Regels en Richtlijnen (RR) Masteropleiding Geneeskunde. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geneeskunde

Regels en Richtlijnen (RR) Masteropleiding Geneeskunde Studiejaar 2012‐2013 Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geneeskunde : Versie: vastgesteld 5 juni 2012

Instituut voor onderwijs en opleiden VUmc

INHOUDSOPGAVE Artikel 1

Toepassingsgebied ...................................................................................................................... 44

Artikel 2

Begripsbepalingen ...................................................................................................................... 44

Artikel 3

Samenstelling examencommissie ............................................................................................... 55

Artikel 4

Werkwijze examencommissie ..................................................................................................... 66

Artikel 6

De examinatoren ........................................................................................................................ 66

Artikel 7

Volgorde onderwijseenheden en studievoortgang .................................................................... 88

Artikel 8

Aanmelding voor de (deel) tentamens ....................................................................................... 88

Artikel 9

Programmering van de (deel‐) tentamens .................................................................................. 88

Artikel 10

Voertaal bij het (deel‐) tentamen of examen ............................................................................. 99

Artikel 11

Vragen en opgaven, stof en duur van de (deel‐) tentamens ...................................................... 99

Artikel 12

Orde tijdens de afname van examens en (deel‐) tentamens ...................................................... 99

Artikel 13

Orde en aanwezigheid tijdens KTC‐onderwijs, terugkomdagen, symposia en stages ................ 99

Artikel 14

Certificaat uitslag .................................................................................................................... 1111

Artikel 15

Vaststelling van de uitslag van het examen ............................................................................ 1111

Artikel 16

Beoordelen van (deel‐) tentamens en toekennen van studiepunten (EC’s) ........................... 1111

Artikel 17

Registratie van de uitslag ........................................................................................................ 1212

Artikel 18

Herkansing van (deel‐) tentamens .......................................................................................... 1212

Artikel 19

Verlengde geldigheidsduur van een (deel‐) tentamen ........................................................... 1212

Artikel 20

Het examen ............................................................................................................................. 1313

Artikel 21

Niet‐professioneel gedrag ...................................................................................................... 1313

Artikel 22

Toekennen iudicum cum laude ............................................................................................... 1313

Artikel 23

Iudicum abeundi ..................................................................................................................... 1313

Artikel 24

Maatstaven ............................................................................................................................. 1313

Artikel 25

Afwijkingsmogelijkheid ........................................................................................................... 1414

Artikel 26

Vrijstelling van KTC‐onderwijs en stage activiteiten ............................................................... 1414

Artikel 27

Vrijstelling van een (deel‐) tentamen ..................................................................................... 1414

Artikel 28

Afwijkingen van de reguliere programma’s ............................................................................ 1414

Artikel 29

Bewaartermijn van schriftelijke (deel‐) tentamens ................................................................ 1515

Artikel 30

Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement ..................................................................... 1515

Artikel 31

Fraude bij examens en (deel‐) tentamens .............................................................................. 1515

Artikel 32

Procedure en sancties ingeval van fraude .............................................................................. 1616

Artikel 33

Studentendossier .................................................................................................................... 1616

Artikel 34

Beheer studentendossier ........................................................................................................ 1717

Artikel 35

Het studentendossier: verstrekken van persoonsgegevens ................................................... 1717

Artikel 36

Archief studieadviseurs ........................................................................................................... 1717 2

Regels en richtlijnen voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2012‐2013. Versie: vastgesteld 5 juni 2012


Artikel 37

Correspondentie van de examencommissie via e‐mail .......................................................... 1717

Artikel 38

Onvoorziene gevallen ............................................................................................................. 1717

Artikel 39

Jaarverslag .............................................................................................................................. 1818

Artikel 40

Wijzigingen van deze Regels en Richtlijnen ............................................................................ 1818

Artikel 41

Citeertitel ................................................................................................................................ 1818

Artikel 42

Inwerkingtreding en bekendmaking ....................................................................................... 1818

Bijlage 1

Wegingstabel .......................................................................................................................... 1919

Bijlage 3

Wettelijke taken examencommissie ....................................................................................... 2222

Bijlage 4

Reglement van orde binnen de opleiding en bij de (deel‐) tentamens .................................. 2323

3 Regels en richtlijnen voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2012‐2013. Versie: vastgesteld 5 juni 2012

Artikel 1


Toepassingsgebied

Regels en Richtlijnen zoals bedoeld in artikel 7.12 b, lid 3 WHW en vastgesteld door de Examencommissie. Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de (deel) tentamens en examens in de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas en sluiten aan bij de Onderwijs‐ en examenregeling (OER) van deze opleiding, vast te stellen door de Raad van Bestuur. De regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen1. Artikel 2

Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van Onderwijs‐ en examenregeling voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2010‐2011 zijn van overeenkomstige toepassing. In deze Regels en Richtlijnen wordt verder verstaan onder (zie tabel1). Blackboard BRMC

Elektronisch systeem dat bestemd is voor het uitwisselen van onderwijsinformatie Bestuursreglement VUmc

Cursusjaar

Programmatisch jaar van de opleiding uitgedrukt in het cursusjaar M1, cursusjaar M2, cursusjaar M3, verder aangeduid met respectievelijk M1, M2 en M3

DB

Dagelijks bestuur Een onderwijseenheid kent één (1) tentamen. Een tentamen kan zijn samengesteld uit meerdere deeltentamens die gezamenlijk het cijfer genereren van het tentamen conform een vastgestelde weging. In het curriculum van de master geneeskunde VUmc‐compas wordt het woord toets gebruikt als equivalent van het woord deeltentamen De opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding

Deeltentamen

Doorstroommaster EC ECTS Examen

Examinator

Fraude Functiebeperking Instelling IOO KTC‐onderwijs Mastergroep Masterjaar Masterrooster Opleidingscommissie Onderwijs‐ en examenregeling

Studiepunt (European Credit), 1 EC staat voor 28 studiebelastingsuren European Credit Transfer and Accumulation System. Het systeem voor de toekenning van studiepunten in het hoger onderwijs Afsluitend onderzoek op basis waarvan aan de student een graad kan worden toegekend als bedoeld in artikel 7.10a van de WHW, voor zover aan de betreffende opleiding accreditatie is verleend Degene die door de examencommissie wordt aangewezen voor het afnemen van (deel‐) tentamens en het vaststellen van de uitslag, conform artikel 7.12c van de WHW Elk handelen of nalaten van de student of een medestudent, dat het vormen van een juist oordeel omtrent kennis, inzicht, vaardigheid van de student of een medestudent geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt Aandoening die tijdelijk of blijvend van aard is en die de student beperkt bij het volgen van onderwijs en/of het doen van tentamens of practica Vrije Universiteit Amsterdam Instituut voor onderwijs en opleiden VUmc Onderwijs (theorie en practica) dat plaatsvindt in het Klinisch Trainings Centrum (KTC) De studentengroep waarin de student wordt ingedeeld tijdens de masteropleiding Programmatisch jaar van de opleiding uitgedrukt in het masterjaar M1, masterjaar M2, masterjaar M3, verder aangeduid met respectievelijk M1, M2 en M3 Het rooster behorende bij een mastergroep, dat bepaalt in welke volgorde de diverse onderwijsonderdelen zijn geprogrammeerd. Dit geldt alleen voor M1 De opleidingscommissie als bedoeld in de WHW (Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek), artikel 9.18, die binnen het IOO als opleidingscommissie wordt aangeduid De onderwijs‐ en examenregeling (ook als OER aangeduid) voor de in art. 1 genoemde opleiding, laatstelijk 14 februari 2012

1 Conform een uitspraak van de Cobex zijn deze regels en richtlijnen ook van toepassing op studenten, die bij VUmc willen gaan studeren of die tijdelijk uitgeschreven zijn. 4 Regels en richtlijnen voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2012‐2013. Versie: vastgesteld 5 juni 2012

Onderwijseenheid Overmacht Persoonsgegevens

Practicum

Professioneel gedrag

SIS Studentendossier Studiegids Studiejaar

Tentamen

VUmc‐compas


Een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 leden 2 en 3 van de WHW Abnormale en onvoorziene omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden Een gegeven dat herleidbaar is tot een individueel persoon Een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13 lid 2 onder d van de WHW, bijvoorbeeld in een van de volgende vormen: ‐ het maken van een scriptie ‐ het maken van een werkstuk of een proefontwerp ‐ het uitvoeren van een ontwerp‐ of onderzoekopdracht ‐ het verrichten van een literatuurstudie ‐ het doen van een stage ‐ het deelnemen aan veldwerk, terugkomdag of een excursie ‐ het uitvoeren van proeven en experimenten ‐ het deelnemen aan een andere onderwijsactiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden Gedrag volgens de eisen van de beroepsgroep. Dit gedrag wordt beoordeeld op basis van waarneembaar gedrag van de student, gerelateerd aan het professioneel functioneren en aan de eisen van het Raamplan 2009. Het gedrag wordt beoordeeld met betrekking tot drie situaties: omgang met werk, omgang met anderen en het eigen functioneren Studenten Informatie Systeem van de VU Het dossier waarin onder verantwoordelijkheid van de examencommissie persoonsgegevens, gegevens over studievoortgang en afschriften van correspondentie van de student zijn opgenomen De gids voor de opleiding die specifieke informatie over de opleiding bevat. De studiegids wordt alleen elektronisch aangeboden Tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar conform de definiëring van de WHW Het onderzoek naar de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van de student met betrekking tot een bepaald onderdeel van de opleiding, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek. Een tentamen is gekoppeld aan een onderwijseenheid. Een tentamen kan uit meerdere deeltentamens bestaan. In het curriculum van de master geneeskunde VUmc‐compas wordt het woord toets gebruikt als equivalent van het woord deeltentamen Het curriculumontwerp voor de bachelor‐ en masteropleiding geneeskunde

Tabel 1 Artikel 3

Samenstelling examencommissie

1. De examencommissie bestaat uit tenminste acht leden, allen deskundig op het terrein van de opleiding(en). Tenminste één lid is als docent verbonden aan de opleiding (of één van de opleidingen, waarvoor deze Regels en Richtlijnen zijn bedoeld). 2. De leden van de examencommissie worden benoemd door de Raad van Bestuur. 3. De examencommissie wijst één van haar leden aan als voorzitter. De voorzitter is belast met de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. Zo nodig wijst hij een ander lid aan om hem te vervangen bij zijn afwezigheid. 4. De samenstelling van de examencommissie is geregeld in het bestuursreglement VUmc (BRMC). 5. Alvorens een lid wordt benoemd, hoort de Raad van Bestuur de examencommissie over de voorgenomen benoeming. 6. Een lid van de examencommissie wordt voor drie jaar benoemd en kan worden herbenoemd. 7. De examencommissie kent een dagelijks bestuur (DB). Het DB wordt gevormd door de voorzitter, de vice‐voorzitter en ten minste één lid van de examencommissie. 8. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie wordt gewaarborgd.


