I
I
REACTIENOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN FEANWALoEN - OE BOSK
Inleiding: Op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp-bestemmingsplan Feanwiilden - De Bask van 22 augustus 2013 tot en met 2 oktober 2013 ter inzage gelegen voor zienswijzen . In deze periode zijn vij f zienswijzen ingediend.
Een zienswijze is ontvangen van: 1. w.G Cath en T.R.Y. 3 september 2013.
Cath-Rottinghuis,
Markolstrjitte
13,
9269
NA
Feanwiilden,
2.
T. Haisma en F. Hiemstra, Markolstrjitte 11 , 9269 NA Feanwiilden , op 4 september 2013.
3.
J. Vogelzang, Markolstrjitte 19,9269 NA Feanwà lden, op 27 september 2013.
4.
T. Tjalma ,Oastein 12,9269 SB Feanwii lden, op 1 oktober 2013.
op
5. Provincie Frysliin, Postbus 20120,8900 HM Leeuwarden, op 2 oktober 2013.
In de bijlagen zijn afschriften van de zienswijzen opgenomen. In het navolgende zijn de reacties van de gemeente op de opmerkingen in de zienswijzen uiteengezet. Daarbij is met betrekking tot de drie zienswijzen afkomstig van bewoners van de Markolstrjitte (zie nswijzen 1,2 en 3) één reactie geformuleerd, aangezien de inhoud van deze drie zien swijzen gelijkluidend is. De zienswijze van de bewoner van Oastein 12 (zien swijze 4) is eerst op 27 september 2013 mondeling ingediend en op 1 oktober 20 13 schriftelijk en ondertekend bevestigd.
Zienswijzen Zienswijze 1. w.G Cath en T.R.Y. Cath-Rottinghuis, Markolstrjitte 13 Zienswijze 2. T. Haisma en F. Hiemstra, Markolstrjitte 11 Zienswijze 3. J . Vogelzang , Markolstrjitte 19 9269 NA Feanwiilden Belanghebbenden geven aan dat de inspraakreactie die zij hebben opgesteld in het kader van het voorontwerp-bestemmingsplan onvoldoende is verwerkt in het ontwerp-bestemmingsplan Daarom is er nu aanleiding voor het maken van de volgende opmerkingen : a. Woongenot Op geen enkele wijze komt tot uitdrukking in het ontwerp-bestemmingsplan , dat het woongenot van belanghebbenden wordt aangetast. De rust, privacy , uitzicht op de landelijke omgeving en de natuurbeleving vanuit de won ing worden aangetast of gaan verloren. Dat hier geen reken ing mee word t gehouden is des te moeilijker te begrijpen , omdat in paragraaf 3.2.2. wordt gesteld dat de nieuw te bouwen huizen attractief zijn door uitzicht op deze boomwallen. Dit geldt blijkbaar niet voor de bestaande woni ngen. Het aanmerkelijke verlies van woongenot zal gereflecteerd worden in de waarde van de woning. b. Vochtoverlast. Voor een grotere waterberging zal door het aanbrengen van ee n stuw de afwatering veranderen . Het waterpeil van de sloot achter de won ingen zal worden verhoogd en daarmee het grondwaterpeil. Nu al is de kruipru imte van de woningen voch tig en staat het grondwater er dicht onder. Ook is er vochtoverlast in souterra ins. Verwach t wordt dat met verhoging van het grondwaterpeil de overlast groter zal worden en men gedwongen wordt drainage rondom het huis aan te leggen. c. Onderhoud schouwsloot Het formele antwoord met betrekking tot de verantwoordelijkheden rond de schouwsloot is te formalistisch (een kwestie tussen bewoners en wetterskip) . Door het plan wordt de sloot niet meer toegankelijk voor mechanische bewerking en worden de beheerders opgezadeld met hoge kosten . Dit betreft de huidige aa nwonenden, de belanghebbenden, maar ook de toekomstige aanwonenden na uitvoerin g van het plan.
2
d. Schouwpad De suggestie om een groenstrook met schouwpad in het plan op te nemen is niet in het plan verwerkt. Samenvattend gaat het woongenot achteruit en vermindert de waarde van de woning. Tevens worden belanghebbenden opgezadeld met hoge kosten voor schoonhouden en op peil houden van de sloot en kan er overlast ontstaan door een hoger grondwaterpeil.
Reactie college van burgemeester en wethouders: Met betrekking tot zienswijze-onderdeel a. Woongenot: Het nieuwe woongebied waartoe het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen, is een uitwerking van de Structuurvisie Zwaagwesteinde-Veenwouden. Deze structuurvisie is op 27 januari 1998 door onze raad vastgesteld . Er is in de visie sprake van een nieuw woongebied ten oosten van de bestaande bebouwing van Feanwàlden. Deze dorpsuitbreiding heeft ruimtelijke consequenties voor de bestaande bebouwing in de huidige dorpsrand omdat het bestaande uitzicht gaat veranderen. In die zin kan er in een woonsituatie in en aan de rand van een stads- of dorpsgebied dan ook geen recht op een vrij uitzicht geclaimd worden. De ontwikkeling van een woongebied gaat altijd ten koste van de oorspronkelij k in het plangebied aanwezige natuur- en landschapswaard en . Echter, bij de vormgeving van het ontwerpbestemmingsplan is in belangrijke mate rekening gehouden met de natuur- en landschapswaarden van het plangebied door bij de planopzet uit te gaan van het behoud en duurzame ontwikkeling van de in het plangebied aanwezige houtsingelstructuur. Met name het open middengebied van het plan draagt bij aan het behoud van, een deel van, de oorspronkelijke landschapssfeer. Ook de verkaveling is, door de merendeels ruime kavelafmetingen, zodanig dat natuurwaarden behorend bij tuinen, zich ruimschoots kunnen ontwikkelen. Deze kwaliteiten van het ontwikkelingsplan zijn niet alleen van toepassing op de nieuwe woonplekken in het plangebied, maar stralen ook uit over de bestaande bebouwingsrand van Feanwälden. Dat de woon kwaliteit van de bestaande bebouwingsrand door realisatie van het plan verandert, is al duidelijk geworden door het vaststellen van de Structuurvisie Zwaagwesteinde-Veenwouden uit 1998. Door het toevoegen van nieuwe gebiedshoedanigheden wordt enerzijds de basis gelegd voor het woongenot voor de nieuwe bewoners van het plangebied. Anderzijds is met het inrichtingsplan bewerkstelligd om het woongenot voor de hu idige bewoners van de dorpsrand van Feanwàlden zo min mogelijk negatief, en op sommige vlakken juist positief te beïnvloeden.
