Reactienota zienswijzen Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
“Regie en achtervang voor iedere cliënt”
Gemeente Deventer 5 oktober 2009
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
1. Inleiding De overheid heeft een belangrijke taak in de zorg voor kwetsbare mensen. Als gevolg van de Welzijnswet uit 1994 is vanaf 1998 de verantwoordelijkheid voor deze doelgroep gedecentraliseerd naar de lokale overheid. Er zijn 43 centrumgemeenten aangewezen die voor hun stad en omliggende regio een geïntegreerd beleid moeten opstellen en uitvoeren. Deze gemeenten dragen de verantwoordelijkheid voor een landelijk dekkend geheel van voorzieningen voor maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en vrouwenopvang. ”Gemeenten dienen ervoor zorg te dragen dat er een effectief en samenhangend aanbod tot stand komt van opvangvoorzieningen, maatregelen en activiteiten, zodat kwetsbare mensen goed worden opgevangen en terug worden geleid naar een aanvaardbaar maatschappelijk bestaan.” (VNG, 2002) Het doel van dit beleid is een geheel van voorzieningen voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg te realiseren en in stand te houden dat zowel is afgestemd op de regionale behoefte als op het beleid en de voorzieningen in aanpalende sectoren. De centrumgemeente heeft hierbij een regierol, en in het kader daarvan is zij verantwoordelijk voor het formuleren van een regionale beleidsvisie. En dat is geen eenvoudige taak. In “Een kwestie van toeval”, een uitgave van het Ministerie van Binnenlandse Zaken omtrent het Grotestedenbeleid, wordt dit als volgt toegelicht: ‘Voor centrumgemeenten is het aansturen van het veelal complexe en versnipperde werkveld, met de beperkte menskracht en beperkte sturingsinstrumenten, geen geringe opgave. - Voor regie is visie nodig en het ontwikkelen daarvan kost veel tijd, met name ook omdat het vaak ontbreekt aan adequate beleidsinformatie. - Het betreft een doelgroep daklozen met vaak complexe, meervoudige problematiek, een “kluwen aan problemen”. - Er zijn vaak meerdere en veelsoortige instellingen voor maatschappelijke opvang, met vaak eigen instellingsbelangen (en -agenda’s) en een niet altijd optimale onderlinge afstemming/samenwerking. - Er is sterke overlap met aanpalende sectoren. - Een politieke druk en een publieke opinie die is gericht op snelle, daadkrachtige bestrijding van overlast.” Voor de uitvoering van bovengenoemde verantwoordelijkheid ontvangt de gemeente Rijksmiddelen in de vorm van een specifieke uitkering. In de praktijk blijkt dat de rijksmiddelen niet toereikend zijn om aan de behoefte aan zorg te voldoen. De meerderheid van de centrumgemeente ziet zich genoodzaakt om extra eigen middelen in te zetten. Hiernaast zijn er ook diverse regiogemeenten die extra eigen middelen inzetten om de zorg en dienstverlening naar deze kwetsbare doelgroep te verzorgen.
2. Procedure In navolging van de G-4 is in april 2008 een concept Stedelijk Kompas ingediend om hiermee te voldoen aan de gestelde tijdstermijn van het Ministerie. Een “concept” aangezien de betrokkenheid en draagvlak onder de diverse betrokken partijen gezien wordt als een belangrijke factor voor het optimaliseren van de zorg voor kwetsbare doelgroepen. Qua proces is gekozen om eerst onderzoek te verrichtten naar de vraag en het aanbod. Op basis daarvan werd een interactief proces gestart met de verschillende sleutelpartners met als doel een Regionaal Kompas te realiseren. Na deze interactieve fase is de conceptnota door B&W vastgesteld in mei 2009. Vervolgens werd de conceptnota vrijgegeven voor een ieder om zienswijzen in te dienen. Gezien het belang dat werd gehecht aan medewerking en draagvlak bij partners is bewust gekozen om naast publicatie ook de samenwerkende partners gericht per brief te verzoeken om hun zienswijzen in te dienen. Aangezien een aantal partners niet binnen de gestelde termijn van 6 weken hun zienswijzen konden indienen is deze verlengd. Dit heeft geleid tot vertraging in de besluitvorming.