Artikel 4 1. 2. 3.

4. 5.

6.

7. 8.

9. 10. 11.

12. 13. 14.


Werkwijze examencommissie

De examencommissie vergadert ten minste zeven maal per jaar. Het vergaderschema van de examencommissie wordt per studiejaar vastgesteld en is te vinden op Blackboard. De Raad van Bestuur voegt een ambtelijk secretaris toe aan de examencommissie. Een verzoek of klacht wordt uiterlijk een week voor de vergaderdatum schriftelijk in bezit te zijn bij de examencommissie. Het verzoek of de klacht is in ieder geval voorzien van een motivering van het verzoek of omschrijving van de klacht, datum en handtekening van de indiener. De vergaderingen van de examencommissie zijn besloten tenzij anders is aangegeven. De examencommissie kan slechts besluiten nemen wanneer ten minste drie leden aanwezig zijn. Indien het nodig is bij stemming te besluiten, dan wordt een besluit bij gewone meerderheid van de aanwezige stemmen besloten. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Een examinator kan lid zijn van de examencommissie. Indien een examenonderdeel in de examencommissie besproken wordt in bijzijn van een examinator die ook lid is van de examencommissie, dan is deze examinator niet aanwezig, noch betrokken bij de besluitvorming. De voorzitter kan de bevoegdheid van de examencommissie in of buiten rechte vertegenwoordigen resp. mandateren aan een van de leden van de commissie. Het DB is gemachtigd de zaken af te doen en de beslissingen te nemen die de examencommissie aan haar opdraagt of overlaat. Het DB komt in beginsel wekelijks bijeen. Het DB kan slechts besluiten nemen wanneer ten minste twee leden aanwezig zijn. Besluiten van het DB van de examencommissie worden bij unanimiteit genomen; wanneer geen unanimiteit kan worden bereikt, beslist de examencommissie. De procedure voor het ondertekenen van de getuigschriften is door de examencommissie vastgesteld. De examencommissie beslist binnen 30 werkdagen na ontvangst op een bij haar ingekomen verzoek en bericht de verzoeker schriftelijk over de uitslag. De beslissing op het verzoek kan eenmaal voor ten hoogste tien werkdagen worden uitgesteld. De verzoeker ontvangt hierover schriftelijk bericht. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de (deel‐) tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen. De examencommissie ziet erop toe dat examinatoren beoordelen aan de hand van de vooraf door de examencommissie vastgestelde kaders. De examencommissie stelt jaarlijks de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐ compas, Handleiding Buitenland stage Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas en de Handleiding Wetenschappelijke stage vast op die punten die binnen haar verantwoordelijkheid vallen.

Artikel 5 1.

Jaarverslag

Voor 1 december stelt de examencommissie een verslag op van haar werkzaamheden over het voorafgaande collegejaar. De examencommissie doet het jaarverslag toekomen aan de Raad van Bestuur. Desgevraagd kan het jaarverslag of delen daarvan ter beschikking worden gesteld aan belanghebbenden

Artikel 6 1.

De examinatoren De examencommissie wijst voor de tentamens van de opleiding examinatoren aan (zie tabel 2).

Onderwijseenheden masterjaar 1 Voorbereidende leerstage Leerstage interne geneeskunde Leerstage heelkunde Leerstage psychiatrie en neurologie Leerstage ouderengeneeskunde‐ en pathologie Leerstage verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde Leerstage keel‐ neus en oorheelkunde, oogheelkunde,

Examinatoren Coördinator voorbereidende leerstage Programmaleider Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas Programmaleider Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas Programmaleider Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas Programmaleider Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas Programmaleider Masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas Programmaleider Masteropleiding geneeskunde



dermatologie

VUmc‐compas

Professionele ontwikkeling

Examinator professionele ontwikkeling

Voortgangstentamen masterjaar 1

Examinator VGT

Onderwijseenheden masterjaar 2 Werkstage interne geneeskunde

Examinatoren

Werkstage heelkunde

Afdelingshoofd discipline VUmc Afdelingshoofd discipline VUmc

Werkstage psychiatrie

Afdelingshoofd discipline VUmc

Werkstage neurologie


Werkstage verloskunde en gynaecologie


Werkstage kindergeneeskunde


Werkstage huisartsgeneeskunde


Professionele ontwikkeling masterjaar 2

Examinator professionele ontwikkeling


Examinator VGT

Onderwijseenheden masterjaar 3 Werkstage sociale geneeskunde

Examinatoren

Semi‐artsstage

Examinator semi‐ artsstage

Wetenschappelijke stage

Examinator wetenschappelijke stage

Verlengde wetenschappelijke stage

Examinator wetenschappelijke stage

Keuzeonderwijs

Examinator keuzeonderwijs


Examinator professionele ontwikkeling Examinator VGT



Tabel 2 Examinatoren 2.

Alle bij het VUmc aangestelde leden van de wetenschappelijke staf kunnen benoemd worden als examinator. 3. De examencommissie kan ook deskundigen die niet in dienst van VUmc zijn als examinator aanwijzen. In het algemeen zal deze aanwijzing geschieden na advies van de voorzitter van de afdeling van VUmc waarvan het vakgebied overeenkomt met dat van de desbetreffende deskundige. 4. De examinator informeert de examencommissie bij (vermoedelijke) fraude met betrekking tot de (deel‐) tentamens die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. 5. De examencommissie vraagt bij de aanwijzing van examinatoren in de geaffilieerde ziekenhuizen advies aan de afdeling van VUmc die met het onderwijs van de betreffende stages belast is. 6. De examinatoren zijn verantwoordelijk voor de organisatie, de inhoud en vorm van de (deel‐) tentamens. 7. Het afnemen van de (deel‐) tentamens geschiedt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. 8. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. 9. De eindbeoordeling van een onderwijseenheid wordt vastgesteld onder verantwoordelijkheid van de examinator van de betreffende onderwijseenheid. De eindbeoordeling krijgt rechtsgeldigheid zodra deze door de aangewezen examinator of gemandateerde beoordelaar/ coördinator met tekenbevoegdheid is ondertekend. 10. De examinatoren zijn belast met de aanwijzing van c.q. het toezicht houden op onder hun mandaat functionerende coördinatoren en/of beoordelaars voor het betreffende onderdeel. 11. De namen van de door de examencommissie aangewezen examinatoren worden gepubliceerd op de facultaire website: www.med.vu.nl 12. De namen en handtekeningen van de examinatoren en gemandateerde beoordelaars/ coördinator worden door de examencommissie bijgehouden in het register van examinatoren.


Artikel 7 1.

2. 3.

4.

5.

6.

7.

Artikel 8 1.

2. 3.

4.

Artikel 9 1.

2.


Volgorde onderwijseenheden en studievoortgang De student ontvangt voor aanvang van de masteropleiding een rooster, conform de door de programmaleider master vastgestelde procedure, die voor 1 september via de facultaire website: www.med.vu.nl bekend gemaakt wordt. Het masterrooster bepaalt de volgorde van de onderwijseenheden en bijbehorende (deel‐) tentamens zoals aangeven in de OER behorende bij deze Regels en Richtlijnen. Indien een student niet voldoet aan de ingangseisen voor deelname aan een volgende geprogrammeerde onderwijseenheid zoals beschreven in de OER, bijlage 1, artikel 5, behorende bij deze Regels en Richtlijnen, wordt de student uit zijn mastergroep gehaald en beslist de examencommissie na advies van de jaarcoördinator over het verdere verloop en de volgorde van het studieprogramma van de student. Een student heeft het recht om eenmaal in een studiejaar herplaatst te worden op basis van onvoldoende studievoortgang zoals bedoeld in lid 3. Indien een tweede herplaatsing in een studiejaar aan de orde is, dient de examencommissie toestemming te verlenen. Zowel bij de eerste als bij de tweede herplaatsing speelt beschikbaarheid van stageplaatsen een rol. In geval de student de door het IOO aangeboden mastergroep weigert, wordt de student achteraan de lijst van studenten geplaatst bij de indeling voor een andere mastergroep. Er is dan sprake van een vrijwillige wachttijd. Indien er, op basis van onvoldoende resultaten uit een voorafgaande stage, specifieke leerdoelen betrekking hebbend op de onvoldoende resultaten voor een student zijn geformuleerd, stelt de examencommissie de examinator van de volgende stage op de hoogte over de betreffende specifieke leerdoelen. Het doel hiervan is de kans tot het succesvol afronden van de volgende stage te vergroten. De examencommissie overlegt indien noodzakelijk met de coördinator professioneel gedrag. De examencommissie stelt de student schriftelijk op de hoogte met cc naar de jaarcoördinator. Gedurende masterjaar 1 en masterjaar 2 vinden zogenaamde `balansbijeenkomsten` plaats waarin vastgesteld wordt of de student voldoet aan de ingangseisen voor het volgende masterjaar. Deze balansbijeenkomsten worden voorgezeten door een (gemandateerd) lid van het DB van de examencommissie, waarbij de jaarcoördinator en de examinator professionele ontwikkeling in de rol van adviseur deelnemen. Aanmelding voor de (deel) tentamens De opleidingsdirecteur geneeskunde stelt de regels rondom de aanmelding en deelname aan (deel‐ ) tentamens en herkansingen vast. Deze regels worden voor 1 september 2012 op de facultaire website: www.med.vu.nl gepubliceerd. Gaande het lopende studiejaar worden de regels niet gewijzigd. De student is door zijn inschrijving in de opleiding tevens automatisch ingeschreven voor deelname aan de eerste kans van het (deel‐) tentamen. De inschrijving verplicht de student tot het afleggen van het deeltentamen. Indien de student het (deel‐) tentamen niet aflegt, wordt dit geregistreerd als niet voldaan, of het cijfer 1 inzake een cijferbeoordeling. Indien de examencommissie vrijstelling verleent voor een (deel‐) tentamen, dan worden deze studenten door het Studenten Service Centrum (SSC) van het IOO voor het betreffende (deel‐) tentamen afgemeld. Programmering van de (deel‐) tentamens Het moment en de duur van afname van (deel‐) tentamens is vastgelegd in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas met uitzondering van de (deel‐) tentamens waarbij patiënten betrokken zijn. Individuele schriftelijke of mondelinge (deel‐) tentamens worden op een door de examinator te bepalen wijze en tijdstip afgenomen.