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijzen van de bewoners van de Markolstrjitte ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel b. Vochtoverlast: Belanghebbenden geven aan dat het grondwater niet ver onder het vloerpe il staat. Wateropvang van water vanuit de woongebieden, verhoogt tijdelijk het slootpeil .. Door de diepe ligging van het slootpeil is er ruimte om bij een piekbelasting in de waterafvoer (door bijvoorbeeld een stortbui), het water in het plangebied nog even vast te houden in het slootcunet en vervolgens via een zogenaamde doorlaatbare stuw, gedoceerd af te laten stromen. De tijdelijke ophoging van het slootpeil valt samen met grote regenval op de naast de sloot gelegen kavels. Het water zal daar in de bodem dringen en vervolgens vertraagd afstromen naar onder andere de sloot. Wanneer het overtollige regenwater, door deze inzijgi ng , van het perceel verdwenen zal zijn, en het normale grondwaterpeil zich weer heeft hersteld, zal ook door de gedoceerde afstroming, het slootpeil zijn oude stand weer hebben herkregen. Op grond van capacite its- en afstromingsberekeningen en in overleg met de waterbeheerder It Wetterskip, wordt daarom gesteld dat deze tijdelijke waterbuffering geen invloed heeft op het peil van het grondwater.
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijzen van de bewoners van de Markolstrjitte ontvankelijk en ongegrond te verklaren. Met betrekläng tot zienswijze-onderdeel c. Onderhoud schouwsloot: Beide zijden van de sloot zijn in eigendom van verschillende eigenaren. Het beheer en onderhoud vinden in principe plaats vanuit beide zijden van de sloot, door elke eigenaar voor zijn deel van het
3
slooteigendom .. In de praktijk vindt dit onderhoud op verschillende wijzen plaats. Dat geldt ook voor de sloot achter de woningen va n de Markolstrj itte. Het noordelijk deel van de sloot, gelegen tussen de particuliere woonperceelen Oastein 8a en 8b en Markolstrjitte 19, wordt onderhouden vanaf deze percelen. De percelen Markolstrjitte 11, 13, 15 en 17 zijn ieder ook veran twoordelij k voor de helft van het slootonderhoud achter hun woningen. Het slootonderhoud kan momenteel plaatsvinden vanaf het aan de overzijde gelegen eigendom . Formeel kan dit zo worden afgesproken door de slooteigenaars aan beide zijden van de slooI. Nu het eigendom van het agrarische perceel overgaat naar andere eigenaars, moeten, na verkaveling van het agrarische perceel, de gezamenlijke nieuwe en oude eigena ren va n de sloot, zoals gebruikelijk is na een eigendomsoverdracht, nieuwe onderhoud- en beheerafspraken maken. In praktische zin verdwijnt voor een aantal bewo ners van de Markolstrjitte het gemak van het onderhoud vanaf het perceel aan de overzijde van de sloot. Dit kan echter niet door hen als een recht worden beschouwd , in die zin dat dit onderhoudsvoordeel gecompenseerd moet worden nu de ruim telijke situatie zich wijzigl. Formeel blijft iedere eigenaar verantwoordelijk voor het onderhoud van zijn eigendom , dus ook voor zijn deel van de sloot. Voorg esteld wordt om dit deel van de zienswijzen van de bewoners van de Markolstrjitte ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
(
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel d. Schouwpad: Het voorstel voor een schouwpad langs de oostelijke zijde van de sloot, wordt gezien onze reactie op het punt van het slootonderhoud in zienswijze-onderdeel 3, niet noodzakelijk geacht. Ook is het in het kader van de planvorming niet wenselijk om de suggestie van het schouwpad mee te nemen , omdat de nieuwe perceeleigenaars ten oosten van de sloot onnodig in hun woongenot en perceeloppervlakte worden benadeeld ten opzichte van bewoners ten westen van de sloot aan de Markolstrjitte. Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze van de bewoners van de Markolstrjitte ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Samenvattend wordt voorgesteld om de zienswijzen van de bewoners van de Markolstrjitte 11 . 13 en 19 te Feanwàlden geheel ontvankelijk en ongegrond te verklaren . Zienswijze 4. T. Tjalma , Oastein 12, 9269 SB Feanwàlden Belanghebbende geeft aan het niet eens te zijn met de reactie van ons coll ege op de volgende onderdelen van zijn inspraa kreactie: a. Slootonderhoud Het rein igen en onderhoud en van de sloot gebeurt tot nu toe door de betreffende eigenaar van het weiland aan de westkant va n het perceel van de insprekers. Na rea lisatie van de voorgestelde bebouwingsplannen, is het slootonderh oud vanaf de westzijde va n de sloot niet meer mogelijk. Door de insprekers wordt voorgesteld om, zoals wel in andere delen van het plangebied het geval is, ten westen van de sloot een schouwpad aan te leggen van waaruit het slootonderhoud kan plaatsvinden . De insprekers zullen dan voor het onderhoud van de elzensingel zorgdragen. Volgens belanghebbende wordt er geen oplossing geboden voor het door hem gesignaleerde probleem met betrekking tot het slootonderhoud. b. Afwatering woongebieden Belanghebbende verwacht een reactie op het door hem gesignaleerde probleem op grond van de in het bestemmingsplan aanwezige planomschrijving waa rin wordt gesteld : In paragraaf 3.2.2 . Groen en water: "Voorgesteld wordt om water van de woongebieden binnen het plan naar de sloten aan de buitenkant van het plangebied te laten afwateren . Deze sloten ku nnen al lemaal goed worden onderhouden door de gemeente (west) en andere grondeigenaren (oost)". c. Bermstrook Belanghebbende is va n mening dat voor het onderhoud van zijn sloot ook een bermstrook in het plan opgenomen dient te worden, op grond van de in het bestemmingsplan aanwezige planomschrijving waa rin word t gesteld: "Bij het woongebied aan de oostzijde van het plan is daartoe (beheer elzen singels red.) achter de particuliere kavels een bermstrook met een breedte van 10 meter gepland. In deze bermstrook word t
4
een wadi aangelegd, waardoor infiltratie en berg ing van het hemelwater kan plaatsvinden. Verder dient de berm strook als schouwpad voor het onderhouden van de bestaande elzensingel en sloot".
