiering van je ziekteverzekering. De inhouding bedraagt 3,55% van je maandelijkse brutopensioen. De inhouding voor gezondheidszorg mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van het pensioen lager is dan 1.255,42 euro per maand voor alleenstaanden en 1.487,85 euro voor gezinnen (bedragen sinds 1 september 2008). Als hierover een betwisting ontstaat, moet je een klacht indienen bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Dit kan nodig zijn indien je verblijft in een ander land van de Europese Unie, in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland, want het is mogelijk dat je die
238
239
bijdrage dan niet moet betalen. Als je verscheidene pensioenen trekt, houdt men hiermee rekening om het bedrag van de bijdrage te bepalen. Solidariteitsbijdrage
Sinds 1995 heft de administratie een solidariteitsbijdrage op de wettelijke en extralegale pensioenen en op sommige voordelen die periodiek of in de vorm van een kapitaal uitbetaald worden. Met deze bijdrage wil men de hoogste pensioenen laten bijdragen in de financiering van de laagste pensioenen. De heffing schommelt naargelang van je inkomsten en eventuele gezinslasten. De bijdrage is nul voor de laagste pensioenen en begint pas te lopen vanaf 2.053,05 euro bruto per maand voor gepensioneerden zonder gezinslast en vanaf 2.373,58 euro bruto per maand voor gepensioneerden met gezinslast (bedragen sinds 1 september 2008). Ze kan oplopen tot maximaal 2% voor de hoogste pensioenen. Men houdt rekening met een eventuele cumulatie van pensioenen en voordelen. Inhouding voor begrafeniskosten
Op het maandelijks bruto maandbedrag van de rustpensioenen van de overheidssector wordt een wettelijke inhouding van 0,5% geheven ter financiering van de begrafeniskosten. Er is echter geen inhouding voor begrafeniskosten op het overlevingspensioen, op koloniale pensioenen (zelfs indien die met rustpensioenen verbonden zijn), op rentes voor arbeidsongevallen, invaliditeitspensioenen in oorlogstijd of vredestijd, mobilisatierentes en (normaal of aanvullend) vakantiegeld. Als de titularis van het pensioen waarop de inhouding werd verricht overlijdt, wordt aan de weduwe, de kinderen of een derde persoon die de kosten bewijst, een vergoeding betaald. Die is gelijk aan een bruto maandbedrag van het pensioen beperkt tot 2.193,74 euro (2008).
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
240
Extralegaal pensioen Waarvoor dient een extralegaal pensioen? Wat zijn de mogelijkheden? Zijn er fiscale voordelen?
Pensioen
Pensioen
Inhoudingen op het pensioen
Naast je wettelijk pensioen kun je eventueel een extralegaal pensioen genieten zodat je een comfortabeler inkomen hebt. Er bestaan twee systemen van extralegaal pensioen: • de groepsverzekering of pensioenfonds, vrij aanvullend pensioen (in het kader van een beroepsactiviteit); • het individueel pensioensparen. Groepsverzekering of pensioenfonds (voor werknemers)
Veel ondernemingen hebben voor hun werknemers een collectief pensioensysteem of pensioentoezegging ingevoerd via een "groepsverzekering" of een "pensioenfonds", wat men nu "instelling voor bedrijfspensioenvoorziening" noemt. De pensioentoezegging is in principe voor alle personeelsleden van de onderneming bedoeld, tenzij de werkgever dit voordeel voor een bepaalde categorie van zijn werknemers voorbehoudt. Je werkgever en eventueel jijzelf financieren dit extralegaal pensioen. Meestal zijn de gestorte bijdragen een percentage van je loon. Als je van werkgever verandert, verlies je het opgebouwde kapitaal niet. Je hebt drie mogelijkheden: • je laat het kapitaal staan bij de pensioeninstelling van je oude werkgever; • je laat dit kapitaal overschrijven op de pensioeninstelling van je nieuwe werkgever; • je vertrouwt het toe aan een instelling die extralegale pensioenen beheert. De groepsverzekering garandeert je de betaling van een aanvullend pensioen zodra je met pensioen gaat. Je kunt het niet genieten vóór
241
je 60 jaar bent. Als je eerder overlijdt, is vaak voorzien in een uitkering voor je rechthebbenden. Het contract voorziet in drie mogelijke vormen van uitbetaling. • Je trekt in één keer het volledige kapitaal op het moment dat je met pensioen gaat. Van dat kapitaal houdt men een bijdrage van 3,55% af voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering, een solidariteitsbijdrage van 0,5 tot 2% en een bedrijfsvoorheffing. Die voorheffing kan uit twee percentages bestaan: 16,66% op dat deel van het kapitaal dat werd samengesteld op basis van werkgevers- of ondernemingsbijdragen en/of persoonlijke bijdragen die werden gestort tot 31 december 1992 en 10,09% op dat deel van het kapitaal dat werd gevormd door middel van persoonlijke bijdragen die werden gestort vanaf 1 januari 2006. Het deel van het kapitaal dat vereffend werd vanaf 1 januari 2006 en dat samengesteld werd door middel van werkgevers- of ondernemingsbijdragen, is eveneens onderworpen aan een voorheffing van 10,09% wanneer dat kapitaal ten vroegste op de wettelijke pensioenleeftijd werd uitbetaald en de gerechtigde minstens tot op deze leeftijd actief is gebleven. • Je trekt een maandelijkse rente tot het einde van je leven. Hierop wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden, volgens een tarief dat schommelt naargelang van het jaarlijks bedrag van de rente. • Je kunt beide vormen van uitbetaling combineren als dat in je contract bepaald is. Sociaal vrij aanvullend pensioen (voor zelfstandigen)
Deze formule bestaat sinds 1 januari 2004. Het voordeel van het sociaal vrij aanvullend pensioen is dat je het bij om het even welke pensioeninstelling die door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is erkend, kunt sluiten (via je sociaal verzekeringsfonds of rechtstreeks bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of een verzekeringsmaatschappij). Het biedt ook een betere sociale dekking. In sommige gevallen voorziet het bijvoorbeeld in een uitkering indien je permanent werkonbekwaam zou worden. De bijdrage voor deze sociale aanvullende pensioenovereenkomst is 15% hoger dan die voor de klassieke overeenkomst, maar de fiscale aftrekbaarheid is groter.
242
Extralegaal pensioen Vrij aanvullend pensioen (voor zelfstandigen)
Je kunt je op deze pensioenovereenkomst laten inschrijven via je sociaal verzekeringsfonds of bij om het even welke pensioeninstelling die door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is erkend. Je moet een percentage van je inkomsten als bijdrage storten. Om fiscaal aftrekbaar te zijn, moet deze bijdrage minstens 100 euro per jaar en maximaal 8,17% van je inkomen bedragen. Daarenboven moet je gedurende het betrokken jaar in orde zijn met je bijdragen voor het verplichte sociale zekerheidsstelsel. Deze pensioenovereenkomst waarborgt je later een aanvullend pensioen naast je wettelijk pensioen. De uitbetaling van dit pensioen gebeurt in de vorm van een kapitaal of van een rente.
Pensioen
Pensioen
Extralegaal pensioen
Individueel pensioensparen
Je kunt ook buiten de werkomgeving een individueel aanvullend pensioen opbouwen. Dat doe je met pensioensparen bij een privéverzekeraar of privébank. De bedragen die je stort, vormen geleidelijk een kapitaal. Deze bedragen zijn tot op zekere hoogte voor 30 tot 40% fiscaal aftrekbaar.
c o n t a c t en
Als je een aanvullend pensioen via je werkgever geniet, krijg je alle gewenste informatie bij de pensioeninstelling die je werkgever heeft gekozen. Vraag het adres aan je personeelsdienst. Als je titularis bent van een vrij aanvullend pensioen kun je alle nuttige informatie verkrijgen bij je sociaal verzekeringsfonds of bij de pensioeninstelling waarbij je de pensioenovereenkomst gesloten hebt. Voor informatie over het individueel aanvullend pensioen moet je bij je verzekeringsmakelaar of bank zijn. m eer we t en www.cbfa.be (lijst van de erkende verzekeringsondernemingen)
243
Mag ik mijn pensioen cumuleren met een beroepsactiviteit? Met een uitkering voor werkloosheid, ziekte of invaliditeit?
Als gepensioneerde mag je een beroepsactiviteit uitoefenen. Je moet aan twee voorwaarden voldoen: • je moet deze activiteit vooraf of binnen een termijn van 30 dagen aangeven; • de inkomsten mogen een bepaald plafond niet overschrijden. Als je recht hebt op een gezinspensioen uitbetaald door de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) moet je huwelijkspartner ook aan deze twee voorwaarden voldoen. aangifte van activiteiten
Sinds 1 januari 2006 ben je als ambtenaar of als werknemer vrijgesteld van elke aangifteplicht bij de bevoegde pensioendienst indien je: • recht hebt op een rust- of overlevingspensioen; • een activiteit als werknemer uitoefent of aanvat; • ten volle 65 jaar bent, behalve als het pensioen voor de eerste maal wordt betaald. In alle andere gevallen moet je, als je als werknemer of ambtenaar tewerkgesteld bent, je werkgever informeren over je statuut van gepensioneerde. Dat doe je met een aangetekende brief aan je pensioendienst, binnen de termijn die vereist is voor de activiteitsaangifte. Dit is belangrijk om je werkgever niet in moeilijkheden te brengen. De werkgever moet de betrokken pensioendienst melden dat hij een gepensioneerde in dienst heeft genomen. Hij moet dat doen met een formulier dat hij bij het gemeentebestuur of de RVP of de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) kan krijgen. Deze verplichte stappen moet je op tijd zetten, wil je geen sancties oplopen. Als je een beroepsactiviteit niet binnen de vereiste termijn
244
Pensioen en beroepsactiviteit meldt aan de bevoegde pensioendienst, wordt je pensioen gedurende een maand geschorst. Dat is ook het geval als je de werkgever niet op tijd inlicht over je statuut van gepensioneerde. Bij herhaling loopt de sanctie op tot 3 maanden schorsing van je pensioen.
Pensioen
Pensioen
Pensioen en beroepsactiviteit
Je loopt ook een sanctie op als je een gezinspensioen trekt en je huwelijkspartner een beroepsactiviteit uitoefent die niet binnen de gestelde termijn aan je pensioendienst is gemeld. Dan krijg je gedurende een maand het minder gunstige pensioen voor een alleenstaande. Bij herhaling loopt dat ook op tot 3 maanden. De werkgever die de pensioendienst niet informeert over de aanwerving van een gepensioneerde, moet een vergoeding betalen die gelijk is aan driemaal het gemiddeld gewaarborgd maandinkomen dat geldt in de sector van zijn activiteiten. Inkomstenplafond
De toegelaten beroepsinkomsten voor een gepensioneerde mogen een bepaalde grens niet overschrijden. Als je beroepsinkomsten het toegestane plafond met minder dan 15% overschrijden, wordt je pensioen met hetzelfde percentage verminderd (het percentage van de overschrijding). Bij een overschrijding met 15% of meer wordt je pensioen geschorst. Als je een gezinspensioen geniet en de beroepsinkomsten van je echtgenoot overschrijden het toegestane plafond, zelfs met minder dan 15%, dan wordt je pensioen verminderd tot het pensioen als alleenstaande. De pensioendienst zal de terugbetaling eisen van de bedragen die je in de loop van het jaar te veel hebt ontvangen. De grenzen hangen af van: • de aard van de uitgeoefende beroepsactiviteit (zelfstandige, werknemer of ambtenaar); • je leeftijd; • de aard van je pensioen; • kinderen ten laste.
245
pensioen en sociale uitkeringen
Als algemene regel geldt dat je je pensioen in geen geval kunt cumuleren met een uitkering voor werkloosheid, ziekte of invaliditeit. Als je een dergelijke uitkering trekt, zelfs al was het maar voor één dag, krijg je gedurende een maand geen pensioen en dit zolang je dergelijke uitkering geniet. Op deze algemene regel zijn er enkele uitzonderingen. • Rustpensioen van de openbare sector. Een rustpensioen van de openbare sector mag je wel cumuleren met een uitkering voor werkloosheid of ziekte en invaliditeit als de wetgeving op de vervangingsinkomens dat toestaat. Het rustpensioen is niet cumuleerbaar met een vergoeding voor (volledige of gedeeltelijke) loopbaanonderbreking, voor halftijds vervroegde uittreding of voor conventioneel brugpensioen. Om de betaling van het pensioen te behouden, kan men afstand doen van deze vergoeding. • Er bestaat eveneens een uitzondering in het stelsel voor werknemers en het stelsel voor zelfstandigen als je nog geen 65 bent en je geen rustpensioen geniet. Het overlevingspensioen mag je dan gedurende een periode van 12 maanden (gedeeltelijk) samen genieten met de vergoedingen wegens ziekte, onopzettelijke volledige werkloosheid of invaliditeit, toegekend bij toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving. • Dezelfde uitzondering bestaat voor de ambtenaren die een overlevingspensioen cumuleren met een uitkering voor werkloosheid of ziekte overeenkomstig de toepassing van de Belgische of buitenlandse wetgeving én met een uitkering wegens invaliditeit overeenkomstig de Belgische wetgeving. • Voor de gerechtigden die vóór 1 januari 2007 sociale uitkeringen genieten, wordt de cumulatie niet toegestaan, behalve als je na 1 januari 2007 een beroepsactiviteit hervat.