Artikel 10 1. 2.

3.

Artikel 11 1.

2.

3. 4.

5.

6.

7.

8.

Artikel 12 1.

2. 3. 4. 5.

Artikel 13 1. 2.


Voertaal bij het (deel‐) tentamen of examen De (deel‐) tentamens of examens worden afgenomen in de taal die als instructietaal is gebruikt tenzij er sprake is van de in de OER genoemde uitzonderingen. De examencommissie kan op verzoek van een student besluiten dat er een andere taal gebruikt wordt dan de instructietaal, mits de examinator de gekozen taal voldoende beheerst. Het verzoek dient uiterlijk te worden ingediend bij de aanmelding voor het desbetreffende tentamen. De literatuur die bij een bepaalde onderwijseenheid bestudeerd dient te worden, kan in een andere taal zijn gesteld dan de instructietaal. Vragen en opgaven, stof en duur van de (deel‐) tentamens Alle (deel‐) tentamens, met uitzondering van de voortgangstoets, worden samengesteld door de examinator volgens de procedures zoals vastgelegd in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas. Ingeval van een herkansing in een ander studiejaar doet de student (deel‐) tentamen over de stof die in het bedoelde studiejaar voor dat (deel‐) tentamen is vastgesteld, tenzij de examencommissie op verzoek van de examinator en/of de student anders bepaalt. De duur van elk (deel‐) tentamen is zodanig dat de student redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. De vragen van het (deel‐) tentamen ‘Stage klinisch redeneren en kennistoets’ zijn ontleend aan schriftelijke bronnen die uiterlijk bij aanvang van het onderwijs dat op een (deel‐) tentamen voorbereidt, via de handleiding van de betreffende leerstage of op Blackboard aan de studenten bekendgemaakt is. Ingeval een vraag of opgave van het (deel‐) tentamen ‘Stage klinisch redeneren en kennistoets’ niet strikt uit deze vooraf bekendgemaakte leerstof herleidbaar is maar waarvan verondersteld mag worden dat de student deze in het kader van genoten onderwijs moet kunnen beantwoorden, mag deze in het (deel‐) tentamen gehandhaafd blijven, zulks ter beoordeling van de examinator. Bezwaren omtrent de tentamenvragen ‘Stage klinisch redeneren en kennistoets’ kunnen tot maximaal twee werkdagen na afname van het (deel‐) tentamen schriftelijk worden gericht aan de examinator. Tegen een besluit van de examinator betreffende een bezwaar omtrent de tentamenvragen kan in beroep worden gegaan bij de examencommissie. Alle schriftelijke (deel‐) tentamens dienen voor de afname te voldoen aan vormtechnische en inhoudelijke eisen, zoals omschreven in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas. De voortgangstoets wordt samengesteld op basis van de regels met betrekking tot de vorm en de inhoud zoals vastgesteld door de Interuniversitaire Voortgangstoetscommissie. Orde tijdens de afname van examens en (deel‐) tentamens De examencommissie stelt voor de ((deel‐) tentamens en examens van) opleiding een reglement van orde op. Het reglement van orde is opgenomen in bijlage 3 van de onderhavige Regels en Richtlijnen en is voor alle examinandi toegankelijk op de facultaire website: www.med.vu.nl. De aanwijzingen in het reglement van orde dienen door de student te worden opgevolgd. De student verplicht zich bij deelname aan een (deel‐) tentamen te legitimeren met een geldig bewijs van inschrijving en een geldig identiteitsbewijs. De student wordt uitsluitend toegelaten tot het (deel‐) tentamen indien hij ingeschreven is voor het betreffende (deel‐) tentamen. Wanneer een student niet voldoet aan het bepaalde in lid 3 en 4 van dit artikel kan de examencommissie besluiten dat de student wordt uitgesloten van verdere deelname aan het betreffende (deel‐) tentamen. Orde en aanwezigheid tijdens KTC‐onderwijs, terugkomdagen, symposia en stages Aanwezigheid bij KTC‐onderwijs, terugkomdagen, symposia en stage activiteiten is in alle masterjaren verplicht. De student is verplicht zich op verzoek van of namens de examencommissie te legitimeren door middel van een geldig bewijs van inschrijving en een geldig identiteitsbewijs. 9


3. 4.

5.

6.

7.

8.

9. 10.

11.

12.

13. 14.

15.

16.

17.

18.


De student is verplicht de aanwijzingen van begeleiding in het KTC‐onderwijs, terugkomdagen, symposia en stages op te volgen die voor of tijdens het onderwijs worden verstrekt. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid, kan door of namens de examencommissie tot nader orde worden uitgesloten van verdere deelname van het onderwijs genoemd in lid 1. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld. Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de student in de gelegenheid te worden gehoord. Niet deelnemen aan de in lid 1 genoemde onderwijsactiviteiten is slechts toegestaan in geval van ziekte en overmacht van de student, ter beoordeling van de examinator van de betreffende onderwijseenheid waaronder deze verplichte onderwijsactiviteiten vallen. Indien de student om andere redenen dan overmacht niet kan of wil deelnemen aan de in lid 1 genoemd onderwijs, dient hij hiertoe een verzoek om vrijstelling van aanwezigheidsplicht in te dienen. Bij overmacht bij de in lid 1 genoemde onderwijsactiviteiten dient de procedure te worden gevolgd zoals beschreven in de handleiding van de betreffende stage, handleiding TPO‐ onderwijs of op Blackboard. De mondelinge afmelding dient gevolgd te worden door een schriftelijke afmelding, gericht aan de betreffende examinator ofwel in de betreffende handleiding gemelde personen met vermelding van de reden van afwezigheid. Niet geoorloofde of gemelde afwezigheid leidt tot een onvoldoende deeltentamen. Gemelde afwezigheid van meer dan 10% van de onderwijsactiviteiten genoemd in lid 1 of afwezigheid bij de KTC‐onderdelen die een 100% aanwezigheidsplicht kennen, leidt tot de kwalificatie ‘Niet voldaan’ voor het deeltentamen ‘Toets klinisch trainingscentrum’. Ingeval de situatie gemeld in lid 9, kan de examinator besluiten een vervangende opdracht op te dragen, die qua leerrendement en studiebelasting minstens even zwaar is. Ingeval aan de vervangende opdracht voldaan is wordt aan de student geen onvoldoende voor het betreffende deeltentamen toegekend. Indien een student het vaardighedenonderdeel van de toets ‘Klinisch trainingscentrum M1’ niet behaalt, mag hij deze vaardigheden niet in de praktijk uitvoeren. De student is verplicht dit op de eerste stagedag te melden aan de begeleider/ supervisor van de stage afdeling. De examinator kan bij een te lange afwezigheid van de student tijdens de stages, besluiten dat beoordeling hierdoor niet mogelijk is. In dat geval wordt de stage als onvoldoende afgetekend. Gemelde afwezigheid van meer dan 10% van verplicht onderwijs tijdens het TPO‐onderwijs leidt tot een onvoldoende beoordeling van het deeltentamen ‘portfolio’ (onderwijseenheid Professionele ontwikkeling). De examinator kan besluiten dat de student niet op basis van lid 13 een onvoldoende krijgt voor het betreffende deeltentamen maar dat de student een vervangende opdracht krijgt die qua leerrendement en studiebelasting minstens even zwaar is Gemelde afwezigheid van meer dan 10% van verplicht onderwijs tijdens het KTC‐onderwijs van een werkstage stage leidt tot uitsluiting van het tentamen M2TKT en wordt geregistreerd als ‘onvoldoende’. De examinator beslist op welke wijze de student kan voldoen aan zijn verplichtingen. V.w.b. een stage van M3 geldt uitsluiting voor het tentamen M3TKT indien niet alle (100%) geprogrammeerde symposia en terugkomdagen zijn gevolgd. Ook hier wordt het tentamen M3TKT als “onvoldoende” geregistreerd. Indien een student door overmacht niet aanwezig kan zijn bij een symposium, dient hij dit vooraf te melden aan de examinator professionele ontwikkeling. De examinator professionele ontwikkeling zal de student een vervangende opdracht opdragen. De student kan maximaal voor één symposium vrijgesteld worden. Vrijstelling door de examinator professionele ontwikkeling wordt verleend wanneer: • de student een of meerdere M3 stages in het buitenland doet en daarom een symposium dag niet kan bijwonen of, • de student de wetenschappelijke stage en/of keuzestage al voor M1.0 heeft afgerond en daarom na de semi‐artsstage te lang moet wachten op een volgend symposium en hierdoor niet kan afstuderen. Het is ter beoordeling van de examinator die op basis van de studievoortgang van de student besluit of de student in aanmerking komt voor een inhaaltentamen op een ander tijdstip. 10


Artikel 14 1.

Artikel 15 1. 2. Artikel 16 1. 2. 3. 4. 5. 6.