Reactie college van burgemeester en wethouders: Met betrekking tot zienswijze-onderdeel a. Slootonderhoud: Voor dit onderdeel wordt verwezen naar onze reactie op "zienswijze-onderdeel 3 Onderhoud schouwsloot" behorend bij de reactie op de zienswijzen 1, 2, en 3 van de bewoners van de Markolstrjitte.
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
(
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel b. Afwatering woongebieden: Over het door belanghebbende aangehaalde deel van de plan beschrijving het volgende: De sloot langs de westzijde van het perceel van belanghebbende is op de oost-oever voorzien van een houtsingel, in eigendom van belanghebbende. Het onderhoud van de sloot vindt tot dusver plaats vanaf de westkant van de sloot, vanaf het perceel van de eigenaar die de westelijke helft van de sloot bezit. Een andere mogelijkheid om de sloot te onderhouden is om praktische redenen tot dusver niet benut. Dit betreft het slootonderhoud na periodiek onderhoud (het afzetten) van de houtsingel. Na uitvoering van het beoogde inrichtingsplan moet de sloot, zoals de planbeschrijving al aangeeft In de praktijk zijn de worden onderhouden door de verschillende slooteigenaren. onderhoudsmogelijkheden dezelfde als de mogelijkheden op dit moment. In de praktijk ligt het daarom voor de hand dat er afspraken met de nieuwe eigenaren van de westzijde van de sloot worden gemaakt, aangezien zij verantwoordelijk worden gestelçL voor hun aandeel in het slootonderhoud. Het slootonderhoud van het oostelijke deel van de sloot kan daarin worden meegenomen. Om de onderhoudsverplichting bij de toekomstige bewoners te benadrukken en om het slootonderhoud duidelijk af te bakenen en te vergemakkelijken, wordt aan de toekomstige eigenaars van de westelijke helft van de sloot, bij het bouwrijp maken van de percelen, een walbeschoeiing geleverd .
Voorgesteld word t om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel c. Bermstrook: Het door belanghebbende aangehaalde deel van de planbeschrijving in het bestemmingsplan moet in verband gezien worden met het eerste deel van de alinea waar de aangehaalde zinnen deel van uitmaken: "Er is in het plan een oplossing gevonden om de bestaande elzensingels achter de particuliere terrein en , die door de nieuwe verkaveling moeilijker in stand kunnen worden gehouden , te behouden en te beheren als één geheel. Bij het woongebied aan de oostzijde van het plan is daartoe .. .. etc .... " In de bewuste alinea wordt ingegaan op het voortbestaan van de houtsingels in het plangebied. In het oostelijk deel van het plangebied betreft het dus niet de buiten het plangebied aanwezige houtsingel in eigendom van belanghebbende. Daarbij ligt het beheerdoei van de aanleg van de bermstroken in het plangebied bij het beheer van de aanwezige houtsingels. Het beheer van singelbegeleidende sloten is dan ook niet het hoofddoel. Belanghebbende kan daarom uit deze alinea niet afleiden dat er een schouwpad langs zijn perceel moet worden aangelegd . Voor de andere redenen om geen schouwpad aan te leggen word t verwezen naar onze reactie op de zienswijze van bewoners van de Markolstrjitte (zienswijze-onderdeel d. Schouwpad).
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Samenvattend wordt voorgesteld om de zienswijze van de T. Tjalma, Oastein 2 te Feanwälden in haar geheel ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Zienswijze 5 Provincie Fryslän, Leeuwarden Op basis van de Overeenkomst Centrale As die in 2005 is opgesteld , wordt door de provincie een zienswijze ingediend ten aanzien van de beoogde woningbouw in De Bosk. 5
In artikel 10.2, lid 4 van de overeenkomst staat vermeld: a. Doelgroepen "De gemeente krijgt de mogelijkheid om de komende tien jaar 150 extra woningen (bovenop het contingent tot 2010) te bouwen, onder de voorwaarde dat de woni ngen voor de bekende doelgroepen zullen worden gebouwd (bijvoorbeeld starterswoningen, huishoudens met jonge kinderen, senioren, kortom in het goedkope en betaalbare segment). In geval van onderuitputting zal dit verhoogde contingent in 2010 niet worden verrekend met het nieuwe richtgetal voor een volgende periode". Deze afspraak moet de basis zijn voor de nadere uitwerking van het woningbouwprog ramm a en voor de invulling van het bestemmingsplan De Bosk, aldus belanghebbende, de provincie. b. Kavelgrootte. De provincie constateert dat de inzet van de 58 won ingen die vallen onder de afspraken die zijn gemaakt in de overeenkomst Centrale As (zie a.), niet overeenkomt met deze afspraken . Een klein deel van het plan De Bosk is wel in overeenstemming . Dit betreft blok B, de reservering voor starters. Daarbuiten zijn in het grootste deel van het plan bouwstroken opgenomen met minimale kaveloppervlakken van 800 m2. Gelet op de voorwaarden die zijn opgenomen in de overeenkomst Centrale As (bouwen in het goedkope en betaalbare segment) en de woningbouwprogrammering met betrekking tot de toe te voegen kwaliteiten aan onze woningmarkt, constateert de provincie dat wij met dit plan hier niet aan voldoen. c. Plangebied. Het plan moet zodanig aangepast worden dat de te bouwen woningen passen binnen de afspraak uit de Overeenkomst Centrale As. Dit zal moeten leiden tot kleinere betaalbare kavels. Onvermijdelijk heeft die aanpassing gevolgen voor de benodigde ruimte in de verkaveling. Uitgaande van het overeengekomen aantal van 58 woningen zal een deel van de bouwstroken en daarmee van het plangebied moeten komen te vervallen. d. Bestuurlijk overleg. De provincie stelt voor om deze zienswijze in een bestuurlijk overleg nader loe te licllten.