2
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
De onderstaande partners zijn verzocht hun zienswijzen in te dienen: Type: Regiogemeenten
Instelling: Gemeente Zutphen Gemeente Lochem Gemeente Raalte Gemeente Olst-Wijhe
Instellingen
Tactus, verslavingszorg Iriszorg GGNet Dimence Regizorg GGD-Gelre IJssel Cambio WMO-adviesraad Deventer WMO-adviesraad Olst-Wijhe Tactus, clientenraad Iriszorg clientenraad GGNet-cliëntenperspectief GGD-Gelre IJssel Salland Zorgverzekeringen Woonbedrijf Ieder1 Woningcorporatie Rentree
Cliënten
Partners
3
Reactie ontvangen: 25-06-09 02-07-09 17-06-09 Kopie ontvangen op bijeenkomst 0309-09, origineel niet ontvangen. 24-06-09 24-02-09
14-5-09 01-07-09 (concept)
23-06-09 (mail) 23-07-09
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
3. Zienswijzen In dit hoofdstuk vindt u een weergave van de verschillende zienswijzen die zijn ingediend. De zienswijzen zijn zo veel mogelijk ingedeeld naar thema waarna inhoudelijk wordt ingegaan op de reactie en de vraag of dit leidt tot wijzigingen in de nota Regionaal Kompas.
3.1.
Algemeen
Kunnen zich in grote lijnen herkennen in het beleidskader en kunnen hiermee instemmen. Complimenteren over de inhoud; op gestructureerde wijze in beeld gebracht wat de huidige situatie is en de ambities voor de toekomst zijn. Wel enkele aandachtspunten. Kort en bondig stuk, goed leesbaar, maar behoeft zeker uitwerking. Waardering waarop regiogemeenten betrokken zijn bij de totstandkoming. Is van belang dat alle 5 gemeenten de doelstelling voor de komende jaren onderschrijven. Willen regionale samenwerking bij opstellen van verdere plan aangaan, Deventer vervult hierin kartrekkersrol. Complimenteren met de wijze waarop het beleidskader is ingericht en in een kort bestek de plannen zijn beschreven. Verbaasd dat rol en functioneren van Regizorg niet wordt genoemd in de nota. GG-net wil graag betrokken zijn bij de uitvoering van Regionaal Kompas Ervoor waken dat plan papieren tijger wordt. In grote lijnen herkennen zij zich in het beleidskader en kunnen hiermee instemmen. Wel extra aandacht voor de situatie in de regio en specifiek gemeente Zutphen. Prima Kompas Gemist wordt een formele garantieverklaring van organisaties voor het realiseren van en adequate uitvoering. Ontbreken van noodzakelijke structuur die de 5 gemeenten, 2 provincies, 2 zorgkantoren, 2 veiligheidsregio’s, e.a. organisaties op gebied van wonen, zorg en welzijn. Coördinatie en afstemming is noodzakelijk Blij het met concept. De bestaande onduidelijkheden tussen de centrale verantwoordelijkheid van de centrumgemeente Deventer en de decentrale verantwoordelijkheden van alle gemeenten in de regio, zullen in de nabije toekomst omgezet moeten worden in concrete afstemmingsafspraken en taakbeschrijvingen voor de aanpak van OGGZ-problematiek op regionaal en lokaal niveau. Hopen dat onze organisatie tijdig betrokken zal worden bij het opstellen van de uitvoeringsplannen. Zeer tevreden met de inhoud. Wijze waarop zij betrokken waren bij de ontwikkeling en voorbereiding van dit beleidskader als zeer constructief ervaren. Willen graag vernemen op welke wijze de reactie van de WMO-adviesraad Olst-Wijhe wordt verwerkt in het definitieve beleidskader. Van groot belang dat deze raad geïnformeerd en betrokken blijft bij de uitvoering van het Regionaal Kompas. Reactie: 1. Meerderheid spreekt waardering uit voor: a. Interactieve totstandkoming b. Inhoud: gestructureerd, kort en bondig en wijze van beschrijven. 4
Gemeente Lochem Salland Verzekeringen GGNet cliëntenperspectief Gemeente Raalte
Gemeente Raalte Tactus Salland Zorgverzekeringen GGNet cliëntenperspectief GGNet cliëntenperspectief Gemeente Zutphen
