BA Geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
I
Welkom bij de opleiding geneeskunde aan de VU. Dit is inmiddels het zevende jaar dat het onderwijsprogramma - VUmc-compas - van start gaat. Het is een goed programma waarin je wordt opgeleid tot een uitstekende dokter. Studenten hebben actief meegedacht en meegewerkt aan de ontwikkeling van het VUmc-compas en ook de afgelopen zeven jaar bij de bijstelling van het programma. Het is een competentiegericht programma en leidt artsen op die hun werk met compassie (meeleven) uitvoeren. Het motto van het onderwijsprogramma is daarom: competent en met compassie. VUmc-compas sluit goed aan bij jouw vooropleiding en is gebaseerd op actuele onderwijskundige inzichten. Vanaf dag één van je studie kom je in contact met patiënten. Daarbij leer je niet alleen alles over het afnemen van een anamnese en het stellen van een diagnose, maar je leert ook hoe je het beste kunt communiceren met een patiënt. Je leert samenwerken en je leert kritisch beoordelen. Uiteraard is er in de opleiding aandacht voor het functioneren als arts in een multiculturele samenleving. Ik wens je veel succes en plezier met de opleiding toe en ben benieuwd naar je ervaringen. Prof. dr. Gerda Croiset Opleidingsdirecteur Geneeskunde De opbouw van de bacheloropleiding geneeskunde Binnen de drie jaren van de bachelor worden de volgende thema’s behandeld:
-Jaar 1: de volwassen mens; -Jaar 2: de ontwikkeling van de mens: van cel tot bejaarde; -Jaar 3: Mechanismen van ziekten. De semesters van bachelorjaar 1 (B1) en bachelorjaar 2 (B2) bestaan uit vijf cursussen. In B1 is dat een praktijkstage zorg in het tweede semester en in B2 een praktijkstage huisartsgeneeskunde. In het derde jaar zijn er drie cursussen per semester. De laatste cursus van het derde jaar is een keuzevak. Tijdens het eerste en het tweede studiejaar loopt de lijn Professionele Ontwikkeling. De basiseenheid van onderwijs in de bachelor is de week. Het programma van de week vormt inhoudelijk een geheel en gaat uit van patiëntenproblemen. Naast colleges is er per week één practicum gewijd aan het aanleren van vaardigheden op het gebied van de rollen van het VUmc-compas. Het andere practicum is gericht op een verdieping en illustratie van de leerdoelen van de cursus. Daarnaast zijn in het eerste en tweede studiejaar twee studiegroepen en in het derde studiejaar werkgroepen. De onderwijsvormen van de bacheloropleiding Colleges Tijdens het openingscollege vindt een eerste kennismaking met het weekthema plaats. Er wordt een patiënt gepresenteerd die past bij dit weekthema. Doel is het leren begrijpen van de klacht van de patiënt tegen de achtergrond van zijn persoonlijke situatie. Het verhaal wordt vervolgens als casus in de aansluitende studiegroep gebruikt. Studiegroepen In een studiegroep analyseer je een patiëntprobleem op methodische wijze. Je leert onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en verband leggen met relevante literatuur of opvattingen van de meest betrokken vakgebieden. Per week zijn er twee bijeenkomsten. Tijdens de eerste week vindt er een brainstorm plaats over het weekthema en tijdens de tweede bijeenkomst wordt de uitgezochte informatie gepresenteerd. Studieopdrachten Per week worden in de studiegroep vier studieopdrachten behandeld. Zij vormen de leidraad van de kennis die je verwacht wordt uit te gaan zoeken. Na de bespreking van de vier studieopdrachten worden leerdoelen geformuleerd. Deze leerdoelen worden aan de hand van de studieopdracht in trio’s uitgewerkt. Tijdens de zelfstudie werk je met behulp van de literatuur de studieopdrachten uit. In de tweede bijeenkomst van de studiegroep presenteer je volgens een vast stramien de resultaten van je zelfstudie over jouw studieopdracht. De studieopdrachten komen vaak terug in de toetsvragen. Het is dus zinnig dat je kennis neemt van alle studieopdrachten en niet alleen die studieopdracht die jij hebt uitgeplozen. Practica Practica kunnen verschillende doelen hebben: Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
II
-illustratie van de aangeboden stof; -verdieping van de leerstof; -aanleren van competenties; -voorbereiding op bepaalde praktijkdagen. Practica zijn kleinschalig en dienen in de meeste gevallen voorbereid te worden. Slotcolleges Tijdens de slotcolleges wordt moeilijke stof nader toegelicht en de weekstof kort samengevat. Er worden verbanden en relaties gelegd tussen patiënt, studieopdrachten en leerstof. Ook is er aandacht voor de ontwikkelingen die gaande zijn in het wetenschappelijk onderzoek, de geneeskunde en in de maatschappij in relatie tot het weekthema en welke betekenis deze ontwikkelingen hebben voor het toekomstig functioneren als arts. Daarnaast worden elke week startend in de eerste week van de bacheloropleiding colleges klinisch redeneren verzorgd. Tijdens deze colleges leer je systematisch de complexe klacht van een patiënt te analyseren en via diagnose tot een therapie te komen. Professionele ontwikkeling Door de gehele opleiding van Bachelor t/m Master loopt de onderwijslijn “Professionele ontwikkeling”. Het doel van deze onderwijslijn is om de algemene competenties die je nodig hebt om als arts te functioneren in samenhang en geïntegreerd te onderwijzen en te toetsen, in een zo authentiek mogelijke context, over de hele opleiding, waarbij de aansluiting op de vervolgopleiding optimaal geborgd wordt. Het gaat hierbij om de competenties: communicatie, reflectie, gezondheidsbevorderaar, beroepsbeoefenaar, samenwerker, organisator, academicus en medisch expert. De academische vorming is door het gehele onderwijsprogramma vervlochten, met accenten tijden de cursussen Leeronderzoek 1, Leeronderzoek 2 en Wetenschappelijk Focusonderwijs. Tijdens de Bachelor wordt per semester je professionele ontwikkeling getoetst, waarbij er steeds een ander accent gelegd wordt op de verschillende onderwerpen en op een steeds hoger aggregatieniveau. De toetsen betreffen: Professioneel Gedrag, Portfolio, BVD, Stationstoets en voor het eerste semester van bachelorjaar 1 de VU-Taaltoets Nederlands.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
III
Inhoudsopgave
Bachelor jaar 1 2 3 Diverse activiteiten
1
Bachelor jaar 1 geneeskunde
1
Bachelor jaar 1 geneeskunde
1
Bachelor jaar 1 geneeskunde Bachelor jaar 2 geneeskunde Bachelor jaar 2 geneeskunde
2 2 3
Bachelor jaar 3 geneeskunde
3
Minor Geneeskunde voor FALW studenten
4
Vak: Bachelor Honours Programme 10
4
Vak: Bouw en bewegen
4
Vak: Circulatie en volumeregulatie
5
Vak: Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten
6
Vak: Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren
7
Vak: Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling
8
Vak: Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen
9
Vak: Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs
10
Vak: Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen
11
Vak: Groei en ontwikkeling
12
Vak: Hematologie en oncologie
13
Vak: Hersenen en zintuigen
14
Vak: Homeostase - autonome en endocriene systemen
15
Vak: Huid en afweer
16
Vak: Leefstijl en medische interventies
17
Vak: Leeronderzoek 1
18
Vak: Leeronderzoek 2
19
Vak: Leren dokteren 1
20
Vak: Leren dokteren 2
20
Vak: Leren dokteren 3
21
Vak: Leren dokteren 4
22
Vak: Metabole systemen
23
Vak: Parate kennis toets 3.1
24
Vak: Parate kennis toets 3.2
24
Vak: Praktijkcursus gezondheidszorg
24
Vak: Praktijkstage huisartsgeneeskunde
25
Vak: Praktijkstage zorg
26
Vak: Professionele ontwikkeling 1
27
Vak: Professionele ontwikkeling 2
27
Vak: Professionele ontwikkeling 3
28
Vak: Professionele ontwikkeling 4
29
Vak: Schade, afweer en herstel
29
Vak: Sekse, seksualiteit en relaties
30
Vak: Start van het leven
31
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
IV
Bachelor jaar 1 2 3 Diverse activiteiten Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Bachelor Honours Programme 10
Semester 1, Semester 2, Zomerperiode
0.0
M_BHPDIVRS11
Bachelor jaar 1 geneeskunde
Bachelor jaar 1 geneeskunde Bachelor jaar 1 Semester 1.1 In dit semester gaan de cursussen vooral over de opbouw van het lichaam. De huid vormt het uitgangspunt. Van daaruit wordt de opbouw van cellen en weefsels en bewegingsapparaat behandeld. Gevolgd door de bouw en functie van organen. De ontwikkeling van de acht competenties die in het VUmc-compas centraal staan, loopt als een rode draad door het semester. Met studieopdrachten en practica leer je vaardigheden aan op het gebied van medisch expert, academicus, samenwerker, organisator, reflector, communicator, gezondheidsbevorderaar en beroepsbeoefenaar. Vervolgens staat kennismaking met onderzoek centraal tijdens Leeronderzoek 1, gevolgd door de cursus Leren dokteren 1, waarin de invloed van gedrag op gezondheid en ziekte in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg behandeld wordt en waar het klinisch redeneren van het semester wordt afgesloten.