Reactie co llege van burg emeester en weth ouders: Met betrekking tot zienswijze-onderdeel a. Doelgroepen: In onze reactie in het kader van het vooroverleg hebben wij toegelicht, dat wij om reden van de looptijd van het bestemmingsplan en de gemaakte woningbouwafspraken, het niet nodig achten de geplande woningbouw in De Bosk nader te motiveren. De provincie baseert haar zienswijze verder voornamelijk op haar interpretatie van de zinsnede in de overeenkomst Centrale As: "dat de woningen voor de bekende doelgroepen zullen worden gebouwd (bijvoorbeeld starterswoningen, huishoudens met jonge I,inderen, senioren, kortom in het goedkope en betaalbare segment)". Wij zijn bij de beoogde woningbouw in De Bosk uitgegaan van de ons bekende doelgroepen, zoals ook in de overeenkomst is aangegeven en willen in ons plan zo breed mogelijk de bekende doelgroepen bereiken , inclusief de als voorbeeld in de overeenkomst genoemde doelgroepen. Wij kunnen ons echter niet vinden in de door de provincie absolute hantering van de als voorbeeld genoemde doelgroepen en de daarbij zeer beperkte opvatting van de betekenis van de daarin genoemde begrippen . Ook kunnen wij het niet eens zijn met de opvatting van de provincie dat het goedkope en betaalbare segment gevormd wordt door de drie door de provincie genoemde doelgroepen, zeker nu we in 2013 leven en de overeenkomst al bijna tien jaar geleden onder de toen geldende opvattingen is gesloten. Enerzijds omvat het goedkope en betaalbare segment, naast starterswoningen, in onze regio sinds jaar en dag ook de zelfbouw-starter als doelgroep waar wij rekening mee willen houden. Anderzijds is er in Feanwälden ook de behoefte om door te stromen naar een nieuwe woning binnen de plaats . Ook deze doelgroep waaronder juist huishoudens met jonge kinderen, willen wij bedienen in het plan De Bosk. Zij zijn niet strikt gebonden aan het goedkope marktsegment, terwijl het voor hen wel betaalbaar is. Ook geldt dit ten aanzien van de senioren die, mede omdat ze steeds meer gericht zijn op langer zelfstandig wonen, een andere woning zoeken.
Kortom , wij voelen ons niet beperkt in de beoogde doelgroepen voor de Bosk door de te strikte hantering door de provincie van enkel een als voorbeeld gehanteerde zinsnede in de overeenkomst.
6
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren . Met betrekking tot zienswijze-onderdeel b. Kavelgrootte: Met het oog op de ligging van het plan op de overgang van de bebouwde kom en het buitengebied (zie de planbeschrijving) hebben wij oorspronkelijk gemeend een ruime oppervlakte maat aan te houden. Met het oog op de marktontwikkelingen, de flexibil iteit van het bestemmingsplan en naar aanleiding van het bestuurlijke overleg hebben wij gemeend de minimumoppervlakte los te laten. De bebouwingstrook C en de overige bebouwingsstroken aan de oostzijde van het plangebied worden flexibel opgezet. Deze stroken zijn met name bedoeld voor vrijstaande woningen op een grotere kavel. Het vastleggen van een minimale oppervlakte van een perceel in de planregels en op de verbeelding achten wij in dit verband te rigide. Een onderschrijding van de perceeloppervlakte hoe gering dan ook zou leiden tot een procedure. Wij achten dit ongewenst. Door een flexibele verkaveling toe te passen kan de woningmarkt beter worden bediend . De uiteindelijke verkaveling zal zodanig worden opgezet dat het maximum aantal te bouwen woningen van 58 gewaarborgd blijft. Met name voor de zelf-bouwers, maar dit geldt ook voor andere doelgroepen, kan relatief goedkoop worden gebouwd en is er daardoor voor hen budget-ruimte voor een relatief grote kavel. Daarom zijn wij van mening te zijn te voldoen aan de voorwaarde uit de Overeenkomst Centrale As dat de woningen voor de bekende doelgroepen zullen worden gebouwd. Wat ons betreft moet het in de overeenkomst gegeven voorbeeld dan ook in dit licht worden opgevat. Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel c. Plangebied: In het provinciale advies in het kader van Vooroverleg (brief d.d. 16 april20131 kenmerk 01048606) is met betrekking tot het plangebied alleen een opmerking gemaakt ten aanzien van de fasering van het plangebied zoals het nu voorligt. Over het laten vervallen van een deel van het plangebied, waar nu in de zienswijze sprake van is, is in dit vooroverleg geen sprake. In onze reactie op dit onderdeel van de zienswijze, verwijzen wij naar onze reactie op de provinciale brief inzake het Vooroverleg, waarin onze ruimtelijke overwegingen worden aangegeven om het pla ngebied zo vorm te geven zoals het nu voorligt. Ook is al in een vroeg stadium van planvorming op 18 april 2012 overleg met de provincie geweest over het totaalconcept van het plan (zie bijlage). In dit overleg heeft de men zich goed in de vormgevingsprincipes van het plangebied in haar huidige omvang kunnen vinden. Inbreuk maken op deze principes gaat ten koste van de plankwaliteit en van de beoogde kwaliteit van de dorpsrand ten oosten van Feanwalden . Het plangebied , met daarin de twee woonstroken en het centrale groengebied, zal daarom als een totaalconcept worden ontwikkeld en vormgegeven.
Voorgesteld wordt om dit deel van de zienswijze ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Met betrekking tot zienswijze-onderdeel d. Bestuurlijk overleg: De provincie heeft in een bestuurlijk overleg op 4 november 2013 haar standpunt, zoals vermeld in haar zienswijze, toegelicht. Wij hebben in reactie hier op, ons standpunt aangegeven ten aanzien van de door de provincie in haar zienswijze vermelde onderwerpen , Mede naar aanleiding van dit overleg is de reactie op de zienswijze van de provincie opgesteld. Van gemeentelijke zijde is tijdens het overleg toegezegd de ontwikkelingen op de woningmarkt te zullen monitoren en de uitgifte van de kavels in het plangebied op de marktontwikkelingen te zullen afstemmen.
