Questions et réponses écrites. Schriftelijke vragen en antwoorden BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

QRVA 50 150

QRVA 50 150

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

————

————

Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites

23 - 12 - 2002

2434 KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19024

AGALEV-ECOLO CD&V FN MR PS cdH sp•a VLAAMS BLOK VLD VU&ID

: : : : : : : : : :

Anders gaan leven / Ećologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christen-Democratisch & Vlaams Front National Mouvement Réformateur Parti socialiste centre démocrate Humaniste socialistische partij anders Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)

Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering

Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

KAMER • 5e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19025

INHOUD

SOMMAIRE

II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. Blz./Page 19029 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).

Blz./Page 19039

Blz. Pages Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

—

Premier ministre

Vice-premier ministre 19039 et ministre de l’Emploi —

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

—

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

Vice-premier ministre 19040 et ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Binnenlandse Zaken

19042 Ministre de l’Intérieur

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen

Ministre des Affaires sociales 19044 et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

—

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration

Minister van Landsverdediging

19046 Ministre de la Défense

Minister van Justitie

19048 Ministre de la Justice

Minister van Financie¨n

19051 Ministre des Finances

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand

—

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, 19059 chargé de la Politique des grandes villes

Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw

Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, 19062 chargée de l’Agriculture

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

—

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

—

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

—

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19027

III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Blz./Page 19065

Blz. Pages Eerste minister

—

Premier ministre

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

—

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

—

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale 19065 et de l’Ećonomie sociale


Vice-premier ministre 19069 et ministre de la Mobilité et des Transports


—

Ministre de l’Intérieur


—

Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

—

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration


—

Ministre de la Défense


19093 Ministre de la Justice


19104 Ministre des Finances


—


Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, 19107 chargé de la Politique des grandes villes

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw

—


Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture

Ministre de la Protection de la consommation, 19109 de la Santé publique et de l’Environnement

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

—

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie 19128 et au Développement durable

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

—

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.


2002

2003

Blz./Page 19131


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19029

I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date

Vraag nr. Question no

Auteur

Blz. Page

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 4- 4-2000 30- 5-2000 19- 1-2001 13- 2-2001 14- 2-2001 29- 3-2001 4-12-2001 4-12-2001 28-12-2001 15- 2-2002 24- 4-2002 27- 6-2002 24- 7-2002 3- 9-2002 3- 9-2002 27- 9-2002 30- 9-2002 8-11-2002 8-11-2002 19-11-2002

86 106 168 177 178 191 305 306 313 330 354 370 373 377 379 384 385 397 398 400

19-11-2002

401

Francis Van den Eynde Yves Leterme Mme Muriel Gerkens Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Gerolf Annemans Filip Anthuenis Filip Anthuenis Filip Anthuenis Servais Verherstraeten Karel Van Hoorebeke Yves Leterme Mw. Greta D’Hondt Filip Anthuenis Filip Anthuenis Hubert Brouns André Frédéric Filip Anthuenis Filip Anthuenis Mw. Yolande Avontroodt Mw. Els Van Weert

3467 4359 7219 7533 7533 8389 12234 12235 12695 14083 15399 16541 17219 17500 17500 18171 18172 18835 18836 19043 19043

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 2326427-

7-2001 4-2002 6-2002 6-2002

166 243 248 257

Mme Claudine Drion Mw. Leen Laenens Guy D’haeseleer Yves Leterme

10669 15539 16023 16542

Datum Date 16171718181818181818191926-


7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002

258 260 261 264 265 266 267 268 269 271 272 274 275

3- 9-2002 27- 9-2002 1-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002 21-10-2002 21-10-2002 21-10-2002 5-11-2002 12-11-2002

279 282 284 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299

Auteur Francis Van den Eynde Vincent Decroly Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Leen Laenens Peter Vanhoutte Peter Vanhoutte Francis Van den Eynde Vincent Decroly Vincent Decroly Vincent Decroly Mw. Kristien Grauwels Vincent Decroly Hubert Brouns Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Guido Tastenhoye

Blz. Page 16761 16762 16763 16879 16880 16880 16881 16882 16883 16886 16888 16891 17219 17502 18173 18174 18591 18592 18592 18592 18593 18593 18593 18594 18594 18595 18595 18596 18836 18837

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale Begroting — Budget

19- 9-2002

102

Mw. Els Van Weert

17931

* Lijst afgesloten op 20 december 2002 * Liste cloˆturée le 20 décembre 2002


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19030

Datum Date


Auteur

Blz. Page

Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale

11- 3-2002 23- 4-2002 31- 7-2002

119 125 140

Daan Schalck Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt

14553 15402 17504

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 24-11-2000 26- 1-2001 18- 7-2001 3-12-2001 19-12-2001 11- 1-2002 11- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 28- 1-2002 1- 3-2002 16- 5-2002 10- 6-2002 10- 6-2002 14- 6-2002 27- 6-2002 2- 7-2002 9- 7-2002

316 352 459 535 551 562 564 566 568 569 588 619 663 672 678 691 699 701 705

151517232326-

7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002

707 708 712 716 718 725

3192626273-

7-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 9-2002

729 731 735 736 738 746

Bart Somers Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Jan Eeman Joos Wauters Joos Wauters Yves Leterme Yves Leterme Jozef Van Eetvelt François Bellot Yves Leterme Raymond Langendries Daan Schalck Jan Mortelmans Guy Larcier Yves Leterme Mme Marie-Thérèse Coenen Ludo Van Campenhout Jan Mortelmans Jan Mortelmans Olivier Chastel Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Mw. Kristien Grauwels Jan Mortelmans Willy Cortois Hubert Brouns Francis Van den Eynde Bart Laeremans Martial Lahaye


6540 7374 10043 12242 12589 12839 12840 12841 12843 12844 13132 14426 15911 16208 16211 16326 16544

Datum Date


6- 9-2002

750

16- 9-2002 18- 9-2002 18- 9-2002 23- 9-2002 1-10-2002 1-10-2002 3-10-2002 9-10-2002 10-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 17-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 29-10-2002 29-10-2002 5-11-2002 5-11-2002 5-11-2002 5-11-2002 6-11-2002 13-11-2002 18-11-2002 20-11-2002

755 759 760 763 778 780 782 787 791 792 793 796 800 801 802 803 806 807 808 809 810 812 814 817 818 819

17224 17227 17228 17230 17231 17232 17506

2002

Mme Marie-Thérèse Coenen Bert Schoofs Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Martial Lahaye Mw. Frieda Brepoels Karel Van Hoorebeke Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Jan Eeman Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Tony Smets Roel Deseyn Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Daan Schalck Olivier Maingain Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jo Vandeurzen Daan Schalck Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Roel Deseyn Mw. Els Van Weert

Blz. Page 17654 17773 17775 17776 17932 18177 18178 18298 18302 18432 18433 18433 18597 18711 18712 18713 18714 18716 18716 18839 18840 18840 18841 19044 18843 19045 19046


16545 16652 16767 16768 16770 17222 17224

Auteur

Ministre de l’Intérieur 18-10-2000

252

9-11-2000 23-11-2000 9- 1-2001 15- 1-2001 16- 2-2001 16- 2-2001 20- 2-2001 28- 2-2001 5- 3-2001 6- 3-2001 20- 4-2001 14- 5-2001

257 260 276 278 302 303 307 311 312 313 341 353

2003

Mw. Annemie Van de Casteele Peter Vanvelthoven Jozef Van Eetvelt Fred Erdman Guido Tastenhoye Guy Larcier Guy Larcier Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Jan Peeters Gerolf Annemans Alfons Borginon Bart Somers

6105 6367 6551 7028 7127 7703 7704 7708 7860 7972 7973 8734 9118


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19031

Datum Date


15- 5-2001 29- 5-2001 5- 6-2001 6- 6-2001 12- 6-2001 18- 6-2001 2- 7-2001 20- 7-2001 23- 7-2001 24- 7-2001 8- 8-2001 5- 9-2001 10- 9-2001 10- 9-2001 19- 9-2001 21- 9-2001 1-10-2001

354 361 365 367 371 377 385 394 395 397 407 416 417 419 424 427 436

4-10-2001 22-10-2001 30-10-2001 5-11-2001 5-11-2001 19-11-2001 20-11-2001 22-11-2001 23-11-2001 10-12-2001

438 443 447 448 449 454 456 458 460 472

18-12-2001 18-12-2001 18-12-2001 21-12-2001 3- 1-2002 15- 1-2002 16- 1-2002 16- 1-2002

477 478 479 480 483 489 490 491

232324252529131528-

497 498 500 502 503 506 524 526 537

1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002

Auteur

Maurice Dehu Patrick Moriau Martial Lahaye Geert Bourgeois Willy Cortois John Spinnewyn Mw. Frieda Brepoels Jos Ansoms Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Filip De Man Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Martial Lahaye Danie¨l Vanpoucke Jef Valkeniers Mw. Yolande Avontroodt Fred Erdman Fred Erdman Karel Van Hoorebeke Alfons Borginon Jef Valkeniers Dirk Van der Maelen Jan Peeters Bart Somers Bart Somers Mme Géraldine PelzerSalandra Bart Somers Georges Lenssen Bart Somers Jan Eeman Dirk Van der Maelen John Spinnewyn Martial Lahaye Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Martial Lahaye Guy Larcier Gerolf Annemans Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Bart Somers


Blz. Page 9119 9454 9554 9555 9676 9681 9945 10702 10702 10703 10708 10712 10882 10883 11026 11149 11255 11415 11629 11631 11777 11778 12087 12088 12246 12247 12504 12590 12591 12592 12696 12759 12851 12851 12852 12996 12996 13135 13137 13137 13139 13761 14091 14430

2002

Datum Date


1458131419212627810121924817232427-

3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002

538 539 541 543 545 546 549 551 553 554 559 563 566 567 572 577 584 585 588 589

277181919-

5-2002 6-2002 6-2002 6-2002 6-2002

590 595 601 602 603

21- 6-2002 28- 6-2002 28- 6-2002

604 609 610

2- 7-2002 3- 7-2002

612 614

588910-

7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002

16- 7-2002 1720222324-

7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002

2003

615 616 617 618 619 623 624 625 626 627 628

Auteur

Francis Van den Eynde Martial Lahaye Yves Leterme Mw. Els Van Weert Jozef Van Eetvelt Olivier Maingain Yves Leterme Jo Vandeurzen Jan Eeman Jo Vandeurzen Guy Larcier Martial Lahaye Jo Vandeurzen Karel Van Hoorebeke Guido Tastenhoye Jozef Van Eetvelt Martial Lahaye François Bellot Mme Claudine Drion Mme Marie-Thérèse Coenen Paul Tant Mme Zoé Genot Jozef Van Eetvelt Bert Schoofs Mw. Fauzaya Talhaoui Yves Leterme Bart Laeremans Mme Pierrette CahayAndré Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Martial Lahaye Martial Lahaye Peter Vanvelthoven Martial Lahaye Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Yolande Avontroodt Guido Tastenhoye Mme Michèle Gilkinet Jos Ansoms Daan Schalck Martial Lahaye

Blz. Page 14431 14432 14433 14555 14557 14782 14784 15090 15090 15091 15266 15268 15269 15406 15410 15629 15915 16029 16033 16033 16034 16215 16330 16331 16332 16430 16548 16548 16549 16550 16654 16655 16655 16656 16656 16772 16773 16894 17235 17237 17237


2435

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19032

Datum Date


24- 7-2002 9- 8-2002 13- 8-2002 26- 8-2002 27- 8-2002 27- 8-2002 3- 9-2002 5- 9-2002 6- 9-2002 10- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 19- 9-2002 19- 9-2002 19- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 30- 9-2002 2-10-2002 2-10-2002 2-10-2002 4-10-2002 8-10-2002

629 632 633 636 638 639 640 644 645 646 647 649 650 651 653 654 655 656 658 660 662 664 665 666 667 668

9-10-2002 9-10-2002 10-10-2002 10-10-2002 10-10-2002 14-10-2002 14-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 15-10-2002 17-10-2002 17-10-2002

669 670 672 673 674 675 676 677 678 679 681 682

17-10-2002 22-10-2002 23-10-2002 24-10-2002 25-10-2002 28-10-2002 29-10-2002

683 684 685 686 687 688 689

Auteur

Francis Van den Eynde Danie¨l Vanpoucke Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Ludwig Vandenhove Francis Van den Eynde Jean-Pierre Grafé Patrick Moriau Servais Verherstraeten Mw. Frieda Brepoels Jan Eeman Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Daan Schalck Claude Eerdekens Willy Cortois Jan Eeman Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Bart Laeremans Mw. Fauzaya Talhaoui Filip De Man Mme Colette Burgeon Martial Lahaye Jo Vandeurzen Martial Lahaye Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Olivier Maingain Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Bart Laeremans Filip De Man


Blz. Page

Datum Date


17238 17239 17240 17242 17243 17244 17507 17654 17655 17657 17777 17777 17778 17778 17934 17935 17935 17936 18178 18179 18180 18181 18182 18182 18305

29-10-2002 30-10-2002 6-11-2002 6-11-2002 7-11-2002 8-10-2002

690 691 692 693 694 695

12-11-2002 10-12-2002 19-11-2002 10-12-2002 10-12-2002

696 697 698 705 706

18305 18307 18307 18435 18435 18436 18437 18438 18438 18439 18439 18599 18600 18601 18602 18602 18716 18717 18718 18718

2002

Auteur

Richard Fournaux Willy Cortois Filip De Man Martial Lahaye Mw. Els Van Weert Mw. Annemie Van de Casteele Filip De Man Bart Laeremans Fred Erdman Dirk Van der Maelen Filip De Man

Blz. Page 18719 18720 18843 18844 18845 18845 18846 19046 19047 18847 18847

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales

3018232627313-

5-2000 7-2000 1-2001 4-2001 4-2001 5-2001 7-2001

16- 7-2001

143 176 237 276 288 296 359 362

9- 8-2001 21- 9-2001 19-12-2001

373 393 428

8101925-

431 433 455 457

1112819-

1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002 5-2002 6-2002

459 461 491 497

10- 7-2002 18- 7-2002 20- 7-2002

510 515 516

2003

Yves Leterme Koen Bultinck Mme Colette Burgeon Jef Valkeniers Jef Valkeniers Jef Valkeniers Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Servais Verherstraeten Willy Cortois Mw. Yolande Avontroodt Daan Schalck Mw. Trees Pieters Jozef Van Eetvelt Mw. Anne-Mie Descheemaeker Jozef Van Eetvelt Jacques Germeaux André Frédéric Bruno Van Grootenbrulle Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jean-Jacques Viseur

4375 5358 7228 8849 8853 8941 10052 10053 10715 11156 12593 12853 12854 14096 14288 14434 14558 16038 16333 16660 16895 16896


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19033

Datum Date


21- 8-2002

528

16- 9-2002 16- 9-2002

532 535

27- 9-2002 30- 9-2002 3-10-2002 4-10-2002 8-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 15-10-2002 16-10-2002 17-10-2002 22-10-2002 22-10-2002 23-10-2002

538 539 541 542 543 544 545 547 548 549 550 551 553

25-10-2002 28-10-2002 28-10-2002

554 555 556

5-11-2002 8-11-2002

559 560

12-11-2002

561

18-11-2002

562

19-11-2002 10-12-2002

564 571

Auteur

Mw. Annemie Van de Casteele Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Hubert Brouns Jo Vandeurzen Claude Eerdekens Yves Leterme Mw. Trees Pieters Yves Leterme Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Greta D’Hondt Mw. Maggie De Block Gérard Gobert Koen Bultinck Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Jo Vandeurzen Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annemie Van de Casteele Geert Bourgeois Hubert Brouns

Blz. Page

25 119 127 128 135 136

Yves Leterme Mme Michèle Gilkinet Jan Mortelmans Hubert Brouns Mw. Trees Pieters Filip Anthuenis

17781 18183 18184 18308 18309 18309 18310 18311 18440 18441 18603 18604 18604 18605 18721 18721 18722 18847 18849 18849 19048 19049 18852

4376 16334 17782 18185 18850 18852

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration Ambtenarenzaken — Fonction publique

16-10-2002

169

Yves Leterme



Auteur

Blz. Page

Minister van Landsverdediging 17249 17779

Pensioenen — Pensions

30- 5-2000 13- 6-2002 16- 9-2002 27- 9-2002 5-11-2002 12-11-2002

Datum Date

18443

2002

Ministre de la Défense 30- 1-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 8-10-2002 9-10-2002 29-10-2002 18-11-2002 19-11-2002

229 328 329 333 334 342 345 347

Yves Leterme Hubert Brouns Hubert Brouns Stef Goris Mme Michèle Gilkinet Martial Lahaye Marc Van Peel Karel Van Hoorebeke

13147 18186 18187 18313 18314 18724 19050 19051

Minister van Justitie Ministre de la Justice 1-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 11- 2-2000 21- 2-2000 28- 3-2000 15- 9-2000 5-12-2000 22- 1-2001 13- 2-2001 25- 4-2001 11- 6-2001 15- 6-2001 27- 6-2001 6- 7-2001 16- 7-2001 9- 8-2001 21- 9-2001 22-10-2001 26-10-2001 20-11-2001 29-11-2001 10-12-2001 14-12-2001 6- 3-2002 12- 3-2002 19- 3-2002 27- 3-2002 29- 3-2002 19- 4-2002

2003

61 106 108 160 164 188 261 293 312 319 360 392 400 407 409 418 433 452 471 474 487 493 502 507 571 576 583 588 593 599

Geert Bourgeois Fred Erdman Bert Schoofs Bart Laeremans Hubert Brouns Fred Erdman Fred Erdman Gerolf Annemans Fred Erdman Mw. Els Van Weert Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Yves Leterme Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Filip De Man Servais Verherstraeten Richard Fournaux Fred Erdman Danny Pieters Daan Schalck Servais Verherstraeten Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Jan Mortelmans Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Yves Leterme Mw. Els Van Weert Bart Laeremans

424 1160 1162 2504 2658 3366 5750 6613 7232 7546 8747 9697 9698 9952 9953 10057 10734 11160 11640 11642 12091 12262 12512 12595 14441 16698 14790 15095 15099 15418


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19034

Datum Date


1923816233012121227273-

4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002 6-2002 6-2002 6-2002 6-2002 7-2002

609 613 621 630 634 640 648 649 650 662 663 674

4121617171822232426-

7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002

675 679 680 683 684 685 688 690 692 694

26- 7-2002

695

5- 8-2002 13- 8-2002 14- 8-2002 14- 8-2002 5- 9-2002 16- 9-2002 16- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 27- 9-2002 4-10-2002 8-10-2002 8-10-2002 9-10-2002 16-10-2002 17-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002 24-10-2002 25-10-2002

697 699 700 702 705 711 712 718 721 722 725 728 730 731 736 737 739 740 742 745 746

Auteur

Daan Schalck Willy Cortois Mw. Maggie De Block Raymond Langendries Jan Eeman Bart Laeremans Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Els Van Weert Geert Bourgeois Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Lode Vanoost Jozef Van Eetvelt Mme Zoé Genot Geert Bourgeois Martial Lahaye Jef Valkeniers Mw. Trees Pieters Daan Schalck Hagen Goyvaerts Mw. Kristien Grauwels Mw. Kristien Grauwels Martial Lahaye Koen Bultinck Bart Laeremans Bart Laeremans Fred Erdman Dirk Pieters Geert Versnick Martial Lahaye Mw. Els Van Weert Hubert Brouns Yves Leterme Raymond Langendries Fred Erdman Geert Bourgeois Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Gerolf Annemans Joseph Arens Yves Leterme Mw. Alexandra Colen


Blz. Page

Datum Date


15425 15428 15633 15920 16044 16046 16224 16225 16225 16557 16557

25-10-2002 28-10-2002 28-10-2002 30-10-2002 30-10-2002 31-10-2002 5-11-2002 5-11-2002 13-11-2002 18-11-2002 19-11-2002

747 748 750 751 752 753 754 756 758 759 760

16563 16662 16779 16780 16782 16783 16898 17256 17258 17259 17260 17261 17262 17264 17264 17265 17659 17786 17786 17939 18190 18191 18314 18317 18319 18320 18447 18606 18607 18607 18607 18725 18725

2002

Auteur

Blz. Page

Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Mw. Frieda Brepoels Francis Van den Eynde Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Martial Lahaye Jan Eeman Yves Leterme Yves Leterme Lode Vanoost

18726 18726 18727 18727 18728 18853 18854 18855 18855 19052 19054

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8- 9-1999 8- 9-1999 9- 9-1999 15- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999 22-10-1999 22-10-1999 27-10-1999 16-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 17-12-1999

22 24 26 50 76 77 83 93 97 104 115 124 131 132 136 142 143 164

17-12-1999

165

20-12-1999 21-12-1999

167 171

23-12-1999 10- 1-2000 25- 1-2000 9- 2-2000 18- 2-2000 28- 2-2000 7- 3-2000

176 184 210 221 233 243 258

2003

Marcel Hendrickx Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Daniel Bacquelaine Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Yves Leterme Claude Eerdekens Olivier Maingain Jacques Lefevre Mw. Trees Pieters Luc Goutry

130 222 225 245 647 648 743 865 867 871 1082 1173 1182 1186 1340 1456 1456 1717 1717 1718 1722 1725 1924 2206 2441 2661 2805 2938


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002 Datum Date 813714282-


3-2000 3-2000 4-2000 4-2000 4-2000 5-2000

259 265 306 307 315 318

4- 5-2000 10- 5-2000 30- 5-2000 31- 5-2000 16- 6-2000 27- 6-2000 10- 7-2000 17- 7-2000 19- 7-2000 3- 8-2000 31- 8-2000 10-10-2000 13-10-2000 30-10-2000 13-11-2000 17-11-2000 21-11-2000 20-12-2000 11- 1-2001 12- 1-2001 15- 1-2001 17- 1-2001 17- 1-2001 16- 2-2001

321 329 375 381 398 408 422 432 435 438 442 476 478 490 505 509 511 545 557 559 563 567 568 597

23285232912171818182025252-

2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 5-2001

19035

603 610 613 635 640 649 654 655 658 660 665 670 671 676

Auteur

Yves Leterme Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Robert Denis Jef Valkeniers Jean-Pol Poncelet Geert Bourgeois Claude Eerdekens Jo Vandeurzen Luc Goutry Pierre Lano Olivier Maingain Olivier Maingain Olivier Maingain Fred Erdman Georges Lenssen Lode Vanoost Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Pierre Lano Claude Eerdekens Pierre Lano Servais Verherstraeten Dirk Pieters Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Mw. Frieda Brepoels Bart Laeremans Hugo Philtjens Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Guy Larcier Georges Lenssen Martial Lahaye Claude Eerdekens Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx


Blz. Page

Datum Date


11- 5-2001

688

15- 5-2001 16- 5-2001 21- 5-2001 1- 6-2001 1- 6-2001 1- 6-2001 7- 6-2001 15- 6-2001 15- 6-2001 3- 7-2001 12- 7-2001 30- 7-2001 10- 8-2001 31- 8-2001 3- 9-2001 4- 9-2001 18- 9-2001 20- 9-2001 2-10-2001 23-10-2001 25-10-2001 26-10-2001 5-11-2001 6-11-2001 20-11-2001 5-12-2001 12-12-2001 21-12-2001

691 698 701 707 708 709 715 723 724 744 751 769 773 774 775 776 788 793 799 809 812 814 822 827 833 840 843 853

7715 7861 7865 7991 8317 8403 8641 8645 8646 8648 8649 8751 8756 8757 8862

3101116161851519202020202545-

857 864 865 870 871 876 898 921 924 926 927 928 929 932 944 949

2002

2003

2938 3115 3589 3706 3884 3888 4016 4020 4390 4393 4750 4879 4987 5378 5380 5385 5388 6036 6110 6202 6377 6453 6454 6819 7142 7143 7146 7149 7150

1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002

Auteur

Mme Corinne de Permentier Mw. Magda De Meyer Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Gérard Gobert Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Yves Leterme Claude Eerdekens Denis D’hondt Mw. Trees Pieters Claude Eerdekens Mw. Frieda Brepoels Koen Bultinck Geert Bourgeois Geert Bourgeois Yves Leterme Richard Fournaux Francis Van den Eynde Dirk Pieters Peter Vanvelthoven Claude Eerdekens Claude Eerdekens Alfons Borginon Guido Tastenhoye Claude Eerdekens Jan Eeman Claude Eerdekens Ludo Van Campenhout Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Fred Erdman Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Yves Leterme Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Lode Vanoost Dirk Pieters Martial Lahaye

Blz. Page 9141 9143 9149 9383 9561 9562 9563 9702 9708 9709 9966 10060 10744 10746 10747 10748 10750 11038 11163 11265 11645 11648 11649 11784 11788 12093 12268 12515 12703 12760 12875 12877 12881 12882 13013 13384 14100 14103 14105 14107 14108 14110 14299 14442 14445


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19036

Datum Date 19222515151515151616161630217272828282828292121272889151516171922222330882126262629-

3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002 6-2002 6-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 7-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002 8-2002

Vraag nr. Question no 957 958 959 965 966 967 969 970 971 973 974 975 992 993 1004 1011 1014 1017 1018 1019 1020 1024 1036 1037 1038 1042 1050 1051 1055 1062 1065 1066 1070 1072 1075 1076 1081 1088 1089 1090 1091 1092 1093 1094 1097

Auteur

Yves Leterme Jos Ansoms Mw. Els Van Weert Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Eric van Weddingen Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Willy Cortois Yves Leterme Jef Valkeniers Philippe Collard Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Jacques Chabot Tony Van Parys Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Marc Delizée Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Willy Cortois Jean-Pierre Grafé Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Jan Mortelmans


Blz. Page

Datum Date


14794 15100 15100 15275 15276 15277 15277 15278 15279 15282 15283 15284 15554 15633 15924 16048 16050 16053 16053 16054 16054 16058 16440 16441 16563 16566 16670 16671 16674 16785 16787 16787

3- 9-2002

1098

16790 16900 17266 17268 17271 17277 17277 17278 17279 17279 17280 17280 17514

2002

3- 9-2002 3- 9-2002 4- 9-2002 4- 9-2002 23- 9-2002 27- 9-2002 4-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 9-10-2002 10-10-2002 15-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 16-10-2002 24-10-2002 28-10-2002 30-10-2002 31-10-2002 5-11-2002 5-11-2002 8-11-2002 8-11-2002 8-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 19-11-2002 20-11-2002 20-11-2002 20-11-2002 20-11-2002 10-12-2002

2003

1099 1100 1101 1102 1109 1110 1115 1116 1117 1118 1119 1121 1122 1124 1125 1128 1129 1131 1132 1133 1134 1135 1136 1137 1138 1139 1140 1141 1142 1143 1144 1145 1146 1147 1148 1149 1150 1158

Auteur

Ludo Van Campenhout Martial Lahaye Ludo Van Campenhout Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Dirk Pieters Peter Vanhoutte Mw. Trees Pieters Yves Leterme Hagen Goyvaerts Jef Valkeniers Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Fred Erdman Yves Leterme Mw. Alexandra Colen Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Denis D’hondt Denis D’hondt Georges Lenssen Martial Lahaye Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters

Blz. Page 17514 17515 17516 17517 17517 17942 18192 18321 18322 18323 18324 18448 18448 18450 18450 18451 18728 18729 18729 18856 18858 18860 18862 18862 18863 19055 19055 19056 19057 19058 19059 19059 19060 19060 19061 19062 19062 19062 18867


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002 Datum Date

19037


Auteur

Blz. Page


Datum Date


26- 7-2002

100


16- 9-2002 16- 9-2002 30- 9-2002 18-10-2002 24-10-2002 28-10-2002 6-11-2002 10-12-2002

239 311 318 322 335 337 344 352 355 357 359 364

Jozef Van Eetvelt Daan Schalck Mw. Frieda Brepoels Mw. Kristien Grauwels Willy Cortois Jo Vandeurzen Willy Cortois Yves Leterme Yves Leterme Roel Deseyn Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels

12280 16444 16794 17285 17792 17793 18195 18612 18731 18732 18865 18869

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques

1292526-

3-2002 4-2002 6-2002 7-2002

153 159 172 178

5161630-

8-2002 9-2002 9-2002 9-2002

179 185 186 190

4-10-2002 15-10-2003 21-10-2002

192 193 195

23-10-2002

196

6-11-2002

197

Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels Martial Lahaye Mw. Kristien Grauwels Jean-Pierre Grafé Servais Verherstraeten Olivier Chastel Mw. Annemie Van de Casteele Yves Leterme Mw. Els Van Weert Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Jan Mortelmans

14573 15303 16445 17291 17292 17796 17797

96

Guy D’haeseleer


17294

Economie — Ećonomie

12- 1-2001 21- 6-2001 25- 6-2001 29- 8-2001 12-11-2001 15- 5-2002 5- 7-2002 16- 9-2002 1-10-2002 9-10-2002 21-10-2002 22-10-2002 23-10-2002 5-11-2002 18-11-2002 18-11-2002 18-11-2002 18-11-2002 19-11-2002

116 200 203 211 234 284 302 319 322 327 329 330 331 334 335 336 337 338 339

25-11-1999 18-10-2000 26- 1-2001

26 53 76

18614

1- 8-2001 24- 1-2002

92 98

18614 18865

2782226-

6-2002 7-2002 7-2002 7-2002

16067

2002

Mme Claudine Drion Patrick Moriau Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Alfons Borginon Willy Cortois Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Mw. Trees Pieters Henk Verlinde Lode Vanoost Jean-Pierre Grafé Mw. Trees Pieters Jan Peeters Jan Peeters Jan Peeters Dirk Van der Maelen Martial Lahaye

7155 9842 9844 10769 12021 15819 16678 17800 18199 18331 18615 18617 18618 18866 19063 19064 19064 19065 19065

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

18197 18327 18452

Middenstand — Classes moyennes

4- 6-2002

Mw. Kristien Grauwels

Blz. Page

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Telecommunicatie — Télécommunications

30-11-2001 26- 6-2002 17- 7-2002 26- 7-2002

Auteur

2003

115 117 121 124

Jean-Pol Poncelet Yves Leterme Mw. Annemie Van de Casteele Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Mw. Kristien Grauwels

1349 6117 7391 10772 13158 16578 16682 17299 17301


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19038

Datum Date


9-10-2002 6-11-2002

127 128

Auteur

Mw. Simonne Creyf Bart Somers

Blz. Page

Datum Date


18332 18868

19- 7-2002 26- 7-2002

59 60

18-10-2002 18-10-2002 18-10-2002 21-10-2002 19-11-2002 20-11-2002

63 64 65 66 67 68

Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes

16- 6-2000 28-11-2001 4- 6-2002 27- 9-2002

3 15 29 32

Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Hubert Brouns

4754 12286 16071 18201

Auteur

Vincent Decroly Mw. Kristien Grauwels Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Jan Mortelmans Jan Mortelmans

Blz. Page 16911 17303 18618 18619 18619 18620 19066 19067

Landbouw — Agriculture


12- 4-2001 18-11-2002


5-2002 7-2002 7-2002 7-2002

51 53 54 57

Raymond Langendries Vincent Decroly Guido Tastenhoye Vincent Decroly


Bart Laeremans 8638 Dirk Van der Maelen 19067

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Buitenlandse Zaken — Affaires étrangères

16171719-

85 129

15930 16798 16799 16908

2002

Volksgezondheid — Santé publique

4-10-2002

2003

522

Bart Laeremans

18333


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19039

(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

DO 2002200300227

DO 2002200300227

Vraag nr. 400 van mevrouw Yolande Avontroodt van 19 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid :

Question no 400 de Mme Yolande Avontroodt du 19 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Emploi :

Controlegeneeskunde. — Hoedanigheid van controlearts.

Médecine de controˆle. — Qualité du médecincontroˆle.

De werkgever heeft het recht zijn werknemers door een controlearts te laten controleren op hun arbeidsongeschiktheid. Artikel 3, § 1, van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde bepaalt dat de controlegeneeskunde uitsluitend mag verricht worden door een arts die gerechtigd is de geneeskunde uit te oefenen en die vijf jaar ervaring heeft als huisarts of een daarmee vergelijkbare praktijk.

L’employeur a le droit de faire controˆler, par un médecin-controˆle, l’impossibilité, pour ses travailleurs, d’exercer leur travail. L’article 3, § 1er, de la loi du 13 juin 1999 relative à la médecine de controˆle dispose que celle-ci ne peut être exercée que par un médecin autorisé à pratiquer l’art de guérir et qui compte cinq ans d’expérience comme médecin généraliste ou une pratique équivalente.

Hoe moeten de woorden « een daarmee vergelijkbare praktijk » worden geı¨nterpreteerd ?

Que faut-il entendre par « pratique équivalente » ?

DO 2002200300230

DO 2002200300230

Vraag nr. 401 van mevrouw Els Van Weert van 19 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid :

Question no 401 de Mme Els Van Weert du 19 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Emploi :

Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Werking van de administratie.

Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage. — Fonctionnement de l’administration.

De werkloosheidsuitkeringen die de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen betaalt worden nadien door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening gecontroleerd. Bij die controle worden soms werkloosheidsuitkeringen niet goedgekeurd. De Hulpkas voor werkloos-

Les allocations de choˆmage versées par la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage ` sont controˆlées par l’Office national de l’emploi. A cette occasion, il arrive que certaines allocations ne soient pas approuvées. En vertu de l’article 167 de


2002

2003


2436

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19040

heidsuitkeringen mag de uitkeringen die ten onrechte werden betaald terugvorderen, krachtens artikel 167 van het koninklijk besluit van 25 november 1991. Indien de schuld niet vereffend kan worden of als de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen de ten onrecht uitbetaalde uitkering niet kan inhouden omdat betrokkene niet meer werkloos is, kan de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen beroep doen op de gewestelijke administratie van de Domeinen om met alle rechtsmiddelen de terugbetaling te bekomen.

l’arrêté royal du 25 novembre 1991, la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage peut récupérer les allocations induˆment versées. Si la dette ne peut être réglée ou que la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage n’est pas en mesure de retenir l’allocation induˆment versée parce que l’intéressé n’est plus choˆmeur, la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage peut faire appel à l’administration régionale des Domaines pour en obtenir le remboursement, par toute voie de recours.

Soms gaat de terugvordering echter over dergelijke kleine bedragen dat de administratie van de terugvordering, met name de betrokkene in kennis stellen van zijn schuld en de administratieve procedure tot feitelijke vordering, veel meer kost dan wat er wordt teruggevorderd. Terugvorderingen van minder dan de waarde van een postzegel bijvoorbeeld.

Il arrive cependant que la récupération porte sur des montants tellement faibles que le couˆt de la gestion de la récupération, à savoir l’information à l’attention de l’intéressé et la procédure administrative de récupération de fait, dépasse largement le montant duˆ. Celui-ci peut, par exemple, être inférieur à la valeur d’un timbre.

1. Vindt u het noodzakelijk, in het kader van de werkloosheidsuitkeringen, dat de administratie overgaat tot schuldvordering wanneer de schuld kleiner is dan de administratieve kosten die hiervoor moeten gemaakt worden ?

1. Estimez-vous nécessaire, dans le cadre des allocations de choˆmage, que l’administration procède à une récupération lorsque le montant duˆ est inférieur au couˆt administratif de sa récupération ?

2. Bent u het eens dat wanneer het bedrag van een schuldvordering door de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen lager is dan de administratiekost van deze schuldvordering, de schuldvordering niet wordt uitgevoerd ?

2. Eˆtes-vous d’avis que la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage ne doit pas procéder à la récupération d’une dette dont le montant est inférieur au couˆt administratif de cette récupération ?

3. Overweegt u richtlijnen aan de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen om onder een bepaald plafond van schuldvordering de vordering niet in te stellen, met het oog extra administratiekosten te vermijden ?

3. Envisagez-vous de donner des directives pour que la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage ne procède pas à la récupération lorsque le montant duˆ est inférieur à un plafond déterminé, afin d’éviter des frais administratifs inutiles ?


Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

DO 2002200300192

DO 2002200300192

Vraag nr. 814 van de heer Jan Mortelmans van 6 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : Auto’s. — Nieuwe rage onder jongeren. — Chassisverlichting.

Question no 814 de M. Jan Mortelmans du 6 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : Voitures. — Nouvelle vogue chez les jeunes. — Ećlairage du chaˆssis.

Blijkbaar is er een nieuwe rage onder jongeren die hun auto ombouwen. Meer en meer ziet men na zonsondergang wagens op de weg die onderaan het chassis voorzien zijn van verlichting. Deze verlichting kan alle kleuren aannemen, « blacklights » worden ook

Apparemment, il y a une nouvelle vogue parmi les jeunes qui transforment leur voiture. Dès le coucher du soleil, on rencontre de plus en plus de voitures dont le chaˆssis est éclairé par le bas. Cet éclairage peut prendre toutes les couleurs et on constate également la


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19041

wel eens gebruikt. Het effect van deze verlichting is dat de wagen lijkt te zweven op het wegdek.

présence de tubes de lumière « noire ». Ce type d’éclairage donne l’illusion que la voiture flotte audessus de la chaussée.

1. Kan u meedelen of deze chassisverlichting al dan niet aanleiding kan geven tot gevaarlijke verkeerssituaties ?

1. Pouvez-vous nous communiquer si cet éclairage du chaˆssis est de nature à provoquer des situations dangereuses ?

2. Is deze chassisverlichting conform de wet ?

2. Cet éclairage du chaˆssis est-il conforme à la loi ?

3. Wordt hiertegen opgetreden ?

3. Des mesures sont-elles prises pour réprimer cette pratique ?

DO 2002200300221

DO 2002200300221

Vraag nr. 818 van de heer Roel Deseyn van 18 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 818 de M. Roel Deseyn du 18 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Inning van boetes.

SNCB. — Recouvrement d’amendes.

De NMBS heeft een hele resem aan tarief-formules en -mogelijkheden. Voor reizigers die dan toch vergeten het vervoersbewijs correct in te vullen of aan te kopen, schrijft de NMBS een boete uit aan de persoon in kwestie, onmiddellijk te betalen aan de treinbegeleider ter plaatse. De boete bedraagt 13 euro, vermeerderd met het oorspronkelijke bedrag dat de reiziger voor het vervoersbewijs diende te betalen.

La SNCB propose un large éventail de formules et de possibilités tarifaires. Les voyageurs qui omettent malgré tout d’acheter ou de remplir correctement leur titre de transport, se voient infliger par la SNCB une amende à payer sur place à l’accompagnateur de train. Cette amende s’élève à 13 euros, en sus du montant initial du titre de transport.

Voor zwartrijders, die dus doelbewust weigeren zich een vervoersbewijs aan te schaffen, bestaat er het gele formulier C170. De betrokkene dient dan een boete te betalen van 53,80 euro.

Le formulaire jaune C170 est utilisé pour les resquilleurs, ces voyageurs qui omettent délibérément d’acheter un titre de transport et qui, en pareil cas, doivent payer une amende de 53,80 euros.

Doch wanneer een reiziger het verschuldigde bedrag, waarvan in het eerste geval sprake is, niet onmiddellijk cash kan betalen, wordt hij door conducteurs onmiddellijk als zwartrijder beschouwd. Daar dit een verhoging van de boete met zich meebrengt tot 53,80 euro, zonder dat de persoon in kwestie daartoe echt als zwartrijder kan gecatalogeerd worden, lijkt me dit een ontoelaatbare situatie.

Le voyageur qui n’est pas en mesure de payer immédiatement en espèces le montant visé dans le premier cas, il est automatiquement considéré comme un resquilleur par les controˆleurs. Cela me paraıˆt inacceptable parce que l’amende passe ainsi à 53,80 euros alors que l’intéressé ne peut pas véritablement être catalogué de resquilleur.

1. a) Heeft u weet van dergelijke situaties ?

1. a) Avez-vous connaissance de telles situations ?

b) Lijkt het u ook niet logisch dat mensen die een verschuldigd bedrag niet onmiddellijk cash kunnen betalen, daartoe wel de mogelijkheid krijgen, hetzij op een later tijdstip, hetzij elektronisch ?

b) Ne vous semble-t-il pas logique que les personnes qui ne sont pas en mesure de payer immédiatement en espèces la somme réclamée, puissent payer par la voie électronique ou ultérieurement ?

2. a) Hoe worden treinbegeleiders opgeleid om te reageren in dergelijke situaties ?

2. a) Comment prépare-t-on les accompagnateurs de train à réagir dans de telles situations ?

b) Wat is dan de correcte, door hen te volgen procedure ?

b) Quelle doivent-ils appliquer ?

3. In deze tijd van proton- en bancontact-kaarten lijkt het me aangewezen dat de NMBS ook beschikt

` l’ère des cartes Bancontact et Proton, il me 3. A semble indiqué que la SNCB se dote elle aussi de cet


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19042

over deze apparatuur. Als verwacht wordt dat reizigers direct aan de conducteur betalen, mag ook verwacht worden dat zij daar ook op elektronische manier kunnen aan voldoen. Kan u aan de NMBS deze overweging meegeven en de NMBS er toe brengen in te spelen op de huidige elektronische betalingswijzen ?

équipement. Si l’on attend des voyageurs qu’ils paient directement au controˆleur, on est également en droit de supposer qu’ils puissent s’exécuter par la voie électronique. Voudriez-vous faire part de ces réflexions à la SNCB et l’inciter à adopter les modes de paiement électronique d’aujourd’hui ?

DO 2002200300246

DO 2002200300246

Vraag nr. 819 van mevrouw Els Van Weert van 20 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : Hinder van rondrijdende reclamewagens in de stadscentra. Sinds enige tijd toeren in de centra van enkele steden reclamewagentjes op de openbare weg. Deze wagentjes (18 in Antwerpen en 6 in Gent) doorkruisen zes dagen op zeven van ’s ochtends tot ’s avonds de belangrijkste wegen. Volgens de website van de bewuste firma heeft « de mobiele affichering als exclusief voordeel dat zij zich soepel aan de metamorfosen kan aanpassen, en aanwezig kunnen zijn net waar en wanneer het verkeer voldoende interessant is ». Met andere woorden : daar waar de verkeersdrukte het grootst is, komen de bewuste wagentjes op de proppen. Uiteraard vergroten deze wagens de verkeersdruk, net daar waar het huidig beleid op het tegendeel gericht is. Door de lage snelheid waarmee ze de stad doorkruisen hinderen ze bovendien een vlotte doorstroming van het verkeer en zijn ze vaak een obstakel voor het openbaar vervoer. 1. Heeft u kennis van deze vorm van adverteren ?

3. Heeft u mogelijkheden om hier beperkingen op te leggen en overweegt u effectief op te treden, dan wel te onderzoeken hoe hiertegen kan worden opgetreden ?

Question no 819 de Mme Els Van Weert du 20 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : Nuisances causées par des véhicules publicitaires circulant dans les centres-villes. Depuis quelque temps, des véhicules publicitaires parcourent le centre de certaines villes. Ces véhicules (18 à Anvers et 6 à Gand) sillonnent les principales artères six jours sur sept et du matin au soir. L’entreprise concernée indique sur son site internet que l’affichage mobile présente l’avantage exclusif de pouvoir s’adapter en souplesse aux changements et qu’il peut être présent à l’endroit et au moment précis ou` la densité de trafic est suffisamment intéressante. En d’autres termes, ces véhicules s’insèrent dans le trafic là ou` la densité de la circulation est la plus importante. Ces véhicules encombrent encore davantage les routes alors que la politique actuelle va dans le sens contraire. En raison de la faible vitesse à laquelle ils se déplacent, ces véhicules entravent en outre la fluidité du trafic et constituent fréquemment un obstacle pour les transports en commun. 1. Avez-vous connaissance de cette manière de faire de la publicité ? 2. Partagez-vous mon point de vue selon lequel les désavantages que présente cette méthode sur le plan de la circulation prennent le pas sur les avantages énumérés ? 3. Pouvez-vous limiter ce type de publicités et envisagez-vous d’intervenir effectivement ou d’examiner comment il serait possible d’intervenir ?


Ministre de l’Intérieur

2. Bent u het met mij eens dat de nadelen van deze vorm van adverteren op het vlak van verkeer niet opwegen tegen de opgesomde voordelen ?

DO 2002200300223

DO 2002200300223

Vraag nr. 697 van de heer Bart Laeremans van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken : Medicatie asielzoekers. Met mijn vraag beoog ik te vernemen welk departement de kosten op zich neemt van de medische testen

Question no 697 de M. Bart Laeremans du 18 novembre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur : Médicaments pour les demandeurs d’asile. Je vous pose cette question dans le but de savoir quel département supporte les couˆts liés aux examens


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19043

en geneesmiddelen die worden verstrekt ten behoeve van asielzoekers.

médicaux et aux médicaments dispensés aux demandeurs d’asile.

1. Kan u meedelen of de kosten hiervoor ergens apart weer te vinden zijn in begroting en rekeningen ?

1. Pouvez-vous préciser si ces couˆts figurent séparément dans le budget et les comptes ?

2. Hebben deze kosten dan louter betrekking op die asielzoekers die zich in de officie¨le asielcentra bevinden of slaan zij ook op de asielzoekers die onderhouden worden door de OCMW’s ?

2. Ces couˆts sont-ils uniquement liés aux demandeurs d’asile hébergés dans les centres d’asile officiels ou concernent-ils également les demandeurs d’asile entretenus par les CPAS ?

3. Kan er een overzicht van deze kosten worden meegedeeld per jaar en per gewest sinds 1997 ?

3. Pouvez-vous communiquer un aperçu de ces couˆts par année et par région depuis 1997 ?

4. Kan er wat betreft de geneesmiddelen een uitsplitsing gemaakt worden tussen enerzijds reguliere geneesmiddelen en anderzijds generische geneesmiddelen ?

4. En ce qui concerne les médicaments, pouvezvous ventiler les chiffres entre, d’une part, les médicaments de marque et, d’autre part, les médicaments génériques ?

5. Wijkt het voorschrijfgedrag inzake generische geneesmiddelen af van het voorschrijfgedrag terzake ten behoeve van de andere burgers ?

5. Le comportement prescripteur en ce qui concerne les médicaments génériques diffère-t-il du comportement en la matière au profit des autres citoyens ?

DO 2002200300232

DO 2002200300232

Vraag nr. 698 van de heer Fred Erdman van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Binnenlandse Zaken :

Question no 698 de M. Fred Erdman du 19 novembre 2002 (N.) au ministre de l’Intérieur :

Toezicht in de sector van de private opsporing, bewaking en beveiliging.

Controˆle dans le secteur de la recherche, de la sécurité et du gardiennage privés.

De directie Private Veiligheid binnen uw departement is belast met de regelgeving en controle van de sector van de private veiligheid en van de privédetectives.

La direction Sécurité privée de votre département a pour mission de réglementer et de controˆler le secteur de la sécurité privée et des détectives privés.

Deze directie is onder meer belast met de inning van de retributies en heffingen die aan elke onderneming, dienst of instelling worden opgelegd voor de activiteiten die een vergunning of een erkenning vereisen.

Cette direction est notamment chargée de percevoir les rétributions et les taxes imposées à tout service, entreprise ou institution, pour les activités qui requièrent une autorisation ou un agrément.

Anderzijds, ten einde de naleving van de bestaande wetgeving te verzekeren, oefenen de bee¨digde agenten en de algemene rijkspolitie effectieve controles uit in de sector van de private opsporing, bewaking en beveiliging.

Par ailleurs, afin d’assurer le respect de la législation existante, les agents assermentés et la police générale du Royaume procèdent à des controˆles effectifs dans le secteur de la recherche, de la sécurité et du gardiennage privés.

1. Wat is het bedrag van de retributies en heffingen die aan elke onderneming, dienst of instelling worden opgelegd voor de activiteiten die een vergunning of een erkenning vereisen ?

1. Quel est le montant des rétributions et des taxes imposées à tout service, entreprise ou institution, pour les activités qui requièrent une autorisation ou un agrément ?

2. Hoeveel inbreuken op de wetgeving werden vastgesteld over de jaren 1999, 2000 en 2001 in de sector van de private opsporing, bewaking en beveiliging ?

2. Combien d’infractions à la législation ont-elles été constatées au cours des années 1999, 2000 et 2001, dans le secteur de la recherche, de la sécurité et du gardiennage privés ?

3. Hoeveel processes-verbaal hebben eventueel aanleiding gegeven tot administratieve geldboetes ?

3. Combien de procès verbaux ont-ils éventuellement donné lieu à des amendes administratives ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19044

4. Hoeveel processen-verbaal, ingeval van bijzondere inbreuken, hebben geleid tot een procedure van schorsing of intrekking van een vergunning of erkenning ?

4. Combien de procès verbaux dressés à la suite d’infractions particulières ont-ils donné lieu à une procédure de suspension ou de retrait d’une autorisation ou d’un agrément ?

5. Hoeveel van deze processen-verbaal werden overgemaakt aan het parket voor verdere strafrechtelijke vervolging en heeft de minister desbetreffende toelichting over de daadwerkelijk opgelegde straffen ?

5. Parmi ces procès verbaux, combien ont-ils été transmis au parquet pour des poursuites pénales ? Le ministre dispose-t-il d’informations relatives aux sanctions effectivement imposées ?

6. Hoeveel klachten van burgers werden door de bedoelde directie betreffende de private veiligheidssector behandeld en welk gevolg werd daaraan gegeven ?

6. Combien de plaintes émanant de citoyens à propos du secteur de la sécurité privée la direction en question a-t-elle traitées et quelles suites y ont-elles été données ?


Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 2002200300217

DO 2002200300217

Vraag nr. 562 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :

Question no 562 de Mme Annemie Van de Casteele du 18 novembre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :

FCUD. — Aanwezigheidsdagen.

FESC. — Jours de présence.

De cijfers die de minister op 6 november 2002 gaf over het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten (FCUD) roepen toch enkele vragen op (vraag nr. A018, Beknopt Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Sociale Zaken, 6 november 2002, COM 868, blz. 9).

Les chiffres concernant le Fonds d’équipements et de services collectifs que le ministre a donnés le 6 novembre 2002 ne manquent pas de soulever quelques questions (question no A018, Compte rendu analytique, Chambre, 2002-2003, commissiion des Affaires sociales, 6 novembre 2002, COM 868, p. 9).

Voor 2001 waren de opvangdagen als volgt verdeeld :

Pour l’année 2001, les jours d’accueil étaient ventilés comme suit :

— buitenschoolse opvang : 68,23 % N en 31,77 % F;

— accueil extrascolaire : 68,23 % N et 31,77 % F;

— voor zieke kinderen : 56,94 % N en 43,06 % F;

— pour les enfants malades : 56,94 % N et 43,06 % F;

— voor flexibele opvang : 33,95 % N en 66,05 % F;

— pour la garde flexible : 33,95 % N et 66,05 % F;

— voor urgentie-opvang : 24,20 % N en 75,80 % F.

— pour la garde d’urgence : 24,20 % N et 75,80 % F.

In totaal gaat het om 3 357 551 aanwezigheidsdagen N en 1 698 957 F of 66,40 % N en 33,60 % F.

Au total, il s’agit de 3 357 551 jours de présence N et de 1 698 957 jours de présence F, soit 66,40 % et de 33,60 F.

De middelen die daar tegenover staan gingen voor 52,05 % naar Nederlandstalige projecten tegenover 47,95 % voor Franstalige projecten.

En ce qui concerne les moyens, 55,02 % a été affecté aux projets néerlandophones tandis que 47,95 % a été consacré aux projets francophones.

Deze cijfers bewijzen opnieuw de cultuurverschillen tussen Vlaanderen en Wallonie¨.

Ces chiffres réaffirment les divergences culturelles entre la Flandre et la Wallonie.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19045

1. Is er volgens u een objectieve verklaring voor het feit dat er bij de Franstaligen veel meer flexibele opvang en vooral urgentie-opvang bestaat ?

` votre estime, existe-t-il une explication objec1. A tive au fait que, du coˆté francophone, l’offre en matière de garde flexible et, en particulier, de garde urgente soit beaucoup plus importante ?

2. Vindt u niet dat er ondanks de geleidelijke rechttrekking van de percentages een grote discriminatie blijft bestaan van de Nederlandstalige kinderen die gemiddeld per aanwezigheidsdag 7,09 euro krijgen en de Franstalige die per aanwezigheidsdag 12,35 euro krijgen ?

5. Bent u het met mij eens dat dat weer aanleiding zal geven tot scheeftrekkingen ?

2. N’êtes-vous pas d’avis que, malgré la rectification progressive des pourcentages, une importante discrimination persiste entre enfants néerlandophones — qui ne perçoivent que 7,09 euros par jour de présence — et francophones — qui perçoivent 12,35 euros par jour de présence? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour dire que la clé de répartition objective, à savoir un montant par enfant aˆgé entre 0 et 3 ans ou entre 0 et 12 ans, impliquerait dès à présent une solidarité de la Flandre envers la Wallonie, puisque, dans cette dernière région, moins d’enfants doivent être accueillis en raison du taux d’activité différent ? 4. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour dire que, dans le cadre de la piste de l’individualisation que vous défendez, la pression en vue de maximaliser dans un premier temps le forfait destiné à la garde d’urgence, ensuite celui destiné à la garde flexible, à la garde des enfants malades et, finalement, celui destiné à l’accueil extrascolaire sera très grande ? 5. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour dire que cela engendrera à nouveau des distorsions ?

6. Vindt u die scheeftrekking objectief verantwoord ?

6. D’un point de vue objectif, considérez-vous ces distorsions comme justifiées ?

DO 2001200211859

DO 2001200211859

Vraag nr. 564 van de heer Geert Bourgeois van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen :

Question no 564 de M. Geert Bourgeois du 19 novembre 2002 (N.) au ministre des Affaires sociales et des Pensions :

Werking van de bestuursdirectie van de Uitkeringen aan personen met een handicap.

Fonctionnement de la direction des Prestations aux personnes handicapées.

Ik krijg de jongste tijd onrustwekkende informatie van personen met een handicap en hun dossierbehartigers over de afhandeling van hun procedure.

Des informations inquiétantes m’ont récemment été communiquées par des personnes atteintes d’un handicap et par les personnes qui gèrent les dossiers au sujet du déroulement de la procédure les concernant.

De wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, stelt in artikel 11bis dat de termijn tussen de indiening van de aanvraag en de afhandeling niet langer dan 180 werkdagen mag duren. Verder wordt er bepaald dat indien deze termijn overschreden wordt, er verwijlintresten verschuldigd zijn. In het Jaarverslag 2000 van de bestuursdirectie voor de Uitkeringen aan personen met een handicap, wordt ook toegegeven dat de gemiddelde onderzoekingstermijn langer dan wettelijk toegelaten duurt. Dit wordt onder meer verklaard door de

La loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés dispose en son article 11bis que le délai entre l’introduction de la demande et son traitement ne peut excéder 180 jours ouvrables. Il est par ailleurs également précisé que des intérêts de retard sont dus si ce délai est dépassé. Dans le Rapport annuel 2000 de la direction des Prestations aux personnes handicapées, il est également admis que le délai moyen d’examen est plus long que le délai autorisé par la loi. Ceci s’explique notamment par l’augmentation de la charge de travail, l’apparition de nouvelles taˆches

3. Bent u het met mij eens dat de meest objectieve verdeelsleutel, namelijk een bedrag per kind tussen 0 en 3 jaar of tussen 0 en 12 jaar, vandaag reeds een solidariteit zou inhouden van Vlaanderen naar Wallonie¨, vermits er daar minder kinderen moeten worden opgevangen aangezien de activiteitsgraad verschillend is ? 4. Bent u het met mij eens dat in de individualiseringspiste die u verdedigt, de druk groot zal zijn om het forfait voor urgentie-opvang het hoogst te maken, gevolgd door dat voor flexibele opvang, opvang voor zieke kinderen en tenslotte dat voor buitenschoolse opvangdag ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19046

toename van de werklast, nieuwe taken en gebrek aan personeel. Vooral aan geneesheren en dossierbehartigers zou er een schrijnend gebrek zijn.

et la pénurie de personnel. Il y aurait surtout pénurie de médecins et de gestionnaires des dossiers.

Om de afhandeling vlotter te laten verlopen werd midden 1995 een informaticaproject gelanceerd (« Cohan »), doch al snel werd bij gebrek aan een geı¨ntegreerd systeem overgestapt naar een nieuw project genaamd « Tetra » (de eerste fase van de inproductiestelling was 1 april 2001). In het Jaarverslag lezen we letterlijk dat « de door Tetra toegevoegde waarde ons zal helpen om onze opdracht, door een snelle en efficie¨nte dienstverlening, beter te vervullen ».

Au milieu de l’année 1995, un projet informatique (« Cohan ») a été lancé afin de permettre un traitement plus rapide, projet qui a toutefois rapidement été abandonné en l’absence d’un système intégré, au profit d’un nouveau projet appelé « Tetra » (la première phase de mise en service était fixée au 1er avril 2001). Le Rapport annuel mentionne clairement que la valeur ajoutée apportée par Tetra aidera l’institution à mieux remplir la mission qui lui incombe graˆce à un service plus efficace et plus rapide.

1. Over hoeveel personeel beschikt de dienst (inclusief geneesheren) op dit moment, graag een gedetailleerd antwoord met niveau, graad, taalrol, statuut en geslacht ?

1. De combien de personnes (médecins compris) le service dispose-t-il à l’heure actuelle ? Pourriez-vous me fournir ces informations par niveau, grade, roˆle linguistique, statut et sexe ?

2. Welk bedrag werd er aan verwijlintresten betaald in het jaar 2001 ?

2. Pour quel montant total des intérêts de retard ont-ils été payés en 2001 ?

3. Hoe verklaart u de begrotingsvermindering (2001-2002) ten belope van 189 000 euro voor de afhandeling « werking dossierbehandeling » (informatica, administratiekosten medisch onderzoek, enz.) ?

3. Comment expliquez-vous la diminution du budget (2001-2002) de 189 000 euros pour le traitement des dossiers (informatique, couˆts administratifs liés à l’examen médical, etc.) ?

4. Wanneer zal het nieuwe Jaarverslag 2001 verschijnen ?

4. Quand le nouveau Rapport annuel 2001 sera-t-il publié ?

5. Hoe is de stand van zaken in het « Tetraproject » ?

5. Quel est l’état d’avancement du « projet Tetra » ?

6. Welke maatregelen heeft u getroffen of zal u treffen om de schrijnende achterstand in te halen ?

6. Quelles mesures avez-vous prises ou prendrezvous afin de résorber le retard considérable ?


Ministre de la Défense

DO 2002200300222

DO 2002200300222

Vraag nr. 345 van de heer Marc Van Peel van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Question no 345 de M. Marc Van Peel du 18 novembre 2002 (N.) au ministre de la Défense :

Gelijkschakeling rechten Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met Belgen die erkend werden als politiek gevangene of als oorlogswees.

Alignement des droits des victimes juives de la Deuxième Guerre mondiale sur ceux des Belges reconnus comme prisonniers politiques ou orphelins de guerre.

Dit jaar markeert de zestigste verjaardag van de deportatie van de Joden uit Belgie¨. Hoewel er reeds een aantal maatregelen werden genomen om de Joden schadeloos te stellen voor het onrecht dat hen gedurende de Tweede Wereldoorlog werd aangedaan, blijven er toch nog een aantal discriminaties bestaan.

Cette année marque le soixantième anniversaire de la déportation des Juifs de Belgique. En dépit des mesures déjà prises pour indemniser les Juifs des préjudices subis durant la Deuxième Guerre mondiale, des discriminations subsistent.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19047

De Nationale Commissie van de Joodse Gemeenschap van Belgie¨ voor de restitutie (NCJGBR) vraagt dan ook dat alle Joodse oorlogsslachtoffers die in Belgie¨ hebben gewoond tijdens de gehele of een gedeelte van de Tweede Wereldoorlog, wat zijn of haar nationaliteit op dat ogenblik ook was en wat de datum van de Belgische naturalisatie ook was, zich als dusdanig kunnen laten erkennen. Meer bepaald vragen zij :

La Commission nationale de la Communauté juive de Belgique pour la restitution (CNCJBR) demande dès lors que toutes les victimes juives de la guerre qui ont habité en Belgique durant tout ou partie de la Deuxième Guerre mondiale puissent obtenir une telle reconnaissance, indépendamment de leur nationalité à l’époque et de la date à laquelle ils ont acquis la nationalité belge. Elle demande plus particulièrement :

— dat de om « raciale » redenen gedeporteerde Joden uit Belgie¨ zouden worden erkend als politiek gevangenen en zouden kunnen genieten van dezelfde rechten en materie¨le voordelen als deze;

— que les Juifs déportés de Belgique pour motifs « raciaux » soient reconnus en qualité de prisonniers politiques et bénéficient des mêmes droits et avantages matériels que ces derniers;

— dat de ondergedoken volwassenen en kinderen zouden gelijkgesteld worden met werkweigeraars of dwangarbeiders en van dezelfde rechten zouden kunnen genieten;

— que les adultes et enfants qui ont vécu dans la clandestinité soient assimilés aux réfractaires ou aux déportés pour le travail obligatoire et puissent jouir des mêmes droits;

— dat de wezen ten gevolge van de deportatie van een levenslange maandelijkse vergoeding zouden kunnen genieten ofwel van een eenmalige storting die 5 jaar maandelijkse vergoeding vertegenwoordigt;

— que les personnes devenues orphelines à la suite de la déportation puissent bénéficier d’une indemnité mensuelle à vie ou d’un versement unique correspondant à 5 années d’indemnités mensuelles;

waarbij geen enkele van deze vorderingen een retroactief effect heeft.

aucune de ces demandes n’ayant d’effet rétroactif.

In gesprekken tussen de NCJGBR en de minister werden deze voorstellen door de minister aanvaard maar ik verneem dat budgettaire beperkingen de uitvoering ervan in de weg staan. Nochtans is, gezien de inmiddels bereikte leeftijd van betrokkenen, een snelle uitvoering wenselijk.

Au cours d’entretiens qu’il a eus avec le CNCJBR, le ministre a acquiescé à ces propositions dont j’apprends toutefois que des restrictions budgétaires empêchent la mise en œuvre. Une rapide exécution de ces mesures paraıˆt pourtant souhaitable, compte tenu de l’aˆge désormais avancé des personnes concernées.

Wat is de huidige stand van zaken en wanneer mag de uitvoering van de maatregelen verwacht worden ?

Quel est l’état d’avancement du dossier et quand peut-on escompter la mise en œuvre des mesures ?

DO 2002200300235

DO 2002200300235

Vraag nr. 347 van de heer Karel Van Hoorebeke van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Question no 347 de M. Karel Van Hoorebeke du 19 novembre 2002 (N.) au ministre de la Défense :

Bevlagging aan militaire kazernes.

Pavoisement des casernes militaires.

Het zou getuigen van respect en erkenning van de federale indeling van dit land wanneer aan de militaire kazernes in het Nederlandse taalgebied eveneens de vlag van de Vlaamse Gemeenschap zou worden gehesen.

Ce serait un témoignage de respect et de reconnaissance pour le caractère fédéral de ce pays si les casernes militaires situées dans la région de langue néerlandaise arboraient également le drapeau de la Communauté flamande. ` une série de questions posées aux différents miA nistres sur le fait d’arborer le drapeau de la Communauté flamande à l’occasion de la fête du peuple flamand, tous les ministres concernés ont fait référence à la réponse qui serait fournie par le ministre de l’Intérieur.

In een reeks vragen die gesteld werden aan de diverse ministers inzake het hijsen van de vlag van de Vlaamse Gemeenschap op de feestdag van de Vlamingen, werd door de betrokken ministers telkens verwezen naar het antwoord dat zou gegeven worden door de minister van Binnenlandse Zaken.


2002

2003


2437

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19048

Uit het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken (vraag nr. 562 van de heer Van den Eynde, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 125, blz. 15669), dat namens de verschillende ministers werd gegeven, blijkt dat de regering verwijst naar het koninklijk besluit van 5 juli 1974, gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 oktober 1983, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 maart 1989, gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 september 1993 en tenslotte gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 april 1998. In dit antwoord wordt eveneens opgemerkt dat de Vlaamse Gemeenschap het koninklijk besluit van 5 juli 1974 heeft overgenomen en in de navolgende decreten (11 juli 1985, 13 april 1988 en 7 november 1990) dit nooit expliciet, noch impliciet heeft afgeschaft of gewijzigd. De minister antwoordde eveneens : « De minister kan om geen enkele reden beslissingen nemen die indruisen tegen de decreten van de Vlaamse regering. » Hieruit blijkt dat de regering van oordeel is dat de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is om te bepalen dat de vlag van de Vlaamse Gemeenschap moet uitgehangen worden aan militaire kazernes. Bovendien werd in het bovenvermeld antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken nagelaten om te verwijzen naar het decreet van 13 juni 1996. Dit decreet wijzigt het decreet van 7 november 1990 en voegt een artikel 6bis toe, waarbij in het vierde lid werd bepaald : « In de bovengenoemde gebieden wordt de vlag van de Vlaamse Gemeenschap op de voormelde openbare gebouwen eveneens gehesen op dezelfde data en onder dezelfde voorwaarden als de Belgische en de Europese vlag. » 1. Bent u — zoals uit het antwoord blijkt van de minister van Binnenlandse Zaken — eveneens van oordeel dat de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is om te beslissen of de vlag van de Vlaamse Gemeenschap dient gehesen te worden aan militaire kazernes ? 2. Zijn militaire kazernes in het Nederlandse taalgebied geen instellingen waar activiteiten worden vervuld die ten dienste staan van de bevolking van de Vlaamse Gemeenschap ?

Il ressort de la réponse du ministre de l’Intérieur (question no 562 de M. Van den Eynde, Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 125, p. 15669) fournie au nom de différents ministres, que le gouvernement renvoie à l’arrêté royal du 5 juillet 1974, modifié par l’arrêté royal du 15 octobre 1983, l’arrêté royal du 23 mars 1989, l’arrêté royal du 6 septembre 1993 et enfin l’arrêté royal du 2 avril 1998. Dans sa réponse, le ministre indique également que la Communauté flamande n’a jamais supprimé ou modifié, ni explicitement, ni implicitement, cet arrêté royal repris dans les décrets ultérieurs (11 juillet 1985, 13 avril 1988, 7 novembre 1990).


Ministre de la Justice

Le ministre précisait également ce qui suit : « Le ministre ne peut en aucun cas prendre de décisions qui vont à l’encontre des décrets du gouvernement flamand .» Il s’avère donc que le gouvernement estime que la Communauté flamande est compétente pour déterminer si les casernes militaires doivent arborer le drapeau de la Communauté flamande. Dans la réponse susmentionnée, le ministre de l’Intérieur a omis de citer le décret du 13 juin 1996. Celui-ci modifie le décret du 7 novembre 1990 et insère un article 6bis qui stipule ce qui suit au quatrième alinéa : « Dans les régions susvisées, le drapeau de la Communauté flamande est arboré également aux édifices publics susmentionnés aux mêmes dates et aux mêmes conditions que les drapeaux belge et européen .» 1. Eˆtes-vous d’avis, ainsi qu’il ressort de la réponse du ministre de l’Intérieur, qu’il relève de la compétence de la Communauté flamande de décider si les casernes militaires doivent arborer le drapeau de la Communauté flamande ? 2. Les casernes militaires situées sur le territoire de la région de langue néerlandaise ne sont-elles pas des institutions qui mènent des activités au service de la population de la Communauté flamande ?

DO 2001200211799

DO 2001200211799

Vraag nr. 759 van de heer Yves Leterme van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Justitie : Getuigschriften van goed zedelijk gedrag. — Omzendbrief. — Toepassing. De omzendbrief van 1 juli 2002 tot wijziging en coo¨rdinatie van de omzendbrief van 6 juni 1962 hou-

Question no 759 de M. Yves Leterme du 18 novembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :


2002

Certificats de bonnes conduite, vie et mœurs. — Circulaire. — Application. La circulaire du 1er juillet 2002 portant modification et coordination de la circulaire du 6 juin 1962 portant

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19049

dende de algemene onderrichtingen betreffende de getuigschriften van goed zedelijk gedrag (Belgisch Staatsblad van 6 juli 2002) voert nieuwe richtlijnen in voor de afgifte van getuigschriften van goed zedelijk gedrag, in afwachting dat de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister in werking treden. Met deze omzendbrief wordt de inhoud van de getuigschriften van goed zedelijk gedrag afgestemd op de inhoud van de (in de toekomst) door de gemeentebesturen af te geven uittreksels uit het strafregister. Vooral het nieuwe onderscheid naar het soort activiteit waarvoor een getuigschrift gevraagd wordt en het hieruit voortvloeiende verplicht advies van de korpschef van de politie zou nogal wat kopzorgen baren. Het verschil tussen een uittreksel uit het strafregister en een getuigschrift van goed zedelijk gedrag is dat het laatste ruimte bevat voor het vermelden van opmerkingen (nuances). Geen enkele korpschef zal een advies verstrekken tenzij nagegaan is geworden of er tegen de « aanvrager » geen onderzoeken lopen. Dergelijke aanvraag zou dus nogal wat tijd in beslag kunnen nemen. Een tweede probleem is dat de gemeentebesturen in afwachting van de komst van nieuwe verbindingssoftware met het centraal strafregister de attesten manueel moeten invullen. De meeste gemeentebesturen gebruiken hiervoor de softwarepakketten die tot nu toe in voege waren. Deze pakketten zijn evenwel fors verouderd en er is al geruime tijd niets meer aan veranderd, gezien alle bedrijven de komst van de nieuwe richtlijnen afwachten in uitvoering van de artikelen 9 en 10 van voormelde wet. Daarenboven kunnen deze pakketten enkel getuigschriften afleveren in de oude vorm en het valt niet te verwachten dat speciaal voor deze omzendbrief de pakketten nog aangepast worden. Dit kan evenzeer voor forse vertraging zorgen. In bepaalde sectoren dreigt deze vertraging voor problemen te zorgen, zo bijvoorbeeld in het onderwijs. Vaak vinden scholen slechts en laatste instantie leerkrachen voor bepaalde vakken, die ze aldus vlug in dienst willen nemen. Evenwel kan het dossier van deze leerkrachten administratief niet in orde gebracht worden tot alle stukken en dus ook de getuigschriften van goed zedelijk gedrag aanwezig zijn. Dit heeft als gevolg dat veel van deze nieuwe leerkrachten laattijdig betaald zullen worden, indien zij meerdere weken zullen moeten wachten op een getuigschrift van goed zedelijk gedrag. 1. a) Kan de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister in het vooruitzicht gesteld worden ?


2002

instructions générales relatives aux certificats de bonnes conduite, vie et mœurs (Moniteur belge du 6 juillet 2002) instaure de nouvelles directives pour la délivrance de certificats de bonnes conduite, vie et mœurs en attendant que les articles 9 et 10 de la loi du 8 aouˆt 1997 concernant le casier judiciaire central entrent en vigueur. Cette circulaire met le contenu des certificats de bonnes conduite, vie et mœurs en concordance avec le contenu des extraits du casier judiciaire délivrés (à l’avenir) par les administrations communales. C’est essentiellement la nouvelle distinction en fonction du type d’activité pour laquelle un certificat est demandé et l’avis obligatoire du chef de corps de la police en découlant qui susciteraient de nombreuses tracasseries. La différence entre un extrait du casier judiciaire et un certificat de bonnes conduite, vie et mœurs est que ce dernier comporte un espace pour la mention d’observations (nuances). Aucun chef de corps n’émettra d’avis à moins qu’il n’ait été vérifié qu’aucune instruction n’est en cours à charge du « demandeur ». Une telle demande pourrait donc réclamer beaucoup de temps. Un second problème est que les administrations communales doivent compléter manuellement les certificats en attendant l’arrivée de nouveaux logiciels de liaison avec le casier judiciaire central. La plupart des administrations communales utilisent à cette fin les progiciels qui étaient en vigueur jusqu’à présent. Ces progiciels ont toutefois beaucoup vieilli et aucun changement n’y a été apporté depuis longtemps, compte tenu du fait que toutes les entreprises attendent les nouvelles directives en exécution des articles 9 et 10 de la loi précitée. En outre, ces progiciels ne peuvent délivrer certificats que sous la forme ancienne et il est peu probable qu’ils soient encore adaptés spécialement pour cette circulaire. Voilà qui peut engendrer d’importants retards. Dans certains secteurs, ces retards risquent de poser des problèmes, notamment dans l’enseignement. Il est fréquent que les écoles ne trouvent des professeurs pour certaines branches qu’in extremis, de sorte qu’elles souhaitent recruter rapidement ces professeurs. Toutefois, le dossier de ceux-ci ne peut être mis en règle administrativement avant que toutes les pièces et donc aussi les certificats de bonnes conduite, vie et mœurs aient été réunis. Il en résulte que nombre de ces nouveaux professeurs seront payés tardivement s’ils doivent attendre plusieurs semaines un certificat de bonnes conduite, vie et mœurs. 1. a) Peut-on envisager l’entrée en vigueur des articles 9 et 10 de la loi du 8 aouˆt 1997 concernant le Casier judiciaire central ?

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19050

b) Met andere woorden, is de betreffende software voorhanden of in een eindfase van opmaak ?

b) En d’autres termes, le logiciel concerné est-il disponible ou dans une phase finale de conception ?

2. a) Kunnen de getuigschriften die vormelijk afgeleverd worden op basis van de verouderde software nog als geldig beschouwd worden ?

2. a) Les certificats qui, d’un point de vue formel sont délivrés sur la base du logiciel obsolète peuvent-ils encore être encore considérés comme valables ?

b) Of moeten de gemeentebesturen niet alleen manueel de informatie opzoeken maar ook de getuigschriften manueel opmaken ?

b) Les administrations communales ne doivent-elles pas seulement rechercher l’information manuellement mais confectionner aussi les certificats manuellement ?

c) Is het voor zover mogelijk nog zinvol om te investeren in nieuwe specifieke software ?

c) Est-il encore utile, pour autant que cela soit possible, d’investir dans de nouveaux logiciels spécifiques ?

3. Ontvangen de korpschefs van de lokale politie richtlijnen met betrekking tot de (verplichte) adviesverstrekking en in het bijzonder met het soort informatie dat zij aanvullend kunnen of mogen opzoeken en in hun advies mogen of moeten vermelden ?

3. Les chefs de corps de la police locale reçoivent-ils des directives concernant les avis qu’ils doivent rendre (obligatoirement) et en particulier concernant le type d’informations qu’ils peuvent rechercher à titre complémentaire et peuvent ou doivent mentionner dans leur avis ?

4. Wat zijn de gevolgen van deze nieuwe reglementering voor het zogenaamd gemeentelijk strafregister ?

4. Quelles conséquences cette nouvelle réglementation entraıˆnera-t-elle pour le « casier judiciaire communal » ?

5. Werden de andere openbare overheden en besturen, zoals de gewesten en gemeenschappen, die vaak om de afgifte van dergelijk getuigschrift verzoeken, specifiek ingelicht omtrent de gevolgen van deze nieuwe regelgeving ?

5. Les autres autorités et administrations publiques comme les régions et les communautés, qui demandent souvent la délivrance d’un tel certificat, ont-elles été spécifiquement informées au sujet des conséquences de cette nouvelle réglementation ?

DO 2002200300240

DO 2002200300240

Vraag nr. 760 van de heer Lode Vanoost van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Justitie :

Question no 760 de M. Lode Vanoost du 19 novembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :

Luchthaven van Zaventem. — Problematiek van de nachtvluchten. — Processen-verbaal.

Aéroport de Zaventem. — Problème des vols de nuit. — Procès-verbaux.

Het verkeer op de luchthaven van Zaventem is aan bepaalde normen qua geluid onderworpen. BIAC is bevoegd om voor de controle op het respecteren van deze normen toe te zien.

Le trafic aérien à l’aéroport de Zaventem est soumis à des normes précises en matière de bruit. Le controˆle du respect de ces normes relève de la compétence de la BIAC.

1. a) Hoeveel processen-verbaal werden er sinds 1 oktober 2000 per kwartaal opgesteld voor overtredingen van de geluidsnormen door vliegtuigen van en naar de luchthaven van Zaventem ?

1. a) Depuis le 1er octobre 2000, combien de procèsverbaux ont-ils été dressés chaque trimestre après que des infractions aux normes en matière de bruit commises par des avions atterrissant l’aéroport de Zaventem et y décollant ont été constatées ?

b) Kunt u de aantallen tevens bundelen per gemeente van vaststelling ?

b) Pourriez-vous ventiler ces chiffres par commune ou` un tel constat a été établi ?

2. Hoeveel verschillende luchtvaartmaatschappijen waren daarbij betrokken ?

2. Combien de compagnies aériennes différentes ces infractions concernent-elles ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19051

3. Welk gevolg werd aan deze processen-verbaal gegeven ?

3. Quelles suites ont-elles été réservées à ces procèsverbaux ?


Ministre des Finances

DO 2002200300228

DO 2002200300228

Vraag nr. 1138 van de heer Martial Lahaye van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 1138 de M. Martial Lahaye du 19 novembre 2002 (N.) au ministre des Finances :

Strijd tegen internationaal terrorisme. — Akkoord met de Verenigde Staten. — Controle scheepsladingen. — Ondertekening overeenkomst.

Lutte contre le terrorisme international. — Accord avec les E´tats-Unis. — Controˆle des cargaisons des navires. — Signature d’une convention. ` ma question no 1039 du 28 juin 2002 relative à A une déclaration d’intentions signée entre la Belgique et les E´tats-Unis d’Amérique concernant la mise en place, au port d’Anvers, d’un projet pilote dans le cadre du « Container Security Initiative », vous avez répondu que la signature d’une convention en bonne et due forme était prévue pour le mois de septembre 2002 ou au plus tard pour le mois d’octobre 2002 (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 134, p. 16848).

Op mijn vraag nr. 1039 van 28 juni 2002 met betrekking tot een intentieverklaring die Belgie¨ en de Verenigde Staten ondertekenden met betrekking tot de uitvoering van een pilootproject in de haven van Antwerpen in het kader van het « Container Security Initiative », antwoordde u dat de ondertekening van een eigenlijke overeenkomst terzake voorzien was voor september 2002, ten laatste oktober 2002 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 134, blz. 16848). 1. Wat werd terzake nu precies overeengekomen, welke maatregelen zullen nu precies wanneer in voege treden en hebben die enkel betrekking op Antwerpen of ook op de zeehaven van Zeebrugge ?

1. Quels points font-ils l’objet de cette convention ? Quelles mesures entreront-elles en vigueur et quand ? L’application de ces mesures se limitera-t-elle à Anvers ou s’étendra-t-elle également au port maritime de Zeebrugge ?

2. Wat houdt de samenwerking precies in, hoeveel Belgische ambtenaren worden bij de uitwerking van het project betrokken, hoe worden zij geselecteerd en welke gevolgen heeft dit project op budgettair vlak ? 3. Aangezien reeds in de intentieverklaring sprake was van de inzet van Belgische ambtenaren van Douane en Accijnzen op Amerikaans grondgebied, had ik ook graag vernomen of ook dit doorgaat en hoeveel mensen hierbij betrokken worden .

2. Qu’implique la coopération ? Combien de fonctionnaires belges seront-ils mobilisés pour la réalisation de ce projet ? Comment seront-ils sélectionnés ? Quelles seront les répercussions budgétaires du projet ? 3. E´tant donné que la déclaration d’intentions mentionnait l’affectation de fonctionnaires belges de l’administration des Douanes et Accises sur le sol américain, je souhaite savoir si cette mesure est maintenue et combien de personnes sont concernées.

DO 2002200300231

DO 2002200300231

Vraag nr. 1139 van de heer Marcel Hendrickx van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 1139 de M. Marcel Hendrickx du 19 novembre 2002 (N.) au ministre des Finances :

Belastingen in het algemeen. — Rechten en plichten van de fiscus en de belastingplichtigen.

Impoˆts en général. — Droits et devoirs du fisc et des contribuables.

1. Bent u van mening dat in ons land de fiscus alleen die rechten heeft die hem zijn toegemeten door

1. Estimez-vous que, dans notre pays, le fisc jouit uniquement des droits qui lui sont conférés par les lois


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19052

de fiscale wetten (openbare orde — restrictieve toepassing), de Grondwet en de verordeningen van openbare orde die de fiscale wetten doorkruisen ?

fiscales (ordre public — application restrictive), par la Constitution et par les ordonnances d’ordre public qui vont à l’encontre des lois fiscales ?

2. Bent u van mening dat de belastingplichtige tot niets anders verplicht is dan wat de wet hem beveelt ?

2. Estimez-vous que le contribuable n’a pas d’autres obligations que celles que lui impose la loi ?

3. Bent u van mening dat de fiscus de plicht heeft van « zorgvuldigheid », die hij moet naleven in al zijn betrekkingen met de belastingplichtige maar dat die plicht « niet wederkerig » is ?

3. Estimez-vous que le fisc a un devoir de « diligence », qu’il est tenu de respecter dans toutes ses relations avec le contribuable, bien que ce devoir ne soit « pas réciproque » ?

4. Bevestigt u dat elke overtreding van zorgvuldigheid, waaronder behoorlijk bestuur ressorteert, door de ambtenaar begaan een zware overtreding is en de aanslag nietig is ?

4. Confirmez-vous que toute infraction au devoir de diligence, et notamment au principe de bonne administration, commise par le fonctionnaire, équivaut à une infraction grave et entraıˆne la nullité de l’imposition ?

5. Hoe verklaart u het verordenen van illegale circulaires die door de ambtenaren dienen nagevolgd te worden ?

5. Comment expliquez-vous l’existence de circulaires illégales que les fonctionnaires fiscaux sont tenus d’appliquer ?

6. Welke onafhankelijke en objectieve instantie controleert de uitvaardiging van circulaires buiten de subjectieve administratie ?

6. En dehors de l’administration, subjective, quelle instance indépendante et objective controˆle-t-elle la promulgation de circulaires ?

DO 2002200300233

DO 2002200300233



Belastingen in het algemeen.

Impoˆts en général.

1. Bent u van mening dat geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan door een wet ?

1. Estimez-vous que nul impoˆt au profit de l’E´tat ne peut être établi que par une loi ?

2. Bent u van mening dat geen belastingaanslag kan worden gevorderd dan ingevoerd door een wet ? 3. Bent u van mening dat een belasting ten behoeve van de Staat slechts kan gevorderd worden indien de aanslag voldoet aan het geheel van regelen met betrekking tot het heffen van belastingen ?

2. Estimez-vous qu’il ne peut être procédé à aucune taxation que si elle est établie par la loi ? 3. Estimez-vous qu’aucun impoˆt au profit de l’E´tat ne peut être recouvré que si l’imposition satisfait à l’ensemble des règles relatives à la perception des impoˆts ?

4. Bent u van mening dat hierdoor de fiscus gebonden is door het objectief belastingrecht dat hij moet toepassen en beperkt is in zijn macht door de subjectieve fiscale rechten van de belastingplichtigen ?

4. Estimez-vous que le fisc est dès lors tenu par le droit fiscal objectif qu’il doit appliquer et que ses pouvoirs se trouvent limités par les droits fiscaux subjectifs des contribuables ?

5. Bent u van mening dat het niet aan de belastingplichtige is om de ambtenaar erop te wijzen dat hij deze verplichtingen moet toepassen ?

5. Estimez-vous qu’il n’appartient pas au contribuable de signaler au fonctionnaire qu’il doit se conformer à ces obligations ?

6. Bent u van mening dat het recht om belastingen te betalen een dwingende plicht is die evenwel het recht inhoudt om niet te veel te betalen, of meer in het algemeen om niet op een onrechtmatige wijze te worden aangeslagen ?

6. Estimez-vous que le droit de payer des impoˆts constitue un devoir impérieux, qui implique toutefois le droit de ne pas payer trop et, plus généralement, de ne pas être imposé de manière injuste ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19053

7. Bent u van mening dat de zorgvuldigheidsplicht (openbare orde) de ambtenaar verplicht juris de jure dat de openbare orde rechten en verplichtingen ten voordele van de belastingplichtigen worden nageleefd ?

7. Estimez-vous que l’obligation de vigilance (d’ordre public) contraint le fonctionnaire juris de jure à respecter les droits et les obligations des contribuables ?

8. Bent u van mening dat de fiscus verplicht is ervoor te zorgen dat de belastingplichtige de minst belastbare weg heeft gekozen en indien de belastingplichtige dit verzuimd heeft de ambtenaar de openbare orde verplichting heeft de aangifte in die zin te wijzigen ?

8. Estimez-vous que le fisc est tenu de s’assurer que le contribuable a opté pour la voie la moins imposée, et que, dans le cas ou` le contribuable a négligé cet aspect, le fonctionnaire est soumis à l’obligation d’ordre public de modifier la déclaration dans ce sens ?

9. Zijn de nodige sancties voorzien ten voordele van de belastingplichtige indien later blijkt dat de ambtenaar zijn openbare orde verplichtingen niet heeft nageleefd ?

9. La loi prévoit-elle des sanctions à appliquer au fonctionnaire s’il s’avère ultérieurement que celui-ci n’a pas respecté ses obligations d’ordre public envers le contribuable ?

10. Bent u van mening dat indien er geen sancties voorzien zijn voor de ambtenaar die de fiscale wetten (openbare orde) en/of de verordeningen van openbare orde die de fiscale wetten doorkruisen moet toepassen er ook geen sancties kunnen voorhanden zijn voor de belastingplichtigen die de fiscale wetten (openbare orde) en/of verordeningen van openbare wetten die de fiscale wetten doorkruisen moeten naleven ?

10. Estimez-vous que s’il n’est prévu aucune sanction vis-à-vis du fonctionnaire censé appliquer les lois fiscales (ordre public) et/ou les règlements d’ordre public qui interfèrent avec ces lois fiscales, il ne doit également être prévu aucune sanction vis-à-vis des contribuables, qui doivent respecter les lois fiscales (ordre public) et/ou les règlements d’ordre public qui interfèrent avec ces lois fiscales ?

11. Bent u van mening dat indien de ambtenaren niet gesanctioneerd worden en de belastingplichtigen wel gesanctioneerd worden bij overtredingen op openbare orde verplichtingen de beginselen van gelijkheid geschonden worden ?

11. Estimez-vous que l’on porte atteinte aux principes d’égalité si les fonctionnaires ne font pas l’objet de sanctions, alors que les contribuables sont, eux, sanctionnés en cas d’infraction aux obligations d’ordre public ?

DO 2002200300234

DO 2002200300234



Belastingen in het algemeen. — Fiscale verplichtingen van de overheid.

Impoˆts en général. — Obligations des pouvoirs publics en matière fiscale.

1. Bent u van mening dat de fiscale overheid en de belastingplichtige in de eerste plaats gehouden zijn tot naleving van en tevens beroep kunnen doen op de regelen die elk overheidsoptreden beheersen ?

1. Estimez-vous que l’administration fiscale et le contribuable sont tenus, avant tout, au respect des règles qui régissent toute intervention des autorités et qu’ils peuvent également les invoquer ?

2. Bent u van mening dat deze regelen behoren tot het grondwettelijk en administratief recht met hun respectieve bronnen ?

2. Estimez-vous que ces règles relèvent des droits constitutionnel et administratif, avec leurs sources respectives ?

3. Bent u van mening dat in dit verband typisch zijn een aantal algemene rechtsbeginselen die algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden genoemd, zoals daar zijn :

3. Estimez-vous qu’un certain nombre de principes généraux du droit, qualifiés de principes généraux de bonne administration, sont caractéristiques à cet égard ? Je songe :

a) de hoorplicht;

a) à l’obligation d’entendre le contribuable;

b) de onpartijdigheid;

b) à l’impartialité;

c) het fair-play;

c) au fair-play;


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19054

d) de zorgvuldigheidsplicht en

d) au devoir de rigueur et

e) het redelijkheidsbeginsel ?

e) au caractère raisonnable d’une décision .

DO 2002200300236

DO 2002200300236



Belastingen. — Toepassing van de Grondwet. — Internationale verdragen.

Impoˆts. — Application de la Constitution. — Conventions internationales.

1. Bent u de mening toegedaan dat elke inwoner van het Rijk de wetten moet kennen en toepassen ?

1. Considérez-vous que chaque habitant du Royaume est censé connaıˆtre et appliquer la loi ?

2. Is deze verplichting ook opgelegd aan de belastingambtenaren ?

2. Cette obligation s’applique-t-elle également aux fonctionnaires du fisc ?

3. Hoe verklaart u dat de ambtenaren steeds weigeren de Grondwetregels toe te passen en zich beroepen op de scheiding der machten ?

3. Comment expliquez-vous que les fonctionnaires refusent systématiquement d’appliquer les dispositions de la Constitution et invoquent la séparation des pouvoirs ?

4. Bent u de mening toegedaan dat de Grondwet een uitzondering voorziet voor de toepassing ervan voor uw ambtenarenkorps inzake belastingwetgeving ?

4. Estimez-vous que la Constitution prévoit une exception en ce qui concerne l’application de ses dispositions à vos fonctionnaires en matière de législation fiscale ?

5. Bent u van mening dat de afdwingbaarheid van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet steeds door de belastingplichtige moet aangevraagd worden ?

5. Estimez-vous qu’il appartient au contribuable de solliciter à chaque fois l’application contraignante des articles 10 et 11 de la Constitution ?

6. Bent van mening dat naar Belgisch recht de toepassing primeert van een internationaal verdrag met directe werking op het interne recht (Hof van Cassatie, 17 mei 1991) ?

6. Estimez-vous que l’application d’une convention internationale à effet direct prime, en droit belge, le droit national (Cour de cassation, 17 mai 1991) ?

7. Bent u van mening dat de principie¨le toepasselijkheid van artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, opgemaakt te New-York op 19 december 1966, goedgekeurd bij wet van 15 mei 1981 een algemeen discriminatieverbod bevat « Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder discriminatie aanspraak op gelijke bescherming door de wet » ?

7. Estimez-vous que l’applicabilité de principe de l’article 26 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, fait à New York le 19 décembre 1966, approuvé par la loi du 15 mai 1981, implique une condamnation générale de toute forme de discrimination : « Toutes les personnes sont égales devant la loi et ont droit sans discrimination à une égale protection de la loi » ?

8. Bent u van mening dat de principie¨le toepasselijkheid van dit artikel 26 van het BUPO-Verdrag in fiscale zaken door het Belgische Hof van Cassatie werd aangenomen (Hof van Cassatie, 23 januari 1992) ?

8. Estimez-vous que l’applicabilité de principe de cet article 26 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques en matière fiscale a été acceptée par la Cour de cassation belge (Cour de cassation, 23 janvier 1992) ?

9. Bent u de mening toegedaan dat de ambtenaar en de burger dezelfde rechten hebben en dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet steeds moeten getoetst en toegepast worden door de ambtenaar in elk stadium van de belastbaarheid ?

9. Estimez-vous que le citoyen ordinaire jouit des mêmes droits que le fonctionnaire et que celui-ci doit, à chaque stade du processus d’imposition, vérifier l’application des articles 10 et 11 de la Constitution et respecter ces dispositions ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19055

DO 2002200300237

DO 2002200300237



Belastingen in het algemeen. — Fiscale verplichtingen van de overheid en de Grondwet.

Impoˆts en général. — Obligations fiscales des pouvoirs publics et Constitution.

1. Bent u van mening dat indien een overtreding van de fiscale wetten en/of van verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen begaan werd door een ambtenaar, de aanslag die hierop volgt een overtreding is van artikel 170 van de Grondwet ?

1. Si un fonctionnaire a commis une infraction aux lois fiscales et/ou aux règlements d’ordre public qui interfèrent avec la législation fiscale, estimez-vous que l’imposition qui s’ensuit constitue une infraction à l’article 170 de la Constitution ?

2. Bent u van mening dat artikel 159 van de Grondwet de rechter verplicht om na te gaan of artikel 170 van de Grondwet nageleefd wordt ?

2. Estimez-vous que l’article 159 de la Constitution contraint le juge à vérifier si l’article 170 de la Constitution est respecté ?

3. Bent u de mening toegedaan dat de overtredingen van de Grondwet door de ambtenaren voortdurend en onverjaarbaar zijn ?

3. Estimez-vous que les violations de la Constitution commises par les fonctionnaires sont constantes et imprescriptibles ?

4. Bent u de mening toegedaan dat elke overtreding van de fiscale wetten (openbare orde) en/of verordening van openbare orde die de fiscale wetten overstijgen begaan door de ambtenaar hierdoor voortdurend en onverjaarbaar zijn en grondwettelijk (artikelen 159 en 170 van de Grondwet) door de rechter moeten worden onderzocht ?

4. Estimez-vous que toute infraction aux lois fiscales (d’ordre public) et/ou aux règlements d’ordre public qui dépassent le cadre de la législation fiscale, commise par un fonctionnaire, est de ce fait constante et imprescriptible et qu’elle doit être appréciée par le juge conformément à la Constitution (articles 159 et 170) ?

DO 2002200300238

DO 2002200300238



Motiveringsplicht. — Wet van 29 juli 1991 versus wet van 30 juni 2000.

Obligation de motivation. — Loi du 29 juillet 1991 et loi du 30 juin 2000.

1. Bent u van mening dat de (openbare orde) wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen ondergeschikt is aan de (openbare orde) wet van 30 juni 2000 ?

1. Estimez-vous que la loi (d’ordre public) du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs est subordonnée à la loi (d’ordre public) du 30 juin 2000 ?

2. Welk van deze twee wetten is meer van openbare orde dan de andere en waarom ?

2. Laquelle de ces deux lois est-elle davantage d’ordre public et pour quelle raison ?

3. Bestaan er verschillende gradaties van openbare orde wetten en verordeningen die de fiscale wetten doorkruisen ?

3. Existe-t-il une hiérarchie parmi les lois et règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales ?

4. Waarom is de aanslag die volgt op een overtreding door een fiscale ambtenaar van de voornoemde wet van 29 juli 1991 niet nietig en de overtreding van de wet van 30 juni 2000 wel nietig ?

4. Pourquoi l’imposition qui fait suite à une infraction commise par le fonctionnaire des contributions à la loi précitée du 29 juillet 1991 n’est-elle pas nulle alors que c’est le cas pour l’infraction à la loi du 30 juin 2000 ?


2002

2003


2438

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19056

DO 2002200300239

DO 2002200300239



Belastingen in het algemeen. — Illegaal optreden. — Klachten.

Impoˆts en général. — Intervention illégitime. — Réclamations.

1. Mag de fiscus op basis van zijn illegaal optreden een aanslag vestigen ?

1. Le fisc est-il en droit d’établir une imposition à la suite d’une intervention illégitime de sa part ?

2. Zijn er richtlijnen hierover uitgevaardigd ?

2. Des directives ont-elles été données à ce sujet ?

3. Indien de belastingplichtige klacht indient tegen een ambtenaar hoe wordt deze belastingplichtige in kennis gesteld dat zijn klacht onpartijdig met de zorgvuldigheidsplicht afgehandeld werd ?

3. Comment le contribuable qui dépose plainte contre un fonctionnaire est-il informé que sa plainte fait l’objet d’une instruction impartiale et conforme au devoir de gestion consciencieuse ?

4. Bent u de mening toegedaan dat indien de belastingplichtige geen antwoord ontvangt aangaande afloop van zijn klacht met inachtname van het WIB 1992, de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en al de verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen, de behandelende ambtenaar een onwettige daad gesteld heeft waardoor de klacht van de belastingplichtige aanvaard wordt juris de jure ?

4. Estimez-vous que si le contribuable ne reçoit aucune réponse à propos de l’issue de sa plainte en fonction des dispositions du CIR 1992, de la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs, de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration ainsi que de l’ensemble des règlements d’ordre publics interférant avec les lois fiscales, le fonctionnaire instruisant commet un acte illégal ayant pour conséquence l’acceptation juris de jure de la plainte du contribuable ?

5. Is het juridisch verantwoord indien deze klachten afgehandeld worden zonder confrontatie tussen de belastingambtenaar tegen wie de klacht wordt ingediend en de belastingplichtige ?

5. Est-il juridiquement admissible que ces plaintes soient traitées non contradictoirement, c’est-à-dire sans confrontation entre le fonctionnaire fiscal contre qui la plainte a été déposée et le contribuable plaignant ?

6. Kan u verklaren waarom de belastingplichtige geen inzage heeft in het dossier neergelegd bij de klachtenbehandelende ambtenaar ?

6. Pouvez-vous indiquer pourquoi le contribuable n’a aucun droit de regard sur le dossier déposé auprès du fonctionnaire qui instruit les plaintes ?

DO 2002200300242

DO 2002200300242



Belastingen in het algemeen. — Exceptie van illegaliteit. — Voortdurende en onverjaarbare overtredingen.

Impoˆts en général. — Exception d’illégalité. — Infractions permanentes et imprescriptibles.

1. Bent u van mening dat de rechtmatigheid van fiscale reglementen door een belastingplichtige steeds kan in vraag gesteld worden in het kader van de betwisting van de toepassing daarvan bij een administratieve of justitie¨le rechter, door middel van een exceptie van illegaliteit bepaald in artikel 159 van de Grondwet ?

1. Estimez-vous qu’un contribuable peut mettre en cause la légitimité des règlements fiscaux par la voie d’une exception d’illégalité, définie à l’article 159 de la Constitution, s’il conteste l’application de ces règlements par un juge administratif ou judiciaire ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19057

2. Bent u van mening dat artikel 159 (vroeger 107) van de Grondwet even algemeen als dwingend is terzake en een overtreding door de ambtenaren of de wetgever eeuwigdurend en onverjaarbaar is ?

2. Estimez-vous que l’article 159 (ancien article 107) de la Constitution est aussi général que contraignant en cette matière et qu’une infraction commise par les fonctionnaires ou par le législateur est permanente et imprescriptible ?

3. Bent u van mening dat geen met eigenlijke rechtspraak belaste instantie een besluit of een verordening mag toepassen wanneer niet is aangetoond dat deze rechtmatig is ?

3. Estimez-vous qu’aucune instance jurisprudentielle de fait ne peut appliquer une décision ou une réglementation lorsque la légitimité de cette dernière n’a pas été établie ?

4. Bent u van mening dat dit verbod bovendien van openbare orde is, zodat het middel ambtshalve door de rechter moet worden onderzocht, in elke stand van geding kan worden ingeroepen, zelfs voor het eerst in Cassatie, voortdurend en onverjaarbaar is, en niet het voorwerp kan uitmaken van berusting of transactie (zie : Hof van Cassatie, 3 maart 1972) ?

