Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
1
Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Geneeskunde Studiejaar 2015-2016
Werkgroep Onderwijs- en Examenregeling
Dr. F. van Kooten, Coördinator Master Geneeskunde E.A.J. Schoonen MSc, Sectormanager Erasmus MC Desiderius School J.H.M. Timmerman, Erasmus MC Desiderius School Prof. dr. H.W.Tilanus, Examencommissie Geneeskunde Dr. L.E. de Graaf, namens PKV en SCOPE onderwijs Dr. J. van der Rijt, Erasmus MC Desiderius School S.A. van den Kieboom, DCO Geneeskunde Drs. E. Thuis, DCO Geneeskunde E.P. Forsten, DCO Geneeskunde T. Sangers, Opleidingscommissie Geneeskunde J. Drop, Medische FaculteitsVereniging Rotterdam Mr. S.C. Markestijn, Commissie Onderwijs en Onderzoek/OndernemingsRaad M. Eijgermans, Ondernemingsraad I.S.C. Verploegh, Studentenraad B. van der Schaaf, Co-Raad E. van der Zee, Co-Raad
2015 © Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoudsopgave 1
Algemeen
6
1.1
Leeswijzer
6
1.2
Inleiding
6
1.3
Toepasselijkheid van de regeling
6
1.4
Begripsbepalingen
6
1.5
Publicatie documenten
11
1.6
Communicatie
11
1.7
Procedure bij klachten
11
1.8
Orderegels met betrekking tot toegang tot gebouwen en terreinen
11
2
Vooropleiding
13
2.1
Toelating tot de Opleiding
13
2.2
Selectieprocedure
13
2.3
Taaleis
14
2.4
Buitenlandse artsen
14
3
Inhoud en inrichting van de Opleiding
15
3.1
Doel van de Opleiding
15
3.2
Vorm van de Opleiding
17
3.3
Taal waarin de Opleiding wordt verzorgd
17
3.4
Studielast
17
3.5
Samenstelling van het Mastercurriculum
17
3.6
Gehanteerde werkvormen in de Masteropleiding
18
4
Onderwijs
19
4.1
Onderwijsstructuur
19
4.2
Facultatief en verplicht onderwijs
19
4.3
Toegang tot het Masteronderzoek
19
4.4
Toegang tot de coschappen
20
4.5
Regels voor instroom in de coschappen
20
4.6
Toegang tot onderwijs binnen de coschappen
21
4.7
Masteronderzoek, Masteronderwijs en coschappen in het buitenland
21
4.8
Hervatting van de Opleiding
22
4.9
Aanwezigheids- en inspanningsverplichting
22
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 3/46
5
Toetsing
23
5.1
Algemeen
23
5.2
Examencommissie
23
5.3
Aantal themaonderwijs gebonden tentamenmogelijkheden
23
5.4
Toetsvorm
24
5.5
Toelatingsvoorwaarden deelname tentamen
24
5.6
Mondeling tentamen (pre klinische fase)
24
5.7
Voorbereiding op tentamen
24
5.8
Termijn beoordeling tentamens
25
5.9
Nabespreking
26
5.10
Inzage
26
5.11
Geldigheidsduur
27
5.12
Bewaartermijn
28
5.13
Curriculumwijzigingen
28
5.14
Vrijstellingen
28
5.15
Beoordeling per coschap
29
5.16
Beoordeling ICK onderwijs
30
5.17
Masterkennistoets
30
5.18
Afname op papier
31
5.19
Inzage Masterkennistoets
31
5.20
Voorbereiding Masterkennistoets
31
5.21
Uitslag Masterkennistoets
31
5.22
Beoordeling Masteronderzoek
32
5.23
Beoordeling SCOPE
32
5.24
Beoordeling Skillsplaza
32
5.25
Longitudinale Beoordeling Coschappen
33
6
Het examen
35
6.1
Masterexamen
35
6.2
Judicium cum laude
35
6.3
Graad
35
6.4
Getuigschrift
35
7
Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts en ontzegging van toegang tot onderwijs en tentamens [7.42a]
37
7.1
Procedures
37
7.2
De eerste melding
37
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 4/46
7.3
Het dossier
37
7.4
Het weerwoord van de student
38
7.5
Ordemaatregel van de Examencommissie
38
7.6
Een nieuwe melding
38
7.7
Het aanwijzen van de onafhankelijk beoordelaar
38
7.8
De door de onafhankelijk beoordelaar te volgen procedure
38
7.9
De beslissing van de Examencommissie
39
7.10
Melding ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen – het protocol Iudicium Abeundi
39
7.11
Het dossier Iudicium Abeundi
39
7.12
Het weerwoord van de student
40
7.13
Eventuele ordemaatregel in verband met een melding
40
7.14
Beëindiging inschrijving van de student aan de instelling
40
7.15
Besluitvorming College van Bestuur
40
7.16
Bezwaar van de student
40
7.17
Beroep van de student
40
8
Studiebegeleiding
41
8.1
Studievoortgangsadministratie
41
8.2
Studiebegeleiding
41
8.3
Studeren met een functiebeperking
41
9
Bezwaar en beroep
43
9.1
Bezwaar tegen besluiten op grond van deze Onderwijs- en Examenregeling
43
9.2
Beroep tegen besluiten van de Examencommissie
43
9.3
Beroep tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde betreffende de doorstroomregeling
43
10
Overgangs- en slotbepalingen
45
10.1
Hardheidsclausule
45
10.2
Wijzigingen
45
10.3
Bekendmaking OER
45
10.4
Vaststelling van een wijziging van de OER
45
10.5
Inwerkingtreding
45
10.6
Citeertitel
45
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 5/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
1 Algemeen 1.1 Leeswijzer Indien in deze OER wordt verwezen naar de Wet dan wordt deze verwijzing bij het betreffende artikel c.q. lid van dat artikel vermeld tussen de volgende aanhalingstekens: [ xxxx ].
1.2 Inleiding In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten van de Masteropleiding Geneeskunde.[7.13, lid 1]. In het algemene universitaire Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden.[7.59] Deze regeling is vastgesteld door de decaan van faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen op 16 juni 2015 met instemming van de Gezamenlijke Vergadering d.d. 16 juni 2015. [9.38 b]
1.3 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling geldt voor het collegejaar 2015 -2016 en is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en het examen van de Masteropleiding Geneeskunde (verder te noemen de Opleiding) en op alle studenten ingestroomd in de Masteropleiding Geneeskunde in het collegejaar 2015-2016. De Opleiding wordt verzorgd door het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam, publiekrechtelijke rechtspersoon op basis van artikel 1.13 lid 2 WHW, verder te noemen: de faculteit.
1.4 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Acute geneeskunde: Onderdeel waar studenten leren o.a. eerste hulp te verlenen; b. Admissions Office: Het Admissions Office is verantwoordelijk voor de verwerking van alle toelatingsverzoeken tot de Opleiding; c. Affiliatiecoördinator: Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen arts die binnen zijn affiliatieziekenhuis mede verantwoordelijk is voor de coördinatie en kwaliteit van het onderwijs en de toetsing van alle coschappen in dat ziekenhuis; d. Affiliatieziekenhuis: Een ziekenhuis, waar coschappen worden gelopen en onderwijs gevolgd, dat niet behoort tot de medische faculteit; e. Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)-register: Zorgverleners kunnen zich registreren in het BIG-register. In het register zijn die personen opgenomen die een relevante door de overheid erkende beroepsopleiding gevolgd hebben. Een BIG-registratie verleent duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 6/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q. r.
Canadian Medical Education Directives for Specialists (CanMeds) competenties: Het geheel van deze naar rol gespecificeerde competenties is omschreven in de richtlijn van de Raad Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975, 75/363/EEG (PbeG, L167) en gespecificeerd in het Raamplan 2009 Artsopleiding; Commissie Longitudinale Beoordeling Coschappen (CLBC): Commissie die is belast met de beoordeling van de discipline overstijgende rollen van de coschappen; Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV): Deze commissie beoordeelt personen met een artsdiploma van buiten de EU op deficiënties voor toelating als geregistreerd geneeskundige. Op advies van deze commissie zal een individueel traject uit de Masterfase Geneeskunde worden samengesteld op basis waarvan opname in het BIG-register kan plaatsvinden; Coördinator Master Geneeskunde: De coördinator Master Geneeskunde is onder verantwoordelijkheid van de decaan en de Opleidingsdirecteur Geneeskunde belast met de organisatie en uitvoering van de Opleiding als beschreven in de OER en is verantwoordelijk voor de Masteropleiding; Coördinator Masteronderzoek: Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen docent die belast is met de coördinatie van het Masteronderzoek; Coördinator Professionele Ontwikkeling: Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen docent die belast is met de coördinatie van de lijn Professionele Ontwikkeling; Coschappen serie 1: Hiertoe behoren de coschappen Beeldvormende technieken, Inwendige Geneeskunde, Heelkunde en Kindergeneeskunde met hun bijbehorende ICK-weken. Deze coschappen dienen als basis voor het verdere verloop van de Master; Coschappen serie 2: Hiertoe behoren de coschappen Psychiatrie, Neurologie, Verloskunde en Gynaecologie, Dermatologie, KNO, Oogheelkunde, Huisartsgeneeskunde, Sociale Geneeskunde en Revalidatie en hun bij behorende ICK-weken; Coschappen serie 3: Laatste, afrondende gedeelte van de coschappen, bestaande uit keuzecoschap(pen) en oudste coschap; Curriculum Erasmusarts: Het curriculum volgens de Bachelor-Master structuur, zoals dat gefaseerd, startend per 1 september 2008 wordt aangeboden; Curriculum Erasmusarts 2007 - ongedeeld: Het ongedeelde curriculum (propedeuse, doctoraal, klinische fase) zoals dat in 2001 voor het eerst is aangeboden. Met ingang van 1 september 2008 wordt dit curriculum gefaseerd opgeheven; De Wet: De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW); DienstenCentrum Onderwijs (DCO): In het DCO zijn alle administratieve en logistieke processen voor o.a. de Opleiding Geneeskunde gebundeld. Studenten kunnen met hun vragen over studiezaken bij het DCO terecht;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 7/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
s.
