Wethouder van Sociale zaken, Werkgelegenheid, Wijkaanpak en Sport,
Rabin S. Baldewsingh
Gemeente Den Haag
De voorzitter van de Commissie Samenleving
BOW/2015.47 – RIS 280888 06-52524648
1 18 februari 2015 Hoofdlijnenbrief Integratie
Tijdens de vergadering van de commissie Samenleving op 8 januari 2015 heb ik de toezegging gedaan te komen met een brief over het integratiebeleid in deze collegeperiode. Met deze brief kom ik tegemoet aan deze toezegging. Het doel van integratie is te komen tot een Haagse samenleving waar een ieder zich houdt aan de beginselen van de Nederlandse rechtstaat. Fatsoenlijk gedrag is de norm. In de Haagse samenleving moet iedere burger zijn plek kunnen vinden en een bestaan kunnen opbouwen. Het Haags klimaat is er een waar iedere Hagenaar zich thuis moet kunnen voelen, eigen verantwoordelijkheid neemt en gebruik maakt van de eigen kracht. We hebben rechten maar ook plichten. Den Haag is een stad van diversiteit. Iedereen telt mee. Iemand kan zich niet op de vrijheid van godsdienst of de vrijheid van meningsuiting beroepen zonder die vrijheid ook aan anderen te gunnen. Deze wederkerigheid is een voorwaarde voor de open samenleving waarin wij leven. Wederkerigheid is niet iets tussen burgers en overheid alleen maar juist ook tussen individuen, groepen en culturen. Arm en rijk, oud en jong, religieus of niet religieus, homo of hetero, iedereen moet zijn bijdrage leveren aan het samen stad zijn. Den Haag heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een internationale stad. Met het internationaal gerechtshof en de hoofdkantoren van diverse grote multinationals zoals Shell en Siemens kan Den Haag met recht een internationale stad worden genoemd. Samen met de Rijksoverheid vormen de multinationals een belangrijke motor van de Haagsche economie. Bij zo’n internationale stad hoort een open en tolerant klimaat voor de vele nieuwkomers in de stad. Het is de uitdaging om dit klimaat ook in de toekomst te blijven garanderen. Het karakter van de stad Den Haag is de afgelopen decennia veranderd. In Den Haag wonen burgers met 140 verschillende etnische achtergronden. De stad is hierdoor kleurrijker en diverser geworden. Dit vraagt om een klimaat in de stad waar ‘samen leven’ vanzelfsprekend is. Dit geldt voor burgers, voor de internationale bedrijven, maar ook het midden- en kleinbedrijf dat een belangrijke schakel is voor een gunstig vestigingsklimaat. Steeds vaker komen die ondernemers en ZZP-ers uit een van de vele etnische minderheidsgroepen van de stad. Iedereen moet zich daarom thuis kunnen voelen in Den Haag.
Latifa Bakrimi
BOW/2015.47
2
De diversiteit in de stad kent vele gezichten. Van een Engelse topman tot een beveiligingsbedrijf dat gerund wordt door een Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse Hagenaar. Een superdiverse stad kent echter niet automatisch een positieve uitkomst. Een strategisch integratiebeleid moet worden gevoerd zodat iedereen zich thuis voelt dankzij en ondanks de verschillen en iedereen in gelijke mate mee kan doen. Doel van het integratiebeleid is het realiseren van de bereidheid om samen te leven en daar ook in te willen investeren. Den Haag is een open samenleving, een stad zonder muren, zonder scheidslijnen tussen volken, culturen of religies. Deze manier van samenleven moeten we beschermen. De uitdaging waar we vandaag voor staan is de aanpak van jongeren die zich afzetten tegen de samenleving. Voor de veiligheid van onze stad maar ook voor het behoud van wat we hebben opgebouwd zullen we hard moeten werken aan het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering en het vergroten van de weerbaarheid van jongeren. Vanuit het perspectief van integratie zullen we netwerken versterken om uitsluiting te voorkomen en de achterliggende oorzaken van radicalisering weg te nemen. Wederkerigheid is hier een belangrijk begrip. Burgers hebben rechten, maar ook plichten. Het moment is daar om het integratiebeleid aan te passen aan de huidige situatie in de stad. De Haagse hoogleraar Maurice Crul (2012) beschrijft in zijn onderzoek over superdiversiteit dat het idee van de ‘gevestigde autochtonen’ en daarnaast ‘de allochtone nieuwkomers’ niet meer werkt in de grote steden. Tweede generatie jongeren zijn in veel buurten vaker de ‘geboren en getogen’ groep dan hun jonge stadsgenoten uit de oude meerderheidsgroep. We mogen niet wegkijken bij polarisatie tussen groepen Hagenaars. Er zijn Hagenaars die zich niet comfortabel voelen bij of zich verzetten tegen de diversiteit in de stad