7.

8.

9.

10.


Certificaat uitslag Aan de student die om gewichtige redenen voor een (deel‐) tentamen een aparte verklaring wenst, wordt deze verstrekt door de examencommissie. Vaststelling van de uitslag van het examen Zodra een student heeft voldaan aan alle verplichtingen van de opleiding, bereidt de examencommissie de uitreiking van het getuigschrift voor. Het getuigschrift wordt gedateerd op de datum waarop het laatste tentamen is afgelegd. Beoordelen van (deel‐) tentamens en toekennen van studiepunten (EC’s) Het oordeel over een (deel‐) tentamen wordt uitgedrukt in voldoende/ onvoldoende/ goed/ voldaan/ niet voldaan of in hele of halve cijfers. Bij de beoordeling geldt de volgende betekenis van de cijfers: 10=Uitmuntend 9=Zeer goed 8=Goed 7= Ruim voldoende 6= Voldoende 5=Onvoldoende 4 =Zeer onvoldoende 3= Slecht 2= Zeer slecht 1= Buitengewoon slecht Indien een deeltentamen uit verschillende subonderdelen bestaat, wordt geen beoordeling aan het deeltentamen toegekend voordat alle subonderdelen getoetst zijn. De studiepunten worden toegewezen nadat een voldoende eindbeoordeling voor de onderwijseenheid is behaald. Alle deeltoetsen moeten minimaal één maal zijn afgelegd. Het bepalen van het eindcijfer van een onderwijseenheid met meerdere (deel‐) tentamens vindt plaatst conform de weging aangegeven in de tabel bijlage 1. Weging vindt pas plaats indien alle (deel‐) tentamens van een onderwijseenheid met een kwalificatie voldaan, voldoende of met een voldoende cijfer zijn afgesloten. Indien in de tabel zoals bedoeld in het voorgaande lid voor een onderwijseenheid dat bestaat uit meerdere (deel‐) tentamens geen weging is opgenomen, wegen alle (deel‐) tentamens even zwaar. Uitzondering hierop betreft de onderwijseenheid ‘Voortgangstentamen’. Bij deze onderwijseenheid geldt de combinatietabel zoals opgenomen in bijlage 4, waarbij een interne compensatie mogelijk is. Het eindcijfer van de onderwijseenheden wordt afgerond op hele cijfers, waarbij geldt dat een 5,5 wordt afgerond naar een 6. Uitgezonderd zijn de eindcijfers van de tentamens van de onderwijseenheden: Leerstage Interne Geneeskunde, Leerstage Heelkunde, Leerstage Psychiatrie en neurologie, Leerstage Ouderengeneeskunde en Pathologie, Leerstage Verloskunde & Gynaecologie en Kindergeneeskunde, Leerstage KNO, Oogheelkunde en Dermatologie, Wetenschappelijke stage. Deze cijfers worden afgerond op een decimaal achter de komma en afgerond op 0.0, danwel 0.5. Voor de afrondingsregels wordt verwezen naar de toetshandleiding Master VUmc‐compas Indien een onderwijseenheid uit één deeltentamen bestaat, is er geen sprake van een weging en worden de studiepunten van de onderwijseenheid toegekend indien het betreffende deeltentamen aan de norm voldoet. De studiepunten en de eindkwalificatie ‘voldaan’ worden voor het onderdeel professionele ontwikkeling toegekend als aan alle tentamens is voldaan en er geen incidentele meldingen hebben plaatsgevonden. De toekenning van de studiepunten aan de onderwijseenheid ‘Professionele Ontwikkeling’ is, in geval van een incidentele melding, ter beoordeling van de examencommissie. De Examencommissie bepaalt hoe en op welke wijze de studiepunten (EC) alsnog kunnen worden behaald. 11



11. De eindbeoordeling van de onderwijseenheid ‘Wetenschappelijke stage’ en de verlenging is conform de handleiding wetenschappelijke stage. 12. De beoordeling van de tentamens geschiedt door de examinator aan de hand van criteria die zijn vastgelegd in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas van het studiejaar waarop de onderhavige Regels en Richtlijnen betrekking heeft. 13. De examinator verwerkt de resultaten volgens de procedures in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas van het studiejaar waarop deze Regels en Richtlijnen betrekking heeft en betrekt daarbij het commentaar van de studenten, dat wordt besproken met de Co‐raad of studenten uit de betreffende stage. 14. De examinator kan inzake het (deel‐) tentamen ‘Stageklinisch redeneren en kennistoets’ besluiten één of meer vragen niet bij de beoordeling en het bepalen van de uitslag te betrekken dan wel de antwoordsleutel te wijzigen. De uitslag heeft dan betrekking op het definitief vastgestelde (deel‐) tentamen. 15. De wijze van beoordeling is zodanig dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van zijn (deel‐ ) tentamen tot stand is gekomen. 16. Van alle mondelinge (deel‐) tentamens dient een schriftelijk beoordeling te worden gemaakt. Dit kan in de vorm van een standaardformulier. Indien een student het niet eens is met de uitslag van een mondeling (deel‐) tentamen, wordt dit expliciet vermeld op het standaardformulier. 17. De examinator biedt jaarlijks van alle (deel‐) tentamens een tentamenverslag aan aan de examencommissie. 18. De examinator meldt de uitslag aan het Studenten Service Centrum van het IOO conform de termijnen zoals vastgesteld in de OER behorende bij het studiejaar waar deze Regels en Richtlijnen toe behoren. Artikel 17 1.

Registratie van de uitslag Het Studenten Service Centrum van het IOO zorgt voor registratie van de resultaten in het Studenten Informatie Systeem (SIS), conform de regels in de Onderwijs‐ en Examenregeling. De student kan kennisnemen van de resultaten via de Studentenportal van SIS. De termijn van vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag kan de examencommissie eenmalig verlengen met tien werkdagen. Bekendmaking van dit besluit vindt plaats via Blackboard. De student kan beroep aantekenen tegen de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen (zie hiervoor het Studentenstatuut).

2. 3. 4.

Artikel 18 1.

Herkansing van (deel‐) tentamens Herkansingen vinden plaats op de momenten en in de vorm zoals vastgelegd in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas. De student dient zich voor herkansingen in te schrijven, zoals aangegeven in de toetshandleiding. De wijze van tentamineren en de wijze van beoordeling van de herkansing geschiedt op overeenkomstige wijze als het eerste (deel‐) tentamen, tenzij de examinator anders bepaalt. (Deel‐) tentamens die met voldoende resultaat zijn afgelegd, kunnen niet herkanst worden. Studenten die één van de (deel‐) tentamens ‘Stage klinisch redeneren en kennistoets‘ na twee kansen niet hebben behaald maar verder voldoen aan de eisen tot toelating tot masterjaar 2 wordt een tweede herkansing voor dit (deel‐) tentamen geboden. De extra herkansing vindt plaats op de reguliere tijdstippen, na inschrijving door de student. In bijzondere gevallen, anders dan in artikel 18, lid 6, kan de examencommissie besluiten dat aan studenten een extra mogelijkheid voor het afleggen van een (deel‐) tentamen wordt geboden. De examencommissie neemt bij dit besluit de in artikel 24 van deze regels en richtlijnen genoemde maatstaven in acht.

2. 3. 4. 5.

6. 7.

Artikel 19 1.

Verlengde geldigheidsduur van een (deel‐) tentamen In bijzondere gevallen kan de examencommissie de geldigheidsduur zoals vastgesteld in de OER behorende bij het studiejaar waar de Regels en Richtlijnen betrekking op heeft, van de met goed gevolg afgelegde (deel‐) tentamens met een door haar vast te stellen termijn verlengen.


Artikel 20 1.

Artikel 21 1.

2. 3.

Artikel 22 1. 2.

3. 4.

Artikel 23 1.

2.

Artikel 24


Het examen Het examen is afgelegd indien de tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd. Niet‐professioneel gedrag Naast de structurele beoordelingen van het professioneel gedrag in de stagebeoordeling, kan iedere docent of niet‐direct bij het onderwijs betrokkene incidenteel niet‐professioneel gedrag van een student melden conform de Procedure incidentele melding niet‐professioneel gedrag zoals opgenomen in de Handleiding Toetsing masteropleiding Geneeskunde VUmc‐compas. Meldingen van incidenteel niet professioneel gedrag worden betrokken bij de beoordeling van het tentamen professionele ontwikkeling. De examencommissie dan wel de decaan kan besluiten dat ingeval van niet professioneel dan wel onbetamelijk gedrag, zoals omschreven in art. 6 lid 1 van de OER, maatregelen worden getroffen in de vorm van sancties. Deze sancties kunnen in het uiterste geval een schorsing voor de periode van minimaal drie maanden tot onbepaalde tijd inhouden. Toekennen iudicum cum laude Als een student uitmuntend heeft gepresteerd kan een predicaat ‘cum laude’ worden toegekend. Het predicaat wordt op het getuigschrift vermeld met de woorden ‘addita formula cum laude’. Van uitzonderlijke bekwaamheid, bedoeld in het vorige lid, is sprake indien: a) er sprake is van een gewogen gemiddelde van alle eindcijfers van de tentamens van een 8,5 of hoger zijn en geen van de (deel‐) tentamens binnen een onderwijseenheid lager dan een 7, en; b) voor de onderwijseenheid ‘Voortgangstentamen masterjaar 3 als eindcijfer een ‘goed’ is behaald, en; c) de examinandus niet vaker dan één maal de (deel‐) tentamens heeft afgelegd, en; d) er geen beslissing van de examencommissie is geweest van fraude/plagiaat of een melding van niet professioneel gedrag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de in lid 2 van dit artikel genoemde voorwaarden. Bij de bepaling van het iudicum worden de door de Examencommissie verleende vrijstellingen niet meegewogen. Iudicum abeundi De examencommissie adviseert het College van Bestuur van de Vrije Universiteit bij het voornemen om de inschrijving van een student voor een opleiding te beëindigen dan wel te weigeren als de betreffende student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van het beroep, waartoe de door hem gevolgde opleiding opleidt dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening (iudicium abeundi). De examencommissie werkt hierbij conform de Regeling Aanmelding en Inschrijving van de Vrije Universiteit 2012‐2013, artikel 11, vastgesteld door het College van Bestuur van de Vrije Universiteit. Maatstaven

1.De examencommissie c.q. de examinatoren nemen bij hun beslissingen met betrekking tot (deel‐) tentamens en examens de volgende maatstaven tot richtsnoer en wegen bij strijdigheid het belang van hantering van de ene maatstaf tegen de andere af: • het behoud van kwaliteit‐ en selectie‐eisen van een examen of examenonderdeel; • mildheid ten opzichte van studenten die aantoonbaar door omstandigheden buiten hun schuld in de voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden, of gaan ondervinden; • doelmatigheid, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: tijdverlies voor studenten die een snelle voortgang met de studie maken zoveel mogelijk te beperken; studenten te bewegen zo snel mogelijk hun studie af te breken, indien het slagen voor een examen of examenonderdeel onwaarschijnlijk is geworden; 13 Regels en richtlijnen voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2012‐2013. Versie: vastgesteld 5 juni 2012


bescherming tegen zichzelf van de student, die een te grote studielast op zich wil nemen; 2.De examencommissie zal voordat zij beslissingen neemt ten aanzien van individuele gevallen eerst advies inwinnen bij de studieadviseur. Artikel 25 1.