Samenvattend wordt voorgesteld om de zienswijze van de provincie Fryslän in haar geheel ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
7
Aan Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dantumadiel Hynsteblom 9104 ZG Damwald Betreft: Bestemmingsplan 'De Bosle' Feanwalden-East Feanwalden, 31 Augustus 2013
V ER VlIJ
"
_'!.E~::1_ I . u
Geacht college, Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende: De publicatie van het bestemmingsplan De Bosk hebben wij bestudeerd, inclusief uw reacties . .. op onze vonge vIsie. Daarbij komen we tot de volgende opmerkingen.: 1. In uw reactie op onze visie komt geen enkele keer tot uiting dat invoering van het bestemmingsplan afbreuk doet aan ons woongenot. Met name de rust ( er komen huizen , gezinnen en wegverkeer), privacy (door inkijk in onze tuin) en het landelijke uitzicht op boswallen en vogels en reeën gaan voor ons verloren. Dit is des te moeilijker te begrijpen omdat in paragraaf 3.2.2 wordt gesteld dat de nieuw te bouwen huizen attractief zijn door uitzicht op deze boomwallen. Dit geldt dus niet voor bestaande huizen waar die mogelijkheid juist verdwijnt. Door ons wordt wel degelijk een aanmerkelijk verlies van woongenot ondervonden en we zijn ervan overtuigd dat dat gereflecteerd wordt in de waarde van ons huis. 2. Uit het plan heb ik menen op te maken dat voor een grotere waterberging de afwatering zal veranderen door aanbrengen van een stuw. Hierdoor zal het waterpeil van de sloot achter ons huis verhoogd worden, en daarmee het grondwaterpeil. Nu reeds is in jaren met veel neerslag in najaar en winter het grondwaterpeil te hoog zodat de kruipruimte vochtig wordt en het grondwater er zeer dicht onder staat. Ook huizen in de buurt hebben al last van vochtoverlast in sousterrains. We kunnen verwachten dat met verhoging van het grondwaterpeil de overlast vaker ernstiger zal worden en ons zal dwingen drainage rondom het huis aan te leggen. 3. Uw reactie op onze opmerkingen over de schouwsloot is wel zeer formalistisch, u doet dat af als een kwestie tussen bewoners en het waterschap. Een feit is echter dat door de invoering van het bestemmingsplan de sloot niet meer toegankelijk zal zijn voor mechanische bewerking, hetgeen een periodiek op diepte houden onmogelijk maakt zonder zeer hoge kosten. Hiermee zadelt u overigens ook de eigenaren van de nieuwe woningen op en worden wij in de toekomst mogelijk geconfronteerd met hoge kosten. 4. Op onze suggestie om een groenstrook met schouwpad langs de sloot te leggen gaat u niet in, terwijl dit een oplossing voor punt 3 kan beteken. Samenvattend kunnen we zeggen dat uw reacties teleurstellend zijn. Wij blijven erbij dat ons woongenot achteruitgaat en dat ook de waarde van de woning vermindert. Tevens kunnen we opgezadeld worden met hoge kosten voor het schoonhouden en op peil houden van de sloot en kan er overlast ontstaan door een hoger grondwaterpeil.
We hopen deze keer op een positieve reactie op deze opmerkingen. We behouden ons zeker het recht voor een beroep te doen op de (juridische) middelen die ons ter beschikking staan om aan onze bezwaren recht te doen Wij verzoeken u een ontvangstbevestiging te willen sturen.
W.G. Cath T.R. Y. Cath-Rottinghuis.
Aan Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dantumadiel Hynsteblom 9104 ZG Damwald Betreft: Bestemmingsplan 'De Bask' Feanwalden-East Feanwalden, 4 september 2013
,
,
Geacht college, Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende: De publicatie van het bestemmingsplan De Bask hebben wij bestudeerd, inclusief uw reacties op onze vorige visie. Daarbij komen we tot de volgende opmerkingen.: 1.
2.
3.
4.
In uw reactie op onze visie komt geen enkele keer tot uiting dat invoering van het bestemmingsplan afbreuk doet aan ons woongenot. Met name de rust ( er komen huizen, gezinnen en wegverkeer), privacy (door inkijk in onze tuin) en het landelijke uitzicht op boswallen en vogels en reeën gaan voor ons verloren. Dit is des te moeilijker te begrijpen omdat in paragraaf 3.2.2 wordt gesteld dat de nieuw te bouwen huizen attractief zijn door uitzicht op deze boomwallen. Dit geldt dus niet voor bestaande huizen waar die mogelijkheid juist verdwijnt. Door ons wordt wel degelijk een aanmerkelijk verlies van woongenot ondervonden en we zijn ervan overtuigd dat dat gereflecteerd wordt in de waarde van ons huis. Uit het plan heb ik menen op te maken dat voor een grotere waterberging de afwatering zal veranderen door aanbrengen van een stuw. Hierdoor zal het waterpeil van de sloot achter ons huis verhoogd worden, en daarmee het grondwaterpei l. Nu reeds is in jaren met veel neerslag in najaar en winter het grondwaterpeil te hoog zodat de kruipruimte vochtig wordt en het grondwater er zeer dicht onder staat. Ook huizen in de buurt hebben al last van vochtoverlast in sousterrains. We kunnen verwachten dat met verhoging van het grondwaterpei l de overlast vaker ernstiger zal worden en ons zal dwingen drainage rondom het huis aan te leggen. Uw reactie op onze opmerkingen over de schouwsloot is wel zeer formalistisch, u doet dat af als een kwestie tussen bewoners en het waterschap. Een feit is echter dat door de invoering van het bestemmingsplan de sloot niet meer toegankelijk zal zijn voor mechanische bewerking, hetgeen een periodiek op diepte houden onmogelijk maakt zonder zeer hoge kosten. Hiermee zadelt u over igens ook de eigenaren van de nieuwe woningen op en worden wij in de toekomst mogelijk geconfronteerd met hoge kosten. Op onze suggestie om een groenstrook met schouwpad langs de sloot te leggen gaat u niet in, terwijl dit een oplossing voor punt 3 kan betekenen.
Samenvattend kunnen we zeggen dat uw reacties teleurstellend zijn. Wij blijven erbij dat ons woongenot achteruitgaat en dat ook de waarde van de woning vermindert. Tevens kunnen we opgezadeld worden met hoge kosten voor het schoonhouden en op peil houden van de sloot en kan er overlast ontstaan door een hoger grondwaterpeil.