Pensioen en beroepsactiviteit Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de sociale uitkeringen betaald worden voor hele maanden, dan wel voor een gedeelte daarvan. • Cumulatie met sociale uitkeringen die volledige maanden dekken. Sinds 1 januari 2007 mag je die sociale uitkeringen cumuleren met je overlevingspensioen gedurende twaalf al dan niet opeenvolgende maanden. Is het bedrag van het overlevingspensioen groter dan het basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen, dan wordt het tot dit bedrag verminderd (585,54 euro per maand op 1 september 2008) tijdens de maanden dat je die sociale uitkeringen hebt genoten. Na het verstrijken van de 12 al dan niet opeenvolgende maanden, wordt het overlevingspensioen opgeschort voor de maanden waarin je deze sociale uitkeringen voor alle werkdagen geniet, behalve indien je afziet van de uitkeringen. • Cumulatie met sociale uitkeringen die onvolledige maanden dekken. Je kunt sociale uitkeringen die onvolledige maanden dekken gedurende een onbeperkte periode cumuleren met je overlevingspensioen. Voor de overlevingspensioenen van de ambtenaren is deze cumulatie enkel toegestaan gedurende 12 maanden, al dan niet opeenvolgend. Je overlevingspensioen wordt in dat geval beperkt tot het basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen. De bedragen van de ontvangen sociale uitkeringen worden beschouwd als een beroepsinkomen waarmee de RVP of de PDOS rekening houden om na te gaan of je de bedragen van de toegelaten beroepsactiviteit niet overschrijdt.
Pensioen
Pensioen
Pensioen en beroepsactiviteit
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
Zodra je een rustpensioen krijgt, vervalt de toelating om je overlevingspensioen te cumuleren met de vernoemde sociale vergoedingen.
246
247
Ik ben uit de echt gescheiden of feitelijk gescheiden. Kan ik een pensioen krijgen op basis van de loopbaan van mijn ex-huwelijkspartner?
Als je gewezen huwelijkspartner ambtenaar was, kun je als uit de echt gescheiden huwelijkspartner slechts na het overlijden van je ex-partner aanspraak maken op een eventueel pensioen. Als je ex-partner in de privésector of als zelfstandige gewerkt heeft, kun je onder bepaalde voorwaarden het pensioen voor uit de echt gescheiden personen genieten op basis van de loopbaan van je vroegere huwelijkspartner op het ogenblik dat deze met pensioen gaat. Twee situaties kunnen zich voordoen en geven recht op een verschillend pensioen: • je bent nog niet wettelijk gescheiden, maar wel feitelijk of van tafel en bed; • je bent wettelijk gescheiden. Bij feitelijke scheiding of scheiding van tafel en bed
Je bent feitelijk gescheiden of gescheiden van tafel en bed en je kunt dit bewijzen door inschrijving op verschillende adressen of door een gerechtelijk vonnis. In dat geval kun je een pensioen trekken op basis van de loopbaan van je partner op het moment dat die met pensioen gaat (dit geldt niet indien de ex-partner een ambtenaar was – zie hoger). Voorwaarde is wel dat het pensioen waarop je zelf eventueel aanspraak kunt maken op basis van je eigen beroepsinkomsten, kleiner is dan de helft van het gezinspensioen dat je huwelijkspartner kan krijgen op basis van zijn of haar inkomen. Als dat het geval is, kun je tot de helft krijgen van het gezinspensioen van je partner, die de andere helft trekt.
248
Pensioen en echtscheiding Om het pensioen van gescheiden personen te trekken, moet je een aanvraag indienen bij het gemeentebestuur of bij de bevoegde pensioendienst. Op het ogenblik van de echtscheiding komt er in elk geval een onderzoek van het dossier als: • je partner een gezinspensioen geniet; • je partner en jijzelf een pensioen van alleenstaanden trekken in de regeling voor werknemers of zelfstandigen.
Pensioen
Pensioen
Pensioen en echtscheiding
Bij echtscheiding
Als de echtscheiding uitgesproken is, heb je onder bepaalde voorwaarden recht op het pensioen voor uit de echt gescheiden personen op basis van het inkomen van je vroegere huwelijkspartner tijdens het huwelijk. Dat recht heb je pas wanneer je de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (65 jaar voor mannen en 64 jaar voor vrouwen, behalve wanneer je voor die leeftijd persoonlijk recht had op vervroegd pensioen). Het beroepsinkomen dat je ex-huwelijkspartner tijdens je huwelijk had, wordt vermenigvuldigd met 62,50%. Je moet hiervoor een aanvraag indienen bij je gemeentebestuur of bij de bevoegde pensioendienst, tenzij je al een pensioen van feitelijk gescheiden personen trok en de wettelijke pensioenleeftijd hebt bereikt. Als je hertrouwt, verlies je het recht op het pensioen van uit de echt gescheiden persoon.
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
249
Hebben weduwen of weduwnaars recht op het pensioen van hun overleden huwelijkspartner?
Als je overleden huwelijkspartner gepensioneerd was of recht zou hebben op een pensioen, heb je in principe recht op een "overlevingspensioen". Er zijn echter twee voorwaarden. VOORWAARDEN
• Je moet minstens 45 jaar zijn, tenzij je een kind ten laste hebt of minstens voor 66% blijvend arbeidsongeschikt bent. Voor ambtenaren jonger dan 45 jaar is er een speciale regeling. Weduwen van mijnwerkers met 20 jaar dienst (of gelijkgestelde beroepen) kunnen op om het even welke leeftijd een overlevingspensioen krijgen. • Je huwelijkspartner moet minstens een jaar na je huwelijk overlijden, tenzij dit overlijden het gevolg is van een ongeval of een beroepsziekte, tenzij er een kind ten laste was of als er, zelfs postuum, een kind geboren is uit dit huwelijk.
Als niet aan alle voorwaarden is voldaan, kun je een tijdelijk overlevingspensioen aanvragen. Dit krijg je slechts voor de duur van 12 maanden. Aanvraag
Als je echtgenoot overlijdt en je een overlevingspensioen wilt genieten, moet je de aanvraag indienen bij je gemeentebestuur of bij de bevoegde pensioeninstelling (dit geldt niet voor ambtenaren – zie verder). Meld je aan met je identiteitskaart en je trouwboekje. Er komt in elk geval ambtshalve een onderzoek van je dossier als je huwelijkspartner al een rustpensioen genoot op het moment van het overlijden of bij leven al een pensioen had aangevraagd. Indien je huwelijkspartner ambtenaar was en overlijdt in actieve dienst, dan vraag je het overlevingspensioen het best aan via de laatste werkgever in de overheidssector. Indien dit niet mogelijk is, mag
250
Overlevingspensioen je de aanvraag rechtstreeks richten aan de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). Indien de ambtenaar reeds gepensioneerd was en het rustpensioen beheerd werd door de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS), dan wordt het dossier van het overlevingspensioen ambtshalve op naam van de langstlevende echtgenoot geopend.
Pensioen
Pensioen
Overlevingspensioen
Berekening van het overlevingspensioen
Als je huwelijkspartner een beroepsloopbaan als werknemer of zelfstandige heeft doorlopen, onderscheiden we twee gevallen. • Je huwelijkspartner kreeg al een pensioen. Als dat een gezinspensioen was, dan is je overlevingspensioen gelijk aan 80% van dat pensioen en misschien een beetje minder in geval je partner een minimumpensioen of geplafonneerd minimumpensioen genoot. • Je huwelijkspartner sterft vóór de aanvang van het pensioen. In dit geval berekent men je overlevingspensioen alsof je partner zélf het rustpensioen zou hebben aangevraagd. Houd wel rekening met een verschil: bij de berekening gaat men als referentie niet uit van een volledige loopbaan van 45 jaar voor mannen en 44 jaar voor vrouwen. Men gaat uit van het aantal jaren tewerkstelling tussen het jaar waarin je partner 20 jaar werd en het jaar dat aan het overlijden voorafgaat. Net zoals voor de rustpensioenen geldt ook hier een minimumbedrag waarop je in ieder geval recht hebt. Indien je overleden echtgenoot bij het overlijden aan de voorwaarden voldeed om de pensioenbonus te verkrijgen, behoud je dit recht. Die bonus blijft in zijn geheel verschuldigd, zelfs als het overlevingspensioen verminderd is door toepassing van de cumulatieregels of als het niet langer betaalbaar is. Voor een meer gedetailleerde uitleg over de berekening (beperking van het bedrag) en de cumulmogelijkheden verwijzen we naar de documentatie van de RVP en van het RSVZ.
251
Inkomensgarantie voor ouderen
Als je huwelijkspartner ambtenaar was, gebeurt de basisberekening van het overlevingspensioen als volgt: 60% van het gemiddelde loon van je partner in de loop van de laatste 5 jaar (beperkt tot 50% van het maximumloon), vermenigvuldigd met een breuk waarin de teller gelijk is aan het aantal gepresteerde maanden en de noemer gelijk aan het aantal maanden tussen de 20e verjaardag en de datum van het overlijden. Opgelet: de modaliteiten van de berekening veranderen als er een huwelijk is geweest, gevolgd door een echtscheiding. De uitbetaling van het overlevingspensioen wordt geschorst als je hertrouwt. Als je huwelijkspartner buiten de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland heeft gewerkt en bijdragen heeft betaald bij de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid, spreek je best die dienst aan. Net zoals de rechthebbende op een rustpensioen, mag je onder bepaalde voorwaarden en met naleving van de vastgestelde plafonds een beroepsactiviteit uitoefenen.
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
Wat is de inkomensgarantie voor ouderen?
Pensioen
Pensioen
Overlevingspensioen
Er bestaat een systeem van financiële hulp voor oudere personen die niet over voldoende middelen beschikken. Dit systeem heet "inkomensgarantie voor ouderen" (IGO). Leeftijd en basisbedrag
Vanaf 1 oktober 2008 bedraagt het basisbedrag 7.087,22 euro bruto per jaar als je met een partner of met verschillende personen samenleeft en 10.630,83 euro bruto per jaar als je alleen woont. Je kunt op die financiële hulp een beroep doen vanaf de leeftijd van 64 jaar. In januari 2009 wordt dat 65 jaar. Aanvraag
Het recht op deze financiële bijstand wordt automatisch onderzocht als je een pensioen, een uitkering voor gehandicapten of het leefloon trekt. Als je niet tot deze categorieën behoort, moet je zelf een aanvraag indienen bij het gemeentebestuur of bij de Rijksdienst voor Pensioenen. De IGO wordt slechts toegekend na een onderzoek naar je bestaansmiddelen (pensioen, kadastraal inkomen, beroepsinkomen, roerende inkomsten enz.). Men trekt je eigen middelen gedeeltelijk af van het basisbedrag van de IGO. Let op: je moet effectief in België wonen om deze steun te krijgen.
c o n t a c t en & m eer we t en
Zie achteraan dit hoofdstuk.
252
253
Hieronder vind je de lijst van de diensten waarmee je in verband met je pensioen contact kunt opnemen. Om er meer over te weten, kun je heel wat gratis brochures bestellen of downloaden. Je treft ze per onderwerp aan.
Contacten & meer weten Wie buiten de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland heeft gewerkt en bijdragen heeft betaald: Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) Louizalaan 194 • 1050 Brussel Tel. 02 642 05 11 •
[email protected] • www.dosz.be
Pensioen
Pensioen
Contacten & meer weten
Voor een raming van het pensioen c o n t a c t en
Voor de werknemers in de privésector Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) Zuidertoren • 1060 Brussel Tel. 02 529 30 02 (centraal bestuur) • Tel. 02 529 32 85 (om brochures te bestellen) • Tel. 0800 50 246 (gratis nummer voor alle vragen over het pensioen, van 8.30 u tot 12 u en van 13 tot 17 u)
[email protected] • www.rvp.fgov.be (lijst van de gewestelijke kantoren en van de zitdagen in de gemeenten) Voor de zelfstandigen Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Jan Jacobsplein 6 • 1000 Brussel Tel. 02 546 42 11 •
[email protected] • www.rsvz-inasti.fgov.be Voor de statutaire ambtenaren van de openbare sector Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) Victor Hortaplein 40 bus 30 • 1060 Brussel Tel. 02 558 60 00 Tel. 02 558 63 74 (om brochures te bestellen)
[email protected] (om brochures te bestellen)
[email protected] • www.pdos.fgov.be (informatie over de zitdagen) De lijst van de gewestelijke kantoren van de RVP, het RSVZ (met dienst Pensioenen) en van de PDOS is vermeld onder Nuttige adressen.