Disciplinecoördinator:
Een door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde aangewezen arts die belast is met disciplinespecifiek onderwijs in de Master. De disciplinecoördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie en kwaliteit van het onderwijs en de toetsing behorende bij het coschap in het Erasmus MC en de affiliatieziekenhuizen èn het disciplinegerelateerde deel van de ICK; t. Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO): DUO is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO financiert en informeert onderwijsdeelnemers en onderwijsinstellingen; u. ECTS: European Credit Transfer System: het systeem waarmee alle 'aangesloten' Europese landen de studiebelasting registreren. ECTS studiebelastingpunten geven een numerieke waarde weer die aan elk onderwijsonderdeel wordt toegekend ter aanduiding van de studielast. Een volledig studiejaar omvat 60 ECTS punten. Eén ECTS staat voor gemiddeld 28 uur studie. Een ECTS wordt ook wel een studiepunt genoemd; [7.4] v. EPASS: Electronic Portfolio and Assessment Support System, digitaal portfoliosysteem voor de longitudinale beoordeling van en feedback op professionele ontwikkeling in de Master en beoordeling en feedback volgens de CanMEDsrollen in de coschappen; w. Examencommissie: De commissie, als bedoeld in artikel 7.12a lid 1, van de Wet, ingesteld door de decaan; x. Examinator: De persoon, als bedoeld in artikel 7.12c, van de Wet, die is belast met de beoordeling van een tentamenonderdeel; y. Formatief beoordelen: Formatief beoordelen heeft als doel de student tijdens het leertraject te voorzien van informatie over de ontwikkeling van zijn of haar functioneren. Waar nodig kan de student op basis van de verkregen feedback het studeren aanpassen; z. Gezamenlijke Vergadering: Vergadering van de studentenraad en de commissie O&O van de ondernemingsraad van het Erasmus MC. Deze vergadering heeft de status van de faculteitsraad binnen de universiteit; [9.37 lid 1] aa. GIA: Geschillenadviescommissie Iudicium Abeundi; bb. ICK: Introductie Cursus Kliniek; cc. Jaarvertegenwoordiging (JVT): Een groep studenten uit één studiejaar, die de studenten uit hun eigen studiejaar vertegenwoordigt en belangen behartigt op het vlak van kwaliteit van onderwijs, facilitaire zaken en aanvullende onderwerpen. Alle JVT’s vallen onder de supervisie van de Commissarissen onderwijs van de Medische Faculteitsvereniging Rotterdam; dd. Klinisch onderwijs: betreft het onderwijs gedurende de coschappen;
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 8/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
ee. KOP: Klinisch Obductie Practicum; ff. KPP: Klinisch Pathologisch Practicum; gg. KR: Klinisch Redeneren; hh. LBPO: Longitudinale Beoordeling Professionele Ontwikkeling; ii. Lijnonderwijs: Het onderwijs in studiejaar Ma1 t/m Ma 3 dat parallel aan het themaonderwijs of coschappen loopt; jj. Masterexamen Geneeskunde: Het examen dat is verbonden aan de Masteropleiding en waarvoor het getuigschrift wordt uitgereikt nadat de vereiste 180 ECTS van de Opleiding zijn behaald. Het Masterexamen geeft toegang tot BIG-registratie als arts; kk. MAK-toets: MasterKennis Toets; ll. Meerkeuzevraag: Een meerkeuzevraag is een vraag waarbij uit een beperkt aantal antwoorden kan worden gekozen; mm. Nuffic: Netherlands Universities' Foundation for International Cooperation; nn. Onderwijs-en Examenregeling (OER): De regeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Wet; oo. Onderwijsonderdeel: Een onderwijseenheid (cursus/vak) van de Opleiding als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 van de Wet; pp. Opleiding: De Masteropleiding zoals genoemd in artikel 1.3; [7.3 lid 1] qq. Opleidingscommissie: De commissie als bedoeld in artikel 9.18 van de Wet, ingesteld door de decaan; rr. Opleidingsdirecteur Geneeskunde: De Opleidingsdirecteur, als bedoeld in artikel 9.17 van de Wet, is onder verantwoordelijkheid van de decaan belast met de organisatie en uitvoering van de Opleiding als beschreven in de OER; ss. OSIRIS: OSIRIS is het studievoortgangssysteem van de Erasmus Universiteit. In OSIRIS verwerkt het DCO de studieresultaten, studieadviezen en behaalde tentamens; tt. PKV-APC: Praktische Klinische vaardigheden Arts-Patiënt-Contact; uu. PKV-CA: Practicum Klinische Vaardigheden – Communicatie en Attitude; vv. PKV-MT: Practicum Klinische Vaardigheden – Medische Technieken; ww. Preklinisch onderwijs betreft het onderwijs voorafgaand aan de coschappen
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 9/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
xx. Regels en Richtlijnen voor de Examens: De ‘Regels en Richtlijnen voor de Examens’ worden, binnen het kader van de ‘Onderwijs- en Examenregeling’ vastgesteld door de Examencommissie, conform lid 1sub b van artikel 7.12b van de Wet; yy. Research Master-opleidingen: Engelstalige programma's van 120 ECTS die opleiden tot de graad van Master of Science in Molecular Medicine, Health Sciences, Neuroscience, Clinical Research, of Infection and Immunity; zz. Schriftelijke correspondentie met studenten: In voorkomende gevallen is het mogelijk dat onder schriftelijke correspondentie met een student ook correspondentie via email wordt verstaan; aaa. SCOPE: Samenwerking in de Coschappen, Ontwikkeling en Persoonlijke Evaluatie; bbb. SIN Online: (Studie Informatie Netwerk Online): SIN Online is een communicatiesysteem van de Erasmus Universiteit voor praktische mededelingen, nieuwsberichten en aankondigingen rondom de studie; ccc. Student: Degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de Opleiding conform artikel 7.34 van de Wet; ddd. Studiepunt: Zie ECTS; [7.4] eee. Summatief beoordelen: Summatief beoordelen heeft tot doel om vast te stellen of een student zich heeft gekwalificeerd voor eindtermen / leerdoelen aan het einde van een specifiek onderwijsonderdeel; fff. Tentamen: Toets van een onderwijsonderdeel zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet, meestal in de vorm van een schriftelijk (computergestuurd) tentamen, een vaardigheidstoets of een opdracht; [7.3 lid 3] ggg. Themacoördinator: Een door de decaan aangewezen docent die belast is met de organisatie en coördinatie van het onderwijs en de toetsing binnen een thema. Voor de tentamens behorende bij de thema´s treedt de themacoördinator, of een door hem aangewezen docent, op als examinator; hhh. Themaonderwijs: Onderwijs met betrekking tot specifieke thematiek en als zodanig onderdeel van het curriculum; iii. Toets: Toetsing omvat het hele scala aan geformaliseerde activiteiten die te maken hebben met het meten en waarderen van en beslissen over competenties van studenten in een onderwijssituatie (Van der Vleuten & Driessen, 2000); jjj. Vaardigheidsonderwijs: Onderwijs gericht op het aanleren en oefenen van vaardigheden die de student zich gedurende de Opleiding eigen dient te maken; [7.13.lid 2d]
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 10/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
kkk. Voldoende resultaat: Een cijfer van, mathematisch afgerond, minimaal 6 (zes) dan wel een beoordeling 'voldoende' of ‘goed’. lll. De Wet: De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), verder te noemen: de Wet;
1.5 Publicatie documenten De faculteit draagt zorg voor publicatie van de in deze OER genoemde documenten.
1.6 Communicatie Voor officiële communicatie met studenten zal de faculteit gebruik maken van het adressenbestand in OSIRIS. De student is zelf verantwoordelijk om de adresgegevens actueel te houden.
1.7 Procedure bij klachten De student kan een klacht indienen over het onderwijs via
[email protected]. De klachtenprocedure is te vinden op de website van het DienstenCentrum Onderwijs (DCO).
1.8 Orderegels met betrekking tot toegang tot gebouwen en terreinen Onverminderd de ter zake geldende regels, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het Erasmus MC, zijn tevens de EUR orderegels door de decaan van toepassing verklaard op de terreinen en gebouwen van het Erasmus MC en gelden deze EUR-orderegels derhalve ook voor de bij de EUR ingeschreven maar bij het Erasmus MC studerende geneeskunde studenten. 1
1
De orderegels staan vermeld in artikel 9 van het studentenstatuut van de EUR, zie: http://www.eur.nl/essc
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 11/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2 Vooropleiding 2.1 Toelating tot de Opleiding De student is toelaatbaar indien de student 2 3: 1. In het bezit is van een getuigschrift van de Bacheloropleiding Geneeskunde behaald aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waarbij het bachelordiploma niet ouder is dan 5 jaar bij aanvang van de Masteropleiding en 2. Bij aanvang van en tevens gedurende de Masteropleiding het door de ARBO afgegeven bewijs kan tonen aan daartoe bevoegde opleiders, docenten en medewerkers, waarin staat dat hij geen besmettingsrisico vormt voor verspreiding van hepatitis B 4 en 3. Bij aanvang van de Opleiding kan aantonen geen vaccinatiedeficiënties te hebben ten opzichte van het op de student van toepassing zijnde rijksvaccinatieprogramma 5.
2.2 Selectieprocedure 1. 2.
3.
4.
5.
De toelating tot de Opleiding Geneeskunde is opgedragen aan de toelatingscommissie van de Opleiding. Met het oog op de toelating tot de Opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. Er zijn in het academisch jaar 2015-2016 maximaal drie instroommomenten: in september 2015, februari 2016 en omstreeks maart 2016; Een verzoek tot toelating voor het instroommoment in maart 2016 kan alleen gedaan worden door studenten die beschikken over het diploma als bedoeld in artikel 2.1 lid 1; De Opleiding heeft een instellingsfixus waarbij het maximaal aantal studenten dat wordt toegelaten tot de Opleiding gelijk wordt gesteld aan het aantal studenten dat op de instroommomenten zoals bepaald in lid 3 van dit artikel voldoet aan de eis zoals gesteld in artikel 2.1 lid 1; De student ontvangt een schriftelijk bewijsstuk van de toelatingsbeslissing tot de Opleiding.
2
Studenten die een vrij Bachelorexamen geneeskunde hebben behaald worden niet toegelaten tot de Opleiding;
3
Studenten die beschikken over een ander masterdiploma dan het masterdiploma Geneeskunde worden niet toegelaten tot de
Opleiding. 4
De student die drager is van het hepatitis B-virus en daarom geen risicovormende handelingen mag verrichten dient zich te
wenden tot de Opleidingsdirecteur Geneeskunde voor afspraken over een alternatieve invulling van de coschappen. 5
Studenten met één of meerdere deficiënties in het rijksvaccinatieprogramma dienen een afspraak te maken met de
Arbodienst van het Erasmus MC.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 13/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2.3 Taaleis De bezitter van een buitenlands diploma kan zich pas inschrijven nadat voldaan is aan: a. de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal zoals vermeld in artikel 3.3 lid 2. [7.28.2]
2.4 Buitenlandse artsen Artsen met een diploma geneeskunde behaald buiten Nederland en die zich hebben aangemeld voor BIG-registratie worden op grond van een assessment door de CBGV, indien nodig, aan een Universitair Medisch Centrum toegewezen. Deze commissie verstrekt hierbij een advies waarin staat welke programmaonderdelen dienen te worden gevolgd. Genoemde artsen zullen een aangepast Mastercurriculum volgen, conform het advies CBGV en de Examencommissie. In afwijking op hetgeen bepaald is ten aanzien van het collegegeldtarief dat van toepassing is voor inschrijving in de Masteropleiding Geneeskunde zijn buitenlandse artsen gedurende de eerste twee inschrijvingsjaren het aan het wettelijk vastgestelde collegegeldtarief gelijkgesteld Erasmus Universiteit tarief verschuldigd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vanaf het derde inschrijvingsjaar zijn buitenlandse artsen het hoge instellingtarief verschuldigd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 14/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3 Inhoud en inrichting van de Opleiding 3.1 Doel van de Opleiding Met de Opleiding wordt beoogd de student kennis en inzicht, vaardigheden en (deel)competenties bij te brengen, noodzakelijk voor de beroepsuitoefening van arts. Dit is omschreven in de richtlijn van de Raad Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975, 75/363/EEG (PbeG, L167) en gespecificeerd in het Raamplan 2009 Artsopleiding. De eindtermen van de Opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC zijn verdeeld over vijf accenten die het beroepsprofiel van de Erasmusarts omvat: a. klinisch redeneren vanuit een solide (bio)medische kennisbasis; b. reflectie en feedback; c. klinische en beroeps gebonden vaardigheden; d. academische vorming en wetenschappelijke vaardigheden; e. maatschappelijke betrokkenheid. De geformuleerde eindtermen zijn gelijk voor de Bachelor- en Masteropleiding geneeskunde aan het Erasmus MC, het niveau verschilt. Het Erasmus MC volgt hierin de beschreven niveaus zoals gedefinieerd in het Raamplan. Per eindterm zijn de bijbehorende rollen uit het Raamplan Artsopleiding 2009 vermeld.