We hopen deze keer op een positieve reactie op deze opmerkingen. We behouden ons zeker het recht voor een beroep te doen op de Guridische) middelen die ons ter beschikking staan om aan onze bezwaren recht te doen Wij verzoeken u een ontvangstbevestiging te willen sturen. Hoogachtend,
Theo Haisma en Frieda Hiemstra
I I I
pagina 1 van 1
Hierbij zenden wij een brief met onze bezwaren en kritische kantekeningen met betrekking tot het bestemmingsplan "de Bosk" in Feanwalden . Vriendelijk groetend, Theo Haisma en Frieda Hiemstra Markolstr. 11 9269 NA Feanwalden
file://C:\Documents and Settings\Administrator\Local Settings\Temp\XPgrpwise\52273...
4-9-2013
Z IEVSVU2E 3 Aan: Het College
van Burgemeester en Wethouders vange
DantuH~~:;:~blom
.
9104 ZG Damwald
g~meente
:;~: I~O~?~~~I~:~~I'~~I ! ::...
I ". , _
"
Van: J.Vogelzang
,~"
Markolstrjitte 19 9269 NA Feanwalden
\}3/
"J,
,- :c:.:...
~
Feanwalden, 26 september2013 Geacht college, Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende: De-publicatie van het bestemmingsplan De Bask hebben wij bestudeerd, inclusief uw reacties op onze vorige visies. Daarbij komen wij tot de volgende op.merkingen: In uw reacties komt geen enkele keer tot uiting dat uitvoering
van het bestemmingsplan afbreuk doet aan ons woongenot. Met name de rust - er komen huizen, gezinnen en wegverkeer - door inkijk in onze tuin - en het landelijk uitzicht op de boswallen op vogels en herten gaan voor ons verloren. Voor ons is dit moeilijk te begrijpen te meer omdat in paragraaf 3.2.2. wordt gesteld dat de nieuw te bouwen huizen attractief zijn door uitzicht op de boomwallen. Dit geldt dus niet meer voor de bestaande huizen waar deze attractie jUist verdwijnt. Door ons wordt dit wel degelijk tot een aanmerkelijk We zijn
van woongenot ervaren.
ervan overtuigd dat dat wordt gereflecteerd in de waarde van
ons huis. Uit het plan meen ik op te maken dat de waterberging zal worden aangepast. Er is sprake
van een stuw. Hierdoor zal het
freatisch wateroppervlak in de bodem stijgen. Op dit moment houden wij de kruipruimte onder ons huis net droog en kunnen wij nog spreken
van een relatief droge woning. Bij verhoogde waterstand zal
ditniet meer het geval zijn.
1I
- - il
I'
T$:lc-'\ -~ ~ ~=I
Betreft: Opmerkingen bestemmingsplan "de Bosk" Feanwalden(East)
en blijvend verlies
. 1i3
;. I ·
.. Au, 0(3
I ~u
....
(j2J
Dit zal leiden tot overlast. Deze overlast zal alleen met kunstwerken worden voorkomen. U begrijpt ongetwijfeld dat dit blijvende kosten met zich meebrengt. Uw reactie over de huidige schouwsloot is wel zeer formalistisch, u doet dit af als een kwestie tussen de bewoners en het waterschap. Een feit is echter dat door de invoering van het bestemmingsplan de sloot niet meer toegankelijk zal zijn voor mechanische bewerking, hetgeen een periodiek op diepte houden onmogelijk maakt zonder zeer hoge kosten. Hiermee zadelt u overigens ook de eigenaren van de nieuwe woningen op. Op onze suggestie om een groenstrook met schouwpad langs de sloot te leggen gaat u niet in, terwijl dit een oplossing voor bovenstaand punt kan betekenen. Samenvattend kunnen we zeggen dat uw reacties teleurstellend zijn. Wij blijven erbij dat ons woongenot verslechtert en dat de waarde van onze woning daalt. Bovendien worden we opgezadeld met hogere kosten voor het schoonhouden van de sloot en eveneens als gevolg van het verhogen van het grondwaterpeil. Wij rekenen op uw positieve reactie op deze opmerkingen. Wij behouden ons zeker het recht voor om een beroep te doen op de juridische middelen die ons ter beschikking staan om aan onze bezwaren recht te doen. Wij verzoeken u ons een ontvangstbevestiging van dit schrijven te willen sturen,
ZJEÁJSV'J2E LI Zienswijze (mondeling) T. Tjalma op 27 september 2013
De heer Tjalma geeft aan het niet eens te zijn met de reactie van ons college op zijn inspraakreactie: Inspraakreactie van de heer T. Tjalma en mevrouw M. van der Haak, Oastein 12 FeanwtJlden: De insprekers zijn blij dat er eindelijk concrete plannen zijn voor het uitbreiden van het dorp FeanwtJlden, waardoor het een volwaardige, leefbare en toekomstbestendige kern kan worden. De hoop en verwachting wordt uitgesproken dat er een woonwijk zal ontstaan die aansluit bij de natuurlijke omgeving. Het reinigen en onderhouden van de sloot gebeurt tot nu toe door de betreffende eigenaar van het weiland aan de westkant van het perceel van de insprekers. Na realisatie van de voorgestelde bebouwingsplannen, is het slootonderhoud vanaf de westzijde van de sloot niet meer mogelijk, Door de insprekers wordt voorgesteld om, zoals wel in andere delen van het plangebied het geval is, ten westen van de sloot een schouwpad aan te leggen van waaruit het slootonderhoud kan plaatsvinden, De insprekers zullen dan voor het onderhoud van de elzensingel zorgdragen.