254
Dienst Ramingen Postbus 175 • 1060 Brussel
Voor de loopbanen als werknemer en als zelfstandige: • de raming en het loopbaanoverzicht worden je automatisch toegestuurd in het jaar dat je 55 jaar oud wordt; personen die al 56 jaar oud zijn of ouder moeten de aanvraag zelf indienen. • als je ook als ambtenaar hebt gewerkt, kun je de informatie vanaf de leeftijd van 55 jaar aanvragen bij de dienst Ramingen. Voor een loopbaan enkel als ambtenaar: je kunt de ramingen aanvragen bij de PDOS. Voor informatie over de inhoudingen op je overheidspensioen
Federale overheidsdienst Financiën Administratie der Thesaurie Centrale Dienst der Vaste Uitgaven - Pensioenen Kunstlaan 30 • 1040 Brussel Tel. 0257 257 11 •
[email protected] www.cdvupensioenen.fgov.be
Voor een klacht over de bijdrage voor geneeskundige verzorging
Rijksdienst voor Pensioenen Dienst Kadaster & bijdragen Zuidertoren 5 • 1060 Brussel Tel. 02 529 31 38 • Tel. 02 529 31 39 •
[email protected] www.rvp.fgov.be
255
Pensioen
Contacten & meer weten Om een klacht in te dienen over een pensioendienst
Ombudsdienst Pensioenen Simon Bolivarlaan 30 bus 5 • 1000 Brussel Tel. 02 274 19 80 •
[email protected] www.ombudsdienstpensioen.be
m eer we t en www.kenuwpensioen.be (simulatie van het bedrag van het wettelijk pensioen) • www.socialsecurity.be • www.fiscus.fgov.be www.mijnsocialezekerheid.be • www.socialsecurity.fgov.be • "Werken tijdens uw pensioen", Rijksdienst voor Pensioenen, 2008, 45 p. "Praktische gids voor de gepensioneerde", Rijksdienst voor Pensioenen, 2008, 182 p. "Memento: Pensioenen in het werknemersstelsel en de inkomensgarantie voor ouderen", Rijksdienst voor Pensioenen, zal verschijnen in 2008, circa 150 p. Gratis brochures te bestellen bij de RVP (zie Contacten en website). • "Het sociaal statuut der zelfstandigen: het pensioenstelsel van de zelfstandigen", RSVZ, 2008, 30 p. Gratis brochure te bestellen bij het RSVZ of te downloaden van www.rsvz-inasti.fgov.be. • "Rustpensioenen van de overheidssector", Pensioendienst voor de Overheidssector, 2008, 48 p., "Overlevingspensioenen van de overheidssector", Pensioendienst voor de Overheidssector, 2008, 52 p., "Cumulatie van pensioenen van de overheidssector met een beroepsof vervangingsinkomen", Pensioendienst voor de Overheidssector, 2007, 40 p., en "De loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen?", Pensioendienst voor de Overheidssector, 2007, 48 p. Gratis brochures te downloaden van www.pdos.fgov.be of te bestellen bij de PDOS (zie Contacten).
256
Belastingen en fiscaliteit
Hoe moet ik mijn belastingaangifte invullen? Hoe bereken ik mijn belastingen? Wie kan mij daarbij helpen?
Voor je belastingaangifte heb je twee mogelijkheden: je kunt ze op papier invullen of je kunt ze indienen via het internet. Het boekje met uitleg dat bij de aangifte hoort, stelt je in staat je aangifte correct in te vullen. Als je moeilijkheden ondervindt, kun je altijd op verschillende manieren hulp krijgen. Aangifte op papier
We raden je aan om eerst het voorbereidende document in te vullen. Dat dient als klad waarop je de bedragen kunt optellen. Zo verkrijg je de sommen die je op de echte aangifte zult moeten invullen. Je mag de kladversie in geen enkel geval als aangifte gebruiken. Je moet de gegevens en bedragen van dit blad overschrijven op het formulier dat de administratie zal scannen. Vul dat formulier duidelijk leesbaar in, zodat er bij het optisch lezen geen problemen ontstaan. Daarna moet je het document dateren, ondertekenen en naar het belastingkantoor opsturen. Het adres is op de aangifte voorgedrukt. De elektronische aangifte
Je kunt je aangifte via het internet invullen en versturen met de toepassing Tax-on-web. Surf hiervoor naar de website www.taxonweb.be van de Federale overheidsdienst Financiën en volg de richtlijnen. Je moet je eerst laten registreren en je persoonlijke toegangscodes (= "token") aanvragen alvorens je de aangifte kunt invullen. Je krijgt dit "token" met de post toegestuurd. Na het invullen van je aangifte via het internet blijven de toegangscodes geldig. Je hoeft geen "token" aan te vragen als je een elektronische identiteitskaart en een kaartlezer bezit. Na je registratie kun je aan je belastingaangifte beginnen. Je hoeft de voorbereidende kladversie niet in te vullen. Het computerprogramma telt de bedragen automatisch op. Je kunt
258
Belastingaangifte eventuele bijlagen in pdf-formaat bij je elektronische aangifte voegen, op het belastingkantoor afgeven of gewoon ter beschikking houden van de belastingadministratie. Alvorens je aangifte elektronisch te verzenden, kun je berekenen hoeveel belasting je moet betalen of hoeveel je terugkrijgt. Printen hoeft niet: je krijgt een ontvangstbevestiging en je kunt je aangifte achteraf nog altijd raadplegen. Tax-on-web is ook bruikbaar voor boekhouders en belastingadviseurs. Zij kunnen je aangifte via Tax-on-web indienen. Daarvoor moeten ze wel via de website laten registreren dat je hen de toestemming geeft. Anonieme berekening van de belastingen
Elk jaar vind je op de website van de Federale overheidsdienst Financiën een computerprogramma Tax-Calc, dat je toelaat je belastingen vooraf en anoniem te berekenen. Je moet je belastingaangifte bij de hand hebben, want het programma vraagt de codes die daarop vermeld staan.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Belastingaangifte
Hulp bij het invullen van de aangifte
De brochure met uitleg die bij je aangifte gevoegd is, dient als leidraad en geeft al een antwoord op veel vragen. Wil je meer algemene informatie over het invullen van de aangifte, dan kun je de website van Federale overheidsdienst Financiën raadplegen of contact opnemen met het Contactcenter. Is je vraag ingewikkeld of moet je hiervoor je persoonlijk dossier raadplegen, neem dan contact op met het plaatselijke taxatiekantoor. Het adres vind je op de eerste bladzijde van je aangifte. Je kunt er elke werkdag van 9 tot 12 uur terecht met je vragen. Tijdens de periode van de belastingaangiften zijn sommige kantoren ook ’s namiddags open. In sommige gemeenten kun je tijdens dezelfde periode hulp krijgen van een ambtenaar van de belastingadministratie. Voor meer informatie neem je best contact op met het gemeentebestuur. Ook sommige vakbonden bieden hun leden deze dienst aan. Als je bij een vakbond bent aangesloten, neem je best contact op met de plaatselijke afdeling.
259
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Administratie van de Ondernemings- en inkomensfiscaliteit Koning Albert II-laan 33 bus 25 • 1030 Brussel Contactcenter: 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be Om je aangifte in te vullen via Tax-on-web (en je toekomstige belastingen te berekenen): www.taxonweb.be Voor de anonieme berekening van je toekomstige belastingen via Tax-Calc: www.minfin.fgov.be
Personen fiscaal ten laste Welke personen mag ik als ten laste beschouwen? Onder welke voorwaarden? Wat heb ik daaraan?
Als je een of meer personen ten laste hebt, verkrijg je een belastingvoordeel, namelijk een verhoging van je belastingvrij minimum. Het is dan ook belangrijk te weten welke personen je op fiscaal vlak als ten laste kunt beschouwen. Personen ten laste en voorwaarden
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Belastingaangifte
Je huwelijkspartner, je wettelijk samenwonende partner of de persoon waarmee je een feitelijk gezin vormt, kun je nooit als ten laste beschouwen. Volgende personen kun je als ten laste beschouwen: • je kinderen of adoptiekinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen; • kinderen die je volledig of in hoofdzaak ten laste hebt (bijvoorbeeld kinderen van wie de ouders uit de ouderlijke macht zijn ontzet); • je ouders, grootouders enz.; • je broers en zussen; • de personen van wie je als kind zelf ten laste was. Om ten laste te zijn, moeten de hierboven vermelde personen aan drie voorwaarden voldoen: 1. Deel uitmaken van het gezin. Deze personen moeten op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van je gezin. Ze moeten dus daadwerkelijk en duurzaam met jou samenwonen. Let op: de belastbare periode is het jaar waarin je de inkomsten verwerft. Verwar dit niet met het aanslagjaar. Dat is het jaar waarin je deze inkomsten aangeeft.
260
261
De gezinsleden die in de loop van de belastbare periode overleden zijn, beschouwt men op 1 januari van het aanslagjaar nog als lid van het gezin indien: • ze al ten laste waren tijdens het vorige aanslagjaar; • ze tijdens de belastbare periode geboren zijn. Een doodgeboren kind of een kind verloren bij een miskraam na minstens 6 maanden zwangerschap, beschouwt men ook als lid van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar. Dat geldt ook voor een tijdens het jaar vermist of ontvoerd kind jonger dan 18 jaar. 2. Maximumbedrag van de bestaansmiddelen. Personen ten laste mogen tijdens de belastbare periode zelf inkomsten genoten hebben tot een nettobedrag van maximum 2.700 euro (geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2009, inkomsten van 2008). Dit bedrag wordt opgetrokken tot: • 3.910 euro (geïndexeerd bedrag, aanslagjaar 2009, inkomsten van 2008) voor kinderen ten laste van een alleenstaande; • 4.960 euro (geïndexeerd bedrag, aanslagjaar 2009, inkomsten van 2008) voor zwaar gehandicapte kinderen ten laste van een alleenstaande.
Personen fiscaal ten laste Feitelijk gezin
Als je een feitelijk gezin vormt, mag je kinderen enkel als ten laste beschouwen van de ouder die daadwerkelijk het gezinshoofd is. Als je een feitelijk gezin vormt, moet je bij het invullen van je belastingaangifte opgeven welke samenwonende partner de kinderen ten laste neemt en bijgevolg de functie van gezinshoofd vervult. Merk op dat eenzelfde kind nooit ten laste kan zijn van meerdere personen tegelijk.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Belastingen en Invordering Ondernemings- en inkomensfiscaliteit Koning Albert II-laan 33 bus 25 • 1030 Brussel Contactcenter: 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Personen fiscaal ten laste
Onder "bestaansmiddelen" verstaat men alle regelmatige of toevallige inkomsten van allerlei aard die al dan niet belastbaar zijn, zoals vakantiearbeid van studenten. Let op: sommige inkomsten tellen niet mee. Dat is het geval voor kinderbijslagen, studiebeurzen, de eerste schijf van 2.700 euro van onderhoudsgeld dat aan kinderen toegekend is en de eerste schijf van 2.250 euro van het studentenloon (telkens het geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2009, inkomsten van 2008). 3. Niet bezoldigd. Personen ten laste mogen tijdens de belastbare periode geen vergoedingen gekregen hebben die jij als beroepskosten kunt aftrekken.
262
263
Wat verstaat men onder "enige, eigen woning"? Wat en hoeveel mag ik fiscaal aftrekken? Onder welke voorwaarden?
De "eigen woning" is de woning die je betrekt en waarvan je eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder (= recht op gebouwen of beplantingen op andermans grond) of vruchtgebruiker bent. Ben je gehuwd of wettelijk samenwonend, dan is het noodzakelijk dat beide partners de woning betrekken. Je woning wordt beschouwd als "enige woning" wanneer je geen eigenaar bent van een andere woning. AFTREK VAN INTERESTEN EN KAPITAALAFLOSSINGEN
Je moet aan een aantal voorwaarden voldoen als je de interesten en de kapitaalaflossingen van je lening fiscaal in rekening wilt brengen in het kader van de nieuwe regeling voor de aftrek "enige, eigen woning". De lening moet: • aangegaan zijn vanaf 1 januari 2005; • gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving (een hypothecaire belofte of mandaat volstaat dus niet); • aangegaan zijn bij een in de Europese Economische Ruimte gevestigde instelling; • aangegaan zijn voor een looptijd van minstens 10 jaar; • dienen om de enige, eigen in de Europese Economische Ruimte gelegen woning te verwerven of te behouden (dit houdt in aankopen, bouwen, vernieuwen of betalen van successierechten met betrekking tot die woning).
Enige, eigen woning en fiscaliteit AFTREK VAN VERZEKERINGSPREMIES
Ook de betaalde premies van de levensverzekering of schuldsaldoverzekering voor je enige, eigen woning mag je aftrekken op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: • het moet gaan om een individueel levensverzekeringscontract; • de premies moeten worden betaald met het oog op een rente- of kapitaalopbouw in geval van leven of overlijden; • zij mogen uitsluitend dienen voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een hypothecaire lening; • het contract moet voor de leeftijd van 65 jaar door jezelf en uitsluitend op je hoofd gesloten zijn bij een instelling in de Europese Economische Ruimte en een minimumduur hebben van 10 jaar als het voorziet in voordelen in geval van leven; • het contract moet in geval van leven jezelf vanaf de leeftijd van 65 jaar als begunstigde aanduiden of in geval van overlijden de personen die de volle eigendom of het vruchtgebruik van de woning verwerven.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Enige, eigen woning en fiscaliteit
AAN TE GEVEN BEDRAGEN
Alle werkelijk betaalde of gedragen uitgaven die je in verband met je hypothecaire lening doet, komen in aanmerking voor de aftrek "enige, eigen woning". Je mag dus de interesten, kapitaalaflossingen en premies voor een levensverzekering (schuldsaldoverzekering) fiscaal in rekening brengen. Het ingebrachte bedrag is echter beperkt tot: • 1.990 euro (voor het aanslagjaar 2009 – inkomsten 2008); • verhoogd met 660 euro (voor het aanslagjaar 2009 – inkomsten 2008); • als je op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin je de hypothecaire lening hebt aangegaan minstens 3 kinderen ten laste hebt, wordt de aftrek verhoogd met 70 euro (voor het aanslagjaar 2009 – inkomsten 2008). De verhogingen zijn slechts de eerste 10 jaar van de lening geldig. Zij vervallen ook wanneer je eigenaar wordt van een tweede woning.
264
265
LENING VOOR 1 JANUARI 2005
Voor alle hypothecaire leningen die voor 1 januari 2005 zijn aangegaan of voor alle herfinancieringen van hypothecaire leningen die voor die datum zijn aangegaan, blijven de oude aftrekregels van toepassing.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 m eer we t en • "Wegwijs in de fiscaliteit van uw woning", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 116 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
Kinderopvang en fiscaliteit Onder welke voorwaarden kan ik de kosten voor kinderopvang fiscaal aftrekken? Hoeveel mag ik dan aangeven?