WMO-adviesraad Olst-Wijhe WMO-adviesraad Deventer WMO-adviesraad Deventer GGNet regio Zutphen GGNet regio Zutphen
GGNet regio Zutphen Gemeente OlstWijhe Gemeente OlstWijhe
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
2. Meeste partners die een reactie hebben gegeven kunnen instemmen met de grote lijn. 3. Aandacht wordt gevraagd ten aanzien van de nadere uitwerking en garanties vanuit de instellingen. Ook wordt gevraag naar het ontbreken van Regizorg. In een beleidskader wordt de algemene strategische lijn geschetst voor de toekomst. De concretisering volgt in de tweede fase in de vorm van een uitvoeringsprogramma. Instellingen en gemeenten worden gevraagd om in een aantal projecten een belangrijke rol te vervullen. Op onderdelen is dit inmiddels al gestart, zoals de hostelontwikkeling en beleidsontwikkeling zwerfjongeren. Ten aanzien van de inzet van Regizorg vindt momenteel een onderzoek plaats op welke wijze inzet is gepleegd en hoe dat voor de toekomst zal plaatsvinden. 4. De problematiek van de cliënten strekt zich uit over verschillende levensgebieden waardoor oplossingen ook in meerdere gebieden gevonden moeten worden. Dit geeft tegelijkertijd de complexiteit aan. Doel is om enerzijds te streven optimale coördinatie en afstemming met alle partijen, maar anderzijds moet voorkomen worden dat er zoveel overleg ontstaat waardoor het overzicht uit beeld is en uiteindelijk de middelen te weinig bij de cliënt terecht komen. In het afgelopen jaar zijn ervaringen opgedaan met een nieuwe overlegstructuur. Centrumgemeente Deventer is initiatiefnemer van deze overleggen. Deze “Kompas”-structuur kent de onderstaande overlegmomenten waarbinnen afstemming, ontwikkeling maar ook het monitoren van de voortgang bewaakt worden: a. Regiogemeenten Midden-IJssel Bestuurlijk overleg wethouders regio Ambtelijk overleg regiogemeenten b. Instellingen: Bestuurlijk overleg instellingen Directeurenoverleg instellingen c. Cliëntenraden: WMO-raad Deventer, GGZ-cluster d. Ambtelijk voortgangsoverleg Tactus wordt door gemeente Zutphen en Deventer gezamenlijk uitgevoerd. Op basis van de positieve ervaringen in het afgelopen jaar is afgesproken om deze overlegstructuur te continueren. De vertegenwoordiging van de cliëntenraden is nog in ontwikkeling. Ten aanzien van het Zorgkantoor verzorgd Salland Verzekeringen de communicatie en eventuele verrekening van budgetten met andere zorgkantoren. De Veiligheidsregio’s hebben structuren ontwikkelt waarin coördinatie van beleid (o.a. ontwikkeling veiligheidshuizen) maar ook concrete casesbespreking plaatsvindt. Beide provincies hebben hun eigen prioriteiten bepaald. Binnen deze prioriteiten liggen (financiële) mogelijkheden om innovatieve projecten voor te dragen. De aanvragende gemeenten heeft hierin de eindverantwoordelijkheid. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - De ingezette werkwijze met de partners wordt voortgezet.
3.2.
Grensverschillen
Voor grensproblematiek speciale aandacht: Deventer, Olst-Wijhe en Raalte hebben te maken met andere regio’s en externe partners dan Lochem en Zutphen. Voor een integraal en klantgericht beleid is het van belang dat de verschillen worden overbrugd. Willen graag zien dat in het Regionaal Kompas wordt opgenomen dat Deventer zich in wil zetten om deze verschillen te overbruggen. Dit vraagt zowel aandacht en ambtelijke inzet vanuit de centrumgemeente voor het meedenken en zoeken van oplossingen, als financiële middelen. Kunnen zich vinden in de doelstellingen, met de kanttekening daarbij dat zoveel als mogelijk aansluiting gezocht dient te worden bij de bestaande situatie in Raalte (hebben een Zorg- en Veiligheidsteam en samenwerking met Zwolle, GGD IJsselland en Dimence).
