Rapportage Audit Librijn Kwaliteitsinstrument Wethouder Brederodeschool

Rapportage Audit Librijn Kwaliteitsinstrument Wethouder Brederodeschool Auditteam: Geke de Jong (voorzitter) Hedi Schalekamp Ronald Stevens

De audit is uitgevoerd op 11 oktober 2011 en de bevindingen worden hierna vermeld. Het auditteam bedankt de basisschool Wethouder Brederode voor haar inzet en medewerking. I.

Lijst van gebruikte documenten Voorafgaand aan de auditinterviews heeft het auditteam kennis genomen van de volgende documenten: Schoolplan Jaarplan 2011-2012 Jaarevaluatie 2010-2011 Opbrengstenkatern 2010-2011 Inspectierapport november 2010 en juni 2011 Website van de school

Tijdens de audit heeft het auditteam verder nog kennis genomen van de volgende documenten: Handelingsplannen Schoolgids Portfolio leerkracht Zorgplan (verzameling van allerlei zorgdocumenten) Overzichten ontwikkelingsperspectief

II.

Lijst van geïnterviewden Twee leerlingen groep 8 (rondleiding) De locatiedirecteur De clusterdirecteur

Audit Wethouder Brederode School, 11 oktober 2011

Pagina 1 van 7

Twee ouders uit de ouderraad De interne begeleider Twee leerkrachten (groep 3 en 8) III.

Bevindingen naar aan leiding van de auditpunten

Audit punten wettelijk 1. De wethouder Brederodeschool voldoet aan de wettelijk gestelde eisen van schoolplan, schoolgids, zorgplan en onderwijstijd. 2. De gebruikte methodes voldoen aan de kerndoelen, mede ook omdat de methodes als voorgeschreven in de handleiding worden ingezet. 3. Er is een klachtenregeling opgenomen in de schoolgids. 4. Er is aansluiting met een tussenschoolse en naschoolse opvang. Kwaliteit van de tussenschoolse opvang is aandachtspunt voor de directie. Omdat de naschoolse opvang onvoldoende kinderen heeft, loopt de school risico op dit punt. Auditpunten onderwijskundig 1. De school heeft beleid geformuleerd ten aanzien van onderwijsinhoud. In de plannen staan veel doelen, die activiteiten inhouden. De echte speerpunten worden door de directie wel genoemd, maar zijn in de plannen onvoldoende zichtbaar. Als speerpunten worden genoemd, professionele cultuur, maximale uit kinderen halen/ opbrengsten omhoog, administratie op orde, rust in de school. 2. De school volgt de leerlingen systematisch. Kwantitatieve en kwalitatieve informatie wordt duidelijk verzameld en is beschikbaar voor alle betrokkenen. Het startniveau van de leerlingen wordt bepaald door middel van een intelligentietest in groep 4. Er is zorgvuldig en inzichtelijk aandacht voor de individuele ontwikkeling van alle kinderen. 3. Opbrengsten op leerlingniveau door jaren heen. Het ontwikkelingsperspectief wordt gemonitord en een stijgende lijn is te constateren. Maar hoe het kan dat eindopbrengsten van cito zwak zijn, kan niemand bevredigend beantwoorden. Wel worden diverse mogelijke factoren genoemd, maar een goede analyse is tot op heden niet gemaakt. Hoe kan het dat de ene groep beter scoort dan de groep in het andere jaar, ligt het aan intelligentieniveau leerlingen, aan leerkracht of iets anders. Een scherpere analyse is gewenst evenals het vaststellen van wat eventuele succesvolle interventies zijn geweest. Er kan dan beter en