Om de kosten voor kinderopvang fiscaal af te trekken, moet je aan zes voorwaarden voldoen. • Je kind moet jonger zijn dan 12 jaar. Je moet rekening houden met de werkelijke leeftijd en niet met de leeftijd op 1 januari van het aanslagjaar. • Je moet het kind fiscaal ten laste hebben. • Je moet beroepsinkomsten hebben (alle bezoldigingen, pensioenen, werkloosheidsuitkeringen en andere vervangingsinkomens, winsten en baten). • Je moet de kosten aan welbepaalde instellingen of personen betaald hebben. • Je moet met de nodige documenten het bewijs leveren van de opvang en het betaalde bedrag. • Het moet gaan om kinderopvang buiten de normale schooluren, zoals voor- en naschoolse opvang, opvang tijdens de vakanties, weekends en schoolvrije dagen. Het kan echter ook gaan om de opvang van kinderen die nog niet naar school gaan.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Enige, eigen woning en fiscaliteit
IN TE BRENGEN BEDRAG
Je mag alle opvangkosten inbrengen, zowel voor hele of halve dagen, als voor overdag of ’s nachts. Voor het aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) is dat maximaal 11,20 euro per opvangdag en per kind. Heb je een kind dat jonger is dan 3 jaar (op 1 januari van het aanslagjaar), dan zul je bij het invullen van je belastingbrief een keuze moeten maken. • Ofwel kies je voor de verhoging van de belastingvrije som voor dat kind. Voor het aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) bedraagt deze som 490 euro. Dat is een goede keuze als je bijvoorbeeld zelf voor de opvang van je kind zorgt of als de grootouders of een babysit
266
267
daarvoor instaan. Dit is ook een goede keuze als je geen beroepsinkomsten hebt of als de opvangkosten zo laag zijn dat de belastingvrije som je voordeliger uitkomt. • Ofwel breng je de uitgaven in voor de opvang van je kind. GEZINSSITUATIE EN FISCALE AFTREK
Als je gehuwd of wettelijk samenwonend bent, vul je samen met je partner je belastingaangifte in. Het speelt dan ook geen rol op wiens naam het fiscaal attest voor de kinderopvang is opgemaakt. Als je een feitelijk gezin vormt (dit wil zeggen, je bent niet gehuwd of je woont niet wettelijk samen), dan kun je de kosten voor kinderopvang enkel aftrekken als je het kind fiscaal ten laste hebt. Ben je gescheiden en kies je met je ex-partner een fiscale co-ouderschapsregeling, dan wordt aan ieder de helft van het belastingvoordeel toegekend wegens de gelijkmatig verdeelde huisvesting van de kinderen. In dat geval kan elke ouder de door hem of haar betaalde kosten voor kinderopvang aftrekken. Let op: de keuze voor fiscaal coouderschap sluit de aftrek van betaalde onderhoudsuitkeringen uit.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Contactcenter: 0257 257 57 m eer we t en • "De aftrek van kosten voor kinderopvang", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 64 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
268
Alimentatie en fiscaliteit Ik betaal alimentatie. Onder welke voorwaarden kan ik deze stortingen aftrekken? Ik heb recht op alimentatie, maar de onderhoudsplichtige betaalt niet. Wat kan ik doen? De alimentatie die je betaalt, is voor 80% aftrekbaar van je netto belastbaar inkomen. Je mag je netto belastbaar inkomen dus verminderen met een bedrag dat gelijk is aan 80% van de alimentatie die je elk jaar betaalt. Vermenigvuldig je maandelijkse storting met 12 om te weten hoeveel je op jaarbasis mag aftrekken.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Kinderopvang en fiscaliteit
Om dit bedrag te mogen aftrekken, moet je aan vier voorwaarden voldoen: 1. Onderhoudsverplichting
• Je moet de alimentatie betalen in uitvoering van een onderhoudsverplichting opgelegd door het burgerlijk wetboek. • Echtgenoten en ex-huwelijkspartners zijn, onder bepaalde voorwaarden, ten opzichte van elkaar verplicht om tussen te komen in de financiële noden. • Dat geldt ook voor kinderen, kleinkinderen en kinderen uit een gewone of volle adoptie, hun ouders, grootouders of adoptieouders. • De onderhoudsverplichting geldt ook tussen schoonzoons of schoondochters en schoonouders. • Dat is ook het geval voor kinderen onder pleegvoogdij en pleegvoogden. • Deze verplichting bestaat niet tussen broers en zussen, tussen ooms of tantes en hun neven of nichten enz.
Als algemeen principe geldt dat de begunstigde van de alimentatie behoeftig moet zijn. Dit is echter niet nodig voor minderjarige kinderen en voor meerderjarige kinderen die nog studeren. In dat geval is de
269
onderhoudsverplichting algemeen en geeft ze recht op uitkering, los van een eventuele staat van behoefte. 2. Geen deel uitmaken van het gezin
Diegene die de alimentatie krijgt, mag geen deel uitmaken van je gezin. De fiscale wetgeving gaat ervan uit dat mensen een "gezin" vormen wanneer ze samenwonen in een huiselijke samenlevingsvorm. Voor de fiscale administratie is de verblijfplaats over het algemeen een aanwijzing om vast te stellen dat er sprake is van een gezin. De fiscus houdt geen rekening met tijdelijke onderbrekingen inzake verblijfplaats. De fiscus houdt rekening met zeer concrete aanwijzingen om te bepalen of iemand die alimentatie krijgt al dan niet deel uitmaakt van je gezin. Merk op dat de begunstigde geen deel mag uitmaken van je gezin op het ogenblik van de storting van de alimentatie. Diegene die het geld krijgt, mag in het verleden wel tot je gezin behoord hebben. 3. Regelmaat
Je moet de alimentatie regelmatig storten. Er is sprake van regelmaat als het om wekelijkse, maandelijkse of driemaandelijkse stortingen gaat. 4. verantwoording met bewijsstukken
Je moet de uitkering daadwerkelijk betalen. Als je ze wilt aftrekken van je belastingen, moet je ze kunnen bewijzen. Dat kan bijvoorbeeld met rekeninguittreksels waarop de naam van de begunstigde vermeld staat. Bijzondere gevallen
De begunstigde moet persoonlijk en zelfstandig over de ontvangen alimentatie kunnen beschikken. Kosten voor huisvesting, reizen en studies van een student op kot die niet meer thuis woont, zijn fiscaal niet aftrekbaar. De rechtbanken zijn van oordeel dat de ouders deze kosten rechtstreeks dragen, zonder inspraak van het kind, dat bijgevolg niet volledig zelfstandig over het geld kan beschikken.
270
Alimentatie en fiscaliteit Wanneer een lid van je familie in een home, een rusthuis of andere gelijkaardige instelling verblijft, kun je de alimentatie in principe wel fiscaal aftrekken. Dat is het oordeel van de rechtbank, om het even of je het onderhoudsgeld aan je familielid betaalt of aan de betrokken instelling. RECUPEREREN VAN HET ONDERHOUDSGELD
Vele gezinnen hebben financiële problemen omdat de persoon die het onderhoudsgeld moet betalen dat niet doet. De Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) recupereert bij de onderhoudsplichtige het maandelijkse onderhoudsgeld en de achterstallen. Bovendien betaalt die dienst voorschotten uit op dat onderhoudsgeld als de bestaansmiddelen van de begunstigde (diegene die het onderhoudsgeld moet krijgen) een bepaald bedrag niet overschrijden. De begunstigde moet zelf geen juridische stappen zetten, noch gerechtskosten betalen. Wel zal hij of zij 5% moeten betalen op het gerecupereerde bedrag. De voorwaarden om als begunstigde een beroep te kunnen doen op de dienst DAVO zijn: • in België wonen; • het onderhoudsgeld werd tweemaal niet of niet volledig betaald in een periode van 12 maanden voor de aanvraag; • het onderhoudsgeld werd vastgesteld in een uitvoerbare gerechtelijke beslissing of in een andere authentieke akte.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Alimentatie en fiscaliteit
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Belastingen en Invordering Ondernemings- en inkomensfiscaliteit Koning Albert II-laan 33 bus 25 • 1030 Brussel Contactcenter: 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be
271
Alimentatie en fiscaliteit
m eer we t en • "De Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO)", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 52 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be • www.davo.belgium.be
Vanaf welk inkomen moet ik belasting betalen? Aan welk belastingtarief zijn mijn inkomsten onderworpen? Wat zijn inkomensschijven?
Zoals elke belastingplichtige heb je recht op een belastingvrij gedeelte van je inkomen. Dit betekent dat de fiscus een gedeelte van je belastbaar inkomen niet belast. Dat is het belastingvrij minimum. De eerste schijf van 6.150 euro van je inkomen is belastingvrij. Dat is het basisbedrag. Het is geïndexeerd en geldt voor het aanslagjaar 2009 (inkomsten van het jaar 2008). Dit bedrag geldt voor gehuwden, wettelijk samenwonenden en alleenstaanden.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Voor de invordering van onderhoudsgeld Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Patrimoniumdocumentatie Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) Koning Albert II-laan 33 bus 50 • 1030 Brussel Tel: 0800 12 302 (gratis nummer) •
[email protected]
Belastingvrij minimum en inkomen
Het belastingvrij minimum verhoogt naar gelang van je gezinstoestand. Voorbeeld: • heb je één kind ten laste, dan verhoogt je belastingvrij inkomen met 1.310 euro; • heb je twee kinderen ten laste, dan verhoogt je belastingvrij inkomen met 3.370 euro. Telkens gaat het om geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2009 (inkomsten van 2008). Als je inkomen lager is dan het belastingvrij minimum, hoef je helemaal geen belasting te betalen of kun je in sommige gevallen zelfs een belastingkrediet krijgen. Progressiviteit van de belasting
Belasting betaal je wel als je inkomen hoger is dan het belastingvrij minimum. Naarmate je meer verdient, kom je in een hoger belastingtarief terecht. De percentages stijgen per inkomensschijf. Dat noemt men de "progressiviteit van de belasting". Er zijn vijf inkomensschijven en bijgevolg ook vijf belastingtarieven.
272
273
BEDRAGEN VOOR HET AANSLAGJAAR 2009
Voor het aanslagjaar 2009 (inkomsten van het jaar 2008) bedraagt de belasting: • 25% op de eerste schijf die gaat tot een netto jaarlijks belastbaar inkomen van 7.560 euro; • 30% op de tweede schijf (van 7.560 tot 10.760 euro); • 40% op de derde schijf (van 10.760 tot 17.920 euro); • 45% op de vierde schijf (van 17.920 tot 32.860 euro); • 50% op de vijfde en laatste schijf (meer dan 32.860 euro). Het verschil tussen de belasting op je inkomen (berekend volgens dit tarief) en de belasting op je belastingvrij minimum (eveneens berekend volgens dat tarief), is niet gelijk aan de belasting die je moet betalen. Inderdaad, de wet voorziet in verschillende verminderingen of verhogingen volgens de aard van je inkomsten, je uitgaven tijdens het inkomstenjaar enz.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Belastingen en Invordering Ondernemings- en inkomensfiscaliteit Koning Albert II-laan 33 bus 25 • 1030 Brussel Contactcenter: 0257 257 57 • www.minfin.fgov.be
Betaling van belastingen Ik zou uitstel of spreiding willen vragen voor de betaling van mijn belastingen. Waar en aan wie moet ik dat vragen? Hoe moet ik dat doen?
Alleen de ontvanger van de belastingen kan je gemak van betaling (uitstel of afbetaling) van je belastingen geven. Richt je verzoek dus rechtstreeks tot hem. Je vindt zijn adres op het aanslagbiljet dat je van de belastingadministratie krijgt. Tips voor het indienen van een verzoek
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Belastingvrij minimum en inkomen
Er bestaat geen voorgeschreven procedure. Daarom volgen hier enkele tips voor de manier van werken. • Schrijf de ontvanger van de belastingen een brief en leg hem de moeilijkheden uit die je ondervindt om je belastingen binnen de vereiste termijn te betalen. Voeg er eventueel een overzicht van je maandelijkse inkomsten en uitgaven bij. Zo kun je aantonen dat je niet over de nodige financiële middelen beschikt om je belastingen meteen te betalen. • Doe je verzoek zo snel mogelijk. Als je dat uitstelt en wacht tot je aanmaningen krijgt of dwangmaatregelen oploopt, stijgt de kans dat de ontvanger je verzoek weigert. • Vraag een langere termijn om te betalen, rekening houdend met je financiële mogelijkheden. Je kunt ook een afbetalingskalender voorstellen met aflossingstermijnen die je financieel aankunt. • Blijf vooral redelijk in wat je vraagt. Bij afwijzing door de ontvanger
De ontvanger kan je vraag om uitstel of spreiding van betalingen afwijzen. Dan rest je nog de Contactcel Invordering als verzoeningsmogelijkheid. Die cel kan zich niet in de plaats stellen van de ontvanger, maar tracht een oplossing te vinden voor je probleem met de ontvanger van
274
275
belastingen. De cel kan enkel tussenbeide komen als je het grondig oneens bent met de ontvanger. Je moet enkele regels respecteren om je tot de Contactcel Invordering te wenden. • Dien je verzoek schriftelijk in. Fax kan in dringende gevallen. • Verstrek alle gegevens (naam, voornaam, adres), eventueel je btwnummer, de soort belasting waarop je probleem betrekking heeft (personenbelasting, btw, onroerende voorheffing enz.), het nummer van het artikel op de rol en het bevoegde ontvangkantoor. Beide gegevens vind je op het aanslagbiljet dat je hebt gekregen. • Geef een overzicht van de situatie en leg je betaalprobleem uit. Zeg welke stappen je al hebt gezet om tot een oplossing te komen. Geef een overzicht van je maandelijkse inkomsten en uitgaven. Verstrek informatie over de gevraagde uitsteltermijn of over je voorstel tot spreiding van betaling enz. • Voeg de briefwisseling toe die je al hebt gevoerd met de ontvanger of andere diensten. Vergeet niet de bewijsstukken erbij te voegen van je maandelijkse inkomsten en uitgaven (rekeninguittreksels, loonfiches, onkostennota’s enz.). Kortom, voeg er alle documenten bij die je standpunt eventueel kunnen ondersteunen. VERWIJLINTERESTEN
Vergeet nooit dat er verwijlinteresten beginnen te lopen vanaf de uiterste betalingsdatum. Zelfs als je uitstel of gemak van betaling krijgt, zul je toch nog verwijlinteresten moeten betalen. De jaarlijkse interestvoet bedraagt 7%. Men berekent hem per maand achterstand. Elke maand die begonnen is, rekent men als een hele maand aan. De interest begint immers te lopen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de vervaldag. Een voorbeeld: je moet 1.500 euro belastingen betalen tegen 16 maart 2009, maar je voert de storting pas uit op 20 september 2009. De administratie berekent de interest op 6 maanden (van april tot september). Die bedraagt dus 1.500 euro x 7% x zes twaalfden (6/12) of 52,50 euro.