2.

3.

Artikel 26 1.

2. 3.

4. 5.

Artikel 27

Afwijkingsmogelijkheid Onverminderd de met name genoemde afwijkingsmogelijkheden in deze Regels en Richtlijnen, kan de examencommissie in bijzondere gevallen afwijken van het in deze Regels en Richtlijnen van de examencommissie bepaalde. De examencommissie maakt van deze afwijkingsmogelijkheid een zodanig gebruik dat de belangen van examinandi hierdoor niet worden geschaad en dat tevens in voldoende mate recht wordt gedaan aan de belangen van de examinatoren. Aan dergelijke afwijkingen kunnen voorwaarden omtrent het verdere studieverloop worden verbonden. Vrijstelling van KTC‐onderwijs en stage activiteiten Een verzoek om vrijstelling van de verplichting tot het deelnemen aan het KTC‐onderwijs en de stage activiteiten wordt door de student met redenen omkleed schriftelijk ingediend bij de betreffende jaarcoördinator, uiterlijk twaalf weken voor aanvang van het onderwijs waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. De jaarcoördinator/programmaleider beslist in overleg met de betreffende examinatoren binnen twee weken na ontvangst van het verzoek en stelt de student hiervan in kennis. Ingeval van Hepatitis B‐dragerschap van de student kan eventueel vrijstelling van de verplichting deel te nemen aan risicohandelingen worden verleend door de betreffende jaarcoördinator. Bij een eventuele vrijstelling wordt een vervangende opdracht verstrekt. De examencommissie wordt schriftelijk van het besluit in kennis gesteld door de jaarcoördinator. De student kan bij het niet‐verlenen van een vrijstelling door de jaarcoördinator in beroep gaan bij de examencommissie. Vrijstelling van een (deel‐) tentamen

1. Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een (deel-) tentamen wordt uiterlijk twaalf weken voor aanvang van het betreffende onderdeel schriftelijk en met redenen omkleed, ingediend bij de secretaris van de examencommissie. Een verzoek voor vrijstelling na afloop van de cursus, cursusonderdeel of tentamen wordt niet in behandeling genomen. Er wordt alleen een vrijstelling verleend voor een stage, stage onderdeel of tentamen die onderdeel zijn van het programmajaar, waaraan de student voor het eerst deelneemt. 2. De examencommissie dient, vóór het nemen van een beslissing over het verlenen van een vrijstelling, advies in te winnen bij de betrokken examinator. 3. De examencommissie kan vrijstelling verlenen van een (deel‐) tentamen of practicum op grond van een eerder met goed gevolg afgelegd (deel‐) tentamen of practicum in het hoger onderwijs of anders binnen Nederland of daarbuiten, dat wat inhoud en niveau overeenkomt met het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verzocht. 4. Indien een student aan de eisen van bepaalde (deel‐) tentamens wenst te voldoen door studie aan een andere faculteit of (Nederlandse of buitenlandse) universiteit, is vooraf goedkeuring van de examencommissie vereist. 5. Indien een examinandus bij of krachtens de wet al vrijstelling geniet van één of meer examenonderdelen, doet hij hiervan – voorafgaand aan het examenonderdeel – mededeling aan de examencommissie. Indien de examinandus de examencommissie niet tijdig informeert wordt achteraf geen vrijstelling verleend. 6. De geldigheidsduur van de verleende vrijstelling is gelijk aan de duur van het betreffende (deel‐) tentamen. 7. Voor het voortgangstentamen en de semi‐artsstage worden geen vrijstellingen verleend. Artikel 28 1.

Afwijkingen van de reguliere programma’s Een verzoek om af te wijken van het curriculum moet schriftelijk en met reden omkleed ingediend worden bij de examencommissie. De examencommissie beslist binnen 20 werkdagen na ontvangst van 14


2.

3.

4.

Artikel 29 1. 2.

Artikel 30


het verzoek. Op het verzoek wordt in ieder geval negatief beslist als er geen vervangend onderdeel wordt gevolgd van ten minste hetzelfde niveau en omvang als het te vervangen onderdeel. Het verzoek om een onderdeel van de opleiding te volgen aan een andere universiteit in binnen‐ of buitenland behoeft goedkeuring van de examencommissie vóór aanvang van het onderwijs aan die andere universiteit. Indien goedkeuring wordt verkregen, worden de studieresultaten die worden behaald aan die andere universiteit in het persoonlijke studieprogramma van de student ingepast. Ten aanzien van goedkeuring van het volgen/ lopen van een stage in het buitenland en toetsing tijdens stages in het buitenland heeft de examencommissie aanvullende eisen vastgesteld welke zijn opgenomen in de bijlage van deze regeling (zie ook OER, bijlage 1 artikel 1, lid 5 Internationalisering). Indien een student van buiten het VUmc door de Raad van Bestuur is toegelaten, besluit de examencommissie over het studieprogramma van de betreffende student, hierbij wordt de studieadviseurs om advies is gevraagd met betrekking tot de persoonlijke en sociale omstandigheden van de aanvrager. De examencommissie houdt in haar besluit rekening met de organisatorische aspecten van de organisatie Bewaartermijn van schriftelijke (deel‐) tentamens De schriftelijke (deel‐) tentamens en de verslagen van mondelinge (deel‐) tentamens van studenten worden door de onderwijsadministratie bewaard tot na het afleggen van het masterexamen. De originele cijferlijsten die zijn getekend door de examinator worden door de Onderwijs en Studentenzaken gearchiveerd conform de daarvoor vastgestelde richtlijnen. Getuigschrift, cijferlijst en diplomasupplement

1.

Ten bewijze dat het masterexamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt nadat de Raad van Bestuur heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. 2. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 3. Het getuigschrift wordt ondertekend door ten minste twee door de examencommissie aan te wijzen leden. De uitreiking geschiedt in het openbaar tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 4. Op het getuigschrift worden de tot het examen behorende onderdelen vermeld. 5. Op de keerzijde van het getuigschrift dan wel op een bijgeleverde cijferlijst worden de tot het examen behorende onderdelen met de studielast en de behaalde resultaten vermeld. 6. Daarenboven worden de niet tot het examen behorende onderdelen vermeld waarin voordat de uitslag van het examen is vastgesteld, op verzoek van de student is geëxamineerd mits die onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en door vooraf (voordat de student deze gevolgd heeft) de goedkeuring hebben van de examencommissie hebben gehad. 7. De examencommissie voegt aan het getuigschrift een diplomasupplement toe, waarin de aard en de inhoud van de opleiding wordt omschreven. 8. De cijfers op de cijferlijst van het examen worden afgerond op hele cijfers. Uitgezonderd zijn de eindcijfers van de tentamens van de onderwijseenheden: Leerstage Interne Geneeskunde, Leerstage Heelkunde, Leerstage Psychiatrie en neurologie, Leerstage Ouderengeneeskunde en Pathologie, Leerstage Verloskunde & Gynaecologie en Kindergeneeskunde, Leerstage KNO, Oogheelkunde en Dermatologie, Wetenschappelijke stage. Deze cijfers worden afgerond op een decimaal achter de komma en afgerond op 0.0, danwel 0.5. Voor de afrondingsregels wordt verwezen naar de toetshandleiding Master VUmc‐compas 9. Het getuigschrift wordt gedateerd met de datum waarop de examencommissie de uitslag heeft vastgesteld. 10. Bij het getuigschrift van het masterexamen wordt een bijbehorende cijferlijst en een verklaring in de Engelse taal en een diplomasupplement verstrekt. Artikel 31 1.

Fraude bij examens en (deel‐) tentamens Fraude Onder fraude wordt verstaan elk handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 15



2.

Fraude tijdens schriftelijke (deel‐) tentamens Wanneer tijdens het afleggen van een schriftelijk tentamen fraude wordt geconstateerd of vermoed, tekent de surveillant dit in het bijzijn van de student terstond aan op het antwoordblad. Na afloop van het (deel‐) tentamen maakt de surveillant een schriftelijk verslag op van de geconstateerde of vermoede fraude. Daarbij is de examinator of surveillant bevoegd de bij de fraude gebruikte materialen of apparatuur als bewijsstuk in te nemen, voor zover en zo lang als voor controle noodzakelijk is.

3.

Fraude bij het vervaardigen van werkstukken Onder werkstuk wordt verstaan iedere schriftelijke, audiovisuele of digitale productie die door de student wordt ingeleverd om een onderdeel van het curriculum af te ronden met een beoordeling. Onverminderd het bepaalde in de wet is het verboden, in een werkstuk een bestand, al dan niet in bewerkte vorm, op te nemen zoals een tekst, een illustratie, een digitaal en een audiovisueel bestand, zonder vermelding van de auteur en van de vindplaats van het bestand, dan wel, indien er geen auteur te identificeren is, zonder vermelding van de vindplaats van het bestand (ook wel ‘plagiaat’ genoemd).