Pagina 2 van 7

gerichter gestuurd worden op een verhoging van de tussentijdse- en eindopbrengsten. 4. De school heeft beleid geformuleerd ten aanzien van leerlingzorg. Vanaf groep 7 wordt gewerkt met groepsplannen. In groep 1 tot en met 6 zijn er handelingsplannen voor kinderen. Zorgleerlingen zijn leerlingen die zich anders ontwikkelen dan mag worden verwacht. Voor alle zorgleerlingen is er een handelingsplan, waarmee aantoonbaar resultaten worden geboekt. Het is onvoldoende concreet wanneer een kind een zorgleerling is. Het is onvoldoende duidelijk wanneer een kind een handelingsplan heeft; ongeveer 1/3 van de school heeft een plan. Ook de communicatie over de zorgplannen naar ouders is een verbeterpunt. Voor pluskinderen zijn er geen plannen, wel zijn er plusmaterialen waarmee ouders werken. De doelen zijn echter niet helder en worden door de docent niet of nauwelijks gevolgd. Er wordt niet gecheckt of een leerling zich meer of breder ontwikkelt. Inbreng/accent van de zorg in de hele school mag meer gericht zijn op ontwikkeling en minder op controle. De stap extra, de stap richting ontwikkeling, richting meer wordt niet gedaan. Het is vooral uitvoerend en controlerend, niet ontwikkelend. Rol IB’er mag hier wat sterker in zijn, meer initiërend. 5. De school heeft beleid geformuleerd ten aanzien van het pedagogisch klimaat. Er is een discrepantie tussen meningen over het pedagogisch klimaat in de school (ouders noemen groep 6 als probleemgroep, leerkrachten groep 7, locatiedirecteur de hele bovenbouw). In de beleidsplannen staan er smartdoelen geformuleerd over dit onderwerp. Zorgen worden echter niet gedeeld als zijnde: daar kunnen we wat aan doen en daar moeten we structureel wat aan doen. 6. Er is beleid geformuleerd ten aanzien van schorsen en verwijderen. Het is tijdens de audit niet besproken of dit wel eens wordt gebruikt. In de schoolgids wordt hier echter niets over vermeld. 7. ICT beleid is geformuleerd. De computers geven echter veel problemen waardoor structurele inzet van de computers voor de leerlingen problematisch is en demotiverend werkt. 8. De overdracht van de leerlingen is een onderdeel van het zorgbeleid. Auditpunten personeel 1. Alhoewel gezegd wordt dat veel gewerkt wordt aan professionele kwaliteit blijft teamontwikkeling richting een professionele, zakelijke


Pagina 3 van 7

onderwijscultuur een belangrijk aandachtspunt. Het samen kijken wat er echt toe doet om het maximale uit kinderen te halen, het samen aanspreken op uitvoering van afspraken en het samen reflecteren op de vraag doen we de goede dingen en doen we deze goed, is een verbeterpunt. 2. Er worden personeelsgesprekken conform afspraak gevoerd. De kwaliteit van functionerings- en beoordelingsgesprekken en het portfolio, alsmede de verantwoordelijkheidsdiscussie en het zich eigenaar voelen van de persoonlijke kwaliteit, behoeven een verbetering. Voor de leiding 2 vragen: waarin geef je ruimte, waarin en wanneer geef je die niet, en waar stop je energie in. Ook kan het gesprek over de verwachte, professionele invulling van een functie helpen om de wederzijdse beelden en afspraken te verduidelijken. 3. Het taakbeleid/ de taakbrieven zijn nog niet afgerond. 4. De directeur brengt klassenbezoeken. Ter verbetering van de onderwijskwaliteit kan dit instrument effectiever worden ingezet. 5. Er is een goede samenwerking tussen locatiedirecteur en clusterdirecteur, gebaseerd op onderling vertrouwen. In managementstijl en aanpak zitten verschillen die elkaar kunnen versterken. Vanuit eigen taak en verantwoordelijkheid geeft de locatiedirecteur sturing aan team en uitvoering plannen. 6. De locatiedirecteur heeft een werktijdfactor voor 0,8. Tijdverlies voor de school treedt op door het werk voor de Leonardolocatie. 7. De geplande personeelsenquête is nog in voorbereiding. Auditpunten ouders 1. Ouders krijgen 2 wekelijks een nieuwsbrief, die ook op de website staat. 2. Via de website is algemene belangrijke informatie over de school en het onderwijs beschikbaar en goed toegankelijk. 3. Tijdens de jaarlijkse informatieavond zijn ouders geïnformeerd over het schoolplan en is informatie per groep gegeven. 4. Ouders weten geen aandachtspunten te benoemen, ook niet uit de schoolgids (wel de geïmplementeerde ontwikkeling van coöperatief leren). Ouders zijn tevreden over de nieuwe schoolgids die veel compacter is dan de voorgaande. Winst is te boeken door de informatie te beperken en speerpunten te benoemen.