276
Betaling van belastingen Het is interessant te weten dat de gewestelijke directeur van de invordering van directe belastingen je in sommige gevallen vrijstelling van verwijlinteresten kan verlenen. Je moet je verzoek schriftelijk aan hem richten. Uitstel van invordering
De gewestelijke directeurs beschikken over de wettelijke mogelijkheid om uitstel van invordering (uitstel van betaling) te geven op de personenbelasting die je moet betalen. De voorwaarde is wel dat je onmiddellijk of in gespreide betalingen een som betaalt die de directeur zal bepalen. Deze mogelijkheid bestaat ingeval het onmogelijk is om je schuld te betalen en daar binnen een redelijke termijn geen oplossing voor te vinden is.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Betaling van belastingen
c o n t a c t en
Neem eerst contact op met de ontvanger van het ontvangkantoor waarvan je afhangt (de gegevens vind je op het aanslagbiljet). Voor algemene informatie over de betalingsfaciliteiten Federale overheidsdienst Financiën Administratie van de Ondernemings- en inkomensfiscaliteit Invordering Koning Albert II-laan 33 bus 40 • 1030 Brussel Tel. 0257 622 66 • Contactcenter: 0257 257 57
[email protected] • www.minfin.fgov.be Om een aanvraag in te dienen bij gebrek aan akkoord met je ontvanger Federale overheidsdienst Financiën Kabinet van de algemeen directeur van belastingen en invordering Contactcel Invordering Koning Albert II-laan 33 bus 20 • 1030 Brussel Tel. 0257 623 11 •
[email protected] • www.minfin.fgov.be
277
Ik wil mijn erfgenamen bij leven bepaalde goederen schenken. Hoeveel schenkingsrechten moeten zij betalen? Kan men deze belasting vermijden?
Door bij leven goederen te schenken aan je erfgenamen verminder je de waarde van het vermogen dat je na je overlijden achterlaat en dus ook de successierechten die zij op de erfenis moeten betalen. Elke schenking is normaal gezien onderworpen aan belasting. Het gaat om "schenkingsrechten" op de waarde van de roerende of onroerende goederen die de begiftigde kosteloos krijgt. Onder bepaalde voorwaarden kun je deze schenkingsrechten vermijden. Band van verwantschap
De schenkingsrechten zijn hoger of lager volgens de waarde van de goederen en volgens de graad van verwantschap tussen de schenker en de begiftigde. In rechte lijn (dus tussen ouders en kinderen, tussen echtgenoten en, onder bepaalde voorwaarden, tussen samenwonenden) bedragen deze rechten minstens 3% en maximaal 30% voor de hoogste belastingschijf. In het Vlaams Gewest worden roerende schenkingen (meubelen, geld, effecten) onderworpen aan een vast tarief van 3% in rechte lijn (dus tussen ouders en kinderen, tussen echtgenoten en, onder bepaalde voorwaarden, tussen samenwonenden) en 7% in de andere gevallen. Andere schenkingsrechten dan in rechte lijn zijn veel hoger. Afhankelijk van de verschillende belastingschijven, bedragen deze schenkingsrechten voor begiftigden zonder enige band van verwantschap met de schenker bijvoorbeeld 30 tot 80% in het Waals Gewest, 40 tot 80% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 30 tot 80% in het Vlaams Gewest.
Schenkingsrechten Vermijden van de rechten
Er zijn drie voorwaarden om op een schenking geen belastingen te betalen: 1. Het moet gaan om roerende goederen. Dat wil zeggen geld, kunstwerken, effecten aan toonder, meubilair enz. Voor de schenking van onroerende goederen is inderdaad een notariële akte vereist en die is onderworpen aan registratierechten. 2. Bij de schenking van een roerend goed is er geen registratie nodig als je de gift uitvoert zonder "plechtige bekrachtiging". We noemen dat een "handgift". Het gaat om een gewone overdracht van hand tot hand, maar het is toch aangeraden altijd een schriftelijk document in twee exemplaren op te stellen voor de schenker en de begiftigde, zodat de begiftigde een eigendomsbewijs heeft. Dit contract moet je niet laten registreren, zodat er geen registratierechten verschuldigd zijn.
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Schenkingsrechten
3. Er is slechts vrijstelling van schenkingsrechten als de schenker nog minstens 3 jaar leeft. In het andere geval wordt er voor de berekening van de successierechten rekening gehouden met de schenking. Het is dus belangrijk dat je kunt aantonen dat de handgift vóór die periode van 3 jaar heeft plaatsgevonden. Zorg ervoor dat je bewijzen hebt. Rekeninguittreksels kunnen hiervoor nuttig zijn. Tarieven die de Gewesten toepassen
Omdat de tarieven van de schenkingsrechten tot de bevoegdheid van de gewesten behoren, verschillen ze naargelang de fiscale woonplaats van de schenker in het Vlaams, het Waals of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. Indien de fiscale woonplaats van de schenker tijdens een periode van 5 jaar vóór zijn gift in verscheidene gewesten lag, gelden de tarieven van het gewest waar zijn fiscale woonplaats in die 5 jaar het langst gevestigd was. De tarieven zijn progressief. Dat wil zeggen dat ze oplopen naargelang van de waarde van de schenking. De belastingschijven zijn in elk gewest
278
279
Successierechten
verschillend. Houd dus rekening met het wetboek voor registratie-, hypotheek- en griffierechten van het betrokken gewest om het verschuldigde bedrag te kennen.
Hoeveel bedragen de successierechten? Wat moet ik doen bij een erfenis?
c o n t a c t en
Voor algemene informatie over de schenkingsrechten: Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Patrimoniumdocumentatie Kadaster, registratie en domeinen Koning Albert II-laan 33 bus 50 • 1030 Brussel
[email protected] • www.minfin.fgov.be m eer we t en www.fisconet.fgov.be • "Wegwijs in schenkingen en nalatenschappen", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 94 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
Bij een overlijden wordt een belasting geheven op het netto vermogen van de overledene. Dat gebeurt naar aanleiding van de overdracht van dit vermogen op de erfgenamen. Deze belasting noemt men de "successierechten". Band van verwantschap
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Schenkingsrechten
Hoeveel successierechten je moet betalen, hangt van twee zaken af: de grootte van het vermogen dat je erft en je verwantschap met de overledene. Verwantschap in rechte lijn Dat is de verwantschap tussen ouders en kinderen, tussen huwelijkspartners en onder bepaalde voorwaarden tussen samenwonenden. In het Vlaams Gewest liggen de successierechten tussen 3% en 27%. In Brussel tussen 3% en 30% en in Wallonië tussen 3% en 30%. Geen verwantschap in rechte lijn In de andere gevallen lopen de successierechten veel hoger op. Als er helemaal geen verwantschap is met de overledene, zijn de successierechten het hoogst. Afhankelijk van de waarde van de nalatenschap gaan ze in het Vlaams Gewest van 45 tot 65%. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liggen de rechten tussen 40 en 80% en in het Waals Gewest tussen 30 en 80%. Tarieven die de gewesten toepassen
Omdat de tarieven van de successierechten tot de bevoegdheid van de gewesten behoren, verschillen ze naargelang de fiscale woonplaats van de overledene in het Vlaams, het Waals of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. Onder fiscale woonplaats verstaat men de plaats waar de overledene zijn werkelijke, effectieve, voortdurende woonplaats bezit en waar hij zijn familie, het centrum van zijn bedrijvigheid en de zetel van zijn zaken of van zijn bezigheden heeft gevestigd. De tarieven zijn
280
281
progressief. De belastingschijven zijn in elk gewest verschillend. Houd dus rekening met het wetboek voor successierechten van het betrokken gewest om het verschuldigde bedrag te kennen. Indien de fiscale woonplaats van de overledene tijdens een periode van 5 jaar vóór zijn overlijden in verscheidene gewesten lag, gelden de tarieven van het gewest waar zijn fiscale woonplaats in die 5 jaar het langst gevestigd was. Aanvaarding of verwerping
Als erfgenaam heb je drie mogelijkheden: 1. Je aanvaardt de nalatenschap zonder meer. Het vermogen van de overledene en je eigen vermogen smelten samen. Je erft niet alleen de schuldvorderingen en de bezittingen van de overledene, maar ook diens eventuele schulden. Als blijkt dat de schulden (= het passief) groter zijn dan de schuldvorderingen en de bezittingen (= het actief), dan zul je het verschil moeten betalen met je eigen vermogen. 2. Je verwerpt de nalatenschap. In dat geval draagt men het vermogen over aan andere erfgenamen die niet verwerpen. Als alle erfgenamen verwerpen, dan is het aan de staat om de nalatenschap al dan niet te aanvaarden. 3. J e aanvaardt de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving. In dat geval maakt de notaris eerst een inventaris op van het vermogen van de overledene. Je kijkt dus eerst naar het actief (bezittingen) en het passief (schulden). Als er nog iets overschiet nadat alle schuldeisers betaald zijn, dan telt men dat overschot (= het actief) bij je eigen vermogen op. Als het vermogen van de overledene niet volstaat om alle schuldeisers te betalen, kunnen zij zich in geen enkel geval tot jou wenden om alsnog betaling te verkrijgen. Maar als de schulden groter zijn dan het vermogen, dan betekent dat nog niet dat je geen successierechten moet betalen, ook als je de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving hebt aanvaard.
282
Successierechten Tot bewijs van het tegendeel rekent de administratie alles wat de overledene in de 3 jaren voor zijn dood aan roerende goederen bezat (geld, effecten aan toonder, meubilair, kleding, juwelen enz.) tot het vermogen van de overledene, ook al is dat in werkelijkheid niet meer zo. Dit betekent dat alle bedragen die de overledene tijdens de 3 laatste jaren van zijn leven ontving (bijvoorbeeld bij een nalatenschap of door de verkoop van onroerend goed) tot het vermogen (= actief) behoren, ook al zijn ze verdwenen. Op deze bedragen moet je dan ook successierechten betalen, zelfs als je ze niet gekregen hebt en zelfs als je de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving hebt aanvaard. Als erfgenaam moet je het bewijs van het tegendeel leveren. Maar dat is vaak een onmogelijke opdracht omdat je niet weet wat de overledene met die bezittingen gedaan heeft. Wees dus voorzichtig!
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
B e l a s t in g e n e n fi s c a l i t e i t
Successierechten
c o n t a c t en
Voor algemene informatie over de successierechten Federale overheidsdienst Financiën Algemene administratie Patrimoniumdocumentatie Kadaster, registratie en domeinen Koning Albert II-laan 33 bus 50 • 1030 Brussel Contactcenter: 0257 257 57 •
[email protected] www.minfin.fgov.be m eer we t en • "Wegwijs in schenkingen en nalatenschappen", Federale overheidsdienst Financiën, 2008, 94 p. Gratis brochure te bestellen of te downloaden: Federale overheidsdienst Financiën Dienst Communicatie Koning Albert II-laan 33 bus 70 • 1030 Brussel www.minfin.fgov.be
283
Burgerschap en democratie
Ik heb geen recht op werkloosheidsuitkering en mijn inkomen volstaat niet om van te leven. Heb ik recht op financiële hulp? Onder welke voorwaarden?
Als je bestaansmiddelen ontoereikend zijn en als je niet in staat bent die toestand te veranderen, heb je in principe recht op een leefloon (dat het vroegere bestaansminimum vervangt). Als je inkomen lager is dan het leefloon, kun je vragen om het verschil bij te passen zodat je inkomen op dezelfde hoogte komt van het leefloon. Na onderzoek van je bestaansmiddelen, krijg je het leefloon van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) van je gemeente. Bedragen op 1 september 2008
Er wordt rekening gehouden met je familiale toestand om het bedrag te bepalen van het leefloon waarop je elke maand recht hebt. Er bestaan drie categorieën: • 474,37 euro voor een samenwonende; • 711,56 euro voor een alleenstaande; • 948,74 euro voor iemand die samenwoont met een gezin ten laste. Voorwaarden
Om recht te hebben op het leefloon moet je bepaalde voorwaarden vervullen. • Je gewone en werkelijke verblijfplaats hebben in België. • Belg zijn of staatloos, erkend vluchteling, als vreemdeling in het bevolkingsregister ingeschreven zijn, burger zijn van de Europese Unie of een familielid hebben dat over een recht beschikt om langer dan 3 maanden in het land te verblijven. • Meerderjarig zijn (= 18 jaar) of door huwelijk meerderjarig verklaard zijn, met kind(eren) ten laste of in verwachting. • Niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, er geen aanspraak op kunnen maken en niet in staat zijn ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen.