5
Gemeente Lochem en Gemeente Zutphen
Gemeente Raalte
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
Reactie: Zowel landelijk als nu ook in dit beleidskader wordt als uitgangspunt “de cliënt” gekozen. Dit is een reactie op de veelheid van actoren rondom een cliënt met niet alleen verschillende regio-indelingen door wet- en regelgeving maar ook van instellingen (fusies, nieuwe zorgaanbieders) en zorgverzekeraars. Hiernaast zijn de cliënten ook zelf mobiel. De provinciale grens kan is aantal zaken een belemmering vormen, maar kan ook soms uiterst welkom zijn. Het onlangs gestarte project “financieel beheer” in de Gemeente Zutphen heeft financiering gevonden bij de Provincie Gelderland. Deze pilot kan ervaringen opleveren voor de hele regio. Ten aanzien van de inzet OGGZ bleek tijdens de totstandkoming dat er verschillende werkwijzen en structuren bestonden. De GGD is verzocht een analyse te maken en hierover advies te geven. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - Het structurele regio-overleg nadrukkelijk ook benutten voor onderlinge afstemming en het benutten van lokale praktijkervaringen. - GG-net kan een subsidie-aanvraag indienen voor 2010. Toekenning op basis van cijfermatige onderbouwing van geleverde prestaties t.a.v. cliënten in het verleden en toekomst. - Naar aanleiding van de uitkomsten van het GGD-onderzoek t.b.v. de inzet van OGGZ zal besluitvorming plaatsvinden t.a.v. regionale/ lokale structuur en werkwijze.
3.3.
Doelgroep OGGZ
Het verkeren van de doelgroep in een isolement niet alleen voor OGGZ maar ook voor GGZ populatie. Dit moet meegenomen worden in het WMO brede verhaal. Vraag is ,of minimaal 100 zorgwekkende zorgmijders hulp, begeleiding en behandelingen accepteren, haalbaar is. De OGGZ cliënt in de ambitie benaderd als een geëmancipeerd burger. Dit is een te optimistische weergave van de werkelijkheid.
GGNet cliëntenperspectief
Salland Zorgverzekering
Reactie: De doelgroep OGGZ is een moeilijk grijpbare doelgroep. Ten aanzien van de vraag of er wel 100 cliënten kunnen worden bereikt, is de verwachting dat dit ruimschoots zal worden behaald. De betrokken instellingen hebben inmiddels hun jaarcijfers ingediend. Een instelling als Dimence had bijvoorbeeld in 2008 202 GGZ-cliënten bereikt ( 110 regio Deventer, 92 regio Zutphen). Terecht wordt de vraag gesteld in hoeverre je aan deze doelgroep prestaties moet verbinden. Voorkomen moet worden dat de doelgroep “afgeroomd” wordt en de zwaarste cliënten daardoor niet worden opgepakt, terwijl het daar juist wel om gaat. Ter voorkoming zou een soort waardering toegepast kunnen worden. Een zeer zware cliënt zou kunnen tellen voor “drie”. Voordeel hiervan is dat inzicht wordt verkregen in de zwaarte van de doelgroep en de ontwikkeling hierin. Nadeel is dat instellingen meer registratieverplichtingen krijgen. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - De beleidsdoelen OGGZ worden gehandhaafd. In samenspraak met de instellingen onderzoeken en vaststellen normering. 2010 zal gelden als experimenteerjaar en in 2011 zal invoering plaatsvinden.
3.4.
Cliëntparticipatie
Hoe financiering en betrokkenheid van de cliëntvertegenwoordigers?
GGNet cliëntenperspectief
In gesprek gaan met vertegenwoordigers en ervaringsdeskundigen om duidelijk te krijgen welke zorgbehoeften cliënten hebben. Voor Olst-Wijhe ongeveer 30 burgers waarop ‘3 uit 8’ problematiek betrekking heeft. Zijn deze bekend bij de gemeente Olst-Wijhe en wordt er wat mee gedaan?
WMO-adviesraad Olst-Wijhe
6
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
Wezenlijk beleidspunt om dakloosheid te voorkomen. Van groot belang om hierover goede afspraken te maken met Salland Wonen, hulp van zorginstanties bij problemen, waarbij gemeente Olst-Wijhe een actieve ondersteunende rol speelt. Speciale aandacht vragen voor dagbesteding van GGZ-cliënten zonder baan. Moeten het hierbij hebben van een lokale werker die de eigen bedrijven en instellingen benadert. Aandacht voor meten van cliënttevredenheid (slank inrichten; niet overvoeren) Niet duidelijk of op de bijeenkomst van cliëntvertegenwoordiging ook de vertegenwoordiging van GGNet zijn uitgenodigd.
Tactus GGNet cliëntenperspectief
Reactie: Ten aanzien van cliëntparticipatie heeft iedere professionele instelling zijn eigen cliënt tevredenheidmonitor en –vertegenwoordiging. Cliënten hebben aangegeven dat de belangstelling onder cliënten om aan structurele inspraakactiviteiten ten behoeve van hun eigen instelling deel te nemen moeizaam verloopt. Een eerste actie die uit het overleg met de verschillende cliëntenraden voortkwam, namelijk het organiseren van een conferentie bleek maar beperkte animo op te leveren bij de clientenraden. In samenspraak met de cliëntenorganisaties zal stap voor stap een vorm gevonden en gekozen moeten worden. Als uitgangspunt zal gekozen worden voor het aansluiten bij de reeds bestaande structuren. Samenwerking met de woningbouwcorporaties is een belangrijk onderdeel voor het welslagen van een sluitende keten. De huidige economische omstandigheden beïnvloeden de woningvoorraad en is van invloed op het behalen van de geformuleerde prestaties. Onderzocht moet worden hoe hier een vorm in kan worden gevonden waarbij aansluiting is tussen regionaal en lokaal beleid. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: Aansluiten bij bestaande structuren van cliëntvertegenwoordiging. Herformulering doelstelling 3 en 5 t.a.v. woningbouwcorporaties: ‘’Realiseren van afspraken met alle woningbouwcorporaties t.a.v. het voorkomen van huisuitzetting en voorkomen dakloosheid gedetineerden”
3.5.
Activiteiten
In de uitwerking van de doelstellingen bij de meerjarige aanpak is minder herkenbaar hoe de werkwijze van Deventer/Regionaal Kompas aan zal sluiten bij die situatie. Voor grensproblematiek speciale aandacht: Deventer, Olst-Wijhe en Raalte hebben te maken met andere regio’s en externe partners dan Lochem en Zutphen.
Gemeente Lochem en Gemeente Zutphen
Subd.1: Na melding van signalen ook weer terugkoppelen. In een zorgnetwerk ook een ervaringsdeskundige laten meedraaien. Subd. 3: Blijven uitgaan van vraag, mogelijkheden en beperkingen van de klant. Pg 19: Huisuitzetting prima, maar beter om middel te vinden om eerder de problematiek op te pakken. Pg 20: pro actief financieel beheer is goed, maar indien mogelijk ook klant er actief bij betrekken. Subd. 8: Activering kan op veel manieren. Geef cliëntgestuurde projecten een kans! Prioriteit geven aan de doelgroepen zonder huisvesting.
GGNet cliëntenperspectief
Onderschrijven Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas, maar niet te lang bij stil staan. Ga actiegericht aan de gang. Reactie: 7
WMO-adviesraad Deventer WMO-adviesraad Deventer
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
Er is behoefte aan een uitvoeringsprogramma waarin helder staat beschreven op welke wijze concreet de doelstellingen behaald kunnen worden en wie waarvoor verantwoordelijk is. Bij het realiseren van het uitvoeringsprogramma worden de genoemde adviezen meegenomen om tot concrete projectvoorstellen te komen. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - De beleidslijnen zoals deze in het Kompas zijn uitgezet worden geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma. Inmiddels is een eerste concept gerealiseerd.
