RAADSVOORSTEL De raad der gemeente Sliedrecht.
Agendapunt 7 Sliedrecht, 21 januari 2005
Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst gemeente Sliedrecht en Adriaan van Erk Projecten B.V(AVE). en overeenkomst gemeente Sliedrecht en Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden(ROM-D) voor de ontwikkeling en uitvoering van de woningbouwlocatie Baanhoek-West
Al een reeks van jaren is het wel of niet bouwen in Baanhoek-West onderwerp van discussie. De locatie wordt globaal begrensd door de A15, de gemeentegrens langs Papendrecht, de dijk Baanhoek en de spoordijk van de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen. Op 24 juni 1991 besloot de raad akkoord te gaan met het opstellen van een stedenbouwkundige visie en haalbaarheidsstudie door Kuiper Compagnons te Rotterdam voor de locatie BaanhoekWest in combinatie met Oostpolder, gemeente Papendrecht. Voorheen, 1982 en volgende jaren, was het op basis van intergemeentelijk- en provinciale beleid de bedoeling Baanhoek-West met het Land van Matena een bedrijvenbestemming te geven . Ook op lokaal niveau -programma-akkoord voor de raadsperiode 1983-1986 en de werkgelegenheidsnota-sprak de raad zich positief uit voor een mogelijke uitbreiding van gemeentelijk bedrijfsterrein in Baanhoek-West. Aanleiding tot het opstellen van een structuurvisie waren de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening en de Vierde Nota Extra van het Rijk en het Streekplan Zuid-Holland Zuid alsook de Nota Beslispunten van de provincie Zuid-Holland . Het rijk stelde een verstedelijkingsbeleid voor, dat door de provincie door middel van een verstedelijkingsrichting in het Streekplan Zuid-Holland Zuid werd vastgesteld en vervolgens in het bouwscenario Drechtsteden 1990-2005 aan de hand van nader aangeduide woningbouwlocaties verder werd uitgewerkt. Voor de Alblasserwaard waren dat de woningbouwlocaties Oostpolder-gemeente Papendrecht- in combinatie met Baanhoek-Westgemeente Sliedrecht. 000006
Uit de door Kuiper Compagnons uitgebrachte structuurvisie bleek dat woningbouw in Baanhoek-West gecombineerd met Oostpolder( later ook Land van Matena) stedenbouwkundig verantwoord is en dat een goede verantwoorde samenhang is te maken tussen Oostpolder en Baanhoek-West met behoud van eigen identiteit. De samenhang van diverse thema´s komt in de
-2structuurvisie op een heldere manier tot uitdrukking. De hoofdstructuur heeft voldoende flexibiliteit om in de toekomst op actuele ontwikkelingen te kunnen reageren Voor Baanhoek-West ontstond een woningbouwprogramma van circa 900 woningen, waarvan 30 % in de sociale sector en 70% in de vrije sector. Hierbij werd uitgegaan van de bouw van gemiddeld 112 woningen per jaar, gerekend over een periode van 8 jaar, vanaf 1997 tot en met 2004. Een voorlopige exploitatieberekening gaf een tekort aan van f 14,1 miljoen( € 6.4 miljoen). Dat tekort zou kunnen verminderen door mogelijk te ontvangen Vinex-subsidies en optimalisering van het plan. Op 19 december 1994 besloot de raad in te stemmen met de structuurvisie Baanhoek-West en werd vervolgens besloten de structuurvisie uit te werken in een bestemmingsplan en de daarbij behorende exploitatieopzet te verfijnen. De motivatie daartoe was het voorkomen van stagnatie in de woningbouw en de noodzaak vanuit Vinex om de locatie Baanhoek-West in combinatie met Oostpolder te ontwikkelen. Kuiper Compagnons heeft in overleg met de gemeente Sliedrecht in december 1996 een ontwerp-bestemmingsplan afgerond, dat in het kader van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (BRO) om commentaar is toegestuurd naar diverse instanties. Die instanties hadden tot 9 april 1997 de gelegenheid op het plan te reageren Na ontvangst en verwerking van de reacties is het plan in procedure gebracht