286
Leefloon • Bereid zijn te werken tenzij dat niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid. • Eerst je recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruiken. Voorbeelden: je recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage enz. Je moet het leefloon beschouwen als een laatste toevlucht. Het OCMW kan je ook vragen aan te kloppen bij je ouders, kinderen, echtgenoot, ex-echtgenoot, adoptieouders of geadopteerde. Maatschappelijk onderzoek
Voordat het OCMW beslist om je het leefloon toe te kennen, zul je eerst alle nodige inlichtingen moeten geven: identiteit, het bedrag van je bestaansmiddelen en van die van de mensen waarmee je samenwoont, samenstelling van het gezin, bezittingen enz.
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Leefloon
c o n t a c t en
Voor informatie over je rechten en plichten aangaande het leefloon kun je het best terecht bij het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) van de gemeente waar je woont. In elke gemeente is er een OCMW. m eer we t en www.mi-is.be • www.socialsecurity.be • "Gids voor de gebruikers van het OCMW", Programmatorische Federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, 2005, 41 p. • "Gids voor daklozen", Programmatorische Federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, 2007, 34 p. Gratis brochures beschikbaar bij de OCMW’s en te downloaden van www.mi-is.be.
287
Ik heb geen recht op een werkloosheidsuitkering. Ik heb geen inkomen. Ik heb geen woonplaats. Mijn pensioen volstaat niet om van te leven. Waar kan ik terecht?
Heel wat mensen hebben geen of onvoldoende bestaansmiddelen of geen vaste woonplaats. Ze logeren tijdelijk bij vrienden, in een gemeenschapshuis of een onthaalcentrum, brengen de nacht door in een station, leven en slapen op straat enz. Allen kunnen ze steun krijgen, want iedereen die op legale wijze in België verblijft, heeft recht op maatschappelijke hulp. Het is de bedoeling dat iedereen menswaardig kan leven. Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en soorten hulp
Elke gemeente beschikt over een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Het OCMW kan materiële bijstand verlenen (voeding, dringende huisvesting enz.), maar ook psychologische, sociale, medische of financiële hulp (storting van een leefloon). Hierna volgen enkele voorbeelden van hulpverlening door het OCMW: • recht op maatschappelijke integratie, met inbegrip van het leefloon; • financiële hulp; • werkverschaffing; • schuldbemiddeling; • psychosociale hulp; • rechtsbijstand; • huisvesting; • medische hulp; • opname in instellingen; • thuiszorg; • opvang in dienstencentra; • crisisopvang; • begeleiding en financiële bijstand aangaande energievoorziening; • cultuurcheques om de sociale en culturele participatie te bevorderen.
288
OCMW Sinds 1 oktober 2005 is het niet langer het OCMW dat bevoegd is voor de uitbetaling van voorschotten op het onderhoudsgeld, maar wel de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) van de Federale overheidsdienst Financiën. Elk OCMW gaat na welke hulp het meest geschikt is met het oog op de persoonlijke of familiale toestand van de persoon en biedt de gepaste middelen om aan de behoefte te voldoen.
c o n t a c t en
Wil je een beroep doen op maatschappelijke hulp, ga dan naar het OCMW van de gemeente waar je woont of verblijft. In elke gemeente is er een OCMW.
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
OCMW
m eer we t en www.mi-is.be • www.socialsecurity.be • "Gids voor de gebruikers van het OCMW", Programmatorische Federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, 2005, 41 p. • "Gids voor daklozen", Programmatorische Federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, 2007, 34 p. Gratis brochures beschikbaar bij de OCMW’s en te downloaden van www.mi-is.be.
289
Ik wil een vereniging oprichten. Welke stappen moet ik ondernemen? Bij wie kan ik terecht?
Een stichting heeft geen leden. Zij wordt bestuurd door een raad van bestuur, bestaande uit minstens 3 personen. De raad van bestuur kan alle handelingen verrichten die nodig zijn tot verwezenlijking van de doeleinden van de stichting. Verenigingen zonder winstoogmerk
België kent een rijk verenigingsleven: ons land telt meer dan 90.000 verenigingen zonder winstoogmerk. De oprichting en het beheer van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) of een stichting zijn gebonden aan strikte regels en bepaalde wettelijke voorschriften, in tegenstelling tot feitelijke verenigingen. Feitelijke verenigingen
We spreken van een feitelijke vereniging zodra twee of meer personen zich verenigen om een doel van algemeen belang na te streven. In tegenstelling tot de vzw, is de feitelijke vereniging geen rechtspersoon. Zij heeft geen rechten en verplichtingen. Zij kan dus geen enkel recht op roerende of onroerende goederen verwerven en kan geen contracten sluiten. Doordat zij geen rechtspersoonlijkheid heeft, zijn de leden persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de vereniging. Tussen de leden van een feitelijke vereniging bestaat een mede-eigendom. Deze slaat op alle goederen die in het kader van het doel van de vereniging in bezit zijn. Stichtingen
De oprichting van een stichting vloeit voort uit de wil van een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen om een vermogen te bestemmen voor de verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel. De stichting mag geen materieel voordeel verschaffen aan de stichters, de bestuurders of enig ander persoon. Er bestaan twee types van stichtingen. De "stichting van openbaar nut" streeft naar de verwezenlijking van een werk van filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele aard. De "private stichting" streeft de verwezenlijking van andere belangeloze doelstellingen na. De stichtingen worden opgericht bij authentieke akte. De stichtingen van openbaar nut moeten erkend worden bij Koninklijk Besluit. De statuten van een stichting moeten een aantal bij wet opgelegde vermeldingen bevatten.
290
Verenigingen
Om als natuurlijke en/of rechtspersonen een vereniging op te richten, moet je een doelstelling hebben. Je kunt een vereniging enkel als "vereniging zonder winstoogmerk" (vzw) oprichten als ze geen materieel voordeel nastreeft voor haar leden. Ze kan dus geen winst uitkeren aan haar bestuurders en leden, zoals dat het geval is voor aandeelhouders van een privébedrijf. Ze mag, als hoofdactiviteit, ook geen industriële en commerciële activiteiten uitoefenen. Maar een vzw kan wel betaald personeel (arbeiders en/of bedienden) in dienst hebben.
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Verenigingen
Statuten. Elke vzw moet statuten hebben. Die moeten meer bepaald vermelden: • de doelstellingen van de vereniging; • de naam, voornaam, geboortedatum en -plaats van de stichters, evenals hun woonplaats; • de handelsnaam, de rechtsvorm en het adres van elk stichtend lid dat een rechtspersoon is; • het maximumbedrag van de bijdragen of stortingen die de leden moeten verrichten; • de bestemming van het patrimonium (de bezittingen) in geval van ontbinding. Men moet dus meedelen waaraan men de fondsen en goederen van de vzw zal besteden, in het besef dat men het patrimonium aan een belangeloos doel moet overdragen. De vzw krijgt rechtspersoonlijkheid vanaf de dag waarop haar statuten, de aktes met betrekking tot de benoeming van de bestuurders en, in voorkomend geval, de identiteit van de personen die bevoegd zijn om de vereniging te vertegenwoordigen, neergelegd zijn bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het arrondissement van haar maatschappelijke zetel.
291
Boekhoudkundige verplichtingen. De vzw’s hebben boekhoudkundige verplichtingen en die hangen af van de grootte van de vzw. De kleine vzw’s voeren een vereenvoudigde boekhouding. Hun jaarrekeningen moeten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel. Grotere verenigingen moeten hun boekhouding toevertrouwen aan een of meer commissarissen. De grote vzw’s moeten de jaarrekeningen neerleggen bij de Nationale Bank. Indien zij 3 boekjaren na elkaar niet voldoen aan deze verplichting, kan de vzw ontbonden worden. De griffies van de rechtbanken kunnen een kopie van de jaarrekeningen opvragen. De vzw kan "liberaliteiten" (dat zijn giften of legaten) ontvangen. De boekhoudkundige verwerking van deze giften en legaten is heel ingewikkeld. Als je in dat geval bent, heb je er alle belang bij om correcte informatie op te vragen bij de Federale overheidsdienst Justitie, om aan alle voorschriften van de nieuwe wetgeving te voldoen. Werking. Een vzw kan afgevaardigden aanwijzen voor het dagelijkse bestuur, naast personen die bevoegd zijn om haar te vertegenwoordigen. In dat geval moet zij in haar statuten de werkwijze voor hun benoeming, opheffing van de mandaten en ontheffing vermelden. Zij moet ook de draagwijdte van de mandaten bepalen, de manier waarop ze uitgeoefend worden en of zij individueel, gezamenlijk dan wel collegiaal optreden. Deze personen zullen bestuurders zijn of niet, leden of niet. De nieuwe wetgeving op de vzw’s beoogt meer transparantie in de activiteiten. Je moet dus grondig nagaan wat vereist, toegestaan en verboden is, zodat je niet tegen de bepalingen van de wet handelt. Inschrijving in de Kruispuntbank
De wet van 16 januari 2003 verplicht verenigingen en stichtingen zich in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen. Elke vzw of stichting die geregistreerd is in de Kruispuntbank krijgt een identificatienummer (of "ondernemingsnummer"). De inschrijving vereist onder andere de volgende gegevens: • de naam; • de benaming of handelsnaam; • het adres van de hoofdzetel;
292
Verenigingen • de datum van oprichting en opheffing van de vzw of van de stichting; • de adressen van de stichters, mandatarissen en gemachtigden; • de activiteiten. Elke wijziging in de gegevens moet je onmiddellijk melden.
c o n t a c t en
Voor informatie over de reglementering aangaande verenigingen Federale overheidsdienst Justitie Dienst VZW Waterloolaan 115 • 1000 Brussel Tel. 02 542 75 65 •
[email protected] • www.just.fgov.be
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Verenigingen
Voor informatie over de Kruispuntbank van Ondernemingen en de ondernemingsloketten Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Contactcenter Tel. 0800 12 033 (gratis nummer) Helpdesk Kruispuntbank van Ondernemingen Tel. 02 277 64 00 •
[email protected] economie.fgov.be/kbo.htm Helpdesk ondernemingsloketten Tel. 02 277 65 80 •
[email protected] Raadpleeg ook de lijst van de ondernemingsloketten in het hoofdstuk Nuttige adressen. m eer we t en www.balanscentrale.be • www.cnc-cbn.be • "VZW’s", Federale overheidsdienst Justitie, 2005, 47 p. Gratis brochure te downloaden op www.just.fgov.be.
293
Wanneer vinden de verkiezingen plaats? Wat zijn de voorwaarden om te stemmen? Is stemmen verplicht? Kunnen Belgen in het buitenland ook stemmen?
Het federale België kent verscheidene bestuursniveaus (het federale niveau, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies en de gemeenten). Ons land behoort tevens tot de Europese Unie. Voor al deze bestuursniveaus zijn er verkiezingen. Vandaar dat we zo vaak naar de stembus moeten. Periodiciteit
De verkiezingen worden als volgt gehouden: • om de 4 jaar voor het federale parlement (Kamer van volksvertegenwoordigers en Senaat). Dat zijn de federale verkiezingen; • om de 5 jaar zijn er verkiezingen voor de parlementen van de Gewesten en de Gemeenschappen (gewestelijke en gemeenschapsverkiezingen) en voor het Europees parlement (Europese verkiezingen); • om de 6 jaar zijn er gemeente- en provincieraadsverkiezingen; • in uitzonderlijke gevallen kunnen er vervroegde of tussentijdse verkiezingen uitgeschreven worden. De verkiezingen voor het federaal parlement werden op 10 juni 2007 gehouden. De jongste verkiezingen voor de parlementen van de gewesten en de gemeenschappen (Vlaams parlement, Waals parlement, Brussels Hoofdstedelijk parlement, parlement van de Franstalige Gemeenschap, parlement van de Duitstalige Gemeenschap) hadden plaats op 13 juni 2004. Diezelfde dag stemden we ook voor het Europees parlement. Op zondag 8 oktober 2006 begaven we ons naar de stembus voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Voorwaarden om te stemmen
Om ingeschreven te zijn als kiezer en te mogen stemmen, moet je voldoen aan een aantal voorwaarden:
294
Verkiezingen • Belg zijn (voor de nationale verkiezingen en deze voor de parlementen van gewesten en gemeenschappen); • minstens 18 jaar oud zijn (voor alle verkiezingen); • niet uit het stemrecht ontheven zijn door een gerechtelijk vonnis (voor alle verkiezingen). De onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie kunnen hun stem uitbrengen voor de Europese verkiezingen en de gemeenteraadsverkiezingen. Maar om deel te nemen, moeten ze zich eerst laten inschrijven in de kiezerslijsten. Zodra ze deze stap hebben gezet, zijn ze net als de Belgen stemplichtig. De onderdanen van een land dat geen lid is van de Europese Unie kunnen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, op voorwaarde dat ze al minstens 5 jaar hoofdzakelijk in België verblijven. Om hun inschrijving in de kiezerslijsten te verkrijgen, moeten ze een aanvraag indienen en een verklaring op erewoord ondertekenen. Daarin verbinden ze zich ertoe de Belgische grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens na te leven. Zodra ze deze stappen hebben gezet, zijn ze net als de Belgen stemplichtig.
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Verkiezingen
Stemplicht
Stemmen is in België verplicht. Iedere persoon die in de kiezerslijst ingeschreven is, wordt opgeroepen en moet zich aandienen in het stembureau. Wie zijn stemplicht niet vervult, riskeert sancties. Die kunnen gaan van een gewone berisping tot een boete. Als je in minder dan 15 jaar vier keer zonder geldige reden afwezig bleef, word je gedurende 10 jaar uit de kiezerslijsten geschrapt. Tevens kun je gedurende deze periode door geen enkele openbare instantie benoemd, bevorderd of onderscheiden worden. Stemming bij volmacht
Als je werkelijk in de onmogelijkheid verkeert om te gaan stemmen, heb je twee mogelijkheden: 1. Een volmacht geven aan een andere kiezer die in jouw naam gaat stemmen in het stembureau waar je ingeschreven bent. Dit kan slechts in de zeven gevallen die in de wet zijn voorzien: • ziekte of invaliditeit;
295
• beroeps- of dienstredenen; • als je schipper, marktkramer of kermisreiziger bent, of behoort tot de familie van een kiezer die dit beroep uitoefent en ermee samenwoont; • wanneer je van je vrijheid beroofd bent door een gerechtelijk vonnis; • geloofsovertuiging; • studieredenen; • een tijdelijk verblijf in het buitenland. 2. Aan de vrederechter van het kieskanton de redenen melden waarom je niet kunt gaan stemmen. De vrederechter moet de opgegeven motieven beoordelen. Je gemeentebestuur kan je vertellen welke vrederechter daartoe bevoegd is. Stemmen in het buitenland
Belgen die in het buitenland verblijven en ingeschreven zijn in de consulaire registers, kunnen hun stem uitbrengen voor de federale verkiezingen van Kamer en Senaat: • persoonlijk of bij volmacht in een Belgische gemeente; • persoonlijk of bij volmacht in de diplomatieke of consulaire post waar ze ingeschreven zijn; • per brief. De Belgen die in een lidstaat van de Europese Unie verblijven, kunnen bij de verkiezingen voor het Europees parlement stemmen voor de Belgische lijsten. Zij kunnen echter enkel per brief stemmen.
c o n t a c t en
Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken Directie van de verkiezingen, de bevolking en de identiteitskaarten Koloniënstraat 11 • 1000 Brussel Tel. 02 518 22 12 •
[email protected] • www.ibz.fgov.be m eer we t en www.verkiezingen.fgov.be
296
Dubbele nationaliteit Ik ben in België geboren, maar mijn ouders zijn van allochtone afkomst. Ik ben in het buitenland geboren en een van mijn ouders is Belg. Welke nationaliteit heb ik dan? Wanneer heb je de dubbele nationaliteit? Als je in België bent geboren en je ouders niet de Belgische nationaliteit hebben, bezit je in principe dezelfde nationaliteit als je ouders (tenzij de wetgeving in het land van herkomst van je ouders dit anders bepaalt). Als je ouders een verschillende nationaliteit hebben, kiezen zij een van beide nationaliteiten bij de aangifte van je geboorte. Ons land schrijft een kind onder één nationaliteit in. Je zult als kind meerdere nationaliteiten hebben wanneer het land of de landen van herkomst van je ouders je als onderdaan erkennen.
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Verkiezingen
Als je ouders hebt met verschillende nationaliteiten, van wie een in België geboren en Belg is, krijg je als kind automatisch de Belgische nationaliteit, ongeacht het land waar je geboren bent. Je krijgt de dubbele nationaliteit als de wetgeving van het andere betrokken land dit toestaat. Indien je geboren werd in een land dat het "het recht van de plaats van geboorte" toepast, en indien geen van beide ouders onderdaan is van dat land wegens verschillende nationaliteiten, kun je als kind zelfs drie nationaliteiten hebben. Maar de Belgische overheid beschouwt je als Belg. Als je in België geboren bent uit allochtone ouders, krijg je de Belgische nationaliteit zonder enige administratieve formaliteit. Hier zijn wel twee voorwaarden aan verbonden. Minstens een van de ouders moet in België geboren zijn. Voor een van beiden moet België gedurende minstens vijf van de tien jaar die aan de geboorte voorafgingen de hoofdverblijfplaats geweest zijn. Zo kun je als kind meerdere nationaliteiten hebben indien het land of de landen van herkomst van je ouders hen als onderdaan beschouwen. Je kunt als vreemdeling ook de dubbele nationaliteit verkrijgen als je de Belgische nationaliteit verwerft, bijvoorbeeld door naturalisatie of huwelijk, en tegelijk je oorspronkelijke nationaliteit wilt behouden. Ook hier is
297
B u r g e r s c h a p e n d e m o c r at i e
Dubbele nationaliteit het de wetgeving van het land van herkomst die bepaalt of je die nationaliteit al dan niet kunt behouden. Op 9 juni 2007 is een wet op de dubbele nationaliteit van de Belgen in werking getreden. Dit betekent dat een persoon die de Belgische nationaliteit bezit, deze nationaliteit niet langer automatisch verliest bij het vrijwillig aannemen van een andere nationaliteit. De wet op de dubbele nationaliteit vereist geen enkele specifieke formaliteit, zoals een verklaring bij een gemeentedienst of een diplomatieke post in het buitenland. Deze wet heeft echter geen enkele terugwerkende kracht. Zij die vroeger hun Belgische nationaliteit verloren hebben, krijgen die dus niet automatisch terug, maar moeten daartoe een verzoek tot de rechtbank richten. De regeling geldt voor alle landen, behalve in geval van het vrijwillig verkrijgen van de nationaliteit van een van de volgende tien Europese landen: Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje. Deze uitzondering vloeit voort uit het Verdrag van Straatsburg van 6 mei 1963 dat bepaalt dat men maar één nationaliteit mag hebben.
c o n t a c t en
Wend je tot de Belgische ambassade of het Belgische consulaat van je hoofdverblijfplaats in het buitenland of tot de burgerlijke stand van je gemeente. Voor algemene informatie over de nationaliteit: Federale overheidsdienst Justitie Dienst nationaliteit Waterloolaan 115 • 1000 Brussel Tel. 02 542 65 11 •
[email protected] • www.just.fgov.be Federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Dienst nationaliteit Karmelietenstraat 15 • 1000 Brussel Tel. 02 501 81 11 • www.diplomatie.be
298
Nuttige adressen
Horizontale federale
Verticale federale
Kanselarij van de Eerste Minister Wetstraat 16 1000 Brussel Tel. 02 501 02 11 www.belgium.be
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Egmont I Karmelietenstraat 15 1000 Brussel Tel. 02 501 81 11 www.diplomatie.be
overheidsdiensten
Personeel en Organisatie Wetstraat 51 1040 Brussel Tel. 02 790 58 00 www.fedweb.belgium.be Budget en Beheerscontrole Crown Center Koningsstraat 138 bus 2 1000 Brussel Tel. 02 212 37 11 www.begroting.be Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict) Maria-Theresiastraat 1-3 1000 Brussel Tel. 02 212 96 00 www.fedict.be
overheidsdiensten
Binnenlandse Zaken Leuvenseweg 13 1000 Brussel Tel. 02 500 21 11 www.ibz.fgov.be Financiën Koning Albert II-laan 33 1030 Brussel Contactcenter Tel. 0257 257 57 www.minfin.fgov.be Mobiliteit en Vervoer City Atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel Tel. 02 277 31 11 www.mobilit.fgov.be Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. 02 233 41 11 www.werk.belgie.be
300
Federale overheidsdiensten Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 40 bus 20 1060 Brussel Tel. 02 528 60 11 www.socialsecurity.be www.socialsecurity.fgov.be www.mijnsocialezekerheid.be Weldra: Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50 1000 Brussel Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel Tel. 02 524 71 11 www.health.fgov.be Justitie Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel. 02 542 65 11 www.just.fgov.be Economie, KMO, Middenstand en Energie City Atrium Vooruitgangstraat 50 1210 Brussel Tel. 02 277 51 11 economie.fgov.be
Defensie Eversestraat 1 1140 Brussel Tel. 0800 14 936 www.mil.be Programmatorische federale overheidsdiensten
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Federale overheidsdiensten
Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid Anspachlaan 1 (13e en 14e verd.) 1000 Brussel Tel. 02 508 85 85 www.mi-is.be Duurzame Ontwikkeling Financietoren Kruidtuinlaan 50 1010 Brussel Tel. 02 524 88 54 www.poddo.be Wetenschapsbeleid Wetenschapsstraat 8 1000 Brussel Tel. 02 238 34 11 www.belspo.be Consumentenzaken WTC III Simon Bolivarlaan 30 1000 Brussel Tel. 02 277 75 55 www.belgium.be
301
Vlaamse overheid Vlaamse Infolijn: 1700 (gratis oproep) www.vlaanderen.be/infolijn Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Boudewijnlaan 30 bus 20 1000 Brussel Tel. 02 553 59 68
[email protected] Departement Bestuurszaken Boudewijnlaan 30 1000 Brussel Tel. 02 553 72 02
[email protected] www.vlaanderen.be/bestuurszaken Departement Financiën en Begroting Phoenixgebouw Koning Albert II-laan 19 bus 6 1210 Brussel Tel. 02 553 54 05
[email protected] www.vlaanderen.be/financien Departement Internationaal Vlaanderen Boudewijnlaan 30 bus 80 1000 Brussel Tel. 02 553 60 32
[email protected] www.vlaanderen.be/internationaal www.flanders.be
302
Gewesten en Gemeenschappen
Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel Tel. 02 553 59 80
[email protected] www.vlaanderen.be/ewi
Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel. 02 553 42 56
[email protected] www.vlaanderen.be/werk
Departement Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Tel. 1700 (Infolijn, gratis oproep) e-mail via www.ond.vlaanderen.be/infolijn
Departement Landbouw en Visserij Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 Brussel Tel. 02 552 77 00 www.vlaanderen.be/landbouw www.vlaanderen.be/visserij
Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koning Albert II-laan 35 bus 30 1030 Brussel Tel. 02 553 31 24
[email protected] www.vlaanderen.be/ welzijnengezondheid
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel. 02 553 80 11
[email protected] www.lne.be
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Arenbergstraat 9 1000 Brussel Tel. 02 553 69 77
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] www.vlaanderen.be/cultuur www.vlaanderen.be/jeugd www.vlaanderen.be/sport www.vlaanderen.be/media
Departement Mobiliteit en Openbare Werken Koning Albert II-laan 20 bus 2 1000 Brussel Tel. 02 553 71 02 mobiliteit.openbarewerken@ vlaanderen.be www.mobielvlaanderen.be
Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Koning Albert II-laan 19 bus 12 1210 Brussel Tel. 02 553 83 02
[email protected] www.bouwenenwonen.be www.ruimtelijkeordening.be www.onroerenderfgoed.be www.vioe.be
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Gewesten en Gemeenschappen
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Communicatiecentrum Noord (CCN) Vooruitgangstraat 80 1035 Brussel City Center Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel Tel. 02 204 21 11 www.brussel.irisnet.be Waalse overheidsdienst Place de la Wallonie 1 5100 Jambes Tel. 081 33 31 11 Eerste contact Gratis nummer: 0800 11 901 wallonie.be
303
Ministerie van de Franstalige Gemeenschap Wallonië-Brussel Leopold II-laan 44-48 1080 Brussel Tel. 02 413 23 11 Gratis nummer: 0800 20 000 www.cfwb.be Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap Gospertstrasse 1 4700 Eupen Tel. 087 59 63 00 Gratis nummer: 0800 23 032 www.dglive.be
Andere contacten Onderstaande gegevens zijn bijkomende contactmogelijkheden. Ze zijn niet vermeld in de rubriek Contacten die je over het hele boekje aantreft. Gezondheid en sociale zekerheid Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) Tervurenlaan 211 1150 Brussel Tel. 02 739 71 11 www.riziv.be Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ ) Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Tel. 02 546 42 11 www.rsvz.be Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) Troonstraat 30 A 1000 Brussel Tel. 02 229 35 00 www.hziv.be ZIEKENFONDSEN Landsbond der Christelijke Mutualiteiten Haachtsesteenweg 579 bus 40 1031 Brussel Tel. 02 246 41 11 www.cm.be
304
Landsbond van Liberale Mutualiteiten Livornostraat 25 1050 Brussel Tel. 02 542 86 00 www.mut400.be
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Gewesten en Gemeenschappen
Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen Charleroisesteenweg 145 1060 Brussel Tel. 02 538 83 00 www.neutrale-ziekenfondsen.be Onafhankelijke Ziekenfondsen Sint-Huibrechtsstraat 19 1150 Brussel Tel. 02 778 92 11 www.mloz.be Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten Sint-Janstraat 32-38 1000 Brussel Tel. 02 515 02 11 www.socmut.be Andere contacten in verband met sociale zekerheid vind je in de hoofdstukken "Werkgelegenheid en arbeid" of "Pensioen".
305
Andere contacten
Werkgelegenheid en arbeid Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) Victor Hortaplein 11 1060 Brussel Tel. 02 509 31 11 www.rsz.be GEWESTELIJKE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) Keizerslaan 11 1000 Brussel Servicelijn: 0800 30 700 (gratis oproep) Tel. 02 506 15 11
[email protected] www.vdab.be
306
Spanjaardstraat 17 8000 Brugge Tel. 050 44 04 11
Stationslaan 12 3700 Tongeren Tel. 012 23 05 03
Leopold II-laan 101-103 1080 Brussel Tel. 02 426 26 14
Wetstraat 95 1040 Brussel Tel. 02 235 18 37
Spoorwegstraat 7 2300 Turnhout Tel. 014 44 51 10
Kongostraat 7 9000 Gent Tel. 09 265 47 11
Witherenstraat 19 1800 Vilvoorde Tel. 02 255 92 00
FOREM De Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling www.leforem.be
Thonissenlaan 47 3500 Hasselt Tel. 011 26 06 00
Actiris (Brussel) Anspachlaan 65 1000 Brussel Tel. 505 14 11 www.actiris.be
Rijselsestraat 57 8500 Kortrijk Tel. 056 24 74 00
Buitendiensten
St. Maartenstraat 5 3000 Leuven Tel. 016 29 86 00
Gallaitstraat 36 1030 Brussel Tel. 02 245 08 50
Arbeidsmarktbeheer en competentiecentra regionaal
H. Consciencestraat 5-7 2800 Mechelen Tel. 015 28 15 20
Marsveldplein 4 1050 Brussel Tel. 02 515 79 90
Hopmarkt 11 9300 Aalst Tel. 053 76 71 71
Perronstraat 10 8400 Oostende Tel. 059 55 65 11
F. Bernierstraat 40 1060 Brussel Tel. 02 534 17 35
Somersstraat 22 2018 Antwerpen Tel. 03 202 17 11
Stationsstraat 17 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 760 16 50
Birminghamstraat 225 1070 Brussel Tel. 02 524 01 63
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Andere contacten
Arbeitsamt (Arbeidsbemiddeling in het Duitse taalgebied) • Aachenerstrasse 73-77 4780 Sankt-Vith Tel. 080 28 00 60 • Hütte 79 4700 Eupen Tel. 087 63 89 00 WERKLOOSHEIDSVERZEKERING RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) Keizerslaan 7 1000 Brussel Tel. 02 515 41 11 www.rva.be Gewestelijke kantoren van de RVA Sint-Jobstraat 196 9300 Aalst Tel. 053 21 26 91
307
Andere contacten
308
Lentestraat 23 2018 Antwerpen Tel. 03 470 23 30
Vaartkom 31 bus 3/4 3000 Leuven Tel. 016 30 88 50
Leopoldstraat 25 A 1800 Vilvoorde Tel. 02 255 01 10
Kapelstraat 1 2850 Boom Tel. 03 888 63 13
Populierendreef 44-46 2800 Mechelen Tel. 015 28 29 40
Emmanuel de Neckerestraat 5 8200 Brugge Tel. 050 40 77 80
Bilemontstraat 225 7700 Moeskroen Tel. 056 39 19 50
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) Brabantstraat 62 1210 Brussel Tel. 02 209 13 13 www.hvw.fgov.be
Charleroisesteenweg 60 1060 Brussel Tel. 02 542 16 11
Kaaistraat 18 8400 Oostende Tel. 059 80 27 10
Geldroplaan 5 9200 Dendermonde Tel. 052 25 99 80
Bergstraat 5 9700 Oudenaarde Tel. 055 23 51 30
Korte Meer 33 9000 Gent Tel. 09 265 88 40
Jan Mahieustraat 49 8800 Roeselare Tel. 051 22 87 22
Bampslaan 23 3500 Hasselt Tel. 011 26 01 10
Plezantstraat 159 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 780 59 70
Lange Meerstraat 9 8900 Ieper Tel. 057 22 41 90
Hondsstraat 25 bus 1 3700 Tongeren Tel. 012 44 07 30
Marksesteenweg 5 8500 Kortrijk Tel. 056 24 17 41
Spoorwegstraat 24 2300 Turnhout Tel. 014 44 30 90
ZELFSTANDIGEN EN ONDERNEMINGEN Bedrijvenloketten Er bestaan 10 erkende bedrijvenloketten met een uitgebreid netwerk van kantoren.Volgende lijst vermeldt alleen de maatschappelijke zetel.
Formalis vzw Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Tel. 02 545 58 02 Go-Start vzw Genèvestraat 4 1140 Brussel Tel. 02 729 92 11
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Andere contacten
H.D.P. vzw Kruidtuinstraat 67-75 1210 Brussel Tel. 02 219 15 03 K.M.O. Direct vzw Spastraat 8 1000 Brussel Tel. 02 238 04 11
Acerta vzw Sneeuwbeslaan 20 2610 Wilrijk Tel. 03 740 78 78
Loket van de Kamers van Koophandel vzw Louisalaan 500 1050 Brussel Tel. 02 648 50 02
BIZ vzw Koningsstraat 284 1000 Brussel Tel. 02 609 62 30
Partena vzw Anspachlaan 1 1000 Brussel Tel. 02 549 74 70
Eunomia vzw Oudenaardsesteenweg 7 9000 Gent Tel. 09 371 49 57
U.C.M. vzw Adolphe Lacomblélaan 29 1030 Brussel Tel. 02 743 83 90
309
Andere contacten
Sociale verzekeringen Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen van de Zelfstandigen (RSVZ) Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Tel. 02 546 42 11 www.rsvz.be De Nationale Hulpkas is aanwezig op de gewestelijke kantoren van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Zie verder onder "Pensioen". De lijst van de particuliere sociale verzekeringsfondsen vind je op de website van het RSVZ. CONTROLEORGANISMEN FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Toezicht op de Sociale Wetten Gewestelijke directies Administratief Centrum "De Pupillen" Graanmarkt 1 9300 Aalst Tel. 053 75 13 33
310
Theaterbuilding Italiëlei 124 bus 56 2000 Antwerpen Tel. 03 213 78 10 Breidelstraat 3 8000 Brugge Tel. 050 44 20 30 Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. 02 235 54 01 L. Delvauxstraat 2 A 9000 Gent Tel. 09 265 41 11 Sint-Jozefsstraat 10.9 3500 Hasselt Tel. 011 35 08 80 IJzerkaai 26-27 8500 Kortrijk Tel. 056 26 05 41 Philipssite 3 A bus 8 3001 Leuven Tel. 016 31 88 00 Louizastraat 1 2800 Mechelen Tel. 015 45 09 80 Kleine Bassinstraat 16 8800 Roeselare Tel. 051 26 54 30
Kazernestraat 16 blok C 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 760 01 90 E. Jaminéstraat 13 3700 Tongeren Tel. 012 23 16 96 Warandestraat 49 2300 Turnhout Tel. 014 44 50 10 Aubreméstraat 16 1800 Vilvoorde Tel. 02 257 87 30 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Toezicht op het Welzijn op het Werk Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. 02 233 45 11 Gewestelijke directies Theaterbuilding Italiëlei 124 bus 77 2000 Antwerpen Tel. 03 232 79 05 Breidelstraat 3 8000 Brugge Tel. 050 44 20 20 Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. 02 233 45 46
Administratief Centrum "Ter Plaeten" Sint-Lievenslaan 33 B 9000 Gent Tel. 09 268 63 30 Sint-Jozefsstraat TT14 3500 Hasselt Tel. 011 35 08 60
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Andere contacten
Philipssite 3 A bus 8 3001 Leuven Tel. 016 31 88 30 FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociale Inspectie Victor Hortaplein 40 bus 20 1060 Brussel Tel. 02 528 60 11 www.socialsecurity.be www.socialsecurity.fgov.be www.mijnsocialezekerheid.be Weldra: Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50 1000 Brussel Buitendiensten Regio Antwerpen Theaterbuilding Italiëlei 124 bus 63 2000 Antwerpen Tel. 03 206 99 00
311
Andere contacten
Regio West-Vlaanderen Oude Gentweg 75 C 8000 Brugge Tel. 050 44 59 60 Regio Brussel - Vlaams-Brabant Stevensstraat 7 (21e verd.) 1000 Brussel Tel. 02 545 06 70 Weldra: Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50 1000 Brussel Tel. 02 545 07 00 Regio Oost-Vlaanderen Laurent Delvauxstraat 2 9000 Gent Tel. 09 265 41 41 Regio Limburg TT14, St-Jozefsstraat 10 bus 8 3500 Hasselt Tel. 011 35 08 20 Justitie
312
Predikherenrei 3 8000 Brugge Tel. 050 44 24 10
Lappersfort 1 9700 Oudenaarde Tel. 055 31 21 44
Regentschapsstraat 63 1000 Brussel Tel. 02 557 76 11
Piepelpoel 13 3700 Tongeren Tel. 012 44 07 80
Zwarte Zustersstraat 8 9200 Dendermonde Tel. 052 25 05 20
Merodecenter Merodelei 1 2300 Turnhout Tel. 014 47 13 40
Cataloniëstraat 6-9 9000 Gent Tel. 09 269 62 20 Maagdendries 3 3500 Hasselt Tel. 011 29 50 40 R. Colaertplein 31 8900 Ieper Tel. 057 22 71 70 Burgemeester Nolfstraat 51 8500 Kortrijk Tel. 056 26 06 31
JUSTITIEHUIZEN
Bondgenotenlaan 116 3000 Leuven Tel. 016 30 14 50
Kipdorp 44-46 2000 Antwerpen Tel. 03 206 96 20
Schoolstraat 9 2800 Mechelen Tel. 015 43 36 11
Iepersteenweg 87 8630 Veurne Tel. 058 33 23 50 BUREAUS VOOR RECHTSBIJSTAND Gerechtsgebouw Bolivarplaats 20 bus 15 2000 Antwerpen Tel. 03 260 72 80 Gerechtsgebouw Langestraat 120 8000 Brugge Tel. 050 34 97 20 Gerechtsgebouw Poelaertplein 1000 Brussel Tel. 02 519 84 68
Gerechtsgebouw Noordlaan 31 lokaal 02 9200 Dendermonde Tel. 052 21 71 83 Gerechtsgebouw Koophandelsplein 23 9000 Gent Tel. 09 267 41 44
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Andere contacten
Gerechtsgebouw Thonissenlaan 75 3500 Hasselt Tel. 011 24 66 70 Gerechtsgebouw Grote Markt 1 8900 Ieper Tel. 0473 48 71 74 Gerechtsgebouw I Burgemeester Nolfstraat 10 A lokaal 54 B (1e verd.) 8500 Kortrijk Tel. 056 26 95 20 Gerechtsgebouw Smoldersplein 5 3000 Leuven Tel. 016 21 45 45 Gerechtsgebouw Keizerstraat 20 2800 Mechelen Tel. 015 28 81 97
313
Andere contacten
Gerechtsgebouw Bourgondiëstraat 5 9700 Oudenaarde Tel. 055 33 16 49 Huis van de Advocaat Kielenstraat 20 3700 Tongeren Tel. 012 74 74 96 Gerechtsgebouw Kasteelplein 1 2300 Turnhout Tel. 014 42 22 77 Gerechtsgebouw Peter Benoitlaan 2 8630 Veurne Tel. 058 29 63 31 PENSIOEN Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) Zuidertoren 1060 Brussel Tel. 02 529 30 02 Tel. 0800 50 246 (gratis oproep) www.rvponp.fgov.be Gewestelijke kantoren Sint Katelijnevest 54 bus 7 2000 Antwerpen Tel. 03 224 85 50
314
Torhoutsesteenweg 281 8200 Sint-Andries-Brugge Tel. 050 40 62 60 Zuidertoren 1060 Brussel Tel. 02 529 28 89 Koningin Fabiolalaan 116 9000 Gent Tel. 09 248 38 11 Ridder Portmansstraat 16 3500 Hasselt Tel. 011 30 12 70 Keer der Vlamingenstraat 6 8500 Kortrijk Tel. 056 23 67 60 Renier Sniedersstraat 2-4 2300 Turnhout Tel. 014 44 87 70 Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel Tel. 02 558 60 00 www.pdos.fgov.be Gewestelijke kantoren Sint Katelijnevest 54 (5e verd.) 2000 Antwerpen (maandag, dinsdag en woensdag)
Torhoutsesteenweg 281 8000 Brugge (elke dinsdag) Koningin Fabiolalaan 116 9000 Gent (elke woensdag) Ridder Portmansstraat 16 3500 Hasselt (elke maandag en elke 1e, 3e en desgevallend 5e dinsdag van de maand) Keer der Vlamingenstraat 6 8500 Kortrijk (elke donderdag) Huize Willy Kooy Hospitaalstraat 35 8400 Oostende (2e en 4e donderdag van de maand) Administratief Centrum "De Baljuw" Driekoningenstraat 4 (gelijkvloers) 9100 Sint-Niklaas (elke 1e, 3e en desgevallend 5e donderdag van de maand) R. Sniederstraat 2 2300 Turnhout (elke 2e en 4e donderdag van de maand) Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Jan Jacobsplein 6 1000 Brussel Tel. 02 546 42 11 www.rsvz.be
Gewestelijke kantoren Oudaan 8-10 2000 Antwerpen Tel. 03 224 46 11
[email protected] Waterloolaan 77 1000 Brussel Tel. 02 546 44 24
[email protected]
Nuttige adressen
Nuttige adressen
Andere contacten
Leopoldplein 16 bus 5 (3e verd.) 3500 Hasselt Tel. 011 85 48 11
[email protected] Koningin Fabiolalaan 116 9000 Gent Tel. 09 379 49 11
[email protected] Vaartstraat 54 3000 Leuven Tel. 016 31 47 11
[email protected] Abdijbekepark 2 8200 Sint-Andries-Brugge Tel. 050 30 53 11
[email protected]
315
Nota's
.%$%2,!.$3
BELGOPOCKET
)N DEZE E EDITIE VAN DE "ELGOPOCKET VIND JE CONCRETE ANTWOORDEN OP HEEL DIVERSE VRAGEN VEEL CONTACTPUNTEN
'EZONDHEID EN SOCIALE ZEKERHEID 7ERKGELEGENHEID EN ARBEID (UISVESTING -OBILITEIT EN TRANSPORT &AMILIE ,EEFMILIEU #ONSUMENTENBESCHERMING *USTITIE 0ENSIOEN "ELASTINGEN EN ½SCALITEIT "URGERSCHAP EN DEMOCRATIE .UTTIGE ADRESSEN
"ELGOPOCKET IS HET RESULTAAT VAN DE SAMENWERKING TUSSEN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENSTEN EN DE ADMINISTRATIES VAN DE GEWESTEN EN DE GEMEENSCHAPPEN
6ERANTWOORDELIJKE UITGEVER /LIVIER !LSTEENS 7ETSTRAAT "RUSSEL
$E ANTWOORDEN ZIJN IN THEMA´S GERANGSCHIKT ELK IN EEN EIGEN KLEUR