4. Estimez-vous que cette interdiction est, en outre, d’ordre public, de sorte que ce moyen doit être examiné d’office par le juge, qu’il peut être invoqué à tous les stades de la procédure (même en Cassation pour la première fois), qu’il est permanent et imprescriptible et ne peut faire l’objet d’un acquiescement ou d’une transaction (voir : Cour de Cassation, 3 mars 1972) ?

5. Bent u van mening dat daaraan hoegenaamd geen afbreuk gedaan wordt wanneer de belastingplichtige die de exceptie inroept, destijds wellicht belang had bij de nietigverklaring van het betwiste reglement, en een annulatieberoep bij de Raad van State had kunnen instellen ?

5. Estimez-vous qu’il ne peut quasiment en aucun cas y être dérogé lorsqu’il s’avère que le contribuable qui invoque l’exception avait peut-être, à l’époque, intérêt à voir le règlement contesté annulé et aurait pu introduire un recours en annulation auprès du Conseil d’E´tat ?

6. Bent u van mening dat de uitputting van het beroep tot nietigverklaring geen ontvankelijkheidvoorwaarde is voor de exceptie van illegaliteit tegen een reglementair besluit ?

6. Estimez-vous que l’épuisement du recours en annulation ne constitue pas une condition de recevabilité à l’égard de l’exception d’illégalité lorsque celle-ci est invoquée contre une décision réglementaire ?

7. Is de zorgvuldigheidsplicht een plicht van openbare orde voor uw ambtenaren ?

7. Le devoir de gestion consciencieuse est-il d’ordre public pour vos fonctionnaires ?

DO 2002200300243

DO 2002200300243



Belastingen in het algemeen. — Rechtszekerheid. — Exceptie van illegaliteit. 1. Bent u van mening dat het de plicht is van een fiscale ambtenaar om enkel zijn diensten aan te bieden aan de belastingplichtigen voor handelingen die binnen het strikte kader van de wettelijkheid vallen ?

Impoˆts en général. — Sécurité juridique. — Exception d’illégalité. 1. Eˆtes-vous d’avis qu’il est du devoir d’un fonctionnaire fiscal de ne fournir ses services aux contribuables que pour des actes s’inscrivant dans le cadre strict de la légalité ?

2. Bent u van mening dat dit betekent dat een fiscaal ambtenaar zijn medewerking niet mag verlenen aan belastingontwijking ?

2. Cela signifie-t-il pour vous qu’un fonctionnaire fiscal ne peut apporter son concours à une manœuvre d’évasion fiscale ?

3. Bent u van mening dat indien de belastingplichtige niet de minst belastbare weg gekozen heeft, hij ook aan belastingontwijking doet, zij het in zijn nadeel ?

3. Estimez-vous que si le contribuable n’a pas opté pour la voie la moins imposée, il se rend également coupable d’évasion fiscale, même si c’est à son désavantage ?

4. Is het de plicht van de ambtenaar om te zorgen dat de belastingplichtige niet op een onrechtmatige wijze wordt aangeslagen ?

4. Le fonctionnaire fiscal est-il tenu de veiller à ce que le contribuable ne soit pas imposé induˆment ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19058

5. Bent u van mening dat de fiscale ambtenaar uitsluitend en altijd de openbare orde verplichtingen mag toepassen ?

5. Considérez-vous que le fonctionnaire fiscal peut toujours et exclusivement appliquer les obligations d’ordre public ?

6. Bent u van mening dat de fiscale ambtenaar een verordening van openbare orde overtreedt indien hij de aangifte van de belastingplichtige niet aanpast aan de minst belastbare weg ?

6. Estimez-vous que le fonctionnaire fiscal enfreint un règlement d’ordre public s’il n’adapte pas la déclaration du contribuable de manière à ce qu’elle corresponde à la voie la moins imposée ?

DO 2002200300244

DO 2002200300244



Belastingen in het algemeen. — Rechtszekerheid. — Exceptie van illegaliteit. — Hie¨rarchie van de Grondwet.

Impoˆts en général. — Sécurité juridique. — Exception d’illégalité. — Hiérarchie de la Constitution.

Belastingen in het algemeen : de fiscus heeft geen rechten en de belastingplichtige geen plichten dan die de fiscale wetten (openbare orde — strikte toepassing) en de verordeningen van openbare orde die de fiscale wetten doorkruisen hem voorschrijft. Bent u van mening dat in artikel 32 van de Grondwet nergens uitdrukkelijk vermeld staat dat de belastingplichtige zich moet verplaatsen naar het kantoor van de ambtenaar om een kopie te verkrijgen ?

Les impoˆts en général : l’administration fiscale n’a d’autres droits et le contribuable, d’autres devoirs, que ceux prescrits par les lois fiscales (d’ordre public — application stricte) et par les règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales. Eˆtes-vous d’avis que l’article 32 de la Constitution ne stipule pas explicitement que le contribuable doit se rendre au bureau du fonctionnaire fiscal pour obtenir des copies ?

DO 2002200300245

DO 2002200300245



Belastingen. — Ambtenaren. — Delegatie.

Impoˆts. — Fonctionnaires. — Délégation.

Bent u van mening dat een lagere fiscale ambtenaar aan een hogere fiscale ambtenaar delegatie kan verlenen volgens de wetten en verordeningen die de belastingwetten doorkruisen ?

Estimez-vous qu’un fonctionnaire de l’administration fiscale de grade inférieur peut accorder une délégation à un fonctionnaire de l’administration fiscale de grade supérieur en vertu des lois et règlements qui interfèrent avec des lois fiscales ?

DO 2002200300250

DO 2002200300250

Vraag nr. 1150 van de heer Jean-Jacques Viseur van 20 november 2002 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 1150 de M. Jean-Jacques Viseur du 20 novembre 2002 (Fr.) au ministre des Finances :

Registratie- en successierechten. — Begrip verkoopwaarde.

Matière de droits d’enregistrement et de succession. — Notion de valeur vénale.

Zowel het Wetboek der registratierechten, meer bepaald artikel 46, als het Wetboek der successierech-

Tant le Code des droits d’enregistrement en son article 46 que le Code des droits de succession en son


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19059

ten, in het bijzonder artikel 19, verwijzen naar het begrip verkoopwaarde om de belastbare grondslag voor de verschuldigde rechten te bepalen.

article 19 font référence à la notion de valeur vénale pour déterminer la base imposable des droits dus.

1. Kunt u ons meedelen of uw administratie dit begrip bij het bepalen van de belastbare grondslag inzake registratie- en successierechten op dezelfde manier interpreteert ?

1. Pourriez-vous communiquer si cette notion est interprétée de manière identique par votre administration lorsqu’il s’agit d’établir la base imposable en matière de droits d’enregistrement et de succession ?

2, Met andere woorden, kan de verkoopwaarde volgens de aard van de overdracht verschillen ?

2. En d’autres termes, la valeur vénale peut-elle varier suivant la nature de la mutation ?


Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Economie

Ećonomie

DO 2002200300218

DO 2002200300218

Vraag nr. 335 van de heer Jan Peeters van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :

Question no 335 de M. Jan Peeters du 18 novembre 2002 (N.) au ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :

Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Turnhout. — Prijsverhogingen.

Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement de Turnhout. — Augmentations tarifaires.

Er is een vermoeden dat vele rusthuizen gebruik maken van de invoering van de zorgverzekering om hun prijzen te verhogen.

Il y a des raisons de penser que de nombreuses maisons de repos profitent de l’instauration de l’assurance soins de santé pour majorer leurs prix.

1. Welke rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen in het arrondissement Turnhout hebben sinds 1 september 2002 een prijsverhoging aangevraagd bij Economische Zaken ?

1. Quelles maisons de repos et maisons de repos et de soins de l’arrondissement de Turnhout ont-elles demandé une augmentation tarifaire auprès des Affaires économiques depuis le 1er septembre 2002 ?

Graag de namen en de betrokken gemeenten.

Pouvez-vous préciser les noms et indiquer dans quelles communes elles sont situées ?

2. Voor elk van deze aanvragen : hoeveel bedraagt de aangevraagde verhoging, in absolute cijfers en procentueel ?

2. Pour chacune de ces demandes : quel est le montant de l’augmentation demandée, en chiffres absolus et en pourcentage ?

3. Voor elk van deze aanvragen : welke motivatie tot verhoging hanteren de aanvragers ?

3. Pour chacune de ces demandes : comment les demandeurs justifient-ils cette augmentation ?

4. Voor elk van deze aanvragers : welke beslissing heeft u in dit dossier genomen, of is de procedure nog lopende ?

4. Pour chacune de ces demandes : quelle décision avez-vous prise dans ce dossier ? La procédure est-elle en cours ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19060

DO 2002200300219

DO 2002200300219



Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Antwerpen. — Prijsverhogingen.

Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement d’Anvers. — Augmentations tarifaires.



1. Welke rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen in het arrondissement Antwerpen hebben sinds 1 september 2002 een prijsverhoging aangevraagd bij Economische Zaken ?

1. Quelles maisons de repos et maisons de repos et de soins de l’arrondissement de Anvers ont-elles demandé une augmentation tarifaire auprès des Affaires économiques depuis le 1er septembre 2002 ?









DO 2002200300220

DO 2002200300220



Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Mechelen. — Prijsverhogingen.

Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement de Malines. — Augmentations tarifaires.



1. Welke rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen in het arrondissement Mechelen hebben sinds 1 september 2002 een prijsverhoging aangevraagd bij Economische Zaken ?

1. Quelles maisons de repos et maisons de repos et de soins de l’arrondissement de Malines ont-elles demandé une augmentation tarifaire auprès des Affaires économiques depuis le 1er septembre 2002 ?





2002


2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19061





DO 2002200300224

DO 2002200300224

Vraag nr. 338 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 november 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :

Question no 338 de M. Dirk Van der Maelen du 18 novembre 2002 (N.) au ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :

Ontbinding van het ministerie van Middenstand en Landbouw. — Gevolgen voor de gepensioneerde ambtenaren.

Suppression du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture. — Conséquences pour les fonctionnaires retraités. ` la suite de la suppression du ministère fédéral des A Classes moyennes et de l’Agriculture, les dossiers des fonctionnaires retraités de ce ministère ont été confiés au ministère des Affaires économiques.

De dossiers van de gepensioneerde ambtenaren van het ministerie van Middenstand en Landbouw werden tengevolge van de ontbinding van het ministerie ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken. De gezinnen van de gepensioneerde ambtenaren verliezen hierdoor hun rechten inzake tussenkomsten via de sociale dienst, hen toegekend bij koninklijk besluit van 18 juni 1998. Bovendien hebben velen van deze ambtenaren, mits betaling van een persoonlijke bijdrage in de premie, deelgenomen aan een globale hospitalisatieverzekering (OMOB-polissen 4.480.671 en 4.485.402). Op 1 januari 2003 wordt een einde gesteld aan deze verzekering met alle gevolgen eraan verbonden. Gezien hun leeftijd zullen betrokkenen nog moeilijk een individuele verzekering kunnen afsluiten.

De ce fait, les familles des fonctionnaires retraités perdent leurs droits à des interventions du service social, qui leur avaient été octroyés par l’arrêté royal du 18 juin 1998. Par ailleurs, bon nombre de ces fonctionnaires ont participé, par le biais d’une contribution personnelle à la prime, à l’assurance hospitalisation collective (polices de la SMAP 4.480.671 et 4.485.402). Le 1er janvier 2003, cette assurance a été annulée avec toutes les conséquences que cela entraıˆne. Compte tenu de leur aˆge, les intéressés pourront encore difficilement souscrire une assurance individuelle.

Kan u onderzoeken of de fondsen voorzien voor de werking van de sociale dienst van Middenstand en Landbouw kunnen overgeheveld worden naar Economische Zaken en dat de polissen hospitalisatieverzekering kunnen verder lopen ?

Pourriez-vous examiner la possibilité de transférer des fonds prévus pour le fonctionnement du service social du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture au ministère des Affaires économiques et de prolonger les polices de l’assurance hospitalisation collective ?

DO 2002200300226

DO 2002200300226

Vraag nr. 339 van de heer Martial Lahaye van 19 november 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :

Question no 339 de M. Martial Lahaye du 19 novembre 2002 (N.) au ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :

National Instituut voor de statistiek. — Statistisch onderzoek. — Geselecteerde bedrijven. — Kosten.

Institut national de statistique. — Enquête statistique. — Entreprises sélectionnées. — Frais.

Regelmatig voert het Nationaal Instituut voor de statistiek (NIS) enquêtes uit op grond van artikel 22,

L’Institut national de statistique (INS) réalise périodiquement des enquêtes en vertu de l’article 22, ali-


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19062

eerste lid, 4o, van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek. De ondernemingen zin verplicht om aan dit statistisch onderzoek deel te nemen. Een groot aantal van de ondervraagden blijkt echter niet georganiseerd om zelf de kwestieuze enquêtes in te vullen en moeten zich bijgevolg tot hun externe boekhouder of accountant wenden. En hier precies ontstaat dan het probleem met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel : de wetgever verplicht enerzijds de geselecteerde bedrijven om deel te nemen aan het door hen gevoerde onderzoek maar voorziet hiervoor in geen vergoeding voor de veroorzaakte kosten die een dergelijke verplichting met zich meebrengt. Niet-geselecteerde bedrijven behalen hier eigenlijk een concurrentieel voordeel. 1. Op welke wijze kan de administratie deze discriminatie wegwerken ? 2. a) Mogen de geselecteerde bedrijven de gemaakte kosten verhalen op de administratie ? b) Indien uw antwoord ontkennend is, hoe kunnen zij dan een vergoeding krijgen voor de door hen gemaakte kosten ? 3. Wat is het aantal uitgestuurde en beantwoorde vragenlijsten tijdens het voorbije jaar en kunt u hiervan een overzicht geven strekkende over de voorbije vijf jaar ? 4. a) Hoe worden bedrijven die hun enqueteformulieren niet of blanco terugsturen gesanctioneerd ? b) Wordt een onderscheid gemaakt tussen het blanco en het niet-terugsturen, want de eerste categorie voldoet toch aan de verplichte deelname ?

néa premier, 4o, de la loi du 4 juillet 1962 relative à la statistique publique. Les entreprises sont tenues de participer à ces enquêtes statistiques. Il apparaıˆt toutefois que bon nombre des entreprises sélectionnées pour l’enquête ne sont pas suffisamment organisées pour compléter elles-mêmes l’enquête et doivent par conséquent faire appel à leur comptable externe ou à leur expert-comptable. Et c’est ici que se pose précisément la question du principe d’égalité : le législateur oblige les entreprises sélectionnées à participer à l’enquête réalisée par les autorités mais ne prévoit pas d’indemnités pour les couˆts afférents à une telle obligation. Les entreprises non sélectionnées bénéficient de ce fait d’un avantage concurrentiel. 1. Comment l’administration peut-elle gommer cette discrimination ? 2. a) Les entreprises désignées peuvent-elles prétendre au remboursement par l’administration des frais subis ? b) Dans la négative, comment ces entreprises peuvent-elles être indemnisées pour les frais subis ? 3. Combien de questionnaires ont-ils été envoyés et complétés l’an passé ? Pourriez-vous fournir un aperçu pour les cinq dernières années ? 4. a) Quelles sanctions les entreprises qui ne renvoient pas leurs formulaires d’enquête ou qui retournent un formulaire vierge, encourent-elles ? b) Fait-on une distinction entre les entreprises qui renvoient un formulaire vierge et celles qui ne renvoient rien, la première catégorie respectant tout de même l’obligation de participation ?



Buitenlandse Zaken

Affaires étrangères

DO 2002200300229

DO 2002200300229

Vraag nr. 67 van de heer Jan Mortelmans van 19 november 2002 (N.) aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw : Economische zendingen van de Belgische Dienst voor de buitenlandse handel. 1. Kan u een overzicht geven van de economische zendingen van de Belgische Dienst voor de buiten-

Question no 67 de M. Jan Mortelmans du 19 novembre 2002 (N.) à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture :


2002

Missions économiques de l’Office belge du commerce extérieur. 1. Pouvez-vous me fournir un aperçu des missions économiques menées par l’Office belge du commerce

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19063

landse handel, die de jongste twee jaren nog plaatsvonden onder het voorzitterschap van Prins Filip ? 2. Kan u per zending het aantal deelnemende ondernemingen meedelen, opgedeeld per gewest ?

extérieur au cours de ces deux dernières années sous la présidence du Prince Philippe ? 2. Pouvez-vous me communiquer, pour chaque mission, le nombre d’entreprises de chaque région qui ont participé ?

DO 2002200300251

DO 2002200300251

Vraag nr. 68 van de heer Jan Mortelmans van 20 november 2002 (N.) aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw : Gemeenschapsoctrooien. — Europese Commissie. — Bedrijven. — Discriminatie. De Europese Commissie voorziet in een voorstel van verordening van 1 augustus 2000 betreffende het gemeenschapsoctrooi, dat een gemeenschapsoctrooi geldig zou zijn zodra het verleend is in één van de werktalen van het Europees Octrooibureau (EOB, met name Engels, Frans of Duits) en gepubliceerd is in deze taal met een vertaling van de conclusies in de twee andere officie¨le EOB-talen, zonder bijkomende vertalingen. Dit voorstel houdt onder meer een verplichting in dat alle Europese firma’s die geen van de werktalen van het EOB hanteren voor een patent tot 3 000 euro meer dienen te betalen dan firma’s die deze werktalen wel hanteren. 1. Bent u van dit voornemen op de hoogte en acht u dit aanvaardbaar ? 2. a) Welke initiatieven heeft u getroffen om ervoor te zorgen dat het Nederlands binnen de Europese Unie gelijk wordt behandeld als de andere officie¨le talen binnen de Europese Unie ? b) Welke initiatieven heeft u getroffen om de discriminatie tussen firma’s die de werktalen van het EOB hanteren en de andere bedrijven tegen te gaan ?

Question no 68 de M. Jan Mortelmans du 20 novembre 2002 (N.) à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture :

Landbouw

Agriculture

Brevets communautaires. — Commission européenne. — Entreprises. — Discrimination. La Commission européenne prévoit dans une proposition de règlement du 1er aouˆt 2000 relatif au brevet communautaire, que ce brevet, une fois délivré dans une des langues de procédure de l’Office européen des brevets (c’est-à-dire l’anglais, le français ou l’allemand) et publié dans cette langue, avec une traduction des conclusions dans les deux autres langues officielles de l’OEB, serait valable sans aucune autre traduction. Cette proposition implique notamment que pour obtenir un brevet, les entreprises européennes qui n’utilisent pas l’une des langues de procédure de l’OEB devront payer 3 000 euros de plus que les firmes qui utilisent ces langues. 1. Eˆtes-vous au courant de ce projet et estimez-vous qu’un tel règlement soit acceptable ? 2. a) Quelles initiatives avez-vous prises pour veiller à ce qu’au sein de l’Union européenne, le néerlandais soit traité de la même façon que les autres langues officielles de l’Union ? b) Quelles démarches avez-vous entreprises afin de mettre un terme à la discrimination existant entre les entreprises qui utilisent les langues de procédure de l’OEB et les autres entreprises ?

DO 2002200300224

DO 2002200300224

Vraag nr. 129 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 november 2002 (N.) aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw : Ontbinding van het ministerie van Middenstand en Landbouw. — Gevolgen voor de gepensioneerde ambtenaren. De dossiers van de gepensioneerde ambtenaren van het ministerie van Middenstand en Landbouw werden

Question no 129 de M. Dirk Van der Maelen du 18 novembre 2002 (N.) à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture : Suppression du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture. — Conséquences pour les fonctionnaires retraités. ` la suite de la suppression du ministère fédéral des A Classes moyennes et de l’Agriculture, les dossiers des


2002

2003


2439

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19064

tengevolge van de ontbinding van het ministerie ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken.

fonctionnaires retraités de ce ministère ont été confiés au ministère des Affaires économiques.

De gezinnen van de gepensioneerde ambtenaren verliezen hierdoor hun rechten inzake tussenkomsten via de sociale dienst, hen toegekend bij koninklijk besluit van 18 juni 1998. Bovendien hebben velen van deze ambtenaren, mits betaling van een persoonlijke bijdrage in de premie, deelgenomen aan een globale hospitalisatieverzekering (OMOB-polissen 4.480.671 en 4.485.402). Op 1 januari 2003 wordt een einde gesteld aan deze verzekering met alle gevolgen eraan verbonden. Gezien hun leeftijd zullen betrokkenen nog moeilijk een individuele verzekering kunnen afsluiten.

De ce fait, les familles des fonctionnaires retraités perdent leurs droits à des interventions du service social, qui leur avaient été octroyés par l’arrêté royal du 18 juin 1998. Par ailleurs, bon nombre de ces fonctionnaires ont participé, par le biais d’une contribution personnelle à la prime, à l’assurance hospitalisation collective (polices de la SMAP 4.480.671 et 4.485.402). Le 1er janvier 2003, cette assurance a été annulée avec toutes les conséquences que cela entraıˆne. Compte tenu de leur aˆge, les intéressés pourront encore difficilement souscrire une assurance individuelle.

Kan u onderzoeken of de fondsen voorzien voor de werking van de sociale dienst van Middenstand en Landbouw kunnen overgeheveld worden naar Economische Zaken en dat de polissen hospitalisatieverzekering kunnen verder lopen ?

Pourriez-vous examiner la possibilité de transférer des fonds prévus pour le fonctionnement du service social du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture au ministère des Affaires économiques et de prolonger les polices de l’assurance hospitalisation collective ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19065

III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Begroting

Budget

DO 2002200300266

DO 2002200300266

Vraag nr. 106 van mevrouw Michèle Gilkinet van 26 november 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :

Question no 106 de Mme Michèle Gilkinet du 26 novembre 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale :

Omzetting van richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s.

Transposition de la directive 2001/42/CE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement.

Richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s moet voor 24 juli 2004 in intern recht worden omgezet. Hoewel we nog over anderhalf jaar beschikken om de richtlijn om te zetten, lijkt het me belangrijk dat proces nu al op te starten, rekening houdend met de lange en moeilijke weg die zo een richtlijn moet afleggen vooraleer ze in intern recht kan worden omgezet.

La directive 2001/42/CE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement doit être transposée en droit interne avant le 24 juillet 2004. Bien que le délai de transposition soit encore d’un an et demi, il me paraıˆt important d’entamer déjà ce processus, vu le trajet long et difficile qu’une telle directive doit parcourir pour être transposée en droit interne.

Deze richtlijn wil het milieu beter beschermen door plannen en programma’s die een invloed kunnen hebben op het milieu te onderwerpen aan een milieueffectbeoordeling, waarbij de verschillende instanties en het publiek worden geraadpleegd. Die richtlijn brengt dus mee dat de wetgeving en/of reglementering betreffende die plannen en programma’s moet worden gewijzigd.

Cette directive a pour but d’améliorer la protection de l’environnement en soumettant les plans et programmes susceptibles d’avoir une incidence sur l’environnement à une évaluation environnementale, et notamment par la consultation de différentes instances et du public. Cette directive implique donc une modification de la législation et/ou réglementation relative à ces plans et programmes.

1. Op welke plannen en/of programma’s die onder uw bevoegdheid vallen heeft deze richtlijn betrekking ?

1. Quels plans et/ou programmes relevant de vos compétences sont visés par cette directive ?

2. Welke maatregelen heeft u genomen om de plannen en/of programma’s die onder uw bevoegdheid vallen aan te passen aan die richtlijn ?

2. Quelles mesures avez-vous prises pour adapter les plans et/ou programmes relevant de vos compétences à cette directive ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19066

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 17 december 2002, op de vraag nr. 106 van mevrouw Michèle Gilkinet van 26 november 2002 (Fr.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale du 17 décembre 2002, à la question no 106 de Mme Michèle Gilkinet du 26 novembre 2002 (Fr.) :

Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat het onderwerp van haar vraag tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Leefmilieu behoort (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 150). Tevens wil ik vermelden dat het geachte lid reeds een antwoord kreeg op haar vraag nr. A364 in de commissie Financie¨n en Begroting op maandag 25 november 2002, die over hetzelfde onderwerp ging (Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie Financie¨n, 25 november 2002).

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le sujet de sa question ressort de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Environnement (Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 150). Je souhaite en outre mentionner que l’honorable membre a déjà reçu une réponse à sa question no A364 qui traitait du meˆme sujet, en commission des Finances et du Budget, le lundi 25 novembre 2002 (Compte rendu intégral, Chambre, 2002-2003, commission des Finances, 25 novembre 2002).

Maatschappelijke Integratie

Intégration sociale

DO 2002200300125

DO 2002200300125

Vraag nr. 150 van de heer Koen Bultinck van 22 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :

Question no 150 de M. Koen Bultinck du 22 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale :

Open asielcentrum te Westende. — Extra financie¨le middelen voor de gemeente Middelkerke.

Centre d’accueil ouvert de Westende. — Moyens financiers supplémentaires pour la commune de Middelkerke.

In het kader van de opening van het open asielcentrum te Westende werden zowel uit de federale begroting als vanuit de Vlaamse begroting extra financie¨le middelen toegezegd aan de gemeente Middelkerke.

Dans le cadre de l’inauguration du centre d’accueil ouvert de Westende, les autorités fédérales et flamandes en charge du budget ont promis d’affecter des moyens financiers supplémentaires à la commune de Middelkerke.

1. Kan u een exacte weergave geven waaraan het geld van het Integratiefonds voor Middelkerke werd besteed ?

1. Pouvez-vous nous communiquer les montants précis des crédits alloués par le Fonds d’intégration à Middelkerke ?

2. Indien mogelijk, kan u met exacte cijfers geven hoeveel geld aan welk deelproject werd besteed ?

2. Pouvez-vous nous communiquer les montants précis affectés aux différents sous-projets ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 17 december 2002, op de vraag nr. 150 van de heer Koen Bultinck van 22 oktober 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale du 17 décembre 2002, à la question no 150 de M. Koen Bultinck du 22 octobre 2002 (N.) :

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen. 1. De federale overheid komt ter uitvoering van twee koninklijke besluiten financieel tegemoet aan gemeenten met proportioneel meer asielzoekers op hun grondgebied dan de gemiddelde Belgische gemeente :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 1. L’E´tat fédéral est intervenu financièrement, en application de deux arreˆtés royaux, auprès des communes qui ont proportionnellement plus de demandeurs d’asile sur leur territoire que la moyenne belge des communes :

— het koninklijk besluit van 19 mei 1995 getroffen ter

— l’arreˆté royal du 19 mai 1995 pris en exécution de


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19067

uitvoering van artikel 5, § 3, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s, gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 oktober 1998. Het ministerieel besluit van 6 juni 2002 verdeelt de bedragen voor 2001, waarvan de gemeente Middelkerke de som van 178 487,17 euro.

l’article 5, § 3, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale, modifié par l’arreˆté royal du 29 octobre 1998. L’arreˆté ministériel du 6 juin 2002 répartit les montants de 2001, pour lesquels la commune de Middelkerke bénéficia de la somme de 178 487,17 euros.

— het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende de toekenning van een financie¨le tegemoetkoming aan de gemeenten met een open asielcentrum voor de opvang van asielzoekers op hun grondgebied in 2001. Het ministerieel besluit van 12 oktober 2002 stelt de verdeling van deze toelage vast voor 2001. Gelet op het feit dat de gemeente Middelkerke een open asielcentrum op haar grondgebied heeft ontvangt zij voor 2001 de som van 72 136,73 euro.

— l’arreˆté royal du 24 janvier 2002 fixant l’attribution d’une aide financière aux communes avec un centre d’accueil pour demandeurs d’asile présent sur leur territoire en 2001. L’arreˆté ministériel du 12 octobre 2002 établit la répartition de ce subside pour 2001. Vu que la commune de Middelkerke a un centre d’accueil ouvert sur son territoire, elle a reçu pour 2001 la somme de 72 136,73 euros.

De betroffen gemeenten dienen geen verantwoording af te leggen aangaande de besteding van deze middelen.

Les communes concernées ne doivent fournir aucun justificatif relatif à l’emploi de ces moyens.

2. Ik beschik niet over deze gegevens.

2. Je ne dispose pas de ces données.

DO 2002200300184

DO 2002200300184

Vraag nr. 152 van mevrouw Yolande Avontroodt van 5 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie :

Question no 152 de Mme Yolande Avontroodt du 5 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale :

Gezondheidszorgen voor vluchtelingen.

Soins de santé pour réfugiés. ` l’occasion d’un séminaire organisé récemment par A l’Institut de médecine tropicale, il a été clairement mis en évidence que de nombreuses personnes se rendent en Belgique pour des raisons purement médicales. La Belgique offre en effet des soins de santé bon marché et de qualité.

Tijdens een debatseminarie dat recentelijk door het Instituut voor Tropische Geneeskunde werd georganiseerd, bleek duidelijk dat er heel wat mensen zijn die om louter medische redenen naar ons land komen. De Belgische gezondheidszorg is goed en niet duur. Met betrekking tot het terugsturen van zieke vluchtelingen, zoals onder meer HIV-patie¨nten, heeft het Europees Hof voor de rechten van de mens enkele jaren geleden een duidelijke uitspraak gedaan : zieke vluchtelingen mogen niet teruggestuurd worden naar het land van herkomst als de ziekte zich in een ver gevorderd stadium bevindt, als er in het land van herkomst geen medische behandeling mogelijk is, als een medisch-sociaal-familiaal opvangnet ontbreekt in het land van herkomst en er wordt rekening gehouden met de duur van het eerder verblijf. Een HIV-status is op zich dus geen reden om een vluchteling niet te mogen terugsturen.

En ce qui concerne le renvoi de réfugiés malades, tels que des patients atteints du VIH, la Cour européenne des droits de l’homme a rendu un arrêt clair il y a quelques années : les réfugiés malades ne peuvent être renvoyés dans leur pays d’origine s’ils se trouvent à un stade très avancé de leur maladie et s’ils ne peuvent bénéficier d’un traitement médical dans leur pays d’origine, ni d’un filet de sécurité médical, social et familial. Il est également tenu compte de la durée du séjour sur le territoire. En soi, le statut de patient VIH ne constitue donc pas une raison interdisant le renvoi d’un réfugié.

1. Kan u een statistisch overzicht geven van het aantal en de kostprijs van verstrekte medische zorgen, opgesplitst in volgende categoriee¨n : mensen die illegaal in ons land verblijven (zij die nooit asiel aange-

1. Pouvez-vous fournir un aperçu statistique de la quantité et du couˆt des soins médicaux dispensés, répartis selon les catégories suivantes : les personnes en séjour illégal dans notre pays (celles qui n’ont jamais


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19068

vraagd hebben en zij die dit wel deden maar wiens aanvraag werd afgewezen), mensen wiens asielprocedure nog hangende is, mensen met een aanvraag conform artikel 9, § 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (aanvraag via de burgemeester), en mensen met een toeristenvisum ?

introduit de demande d’asile et celles dont la demande a été rejetée), les personnes dont la procédure d’asile est encore en cours, les personnes dont la demande est conforme à l’article 9, § 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (demande relayée par le bourgmestre), et les personnes disposant d’un visa touristique ?

2. Heeft u gegevens beschikbaar omtrent het aantal vluchtelingen dat naar Belgie¨ komt omwille van medische redenen ?

2. Disposez-vous de données concernant le nombre de réfugiés se rendant en Belgique pour des raisons médicales ?

3. In welke mate wordt bij de beslissing om een zieke vluchteling terug te sturen naar het land van herkomst, concreet onderzocht of betrokkene in dit land effectief zal kunnen behandeld worden ?

3. Dans quelle mesure la décision de renvoyer un réfugié malade dans son pays d’origine prend-elle en compte la question de savoir si l’intéressé pourra réellement être soigné dans son pays ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie van 17 december 2002, op de vraag nr. 152 van mevrouw Yolande Avontroodt van 5 november 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale du 17 décembre 2002, à la question no 152 de Mme Yolande Avontroodt du 5 novembre 2002 (N.) :

In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

1. Het is onmogelijk om een volledig antwoord te geven op de door u gestelde vragen om de eenvoudige reden dat de medische verzorgingen waar u naar informeert, verstrekt worden door zeer veel verscheidene zorgverstrekkers en het tevens gaat om zeer uiteenlopende doelgroepen. Ik zal trachten een beeld te geven van de medische kosten voor 2001 en dit voor asielzoekers (per opvangpartner), illegalen en vreemdelingen met een toeristenvisum.

1. Il est impossible d’apporter une réponse complète à la question posée pour la simple raison que les soins médicaux en question sont fournis par des prestataires de soins très différents et en outre, il s’agit de groupes très dissemblables. Je vais plutoˆt donner un aperçu des couˆts médicaux pour 2001 et ceci, pour les demandeurs d’asile (par partenaire d’accueil), pour les illégaux et pour les étrangers disposant d’un visa de touriste.

Type vreemdeling Asielzoekers federale centra ....... Asielzoekers Rode Kruis ............ Asielzoekers NGO’s ................... Asielzoekers OCMW’s ............... Illegalen ..................................... Vreemdelingen met visum ..........

Bedrag in euro 2 3 1 26 3 1

619 549 120 581 761 928

Catégorie d’étranger

738,63 509,39 846,28 412,36 709,89 836,63

Demandeurs d’asile .................... Demandeurs d’asile Croix-Rouge Demandeurs d’asile ONG .......... Demandeurs d’asile CPAS .......... Illégaux ...................................... E´trangers avec visa ....................

Montant en euros 2 3 1 26 3 1

619 549 120 581 761 928

738,63 509,39 846,28 412,36 709,89 836,63

2. Het aantal vreemdelingen die asiel aanvragen maar in feite om medische redenen naar Belgie¨ komen, kan niet afgeleid worden uit voorgaande cijfers.

2. Le nombre d’étrangers qui demandent l’asile mais qui en fait viennent en Belgique pour des raisons médicales ne peut eˆtre déduit des chiffres précédents.

3. De uitwijzingen behoren tot de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken (vraag nr. 711 van 31 december 2002).

3. L’expulsion relève de la compétence du ministre de l’Intérieur (question no 711 du 31 décembre 2002).


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19069


Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

DO 2001200200681

DO 2001200200681

Vraag nr. 610 van mevrouw Frieda Brepoels van 15 februari 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 610 de Mme Frieda Brepoels du 15 février 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Organisatie van ADR-opleidingen door commercie¨le organisaties.

Organisation de formations ADR par des organisations commerciales.

Op 3 mei 2001 heeft de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen in een kort geding uitspraak gedaan dat het verboden is als commercie¨le organisatie om ADR-opleidingen te organiseren. De rechter was formeel in zijn vonnis en stelde dat dit een inbreuk was op het ministerieel besluit van 1 augustus 1996. Er werd door partijen geen beroep aangetekend. Blijkt nu dat in de stukken welke deel uitmaken van de besluiten welke aanleiding hebben gegeven tot het vonnis dat de door u erkende organisaties (ministerie¨le besluiten van 6 maart 2001 en 3 september 1999) VZW « VAT » en VZW « DGT » samen met hun zaakvoerders een commercieel bedrijf BVBA « Archipel » vormen, op deze wijze en op commercie¨le basis ADR-opleidingen tegen betaling organiseren. Aangezien u met het ministerieel besluit van 17 mei 2001 over de mogelijkheid beschikt erkenningen in te trekken, rijzen volgende vragen.

En vertu de l’ordonnance rendue en référé le 3 mai 2001 par le tribunal de première instance de l’arrondissement judiciaire d’Anvers, des organisations commerciales ne peuvent dispenser des formations ADR. Dans son jugement, le juge a été formel et a affirmé que cette pratique constituait une infraction à l’arrêté ministériel du 1er aouˆt 1996. Les parties n’ont pas interjeté ` la lecture des documents issus des arrêtés sur appel. A lesquels le jugement s’est fondé, il apparaıˆt toutefois que deux organisations que vous avez agréées (arrêtés ministériels du 6 mars 2001 et du 3 septembre 1999), l’ASBL « VAT » et l’ASBL « DGT » forment, avec leurs gérants, une entreprise commerciale, la SPRL « Archipel », qui dispense à ce titre des formations ADR, moyennant paiement. Dans la mesure ou` l’arrêté ministériel du 17 mai 2001 vous habilite à retirer des agréations, les questions suivantes se posent donc.

1. Hoe verklaart u het feit dat beide organisaties door u werden toegelaten tot het organiseren van commercie¨le ADR-opleidingen onder de koepel van een BVBA terwijl in de ministerie¨le besluiten staat dat dit niet is toegelaten ?

1. Comment expliquez-vous le fait que les deux organisations aient reçu votre accord pour dispenser des formations ADR commerciales sous la forme d’une SPRL, alors que les arrêtés ministériels stipulent que cette pratique est interdite ?

2. Een afschrift van het betreffende vonnis en andere stavingsstukken werden door een lid van de sector op 25 september 2001 aan uw kabinet overgemaakt tegen ontvangstbevestiging.

2. Le 25 septembre 2001, un membre du secteur a transmis à votre cabinet, contre accusé de réception, une copie du jugement en question et d’autres justificatifs.

a) Wanneer zal u eindelijk maatregelen treffen om uitvoering aan dit vonnis te geven wat beide VZW’s betreft ?

a) Quand comptez-vous enfin prendre des mesures pour faire respecter ce jugement en ce qui concerne les deux ASBL en question ?

b) Werd er een onderzoek gestart en zo ja, wat zijn de resultaten hiervan ?

b) Une enquête a-t-elle été menée et, dans l’affirmative, quels en sont les résultats ?

3. Bent u inmiddels een procedure tot intrekking gestart en zo ja, wanneer zal dit in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden ? Artikel 12 van het ministerieel besluit van 17 mei 2001 stelt immers dat de minister of diens gemachtigde de erkenning kan intrekken indien de organisatie niet meer voldoet aan de in artikel 11 voorziene voorwaarden.

3. Avez-vous, entre-temps, engagé une procédure de retrait d’agrément et, dans l’affirmative, quand serat-elle publiée au Moniteur belge ? L’article 12 de l’arrêté ministériel du 17 mai 2001 dispose en effet que le ministre ou son délégué peut retirer l’agrément d’un organisme qui ne satisfait plus aux conditions prévues à l’article 11.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19070

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 18 december 2002, op de vraag nr. 610 van mevrouw Frieda Brepoels van 15 februari 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 18 décembre 2002, à la question no 610 de Mme Frieda Brepels du 17 février 2002 (N.) :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1. Zowel Dangerous Goods Training VZW (DGT) als « Veiligheids Advies & Training » VZW (VAT) werden door mij erkend via het ministerieel besluit van 6 maart 2001 (Belgisch Staatsblad 13 maart 2001) als instellingen die cursussen verstrekken met het oog op de afgifte of de verlenging van het ADRopleidingsgetuigschrift. Zij voldoen immers aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 11 en volgende van het ministerieel besluit van 17 mei 2001 tot vaststelling van de voorwaarden, gesteld aan de personen en de diensten of instellingen die het onderricht verstrekken en aan de personen die de examens of tests afnemen, nodig voor het bekomen van het ADRopleidingsgetuigschrift. Het ministerieel besluit van 1 augustus 1996 werd opgeheven bij het ministerieel besluit van 17 mei 2001. De voorzitters van beide VZW’s hebben zich blijkbaar verenigd in een BVBA genoemd Archipel. Deze commercie¨le organisatie is niet in overeenstemming met de bepalingen van het hogervermeld ministerieel besluit en is dan ook niet erkend. 2. a) Het vonnis waarvan sprake betrof een zaak in kortgeding inzake de VZW ESI tegen de vennootschap naar Nederlands recht Rooijen Opleidingen & Consultancy BV (ROC). De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen verbood ROC BV ADR-opleidingen te organiseren of op enigerlei wijze aan de organisatie hiervan deel te nemen of hiervoor op enigerlei wijze publiciteit en/of aan het publiek kenbaar te maken. Het behoort niet tot de opdracht van ons departement dit vonnis uit te voeren. b) Begin 2002 werd een controle uitgevoerd bij DGT; daaruit blijkt niet dat ROC BV deelneemt aan de opleidingen ADR. 3. Er wordt geen procedure tot intrekking overwogen.

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit. 1. Aussi bien l’ASBL Dangerous Goods Training (DGT) que l’ASBL « Veiligheids Advies & Training » (VAT) ont été agréées par l’arreˆté ministériel du 6 mars 2001 (Moniteur belge 13 mars 2001) en tant qu’organismes qui dispensent les cours en vue de la délivrance ou de la prorogation du certificat de formation ADR. En effet, elles répondent aux conditions prévues à l’article 11 et suivants de l’arreˆté ministériel du 17 mai 2001 fixant les conditions auxquelles doivent répondre les personnes et les services ou organismes qui dispensent la formation et les personnes qui font passer les examens ou tests nécessaires pour l’obtention du certificat de formation ADR. L’arreˆté ministériel du 1er aouˆt 1996 a été abrogé par l’arreˆté ministériel du 17 mai 2001. Les présidents des deux ASBL se sont apparemment associés dans une SPRL appelée Archipel. Cette organisation commerciale ne satisfait pas aux dispositions de l’arreˆté précité et par conséquent n’est pas agréée.

DO 2001200200769

DO 2001200200769

Vraag nr. 618 van de heer Luc Sevenhans van 27 februari 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : Schuldontwikkeling bij de NMBS. De NMBS had eind september 2001 naar verluidt reeds een schuld van 160 miljard frank, wat dus een

Question no 618 de M. Luc Sevenhans du 27 février 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : E´volution de la dette de la SNCB. Il me revient qu’à la fin du mois de septembre 2001, la SNCB avait déjà une dette de 160 milliards


2002

2. a) Le jugement en question concernait un jugement en référé opposant l’ASBL, ESI et la société de droit néerlandais Rooijen Opleidingen & Consultancy BV (ROC). Le tribunal de première instance d’Anvers a interdit à la firme ROC BV d’organiser des formations ADR ou de participer de quelque façon que ce soit à l’organisation ou à la publicité ` ce de celles-ci et/ou d’en informer le public. A sujet, l’exécution de ce jugement ne relève pas des taˆches de mon département. b) Un controˆle a eu lieu chez DGT début 2002; il ne permet pas de conclure à la participation de ROC BV à la formation ADR. 3. La procédure de retrait de l’agrément n’est pas envisagée.

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19071

jaarlijkse intrest betekent van ongeveer 8,6 miljard frank. Deze intresten worden gedragen door de NMBS. Het investeringsplan van de regering voorziet 687,5 miljard frank over een periode van 12 jaar. Deze gelden zijn dan wel voorzien voor de uitbouw en verbetering van het personenvervoer.

de francs, ce qui implique une charge d’intérêts annuelle d’environ 8,6 milliards de francs. Ces intérêts sont à charge de la SNCB. Le plan d’investissement du gouvernement prévoit un montant de 687,5 milliards de francs sur une période de 12 ans. Ces crédits doivent cependant être affectés au développement et à l’amélioration du transport des voyageurs.

Als de NMBS wil investeren in goederenvervoer en de HST, zal er niet aan schuldafbouw kunnen worden gedaan. Ramingen voorspellen een schuld van meer dan 600 miljard frank tegen 2012.

Si la SNCB entend investir dans le transport de marchandises et le TGV, elle ne sera pas en mesure de réduire sa dette. Selon certaines estimations, la dette s’élèvera en 2012 à plus de 600 milliards de francs.

In sommige landen zoals Frankrijk en Duitsland, werden deze schulden overgenomen door de nationale regeringen, zodat hun spoormaatschappijen sterker staan tegenover de liberalisering.

Dans certains pays comme la France et l’Allemagne, les gouvernements nationaux ont repris ces dettes, de sorte que leurs sociétés ferroviaires sont mieux armées pour faire face à la libéralisation.

1. Wat is het standpunt van de minister over deze schuldopbouw bij de NMBS ?

1. Quel est le point de vue de la ministre à propos de l’évolution de la dette de la SNCB ?

2. Wordt er binnen de regering aan gedacht om de schulden van de NMBS over te nemen ?

2. Le gouvernement envisage-t-il de prendre en charge les dettes de la SNCB ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 18 december 2002, op de vraag nr. 618 van de heer Luc Sevenhans van 27 februari 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 18 décembre 2002, à la question no 618 de M. Luc Sevenhans du 27 février 2002 (N.) :

1. De schuldenlast van de NMBS en de vooruitzichten voor de ontwikkeling van de schuld zijn ontegenzeglijk verontrustend. Het gaat niet alleen om de schuld die als dusdanig in de balansrekeningen van de maatschappij voorkomen, maar ook om alle verbintenissen die buiten de balans vallen, namelijk ree¨le betalingsverplichtingen die, zonder in de balans onder de rubriek « schulden » te zijn opgenomen, toch bijdragen tot de schuldenlast.

1. La situation d’endettement de la SNCB est bien suˆr préoccupante, de meˆme que ses perspectives d’évolution. Non seulement l’endettement qui figure tel quel dans les comptes de bilan de la société, mais également tous les engagements hors bilan, c’est-à-dire des obligations de paiement qui existent réellement et qui, sans eˆtre reprises dans les postes « dettes » du bilan, n’en constituent pas moins des dettes.

2. In maart 2000 heb ik al mijn bezorgdheid hieromtrent geuit in een nota aan mijn collega’s. In deze nota stelde ik voor dat de regering een beheersaudit zou uitvoeren betreffende de commercie¨le aspecten van het bedrijf en aan het Parlement zou voorstellen het Rekenhof te verzoeken een beheersaudit uit te voeren bij de NMBS krachtens de wet van 10 maart 1998 tot wijziging van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting vvan het Rekenhof.

2. J’ai fait part de mon inquiétude à ce sujet dès le mois de mars 2000 par une note à mes collègues. Dans cette note, je proposais que le gouvernement procède à un audit de gestion pour les aspects commerciaux de l’entreprise et s’adresse au Parlement pour lui proposer de demander à la Cour des comptes d’effectuer un audit de gestion de la SNCB en application de la loi du 10 mars 1998 modifiant la loi du 29 octobre 1846 organique de la Cour des comptes.

Ik denk dat het probleem van de schuld alleen maar kan worden bestreden met structurele oplossingen. In de eerste plaats moet worden gezorgd voor een goed beheer, en het verslag van het Rekenhof steunt mij volledig in mijn analyse.

Je pense que les seules bonnes réponses à apporter au problème de la dette doivent eˆtre des solutions structurelles. Et la première réponse à apporter est une bonne gestion et je suis tout à fait confortée dans mon analyse par le rapport de la Cour des comptes.

Uiteraard zal er ook meer moeten worden geı¨nvesteerd in de spoorsector, en zullen ook een aantal strategische keuzes moeten worden rechtgezet, zoals ABX, die rampzalig bleken voor de ontwikkeling van de sector van het goederenvervoer.

Bien suˆr, il y a également une augmentation des investissements dans le secteur ferroviaire, de meˆme que la correction de certains choix stratégiques comme ABX qui, par les moyens mobilisés, se sont avérés désastreux pour le développement du secteur marchandises.


2002

2003


2440

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19072

In het kader van mijn functies heb ik kunnen vaststellen dat de NMBS zodra zij zich tot haar aandeelhouder of haar toezichthoudende instantie richtte, zij dit doorgaans deed om meer financie¨le middelen te vragen, waardoor zij bevestigde dat zijzelf niet meer in de spoorwegen kon investeren.

J’ai pu constater dans le cadre de mes fonctions que dès lors que la SNCB s’adressait à son actionnaire ou son autorité de tutelle, c’était dans la majorité des cas pour demander de lui attribuer plus de moyens financiers, affirmant qu’elle ne pouvait investir davantage elle-meˆme dans le rail.

Omwille van de financie¨le problemen waaraan de NMBS uiting gaf, heb ik mij in de lente van 2001 ingespannen om een investeringsplan te verdedigen waarvoor minder eigen middelen van NMBS nodig waren. In juni 2001 heeft de raad van bestuur van de NMBS echter de maximalistische versie van het plan goedgekeurd en bij de regering sterk op deze versie aangedrongen. De vakbonden hebben aan deze beslissing meegewerkt.

Au printemps 2001, sur base des difficultés financières exprimées par la SNCB, je m’emploie à défendre un plan d’investissements qui sollicite moins de mises de fonds propres de la SNCB. Or c’est elle-meˆme qui en juin 2001 adopte en conseil d’administration, les syndicats étant partie prenante à la décision, la version maximaliste du plan et la revendique très fermement auprès du gouvernement.

De regering heeft derhalve beslist dit plan goed te keuren voor zover de NMBS zich verbond tot het onderzoeken van alle mogelijke financieringsbronnen. De gedelegeerd bestuurder heeft zich overigens schriftelijk verbonden tot het kunnen vinden van de benodigde alternatieve financiering.

Le gouvernement a alors décidé d’accepter ce plan que dans la mesure où la SNCB s’est engagée à examiner toutes les sources de financement possibles. L’administrateur délégué s’est d’ailleurs engagé par écrit à pouvoir trouver les financements alternatifs nécessaires.

Dan moet men niet eerst de regering ervan beschuldigen te interventionistisch te zijn en vervolgens aan de Regering vragen om de gevolgen van beslissingen die tot de verantwoordelijkheid van de beheersorganen behoren teniet te doen.

Alors il ne faut pas dans un premier temps accuser le gouvernement d’eˆtre trop interventionniste et dans un autre temps lui demander d’éponger les conséquences des décisions qui relèvent de la responsabilité des organes de gestion.