Volgens de heer Tjalma wordt er geen oplossing geboden voor het door hem gesignaleerde probleem met betrekking tot het slootonderhoud, De heer Tjalma verwacht daarom een reactie op het door hem gesignaleerde probleem op grond van de in het bestemmingsplan aanwezige planomschrijving waarin wordt gesteld : In paragraaf 3,2,2 Groen en water wordt vermeld: "Voorgesteld wordt om water van de woongebieden binnen het plan naar de sloten aan de buitenkant van het plangebied te laten afwateren, Deze sloten kunnen allemaal goed worden onderhouden door de gemeente (west) en andere grondeigenaren (oost)", Met betrekking tot deze passage meldt de heer Tjalma dat de situatie ten aanzien van zijn slootbeheer niet strookt met deze zinsnede in de planbeschrijving, In paragraaf 3.2.2, Groen en water wordt vermeld: "Bij het woongebied aan de oostzijde van het plan is daartoe (beheer elzensingels red ,) achter de particuliere kavels een bermstrook met een breedte van 10 meter gepland, In deze bermstrook wordt een wadi aangelegd , waardoor infiltratie en berging van het hemelwater kan plaatsvinden , Verder dient de bermstrook als schouwpad voor het onderhouden van de bestaande elzensingel en sloot Met betrekking tot deze passage meldt de heer Tjalma dat voor het onderhoud van zijn sloot ook een bermstrook in het plan opgenomen dient te worden, De heer Tjalma handhaaft daarom de inhoud van zijn inspraakreactie met daaraan de argumenten vanuit de planbeschrijving toegevoegd,
1
Zienswijze (mondeling) T. Tjalma op 27 september 2013
De heer Tjalma geeft aan het niet eens te zijn met de reactie van ons college op zijn inspraakreactie: Inspraakreactie van de heer T. Tjalma en mevrouw M. van der Haalc, Oastein 12 Feanwálden: De insprekers zijn blij dat er eindelijk concrete plannen zijn voor het uitbreiden van het dorp Feanwálden, waardoor !Jet een volwaardige, leefbare en toekomstbestendige kern kan worden. De hoop en verwachting wordt uitgesproleen dat er een woonwijk zal ontstaan die aansluit bij de natuurlijlee omgeving. Het reinigen en onderhouden van de sloot gebeurt tot nu toe door de betreffende eigenaar van het weiland aan de westkant van het perceel van de insprelcers. Na realisatie van de voorgestelde bebouwingsplannen, is het slootonderhoud vanaf de westzijde van de sloot niet meer mogelijk. Door de insprekers wordt voorgesteld om, zoals wel in andere delen van !Jet plangebied !Jet geval is, teil westell van de sloot een schouwpad aan te leggen van waaruit het slootonderhoud kan plaatsvinden. De insprekers zullen dan voor het onderhoud van de elzensingel zorgdragen.
Volgens de heer Tjalma wordt er geen oplossing geboden voor het door hem gesignaleerde probleem met betrekking tot het slootonderhoud. De heer Tjalma velWacht daarom een reactie op het door hem gesignaleerde probleem op grond van de in het bestemmingsplan aanwezige planomschrijving waarin wordt gesteld: In paragraaf 3.2.2 Groen en water wordt vermeld: "Voorgesteld wordt om water van de woongebieden binnen het plan naar de slo.ten aan de buitenkant van het plangebied te laten afwateren. Deze sloten kunnen allemaal goed worden ondemouden door de gemeente (west) en andere grondeigenaren (oost)". Met betrekking tot deze passage meldt de heer Tjalma dal de situalie ten aanzien van zijn slootbeheer niet strookt met deze zinsnede in de planbeschrijving . .In paragraaf 3.2.2. Groen en water wordt vermeld: "Bij het woongebied aan de oostzijde van het plan is daartoe (beheer elzensingels red .) achter de particuliere kavels een bermstrook met een breedte van 10 meter gepland. In deze bermstrook wordt een wadi aangelegd. waardoor infiltratie en berging van het hemelwater kan plaatsvinden . Verder dient de bermstrook als schouwpad voor het ondemouden van de bestaande elzensingel en sloot. Met betrekking tot deze passage meldt de heer Tjalma dat voor het onderhoud van zijn sloot ook een bermstrook in het plan opgenomen dient te worden. De heer Tjalma handhaaft daarom de inhoud van zijn inspraakreactie met daaraan de argumenten vanuit de pianbeschrijving toegevoegd.
1
Z IIEIVS \v'1J 2E provinsje fryslàn provincie fryslàn postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (OS8) 292 5115 www.rry~lan. nl
De Raad van de gemeente Dantumadiel Postbus 22 9104 ZG DAMWALD
provi
[email protected] \yww. twiner.com/provfryslan
OB
Leeuwarden, 24 september 2013 Verzonden, - l OKT. 2013 1-
W
I
Ons kenmerk : 01078312 Kopie P,-t"5Jl) Cl ~ C':>"J() J ~ )1;\ Afdeling : Stêd en Plattelan "'".",n.;:';)::.'::> JülV 0.210 I "" -tt'IV Behandeld door : E.G. Buurstra / (058) 292 56 53 of e.g.buurstra@fryslan~nl Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
: Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Feanwalden De Bosk
Geachte Raad, Op 22 augustus 2013 hebben wij het ontwerpbestemmingsplan Feanwalden De Bosk ontvangen. Op grond van art. 3.8 Wro maken wij bij deze onze zienswijze kenbaar over het ontwerpbestemmingsplan. Provinciaal belang Het plan betreft de realisatie van 58 woningen in het plan Feanwalden De Bosk welke is gelegen buiten het b~staand stedelijk gebied. Realisatie van deze woningen zullen ten laste vallen van de buitenstedelijke woningbouwruimte en dienen derhalve in overeenstemming te zijn met een door ons geaccordeerd Woonplan en de overige aanvullende afspraken omtrent woningbouw in uw regio. Vooroverleg In het vooroverleg hebben wij binnen het kader van de ladder duurzame verstedelijking opmerkingen gemaakt met betrekking tot de regionale vraag en de actuele regionale behoefte (waaronder het toevoegen van de juiste kwaliteit woningen), dit in relatie tot de meest recente prognoses voor de woningbehoefte over de komende jaren. Daarbij hebben wij opgemerkt dat het wenselijk is dat u in de planvoorschriften een fasering opneemt waarin u het maximaal aantal te realiseren woningen vastlegt.
In het verslag van overleg en inspraak geeft u aan van mening te zijn dat de drie bouwstenen, de vastgestelde woonvisie 2010, de Routekaart naar vitale dorpen en het vastgestelde woningbouwprogramma 2010-2020 de behoefte voldoende onderbouwt. Ook naar aanleiding van de meest recente prognoses en het doorschuiven van de woningbouwafspraken tot 2020 ziet u geen aanleiding tot het aanpassen en faseren van dit bestemmingsplan. U bent
- 1 13 -
Ons kenmerk: 01078312
•
provinsje fryslan provincie fryslan
<:
van mening dat fasering van het plan ten koste zal gaan van de kwaliteit en de flexibiliteit van het plan. Zienswijze Onze zienswijze heeft betrekking op de toevoeging van het aantal woningen in het pIangebied in relatie tot de woningbouwprogrammering en de aanvullende afspraken die hieromtrent zijn gemaakt met betrekking tot de benodigde kwalitatieve toevoeging van woningen voor specifieke doelgroepen.