4.

5.

Artikel 32 1.

2.

3. 4.

5.

6. 7. 8.

Artikel 33 1. 2.

Fraude, geconstateerd na afloop van het (deel‐) tentamen Wanneer na het afleggen van een schriftelijk tentamen fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit door de examinator terstond gemeld aan de examencommissie onder overlegging van bewijsstukken. De examencommissie stelt een onderzoek in naar de vermeende fraude aan de hand van de stukken die de examinator heeft overhandigd. Procedure en sancties ingeval van fraude Indien de examinator vaststelt dan wel een grondig vermoeden heeft dat van fraude sprake is, maakt hij hiervan onmiddellijk schriftelijk melding bij de examencommissie. De examencommissie stelt de student schriftelijk in kennis van deze melding. De examencommissie nodigt de student uit om te worden gehoord over de vermeende fraude en besluit op grond van de stukken en, zo mogelijk, op de informatie die ingebracht is door de student tijdens de hoorzitting of al dan niet sprake is van fraude. Van de examinator kan een nadere toelichting worden verlangd. Ingeval de examencommissie tot de overtuiging is gekomen dat er sprake is van fraude wordt een sanctie opgelegd. De examencommissie kan met inachtneming van de beginselen van rechtsgelijkheid en proportionaliteit het (deel‐) tentamen of het werkstuk waarop de fraude betrekking heeft ongeldig verklaren en bovendien de student uitsluiten van het eerstvolgende desbetreffende (deel‐) tentamen. In geval van recidive of een ernstige vorm van fraude kan de examencommissie de student uitsluiten van deelname aan een of meer aan te wijzen (deel‐) tentamens of examens aan de Vrije Universiteit voor maximaal een jaar. Wordt een zeer ernstige vorm van fraude vastgesteld dan kan de examencommissie aan de Raad van Bestuur voorstellen de inschrijving van de student definitief te beëindigen. De student kan rechtstreeks beroep aantekenen tegen de beslissing van de examencommissie bij het College van Beroep voor de Examens. In spoedeisende gevallen waarin deze regels en richtlijnen met betrekking tot fraude niet voorzien, beslist de examencommissie met inachtneming van de beginselen van een behoorlijke procedure. Studentendossier

Er bestaat een dossier van elke student. Het studentendossier bevat: a) de uitslagen van de afgelegde (deel‐) tentamens en examens binnen de opleiding; b) een overzicht van het aantal behaalde studiepunten; c) de eindbeoordelingen en zienswijzen inzake het professioneel gedrag c.q. de professionele ontwikkeling; d) de besluiten van de examencommissie; e) overige correspondentie met personen en commissies binnen de opleiding; 16



f) eventuele uitspraken en processtukken van het College voor Beroep voor de Examens en rechterlijke instanties; g) gegevens uit het studentdossier van een eerder gevolgde opleiding geneeskunde aan de VU; h) overige relevante documenten. Artikel 34 1. 2.

3. 4.

Artikel 35 1. 2.

3. 4. 5. 6.

Artikel 36 1. 2. 3.

Artikel 37 1.

Artikel 38 1.

Beheer studentendossier Het beheer van het studentendossier berust bij de voorzitter van de examencommissie en wordt namens deze uitgeoefend door de opleidingsdirecteur geneeskunde . De opleidingsdirecteur geneeskunde zorgt ervoor dat de gegevens bedoeld in artikel 30 lid 2 in het studentendossier worden opgenomen. Hij treft de nodige voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de opgenomen gegevens. Hij treft tevens de nodige voorzieningen tegen verlies of aantasting van de gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan. De verwerking van de studiegegevens dient in overeenstemming te zijn met de bepalingen in de onderhavige Regels en Richtlijnen. Het studentendossier wordt beheerd gedurende de tijd dat de student is ingeschreven voor een opleiding geneeskunde aan VUmc tot dertig jaar na het moment dat de student het mastergetuigschrift heeft behaald dan wel tot dertig jaar nadat de student is uitgeschreven voor de opleiding. Het studentendossier: verstrekken van persoonsgegevens De student heeft het recht op inzage van zijn dossier. Gegevens uit het studentendossier kunnen worden verstrekt aan: a) de voorzitter, de leden en de adviseurs van de examencommissie; b) de betreffende student; c) de studieadviseur; d) de examinator professionele ontwikkeling; e) de programmaleider f) de opleidingsdirecteur geneeskunde ; g) de vice‐decaan onderwijs, tevens directeur van het Instituut voor onderwijs en opleiden; h) de decaan. Tevens kunnen persoonsgegevens worden verstrekt aan de voorzitter en de leden van het college van beroep voor de examens, ingeval de betreffende student beroep heeft ingesteld. Persoonsgegevens kunnen voorts worden verstrekt indien dit is vereist ingevolge een wettelijk voorschrift. Persoonsgegevens kunnen aan bovengenoemde personen slechts worden verstrekt indien dit noodzakelijk is ter vervulling van hun taken. Verstrekkingen van persoonsgegevens aan anderen dan de in de voorgaande leden genoemden vinden slechts plaats na toestemming van de student. Archief studieadviseurs De studieadviseurs bewaren correspondentie en andere bescheiden van de student in een van het studentendossier te onderscheiden dossier. De student heeft inzage in het in lid 1 genoemde op zijn naam gestelde dossier. Inzage aan anderen dan de in voorgaande leden genoemden wordt slechts verleend na toestemming van de student, alsmede van een studieadviseur. Correspondentie van de examencommissie via e‐mail De examencommissie kan met studenten corresponderen via e‐mail ([email protected]); in dat geval richt zij deze correspondentie via het VU e‐mailadres van de student. Onvoorziene gevallen Gedurende het studiejaar waarop deze Regels en Richtlijnen van toepassing zijn vinden in het algemeen geen wijzigingen plaats. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk indien de belangen van de examinandi of geëxamineerde daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 17



Artikel 39 1. 2.

Artikel 40 1. Artikel 41 1.

Artikel 42 1. 2.

Jaarverslag Voor 1 december stelt de examencommissie een verslag op van haar werkzaamheden over het voorafgaande studiejaar. De examencommissie doet het jaarverslag toekomen aan de Raad van Bestuur. Desgevraagd kan het jaarverslag of delen daarvan ter beschikking worden gesteld aan belanghebbenden. Wijzigingen van deze Regels en Richtlijnen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de examencommissie. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als Regels en Richtlijnen voor de masteropleiding geneeskunde VUmc‐compas 2012‐2013. Inwerkingtreding en bekendmaking Deze Regels en Richtlijnen treden in werking op 1 september 2012 en worden onverkort op de facultaire website: www.med.vu.nl geplaatst.. De opleidingsdirecteur geneeskunde van VUmc draagt zorg voor bekendmaking van deze Regels en Richtlijnen en van de wijzigingen hiervan.

Vastgesteld door de examencommissie opleiding Geneeskunde op 5 juni 2012


Bijlage 1


Wegingstabel

Let op: opgenomen zijn alleen die onderdelen waarvoor er een weging geldt, tabel bevat dus niet alle onderwijsonderdelen. Bij 1 tentamen in een onderwijseenheid is het tentamencijfer ook het eindcijfer van de onderwijseenheid. Onderwijseenheden M1

Voorbereidende leerstage Leerstage interne geneeskunde Leerstage heelkunde

Leerstage psychiatrie en neurologie

Leerstage ouderengeneeskunde en pathologie

Leerstage verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde

Leerstage KNO, oogheelkunde, dermatologie

Professionele ontwikkeling masterjaar 1 Voortgangstentamen masterjaar 1 Onderwijseenheden M2


(Deel)Tentamens Stagebeoordeling voorbereidende leerstage (a) (vld/nvld) Stationsexamen1 (b) (vld/nvld) Stagebeoordeling leerstage interne geneeskunde (a) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets IG (b) 1‐10 Toets klinisch trainingscentrum heelkunde (a) (vld/nvld) Stagebeoordeling leerstage heelkunde (b) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets heelkunde ( c)1‐10 Toets klinisch trainingscentrum psychiatrie/neurologie (a) (vld/nvld) Stagebeoordeling leerstage psychiatrie (b) 1‐10 Stagebeoordeling leerstage neurologie (c ) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets psychiatrie (d) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets neurologie (e ) 1‐10 Toets klinisch trainingscentrum ouderengeneeskunde (a) (vld/nvld) Stagebeoordeling ouderengeneeskunde (b) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets ouderengeneeskunde (c ) 1‐10 Toets klinisch trainingscentrum verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde (a) (vld/nvld) Stagebeoordeling leerstage verloskunde & gynaecologie (b) 1‐10 Stagebeoordeling leerstage Kindergeneeskunde (c ) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets verloskunde & gynaecologie (d) 1‐ 10 Stage klinisch redeneren en kennistoets kindergeneeskunde (e ) 1‐10 Stagebeoordeling leerstage KNO(a) 1‐10 Stagebeoordeling leerstage Oogheelkunde (b) 1‐10 Stagebeoordeling leerstage Dermatologie (c ) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets KNO (d) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets oogheelkunde (e ) 1‐10 Stage klinisch redeneren en kennistoets dermatologie (f) 1‐10 Stationsexamen2 (a) (vld/nvld) Portfolio masterjaar 1 (b) (vld/nvld)

Bepaling/ weging eindcijfer tentamen onderwijseenheid Moeten beide voldaan zijn Toetsen a‐b= 1:1 Toets a moet voldaan zijn Toetsen b‐c= 1:1

Toets a moet voldaan zijn Toets b t/m e = 1:1:1:1

Toets a moet voldaan zijn Toetsen b‐c= 1:1

Toets a moet voldaan zijn Toets b t/m e = 1:1:1:1

Toets a t/m f = 1:1:1:1:1:1

Toets a en toets b moeten beide voldaan zijn

Landelijke voortgangstoets niveau 13, 14, 15, 16 (o/v/g)