Pagina 4 van 7

5. De kwaliteit van de contacten is erg wisselend per leerkracht. Ondanks dat er vele informatiekanalen zijn richting ouders, is te overwegen om een aantal basisafspraken (voor alle kinderen, met nadruk voor de plus) te maken over de communicatie naar ouders toe over de schoolprestaties/het welbevinden e.d. Ouders geven aan vaak laat geïnformeerd te zijn over zorgen en over de resultaten van de handelingsplannen. Ouders geven aan dat er meer en actiever gebruik gemaakt kan worden van e-mail om de ouders gericht te informeren. 6. Wenselijk is het om gedragsregels vast te stellen over hoe om te gaan met sociale media (inclusief e-mail) als communicatiemiddel met ouders. 7. De geplande ouderenquête is op moment van de audit nog niet afgenomen. Auditpunten financieel De aangetroffen chaos in de administratie heeft veel tijd van de locatiedirecteur gevraagd. Materiële middelen zijn in het verleden ingezet voor aanstellingen personeel. Openheid naar team en medezeggenschapsraad heeft gezorgd voor begrip in doorvoeren van noodzakelijke bezuinigingen. Auditpunten kwaliteit 1. Leerlingresultaten worden structureel geëvalueerd. Uitvoerend (leerling)niveau is op orde, er wordt hier ook stevig op gecontroleerd. Winst kan nog geboekt worden in het verbeteren van de analyse. 2. Het auditteam heeft niet vast kunnen stellen dat het onderwijsleerproces regelmatig wordt geëvalueerd. Opbrengsten op leerlingniveau door de jaren heen en het ontwikkelingsperspectief wordt gemonitord. 3. Schoolplannen, jaarevaluaties zijn zeer uitgebreid en brengen geen echte focus aan. Het zijn meer actielijsten, waarbij het soms op niveau van taken zit waar iemand voor verantwoordelijk is of kan zijn. Daardoor ontstaat veel vertraging/ruis. Geef werk-/verbetergroepen (thema) een duidelijk doel en beoogd resultaat mee, zodat de opdracht duidelijk is en de slagvaardigheid wordt vergroot. Auditpunten medezeggenschap 1. Er is een medezeggenschapsraad. Afgelopen maanden is door de directie winst geboekt in het geven van openheid over bijv. financiën en


Pagina 5 van 7

onderwijsopbrengsten. De medezeggenschapsraad kan steviger zijn positie innemen. Ook de relatie tussen medezeggenschapsraad en ouderraad (praktisch, beleids) kan sterker worden gelegd. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad mag meer als vertegenwoordiging van de ouders optreden en de personeelsgeleding meer als vertegenwoordiger van al het personeel. In de communicatie en onderlinge afstemming is vooral winst te boeken. 2. Over verslaglegging en besluitvorming heeft het auditteam zich geen mening gevormd. Overige auditpunten 1. In een aantal gevallen hebben protocollen, beleidsrichtlijnen en formats geen duidelijke status. De status van de documenten kan verbeteren door het gebruik maken van logo’s en duidelijke voetteksten. 2. Het is ook relevant om periodiek de bestaande procedures en richtlijnen te herijken op actualiteit en bruikbaarheid. Hierover zijn geen afspraken of “bewijzen” aangetroffen. Advies Het auditteam constateert de volgende punten voor de WBS om gericht aan te werken (in willekeurige volgorde). Inzicht krijgen in de huidige opbrengsten en de discrepanties die daarin voorkomen. Vaststellen van eventuele acties om de opbrengsten gericht te verhogen. Per schooljaar duidelijke momenten vaststellen waarin de ouders gericht en persoonlijk geïnformeerd worden over de resultaten van hun kind. De medezeggenschapsraad stimuleren om een meer actieve invulling te geven van hun rol en positie. Het verbeteren van de professionele cultuur binnen de school door de gesprekscyclus zorgvuldig uit te voeren en afspraken te maken met de individuele docenten, door actief te werken aan de teamontwikkeling door enkele inhoudelijke speerpunten samen aan te pakken (bijv. opbrengsten, plusconcept, zorg) en daarover verbeterde afspraken te maken. Door een duidelijke invulling van de leiderschapsrol in enerzijds stellen van beleidskaders en spelregels voor het professionele handelen (verschil tussen wat moet, mag en kan), anderzijds door interventies te plegen daar


Pagina 6 van 7

waar afgeweken wordt (daar waar duidelijke afspraken over gemaakt zijn). Die onderwerpen die nog niet gerealiseerd zijn in het referentiekader van Librijn versneld te realiseren. Kwaliteit en organisatie van buitenschoolse opvang als item in de ouderenquête opnemen. Eventuele nieuwe afspraken met opvangorganisaties kunnen dan conform de wensen van ouders worden ingevuld.


Pagina 7 van 7

Rapportage Audit Librijn Kwaliteitsinstrument Wethouder Brederodeschool

Recommend Documents