1
Klinisch redeneren vanuit een solide (bio)medische kennisbasis Rol: Medisch deskundige -
-
-
-
Een Erasmusarts kan op basis van de ziektebeelden, die zijn behandeld in het curriculum, zijn kennis op het gebied van de etiologie, pathogenese, pathofysiologie en de epidemiologie aanwenden om de klacht(en) van de patiënt zoveel mogelijk te verklaren. Een Erasmusarts kan op systematische wijze anamnese en eventuele onderzoeken inzetten om de klacht(en) van de patiënt te onderzoeken en komt naar aanleiding van zijn bevindingen tot een (differentiële) diagnose ter verklaring van deze klacht(en), en doet op basis hiervan een voorstel voor verder beleid. Een Erasmusarts kan aan de patiënt het verloop van de ziekte en de prognose van de behandeling beschrijven, rekening houdend met het opleidingsniveau en de culturele achtergrond van de patiënt. Een Erasmusarts kan op grond van natuurwetenschappelijke basiskennis de mogelijkheden en beperkingen van gebruikte medische technieken inschatten en de daarmee verkregen diagnostische bevindingen op waarde schatten.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 15/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2
Reflectie en feedback Rollen: Academicus, Beroepsbeoefenaar -
-
3
Een Erasmusarts kan beoordelen of de informatie, kennis en vaardigheden die hij tot zijn beschikking heeft, toereikend zijn om als arts zijn beleid te bepalen. Een Erasmusarts signaleert hiaten in eigen kennis en vaardigheden en kan hiervoor adequate oplossingen genereren en uitvoeren om de ontbrekende kennis en vaardigheden te verwerven en toe te passen. Een Erasmusarts reflecteert continue op de consequenties van zijn handelen voor de patiënt en kan hierop anticiperen. Een Erasmusarts kan zijn eigen gedrag kritisch analyseren en beargumenteren en gaat professioneel om met feedback van zowel patiënten als collega’s. Klinische en beroeps gebonden vaardigheden Rollen: Medisch deskundige, Beroepsbeoefenaar, Communicator, Samenwerker, Organisator
-
4
Een Erasmusarts voert praktische klinische vaardigheden adequaat uit. Een Erasmusarts vormt zelfstandig een oordeel over de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, en kan deze nieuwe kennis inzetten bij de behandeling van individuele patiënten. Een Erasmusarts benadert een patiënt, en zijn naaststaanden integer en respectvol en beschikt over een voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Een Erasmusarts informeert en adviseert zijn patiënt over zijn gezondheidstoestand en beslist samen met patiënt over het vervolgtraject. Een Erasmusarts kan samenwerken met andere zorgverleners binnen en buiten de eigen discipline. Een Erasmusarts kan zijn eigen werkzaamheden prioriteren en plannen in een gegeven context. Academische vorming en wetenschappelijke vaardigheden Rollen: Academicus, Beroepsbeoefenaar, Medisch deskundige, Samenwerker
-
-
5
Een Erasmusarts kan zich profileren binnen de keuzemogelijkheden van het curriculum. Een Erasmusarts kan de relevante argumenten met betrekking tot medisch-ethische dilemma’s kritisch afwegen om zo tot een eigen, onderbouwd standpunt te komen, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van betrokkenen en de geldende wettelijke kaders. Een Erasmusarts kan in een maatschappelijke context ontwikkelingen in de geneeskunde beoordelen op zowel medisch-technische aspecten als op medisch-ethische aspecten. Een Erasmusarts kan onder begeleiding een wetenschappelijk onderzoek opzetten, uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren en presenteren. Maatschappelijke betrokkenheid
-
-
Een Erasmusarts gebruikt zijn kennis over de diversiteit aan gezondheidsproblemen en de verschillen in gezondheidsbeleving in de multiculturele Nederlandse samenleving om bij individuele patiënten te komen tot een passend behandelbeleid. Een Erasmusarts kan de effecten van preventieve en curatieve gezondheidszorginterventies op de volksgezondheid op hun waarde beoordelen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 16/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3.2 Vorm van de Opleiding De Opleiding wordt voltijds verzorgd. [7.13 lid 2i, 7.7 lid 1]
3.3 Taal waarin de Opleiding wordt verzorgd 1.
2.
3.
Met inachtneming van de door het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam vastgestelde gedragscode wordt in de Opleiding het onderwijs verzorgd en de tentamens afgenomen in het Nederlands, tenzij anders is bepaald. [7.2 lid b en c] Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de Opleiding is een voldoende beheersing van de Nederlandse taal vereist. Aan deze eis wordt voldaan, als de student: a. in het bezit is van een diploma Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) en het vak Nederlands deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of [7.25 lid 1 en 2] b. de toets ‘Nederlands als tweede taal, tweede niveau‘ (NT-2, Examen II) met goed gevolg heeft afgelegd. [7.28] Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de Engelstalige onderdelen van de Opleiding is voldoende beheersing van het Engels vereist. Aan deze eis wordt voldaan, als de student: a. in het bezit is van een diploma Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) en het vak Engels deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of [7.25 lid 1 en 2] b. in het bezit is van een diploma van voortgezet onderwijs, behaald aan een Engelstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland; of c. in het bezit is van een einddiploma vierjarig hoger beroepsonderwijs en het vak Engels deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma; of d. een van de onderstaande toetsen heeft afgelegd: • computer-based TOEFL met een score van 213 of hoger; • internet-based TOEFL met een score van 80 of hoger; • IELTS met een score van 6,0 of hoger.
3.4 Studielast De Opleiding kent een studielast van 180 ECTS. [7.13 lid 2e]
3.5 Samenstelling van het Mastercurriculum De decaan stelt jaarlijks, voor de aanvang van het studiejaar, op voorstel van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, gehoord hebbende de Opleidingscommissie en Examencommissie, de onderdelen van de Opleiding met in achtneming van artikel 3.2 vast. Daarbij wordt tevens de volgorde van de onderdelen en de omvang in ECTS per onderdeel vastgesteld. Het curriculum in de Master bestaat uit thematisch onderwijs, lijnonderwijs, ICKonderwijs, coschappen en het Masteronderzoek. De onderdelen en de ECTS-verdeling van de Masteropleiding staan in bijlage 1.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 17/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3.6 Gehanteerde werkvormen in de Masteropleiding In het thematisch onderwijs worden de volgende werkvormen gehanteerd: hoorcolleges, vaardigheidsonderwijs, responsiebijeenkomsten en patiëntdemonstraties. Het voorbereidend onderwijs op de coschappen (ICK-weken) is kleinschalig en bestaat uit werkcolleges, vaardigheidsonderwijs en vaardigheidstraining. Het onderwijs in de coschappen bestaat uit een klinische stage aangevuld met kleinschalig onderwijs. Het onderwijs van het Masteronderzoek bestaat uit een onderzoeksstage aangevuld met kleinschalig onderwijs.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 18/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
4 Onderwijs 4.1 Onderwijsstructuur Het onderwijs in de Masteropleiding bestaat uit: 1. Themaonderwijs 2. Lijnonderwijs 3. Coschappen 4. Masteronderzoek
4.2 Facultatief en verplicht onderwijs 1.
2.
3.
4.
Het volgen van onderwijs in thema Ma1.A en Ma1.B is facultatief, met uitzondering van de verplichte onderdelen. Het verplicht zijn van onderwijs wordt zo mogelijk voor het begin van het studiejaar, doch uiterlijk vier weken voorafgaand aan de start van een onderwijsonderdeel, bekend gemaakt. Het volgende onderwijs is in ieder geval verplicht: [7.13 lid 2t] a. de als verplicht gestelde VO’s; b. Klinisch Redeneren; c. Master Start Niveau (MSN) toetsen van thema Ma1B; d. PKV-onderwijs; e. KPP, KOP; f. Skillsplaza. Het volgen van het onderwijs dat als voorbereiding dient op de coschappen (ICK-weken inclusief het onderwijs Farmacie/Praktische Farmacotherapie en SCOPE) is verplicht. [7.13 j en s] Van de verplichting tot het deelnemen aan het vaardigheidsonderwijs kan de Examencommissie op verzoek van de betrokkene(n) geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen. De Examencommissie toetst dit verzoek aan de regels voor vrijstelling zoals opgenomen in deze regeling (zie artikel 5.14). Bij een gedeeltelijke vrijstelling bepaalt de Examencommissie of het vaardigheidsonderwijs op een andere wijze verricht dient te worden en zo ja, op welke wijze de benodigde ECTS kunnen worden behaald. De Opleidingsdirecteur Geneeskunde kan een onderwijsonderdeel (of een deel daarvan) verplicht stellen op voordracht van de themacoördinator (thema Ma1A en Ma1B) en de disciplinecoördinator.
4.3 Toegang tot het Masteronderzoek Om toegang te krijgen tot het Masteronderzoek heeft de student het onderwijs van Ma1A gevolgd.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 19/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
4.4 Toegang tot de coschappen 1.
Voordat een student kan worden toegelaten tot een coschap dient deze bij aanvang van ieder coschap te voldoen aan de eisen betreffende infectiepreventie zoals die gelden bij de instelling of praktijk (zie het hoofdstuk ‘Gezondheidsrisico’s’ uit de Studiegids). 2. Om toegang te krijgen tot de serie 1 coschappen moet zijn voldaan aan de volgende eisen: a. De student heeft thema Ma1B met voldoende resultaat afgerond; b. De student heeft de drie SkillsPlaza-modules gevolgd en de toetsen per module behaald; c. De student heeft al het PKV-onderwijs met voldoende resultaat afgerond. 3. Om toegang te krijgen tot de serie 2 coschappen moet zijn voldaan aan de volgende eisen: a. De student heeft alle coschappen van serie 1 met voldoende resultaat behaald en voldaan aan de ICK-weken; b. De student heeft deelgenomen aan de Witte Jas Ceremonie of voldaan aan een vervangende opdracht. 4. Om toegang te krijgen tot de serie 3 coschappen moet zijn voldaan aan de volgende eisen: a. De student heeft alle coschappen van serie 2 met voldoende resultaat afgerond en voldaan aan de ICK-weken; b. De student heeft een akkoord voor de discipline overstijgende competenties, dit akkoord wordt beoordeeld door de Commissie Longitudinale Beoordeling Coassistenten en de EC; c. De student heeft aan de verplichtingen van SCOPE voldaan en het onderwijs met een voldoende eindbeoordeling afgerond; d. De student heeft aan de verplichtingen van het onderwijs Farmacie / Praktische Farmacotherapie voldaan en de eindtoets met voldoende resultaat behaald.
4.5 Regels voor instroom in de coschappen 1.
2.
3. 4.
6
De wijze waarop een daartoe gekwalificeerde student een plaats toegewezen krijgt voor de start van de coschappen wordt bepaald in de ‘Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde 6; Voor het verdelen van beschikbare startdata voor de coschappen in de Master Geneeskunde wordt tenminste twee keer per jaar een loting van startdata georganiseerd. De verdeling van de beschikbare plaatsen gebeurt op basis van gewogen loting; Alleen studenten die voldoen aan de ingangseisen zoals gesteld in artikel 4.4, kunnen deelnemen aan de loting voor een startdatum; Het is niet toegestaan een verkregen startdatum in te trekken. Indien een student toch besluit geen gebruik te maken van een verkregen startdatum, vervalt hiermee de lotingscategorie en zal de student in een volgende lotingsronde in de laagste lotingscategorie terecht komen. De faculteit kan noch financieel noch op enige andere wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel opgelopen vertraging indien de student geen gebruik maakt van de aangeboden startdatum;
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde/master/regels-richtlijnen-handleidingen/
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 20/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5.
6.
Zie voor aanvullende regelingen rondom de instroom in de coschappen de ‘Regeling van de positie van Geneeskundestudenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam in de klinische praktijk 7; In bijzondere gevallen kan de Opleidingsdirecteur Geneeskunde van het voorgaande afwijken.