3.6.
Registratie en cliëntvolgsysteem
Voor de registratie van de doelgroepen deels een andere indeling is gekozen, is verwarrend. Eerst zorgen voor bestuurlijke consensus over aanpak, zodat iedereen weet welke gegevens nodig zijn voor beleid en praktijk
WMO-adviesraad Deventer
Goed om een cliënt volgsysteem te hebben, om zo een sluitende keten van voorzieningen te krijgen. Ex klinische opnames: binnenkort wel in kaart om hoeveel mensen het gaat? Koppeling van computersystemen in onze sub-regio aan de systemen die Deventer gebruikt.
GGNet cliëntenperspectief
Gemeente Zutphen
Reactie: De “3 uit 8”methode gaat uit van de persoon en niet het “hokje”waarin de cliënt het beste past. De landelijk bepaalde doelgroepen sluiten niet volledig aan bij de “3 uit 8”methode. Er zal een midden gevonden moeten worden waarbij wij kunnen voldoen aan de landelijke eisen waardoor ook benchmarking mogelijk wordt. Een goed Client-volgsysteem is noodzakelijk om de prestaties te benchmarken. Een Clientvolgsysteem realiseren voorzien van managementinformatie is een kostbaar traject. Momenteel worden verschillende systemen aangeboden en gebruikt waarbij de eerste “kinderziektes” zich voor doen. Hiernaast is onlangs door het Ministerie vastgesteld dat het Trimbos-instituut landelijk zal zorg dragen voor het monitoren van de Stedelijke Kompassen. Ten aanzien van inhoud en frequentie is nog geen nadere informatie gegeven. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - Huidige ontwikkelingen t.a.v. ontwikkeling cliëntvolgsysteem afwachten. Zodra de eerste kinderziektes overwonnen zijn een definitieve keuze maken voor een systeem. - Tweejaarlijkse vervolgmonitor uitgevoerd door een landelijk onderzoeksbureau. - Eisen monitor Trimbos opvragen, toetsen of het voldoet aan de behoeften en toevoegen aan het Regionaal Kompas.
3.7.
Aanbod voorzieningen en sluitende ketens
De tekorten die geconstateerd worden zijn zeer herkenbaar. Naast tekortkoming in regie nazorg ook samenwerking van belang. Terecht wordt in de nota aandacht gevraagd voor aanpalend beleid van de gemeente: dit mag meer en concreter worden uitgewerkt (gezondheidsbeleid, welzijnsbeleid, aanpak/preventie huiselijk geweld, inburgering/integratiebeleid) Bij cliënten met complexe problematiek waarbij 1 diagnose dominant is, dan dient de cliënt zsm doorgeleid te worden naar de instelling die hierop het beste ingericht is. Met de (extra) voordeur zsm doorverwijzen en een zeer slank voorindicatietraject inrichten. Veel aandacht voor (aansluitende) ketenzorg. 8
GGNet cliëntenperspectief GGNet cliëntenperspectief Salland Zorgverzekeringen
Tactus
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
Is nu systeem zonder structuur. Te denken valt aan een vertrouwenspersoon die met bevoegdheden zaken voor en met de cliënt regelt, de cliënt begeleid in proces van resocialisatie. Pleit voor een lokale ‘veldwerker’, een coördinerende eindverantwoordelijke. Als voorbeeld genoemd het project ‘Makelen en schakelen’, waar sprake is geweest van een coördinator voor het integrale buurtwerk. Vraag is hoe er vorm gegeven gaat worden aan de signaleringsfunctie en de daaruit voortvloeiende coördinatiefunctie bij de ‘3 uit 8’ populatie? Advies om met concreet meet en te evalueren doelstellingen aan de slag te gaan, zoals verwoord bij punten 1,2,3, en 9. Hebben behoefte aan een eenduidig aanspreekpunt c.q. meldpunt in gevallen waar zorg of ondersteuning op lokaal niveau niet langer toereikend is. Ook aandacht vragen voor procescoördinatie die (eind) verantwoordelijk wordt voor een integraal zorgplan indien meerdere (regionaal georganiseerde) instellingen zorg leveren aan een cliënt. Goede ervaringen met team VIA, organisatie die vanuit Zwolle bemoeizorg levert aan inwoners van onze gemeente. Gaan ervan uit dat er rekening gehouden wordt met de goede ervaringen die wij hebben met deze aanbieder. Streven naar voortzetting van dit aanbod, willen hier graag over in overleg treden met Deventer.