Semester 1.2 Het tweede semester van het eerste jaar bouwt voort op het eerste semester. Iedere week heeft een vast weekprogramma waarin een bepaald thema centraal staat. Elke week start met een patiëntdemonstratie over een ziekte gerelateerd probleem dat de context vormt voor het weekthema. De week wordt afgerond met college over de inhoud van de week en een college klinisch redeneren, dat zoveel als mogelijk is afgestemd op het weekthema. Evenals in semester 1.1 loopt als rode draad door dit semester de aandacht voor het ontwikkelen van de verschillende competenties van het VUmc-compas.Deels is de ontwikkeling van de hierboven genoemde competenties gericht op de taken die je tijdens de praktijkstage zorg aan het einde van semester 1.2 gaat uitvoeren.De cursus leren dokteren 2 besteed aandacht aan het werk van de arts. Opleidingsdelen: - Bachelor jaar 1 geneeskunde
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 1 van 32
Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Bouw en bewegen
Semester 1
5.0
M_BB-B10
Circulatie en volumeregulatie
Semester 2
5.0
M_BC-V10
Hersenen en zintuigen
Semester 2
5.0
M_BH-Z10
Homeostase - autonome en Semester 2 endocriene systemen
3.0
M_BHS10
Huid en afweer
Semester 1
4.0
M_BH-A10
Leeronderzoek 1
Semester 1
3.0
M_BLO110
Leren dokteren 1
Semester 1
6.0
M_BLD110
Leren dokteren 2
Semester 2
6.0
M_BLD210
Metabole systemen
Semester 1
5.0
M_BMS10
Praktijkstage zorg
Semester 2
5.0
M_BPZ10
Professionele ontwikkeling 1 Semester 1
5.0
M_BPO110
Professionele ontwikkeling 2 Semester 1, Semester 2
8.0
M_BPO210
Bachelor jaar 1 geneeskunde
Bachelor jaar 2 geneeskunde Semester 2.1
Het eerste semester van het tweede jaar heeft als thema “De start van het leven en de groei en ontwikkeling. Ook in dit semester volgt het basisstramien van de bachelorfase, waarin de week start met een patiëntendemonstratie ter inleiding van het thema van de betreffende cursusweek en aan het eind van deze cursusweek een slotcollege met speciale aandacht voor klinisch redeneren. Semester 2.2 In het tweede semester van het tweede jaar wordt voortgebouwd op de levenslijn die in het voorgaande semester werd ingezet. De organisatie van het onderwijs is vergelijkbaar met jaar 1 en semester 2.1. Er wordt gestart met een patiëntdemonstratie over het thema van de week en afgerond met een slotcollege, die terugblikt en integreert en waarin speciale aandacht wordt geschonken aan klinisch redeneren. De semesters worden ondersteund met practica, waarin enkele basale aspecten van de behandelde problematiek centraal staan, of, waarin de student zelf ervaart, wat afwijkingen kunnen betekenen en deze worden geobjectiveerd. Praktische vaardigheden worden aangeleerd en aandacht wordt geschonken aan uw eigen rol, houding en beleving tijdens de verschillende trainingen. Tijdens de huisartsenstage komt veel hiervan aan de orde en kunt u zien wat er in de dagelijkse praktijk gebeurt bij zieke maar ook bij gezonde mensen. Tijdens beide semesters wordt aandacht besteed aam de professionele ontwikkeling van de student ter voorbereiding op de voor de arts Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 2 van 32
benodigde competenties. Beide semesters worden afgesloten met een cursus leren dokteren, elk met een verschillend inhoudelijk accent waarbij klinisch redeneren het uitgangspunt is. Opleidingsdelen: - Bachelor jaar 2 geneeskunde Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Groei en ontwikkeling
Semester 1
6.0
M_BG-O11
Hematologie en oncologie
Semester 2
6.0
M_BH-O11
Leefstijl en medische interventies
Semester 2
6.0
M_BLSMI11
Leeronderzoek 2
Semester 2
4.0
M_BLO211
Leren dokteren 3
Semester 1
5.0
M_BLD311
Leren dokteren 4
Semester 2
5.0
M_BLD411
Praktijkcursus gezondheidszorg
Semester 1, Semester 2
3.0
M_BPCGZ11
Praktijkstage huisartsgeneeskunde
Semester 1, Semester 2
3.0
M_BPSHG11
Professionele ontwikkeling 3 Semester 1
4.0
M_BPO311
Professionele ontwikkeling 4 Semester 2
4.0
M_BPO411
Schade, afweer en herstel
Semester 1
4.0
M_BSAH11
Sekse, seksualiteit en relaties
Semester 2
4.0
M_BSSR11
Start van het leven
Semester 1
6.0
M_BSVHL11
Bachelor jaar 2 geneeskunde
Bachelor jaar 3 geneeskunde Bachelor jaar 3 Semester 3.1 Het eerste semester richt zich voornamelijk op ziekten van inwendige organen. Zowel de pathobiologie als ook de diagnostiek en behandelingsmogelijkheden zullen vanuit diverse gezichtspunten aan de orde komen (bijvoorbeeld fysiologie, pathologie, klinische chemie, medische genetica, klinische microbiologie, heelkunde, interne geneeskunde). Dit semester is ingedeeld in 3 cursussen: Hematologie, oncologie en infecties; Vaten en luchtwegen; Spijsvertering en stofwisseling. Semester 3.2 Het tweede semester gaat over afwijkingen in het functioneren van het zenuwstelsel, zich uitend in stoornissen in de neurologische functies Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 3 van 32
(bijvoorbeeld bewustzijnsstoornissen, verlammingen en stoornissen in de coördinatie) en in de psychische functies (bijv. hallucinaties en wanen, stemmings- en gedragsstoornissen). Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor de basisvakken, neurofysiologie, neuroanatomie en farmacotherapie. De leerstof sluit aan op de cursussen 1.1.2, 1.2.3 en 2.2.3. Dit semester wordt afgesloten met het Wetenschappelijk Focus Onderwijs. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten
Semester 1
5.0
M_BHO-I07
Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren
Semester 2
5.0
M_BPF07
Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling
Semester 1
5.0
M_BS-S07
Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen
Semester 1, Periode 2+3
5.0
M_BV-L07
Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs
Semester 2
4.0
M_BWFO07
Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen
Semester 2
5.0
M_BZZ07
Parate kennis toets 3.1
Semester 1
4.0
M_B31PAK07
Parate kennis toets 3.2
Semester 2
4.0
M_B32PAK07
Minor Geneeskunde voor FALW studenten Bachelor Honours Programme 10 Vakcode
M_BHPDIVRS11 ()
Periode
Semester 1, Semester 2, Zomerperiode
Credits
0.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. M. Boers
Lesmethode(n)
Werkcollege, Praktijkstage, Symposium
Bouw en bewegen Vakcode
M_BB-B10 (300050)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. M.W. van Emden
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 4 van 32
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege,
Inhoud vak De cursus geeft inzicht in de bouw en functie van het bewegingsapparaat. In de eerste week van de cursus wordt aandacht besteed aan de rug. In de tweede week van de cursus wordt aandacht besteed aan de globale opbouw van het perifere zenuwstelsel. In de derde week staat het synoviale gewricht centraal. In week vier staat het skelet centraal. Tot slot komen in week vijf de spieren aan bod. Tijdens de cursus wordt er ook aandacht besteed aan DNA replicatie en genexpressie, celschade en weefselherstel. Naast de bovengenoemde basiskennis, leer je in deze cursus de beginselen van het afnemen van een anamnese en het doen van lichamelijk onderzoek bij rugklachten. Tevens maak je kennis met studievaardigheden, leer je feedback geven en ontvangen en reflecteren op jezelf. Ook bespreek je de ervaringen op de snijzaal na. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus.De practicumregistratie vindt plaats middels een practicumkaart. Indien u aan de verplichtingen heeft voldaan kunt u de volle kaart inleveren bij de CAT toets of het Onderwijs Service Centrum. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Circulatie en volumeregulatie Vakcode
M_BC-V10 (300051)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. J. de Groot-van der Velden
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak Deze cursus behandelt de bloedsomloop, het hart en de nieren (inclusief de embryologie). Er wordt aandacht besteed aan de histologie, biochemie en functie van het hart, bloedvaten en nieren. Daarnaast leert u een Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 5 van 32