4.6 Toegang tot onderwijs binnen de coschappen 1.
2. 3. 4. 5.
Een coschap dient binnen een en dezelfde instelling en zonder onderbreking gevolgd te worden. Alle coschappen van serie 1 en 2 dienen aaneengesloten gevolgd te worden. De volgorde van de coschappen staat vast en kan alleen onderbroken worden met een dwingende reden. Hiervoor dient toestemming gevraagd te worden bij de Opleidingsdirecteur Geneeskunde. De student moet de ICK-week die hoort bij het desbetreffende coschap met voldoende resultaat hebben afgerond. Serie 3 coschappen bestaan uit twee keuze coschappen en een oudste coschap. Deze mogen met elkaar gecombineerd worden. Het oudste coschap dient een klinische inhoud te hebben. Eén of beide keuze coschappen mogen omgezet worden in een onderzoeksstage als verlenging van het Masteronderzoek. Voorafgaand aan de start van het Masteronderzoek dient hiervoor een verzoek ingediend te worden bij de examencommissie. Bij dit verzoek dient een brief van de onderzoeksbegeleider en de goedkeuring van de coördinator Masteronderzoek gevoegd te worden.
4.7 Masteronderzoek, Masteronderwijs en coschappen in het buitenland 1. 2.
3.
4. 5.
7
Het Masteronderzoek, maximaal één coschap uit serie 1 of serie 2, de keuzecoschappen en het oudste coschap kunnen in het buitenland worden gevolgd. Masteronderzoek en coschappen in het buitenland worden altijd behandeld als buitenregulier. De coördinator Masteronderzoek dan wel de coördinator Master Geneeskunde beslist over het door een student ingediend schriftelijk verzoek. Voor het Masteronderzoek en coschappen in het buitenland geldt dat alleen ECTS worden toegekend als vóór vertrek toestemming is verkregen van de coördinator Master Geneeskunde. Voor het volgen van één coschap uit serie 1 of serie 2 in het buitenland gelden bijzondere eisen, zoals af te stemmen met de disciplinecoördinator en de coördinator Master Geneeskunde. Zie bijlage 2. Voor het volgen van het keuzecoschap en oudste coschap in het buitenland gelden dezelfde eisen als voor toegang tot de serie 3 coschappen zoals vermeld in artikel 4.4. De disciplinecoördinator kan een verklaring van taalbeheersing vragen voor het land waar de student het keuze- en/of oudste coschap wil gaan doen.
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde/master/regels-richtlijnen-handleidingen/
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 21/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
4.8 Hervatting van de Opleiding Studenten die zijn toegelaten tot de Opleiding maar zich, na inschrijving, gedurende een periode van tenminste zes maanden hebben uitgeschreven, dienen een formeel verzoek tot hervatting van de studie, voorzien van een studieplan dat is besproken met de studieadviseur, in te dienen bij de Examencommissie. De Examencommissie beoordeelt dit verzoek en neemt, in samenspraak met de studieadviseur, een beslissing betreffende het tijdstip van hervatting.
4.9 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. 2. 3.
8
Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan het onderwijs waarvoor hij staat ingeschreven; Van elke student wordt verwacht dat hij zich aan de Erasmus Code houdt 8; Naast de algemene verplichtingen in lid 1 en 2 van dit artikel, kunnen aanvullende eisen per onderwijsonderdeel gesteld worden en deze eisen worden in de betreffende onderdeelbeschrijving omschreven.
De Erasmus Code is terug te vinden in de themamappen
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 22/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5 Toetsing 5.1 Algemeen 1. 2. 3. 4.
Het Masterexamen bestaat uit toetsing in de preklinische fase –beschreven in artikel 5.3 tot 5.12, en toetsing in de klinische fase – beschreven in artikel 5.15 tot 5.21. Bij alle onderwijsonderdelen wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen heeft bereikt. Leerdoelen van de onderwijsonderdelen zijn opgenomen in de beschrijving van het betreffende onderwijs. In de Regels en Richtlijnen voor de Examens wordt de gang van zaken rondom toetsing beschreven alsmede de beoordelingscriteria (inclusief cesuurbepaling) van schriftelijke tentamens.
5.2 Examencommissie 1.
2.
3.
De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een Examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de Examencommissie voldoende wordt gewaarborgd 9. [7.12 en 7.12a] De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de Examencommissie op basis van deskundigheid op het terrein van de betreffende Opleiding(en) of het terrein van toetsing. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende Examencommissie 10. [7.12a] De Examencommissie stelt regels en richtlijnen voor het examen op. [7.12b lid 3]
5.3 Aantal themaonderwijs gebonden tentamenmogelijkheden 1. 2. 3.
4. 5.
9
Voor alle onderdelen van het Masteronderwijs wordt tweemaal per academisch jaar de gelegenheid gegeven tot het afleggen van een tentamen. [7.13 lid 2h en 7.13 lid j] De datum van de tentamens wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt en kan tot uiterlijk drie maanden voor afname worden gewijzigd. Ieder tentamen (of een combinatie van tentamens) levert ECTS op indien de student voor een tentamen een voldoende resultaat heeft behaald en aan de overige onderwijsverplichtingen van het desbetreffende onderdeel heeft voldaan (zie bijlage 1). Een tentamen waarvoor een voldoende resultaat is behaald, kan niet opnieuw worden afgelegd. Indien naar het oordeel van de Examencommissie voor één of meer studenten in verband met een uitzonderlijke situatie een ongewenste vertraging van de studie is opgetreden of dreigt op te treden, dan kan de Examencommissie – gehoord hebbende de desbetreffende examinator – op verzoek van de desbetreffende student(en), bij hoge uitzondering, eenmalig een extra tentamengelegenheid voor het desbetreffende onderdeel vaststellen.
Bestuurs- en beheersreglement EUR art 19.8
10
Bestuurs- en beheersreglement EUR art 19.8
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 23/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5.4 Toetsvorm 1. 2.
3. 4.
5. 6.
Alle onderdelen van het themaonderwijs worden afgesloten met een schriftelijk tentamen; [7.13 lid 2 l]. De coschappen worden beoordeeld met behulp van de ‘Geef me de vijf’ beoordelingssystematiek. Dit houdt in dat de eindbeoordeling voor ieder coschap wordt gebaseerd op vijf deeltoetsen, te weten: a. MasterKennistoets (MAK-toets); b. Observatie patiëntcontact 1; c. Observatie patiëntcontact 2; d. Algemeen functioneren; e. Inzet feedback en reflectie. Zie voor nadere informatie http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde/master/coschappen/beoordeling/beoordeling/ Het Masteronderzoek wordt beoordeeld conform artikel 5.22. De wijze van beoordelen van onderdelen uit het lijnonderwijs die niet met een schriftelijk tentamen worden afgesloten (de overige tentamenonderdelen) is opgenomen in de beschrijving van betreffend onderwijs, zie artikel 5.22 en verder. De examinator dient bij aanvang van het onderwijs in het desbetreffende onderdeel de tentameneisen en manier van afname bekend te maken. Op verzoek kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wordt afgelegd. [7.13 lid 2 l]
5.5 Toelatingsvoorwaarden deelname tentamen 1.
2.
Studenten mogen deelnemen aan tentamens wanneer zij daarvoor zijn ingeschreven en zich kunnen legitimeren met behulp van de collegekaart en een geldig legitimatiebewijs bij het betreden van de examenruimte. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Regels en Richtlijnen voor de Examens. Voor inschrijving voor de vaardigheidstoetsen wordt verwezen naar de handleiding van het betreffende onderwijs. [7.13 lid 2 t]
5.6 Mondeling tentamen (pre klinische fase) 1.
2. 3.
Bij een mondeling tentamen ingesteld op grond van artikel 5.4 lid 6 wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald; [7.13 lid 2 n] De examinator nodigt tenminste twee mede-examinatoren uit, waarmee hij gezamenlijk het tentamen afneemt en de prestatie van de student beoordeelt; [7.13 lid 2 n] Een mondeling tentamen is openbaar, tenzij de student daartegen bij de Examencommissie bezwaar heeft gemaakt. Openbaar betekent dat zowel een student als de examinator, naast de twee reeds aanwezige mede-examinatoren, één toehoorder kan uitnodigen. [7.13 lid 2 n]
5.7 Voorbereiding op tentamen 1.
Gedurende het studiejaar kunnen voor de Opleiding ingeschreven studenten kennis nemen van een, naar het oordeel van de examinator, voor het werkelijke schriftelijke tentamen representatieve set vragen en/of opdrachten alsmede de daarbij behorende
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 24/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2.
antwoordmodellen; een dergelijke set dient uiterlijk één week voorafgaand aan een schriftelijk tentamen ter inzage te worden gegeven. De dag voorafgaand aan de eerste schriftelijke tentamenmogelijkheid die de student geboden wordt tijdens de Opleiding is de student roostervrij. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken door de Opleidingsdirecteur Geneeskunde.
5.8 Termijn beoordeling tentamens 1.
Binnen 18 werkdagen na de dag waarop een schriftelijk tentamen is afgelegd, maakt de desbetreffende examinator via het DCO de voorlopige uitslag van dit tentamen bekend. De uitslag van het schriftelijke tentamen dient bovendien minimaal vijf werkdagen voor de dag waarop het hertentamen van het desbetreffende tentamen plaatsvindt, bekend gemaakt te zijn. [7.13 lid 2 o] 2. Binnen tien werkdagen na de dag waarop een schriftelijk hertentamenmogelijkheid heeft plaatsgevonden, maakt de desbetreffende examinator via het DCO de voorlopige uitslag van dit tentamen bekend. [7.13 lid 2 o] 3. Indien de in lid 1. en 2. van dit artikel genoemde termijnen worden overschreden, draagt de examinator er zorg voor dat daarvan zowel de Examencommissie als de desbetreffende studenten op de hoogte worden gesteld. [7.13 lid 2 o] 4. De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen toets of tentamen definitief vast binnen 8 weken na de dag waarop deze is afgenomen, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijke of elektronische bewijsstuk van het oordeel aan de student. [7.13 lid 2o] 5. De Examencommissie kan genoemde termijnen voor bepaalde tentamens veranderen indien daar naar het oordeel van de Examencommissie zwaarwegende redenen voor zijn. [7.13 lid 2 ] 6. Terstond nadat een mondeling tentamen is afgelegd vindt kort beraad plaats tussen de beoordelaars. Aansluitend maakt de examinator de uitslag van dit tentamen bekend en geeft deze door aan het DCO. De student krijgt na afloop van het tentamen een schriftelijk bewijs van de uitslag. [7.13 lid 2o] 7. De student kan door hem behaalde tentamenuitslagen zelf bekijken in OSIRIS en kan op verzoek een afschrift van deze uitslagen laten waarmerken door het DCO. 8. Voor de uitslag van de overige tentamenonderdelen geldt dat binnen achttien werkdagen na de dag waarop de tentamenperiode van het betreffende onderdeel is afgelopen, de definitieve uitslag van dit tentamenonderdeel door de desbetreffende examinator via het DCO bekend wordt gemaakt. 9. Op de schriftelijke verklaring van het oordeel over een toets of tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.10 en op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 10. Wanneer tijdens het afleggen van een toets, tentamen of examen, dan wel bij beoordelingen van ander werk van een student, fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt de examinator hiervan onverwijld op de hoogte gesteld. In alle gevallen zal de Examencommissie zich een oordeel moeten vormen over de fraude en zullen maatregelen worden getroffen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 25/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5.9 Nabespreking 1.
2. 3.
4.
5.
6.