en hebben ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijke-en rechtspersonen op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening inspraak gehad. Er is een informatieavond belegd, waarna gedurende een periode van 4 weken schriftelijke zienswijzen kenbaar konden worden gemaakt. Op 18 december 2000 heeft de raad kennis genomen van de zienswijzen en de daarop gegeven reactie zoals verwoord in het bestemmingsplan. Tevens stemde de raad er mee in dat het bestemmingsplan in procedure zou worden gebracht voor de inspraak. Het ontwerp-bestemmingsplan voorziet in het planologisch mogelijk maken van woonbebouwing aan de westzijde van de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen, bedrijfsbebouwing aan de noordzijde van het plangebied aansluitend aan de Rijksweg A15 en het leggen van een consoliderende bestemming voor de bestaande bebouwing aan Baanhoek. Op 3 maart 2003 heeft de raad het bestemmingsplan Baanhoek-West met een staat van wijzigingen vastgesteld. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan zijn slechts enkele bedenkingen ingediend bij de provincie. De provincie heeft het bestemmingsplan goedgekeurd op 7 oktober 2003.Aan enkele percelen gelegen in de dijkstrook is door de provincie goedkeuring onthouden. Hiervoor komt nog een wijzigingsvoorstel. Verwervings-grondbeleid. Nadat begin negentiger jaren de Vierde Nota over de Ruimtelijke Nota Extra het licht zag, hebben bouwbedrijven en projectontwikkelaars volop gronden aangekocht op de Vinex-locaties. Die locaties staan precies omschreven in de Vinex, zodoende is een levendige handel ontstaan. Dat gold ook voor Baanhoek-West en na het verschijnen van de structuurvisie. De gemeente Sliedrecht kocht geen gronden aan zolang er geen sprake was van een vigerend vastgesteld bestemmingsplan, een beleid dat was vastgesteld op basis van vroegere aankopen en hoge rentes waardoor boekwaarden ontstonden die niet verantwoord waren. Voorts speelde in Sliedrecht nog steeds de politieke discussie over het wel of niet bouwen ten noorden van de spoorlijn. Een hoog percentage( 90% ) van de grond in Baanhoek-West is aangekocht door ontwikkelaars/aannemers, waarbij Adriaan Van Erk Projecten te Bergambacht het leeuwendeel ruim 70%- van de gronden aankocht.
-3Vanaf 1994 tot heden heeft de gemeente Sliedrecht contacten onderhouden met Van Erk, waarbij Van Erk tevens als gesprekspartner optrad van Buronco en Blokland te Hardinxveld-Giessendam. Omdat de haalbaarheidsonderzoeken behoorlijke tekorten op de grondexploitatie te zien gaven, bood Van Erk aan te onderzoeken of er sprake zou kunnen zijn van een zogenoemde private ontwikkeling, door en voor eigen risico. In 1997 bleken na uitvoerige besprekingen en uitwisselen van informatie de voorwaarden van een private ontwikkeling voor de gemeente niet aantrekkelijk. De gemeente besloot te kiezen voor de traditionele ( publieke) grondexploitatie, te weten de gemeente neemt de grondexploitatie voor haar rekening (en risico) en de private partij de bouw van de woningen. De gronden in bezit van de ontwikkelaars moeten volgens deze methode worden overgedragen aan de gemeente, waarbij de inbrengende partij een bouwclaim krijgt. De exploitatieopzet gaf in mei 1998 een tekort te zien van 11 miljoen gulden( € 5 miljoen), een tekort dat als maximaal moest worden gezien wat door diverse ingrepen zou kunnen worden verminderd maar toch nog aanzienlijk zou zijn. De raad stemde er op 25 mei 1998 mee in de onderhandelingen met grondeigenaren/bouwbedrijven te hervatten. Op 2 juli 1998 zijn de gesprekken tussen de gemeente en de projectontwikkelaar hervat. Met Van Erk werd afgesproken het plan te optimaliseren maar gelijktijdig ook rekening te houden met gewijzigde woonwensen( grootte kavels en kwaliteit ). Op 