WMO-adviesraad Deventer
WMO-adviesraad Olst-Wijhe
WMO-adviesraad Deventer Gemeente Olst-Wijhe
Gemeente Olst-Wijhe
Reactie: Centrale intake en regie voor cliënten met meervoudige problematiek vormt een belangrijk aandachtspunt in het Regionaal Kompas. In de vorm van een veldregisseur die de persoon kent, deskundigheid heeft t.a.v. het aanbod maar ook de processen in de gaten houdt om te voorkomen dat er niemand tussen wal en schip terecht komt. Deze “veldregisseur” kan ook fungeren als vertrouwenspersoon. Enkelvoudige problematiek blijft voorlopig gehandhaafd bij de bestaande instellingen. De instellingen worden verzocht om medewerking bij het inrichten van een centrale intake/regie en betrokken bij de besluitvorming van een slanke intake voor cliënten met meervoudige problematiek. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - Verantwoordelijkheid voor het bewaken van ontwikkelingen in aanpalend beleid is een verantwoordelijkheid voor alle gemeenten. In het overleg met alle partijen zal dit worden bewaakt.
3.8.
Financiering
Aandacht vragen voor de vestiging in Almen van het Leger des Heils. Deze crisisplaatsen worden ook ingezet voor de regio. Deventer draagt hier financieel niet aan bij; wijzen op de verantwoordelijkheid (ook financieel). In nota wordt uitgegaan van 1/3 betaling gemeentegelden en 2/3 AWBZ, ZVW en Justitiegelden. Verdeelsleutel komt onaannemelijk voor, is geen inhoudelijk afstemming over geweest, Salland wil en kan zich hierop niet vastleggen Vraag is hoe het met de verantwoordelijkheden van de gemeenten afzonderlijk? Vanwege huidige financiële positie geen ruimte voor nieuw beleid en worden komende jaren geen extra middelen op ingezet op deze beleidsterreinen. Informatie op welke wijze deze middelen worden ingezet ontbreekt nog. Gaan ervan uit dat 80% van het totale bedrag wordt besteedt aan directe zorg en dienstverlening voor de beoogde doelgroepen.
9
Gemeente Lochem
Salland Zorgverzekeringen
GGNet cliëntenperspectief Gemeente Raalte
WMO-adviesraad Deventer
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
Reactie: Tijdens de ontwikkeling van het beleidskader is het punt van de verantwoordelijkheidsverdeling een aandachtspunt geweest. In het beleidskader wordt een grove verdeling aangehouden. Bij de uitwerking van het uitvoeringsprogramma zal hieraan concrete uitvoering gegeven moeten worden. De middelen vanuit het Ministerie van VWS zijn niet kostendekkend. Gemeente Deventer en gemeente Zutphen dragen zelf extra bij om de doelgroep de basiszorg te kunnen leveren. Vanuit de lokale gemeenten is aangegeven dat zij geen extra middelen zullen toekennen aan nieuwe regionale voorzieningen. -
-
-
Op basis van de analyses van de vraag en het aanbod is echter wel behoefte aan uitbreiding van een aantal activiteiten op het gebied van opvang en zorg voor zwerfjongeren, uitbreiding dagactivering en ondersteuning financieel beheer. Onderzocht wordt om een hogere inzet van AWBZ te bewerkstelligen voor de doelgroep waardoor deze dienstverlening mogelijk wordt. Het oorspronkelijke uitgangspunt 1/3 2/3 is inmiddels door veranderende wetgeving niet haalbaar gebleken. Dit maakt de realisatie van een uitbreiding van dienstverlening uiterst kwetsbaar. Het Leger des Heils was voor de start van de voorziening in Almen op de hoogte van het feit dat er geen extra middelen beschikbaar waren voor een tweede crisisopvang of sociaal pension (gemiddeld € 425.000,= voor 15 plaatsen per voorziening). Destijds heeft het Leger aangegeven dat zij toch graag een voorziening wilde starten en daarbij AWBZ-gefinancierde zorg zouden bieden. Ten aanzien van het punt dat 80% aan directe zorg en dienstverlening bestemd zou moeten worden levert definitiediscussies op. In het verleden werd 100% van het budget van het Ministerie van VWS direct ingezet voor de subsidiering van zorg. De beleidsinzet vanuit de gemeente voor Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg vond plaats uit eigen middelen van de centrumgemeente. Echter voor de toekomst is dit geen houdbare constructie. Het ontwikkelen van nieuw beleid of nieuwe producten is alleen mogelijk indien daar financiële ruimte voor is. Een nader te bepalen percentage zal gereserveerd worden voor innovatie en ontwikkelingskosten om zo ook in de toekomst de kwaliteit van zorg te optimaliseren.
Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - Toevoeging 1/3 2/3 noemen als oorspronkelijk uitgangspunt, maar dat door veranderende wet- en regelgeving gestreefd zal worden naar maximale AWBZ-inzet. De Cebeonresultaten zullen daarbij als uitgangspunt dienen. - De OVA-middelen die jaarlijks in het najaar worden als projectbudget gereserveerd voor investeringen in innovatie en ontwikkeling. - Conform de analyses worden eventueel extra middelen door verschuiving naar AWBZ/ Jeugdzorg of ZVW ingezet ten behoeve van de verbetering van de huidige bestaande sluitende keten aansluitend bij de gesignaleerde tekorten in de sluitende keten.
3.9.
Wijzigingen beleid Ministerie van VWS
Vereiste inhoudelijke prestatieafspraken
Inhoudelijke verantwoording Financiële
1. Dakloosheid ten gevolge van uithuiszetting komt (vrijwel) niet meer voor. 2. Dakloosheid ten gevolge van ontslag uit detentie komt (vrijwel) niet meer voor. 3. Dakloosheid ten gevolge van uitval van zorginstellingen komt (vrijwel) niet voor. 4. Voor een afgesproken tijdstip is voor dak- en thuislozen een trajectplan opgesteld en zijn zij – afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden – voor zover mogelijk voorzien van inkomen, passende huisvesting, effectieve ondersteuning, zorg, zinvolle dagbesteding en werk. 5. Bij een groot deel van de doelgroep is overlastgevend gedrag verminderd. Indien prestatieafspraken niet worden behaald bestaat risico tot verlaging van de middelen. Gemeenteraad Deventer 10
Reactienota op zienswijzen “Regie en achtervang voor iedere cliënt” Regionaal Kompas Midden IJssel 2009-2013 Deventer, Lochem, Olst-Wijhe, Raalte en Zutphen
verantwoording Termijn Monitor
2010-214 Het Trimbos-instituut is verzocht om de Stedelijke Kompassen te monitoren. Bij de G-4 was dit jaarlijks.
Reactie: De staatssecretaris heeft in een brief van 3 juni 2009 uitleg gegeven over de nieuwe verdeelsleutel decentralisatie-uitkering per 1-1-2010 en de hierboven genoemde eisen gesteld aan het Kompas. Hierop is schriftelijk conform het verzoek gereageerd voor de gestelde termijn van 1 september waarin aangegeven wordt welke conceptdoelstellingen zijn geformuleerd en ten aanzien van welke doelstellingen naar onze verwachting wijzigingen noodzakelijk aangebracht zullen worden. Conclusie t.a.v. eventuele aanpassing Regionaal Kompas: - Het Regionaal Kompas wordt aangepast qua eindtermijn, namelijk 2014. - Definitieve versie Regionaal Kompas wordt toegezonden aan het Ministerie na vaststelling door de Raad. Streven naar handhaven huidige doelstellingen, met daarbij de nadruk op realistisch.
11