Op zichzelf is het juist dat wij op 03 juli 2012, kenmerk 1010110, op grond van artikel 4.1.1. van de Verordening Romte Fryslän hebben ingestemd met uw woningbouwprogrammering 2010-2020. In onze reactie van 07 februari 2012, kenmerk 989533 op uw concept woningbouwprogrammering hebben wij opgemerkt dat een onderscheid gemaakt dient te worden in de reguliere woningbouwruimte gebaseerd op de prognoses voor de woningbehoefte en de extra 150 woningen die met u zijn overeengekomen in de overeenkomst Centrale As. Wij hebben u er toentertijd op gewezen dat in de overeenkomst is opgenomen dat deze woningen zijn gereserveerd voor Zwaagwesteinde en Veenwouden onder de voorwaarde dat de woningen voor de bekende doelgroepen zullen worden gebouwd in het goedkope en betaalbare segment. Wij hebben in deze brief aangegeven te verwachten dat de projecten waaraan deze wQningen worden.toegewezen zullen passen binnen deze voorwaarden . De ruimte voor 150 extra woningen is onderdeel van bestuurlijke afspraken omtrent de realisatie van de Centrale As. De overeenkomst dateert uit 2007. De woningen zijn toegewezen als plus boven de reguliere woningbouwafspraken die zijn gebaseerd op de geprognotiseerde woningbehoefte voor de komende jaren. In artikel 10.2, lid 4 van de Overeenkomst Centrale As is het volgende opgenomen: De gemeente krijgt de mogelijkheid om de komende tien jaar 150 extra woningen (bovenop het contingent tot 2010) te bouwen, onder de voorwaarde dat de woningen voor de bekende doelgroepen zullen worden gebouwd (bijvoorbeeld starterswoningen, huishoudens met jonge kinderen, senioren, kortom steeds in het goedkope en betaalbare segment). In geval van onderuitputting zal dit verhoogde contingent in 2010 niet worden verrekend met het nieuwe richtgetal voor een volgende periode.
Deze afspraak moet de basis zijn voor de nadere uitwerking van uw woningbouwprogramma en voor de invulling van het bestemmingsplan De Bosk. In het door u vastgestelde woningbouwprogrammering, waarmee wij hebben ingestemd, geeft u op pagina 5 een overzicht van de onderverdeling van de aan u beschikbaar gestelde woningbouwruimte. Hierin is door u aangegeven dat de 58 woningen van Veenwouden zuIlen vallen onder de afspraken die zijn gemaakt in de overeenkomst Centrale As. Wij constateren echter dat de inzet van het plan Feanwälden De Bosk niet overeenkomt met die gemaakte afspraak. Een klein deel van het plan is wel in overeenstemming zijn met de Centrale As overeenkomst. Het gaat dan voornamelijk om de blok B, welke door u is gereserveerd voor starters. Daarbuiten echter zijn in het grootste deel van het plan bouwstroken opgenomen waar op de ' verbeelding en minimale oppervlakte voor het bouwperceel van 800 m2 is opgenomen. Gelet op de grootte van deze kavels moeten wij constateren dat u hiermee niet zult voldoen aan de voorwaarden die zijn opgenomen in het kader van de overeenkomst Centrale As (bouwen in
·2 / 3·
Ons kenmerk: 0 10783'12
" ..-
'CF
provinsje fryslän provincie fryslan "
(
het goedkope en betaalbare segment) en de woningbouwprogrammering met betrekking tot de toe te voegen kwaliteiten aan uw woningmarkt. Oplossing U moet het plan zodanig aanpassen dat de te bouwen woningen passen binnen de afspraak uit de Overeenkomst Centrale As. Dat zal moeten leiden tot kleinere, betaalbare kavels. Onvermijdelijke heeft die aanpassing ook gevolgen voor de benodigde ruimte in de verkaveling. Uitgaande van het overeengekomen aantal van 58 woningen zal een deel van de bouwstroken en daarmee van het plangebied moeten komen te vervallen.
Wij stellen voor om deze zienswijze in een bestuurlijk overleg nader te toe lichten. Voor de voorbereiding van dat bestuurlijk overleg nemen wij het initiatief.
Hoogachtend, G
Q
teerde Staten van Fryslän,
v ~ris
·3/3 ·
Ons kenmerk: 01078312
•
Bijlage overleg met provincie
Overleg met provincie over project Feanwalden-De Bosk 18 april 2012 Plaats: Provinciehuis Tijd: 13.30 uur Aanwezig: P. Braam (gemeente) J. Talma (gemeente) I. Buurstra (provincie) S. Douma (provincie)
Jacoba en Piet lichten het plan toe. De volgende opmerkingen/aandachtspunten zijn relevant voor de verdere planvorming : Men kan zich goed vinden in deze invulling van het woonprogramma aan de oostzijde va n het dorp; Over de beoogde woningtypen is er discussie: Grote kavels en dure doelgroepen vormen nu het hoofdbestanddeel van De Bosk. De vraag is of dit wenselijk is. Dit moet uit een nadere onderbouwing en uitwerking blijken; De minimale kavelgrootte van 800 m2 is in het licht van de huidige woning behoefte wellicht aan de hoge kant. Naast starters kan ook in een deel van het gebied gedacht worden aan niet-starters met een kleinere kavelomvang; Flexibiliteit in het in gebruik nemen van het gebied is goed, maar sturing op de beeldkwaliteit van het plangebied verdient daarbij extra aandacht; Het fenomeen van de agrarische enclave tussen de bebouwingsstroken in het plan is origineel en voegt aan het plan veel woonkwaliteit toe, maar vormt ook een valkuil in het provinciaal beleid: één strook zal binnen het stedelijk gebied vallen, maar de meest oostelijke bebouwingsstrook is door de planopzet bouwen in landelijk gebied. De suggestie om dit op te lossen is, om het open agrarisch gebied binnen het bestemmingsplan een stedelijke bestemming mee te geven, gericht op het nu al beoogde gebruik en het handhaven van de openheid; Overleg met Woon-Friesland over de bedoelingen van het project is wenselijk, in verband met de voortgang van het plan. Wellicht dat zij positief zijn en actief mee doen.
I ( I I I I
I ( I