23 april 1999 lag er een aangepast/verbeterd plan dat de instemming had van Van Erk en de gemeente. De uitwerking paste binnen de kaders van het plan Kuiper Compagnons zoals door de raad geaccordeerd. De vervolgopdracht was hier een nieuwe grond kostprijscalculatie voor op te stellen. Over en weer zijn diverse kostenopzetten uitgewisseld, waarbij steeds weer bleek dat er aanzienlijke tekorten waren. Een financiële toets door Kuiper Compagnons op basis van het geoptimaliseerde plan ( 854 woningen in plaats van 1000 ), gaven mede afhankelijk van de bouwperiode forse tekorten te zien. Verschillen van inzicht tussen de gemeente en Van Erk waren er vooral als het gaat om een gemiddelde grondkavelprijs onder een woning. De gemeente hanteerde een gemiddelde grondprijs van f 100.000,--, ( € 45.400,--) terwijl Van Erk op f 80.500,--( € 36.530,--) hanteerde. Hierbij verzuimde Van Erk aan te geven hoe hoog zijn kostenkant was. De gemeente kon op een budgettair neutrale positie uitkomen indien de grondprijzen fors omhoog zouden gaan. Van Erk vond de grondprijzen die de gemeente hanteerde echter niet verantwoord. Tenslotte gaf Van Erk aan het hele plan voor eigen rekening en risico te willen exploiteren, uitgaande van een grondprijs van f 80.500,-- en een bouwperiode van 7 jaar. De Grienden zou als referentie dienen voor het bouw-en woonrijpmaken. Winsten die uit het plan mochten ontstaan voor wat betreft de grondexploitatie zouden op fifty-fifty basis gedeeld worden. De vastgoedexploitatie zou geheel voor rekening en risico van Van Erk zijn. Op 16 november 2001 is in stuurgroepverband, behoudens goedkeuring college en raad, het volgende afgesproken: Van Erk zal een concept-intentieovereenkomst op laten stellen, die ter beoordeling aan de gemeente zal worden voorgelegd. Hierbij wordt er van uitgegaan dat Van Erk voor eigen rekening en risico bouw-en woonrijp maakt en bouwt, dat met inachtneming van gemaakte afspraken. Een belangrijk financieel uitgangspunt is dat de grondkostprijscalculatie van de gemeente als uitgangspunt dient en op budgettair neutraal uit zou moeten komen, waarbij ook de kosten van de tunnel onder de spoordijk e.d. worden meegenomen. Aan de overeenkomst zullen bijlagen worden toegevoegd waaronder exacte financiële uitgangspunten.
-4Op 22 maart 2002 was er een conceptsamenwerkingsovereenkomst, waaraan nog geen bijlagen waren toegevoegd. Door Van Erk werd een jurist van Bouwfonds ingeschakeld voor het uitwerken van de intentieraamovereenkomst. Van gemeentezijde werd na diverse interne rondes besloten een externe jurist( Veldhuijzen, Schep en Nuiten) in te schakelen voor het mede helpen opmaken van de raamovereenkomst. In werkgroepverband- gemeente en Van Erk en externe adviseurs is intensief en in nauw overleg een raamovereenkomst opgesteld in de lijn van de gemaakte afspraken. Redactioneel heeft de gemeente ( op advies van genoemde jurist) veel wijzigingen aan kunnen brengen en bestond aan het eind van de rit overeenstemming. De raamovereenkomst als zodanig is door de gemeente ook voorgelegd aan Deloitte en Touche. Deloitte en Touche heeft de overeenkomst grondig doorgenomen en concludeert bij schrijven d.d. 7 oktober 2002 het volgende: De gekozen opzet, zoals in essentie vastgelegd in de raamovereenkomst, kan op zich voor de gemeente zonder financiële risico´s vorm krijgen. Het verdient aanbeveling om de huidige redactie van de raamovereenkomst op onderdelen te wijzigen. Zie hiervoor onze opmerkingen. Een andere variant waarin de gemeente opdrachtgever wordt voor de realisatie van het openbare gebied, zal voor de gemeente- wat de fiscaliteit betreft- tot eenzelfde situatie kunnen leiden. Vanwege de andere activiteiten van Van Erk binnen het plangebied is de laatste variant vanuit organisatorisch