Ik hoef u evenmin eraan te herinneren dat de NMBS intussen ook doorging met het investeren in ABX en op die manier miljarden Belgische frank deed verdwijnen die zij volgens mij in naam van de toekomst van de spoorwegen had moeten investeren in de ontwikkeling van het treinverkeer. Dit mag best eens worden uitgelegd aan die duizenden spoorwegarbeiders, reizigers en bevrachters die zich eveneens vragen stellen over de toekomst van de NMBS en het goederenvervoer.

Je ne dois pas non plus vous rappeler qu’entretemps, la SNCB a aussi continué à investir dans ABX, mobilisant ainsi des milliards de francs belges qu’elle aurait duˆ, j’estime, au nom de l’avenir du rail, investir dans le développement de ce dernier. Cela vaudrait bien une explication aux milliers de cheminots et aux usagers, y compris les chargeurs, qui s’interrogent aussi sur l’avenir de la SNCB du secteur de marchandises.

Mijnerzijds heb ik een structureel antwoord willen aandragen dat rekening hield met de historische schuld van het bedrijf. En ik heb zeer concrete voorstellen gedaan voor een in de tijd gespreide overname van de historische schuld en de oprichting van een mobiliteitsfonds. Ik betreur dat mijn partners mij niet voldoende hebben gesteund en niet consequent de logica hebben gevolgd om van het mobiliteitsbeleid een prioriteit te maken. Het gaat immers om het welzijn en zelfs om de vrijheid binnen onze samenleving. Indien het voortbestaan van onze spoorwegmaatschappij niet wordt verzekerd, vrees ik het ergste voor onze verplaatsingen van morgen en de naleving van de Kyoto-akkoorden.

Pour ma part, j’ai voulu apporter une réponse structurelle qui tenait compte de la dette historique de l’entreprise. Et j’ai fait des propositions très concrètes d’une reprise de la dette historique étalée dans le temps ou de création d’un fonds de mobilité. Je regrette que mes partenaires ne m’aient pas soutenue et n’aient pas été jusqu’au bout de la logique de faire de la mobilité une politique prioritaire. C’est bel et bien un véritable enjeu de bien-eˆtre, et meˆme de liberté dans notre société. Si l’on n’assure pas la survie de notre entreprise ferroviaire, je crains le pire pour nos déplacements de demain et le respect des accords de Kyoto.

Maar nogmaals : indien de aandeelhouder zich zorgen moet maken over de historische schuld, dan vervalt deze schuld in het niets ten overstaan van de schuldvorming die voortvloeit uit de uitoefening van alle activiteiten en de NMBS moet ten overstaan hiervan door middel van haar beheerskeuzen een structureel antwoord kunnen aandragen en minstens een stra-

Mais une fois encore, si l’actionnaire doit se préoccuper de la dette historique, celle-ci devient minime au regard du creusement de la dette qui découle de l’exercice meˆme de l’ensemble de ses activités et par rapport à cela la SNCB doit pouvoir apporter une réponse structurelle de par ses choix de gestion et, à tout le moins, proposer un plan stratégique pour


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19073

tegisch plan voor het bedrijf presenteren dat rekening houdt met alle activiteiten en de voorwaarden van de uitoefening ervan.

l’entreprise tenant compte de la globalité de ses activités et conditions d’exercice.

DO 2001200201323

DO 2001200201323

Vraag nr. 711 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 juli 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 711 de Mme Yolande Avontroodt du 17 juillet 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Bevoegdheden van de gemachtigd opzichters.

Compétences des surveillants habilités.

Gemachtigd opzichters in verkeerszaken kunnen worden ingezet met het oog op het beveiligen van het oversteken van de rijbaan, voor welbepaalde groepen van voetgangers. Het kader voor hun bevoegdheid wordt gevormd door artikel 40bis van het algemeen verkeersreglement (koninklijk besluit van 1 december 1975). In dit artikel is sprake van « een groep kinderen, scholieren, personen met een handicap of bejaarden ». Een aanvullend ministerieel besluit van 5 juli 1999 stelt dat bovenvernoemd koninklijk besluit van 1 december 1975 limitatief is. Dit betekent dat de gemachtigd opzichter uitsluitend bevoegd is om op te treden in de gevallen zoals omschreven in het koninklijk besluit. Concreet mag de gemachtigd opzichter dus groepen helpen op hun tocht van, naar en aan school, ofwel van, naar en aan één of andere plaats, binnen zijn bevoegdheidsomschrijving, waar een activiteit is. Onder groep moet hier verstaan worden een geheel van personen met gemeenschappelijke kenmerken (kinderen, scholieren, bejaarden of personen met een handicap). Een optreden door de gemachtigd opzichter buiten dit kader is dus niet gewettigd.

Il peut être recouru aux surveillants habilités en matière de circulation routière pour sécuriser la traversée de certains groupes de piétons. L’article 40bis du code de la route (arrêté royal du 1er décembre 1975) constitue la base légale de leurs compétences. Cet article mentionne « un groupe d’enfants, d’écoliers, de personnes handicapées ou aˆgées ». Un arrêté ministériel complémentaire du 5 juillet 1999 dispose que la portée de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 susmentionné est à considérer comme limitative, ce qui signifie que le surveillant habilité n’est compétent que dans les cas énumérés dans l’arrêté royal. Concrètement, le surveillant habilité peut donc aider des groupes sur le chemin de l’école d’un autre lieu d’activités, dans la limite des attributions qui sont les siennes. Le groupe est défini comme un ensemble de personnes présentant des caractéristiques communes (enfants, écoliers, personnes aˆgées ou handicapées). Le surveillant habilité ne peut pas intervenir en dehors de ce cadre.

Volgens de huidige wetgeving mag een gemachtigd opzichter niet ingezet worden voor het laten oversteken van deelnemers aan wandel- en fietstochten. Deze groepen voldoen immers niet aan de omschrijving van de doelgroepen.

Aux termes de la législation actuelle, il ne peut pas être recouru au surveillant habilité pour faire traverser des participants à des randonnées pédestres ou cyclistes, ces groupes ne répondant pas à la définition des groupes-cibles.

Is een initiatief terzake niet wenselijk zodat gemachtigde opzichters ook in deze gevallen hun bevoegdheid kunnen uitoefenen ?

Ne serait-il pas souhaitable de prendre une initiative législative pour permettre aux surveillants habilités d’exercer également leurs compétences à l’égard de ces dernières catégories de personnes ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 711 van mevrouw Yolande Avontroodt van 17 juli 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 711 de Mme Yolande Avontroodt du 17 juillet 2002 (N.) :

Volgens de huidige regelgeving (artikel 40bis van het algemeen verkeersreglement) mag de gemachtigd opzichter enkel optreden om het oversteken te beveiligen van welbepaalde groepen voetgangers, namelijk kinderen, bejaarden en personen met een handicap.

Selon la réglementation actuellement en vigueur (article 40bis du code de la route), le surveillant habilité ne peut intervenir que pour assurer la sécurité, lors de la traversée de la route, de groupes de piétons bien déterminés, à savoir : des enfants, des personnes aˆgées et des personnes handicapées.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19074

Voor groepen voetgangers die anders zijn samengesteld, lijkt het mij niet wenselijk te zijn om die vorm van begeleiding door gemachtigd opzichters in te voeren. Het beantwoordt ook niet aan een behoefte te meer daar in het ontwerp van straat- en wegcode (zie verder) het voorstel geformuleerd is om de weggebruikers te verbieden door een gewone groep voetgangers, bijvoorbeeld wandelaars te breken (artikel 41.1 van het verkeersreglement).

Pour les groupes de piétons constitués d’autres personnes que celles susmentionnées, il ne me paraıˆt pas souhaitable d’introduire cette forme d’accompagnement par des surveillants habilités. Cela ne répond en outre pas non plus à un besoin puisqu’en particulier, il est formulé dans le projet d’un code de la rue et de la route (voir plus loin) la proposition d’interdire aux usagers de la route de couper un groupe de piétons, comme par exemple des promeneurs (article 41.1 du code de la route).

Mocht het geachte lid met « wandeltocht » evenwel ook georganiseerde evenementen van culturele, sportieve en toeristische aard bedoelen, dan kan ik er haar wel op attenderen dat hierbij eerlang een beroep zal kunnen worden gedaan op zogenaamde signaalgevers, om het veilig verloop van de gebeurtenis te verzekeren.

Dans le cas où l’honorable membre entendrait éventuellement aussi par « randonnées pédestres » les événements organisés de nature culturelle, sportive ou touristique, j’attirerais son attention sur le fait qu’un appel pourra être fait d’ici peu aux — aussi dénommés — signaleurs afin d’assurer un déroulement sécurisé de l’événement.

Wat anderzijds fietstochten betreft, verwijs ik opnieuw naar het ontwerp van straat- en wegcode dat in opvolging van het federaal verkeersveiligheidsplan is uitgewerkt en dat binnenkort zal gefinaliseerd worden. Het voorziet in de mogelijkheid om voor het gewoon fietsen in groepsverband met of zonder recreatief oogmerk, wegkapiteins te laten fungeren. Wegkapiteins zijn bekend van georganiseerde groepen wielertoeristen en kunnen op dit ogenblik slechts bij deze groepen optreden. Bedoeling is dus dit optreden te verruimen. In betreffende voorstel is sprake van groepsleiders van groepen voetgangers die, naar analogie van de wegkapiteins, het verkeer mogen stilleggen (met verkeersbord C3) om de veiligheid van de groep te verzekeren.

En ce qui concerne, d’autre part, les « randonnées cyclistes », je vous renvoie à nouveau au projet de code de la rue et de la route élaboré suite au plan fédéral de sécurité routière et qui sera bientoˆt finalisé. On y prévoit la possibilité, dans le cas d’une activité cycliste ordinaire en groupe, avec ou sans objectif particulier, de permettre l’entrée en fonction de capitaines de route. Ces capitaines de route sont connus des groupes de cyclotouristes organisés et ne peuvent actuellement intervenir qu’au sein de ces groupes. L’intention est donc d’élargir cette intervention. Dans la proposition concernée, il est question de chefs de groupes de piétons qui, par analogie aux capitaines de route, peuvent arrêter la circulation (avec un panneau C3) afin d’assurer la sécurité du groupe.

DO 2001200211694

DO 2001200211694

Vraag nr. 747 van de heer Martial Lahaye van 4 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 747 de M. Martial Lahaye du 4 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Vervoerswet. — Europese Commissie. — Klacht tegen Belgische overheid.

Loi sur les transports. — Commission européenne. — Plainte contre les autorités belges.

De vigerende vervoerswet, die trouwens het voorwerp zou uitmaken van een studie om ze opnieuw te wijzigen, zou protectionistisch en concurrentievervalsend zijn. Bij de Europese Commissie zou tegen de Belgische overheid terzake een klacht ingeleid zijn.

La loi en vigueur en matière de transports, qui devrait par ailleurs faire l’objet d’une étude en vue d’une nouvelle modification, serait protectionniste et favoriserait la concurrence déloyale. Une plainte aurait été déposée à ce sujet contre les autorités belges auprès de la Commission européenne.

1. Is mijn informatie correct ?

1. Mes informations sont-elles exactes ?

2. Op welke basis werd tegen de Belgische overheid een klacht ingeleid en welke stappen overweegt u te nemen om op de gestelde problemen een passend antwoord te formuleren ?


2002

2. Sur quelle base une plainte a-t-elle été déposée contre les autorités belges et quelles mesures envisagez-vous de prendre pour apporter une solution appropriée aux problèmes qui se posent ?

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19075

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 747 van de heer Martial Lahaye van 4 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 747 de M. Martial Lahaye du 4 septembre 2002 (N.) :

Ik heb geen weet van een dergelijke klacht van de Europese Commissie tegen Belgie¨ betreffende de vigerende wetgeving inzake het vervoer van zaken of van personen over de weg.

Je n’ai pas connaissance de pareille plainte de la Commission européenne contre la Belgique relativement à la législation actuellement en vigueur en matière de transport de choses ou de personnes par la route.

DO 2001200211725

DO 2001200211725



Auto’s. — Folies die inkijk verhinderen.

Voitures. — Film empêchant de voir l’intérieur d’un véhicule.

De laatste jaren is het een rage bij sommige jongeren om de ruiten van de wagens met folie te bekleven zodat men van buitenaf niet meer in de wagen kan kijken. Ongetwijfeld belemmert zoiets het zicht van de inzittenden en bovendien vormt het afschermen van het zicht in de wagen ook een zekere bedreiging voor andere weggebruikers. Zo kunnen onder meer de politiemensen van op afstand geen correcte inschatting maken van het aantal passagiers bij een eventuele wegcontrole, wat voor hen ook een serieus veiligheidsrisico inhoudt.

Ces dernières années, il est en vogue chez certains jeunes de coller sur les vitres de leur voiture du film empêchant de voir l’intérieur du véhicule. Cette pratique limite sans aucun doute la vue des passagers et l’impossibilité de voir l’intérieur de la voiture constitue, par ailleurs, une certaine menace d’autres usagers de la route. Ainsi, les agents de police par exemple ne peuvent plus évaluer correctement le nombre de passagers lors d’un éventuel controˆle routier, ce qui représente pour eux également un réel risque en matière de sécurité.

1. Overweegt u maatregelen om het gebruik van dergelijke folies op autoruiten en het gebruik van van buitenaf ondoorzichtbare autoruiten te verbieden of te beperken ?

1. Envisagez-vous de prendre des mesures pour interdire ou limiter l’usage de tels films sur les vitres de voiture ou l’utilisation de vitres empêchant de voir l’intérieur d’un véhicule ?

2. Zo ja, tegen wanneer mogen wij passende maatregelen terzake verwachten ?

2. Dans l’affirmative, quand des mesures adéquates en la matière seront-elles mises en œuvre ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 753 van de heer Martial Lahaye van 16 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 753 de M. Martial Lahaye du 16 septembre 2002 (N.) :

Het geachte lid vindt hierna enkele noodzakelijke verduidelijkingen terzake en vervolgens het antwoord op zijn specifieke vragen.

L’honorable membre trouvera ci-après quelques éclaircissements utiles en la matière et ensuite, la réponse à ses questions spécifiques.

Met toepassing van artikel 58 en bijlage 10 van het technisch reglement (koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderldelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen) is de minimale lichtdoorlaatbaarheid van de vooruiten van auto’s vastgesteld op 75 %; op 70 % voor de andere doorzichtige panelen.

En application de l’article 58 et de l’annexe 10 du règlement technique (arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité), la transmission lumineuse des pare-brise avant des véhicules automobiles est fixée à 75 %; à 70 % pour les autres panneaux transparents.

De constructeur kan zich echter ook beroepen op de Europese richtlijn 92/22/EEG, betreffende veiligheids-

Le constructeur peut également se référer à la directive européenne 92/22/CEE concernant les vitrages de


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19076

ruiten en materialen voor ruiten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, laatst gewijzigd door richtlijn 2001/92/EG. Anders dan de Belgische regelgeving (zie hiervoor) laten de bepalingen van deze richtlijn toe dat de lichtdoorlaatbaarheid van de ruiten die geen essentie¨le rol spelen bij de bepaling van het gezichtsveld van de bestuurder minder dan 70 % mag zijn. Dit komt er op neer dat de 70 %-regel enkel van toepassing is op de voorste zijruiten en, indien het voertuig niet aan beide kanten is uitgerust met buitenspiegels, de achterruit. Op basis van voornoemde richtlijn worden door de meeste EU-lidstaten Europese typegoedkeuring afgeleverd voor auto’s waarbij de lichtdoorlaatbaarheid van deze « niet-essentie¨le » doorzichtige panelen, soms zelfs minder dan 30 % bedraagt.

sécurité et les matériaux pour vitrages des véhicules à moteur et de leurs remorques, modifiée en dernier lieu par la directive 2001/92/CE. Contrairement à la réglementation belge (voir ci-avant), les dispositions de cette directive permettent que la transmission lumineuse des vitres qui ne jouent pas un roˆle essentiel dans la détermination du champ de vision du conducteur soit inférieure à 70 %. Ceci revient à dire que la règle des 70 % est seulement d’application aux vitres latérales avant et, si le véhicule n’est pas équipé de rétroviseurs sur les deux coˆtés, à la vitre arrière. Sur base de la directive précitée, la plupart des E´tats membres de l’UE délivrent des homologations européennes par type dans lesquelles la transmission lumineuse de ces panneaux transparents « non essentiels » s’élève parfois même à moins de 30 %.

Wat uw specifieke vragen betreft kan het volgende meegedeeld worden :

En ce qui concerne vos questions spécifiques, je peux vous faire savoir ce qui suit :

Een ontwerp van koninklijk besluit dat onder andere het aanbrengen van verduisterende folies op de voorruit en op de voorste zijruiten verbiedt en dat eveneens zou gelden voor de achterruit, indien niet aan weerszijden een buitenspiegel aanwezig is, zal binnenkort ter ondertekening aan het staatshoofd worden voorgelegd.

Un projet d’arrêté royal qui, entre autres, interdit l’apposition de films obscurcissants sur les pare-brise avant et sur les vitres latérales à l’avant et qui vaudrait également pour les vitres arrière si un rétroviseur ne se trouve pas sur les coˆtés latéraux, sera présenté d’ici peu à la signature du chef de l’E´tat.

DO 2001200211759

DO 2001200211759

Vraag nr. 757 van de heer Lode Vanoost van 16 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 757 de M. Lode Vanoost du 16 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — HST-lijn Leuven-Luik.

SNCB. — Ligne TGV Louvain-Liège.

Momenteel voert de NMBS testritten uit voor de homologatie van hogesnelheidslijn nr. 2 Leuven-Luik voor 300 km/uur. Vanaf 15 december 2002 start de commercie¨le dienst. In eerste instantie zullen enkel de Thalys en IC A gebruik maken van deze lijn. Deze lijn wordt op 150 kV gevoed door een enkele luchtlijn vanuit Godsheide (nabij Hasselt) tot in Brustem en vervolgens via een ondergrondse kabel tot in Avernas waar zich het tractie-onderstation bevindt. De bovenleiding wordt monofazig gevoed. De vermogensafname mag maar een fractie bedragen van wat er driefazig afgenomen mag worden. De maximale vermogensafname voor het tractie-onderstation bedraagt 15 MW. Indien er twee Thalys tegelijkertijd optrekken tot 300 km/uur wordt deze limiet al overschreden. De maximale snelheid voor de Thalys wordt daarom verlaagd tot 200 km/uur. Deze voor de IC A tot 160 km/uur.

La SNCB effectue actuellement des trajets d’essai en vue de l’homologation de la ligne de trains à grande vitesse no 2 qui doit relier Louvain à Liège à une vitesse de 300 km/h. Le service commercial sera exploité à partir du 15 décembre 2002. Dans une première phase, seuls le Thalys et l’IC A utiliseront cette ligne dont l’alimentation de 150 kV est assurée par une ligne aérienne de Godsheide (près de Hasselt) à Brustem puis par un caˆble souterrain jusqu’à Avernas ou` est située la sous-station de traction. La caténaire est alimentée par un courant monophasé. La perte de puissance ne peut représenter qu’une fraction de ce qui peut être utilisé en triphasé. La perte de puissance maximale pour la sous-station de traction est de 15 MW. Il suffit que deux Thalys atteignent simultanément la vitesse de 300 km/h pour que cette limite soit dépassée. Aussi la vitesse maximale du Thalys estelle limitée à 200 km/h et celle de l’IC A à 160 km/h.

De voeding voor de hogesnelheidslijn is ook heel kwetsbaar. Bij een onweer tussen Hasselt en Sint-

L’alimentation de la ligne à grande vitesse est également très vulnérable. En cas d’orage entre Hasselt et


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19077

Truiden schakelt de luchtlijn regelmatig uit (gevolgd door automatische herinschakelingen). Tijdens elke uitschakeling vervalt ook de enige voeding voor de treinen. Erger wordt het indien de luchtlijn doorbreekt of de kabel beschadigd geraakt. Enerzijds moeten de aanwezige treinen met een diesellocomotief gee¨vacueerd worden. Anderzijds is alle elektrisch treinverkeer onmogelijk gedurende één of meerdere dagen. Normaliter zou er tegen december 2003 een tweede elektrische voeding vanuit Tihange in dienst komen. Deze tweede kabelverbinding wordt aangelegd in de bedding van een vroegere spoorlijn, momenteel een fietspad uit het Ravel-net. Op het eerste gezicht een eenvoudig tracé dat snel aangelegd zou moeten kunnen worden. Blijkbaar loopt het toch niet van een leien dak. De noodzakelijke akkoorden van de Waalse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening zouden nog altijd niet bij Elia toegekomen zijn. De werken kunnen dus niet aangevat worden.

Saint-Trond, il arrive régulièrement que la ligne caténaire se déconnecte (et se reconnecte ensuite automati` chaque déconnexion, l’alimentation quement). A unique des convois est également interrompue. La situation s’aggrave lorsque la ligne aérienne se rompt ou lorsque le caˆble est endommagé. D’une part, les trains présents doivent être évacués à l’aide d’une locomotive diesel et, d’autre part, tout trafic de trains électriques est rendu impossible pendant un, voire plusieurs jours. En décembre 2003, une deuxième alimentation électrique depuis Tihange devrait normalement être mise en service. Cette seconde liaison par caˆble sera posée dans l’assiette d’une ancienne ligne ferroviaire, servant actuellement de piste cyclable dans le cadre du réseau Ravel. Il s’agit donc a priori d’un tracé simple qui devrait pouvoir être aménagé rapidement. Il semble toutefois que cet aménagement n’aille pas de soi. La société Elia n’aurait pas encore reçu les accords indispensables du ministre wallon compétent en matière d’Aménagement du territoire de sorte que les travaux ne peuvent pas être entamés.

Een nieuwe dure spoorlijn wordt binnenkort in dienst genomen, maar kan amper gebruikt worden. Elke maand dat er langer getreuzeld wordt, betekent uitstel van snelheidsverhoging. De rijtijd tot Luik, Aachen en Keulen zal nauwelijks ingekort worden. De geplande dienstregelingaanpassing van december 2003 zal vermoedelijk niet gehaald worden.

Une nouvelle ligne ferroviaire aménagée à grands frais sera prochainement mise en service mais elle ne sera guère utilisable. Tout nouveau mois de tergiversations reporte d’autant l’augmentation de la vitesse commerciale. C’est à peine si la durée du trajet jusqu’à Liège, Aix-La-Chapelle et Cologne sera écourtée. L’adaptation des horaires prévue pour 2003 ne sera probablement pas réalisée. Eˆtes-vous intervenu auprès de votre collègue wallon compétent en matière d’Aménagement du territoire pour qu’il délivre dans les meilleurs délais les autorisations nécessaires à la liaison caˆblée entre Tihange et Avernas ?

Hebt u er bij uw Waalse collega bevoegd voor Ruimtelijke Ordening op aangedrongen om zo snel mogelijk de vergunningen voor de kabelverbinding Tihange-Avernas te verlenen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 757 van de heer Lode Vanoost van 16 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 757 de M. Lode Vanoost du 16 septembre 2002 (N.) :

Het is inderdaad zo dat het onderstation Avernas momenteel gevoed wordt vanuit de post in Godsheide (Hasselt) via Brustem (waar de lijn overgaat op ondergrondse kabels).

Il est exact que la sous-station d’Avernas est actuellement alimentée au départ du poste de Godsheide (Hasselt) via Brustem (où la ligne passe en caˆbles souterrains).

Deze tijdelijke voeding is momenteel beperkt tot 30 MVA (en niet 15 MW). Twee definitieve voedingen 150 kV zijn gepland, de ene vanuit Tihange, de andere vanuit Tienen.

Cette alimentation, temporaire, est actuellement limitée à 30 MVA (et non 15 MW). Deux alimentations définitives 150 kV sont prévues, une au départ de Tihange et une autre au départ de Tirlemont.

Het feit dat het onderstation effectief wordt gevoed tussen twee fasen van een driefasennet, leidt tot een bepaald onevenwicht in het voedingsnet dat niet hinderlijk is als dit net beschikt over een toereikend kortsluitvermogen (wat het geval zal zijn voor de definitieve voeding).

Le fait que la sous-station soit effectivement alimentée entre deux phases d’un réseau triphasé entraıˆne un certain déséquilibre au niveau du réseau d’alimentation qui n’est pas gênant si ce dernier dispose d’une puissance de court-circuit suffisante (ce qui sera le cas pour l’alimentation définitive).

De huidige tijdelijke beperking heeft een invloed op het vermogen van de lijn, maar niet op de treinsnel-

La limitation temporaire actuelle a un impact sur la capacité de la ligne, mais non sur la vitesse des trains.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19078

heid. De PBKA’s (Thalystreinen) kunnen wel degelijk 300 km/u halen, want zodra ze hun kruissnelheid bereiken, verbruiken ze nog maar een gedeelte van hun nominaal vermogen. De NMBS is van oordeel dat de lijn momenteel een Thalys (300 km/u) + een IC (200 km/u) kan verwerken per rijrichting op het gedeelte dat gevoed wordt met 2×25 kV.

Les PBKA (Thalys) peuvent très bien atteindre 300 km/h, car une fois leur vitesse de croisière atteinte, ils ne consomment plus qu’une partie de leur puissance nominale. La SNCB estime que la ligne peut actuellement supporter un Thalys (300 km/h) + un IC (200 km/h) par sens de circulation sur la partie alimentée en 2×25 kV.

Wat betreft de broosheid van de voedingslijnen, komt het geval dat wordt aangehaald door het geachte lid ook voor op de andere onderstations van het net. Een tijdelijke uitschakeling heeft maar weinig invloed op het verkeer; de treinen lopen uit tijdens de automatische herinschakeling.

En ce qui concerne la fragilité des lignes d’alimentation, le cas évoqué par l’honorable membre arrive également sur les autres sous-stations du réseau. Un déclenchement temporaire n’a que peu d’influence sur le trafic, les trains continuant à rouler sur leur erre pendant la phase de réenclenchement automatique.

De NMBS heeft op haar net bovendien twee andere onderstations van 25 kV die ook maar over één enkele voeding beschikken (Brume-Trois-Ponts op lijn 42, Rivage-Gouvy en Achêne-Houyet op lijn 166 DinantBertrix).

La SNCB dispose par ailleurs sur son réseau de deux autres sous-stations de 25 kV ne disposant également que d’une seule alimentation (Brume-Trois-Ponts sur la ligne 42 Rivage-Gouvy et Achêne-Houyet sur la ligne 166 Dinant-Bertrix).

De NMBS betwist geenszins het feit dat de definitieve voedingen er zo snel mogelijk moeten komen. De betrokken gewesten hebben hun akkoord verleend voor het leggen van de noodzakelijke lijnen door de energievervoerder Elia, die intussen met de werken is begonnen.

La SNCB ne conteste pas le fait que les alimentations définitives soient souhaitables rapidement. Les régions concernées ont donné leur accord quant à la pose des lignes nécessaires par le transporteur d’énergie Elia, qui entre-temps a commencé les travaux.

Als de tijdelijke voeding niet wordt onderbroken, is de NMBS evenwel perfect in staat het tijdschema na te leven dat is gepland voor de indienststelling van de lijn op 15 december 2002.

Néanmoins, moyennant continuité de l’alimentation temporaire, la SNCB est parfaitement en mesure de tenir les horaires tels que prévus pour la mise en service de la ligne au 15 décembre 2002.

DO 2001200211778

DO 2001200211778

Vraag nr. 762 van mevrouw Els Van Weert van 20 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 762 de Mme Els Van Weert du 20 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Treinen. — Onderscheid eerste en tweede klas.

SNCB. — Trains. — Distinction entre première et deuxième classe.

Nog steeds wordt er in onze treinen een onderscheid gemaakt tussen eerste en tweede klasse. Het is de NMBS zelf die via haar intern reglement beslist dit onderscheid in stand te houden.

Il existe toujours une distinction entre compartiments de première et de deuxième classe dans nos trains. C’est la SNCB elle-même qui maintient cette distinction par la voie de son règlement interne.

1. a) Welke zijn de argumenten die de NMBS aanhaalt om het onderscheid tussen eerste klasse en tweede klasse in stand te houden ?

1. a) Quels sont les arguments invoqués par la SNCB pour maintenir cette distinction entre première et deuxième classe ?

b) Hoe staat de minister zelf hier tegenover ?

b) Quelle est la position de la ministre sur cette question ?

2. a) Wat zijn de inkomsten die de NMBS genereert uit het aanbieden van eerste klasse vervoer en dit over de laatste drie boekjaren ?

2. a) Quels sont les revenus générés par cette offre de transport en première classe pour les trois derniers exercices ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19079

b) Wat zijn de cijfers in dit verband voor het tweede klasse vervoer ?

b) Quels sont les chiffres correspondants pour l’offre de transport en deuxième classe ?

3. Wat was het aandeel van reizigers eerste klasse in het totaal van het aantal reizigers tijdens de afgelopen drie jaar ?

3. Quelle était la part des voyageurs en première classe par rapport au nombre total de voyageurs durant les trois dernières années ?

4. Hoeveel eerste klasse rijtuigen en zitplaatsen voorziet de NMBS in het totale aanbod ?

4. Combien de voitures et de places de première classe la SNCB prévoit-elle par rapport à l’offre globale ?

5. a) Blijft de NMBS bij artikel 7, §§ 2 en 3, van de Algemene Vervoersvoorwaarden ?

5. a) La SNCB compte-t-elle maintenir l’article 7, §§ 2 et 3 des Conditions générales pour le transport des voyageurs ?

b) Acht de minister het niet nuttig deze bepalingen te wijzigen ?

b) La ministre n’estime-t-elle pas utile de modifier ces dispositions ?

c) Indien neen, waarom niet ?

c) Dans la négative, pourquoi pas ?

d) Indien ja, zal ze haar standpunt dan ook melden aan de NMBS ?

d) Dans l’affirmative, entend-elle notifier sa position à la SNCB ?

6. Wat zijn de eventuele richtlijnen die de NMBS geeft aan het begeleidingspersoneel op de treinen betreffende de toepassing van artikel 7, § 2 en 3, van de Algemene Vervoersvoorwaarden ?

6. Quelles sont les directives données le cas échéant par la SNCB au personnel d’accompagnement dans les trains concernant l’application de l’article 7, §§ 2 et 3 des Conditions générales pour le transport des voyageurs ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 762 van mevrouw Els Van Weert van 20 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 762 de Mme Els Van Weert du 20 septembre 2002 (N.) :

1. Het comfort van de eerste klas wordt gevraagd door een niet-onbelangrijk deel van de clie¨nteel en vertegenwoordigt een belangrijke bron van inkomsten, die grotendeels zouden verdwijnen indien de eerste klas zou verdwijnen.

1. Le confort de la première classe répond à une demande d’une partie non négligeable de la clientèle et représente une importante source de revenus qui disparaıˆtrait en grande partie si la première classe n’existait plus.

2. De opbrengsten uit vervoerbewijzen (biljetten en treinkaarten in binnenlands en internationaal verkeer) in eerste en tweede klas zijn als volgt (in miljoen euro) :

2. Les produits provenant de titres de transport (billets et cartes train en trafic intérieur et international) en première et deuxième classe se présentent comme suit (en millions d’euros) :

Opbrengsten Produits titres Opbrengsten Produits titres

vervoerbewijzen eerste klas. — de transport première classe ............ vervoerbewijzen tweede klas. — de transport deuxième classe ...........

1999

2000

2001

78,03

85,80

88,70

370,10

400,44

416,28

3. Het relatieve aandeel van de reizigers in eerste klas in binnenlands en internationaal verkeer bedroeg : 1999 : 6,1 % 2000 : 5,9 % 2001 : 5,7 %


2002

3. La part relative des voyageurs en permière classe en trafic intérieur et international s’élevait à : 1999 : 6,1 % 2000 : 5,9 % 2001 : 5,7 %

2003


2441

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19080

4. De NMBS benuttigt rijtuigen eerste klas, tweede klas en gemengde rijtuigen. Daarnaast bestaat het park reizigersmaterieel ook uit elektrische en dieselmotorstellen en hogesnelheidstreinen, die in een vaste samenstelling rijden met zowel eerste- als tweedeklasafdelingen.

4. La SNCB fait circuler des voitures de première et deuxième classe et des voitures mixtes. De plus, le parc de matériel voyageurs se compose également d’automotrices électriques et diesel et de train à grande vitesse circulant dans une composition fixe qui comprend des compartiments tant de première que de deuxième classe.

Het materieel bestaat uit :

Ce matériel se répertorie comme suit :

Aantal rijtuigen en motorstellen — Nombre de voitures et d’automotrices Rijtuigen 1e Klas. — Voitures 1re classe ................ Gemengde rijtuigen 1e-2e klas. — Voitures mixtes 1re-2e classe ............................................................ Elektrische motorstellen 1e-2e klas (2-, 3- en 4- ledig). — Automotrices électriques 1re-2e classe (doubles, triples et quadruples) ............................................. Dieselmotorstellen 1e-2e klas (3-ledig). — Automotrices diesel 1re-2e classe (triples) ............................ HST-stellen 1e-2e klas (Eurostar: 17 rijtuigen per stel). — Rames TGV 1re-2e classe (Eurostar : 17 voitures par rame, Thalys 8 voitures par rame) .

1999

2000

2001

253

251

248

95

93

78

654

669

669

—

4

45

11

11

11

Deze rijtuigen en motorstellen bieden een totaal aantal zitplaatsen in eerste klas aan als volgt : 1999 : 43 778 zitplaatsen (14,85 %) 2000 : 44 080 zitplaatsen (14,84 %) 2001 : 43 832 zitplaatsen (14,83 %)

Ces voitures et automotrices offrent en première classe le nombre de place assises suivant : 1999 : 43 778 places assises (14,85 %) 2000 : 44 080 places assises (14,84 %) 2001 : 43 832 places assises (14,83 %)

5 en 6. De bepalingen inzake klasverhoging staan vermeld in artikelen 7, §§ 2 en 3, artikel 15 en artikel 75 van de Officie¨le Verzameling van de tarieven —Bundel I.

5 et 6. Les dispositions en matière de surclassement figurent aux articles 7, §§ 2 et 3, article 15 et article 75 du Recueil officiel des tarifs — Fascicule I.

Een reiziger met een tweedeklasvervoerbewijs mag slechts in eerste klas plaatsnemen indien hij, als toeslag, het verschil tussen de normale prijs van de biljetten van beide klassen heeft betaald (artikel 15).

Le voyageur muni d’un titre de transport valable en deuxième classe ne peut prendre place en première classe que s’il a payé un supplément égal à la différence entre le prix normal des billets des deux classes (article 15).

Bij onregelmatigheid wordt de normale prijs van de klasverhoging geı¨nd, verhoogd met een in de tarieven vermeld forfaitair bedrag (artikel 75).

En cas d’irrégularité, le voyageur doit payer le prix normal du surclassement, ainsi qu’un montant forfaitaire fixé dans les tarifs (article 75).

DO 2001200211782

DO 2001200211782



Nieuw model vrachtbrief.

Nouveau modèle de lettre de voiture. L’E´tat belge lance son propre modèle de lettre de voiture — CMR (Convention relative au transport international de marchandises par route).

De Belgische overheid lanceert een nieuw en eigen model van de CMR-vrachtbrief (Overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg).


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19081

1. In hoeverre is dit in overeenstemming met de Europese conventie terzake of het CMR-Verdrag ? 2. In hoeverre komt het overeen met de Europese regelgeving met betrekking tot de vrije mededinging dat de vervoersfederaties Febetra, SAV en UPTR het alleenrecht krijgen om de nieuwe CMR-formulieren te verdelen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 764 van de heer Martial Lahaye van 23 september 2002 (N.) : 1. Om alle misverstanden te vermijden zou ik er het geachte lid vooreerst willen op wijzen dat de CMRvrachtbrief die vanaf 1 januari 2003 verplicht wordt helemaal geen nieuwigheid is. De verplichting tot het opstellen van een CMR-vrachtbrief bestaat reeds sinds 1967. Het huidige model, dat nog tot het einde van dit jaar van toepassing is, werd reeds in 1978 ingevoerd. Het enige dat op 1 januari 2003 veranderd is dat het model van de CMR-vrachtbrief wordt aangepast aan de huidige toestand op de wegvervoermarkt. Het opleggen van een dergelijk model van CMR-vrachtbrief is geenszins in strijd met het CMR-Verdrag, waarvan artikel 6 alleen de vermeldingen aanduidt, die verplicht op de CMR-vrachtbrief moeten voorkomen. Het CMR-Verdrag legt geen model van vrachtbrief op. 2. Hier zou ik willen verwijzen naar mijn antwoord op de door het geachte lid op 10 september 2001 gestelde vraag nr. 491 betreffende de CMRvrachtbrief. Het huidige verdelingssysteem wordt na 1 januari 2003 behouden, daar het twee voordelen in zich verenigt. Ten eerste wordt de prijsconcurrentie in stand gehouden tussen de drie aangeduide beroepsverenigingen : iedere vervoeronderneming is vrij de vrachtbrieven aan te kopen bij de organisatie van haar keuze en zonder verplichting van lidmaatschap, waardoor de verkoopprijs op een aanvaardbaar niveau blijft. Ten tweede laat de verplichting voor de beroepsverenigingen om een register bij te houden van de uitgereikte vrachtbrieven een vrij eenvoudig toezicht op het uitreikingssysteem toe, waardoor het eventueel gebruik van CMR-vrachtbrieven in frauduleuze zaken kan worden opgespoord.

1. Dans quelle mesure cette décision est-elle conforme à la convention européenne en la matière ou à la Convention CMR ? 2. Dans quelle mesure le monopole de distribution des nouveaux formulaires CMR accordé aux fédérations de transport Febetra, SAV et UPTR est-il conforme à la réglementation européenne en matière de libre concurrence ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 764 de M. Martial Lahaye du 23 septembre 2002 (N.) : 1. Afin d’éviter tout malentendu, je désire attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que la lettre de voiture CMR qui sera obligatoire à partir du 1er janvier 2003 n’est pas du tout une nouveauté. L’obligation d’établir une lettre de voiture CMR existe déjà depuis 1967. Le modèle actuel, qui est encore obligatoire jusqu’à la fin de cette année, a déjà été introduit en 1978. Le seul changement, au 1er janvier 2003, consistera dans le fait que le modèle de la lettre de voiture CMR sera adapté à la situation actuelle sur le marché du transport routier. L’obligation d’un tel modèle de lettre de voiture CMR n’est nullement en contradiction avec le Traité CMR, dont l’article 6 indique seulement les mentions qui doivent figurer sur la lettre de voiture CMR. Le Traité CMR n’impose pas un modèle de lettre de voiture. 2. L’honorable membre voudra bien se référer à ma réponse à la question no 491, qu’il a posée le 10 septembre 2001, concernant la lettre de voiture CMR. Le système de distribution actuel sera conservé à partir du 1er janvier 2003 parce qu’il combine deux avantages. En premier lieu, la concurrence de prix entre les trois organisations professionnelles est maintenue : chaque entreprise de transport a la liberté d’acheter des lettres de voiture auprès de l’organisation de son choix et sans obligation d’eˆtre membre; ainsi le prix de vente reste à un niveau acceptable. Deuxièmement, l’obligation pour les organisations professionnelles de tenir un registre des lettres de voiture émises permet un controˆle relativement simple du système de distribution; ainsi l’usage frauduleux de lettres de voiture CMR peut eˆtre dépisté.

DO 2001200211783

DO 2001200211783

Vraag nr. 765 van de heer Jos Ansoms van 23 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer : NMBS. — Lijn 11 Antwerpen-Bergen-op-Zoom. Voor de NMBS is een betere ontsluiting van de Antwerpse haven per spoor een prioriteit. Eén van de

Question no 765 de M. Jos Ansoms du 23 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports : SNCB. — Ligne 11 Anvers-Bergen-op-Zoom. Une meilleure accessibilité au port d’Anvers par le rail est une priorité pour la SNCB. Un des moyens


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19082

oplossingen hiervoor is het doortrekken van lijn 11 Antwerpen-Bergen-op-Zoom. Het is echter nog steeds onduidelijk waar deze spoorlijn precies zal komen en weerom dreigt het probleem dat, wanneer Nederland het tracé op haar grondgebied vastlegt, wij ons hieraan moeten aanpassen.

permettant de réaliser ce désenclavement ferroviaire consiste à prolonger la ligne 11 qui relie Anvers à Bergen-op-Zoom. Or, le tracé exact de ce tronçon n’est toujours pas connu, et le risque est à nouveau réel que nous devrons nous adapter au tracé que les autorités néerlandaises auront défini sur leur territoire.

De voorkeur van de plaatselijke regio gaat naar de variante waarbij de spoorlijn langer in de middenberm van de havenweg blijft om slechts ter hoogte van de verkeerswisselaar aan de grens de middenberm te verlaten naar de westzijde. Dit tracé zou de vernietiging van een stuk natuur en de afbraak van een serie woningen voorkomen.

La solution préconisée par les acteurs locaux de la région est la variante ou` la voie ferrée se prolonge davantage sur la berme centrale de la route portuaire pour ne la quitter en direction de l’ouest qu’à la hauteur de l’échangeur routier à la frontière. Le choix de ce tracé permettrait de préserver une parcelle de nature et d’éviter la démolition d’une série d’habitations.

Uit uw antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Malcorps blijkt dat het Vlaamse Gewest echter zou vasthouden aan het tracé dat in 1996 in het gewestplan werd ingetekend. Anderzijds zouden de Nederlanders intussen beslist hebben dat hun nieuwe sporen aangelegd worden aan de westzijde van de havenweg. Het minste wat men kan zeggen, op basis van het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Malcorps, is dat er nog steeds grote onduidelijkheid bestaat omtrent de uiteindelijke keuze van het tracé.

Il ressort toutefois de votre réponse à une question écrite de M. Malcorps que la Région flamande veut maintenir le tracé fixé dans le plan de secteur en 1996. Par ailleurs, les autorités néerlandaises auraient entretemps décidé de construire leurs nouvelles voies du coˆté ouest de la route portuaire. Donc, le moins que l’on puisse dire, compte tenu de la réponse à la question écrite de M. Malcorps, c’est que la confusion règne toujours quant au choix définitif du tracé.

1. Welk tracé verkiest u momenteel ?

1. Quel est pour vous le meilleur tracé ?

2. Welke varianten neemt u eventueel nog in overweging ?

2. Quelles variantes pourriez-vous éventuellement encore prendre en considération ?

3. a) Werd er in Nederland reeds een definitieve beslissing getroffen inzake de aanleg van dit spoor op hun grondgebied ?

3. a) Une décision définitive est-elle déjà intervenue aux Pays-Bas quant au tracé de cette voie sur le territoire néerlandais ?

b) Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de keuze voor ons land ?

b) Dans l’affirmative, quelles conséquences cette décision entraıˆne-t-elle pour notre pays ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 765 van de heer Jos Ansoms van 23 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 765 de M. Jos Ansoms du 23 septembre 2002 (N.) :

In Belgie¨ werd het tracé voor de doortrekking door het Vlaamse Gewest reeds opgenomen in het gewestplan in 1996. Dit tracé is gelegen aan de oostkant van de A 12, en zou als dusdanig behouden blijven. Ter hoogte van de grens zal dan de overgang gemaakt worden naar de westkant op Nederlandse grondgebied door het bouwen van een brug over de autosnelweg. Dat is niet echt mijn keuze gewest, maar wel de keuze van wie daar op dat moment in Vlaanderen voor bevoegd was.

1. En Belgique, le tracé qui traverse la Région flamande a déjà été inscrit dans le plan régional de 1996. Ce tracé se situe à l’est de l’A 12 et serait main` hauteur de la frontière, le passage vers tenu tel quel. A le coˆté ouest en territoire néerlandais sera réalisé via un pont à construire au-dessus de l’autoroute. Ce n’est pas mon choix en tant que tel mais celui, à l’époque, de la Région flamande, compétente en la matière.

2. Varianten worden niet in overweging genomen, tenzij kleine tracéaanpassingen in de omgeving van de grens om de verbinding tussen het Belgisch en Nederlands tracé te optimaliseren.

2. Des variantes ne sont pas envisagées, si ce n’est que quelques petites adaptations de tracé à proximité de la frontière afin d’optimaliser la jonction entre les tracés belge et néerlandais.

3. a) Nederland bereidt het ontwerptracé besluit klaar

3. a) La procédure légale relative au projet de tracé situé


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19083

voor het tracé gelegen aan de westzijde van de A 12 (A 4). Ook hier zijn nog lokale aanpassingen in onderzoek om de aansluiting op het Belgisch tracé te optimaliseren.

à l’ouest de l’A 12 (A 4) au Pays-Bas est en cours de préparation. Là également, des adaptations locales sont à l’étude en vue d’optimaliser le raccordement au tracé belge.

b) Er zijn geen gevolgen. Aan beide zijden van de grens wordt gestreefd naar een maximale bundeling met de A 12. Onderhandelingen zijn nog lopende.

b) Il n’y a aucune conséquence. De chaque coˆté de la frontière, l’obejectif est d’obtenir une harmonisation maximale avec l’A 12. Des négociations sont toujours en cours.

DO 2001200211793

DO 2001200211793

Vraag nr. 766 van de heer Francis Van den Eynde van 24 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 766 de M. Francis Van den Eynde du 24 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Afval die reizigers in stations en op treinen achterlaten. — Aparte vuilnisemmers voor papier.

SNCB. — Déchets dont les voyageurs se débarrassent dans les gares et les trains. — Poubelles spécialement destinées au papier.

In het raam van een betere milieupreventie wordt in de meeste Vlaamse gemeenten al lang aan gescheiden afvalophaling gedaan. Dit gebeurt in het bijzonder wat papier betreft.

Dans le cadre de la protection de l’environnement, la majorité des communes flamandes organise depuis longtemps déjà des collectes sélectives. Ceci vaut en particulier pour le papier.

Het is ongetwijfeld zo dat het grootste gedeelte van de afval die reizigers in stations en op treinen achterlaten ook uit papier bestaat. De NMBS heeft hiervoor nochtans geen aparte vuilnisemmers.

Il ne fait aucun doute que la plus grande partie des déchets dont les voyageurs se débarrassent dans les gares et les trains sont également constitués de papier. La SNCB ne dispose toutefois pas de poubelles spécialement destinées au papier.

Verdient het geen aanbeveling dat de NMBS hieromtrent de nodige initiatieven zou nemen ?

La SNCB ne devrait-elle pas prendre une initiative dans ce domaine ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 766 van de heer Francis Van den Eynde van 24 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 766 de M. Francis Van den Eynde du 24 septembre 2002 (N.) :

Door de NMBS werden reeds initiatieven genomen ter evaluatie van de efficie¨ntie van een eventuele gescheiden afvalinzameling in de stations. In samenwerking met Fostplus werd in mei en juni 2002, met steekproeven, de samenstelling van het stationsafval bepaald. Hieruit blijkt dat naast een restfractie, die afval uit ongeveer 36 % recupereerbaar papier en karton en 20 % recupereerbare verpakkingen (glas, metaal en kunststof) bestaat.

Des initiatives ont déjà été prises par la SNCB en vue d’évaluer l’efficacité d’un éventuel ramassage sélectif des déchets dans les gares. En collaboration avec Fostplus, la composition des déchets en gare a été déterminée en mai et juin 2002, par coups de sonde. Il en ressort qu’outre des résidus, ces déchets se composent d’environ 36 % de papier et de carton recyclables et de 20 % d’emballages récupérables (verre, métal et matière synthétique).

De kans op slagen van een gescheiden afvalinzameling in stations zal in grote mate afhankelijk zijn van de discipline die door de reiziger aan de dag gelegd wordt om de verschillende fracties in het daarvoor bestemde recipie¨nt te deponeren.

Les chances de réussite d’une collecte sélective dans les gares dépendront dans une large mesure de la discipline dont les voyageurs feront preuve quand il s’agira de déposer les différents déchets dans les récipients appropriés.

Gescheiden inzameling in stations in onze buurlanden toont aan dat deze discipline soms ver te zoeken is en dat een nascheiding noodzakelijk blijkt.

Un ramassage sélectif organisé dans les gares des pays voisins montre que cette discipline fait souvent défaut et qu’un tri ultérieur se révèle nécessaire.

Met dit project zal worden gestart indien de continuı¨teit ervan kan verzekerd worden. Momenteel

Ce projet pourra être lancé si la continuité peut en être assurée. Il est actuellement procédé à une évalua-


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19084

wordt een financie¨le evaluatie gemaakt en eventuele sponsors gecontacteerd.

tion financière et des contacts ont été pris avec des sponsors potentiels.

Voor het afval in de treinen worden initiatieven genomen om bij reiniging van de rijtuigen papier en/of glas afzonderlijk in te zamelen.

Quant aux déchets dans les trains, des initiatives sont prises en vue de ramasser séparément les papiers et/ou les verres lors du nettoyage des voitures.

DO 2001200211803

DO 2001200211803

Vraag nr. 767 van mevrouw Yolande Avontroodt van 27 september 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 767 de Mme Yolande Avontroodt du 27 septembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Speelstraten.

Rues réservées au jeu.

Sedert enkele jaren kent de Wegcode het begrip « speelstraat ». In speelstraten wordt de gehele breedte van de openbare weg voorbehouden voor het spelen. Naast de spelende jongeren en voetgangers hebben enkel fietsers en auto’s van bewoners toegang tot de speelstraat.

Depuis quelques années la notion de « rues réservées au jeu » figure dans le Code de la route. Dans les rues réservées au jeu, toute la largeur de la voie publique est réservée pour les jeux. Outre les jeunes qui jouent et les piétons, il n’y a que les cyclistes et les véhicules des riverains qui ont accès à la rue réservée au jeu.

Het doel van de speelstraat is duidelijk : kinderen rustig en veilig op straat laten spelen. Men moet echter ook oog hebben voor mogelijke andere belangen van inwoners van speelstraten. Wat bijvoorbeeld met artsen wiens praktijk gevestigd is in een speelstraat en wiens patie¨nten bijgevolg geconfronteerd worden met een moeilijke bereikbaarheid van de praktijk ?

L’objectif de ces rues réservées au jeu est évident : donner aux enfants l’occasion de jouer dans la rue en toute tranquillité et en toute sécurité. Il ne faudrait toutefois pas perdre de vue les éventuels intérêts divergents des autres habitants des rues réservées au jeu. Qu’en est-il par exemple des médecins qui ont leur cabinet dans une rue réservée au jeu et dont les patients sont confrontés à l’accessibilité réduite du cabinet ?

1. Zijn er geen voorkeursregelingen en/of uitzonderingen (bijvoorbeeld aanvullende snelheidsbeperkingen) mogelijk voor bepaalde inwoners van de speelstraat zoals bijvoorbeeld artsen ?

1. Ne serait-il pas envisageable d’instaurer des règles préférentielles et/ou des dérogations (par exemple des limitations de vitesse supplémentaires) pour certains habitants de la rue réservée au jeu tels que les médecins ?

2. a) Is er reeds een evaluatie gemaakt van het concept speelstraat in de Wegcode ?

2. a) La notion de rue réservée au jeu figurant dans le Code de la route a-t-il déjà fait l’objet d’une évaluation ?

b) Zo ja, wat is het resultaat hiervan ?

b) Dans l’affirmative, quel en était le résultat ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 767 van mevrouw Yolande Avontroodt van 27 september 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 767 de Mme Yolande Avontroodt du 27 septembre 2002 (N.) :

De beoordeling van de opportuniteit tot inrichting van een speelstraat behoort in de allereerste plaats te gebeuren door de wegbeheerder. In de praktijk is dit meestal de gemeente die dus bevoegd is om een initiatief in die zin te nemen.

L’appréciation de l’opportunité d’aménager une rue réservée au jeu appartient en tout premier lieu au gestionnaire de voirie. Dans la pratique, c’est la plupart du temps la commune qui est donc compétente pour prendre une initiative allant dans ce sens.

Als uitgangspunt moet de wegbeheerder er rekening mee houden dat de openbare weg die hij als speelstraat wenst in te richten, op een plaats moet liggen waar de snelheid beperkt is tot 50 km per uur, waar de woon-

Comme point de départ, le gestionnaire de voirie doit tenir compte du fait que la voie publique qu’on souhaite aménager en rue réservée au jeu doit se trouver à un endroit où la vitesse est limitée à 50 km à


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19085

functie overheersend is en waar geen doorgaand verkeer is.

l’heure, où la fonction d’habitation est prédominante et où il n’y a pas de circulation de transit.

Voorafgaand overleg en inspraak van de bewoners van de straat of wijk is vanzelfsprekend een vereiste om het concept te doen slagen. Tijdens dit overleg kan worden overeengekomen op welke dagen en uren de straat voor verkeer moet worden afgesloten.

La concertation préalable et la participation des habitants de la rue ou du quartier sont évidemment une condition pour permettre la réussite du concept. Pendant cette concertation, il peut être décidé des jours et des heures pendant lesquels la rue doit être fermée à la circulation.

1. Uit veiligheidsoogpunt is het niet aanvaardbaar om voor bepaalde bestuurders in speelstraten voorkeursregelingen of uitzonderingen mogelijk te maken, zeker niet op het gebied van de snelheid. Het huidige voorschrift luidens hetwelk de bestuurders die er toegang hebben, stapvoets moeten rijden, dient te worden gehandhaafd.

1. Du point de vue de la sécurité, il n’est pas acceptable d’instaurer des mesures de préférence ou d’exception accordées à certains conducteurs dans les rues réservées au jeu, et certainement pas en ce qui concerne la vitesse. La règle actuelle, selon laquelle les conducteurs qui y ont accès doivent rouler à l’allure du pas, doit être maintenue.

2. Er is me geen evaluatie van het concept bekend. Ik heb evenwel nog geen kennis gekregen van klachten over slechte werking of nadelige nevenverschijnselen. De bestaande reglementering over de speelstraat is ook besproken in de werkgroep « straatcode » waaraan verenigingen van voetgangers, fietsers en ook de Gezinsbond (« Ligue des familles ») participeerden. De werkgroep verklaarde zich akkoord met de huidige reglementering.

2. Je ne connais aucune évaluation du concept. Je n’ai en outre pas encore eu connaissance de plaintes relatives à un mauvais fonctionnement ou à des effets induits nuisibles. La réglementation existante au sujet de la rue réservée au jeu a aussi été débattue dans le groupe de travail « Code de la rue » auquel des associations de piétons, de cyclistes et aussi la Ligue des familles (« Gezinsbond ») ont participé. Le groupe de travail s’est déclaré d’accord avec la réglementation actuelle.

DO 2002200300028

DO 2002200300028

Vraag nr. 788 van de heer Yves Leterme van 9 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 788 de M. Yves Leterme du 9 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Spoorlijn Westrozebeke-Kortemark.

Ligne ferroviaire Westrozebeke-Kortemark.

Tussen Westrozebeke en Kortemark loopt een spoorlijn door het militaire domein in Houthulst. Aangezien dit militaire domein een andere bestemming heeft gekregen is deze spoorlijn overbodig te worden. De spoorlijn ligt niet in de veiligheidszone van het militaire domein van Houthulst en Defensie is bereid om de lijn vrij te geven. Deze oude spoorwegbedding is van groot belang voor de aanleg van een fietspad. Het provinciebestuur van West-Vlaanderen is vragende partij voor de aanleg ervan omdat de nieuwe fietsroute kan fungeren als uitbreiding van de bestaande provinciale fietslus en als verbinding tussen de bestaande fietspaden.

Entre Westrozebeke et Kortemark, une ligne ferroviaire traverse le domaine militaire de Houthulst. Ce domaine militaire ayant reçu une autre affectation, cette ligne ferroviaire n’a plus d’utilité. La ligne ne se situe pas dans la zone de sécurité du domaine militaire de Houthulst et le département de la Défense est disposé à céder la ligne. L’assise de cette ancienne voie de chemin de fer présente un grand intérêt pour l’aménagement d’une piste cyclable. L’administration provinciale de Flandre occidentale réclame cet aménagement car la nouvelle piste cyclable permettrait d’étendre le réseau de pistes cyclables provinciales existant et de relier entre elles différentes pistes existantes. 1. Eˆtes-vous disposée à céder l’assise de la voie de chemin de fer Westrozebeke-Kortemark pour qu’une piste cyclable puisse y être aménagée ? Quand l’administration provinciale de Flandre occidentale serat-elle informée de votre décision ?

1. Bent u bereid de spoorwegbedding Westrozebeke-Kortemark vrij te geven voor de aanleg van een fietspad en wanneer zal het provinciebestuur WestVlaanderen daarvan op de hoogte worden gebracht ? 2. Welke concrete stappen dienen in dit dossier nog genomen te worden vooraleer de spoorwegbedding


2002

2. Quelles démarches concrètes faut-il encore entreprendre dans ce dossier avant que l’assise de la voie de

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19086

definitief aan de provincie West-Vlaanderen kan overgeheveld worden ?

chemin de fer ne puisse être définitivement transférée à la province de Flandre occidentale ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 788 van de heer Yves Leterme van 9 oktober 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 788 de M. Yves Leterme du 9 octobre 2002 (N.) :

Het gedeelte spoorwegbedding tussen Kortemark en Poelkapelle maakt deel uit van de gewezen lijn 63. Dit gedeelte van de lijn werd gebruikt als spooraansluiting die het militaire depot te Houthulst bediende.

La partie de l’assise de la voie comprise entre Kortemark et Poelkapelle fait partie de l’ancienne ligne 63. Ce tronçon de ligne a été utilisé comme raccordement pour les besoins du dépoˆt militaire de Houthulst.

De verbintenis voor de spooraansluiting werd ondertussen, op vraag van het Belgisch leger, ingetrokken. Uit verder onderzoek binnen de NMBS is gebleken dat het lijngedeelte Kortemark-Poelkapelle heden niet meer nodig is voor de spoorexploitatie en eventueel in bezetting kan gegeven worden aan het provinciebestuur van West-Vlaanderen voor de aanleg van een fietspad.

La convention relative au raccordement ferroviaire a été retirée, entre-temps, à la demande de l’armée belge. Il ressort d’une étude réalisée au sein de la SNCB que le tronçon de ligne Kortemark-Poelkapelle n’est plus nécessaire aujourd’hui pour l’exploitation ferroviaire et peut éventuellement être donné en occupation à l’administration de la province de Flandre occidentale en vue de l’aménagement d’une piste cyclable.

Voor het in bezetting geven van dit gedeelte van de gewezen lijn 63 dienen de bestaande sporen opgebroken te worden. Volgens artikel 30bis van het tweede bijvoegsel aan het tweede beheerscontract tussen de Staat en de NMBS verbindt de NMBS er zich toe geen buitendienstgestelde spoorlijnen op te breken. De NMBS heeft mij een officie¨le vraag gesteld per brief van 4 november 2002 om voor deze lijn een uitzondering te willen toestaan op voornoemd artikel 30bis.

Pour pouvoir donner cette partie de l’ancienne ligne 63 en occupation, les voies existantes doivent être démontées. En vertu de l’article 30bis du deuxième avenant au deuxième contrat de gestion passé entre l’E´tat et la SNCB, la SNCB s’engage à ne pas démonter de lignes de chemin de fer mises hors service. La SNCB m’a demandé officiellement par courrier daté du 4 novembre 2002 d’accorder une dérogation à l’article 30bis susvisé.

DO 2001200211863

DO 2001200211863

Vraag nr. 798 van de heer Bart Laeremans van 23 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 798 de M. Bart Laeremans du 23 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Grootschalige enquêtes over de mobiliteitsproblematiek.

Enquêtes de grande envergure sur le problème de la mobilité.

De jongste tijd werden er langsheen de grote invalswegen naar Brussel, met name de autostrade E40 vanuit Gent en de E19 vanuit Antwerpen, grootschalige enquêtes gehouden over de mobiliteitsproblematiek.

Ces derniers temps, des enquêtes de grande envergure sur le problème de la mobilité ont été organisées sur les grands axes de pénétration dans Bruxelles, à savoir l’autoroute E40 depuis Gand et l’E19 à partir d’Anvers.

Dit zorgde meteen voor een aanzienlijke vergroting van de files.

Un accroissement considérable des files en a résulté immédiatement.

Deze enquêtes waren er gekomen na een beslissing van de Brusselse staatssecretaris van Mobiliteit, de heer Robert Delathouwer, en kaderen dus niet in een nationale actie.

Ces enquêtes ont été organisées après une décision du secrétaire d’E´tat bruxellois à la Mobilité, M. Robert Delathouwer, et ne s’inscrivent donc pas dans le cadre d’une action nationale.

Het is dan ook meer dan verwonderlijk dat deze enquêtes werden gehouden op het grondgebied van het Vlaams Gewest, dat in feite niets met dit onderzoek te maken had.

Par conséquent, il est plus qu’étonnant que ces enquêtes aient été organisées sur le territoire de la Région flamande qui en réalité n’était concernée en rien.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19087

Nog meer verwonderlijk was dat heel wat van de opgevorderde politieagenten het Nederlands niet eens machtig waren.

Plus surprenant encore est le fait qu’un grand nombre des agents de police mobilisés ne connaissaient même pas le néerlandais.

Automobilisten kloegen er ook over dat zij op willekeurige wijze waren uitgekozen en nagenoeg onder dwang een politie-escorte dienden te volgen.

Les automobilistes se sont également plaints d’avoir été sélectionnés de façon purement arbitraire et d’avoir duˆ suivre une escorte de police presque sous la contrainte.

1. a) Klopt het inderdaad dat deze actie enkel uitging van het Brusselse Gewest ?

1. a) Cette opération de controˆle n’était-elle effectivement organisée que par la Région bruxelloise ?

b) Zo ja, hoe komt het dat deze controleactie niet werd gehouden op het grondgebied van het Brusselse Gewest zelf ?

b) Dans l’affirmative, comment se fait-il qu’elle n’ait pas été organisée sur le territoire de la Région bruxelloise elle-même ?

2. Hoe komt het dat voor een dergelijke enquête Nederlandsonkundige politieagenten worden ingeschakeld en dat nog wel in het eentalig Nederlands taalgebied ?

2. Comment se fait-il que pour une telle enquête, il soit fait appel à des policiers ne connaissant pas le néerlandais et cela, qui plus est, sur le territoire unilingue néerlandophone de notre pays ?

3. Klopt het dat de chauffeurs niet echt de vrije keuze hadden om aan dit soort enquêtes mee te werken en dat hun deelname minstens « onder zachte dwang » gebeurde ?

3. Est-il exact que les chauffeurs n’aient pas vraiment eu le choix de participer ou non à cette enquête et qu’ils y aient participé à tout le moins « sous une légère contrainte » ?

4. a) Hoeveel van dit soort enquêtes zijn er nog op komst ?

4. a) Combien d’enquêtes de ce type sont encore programmées ?

b) Wanneer zullen ze gehouden worden en op welke plaatsen ?

b) Quand seront-elles organisées et à quels endroits ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 18 december 2002, op de vraag nr. 798 van de heer Bart Laeremans van 23 oktober 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 18 décembre 2002, à la question no 798 de M. Bart Laeremans du 23 octobre 2002 (N.) :

De vragen 1, a) en b), alsook 4, a) en b) betreffen een aangelegenheid die tot de bevoegdheid behoort van mijn collega de minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Les questions 1, a) et b), ainsi que 4, a) et b), portent sur une matière qui relève de la compétence de mon collègue, le ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale.

De vragen werden hem toegestuurd.

Les questions lui ont été transmises.

De vragen 2 en 3 betreffen materies die tot de bevoegdheid behoren van mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 685 van 23 oktober 2002.) De vragen werden hem toegestuurd.

Les questions 2 et 3 portent sur des matières qui relèvent de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Intérieur. (Question no 685 du 23 octobre 2002.) Les questions lui ont été transmises.

DO 2002200300144

DO 2002200300144

Vraag nr. 799 van de heer Olivier Maingain van 28 oktober 2002 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 799 de M. Olivier Maingain du 28 octobre 2002 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Centrale administratie. — Aantal personeelsleden per taalrol.

SNCB. — Administration centrale. — Répartition linguistique du personnel.

Hoeveel personeelsleden van elke taalrol telde de centrale administratie van de NMBS (Frankrijkstraat

Quelle est la répartition linguistique du personnel, au 1er janvier 2002, au sein de l’administration centrale


2002

2003


2442

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19088

85, 1060 Brussel) op 1 januari 2002 per dienst, per niveau en per graad ?

de la SNCB (85, rue de France à 1060 Bruxelles), et ce service par service, niveau par niveau, degré par degré ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 799 van de heer Olivier Maingain van 28 oktober 2002 (Fr.) :

Op te merken valt dat de bestaande graden ingedeeld zijn in negen hie¨rarchische rangen waarvan de rangschikking als volgt is opgesteld :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 799 de M. Olivier Maingain du 28 octobre 2002 (Fr.) : ` la date du 1er janvier 2002, la répartition linguistiA que du personnel affecté à l’administration centrale de la SNCB se présentait comme mentionnée dans le tableau ci-après. ` remarquer que les grades existants sont classés en A neuf rangs hiérarchiques dont la classification s’établit comme suit :

Rangen 1, 2 en hogere 3 Rang 3

Rangs 1, 2 et 3 supérieurs Rang 3

Op datum van 1 januari 2002 zag de taalverdeling van het personeel, tewerkgesteld bij de centrale administratie van de NMBS, eruit zoals in de hierna vermelde tabel.

hogere ambtenaren

Rang 4 Rang 5 Rang 6

universitair of hoger onderwijs van het lange type hoger onderwijs van het korte type hoger secundair onderwijs lager secundair onderwijs met bevordering

Rang 7 Rang 8 Rang 9

lager secundair onderwijs interne vorming geen enkel diploma of getuigschrift

Rang 4 Rang 5 Rang 6 Rang 7 Rang 8 Rang 9

01/01/2002 — Centrale administratie

Rang

R 1, 2 en hogere rang 3. — R 1, 2 et 3 supérieur 3 4 5 6 7 8 9 Totaal. — Total ............

Niveau

1 1 2 2 3 3 4 4

enseignement universitaire ou supérieur de type long enseignement supérieur de type court enseignement secondaire supérieur enseignement secondaire inférieur avec promotion enseignement secondaire inférieur formation interne aucun diploˆme ni certificat

01/01/2002 — Administration centrale

Centrale en coo¨rdinatieeenheden — Unités centrales et de coordination

Serviceeenheden — Centres de service

Bedrijfseenheden — Centres d’activités

N

F

N

F

33 96 121 75 5 55 — 10

34 106 119 80 2 44 1 8

29 174 214 84 26 101 11 98

395

394

737


fonctionnaires supérieurs

2002

Totaal — Total

N

F

N

F

33 179 229 80 23 85 4 95

71 271 309 306 26 114 4 23

70 270 312 280 21 122 3 17

133 541 644 465 57 270 15 131

137 555 660 440 46 251 8 120

728

1 124

1 095

2 256

2 217

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19089

DO 2002200300159

DO 2002200300159

Vraag nr. 804 van mevrouw Frieda Brepoels van 29 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 804 de Mme Frieda Brepoels du 29 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Tevredenheidsonderzoek.

SNCB. — Enquête de satisfaction.

Op 23 oktober 2002 gaf de NMBS een zegebulletin uit over het tevredenheidsonderzoek dat ze in juli en augustus van dit jaar liet uitvoeren. Voor de derde keer op rij, aldus het persbericht, stijgen de scores.

Le 23 octobre 2002, la SNCB a poussé un cocorico à la suite de l’enquête de satisfaction qu’elle avait menée en juillet et en aouˆt de cette année. Selon le communiqué de presse, les résultats seraient en hausse pour la troisième fois consécutive.

1. Welke scores haalt de NMBS, opgedeeld per provincie ?

1. Quels résultats, province par province, la SNCB a-t-elle obtenus ?

2. a) Heeft men onderzocht of er een verschil in beoordeling is, afhankelijk van het feit of de ondervraagde spoorklanten in stedelijke gebieden dan wel landelijke gebieden reizen ?

2. a) Des divergences d’appréciation éventuelles entre les voyageurs interrogés des zones urbaines et ceux des zones rurales ont-elles été analysées ?

b) Wat is het resultaat van dat onderzoek ?

b) Avec quel résultat ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 804 van mevrouw Frieda Brepoels van 29 oktober 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 804 de Mme Frieda Brepoels du 29 octobre 2002 (N.) :

1 en 2. De kwaliteitsbarometer wordt jaarlijks viermaal georganiseerd door een privé-studiefirma. Elk trimester worden enquêtes afgenomen :

1 et 2. Le baromètre de qualité est organisé quatre fois par an par un bureau d’études privé. Des enquêtes sont réalisées chaque trimestre :

— op 4 referentielijnen én

— sur 4 lignes de référence et

— van een 13-tal andere lijnen zodat elke lijn van het net jaarlijks in de steekproef wordt opgenomen.

— sur 13 autres lignes de telle sorte que le sondage englobe chaque année toutes les lignes du réseau.

Hierdoor is de steekproef representatief voor de bevraagde lijnen, maar niet voor de provincies (de meeste lijnen doorkruisen twee of meerdere provincies).

L’enquête est ainsi représentative pour les lignes sondées, mais ne l’est pas par province, la plupart des lignes traversant deux ou plusieurs provinces.

De gebruikte methodologie laat toe een vergelijking te maken tussen vier referentielijnen (BrusselAntwerpen, Brussel-Namen, Brussel-Luik en BrusselKust) en de andere lijnen.

La méthodologie utilisée permet de procéder à une comparaison entre quatre lignes de référence (Bruxelles-Anvers, Bruxelles-Namur, Bruxelles-Liège et Bruxelles-Coˆte) et les autres lignes.

Voor de zomerfase zijn deze andere lijnen : BrusselCharleroi, Antwerpen-Gent, Edingen-Geraardsbergen, Gent-Mechelen, Halle-Moeskroen, Brugge-Kortrijk, St-Ghislain-Quiévrain, Charleroi-Ottignies, NamenLuxemburg, Charleroi-Couvin, Dinant-Bertrix en Hasselt-Luik.

Pour la phase estivale, les autres lignes en question sont les suivantes : Bruxelles-Charleroi, Anvers-Gand, Enghien-Grammont, Gand-Malines, Hal-Mouscron, Bruges-Courtrai, St-Ghislain-Quiévrain, CharleroiOttignies, Namur-Luxembourg, Charleroi-Couvin, Dinant-Bertrix et Hasselt-Liège.

Voor de zomerfase 2002 halen de vier referentielijnen voor de algemene tevredenheid een score van 7,10/10, terwijl dit bij de andere lijnen 7,25/10 bedraagt.

Pour la phase estivale 2002, les quatres lignes de référence obtiennent un score de satisfaction générale de 7,10/10; pour les autres lignes celui-ci s’élève à 7,25/10.

Hoewel de NMBS strikt genomen geen klanten vervoerd in enerzijds stedelijke gebieden en anderzijds landelijke gebieden, kan men de vier referentielijnen

Quoique la SNCB ne transporte pas à proprement parler des clients dans les zones urbaines d’une part et les zones rurales d’autre part, on peut éventuellement


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19090

eventueel interpreteren als zijnde stedelijker dan de anderen.

interpréter les quatre lignes de référence comme étant plus urbaines que les autres.

DO 2002200300160

DO 2002200300160

Vraag nr. 805 van de heer Jan Mortelmans van 29 oktober 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 805 de M. Jan Mortelmans du 29 octobre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Uitgewezen asielzoekers. — Gratis treinbiljetten.

Demandeurs d’asile déboutés. — Billets de train gratuits.

Naar verluidt kunnen uitgewezen asielzoekers die niet over een geldig vervoerbewijs beschikken, gebruik maken van een gratis treinbiljet dat hen tot een grensstation brengt op voorlegging van enig document dat een uitwijzing voorschrijft. Dit document mag niet meer dan twee maanden oud zijn. Deze werkwijze zal uiteraard tot misbruiken leiden. Er wordt namelijk vaak gebruik gemaakt van kopiee¨n van documenten. Dit kan er ook toe leiden dat men in de toekomst de reis kan onderbreken in elk station.

Il me revient que les demandeurs d’asile déboutés ne disposant pas d’un titre de transport valable peuvent obtenir un billet de train gratuit à destination d’une gare frontalière, sur simple présentation d’un document ordonnant leur éloignement. Ce document ne peut remonter à plus de deux mois. E´tant donné qu’il est fréquemment fait usage de copies de documents, cette procédure entraıˆnera inévitablement des abus. Il n’est par ailleurs pas exclu que le voyage soit interrompu dans une quelconque gare intermédiaire.

1. a) Bent u van deze werkwijze op de hoogte ?

1. a) Eˆtes-vous au courant de cette procédure ?

b) Klopt deze ?

b) Est-elle valable ?

2. Een uitwijzingsbevel dient binnen de vijf dagen te worden opgevolgd. Hoe komt het dat gebruik kan gemaakt worden van een uitwijzingsbevel dat twee maanden oud is ?

2. Un ordre de quitter le territoire doit être mis en œuvre dans les cinq jours. Comment se fait-il qu’il est permis de produire un ordre de quitter le territoire remontant à deux mois ?

3. Bent u het met mij eens dat deze werkwijze tot misbruiken kan leiden ?

3. Partagez-vous mon analyse que cette procédure peut donner lieu à des abus ?

4. Uiteindelijk draait natuurlijk de belastingbetaler op. Op welke manier worden deze sommen gerecupereerd ?

4. En fin de compte, c’est le contribuable qui paie. Comment ces sommes sont-elles récupérées ?

5. Welke maatregelen heeft u getroffen opdat deze maatregel zo spoedig mogelijk wordt ingetrokken ?

5. Quelles mesures avez-vous prises pour mettre au plus vite fin à cette possibilité ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 805 van de heer Jan Mortelmans van 29 oktober 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 805 de M. Jan Mortelmans du 29 octobre 2002 (N.) :

De treinbegeleiders die geconfronteerd worden met uitgewezen asielzoekers (en die niet over een vervoerbewijs en evenmin over geld beschikken), leveren hen een kosteloos (0 euro) Ivette-biljet (opgemaakt op hun draagbare PC) voor zover ze in het bezit zijn van een uitwijzingsdocument dat niet meer dan twee maanden oud is.

Les accompagnateurs de train confrontés à des demandeurs d’asile déboutés (et qui sont démunis de titre de transport et d’argent) leur délivrent un billet Ivette (réalisé au moyen de leur ordinateur portable) gratuit (à 0 euro) pour autant qu’ils soient en possession d’un avis d’expulsion datant de moins de deux mois.

Met dit biljet kunnen ze zich in tweede klas verplaatsen tot het laatste station dat zich op het nationaal grondgebied bevindt. De stations van oorsprong en van bestemming worden door de treinbegeleider op het vervoerbewijs vermeld.

Ce billet leur permet de se déplacer en seconde classe jusqu’à la dernière gare située sur le territoire national. Les gares d’origine et de destination sont indiquées sur le titre de transport par l’accompagnateur de train.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19091

Deze procedure werd op initiatief van de NMBS uitgewerkt om twee redenen.

Cette procédure a été mise sur pied à l’initiative de la SNCB pour deux raisons.

In eerste instantie zorgt ze ervoor dat heel wat problemen met agressie worden voorkomen door de treinbegeleiders een uniforme procedure te bieden die in dergelijke omstandigheden moet worden toegepast.

En premier lieu, elle permet d’éviter de nombreux problèmes d’agressions en fournissant aux accompagnateurs de train une procédure uniforme à appliquer dans de telles circonstances.

De werkgever is eveneens wettelijk verplicht om preventieve maatregelen te nemen in het kader van het welzijn, de gezondheid en de veiligheid van zijn personeel. De NMBS heeft als werkgever van de treinbegeleiders dus deze maatregel getroffen.

L’employeur a également l’obligation légale de prendre des mesures préventives dans le cadre du bienêtre, de la santé et de la sécurité de son personnel. La SNCB en tant qu’employeur des accompagnateurs a donc pris cette mesure.

In tweede instantie maakt de toekenning van een biljet tegen 0 euro het mogelijk het fenomen te quantificeren en een compensatie te vragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken voor de prestatie die door de NMBS is verstrekt. Momenteel, en ondanks de destijds ingediende aanvraag van de gedelegeerdbestuurder van de NMBS aan de minister van Binnenlandse Zaken, is aan de NMBS nog geen enkele compensatie toegekend.

En second lieu, l’octroi d’un billet à 0 euro permet de quantifier le phénomène et de réclamer une compensation au ministère de l’Intérieur pour la prestation fournie par la SNCB. Pour l’heure, et en dépit de la demande formulée à l’époque par l’administrateur délégué de la SNCB au ministre de l’Intérieur, aucune compensation n’est jusqu’à présent octroyée à la SNCB.

DO 2002200300185

DO 2002200300185

Vraag nr. 811 van de heer Jan Eeman van 5 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 811 de M. Jan Eeman du 5 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Camera’s. — Niet-geijkte toestellen.

Caméras. — Appareils non étalonnés.

Onlangs geraakte het nieuws bekend dat de helft van de 450 bemande camera’s die in ons land gebruikt worden niet conform de wetgeving afgesteld zijn.

Récemment, on a appris que sur les 450 caméras fonctionnant en présence d’agents qualifiés, qui sont utilisées en Belgique, la moitié ne sont pas réglées conformément à la législation en vigueur.

Zo zou het ministerie van Economische Zaken weigeren camera’s van het type F6 te ijken omdat het uitrichtapparaat ontbreekt dat nodig is voor het correct afstellen van de camera’s.

Le ministère des Finances refuserait ainsi d’étalonner des caméras du type F6 parce qu’il ne dispose pas de l’appareil nécessaire au réglage correct des caméras.

1. Hoeveel Multanova’s van het type F6 en F9 zijn in gebruik en hoeveel ervan werden niet geijkt ?

1. Combien d’appareils Multanova du type F6 et F9 sont-ils utilisés et combien d’entre eux n’ont-ils pas été étalonnés ?

2. Worden gebruikt ?

2. Les appareils non étalonnés sont-ils toujours utilisés à l’heure actuelle ?

de

niet-geijkte

toestellen

verder

3. Hoe wordt deze toestand verholpen ?

3. Comment comptez-vous remédier à cette situation ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 811 van de heer Jan Eeman van 5 november 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 811 de M. Jan Eeman du 5 novembre 2002 (N.) :

Het antwoord op de vragen betreffende de bemande automatisch werkende toestellen behoort tot de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.

La réponse aux questions relatives aux appareils fonctionnant automatiquement en présence d’un agent qualifié relève de la compétence du ministre de


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19092

De vraag is bijgevolgd aan hem overgezonden. (Vraag nr. 709 van 23 december 2002.)

l’Intérieur. Votre question lui a par conséquent été transmise. (Question no 709 du 23 décembre 2002.)

DO 2002200300194

DO 2002200300194

Vraag nr. 815 van de heer Jan Mortelmans van 6 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 815 de M. Jan Mortelmans du 6 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

Vlaamse stations. — Vaste Commissie voor Taaltoezicht. — Klachten omtrent de « verengelsing ».

Gares flamandes. — Commission permanente de controˆle linguistique. — Plaintes concernant l’anglicisation.

In verschillende Vlaamse stations beschikt men tegenwoordig over zogenaamde « travel centres ». De VCT (Vaste Commissie voor Taaltoezicht) ontvangt talloze klachten omtrent de verengelsing en heeft zich hiertegen steeds verzet in haar adviezen.

Plusieurs gares flamandes disposent à présent de « travel centres ». La Commission permanente de controˆle linguistique (CPCL), qui enregistre de nombreuses plaintes concernant l’anglicisation, s’est toujours opposée à ce phénomène dans les avis qu’elle a rendus.

Kan u meedelen welke maatregelen u heeft getroffen om tegemoet te komen aan de adviezen van de VCT en tegen deze schending van de taalwetgeving ?

Pouvez-vous m’indiquer quelles mesures vous avez prises pour respecter les avis de la CPCL et vous opposer à cette violation de la législation linguistique ?

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 815 van de heer Jan Mortelmans van 6 november 2002 (N.) :

Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 815 de M. Jan Mortelmans du 6 novembre 2002 (N.) :

De benaming « Travel Centre » wordt door de NMBS gebruikt om, in bepaalde belangrijke stations, er de balies en loketten mee aan te duiden waar het publiek terecht kan voor informatie over en aankoop van de producten in internationaal en binnenlands verkeer.

La dénomination « Travel Centre » est utilisée par la SNCB pour désigner, dans certaines gares importantes, les guichets et les comptoirs où le public peut se présenter pour obtenir des informations et acheter des produits en trafic intérieur et international.

De naam « Travel Centre » is te beschouwen als een merknaam of een logo, en niet als een mededeling aan het publiek.

La dénomination « Travel Centre » est à considérer comme un nom de marque ou un logo, et non comme une communication au public.

De NMBS zorgt er echter voor dat bij de mededelingen en aankondigingen aan het publiek de gecoo¨rdineerde wetten inzake het gebruik van de talen in bestuurszaken strikt worden nageleefd.

La SNCB est toutefois attentive à ce que les communications et les annonces destinées au public soient strictement en conformité avec les lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative.

DO 2002200300208

DO 2002200300208

Vraag nr. 816 van de heer Jo Vandeurzen van 12 november 2002 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer :

Question no 816 de M. Jo Vandeurzen du 12 novembre 2002 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports :

NMBS. — Hasselt. — Aankoop gebouw van de Nationale Bank. — Geneeskundig centrum.

SNCB. — Hasselt. — Acquisition de l’immeuble de la Banque nationale. — Centre médical.

Er is in Limburg heel wat te doen geweest over de aankoop van het gebouw van de Nationale Bank door de NMBS. De aankoop werd door de NMBS gedaan

L’acquisition de l’immeuble de la Banque nationale par la SNCB a provoqué bien des remous dans le Limbourg. La SNCB a procédé à cette acquisition


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19093

omdat dringend het geneeskundig centrum een nieuw onderkomen moet vinden. Immers, het huidig gebouw van het geneeskundig centrum moet worden afgebroken voor de nieuwe gebouwen van de Vlaamse administratie. 1. Wanneer moet het huidig gebouw van het geneeskundig centrum in Hasselt worden ontruimd om plaats te maken voor de gebouwen van de Vlaamse administratie ? 2. Hoeveel mensen worden er tewerkgesteld in het geneeskundig centrum van de NMBS ? 3. a) Zal het gebouw, dat verworven werd en voorbestemd is om het geneeskundig centrum te huisvesten, tijdig klaar zijn ? b) Zijn er nog werken in aanbesteding ? c) Hoever is de aanbestedingsprocedure gevorderd ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer van 20 december 2002, op de vraag nr. 816 van de heer Jo Vandeurzen van 12 november 2002 (N.) : 1. Rekening houdend met de stand van de werken aan het Vlaams Administratief Centrum is het gewenst dat het geneeskundig centrum te Hasselt gesloopt wordt rond de tweede helft van april 2003. 2. In het geneeskundig centrum van de NMBS worden 40 personeelsleden tewerkgesteld. 3. a) Het gebouw waar het nieuw geneeskundig centrum wordt ondergebracht zal tijdig ingericht zijn. Volgens de planning zullen de binneninrichtingswerken voltooid zijn einde maart, zodat de effectieve verhuis doorgaat in de eerste helft van april 2003. De buitenwerken, voornamelijk gevelreiniging en schilderwerken zullen voltooid zijn rond eind april 2003. b) Er zijn geen werken meer in aanbesteding gesteld. c) De aanbestedingsprocedure is voltooid. De werken werden aanbesteed volgens de onderhandelingsprocedure met voorafgaande kennisgeving en zijn aangevat op 18 november 2002.

parce qu’il fallait trouver d’urgence un nouveau toit pour son centre médical. En effet, l’actuel baˆtiment doit être démoli pour faire place aux nouveaux baˆtiments de l’administration flamande.

b) Certains travaux sont-ils encore en adjudication ? c) Ou` en est la procédure d’adjudication ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports du 20 décembre 2002, à la question no 816 de M. Jo Vandeurzen du 12 novembre 2002 (N.) : 1. Compte tenu de l’état d’avancement des travaux au « Vlaams Administratief Centrum », le centre médical de Hasselt devrait être démoli aux environs de la deuxième quinzaine d’avril 2003. 2. Le centre médical de la SNCB occupe 40 membres du personnel. 3. a) Le baˆtiment qui hébergera le nouveau centre médical sera prêt à temps. Suivant le planning, les travaux de finition intérieure seront terminés fin mars, de sorte que le déménagement ait effectivement lieu dans la première quinzaine d’avril 2003. Les travaux extérieurs, principalement de nettoyage de façades et de peinture, seront terminés vers la fin avril 2003. b) Il n’y a plus de travaux en adjudication. c) La procédure d’adjudication est cloˆturée. Les travaux ont été adjugés suivant la procédure négociée avec publicité préalable et ont commencé le 18 novembre 2002.


Ministre de la Justice

1. Quand le baˆtiment actuel du centre médical de Hasselt doit-il être évacué pour faire place aux baˆtiments de l’administration flamande ? 2. Combien de personnes sont-elles occupées dans le centre médical de la SNCB ? 3. a) L’immeuble qui a été acquis et qui est destiné à abriter le centre médical sera-t-il prêt à temps ?

DO 2001200211715

DO 2001200211715

Vraag nr. 707 van de heer Filip De Man van 10 september 2002 (N.) aan de minister van Justitie : Belgische nationaliteit. — Verzoek vervallenverklaring voorzitter Arabisch-Europese Liga.

Question no 707 de M. Filip De Man du 10 septembre 2002 (N.) au ministre de la Justice : Nationalité belge. — Action en déchéance intentée à l’encontre du président de la Ligue arabe européenne. Une action en déchéance de la nationalité belge a été intentée sur la base de l’article 23 du Code de la natio-

Op basis van artikel 23 van het Wetboek Belgische Nationaliteit werd een verzoek ingediend om de voor-


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19094

zitter van de Arabisch-Europese Liga van de Belgische nationaliteit vervallen te verklaren. Deze meent dat straatgeweld een legitiem middel is om zijn visie door te drukken en dat de massamoord van 11 september 2001 niets minder is dan « een zoete wraak ». Bovendien blijkt de man voorzitter te zijn van een vereniging die vroeger « Al Rabita » heette (die er van verdacht wordt steun te verlenen aan islamterroristen).

nalité belge à l’encontre du président de la Ligue arabe européenne. Celui-ci estime que la violence dans la rue constitue un moyen légitime d’imposer son point de vue et les massacres du 11 septembre 2001 ne seraient à ses yeux qu’une douce vengeance. Il apparaıˆt par ailleurs que cet homme préside une association connue par le passé sous le nom d’« Al Rabita » (et soupçonnée de soutenir des terroristes islamistes).

1. Is er door de procureur-generaal van Antwerpen terzake een onderzoek opgestart ?

1. Le procureur général d’Anvers a-t-il ouvert une enquête dans ce dossier ?

2. a) Werd reeds een beslissing genomen ?

2. a) Une décision a-t-elle déjà été prise ?

b) Zo ja, welke ?

b) Dans l’affirmative, laquelle ?

c) Zo neen, wanneer wordt ze verwacht ?

c) Dans la négative, quand pourrait-elle intervenir ?

Antwoord van de minister van Justitie van 20 december 2002, op de vraag nr. 707 van de heer Filip De Man van 10 september 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Justice du 20 décembre 2002, à la question no 707 de M. Filip De Man du 10 septembre 2002 (N.) :

Het parket-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen liet mij in juli, als antwoord op mijn vraag daaromtrent weten dat, haar inziens, vooralsnog niet aangetoond was dat de voorzitter van de ArabischEuropese Liga, ernstig was tekort gekomen aan zijn verplichtingen als Belgisch staatsburger in de zin van artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit.

En réponse à la question que je lui avais posée à ce sujet, le parquet près la cour d’appel d’Anvers m’a communiqué au mois de juillet que, selon lui, il n’avait pas été démontré que le président de la Ligue arabe européenne avait gravement manqué à ses obligations de citoyen belge au sens de l’article 23 du Code de la nationalité belge.

Ingevolge nieuwe in de media opgedoken elementen, werd door mij op 21 oktober 2002 opnieuw aan de procureur-generaal gevraagd of enig initiatief in het kader van artikel 23 van het Wetboek van Belgische nationaliteit zich eventueel opdrong.

` la suite des nouveaux éléments apparus dans les A médias, j’ai à nouveau demandé au Procureur général en date du 21 octobre 2002 si une initiative s’imposait dans le cadre de l’application de l’article 23 du Code de la nationalité belge.

Ondertussen hebben zich eind november 2002 te Antwerpen de gekende gebeurtenissen voorgedaan; ook deze zullen mogelijk een invloed hebben inzake toepassing van artikel 23, omtrent de toepassing waarvan dus tot op heden nog geen definitieve beslissing gevallen is.

Fin novembre 2002 à Anvers, se sont entre-temps produits les événements que l’on connaıˆt. Ceux-ci pourraient également avoir une incidence sur une application de l’article 23 à propos de laquelle aucune décision définitive n’est encore intervenue pour l’instant.

DO 2002200300008

DO 2002200300008

Vraag nr. 729 van mevrouw Els Van Weert van 8 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :

Question no 729 de Mme Els Van Weert du 8 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :

Verblijf van jonge kinderen in de gevangenissen.

Séjour de jeunes enfants dans les prisons.

Op 3 oktober 2002 verscheen in de krant Het Volk een artikel waarin een jonge gedetineerde met peuter zijn verhaal doet. De man moet nog een aantal maanden uitzitten in het penitentiair centrum in Brugge, maar er zou geen plaats zijn voor zijn kind van negen maanden.

Le 3 octobre 2002, le quotidien « Het Volk » a publié un article dans lequel un jeune détenu accompagné d’un enfant en bas aˆge relate sa mésaventure. L’intéressé doit encore purger quelques mois de détention au centre pénitentiaire de Bruges mais il n’y aurait pas de place pour son enfant de neuf mois.

In een reactie op de getuigenis verklaart uw woordvoerder dat hij ook niet dadelijk een oplossing ziet. Hij

En réaction à ce témoignage, votre porte-parole a déclaré qu’il ne voit pas, dans l’immédiat, de solution


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19095

bevestigt wel dat er in de gevangenissen van Gent en Brugge cellen voor moeders met kleine kinderen voorzien zijn. Als eventuele oplossing wordt door uw woordvoerder het elektronisch huisarrest naar voren geschoven.

à ce problème. En revanche, il confirme que dans les prisons de Gand et Bruges, il existe des cellules réservées aux mères avec de petits enfants. Votre porteparole évoque une autre solution éventuellement envisageable : l’assignation à résidence électronique.

1. a) Is er een algemeen beleidskader voorzien voor de opvang van kleine kinderen in de gevangenis ?

1. a) Un cadre politique général est-il prévu pour la prise en charge des petits enfants en prison ?

b) Zijn er omzendbrieven, of dergelijke, hierover ?

b) Existe-t-il des circulaires ou d’autres documents sur ce sujet ?

c) Of wordt dit aan de gevangenissen zelf overgelaten ?

c) Ou laisse-t-on le soin aux prisons elles-mêmes de régler ce problème ?

2. a) Hoe staat u tegenover de getuigenis zoals hierboven beschreven ?

2. a) Quelle est votre position à l’égard du témoignage évoqué ci-dessus ?

b) Welke oplossing werd uiteindelijk voorzien voor de opvang van de peuter ?

b) Quelle solution avez-vous finalement prévue pour la prise en charge de cet enfant ?

3. a) Is het volgens u te verantwoorden dat er enkel opvangplaatsen voorzien zijn voor vrouwen met een kind en blijkbaar niet voor mannen ?

3. a) Estimez-vous qu’il soit justifié que des places ne soient prévues que pour les femmes accompagnées d’un enfant en bas aˆge et aucune pour les hommes dans la même situation ?

b) Overweegt u wat dit betreft maatregelen te nemen ?

b) Envisagez-vous de prendre des mesures pour remédier à ce problème ?

4. Ziet u ook het elektronisch huisarrest als een mogelijke oplossing in deze ?

4. Pensez-vous aussi que l’assignation à résidence électronique puisse constituer une solution ?

Antwoord van de minister van Justitie van 20 december 2002, op de vraag nr. 729 van mevrouw Els Van Weert van 8 oktober 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Justice du 20 décembre 2002, à la question no 729 de Mme Els Van Weert du 8 octobre 2002 (N.) :

1. Ik kan het geachte lid meedelen dat er een algemene regeling bestaat voor de opvang en het verblijf van jonge kinderen in de gevangenis. Deze materie wordt geregeld door een aantal bepalingen in het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemene reglement op de strafinrichtingen. Artikel 111 van dit algemeen reglement bepaalt het volgende : « De directeur mag niet weigeren een vrouw op te sluiten die vergezeld is van een kind, dat de zorgen van de moeder niet kan ontberen of een vrouw van wie wordt voorzien dat de in de inrichting zal bevallen, tenzij ze zich gevangen geeft. » Artikel 112 bepaalt dat « de kinderen, die samen met de moeder opgenomen worden, bij haar in de kamer mogen blijven. Zij beschikken er over een afzonderlijke slaapstede. In de belangrijke inrichtingen worden voorzieningen getroffen om een kinderbewaarplaats met bevoegd personeel te organiseren, waar de zuigelingen zullen ondergebracht worden gedurende de tijd, dat men hun moeder niet voor hen laat zorgen. » In casu werd artikel 111 van het algemeen reglement mutatis mutandis toegepast : de betrokken persoon bood zichzelf aan in de gevangenis met zijn kind en in dit geval mag de directeur een opsluiting weigeren.

1. Je peux communiquer à l’honorable membre qu’il existe une réglementation générale concernant la prise en charge et le séjour des jeunes enfants en prison. Cette matière est réglée par un certain nombre de dispositions dans l’arreˆté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires. L’article 111 de ce règlement général prévoit que : « Hormis le cas où elle se constitue prisonnière, le directeur ne peut refuser d’écrouer une femme accompagnée d’un enfant incapable de se passer des soins de sa mère ou une femme dont l’accouchement à l’établissement est à prévoir. » L’article 112 dispose que « Les enfants admis avec leur mère peuvent eˆtre gardés par celle-ci dans sa chambre. Ils y disposent toujours d’une couchette séparée. Dans les établissements importants, des dispositions sont prises pour organiser une crèche dotée d’un personnel qualifié où les nourissons sont placés durant les moments où ils ne sont pas laissés aux soins de leur mère. » In casu, l’article 111 du règlement général a été appliqué mutatis mutandis : l’intéressé s’est présenté à la prison avec son enfant et en pareil cas le directeur peut refuser l’incarcération.


2002

2003


2443

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19096

2. In casu bevond de persoon zich in de voorwaarden om zijn straf onder de vorm van elektronisch toezicht te ondergaan en stelde zich bijgevolg niet het probleem van opvang van het kind in de gevangenis.

2. Dans le cas qui nous occupe, la personne se trouvait dans les conditions pour subir sa peine sous le régime de la surveillance électronique et par conséquent le problème de la prise en charge de l’enfant en prison ne se posait pas.

3. Op dit moment is de vraag of het ontbreken van opvang van vaders met kinderen in de gevangenis geen kwestie van verantwoord zijn of niet. Uit de informatie waarover ik op deze moment beschik, blijkt immers dat dit de eerste maal is dat het probleem zich heeft gesteld. Het lijkt me dan ook niet gepast om, op basis van een tot hiertoe eenmalige gebeurtenis, een volledige infrastructuur uit te bouwen. Mochten dergelijke situaties zich in de toekomst op meer regelmatige basis voordoen, kunnen er maatregelen worden getroffen.

3. Pour l’instant la question de l’absence de prise en charge de pères accompagnés d’enfants en prison n’est pas pertinente. En effet, d’après les informations dont je dispose actuellement, c’est la première fois que le problème se pose. Il ne me paraıˆt dès lors pas opportun d’élaborer toute une infrastructure sur la base d’un événement isolé à ce jour. Si de telles situations devaient se reproduire régulièrement, des mesures pourront eˆtre prises.

DO 2002200300055

DO 2002200300055

Vraag nr. 733 van de heer Olivier Chastel van 14 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Justitie :

Question no 733 de M. Olivier Chastel du 14 octobre 2002 (Fr.) au ministre de la Justice :

Verhuizing van notariskantoren binnen een gemeente.

Déménagement des études de notaire au sein d’une commune fusionnée.

Artikel 4 van de wet van 25 ventoˆse jaar XI betreffende de inrichting van het notariaat zegt : « Iedere notaris moet verblijf houden in de standplaats hem door de Koning aangewezen. Bij overtreding wordt hij als ontslagnemend beschouwd; dientengevolge kan de minister van Justitie, na advies van de rechtbank, aan de Koning voorstellen hem te vervangen ».

L’article 4 de la loi du 25 ventoˆse an XI contenant organisation du notariat dispose textuellement : « Chaque notaire devra résider dans le lieu qui lui sera fixé par le Roi. En cas de contravention, le notaire sera considéré comme démissionnaire; en conséquence, le ministre de la Justice, après avoir pris l’avis du tribunal, pourra proposer au Roi le remplacement. ».

Het koninklijk besluit van 17 september 1975 houdende samenvoeging van gemeenten en wijziging van hun grenzen hield geen uitdrukkelijke wijzigingen in met betrekking tot de standplaatsen van de notarissen.

L’arrêté royal du 17 septembre 1975 portant fusion des communes et modification de leurs limites n’a pas expressément modifié les lieux des résidences notariales.

Met de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons (waarbij onder meer de grenzen van de vredegerechtskantons opnieuw vastgelegd worden), die op 1 september 2001 van kracht werd, werd het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek gewijzigd : de vroegere gemeenten werden uit het bijvoegsel gelicht, dat voortaan enkel nog de namen van de fusiegemeenten vermeldt.

La loi du 25 mars 1999 relative à la réforme des cantons judiciaires (réformant entre autres les limites des cantons de justice de paix), entrée en vigueur le 1er septembre 2001, a modifié l’annexe au Code judiciaire. Suite à cette réforme, les anciennes communes ont disparu de cette annexe qui ne contient plus que le nom des communes fusionnées.

1. a) Kan een notaris sinds de gemeentefusies zijn kantoor zonder voorafgaande publicatie van een koninklijk besluit houdende machtiging tot overbrenging van het kantoor verhuizen naar een ander gedeelte van de nieuwe gemeente waar hij niet benoemd is ?