anamnese af te nemen. In week 1 wordt aandacht besteed aan de bloedsomloop en in vogelvlucht aan hart en nieren. Hierbij verwerf je o.a. inzicht in functies en ligging van met name de grote slagaders en aders, de bouw van de vaatwand en het ziekteproces van atherosclerose. Maar ook de ligging van de urinewegen en van de nieren, alsmede hun functies op overzichtsniveau komen aan de orde. Je leert de pols te voelen en de bloeddruk te meten. In week 2 maak je kennis met de microcirculatie en wordt kennis van de nier verder uitgediept. Dit leidt tot inzicht in de uitwisselingsprocessen tussen bloed en weefsel, de vloeistofcompartimenten en hun electrolyt-verschillen, de mechanismen van vochttransport, ook in de glomerulus van de nier, en het systeem van bloedstelping en stolling. Tevens wordt aandacht besteed aan verschillende nieraandoeningen en oedeem. In week 3 staat het hart centraal. Je krijgt inzicht in de bouw, functie en de regeling van het hart, het hartritme, de hartcyclus, de pompfunctie van het hart en stoornissen hierin zoals hartfalen. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de thorax en aan het maken van diagnostische beelden van het hart met name met behulp van ultrageluid. Ook wordt aandacht besteed aan determinanten van bloedstroming. Tot slot leer je anamnestisch en fysisch-diagnostisch om te gaan met de klacht hartkloppingen en om te gaan met emoties. in week 4 komt uitgebreider de rol van de nieren in de volumeregulatie aan bod. Hiertoe worden de bouw en functie van de verschillende onderdelen van het nefron behandeld, evenals de regulatie van de arteriële bloeddruk. Tevens verwerf je inzicht in de regulatie van het zuurbase evenwicht en de stoornissen die hierin kunnen optreden. Ook wordt in deze week aandacht besteed aan geneesmiddelen die van invloed zijn op de bloeddruk, en aan het effect van inspanning op de bloedsomloop. In week 5 wordt de kennis opgedaan in de voorgaande vier weken geïntegreerd en toegepast. Aandacht wordt besteed aan preventie en risicofactoren van hart- en vaatziekten, aan niet-septische vormen van shock, en aan hartrevalidatie.
Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten Vakcode
M_BHO-I07 (300301)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. P.C. Huijgens
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Symposium, Werkcollege, Computerpracticum
Inhoud vak In deze cursus wordt in de eerste vier weken aandacht besteed aan oorzaken, ontstaanswijzen, presentatie, diagnostiek en behandeling van kanker, zowel van bloed en bloedvormende organen als van allerlei andere weefsels. Ook andere ziekten van de bloedvormende organen komen later aan de orde. In de vijfde en zesde week komen infectieziekten en afweerstoornissen (die vaak leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor infectieziekten en die soms het gevolg zijn van de behandeling van kanker) uitvoerig aan bod. Aan welke patiënten moet je bij deze cursus zoal denken? Om je een Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 6 van 32
indruk te geven een paar voorbeelden: Een juriste van 45 jaar met borstkanker, een jonge man met een kwaadaardige zwelling van lymfeklieren (een maligne lymfoom), een gepensioneerde bouwvakker met een longontsteking (pneumonie), een jongen van twaalf met heel veel keel-, neus- en oorontstekingen, een Afrikaanse met bloedarmoede, een oud-horecaondernemer met heel veel pijn door uitzaaiingen van longkanker. We proberen enerzijds van een breed palet van aandoeningen de pathobiologie te tonen, met een 'blik in het laboratorium' om te zien wat de huidige stand van de wetenschap is. Inzichten in de genetica leiden bijvoorbeeld tot een enorme informatietoename over het ontstaan van en het risico op deze ziekten. Anderzijds houden we de 'menselijke maat' steeds in het oog: wat willen patiënten en hoe moeten we zo goed mogelijk voor ze zorgen? Bij dat laatste hoort bij voorbeeld ook aandacht voor (de organisatie van) palliatieve (op symptoombestrijding gerichte) zorg. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren Vakcode
M_BPF07 (300308)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. A.N.M. Schoffelmeer
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak In deze cursus leer je het psychisch functioneren op systematische wijze te beschrijven en krijg je inzicht in hoe afwijkingen in de psychische functies zich manifesteren in specifieke psychiatrische stoornissen. Je leert welke hersenstructuren en neurotransmittersystemen betrokken zijn bij het psychisch functioneren en hoe afwijkingen of dysregulaties in deze systemen samenhangen met specifieke psychiatrische stoornissen. Daarnaast leer je de verschillende ziektebeelden in te delen volgens het DSM-IV classificatiesysteem. Ook krijg je inzicht in de behandelmogelijkheden, veelal diverse vormen van psychofarmaca en psychotherapie. Iedere week besteden we aandacht aan één of meerdere typen stoornissen, die geïllustreerd worden door middel van gesprekken met patiënten, studieopdrachten, interactieve colleges en beeldmateriaal. In een aantal cursusgebonden practica wordt geoefend met het psychiatrisch onderzoek en het gebruik van gestructureerde vragenlijsten. Daarnaast is er ook een practicum neuroanatomie en fysiologie in deze cursus opgenomen. Zoals gewoonlijk in het VUmc Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 7 van 32
compas, lopen de competentiepractica als een rode draad door de cursus heen. In de eerste week staat de verwarde patiënt centraal. Dit is de patiënt bij wie het cognitief functioneren ernstig verstoord is en die gediagnosticeerd wordt binnen de categorie psychotische stoornissen. In de tweede week leer je over patiënten met een ontregelde stemming. In de derde week gaat het over patiënten die problemen hebben in de relatie met andere mensen. Je leert hoe die problemen kunnen samenhangen met een autistische stoornis of met een persoonlijkheidsstoornis. In week vier komen gedrags- en verslavingsproblemen aan de orde. In week vijf behandelen we een groep patiënten die je als arts vaak zult tegenkomen: patiënten met gecombineerde lichamelijke en psychiatrische problemen. Dit zijn patiënten die veel gebruik maken van medische voorzieningen en bij wie de behandeling gecompliceerd verloopt. Aan de hand van dit onderwerp wordt de rol van de consultatieve of liaison psychiatrie besproken. In week zes leer je over de diverse vormen van angststoornissen. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling Vakcode
M_BS-S07 (300303)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. G. Kraal
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak 'Der Mensch ist was er ißt', schreef ooit de Duitse filosoof Feuerbach. Of dat nu waar is of niet: voeding en voedselverwerking (laten we dat voor het gemak even spijsvertering en metabolisme noemen) zijn natuurlijk van wezenlijk belang voor ons dagelijks welzijn. Stoornissen in de organen of orgaansystemen die in dit proces een belangrijke rol spelen zijn er vele. Of dat nu gaat om korte, heftige verstoringen (zoals reizigersdiarree) of om chronische meer slepende stoornissen (zoals de ziekte van Crohn of diabetes mellitus), je wordt er in de dagelijkse praktijk als arts zeer vaak mee geconfronteerd. Deze cursus biedt je de mogelijkheid je in diverse ziektebeelden te verdiepen. Over voeding nog een apart woord: het wordt steeds duidelijker dat ziekten die in onze samenleving veel voorkomen mogelijk samenhangen met een bepaald voedingspatroon. Van een moderne arts mag dan ook verwacht worden dat hij/zij een steen kan bijdragen aan het verbeteren van de voedingsgewoonten van zowel zieke mensen als gezonde (voorkomen is Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 8 van 32
immers beter dan genezen). Ook komen in deze cursus in het kader van overige buikpathologie urologische en gynaecologische problemen aan de orde. Een selectie van patiënten: Een vrouw van middelbare leeftijd met klachten van incontinentie, een jonge man die bloed braakt door een 'maagzweer', een studente met buikklachten zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor kan worden gevonden, een man van 43 die steeds last heeft van zuurbranden, een vrouw van 85 met diverticulitis, een caissière met de ziekte van Graves, een kind van 14 dat veel te zwaar is, een student met een alcoholprobleem. Anatomie, fysiologie, biochemie van het intermediaire metabolisme, de werking van hormonen en de klachten die kunnen optreden bij verstoringen hiervan zijn - naast de patiëntverhalen - de basis van de cursus. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ontsteking en immunologie (vgl. cursus 3.1.1.) en daarop gebaseerde therapieën komen aan bod. Voortschrijdende technologische ontwikkelingen maken diagnostiek ((virtuele) endoscopieën) en therapie (endoscopische chirurgie) steeds geavanceerder en patiëntvriendelijker. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen Vakcode
M_BV-L07 (300302)
Periode
Semester 1, Periode 2+3