Volgens normtabel

(deel‐) tentamens

Studenten die voor 1 september 2012 gestart zijn met M1: Toets professioneel gedrag masterjaar 2 (vld/nvld) Toets klinisch trainingscentrum M2 (vld/nvld) Studenten die per 1 september 2012 starten met M1 Portfolio masterjaar 2 (vld/nvld) Toets klinisch trainingscentrum M2 (vld/nvld

Beide moeten voldaan zijn

Voortgangstentamen masterjaar 2 Onderwijseenheden M3


Volgens normtabel

(deel‐) tentamens

Wetenschappelijke stage

Toets wetenschappelijke stage 1‐10

Conform handleiding wetenschappelijke stage



Keuzeonderwijs B (= Keuzeonderwijs)

Toets keuzeonderwijs B (= keuzeonderwijs)

Afhankelijk van keuzeonderwijs

Verlengde wetenschappelijke stage (wetenschappelijke stage met verlenging vanuit het keuzeonderwijs)

Conform handleiding wetenschappelijke stage


Studenten die voor 1 september 2012 gestart zijn met M1: Toets professioneel gedrag masterjaar 3 (vld/ nvld) Toets klinisch trainingscentrum M3 (vld/ nvld) Portfolio masterjaar 3 (vld/ nvld) Studenten die per 1 september 2012 starten met M1 Toets klinisch trainingscentrum M3 Portfolio masterjaar 3

Alle moeten voldaan zijn



Volgens normtabel



Bijlage 2 Artikel 1 Internationalisering Ten aanzien van het volgen van stages in het buitenland gelden de volgende (aanvullende) regels (zie ook art. 28 in deze regeling en de OER): 1. Leerstages behorende tot masterjaar 1 kunnen niet in het buitenland gevolgd worden. 2. De semiarts stage, wetenschappelijke stage en het keuzeonderwijs kunnen na aanvraag en toestemming in het buitenland gevolgd worden. 3. Van de werkstages behorende tot masterjaar 2 kan de student naast de werkstage huisartsgeneeskunde, maximaal één stage van 9 weken of twee stages van 4 weken in het buitenland volgen. 4. Indien een werkstage en een semi‐artsstage tot dezelfde discipline behoren mag de student daar maar één van in het buitenland volgen (dus of de werkstage of de semi‐artsstage). 5. Indien de werkstage Interne Geneeskunde, Heelkunde, Neurologie of Verloskunde & Gynaecologie en Kindergeneeskunde in het buitenland gelopen is, dient na afloop van de stage een aanvullende toets afgelegd te worden aan het VUmc bij de desbetreffende discipline (zie voor nadere informatie de stagehandleiding buitenland M2 en M3). 6. Het voorbereidingsdagdeel voor elke stage in het buitenland dient voorafgaande aan de stage gevolgd te worden. 7. Bij een tweede onvoldoende PG in de master wordt de student uitgesloten van het volgen van een stage in het buitenland.



Bijlage 3

Wettelijke taken examencommissie

De examencommissie: ‐ wijst de examinatoren aan; ‐ draagt zorg voor de organisatie en coördinatie van de (deel‐) tentamens en voor het afnemen van de examens; ‐ borgt de kwaliteit van de (deel‐) tentamens en examens; ‐ stelt regels vast voor de uitvoering van de taken en bevoegdheden met betrekking tot de kwaliteit van de (deel‐) tentamens en examens en voor het verlenen van een vrijstelling; ‐ zo nodig: stelt een of meer subcommissies in ten behoeve van het uitvoeren van een bepaalde taak van de examencommissie; ‐ bepaalt of een verzoek om vrijstelling kan worden gehonoreerd; ‐ zo nodig: verlengt geldigheidsduur afgelegde (deel‐) tentamens; zo nodig: verleent toestemming voor afwijkende vorm om tentamen af te leggen; ‐ ‐ zo nodig: bepaalt dat een mondeling tentamen niet in het openbaar wordt afgelegd; ‐ verleent vrijstelling van praktische oefeningen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen; ‐ zo nodig: eigen onderzoek door examencommissie naar kennis, inzicht en vaardigheden van de student naast de (deel‐) tentamens die samen het examen vormen. In principe geldt echter het ‘paperclip‐ examen’: als alle tentamens van de opleiding zijn behaald, is het examen behaald; ‐ zak‐/slaagregeling (al dan niet onvoldoende resultaten toestaan; compensatie toestaan; beoordeelt of het Nederlands van kandidaat van voldoende niveau is; ‐ ‐ stelt richtlijnen en aanwijzingen vast om de uitslag van (deel‐) tentamens en examens te bepalen binnen het kader van de OER; ‐ kan sancties opleggen aan de student die fraude heeft gepleegd; ‐ kan bepalen dat niet ieder tentamen met een voldoende afgerond behoeft te zijn en de voorwaarden waaronder dat is toegestaan; ‐ neemt het initiatief voor het vaststellen van het examen en stelt de student daarvan, direct na vaststelling, schriftelijk op de hoogte. ‐ reikt het getuigschrift met toebehoren uit indien een examen met goed gevolg is afgelegd; ‐ is bevoegd toestemming te verlenen voor een vrij onderwijsprogramma en wijst de opleiding aan, waartoe het vrije onderwijsprogramma voor toepassing van de wet wordt geacht te behoren; ‐ stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden. Indien het faculteitsbestuur daarom verzoekt, voert de examencommissie de taken uit van de commissie voor toelating tot de masteropleiding voor de toets die wordt bedoeld in artikel 7.30 a en b WHW. De toelatingscommissie adviseert de Raad van Bestuur door tussenkomst van het faculteitsbestuur of de gegadigde tot de opleiding kan worden toegelaten.



Bijlage 4 Artikel 1

Reglement van orde binnen de opleiding en bij de (deel‐) tentamens Procedure rond (deel‐) tentamens

1. Uitsluitend studenten die ingeschreven zijn voor een tentamen, kunnen deelnemen aan het desbetreffende tentamen en worden toegelaten tot de tentamenruimte. 2. Buitenlandse studenten en studenten met dyslexie kunnen, aan de start van het studiejaar, een verzoek indienen bij de studieadviseur voor verlenging van de examentijd met een halfuur. 3. Na inleveren van het door hem/haar gemaakte werk dient de examinandus de tentamenruimte te verlaten. Het is de examinandus niet toegestaan de tentamenruimte te verlaten zonder het gemaakte werk in te leveren. Artikel 2

Surveillance bij (deel‐) tentamens

1. De surveillance bij het afleggen van een tentamen geschiedt in beginsel door de(eerstverantwoordelijke) examinator van het tentamen. 2. Het aanzoeken van andere surveillanten dan de examinator is gedelegeerd naar het Studenten Service Centrum van het IOO. 3. Studentassistenten mogen slechts surveilleren in aanwezigheid en onder toezicht van de (eerstverantwoordelijke) examinator. Indien de verantwoordelijke examinator om dringende redenen verhinderd is, dient hij zelf voor een (of meer) daartoe bevoegde surveillanten te zorgen. 4. Bij 50 of meer studenten dienen minimaal twee surveillanten aanwezig te zijn. 5. Iedere 50 studenten meer vereist een extra surveillant. Artikel 3 1.

2.

3.

4. 5. 6. 7.

Orde rond (deel‐) tentamens en examens

Examinandi mogen tot uiterlijk een half uur na het aanvangstijdstip van een tentamen tot de tentamenruimte worden toegelaten indien zij voor het te laat komen een gegronde reden hebben. Examinandi mogen de tentamenruimte niet binnen een half uur na het aanvangstijdstip van het tentamen verlaten. Studenten die voor afloop van het tentamen de tentamenruimte verlaten, dienen er zorg voor te dragen dat zij zo min mogelijk overlast bezorgen aan de nog aanwezige studenten. De examinandus dient zich op verzoek van examinator, surveillant, of medewerker van het Studenten Service Centrum van het IOO te legitimeren met een geldige collegekaart en een geldig legitimatiebewijs. Van de examinandus die geen collegekaart en geldig legitimatiebewijs kan tonen, wordt een foto gemaakt. Onverminderd het gestelde in lid 2 van dit artikel wordt het tentamenresultaat van de in het voorgaande lid bedoelde examinandus eerst dan geldig wanneer de examinandus zich binnen één werkdag na afname van het tentamen legitimeert bij de studentenbalie met een geldig legitimatiebewijs. Gedurende een schriftelijk tentamen is de examinator of een gedelegeerd examinator aanwezig in één van de tentamenruimten dan wel in persoon bereikbaar. Met de bewaking van de orde tijdens het tentamen worden belast de examinator en de door het Studenten Service Centrum van het IOO aangestelde surveillanten. De examinandus mag uitsluitend op de tafel hebben liggen: potlood, gum, pen, kladpapier en collegekaart tenzij over het gebruik van naslagwerken expliciet is besloten door de examinator. Het is verboden: a. tijdens een tentamen mobiele telefoons, elektronische agenda’ s, zogenoemde ‘message watches’ of andere informatiedragers dan die welke in de bijzondere omstandigheden genoemd in lid 1 van dit artikel zijn toegelaten te raadplegen of bij zich te hebben; bij gerede twijfel en wanneer studenten het toilet wensen te bezoeken kan in dit verband de examinator of surveillant studenten controleren op het bij zich dragen van verboden zaken, waarbij de privacy van de studenten in acht wordt genomen; zo nodig maakt de examinator of diens vervanger van het gebeurde een aantekening en stelt deze de examencommissie van het voorval op de hoogte; de examencommissie kan vervolgens een sanctie opleggen zoals verwoord in lid 9 van dit artikel; b. tijdens een tentamen bij anderen af te kijken of met hen op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen waaronder ook moet worden verstaan het tijdens het tentamen gelegenheid bieden aan anderen tot afkijken; 23



c. d. e.

8. 9.

10. 11. 12. 13.

