BA Geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
I
Welkom bij de opleiding geneeskunde aan VU medisch centrum (VUmc). Dit is inmiddels het zevende jaar dat het vernieuwde onderwijsprogramma - VUmc-compas - van start gaat. Het is een goed programma waarin je wordt opgeleid tot een uitstekende dokter. Studenten hebben actief meegedacht en meegewerkt aan de ontwikkeling van het VUmc-compas. Het is een competentiegericht programma en leidt artsen op die hun werk met compassie (meeleven) uitvoeren. Het motto van het onderwijsprogramma is daarom: competent en met compassie. VUmc-compas sluit goed aan bij jouw vooropleiding en is gebaseerd op actuele onderwijskundige inzichten. Vanaf dag één van je studie kom je in contact met patiënten. Daarbij leer je niet alleen alles over het afnemen van een anamnese en het stellen van een diagnose, maar je leert ook hoe je het beste kunt communiceren met een patiënt. Je leert samenwerken en je leert kritisch beoordelen. Uiteraard is er in de opleiding aandacht voor het functioneren als arts in een multiculturele samenleving. VUmc wenst je veel succes en plezier met de opleiding toe. De opbouw van de bacheloropleiding geneeskunde Binnen de drie jaren van de bachelor worden de volgende thema’s behandeld:
-Jaar 1: de volwassen mens; -Jaar 2: de ontwikkeling van de mens: van cel tot bejaarde; -Jaar 3: Mechanismen van ziekten. Ieder semester van bachelorjaar 1 (B1) en bachelorjaar 2 (B2) bestaat uit vier cursussen en een praktijkstage. In B1 is dat een praktijkstage zorg in het tweede semester en in B2 een praktijkstage huisartsgeneeskunde. In het derde jaar zijn er drie cursussen per semester. De laatste cursus van het derde jaar is een keuzevak. De basiseenheid van onderwijs in de bachelor is de week. Het programma van de week vormt inhoudelijk een geheel en gaat uit van patiëntenproblemen. Per week is één practicum gewijd aan het aanleren van vaardigheden op het gebied van de rollen van het VUmc-compas. Het andere practicum is gericht op een verdieping en illustratie van de leerdoelen van de cursus. In het tweede studiejaar zijn er in plaats van studiegroepen, leergroepen en in het derde studiejaar werkgroepen. De onderwijsvormen van de bacheloropleiding Colleges Tijdens het openingscollege vindt een eerste kennismaking met het weekthema plaats. Er wordt een patiënt gepresenteerd die past bij dit weekthema. Doel is het leren begrijpen van de klacht van de patiënt tegen de achtergrond van zijn persoonlijke situatie. Het verhaal wordt vervolgens als casus in de studiegroep gebruikt. Studiegroepen In een studiegroep analyseer je een patiëntprobleem op methodische wijze. Je leert onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en verband leggen met relevante literatuur of opvattingen van de meest betrokken vakgebieden. Per week zijn er twee bijeenkomsten. Tijdens de eerste week vindt er een brainstorm plaats over het weekthema en tijdens de tweede bijeenkomst wordt de uitgezochte informatie gepresenteerd. Studieopdrachten Per week worden in de studiegroep vier studieopdrachten behandeld. Zij vormen de leidraad van de kennis die je verwacht wordt uit te gaan zoeken. Na de bespreking van de vier studieopdrachten worden leerdoelen geformuleerd. Deze leerdoelen worden aan de hand van de studieopdracht in trio’s uitgewerkt. Tijdens de zelfstudie werk je met behulp van de literatuur de studieopdrachten uit. In de tweede bijeenkomst van de studiegroep presenteer je volgens een vast stramien de resultaten van je zelfstudie over jouw studieopdracht. De studieopdrachten komen vaak terug in de toetsvragen. Het is dus zinnig dat je kennis neemt van alle studieopdrachten en niet alleen die studieopdracht die jij hebt uitgeplozen. Practica Practica kunnen verschillende doelen hebben:
-illustratie van de aangeboden stof; -verdieping van de leerstof;
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
II
-voorbereiding op bepaalde praktijkdagen. Practica zijn kleinschalig en dienen in de meeste gevallen voorbereid te worden. Slotcolleges Tijdens slotcolleges wordt het klinisch redeneren geoefend aan de hand van een patiënt die op college komt. Er worden verbanden en relaties gelegd tussen patiënt, studieopdrachten en leerstof. Ook is er aandacht voor de ontwikkelingen die gaande zijn in het wetenschappelijk onderzoek, de geneeskunde en in de maatschappij in relatie tot het weekthema en welke betekenis deze ontwikkelingen hebben voor het toekomstig functioneren als arts. Ook wordt er moeilijke stof nader toegelicht. Aanleren van professioneel gedrag Wetenschappelijke studies laten zien dat problemen rond professioneel gedrag bij een arts reeds aanwezig kunnen zijn tijdens de eerste studiejaren. Daarom streeft VUmc ernaar dit gedrag vroegtijdig in de bachelorfase te signaleren en waar nodig via feedback te corrigeren. Hierbij is het van belang dat een student meerdere malen per jaar door eenzelfde beoordelaar wordt gezien en daar waar nodig wordt bijgestuurd. Professioneel gedrag bij studenten en artsen wordt onderscheiden in drie situaties, te weten: omgaan met taken/werk (op tijd zijn, je aan afspraken houden e.d.), omgaan met anderen (communicatie, samenwerking e.d.) en omgaan met jezelf (kritisch naar jezelf kunnen kijken, reflecteren). Studenten leren professioneel gedrag door:
-feedback tijdens leergroepen (tutor, leergroep) en practica (docent); -het omgaan met rolmodellen (tutor, mentor, stage-begeleiders, universitair docenten); -toetsing (in de leergroep, tijdens stages).
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
III
Inhoudsopgave
Bachelor jaar 1 geneeskunde 05
1
Bachelor jaar 1 geneeskunde 10
1
Bachelor jaar 1 geneeskunde 05
2
Bachelor jaar 2 geneeskunde 05
2
Bachelor jaar 3 geneeskunde 05
2
Vak: Bouw en bewegen
3
Vak: Circulatie en volumeregulatie
4
Vak: Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten
5
Vak: Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren
6
Vak: Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling
7
Vak: Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen
8
Vak: Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs
9
Vak: Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen
10
Vak: Hersenen en zintuigen
11
Vak: Homeostase - autonome en endocriene systemen
12
Vak: Huid en afweer
13
Vak: Leeronderzoek 1
14
Vak: Leren dokteren 1
15
Vak: Leren dokteren 2
16
Vak: Metabole systemen
17
Vak: Praktijkstage zorg
17
Vak: Professionele ontwikkeling 1
18
Vak: Professionele ontwikkeling 2
19
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
IV
Bachelor jaar 1 geneeskunde 05
Bachelor jaar 1 geneeskunde 10 Bachelor jaar 1 Semester 1.1 In dit semester gaan de cursussen vooral over de opbouw van het lichaam. De huid vormt het uitgangspunt. Van daaruit wordt de opbouw van cellen en weefsels en bewegingsapparaat behandeld. Gevolgd door de bouw en functie van organen. De ontwikkeling van de acht competenties die in het VUmc-compas centraal staan, loopt als een rode draad door het semester. Met studieopdrachten en practica leer je vaardigheden aan op het gebied van medisch expert, academicus, samenwerker, organisator, reflector, communicator, gezondheidsbevorderaar en beroepsbeoefenaar. Vervolgens staat kennismaking met onderzoek centraal tijdens Leeronderzoek 1, gevolgd door de cursus Leren dokteren 1, waarin de invloed van gedrag op gezondheid en ziekte in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg behandeld wordt en waar het klinisch redeneren van het semester wordt afgesloten.
Semester 1.2 Het tweede semester van het eerste jaar bouwt voort op het eerste semester. Iedere week heeft een vast weekprogramma waarin een bepaald thema centraal staat. Elke week start met een patiëntdemonstratie over een ziekte gerelateerd probleem dat de context vormt voor het weekthema. De week wordt afgerond met college over de inhoud van de week en een college klinisch redeneren, dat zoveel als mogelijk is afgestemd op het weekthema. Evenals in semester 1.1 loopt als rode draad door dit semester de aandacht voor het ontwikkelen van de verschillende competenties van het VUmc-compas.Deels is de ontwikkeling van de hierboven genoemde competenties gericht op de taken die je tijdens de praktijkstage zorg aan het einde van semester 1.2 gaat uitvoeren.De cursus leren dokteren 2 besteed aandacht aan het werk van de arts. Opleidingsdelen: - Bachelor jaar 1 geneeskunde 05 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Bouw en bewegen
Semester 1
5.0
M_BB-B10
Circulatie en volumeregulatie
Semester 2
5.0
M_BC-V10
Hersenen en zintuigen
Semester 2
5.0
M_BH-Z10
Homeostase - autonome en Semester 2 endocriene systemen
3.0
M_BHS10
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 1 van 20
Huid en afweer
Semester 1
4.0
M_BH-A10
Leeronderzoek 1
Semester 1
3.0
M_BLO110
Leren dokteren 1
Semester 1
6.0
M_BLD110
Leren dokteren 2
Semester 2
6.0
M_BLD210
Metabole systemen
Semester 1
5.0
M_BMS10
Praktijkstage zorg
Semester 2
5.0
M_BPZ10
Professionele ontwikkeling 1 Semester 1
5.0
M_BPO110
Professionele ontwikkeling 2 Semester 2
8.0
M_BPO210
Bachelor jaar 1 geneeskunde 05
Bachelor jaar 2 geneeskunde 05
Bachelor jaar 3 geneeskunde 05 Bachelor jaar 3 Semester 3.1 Het eerste semester richt zich voornamelijk op ziekten van inwendige organen. Zowel de pathobiologie als ook de diagnostiek en behandelingsmogelijkheden zullen vanuit diverse gezichtspunten aan de orde komen (bijvoorbeeld fysiologie, pathologie, klinische chemie, medische genetica, klinische microbiologie, heelkunde, interne geneeskunde). Dit semester is ingedeeld in 3 cursussen: Hematologie, oncologie en infecties; Vaten en luchtwegen; Spijsvertering en stofwisseling. Semester 3.2 Het tweede semester gaat over afwijkingen in het functioneren van het zenuwstelsel, zich uitend in stoornissen in de neurologische functies (bijvoorbeeld bewustzijnsstoornissen, verlammingen en stoornissen in de coördinatie) en in de psychische functies (bijv. hallucinaties en wanen, stemmings- en gedragsstoornissen). Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor de basisvakken, neurofysiologie, neuroanatomie en farmacotherapie. De leerstof sluit aan op de cursussen 1.1.2, 1.2.3 en 2.2.3. Dit semester wordt afgesloten met het Wetenschappelijk Focus Onderwijs. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten
Semester 1
5.0
M_BHO-I07
Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren
Semester 2
5.0
M_BPF07
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 2 van 20
Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling
Semester 1
5.0
M_BS-S07
Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen
Semester 1
5.0
M_BV-L07
Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs
Semester 2
4.0
M_BWFO07
Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen
Semester 2
5.0
M_BZZ07
Bouw en bewegen Vakcode
M_BB-B10 (300050)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. M.W. van Emden
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak De cursus geeft inzicht in de bouw en functie van het bewegingsapparaat. In de eerste week van de cursus wordt aandacht besteed aan de rug. In de tweede week van de cursus wordt aandacht besteed aan de globale opbouw van het perifere zenuwstelsel. In de derde week staat het synoviale gewricht centraal. In week vier staat het skelet centraal. Tot slot komen in week vijf de spieren aan bod. Tijdens de cursus wordt er ook aandacht besteed aan DNA replicatie en genexpressie, celschade en weefselherstel. Naast de bovengenoemde basiskennis, leer je in deze cursus de beginselen van het afnemen van een anamnese en het doen van lichamelijk onderzoek bij rugklachten. Tevens maak je kennis met studievaardigheden, leer je feedback geven en ontvangen en reflecteren op jezelf. Ook bespreek je de ervaringen op de snijzaal na. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard. Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 3 van 20
Circulatie en volumeregulatie Vakcode
M_BC-V10 (300051)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. J. de Groot-van der Velden
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak Deze cursus behandelt de bloedsomloop, het hart en de nieren (inclusief de embryologie). Er wordt aandacht besteed aan de histologie, biochemie en functie van het hart, bloedvaten en nieren. Daarnaast leert u een anamnese af te nemen. In week 1 wordt aandacht besteed aan de bloedsomloop en in vogelvlucht aan hart en nieren. Hierbij verwerf je o.a. inzicht in functies en ligging van met name de grote slagaders en aders, de bouw van de vaatwand en het ziekteproces van atherosclerose. Maar ook de ligging van de urinewegen en van de nieren, alsmede hun functies op overzichtsniveau komen aan de orde. Je leert de pols te voelen en de bloeddruk te meten. In week 2 maak je kennis met de microcirculatie en wordt kennis van de nier verder uitgediept. Dit leidt tot inzicht in de uitwisselingsprocessen tussen bloed en weefsel, de vloeistofcompartimenten en hun electrolyt-verschillen, de mechanismen van vochttransport, ook in de glomerulus van de nier, en het systeem van bloedstelping en stolling. Tevens wordt aandacht besteed aan verschillende nieraandoeningen en oedeem. In week 3 staat het hart centraal. Je krijgt inzicht in de bouw, functie en de regeling van het hart, het hartritme, de hartcyclus, de pompfunctie van het hart en stoornissen hierin zoals hartfalen. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de thorax en aan het maken van diagnostische beelden van het hart met name met behulp van ultrageluid. Ook wordt aandacht besteed aan determinanten van bloedstroming. Tot slot leer je anamnestisch en fysisch-diagnostisch om te gaan met de klacht hartkloppingen en om te gaan met emoties. in week 4 komt uitgebreider de rol van de nieren in de volumeregulatie aan bod. Hiertoe worden de bouw en functie van de verschillende onderdelen van het nefron behandeld, evenals de regulatie van de arteriële bloeddruk. Tevens verwerf je inzicht in de regulatie van het zuurbase evenwicht en de stoornissen die hierin kunnen optreden. Ook wordt in deze week aandacht besteed aan geneesmiddelen die van invloed zijn op de bloeddruk, en aan het effect van inspanning op de bloedsomloop. In week 5 wordt de kennis opgedaan in de voorgaande vier weken geïntegreerd en toegepast. Aandacht wordt besteed aan preventie en risicofactoren van hart- en vaatziekten, aan niet-septische vormen van shock, en aan hartrevalidatie. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 4 van 20
In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 2. (Zie ook informatie Leren dokteren 2) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Cursus afhankelijke toets: Hematologie, oncologie en infectieziekten Vakcode
M_BHO-I07 (300301)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. P.C. Huijgens
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Symposium, Werkcollege, Computerpracticum
Inhoud vak In deze cursus wordt in de eerste vier weken aandacht besteed aan oorzaken, ontstaanswijzen, presentatie, diagnostiek en behandeling van kanker, zowel van bloed en bloedvormende organen als van allerlei andere weefsels. Ook andere ziekten van de bloedvormende organen komen later aan de orde. In de vijfde en zesde week komen infectieziekten en afweerstoornissen (die vaak leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor infectieziekten en die soms het gevolg zijn van de behandeling van kanker) uitvoerig aan bod. Aan welke patiënten moet je bij deze cursus zoal denken? Om je een indruk te geven een paar voorbeelden: Een juriste van 45 jaar met borstkanker, een jonge man met een kwaadaardige zwelling van lymfeklieren (een maligne lymfoom), een gepensioneerde bouwvakker met een longontsteking (pneumonie), een jongen van twaalf met heel veel keel-, neus- en oorontstekingen, een Afrikaanse met bloedarmoede, een oud-horecaondernemer met heel veel pijn door uitzaaiingen van longkanker. We proberen enerzijds van een breed palet van aandoeningen de pathobiologie te tonen, met een 'blik in het laboratorium' om te zien wat de huidige stand van de wetenschap is. Inzichten in de genetica leiden bijvoorbeeld tot een enorme informatietoename over het ontstaan van en het risico op deze ziekten. Anderzijds houden we de 'menselijke maat' steeds in het oog: wat willen patiënten en hoe moeten we zo goed mogelijk voor ze zorgen? Bij dat laatste hoort bij voorbeeld ook aandacht voor (de organisatie van) palliatieve (op symptoombestrijding gerichte) zorg. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 5 van 20
alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Psychisch functioneren Vakcode
M_BPF07 (300308)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. A.N.M. Schoffelmeer
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak In deze cursus leer je het psychisch functioneren op systematische wijze te beschrijven en krijg je inzicht in hoe afwijkingen in de psychische functies zich manifesteren in specifieke psychiatrische stoornissen. Je leert welke hersenstructuren en neurotransmittersystemen betrokken zijn bij het psychisch functioneren en hoe afwijkingen of dysregulaties in deze systemen samenhangen met specifieke psychiatrische stoornissen. Daarnaast leer je de verschillende ziektebeelden in te delen volgens het DSM-IV classificatiesysteem. Ook krijg je inzicht in de behandelmogelijkheden, veelal diverse vormen van psychofarmaca en psychotherapie. Iedere week besteden we aandacht aan één of meerdere typen stoornissen, die geïllustreerd worden door middel van gesprekken met patiënten, studieopdrachten, interactieve colleges en beeldmateriaal. In een aantal cursusgebonden practica wordt geoefend met het psychiatrisch onderzoek en het gebruik van gestructureerde vragenlijsten. Daarnaast is er ook een practicum neuroanatomie en fysiologie in deze cursus opgenomen. Zoals gewoonlijk in het VUmc compas, lopen de competentiepractica als een rode draad door de cursus heen. In de eerste week staat de verwarde patiënt centraal. Dit is de patiënt bij wie het cognitief functioneren ernstig verstoord is en die gediagnosticeerd wordt binnen de categorie psychotische stoornissen. In de tweede week leer je over patiënten met een ontregelde stemming. In de derde week gaat het over patiënten die problemen hebben in de relatie met andere mensen. Je leert hoe die problemen kunnen samenhangen met een autistische stoornis of met een persoonlijkheidsstoornis. In week vier komen gedrags- en verslavingsproblemen aan de orde. In week vijf behandelen we een groep patiënten die je als arts vaak zult tegenkomen: patiënten met gecombineerde lichamelijke en psychiatrische problemen. Dit zijn patiënten die veel gebruik maken van medische voorzieningen en bij wie de behandeling gecompliceerd verloopt. Aan de hand van dit onderwerp wordt de rol van de consultatieve of liaison psychiatrie besproken. In week zes leer je over de diverse vormen van angststoornissen. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 6 van 20
worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Spijsvertering en stofwisseling Vakcode
M_BS-S07 (300303)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. G. Kraal
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak 'Der Mensch ist was er ißt', schreef ooit de Duitse filosoof Feuerbach. Of dat nu waar is of niet: voeding en voedselverwerking (laten we dat voor het gemak even spijsvertering en metabolisme noemen) zijn natuurlijk van wezenlijk belang voor ons dagelijks welzijn. Stoornissen in de organen of orgaansystemen die in dit proces een belangrijke rol spelen zijn er vele. Of dat nu gaat om korte, heftige verstoringen (zoals reizigersdiarree) of om chronische meer slepende stoornissen (zoals de ziekte van Crohn of diabetes mellitus), je wordt er in de dagelijkse praktijk als arts zeer vaak mee geconfronteerd. Deze cursus biedt je de mogelijkheid je in diverse ziektebeelden te verdiepen. Over voeding nog een apart woord: het wordt steeds duidelijker dat ziekten die in onze samenleving veel voorkomen mogelijk samenhangen met een bepaald voedingspatroon. Van een moderne arts mag dan ook verwacht worden dat hij/zij een steen kan bijdragen aan het verbeteren van de voedingsgewoonten van zowel zieke mensen als gezonde (voorkomen is immers beter dan genezen). Ook komen in deze cursus in het kader van overige buikpathologie urologische en gynaecologische problemen aan de orde. Een selectie van patiënten: Een vrouw van middelbare leeftijd met klachten van incontinentie, een jonge man die bloed braakt door een 'maagzweer', een studente met buikklachten zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor kan worden gevonden, een man van 43 die steeds last heeft van zuurbranden, een vrouw van 85 met diverticulitis, een caissière met de ziekte van Graves, een kind van 14 dat veel te zwaar is, een student met een alcoholprobleem. Anatomie, fysiologie, biochemie van het intermediaire metabolisme, de werking van hormonen en de klachten die kunnen optreden bij verstoringen hiervan zijn - naast de patiëntverhalen - de basis van de cursus. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ontsteking en immunologie (vgl. cursus 3.1.1.) en daarop gebaseerde therapieën komen aan bod. Voortschrijdende technologische ontwikkelingen maken diagnostiek ((virtuele) endoscopieën) en therapie (endoscopische chirurgie) steeds geavanceerder en patiëntvriendelijker. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 7 van 20
worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Vaten en luchtwegen Vakcode
M_BV-L07 (300302)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A. Thijs
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak Hart- en vaatziekten komen in de westerse omgeving veel voor en vormen een grote bedreiging voor inwoners van Azië en Afrika. Zij leiden tot veel ziekte (morbiditeit) en tot veel sterfte (mortaliteit). Van een bachelor geneeskunde mag dan ook het nodige verwacht worden met betrekking tot kennis en vaardigheden op dit gebied. In deze cursus dragen we daar ons steentje aan bij. Aan de hand van patiëntencasus herhalen we de anatomie en fysiologie van hart en vaten nog eens. Voor het voetlicht komt ook het stollingsmechanisme, hoe dat kan ontsporen en hoe we de stolling kunnen beïnvloeden. Daarnaast komen klachten (op zowel de kinder- als de volwassenleeftijd) van de luchtwegen (kortademigheid, hoesten en pijn) uitvoerig aan de orde. Wederom een greep uit het spreekuur of de eerste hulp: Een jongen die tijdens zwemles steeds kortademig wordt en 'piept', een bankdirecteur die een hartinfarct krijgt en die haar werk niet kan loslaten, een zwangere met een longembolie, een magere jongeman met een pneumothorax, een oudere heer met kortademigheid en oedeem in de benen (chronisch hartfalen), een 65-jarige in shock door een gebarsten aorta, een manager met hoge bloeddruk. Naast aandacht voor mechanismen van genoemde ziekten is er ook ruimschoots aandacht voor het begrip risicofactor (en de betekenis daarvan voor de dagelijkse praktijk). In de behandeling is de laatste decennia veel veranderd. Niet alleen zijn er verscheidene doorbraken geweest op het gebied van de pathobiologie, maar ook is er een groot aantal onderzoeken geweest op grond waarvan moderne behandelingsstrategieën zijn gebaseerd. Nut (en beperkingen) van evidence based medicine en de oorsprong, plaats en betekenis (en (afwezigheid van) onderbouwing)) van geneeskundige richtlijnen komen dan ook aan bod. Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 8 van 20
Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Cursus afhankelijke toets: Wetenschappelijk focusonderwijs Vakcode
M_BWFO07 (300309)
Periode
Semester 2
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. I.L.M.A. Baart
Lesmethode(n)
Computerpracticum, Hoorcollege, Werkcollege
Inhoud vak Het Wetenschappelijk Focus Onderwijs (WFO) is de laatste cursus van de bachelorfase (B3.2.3) en maakt onderdeel uit van de lijn van onderwijs die de ‘Academische Vorming’ betreft en die eindigt met de wetenschappelijke stage in de masterfase van de opleiding geneeskunde. Het doel van het WFO is: ‘Leren om wetenschappelijk te denken en te handelen binnen de wetenschappelijke wereld van een vakgebied’. Het wetenschappelijk focusonderwijs bestaat uit plenair onderwijs ‘algemene methodologie’ en ‘focusspecifiek onderwijs’; studenten kunnen kiezen uit tien verschillende focusgebieden. Tijdens het onderwijs ‘algemene methodologie’ wordt de student o.a. voorbereid op het schrijven van een wetenschappelijk stuk, er wordt geoefend in het zoeken van wetenschappelijke literatuur en het ontwikkelen van een onderzoeksvraag. Bovendien wordt methodologische stof, als de gerandomiseerde trial, de systematische review en statistiek aangeboden. Tijdens het focusonderwijs maakt de student kennis met de wereld van het wetenschappelijk onderzoek in het focusgebied en leert wetenschappelijk te denken en te handelen binnen het focusgebied. De link tussen kliniek en wetenschap zal worden belicht. In de cursus leren de studenten tevens een wetenschappelijk stuk (bv een verslag, onderzoeksvoorstel, literatuur-review) te schrijven over een specifiek onderwerp binnen het focusgebied. Er worden colleges en werkcolleges gevolgd, opdrachten uitgevoerd, practica gevolgd, excursies en literatuuronderzoek uitgevoerd en een schrijfopdracht gemaakt. Toetsvorm Toetsing van het Wetenschappelijk Focus Onderwijs vindt plaats door middel van: -Een toets ‘algemene methodologie’; -De focusspecifieke toets; -Toetsing van de schrijfopdracht (schriftelijk en mondeling); -Een toets professioneel gedrag; Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT. Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 9 van 20
Cursus afhankelijke toets: Zenuwstelsel en zintuigen Vakcode
M_BZZ07 (300307)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. B.W. van Oosten
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep
Inhoud vak In week 1 wordt aandacht besteed aan het bewustzijn. Zowel normale veranderingen (bijvoorbeeld slaap) als abnormale bewustzijnsveranderingen (bijvoorbeeld epilepsie, delier) zullen worden behandeld. Je leert welke structuren van belang zijn voor het in stand houden van het bewustzijn en wat er mis kan gaan. Ook leer je welke testen de arts ter beschikking staan om het bewustzijn te "meten", variërend van simpele testen aan het bed tot geavanceerd technisch onderzoek. In week 2 verdiepen we ons in de patiënt met zintuiglijke beperkingen: zien, horen, evenwicht, tast, reuk en smaak. Je krijgt inzicht in de structuur en functie van de receptororganen, inclusief de representatie van deze systemen in het centrale zenuwstelsel. Tevens leer je wat de relatie tussen laesies in deze systemen en specifieke (neurologische) uitvalsverschijnselen en hoe met (simpele) onderzoeksmethoden deze uitval is vast te stellen. In week 3 bespreken we oorzaken en gevolgen van min of meer acuut ontstane neurologische uitvalverschijnselen. Denk bijvoorbeeld aan een herseninfarct. Hierbij kijken we niet alleen naar het verband tussen de plaats van het letsel en de verschijnselen, maar ook naar de diagnostische en therapeutische mogelijkheden. We bekijken hoe de zorg rondom dergelijke patiënten wordt georganiseerd en wat de knelpunten zijn. In week 4 besteden we aandacht aan chronische ziekten van het zenuwstelsel, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson en Multiple Sclerose. Je krijgt inzicht in (veronderstelde) oorzaken van deze aandoeningen en in de toenemende diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Ondanks de toegenomen behandelmogelijkheden zijn dit soort ziekten in het algemeen niet te genezen. Ook hier is het dus van belang je te verdiepen in de manier waarop dergelijke patiënten het best begeleid kunnen worden. In week 5 komen ziekten aan de orde die leiden tot cognitieve problemen. In het algemeen gaat het hier dan om dementieën. Welke soorten dementie zijn er en is het zinvol die te kunnen onderscheiden? Hoe kun je eenvoudig een eerste indruk krijgen of er bij iemand sprake is van een dementie? Zijn er behandelmogelijkheden? Hoe is de zorg georganiseerd? Wat zijn de gevolgen voor de wilsbekwaamheid? In week 6 worden de verschillende aspecten van pijn belicht. Dit is een uitgebreid terrein, waar vele specialismen actief zijn. Je zult inzicht krijgen in een aantal veel voorkomende pijnsyndromen (hoofdpijn, pijn in het been). Je leert welke vragen je moet stellen en welke onderzoeken je moet doen om erachter te komen wat de oorzaak van de pijn is. Ook leer je welke (medicamenteuze) behandelopties er zijn en ga je daar mee oefenen.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 10 van 20
Toetsvorm De cursus wordt getoetst middels de Cursusafhankelijke toets (CAT) en de Parate Kennistoets (PAK) die aan het einde van de cursus afgenomen worden. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst, zie www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en in de werkgroepen gedurende de cursus behoort eveneens tot de leerstof van de CAT.