of in hun wijk. Het integratiebeleid richt zich ook op deze groep. Aan de andere kant richt het integratiebeleid zich op een vergelijkbare groep onder diverse etnische minderheidsgroepen die zich opsluit in de eigen groep en die met groot wantrouwen naar zijn leef- en werkomgeving kijkt. Voor veel mensen is religie nog altijd belangrijk. Religieuze instellingen zijn van grote betekenis, juist in de moderne samenleving. Door meer dialoog en ontmoetingen ontstaat meer kennisoverdracht en begrip. Met het integratiebeleid willen wij ons richten op het scheppen van voorwaarden om te komen tot een samenleving waarin iedereen trots kan zijn op de stad Den Haag, een klimaat waarin iedereen meedoet. De Haagse cultuur moeten we koesteren en nieuwe culturen moeten we omarmen om te komen tot een eigentijdse Haagse cultuur. Integratie hoort een onderdeel te zijn van alle beleidsterreinen. Bij het maken van beleid moet rekening gehouden worden met het bereiken van alle groepen in de stad. Organisatieonderdelen moeten bij het maken van nieuw beleid denken vanuit de diversiteit in de stad. Dit geldt ook voor de gesubsidieerde instellingen. Het onderling verbinden van personen en organisaties, het antidiscriminatiebeleid en het stimuleren van initiatief en eigenaarschap in de stad zijn daarbij aandachtspunten voor de komende jaren. Dat in de praktijk blijkt dat een aantal groepen moeilijk bereikbaar is vergt extra inspanning om het gemeentelijk beleid te kunnen realiseren. Integratiebeleid staat niet op zich maar is integraal onderdeel van het collegebeleid. Daarnaast worden nieuwe werkwijzen ontwikkeld op het gebied van integratie door initiatieven vanuit de stad (bewoners, instellingen, bedrijven) te stimuleren en te faciliteren, en meer eigen verantwoordelijkheid bij bewoners en (zelf)organisaties te bevorderen. De rol van de gemeente is deze groepen te ondersteunen.
BOW/2015.47
3
Integratie is geen keuze: hoe ziet onze stad er in al haar diversiteit uit? Den Haag is een diverse stad die een thuisbasis biedt aan veel verschillende culturen. Per 1 januari 2015 telt Den Haag 515.880 inwoners en vele nationaliteiten. De huidige Haagse bevolking bestaat voor meer dan de helft uit mensen met een andere etnische achtergrond. De grootste migrantengroepen zijn van Surinaamse afkomst, daarna gevolgd door Turkse, Marokkaanse, Midden- en Oost-Europese, Indonesische en Antilliaanse afkomst. De snelst groeiende groep is die van EU-(arbeids)migranten uit Midden- en OostEuropa. Den Haag kent ook veel expats, buitenlandse studenten en kennismigranten die zich voor een langere tijd verbinden aan de stad. We zijn trots op dit Den Haag. We staan op de drempel van een nieuwe wereld met een goede sociale mix in de stad. De positie van migrantengroepen op de Haagse arbeidsmarkt heeft zich de afgelopen jaren in ongunstige zin ontwikkeld. Haagse inwoners van niet-westerse afkomst zijn in 2013 beduidend vaker werkzoekend dan autochtone Hagenaars. Bij uitkeringsgerechtigden zien we een vergelijkbaar beeld als bij werkzoekenden. Ook de jeugdwerkloosheid onder migranten is hoog. Surinaamse Nederlanders scoren hoog op taalbeheersing en contacten buiten de eigen groep. Maar zij hebben nog steeds aanzienlijke achterstanden op autochtone Hagenaars: de werkloosheid is hoger, meer mensen hebben een uitkering en het onderwijsniveau is lager. Het aantal Surinaamse Hagenaars bedraagt rond 46.000 personen. De omvang van de groep is stabiel en lijkt de laatste jaren licht te dalen. Den Haag telt 12.209 Antilliaanse Nederlanders. Met een groot deel van de Antilliaans-Nederlandse jongeren gaat het goed, zij boeken goede resultaten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs en doen het goed op de arbeidsmarkt. Een deel van deze jongeren heeft echter nog steeds met achterstanden te maken. Zij zijn oververtegenwoordigd in de registratie van voortijdig schoolverlaters, werkzoekenden en als ontvangers van uitkering. Den Haag telt bijna 29.000 inwoners met een Marokkaanse achtergrond. Met een groot deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren gaat het goed, zij boeken goede resultaten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs en doen het goed op de arbeidsmarkt. Een ander deel van deze jongeren heeft echter nog steeds met achterstanden te maken. Samen met de Antilliaanse jongeren zijn zij vaker geregistreerd als verdachten van criminaliteit en komen ook vaker voor in de registratie van voortijdig schoolverlaters, werkzoekenden, uitkeringsontvangers. Den Haag telt bijna 39.000 inwoners met een Turkse achtergrond. De Turkse Hagenaars scoren in de statistieken tussen Surinamers en Marokkanen en Antillianen in. Het gemiddelde opleidingsniveau stijgt en het aandeel laagopgeleiden daalt. Op 1-1-2014 zijn in Den Haag 16.831 personen uit Midden- en Oost-Europa ingeschreven in het BRP (Basisregistratie personen) en 6.467 migranten uit Griekenland, Italië, Portugal en Spanje. Hoeveel EUarbeidsmigranten er werkelijk in Den Haag wonen, is niet duidelijk. Er wordt geschat dat de helft van de EU-arbeidsmigranten zich niet inschrijft in het BRP. Het recht van EU-burgers om zich vrij te verplaatsen en om zich ook elders binnen Europa te vestigen, biedt echter niet de garantie dat burgers geruisloos hun weg vinden in die nieuwe samenleving. De meeste EU-arbeidsmigranten werken, volgen Nederlandse taallessen en hun kinderen gaan naar school. Maar uit het aantal EU-migranten dat voor hulp aanklopt bij de spreekuren blijkt dat veel van hen behoefte heeft aan informatie en hulp bij problemen rondom vestigen, wonen, werken en leven in Den Haag. Speerpunten om het integratiebeleid te realiseren Het college kiest voor een stad waarbij iedereen met elkaar samen leeft op grond van gelijkwaardigheid, met respect voor ieders eigenheid. Dat vereist een actieve participatie van burgers in deze stad.
BOW/2015.47
4
We willen daarvoor de Haagse kracht gebruiken. Instellingen nemen verantwoordelijkheid voor het bereiken van concrete, meetbare resultaten. Met het voorgaande als vertrekpunt stellen we vijf speerpunten centraal: - werkgelegenheid en participatie; - anti-discriminatie; - onderwijs en taal; - welbevinden; - sociale druk. Mensen moeten het gevoel hebben ‘ik hoor erbij’. 1. Meer werk en meer participatie Werk staat voor dit college voorop. In Den Haag moet iedereen meedoen. De strijd tegen (jeugd-) werkloosheid heeft daarom de komende jaren prioriteit. Daartoe wordt het programma Werk en Economie ingericht. Doel is meer mensen aan het werk. Banen die beschikbaar komen, komen ook ten gunste van de migrantengroepen. Vanuit het integratiebeleid kunnen we aanvullend samen met onder andere het Werkgeversservicepunt (WSP) en Den Haag Inclusief, werkgevers stimuleren tot meer diversiteit op de werkvloer. In de afgelopen jaren is er een nieuwe economie ontstaan met multiculturele ondernemers. Zij bieden onder andere ook nieuwe kansen als het gaat om stageplekken en opleiding van jongeren. Werk zorgt er niet alleen voor dat mensen in staat zijn om in hun dagelijks onderhoud te voorzien, maar is ook een belangrijke vorm van participatie in de samenleving. 1.1 Wat gaan we doen? Samenwerking zoeken met Haagse organisaties om te komen tot een divers personeelsbeleid. Wij stimuleren dat de 10.000 banen die worden gecreëerd ook beschikbaar zijn voor migrante werkzoekenden. Taal in de Buurt resultaatgericht inzetten als laagdrempelige taalvoorziening voor geïsoleerde groepen en om toeleiding naar (vrijwilligers)werk en participatie te bevorderen. Beheersing van de Nederlandse taal is belangrijk om deel te kunnen nemen aan de arbeidsmarkt of om als vrijwilliger actief te zijn als opstap naar werk. Maatwerk bieden bij het ondersteunen van groepen bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden die belangrijk zijn bij het vinden en het behouden van werk. Daarnaast zullen bedrijven worden ondersteund om meer diversiteitsensitief te worden door o.a. ‘business to business meetings’ en expert meetings te organiseren. Activiteiten vanuit de aanpak discriminatie versterken eerlijke kansen bij het vinden van werk. Het college gaat meer vrijwilligerswerk stimuleren bij onder andere bewonersorganisaties en (nieuwe) bewonersgroepen voor mensen met een bijstandsuitkering. 2. Discriminatie heeft geen plek in Den Haag In Nederland moeten we ons allemaal houden aan de Grondwet. Artikel 1 begint meteen al met het gelijkheidsbeginsel. Gelijke behandeling staat dus hoog in het vaandel. Te veel mensen worden nog steeds ongelijk behandeld in onze stad, hebben geen gelijke kans op werk, worden onheus bejegend op straat, krijgen te horen dat ze niet deugen en ‘terug moeten naar hun eigen land’. Dit zijn allemaal verschillende uitsluitingsmechanismen die volwaardige participatie en welbevinden in eigen stad tegenhouden. Komende collegeperiode blijven wij ons daarom inzetten op het bestrijden van discriminatie. Elke gemeente is door het rijk verplicht om de toegang tot een onafhankelijke antidsicriminatievoorziening (ADV’s) voor burgers te garanderen.
BOW/2015.47
5
Burgers die zich gediscrimineerd voelen kunnen daarvan melding maken bij een ADV. Meldingen geven inzicht in de actuele ontwikkelingen, de omvang en de aard van discriminatie in de stad. Een samenwerkingsverband tussen ADV en wijken, bijvoorbeeld bij Servicepunten, buurthuizen, wordt verkend om zo de meldingsfunctie meer zichtbaar te maken bij bewoners. De crisis van de afgelopen jaren heeft de niet-westerse migranten (en dan met name de groep jongeren) extra hard getroffen. Werkloosheid onder de niet-westerse migranten(jongeren) is aanzienlijk hoger dan onder andere groepen. Ook bij gelijke kwalificaties laten de werkloosheidscijfers zien dat bepaalde groepen worden uitgesloten van de arbeidsmarkt. Ruim een kwart (landelijke cijfers) tot bijna een derde (lokaal) van discriminatie gebeurt op de arbeidsmarkt. De meest voorkomende discriminatiegrond is ras. Ook in de vrije tijd is het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in Den Haag: in de openbare ruimte, wanneer je uitgaat of sport, overal moet je ongeacht je afkomst of seksuele geaardheid jezelf kunnen zijn en je moet je overal welkom voelen. De link tussen antidiscriminatie en emancipatie moet versterkt worden. Mentale stabiliteit en weerbaarheid zorgen ervoor dat mensen weerstand kunnen bieden aan uitsluitingsmechanismen. 2.1 Wat gaan we doen? We streven ernaar gelijke kansen te creëren voor iedereen. Een ‘inclusief verdrag’ samen met andere Haagse werkgevers zorgt voor draagvlak om te komen tot inclusieve organisaties met een waardenvrij aanname- en personeelsbeleid. Dit verdrag zal starten met organisaties die zich verbonden hebben aan ‘Den Haag Inclusief’. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar discriminatie op de arbeidsmarkt. Op basis van de uitkomsten van dit lopende onderzoek volgen eventueel meer acties gericht op de arbeidsmarkt. Een stuurgroep met leden van verschillende besturen samenstellen die als katalysator fungeert om diversiteit in besturen te vergroten. Ervaringen uit de evaluatie van het Ambassadeursproject worden gebruikt om vervolg te geven aan acties voor meer diversiteit in besturen. Aandacht voor (gevoel van) discriminatie in het nieuwe horecabeleid. Het college gaat in gesprek met het bestuur van Koninklijke Horeca Nederland en jongeren over een transparanter deurbeleid. Het college gaat in gesprek met sportverenigingen, koepelorganisaties (NOC-NSF, KNVB, etc.) voor homo-acceptatie. Uit deze gesprekken zullen gezamenlijke acties volgen. Ontmoetingen organiseren voor een beter begrip, wederkerigheid en samenwerking tussen groepen. Vooroordelen naar elkaar toe, racisme, islamofobie en antisemitisme accepteren wij niet in onze stad. 3.
Onderwijs en taal voor een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt
Taal verbindt ons allemaal. Taal is een belangrijk instrument om te kunnen participeren: toegang tot de arbeidsmarkt, algemene voorzieningen, cultuur en de sociale omgang met andere bevolkingsgroepen. Onderwijs is er voor alle Hagenaars, maar op een aantal vlakken zien we dat Hagenaars met een migrantenafkomst achterblijven of juist oververtegenwoordigd zijn. Het terugdringen van taalachterstanden begint bij de jongste Hagenaars bij de voor- en vroegschoolse educatie. In schakelklassen leren jonge nieuwkomers de Nederlandse taal. Ouders van basisschoolkinderen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen kunnen via oudereducatie of extra taalles aan de slag met taal zodat zij hun kinderen beter kunnen begeleiden. Op mbo niveau 1 en 2 zet onderwijs in op extra taallessen. Jaarlijks kunnen meer dan drieduizend volwassen Hagenaars bij de volwasseneneducatie terecht om het Nederlands beter onder de knie te krijgen.
BOW/2015.47
6
Daarbij gaat extra aandacht uit naar de doelgroep EU-arbeidsmigranten zodat zij met behulp van Nederlandse taallessen beter kunnen integreren in de Haagse samenleving. De aanpak van schooluitval is een belangrijk speerpunt en wordt de komende tijd massief doorgezet. Onder de voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) is, ondanks een daling van het totale aantal vsv’ers, sprake van een oververtegenwoordiging van een aantal migrantengroepen (Marokkaanse, Antilliaanse en Poolse Hagenaars). Binnen het vsv-beleid levert de gemeente individueel maatwerk en houden we rekening met (eventuele) cultuurverschillen, zodat iedere jongere geholpen wordt op een manier die voor hem of haar het beste resultaat oplevert. Sociale druk en discriminatie bij jongeren kan leiden tot polarisatie en vervreemding in de Haagse samenleving. Dit kan invloed hebben op de schoolveiligheid. Het is belangrijk om in het onderwijs vroegtijdig sociale druk, polarisatie, discriminatie en mogelijke radicalisering te signaleren en bespreekbaar te maken. Ook het investeren in het maatschappelijk weerbaar maken van jongeren is van belang. Er wordt een verbinding gelegd met het Actieplan veilige school. Stageproblematiek bij jongeren heeft de aandacht binnen onderwijsbeleid. Stages en leerbanen zijn belangrijk voor het opdoen van werkervaring, maar ook om de aansluiting op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Uit de stad komen signalen dat jongeren moeite hebben om een stage of leerwerkplek te vinden. Met name Haagse migrantenjongeren lijken hiermee te worden geconfronteerd. In sommige gevallen leidt het niet hebben van een stage tot het niet kunnen afronden van de opleiding. Om ervoor te zorgen dat (migranten)jongeren meer kans maken op een stage vraagt de gemeente van het onderwijs om de (sociale) vaardigheden en netwerkontwikkeling van jongeren te stimuleren. De gemeente roept ook scholen op om meer oog te hebben voor mogelijke vooroordelen en discriminatie bij stagebedrijven. Wij vragen scholen om jongeren te stimuleren hiervan melding te doen. Wij vragen scholen ook om leerlingen geen stage meer te laten lopen bij bedrijven die aantoonbaar discrimineren. In Den Haag heeft meer dan de helft van de jongeren een niet-Nederlandse achtergrond. Het is van belang dat leerkrachten goed kunnen omgaan met deze diversiteit onder de leerlingen. Dit vraagt om leerkrachten die sensitief zijn op het gebied van cultuur en diversiteit. Leerkrachten die bijdragen aan een inclusieve en veilige omgeving binnen de school. In de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 is professionalisering van docenten een belangrijk speerpunt. Wij vragen scholen dit aspect mee te nemen in het professionaliseringsbeleid voor docenten. 3.1 Wat gaan we doen? Maatwerk toepassen bij het terugdringen van schooluitval onder Marokkaanse, Antilliaanse en Poolse Hagenaars. Het college steunt activiteiten die zorgen voor maatschappelijke weerbaarheid bij jongeren. Dit moet zichtbaar leiden tot het kunnen omgaan met sociale druk. Hiervoor wordt ook aansluiting gezocht bij Actieplan veilige school. Het college roept scholen op eventuele discriminatie bij stages en leerbanen aan te pakken en jongeren te stimuleren om melding te maken van vooroordelen en discriminatie. Gezien de diverse samenstelling van leerlingen in klaslokalen wordt meer van docenten verwacht. Wij gaan met scholen in gesprek om cultuursensitiviteit bij leerkrachten als extra aandachtspunt in het professionaliseringsbeleid voor docenten van scholen op te nemen.
BOW/2015.47
7
4. Welbevinden is een voorwaarde voor integratie Elke burger heeft recht op het gevoel erbij te horen, het gevoel te hebben van veiligheid en eigenwaarde. Wanneer een Haags klimaat het welbevinden van burgers stimuleert zal dit de motivatie in positieve zin stimuleren voor participatie in de maatschappij. Onderzoek laat zien dat de mate waarin mensen zich kunnen identificeren met hun etnische achtergrond bijdraagt aan de mate van hun geluk. We zouden met elkaar moeten benadrukken dat we een gedeelde geschiedenis hebben, dat we gezamenlijk investeren in gedeeld erfgoed en samen bouwen aan ons Haags erfgoed. Vanuit de sector Cultuur zal gewerkt worden aan het verruimen van de cultuurdiversiteit waardoor de basis gelegd wordt voor een gevarieerder cultuuraanbod. Hiermee bereiken we meer burgers uit migrantengroepen en worden groepen op een andere manier betrokken bij de samenleving. Het in dit voorjaar door de gemeenteraad vast te stellen Beleidskader Kunst en Cultuur 2017-2020 zal hier ook nader worden ingegaan. Vooruitlopend op dit beleidsdocument benoemen we drie manieren waarop nu reeds wordt gewerkt aan een hogere cultuurparticipatie van nieuwe Hagenaars: 1. In het huidige Meerjarenplan Kunst en Cultuur 2013-2016 en in het Deltaplan Cultuureducatie staat de ambitie verwoord dat alle Haagse leerlingen meer en beter cultuuronderwijs krijgen. Hiermee wordt een gedeelde culturele basis gelegd voor een positieve identificatie van jonge Hagenaars met hun stad en een hogere toekomstige cultuurparticipatie. 2. Culturele instellingen dienen zich rekenschap te geven van het publiek die zij willen bedienen. In hun programmering en productie dienen culturele instellingen ook open te staan voor de invloeden van een cultureel diverse samenleving en internationale invloeden. Culturele dynamiek komt hier ook uit voort. In dit kader is het van belang dat ook de bijdragen en culturen van migranten in deze stad een plek krijgen in het Haagse culturele erfgoed. Om deze reden ondersteunen wij het Haags Historisch Museum voor het opzetten en trekken van het Netwerk Erfgoed Haagse Migranten waarin diverse migrantenorganisaties participeren naast vertegenwoordigers van musea en erfgoedinstellingen. Gezamenlijk zetten deze netwerkdeelnemers zich in om Haags migrantenerfgoed structureel zichtbaar te maken voor alle Hagenaars. Ook andere instellingen geven er blijk van open te staan voor invloeden vanuit andere culturen. Denk bijvoorbeeld aan het jaarlijkse India Dance Festival dat door Korzo wordt georganiseerd. 3. Vanuit de cultuurankers en cultuurankerfuncties in de acht stadsdelen (Theater Dakota, Theater De Vaillant, De Nieuwe Regentes, Muzee, het Laaktheater, het Diamanttheater en de bibliotheekfilialen Loosduinen en Leidschenveen/Ypenburg) wordt gewerkt aan het bereiken van mensen in de wijken die niet gemakkelijk de weg weten te vinden naar de culturele instellingen in het centrum. Dit beleid lijkt de laatste jaren vruchten af te werpen, maar kan een extra impuls krijgen als het gaat om de cultuurparticipatie van nieuwe Hagenaars door in te zetten op amateurkunst en het leggen van verbindingen met migrantengroepen. Sport draagt bij aan zowel de fysieke als mentale gezondheid en het welbevinden van mensen. Het is bovendien een instrument om de participatie van mensen te stimuleren. Met sport wordt de eigen trots geprikkeld. Migranten nemen minder dan gemiddeld deel aan het Haagse sportaanbod, uitgezonderd voetbal en basketbal. Vanuit de sector Sport wordt een gericht beleid gevoerd op die wijken waar de sportdeelname het laagst is (vaak wijken waar veel migranten wonen). Meedoen met sport is belangrijk voor een stad. Het meedoen van mensen aan sportactiviteiten draagt bij aan samen bezig zijn (sport verbroedert), aan gezondheid en stimuleert de band van bewoners met elkaar en met de stad en zorgt voor profilering van de stad naar buiten toe. Vanuit integratieperspectief is sport van toegevoegde waarde voor het reguliere nieuwe sportbeleid door een verbinding te leggen tussen migrantenorganisaties en Sportsupport (‘bonding, bridging en linking’). Integratie versterkt, naast de wijkaanpak, stadsdelen en onderwijs om meer sport onder migranten te stimuleren. Sport is vanuit integratieoogpunt niet het doel, maar een middel om te werken aan het verbinden van mensen.