oogpunt echter minder aantrekkelijk. Naar aanleiding van de opmerkingen van Deloitte en Touche zijn in de raamovereenkomst de voorgestelde wijzigingen aangebracht. Task force Omdat woningbouw op diverse locaties in de Drechtsteden qua ontwikkeling achter bleven is vanuit Drechtsteden een inventarisatie gemaakt van de knelpunten die zich voordoen . Hiervoor is ook Baanhoek-West onder de loep genomen. Gesprekken hebben plaats gevonden -ambtelijk op 1 juli 2002 en bestuurlijk op 14 november 2002. Vanwege die interventie stokte de afronding van de raamovereenkomst en bleven nog openstaande vragen onbeantwoord. Genoemde ambtelijke en bestuurlijke gesprekken en de uitkomsten daarvan gaven het college op 7 januari 2003 aanleiding het programma bureau Task-force Drechtsteden te vragen de gemeente Sliedrecht te adviseren over de verdere aanpak van Baanhoek-West, vooral waar het gaat om: a. de wijze van sturing; b. de financiële quick scan van de huidige grondexploitatie; c. het programma; d. de organisatie. Bij brief d.d. 8 januari 2003 verzocht het college de regio Drechtsteden een offerte uit te brengen voor het beantwoorden van een aantal vragen zoals hiervoor vermeld. Het programma bureau Task Force is aan de slag gegaan en schakelde voor de financiële scan, een plancontroller van O.P.P. Ontwikkelings-en Participatie Publieke Sector B.V. in. Op ambtelijk niveau hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden en zijn relevante stukken uitgewisseld. De resultaten van de financiële quick scan zijn besproken in de college vergaderingen van respectievelijk 11 en 15 april 2003. De conclusie van de rapportage is dat er alleen een sluitende grondexploitatie kan worden verkregen indien: a. voor alle vrije-sectorkavels de grondprijzen met 17% worden verhoogd; of b. het woningbouwprogramma wordt gewijzigd van 70-30 naar 75-25- v.s- soc.- en de prijzen
-5voor de vrije sector wordt verhoogd met 9 %. Met de resultaten van de quick scan is het college er van overtuigd dat met diverse aanpassingen een budgettair neutrale situatie grondexploitatie is te verwezenlijken. Ten aanzien van de organisatiestructuur wordt voorgesteld Baanhoek-West projectmatig aan te pakken, waarbij gewerkt wordt met een stuurgroep, projectgroep en werkteams, waarbij de gemeente een nadrukkelijke regie rol heeft in gezamenlijkheid met marktpartijen. Via een samenwerkingsovereenkomst dienen juridische en financiële zaken te worden vastgelegd. Aanjaagteam Minsterie van VROM De woningbouwproductie in ons land blijft achter bij de behoefte. De Minister van VROM wil aan deze ontwikkeling een einde maken en wenst regio’s en gemeenten met een grote bouwopgave onder de noemer Premie op Prestatie op het nakomen van de productieafspraken aan te spreken. In dat kader heeft de minister aanjaagteams, bestaande uit accountmanagers van het ministerie van VROM en onafhankelijke experts op het gebied van de stedelijke ontwikkeling ingesteld. De aanjaagteams worden ingeschakeld om de desbetreffende bouwgemeenten te ondersteunen bij de oplossing van problemen met betrekking tot de bouwproductie. Nadat al eerder zoals hiervoor aangegeven de regionale Taskforce Drechtsteden een advies aan de gemeente Sliedrecht heeft uitgebracht, is op verzoek van diezelfde regionale Taskforce en in samenspraak met college van burgemeester en wethouders in november 2003 het VROM aanjaagteam ingeschakeld. Het team heeft als opdracht een gekwalificeerd advies uit te brengen aan het college van Sliedrecht, de regionale Taskforce en de Minister van VROM. Het team heeft op 26 januari 2004 advies uitgebracht. Samenvattend luidt het advies als volgt: Het moment is er om snel tot uitvoering van de projectorganisatie te komen. Het beleid is duidelijk, er ligt een uitstekend stedenbouwkundig