Na publicatie van het schriftelijk tentamen mogen individuele studenten binnen drie werkdagen op een daartoe ingerichte plek op Blackboard beargumenteerd commentaar geven op de vragen en antwoordmodellen die zij aanvechtbaar vinden. Na deze termijn worden nieuwe commentaren op de vragen niet meer in behandeling genomen. De jaarvertegenwoordiging verzamelt en groepeert deze commentaren en stuurt de commentaren uiterlijk twee dagen voorafgaand aan de nabespreking naar de examinator. Indien de jaarvertegenwoordiging de termijn niet haalt, communiceert de jaarvertegenwoordiging met de desbetreffende examinator. Nadat een schriftelijk tentamen is afgelegd vindt er, uiterlijk twee weken na het tentamen, een plenaire nabespreking plaats. Nabespreking van een tweede tentamenmogelijkheid van het betreffende collegejaar kan alleen plaatsvinden op verzoek van de jaarvertegenwoordiging of een student namens de groep studenten die de tweede tentamenmogelijkheid gemaakt hebben. Een verzoek ingediend binnen twee weken na tweede tentamenmogelijkheid, wordt door de examinator gehonoreerd. De indiener van het verzoek is verantwoordelijk voor het verzamelen en groeperen van de commentaren en dient deze ten minste twee dagen voorafgaand aan het moment van nabespreking in bij de examinator. De examinator gaat tijdens de nabespreking in op de geleverde commentaren en houdt indien nodig ruggespraak met de auteur van de vraag. Het uiteindelijke besluit wordt gepubliceerd door de examinator. Ook bij de overige tentamenonderdelen kan een nabespreking worden georganiseerd. De examinator doet dit op eigen initiatief dan wel op verzoek van de student. Dit verzoek moet binnen twee weken na de tentamenafname worden ingediend bij de examinator. Onmiddellijk nadat een mondeling tentamen is afgenomen vindt een nabespreking plaats tussen examinator(en) en de student.
5.10 Inzage 1.
2.
De inzage van de schriftelijke tentamens vindt binnen zes weken plaats na (of bij wijze van uitzondering: tegelijk met) de plenaire nabespreking, op een door het DCO gepland moment. Het DCO schrijft de studenten die deelgenomen hebben aan het tentamen automatisch in voor de inzage. Voor inzage in de overige tentamenonderdelen kan de student een verzoek indienen bij de betreffende examinator/docent. Dit zal resulteren in een individuele of groepsgewijze inzage van het beoordeelde werk.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 26/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3.
4.
5.
6.
7.
Tijdens de inzage van de schriftelijke tentamens kan de student een inhoudelijk gemotiveerd bezwaar aantekenen tegen de beoordeling van het eigen beoordeelde werk. Dit geldt niet ten aanzien van meerkeuzevragen waarvan de antwoordsleutel is vastgesteld door de examinator na de nabespreking van het betreffende schriftelijke tentamen, zie artikel 5.10. Een inhoudelijk gemotiveerd bezwaar bevat tenminste een onderbouwing waarom de student van mening is dat de vraag niet juist beoordeeld is, zie ook protocol 11 aanvraag herbeoordeling eigen werk. Indien het bezwaar niet inhoudelijk gemotiveerd is, wordt het verzoek niet in behandeling genomen. De herbeoordeling wordt binnen een termijn van 8 weken na afloop van het tentamen per email medegedeeld aan de student. De examinator/docent motiveert het resultaat van de herbeoordeling indien naar het oordeel van de examinator / docent het verzoek hiertoe vergezeld ging van een inhoudelijk gemotiveerd bezwaar. Iedere herbeoordeling kan leiden tot een verhoging dan wel een gelijkblijvend aantal punten. Het aantal punten dat bij de herbeoordeling wordt gegeven is het aantal punten dat meetelt voor het definitieve cijfer. Na het bekend worden van het resultaat van de herbeoordeling en uiterlijk binnen acht weken na afloop van het tentamen worden de definitieve cijfers bekend gemaakt door het DCO. Wanneer een student het niet eens is met de herbeoordeling van het eigen werk door de examinator kan de student tot tien weken na afloop van het tentamen gemotiveerd schriftelijk bezwaar indienen bij de themacoördinator. De themacoördinator informeert binnen twee weken de student schriftelijk en zo mogelijk gemotiveerd of hij het bezwaar gegrond acht en of aanpassing van de beoordeling volgt. Wanneer een student het, ook na tussenkomst van de themacoördinator, oneens blijft met de beoordeling van het eigen werk, kan de student binnen een termijn van veertien weken na afloop van het tentamen, schriftelijk bezwaar aantekenen bij de Examencommissie. De student dient daarbij kopieën van de briefwisseling met de examinator en/of themacoördinator te overleggen. De Examencommissie heeft inzage in het beoordeelde werk indien het gestelde in de OER dit noodzakelijk maakt. Uitsluitend met toestemming van een student kan de Examencommissie derden, anders dan examinator of docent, inzage geven in het beoordeelde werk van een student. De Examencommissie kan genoemde termijnen voor het indienen van bezwaar aanpassen indien daar naar het oordeel van de Examencommissie zwaarwegende redenen voor zijn.
5.11 Geldigheidsduur 1.
2.
11
De geldigheidsduur van tentamens en overige onderdelen is vijf jaar, met uitzondering van het certificaat voor de Skillsplaza modules. Binnen twee jaar na het behalen van de Skillsplaza modules dient gestart te worden met de serie 1 coschappen, anders komen de resultaten van deze modules te vervallen. De geldigheidsduur van een door de Examencommissie verleende vrijstelling is eveneens vijf jaar, ingaand vanaf de eerstvolgende datum waarop het desbetreffende tentamen wordt afgenomen.
http://www.erasmusmc.nl/geneeskunde-
cs/documenten/algemeen/protocol_aanvraag_herbeoordeling_eigen_werk_studenten_-_b.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 27/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3.
4.
De Examencommissie is bevoegd de geldigheidsduur van tentamens en vrijstellingen te verlengen tot meer dan vijf jaar. De student kan een met redenen omkleed verzoek hiertoe indienen bij de Examencommissie. Alvorens de Examencommissie de uitslag vaststelt van enig tentamen waarvan een of meer onderdelen vijf jaar of langer geleden met goed gevolg zijn afgelegd, vraagt zij advies aan de Opleidingsdirecteur Geneeskunde of de huidige vereisten ten aanzien van het (de) desbetreffende onderdeel(delen) aanleiding geven tot het afnemen van een aanvullend dan wel een vervangend tentamen.
5.12 Bewaartermijn 1.
2. 3. 4.
De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke toetsen en tentamens worden (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. Het Masteronderzoek en de beoordeling daarvan wordt (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. De beoordeling binnen het domein Vaardigheden en Professioneel gedrag worden (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. Alle beoordelingen worden gedocumenteerd in het digitale studievoortgangssysteem van de Erasmus Universiteit (OSIRIS) gedurende tenminste zeven jaar.
5.13 Curriculumwijzigingen 1.
2.
3.
Studenten die een onvoldoende resultaat hebben behaald voor een tentamen uit een collegejaar, dienen zich in het volgende collegejaar ervan te vergewissen welke veranderingen er zijn opgetreden in de inhoud van het thema en hiermee rekening te houden bij de voorbereiding voor dat tentamen. Bij een enigszins veranderde (thema) inhoud is de examinator niet verplicht een apart tentamen te maken voor studenten die een onvoldoende resultaat hebben behaald voor dit tentamen in het voorgaande studiejaar. Slechts indien onderwijsonderdelen een naar het oordeel van de Examencommissie aanzienlijke wijziging hebben ondergaan, wordt aan studenten die deze onderwijsonderdelen gevolgd hebben, maar nog niet behaald, tot en met het collegejaar dat volgt op de invoering van de wijziging, de gelegenheid gegeven het tentamen van het onderwijsonderdeel in de oude vorm af te leggen met behoud van het oorspronkelijke aantal ECTS. In de daarop volgende collegejaren wordt het desbetreffende onderwijsonderdeel alleen nog in de nieuwe vorm getentamineerd. Onverlet het gestelde in lid 2 geldt dat indien een nieuw onderwijsonderdeel aan een bepaald masterjaar wordt toegevoegd dan wel wordt verwijderd, deze wijziging geldt voor iedere student die naar het betreffende studiejaar doorstroomt vanaf het studiejaar waarin deze wijziging van kracht wordt.
5.14 Vrijstellingen 1.
De Examencommissie kan op verzoek van een student na overleg met de Opleidingsdirecteur Geneeskunde en de betrokken examinator, vrijstelling verlenen van een onderdeel van de Opleiding op grond van binnen of buiten het hoger onderwijs opgedane aantoonbare kennis of vaardigheden.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 28/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2.
3. 4.
5.
De ECTS van de onderwijsonderdelen waarvoor vrijstelling is verkregen, worden in mindering gebracht op het aantal ECTS benodigd voor doorstroming (artikel 3.4). Zie Regels en Richtlijnen voor de Examens. Vrijstellingen dienen te allen tijde door de betrokkene zelf schriftelijk bij de Examencommissie te worden aangevraagd. Het toekennen van een vrijstelling kan gevolgen hebben voor het bepalen van het judicium cum laude (zie Regels en Richtlijnen voor de Examens, artikel 9, lid 17). Research Masterstudenten krijgen vrijstelling voor het Masteronderzoek en de keuze coschappen. Voor het oudste coschap kan geen vrijstelling worden verkregen. Afhankelijk van de gevolgde Research Master kan tevens vrijstelling worden verkregen voor thema Ma1A. De examencommissie honoreert dit verzoek alleen wanneer binnen de Research Master opleiding equivalenten van deze onderwijsonderdelen worden aangeboden en deze daadwerkelijk met goed gevolg zijn afgelegd. De ECTS van de onderwijsonderdelen waarvoor vrijstelling is verkregen, worden in mindering gebracht op het aantal ECTS benodigd voor doorstroming, waarbij het judicium dat is behaald voor de Research Master-onderdelen die met deze keuzeonderdelen overeenstemmen, gehanteerd wordt voor het eventueel toekennen van het judicium ‘cum laude’ of een ander judicium.
5.15 Beoordeling per coschap 1. 2.
3. 4.
5.
6.
12
De student dient voor alle coschappen een voldoende te behalen. Coschappen waarvoor een voldoende resultaat is behaald, kunnen niet opnieuw worden gedaan. Voor de coschappen vindt de beoordeling plaats aan de hand van zes rollen: medisch deskundige, communicator, academicus, beroepsbeoefenaar, samenwerker en organisator. Bij het coschap Sociale Geneeskunde komt daar nog de rol gezondheidsbevorderaar bij. De rollen worden beoordeeld met: 'functioneren is boven niveau', 'functioneren is op niveau' of 'functioneren is beneden niveau'. De rol medisch deskundige is disciplinegericht en kan alleen in het desbetreffende coschap worden getoetst. De andere rollen zijn disciplineoverstijgend en worden longitudinaal beoordeeld. De beoordeling van de serie 1 en 2 coschappen (van minimaal drie weken of meer) bestaat uit ten minste de volgende toetsen: I. Masterkennistoets 12; II. Observatie patiëntcontact 1; III. Observatie patiëntcontact 2 ; IV. Beoordeling algemeen functioneren tijdens gehele coschap; V. Beoordeling (inzet voor reflectie en feedback) feedbackzakboekje gedurende het coschap. Alle onderdelen van de coschappen serie 3 worden getoetst. Informatie over de manier van toetsen wordt verschaft voorafgaand aan de start van de coschappen serie 3.
Bij de interne geneeskunde geldt een afwijkende systematiek. Hier wordt de Masterkennistoets afgenomen via een speciaal
daartoe ontworpen mondelinge toets. Artikel 5.6 is niet van toepassing.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 29/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
7.