BOW/2015.47
8
In het coalitieakkoord heeft het college uitgesproken vertrouwen te hebben in de kracht van de Haagse samenleving. Die Haagse Kracht wordt gevormd door de bewoners en ondernemers van onze stad die samen met het bestuur willen werken aan de toekomst. De bewonersorganisaties hebben hierbij, naast bewonersgroepen, een belangrijke aanjaag- en ondersteuningsfunctie. Om de Haagse kracht tot volle bloei te laten komen is het nodig de ondersteuning aan de bewonersorganisaties, binnen de bestaande beleidskaders, te verbeteren en waar nodig te versterken. De uitvoering gebeurt in de stadsdelen en wordt gecoördineerd vanuit de Dienst PublieksZaken (servicegericht). Het beleid wordt ontwikkeld onder coördinatie en regie van de dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Mogelijk zijn er groepen die, door alle wijzigingen in het zorgstelsel, nog niet in staat zijn om op eigen kracht gebruik te maken van de voorzieningen. Hier moet onderzoek naar plaats vinden om beter zicht te krijgen op de omvang van deze problematiek. 4.1 Wat gaan we doen? Het college wil een breder cultuuraanbod stimuleren waar iedere Hagenaar zich in herkent. Daarnaast culturele activiteiten in wijken ondersteunen. Het college kiest onder andere voor de gezamenlijke viering van 5 mei, investeert in het intercultureel erfgoed en interculturele festivals. Continueren van het netwerk migrantenerfgoed van het Haags Historisch Museum, waarin naast diverse migrantenorganisaties ook vertegenwoordigers van Haagse erfgoedinstellingen participeren. Vanuit de cultuurankers en cultuurankerfuncties in de acht stadsdelen zal worden gewerkt aan het bereiken van mensen die niet gemakkelijk de weg weten te vinden naar de Haagse culturele instellingen. Het college zal extra bijdrage reserveren voor het stimuleren van initiatieven op het gebied van community art. Kleinschalige sportieve activiteiten ondersteunen van nieuwe groepen en (migranten)organisaties, aanhakend bij bestaande (sport) voorzieningen. Het college zal antidiscriminatie bespreekbaar maken bij sportinstellingen. Het college zal een onderzoek doen naar de bekendheid van bestaande voorzieningen onder groepen met een laag inkomen. Het programma EU-arbeidsmigratie wordt gecontinueerd. Daarnaast wordt het werk- en terugkeerproject Perspektywa geëvalueerd. De gerichte aanpak in het project ‘Afrikanen aan Zet’ tijdelijk continueren om meervoudige gezinsproblemen aan te pakken. Ondersteunen van asielzoekers met een voorlopige of voorwaardelijke verblijfsvergunning (statushouders) bij hun integratie in de Haagse samenleving. 5. Sociale druk en conservatisme Mede als gevolg van de incidenten die zich in de Schilderswijk en recent in Parijs en Kopenhagen hebben voorgedaan is het belang van het onderwerp radicalisering en sociale druk nogmaals bevestigd. Een vraagstuk dat in gezamenlijkheid moet worden opgepakt.
BOW/2015.47
9
In de brief van het college van 12 november 2014 (RIS 278115) wordt het beleid geschetst voor de komende vier jaar voor de Haagse aanpak op het gebied van de preventie van polarisatie, radicalisering en jihadisme. In deze brief wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene preventie (het voorkomen van uitsluiting en wegnemen van de achterliggende oorzaken van radicalisering) en specifieke preventie (maatwerk gericht op aanwijsbare personen en risicogroepen). De algemene preventie ligt in op de weg van het integratiebeleid. Een beleid dat is gericht op insluitings- en emancipatieprocessen en het bestrijden van daarvoor belemmerende factoren: sociaal-educatieve en sociaal-economische achterstanden, discriminatie en non-participatie buiten eigen kring. Religie en etniciteit spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de eigen identiteit. Jongeren worstelen soms met hun identiteit. Als jongeren zich uitgesloten voelen of discriminatie ervaren bestaat het risico dat zij zich gaan afzetten tegen de samenleving en zich terugtrekken in hun eigen groep. De verantwoordelijkheid van de opvoeding van kinderen ligt bij de ouders. Zij hebben een grote rol in het begeleiden van hun kinderen wanneer zij zich uitgesloten of gediscrimineerd voelen of zich afzetten tegen de maatschappij. Ouders moeten deze onderwerpen bespreekbaar maken en jongeren moeten zich door hun ouders gehoord voelen. Soms is er sprake van sociale druk vanuit de directe leefomgeving om zich te conformeren aan een bepaalde leefwijze. Deze groepen zouden meer betrokken moeten worden bij de rest van de stad. Alleen zo kan de betrokkenheid bij de stad en de onderlinge binding worden gestimuleerd. Dit raakt het emancipatiebeleid. Samen met wethouder Stedelijke Economie Zorg en Havens (SEZH) komen we later dit jaar met een voorstel voor een verdere uitwerking. 