plan. De opgave is op zich niet zo complex en eenvoudig projectmatig te operationaliseren. Het college zorgt: a. zo spoedig mogelijk voor het invoeren van het projectorganisatiemodel en het aanstellen van een projectdirecteur. b. tot toepassing van het turnkey model voor de realisatie van Baanhoek-West. c. draagt er zorg voor dat de besprekingen over de samenwerkingsovereenkomst worden afgerond, zodanig dat de overeenkomst door partijen wordt geaccordeerd. d. zorgt dat de onderhandelingen over de grondprijsvorming met de grootste spoed worden afgerond. De planning moet erop gericht zijn dat uiterlijk begin 2005 met de aanleg van de locatie wordt begonnen. Op 10 februari 2004 besluit het college het advies van het aanjaagteam integraal over te nemen en het projectmanagement uit te besteden aan ROM-D bureau Drechtsteden. Na 10 februari 2004 vinden op ambtelijk en bestuurlijk niveau gesprekken plaats met Van Erk en ROM-D om zaken door te spreken en tot afrondende afspraken te komen. Op 21 april en 25 mei 2004 worden nog openstaande zaken doorgesproken.De eindconclusie is dat er volledige overeenstemming over: a.
-6de samenwerkingsovereenkomst b. de organisatie, doelstelling, zekerheidsstelling en c. een sluitende grondexploitatie waarin de kosten van ROM-D en gemeente zijn meegenomen. Ten aanzien van het particuliere opdrachtgeverschap, alternatieve energie en duurzaam bouwen, kosten ROM-D en gemeente, planning, woningdifferentiatie en maatschappelijke voorzieningen is, na herhaaldelijk gevoerd overleg op de volgende wijze consensus bereikt: a. particulier opdrachtgeverschap. In Baanhoek-West kunnen 60 kavels worden uitgegeven voor particuliere vrije sectorwoningen. 40 kavels worden projectmatig ontwikkeld, gelijk de overige projectmatige woningen in het plan. Voor de andere 20 kavels geldt dat AVE, op schriftelijk verzoek van de gemeente, en indien en voorzover hiertoe de marktomstandigheden aanleiding geven, verplicht is deze kavels aan eindverkrijgers, te vervreemden, teneinde de eindverkrijgers in staat te stellen om, met inachtneming van het beeldkwaliteitsplan, een woning te realiseren. b. alternatieve energie.-duurzaam bouwen. Uitgangspunt voor Baanhoek-Merwebolderterrein en Baanhoek-West is dat in plaats van traditionele energievoorziening alternatieve energievoorzieningen zouden worden toegepast om de uitstoot van CO2 te beperken. In de praktijk blijkt het toepassen van alternatieve energie hogere kosten met zich mee te brengen en kleven daaraan technisch praktische bezwaren. Een milieurendement kan eveneens worden bereikt door specifieke aandacht te besteden aan duurzaam bouwen.De gemeente Sliedrecht is op regionaal niveau een convenant duurzaan bouwen aangegaan. In het convenant vastgesteld door de raad november 2000 is afgesproken dat ten aanzien van de milieueisen wordt gestart met niveau C en dat na twee jaar zal worden overgegaan op niveau B. Met van AVE is afgesproken dat indien het uitvoeren in niveau B dermate extra kosten voor AvE zal meebrengen dat een dergelijke uitvoering door EVE redelijkerwijs niet gevergd kan worden dan zal AVE dit beargumenteerd als beslispunt voorleggen aan de projectgroep. c. kosten ROM-D en gemeente. De directe kosten die ROM-D maakt inclusief de kosten gemeente worden in een sluitende grondexploitatie meegenomen. De algemene gemeentelijke kosten Baanhoek-West worden bij een actieve gemeentelijke grondpolitiek toegerekend via het product Bouwgrondexploitatie Algemeen. Het gaat daarbij om een bedrag van € 60.000,-- per jaar. Deze algemene kosten zijn niet in de exploitatieopzet mee genomen omdat de grondexploitatie en uitvoering daarvan voor rekening en risico van Van Erk plaats vinden. De algemene kosten voor 2005 kunnen worden bekostigd uit de Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw. Omdat de algemene kosten structureel zijn zullen in het kader van de behandeling van de Zomernota structureel te nemen maatregelen voor 2006 en volgende jaren worden voorgesteld. d. planning. De planning is taakstellend en gaat uit van het starten van het bouwen van de eerste 200 woningen in 2005, gevolgd door vervolgens ruim 100 woningen per jaar. e. woningdifferentiatie. Het totale aantal te bouwen woningen betreft 860 minimaal waarvan 25% in de sociale sector en 75% in de vrije sector. Hierop is de exploitatieopzet sluitend. Om aan het percentage van 30% volgens het bouwscenario Drechtsteden te voldoen en om ruimtelijk en financieel mogelijkheden te creëren voor maatschappelijke voorzieningen als een sporthal, school en wijkvoorzieningen is besloten 100 woningen extra te bouwen, waarvan 40 woningen in de sociale sector. Deze 40 woningen worden toegevoegd aan het woningbouwprogramma van 860 woningen waardoor een percentage van 30% in de sociale sector kan worden gerealiseerd. f. maatschappelijke voorzieningen.
-7AVE zal er voor zorgdragen, dat in totaal 6500 m2 bouwrijpe grond binnen het plangebied aan de gemeente wordt verkocht ten behoeve van nader te concretiseren maatschappelijke doeleinden. De gemeente zal hiervoor een bedrag vergoeden gelijk aan de nader te bepalen kosten bouw-en woonrijpmaken.
ROM-D heeft naar aanleiding van gevoerd overleg een Startdocument opgesteld dat bij brief d.d. 7 juni 2004 aan ons college is toegestuurd. De brief en het startdocument zijn besproken in de Commissie Ruimte en Groen van 23 augustus 2004. In het startdocument wordt ingegaan op een aantal planuitgangspunten. In het startdocument wordt zonder diep op de materie in te gaan ingegaan op: a. de inschakeling van ROM-D, die integraal wordt ingeschakeld voor de uitvoering van Baanhoek-West; b. de planuitgangspunten: • bestemmingsplan; • woningbouwprogramma; • de grondexploitatie; • de raamovereenkomst; • de planning en fasering; • programma van eisen civieltechniek; • programma van eisen openbare ruimte. De planuitgangspunten zoals beschreven in het startdocument spreken voor zich en lopen in hoofdlijnen in de pas met de gemaakte afspraken. Kortheidshalve wordt verwezen naar de startnotitie. In de startnotitie wordt tevens ingegaan op de sturing en organisatie. De verantwoordelijkheid voor het project en de (dagelijkse) regie berust bij ROM-D. De bestuurlijke verantwoordelijkheid berust bij de gemeente. De ontwikkeling vindt plaats in nauwe samenwerking tussen ROM-D en Van Erk. De organisatie is zo vorm gegeven dat de aansturing van het project in het voortraject plaatsvindt. Voor het project is gekozen voor een projectmatige aanpak in een projectmatig gestuurde organisatie. Deze organisatie bestaat uit een tweetal niveaus, namelijk een stuurgroep en een projectgroep bij voorkeur ondersteund door enkele werkteams. De ROM-D coördineert en begeleidt op beide niveaus. Zowel de gemeente als Van Erk zijn op beide niveaus vertegenwoordigd. De samenwerkingsovereenkomst, de grondexploitatie en het programma zijn uitvoerig doorgenomen tussen de gemeente,Van Erk,ROM-D en adviseurs. Doel en uitgangspunten van de samenwerkingsovereenkomst zijn dat partijen, de gemeente Sliedrecht en Adriaan Van Erk Projecten BV ( AVE)door middel van het sluiten van deze overeenkomst de voorwaarden wensen vast te leggen waaronder zij voor rekening en risico van AVE: A. De integrale locatieontwikkeling zullen (doen) bewerkstelligen en het uit de Integrale locatieontwikkeling voortvloeiende positieve projectresultaat gezamenlijk gelijkelijk zullen verdelen, evenals B. De voorwaarden vast te leggen waaronder AVE over zal gaan tot verwezenlijking voor eigen rekening en risico van de projectontwikkeling.