Een coschap wordt in ieder geval als onvoldoende beoordeeld wanneer de student: a. een 'functioneren is beneden niveau' heeft behaald voor de rol 'medisch deskundige’; of b. voor twee of meer van de disciplineoverstijgende rollen een 'functioneren is beneden niveau' heeft behaald; c. voor één disciplineoverstijgende rol ’functioneren is beneden niveau‘ is gehaald èn naar oordeel van de opleider deze competentie een ernstige belemmering vormt voor verdere voortgang van de coschappen. 8. Wanneer een coschap als onvoldoende wordt beoordeeld, beslist de Examencommissie eventueel na overleg met de examinator en/of disciplinecoördinator over het verdere beleid; a. Wanneer een coschap opnieuw gevolgd moet worden, gebeurt dit bij voorkeur in het Erasmus MC; maar in elk geval op een andere locatie. b. Indien het coschap is gevolgd in het Erasmus MC, zal dit coschap elders worden overgedaan; c. De opleider van het te herkansen coschap wordt door de Examen Commissie op de hoogte gebracht welke competenties aandacht verdienen; d. De student dient in een gesprek met de opleider de redenen voor herkansing toe te lichten. Dit gesprek vindt plaats voorafgaand aan of in de eerste week van het te herkansen coschap. 9. De Examencommissie kan aanvullende eisen stellen alvorens een student de coschappen continueert.
5.16 Beoordeling ICK onderwijs 1.
2.
3.
Voor het behalen van een voldoende resultaat voor de ICK-week dient de student: a. aanwezig te zijn bij alle discipline specifieke onderwijsbijeenkomsten in de ICK-week, tenzij de disciplinecoördinator anders beslist in dezen; en b. aanwezig te zijn bij alle farmacie/praktische farmacotherapie sessies behorend bij de betreffende ICK week; en c. tijdens de lessen voldoende te functioneren wat betreft professioneel gedrag. In geval op dit punt een onvoldoende wordt gegeven wordt dit nader gemotiveerd door de disciplinecoördinator. Wanneer een student door overmacht niet in staat is de ICK-week behorende bij het betreffende coschap direct voorafgaand aan het betreffende coschap te doorlopen, kan deze het coschap niet vervolgen, tenzij de disciplinecoördinator anders beslist. De disciplinecoördinator bepaalt vervolgens of de coassistent de discipline specifieke onderdelen van de ICK-week kan inhalen aan het begin van het coschap of dat deze op een later moment instroomt in het coschap. Wanneer een student door overmacht het onderwijs van farmacie/praktische farmacotherapie heeft gemist, kan dit ingehaald worden in een andere ICK-week.
5.17 Masterkennistoets 1.
Een coschap kan alleen met voldoende resultaat worden afgerond na het behalen van de Masterkennistoets. Een toets waarvoor een voldoende resultaat is behaald, kan niet opnieuw worden afgelegd.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 30/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2.
3.
4.
5.18
Bij een onvoldoende resultaat wordt de Masterkennistoets één keer herkanst tijdens het coschap, of voor de korte coschappen op de eerst volgende maandag na afronding van het desbetreffende coschap. Bij een onvoldoende resultaat voor de Masterkennistoets na twee Masterkennistoets pogingen, zijn er twee opties: a. Indien de rol medisch deskundige binnen de andere onderdelen van het examen op niveau of boven niveau is beoordeeld, mag de student verder gaan met het volgende coschap. De student mag de Masterkennistoets nog eenmaal herkansen, binnen drie maanden na de datum van de oorspronkelijke Masterkennistoets van het betreffende coschap, met uitzondering van kindergeneeskunde, waarbij de herkansingsperiode zeven weken bedraagt. Bij een voldoende resultaat wordt het coschap afgesloten, echter met maximaal het cijfer 6. Bij een onvoldoende resultaat wordt het gehele coschap als onvoldoende beoordeeld. b. Indien de rol medisch deskundige binnen tenminste één ander onderdeel van het examen eveneens beneden niveau is beoordeeld, wordt het gehele coschap als onvoldoende beoordeeld. Studenten die een geldige reden hadden om niet aan de Masterkennistoets deel te nemen, ter beoordeling van de Examencommissie, kunnen eenmalig een extra gelegenheid krijgen voor het afleggen van de betreffende Masterkennistoets. Deze extra gelegenheid dient binnen een maand na de datum van de oorspronkelijke Masterkennistoets van het betreffende coschap plaats te vinden en geldt als herkansing binnen het coschap.
Afname op papier 1.
2.
Indien de Masterkennistoets door onvoorziene technische omstandigheden niet digitaal afgenomen kan worden, wordt gebruik gemaakt van een – voor alle studenten identieke papieren versie. Binnen een dag na de dag waarop de Masterkennistoets op papier is afgelegd, wordt de uitslag van de Masterkennistoets bekend gemaakt.
5.19 Inzage Masterkennistoets De inzage van de Masterkennistoets vindt plaats direct na het afleggen van de toets.
5.20 Voorbereiding Masterkennistoets Studenten worden tijdens de ICK week ingelicht over de in de Masterkennistoets van het betreffende coschap getoetste leerdoelen.
5.21 Uitslag Masterkennistoets 1. 2.
De student krijgt direct na afloop van de Masterkennistoets inzage in de uitslag van de toets tenzij de toets op papier werd afgenomen. De toetsuitslagen worden door het DCO in het digitaal beoordelingssysteem EPASS gezet.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 31/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5.22 Beoordeling Masteronderzoek 1. Het Masteronderzoek wordt afgesloten met een schriftelijke rapportage. De beoordeling geschiedt door de Masteronderzoeksbegeleider dan wel de afdelingscoördinator Masteronderzoek. Uiterlijk vier weken na het inleveren van de rapportage wordt de beoordeling bekend gemaakt. 2. Bij een onvoldoende eindbeoordeling van het Masteronderzoek moet het volledige masteronderzoek in zijn geheel over worden gedaan.
5.23 Beoordeling SCOPE 1.
Voor SCOPE geldt een aanwezigheids- en participatieverplichting. De participatieverplichting houdt in dat de student actief participeert in de groep, zich voorbereidt op de bijeenkomsten en de opdrachten met een voldoende resultaat afrondt. Wanneer de aanwezigheids- en/of participatieverplichting onvoldoende is, dan beslist de SCOPE-coördinator of diens vervanger hoe alsnog een voldoende beoordeling verkregen kan worden. 2. Wanneer een student door overmacht het SCOPE onderwijs heeft gemist, kan dit niet ingehaald worden in een andere ICK week. De student dient contact op te nemen met de coördinator van SCOPE of diens vervanger voor een andere inhaalmogelijkheid. 3. Beoordeling portfolio (coassistenten met startdatum vanaf 1 september 2013): a. De student werkt tijdens de coschappen aan een portfolio. Het portfolio is een rapportage van de persoonlijke ontwikkeling van de student m.b.t. de disciplineoverstijgende CanMEDS rollen (d.w.z. alle rollen behalve Medisch Deskundige) en bestaat uit reflectieverslagen en uitwerkingen van opdrachten. De student rondt het portfolio af voor de start van de serie drie coschappen. b. Het portfolio wordt halverwege de coschappen formatief beoordeeld. De eindbeoordeling is summatief en gebeurt door een onafhankelijk examinator. Het portfolio wordt beoordeeld op volledigheid, aansluiting bij de algemene leerdoelen van het portfolio, praktijkgerichtheid en reflectie. c. Bij een onvoldoende eindbeoordeling voor het portfolio kan het portfolio eenmalig verbeterd worden binnen een afgesproken termijn. Indien het portfolio dan nog steeds onvoldoende is, dan is de Longitudinale Beoordeling Coschappen onvoldoende (zie 5.25.3).
5.24 Beoordeling Skillsplaza Wanneer een student door overmacht niet in staat is geweest de SkillsPlaza-modules voor aanvang van de ICK-week Interne Geneeskunde te doorlopen, dan kan de SkillsPlazacoördinator of diens vervanger beslissen dat de betreffende modules binnen de ICK-week Interne Geneeskunde worden doorlopen. Wanneer een student ook na twee herkansingen niet in staat blijkt het certificaat voor aanvang van de coschappen te behalen brengt de SkillsPlaza-coördinator aan de Examencommissie een advies uit. De Examencommissie bepaalt vervolgens op basis van het advies en de overige bij haar bekende informatie het beleid ten aanzien van toelating tot de coschappen van de betreffende student.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 32/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
5.25 Longitudinale Beoordeling Coschappen 1. De longitudinale beoordeling is voldoende wanneer de coassistent maximaal één 'functioneren is beneden niveau'-beoordeling voor één van de disciplineoverstijgende competenties heeft gekregen en, voor groepen die gestart zijn na 1 september 2013, wanneer het portfolio met minimaal een voldoende beoordeeld is. 2. Wanneer een coassistent in de loop van de coschappen minimaal twee keer een 'functioneren is beneden niveau' behaalt op één van de disciplineoverstijgende rollen of wanneer het portfolio met een onvoldoende beoordeeld is, wordt dit voorgelegd aan de Commissie Longitudinale Beoordeling Coschappen (CLBC). Deze commissie bepaalt vervolgens of de student de ECTS voor de longitudinale beoordeling krijgt toegekend èn hoe de student, wanneer dit niet het geval is, de ECTS alsnog kan verkrijgen. 3. De volgende procedure wordt gehanteerd door de CLBC in geval van twee of meer onvoldoendes: a. de student ontvangt een brief met melding van de betreffende onvoldoendes. Er wordt voor de student een afspraak met de studieadviseur gemaakt. Ook wordt de student gevraagd een reflectie te geven op de onvoldoendes in een schriftelijk verslag. De student dient de feedbackzakboekjes mee te nemen naar het gesprek met de studieadviseur; b. de student bespreekt met de studieadviseur de behaalde onvoldoendes en stelt (eventuele) leer- of verbeterpunten vast. Binnen enkele dagen na dit gesprek dient de student zijn/haar definitieve reflectieverslag te sturen naar de commissie; c. de studieadviseur maakt een verslag van het gesprek en formuleert een advies voor de CLBC; d. de ambtelijk secretaris verzamelt alle benodigde stukken over deze student: alle bekende beoordelingsformulieren van de student, studievoortgangoverzicht, verstuurde brieven, reflectieverslag student, verslag studieadviseur, resterende planning van de coschappen en eventuele andere relevante stukken; e. de commissie bespreekt in de vergadering de student en besluit welke maatregelen moeten worden getroffen, zodat de student zich kan ontwikkelen op de onvoldoende rol(len) (remediëring). De commissie kan ook besluiten dat er geen maatregelen worden getroffen; f. wanneer door de commissie wordt besloten tot een remediëringstraject draagt de studieadviseur zorg voor de opvolging hiervan. Ten minste eenmaal per twee volgende vergaderingen deelt de studieadviseur het verloop van het traject met de commissie. De commissie besluit vervolgens wanneer een traject met goed gevolg is doorlopen. Wanneer de commissie vindt dat het remediëringstraject niet goed verloopt, kan de commissie besluiten de student door te verwijzen naar de Examencommissie. g. wanneer de commissie besluit tot een remediëringstraject wordt de beoordeling voor ‘Longitudinale beoordeling competenties’ in OSIRIS voorlopig op onvoldoende gezet; h. de student dient de studieadviseur regelmatig te informeren over het verloop van de remediëring. Indien de student in overleg met de studieadviseur van mening is dat hij met voldoende resultaat aan zijn/haar leerpunten gewerkt heeft, dient de student de commissie hiervan op de hoogte te stellen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 33/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
i.
4. 5.
6.