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A. Thijs
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak Hart- en vaatziekten komen in de westerse omgeving veel voor en vormen een grote bedreiging voor inwoners van Azië en Afrika. Zij leiden tot veel ziekte (morbiditeit) en tot veel sterfte (mortaliteit). Van een bachelor geneeskunde mag dan ook het nodige verwacht worden met betrekking tot kennis en vaardigheden op dit gebied. In deze cursus dragen we daar ons steentje aan bij. Aan de hand van patiëntencasus herhalen we de anatomie en fysiologie van hart en vaten nog eens. Voor het voetlicht komt ook het stollingsmechanisme, hoe dat kan ontsporen en hoe we de stolling kunnen beïnvloeden. Daarnaast komen klachten (op zowel de kinder- als de volwassenleeftijd) van de luchtwegen (kortademigheid, hoesten en pijn) uitvoerig aan de orde. Wederom een greep uit het spreekuur of de eerste hulp: Een jongen die tijdens zwemles steeds kortademig wordt en 'piept', een bankdirecteur die een hartinfarct krijgt en die haar werk niet kan loslaten, een zwangere met een longembolie, een magere jongeman met een pneumothorax, Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 9 van 32
een oudere heer met kortademigheid en oedeem in de benen (chronisch hartfalen), een 65-jarige in shock door een gebarsten aorta, een manager met hoge bloeddruk. Naast aandacht voor mechanismen van genoemde ziekten is er ook ruimschoots aandacht voor het begrip risicofactor (en de betekenis daarvan voor de dagelijkse praktijk). In de behandeling is de laatste decennia veel veranderd. Niet alleen zijn er verscheidene doorbraken geweest op het gebied van de pathobiologie, maar ook is er een groot aantal onderzoeken geweest op grond waarvan moderne behandelingsstrategieën zijn gebaseerd. Nut (en beperkingen) van evidence based medicine en de oorsprong, plaats en betekenis (en (afwezigheid van) onderbouwing)) van geneeskundige richtlijnen komen dan ook aan bod. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs Vakcode
M_BWFO07 (300309)
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. I.L.M.A. Baart
Lesmethode(n)
Computerpracticum, Hoorcollege, Werkcollege
Inhoud vak Het Wetenschappelijk Focus Onderwijs (WFO) is de laatste cursus van de bachelorfase (B3.2.3) en maakt onderdeel uit van de lijn van onderwijs die de ‘Academische Vorming’ betreft en die eindigt met de wetenschappelijke stage in de masterfase van de opleiding geneeskunde. Het doel van het WFO is: ‘Leren om wetenschappelijk te denken en te handelen binnen de wetenschappelijke wereld van een vakgebied’. Het wetenschappelijk focusonderwijs bestaat uit plenair onderwijs ‘algemene methodologie’ en ‘focusspecifiek onderwijs’; studenten kunnen kiezen uit tien verschillende focusgebieden. Tijdens het onderwijs ‘algemene methodologie’ wordt de student o.a. voorbereid op het schrijven van een wetenschappelijk stuk, er wordt geoefend in het zoeken van wetenschappelijke literatuur en het ontwikkelen van een onderzoeksvraag. Bovendien wordt methodologische stof, als de gerandomiseerde trial, de systematische review en statistiek aangeboden. Tijdens het focusonderwijs maakt de student kennis met de wereld van het wetenschappelijk onderzoek in het focusgebied en leert wetenschappelijk te denken en te handelen binnen het focusgebied. De link tussen kliniek en wetenschap zal worden belicht. In de cursus leren de studenten tevens Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 10 van 32
een wetenschappelijk stuk (bv een verslag, onderzoeksvoorstel, literatuur-review) te schrijven over een specifiek onderwerp binnen het focusgebied. Er worden colleges en werkcolleges gevolgd, opdrachten uitgevoerd, practica gevolgd, excursies en literatuuronderzoek uitgevoerd en een schrijfopdracht gemaakt. Toetsvorm Toetsing van het Wetenschappelijk Focus Onderwijs vindt plaats door middel van: -Een toets ‘algemene methodologie’; -De focusspecifieke toets; -Toetsing van de schrijfopdracht (schriftelijk en mondeling); -Een toets professioneel gedrag; Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen Vakcode
M_BZZ07 (300307)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. B.W. van Oosten
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak In week 1 wordt aandacht besteed aan het bewustzijn. Zowel normale veranderingen (bijvoorbeeld slaap) als abnormale bewustzijnsveranderingen (bijvoorbeeld epilepsie, delier) zullen worden behandeld. Je leert welke structuren van belang zijn voor het in stand houden van het bewustzijn en wat er mis kan gaan. Ook leer je welke testen de arts ter beschikking staan om het bewustzijn te "meten", variërend van simpele testen aan het bed tot geavanceerd technisch onderzoek. In week 2 verdiepen we ons in de patiënt met zintuiglijke beperkingen: zien, horen, evenwicht, tast, reuk en smaak. Je krijgt inzicht in de structuur en functie van de receptororganen, inclusief de representatie van deze systemen in het centrale zenuwstelsel. Tevens leer je wat de relatie tussen laesies in deze systemen en specifieke (neurologische) uitvalsverschijnselen en hoe met (simpele) onderzoeksmethoden deze uitval is vast te stellen. In week 3 bespreken we oorzaken en gevolgen van min of meer acuut ontstane neurologische uitvalverschijnselen. Denk bijvoorbeeld aan een herseninfarct. Hierbij kijken we niet alleen naar het verband tussen de plaats van het letsel en de verschijnselen, maar ook naar de diagnostische en therapeutische mogelijkheden. We bekijken hoe de zorg rondom dergelijke patiënten wordt georganiseerd en wat de knelpunten zijn. In week 4 besteden we aandacht aan chronische ziekten van het zenuwstelsel, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson en Multiple Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 11 van 32
Sclerose. Je krijgt inzicht in (veronderstelde) oorzaken van deze aandoeningen en in de toenemende diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Ondanks de toegenomen behandelmogelijkheden zijn dit soort ziekten in het algemeen niet te genezen. Ook hier is het dus van belang je te verdiepen in de manier waarop dergelijke patiënten het best begeleid kunnen worden. In week 5 komen ziekten aan de orde die leiden tot cognitieve problemen. In het algemeen gaat het hier dan om dementieën. Welke soorten dementie zijn er en is het zinvol die te kunnen onderscheiden? Hoe kun je eenvoudig een eerste indruk krijgen of er bij iemand sprake is van een dementie? Zijn er behandelmogelijkheden? Hoe is de zorg georganiseerd? Wat zijn de gevolgen voor de wilsbekwaamheid? In week 6 worden de verschillende aspecten van pijn belicht. Dit is een uitgebreid terrein, waar vele specialismen actief zijn. Je zult inzicht krijgen in een aantal veel voorkomende pijnsyndromen (hoofdpijn, pijn in het been). Je leert welke vragen je moet stellen en welke onderzoeken je moet doen om erachter te komen wat de oorzaak van de pijn is. Ook leer je welke (medicamenteuze) behandelopties er zijn en ga je daar mee oefenen. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Groei en ontwikkeling Vakcode
M_BG-O11 ()
Periode
Semester 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. A.F. Nagelkerke
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus komt de normale ontwikkeling van baby naar jong volwassene aan de orde met de afgrenzing van de vertraagde en de afwijkende ontwikkeling. De cursus is opgebouwd rond vijf leeftijdsfasen waarbij elke week één leeftijdsfase centraal staat (zuigeling, peuter, kleuter, schoolkind en adolescent). Er wordt ingegaan op de groei en ontwikkeling van het kind in relatie met zijn of haar omgeving. De nadruk ligt op de normale ontwikkeling van de functie van de diverse orgaansystemen. Deze wordt extra verduidelijkt door ook aandacht te besteden aan de mogelijkheid van een afwijkende ontwikkeling. Om die reden wordt een begin gemaakt met het bestuderen van de geneeskunde van het kind. Bijzondere aandacht is er voor de blootstelling aan microorganismen in de jeugd en de ontwikkeling van de immuniteit van het kind (incl. vaccinatie) en voor de psychomotore ontwikkeling. De basale, Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 12 van 32
preventieve en klinische aspecten van de verschillende ontwikkelingaspecten worden belicht. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 3. (Zie ook informatie Leren dokteren 3) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 3 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Hematologie en oncologie Vakcode
M_BH-O11 ()