1. a) Depuis la fusion des communes, est-il loisible à un notaire de déménager son étude pour se fixer dans une autre partie de la nouvelle commune ou` il n’a pas été nommé, sans avoir obtenu au préalable un arrêté royal de transfert ?

b) Had een notaris die bijvoorbeeld in 1996 in Nijvel benoemd werd, zijn kantoor mogen overbrengen naar Baulers, in dezelfde gemeente, zonder voorafgaande publicatie van een koninklijk besluit houdende machtiging tot overbrenging ?

b) Par exemple, un notaire qui aurait été nommé à Nivelles en 1996, aurait-il pu transférer son étude à Baulers, situé dans la même entité communale, sans avoir obtenu au préalable un arrêté royal ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19097

2. Als het antwoord op vraag 1 negatief is, is voormelde notaris in overtreding.

2. Si la réponse à la question est négative, ce notaire a commis une infraction.

Werd zijn toestand vanzelf geregulariseerd met de wet van 25 maart 1999, waarbij onder meer de grenzen van de vredegerechtskantons opnieuw getekend werden, of moet deze notaris alsnog om de publicatie van een koninklijk besluit houdende machtiging tot overbrenging van zijn kantoor verzoeken teneinde een en ander op die manier te regulariseren ?

Sa situation s’est-elle régularisée automatiquement depuis la loi précitée du 25 mars 1999 réformant entre autres les limites des cantons de justice de paix ou doit-il encore demander un arrêté royal de transfert pour obtenir la régularisation de sa situation ?

Antwoord van de minister van Justitie van 16 december 2002, op de vraag nr. 733 van de heer Olivier Chastel van 14 oktober 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre de la Justice du 16 décembre 2002, à la question no 733 de M. Olivier Chastel du 14 octobre 2002 (Fr.) :

1. Naar aanleiding van de fusie van gemeenten in 1975 keurde de wetgever de wet van 6 juli 1976 met betrekking tot het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek goed. Deze wet, die werd opgeheven bij de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons, bepaalde dat de territoriale grenzen en de zetel van de hoven en rechtbanken, vastgesteld in het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, werden behouden zonder dat rekening werd gehouden met de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 september 1975 houdende de samenvoeging van gemeenten en wijziging van hun grenzen, geratificeerd bij de wet van 30 december 1975.

1. Suite à la fusion des communes de 1975 le législateur a adopté une loi du 6 juillet 1976 relative à l’annexe au Code judiciaire. Cette loi, abrogée par la loi du 25 mars 1999 relative à la réforme des cantons judiciaires, prévoyait que les limites territoriales et le siège des cours et tribunaux, déterminés par l’annexe au Code judiciaire, sont maintenus sans tenir compte des dispositions de l’arreˆté royal du 17 septembre 1975 portant fusion de communes et modification de leurs limites, ratifié par la loi du 30 décembre 1975.

De wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons, trad op 1 september 2001 in werking.

La loi du 25 mars 1999 relative à la réforme des cantons judiciaires est entrée en vigueur le 1er septembre 2001.

Het antwoord met betrekking tot de standplaats is dus verschillend al naargelang het een situatie van voor dan wel van na 1 september 2001 betreft.

La réponse quant au lieu de résidence de l’étude est donc différente selon qu’il s’agit d’une situation antérieure ou postérieure au 1er septembre 2001.

A. Voor 1 september 2001 was het voor een notaris niet mogelijk om, zonder koninklijk besluit waarbij de standplaats werd overgebracht, zijn standplaats te veranderen binnen de grenzen van de nieuwe gemeente in dewelke hij niet benoemd was. Het antwoord op vraag 1.b) is dus negatief.

A. Avant le 1er septembre 2001, à défaut d’obtenir un arreˆté royal de transfert, il n’était pas possible au notaire de déplacer sa résidence dans les limites de la nouvelle commune dans laquelle il n’a pas été nommé. La réponse à la question 1.b) est donc négative. B. Après le 1er septembre 2001 :

B. Na 1 september 2001 : — ofwel werd de standplaats vastgesteld in een oude gemeente (of een deel van een gemeente) en in dat geval is het voor de notaris niet mogelijk om zijn studie elders op het grondgebied van de nieuwe gemeente te vestigen zonder dat deze verplaatsing bij koninklijk besluit wordt toegestaan;

— soit la résidence a été fixée dans une ancienne commune (ou une partie de commune) et dans ce cas le notaire n’a pas la possibilité d’établir son étude dans le territoire de la nouvelle commune sans transfert de résidence autorisé par arreˆté royal;

— ofwel werd de standplaats vastgesteld in een gemeente die behouden werd, in dat geval is het mogelijk om de studie elders op het grondgebied van die nieuwe gemeente te vestigen, zelfs indien dit werd uitgebreid. In die hypothese kan een notaris die benoemd werd in Nijvel zich te Baulers vestigen.

— soit la résidence a été fixée dans une commune qui a été maintenue; dans ce cas il est possible d’établir l’étude sur le territoire de la nouvelle commune, meˆme si celui-ci a été étendu. Dans cette hypothèse, un notaire nommé à Nivelles peut s’établir à Baulers.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19098

2. Gelet op wat voorafgaat (zie punt 1.B) werd de toestand van de betrokkene automatisch geregulariseerd op 1 september 2001.

2. Il résulte de ce qui précède (point 1.B) que la situation de l’intéressé s’est automatiquement régularisée au 1er septembre 2001.

DO 2002200300077

DO 2002200300077

Vraag nr. 735 van de heer Martial Lahaye van 16 oktober 2002 (N.) aan de minister van Justitie :

Question no 735 de M. Martial Lahaye du 16 octobre 2002 (N.) au ministre de la Justice :

Mannengevangenissen. — Kinderen.

Prisons pour hommes. — Enfants.

Op donderdag 3 oktober 2002 bood zich een vader met babyzoontje aan in de gevangenis van Brugge om er zijn straf te ondergaan. Na enkele uren werd de man alweer op vrije voeten gesteld. Justitie zou zichzelf een maand de tijd geven om na te gaan of de man in kwestie in aanmerking komt zijn straf uit te « zitten » onder elektronisch toezicht.

Le jeudi 3 octobre 2002 un père s’est présenté avec son petit garçon à la prison de Bruges pour y purger sa peine. Après quelques heures, l’homme a été relaˆché. La Justice se serait donné un mois pour examiner la possibilité de permettre à cet homme de purger sa peine par le biais du système de la surveillance électronique.

In de vrouwengevangenis zijn wel voorzieningen om moeders met kind op te vangen.

Les prisons pour femmes sont, elles, aménagées pour accueillir mère et enfant.

1. Wat is de precieze reden dat in een mannengevangenis dergelijke voorzieningen niet voorhanden zijn en wordt naar aanleiding van dit geval een aanpassing aan de toch in onze maatschappij gewijzigde omstandigheden in overweging genomen ?

1. Pour quelle raison précise ce type d’aménagements n’est-il pas prévu dans les prisons pour hommes et, à la lumière de ce cas d’espèce, envisage-t-on de procéder à une adaptation conforme aux changements survenus dans notre société ?

2. a) Is dit de eerste keer dat vader en kind zich aanbieden in een penitentiaire instelling om er een straf uit te zitten ?

2. a) Est-ce la première fois qu’un père et son enfant se présentent dans un établissement pénitentiaire pour y purger une peine ?

b) Indien uw antwoord ontkennend is, hoe werden dergelijke gevallen in het verleden opgevangen ?

b) Dans la négative, comment de tels cas ont-ils été réglés par le passé ?

Antwoord van de minister van Justitie van 20 december 2002, op de vraag nr. 735 van de heer Martial Lahaye van 16 oktober 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Justice du 20 décembre 2002, à la question no 735 de M. Martial Lahaye du 16 octobre 2002 (N.) :

1. In het algemeen, en in beschouwing nemend dat, uitgezonderd in de gevallen dat men het niet kan vermijden (bijvoorbeeld een zwangere gedetineerde die bevalt in de gevangenis), is de opsluiting van kinderen absoluut niet wenselijk. Dit is de reden waarom de directeur van de inrichting de opsluiting kan weigeren van een moeder die zichzelf aanbiedt met haar kind (artikel 111 van het koninklijk besluit van 21 mei 1965). Ditzelfde artikel stelt dat de directeur de opsluiting kan weigeren van een kind dat de zorgen van zijn moeder kan ontberen. Wanneer een kind alsnog wordt opgesloten met zijn moeder, dan is artikel 112 van het algemeen reglement (koninklijk besluit van 21 mei 1965) van toepassing; welk stelt dat de kinderen die samen met hun moeder opgenomen worden, bij haar in haar kamer mogen blijven. Zij beschikken er altijd over een afzonderlijke slaapstede.

1. De manière générale, et prenant en considération que, hors les cas où on ne peut l’éviter (détenue enceinte qui accouche en prison, par exemple), l’incarcération des enfants n’est absolument pas souhaitable. C’est la raison pour laquelle, lorsqu’une mère se constitue prisonnière avec son enfant, le directeur de l’établissement peut refuser de l’incarcérer (article 111 de l’arrêté royal du 21 mai 1965). Ce même article précise que le directeur peut refuser d’écrouer un enfant qui peut se passer des soins de sa mère. Lorsqu’un enfant doit quand même être mis en détention avec sa mère, l’article 112 du règlement général (arrêté royal du 21 mai 1965) est d’application; il précise que les enfants admis avec leur mère peuvent être gardés par celle-ci dans sa chambre. Ils y disposent toujours d’une couchette séparée.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19099

In de belangrijke inrichtingen worden voorzieningen getroffen om een kinderopvang met bevoegd personeel te organiseren, waar de zuigelingen worden ondergebracht gedurende de tijd dat men hun moeder niet voor hen laat zorgen.

Dans les établissements importants, des dispositions sont prises pour organiser une crèche dotée d’un personnel qualifié où les nourrissons sont placés durant les moments où ils ne sont pas laissés aux soins de leur mère.

Er zijn geen vergelijkbare voorzieningen voor mannen die met hun kind worden opgesloten en er is geen bijzondere infrastructuur voorzien; de zeldzaamheid van dergelijke gevallen rechtvaardigt deze afwezigheid aan reglementering.

Il n’y a pas de disposition comparable pour les hommes qui seraient incarcérés avec leur enfant et pas d’infrastructure particulière qui soit prévue; la rareté des cas justifie cette absence de réglementation.

De voorzieningen die bestaan voor vrouwen zijn, mutatis mutandis, toepasbaar op mannen.

Les dispositions qui existent pour les femmes sont, mutatis mutandis, applicables aux hommes.

2. a) De zaak waarnaar u verwijst is naar mijn weten de eerste zaak.

2. a) Le cas auquel vous faites allusion est à ma connaissance le premier cas.

b) Zonder voorwerp, gezien het antwoord onder 2.a).

b) Sans objet, vu la réponse sous 2.a).

DO 2002200300130

DO 2002200300130

Vraag nr. 743 van de heer André Frédéric van 23 oktober 2002 (Fr.) aan de minister van Justitie :

Question no 743 de M. André Frédéric du 23 octobre 2002 (Fr.) au ministre de la Justice :

Voogdij over minderjarigen. — Wet van 29 april 2001. — OCMW.

Tutelle des mineurs. — Loi du 29 avril 2001. — CPAS.

De wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen die sinds 1 augustus 2001 van kracht is, heeft sommige wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen grondig gewijzigd.

La loi du 29 avril 2001, modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs, en vigueur depuis le 1er aouˆt 2001, a profondément modifié certaines dispositions légales en matière de tutelle des mineurs.

Die wijzigingen hebben grote gevolgen gehad voor de OCMW’s.

Ces modifications ont entraıˆné d’importantes conséquences pour les CPAS.

Voortaan is het immers zo dat familieleden niet meer verplicht zijn de voogdij te aanvaarden.

Désormais, en effet, l’acceptation de la tutelle par un membre de la famille n’est plus obligatoire. ` l’heure ou` le tissu familial se détricote, il est A fréquent de constater que nombreuses personnes en minorité d’aˆge, voire en minorité prolongée suite à un handicap, ne se voient plus prises en charge par des membres de leur famille au titre de tuteur et de tuteur subrogé. Ceux-ci, en effet, déclinent le plus souvent, la taˆche étant devenue trop lourde (responsabilités financière et éducative accrues).

In een tijd van almaar losser wordende gezinsstructuren, stelt men vaak vast dat veel minderjarigen en zelfs mensen die tengevolge van een handicap een statuut van verlengde minderjarigheid hebben, niet meer door leden van hun familie die tot nu toe als voogd en toeziende voogd optraden, worden opgevangen. Die laatsten zien er meestal van af omdat de opdracht te zwaar is geworden (grotere financie¨le en opvoedende verantwoordelijkheden). Als er geen kandidaat-voogd is, wendt de vrederechter zich meestal tot het territoriaal bevoegde OCMW en belast dit ermee een voogd en een toeziende voogd binnen de Raad voor maatschappelijk welzijn aan te duiden.

` défaut de candidat tuteur, le juge de paix se A tourne le plus souvent vers le CPAS territorialement compétent et le charge de désigner au sein du Conseil de l’aide sociale un tuteur et un tuteur subrogé.

In de praktijk doen zich echter ernstige problemen voor. Voor OCMW’s op het grondgebied waarvan instellingen gevestigd zijn waar minderjarigen of

Sur le terrain toutefois, des problèmes se posent avec acuité. Pour les CPAS qui, de surcroıˆt, possèdent sur leur territoire des institutions hébergeant des


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19100

mensen die onder het statuut van verlengde minderjarigheid zijn geplaatst verblijven, leidt dit tot vele vragen en bijkomend werk.

mineurs ou des personnes placées sous minorité prolongée, cela est source de questions et de travail supplémentaire.

In verband met de aanstelling van een voogd door de vrederechter binnen de Raad voor maatschappelijk welzijn worden momenteel twee opties toegepast :

Concernant la désignation d’un tuteur par le juge de paix au sein du Conseil de l’aide sociale, deux options sont actuellement appliquées :

— ofwel is de vrederechter van mening dat de OCMW-raadsleden die deze opdracht aanvaarden, dit doen in het kader van hun mandaat van OCMW-raadslid en voor de duur ervan, met dien verstande dat de maatschappelijke follow-up van de opdracht het werk is van de sociale ploeg van het OCMW en de ontvanger van het OCMW voor het financie¨le aspect instaat;

— si le juge de paix considère que les conseillers du CPAS qui acceptent cette charge le font dans le cadre de leur mandat de conseiller CPAS et pour la durée de celui-ci, étant entendu que l’aspect suivi social de la mission sera exercé par l’équipe sociale du centre, l’aspect financier étant laissé au receveur du CPAS;

— ofwel meent de vrederechter dat het gaat om een persoonlijke opvang door de raadsleden die de Raad voor maatschappelijk welzijn heeft aangeduid. Dan somt hij een lijst van taken op die de raadsleden moeten naleven. In dat geval is de burgerlijke aansprakelijkheid van de voogd en de toeziende voogd veel meer in het geding.

— soit le juge de paix estime qu’il s’agit d’une prise en charge personnelle des conseillers désignés par le Conseil de l’aide sociale et énumère une liste de taˆches que les conseillers sont tenus de respecter. Dans ce cas de figure, le tuteur et le subrogé tuteur voient leur responsabilité civile nettement plus engagée.

1. Zou het niet aangewezen zijn om terzake duidelijke en nauwkeurige richtlijnen te geven aan alle vrederechters ?

1. Ne conviendrait-il pas de donner à cet effet des directives claires et précises à tous les juges de paix ?

Zolang die onzekerheid niet is opgeheven, zal geen enkel raadslid tot die verbintenis bereid zijn wegens de gevolgen die eruit kunnen voortvloeien.

Tant que cette incertitude n’est pas résolue, aucun conseiller n’acccepte cet engagement en raison des conséquences qui risquent d’en découler.

2. Wat gebeurt er anderzijds wanneer het OCMW, na een beschikking van de vrederechter geen kandidaat-voogd en geen kandidaat-toeziende voogd binnen de Raad voor maatschappelijk welzijn vindt ?

2. D’autre part, que se passe-t-il si, suite à une ordonnance du juge de paix lui confiant une tutelle, le CPAS ne trouve aucun candidat tuteur et subrogé tuteur au sein du Conseil de l’aide sociale ?

Antwoord van de minister van Justitie van 16 december 2002, op de vraag nr. 743 van de heer André Frédéric van 23 oktober 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre de la Justice du 16 décembre 2002, à la question no 743 de M. André Frédéric du 23 octobre 2002 (Fr.) :

In antwoord op de vraag van het geachte lid, kan ik onder voorbehoud van de interpretatie door de hoven en rechtbanken het volgende meedelen.

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, sous réserve de l’interprétation des cours et tribunaux.

1. Artikel 393 van het Burgerlijk Wetboek, vervangen door de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen, bepaalt dat indien de ouders geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om een voogd aan te wijzen, hetzij bij testament, hetzij bij wege van een verklaring voor de vrederechter of indien het niet mogelijk was hun keuze te volgen, de vrederechter, zodra hij kennis heeft van het ontstaan van de voogdij, een voogd kiest die geschikt is om de minderjarige op te voeden en zijn goederen te beheren, bij voorkeur uit de naaste familieleden.

1. Conformément à l’article 393 du Code civil, remplacé par la loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs, si les parents n’ont pas usé de la faculté de désigner un tuteur, soit par testament, soit par une déclaration devant le juge de paix, ou si leur choix n’a pu eˆtre suivi, le juge de paix, dès l’ouverture de la tutelle, choisit un tuteur apte à éduquer le mineur et à gérer ses biens, de préférence parmi les membres de la famille les plus proches.

Ter zake moet worden benadrukt dat de rechter enkel overgaat tot de benoeming van de voogd nadat hij zich verzekerd heeft van zijn aanvaarding (artikel 393, in fine, van het Burgerlijk Wetboek).

Il y a lieu de préciser que le juge ne procède à la nomination du tuteur qu’après s’eˆtre assuré de son acceptation (article 393, in fine, du Code civil).


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19101

In artikel 396, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek is overigens gesteld dat het aanvaarden van een voogdij (of van een toeziende voogdij) geen verplichting vormt, in tegenstelling tot het bepaalde in de oude wet (H. Casman & J.-P. Masson, « La nouvelle législation sur la tutelle », R.T.D.F., 2002, blz. 17; N. Gallus, « La nouvelle loi sur la tutelle », J.T., 2002, blz. 75).

L’article 396, alinéa 1er, du Code civil, précise d’ailleurs qu’il n’est pas obligatoire d’accepter la fonction de tuteur (et de subrogé tuteur), contrairement à ce qui prévalait sous le régime de l’ancienne loi (H. Casman & J.-P. Masson, « La nouvelle législation sur la tutelle », R.T.D.F., 2002, p. 17; N. Gallus, « La nouvelle loi sur la tutelle », J.T., 2002, p. 75).

Als niemand de voogdij aanvaardt, vertrouwt de vrederechter de voogdij over de minderjarige toe aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zijn de artikelen 63 tot 68 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van toepassing (artikel 396, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek; H. Casman & J.-P. Masson, op. cit., blz. 17).

Si personne n’accepte la tutelle, le juge de paix confie la tutelle du mineur au centre public d’aide sociale et les articles 63 à 68 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’aide sociale sont d’application (article 396, alinéa 3, du Code civil; H. Casman & J.-P. Masson, op. cit., p. 17).

Daaruit vloeit voort dat sommige aspecten van de voogdij van het OCMW geregeld worden door de artikelen 63 tot 68 van de voornoemde wet van 8 juli 1976, krachtens het beginsel dat een bijzondere wet voorrang heeft op een algemene wet en dat de aspecten die niet onder deze bepalingen vallen, geregeld worden door de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

Il en résulte que certains aspects de la tutelle des CPAS sont régis par les articles 63 à 68 de la loi précitée du 8 juillet 1976, en vertu du principe selon lequel la loi spéciale l’emporte sur la loi générale, et que ceux qui ne sont pas visés par ces dispositions sont réglés par les dispositions pertinentes du Code civil.

Overeenkomstig het nieuwe artikel 65 van de voornoemde wet van 8 juli 1976, moet de raad voor maatschappelijk welzijn onder haar leden een persoon aanwijzen die de taak van voogd zal vervullen alsook een persoon die de taak van toeziend voogd zal vervullen; het is dus niet de vrederechter die de persoon aanwijst die binnen de raad voor maatschappelijk welzijn de rol van voogd zal vervullen.

Conformément à l’article 65 nouveau de la loi précitée du 8 juillet 1976, il appartient au conseil de l’aide sociale de désigner parmi ses membres une personne qui exercera la fonction de tuteur et une personne qui exercera la fonction de subrogé tuteur; ce n’est donc pas le juge de paix, qui désigne la personne qui exercera la fonction de tuteur au sein du conseil de l’aide sociale.

Aangezien artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op de voogdij, is de door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen voogd niet verplicht met eigen middelen in te staan voor de huisvesting, het onderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van zijn pupil (P. Senaeve, J. Gerlo & F. Lievens, « De hervorming van het voogdijrecht », Intersentia, 2002, blz. 98, nr. 249). Hij gebruikt daarvoor de inkomsten van de minderjarige en eist desgevallend de toepassing van de sociale wetgeving ten voordele van de minderjarige, overeenkomstig artikel 405, § 1, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

L’article 203 du Code civil n’étant pas applicable à la tutelle, le tuteur désigné par le conseil de l’aide sociale n’est pas tenu d’assumer sur ses propres deniers, l’hébergement, l’entretien, la surveillance, l’éducation et la formation de son pupille (P. Senaeve, J. Gerlo & F. Lievens, « De hervorming van het voogdijrecht », Intersentia, 2002, p. 98, no 249). Il emploie à cette fin les revenus du mineur et requiert le cas échéant l’application de la législation sociale dans l’intéreˆt du mineur, conformément à l’article 405, § 1er, alinéa 5, du Code civil.

Overigens brengt bovengenoemde wet van 29 april 2001 geen wijzigingen aan in artikel 66 van voornoemde wet van 8 juli 1976. Bijgevolg neemt de ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het beheer waar van de eventuele goederen van de minderjarige (P. Senaeve, J. Gerlo & F. Lievens, op. cit., blz. 98 en 99, nr. 251).

Par ailleurs, la loi précitée du 29 avril 2001 ne modifie en rien l’article 66 de ladite loi du 8 juillet 1976. Par conséquent, le receveur du centre public d’aide sociale s’occupe de la gestion des biens éventuels du mineur (P. Senaeve, J. Gerlo & F. Lievens, op. cit., pp. 98 et 99, no 251).

2. In het nieuwe artikel 65 van de voornoemde wet van 8 juli 1976 is bepaald dat de raad voor maatschappelijk welzijn verplicht is onder zijn leden een persoon aan te wijzen die de taak van voogd zal vervullen, alsook een persoon die de taak van toeziend voogd zal

2. L’article 65 nouveau de la loi précitée du 8 juillet 1976, prévoit l’obligation pour le conseil de l’aide sociale de désigner parmi ses membres une personne exerçant la fonction de tuteur et une personne exerçant la fonction de subrogé tuteur (cf. exposé des motifs du


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19102

vervullen (cf. memorie van toelichting bij het ontwerp van wet tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen, Gedr. St. Kamer, 1999/2000, nr. 50-0576/1, blz. 38).

projet de loi modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs, Doc. parl., Chambre, sess. 1999/2000, no 50-0576/1, p. 38).

De openbare centra voor maatschappelijk welzijn moeten deze wettelijke verplichting bijgevolg in acht nemen.

Il revient donc aux centres publics d’aide sociale de se conformer à cette obligation légale.

DO 2002200300252

DO 2002200300252

Vraag nr. 762 van mevrouw Simonne Creyf van 21 november 2002 (N.) aan de minister van Justitie :

Question no 762 de Mme Simonne Creyf du 21 novembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :

Onthaal in het Nederlands in de Brusselse vredegerechten.

Accueil en néerlandais dans les justices de paix à Bruxelles.

Ik ontvang klachten met betrekking tot het onthaal in het Nederlands van rechtzoekenden in de griffie van het vredegerecht te Jette.

Des plaintes me sont parvenues en ce qui concerne l’accueil en néerlandais des justiciables au greffe de la justice de paix de Jette.

1. Op welke wijze garandeert u dat de rechtzoekende in de Brusselse vredegerechten steeds in zijn taal (in voorkomend geval, het Nederlands) terecht kan ?

1. Comment garantissez-vous qu’un justiciable puisse toujours s’adresser dans sa langue (en l’occurrence, le néerlandais) au personnel des justices de paix à Bruxelles ?

2. Hoeveel van de contractuele beambten in de vredegerechten bevoegd voor de 19 Brusselse gemeenten behoren tot de Nederlandse respectievelijk Franse taalrol ?

2. Combien de fonctionnaires contractuels des justices de paix des 19 communes bruxelloises appartiennent-ils respectivement au roˆle linguistique néerlandais et français ?

3. Hoeveel van deze personeelsleden (opgesplitst N/ F) genieten een « hogere functie » ?

3. Parmi ces membres du personnel, combien de personnes (par roˆle linguistique) occupent-elles une « fonction supérieure » ?

4. Zorgt u er voor dat, wanneer er geen tweetalig personeel kan gevonden worden, er minstens bij de contractuelen zowel Nederlandstaligen als Franstaligen zijn ?

4. Lorsqu’il est impossible de recruter du personnel bilingue, veillez-vous au moins à ce que l’on embauche tant des contractuels néerlandophones que francophones ?

Antwoord van de minister van Justitie van 16 december 2002, op de vraag nr. 762 van mevrouw Simonne Creyf van 21 november 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Justice du 16 décembre 2002, à la question no 762 de Mme Simonne Creyf du 21 novembre 2002 (N.) :

1. Het gebruik der talen in de Brusselse vredegerechten wordt geregeld door de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op de artikelen 53 en 54bis.

1. L’emploi des langues dans les justices de paix bruxelloises est réglé par la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, notamment les articles 53 et 54bis.

Deze taalvoorwaarden maken ook deel uit van de benoemingsvoorwaarden, zodat er 60 Nederlandstalige en 11 Franstalige vastbenoemde personeelsleden in de Brusselse vredegerechten aanwezig zijn.

Ces conditions linguistiques font partie intégrante des conditions de nomination, à tel point que, dans les justices de paix bruxelloises, l’on totalise, en ce qui concerne le personnel nommé, 60 néerlandophones et 11 francophones.

2. Het contractueel personeel is verdeeld in 17 Nederlandstaligen en 33 Franstaligen.

2. Le personnel contractuel se compose de 17 néerlandophones et 33 francophones.

3. In de Brusselse vredegerechten telt men 11 Nederlandstalige et 11 Franstalige personeelsleden met hogere functies.

3. Dans les justices de paix bruxelloises, 11 agents néerlandophones et 11 francophones bénéficient de fonctions supérieures.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19103

4. Het is duidelijk dat ik er over waak dat in elk Brussels vredegerecht de beide taalrollen vertegenwoordigd zijn.

4. Il va de soi que je veille à ce que les deux roˆles linguistiques soient représentés dans chaque justice de paix bruxelloise.

DO 2002200300316

DO 2002200300316

Vraag nr. 773 van mevrouw Frieda Brepoels van 6 december 2002 (N.) aan de minister van Justitie :

Question no 773 de Mme Frieda Brepoels du 6 décembre 2002 (N.) au ministre de la Justice :

Vergoedingen aan Reprobel.

Redevances à Reprobel.

In het koninklijk besluit van 15 oktober 1997 kreeg Reprobel de taak vergoedingen voor de reprografie te innen en te verdelen. Momenteel doet zich een ernstig probleem voor voor uitgeverijen en auteurs die werken uitgeven in eigen beheer en die gebruik maken van de nieuwste digitale xerografische toestellen in plaats van de oudere drukperstechniek.

L’arrêté royal du 15 octobre 1997 a chargé Reprobel d’assurer la perception et la répartition des redevances pour la reprographie. Un sérieux problème se pose aujourd’hui aux éditeurs et aux auteurs qui publient des ouvrages en gestion propre et qui ont abandonné l’ancienne technique de la presse à imprimer au profit des nouvelles machines numériques à procédé xérographique.

Bij het innen van een Reprobel-vergoeding ontstaat hierdoor een vorm van discriminatie. Bij het aanschaffen van een drukpersinstallatie is men immers geen Reprobel-vergoeding verschuldigd, terwijl dit bij de aanschaf van de nieuwe digitale xerografische toestellen wel het geval is.

La perception d’une redevance Reprobel engendre une discrimination dans ce cadre. L’acquisition d’une presse à imprimer ne donne en effet pas lieu au paiement d’une redevance Reprobel, alors que cette redevance est bel et bien due lors de l’acquisition de nouvelles machines numériques à procédé xérographique.

Bij het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 werd ook nog eens vastgelegd dat auteurs en uitgevers recht hebben op een vergoeding voor het kopie¨ren voor privé- of didactisch gebruik van werken die op grafische of analoge wijze werden vastgelegd.

L’arrêté royal du 30 octobre 1997 dispose par ailleurs que les auteurs et éditeurs ont droit à une rémunération pour la copie dans un but privé ou didactique des œuvres fixées sur un support graphique ou analogue.

Zoals eerder vernoemd gaat het hier om uitgevers en auteurs die uitgeven in eigen beheer. Hier is dus geen sprake van kopie¨ren voor privé- of didactisch gebruik. Het gaat hier om een eigen werk dat bijgevolg niet onder de « wet Reprobel » valt en waarop geen vergoeding verschuldigd is. Meer nog, het zijn net deze mensen die een vergoeding bekomen, geput uit de betaalde Reprobel-vergoedingen.

Comme indiqué précédemment, il s’agit dans le cas qui nous occupe des éditeurs et des auteurs qui éditent en gestion propre. Il n’est donc nullement question ici de copies dans un but privé ou didactique, mais d’un travail propre qui n’entre pas dans le champ d’application de la « loi Reprobel » et qui ne donne donc pas lieu au paiement d’une redevance. Mieux, ce sont précisément ces personnes qui bénéficient d’une rémunération au titre de la répartition des redevances perçues par Reprobel.

Alles samen dus een zeer vreemde situatie.

La situation ainsi engendrée est donc pour le moins étrange.

Kan u bijgevolg bevestigen dat uitgeverijen en auteurs, die uitsluitend werken uitgeven in eigen beheer en gebruik maken van de nieuwe digitale xerografische toestellen, vrijgesteld zijn van het betalen van enige vorm van Reprobel-vergoeding ?

Pouvez-vous dès lors confirmer que les éditeurs et auteurs qui éditent exclusivement en gestion propre et qui utilisent les nouvelles machines numériques à procédé xérographique, sont exonérés du paiement de toute forme de redevance à Reprobel ?

Antwoord van de minister van Justitie van 16 december 2002, op de vraag nr. 773 van mevrouw Frieda Brepoels van 6 december 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Justice du 16 décembre 2002, à la question no 773 de Mme Frieda Brepoels du 6 décembre 2002 (N.) : ` la suite de la création de la cellule provisoire du A service public fédéral Justice (15 juillet 2002), les ques-

Ten gevolge van de oprichting van de voorlopige cel van de federale overheidsdienst Justitie (15 juli 2002),


2002

2003


2444

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19104

behoren de vragen met betrekking tot het auteursrecht voortaan tot de bevoegdheid van de heer minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek (koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende oprichting van een voorlopige cel bij de federale overheidsdienst Economie, Middenstand, KMO en Energie, Belgisch Staatsblad, 27 augustus 2002, blz. 37 417-37 418). (Vraag nr. 346 van 17 december 2002.)

tions relatives au droit d’auteur relèvent désormais de la compétence de M. le ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique (arreˆté royal du 2 aouˆt 2002 portant création d’une cellule provisoire au sein du service public fédéral Ećonomie, Classes moyennes, PME et Eńergie, Moniteur belge, 27 aouˆt 2002, pp. 37 417 — 37 418). (Question no 346 du 17 décembre 2002.)


Ministre des Finances

DO 2001200201039

DO 2001200201039

Vraag nr. 988 van de heer Martial Lahaye van 23 april 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 988 de M. Martial Lahaye du 23 avril 2002 (N.) au ministre des Finances :

Fusie tussen het bank- en verzekeringstoezicht.

Fusion entre le controˆle de la banque et celui de l’assurance.

Naar verluidt zal de institutionele toenadering tussen de Nationale Bank van Belgie¨, de Commissie voor het bank- en financiewezen en de Controledienst der verzekeringen binnen enkele maanden afgerond zijn. Meteen zou dit ook mogelijkheden scheppen voor een fusie tussen het bank- en verzekeringstoezicht.

Il semble que le rapprochement institutionnel entre la Banque nationale de Belgique, la Commission bancaire et financière et l’Office de controˆle des assurances sera achevé d’ici quelques mois. Il pourrait également en résulter des possibilités de fusion entre le controˆle du secteur bancaire et celui de l’assurance.

Welk draaiboek werd voor deze hervormingen opgesteld ?

Quel scénario le ministre a-t-il imaginé pour ces réformes ?

Antwoord van de minister van Financie¨n van 18 december 2002, op de vraag nr. 988 van de heer Martial Lahaye van 23 april 2002 (N.) :

Réponse du ministre des Finances du 18 décembre 2002, à la question no 988 de M. Martial Lahaye du 23 avril 2002 (N.) :

Ik heb de eer de aandacht van het geachte lid op het volgende te vestigen.

J’ai l’honneur d’attirer l’attention de l’honorable membre sur ce qui suit.

De wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financie¨le sector en de financie¨le diensten verscheen op 4 september 2002 in het Belgisch Staatsblad. Daarin zal het geachte lid al de nodige informatie vinden betreffende de institutionele toenadering tussen de Belgische Nationale Bank (BNB), de Commissie voor het bank- en financiewezen (CBF) en de Controledienst der verzekeringen (CDV).

La loi du 2 aouˆt 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers a été publiée dans le Moniteur belge du 4 septembre 2002. L’honorable membre pourra y trouver toutes les informations utiles relativement au rapprochement institutionnel entre la Banque nationale de Belgique (BNB), la Commission bancaire et financière (CBF) et l’Office de controˆle des assurances (OCA).

Wat een fusie betreft tussen de CBF en de CDV, wordt de aandacht van het geachte lid op artikel 45, § 2, van deze wet gevestigd.

En ce qui concerne une fusion entre la CBF et l’OCA, on attire l’attention de l’honorable membre sur l’article 45, § 2, de cette loi.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19105

DO 2002200300374

DO 2002200300374

Vraag nr. 1168 van de heer Joseph Arens van 18 december 2002 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 1168 de M. Joseph Arens du 18 décembre 2002 (Fr.) au ministre des Finances :

Fiscale gevolgen van de organisatie van « wedstrijden » met dieren.

Conséquences fiscales de « concours » d’animaux.

Om trekpaardenrassen te promoten en te verbeteren worden er tijdens landbouwbeurzen regelmatig « wedstrijden » georganiseerd door fokkerijen. Zo zijn er diverse officie¨le « wedstrijden », waaronder hippische « wedstrijden » die worden ingericht onder toezicht van de minister van Landbouw, conform het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen.

Dans le but de promouvoir et d’améliorer les races de chevaux de trait, de nombreux « concours » sont régulièrement organisés par des sociétés d’élevage lors de foires agricoles. Parmi ces divers « concours » officiels, des « concours » de chevaux sont notamment organisés sous la tutelle du ministère de l’Agriculture conformément à l’arrêté royal du 10 décembre 1992.

Artikel 43 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen zegt dat er een belasting van 11 % ten bate van de Staat geheven wordt op het brutobedrag van de sommen ingezet bij spelen en weddenschappen. Die belasting wordt dus in principe geheven op alle vormen van spelen en weddenschappen, d.w.z. alle handelingen waarbij de deelnemers een bedrag inzetten met het risico dat ze hun inzet verliezen, en in de hoop een voordeel te bekomen in geld of in natura.

Le Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus prévoit en son article 43 qu’une taxe de 11 % est établie sur le montant brut des sommes engagées dans les jeux et paris. Cette taxe en question frappe donc en principe toutes les espèces de jeux et paris c’est-à-dire toutes les opérations se caractérisant par le fait que les participants engagent une somme avec risque de perte, dans l’espoir de recueillir un avantage en espèces ou en nature.

Valt de organisatie van een activiteit die als « wedstrijd » wordt aangemerkt, met als doel het promoten en verbeteren van het ras, en waarbij stringente beoordelingscriteria worden gehanteerd die werden vastgesteld door een officie¨le jury waarvan de leden door de minister van Landbouw werden aangesteld, onder de bepalingen van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen ?

Pourriez-vous communiquer si l’organisation d’une activité portant la dénomination « concours » et étant organisée en vue de promouvoir et d’améliorer la race et dont les critères d’appréciation stricts et déterminés par un jury officiel dont les membres sont nommés par le ministre de l’Agriculture tombe sous le champ d’application du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus ?

Antwoord van de minister van Financie¨n van 20 december 2002, op de vraag nr. 1168 van de heer Joseph Arens van 18 december 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre des Finances du 20 décembre 2002, à la question no 1168 de M. Joseph Arens du 18 décembre 2002 (Fr.) :

Overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen worden zowel de spelen als de weddenschappen onderworpen aan een belasting die wordt geheven op het brutobedrag van de sommen ingezet bij spelen en weddenschappen.

Conformément à l’article 43 du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus, tant les jeux que les paris sont soumis à une taxe calculée sur le montant brut des sommes engagées dans les jeux et paris.

In principe worden alle spelen en weddenschappen onderworpen aan deze belasting met uitsluiting van onder meer de volksvermakelijkheden (spelen waarbij de deelnemer zich in hoofdzaak laat leiden door het genot verbonden aan de fysische inspanning, de ontspanning of de mededinging en niet door de bekoring van een winst of een belangrijke beloning).

En principe, tous les jeux et paris sont assujettis à cette taxe, à l’exception, entre autres, des divertissements populaires (jeux où le participant est motivé, en ordre principal, par le plaisir de l’effort physique, le pur délassement ou le désir de concourir et non par l’appaˆt d’un gain ou l’obtention d’une récompense importante).


2002

2003

l’organisation

de


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19106

Vrijstelling wordt verleend voor volksvermakelijkheden die aan de volgende voorwaarden voldoen :

Les divertissements populaires sont exemptés à la condition :

1o Er mogen enkel inschrijvings- of deelnemingsrechten worden geheven;

1o Qu’ils ne comportent que d’inscription ou de participation;

2o Deze rechten moeten volledig worden verdeeld in de vorm van prijzen en/of worden besteed aan de normale inrichtingskosten;

2o Que ces droits soient totalement et exclusivement répartis sous forme de prix et/ou affectés aux frais normaux d’organisation;

3o Deze rechten mogen per dag en per persoon in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet 6,20 euro en in het Vlaamse Gewest niet 25 euro te boven gaan.

3o Que le total de ces droits ne dépasse pas 6,20 euros dans la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale et 25 euros dans la Région flamande, par jour et par personne.

In het onderhavige geval neemt de fiscale administratie aan dat de wedstrijden met dieren of de landbouwtentoonstellingen en dergelijke organisaties kunnen worden gelijkgesteld met volksvermakelijkheden en dat ze bijgevolg onder dezelfde voorwaarden als de volksvermakelijkheden kunnen/worden vrijgesteld van de belasting op de spelen en de weddenschappen.

Dans le cas d’espèce, l’administration fiscale considère que les concours d’animaux ou les concoursexpositions agricoles et autres organisations analogues peuvent être assimilés à des divertissements populaires et peuvent dès lors aux mêmes conditions que les divertissements populaires être exemptés de la taxe sur les jeux et paris.

DO 2002200300375

DO 2002200300375

Vraag nr. 1169 van mevrouw Trees Pieters van 18 december 2002 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Question no 1169 de Mme Trees Pieters du 18 décembre 2002 (N.) au ministre des Finances :

Verlenging BTW-tarief 6 % voor renovatie.

Prolongation de l’application du taux de TVA de 6 % aux travaux de rénovation.

Op Europees niveau werd reeds beslist het verlaagde BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten te verlengen met één jaar. Nu krijgen ook de lidstaten de mogelijkheid om de tijdelijke verlaging van het BTW-tarief die sinds 2000 werd ingevoerd, in 2003 te verlengen.

Les instances européennes ont décidé de prolonger d’un an la réduction du taux de TVA pour les services à haut cœfficient de main-d’œuvre. La possibilité est offerte aux E´tats membres de prolonger jusqu’en 2003 cette réduction provisoire du taux de TVA, instaurée en 2000.

De maatregel heeft in het verleden zeker zijn nut bewezen wat betreft de renovatie voor woningen ouder dan vijf jaar. Intussen groeit echter wel de onrust bij de kandidaat-verbouwers of men ook in 2003 van die gunstmaatregel zal kunnen genieten.

L’utilité de cette mesure a sans nulle doute été démontrée dans le cas de la rénovation des habitations de plus de cinq ans. Entre-temps, l’inquiétude va croissant chez les personnes qui désirent effectuer des travaux de transformation et qui souhaiteraient savoir si elles pourront également bénéficier de cet avantage en 2003.

Wanneer zal Belgie¨ een beslissing nemen of deze BTW-verlaging voor de renovatie van woningen ouder dan vijf jaar met een jaar zal verlengd worden ?

Quand la Belgique décidera-t-elle de prolonger ou non d’un an cette réduction du taux de TVA applicable à la rénovation d’habitations de plus de cinq ans ?

Antwoord van de minister van Financie¨n van 20 december 2002, op de vraag nr. 1169 van mevrouw Trees Pieters van 18 december 2002 (N.) :

Réponse du ministre des Finances du 20 décembre 2002, à la question no 1169 de Mme Trees Pieters du 18 décembre 2002 (N.) :

Zoals u weet heeft Belgie¨ het tijdelijk experiment tot invoering van een verlaagd BTW-tarief van 6 % op arbeidsintensieve diensten, vervat in de Richtlijn 1999/ 85/EG van 22 oktober 1999, positief gee¨valueerd.

Comme vous le savez, la Belgique a évalué positivement l’expérience temporaire consistant à appliquer un taux réduit de TVA de 6 % sur les services à forte intensité de main-d’œuvre prévue par la directive 1999/85/CE du 22 octobre 1999.


2002

2003

des

droits


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19107

Tijdens de Ecofinraad van 3 december 2002 hebben de Europese ministers van Financie¨n een akkoord bereikt om de toepassing van het verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten met een jaar te verlengen onder dezelfde voorwaarden als die vermeld in de oorspronkelijke richtlijn, en dit zonder de reikwijdte van het experiment te wijzigen of te verruimen. Deze beslissing werd geconcretiseerd in de richtlijn 2002/92/ EG van de Raad van 3 december 2002 en de beslissing van de Raad van 3 december 2002, beiden opgenomen in het Publicatieblad van 7 december 2002.

Les ministres des Finances des Quinze ont donné leur accord lors du Conseil Ecofin du 3 décembre 2002 à la prolongation d’un an du taux réduit de TVA aux services à forte intensité de main-d’œuvre aux mêmes conditions que celles fixées par la directive initiale, et ce sans modification ou élargissement de la portée de l’expérience. Cette décision a été concrétisée par la directive 2002/92/CE du Conseil du 3 décembre 2002, et la décision du Conseil du 3 décembre 2002, les deux étant publiées au Journal officiel du 7 décembre 2002.

Ik heb deze publicatie evenwel niet afgewacht en bedoeld onderwerp reeds op de agenda van de Ministerraad van 6 december 2002 doen plaatsen waar het als dusdanig werd aanvaard. Het ontwerp van koninklijk besluit werd ondertussen voor dringend advies aan de Raad van State overgemaakt.

Je n’ai toutefois pas attendu cette publication et j’ai fait inscrire ce point à l’ordre du jour du Conseil des ministres du 6 décembre 2002 qui l’a approuvé tel quel. Le projet d’arrêté royal a entre temps été transmis au Conseil d’E´tat pour avis urgent.

Behoudens de kleine hersteldiensten van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen, zullen dan ook de renovatie- en herstellingwerkzaamheden verricht aan privé-woningen van meer dan vijf jaar oud, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de diensten, in 2003 verder het verlaagde tarief van 6 % kunnen blijven genieten.

Outre les petites réparations de bicyclettes, de chaussures, d’articles en cuir, de vêtements et de linge de maison, les travaux de rénovation et de réparation effectués aux logements privés de plus de cinq ans d’aˆge, à l’exception des matériaux représentant une part significative de la valeur des prestations de services, pourront continuer de bénéficier en 2003 du taux réduit de TVA de 6 %.


Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Economie

Ećonomie

DO 2001200201183

DO 2001200201183

Vraag nr. 290 van de heer Willy Cortois van 28 mei 2002 (N.) aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid :

Question no 290 de M. Willy Cortois du 28 mai 2002 (N.) au ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes :

Gevolgen invoering van de euro op prijzen en koopkracht verbruikers.

Conséquences de l’introduction de l’euro sur les prix et sur le pouvoir d’achat des consommateurs.

Teneinde zich te kunnen vergewissen van de impact van de invoering van de « euro » heeft het departement van Economische Zaken in de maanden voor deze geldomwisselingsoperatie, de controleurs van de Economische Inspectie uitgestuurd om de gevolgen voor de verbruikers na te gaan.

Afin de pouvoir se faire une idée de l’incidence de l’introduction de l’euro, le département des Affaires économiques a chargé, quelques mois avant le passage à l’euro, des controˆleurs de l’Inspection économique d’en évaluer les effets pour les consommateurs.

Intussen zijn al vier maanden verlopen en zou het ook reeds mogelijk moeten zijn vast te stellen welke de

Dans l’intervalle, quatre mois se sont écoulés et il devrait dès lors être possible d’évaluer l’incidence de


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19108

gevolgen zijn geweest van de invoering van de « euro » op de prijzen en bijgevolg de koopkracht van de verbruikers.

l’introduction de l’euro sur les prix et, partant, sur le pouvoir d’achat des consommateurs.

Belgische toeristen die sedert het begin van 2002 op bezoek zijn geweest in andere lidstaten van de eurozone hebben reeds kunnen bemerken dat in talrijke gevallen de plaatselijke prijzen een opwaartse trend vertonen. Vooral in Zuid-Europa — vroeger nog gerekend bij de goedkopere landen — stijgen de prijzen voor de verbruikers, meestal in de horeca, naar het niveau van deze van West-Europa.

Les touristes belges qui se sont rendus depuis le début de 2002 dans d’autres E´tats membres de la zone euro ont déjà pu constater que, dans de nombreux cas, les prix traduisent une tendance à la hausse au niveau local. Les prix augmentent principalement dans le secteur horeca des pays du sud de l’Europe, qui figuraient par le passé parmi les pays ou` le couˆt de la vie était moins élevé, rejoignant ainsi le niveau des prix pratiqués en Europe occidentale.

1. a) Wat zijn de vaststellingen die door de controleurs van de Economische Inspectie zijn gemaakt bij hun inspecties ?

1. a) Quels constats les controˆleurs de l’Inspection économique ont-ils faits lors de leurs inspections ?

b) Zijn de prijzen stabiel of relatief stabiel gebleven voor de consumenten ?

b) Les prix sont-ils restés stables, ou relativement stables, pour les consommateurs ?

2. Welke zijn de producten die de grootste stijgende tendens vertonen ?

2. Pour quels produits enregistre-t-on la tendance à la hausse la plus sensible ?

3. a) Werden er de jongste maanden van 2002 processen-verbaal opgesteld bij de controles van de naleving van de economische reglementeringen, waarvan de invoering van de « euro » aan de basis zou kunnen liggen ?

3. a) Au cours des premiers mois de l’année 2002, des procès-verbaux ont-ils été dressés lors des controˆles du respect des réglementations économiques dont la mise en circulation de l’euro pourrait être à l’origine ?

b) Wat wijzen de statistieken aan als voornaamste tendens ?

b) Quelle tendance principale les statistiques soulignent-elles ?

Antwoord van de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid van 17 december 2002, op de vraag nr. 290 van de heer Willy Cortois van 28 mei 2002 (N.) :

Réponse du ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes du 17 décembre 2002, à la question no 290 de M. Willy Cortois du 28 mai 2002 (N.) :

In verband met zijn vragen kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Voici ma réponse aux questions de l’honorable membre.

1. a) Sinds maart 2001 heb ik de opdracht gegeven aan het bestuur Economische Inspectie om de prijsevolutie door middel van maandelijkse enquêtes op te volgen. In 10 sectoren werd voor telkens 15 producten in gemiddeld 2 800 verkooppunten de prijsevolutie nagegaan. In totaal werden dus per maand circa 42 000 prijzen genoteerd. De resultaten van deze enquêtes werden systematisch bekendgemaakt. Uit de laatst gehouden enquête in april 2002, dus in totaal over een periode van één jaar, bleek dat de prijsverhogingen beneden de 2 % bleven voor de sectoren « kleine winkels » (+ 1,85 %), slagerijen (+ 1,81 %), nachtwinkels (+1,60 %) en superettes (+ 0,87 %). In vier sectoren was de prijsstijging hoger, namelijk in de sectoren hotels (+ 3,06 %), restaurants (+ 2,62 %), cafés (+ 4,55 %) en bakkerijen (+ 3,14 %). In twee

1. ` partir du mois de mars 2001, l’administration de a) A l’Inspection économique a suivi, à ma demande, l’évolution des prix au moyen d’enquêtes mensuelles. Celles-ci ont eu lieu dans 10 secteurs et ont porté chaque fois sur 15 produits dans une moyenne de 2 800 points de vente. Au total, ont été relevés quelques 42 000 prix par mois. Les résultats ont été publiés systématiquement. La dernière enquête, menée en avril 2002 et couvrant donc une période d’un an, révèle que les hausses de prix sont restés sous les 2 % dans les secteurs « petits magasins » (+ 1,85 %), boucheries (+ 1,81 %), magasins de nuit (+1,60 %) et supérettes (+ 0,87 %). Dans quatre secteurs, la hausse a été supérieure : hoˆtels (+ 3,06 %), restaurants (+ 2,62 %), cafés (+ 4,55 %), boulangeries (+ 3,14 %). Dans deux secteurs, l’on a enregistré une baisse des prix : dans


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19109

sectoren werd een prijsdaling vastgesteld, namelijk in de sectoren « electrozaken » (- 1,68 %) en grootwarenhuizen (- 0,40 %).

les secteurs de l’électroménager (- 1,68 %) et des grandes surfaces (- 0,40 %).

b) Op basis van deze enquêtes kan derhalve voor de consument gesteld worden dat de prijzen relatief stabiel bleven.

b) Ces enquêtes permettent donc d’affirmer que les prix à la consommation sont restés relativement stables.

2. De producten die de grootste stijgende tendens vertoonden zijn deze komende uit de reeds aangehaalde sectoren, namelijk de horeca en de bakkerijen.

2. Les produits pour lesquels la tendance à la hausse a été la plus forte sont ceux des secteurs précités, à savoir l’horeca et les boulangeries.

3. a) Tijdens de periode van 1 januari tot en met 28 februari 2002 (periode van de dubbele geldomloop) werden in totaal 760 processen-verbaal van waarschuwing opgesteld, hetgeen slechts resulteerde in 58 Pro-Justitia, die nadien het voorwerp uitmaakten van een procedure van administratieve minnelijke schikking. De inbreuken hadden voornamelijk betrekking op enerzijds de prijsaanduiding in euro overeenkomstig artikel 4 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument en anderzijds het niet-respecteren van de omrekenings- en afrondingsregels overeenkomstig artikel 3 van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro. Na 28 februari 2002 werden nog sporadisch inbreuken vastgesteld die onmiddellijk werden verholpen.

3. a) Du 1er janvier au 28 février 2002 inclus (période de double circulation monétaire), l’on a dressé un total de 760 procès-verbaux d’avertissement, dont il n’est résulté que 58 Pro-Justitia. Ceux-ci ont fait l’objet d’une procédure de transaction administrative. Les infractions consistaient surtout, d’une part, en l’indication des prix en euros non conforme à l’article 4 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, et d’autre part, en l’inobservance des règles de conversion et d’arrondi imposées par l’article 3 de la loi du 30 octobre 1998 relative à l’euro. Après le 28 février 2002, les infractions n’ont plus été que sporadique, pour cesser à la première remarque.

b) De statistieken wijzen uit dat de inbreuken meestal via een proces-verbaal van waarschuwing konden worden opgelost. In de andere gevallen werd er aan de handelaar een administratieve minnelijke schikking voorgesteld.

b) Il ressort des statistiques que la plupart des infractions ont pris fin sur simple procès-verbal d’avertissement. Dans les autres cas, une transaction administrative a été proposée au commerçant.


Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Volksgezondheid

Santé publique

DO 2001200201591

DO 2001200201591

Vraag nr. 493 van mevrouw Yolande Avontroodt van 8 augustus 2002 (N.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 493 de Mme Yolande Avontroodt du 8 août 2002 (N.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Instituut voor veterinaire keuring. — Controles. — Keurkringen.

Institut d’expertise vétérinaire. — Controˆles. — Cercles d’expertise.

Voó´r de oprichting van het Federaal voedselagentschap was regelmatig de kritiek te horen dat de contro-

Avant la création de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire, les controˆles effectués par


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19110

les door het Instituut voor veterinaire keuring (IVK) gebrek aan uniformiteit vertoonden. Na de forse reductie van het aantal keurkringen en de oprichting van het Federaal voedselagentschap blijft deze kritiek evenwel aanhouden. De mate van gestrengheid waarmee gecontroleerd wordt zou nog steeds afhangen van de keurkring waarin de controles gebeuren.

l’Institut d’expertise vétérinaire (IEV) étaient souvent critiqués en raison d’un manque d’uniformité. Ces critiques ne se sont pas estompées après la réduction sensible du nombre de cercles d’expertise et la mise en place de l’AFSCA. En effet, la rigueur des controˆles varierait toujours en fonction du cercle d’expertise ou` le controˆle a lieu.

1. Kan u mij een overzicht geven van het aantal controles en vastgestelde overtredingen opgedeeld per keurkring en per jaar voor de periode 1999 — eerste semester 2002 ?

1. Pourriez-vous me fournir un aperçu du nombre de controˆles effectués et des infractions constatées par cercle d’expertise et par an pour la période 1999 — premier semestre 2002 ?

2. Hoeveel sancties werden er telkens effectief uitgesproken ?

2. Combien de sanctions ont été effectivement prononcées ?

3. Zijn er markante verschillen merkbaar in de verschillende keurkringen ?

3. Peut-on constater des différences notables d’un cercle d’expertise à l’autre ?

4. Zo ja, welke verklaringen kunnen hiervoor worden gegeven ?

4. Dans l’affirmative, comment celles-ci s’expliquent-elles ?

5. Op welke manier kan u garanderen dat de controles in de verschillende keurkringen gebeuren met dezelfde intensiteit en gestrengheid ?

5. Comment pouvez-vous garantir que les controˆles se font avec la même rigueur et la même fréquence dans tous les cercles d’expertise ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 20 december 2002, op de vraag nr. 493 van mevrouw Yolande Avontroodt van 8 augustus 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 20 décembre 2002, à la question no 493 de Mme Yolande Avontroodt du 8 août 2002 (N.) :

In aansluiting op het voorlopige antwoord op uw vraag nr. 493 van 17 september 2002 deel ik u nadere gegevens mee in verband met de door u gestelde vragen.

En vue de compléter la réponse provisoire donnée à votre question no 493 du 17 septembre 2002, je vous communique les éléments suivants relatifs aux questions que vous avez posées.

Waar u een overzicht vraagt van het aantal controles dat gedurende de periode van 1996 tot het eerste semester van 2002 werden uitgevoerd, ga ik er van uit dat uw vraag enkel betrekking heeft op de repressieve controles waarbij overtredingen op de regelgeving worden vastgesteld.

Lorsque vous demandez un aperçu du nombre de controˆles effectués au cours de la période s’étalant entre 1996 et le premier semestre 2002, je suppose que cela porte uniquement sur les controˆles répressifs au cours desquels des infractions à la législation ont été constatées.

Naast deze controles worden immers dagelijks keuringsopdrachten uitgevoerd in de slachthuizen, in de vismijnen, in de vrij-wildverwerkingsinrichtingen en in de grensinspectieposten. Daarenboven worden in de inrichtingen, andere dan de slachthuizen, zoals uitsnijderijen, vleeswarenfabrieken, koel- en vrieshuizen enz., geregeld controles uitgevoerd die betrekking hebben op de voorschriften inzake hygie¨ne. Tekortkomingen die bij deze controles worden vastgesteld of bijsturingen die nodig blijken worden geacteerd in een controleboek dat daartoe in de inrichting aanwezig is.

Outre ces controˆles, des inspections journalières ont également été menées dans les abattoirs, les poissonneries, les ateliers de traitement du gibier sauvage ainsi que dans les postes d’inspection frontaliers. Par ailleurs, des controˆles ont été régulièrement effectués dans les établissements autres que les abattoirs tels que les ateliers de découpe de la viande, les fabriques de produits de viande ainsi que les entrepoˆts frigorifiques, etc., controˆles dont le but était d’examiner si les prescriptions en matière d’hygiène étaient respectées. Les manquements constatés lors de ces controˆles ou les adaptations qui s’avéraient nécessaires sont consignés dans un carnet de controˆle qui se trouvait, à cet effet, dans l’établissement.

Uit de rondvraag die door mijn diensten werd uitgevoerd is gebleken dat er inderdaad verschillen bestaan tussen de keurkringen. Een vergelijking maken tussen de keurkringen louter op basis van cijfermateriaal is

L’enquête réalisée par mes services indique que des différences existent entre les cercles d’expertise. Comparer les cercles d’expertise uniquement sur la base des données chiffrées n’est cependant pas perti-


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19111

echter niet relevant. Het aantal processen-verbaal en waarschuwingen is immers onder meer afhankelijk van het aantal controlepunten, het aantal beschikbare controleambtenaren, de uitgestrektheid van de keurkring en de aard van de inrichtingen.

nent. Le nombre de procès-verbaux et d’avertissements dépend notamment du nombre de points de controˆle, du nombre disponible d’agents chargés du controˆle, de l’étendue du cercle d’expertise et de la nature des établissements.

Ook wat de effectief uitgesproken sancties betreft is een cijfermatig antwoord moeilijk te verschaffen. In de mate dat de procedures voor de rechtbanken jaren kunnen aanslepen, is het niet mogelijk om voor alle vastgestelde overtredingen, de effectief uitgesproken sancties te kennen. Daarenboven is de procedure die moet worden gevolgd bij vaststelling van overtredingen niet in al de te controleren wetten identiek en niet altijd even duidelijk. Zo moet, in toepassing van de wetten van 5 september 1952, 15 april 1965 en 24 januari 1977 niet steeds een proces-verbaal worden opgesteld maar kan de controlerende ambtenaar volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing.

Quant aux sanctions réellement prononcées, il est difficile d’apporter une réponse chiffrée. Dans la mesure où les procédures devant les tribunaux peuvent durer des années, il est impossible de connaıˆtre les sanctions réellement prononcées pour l’ensemble des infractions constatées. En outre, la procédure qui doit être suivie en cas de constation d’infraction n’est pas identique dans les lois à controˆler et n’est pas toujours claire. Aussi, en application des lois du 5 septembre 1952, 15 avril 1965 et 24 janvier 1977, il n’est pas toujours nécessaire de dresser un procès-verbal : l’agent chargé du controˆle peut se contenter de donner un avertissement écrit.

Dit is niet het geval voor de wetgeving inzake hormonen, dierenwelzijn en dierengezondheid waarvan de controle eveneens aan de ambtenaren van het Instituut voor veterinaire keuring is toevertrouwd. Zo ook wordt niet steeds een straf opgelegd, maar doet de betaling van een geldsom de strafvordering vervallen. Daarenboven is de procedure inzake de toepassing van administratieve geldboetes in de onderscheiden wetten eveneens verschillend.

Ce n’est pas le cas pour la législation relative aux hormones, au bien-être des animaux et à la santé des animaux dont le controˆle est également confié aux agents de l’Institut d’expertise vétérinaire. Aussi une peine n’est-elle pas toujours prononcée mais le paiement d’une somme d’argent éteint l’action publique. Par ailleurs, la procédure relative à l’application des amendes administratives dans les différentes lois est également différente.

Omdat ik mij van deze verschillen bewust ben, werd door het Voedselagentschap het koninklijk besluit van 22 februari 2001 opgesteld, houdende organisatie van de controles die worden verricht door het FAVV en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen waarbij de controleprocedures die in de verschillende wetten zijn opgenomen zoveel als mogelijk gelijkgeschakeld worden. Dit besluit, ondertussen door de wetgever bekrachtigd, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 februari 2001 en zal binnen afzienbare tijd in werking treden. Daartoe worden thans vormingscursussen georganiseerd voor alle controleambtenaren van het Voedselagentschap.

E´tant donné que je suis conscient de ces différences, l’Agence alimentaire a élaboré l’arrêté royal du 22 février 2001 organisant les controˆles effectués pas l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire et modifiant diverses dispositions légales, lesquelles harmonisent, autant que faire se peut, les procédures de controˆles figurant dans les différents lois. Cet arrêté, entre-temps ratifié par le législateur, a été publié au Moniteur belge du 28 février 2001 et entrera prochainement en vigueur. Des cours de formation sont organisés pour les agents de l’Agence alimentaire chargés du controˆle.

Rekening houdend met wat voorafgaat kunnen u de volgende cijfergegevens worden verstrekt :

Au vu de ce qui précède, nous pouvons vous fournir les données chiffrées suivantes :

— Aantal PV’s opgemaakt bij de controles van eetwaren van dierlijke oorsprong in de keurkringen (A).

— Le nombre de PV dressés lors des controˆles des denrées alimentaires d’origine animale dans les cercles d’expertise (A).


2002

2003


2445

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19112

— Aantal PV’s opgemaakt bij de controles op het dierenwelzijn in de slachthuizen (B).

Jaar — Année

WestVlaanderen Noord — Flandre occidentale Nord A

1999 2000 2001 2002

5 13 23 8

WestVlaanderen Zuid — Flandre occidentale Sud

B

A

— —

4 10 11 24

Antwerpen — Anvers

Vlaams Brabant Limburg — Brabant flamand Limbourg

B

A

B

A

6 5

18 76 93 73

3 2

7 33 23 32

OostVlaanderen — Flandre orientale

B

A

5 —

21 90 110 122

— Le nombre de PV dressés lors des controˆles du bien-être des animaux dans les abattoirs (B).

Luik Luxembourg — Liège Luxembourg

B

A

— 1

9 25 79 39

Namen Henegouwen Waals-Brabant — Namur Hainaut Brabant wallon

B

A

9 14

58 87 106 56

Nationale keurkring — Cercle d’expertise national

B

A

1 1

7 14 24 7

B

Totaal — Total

A

B

129 348 469 361

24 23

DO 2002200300248

DO 2002200300248

Vraag nr. 534 van mevrouw Colette Burgeon van 20 november 2002 (Fr.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 534 de Mme Colette Burgeon du 20 novembre 2002 (Fr.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Nieuwe Europese regelgeving inzake contactlenzen. — Verbod op het hergebruik van proeflenzen.

Nouvelle réglementation européenne sur les verres de contact. — Interdiction de réutilisation des lentilles d’essai.

Volgens Test-Gezondheid (nr. 51 van oktobernovember 2002) zou een nieuwe Europese regelgeving betreffende contactlenzen het hergebruik van proeflenzen verbieden omdat niet kan worden uitgesloten dat prion, een eiwit dat de dollekoeienziekte veroorzaakt, via contactlenzen van de ene op de andere persoon wordt overgebracht.

Selon Test-Santé (no 51 d’octobre-novembre 2002) une nouvelle réglementation européenne sur les verres de contact interdirait la réutilisation des lentilles d’essai. Le motif invoqué est qu’on ne peut exclure que le prion, agent responsable de la maladie de la vache folle, puisse être transmis d’une personne à l’autre par le biais des verres de contact.

1. a) Bent u van mening dat dit een reeël gevaar inhoudt ?

1. a) Estimez-vous que ce risque soit réel ?

b) Waarom ?

b) Pourquoi ?

2. Naar welke Europese regelgeving verwijst TestGezondheid ?

2. Quelle est la réglementation européenne à laquelle Test-Santé fait allusion ?

3. Geldt er in ons land een wettelijk verbod op het hergebruik van proeflenzen ?

3. Existe-t-il une interdiction légale en ce sens dans notre pays ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 16 december 2002, op de vraag nr. 534 van mevrouw Colette Burgeon van 20 november 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 16 décembre 2002, à la question no 534 de Mme Colette Burgeon du 20 novembre 2002 (Fr.) :

Ik heb de eer het volgende antwoord ter kennis te brengen van het geachte lid.

J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre la réponse suivante.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19113

1. a) Hoewel het theoretische risico bestaat dat BSE (ziekte van Creutzfeld-Jakob) overgedragen kan worden, is dit in de praktijk zeer onwaarschijnlijk. De overdreven mediatisering hierrond is afkomstig uit Groot-Brittannie¨ en komt niet overeen met een klinische realiteit.

1. a) Le risque de transmission du CJD (maladie de Creutzfeld-Jakob) est théoriquement possible quoique plus qu’improbable. La médiatisation outrancière sur le sujet vient du Royaume-Uni et ne correspond pas à une réalité clinique.

b) Dit risico op overdracht is in ieder geval duidelijk kleiner dan het risico om het HIV-virus op te lopen door hergebruik van testlenzen. Ondanks het feit dat HIV inderdaad aanwezig is in traanvocht, beschikken wij over geen enkele aanwijzing dat dit ook het geval zou zijn voor de prion.

b) Ce risque de transmission est de toute manière nettement moins important que celui de contracter le virus HIV par réutilisation de lentilles d’essai. Si l’HIV est, en effet, présent dans les larmes, pour le prion, par contre, nous ne disposons d’aucune donnée à ce sujet.

2. De Europese regelgeving waarvan sprake, is gebaseerd op de aanbevelingen van de FDA (Food and Drug Administration). Het gaat om de Europese Richtlijn 93/42 betreffende medische hulpmiddelen waartoe lenzen behoren. De richtlijn 93/42 bepaalt de essentie¨le vereisten inzake veiligheid en legt de evaluatiewijze voor de conformiteit vast.

2. La réglementation européenne, dont il est question, est calquée sur les recommandations de la FDA (Food and Drug Administration). Il s’agit de la directive européenne 93/42 relative aux dispositifs médicaux dont font partie les lentilles. La directive 93/42 fixe les exigences essentielles en matière de sécurité et définit les modes d’évaluation de la conformité.

Wat harde lenzen betreft, is het belangrijk om ze droog te bewaren en om ze te reinigen met peroxide voor ieder nieuw gebruik. Voor zachte lenzen gebeurt het testen met wegwerpbare lenzen voor éénmalig gebruik. Volgens de oogspecialisten bestaat er immers een absolute contra-indicatie om zachte herbruikbare proeflenzen te gebruiken.

Concernant les lentilles rigides, il s’agit de les conserver à sec et de les désinfecter avec du peroxyde avant un nouvel emploi. Pour les lentilles souples, l’essai s’effectue avec des lentilles jetables à usage unique. Il existe, en effet, aux yeux des ophtalmologues, une contre-indication absolue d’utiliser des lentilles souples d’essai réutilisables.

3. Momenteel bestaat hierover geen wettelijk verbod in Belgie¨ : er is geen enkele wetgeving hierover verschenen in het Belgisch Staatsblad.

3. Il n’existe actuellement pas d’interdiction légale en ce sens en Belgique : aucune législation en cette matière n’est parue au Moniteur Belge.

DO 2002200300249

DO 2002200300249



Biologische honing. — Antibiotica.

Le miel bio. — Antibiotiques.

Test-Aankoop (nr. 451 van februari 2002) maakte bekend dat de biologische honing die in Belgie¨ wordt verkocht antibiotica kan bevatten.

Test-Achats (no 451 de février 2002) révélait que le miel bio vendu en Belgique pouvait contenir des antibiotiques.

Na zelf de nodige analyses te hebben uitgevoerd, bevestigt de firma Ecocert, erkend controleur van biologische producten, nu ook de analyses van TestAankoop. Volgens deze certifie¨ringsinstelling wijst de hoeveelheid gevonden residu’s op externe verontreiniging en niet op verboden behandeling van bijen met antibiotica. Dit neemt niet weg dat de — al dan niet toevallige — aanwezigheid van antibiotica-residu’s in honing niet kan worden getolereerd.

Après avoir effectué ses propres analyses, la société Ecocert, agréée pour le controˆle des produits biologiques, confirme aujourd’hui les analyses de TestAchats. L’organisme de certification fait valoir que la quantité de résidus décelés semble indiquer que ce sont les pollutions extérieures, et non des traitements illicites des abeilles avec des antibiotiques, qui doivent être mis en cause. Il n’en reste pas moins que, accidentelle ou non, la présence de résidus d’antibiotiques ne saurait être tolérée dans le miel.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19114

1. Welke recente maatregelen heeft u genomen om te voorkomen dat de biologische honing die te koop wordt aangeboden sporen van antibiotica bevat ?

1. Quelles mesures récentes avez-vous prises pour éviter que le miel bio mis en vente ne présente pas de traces d’antibiotiques ?

2. a) Heeft het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) dit dossier al naar zich toegetrokken ?

2. a) L’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) a-t-elle pris en charge ce dossier ?

b) Zo neen, waarom niet ?

b) Si non, pourquoi ?



Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

1. Zoals het geachte lid zeker weet weerhoudt de problematiek van het gebruik van antibiotica bij de productie van voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong mijn volle aandacht.

1. Comme le sait certainement l’honorable membre, la problématique de l’utilisation des antibiotiques dans la production de denrées alimentaires d’origine animale retient toute mon attention.

Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) voert jaarlijks controles uit op de eventuele aanwezigheid van antibiotica in honing. Biologische honing wordt in Belgie¨ weinig of niet geproduceerd : deze wordt voornamelijk uit derde landen ingevoerd. Onze diensten kunnen dan ook geen rechtstreekse controle bij de producenten van buitenlandse honing uitvoeren. Bovendien behoort het toezicht op het lastenboek van de biologische producten tot de bevoegdheid van de regio’s. De biologische honing wordt aan lastenboeken onderworpen en aan een certificatie « biologisch » die onder meer door Ecocert verzekerd wordt. Ecocert eist voortaan als nieuwe maatregel, om te vermijden dat honing in de toekomst nog sporen antibiotica zou bevatten, dat ontledingsuitslagen zouden voorgelegd worden die de afwezigheid aantoont van antibiotica in elk nieuw lot honing dat in de handel gebracht wordt.

L’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA), effectue chaque année des controˆles concernant la présence éventuelle d’antibiotiques dans le miel. En ce qui concerne le miel bio, il faut savoir que ces miels ne sont pas ou presque pas produits en Belgique et sont dans leur plus grande majorité importés de pays tiers. Les controˆles ne peuvent donc se faire directement par nos services d’inspection au niveau des producteurs étrangers de ces miels. En plus, le controˆle sur les cahiers de charge pour les produits biologiques est de la compétence des régions. Ces miels sont soumis aux cahiers de charge et à une certification « bio » qui est assurée entre autres par Ecocert. Au niveau des mesures récentes qui ont été prises afin d’éviter que du miel bio ne présente des traces d’antibiotiques, Ecocert exige désormais que des résultats d’analyses démontrant l’absence d’antibiotiques soient fournis pour tout nouveau lot de miel à commercialiser.

2. Het FAVV heeft het dossier voor alle in de handel voorkomende honingsoorten overgenomen. In dat verband verwijs ik met name naar het advies van het wetenschappelijk comité van het FAVV over antibiotica en sulfonamiden in honing van 19 december 2001. Dit advies kan gevonden worden op de web-site van het FAVV (www.favv.be).

2. L’AFSCA a pris en charge ce dossier pour l’ensemble des miels présents dans le commerce. Je vous renvoie en particulier à l’avis du comité scientifique de l’AFSCA concernant les résidus d’antibiotiques et de sulfonamides dans le miel du 19 décembre 2001. Cet avis peut être consulté sur le site Web de l’AFSCA (www.afsca.be).

Deze controles hebben in de maand maart van dit jaar geleid tot het uit de handel nemen van grote hoeveelheden honing die honing uit China bevatte. De persmededeling van 15 maart 2002 in dat verband kan ook op de website van het FAVV gevonden worden.

Ces controˆles ont notamment abouti au mois de mars de cette année au retrait du marché d’importantes quantités de miel contenant du miel importé de Chine. Le communiqué de presse du 15 mars 2002 diffusé à cette occasion est également disponible sur le site Web de l’AFSCA.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19115

DO 2002200300259

DO 2002200300259



Erkenning van gegradueerden in de kinesitherapie.

Agrément des gradués en kinésithérapie.

Uiterlijk tegen 1 oktober 2003 zullen alle kinesitherapeuten erkend moeten zijn door het ministerie van Volksgezondheid. Het betreft een eenvoudige formaliteit, met de bedoeling dezelfde erkenningsprocedure te hanteren voor de kinesisten als voor de artsen.

Tous les kinésithérapeutes devront, avant le 1er octobre 2003, être agréés par le ministère de la Santé publique. C’est une simple formalité qui vise à calquer la procédure de reconnaissance des kinés sur celle en vigueur pour les médecins

Een pas afgestudeerde kinesist zal dus voortaan, net als een arts, eerst de erkenning van een commissie van het ministerie van Volksgezondheid moeten kunnen voorleggen voor hij een RIZIV-nummer krijgt waarmee hij zijn beroep in Belgie¨ kan uitoefenen.

Le kiné nouvellement diploˆmé devra donc, comme son collègue médecin, se faire agréer par une commission du ministère de la Santé publique avant de recevoir un numéro INAMI qui lui permettra de pratiquer son art en Belgique.

Reeds praktiserende kinesisten moeten voó´r oktober een formulier invullen en terugsturen, en een kopie van hun diploma bijvoegen. Het is dus maar een formaliteit, maar ze moet wel voor elke kinesist binnen de gestelde termijn worden afgehandeld, zoniet wordt het RIZIV-nummer ingetrokken en kan de betrokken kinesitherapeut zijn beroep niet meer uitoefenen. Wie te laat is, maar houder is van een universitair diploma of een diploma hoger onderwijs van het lange type, kan evenwel ook na 1 oktober nog erkend worden, en krijgt na de erkenning zijn RIZIV-nummer terug.

Pour les kinés qui exercent déjà, un formulaire est à remplir et à renvoyer, avec une simple copie du diploˆme avant octobre prochain. C’est une formalité mais elle doit être accomplie dans les temps pour chaque kiné sinon il se voit retirer son numéro INAMI et ne peut plus exercer sa profession. Les retardataires qui sont diploˆmés de l’enseignement universitaire ou supérieur de type long pourront toujours se faire agréer après le 1er octobre prochain. Ils récupéreront leur numéro INAMI après avoir été agréés.

Voor gegradueerden daarentegen is het verlies van het RIZIV-nummer onomkeerbaar. Als ze de erkenning niet aanvragen voó´r oktober, zullen ze hun beroep vaarwel moeten zeggen. Naar verluidt, en dat kon men ook uit de pers vernemen, hebben de kinesisten die informatie tot hun verwondering « toevallig » moeten opvangen, en dat terwijl die beslissing van cruciaal belang is voor hun toekomst. De kinesitherapeuten werden niet persoonlijk en schriftelijk geı¨nformeerd door het ministerie van Volksgezondheid.

Par contre, pour les gradués, la perte du numéro INAMI est irréversible. S’ils n’ont pas demandé l’agrément avant octobre, ils devront changer de travail. Il me revient, et la presse s’en est fait l’écho, que des kinés sont étonnés de tomber sur ces informations « par hasard » alors que cette décision est essentielle pour leur avenir. En effet, les kinés ne sont pas contactés personnellement par courrier par le ministère de la Santé publique.

De informatie staat wel op de website van het ministerie van Volksgezondheid, maar de overheid heeft de informatiedoorstroming aan de beroepsorganisaties overgelaten; zij zouden hun leden wel de nodige informatie verstrekken. Alleen zijn kinesisten niet verplicht lid te zijn van een beroepsorganisatie.

Les informations figurent bien sur le site web du ministère de la Santé publique mais les pouvoirs publics ont confié aux organisations professionnelles le soin de prévenir leurs membres. Or, rien n’oblige les kinés à s’affilier à une organisation professionnelle.

1. Waarom brengt u de gegradueerde kinesitherapeuten niet rechtstreeks op de hoogte van de formaliteiten die ze uiterlijk tegen 1 oktober van volgend jaar moeten vervullen ?

1. Pourquoi ne contactez-vous pas directement les kinésithérapeutes gradués pour les informer des formalités à accomplir pour le 1er octobre prochain ?

2. Hoe kunnen kinesisten die niet aangesloten zijn bij een beroepsorganisatie en die niet ingelicht werden, toch erkend worden ?

2. Quelles seront les possibilités d’agrément pour les kinés qui ne sont pas affiliés à une organisation professionnelle et qui n’ont pas été avertis ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19116

3. Vindt u het niet ietwat geniepig om nietingelichte kinesisten op die manier uit het beroep te drijven, terwijl ze al getroffen werden door de op 1 mei 2002 van kracht geworden besparingsmaatregelen ?

3. N’estimez-vous pas qu’il y a quelque chose d’insidieux à pousser vers la sortie des kinés non informés alors qu’ils sont déjà touchés par les mesures d’économies entrées en vigueur le 1er mai 2002 ?

4. Welke maatregelen heeft u dienaangaande genomen ?

4. Quelles dispositions avez-vous prises à cet égard ?



Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat ik gaf op haar mondelinge vraag in de commissie Volksgezondheid van diensdag 10 december 2002 (COM 918).

Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse à sa question orale que j’ai donnée au sein de la commission Santé publique du mardi 10 décembre 2002 (COM 918).

DO 2002200300265

DO 2002200300265

Vraag nr. 537 van de heer Luc Paque van 26 november 2002 (Fr.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 537 de M. Luc Paque du 26 novembre 2002 (Fr.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

FAVV en IVK. — Dierenartsen met opdracht. — Belangenvermenging.

AFSCA et IEV. — Vétérinaires chargés de mission. — Conflits d’intérêt.

Artikel 6 van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) voorziet uitdrukkelijk in een volledig verbod van belangenvermenging bij zijn personeel.

L’article 6 de la loi du 4 février 2000 créant l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) proˆnait expressément l’interdiction totale de conflit d’intérêt aux membres du personnel de l’AFSCA.

Belangenvermenging is ook verboden voor het personeel van het Instituut voor veterinaire keuring (IVK) (artikel 5, § 2, van de wet van 13 juli 1981). Dat verbod geldt ook voor de dierenartsen met opdracht (koninklijk besluit van 4 juli 1986).

Les conflits d’intérêt sont interdits aux membres du personnel de l’Institut d’expertise vétérinaire (IEV) (article 5, § 2, de la loi du 13 juillet 1981). Cette interdiction s’étend également aux vétérinaires chargés de mission (arrêté royal du 4 juillet 1986).

Artikel 7, § 1, van dat koninklijk besluit van 4 juli 1986 bepaalt het volgende : « de dierenarts, belast met een bijzondere opdracht mag noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks belang hebben in één of verscheidene ondernemingen die onder de toepassing vallen van de wetgeving betreffende de keuringen en de gezondheidsonderzoeken en controles ».

L’article 7, § 1er, de cet arrêté royal du 4 juillet 1986 précise que « le vétérinaire chargé d’une mission particulière ne peut être intéressé directement ou indirectement dans une ou plusieurs entreprises auxquelles la législation sur les expertises et les examens et controˆles sanitaires est applicable. ».

Die bepalingen zouden naar verluidt niet altijd worden nageleefd en sommige controles zouden nog steeds worden uitgevoerd door dierenartsen die rechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben in de gecontroleerde onderneming(en).

Il semblerait toutefois que ces dispositions ne seraient pas respectées, et que certains controˆles seraient toujours pratiqués par des vétérinaires étant directement ou indirectement intéressés dans la ou les entreprises concernées.

1. Klopt het dat er nog steeds controles worden uitgevoerd door dierenartsen die rechtstreeks belang hebben in de gecontroleerde onderneming(en) ?

1. Des controˆles sont-ils toujours effectués par des vétérinaires étant directement intéressés dans la ou les entreprises controˆlées ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19117

2. Hebben alle personeelsleden van het FAVV en de dierenartsen met opdracht melding gemaakt van mogelijke prestaties buiten het FAVV en het IVK ?

2. Tous les membres du personnel de l’AFSCA et les chargés de missions mentionnent-ils leurs éventuelles activités extérieures ?

3. Controleert uw departement de naleving van de wetgeving op de belangenvermenging ?

3. Des controˆles sont-ils effectués par votre département sur le respect de la législation sur les conflits d’intérêt ?

4. Kwamen er al gevallen van belangenvermenging aan het licht ? Zo ja, werden er straffen opgelegd ? Welke ?

4. Des cas de conflit d’intérêt ont-ils déjà été relevés et, dans ce cas, des sanctions ont-elles été appliquées, et lesquelles ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 20 december 2002, op de vraag nr. 537 van de heer Luc Paque van 26 november 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 20 décembre 2002, à la question no 537 de M. Luc Paque du 26 novembre 2002 (Fr.) :

Paragraaf 5 van artikel 4 van de wet van 4 februari 2000 met betrekking tot de oprichting van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen preciseert dat « door een besluit, besproken in de Ministerraad kan de Koning, in het kader van de bevoegdheden van het agentschap, de taken vastleggen waarbij het agentschap zich mag laten bijstaan door derden of die het agentschap mag laten uitvoeren door derden, en legt de daarbij horende voorwaarden vast ». De dierenartsen met opdracht worden als derden beschouwd. De tweede alinea van paragraaf 6 van het artikel 6 van de wet van 4 februari 2000 voorziet dat « de Koning legt door een besluit, besproken in de Ministerraad de voorwaarden vast waaronder het agentschap de dienst organiseert met het oog op het vermijden van iedere belangenvermenging ».

Le paragraphe 5 de l’article 4 de la loi du 4 février 2000 relative à la création de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire précise que « par arrêté délibéré en Conseil des ministres, le Roi détermine dans le cadre des compétences de l’agence les taˆches pour lesquelles l’agence peut se faire assister par des tiers ou que l’agence peut faire exécuter par des tiers et détermine les conditions y liées ». Sont notamment considérés comme des tiers les chargés de mission. L’alinéa 2 du paragraphe 6 de l’article 6 de la loi du 4 février 2000 précitée prévoit que « Le Roi détermine par arrêté délibéré en Conseil des ministres les conditions dans lesquelles l’agence organise le service en vue de prévenir tout conflit d’intérêt ».

Paragraaf 2 van artikel 5 van de wet van 13 juli 1981 houdende de oprichting van het Instituut voor veterinaire keuring verklaart dat « dierenartsen en technische helpers, ambtenaren van het Instituut, mogen direct noch indirect belangen hebben in een of meerdere bedrijven die onderworpen zijn aan de toepassing van de wetgeving met betrekking tot de keuring, de sanitaire controles en onderzoeken ». § 1 van artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 juli 1986, waarin de voorwaarden worden vastgelegd waarbij de dierenartsen uit de rekruteringsreserve van het Instituut voor veterinaire keuring kunnen belast worden met een bijzondere opdracht voorziet dat « de dierenarts belast met een bijzondere opdracht direct noch indirect belangen mag hebben in een of meerdere bedrijven onderworpen aan de wetgeving betreffende de keuring en de sanitaire controles en onderzoeken. Het is hem onder andere verboden een dier te keuren dat hij heeft behandeld of de producten die eruit voortkomen te controleren ».

Le paragraphe 2 de l’article 5 de la loi du 13 juillet 1981 portant création d’un Institut d’expertise vétérinaire précise que « les vétérinaires et aides techniques, fonctionnaires de l’Institut, ne peuvent ni directement, ni indirectement, avoir un intérêt dans une ou plusieurs entreprises soumises à l’application de la législation relative aux expertises, aux examens et aux controˆles sanitaires ». Le paragraphe 1er de l’article 7 de l’arrêté royal du 4 juillet 1986 fixant les conditions dans lesquelles les médecins vétérinaires versés dans la réserve de recrutement de l’Institut d’expertise vétérinaire peuvent êre chargés de missions particulières prévoit que « le vétérinaire chargé d’une mission particulière ne peut être intéressé directement ou indirectement dans une ou plusieurs entreprises auxquelles la législation sur les expertises et les examens et controˆles sanitaires est applicable. Il lui est, en outre, interdit d’expertiser des animaux qu’il a traités ou de controˆler des produits qui en sont issus ».

1. Indien sommige dierenartsen consultancy uitvoeren voor een firma, waarvoor ze vergoed worden volgens hun prestaties, zal het kringhoofd van de kring waarin dit bedrijf gelegen is, hen niet belasten met een controleopdracht in dit bedrijf. De kringhoofden hebben de plicht geen opdracht te geven aan de dieren-

1. Si certains vétérinaires font au sein d’une firme de la consultance pour laquelle ils sont rétribués au prorata de leur travail, le chef de cercle du cercle dans lequel cette firme est située ne les charge pas de la mission de controˆle de cette firme. Les chefs de cercle ont pour devoir de ne pas confier des missions aux


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19118

artsen met opdracht indien hun onpartijdigheid niet gegarandeerd is.

vétérinaires chargés de mission si leur impartialité n’est pas garantie.

2. Conform artikel 6 van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen, moet ieder personeelslid, statutair of contractueel, voor zijn indiensttreding mededelen of hij belangen heeft in een inrichting of een bedrijf waarvoor het agentschap bevoegd is en beloven de nodige inlichtingen te verstrekken over iedere wijziging met betrekking tot de meegedeelde belangen. Daarenboven blijft de regelgeving inzake cumul en belangenconflicten van de oorspronkelijke entiteiten, van toepassing in de voorlopige cel van het FAVV.

2. Conformément à l’article 6 de la loi du 4 février 2000 relative à la création de l’Agence fédérale pour la Sécurité de la chaıˆne alimentaire, avant son entrée en fonction, tout membre du personnel statutaire ou contractuel de l’agence devra déclarer les intérêts qu’il a dans un établissement ou une entreprise quelconque relevant de la compétence de l’agence et s’engager à informer de toute modification relative aux intérêts déclarés. Toutefois, dans le cadre de la cellule provisoire de l’AFSCA les règles d’application en matière de cumul et de conflits d’intérêts au sein des entités d’origine restent d’application.

3. Zoals hierboven vermeld houden de kringhoofden toezicht op het respecteren van de wetgeving op de belangenvermenging.

3. Comme mentionné plus haut, les chefs de cercle veillent à ce que la législation sur le conflit d’intérêt soit respectée.

4. In bepaalde keurkringen werden onderzoeken uitgevoerd. Geen enkel onderzoek heeft het bestaan van belangenvermenging kunnen aantonen, en er werd dus geen enkele straf toegepast. Bij de minste twijfel over de objectiviteit en de onpartijdigheid waarmee de dierenartsen hun opdrachten uitvoeren, alhoewel de belangenvermenging nooit aangetoond werd, werden bij wijze van voorzorgsmaatregel deze opdrachten door de kringhoofden toevertrouwd aan andere dierenartsen.

4. Dans certains cercles, des enquêtes ont été menées. Aucune n’a abouti à la conclusion de l’existence d’un conflit d’intérêt et donc aucune sanction n’a été appliquée. Toutefois, lorsque, bien que le conflit d’intérêt ne puisse être prouvé, la situation aurait pu laisser planer un doute sur l’objectivité et l’impartialité avec lesquelles les vétérinaires exercent leurs missions, les chefs de cercle ont, par mesure de précaution, confié les missions de controˆle à d’autres vétérinaires.

DO 2002200300274

DO 2002200300274

Vraag nr. 538 van de heer Jan Eeman van 26 november 2002 (N.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 538 de M. Jan Eeman du 26 novembre 2002 (N.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Pesticiden.

Pesticides.

Onlangs werd beslist 40 pesticiden van de markt te halen nadat de producenten geen bijkomende informatie hadden kunnen of willen geven over het gedrag van de actieve bestanddelen van hun producten in het leefmilieu en in het grondwater.

Il a récemment été décidé de retirer 40 pesticides du marché, les producteurs n’ayant pas pu ou pas voulu transmettre des informations complémentaires sur l’incidence des composés actifs de leurs produits sur l’environnement et les eaux souterraines.

1. Over welke pesticiden gaat het ?

1. De quels pesticides s’agit-il ?

2. Op welke wijze werden de gebruikers geı¨nformeerd over het feit dat deze producten tot 30 juni 2004 kunnen worden gebruikt ?

2. De quelle façon a-t-on informé les utilisateurs du fait que ces produits pouvaient être utilisés jusqu’au 30 juin 2004 ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 20 december 2002, op de vraag nr. 538 van de heer Jan Eeman van 26 november 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 20 décembre 2002, à la question no 538 de M. Jan Eeman du 26 novembre 2002 (N.) :

Hierbij heb ik de eer het geachte lid volgende gegevens te verstrekken als antwoord op zijn vraag.

J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les données suivantes en réponse à sa question.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19119

1. Het gaat om volgende pesticiden :

1. Il s’agit des pesticides suivants :

— Adicap 83 % WG (8353/B)

— Adicap 83 % WG (8353/B)

— Adicap WP (6018/B)

— Adicap WP (6018/B)

— Agro-Captan 80 WG (9017/B)

— Agro-Captan 80 WG (9017/B)

— Capito (8945/B)

— Capito (8945/B)

— Funacap (8909/B)

— Funacap (8909/B)

— Orthocide 83 (2805/B)

— Orthocide 83 (2805/B)

— Bavistin WG (9045/B)

— Bavistin WG (9045/B)

— Hermoo Carben SC (7293/B)

— Hermoo Carben SC (7293/B)

— Hermoo Carben WG (8327/B)

— Hermoo Carben WG (8327/B)

— Optimargro Carbendazime (8942/B)

— Optimargro Carbendazime (8942/B)

— Quintalic (7570/B)

— Quintalic (7570/B)

— Sumico WP (8065/B)

— Sumico WP (8065/B)

— Alto Elite (8072/B)

— Alto Elite (8072/B)

— Caramba Star (9005/B)

— Caramba Star (9005/B)

— BC-Clopyralid (8822/B)

— BC-Clopyralid (8822/B)

— Disonex EC (6269/B)

— Disonex EC (6269/B)

— Disonex Stuifpoeder (6266/B)

— Disonex Stuifpoeder (6266/B)

— Demecor (6749/B)

— Demecor (6749/B)

— Hermoo Endosulfan EC (7285/B)

— Hermoo Endosulfan EC (7285/B)

— Luxan Endosulfan 500 WP (8643/B)

— Luxan Endosulfan 500 WP (8643/B)

— Opus Dos (8947/B)

— Opus Dos (8947/B)

— Agrys (8708/B)

— Agrys (8708/B)

— Boscor (8495/B)

— Boscor (8495/B)

— Bufalo (8655/B)

— Bufalo (8655/B)

— Patcham (8807/B)

— Patcham (8807/B)

— Malathyne 25 (4057/B)

— Malathyne 25 (4057/B)

— Bi-Agroxil (5916/B)

— Bi-Agroxil (5916/B)

— Super Selectyl New (7990/B)

— Super Selectyl New (7990/B)

— Duobrom (8830/B)

— Duobrom (8830/B)

— loniz D (8129/B)

— loniz D (8129/B)

— Lazeril D (8128/B)

— Lazeril D (8128/B)

— Mixone Super (7082/B)

— Mixone Super (7082/B)

— Progazon 2000 (7750/B)

— Progazon 2000 (7750/B)

— Progazon Plus (6836/B)

— Progazon Plus (6836/B)

— Trior (7156/B)

— Trior (7156/B)

— Laddok T (9093/B)

— Laddok T (9093/B)

— Hermoo Thiofanaat-M-WG (8404/B)

— Hermoo Thiofanaat-M-WG (8404/B)


2002

2003


2446

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19120

— Luxan Thiomethyl 700 WP (8009/B)

— Luxan Thiomethyl 700 WP (8009/B)

— Trifluralin Biochemicals (8658/B)

— Trifluralin Biochemicals (8658/B)

2. Een perscommuniqué, gedateerd 22 oktober 2002, met alle informatie inzake de betrokken middelen en de relevante data, werd aan de gespecialiseerde pers gestuurd. Het bericht is eveneens beschikbaar op de officie¨le website www.fytoweb.fgov.be. Op deze zelfde site staat verder een tabel met alle uiterste termijnen voor pesticiden die het voorwerp uitmaken van een procedure tot intrekking van de erkenning.

2. Un communiqué de presse, daté du 22 octobre 2002, contenant toutes les informations sur les produits concernés et les dates pertinentes, a été transmis à la presse spécialisée. Le communiqué est également disponible sur le site internet officiel www.phytoweb.fgob.be. Sur ce même site, un tableau peut être consulté avec tous les délais s’appliquant aux pesticides qui font l’objet d’une procédure de retrait de leur agréation.

Leefmilieu

Environnement

DO 2002200300247

DO 2002200300247

Vraag nr. 69 van mevrouw Els Van Weert van 20 november 2002 (N.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 69 de Mme Els Van Weert du 20 novembre 2002 (N.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Hinder van rondrijdende reclamewagens in de stadscentra.

Nuisances causées par des véhicules publicitaires circulant dans les centres-villes.

Sinds enige tijd toeren in de centra van enkele steden reclamewagentjes op de openbare weg. Deze wagentjes (18 in Antwerpen en 6 in Gent) doorkruisen zes dagen op zeven van ’s ochtends tot ’s avonds de belangrijkste wegen. Volgens de website van de bewuste firma heeft « de mobiele affichering als exclusief voordeel dat zij zich soepel aan de metamorfosen kan aanpassen, en aanwezig kunnen zijn net waar en wanneer het verkeer voldoende interessant is ». Met andere woorden : daar waar de verkeersdrukte het grootst is, komen de bewuste wagentjes op de proppen.

Depuis quelque temps, des véhicules publicitaires parcourent le centre de certaines villes. Ces véhicules (18 à Anvers et 6 à Gand) sillonnent les principales artères six jours sur sept et du matin au soir. L’entreprise concernée indique sur son site internet que l’affichage mobile présente l’avantage exclusif de pouvoir s’adapter en souplesse aux changements et qu’il peut être présent à l’endroit et au moment précis ou` la densité de trafic est suffisamment intéressante. En d’autres termes, ces véhicules s’insèrent dans le trafic là ou` la densité de la circulation est la plus importante.

De reclamewagentjes rijden op benzine en niet op gas. Naar verluidt kunnen deze wagens worden uitgerust met een gastank, wat in ieder geval al een stuk milieuvriendelijker zou zijn. De eenvoudige mechaniek en de lage onderhouds- en gebruikskosten zorgen immers niet voor topkwaliteit op het vlak van vervuiling. Volgens gegevens van de constructeur heeft de wagen een verbruik van 7,8 l/100 km in stadsverkeer, maar het constante stoppen en weer optrekken en het achteraan ingebouwde paneel (dat meer wind vangt) doet mij vermoeden dat het verbruik hoger ligt.

Ces véhicules publicitaires utilisent l’essence comme carburant et non le gaz. Il me revient que ces véhicules peuvent être équipés d’une installation au gaz, ce qui serait en tout état de cause plus écologique. En raison de leur mécanique rudimentaire et des faibles frais d’entretien et d’utilisation, ces véhicules n’enregistrent pas de bons résultats en ce qui concerne la pollution. Selon les données du constructeur, le véhicule consomme 7,8 l/100 km en ville mais les arrêts et les redémarrages constants ainsi que le panneau aménagé à l’arrière du véhicule (davantage exposé au vent) entraıˆnent probablement une augmentation de la consommation.

1. Heeft u kennis van deze vorm van adverteren ?


2002

1. Avez-vous connaissance de cette manière de faire de la publicité ?

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19121

2. Bent u het met mij eens dat de nadelen van deze vorm van adverteren op het vlak van milieuvervuiling niet opwegen tegen de opgesomde voordelen ?

2. Partagez-vous mon point de vue selon lequel les désavantages que présente cette méthode sur le plan de la circulation prennent le pas sur les avantages énumérés ?

3. Heeft u mogelijkheden om hier beperkingen op te leggen en overweegt u effectief op te treden, dan wel te onderzoeken hoe hiertegen kan worden opgetreden ?

3. Pouvez-vous limiter ce type de publicités et envisagez-vous d’intervenir effectivement ou d’examiner comment il serait possible d’intervenir ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 20 december 2002, op de vraag nr. 69 van mevrouw Els Van Weert van 20 november 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 20 décembre 2002, à la question no 69 de Mme Els Van Weert du 20 novembre 2002 (N.) :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.


1. We zijn wel degelijk op de hoogte van het fenomeen mobiele reclame (zo zijn er hiervoor gebruikt (aanhang)wagens, scooters met aanhangwagentjes, publibussen ...). Naast het door u aangehaalde is er ook de trend om een particuliere autobezitter te vergoeden indien hij toestaat dat er een publicitaire boodschap op zijn auto wordt aangebracht. Bij de selectie van de betrokken autobezitters houdt men rekening met het rijpatroon en de omgeving waar men meestal rondrijdt (bij voorkeur een stedelijke). Kleine stadswagentjes blijken hiervoor ook meer in trek. Deze laatste techniek verdient mijns inziens de voorkeur op de door u aangekaarte werkwijze omdat ze in beginsel niet leidt tot een toename van de verkeersdruk en van verbruik en pollutie. Al zouden wij ook hier willen pleiten om bij voorkeur milieuvriendelijke auto’s te slecteren.

1. Nous sommes effectivement au courant du phénomène de la publicité mobile (utilisation de voitures, de remorques, de remorques attachées à des scooters, de publi-bus, ...). On constate, en plus de ce que vous mentionnez, aussi une tendance à octroyer une indemnité au propriétaire d’une voiture qui accepte l’inscription d’un message publicitaire sur sa voiture. Les propriétaires en question sont choisis également en fonction de leur dynamique de conduite et de l’environnement dans lequel ils se déplacent le plus fréquemment (il s’agit de préférence d’un environnement ` cet égard, il semble que les petites voitures urbain). A soient également plus tendance. D’après moi, cette dernière technique mérite de l’emporter sur celle à laquelle vous faites allusion parce qu’en principe, elle ne contribue pas à augmenter la circulation, la consommation et la pollution. Ici aussi, nous insistons pour que la préférence soit donnée aux voitures plus respectueuses de l’environnement.

Het nieuwe initiatief dat zich nu blijkbaar beperkt tot Antwerpen en Gent was ons tot op heden niet bekend. Dit fenomeen moet echter in zijn totaliteit bekeken worden en niet enkel voor de betrokken 24 wagentjes.

La nouvelle initiative qui, pour l’instant, semble limitée à Anvers et Gand, était inconnue jusqu’à ce jour. Toutefois, il convient d’examiner le phénomène dans son ensemble et pas uniquement pour les 24 petites voitures en question.

2. We zijn het eens met het feit dat deze vorm van adverteren leidt tot bijkomende hinder en milieuvervuiling. Het letterlijk doelloos doorkruisen van de betrokken steden druist ook duidelijk in tegen een rationeel omgaan met energie. Het zou uiteraard al beter zijn mocht men er naar streven om de impact op luchtvervuiling, de invloed ervan op de gezondheid evenals de bijkomende verkeersoverlast, tot een minimum te beperken.

2. Nous admettons que cette forme de publicité engendre des nuissances supplémentaires et pollue l’environnement. Le fait de circuler sans but dans ces villes va clairement à l’encontre d’une utilisation rationnelle de l’énergie. Il serait, en effet, préférable de veiller à limiter autant que possible les conséquences en termes de pollution de l’air, les effets sur la santé de même que les problèmes de circulation supplémentaires ainsi causés.

3. Het lijkt ons echter niet mogelijk om dit fenomeen te beperken op basis van wetgeving die tot mijn bevoegdheid behoort. De wet van 28 december 1964 op de bestrijding van de luchtverontreiniging behoort wat de reglementering van hinderlijke inrichtingen en activiteiten (zie in Vlaanderen het VLAREM) betreft tot de bevoegdheid van de gewesten.

3. Néanmoins, il ne nous semble pas possible, par le biais de la législation qui ressort de ma compétence, de limiter la portée du phénomène. La loi du 28 décembre 1964 relative à la lutte contre la pollution atmosphérique relève, pour ce qui est de la réglementation des établissements incommodes et des activités qui engendrent des nuissances (cf. VLAREM en Flandre), de la compétence des régions.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19122

De gewesten lijken mij goed geplaatst om activiteiten, zoals mobiele reclame, aan beperkingen te kunnen onderwerpen. Het uitvaardigen van een specifieke productnorm voor bepaalde voertuigen gebruikt voor publiciteit, bijvoorbeeld op basis van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen, lijkt ons niet mogelijk. Dergelijke federale productnormen stellen namelijk voorwaarden aan producten in de fase van het op de markt brengen ervan (deze voertuigen worden echter veelal pas verbouwd nadat ze als standaardvoertuig zijn aangekocht). Het lijkt ons echter essentieel om de strijd tegen milieuvervuiling/hinder van het verkeer in zijn globaliteit te voeren en niet enkel te richten op deze 24 wagentjes. Daarom heb ik als minister van Leefmilieu reeds een aantal maatregelen getroffen, zoals onder andere de LPG-premie, de normering voor milieuvriendelijker (auto)brandstoffen, het vereiste verbruikslabel voor nieuwe auto’s. Zo behoort het ook tot mijn bevoegdheid om de consumenten te informeren over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van alle personenvoertuigen. Daartoe zijn zij opgenomen in een vergelijkende gids die gratis verkrijgbaar is bij mijn leefmilieudiensten.

Celles-ci me paraissent bien placées pour imposer des limites à des activités telles que la publicité mobile. Il ne nous paraıˆt pas possible de fixer une norme de produit spécifique pour certains véhicules utilisés à des fins publicitaires en nous basant, par exemple, sur la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits. Ces normes de produits fédérales imposent, en effet, des conditions aux produits dans la phase de mise sur le marché (toutefois, ces véhicules ne sont, la plupart du temps, montés qu’une fois achetés comme véhicules standard). Il nous paraıˆt pourtant essentiel de lutter de manière globale contre la pollution de l’environnement/les nuisances de la circulation et non de s’intéresser uniquement à ces 24 petites voitures. C’est pourquoi j’ai déjà adopté, en tant que ministre de l’Environnement, un certain nombre de mesures, parmi lesquelles la prime LPG, la fixation de normes pour les carburants plus respectueux de l’environnement, l’étiquette de consommation pour les nouvelles voitures. Ainsi, il m’appartient également d’informer les consommateurs sur les niveaux de consommation en carburant et les émissions de CO2 pour toutes les voitures de particuliers. Ces indications sont reprises dans un guide que l’on peut se procurer gratuitement auprès de mes services de l’environnement.

Wanneer de naam en het adres van het betrokken bedrijf mij bekend zijn, zal ik zeker niet nalaten deze gids aan hen op te sturen zodat bij de vervanging van het wagenpark de door ons bepleitte milieuvriendelijker keuzes kunnen worden gemaakt.

Lorsque me seront communiqués le nom et l’adresse de la société en question, je ne manquerai certainement pas de lui envoyer ce guide de sorte qu’elle puisse, lors du renouvellement de son parc automobile, se tourner vers les options plus respectueuses de l’environnement que nous soutenons.

Voor wat de leefbaarheid van stadskernen betreft zien we dat meer en meer steden verkeerscirculatieplannen uitwerken. Het autoluw maken van deze kernen is daarbij vaak het doel, het is mijns inziens ook aan de steden om op te treden tegen vormen van mobiliteit die daar tegen in lijken te gaan. Zo kan ook via een plaatselijke politieverordening door de gemeentelijke overheden aan bepaalde categoriee¨n voertuigen tijdens de spitsuren een rijverbod worden opgelegd.

En ce qui concerne la survie des centres-villes, nous voyons que de plus en plus de villes mettent au point des plans de circulation. L’objectif est ainsi souvent de protéger les centres-villes. Selon moi, il appartient également aux villes d’agir contre les modes de transport qui vont à l’encontre de ce projet. Les autorités communales peuvent également, par ordre de police, interdire l’accès à certaines catégories de véhicules durant les heures de pointe.

DO 2002200300266

DO 2002200300266

Vraag nr. 70 van mevrouw Michèle Gilkinet van 26 november 2002 (Fr.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 70 de Mme Michèle Gilkinet du 26 novembre 2002 (Fr.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Omzetting van richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s.

Transposition de la directive 2001/42/CEE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement.

Richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van

La directive 2001/42/CEE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19123

bepaalde plannen en programma’s moet voor 24 juli 2004 in intern recht worden omgezet. Hoewel we nog over anderhalf jaar beschikken om de richtlijn om te zetten, lijkt het me belangrijk dat proces nu al op te starten, rekening houdend met de lange en moeilijke weg die zo een richtlijn moet afleggen vooraleer ze in intern recht kan worden omgezet.

programmes sur l’environnement doit être transposée en droit interne avant le 24 juillet 2004. Bien que le délai de transposition soit encore d’un an et demi, il me paraıˆt important d’entamer déjà ce processus, vu le trajet long et difficile qu’une telle directive doit parcourir pour être transposée en droit interne.

Deze richtlijn wil het milieu beter beschermen door plannen en programma’s die een invloed kunnen hebben op het milieu te onderwerpen aan een milieueffectbeoordeling, waarbij de verschillende instanties en het publiek worden geraadpleegd. Die richtlijn brengt dus mee dat de wetgeving en/of reglementering betreffende die plannen en programma’s moet worden gewijzigd.

Cette directive a pour but d’améliorer la protection de l’environnement en soumettant les plans et programmes susceptibles d’avoir une incidence sur l’environnement à une évaluation environnementale, et notamment par la consultation de différentes instances et du public. Cette directive implique donc une modification de la législation et/ou réglementation relative à ces plans et programmes.

1. Op welke plannen en/of programma’s die onder uw bevoegdheid vallen heeft deze richtlijn betrekking ?

1. Quels plans et/ou programmes relevant de vos compétences sont visés par cette directive ?

2. Welke maatregelen heeft u genomen om de plannen en/of programma’s die onder uw bevoegdheid vallen aan te passen aan die richtlijn ?

2. Quelles mesures avez-vous prises pour adapter les plans et/ou programmes relevant de vos compétences à cette directive ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 16 december 2002, op de vraag nr. 70 van mevrouw Michèle Gilkinet van 26 november 2002 (Fr.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 16 décembre 2002, à la question no 70 de Mme Michèle Gilkinet du 26 novembre 2002 (Fr.) :

Hierna vindt u het antwoord op uw twee vragen betreffende de omzetting op het niveau van mijn voogdijbevoegdheid van de richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s.

Je vous prie de trouver ci-après la réponse à vos deux questions relatives à la transposition au niveau de mes compétences de tutelle de la directive 2001/42/CE relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement.

Zoals u in uw mondelinge vraag hebt onderstreept, is de uiterste datum voor de omzetting van die richtlijn vastgesteld op 24 juli 2004. Het gevolg hiervan is dat de werkzaamheden bij alle federale overheidsdiensten onder de bescherming van het kabinet Neyts nog niet werkelijk van start zijn gegaan, hoewel mijn administratie reeds de eerste contacten met hen heeft gelegd. Het is mijn wens in het begin van volgend jaar dit punt op de agenda te brengen van de wekelijkse vergadering van de Europese coo¨rdinatoren.

Comme vous l’avez souligné dans votre question orale, la date limite pour la transposition de cette directive est fixée au 24 juillet 2004. Il s’ensuit qu’actuellement les travaux au niveau de l’ensemble des services publics fédéraux n’ont pas encore véritablement commencé sous l’égide du cabinet Neyts, quoique des premiers contacts ont déjà été entrepris par mon administration vis-à-vis de ceux-ci. Il est de ma volonté de mettre ce point à l’agenda de la réunion hebdomadaire des coordinateurs européens au début de l’année prochaine.

Om deze toestand te begrijpen, veroorloof ik me erop aan te dringen dat de richtlijn, die wegens de nogal algemene bewoordingen die erin worden gebruikt, een reeks vragen oproept zoals die van de — overigens fundamentale — definitie van de plannen en programma’s, die niet in de richtlijn zijn opgenomen.

Pour comprendre cette situation, je me permets d’insister sur le fait que la directive, de par le ton parfois assez général qu’elle utilise, pose une série de questions telles que celle — fondamentale par ailleurs — de la définition des plans, non couverte par la directive.

De commissie werd hierover reeds vanaf oktober 2001 geı¨nterpelleerd door mijn administratie, en ze heeft het nuttig geacht een groep van experts op te richten om die diverse vragen te analyseren; de resultaten hiervan verwachten we tegen het einde van dit jaar. Dit deskundig onderzoek zal van essentieel belang zijn voor de federale tenuitvoerlegging van deze richtlijn.

La commission, déjà interpellée par mon administration à ce sujet dès octobre 2001, a jugé bon de mettre sur pied un groupe d’experts pour analyser ces diverses questions et dont les résultats sont attendus fin de cette année. Cette expertise sera essentielle pour la mise en œuvre de cette directive au niveau fédéral.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19124

Om aldus antwoord te verstrekken op uw vraag over de plannen en programma’s die tot mijn bevoegdheid horen, verstrek ik u hierna, voorlopig, de eerste overwegingen van mijn administratie die in het licht van de expertisen nog moeten worden bevestigd : De plannen en programma’s waarvan de gevolgen verplicht moeten worden beoordeeld overeenkomstig : — artikel 3, punt 2 a), van de richtlijn 2001/42/EG Kunnen op federaal milieuniveau in aanmerking komen voor zover ze een kader bepalen voor de vergunning van latere projecten zoals bepaald in de bijlage II van de richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en privé projecten (85/337/EEG) : — Momenteel komen alleen de aspecten in verband met de Noordzee in deze richtlijn aan bod (aflevering van de machtiging en vergunning voor de activiteiten op of in de zeegebieden). De programma’s die zijn vastgesteld in punt 3.2 van het federaal plan voor duurzame ontwikkeling kunnen in aanmerking komen, zoals het geı¨ntegreerd actieprogramma (dat meer bepaald de offshore-activiteiten zal omvatten) en het programma voor de beperking van pesticiden die het mariene milieu bedreigen. — artikel 3, punt 2 b), van de richtlijn 2001/42/EG — De beheersplannen van de zeegebieden zoals bepaald in artikel 9, § 1, van de wet van 20 januari 1999 op de bescherming van het mariene milieu. — De andere plannen en projecten die niet specifiek zijn verbonden met het beheer van die beschermingszones maar die aanzienlijke milieugevolgen erop kunnen hebben (artikel 6.3 van de richtlijn Habitat). Het productbeleidsplan, dat niet het kader biedt voor de latere vergunningen, lijkt op het eerste zicht niet tot het toepassingsgebied van de richtlijn te behoren. Artikel 3, punt 4, van de richtlijn 2001/42/EG bepaalt ook dat de lidstaten de plannen en programma’s bepalen die niet in het raam van punt 2 zijn vastgesteld maar die, in navolging ervan, een kader bepalen voor de latere activiteiten. In die zin moet een bepaling van die plannen en programma’s gebeuren overeenkomstig de richtlijn en kan worden overwogen volgende plannen erin op te nemen : — Het plan voor de reductie van het gebruik van pesticiden (dat momenteel wordt uitgewerkt) zoals is gevraagd door het federaal plan voor duurzame ontwikkeling.


2002

Ainsi, pour répondre à votre question relative aux plans et programmes qui relèveraient de ma compétence, voici — à titre préliminaire — les premières considérations de mon administration qui demanderont à être confirmées par la suite à la lumière des expertises dégagées : En ce qui concerne les plans et programmes qui devront être obligatoirement soumis à l’évaluation d’incidences conformément à : — l’article 3, point 2 a), de la directive 2001/42/CE Pourront être concernés au niveau de l’environnement fédéral dans la mesure où ils définissent un cadre pour l’autorisation de projets ultérieurs tels que visés à l’annexe II de la directive sur les études d’incidences sur l’environnement (85/337/CEE) : — Actuellement, seuls les aspects liés à la mer du Nord sont concernés par cette directive (délivrance d’autorisation et de permis pour les activités sur ou dans les espaces marins). Les programmes prévus au point 3.2 du plan fédéral pour le développement durable pourront être concernés, tels que le programme d’action intégré (qui concernera notamment les activités offshore) et le programme de limitation des pesticides menaçant le milieu marin.

— l’article 3, point 2 b), de la directive 2001/42/CE — Les plans de gestion des aires marines tels que prévus à l’article 9, § 1er, de la loi du 20 janvier 1999 sur la protection de l’environnement marin. — Les autres plans et projets non spécifiquement liés à la gestion de ces zones de protection mais qui pourraient avoir des incidences environnementales notables sur celles-ci (article 6.3 de la directive Habitat). Le plan politique de produits, en ce qu’il ne fixe pas le cadre pour des autorisations ultérieures, ne semble à première vue pas couvert par le champ d’application de la directive. L’article 3, point 4, de la directive 2001/42/CE prévoit également que les E´tats membres définissent les plans et les programmes non prévus dans le cadre du point 2 mais qui, à l’instar de ceux-ci, prévoient un cadre pour des activités ultérieures. En ce sens, une détermination de ces plans et programmes devra se faire conformément à la directive et il pourra être envisagé d’y inclure : — Le plan de réduction de l’usage des pesticides (qui est en cours d’élaboration) tel que demandé par le plan fédéral de développement durable.

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19125

— Het beheersplan voor het stroomgebiedsdistrict zoals bepaald in de raamrichtlijn water (2000/60/EG).

— Le plan de gestion de district hydrogéographique tel que prévu par la directive cadre-eau (2000/60/CE).

DO 2002200300277

DO 2002200300277

Vraag nr. 71 van de heer Willy Cortois van 27 november 2002 (N.) aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

Question no 71 de M. Willy Cortois du 27 novembre 2002 (N.) au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement :

Toezicht op volle zee van tankers in het Kanaal en de Noordzee.

Controˆle, en pleine mer, de pétroliers naviguant dans la Manche et en mer du Nord.

Na enkele opzienbare milieurampen op zee, onder meer in het Kanaal en Alaska, en zeer recentelijk nog voor de kust van Spanje (Galicie¨), werden door de internationale instanties strenge maatregelen uitgevaardigd om dergelijke voorvallen in de toekomst te voorkomen. Toch blijft de daadwerkelijke toepassing van die maatregelen dode letter.

Après plusieurs catastrophes écologiques spectaculaires, notamment dans la Manche et en Alaska, et très récemment encore aux larges des coˆtes espagnoles (Galice), les instances internationales ont promulgué des mesures sévères destinées à prévenir la répétition de tels accidents. La mise en œuvre concrète de ces mesures reste toutefois lettre morte.

Er varen oude tankers (naar verluid is één op drie tankers méér dan 25 jaar oud) onder de vlag van landen die het niet zo nauw nemen met het toezicht op die vaartuigen en bijgevolg een bedreiging blijven voor vele kustzones. Eén der drukste zeevaartroutes voor deze en andere schepen is het Kanaal en de Noordzee tussen de Britse eilanden en noordwest Europa. Nu reeds krijgen deze kusten af te rekenen met de gevolgen van lozingen van de spoelwaters van tankers, die zich niet storen aan de reglementering terzake.

De vieux pétroliers (un pétrolier sur trois aurait plus de 25 ans) continuent de naviguer sous le pavillon de pays qui ne s’embarrassent guère de controˆles. Ils continuent donc à constituer une menace pour de nombreuses zones littorales. La Manche et la mer du Nord située entre les Îles britanniques et le nord-ouest de l’Europe constituent une des routes maritimes les plus fréquentées par ces bateaux et par d’autres navires. Aujourd’hui déjà, ces zones coˆtières doivent faire face aux conséquences des dégazages pratiqués par les pétroliers, qui enfreignent la réglementation en la matière.

1. a) Hoe staat het met het toezicht op volle zee van tankers in het Kanaal en de Noordzee ?

1. a) Qu’en est-il du controˆle en pleine mer des pétroliers dans la Manche et en Mer du nord ?

b) Door welke instantie worden deze gecontroleerd ?

b) Quelle instance pratique ces controˆles ?

c) Participeert Belgie¨ aan deze controles ?

c) La Belgique participe-t-elle à ces controˆles ?

2. a) Wordt ook controle uitgeoefend op de schepen die olieladingen aanvoeren in onze havens ?

2. a) Les navires qui amènent leurs cargaisons de pétrole dans nos ports font-ils également l’objet de controˆles ?

b) Welke maatregelen worden getroffen wanneer de aanwezigheid wordt vastgesteld van schepen die niet (meer) beantwoorden aan de internationale normen inzake veiligheid en stabiliteit op zee ?

b) Quelles mesures sont-elles prises lorsqu’est constatée la présence de navires qui ne répondent pas (plus) aux normes internationales en matière de sécurité et de stabilité en mer ?

c) Kunnen dergelijke schepen aan de ketting worden gelegd ?

c) Peut-on mettre l’embargo sur de semblables navires ?

d) Kunnen vreemde tankers of andere vaartuigen die een bedreiging zouden kunnen vormen voor het leefmilieu de toegang tot de Belgische havens ontzegd worden ?

d) Les pétroliers ou autres navires étrangers susceptibles de constituer une menace pour l’environnement peuvent-ils se voir interdire l’accès aux ports belges ?


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19126

3. Bestaat er een scenario voor het geval een supertanker in de Noordzee of op het Kanaal in moeilijkheden zou geraken met risico op aanzienlijke vervuiling ?

3. Existe-t-il un scénario pour le cas ou` un superpétrolier serait en difficulté en mer du Nord ou dans la Manche, avec le risque d’une pollution majeure ?

4. a) Wat gebeurt er met het spoelwater van tanks afkomstig van de vaartuigen die hun lading in Belgische havens hebben gelost ?

4. a) Qu’advient-il des eaux de rinçage des citernes des navires qui ont déchargé leur cargaison dans des ports belges ?

b) Over welke reinigingsinstallaties beschikken onze havens ?

b) De quelles installations d’épuration nos ports disposent-ils ?

Antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu van 20 december 2002, op de vraag nr. 71 van de heer Willy Cortois van 27 november 2002 (N.) :

Réponse du ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement du 20 décembre 2002, à la question no 71 de M. Willy Cortois du 27 novembre 2002 (N.) :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.


1. a) Het luchttoezicht van de schepen op zee wordt verzekerd door vliegtuigen uitgerust met teledetectiemiddelen, die in staat zijn om iedere illegale of accidentele olielozing vanop afstand te detecteren en, in voorkomend geval, er de omvang van te documenteren. Deze vliegtuigen hebben de autoriteit om met de schepen te communiceren, informatie te verkrijgen en, indien nodig, hen instructies te geven.

1. a) La surveillance des navires en mer est assurée par des avions spécialement équipés de moyens de télédétection leur permettant de détecter à distance tout rejet illégal ou accidentel d’hydrocarbures et, le cas échéant, d’en documenter l’étendue. Ces avions ont autorité pour entrer en communication avec les navires, en obtenir de l’information et, au besoin, leur donner des instructions.

Het internationaal programma van luchttoezicht van de Noordzee en het Kanaal werd formeel ingesteld door aanvaarding op 22 september 1989 van de amendementen van de overeenkomst van 13 september 1983 inzake samenwerking bij het bestrijden van de verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Bonn Akkoord). Artikel 6A van het akkoord, zoals gewijzigd, voorziet onder meer : « de Verdragsluitende Partijen ondernemen in passende gevallen bewakingsactiviteiten in de onder hun verantwoordelijkheid vallende zone of in de onder gezamenlijke verantwoordelijkheid vallende zones bedoeld in artikel 6 van dit akkoord ».

Le programme international de surveillance de la mer du Nord et de la Manche a été formellement institué par l’adoption le 22 septembre 1989 d’amendements à l’accord du 13 septembre 1983 concernant la coopération en matière de lutte contre la pollution de la mer du Nord par les hydrocabures et autres substances dangereuses (Accord de Bonn). L’article 6A de l’accord, tel qu’amendé, prévoit notamment qu’« une surveillance est assurée par les Parties contractantes de la façon qui convient dans leur zone de responsabilité ou dans les zones de responsabilité conjointe telles que définies par l’article 5 de cet accord ».

Artikel 3, paragraaf 2, van het akkoord, zoals gewijzigd, voorziet bovendien : « De Verdragsluitende Partijen werken gezamenlijk richtlijnen uit, en stellen deze vast, met betrekking tot de praktische, operationele en technische aspecten van een gezamenlijk optreden en gecoo¨rdineerde toezichtactiviteiten zoals bedoeld in artikel 6A » (Belgisch Staatsblad van 3 oktober 1996).

L’article 3, paragraphe 2, de l’accord, tel qu’amendé, prévoit de plus que « Les Parties contractantes élaborent et établissent conjoitement des lignes directrices en ce qui concerne les aspects pratiques, opérationnels et techniques d’une action conjointe et d’une surveillance coordonnée telle que définie à l’article 6A » (Moniteur belge du 3 octobre 1996).

Het internationaal toezichtsprogramma omvat het geheel van de nationale vluchten, de gecoo¨rdineerde toezichtsvluchten van meerdere landen, de gezamenlijke oefeningen en de « tours d’horizon » die de controle uitbreiden naar die regio’s van de Noordzee die het verst verwijderd zijn van de

Le programme international de surveillance comprend l’ensemble des vols nationaux, les vols de surveillance coordonnés de plusieurs pays, les exercices conjoints et les « tours d’horizon » qui étendent le controˆle aux régions de la mer du Nord les plus éloignées des coˆtes. Ce programme est


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19127

kusten. Dit programma wordt elk jaar goedgekeurd door de vergadering van de Contracterende Partijen van het Bonn Akkoord en gerealiseerd door de acht landen grenzend aan de Noordzee.

approuvé chaque année par la réunion des Parties contractantes de l’Accord de Bonn et réalisé par les huit pays riverains de la mer du Nord.

Daarnaast is er natuurlijk het radartoezicht dat door het gewest georganiseerd wordt.

` coˆté de cela on trouve naturellement la surveilA lance radar organisée par la région.

b) Het luchttoezicht en meer bepaald de zendingen voor het opsporen van overtredingen aan het internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van de verontreiniging door schepen (MARPOL 73/78) die volgens internationale overeenkomsten inzake het toezicht vanuit de lucht van de zeeverontreiniging aan de Belgische autoriteiten zijn toevertrouwd, worden krachtens de wet van 6 april 1995 houdende de preventie van pollutie in zee door schepen verzekerd door de ambtenaren en agenten van de Beheerseenheid van het mathematisch model van de Noordzee (BMM), een departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen dat in dit kader voor rekening van mijn diensten tussenkomt.

b) La surveillance aérienne et plus particulièrement les missions de recherche des infractions à la Convention internationale de 1973 pour la prévention de la pollution par les navires (MARPOL 73/ 78) qui sont confiées aux autorités belges en vertu des accords internationaux relatifs à la surveillance aérienne de la pollution marine sont, en application de la loi du 6 avril 1995 relative à la prévention de la pollution de la mer par les navires, assurées par les fonctionnaires et agents de l’Unité de gestion du modèle mathématique de la mer du Nord (UGMM), un département de l’Institut royal des sciences naturelles de Belgique qui intervient dans ce cadre pour le compte de mes services.

De op zee gepleegde overtredingen kunnen eveneens worden vastgesteld door de ambtenaren belast met de controle van de scheepvaart van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, de ambtenaren van de scheepvaartpolitie en de daartoe door hun hie¨rarchie gemandateerde officieren en onderofficieren van de Marine Component van de Krijgsmacht.

Les infractions commises en mer peuvent également être constatées par les fonctionnaires chargés du controˆle de la navigation du service public fédéral Mobilité et Transport, les fonctionnaires de la police de la navigation et les officiers et sousofficiers de la composante marine des forces armées mandatés par leur hiérarchie à cet effet.

c) Belgie¨ neemt actief deel aan het luchttoezicht van de Noordzee. De BMM voert 250 effectieve uren per jaar uit boven de zee aan boord van tweemotorige luchttoezichtsvliegtuigen van de Landcomponent van de Krijgsmacht. De vlietuigen worden bestuurd door militaire piloten, maar de controle gebeurt door het personeel van de BMM. Een toestel werd speciaal voor dit doel uitgerust. De andere toestellen worden gebruikt in geval van onbruikbaarheid van het gespecialiseerd toestel en hebben een vereenvoudigde draagbare instrumentatie aan boord.

c) La Belgique participe activement aux controˆles aériens en mer du Nord. L’UGMM effectue 250 heures effectives de vol au dessus de la mer par an à bord d’avions de reconnaissance bimoteurs de la composante terrestre des Forces armées. Les avions sont pilotés par des pilotes militaires mais les controˆles sont effectués par le personnel de l’UGMM. Un appareil a été équipé spécialement à cet effet. Les autres appareils sont utilisés en cas d’indisponibilité de l’appareil spécialisé et emportent à leur bord une instrumentation portative simplifiée.

2. Het tweede deel van de vraag betreft de bevoegdheden van mijn collega de minister van Mobiliteit en Vervoer waarvan de diensten de havencontrole verzekerd (Vraag nr. 849 van 31 december 2002.). Deze diensten zijn gemachtigd, indien nodig, om een schip vast te houden en het aan de ketting te leggen indien het niet in orde is met de reglementering.

2. La deuxième partie de la question se rapporte au domaine de compétence de ma collègue la ministre de la Mobilité et des Transports dont les services assurent les controˆles dans les ports (Question no 849 du 31 décembre 2002.). Ces services sont habilités, en cas de besoin, à retenir un navire et à le mettre à la chaıˆne lorsqu’il n’est pas en ordre avec la réglementation.

3. Indien eender welk schip, een supertanker inbegrepen, zich in moeilijkheden bevindt en een belangrijk risico voor pollutie inhoudt, wordt de beschikbare informatie door de maritieme diensten gee¨valueerd en doorgezonden volgens een procedure voor de systematische waarschuwing van de betrokken diensten. Deze procedure wordt beschreven in het « Rampenplan

3. Lorsqu’un navire quel qu’il soit, y compris bien sûr un superpétrolier, se trouve en difficulté et présente un risque de pollution importante, l’information disponible est évaluée par les services maritimes et retransmise suivant une procédure de mise en alerte systématique de tous les services concernés. Cette procédure est décrite dans le « Plan catastrophe mer du


2002

2003


2447

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19128

Noordzee » en maakt het onderwerp uit van een door de Ministerraad goedgekeurd administratief akkoord. De overheid beschikt over de capaciteit om olievervuilingen op zee te bestrijden.

Nord » et elle a fait l’objet d’accords administratifs approuvés en Conseil des ministres. Les pouvoirs publics disposent d’un matériel de lutte contre la pollution marine par hydrocarbures.

4. Het vierde deel van de vraag betreft de wettelijke bevoegdheid van de gewesten. De Belgisch havens beschikken over gespecialiseerde diensten en ontvangstinrichtingen voor de aanvaarding van afval.

4. La quatrième partie de la question concerne les compétences légales des régions. Les ports belges disposent de services spécialisés et de dispositifs de réception des déchets.

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

Energie

Eńergie

DO 2002200300281

DO 2002200300281

Vraag nr. 75 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2002 (N.) aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling :

Question no 75 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2002 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable :

Departementen. — Dienstgebouwen. — Kantoren voor vrijgestelde syndicale afgevaardigden.

Départements. — Baˆtiments de service. — Bureaux pour les permanents syndicaux.

1. Kan u meedelen hoeveel vrijgestelde syndicale afgevaardigden, per vakvereniging, een kantoor hebben in een dienstgebouw van uw ministerie, en op welke plaatsen die kantoren gevestigd zijn ?

1. Pouvez-vous préciser combien de permanents syndicaux, par organisation syndicale, disposent d’un bureau dans un des baˆtiments de service de votre ministère ? Ou` se situent ces bureaux ?

2. Wordt voor het gebruik van deze infrastructuur enige vergoeding gevraagd en betaald ?

Bij het bestuur Energie, waarvoor ik bevoegd ben, wordt geen enkele vakbondsactiviteit verricht door een afgevaardigde die is vrijgesteld van zijn beroepsbezigheden.

2. Le ministère réclame-t-il et perçoit-il une rétribution pour l’utilisation de cette infrastructure ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable du 19 décembre 2002, à la question no 75 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2002 (N.) : Au sein de l’administration de l’Eńergie, qui relève de ma compétence, aucune activité syndicale n’est exercée par un délégué libéré de sa charge professionnelle.

Duurzame Ontwikkeling

Développement durable

Antwoord van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling van 19 december 2002, op de vraag nr. 75 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2002 (N.) :

DO 2002200300281

DO 2002200300281

Vraag nr. 41 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2002 (N.) aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling :

Question no 41 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2002 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable :

Departementen. — Dienstgebouwen. — Kantoren voor vrijgestelde syndicale afgevaardigden. 1. Kan u meedelen hoeveel vrijgestelde syndicale afgevaardigden, per vakvereniging, een kantoor

Départements. — Baˆtiments de service. — Bureaux pour les permanents syndicaux. 1. Pouvez-vous préciser combien de permanents syndicaux, par organisation syndicale, disposent d’un


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19129

hebben in een dienstgebouw van uw ministerie, en op welke plaatsen die kantoren gevestigd zijn ?

bureau dans un des baˆtiments de service de votre ministère ? Ou` se situent ces bureaux ?

2. Wordt voor het gebruik van deze infrastructuur enige vergoeding gevraagd en betaald ?

2. Le ministère réclame-t-il et perçoit-il une rétribution pour l’utilisation de cette infrastructure ?

Antwoord van de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling van 19 december 2002, op de vraag nr. 41 van de heer Francis Van den Eynde van 28 november 2002 (N.) :

Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable du 19 décembre 2002, à la question no 41 de M. Francis Van den Eynde du 28 novembre 2002 (N.) :

Bij het bestuur Energie, waarvoor ik bevoegd ben, wordt geen enkele vakbondsactiviteit verricht door een afgevaardigde die is vrijgesteld van zijn beroepsbezigheden.

Au sein de l’administration de l’Eńergie, qui relève de ma compétence, aucune activité syndicale n’est exercée par un délégué libéré de sa charge professionnelle.


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19131

IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 8

2002200300227 19-11-2002

400

Mw. Yolande Avontroodt

* Controlegeneeskunde. — Hoedanigheid van controlearts. Médecine de controˆle. — Qualité du médecincontroˆle.

19039

8

2002200300230 19-11-2002

401

Mw. Els Van Weert * Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Werking van de administratie. Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage. — Fonctionnement de l’administration.

19039

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale Begroting — Budget 1

2002200300266 26-11-2002

106

Mme Michèle Gilkinet

Omzetting van richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s. Transposition de la directive 2001/42/CE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement.

19065

Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1

2002200300125 22-10-2002

150

Koen Bultinck

Open asielcentrum te Westende. — Extra financie¨le middelen voor de gemeente Middelkerke. Centre d’accueil ouvert de Westende. — Moyens financiers supplémentaires pour la commune de Middelkerke.

19066

1

2002200300184

152


Gezondheidszorgen voor vluchtelingen. Soins de santé pour réfugiés.

19067

5-11-2002

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1

2001200200681 15- 2-2002

610


Mw. Frieda Brepoels Organisatie van ADR-opleidingen door commercie¨le organisaties. Organisation de formations ADR par des organisations commerciales.

2002

2003

19069


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19132

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

2001200200769 27- 2-2002

618

Luc Sevenhans

Schuldontwikkeling bij de NMBS. E´volution de la dette de la SNCB.

19070

1

2001200201323 17- 7-2002

711


Bevoegdheden van de gemachtigde opzichters. Compétences des surveillants habilités.

19073

1

2001200211694

4- 9-2002

747

Martial Lahaye

Vervoerswet. — Europese Commissie. — Klacht tegen Belgische overheid. Loi sur les transports. — Commission européenne. — Plainte contre les autorités belges.

19074

1

2001200211725 16- 9-2002

753

Martial Lahaye

Auto’s. — Folies die inkijk verhinderen. Voitures. — Film empêchant de voir l’intérieur d’un véhicule.

19075

1

2001200211759 16- 9-2002

757

Lode Vanoost

NMBS. — HST-lijn Leuven-Luik. SNCB. — Ligne TGV Louvain-Liège.

19076

1

2001200211778 20- 9-2002

762

Mw. Els Van Weert

NMBS. — Treinen. — Onderscheid eerste en tweede klas. SNCB. — Trains. — Distinction entre première et deuxième classe.

19078

1

2001200211782 23- 9-2002

764

Martial Lahaye

Nieuw model vrachtbrief. Nouveau modèle de lettre de voiture.

19080

1

2001200211783 23- 9-2002

765

Jos Ansoms

NMBS. — Lijn 11 Antwerpen-Bergen-op-Zoom. SNCB. — Ligne 11 Anvers-Bergen-op-Zoom.

19081

1

2001200211793 24- 9-2002

766

Francis Van den Eynde

NMBS. — Afval die reizigers in stations en op treinen achterlaten. — Aparte vuilnisemmers voor papier. SNCB. — Déchets dont les voyageurs se débarrassent dans les gares et les trains. — Poubelles spécialement destinées au papier.

19083

1

2001200211803 27- 9-2002

767


Speelstraten. Rues réservées au jeu.

19084

1

2002200300028

9-10-2002

788

Yves Leterme

Spoorlijn Westrozebeke-Kortemark. Ligne ferroviaire Westrozebeke-Kortemark.

19085

1

2001200211863 23-10-2002

798

Bart Laeremans

Grootschalige enquêtes over de mobiliteitsproblematiek. Enquêtes de grande envergure sur le problème de la mobilité.

19086

1

2002200300144 28-10-2002

799

Olivier Maingain

NMBS. — Centrale administratie. — Aantal personeelsleden per taalrol. SNCB. — Administration centrale. — Répartition linguistique du personnel.

19087

1

2002200300159 29-10-2002

804

Mw. Frieda Brepoels NMBS. — Tevredenheidsonderzoek. SNCB. — Enquête de satisfaction.

19089

1

2002200300160 29-10-2002

805

Jan Mortelmans

Uitgewezen asielzoekers. — Gratis treinbiljetten. Demandeurs d’asile déboutés. — Billets de train gratuits.

19090

6

2002200300185

5-11-2002

811

Jan Eeman

Camera’s. — Niet-geijkte toestellen. Caméras. — Appareils non étalonnés.

19091

8

2002200300192

6-11-2002

814

Jan Mortelmans


2002

* Auto’s. — Nieuwe rage onder jongeren. — Chassisverlichting. Voitures. — Nouvelle vogue chez les jeunes. — Ećlairage du chaˆssis.

2003

19040


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

CA

DO

19133

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

2002200300194

6-11-2002

815

Jan Mortelmans

Vlaamse stations. — Vaste Commissie voor Taaltoezicht. — Klachten omtrent de « verengelsing ». Gares flamandes. — Commission permanente de controˆle linguistique. — Plaintes concernant l’anglicisation.

19092

1

2002200300208 12-11-2002

816

Jo Vandeurzen

NMBS. — Hasselt. — Aankoop gebouw van de Nationale Bank. — Geneeskundig centrum. SNCB. — Hasselt. — Acquisition de l’immeuble de la Banque nationale. — Centre médical.

19092

8

2002200300221 18-11-2002

818

Roel Deseyn

8

2002200300246 20-11-2002

819

Mw. Els Van Weert * Hinder van rondrijdende reclamewagens in de stadscentra. Nuisances causées par des véhicules publicitaires circulant dans les centres-villes.

* NMBS. — Inning van boetes. SNCB. — Recouvrement d’amendes.

19041 19042

Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 8

2002200300223

8-11-2002

697

Bart Laeremans

* Medicatie asielzoekers. Médicaments pour les demandeurs d’asile.

19042

8

2002200300232 19-11-2002

698

Fred Erdman

* Toezicht in de sector van de private opsporing, bewaking en beveiliging. Controˆle dans le secteur de la recherche, de la sécurité et du gardiennage privés.

19043

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales 8

2002200300217 18-11-2002

562

Mw. Annemie Van * FCUD. — Aanwezigheidsdagen. de Casteele FESC. — Jours de présence.

19044

8

2001200211859 19-11-2002

564

Geert Bourgeois

19045

* Werking van de bestuursdirectie van de Uitkeringen aan personen met een handicap. Fonctionnement de la direction des Prestations aux personnes handicapées.

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 8

2002200300222 18-11-2002

345


Marc Van Peel

2002

* Gelijkschakeling rechten Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met Belgen die erkend werden als politiek gevangene of als oorlogswees. Alignement des droits des victimes juives de la Deuxième Guerre mondiale sur ceux des Belges reconnus comme prisonniers politiques ou orphelins de guerre.

2003

19046


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19134

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 8

2002200300235 19-11-2002

Blz. Page

* Question sans réponse 347

Karel Van Hoorebeke

* Bevlagging aan militaire kazernes. Pavoisement des casernes militaires.

19047

Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1

2001200211715 10- 9-2002

707

Filip De Man

Belgische nationaliteit. — Verzoek vervallenverklaring voorzitter Arabisch-Europese Liga. Nationalité belge. — Action en déchéance intentée à l’encontre du président de la Ligue arabe européenne.

19093

1

2002200300008

8-10-2002

729

Mw. Els Van Weert

Verblijf van jonge kinderen in de gevangenissen. Séjour de jeunes enfants dans les prisons.

19094

1

2002200300055 14-10-2002

733

Olivier Chastel

Verhuizing van notariskantoren binnen een gemeente. Déménagement des études de notaire au sein d’une commune fusionnée.

19096

1

2002200300077 16-10-2002

735

Martial Lahaye

Mannengevangenissen. — Kinderen. Prisons pour hommes. — Enfants.

19098

1

2002200300130 23-10-2002

743

André Frédéric

Voogdij over minderjarigen. — Wet van 29 april 2001. — OCMW. Tutelle des mineurs. — Loi du 29 avril 2001. — CPAS.

19099

8

2001200211799 18-11-2002

759

Yves Leterme

* Getuigschriften van goed zedelijk gedrag. — Omzendbrief. — Toepassing. Certificats de bonnes conduite, vie et mœurs. — Circulaire. — Application.

19048

8

2002200300240 19-11-2002

760

Lode Vanoost

* Luchthaven van Zaventem. — Problematiek van de nachtvluchten. — Processen-verbaal. Aéroport de Zaventem. — Problème des vols de nuit. — Procès-verbaux.

19050

1

2002200300252 21-11-2002

762

Mw. Simonne Creyf

Onthaal in het Nederlands in de Brusselse vredegerechten. Accueil en néerlandais dans les justices de paix à Bruxelles.

19102

6

2002200300316

773

Mw. Frieda Brepoels Vergoedingen aan Reprobel. Redevances à Reprobel.

6-12-2002

19103

Minister van Financie¨n Ministre des Finances 1

2001200201039 23- 4-2002

988

Martial Lahaye

Fusie tussen het bank- en verzekeringstoezicht. Fusion entre le controˆle de la banque et celui de l’assurance.

19104

8

2002200300228 19-11-2002

1138

Martial Lahaye

* Strijd tegen internationaal terrorisme. — Akkoord met de Verenigde Staten. — Controle scheepsladingen. — Ondertekening overeenkomst. Lutte contre le terrorisme international. — Accord avec les E´tats-Unis. — Controˆle des cargaisons des navires. — Signature d’une convention.

19051


2002

2003


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

CA

DO

Datum Date

19135


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


8

2002200300231 19-11-2002

1139

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Rechten en plichten van de fiscus en de belastingplichtigen. Impoˆts en général. — Droits et devoirs du fisc et des contribuables.

19051

8

2002200300233 19-11-2002

1140

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. Impoˆts en général.

19052

8

2002200300234 19-11-2002

1141

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Fiscale verplichtingen van de overheid. Impoˆts en général. — Obligations des pouvoirs publics en matière fiscale.

19053

8

2002200300236 19-11-2002

1142

Marcel Hendrickx

* Belastingen. — Toepassing van de Grondwet. — Internationale verdragen. Impoˆts. — Application de la Constitution. — Conventions internationales.

19054

8

2002200300237 19-11-2002

1143

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Fiscale verplichtingen van de overheid en de Grondwet. Impoˆts en général. — Obligations fiscales des pouvoirs publics et Constitution.

19055

8

2002200300238 19-11-2002

1144

Marcel Hendrickx

* Motiveringsplicht. — Wet van 29 juli 1991 versus wet van 30 juni 2000. Obligation de motivation. — Loi du 29 juillet 1991 et loi du 30 juin 2000.

19055

8

2002200300239 19-11-2002

1145

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Illegaal optreden. — Klachten. Impoˆts en général. — Intervention illégitime. — Réclamations.

19056

8

2002200300242 19-11-2002

1146

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Exceptie van illegaliteit. — Voortdurende en onverjaarbare overtredingen. Impoˆts en général. — Exception d’illégalité. — Infractions permanentes et imprescriptibles.

19056

8

2002200300243 20-11-2002

1147

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Rechtszekerheid. — Exceptie van illegaliteit. Impoˆts en général. — Sécurité juridique. — Exception d’illégalité.

19057

8

2002200300244 20-11-2002

1148

Marcel Hendrickx

* Belastingen in het algemeen. — Rechtszekerheid. — Exceptie van illegaliteit. — Hie¨rarchie van de Grondwet. Impoˆts en général. — Sécurité juridique. — Exception d’illégalité. — Hiérarchie de la Constitution.

19058

8

2002200300245 20-11-2002

1149

Marcel Hendrickx

* Belastingen. — Ambtenaren. — Delegatie. Impoˆts. — Fonctionnaires. — Délégation.

19058

8

2002200300250 20-11-2002

1150

Jean-Jacques Viseur * Registratie- en successierechten. — Begrip verkoopwaarde. Matière de droits d’enregistrement et de succession. — Notion de valeur vénale.

19058

1

2002200300374 18-12-2002

1168

Joseph Arens

19105


2002

Fiscale gevolgen van de organisatie van « wedstrijden » met dieren. Conséquences fiscales de l’organisation de « concours » d’animaux.

2003


2448

QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19136

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


2002200300375 18-12-2002

1169

Mw. Trees Pieters

Verlenging BTW-tarief 6 % voor renovatie. Prolongation de l’application du taux de TVA de 6 % aux travaux de rénovation.

19106

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — Ećonomie 1

2001200201183 28- 5-2002

290

Willy Cortois

8

2002200300218 18-11-2002

335

Jan Peeters

8

2002200300219 18-11-2002

336

Jan Peeters

8

2002200300220 18-11-2002

337

Jan Peeters

8

2002200300224 18-11-2002

338

Dirk Van der Maelen

8

2002200300226 19-11-2002

339

Martial Lahaye

Gevolgen invoering van de euro op prijzen en koopkracht verbruikers. Conséquences de l’introduction de l’euro sur les prix et sur le pouvoir d’achat des consommateurs. * Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Turnhout. — Prijsverhogingen. Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement de Turnhout. — Augmentations tarifaires. * Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Antwerpen. — Prijsverhogingen. Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement d’Anvers. — Augmentations tarifaires. * Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. — Arrondissement Mechelen. — Prijsverhogingen. Maisons de repos et maisons de repos et de soins. — Arrondissement de Malines. — Augmentations tarifaires. * Ontbinding van het ministerie van Middenstand en Landbouw. — Gevolgen voor de gepensioneerde ambtenaren. Suppression du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture. — Conséquences pour les fonctionnaires retraités. * National Instituut voor de statistiek. — Statistisch onderzoek. — Geselecteerde bedrijven. — Kosten. Institut national de statistique. — Enquête statistique. — Entreprises sélectionnées. — Frais.

19107

19059

19060

19060

19061

19061

Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture Buitenlandse Zaken — Affaires étrangères 8

2002200300229 19-11-2002

67


Jan Mortelmans

2002

* Economische zendingen van de Belgische Dienst voor de buitenlandse handel. Missions économiques de l’Office belge du commerce extérieur.

2003

19062


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

CA

DO

19137

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


2002200300251 20-11-2002

Blz. Page

* Question sans réponse 68

Jan Mortelmans

* Gemeenschapsoctrooien. — Europese Commissie. — Bedrijven. — Discriminatie. Brevets communautaires. — Commission européenne. — Entreprises. — Discrimination.

19063

Landbouw — Agriculture 8

2002200300224 18-11-2002

129

Dirk Van der Maelen

* Ontbinding van het ministerie van Middenstand en Landbouw. — Gevolgen voor de gepensioneerde ambtenaren. Suppression du ministère fédéral des Classes moyennes et de l’Agriculture. — Conséquences pour les fonctionnaires retraités.

19063

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Volksgezondheid — Santé publique 2

2001200201591

8- 8-2002

493


Instituut voor veterinaire keuring. — Controles. — Keurkringen. Institut d’expertise vétérinaire. — Controˆles. — Cercles d’expertise.

19109

1

2002200300248 20-11-2002

534

Mme Colette Burgeon

Nieuwe Europese regelgeving inzake contactlenzen. — Verbod op het hergebruik van proeflenzen. Nouvelle réglementation européenne sur les verres de contact. — Interdiction réutilisation des lentilles d’essai.

19112

1

2002200300249 20-11-2002

535

Mme Colette Burgeon

Biologische honing. — Antibiotica. Le miel bio. — Antibiotiques.

19113

1

2002200300259 25-11-2002

536

Mme Colette Burgeon

Erkenning van gegradueerden in de kinesitherapie. Agrément des gradués en kinésithérapie.

19115

1

2002200300265 26-11-2002

537

Luc Paque

FAVV en IVK. — Dierenartsen met opdracht. — Belangenvermenging. AFSCA et IEV. — Vétérinaires chargés de mission. — Conflits d’intérêt.

19116

1

2002200300274 26-11-2002

538

Jan Eeman

Pesticiden. Pesticides.

19118

Leefmilieu — Environnement 1

2002200300247 20-11-2002

69


Mw. Els Van Weert

2002

Hinder van rondrijdende reclamewagens in de stadscentra. Nuisances causées par des véhicules publicitaires circulant dans les centres-villes.

2003

19120


QRVA 50 150 23 - 12 - 2002

19138

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

2002200300266 26-11-2002

70

Mme Michèle Gilkinet

Omzetting van richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s. Transposition de la directive 2001/42/CEE du 27 juin 2001 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement.

19122

1

2002200300277 27-11-2002

71

Willy Cortois

Toezicht op volle zee van tankers in het Kanaal en de Noordzee. Controˆle, en pleine mer, de pétroliers naviguant dans la Manche et en mer du Nord.

19125

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

Energie — Eńergie

1

2002200300281 28-11-2002

75


Departementen. — Dienstgebouwen. — Kantoren voor vrijgestelde syndicale afgevaardigden. Départements. — Baˆtiments de service. — Bureaux pour les permanents syndicaux.

19128

Duurzame Ontwikkeling — Développement durable

1

2002200300281 28-11-2002

41



S.A. IMPRIMERIE

2001

Departementen. — Dienstgebouwen. — Kantoren voor vrijgestelde syndicale afgevaardigden. Départements. — Baˆtiments de service. — Bureaux pour les permanents syndicaux.

2002

E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.

19128


2356

Questions et réponses écrites. Schriftelijke vragen en antwoorden BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Recommend Documents