Hersenen en zintuigen Vakcode
M_BH-Z10 (300053)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. H.J. Groenewegen
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak De cursus Hersenen en Zintuigen geeft inzicht in de structuur en functie van de zintuigen en het centrale zenuwstelsel. In deze cursus wordt voortgebouwd op onderwerpen die in eerdere cursussen aan de orde zijn geweest zoals het autonome zenuwstelsel en de basale neurofysiologie en het perifere zenuwstelsel. Aan het begin van de cursus wordt aandacht besteed aan de structuur en functie van de zintuigen, zoals oog en oor en de verwerking van de signalen van de perifere sensibele organen in het centrale zenuwstelsel. Tevens leer je wat de relatie tussen laesies in deze systemen en specifieke (neurologische) uitvalsverschijnselen is en hoe met (simpele) neurologische onderzoeksmethoden deze uitval is vast te stellen. Daarna wordt ingegaan op de motorische en gedragssystemen van de hersenen. Hierbij komt het beloop van de sensibele en motorische baansystemen aan de orde. Deze kennis wordt gekoppeld aan specifieke patronen van sensibele en motorische uitval bij laesies op verschillende niveaus in het perifere en centrale zenuwstelsel. De verschillende hersensystemen (grote hersenen, basale ganglia, cerebellum, vestibulair systeem, oculomotorisch systeem) die zijn betrokken bij beweging, houding en evenwicht worden behandeld. In de laatste weken van de cursus zullen we ons bezig houden met meer complexe functies van de hersenen, zoals het geheugen, emoties, cognitie en bewustzijn. Tevens wordt aandacht besteed aan de neuronale basis van de slaap. Je krijgt inzicht in de wijze waarop gedrag tot stand komt en kan worden beïnvloed door cognitie, emotie en motivatie. Bovendien komen enkele belangrijke neuropsychiatrische stoornissen, zoals geheugenstoornissen en dementie aan de orde. Naast de medischinhoudelijke kennis leer je in practica bepaalde aspecten van het onderzoek van het horen en het zien en hoe je een anamnese kunt afnemen bij een slechthorende patiënt. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 11 van 20
de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 2. (Zie ook informatie Leren dokteren 2) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 2 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Homeostase - autonome en endocriene systemen Vakcode
M_BHS10 (300054)
Periode
Semester 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A.M.W. van Dam
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt aandacht besteed aan het begrip homeostase, het functioneren van het autonome zenuwstelsel en de endocriene systemen bij de gezonde mens. Tevens worden de algemene farmacologische principes en toepassingen refererend aan het autonome zenuwstelsel en endocriene systemen behandeld. In de eerste week wordt het autonome zenuwstelsel geïntroduceerd en de rol die het speelt bij het handhaven van de homeostase. Het concept homeostase wordt verder uitgewerkt aan de hand van de thermoregulatie en het klinische beeld shock. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de begrippen receptoren en second messengers die aangrijpingspunten zijn voor signaalstoffen of farmaca om hun effect te bewerkstelligen zodanig dat homeostase wordt bereikt. Aangezien autonome en endocriene organen van belang zijn bij het in stand houden van de homeostase, worden deze in een practicum gedemonstreerd. In de tweede week wordt de cholinerge en noradrenerge regulatie van het autonome zenuwstelsel belicht, o.a. in een practicum. Tevens worden de farmacologische beïnvloeding van het autonome zenuwstelsel en algemene begrippen van de farmacodynamiek uitgewerkt. In de derde en laatste week worden de endocriene systemen besproken. Hierbij komen onder andere de verschillende endocriene systemen en hun hormonen aan de orde. Het hormoon insuline en zijn rol in de glucosehuishouding wordt op biochemisch niveau verder uitgewerkt. Dit sluit aan bij de bespreking van het klinisch beeld diabetes mellitus. Tevens worden schildklierafwijkingen als voorbeeld van een endocriene stoornis behandeld met daarbij de aangrijpingspunten voor farmacotherapeutische behandeling. Naast de basale en medische inhoud van de cursus wordt er gewerkt aan de basisvaardigheden van het communiceren.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 12 van 20
Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 2. (Zie ook informatie Leren dokteren 2) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 2 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Huid en afweer Vakcode
M_BH-A10 (300052)
Periode
Semester 1
Credits
4.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. R.H.J. Beelen
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt aandacht besteed aan de opbouw van de huid en de functie die de huid en de cellen in de huid uitoefenen. Je krijgt een overzicht van de opbouw van het weefsel, de opbouw van een cel en de overdracht van informatie die vastligt in het DNA naar functie/fenotype. Tevens komt het onderwijsproces van het hele semester aan de orde en het werken in studiegroepen. De volgende vragen worden behandeld: Hoe complex is de cellulaire opbouw van de huid? Hoe is de cel opgebouwd? Hoe vindt overdracht van informatie van het DNA naar functie en fenotype van de cel plaats? Hoe reageren cellen en weefsels op invloeden van buitenaf (bv. zonlicht, toxische stoffen, micro organismen)? Hoe herken je (patho)fysiologische veranderingen in de huid? Hoe werken cellen samen? Tevens wordt er elke week aandacht besteed aan een verstoring van de homeostase (fysiologie) en de biochemie. In de eerste twee dagen en week 1 komen de huid en huidreactie aan de orde evenals het leerproces. In week 2 huidletsel en herstel. Tot slot worden in de derde week enkele specifieke huidafwijkingen die deels genetisch en deels door omgevingsfactoren bepaald zijn behandeld. Naast de fysiologie van de huid leer je werken in studiegroepen volgens de rolomschrijvingen en maak je kennis met de onderdelen van het geneeskundig proces. Je leert hoe je de huid moet inspecteren en een relatie legt naar het histologische beeld. Tot slot leer je wat de geheimhoudingsplicht van de arts inhoudt. Toetsvorm
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 13 van 20
De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van VWO 5+6 en van deze cursus van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leeronderzoek 1 Vakcode
M_BLO110 (300057)
Periode
Semester 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. W.M. van der Flier
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In het Leeronderzoek maak je kennis met het opzetten en uitvoeren van medisch wetenschappelijk onderzoek. Tijdens eerdere practica in het eerste semester heb je verschillende soorten data verzameld bij jezelf of bij medestudenten rondom het thema leefstijl en gezondheid. Met behulp van deze data formuleer je onderzoeksvragen, maak je een analyseplan, voer je de analyses uit en presenteer je de resultaten van jouw onderzoek op een afsluitend minisymposium. In de eerste week wordt vooral aandacht besteed aan het opzetten van het onderzoek en het verwerken van data. Hierbij worden de belangrijkste (epidemiologische) onderzoeksvormen belicht, leer je vraagstellingen formuleren, doe je ervaring op met het werken met een databestand en leer je hoe je gegevens kunt analyseren met behulp van de statistiek. In de tweede week wordt met name aandacht besteed aan het analyseren van de zelf verzamelde data, het interpreteren van resultaten en het middels een poster presenteren van de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Beoordeling voordracht en discussie (BVD), Parate kennistoets (PAK) en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus.(zie Blackboard). In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Literatuur
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 14 van 20
De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Leren dokteren 1 Vakcode
M_BLD110 (300055)
Periode
Semester 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze cursus wordt de bepalende invloed van gedrag op gezondheid en ziekte in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg behandeld. In de eerste week wordt aandacht besteed aan de sleutelbegrippen in de preventieve geneeskunde, aan de diversiteit van oorzakelijke/bepalende factoren van gezondheid en ziekte (inclusief psychiatrische ziekten) en aan het proces waarbij de mens hulpvrager wordt, waarbij de structuur van de Nederlandse gezondheidszorg aan bod komt. In de tweede week wordt gezondheidsgedrag en ziektegedrag vanuit psychologisch perspectief behandeld. De invloed van cognities, emoties en leren op gedrag wordt besproken en geïllustreerd aan voor de arts relevante begrippen als symptoomperceptie en therapietrouw. In de behandeling van deze onderwerpen komen ook sociale, maatschappelijke en culturele aspecten aan de orde. Om gedrag in de premedische fase en binnen de context van de gezondheidszorg te kunnen doorgronden is voorts kennis van de begrippen stress en ‘coping’ onontbeerlijk en deze zal dan ook in deze week worden aangereikt. In de derde week ligt het accent op de medische wetenschapstheorie, waarbij een directe terugkoppeling plaats vindt naar de eerste twee weken. Kern is hierbij hoe medischwetenschappelijk onderzoek naar oorzakelijke mechanismen van ziektes uitgevoerd wordt en hoe betekenis aan de resultaten gegeven wordt. Voor de hele cursus geldt dat steeds wordt gerefereerd aan casuïstiek en ziektebeelden uit voorgaande cursussen. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de leerstof van de cursus Leren dokteren 1 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 1.1. De toets bestaat (deels) uit open vragen. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard. Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 15 van 20
Leren dokteren 2 Vakcode
M_BLD210 (300056)
Periode
Semester 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. A.K. Oderwald
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak In deze tweede cursus uit de reeks leren dokteren cursussen richten we ons op het werk van de dokter. In de eerste leren dokteren cursus stonden onder andere de opvattingen van patiënten over ziekte en gezondheid centraal. In deze tweede cursus staan een aantal andere onderwerpen centraal, uiteraard altijd in de context van de medische praktijk en aansluitend op de colleges en werkgroepen klinisch redeneren. In de eerste week is het onderwerp: dokters, ziekten en diagnoses. We kijken nauwkeuriger naar het ontstaan, de aard en bruikbaarheid van de medische kennis en de culturele invloeden daarop. We doen dat aan de hand van een aantal voorbeelden. In de practica leer je op een methodische wijze een ethische casus te bespreken en krijg je een werkgroep klinisch redeneren. In de tweede week is de aandacht vooral gericht op de interactie tussen arts en patiënt. Hoe kan deze relatie worden gekenmerkt? Hoe communiceren artsen en patiënten? Welke ethische opvattingen horen daarbij? En hoe is dat in de wet vastgelegd? In de practica wordt ethische casuïstiek besproken en wordt je getraind in de communicatie met patiënten uit andere culturen. In de derde week wordt de aandacht gericht op de vragen rond de prognose, therapie en genezen. Er komen vragen aan de orde wanneer en waarom een therapie werkt, wat de waarde is van alternatieve geneeskunde en waarom patiënten vaak niet doen wat dokters hun voorschrijven. In de practica leer je omgaan met lastige situaties en wordt het klinisch redeneren geoefend. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Semestertoets (SET) en Parate kennistoets (PAK). De semestertoets betreft voor 2/3 kennis en inzicht in de leerstof van de cursus Leren dokteren 2 en voor 1/3 van alle voorafgaande colleges Klinisch redeneren in semester 1.2. De toets bestaat (deels) uit open vragen. Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de semestertoets met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. Het cijfer van de SET bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 2 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 16 van 20
Metabole systemen Vakcode
M_BMS10 (300058)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
prof. dr. G. Kraal
Lesmethode(n)
Practicum, Hoorcollege, Leergroep
Inhoud vak De cursus geeft een overzicht van de bouw en functie van de longen en de bouw en functie van maag, darm, lever en pancreas. In week één en twee staat de ademhaling centraal. Aan het einde van de eerste week wordt de structuur en functie van de longen, de fysica van de ademhaling en de relatie tussen ademhaling en circulatie behandeld. Daarnaast komen ook de bouw en functie van de luchtwegen en de relatie tot slikken, spraakvorming en de barrières tussen milieu exterieur en interieur aan de orde. In week drie, vier en vijf staat de stofwisseling centraal. Bouw en functie van de darmen, het metabolisme van voedingsstoffen (koolhydraten, vetten, eiwitten) en de rol van voeding en de effecten van vasten worden behandeld. Daarnaast staan de regulatiemechanismen van de spijsvertering en de functie van de betrokken organen op het programma. Naast de biochemie en de fysiologie van de luchtwegen en de spijsvertering wordt geleerd hoe een anamnese voor hoesten en een lichamelijk onderzoek op de longen uitgevoerd moeten worden. Tot slot wordt kennis gemaakt met modellen van de gezondheidsvoorlichting, basisvaardigheden in het communiceren en het opzetten van een onderzoek. Toetsvorm De toetsing bestaat uit twee onderdelen: Cursusafhankelijke toets (CAT), Parate kennistoets (PAK). Voorwaarde voor het behalen van de cursus en het toekennen van de studiepunten is dat de CAT met een voldoende is afgerond en er voldaan is aan de PAK en dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij de cursus. In de PAK toets wordt de parate kennis van deze cursus en van alle voorgaande cursussen van de bachelor geneeskunde getoetst. Het cijfer van de CAT bepaalt het cijfer dat behaald is voor de cursus. N.B.: Klinisch redeneren vindt plaats in elk slotcollege en wordt getoetst in de semestertoets die afgenomen wordt aan het eind van cursus Leren dokteren 1. (Zie ook informatie Leren dokteren 1) Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de cursusklapper. De studiestof behandeld in de colleges, practica en studiegroepen van de module Professionele ontwikkeling 1 behoort eveneens tot de leerstof van deze cursus. De database met de vragen van de PAK toets staat op Blackboard.
Praktijkstage zorg
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 17 van 20
Vakcode
M_BPZ10 (300061)
Periode
Semester 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
drs. A.A. Meiboom
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Practicum
Inhoud vak Ter voorbereiding van deze praktijkstage wordt een inleidend college gegeven. In dit college maak je kennis met de organisatie van de zorginstellingen. Het college is voorbereid in samenwerking met de faculteit der economische wetenschappen en bedrijfskunde van de VU en zal worden gegeven door dr. de Jong. Centraal staat de arts als organisator. Waar hebben we het over als we spreken over organisaties? Je leert over de vier verschillende manieren waarop je naar organisaties kunt kijken. Een inzicht dat je vervolgens gaat toepassen, niet alleen tijdens de stage, maar ook in het verdere verloop van de studie. De informatie van dit college is essentieel om tijdens je stage de praktijktaak van de organisator te maken. Je doet de zorgstage in duo’s gedurende vier weken in zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatiecentra en psychiatrische ziekenhuizen). Je voert praktijktaken uit zoals het analyseren van patiëntenproblemen, je observeert professioneel gedrag en je werkt mee op de afdeling als verpleeghulp. Je maakt kennis met zorg, oefent in communicatie, krijgt inzicht in de problemen van patiënten (niet de ziektes, maar de problemen die daaruit voortkomen), leert professioneel om te gaan met patiënten, collega’s, taken en jezelf. De stage wordt verder voorbereid tijdens competentiegebonden practica, zoals medische communicatie, leren reflecteren en leren tillen. Toetsvorm De toetsing bestaat uit de Stagebeoordeling (STB)bestaande uit beoordeling van het verslag en professioneel gedrag tijdens de stage. Voorwaarde voor het behalen van de stage en het toekennen van de studiepunten is dat STB beide onderdelen verslag en professioneel gedrag tijdens de stage voldoende is dat je actief deelgenomen hebt aan verplichte practica behorende bij praktijkstage zorg. Literatuur De leerstof bestaat uit de tekst uit de cursusklapper.
Professionele ontwikkeling 1 Vakcode
M_BPO110 (300059)
Periode
Semester 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 18 van 20
Inhoud vak Gedurende het eerste semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van een portfolio, te bespreken met de tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het eerste semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling in een stationsexamen aan het einde van het jaar beoordeeld. Daarnaast wordt de student getoetst op de beheersing van de Nederlandse taal. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep, Beoordeling voordracht en discussie in de studiegroep, Portfolio en VU-Taaltoets Nederlands. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 1 te ontvangen. Voor meer informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module Professionele ontwikkeling 1.
Professionele ontwikkeling 2 Vakcode
M_BPO210 (300060)
Periode
Semester 2
Credits
8.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
VUmc
Coördinator
dr. S.M. Peerdeman
Inhoud vak Gedurende het tweede semester behoren de volgende onderwijselementen tot de onderwijslijn Professionele ontwikkeling: bijdrage aan de studiegroep in de vorm van communiceren, samenwerken, organiseren en presenteren in de studiegroep en het bijhouden van het portfolio, te bespreken met de tutor/mentor. De genoemde aspecten worden door de tutor/mentor op diverse momenten beoordeeld. Communicatieve vaardigheden en vaardigheden op het gebied van het lichamelijk onderzoek die in practica in het tweede semester aan bod komen, worden in het kader van de professionele ontwikkeling tegelijkertijd met deze vaardigheden opgedaan in het eerste semester in een stationstentamen aan het einde van het tweede semester beoordeeld. Toetsvorm De toetsing bestaat uit meerdere onderdelen: Professioneel gedrag in de studiegroep in het tweede semester, Beoordeling voordracht en discussie (BVD) in de studiegroep in het tweede semester, Portfolio tweede semester en het Stationsexamen jaar 1 waarin alle opgedane vaardigheden over jaar 1 worden getoetst. Alle deeltoetsen moeten voldoende zijn om studiepunten voor het onderdeel Professionele ontwikkeling 2 te ontvangen. Voor meer Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 19 van 20
informatie zie Blackboard en Regels en Richtlijnen 2011-2012. Literatuur De leerstof komt uit de kernboekenlijst op www.vumc.nl. Gedetailleerde opgave van leerstof staat in de klappers van de respectievelijke onderdelen behorende tot de module professionele ontwikkeling 2. Voor het stationsexamen wordt de stof getoetst die afkomstig is van een aantal practica die tijdens het 1e en 2e semester gegeven zijn. Het gaat hierbij om de practica Celbiologie/Histologie, Anatomie, Radiologische Anatomie, Lichamelijk onderzoek, EHBO en Medische communicatie (zie Blackboard voor exacte vermelding studiestof).
Vrije Universiteit Amsterdam - VUmc - B Geneeskunde - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 20 van 20