7.
de commissie beoordeelt, mede op basis van het advies van de studieadviseur, of de student inderdaad heeft voldaan aan de remediëring en zal besluiten of de onvoldoende voor het onderdeel ‘Longitudinale beoordeling competenties’ ongedaan kan worden gemaakt. j. bij elke volgende onvoldoende rol ontvangt de student weer een brief namens de commissie en wordt de student weer besproken in de commissie. k. Indien de student al een begeleidingstraject heeft bij de Examencommissie dan neemt deze de rol van de CLBC over. Indien de CLBC beoordeelt dat een student niet in aanmerking komt voor zijn ECTS voor professioneel gedrag zal deze student worden doorverwezen naar de Examencommissie. Indien de student al bekend is bij de Examencommissie wordt het dossier door CLBC ter beoordeling doorgestuurd naar de Examencommissie. De student ontvangt een brief van de CLBC waarin staat dat het dossier is overgedragen aan de Examencommissie. Bij herhaalde constatering van tekortkomingen voor discipline overstijgende rollen kan de Examencommissie een student verplichten tot het volgen van een remediëringstraject dat met voldoende resultaat moet worden afgesloten alvorens de ECTS voor de longitudinale beoordeling worden toegekend. In geval van geconstateerde ernstige tekortkomingen op het gebied van professioneel gedrag treedt paragraaf 7 in werking, welke kan leiden tot het Iudicium Abeundi. Tot de ernstige tekortkomingen worden onder meer gerekend het misbruik maken van de toegewezen autorisaties voor toegang tot patiëntgegevens of het ongeautoriseerd openbaar maken van patiëntengegevens aan derden.
.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 34/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
6 Het examen 6.1 Masterexamen Het Masterexamen is gehaald indien de onderdelen, zoals genoemd in bijlage 1, met voldoende resultaat zijn afgelegd, waarbij de gestelde geldigheidsduur, zoals vermeld in artikel 5.11, in acht wordt genomen. De Examencommissie stelt de uitslag van het Masterexamen vast.
6.2 Judicium cum laude Het judicium 'cum laude' wordt toegekend door de Examencommissie aan die studenten die hebben voldaan aan elk van de voorwaarden zoals opgenomen in de Regels en Richtlijnen voor de Examens.
6.3 Graad 1. 2.
Aan degene die het Masterexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend
6.4 Getuigschrift 1.
2.
Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt een student meerdere programma’s binnen een opleiding af. De Examencommissie voegt aan dit getuigschrift de cijferlijst en het Diploma Supplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 35/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
7 Procedure met betrekking tot mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts en ontzegging van toegang tot onderwijs en tentamens [7.42a] 7.1 Procedures 1. 2.
3.
De in dit artikel opgenomen procedures worden in acht genomen bij geconstateerde ernstige tekortkomingen op het gebied van professioneel gedrag en/of handelen. Slechts indien deze tekortkomingen van dien aard zijn dat zij wijzen op een mogelijke ongeschiktheid voor de beroepsuitoefening als arts treedt de procedure rond het Iudicium Abeundi in werking (zie artikel 7.10 t/m 7.17). Dit Iudicium heeft betrekking op het beëindigen van, of het weigeren van het verzoek tot, inschrijving als student of als extraneus bij de onderwijsinstelling op grond van gedragingen en/of uitlatingen die hem of haar ongeschikt doen zijn voor de uitoefening van het beroep waartoe de Opleiding opleidt (zie wetswijziging van de WHW: Wet Versterking Besturing; Staatsblad 2010/119). Achtergrond en details over deze procedure staan vermeld in het landelijke “Protocol Iudicium Abeundi” 13.
7.2 De eerste melding Indien op enig moment tijdens de Opleiding een student naar het oordeel van een docent/ examinator, coördinator Master, of Opleidingsdirecteur Geneeskunde blijk heeft gegeven onvoldoende te beschikken over de algemene vaardigheden die zijn vereist in het contact met anderen, zoals omschreven in het Raamplan 2009 Artsopleiding, dan stelt de desbetreffende docent/examinator en Opleidingsdirecteur Geneeskunde de Examencommissie en de coördinator Professionele Ontwikkeling hiervan onverwijld schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte. Er komt in opdracht van de Opleidingsdirecteur een aantekening in het dossier Professioneel Gedrag van deze student.
7.3 Het dossier De Examencommissie neemt van de in artikel 7.2 bedoelde melding nota en legt in verband met deze melding een vertrouwelijk dossier aan.
13
http://www.nfu.nl/img/pdf/Protocol_Iudicium_Abeundi.pdf
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 37/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
7.4 Het weerwoord van de student 1.
2.
De Examencommissie stelt de student, over wie de melding als bedoeld in artikel 7.2 handelt, zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte en stelt de student in de gelegenheid schriftelijk en/of mondeling zijn of haar visie op het gestelde in de melding te geven. De schriftelijke visie van de student wordt door de Examencommissie aan het dossier toegevoegd. Van een mondelinge visie legt de Examencommissie verslag, welk verslag aan de student wordt voorgelegd en – voorzien van diens eventuele commentaar – door de Examencommissie eveneens aan het dossier wordt toegevoegd.
7.5 Ordemaatregel van de Examencommissie De Examencommissie kan naar aanleiding van deze eerste melding een ordemaatregel nemen, afhankelijk van de ernst van de in die melding omschreven tekortkomingen of gedragingen en van het weerwoord van de student. Zo nodig kan de Examencommissie zich in dit verband door derden laten informeren of op dat moment al een onafhankelijk beoordelaar aanwijzen zoals beschreven in artikel 7.7.
7.6 Een nieuwe melding 1.
2.
Indien de Examencommissie op enig moment tijdens de Opleiding over dezelfde student opnieuw een melding als bedoeld in artikel 7.2 van één of meerdere docent(en)/ examinator(en) ontvangt, dan wordt de procedure als omschreven in artikel 7.3 t/m 7.5 herhaald. Indien de aard van hetgeen in de nieuwe melding is gesteld naar de mening van de Examencommissie daartoe aanleiding geeft, vraagt de Examencommissie het advies van een onafhankelijke beoordelaar omtrent de vraag of de Opleiding door de student kan worden voortgezet en, zo ja, onder welke voorwaarden.
7.7 Het aanwijzen van de onafhankelijk beoordelaar Indien zich een geval als bedoeld in artikel 7.6, lid 2, voordoet, verzoekt de Examencommissie de Opleidingsdirecteur Geneeskunde een objectieve onafhankelijk beoordelaar aan te wijzen, al dan niet afkomstig uit de faculteit.
7.8 De door de onafhankelijk beoordelaar te volgen procedure 1.
2.
Alvorens aan de Examencommissie advies uit te brengen hoort de onafhankelijk beoordelaar de desbetreffende student en docent(en)/examinator(en), bij voorkeur in elkaars aanwezigheid. In het gesprek/de gesprekken onderzoekt de onafhankelijk beoordelaar of, en zo ja op welke manier, de student de gesignaleerde tekortkomingen zal kunnen oplossen. Onderdeel hiervan kan uitmaken een advies met betrekking tot het inschakelen van professionele hulpverleners of hulpverleningsorganisaties.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 38/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
3.
4.
Van dit gesprek/deze gesprekken stelt de onafhankelijk beoordelaar een verslag op dat aan beide partijen in afschrift wordt toegezonden en waarop beide partijen commentaar kunnen leveren. Het verslag en het eventuele commentaar van de partijen worden gehecht aan het door de onafhankelijk beoordelaar aan de Examencommissie uit te brengen advies. Zo spoedig mogelijk na het horen van beide partijen brengt de onafhankelijk beoordelaar aan de Examencommissie gemotiveerd verslag uit. Het advies wordt, met de aangehechte bescheiden, door de Examencommissie toegevoegd aan het dossier.
7.9 De beslissing van de Examencommissie 1.
2.
De Examencommissie neemt binnen drie weken na ontvangst van het advies van de onafhankelijk beoordelaar een beslissing over eventuele sancties, waarbij het advies van de onafhankelijk beoordelaar zwaar weegt. Deze beslissing kan onder meer inhouden dat het protocol Iudicium Abeundi wordt doorlopen. Zie artikel 7.10 tot en met 7.17. De beslissing van de Examencommissie wordt gemotiveerd en schriftelijk aan de student ter kennis gebracht.
7.10 Melding ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen – het protocol Iudicium Abeundi Indien op enig moment tijdens de Opleiding een student naar het oordeel van een docent of examinator blijk heeft gegeven van gedragingen en/of uitlatingen die hem of haar ongeschikt doen zijn voor de latere uitoefening van het artsenberoep, of voor de praktische voorbereiding op die beroepsuitoefening - mede gelet op het Raamplan 2009 voor de artsopleiding - stelt de desbetreffende docent of examinator de Examencommissie en de decaan hiervan onverwijld en gemotiveerd op de hoogte.
7.11 Het dossier Iudicium Abeundi 1.
2.
3.
4. 5.
De Examencommissie neemt van een in artikel 7.10 genoemde melding goede nota en overlegt met de decaan, conform het landelijke Protocol Iudicium Abeundi, over de te volgen procedure. Indien het een melding betreft die betrekking heeft op een onderwijssituatie zoals gedefinieerd in het genoemde Protocol, dan legt de Examencommissie in verband met deze melding een vertrouwelijk dossier Iudicium Abeundi aan en handelt vervolgens conform het stroomschema in het Protocol. Dit dossier kan worden aangevuld met eventuele eerdere meldingen en de daarop volgende procedures zoals genoemd in artikel 7.3. Indien de melding niet specifiek op een onderwijssituatie betrekking heeft wordt deze behandeld door de decaan. De decaan zal eveneens volgens het Protocol Iudicium Abeundi de melding verder behandelen volgens het aldaar beschreven stroomschema. De behandeling door de decaan verloopt analoog aan de behandeling door de Examencommissie zoals die hieronder in artikel 7.12 tot 7.17 verder wordt uitgewerkt.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 39/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
7.12 Het weerwoord van de student De Examencommissie stelt de student over wie de melding zoals bedoeld in artikel 7.10 handelt, hier zo spoedig mogelijk schriftelijk van op de hoogte en biedt de student de mogelijkheid zijn of haar visie op het gestelde in de melding, mondeling toe te lichten in een onderhoud met (leden van) de Examencommissie. Een verslag van dit onderhoud wordt aan de student voorgelegd, en —voorzien van diens eventuele commentaar— door de Examencommissie aan het in artikel 7.11 bedoelde dossier toegevoegd.
7.13 Eventuele ordemaatregel in verband met een melding 1.
2.
De Examencommissie kan tijdens het doorlopen van het stroomschema naar aanleiding van een in artikel 7.10 bedoelde melding besluiten een ordemaatregel op te leggen conform artikel 7.5. De Examencommissie kan tijdens het doorlopen van het stroomschema naar aanleiding van een in artikel 7.10 bedoelde melding ook besluiten een verzoek tot het uitvaardigen van een Iudicium Abeundi in te dienen, indien en voor zover de aard van de gewraakte gedragingen en/of uitlatingen van de student dit naar de mening van de Examencommissie rechtvaardigt. Dit verzoek wordt slechts ingediend na het inwinnen van het advies van de decaan en wordt gericht aan het College van Bestuur.
7.14 Beëindiging inschrijving van de student aan de instelling Het College van Bestuur kan na advies van de Examencommissie of van de decaan de inschrijving van een student beëindigen, indien de stappen in het protocol Iudicium Abeundi zijn doorlopen.
7.15 Besluitvorming College van Bestuur Het College van Bestuur neemt een beslissing, als bedoeld in lid 7.14, pas nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat een student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de hem/haar gevolgde studie opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsbeoefening.
7.16 Bezwaar van de student Tegen een besluit van het College van Bestuur kan een student, wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, bezwaar maken bij de landelijke Geschillenadviescommissie Iudicium Abeundi (GIA).
7.17 Beroep van de student Indien het bezwaar van de student ongegrond wordt verklaard door de GIA staat de student beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 40/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
8 Studiebegeleiding 8.1 Studievoortgangsadministratie 1. 2.
De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via OSIRIS-student ter beschikking. Bij de administratie van de faculteit 14 kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen.
8.2 Studiebegeleiding 1.
De decaan c.q. de Opleidingsdirecteur draagt zorg voor de studiebegeleiding van studenten die voor de Opleiding zijn ingeschreven. Het doel van deze begeleiding is om: a. eventuele studievertraging te beperken tot een minimum en de student te helpen het onderwijs- en toetsprogramma nominaal te doorlopen; b. advies en coaching te bieden waar nodig; c. indien nodig studenten tijdig te verwijzen naar een andere, meer geschikte studie; d. betrokkenheid te tonen bij de studievoortgang van de student.
8.3 Studeren met een functiebeperking Aan de studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden onderwijs en tentamens op een aan hun functiebeperking aangepaste wijze af te leggen. Studenten dienen een verzoek hiertoe te bespreken met de studieadviseur en deze zo mogelijk te voorzien van een verklaring van een daartoe bevoegde instantie. Het verzoek wordt vervolgens door de student voorgelegd aan de Examencommissie. De Examencommissie raadpleegt de studieadviseur en beslist vervolgens over de toekenning van het verzoek. Zie tevens de ‘Regels en Richtlijnen voor de examens’. De aanpassing(en) mag (mogen) evenwel de kwaliteit noch de moeilijkheidsgraad van een tentamen doen veranderen. 15
14
Voor de Opleiding geneeskunde wordt dit uitgevoerd door het DCO
15
Binnen de Opleiding geneeskunde aan het Erasmus MC wordt in beginsel geen direct of indirect onderscheid gemaakt
tussen studenten met en studenten zonder een functiebeperking, zoals bedoeld in de Wet Gelijke Behandeling (WGBh/cz).Voor zover passend binnen de kaders van het vanuit de wet en de beroepsvereniging opgelegde ‘Raamplan’, streeft de Opleiding ernaar dat onderwijs en toetsen ook voor studenten met een functiebeperking goed toegankelijk zijn, zowel fysiek als digitaal. De Opleiding geneeskunde spant zich ervoor in de obstakels weg te nemen die een student ten gevolge van een functiebeperking ondervindt. Aanpassingen mogen de kwaliteit of de moeilijkheidsgraad van het onderwijs of een toets of tentamen niet doen wijzigen
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 41/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
9 Bezwaar en beroep 9.1 Bezwaar tegen besluiten op grond van deze Onderwijs- en Examenregeling Tegen besluiten die op grond van deze OER ten aanzien van individuele studenten worden genomen, kan bezwaar worden gemaakt bij de Opleidingsdirecteur Geneeskunde, tenzij in het desbetreffende artikel is vermeld dat deze besluiten worden genomen door de Examencommissie.
9.2 Beroep tegen besluiten van de Examencommissie Tegen besluiten van de Examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens. [7.61 lid 1] De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken na dagtekening van de beschikking.
9.3 Beroep tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde betreffende de doorstroomregeling 1. 2.
Tegen besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde op grond van artikel 7.61 van de Wet staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens. Tegen alle overige besluiten van de Opleidingsdirecteur Geneeskunde kan bezwaar aangetekend worden bij de Opleidingsdirecteur zelf of de decaan van de instantie die de primaire beslissing heeft genomen. De termijn voor het maken van bezwaar bedraagt zes weken na dagtekening van de beschikking.
.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 43/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
10 Overgangs- en slotbepalingen 10.1 Hardheidsclausule In die gevallen waarin deze regeling niet in voorziet, niet duidelijk in voorziet of tot kennelijke onredelijke uitkomsten leidt, wordt door of namens de decaan beslist, na de Examencommissie te hebben gehoord.
10.2 Wijzigingen 1. 2. 3.
Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de Opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad of opleidingsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende collegejaar vinden alleen plaats, indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op een beslissing, die krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
10.3 Bekendmaking OER De Opleidingsdirecteur draagt, namens de decaan, zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van wijzigingen van deze stukken.
10.4 Vaststelling van een wijziging van de OER Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, na instemming door de Gezamenlijke Vergadering, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Artikel 9.2 is van overeenkomstige toepassing.
10.5 Inwerkingtreding Deze regeling treedt op 31 augustus 2015 in werking.
10.6 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: OER Geneeskunde Masteropleiding 2015-2016. Aldus vastgesteld bij besluit van de decaan met instemming van de Gezamenlijke Vergadering van het Erasmus MC in de Gezamenlijke Vergadering van 16 juni 2015.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 45/46
Datum 16 juni 2015 Titel Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding 2015 - 2016
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding
Pagina 46/46
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding Bijlage 1 2015 - 2016
Bijlage 1 Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde Master 1, 2 en 3
ECTS-verdeling
Aantal weken
1 ECTS = 28 studie-uren KENNIS EN INZICHT Thema Ma1A - Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek* Schriftelijk tentamen
26 4
3
Thema Ma1B - De patiënt *
22
20
Periode 1 Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s
11
-
Schriftelijk tentamen Verplichte VO’s Verplichte MSN toets
11
-
VAARDIGHEDEN Klinische vaardigheden Thema Ma1B - PKV (APC en CA; aanwezigheid, actieve deelname)
44 9 0,5
-
SkillsPlaza modules (3 modules)
0,5
-
Farmacie/ praktische farmacotherapie (aanwezigheid, toets)
1
-
ICK Interne Geneeskunde ICK Heelkunde ICK Kindergeneeskunde ICK Psychiatrie ICK Neurologie ICK Verloskunde & Vrouwenziekten ICK Dermatologie, KNO en Oogheelkunde
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
29 29
21
Verplichte VO’s
Verplichte MSN toets Periode 2
Academische vorming Masteronderzoek (scriptie, presentatie) Klinisch redeneren Thema 1B -Periode 1 Klinisch redeneren (aanwezigheid, actieve deelname, casusopdrachten) Thema 1B -Periode 2 Klinisch redeneren (aanwezigheid, actieve deelname, casusopdrachten)
6 3
-
3
-
COMPETENTIES / 7 ROLLEN Beeldvormende technieken Aanwezigheid en actieve deelname Opdrachten
110 1
1
Coschap Interne Geneeskunde * Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer Mondeling tentamen Interne Geneeskunde
14**
10
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 1
Coschap Heelkunde
14**
10
7**
5
7**
5
7**
5
7**
5
Coschap Dermatologie Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Dermatologie
4**
3
Coschap KNO Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets KNO
4**
Coschap Oogheelkunde Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Oogheelkunde
4**
3
Coschap Huisartsgeneeskunde Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer Terugkomdagen MasterKennistoets Huisartsgeneeskunde
7**
5
Coschap Sociale Geneeskunde Stage, algemeen functioneren Groepsopdracht
2
2
Coschap Revalidatie Stage, algemeen functioneren Toets op de werkvloer ICF toets
1
1
Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Heelkunde Coschap Kindergeneeskunde Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Kindergeneeskunde Coschap Psychiatrie Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Psychiatrie Coschap Neurologie Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Neurologie Coschap Verloskunde & Vrouwenziekten Stage, algemeen functioneren Feedbackzakboekje Toetsen op de werkvloer MasterKennistoets Verloskunde & Vrouwenziekten
3
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 1
SCOPE
2
longitudinale beoordeling van aanwezigheid, voorbereiding en participatie beoordeling opdrachten Keuzecoschap
4
3
Inzet, aanwezigheid Keuzecoschap
4
3
17
12
4
-
Inzet, aanwezigheid Oudste coschap Stage, algemeen functioneren Longitudinale beoordeling coschappen Discipline overstijgende competenties Reflectie (groepen tot 1 september 2013) Portfolio (groepen na 1 september 2013) TOTAAL
180
Uitgangspunt puntentoekenning : * Voor thema Ma1A en Ma1B 1 ECTS per onderwijsweek + 1 ECTS extra voor ieder thematentamen, (= gelijk aan uitgangspunt ECTS-verdeling Bachelor) ** Voor de coschappen: Lengte coschap * 1,5 + 1 ECTS voor de MasterKennistoets - 0,5 ECTS voor longitudinale beoordeling coassistenten (zoveel mogelijk afgerond naar hele ECTS) Voor de longitudinale beoordeling: 0,5 ECTS voor elk coschap uit de longitudinale beoordeling (= 10 coschappen)
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016\ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 1
Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding Bijlage 2 2015 - 2016
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016 \ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 2
Bijlage 2 1.1
Coschappen serie 1 en 2 in het buitenland
Algemene voorwaarden
1. Studenten kunnen maximaal één regulier coschap in het buitenland volgen. 2. Het coschap wordt gevolgd in de periode overeenkomstig het voor deze student geldende rooster. Het coschap mag niet worden gevolgd in een periode waarin een ander coschap, of ICK-week geroosterd staat. 3. Een student die een regulier coschap in het buitenland wil volgen dient alle coschappen tot dan toe met een voldoende te hebben afgesloten. 4. Uiterlijk vier maanden voor vertrek dient het coschap te zijn geregeld en dienen de benodigde formulieren ingeleverd te worden bij het DCO. 5. De student dient er in zijn planning rekening mee te houden dat hij na terugkomst uit het buitenland een MRSA-test moet ondergaan. De resultaten hiervan moeten bekend zijn voor aanvang van het volgende coschap.
1.2
Inhoudelijke eisen buitenlands coschap
1. Het niveau van gezondheidszorg in het ontvangende instituut is vergelijkbaar met dat van gezondheidsinstellingen in Nederland. 2. De eisen aan buitenlandse coschappen kunnen per discipline verschillen, maar een regulier coschap in het buitenland dient te voldoen aan de Erasmus MC eindtermen van het betreffende coschap. 3. De lokale medische begeleider van studenten is een erkende opleider in het betreffende specialisme. 4. Eén van de stafleden/artsen van de betreffende afdeling is aangewezen als plaatsvervangende begeleider van de student.
1.3 1.
2. 3.
4.
5. 6.
Afstemming met de disciplinecoördinator De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het coschap en de beoordeling van de student liggen primair bij de disciplinecoördinator van de betreffende discipline. De student dient bij de disciplinecoördinator een gemotiveerd schriftelijk verzoek in voor een regulier coschap in het buitenland. Om de kwaliteit van het buitenlandse coschap te waarborgen zijn de afspraken met de buitenlandse instelling vastgelegd in een overeenkomst (bijvoorbeeld een Memorandum of Understanding). De disciplinecoördinator heeft een ‘sollicitatiegesprek’ met de student en bepaalt vervolgens naar aanleiding van het schriftelijk verzoek, het sollicitatiegesprek en de tentamen-/examenresultaten tot dan toe of de student in aanmerking komt voor het volgen van een regulier coschap in het buitenland. De disciplinecoördinator is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van de coassistent. Vooraf dienen er met de coassistent en de buitenlandse opleider duidelijke schriftelijke afspraken gemaakt te zijn over de wijze waarop de eindbeoordeling tot stand komt. Een taaltoets c.q. taalcursus kan een verplicht onderdeel uitmaken van de goedkeuringsprocedure. Studenten dienen, naast de reguliere beoordeling van het coschap, na afloop een gestructureerd verslag in te leveren alsook een evaluatieformulier in te vullen.
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016 \ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 2
2015 © Erasmus MC, Rotterdam \2015-2016 \ Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Masteropleiding - Bijlage 2