5.1 Wat gaan we doen? Het college organiseert stadsgesprekken om signalen van spanningen en onrust snel te lokaliseren, maar ook om onderlinge dialoog tussen groepen te stimuleren. Twee keer per jaar organiseert het college interreligieuze bijeenkomsten om gedeelde waarden tussen religies te expliciteren en vandaaruit vraagstukken te tackelen die onrust creëren binnen onze samenleving. Het college bevordert en ondersteunt initiatieven (vanuit specifieke doelgroepen) die deelname aan de Haagse samenleving stimuleren. Het college kiest er met dit beleid bewust voor om integratie onderdeel te laten uitmaken van het bestaand beleid. Dat betekent dus dat alleen in partnerschap dit beleid met succes kan worden uitgevoerd. Na bespreking van deze brief in de commissie gaan we dan ook het gesprek aan met de partijen in de stad. Om u inzicht te geven in de voortgang van het integratiebeleid zullen we u jaarlijks informeren met een voortgangsrapportage. Eind 2015 sturen we de eerste rapportage naar uw commissie. Met vriendelijke groet, Rabin Baldewsingh, wethouder
BOW/2015.47
10
Bijlage Cijfers van elke bevolkingsgroep in tabellen (percentages) Bron Integratie monitor 2014 (RIS 271680), tenzij anders vermeld 2014 49,5 7,6 5,7 9,2 2,4 4,3 3,7 7,9 9,8 509.586
% Autochtoon IPSO [%] % Turks IPSO [%] % Marokkaans IPSO [%] % Surinaams IPSO [%] % Antilliaans IPSO [%] % Oost-Europeanen IPSO [%] % Indonesisch IPSO [%] % Overig Westers Allochtoon IPSO [%] % Overig niet Westers Allochtoon IPSO [%] Aantal personen prognose IPSO [personen] Bronnen: Legenda: Voetnoot:
2020 46,3 7,5 5,9 8,4 2,4 6,4 3,3 9,2 10,7 519.422
DHIC/DSO/PSO waarde prognoses of voorlopige cijfers Bevolkingsprognose IPSO variant 2014
Werkzoekenden (15-64 jaar 2013) in percentages Antilianen 12,4 Turken 10,9 Marokkanen 12,9 Surinamers 9,2 Overig niet-westers 12,0 allochtoon Overig westers 5,4 allochtoon Autochtoon 4,6 Totaal 7,1
Uitkeringsgerechtigden (15-64 jaar met een uitkering, 2013) in percentages Antilianen 13,7 Turken 9,8 Marokkanen 15,9 Surinamers 8,9 Overig niet-westers 13,4 allochtoon Overig westers 3,2 allochtoon Autochtoon 4,1 Totaal 6,9
Opleiding niveau potentiele Haagse beroepsbevolking (16-64 jaar) 2013 in percentages Lager Middelbaar Hoger Antilianen 25 46 29 Turken 46 37 18 Marokkanen 45 33 22 Surinamers 34 40 25 Overig niet-westers 32 23 44 allochtoon Overig westers 17 26 57 allochtoon Autochtoon 17 30 52 Totaal 24 31 45
BOW/2015.47
Nieuwe vsv-ers (voortijdige schoolverlaters) 12-22 jaar, schooljaar 2011/2012 in percentages Antilianen 9,2 Turken 5,4 Marokkanen 5,7 Surinamers 4,9 Midden en Oost Europa 2,8 Overig niet-westers 4,8 allochtoon Overig westers 5,6 allochtoon Autochtoon 4,0 Totaal 4,9 *Cijfers van midden en Oost Europa zijn van schooljaar 2012/2013
Stadsenquete Sportdeelname 2013 in percentages Antilianen 61 Turken 49 Marokkanen 57 Surinamers 56 Midden en Oost Europa Overig niet-westers 58 allochtoon Overig westers 75 allochtoon Autochtoon 72 Totaal 66
Cultuurdeelname 2013 in percentages Bezoek aan: Museum/tent. Antilianen & Surinamers 20 Turken & Marokkanen 29 Overig 52 Autochtoon 56 Totaal 47
11
Inwoners Den Haag van 19 jaar en ouder die voldoen aan de Nederlandse norm Gezond Bewegen (2012) in percentages Antilianen 46,6 Turken 41,6 Marokkanen 52,4 Surinamers 52,4 Overig niet-westers 62,1 allochtoon Overig westers 65,6 allochtoon Autochtoon 67,6 Totaal 62,7
Vrijwilligerswerk naar herkomst in percentages Antilianen 14 Turken 6 Marokkanen 16 Surinamers 13 Overig niet-westers 15 allochtoon Overig westers 16 allochtoon Autochtoon 25 Totaal 20
Culturele voorziening 40 38 50 63 55
Festival 47 21 47 48 44