-8C. Partijen ervoor zorgdragen dat de Integrale locatieontwikkeling tenminste sluitend zal zijn, doch komen overeen dat de gemeente niet zal participeren in een negatief resultaat met betrekking tot de Integrale locatieontwikkeling. Indien besluiten van hogere overheden c.q. uitspraken van de (bestuurs-) rechter het publiekrechtelijk planologische kader voor het plangebied wijzigt zijn de de daaruit eventueel voortvloeiende nadelige gevolgen voor de integrale locatieontwikkeling voor rekening en risico van partijen komen en zullen deze in de integrale locatieontwikkeling worden verdisconteerd. Wijziging van het planologische kader ten gevolge van publieke besluitvorming van de gemeente met daaruit voortvloeiende nadelige gevolgen voor de locatie-projectontwikkeling is voor rekening en risico van de gemeente. In beide gevallen zal wel eerst nadrukkelijk onderzocht worden of binnen de exploitatie financieel passende oplossingen kunnen worden aangedragen. I De gemeente zal de nodige publiekrechtelijke werkzaamheden voorbereiden en toezien op de uitvoering daarvan en zich inspannen voldoende planologische contingenten voor het Plan te verkrijgen. Partijen zullen hun respectievelijke werkzaamheden ter verwezenlijking van het hiervoor beschreven doel steeds verrichten met inachtneming van het Startdocument, het document bestaande uit het door de raad vastgestelde en door de provincie goedgekeurde bestemmingsplan Baanhoek-West, het civieltechnische Programma van Eisen , de planning , het woningbouwprogramma en de grondexploitatieberekening. In de samenwerkingsovereenkomst wordt onder andere aandacht besteed aan; a. de organisatiestructuur; b. de eigendomsoverdracht van gronden en verwerving van restgronden; c. de uitgifte van grond; d. het bouw-en woonrijp maken van het plangebied; e. oplevering openbaar gebied; f. de planontwikkeling; g. de projectontwikkeling’; h. een regeling in geval van geschillen. Aan de overeenkomst zijn veertien bijlagen toegevoegd die van wezenlijk belang zijn vanwege de diverse verwijzingen daar naar vanuit de overeenkomst. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden heeft een offerte uitgebracht de coördinatie van het plan( planvoorbereiding, toetsing, bewaking en controle), de contractbegeleiding inclusief de rapportage verzorgen en eventueel een toelichting in het college en de raadscommissie conform het gestelde in de startnotitie. De kosten daarvan evenals die van de gemeente zijn verdisconteerd in de exploitatieopzet behorend bij de raamovereenkomst. Voor het aangaan van een overeenkomst tussen de gemeente Sliedrecht en ROM-D zijn van toepassing de bepalingen van de “Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau RVOI-2001. Wij stellen uw raad voor: A. In te stemmen met: het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met Adriaan van Erk Projecten B.V. , gevestigd en kantoorhoudende te Bergambacht, en rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder Bouwfonds Property Development B.V.
-9B. Het contracteren van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden voor de integrale uitvoering van het bestemmingsplan Baanhoek-West en organisatorisch ingebed zoals in de startnotitie is weergegeven en contractueel vastgelegd in de “Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever adviserend ingenieursbureau RVOI-2001. C, Een krediet van € 60.000,-- beschikbaar te stellen voor dekking van de kosten Bouwgrondexploitatie Algemeen in 2005 en deze te dekken uit de Reserve Egalisatie Grondkosten Woningbouw en de structurele kosten voor 2006 en volgende jaren mee te nemen in de Zomernota 2005.
De leden van de commissie Ruimte en Groen wensen het voorstel nog nader te bespreken in de raad. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée