Rudolf Steiner en de Vrije Scholen
Carlos Martens
Rudolf Steiner en de Vrije Scholen Drie ervaringen en een kritische reflectie
Onderwijsmensen kennen doorgaans wel Rudolf Steiner, de stichter van de zgn. Vrije of Antroposofische scholen – niet te verwarren met de Europese schrijver George Steiner. Rudolf was van Oostenrijkse afkomst, geboren in 1861 en gestorven in het Zwitserse Dornach, vandaag de dag nog steeds het centrum van de Steinerbeweging. Een ‘verlichte’ geest - filosoof zou ik hem nauwelijks noemen - eerder een occultist. Occultisme wijst op kennis die men krijgt langs een boven- of buitenzintuiglijke weg, waarvoor een bepaalde ‘begaafdheid’ verondersteld wordt; een kennis kortom die door niemand kan gecontroleerd of geverifieerd worden en bijgevolg ook geen enkele wetenschappelijke waarde heeft. Het gaat er om of je de verworven kennis gelooft of niet gelooft, aanvaardt of niet aanvaardt. Daardoor valt de hele discussie rond Steiner uiteen in ‘gelovigen’ en ‘nietgelovigen’. De literatuur rond Steiner is opgesplitst in boeken voor en boeken tegen hem. Insiders vinden buitenstaanders meestal onbekwaam om de gedachten van de ‘meester’ - zeg maar de ‘goeroe’ - te vatten. Outsiders haken vrij spoedig af omwille van de irrationaliteit van de gedachten en de al te tijdgebonden en vaak lang achterhaalde ideeën en werkwijzen die door de ‘adepten’ hardnekkig in stand gehouden worden.
65ste jaargang nr. 3
74
de katholieke schoolgids
‘Op tocht met kinderen’
Wies Merckx
‘Op tocht met kinderen’
Op een regionaal netwerk van leerkrachten die zich op school sterk engageren voor de pastoraal (in februari 2010) werden activiteiten rond Maria voorgesteld en uitgewisseld. Zo ontstond de vraag om op grotere schaal een initiatief te nemen voor scholen die op tocht gaan met kinderen in de meimaand. Ondertussen is in alle regionale netwerken van ‘Christenen op school’ dit onderwerp aan bod gekomen. Op 24 mei 2011 nodigen we zoveel mogelijk scholen uit om (bij voorkeur) met kinderen van de derde graad op stap te gaan. Wat kan dat zoal betekenen? Hoe kan je het aanpakken?
65ste jaargang nr. 3
78
de katholieke schoolgids
Meervoudig intelligent tafels vermenigvuldigen!
Henk De Reviere
Meervoudig intelligent tafels vermenigvuldigen!
De tafels van vermenigvuldiging leren is voor veel kinderen een probleem. Deze vormen nochtans de basis voor talloze andere bewerkingen bij het rekenen. Beheersing van de tafels van vermenigvuldiging is essentieel voor de verdere ontwikkeling van de rekenvaardigheden van kinderen. Wanneer kinderen de tafels niet paraat kennen, ontstaat er een probleem in de hogere leergroepen bij allerlei toepassingen, zoals grote vermenigvuldigingen, delen en breuken. Het is dus heel belangrijk dat de tafels vanaf het begin grondig gekend worden. Na een goede vakdidactische aanpak zien we dat de kinderen de tafels van vermenigvuldiging niet automatiseren. Wat doen we dan? We overstelpen de kinderen met alsmaar meer oefeningen. Beter is om bij de kinderen nieuwe ingangen, leerwegen of invalshoeken te zoeken volgens het concept van de meervoudige intelligentie (= MI). Via MI kunnen we uitzoeken op welke gebieden het betreffende kind sterk is. Vanuit die sterke kant kunnen we activiteiten inzetten die een optimale match mogelijk maken tussen nog niet goed beheerste leerstof en een sterke kant van de leerling. Want misschien ligt het automatiseringsprobleem ook wel deels aan de soms stereotiepe aanpak. In vijf vorige artikelen “Leerlingen zijn knap op verschillende manieren!” (DKS 2006, nr. 5 blz. 153 – 158), “Wat moeten we met die meervoudige intelligentie?” (DKS 2007, nr. 3 blz. 79 – 85), “Meervoudig intelligent werken aan statusverschillen!” (DKS 2008, nr. 3 blz. 82 – 88) , “Meervoudig intelligent werken aan taalonderwijs” (DKS 2009, nr. 2 blz. 76 - 82 ) en “Help, ik heb beelddenkers in mijn klas!” (DKS 2010, nr. 2 blz. 43 – 49) heb je reeds kennis kunnen maken met de acht soorten intelligenties.
65ste jaargang nr. 3
82
de katholieke schoolgids
“We zijn soms op hol geslagen leerkrachten”
Miet Fournier
“We zijn soms op hol geslagen leerkrachten” of: tijd voor rust!
Tijdens een zaterdags bezoek aan de autonome kleuterschool Edugo Lourdes te Oostakker in het kader van de DHOS-opleiding, viel de rust, de orde en de eenvoud van de klassen op. Was dit altijd zo? Of was dit omdat het zaterdag was en de kleuters er niet waren? Hoe zou het zijn wanneer de kinderen in volle actie zijn? Nieuwsgierig geworden naar de oorzaak van de rust ging ik terug wanneer de klassen in volle gang waren en nam een interview af met de kleuterleidsters. Hieronder volgt een verslag van wat de leidsters vertelden.
88
Een ontwikkelingsgericht aanbod binnen een gemengde klasgroep
Ingrid Mattheeuws
Een ontwikkelingsgericht aanbod binnen een gemengde klasgroep
65ste jaargang nr. 3
92
de katholieke schoolgids
Speelwerkbladen als basis voor actief handelen met materialen
Lily Vandemaele
Speelwerkbladen als basis voor actief handelen met materialen
Speelwerkbladen in de kleuterschool, het blijft een heet hangijzer… In het verleden verschenen in dit tijdschrift reeds artikels rond kritisch en ontwikkelingsgericht gebruik van speelwerkbladen, nl.
- Blaadjes met veel plaatjes, door Riet Coulier, maart 2000, p. 84-91 - Kritisch omgaan met speelwerkbladen, door Brigitte Philips, maart 2010, p. 63-67.
In dit artikel gaan we in op het ‘anders’ gebruiken van speelwerkbladen, zoals aangegeven in het Ontwikkelingsplan: namelijk speelwerkbladen zoveel mogelijk vertalen in leuke activiteiten met ‘echte’ materialen. Hierdoor ontstaan kansen om deze vroeger in het proces in te schakelen of rijker te maken in gebruik.
65ste jaargang nr. 3
97
de katholieke schoolgids