Periode
Semester 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S. Zweegman
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Studiegroep, Werkcollege
Inhoud vak In deze cursus wordt aandacht besteed aan oorzaken, presentatie, diagnostiek en behandeling van kanker, zowel van bloed en lymfklieren (hematologie) als van solide organen (oncologie). Tevens komen in het blok hematologie een deel van de goedaardige hematologische aandoeningen aan bod. Aan welke patiënten moet je bij deze cursus zoal denken? Om je een indruk te geven een paar voorbeelden: Een juriste van 45 jaar met borstkanker, een jonge man met een kwaadaardige zwelling van lymfeklieren (een maligne lymfoom), een studente van 24 met leukemie, een Afrikaanse met bloedarmoede, een oud-horecaondernemer met heel veel pijn door uitzaaiingen van longkanker. We zullen niet alleen de theorie behandelen, maar de student tevens een 'blik in het laboratorium' laten werpen om te ervaren hoe belangrijk interactie tussen kliniek en laboratorium in de diagnostische fase is. Maar tevens om te tonen hoe moleculaire karakterisering de behandeling van de patiënt met kanker direct beïnvloedt en leidt tot behandeling op maat en “targeted therapy” voor de individuele patiënt. Dat geldt natuurlijk ook voor de wens van de patiënt en zijn of haar omgeving; wat willen patiënten en hoe kunnen we zo goed mogelijk voor ze zorgen? Bij dat laatste hoort bij voorbeeld ook aandacht voor (de organisatie van) palliatieve (op symptoombestrijding gerichte) zorg en psychosociale Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 13 van 32
begeleiding. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 4. (Zie ook informatie Leren dokteren 4) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 4 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Hersenen en zintuigen Vakcode
M_BH-Z10 (300053)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. H.J. Groenewegen
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak De cursus Hersenen en Zintuigen geeft inzicht in de structuur en functie van de zintuigen en het centrale zenuwstelsel. In deze cursus wordt voortgebouwd op onderwerpen die in eerdere cursussen aan de orde zijn geweest zoals het autonome zenuwstelsel en de basale neurofysiologie en het perifere zenuwstelsel. Aan het begin van de cursus wordt aandacht besteed aan de structuur en functie van de zintuigen, zoals oog en oor en de verwerking van de signalen van de perifere sensibele organen in het centrale zenuwstelsel. Tevens leer je wat de relatie tussen laesies in deze systemen en specifieke (neurologische) uitvalsverschijnselen is en hoe met (simpele) neurologische onderzoeksmethoden deze uitval is vast te stellen. Daarna wordt ingegaan op de motorische en gedragssystemen van de hersenen. Hierbij komt het beloop van de sensibele en motorische baansystemen aan de orde. Deze kennis wordt gekoppeld aan specifieke patronen van sensibele en motorische uitval bij laesies op verschillende niveaus in het perifere en centrale zenuwstelsel. De verschillende hersensystemen (grote hersenen, basale ganglia, cerebellum, vestibulair systeem, oculomotorisch systeem) die zijn betrokken bij beweging, houding en evenwicht worden behandeld. In de laatste weken van de cursus zullen we ons bezig houden met meer complexe functies van de hersenen, zoals het geheugen, emoties, cognitie en bewustzijn. Tevens wordt aandacht besteed aan de neuronale basis van de slaap en bewustzijn. Je krijgt inzicht in de wijze waarop gedrag tot Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 14 van 32
stand komt en kan worden beïnvloed door cognitie, emotie en motivatie. Bovendien komen enkele belangrijke neuropsychiatrische stoornissen, zoals geheugenstoornissen en dementie aan de orde. Naast de medischinhoudelijke kennis leer je in practica bepaalde aspecten van het onderzoek van het horen en het zien en hoe je een anamnese kunt afnemen bij een slechthorende patiënt. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in het slotcollege van iedere week en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 2. (Zie ook informatie Leren dokteren 2) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 2 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Homeostase - autonome en endocriene systemen Vakcode
M_BHS10 (300054)
Periode
Semester 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A.M.W. van Dam
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt aandacht besteed aan het begrip homeostase, het functioneren van het autonome zenuwstelsel en de endocriene systemen bij de gezonde mens. Tevens worden de algemene farmacologische principes en toepassingen refererend aan het autonome zenuwstelsel en endocriene systemen behandeld. In de eerste week wordt het autonome zenuwstelsel geïntroduceerd en de rol die het speelt bij het handhaven van de homeostase. Het concept homeostase wordt verder uitgewerkt aan de hand van de thermoregulatie en het klinische beeld shock. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de begrippen receptoren en second messengers die aangrijpingspunten zijn voor signaalstoffen of farmaca om hun effect te bewerkstelligen zodanig dat homeostase wordt bereikt. Aangezien autonome en endocriene organen van belang zijn bij het in stand houden van de homeostase, worden deze in een practicum gedemonstreerd. In de tweede week wordt de cholinerge en noradrenerge regulatie van het autonome zenuwstelsel belicht, o.a. in een practicum. Tevens worden de farmacologische beïnvloeding van het autonome zenuwstelsel en algemene Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 15 van 32
begrippen van de farmacodynamiek uitgewerkt. In de derde en laatste week worden de endocriene systemen besproken. Hierbij komen onder andere de verschillende endocriene systemen en hun hormonen aan de orde. Het hormoon insuline en zijn rol in de glucosehuishouding wordt op biochemisch niveau verder uitgewerkt. Dit sluit aan bij de bespreking van het klinisch beeld diabetes mellitus. Tevens worden schildklierafwijkingen als voorbeeld van een endocriene stoornis behandeld met daarbij de aangrijpingspunten voor farmacotherapeutische behandeling. Naast de basale en medische inhoud van de cursus wordt er gewerkt aan de basisvaardigheden van het communiceren. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 2. (Zie ook informatie Leren dokteren 2) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 2 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Huid en afweer Vakcode
M_BH-A10 (300052)
Periode
Semester 1
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. R.H.J. Beelen
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt aandacht besteed aan de opbouw van de huid en de functie die de huid en de cellen in de huid uitoefenen. Je krijgt een overzicht van de opbouw van het weefsel, de opbouw van een cel en de overdracht van informatie die vastligt in het DNA naar functie/fenotype. Tevens komt het onderwijsproces van het hele semester aan de orde en het werken in studiegroepen. De volgende vragen worden behandeld: Hoe complex is de cellulaire opbouw van de huid? Hoe is de cel opgebouwd? Hoe vindt overdracht van informatie van het DNA naar functie en fenotype van de cel plaats? Hoe reageren cellen en weefsels op invloeden van buitenaf (bv. zonlicht, toxische stoffen, micro organismen)? Hoe herken je (patho)fysiologische veranderingen in de huid? Hoe werken cellen samen? Tevens wordt er elke week aandacht besteed aan een verstoring van de homeostase (fysiologie) en de biochemie. In de eerste twee dagen en Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 16 van 32
week 1 komen de huid en huidreactie aan de orde evenals het leerproces. In week 2 huidletsel en herstel. Tot slot worden in de derde week enkele specifieke huidafwijkingen die deels genetisch en deels door omgevingsfactoren bepaald zijn behandeld. Naast de fysiologie van de huid leer je werken in studiegroepen volgens de rolomschrijvingen en maak je kennis met de onderdelen van het geneeskundig proces. Je leert hoe je de huid moet inspecteren en een relatie legt naar het histologische beeld. Tot slot leer je wat de geheimhoudingsplicht van de arts inhoudt. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van VWO 5+6 en van deze cursus van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leefstijl en medische interventies Vakcode
M_BLSMI11 ()
Periode
Semester 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. E.A.L.M. Verhagen
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Studiegroep, Practicum
Inhoud vak Deze cursus gaat in op de interactie tussen aan leefstijl gerelateerde gezondheidsklachten en medische interventies. Vrijwel alle belangrijke ‘aandoeningen’ van dit moment komen voort uit (of hebben een relatie met) een ongezonde leefstijl. Bij de secundaire en tertiaire preventie van deze aandoeningen worden medische en farmacologische interventies ingezet. Deze cursus gaat dieper in op de werking van farmacologische middelen in het lichaam. Speciale aandacht is er voor de interactie van middelen wanneer er één of meerdere leefstijlfactoren aanwezig zijn. Hiernaast zal er stil worden gestaan bij leefstijlveranderingen. Immers als leefstijl ten grondslag ligt aan de aandoening kan een verandering van leefstijl de aandoening positief beïnvloeden. Als laatste wordt er nog stilgestaan bij de ‘negatieve’ gevolgen van een gezonde leefstijl in de vorm van sport- en beweegletsels.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 17 van 32
Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 4. (Zie ook informatie Leren dokteren 4) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 4 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leeronderzoek 1 Vakcode
M_BLO110 (300057)
Periode
Semester 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. W.M. van der Flier
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In het Leeronderzoek maak je kennis met het opzetten en uitvoeren van medisch wetenschappelijk onderzoek. Tijdens eerdere practica in het eerste semester heb je verschillende soorten data verzameld bij jezelf of bij medestudenten rondom het thema leefstijl en gezondheid. Met behulp van deze data formuleer je onderzoeksvragen, maak je een analyseplan, voer je de analyses uit en presenteer je de resultaten van jouw onderzoek op een afsluitend minisymposium. In de eerste week wordt vooral aandacht besteed aan het opzetten van het onderzoek en het verwerken van data. Hierbij worden de belangrijkste (epidemiologische) onderzoeksvormen belicht, leer je vraagstellingen formuleren, doe je ervaring op met het werken met een databestand en leer je hoe je gegevens kunt analyseren met behulp van de statistiek. In de tweede week wordt met name aandacht besteed aan het analyseren van de zelf verzamelde data, het interpreteren van resultaten en het middels een poster presenteren van de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Beoordeling voordracht en discussie (BVD), Parate kennistoets (PAK) en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus.(zie Blackboard). In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 18 van 32
Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard. Uitleg in Blackboard Voor deze module is een bijbehorende BB course. Hierin staat alle informatie die de student nodig heeft tijdens de module, in aanvulling op het onderwijs en de cursusklapper. Denk bijvoorbeeld aan belangrijke BB mededelingen over de module (ook zichtbaar via VUnet), maar ook aan informatie over de toetsing bij het vak. Studenten krijgen automatisch toegang tot de BB course, wanneer zij door het IOO op de module zijn geboekt (voor onderwijs of (her)tentamens).
Leeronderzoek 2 Vakcode
M_BLO211 ()
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. E.S.M. de Lange-de Klerk
Lesmethode(n)
Werkgroep, Werkcollege, Symposium, Hoorcollege
Inhoud vak In leeronderzoek 2 maak je op een actieve manier kennis met medisch wetenschappelijk onderzoek in één van de volgende onderzoeksstromen: kwalitatieve, translationele of kwantitatieve stroom. Je werkt in een team van vier studenten aan een eigen onderzoek. Je formuleert onderzoeksvragen, zoekt en bestudeert de bijbehorende literatuur, verzamelt gegevens, maakt een analyseplan, voert de analyses uit en presenteert met je team aan het einde de resultaten van je onderzoek. Als team schrijf je een onderzoeksverslag. Op een afsluitend symposium presenteren twee teams uit iedere stroom hun onderzoek voor alle jaargenoten en andere belangstellenden. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Beoordeling voordracht en discussie (BVD), Parate kennistoets (PAK) en dat je actief deelgenomen hebt aan het onderzoeksverslag en verplichte practica behorende bij de cursus.(zie Blackboard). In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof per stroom staat in de cursusklapper en op Blackboard. Verder zullen wetenschappelijke artikelen worden gebruikt die van toepassing zijn op het eigen onderzoek. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 4 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 19 van 32
van de PAK toets staat op Blackboard.
Leren dokteren 1 Vakcode
M_BLD110 (300055)
Periode
Semester 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt de bepalende invloed van gedrag op gezondheid en ziekte in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg behandeld. In de eerste week wordt aandacht besteed aan de sleutelbegrippen in de preventieve geneeskunde, aan de diversiteit van oorzakelijke/bepalende factoren van gezondheid en ziekte (inclusief psychiatrische ziekten) en aan het proces waarbij de mens hulpvrager wordt, waarbij de structuur van de Nederlandse gezondheidszorg aan bod komt. In de tweede week wordt gezondheidsgedrag en ziektegedrag vanuit psychologisch perspectief behandeld. De invloed van cognities, emoties en leren op gedrag wordt besproken en geïllustreerd aan voor de arts relevante begrippen als symptoomperceptie en therapietrouw. In de behandeling van deze onderwerpen komen ook sociale, maatschappelijke en culturele aspecten aan de orde. Om gedrag in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg te kunnen doorgronden is voorts kennis van de begrippen stress en ‘coping’ onontbeerlijk en deze zal dan ook in deze week worden aangereikt. In de derde week ligt het accent op de medische wetenschapstheorie, waarbij een directe terugkoppeling plaats vindt naar de eerste twee weken. Kern is hierbij hoe medischwetenschappelijk onderzoek naar oorzakelijke mechanismen van ziektes uitgevoerd wordt en hoe betekenis aan de resultaten gegeven wordt. Voor de hele cursus geldt dat steeds wordt gerefereerd aan casuïstiek en ziektebeelden uit voorgaande cursussen. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de studiestof van de cursus Leren dokteren 1 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 1.1. De toets bestaat (deels) uit open vragen. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leren dokteren 2 Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 20 van 32
Vakcode
M_BLD210 (300056)
Periode
Semester 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A.K. Oderwald
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze tweede cursus uit de reeks leren dokteren cursussen richten we ons op het werk van de dokter. In de eerste leren dokteren cursus stonden onder andere de opvattingen van patiënten over ziekte en gezondheid centraal. In deze tweede cursus staan een aantal andere onderwerpen centraal, uiteraard altijd in de context van de medische praktijk en aansluitend op de colleges en werkgroepen klinisch redeneren. In de eerste week is het onderwerp: dokters, ziekten en diagnoses. We kijken nauwkeuriger naar het ontstaan, de aard en bruikbaarheid van de medische kennis en de culturele invloeden daarop. We doen dat aan de hand van een aantal voorbeelden. In de practica leer je op een methodische wijze een ethische casus te bespreken en krijg je een werkgroep klinisch redeneren. In de tweede week is de aandacht vooral gericht op de interactie tussen arts en patiënt. Hoe kan deze relatie worden gekenmerkt? Hoe communiceren artsen en patiënten? Welke ethische opvattingen horen daarbij? En hoe is dat in de wet vastgelegd? In de practica wordt ethische casuïstiek besproken en wordt je getraind in de communicatie met patiënten uit andere culturen. In de derde week wordt de aandacht gericht op de vragen rond de prognose, therapie en genezen. Er komen vragen aan de orde wanneer en waarom een therapie werkt, wat de waarde is van alternatieve geneeskunde en waarom patiënten vaak niet doen wat dokters hun voorschrijven. In de practica leer je omgaan met lastige situaties en wordt het klinisch redeneren geoefend. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de leerstof van de cursus Leren dokteren 2 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 1.2. De toets bestaat (deels) uit open vragen. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus.
Leren dokteren 3 Vakcode
M_BLD311 ()
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. H.N. Lafeber
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 21 van 32
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus bouwen we voort op het aanleren van klinisch redeneren, waarmee in de cursussen ‘leren dokteren’ in het eerste studiejaar een begin is gemaakt. Inhoudelijk gaat speciale aandacht uit naar kinderen en volwassenen met psychische problemen, maar ook naar endocrinologie. Een deel van de studiestof bouwt voort op eerder onderwijs, met name de klinische slotcolleges in de eerdere cursussen van semester 2.1. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de leerstof van de cursus Leren dokteren 3 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 2.1. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 3 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leren dokteren 4 Vakcode
M_BLD411 ()
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. P.H.H. Houben
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Studiegroep, Practicum
Inhoud vak In deze vierde cursus leren dokteren ligt de nadruk op het beoordelen en toepassen van evidence based medicine. De cursus behandelt epidemiologische aspecten van diagnostiek, prognose en behandeling. Studenten leren te werken met wetenschappelijk literatuur en richtlijnen. Voorts verwerven studenten inzicht in verschillen, overeenkomsten en samenhang tussen wetenschappelijk bewijs, richtlijnen en individuele behandeling (n=1). Als onderdeel van de cursus maken studenten kennis met de diagnostiek, prognose en behandeling van verschillende KNO en dermatologische ziektebeelden. Ook wordt ingegaan op diabetes mellitus en de preventie van secundaire complicaties. Wetenschappelijke literatuur en richtlijnen kunnen hierbij beargumenteerd worden toegepast en vertaald naar individueel handelen van artsen in de medische praktijk.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 22 van 32
Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de leerstof van de cursus Leren dokteren 4 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 2.2. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 4 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Metabole systemen Vakcode
M_BMS10 (300058)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. G. Kraal
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak De cursus geeft een overzicht van de bouw en functie van de longen en de bouw en functie van maag, darm, lever en pancreas. In week één en twee staat de ademhaling centraal. Aan het einde van de eerste week wordt de structuur en functie van de longen, de fysica van de ademhaling en de relatie tussen ademhaling en circulatie behandeld. Daarnaast komen ook de bouw en functie van de luchtwegen en de relatie tot slikken, spraakvorming en de barrières tussen milieu exterieur en interieur aan de orde. In week drie, vier en vijf staat de stofwisseling centraal. Bouw en functie van de darmen, het metabolisme van voedingsstoffen (koolhydraten, vetten, eiwitten) en de rol van voeding en de effecten van vasten worden behandeld. Daarnaast staan de regulatiemechanismen van de spijsvertering en de functie van de betrokken organen op het programma. Naast de biochemie en de fysiologie van de luchtwegen en de spijsvertering wordt geleerd hoe een anamnese voor hoesten en een lichamelijk onderzoek op de longen uitgevoerd moeten worden. Tot slot wordt kennis gemaakt met modellen van de gezondheidsvoorlichting, basisvaardigheden in het communiceren en het opzetten van een onderzoek. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 23 van 32
deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Parate kennis toets 3.1 Vakcode
M_B31PAK07 (300300)
Periode
Semester 1
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A. Thijs
Parate kennis toets 3.2 Vakcode
M_B32PAK07 (300039)
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
S.L.M. DOCENT (DUMMY) VOOR SLM
Praktijkcursus gezondheidszorg Vakcode
M_BPCGZ11 ()
Periode
Semester 1, Semester 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. L. Henneman
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze praktijkcursus maak je kennis met de organisatie en het functioneren van de gezondheidszorg in Nederland. De gang van de patiënt door de gezondheidszorg vormt hierbij het uitgangspunt. Van daaruit worden ook gezondheidszorgthema's als kwaliteitszorg en patiëntveiligheid besproken. Daarnaast is er aandacht voor de Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 24 van 32
verschillende actoren/belangengroepen in de gezondheidszorg en hun onderlinge relatie. De inhoudelijke thematiek wordt gecentreerd rond de chronisch zieken. Aangezien het om een praktijkcursus gaat zijn er naast de studiegroepen en practica ook praktijkbezoeken aan het programma toegevoegd. De praktijkbezoeken vinden plaats gedurende de cursus en sluiten inhoudelijk aan op de studieopdrachten. Zo is het mogelijk om theorie en praktijk te integreren. Als afsluitend practicum vindt er een werkconferentie plaats, waarin je een aantal besluiten dient te nemen over de te organiseren zorg voor chronisch zieken. Tijdens deze werkconferentie vertegenwoordig je samen met een aantal collega´s één van de actoren waarmee je tijdens de studieopdrachten en praktijkbezoeken kennis hebt gemaakt. VUmc-competenties komen aan de orde tijdens de practica. Zij zijn door middel van studieopdrachten en praktijktaken ingevlochten in het overige contactonderwijs. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 3. (Zie ook informatie Leren dokteren 3) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 3 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Praktijkstage huisartsgeneeskunde Vakcode
M_BPSHG11 ()
Periode
Semester 1, Semester 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. T. Seijbel
Lesmethode(n)
Practicum, Praktijkstage
Inhoud vak Tijdens de praktijkstage huisartsgeneeskunde voer je gedurende zes dagen, verspreid over een van de twee semesters, praktijktaken uit binnen een huisartsenpraktijk onder directe supervisie van een huisarts. Daarnaast zijn er practica waarin de stage en de praktijktaken worden besproken. De huisarts/docent beoordeelt de uitvoering van de taak en geeft feedback. Toetsvorm
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 25 van 32
De stage wordt getoetst middels de stagebeoordeling (STB), die bestaat uit een verslag van de stage en de beoordeling professioneel gedrag tijdens de stage. Voorwaarde voor het behalen van de stage en het toekennen van de studiepunten is dat de STB met een voldoende is afgerond en dat je actief deelgenomen hebt aan de verplichte practica behorende tot de praktijkstage huisartsgeneeskunde. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof wordt vermeld in de stageklapper.
Praktijkstage zorg Vakcode
M_BPZ10 (300061)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. A.A. Meiboom
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Practicum
Inhoud vak Ter voorbereiding van deze praktijkstage wordt een inleidend college gegeven. In dit college maak je kennis met de organisatie van de zorginstellingen. Het college is voorbereid in samenwerking met de faculteit der economische wetenschappen en bedrijfskunde van de VU en zal worden gegeven door dr. de Jong. Centraal staat de arts als organisator. Waar hebben we het over als we spreken over organisaties? Je leert over de vier verschillende manieren waarop je naar organisaties kunt kijken. Een inzicht dat je vervolgens gaat toepassen, niet alleen tijdens de stage, maar ook in het verdere verloop van de studie. De informatie van dit college is essentieel om tijdens je stage de praktijktaak van de organisator te maken. Je doet de zorgstage in duo’s gedurende vier weken in zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatiecentra en psychiatrische ziekenhuizen). Je voert praktijktaken uit zoals het analyseren van patiëntenproblemen, je observeert professioneel gedrag en je werkt mee op de afdeling als verpleeghulp. Je maakt kennis met zorg, oefent in communicatie, krijgt inzicht in de problemen van patiënten (niet de ziektes, maar de problemen die daaruit voortkomen), leert professioneel om te gaan met patiënten, collega’s, taken en jezelf. De stage wordt verder voorbereid tijdens competentiegebonden practica, zoals medische communicatie, leren reflecteren en leren tillen. Toetsvorm De toetsing bestaat uit de Stagebeoordeling (STB)bestaande uit beoordeling van het verslag en professioneel gedrag tijdens de stage. Voorwaarde voor het behalen van de stage en het toekennen van de studiepunten is dat STB beide onderdelen verslag en professioneel gedrag tijdens de stage voldoende is dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij praktijkstage zorg. Literatuur
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 26 van 32
De studiestof bestaat uit de tekst uit de cursusklapper.
Professionele ontwikkeling 1 Vakcode
M_BPO110 (300059)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Inhoud vak Gedurende het eerste semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van een portfolio, te bespreken met de tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het eerste semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling in een stationsexamen aan het einde van het jaar beoordeeld. Daarnaast wordt de student getoetst op de beheersing van de Nederlandse taal. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep, Beoordeling voordracht en discussie in de studiegroep, Portfolio en VU-Taaltoets Nederlands. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 1 te ontvangen. Voor meer informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module Professionele ontwikkeling 1.
Professionele ontwikkeling 2 Vakcode
M_BPO210 (300060)
Periode
Semester 1, Semester 2
Credits
8.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Lesmethode(n)
Practicum
Inhoud vak Gedurende het tweede semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van het portfolio, te bespreken met de Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 27 van 32
tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het tweede semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling tegelijkertijd met deze vaardigheden opgedaan in het eerste semester in een stationstentamen aan het einde van het tweede semester beoordeeld. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep in het tweede semester, Beoordeling voordracht en discussie (BVD) in de studiegroep in het tweede semester, Portfolio tweede semester en het Stationsexamen jaar 1 waarin alle opgedane vaardigheden over jaar 1 worden getoetst. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 2 te ontvangen. Voor meer informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module professionele ontwikkeling 2. Voor het stationsexamen wordt de stof getoetst die afkomstig is van een aantal practica die tijdens het 1e en 2e semester gegeven zijn. Het gaat hierbij om de practica Celbiologie/Histologie, Anatomie, Radiologische Anatomie, Lichamelijk onderzoek, EHBO en Medische communicatie (zie Blackboard voor exacte vermelding studiestof).
Professionele ontwikkeling 3 Vakcode
M_BPO311 ()
Periode
Semester 1
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Inhoud vak Gedurende het eerste semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van een portfolio, te bespreken met de tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het eerste semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling in een stationsexamen aan het einde van het jaar beoordeeld. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep, Beoordeling voordracht en discussie in de studiegroep, Portfolio. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 3 te ontvangen. Voor meer Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 28 van 32
informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module Professionele ontwikkeling 3
Professionele ontwikkeling 4 Vakcode
M_BPO411 ()
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Inhoud vak Gedurende het tweede semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van een portfolio, te bespreken met de tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het eerste semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling in een stationsexamen aan het einde van het jaar beoordeeld. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep, Beoordeling voordracht en discussie in de studiegroep, Portfolio en het Stationsexamen jaar 2 waarin alle opgedane vaardigheden over jaar 2 worden getoetst. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 4 te ontvangen. Voor meer informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module Professionele ontwikkeling 4. Voor het stationsexamen wordt de stof getoetst die afkomstig is van een aantal practica die tijdens het 1e en 2e semester gegeven zijn. Het gaat hierbij om de practica Pathologie, Anatomie, Celbiologie/Histologie, Lichamelijk onderzoek 1 en 2 en Medische communicatie (zie Blackboard voor exacte vermelding studiestof).
Schade, afweer en herstel Vakcode
M_BSAH11 ()
Periode
Semester 1
Credits
4.0
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 29 van 32
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. W.J. Mooi
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt een aantal van de belangrijkste groepen van ziekteprocessen besproken, primair vanuit een pathobiologisch perspectief maar ook met dwarsverbanden naar klinische problematiek. Cel- en weefselschade, en reacties daarop, worden allereerst besproken. In het verlengde hiervan wordt en detail ingegaan op acute en chronische ontstekingsprocessen, als herstelreacties maar ook als frequente oorzaken van ziekte. Met de behandeling van deze onderwerpen (cel- en weefselschade en ontstekingsreacties) is de basis gelegd voor een goed begrip van een groot deel van de ziekten die in het medisch curriculum aan de orde komen. Pathologie en kliniek van een aantal stoornissen van het afweersysteem (autoimmuniteit, hypersensitiviteit, immunodeficienties) worden besproken. De cursus heeft een hoge informatiedichtheid en doet een aanzienlijk beroep op de student, teneinde in betrekkelijk korte tijd deze essentiële onderdelen van de ziekteleer te kunnen overdragen. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 3. (Zie ook informatie Leren dokteren 3) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 3 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Sekse, seksualiteit en relaties Vakcode
M_BSSR11 ()
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. W.S. Simonides
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Studiegroep, Practicum
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 30 van 32
Inhoud vak De cursus beoogt een kennismaking te realiseren met de seksuologie. Vele aspecten van de normale seksualiteit, geslachts- en genderontwikkeling, de seksuele responscyclus en seksuele relaties komen aan de orde. Ook afwijkende seksuele gedragspatronen en seksuele grensoverschrijdingen binnen en buiten de hulpverleningsrelatie worden besproken. Verder komen de anatomie en fysiologie van de geslachtsorganen, genetica, de rol van hormonen bij de geslachtsontwikkeling en het seksuele functioneren aan bod. Er wordt aandacht besteed aan SOA en aan gevolgen van ziektes voor het seksuele functioneren. Tenslotte geeft de cursus een inleiding tot de seksuologische diagnostiek en behandeling. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan het leren spreken over seksualiteit (bijv. bij het afnemen van een anamnese), aan (de voorbereiding op) het andrologisch en gynaecologisch onderzoek en aan het kennismaken met specifieke therapeutische interventies vanuit het biopsychosociale model. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 4. (Zie ook informatie Leren dokteren 4) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 4 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Start van het leven Vakcode
M_BSVHL11 ()
Periode
Semester 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
Y.M.C. Hendriks BSc
Lesmethode(n)
, Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak Deze cursus geeft inzicht in de voortplanting van de mens. De volgende aspecten hiervan worden uitgelicht: genetica, embryologie, anatomie en fysiologie. Pathologische processen zullen tijdens deze cursus gebruikt worden ter illustratie van de normale processen. Aandacht wordt besteed aan de structuur, oorsprong en overerving van ons genoom. Behandeld wordt hoe variaties/mutaties in het genoom zich vertalen naar ziekte; idem voor fouten in de verdeling van chromosomen Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 31 van 32
tijdens meiose I en II. Huidige methodes om het genoom te controleren op variaties /mutaties en met de huidige praktijk van prenatale diagnostiek en preconceptionele counselling worden besproken. Voorts wordt aandacht gegeven aan de ontwikkeling van het embryo: klievingsdelingen, ontwikkeling van kiembladen en plooivorming; de vorming van het bouwplan. De basale ontwikkelingsconcepten, differentiatie, patroonvorming en morfogenese worden toegelicht en geïllustreerd aan de hand van aangeboren afwijkingen. De fysiologische veranderingen van diverse orgaansystemen ter adaptie aan het zwanger zijn en de placentatie worden besproken. Effecten van pre-existente aandoeningen van de moeder op de zwangerschap en de foetus worden bestudeerd. Fysiologische en mechanische aspecten van de normale geboorte komen aan de orde net als de normale ontzwangering in het kraambed. Kennis over de normale groei en ontwikkeling van de foetus in het tweede en derde trimester van de zwangerschap wordt opgedaan, waarbij prematuritas, dysmaturitas en meerlingzwangerschappen dienen als illustraties van de niet normale situatie. Tenslotte wordt de neonaat centraal gesrteld. Adaptie aan het extrauteriene leven komt uitvoerig ter sprake. Voeding en screening op diverse aandoeningen komen aan de orde. Lichamelijke afwijkingen en veel voorkomende ziektebeelden bij pasgeborenen kennen worden behandeld. Tijdens een aantal colleges, studiegroepbijeenkomsten en practica is er gelegenheid na te denken over de diverse ethische aspecten van hetgeen die week aan de orde is. In de cursusgebonden practica en de competentiegerichte practica (veelal Medisch Expert) leer je op basis van genetische markers een persoon te identificeren, een kippenembryo te stageren en de verschillende structuren te benoemen en te relateren aan humane stadia van embryogenese, fysisch diagnostische onderzoek van de buik te verrichten en hetzelfde bij een zwangere door gebruik te maken van fantooms. De overige competentiegerichte practica zullen zo nauw mogelijk gerelateerd worden aan het hoofdonderwerp van de cursus. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 3. (Zie ook informatie Leren dokteren 3) Literatuur De studiestof komt uit de kernboekenlijst op www.med.vu.nl. Gedetailleerde opgave van studiestof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 3 behoort eveneens tot de studiestof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2011-2012
6-3-2013 - Pagina 32 van 32