14.

zich tijdens een tentamen voor iemand anders uit te geven; zich tijdens een tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; de hem/haar uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; f. zich voor de aanvang van een tentamen in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van dat tentamen; g. op welke wijze dan ook, in het bijzonder door onwelvoeglijk of bedrieglijk handelen of nalaten, het vormen van een juist (d.w.z. betrouwbaar en valide) oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en/of vaardigheden dan wel professioneel gedrag, geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken; dit geldt evenzeer voor verslagen, werkstukken, scripties en opdrachten in de breedste zin des woords die worden meegenomen in de beoordeling van kennis, inzicht en/of vaardigheden, dan wel professioneel gedrag van studenten; ook examenfraude in de zin van plagiaat (bijv. van internet) wordt onder dit artikel begrepen, beschouwd als fraude als bedoeld in artikel 7.12 van de WHW en hieronder nader uitgewerkt. Open vragen in schriftelijke (deel‐) tentamens mogen uitsluitend met (inkt‐) pen en dus niet met potlood worden gemaakt. Voordat het door de examinandus gemaakte werk wordt ingenomen controleert de examinator en/of de surveillant of het examennummer en de naam van de examinandus naar behoren op alle tentamenformulieren zijn ingevuld. Het is niet toegestaan tijdens het tentamen te roken dan wel alcohol of andere stimulerende middelen te gebruiken. Het is niet toegestaan om tijdens het tentamen eten en/of drinken te nuttigen. Dit met uitzondering van toetsen die langer dan tweeënhalf uur duren. Tentamenopgaven die geen deel uitmaken van het antwoordformulier mogen na het examen door de examinandus buiten de tentamenruimte worden meegenomen. Jassen en tassen mogen niet in de tentamenruimte worden meegenomen. In afwijking hiervan kan de examinator of de surveillant toestaan dat de jassen en tassen geplaatst worden vóór of aan de zijkant van de tentamenruimte. De gangpaden van de tentamenruimte dienen zo veel mogelijk vrijgehouden te worden. Toiletbezoek is toegestaan na toestemming, en onder begeleiding van de surveillant, echter niet tijdens het eerste uur en het laatste halfuur.

Artikel 4 1. 2. 3. 4.

Orde tijdens (deel‐) tentamens in de kliniek

De student pleegt fraude indien hij zonder toestemming vooraf aan het (deel‐) tentamen statussen van patiënten inkijkt. De fraude zal gemeld worden bij de examencommissie. Het niet verschijnen van de student op de afgesproken tijden waarop getoetst wordt leidt tot een onvoldoende beoordeling. Het (deel‐) tentamen in de kliniek leidt tot een onvoldoende indien de student de instructies en regels die gesteld zijn aan het tentamen niet opvolgt. De student pleegt fraude indien hij gebruik maakt van door anderen gemaakte presentaties of verkregen gegevens, als deze presentatie of verkregen gegevens (bv patiëntpresentaties, Pico’s etc.) onderdeel uitmaken van de beoordeling.



Bijlage 5

Voortgangstoetsnormen 2012‐2013

In de masteropleiding zijn in totaal twaalf voortgangstoetsen. Deelname aan alle twaalfvoortgangstoetsen is verplicht. Deze verplichting start zodra de student begint met het masterprogramma. Voor de beoordeling van het resultaat geldt de combinatietabel voor de voortgangstoets, met dien verstande dat in de afsluitende reeks van vier voortgangstoetsen, het laatste meetmoment: meetmoment 24 minimaal tenminste een voldoende moet zijn. Wanneer een student start met de masteropleiding start de serie van vier voortgangstoetsen bij de eerste voortgangstoets in het programma. De nummering van de voortgangstoetsen loopt door vanuit de Bachelor. Het voortgangstentamen bestaat uit vier opeenvolgende voortgangstoetsen. Omdat er verschillende instroommomenten zijn, behoort de eerste serie van vier opeenvolgende voortgangstoetsen (13, 14,15,16) die een student gemaakt heeft bij het voortgangstentamen van M1. De tweede serie van vier opeenvolgende voortgangstoetsen (17,18,19,20) die een student gemaakt heeft behoren bij het voortgangstentamen van M2. De derde serie van vier voortgangstoetsen (21, 22,23, 24) behoort tot het voortgangstentamen van M3. Voortgangstoetsnummers in de masteropleiding 1e serie gemaakte toetsen (= voortgangstentamen M1, norm M1)

13, 14, 15, 16

2e serie gemaakte toetsen (= voortgangstentamen M2, norm M2)

17, 18, 19, 20

3e serie gemaakte toetsen (= voortgangstentamen M3, norm M3)

21, 22, 23, 24

Het voortgangstentamen bestaat uit vier voortgangstoetsen en is behaald wanneer de combinatie voldoende of goed is. Indien een combinatie van voortgangstoetsen een onvoldoende tentamenresultaat oplevert, dan biedt iedere volgende voortgangstoets de mogelijkheid om een nieuwe serie van vier voortgangstoetsen te maken die leidt tot een voldoende tentamenresultaat. Indien een serie hiermee toetsen van een volgend jaar beslaat, geldt dat deze ook in aanmerking komen voor het voortgangstentamen van het daarop volgende jaar/daarop volgende jaren. Voor wat betreft de laatste reeks van vier voortgangstoetsen dient dit met tenminste een voldoende afgesloten te worden met een toets op meetmoment 24. Afwezigheid leidt tot een onvoldoende voortgangstoets. Alleen bij vooraf goedgekeurde afwezigheid (bijvoorbeeld stages in het buitenland) kan ontheffing van voortgangstoetsen worden verleend. 1.

2.

Als studenten, door officiële ontheffingen of een korter programma slechts drie voortgangstoetsen op master drie niveau hebben gedaan dan moeten in ieder geval niveau 23 en 24 voldoende zijn. En dat geeft volgende mogelijke combinaties; o OVV=V o OVG=V o OGG=V o VVV=V o VGV=V o VGG=G o GVV=V o GVG=V o GGV=V o GGG=G als studenten, door officiële ontheffingen of een korter programma slechts twee voortgangstoetsen op master drie niveau hebben gedaan dan moeten deze toetsen op niveau 24 behaald zijn. Daarbij zijn dan de volgende combinaties mogelijk; o VV=V o VG=V 25


o o

GV=V GG=G


Studenten die NIET voldaan hebben aan de eisen van het voortgangstentamen kunnen het Masterdiploma niet aanvragen en ontvangen. De kwalificaties die voor een voortgangstoets kunnen worden behaald zijn: 'onvoldoende', voldoende’ of 'goed'. De normering is relatief van aard, dus vooraf is geen vastgestelde absolute zak/slaaggrens bekend. De relatieve normen worden na afname van de voortgangstoets berekend op basis van de gemiddelde score van alle deelnemende studenten (van alle deelnemende faculteiten) per jaar. De toegepaste relatieve normen zijn: • scores lager dan 1 standaarddeviatie onder het gemiddelde van alle deelnemende studenten in uw jaargroep: onvoldoende • scores hoger dan 0,5 standaarddeviatie boven het gemiddelde van alle deelnemende studenten in uw jaargroep: goed overige scores: voldoende. De uitslag voor het voortgangstentamen wordt op basis van de vier voortgangstoetsresultaten vastgesteld volgens onderstaande combinatietabel. Combinatietabel Combinatie

1e VGT

2e VGT

3e VGT

4e VGT*)

totaal

1

o

o

o

o

O

2

o

o

o

v

O

3

o

o

o

g

O

4

o

o

v

o

O

5

o

o

v

v

V

6

o

o

v

g

V

7

o

o

g

o

O

8

o

o

g

v

V

9

o

o

g

g

V

10

o

v

o

o

O

11

o

v

o

v

O

12

o

v

o

g

O

13

o

v

v

o

O

14

o

v

v

v

V

15

o

v

v

g

V

16

o

v

g

o

O

17

o

v

g

v

V

18

o

v

g

g

G

19

o

g

o

o

O

20

o

g

o

v

O

21

o

g

o

g

V

nr.



22

o

g

v

o

O

23

o

g

v

v

V

24

o

g

v

g

V

25

o

g

g

o

V

26

o

g

g

v

V

27

o

g

g

g

G

28

v

o

o

o

O

29

v

o

o

v

O

30

v

o

o

g

O

31

v

o

v

o

O

32

v

o

v

v

V

33

v

o

v

g

V

34

v

o

g

o

O

35

v

o

g

v

V

36

v

o

g

g

G

37

v

v

o

o

O

38

v

v

o

v

V

39

v

v

o

g

V

40

v

v

v

o

V

41

v

v

v

v

V

42

v

v

v

g

G

43

v

v

g

o

V

44

v

v

g

v

V

45

v

v

g

g

G

46

v

g

o

o

O

47

v

g

o

v

V

48

v

g

o

g

V

49

v

g

v

o

V

50

v

g

v

v

V

51

v

g

v

g

G

52

v

g

g

o

V

53

v

g

g

v

G

54

v

g

g

g

G

55

g

o

o

o

O

56

g

o

o

v

O

57

g

o

o

g

V

58

g

o

v

o

O

59

g

o

v

v

V

60

g

o

v

g

V

61

g

o

g

o

O

62

g

o

g

v

V

63

g

o

g

g

G 27



64

g

v

o

o

O

65

g

v

o

v

V

66

g

v

o

g

V

67

g

v

v

o

V

68

g

v

v

v

V

69

g

v

v

g

G

70

g

v

g

o

V

71

g

v

g

v

G

72

g

v

g

g

G

73

g

g

o

o

O

74

g

g

o

v

V

75

g

g

o

g

V

76

g

g

v

o

V

77

g

g

v

v

V

78

g

g

v

g

G

79

g

g

g

o

V

80

g

g

g

v

G

81

g

g

g

g

G

*) De laatste reeks van vier met meetmoment 24, dient meetmoment 24 minimaal een voldoende te zijn.


Regels en Richtlijnen (RR) Masteropleiding Geneeskunde. Studiejaar Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geneeskunde

Recommend Documents